az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Nucleaire geneeskunde PET-centrum West-Vlaanderen
campus reepkaai campus kennedylaan
Versie 1 (01-sept-2012)
Welkom Het team van de afdeling nucleaire geneeskunde – PET-centrum West-Vlaanderen heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen opdat jij je zo snel mogelijk thuis voelt op de afdeling. Deze brochure bied je een eerste kennismaking met de afdeling. Op de volgende pagina’s kan je een overzicht vinden van de afdeling en afspraken die van toepassing zijn op de afdeling. Dit zal je helpen bij de inwerking op de afdeling. Een job als verpleegkundige op onze afdeling is een zeer specifieke en technische job. Wij willen je graag zo goed mogelijk informeren en begeleiden tijdens de inwerkperiode. Tijdens hectische momenten, drukke periodes of verlofperiodes kan het zijn dat er minder aandacht besteed wordt aan de inwerking van een nieuwe collega. Wij willen ons hiervoor alvast verontschuldigen. Aarzel echter niet om zelf initiatief te nemen om je theoretische en praktische kennis aan te vullen of om jouw peter / meter of de hoofdverpleegkundige aan te spreken als je vragen hebt. Zij staan altijd voor jou klaar. Op onze afdeling wordt verwacht dat je: - Een patiëntvriendelijke houding aanneemt - Discreet bent (beroepsgeheim) - Een goede kennis van anatomie en fysiologie hebt - Bereid bent om bijscholingen te volgen - Stress bestendig bent - Flexibel bent - Zowel zelfstandig als in team kan werken We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes.
Belangrijke regel: Als je twijfelt, vraag gerust hulp! Doe dit beter te vroeg dan te laat!
1
1.
Voorstelling van de afdeling ............................................................................................................ 4 1.1
Opbouw van de afdeling ......................................................................................................... 4
1.2
Doelstelling van de afdeling .................................................................................................... 4
1.3
Openingsuren van de afdeling ................................................................................................ 5
1.4
Werken op de afdeling ............................................................................................................ 5
1.4.1
Werkuren......................................................................................................................... 5
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .................................................. 5
1.5
De artsen, medewerkers en meest frequente onderzoeken op onze afdeling ...................... 6
1.5.1
Artsen .............................................................................................................................. 6
1.5.2
Technologen .................................................................................................................... 9
1.5.3
Secretariaat ................................................................................................................... 11
1.5.4
Medisch stralingsfysicus ................................................................................................ 11
1.5.5
Meest frequente klinische indicaties voor een nucleair geneeskundig onderzoek ...... 11
2.
Een dag op de afdeling .................................................................................................................. 12
3.
Specifieke informatie..................................................................................................................... 13
4.
3.1.
Algemene afspraken met betrekking tot de onderzoeken ................................................... 13
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling .................................................................... 13
Procedures..................................................................................................................................... 15 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken .................................................................................. 15
4.2.
De gebruikte materialen........................................................................................................ 18
- reanimatiekoffer (CT) - contrastpomp (CT) - spoedmedicatie bij allergische reactie reanimatieknoppen - dosiscalibratoren - contaminatiemonitoren - dosistempo meter - DECT systeem - technetium generatoren - ventilatie toestellen (aërosol) - centrifuge - ECG monitoren - computers, printers, fax en scanner ........................................................................... 18 4.3.
De meest voorkomende technieken ..................................................................................... 18
5.
Patiëntenvoorlichting .................................................................................................................... 19
4.
6. Communicatie........................................................................................................................... 20 6.1.
Telefonie ................................................................................................................................ 20
6.1.1.
Veelvoorkomende telefoonnummers ........................................................................... 20
6.2.
Informatica (IT) ...................................................................................................................... 20
6.3.
Buizenpost ............................................................................................................................. 20
2
6.4. 7.
Interne communicatie ........................................................................................................... 21
Personeelsinformatie .................................................................................................................... 22 7.1.
Dienstrooster......................................................................................................................... 22
7.2.
Overuren ............................................................................................................................... 22
7.3.
Verlof ..................................................................................................................................... 22
7.4.
Ruilen van shift ...................................................................................................................... 23
7.5.
Ziekte ..................................................................................................................................... 23
7.6.
Vorming ................................................................................................................................. 24
7.7.
Functioneringsgesprek .......................................................................................................... 24
8.
Aandachtspunten .......................................................................................................................... 25
9.
Persoonlijke notities ...................................................................................................................... 26
3
1. Voorstelling van de afdeling 1.1 Opbouw van de afdeling De afdeling nucleaire geneeskunde – PET-centrum West-Vlaanderen bevindt zich op twee campussen. Op campus reepkaai bevindt de afdeling zich op de eerste verdieping (Leie 1). Op deze afdeling staan 2 SPECT-camera’s en een PET/CT toestel (PET-centrum West-Vlaanderen). Op campus kennedylaan bevindt de afdeling zich op het gelijkvloers (blauwe vleugel) en op deze afdeling staat 1 SPECT/CT-camera en 1 botdensitometrietoestel. Naast de camera-zalen is er op beide campussen ook een hotlab (plaats waar de radiofarmaca bereid worden) en een afvallokaal (om radioactief afval te bewaren totdat het vervallen is).
1.2 Doelstelling van de afdeling De afdeling nucleaire geneeskunde – PET-centrum West-Vlaanderen bestaat uit twee diensten, namelijk nucleaire geneeskunde en PET-centrum West-Vlaanderen. De doelstelling van de dienst nucleaire geneeskunde is enerzijds een diagnose stellen van een aandoening (vb.: pijn van onbekende oorsprong, opvolging van metastasen, …) van de patiënt en anderzijds een bepaald ziektepatroon behandelen (vb.: resten van een schildkliercarcinoom behandelen met behulp van een jodium-therapie). We streven ernaar om de patiënten een zo goed mogelijk onderzoek of therapie te laten ondergaan, hen steeds voldoende uitleg te geven over het onderzoek of de therapie en om de verwijzende arts zo snel mogelijk te voorzien van een verslag van het onderzoek. Het PET-centrum West-Vlaanderen is gevestigd in AZ Groeninge, maar is gemeenschappelijk opgericht met AZ Sint-Jan Brugge en Heilig-Hartziekenhuis Roeselare-Menen. Naast artsen van AZ Sint-Jan Brugge en Heilig-Hartziekenhuis Roeselare-Menen, komen nog enkele andere externe artsen onderzoeken protocolleren in het PET-centrum West-Vlaanderen. De doelstelling van het PET-centrum WestVlaanderen is om een diagnose te stellen van een aandoening (voornamelijk oncologische of infectieuze vraagstelling) van een patiënt en om de verwijzende arts zo snel mogelijk te voorzien van een verslag van het onderzoek.
4
1.3 Openingsuren van de afdeling Onderzoeken op de afdeling nucleaire geneeskunde – PET-centrum West-Vlaanderen kunnen elke weekdag van 7u45 tot 17u00 (tot 18u00 voor het PET-centrum) uitgevoerd worden.
1.4 Werken op de afdeling 1.4.1
Werkuren Aangezien zowel voor het PET-centrum West-Vlaanderen als voor de nucleaire geneeskunde onderzoeken enkel op weekdagen uitgevoerd worden, is er geen weekendwerk op de afdeling. Op wettelijke feestdagen is de dienst eveneens gesloten en er is geen wachtdienst. Er wordt steeds aansluitende uren gepresteerd, met een onderbreking (middagpauze) van 1/2de uur. De middagpauzes worden zodanig ingepland dat de dienst continu maximaal bemand is. Er zijn verschillende shiften: - Nucleaire geneeskunde: - 7u15 – 15u45 (D1) - 7u45 – 16u15 (D2) - 8u30 – 17u00 (D3) - PET-centrum West-Vlaanderen: - 8u00 – 16u30 (PET1) - 9u30 – 18u00 (PET2)
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen
- Zorgmanager zorggroep Naam: Van Der Heyde Frederika Tel.: 056/63 60 44 E-mail:
[email protected]
5
- Hoofdverpleegkundige Naam: Lavent Filip Tel.: 056/63 41 25 E-mail:
[email protected]
- Adjuct-hoofdverpleegkundige Naam: Deconinck Hans Tel.: 056/63 41 20 E-mail:
[email protected]
- Referentieverpleegkundigen o o o o o o o o o o o o o
Hef ent til: Lieve Tanghe, Tine Theuninck en Roos Declercq Palliatieve zorgen: Birgit Bonny, Sandra Staessens en Hanne Noppe Ziekenhuishygiëne: Katrien Lefevre en Annelies Deman Materiaal: Pascal Vanmeenen en Maria Verhoeven Geriatrie: Eveline Saelens, Stefanel Buysschaert Dienst zingeving: Lieve Verdonck BIPAP: Isabel Vandeputte en Birgit Bonny Externe PM: Nele Bouckaert IABP: Eveliene D’ Hallewin Apotheek: Pascal Vanmeenen Reanimatie: Griet Putman en Nele Bouckaert Wondzorg: Elien Mylle, Hanne Verschatse Pijn: Hanne Noppe
1.5 De artsen, medewerkers en meest frequente onderzoeken op onze afdeling 1.5.1
Artsen
DIENSTHOOFD
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
6
prof. Dr. Maes Alex 056/63 41 30
[email protected] nucleaire geneeskunde – PET-centrum
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Borms Marleen 056/63 39 20
[email protected] oncologie – nucleaire geneeskunde
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Nicolaij Daniël 056/63 31 91
[email protected] nucleaire geneeskunde – PET-centrum
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
prof. Dr. Gheysens Olivier 056/63 41 20
[email protected] nucleaire geneeskunde – PET-centrum
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
prof. Dr. Van De Wiele Christophe 056/63 41 20
[email protected] nucleaire geneeskunde
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. De Geeter Frank 050/45 28 10
[email protected] PET-centrum (AZ Sint-Jan Brugge)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Van Den Eeckhout Anja 050/45 28 10
[email protected] PET-centrum (AZ Sint-Jan Brugge)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Walgraeve Natascha 050/45 28 10
[email protected] PET-centrum (AZ Sint-Jan Brugge)
7
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. De Groof Jozef 051/23 77 43
[email protected] PET-centrum (Heilig Hart ziekenhuis Roeselare)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. De Ceuninck Liesbet 051/23 77 43
[email protected] PET-centrum (Heilig Hart ziekenhuis Roeselare)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Lips Nele 051/23 62 75
[email protected] PET-centrum (Stedelijk ziekenhuis Roeselare)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Muylle Kristoff 059/55 51 91
[email protected] PET-centrum (Henri Serruys ziekenhuis Oostende)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Vrancken Evelyn 059/55 51 91
[email protected] PET-centrum (Henri Serruys ziekenhuis Oostende)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. D’Hondt Eduard 059/55 79 93
[email protected] PET-centrum (AZ Damiaan ziekenhuis Oostende)
8
Naam: Dr. Moulin-Romsee Gerard Tel.: 051/42 50 24 E-mail:
[email protected] Dienst: PET-centrum (Sint-Andries ziekenhuis Tielt – SintJozefkliniek Izegem – OLV van Lourdes ziekenhuis Waregem)
Naam: Dr. De Groof Marc Tel.: 057/35 74 10 E-mail: Dienst: PET-centrum (Jan Yperman ziekenhuis Ieper)
Naam: Dr. Van Den Bossche Bieke Tel.: 050/36 53 70 E-mail:
[email protected] Dienst: PET-centrum (AZ Sint-Lucas Assebroek – Maria Middelares Gent)
1.5.2
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Delcourt Anne 056/85 85 85
[email protected] PET-centrum (CH Mouscron)
Naam: Tel.: E-mail: Dienst:
Dr. Copin Dominique 069/25 81 11
[email protected] PET-centrum (CHWAPI Tounai)
Technologen
Naam: Deconinck Hans (Laborant – FT)
9
Naam: Desmet Kimberley (verpleegkundige – FT)
Naam: Desmet Stephanie (verpleegkundige – FT)
Naam: Grijp Nicolaas (verpleegkundige – FT)
Naam: Lavent Filip (hoofdverpleegkundige – FT)
Naam: Pareyn Jacqueline (industrieel ingenieur – 4/5de)
Naam: Verlinde Joke (verpleegkundige – FT)
10
1.5.3
Secretariaat Naam: Vandeginste Maureen (FT)
Naam: Blomme Valerie (HT)
1.5.4
Medisch stralingsfysicus Naam: Beels Laurence (FT)
1.5.5
Meest frequente klinische indicaties voor een nucleair geneeskundig onderzoek Patiënten met verschillende pathologische aandoeningen kunnen naar de dienst nucleaire geneeskunde doorverwezen worden. De hoofdgroep van de onderzoeken gebeuren in het kader van orthopedische of oncologische indicaties. Daarnaast bestaan er echter ook binnen cardiologie, pneumologie en interne geneeskunde verschillende indicaties waarvoor een nucleair onderzoek aangewezen is.
11
2. Een dag op de afdeling
07u15 – 07u45
07u45 – 15u45
07u45 – 16u15
08u30 – 17u00
Einde van de shift
08u00 – 16u30
09u30 – 18u00 Einde van de shift
D1 (RK of KL): 07u15 – 15u45 Opstarten toestellen – spuit contraststof klaarmaken – dagelijkse kwaliteitscontrole toestellen – bereiden radiofarmaca Klaarmaken activiteit per patiënt (NM) – uitleg geven aan patiënten - inspuiten van patiënten (NM) - beeldvorming uitvoeren (NM) D2 (RK): 07u45 – 16u15 Klaarmaken activiteit per patiënt (NM) – uitleg geven aan patiënten - inspuiten van patiënten (NM) - beeldvorming uitvoeren (NM)
D3 (RK): 08u30 – 17u00 Klaarmaken activiteit per patiënt (NM) – uitleg geven aan patiënten - inspuiten van patiënten (NM) - beeldvorming uitvoeren (NM) Onderzoeken afwerken – toestellen afsluiten
PET1 (RK): 08u00 – 16u30 Voorbereiding patiënten (PET): informatie geven, infuus plaatsen, radiofarmacon toedienen, oraal contrastmiddel toedienen.
PET2 (RK): 09u30 – 18u00 Beeldvorming uitvoeren (PET) Toestellen afsluiten – lokalen afsluiten
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken
12
3. Specifieke informatie 3.1.
Algemene afspraken met betrekking tot de onderzoeken De patiënten melden zich aan bij het secretariaat (of bij de technoloog op campus kennedylaan) en wachten nadien in de wachtzaal tot de technoloog hen komt ophalen. Familieleden van patiënten mogen niet mee naar binnen op de afdeling nucleaire geneeskunde (wettelijke bepaling). Soms kan een uitzondering gemaakt worden (vb.: kinderen jonger dan 12 jaar mogen bijgestaan worden door één van de ouders). De technoloog controleert de identificatie van de patiënt door te vragen naar de naam en de geboortedatum van de patiënt (de patiënt moet dit zelf zeggen, de technoloog mag dit niet voorzeggen). Dit wordt gecontroleerd aan de hand van de aanvraag, waarop ook het aangevraagde onderzoek gecontroleerd wordt alvorens het radiofarmacon wordt toegediend. De technoloog geeft uitleg aan de patiënt omtrent het onderzoek en het verloop ervan. Bij afwezigheid of onvolledigheid van de aanvraag, kan het onderzoek niet plaatsvinden vooraleer de aanvraag volledig is (contact opnemen met de verwijzende arts of nuclearist). Nadien wordt het radiofarmacon bereid en noteert de technoloog de toegediende activiteit op het aanvraagformulier (aan de hand van de voorziene sticker). Wanneer het radiofarmacon toegediend is, kan de patiënt de afdeling verlaten en terugkomen voor de beeldvorming op het voorziene tijdstip zoals afgesproken met de technoloog. De beeldvorming gebeurt eveneens door de technoloog. Bij problemen met de verwerking, wordt de hoofdverpleegkundige gecontacteerd alvorens de patiënt naar huis te laten gaan.
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling Acquisitie: beeldopname Processing: beeldverwerking WB: Whole Body - totale lichaam Sk: schildklier WBC: witte bloed cellen (SP)ECT: (Single Photon) Emission Computed Tomography EF: ejectiefractie (bepaling bij ventriculografie) PET: Positron Emission Tomography BMD – BDM: Bone Mineral Density – Bot Densitometrie PACS: Picture Archiving and Communication System (opslagsysteem)
13
keV: MBq – GBq: mCi: FUO: ROI: LEHR: MEGP: HEGP: 99m Tc: 18
F: FDG: FET: AP: PA: LP: RP: LMP: RMP: LLP: RLP: LPO: RPO: LAO: RAO: V/Q:
kilo electron Volt Mega Becquerel – Giga Becquerel (eenheid van activiteit) milli Curie (eenheid van activiteit) Fever of Unknown Origin (Koorts van ongekende oorsprong) Region Of Interest (aanduiding van het gebied van interesse) Low Energy High Resolution (collimatoren van een gamma-camera) Medium Energy General Purpose (collimatoren van een gamma-camera) High Energy General Purpose (collimatoren van een gamma-camera) Technetium-pertechnetaat (radio-isotoop voor nucleaire geneeskundige onderzoeken) Fluor (radio-isotoop voor PET onderzoeken) Fluoro Deoxy Glucose (gekoppeld aan 18F voor PET onderzoeken) Fluoro Ethyl Thyrosine (gekoppeld aan 18F voor PET onderzoeken) antero posterior postero anterior linker profiel rechter profiel linker mediaal profiel rechter mediaal profiel linker lateraal profiel rechter lateraal profiel Links posterior oblique Rechts posterior oblique Links anterior oblique Rechts anterior oblique Ventilatie-perfusie scintigrafie
14
4. Procedures 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken 4.1.1.1.
Skeletscintigrafie Een botscan of skeletscintigrafie is een nucleair-geneeskundig onderzoek waarbij een scan van het volledige skelet wordt gemaakt na het inspuiten van een kleine hoeveelheid radioactieve stof, 99mTc . Deze stof bindt zich in botdelen met actieve botopbouw, wat doorgaans een teken van botbeschadiging is. Bot en gewrichten kunnen ‘positief’ tekenen bij een hele waaier van aandoeningen: ontstekingen, infecties, kankergezwellen, breuken, na operaties, reuma, artrose,…
4.1.1.2.
Schildklierscintigrafie De follikelcellen van de schildklier hebben de eigenschap jodium in de vorm van jodide op te nemen (trapping) en later organisch te binden (organificatie). Alleen vitale schildkliercellen zijn in staat tot trapping en organificatie. Omdat het pertechnetaation dezelfde lading heeft als jodide en ook wat afmetingen betreft daar mee vergelijkbaar is, wordt dit ook via de pompfunctie opgenomen, waardoor scintigrafie van deze schildklierfunctie met 99mTc mogelijk is. Organificatie, d.w.z. inbouw in het thyreoglobuline voor de aanmaak van schildklierhormoon, vindt bij pertechnetaat echter niet plaats. Er is een uitspraak mogelijk over de grootte, de vorm, de ligging en de werking van de schildklier.
4.1.1.3.
Ventriculografie Na intraveneuze toediening van PYP® (pyrophosphate) met 15 minuten erna 99mTc of na toediening van 99mTc-HSA (Humaan Serum Albumine) worden beelden genomen die de globale functie en contractiliteit van voornamelijk het linker ventrikel weergeven, alsook een idee geven van de regionale wandbeweging.
4.1.1.4.
Longscintigrafie
15
Met 99mTc gemerkte eiwitdeeltjes (macroaggregaten) worden intraveus toegediend. Deze lopen vervolgens vast in de longarteriolen. Ervan uitgaande dat er een volledige menging plaatsvindt van de deeltjes met het bloed zullen de deeltjes zich verdelen evenredig aan de verdeling van de bloedstroom. De meest voorkomende indicatie voor longscintigrafie is de verdenking van een longembolie. Meestal wordt eerst een ventilatiescan uitgevoerd, gevold door een perfusiescan. 4.1.1.5.
Maagevacuatiestudie In de maag wordt vast voedsel afgebroken in kleine deeltjes en vermengd met de maagsappen om een semi-vloeibaar mengsel te vormen dat vervolgens gecontroleerd verder geleid wordt naar het duodenum. De mate van gastrische lediging wordt onder andere bepaald door het volume, de calorische inhoud en vastheid van het voedsel. Vertraagde maaglediging van niet-obstructieve aard wordt idiopatische gastroparese genoemd. Dit betreft voornamelijk de vaste fase en wettigt een langdurige behandeling met een geneesmiddel dat de lediging versnelt. Scintigrafie is de voorkeursmethode om de maaglediging te onderzoeken. Na het nuttigen van een proefmaaltijd, gelabeld met een radioactieve tracer, wordt gedurende 2 uur, om het half uur beelden gemaakt van de maaginhoud. Nadien kan snelheid van maaglediging bepaald worden.
4.1.1.6.
Sentinelknoop scintigrafie De meeste tumoren hebben één lymfeklierstation waar zij als eerste naartoe zullen metastaseren, namelijk het regionale lymfeklierstation, bij de borst is dit de oksel. De sentinel node of schildwachtklier is de eerste lymfeklier in dit regionale lymfeklierstation. Door van deze klier een biopt te nemen kan men op een minimaal invasieve manier de tumorstatus van een lymfeklierstation bepalen. In de praktijk betekent dit dat een tumornegatieve sentinel node metastasen in de achterliggende oksel uitsluit en daarmee een okseltoilet overbodig maakt. In geval van een tumorpositieve sentinel node zal wel een okselkliertoilet moeten gebeuren, omdat metastasen elders in het klierstation dan niet zijn uitgesloten.
16
Op de dag voor de operatie, eventueel op de dag van de operatie, wordt 99mTc colloïd rond de tepel, in het borstkwadrant van de tumor (para-aureolair), ingespoten. Na 1 uur worden statische opnames gemaakt van de oksel in meerdere richtingen. Hierna kan de plaats van de sentinel node op de huid worden gemarkeerd op geleide van het beeld op de cameramonitor. Per-operatief kan de schildwachtklier dan opgespoord worden door middel van radioactieve tracer en de Neo-probe®. 4.1.1.7.
Myocardscintigrafie Myocardperfusiescintigrafie verschaft inzicht in de doorstroming en in beperkte mate ook in de vitaliteit van het myocard (linker ventrikel). Regionale doorbloedingsstoornissen in het myocard worden duidelijk zichtbaar als een regionale afwezigheid van radioactiviteit (perfusiedefecten). De vergelijking van de perfusiescintigrafie na inspanning en die in rust geeft betere en betrouwbaardere informatie dan het inspanningselektrocardiogram alleen. Binnen de cardiologie beoogt dit onderzoek het aantonen van coronair vaatlijden bij patiënten met angorklachten of het evalueren en opvolgen van een gekend coronair lijden op een nietinvasieve manier. De toepassing van farmacologische stress, door toediening van adenosine tijdens de scintigrafische procedure, berust op het opwekken van myocardischemie door middel van coronaire vaatverwijding en laat bij hemodynamisch belangrijk coronair lijden perfusiedefecten zien. Door ECG-triggering is het mogelijk om gelijktijdig met het weergeven van de myocardperfusie ook de regionale wandbeweging, de wandverdikking en de ejectiefractie in beeld te brengen. Er wordt gewerkt met een ééndagsprotocol waarbij 's morgens de inspanningsopnames gebeuren na IV-toediening van Persantine. Minimum 4 uur na de inspanningsopnames vinden de rustopnames plaats.
17
4.2.
De gebruikte materialen -
4.3.
reanimatiekoffer (CT) contrastpomp (CT) spoedmedicatie bij allergische reactie reanimatieknoppen dosiscalibratoren contaminatiemonitoren dosistempo meter DECT systeem technetium generatoren ventilatie toestellen (aërosol) centrifuge ECG monitoren computers, printers, fax en scanner
De meest voorkomende technieken Elueren van de 99mTc generator Manipuleren van open radioactieve bronnen Steriel oplossen en optrekken van radiofarmaca Intraveneus injecteren van radiofarmaca Aërosol en technegas toedienen Software gebruiken voor registratie van patiënten, consultatie van verslagen, verwerking van opgenomen beelden - Reanimatieprocedure beheersen - Procedure met betrekking tot noodmedicatie bij een allergische patiënt beheersen -
18
5. Patiëntenvoorlichting Het is belangrijk dat patiënten en hun familie goed geïnformeerd worden over een onderzoek of therapie. Hiervoor zijn patiëntenfolders beschikbaar die meegegeven worden bij de registratie van de patiënt zodat deze de folder kan doornemen in de wachtzaal. Daarnaast krijgt de patiënt ook door de technoloog informatie over het onderzoek en het verdere verloop ervan. Een patiënt heeft eveneens het recht om uitleg te vragen aan een arts. Hiervoor kan de nuclearist die klinische supervisie heeft aangesproken worden.
4.
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
19
6. Communicatie 6.1.
Telefonie 6.1.1. Veelvoorkomende telefoonnummers - Medische beeldvorming KL 4000 - Medische beeldvorming LS 4004 - Medische beeldvorming VL 4006 - Endocrinologie 3180 - Oncologisch Centrum 3900 - Apotheek 5030 - Chirurgisch dagziekenhuis KL 2100 - Kinderdagziekenhuis KL 2000 - Geriatrisch dagziekenhuis 1800 - Oncologisch dagziekenhuis 2500 (of 2502) 6.1.2. Noodnummers - Brand - Interne MUG - Security
6.2.
9977 9999 9966
Informatica (IT) Op onze afdeling wordt met gespecialiseerde camera’s gewerkt waaraan bepaalde software gekoppeld is. Er wordt verwacht dat de technologen vlot met deze computers en hun software kunnen werken. Daarnaast wordt er verwacht dat de medewerkers een aantal IT-toepassingen kunnen gebruiken, zoals QDOC (aanmaken van aanvragen), QPLANNER (agenda PET), QDFILES (opzoeken van vorige onderzoeken), MS OUTLOOK (agenda nucleaire geneeskunde), INTRANET, SHAREPOINT
6.3.
Buizenpost In AZ Groeninge is het de bedoeling om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen, zoals labostalen, onderzoeksaanvragen, voorschriften apotheek, … Enkele aandachtspunten hierbij: Hulzen goed sluiten voor het verzenden Maximum 1 kg per huls Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming Alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje)
20
6.4.
Nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar (ontvanger niet altijd gekend)
Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Met behulp van communicatie kunnen er duidelijk afspraken gemaakt worden en kunnen misverstanden voorkomen worden. Het is heel belangrijk dat iedereen op de hoogte gebracht wordt bij een wijziging, … Hiervoor zijn op onze afdeling verschillende middelen voorhanden: -
Infobord in de keuken Sharepoint (lijst personeelsleden en hun gegevens, verslagen van dienstnota’s en teamvergaderingen, …) Intranet (procedures van de afdeling en ziekenhuisbrede procedures, telefoonboek,…) E-mailadres van AZ Groeninge (wanneer een mededeling gemeld wordt via onze Sharepoint, krijgt elke medewerker van de afdeling een e-mail, het is dan ook belangrijk dat de persoonlijke e-mail regelmatig bekeken wordt)
21
7. Personeelsinformatie 7.1.
Dienstrooster Op onze afdeling wordt iedereen ingezet bij alle toestellen. Dit betekent dat er elke maand een planning wordt opgemaakt waarop staat wie welke shift heeft (elke shift is verbonden aan een bepaalde taak op de afdeling). Het uurrooster voor de volgende maand wordt uiterlijk op de 20ste van de maand uitgehangen.
7.2.
Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd op het voorziene formulier (keuken – campus reepkaai). Deze overuren worden genoteerd in de PEP-registratie. In overleg met de hoofdverpleegkundige kunnen overuren terug genomen worden. Teruggenomen overuren moeten genoteerd worden op hetzelfde formulier (keuken – campus reepkaai), zodat de hoofdverpleegkundige dit correct kan bijhouden in de PEP-registratie.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
7.3.
Verlof De ziekenhuisbrede procedure vakantieplanning is van toepassing op de dienst nucleaire geneeskunde. Het verlof dient tijdig aangevraagd te worden bij de hoofdverpleegkundige. Als algemene regel geldt dat er niet meer dan 2 technologen gelijktijdig afwezig mogen zijn. Verlofdagen worden aangevraagd voor de 15de van de maand voorafgaand aan de maand waarin de verlofdagen opgenomen worden. Geplande C- en ADV-dagen krijgen voorrang op extra aangevraagde verlofdagen. In overleg kunnen deze alsnog verplaatst worden na goedkeuring door de hoofdverpleegkundige.
22
7.4.
Ruilen van shift Wanneer een medewerker wegens uitzonderlijke omstandigheden de maandplanning niet kan volgen, kan een shiftwissel aangevraagd worden bij de hoofdverpleegkundige aan de hand van het voorziene formulier. De medewerker zoekt zelf een collega met wie de shiftwissel kan gebeuren.
7.5.
Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke. Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige of de verantwoordelijke verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
23
7.6.
Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich bij te scholen waar nodig. Alle technologen op de afdeling nucleaire geneeskunde moeten zo snel mogelijk na de indiensttreding een getuigschrift behalen van de opleiding ‘stralingsbescherming’. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle intern georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Hij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde - geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. De gehele procedure rond opleiding kan teruggevonden worden in het procedureboek.
7.7.
Functioneringsgesprek Een functioneringsgesprek is een gesprek tussen jou en de hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben, mee te delen aan de hoofdverpleegkundige. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het functioneringsgesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder gemakkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
24
8. Aandachtspunten Op onze dienst is een correcte identificatie van patiënten zeer belangrijk. Daarnaast is de controle van het uit te voeren onderzoek cruciaal. De juiste patiënt moet het juiste onderzoek krijgen. Het aandachtig nakijken van de aanvraag is dan ook heel belangrijk. Bij onduidelijkheden, moet de hoofdverpleegkundige, de nuclearist met klinische supervisie of de verwijzende arts geraadpleegd worden om vergissingen te vermijden.
25
9. Persoonlijke notities
26
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
27