AZ Groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Afdeling: Neonatologie
Campus: Kennedylaan
Inhoudstafel Welkom ................................................................................................................................................... 3 1.
Voorstelling van de afdeling ............................................................................................................ 4 1.1
Opbouw van de afdeling ......................................................................................................... 4
1.2
Doelstelling van de afdeling .................................................................................................... 6
1.3
Bezoekuren van de afdeling .................................................................................................... 6
1.4
Werken op de afdeling ............................................................................................................ 7
1.4.1
Werkuren......................................................................................................................... 7
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .................................................. 8
1.5
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling ................................. 10
1.5.1
Artsen ............................................................................................................................ 10
2.
Een dag op de afdeling .................................................................................................................. 14
3.
Specifieke informatie..................................................................................................................... 19
4.
3.1.
Algemene afspraken omtrent het toeren ............................................................................. 19
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling .................................................................... 19
Procedures..................................................................................................................................... 21 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken .................................................................................. 21
4.2.
De meest voorkomende ingrepen en technieken ................................................................. 21
4.3.
De meest voorkomende materialen ..................................................................................... 22
4.4.
De meest voorkomende technieken ..................................................................................... 23
5.
Patiëntenvoorlichting .................................................................................................................... 25
6.
Communicatie ............................................................................................................................... 26 6.1.
7.
Telefonie ................................................................................................................................ 26
6.1.1.
Afdelingsgerelateerde nummers ................................................................................... 26
6.1.2.
Noodnummers............................................................................................................... 26
6.2.
Informatica (IT) ...................................................................................................................... 26
6.3.
Buizenpost ............................................................................................................................. 27
6.4.
Interne communicatie ........................................................................................................... 27
Personeelsinformatie .................................................................................................................... 28 7.1.
Dienstrooster......................................................................................................................... 28
7.2.
Overuren ............................................................................................................................... 28
1
7.3.
Verlof ..................................................................................................................................... 28
7.4.
Ruilen van shift of verlofdagen ............................................................................................. 29
7.5.
Ziekte ..................................................................................................................................... 29
7.6.
Vorming ............................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
7.7.
Functioneringsgesprek ..................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
8.
Aandachtspunten .......................................................................................................................... 30
9.
Persoonlijke notities ...................................................................................................................... 31
2
Welkom Welkom op neonatologie, campus Kennedylaan. Misschien is dit een dienst waar je vol enthousiasme naar uitkijkt. Misschien maakt de dienst je ook wat angstig. Laat het je vooral niet afschrikken, het valt allemaal best mee. We zullen je zoveel mogelijk ondersteunen en begeleiden zodat je ingewerkt bent op neonatologie. Je krijgt een meter of stagementor aangesteld, die je gedurende een hele periode zal bijstaan, tot je voldoende vertrouwd bent met deze dienst, zijn werking en gewoontes. Zit je met vragen, aarzel dan niet om ze te stellen. We zullen proberen er een zo goed mogelijk antwoord op te geven. Namens het volledige team van neonatologie wensen we je een leerrijke en aangename opleiding of stage toe !!
3
1. Voorstelling van de afdeling De verpleegkundige zorg wordt momenteel geboden door 21 verpleegkundigen met een pediatrische of vroedkundige opleiding. (Afkorting FTE staat voor fulltime equivalent) Binnen de organisatie ressorteert de afdeling onder cluster 1. Een cluster is een groepering van verpleegeenheden op grond van vergelijkbare patiëntengroepen en / of patiëntenstromen. We vormen een cluster met de diensten materniteit, neonatologie en pediatrie .
1.1 Opbouw van de afdeling
4
1. Berging (toestellen) 2. Inkomsas : met kastjes voor de ouders om jassen en tassen in op te bergen en een lavabo 3. Opvang plaats : klaarmaken medicatie, plaatsen infuus,… 4. Onthaal : plaats voor overdracht, invulboek voor de ouders ligt daar 5. Box met incubators : hier gebeurt de meest intensieve zorg. Bij elke incubator staat de nodige apparatuur voor aspiratie, zuurstofvoorziening, monitoring en infuuspomp klaar. Hier is ook al het reanimatiemateriaal en het beademingsapparaat beschikbaar. 6. Gang 7. Box met bedjes : hier gebeurt de verpleging van de patientjes die al in een bedje liggen en waarvan de zorg minder acuut is 8. Bergruimte : materiaal voor sondevoeding ,verzorgingsdoekjes, pampers,… 9. Box voor opvang van sectio’s : hier gebeurt de opvang van de baby’s geboren met een keizersnede; bij extreme drukte op de afdeling kunnen hier ook baby’s verblijven. 10. Isolatiebox: hier gebeurt de verpleging van baby’s die in isolatie moeten verblijven. Het kan gaan om baby’s met een infectie of baby’s die van buitenaf komen (van thuis of van pediatrie bijvoorbeeld). 11. Linnenkamer 12. Isolatiebox/ borstvoedingslokaal: isolatiebox die gebruikt wordt als borstvoedingslokaal en waar de mama’s ook kunnen afkolven. 13. Moeder en Kind kamer: mama en baby kunnen er samen verblijven kort voor ontslag indien noodzakelijk. 14. Bureau hoofdverpleegkundige 15. Melkkeuken: hier worden de klaargemaakte flesjes bewaard; ook de moedermelk wordt hier bewaard, in de diepvries of in de koelkast. 16. Personeelskeuken 17. Bureau Dr. Balemans 18. Berging: Er wordt gewerkt met een vol-leegsysteem. 19. Slob 20. Toilet 21. Toegang medewerkers
5
1.2 Doelstelling van de afdeling Zoals alle afdelingen in het ziekenhuis willen we goede en veilige zorg bieden aan onze patiëntjes. Aangezien onze patientjes en de ouders a.h.w. een twee- eenheid zijn, betekent dit dat zij een heel belangrijke rol spelen in de zorg. Een hartelijke ndersteuning en begeleiding van ouders is dan essentieel Volgende principes zijn belangrijk : -
-
Goede en veilige zorg, conform wetenschappelijke standaarden We werken vanuit een brede kijk op ouderschap We werken aan een actief communicatie beleid naar ouders toe We voeren een actief open deur beleid voor de ouders. Ander bezoek is gelimiteerd en de afdeling is een gesloten eenheid voor niet-bevoegde personen. We leren ouders de globale verzorging en ontwikkeling van hun kind op te nemen. De verpleegkundige observeert, coördineert en ondersteunt hierbij . We bieden ouders adequate psycho-sociale begeleiding en doen dit in nauwe samenwerking met de sociale dienst, de psychologische dienst en de dienst zingeving en spiritualiteit. We behandelen ouders als actieve overleg partners bij scharnier en beslissingsmomenten in de zorg We zorgen voor een actieve bescherming van privacy en waken over het beroepsgeheim.
1.3 Bezoekuren van de afdeling Ouderbezoek De ouders zijn steeds welkom. Met uitzondering van :
6
o de overdrachtsmomenten, dit om de privacy van de baby’s te respecteren o indien een baby dringende zorgen nodig heeft Familie en vrienden o Dagelijks tussen 15.30u en 16u en 19u en 19.30u o Kort bezoek van maximum 3 personen, waarvan 1 of 2 ouders en maximum 10 minuten o De baby’s worden niet aangeraakt o Er wordt geen info gegeven over de baby’s o Goede handhygiëne toepassen o Indien een baby dringende zorgen nodig heeft is er geen bezoek Kinderbezoek (broertjes en zusjes) Woensdag, zaterdag, zondag en feestdagen Van 15.30 u tot 16u, maximum 3 personen, maximum 10 minuten. ! Noot : strikte tijdslimiet strikte toepassing van de bezoekregeling
1.4 Werken op de afdeling 1.4.1
Werkuren
De verschillende shiften zijn: - Vroegdienst - Dagdienst - Avonddienst - Nachtdienst
06:30 uur – 15:00 uur 08:00 uur – 16:30 uur 13:45 uur – 21:00 uur 20:45 uur – 06:45 uur
Minimale bezetting per shift (weekdagen): - Vroegdienst: 2 verpleegkundigen - Avonddienst: 2 verpleegkundigen - Nachtdienst: 2 verpleegkundigen - Dagdienst: 1 verpleegkundige (en/of verantwoordelijke)
7
-
Logistieke assistente: aanwezigheid wordt meegedeeld op de taakverdeling. De logistieke zorgt voornamelijk voor ondersteuning (het aanvullen van boxen, linnen verzorgen, hulp bij transport, op- en afdienen maaltijden, …). Dit ontslaat de verpleegkundige niet om waar mogelijke ook logistieke ondersteuning te bieden.
Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleegkunde, dus met patiëntentoewijzing conform een evenredige werklast.
1.4.2
-
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen
Zorgmanager zorggroep Martine Mooren Tel. 056/636041 E-mail:
[email protected]
-
Hoofdverpleegkundige
8
Naam: Veerle Herpelinck Tel. 056/631075 E-mail:
[email protected]
-
Weekendverantwoordelijken Naam: Hilde Ballegeer E-mail:
[email protected]
Naam: Cathy Leleu E-mail:
[email protected]
-
Referentieverpleegkundigen: o Ziekenhuishygiëne: Cathy Leleu o Apotheek: Hilde Ballegeer en Cathy Leleu o Pijn: Kathy Bourgeois o Lactatiedeskundige: Lieve Pollefeyt o Informatica: Joke Veys
9
-
Stagementoren: o Sophie Buysschaert o Lieve Nottebaert o Joke Veys
-
Logistieke assistente: o Hilde Tanghe
1.5 De artsen en de meest voorkomende pathologie op onze afdeling 1.5.1
Artsen
Pediatrisch diensthoofd dr. Louis Oosterlynck Tel. 056/633618 E-mail:
[email protected]
Neonatologe
10
dr. Ethel Balemans
Tel. 056/633610
E-mail:
[email protected]
Kinderartsen dr. Johan Colpaert dr. Paul Debucquoy dr. Annemie Deconinck dr. Barbara De Muynck (gastro-enterologie) dr. Annelore Dermauw (cardiologie) dr. Caroline Oosterlynck dr. Louis Oosterlynck
Telefoonnummers Dect
Extern nummer
GSM
Dr. Balemans
3610
0479/58 57 74
Dr. Colpaert
3611
056/20 39 33
0494/49 83 62
Dr. Debucquoy
3612
056/70 20 11 (cons.)
0475/66 20 11
056/25 61 70 (privé) Dr. Deconinck
3613
056/24 21 56 (secr.)
0479/23 97 26
056/24 21 11 (call.) Dr. De Muynck
3614
0475/29 41 61
11
1.5.2. Pathologie
Binnen het geheel van neonatale diensten heeft neonatologie campus Kennedylaan een N* dienst. Dat betekent dat we een aparte entiteit zijn binnen het ziekenhuis waar low – en midcare zorg kan geboden worden aan pasgeborenen die extra medische en / of verpleegkundige zorg nodig hebben. Soorten patiënten : -
pretermen: te vroeg geborenen dysmaturen: baby’s met een te laag geboortegewicht in vergelijking met de zwangerschapsduur (IUGR intra-uteriene groei retardatie) kinderen die intensieve zorgen nodig hebben kinderen met ademhalingsproblemen kinderen met aangeboren afwijkingen die aangepaste zorgen vereisen kinderen met voedingsproblemen kinderen met infecties kinderen met neonatale icterus , rhesusproblemen kinderen via sectio geboren, worden kort bij ons opgenomen om de opvang tijdens de eerste uren post-operatief te verzekeren. Indien deze kinderen geen problemen hebben, kunnen zij in overleg met de arts de afdeling snel verlaten.
Kinderen die cardio-pulmonaire ondersteuning onder de vorm van beademing of andere doorgedreven intensieve medische zorgen nodig hebben, worden na stabilisering van de toestand, doorverwezen naar een neonatale intensieve zorgenafdeling (NICU). Dit kan zowel intra – uterien als extra – uterien gebeuren. In hoofdzaak wordt er samengewerkt met AZ Sint – Jan Brugge. Voor bepaalde pathologie ook met UZ Gent en UZ Leuven. Een groot aantal van deze kinderen worden in de post-acute fase terug bij ons verpleegd. Premature, dysmature, zieke kinderen en kinderen met ademhalingsproblemen worden begeleid voor het ontslag mogelijk te maken. Dit proberen we te doen met een zo groot mogelijke betrekking van de ouders. Ook na ontslag kunnen de ouders op neonatologie terecht.
12
1.6. Melkkeuken
-
-
-
-
De melk wordt klaar gemaakt in de melkkeuken op niveau -1 .Daarna brengt de verantwoordelijke van de melkkeuken de melk op dienst en plaatst die in de ijskast. Er zijn strenge normen om de melk klaar te maken en te vervoeren. De bereiding gebeurt volgens de HACCP normen. Vervoer gebeurt met een koelwagen. In de melkkeuken op dienst zijn er 2 ijskasten voorzien : 1 voor de klaargemaakte melk en 1 voor de meegebrachte moedermelk. Het diepvriesvak dient enkel om moedermelk in te vriezen en koelelementen in te bewaren. Onderhoud van de ijskasten en de flessenverwarmer op neonatologie gebeuren door de logistiek assistente, indien dat niet lukt door het verplegend personeel. Er is ook een voorraad van afkolfschildjes aanwezig op dienst. Dit voor gebruik op neonatologie en om aan de ouders mee te geven om thuis af te kolven. In de kast is er een kleine voorraad aan zuigflesjes aanwezig. Kant en klare voeding is ook aanwezig, dit voor baby’s die geen poedermelk krijgen (bv. sectio’s). Wanneer kant en klare voeding wordt gegeven, moet een etiket met het lotnummer in het dossier gekleefd worden. Er is ook een sterilisator aanwezig om flessen van thuis te steriliseren en te proberen. Deze wordt na gebruik altijd uitgedroogd. Altijd aandacht hebben voor het goed sluiten van de frigo! De deur van de melkkeuken is altijd dicht, toegang wordt verkregen met een badge
13
Een dag op de afdeling
06u30 – 06u45
Vroegdienst: 06u30 – 15u00 Overdracht nachtdienst naar vroegdienst
06u45 – 8u
start verzorging en voeding van de baby’s met 8 voedingen, nadien verzorging en voeding van 7 en 6 voedingen
8u-8u15
Overdracht van vroegdienst naar dagdienst Dagdienst doet de opnames van de sectio’s en helpt waar nodig in de verzorging
8u15-10u
verzorgingen die niet voor 8u konden gebeuren worden na de ochtendvoedingen hervat. parametercontrole en infuussnelheden noteren op dinsdag wordt bij alle baby’s de lengte en de schedelomtrek genomen Bloedafnames, infusen prikken wordt geïntegreerd tijdens een verzorgingsmoment
10u
na de doktersronde eventuele nieuwe orders uitvoeren
10u30-11u
Verzorgen en voeding van de baby’s met 8 voedingen
11u15-12u
Verzorgen en voeding van de baby’s met 7 en 6 voedingen Indien nodig demobadjes geven
12u-12u30
Pauze vroegdiensten
14
12u45-13u15
Avonddienst: 12u45 – 21u00 overdracht van vroegdienst naar avonddienst (12.45 u – 13.00 u)
13u15-13u45
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 8 voedingen POCT-controle door aangeduide verpleegkundige
14u
infuusleidingen vervangen en volume op 0 zetten
14u30-14u45
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 7 voedingen
15u-15u30
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 6 voedingen Einde shift vroegdiensten
Vanaf 15u30
parametercontrole en infuussnelheden noteren begeleiding van de ouders afwerken en nazicht verpleegdossiers, taken van algemene orde
15u30-16u
toezicht bij bezoek
16u30-17u
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 8 voedingen
18u-18u30
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 7 voedingen
18u30-19u
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 6 voedingen
19u-19u30
toezicht bij bezoek
19u30-20u
verzorgings-en voedingsmoment baby’s 8 voedingen
20u-20u45
Algemene orde, linnenzakken en vuilzakken opruimen, aanvullen kastjes
15
20u45-21u
Nachtdienst: 20u45-06u45 overdracht van de avonddienst naar de nachtdienst
21u-21u30
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 7 voedingen parametercontrole en infuussnelheden noteren opvang en begeleiding van de ouders
22u30-23u
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 8 voedingen
23u-23u30
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 6 voedingen
0u30- 1u
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 7 voedingen
1u30-2u
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 8 voedingen
Vanaf 4u
de baby’s geboren met een keizersnede van de dag ervoor worden ’s nachts gewassen
4u-4u30
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 7 en 6 voedingen
4u30-5u
verzorgings-en voedingsmomenten baby’s 8 voedingen
5u-6u30
Algemene orde, aanvullen linnen
16
Er is een onbeperkt bezoek voor de ouders en zij kunnen eenmaal hun kinderen stabiel zijn, ook participeren in de verzorging. Een aantal ouders komen hun kind dan ook zelf wassen en/of voeden. Het begeleiden en coördineren van ouderbezoek en ouderparticipatie neemt dan ook geruime tijd in beslag. Uiteraard wordt dit dagschema doorkruist door de opnames van baby’s. Ook patiëntjes die al opgenomen zijn kunnen extra zorgen nodig hebben die in een strak schema te plannen zijn. Infusen prikken, bloedafname, ECG afname, RX opname gebeuren dan ook op elk moment van de dag. Centraal staat de zorg, observatie en rapportering van elk individueel kind met de opvang van zijn ouders. Dagelijks controle van : de 3 incubatoren die klaar staan voor opvang van de baby’s:
-
temperatuur 35°C O2 toediening in de incubator werkt O2 masker ligt klaar en aangesloten Aspiratie ligt klaar en aangesloten Monitoring is voorzien +nodige elektrodes Verzorgingsmateriaal: pampers, kompressen, navelklem, ontsmettingsmiddel, schaar, peha-haft, naambandje, naamkaartje Thermometer Stethoscoop Spuitpompen Er staan ook 2 incubatoren klaar in de box waar de sectiobaby’s worden opgevangen
Aanvullen van de materiaalkarren Aanvullen van het linnen in de boxen Afhalen en brengen apotheek, sterilisatie ,was neo ,…..
-
Wekelijks controle van : Ambu -
nazicht zuurstofreservoir drukventiel druk bij ballonneren
17
Maandelijks controle van : -
CPAP en beademingstoestel en materiaal Materiaal voor thoraxdrainage Materiaal om diepe veneuze katheter te plaatsen Materiaal om navelkatheter te plaatsen Materiaal voor wissel transfusie Materiaal voor lumbaalpunctie Reanimatiekoffer
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken
18
2. Specifieke informatie 3.1.
Algemene afspraken omtrent het toeren
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling
AH BPD BV BRADY BD COFO COR CPAP DX ECG FV GLYC GBS HT HK IONO IPPV
Ademhaling Bronchopulmonale dysplasie Borstvoeding Bradycardie Bloeddruk Complet-formule Hartritme Continue positive airway pressure Dextro stick Electrocardiogram Flesvoeding Glycemie Groep beta-streptokokken Harttonen Haemocultuur Ionogram Intermittente beademing met positieve druk Cultuur Kunstvoeding Lumbaalpunctie Moedermelk Meconiaal aspiratiesyndroom Apnoemonitor Cardiorespiratoire thuismonitor Cardiorespiratoire monitor met saturatie Necrotiserende enterocolitis
CULT KV LP MM MAS MR10 MR20 MP 50 NEC
19
O2-SAT PKU PPA PROM
Zuurstofsaturatie Hielprik Peripartale asfyxie Rupture of membranes ( gebroken vliezen meer dan 24 u) Premature Rupture of membranes ( premature gebroken vliezen meer dan 24 u) Polysomnografie, slaaponderzoek Post conceptionele leeftijd Post natale leeftijd respiratoir dystress syndroom ( hyaliene membranenziekte ) Stoelgang Sondevoeding Totale parenterale nutritie Vermoederlijke bevallingsdatum
PPROM
PSG PCL PNL RDS STG SV TPN VBD
20
4. Procedures 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken - RX- foto: o RX - thorax F PR o RX- abdomen - lumbale punctie - ECG - bloedafname (veneus en capillair) - glycemie controle - screening PKU - urinecollectie - oogfundus - stoelgangstaal - MRSA wissers - echo hersenen - echo heupen (bij stuit ligging) - echo cardio - echo abdomen
4.2. -
De meest voorkomende ingrepen plaatsen navelkatheter plaatsen diepe veneuze katheter bloedafname IV katheter plaatsen lumbaalpunctie sondevoeding opvang van de pasgeborene verzorging in incubator babybad fototherapie O2- toediening met masker , neusbril en op incubator hulp bij intubatie kennis hebben van de gebruikte medicatie verzorging navel katheter
21
-
4.3.
verzorging diepe veneuze katheter CPAP klaarmaken, baby aanschakelen en verzorgen plaatsen maagsonde demobadje geven
De meest voorkomende materialen -
3 incubatoren 8000 SC 14 incubatoren giraffe mobiel beademingstoestel stephan mobiel beademingstoestel van babylog 2000 1 saturatiemeters (symphony) 3 saturatiemeters (nellcor N-550) 1 saturatiemeter (nellcor pulse oximeter) 5 MR10 toestellen fototherapie lampen 2 biliblanket 2 mixboxen 5 spuitenpompje syringe driver – type MS16 A spuitpomp ( perfusor compact S) spuitpompen (alaris) druppeltellers (laméris) aspiratiemateriaal materiaal voor lumbaal punctie materiaal voor wisseltransfusie materiaal voor thoraxdrainage materiaal voor plaatsen diepe veneuze katheter materiaal voor plaatsen navel katheter reanimatiekoffer glucosemeter (ACCU – CHEK inform) materiaal voor CPAP toe te dienen zuurstofblenders voor zuurstof toediening met neusbril 1 digitaal fototoestel 12 MP50 monitoren Pamper weegschalen
22
4.4.
De meest voorkomende technieken - hygiënische zorg : o incubator zorg en bad o demonstratiebad aan ouders o principes navelzorg, mondzorg, oogzorg en neuszorg - kunnen aspireren : o neus, keel en mond o materiaalkennis - zuurstoftoediening : o zuurstof op incubator o zuurstof via masker o zuurstof via ambu o zuurstof via nasale zuurstofbril o CPAP o met neo puf o klaarzetten beademing - kennis monitoring : o saturatiemeting o cardiorespiratoire monitoring o bloeddrukmeting o indicaties thuismonitoring - bloedafname : perifeer/ capillair(bloedgassen , glycemie) - aanprikken perifere vene voor infuus o infuus kleven o baby fixeren en troosten tijdens het prikken o verdere observatie van het infuus o wisselen infuusleidingen - assistentie bij plaatsen navelkatheter o verdere observatie van navelkatheter o nazorg materiaalbox
23
- assistentie bij plaatsen diep veneuze katheter o verdere observatie van diepe veneuze katheter o nazorg materiaalbox - kennis intraveneus vochtbeleid en observatiepunten bij het kind - Glycemiebepaling met POCT toestel - plaatsen maagsonde : o nasaal o oraal o onderscheid indicaties : residubepaling drainage maagspoeling voeding toedienen - geven sondevoeding : technieken en indicaties - geven van flesvoeding: o techniek o soorten voeding o welke fles bij welke baby - techniek voeding preterme baby’s - borstvoeding op neonatologie - informatie ouders - observatie opdracht : o voeding / groei o cardiorespiratoir o gedrag - medicatie gebruik : o intraveneus antibiotica toedienen o per os: druppels, poeder,siroop o oogdruppels o puffs toedienen met O2 ballon o soorten medicatie o indicaties
24
5. Patiëntenvoorlichting
Folders
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
25
6. Communicatie 6.1.
Telefonie 6.1.1. Afdelingsgerelateerde nummers
-
Algemeen nummer neonatologie Opnametelefoon Deurbel Melkkeuken Verloskwartier Materniteit
1070 1071 1091 1095 1030 1000
6.1.2. Noodnummers
-
6.2.
Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
Informatica (IT)
Binnen AZ Groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’ s en een PC voor de hoofdverpleegkundige. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: Intranet Orbis In de toekomst KWS Outlook
26
6.3.
Buizenpost
Systeem waar mee stalen of brieven naar een andere plaats kunnen gestuurd worden. Aan het systeem hangt een lijst met de nummers en plaatsen waar je kunt sturen. De bloedstalen kunnen naar het labo gestuurd worden met de buizen post. Delicate stalen brengen we zelf (vb lumbaalvocht , capillare buisjes voor PH…).
6.4.
Interne communicatie
Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Opnameboek patiënten Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen Boekje verlofaanvragen Verschillende proceduremappen Lijst met contactgegevens personeel Twee infoborden in keuken: algemene informatie ziekenhuisgerelateerd + variabord Patiëntenoverdracht Bij aanvang van iedere shift Bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier patiënt Bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad Bij ontslag naar huis: ontslagformulieren Intranet: ziekenhuisbreed
27
7. Personeelsinformatie 7.1.
Dienstrooster Iedere collega beschikt over een vast roulement over 4 of over 8 weken . Naargelang de verlofplanning, kunnen shiften worden aangepast en dit voor de twintigste van de maand en dit volgens de regels van het gezond verroosteren . Verlofaanvragen gebeuren tegen de tiende van elke maand zodat het uurrooster , samen met de eventuele invoeging van de leden van de mobiele equipe, vaststaat op de twintigste van de maand.
7.2.
Overuren Overuren worden genoteerd op de individuele fiche voor overuren en afgetekend door een collega. Op regelmatige tijdstippen worden deze nagezien door het afdelingshoofd en in de loonadministratie ingevoerd door de daartoe gemandateerde personen. Overuren dienen verantwoord te zijn . Het afdelingshoofd kan naar de motivatie of de situatie peilen maar worden steeds gewaardeerd indien noodzakelijk. Het recupereren moet vlot gebeuren om de continuïteit van de dienst te waarborgen . Recupereren op rustige momenten , betekent extra bestaffing in meer drukke tijden . Vooral tijdens de dalmaanden (januari en februari ) is dit een aandachtspunt . Voor extra uren die een volledige dag in beslag nemen , wordt de recuperatie zoveel mogelijk in het volgend uurrooster en zeker binnen de twee werkrooster gepland.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
7.3.
Verlof Verlof wordt aangevraagd tegen de tiende van de maand. Het uurrooster staat vast op de twintigste van de maand. Verlofaanvragen na de twintigste kunnen enkel bij
28
voldoende bestaffing en indien dit de verroostering van andere collega’s niet verstoord.
7.4.
Ruilen van shift of verlofdagen Shift wissels kunnen steeds mits het invullen van de correcte documenten. Dit moet gebeuren van zodra de shiftwissel wordt afgesproken Ruilen van werkdagen , dienen steeds ter goedkeuring aan het afdelingshoofd of de verantwoordelijke te worden voorgelegd.
7.5.
Ziekte Bij ziekte wordt het afdelingshoofd of de verantwoordelijke rechtstreeks en telefonisch verwittigd. Behouden extreme omstandigheden verwachten wij een telefoon van de betrokkene zelf en moet het ziektebriefje binnen de 24 u op de afdeling worden afgeleverd.
7.6.
Vorming Er wordt een ruim afdelingsgebonden vormingspakket voorzien . a rato van 16 u per werknemer op jaarbasis. Daarnaast wordt op regelmatige tijdstippen de gelegenheid geboden tot het volgen van externe bijscholing en die verband houden met neonatologie We verwachten dat collega’s opgedane kennis aan elkaar doorgeven in teamoverdrachten en teambesprekingen
7.7.
Functioneringsgesprek Op jaarbasis komt het afdelingshoofd met iedere collega samen om wederzijdse verwachtingen aan elkaar te toetsen .
29
8. Aandachtspunten
30
9. Persoonlijke notities
31
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
32