az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Afdeling:D1 geriatrie
Campus:Reepkaai
[ Hier komt een foto van de afdeling ]
Inhoudstafel Welkom ................................................................................................................................................... 3 1.
Voorstelling van de afdeling ............................................................................................................ 5 1.1
Opbouw van de afdeling ........................................................................................................ 5
1.2
Doelstelling van de afdeling ................................................................................................... 5
1.3
Bezoekuren van de afdeling. .................................................................................................. 6
1.4
Werken op de afdeling........................................................................................................... 7
1.4.1
Werkuren ........................................................................................................................... 7
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .................................................... 7
1.5 1.5.1
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling ............................... 10 Artsen .............................................................................................................................. 10
Een dag op de afdeling .......................................................................................................................... 12 3. Specifieke informatie......................................................................................................................... 19 3.1.
Wie is de geriatrische patiënt? ............................................................................................ 19
3.2 Wie is de geriatrische verpleegkundige?.................................................................................... 20 3.3 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling .......................................................................... 21 4.
Procedures..................................................................................................................................... 23 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken ................................................................................ 23
4.2.
De meest voorkomende ingrepen ....................................................................................... 24
4.3.
De meest voorkomende materialen .................................................................................... 25
4.4.
De meest voorkomende technieken.................................................................................... 25
4.5 Patiëntenvoorlichting .................................................................................................................. 26 5.
Communicatie ............................................................................................................................... 27 5.1. 5.1.1.
Telefonie .............................................................................................................................. 27 Afdelingsgerelateerde afdelingen ................................................................................... 27
5.2.
Informatica (IT) .................................................................................................................... 27
5.3.
Buizenpost............................................................................................................................ 27
5.4.
Interne communicatie.......................................................................................................... 27
6. personeelsinformatie. ....................................................................................................................... 28
1
6.1 Dienstrooster .............................................................................................................................. 28 6.2 Overuren...................................................................................................................................... 28 6.3 Verlof ........................................................................................................................................... 28 6.4 Ruilen van shift of verlofdagen.................................................................................................... 28 6.5 Ziekte ........................................................................................................................................... 28 6.6 Vorming ....................................................................................................................................... 28 6.7 Functioneringsgesprek ................................................................................................................ 28 7. Studenten ......................................................................................................................................... 29 Afsluiter. ................................................................................................................................................ 30
2
Welkom
“ik” maakt deel uitde van geriatrie” een “wij” “EenElkvisie voor Elk “wij” werkt aan een thema, een “het” ik+wij+het maken deel uit van een geheel “de globe” Als er één onderdeel ontbreekt is er geen globe
Elk “individu” maakt deel uit van een “multidisciplinair team” Het “multidisciplinair team” werkt aan de “geriatrische visie” individu+team+geriatrische visie maken deel uit van één geriatrisch geheel Als één onderdeel ontbreekt is er geen geriatrisch geheel.
1. “Het”= een gedeelde geriatrische visie- een gedeelde geriatrische aanpak. “Met visie bedoelen we het (collectieve) gedachtegoed dat ons dagelijks handelen stuurt: de waarden en normen en de ‘waarom’ vragen. Alle handelen, alle taken die wij als team’ (en als individu) uitvoeren ten behoeve van de oudere patiënt moeten doorspekt zijn van dit collectieve gedachtegoed. Een duidelijke eensgezinde visie is essentieel om de oudere patiënt en zijn familie op een eensgezinde manier te benaderen. De patiënt en zijn familie ervaren een consequente zorgverlening binnen de eigen afdeling en over de afdelingsgrenzen heen.
3
Stelling:” de zorg voor de geriatrische patiënt is vanuit een multidisciplinair oogpunt ondersteunen, begeleiden, verzorgen en behandelen. De onderlinge dialoog tussen de oudere persoon en de hulpverlener is het uitgangspunt van ons zorgproces. Het respecteren, ondersteunen en stimuleren van de eigen mogelijkheden en autonomie van de ouder patiënt staat vooral centraal. Voorbeelden uit de praktijk: individuele benadering van iedere patiënt zelfzorg stimuleren respect voor de bejaarden zonder te forceren levenmanier van de oudere respecteren continuïteit van de zorg. Gebruik van de dagzaal
2. “Wij”=het multidisciplinair team. Met “wij” is de samenhang van een team bedoeld. Dit laat zich vertalen in de relaties die mensen hebben met elkaar en het al of niet goed kunnen samenwerken. Zijn er subgroepen? Ook de sfeer komt hier aan bod en de mate van het al of niet aanwezig zijn van een roddelcultuur. Het is belangrijk dat “wij-factor” aanwezig is rond de taken die we voor staan. Voorbeelden uit praktijk: Werkvergaderingen Teamvergaderingen Duidelijke afspraken Overdrachten
3. “ik”=het individu. “ik” verwijst naar mijn eigen ik en de ik-ken van de anderen. Deze ik-ken moeten in een team ten volle aan bod kunnen komen. Voorbeelden uit de praktijk: Flexibiliteit Positieve ingesteldheid Opvang nieuwe medewerkers Verantwoordelijkheid Roddels uit de boze Geduld Mogelijkheid tot mening uiten.
4
1. Voorstelling van de afdeling 1.1 Opbouw van de afdeling Er zijn momenteel 4 afdelingen geriatrie (buda 1, buda 2, buda 3 en l2) Voorlopig starten wij op L2 met 27 bedden . Naar het einde van 2012 gaan we naar 120 geriatrische bedden waarvan 4 afdelingen van 30 bedden . Hierbij 3afdelingen multipathologie, , 1 G-dienst met wondzorgspecialisatie. Alle afdelingen situeren zich op de campus Reepkaai om in de toekomst te verhuizen naar campus Kennedylaan. De afdeling bestaat uit 7 één persoonskamers en 10 twee persoonskamers. Ze is gelegen aan de leiekant .
1.2 Doelstelling van de afdeling Geriatrische zorgverlening heeft tot doel hoogbejaarde patiënten ( gemiddelde leeftijd › 75 jaar) met multipathologie een behandeling te geven met een multidisciplinair team onder de leiding van de geriater. De activiteiten moeten leiden tot een betere kwaliteit van leven. Daarbij is het van belang dat de zelfredzaamheid van de patiënt zoveel mogelijk wordt hersteld of verbeterd wordt. Het beoogde effect is dat de patiënt hierdoor in staat is om langer in eigen woonsituatie te verblijven, op een voor hem acceptabele manier. Als bij naderend verslag blijkt dat het beoogde resultaat niet behaald wordt, wordt er met de patiënt en de familie gezocht naar een passende zorgoplossing.
5
1.3 Bezoekuren van de afdeling. De bezoekuren zijn van 14u tot 20u . In de voormiddag is er geen bezoek omdat de patiënten dan therapie krijgen ( kiné en ergo) Bij palliatieve patiënten is bezoek altijd toegelaten. In afspraak met de verpleegkundige mogen de families vanaf 11u hulp komen bieden bij de maaltijden.
6
1.4 Werken op de afdeling 1.4.1
Werkuren
We werken met verschillende schiften V8 6u30 tot 15u V6 6u30 tot 12u30 D4 8u tot 12u D8 of d1 8u tot 12u30 A8 12u30 tot 21u00 A1 8u30 tot 12u en van 16u30 tot 21u D2 8u tot 12u en van 16u30 tot 20u 1.4.2
-
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen
Zorgmanager zorggroep Naam Pottie Lode Tel. 056/636045 E-mail
[email protected]
-
Hoofdverpleegkundige Naam Delaere Tamara Tel. 056/631585 E-mail
[email protected]
-
weekendverantwoordelijke
7
Naam Lorrez Anja Tel. 056/631580 E-mail
[email protected]
-
Weekendverantwoordelijke Naam Fien Grégoir Tel. 056/631580 E-mail
[email protected]
8
-
Referentieverpleegkundigen
Delaere Tamara
Hoofdverpleegkundige
Grégoir Fien
Weekendverantwoordelijke en referentiepersoon fixatie
Lorrez Anja
Weekendverantwoordelijke en referentie ziekenhuishygiëne
Angillis Melanie
zorgkundige
Meert Mieke
Vpk
Vanmeerhaeghe Patty
Referentievpk palliatieve, stagementor
Hindryckx Lieve
Referentie spiritualiteit en zingeving
Verfaille Axelle
Referentie wondzorg
Vuylsteke Lore
Meterschap en stagementor
Conzalves Angela
VPK
Mahieu Jonas
Vpk referentie agressie
Demoor Kevin
Vpk referentie hef en til
Nachtergaele Peter
Vpk referentie voeding
Christiaens Viviane
Logistieke mw
Deceuninck Valerie
Nachtvpk
Verstraete Martine
Nachtvpk + ref apotheek
Vanlancker Jessica
Nachtvpk +ref apotheek
-
Stagementoren: Patty Vanmeerhaeghe en Lore Vuylsteke
-
Logistieke assistent:
9
1.5 De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling 1.5.1
Artsen
Naam Dokter Ghekiere Veronique Tel.056/633232 E-mail
[email protected]
Foto
Naam Dokter Pattyn Inge Tel. 056/633234 E-mail
[email protected] Foto Naam Dokter d’Souza ranjini Tel. 056/633231 E-mail
[email protected] Foto Naam Dokter Mouton Veerle Tel. 056/633233 E-mail
[email protected]
Foto
10
1.5.2. Pathologieën Welke zijn de meest voorkomende problemen? Geheugenproblematiek Mobiliteitsstoornissen en vallen Polyfarmacie Stemmingsstoornissen, depressie Onverklaarbare achteruitgang in het dagelijks leven functioneren. Voedingsproblematiek Continentieproblemen Pulmonaire en cardiale problemen Diabetesontregeling ….
11
2. Een dag op de afdeling 6u30 tot 6u45
Vroegdienst: 06u30 – 15u00 Overdracht van de nachtdienst naar de verantwoordelijke vroegdiensten. Elk voor hun patiëntengroep. Ondertussen begint de andere verantwoordelijke met het controleren en aftekenen van de medicatie van s’morgens tot 14u. De waarnemende vpk neemt de glycemies en ook de resterende labo’s. De persoon die de glycemies neemt schrijft ze ook in de verpleegfiches. ( wordt aangeduid op de kameraanwijzing). Afwijkende waarden worden door gegeven aan de verantwoordelijke vpk.! Wanneer de waarnemende een zorgkundige is begint ze reeds te verzorgen bij de nuchtere patiënten.
6u45 tot 7u30
De verantwoordelijke vpk hangen aerosol aan en geven ev. medicatie van 7u De patiënten die naar een onderzoek moeten worden eerst verzorgd en dan gaat men verder verzorgen volgens de kameraanwijzing en eigen prioriteiten. Bij zoveel mogelijk patiënten wordt dagkledij aan gedaan!
7u30 tot 8u30
Het afhalen en voorbereiden van de ontbijtkar is de taak van de logistieke . Bij afwezigheid gebeurt dit door de persoon aangeduid op de kameraanwijzing. Opdienen is een afdelingstaak en gebeurt door iedereen. De verantwoordelijke vpk deelt de medicatie. Hulp bij het eten gebeurt door de logistieke tenzij er te veel patiënten moeten geholpen worden dan helpen de anderen mee. Patiënten met slikstoornissen worden geholpen door vpk. Het afdienen gebeurt door de logistieke. De voedingsinname van de patiënten wordt genoteerd op het voorbestemd document.
8u tot 8u30
Overdracht naar hoofdvpk en waarnemende vpk toe . Dit gebeurt per patiëntengroep. De anderen voeren ondertussen afdelingstaken uit of beginnen reeds aan de verzorging.
12
8u30 tot 11u30
De ochtend verzorging: goede afspraken worden gemaakt tussen de verantwoordelijk vpk en de waarnemende vpk. Elk is wel verantwoordelijke voor zijn eigen patiënten. Bedden opmaak gebeurt met 2 personen. De logistieke kan hierbij gerust ingeschakeld worden. Ptn worden begeleid naar de kine door
vpk , kinesist of ergotherapeut. Het invullen van de verpleegfiche gebeurt telkens wanneer een patiëntenkamer is afgewerkt. 11u tot 11u30
Soepbedeling op kamer en in de dagzaal gebeurt door de logistieke. Bij afwezigheid gebeurt dit door de aangewezen vpk ( zie kameraanwijzing). Glycemiecontroles gebeuren door dezelfde vpk van s’morgens en worden ook genoteerd in de fiches.
11u15tot 11u45
Enkele vpk nemen lunchpauze ( zie kameraanwijzing)
11u30
Afhalen van de eetkar gebeurt door de logistieke . Daarna wordt samen op gediend eerst in de dagzaal dan verder op de kamer.( tijdstip van ronddelen van medicatie en opdienen kan licht wijzigen volgen het tijdstip van wanneer de eetkar klaar is) Hulp bij het eten
13
geven. De verantwoordelijke vpk delen hun medicatie rond. Na het middagmaal worden de patiënten naar de kamer begeleid. Worden op het toilet geplaatst en op bed gelegd. Aandacht voor aerosol of andere zaken die moeten rond dit tijdstip gebeuren.
12u 30 tot 13u 13u tot 13u45
Avonddienst:12u30 – 21 u 00 Controleren van medicatie van 14u tot 21u Groepsbespreking +aandachtspunten De vpk zeggen de belangrijkste zaken van hun patiënten groep aan de hand van de verpleegfiche. De hoofdverpleegkundige vult aan met de veranderingen van de arts. Beloproepen worden beantwoord door de vroegdiensten.
13u45
Vroegdienst steekt de medicatie weg ( zie kameraanwijzing) De andere installeren de patiënten in de zetel of geven wisselhouding. De logistieke of de vpk delen de koffie en helpen waar nodig. De verantwoordelijke vpk deelt de medicatie van 14u rond
15u tot 16u30
Namiddagverzorging: wisselhouding, parameters, aerosol,… Iedere vpk verzorgt haar eigen patiëntenkant maar vraagt
14
hulp waar nodig. De vpk die dagdienst helpen met de verzorging en staat daarna in voor netheid op de dienst: slob, keuken, linnenzakken,… Inschrijven van nieuwe patiënten gebeurt in de namiddag door de vpk van de ptngroep.
16u30
Einde dagtaak hoofdverpleegkundige. Telefoon wordt door gegeven aan A-dienst ( zie kameraanwijzing)
16u30
Pauze avonddienst ( zie kameraanwijzing)
16u45
Glycemies worden genomen door avonddienst en onmiddellijk in de fiche genoteerd. !Afwijkende glycemies melden aan de verantwoordelijke vpk . Apotheek wordt af gehaald en weg gestoken. Zwaar zieke patiënten worden terug op bed gelegd.
17u 30
Opdienen avondmaal, hulp waar nodig. Verantwoordelijke A-diensten delen de medicatie
18u tot …
Avondmaal afdienen ( ! voedingsinname noteren) per kamer ondertussen de patiënten op toilet zetten ,dagkledij afdoen en in bed installeren. De bedlegerige patiënten krijgen wisselhouding.! gebitsprothesen worden
gepoetst! , Aerosol worden klaar gehangen voor 20u. Fraxiparine wordt toegediend met die eerste toer. Kamers opruimen. Vanaf 19u45
Laatste avondtoer: medicatie toedienen , controle infusen en aerosol
15
Als patiënt nuchter moet zijn brief aan het bed hangen. 20u 45 tot 21u
21u
Overdracht naar nachtdienst per patiëntengroep. De andere ruimt ondertussen wat op of doet de beloproepen.
Nachtdienst: 20U45-06u45 Aërosolmaskers verwijderen, uitspoelen en eventueel terug O2 toedienen. Perfusies controleren, inloopsnelheid nazien + eventuele medicaties toedienen. Ptn comfortabel leggen. Accucheck nemen : bij een waarde >350mg/dl arts bellen. Bij een lage waarde fruitsap toedienen en eventueel boterhammen. Eventueel arts contacteren bij extreem lage waarden. Controle gefixeerde patiënten (zie procedure). Aandacht voor bed in de laagste stand te plaatsten!
Toer van 24u en 4u
Iedere kamer controleren en de patiënten verzorgen. Eventuele medicaties toedienen. T° controle bij bepaalde patiënten. Bij t°≥38°C order uitvoeren. Zo er geen order is arts opbellen. Neem best wel volgende parameters vooraleer te bellen:RR,P enO2saturatie. !Order noteren op de orderboek. Om 4u worden de urinezakken geledigd en het debiet wordt in de fiche
16
genoteerd.
Vanaf 5u30
Labo’s worden zoveel mogelijk afgenomen door de nachtdiensten en de rest door de vroegdiensten. Aandacht voor de Abc-procedure bij het afnemen van bloed. Na het afnemen altijd de fiche aftekenen.
Andere taken die moeten gebeuren gedurende de nachtschift 1. Klaar zetten van medicatie. Alle medicatie wordt klaar gezet door de nachtdiensten. IV medicatie en perfusies worden per patiënt klaar gelegd in de voorbestemde kast .Hierbij wordt een briefje gehangen met kleine patiëntenklever alsook welke medicatie wanneer gegeven moet worden tussen 2u s’nachts en s’anderdaags 24u. Voorbeeld : pt X ( klevertje) Augmentin 1g in 50cc NACl 0,9% 8u-14u-20u-2u Glucose 5% 1l/24u 20u-20u Bestellen IV medicatie: ( zie document apotheek) Orale medicatie wordt in daar voor bestemde medicatiecassette gelegd. Siropen en druppels moeten niet worden klaar gezet door nachtdienst. ! medicatie blijft in de blister! Bestellen orale medicatie ( zie document apotheek) Als men de medicatie heeft klaar gelegd moet het aangeduid worden in de fiche met gele fluor. Zo kan men ook direct zien wat er tekort is.
2. Verpleegdossiers. Verpleegdossiers moeten altijd ingevuld worden. Ieder verzorgingsblad moet geparafeerd worden door de vpk. Nachtdiensten vullen de fiches in met groene balpen.
17
3. Nieuwe opnames. Nieuwe opnames na 20u45 tot 6u30 worden zoveel ingeschreven door de nachtdiensten. Bij tijdsgebrek vermelden aan de vroegdiensten wat er nog moet gedaan worden. Wel belangrijk dat de medicatiefiche en de bestelling van de medicatie gebeurd is. 4. Poct toestel. De controletest van het glycemietoestel gebeurt door de nachtdiensten naar de ochtend toe. Als de controle gedaan is aftekenen op het bestemde formulier. De vroegdiensten nemen de glycemies af. 5. Varia. Zo er tijd vrij is , gezond verstand gebruiken. Wat opruimen, wat aanvullen,bedden opkuisen,…
6. Overdracht naar vroegdiensten. Nachtverslag. Vermelden van de bijzonderheden van de avonddiensten . Ook nog eens de nuchtere patiënten door zeggen. 7. Overdracht naar de andere nachtdiensten. Klein verslag maken voor de nachtdienst die na je komt met praktische zaken over de patiënten. Voorbeeld: pt X begeleiden naar toilet, pt Y verversen,… Bij deze wens ik jullie vlotte nachten en weet alles is bespreekbaar.
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken
18
3. Specifieke informatie 3.1.
Wie is de geriatrische patiënt?
19
De meest voorkomende definitie luidt een hoogbejaarde persoon met een complex ziektebeeld als gevolg van stoornissen op lichamelijk, geestelijk en/ of sociaal gebied waardoor de zelfstandig functioneren en de kwaliteit van leven negatief beïnvloed wordt. Typische kenmerken die een geriatrische patiënt onderscheidt van jongere volwassenen. Multiple pathologie Polyfarmacie
Atypische presentatie van ziekten Verminderde reservefunctie. Organen hebben minder grote reserves en daardoor kan een orgaansysteem compenseren. Er kunnen dus gemakkelijk complicaties optreden. Inter-individuele variatie. Oudere mensen verschillen meer van elkaar. De nierfunctie kan bijvoorbeeld onderling sterk verschillen. Dit betekent dat we spreken over maatwerk van de patiënten
3.2 Wie is de geriatrische verpleegkundige? Iemand met een grote kennis in de belangrijkst geriatrische multipathologie. Iemand met kennis en vaardigheden van de sociale componenten van ziek zijn. Iemand die constant kennis en kunde blijft ontwikkelen. Iemand met een groot inlevingsvermogen. Iemand met een groot observatievermogen. Iemand die zich goed voelt in een multidisciplinair team. Iemand met veel GEDULD en die kleine dingen waardeert.
20
3.3 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling algemeen KA: kortademig KA: kunstmatige anus UK: urinecultuur HK: hemocultuur PPA: palpatie per anus Toedieningwijzen I.M.: intra musculair I.V.: intra veneus S.C.: subcutaan Parameters RR: bloeddruk T: temperatuur P: pols Glyc: glycemie CVD: centraal veneuze drukmeting Bloed( derivaten) PC: packed cells SOPP: stabiele oplossing van plasmaproteïnen Dieet Diab: diabetes AVVZ: arm aan verzadigde vetzuren ZA: zoutarm VA : vetarm
21
Pathologie Cara : chronische aspecifieke respiratoire aandoening PM: pacemaker VKF: voorkamerfibrillatie T.H.P.: totale heupprothese C.O.P.D.: chronische obstructief pulmonair lijden Algemeen patiëntgebonden informatie DNR: do not reanimate (zie procedure) WH: wisselhouding AAT: achteruitgang algemene toestand SPS: suprapubische sonde Zuurstoftherapie …L O2/min.: aantal liters zuurstof per minuut O2 sat: zuurstofsaturatie Perfusievloeistoffen TPN: totale parenterale nutritie (bv. Kabiven)
22
4. Procedures 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken
Labo afnames en hemoculturen. Labo’s worden zoveel mogelijk perifeer afgenomen met het vacutainer systeem( kant waar het infuus niet zit) Indien pt een diepe veneuze katheter heeft mag het via die weg maar zeker de eerste tube weggooien. Hemoculturen worden per koppel afgenomen met telkens 15 min tijd er tussen.
Gastroscopie. Dit gebeurt meestal door dokter Ghekiere tenzij uitdrukkelijk anders vermeld. Pt is nuchter. Heeft een waterslotje zitten. Er wordt altijd een ampul valium en een buscopan meegegeven naar het onderzoek. Om een gastroscopie te plannen moet je altijd bellen naar Iris Vandendriessche om de patiënt te laten noteren in de voorbestemde boek. Indien zij afwezig is bellen naar geriatrisch dagziekenhuis. ! Gebitsprothese worden verwijderd om naar het onderzoek te gaan. Patiënt moet een uur nuchter blijven na onderzoek.
Coloscopie. Dit onderzoek gebeurt op het dagziekenhuis in Kennedylaan of Vercruysselaan. Voorbereidingen worden gedaan op de afdeling. Dag voor onderzoek restenarme voeding en 1 zakje kleanprep in 1 l water drinken. De dag van het onderzoek 1 zakje kleanprep in 1 liter water laten drinken. Goede controle of pt proper is indien niet nog fleet of lavement bijgeven.
EEG. Dit onderzoek gebeurt door de neuroloog in de consultatie .Hier is geen voorbereiding voor nodig.
EKG. Dit onderzoek gebeurt door de verpleegkundige op kamer. Dit op vraag van de arts alsook altijd de dag na opname. Hier wordt altijd een origineel en een kopie genomen. De kopie wordt bewaard in een plastiek mapje die op het einde van het verpleegdossier zit. Het origineel wordt in het vak van de arts gelegd. Ze worden beiden voorzien van een kleine patiëntenklever, datum en uur van afname.
23
RX afnames. Voorbeelden; RX thorax, RX abdomen, RX wervelzuil, … Gebeurt op radiologie. Altijd in de voormiddag. Als er een dringende foto nodig is in de namiddag dan moet de wacht van radiologie op gebeld worden. Aanvragen moeten voor 10u in de brievenbus gedeponeerd worden aan de radiologie.
Echo abdomen. Dit gebeurt meestal door de arts op de kamer tenzij het uitdrukkelijk gevraagd werd op radiologie. Patiënt is nuchter en blijft te bed. Echo toestel wordt links van het bed geplaatst ten hoogte van het hoofdeinde. De kamer wordt verduisterd. Iris brengt meestal het toestel naar de kamer.
CT –abdomen. Dit gebeurt op nucleaire.(1° verdiep leiekant). Patiënt is nuchter. Als voorbereiding wordt Telebrix gegeven ( 10ml in 500ml water). Patiënt moet dit zo vroeg mogelijk drinken. Soms moet een patiënt met slechte nierfunctie een speciale voorbereiding krijgen op het onderzoek. ( zie standing orders arts +procedure)
CT Schedel. Als dit gebeurt zonder contrast moet patiënt enkel nuchter zijn. Als er wel contraststof gebruikt wordt dan moet de patiënt een waterslot hebben. Dit gebeurt ook op de nucleaire.
Botscan.
4.2.
De meest voorkomende ingrepen
Plaatsen van diepe veneuze katheter Pleurapuncties
24
4.3.
De meest voorkomende materialen
Passieve en actieve tillift Zitweegschaal EKG toestel Cvd latten
4.4.
De meest voorkomende technieken.
Door de multipathologie op de afdeling is er ook een grote verscheidenheid van verpleegtechnische handelingen.
25
4.5 Patiëntenvoorlichting Bij het opruimen van een kamer wordt altijd in de nachttafel een brochure van de geriatrie in de lade gelegd. Bij specifieke onderzoeken wordt de patiënt en familie ingelicht en hierbij kan je ook de brochures geven. ( voorbeeld coloscopie). Medische info kan er bekomen worden bij de artsen. De familie kan een afspraak maken met de arts via de hoofdverpleegkundige.
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
26
5. Communicatie 5.1. -
Telefonie
Afdelingsgerelateerde afdelingen Buda 1 1500 Buda 2 1530 Buda 3 2360 GDZH 1800
-
Noodnummers Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
5.2.
Informatica (IT)
5.3.
Buizenpost
5.4.
Interne communicatie
Maandelijks wordt een nieuwsbrief gemaakt met alle nieuwtjes en belangrijke zaken in. In de bureau vind je allerlei mappen met info in , zoals de verslagen van de werkvergaderingen, overlegplatform patiëntenzorg, interessante artikels,… Je kan met al je vragen ook terecht bij de hoofdverpleegkundige of de referentiepersonen.
27
6. personeelsinformatie. 6.1 Dienstrooster Er is een standaard dienstrooster aanwezig. Deze loopt over een periode van 8 weken. Het uurrooster is wel maar definitief na de 20ste van de maand.
6.2 Overuren Overuren kunnen genoteerd worden vanaf 15 minuten. Deze moeten opgetekend worden in de voorziene map. Ze moeten afgetekend worden door de verantwoordelijke of de collega. Overuren moeten ook op het uurrooster geschreven worden.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
6.3 Verlof Verlof moet voor de 10°van de maand aangevraagd worden op het uurrooster. De 20ste van de maand krijg je dan het definitief uurrooster
6.4 Ruilen van shift of verlofdagen Onderling ruilen van shift is toegelaten. Indien dit gebeurt na de 20°ste van de maand dan moet er wel wisseldocumenten ingevuld worden.
6.5 Ziekte Gelieve op tijd te verwittigen bij ziekte zodat we de continuïteit van de afdeling kunnen verzekeren.
6.6 Vorming Interne vorming moet aangevraagd worden via het intranet. De verantwoordelijke gaat dan beoordelen of het een opleiding is met noodzaak en valideren. Externe opleidingen moeten met het voorbestemd document aangevraagd worden.
6.7 Functioneringsgesprek Iedereen wordt 1 keer per jaar persoonlijk uitgenodigd voor een functioneringsgesprek. Wat dit inhoudt kan je vinden in het procedureboek.
28
7. Studenten Jullie opleidingstraject ligt voor grotendeels in eigen handen. Het is aan jullie om zaken op te pikken en te vragen. Neem zelf initiatief om technieken te oefenen. Wees leergierig. Hang jullie leerdoelstellingen uit zodat de verpleegkundigen ook weten waaraan jullie specifiek werken. Hier zijn enkele aandachtspunten die gelden op onze afdeling. Er wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de dagzaal. Over de middag gaat iedereen in bed voor de middagrust. Orde en netheid (keuken, slob, gang, etc.) is een taak van iedereen. Bij het binnengaan van een kamer, kijken of mensen nog water hebben en zo niet deze aanbieden. Na de zorg patiënten in een rolstoel plaatsen om vlot naar de kiné te kunnen gaan, niet in het weekend. Hier zijn enkele tips die zullen helpen om een vlotte stage te lopen. Spontaan beloproepen beantwoorden. Geregeld feedback vragen aan verschillende verpleegkundigen. Op tijd tussentijdse- en eindevaluatie vragen aan de stagementoren. Dossiers zo goed mogelijk invullen. Vraag of het past om aan je stagedossier te werken. (Misschien is er nog ander werk op de afdeling.) Bij vragen of problemen kan je terecht bij de hoofdverpleegkundige of de stagementoren Patty Vanmeerhaeghe en Vuylsteke Lore. Wij zijn ook benieuwd naar jullie ervaringen als student op onze afdeling. Daarom vragen wij om na de stageperiode een kleine enquête in te vullen.
29
Afsluiter. In een Engels ziekenhuis stierf onlangs een oude vrouw op de geriatrische afdeling. Toen de zuster die haar in de laatste levensfase had verzorgd, het kastje naast het bed opruimde, vond ze daarin geen voorwerpen van enige waarde. Maar wel lag er een vel papier in, dat de oude vrouw met moeizaam gevormde lettertjes had volgeschreven. Er stond: "Wat zie je zuster? Wat zie je? Een kribbige oude vrouw, niet meer bij de tijd. Een beetje onzeker, met starende ogen. Een oude vrouw, die met haar eten knoeit en die geen antwoord geeft, als je met een hard stemmetje tegen haar zegt "Ik wou dat je het nou maar eens probeerde." Een oude vrouw die schijnbaar niets merkt van de dingen die jij doet. Die steeds weer iets kwijt is, een kous of een schoen. Die zonder tegenstribbelen laat doen wat jij wilt. Die met wassen en eten de lange dagen laat vullen. Denk je dat? Zie je dat? Doe dan je ogen eens open, zuster. Je kijkt niet eens naar me. Ik zal je zeggen wie ik ben, als ik hier zo zit. Als ik plas op jouw bevel en eet, wanneer jij het wilt. Ik ben een jong meisje van tien, met een vader en een moeder, met broers en zusters die van elkaar houden. Een bruid van twintig ben ik en mijn hart springt op als ik denk aan de belofte die ik deed. Vijfentwintig ben ik, en ik heb zelf kinderen die me nodig hebben om een veilig, gelukkig huis te bouwen. Een vrouw van dertig ben ik en de kleintjes worden snel groot, verbonden door banden die zullen blijven. Veertig ben ik. Mijn zoontjes zijn volwassen geworden en uitgevlogen. Maar mijn man is bij me om te zorgen dat ik niet treur. Vijftig ben ik - en weer spelen er kinderen op mijn schoot.
Dan komen de donkere dagen. Mijn man is dood. Ik kijk naar de toekomst en ik huiver van angst. Want mijn kinderen hebben nu zelf een gezin. Ik denk aan de jaren van liefde die ik kende.
Nu ben ik een oude vrouw. De tijd is wreed. Het is een grap van de tijd, ouderen er als dwazen te laten uitzien. Mijn lichaam is vervallen, gratie en kracht zijn verdwenen. En er zit nu een steen op de plaats waar ik ooit een hart had. Maar... binnen in dat oude karkas woont toch nog dat jonge meisje.
30
Soms klopt mijn oude hart wat sneller. Ik herinner me de vreugde en de pijn. Ik heb weer lief. Ik leef mijn leven opnieuw. Ik denk aan de jaren die voorbij zijn, te snel vervlogen, en ik accepteer de harde waarheid dat niets kan duren. Doe je ogen open, zuster, en kijk. Niet naar die kribbige oude vrouw. Kijk eens goed, zuster. Kijk eens naar... mij."
31
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
32