az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Operatiekwartier
Ontwaakafdeling - PAZA
01/07/2012
1
Inhoud Welkom ................................................................................................................................................... 4 1.
2.
3.
4.
Voorstelling van de afdeling ............................................................................................................ 5 1.1.
Opbouw van de afdeling ......................................................................................................... 5
1.2.
Doelstelling van de afdeling .................................................................................................... 6
1.3.
Competenties van een operatieverpleegkundige ................................................................... 7
1.4.
Organogram............................................................................................................................. 7
1.5.
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .......................................................... 8
1.6.
De artsen per discipline ......................................................................................................... 12
Werking van de dienst OK en ontwaakafdeling / PAZA ................................................................ 21 2.1.
Werkuren............................................................................................................................... 21
2.2.
Zaalverdeling operatiekwartier ............................................................................................. 22
2.3.
Taken van een OK – verpleegkundige ................................................................................... 23
2.4.
Afspraken met de centrale sterilisatieafdeling (CSA) ........................................................... 26
2.5.
Een dag op de ontwaakafdeling – PAZA : taken verpleegkundige ........................................ 29
2.6.
Operatieschema per campus ................................................................................................ 32
Specifieke informatie..................................................................................................................... 34 3.1.
Afspraken operatiezaal.......................................................................................................... 34
3.2.
Algemene afspraken omtrent het toeren op de ontwaakafdeling ...................................... 37
3.3.
Bezoekuren enkel voor de PAZA ........................................................................................... 38
3.4.
Frequent gebruikte afkortingen op OK per discipline ........................................................... 39
3.5.
Frequent gebruikte afkortingen op de ontwaakafdeling ...................................................... 43
3.6.
Overzicht van de meest voorkomende ingrepen .................................................................. 44
Procedures..................................................................................................................................... 50 4.1.
Ziekenhuishygiëne ................................................................................................................. 50
4.2.
Procedures anesthesie .......................................................................................................... 52
4.3.
Procedure boeken chirurgie en ontwaakafdeling ................................................................. 53
4.4.
Meest voorkomende onderzoeken op de ontwaakafdeling ................................................. 53
4.5.
Courante documenten en formulieren ................................................................................. 53
4.6.
Meest voorkomende technieken op de ontwaakafdeling .................................................... 56 2
5.
6.
7.
Communicatie ............................................................................................................................... 59 5.1.
Telefonie ................................................................................................................................ 60
5.2.
Informatica (IT) ...................................................................................................................... 60
5.3.
Buizenpost ............................................................................................................................. 60
5.4.
Interne communicatie ........................................................................................................... 61
Personeelsinformatie .................................................................................................................... 61 6.1.
Dienstrooster......................................................................................................................... 61
6.2.
Meeruren............................................................................................................................... 61
6.3.
Verlof ..................................................................................................................................... 62
6.4.
Ruilen van shift of verlofdagen ............................................................................................. 62
6.5.
Ziekte ..................................................................................................................................... 62
6.6.
Vorming ................................................................................................................................. 63
6.7.
Evaluatiegesprek ................................................................................................................... 63
Aandachtspunten .......................................................................................................................... 64 7.1.
Identificatie van de patiënt ................................................................................................... 64
7.2.
Dagelijkse controle van de apotheek + bestellingen specifiek materiaal ............................. 64
8.
Persoonlijke notities ...................................................................................................................... 65
9.
Studenten ...................................................................................................................................... 66
3
Welkom Beste nieuwe collega, Hartelijk welkom in het ziekenhuis az groeninge. Hartelijk welkom op het operatiekwartier en de ontwaakafdeling. Werken in een ziekenhuis is vanaf de eerste dag ondergedompeld worden in de praktijk en deel uitmaken van een team. Als nieuw verpleegkundig medewerker wordt verwacht dat je, behalve een vlotte kennis en uitvoering van technieken op een patiëntvriendelijke manier, over de nodige achtergrondinformatie beschikt zodat je als een zelfstandig en volwaardig teamlid op de afdeling kunt profileren. Wij zien het als een belangrijke opdracht elke nieuwe medewerker daarbij de nodige ondersteuning te bieden. Jouw persoonlijk inwerktraject omvat: Een informatiebrochure die je een eerste kennis geeft van onze afdeling. Een peter of een meter op de afdeling. Die zal je zoveel mogelijk praktische ondersteuning bieden en helpt hierdoor de integratie binnen het team te bespoedigen. Een inscholingscoach die je, indien nodig van bij het begin, bijkomende ondersteuning kan bieden en opvolgen van jouw evaluatie. Inwerkbundel: Het stappenplan + feedback momenten. Je merkt het, wij zijn bereid heel wat inspanningen te leveren die helpen om je snel thuis te voelen in onze organisatie. Daar tegenover staat dat az groeninge rekent op 100% van jouw inzet en medewerking. Wij willen duidelijk stellen dat jij als nieuwe verpleegkundige medewerker de volle verantwoordelijkheid draagt voor het optimaal benutten van je eigen opleiding tijdens jouw inwerkperiode op het operatiekwartier en /of de ontwaakafdeling. Deze persoonlijke inwerkbundel kan je als hulpinstrument, werkdocument raadplegen gedurende de startperiode. Bewaar dit document steeds op een vaste plaats op je afdeling. Veel succes bij deze uitdaging! Voornaamste stelregel: Als je twijfelt, vraag dan hulp ! Doe dit beter te vroeg dan te laat ! 4
1 Voorstelling van de afdeling 1.1 Opbouw van de afdeling az groeninge heeft 1 operatiekwartier + ontwaakafdeling opgesplitst over 3 campussen
-
Campus kennedylaan (KL): Cluster 1 : -
dermatologie electroconvulsive therapie (E.C.T.) oftamologie (oogheelkunde) otorinolaryngologie (O.R.L. ) of neus-, keel- en oorheelkunde (N.K.O.) pijnkliniek plastische heelkunde stomatologie (mond, kaak en aangezichtsheelkunde) tandheelkunde
-
abdominale heelkunde gastro-enterologie gynaecologie
Cluster 2 :
Ontwaakafdeling : De ontwaakafdeling van het OK (24 bedden in 1ste fase) en van de endoscopiezaal (5 bedden) ligt op 2 afzonderlijke plaatsen. Deze zijn respectievelijk gelegen op A.2.W. (lokaal 2.801, 2.802, 2.803) en C.0.W. (lokaal 0.200). De ontwaakafdeling (A.2.W.) is verdeeld in 3 compartimenten: De ontwaakafdeling voor kinderen (t.e.m. 15j.): 2.801 (dect 5191) Het is wettelijk bepaald dat kinderen niet bij volwassenen mogen geobserveerd worden (cfr. pediatrisch zorgprogramma). Vandaar een volledig afzonderlijke ruimte van 8 bedden voor kinderen. Preoperatief worden de kinderen begeleid door de spelbegeleidster naar de ontvangstruimte voor kinderen (niet naar die van de volwassenen). Kinderen worden altijd gescheiden van de volwassen patiënten. In overleg met de verantwoordelijke kan het gebeuren dat een ouder het kind vergezelt op de ontwaakafdeling. 1ste deel van de volwassenontwaakafdeling : 2.802 (dect 5192) Deze ruimte is met een halve muur gescheiden van 2.803. 2de deel van de volwassenontwaakafdeling en PAZA: 2.803 (dect 5193) PAZA is de afkorting van post anesthesie zorgen afdeling. Dit deel wordt voorzien voor patiënten met een medische voorgeschiedenis die een onmiddellijk ontslag niet wettigt, patiënten die omwille van het type ingreep een verlengde intensieve followup nodig hebben of omwille van per- operatieve complicaties een verlengd toezicht nodig hebben. Daarnaast wordt dit deel ook gereserveerd voor oftalmologische patiënten en patiënten na pijnbehandeling met epidurale/cervicale infiltratie, afhankelijk van de drukte. Dit gedeelte wordt ook gebruikt als 2.802 volzet is.
5
In een 2de fase, bij verhuis van campus loofstraat en campus vercruysselaan zal de ontwaakafdeling (A.2.W.) uitgebreid worden tot 43 bedden, waarvan 3 boxen met isolatiesas en zal er een post anesthesie zorgen afdeling (PAZA) in geïntegreerd worden. De endoscopieontwaakafdeling (C.0.W.0.200) omvat 5 bedden.
-
Campus loofstraat (LS): OK LS : -
alle diverse spoedoperaties handchirurgie neurochirurgie pijnkliniek trauma orthopedie vasculaire en thoracale chirurgie
Ontwaakafdeling / PAZA : Die bestaat uit een grote zaal met plaats om 8 patiënten te monitoren. Hier is er wel in dezelfde ruimte een Zibi hoek voorzien voor kinderen, mits het gebruik van een tussengordijn om afzondering tussen kind en volwassenen te creëren. Er is ook kinderanimatie voorzien via de PC.
-
Campus vercruysselaan (VL): OK VL : - orthopedie - pijnkliniek - urologie en robotchirurgie Ontwaakafdeling / PAZA : Hier zijn er 14 bedden en 4 boxen voorzien. Ook hier is rekening gehouden met kinderen die ontwaken na een ingreep. Zij worden geobserveerd in box 4 van de PAZA.
1.2 Doelstelling van de afdeling Een opname op een operatiekwartier + ontwaakafdeling is altijd een ingrijpend gebeuren, hoe klein de operatie ook mag zijn. De patiënten komen in een heel andere omgeving terecht dan op de afdelingen. De manier van werken, de apparatuur, de totaliteit van het gebeuren… kan een grote impact hebben op de patiënt. Hierbij wacht je als verpleegkundige een belangrijke taak. Je werkt binnen een multidisciplinair team om de patiënt een optimale fysieke, psychische, sociale en morele zorg te bieden zowel pre- , per- en post- operatief.
6
1.3 Competenties van een operatieverpleegkundige -
verantwoordelijkheid nemen collegialiteit, een teamplayer zijn voorzien, plannen en organiseren concentratievermogen kalmte, ook in stress situaties zelfdiscipline uithoudingsvermogen interesse en bijscholing kennis van het operatieverloop en de anatomie
1.4 Organogram
7
1.5 Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen Zorgmanager kritieke diensten : Antoon Vanhoutte t. 056 63 60 42
[email protected]
Hoofdverpleegkundigen : Campus KL , cluster 1: Ruddy Parmentier t. 056 63 51 01
[email protected]
Campus KL , cluster 2: Rik D’Hulster t.056 63 51 00
[email protected]
Campus LS : Marc Dejager t. 056 63 51 50
[email protected]
Campus VL : Jan Defoort t.056 63 51 70
[email protected]
Adjunct-hoofdverpleegkundigen :
Campus KL, cluster 1 : Eveline Deglorie
Campus KL, cluster 2 : Ann Hanssens
Campus LS : Kurt Dewaele
Campus VL : Marc Callens
Hoofdverpleegkundige logistiek en materiaal :
Christ Deconinck t.056 63 51 07
[email protected]
9
Hoofdverpleegkundige ontwaakafdeling- Paza :
Veerle Foulon t.056 63 51 95
[email protected]
Hoofdverpleegkundige sterilisatie :
Kurt Duvillier t.056 63 52 02
[email protected]
Referentieverpleegkundigen: Per campus zijn er verpleegkundigen aangesteld voor: -
informatica materiaal en bestellingen wondzorg hef en til ziekenhuishygiëne …
Stagementoren: Per campus is er een verpleegkundige aangesteld voor de opvang van verpleegkundige stagiairs.
10
Logistieke assistenten: Een logistieke medewerker maakt deel uit van het team van het operatiekwartier en ondersteunt de verpleegkundigen. -
-
zorgen voor een algemene orde in het operatiekwartier: orde in de bergruimte scrubruimte en gang; opmerken van defecten en doorgeven aan de betrokken instantie en hoofdverpleegkundige; afvoer gebruikt instrumentarium, correct plaatsen van steriel instrumentarium… nemen allerhande taken op zoals boodschappen, voorraad en stockbeheer helpen de verpleegkundigen met het patiëntenvervoer naar het operatiekwartier op basis van de klaarzetlijst die voor elke ingreep bestaat, zetten men al het nodige materiaal per ingreep klaar zodat chirurgen en verpleegkundigen vlot kunnen starten
Administratieve medewerker: Een administratief medewerker maakt deel uit van de equipe operatiekwartieren. De hoofdtaken bestaan uit volgende aspecten: -
brengen de registraties van de operatieve ingrepen in op de computer houden toezicht op de preoperatieve patiënten en roept zo nodig de hulp in van een verpleegkundige zorgen voor onthaal van externen (artsen, vertegenwoordigers, technici …) die zich aanbieden op het operatiekwartier zien erop toe dat het inscannen van patiënten door de verpleegkundigen op een correcte manier plaats vindt zorgen voor de administratieve ondersteuning van de OK activiteiten
11
1.6 De artsen per discipline Abdominale chirurgie
Dr. Devriendt Dirk Dr. D’Hondt Mathieu Dr. Van Rooy Frank Dr. Vansteenkiste Franky
Dr. Devriendt
3010 3011 3013 3012
medisch diensthoofd
Dr. D’Hondt
Dr. Van Rooy
Dr. Vansteenkiste
Anesthesie
Dr. Alegret Carmen Dr. Boel André Dr. Budiharto Johan Dr. Carlier Stefaan Dr. Castelain Charlotte Dr. Chafai Ali Dr. De Corte Wouter Dr. Demeyer Caroline Dr. Desmet Marc Dr. Desmet Matthias Dr. Dutré Patrick Dr. Hooft Frederik Dr. Plasschaert Sabine Dr. Reynvoet Marc Dr. Roels Gino Dr. Steelant Pieter Jan Dr. Sykora Theo Dr. Van Belleghem Vincent Dr. Van der Schueren Marc Dr. Van Ooteghem Barbara Dr. Vandenbossche Carl Dr. Vanfleteren Lieven Dr. Vertommen Denis Dr. Weyne Luc
3040 3041 3043 3044 3045 3046 3047 3048 3049 3050 3051 3052 3053 3054 3055 3056 3057 3058 3060 3062 3059 3061 3063 3064
diensthoofd anesthesie/reanimatie
campusverantwoordelijke VL campusverantwoordelijke KL
coördinator operatiekwartier
12
Dr. Alegret
Dr. Boel
Dr. Budiharto
Dr. Carlier
Dr. Castelain
Dr. Chafai
Dr. De Corte
Dr. Demeyer
Dr. Desmet Marc
Dr. Desmet M.
Dr. Dutré
Dr. Hooft
Dr. Plasschaert
Dr. Reynvoet
Dr. Roels
Dr. Steelandt
Dr. Sykora
Dr. Van Belleghem
Dr. Van der Schueren
Dr. Van Ooteghem
Dr. Vandenbossche
Dr. Vanfleteren
Dr. Vertommen
Dr. Weyne
13
Dermatologie
Dr. Matejkova Libuse Dr. Suys Erwin
3170 3172
Dr. Matejkova
medisch diensthoofd
Dr. Suys
Gastro – enterologie
Dr. D’heygere François Dr. Demuynck Barbara Dr. Elewaut Ann Dr. George Christophe Dr. Vandecasteele Stefaan Dr. Vergauwe Philippe Dr. Verhamme Marc
3310 3600 3311 3312 3318 3313 3314
medisch diensthoofd
Dr. D’heygere
Dr. Demuynck
Dr. Elewaut
Dr. Vandecasteele
Dr. Vergauwe
Dr. Verhamme
14
Dr. George
Gynaecologie
Dr. Buyse Karel Dr. De Groeve Jan Dr. De Keersmaecker Bart Dr. Debruyne David Dr. Denys Benedicte Dr. Desmet Bob Dr. Ghesquiere Sophie Dr. Staelens Gracienne Dr. Thys Johan Dr. Tonnelier Lucien Dr. Van Tendeloo Gery Dr. Vercruysse Philippe
3250 3251 3252 3261 3253 3254 3262 3255 3256 3257 3259 3262
medisch diensthoofd
Dr. Buyse
Dr. De Groeve
Dr.De Keersmaecker
Dr Debruyne
Dr. Denys
Dr. Desmet
Dr. Ghesquiere
Dr. Staelens
Dr. Thys
Dr. Tonnelier
Dr. Van Tendeloo
Dr. Vercruysse P.
15
Neurochirurgie
Dr. Celen Gui Dr. Ceuppens Jeroen Dr. Fidlers Luc Dr. Vandenberghe Thierry
Dr. Celen
3410 3413 3411 3412
medisch diensthoofd
Dr. Ceuppens J.
Dr. Fidlers
Dr. Vandenberghe
O.R.L (Neus- keel en oor chirurgie)
Dr. Busschaert Marc Dr. Clarysse Philippe Dr. De Coster Laurence Dr. Vercruysse Bernard Dr. Vierstraete Kathie
3470 3471 3472 3474 3473
medisch diensthoofd start 1/11/12
Dr. Busschaert
Dr. Clarysse
Dr. Vercruysse B.
Dr. Vierstraete
16
Dr. De Coster
Oftamologie
Dr. Brabant Patrick Dr. Delaere Lien Dr. De Sutter Edward Dr. Goethals Tonia Dr. Heireman Steven Dr. Kesteloot Frank
3510 3511 3513 3500 (secr.) 3515 3514
medisch diensthoofd
Dr. Brabant
Dr. Delaere
Dr. De Sutter
Dr. Goethals
Dr. Heireman
Dr. Kesteloot
Orthopedie / Traumatologie
Dr. Adyns Pierre Dr. Audenaert Emmanuel Dr. Dezillie Marleen Dr. Gheysen Filip Dr. Michels Frederik Dr. Oosterlinck Dirk Dr. Putzeys Guy Dr. Van Cauwelaert De Wyels Jan Dr. Van Der Bauwhede Jan Dr. Vercruysse Luc Dr. Verhelst Luk
3550 3534 (secr.) 3590 3552 3553 3554 3555 3556 3557 3558 3560
17
medisch diensthoofd
Dr. Adyns
Dr. Audenaert
Dr. Dezillie
Dr. Gheysen
Dr. Michels
Dr. Oosterlinck
Dr. Putzeys
Dr. Van Cauwelaert
Dr. Van Der Bauwhede
Dr. Vercruysse
Dr. Verhelst
Handgroep – Orthopedie
Dr. Dezillie Marleen Prof. Dr. Stockmans Filip Dr. Vanhaecke Jeroen
Dr. Dezillie
3590 3591 3592
Prof. Dr. Stockmans
18
Dr. Vanhaecke
Plastische heelkunde
Dr. De Walsche Wim Dr. Dubrulle Fabrice Dr. Luyten Pieter Dr. Nolens Isabelle
Dr. De Walsche
3650 3652 3653 3654
Dr. Dubrulle
medisch diensthoofd
Dr. Luyten
Dr. Nolens
Stomatologie
dr. D’Haeseleire Patricia dr. Declercq Ali dr. Kunz Sidney dr. Lemayeur Jan dr. Meeussen Jan
3721 (secr.) 3721 (secr.) 3721 (secr.) 3733 3721 (secr.)
Dr. D’Haeseleire
Dr. Declerq
Dr. Lemayeur
Dr. Meeussen
19
medisch diensthoofd
Dr. Kunz
Tandheelkunde
Lth. De Craene Luc Lth. De Maere Mia Lth. Demeyer Miche Lth. Verplanken Hendrik
Lth. De Craene
Lth. De Maere
Lth. De Meyer
Lth. Verplancken
Urologie
Dr. Billiet Ignace Dr. Cornet Alain Dr. Lesage Karl Dr. Verleyen Pieter Dr. Vossaert Peter Dr. Werbrouck Patrick
3810 3815 3811 3812 3813 3814
medisch diensthoofd
Dr. Billiet
Dr. Cornet
Dr. Lesage
Dr. Verleyen
Dr. Vossaert
Dr. Werbrouck
20
Vasculaire en thoracale chirurgie
Dr. Ceuppens Herman Dr. De Smul Gunther Dr. Lerut Philip Dr. Van Lysebeth Luc Dr. Wallaert Paul
3850 3851 3852 3853 3854
medisch diensthoofd
Dr. Ceuppens H.
Dr. De Smul
Dr. Van Lysebeth
Dr. Wallaert
Dr. Lerut
2 Werking van de dienst OK en ontwaakafdeling / PAZA 2.1 Werkuren De verschillende schiften op het operatiekwartier Vroegdienst Dagdienst Avonddienst (LS + VL) Avonddienst 1ste permanentie weekend Of Of Of 2de permanentie in de LS Nachtdienst (LS) Wachtdienst week Wacht feestdag week Weekend wacht
06.30 u – 15.00 u 07.30 u – 16.00 u 09.30 u – 18.00 u 12.15 u – 20.30 u 06.30 u – 12.30 u (6u) 12.15 u – 20.30 u (8u) 06.30 u – 15.00 u (8u) 14.30 u – 20.30 u (6u) 09.30 u – 18.00 u 20.30 u – 06.30 u 16.00 u – 07.30 u 07.30 u – 07.30 u vrijdag 16.00 u – maandag 07.30 u
21
De vroegdienst: Eén verpleegkundige werkt van 06.30 u tot 15.00 u met een onderbreking van 30 min te bepalen volgens het operatieprogramma. Dagdienst: Deze shift loopt van 07.30 u tot 16.00 u met een onderbreking van 30 min te nemen volgens het verloop van het operatieprogramma. Avonddienst (LS en VL): Eén verpleegkundige werkt van 9.30 u tot 18.00 u met een onderbreking van 30 min te bepalen volgens operatieprogramma. Avonddienst (LS en VL): Eén verpleegkundige werkt van 12.15 u tot 20.30 u met een onderbreking van 15 min te nemen volgens de mogelijkheid binnen het werkschema. Avonddienst (KL): Drie verpleegkundigen werken van 12.15 u tot 20.30 u met een onderbreking van 15 min te nemen volgens de mogelijkheid binnen het werkschema. Weekend permanentie: Er is een weekendpermanentie uitgebouwd op de campus LS. Daar is er altijd, dag en nacht, één verpleegkundige aanwezig van de campus LS. In de weekends en op feestdagen wordt die bijgestaan door één verpleegkundige van een andere campus, de tweede permanentie. Tweede permanentie: Tweede permanentie dienst gaat meestal door op de campus LS van 09.30 u tot 18.00 u. Deze schift wordt ingevuld door een beurt systeem van de verpleegkundigen KL en VL. Het is mogelijk dat die verpleegkundige op een ander e campus moet gaan volgens de noodzaak van operaties. Permanentie op feestdag: Ook hier is een beurt systeem opgemaakt met een vroegdienst en een avonddienst. Er is altijd ook een tweede permanentie voorzien van 09.30 u tot 18.00 u van campus VL of KL. Wachtdienst: Er zijn altijd vier verpleegkundigen van wacht voor de drie campussen en deze kunnen ook voor de drie campussen opgeroepen worden, maar meestal worden ze opgeroepen voor hun eigen disciplines. Voor de wachtdienst is een speciale vergoeding voorzien en een Gsm. Wachtdienstregeling in de week: maandag van 16.00 u tot dinsdag 07.30 u dinsdag van 16.00 u tot woensdag 07.30 u woensdag van 16.00 u tot donderdag 07.30 u donderdag van 16.00 u tot vrijdag 07.30 u Wachtdienstregeling tijdens het weekend: Van vrijdag 16.00 u tot en met maandag 07.30 u. Met enige flexibiliteit en collegialiteit kan men natuurlijk onderling wisselen maar de permanentie moet gewaarborgd blijven!
22
Nachtdienst: Op de campus LS is er per 4 weken een beurtsysteem van één verpleegkundige die nacht doet van 20.30 u tot 06.30 u. Wachtdienst op een feestdag tijdens de week: Volgens een beurt systeem per campus zijn de feestdagen ingevuld. De wachtdienst begint s’ morgens om 07.30 u tot de volgende morgen 07.30 u. Ook hier zijn flexibiliteit en collegialiteit van toepassing. Betaald verlof / betaalde feestdagen: Eén verpleegkundige die voltijds werkt heeft recht op 24 dagen betaald verlof plus één dag voor 11 juli + tien betaalde feestdagen. Eén dag compensatie per maand omdat we in een systeem van 8u/dag werken in een 38 uren werkweek.
De verschillende schiften op de ontwaakafdeling/ PAZA : V V A A D D1 VA D2 D4 N *
(vroegdienst) maandag op KL+LS PAZA VL is 24u/24u open (avonddienst KL+LS) (avonddienst VL) (dagdienst) KL en VL (dagdienst) LS (“vroegenavond”) KL en VL (dagdienst) LS (halve dagdienst) (nachtdienst) (“sterreke”)
06.30 u – 15.00 u 07.30 u – 16.00 u (geen patiënten op PAZA) 12.45 u – 21.00 u 13.00 u – 21.15 u 08.00 u – 16.30 u 07.30 u – 16.00 u 10.00 u – 18.30 u 09.30 u – 18.00 u 08.00 u – 12.00 u 20.45 u – 06.45 u meeruren op zaterdagvoormiddag
2.2 Zaalverdeling operatiekwartier De hoofdverpleegkundige of de adjunct stelt de dag ervoor de zaalverdeling op volgens het operatieprogramma. Z1
Z2
A B C D E
assisterende verpleegkundige instrumenterende/omloopverpleegkundige anesthesie/omloopverpleegkundige assisterende/ instrumenterende verpleegkundige anesthesie/ omloopverpleegkundige
2.3 Taken van een OK – verpleegkundige Taak van de anesthesieverpleegkundige -
bij algemene verdoving de patiënt een zuurstofmasker aandoen assisteren bij plaatsen van een infuus, arteriële lijn aanleggen van E.C.G.-monitoring, bloeddrukmanchet, zuurstof saturatie assisteren bij intubatie van de patiënt: aanbieden van de laryngoscoop (controle lampje), aanbieden van de juiste tube (controle van de cuff) evt. aanbieden van een maagsonde
23
-
oogdruppels inbrengen en de ogen dicht kleven bij loco-regionale anesthesie: de nodige medicatie en het nodige materiaal aanbieden de patiënt juist positioneren aandacht bij het fixeren van de beide armen gedurende de ingreep controle van de parameters tijdens de operatie en toedienen van de juiste medicatie evt. bloedafname via arteriële lijn assisteren bij het extuberen van de patiënt verbedden van de patiënt en zuurstoffles + masker voorzien voor tijdens het transport assisteren bij het plaatsen van subclavia, Swann-ganz… het nodige anesthesie materiaal klaarleggen voor de volgende ingreep de zaal na de operatie in orde brengen voor de volgende operatie + onderhoud bellen vervoer van de patiënt naar de ontwaakafdeling samen met de anesthesist bij aankomst op de ontwaakafdeling overdracht geven van de patiënt helpen om de patiënt terug aan de monitor te schakelen evt. patiënt helpen positioneren en zuurstof leiding aanschakelen de volgende patiënt vragen aan de hoofdverpleegkundige of de verpleegafdeling contacteren om de patiënt te brengen
Taak van de omloopverpleegkundige -
helpen installeren van de patiënt, evt. specifieke houding voor een operatie evt. sonderen van de patiënt steriele sets op een correcte manier openleggen helpen bij het steriel aankleden van de chirurg en de verpleegkundige(n) tellen van de kompressen en zorgen dat alle vuilbakjes bij de start van de ingreep leeg zijn coagulatie en aspiratie aanschakelen evt. het nodige steriel materiaal aanbieden tijdens de ingreep de operatie volgen zodat men tijdig kan ingrijpen het nodige materiaal klaarleggen voor de volgende ingreep aanleggen van verbandmateriaal patiënt helpen verbedden zaal opschikken voor volgende ingreep
Taak van de assisterende verpleegkundige Hij/zij staat tussen de chirurg en het instrument en weet de voorkeuren van de chirurg zijn instrumenten, hechtingen, specifiek materiaal… Hij/zij moet het operatieveld observeren, orde hebben op de instrumententafel en tijdig het nodige materiaal bijvragen. Voorbereidende taak:
24
De zaal nazien of alles aanwezig is. Materiaal verzamelen en samen met de omloop overleggen wat eventueel extra moet gegeven worden. De nodige instrumentensets verzamelen en steriele afdekmateriaal openleggen -
specifiek materiaal steriel op het steriel veld gooien Een fout maken is gevaarlijk. rubben van de handen Een fout verzwijgen is erg en steriel aankleden gevaarlijk! assisteert de chirurg tijdens de ingreep heeft aandacht voor de steriliteit tellen van de kompressen verband helpen aanleggen patiënt helpen bij verbedden opruimen van uw tafel naalden en mesjes in de naaldcontainer aandacht voor evt. biopsie na de operatie: instrumenten in het verpakpapier naar de sterilisatie brengen (LS), VL en KL plaatsen dat in de onreine gang (KL) op een kar voor de logistieke medewerker controle van de sets op volledigheid! gebruikte specifiek materiaal noteren en kopiëren en origineel blad (gesigneerd door de chirurg) opsturen naar de apotheek
Taak nachtdienst operatiekwartier (LS) -
-
de avonddienst aflossen als er nog een ingreep bezig is indien nodig de zalen verder klaarzetten voor de volgende dag het materiaal steriliseren dat zeker nodig is voor een spoedingreep de gesteriliseerde sets op de rekken plaatsen 1 x per week (normaal in het weekend) de anesthesietoestellen afwassen, de anesthesieslangen vervangen, de korrels vervangen, de filters reinigen en de anesthesiekarren aanvullen orde en netheid behouden in de bergruimten nodige herstellingen van materiaal zelf in orde brengen , indien mogelijk of doorgeven aan de verantwoordelijken patiëntenregistratie hulp bieden op de ontwaakafdeling indien nodig zorgen dat er voldoende voorraad aanwezig is in de gezamenlijke ruimten de wachtlijst voor de volgende dag maken blad Naropin maken de verwarmbak aanvullen iedere dag de tuben aanvullen per zaal
25
-
gipskar afwassen en aanvullen de karren met toebehoren van de operatietafels in orde houden de temperatuur in de frigo van de medicatie aflezen en noteren in het nachtboek aantal Tissucol®, Floseal®, Haemocompletan® noteren in nachtboek het nachtboek invullen: hoe was het OK bij aankomst? Hoe was de sterilisatie? Vermelden van tekorten en gebreken. Vermelden van onafgewerkte zaken. Aanduiden van ongeregeldheden. Doorgeven van defecten.
Vroegdienst: 06.30 u – 15.00 u monitors bedrijfsklaar + zelftest vanaf 7 u: patiënten vragen voor 1°ingreep noodmedicatie klaarleggen en dateren patiënten naar de zaal voeren startmedicatie + infuus ( afh. anesthesist) Evt. overnemen nachtdienst als er een operatie bezig is toestellen klaarzetten … Avonddienst: 12.15 u – 20.30 u programma’s afwerken instrumenten op rek plaatsen (LS) zalen opruimen voor onderhoud materiaal op zijn plaats leggen zalen opschikken toestellen op zijn plaats zetten Evt. 1°ingreep volgende dag klaarzetten …
Nachtdienst: 20.30 u-06.30 u monitors bedrijfsklaar + zelftest spoedoperaties opstarten/afwerken noodmedicatie klaarleggen en dateren registreren aflossen collega avonddienst opruimen zalen en gebruiksklaar zetten spoedoperaties sets steriliseren die de volgende dag nodig zijn …
2.4.
Afspraken met de centrale sterilisatieafdeling (CSA)
Zie procedureboek 4.4.1.: “Ontladen autoclaaf op infoland centrale sterilisatie”.
Afspraken campus LS (weekend en nachtdienst) De avonddienst van de centrale sterilisatie geeft zowel schriftelijk als mondeling overdracht aan de verpleegkundige van het OK die avonddienst doet. Dat gaat over de sets die in de autoclaaf zitten, als ook over de sets die nog moeten gesteriliseerd worden voor de volgende dag of om te melden dat alles in orde is. Indien een set om dringende reden terug nodig is, maak men gebruik van het volgende schema die uithangt op de CSA (enkel voor het OK LS): Alle vuile instrumenten moeten ingebracht worden in het computersysteem en gereinigd en gedesinfecteerd worden in de vaatwas. 26
De vaatwas = een was en desinfectietoestel. Alle lumina moeten doorborsteld en gespoeld worden voor het in het ultrasoontoestel te brengen. Eigen badge inscannen in vuile zone. Gebruikte set instrumenten inscannen in vuile zone. Instrumenten afspoelen, in ultrason plaatsen en in vaatwasmachine plaatsen. Sets instrumenten in de vuile zone ‘opschonen’. Na reiniging en desinfectie worden de propere instrumenten verder behandeld door het personeel van de sterilisatie. Enkel de sets die in urgentie kunnen nodig zijn moeten door het personeel van het operatiekwartier gecontroleerd, ingepakt en gesteriliseerd worden. Bv craniotomieset, pneumatische boor, anspachmotor, laparoscopieset, amandelbloeding,… Eigen badge inscannen in reine zone. Set instrumenten inscannen in reine zone. ‘Stikker’ scannen. ‘Hyperlink’ scannen. Nu kan je de set instrumenten samenstellen aan de hand van de inventaris. Set instrumenten inpakken. Juiste belaadkar inscannen en de sets instrumenten die zullen gesteriliseerd worden inscannen. De belaadkar meenemen naar beneden. Instrumenten in de autoclaaf plaatsen. Een briefje in de autoclaaf leggen met een indicator = sterigage erop gekleefd met autoclaaftape en erop de volgende gegevens : Datum, uur, autoclaaf 1 of 2, programma ( meestal P4), cyclusnummer en naam. Eigen badge inscannen in reine zone. De juiste belaadkar en het juiste autoclaafnummer inscannen en ‘start’ scannen. Lijst invullen. Als de cyclus van de autoclaaf beëindigd is, de autoclaaf openen. Eigen badge inscannen in steriele zone. Op de autoclaaf zelf ‘ontlaad’ scannen en het cyclusnummer invoeren in de pc. ‘Sluit’ scannen. De indicator controleren op volledige zwarte verkleuring. De grafiek van de sterilisatiecyclus openen en controleren. De vrijgave van sterilisatiecycli kan enkel gebeuren door medewerkers van sterilisatie en verpleegkundigen OK die de nodige opleiding hebben gevolgd. Deze opleiding is verplicht voor alle nieuwe verpleegkundigen OK en wordt om de 2 jaar herhaald voor iedereen die werkzaam is op het OK LS. Als er twijfel is altijd iemand van CSA contacteren of wachten tot die aanwezig zijn. Er is een agenda op de CSA waar eventuele opmerkingen of tekortkomingen kunnen worden neergeschreven. Lijst aanvullen en sterilisatietijd noteren.
27
De gesteriliseerde instrumenten moeten nu beneden blijven staan. Als je een set toch direct terug nodig hebt ‘plaats’ scannen, de set die je meeneemt naar het OK scannen en set meebrengen naar het OK.
Afspraken campus VL Als men hier tijdens het weekend sets terug nodig heeft, kunnen de nodige sets door intercampus vervoer , security of een taxi (geregeld via het onthaal) naar de campus gebracht worden waar tijdens het weekend gewerkt wordt (zaterdag KL en zondag of feestdag LS). Dit wordt geregeld vanuit de campus LS waar altijd een permanentie aanwezig is. Het is evident dat dit gebeurt met de juiste afspraken. Hou er rekening mee dat een sterilisatieproces 3 uur duurt en dat medewerkers CSA dus minstens 3 uur nodig hebben om deze te steriliseren.
Afspraken campus KL Hier worden de sets naar beneden gebracht en voorgespoeld op CSA. Doorspoelen en doorborstelen zijn ook hier een must. Spoelen gebeurt ALTIJD met koud water. Aandachtspunten : *Na JCI opmerking moet ook opgemerkt worden dat op de campussen VL en LS de sets afgedekt vervoerd moeten worden door de gang van het OK naar de CSA. Daarvoor kan men de binnenverpakking van de verschillende sets gebruiken (cfr .daarvoor de werkwijze op campus KL). *Het bestellen en herstellen van instrumenten gebeurt op aangeven van een medewerker OK door de CSA. Daarvoor zijn de nodige documenten te vinden op CSA. Het groene kaartje kan daarvoor gebruikt worden om eventuele opmerkingen te noteren i.v.m. breuk of herstel. Het is wel zo dat de opmerking “kapot” een beetje meer moet worden gespecificeerd en dat het juiste instrument aan het kaartje wordt bevestigd. I.v.m. met optieken is een omschrijving van de eventuele tekorten altijd welkom om op die manier de herstellingen vlotter te laten verlopen. *De verdere administratieve behandeling gebeurt allemaal door CSA. Het is evident dat alle leveringen die toch nog gebeuren op een operatiekwartier altijd moeten vergezeld zijn van een leveringsnota en dat die nota naar CSA moet worden gebracht. Enkel op die manier zijn wij in staat om alle leveringen te traceren en op te volgen zodat facturen correct kunnen worden betaald. *In de bijscholingsnota moet de opleiding CSA zijn opgenomen als een verplichte bijscholing in het traject voor OK verpleegkundige medewerkers.
28
2.5
Een dag op de ontwaakafdeling – PAZA: taken verpleegkundige Vroegdienst: 06.30 u – 15.00 u
06.30 u – 06.45 u 06.45 u – 07.00 u
Overdracht nachtdienst naar vroegdienst - 1ste toer van de patiënten: klinisch en monitoring - labo’s uitprinten - PAC beelden klaarzetten - eventuele beenpompen en volumetrische pompen afschakelen - controle vitale parameters - specifieke controles per operatie - vochtbalans opmaken - verzorging patiënten indien geen ontslag voor 10.00 u (op zaterdag worden alle patiënten gewassen, in PAZA VL altijd!)
07.00 u – 07.30 u
-
alle monitors opstarten alle computers opstarten OP- programma vervolledigen (extra ingrepen + naam van de anesthesist)
07.30 u – 12.45 u
-
PAZA – patiënten:
vanaf 08.00 u komt er een anesthesist langs om de PAZA – patiënten te ontslaan patiënten mogen pas vanaf 08.30 u naar de kamer mits goedkeuring van de anesthesist -
bij opname:
patiënt aan monitor schakelen zonodig O2 toedienen naam van de patiënt bevragen (cf. procedure ABC) patiënt inscannen op het polsbandje verbanden controleren infusen, redons, blaassonde, etc. nakijken dossier invullen pijnmedicatie en andere medicatie nakijken en toedienen OP- fiche kopiëren en samen met preoperatieve vragenlijst en time out bewaren -
bij PAZA patiënten:
bezoekersfiche & boek in orde brengen kiné – aanvraag opsturen registratie voor anesthesie op order: labo en RX – thorax afnemen tijdens verblijf om de 15 minuten de patiënt toeren 29
de pijn (+pijnscore) bevragen en behandelen op order van de anesthesist de infusen, verblijfssonde, verbanden, redons, … controleren de mobiliteit bij locoregionale verdoving navragen controleren inloopsnelheid infuus postoperatieve orders verder opvolgen -
bij ontslag
iedere patiënt moet door een anesthesist afgetekend worden voor ontslag! (cfr. procedure “Opname- en ontslagcriteria voor de afdelingen ontwaak en PAZA”) de afdeling verwittigen om patiënt af te halen de patiënt loskoppelen overdracht geven alle zijleidingen verwijderen 11.00 u – 11.00 u
-
bezoekuur (enkel in PAZA VL)
Avonddienst: 12.45 u – 21.00 u 12.45 u – 13.00 u 13.00 u – 17.00 u
overdracht van vroeg – of dagdienst naar avonddienst - PAZA – patiënten:
om het uur de patiënt toeren (cfr. Tijdens verblijf) pijn (+ pijnscore) bevragen en behandelen infusen, verbanden, redons, maagsonde, blaassonde, etc. verder controleren wisselhouding toepassen de mobiliteit bij locoregionale verdoving navragen controleren inloopsnelheid infuus postoperatieve orders verder opvolgen 17.00 u – 20.45 u
-
18.30 u – 19.00 u
-
alles ontsmetten: bloeddrukmanchet, O2sat.meter en elektroden. Alsook dossiertafeltjes aanvullen kasten + aspiratie testen + 3 aspiratiesonden per bed aanwezig 1 mayocanule per bed aanwezig alles afleggen: monitors + computer OP- fichen alfabetisch rangschikken linnen en vuilniszakken vervangen bezoekuur
30
Nachtdienst: 20.45 u-06.45 u 20.45 u – 21.00 u 21.00 u – 06.30 u
-
06.30 u – 06.45 u
overdracht van avonddienst naar nachtdienst eerste controle patiënten: klinisch en monitoring verder toeren om het uur accucheck ijken
noodmedicatie optrekken zowel voor kind- , volwassenals endoscopie – ontwaakafdeling & PAZA registratie koelkasttemperatuur en medicatieruimte bloedafname RX – thorax laten afnemen vochtbalans opmaken tijdens de laatste toer overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
DAGELIJKS - monitor + werkvlak reinigen WEKELIJKS - testen van defibrillator (op maandag door vroegdienst) - LS + VL: dagelijks (ouder toestel die geen zelftest doet) - VL: wekelijks Evita beademingstoestel testen - respiflo bevochtigers vervangen (VL op maandag, LS op zaterdag) - verwarmingsdeken reinigen MAANDELIJKS - Controle van reanimatiekoffer (1ste werkdag van de maand. Op werkplanning staat aangeduid wie de controle uitvoert) - Controle van Oxilog® transportbeademingstoestel (1ste werkdag van de maand door dagdienst. Op de werkplanning staat aangeduid wie de controle uitvoert).
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken.
31
2.6 Operatieschema per campus Om het praktisch organiseerbaar te houden, krijgt iedere chirurg naargelang de noodzaak een bepaalde operatietijd toegewezen Programma’s van elk OK zijn 48u vooraf gekend. OK KL cl 1
1 Oftalmo
2 Oftalmo
3 NKO
4 Stomato
Tandheelkunde
5
8
8
8
NKO
Stomato
Tandheelkunde
8
8
NKO
Stomato
NKO
8
8
8
NKO
Stomato
8
8
NKO
Stomato
6 Plastische
maandag 8
8 Oftalmo
8 Plastische
dinsdag 8
8
4/4 woensdag
Plastische
cfr kl ingrepen
Oftalmo 8 1op4
donderdag
8
Plastische
1 op 2 Plastische
Oftalmo 8 1op4 Oftalmo 8 1op5
8
8
Oftalmo 8 1op6
NKO
1
Plastische
Plastische
vrijdag pijnklin
8
4
OK KL cl2
7
8
4/4
9 Abdominale
4/4
10 Abdominale
8 DERM
RX KL. INGREPEN ENDOSCOPIE
11 Gynaeco
Abdominale
Plastische
maandag
4 ERCP 2u30
8
8
8
8
ENDOSC
Plast
Derm 4
4
Abdominale
Abdominale
Gynaeco
Gynaeco
Plast
dinsdag
ECT
4
ERCP
8
8
8
8
ENDOSC
2u30
4 Abdominale
Abdominale
8
8
Gynaeco
Gynaeco
pijnkliniek
woensdag 8 4/4
32
ENDOSC
Abdominale
Abdominale
Gynae
Uro
donderdag
Gynaeco
mbv
Plast
Oftalm
2
1
2
ERCP
8
8
Abdominale
2u30 Abdominale
Abdominale
ENDOSC
6
4/4
4
Gynaeco
Gynaeco
ECT
vrijdag
pijnkl. ERCP
8
8
8
Abdominale
ENDOSC
DERMATO
2u30
OK LS
2u30
ZAAL 1
ZAAL 2
Handgroep
Neurochirurgie
ZAAL 3
ZAAL 4
ZAAL 5
ZAAL 6
Thorax-vaat
Thoraxvaat
8
8
Thorax-vaat
Thoraxvaat
ZAAL 7
Urgentie
maandag
8
8
8
PM implantaties
4 Handgroep
Neurochirurgie
dinsdag
8
8
Urgentie
2/4
8
Neurochirurgie
Vaat 2u30' Handgroep
8
2
Thoraxvaat
Pijnkliniek 1/4
2/4 Handgroep
Neurochirurgie
Neurochirurgie
4
Urgentie
woensdag
8
8
8
8
8
PM implantaties
4 Handgroep
Thoraxvaat
Neurochirurgie Urgentie
donderdag
1/2 4u
8
Vaat 2
8
8
1/2 8u Handgroep
4 Neurochirurgie
Thorax-vaat
Thoraxvaat
8
Pijnkliniek
4
Urgentie
vrijdag
8
Handgroep
8
8
8
PM implantaties
4
33
OK VL
ZAAL 1
ZAAL 2
ZAAL3
ZAAL4
ZAAL 5
Orthopedie
Urologie
Orthopedie
Orthopedie
Urologie
8
8
8
8
8
Orthopedie
Gynaeco
Orthopedie
Orthopedie
Urologie
maandag
dinsdag
8 (1/2)
8
8
8
8
Orthopedie
Urologie 8 (1/2) Urologie
Orthopedie
Orthopedie
Orthopedie
8
8
8
8
8
Orthopedie
Urologie
Orthopedie
Orthopedie
Urologie
8
8
8
8
8
Orthopedie
Urologie
Orthopedie
Orthopedie
Urologie
8
8
8
8
8
woensdag
donderdag
vrijdag
3 Specifieke informatie 3.1 Afspraken operatiezaal Steriliteit De steriliteit van alle materialen die in contact komen met de wonde en het steriel veld moet gewaarborgd zijn. OP- schorten worden als steriel beschouwd aan de voorzijde van de schouders tot de navel en de mouwen. Niet steriel is de rug en de neklijn. De bovenkant van de instrumenten tafel wordt enkel als steriel beschouwd, alles wat afhangt is niet steriel. Bewegingen rond te tafel zoveel mogelijk beperken. Indien van plaats veranderd moet worden dan richt de persoon zich altijd naar het operatieveld. Zorg altijd voor een veilige afstand. Is een steriel veld vochtig geworden dan mag dat niet meer als steriel beschouwen tenzij er een barrière is. Idem voor verpakkingen. Indien twijfels wat betreft steriliteit van voorwerpen, deze niet meer gebruiken. Tafels nooit op voorhand klaarmaken. Steriel geklede personen mogen de zaal niet verlaten. Niet steriel geklede personen bewegen zich steeds met het aangezicht naar de steriele tafels toe, voldoende afstand houden.
34
Aantrekken van OP-jas Linnen of disposabel, het materiaal moet een goede barrière vormen. De schort bij de halslijn vastnemen, open laten vallen en armen gelijktijdig in de mouwen steken. Handen en armen steeds omhoog houden, laten dichtknopen door de omloopverpleegkundige. Dan eerst de steriele handschoenen aandoen en daarna het lint met kaartje doorgeven aan de omloop, ronddraaien en dichtknopen.
Aantrekken van steriele handschoenen Open methode: 1°handschoen nemen bij de plooi en aantrekken 2°handschoen de vingers onder de plooi schuiven en zo aantrekken en de omslag omplooien. Dan de omslag van de eerste handschoen over de jersey van de manchet trekken. Hulp bij het aantrekken van de handschoenen: De handschoenen nemen en open houden volgens de richting van de hand. De boord licht uitrekken, lichte opwaartse druk uitoefenen terwijl de persoon in de handschoen glijdt. De omslag dadelijk over de manchet trekken.
Klaarmaken van de instrumententafels Bij het opdekken van de tafels maakt men gebruik van disposable sets die voorzien zijn van een ondoordringbare laag (barrière). De omloop opent de buitenste verpakking. Alles logisch rangschikken op de tafel. Afdekken van de kocher tafel met mayo hoes. Rangschikken van de instrumenten op de kocher tafel. Steeds dezelfde logische volgorde aanhouden.
Afdekken van de patiënt Iedere specialiteit heeft zijn bepaalde manier van afdekken. Er zijn wel enkele algemene richtlijnen die gelden voor iedereen: - Zorg steeds dat de huid van de patiënt droog is voor de steriele velden aangebracht worden. - Probeer de steriele velden zo weinig mogelijk te verplaatsen, eenmaal veld aangebracht, niet meer verplaatsen. - De assisterende/instrumenterende verpleegkundige zal steeds de steriele velden in het oog houden, zodat bij de minste fout tegen de steriliteit deze kan verholpen worden. -Pas op bij het verwijderen van de doeken na de operatie. Steeds opletten dat de kleefstrook van de doeken de huid van de patiënt niet beschadigt en dat er geen instrumenten in de doeken achter blijven.
35
Aangeven en gebruik van instrumenten Bij het voorbereiden van de tafels moet men de inhoud van de instrumentensets controleren of alle noodzakelijke instrumenten aanwezig zijn en eventueel de werking controleren, weten wat er in de meeste sets aanwezig hoort te zijn. Het ontbrekende instrument eventueel bijvragen alsook de voorkeur instrumenten van de chirurg. De meest gebruikte instrumenten worden op de kocher tafel geplaatst. Zo moet men niet steeds van het operatieveld wegdraaien. Op de andere tafels worden de bijkomende instrumenten geplaatst. Bistouri mesjes op heften plaatsen, ligaturen voorbereiden, kom met spoelvloeistof en ontsmettingsmiddel klaarzetten. Aspiratie en coagulatie installeren en fixeren, het uiteinde doorgeven aan de omloop om aan te schakelen. Eventueel specifieke zaken klaarmaken zoals endoscoop met camera, ultracision, ligasure, laser, beeldversterker… Bij het aangeven van instrumenten moet men proberen altijd een stap voor te zijn (volgorde van de verschillende stappen van een ingreep kennen). Het juiste instrument op het juiste ogenblik in de juiste richting (naald, schaar, klem ...). Dit om onnodige handelingen te voorkomen. Stevig aangeven zodat de chirurg voelt dat hij iets in de handen krijgt. Elk instrument gebruiken voor wat het dient, zo niet krijgt men beschadiging van het instrument (dissectiescharen niet voor draad of verbanden gebruiken, geen dikke naalden op fijne naaldvoerders …). Instrumenten reinigen indien nodig. Op het einde van de ingreep de instrumenten controleren en niet op een hoop gooien, maar sorteren volgens set en deftig rangschikken.
Septische tijd tijdens een ingreep (vb. darmoperatie, tumorectomie …) Principe: alle instrumenten en kompressen, tampons die tijdens het openen van de tumor gebruikt worden beschouwen als besmet of vuil. Die mogen dus niet meer gebruikt worden in de propere tijd. Werkwijze: Voorzien dat je met het minimum aan instrumenten kan werken. Rond operatiewonde tetra’s leggen. Extra doeken voorzien die je achteraf kan wegnemen. Een specifiek stuk als werkveld beschouwen. De instrumenten die men terug krijgt worden hierop gelegd, nadien worden zij achteraan aan de kant van de tafel gelegd. De doeken die mogelijks gecontamineerd zijn, worden verwijderd. Na het beëindigen van de septische tijd moet iedereen nieuwe handschoenen aantrekken.
Biopsie De assisterende/instrumenterende verpleegkundige is verantwoordelijk voor alle biopsies en stalen die genomen zijn tijdens de ingreep. Heel belangrijk van de stalen correct te identificeren!
36
3.2 Algemene afspraken omtrent het toeren op de ontwaakafdeling Patiënten die verblijven op de ontwaakafdeling worden om het kwartier getoerd. PAZA- patiënten worden om het uur getoerd. Dit hangt ook af naargelang de drukte op de dienst en de toestand van de patiënt.
Controle vitale en fysische parameters zuurstofsaturatie - hartslag - bloeddruk - EKG - respiratie - CVD
Temperatuur - controle bij een plastische, abdominale, gynaecologische, vaatheelkundige, neurochirurgische… ingrepen die langer geduurd heeft dan 1 u - bij patiënten na URS wegens gevaar voor sepsis - PAZA – patiënten: temperatuur wordt om de 3 uur gecontroleerd Controle en toedienen medicatie en infusen - bij aankomst op ontwaak/PAZA afdeling: controle of het infuus al dan niet loopt: CAVE curare! - controle fiche postoperatieve zorgen: welke medicatie/infuus moet de patiënt krijgen? - aandacht voor correcte schrijfwijze bij toediening: naam + dosis + posologie + toedieningwijze - zijleidingen verwijderen indien leeg - infuussnelheid vermelden - bij PAZA – patiënten: aanwezigheid van centrale katheter of perifere katheter in plooi: gebruik van volumetrische pomp
Controle van de operatiewonde - controle van het verband op bloeding en zwelling - evaluatie van de operatiewonde in het verslag noteren
Controle verblijfsonde, redons, maagsonde, etc. -aanwezigheid verblijfsonde: CH. noteren op verpleegdossier, urinedebiet opvolgen - aanwezigheid redon: vacuüm? + debiet opvolgen - aanwezigheid maagsonde: debiet opvolgen
Contactname met de patiënt! - geruststellen - info geven over de operatie - comfort geven in de mate van mogelijkheid
37
Observatie en schriftelijke rapportage! De mobiliteit (i.g.v. locoregionale verdoving) navragen -
Bevragen mobiliteit: kan patiënt de benen bewegen? Patiënt mag pas naar de kamer bij beweeglijkheid onderste ledematen.
De pijn (+pijnscore) bevragen en behandelen bij de patiënt -
Pijn wordt bevraagd aan de hand van de VAS – score en wordt genoteerd op het verpleegdossier samen met de locatie van de pijn. Pijnstilling wordt toegediend volgens order van de anesthesist.
Aandacht voor handhygiëne tussen het verzorgen van patiënten!
3.3 Bezoekuren enkel voor de PAZA Er is 1 bezoekmoment voorzien namelijk van 18.30 u tot 19.00 u, enkel voor PAZA patiënten (op PAZA VL ook van 11.00 u tot 11.30 u). Als verpleegkundige ben je tijdens het bezoekuur bereikbaar om voor de nodige opvang te voorzien. Er worden maximaal 2 bezoekers toegelaten per patiënt, eventueel wordt er dan onderling afgewisseld. Kinderen worden toegelaten in overleg met de verantwoordelijke verpleegkundige. Op onze afdeling dragen de patiënten geen eigen nachtkledij maar een operatieschort. Eventueel kan wat persoonlijk gerief zoals wat lectuur, GSM , bril, tandprothese, … toegelaten worden.
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken.
38
3.4 Frequent gebruikte afkortingen op OK per discipline Abdominale heelkunde APRA CCE ILS PAC RFA RIH SCC
abdomino-perineale rectumamputatie cholecystectomie interne laterale sfincterotomie port-a-cath radiofrequentie-ablatie rechter inguinale hernia sacrococcygeale cyste
Anesthesie AA AB BD BWZ CARA CO COPD CSE CVD CVK DHBP EKG FFP LED NIBD PC
algemene anesthesie antibiotica manuele bloeddruk bewustzijn chronische aspecifieke respiratoire aandoening cardiac output chronische obstuctieve pulonary disease combined spinal-epidural anaesthesia centraal veneuze druk centraal veneuze katheter dehydrobenzperidol electrocardiogram fresh frozen plasma lumbale externe drainage niet invasieve bloeddruk packed cells
Gastro – enterologie ERCP
endoscopische retrograde cholangiopancreaticografie
Gynaecologie Δ LS BBT BEU COLPO A&P D&C EB FSHS GOON HNRT HRT
diagnostische laparascopie borst biopsie tumorectomie biopsie endo uterien colpo anterior en posterior dilatatie en curettage endometrium biopsie fysiologisch serum hysteroscopie gynaecologisch onderzoek onder narcose hysterectomie non radicalis totalis hysterectomie radical totalis 39
HSC IAH IUD LASH LAVH LLETZ LND LS MBT NR LAVH RON SN T/L TOT TVT
hysteroscopie intra adnexiële hysterectomie intra uterien device (=spiraal) laparascopishe geassisteerde subtotale hysterectomie laparascopische geassisteerdde vaginale hysterectomie large loop excision of the transformation zone lymfeklier nodulus dissectie laparascopische sterilisatie methyleenblauw test non radicalis LAVH ringsterilisatie onder narcose sentinel tuba ligatuur trans obturator tape tension free vaginal tape
Handchirurgie # ACL
APB APL AS CMC CT D DIP Dist EAS EPB EPL Ex Fix FCR FCU FDP FDS HCS HI IP MC MCP MM NIOP = PIN OS
fractuur anterior cruciate ligament set = voorste kruisbandenset die gebruikt wordt voor bicepspeesreïnserties abductor pollicis brevis abductor pollicis longus artroscopie carpo metacarpaal gewricht carpal tunnel dig = digit = vinger distaal interphalangeaal gewricht distaal elleboogartoscopie extensor pollicis brevis extensor pollicis longus Externe Fixator flexor carpi radialis flexor carpi ulnaris flexor digitorum profundus flexor digitorum superficialis Headless Compression Screws set van Synthes handdoos Hand Innovations set van Johnson & Johnson interphalangeaal gewricht metacarpaal metacarpophalangeaal gewricht micro-motor Nervus Interosseus Posterior osteosynthese
40
PAS PC PIP Prox TFCC UDR
polsartroscopie klein basis setje plastische chirurgie proximaal interphalangeaal gewricht proximaal triangulair fibro-cartilageneus complex Universal distal radius set van Strycker
Neurologie ECT
electroconvulsive therapie
Neurochirurgie ALIF CSDH CT DCS DH/HD ECT LED PLIF
anterieure lumbale intercorporele fusie chronisch subduraal hematoom carpal tunnel dorsal colum stimulation discus hernia electroschocktherapie lumbale externe drainage posterieure lumbale intercorporele fusie
Oftamologie CAT VITR TRA MMC ECCE TSV
cataract vitrectomie trabeculectomie mitomycine extracapsulair cataract extractie transsutuurloze vitrectomie
O.R.L. DMLS DIAB FESS AD TONS TS Baha Laup RFTT UPPP ORL NKO
directe microscopische laryngoscopie diabolo, buisjes functionele endoscopische sinuschirurgie adenoïden tonsillectomie (neus)tussenschot bone anchored hearing aid laser assisted uvulopalatoplastie radiofrequentethermotherapie uvulopalatopharyngoplastie otorinolaryngologie neus, keel en oor
41
Orthopedie ACL, VKB ARCH BHP CT CHS DFN DHS EAS ETN HAS HP IMHS ING KAS K-pin LWDP MON, MUA of OON MTC MTT NB ORIF OS PCL PFN PFNA PLIF PIP SAS TE TKP TLIF TSP UKP VOS ZUK
anterior cruciate ligament reconstruction, voorste kruisbandplastie arthroscopische rotator cuff hechting bipolaire heupprothese carpal tunnel compression hip screw distale femurnagel dynamische heupschroef enkel arthoscopie expert tibia nail heup artroscopie totale heupprothese intra- medullary hip screw ingegroeide nagel knie arthroscopie kirschnerpin laterale weke delen plastie mobilisatie onder narcose, mobilisation under anaesthetics, onderzoek onder narcose metacarpaaal metatarsaal nagelbed open reductie interne fixatie osteosynthese posterior cruciate ligamenet reconstruction proximale femurnagel proximal femoral nail antirotation posterieure lumbale intercorporele fusie proximaal inter phalangeaal fusie schouderarthroscopie tenniselleboog totale knieprothese transforaminaal lumbaal interbody fusie totale schouderprothese unicondilaire knieprothese verwijderen osteosynthese zimmer uniconylaire knieprothese
Plastische heelkunde BCC VC LIPO
basocellulair carcinoom vriescoupe liposuctie
42
Stomatologie OK BK E/EXTR HE M3 BSO IMF TPD OAV PARO
onderkaak bovenkaak extracties heelkundige extracties wijsheidstanden (molaar) bilaterale saggitale split intermaxillaire fixatie transpalatel distraction ora-antrale verbinding paro dentale curretage
Vaatheelkunde AAA PM PTA
abdominaal aorta- aneurysma pacemaker percutane transluminale angioplastie
Urologie DJ PNL Ralp TOT Turb TURP TVT URS
plaatsen dubbel J- catheter percutane nefro litholapaxie robot assisted laparascopische prostatectomie transobturator tape transurethrale resectie van de blaas transurethrale resectie van de prostaat tension free vaginal tape uretro reno scopie
3.5 Frequent gebruikte afkortingen op de ontwaakafdeling AA SED PL LOK EPI CSE LM OTT NTT TRA VC PC SIMV
algemene anesthesie sedatie plexus lokale anesthesie epidurale combined spinale en epidurale anesthesie larynxmasker orotracheale tube nasotracheale tube tracheacanule/tracheotomie volume control (soort beademing) pressure control simultane intermitent mandatory ventilation
43
SP AH VS BS MS PCIA PCEA PCTA CVD ART RAD BRACH FEM SUBCL JUG BWZ RESP NIBD ECG ABP BGW
spontane ademhaling verblijfsonde blaassonde maagsonde patiënt controlled intraveneus analgesie patiënt controlled epiduraal analgesie patiënt controlled trunculair analgesie centraal veneuze druk arteriële drukmeting radialis brachialis femoralis subclavia jugularis bewustzijn respiratie niet – invasieve bloeddrukmeting elektrocardiogram arterial blood pressure bloedgaswaarden
3.6 Overzicht van de meest voorkomende ingrepen Abdominale heelkunde abdominale bloeding anale fistel appendectomie cholecystectomie colonresecties eventratie gastrectomie gastric-bypass hemorroïden herstel litteken hernia herstel epigastrische breuk laparascopische briden leverresectie liesbreuk maag/darmperforatie maagresectie navelbreuk
44
obstructie peri-anaal abces sigmoidresectie slokdarmresectie sluiten ileostomie splenectomie thyroïdectomie …
Dermatologie verwijderen baso verwijderen lipoom moluscas verwijderen ...
Gastero - enterologie coloscopie echo endo E.R.C.P. EUS pancreas gastroscopie intro-gastro plaatsen ballon procto
Gynaecologie abdominale hysterectomie abdominale of vaginale hysterectomie behandelen endometriose borsttumorectomie / mammectomie coagulatie condylomen colpo (operatieve schedevernauwing na prolaps) conisatie (kegelvormige excisi van onderste deel van de cervix) curretage diagnostische laparascopie extra-uterine laparoscopie hysteroscopie laparascopische adnexectomie laparascopische cystectomie
45
laparascopische sterilisatie laparascopische sterilisatie LAVH (laparascopisch assisterende vaginale hysterectomie) plaatsen / verwijderen spiraal prolift (blaasopnaaiing) sectio T.O.T. T.V.T. zuigcurettage …
Handgroep arpe carpal tunnel dequervainrelease dip of pip dupuytren peessutuur pols-, hand-,vingercyste polsatroscopie polsfractuur springvinger ulnaverkorting …
Neurochirurgie cervicale fusie craniotomie dicusprothese cervicaal discus hernia discusprothese lumbaal holterdrainage lumbale drainage lumbale fusie ventrikeldrainage …
Ofthamologie
46
cataract ectropion entropion herstel strabisme intra vitrale injectie sondage traankanaal traanwegsondage vitrectomie …
O.R.L. amandels en poliepen resectie cholesteatoom diabolo’s F.E.S.S. laryngectomie paracentese rhinoplastie rhinoplastie sinusspoeling thyroïdectomie tracheotomie tympanoplastie …
Orthopedie heupprothese knieartroscopie knieprothese schouderarthroscopie tenniselleboog voorste kruisbandplastie …
Plastische heelkunde abdominoplastie afstaande oren blefaroplastie
47
borstaugmentatie borstreductie face-lift gynaecomastie lipofilling liposuctie mammectomie otoplastie plaatsen greffe ent vac – therapie …
Pijnbehandeling cervicale infiltratie lumbale infiltratie
Stomatologie implantaten lip/tongfrenulum mandibula/zygoma/orbita # maxio-faciale chirurgie mondbodem ca osteotomie tandabces vrijleggen tanden wijsheidstanden …
Traumatologie amandelbloeding appendix buiktrauma handtrauma heupfractuur osteosynthese bovenste en onderste ledematen paracenthese peeshechting polsfractuur
48
polytrauma …
Urologie circumcisio cystoscopie plaatsen dubbele J-catheter robot laparascopische prostatectomie tur- blaas tur-prostaat nefrectomie …
Vaat- en thoraxchirurgie abdominaal aorta aneurysma carotis femoro-pop lobectomie pacemaker pneumectomie pta saphenagreffe sympatectomie thoracoscopie trombectomie trombolyse varices …
49
4 Procedures 4.1 Ziekenhuishygiëne Zie algemene procedures intranet : Het Comité ziekenhuishygiëne + Het reglement inwendige orde operatiekwartier (R.I.O.).
Standaardvoorzorgsmaatregelen (S.V.M.) 1. Handhygiëne: - naleving basisvereisten goede handhygiëne (geen ringen/polsuurwerk/gelakte nagels/kunstnagels…) - hygiënische handontsmetting (indicatiestelling, juiste techniek) - niet steriele handschoenen (indicatiestelling, juiste techniek van verwijderen) - chirurgische handontsmetting zogenaamd rubben (juiste techniek) - steriele handschoenen (soorten, juiste techniek van aantrekken & verwijderen) 2. Hygiëne bij medewerkers, patiënt en bezoeker. 3. Persoonlijke beschermingsmiddelen. 4. Reinigen en ontsmetten van levend weefsels + ontsmettingsmiddelen. 5. Reinigen en ontsmetten van materiaal en oppervlakten.
Aandachtspunten Handhygiëne regels (hygiënische handontsmetting, chirurgische handontsmetting) worden strikt nageleefd. Het is belangrijk om gebruik te maken van niet- steriele handschoenen bij contact met bloed, lichaamsvochten ,wonden, mucosa en instrumenten/ voorwerpen die hiermee bevuild zijn. Dit beschermt je tegen bloed overdraagbare virale aandoeningen zodat niks bijkomends hoeft te gebeuren bij een patiënt met HBV, HCV, HIV … Relatie gebruik handschoenen en handhygiëne ( handschoenen dragen vervangt geen handhygiëne !) De omloopverpleegkundige, de anesthesieverpleegkundige en ontwaakverpleegkundige ontsmetten hun handen voor en na patiënten contacten, na het dragen van handschoenen, voor het klaarmaken en toedienen van medicatie… Correct gebruik van mondneus masker en disposable haarmuts (correct dragen & correcte gebruiksduur – mondneusmaskers beschermen max. 3 uur dus bvb. bij middagpauze ochtendmasker weg doen en niet nog eens gebruiken s’ namiddags). Aangepaste kledij en schoeisel dragen.
50
Timing openen sets ( niet tijdens schoonmaak, niet openen voor volgende ingreep terwijl de voorgaande patiënt nog in de zaal is). Gesloten deuren bij OK- activiteit ! Juiste timing voor antibioticaprofylaxie d.w.z. voor incisie of creëren van bloedleegte. *Preventie van naaldprik ongevallen, verwondingen en incidenten. *Preoperatieve voorbereiding van de operatiestreek: preoperatief ontharen met clipper + goed preoperatief desinfecteren. Laryngoscoopbladen eerst reinigen met neutrale zeep en drogen. Daarna Tristel Duo product op droge doek, afwrijven en 30 sec. laten drogen. Afspraken patiënten met latexallergie ( zie procedures comité ziekenhuishygiëne – latexallergie). Maatregelen bij besmette operatieve ingrepen vb. OPEN LONGTUBERCULOSE, Groep A Streptococcen, MRSA … (zie procedures comité ziekenhuishygiene- isolatie indicatielijst)! Voorbeeld : MRSA Maatregel - op tijd het OP-kwartier informeren - bij (ex-) MRSA-patiënt : préoperatief het 5-dagen dekolonisatieschema volgen; voor indien dit niet mogelijk is: patiënt minstens 1x preoperatief wassen met verpleeg Hibiscrub® en neusdekolonisatie met Bactroban® neuszalf eenheid Voor bereiding operatief kwartier
- plan ingreep als laatste op het programma en vermeld “MRSA” - laat enkel het materiaal dat voor de ingreep noodzakelijk is in de zaal - voorzie mogelijkheid om besmet linnen en afval in te zamelen in de zaal
Ingreep
- beperk het personeel in de zaal - zorgvuldige toepassing van aseptische technieken - ontwaak observatie gebeurt liefst in de operatiezaal of in isolatie op IZ - laat de patiënt zo snel mogelijk naar de verpleegeenheid gaan - volg het schema:“schoonmaak bij contactisolatie voor multiresistente kiemen” na de ingreep: ontsmet vloer met Incidin® extra 1% en alle materialen en oppervlakken die met de patiënt in contact kwamen met SurfaSafe®
Nazorg
51
4.2 Procedures anesthesie Algemeen: Of het nu een algemene, een logoregionale anesthesie of een om een sedatie gaat, het is altijd noodzakelijk om de zaal vooraf te controleren of alles aanwezig is om op een veilige manier te kunnen werken. Het is altijd mogelijk dat men van de ene techniek op de andere moet overschakelen. Daarom moet men altijd vooraf een check- up doen: mogelijkheid om een infuus aan te brengen anesthesie toestel aangeschakeld en testen in orde verschillende beademingsmaskers aanwezig monitor stand-by basis en noodmedicatie aanwezig aspiratietoestel stand-by intubatie materiaal aanwezig: verschillende endotracheale tubes verschillende larynxmaskers verschillende mayo canules laryngoscoop, controle op de werking magill tang kleefband er moet altijd een frova katheter in de zaal zijn Bij kinderen voorziet men altijd dat de zaal voldoende opgewarmd is en een verwarmingsmatras (bair bugger) aanwezig is. Ook altijd de kar voor kinderanesthesie met specifiek materiaal voorzien in de zaal. Vooraf vraagt men aan de anesthesist of men nog speciale zaken moet voorzien. Eventueel arteriële drukleiding, plaatsen epidurale, kar voor moeilijke intubaties, … Specifiek: Deze procedures zijn allemaal uitgeschreven en zijn op ieder OK in de map anesthesie terug te vinden, bij wijziging ALTIJD Christ (5107) verwittigen. - algemene narcose - epidurale - rachi anesthesie - CSE (combined spinal-epidural anesthesia) - plaatsen van centraal veneuze katheter - plexusanesthesie
52
- femoraal blok - NMR onder narcose - urgentiemedicatie -…
4.3 Procedure boeken chirurgie en ontwaakafdeling Van elke discipline bestaat er een uitgeschreven procedureboek. Daarin staat de installatie van de patiënt, al het nodige materiaal en instrumenten nodige per ingreep. Deze procedureboeken liggen op een specifieke plaats per OK. Ook voor de ontwaakafdeling heeft men een procedureboek met specifieke aaandachtspunten per ingreep.
4.4 Meest voorkomende onderzoeken op de ontwaakafdeling RX - thorax: Het kan gebeuren dat een patiënt na het plaatsen van een Port- a- cath of centrale katheter een RX thorax aan bed moet krijgen. Dit kan ook plaatsvinden postoperatief na een langdurige ingreep of wanneer de algemene toestand van de patiënt niet goed is. Als verpleegkundige zorg je ervoor dat de aanvraag klaar ligt en verwittig je de dienst medische beeldvorming. Achteraf zorg je er ook voor dat de desbetreffende anesthesist het resultaat gezien heeft voor de patiënt naar de kamer gaat. ECG: het afnemen van een ECG kan gebeuren op vraag van de anesthesist bij een patiënt met tachycardie, VKF, angor, etc. Het ECG – toestel bevindt zich op de campus LS op intensieve zorgen.
Labo – onderzoek: Post – operatief gebeurt het vaak dat er bloed moet afgenomen worden bij de patiënt (zowel veneus als arterieel). Zorg ervoor dat het labo – aanvraag zorgvuldig wordt ingevuld. De bloedstalen worden samen met de aanvraag opgestuurd via de buizenpost naar het labo. Controleer ALTIJD de resultaten voor de patiënt naar de kamer gaat en laat deze zien aan de anesthesist.
4.5 Courante documenten en formulieren Time- out procedure Zie time- out procedure op intranet. Het doel is het systematisch uitvoeren van een aantal essentiële controles voorafgaand aan elke chirurgische procedure. Het accent ligt op het uitvoeren van de juiste procedure aan de juiste zijde bij de juiste patiënt. - controles op de verblijfafdeling zie checklist time-out procedure operatiekwartier
53
- controles in het beddenhuis van het operatiekwartier Het is belangrijk reeds in de wachtplaats de patiënt te bevragen. Na voorstelling van uzelf stelt u de volgende vragen aan de patiënt: 1. Wie bent u? Naam en geboortedatum van de patiënt. 2. Voor welke dokter bent u opgenomen in het ziekenhuis? 3. Welke ingreep zal u ondergaan? 4. Controleer identificatiebandje + de naam op het dossier + het voorkomen van de naam van de patiënt op het operatieprogramma. 5. Gekende allergieën? 6. Andere bijzonderheden die de patiënt wil vermelden. 7. Controle afwezigheid van vals gebit, nagellak, juwelen. - controles in de operatiezaal voor de inductie, voor sluiting en einde operatie, zie checklist time-out procedure operatiekwartier Bij elke controle op de checklist wordt d.m.v. een paraaf van de persoon die de controles uitvoert, aangegeven of de controle OK (OK), niet OK (NT OK) dan welniet van toepassing (NVT) is voor de ingreep. Indien tijdens het overlopen van de checklist een probleem wordt vastgesteld, plaatst de persoon die de controles uitvoert een paraaf bij ‘NT OK’ op de checklist bij de desbetreffende punt en wordt tevens in de rechterkantlijn op de checklist in het rood toelichting bij het probleem gegeven. Dit formulier moet ondertekend worden door alle verpleegkundigen aanwezig in de zaal, de anesthesist en de chirurg. Hierop wordt ook de telling van de kompressen vermeld. Na de ingreep wordt dit formulier terug meegegeven in het patiëntendossier.
Anesthesiefiche Voor elke ingreep onder algemene of loco-regionale anesthesie of sedatie moet men een anesthesiefiche bijhouden. Daarop komt steeds een patiëntenklever ter identificatie, de datum, de soort ingreep en zijde, de naam van de chirurg en de naam van de anesthesist alsook de campus. Deze fiche komt met de patiënt mee van de verpleegafdeling. Op deze fiche worden de parameters en medicatie tijdens de ingreep genoteerd. De anesthesist vult de postoperatieve orders in wat betreft de anesthesie. Hierop kan ook beperkt post- op orders wat betreft chirurgie (aanwezige drains, wiek verwijderen om … uur etc.)
Registratieformulier operatiekwartier Bij iedere ingreep moet een registratieformulier ingevuld worden. Aan de hand daarvan worden achteraf alle ingrepen geregistreerd in een computerbestand en zo kan men het OK dagboek bijhouden per dokter. Zo kan men ook de operatietijd per dokter registreren en eventueel aanpassingen aanbrengen aan de zaaltoewijzing per dokter (discipline).
54
Medicatieformulier operatiekwartier (enkel LS + VL) Per ingreep moet een blad met gebruikte medicatie ingevuld worden. Hierop staan alle courante gebruikte medicatie en infusen vermeld die aangerekend worden aan de patiënt. Vul steeds de datum in, de naam van de chirurg, de ingreep en een patiëntenklever op het wit en het roze blad. Laat dit formulier altijd ondertekenen door de anesthesist. Het is van groot belang dat dit formulier correct ingevuld wordt voor een correcte facturatie aan de patiënt. Ook worden de medicatie voorraden van het OK aan de hand van dit formulier terug aangevuld. Campus KL werkt met be-trace medicatie wagen.
Tarificatieblad Per discipline wordt er gebruik gemaakt van uniforme of geautomatiseerde documenten met nomenclatuurnummers. Dit blad wordt altijd voorzien van een identificatieklever van de patiënt. De chirurg vult dat blad in.
Verpleegdossier ontwaakafdeling Wanneer de medicatie schriftelijk in het dossier vermeld wordt, wordt er gebruik gemaakt van blauwe bic. Aftekenen van een infuus in een pomp (vb. vervanging) gebeurt door de vermelding van het cijfer “1” en paraaf op het betreffende uur. Aftekenen van infuus, antibiotica, … die niet in een pomp zit gebeurt door de vermelding van het volume en paraaf op het betreffende uur. Bij het noteren van vocht (voorbeeld maagvocht) gelden volgende afspraken: - wanneer er een volume van 50 cc gemeten wordt en dit wordt niet geledigd: “(50)” - wanneer dit volume geledigd wordt: 50 ↑ (volumes met een pijl worden in de vochtbalans opgenomen) Bij het noteren van het volume van een drain wordt bovenstaande methode ook toegepast. Bijkomend wordt er genoteerd of het vacuüm nog aanwezig is. Bij aan of afwezigheid van stoelgang wordt dit minstens op het einde van elke shift genoteerd met “-“ of “+”. Kleuren parameters: - T°: ROOD - CVD: GROEN + extra vermelding van de waarde - HF: ZWART - BD: BLAUW Bij ontslag wordt ingevuld wie het ontslag gegeven heeft.
55
De parameters: “ saturatie en ademhaling frequentie“ worden bij elke toer ingevuld. Deze worden aangevuld met vermelding aantal liters zuurstof. Basisritme wordt bij elke toer ingevuld. Invullen NORTON: 1 x dag Onderzoeken die aangevraagd zijn maar niet doorgegaan staan in fluo met aanvraagdatum vermeld bij reeds gebeurde onderzoeken staat de datum van uitvoering vermeld na het onderzoek Fixatie: om het uur visuele controle . Bij elke fixatie het registratieformulier “vrijheidsbeperkende maatregelen” invullen. Pijnscore en lokalisatie van de pijn noteren.
Anamnese document
Het anamnese document wordt bij voorkeur ingevuld door patiënt zelf. Het kan ook eventueel met hulp van familieleden of op de dienst spoedopname. Zo nodig wordt het document verder aangevuld door ons. De anamnese moet in de eerste 24u na opname vervolledigd zijn.
4.6 Meest voorkomende technieken op de ontwaakafdeling Arteriële katheter -
voorbereiding van het materiaal assistentie bij het plaatsen bloedafname via arteriële katheter ijken transducer opvragen bloedafname bepalen arteriële bloedgassen / glycemie / labo
Centraal veneuze katheter -
voorbereiding van het materiaal assistentie bij het plaatsen CVD – meting (continue of intermittent) veneuze bloedafname opvragen bloedafname interpretatie bloedafname
CPR -
kennis van procedure plaatsen mayo canule hartmassage beademen met beademingsballon defibrilleren hulp bij intubatie
56
Beademing: hoofdzakelijk niet invasieve -
beademingstoestel klaarzetten aflezen beademingstoestel aspiratie via ETT en mond steriele installatie via ETT mondtoilet afname sputumcultuur via ETT binnencanule reinigen cuff manometrie ETT verplaatsen van mondhoek verversen beademingsslangen reinigen en desinfecteren beademingstoestel
Opnameprocedure bij patiënt -
installeren aan monitor registratie verpleegdossier in orde maken orders uitvoeren gebruik van pompen pijnpompen volumetrische pompen beenpompen spuitpompen bloedverwarmer
Assistentie bij: -
plaatsen en controle thoraxdrain plexus …
Monitoren -
stand –by werking verschillende alarmgeluiden alarmgrenzen instellen ijken
ECG -
afname verpleegkundige interpretatie
57
Toedienen zuurstof -
gebruik
Toedienen aerosol -
gebruik
Aspiratie -
gebruik verpleegdossier samenstellen aflezen invullen correct gebruik
apotheek -
werking aanvullen
orders -
nazien uitvoeren
PCA -
klaarmaken gebruik installatie
Ontslagprocedure bij een patiënt -
orders uitvoeren registratie
Diverse operaties -
uitleg aan patiënt uitleg aan familie te volgen procedure volgens arts
58
5 Communicatie 5.1 Telefonie Afdelingsgerelateerde telefoonnummers: OK KL cluster 1 cluster 2 OK LS OK VL Ontwaakafdeling KL - voor kinderen - 1ste deel volwassenen - 2de deel volwassenen Ontwaakafdeling LS Ontwaakafdeling VL Sterilisatie KL LS VL Apotheek LS VL Bloedbank Laboratorium KL LS RK VL Medische beeldvorming NMR Pathologische anatomie( vriescoupe) Spoedopname CT scan Radiologie KL LS LS/ MR VL Noodnummers: Brand Interne MUG Security
5101 5100 5150 5170 5191 5192 5193 5156 5176 5210 5215 5216 5001 5032 4280 4200 4210 4220 4230 4000 4544 4180 6112 4070 4000 4003 4007 4006 9977 9999 9966
Wachtnummer zorgmanager : GSM 0475 67 04 17
59
056 63 …
Noodoproep: Iedere plaats waar patiënten komen is uitgerust met een alarmknop voor noodsituaties. Wanneer men in een bepaalde plaats de noodknop indrukt dan krijgt men in alle lokalen van het OK een noodsignaal te horen met aanduiding vanwaar de oproep komt. Men moet zich dan zo snel mogelijk naar deze plaats begeven, zonder evenwel zijn eigen patiënt in gevaar te brengen. Daar moet men het noodsignaal inactiveren en hulp bieden. Dit noodsignaal mag men enkel in uiterste nood activeren.
5.2 Informatica (IT) Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste computers. Die worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: aangifte werkongeval, prikaccident cyberlab (elektronisch labo voorschrift) elektronisch inschrijven voor vorming elektronische opnamegegevens patiënten EPD (= elektronisch patiëntendossier) intranet opzoeken procedures …
5.3 Buizenpost De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen kunnen gespaard worden. Dit kan zijn: labo stalen, onderzoeksaanvragen, voorschriften apotheek … De lijst met nummers bevindt zich vooraan de buizenpost. Enkele aandachtspunten hierbij: hulzen goed sluiten voor het verzenden maximum 1 kg per huls geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels …) geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje) nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar Volledige en (ontvanger niet altijd gekend) begrijpbare informatie schept vertrouwen bij IEDEREEN!
60
5.4 Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: blad met de geplande ingrepen agenda OK verslagen dienstnota’ s verslagen teamoverleg verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen boek verlofaanvragen verschillende proceduremappen lijst met contactgegevens personeel twee infoborden : algemene informatie ziekenhuis gerelateerd + variabord patiëntenoverdracht aan de collega’s van de ontwaakafdeling postoperatief bij aflossen van een collega (middagpauze, vroegdienst, dagdienst, avonddienst , nachtdienst, collega die van wacht is …) bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier volgt de patiënt bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad bij ontslag naar huis: ontslagformulier intranet ziekenhuisbreed: verslag overkoepelend comité OK verslag ondernemingsraad ...
6 Personeelsinformatie 6.1 Dienstrooster We werken met een beurt systeem voor weekendwerk, wachtregeling en feestdagen. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het gezond verroosteren. Voor de verlofperiode (juli -augustus) kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand.
6.2 Meeruren De gemaakte meeruren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opgenomen in de PEP- registratie.
61
De meeruren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Meeruren dienen verantwoord te zijn ! Wees eerlijk en collegiaal. 6.3 Verlof Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in het wensenboek en dit tegen de 1e dag van de maand voor de maand erop (bvb. tegen 1 mei voor de maand juni). Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd. Op ontwaakafdeling gebeurt de aanvraag tot verlof rechtstreeks op het uurrooster in potlood. In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkundige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen.
6.4 Ruilen van shift of verlofdagen Er mag altijd geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je moet wel de wijziging noteren op een specifiek blad en de hoofdverpleegkundige moet op de hoogte gebracht worden zodat hij de aanpassing kan doen op het uurrooster. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit van de dienst te verzekeren (vb. bij ziekte van een collega). Indien er afgeweken wordt van het principe ‘gezond verroosteren’ moet er altijd een daartoe opgemaakt document ingevuld en ondertekend worden door beide medewerkers.
6.5 Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de adjunct- hoofdverpleegkundige) verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de adjuncthoofdverpleegkundige) verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: aan de adjunct-hoofdverpleegkundige). Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de adjunct-hoofdverpleegkundige) verwittigen, voor het einde van de eerste periode.
62
Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de adjunct-verpleegkundige) en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
6.6 Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Aanvragen voor interne opleidingen: - de medewerker vraagt de opleiding aan via EPO (elektronisch platform voor opleidingen) op het intranet - leidinggevende dient de opleiding goed te keuren Aanvragen voor externe opleidingen: - de medewerker doet aanvraag bij zijn leidinggevende met behulp van “aanvraagformulieren externe opleiding” - de zorgmanager geeft zijn goedkeuring en kent waarde toe - de medewerker houdt de formulieren bij tot na de opleiding - na de opleiding bezorgt de medewerker deze formulieren samen met het aanwezigheidsattest en bewijs van vervoerkosten aan de groeipool
6.7 Evaluatiegesprek Een evaluatiegesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het evaluatiegesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder gemakkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
63
7 Aandachtspunten 7.1 Identificatie van de patiënt De patiënt draagt altijd een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal van spoed of de receptie een nieuw bandje aangevraagd worden.
7.2 Dagelijkse controle van de apotheek + bestellingen specifiek materiaal Afspraken campus LS: controle of de meegegeven medicatiebak klopt met de apotheeklijst per zaal bij het wegsteken controle of de inhoud klopt met de maximale stock (cfr. apotheekblad) TE VEEL Teruggave naar de apotheek Aantal vermelden op apotheekblad + meegeven
TE WEINIG controle apotheekbladen en zo nodig medicatie opschrijven controle verdoving: dagelijks bij afsluiten van een zaal controle voorschriften + aanvullen van een maximale stock per zaal + gesigneerde voorgeschreven voorschriften opsturen naar de apotheek. na elke ingreep het specifiek gebruikte materiaalblad laten signeren door de arts, controleren door de assisterende verpleegkundige, kopiëren en origineel opsturen naar de apotheek, het dubbele op zijn specifieke plaats leggen. Bepaalde sets moeten na de ingreep aangevuld worden
64
8 Persoonlijke notities
65
9 Studenten Voorwoord: Graag willen we jullie van harte welkom heten voor een stage op onze dienst. Operatiekwartier en ontwaakafdeling zijn diensten met een grote verscheidenheid aan patiënten en aandoeningen en vraagt daardoor een ruime kennis en kunde van verpleegkundigen. We willen je graag laten kennismaken met deze verscheidenheid. Je vervolgens de ruimte geven te groeien in kennis en kunde. Je laten proeven van de verantwoordelijkheid die je, als afgestudeerd verpleegkundige, zult dragen. ’t Is een boeiend en leerrijk pad. Ontdek het! Doelstellingen: Voor alles is de basishouding: “de patiënt staat centraal” hier echt geldend. Op de ontwaakafdeling: elke verpleegkundige krijgt per schift de verantwoordelijkheid over een bepaald aantal patiënten. Op het operatiekwartier: verpleegkundigen zijn aan een zaal toegewezen met een programma van een chirurg voor die dag. Tijdens de eerste dagen krijg je natuurlijk een algemene kennismaking met de dienst en de dienstspecifieke taken van de stagementor. Algemene dingen worden uitgelegd (de dienst en de werking zelf, de monitors, de spuitpompen , enkele technieken zoals blaassonde,uitleg bij klaarzetten voor anesthesie, postoperatieve zorgen op de ontwaakafdeling, …, en hoe wij werken in een concept van “totale verantwoordelijkheid”). Je werkt mee met de mentor en krijgt uitleg. Je loopt zowel stage op het operatiekwartier als op de ontwaakafdeling + kennismaking met CSA. De hele stageperiode kun je rekenen op de hulp en steun van de stagementor of collega’s, maar regelmatig wordt gecheckt of je ten volle weet waar je mee bezig bent. Met andere woorden: ’t is belangrijk, bij elke handeling, dat je weet waarom je iets doet. Wij zijn vooral gemotiveerd om jullie te laten groeien tot verpleegkundigen met een hart voor de patiënt, met gevoel voor verantwoordelijkheid en met een praktisch organisatietalent. Op de werkvloer zijn die dingen namelijk onontbeerlijk.
66
Verwachtingen naar jullie toe: Uiteraard zou het handig zijn, mocht je de opgedane theoretische kennis op gebied van monitoren, arteriële lijn, operatiezaal, specifieke technieken,… heropgefrist hebben alvorens je op stage komt. Het zal je helpen om vlotter met de praktijk om te gaan, en je kunt op die manier meer uit je stage halen: datgene te weten komen wat je werkelijk wilt weten en leren. Wees ook eerlijk met ons: een open communicatie is heel belangrijk. We staan ook open om van jullie te leren! Alle bedenkingen, vragen of problemen zijn welkom. Je kunt terecht bij de stagementoren of andere collega’s van het team. Je bent zelf verantwoordelijk voor de nodige feedback, mondeling en schriftelijk. Ook je eigen administratie (het stageboek) behoort tot jouw verantwoordelijkheden. We vragen je de dienst te bellen bij afwezigheid. Gelieve op voorhand de dienst te contacteren omtrent de te werken uren. En als je na de stage het gevoel hebt, hm… dat is echt iets voor mij, laat het weten aan de hoofdverpleegkundige en misschien wordt jij in de toekomst een nieuwe collega van ons!
67
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen , zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen. Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’ s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
68