gemeente Eindhoven
Raadsnummer o8. Ray 6z. oor Inboeknummer o88STrg6z Dossiernummer Spr.qog 7 oktober zoo8
Raads inforrnatiebrief Betreft preventie van gehoorschade.
Inleiding Naar aanleiding van de resultaten van een gehoorschade onderzoek (2007) heeft de GGDbzo het project ’Doof zijn is niet handig’ uitgevoerd en geevalueerd. In Nederland lopen jaarlijks naar schatting ruim 21.000 jongeren (in Eindhoven: ruim 300 jongeren per jaar) schade op aan het gehoor als gevolg van het luisteren naar luide muziek. Gehoorbeschadiging is cumulatief: ieder beetje gehoorbeschadiging telt op bij een vorige beschadiging. Op basis van de evaluatie doet de GGDbzo aanbevelingen die zich op drie niveaus afspelen in Eindhoven: het brede uitgaanspubliek in Eindhoven; door de gemeente Eindhoven gesubsidieerde instellingen/organisaties die voor jongeren feesten organiseren; horeca, discotheken en organisatoren van evenementen in Eindhoven.
Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten; 1 ÃćâĆňâĂİ de publiekscampagne ’Doof zijn is niet handig’ door de GGDbzo in het kader
van gehoorschade preventie in Eindhoven waarbij aangesloten wordt bij minimaal vijf reeds bestaande activiteiten/evenementen in 2008/2009 voort te zetten; hiervoor aan de GGDbzo een activiteitenbudget van maximaal C 20.000,ÃćâĆňâĂİ
beschikbaar te stellen uit de intensiveringsmiddelen lokaal gezondheidsbeleid 2008; de begrotingswijziging vast te stellen.
Raadsnummer O8.RZy6X.OOX
Argumenten 1.1 Het ui tgaanspubli ek bewust maken van de relatie tussen hard geluiden gehoor-
schade vergt herhaaldelijke acties. Het uitgaanspubliek heeft nog maar zeer beperkt kennis kunnen maken met het thema gehoorschade. Door op meerdere grote evenementen aanwezig te zijn wordt het thema herkenbaar en wordt een groot publiek bereikt.
1.2 Erisi n 2008 een succesvolle campagne ontwikkeld welke breedinzetbaaris. De GGDbzo heeft samen met partners uit de stuurgroep ’Preventie van gehoorschade’ een campagne ontwikkeld om een breed publiek te informeren over de schadelijke gevolgen van langdurige blootstelling aan hard geluid. 1.3 Zichtbaar aanwezig zijn op grote evenementen brengt kosten met zich mee. Uit de evaluatie blijkt dat de campagne ongeveer’ 6.000,ÃćâĆňâĂİ per evenement heeft
gekost. Nu de materialen ontwikkeld zijn en wederom, in vernieuwde oplage, gebruikt kunnen worden wordt verwacht dat voor < 20.000,ÃćâĆňâĂİ minimaal vijf evene-
menten van campagnes kunnen worden voorzien. 1.4 Draagvlak creeren voor de preventie van gehoorschade leidt tot kwali tei tsverbetering van evenementen. Door Audiologisch Nederland wordt op basis van onderzoek een conceptrichtlijn ’Geluid voor bezoekers van evenementen en discotheken’ opgesteld. Deze kan door organisatoren van evenementen gebruikt worden om op vrijwillige basis en op basis van eigen initiatieven gehoorbeschermende maatregelen te nemen. De verwachting is dat dit tot meer resultaat zal leiden dan het opleggen van maatregelen. Organisatoren hebben belang bij een goede en veilige organisatie van hun evenement.
Ter inzage gelegde stukken Eva luatierapport ’Project Doof zijn is niet handig’ door GGDbzo, augustus 2008.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
Raadsnummer O8.RZy6X.OOX
wz08015267
Brabant-Zuidoost
> aject Doof zijn is niet Handig Evaluatie
Augustus 2008
Xnhoudsopgave
l. Inleiding 2 2. Doelstelling en methode 3
3. Organisatie 4 4. Activiteiten 2007- voorjaar 2008 s 5. Evaluatie van een drietal campagnes/activiteiten 7
5.1 Presentatie ’Sound of Music’ 7 5.2 Campagne "Doof zijn is niet handig" rond Carnaval 8 5.3 Campagne "Doof zijn is niet Handig" rond Koninginnedag 9
6. Werkconferentle richtlijnontwikkeiing gehoorschadepreventie13 7. Analyse gehoorschadeproblematiek in relatie tot overheidsbeleid1s
8. Conclusies en aanbevelingen 20 9. Financiele verantwoording 21 10. Bijlagen 22
11. Colofon:40
i. Inleiding Het geluidsniveau in de horeca is in het voorjaar van 2007 onderwerp vari onderzoek geweest voor de voormalige GGD Eindhoven’ (vanaf i januari 2008 GGD BrabantZuidoost). Vrijwlliige en onvrijwillige blootstelling aan harde muziek komt in toenemende mate ook in Eindhoven voor. Uit de conclusies van dit onderzoek komt naar voren dat het geen eenvoudige zaak is horeca-uitbaters en hun bezoekers bewust te maken van mogelijk gehoorverlies, door herhaalde biootstelling aan harde muziek, tn ieder gevat lijkt voorlichting op maat nodig.
Nadrukkelijk heeft Gehoorschadepreventie in Eindhoven betrekking op de directe blootstelling aan harde muziek en geen betrekking op geiuidhinder voor omwonenden of de omgeving. Voor het wettelijk kader voor voorschriften verbonden aan geluidhinder voor omwonenden of de omgeving kunnen in principe de Wet milieubeheer (Wm) en de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) aan de orde zijn. Voor directe blootsteHing aan harde muziek geidt niet de Wrn, maar kan een APV wel aan de orde zijn. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat zo’n SOrjro van de proefpersonen vindt dat de muziek wat hen betreft zachter mag. Een
hoopgevende bevinding, als het gaat om het creeren van draagvlak. De GGD Brabant-Zuidoost (BZO) heeft de
opdracht gekregen de gemeente Eindhovena te adviseren over de wijze waarop het risico op gehoorschade ln openbare gelegenheden, zoals horecagelegenheden, aantoonbaar verminderd kan worden.
’ Gehoorschade-onderaoek onder horeca bezoekers in Bndhoven", mei 2007 GGD Eindhoven ’ Op basis van beslissing B&W Eindhoven, 19 juni 2007
2. Doelstelling en methode
uitdelen met verwijzing naar informatieve websites over gehoorschadepreventie, uitzetten van guerfllacampagnes).
Doelstelling:
Prestatie-eisen gehoorschadez door luide muziek beperken/voorkomen ; bijdragen aan kwaliteit van leven door preventie van gehoorschade/gehoorverj les; mede bijdragen aan gezonde, niet gehoorbeschadigde (potentieje) werknemers. Tussendoelstelling : intersectora ie samenwerking tot stand brengen/bevorderen.
ivjethode: Op informele wijze bezoekers van horecagelegenheden en grote evenementen in Eindhoven bewust maken van risico’s op gehoorsChade dOOr luide lnuziek en hen handelingsperspectieven bieden om gehoorschade in de openbare ruimte te beperken/voorkomen. Een vijftal op jongeren gerichte activiteiten/campagnes in 2008 organiseren om hun nieuwsgierigheid te wekken en aandacht te vragen voor het thema gehoorschade door luide muziek In de openbare ruimte In Eindhoven (gratis oordopjes uitdelen, herriegebieden met verkeersborden aangeven, ’eiland van stilte in een zee van geluld’ ergeren, visitekaartjes ’ Volgens schattingen uit onderzoek van NIPG-TNO uit 1989
lopen zo een 21.500 jongeren in Nederland jaarlijks schade op aan het gehoor als gevolg van het luisteren
naar lulde muziek. Met een conservatieve schatting
lopen volgens dit verouderd onderzoek ruim 300
jongeren in Eindhoven arli ks schade op aan het gehoor als gevolg van het luisteren naar luide muziek.
Meer betrouwbare resultaten uit Nederlands onderzoek worden pas in 2009/2010 verwacht. Het Europees
Congres van Hearing Academy gaf In september 2005 wel aan dat circa 25ea van de jongeren op het moment
dat ze aan het arbeidsproces gaan deelnemen al een
vorm van gehoorschade hebben, met in de nabije
toekomst kans op ernstig gehoorverlies.
Aan de opdracht van BSW heeft de GGD de
volgende prestatie-eisen gekoppeld: een stuurgroep opzetten om bovengenoemde (tussen)doelstelling te bereiken voorlichtingsactiviteiten bedenken en uitvoeren rond het thema gehoorschadepreventie een iiischatting kunnen maken van de doelbereiking van de uitgevoerde activiteiten/campagnes
Campagne ’doof zijn is niet hancfig’ rond
3. Organisatie
koninginnenacht en ÃćâĆňâĂİ dag, 29 en 30 april
2008. Om op praktische wijze invulling te geven aan gehoorschadepreventie in de openbare ruimte heeft de GGD een stuurgroep opgericht rond het thema gehoorschadepreventie. in deze stuurgroep waren vertegenwoordigd : - de GGD SZO (initiatiefnemer en voorzitter van de stuurgroep om concrete plannen uit te werken bij de opdracht gehoorschadepreventie) ;
- de gemeente Eindhoven (lid, om vanuit het evenementenbeleid de uitvoering van de
Tevens heeft de Nationale Hoorstichting in afstemming met de GGD Rotterdam, de GGD Hollands Midden en de GGD BZO, een
werkconferentie over gehoorschadepreventie in openbare ruimten georganiseerd op 13 maart 2008. Tijdens deze conferentle werd een concept "Richtlijn geluid voor bezoekers van evenementen en discotheken" voorgelegd aan de deelnemers, waaronder vertegenwoordigers van gemeenten.
opdracht mogelijk te maken) ;
- de Design Academy Eindhoven (lid, voor de vormgeving van mogelijke antwoorden op de vraag hoe optimale beleving van muziek kan samengaan met veiligheid voor het gehoor);
- Stichting Audiologisch Centrum Eindhoven (Hd, voor inbreng van specifieke audloiogische kennis en vanuit een maatschappelijke betrokkenheid) ; - Lumensgroep (lid, om een actieve bijdrage te leveren aan lawaaibeheersing en een koppeling te maken met het jongerenwerk) ; - de Effenaar (lid, om ideeen in de praktijk te kunnen toetsen en draagvlak te creeren); - Dynamo (lid, om ideeÃńn in de praktijk te kunnen toetsen en draagvlak te creÃńren); - Polyground (lid, om ideeen in de praktijk te kunnen toetsen en draagvlak te creeren; wegens personele wisseling slechts in voo*raject meegedaan). Op afstand:
- Nationale Hoorstichting (om nationaal draagvlak ’te creÃńren).
De volgende activ/teiten zijn daaruit voortgekomen : de ’Sound of Music’ presentatie in de Effenaar op 30 januari 2008; vertoning van het gueriHafilmpje ’geloof me, doof zijn is niet handig’ tijdens Carnaval 2008;
De uitvoering van de campagne ’doof zijn is niet handig’ was fn handen van bovengenoemde stuurgroep die tijdens het project deels als werkgroep functioneerde. Naast medewerkers van de bovengenoemde instellingen werden studenten van DAE en vrijwiHlgers van de GGD ingezet.
Tot slot werd deze campagne financieel ondersteund middels een subsidie vanStichting Audioiogisch Centrum Eindhoven en Beter Horen.
4. ACtiViteiten 2O07- VOOrjaal’
2008
eerst nader onderzoek te doen naar de uitgebreidheid en de ernst van de problematiek in Eindhoven wordt niet gehonoreerd
Aanl ei chang
Najaar 2006: start onderzoek naar effecten van luide muziek in een horecagelegenheid in EindhOVen, naar aanleiding Van SignalerI van de Milieudienst Regio Eindhoven dat geluidsniveaus In horecagelegenheden in de loop der jaren omhoog lijken te gaan. De GGD werkte tijdens dit onderzoek samen met de Universiteit Maastricht in het kader van de verzorging van een wetenschappelijke stage, Beter Horen Eindhoven, Audiologisch Centrum Eindhoven, Fontys Hogescholen Eindhoven, Bureau Gezondheid Milieu & Veiligheid voor GGD’en in Brabant en Zeeland en het Maxima Medisch Centrum Eindhoven, afdeling KNO.
2007 Voorjaar 2007: presentatie van de resultaten en conclusies uit het gehoorschadeonderzoek onder bezoekers van een horecagelegenheid in Eindhoven.
Evaluatie Het persbericht d.d. 4 mei 2007 over het gehoorschadeonderzoek leverde mediaaandacht op van Omroep Brabant, het Eindhovens Dagblad, de Nationale Hoorstichting. Het platform van horecaondernemers vond dat de horeca op het Straturnseind helaas (weer) op een negatieve manier in het nieuws was gekomen. Burgers uit Eindhoven en omgeving en uit Belgie bleken verheugd over de aandacht voor gehoorschadepreventie.
In de gemeenteraad werden vragen gesteld over het geluidsbeleid in de Effenaar, met een verwijzing naar het gehoorschadeonderzoek van de GGD en een eigen ervaring in de Effenaar. Om die reden werd de GGD in juni 2007 gevraagd met een plan van aanpak te komen om gehoorschade door luide muziek in de publieke ruimte te kunnen terugdringen. Het voorstel van de GGD om
Vanaf juni 2007 wordt door de GGD een netwerk rond het onderwerp gehoorschade door hard geluid (NIHIL, Noise Induced Hearing Less) opgebouwd en worden de mogelijkheden voor aanpak van preventie van gehoorschade verkend.
2008 In januari 2008 wordt het voorstel van de GGD vanuit de opdracht van B&W ambtelijk afgestemd. De drie optioneie voorstellen om het risico op gehoorschade in openbare gelegenheden te kunnen verminderen zijn;
1. Geen extra inzet van middelen voor de GGD; wel zelf opstellen van een geluidsbeleid in openbare ruimten, in eigen beheer. 2. Opzet van een pilot met samenwerkingspartners gedurende vier maanden (januari t/m april 2008) voor de uitvoering van een drietal hieronder vermeide campagnes: Campagne "The Sound of Music" op 30 januari 2008 bij de Effenaar Campagne "Doof zijn is niet handig van 1 t/m 5 februari 2008 Campagne "Eiland van Stilte in een
Zee van Geluid rond Koninginnedag
3. Integrale aanpak Gehoorschadepreventie in Eindhoven gedurende twee jaar, inhoudende: a, opstellen van gezondheldsbeleid ter preventie van gehoorschade in Eindhoven binnen de daarvoor geldende wettelijke kaders en mogelijkheden van handhaving. b. Ontwikkelen, uittesten en evalueren van interventies van voorlichtingsactivttelten en feedback bij gedragsverander!ng van de jeugd
c. Vier of vijf campagnes in 2008 tijdens festivals en grote evenementen d. Onderzoek naar de mogelijkheden voor (Europese) subsidie en komen met een redel voorstel voor de uitvoering van een (Europees) werkprogramma met betrekking tot geluid en gezondheid. Afgesproken wordt om de tweede optie, de uitvoering van een drietal campagnes/ activiteiten vorm te geven.
Evaluatie Twee van de drie campagnes worden volgens plan uitgevoerd ( The Sound of Music" en een campagne rond Koninginnedag 2008) ; van de campagne "Doof zijn is niet Handig" van 1 t/m 5 februari 2008 wordt slechts ten dele gerealiseerd. In dit rapport wordt het college van BSW Eindhoven geinformeerd over de evaluatie.
5. Evaluatie van een drietal campagnes/activiteiten
5.1 Presentatie ’Sound of Music’ Het concept In een plan van aanpak staat de samenwerking beschreven tussen de Nationale Hoorstichting (NHS), Design Academy Eindhoven (DAE), GGD 8rabantZuidoost (GGD BZO) en de gemeente Eindhoven. Presentatie van een negental concepten door studenten van de Design Academy Eindhoven (DAE) op welke wijze gehoorschade door harde muziek voorkomen kan worden. Eerste presentatie in de DAE, december 2007; nadere uitwerking op 30 januari 2008 in de Effenaar. Circa 150 bezoekers. Groep 1 "Make Love Not Hearing Loss" Groep 2 "Hearing 8 Other Senses / Peel Your Music" Groep 3 "A Game Toy for Yovngsters / Loud Sound Minlstry of silence" Groep 4 "The Loud Sound Project" Groep 5 Less Sound Makes More Sense"
Groep 6 Party Earplugs" Groep 7 "Getung Attention / Gverilla Carnpaign" Groep 8 "Sensexperience / Containers for the
Senses"
Ad 3: probeer vooral de jeugdigen tussen 8 en 12 jaar te bereiken met interactieve geluidsspelletjes/geluidsspeeltjes, zoals het raden van geluiden of een ipod die, net als een Tamagotchi dood gaat als je daar niet goed voor zorgt, doof wordt bij langdurige blootstelling aan hard geluid (zie bijlage 2), Ad 4: Geef bij het loket waar tickets worden verkocht of bij de garderobe in ruil voor je jas, bij een party met harde muziek, apparaatjes (dedbel/dosisrneters) mee die in kleuren aangeven of je nog wel of niet meer in het veilige gebied zit voor wat betreft blootstelling aan hard geluid (dit apparaatje geef je terug als je je jas, of iets anders waardevols, ophaalt).
Ad 5: zoek naar substituten voor zintuigprikkels om het gehoorzintuig wat te sparen.
Ad 6: probeer oordopjes niet te verstoppen, maar maak daar iets moois van dat de jeugd graag draagt (zie bijlage 1) Ad 7: maak mensen nieuwsgierig en trek op die manier de aandacht voor het onderwerp gehoorschadepreventie. Stel een guerillamarketingplan op (succesvol verieiden met weinig geld; volgens het AIDA principe, Attention, Interest, Desire, Action) (zie bijlage 4 en 5).
Groep 9 "Sound Protection Urnbrella"
Ad 1: creeer online communities over het onderwerp met ondersteuning van filmpjes op YouTube. (zie
ht ’ akelov hearin I .blo s ot. 2 08 01 mo - art -cli ml)
Bijprodukt: Poster "Why Aren’t We Protected Against Loud Music in Public Spaces?" (zie bijlage 1)
Ad 2; maak een elektronische verbinding tussen de muziek waar je naar luistert en punten op het lichaam die meetrillen met de muziek ter relaxatie, net zoals acupunctuur.
Ad 8: plaats in het openbaar mobiele containers (zoals de theatergroep Dogtroep) thematisch ingericht op basis van de vijf zintuigen met het gehoor in het midden waardoor de appredatie ook voor zachte geluiden toeneemt. Ad 9: maak een makkelijk op te bouwen geluidsbescherrnende paraplu (bijvoorbeeld met hexagonale modules) waaronder het publiek relatief beschermd zou zijn tegen harde muziek en tegelijkertijd het makkelijker zou zijn om een gesprek te voeren (zie bijlage 3).
Oe realisatie Op 30 januari 2008 presenteerden studenten van de Design Academy Eindhoven in negen concepten hoe je gehoorschade kunt voorkomen. Op die dag waren ook bestuurders en gemeenteraadsleden van Eindhoven door de GGD uitgenodigd. De opkomst was goed te noemen. Een viertal gemeenteraadsleden was aanwezig. Mediaaandacht kwam tot uiting door uitzending van een radio-interview en krantenberichten in De Trompetter, Groot Eindhoven, Eindhovens Dagblad, Limburgs Dagblad, Voikskrant en NRC NEXT.
Evaluatie De gesubsidieerde opdracht aan de Design Academy Eindhoven heeft een negental concepten opgeleverd waarvan het idee van groep 7, Guerilla Campaign door de GGD als meest bruikbaar werd beschouwd om nader uit te werken en in de praktijk in te zetten ("getting attention"). Met de activiteiten tijdens Koninginnenacht- en dag werd het doel bereikt de aandacht te vestigen op gehoorbescherming bij het uitgaanspubliek (zie 5.3).
5.2 Campagne "Doof zijn ie niet handig" rond Carnavai Het concept Trek tijdens de carnavalsweek in februari 2008 op een tweetal digitale schermen de aandacht van het publiek door vertoning van het guerillafilrnpje "doof zijn is niet handig". Communiceer met stickers, posters en boomerang-achtige ansichtkaarten (gratis verkrijgbare ansichtkaarten die men in horecagelegenheden aantreft) dezelfde boodschap ’doof zijn is niet handig’, dat wil zeggen: ÃćâĆňâĂİ breng duizend stickers die "het effect van
hard geluid" symboliseren in omloop (zie bijlage 5 van een ronde sticker met een jongere die de handen tegen de oren aan houdt met een pijnlijk vertrokken gezicht)
- plaats tien A-0 posters op opvallende plekken in de stad met afbeeldingen in gebarentaal "3ust in Case of Total Hearing Loss (zie bijlage 5 van een tweetal voorbeelden ). ÃćâĆňâĂİ verdeel zesduizend boomerang-achtige
ansichtkaarten met drie verschillende afbeeldingen in gebarentaal "3ust in Case of Total Hearing Loss" over cafe’s/horecagelegenheden op Stratumseind en in de Dommelstraat in Eindhoven (zie bijlage 5). ÃćâĆňâĂİ plaats op een 20-tal "sit 8r watch" plaatsen
in de horeca (de toiletten in de horeca die de mogelijkheid bieden voor een reclameboodschap) A3-posters met dezelfde afbeeldingen ln gebarentaal als op de ansichtkaartjes "3ust in Case of Total Hearing Loss",
De realisatie In de publieke ruimte werd een zogenaamd Guerillafilmpje vertoond waarop te zien was dat een drietal onherkenbare jongeren gehoorbeschermingskoptelefoons aanbracht op beelden in Eindhoven van onder andere Anton Philips, Frits Philips en tenslotte het ’Maria-met-kindje-3ezus’ beeld tegen de Catharinakerk. Het filmpje eindigde met de tekst "geloof me, doof zijn is niet handig’ en de logo’s van de deelnemende instellingen (zie bijlage 5 met snapshots van het filmpje). Het filmpje duurde 42 seconden en werd tijdens de carnavalsweek in februari 2008 op een tweetal A-locaties (Piazza en op de Markt) vertoond tot en met juni 2008 aileen op het digitale scherm. Op de Markt in Eindhoven vijf h zes keer per uur.
Evaluatie Wegens gebrek aan financiÃńl middelen (en tijd) kon slechts de vertoning van het guerlllafiilmpje doorgang vinden. Dank zij een welwillend comrnunicatiebureau kon de vertoning van het firirnpje op de Markt doorgaan t/rn juni 2008. De mediawaarde of impactfactor van publieke boodschappen op digitale schermen blijkt bij betreffend cornmunicatiebureau helaas onbekend te zijn.
5.3 Campagne "Doof zijn is niet
webenquktevraag naar het gebruik van oordopjes.
Handig" rond Koninginnedag Tijd, plaats en personen Het concept - Een wervende, informatieve en attractieve campagne houden op een moment dat zich er voor leent om hard geluid in openbare ruimtes te verbinden met gehoorschadepreventie waardoor aan bewustmaking gewerkt kan worden en voorlichting effectief Ingezet. ÃćâĆňâĂİ Samenwerking met instellingen die een rol
kunnen vervuHen bij gehoorschadepreventie om te zorgen voor een praktische aanpak van lokale gehoorschadepreventie met een gedegen theoretische onderbouwing (zie bijlage 11) en voldoende draagvlak.
Wat is wervend, informatief en attractleP. Koninglnnenacht- en dag 2008 werd door de stuurgroep’, als een geschikt moment bevonden om gehoorschade onder de aandacht te brengen. Het uitdelen van 20.000 tot 25.000 paar oranje oordopjes onder het feestende publiek; het Inrichten van een deel van de Catharinakerk als "eiland van stilte in een zee van geluid"; drte opvallende informatiepunten met foldermateriaal en oordopjes op relatief stille plaatsen; op een 20-tal plekken met veel herrie speciaal ontworpen verkeersborden piaatsen.
op de website w o ’ de te I en op de website van de GGD relevante informatie plaatsen over gehoorschade(preventie) met een 4 Met daarin vertegenwoordigers van de GGD
Brabant-Zuidoost, de gemeente Eindhoven, de Design Academy Eindhoven, Stichting Audioiogisch Centrum Etndhoven, de Lumensgroep (met tevens vanuit Dynamo een aparte vertegenwoordiger), de Effenaar, Poiyground
Koninginnedagviering 2008 in Eindhoven, dinsdag 29 april van 19.00 - 24.00 uur en woensdag 30 april van 13.00 ÃćâĆňâĂİ 01.00 uur.
De doelgroep bestaat uit 100 000 a 120 000 bezoekers van de Koninginnedagvierlng in Etndhoven.
Doelstelling Op een tnformeie wijze’ verhoogde aandacht ("awareness") creÃńren bij de bezoekers voor de relatie hard geluid en gehoorschade en hen bewust maken van handelingsperspectieven ter preventie van gehoorschade.
De realisatie De GGD heeft in januari 2008 op ambtelijk niveau afgesproken de campagne "Eiland van Stilte in een Zee van Geluid" roncl Koninginnedag 2008 uit te zullen voeren. Het werd een vervolg op de campagne "Doof zijn is ntet Handig in combinatie met "een eiland van relatieve stilte in een zee van overweldigend geluid".
De stuurgroep/werkgroep hield vanaf januari t/rn april 2008 1xj’mnd plenair overleg om te bezien wie wat kon inzetten rond Koninginnedag met aandacht voor gehoorschadepreventie. Dit resulteerde in. - GGD Brabant-Zuidoost zorgde voor de nadere uitwerking van de campagne doof zijn is niet handig" en het Inzetten van diverse (voorlichtings)materialen zoals oranje oordopjes, visitekaartjes, verkeersborden, Tshirts met opdruk voor de vrijwilligers, folders, posters, filmpjes en een opblaasbare muzieknoot. De rolverdeling tussen de diverse partners was ais volgt: ÃćâĆňâĂİ de GGD had de regie;
’ Zie bijlage 11 llerenderiagsmanagement ven Maatschappelijke Xssues
- de gemeente Eindhoven gaf de vergunning voor plaatsing van de verkeersborden en inforrnatiestands; - de Design Academy Eindhoven zorgde voor vergaderruimte en stelde het guerillafilmpje (zie bijlage S) ter beschikking voor vertoning in de Catharinakerk; - Stichting Audiologisch Centrum Eindhoven zette eigen personeel in, was medesubsidient en versterkte informatieve filmpjes voor vertoning in de Catharinakerk; - Lumensgroep was nauw betrokken bij de inhoudelijke uitwerking van de campagne en de praktische uitvoering tijdens Koninginnedag; - Dynamo was betrokken bij de inhoudelijke uitwerking van de campagne en heeft met de Koninginnedagen een ruimte ter beschikking gestel voor de vrijwilligers; - Effenaar was betrokken bij de inhoudelijke uitwerking van de campagne. - Beter Horen heeft de campagne financleei ondersteund; - de Nationale Hoorstichting verzorgde foldermateriaal en posters die tijdens de Koninginnedagen via drie stands werden uitgedeeld; - Door ZODIAK Commune, organisator van de activiteiten op 30 april op het lichtplein werden 2000 oordopjes uitgedeeld. - de Eindhovense EHBO vereniging deelde 1000 oordopjes uit; - Studio Stas ontwikkelde in opdracht van de GGD het beeldmateriaal voor de campagne; - Nepco ontwikkelde in opdracht van de GGD de opblaasbare muzieknoot als attractie bij het informatiepunt op het Lichtplein; - Fiiterz leverde in opdracht van de GGD de oranje oordopjes; ÃćâĆňâĂİ Agmi bv deed de productie, plaatsing en
verwijdering van 20 verkeersborden; - het bestuur van de Catharinakerk gaf bij wijze van grote uitzondering gehoor aan het verzoek van de GGD een deel van de kerk op Koninginnedag 2008 open te stellen voor uitgaanspubliek. ÃćâĆňâĂİ een team GGD-vrijwilligers zorgde voor het
uitdelen van meer dan 20 000 paar oranje
oordopjes en circa 1S 000 informatieve visitekaartjes. De vraag die via een webenquete gesteld werd in april 2008 was:
Deze webenqukte kon met medewerking van CityDynamiek prominent worden geplaatst op
de site www.o an’ed ekste. I
Evaluatie Op 29 en 30 april 2008 werden meer dan 20 000 paar oranje oordoppen uitgedeeld door 19 vrijwilligers van de GGD. De teruggekoppelde ervaringen in het veld zijn overwegend positief: meer dan 90%o positieve reacties volgens de vrijwilligers. Wat daarnaast opvallend was, was dat een groot deel van het barpersoneel dat werkzaam was In de mobiele bars op de diverse pleinen niet over gehoorbescherming beschikte en blij was met de oordorpjes die gratis werden uitgedeeld
Moe succesvol waren de oordopjes? Door middei van een webenquete, in de aanloop naar Konlnglnnenacht en -dag 2008, bleek dat de bereidheid om oordopjes te gebruiken relatief groot was wanneer deze gratis zouden worden uitgedeeld tijdens een event. In april 2008 konden 3646 stemmen geteld worden als reactie op de vraag "Zou jij tijdens een event oordopjes gebruiken wanneer deze gratis worden uitgedeeld?" De procentuele verdeling van de vier mogelijke antwoorden was:
474/o 3a waarschijnlijk wei 36 % Nee waarschijnlijk niet 14 Vo Misschien 3 ’/o Weet ik nog niet Tijdens het festival ’Breda Barst’ op 17 september 2006 werd aan 409 bezoekers in een enquete gevraagd wat volgens hen effectieve manieren zijn om informatie te geven om gehoorschade te voorkomen. liet
10
Qgggg.; infostand op festivalterrein geeft 45% van het publiek aan; informatie op toegangskaartje: 29%, uitdelen van flyers met info: 49% en ’anders’ {o.a. internetsite festival, muzlekvolume lager zetten, reclame, hoortest i.c.m. prijzen) : 3.3%.
In vergelijking met ’Breda Barst 2006’ wilde ZO+o van de respondenten die anders nooit gehoorbeschermers gebruiken
’waarschijnlijk wel’ gehoorbeschermers gaan gebruiken in tegenstelling tot
’Koninginnedag Eindhoven 2008’ waar 4286 van de respondenten via de website
aangaf ’waarschijnlijk wel’ de gratis oordopjes te zullen gaan gebruiken.
ket andere uiterste: In vergelijking met ’Breda Barst 2005 wilde 20% van de respondenten
’waarschijnlijk niet’ gehoorbeschermers gaan gebruiken in tegenstelling tot
’Koninginnedag Eindhoven 2008’ waar 36% van de respondenten via de webslte aangaf ’waarschi jnii jk niet’ de oordopjes te zullen gaan gebruiken. Een voorzichtige conclusie lijkt te zijn dat bezoekers van zeer luidruchtige evenementen binnen twee jaar meer geneigd zijn zonodig gehoorbeschermers te zullen gaan gebruiken. Qua timing voor het uitdelen van de oordopjes op Koninginnenacht (18.00ÃćâĆňâĂİ
21,00 uur op diverse drukke locaties in Eindhoven) vond men, achteraf gezien, dat een a twee uur later de doelgroep beter zou zijn bereikt; terwijl voor Koninginnedag
voorbereidingen kenbaar had gemaakt zijn medewerking daaraan te willen verlenen. Feedback per emaH leverde zelfs informele huip op van een bezoeker:
"Ik vond het helemaal geweldig om deze actie te zien!!! Zelf roep ik al jaren dat er iets moet gebeuren, omdat ik me dood erger aan mensen die vrjiwillig hun gehoor beschadigen - maar heb zelf nog geen actie ondernomen...,..Dus, ik ben wel erg benieuwd of deze actie ook in andere delen van het land plaatsvindt en zoniet, of ik jullie niet op de een of andere manier kan helpen om dit’ landeljik te trekken P’ Ik woon in Deventer (weekeinden) en Amsterdam (door de week). Het is echt iets heel belangrj iks vind ik!"
Moe succesvol waren de verkeersborden met de tekst Herriegebfed? Naast de mondelinge positieve reacties op de verkeersborden kreeg de GGD per email de volgende reactie: "Ik vind deze actie TOP!! Ik zag de waarschuwingsborden doof zijn is niet tof staan en dacht nog aan mijn oordoppen die ik thuis vergeten was. Door jullie actie kon ik toch oordoppen dragen, super!! afijn complimenten en ik zou zeggen ga zo door met deze actie(s)!!"
Verder blijken van de twintig verkeersborden de dag na Koninginnedag 2008 zes borden ontvreemd te zijn. Volgens de organisatie duidt dit erop dat de verkeersborden bijzonder attractief waren; er vanuit gaande dat die er afgeschroefd zijn om mee naar huis te nemen.
{15.00 ÃćâĆňâĂİ 21.00 uur in de Catharinakerk en
18.00 ÃćâĆňâĂİ 21.00 uur op diverse drukke locaties
in Eindhoven) men wat eerder had mogen beginnen en stoppen (rond 21.00 uur begon het ’een gekkenhuis’ te worden), Op het Lichtplein werden aan de kassa door de organisatie van "ZODIAK Commune" ook gratis oranje oordopjes verstrekt doordat een van de D3’s van ZODIAK Commune tijdens de
In het weekend van 6 t/m 8 juni stemde de GGD in met het in bruikleen geven van de overgebleven borden voor het evenement ’Pole Position’ onder voorwaarde dat deze borden door de organisator’City Dynamiek’ in geval van diefstal tijdens het evenement vergoed zouden worden. Tijdens genoemd evenement werden drie verkeersborden
ontvreemd; deze werden op kosten van City Dynamiek vervangen.
Hoe succesvol was de campagne in de Catharinakerk? Circa 400 personen maakten gebruik van de gelegenheid een relatief rustige plek te bezoeken in de Catharinakerk. Men kon er voor kiezen rustig in de kerkbanken te gaan zitten of zich te laten informeren over de mogelijke effecten van hard geluid/ harde muziek. Meer dan 90% reageerde positief op de campagne.
Hoe succesvol was het informatiepunt op het Ltchtple1n? Op het Lichtplein gafen vooral ouders van kleine kinderen aan blij te zijn met de oordopjes die gratis werden uitgedeeld. De opblaasbare muzieknoot met de tekstbanner "A/s de noot hoog/s... eventplugs /
bleek een duidelijke blikvanger en ontving veel positief commentaar. Door D3’s werd gesuggereerd om met het beeld van de smiley-muzieknoot meer campagnes (eventueel via websites) op te zetten.
Hoe succesvol wae het beeldmateriaa1? Het beeldmateriaai met srnileys lijkt universeel aan te spreken en vaker inzetbaar. Het beeldmateriaal van studenten van DAE lijkt voor het midden en klein bedrijf aanleiding te kunnen zijn nieuwe producten te ontwikkelen.
6. Werkconferentie richtlijnontwlkkeling gehoorschadepreventie Inleiding In gesprekken met de Nationale Hoorstichting, GGD Rotterdam Rljnrnond en GGD Hollands Midden kwam naar voren dat er geen eenduidige richtlijnen bestaan wat betreft het geluldsniveau op evenementen en in discotheken als het gaat om de bezoeker. Wet komt regelmatig voor dat gemeenten de GGD om advies vragen, maar tot nog toe kan geen standaard advies worden gegeven. Ook voor de Nationale Hoorstichtlng is een richtlijn met duidelijke regels (adviezen) van belang voor haar activiteiten op het gebied van preventie. In samenwerking met de drie GGD-en (GGD Rotterdam Rljnmond, GGD Hollands Midden en GGD Brabant Zuid Oost) is daarom door de Nationale Hoorstlchting
een werkconferentie georganiseerd over dit onderwerp. Doel van de bijeenkomst was om met een groep experts uit verschillende gebieden te discussieren over de mogelijke inhoud van een richtlijn geluid. Het uiteindelijke doel zal zijn het karnen tot een uniforme richtlijn die breed gedragen wordt door experts uit verschillende vakgebieden.
Uitkomsten Op basis van de presentaties kan geconcludeerd worden dat er een reeel risico bestaat op gehoorschade voor bezoekers van discotheken en festivals. De opvatting lijkt te zijn dat enerzijds de bezoekers zeif voorgelicht moeten worden en gestimuleerd moeten worden eigen maatregelen te nemen en anderzijds dat de locaties zelf, maar ook de gemeentes, hun verantwoordelijkheid moeten nemen.
Voor deze conferentie was een conceptrlchtlijn opgesteld die is gebaseerd op een Zwitsers model (zie bijlage 8 voor de vertaalde en iets aangepaste
conceptrichtlljn). Bedoeling was over de inhoud te discussieren. Tijdens deze discussie bleek echter dat er verschillende meningen waren over het nut en noodzaak van een richtlijn. De heersende opvatting was in leder geval dat Nederland nog niet klaar is voor regelgeving op dit gebied en dat de richtlijn de eerste tijd zal dienen als adviesnota die landelijk door GGD’s kan worden gebruikt in hun advisering naar gemeentes toe en door partijen als de Hoorstichting gebruikt kan worden in gesprekken met locaties en organisatoren van festivals en evenementen.
Ook waren niet alle aanwezigen het met elkaar eens bij wie de verantwoordelijkheid ligt er iets aan te doen. Er werd door sommigen gezegd dat het de verantwoordelijkheid is van de bezoeker om ofwel zijn oren te beschermen ofwel niet naar discotheken of festivals toe te gaan. Echter, feit blijft dat jongeren dan wel over voldoende informatie moeten beschikken om een weloverwogen keuze te kunnen maken en de verantwoordelijkheid van die informatleverstrekklng zou toch goed bij locaties, organisatoren en gemeentes kunnen liggen. Bovendien is er vaak sprake van een behoorlijk peer-pressure. De GGD maakte de vergelijking met roken : ook dat is eigen verantwoordelijkheid, Toch heeft de overheid heel veel tijd, geld en moeite besteed aan het terugdringen van het aantal rokers. Preventie is nog steeds een belangrijk item binnen de ministeries en preventie van gehoorschade zou zeker aandacht moeten krijgen.
In de verschillende presentaties zijn de verschillende mogeiijkheden maar ook problemen besproken van het invoeren van nieuw beleid binnen gemeenten. Op dit moment is er de Wet geluidshinder waar de gemeente en dus ook de discotheken en festivals zich aan moeten houden. Anderszins zijn er voor blootstelling van bezoekers aan hard geluid geen geluidsnormen waar rekening mee gehouden moet worden. De gemeentes zijn de bevoegde instanties om vergunningen te
verlenen voor openbare evenementen mÂń geluidsproductie. Theoretisch zouden aanvullende eisen opgenomen kunnen worden in het vergunningenbeleid. Echter, voor binnenlocaties geldt dit niet. Daar gelden de Wet milieubeheer en de ARBOnormen. In het vergunningenbeleid speten de volgende zaken vaak een rol: Aantrekkelijkheid gemeente Economische belangen Spreiding over type, tijd, locatie en beleid Veiligheid, afvoer vuil, bereikbaarheid Hinder door geluid
Priori tering en afweg inpen Geluid heeR over het algemeen een zeer lage prioriteit. Bij het vergunningenbeleid zijn meerdere partijen betrokken. Alle partijen moeten dan ook het belang inzien van de toevoeging van geluidsniveaus in het beleid. Bovendien is alleen regelgevlng niet voldoende. Er moet ook op toegezien worden dat regels worden nageleefd. Ook hier zien gemeentes een probleem. Er is vaak gebrek aan capaciteit om geluidsniveaus in de gaten te houden en men verwacht problemen met de openbare ol de.
Naast redenen van gemeentes om geluidsniveaus niet op te nemen in het beleid, zijn er ook redenen en prikkels te bedenken om geluidsniveaus wel op te nemen: Het voorkomen van gehoorschade verbetert de kwaliteit van evenementen. Hiermee kun je een stap voor hebben op andere evenementen die hier geen aandacht aan besteden. Als gezamenlijk initiatief genomen wordt, is invoering makkelijker en aantrekkelijker Een subsidie voor invoering van nieuwe regels kan stimulerend werken Eventuele claims wegens gehoorschade kunnen gemeentes overtuigen beleid te veranderen.
De afgevaardigden van de gemeenten op deze dag staan nog redelijk sceptisch tegenover een richtlijn, Om hun collega’s te overtuigen van de noodzaak van nieuw beleid moet eerst duidelijk zijn hoe ernstig het probleem daadwerkelijk is. Uit de conferentie kwam naar voren dat er we! degelijk een probleem is en dat meer problemen te verwachten zijn op basis van de blootstelllng aan geluid door de jeugd. Er zijn echter nog geen eenduidige studies die zeggen hoe lang men aan welk niveau mag worden blootgesteld in de vrije tijd voor het schadelijk wordt. Momenteel lopen er drie belangrijke studies die meer informatie moeten opleveren : een Zonmw project bij het LUMC, AMC en TNO
waarin jongeren longitudinaal gevolgd worden en waarbij het gehoor van jongeren op verschillende manieren gemeten wordt, een determinanten onderzoek (Zonmw) op de Erasmus Universiteit (zie voetnoot li op pagina t7) en het project Sound Effects, opgezet door de GGD Amsterdam.
Omdat bestaande geluidsnormen gebaseerd zijn op werk gerelateerd lawaai en omdat er nog geen (longitudinale) studies zijn die aantonen welke geluidsnorm geschikt is voor de vrije tijd, is audlologisch Nederland er ook nog niet helemaal uit wat nou precies een veilige grens zou zijn. Om die reden wordt momenteel een literatuuronderzoek gedaan als basis voor een positionpaper waarin een norm zal worden vastgelegd die door alle audiologen wordt gedragen. Op de conferentie wordt besloten ln ieder geval de resultaten van de onderzoeken af te wachten voor een officiÃńle richtlijn wordt geschreven. Een van de aanwezigen loopt stage bij de NVPF (Nederlandse Vereniging Poppodia en Festivals). Hij merkt op dat momenteel bij de poppodla en festivals streng gecontroleerd wordt of de ARBO-regels worden nageleefd.
Als hier nieuwe regels bijkomen ter bescherming van de bezoeker waar ook weer 14
op gecontroleerd moet worden, legt dat een enorme druk op dit soort organisaties. Om die reden neemt de NVPF eigen initiatief om te kijken met welke aanpassingen zij de omgeving voor de bezoeker veiliger kan maken. Een adviesnota kan door de NVPF als leidraad worden genomen voor het vrijwillig doorvoeren van bepaalde veranderingen.
Afspreken Ondanks dat er meningsverschillen waren is de heersende gedachte toch wel dat gehoorschade voorkomen moet worden, zeker als blijkt dat het probleem zo groot is als gezegd wordt. Er wordt afgesproken dat de resultaten van de onderzoeken worden afgewacht voor een richtlijn wordt geschreven en gemeentes worden benaderd om hun beleid te veranderen. Ondertussen zal via GGD Nederland gewerkt worden aan een adviesnota die door de GGD gebruikt kan worden, maar ook door discotheken en festivals om maatregelen voor te zijn. Deze adviesnota zal ter goedkeuring naar audiologen in Nederland worden gestuurd.
Eindhoven De evenementenorganisatie van de gemeente Eindhoven staat positief tegenover de conceptrichtlijn en is bereid te onderzoeken of deze in Eindhoven geimplementeerd zou kunnen worden.
7. Analyse g ehoorsch a@cp rablematiek ln relatie tot
overheidsbeleid
boosdoeners van gehoorschade zijn het bezoeken van evenementen (festivals, (pop)concerten en houseparty’s), discotheken en het luisteren naar muziek via hoofdtelefoons".
Probleemstelling Muziek is voor veel jongeren erg belangrijk. Wanneer jongeren echter te lang naar harde muziek luisteren, geeft dit een aanzienlijke kans op gehoorbeschadiging.
Zoals eerder in voetnoot 3 aangegeven lopen naar schatting ruim 20.000 jongeren in Nederland jaarlijks schade op aan het gehoor als gevolg van het luisteren naar luide muziek. ket feit dat deze jongeren nog een heel werkend leven voor zich hebben onderstreept de noodzaak van het nemen van preventieve maatregelen voor deze doelgroep.
Opvallend is dat er wel wettelijke regels bestaan voor werknemers in de muziek industrie. Zo moet een werkgever aan de werknemer gehoorbescherming beschikbaar stellen als tijdens een 8-urige werkdag het oor aan meer dan 80 dB(A) geluidsniveau blootgesteld wordt Maar voor bezoekers bestaan deze regels niet en dat terwijl de geluidsniveaus vaak ruim boven de ais schadelijk beoordeelde 85dB liggen, Orn de volgende redenen wordt hier de nadruk gelegd op festivals en discotheken: Festivals en discotheken vallen onder gemeentelijk beleid en het gebruik van een Np-3 speler niet.
’ Martens H.K., Perenboom R.3.M., van der Ploeg
Gehoorbesrhadiging is cumulatief : ieder beetje gehaorbeschadiging telt op bij een vodge beschadiging. Het risico op gehoorschade neemt toe afhankeiijk van de hoogte van het geluidsniveau, de lengte en de frequentie waarmee de blootstelling plaatsvindt en de gevoeligheid van de persoon voor geluidsbeiasting. De grootste Stoovh E., Martens M., Dreschler W. Analyse van de hoortesten van de Nationale Hoorstichting. Leiden; Nationale Hoorstichting; 2007.
C.P.B. Rlsicogroep analyse onder jongeren ten aanzien van blootstelling aan hard geluid. Projectnumrner 011.41295/60318. Leiden; TNO Kwaliteit van Leven; 2006. ’ Martens M.K., 3onkers R., Stoovh E. Breda Barst: onderzoek onder bezoekers van het festival ’Breda Barst’ naar de houding ten opzicht van geiuidsniveau en preventie van gehoorschade. Leiden; Nationale hoorstlchtlng; 2007. ’ Nagel KP. Veiligheid Discotheken; een onderzoek naar (brand) veiligheid discotheken (projectverslag). Den Haag: Consumentenbond; 1997.
16
Het geluid van de Mp3 speler betreft de individuele gebruiker, terwijl het geluidsniveau in discotheken en op festivals grote groepen mensen betreft.
Verschillende prevenbeve maatregelen die hier worden besproken zijn in principe mogelijk. Orn effect te sorteren lijkt ons een gezamenlijke aanpak van verschillende maatregelen van belang. Deze maatregelen betreffen zowel de geluidsbron als de gebruiker. Voor de doelstelling en methode verwijzen wij naar hoofdstuk 2.
Mogelijke preventieve maatregelen Preventieve maatregelen kunnen zowel de bron als de gebruiker betreffen en kunnen op drie niveaus genomen worden:
i. Regelgeving en handhavingniveau 2. Voarlichtingsniveau 3. Praktisch niveau 1. Wat betreft de regelgeving kan men denken aan beleidsvoering op het gebied van preventie van gehaorschade bij het aanvragen van vergunningen van evenementen of aan akoestische (bouwkundige) eisen aan discotheken en horecagelegenheden. Zowel voor festivals als discotheken en horecagelegenheden kan men denken aan een in te stellen maximum voor de hoogte en duur van geluidsniveaus. Op 13 maart 2008 gaven deelnemers aan de conferentie "Richtlijnen Geluid" aan eerder nog een averechts effect te verwachten als er op dat moment een richtlijn zou worden uitgebracht. Vanuit het evenernentenbeleid Eindhoven gaf men voor de conferentie aan de op dat moment ter beschikking gestelde conceptrichtiijn te kunnen ondersteunen. De komende tijd zal e.e.a. nader uitgewerkt worden, De inschattlng is dat
de invoering van wet- en regelgeving een lang traject zal zijn. Welke regelgevlng te hanteren is al jarenlang onderwerp van discussie. Uit onderzoek op een groot festival in Breda is gebleken dat 404h van de respondenten vindt dat gemeentes een bovengrens moeten stellen aan geluid’ en dat een grote groep het geluid op festivals (lets) te hard vindt. Voor welke maatregelen ook wordt gekozen, deze dienen ook voldoende gehandhaafd te kunnen worden.
2. Het is belangrijk discotheek- en festivalbezaekers bewust te maken van de gevaren van hard geluid en de consequenties van gehoorschade, Bewustwording kan bereikt worden door voorlichting te geven of feedback over consequenties van lu!de muziek. Deze voorlichting kan bestaan uit het verstrekken van foldermateriaal en dergelijke, maar aok de aanwezigheid van bijvoorbeeld de GGD en/of de Nationale Hoorstlchting op festivals. De feedback kan verder bestaan uit visueie informatie, bijvoorbeeld uitleesbaar in een display in de discotheek of horecagelegenheid, over het aantal decibelien waar men aan wordt blootgesteld. Ook inforrnatieborden op een festivalterrein behoren tot de mogelijkheden. De voorlichting kan pas succesvol zijn als deze aansluit bij het gedrag van de doelgroep, In Nederland wordt momenteel een determinantenonderzoek uitgevoerd om te kijken waarom jongeren zich bloot stellen aan te hard geluid". In de loop " Nartens ’N.K., lonkers R., Stoovh E. Breda Barst: onderzoek onder bezoekers van het festival ’Breda Barst’ naar de houding ten opzicht van geluidsnlveau en preventie van gehaarschade. Leiden; blatlonale hoorslichtlng ; 2007. " Determinantenonderzoek door ineke Vogel op het Erasmus NC : Titel onderzoek: Determinants
af adalescents behaviors and environmental
van de tijd kan naast eigen opgedane ervaring daar mogelijk lering uit getrokken worden.
3. Er zijn verschillende praktische maatregelen te bedenken die de schadelijkheid van hard geluid kunnen beperken. Alle discotheken en festivals zouden ’stilte’ zones moeten hebben, waar het geluid een zodanig niveau heeft dat de oren rust worden gegund. Vooral de plekken dicht bij de boxen zijn risicovol. Een afscheiding enkele meters voor de boxen (afstand is, bij klassieke technologie, afhankelijk van het uitgangsvermogen van de boxen) kan ai een stuk in geiuidsniveau schelen. Verder zouden gehoorbeschermers altijd beschikbaar moeten zijn. Alleen als aan de eisen van de gebruiker voldaan wordt, zal het gebruik van gehoorbeschermers groeien. Voora! wat betreft discotheken kan men met (relatief eenvoudige) akoestische aanpassingen de schade van geiuid beperken. Ook bestaan er zogenaamde trilplaten die het ’onderbuikgevoel’ geven waar jongeren naar op zoek zijn, zonder dat daarvoor de muziek heel hard hoeft te staan. Dergelijke platen worden bijvoorbeeld al gebruikt in dovendiscotheken.
fase’ zit’ . Als juiste middelen worden guerilla campagnes gezien die de informele aandacht zullen vergroten onder het publiek. Uit de recent gevoerde campagnes lijkt Guerilla marketing in het AIDA-model (Attention, Interest, Desire, Action) een succesvolle aanpak te zijn. Theoretisch komt het op het volgende neer: A Het gaat er om eerst de aandacht te trekken/te hebben voor gehoorschade(preventie). Dat lijkt nu het geval te zijn, doch zou tot een grotere groep uitgebreid dienen te worden voordat je kunt zeggen dat je echt de aandacht te pakken hebt voor in dit geval wat harde muziek met je gehoor doet.
1 Indien voldoende interesse is ontstaan voor gehoorbescherming of dat het misschien net zo leuk en gezellig kan zijn als de volumeknop enkele streepjes zachter staat, dan ontstaat. D Met verlangen om de muziek wat zachter te hebben opstaan, hetgeen tot gevolg heeft
A dat daar bepaalde handelingen/acties uit ontstaan waardoor het verlangen om optimaal van muziek te genieten kan samengaan met veiHgheid voor het gehoor.
Management van maatschappelijke
Viste van de gemeente Bndhoven
issues
In de "Nota lokaal gezondheidsbeleid Eindhoven 2007-2010, Eindhoven hen ln
Indien de aanpak van gehoorschadeproblematiek door harde muziek wordt gezien als het managen van een maatschappelijk issue ls een goede timing voor de inzet van de juiste middelen van essentieel belang om de aanpak een redelijke kans van slagen te geven. De analyse is dat gehoorschadeproblematiek voor een belangrijk deel nog in een ’informele
factors relevant for hearing and Interventlon Mapping for prevention of hearing loss in adolescents aged 12-i8 years, Looptijd i-72005 tot en met 1.-7-2009.
gezondheid wordt het Speerpvnt "Ehn fn ga’sonde leafstijl ais volgt toegeiicht: het bevorderen van een gezonde ieefstijl en gezond gedrag. In het bijzonder gaat het om het stimuleren van het maken van de gezonde keuze en het realiseren van gunstige randvoorwaarden daarvoor."
" Zie bijlage Veranderingsmanagernent van maatschappelijke issues
Zowel het stimuleren van het maken van gezonde keuzen als het realiseren van gunstige randvoorwaarden is in lijn met het GGD advies om bezoekers van horecagelegenheden en grote evenementen in Eindhoven bewust te maken van risico’s op gehoorschade door luide muziek en hen handelingsperspectieven te bieden om gehoorschade te beperken/voorkomen.
8. Conclusies en aanbevelingen Op basis van de theorie en de praktijk kunnen de volgende conclusies en aanbevelingen worden geformuleerd : i. Vergelijkbare campagnes, zoals met Koninginnedag 2008 "Doof zijn is niet handig", uitvoeren tijdens jaarlijks terugkerende festivals in Eindhoven zoals Club 040, feest van studentenvereniging SSRE (stadhulsplein, mei), Freshgrooves Outdoor (I3zeren man, augustus), Dancetour Eindhoven (Lichtplein, augustus), Loud from the South (Klokgebouw, augustus), Into studenten TUE (diverse locaties, augustus), et cetera. 2. Een pilot te starten onder horeca-ondernemers en/of door Eindhoven gesubsidieerde Instellingen om gratis oordopjes ter beschikking te steilen aan hun bezoekerspubliek bij luidruchtige evenementen. In overleg met de Effenaar, Dynamo en Polyground komen tot een plan van aanpak. 3. Gesubsidieerde insteitingen zoals de Effenaar en Dynamo ondersteunen in het gebruik van displays (zie bijlage 9) om het bezoekerspubliek te informeren over hoge getuidsniveaus waaraan men wordt blootgesteld in combinatie met displays in relatief ’stiile zones’ waarin men in decibelten kan zien dat men zich in een ’gehoorveilig gebied’ bevind; monitoren welke invloed feedback (over geluidsniveaus en mogelijke gezondheidseffecten) heeft op het gedrag van het bezoekerspubliek (voldoende interesse, voldoende handellngsperspectieven?). Daarna pas gedrag proberen te ondersteunen/ te bestendigen middels handhaafbare regels met voldoende draagvlak. 4. Te onderzoeken in hoeverre de conceptrichtlijn van l3 maart 2008 op termijn op draagvlak kan rekenen bij de Eindhovense Horeca en discotheken en bij organisatoren van evenementen waar geluid een belangrijke rol speeit. Eindhoven zou dan met een "voorontwerp geluidsrichtlijn openbare ruimten" een voortrekkersrol naar landelijk beleid gehoorschadepreventie kunnen vervul ten.
5. Het project gehoorschade preventie heeft aanknopingspunten met het evenementenbeleid van de gemeente Eindhoven en met Bralnpo*(technotogische mogelijkheden voor gehoorschadepreventle). Bezien tn hoeverre het mogelijk is het project gehoorschadepreventle aan te laten sluiten bij genoemde beleidsvelden,
20
9. Finanaiele Vel antVrOOrdi g Aan de 3 campagnes zijn de volgende kosten verbonden. ÃćâĆňâĂİ Tijdsbesteding GGD arts/projectleider (200 uur)
- Tijclsbesteding GVO functionaris GGD (120 uur) - Materiele kosten campagnes
(presentaties, oordopjes, verkeersborden, onkostenvergoeding vrijwilligers eef)
Totaal
IE 21.300 IC 11.280
C 18.353
C 50.933
Deze kosten zijn gedekt via de GGD begroting. In het kader van het BCF-contract met de gemeente Eindhoven worden deze kosten verantwoord. Voor een specificatie van de materiele kosten: zie bijlage A.
iO. Bijlagen Bijlage A: Specificatie materiÃńle kosten
Bijlage 1: Ontwerpen van studenten DAK
Bijlage 2: Achtergrondgedachte, concept groep 3: "A Game Toy for Youngsters" Bijlage 3: Concept groep 9: "Sound Protection Umbreila"
Bijlage 4: Concept groep 7, "Getting Attention/ Guerilla Campaign"
Bijlage 5: Vervolg, concept groep 7, "Getting Attention/ Guerilla Campaign"
Bijlage 6: Visitekaartje en Banners Bijlage 7: Gebruik van de materialen in de praktijk
Bijlage 8: Conceptrichtlijn geluid voor evenementen en discotheken Bijlage 9: Reclame voorbeelden op internet van oordopjes dispenser en displayunit met rneetmicrof oen
Bijlage 10: Krantenartikel Klndhovens Oagbfad over de earkeeper
Bijlage ll: Veranderingsmanagement van Maatschappelijke Xasues
22
Bijlage Al specificatie materiijile kosten 1. KostenspeciTicatie presentatie ’Sound of Music’
feajfiitle 0 roe 1MakeLoveNotHearjn Loss roe 2 Feej Your Musje roe 3 Loud Sound Minist of Silence Pia roe 4 The Loud Sound Pro’ect roe S Less Sound Makes More Sense
roe 6 Pa Ear lu s roe 7Guerjjja Cam ai n roe fj Container for the Senses roe 9 A SoundProtecboriUmbrejja
Personeel, begeleiding Eifenaar en huur extra technische mjddelen
caterin 150 enodi den ersmaterjaal CD met beeld elujd en tekst
2.750 1.000 500
4.250 00
resentatle 30 anuari 2008
T. I.
totaal inci BTW
4 0.42 50
2. Kosten vertoning Guerillafilmpje op twee digitale schermen op A-locaties: C 500,00
3. Kostenspecificatie Koninginnedag 2008 (29 en 30 april) 20 verkeersborden 0hemegebjed" reflecterend, maken, plaatsen, afhalen, incl beugels 20 T shirts voorzijde ’treurie", achterzijde "doof zj n is niet handj "
2S,000 sets oran’e oordo ’es 4 vla en 3x treurie 1x smile ontwe beeldmaterlaal verkeersbord ontwer beeldmaterjaa I visitekaart’e laatsen en verwj’deren van 2 stands Infjata bie s mil note bevesti in sbeu els verkeersborden tassen voor oordo ’es 17 volw vri wilii ers en 2 kinderen voor 2 d n cate rin
trans ort infatable
banner Als de noot hoo is? Event Plu s!!
S onserin geber Haren Sponsoring Audiologlsch Centrum Eindhoven Totaal
Bijlage i: ontwerpen van studenten DAE
Concept groep 6, "Party farplugs"
Bijlage 2: Achtergrondgedachte, concept groep 3: "A Game Toy for
Youngsters" Een Tamagotchi is een virtueel huisdier ontworpen door Aki Maita en op de markt gebracht door de Japanse speelgoedfabrikant Bandai. De naam Tarnagotchi is samengesteld uit het 3apanse woord voor ei, ’tamago’, en het achtervoegsel ’chi’, wat affectie uitdrukt. Een Tamagotchi heeft de vorm van een plastic ei (ongeveer 5 cm in doorsnee) en bevat een kleine computer met een LCD-schermpje. Onder het schermpje zitten drie knopjes. Het ei kan gebruikt worden als sleutelhanger en bevordert zo dat de eigenaar de Tamagotchi constant bij zich heeft. De eieren hebben verschillende kleuren en illustraties, waardoor het bovendien een verzameiobject Is.
Het is vrij eenvoudig om voor een Tamagotchi te zorgen. Nadat de Tamagotchi is aangezet verschijnt een klein ei op de display en na enige tijd komt dit uit. Het wezentje dat uit het ei komt, kan verzorgd worden door op de drie knopjes te drukken. Zo kan men de Tamagotchi voeden, er mee spelen, het licht aan en uit doen (Tamagotchi’s slapen het liefst in het donker), medicijnen geven als de Tarnagotchi ziek is, de leefruimte opruimen, straffen voor slecht gedrag en leeftijd, gewicht, honger, geluk en discipline controleren. De Tamagotchi kan de eigenaar ’roepen’ (dat is: piepen) als hij iets nodig heeft. De Tamagotchi wordt ouder en groeit op. Hoe is afhankelijk van de kwaliteit van de verzorging. Tamagotchi’s hebben vier groeifasen: baby, kind, tiener en volwassene. Traditioneel zijn er twee type tieners (een resulterend uit goede verzorging en een uit slechte verzorging) en zes typen volwassene (drie uit elk tienertype). Er zijn ook zogenaamde verborgen karakters, die verkregen worden door op een speciale manier met de Tamagotchi om te gaan. Tamagotchi zijn sterfelijk. Hun levensduur varieert van een paar dagen tot een paar weken, afhanke)ijk van de wijze waarop ze verzorgd worden.
Rage De Tamagotchi werd in november t996 voor het eerst op de markt gebracht en zorgde wereldwijd voor een rage. Er werden meer dan 40 miljoen exemplaren van verkocht. Ook in Belgie en Nederland stond de Tamagotchi al snel bovenaan de lijstjes van favoriet speelgoed. Op veel scholen werd het verboden om Tamagotchi’s mee te nemen, omdat ze de kinderen teveel afleidden. Zoals gebruikelijk met een rage ebde de belangsteliing langzaam weer weg en verdwenen de plastic eieren in romrneilaadjes en vuilnisbakken. 3e kan ze voeden, verzorgen, zelfs verbinden met anderen en je kan ze laten opgroeien tot ze ouders zijn. En ze krijgen dan nieuwe baby’ s.
Er was echter wel een trend gezet voor interactieve, elektronische huisdieren. Andere fabrikanten brachten hun eigen variaties op de Tamagotchi uit (zoals GigaPets Tiger Electronics) en de rage was voor Nintendo een aanleiding om de minstens zo bekende Pokhmon verder te ontwikkelen. Op Internet verschenen virtuele huisdiersites, zoals Neopets, WebPet en Digidier waar gebruikers gratis een dier kunnen verzorgen met het doel dit zo lang mogelijk in leven te houden.
Bron: Wikipedia (htt : ni iki ed’
w’ ’ am otchi
Bijlage 3: Concept groep 9: "Sound Protection Umbfella"
Ontwerp prototype 30 januari 2008 In samenwerking met de Effenaar zijn er een aantal technische specificaties overlegd. Gebruiksgemak en een gemakkelijke opbergmogegjkheid stonden hierbij hoog in het vaandel. De paraplu vorm voldoet hier volledig aan. Het model is opblaasbaar en dus compact om op de bergen, Oaarnaast bevordert stilstaande lucht de isolatie. Uit budgettaire overwegingen is er bij de keuze van het materiaal voor gekozen om plastic te gebruiken, dat ook bij o,a. opblaasbare springkussens wordt gebruikt. Orn het geluiddempend effect te optimaliseren, is de paraplu gevuld met isolatie materiaal in plaats van lucht,
Bijlage 4: Concept groep 7, "Getting Attention/ Guerilla Campaign"
To make people eware at hearing loee i Main GoaL Make peopie cunout, anct get ettantian far this topic
Bijlage 5: Vervolg, concept groep 7, "Getting Attention/ Guerilla Campaign"
sticker en ansichtkaarten
Snapshots van het 42 seconden durende guerillafllmpje dat 5 i 6 keer per uur op twee dlglta la scherBlen
ln Hndhoven werd vertoond
Bijlage 6: Visitekaartjes h. Banner
KTiCRnHO
Rra bsnMuldaoat
ppgggggg g t Eiadh
Visitekaartje, voor- en achterzijde, uitgedeeld tijdens Konlnginnenacht en ÃćâĆňâĂİ dag 2008
Banner buiten de Catharinakerk op Koninginnedag; binnen informatiestand en twee filmpjes over gehoorschadepreventie met vrijwilligers van de GGD, de Catharinakerk en Stichting 4udiologisch Centrum Eindhoven.
Banner die in de Catharinakerk werd gebruikt op Koninginnedag 2008; daar was het een stuk minder lawaaiig....
Bijlage 7: Gebruik van materialen in de praktijk
Jong en jeugdig maakten graag gebruik van de gratis oardopjes die werden uitgedeeld
Oe "Als de noot hoog is... eventplugs" banner en opbiaasbare noot op het Lichtpiein,
Een van de verkeersborden "herriegbied" in gebruik in Eindhoven
Bijlage 8: conceptrichtjijn geluid voor evenementen en discotheken Richtlijnen geluid voor bezoekers van evenementen en discotheken Gebaseerd op het Zwitserse Ordinance on the Protection of Persons Attendlng Organised Events Against Health Hazards Resulting from Noise and Laser Beams (vertaald uit het Duits)
Algemeen Artikel 1: Doei Deze richtlijn is bedoeld om bezoekers van openbare gelegenheden zoals evenementen, discotheken en horecagelegenheden te beschermen tegen de gevaren van hard geluid. Artikel 2: Bereik Deze richtlijn is zowel bedoeld voor evenementen binnenin gebouwen als evenementen in de buitenlucht waarbij bezoekers worden blootgesteld aan electro-akoestisch opgewekt geluid of versterkt geluid. De richtlijn is niet bedoeld voor infra- en ultragefuid,
Artikel 3: Informatie Op verzoek zullen aanbevelingen worden gedaan voor maatregelen die de schadelijke effecten van beperken.
Schadelijke effecten van geluld Artikel 0: Geluidsniveau Onder geluidsniveau wordt verstaan het gemiddelde Leq niveau in dB(A) gemeten over een periode van 60 rnlnuten. Artikel 5: Geluidsiimieten I De organiserende partij moet er voor zorgen dat geluidsemlssies beperkt zijn op zo’n manier dat het gemiddelde geluldsimissie niveau op twee meter van de geluidsbron veroorzaakt door het evenement niet boven de 93 dB(A) uitkomt gedurende de tijdsduur van het evenement.
II Het geluidsniveau van 93 dB(A) mag alleen overschreden worden als voldaan wordt aan de eisen van artikel 6 en 7 III Voor evenementen bedoeld voor jongeren onder de 16 jaar mag het geiuidsniveau van 93 dB(A) nimmer overschreden worden. Artikel 6: Evenementen met een geiuidsni veau tussen de 93 dB(A) en 96 dB(A) Elke organisatie die een evenement organiseert met geluidsniveaus tussen de 93 dB(A) en 96 dB(A) moet er voor zorgen dat.
I De geluidsemissies zodanig zijn beperkt dat het geluidsimissle niveau op twee meter van de geluidsbron niet boven de 96 dB(A) uit komt. II De maximale QrâĂđwaarde van 10S dB(A) op geen enkel moment tijdens het evenement overschreden wordt.
III Duidelijk zichtbare boodschappen staan bij de ingang van het evenement die de bezoeker informeren over: a. Het maximale geluidsniveau van 96 dB(A) b. De schadelijke effecten van hoge geluidsniveaus, zoals gehoorsverlies en oorsuizen, en toename van het risico door toenemende duur van het bezoek.
IV Bezoekers van het evenement krijgen gratis adequate gehoorbeschermers aangeboden die voldoen aan de standaard EN 24869-1:1992-10’ . V Het geluidsniveau wordt gedurende het hele evenement gemeten met geschikte apparatuur.’ "Ais deze norm niet in NL gehanteerd wordt, moet een mlnlmaie demping genoemd worden ’4 Dit behoort gestandaardiseerde apparatuur te zijn die door iedereen gebruikt dient te worden
VI De ruimte rondom de geluidsboxen wordt op een zodanige manier ingericht dat bezoekers niet binnen een straal van een meter gerekend vanaf de zijkanten en voorkant kunnen komen. Artikel 7: Evenementen met geluidsniveaus tussen de 96 d8(A) en de 100 d8(A) Iedere organisatie die een evenement organiseert met een maximum van 3 uur en met geluidsniveaus tussen de 96 dB(A) en 100 dB(A) moet er voor zorgen dat:
I De geluidsemissies zijn zodanig beperkt dat het geluidsimissie niveau op twee meter van de geluidsbron niet boven de 100 dB(A) uit komt. II Duidelijk zichtbare boodschappen zijn geplaatst bij de ingang van het evenement die de bezoekers informeren over het maximale geiuidsniveau van 100 dB(A), HI aan de eisen zoals gesteld in artikel 611, 6IIIb, 6IV, 6V en 6VI voldaan is.
Iedere organisatie die een evenement organiseert dat langer duurt dan 3 uur met geluidsniveaus tussen de 96 dB(A) en 100 dB(A) moet er voor zorgen dat: Ia Artikel 7 I-III wordt nageleefd IIa Wet geluidsniveau wordt gemeten gedurende het hele evenement met een elektronische geluidsmeter.
IIIa Alle opgenomen waardes, meetpositles etc. gedurende 30 dagen bewaard worden (alleen nodig als op basis van de richtlijn organisaties aanspraketijk kunnen worden gesteld). IVa chili out ruimtes worden ingericht voor bezoekers om oren rust te gunnen en dat deze locaties duidelijk beschreven staan op borden bij de ingang. Chili out ruimtes moeten voldoen aan de volgende eisen: Ib Het geluidsniveau mag niet boven de 85 dB(A) uit komen
IIb Minimaal 10% van de ruimte van het evenement moet bestaan uit deze geluidsarme zones. 11lb De ruimtes moeten duidelijk gemarkeerd zijn en vrij toegankelijk voor het publiek gedurende het evenement.
Bijlage 9 : Reclame voarbeelden ap internet
RS-3: displeyunit met meetmicrofoon (Reclame van internet) De RS-3 displayunit is een stand-alone geluidmeter met grote getallen (cijfergrootte ca. 6 cm). Standaard wordt het A-gewogen geluidsniveau door middel van groene cijfers weergegeven.
Wanneer een in te stellen waarde wordt overschreden wordt het gemeten geluidsniveau in rood weergegeven. Wanneer er sprake is van kortstondige pieken in het gemeten geluidsniveau zal de aanduiding dB(A) kortstondig knipperen. De display kan voorts automatisch de lichtsterkte aanpassen aan de lichtsterkte van de omgeving. Ln een donkere omgeving zal de lichtsterkte afnemen, in een lichte omgeving zal deze toenemen.
Om deze instellingen te kunnen maken wordt de unit verbonden met een PC of laptop. De benodigde software wordt meegeleverd. C 827,05 incl. 19% BTW, incl. verzendkosten
Earproof Diepenaer (Reclame van internet) Service van oor tot oor U neemt uw klanten serieus. U bewaakt de kwaliteit van uw service en doet er alles aan om uw bezoekers het beste van het beste te geven. AllesâĂđ.?
Heeft u dan al gedacht aan gehoorbescherrning voor uw klanten? De decibellen kunnen in uw organisatie behoorlijk oplopen en sommige mensen vinden dat minder prettig. Met de Earproof design dispenser biedt u hen gehoorbescherrning op het juiste moment en de juiste plaats,
De fraaie Earproof design dispenser kost Euro 350,-. Die prijs is inclusief btw 5 inclusief twee vullingen van 200 capsules.
Bijlage 10: Krantenartikei Eindhovens Dagblad Waar een werkstuk op school al niet toe kan leiden. Zo’n drlehonderd scholieren van het Zwijsen College in Veghel krijgen een earkeeper. Dankzij onder meer Rosanne van Esch uit Sint-Oedenrode. De zeventienjarige scholiere verdiepte zich samen met vriendin Susanne Dijkshoom (18) uit Vorstenbosch in het probleem van gehoorschade. Voor Van Esch ligt dat onderwerp voor de hand. "$k ben zelf slechthorend. Ook mijn vervolgopleiding na mijn havo-studie heeft met het gehoor te maken. 1k wil doventolk worden. Door de jaren heen heb ik mezelf onbewust liplezen eigengemaakt."
Leuk om te weten. Maar daarmee was de kous voor de twee scholieren niet af. Gehoorschade is niet iets wat je zomaar overkomt; je kunt het voorkomen, Als je maar weet wanneer de grens is bereikt, En dat is een kwestie van gewoon even op de earkeeper kijken. Dat is een geluidsmetertie ongeveer zo groot als een creditcard. Het apparaatje meet geluid en vertaalt het aantal decibellen naar kleursignalen. Een rood led-lichtje (boven de 100 dB) betekent dat er gevaar is voor blijvende gehoorschade. Oranje (80-100 dB) staat voor risicovol en groen (onder de 80 dB) is veilig, Maar geen scholier loopt dus met zo’n ding op zak. Dankzij Dljkshoorn en Van Esch komt daar ÃćâĆňâĂİ in ieder geval op het Zwijsen CollegeÃćâĆňâĂİ
De twee uit 5-havo maakten een gedegen profielwerkstuk voor school. Ze bezochten daartoe onder meer de Fontys Paramedische school in Eindhoven. Daar bleek dat de trommelvliezen van Rosanne voor de helft zijn beschadigd, Het werkstuk is te zien op
verandering in. De gemeente Veghel ziet namelijk wel heli In het apparaatje. Het Veghelse college geeft duizend euro om een flink aantal earkeepers aan te schaffen. Met het geld van andere sponsors is dat precies genoeg geld om driehonderd earkeepers weg te geven. Aan wie, dat is volgens Dijkshoorn nog niet heiemaal duidelijk Het Zwijsen College telt zestienhonderd leerlingen.
De distributie van de earkeeper gaat gepaard met voorlichting, Een zelfgemaakte folder en een vragenlijst moeten het project verder aankleden,
h be 1, en bevat interessante weetjes. Zo weten we nu dat een stille klas gemiddeld 40 decibel (dB) geluid produceert. Dat is precies vijf decibel minder dan een ’les scheikunde bij Van Engelen. De zoemer in de kantine ’doet’ l6 dB. Maar dat is nog niks vergeleken bij een avondje stappen in het
De Roolse natuurkundedocent Leo van Kuik is dik tevreden. Hij beoordeelde het werkstuk met een ’goed’. Het stuk is zelfs zo goed dat het meedingt naar de Ad van de Ven-prijs voor het beste profielwerkstuk van de school.
Roolse cafÃľs ’t Pumpke. Dat is goed voor
Bron: gD,nl, 26 februari 2008
gemiddeld 107 dB.
Bijlage 11: Veranderingsmanagement van Maatschappelijke Issues In onderstaande grafiek, naar. Eliane Schoonman (Issues ivtanagement Institute), staat op de verticale as het percentage van de bevolking uitgezet dat het eens is over een bepaald maatschappelijk issue. Volgens Schoonman is op den duur 98%o van de bevolking het eens is over een issue (fase 5). Op de horizontale as het tijdsverloop in jaren, ingedeeld in vijf fasen. Gehoorschade(preventie) is een issue dat nog nergens goed op de politieke agenda staat.
Issues zijn thema’s die leven in de publieke opinie, Onderscheiden worden thema’s die nog in de fase van meningsvorming zijn en thema’s die zich al in het openbare domein bevinden. Issues hebben ken ding met elkaar gemeen : ze weerspiegelen wat een samenleving goed en fout vindt.
fase 3
fase 4
fase 5
fase 2
Informeel Formeel
Media Politiek
Overheid
Het volgende is afkomstig uit ’Een politieke aardverschuiving’, Kluwer 2003, E. Schoonman. Preambule, Er is een publieke opinie over publieke opinie. Die luidt ongeveer dat "wij onze mening baseren op de feiten". Maar dat is niet zo. Wij baseren de feiten op onze mening. Wij geloven dat wij weten, wij weten niet dat wij geloven. Publieke opinie, een gangbare ferm, is nauwelijks te definiÃńren. We verstaan er doorgaans een meerderheidsstandpunt onder, rond losse, niet’ samenhangende kwesties. Hingen deze kwesties we/ samen, dan zou /Vederiand ailang een politieke partij met een absolute meerderheid hebben. Het omgekeerde lijkt eerder het geval, meerderheidsstandpunten die dus echt door de gehele bevolking gedeeld worden, waar in laatste /nstant/e ze//s wetgeving over gekomen is, zjin dan q q. opinies die elke po/it/eke partij deelt en daarmee zijn ze partijpolitiek irre/evant. Vrijheid van menirrgsuiting bij voorbeeld. Er is toch geen politieke partij die dat nu eens tot speerpunt van het verkiezingsprogram maakt. Hetis evident waarom niet. iedere /Veder/ander verwacht van ledere partij dat die ge/ooit in vrijheid van meningsuiting. Een opinie moet derft/ve juist (nog) niet het (absolute) meerderheidsstandpunt zijn, om te kunnen kwa/indiceren ais pub/leke opinie. Publieke opinies hebben een ethische dimensie, omdat het eindoordeel een oordee/ over goed of foutis;
waar het om oordelen over goed en kwaad gaat, zou van een morele dimensie gesproken kunnen worden. Publieke opinie is een construct, en iedere poging om publieke opinies te meten zal dan ook jammerlijk mislukken. Wat we kunnen proberen is het proces van meningsvorming te beschrijven en het verschil tussen 200I en 2002 proberen te vinden in de averij die het ’natuur/ij k’ proces van meningsvorming inmiddels heelt opgelopen. Daartoe za/ik mij dan ook beperken. En ik zal nog enige andere beperkingen in acht nemen. Dit openingshoafdstuk gaat niet over alle volkeren, het gaat maar over eenjte: Nederlanders, een volk dat een paar /utteie honderdsten van procenten uitmaakt van de wereldpopulatie. In iedere andere beschouwing zou een dergelijk promillage makkelijk ’verwaarloosbaar’ genoemd kunnen worden. Dit hoofdstuk gaat niet over ’Nederlandse politiek door de eeuwen heen’, maar over d8n jaar, we/gete/d twaalf maanden. Aanmerkelijk minder dan een promi /lage van de hoeveelheid maanden die de aardbol er al op heelt zitten. In iedere andere context zou men zeggen: verwaarloosbaar. blaar wat’ zei uw auteur over de opdracht: ’Publieke opinie en poli tici in 2002’? "Wat een enorm onderwerp. Verwaar/oosbaar x verwaarloosbaar = enorm. Alles is een kwesbe van perceptie en percept/es zijn beinvloedbaar. Publieke opinies weersp/egelen percepties van de werkelijkheid, ergo publieke opinies zijn belnvloedbaar. Dat althans zal het uitgangspunt van onderstaand inleidend hoofdstuk zijn. Ik zal het proces van meningsvorming beschrijven, zoals dit ontspringt bij willekeurige leden van de samenleving en deze leden plaatsen in een ro/ in de eerste fase van meningsvorming, maar dit’ wil vanzelfsprekend niet zeggen dat alles wat ’onderop begint, de eindstreep haalt, noch dat niets van wat van bovenaf gelnstigeerd lijkt, zijn weg ’naar beneden’vindt. Het voordeel van de beschrij ving van een construct bestaat erin dat zaken helder worden, die anders misschien onzichtbaar bleven, Het nadeel is dat de werkelijkheid altijd wat meer dooreen lijkt te lopen en in ieder geval minder lineair is dan hier gesuggereerd wordt.
I ni
Het natuurlijke proces van meningsvorming begint bij willekeurige leden van een gemeenschap, in ons geval gedefinieerd door de landsgrenzen van blederland. Het is een informeel proces, waarbij mensen in de uitwisseling van waarnemingen en gedachten, betekenis verlenen aan de hen omringende wereld. Veel van die informele communicatie is verifiÃńrend en bevestigend, mensen conformeren liever dan dat zij confronteren, Confronteren binnen de eigen groep betekent immers dat men zich distantieert van de norm en dat heeft al gauw tot gevolg dat men uit de groep gegooid wordt. Iemand die serieus beweert dat hij zijn kinderen op hun twaalfde verjaardag een pakje sigaretten cadeau doet omdat roken zo lekker is, gaat een frontale sociale aanval tegemoet. Roken is vies en slecht en vooral voor kinderen. De volwassene die toch rookt is een slappeling, een idioot of zelfs een asociaal. Dat Is het thans vigerende standpunt en we weten allemaal dat we ons daar in onze meningsuiting aan moeten conformeren. De voedingsbodem, de eerste fase van oplnievorming, is gelegen in de dagelijkse gesprekken en uitwisselingen van mensen. Het is in die uitwisseling dat betekenissen verleend en ondersteund, maar ook afgetast worden. De kiem van mogelijke verandering ligt dan ook hier. Soms verandert er iets in onze werkelijkheid, waardoor een opinie als vanzelf die werkelijkheid gaat omvatten. Fa
rmal’ e in en de rol van f i n
In de tweede fase van issuevorrning krijgt het proces een formeler karakter, de voorhoede van de nieuwe opinie groepeert zich als ’actoren’. In Nederland in met name de twintigste eeuw, formaliseerden deze actoren zich ook in stichtingen, verenigingen en niet-gouvernementele organisaties in het algemeen. De eerste milieugroep (toen nog ’natuur’) werd in l899 opgericht. Of dit altijd en overal zo is, rnoge hier buiten beschouwing gelaten worden, feit is dat een mening die in informele kring aan aanhang wint, op enig moment zichtbaar wordt. Het meest zichtbaar wordt hij, wanneer er zich een ’eigenaar’ van deze nieuwe mening meldt. Priorltaire taak van voorhoede-actoren is het verlenen van een nieuwe betekenis aan oude verschijnselen. Daartoe selecteren actoren een ander stuk van de kenbare werkelijkheid dan het reeds gekende stuk, voorzien deze van argumentatle die voldoende geldig is om het eigen standpunt te verdedigen, en onderbouwen dit standpunt met empirische feiten. Worden de fasen gekenmerkt door de wijze waarop de betekenisverlening verloopt, zo ook natuurlijk door het verschil in actoren. Het grote verschil tussen informele en formele actoren, is dat de eersten geen direct belang hebben bij het ai dan niet ontstaan van een meerderheidsstandpunt, en de tweeden wel. Het kan zeer goed zijn dat men een mening heeft, waarbij het hooguit sociaal comfortabel is als de eigen vriendenkring die deelt. Verder dan de verjaardagskoffie hoeft die niet te komen, De stap om ook een formele actor te worden, wordt niet zeiden uit een economisch of maatschappelijk belang genomen.
n en rui De actoren van de tweede fase hebben dus een standpunt geformuleerd en van feiten en argumentatie voorzien. Later zullen ze ook het schibbolet toevoegen, waarin het standpunt overtuigend besloten ligt. ’Neer blauw op straat’ kan zo direct opgevat worden ais’het wordt hier allengs veiliger’. Wie ooit in een dictatuur gewoond heeft, zal ongeholpen deze associatie misschien niet hebben, vandaar dat actoren zich altijd opmaken voor de volgende ronde, het issue moet verzonden worden. Standpunten en de hoeveelheid aanhangers groeien niet alleen, ze moeten ook groeien, anders imploderen ze. De geadresseerde van een verzendklaar issue is wat we zulten noemen de openbare ruimte. Het kritieke punt is of het standpunt sociaal (al) haalbaar is en dat hangt daarom ook af van de mate waarin een issue, ook, ln de informele ruimte verder groeit. Verzending gebeurt door middel van communicatie en omdat (massa)communicatie cornrnunicatiemiddelen nodig heeft, zien we hier een explosie van meningsuiting. Traditioneel lag hier altijd een rol voor verslaggevers en omroepers. In deze derde fase, waarin het issue zijn entree maakt in de openbare ruimte, treedt uiteraard een versnelling op. Het debat verplaatst zich naar het werkelijk publieke domein. Bedacht moet worden dat het hier om processen van jaren gaat en de inzet, uiteindelijk, is wat de samenleving wel en wat de samenleving niet tolereert. Verliezer is hij die zich in het rninderheidsstandpunt gedrongen weet. Uiteindelijk zal die er sociaal het zwijgen toe moeten doen.
De rol van de pers moet begrepen worden ais de rol die verslaggevers en journalisten, met name in hun selectie en interpretatie van het nieuws, leveren aan issuevorming en meningsuitbreiding. De bijdrage aan het laatste is, gezien de tussenpositie die hier bekleed wordt, uiteraard aanmerkelijk groter dan ten aanzien van het eerste. Daarbij heeft de pers drie posities, waarvan er slechts h4n dienstig is bij het natuurlijke proces van meningsvorming. De pers kent zijn eigen agendasettlng, de pers vormt de spreekbuis en/of de commentator van de politiek, waarmee de politieke agendasetting gevolgd wordt en de pers pakt de signalen van de formele actoren uit fase II.
38
De roI van de pers in de verbreiding van mening en de versnelling van meningsvorming is het duidelijkst zichtbaar, als er sprake is van een groeiend meerderheidsstandpunt, dat diverse actoren bij voorkeur al van een betekenisdragend label hebben voorzien.
F ’ ’ ar De al eerder genoemde rokers worden stelselmatig verjaagd. Eerst uit openbare gebouwen, toen van de werkvioer en de spoorwegen zulten in 2004 de laatste rookcoupes afschaifen. Ogenschijnlijk lijkt het aandraaien van de duimschroeven, waarschuwingen op verpakkingen en het verbod op reclame een eenvrouwsactie van de toenmalige verantwoordelijke politica mevrouw I3orst. Ogenschijnlijk, want in werkelijkheid vertegenwoordigt zij de vierde fase, wanneer een proces van opinievorming natuurlijk verloopt, Dat de politiek de volgende fase inluidt, is ook niet zo vreemd, want politici zien op hun beurt de krant en het journaal als een afspiegeling van wat er in de samenleving gebeurt en gevonden wordt. Dit laat politieke agendasetting onverlet, waarbij politici kranten en omroepen ’gebruiken’ om hun eigen punt in de openbare ruimte te bespreken. De vraag of hier gerookt mag worden’ was ai heel lang gebruikelijk, zelfs op woonkamerniveau en, zoals gebruikelijk bij het proces van oplnievorming, was gevolgd door actoren en de pers, waarna de politiek maatregelen kon voorstellen geheel in lijn met dat naar een meerderheid, zelfs onder rokers zelf, toegroeiende standpunt. In deze zin vormden op het stuk van opinievorming politici, de overheid en de wetgever aitijd het sluitstuk, de laatste fasen, en soms zelfs dan nog onder protest, voor wie zich de afgelopen decennia de euthanasiediscussie voor de geest haalt,
V: He meer rheidsstand unt n de overh i De rol en positie van de overheid in de laatste fase, de fase van consensus dus, was altijd duidelijk en succesvol. Van meningsvorming, ai duurt deze tien, twintig, dertig jaar, naar wet- en regelgeving, is een heel gebruikelijk proces en zeker in een volwassen democratie. Het wordt pas lastig ais de overheid, die immers diverse rollen vervult, in dit proces een voorhoederol wil vervullen. Zo werd de Wet op de Orgaandonatie aangenomen en hiederland binnengeloodst met voorspelbaar weinig effectief resultaat. Er was voEir 1995 geen proces van publieke opinievorming aan de gang en zeker niet ten faveure van orgaandonatie. Hier bleek dat het ondoenlijk is om te proberen het proces de andere kant om af te lopen bij totaal gebrek aan meningsvorming. Dat is niettemin geprobeerd, maar meer donoren leverde het niet op. Integendeel, Eerst de massamedia benaderen, zoals de overheid deed, leverde alleen maar ’ongewenste’ actoren op, die openlijk vragen gingen stellen over hersendoodprotocollen.
Het natuurlijke proces van meningsvorming tot rneerderheidsstandpunt verloopt derhalve van informeel naar formeel en via (massa)communicatie naar de politiek en de overheid. Wat er overblijft Is hetgeen wij gezamenlijk tolereren, Meestal, hoewel niet noodzakelijkerwijs, vindt een dergelijk meederheidsstandpunt dan ook nog wel zijn weg naar de wetgever en uiteindelijk de rechterlijke macht. De ’running gag’ onder ambtenaren "is de overheid er voor de burgers, of zijn de burgers er voor de overheid" is aigemeen bekend. Een overheid die er voor de burgers is, het natuurlijke proces, wordt beloond, zoals het succesverhaal van de I3elastingdienst laat zien en een overheid die bij voortduring de samenleving scant op meningsvorming, zal waarschijnlijk succesvol zijn, omdat ze dan haar rol in de gaten houdt en daarin ’draagvlak’ schuilt. Een proactieve overheid in de moderne tijd zai dat waarschijnlijk ook continu willen monitoren en, met enige reserve kan dat ook. Weliswaar is het meten van publieke opinie nogal problematisch en het meten van meningsvorming nog meer, maar onderzoeken of lets een non-issue is, is merkwaardiger wijze redelijk goed te doen.
39
T,lotte Meningsvorming en meningsuiting zijn bovenstaand voorgesteld als een hneair proces. In werkelijkheid ketsen beginnende en gevorderde standpunten natuurlijk heen en weer, leven hun eigen leven in fase 1, groeien daar door, terwijl bijvoorbeeld in de pers er ook al allerlei andere kanten bij gehaald zijn en in een latere fase potitieke partijen eraan aan het trekken zijn, soms bijna letterlijk, als u zich 2002 en het vreemdelingenvraagstuk van asielzoekers tot Marokkanen voor de geest haalt, Daar wilde op enig moment wei iedere politicus eigenaar van worden en men bood dan ook telkens over elkaar heen. Issues, terwijl zij globaal bovenstaand proces doorlopen, zijn tegelijkertijd cyclisch. Ze beginnen, in een andere vorm, zie ’eugenetica’ weer van voren af aan of zelfs halverwege het proces, immers er lag al een heel dossIer. Dat maakt het zuivere proces wel eens lastig te onderscheiden en zeker voor mensen die er deel van uitmaken. Onze mening is meestal tot stand gekomen, omdat anderen betekenis verleend hebben aan de ons omringende werkelijkheid en die betekenis toetsen wij, zij het marginaal, maar we toetsen hem wei, aan ons bekende feiten. Zijn die twee in overeenstemming, dan hebben we het gevoel dat we weten, dat we onze mening gebaseerd hebben op de feiten. Dat dat niettemin tijdelijk is, en er op andere plekken in de samenlevtng andere betekenissen en interpretaties gegeven worden, waar andere feiten dienstig bij zijn, is geheel in lijn met het hier beschreven dynamische proces. Maar tijdelijk of niet, wij weten inderdaad niet dat wij geloven, maar geloven dat wij weten. Wtj kunnen dat ook geloven, ai was het maar omdat we in ieder gevat niet weten wat we ntet weten.
Issuemanagernent maakt duidelijk dat er continu iets verandert aan meningen en aan de context waarin onderwerpen aan bod komen.
ll. Colofon: Rapportage: GGD Brabant-Zuidoost, augustus 2008 auteur; Glenn van Lierop, GGD Brabant-Zuidoost
Leden stuurgroep gehoorschadepreventieproject Eindhoven jan-apr 2008: Glenn van Lierop, GGD Brabant-Zuidoost (projectleider) Karin Spijkers, GGD Brabant-Zuidoost Tinus Kanters, gemeente Eindhoven Tessa Blokland, Design Academy Eindhoven Sander Keppel, Polyground Simon van den Nieuwenhoff, Lumensgroep Hans Tschur, Audiologisch Centrum Eindhoven Stefan Robbers, Effenaar Robert Schaeffer, Effenaar Sander Waterschoot, Dynamo Met dank aan Karin Spijkers, Ptm Lamers en Linda Heurrnan voor hun opbouwende kritiek bij de totstandkoming van het onderhavig rapport.