BEL atE B[LGIU
Ic 2t n-7r,n
KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK De Heer Pieters Denis █████████ Blauwstraat 48 9030 Wondelgem █████████ █████ █████
CONTACTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze Willy Jonckheere
18°jaargang nr. 6 Winkelstraat 36 9800 Deinze NOVEMBER 1998 Tel. (09)386.32.78
Postrekening 000 - 0434500 - 37, KGK- Deinze , p/a Brielstraat 7 bus 5, 9800 DEINZE
2457.
Wat betekent 11 november 1998 ?
de herdenking van 80 jaar "Wapenstilstand"' ... Ja, dat ook ... maar het is ook de 90ste verjaardag van de ere-voorzitster van K.G.K.:
mevrouw Germaine Matthys-De Clercq In naam van alle deelgenoten en bestuursleden in naam van alle steunende leden in naam van alle leden van de Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek wensen we haar
een hartelijk PROFICIAT! en nog vele gezonde en gelukkige jaren. Deinzenaar in de kijker : Ingrid Castelein Nog tot 29 november loopt in ons Museum een tentoonstelling van het recente werk van Ingrid Castelein. De kunstenares is geboren en getogen in Deinze, en is momenteel lerares aan de Hogere Kunstacademie van Gent.
Na het beëindigen van de Kunsthumaniora aan de Gentse Academie volgde zij van 1968 tot 1972 de opleiding tekenen bij de glazenier-tekenaar Armand Blondeel * aan de Academie van Deinze. Later bekwaamde zij zich nog verder aan de Hogere Kunstacademie van Gent, met name in de richtingen Schilderkunst en Beeldhouwkunst.
2458. Naast talrijke individuele tentoonstellingen nam Ingrid Castelein ook deel aan verschillende manifestaties en onderscheidde zij zich tijdens enkele belangrijke wedstrijden. Zo behaalde ze o.a. in 1983 de Tweede Prijs van de provincie Oost-Vlaanderen; in 1984 de bronzen medaille van de Europaprijs te Oostende en in 1985 mocht ze de Onderscheiding van de "Jeune Peinture Belge" in ontvangst nemen. * Armand Blondeel was van 1958 tot 1973 leraar sierkunst en leraar tekenen naar levend model; van 1973 tot 1976 leraar in de hogere secundaire cyclus grafiek en finaliteit en sinds 1973 tot 1991 ook directeur van de Stedelijke Academie van Schone Kunsten van Deinze.
Groot- Deinze in oude foto's Op basis van de foto-collectie van Denis Pieters en de bijgaande tekst van ons bestuurslid en deelgenoot Stefaan De Groote werd een nieuwe aanwinst voorbereid voor uw Deinzebibliotheek. Kostprijs 1.150 bef., te bestellen op rek. nr. 979-7728547-77 van "Fotoboek Deinze", p.a. Stationsstraat 23 Eeklo.
Giften In de loop van 1997 en 1998 mocht KGK diverse schenkingen ontvangen. De Kring heeft inderdaad ook als doel de bewaarder te zijn van getuigen uit het verleden. Schenker Voorwerp Herman Maes - Akten en archivalia betreffende Filliers - Foto's: - St. Cecilia - Deinze (markt, station, O.L.V. - kerk, lokaal "Voor Ons Recht", Monumnt Van Dorpe) - Boogschuttersgilde - E. Claus - Toneelbond - Rheinbach - K.O.K.-bijeenkomst - Klein fotoboekje van Latems Vlaamsch Volkstoneel Documentatie/archivalia van artikels K.G.K.-Jaarhoeken 3 ex. Koerier "Vooruit" - Copie affiche van de "vooruit" (1 mei 1905)
Documentatie i.v.m. huldiging oorlogsmonument van burgers te Deinze (1958) Bidprentje ter ere van St. Poppo - Bonnetjes van het "Voedselkomiteit". J. Snoeck - 3 ingebonden kranten i.v.m. Pluimvee
2459. - 3 afzonderlijke nummers van "Pluim- en Kleinvee" (1937-'38) - Verslag over de l Ode boekjaar van de Handelsbank (1928) - Verslag van 1 ste dienstjaar van de Landbank (1928) - Notariële aktes (1786-18.55) R. De Bouver
Doodsprentjes Kaart van krijgsgevangene (1940) foto's:
- G. Scheirlinck - Filliers - St. Cecilia - Emiel Andries - Kalvariehuis van Machelen/Petegem T. Vanhee - 3 ex. Van De Deinsche Burger (1882 & 1884) - Foto burgemeester van Astene: R. Versele P. Cassiman
- 4 getekende kaarten opgemaakt door A. Cassiman - Deinze: Grote Kouter - Deinze: straten, wijken, hoeven, ... - De Roede van Deinze - Grammene
Mevrouw De Sloover - Heruitgaven van oorlogskranten 1940-'44 - Fototoestel van Amandine Van Praet (1945) - Kledij - 2 houten tollen - schoolschriften en schoolgerief - Boek over Breendonk door Victor Trudo ± 30 singels jaren `60-'70 Kalenders met reproducties van zichten te Olsene (1985-1996) Bundel Nederlands-, Frans-, Engelstalige oorlogsliederen Kasboek Liefdebond der Werklieden te Olsene - Maatshcappij van Onderlinge Bijstand
Mevrouw De Weirdt-I Iuys - Prent ter nagedachtenis van Koningin Astrid Mevrouw Nachtergaele- - Affiche van 1969 Beeckaert Mevrouw C. De Graeve - Kinderwagen uit de jaren '30 S. De Smet - 2 doosjes glasplaten: - Maricolen (1922) - O.L.V. Der zeven weeër, (± 1900) P. Huys - copies archivalia: de grafelijke Schoonbergmolen tot 1600
2460.
S. De Groote - Foto's: Hugo Claus Flandriens V.T.I. Deinze - Glasplaten: afbeeldingen van technisch gereedschap - stempelgerief Mevrouw Lootens
- Petroleumvuur en toebehoren (±1930) - Bedevaartsamuletten - Bloeinzakken - Kaders - Nachtkastje
Mr. Heyerick - Foto's: Deinze (Markt+ fanfare) Mevr. Matthys-Botterman - Zadeltas van rijkswachter te paard van Leonce Matthys - brigade Deinze (±1940) Sint-Vincentiusschool - Boeken allerlei Mevrouw Dierick - Verkoopscatalogus van Torck & Fils & Hautekeete - Gentsche Studentenalmanak (1909-1910)
- Boeken:- "België De Kunststeden" (vóór 1935) - Jaarboek K.O.K. (1950) - Jaarverslag K.O.K. (1931) Mr. De Volder
Uittreksel uit Kadastraal plan van Deinze (1934) Testament van Mathilde Mahieu (1929) Boek Letterkundige Prijskamp Deinze (1850) Archivalia J. Seynaeve: - pensioenboekje (1911-1925) - copies foto's - boekje met herkomsattesten i.v.m. aankoop varkens, ossen en vaarzen (1939-1940) - bewijs van het houden van een fiets (1940) - notariële akten - militie-attesten Loonfiches van de "Usines Torck" (1930-1933) Adresboekje van Engelse/Canadese/Schotse soldaten
Hartelijk dank uit naam van K. G.K. en de Deinse Gemeenschap.
2461.
KGK-ledenlijst 1998, 3`'e lijst, periode 1 augustus - 31 oktober 1998 In de Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek , LXVI, met andere woorden ons KGK-Jaarboek 1999, verschijningsdatum februari 1999. zal een ledenlijst opgenomen worden. Om storende fouten te vermijden publiceren we de lijst vooraf in het Contactblad. In ons vorig nummer publiceerden we de lijst van de leden die hun lidgeld 1998 vereffend hadden vóór 31 juli 1998. In dit nummer wordt de lijst vervolledigd tot 31 oktober 1998. Wie zijn lidmaatschap 1998 nog niet in orde bracht. wordt verzocht dit onverwijld te doen. De afsluitdatum voor de ledenlijst die zal gepubliceerd worden in het jaarboek is gesteld op 30 november 1998.
gewoon lid 600 BEF steunend lid, bestuurslid, deelgenoot 900 BEF erelid 1200 BEF en meer portkosten 150 BEF op postrekening 000-0434500-37 van KGK- Deinze p/a Brielstraat 7, bus 5 9800 Deinze
vermelding : lidgeld 1998
aan
naam
straat postcode plaats
De Heer
Alleman Fernand
Guido Gezellelaan 102 9800 DEINZE bus 1
De Heer Bauters André De Heer Bekaert Georges 'ti;e Heer Bekaert Herman De Heer Billi et Ivan
Dammekenswegel 16 9810 EKE Grote Steenweg 37 9870 OLSENE Guido Gezellelaan 100 - 9800 DEINZE bus 4 Kouter 106 9800 DEINZE Guido Gezellelaan 50 9800 DEINZE
Mevrouw Bollez-Dupont Germaine De Heer Boone Erik Kouter 126 Mevrouw Cardon - Parmentier Markt 15 bus 2 N.V. ' Carton - D'Huyvetter Tolpoortstraat 65 9800 De Heer Cluyse Gustaaf Oude Heirbaan 196 9800 Kastanjelaan 8 9800 De Heer Corbisier André De Hr Cordons Robert Kruisbulckstraat 15 9800
DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE
2462.
De Heer De Heer Mevrouw De Heer 7De Heer
De Heer
Coutant Guy Craeymeersch Eugeen Debacker Annie De Baere Stefaan
Wijngaardestraat 32 Gentstraat 13 Petegemstraat 87 Volhardingslaan 39 bus 1
9831 9800 9870 9800
DEURLE DEINZE MACHELEN DEINZE
De Bruycker Jacque
Latemstraat 100
9830
Sint-MartensLatem
Delmeire André
Dorpsstraat 2
9831
Sint-MartensLatem
Oude Brugsepoort 104
9800
DEINZE
De MaertelaereMevrouw Baertsoen Hilde weduwe De Heer ^.^be Ruyck Jacques De Sloover Georges De Heer Detavernier Johan De lieer De Vos A. E.H. De Heer
Dewaele Henri
De Heer De Heer
Dhaenens Daniel Diericx J. M.
De Heer
De Heer De Heer Mevrouw De Heer
Dobbelaere Rogerius Docquier Robert Dossche Maria Dubois M. Filliers Louis Gaudissabois Gemeentebestuur Hanappe Marcel Hautekeete Etienne Ilauttekeete Blanche Heleu Victor
De Heer
Lafosse Peter
De Heer Mevrouw De Heer De Heer De Heer
yLangeraert Stilaan Maes Sylvère _ Malfait - Van Renterghem De fleer Michels DaniëI De Heer Naessens Daniël De Heer Neirynck Etienne De fleer Parmentier Peter Pieters Denis _ De Heer Mevrouw _ Poelman Martine De Heer De Heer Mevrouw
9800 Tolpoortstraat 15 9800 Sint-llubertstraat 226 9800 Kasteellaan 26 Wannegem-Ledestraat 2 9772 Volhardingslaan 10 bus 9800 17 Oostmeersdreef 152 9800 9800 Koningin Astridstraat 54 _ 9800 Blauwpoortstraat 1 9800 Zonneschijn l3 9800 Markt 108 7330 Rue du Sas 2 9800 Leernsesteenweg 1 9800 Damstraat 27 9870 van en te 9800 Gentsesteenweg 61 9800 Markt 117 9800 Rijbroeckstraat 14 Xavier De Cocklaan 8 9831 Pr. Joris Eeckhoutlaan 25 Markt 22 Groenhove i Markt 111 Herpmsakker 14 Ten Rodelaan 81 Molenstraat 37 Kouterlosstraat 98 Blauwstraat 48 Peter Benoitlaan 27
DEINZE DEINZE DEINZE KRULSI IOUTE M DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE__._._..
9800
DEINZE. Saint-Ghislain DEINZE DEINZE ZULTE DEINZE DEINZE DEINZE Sint-MartensLatem DEINZE
9800 9800 9800
DEINZE DEINZE DEINZE
9800 9800 N_9800 9800 9030 9800
DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE Wondelgem DEINZE
2463. Mevrouw De Heer
Dr ^^ Stad Antwerpen Stadsbibliot heek E.H. De Heer De Heer Mevrouw weduwe De Heer De Heer Mevrouw
Roelandts Roos Robert Scholengroep Erasmus Deinze Sint-Hendriks - en Zusters Maricoleninstituut Soetaert Paul - Afd . Aanwinsten
Ricardplein 6 Tolpoortstraat 2 P . Benoitlaan 10 Guido Gezellelaan 105
'Ploegstraat 17 H. Conscienceplein 4
9800 9800 :9800
DEINZE DEINZE DEINZE
9800
DEINZE
9800 2000
DEINZE ANTWERPEN
9800 9870 9800 9800
DEINZE ZULTE DEINZE DEINZE
Staes Joseph Tack Marcel Tack Willy Torck -Quintyn Laura
Tabakstraat 2 Rozenlaan 13 .-..._....^__._......._ Markt 5
De Heer De Heer De Heer Etn. De Heer E.H.
Torck Rigobert Vanaelst Dirk Van Biervliet - Van der Plaetsen Van Bogaert Jan Van llaele Paul _ Vandenbroucke Arnold Van Den Poel A . N.V. Van der Plaetsen Luc Van de Sompel Marcel .
De Heer De Heer Dr. De Heer De Heer Mevrouw Dr.
Vanfleteren Marcel Van Maerken E. Van Mol Dominique Vanobbergen Jacques Van Praet Verleye-Mesure Warmijn Jan
9800 Lange Meerskant 7 Oude Heirbaan 131 9800 A . Van Eeckhoutestraat 9800 32 - bus 8 '9800 Slachthuisstraat 1 Guido Gezellelaan 41 9800 Oude Heirbaan 103 9800 9800 Gentsesteenweg 33 Veldstraat 38 9800 m 9800 Oudenaardsesteenweg 159 Gampelaeredreef 57 9800 9800 Kortrijkstraat 45 Leiepark 18 9800 9800 Peter Benoitlaan 11 9800 Kortrijksesteenweg 50 Guido Gezellelaan 126 9800 Graaf Van Hoornestraat 9850 7
Ten Bosse 140 bus 31
DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE_ DEINZE DEINZE DE1NZErv DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE DEINZE NEVELE
.-- a
2464. Maes-sprokkels Wanneer is een KGK - bijdrage af? Eigenlijk nooit. Wanneer ik "klaar ben" met een bijdrage blijft die "afgewerkt" thuis liggen tot ze naar de drukker mag. Maar intussen blijft dat onderwerp in het hoofd en de gedachte spelen en komen nog andere gegevens of verklaringen zich opdringen of leest men of vindt men aanvullingen en nieuwe feiten. Mijn bijdrage over Spionage in 1915 was bij de drukker. Daarin zaten gegevens verwerkt over Jozef Goossenaerts en zijn invloed op de carriere van prof. Van Pottclsbergh. die ik van de prof en gewezen burgemeester van St.-Amandsberg in een gesprek bij hein thuis gekregen had.
'herwijl die bijdrage bij de drukker lag na een tweede drukproefcorrectie las ik het heemkundig nieuws, het contactblad van de heemkundige kring Oost-Oudburg. Daarin stond een biografische nota naar aanleiding van het overlijden van de uitzonderlijk geleerde en vlijtige germanist Maurits Gysselinck. Een man met nionikkengeduld en -ijver. Zijn vader was schoenmaker en wou dat zoon Maurits dat ook werd. Maar toen Jet' Goossenaerts die zoon leerde kennen die toen zowat 15 jaar was, zag de leraar "iets" in dat manneken en beïnvloedde vader en zoon om Maurits in de richting universitaire studies te oriënteren. Maurits zat in de wetenschappelijke afdeling en die sloot de meeste universitaire studies uit. Latijn en Grieks moest het zijn. De tussenkomst van Goossenaerts was nodig om de schoenmakerszoon anders te oriënteren. En daaruit groeide een germanist die werk heeft geleverd niet alleen voor de Vlaamse germanisten, maar voor alle filologen in heel West-Europa. Die verdienste van Jef Goossenaerts, de "spion" van 1915, de duivel doet al in de Vlaamswetenschappelijke wereld, heb ik niet meer in mijn KGK-bijdrage 1998 gekregen. Ze hoorde er in thuis. Maurits Gysselinck (1919-1997) schreef in 1973 een bijdrage over "Dr. J. Goossenaerts als filoloog" in een hulde-bundel die toen, 1973, voor Goossenaerts werd uitgegeven om zijn overlijden (1963) te herdenken. In die bundel schreven ook o.a. Prof. Van Miegroet (toen voorzitter PVV-Gent-Eeklo), Dr Grijpdonek (Cultureel adviseur provincie Oost-Vlaanderen), Leon Elaut, Leo Wouters, Arthur De 13ruyne, pastoor De Wilde, Jozef Weyns, Wies Moens enz. liet geheel werd samengesteld door mijn studiegenoot Michel Hanot. Frans Gillis stelde toen een boek samen met de bibliografie van Dr. fil. Jozef Goossenaerts (1882-1963 ). Over Goossenaerts relatie met Deinze schreef Deinzenarij 1998 nr. 3 wel. Priesters omstreeks 1800 De Deinzenarij over priesters en de beloken tijd - KGK-Jaarboek 1998 zou ik nog kunnen aangevuld hebben met de geschreven priestersportretten uit die tijd die te vinden zijn in KOKKontaktblad 1991 p. 1452 en p. 1511. Geschiedenis Geschiedenis komt soms gevaarlijk dicht bij onze dagen. bij onze eigen tijd... indien men zelf al lang niet meer tot de jongeren behoort. Dat dacht ik toen ik het boek las "Mitterand, koning of paus?" van Peter Vandermeersch (uitgave 1997 van Van Halewijck Leuven). De Franse president werd geboren in1916 en stierf in 1996. Peter Vandemeersch, historicus van opleiding en journalist (VUM) van beroep. werd in 1961 geboren en was jarenlang vaste correspondent voor de Standaard in Parijs (nu is dat Mia
2465. Doornaert, classica). Hij was tevoren enkele jaren secretaris van het Oost-Vlaams Verbond van Kringen voor Geschiedenis (o.a. K.O.K.= Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze =KGK). Zowel het onderwerp van dit boek als de auteur zijn dus tijdgenoten... en toch is het een boek over de geschiedenis: vóór WO II, bezetting. collaboratie en verzet + Franse 4e en 5e republiek + de Europese eenmaking. Dus over onze tijd en onze politiek. Ter lezing aanbevolen (het boek is in de stadsbibliotheek ter beschikking) Uithangborden Op 16-3-1812 werd een besluit uitgevaardigd waarbij verplicht werd dat elk opschrift op huizen, winkels, fabrieken etc. in het Frans moest gebeuren (een vertaling erbij mocht nog). (Gentse Tijding nr.4 1997 p.230) Bibliotheek K.G.K. is vaak een voedstervader voor onze stedelijke bibliotheek. K.G.K. schenkt zijn jaargangen en overdrukken en extra-publicaties aan de bibliotheek. K.G.K. geeft zijn ruilabonnementen met gelijkaardige publicaties van gelijkaardige verenigingen aan onze stadsbibliotheek - gratis - en dat zijn enkele tientallen boeken per jaar. Ze worden er veilig bewaard en zijn er voor iedereen ter beschikking: niet alleen de lopende jaargang maar ook de vaak vele voorlopers. Een rijke informatiebron. Een rijke gift (dat moet al in de duizend boeken lopen). Een bibliotheek moet rijk zijn ... aan boeken - ook uit het verleden. En documentaire boeken blijven actueel. HERMAN MAES
1666 . Galanterie en doodslag te Leerne in 1606 In de jaargang XIV (1994) van het K.O.K.-Kontaktblad (1) hebben we, in margine van een bijdrage over een betwiste pastoorsbenoeming in Meigem, gewag moeten maken van een doodslag, op 6 juni 1606 in Leerne gepleegd door ene Marcus vander Haghen. Veel bijzonderheden over de aanleiding en de omstandigheden van het dodelijk incident konden we toen nog niet meedelen . Maar intussen hebben we naarstig voortgezocht en, eindelijk, toch meer gevonden . Ziehier dan het resultaat van onze verdere speurtocht.
Daaruit blijkt dat Marcus vander Haghen, heer van de heerlijkheid van Meere te Leerne, blijkbaar een galante flierefluiter was (of zich toch zo gedroeg). Het zou hem duur te staan komen... Op een mooie dag op het laatste van mei (de maand van de prille verliefdheid!) in het jaar 1606 had Marcus, "gaende naer Ghendt met ander geselschap", kennis gemaakt met "eerre jonge vrouw die hij niet kende nochte en wiste gehouwt (=gehuwd) te zijne". Hij had haar, "onder ander propoosten (=woorden) aldaer tusschen het jonck volck omtijt ende wechcortijnghe gevallen", al schertsend gezegd dat hij gelukkig was "dat hij met zulck een schoon moeijerken naer Gent was reijsende ende noch meer indien hij van haer eene vrintschap hebben mochte oft diesgelijcke".
2466. Thuis gekomen, had de vrouw alles verteld aan haar man, genaamd Jan Mathys. En ze had verduidelijkt dat `"mijnheere jonckheer vander meere haer eenen hoet gepresenteert hadde", een presentje dat blijkbaar als bewijs moest dienen van zijn sympathie (of had hij andere bedoelingen?). Acht dagen later, op 5 juni 1606, was Marcus "om zeker affairen" naar Leerne gegaan "ten huise ende herberge van Jan de Vliegere". Na er met de pastoor (nl. Jan vanden Brande) en nog anderen enkele potten bier gedronken te hebben, betaalde hij het verteer en verliet de herberg om naar huis te gaan, in het gezelschap van Adriaen Lekaert, pachter van Marcus' broer. In de iets verder gelegen herberg van Andries Neckaert, die ze onderweg voorbijkwamen, was een bruiloft (nl. van Hans Mestach) aan de gang. Lekaert, die op het feest genodigd was, probeerde Marcus vander Haghen mee naar binnen te krijgen, met de bedoeling hem daar te doen "tappen op sijne borse noch eenen pot biers". Ofschoon "resisterende", kwam Marcus aldus - zij het puur toevallig - onder de bruiloftsgasten terecht. En wie treft hij daar aan? Niemand anders dan Jan Mathys met diens jonge vrouw! De in zijn echtelijke eer gekrenkte Mathys verwijt Marcus "dat hij zijne huisvrouwe tot Bene vrintschap aensocht hadde ende haer daer toe gepresenteert hadde eenen hoet oft baeij". En fel spreekt hij zijn ongenoegen uit over het feit dat de jonker aldus doende "van zijne huisvrouwe Bene hoere gemaect" had, want - zegt hij - dat was het toch wat Marcus "bij sulcken middelen gepoocht hadde te doene". Marcus excuseert zich: hij herinnert het zich allemaal niet zo best meer, zegt hij, en als hij dan toch onderweg "vuijt genochte" (= voor 't plezier) dergelijke woorden mocht uitgesproken hebben, dan was dat in zulk gezelschap alleen maar als "passetemps" bedoeld geweest, hetgeen vrouwe Mathys overigens "confirmeerde". Maar Jan Mathys blijft lastig doen en er komen "woorden en geschil" van, waarin ook ene Gheeraerdt Tuytschavere d'oude ("desselfs Mathys compere") en diens zoon Gheeraerdt de jonge betrokken geraken.
Het komt tot een echt handgemeen, waarin de jonker aangevallen wordt, tegelijk door de jonge Tuytschavere ("met zijnen snijdere die bloot in zijnen sack was stekende") én door de vader ("hebbende in handen eenen langhen zwaeren stock"). Zijn twee belagers, nog door andere omstaanders geholpen, brengen Marcus allerlei verwondigen toe, nl. diverse slagen op hoofd en schouder, alsook een aantal messteken ("eene diepe stecke in zynne slincke borst, eene andere dwersch deur den aermen, eene derde inden rigghe ende eenen cap inden vinger"). Marcus, "altijts wijckende oft deij(n)sende ende achterwaerts springende, mitsgaders hem met zijnen poingnaert verwerende", ziet zich tenslotte gedwongen, "ten fijne van ontsleghen te zijnne ende zijn lijff te sauveren, met zijnen voorseiden poignaert aenden selven" Gheeraerdt jr. toe te brengen "eene steke oft meer, emmers eene int hooft beneden de rechte ooge, daeraff hij ter aerden gevallen welende, des anderdaechs ontrent der sonnenopganek overleden is''. Marcus is met veel moeite aan zijn vervolgers ontkomen. Zelf ernstig toegetakeld, blijft hij, "in groote cranckheijt ende perickele" gedurende vier maanden in behandeling "onder d'handen vanden medecijn ende chirurgijnen". De "partie geïnteresseerde" (d.i. de familie van het slachtoffer) heeft hij nadien wel "gecontenteert", d.w.z. met hen een minnelijke schikking getroffen, maar - "vuijt ontsach van justitie" - heeft hij zich genoopt gezien te "absenteren, soo hij noch doet". Hij heeft zich dus aan het gerecht onttrokken en vraagt intussen om gratie bij de Vorst. In het dossier van 1606 (2) vinden we niets anders dan het rekwest (genadeverzoek) van Marcus vander Haghen, waarop in margine alleen geschreven staat dat de Geheime Raad te Brussel,
2467. op 17 juli 1607, hierover het advies vraagt van de Raad van Vlaanderen en van de plaatselijke officier (=gerechtsdienaar). Maar die stukken ontbreken in het dossier. Het vervolg vinden we in een nieuw dossier van vier jaar later (s): andermaal een gratieverzoek van Marcus van der Haghen, ten dele over dezelfde feiten (de doodslag op Tuytschavere te Leerne op 5 juni 1606), ten dele echter over andere feiten, die zich in augustus 1610 in Drongen hebben afgespeeld.
Het verhaal over het tragisch handgemeen te Leerne is in details (betreffende het verloop en de actoren) lichtelijk verschillend, zonder evenwel fundamenteel anders te zijn. Maar we vernemen uit dit tweede dossier wel een paar interessante gegevens, die in het rekwest van 1606 nog niet te lezen stonden. Jonker Marcus Van der Haghen was - op het moment van de feiten - een "clercq getonsureert", d.w.z. een "clericus" die bij een van de lagere wijdingen de kruinschering ("tonsuur") had gekregen en normaal moest hij priesterkledij dragen. Maar in 1606 heerste er nog "trouble van den oorloghe" (4). In zijn rekwest van 1610 verduidelijkt Marcus van der Haghen dat hij zich "gedurende dese voorleden oorloghe" wel eens vaker "vertransporteren" moest naar Deinze en elders, precies i.v.m. het betalen van contributies aan de Hollanders (wat hem zéér veel geld gekost heeft, zegt hij!) en niet het oog op die verplaatsingen in "bedreigd" gebied, had hij de toelating gekregen om "te laten het habijt clericael ende te draeghen wapenen tsijnder deffensien". Deze bijzonderheid stelt zijn "galant avontuurtje" op reis naar Gent einde mei 1606 en zijn (gewapende) aanwezigheid op het bruiloftsfeest van 5 juni van dat jaar uiteraard in een iets ander daglicht. Deze clericus-met-tonsuur, die bovendien "persoon" (5) was van de O.-L.Vrouwekerk van Deinze, gedroeg zich dus volop als een zeer werelds jonker. Het werd hem blijkbaar niet door iedereen met evenveel dank afgenomen... Maar terug nu naar de feiten. Clericus zijnde, is de jonker - zo blijkt nu - erin geslaagd het misdrijf van de doodslag te doen behandelen voor de kerkelijke rechtbank. En, wat meer is, hij heeft daarvoor ook "gratie van remissie als gheestlicke persoon vercreghen vanden legat apostollick van herwaertsoever" (=Rome); hij is op het "interinement (6) van diergelicke gratie" nog in proces voor de Abt ("tamquam judice delegato") van Sint-Michiels te Antwerpen. Door de wereldlijke rechtbank is hij intussen blijkbaar totaal ongemoeid gelaten. En op zijn genadeverzoek bij de Aartshertogen heeft hij ("onlancx geleden", schrijft hij in zijn nieuw rekwest van 1611) remissie verkregen. Maar met het "interinement" of de bekrachtiging van die gratieverlening door de Raad van Vlaanderen is het evenwel niet zo goed verlopen. Want ondertussen heeft jonker Marcus zich op een andere manier weer in nesten gewerkt... En hier komen we nu bij de feiten te Drongen in de zomer van 1610.
Jonker Marcus van der Haghen had op 12 augustus van dat jaar jonker Jan van den Berghe, heer van Watervliet, vergezeld naar Drongen. Deze moest daar zijn knecht, Bartholomeus Geeraerts, gaan afhalen die er "wegens insolventien" in de "ampmannije" gevangen zat. Bij de afhandeling van deze zaak geraakt de heer van Watervliet in een felle woordenwisseling met amman Pieter Apre en met de Drongense Baljuw Peter Lanckzweert; deze laatste is ook herbergier en een bijzonder opvliegend man op de koop toe (7) Als dan de wapens getrokken worden om het geschil te beslechten, moeit jonker Marcus zich in het dolk-en-degen-gevecht en weet verscheidene voor de heer van Watervliet bestemde steken af te weren.
2468. Weerstand tegen een baljuw en een amman in hun ambtsuitoefening is evenwel een zwaar misdrijf. Daarvoor is de Raad van Vlaanderen bevoegd. En de procureur-generaal gaat ambtshalve over tot de vervolging van Marcus vander Haghen. Uit het dossier blijkt nu dat niet alleen de Drongense feiten van 1610 aan de orde zijn, maar dat ook een oude koe ( de doodslag van 1606) weer uit de gracht gehaald wordt. En dus gaat jonker Marcus maar weer rekwesten aan de Vorst schrijven voor gratieverlening. Hierbij komen telkens weer de beide feiten ter sprake. In verband met de doodslag op Tuytschavere betoogt de jonker dat hij daarvoor al kerkelijk terechtstond; dat hij hiervoor "van den heere legaet apostollick heeft vercreghen letteren van pardoene, absolutie ende rehabilitatie"; dat hij derhalve "niet en behoorde belast te worden met eenige voordere interinementen voor den Raed van Vlaenderen". Hij vraagt dan ook aan de Majesteit "hem daraff te ontlasten", alsook van de heng opgelegde boete "van 100 rins gulden boven de costen van justitie" of deze althans te "modereren". In verband niet het Drongense incident anderzijds geeft hij uitvoerig een eigen versie van de feiten (waarin hij zich, als hulpverlening aan de heer van Watervliet, alleen maar correct "defensief'heeft gedragen) en hij beroept zich andermaal op zijn geestelijke staat, waardoor hij `'alleen te rechte mag staen voor den geestelijcken rechter'. Derhalve vraagt hij aan de Majesteit "hem vanden bovengeroerden manslach te verleenen brieven van remis in forma, ende voorts abolitie van allen tgene dacrinne hij zoude moghen culpabel bevonden worden raeckende de feyten daermede de voorseide procureur generaal hem pretendeert te belasten." In marge van dat rekwest staat, in dato 20 oct. 1610, geschreven dat het advies van de Raad van Vlaanderen moet gevraagd worden en in dato 11 febr. 1611 (waarschijnlijk na een ongunstig advies van de Raad) de beslissing "Nihil" (= verzoek afgewezen). Na die afwijzing dient jonker Marcus een nieuw rekwest in. In marge ervan staat, in dato 8 maart 1611, de beslissing genoteerd: i.v.m. de doodslag van 1606 (met verwijzing naar `'les informations par les echevins de Nevele du 7 juin et 7 nov. 1606') lezen we: "Le tout revue ... fiant lettres de remission". Hij krijgt dus gratie voor de doodslag, maar voor de Drongense fèiten luidt de beslissing alweer: "Nihil". 1 let spijt ons dat het verhaal eentonig wordt! Maar jonker Marcus laat niet af en schrijft een derde rekwest. Daarop treffen we twee kanttekeningen aan, resp. van 28 maart en van 30 maart 1611. De laatste luidt: "I-'iant lettres d'abolition". En bij een nog latere beslissing, dd° 12 okt. 1611, wordt de eerder uitgesproken boete van 100 rijnse gulden ... "modéré à 50 florins". Einde goed, alles goed? We weten het niet. Want het eigenaardige is, dat pas nog eens twaalf jaar later, in 1623 (!), dit is ruim zeventien jaar na de manslag opGheeraerdt Tuytschavere jr., de zaak eindelijk definitief geregeld geraakt (8). De inwilliging van het gratieverzoek werd door de Raad van Vlaanderen in het Register der Sententies (9) ingeschreven op 15 maart 1624, ter boeking van een boetebedrag van 100 (!) gulden. In december van datzelfde jaar vroeg - en kreeg - Marcus vander Haghen uitstel van betaling (10) ...
Wat ooit als een lichtzinnige, maar onschuldige (poging tot) flirt tussen een galante clericusin-burger en een "schoon moeijerken" begonnen was, had dus wel een heel lange en pijnlijke nasleep.
2469.
Noten (1) K.O.K.-Kontaktblad, jrg.XIV (1994), afl. 2 (febr.-nr), blz.1850-1854 en afl. 7 (nov.-nr.), blz.1946-1950. Zie hierover ook onze bijdrage "De betwiste benoeming van een pastoor in Meigem, 1605, en de manslag op Gheeraert Tuytschavere, 1606", in: Het Land van Nevele, jrg. 26 (1995), afl. 2, blz.153-161. (2) Alg. Rijksarchief Brussel (ARAB), Geheime Raad - Spaanse periode (GRSp), nr. 918 (remissies jaar 1607) - Rekwest Marcus vander Haghen (drie folio's). (3) ARAB, GRSp, nr.923 (remissies jaar 1611) - Rekwest Marcus van der Haghen (vier losse stukken, samen een twaalftal folio's). (4) Pas drie jaar later kwam er (tijdelijk) vrede met het afsluiten van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621). In 1606 echter was onze streek nog altijd ten dele "contributieplichtig" aan de Hollandsre rebellen, die met hun raids de streek bleven teisteren. Die toestand verbeterde wel enigszins nadat, in hetzelfde jaar 1606 trouwens, de stad Oostende op de rebellen was heroverd. (5) Als "persoon" mocht hij b.v. bij een vacante pastoorsplaats zijn kandidatuur voordragen, voor zover die vacatuur niet viel in een van de aan de Paus gereserveerde "apostolische maanden" waarin Rome over het benoemingsrecht beschikte (zie daarover onze bijdrage in het "Liber amicorum Luc Stockman", Eeklo, 1998). (6) Een gratieverlening moest inderdaad nadien nog door de rechtbank "geïnterineerd" worden. Interineren, interinement = gestand doen, gestanding, d.i. een vonnis waarmee een akte (in dit concreet geval de gratieverlening) bevestigd wordt en de uitvoering ervan bevolen wordt. (7) De opvliegende en vechtlustige Drongense herbergier-baljuw Pieter Lanckzweert (bijgenaamd Cortmes!) kwam enkele jaren later, op 17 juli 1614, in een vergelijkbare lichtzinnige twist door een messteek om liet leven. Zie daarover onze bijdrage "Van een twistzieke baljuw ... in Drongen in de zeventiende eeuw", in het Jaarboek 1998 van de Heemk. Kring Dronghine. (8) ARAB, GRSp, nr. 950 (remissies jaar 1623). (9) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, nr. 7587, f' 83r°. (10) ARAB, GRSp, nr. 953 (remissies jaar 1624).
PAUL HUYS nr. 267
1667. Verstaanbare (?) uithangborden In het KGK-Jaarboek 1997 schreef Andre Heyerick een bijdrage over de uithangborden en de opschriften, de huisnamen dus, op de Markt in Deinze omstreeks 1866. Jan Moertaan schreef' in het zelfde jaarboek over de herbergnamen te Deinze. En al die namen zijn/waren voor iedereen verstaanbaar. Wat zijn die namen in 1997? Palace, The Club, Gentlemen, Amerindio, Cocoon, the Memling, Beverly Hilis, Caprice, Dynasty, the Goljer, Grand Dragon, Hedera, 11 Punto, La Mamma, La Provence, Martino, Molivos, Onaoze, Papaceno, Pyramide, Quick, Taormina, Trouschann, Valentino, Verdande, Yeung's Garden ... etc. (Handels- en Beroepengids Stad Deinze 1996) Italianen geven hier Italiaanse namen, Grieken Griekse, Chinezen Chinese ... en Belgen geven Franse en nog liever Engelse namen; soms namen die we helemaal niet verstaan, of nauwelijks verstaan. Soms weten we niet eens hoe de naam moet uitgesproken worden. Ook namen van bedrijven zijn vaak onverstaanbaar of vormen letterwoorden voor afkortingen die niemand kent. Wij willen de raad geven aan diegenen die een naam moeten vinden voor hun horeca-zaak, voor hun winkel of voor hun bedrijf: Geef een naam die begrepen wordt, die zegt waarover het gaat; maak reclame in een taal en een stijl die begrepen wordt. Een kapper is nu een hair-stylist en een kapsalon is een hair and beauty studio of centre. Onzin. Een WC-madam is nu een "hygenic assistant". Een kleermaker is een tailor. Ook in
2470. de textielwereld zitten heel wat gekke namen die niet eens aanduiden noch laten vermoeden om welk bedrijf het gaat. Voorbeelden? Geplukt uit de Deinse beroepsgids: Tiara (een tiaar is de kroon van de paus: In Deinze is dat een zaak voor voetverzorging) APT zaak voor... ? P&E een zaak voor...? Geef een verstaanbare naam die zinvol zegt welk bedrijf het is, waarover het gaat. Geef een naam die hier thuis is. 't Papperasken is een geestige naam die meteen zegt waarover het gaat. Hilde's Kaasboetiek zegt wat voor een winkel Hilde uitbaat. Restaurant 't Levensgenieterke is duidelijk. Onderzoek in Gent heeft uitgewezen dat 70% van de Veldstraatwandelaars niet verstaan wat daar allemaal in het Engels aangeboden wordt. Engels? Ja, met een hete patat in de mond. De winkel "Boots" verkoopt geen boten, kondigt zich aan als Boot-technology. P&C maakte grote reclame voor "sales", iemand kwam vragen waar die vuile kleren hingen. I IERMAN MAES nr. 39
1668. Over het plichtsverzuim van de Deinse hoogbaljuw Martens In onze bijdrage over de ongelukkige dood van de 15-jarige J.B. D'huyvetter uit Aarsele, op 31 oktober 1781 in Kruishoutem, waarna Pieter Tessely (ten onrechte) voor doodslag veroordeeld werd, was ook even sprake van de weigering van de Deinse hoogbaljuw Charles Philippe Martens om aan het onderzoek mee te werken. Daarover vonden we onlangs nieuwe archiefgegevens (1) waarvan we hier graag mededeling geven.
Kort na de tragische dood van zijn zoon schreef vader Judocus D'huyvetter een brief naar de Raad van Vlaanderen i.v.m. "het verlies van sijnen sone, den weleken schandaleuselijck op den steenwegh van Dijnse op Audenaerde in daeten 3len octobre (1781) door drije vagubonten (soo men seght wonachtigh te sijn binnen de stede van Dijnse) sonder de minste reden is dootgeslaegen geworden op de prochie van Cruijshoutem". Bij die brief is in het desbetreffende dossiertje een stuk (van drie folio"s) gevoegd dat als titel draagt: "Pointen van negligenti ende onagtsaemheijt tot laste van den Bailliu van Deijnse". Dat stuk is niet gedateerd, maar moet opgesteld zijn begin 1782, aangezien het recentste daarin vermelde feit van 31 december 1781 dateert. Deze klachtenlijst somt een aantal gevallen op waarin de Deinse hoogbaljuw zijn plicht niet of onvoldoende zou nagekomen zijn. Over de gegrondheid van deze aantijgingen kunne we ons uiteraard niet uitspreken en het dossiertje bevat verder ook geen enkel ander stuk dat ons terzake zou kunnen informeren. Roddel of echte feiten? We zetten alvast de aanklachten van zijn "ambtsverzuim" netjes genummerd op een rijtje.
1. De baljuw "verruimt te observeeren ende executeren diversche ordonnatien politique", door de Wet (= Schepencollege) uitgevaardigd en gepubliceerd, o.a. "raekende de waegens,
2471. karren ende andere voituren die verscheijde insetenen soo bij daege als bij nagte stellen ende laeten staen op de publieque straeten, alsoo belettende aende insetene de libere passagie ten sij t'hunnen overgrooten risque ende perijckel van groote ongelucken besonderlijck bij avonde ende bij naghte". 2. Voorts verzuimt de baljuw de "Placcaeten" van Zijne Majesteit te observeren die betrekking hebben op "het houden van honden, tot sooverre dat verscheijde insetenen sijn haudende groote honden genaemt doghen, de selve soo bij daege als bij nagte laetende loopen soo binnen als buijten de selve stede, soodaeniglijck dat diversche persoonen onlangs daervan dangereuslijck sijn gebeten geworden". De gekwetsten hebben bij de baljuw klacht neergelegd "sonder dat hij daerinne heeft voorsien die honden te doen weiren ofte opden bandt te leggen". 3. Insgelijks heeft de baljuw "versuijmt ende genegligeert het devoir sijnder officie te quijtten" in het volgende, concreet omschreven geval. In het zomerseizoen 1780 was de metser Augustinus Cras aan het werken "aen eene nieuwe buijse" (= riool) in tusschen Brugghen" (= de huidige Tolpoortstraat). Cras was daarbij "soo temerair ende onbedacht geweest sijne traweele met eene vehemente coleire ende grootste force te smijten op het been van sekeren Jan Seijs, metserdienaar", waardoor met dezelfde slag diens "been afgeslaeghen" werd. Seijs, ter aarde neergevallen, was naar zijn woonst gedragen, waar hij "diversche maenden is geweest sonder te connen verrichten sijn ordinair handtwerck, absolutelijck noodig tot sijnder kinders subsistentie". De baljuw had blijkbaar tegen de dader niet ingegrepen. 4. De baljuw was evenmin ambtshalve ("causa officii") opgetreden tegen ene Dominicus vanden Berge, die in september 1781 "met eenen opgesetten wille ende groote brutaliteijt" diverse slagen en verwondingen had toegebracht aan Jacobus van Keersbilck, officier (= politieagent) van Deinze, terwijl deze "in fonctie" was om in uitvoering van de stadsverordening "te beletten aende coeijwachters ende andere jonckheden het slaen van de jakke ofte cletsoore (= koezweep), daermede sij grootelijckx waeren stoorende de gemeene ruste der inwoonders, soo bij daege als bij nachte." 5. Diezelfde "officier" van Keersbilck had op nieuwjaarsavond, 31 december 1781, na negen uren zijn "ronde inde herbergen" gedaan "tot observantie van Sijne Majesteijts placcaeten ende ordonnantien (...) tot het beletten de zaete ende den dranck". In de herberg "daer voor teeken uijthangt Sinte Joris (tussen Brugghen) nota bene eigendom van de baljuw zelf, had de officier "aldaer in de caemer vinden zitten bezigh sijnde met drincken" de baljuw en twee stadsschepenen en andere personen nog. Maar de baljuw had de officier vastgegrepen en "hem toegebragt menigvuldige slaegen ende stampen op den buijck, ende hem naerdien al slaende ende stampende buijten gesteken". Terdege toegetakeld, "heeft den selven officier grootte pijne en smerte geleden". 6. Ook heeft de baljuw "veronagtsaemt het devoir sijnder officie te quijten ten aensien van de twee diversche doodtslaegen begaen op de persoonen van Augustinus van Dierdonck en Adriaen vnde Kerckhove". Hij zou namelijk geen voorlopig onderzoek ("informatie preparatoire") hebben laten instellen, "niet jegenstaende sulckx onder het publicq seer rugtbaer was". Als baljuw was hij nochtans "causa officii" (= uit hoofde van zijn ambt) daartoe verplicht. 7. De laatste aanklacht is dat de baljuw eveneens zijn ambtsplicht veronachtzaamd had ten aanzien van "de vremde bedelaers, die tot grooten overlast van het gemeente bij menigte binnen de geseijde stede commen bedelen". De geestelijke overheid had vanop de kansel ("den stoel der waerheijt") in dit verband "bittere clachten afgecondigt, nogtans tot hiertoe vruchteloos".
2472. Ook wordt de baljuw verweten "van ten allen tijde principaelijck in sijn eijgen herberge ende ook in andere binnen en buijten de gemelde stede, te laeten spelen de viole". Op die manier tolereerde de baljuw "het houden van zaete buijten de ure bij placcaete gefixeert". Na opsomming van deze "zeven punten van in-gebreke-stelling" formuleert de aanklacht, bij wijze van besluit, ook het vermoeden dat de hoogbaljuw de stedelijke verordeningen en de keizerlijke plakkaten veronachtzaamt "omme bij middel van die groote laxhheijt de gemoederen der insetenen te winnen ende naer sig te trekken omme alsoo sijne fonctie van Practijcke ende sijne particuliere opsigten te favoriseren". Onbetekenende feiten? Of symptomen van een dieper grijpende crisissituatie, waarbij voor de gewone, gewetensvolle burger - door onvoldoende gezagsuitoefening van overheidswege een klimaat van onveiligheid en wankele rechtszekerheid was gegroeid? Wie zal het zeggen? Maar voor een vader, die in tragische omstandigheden een kind had verloren, reden genoeg om zich bij het hoger gezag - in casu de Raad van Vlaanderen - over de "negligentie" en het "wandevoir" (2) van de Deinse hoogbaljuw te beklagen. Noten (1) Rijksarchief Gent, Raad van Vlaanderen, nr. 30.865 (Correspondentie der Fiscalen - dossier dd° 30 nov. 1781).
(2) Over ander "wangedrag' van hoogbaljuw Martens enkele jaren later zie ook onze bijdrage "Een echtscheidingszaak met `schermenkeling' te Deinze in de lokaal-politieke context (1788)". in het K.O.K.jaarboek LIV (1987), vooral blz. 232-235, blz. 242 en blz. 256 (noot 37, waarin verdere literatuurverwijzingen).
PAUL HUYS nr. 268 Cholera in Deinze 1. In ons Jaarboek 1998 schreef ik over de armoe anno 1845-'47 en '49 en over de eerste sociale roerselen en protesten tegen Leopold I. Ik las ook het boek van Mia Kerckvoorde over "Louise van Orleans en het vergeten leven van Louise-Marie, eerste koningin van België". Al heeft de auteur het bewonderend-waarderend over deze koningin, ze vermeldt en beschrijft de jaren 1845-47-49, de honger- en sterftejaren in Vlaanderen. (zie bvb. voetnoot 2 bij Paul I-Iuys in Contactblad 1997 p. 2338: 300 sterfgevallen te Gent op vier dagen!). En ook de persveroordelingen worden even terloops vermeld die we in onze bijdrage citeerden (uit Argus). "Sire, het volk mort" wordt in dit boek vermeld als zou het een citaat zijn van Jules Van Praet (1806-1887) een Bruggeling die een intiem vertrouweling was van de koning. Ook de Vicomte de Conway (1804-1871) was Bruggeling, een vertrouwde van de koning. Aan het hof werd alleen Frans gesproken. Deze twee heren spraken onder mekaar wel Brugs wanneer ze iets aan mekaar te vertellen hadden wat niemand mocht verstaan. "Zij wisselden zelfs nota's in dat taaltje dat voor oningewijden zo onverstaanbaar is als geheimschrift" (p. 226) 2. Over armoede en behoeftigen vinden we ook gegevens in ons Kontaktblad KOK bvb. in 1984 p. 334 en 1990 p. 1348. HERMAN MAES
2473.
1669. Korte verhalen uit W.O. II: Zweefvliegtuig met 15 AMERIKANEN aan boord stort te pletter. September 1944 - De geallieerde troepen waren in opmars richting Duitsland. Vroeg in de morgen van de 17de september was de operatie MARKET begonnen met als doel de bruggen over de kanalen en rivieren op de as EINDHOVEN-ARNHEM onbeschadigd in handen te krijgen.
Dit was de grootste luchtlandingsoperatie die ooit had plaatsgevonden. Meer dan 36 000 Amerikaanse, Britse en Poolse manschappen zouden aan een parachute of in een zweeftoestel op een smalle strook land neerkomen om er hun opdracht uit te voeren. (1) De operatie GARDEN startte op de 19`'e en moest de aanrukkende grondlegers, die inmiddels de provincie Limburg hadden bereikt, in een tijdspanne van drie dagen tot voorbij de Rijn laten doorstoten om dan met een beweging naar rechts Duitsland binnen te trekken. Wij kennen dit gebeuren onder de naam van 'De slag bij ARNHEM' of van de film 'EEN BRUG TE VER'. De Amerikaanse 101 ste Luchtlandingsdivisie (the SCREAMING EAGLES ), één van de drie uitgezette divisies, kreeg de opdracht te landen tussen EINDHOVEN en VEGEL en daar de bruggen over het WILHELMINA KANAAL, en de ZUID WILLEMSE VAART te bezetten. De 82ste Luchtlandingsdivisie zou de bruggen over MAAS en WAAL bezetten en NIJMEGEN innemen. De Jste Britse luchtlandingsdivisie en de Poolse Para Brigade moesten de bruggen over de Rijn bezetten en ARNHEM innemen.
Het materiaal en de manschappen zouden in drie golven aangevlogen worden. De eerste twee golven op de 17d,, de derde golf op 19 september 1944. De Amerikaanse 101 Se Divisie gebruikte hiervoor DOUGLAS DAKOTA vliegtuigen van het type C46 en C47 en zweeftoestellen van het type WACO CG-Ha (2). Op 17 september was de lucht helder. Op 19 september toen de derde golf rond de middag vertrok was het boven België zeer mistig. Alle vliegtuigen van de 101 Se Luchtlandingsdivisie werden doorheen een afgebakende corridor over het 'Kanaal' geloodst en vlogen vanaf onze kust richting Antwerpen om vandaar het KEMPISCH KANAAL te volgen en ter hoogte van GEEL links af te zwenken richting EINDHOVEN, recht op hun doel af. Boven België liep blijkbaar iets fout met de navigatie want verscheidene DAKOTA'S hebben hun zweeftoestel te vroeg losgegooid.
Een WACO zweefvliegtuig met vijftien Amerikaanse soldaten van het 327s1e Gliiler Infanterieregiment aan boord stortte neer in Kruishoutem ter hoogte van café de `PLATTE BEURSE' in een weide van boer MEURISSE, nadat de bestuurder, gehinderd door de mist, met een vleugel een boomtop raakte. De vijftien inzittenden kwamen hierbij om het leven (3). Hun veminkte lichamen werden geborgen en op woensdag 20.09.1944, na een kerkelijke dienst, op het gemeentekerkhof van Kruishouten begraven. De gemeentesecretaris René D'Huyvetter was de drijvende kracht om alles te regelen. Enkele maanden later werden zij overgebracht naar het groot Amerikaans Kerkhof te NEUVILLE-EN-CONDROZ (Huy). Vandaar zijn 7 militairen op verzoek van hun naastbestaanden naar hun land teruggebracht.
2474.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Namen en herkenningsnummers van de
Neuville-en-
gesneuvelden
Condroz
Eugene, M, Paul, N. Henry, J, John, A, Ferank, G, Jesus, G, Warren, 11, Patrick, B, Charles, W, Pacheco Ernest, J, Moto, H, Kenneth, O, EMORY?A Allen. N.
MORAN LASKY BARRET INSOI,O HAAKE HERNANDEZ GARRET KEANE KEMPF FRANK'S GERE WALLACE ZIMMERMAN FRY ELLIS
Veld A
Ri j 24
USA Gr a f 19
32471777 35044255 38274996
T43 T43 T43
3356344
T43
D
31
10
37557272 T43 39548588 T43 36622329 T43 31342106 T43 33504488 T43 19167979 T43 33320749 T43 36220501 T43 37575515 T44 T.122687 T43 0.1306993 T42
D A D
31 44 31
21 26 6
USA USA
USA D
32
10 USA
D
25
4 USA
D D
31 31
14 14 USA
Diezelfde dag streken nog twee verdwaalde zweefvliegtuigen neer in een weide te BACHTEMARIA-LEERNE. De bemanning bleef ongedeerd maar wist niet dat zij in bevrijd gebied neergekomen was (4). Ooggetuige De Vogelaere bracht de militairen, die reeds in dekking lagen , hiervan op de hoogte. Engelse militairen namen de aan boord zijnde munitiewagentjes, het kompas en de hoogtemeter mee. De manschappen werden door de Engelsen weggebracht . De twee beschadigde toestellen werden overgedragen aan de boer in wiens weide ze geland waren , zogezegd om de aangerichte schade te vergoeden . De beide zweefvliegtuigen werden echter in korte tijd door souvenirjagers geplunderd. Op dezelfde dag zou er in de omgeving van GOTTEM ook een zweeftoestel neergekomen zijn. Bij de operaties MARKET en GARDEN sneuvelden 11.850 geallieerde militairen. Noten 1. De parachutisten werden gedropt door Dakota-vliegtuigen . De zweefvliegtuigen waren bemand met infanterietroepen die door Dakota ' s op sleep genomen werden. 2. Een C47 Dakota kon 4 ton vracht meenemen , of 28 volledig bepakte parachutisten overvliegen, of één zweefvliegtuig trekken . Het WACO zweefvliegtuig kon gesleept worden met een snelheid tot 200 km/u. en het kon tot 30 manschappen vervoeren. Het houten skelet was met zeildoek bekleed. 3. Het café 'DE PLATTE BEURSE' ligt op het grondgebied van KRUISHOUTEM aan de kruising van de GAVERSTRAAT en de KARREWEG, nabij de gemeentegrens met Machelen en Petegem. 4. Deinze werd bevrijd door de Engelse troepen op 05 . 09.1944.
ROMAIN 1)1. BOUVER
2475. 1670 . Maatschappij " Het Vaderlandschlied" De Deynsche Burger (plaatselijk weekblad) signaleert op zondag 5 mei 1895 de jaarlijkse prijskamp voor Blinde Vinken, te geven door de "Maatschappij Het Vaderlandschlied" in het lokaal, gehouden door Adolf Naert. (Vulmanus) Adolf Naert woonde Kattestraat t/nr. 14; hij was gehuwd met Augusta Verstraete. In 1895 was hier het socialistisch lokaal gevestigd. Waarschijnlijk was deze prijskamp een onderdeel van de 1 mei-viering, die in de beginfaze van de socialistische beweging op de eerste zondag na 1 mei doorging. Zie het artikel "Een eeuw socialistische volkshuizen in Deinze", door André Heyerick, in het jaarboek van de K.O.K. 1993, blz. 10. Van de Maatschappij "Het Vaderlandschlied" heb ik nergens anders een spoor gevonden. ANDRÉ HEYERICK
1671. Over een schilderij " De Sarnaritaan(se)" in de kerk van Astene In een handschriftelijk bewaard gebleven documentje (1) over de schilders ie hij in zijn jeugd gekend heeft, schrijft de Gentse decoratie- en wapenschilder Jan Baptist Lybaert (1808-1889) o.m. ook over de Deinzenaar Charles Louis Picqué (1799-1869). Over hem weet hij o.m. mee te delen dat hij (in de jaren 1820) wel vaker in een lokaal van het Gentse Museum schilderde, omdat hij thuis geen geschikt atelier had. Lybaert schrijft: "Telkens hij een commande ontving van een schilderij, zooals die van den goeden samaritaan voor de kerk van Astene hij Deinze, schilderde hij die op het Museum.'' Interesssante informatie, ware het niet dat de kerk van Astene helemaal geen schilderij van Picqué bezit, waarop het vernielde onderwerp - de goede Samaritaan - wordt uitgebeeld... In de kerk hangt evenwel een ander doek, getiteld "Jezus en de Samaritaanse vrouw". Is hier misschien een verwarring tussen twee bijbelse onderwerpen gebeurd, die allebei iets met een Samaritaan(se) te maken hebben? Vooraf en duidelijkheidshalve dit: in het Nieuwe Testament wordt inderdaad tweemaal een persoon uit Samaria ten tonele gevoerd. Waarbij het goed is iets te weten over de traditionele vijandschap tussen de beide volkstammen, zodat "Joden namelijk geen omgang hebben met Samaritanen" (Joannes IV,9). In Lukas X, 30-37 vertelt Jezus de parabel van de man die afdaalde van Jerusalem naar Jericho en in handen van rovers viel. Een priester en een leviet gingen voorbij, zonder de gewonde man te helpen; hij kreeg alleen medelijden en hulp van een Samaritaan (een vijand De notitie van Lybaert dus). Dat is de "parabel van de Barmhartige Samaritaan ". betreffende een Piqué-schilderij "van den goeden samaritan" blijkt derhalve naar deze parabel te verwijzen.
Daarnaast is er de evangelietekst over "Jezus en de Samaritaanse vrouw" in Joannes IV, 7-3 0, waarin verhaald wordt hoe Jezus bij een bronput te drinken vraagt aan een Samaritaanse en haar vervolgens spreekt over het leven-gevende water van het doopsel. Dit nu is het onderwerp van het schilderij in de kerk van Astene.
2476.
Astene, Sint-Amandus en Sint-Job
Het schilderij is neoclassictisch van stijl en zou stilistisch inderdaad uit de jaren 1820-1830 kunnen dateren. Zou het dus van Piqué kunnen zijn (hetgeen het verhaal van Lvbaert zou bevestigen)? Maar dan moet men wel de verwarring aanvaarden tussen de "Goede Samaritaan" met de "Samaritaanse aan de bron"... Er is echter nog meer dat niet klopt! In de K.I.K.-Foto-inventaris van de kerken in het kanton Deinze (2) wordt dit schilderij als anoniem beschouwd, met als omschrijving "Vlaamse School, eind 18 ` eeuw". Indien liet inderdaad 18e eeuws zou zijn, kan het uiteraard niet van Picqué zijn. Maar de Foto-inventaris blijkt fout (door een té vroege datering), en wordt bovendien tegengesproken door een ouder archiefdocument uit 1883! In dat jaar stuurde de Bestendige Deputatie van Oost-Vlaanderen een omzendbrief naar de Besturen der kerkfabrieken, waarbij hun werd opgelegd een inventaris van het kerkpatrimonium op te maken en aan het Provinciebestuur over te maken. Deze inventarissen van 1883 bleven bewaard in het Rijksarchief te Beveren-Waas in het Fonds
2477. "Oud Provincie-archief'. Daarin steekt ook een inventaris van de Sint-Job- en SintAmanduskerk van Astene en deze oude inventaris vermeldt een "Jezus en de Samaritaanse vrouw", maar met de notitie "geschildert (sic) en gegeven door Felix Heyndricks (sic) ontrent 1825". Felix Jan Ferdinand Heyndrickx (Gent 1799-1833), historie- en portret- en religieus genreschilder, was dus een jaargenoot van Picqué. Hij was (in Parijs'?) leerling geweest van baron Jean-Antoine Gros (+1835) en ook van de grote neoclassicist Jacques-Louis David (die 1825 in Brusselse ballingschap overleed). Zelf stierf Heyndrickx op zeer jeugdige leeftijd, nog geen 34 jaar oud. Er is werk van hem in het Museum van Luik (3). Welke reden deze Felix Heyndrickx kan gehad hebben om aan de kerk van Astene een van zijn schilderijen te schenken, is ons totaal onbekend. Maar dat deze schenking "omtrent 1825" moet gebeurd zijn. wordt door alweer een ander archiefgegeven bevestigd. Er is ni. een brief (4) bewaard waaruit blijkt dat Felix Heyndrickx in 1823 advies kreeg van de Brusselse schilder Francois-Joseph Navez (1787-1869), ook een David-leerling. En dat advies betrof meer bepaald "le costume de Samaritaine ". Het kan moeilijk anders of dit brief gegeven moet betrekking hebben gehad op liet schilderij "Jezus en de Samaritaanse", dat dan twee jaar later aan de kerk van Astene werd geschonken... We vragen ons wel af of in het "Liber Memorialis" (5) van de parochie Astene over de schenking iets genoteerd staat. Conclusie. Het is interessant om aldus over een (voortaan niet meer anoniem!) schilderij in Astene-kerk iets meer te vernemen. Maar het probleem Picqué, waar het ons om begonnen was, blijft bestaan. Schilderde ook hij voor Astene-kerk een "Goede Samaritaan" en, zo ja, waar is dit schilderij dan gebleven'? Of was er géén Picqué-schilderij - maar hoe kwam Jan Baptist Lybaert dan aan zijn (in dit geval foutieve) informatie'? De vragen blijven dus, maar dat kan voor een "vorser" alleen maar een aanleiding zijn om verder te zoeken. Desondanks... Noten (1) Universiteitsbibliotheek Gent, Hs. 111, 16 (Fonds Fr. De Smet, 40). (2) Door Chr. Vandenbussche (Brussel, K.1.K.. 1976), blz. 20 - Foto M 77695/73. (3) Dictionnaire biographique des artistes en Belgique depuis 1830 (Brussel, Arto, 1987), blz. 201; Dictionaire des peintres bolges (Brussel, La Renaissance du Livre, 1994), blz. 529. (4) Brussel, Kon. Bibliotheek Albert 1, Handschriften, Ms. 11, 70 (Correspondance Navez, dl. 1, brief 102). In die brief (datum 1823 in potlood toegevoegd) schrijft Iíeyndrickx aan Navez: "Je vous remercie beaucoup du costume de Samaritaine que vous m'en voyez (sic) mais j'espère cependant que vous viendrez car je désire beaucoup avoir vos conseils sur ce que j"en voye í> paris (sic) puur Ie concours (...)'". (5) In een dergelijk boek worden de voor een parochie "memorabele" feiten en gebeurtenissen genoteerd. De schenking van een schilderij door een "weldoener" (i.c. de schilder zelf) behoort alleszins tot zulke vermeldenswaardigheden. In de Kerkrekeningen daarentegen wordt een dergelijke schenking niet genoteerd, aangezien ze (normaliter) geen aanleiding is voor een te boeken "uitgave".
PAUL 1IUYS nr. 269
-----------------------------------------------------------
Unieke kans : VAN EYCK door de bril van Fons Dierick! De vzw Ondernemersclub Deinze en de Leiestreek , Ondernemersclub voor KMO, zelfstandigen en vrije beroepen, heeft het initiatief genomen om E.H. Alfons Dierick andermaal naar Deinze te vragen met zijn overgetelijke dia's over het werk van Jan Van Eyck. Het bestuur van de vereniging was, bij monde van Franky Taveirne, zo vriendelijk om deze "clubactiviteit" open te stellen voor de geïnteresseerde leden van KGK. 1 Ik kan me voorstellen dat heel wat leden die deze voordracht reeds eerder mochten meemaken, enthousiast de kans willen grijpen om dit nogmaals te kunnen beleven. Voor wie Fons Dierick nog niet beluisterd heeft en voor wie .zijn dia's over Van Eyck nog niet te zien kreeg is dit een unieke buitenkans: donderdag 10 december 1998, 20u. in het Museum van Deinze en de Leiestreek. Op vraag van de organisatoren, de vzw. Ondernemersclub-Deinze, is het wel nodig dat de KGK-belangstellenden vooraf een seintje geven aan: !KGK-voorzitter W. Jonckheere , Winkelstraat 36, 9800 Deinze, tel. 09/386.32.78 L - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - J