BIJDRAGEN TOT DE GESCHIEDENIS VAN
DEINZE EN DE LEIESTREEK
LXXII
2005 KRI G VOOR GJiJSCHIEDENIS E
KUN T VAN DEINZE EN DE LEIE TREEK
KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK
BIJDRAGEN TOT DE
GESCHIEDENIS VAN
DEINZE EN DE LEIESTREEK
Nr. 72 - 2005
Uit de geschiedenis van de toneelgroep "SINT-MAARTENSVRIENDEN" in Petegem (1928-1970)
door Dr. Paul HUYS
In memoriam patris
"Waar zal ik mijn verhaallaten beginnen? De minstrelen raden ons aan om middenin te beginnen, als de opwinding het grootst is." (Erica Jong, in "Sappho 's sprong")
Een heloftevol wedstrijdoptreden Bladerend in een der oudere jaargangen van het "Cultureel Jaarboek voor de provincie OostVlaanderen- 1951" (I) kwam ik toevallig terecht bij de hiernavolgende passage, onderdeel van een verslag over de Sch(ftings~;vedstrUd 1951 voor niet-gemengd toneel, georganiseerd door het Algemeen Kristen Vlaams Toneelverbond (Juryleden: Jacques Backeljauw, voorzitter; Marcel Verniersen Carlos Van Lanckere. leden):
"St.-Maartensvrienden ", Petegem. Nam deel met "Het kruis op de heide", van 1. Ballings, een ietwat verouderd toneelwerk, naar bestvermogen opgevoerd. Deze kring beschikt over een heel stel jonge speelkrachten, die beloven voor de toekomst. De al te grote bezetting kon niet naar behoren toebedeeld worden en zo kwamen veel hiaten voor in het spel. Een paar spelers wisten zich te doen opmerken door hun volgehouden spel. Wij menen de kring te mogen gelukwensen om zijn schitterend decor, waarbij de hemelpoort op zeer originele wijze werd gesuggereerd; een fantasie waaraan de meeste zorg werd besteed en die zeer suggestief aandeed. Dit getuigt van kunstzin bij de toneelleider. Mits meer routine kunnen de St.-Maarlensvrienden het ver brengen. Veel jongere krachten gaven flitsen van talent en dit moet voor de kring een waarborg zijn voor de toekomst. Het lezen van deze tekst deed mij terugdenken aan mijn jeugdjaren op Petegem-Kouterken. Wij woonden sedert 1946 in het schoolhuis van de gemeenteschool (rechtover het in 1924 gebouwde gemeentehuis), op 250 meter afstand van de "Sint-Maartenskring" die iets verderop gelegen was langs de Kortrijksesteenweg, tegenover het Klooster. De toneelzaal, waar de "St.-Maartensvrienden" hun opvoeringen brachten, vormde de gelijkvloerse verdieping van de parochiekring. Op de ruime bovenverdieping van de "Kring" was de jongenspatronage ondergebracht, waar ikzelf jarenlang elke zondagnamiddag met mijn Petegemse schoolkameraden heerlijke uren van spel en ontspanning heb doorgebracht bij voorkeur met biljarten, of anders met kaartspel, teerlingbak en/of andere gezelschapsspelletjes ... Vrij kort nadat mijn vader, in 1946, benoemd was tot hoofdonderwijzer aan de gemeenteschool van Petegem, is hij ook voorzitter geworden van de toneelgroep "Sint-Maartensvrienden". De eerste opvoeringen hebben mogelijk al in 1947 plaatsgehad, maar de statuten dateren uit 1948. Alhoewel het bestuur in principe in de "Kring" zelf vergaderde, herinner ik mij toch ook nog bestuursvergaderingen bij ons thuis, waar wij kinderen natuurlijk niet bij mochten zijn. In de ruime woonkamer was - na afloop van de soms wel geanimeerde besprekingen- de tabaksrook te snijden. Proost van de toneelbond in die aanvangsjaren was de E.H. Jozef Van Overbeke (in de volksmond 't 1/oerke genoemd), die onderpastoor van de Sint-Martinusparochie was van 1941 tot 1951. Als secretaris (én souffleur) herinner ik mij de innemende, gedienstige en altijd goedlachse Jacques Vb11ninck (2), die kantoorbediende was en ook op
7
TONEELSEIZOEN 1949-50 PETEGEM- DEINZE
St. Maartensvrienden
DE BOEREN
OLEN
van
door L. ERNEST
ROLVERDELING: BAAS BIERMANS NELLES, zijn knecht BURGEMEESTER GARDE-CHAMPETTER PEERJAN WANNES KOBE TIST'
Maurits Miehels Gilbert lde Jacques Vlaminck René Van Houtte Jules Geeregat Hilaire Willemijns Jules De Pestel Leon V. D. Schaeghe André Hert'oghe Elienne Van Hauwaert
1 e JAGER 2e JAGER BODE KEIZER KLEERMAKER
André Alliet Jules Geeregat
Speelt in de gelagkamer bij Baas Biermans. Orkest letding: D. BEKAERT
Kapping: BERTRAND DE CA LUWt
Algemene leiding Gebr. H. en A. DE POURCO.
HET BESTUUR : De Proost: E. H. J. VAN OVERBEKE. De Sekretaris,
De Voorzitter,
JACQUES VLAMINCK Gebr. De Pourcq,
JORIS HUYS Jules De Pestel.
Drukk. Daniël Van Wddrn. Tolpoort.~trast 18, Drinu.
/. Programmablaadje (Verz. René Van Haute)
8
het Kouterken woonde, tegenover Petegem-Kerk (althans tot 1954 toen hij na zijn huwelijk naar Olsene erhui de). Van het be tuur maakten voorts ook deel uit: de gebroeders Hubert (3) en Albert De Pourcq (4), timmermans-meubel makers, die benevens (hoofdrol- )spelers ook de decorbouwers waren en soms - hetzij alleen of samen - voor de toneelregie instonden , en Ju les De Pestel (5 ), die huisschilder was en - meestal met Jules Geeregat (6) - de decors schilderde.
2. "De boeren van Olen ". Van l. naa r r. , zittend: onderpastoor J. Van Overbeke en voorzitter Joris Huys; staande: Albert De Pourcq, Leon Van der Schaeghe, Jacques Vlaminck, André Alliet, Hilaire Willemyns, Gilbert Ide, André Hertoghe, Maurice Michel.'î, René Van Haute, Etienne Van Hauwaert, Jules De Pestel, Hubert De Pourcq, Jules Geeregat en Valère Willemyns. (Verz. René Van Haute).
9
3. Na de op voering van '"t Plakleerke" (17- 18 dec. 1950). Van l. naar r. : Hubert De Pourcq, Jules De Pestel, Jules Geeregat, Maurice Michels, André Alliet, A lbert Boone en Hilaire Willemyns. (Verz. Albert Boone).
Tijdens mijn collegejaren (tot 1951 in Sint-Hendrik) mocht ik (af en toe, sommige) toneelopvoeringen van de "Sint-Maartensvrienden" gaan bekijken. Ik herinner mij eerst en vooral de "blijspelen", met sterspelers als Gilbert Ide (9), "dé kluchtenaar" bij uitnemendheid, die de zaal kon doen gieren, en naast hem Maurice Miehels (1 0), specialist van de "vrouwenrollen". De Petegemse toneelgroep, aangesloten bij het Algemeen Katholiek Vlaams Toneelverbond (AKVT), mocht immers - onder de pastoors Noterrnan (1922-1951 ) en Van Hevele (1951-1966)- niet spelen met een "gemengde" rolbezetting (de Deinse "Burgersbond" in de Volkskring mocht dat sinds 1934 wél van deken Van Laere!). Dit betekende dat eventuele vrouwenrollen door "verklede" mannen moesten vertolkt worden: in de blijspelen gaf dat meestal aanleiding tot hilarische toestanden, in de "drama's" daarentegen kwam het daardoor af en toe tot pijnlijke of gênante situaties ... Van de blijspelen herinner ik me nog o.m. Jos. Janssens ' 10
populaire "Klucht van de brave moordenaar" en stukken als "De boeren van Olen" (van L. Ernest), met André Alliet (10) als Keizer Karel , Jacques Vlarninck als de burgemeester, Maurice Miehels als de herbergier Baas Bierman en Gilbert Ide als zijn knecht Nelles," 't Plakleerke" (van André Degraeve) met Hilaire Willemyns (9) als Hippoliet en André Alliet als Vincent, benevens de twee vrouwen Antoinette en Elodie, vertolkt door Maurice Miehels en de jonge Albert Boone (11 ). Of ook nog - enkele jaren later - het successtuk "De koning van Hoelaboela" (eveneens van André Degraeve), met de rijzige Albert Boone in de titelrol ... Pittige blij pelen waren verder ook "Mijn oom uit Amerika", met Jordaan Vandemoortele (12) in de titelrol van oom Fred en als medespelers o.m. Albert De Pourcq, de gebroeders Yalère (13) en Hilaire Willemyns, en Gilbert Ide in een meisjesrol, of een stuk als "De adjudant van Zijne Majesteit" met
4. "Mijn oom uit Amerika ". Van l. naar r.: Valère Willemyns, Albert De Pourcq, Jules De Pestel, Hilaire Willemyns, Gilbert !de, Jordaan Vandemoortele, Leon Van der Schaeghe, Maurice Miehels en Ju/es Geeregat. (Verz. Valère Willemyns).
11
Fabien Allaert ( 14) in de titelrol, André Alliet als de burgemeester, Roger Vandervennet (15) en Jacques Vlaminck als de twee detectives (getypeerd als Janssen & Janssens in de Kuifjes-albums van Hergé!), en voorts o.m. nog René Van Haute (16), de twee De Pourcq ' , de naakse Gilbert Ide, de schuchtere Mi chel De Jans (17) en anderen meer. En ter ontspanning werden tussendoor (meestal als derde seizoenoptreden) ook wel eens vrij pretentieloze stukken opgevoerd, waarin eerder de pure klucht (karikaturale typering en situatiekomiek) de overhand had zoals b.v. "Baas Best en Sint-Antonius" (van Emi el Barbaix en Maurits Notte), 'Generaal Lambiek" (van André Degraeve) e.a.m.
5. " De adjudant van Z. Majesteit ". Van I. naa r 1:, swande: Fab. Allaert, Hub. De Pourcq. Mm u: Dupont, R. Van Haute; zittend: Jacques Van Landeg hem, Alb. De Pourcq, André Haerens, Gilb. !de, Val. Wil/emyns, R. Va ndervennet, J. Vlaminck, J. De Pestel, J. Geeregat en M. De l ans. (Foto Rob. Van Daele; verz. Roger Vandervennet ).
6. "Generaal Lambiek" (1952). Van l. naar r.: Val. Willemyns, Alb. Boone, Jul. Geeregat, A. Alliet, ?, Gaëtan Van Praet, Gilb. !de, ? en Jacques Vlaminck. (Verz. Albert Boone).
12
7. "De klucht van de brave moOJdenaar". Van /. naar r. , ::.ittend: J. Huys, E. H. Gistelinck, J. Vlaminck; staand: Afb. Boone, J. De Pestel. Jul. Geeregat. Joseph He/eu, Michel De Graeve, Gilb. /de, Van de Casteele, Lucien Ma ebe, R. Van Haute, L. Van der Schaeghe, Roland Simoens. (Verz. Joseph He/eu).
Daarnaast waren er uiteraard de "serieuze " stukken. De wedstrijdopvoe rin g van "Het krui s op de heide", in maart 1951 (ik was toen " laatstej aars", nl. leerlin g in de all ereerste retori cakl as van het co llege en zou in oktober aan de uni versite it Germ aanse fil o log ie gaan studeren), heb ik waar chijnlijk ni et gezien, of ik heb er althans geen enkele herinnering meer aan overgehouden. Wé l herinner ik me nog goed tu kken als Feli x Timmerm ans' " Waar de sterre bleef stille staan" (ik za l toe n zowat 14 of 15 j aar geweest zijn .. . ) of het drama " Een zwerver kwam" (een bewerkin g, door John Grosfe ld, van "De verchoppeling" van A. Boere), waarvan ik mij , als intri ge, vooral nog de "aa ngrijpende" confrontatie herinner tu sen de twee "v ij ande lijke broers" : de ene een hard voc hti ge rijke boer, ve rtolkt door Albert De Pourcq, en de andere een arme zwerver, gespeeld door Roger Yandervennet; met als nevenintrige het gegeven dat een van de dri e zonen van de boer (vertolkt door Michel De Jans) ni et trou wen mocht met een arm meisje " ui t de stad". Ook de opvoering van "Een schip in nood"- met o. m. Roger Yanderven net, André All iet, René Van Haute, Jordaan Yandemoorte le en Yalère Wille myns in de rolbezetting - is mij als een van de "betere" prestati es van de Sint-Maar-rensvri enden van omstreeks 1950 bijgebleven . Aan deze gedenkwaardi ge opvoering zit overigens nog een leuke anekdote vast. Tegen het einde van het stuk lag de jonge Hervé De Pestel - zoals zijn rol het hem voorschreef - "doodziek" in zijn kaj uitkooi. Toen een van de speler van de half ingedommelde of wat verstrooide jongen niet de verwachte ei ndrepliek kreeg, redde hij zich met te zeggen "Ach, hij is al dood! " Waarop de jongen, plot weer alert, rechtveerde in zijn beddebak en verontwaardi gd uitriep: "Neen,' t is niet waar. Ik moest toch eert nog iet zeggen !... " De dramati. che spanning in de zaal kreeg wél even een bevrijdend ontladingsmoment. Maar het Petegemse toneelpubliek nam aan zoiets allerminst aanstoot, mi chien integendeel zelfs .. .
13
8. "Een zwerve r kwam ". Van I. naar r. , zittend: Atberf De Pourcq, Roger Vandervennet, Ju/es De Pestel; staande: René Van Haute, André A/liet, Michel De lans, André Haerens, Jordaan Vandemoortele, Ju/es Geeregat. (Foto Robert Van Dae/e; verz. Roger Vandervennet).
Van spelkwaliteit, regieaanpak, typering in de uitbeelding van de karakterrollen, taalzuiverheid en vlotheid van de dialogen enzovoort had ik in die jaren waarschijnlijk nog wel niet veel kaas gegeten, maar wél herinner ik mij -bij die drama's - dat het in de (meestal overvolle) parochiezaal muisstil was en dat op de emotionele momenten de zakdoeken zichtbaar aanwezig waren, hetgeen bij ons, jonge snaken, meestal tot een gegeneerd en zenuwachtig gniffelen aanleiding gaf. Maar goed, zo ging dat toen. In elk geval was het eindapplaus telkens weer overtuigend en oorverdovend - het gepaste middel tevens om de ondergane emotie(s) krachtdadig weg te reageren. Toneel in Petegem, ruim een halve eeuw geleden: vérre, bijna verdwenen herinneringen aan een tijd die onherroepelijk voorbij is ... 14
En zoal zovele andere dingen uit het (toch nog relatief recente) verl ede n is dit a ll e maal noo it beschreen- t rwijl nochtans de tijdgenoten di e het meegemaakt hebben, stil aan aan het verdwijnen zijn; erg i ook dat de meeste archiefdocume nte n (reclamefo lde rs, progra mm abl aadjes e nz.) onbestaande of on indbaar geworden zijn. Hoog tijd du s om wat van di e geschi ede ni s nog ove rblij ft e n grijpbaar is, ooral nog vast te leggen opdat men later nog zou kunne n weten "w ie es früher gewesen ist" (wat een an de mogelijke defi niti es van de geschiedsc hrijving zou kunne n z ijn ). Bij het opzoeken van moge lijke bronne n voo r de geschi edschrij vin g va n de "Si nt-M aartensvrienden" ben ik door het toeval wel eens aardi g geholpen. Toen ik in de loop van he t jaar 2003 - in verband met een totaal andere studie (nl. over Pi e ter Kints, 1850-1 912) - op zoe k was naar gegevens over de Deinse toneelschrijver Dés iré Delcro ix, botste ik in een zeld zaam gewo rde n oorl ogsuitgave van het K.O.K. Jaarboek Uaargang VII uit het o nheil sjaar 1940! ) op een verslag over de gedenk waardige opvoering, in juli 1939, van De lc roix ' " Philippina van Vl aandere n", als openluchtspel ve rtoond o nder de regie van Michel Van Vlaenderen ( 18). En daar las ik - tot m ' n e igen grote verwo ndering - op de laatste pagina van dat vers lag een opsomming van de medewerkers aa n dat g roots ope nluc htspe l en daaronder "De Toneelgroep 'Sint-Maarten ', Petegem- Deinze". '
f
I
I
-i ,_
'
I
\
'J
9. "Schip in nood". Van L. naar r.: Urhain Van Hove, Hervé De Pestel, Roger Vandervennet, Michel De l ans, André Al/iet, René Van Haute, Jules De Pestel, Valère Willemyns, André Haerens, Jordaan Vandemoortele. (Verz. Roger Vandervennet).
15
JO. Poserend op de binnenkoer van de Sint-Maartenskring, J7 maart 1929, na de opvoering van het katakombendrama "Nero ": bestuursleden en spelers van de toneelgroep "Sint-Maarten- Als 't Past". Zittend: l. Henri Delbaere en r. Georges Allaert. Staande o.a. Gustaaf Allaert, Valère De Smet en Alfons Geiregat (resp. Je, 2e en Se van links); Gustavus Van Hauwaert, E.H. De Bisschop, Marcel Allaert en Gaston Allaert (resp. Je, Se, 6e en 7e van rechts). (Foto Verstraeten, Deinze; verz. Mevr. Gaston Allaert).
16
De Toneelbond Sint-IVlaarten - ''Als 't Past" (1928- I 939) Hé~. zeg je dan bij jezelf. bestond die toneelgroep dan ook al vóór de oorlog van '40-45? En was dus
de toneelactiviteit die van 1947 af werd opgezet, geen echte stichting van een nieuwe toneelgroep, maar gewoon de voortzetting - na een noodgedwongen onderbreking tijdens de oorlogsjaren - van een vroeger bestaan? Als speurder naar "hoe het werkelijk geweest is" kan je dan je onderzoek maar het liefst van vooraf aan herbeginnen, door dieper, d.i. verder terug te graven, ditmaal naar de jaren van het interbellum- de jaren '20 of '30, toen op de planken van de Sint-Mam·tenskring ook al toneel werd gespeeld, door een nog vroegere spelersgeneratie dan die van 1947 en volgende ... En dan heb je, als speurder, het geluk om - na veel omvragen en allerhande contacten via-via - terecht te komen bij een dame van liefst 93 jaar ( 19), met een blijkbaar onverwoestbaar, ijzersterk geheugen. Zij vertelde mij dat haar man - Gaston Allaert (20), met wie ze in 1935 gehuwd was - van kort vóór 1930 deel uitgemaakt had van het bestuur van die eerste toneelgroep "Sint-Maarten" en daar ook in enkele stukken was opgetreden. Ze bezat daarvan nog enkele foto's, gedateerd 1930: "Alsjeblieft, de foto's zijn ter beschikking ... " Deze unieke documenten worden hier graag en met veel dank gepubliceerd, als de ongetwijfeld oudste visuele getuigen van het bestaan van de toneelgroep "Sint-Maarten", toentertijd onder de kenspreuk "Als 't Past". Uiteraard is dat een verwijzing naar de vele eeuwen oudere kenspreuk van de middeleeuwse Gentse rederijkerskamer De Fonteine, die ook speelde "als 't past, bi appetite". De "appetijt" hebben de Petegemse Martinisten niet mee ontleend voor hun kenspreuk, maar zeker is dat ze zonder toneel-appetijt niet zouden gespeeld hebben. De hierbij afgebeelde foto-documenten (samen met de vermelding van hun medewerking aan de openluchtvertoning van "Philippina" anno 1939) waren- in die fase van mijn onderzoek- voorlopig de enige teruggevonden getuigen over de vroegste werking van de Petegemse toneelgezellen tijdens het interbellum. Zij zouden dus anno 1930 (want dat is de datum die genoteerd staat op de keerzijde van het fotoorigineel uit mevrouw Allaerts familiealbum), een toneelstuk "Nero" gespeeld hebben. De spelers, met proost Oscar De Bisschop (die van 1924 tot 1932 onderpastoor van Petegem was) en enkele bestuursleden, zijn - op de binnenkoer van de Sint-Maarlenskring - op de gevoelige plaat gezet door een lokale fotograaf, die zijn blindstempel "Photo Verstraeten Deinze" in de rechterbenedenhoek van de foto heeft ingeprent. We tellen vijf hestuursleden en twaalf "gekostumeerde" spelers, onder wie de kleermaker Gustavus (Staf) Van 1-lauwaert (I c van rechts), Marcel Allaert (met wit hoofddoek, 7e van rechts) en zijn broer Gaston (met donkere hoofdband, xe van rechts), de huisschilder Jules-A(fóns Geiregat (in driekwartprofiel, met romeinse helm, 6e van links), Valère De Smet (2e van links) en Gustaaf Allaert (uiterst links, met donkere tulband). Gezeten, rechts, herkennen we Georges Allaert, de "technicus" van de groep. De zittende man links zou Henri Dclbaere (21) zijn, een timmerman die op het Kouterken vlakhij de Sint-Maarlenskring woonde en die toen voor de decorbouw van de toneelopvoeringen instond.
17
De gebroeders Allaert - Gustaaf (1899), Georges (1900), Gaston (1903), Gerard (1904) en Marcel (1 906)- zijn ook prominent aanwezig op een nog andere foto van omstreek 1930, waarop we het hele bestuur van de toneelgroep "Sint-Maarten" aantreffen .
11. Het bestuur van de toneelgroep "Sint-Maarten" omstreeks 1930 (Foto Claerhout, Deinze; verz. mevr. Gaston Allaert).
Zittend, van links naar rechts, zijn dat: Gustaaf Allaert (22), Luc Matthys (23), onderpastoor Oscar De Bisschop (24), Albert Van Hoost (25) en Georges Allaert (26). En staande, achter hen, ook van links naar rechts een onbekende, Gustaaf-Franciscus Van Hauwaert (27), Gaston Allaert, de kleermaker Gustavus ("Stafke") Van Hauwaert (28), Jules-Alfons Geiregat (29), Valère De Smet (30), Gerard Allaert (31) en Marcel Allaert (32). Het meest opvallende aan deze foto is wel de aanwezigheid, in deze Petegemse groep, van de jonge Deinse advocaat Luc· Matthys, die precies in diezelfde vroege jaren '30 ook al actief was in de Deinse "Christene Jongelingenbond" en die bij de Deinse clerus op een minder goed blaadje stond wegens zijn Vlaams nationalisme. Zijn aanwezigheid op deze foto is evenwel misemen nog geen bewijs dat hijzelf deel uitmaakte van de Toneelbond "Sint-Maarten" en heeft mogelijk wel een andere verklaring. Sedert december 1925 immers bestond in Deinze het "Katholiek Jeugdverbond", een overkoepelend orgaan waarvan Luc Matthys de secretaris was (33) en waar de Toneelbond van "Sint-Maarten" zoals de meeste Deinse parochiale jeugdverenigingen, vermoedelijk wel bij aangesloten was. 18
12. De gebroeders Allaerf omstreeks 1930 (Fo to Custaaf C/a erhout, Dein ::.e; \'er::.. 11/e\'J: Caston Allaert).
Oe vijf gebroeders Allaert, hi erbo ven sa men poserend o p een fami li e foto van o mstreeks 1930, waren spilfi guren in het parochie- en verenigings leven. Ze waren all e n lid van de Sint-Cec iliafanfare, van de Katholi eke Turnclub en van de tonee lbond "Sint-Maarten" . Van link s naa r rec hts: Marcel , Gerard , Gustaaf, Gaston en Georges. Eveneens uit de beginjaren '30 stamt nog een laatste, helaas niet nader te identificeren foto , die evenwel onm iskenbaar de toneelscène van de Sint-Maartenskrin g toont, met ee n omvangrijke spelersgroep, zodat het dus zeer waarschijnlijk om een opvoering door "Sint-Maarten" gaat. Aan de kledij en de rolbezetting te oordelen, zou het opgevoerde stuk zo iets in het genre va n " De regimentsdochter" van Donizetti (34) kunnen geweest zijn . .. , maar dit is slechts een gok. Het herbergop chrift "In ' t veld van Mars" (zichtbaar op de linkerwand van het toneeldecor) verwij st moge lijk naar de titel van het opgev erde stuk. Of er een toneelstuk (operette?) "Au Champ de Mars" be taan heeft , weten we echter niet. .. We durven deze foto "omstreek 1933" dateren .
19
13. Een opvoering, omstreeks 1933 ( ?) in de Sint-Maarrenskring te Petegem, van een alsnog onbekend toneelstuk.
(Verz. mev1: Marcel Allae rt).
Op de tweede rij , staande in het midden, herkennen we duidelijk twee Petegemse onderwijzers: de rijzige meester Georges Schamp ( 1911; gediplomeerd 1930) en naast hem de eerder kleine gestalte van meester Raphaël Van Durme ( 1913; gediplomeerd 1931 ; eerst twee jaar onderwijzer in Deinze en vanaf 1933 in Petegem). Naast meester Van Dunne staat zijn oom, de kaalhoofdige huisschilder Maurice De Ruyck (35), die in de jaren ' 30 voor "Sint-Maarten" de toneeldecors beschilderde. Rechtstaande, derde van rechts, herkennen we dezelfde decorbouwer - Henri Delbaere (36) - die we ook op de "Nerofoto" van 1930 aantreffen. Vierde van rechts, met de witbepluimde steek, is waarschijnlijk (alweer) een van de gebroeders Allaert. Mogelijk gaat het om Marcel Allaert, want deze foto is afkomstig uit zijn verzameling. Het "Petegemse" stempel is hoe dan ook duidelijk. Bevreemdend is echter dat op deze foto ook enkele meisjes blijken voor te komen (alhoewel "Sint-Maarten" in die jaren nog niet "gemengd" mocht optreden) ... Het blijft een intrigerende foto, waarover we graag méér zouden weten!
20
Tot zover dan de oudste, in familiealbums bewaard gebleven foto's uit de begintijd van de Petegemse toneelgroep "Sint-Maarten". Blijft dan nog altijd de vraag, wanneer precies de groep was opgericht. Een en ander leek alvast te wijzen naar het tijdstip van (kort voor) 1930. Misschien dat de lokale kranten meer precieze informatie konden opleveren over het Petegems toneel tijdens het interbellum? Opnieuw op zoek gegaan dan maar! We vonden inderdaad een interessant gegeven, dat ons echter weer voor een ander, nog onopgelost probleem stelde. In "De Eendracht. Katholiek, Vlaamsch en Demokratisch Weekblad" ( 1e jaargang. nr. -l-9) van 11 december 1932 (37) staat te lezen dat de "Toneelhond · VcJOr Kunst en Vermaak' \'Wl Petegem" op 11 december 1932 het stuk "De Weg der (sic) doods" zou opvoeren, een "drama in -+bedrijven uit Ruslands bloedig heden, door P. Paul Humpert, een zeer modern stuk, uiterst interessent (sic), dat ons een beeld geeft van de gevolgen van 't kommunisme (prijzen der plaatsen: 5 fr., 3fr. en 2 fr.)." Bevreemdend is niet zozeer de keuze van het stuk, maar het feit dat er in Petegem een toneelgroep "Voor Kunst en Vermaak" actief was (de zaal wordt jammer genoeg niet vermeld~). Was dit een alias-naam voor "Sint-Maarten" of was dat een (nieuwe?) concurrerende toneelgroep, die mogelijk niet lang bestaan heeft? En is het toeval dat proost-onderpastoor Oscar De Bisschop net in datzelfde jaar 1932 Petegem had verlaten? We weten het niet: het raadsel blijft vooralsnog onopgelost. Maar er was gelukkig nog een ander lokaal weekblad (waarbij, achter de schermen, alweer de naam van - jawel - Luc Matthys opduikt): "De Le_ve. Katholiek Weekblad" (Redaktie-Beheer: Markt 81, Deinze). K.G.K. bezit daarvan de eerste drie jaargangen ( 1928-1930), zorgvuldig bewaard in het Museum van Deinze (en daar ook op microfilm en op cd-rom te raadplegen). In dit weekblad vonden we - eindelijk - een aantal zeer concrete gegevens betreffende de vroegste bestaansjaren van de Petegemse toneelgroep, die werd opgericht in 1928 (of mogelijk zelfs al eind 1927). In "De Leye" (1, 25) van 02.12.1928, blz. 2, lezen we in de rubriek "Plaatselijk Nieuws" het volgende bericht: "Op de Sint-Maarlensparochie bloeien het Sint- Vincentiusgenootschap, de Eucharistische Kruistocht, de congregatie en de patronages. Sterke afdeelingen vormen de Boerenbond, de ChristenWerkliedenbond. De Maatschappij voor goedkope woningen bouwt gedurig voort. De ChristenVrouwenbond is zeer sterk. fJe jonRe toneelRmep roert, enz. Het leeft en groeit." Dit (prille) bestaan van een toneelbond (hier nog zonder naam vermeld~) wordt bevestigd door een notitie van pastoor Noterman in het parochiale "Liber Memorialis" in hetzelfde jaar 1928 betreffende de onderlinge werkvcrdeling van de drie parochiepriesters, waarin hij schrijft dat de eerste onderpastoor (i.c. Oscar De Bisschop) instaat voor o.m. "de jongensschool, de leering, de jongens-patronage, de Boerenbond, de Werklieden bond, de Tooneelhond, de Sint- Vincentiusconferentie enz." (38).
21
Geestelijkheid Sint-Martinusparochie 1920-1970 pastoor
TI-----------;;E'>.N:i:::ol:::em=ta::-n----------r------;-J_-;-;v=an-;-;H=ev:-;:ele:------,1-:-J.':":'Va-n':':'"Po-ec~k
'ii:so~u:;;::vri:;:-e
Ie onderp. De Vriend! 2e onderp. llove 1920
I
0. De Bisschop A. Van der Maeren 1925
I
J. Van Overbeke
M. Lepoutre
I
0. Lammens 1930
1935
R. Brackc
I
1940
J. Gistelinek
N. Schoorens 1945
1950
P. Coorevils 1955
1960
1965
1970
Maar terug naar het weekblad "De Leye". In het nr. 11,5 van 03.02.1929 lezen we: 'Tooneel. De twee tooneelal'(mden welke de Kristen Werkliedenbond van Petegem dit sei~oen reeds gegeven heeft, hebben zulken bijval genoten dat zich reeds verscheidene persoonen afvragen of men dit seizoen(= 192819:29) niets meer te verwachten heeft? Wij vernemen dat den sympathieken leider van den tooneelbond, EH. De Bisschop, reeds verscheidene stukken ter inzage gevraagd heeft en men hoogstwaarschijnlijk met halfvasten eene buitengewoone voorstelling mag verwachten." Reeds de week nadien, op 17.02.1929 (11, 7 ), volgt nader bericht: "Tooneelhond 'Als 't past'. Zondag I 0 maart, groot tmmeelfeest in de feestzaal van het Patronaat, Kortrijksche Steenweg; men zal opvoeren: 'Neo (sic) of de Martelaars der Catacomben', drama in drie bedrijven. Verdereene puike nieuwe klucht. Men zegge het voort." Neo dus i.p.v. Nero: of het spreekwoordelijke zetduiveltje aan het werk ... (zie a tb. I 0) Enkele weken later, op 10.03.19:29 (11, I 0), volgt de mededeling dat de opvoering een week is uitgeste 1<.1: "Tooneelhond 'Als 't Past'. Op Zondag 17 maart zal in dezen tooneelbond, in de zaal van de patronage te Petegem, Kortrijksche Steenweg, om 5 uur stipt, een 'Neo-Romeinsch (sic!) drama' opgevoerd worden door de leden van den Bond. Het stuk is een belangwekkende brok schoon tooncel uit de catacombenstrijd der eerste christenen. Na de opvoering gaat 'De Stradivarius', eene uitstekende nieuwe klucht." Leuk om te zien hoe het zetduiveltje blijft dwarsliggen en, om de naam Nero te kunnen omzeilen, dan maar een correctie tot "neo-Romeinsch" te voorschijn tovert. .. 0
Uit de diverse, hiervoor geciteerde Leye-advertenties te zamen kunnen we dus opmaken dat: I de Petegemse toneelbond een onderdeel was van (of ontstaan was uit) de Kristen Werkliedenbond; 2° optrad in de Sint-Maartenskring; 3° de naam "Als 't Past" droeg; 4° tijdens het (eerste?) toneelseizoen 1928-1929 niet minder dan drie opvoeringen had gebracht, w.o. het Nero-drama, waarvan we overigens beschikken over een foto (op de rugzijde foutief 1930 i.p.v. 1929 gedateerd).
22
0Yer het daarop volgende toneelseizoen 1929-1930 van "Als 't Past" vinden we berichten in "De Leye" Yan 13 oktober (11. .f I), 17 november (11, 46), 24 november (11, 47) en I december 1929 (11, 48) en wat de tweede opvoering betreft- in die van 2maart (111, 9) en 30 maart 1930 (11, 13). Dit was hun programma: Voor de eerste opvoering, op 24 november 1929, stonden bij "Als 't Past" niet minder dan drie stukken tegelijk geprogrammeerd: I. "Kerstnacht", dramatische schets; 2. "De verliefde pennelekkers", operette in één spel: 3. "Vlug verdiend", luimig eenakter. Een uitvoerig verslag over deze opvoering kan men lezen op de afbeelding hieronder. Onder de nominatim vermelde spelers vinden we ons reeds bekende namen terug: de gebroeders Gaston, Gerard en Marcel Allaert, Albert Van Hoost (hier als Van Oost geciteerd) en Valère De Smet. Toneelleiding (én orkest~) o.l.v. Maurice Walgraeve (39).
Uit Deinze en Petegem Tooneetbond «Als 't Past». - Verlede.n Zondag ging het eerste Wint1uîeest van «Als 't past» door. Alles paste, uitgenomen de zaal· die veel te klein was om al de bezoekers te kunnen bevatten. De liefhèb' . bers hebben naam en faam gekregen sedert hunne stichting. Werden opgevoerd : «
gedacht met lange kantoorkielen en afgetobde tronie. Wat meer verzorging bij de -regie en· deze operette ware een pereitje van humor geworden . .Eindelijk «Vlug verdiend• een lachsucces zonder weerga waar beurtelings .Ger. · Allaert A. Van Oost M. Allaert en Gaston Allaert de grondtoom aansloegen in de rol van Advokaat rent(!nierken boer en majoor M. De Meyer als huisknecht zette in ruime mate de geestigheid kracht bij totdat de scherts en de luim hoogtij vierden door de snedigheid van Val. Oe Smet die den meest uitbundigen bijyal oog~tte. Orkest en tooneelleiding. onder Maur. Walgraeve liepen vlot van stapel en het gansche geheel bracht ons een avond vol kernachtige pittige en vooral gezonde leute. Wij verwachten met belangstelling het tweede winterfeest van de «Als 't past-ers».
PIET.
14. 1-:en hericht in "/Je Leye" van I decemher /929 (Krantenverz.mneling /"eiestreek).
111
Musewn
l'l/11
Deinz.e en de
23
Op dinsdag 25 maart (0.-L.-Vrouw-Boodschap) en zondag 30 mam1 1930 werd dan de tweede seizoensvoorstelling gebracht: "De valsche Burkaart", geschiedkundig drama in twee bedrijven uit de tijd der kruisvam1en (auteur: ene Sax), en de tweeakter "De landbouwer van Chicago", blijspel "met een Amerikaansch toetsje". De aankondiging specifieert. niet zonder enige zelfzekerheid: "Dit conce11 (!)zal al de vorige ven·e overtreffen, want de stukken hebben hooge tooneelwaarde, en ... de Als 't Pasters doen reuzenvooruitgang".
Tooneelbood « Als 't Past ». Zeer ieverig worden de herhalingen bijgewoond. Met ttalf-Vasten komen onze moedige mannen op de planken voor hun tweede groot \Vinterconcert. Het drama van Sax eDe Valsche Burkaart» Episode uit den kruisvaartentijd, en een kunstige tweeakter, 'n. blijspel met een Amerikaansch toetsje, zullen worden opgevoerd. Dit concert zal al de vorige verre overtreffen, want de stukken hebben hooge tooneelwaarde, en •.. de Als 't Pasters doen reuzenvooruitgang. Men houde zich dus vrij voor Zondag 30 Maart!
Tooneelbond «Als 't Pas~ Petegem • ....:.. Verleden Dinsdag (Q.L. V. Boodschap) heeft deze bloeiende tooneetbond voor eenegoed gevulde zaal de eerste vertooning gegeven van zijn nieuw. programma. Men voerde op «De valsche · Burkaart». geschiedkundig drama in 2 bedrijven uit den tijd der Kruisvaarten, en daarna de zeer fijne tweeakter «De LandbOU\Vei van Chicago». _De spelers munten .uit in hunne uitspraak, die heerlijk en zuiver Is. Hun spel is goed begrëpen en gevoeld; · de vertolking is d!ls opperbest. · Oe tweede vertooning gaat hed_en Zondag_doorte5 u'-:lr, in· de feestzaal van het"JongenspatronaaL Wie van gezonde en deftige kufist wit" genietèn weze op ·tijds in de zaal. De telaatkomers zullen. het zich w~~r bC:klage·n !... . ___ . ::y_-:': /_/;:,~--
15. Twee berichten in "De Leye" van resp. 2 maart en 30 maart /930 ( Krantenverzameling in Museum van Deinze en de Leiestreek).
Dit is meteen echter, en jammer genoeg, het laatste woord dat we in het weekblad "De Leye" aantreffen over de Petegemse toneelbond "Als 't Past". Van de vierde jaargang van "De Leye" bezit K.G.K. nog welgeteld één enkel nummer (IV, 38 van 27 september 1931 ) ... Een hoofdgetuige, die plots ophoudt te spreken: leuk is anders! Over de verdere toneelactiviteit op de planken van de Sint-Maartenskring na 30 maart 1930 ontbreekt voorlopig dus elke informatie. Wel mogen we geredelijk veronderstellen dat alleszins nog twee jaar lang, nl. tot medio 1932 (overplaatsing van onderpastoor De Bisschop), de normale toneelactiviteit is voortgezet. Maar over die twee jaren is ons niets concreets bekend. Eigentijdse (lokale of regionale) kranten zijn allicht de enig mogelijke bron om over die periode nog iets te vinden: het blijft evenwel een zoeken naar de spreekwoordelijke "naald in de hooiberg" ...
24
En wàt nà 1932? De vraag mag gesteiJ worJen of Je "Als 't Pasters" van Je toneelgroep van SintMaarten gedurenJe Je hele periolie van de jaren '30 hun toneelactiviteit hebben kunnen voortzetten. Hebben zij na het vertrek van hun stichter-en-proost en bezieler Oscar De Bisschop hun oorspronkelijk elan kunnen behouden? De vraag moet- jammer genoeg- ontkennend beantwoord worden. Na 1932 was het gedaan met toneelspelen. Geen van de beiJe Petegemse onJerpastoors was, in Jat opzicht, met De Bisschop vergelijkbaar. Maurice Lepoutre (onderpastoor van 1932 tot 1941) was een benepen-conservatieve, inspiratieloze en weinig beziel(en)de figuur. Zijn collega Lammens ( 1929-1937) was een dwarsligger, die (nomen est omen) eerder lamlegde dan Jat hij wist te stimuleren. Geen van beiden in die Je11iger jaren was een toneelenthousiast alhoewel een van hen (E.H. Lepoutre) in die tijd toch voor het meisjestoneel (40) verantwoordelijk was, maar dat was duidelijk geen geldig alternatief voor het eventuele wegvallen van "Als 't Past". En zelfs zonder die "desinteresse" voor toneel vanwege de nieuwe verantwoordelijke proost(en) na 1932 zaten de omstandigheden hoegenaamd niet (meer) mee. Het gedwongen "ongemengd" toneelspelen zat de Petegemnaars hoe dan ook dwars als onmodern en té beperkend: die van de Deinse Burgersbond daarentegen speelden gemengd (operettes!) in de Zaal De Drie Koningen (aan het station) en vanaf 1935 - met toelating van de Deinsedeken -ook in de Yolkskring. Er is bovendien nog een andere factor, die mogelijk een rol heeft kunnen spelen. Het was immers niet ongebruikelijk dat jongere toneelamateurs op de planken stonden zolang ze jonggezel bleven en dat ze er meestal mee stopten zodra (of kort nadat) ze gehuwd waren. Wat "Als 't Past" betreft, weten we dat precies omstreeks diezelfde tijJ een aantal van de bestuurs- en/of spetenue leden gehuwd zijn: Yalère De Smet in 1932, Gerard en Gaston Allaert in 1935, Marcel Allaert in 1936 ... Allicht zouden deze "kernleden" toch sowieso afgehaakt hebben, nadat zij hun vrijgezellenstatus verloren hadden. Feit is alleszins dat er van omstreeks 1933 af door "Als 't Past" geen toneel meer gespeeld werd op de scène van de Sint-Maartenskring. Er is overigens nog meer! Het lijkt er immers op dat de "crisis" van de vroege jaren '30- na de beruchte beurskrach van New- York, die ook de economie van de meeste Europese staten ontwrichtte en o.m. een enorme werkloosheid tot gevolg haJ - wel degelijk ook gedrukt en gewogen heeft op het verenigingsleven en het daarmee samenhangend ontspanningspatroon, met een dalende belangstelling voor o.m. Je voorstellingen door het amateurtoneel. Dit laatste valt gemakkelijk te bewijzen aan de hand van een parallel verloop bij de Deinse Burgersbond. Tussen december 192S en januari 1931 (de "gouden jaren"!) bracht de Burgersbond 20 opvoeringen van zes verschillende operettes op de scène (benevens nog zeven reisvoorstellingen in Olsene, Roeselare en Izegem). Tussen december 1931 en december I 934 daarentegen- d.w.z. gcdurenJc volle drie jaren- speetJe de Burgersbond géén enkele operette en binnen diezelfde periode evenmin enig gesproken toneelstuk: ook daar Jus een complete black out. ..
25
Overigens, het tijdsklimaat zat duidelijk tegen~ Bovendien waren de jaren '30 ook in (lokaal-)politiek opzicht moeilijke en gevaarlijke tijden, met ideologische contlicten die een scheiding der geesten tot gevolg hadden, ook binnen de gelovige gemeenschap zelf, waar de lokale clerus bijzonder afkerig reageerde tegen het opkomende Vlaams-Nationalisme, waarin precies de jonge Deinse advocaat Luc Matthys een prominente rol speelde (41 ). Ook deze politieke tegenstellingen kunnen het gewone socioculturele leven (w.o. het amateurtoneel) aangetast en ondermijnd hebben. In dit opzicht was een "samenwerkings"-initiatief zoals de openluchtopvoering van "Philippina van Vlaanderen" in de zomer van 1939 (op initiatief van de principieel pluralistische Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze) allicht een poging tot remediëren, over bepaalde scheidingsgrenzen heen. Voor de Deinse Burgersbond is het (ongunstig) tij blijkbaar gekeerd vanaf einde 1934, met weer een behoorlijke toneelactiviteit in de jaren 1935-1936 (nl. 16 opvoeringen van alweer zes verschillende operettes, allemaal in de Volkskring). Voor de "Als 't Pasters" van Sint-Maarten was het toen al te laat geworden, het tij niet meer te keren. We stellen vast dat de (lokale) bronnen zwijgen over enige toneelactiviteit van "Sint-Maarten" tussen 1930 en 1939. Dit "stilzwijgen" bewijst ex nihilodat er inderdaad géén activiteit (meer) was. Formeel is de toneelvereniging als zodanig nooit opgedoekt, maar de facto bestond de groep van 1933 af alleen nog maar op papier. Een enkele van de vroegere spelende leden (42) deed na 1935 nog wel eens mee in een paar operettes van de Burgersbond, maar bij "Sint-Maarten - Als 't Past" bleef alleen maar de herinnering aan enkele (een vijftal) korte, maar allicht heerlijke De Bisschop-jaren ... Toen in 1939 de medewerking van "Sint-Maarten" werd gevraagd voor participatie aan de opvoering van "Philippina", kan die medewerking ten hoogste hebben bestaan in het afvaardigen van nog een paar vroegere spelers, m.n. GustaafVan Hauwaert en André Alliet (43). Hun beider namen zijn immers terug te vinden in de rolverdeling. Dit belet evenwel niet dat er mogelijk nog andere "naamloze" Petegemnaars hebben meegespeeld als figuranten in de kleurrijke groepen van o.m. poorters en kooplieden, hofdames en pages, monniken en pelgrims ... De vier oorlogsjaren hebben er vervolgens voor gezorgd, dat de herinnering aan dat mooie toneelgebeuren in openlucht - met de Deinse Onze-Lieve-Vrouwekerk als achtergronddecor- zeer spoedig uit het collectief geheugen van de mensen is verdwenen.
26
De .. Sint-1\laartensvrienden" ( 1947-1969) Pas vijftien jaar na het onfortuinlijke "stilvallen" van de toneelactiviteit van "Als 't Past - Sint~1aarten". d.w.z. eind 1947 of begin 1948 hebben de (heropgerichte) Sint-Maarlensvrienden de draad met de vooroorlogse activiteit opnieuw opgenomen, maar dan wel met een nagenoeg totaal ander spelerspotentieeL Het initiatief daartoe werd genomen door enkele jongere spelers uit de Deinse Burgersbond. m.n. de gebroeders Hubert en Albert De Pourcq, meubelmakers op Petegem-Kouterken, Roger Vandervennet en enkele anderen nog: zij moesten in Deinze genoegen nemen met mindere rollen (44) en verkozen dan maar liever in Petegem een eigen groep te stichten. Ze vonden onderpastoor JozefVan Overbeke (45) daartoe bereid en in het toneelseizoen 1947-1948 werd gestart, o.m. met het populaire "Waar de sterre bleef stille staan" op het programma. Tijdens het seizoen 1949-1950 was het even populaire stuk "De boeren van Olen" aan de beurt en in het seizoen 1949-1950 o.m. het blijspel "In 't Plakieerke" (46). En kort nadien, zoals al gezegd, namen de "Sint-Maartensvrienden" op 12 of 13 maart 1951 deel aan het AKVT-Schiftingstoernooi 1951, met de opvoering van "Het kruis op de heide", een toen al wat gedateerd stuk (uit 1929) van de Limburgse onderwijzer Jac. Ballings. Het toernooi werd gewonnen door "Hoger Op" uit Gent (87% ), in de rangschikking gevolgd door de "Katholieke Vlaamse Strijd broeders" uit Knesselare (83% ), "Opbouwen" uit Gent (77% ), "Verzet door Kunst" uit Oosterzele en "In Trouw Verbond" uit Sint-Amandsberg (beide 75% ). De Petegemse "Sint-Maartensvrienden" kregen- met nog drie andere kringen (uit Mariakerke, Leupegem en Bellem)- een eervolle vermelding en werden ge geklasseerd op 9 deelnemers. Bovendien kregen ze individuele vermeldingen toegekend voor twee van de Petegemse spelers, nl. Albert De Pourcq en Roger VandervenneL Uit de vroegste periode 1947-1958 zijn - zover ons bekend - helemaal geen archiefstukken meer bewaard. In 1951 was onderpastoor Jozef Van Overbeke als proost van de "Sint-Maartensvrienden" opgevolgd door onderpastoor Julien Gistelinek (47). Deze zou in Petegem blijven tot eind 1968: hij heeft er gedurende bijna twintig jaar de toneelactiviteit gestimuleerd, niet alleen als proost, maar vaak ook als regisseur, als grimeur enz. enz. We beschikken, jammer genoeg, over weinig precieze gegevens betreffende de stukken die in de loop van de jaren '50 werden opgevoerd, zodat we er ook geen volledige lijst kunnen van opmaken. We kennen wel, vanuit onze herinnering en door enkele bewaard gebleven foto's, nog de namen van een aantal spelers uit die jaren. Van de vroegere vooroorlogse spelers was het- zover we weten- alleen maar André Alliet (48) die ook na de oorlog nog op de planken van de Sint-Maarlenskring terugkwam. De anderen- de gebroeders Allaert en Valèrc De Smet, intussen allen gehuwd, en de vrijgezellen Albert Van I-loost en Staf Van Hauwaert -
27
16. A. K. VT- toernooi 195 1: opvoering van "Het kruis op de heide" (van J. Bal/ings), waarin Albert De Pourcq en Roger Vande rvennet een individuele vermelding kregen. De }Lny loofde ook het "schitterend decor, waarbij de hemelpoort op een -::.eer originele wij-::.e werd gesuggereerd". (Ver-::.. Joseph Heleu).
waren er na 1947 ni et meer bij . Onder de nieuwe, jongere krachten van de naoorl ogse lichting zijn er dan wel enkelen in het begin van de j aren 1950 gehu wd en di e hebben kort daarna hun toneelactiviteit (grotendee ls of gehee l) ge taakt, o.a. Maurice Miehels (gehu wd in 1950), Valère Willemyns en Roger Vandervennet (beiden gehuwd in 1952), Gilbert lde (gehuwd in 1953) en Jacques Vlaminck (gehuwd in 1954). Andere spelers zouden de Petegemse toneelscène langer trou w blij ven, onder hen Jules Geeregat, Ju les De Pe tel, André Alliet, Renaat Cyriel (René) Van Haute, Michel De Jans, Leon Van der Schaeghe (49) en André Haerens (50). Jordaan Vandemoortele van zijn kant gaf in 1954, na een drietal seizoenen bij de "Sint-Maartensvrienden", de voorkeur aan "De Burgersbond" waar hij nog twaalf jaar zou optreden, totdat daar in 1967 alle toneelactiviteit stilviel. Reeds na enkele jaren kregen de anciens versterking van jongtwintigers als Urbaan Van Hove (51 ), Jo eph Heleu (52), Albert Boone, Roland Simoens (53), Carlos Geeregat (54), Lucien en Urbain
28
Maebe (55), Emanuel Haerens (56), Willy Verbeken (57 ) e.a. m. In de loop va n de late jare n ' 50 zoud n ook zij - mee ta l na hun huwe lijk - stilaan een na een afhaken , na (l e tterlijk) " hun rol gespeeld" te hebb n . it die periode zijn wel nog wat tonee lfoto 's bewaard gebl even, waarvan we voor de illu strati graag g bruik hebbe n gemaakt (met dank aan de vriendelijke bruikl ee ngeve rs). Mijn ader, in 1961 op ru st gegaan al hoofdonderwij zer e n naar Ge nt verhui sd, werd in maart 1962 al oorz itter an de "Sint-Maarte n vri ende n" opgevolgd door de toen 28-jari ge Antoon Haeren s (58), zoon van de toenmalige burgemeeste r, e n broe r van de reeds verme lde André Haerens. Ere-voorzitter
/ 7. "De koning van Hoelaboela", 1955 ( ?). Van l. naar 1:, zillend: onderpastoor J. Gistelin ek en voorzitter Joris Huys; staande: Antoine Haerens, FabienA Llaert; Urbain Maebe, Emanuel Ha erens en boven hem Michel De Graeve, Joseph Heleu, A/hert Boone in de titelrol, Willy Verbeken, Lucien Ma ebe, i eroom De Waegenaere, Jute Geeregat; gehurkt vooraan: Willy Tack. (Verz. Jacques He/eu).
29
werd de Petegemse schepen Marcel Buyse en ondervoorzitter de maalderijwerkman Prudent Herman uit de Tonnestraat (59). Binnen dit nieuwe bestuur kregen een paar jongeren, m.n. Jacques Heleu (60) en Willy Tack (61) de taak van "organiseren" toegewezen. Onderpastoor Julien Gistelinek bleef uiteraard proost en zorgde (althans tijdelijk nog) ook voor het secretariaatswerk. Op 27 mei van datzelfde jaar 1962 trok in Petegem een huldestoet door de straten naar aanleiding van de viering van de 25 jaar burgemeesterschap van Adolf Haerens. In de stoet reed ook een praalwagen van de "Sint-Maartensvrienden"; zij vertolkten de scène van een gemeenteraadszitting uit het in 1955 ('?) opgevoerde blijspel "De koning van Hoelahoela", van de hand van de reeds vermelde André Degraeve. Omstreeks diezelfde periode, die er een was van allerlei vrij ingrijpende vernieuwingen, werd ook met jonge regisseurs gewerkt: in 1962-1963 h. v. met de Petegemnaar Raf Walgraeve ( 62), die evenwel maar één regie verzorgde, en daarna vanaf 1964 met de Deinzenaar Rodrique Del va (63 ), toen studiemeester aan het VTI. Hij wist zich de medewerking - als speler- te verzekeren van een van zijn collega's aldaar. m.n. Norhert Vervaeck (64 ). en later van enkele van zijn leerlingen. In 1965 werd het toneelbestuur, nog steeds met Antoon Haerens en Prudent Herman als resp. voorzitter en ondervoorzitter. enigszins uitgebreid: nieuwe bestuursleden, naast Jacques Heleu en Willy Tack, waren de Petegemnaar Michel Degraeve (65), vernikkelaar van beroep, en de uit Moeskroen ingeweken kantoorbediende René Breunig (66) die te Astene in de Gampelaeredreef was gaan wonen; hem werd tevens het secretariaat toevertrouwd. Allen stonden zij ook zelf op de planken als vertolkers van grote en/ of kleinere rollen. Einde 1965 nam Antoon Haerens echter ontslag als voorzitter en werd opgevolgd door Willy Tack, pas 24 geworden, maar al zeer populair als sportman en coming-man bij het Deinse ACV. In het eerste bestuursjaar van voorzitter Willy Tack stierf, op Allerzielendag 1966, de Petegemse pastoor Jozef Van Heveleen kort daarna werd van zijn opvolger, pastoor Van Poeck de Knyf, de toelating bekomen om - eindelijk! - gemengd te spelen, d.w.z. de vrouwenrollen door ... vrouwen te laten vertolken. De Deinse "Burgersbond", die dan al bijna een halve eeuw gemengd speelde, was toen - door interne verdeeldheid- op sterven na dood en zou in de loop van 1967 in de zaal van de Volkskring zijn allerlaatste opvoering brengen. In Petegem ondertussen kon Willy Tack over een nagenoeg compleet (ver)jong(d)e ploeg beschikken, waartoe als spelers ook talrijke nog tijdens WO 11 geboren nieuwkomers behoorden zoals Julien Dhertoghe (67), de regent en VTI-leraar Antoine (Tony) De Smet (68), Willy Vermeuten (69), Armand Lampaert (70), Lucien De Rore (71), Nicon Herman (72), Carlos Maurice Verheecke (73),
30
IR. "Goede rei\, Mallhias", /964. Van I. naar
1: ,
slaande: onderposfoor ./. Cislelincf.:.. Michel De Cme\ 'e. René
BreuniJ.:, Elienne Leroy: -;.illend: Tony De S111e1. Jacques He/eu, Anwin e Haerens. Rolond Minne. Frans Van Kerrehroeck. (Ver::. Jacques He/eu).
Danny e Sloover (74) en Johny Boo ne (75). Sommi gen begonn en er hee l jong m ee n stonden al tij dens hun studietijd op de planken in de Sint-Maa rlenskrin g zoa ls b.v. Antoine (Tony) Low ie (7 6) of Roland Minne (77), beiden al na WO IJ geboren. Iets latere debutanten (va n 1966 af) waren o.m. Wilfried Temmerman ( 194 1), Steraan Delva ( 1942), Fern and Lambert ( 1945), Eti nne Omer Leroy (1946), Marcus Leroy ( 1946) en zijn zus hri sti ane ( 1943), die een der allereerste meisjes ra il n in en "gemengde" ro lbezetti ng mocht ve rtolken (78), Gasto n De Nys ( 1947), Will y Moerm an (1 947) Dani el Haelvoet ( I 949) en hristi aan De Fauw ( 1950) ... 31
19. "Eén dog 111inister ". 1966 (?).Van/. naar 1:, ::_ittend: Nicon Herman, René Breunig, Michel De Groeve; staande: onde1postoor J. Gistelinck, Jacques He/eu, Willy Tack, Marcus Leroy, Tony Lowie, Julien D'Hertoghe, Chrisliaan Dejmn1 ·. (Ver::_. Jacques He/eu).
Door het fei t dat een van de toenmalige be tuursleden-spelers, m.n. Jacques Heleu, nog een behoorlijk pak bestuursdocumenten uit de jaren 1958-1968 heeft bewaard (met mijn oprechte dank voor de toelating tot in zage en gebruik daarvan!), hebben we voor die periode ook een betere - zij het nog altijd onvolledige- kijk op het toen gespeelde repertoire. Naast Raf Walgraeve en Rodrique Del va fungeerde ook proost Gistelinek in de tweede helft van de jaren ' 60 af en toe nog als regisseur. Voor de lij st van de ons bekende opvoeringen (1958-1969) verwijzen we naar de chronologische lijst in de Bijlage 1. Er werden meestal twee - of soms drie - stukken per seizoen gespeeld: gewoonlijk één ern tig stuk (drama) en één of twee blijspelen. De programmablaadjes en/of de toegangskaartjes, voor zover bewaard, vermelden niet altijd de nochtans elementaire gegevens zoals de auteur en/of een genreaan32
duiding (drama, klucht, d t cti ve pel ... ) van het gespee lde tuk, de name n van de reg isseur e n/of van het b trokk n "techni eh p r oneel . De optredende pele rs worden meestal e nke l met de eerste letter van hun oornaam genoemd , maar dat levert toch maar we ini g probl emen op voor een jui ste ide ntifi catie. O nd r de ernstige stukken treffen we er ee n paa r aan van de Ge ntse (toenm a li ge succes- )aute ur Pa ul Mariën nl. ' Ve nit, vidit, vic it" ( 1958) e n « Fina le met god » ( 1964), be nevens twee a nde re van e ne E.S. an der Cruy e (Vl aams aute ur?), nl. "Staling rad ... , bunker 38" ( 1963) e n "G oede reis, Matthias" (1964). "Ob e ie" (1 965 ), van de hand van A. Boe reen Bob Be rtin a, moet ee n Ho ll ands stuk geweest zijn. Tot het origi neel " Vl aam " to neelrepe rto ire behoorde verder nog he t stu k "So ldaten zonder uniform" van het aute ursduo Oskar Pe rket & Piete r De Prins (waarin o. m. To ny De Smet meespeelde en waarin Jacq ue Heleu een me isjes rol verto lkte). De naam va n M ori s Maru s. aute ur van het karakterspel ·'Met ge loten deuren" (naar Sartre?), zegt ons ni ets (moge lijk een pseudo ni em?) e n van andere "drama' ' wordt hele maal géén auteursnaam meegedee ld , o.m . van stukke n als '·O nde r de Sovjetv lag" of " Dodencel 53" die o ngetw ij fe ld op de toenm a li ge po liti e ke ac tu alite it ( Ko ude Oorlog en IJ zeren Gordij n) allusie maa kten. Moge lijk oo k een po liti e ke satire- o p Be lgisc he toesta nden da n - was het in 1966 opgevoerde stuk "Eén dag mini ster " (waa rvan de aute ur o ns alweer onbekend is).
20. " Weg met de vrouwen", 1962. Van I. naar r:, zittend: Jacques He/eu, René Breunig, Tony De Smet; staande: Michel De Graeve, Willy Ta ·k, Etienne Leroy, regiseur Rodrique De/va, onderpastoor J. Gistelinek (Verz. Jacque Heleu).
33
" HOTEL PRISON " Een titel en twee woorden ! Maar ook twee uren gezond amusement ! Wie reeds kluchten gezien heeft opgevoerd door de St. Maartensvrienden, zal zeker moeten bekennen na de vertoning dat deze klucht tot de meest geslaagde werken behoort. Het verhaal is heel eenvoudig. Een gevangenisdirekteur is verliefd op vlinders. En om een zeldzame Braziliaanse vlinder voor zijn kollektie, verhuurt hij de gevangenis aan een hotelier, welke worstelt met het huisvestingsprobleem. Hij vindt dan niets beter dan de enige gevangene van zijn gevangenis te laten dienst doen als knecht. En wanneer dan een insoekteur op bezoek komt, kunt U zich voorstellen wat er dan niet allemaal gebeurd ... Meer vertellen over dit stuk doen wij niet. Het zou de avond minder aangenaam kunnen maken. Wij wensen U enkel veel kijkgenot en danken U voor Uw aanwezigheid. Aan alle mensen welke hun medewerking hebben gegeven tot het welslagen van deze opvoering, hartelijk dank. Een herhaling-toeschouwer. 20 minuten pauze na het tweede bedrijf
ROLVERDELING · Ferdinand Menotte, Gevangenisdirekteur ... ... ... ...
HERMAN N.
Seraphin Latargette, Cipier
DE GRAEVE M.
Prosper Lheureux, Gevangene
HELEU J.
Prudent, Hotelier
DELVA S.
Lehautain, Inspekteur ...
DE SMET T.
Modillon, Bankier
TEMMERMAN W.
Cacolet, Boekhouder .. .
LEROV M.
Jean Dupont, Vertegenwoordiger
DHERTOGE J.
Spelapgever ...
DE FAUW C.
De kor
DE ST. MAARTENS VRIENDEN
Dekormeubelen
HUIS ALMO -
Zaalwachters :
VAN HAUWAERT G. DE PESTEL J.
ASTENE
21. Programmablaadje voor de opvoering van "Hotel Prison" van J_ Temguy en G. Villaine, 1966 (Verz_ Jacques He/eu)_
Wat anderzijds het komische genre betreft, vertolkten de "Sint-Maartensvrienden" in de jaren 19581967 enkele toen veel gespeelde blijspelen als b.v."In 't Plakleerke. Een gekke huwelijkskomedie", een late herneming van de opvoering in 1950, van de al eerder vernoemde André Degraeve, en andere stukken zoals b.v. "De komeet komt" (auteur niet vermeld) en "Atoomrekruten. Soldatesk blijspel" van de hogervernoemde Paul Mariën, dat in november 1962 een succesrijke première in de Gentse KNS beleefde en al het jaar daarop in Petegem gespeeld werd. Van de Franse auteurs J.Tanguy & Villaine werd in 1966 het stuk "Hotel Prison" opgevoerd, volgens het programmablaadje garant voor "twee uren gezond amusement" rond de perikelen van een verliefde gevangenisdirecteur (verliefd op._. zeldzame vlinders)_ Ook een Frans toneelauteur is Marcel Dubois (die vooral crimistukken schreef, o.a. Ce soir,
34
on assassine. vertaald als Een moordnacht); van hem werd hier in 1962 "Wie is de dader?" opgevoerd, vanzelfsprekend gepresenteerd als "een spannend detectivespe I". En althans naar de titel te oordelen zal het eveneens in 1962 opgevoerde stuk "Weg met de vrouwen", van de Nederlandse toneelauteur Arie Entbrouckx. wel een vrolijke satire geweest zijn. Deze opsomming - een korte. verkennende wandeling door het repertoire van de jaren 1958-1967 brengt ons stilaan naar het einde van de jaren '60. Zoals al vermeld, verliet onderpastoor Julien Gistelinek eind 1968 (niet zonder spijt - want hij had er erg op gerekend pastoor van de nieuwe Petegemse Sint-Paulusparochie te worden ... - en ook niet zonder moeilijkheden) de SintMartinusparochie en haar toneelgroep, waarvan hij ruim achttien jaar de spil en bezieler was geweest. En bijna onmiddellijk na zijn vertrek gebeurde het (waarom?) dat het bestuur van de "SintMaartensvrienden" besloot tot een naamwijziging van de toneelgroep. Het werd, voor het nieuwe toneelseizoen 1969-1970, "Toneelbond Ter Leie". In het door ons geraadpleegde toneelarchief van Jacques Heleu (dat begint 1970 ophoudt) vinden we nog net een drietal activiteiten van de (allicht ook inhoudelijk vernieuwde?) vereniging aangekondigd: - 04.10.1969: Declamatieavond door Antoon Vanderplaetse; - 23/24/25.11.1969: Opvoering van "De blijde begraving van Klakke Verdoest" (een der laatste stukken, uit 1958, van Gaston Martens); - 27/28.03.1970: Opvoering van "Hotel Prison" (allicht een herneming van het al in 1966 opgevoerde stuk). De met blijkbaar veel enthousiasme gestarte "Toneelbond Ter Leie" heeft het geen jaar volgehouden. Intussen was ook de Sint-Maartenskring als gebouw (al negentig jaar oud, want opgericht in 1879 voor klaslokalen tijdens de beruchte schoolstrijd) wel aan enige materiële vernieuwing toe. Het toneelbestuur had bij die gelegenheid ook zijn wensen inzake technische uitrusting van de toneelscène bekend gemaakt. Bij de (nogal haastig doorgeduwde?) afwerking van de vernieuwde zaalaccommodatie bleek evenwel dat met de desiderata van de toneelhond amper of geen rekening was gehouden: de scènemogelijkheden bleven bijna even beperkt als voordien. Deze domper op de verwachtingen, samen met de strubbelingen tussen de toneelhond (als gebruiker van de zaal) en de nieuwe zaaluithater, de gepensioneerde rijkswachter Maurice Van Acker (79) die de toneelhond blijkhaar niet erg genegen was, hetekenden- heel plots, maar definitief- het einde van wat zich als een beloftevol herbegin had aangemeld. In I <J70 zou Petegem geen toneelkring meer hebben. En de gemeente Petegem-aan-de-Leie zelf zou in datzelfde jaar I <J70, op 31 december, ophouden te bestaan. Op I januari I <J71 werden de voormalige zelfstandige gemeenten Astene, Petegem en Zeveren hij Deinze gevoegd. In toneeltermen uitgedrukt: exit Petegem, exeunt De Sint-Maartcnsvrienden/Toneelgroep Ter Lcie.
35
22. "De blijde begraving van Klakke Verdoest ", 1969. Van l. naar r. vooraan: Willy Delheye, Marcel Delheye, Paulette De Blauwere, Rachel Claeys, Jacques Heleu, Rodr. Delva; staande, 2e rij: Eric Delva, Jules De Pestel, René Breunig, Luut Leroy, Norhert Vervaeck, Leon Van der Schaeghe, Julien D 'Hertoghe; bovenste rij: Willy Moerman, Carlos Geeregat, Jan Tack in de titelrol, Tony De Smet, Gaston De Nys en Tony Lowie. (Verz. Jacques Heleu).
Een stukje van hun geschiedenis - namen, data en feiten - moge hiermee dan toch "gered" en aan het nageslacht overgeleverd zijn. Wat deze toneelactiviteit voor de spelers zelf en voor hun publiek al die jaren in werkelijkheid heeft betekend - cultureel en sociaal, individueel en maatschappelijk, psychologi eh en opvoedkundig - is niet te beschrijven. En toch is precies dàt het belangrijkste geweest: macht en onmacht van alle geschied chrijving! Ik hoop dat zij die het nog (mee)beleefd hebben, in de voorafgaande bladzijden toch iets van dat beschreven/verdwenen "leven" mogen aangevoeld hebben.
36
'let dank aan ... Om dit stukje geschiedenis te kunnen schrijven, sprak ik met vele mensen, de enen medespelers in dit verhaaL de anderen betrokken buitenstaanders: mevr. Anna Allaert- Van Rysseghem en haar dochter Roos Allaert. mevr. Annie Alliet (dochter van André), Albert Boone, Christiane De Backer, Rodrique Delva. Robert De Smet (zoon van Valère), Tony De Smet. Joseph Heleu, Gilbert lde, Christiane Leroy, Maurice Michels, Willy Tack, Jordaan Vandemoortele, Roger Vandervennet, René Van Haute, Etienne Van Hauwaert, Raf Walgraeve, Valère Willemyns ... Allen. op hun manier en vanuit hun herinnering, brachten zij mij gegevens aan, corrigeerden ook mijn herinneringen enfof vulden die aan waar mijn persoonlijk geheugen te kort schoot of dwaalde. Mede omdat ik vanuit mijn eigen herinnering schreef en omdat ik slechts voor de recentste periode (I 958I 969) uit de geschiedenis der Sint-Maartensvrienden over een behoorlijk stuk archief kon beschikken, is deze (onvolledige) schets geen afstandelijk-objectiverend feitenrelaas geworden, maar een door velen meegekleurd verhaal dat (tevens) een persoonlijke reflectie wil zijn. Ik heb er graag aan gewerkt en ik hoop dat de lezers van dit stukje geschiedenis dit ook zullen merken. Met dankbare gevoelens draag ik het op aan de nagedachtenis van mijn vader, voorzitter (I 947-196 I) van de "Sint-Maartensvrienden"; hij overleed op 12 juni 1964, precies veertig jaar geleden. Drongen, 04.05.2003-12.06.2004.
37
toneelsono st mo.o.Rt:EnsvRtEnoen PEt€QEm - LEJE
CY :j :j
.
0
('(')
a.-
:j
E
a-
""
0
CY
(j)
0
'()
a...U)
tO
E U)
-E CY
tO
E
(j)
u u U) -o -o ........ U)
0
cr
cr
~
c
~
N
E
~ -o -o c
0
öe zot 38
~
VOORWOORD:
ROL VERDELING:
Een zwoele oogstdag in Vlaanderen. Rond 't Kouterhof is 't land effen geschoren uitgezonderd een haverstuk van boer Verleye. Waar voor jaren de Kouterboer altijd de eerste met zijn oogst binnen was, is hij nu de laatste. Het volk is te lande schaars geworden, de werkkrachten trekken naar de steden of naar Frankrijk, waar ze voor hoger loon het slavenwerk verrichten. Lieven, de zoon is door ongeval onbekwaam de zware boerenarbeid te verrichten. Het ontbreekend werkvolk en Lieven. in het dorp genoemd, " Verleyen's-ezot •. zijn hier de onrechtstreekse oorzaak van het drama welke zich op de boerderij afspeelt. U het ganse stuk uit de doeken doen zou U kijkgenot bederven. Wel willen wij hier nog aan toevoegen dat wij in dit stuk een Gaston MARTENS leren kennen met nog steeds dat vleugje humor, maar ook met een zeer diep menselijke kennis in dit werk. Wij wensen U nog veel kijkgenot en danken U voor U gewaardeerde steun. HET BESTUUR.
BOER VERLEVE
DE GRAEVE M.,
FONS MEDARD LIEVEN KAREL .
DESMET T., DELVA S., HELEU J., TACK W., zijn zonen
BELLEKE meid bij Verleye
LEROY C.,
SPOARE koeier .
DHERTOGE J.
.
.
.
KROESKE rondreizend vertinner .
BREUNIG R.
REGIE
DELVA R.,
GELUID EN BELICHTING .
LOWIE T.,
SPELOPGEVER
MESTDAGH M.,
DEKOR. Ontwerp
.
DE KOR. Uitvoering . GRIMEUR
...
DELVA R., DHERTOGE J. DELVA R.,
ZAALWACHTERS
DE PESTEL J., VAN HAUWAERT G ..
ALGEMENE LEIDING
E.H. GISTELINCK J.,
23. ProJvammahlaadje voor de opvoerinr.: van "f)e Zot" in december 1967. /)e auteur ervan, Gaston Martem·. was enkele maanden voordien overleden. I Je sur.:!{estieve kaliteken in!{ op de voorzijde is \'mi de hand van Rodrique f)elva, die ook instond voor de rer.:ie, het decorontwerp en de r.:rimerinf{. f)it toneelstuk, \'mi een he roemde streek!{enoot, was waarschijnlijk het eerste ( ?) waarin de "Sint-Maartensvrienden" optraden in een "gemengde" rolhez.eting. Chri.'ifiane Lemy vertolkte er de rol van /Jel/eke, meid hij Hoer Verleye. Jammer genoe!{ is \'{/11 deze opvoerin!{ geen foto bewaard !{eh/even. (Verz. I~ 1/uys).
39
24. "Finale met God" van Paul Mariën, 1964, Van I. naar 1:, vooraan, de vijf gegijzelden: Jacques Heleu als Pater O'Nei/1, René Bre~111ig als student Tonio Vincenle, Leon Van der Schaeghe als kantoorbediende Alfredo Crandez, Michel De Craeve als arbeider Mm1Uel Raminga en Prudent Herman als kunstschilder Fernando da Si/va; op de tweede nj de drie militairen: Annanel Lampaert als commandant Rodriguez, Daniël De Sloover als soldaat Maspes en Antoine Hoerens als sergeant Carcia; bovenste rij, staande: regisseur Rodrique Delva, onderpastoor Julien Cistelinck, de auteur van het stuk Paul Mariën, Willy Delheye, souffleur Roland Haelvoet, Hennan Vandewalle en Tony Lowie (klank en licht), Johny Boone en Roland Minne (scènebediening) en Cm-Los Verheecke. (Verz. Jacques Heleu).
40
Noten
se
(I)
Zie Cultureel Jaarboek \'Oor de prol'incie Oost- Vlaanderen 195 I. jaargang, bd. I L blz. 223-224. Het opgevoerde stuk van Jac. Ballings, "Het kruis op de heide. Drie bedrijven van Droom en Waarheid, met een toespraak en voor- en naspel" (Antwerpen, Jos Janssens, 1929; 52 pp.) had als hoofdrol die van Bruno Brenders. met zijn zonen Max en Alex, z'n broer Ivo en de knecht Joppc; daarnaast de allegorische tiguren van de Zeven Hoofdzonden, en verder 0.L.Vrouwken. Sint-Rochus. de Engelbewaarder, en enkele kinderen. Een exemplaar van de tekstbrochure vond ik in het Documentatiecentrum voor Dramatische Kunst (RUG. Rozier). nr. Yb 5596. Over de auteur J. Ballings (Gorcum/N I. 1881 - Jette 1941 ): zie Aimé De Cort. "Jaak Ballings herdacht" (Brussel, Aug. Wouters. 1941; 39 pp. ).
( 2)
Jacques Atberic Vlaminck ( Petegem 22.05.1929), bediende-verzekeraar, Kortrijksesteenweg 6; gehuwd met Pa u la Vermeireen in 1954 verhuisd naar Olsene (Grotesteenweg 186); schoonbroer van Michel De Jans (cfr. noot 17).
(3)
Hubert De Pourcq ( Petegem I 0.07.1923 - 08.12.1991 ). timmerman-meubelmaker. Machetenstraat 5; in 1949 te Gent gehuwd met AnnaM. Van Quekelberghe. Hij speelde al heel vroeg bij de Deinse Burgersbond (o.a. in "Het Hollands Wijt]e", dec. 1939; "Kinderen van ons volk", okt. 1941; "Land van de glimlach". dec. 1941; "De alom geliefde'', dec. 1942). Was een der "medestichters" van de Sint-Maarlensvrienden in 1947 (zie ook noot 44); voor de toneelvoorstellingen in de Sint-Maarlenskring stond hij, met zijn broer Albert. voor de decorbouw in. Ook na 1950 speelde hij (opnieuw) bij de Burgersbond (o.a. nogmaals in "Het Hollands Wijtje". dec. 1959. en in "Monika", dec. 1960).
(4)
Robert A/hert De Pourcq ( Petegem 22.01.1928- Gent 26.09.2002), meubelmaker. Machetenstraat 5; in 1958 te Astene gehuwd met Monique Dhaeyere. Speelde al heel jong- toen nog onder zijn eerste voornaam Robert(!)- bij de Deinse Burgersbond (o.m. in de operette "De alom geliefde", dec. 1942; in Pirandello's "Wat is waarheid?", febr. 1943; "Adel in livrei",febr. 1944; "De Spaanse gebroeders", 1949). Bij de Sint-Maartensvrienden. waar hij bestuurslid. hoofdrolspeler en (met zijn broer Hubert) decorbouwer was, gebruikte hij nog uitsluitend zijn tweede voornaam Albert.Hij verhuisde later naar Astene, Dorpsstraat 65, waar hij een meubelzaak had.
(5)
JuliusAstère Uules) De Pestel (Astene 27.12.1909- Deinze 1976), huisschilder, Sint-Hubertstraat 27; in 1934 te Astene gehuwd met Leonia Naessens. Hun won f-lervé (Gent 15.06.1935) vertolkte omstreeks 1950 bij de SintMaarlensvrienden enkele kinderrollen, o.a. in "Schip in nood".
(6)
Ju/es Gustaaf Geercgat (Pctegem 03.09.1909 - 05.12.1962), schildersgast; woonde Reybroekstraat 17; overleden in zijn laatste woonst, Gaversesteenweg I 0 I.
0)
Gilbert Oscar Idc (J)einze 16.05.1928), pasteibakker, Tolpoortstraat (en later kok in militaire dienst); in 1953 te Zingcm gehuwd met Jcanettc Vcrschueren. Speelde ook in de Burgersbond (o.a. in "De Koning drinkt", 1953; "Huwelijksreis zonder man", 1953; "Strandidylle", 1954 e.a.m.). Woont nu in Kruishoutem.
0~)
Maurice Cesar Miehels
('J)
Roger 1/i/aire Willemyns
41
(I 0)
André Alliet ( Petegem 20.06.1912 - Deinze 26.12.1990), handelaar, Ga versesteenweg 216; gehuwd in 1937 te Nazareth met Anna Cnudde. Reeds vóór WO 11 spelend lid bij "Sint-Maarten" en daarna opnieuw (tot ca. 1955). Later bijgenaamd "Bolleke" (uit Marc Sleens strip "Fiupke en Bolleke"), naar de naam van zijn busje voor personenvervoer.
( 11)
Albcrt Theotïel Juliaan Boone (Petegem 06.03.1934), perser, Sint-Hubertstraat 17; in 1956 gehuwd met Marguerite Bytebier te Kruishoutem en daarheen verhuisd. Later in Oudenaarde gevestigd (reisbuschauffeur) en- sinds april 2004 - opnieuw te Petegem, Sint-Hubertstraat 89. Met oprechte dank voor de verstrekte informatie en foto's.
( 12)
Jordaan Vandemoortele (Pctegem 19.12.1920), werktuigkundige, Sint-Hubertstraat 52; in 1942 te Astene gehuwd met Maria Verniest; hield later een garage aan de Dries. Speelde in de vroege jaren '50 een drietal seizoenen bij de SintMaarlensvrienden en de volgende twaalf jaren ( 1954-1966) bij de Burgersbond (o.a. in "Strandidylle", 1954, "De vogelhandelaar", 1955 en "Barabbas". 1957). Nu in het 0.-L.-Vrouw-rusthuis, Karel Picquélaan.
( 13)
Emiel Valère Wi llemyns ( Petegem 12.02.1923 ), zuivelhandelaar-melkventer, Gaverstraat 216; in 1952 gehuwd met Juliana De Blaere. Nu Kerselaarslaan 56. Met oprechte dank voor de verstrekte informatie en foto's.
( 14)
Fabien Gustaaf Allae11 (Deinze 04.03. 1932 ); bediende, Ach. Van Eechautestraat 20. Speelde aanvankelijk bij de SintMaarlensvrienden (o.m. in "De adjudant van Zijne Majesteit", ca. 1950) en vanaf 1954 ook bij de Burgersbond (o.a. in "Hottentot". 1954; "Schipper naast God", 1955; "De vogelhandelaar", 1955 ). In 1958 te Waregem gehuwd met Jeanette Himpe en verhuisd naar Gent. Tentoonstellingslaan 22.
( 15)
Roger Victor Vandervennet (Pittem 23.07 .1927), monteerder, Astridstraat 92; in 1952 te Petegem gehuwd met Den ise De Mey. Speelde aanvankelijk bij de Dein se Burgersbond (o.a. in ''Gravin Maritza"- zie noot 44 ). Huidig adres: Kon. Astridlaan 92. - Met oprechte dank voor de verstrekte informatie en de bruikleen van enkele fotodocumenten.
( 16)
Renaal Cyriel (René) Van Haute (Petegem 29.03.1925 ), timmerman, Paddepoelstraat 2 (later: Bredestraat 41 ); in 1943 te Machelen gehuwd met Lea De Dapper. Met oprechte dank voor de informatie en de bruikleen van enkele documenten.
( 17)
Michel Maurice De Jans (Petegem 07.12.1924- Deinze 15.09.1988), bediende, Kortrijksesteenweg 6; in 1950 gehuwd met Suzanne Vlaminck. Woonde later in de Tulpenlaan 3.
(18)
Michel Van Vlaenderen (Gent 1894- Drongen 1965), makelaar in stoffen, tijdschriftredacteur (Pan 11, 1953), toneelschrijver en toneelregisseur. Zie Oostvlaams Literair Lexikon (Gent, Provinciale Commissie Letterkunde, 1981 ), blz. 103.
(19)
Mevr. Anna Van Rysseghem (Vinkt 1910), onderwijzeres (Vrije Meisjesschool Petegem-Kouterken, tot 1935), echtgenote van Gaston Allaert ( 1903-1995); nu Oudenaardsesteenweg 95. Met mijn oprechte dank voor de verstrekte informatie en de bruikleen van enkele foto's.
(20)
Gaston Allaert (Petegem 16.02.1903 - 25.02.1995), meester-garnierder, Kortrijksesteenweg 197; in 1935 gehuwd met Anna Van Ryseghem (zie noot 19); later gevestigd in de Oudenaardsesteenweg 95. Heeft na 1935 nog enkele malen meegespeeld in operettes bij de Deinse Burgersbond. Was ook (tot diep in de jaren '70) muzikant bij Sint-Cecillia.
42
(21)
Henri Cyriel Delhaere (Petegem 16.12.190 I), kantoorbediende hij een aannemer, Kortrijksesteenweg 94. Overleden voor 1975.
(22)
Gustaaf Karel Allaert ( Petegem 20.04.1899- 25.02.1991 ), timmerman. Kortrijksesteenweg I 05/D. later 125); in 1938 gehuwd met Alma De Volder. Bestuurslid én speler bij Sint-Maarlens "Als 't Past" (onder onderpastoor De Bisschop). Ook spelend lid van Sint-Cecilia.
(23)
Lucien Gustaaf Leon (Luciaan) Matthys (Deinze 17.06.1902- Leuven 28.07.1977). dr. jur. KU Leuven okt. 1924, advocaat: in de tweede helft van de jaren '20 o.m. secretaris van het Katholiek Jeugdverhond van Deinze ( zie De Noordster. Christen, Vlaamsch en Volksge~ind Weekblad voor het Meetjesland (Eeklo), jrg. 5 nr. 48 van 13.12.1925); voorLilter van de Christene Jongelingenhond van Deinze (zie: De Leye. Katholiek weekblad, jrg. I nr. I 9 van 21.1 0. I 928): ondervoorzitter van de Kath. Turnbond Donza (zie: De Leye, jrg. 11, nr.3 van 20.0 I. I 929) en bestuurslid van de in febr. 1929 opgerichte Kunst- en Oudheidkundige Kring van Deinze (zie K.O.K.-Jaarboek I. 1934. blz. 87). Was provincieraadslid (I 932-1945) en schepen van Deinze ( 1933-1941 ): zie N. Lehoucq & T. Valcke. De fomeinen \'([11 de Oranjeberg, dl. 11 (Gent. 1997), blz. 299-300.
( 2-l)
Om er De Bisschop (Melden 25.04. I 881 - Nieuwerkerken-bij-A<1lst 15.0 I. 1938 ), priester gewijd in 1906, daarna collegeleraar te Ronse en onderpastoor in Maldegem-Kleit en in Lembeke; hij was onderpastoor te Petegem-Deinze (SintMartinusparochie) van 06.05.1924 tot 30.03.1932. Overtuigd toneelliefhebber, aan wie- zonder enige twijfel- het initiatief tot de oprichting van de toneelbond "Sint-Maarten" mag toegeschreven worden. Amper een jaar onderpastoor in Petegem hield hij al in juli 1925 in de Volkskring een enthousiaste voordracht (georganiseerd door "Voor Taal en Volk" van Deinze) over "De kracht, de invloed en het nut van het toneel en over de zending van het Katholiek Toneel" (zie De Noordsta Christen. Vlaamseli en Volksgezind Weekblad voor 't Meetjesland (Eeklo), jrg. V, nr. 28 van 12JJ7.1925); ook het massa-openluchtspel genoot zijn aandacht: hetjaar voordien- op 27.11.1924- gafhij een voordracht met lichtbeelden, voor de Christene Jongelingenbond, over de "Passiespelen van Oberammergau" (De Noordster, jrg. IV, 47 van 23.11.1924 ).
(25)
Albert Jozef Van Hoost (Deinze 28.03.1904 - 18.01.1975 ), schoenmaker, Ommegangstraat 59 (noordkant, grondgebied Deinze); ongehuwd; ook zanger (Sint-Martinuskoor) en muzikant (Sint-Ceciliafanfare).
(26)
Georges Kamiel Allaert (Petegem 01.06.1900 - 24.0 1.1985), machinist-stoker (eerst bij de Bloem molens, later bij Tissage de Deynze), Kortrijksesteenweg 140. Ongehuwd gebleven. Maakte deel uit van de bestuursploeg van "SintMaarten" van hij de stichting; vertolkte daar geen toneelrollen, maar was er- als technicus- een van de mannen achter de schermen.
(27)
Gustaaf hanciscus Van llauwaert ( Petegem 04.12.1905; t voor 1976), Sint-Hubertstraat 125. werkman in de kinderrijtuigfabriek van Seeuws, daarna bij de firma Van Thuyne; in 1934 gehuwd te Lotenhulle met Germaine Verhoye. Woonde in de Krekelstraat en na WO 11 in de Kon. Astridstraat 69. Bestuurslid omstreeks 1930 van "Sint-Maarten Als 't Past".
(2X)
Gustavus (Staf) Van Hauwaert ( Petegem 20.08.1903 ), kleermaker, Machelenstraat 7; ongehuwd. Was hij "SintMaarten -Als 't Past" bestuurslid en speler.
43
(29)
Jul es A(/(ms Geircgat ( Petegem 12.12.1904), fabriekarbeider-meestergast, Gentstraat 127; in 1930 te Pctegem getrouwd met Suzanne De Smet; woonde later een tijdlang in Astene ( 1968-1971) en daarna Bullenstraat 19.
(30)
Valère Adolphe De Smet (Petegem 17.12.1906- Deinze 19.10.1981 ), metaalbewerker-presser. Poelstraat 89; in 1932 te Bachte-Maria-Leerne gehuwd met Marguerite Vermeulen. Verhuisde later naar de Toekomststraat 16.
(31)
Gerard Ivo Allaert (Petegem 25.10.1904 - 25.0 1.1999), zijdewever-monteerder, Kortrijksesteenweg 99, later Tonnestraat 76; in 1935 gehuwd met Marguerite Raveel (en in 1965 hertrouwd met Bertha Mestdag). Bestuurs- en spelend lid van de toneelbond Sint-Maarten. Ook lid van de Turnbond en muzikant in de Sint-Ceciliafanfare: zie het reeds vermelde weekblad /)e Noordster, jrg. IV. nr. 29 van 20 juli 1924, over de "huldeserenade" door de SintCcciliamaatschappij gebracht aan Gerard en Marcel Allaert "voor hun behaalde prijzen in de Muziekschool van Deinze".
(32)
Marcel Gustaar Allacrt (Pctegcm 15.07.1906- 19.11.1979), meestergast-zijdewever. Kortrijksesteenweg 95, later 7; in 1936 gehuwd met Andrea Vannieuwenhuyse. Bestuurs- en spelend lid van de toneelbond Sint-Maarten. Ook lid van de Turnbond en muzikant bij Sint-Cecilia (cfr. noot 31 ).
(33)
liet eind 1925 opgerichte "Katholiek Jeugdverbond van Deinze" had als eerste toegetreden verenigingen de Turnkring Donza. de Christene Jongelingenbond en de toneelbond "Voor Taal en Volk". Het bestuur bestond uit A. Van Bruane, voorzitter; veearts Cam. Verwee, ondervoorzitter; advocaat Luciaan Matthys (zie noot 16 ), secretaris, en onderwijzer Joris Vande Veire. hulpsecretaris; de Petegemse onderpastoor De Bisschop (zie noot 17) was proost: zie /)e Noordster, jrg. V, nr. 48 van 13.12.1925.
(34)
"De Regimentsdochter" (op muziek van Donizetti, 1840) was in Deinze geen onbekende. De Burgersbond had het stuk in de jaren '20 al tweemaal gemonteerd (een eerste keer in dec. 1924 -jan. 1925. met drie opvoeringen in de eigen zaal De Drie Koningen. en daarna nog eens in maart 1938 in de eigen zaal, benevens als reisvoorstelling in zaal Patria in Roeselare).
(35)
Maurice De Ruyck (Deinze 1884 - Dilbeek 1953 ), huis- en ornamentschilder, Kortrijksesteenweg 6; gehuwd met Martha Maria De Muyter (winkelierster in zijdewaren). Bevriend met Albert Saverys en schoonbroer van de Petegemse hoofdonderwijzer Raymond Van Dunne (die in eerste huwelijk gehuwd was met Claire De Muyter en hertrouwde met Alida Cockuyt). Maurice De Ruyck schilderde de toneeldecors voor "Als 't Past" in de jaren '30; deze decors overleefden de wereldoorlog en werden van 1948 af door de Sint-Maarlensvrienden nog herhaaldelijk en graag gebruikt. Hij verliet Deinze in 1946 en verhuisde naar Sint-Amandsberg.
(36)
Zie noot 21 (betreffende Henri Delbaere).
(37)
Over het weekblad De Eendracht zie K.O.K.- Kontaktblad, XIII, 2 (februari 1993), blz. 1672.
(38)
Deinze, Parochiaal archief Sint-Martinus (Petegem), Liber Memorialis, blz. 83. Zie ook Jan Art, "Kerkelijke ontwikkelingen te Deinze", in de recente Geschiedenis van Deinze, dl. 11 (2005), noot 149.
44
(39)
Maurice August Walgraeve (Olsene m~.l2.1lJO I). Ommegangstraat 13: in llJ34 verhuisd naar G. Gezellelaan I 07: gehuwd met Clarissa Dupont. Hij was - blijkens De Leye. jrg. 11. nr. 48 van 0 1.12.1lJ2l) - toen bij de opvoering van "Als 't Past" verantwoordelijk voor orkest en toneelleiding". Overleden na llJ7ó.
(-1.0)
Er was. in de Sint-Maarlenskring in de jaren '30. ook 111ei.\jestoneel. waarvoor als proost de andere onderpastoor verantwoordelijk was. nl. E.H. Maurits Lepoutre (1932-1941) en na hem E.H. René Bracke (1937-1941). Deze toneelgroep had geen formeel bestuur. maar enkele jong-volwassen juffrouwen - o.w. Anna Lambert ( 1903 ), Marie-Louise Verschueren ( 1904) en Marguerite Allaert ( llJ07)- hadden er de leiding van. Er werden toneelstukjes (o.a. "De levende etalagepop") en zgn. tableau.r-l'ivants (o.a. "De Zeven Weeën") opgevoerd. Decors en regie waren de taak van huis -en ornamentschilder Maurice De Ruyck (zie noot 35) en voor de grime zorgde ene Gonssens (Raymond G. uit de Gentstraat '?). Onder de meisjes die daar toneel speelden waren Anna Vliege ( 1912). Blanche Minjau ( 1913 ). Maria Dhont ( 1915). Williana Van Biervliet ( 1918). Suzanne Haerens ( 1919). Chrisliane De Backer ( 1920). Jeanne Lema ( 1920). Helena Dupont (Nazareth 1920). Hedwige Benoot ( 1921 ). Mad. Consl. Gernwine De Pourcq ( 1922), Marcelle Dierickx (Machelen llJ24) e.a.m. Met oprechte dank aan Chrisliane De Backervoor deze informatie.
(41)
Tekenend was b.v. dat Luc Matthys in maart 1931 spreekverbod opgelegd kreeg voor een aangekondigde voordracht bij de Christene Jongelingenbond in de Volkskring. Over dit incident zie o.m. het bericht in De Voorwacht. 11, I 0 van 15.03.1931.
(42)
Gaston Allaert trad na 1935 nog enkele keren op bij de Burgershond. Bij "Sint-Maarten -Als 't Past" werd toen al enkele jaren geen toneel meer gespeeld. Mij door Mevr. Wed. Gaston Allaert (zie noot 19) meegedeeld (vraaggesprek 15.05.2fX)4 ).
(43)
Zie K.O.K.-Jaarboek VIl ( llJ40). blz. 120-124. De deelname van "de Toneelgroep Sint-Maarten" staat vermeld bovenaan op blz. 129. In de op blz.l28 meegedeelde nominatimrolverdeling merken we slechts twee Petegemnaars op die deeluitgemaakt hebben van Sint-Maarten. m.n. André Alliet (zie noot 10) en GustaafVan Hauwaert (noot 28).
(44)
Bij de Deinse Burgershond in december 1946, in de operette "Gravin Maritza", speelde Roger Vandervennet de rol van Pentzek, kamerdienaar van de Vorstin, en Roger Van de Casteele die van Tchekko, kamerdienaar van Maritza (vertolkt door de Gentse operaster Simone Van Parijs). Toen zowel Vandervennet als de gebroeders De Pourcq in de daarop volgende producties van De Burgershond geen (of een weinig interessante) rol aangeboden kregen, trokken ze naar Petegem: uit dit ongenoegen volgde (eind 1947'!) de (her)oprichting van de "Sint-Maartensvrienden". Dit "incident" belette evenwel niet dat zij - en andere Petegemnaars - later nog opnieuw (en maar al te graag) hij de Burgershond optraden. In mei llJ4lJ h. v. speelde de Burgershond "De Spaanse gebroeders" van G. Wal schap: Hu hert en Albert De Pourcq, Jacques Vlaminck en Gilhert lde traden erin op. Zowel in "De klucht van de brave moordenaar" (maart llJ50) als in "De wonderdoktoor" (nov. llJ50) kregen Gi Ihert Ide en .Jordaan Vandemoortele een rol. In "Mevrouw Pi lallls" van Jean Du Parc/Willcm Putman (maart llJ52) speelden Gilhert lde, Jordaan Vandemoortele en Fahien Allacri mee. Enz. enz.
(45)
Jozef Van Overheke fllansheke 16.05.1906), onderpastoor te Petegem-Dcinze (Sint-Martinusparochie) van OlJ.I2.1lJ41 tot 29.06.1951, toen hij pastoor werd van Sint-Kornelis-llorebeke (en later van Mendonk).
45
(46)
André Degraeve ( Bevere-Oud. 1907 - Gent 1976 ), onderwijzer (Aalter) en toneelauteur. Schreef o.m. " 't Plakleerke", "De koning van Hoelaboela" en "Generaal Lambiek" (alle drie door "De Sint-Maartensvrienden" vertolkt). Met "Schoenen hebben voorrang" ( 1955) behaalde hij de provinciale Pa ui De Muntprijs voor toneel.
(47)
Julien Gistelinek (Nokere 21.06.1920- Bevere-Oud. 26.03.1983), onderpastoor te Petegem-Deinze (Sint-Martinusparochie) van 30.07. 1951 tot 17. I 1.1968, toen hij pastoor werd van Bavegem (in 1975 van Bevere-Oudenaarde).
(48)
Zie noot 10 (betreffende André Alliet).
(49)
Lcon Van der Schaeghe (Vinkt 16.07.1920- Deinze 12.09.2000), bediende, Kouterlosstraat 61, gehuwd met Germaine Verschaetse.
(50)
André Alfons 1-laerens ( Petegem 06.01.1928 - 28.0 1.1979), aanvankelijk landbouwer, Gaversesteenweg 214, daarna bediende. Dries 46; gehuwd met Henriëtte Naessens.
(51)
Urbaan Leonard Van I-love ( Petegem 18.01.1930), schoenmaker. Machelenstraat 23; ongehuwd.
(52)
Joseph lierman 1-leleu (Deinze 27 .11.32), handelsreiziger (schoenhandel ). Kortrijkstraat 33; gehuwd met Godelieve Van BockstaL Met oprechte dank voor de informatie en bruikleen van fotomateriaal. Huidig adres: Herfstlaan 60.
(53)
Roland Armand Sin10ens (Petegem 14.02.1936), installateur; gehuwd met Gabrielle Vermeersch. Intussen overleden. Ook zijn jongere broer Morgan Simoens (Deinze 18.06.1944), monteerder, trad in de jaren '60 enkele keren op.
(54)
Cu·los Geeregat (Petegem 25.04.1938}, politieagent, Sint-Hubertstraat 168; gehuwd met Jeanine Demilt.Zoon van Jules Geeregat (zie noot 6). Hij vertolkte occasioneel ook rollen bij de Deinse Burgersbond (o.a. in 1959 in "Het Hollands Wijtje" en in 1961 in "Het kongres der kosters").
(55)
Lucien Remi Maebe (Petegem 04.05.1935), bediende- verzekeraar, Machelenstraat 24; gehuwd met Rosette Lippens. Ook zijn broer Urhain Alfred Maebe (Petegem 20.08.1938), tirrnadirecteur (onderhoudsmaterialen), Machelenbinnenweg, in 1960 gehuwd met Yvette Dobbelaere, vertolkte in de jaren '50 een aantal rollen, exclusief in de bijspelen.
(56)
Emanuel Haerens (Petegem 28.04.1937). postbediende, Driesstraat; zoon van de kolenhandelaar Firmin Haerens (Deurle 1900, jongere broer van burgemeester Adolf Haerens) en Martha De Brabander.
(57)
Willy Ed. L. Verbeken (Gent 04.07.1936), postbediende, daarna beambte bij Financiën; in 1964 gehuwd met Cecilia Maes. Trad medio jaren '50 een vijftal keren op bij de Sint-Maartensvrienden, o.m. in een stuk over de Hongaarse opstand in 1956.
(58)
Antoon Remi J. Haerens (Petegem 31.07.1934 - 31.12.1982), bierhandelaar, zoon van burgemeester Adolf Haerens 0 ( Deurle 1894 ). In 1958 te Petegem gehuwd met Christiana De Dapper. Woonde 1960 in de Kastanjelaan 2. Van 1962 tot 1965 voorzitter van de Sint-Maartensvrienden.
46
(59)
Prudent Maurice Herman ( Petegem 15.09. 1913 ), maalderij werkman, Tonnestraat 43 en later Kortrijksesteenweg 251; gehuwd in 1938 te Machelen met Maria Van de Wal Ie. Ook zijn zoon Ni con ( 1943) was in de jaren '60 actief bij de Sint-Maarlensvrienden (zie noot 72).
(60)
Jacques André Heleu (Deinze 21.08.1939). handelaar (sportzaak). Kortrijkstraat 33 (later Gentstraat 34 ); gehuwd met Maria Heykens. Met oprechte dank voor de toelating tot inzage van het secretariaatsarchief en fotomateriaal. Ook zijn tweelingsbroer Albert Heleu (Deinze 21.08.1939, schoenhandelaar, Kortrijkstraat 33, gehuwd met Jeannine Mulkens, vertolkte enkele rollen bij de Sint-Maartensvrienden.
(61)
Willy Tack ( Petegem 21.06.1941 ), bediende, Gentsesteenweg 18 (en later G. Gezellelaan 165B ); in 1966 te Petegem gehuwd met Gadelieve De Rycke. Voorzitter van de Sint-Maarlensvrienden van eind 1965 tot begin 1970. Later gemeenteraadslid en schepen van Deinze. Nu Louis Dhondtstraat 22, bus 3. Met oprechte dank voor de verstrekte informatie en voor de bruikleen van fotodocumenten.
(62)
Raf Walgraeve (Petegem 09.01.1941 ). bankbediende. later vertegenwoordiger, Kortrijksesteenweg 214. In 1964 te Deinze gehuwd met Gadelieve De Volder. Regiseerde bij de "Sint-Maartensvrienden" in het toneelseizoen van I 9621963. Woont nu in Hansbeke (Nevele).
(63)
Rodrique Del va (Deinze 30.06. I 936 ), studiemeester-opvoerder (VTI ); gehuwd met Monique Claerhout; Kauwestraat 6 !nu: Tolpoortstraat 3, hus 5). Speelde ook herhaaldelijk bij de Deinse Burgersbond (o.a. in 1959 in het "Het Hollands Wijfje", in 1960 in "Drijfzand" en in "Monika". in 1961 in ''De blijde begravinge van Klakke Verdoest''. e.a.m.). Regisseur bij de "Sint-Maartensvrienden" van 1964 af.
(64)
Norhert René Vervaeck ( Machelen 15.03.1930). technisch leraar VTI, Kortrijksesteenweg 304; gehuwd met Simonna Lema.
(65)
Michel Gerard De Graeve ( Petegem 01.12.1937 ). leder- en houtbewerker. en later vernikkelaar ("nikleerder"), Astridstraat 41; in 1961 te Lotenhul Ie gehuwd met Lill ia na De Meyer. Omstreeks het midden van de jaren · 50 vertolkte hij ook enkele rollen hij de Dcinse Burgershond (o.a. in maart 1955 in "Schipper naast God" en in okt. 1955 in "De bommelbaron").
(66)
René Henri M. Breunig (Moeskroen 06.05.1 Y41 ), kantoorbediende, Gampelaeredreef 29, gehuwd met Beatrice Van de Wege. Secretaris van de Sint-Maarlensvrienden vanaf 1965.
(67)
Julien René Dhertoge (Nazareth 04.01J.Il)40), schrijnwerkersgast, Krekelstraat 57; in 1964 te Petegem gehuwd met Godelieve Van Gorp.
(6~)
Antoine José !Tony) De Smet (Petegcm OX.04.11J42), regent (VTI), Oostmeersdreef 39 (nu: G. Gezellelaan 94).
(6l)J
Willy Rcné J. Vcrmeulcn !Ticlt 16.0X.I942- Deinze 07.07.2000), installateur RTT, Sint-Huhertstraat 156: in 1965 te Deinze gehuwd met Liliane De Raedt. Vcrtolkte hij de Sint-Maarlensvrienden enkele rollen omstreeks 1960.
47
(70)
Armand Fel ix F.J. Lampaert (Zomergem I 0.03.1943 ), autogeleider, Dorpsstraat 61, Astene; gehuwd met Rita Baertsoen.
(71)
Lucien De Rore ( Petegem 1943 ), handelaar, Gentsesteenweg 206; gehuwd met Marietta Haelewyn.
(72)
Nicon Ad. lierman (Deinze 28.10.1943), mecanicien. Sint-Hubertstraat 249; zoon van Prudent (zie noot 55); gehuwd met Petronelia Wesselman.
(73)
Cm· los Maurice Verheecke (Petegem 05.09.1943 ), boekhouder. Kortrijksesteenweg 279; in 1967 te Petcgem gehuwd met Rita De Hacker en eind 1970 verhuisd naar Ukkel. Vossegatstraat 41.
(74)
Daniel Antoine (!JuniiJ') De Sloover (Petegem 26.01.1945 ), postbediende, Sint-Hubertstraat 279; in 1967 te Petegem gehuwd met Nonna De Clercq.
(75)
Johny Constant Boonc (Petegem 12.10.1945 ), houtbewerker. Molenstraat 42, later magazijnier; gehuwd met Rita Nachtergaele. Nu Kon. Astridlaan 112.
(76)
Antoine Alphonse M. ( Tony) Lowie (Oudenaarde 29.04.1945- Deinze 31.12.2004), electricien, later buffethouder van het sportcomplex Palaestra; ongehuwd.
(77)
Roland Minne ( Petegem 24.03.1946). mecanicien. Regenbooglaan 4; gehuwd met Janine De Waele.
(78)
Christiane Leroy (Deinze 1943), verpleegster, gehuwd met Raoul De Bruycker, en nu woonachtig te Belsele (SintNiklaas). In 1967 trad zij op in "De Zot" van Gaston Martens, een opvoering in dialect. Ook haar jongere zus Lulgarelis (Deinze 1950), nu woonachtig in Merendree (Nevele), stond op de planken in de Sint-Maartenskring; zij nam er deel aan de laatste opvoering door Toneelbond Ter Leie, in november 1969. nl. van het stuk "De blijde begraving van Klakke Verdoest", eveneens van Gaston Martens en ook in dialect opgevoerd. Hun broer Marcus Leroy (Deinze 1946). landbouwdeskundige, nu woonachtig in De Pinte, vertolkte o.m. een rol in "Eén dag minister" (toneelseizoen 1966/1967).
(79)
Maurice Joseph Van Acker (Sint-Kruis 11.03.1924 ), gepensioneerd rijkswachter, Kortrijksesteenweg 40; conciergezaaluitbater van de Sint-Maartenskring tot eind jaren '70. Gehuwd te Genk in 1950 met Leontine Van de Voorde (Hasselt 1927). Bracht zijn levensavond door in de pastorie te Drongen bij zijn zoon Rudy.
48
L
c
11
TO NEELBOND ST·MAARTE NSVRIENDEN
."
c
voert op
DODENCEL
11
PETEGEM-a-d-LEIE
-.:
..c !.
>
Zondag
16 februari te 18 uur
1958
VI ::::
l9enit l9i~il, l9icil l Ja rr I
53
..".
:E"
ZAAL ST-MAARTE SKRLNG
."
c
0
/ / / n 1· ie 11
..o Zaal St. Maartenskring - Petegem ~ ~ Zondag 10 december 1961 te 19 h ~ INKOM 20 F
Jngang kaart 15 fr.
::::
'V
c
0
..0
1c
Zaal St. Maarlenskring - Petegem Zondag 29 april 1962 te 19 h INKOM 20 F
... 0
iw
ZONDAG 28 OCTOBER 1962 te 19 h
0
zw a:
> VI
z
w l-
a:
< <
:t
1-
z
VI ~
0
z 0
MET GESLOTEN 1
DEUREN
door Morit11 Marui
Cll ..J
w w
25. Toegangskaarten 1958- 1962. (Verz. Ja ques He/eu).
z
Z aa l St- Maartc nskrl ng • Petcgem
1-
INKOM 20 F
0
4
z""
ZONDA G 9 DECE MBER 1962 te 19 h.
z
~
Ul
z
z
Cl
~
>
z
~
E-< 0::
< <
::a E-< z
WEG MET DE
VROUWEN
I
-"' en
ll:l
Ul
PETEGEM a'/LEIE
> (I) z ll.l
r-
ZONDAG 5 DECEMBER 1965 om 19 uur MAANDAG 6 DECEMBER 1965 om 19.30 uur
0::
~ ~
(I)
dOOl'
A. ENTBROUKX
0
z
Cl
z
0
ZAAL ST. MAARTENSKRING
0:::
0::
en
0
Sensationele Geschiedenis in 3 bedrijven
OBSESSIE
0
p:)
Zaal St-Maartenskring - Petegem
...:l ~ ~
z
0
INKOM 20 F.
o-l
door A. Boere en Bob Bertina
Ul Ul
5r-
INKOM : 25,-
F.
VOOR VOLWASSENEN
E-<
TONEELBOND
ST MAARlENSVRIENDEN Stalin~raá .....
zondag 27 maart te 19 u. maandag 28 maart te 19 u. 30
<:Bunke,. 38
in de zaal st maarteoskring te petegem a/leie opvoering van
HOTEL - PRISON door j. tanguy en g. villaine
1966
INGANGSKAART 25 Fr
26. Toegangskaarten 1962-1966. Eind 1961 werd de entreeprijs verhoogd van 15 tot 20frank en bedroeg in 1965 al 25 frank. (Verz. Jacques Heleu).
50
Bijlage: Gedocumenteerde opvoeringen 1955-1969 Fo
('?) 1955
De koning van Hoelahoela (André Degraeve)
16.02.1958 21.12.1958
Venit. vidit, vinicit (Paul Mariën) De komeet komt
TG TG
19.03.1961 10.12.1961
Onder de sovjetvlag Dodencel 53
TG TG
15.04.1962 28.10.1962 17.11.1962
De laatste kans (herneming: 29.04.1962) Met gesloten deuren ( Morits Manis) Wie is de dader? (M. Dubois) (Regie: Raf Walgraeve) Weg met de vrouwen ( Arie Entbrouckx)
09.12.1962
-
I 7.02.1963 ??.??.1963
-
08.03.196-J 08.11.1964 27.12.1964
-
7/8.3.1965 05.12.1965
-
TG+PB TG PB Fo+TG TG AK
Stalingrad ... Bunker 38 (E.S. Van Der Cruysse) Atoomrekruten (Pa ui Mariën)
Fo+AK
Finale met God ( Paul Mariën) (Regie: Rodr. Delva) Soldaten zonder uniform (0. Ferket & P. De Prins) (Regie: Rodr. Delva) Goede reis, Matthias (E.S. Van Der Cruysse) (Regie: J. Gistelinck)
AK PB Fo
In 't Plakleerke (André Degraeve) (Alg. leiding: J. Gisteli nek) Obsessie (A. Boere & Bob Bertina) !Regie: Rodr. Delva)
PB TG+PB
27.03.1966
Hotel Prison (J. Tanguy & G. Villaine)
TG+PB
1966/1967?
Eén dag minister (Regie: J. Gistelinck)
Fo
10.12.1967
De Zot (Gaston Martens) (Regie: Rodr. Delva)
PB
1969-197()
-
Toneelhond Ter Lcic (nieuwe naam) 04. I 0.1969: Declamatieavond door Ant. Vanderplaetse 23 /24/ 30. I I. I 969: De blijde begrafenis van Klakke Verdoest (Gaston Martens) 27I 2H.03.1970: "Hotel Prison" (*)
(*)Aangekondigd in het jaarprogramma, maar waarschijnlijk niet opgevoerd!
Uewaarde documenten
AK Fo
= Aankondiging
= Foto
PB TG
= Programmablaadje
= Toegangskaart
Met dank aan al diegenen die enig do~.:Uinent ter inzageen/of in bruikleen hebhen gegeven.
51
27 & 28. Van de /wee loneelstukken, waarvan wie hier een fo lo afdrukken, kennen we 1itel noch auteur en evenmin 1vanneer ze precies zijn opgevoerd. Wie weelméér hierover? Hiemaasl, van I. naar r., slaande: Le(J/1 Va n der Schaeghe, Willy Vermett!en, Emanuel Clappae rt, Emanue l !-laerens, Anloine Haerens, Willy Tack en A/hert Boone; voo rsl e rij: Morgan Simoens, een beer (? ), Ni con Herman, Jocques He/eu en Lucien De Rore. ( Ve r~. Jacques He/eu).
Op de onderste foto , van l. naar r.: onderpastoor J. Gistelinck, Leon Van der Schaeghe, ?, Willy Vermeulen, Emanuel Haerens, Nicon Herman, Albert Boone, Jacques Heleu (gehurkt), Willy Tack, Lucien De Rore en Morgan Simoens. (Verz. Jacques Heleu).
52
Bevolking en grondbezit te Zeveren in de 19de eeuw door
Sofie MOEYKENS, Luc GOEMINNE en René DE CLERCQ
Inleiding Deze studie is een verbeterde en uitgebreide versie van het derde deel van de licentiaatsthesis Geschiedenis R.U.G. van Sotïe Moeykens: een reconstructie van het landschap in Zeveren tussen 1661 en I850. (I) De periode van de J9tle eeuw is gesteund op de gegevens van de Kadastrale Popp kaart van Zeveren uit 1853. Philippe-Christiaen Popp was vroeger controleur van het Kadaster te Brugge. Hij had een diploma van geografisch-ingenieur. Hij overleed te Brugge in 1879. Sofie Moeykens kon het kadasterplan voor Zeveren nauwkeurig dateren op I853. De kaart is getekend op schaal I /5000. Er zijn ook uitvergrotingen op schaal I /2500 van de eauwenhoek en van de dorpskern met de kerk. Zeveren met een oppervlakte van amper 375 ha bestond slechts uit één sectie A. Elk perceel had een volgnummer. Bij de Popp-kaart hoorde een legger : een tableau indicatif et matrice cadastrale. Het eerste deel was een alfabetische lijst met de namen van de eigenaars. Elke eigenaar had een nummer (artikel). Dit nummer kwam overeen met de nummers in het tweede deel van de legger. Van de meeste eigenaars staat de naam en de voornaam, de woonplaats en ook het beroep vermeld. De grondsoort wordt vermeld als terre (akkerland), jardin (tuin), bois (bos), verger (boomgaard), pré (hooiweide), pature (graasweide), eau (poel), brasserie (brouwerij), moulin (molen), enz. De boomgaarden, hooiweiden en graasweiden worden door ons samengeteld als weide. De tuinen werden door ons bij het akkerland geteld. Marécages (moerassen) en bruyères (heide) worden nergens bij Popp vermeld. Langs de Zeverenbeek hij het Dorpscentrum worden een aantal lange weide-repelpercelen als blekerij aangewezen. Van elk perceel wordt de oppervlakte in ha en are aangegeven, ook de waarde van de grond en het belastbaar inkomen. Per eigenaar wordt ook de totale oppervlakte in bezit meegedeeld. In de legger ontbreken de namen van de pachters.
55
56
Aan de noordgrens van Zeveren ligt de gemeente Vinkt. De oostgrens vormt de scheiding met Meigem. De zuidgrens met Deinze wordt gevormd door de Zeverenbeek. Langsheen deze beek lagen De Broeken, een langgerekt moerasgebied van 150 ha met een lengte van 2,5 km. Deze vormde in de voor-historische tijd een westelijke arm van de Leie. Parallel met de Hoenderveldstraat liep de Scheerbeek. De windmolen van Zeveren stond langs de Izegemse Heirweg op de Molenkouter, die de gemeente van Oost naar West doorkruiste.
Indeling In 1858 telde Zeveren de volgende 8 wijken. De Plaats : 62 inwoners in 12 huizen. Westmeerskant : 68 inwoners in 11 huizen. Kauwenhoek : 88 inwoners in 16 huizen. Westkouter: 123 inwoners in 24 huizen. Leeuwkenshoek : I 0 I inwoners in 17 huizen. Hoendervelden 153 inwoners in 26 huizen. Oostmeerskant : 36 inwoners in 9 huizen. Oost-kouter 75 inwoners in 13 huizen.
57
Bevolkingsevolutie en woonbestand Op het kadasterplan Popp van 1853 worden 130 woonsteden vermeld. Zeveren 375 ha 1796 1801 1815 1829 1840 1853 1858 1885 1910 1928 1938 1946 1961 1991
Inwoners 417 734 819 837 870 730 706 633 628 558 525 561 600 682
Aantal Huizen 131
137 130 128
124
De bevolking stijgt duidelijk tussen 1796 en 1840. Daarna wordt het kleine dorp zwaar getroffen door de economische crisis van 1840-1850, waardoor het bevolkingsaantal sterk blijft dalen tot zelfs in 1930. Pas na 1960 stijgt het aantal inwoners opnieuw tot 750.
_)
58
Perceelsgrootte en Pen·eelsvormen Er waren te Zeveren in 1853 707 grondpercelen. De indeling naar de grootte van de percelen volgt in onderstaand schema. Oppervlakte van de percelen 0 are tot 5 are 5 are tot 20 are 20 are tot 50 are 50 are tot I ha I ha tot 5 ha meer dan 5 ha
Aantal percelen 183 190 113 102 114 5 707
% 25 27 16 14 16 I 100
Hierbij is het opvallend hoe weinig grote oude percelen van meer dan 5 ha Zeveren telde. Bijna 490 percelen (70 %) waren geen halve ha groot. Dit wijst op een grote versnippering van de gronden. In 1661 was de gemiddelde oppervlakte van de percelen 0,9 ha, in 1761 I ,0 ha en in 1853 0,5 ha. Tussen 1661 en 176 I was dus het percelenaantal niet wezenlijk veranderd. Van de 15 grootste akkerpercelen van meer dan 3 ha waren er 9 eigendom van edellieden en 6 van burgers-grootgrondbezitters uit Gent. De perceelsvormen zijn vaak regelmatige hlokpercelen, omringd door grachten en levende hagen of struiken. Deze worden hier meestal hulken genoemd.
Overzicht van de landhouwhcdrijven Landbouwhedrijven in 1846 naar hun oppervlakte. 25-35 20-25 15- 20 I 0- 15 5- I 0 I- 5
ha ha ha ha ha ha ha
2 3 2 6 6 38 73 130
Alhoewel Zeveren in de 15de eeuw een 15-tal grote landhouwbedrijven heeft gekend, was hun aantal in de 19de eeuw sterk gedaald tot een 5-tal. Het grootste deel van de grote hoeven lag in de oostelijke helft van de gemeente en omheen de dorpsplaats.
59
De hoeven te Zeveren Zeveren bezat in de J6de eeuw meerdere grote hoeven. De meeste hiervan blijken later te zijn opgesplitst in kleinere landhouwuithatingen. Sommigen zijn volledig verdwenen. Hierover is nog verdere studie nodig. Goed ter Vaalt (ook ter Meersch) Deze hoeve wordt reeds genoemd in 1397 en had toen een oppervlakte van 27 B (39 ha). Deze hoeve is hier verdwenen en lag aan de zuidkant van de Izegemse Heirweg ten oosten van de windmolen. In I 853 Sectie A n° 86, 87, 88 enz. In I 853 was deze hoeve nog slechts 12,5 ha groot en eigendom van Désiré en Jean-Baptiste Degey uit Gent. Vaalt is een oudsaksisch woord. De oorspronkelijke betekenis was : een met vlechtwerk omheinde ruimte. De term leeft nu enkel nog verder in het woord mestvaalt. Goed te Severin (Heden goed te Heirens) In 1494 was het 21 B (28 B) groot. Deze hoeve ligt ten noorden aan de Scheerheek. In 1853 was ze nog slechts 2 ha groot en eigendom van Thomas De Vreeze landhouwer te Zeveren. Kasteelhoeve De pachthoeve stond ten oosten van het dorpscentrum en had de status van dorpsheerlijkheid. In 1775 werd ze aangekocht door Filip-Jan-Maurits de Heems-Pattijn, kolonel in het Oostenrijks leger. In 1853 was de hoeve reeds doorverkocht aan Jean-Baptiste Cornelis landbouwer te Zeveren. Toen was ze nog amper 1 ha groot. Goed ten Bossche Deze hoeve was in 1768 nog 11 B (15 ha) groot en stond juist binnen de bocht van de baan VinktDeinze, juist ten westen van het dorpscentrum. In 1853 was de hoeve nog slechts 3,5 groot en in eigendom van Regine en Victoire Wibo, zusters van de overleden Joanne-Jacoba Wibo die gehuwd was geweest met Engelbert-Jozef-Nicolas Odevaere, voormalig consul van Denemarken te Brugge. Deze hoeve was vroeger eigendom van de Sint-Baafs abdij te Gent.
60
Goed ter Beken Reeds genoemd in 1349. Ze werd in leen gehouden van de Heer van Nevele. De hoeve is niet meer te situeren. Goed te Herlebout Deze hoeve was in 1483 nog I 0 B ( 13 ha) groot. Heden niet meer te situeren. Goed te Pennincx Was in 1772 nog 27 B (36 ha) groot. Ze lag op de grens met Vinkt. Misschien is deze hoeve te vereenzelvigen met de hoeve langsheen te vroegere Kruisweg (heden Wierookstraat). In 1853 in eigendom van de weduwe Schelpe, eigenares te Nevele. De hoeve was toen nog 3,2 ha groot. Goed ter Lef of Le Cherf Op de kaart van Philippe Vander Maelen uit 1850 wordt deze hoeve aldus vermeld : ze lag ten noorden van de Vinktstraat tegen de grens met Vinkt. In 1853 Sectie A n° 413 en 414, enz. Toen was de hoeve nog 24,5 ha groot en eigendom van de erven Arconati uit Brussel. De betekenis van de benaming Lef is onduidelijk. Hapax. Misschien een corrupte lezing. De hoeve droeg in het landboek van 1761 de naam Hofstede Le Cherf naar een oude familienaam. Goed ter Lootsen Deze hoeve was in de J7dc eeuw 13 B ( 17 ha) groot. Deze hoeve wordt reeds in de I Qdc eeuw als Loceka vermeld. Dit bezit onder Zeveren werd tot op heden nog niet gelokaliseerd. Het Mnl. lootse betekende een schuur. Het woord is wellicht afgeleid uit het oudfrans loge. De term leeft heden verder in het woord loods, stapclgebouw. Goed ten Plasse In 1630 had deze kleine hoeve een oppervlakte van I 000 Gentse roeden (I ,5 ha). Ook nog niet met zekerheid gelokaliseerd te Zeveren.
61
Goed ter Strijpen Deze hoeve ligt ten zuiden gedeeltelijk omgeven door de Scheerbeek, te oosten van de huidige Schaevestraat. In 1853 was de eigenaar Jonkheer Astère de Kerchove de Denterghem. De oppervlakte van de hoeve was toen nog 23 ha. Goed ten Wal Ie Deze hoeve was in 1460 7,5 B ( 10 ha) groot. Deze hoeve bezat een motte en walgracht, doch blijkt na 1600 te zijn verdwenen.
Het wegennet De bijzonderste verbindingswegen te Zeveren waren de Izegemse Heirweg, van Tielt naar Gent, die de gemeente van west naar oost doorkruist. Heden de as Izegemstraat, Processiestraat, Kouterstraat en Lange AkkerstraaL Daarnaast was er de Heirweg van Brugge- Vinkt naar Deinze. Heden de Vinktstraat en oe Aalterse Steenweg. Deze weg werd gekasseid in 1853 en kreeg een vernieuwo traçé in 1855. Naar het nooroen liep de vroegere Leeuwkesstraat en Kruisweg naar Vinkt en Meigem. Heden de Leeuwstraat en een deel van de Wierookstraat Een anoere belangrijke exploitatieweg naar het noorden was de Wierookstraat Heden de Schacvestraat die nu tot Deinze doorloopt. In het westen van de gemeente was er oe belangrijke Leiestraat, nu Kauwstraat, die doorheen Zeveren, de Leie met Westaarde verbond met Vinkt.
Molens Zeveren telde in 1853 een graandwindmolen op de Kerkkouter langs de Izegemse Heirweg. Naast deze molen stond ook een graanrosmolen. De molen met molenhoeve was de enige eigendom van burggravin Anne oe Patin, eigenares te Wazemmes bij Rijsel. Sofie en Isabella Goethals waren ervan de erfpachters. Deze molen stond op een hoge kouterrug met grote akkerpercelen. De omgeving werd ook Molenkouter genoemd. De landbouwers van de eauwenhoek in het westen van de gemeente gingen wellicht hun graan malen te Vinkt waar 2 korenwindmolens stonden bij het dorpscentrum. Het nabijgelegen Grammene had toen geen graanwindmolen. Zeveren h~ toen ook een olierosmolen op een kleine hoeve in de buurt van de graanwindmolen.
62
---='L '
~~-~
-
~-~ '' ~ ... .
Y-::
~~
I
~
/
I
.'-----
'
!!f:..· t
·. !.O/· ·~
-~ I
,
:
i
-.'I
.
:
~
...-' '
63
Herbergen In de 19de eeuw bezat het kleine Zeveren niet minder dan 5 herbergen : De Spaanse Kauwe ( 1571) langs de Izegemse steenweg, de Kauwe, het Leeuwke ( 1779), den Rapenburg ( 1779) op het dorp, de Groene Akker, langs de Izegemstraat en De Nieuwe Herberg ( 1790). In 176 I wordt ook de Herberg De PitJerijn op de dorpsplaats vermeld.
Proto-ind ust rie De gemeente telde in 1792 48 weefgetouwen. Zeveren bezat rond I X50 een bierbrouwerij, en een honderdtal weefgetouwen. Bijna I weefgetouw per gezm. Op het goed ter Lef langs de Vinktstraat zou vroeger een kleine stokerij hebhen gestaan.
ne bevolking in 1856 De nomitatieve volkstelling van Zeveren uit 1856 is spijtig genoeg onvolledig. Van 3 wijken op de 8 ontbreken de gezinstïches. We kennen dus enkel de gezinshoofden bij naam, doch niet de namen van ongeveer 45 echtgenotes, I 00 oudere kinderen en 40 hoeveknechten en meiden. Daarenboven ontbreken in de ganse lijst de vermelding en de namen van ongeveer 200 kinderen onder de 12 jaar. Deze lijst laat toch toe betrouwbare statistische gegevens over de gemeente weer te geven. Op 93 vermelde gezinshoofden waren er 11 (12 %) weduwnaars en 13 ( 14 %) weduwe. De gemiddelde gezinsgrootte was voor alle wijken significant gelijklopend en bedroeg 5. Voor 1796 bekomt men hetzelfde cijfer. Van 470 met naamvermelde inwoners waren er 300 te Zeveren geboren. Dit is 64 %. De globale bevolkingsdichtheid bedroeg rond 1850 192/km2. Te Zeveren ontmoet men in 1856 verschillende familienamen. De 21 meest voorkomende familienamen waren : Baele, Blancke, Claeys, Coussement. De Decker, Dhuyvetter, De Keyser, De Vos, De Wever, De Vreese, Heyerick, Janssens, Mestdagh, Parmentier, Rogge, Snauwaert, Strobbe, Van Acker, Van Hoe, Van Laeken, Vermeulen, Verplaetse. De volledige nominatieve lijst van de bevolking van Zeveren van 1796 werd door Guido Demuynck gepubliceerd in een monografie van de VVF, afdeling Deinze.
64
De heroepsbevolking in 1856. In de onvolledige hevolkingslijst van 1856 worden niet minder dan 37 mannelijke gezinshoofden en 4 \Touwelijke gezinshoofden als landhouwer vermeld. De gemeente telde ook 36 hoeveknechten en 14 hoevemeiden. De meesten hiervan waren ongehuwd. Er werden verder nog 36 spinsters, IJ kantwerksters, doch slechts 3 wevers genoemd. De 19 arbeiders zijn wellicht ook allemaal hoeveknecht geweest. Als andere beroepen komen nog voor : 3 vlaszwingelaars, I naaister, I schoonmaker, I handelaar, 3 molenaars en I molenaarsknecht en tenslotte ook 3 herbergiers.
De grondeigenaars Het aantal eigenaars blijft nagenoeg gelijk, van I 02 in 1761 naar I 04 in 1853. Zeveren telde slechts 3 edellieden-grootgrondbezitters. Geen enkele burger noch landbouwer bezat meer dan 20 ha. De 9 grootste eigenaars bezaten in 1853 samen 167 ha of 45 % van de gemeente. De 72 kleinste eigenaars hadden samen slechts 121 ha (of 32 %) van de gemeente. In de J8de eeuw brak de periode van de stedelijke burgerij aan. De hogere burgerij uit de steden zocht vooral ook in de 19de eeuw goederen op het platteland aan te kopen om meer sociaal-economisch aanzien te verwerven en zich als grootgrondbezitters te kunnen profileren. Dit alles ter imitatie van de adel. Onder de I 02 eigenaars zijn er 39 die woonachtig zijn te Zeveren (38 % ). Van de andere eigenaars zijn er 25 (25 %) woonachtig te Gent, 12 ( 12 %) te Deinze, 4 (4 %) te Vinkt, en 4 (4%) te Nevele. Van de I 0 adellijke eigenaars woonden er 9 te Gent ! Een nog groter verschil komt tot uiting wanneer men de vergelijking maakt met als basis de totale oppervlakte van de eigendommen. Slechts 73 ha of 19 % van de gronden blijkt in bezit te zijn van de 39 personen uit Zeveren zelf ! Het waren dus allen landbouwers op een klein bedrijfje. De Gentenaars bezitten 148 ha (39 %) van de gronden, de Deinzenaars volgen met 15 ha ( 4 % ). Verder zijn de 39 gezinctshoofden-eigenaars van Zeveren vooral kleine bezitters. Gemiddeld hebben ze minder dan 2 ha in eigendom. Van de 130 gezinshoofden in Zeveren waren er slechts 39 (30 %) die een bescheiden eigendom in de gemeente bezaten. Bijna allen waren het landbouwers. Enkele van deze landhouwers hadden hun woonhuis te Vinkt. Dit is te begrijpen wanneer men vaststelt dat de gemeente rond 1853 op 730 inwoners daarenboven niet minder dan 141 behoeftigen ( 19 %) telde.
65
Tijdens het Ancien Régime was Zeveren opgedeeld in een oostelijk deel van 200 ha en een westelijk deel van 175 ha. Het oostelijk deel behoorde tot de kasseirij Oudburg Gent. Hiervan is enkel een landboek van 1661 overgeleverd, doch geen landboek van 1761. Het westelijk deel behoorde tot de Kasseirij Kortrijk. Hiervoor is vooral een landboek van 1761 met kaarten bewaard gebleven.
Zeveren onder de Oudburg Gent in 1661 Verdeling van de gronden over de verschillende eigenaars in 1661. Oostelijk deel van Zeveren 200 ha. Categorie eigenaars Adel Kerkelijke Instellingen Burgers en landbouwers
Aantal _Qersonen
8 7 43 58
Grondbezit in ha 65 ha 12 ha 123 ha 200 ha
% 33% 6% 62%
Verdeling van de verschillende grondsoorten onder de verschillende eigenaars in 1661. Oostelijk deel van Zeveren 200 ha.
Adel Kerkelijke Instellingen Burgers en landbouwers
Akkerland 51 ha 6 ha 113 ha 170 ha 85%
Weide 13 ha 6 ha 9 ha 28 ha 14%
Bos 2 ha 0,2 ha 2 ha 1%
_)
66
Totaal 33% 6% 62% 100%
Zen~ren
onder de Kasseirij Kortrijk in 1761
Verdeling van de gronden over de verschillende eigenaars in 1761 Westelijk deel van Zeveren I 75 ha. Categorie eigenaars Adel Kerkelijke Instellingen Burgers en landbouwers
Aantal personen 6 5 33 44
Grondbezit in ha 32 ha 31 ha 98 ha 175 ha
% 18% 18% 56%
Verdeling van de verschillende grondsoorten onder de verschillende eigenaars in 1761. Westelijk deel van Zeveren I 75 ha.
Adel Kerkelijke Instellingen Burgers en landhouwers
Akkerland 14 ha 28 ha 82 ha 135 ha 77%
Weide 6 ha 3 ha JO ha 19 ha 11%
Bos 12 ha 6 ha 18 ha 10%
Totaal 18% 18% 56% 100%
Uit de 4 vorige tabellen kan o.a. het volgende afgeleid worden. I. Het westelijk deel van Zeveren heeft steeds meer hos gehad dan het oostelijk deel. 2. De adel heeft steeds meer eigendommen in bezit gehad in het oostelijk deel dan in het westelijk deel van Zeveren. 3. Het oostelijk deel van Zeveren heeft vroeger meer weiden gehad dan het westelijk deel.
67
Evolutie van het globale grondgebruik te Zeveren
1661 1761 1853
Bos 1% 10% 7%
Akkerland 85% 77% 77%
Weiland 14% 11% 10%
Het hosareaal is te Zeveren nooit zeer groot geweest. Toch nam het aantal hossen geleidelijk toe tot 7 % van de dorpsoppervlakte in 1853. Het akkerareaal en weide areaal ondergingen geen grote wijzigingen.
Evolutie van het aantal eigenaars volgens categorie
1661 1761 1853
Adel 15% 14% 10%
Kerkelijke Instellingen 12% 11 % 7%
Burgers en landhouwers 75% 75% 83%
Het aantal edellieden met eigendommen is op 2 eeuwen duidelijk gedaald, doch het gezamenlijk bezit van de adel nam nog duidelijk toe in de J9de eeuw. Het aantal kerkelijke instellingen was na 2 eeuwen ook duidelijk verminderd, doch ook het gezamenlijk kerkelijk bezit was sterk verminderd. Het aantal burgers en landbouwers eigenaars was in de 19de eeuw matig toegenomen, doch hun gezamenlijk bezit was ongeveer gelijk gebleven.
_)
68
Yerdeling nm de gronden over de verschillende eigenaars in 1853 Hierna volgt in schema de samenvatting in kategorieën.
1:
Volgens Kadasterplan Poppin 1853 I. Adel 11. Burgerlijke Instellingen I! I. Burgers en landbouwers A. Grote eigenaars (20-60 ha) B. Middelgrote eigenaars ( 10-20 ha) C. Eigenaars (5-1 0 ha) D. Kleinere eigenaars ( 1-5 ha) E. Kleine eigenaars (< I ha) Wegen, pleinen en waterlopen Totaal
Aantal eigenaars
13 6
7 4 44 28 102
Opper-vlakte 129,8 ha I 0,7 ha
56,6 49,0 110,0 11,4 7,5 375,0
ha ha ha ha ha ha
% 34,6% 2,9%
15,1% 13,1% 29,3% 3,0% 2% 100%
Uit voorgaand schema blijkt dat de 13 leden van de adel nog meer dan één derde van het grondgebied in handen hadden. Het bezit van de kerkelijke en burgerlijke instellingen was onbeduidend klein. Burgers en landbouwers met een groot grondbezit boven de 20 ha waren er niet te Zeveren. Vier Gentse burgers bezaten elk ongeveer 15 ha eigendom. Samenstelling van de eigendom naar categorie van de eigenaar. rvotgens Kadasterplan Popp van 1853 I. Adel IJ. Burgerlijke Instellingen I 11. Burgers en landbouwers A. Grote eigenaars H. Middelgrote eigenaars C. Eigenaars D. Kleinere eigenaars E. Kleine eigenaars
Bos 7,8 ha
Land 99,5 ha 10,5 ha
15,5 ha 0,4 ha
3,9 ha 2,0 ha 12,2 ha 0,9 ha 26,8 ha 7%
43,0 ha 43,6 ha 79,7 ha 9,6 ha 285,9 ha 76%
8,4 ha 2,4 ha 13,3 ha 0,7 ha 40,7 ha 11%
Weide
69
Uit voorgaande tabel blijkt duidelijk dat Zeveren in de 19de eeuw nog zeer weinig bos bezat en relatief ook weinig weiden. Het bosareaal behoorde niet uitsluitend aan de adel toe. Dit in tegenstelling met de toestand van het bosareaal in de meeste dorpen langs de rechter Leie oever. Ook het weide areaal was gelijkmatig verspreid over de verschillende categorieën eigenaars. De meeste meersen vinden we terug langsheen de Zeverenbeek, op de grens met Deinze. Ook veel bos lag in de nabijheid van de Zeverenbeek. De Popp kaart vermeldt ook een 8-tal waterplassen of poelen. Ze waren dienstig als drinkplaats voor het vee en in mindere mate voor het roten van het vlas.
OVERZICHT VAN DE EIGENAARS VOLGENS CATEGORIE
I.
Adel
a.
Grote eigenaars (20-60 ha)
I.
Baron Du Bois Adolphe-Gustave-Gabriel en Louise, Gent. Een hoeve aan de linker binnenbocht van de Vinktstraat bij het dorpscentrum, boomgaard, bos I ,4 ha, land 14,3 ha, weide 9,2 ha. Totaal : 27,6 ha (2)
2.
Markies Arconati- Visconti Paul, erven-renteniers, uit Brussel. De hoeve ten Lef ten noorden van de Vinktstraat, boomgaard, bos 2,4 ha, land 19,3 ha, weide 2,6 ha. Totaal : 24,4 ha (3)
3.
Jonkheer de Kerckhove de Denterghem Astère, kasteelheer, Astene. De hoeve Ter Strijpen aan de Scheerbeek, boomgaard, bos I ,2 ha, land 20, I ha, weide I ,5 ha. Totaal : 23,2 ha (4)
b.
Middelgrote eigenaars (I 0-20 ha)
4.
Graaf d'Oultremont de Duras Charles-Louis, eigenaar, Brussel. Een hoeve op de Schaapsdries, ten zuiden van de Hoenderveldstraat, boomgaard, bos land I3,2 ha, weide 1,5 ha. _) Totaal : I8, 1 ha (5)
70
I ,3 ha,
5.
Jonkheer Kervyn Valentin-Louis-Ghislain, eigenaar, Mariakerke en Gent. De hoeve met lange dreef ten zuiden van de hoek van de Kauwstraat met de Vinktstraat, boomgaard, bos I ,5 ha, land 16,9 ha, weide 0,3 ha. Totaal : 19.2 ha (ól
c.
Eigenaars (5-10 ha)
6.
Jonkheer Borlmit Francois-Ghislain, eigenaar, Gent. Land 6,6 ha (7)
d.
Kleinere eigenaars ( 1-5 ha)
7.
t' Kint de Roodenbeke Henri-Maria, eigenaar, Gent. Land 4,2 ha 18)
8.
Baron Dons de Lovendeghem Edouard-Charles, eigenaar, Gent. I huis, boomgaard, land 3,9 ha, weide 0, I ha. Totaal 3,3 ha (9!
9.
Jonkheer de Kerchove de Denterghem Constant- De Loose Pauline, Renteniers, Gent. 2 huizen, land I ,8 ha ( IOJ
e.
Kleine eigenaars (< I ha)
I 0.
Jonkheer Kervyn Adolphe-Joseph, eigenaar, Mariakerke-Gent I huis, 2 boomgaarden, land 0, 7 ha. Totaal 0, 9 ha (I IJ
11.
Burggravin de Patin Anne, eigenares, Wazemmes bij Rijsel. I huis, I windmolen en I rosmolen, boomgaard, land 0, I ha, weide 0,2 ha. Totaal 0,4 ha ( 12!
12. Jonkvrouw Kervyn Rosalie-Marie, vrouw van baron Coppens Charles, Gent. weide 0, I ha
71
92 3
294
Charles Louis d'Outtremont de Duras
Adotpbe Gabriet du Bois d' Aissche
1236
1236
1236
Adotphe Joseph Kervyn
Rosalie Marie Kervyn
Vatentin Louis Kervyn
1249
•••I Henri Marie 't Kint De Roodebeke
72
J
Pa ui Arconati-Visconti (de erven)
51
François Borluut
1.230
Constant de Kerchove de Denterghem
Matbilde Florine Delebecque
i625
Augustin de Loose
Anne de Patio
Edouard Charles Dons de Lovendeghem
73
11.
Burgerlijke en Caritatieve Instellingen
a.
Kleinere eigenaars ( l-5 ha)
I.
Armbestuur Gent land 3,7 ha, weide 0,2 ha. Totaal 3,9 ha.
2.
Armbestuur Zeveren 4 huisjes, 2 boomgaarden, land 3,6 ha, weide 0,2 ha. Totaal 3,9 ha.
3.
Kerk van Zeveren land I ,4 ha.
4.
Armhestuur Dentergem land I ,0 ha.
b.
Kleine eigenaars
5.
Kerkfabriek Zeveren Kerk, kerhof, I huis, land 0,3 ha. Totaal 0,5 ha.
6.
Armbestuur Deinze land 0,3 ha.
Totaal: 10,7 ha (2,9 %).
_)
74
111. Burgers en landhouwers A.
Grote eigenaars (20-60 ha)
B.
Middelgrote eigenaars (10-20 ha)
I.
Vanderstegen Thérèse-Francoise, eigenares, Gent De hoeve bij de Meulebroekstraat aan de oostkant van het dorp, I huis, boomgaard, bos 0,2 ha, land 13,2 ha, weide I ,5 ha. Totaal : 15,2 ha.
1
Boucqué Marie-Jeanne-Francoise, weduwe van Tertzweil Idesbald, eigenares-Gent. 3 hoeven in de Cauwenhoek, 2 boomgaarden, bos I ,8 ha, land 12,3 ha, weide 0,3 ha. Totaal: 14,6 ha. (14J
3.
Vanooteghem Claude, eigenaar, Gent. 4 huizen, bos I ,9 ha, land I 0,3 ha, weide I ,8 ha. Totaal : 14,3 ha.
4.
Degey Désiré en Jean-Baptiste, renteniers, Gent. I huis, boomgaard, land 7,2 ha, weide 4,8 ha. Totaal : 12,5 ha.
Totaal : 56,6 ha ( 15, I % ). C.
Eigenaars (5-10 ha)
5.
Van Oost Charles-Louis, handelaar, Kortrijk. 5 huizen, 7 boomgaarden, land 9,9 ha, weide 0,4 ha. Totaal : 9,7 ha
(IS)
6.
Lamhert Antoon en zoon, landbouwer, Zeveren. 3 huizen, 3 boomgaarden, land 8,7 ha, weide 0,5 ha. Totaal : 9,2 ha ( 16)
7.
Staelens Hipoliet-Constant, eigenaars, Drongen. Huis, boomgaard, hos 0,50 ha, land 6,0 ha, weide 0,6 ha. Totaal 7,3 ha ( 17J
75
8.
Devreese Karei-Lodewijk, broers en zusters, landbouwers, Vinkt. 6 huizen, 4 boomgaarden, bos I ,5 ha, land 4,4 ha, weide 0,6 ha. Totaal : 6, 7 ha.
9.
Delhecque Mathilde-Fiorine, echtgenote van Malou Jules-Edouard, Ixelles, Bruxelles. Land 5,6 ha. (IX)
I 0.
De Scheenweker Karei-Lodewijk, land houwer, Zeveren. I huis, boomgaard, land 5,2 ha. Totaal : 5,4 ha.
I I.
Dieriek Bernard, notaris, Nevele. I huis, boomgaard, I olierosmolen, hos 0,03 ha, land 4,6 ha, weide 0,3 ha. Totaal : 5, I ha.
Totaal : 49,0 ha ( 13, I %) D. Kleinere Eigenaars 12.
Martens Emile-Justin, eigenaar, Gent. I huis, bos I ,2 ha, land 3,3 ha, weide 0,4 ha. Totaal : 4,9 ha (19)
13. Cornelis Jean-Baptiste, weduwe en zoon zoon Jozef, landbouwster, Zeveren. 2 huizen, boomgaard, land 2,6 ha, weide 1,5 ha. Totaal 4,3 ha (20) 14. Van Hove Karel, landbouwer, Bavikhove. l huis, land 4,0 ha. (21 l 15. Lambert Karel-Lodewijk, landbouwer, Zeveren. 3 huizen, 1 boomgaard, land 3,6 ha, weide 0,0 I ha. Totaal 3,8 ha (22) 16. Vermeersch Karel-Lodewijk, handelaar, Deinze. l huis, 2 boomgaarden, land 3,5 ha, weide 0,2 ha. Totaal 3,7 ha (23) 76
I7.
De RooSeratien en Sotïe, landbouwers, Zeveren. I huis, boomgaard, land 2,8 ha, weide 0,7 ha. Totaal : 3,7 ha
I8.
Wibo Regineen Yictoire, landbouwsters, Zeveren. 4 huisjes, 4 boomgaarden, bos 0, 7 ha, land I ,6 ha, weide l, I ha. Totaal 3,5 ha.
I9.
Wibo-Calewaert Bellarmin, kandidaat-notaris, Aarsele. Land 3,4 ha.
20.
Yandendriessche Julia, echtgenote Bouckaert Charles-Bernard, handelaarster, Aarsele. I huis, bos 3,2 ha. Totaal : 3,3 ha.
2I.
Devreese Jan, landbouwer, Zeveren. 3 huizen, 2 boomgaarden, land 2,7 ha, weide 0,3 ha. Totaal 3,2 ha.
22.
Van Den Berghe Karel-Frans, landbouwer, Astene. Huis, boomgaard, land 3,0 ha, weide 0,2 ha. Totaal 3,2 ha.
23.
Schelpe Joos, weduwe en zoon, eigenaars, Nevele. 2 huizen, boomgaard, land 2,8 ha, weide 0,3 ha. Totaal 3, I ha.
24.
Yande Poel Marie-Louise, eigenares, Gent. Bos 3,1 ha.
25.
Derijckere Pierre-Joseph-Marie, renteniers, Gent. I huis, bos 0,2 ha, land 2, I ha, weide 0,5 ha. Totaal 3,0 ha.
26.
Bultinck Jan-Pieter, landbouwer, Nevele. 2 huisjes, boomgaard, land 2,5 ha. Totaal : 2,9 ha (24> 77
27.
Danneels Frans, eigenaar, Zeveren. 3 huizen, boomgaard, land 2.2 ha, weide 0,3 ha. Totaal : 2,8 ha.
28.
Claeys Karel, landbouwer, Zeveren. I huis, boomgaard, hos 0,3 ha, land 2, I ha, weide 0, I ha. Totaal : 2,8 ha.
29.
Claeys Gilles, kinderen, landbouwers, Zeveren. I huis, boomgaard. land 2,6 ha. Totaal : 2,8 ha.
30.
Lamhert Reine. eigenares, Deinze. I huis, 2 boomgaarden, bos I, I ha, land I ,3 ha, weide 0,2 ha. Totaal : 2, 7 ha.
31.
Devreese Karel-Frans, landbouwer, Vinkt. I huis, boomgaard, land 2.5 ha, weide 0,2 ha. Totaal : 2, 7 ha.
32. Jacnbsen André, rentenier, Gent. Land 2,0 ha, weide 0,7 ha. Totaal 2, 7 ha. 33.
Van Wontergem Emanuel-Felix, brandewijnstoker en rentenier, Deinze. l huis, boomgaard, bos 0,2 ha, land l ,6 ha. Totaal : 2,5 ha. (25)
34.
D'Haeyen Constantin, kinderen, landbouwers, Zeveren. l huis, boomgaard, land 2,3 ha, weide 0, l ha. Totaal : 2,4 ha.
35.
De Bueren Jean-Adolphe, eigenaar, Gent. Land 2,4 ha.
78
r-
36.
Lammens Marie-Thérèse, weduwe van D' Huyvetter Bernard, handelaarster, Deinze. Land 1.5 ha. weide 0,8 ha. Totaal : 2,3 ha.
37.
Lambert Francois, weduwe en kinderen, Jandbouwster, Zeveren. 1 huis. 2 boomgaarden, land I ,9 ha, weide 0,2 ha. Totaal : 2.2 ha.
38.
De Vreeze Thomas, landbouwer, Zeveren. 3 huizen, 1 boomgaard. land 1,8 ha, weide 0,2 ha. Totaal : 2, I ha.
39.
Vande Walle Ivan, landbouwer, Zeveren. I huis, bos 0,5 ha, land I ,3 ha, weide 0,3 ha. Totaal : 2, I ha (26J.
40.
Martens Julien-Amand, Advokaat. Gent. Bos 0,8 ha, land I ,3 ha. Totaal : 2, 1 ha.
41.
Van Oost Abraham en kinderen, brouwer, Zeveren. 2 huizen, de brouwerij, 2 boomgaarden, land I, 7 ha, weide 0,2 ha. Totaal : I, 9 ha.
42.
Martens Justin-Lievin, weduwe en kinderen, eigenaars, Gent. Land I ,9 ha.
43.
De Voet Kamiel, gemeentesekretaris, Poeke. I huis, boomgaard, hos 0,6 ha, land I ,0 ha. Totaal : I ,8 ha.
44. Tijtgat Jan-Frans, landbouwer, Meigem. 2 huizen, boomgaard, land I ,3 ha, weide 0, I ha. Totaal : I ,5 ha.
79
45.
D' Huyvetter Bernard, weduwe en zoon, winkeliers, Deinze. I huis, boomgaard, bos 0,05 ha, land 0,9 ha, weide 0,4 ha. Totaal : I ,5 ha (27)
46.
Van Oost Jeanette, begijntje. Gent. 2 huisjes, land I ,2 ha. Totaal : I ,3 ha.
47.
Van Hoe Pieter-August en Jozef en kinderen, hakker, Zeveren. I huis 0,0 I ha. land 0,9 ha, weide 0,5 ha. Totaal : I ,4 ha.
48.
Dcvreese Marie-Catherine, zelfstandige, Zeveren. 3 huisjes, boomgaard, land I, I ha, weide 0, I ha. Totaal I ,3 ha.
49.
Van de Walle Amélie, vrouw D' Hont Karel, arbeidster, Zeveren. I huisje, boomgaard, land I, I ha, weide 0,03 ha. Totaal I ,2 ha.
50.
Rogge Bernard, landbouwer, Zeveren. I huis, boomgaard, _land 0,5 ha, weide 0, 17 ha. Totaal I ,2 ha.
51.
Deloose August, rentenier, Gent. Land 0,3 ha, I poel, weide 0,6 ha. Totaal I ,2 ha. (28)
52.
Minne Gustaaf-Adolf, kinderen, eigenaars, Nevele. Weide I ,2 ha.
53. Vander Yennet Pieter, landbouwer, Vinkt. Weide I, I ha. 54.
Hallemeersch Constant, landbouwer, Zeveren. I huis, land 1,0 ha.
Totaal: 110,0 ha (29,3 %)
80
E. Kleine eigenaars (< I ha) '55. Yerhoeye Karel-Frans, onderwijzer, Zeveren. I huis, boomgaard, land 0,9 ha 56. Cornelis Karel-Lodewijk, landbouwer en burgemeester van Zeveren. Land 0.9 ha. 57. Cornelis Jean-Baptiste, landbouwer en oud-burgemeester van Zeveren. I huis, land 0,7 ha. Totaal 0,8 ha. 58.
Begyn Pieter, landbouwer, Zeveren. 2 huisjes, land 0,6 ha, weide 0,05 ha. Totaal 0, 7 ha.
59. Tijtgat Karel-Frans, landbouwer, Zeveren. Land 0,7 ha. 60.
Amerlynck Maria, echtgenote Demeulenaere Jan, eigenares, Pittem. Land 0,7 ha.
61.
Minne Ivo, rentenier, Dentergem. Bos 0,7 ha.
62.
Yerdonck Frederik en kinderen, landbouwer, Zeveren. 7 huisjes, boomgaard, land 0,4 ha. Totaal 0,6 ha.
63.
Begyn Angelus, landbouwer, Zeveren. 2 huisjes, boomgaard, land 0,5 ha, weide 0, I ha. Totaal 0,6 ha.
64.
Bekaert Angelus, timmerman, Zeveren. I huisje, boomgaard, land 0,4 ha. Totaal 0,6 ha.
SI
65.
Bogaert Boudewijn, landbouwer, erven. Meigem. Land 0,6 ha.
66.
Martens Adolphine-Louise, eigenares, erven, Gent. Weide 0,6 ha.
67. Callier Frans-Bernard, eigenaar, Deinze. 2 huisjes, land 0,5 ha. (29> 68.
Van Dierdonck Frederik, landbouwer, Vinkt. Land 0,5 ha.
6<J.
Verkest Jan-Dominique, weduwe en kinderen, eigenaars, Deinze. 2 huizen, boomgaard, land 0,4 ha. (30)
70.
De Smet Jean-Baptiste, landbouwer, Deinze. 2 huizen, boomgaard, land 0.3 ha. Totaal 0,3 ha OI >.
71.
De Graeve Karei-Lodewijk, landbouwer, Zeveren. I huisje, boomgaard, land 0,3 ha.
72.
Van Oost Melanie-Sotïe, vrouw van Van Eeckhaute Evarist-Luc, brouwer, Deinze. 6 huisjes, land 0, I ha. Totaal 0,2 ha. (32)
73.
Devos Romain en kinderen, herbergier, Zeveren. I huis, land 0,2 ha.
74.
Meldert Theodoor-Georges, eigenaar, Gent. Bos 0,2 ha.
75.
Buysse Marie-Anne, Pierre-Francois, Leonard, Charles-Louis en Serafien, herbergiers, Zeveren. I huis, I herberg, boomgaard, land 0, I ha. Totaal 0, 14 ha.
76. Ghellinck Leonard, landbouwer, Zeveren. l huisje 0,08 ha. 82
77.
D'Huyvetter August, fruitkweker, Deinze. I huis, land 0,05 ha. <33)
78. Jansens Ivon, vlashandelaar, Zeveren. 2 huisjes 0,04 ha. 79.
Van Wonterghem Francois, weduwe, landbouwster, Ruiselede. I huisje 0,04 ha.
80.
Dobbelacre Charles-Bernard, eigenaar, Waarschoot I huisje 0,03 ha.
81.
Bouckaert Charles-Bernard, handelaar, Aarsele. I huisje 0,03 ha.
82.
De Decker Francois, weduwe en kinderen, Zeveren. I huisje 0,0 I ha.
Totaal : 11,4 ha (3,0% ).
Index op persoonsnamen Adel I. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. I 0. IJ. 12. 13.
ARCONATI Visconti, Paul : de erven van, renteniers, Brussel. BORLUUT, François, Gent. DE KERCHOVE de Denterghem, Constant, rentenier, echtg. DE LOOSE. DE LOOSE, Augustin, Gent. D'OULTREMONT de Duras, Charles Louis, Graaf, Brussel. DELEBECQUE, Mathilde Florine, echtg. MALOU Jules Edouard, Elsene. DE PATIN, Anne, burggravin, wwe. MAWHOOD, Wazemmes bij Rijsel (F). DONS de Lovendegem, Edouard Charles, Gent, baron, echtg. DE MARNIX. OU BOlS d' Aissche, Adolphe Gabriël, baron, Gent. KERVYN, Adolphe Joseph, Mariakerke. KERVYN, Rosalie Marie, we. COPPENS Arnold en echtg. COPPENS, Charles. Gent. KERVYN, Valentin Louis Ghislain, Gent en Mariakerke, echtg. VAN ROCKOLFING. 'T KINT de Roodebcke, Henri Marie, Gent.
Index op de persoonsnamen Eigenaars Burgers en Landbouwers Amerlynck Maria Begyn Angelus Begyn Pieter Bekaert Angelus Bogaert Boudewijn Bouckaert Charles-Bernarel Bultinck Jan-Pieter Buysse Marie-Anne en Pierre-Francois Cal Iier Frans- Bernarel Claeys Gillis Claeys Karel Cornelis Jean-Baptiste Cornelis Karel-Lodewijk Danneels Frans De Bueren Jean-Adolphe De Decker François De Graeve Karel-Lodewijk Deloose August De Ryckere Pierre-Joseph De Roo Seratien De Smet Jean-Baptiste De Voet Kamiel De Vos Romain Devreese Jan Devreese Karel-Frans Devreese Marie-Catherine Devreese Thomas D'Haeyen Constantin Dhuyvetter August D'Huyvetter Bernard Dobbelaere Charles-Bernard Ghellinck Leonard Hallemeersch Constant J acobsen André Jansens Ivon
84
Lambert François Lambert Karel-Lodewijk Lambert Reine Lammens Marie-Thérèse Martens Adolphine-Louise Martens Emile-Justin Martens Julien-Amand Martens Justin-Liévin Meldert Theodoor Minne Gustaaf-Adolf Minne Ivo Rogge Bernarel Schelpe Joos Tijtgat Jan-Frans Tijtgat Karel-Frans Vanden Berghe Karel-Frans Vandendriessche Julia Vande Poel Marie-Lemise Vander Yennet Pieter Yande Walle Amélie Yande Walle lvon Van Dierdonck Frederik Van Hoe Pieter-August Van Hove Karel Van Oost Abraham Van Oost J eanette Van Oost Melanie-Sofie Van Wonterghem Emanuei-Felix Van Wonterghem François Yerdonck Frederik Yerhoeye Karel-Frans Verkest Jean-Dominique Yermeersch Karel-Lodewijk Wibo Bellarmin Wibo Regine en Victoire
Bijlage : Nominatieve onvolledige volkstelling van Zeveren uit 1856. Bron : R.A. Gent. Fonds Deinze Inv. I 34 n° 1178 (34). Oostkouter : 13 gezinnen I. 1
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. I 0. I I. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.
De Jaegher Serafina weduwe Coussement Pieter, 1790, Bachte, landbouwster. Coussement August, 1833, ongehuwd, Coussement Leonard, 1838, Coussement Désiré, 1840, Coussement Eduard, 1844, Coussement Rosalie, 1835, Van Hove Corneel, 71 jaar, landbouwer. De Visch Sofie, 60 jaar, Bachte, vrouw. Van Hove Emanuel, 30 jaar, ongehuwd. Van Hove Petrus, 27 jaar, ongehuwd. Van Hove August, 21 jaar, ongehuwd. De Vreese Jan, 1786, landbouwer. De Raedt Victoria, 1793, Nevele, vrouw. De Vreese Jacob, 1822, ongehuwd. De Vreese Coleta, 1827, ongehuwd. De Vreese Leonard, 1830, ongehuwd. De Vreese Sotie, 1832, ongehuwd. De Vreese Felix, 1834, ongehuwd. De Vreese Eufrasie, 1839, ongehuwd. De Pestel Charles, 1842, Aarsele, koewachter. Vermeersch Augustin, 1796, Vinkt, weduwnaar, landbouwer. Claeys August, 1826, ongehuwd, landbouwer. Claeys Charles, 1828, ongehuwd, landbouwer. Claeys Julie, 1830, ongehuwd, landbouwer. Vermeersch Hypoliet, 1839, ongehuwd. Vermeersch Marie Louise, 1837, ongehuwd. Vermeersch Camiel, 1840, ongehuwd. Landuyt Felix, 1831, Nevele, ongehuwd, hoeveknecht De Ruyck Pieter, 1833, Nevele, koewachter. Devenijn Pieter, 1810, Vinkt, ongehuwd, koewachter. Devenijn Serafina, 52 jaar, Vinkt, ongehuwd, spinster.
85
32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 4 7. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 86
Devenijn Belarm in, 42 jaar, Lotenhulle, hoeveknecht Galle Leo, 1812, Wontergem, gehuwd, landbouwer. Yeerdeghem Marie-Thérèse, 1810, Lovende gem, vrouw. Claeys Theofiel, 1841, ongehuwd. Claeys Clemence, 1846, Claeys Alois, 1848, Claeys Virgina, 1850, Van Hoe August, 1824, ongehuwd, hoeveknecht De Schepper Petrus, 1810, Petegem, gehuwd, hoeveknecht Snauwaert August, 20 jaar, ongehuwd, hoeveknecht De Clerck Rosalie, 1830, Lotenhulle, ongehuwd, hoevemeid. Van Nevel Jean-Baptiste, 1807, Meigem, ongehuwd, landbouwer. De Wulf Leo, 1835, Vinkt, ongehuwd, hoeveknecht Schepens Cornil, 1836, Vinkt. ongehuwd, hoeveknecht Schatteman Rosalie, 1831, Meigem, ongehuwd, hoevemeid. Goethals Sotïe, 1800, Olsene, ongehuwd, molenaarster. Goethals Isabella, 1803, Olsene, ongehuwd, molenaarster. Neerman Clemence, 1840, Deinze, ongehuwd, naaister. Goemare Petrus, 1805, Ooigem, ongehuwd, molenaarskracht Tijtgat Karel, 1822, Meigem, ongehuwd, dienstknecht. Van Hoe Charles, 1826, Bachte, ongehuwd, hoeveknecht Schoebeke Felix, 1831, Wakken, ongehuwd, molenaar. De Yreese Thomas, 1790, gehuwd, landbouwer. Vander Yennet Rosalie, 1791, Yosselare, vrouw. De Yreese Maria, 1820, ongehuwd. De Yreese Melanie, 1830, ongehuwd. Goeminne Filip, 1798, Kruishoutem, ongehuwd, hoeveknecht Waelbroeck Leo, 1844, koewachter. Tijtgat Charles, 180 I, ongehuwd, landbouwer. De Raedt Melanie, 1817, Machelen, ongehuwd, hoevemeid. Menu Leo, 56 jaar, Ruiselede, gehuwd, landbouwer. De Vos lsabella, 66 jaar, vrouw. De Vos Augustus, 74 jaar, ongehuwd. De Vos Petrus, 28 jaar, Wakken, ongehuwd, hoeveknecht De Vos Adelaide, 25 jaar, Meigem, ongehuwd, hoevemeid. De Vos Elodie, 1855, Meigem.
68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77.
Van Wambeke Jan-Baptiste, 1812, Vinkt, gehuwd, werkman. Rogge Melanie, 1814, Meigem, vrouw, spinster. Van Wambeke Pieter, 1845, Lotenhulle, speldewerkster. Van Wambeke Marie, 1849, Meigem. Van Wambeke Theotïel, 1853, Verplaetse Antoon, 1802, gehuwd, landbouwer. Van Hee Amelie, 1802, vrouw. Verplaetse Maria, 1840, ongehuwd. Verplaetse Mathilde, 1843, Verplaetse Pieter-August, 1844,
Oostmeerskant : 9 gezinnen. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88. 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. I 00.
Holsbeke Francois, 60 jaar, Grammene, weduwnaar, hoeveknecht. Holsbeke Bruno, 25 jaar, gehuwd, arbeider. Holsbeke Julie, 17 jaar, speldewerkster. Holsbeke Stefanie, 13 jaar. Rogge Marie, 79 jaar, Vinkt, weduwe. Roobai Clement, 1813, ongehuwd, werkman. Roobai Marie, 1805, ongehuwd, spinster. Roobai Amelie, 1807, ongehuwd, spinster. Strobbe Virginie, 1841, Dentergem, speldewerkster. Janssens August, 39 jaar, gehuwd, werkman. Van Laere Thérèse, 1817, Lotenhulle, vrouw, spinster. Janssens Sofïe, 12 jaar, speldewerkster. Janssens Pieter, 7 jaar. Janssens Clemena, 3 jaar. Heyerick August, 1819, gehuwd, werkman. Gevaert Julie, 35 jaar, Machelen, vrouw, spinster. Heyerick Clemence, 1853. Heyerick Camiel, 1856. Allemeersch Constant, 181 I, Tielt, gehuwd, landbouwer. De Keukeiacre Amelie, 181 I, Eeke, vrouw. Allemeersch Désiré, 1846. Allemcersch Charles-Louis, 1848. Dhont Charles, 1802, Deinze, gehuwd, werkman.
87
I 0 I. Vandewalle Amelie, 1807, vrouw, spinster. I 02. Dhont Bas iel, 1840, Deinze, ongehuwd, werkman. I 03. De Smet Charles, 1810, Wontergem, gehuwd, werkman. I 04. Behaegel Sevarina, 1804, vrouw, spinster. I 05. De Smet Clemence, I I jaar, Grammene, speldewerkster. I 06. Mehuis Petroneli a, 1786, Beernem, weduwe, spinster. I 07. De Roo Severin, 1816, Vinkt, ongehuwd, landbouwer. I 08. De Roo Solïe, 1821, Ruiselede, ongehuwd. I 09. Gaeme Rosalie, 1833, Meigem, hoevemeid. 110. Bek
88
lanssens Francisca, 1792, weduwe, spinster. lanssens Seratïna, 50 jaar, ongehuwd. lanssens Petrus, 42 jaar, weduwnaar, werkman. Van Meenen Serafina, 48 jaar, weduwe, spinster. Coucquyt Mathilde, 19 jaar, ongehuwd, speldewerkster. Van Meenen Joos, 88 jaar, weduwnaar, werkman. Van Meenen Jean-Baptiste, 1806, ongehuwd, zonder beroep. Coucquyt August, 16 jaar. Danneels Thérèse, 1806, Bachte, ongehuwd, landbouwster. Danneels Francois, 1832, Gent, ongehuwd, landbouwer. Danneels Natalie, 47 jaar, Meigem, hoevemeid. Van Hoe Jean-Baptiste, 1805, messeneer (handelaar). Strobbe Francois, 1802, Deinze, ongehuwd, landbouwer. Versmeyt Francois, 1834, Gent, hoeveknecht (vondeling ?). Coene Thérèse, 30 jaar, ongehuwd, hoevemeid. Behaegel Charles, 1806, ongehuwd, hoeveknecht De Decker Hugo, 1809, ongehuwd, landbouwer. De Decker Isabelle, 1800, ongehuwd. De Decker Carolina, 1803, ongehuwd. DeCloet August, 1848, Nevele.
13-l. 135. 136. 137. 138. 139. 1-+0. 1-+ I. 1-+2. 1-+3. 1-l-+. 1-+5. 146. 14 7. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154. 155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169.
Van Damme Antoon, 1772, Asper, weduwnaar, landbouwer. Van Damme Thérèse, 56 jaar, ongehuwd, landbouwster. Van Damme Eugenie, 54 jaar, ongehuwd. Van Damme Casimir, 51 jaar, ongehuwd, landbouwer. Van Damme Monica, 49 jaar, ongehuwd. Van Hoe Jacob, 52 jaar, gehuwd, landbouwer. Brulé Eugenie, 54 jaar, Wontergem, vrouw. Van Hoe Victor, 26 jaar, ongehuwd, zwingelaar. Van Hoe Charles-Louis, 23 jaar, ongehuwd. Van Hoe Louise, 14 jaar, kantwerkster. Hultijzer Jan, 35 jaar, Grammene, ongehuwd, zwingelaar. Strobbe Jozef, 1812, gehuwd, Herbergier-landbouwer. Lagais Beatrix, 180 I, Sint-Eloois- Vijve, ongehuwd. Heyerick Odomar, 1770, weduwnaar. Snauwaert Coleta, 1834, ongehuwd, hoevemeid. De Decker Bellamien, 180 I, gehuwd, landbouwer. Vermeire Francisca, 1804, Bachte, gehuwd, vrouw. De Decker Stefanie, 1842. De Decker Rosalie, 1843. De Decker August, 1838. De Wever Karel, 75 jaar, Ruiselede, weduwnaar, landbouwer. De Wever Charles, 37 jaar, ongehuwd. De Wever Angelus, 36 jaar, ongehuwd. De Wever Julie, 30 jaar, ongehuwd. De Wever Jan-Baptiste, 28 jaar, ongehuwd. Wullaert Rosal ie, 21 jaar, Aarsele, dienstmeid. Algnet Ferdinand, 34 jaar, Grammene, gehuwd, werkman. Romnnt Melanie, 34 jaar, Bachte, vrouw, spinster. Algoet August, 9 jaar, Bachte. Algnet Clemence, 6 jaar. Algoet Hipolict, 2 jaar. Rogge Caroline, 56 jaar, Vinkt, ongehuwd, spinster. Vercacmerc Thérèse, 60 jaar, Ocselgem, spinster. De Roose Stefanie, 18 jaar, ongehuwd, kantwerkster. Bazijn Serafien, 14 jaar, Grammcne. Snauwacrt Charles, 42 jaar, Meigem, gehuwd, hoeveknecht.
89
170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187. 188.
De Blauwere Rosalie, 36 jaar, Deinze, spinster. Snauwaert Bruno, 4 jaar, Petegem. Snauwaert Charles-Louis, 2 jaar, Deinze. Gaeme Filip, 56 jaar, Meigem, gehuwd, werkman. Van Renterghem Paulien, 40 jaar, vrouw, spinster. Gaeve Rosalie, 6 jaar. Gaeve Stefanie, 4 jaar. lanssens Theotïel, I jaar. Ronbier Herman, 47 jaar, gehuwd, hoeveknecht Blancke Rosalie, 48 jaar, Aarsele, spinster. Blancke Louis, 52 jaar, ongehuwd, landbouwer. Blancke Joanne-Catharina, 68 jaar. Blancke Francisca, 1791. Blancke Eugenie, 32 jaar, ongehuwd. Strobbe August, 30 jaar, ongehuwd, dienstknecht. Lameire Filip, 1783, Machelen, gehuwd, arbeider. Rogge Sera ti na, 1810, spinster. Lameire August, 1855. De Vrieze Thomas, 1790.
Westmeerskant, 11 gezinnen 189. Vermeulen Charles, 54 jaar, Grammene, gehuwd, landbouwer. 190. De Clercq Amelie, 50 jaar, vrouw. 191. Vermetden Sofie, 26 jaar, ongehuwd. 192. Vermetden Ivo, 22 jaar. 193. Vermetden Francisca, 20 jaar. 194. Vermetden Desiré, 17 jaar. 195. Vermetden Camiel, 15 jaar. 196. Vermetden Clemence, 13 jaar. 197. Vermeulen Marie-Louise, 6 jaar. 198. Vermetden Elodie, 4 jaar. 199. Verplaetse Petrus, 50 jaar, Vinkt, gehuwd, landbouwer. 200. Debel Regina, 45 jaar, Wannegem, vrouw, spinster. 20 I. Verplaetse August, 11 jaar. 202. Verplaetse Camiel, 5 jaar.
90
203. 204. 205. 206. 207. 208. 209. 210. 211. 212. 213. 214. 215. 216. 217. 218. 219. 220. 221. 222. 223. 224. 225. 226. 227. 228. 229. 230. 231. 232. 233. 234. 235. 236. 237. 238.
De Bel Jozef. 49 jaar, Wontergem, werkvrouw. hoeveknecht. Van Laeken Pieter. 51 jaar. gehuwd, landbouwer. Vande Putte Bernardine, 58 jaar, Meigem, vrouw. Van Laeken Sotïe, 26 jaar, ongehuwd. Van Laeken Rosalie, 24 jaar, ongehuwd. Van Laeken Charles-Louis, 23 jaar, ongehuwd. De Wilde Jan-Baptiste, 36 jaar, Poesele, ongehuwd, dienstknecht. Vande Putte Rosalie. 56 jaar, Meigem, ongehuwd, dienstmeid. Verhoeye Frederik, 52 jaar, Vinkt, gehuwd, landbouwer. Van Hoe Maria-Jacoba, 60 jaar, vrouw. Schelpe Marie, 22 jaar, ongehuwd. Schelpe Melanie, 17 jaar. Coene Joannes, 28 jaar, daguurloner. Heyerick Jan-Baptiste, 1817, gehuwd, wever. Vanden Berg he Amelie, 1822, Grammene, vrouw, spinster. Heyerick Frans, 1831, ongehuwd. Heyerick Felix, 1852. Heyerick Leonard, 1855. De Meester Amelie, 1837, Petegem, ongehuwd, kantwerkster. Heyerick Hector, 35 jaar, gehuwd, wever. Tavernier Rosalie, 33 jaar, Deinze, vrouw, spinster. Heyerick Clemence, 5 jaar. Heyerick Theodoor, 2 jaar. Ladou Julie, 45 jaar, ongehuwd, spinster. Ladou Isabelle-Marie, 56 jaar, weduwe. Verveke Stefanie, 16 jaar, Vinkt, ongehuwd, kantwerkster. Ladou Marie, 7 jaar. De Boever Conrad, 50 jaar, ongehuwd, landbouwer. De Boever Blondinne, 33 jaar, ongehuwd. De Bil Carolina, 79 jaar, weduwe, spinster. De Bil Angelus, 21 jaar, Meuleheke, ongehuwd, hoeveknecht. De Poorter Jozef, 38 jaar, Wontergem, gehuwd, landhouwer. Geyssens Francisca, 37 jaar, Lotenhulle, vrouw. De Poorter Gu~taaf, 4 jaar, Wontergern. De Poorter Marie-Ciernence, 2 jaar, Wontergcrn. De Poorter Jan-Baptiste, 52 jaar, Wontergem, hoeveknecht.
91
239. Cornelis Charles-Louis, 1820, gehuwd, landbouwer. 240. De Maerteleere Antonia, 1816, Asper, vrouw. 241. Van Thuyne Pieter, 1818, Olsene, hoeveknecht 242. Taelman Francois, 1833, ongehuwd, hoeveknecht 243. Lobhens Natalie, 1825, ongehuwd, dienstmeid. 244. Tillieu Camiel, 1841, ongehuwd, koewachter. 245. Verdonck Charles, 1829, Zevergem, ongehuwd, hoeveknecht Kauwenhoek : 16 gezinnen 246. 247. 248. 249. 250. 251. 252. 253. 254. 255. 256. 257. 258. 259. 260. 261. 262. 263. 264. 265. 266. 267. 268. 269. 270. 271. 92
Verhoeyc Frederika, 50 jaar. Vinkt, ongehuwd. spinster. Van Hal Rosalie, 33 jaar, ongehuwd, spinster. Van Hal August, 8 jaar. Van Hal Joannes, 4 jaar. Hoste Augusta, 17 jaar, ongehuwd, mestraapster ( !) Claeys Clemence, 6 jaar. Claeys Adolf, 5 jaar. Claeys Pieter, 4 jaar. Claeys Cyriel, 2 jaar. De Cleene Blondina, 30 jaar, Kruishoutem. ongehuwd, hoevemeid. Blancke Pieter, 1791, Wontergem, gehuwd, herbergier en landbouwer. De Graeve Francisca, 1799, vrouw, landbouwster. Blancke Pieter, 1826, Harelbeke, gehuwd. landbouwer. Blancke Melanie, 1835. Parmentier Henri, 33 jaar, Tielt, gehuwd, werkman. Livrauw Louise, 29 jaar, Tie1t, vrouw, spinster. Parmentier Clemence, 7 jaar. Parmentier Adolf, 5 jaar. Parmentier Elodie, 3 jaar. Parmentier Eugenie, 2 jaar. Parmentier Triphon, I jaar. Lievrauw Pieter, 57 jaar, gehuwd, hoeveknecht Bouton Amelie, 45 jaar, vrouw, spinster. Lievrauw Frederik, 24 jaar, ongehuwd, hoeveknecht Lievrauw Desiré, 17 jaar. Lievrauw Stefanie, 9 jaar.
272. 273. 27-+. 275. 276. 277. 278. 279. 280. 281. 282. 283. 284. 285. 286. 287. 288. 289. 290. 291. 292. 293. 294. 295. 296. 297. 298. 299. 300. 30 I. 302. 303. 304. 305. 306. 307.
Lievrauw Prudence, 4 jaar. Bruyneel Dorothé, 45 jaar, K waremont, weduwe, spinster. Coene Désiré, 12 jaar. Behaegel Ursula, 36 jaar, weduwe, spinster. Van Renterghem August, 6 jaar. Vertriest Albert, 5 jaar, Vinkt, ongehuwd, zonder beroep. Gellynck Leo, 54 jaar, Deinze, weduwnaar, landbouwer. Gellynck Virginie, 25 jaar, ongehuwd, spinster. Gellynck Henri, 20 jaar. Dhuyvetter Joannes, 68 jaar, gehuwd, landbouwer. Mestdagh Franciscus, 66 jaar, Vinkt vrouw. Dhuyvetter Charles-Louis, 35 jaar, ongehuwd. Dhuyvetter August, 29 jaar, ongehuwd. Dhuyvetter Virignie, 21 jaar. De Clercq Emanuel, 77 jaar, Vinkt, gehuwd, landbouwer. Claeys Angelina, 67 jaar, vrouw. Claeys Catarina, 73 jaar, weduwe, spinster. De Clercq Joannes, 31 jaar, Vinkt, ongehuwd, hoeveknecht Vande Voorde Serafina, 28 jaar, Poeke, ongehuwd, hoevemeid. Baele Francois, 56 jaar, weduwnaar, werkman. Baele Petrus, 28 jaar, ongehuwd, werkman. Baele August, 24 jaar, ongehuwd, werkman. Baele Henri, 21 jaar. Baele Henrica, 21 jaar, ongehuwd, kantwerkster. Baele Desiré, I 5 jaar. Brulé Louis, 52 jaar, Wontergem, gehuwd, werkman. Ladou Dracisca, 52 jaar, vrouw, spinster. Brulé Petrus, 19 jaar, Wontergem, ongehuwd, hoeveknecht Brulé Kamiel, 16 jaar. Brulé Constantin, I 0 jaar. Van Laeken Jan-Baptiste, 49 jaar, gehuwd, landbouwer. De Lancker Sotïe, 37 jaar, vrouw. Van Laecken Bernard, 12 jaar. Van Laeken Clemence, 9 jaar. Van Laeken Melanie, 7 jaar. Van Lacken Rosalie, 5 jaar.
93
308. Vande Voorde Melanie, 24 jaar, Poeke, ongehuwd, dienstmeid. 309. Mestdagh Pieter, 47 jaar, Grammene, gehuwd, wever. 310. Dhuyvetter Amelie, 39 jaar, vrouw, spinster. 311. Mestdagh Louise, 14 jaar. 312. Mestdagh Gustaaf, 12 jaar. 313. Mestdagh Rosalie, 9 jaar. 3 14. Mestdagh Prudence, 4 jaar. 315. Mestdagh Marie, I jaar. 316. De Vos Romanus, 62 jaar, Meigem, weduwnaar, herhergier en landbouwer. 3 17. De Vos Francies, 43 jaar, ongehuwd, schoenmaker. 318. De Vos Anastasia, 40 jaar, ongehuwd, spinster. 319. De Vos Marie, 36 jaar, Deinze, ongehuwd. 320. De Vos August. 30 jaar, landarbeider. 321. Lameire Benedikt, 70 jaar, Machelen, gehuwd, hoeveknecht 322. Vereecken Rosalie, 65 jaar, vrouw, spinster. 323. Lameirc Frederik, 24 jaar, ongehuwd, zwingelaar. 324. De Keyser Pieter, 53 jaar, Meigem, gehuwd, landbouwer. 325. Coppens Angela, 45 jaar, Drongen, vrouw. 326. De Keyser Joannes, 13 jaar. 327. De Keyser Petrus, 12 jaar. 328. De Keyser Victoria, 9 jaar. 329. De Keyser Camiel, 7 jaar. 330. De Keyser Prudence, 4 jaar. 33 I. Bollé Sepharin, 33 jaar, hoeveknecht
Plaets : I I gezinnen 332. 333. 334. 335. 336. 337. 338. 339.
94
Van Oost Clement De Roo Leo Van de Walle Ivo Wiho Regina Cornelis Jean-Baptiste Bekaert Francais Verhoeye Charles-Francois Van Hoe Pieter-August
3-1-0. La Tomme Constant 3-1-1. Cnudde Jacobus 3-l-2. Cornelis Christian Leeuwkenshock : 17 gezinnen 3-1-3. 3-1--1-. 3-1-5. 3-1-6. 3-1-7. 3-1-8. 349. 350. 351. 352. 353. 354. 355. 356. 357. 358. 359.
Heyerick Francois De Scheemaeker Christian Latomme Frans Buysse Pieter-Francois Rogge Baptiste Bekaert Angelus Lambert Antoon Bovijn Karel Van Hoe Leonard Speeckaert Pieter-Frans Strobbe Bernard Coppens Coleta, weduwe Van Oost Vanden Bossche Coleta Van Renterghem Regina, weduwe De Lancker Jean Baptiste Meerschman Jan-Baptiste Goeminne Amelie, weduwe Gyselinck Van de Walle Bernard
95
BRONNEN EN BIBLIOGRAFIE (I)
Moeykens Sotïe. Landboek van de Prochic van Zeveren. Een reconstructie van het Landschap in Zeveren tussen 1661 en 18:'i0. Een analyse op basis van drie tijdsdoorsneden. Lic. Thesis Geschiedenis R.U. Gent 2004. 200 blz. kaarten.
(2)
Baron Du Bois d' Aissche Adolphe-Gustave-Gahriel is ge horen te Antwerpen in 1825 als zoon van Ferdinand-PhilippeLouis Du Bois. Baron van Neveleen van gravin Olympia- Caroline-Gertrude d'Oultremont. Deze familie werd geadeld in 1704. In 184:'i huwt hij te Bazel met Rosalie-Pauline Vilain Xliii uit Edegem. Deze bezat reeds 40 ha gronden te Astene hij Deinze. In 1846 ontvangt hij de patentbrief als baron met naamswijziging Du Bois d' Aissche in plaats van du Bois de Ncvele. In 1855 is hij lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. In 1856 is hij burgemeester van Edegem. In 1862 overlijdt zijn vader Ferdinand-Philippe Du Bois op het kasteel van Ooidonk te Bachte-Maria-Leerne. Kort daarna in 1864 wordt het kasteel verkocht aan baron t' Kint de Rodenbeke. Baron du Bois overleed te Rome in 1868. In 18:'i0 bezat hij ook nog I ha weide te Deinze en 2 huisjes te Grammene. De vroegere heren van Nevele, voorzaten van de familie du Bois, hadden belangrijke eigendommen te Zeveren.
(3)
Markies Paui-Marie-Remy Arconati-Visconti, een Italiaanse edelman, is geboren te Milaan in 1754, als zoon van Giovanni Galeas. Markies van Bustoen van Henrictte-Josepha Scockaert. Deze familie werd geadeld in 1668. Hij is in Brussel geadeld tot markies in 1816. Te Brussel overleden in 1821 als laatste vertegenwoordiger van zijn geslacht. Zijn dochters werden als erfgenamen eigenaars van de goederen te Zeveren. Deze goederen te Zeveren zijn wellicht in zijn handen gekomen langs zijn vlaarnse echtgenote. De familie Arconati bezat nog I weide van I ,5 ha te Deinze.
(4)
Jonkheer As tere- Mar ie de Kerchove de Denterghem (Gent 1817 - Astene 1895) was de zoon van Eugène, van wie hij het Kastcel Breeschoot te Astene erfde. Hij bezat te Astene ook nog 6 huizen en 101 ha gronden. Hij was van 1872 tot 1895 burgemeester te Astene. Hij was gehuwd met Clementina-Marie-Paulina Pycke de Peteghem. Hij huwde een tweede maal met Ann-Christine de Mandat de Grancy. Hij bezat ook nog te Petegem 5 ha grond en te Gottem 40 ha landbouwgrond. Te Deinze bezat hij daarenboven ook nog 24 ha gronden. Hij overleed kinderloos. Leden van de familie de Kerchove werden reeds in de adelstand verheven in 1632.
(5)
Graaf d'Oultremont de Duras Charles-Louis-Octave is geboren te Burssel in 1815 als zoon van Charles-FerdinandJoseph en van Josepha-Louise Van der Noot, gravin van Duras. In 1844 huwt hij te Houtaing-lez-Leuze met MarieRose-Louise d'Ennetières. Rond 1850 wordt hij burgemeester van Duras, een dorp bij Sint-Truiden en in 1853 wordt hij te Brussel tot graaf erkend. In 1859 is hij buitengewoon gezant te Napels van Koning Leopold I. Hij overleed te Duras in 1898. Zijn goederen te Zeveren waren wellicht afkomstig van zijn echtgenote die een afstammelinge was van de Heren van Poeke. Te Deinze bezat hij ook nog 2 ha weide.
(6)
Jonkheer Kervyn Valentin-Louis-Ghislain is geboren te Gent in 1797 als zoon van Emmanuel-Antoon Kervyn, heer van Oud-Moregem en van Marie-Agnes-Francoise Van den Hecke. In 1838 huwt hij te Gent met Marie-Julie-Colette van Rockolfing de Nazareth, dochter van Louis-Karel-Jozef en van Marie-Francoise-Guislaine Borluut. In de zomer woonden ze te Gent, in de winter te Mariakerke. Hij overleed te Gent in 1863. De familie Kervyn te Gent werd pas in 1766 door Maria-Theresia van Oostenrijk in de adelstand verheven.
96
( 7)
Jonkheer Borluut François-Xavier is geboren te Gent in 1771 als zoon van Pieter-Jan Borluut en van Dymphna-Filippina della Faille. Hij bleef ongehuwd. Hij woonde te Gent in de Huidevettershoek. Hij overleed aldaar in 1857. Te Deinze was hij ook eigenaar van 15 ha weide en akkergronden. Leden van de familie Borluut te Gent werden reeds in de adelstand verheven in 1636.
(8)
Graaf 't Kint de Roodenbeke Henri-Marie is geboren te Brussel in 1817 als zoon van Frans-Jozef en Theresa-CatharinaWilhelmina Ellinckhuyzen. Hij huwde te Gent in 1841 met Zoe-lsabelle de Nayer. In 1850 wordt hij lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers te Brussel, in 1870 is hij zelfs senaaisvoorzitter en tenslotte in 1880 Minister van Staat. Te Deinze bezat hij daarenboven nog 3 huizen en 64 ha gronden. Kort nadat hij in Brussel tot graaf werd verheven is hij in november 1900 te Brussel overleden.
(9)
Baron Dons de Lovendeghem-de Marnix Edouard-Charles is geboren te Gent in 1798 als zoon van Louis-Ferdinand, heer van Lovendegem en van Marie-Louise Le Couvreur d'Orifontaine. In 1833 huwt hij te Bornem met Gravin Emilie-Philippine-Marie de Marnix. In 1853 wordt hij te Gent als baron erkend. Te Deinze bezat hij ook nog een hoeve van 19 ha. Hij overleed te Gent in 1869.
(I 0)
Jonkheer de Kerchove de Denterghem Constant is geboren te Gent in 1790 als zoon van Jan-Frans de Kerchove, heer van Dentergem en van Sabina-Johanna Della Faille d' Assenede. In 1816 huwde hij met Pauline De Loose, dochter van Pieter-Karei en Johanna Theresia de Potter. Door dit huwelijk komen uitgestrekte eigendommen te Serskamp en te Wichelen in zijn bezit. Sedert 1818 staat hij bekend als vrijmetselaar. In 1820 koopt hij een kasteeltje te Wondelgem als zomerverblijf. Hij werd er van 1825 tot 1830 ook burgemeester. In 1825 wordt hij in Den Haag tot Jonkheer erkend. waarna hij een vurige orangist wordt en hierdoor in 1836 gemeenteraadslid van Gent wordt benoemd. In 1843 koopt hij het Goed Scotchmms te Vinkt. Van 1841 tot 1854 is hij zelfs burgemeester van Gent en van 1851 tot 1854 senator te Brussel. In 1852 krijgt hij patentsbrief van Graaf. Hij overleed te Wondelgem in 1865. Jonkheer Constant de Kerchove de Denterghem was een jongere broer van Eugene-Jean- Baptiste ( 1780-1863) die van 1832 tot 1860 burgemeester van Astene bij Deinze was. Hij was ook de oom van Jonkheer Astère-Marie de Kerchove de Denterghem ( 1817-1895) die van 1872 tot 1895 ook burgemeester van Astene is geweest. Zie nota ( 4 ).
( II)
Jonkheer Kervyn Adolphe-Joseph is geboren te Gent in 1813 als zoon van Emmanuei-Antoon-Guislain. heer van OudMoregem en van Maria-Agnes-Françoise Van den 1-lecke. Hij woonde te Mariakerke waar hij ongehuwd overleed in 1883. Hij was de jongste broer van Valentin-Louis-Guislain Kervijn. Zie nota (6).
( 12)
Burggravin de Patin Anne is geboren rond 17!.JO als dochter van burggraaf Leopold-Jozef Patijn, heer van Langemark en van Jeannc-Philippine de lleems. Haar vader Philip-Jan- Maurice de 1-leems-Patijn had de dorpsheerlijkheid van Zeveren gekocht in april 1773. Rond 1810 huwde ze met William Mawhood. officier in het leger van de Koning van Engeland. Ze vestigden zich rond 1820 te Wazemmes hij Rijsel (F) waar hij overleed in 1845. Ze overleed aldaar rond 1860. De familie de Patin werd in 1755 tot de adelstand verheven. De familie Pattijn was te Zeveren van weinig economisch en sociaal belang.
97
( 13) Jonkvrouw Kervyn Rosalie-Françoise-Marie-Guislaine was geboren te Gent in 1774 als dochter van Jooris-Antoon, heer van Oud-Moregem (onder Wortegem) en van Rosalie- Marie-Anne Baut. In 1796 is ze gehuwd met baron Arnold-Frans-Joseph Coppens, zoon van baron Karel- Ferdinand Coppens. Haar echtgenoot overleed reeds in 1805 te Gent. Ze hertrouwt in 1819 te Gent met baron Charles-Marie-Guislain Coppens. Hij is een neef van haar eerste echtgenoot en is 22 jaar jonger dan haar zelf. Zij overlijdt te Gent in 1855. (14)
Boucqué Marie-Jeanne-Francoise (Gent 1786-1873) weduwe van Tertzweil Bernard- ldesbald, was een rijke eigenares uit Gent. Ze woonde aldaar in de Veldstraat Ze bezat te Petegem ook nog 3 huizen, en 39 ha gronden. Te Deinze be1.at ze ook 3 ha weide.
( 15) Van Oost Charles-Louis bezat te Deinze 2 huizen en I ,5 ha grond. ( 16)
Lambert Antoine bezat ook nog I ha weide te Deinze. Hij was de grootste landbouwer- eigenaar te Zeveren, met slechts I 0 ha grondeigendom.
( 17) Staelens Hipoliet bezat te Deinze ook nog 2 ha weide. ( 18)
Delbeque Mathilde-Florine was gehuwd met Jules-Eduard-François Malou. Deze was eerst kabinetschef van de eerste minister en later rond 1860 Minister van Financiën. Ze droeg een wapenschild en behoorde misschien tot de lagere adel zonder titel.
( 19)
Martens Emile-Justin, een advokaat uit Gent, overleed rond 1855. Hij bezat ook nog 2,9 ha grond te Grammeneen 11 ha akkerland en weiden te Gottem. Zijn weduwe bezat rond 1860 ook nog 3 ha grond te Deinze. Tevens bezat ze nog een huis te Petegem en 11 ha gronden.
(20)
Cornelis Jean-Baptiste bezat te Deinze nog een weide van 0,6 ha. Hij was ook een tijdlang schepen te Zeveren en nadien zelfs burgemeester.
(21)
Van Hove Karel bezat te Deinze ook nog 0,7 ha weide.
(22)
Lambert Karel bezat te Deinze ook nog 1,5 ha akkerland.
(23)
Vermeersch Karel-Lodewijk bezat te Deinze nog 2 huizen en 4 ha grond.
(24)
Bultinck Jan-Pieter een landbouwer uit Nevele bezat te Deinze ook nog 0,7 ha weide.
(25)
Van Wonterghem Emanuel bezat te Deinze een 0,5 ha weide. Te Petegem bezat hij niet minder dan 83 ha gronden en 4 huizen. Hij was een vermogend man. Tevens ook vrederechter te Deinze.
(26)
Van de WalleIvan bezat te Deinze ook nog 0,7 ha akkergrond.
(27) De weduwe van Bernard D'Huyvetter bezat te Deinze ook nog 5 huizen en 5 ha gronden.
98
(28)
De Lnose Augustin is geboren te Gent rond 1795 als zoon van Jan-Frans, schepen van Gent en Hendrika-Josepha Dierickx. Hij woonde te Gent. De familie De Loose verkeeg pas in I 7H I de adelsbrief. Hij bezat een wapenschild en behoorde wellicht tot de lagere adel zonder titel. Hij was de aangetrouwde neef van Constant de Kerellove de Denterghem. Zie noot (I 0).
(29)
Callier Bernard-Francois bezat te Deinze nog 4 huizen en 5,2 ha land. Ook te Astene bezat hij 3 huizen en I ha land.
(30)
De weduwe van Jan Verkest bezat te Deinze ook 2 huizen en 0,9 ha grond.
(3 I)
De Janbouwer Jan-Baptiste De Smet bezat te Deinze niet minder dan 25 arbeidershuisjes. Verder te Grammene nog 2 kleine hoeven met elk I ,2 ha grond.
( 32)
De weduwe Melanie Van Oost bezat te Deinze nog 2 huizen en 1,5 ha grond.
(33)
D'Huyvetter August bezat te Deinze nog I huis en wat grond.
(34)
Bevolkingsregister en volkstelling Zeveren. 1856. R.A. Gent. Fonds Deinze. Inv. 134. n° 1178.
(35)
De Groote Stefaan : Bijdrage tot de geschiedenis van het Dorp Zeveren. Stencil. 42 blz. I 993.
(36)
De Potter-Brouckaert. Zeveren. Circa 1870. Eerste reeks deel VII. I 9 blz.
(37)
De Muynck Guido : De Volkstelling van het jaar IV (I 796) Kanton Deinze. Deel 3 : Wontergem. Gottem, Grammene, Zeveren, Vinkt.
(38)
Popp P.C. : Atlas cadastral Parcellaire de la Belgiljue. Commune de Zeveren. 6 blz. met kaart. 1853.
99
"Capabel om te wercken ... " Arbeidsgeschikte mannen (16-40 jaar) in enkele dorpen rond Deinze anno 1745 door
Dr. Paul HUYS
.. CAPABEL OM TE WERCKEN ... " In 17-t.O volgde Maria Theresia haar overleden vader Karel VI op. Deze betwiste erfopvolging leidde tot de zgn. Oostenrijkse Successieoorlog ( 1740-1748). In 1744 verklaarde de Franse koning Loctewijk XV de oorlog aan Oostenrijk en Engeland. Zijn legers (onder het opperbevel van hertog Maurits van Saksen. maarschalk van Frankrijk) vielen de Zuidelijke Nederlanden binnen; Gent werd op IJ juli 1745 ingenomen en bezet. Dendermonde een maand later. Pas in 1748 (Vrede van Aken) werden onze gewesten onder Oostenrijks bestuur bevestigd. De gebeurtenissen in Deinze tijdens deze zoveelste Franse veroveringsoorlog hebben we recent beschreven in een Jaarboekbijdrage (IJ, waarnaar we verwijzen voor het algemeen tijdskader en voor nadere bijzonderheden inzake de krijgsverrichtingen, logementen enz. in onze streek. In ditzelfde tijdskader situeert zich ook het onderwerp van deze nieuwe bijdrage. In oktober 1745 wilde het Oostenrijkse Bestuur te Brussel (deze stad zou pas op 21 februari 1746 door de Fransen bezet worden) weten hoeveel "arbeidsgeschikte" hulpkrachten de plaatselijke burgerbevolking kon leveren voor allerlei opdrachten in tijden van (oorlogs)gevaar. Deze opdrachten konden bestaan in para-militaire beveiligings- of bewakingstaken door met pieken en/of geweren bewapende burgers; in dit verband is de meest gebruikelijke term weerhare mannen (2 >. Daarnaast konden andere werkzaamheden worden opgelegd, zoals b.v. vervoer (transport met paard en kar), het uitvoeren van graafwerken, optrekken van legerkampen of andere nuttige handenarbeid. Het waren zoals gewoonlijk de kasseirijbesturen die - in opdracht van het centrale Oostenrijks Bestuur te Brussel - moesten instaan voor het verzamelen van de gewenste informatie. Aldus ook het kasseirijbestuur van de Oudburg te Gent. Daaronder ressorteerden een aantal dorpen van het "Land van Nevele": wat het huidige Groot-Deinze betreft ging het toen om Bachte met de wijk Rekkelinge, Meigem, Sint-Maria-Leerne en Sint-Martens-Leerne, Vinkt en Zeveren-Oudburg. De andere dorpen van Groot-Deinze ressorteerden toen immers onder de Kasseirij Kortrijk. nl. Astene, Gottem, Grammene, Petegem, Wontergem en Zeveren-Kortrijks. Op 7 oktober 1745 stuurden de baljuw en de "mannen van leene vanden Casteele ende Audenburgh" van Gent een "circulaire brief' of missive naar de parochies binnen hun ambtsgebied met het verzoek dringend mee te delen "den nombre van mannen vande 16 tot 40 jacren audt. capabel om te H•ercken ". De door de dorpen ingezonden lijsten ingevolge die missive van 07 .I 0.1745 zijn bewaard gebleven voor een vijftigtal parochies, waarvan een volledig overzicht in de hijlage I. Het officiële totaalcijfer (eventuele optelfouten niet gecorrigeerd!) van de jonge arbeidsgeschikten in de 49 dorpen binnen de kasseirij bedroeg 7.493 mannen. Onze bijdrage behandelt alleen de zes hierboven vermelde "Dcinse" dorpen: Bachte+Rekkelinge, Mei gem, Sint-Maria-Lcerne, Sint-Martens-Lecrne, Vinkt en Zeveren( -Oudburg). Over hetzelfde onder-
103
werp betreffende enkele andere dorpen, verderop richting Gent, hebben we al eerder en elders gepubliceerd (3). Deze lijsten werden, jammer genoeg, niet voor alle dorpen met dezelfde precisie en/of volledigheid opgesteld. Voor Drongen of Lotenhulle b.v. beschikken we niet over een geïndividualiseerde namenlijst maar enkel over een vermelding van de totalen. Gelukkig voor ons onderzoek behoren de gegevens betreffende de dorpen uit het Land van Nevele (met uitzondering van Zeveren) tot de betere soort, aangezien ze - benevens de namen van de betrokkenen ook gegevens bevatten over de leeftijd, het al of niet gehuwd zijn, en soms zelfs (nl. voor Bachte/Rekkelinge) een beroepsaanduiding. De zwakste dossiers komen uit Zeveren (geen nominatimlijst, maar alleen een totaalcijfer, nl. 9) en uit Meigem (geen leeftijdsvermelding). Om de raadpleging te vergemakkelijken geven we de in de lijsten voorkomende namen in alfabetische ordening (de gehuwden in cursief>, met telkens erna de vermelding van de leeftijd. Hachtc en Rekkelinge Deze lijst werd opgemaakt door burgemeester Joannes Buijdens en schepen Vincent en op 09.10.1745 ondertekend door F (?) Wyme als griffier. Het gaat om in totaal 31 mannen, onder wie 14 gehuwden en 17 jongmans. In de Bijlage 2 brengen we- bij wijze van voorbeeld- een volledige tekstuele weergave van dit document. Hieronder volgt de lijst in alfabetische orde (volgens de opstellers zelf van deze lijst is de leeftijd telkens "ontrent", d.i. benaderend weergegeven!).
Lieven Bruggheman, 18j., knecht van Sebastiaen vanden Bossche; Jan Cornelis fs. Geerard, 29j.; Francies Cras, 33j.; lommes de Boevere, 30j.; Jan de Bruyne fs. Adriaen, 24j., dienstknecht van Guilliame vanden Berghe; Pieter de Bruyne fs. Adriaen, 17j., knecht van Sebastiaen vanden Bossche; Joannes de Clercq, 19j., schoonzoon (d.i. stiefzoon) van Lieven Florens; Pieter de Groote, 24j., dienstknecht van Joannes Vincent; Charles de Jonckheere, 17j., knecht van Guilliame Florens; Daniel de Meyere, 22j., dienstknecht van Jan Verhoyen; Guil/iame de Milt, 34j.; Laureyns de Raet, 29j., landsman; Joos Gansbeke, 3Ij.; Jan Haesbroeck fs. Lieven, 23j.; Pieter Haesbroeck fs. Lieven, 19j.; 104
Albertus Hervyn, 25j., knecht van Joannes Achtergaele; lommes Hespeel, 23j.; Pieter Martens, 39j.: Pieter Strobbe, 26j.; Jan Baptiste Tessaly, 22j., ten huize van zijn schoonvader (d.w.z. stiefvader) Christiaen de Clercq; Joannes vanden Berghe fs. Guilliame fs. Pieters, 29j. ("alsnu onpasselijk", of tijdelijk arbeidsongeschikt door ziekte); Pietervanden Berghe, 22j., broer van de voorgaande; Sebastiaen vanden Bossche, 35j., landsman; Francies van Doorne, 27j., landsman; Jan Baptiste van Hove, 40j., landsman; Joannes van Have, 25j., dienstknecht van Joannes Buijdens; Pietervan Lancre, 22j., dienstknecht van Joannes Buijdens; Jan Verhoyen, 34j., landsman; Jan Verleye, 33j.; Jacobus Wauters, 26j.; Jan Yde, 30j., knecht van Sebastiaen vanden Bossche.
Meigem Hier krijgen we een lijst, verdeeld in twee aparte kolommen, waarvan de eerste kolom de gehuwden opsomt (er zijn er 39) en de tweede kolom de jongmans (73 in aantal), of 112 arbeidsgeschikten in totaal. De lijst is opgemaakt op 09.10.1745 door Guilliame de Meijere en Jacobus van Have. Het is een pure namenlijst, zonder mededeling van leeftijd, noch beroep, noch vadersnaam. We geven de lijst hier in alfabetische volgorde . Jan Achtergaele Philippe Raffort Guilliame Belsens Jan Bijn Joannes Billiet Jan Blomme Anthone Bogaert; Bauduwijn Bogaert; Jacobus Bogaert; Joannes Bo?,aert Care) Christiaen Jacobus Cocquijt; Jan Cocquijt; Pieter Cocquijt Joannes Coppens Geeraert Cordier
105
Jan Cornelis Pieter de Buck Amhrosius de Clercq; Pieter de Clercq JudoCLis deCloet Jacohus de Groi Jaspaert de Gruijttere; Lieven de Gruijttere; Pieter de Gmijttere Pieter de Keijsere Joos de Loof Care! Delvae; Francies Delvae; Joannes Delvae Ale.mndre de Mei)ere; Gabriel de Meijere; Pieter de Meijere; Pieter de Meijere Francies de Paepe; Joannes de Paepe; Pieter de Paepe; Pieter de Paepe Adriaen de Pestele; Jommes de Pestele Jacobus de Poortere Joos de Raedr Jan de Schuijmere; Joos de Schuijmere Jan de Smedr; Pieter de Smedt; Pieter de Smedt Francies de Voestere; Pieter de Yoestere; Joos den Voostere Joannes de Vos; Laureins de Vos Joannes de Weerdt; Joannes de Weerdt; Jooseph de Weerdt; Lieven de Weerdt; Theodorus de Weerut Fra n ei es [) Iw ene 11.\' Joannes Baptiste Doore Jan Heggherick Francies Madou; Geron Madou; Norhert Madou Charles Maebbe Lieven Maes Joonnes Martens; Joannes Martens Jacques Mesdagh Pieter Meldeman Lieven Nuvt Pieter Plancke Charles Poe/voorde; Andris (sic) Schatteman; Jooris Schatteman Francies Schelstraete Mauricius Schepens Jan Sclwers Joos Strobhe
106
Jommes Tant; Joos Tant Jan Thienpont Joannes Vaele; Joos Vaele Joos van de Keere Joannes vande Moortele Jacobus vande Walle Jan l'an Gansheke Andries van Hee; Arneijdt (sic) van Hee Pieter van Have Pietervan Hulle Joos van Laecken Jacobus van Loo; Pietervan Loo Jan van Ooteghem; Joannes van Ooteghem Pieter van Wonterghem Emanuel Verbrugghen Joos Verdonckt Francies Verheecken Francies Verhegghe Jan Verhelst Adriaen Verleijen Elarius Vermeiren Jan Vermeulen Pieter Verplaetse Jooris Verschelde; Jooris Verschelde Adriaen Vlaemijnck; Francie.\· V/amUnck; Pieter Vlamijnek Thiste Winckelman De meest voorkomende familienaam op deze lijst uit 1745 is De Weerdt (5x), gevolgd door Bogaert, De Meijere en De Paepe (elk 4x); daarna komen de namen Cocquijt, De Gruijttere, Delvae, De Smedt. De(n) Voestere/Voostere, Madou en Vla(e)mijnck (elk 3x). Volgens de KiezerslUst 1974-1976 van de (toen nog zelfstandige) gemeente Meigem kwamen daarvan toen enkel nog de volgende familienamen voor: De Weirdt (I kiezer), Dcmeyer (I), Cocquyt (2), De Paepe (I) en Vlaeminck/VIaemynck (2). Families komen en gaan, hun namen veranderen ...
107
Sint-Maria-Leerne De lijst draagt de datum I 0.1 0.1745, maar vermeldt geen signatuur van een griftïer. Ze bevat 46 namen, nl. 27 jongmans en /9 gehuwden. Ook de leeftijd wordt meegedeeld, maar geen vadersnaam of beroep. Ziehier de 46 arbeidsgeschikte mannen, in alfabetische orde. Joannes Francies Adams, 16j. Pieter Arens, 25j. A rmanl Bequae rl, 39j. Francies Bijn, 25j. Franc ies Boudrie, 21 j. Judocus Claeys, 20j. Philippe Coppens, 32j. Emanuel Dammans, 24j. Lieven de Buck, 33j. ?ieler de Clercq, 35j. Joannes de Cuijpere, 22j. Joonnes de Lo(d; 30j. Jomllles de Meulenaere, 30j. Judocus de Muldere, 30j. Jacobus de Paepe, 17j. Joannes de Ruyck, 30j. Judocus de Schrijvere, 30j. Jomllles de Vo/dere, 38j. ?ieler Faele, 34j. Alhertus Hoeck, 27j. Louis Lagone, 20j. Geeraert Lybbaert, 20j. Francies Moerman, 23j. Francies Morthier, 34j. Joannes Mussche, 18j. lommes Priems, 30j. Marcus Schatteman, 30j. Lieven Stevens, 18j. Gilles Top, 34j. Pieter Vandamme, 18j. J oseph vande Wiele, 20j.
108
Joseph Vermeire, 29j. Adriaen Yenneulen, 28j.; Jacobus Vermett!en, 36j. Pieter Verplaetse, 28j.; Judocus Yerplaetsen, 30j. Pi eter Yolckaert, I 8j. Bauduijn Walgraeve, 20j.; Francies Walgraeve, I 8j.; Jan Walgraeve, 25j.; Joannes Baptiste Walgraeve, 2 Ij.; Joos Walgraeve, I 6j. Joseph Willems, 19j. Pieter Wittevronghel, I 7j. BenedictLts Yde, 24j.; Jacobus Yde, 28j. Koploper in aantal is hier de familienaam Walgraeve (5x), gevolgd door Yermeulen, Yerplaetse(n) en Yde (elk 2x); de andere 35 namen komen dus elk maar één keer voor.
Sint-\'1artens-Leerne De lijst, gedateerd 09.10.1745 en niet gesigneerd door de griffier, bevat in totaal 58 namen, resp. 17 gehuwden en 4 I jongmans. Hun leeftijd wordt meegedeeld. Ziehier de alfabetisch geordende lijst. Jan Adams, 34j. Joannes Arens, 22j.; Joos A rens, 34 j.; Martinus Arens, 28j.; Pieter Arens, 2 Ij.; PieterA rens, 28j. Pieter Bijn, 30j. Joannes Braembusch, I 9j. Francies Cocquijt, I 6j. laannes Coppens, 38j. Jan Cornelis, 30j. Pieter Crombrugghe, 2lj. Joannes de Dappere, 17j.; Lieven de Dappere, 33j.; Pieter de Dappere, 21j. Joseph de Graeve, 22j. 1an Demets, 22j. Adriaen de Moor, 34j.; Judocus de Moor, 17j.; Philippe de Moor, 32j. Jacobus de Scheppere, I Xj.; Jan de Scheppere, 20j. Guillame de Schrijvere, 30j. Jan de Schuytere, 20j . ./oannes de Vreese, 30j . .lacohus de Wu(f, 36j. francies d'Haenens, 20j.; Francies d' Hacnens, 22j.; Judocus d'Haenens, 23j.; Pieter d'Haenens, 30j.
109
Care! d'Hertoghe, 2Ij. Joannes Duchateau, 20j. lommes Faele, 3lj.; Maximiliaen Faele, 20j.; Pieter Faele, 28j. Emanuel Keuckelaere, 26j. Jan Lomme, 28j. Charles Maladrie, 25j. Frans Mesman, 26j.; Laureins Mesman, 30j. Pieter Roonwn, Jij. Lieven Sae/ens, 26j. Adriaen Schollier, 23j.; Joannes Schollier, 17j. Jan Sergeant, IXj.; Pieter Sergeant. 21j. Geeraert Slock, 20j. Francies vande Gehuchte, IXj. Jommes van Hecke, 28j. Francies van Renterghem, 20j.; Joannes van Renterghem, 30j. Amandus van Thienen, 2Ij.; Jan van Thienen, 16j. Francies Verhauwen, 22j.; Joachim Verhauwen, 28j. Marten Verbeke, 3lj. Joannes Vermeire, 20j. J acohus Wi llems, l8j. Het frequentst is hier de familienaam Arens (5x), gevolgd door d'Haenens (4x); daarna komen de namen De Dappere, De Moor en Faele (elk 3x); nog 7 andere namen, w.o. Schollier, Sergeant, Van Renterghem en Verbauwen komen elk tweemaal voor. In de Kiezerslijst 1976-1978 van de (toen nog zelfstandige) gemeente Sint-Martens-Leerne zijn hiervan enkel nog de namen d'Haenens/Dhaenens (4 kiezers), Schollier (3) en De Dapper (I) terug te vinden.
ll 0
\ïnkt
De lijst voor Vinkt (niet gedateerd en evenmin ondertekend) vermeldt leeftijd en (on)gehuwde staat, maar geen vadersnaam en geen beroep. Het gaat om 27 gehuwden en 47 C*l ongehuwde jonge mannen, of 7-+ werkbekwame mannen in totaal. We rangschikken ze alfabetisch, met na de naam telkens de leeftijd.
Joos Amheunis, 36j.: Pieter Antheunus, 37j. Francies Baudoncq, 18j. Joannes Beke, 23j. Adriaen Biebuyck. 21j. Andries Bogaert, 23j.; Joannes Bogaert. 33j. Joseph Braet, 36j. Engel Brezé, 17j.; Frans Brezé, 26j.; Joannes Brezé, 23j. Albertus Cnudde, 37j. Francies Coen, 26j. Joannes Cornelis, 18j. Joseph Cortvrient, 20j. Jan Creel, 24j. Adriaen de Backere, 20j. Laureijns de Blan, 21j. Gilles de Decquere, 23j. Augustijn de Jaeghere, 23j. Albertus de Keijsere, 36j.; Emanuel de Keijsere, 20j. Joos Delval, 19j. Liven de Ram, 28j. Joannes de Schrijvere, 33j. Francies de Schuytere, 22j. Francies de Voldere, I <Jj.; Joos Devolderc, 26j.; Lieven nevoldere, 24j. Joseph de Vos, 25j.; Judocus de Vos, 23j.; Lieven de Vos, 28j.; Pieter de Vos, 22j. Joos de Walschij, 28j. Jan Baptiste Deweerdt, 18j. Joannes de Wijntere, I <Jj. Jacobus D'hondt, 2Ij. (vermoedelijk ongehuwd)(*) Joannes Everacrt, 18j. Pieter Galle, 27j. Charles Gellijnck, 23j.
lil
)
~
/~~;, I"H /rl'ol') f-r t>
. /.trp/.7
I
I
fl'l/!1"/
///1: f7~~r.~,)~"/hv
I
. Yp?Nt/.,-;t'af~h e/
t;/l.hW~/ Jt,Nrt'.l;, /t .. ó ~-"\ .À
'70
. '/1{.1'"7/1;~ d
I
.'la
l}rz
IY
.
~ ~Jb//'L--.
I
q:J
I
1/
I
:._~ 1tf ,
I /
?!1
I
't-11:7#//M'/M
/
'/
f/:7// /0
4MI?7
/
1'/1#~1"1'/r'lfi,LÁJ/,
////;$/ .i~/'01'_/,.;/
I
?.f
"
I
( 'Vi!///Û/1 //Pt//d''{~ F/'Hl
(J& ?.1
I
?I
I
'7fl
I
.::. ~-·
/
. /
>(J -~"'
J
Vinkt 1745. Lijst van de 16- tot 40-jarige mannen, "capabel tot wercken", fll en f04. Bij de zesde naam op f04 (Jacobus D'Hondt) is niet ingevuld of hij jongman of gehuwd is; aldus is hij ook niet meegeteld in het eindtotaal, dat derhalve met één eenheid moet verhoogd worden (74 i.p.v. 73); gezien zijn leeftijd (21 jaar) was hij waarschijnlijk nog ongehuwd. (RAG, Oudburg, 131.)
112
.:>
Francies Gordier, 21j.; Pieter Gordier, 17j. Adriaen Hoste, 31j. Ambrosius Leijtens, 18j. Joannes Loo, 26j. Joannes Martens, 33j.; Joannes Martens, 19j.; Laureijns Marten.'i, 33j. Joannes Neirijnck. 19j. Lieven Pennijnck, 29j. Baptiste Provijn, 32j. Philippe Quintijn de jonge, 36j. Francies Schatteman, 30j. Francies Simaijs, 19j. Bauduijn Tant, 18j.; Joachim Tant, 17j. Francies Tijtgat, 29j. Francies vande Moere, 2lj. Pieter vande Walle, 19j. Adriaen van Hecke, 36j. Joannes van Hulle, 30j.; Judocus van Hu/Ie, 39j. Guillame van Oost, 30j. laannes van Overheke, 32j. Joannes van Wonterghem, 22j. Pieter Verplaetse, 28j. Francies Verstraete, 25j. Joos Yertriest, 2lj.; Pieter Vertriest, 29j. Jacobus Vlamijnck, 30j.; Joannes Vlamijnck, 23j. Judocus Wiegghe, 32j. Joannes Wittevronghel, 17j. Joos Wonterghem fs. Guillame, 34j.
(") Bij Judocus D'hondt (f 0 4) ontbreekt de vermelding jongman/gehuwd; hij werd door de opstellers van de lijst niet meegeteld bij het door hen berekende eindtotaal van 73 mannen (in feite waren het er dus 74 ). Wij beschouwen hem (gezien zijn jonge leeftijd, 2lj.) als ongehuwd. Juist opgeteld bevat de lijst dan 47 jongmans + 27 gehuwden= 74 mannen in totaal.
113
De meest voorkomende familienaam is hier De Vos (4x), gevolgd door Brezé, De Voldereen Martens (met elk 3 naamdragers); nog 8 andere namen komen telkens tweemaal voor, w.o. Antheunis, De Keysere, Van Hulle, Vertriest en Vlamijnck. In de Kiezerslijsten 1976-1978 van de (toen nog zelfstandige) gemeente Vinkt vinden we nog de meeste van die familienamen terug, nl. Martens ( 14 kiezers), Bergé (9 kiezers), De Keyser (8 kiezers), Van Hulle en Devoldere/De Volder (elk 4 kiezers), Antheunis, De Vos en Vertriest (elk 3 kiezers) en Vlaeminck (I kiezer). Alleen de namen Bogaert, Gordier en Tant zijn nu uit Vinkt verdwenen. Honkvast volk, die Vinktenaars! ...
Zeveren Het betreft hier uitsluitend het gedeelte van Zeveren dat onder de Oudburg ressorteerde ("ZeverenOudhurg" of "Zeveren-Gents"): veruit het grootste deel van Zeveren maakte evenwel deel uit van de kasseirij Kortrijk ("Zeveren-Kortrijks" genaamd). De opgave voor Zeveren-Oudhurg, op 11.10.1745 ingestuurd door de griftïer F. De Loire, is geen namenlijst. Ze bevat alleen de vermelding dat "wij niet meer en hebhen bevonden dan den nomhre van neghen soo ghetrouwde als onghetrouwde mannen". Geen namen dus, en evenmin leeftijds- of andere gegevens.
* * ** * Tot zover dan de lijsten zelf. Wat zou nu het belang van dergelijke lijsten kunnen zijn? Dat belang is tweevoudig.
I.
Demogrt~fisch
belang
Voor lezers met belangstelling voor het demografisch aspect kunnen deze lijsten b.v. iets vertellen over de resp. bevolkingscijfers van de betrokken parochies. Als we het nu eens bekijken voor het geheel van de kasseirij van de Oudburg (zie Bijlage 1), zijn er toch wel enkele interessante vaststellingen te doen. Het valt op dat de grootste dorpen te vinden zijn ten noordwesten van Gent, d.w.z. in het zuidelijk Meetjesland, nl. Sleidinge (588 voor Sint-Baafs en Keure samen), Zomergem (556), Waarschoot (533) en Evergem (505, zonderBelseleen Doomzele, zoniet samen 641 zelfs). Daarna valt er een kloof naar Lovendegem (333) en Drongen (299), van kortbij gevolgd door twee blokken van gemeenten gelegen aan het oostelijke, resp. het westelijke uiteinde van de kasselrij: enerzijds Oostakker (275), Lochristi (272), Destelbergen (261) en Zaffelare (222) en aan deze westelijke kant de dorpen Aalter (247), Knessetare (241) en Merendree (223).
114
Het kleinste aantal arheidsgeschikten anderzijds leveren dorpen zoals Ursel (20), Mendonk (23), Baarle (27). Poesele (32) en Ronsele (41 ). De cijfers voor Zeveren (9) en Ruiselede (43) moeten we hierbij buiten beschouwing laten. want het gaat hier immers slechts om gedeeltelijke cijfers; het grootste deel van die heide dorpen lag in een andere kasseirij (i.c. Kortrijk). Sommige cijfers doen echter wel opkijken als we ze vergelijken met de actuele cijfers van 250 jaar later: aldus b.v. Meigem (I 12) dat in 1745 evenveel manschappen opleverde als Lotenhul Ie (I 09) of Nevele (113). Of Afsnee (45) b.v. dat bijna evenveel arbeidsgeschikten telde als Deurle (50), terwijl dorpen als Latem (75) en Vinkt (74) onderling ook op gelijke hoogte zaten. De twee Leernes, met Bachte en Rekkelinge erbij, waren samen dan weer goed voor 135 manschappen. of toch iets meer dan b.v. Nazareth (I 07) en Sint-Denijs ( 126) of, anderzijds, slechts iets minder dan b.v. Zevergem (143), Bellem (152) en Zwijnaarde (161 ): onderlinge vergelijkingen die nu bijna op blufpoker lijken ... Het zou tenslotte ook interessant zijn als de demografen ons konden vertellen of uit dergelijke cijfers van arbeidsgeschikte mannen bruikbare conclusies af te leiden zijn naar het corresponderende invvonertal van de resp. parochies in hun geheel. Welk percentage van het bevolkingscijfer zou dit aantal mannen van 16/40 jaar wel uitmaken? Alleszins niet méér dan één zesde, schatten we. Maar voor een meer precieze berekening zouden we moeten kunnen beschikken over voldoende echte bevolkingstellingen, liefst uit ongeveer dezelfde periode (midden 18e eeuw). Echte tellingen uit die tijd zelf zijn eerder zeldzaam. Voor enkele gemeenten beschikken we echter wel over zgn."berekende bevolkingscijfers". Enkele voorbeelden: Luc Stockman (4 J berekende voor 1741-1750 de gemiddelde bevolking van Aalter op 1767 inwoners en die van Bellemop 915 inwoners. De 247 manschappen van Aalter vormen dus 14% of 1/7 van de dorpsbevolking; de 152 manschappen van Bel/em betekenden 16,6 of precies 1/6 van het inwonerscijfer. Net aan de andere, de oostgrens van de kasseirij lag Zeveneken; het telde in 1751 (berekend op de communicantencijfers) een bevolking van ongeveer 1214 inwoners (5J. De 182 weerbare mannen in 1745 vormden daar dus 15% of I /6,6 van de bevolking. Nog een laatste voorbeeld uit de Deinse regio zelf. Katrien Bergé <6J citeert voor 1748/49 voor Vosse/are een communicantencijfer van 286. Als we ervan uitgaan dat de communicanten toen zowat 70% van de gehele bevolking uitmaakten m, zou het daarop neerkomen dat het dorp toen ongeveer 410 inwoners telde. De 59 manschappen in 1745 maken dan zowat 14,3% of 1/7 uit van dat (berekende) inwonertal. We komen dus, in deze vier gevallen, telkens uit op een percentage dat schommelt tussen min. 14% en max. 16,6%, of een schommeling tussen ca. 1/7 tot I /6 (mannen van 16 tot 40 jaar). Een werkhypothese van een gemiddelde vermenigvuldigingscoëftïciënt 6,5 (nl. om de cijfers van de arbeidsgeschikte manschappen om te zetten in het inwonertal) zou vanzelfsprekend nog moeten kunnen getoetst worden door verder demografï sch onderzoek.
115
Toegepast op de hierboven behandelde Deinse dorpen zouden we aldus komen tot de volgende (benaderende) bevolkingscijfers in 1745. Dorpen
Arbeidsgeschikten 16/40 jaar 31 Bachte +Rekkelinge Meigem 112 Maria-Leerne 46 Mart. -Lcerne 58 74 Vinkt
Berekend inwonersaantal (x 6,5) (x6 (x7) 186 202 217 672 728 784 299 276 322 406 348 377 444 481 518
Officiële Volkstellingen 1786 1796 ? 350 ? 946 635 693 631 942 1440 1485
Indien we deze zelfde toepassing maken op het totaal van 7493 manschappen voor de 48 dorpen van de kasseirij van de Gentse Oudhurg, dan zou dit neerkomen op een bevolkingslotaal tussen de 44.958 (hij coëftïciënt x 6) en 52.451 (coëftïciënt x7) inwoners. Is dit echter realistisch? Men zou eraan gaan twijfelen als men - voor wat de regio Deinze (en vooral Vinkt) betreft - de bekomen resultaten voor 1745 vergelijkt met de oftïciële tellingcijfers van 1786 (8) of die van het jaar IV ( 1796) (9l, d.i. amper veertig of vijftig jaar later. Daartegenover staat evenwel dat zich precies in de tweede helft van de achttiende eeuw een ware bevolkingsexplosie heeft voorgedaan, hetgeen dan een verklaring zou kunnen bieden voor de- soms hoog oplopende- verschillen in de bevolkingscijfers van resp. 1745 en 1796 ... Voer dus voor diepgaander demografisch onderzoek!
2.Genealogisch belang Naast de demografen zijn er- als tweede groep van mogelijke belangstellenden voor deze lijsten - vanzelfsprekend ook nog de familiekundigen. Zij zullen uiteraard het meeste plezier beleven aan het namenmateriaal zelf dat uit deze lijsten af te lezen valt, met (soms) ook informatie betreffende leeftijd en huwelijke staat; dit levert in bepaalde gevallen gegevens op die eventuele lacunes in de parochieregisters zouden kunnen aanvullen en!of corrigeren. Een interessante - en in dit overzicht unieke - lijst is wel die van Bellem, die immers ook gegevens verstrekt over de beroepsactiviteit van deze mannen ( en van hun hoevedierenbezit). Genealogen kunnen uit dergelijke lijsten (die van een bepaalde dorpsbevolking op een welbepaald moment een eenmalige doorsnede geven) ook soms nuttige informatie halen betreffende de verspreiding (het al of niet voorkomen) van een of andere naam op een bepaald tijdstip binnen een zeker gebied. Uiteraard moet men hierbij rekening houden met mogelijke afwijkingen (evoluties) van een naam. Een
116
Yoorheeld hiervan: in de lijst 1745 van Vinkt komt driemaal de familienaam Brezé voor. Toen we de naam voor het eerst lazen, dachten we aanvankelijk aan een dialectisch-slordige weergave van de ook in het Deinse hekende naam Brossé. De naam Brezé komt nu, twee en een halve eeuw later, in Vinkt niet meer voor. Maar wel de naam Bergé. We lieten dus onze Brossé-hypothese maar vallen voor het Bergé-alternatief (waarbij de wisseling her/bre niets anders is dan het taalkundig bekende verschijnsel van de "metathesis" of klankomzetting- vgl. born/bron of pers/presse). Ook naamkundigen kunnen dus uit dergelijke lijsten wel enige nuttige kennis halen.
Noten (I)
P. HUYS. "Over twee militaire plattegronden van Deinze uit de Oostenrijkse Successieoorlog a 0 1744", in K.G.K.Jaarboek LXIX (2002), blz. 243-272.
(2)
Over "weerbare mannen" werden reeds heelwat lijsten gepubliceerd. Bekend zijn bv. de lijsten van weerbare mannen in 1638
(3)
P. HUYS, "Weerbare mannen in 1745 te Baarle, Drongen. Afsnee, Mariakerke, Sint-Martens-Latem en Vinderhoute", in: Dronghine. Jaarhoek /999 van Heemkundige Kring /Jronghine, blz. I 17-124.
(4)
Luc STOCKMAN, "Geschiedenis van Aalter" ( 1979), blz. 183, resp. "Geschiedenis van Bellem" ( 1994), blz. 24.
(5)
lgn. VAN DRIESSCHE, "De bevolkingsevolutie in Zeveneken 17e-2oe eeuw" (Zeveneken, 1998), blz. 68.
(Ó)
Katrien BERGÉ, "Kerkelijk leven in de dekenij Deinze 1661-1762", in K.O.K. Jaarboek XLVIII ( 1981 ), blz. 198.
0)
Chris VANDENBROEKE, "Prospectus van het historisch-demografisch onderwek in Vlaanderen", in Ann. Société d'Emulation, CXIII (Brugge, 1976), blz. 27. Voor het Vlaamse platteland werden omzettingscoëftïciënten (van communicantencijfers naar bevolkingstotalen) berekend die voor die periode van de 17e tot midden 19e eeuw toenemen van ca. óO'k naar ca. 72%. Omstreeks 1745 is een algemeen gemiddelde van 66% (of 2/3) een aanvaardhaar uitgangspunt.
(g)
RAG, Baronie Nevele, nr. 41. Zie daarvoor P. I IUYS, "Een volkstelling te Poesele in 1786", in: Het Lmulvan Nevele, XIV, 2 (juni J9g3), blz. 106-110, alsook "De bevolking van Vosselarc in 1786", in idem, XIV, 4 (dcc. 1983), hlz. 306-310.
(9)
Zie K.O.K.-Konrakthlad, 11, I, jan. 1982, hlz. 56. De telling zelf in RAG, Scheldedcpartement, nr. 6086 (gedeeltelijk al gcpuhlicecrd door VVF-Dcinzc).
117
Bijlage I.
Telling van de arbeidsgeschikte mannen (16/40 jaar) in de 48 dorpen van de Gentse Oudburg (1745)
(Bron: RAG, Oudhurg, nr. /943) Namen der parochies in alfabetische volgorde. telkens gevolgd door het totaalcijfer van de manschappen. Indien niet anders vermeld. gaat het om echte naamlijsten. Kennen we alleen het totaalcijfer. maar zonder opsomming van de individuele namen, dan wordt de gemcentenaam voorafgegaan door een *. Indien bekend, vermelden we, na het totaal, ook het aantal gehuwden/jongmans. Aalter Afsnee Baar Ie Bachte Bellem Belse Ie Destelbergen * Desteldonk Deurle * Doornzele *Drongen Eke Evergem Hansbeke Heusden Knesselare Landegem * Lochristi * Lotenhulle Lovendegem Mariakerke Meigem Mendonk Merendree Nazareth
247 45 27 31 152 84 261 110 50 52 299 95 505 189 142 241 103 272 109 333 62 112 23 223 107
( 14/31) ( 10/17) ( 14/17) (28/56)
( 131 I 168)
(37/152)
(55/48) (33/76)
(39/73)
Nevele * Oostakker Oostwinkel Poesele Ronse Ie Ruiselede (Gents) Sint-Denijs Sint-Maria-Leerne Sint-Martens-Latem Sint-Martens-Leerne Sleidinge Sint-Baafs Sleidinge Keure Ursel Yinderhou te Vinkt (I) Yosselare Wondelgem Zaffelare * Zeveneken * Zeveren (Gents) Zevergem Zomergem Zwijnaarde Algemeen totaal:
113 275 108 32 41 43 126 46 75 58 271 317 20 60 74 59 96 222 182 9 143 556 161
(21/92)
( 18/14) (I 5/26) (46/80) ( 19/27) ( 17/41)
(23/37) (27/47) (21/38) (30/66) (66/116)
7.494
In de lijst van Vinkt (73. 27/46) komt een optelfout voor (nl. een man die niet werd meegeteld); we geven hier de verbeterde, juiste cijfers, ook wat het oftïciële eindtotaal (7.493) betreft. dat we eveneens met een eenheid hebben verhoogd. Allicht kunnen er nog wel meer optelfouten voorkomen. Wat de aantallen gehuwden tegenover jongmans betreft. vinden we op de hierboven gegeven overziehtslijst een (normaal) overwicht van de jongmans. die soms (b.v. in Belsele) het dubbele uitmaken van het aantal gehuwden, tot zelfs het viervoud (zoals in Hansbeke en Nevele). Alleen in enkele dorpen krijgen we het omgekeerde, nl. een lichte meerderheid van gehuwden (b.v. in Landegem en Poesele).
118
Bijlage 2. Lijst nm de arbeidsgeschikte mannen (16/40 jaar) in Bachte met Rekkelinge (1745) (Bmn: RAG. Oudhurg. nr. 1943) Lijstede welcke bij desen Bailliu. Burghemeester ende Schepenen der Prochic van Baghte ende Reckelijnghe maecken ende overgheven vanden nomber van mannen vande I 6 tot de 40 jacren audt, capabel om te wercken, dewelcke binnen dese prochic van Baghte ende Rekkelijnghe alsnu bevonden worden, dit in comfonnitheijte ende in voldoenijnghe vande orders in daeten den vijen october I 745 bij ende van weghen d' Edele heeren Mannen van Leene vanden Casteeleende Auderburgh van Ghendt aen Bailliu. Burghemeester ende Schepenen der voorseijde prochic van Baghte met Reckelijnghe toegesonden, welcke lijst is als volght. Al vooren ten huijse van Christiaen de Clercq: sijnen schoonsone Jan Baptiste Tessaly, jongman, audt ontrent de 22 jaeren. Pieter de Groote. dienstknecht van Joannes Vincent. jongman, audt ontrent de 24 jaeren. Pieter Strobbe. ghetrauwt. audt ontrent de 26 jaeren. Jan Baptiste van Hove, Iantsman, ghetrauwt, audt ontrent de 40 jaeren. Joannes Hespeel, ghetrauwt, audt ontrent de 23 jaeren. Jan de Bruyne fs. Adriaen, jongman ende dienstknecht van Guilliame vanden Berghe, audt ontrent de 24 jaeren. Joannes vanden Berghe sone van Guilliame van den Berghe fs. Pieters, jongman, alsnu onpasselijck, audt ontrent de 29 jaeren. Pietervanden Berghe. jongman, sone van den se! ven Guilliame, audt 22 jaeren. Laureijns de Raet, Iantsman, ghetrauwt, audt ontrent de 29 jaeren. Joannes van Hove, dienstknecht van Joannes Buijdens, audt ontrent de 25 jacren (niet vermeld 4 jongman of gehuwd!). Pietervan Lancre. jongman. dienstknecht vanden se! ven Buijdens, audt ontrent de 22 jaeren. Jan Verhoyen, lantsman, ghetrauwt, audt ontrent de 34 jaeren. Daniel de Meyere, jongman ende dienstknecht van Jan Verhoyen, audt ontrent de 22 jaeren. Francies Cras, ghetrauwt ende audt ontrent de 33 jaeren. Sebastiaen vanden Bossche, Iantsrnan, ghetrauwt, audt ontrent de 35 jaeren. Jan Yde, jongman ende knecht vanden se! ven vanden Bossche, audt ontrent de 30 jaeren. Pieter de Bruyne fs. Adriaen, jongman ende knecht vanden selven vanden Bossche, audt ontrent de I 7 jaeren. Lieven Bruggheman, jongman ende knecht vanden voorn. Vanden Bossche. audt ontrent de I 8 jaeren. Jan Cornelis fs. Geerard, ghetrauwt ende audt ontrent de 29 jaeren. Jan Haesbrouck, jongman, sone van Lieven, audt ontrent de 23 jaeren. Pi eter Haesbrouck, jong man, sone van Lieven, audt ontrent de I 9 jaeren. Francies van Doorne, Iant~man, ghetrauwt, audt ontrent de 27 jaeren. Guilliarne de Milt, ghetrauwt ende audt ontrent de 34 jaeren. Albertus Hervyn, knecht van Joannes Achtergaele, audt ontrent de 25 jaeren. Joos Gansbeke, jongman, audt ontrent de 31 jaeren. Jacobus Wauters, ghetrauwt, aut (sic) ontrent de 26 jaeren. Jan Verleije, ghetrauwt ende audt ontrent de 33 jaeren. Joanne~ de Boevere, ghetrauwt, audt ontrent de 30 jaeren. Pieter Martens, ghetrauwt ende aut (sic) ontrent de 39 jaeren. Joannes de Clercq, jongrnan, schoonsone van Lieven Florens, audt ontrent de 19 jaercn. Charles de Jonckheere, jongman, knecht van Guilliarne Florens, audt ontrent de 17 jaercn.
119
Den nomber vande ghetrauwde mannen tot Den nomber vande jongmannen tot Den nomber van het voorseijde manschap tsamen tot
14 mannen 17 mannen 31 mannen
Aldus dese lijste opghenomen ende ghemaeckt bij Joannes Buijdens, Burghemeester, ende Joannes Vincent, Schepenen der vorseijde prochic van Baghte met Reeckelijnghe, inde absentie vanden Bailliu ende oversulcx hebben wij dese doen Ieeekenen bij onsen greftïer. Actum den 9en 8ber 1745. (sign.) Wijme-1745.
120
Toon MAES, Bouwkundige, schilder, dichter en politiek geëngageerde door Piet CASSIMAN
TOON !\IAES. BOU\\'KllNDIGE, SCHILDER, DICHTER EN POLITIEK GEENGAGEERDE
Tussen I 930 en I 945 werden in en om Deinze verscheidene woningen ontworpen in een moderne stijl door een jong durvend bouwkundige, nl. Antoon Maes. Hij was modern in alles wat hij aanvatte. Zelfs zijn plannen werden op ozalid
123
Jong en oud: Toon Maes als 25-jarige en op rijpere leeftijd 124
Toon amen met zijn vrouw
Zieke Maes in de zetel
125
Tekening van de oudere Maes
Foto van de oudere Maes 126
12/0711931. Hij werd als houwkundige ingeschreven in de bevolkingsregisters van Petegem en we vinden hem terug in het register der Architecten van Oost- Vlaanderen onder nr 398. Van dan af liet hij zijn schilderspassie en zijn dichtkunst opzij en hield zich met het ontwerpen bezig. Hij ontwierp te Deinze en omgeving verscheidene opmerkelijke woningen die de belangstelling wekten van architectuurtijdschriften zoals Bátir, die hem lovende kritiek gaven (8l. Marie Notehaert overleed te Petegem op 06/0311932 en het daaropvolgende jaar overleed Anna Maes te Deinze op 06/04/1933. Het was vermoedelijk voor de gezondheid van deze zuster dat Toon Maes zijn woning voorzag van verscheidene terrassen om te zonnebaden. Ten gevolge van zijn politieke activiteiten in het Verdinaso en de DeYlag vóór en tijdens WO 11, vertrok Maes naar Duitsland eind augustus 1944 en kwam in de Luneburger Heide aan om daar het einde van de oorlog af te wachten. Vader Cyril en zus Antoinette werden in de septemberdagen verjaagd uit hun woning, waar Maes' waardevolle verzameling aan schilderijen, glasramen, boeken en keramieken werd vernield. Vader vertrok op 3011011944 naar Oudergem, Steenweg op Waver. Antoinette ging naar Brussel op 09/08/1945, Dinantstraat, 14 (9). De woning werd onder sekwester geplaatst en verkocht aan 'Les Usines Torck' op 05/08/194 7 (I 0). In mei 1945 terechtgekomen in een pension te Bergisch-Gladbach bij Keulen op een onderduikadres, leerde Maes daar zijn latere vrouw Resi kennen. Hij hernam er na 15 jaar zijn schildersactiviteiten. Te Bergisch Gladbach ontmoette hij Jef Van De Wiele, die er ook enkele tijd verbleef. Aan de Belgische politie in Duitsland ontsnapt, kwam hij in 1950 in Zwitserland aan, waar hij Albert Servaes ontmoette te Luzern en er enkele tijd bij hem woonde. Zwitserland was alleen een tussenstap voor zijn reis langs Italië naar Argentinië. Zijn zus Antoinette hetaaide zijn ticket. Zo kwam Maes aan te Buenos-Aires met het stoomschip Anna C. De "Dirección Nacional de Migraciones" registeerde zijn aankomst op 9 december 1950, 39 jaar oud, vrijgezel en met de Zwitsterse nationaliteit ( II >. Zijn Vlaamse vrienden, waaronder zijn streekgenoot Rudolf Versele uit Astene, die vóór hem Argentinië hadden bereikt, hadden daar een houwmaatschappij gesticht en vroegen hem als architect mee te werken aan renovatiewerken aan de Universiteit van Tucuman, een stad in Noord-Argentinië. Het project mislukte en Maes ging naar Dique Luján, een stadje ten westen van Buenos-Aires. Daar werd een bedrijf opgericht: SILCA, waar silicaatstenen werden geproduceerd en dat werk zou verschaffen aan de naar Argentinië uitgeweken Vlamingen. Rudolf Yersele uit Astene was een der stichters en geldschieters van dit bedrijf dat na korte tijd door onderlinge twisten teniet ging ( 12) ( 13>. In 1951 kwam te Buenos Aires het stoomschip MAIPU aan uit Hamburg, met aan boord Elfriede Theresia Hermann met Duits paspoor1 nr. D.OX9X057. Dit was de vrouw die Maes had gekend te BergischGiadbach. Ze was geboren te Bonn op 31 maw1 1922, huwde Toon Maes en ging met hem naar Dique Luján. Na de mislukking van het bedrijf SILCA trokken heiden naar Patagonië: San Carlos de Bariloche.
127
In 1952 woonde Maes te San Carlos de Bariloche - het Zwitserland in het westen van Argentiniëeerst in villa La Angostura aan de noordkust van het meer Nahuel Huapi, een woning door brand verwoest. Vandaar kwam hij naar het 'Hotel Los Tres Reyes' (De drie Koningen) te Bariloche, vlak aan het meer gelegen, in het centrum van de stad en vlak aan de kerk, in 1952 gebouwd voor de Vlaams balling Thelen. Hij werd daar "Otïcial de oticios varios" de vertrouwensman van het hotel. In 1993 hingen in de eetzaal verscheidene aquarellen van zijn hand. Was Maes zijn adres: Hotel Tres Reyes te Bariloche, toch woonde hij in de 'Almiral Brown y Pasaje Gutiérrez' dicht bij La Combre, een twintig quadro's (14J van het centrum. Daar had hij later drie woningen ontworpen en gebouwd, waarvan de grootste door hem werd bewoond. Veel licht, grote ramen met uitzicht op het meer Nahuel Huapi en de bergketen in het westen. Gebouwd met het rationalisme van zijn jeugd, maar aangepast aan de Alpijnse tradities (15). Resi Maes werd in 1973 gehospitaliseerd in een ziekenhuis te Langenfeld (BRD), kwam terug maar werd door Maes in 1978 teruggezonden naar Duitsland. Ze vroeg hem in 1980 eveneens naar daar terug te komen. Na zijn weigering overleed zij in 1982. Toon Maes kwam in 1983 incognito op bezoek naar Deinze met zijn Argentijns paspoort en verbleef er enkele tijd bij zijn Deinse vrienden. Door zijn schildersactiviteiten en zijn deelname aan verscheidene tentoonstellingen ontstond er rond Maes een groep leerlingen die vooral uit dames bestond. Midden in deze groep van tien, was er Silvia Budnick de Birnstein. Maes zou over haar gezegd hebben: "Ik heb de perfecte vrouw ontmoet. En het is een Joodse." Ze werd de liefde van zijn leven. Zij ging zelfs met haar man en dochters in een woning op hetzelfde grondstuk als Maes wonen. De woning was behangen met zijn beste werken. Zij bezocht hem thuis tijdens zijn herstelperiodes. Hij leed immers aan prostaatkanker waarvoor hij driemaal werd geopereerd. Hij was dan 75 jaar oud en had opgehouden met schilderen. Hij wou zijn testament maken en orde stellen in zijn zaken. Maar dan kwamen enkelen nog betaling vragen van oude schulden en namen verscheidene van zijn schilderijen weg. Anderen hadden interesse voor zijn verzameling schilderijen van andere kunstenaars, voor zijn boeken, voor zijn woning. Zijn vrouw was overleden, zijn enige zuster in leven woonde in Brussel en zijn betrekkingen met zijn Vlaamse vrienden waren bekoeld door zijn relaties met de Joodse Silvia. Ook zijn vroegere beschermheren van het hotel Tres Reyes lieten hem stilaan in de steek. Silvia leek zich over hem te ontfermen. Ze beweerde dat ze zijn huis had gekocht en beloofde voor zijn schilderijen te zorgen. Ze nam echter zijn beste werken weg terwijl ze zegde te willen zorgen voor zijn schilderijenverzameling. Stilaan verminderde de belangstelling en Silvia bleef weg bij Maes. Maes vroeg zijn zuster op bezoek, maar oude familieruzies kwamen boven en zij keerde zonder afscheid te nemen naar België terug, zonder zich verder om hem te bekommeren. Maar dan kwam een laatste vrouw in zijn leven: Adelma von Geldem-Egmond. Zij was een directe afstammelinge van graaf Egmont, die in Bariloche landschappen schilderde, stilaan blind werd en leef-
128
de \'an een armoedig pensioen. Zij kwam bij hem inwonen, kookte voor hem en verpleegde hem. Maar l\laes wou niet van haar weten en veijoeg haar. Hij bleef alleen. Zijn laatste gesprekken hield hij met zijn dokter Samuel Gradin en zijn verpleger Lius Toledo. Maes overleed te San Cm·Jos de Bariloche op 08/08/1986. Op de begrafenisplechtigheid waren een !Stal aanwezigen, waaronder een afgevaardigde van het Stadsbestuur. Si! via was er met haar familie en begeleidde de kist.( 16 J De nalatenschap omvatte, naast zijn verzameling schilderijen van Europese en Argentijnse schilders, o.m. 1808 boeken, in verschillende talen. van verschillende auteurs als Balzac, Nietzsche, Freud, Kafka, Hitler, Maeterlinck. Ook 234 kunstboeken waarvan de meeste handelden over de Europese schilderkunst van 1880 tot 1930. Ook werken over de Vlaamse kunst en zijn Vlaamse vrienden. LP's met klassieke muziek als 'de Passie volgens Mattheus' en Wagners 'Götterdämmerung', brachten hem geliefde muziek. ( 17J Maes leefde spartaans, alleen in functie van zijn creativiteit. Zijn omgeving en zijn vrienden noemden hem een magisch bezetene die 's nachts onder de bomen zijn fantasmen verwelkomde om ze dan op doek vast te leggen. (ISJ Na Maes'dood werden 30 werken geschonken aan het "Museo Municipal de Artede Bariloche".
MAES als bouwkundige
Ik sta midden het stoere land. Rr)()de en gouden vuren waaien open in kalen wind. Hier houw ik een huis, een huis als een rots. de trieste regen zal vreten aan de muren, de sneeuw zal drukken op het trouwe dak. doch eens komt de zon als een gouden vogel. Ik zal de hoer zien in de krans der dagen: hoe hU mest en ploegt. Het graan zal groeien onder mUn raam. Ik zal den zang hooren van staal en koren.
129
Dan wordt in mijn hloed het mode ~ei/ geheschen, dan zal het de tijd van het Nieuwe leven zijn.
(Toon Maes, Vader Aarde p. 31)
Toon Maes verhuisde met zijn ouders en zusters op 12/07/1931 naar de Poelstraat te Petegem, even voorbij een reeks van tien gelijke gelijktijdig gebouwde woningen - ze werden en worden nu nog aangeduid in de volksmond als 'De Twaalf Apostels'. Achter en opzij van de woning was nog een uitgestrekte landbouwzone. De door Maes zelf ontworpen woning werd gekenmerkt door een originele stijl met rondom terrassen om te zonnen, vooral wegens de gezondheidstoestand van zijn oudere zuster Anna, die reeds in 19.D overleed. Maes bouwde graag met plat dak, grote ramen meestal in gietijzer. Hij gebruikte gewone baksteen om te schilderen, als gevelelement Zijn eigen visie op de toenmalige vrijstaande architectuur komt voor in zijn eigen woning en later in 1938 bij de woning van Aviel Godderis te Astene. In het stadsarchief te Deinze zijn beide bedoelde bouwaanvragen en plannen niet terug te vinden. Foto's van Maes' oorspronkelijke woning ontbreken ons en van Godderis' woning vonden we alleen twee foto's in Bàtir nr. 76, maart 1939, p. 129. Deze laatste woning werd na WO 11 voorzien van een zadeldak en later volledig afgebroken voor de uitbreiding van Yersele's fabriek. De dieetkliniek van Dr. Martens te Astene, waarvan de plannen berusten in het stadarchief te Deinze, toegeschreven aan Toon Maes, viel op door een gans andere stijl. Later bleek dat architectVierinde ontwerper is en dat Toon Maes alleen zijn handtekening plaatste. Naast de hoger vermelde vrijstaande woningen ontwierp Maes verscheidene rijwoningen die belangstelling wekten in architectuurmiddens, zoals de woning Laura Cozijns in 1983 in de toenmalige Gaverstraat, afgebeeld in Bätir nr. 76, maart 1939, p. 129. Pierre Gilles schrijft er over drie rijwoningen van drie verschillende architecten waaronder Toon Maes: "Les trois habitations urbaines de Paul Smekem· (Anvers), George de Hens (Bruxelles), Toon
Ma es (Deinze), ollf la même netteté bien qu 'el/es témoignent de sensibilités dif.férentes. En fait, el!es offrent, parmi d'autres, trois propositions agréables de maisons familiales rationelles et de bonne architecture, méritant d'être dites de «style moderne». Pierre Gilles gaat verder over de villa Godderis : «De Toon Maes et Georges De Hens, voici deux constructions rumles d'esprits opposés. L'wze cubique, en beton et brique de région, largement ouverte, chaulée et goudromzée à la base, symphatique en sa rudesse. C'est la grande maison sans chiqué, la machine à servil: On ne peut nier qu 'elle possède sa beauté, ses proportions étant à la fois naturelles et amples.» Ook zijn schoolgebouw- verbouwing van drie klassen en nieuwbouw van één klas te Nevele- verdient de aandacht door zijn gedurfde grote glaspartijen in gietijzeren ramen uit 1936. Bij zijn opdracht voor het gemeentebestuur te Nevele kwam het ontwerpen van bureelmeubelen voor het secretariaat. Het
130
Woning A. Cassiman, G. Gezellelaan 111, ( 1933), toestand 1996
Woning L. ozijns, Gaversesteenweg 14, ( 1938), toestand 1996
131
Woning Toon Maes, Toekomststraat (1938), met verbouwde voorgevel toestand 1996
Villa A. Godderis, achtergevel, Achterstraat ( 1938), afgebroken
132
mm
······ ······ ...... ······, ..... ...... ...... ...... •••••• ...... •••••• •••••• .•••••• ........ .......... •••••• ......
,
...IIIIU
Villa A. Godderis, voorgevel, Achterstraat ( 1938), afgebroken
Gemeenteschool Nevele, ( 1936), grote gietijzeren ramen verwijderd in 1989 133
Villa P Mesrach, Beenrje siraar Poese/e, toestand 1996
Villa P Mestach, Poesele , metalen voordeur, toestand 1996
134
ontwerp omvatte een groot wandmeubel met acht deuren onderaan, met daarboven acht glasschuifdeuren en bovenaan terug acht deuren, een groot bureel voor twee personen met linoleum blad, drie zetels met licht crème Ieder, een schrijfmachinetafeltje met bijpassende stoel. Dit alles uitgevoerd in eikenhout door het meubel- en schrijnwerkbedrijf Frans lanssens uit Nevele in 1937-38. Alleen het wandmeubel bleef bewaard. Naarmate Maes ouder werd kwam hij onder invloed van de 'heimatarchitectuur' en week hij af van zijn zuiver modernisme - onder invloed van zijn klanten? Te Poesele zien we de woning van Pieter Mestach, gebouwd met blokramen en een gietijzeren voordeur met smeedwerk. Te Astene bouwde Maes voor Rudolf Versele een prestigieuze woning met veel blauwe hardsteen, geen gewone baksteen meer maar gele gevelsteen, een grote inkom waarboven een wapenschild met adelaar. Dit werd het laatste ontwerp van Maes. Nogmaals Pierre Gilles over de moderne architectuur in de periode waarin Maes werkzaam was in Vlaanderen: «<j faut, de plus en plus, vouloir ardemment la pureté architecturale, fût ce au prix du renoncement à des fantaisies plaisantes sur Ie papier et regrettables dès qu'el/es sont exécutées. Le
l'éritahle architecte, ce/ui qui mérite Ie coup de chapeau du connaissew; conçoit sobrement et recherche la pureté dans Ie jeu des proportions et la communion des matéraux. N' oublions jamais qu' i/ est de modestes hahitations, hien pensées et hien háties, qui, se/on Ie vr:eu de /'esprit, valent mieux. cent fois mieux que certains palais bourgeois de style mi.rte et clwrgés de décors comme Ie nègre d'amulettes. » Maes onderging de invloed van Le Corbusier, Gropius, Mies van der Rohe. Zijn architectuur was rechthoekig, functioneel, antidecoratief en met zichtbare structuur op mensenmaat Zij doet denken aan Huib Hoste, Berlage, Mendelsohn en Behrens. '" Door Maes' gebruik van nieuwe materialen en mede door het gebrek aan een degelijke kennis ervan, kwamen later vele constructieve gebreken aan het licht.
MAES als schilder
God schiep den rauwen grond God schiep de gave kracht God schiep de dietsche hoer. /Je hoer hU deede de rest. Het water wies hij bouwde dijken. Waar zee was groeit het gnwn.
135
HU keek niet om en sprak geen woord: in stilte leef! de liefde groot. Als God uitkeek hm•en de ~volk hrak de hoer het donkere hrood. God zegende het hrood in eetnvigheid.
(Toon Maes, Vader Aarde, p. 29)
Was het het jaar Versierselen dat Maes volgde in de stedelijke academie van Deinze, dat hem aanzette tot het schilderen of zijn bekendheid met verscheidene schilders uit de Leiestreek? Dat Hubert Malfait voor de twintigjarige Maes diens dichtbundel 'Vader Aarde' met pentekeningen wou illustreren, beduidt dat Malfait mogelijk een belofte had ontdekt en deze steunde in zijn eerste werken. Maes kende natuurlijk ook zijn huren Saverijs en Servaes. Maes was niet hang om van 25 juli tot 2 augustus 1930 tentoon te stellen te Deinze in de Tentoonstelling van Oudheid en Folklore. Reeds in 1929 had hij meegedaan aan een groepstentoonstelling te Zottegem ( l9>. En ook in 1930 exposeerde Maes samen met Arie van der Giesen in de zaal Billiet te Gent (20>. De studie aan de Koninklijke Academie van Gent, alsook de opbouw van de ouderlijke woning te Petegem zal hem wellicht samen met de energie, besteed aan het ontwerpen van woningen voor zijn klanten, belet hebben nog veel tijd te spenderen aan het schilderen. De penselen en de verf werden opgeborgen. Van binnenhuisdecoratie is ons alleen bekend dat Maurice De Ruyck uit Petegem als huisschilder de woonkamer van A. Cassiman in de Guido Gezellelaan decoreerde naar ontwerp van Toon Maes in 1936.(21) Op 03/02/1940 was Maes te Brussel medestichter van de VZW Federatie der Vlaamse Kunstenaars onder voorzitterschap van Emiel Hullebroeck. De Federatie wilde zich inzetten voor het stichten van 'Kamers en Gilden' in Vlaanderen. Leden waren o.a. voor de bouwkunst Toon Maes, voor de schilderkunst Jules De Coster, Albert Saverijs, Albert Servaes, George Minne, Evarist De Buck. (22J Maes verzamelde schilderijen van Sinus Van den Abeele tot Luc Peire, gestolen of vernield in 1944 (23J. Een der wanden van de woonkamer was volledig bezet met een schilderij op hout van Hubert Malfait. Een latere bewoner van de woning, Oswald Vermaercke, brak het weg wegens aantasting door houtworm, liet het behandelen en borg het op in een houten kist. Bij een verhuis werd het gestolen C2 4 J. Ook glasschilderijen van Joep Nikolaas en empire porselein behoorden tot zijn verzameling. Tijdens verbouwingswerken na WO 11 in het stadhuis van Deinze, werd een wand weggenomen waarachter een houten trap naar de verdieping. In dit tot dan onbekend lokaaltje werd een schilderij van Toon Maes
136
Ruiter, ca. 1930, olie op doek, Museum Deinze en de Leie treek (MDL)
137
Liggend naakt, ca. 1930, olie op doek, (MDL)
138
Boer met mand, ca. 1930, olie op doek, (MDL)
139
Twee naakten, 1960, Argentinië, olie
140
Moeder en kind, 1974, Argentinië, olie
141
Un pueblo, 1972, Argentinië, olie
Primavera, Argentinië, olie 142
Via Crucis, 1979, Argentinië, olie
143
Landschappen, Argentinië
144
ontdekt. Het werd overgedragen aan het Museum van Deinze en de Leiestreek. In 1945 ondergedoken in Bergisch Gladback, nam Maes het schilderen terug op. Het is duidelijk dat in die omstandigheden tentoonstellen en verkopen vrijwel onmogelijk was. De familie Henmmn bezit enkele werken waaronder "Huis met woud". (25) Na zijn aankomst in Argentinië begon Maes in zijn vrije tijd terug te schilderen. Hij hield in 1952 een eerste tentoonstelling in 'Arte Sagrado de los Americanos' (300 geselecteerden onder 3500 deelnemers van Canada tot Vuurland). Verscheidene prijzen vielen hem te beurt, waaronder 'de Grote Prijs de Comahue' (de grootste onderscheiding in Argentinië"). Een eerste tentoonstelling in Bariloche hield \1aes van 23102 tot 14/03/1956. (26J Het leraarambt in de schildersklas aan de 'Escuela de Artes Visuales' bracht hem in contact met Argentijnse bewonderaars, meestal vrouwen. In de gevangenis van Bariloche was hij een geziene lesgever. Zijn werk is verspreid in Argentinië, Uruguay, Noord-Amerika, Brazilië, België, Zwitserland en Duitsland. De universiteit van Comahue liet een film maken over het leven en werk van Toon Maes. In Vlaanderen, nr. 141, p. 224 lezen we enkele recensies: Toon Maes, sedert jaren in Bariloche gevestigd, is een buitengewoon waardevol Belgische schildet: Zijn werk, doordrenkt van expressionisme, getuigt vannostalgie en is van adembenemende schoonheid. (Guias Regionales Argentinas, nr. /4, 1973-74) Een schildet; die iets te zeggen hee.fi en die het zegt op zijnnwnie1; ontroerend, kort en bondig. (Fe/Lr Martin Zurbano, dr. in de Kunstgeschiedenis, R.osario-Diario Bariloche) Het werk van Toon Maes is leven. Hij hindt zich niet. Zijn werk is steeds in hnveging. Hij werkt soms jaren aan een schilderij, houwend en qfbrekend wat misschien de echte manier van scheppen is. Zijn huis b.v. dat hij ontwierp en met zijn handen bouwde, en decoreerde, is nooit q( Het is een huis dat leeft. Hij is het tegendeel van een safari van de schilderkunst. Hij klikt met de ogen van de ziel, helpt mee houwen, authentisch, stil en diep, zonder schrilheid, zonder opdringerigheid. (A(fredo Mathé, kunstcriticus en cineast- uit de inleidinf.: cataloof.: en radiouitzending Bariloche) Voor Toon Maes is schilderen een voortdurende worsteling. Hij zoekt geen stijlmaar een voortdurende vernieuwing. Hij bewandelt wegen die hem toelaten de poëtische dimensie te bereiken. Hij is zeker niet te vinden in groepen f~j' bewegingen. Hij is echt geen irrealis!. Een geestesmens die 1wdenkt en zijn eigen kijk op de wereld hee,ji. Zo zoekt hij het juiste evemvicht der dingen. Een lmitengervoon kunstenaar ( /Jagblad Cordoba, interview van de daf.:)
145
MAES als dichter
Ik heb het donker woord verReten Dat u bedwelmen moest Bij 't wassen van de rosse maan. Vcm 't wonderkruid Dat u dien rozen droom moest HJeven Weet ik niet meer den naam. Ik heb de sterren en de zon Om u \'erReten: Draai nu het licht der maandag Maar uit Uw witte horsten zullen lelies wezen Zonder woord en zonder kruid. (Toon Maes, Vader Aarde, p. 53) Toon Maes had naast zijn politieke pen ook de jeugdige vurigheid voor de poëzie, waarin zijn levensvisie en de verbondenheid met bloed en bodem duidelijk naar voor komen. Zijn dichthundel 'Vader Aarde' verscheen in 1932 (27) en daaruit werden gedichten opgenomen in de bloemlezing 'In Gods spoor' van 1957. Zijn vriend Hubert Malfait illustreerde de gedichtenbundel met 3 pentekeningen. Fernand Pauwels (Marnix Van Gavere) schreef over Toon Maes: " In Antoon Maes mogen we een nieuwen jongen dichter begroeten, die in zijn dichtbundel "Vader Aarde" een schoonheid bracht, ontsprongen uit de vereering voor ons aloud heldhaftig volk; en welke, in een grootsch verlangen, dit volk uit zijn klein doen wil wegrukken, sobere soldatenliederen verklankt, waar als een doof heimwee in ruiscllf van eindeloos ve1; en toch nabije droombeleven. Moge deze dichter meer en meer de menschelijke diepten henaderen en in een statigen groei zijn gansche wezen uitzingen in overgetelijke schone verzen. vol solidaristischen geest, aristocratisch van vorm en nationaal van ziening en bezieling welke dappere zielen passen." (28)
146
TOON MAES
Titelblad van di ·htbundel " Vader Aarde", met tekening van Jos
antré 147
MAES als politiek geëngageerde Hun hittere mond hee.fl het klagen verleerd en 't praten in den wind; hun diepe blik is naar't le\'en gekeerd dat men zonder strijd niet wint Zij gordden de oude wapens aan vertrouwd met de kleur van het bloed en uit verre dromen klom 't beloofde land hun tegemoet Zij zullen venroed den vijand slaan slag op slag het land uit z.ij mllen misschien den dood ingaan zv..·art van 't kruit. Maar in de wijding van den nieuwen dag komt Orw~je met stralen gelaat en opellf in heilige si/te de poort \'Clll den Dietsehen Staat. (Toon Maes, Vader Aarde, p. 8) De jaren twintig werden gekenmerkt door de nasleep van WO I. Het lot der uitgeweken en gestrafte activisten beroerde de studentenwereld die streefde naar de vernederlandsing der Rijksuniversiteit te Gent. De verkiezingsstrijd rond Borms bracht woelingen en opstandige taal. Toon Maes, als jonge Deinzenaar, kwam te Gent in de Rijksnormaalschool en sloot zich aan bij het Algemeen Vlaams Studentenverbond. In 1927 werd een maandblad gesticht 'Opkomst' als orgaan van dit verbond van het Officieel Onderwijs. Toon Maes werd hoofdredacteur. Voorzitter van dit verbond was Renaat Merecy. Er bestonden afdelingen in athenea en rijksnormaalscholen zodat Maes medewerkers had te Antwerpen, Brussel, Gent, Leuven, Brugge, Diest, Hasselt, Lier, enz. (29) De tijdsgeest tijdens zijn studentenjaren moet de twintiger aangezet hebben om aan te sluiten bij het Dinaso van Joris Van Severen. (30) Het Dinaso kreeg ook zijn aanhang te Deinze, hoewel niet zoveel als het VNV (Vlaams Nationaal Verbond). Wanneer het in 1933 een aanvraag voor een manifestatie deed aan het Stadsbestuur, besliste de gemeenteraad in zitting van 02112/1933 een verbod op te leggen om al dan niet in uniform op te treden: "zich in open lucht of in de publieke plaatsen in de wapens te oefenen, ontplooiingen, gezament-
148
/ijke bewegingen, marchen en andere operaties uit te voeren met het doel aan haar leden de hestanddeeten eener militaire opleiding aan te leeren" (In 1896 was er zo'n verbod geweest om met een rood vaandel op straat te komen.) (31 l Maes was vendelleider D.M.O. ( Dinaso Militanten Orde) in Groep II Oost- Vlaanderen. De Dinaso rvtilitanten Orde was verantwoordelijk voor de orde en de tucht bij elke manifestatie van het Dinaso. Beschermend optreden jegens de handtastelijkheden van tegenstrevers en ordeverstoorders.0 2> Wanneer Toon Maes in 1938 met zijn groep Dinaso-leden een door het stadbestuur toegelaten optocht hield. stuurde onderzoeksrechter Jacquart bij de Rechtbank van I ste Aanleg te Gent, d.d. 21/0 I I 1939 een schrijven aan de burgemeester waarbij hij vroeg of Toon Maes wel de toelating tot de optocht had gekregen. Burgemeester Van Risseghem antwoordde op 23/0 I 11939: "dat ik de toelating gegeven heb aan Maes Antoon, om met zijn groep enkele straten onzer stad te doortrekken op 11 december 1938, hetgeen dan ook zeer ordelijk gebeurd is."(33) Maes werkte als medewerker aan het partijblad 'Hier Dinaso' en had 'een goede pen'. Hij was tevens een goed redenaar en actief militant I 0 Mei 1940 viel Duitsland België binnen. Vreemdelingen, verdachte personen en politieke figuren werden aangehouden, opgesloten, en weggevoerd naar Franse kampen. Ook Joris Van Severen, leider van het Yerdinaso, werd te Brugge aangehouden en te Abbeville vermoord door dronken Franse soldaten. Deze onthoofding van het Verdinaso leidde in de eerste maanden na de Belgische kapitulatie op 28 mei 1940 tot een uiteenvallen dezer partij. Een gedeelte hield zich afzijdig van politiek, een ander gedeelte sloot in mei 1941 aan bij de eenheidsbeweging van VNV en een derde deel sloot aan bij de DEVLAG, (Duits- Vlaamse Arbeidsgemeenschap) van 1935 tot dan een culturele beweging onder leiding van Jef Van De Wiele. Toon Maes was één van deze derde groep die resoluut partij kozen voor ongeremde collaboratie met de bezetter. Hij stapte over naar de Algemeene SS Vlaanderen, later SS- Vlaanderen en van 0 I/I 0/1942 de Germaanse SS in Vlaanderen. Hij ging in de Propagandadienst van de DeYlag waar hij adjunct-chef werd voor Vlaanderen in september 1943. Wanneer lefVan De Wiele het boek 'Op zoek naar een vaderland' in 1942 publiceerde, moest op de postrekening van Toon Maes de verschuldigde 20fr. overgeschreven worden. 134) Vanuit de DeYlag hield Maes zich ook bezig met de culturele uitwisseling tussen Vlaanderen en Duitsland, door verkoop van schilderwerken over de grenzen heen. In die functie trok Maes in december 1940 reeds naar Herlijn samen met Servaes en andere Vlaamse schilders_c35l Hij bracht een enthousia~t verslag uit in het tijdschrift 'DeYiag'. Te Deinze werden de samenkomsten gehouden in 'De Pulle' het socialistisch verenigingsgebouw in de Station straat. Toon Maes was er lokale voorzitter van de De Vlag. Het proza van de oorlogsjaren bracht Toon Maes, zoals hij zelf schreef, een 'sappige' terdoodveroordeling op, "meer heb ik met de literatuur niet verdiend". 136)
149
Maes was ook aanwezig op de aanstelling van burgemeester Dr. Jan Wannyn te Nevele op 29 juni 1941 !3?) en te Astene bij de aanstelling van Rudolf Verse ie in augustus 1941. (38) Te Eke voerde hij het woord op 17/08/1941 bij de huldiging van burgemeester-onderwijzer Gaston Lam pens. Enkele dagen vóór de aankomst van de Engelse troepen te Brussel op 3 september 1944, vluchtte Toon Maes naar Duitsland, waar hij met Van De Wiele en andere gevluchtten een Landsleiding Vlaanderen stichtte in de Luneburger Heide. Deze werd ondergebracht in het slot Pyrmont, dat op 0 I11 I/1944 moest ontruimd worden. Een school te HiJdesheim werd dan ter beschikking gesteld van de Landsleiding. Voor Dr. Verschaeve en Dr. Bonns werd een onderkomen gevonden in de omgeving van Aussig (3tJJ. Bij de totale ineenstorting op 8 mei 1945, dook ook Maes onder te Bergisch-Gladbach. Wanneer de Belgische Politie hem daar wou aanhouden, werd hij gewaarschuwd en vluchtte naar Zwitserland. Met politiek was het gedaan. In Vlaanderen woedde de repressie. Maes werd veroordeeld tot de doodstraf door de Krijgsraad van Antwerpen en werd ontzet uit de Belgische nationaliteit op 12/07/1945. Hij werd uit het leger uitgesloten door de gouverneur van OostVlaanderen op 17/03/1947. Uit het register van de architecten van Oost-Vlaanderen werd hij geschrapt. Maes vroeg strafvermindering in 1953 en bij KB van 19102/1969 werd de doodstraf omgezet in 20 jaar opsluiting.
150
HIJLAGE De door Toon Maes opgemaakte plannen waarvoor een houwvergunning werd afgeleverd berusten nog gedeeltelijk in het Stadsarchief van Deinze onder nr. 1.778.511.
ASTENE. 1935-1944 Dieetkliniek Dr. Martens. ontworpen door Luc Vierin en door T. Maes ondertekend (Krijgsdiensthaarheden) Versele's GroothandeL magazijnen en silo's Albert Saverijs. woning te Astene Roger de Cocker uit RijseL woning Aviel Godderis, landhuis. Achterstraat Adriaan Martens, landhuis. IYan Tuytschaever. twee woningen, Kapellestraat L. Possemi ers- Van der Veurst, herberg. Gentse Steenweg Versele's GroothandeL drogerij en stapelhuis Vermaercke en zonen, uitbouw werkhuizen en vernieuwen voorgevel Kapellestraat. 15, Rudolf Versele. woonhuis, Astene Dorp
1936 1938 1938 1938 1938 1939 1939 1941 1941 1941 1941
DEINZE. 1932-1944 Michel Vermaercke. woonhuis, Oostmeersdreef Georges De Nijs, woonhuis met winkel, Guido Gezellelaan, toen I 09 Jules de Clercq, woonhuis met herberg, Guido Gezellelaan, toen 113 en 115 Achiel Cassiman, woonhuis, Guido Gezellelaan, toen I I I Hilaire Knokaert, woonhuis, Tieltse Steenweg René Arnaud en Zusters, dubbelwoonst, ? Céline Weyhaeghe, woonhuis, Guido Gezellelaan A. Verstraeten, woning en winkel, Markt 23 \1aurice Vincent- Van den Durpel, verbouwing landhuis, Lciekaai Roger Van Autreve, werkhuis, Gezellelaan 42 Maurice Yde, verbouwen huis, Kortrijkstraat Florimond Van Laere, 5 woningen, Schacvestraat Alfred lanssens en Remi van der Elstraeten, 3 woningen, Gezellelaan Arnauld Billiet, woonhuis, Schaeve NV Donza, uitbreiding fabriek, Kalkhofstraat Roger De Sloover, woning, Oostmeersdreef Roger Van Autreve, voorgevel, Gezellelaan Julien De Yliegher, woonhuis, Tieltse Steenweg Florimond Vercauter, woonhuis, Tieltse Steenweg Gaston Janssens, woning, Kotrijkstraat Carlos van Wamheke, wijzigingen woonhuis, Gezellelaan Tcssely-Dick, verhouwen woning, Markt Jules De Volder, winkelhuis, Tieltse Steenweg Jan Baertsocn, landhuis, Kouter
1932 1932 1933 1933 1933 1933 1934 1934 1934 1935 1935 1935 1935 1935 1936 1938 1939 1939 1939 1940 1941 1941 1941 1941
151
Louis De Neve, bouwen keuken, Tieltse Steenweg René De Busseré, stalling, d'Hulhaeghe Alberic Van Steenkiste, verbouwen voorgevel. Kouter Roger Van Autreve en van Hauwaert. bouwen verdieping op fabriek, Gezellelaan Raymond Rottier, schuilkelder. Poelstraat. 14
1941 1941 1941 1943 1944
NE VELE Gemeentebestuur, verbouwing en nieuwbouw gemeenteschool
1936
PETEGEM. 1932-1942 Antoon Maes, landhuis, Poelstraat Henri Van Snijt. kopwoning. Gaverstraat Vanden Berghe-De Witte, woonhuis, Gaverstraat Wed. De Muyter, twee woningen, St. Hubert Arthur Kcrstens, landelijke woning, Kloosterstraat Michel Samijn. woonhuis. Gavere Steenweg Gaston Andries- Van de Wal Ie, woonhuis. Machelenstraat Hubert Andries, woning. Machelenstraat Lema. woonhuis. Molenhoek Jozef Claeys, woonhuis, ? René Clayes, woonhuis,? Julie Bryteyn. woonhuis, Ciaverse Steenweg Armand Vanderdonckt. herberg. St. Hubertstraat Laura Cozijns, woning, Gaverstraat H. Haerens. verbouwen herberg, Dries Goedgeluck. verbouwen woning, Gentse Steenweg Firrnin De Boever. woning, Ciaverse Steenweg
1931 1933 1934 1935 1935 1936 1936 1937 1937 1937 1937 1938 1938 1938 1939 1939 1939
POESELE Pieter Mestach, landhuis, Beentjesstraat
?
Vtmr de jitsiegemeenten Grammene, Vinkt, Wontergem, Bachte-Maria-Leerne, Gottem, Sint-Martens-Leerne, Meigem en Zeveren berusten in het Stadsarchief te Deinze geen documenten betreffende houwaanvragen van de periode vóór 1946.
152
l'OTEN (I)
(:2)
(3) (..J.)
(5) (6) (7)
(8) (9) (10)
(IJ)
( 12) ( 13)
( 14)
( 15) ( 16) ( 17) ( 18) (19) (20). (21) (22)
(23) (24)
(25) (26)
(27)
Ozalid is een merknaam voor diazotypie. Diazotypie is het procédé voor het kopiëren van documenten waarbij het papier geprepareerd is met een bestendige diazoverbinding met als resultaat een gekleurde lijn op witte grond. Blauwdruk is cyanotypie, dit geeft een kopie van een bouwkundige tekening in witte lijnen op blauw papier. Dit is het oudste procédé. W.M. Dudok ( 1884) kubist: het raadhuis te Hilversum. Bijenkorf te Rotterdam. Stadsschouwburg te Utrecht. H.P. Serlage ( 1856) rationalist: Nieuwe beurs te Amsterdam, Gemeentemuseum te 's Gravenhage. Uittreksel uit de geboorteregisters van de stad Deinze. Uittreksel uit de bevolkingsregisters van de stad Deinze, 1930-1947, boek I. blad 81. Archief stedelijke Academie Deinze. Archief Koninklijke Academie Gent. Vóór het Koninklijk Besluit van 5 mei 1936 tot regeling van het onderwijs in de bouwkunst bestond geen officieel programma tot het behalen van het diploma architect. Tot de wet van 20 februari 1939 op de bescherming van het beroep en de titel van architect kon eenieder een bouwplan indienen dat door de gemeente kon worden goedgekeurd. Een inschrijving op het register van de architecten was vóór 1939 niet vereist. Bàtir, nr.76, maart 1939, p. 128. Bevolkingsregister van de gemeente Petegem, 1930-1945. De directeur van 'Les usines Torck' bewoonde het huis en later de familie Van De Velde-Torck. Op 20/02/1958 kocht Oswald Vermaercke het huis en bewoonde het tot het op 08/04/1978 verder verkocht werd aan de familie Roger Stroobandts. Medegedeeld door Oswald Vermaercke van Deinze, schrijven van 17/0 I/1996. Esteban Buch, 'El Pintor de la Suiza Argentina'. Editorial Sudamericana, Buenos Aires. 1991. Gegevens versterkt door Mevr. Vande Voorde, Escobar, B.A.Argentinië. Volgens Leo Poppe, overleden te Buenos Aires, zouden na de oorlog ongeveer 3000 Vlamingen uitgeweken zijn naar Argentinië. Leo Poppe was tijdens WO 11 stafoverste van de Nationaal- Socialistische Jeugd Vlaanderen, jeugdafdeling aanleunende bij het V.N. V. Éen quadro is een ongeveer vierkant huizenblok van I OOm. zijde. Deze stadsopbouw werd ingevoerd door de Spaanse overheersers om vlugger troepen te paard te kunnen verplaatsen. San Carlos de Bariloche is ontstaan en gebouwd onder invloed van Zwitserse immigranten. Dit is goed zichtbaar aan de architectuur in de oudste delen van de stad. Alle gegevens vanaf het huwelijk van Maes komen uit het boek: Esteban Buch. o.c. Esteban Buch, o.c., p. I 12. Martha Perlinger, San Carlos de Bariloche, schrijven van 08106/1996 Tijdschrift 'VLAANDEREN', levende Vlaamse kunst in het buitenland, Roeselare,jaarg. 23, 1974, nr. 141, p. 224. Tijdschrift 'VLAANDEREN', Roeselare,jaarg. 17, 1968, nr. 97, p.31. Eigen herinnering. 'Kontakt', KGK Deinze, 1995, nr.2, p. 1674, nr. 1345. (Centrum WO !I-Brussel C 17/-) Tijdschrift 'VLAANDEREN', Roeselare,jaarg. 17, 1968, nr. 97, p.31. Medegedeeld door Oswald Vermaerckc van Deinze, schrijven van 17/01/1996 Barbara, Bergisch Gladbach, bericht van 12/1099. Tijdschrift 'VLAANDEREN', Roeselare, jaarg. 23, 1074, nr. 141, p.224. Toon Mae!-., 'Vader Aarde', dichtbundel, NV Drukkerij A. Vandeweghe, Gent, 1932, de voorpagina verlucht door Jos. Cantré en met drie pentekeningen van Hubert Mal fait, 53 pp.
153
(28) (29) (30)
(31) (32) ( 33) (34) (35) (36) (37) (38) (39) (40)
154
KOK Jaarboek VI, 1939. p. 58. 'Kontakt'. ledenblad KOK Deinze. 1987, nr. I, p.734. nota 790, nr.2. Winkier Prins, 6Lk uitgave, 1957, p.344: DINASO ( Diets Nationaal Solidarisme) (Verdinaso: Vereniging der Diets Nationaal Solidaristen ) Autoritaire politieke beweging, gesticht in oktober 1931 door Joris van Severen. Streefde aanvankelijk de oprichting na van de Dietse Volksstaat (staatkundige vereniging van Nederland en Vlaanderen). In I 934 greep een aanpassing plaats aan de politieke historisch-gegroeide werkelijkheid en werd het 'Dietse Rijk der Nederlanden' (Vereniging van Nederland. België en Luxemburg) tot doelstelling uitgeroepen. Het Dinaso wilde het bestaand regime vervangen door een corporatieve ordening. Het werd tijdens de bezetting ontbonden, nadat DinasoNederlandonder E. Voorhoeve (nov. 1940) en een gedeelte van Dinaso-Belgiëonder J. François (mei 1941) in de nieuwe-orde bewegingen waren opgegaan. Archief Deinze, dossier 1.754.3 Ordeverstoring. Gemeenteraadsbeslissing. Jan Vincx, 'Vlaanderen in Uniform. 1940-1945', deel2. 1981. Etnika. Antwerpen, p. 338. Archief Deinze, dossier I. 754.3 Ordeverstoring. brief onderzoeksrechter, brief burgemeester. Ook KOK Jaarboek LX II I, llJ%, p. 432. 'Kontakt', ledenblad KOK Deinze. 1987, nr. I. p. 734, nota 790. nr. 3. Estehan Buch. o.c., p. 58. Tijdschrift 'VLAANDEREN'. Roeselare.jaarg. 17, nr.97. 1968, p. 58. Antoine .Janssens. Nevele, schrijven van 14/01/1996 KGK Jaarhoek LXIV. I 997, p. 125. Foto: Toon Maes 3de rij. uiterst rechts. Jan Vincx, 'Vlaanderen in Uniform. I 940-1945', deel 4. I 982. Etnika. Antwerpen. p.42. De afbeeldingen 'Tekening van de oudere Maes', 'Foto van de oudere Maes', 'Un pueblo', 'Primavera' en 'Via crucis' zijn terug te vinden op het web: http://www.galeriapremier.com/articulos/7 juan_ vargas/articulo.htm 'Landschappen. Argentinië' zijn terug te vinden op: http://www.galeriapremier.com/articulos/23_Toon_maes/artista.htm
Het onderwijs te Deinze in de Franse tijd door Herman MAES
I.
WAT VOORAFGING
II. DE OVERGANG III. ONDERWIJS IV. BIJLAGEN V.
VOETNOTEN
I. \\'AT VOORAFGING
Wat aan de Franse tijd ( 1792-1814) voorafging wordt gewoonlijk het "Ancien Regime" genoemd, een term die ontleend werd aan een brief van graaf de Mirabeau ( 1749-1791) gericht aan koning Loctewijk XVI. Mirabeau, een man met een zeer bewogen leven, met de reputatie de beste redenaar van zijn tijd te zijn geweest, bedoelde met die term alleen maar "het vorige regime", zonder bijgedachte van .. oud-ouderwets"
Cf Simon Sclwma "Burgers, een Kroniek van de Franse Republiek" p.80 van de 920 blz. van dat hoek dat in 1989 te New York verscheen als "Citizens: a chronicle of the French Revolution ") (Schama wil er op ~vijzen dat veel revolutie-ideeën reeds in 1770-1790 in een begin van uitvoering waren) Deinse onderwijszaken uit het Aucien Regime werden beschreven in het boek "Geschiedenis van Deinze" deel I, uitgave 2003, p 397-426 in het hoofdstuk "Onderwijs en opleiding" van Hilde De Ridder-Symoens en in het K.G.K-jaarboek 2004 (dat drie maanden later verscheen) in de bijdrage "Onderwijs in Deinze tot het einde van het Ancien Régime" (p 63-86) van Herman Maes. Het boek verscheen als pronkstuk bij de 75e verjaardag van de stichting van K.O.K (=Kunst en Oudheidkunde Kring, sedert 1997 K.G.K =Kunst en Geschiedkundige Kring), op 28-11-2003; het 7Je jaarboek verscheen op de 75e verjaardag van de publicatie van de K.O.K statuten in het Belgisch Staatsblad, dus op 28-2-2(X)4: 1928 -> 2003/1929 -> 2004. De jaarboeken verschijnen sede11 1934 (=Ie jaarboek) Wanneer men een bijdrage voor K.O.K/K.G.K. heeft geschreven over een onderwerp waarmee men soms jaren is bezig geweest en wanneer die bijdrage dan "af' is en gepubliceerd wordt, blijft dat onderwerp in het achterhoofd nazinderen en merkt men bij verdere lectuur of ander zoekwerk terloops gegevens op waar men anders overheen zou lezen. Zo een onderwerp is dus nooit echt "af' en kan dus steeds aangevuld worden. In die optiek laat ik hier nog enkele aantekeningen volgen die thuishoren in het onderwijs van voor 1789, dus van dat revolutiejaar, dus van voor de Franse tijd in onze Zuidelijke Nederlanden (Schama noemde ze de Habsburgse Nederlanden). -
In de bijdrage van Paul Huys over de Poortery van Deinze in KGK-jaarboek 2004, vermeldt hij voor 1506 een Joos de schoolmeester In de geschiedenis van Deinze (p.257) staat vermeld dat pastoor Vander Schelstraete heel zijn pastoraat na 1528 actief is geweest als scholaster te Deinze
-
En op dezelfde bladzijde las ik dat pastoor Jan Goetgebuer, afkomstig van Deinze, pastoor in Deinze
157
en in Astene, bij zijn dood in 1569 een huis, dat hij al in 1567 bestemd had voor de Latijnse school, naliet aan die school. -
-
In 1611 was er in Deinze geen school. In 1614 wel en in 1625 ook. Er was dan een meisjesschool bij de zusters van het blasiushospitaal en een jongensschool (KGK contactblad 2003 nr 3037) werd opengehouden door pastoor L. Neirynck en zijn broer (koster nadien priester) (cf KGK 2004 p73) Prof. Cloet vermeldde in de Geschiedenis van Deinze dat deze pastoor Lieven Neyrinck, een blasius-non in verleiding bracht (Gesch. Van Deinze p.323) ProfCioet (p.318) vernoemt onderwijzer Lieven De Meyer, voor 1634-1662- (KGK 2004 p 74) en meer over hem en zijn vrouw en hun huishoudster; ook over zijn drankzucht; over het feit dat hij in 1656 zijn paasplicht niet hield ... en over andere schandalen. Cloet vermeldt een anekdote over onderwijzer Pieter De Smet en zijn haardos (ook KGK2004 p.74) In de Geschiedenis van Deinze p. 390 en p 407 lezen we over een onderwijzer Petrus Hoste die al drinkend les gaf aan zijn leerlingen in een herberg. Dat gebeurde anno 1700. (KGK-2004 p. 74) (Was dat dezelfde Pieter Hoste in 1697 in Afsnee?)
-
In 1745 was er geen school in Petegem. De kinderen gingen dan op school in Deinze. In 1754 was er geen school in Astene. De Astense kinderen liepen dan school naar Nazareth, Petegem of Deinze.
-
In 1762 schreven 13 vaders een verzoekschrift (KGK-2004 p 77) waaruit blijkt dat ze dringend een leraar nodig hadden. Wat schreven ze?
158
Verzoeksschrift 1762 in Deinze'
Aan nujnheeren Bailliu Burghemeester ende Schepenen der stede ende marquisaet van Deijnse Supplierende vertlwonen respectievelijk diversche invvoonders deser stede die dese onder andere hebben ondertekent, dat binnen dese voornoemde stede tsedert eenighe jaeren errewaerts geene bequaeme schole en is tot het leeren van de jonckheijde soo van lesen ende schrijven als voordeze educatie geconsidereerd aen twee actuele schoolmeesters. Dezer genoemde stede is ontbreekende de gerequireerde capaciteyt om de jonckheijde de cmmen leeren ende onderrichten soo van lesen ende schrijven als het hesorgen de voordese noodighe educatie, soa danighlijck dat den meerderen deel van d' inwoonders deser stede hun genootsaeckt vinden hunne kinderen ten overgrooten intreste te doen leeren ende anderswijsen in de lecture, letter ende cijffereconste in andere steden en prochien. ende gemerckt het hetaemt dat binnen dese ghemelde stede geadmitteert wort eenen schoolmeester hebbende de gerequireerde capaciteyt ende scientie tot het leeren /esen ende schrijven van de jonckheijd soo util ende nootsaekelijck voor deselve jonckheijd ende het puhlieq oorsaecke de supplicanten hunnen toevlucht nemen tot de voorsienighegde van ulieden heeren. Ootmoedelijk biddende believe gedient te wesen reguarde nemende op de peremptoire redenen voorschreven tot het leeren ende onderwijsen van jonckheijde soo van lesen ende schrijven als het besorghen de voordese noodige educatie binnen dese stede te bezorghen ende admitteren bequaemen schoolmeesters alles over heter gedaen als gelaeten. Ondertekenaars : Beyens Jacobus De Wulf Francissen Carlijne B.D. Poorter Jacobus Vanderdonckt D. Vandenberghe C. Van Nuffel 1. 8. Vermeere A.V. Keere J.E. Dhondt C.l. Minnens (en een onleesbare Handtekening)
159
Het verzoekschrift van 1762
160
De ondertekenaars van 1762
161
In deze jaren waren de handtekeningen meestal nogal leesbaar, in tegenstelling met vele handtekeningen anno 2000 die totaal onleesbaar zijn en soms maar een krul uitmaken. Men schreef zijn naam. Later gebruikte men ontzettend veel krullen. In 1765 is er een nieuwe onderwijzer: Sieur Albert De Le Yigne in Deinze nadat de stad jaren op zoek was naar een "bekwamen" onderwijzer. In 1766 bracht Deinze hulde aan de markies van Deinze, die ridder werd in de orde van het Gulden Vlies. Het ging om Jean Charles, graaf de Merode, markies van Deinze (1719-1774) die lid 785 werd in de Oostenrijkse tak van de in 1430 te Brugge gestichte orde, die nu nog altijd bestaat. In 1767 werd een nota geschreven in verband met een eerste (?) prijsuitdeling: /hem hetaelt aan den voornoemden d'Heer Vtm Haenewyck de som van twee ponden grootten
courant over het voorschot van gelde hij hem voor desestede gedaen in het hetaelen van de prijsen gedistrihueert aen de Jonckhe_vt gaande naar schole deser stede van Deijnse volgens placet ordonnantie ende requit dus hier deselve 2.0.00 In 1769 kreeg J.A. de Levinge 12 pond om de arme kinderen een jaar lang te onderwijzen(6 mei 1769)
Pieter van Wijnendaele vraagt opslag We geven hier kopie van een brief die niet gedateerd werd maar inhoudelijk zowat tot 1776/1777 moet teruggaan. Hij geeft -onbewust- voorbeeld van stijl en uitdrukkingen gebruikt door een schoolmeester van toen:
Aan mijne Heeren Burgemeester ende Schepenen der stede ende Merquisaet van Deijnse Supplierende vertoont Reverentelyk Sieur PieterVan Wijnendaele dat hij sedert de twee jaer en een half op het vertoog bij hem gedaen, van U lieden Heeren alhier is geadmiteert geworden des schoolsmeester binnen deze stede op het jaarlijks pensioen van twalf ponden gr het gene u lieden Heeren aen hem hebt toegestaen; ende alsoo het aen den suppliant daegelyk veele moeijte en aërbeyt kost om met het voorschreven modicq pensioen te kannen subsisteren, ende vervolgens zijne schole te kannen brengen op eenen goeden en vasten voet, ende dat hij daer-en-boven te zijnen
162
grooten koste daertoe heef! moeken hueren eene ji-aeye commodileyt om zijn voorzeide schole met meeerderen lof te konnen houden, waer voor hij jaerlijks moet hesorgen tot [ 26-12 grooten daer dat nochtans integendeel differente andere schoolmeesters alhier rontomme soo binnen Tielt, Haerlebeke, als (lilde re plaetsen boven hun jaerlijks pensioen genieten voor deze emolumenten, die noch \'eel suffisallter zijn dan gratis zijn voorzien, zoude hij suppliant tot soulagement van diere ende voor het toekomende om met meerderen iever te continueren, van u lieden Heeren geeme hekomen eenen jaarlijksehen bijleg ofte vermeerderinge van zijn modicq pensioen, daer en hoven noch geconsideert dat de etelijke ende andere waeren hier ook dierder zijn dan elders reden waerom hij ::jjne humbie recours neemt tot Iu lieden Heeren. De z.e/ve oodmoedelijk biddende believe gedient te wezen aengemerkt hetgene voorschreven ende naementlijk zijn jaerlijks modicq pensioen het soulagement van zijn diere hu_vs huere , die hij bij gebrek dat U lieden /weren geme_vnte van geene commoditeyd (~fte huys voor hunnen schoolmeester gelijk in differente andere plaetsen gep/ogen, niet en sijn voorsien, jaerlijks moet besorgen; aen den suppliant in consideratie van diere te accorderen eenen jaerlijksehen hijleg tot volstrektheyd van zijne voorseyde huijshuere twelk doende Pietervan Winnendaele Wanneer ik de brief lees dan buis ik, Ieraar-Nederlands, de auteur omwille van woordkramery, taalonzuiverheid, onduidelijkheid, slechte stijl,etc. Ook de geldzucht stoort mij. Maar wij zijn 200 jaar later geboren. En vergeet ook niet dat veel onderwijzers destijds zelf niet op school waren geweest en nooit hadden geleerd wat ze zelf moesten aanleren. ledereen kon zich zo maar schoolmeester noemen en zich plaatsen, als hij maar leerlingen kon werven waarvoor de ouders konden betalen. Goed aangeschreven staan hij de pastoor was een sterk hulpmiddel. PVW zal bij de pastoor niet al te best aangeschreven zijn geweest omwille van zijn republikeinse gezindheid.Over heel Europa waaide die geest; overal was er geestdrift voor de Nieuwe orde. Ten minste toch bij diegene die over wat nieuws-in-de wereld op de hoogte waren-maar dat was slechts een laagje van de bevolking, die las en die kranten kon betalen. Toen dat laagje dan echter las en hoorde over de terreur van de nieuwe-orde-brengers, daalde dat enthousiasme tlink. PVW was eigenlijk bij voorbaat tot collaboratie bereid. Hij ervoer dan wellicht dat carriere maken er voor hem niet meer inzat en keerde terug naar zijn school-geven. Zijn school was het eerste huis over de brug, aan de oevers van de Leie, met grote tuin. Hij had soms tot I 00/125 leerlingen en ook ruimte voor inwonende leraars. De staat plande ook een "Université Imperiale" en toen schreven burgemeester en schepenen van Deinze een brief' à Monsieur Ie Recteur de l'université impcriale résident à Bruxelles" om de school aan de lcieboord tot een college, voorbereidend op de "université", uit te bouwen. Van heel die onderwijsplanning is in de jaren 1795-<JR veel op papier gezet maar weinig terechtgekomen.
163
OnderwUs in Petegem In 17X3 had het bestuur van Petegem besloten een school op te richten voor Petegem en Peter Frans Lamiroy hom! zich aan voor die betrekking. Hij was toen al "geadmiteerden" schoolmesster tot St Martens binnen de prochie van Deijnse huiten Hij gaf "Specificatie over het leeren van d'arme kinderen dewelke zijn wonende binnen het schependom"; vanaf 1-6-1783 kwamen ter schole hij Lamiroy in Petegem: De dochter van Francisnis De Schrijvere De zoon van Joseph Vanthomme Marie Jeanne Vanthomme Grysilde Vanthomme Leo Bauters De dochter van Joannes Algoet De zoon van Joannes Sijs De zon van Jommes Dhaenens De zoon van Jan De braban der De zoon van Clappart De dochter van Jacobus Algoet Francis Lakeur De zoon van Vandenherghe De zoon van Jacobus Algoet De zoon van Joannes Steyaert De zoon van Jacobus De Loof De zoon van Jan Francis Biebuyck De dochter van Jan Francis Biebuyck De dochter van Augustinus Dhaenens Twee kinderen van den overleden Augustinus Cras De dochter van Antonius De Vreese De doeher van Jan Baptist Lauwaert Allen als arme kinderen De burgemeester en de schepenen van het "marquisaet van Deijnse" gaven dan aan Antoine de Caigny, "tresorier der selve stede" opdracht aan P.F. Lamiroy 6 ponden-13 schellingen en 4 groote courant te betalen in oktober 1784, een betaling goedgekeurd door C.P. Martens (hoofdbaljuw) over schoolgeld voor die kinderen en voor de verwarming en verlichting van het schoollokaal. In dezelfde periode verdiende Pi eter Van Wijnendaele (in de Franse tijd heette hij Pierre Van Winnendaele) jaarlijks 12 pon-
164
Jen .. grooten courant" voor het leren lezen en schrijven van de "arme kinderen Jeser stede" Lamiroy was actuelen schonmeester binnen de prochic Deinze huyten"(dus in hoofdzaak de Kouter) en had in 1782 vernomen dat, op voorstel van Je hoogbaljuw (Philippe Martens) "eenen bekwaemen Vlaemsehen schoolmeester" moest benoemd worden. Hij voelde zich "hesitter der gerequireerde capaciteyten" en nam Je vrijheid de hetrekking aan te vragen. Lamiroy was schoolmeester van 1783 tot 1788 en werd opgevolgd door Jan Baptist Provost, koster in de St. Martinuskerk binnen Deinze, die al dertig jaar onderwijs gaf. Dus Lamiroy voor Petegem buiten en Provost voor Petegem binnen. Die dertig jaar had hij gepresteerd "uyt Krachten van de Commissie aen hem verleent bij den Eerweerden heer abt van Drongen mitsgaders consent van wylent den heere ~larquis deser stede ende marquisaet", Het "vermaerde Fransch pensionaat" kende een grote "toeloop" van vreemdelngen (d.i. van niet-Deinzenaars) en de kosten waren er hoog zodat de meeste ouders dat niet konden betalen. Dus was een tweede school nodig. J.B. Provost was bereid de voorwaarden waartegen Lamiroy werkte te aanvaarden. In 1789 hield hij zelfs ook avondschool en kreeg daarvoor 1-t. schellingen- en vergoeding voor verwarming en verlichting (en die werd in stuivers berekend) In 1788-89 had Provost als arme kinderen in zijn school ten koste van Deinze-Petegem binnen: Jacobus Cornilde - Joannes van Keirshulck - Joannes De sloover - Dionysius De Sloover-Joannes Lambert- Fransicus Van Hove- PieterVan Hove- Benedictus en Alhertus Verleye- Petrus van de Putte - Joannes Bapt de Smedt - Fransiscus Vercruyssen - Arnandus Van Brahandt - Sahine Van De Putte Marie Van De Putte- Sophia d' Haenens,- Seraphina D' Haenens- Philippina Van Hove- Marie Thange - Marie en Judoca Vercruyssen- Catharina en Marie Buydens- Rosalia De Smedt- lsabella d'Haenens - Albertus Van Keirshulck. In 1795 is het niet meer Jan Bapt. Provost, maar wel Pieter Charles Provost die "coster ende schoolmeester op de prochic van Sinte Martens binnen van de stad van Deijnse is" en dus de 5 pond "groten courant" per jaar ontvangt. Pieter was geboren in 1766, gehuwd met Marie De Veilder (haar zuster Catharina woonde mee in) en in 1796 hadden ze één kind. Hij woonde in de Kerkstraat (nu Kortrijkstraat), het eerste huis(geteld van aan de kerk dus goed voor een koster) We vonden terloops nog enkele vermeldingen van Pieter Hoste schoolmeester 1697 in Afsnee Broeder Joannes Hernardus De Rouck, "eremyt", van Gentbrugge werd 1698 schoolmeester in Ledeberg Marie-Francoise en Livyne-Marie llertschap in 1702 schoolmeesteresse te St Pieters Nevens Ghendt Halthazar de Coninck schoolmeester in St. Denijs Westrem in 1703 Margrietc-Norbcrtinc Terlijnck, schoolmeesteres op St.-Pieters nevens Ghendt in 1705. In 1707 was daar Livyne Lattere schoolmeesteres
165
Jan Baptist Yandenhove legde in 1708 ''den behoorelijcen eedt endebelijdenissedes geloofs" af in handen van de pastoor van de OLY-kerk in Ledebeerg Francis Van Hassche was 1709 onderwijzer in Ledeberg Fransies de Mil te in 1710 in Zaffelare Adriaen Haericnck in 1710 in Dessetgem Pieter de Groote in 1712 in ZatTelare Joatmes Rudenhauwer in 1714 op d'heerlijckeyt van Ledeberg Judon1s Van der Schuren in 1715 op d'heerlijckeyt St. Pieters buiten Al deze benoemingen gebeurden door De Proost, abt en co-adjuctor van St.-Pieters (cf St. Pietersabdijfonds van Lokeren nr. 1758) In I 670 benoemde de Proost van St. Pieters de schoolmeester Baltazar Van den Berghe, te Baarle. In 1668 benoemde hij Jean Teerlijnck, tïlius Jans 1723 Guillielmus Neesen te Ledeberg 1737 Pieter De Waghenaere te Afsnee, inwoners der prochic omdat er niemand anders was In 1738 Jean Francnis Van Der perre in Zwijnaarde Carolus Buys in St. Pieters nevens Gent In 1742 Anthone-Joseph Van Der Yenne te Ledeberg 1745 Judonis van Megerode te Zatlelare 1752 Pieter van Petegem te Zaffelare 1765 Jacobus Yande Yelde in Zevergem, waar hij koster was 1768 Joannes Anthonius Schepens te Ledeberg 1776 Charles Van Hulle te Zomergem In 1771-73 was er in Deinze geen onderwijzer. Alleszins in 1771 had Deinze via de Gazette van Gent meegedeeld dat een betrekking vacant was. Die advertentie kostte 14 schellingen betaald aan wwe Jan De Meyer (in zijn leven "gazettier") is PYW te Deinze en Jan Baptiste Putman van Huise was schoolmeester bij PYW In 1775 -
In de Gazette van Gent 15-9-1788 adverteerde PieterVan Wijnendaele:
Pieter Van WUnendaele, meester der Fransche kostschole binnen DeUnse, willende t' eenenmaele voldoen aan de begeirte van het publicq, heeft d'eere van het zelve te verwittigen dat men in zijne voornoemde kostschole de Jongheyd onderwijst in de grondregels der Latijnsche Taele, gezeid kleijne figure; voordien zal men er de leerlingen nog volmaektelijk onderrichten in de Fransche en Nederduijtsche Taelen, cyfferkonste, geographie, schrijf-Konste en in de kennisse der vremde Wissels en het houden van het Reken-Baeek
166
Omstreeks 1780 is het Oostenrijks bestuur onder keizer Jozef ll bezig met het uitwerken van een onderwijshervorming. (cf K.G.K jaarboek 2004 p.84) J. BC Verlooy, auteur van de "Verhandeling op d'Onacht van de moederlijke Tael in de Nederlanden" ( 1788) schreef in 1785 al een "memoire" aan Jozef II waarin Verlooy beweerde dat de "heilzame hervormingen van de keizer tot mislukken gedoemd zijn" als ze niet gedragen worden door de bevolking. De informaties over die hervormingen kunnen slechts doordringen als die in de moedertaal gesteld worden. Ook enkele andere ontwikkelde geesten sporen aan tot het gebruik van de "Vlaemsche taele" (die volgens Mulle, advokaat bij de Raad van Vlaenderen, beter is dan de Franse taal). Een Mechelaar, koopman en geleerd autodidact, Verhoeven, schreef een rapport dat hij deed toekomen bij de voorzitter van de geheime Raad, over "de noodzakelykheijd van het behouden der nederduytsche taele en de nodige hervormingen in de schooien" (anno 1780) (cf. Wtsch. Tijd. Jozef Smeyers-specialist inzake het culturele Leven in onze 18eeeuw)(nr.l p.41 e.v.jg2004) In 1714 verscheen een "Nieuwen Nederlandsehen voorschriftboek ..... voor schoolmeesters, schoolmeesteressen en de Leerlingen .... Opgesteld .... door A.S; schoolmeester der Stede van Cassel" (de titel was elf regels druk lang) A.S. was Andries Steven, van Cassel, uit wat we nu Frans- Vlaanderen noemen, en pas in 1695 bij het Frankrijk van Lodewijk XIV was ingelijfd. Het boek werd na 1714 zeven maal herdrukt, ook nog in 1787 en 1793, dan (8e en I Qc X) nog in 1813, 1821,1833. met "gestolen" drukken misschien wel 18 maal. (cf. Ger. Schmook in Huldeboek Andre Demedts, 1977). Ook in Duinkerke verscheen dit schoolboek in de t8e eeuw, als een voorloper. Er kwamen nog nederlandsche of nederduytsche hoeken voor taal onderwijs op de markt. Was het een verwant van de auteur die ook inTielteen uitgave drukte? (cf. Schmook) In 1770 had een Huart, een gezworen heelmeester te Tienen, een boek over" vroedkunde" geschreven. Hij was spcialist "in de konsthewerking der keyserlijcke snee" en schreef een behoorlijk nederlands (cf Roger Blondeau" Wetenschap in de taal der Vlamingen" vroedvrouw - vgl. het Frans "sage-femme"vgl. Refereinen in het vroede- vroedrouw, haker, kraamverzorgster, maar ook verwaarster, werwares, achterwaartser, achterwaarsterigge, vroeger zelfs vroedwijf; verloskunde, kraamzorg-in de kraam liggen, kraambed, kraamvrouw-alles in dezelfde woon- of slaapruimte maar dan wel afgescheiden door een kraamzeil, en zeil voor een marktkraam(?!)) In 17X4 schreef J.B. Jacohs een "Vroedkundige Oeffcnschool" dat HET handhoek werd voor de verloskunde in de Oostenrijkse Nederlanden. In 1785 verscheen te Parijs al een Franse vertaling ervan (cf. Jozef Smeyers Wtsch. Tydingen 2004 nr I p 45)
167
De sfeer te lande was wel anti-Jozef 11 onder invloed van de geestelijkheid die aan macht en invloed zou inboeten door Jozef 11 en zijn verlichtingsideeën Jozef 11 kreeg de spotnaam keizer-koster omdat hij zich bemoeide met details ook in kerkelijke feesten: o.a. het aantal heiligendagen, de duur en omvang van kermissen en bruiloftsfeesten. Hij waagde het ook het aantal kloosters te beperken. Kloosters die alleen maar "beschouwend" waren, schafte hij af. Nuttige kloosters die zieken en gasten verzorgden, die onderwijs gaven, mochten blijven bestaan. Hij liet zowat 700 kloosters (dat was 1/.3 in totaal) in zijn keizerrijk (Oostenrijk+ Hongarije+ stukken Italië ; +de zuidelijke Nederlanden) sluiten en ontbinden. Zo maakte hij zich de geestelijkheid tot vijand. Niemand staat gewillig zijn macht en invloed af. De Franse bezetter en inlijver (1794-1814) en nadien koning Wi llem I ( 1814-18.30) zaten later met dezelfde moeilijkheden. De verhouding Kerk en Staat levert ook nu nog moeilijkheden op : scheiding? Wederzijdse bemoeienissen? En overlappingen? Inzake ziekenzorg, oorspronkelijk (?) een zaak van "zusters"; inzake onderwijs en schooloorlog!? (Kloosterzuster ~ ziekenzuster~ zuster ~ verpleegzuster ~ verpleegster ~ verpleegsterscholen ~ aanvankelijk bij ziekenzusters die ook kloosterzusters waren)
168
11. DE OVERGANG
De overgang Yan de Oostenrijkse monarchie naar de Franse Republiek ..... A Het ancien regime eindigde met de Franse Revolutie en daar zet men een precieze datum op: 14 juli 1789. de bestorming van de Bastille, het symbool van de onvrijheid, van het machtsmisbruik alhoewel er die dag amper zeven gevangenen zaten. Maar de dreiging met de "Lettre de cachet" kleefde aan dat gebouw. Natuurlijk was de conservativiteit in het het ene kamp, de revolutionaire idee in het andere kamp allang aan het broeden. Een of twee generaties al, of zelfs meer: de almacht en het geldmisbruik op de kosten van het volk aan de kant van Lodwijk XIV al (i-1714), de nieuwe ideeën van John Locke (tl704) van Rousseau en Voltaire, van de Encyclopedisten en van Montesquieu aan de andere kant. En dan kwam een reeks van uitbarstingen die voerde naar de afschaftïng van de feodaliteit, de afschaffing van de adel, de inbeslagneming van de kerkelijke goederen, de politieke twisten over een nieuwe constitutie ... en de afschrikwekkende terreur waarin de revolutie zelfs haar eigen mensen terroriseerde, en haar tegenstanders met duizenden vermoordde; zelfs haar eigen kinderen opvrat~ De barensweeën van de revolutie werden gevolgd door zware barenspijnen, die gevolgd werden door generaties lange naweeën. Heel Europa sidderde mee. En Napoleon zou er zich ook mee bemoeien. Hij beperkte het adelverlies door de oprichting van een eigen adel. Hij greep in in de kerkelijke verhoudingen van macht. Hij greep ook diep in door zijn Code Civil in het burgerlijke leven. De afgeschafte monarchie herstelde hij met zijn eigen keizerschap. En "apres nous Ie déluge"! Enkele stappen vooruit+ enkele stappen terug= de groei naar een nieuwe maatschappij, met nieuwe mensen , nieuwe idealen, maar ook nieuwe corruptie, nieuwe misbruiken. En dat alles voerde naar nieuwe oorlogen en nieuwe revoluties. En nieuwe evoluties. En dat duurt tot vandaag en morgen.
B Sedert 1714 behoorden de Zuidelijke Nederlanden erfrechtelijk tot het bezit van de Oostenrijkse tak van de Habsburgers en was "onze" keizer, dan de keizerin en dan weer de keizer, ver weg in Wenen. Berichten van hier naar Wenen, naar Karel V I, naar Maria-Theresia en Frans I, naar Jozef I I, de keizer-koster, of naar Leopold 11, deden er acht dagen over. (de snelste weg: koeriers te paard. Thurn und Taxis was de post aan het uitbouwen-te paard) (I) Hier werden die vorsten vertegenwoordigd door een gouverneur-generaal, waarvan de beste en meest gewaardeerde Karel van Lorreinen (Van Lotharingen) was, de broer van Frans I, gehuwd met een zus van Maria Thcresia (dus tweemaal schoonbroer van de keizerin) (2)
169
Maria-Theresia ( 171 0-1780) had een hekel aan reizen, wat trouwens in die tijd niet komfortabel was, zeker niet voor een vrouw die zestienmaal zwangerschap droeg ( 16x9 maanden = 144 maanden = 12 jaar zwanger!) ze is dus nooit in "haar" Oostenrijkse Nederlanden geweest. Haar zoon Jozef 11 wel (maar incognito). En toen Jozef 11 met de Wittelsbachers uit Beieren onderhandelde om die Nederlanden tegen Beieren te ruilen, raadde ze dat sterk af omdat die Nederlanden veel meer opbrachten (ook omstreeks 1700 werd over zo een ruil onderhandeld bij de erfenisregeling met de Spaanse Hahshurgers. Lodewijk XIV moeide er zich mee en dus kwam er oorlog van: de successie-oorlog en de negenjarige oorlog) (cf. KOK-uitg 1991 Opstellen p.86-96) Ten tijde van de regering van de keizerin ( 1740-1780) was het hier rustig-wat ongewoon was voor ''het slagveld van Europa". Er waren relatief weinig troepenbewegingen en er was geen oorlog wat we niet gewoon waren. De Oostenrijkers hadden hier een leger van zowat 30 000 man, wat als bezettingsleger weinig was. In dat Oostenrijks leger dienden zowat 7000 mensen van hier te lande, vrijwilligers, geronseld door bcroepswervers. (voor geworvenen langer dan 1,70 m kregen ze dubbele vergoeding) Toen in november 1792 de Fransen hier weer eens binnen-vielen (het was lang (?)geleden!) was dat onder het hevel van generaal Dumouriez ( 1739-1823) die met 40 000 man het leger van de hertog van Saksen-Teschen (met 14 000 man) versloeg in de slag bij .Jemappes op 6-11-1792. Dat veroorzaakte bestuurs-wisselingen in stad en dorp. (3) In Deinze-zoals elders-kwamen republiekeinsgezinden aan het bewind. Pietervan Wijnendaele (PVW) werd plots Pierre van Winnendaele en hij werd in de (generaele) vergaderinge van de municipaliteyt" tot president van die raad verkozen. Jan Baptist Delcroix werd secretaris van die raad (er was vooralsnog veel personeelsverloop). Van Wijnendaele was kostschoolhouder te Deynze (directeur du pensinnat de Deynze) en had betalende leerlingen van Deinze (externen, die dagelijks naar huis gingen) en betalende leerlingen van ver buiten Deinze, die op school verblijf en kost met inwoon hadden. De internen. Hij had ook kinderen van minvermogende ouders, die het schoolgeld niet konden betalen en voor wie de stad dan betaalde. Maar in 1793, toen PVW als fransgezinde (collaborateur) een eerste rangsrol speelde, bleven die arme kinderen weg en (terug onder de Oostenrijkse partij) werd hij voor die kinderen dan ook niet meer betaald. Hij verloor dus inkomen; Waarschijnlijk ging ook zijn kostschool achteruit. Want toen de stad nadien een betrekking van onderwijzer aanbood, stelde hij zich kandidaat en werd ook benoemd - intussen waren de fransgezinden weer aan de macht. Omtrent die tijd probeerden ook een Masquelier, een Pieters en een schepen Vanderpiete met een school te starten. Van Winnendaele (PVW) was een der eersten - en weinigen - die onderwijzersexamen ging afleggen volgens de nieuwe ordening. Al had hij toen al 20 jaar onderwijservaring te Deinze (alleszins sedert 1775) achter de rug. Intussen waren de Fransen verdreven als gevolg van het feit dat ze de slag bij Neerwinden verloren op 18-03-1793. Dumouriez met zijn 45 000 Fransen verloor deze slag tegen het Oostenrijkse leger, nu met 40 000 man aangevoerd door de Prins van Saksen-Coburg, Josias, de broer van de grootvader van de man die in 1831 onze koning Leopold I zou worden. Naar aanleiding van deze overwinning schreef de
170
broer van Jozef Haydn, Michael, een "Coburgh-Marsch" (zoals Strauss later een Radetzki-marsch komponeerde). Coburg (zoals hij genoemd werd) werd maarschalk in het Oostenrijkse leger. (een generatie vroeger was Eu gene Jean Philippe de Merode-Westerloo ook veldmaarschalk van het Heilig Roomse Rijk der Duitse natie). Maar op 26-6-1794 verloor maarschalk Josias van Coburg de slag bij Fleurus (bij Charleroi). Eigenlijk verloor hij die slag niet, maar trok zich onverantwoord - vroeg terug waardoor de Fransen konden oprukken- en Josias (0) alle aanzien en respekt verloor voor de rest van zijn leven (t 1815). De Franse generaal Jourdan ( 1762-1833) trok van Charleroi het land verder in richting Maas. De Fransen hadden 4000 doden, de Oostenrijkers 2286. De zo ontstane situatie veroorloofde een andere Franse generaal, Pichegru ( 1761-1804), het graafschap Vlaanderen (met Van Damme) en het hertogdom Brabant in te nemen, bijna zonder slag of stoot. De Oostenrijkers verlieten ons land. De Franse bezetting herbegon; maar nu, voor 20 jaar. In 1797 werden we officieel ingelijfd in de "Republique Française une et indivisible" als departementen van de Leie, van de Schelde, van de Dijle etc. (onze negen provincies van later- maar termen als Vlaanderen en Brabant waren uit den boze) door het verdrag van Campo Formio (4) van 17-10-1797. (cf. KOK-jb. 1986 vooral p. 198 e.v.) (cf. ook KOK-jb. 1970- p. 89 e.v.)
c In 1794 waren de zusters (5) van het Blasiushospitaal (met meisjesschool) gevlucht voor de andermaal invallende Fransen en pas op 28 messidor van het jaar II (16-7-1794) kwamen ze terug. Kort daarop vluchtten ze andermaal, maar nu voor een uitbrekende epidemie van dysenterie. Het is in de bestrijding van deze ziekte dat dr. med. Van Rotterdam arts in Deinze naam maakte buiten Deinze. Hij werd naar Gent uitgenodigd en werd er in 1817 prof en eerste rector aan de toen pas opgerichte Gentse universiteit. (7) Pas op 20 brumaire van het jaar III (I 0-11-1794) hernamen de nonnen van St.-Biasius hun onderwijs (voor meisjes) en hun personenzorg voor passanten en anderen. Dat deden ze tot ze, een paar jaar later, uit hun klooster werden gezet, hun klooster werd gesloten en hun goederen als "biens nationaux" in beslag werden genomen om als "zwart goed" verkocht te worden. Dat was dan in de "beloken" tijd. Even na 1800 en na het concordaat tussen Napoleon en de paus, mochten de nonnen terugkomen in hun klooster, maar in 1806 beslisten ze hun kloostergemeenscap St.-Biasius-Deinze te ontbinden. Hun gebouwen werden toen al een tijd gebruikt door PVW voor zijn school. In 1795 noemde men hem al "den administrateur municipael" en de directeur van de stadswerken. Nog in 1793 had de algemene vergadering van de municipaliteit vergaderd onder het voorzitterschap van PVW, toen de stad twee "kocibeestcn" van elk ten minste 5 13 pond moest leveren aan het Frans leger
171
koeien te kopen en ze te Kortrijk af te leveren). Aan de opgelegde tarwelevering kon niet onmiddellijk voldaan worden. Er moesten eerst opbrengsttabellen opgemaakt worden. Vanderstraeten, Delcroix en Van Oost moesten daarvoor zorgen te Deinze, Ottevaere, Poortere en Bullens voor Petegem. Een aantal betalingen aan burgers voor gedane leveringen aan voorbijtrekkende Franse troepen, mochten betaald worden: (X) aan We Verschure voor het bakken PieterVan Daele idem (grootvader van Casimir) Jacobus Lammens idem Joseph Minnens (een talrijke familie van bakkers en vooral beenhouwers en herbergiers) Vanderstrateten voor het leveren van graan Pieter Versele en consoorten, schiptrekkers naar Harelbeke De Meyer en co schiptrekkers Judonis Penninck idem Philippus Vande Walle, sergeant, voor diensten voor de gemeente Jacobus Francies Van Wonterghem, Griftier te Nazareth als voogd paterneel voor de minderjarige imbecile PieterVan Doorne (de familie met drie priesters die met hun erfenis het wezenhuis stichtten) De opdrachten werden geschreven door Charles De Caigny (9) en door Ottevaere-Van Waes, de secretaris (7) In oktober 1794 noemde deze raad zich "vergadering van de memhers der permanentie" en stelde vast dat er geen brood meer kon geleverd worden aan voorbijtrekkende troepen. Men kon ook geen beesten meer leveren en geen tarwe. Het was al allemaal opgeëist en geleverd. Aan nieuwe opeisingen kon men niet meer onmiddellijk voldoen. Vanaf 19-11-1794 zijn de verslagen in het Frans genoteerd; tevoren nog in het Vlaams.
172
111. ONDERWIJS
De administratie van het Scheldedepartement was - in opdracht van de uitvoerende macht, van het Directoire exécutif, te Parijs - van bij de start, bekommerd om het onderwijs en beweerde reeds in het jaar IV, steunend op de wet van 3 brumaire jaar IV(= 23-10-1795) over het openbaar onderwijs, dat men zich moest "haasten" de jeugd te laten genieten I profiteren van de vorming van geest en hart: " ... on ne peut pas trop se hater d' en faire jouir la jeunesse et de former à la fois son esprit et son coeur à !'étude des sciences et à Ia pratique des vertus républicaines". Daarom vaardigde de "Commissaire du Directoire exécutif' een besluit uit om onderwijsjurys voor examens voor onderwijzers en onderwijzeressen in te stellen. Er zouden in het Scheldedepartement drie regionale jurys worden samengesteld. Deinze viel onder de tweede jury en die bestond uit: Pierrede Goefin (was reeds lid van de jury voor kunst); - Louis Potter-Kervijn; - Emmanuel Piers (secretaris-generaal van het departement). Het uitvoeend commité voor het Scheldedepartement bestond uit Hopsomere - voorzitter (I 0) en uit de administrateurs Van der Heeren (11) Trois-oeufs Dannee Is Forsade en uit Du Bosch, de comissaris van het Directoire en Em. Piers, hoofdsecretaris. Op 16 frimaire jaar 8 (7-12-1800) legt een Pieters "instituteur particulier" te Deinze een eed af. Op 22 brum. jaar 9 sticht François Van der Piete een kostschool/pensionaat te Deinze, een "Maison d'Education" in Deynse (berichten daarover in de Gazette van Gent). Van der Piete was in 1756 te Deinze geboren en woonde met zijn vrouw Isabelle Dhont en zijn zoons 0 Ferdinand ( 1780) en Anthoine ( 0 1782) aan de Beestenmarkt. Als beroep noteerde men in 1796 "Marchand". Hij was ook betrokken hij het stadsbestuur. In het paspoort dat hij in 1792 kreeg (cf KOK-1986 p. 154) heette hij jeneverkoopman te zijn. In het jaar 8 behoorde Van der Piete tot de municipale raad, en werd schoolmeester als beroep opgegeven (KOK-jb. 1986 p. 150) + (Gaz. v. G 22 hrum.j.9). (Later: Dupont) Er moet nog een Frans Van der Piete geweest zijn, Frans Emmanuel in 1818 was hij 39 jaar, gehuwd met de 42-jarige Jcanne De Smet. Ze woonden toen in "het center van de stad".
173
Volgens de wet zou de Centrale Administratie bepalen waar en hoeveel "écoles primaires" er mochten zijn. PVW was er als de kippen hij om zijn school als kantonale school te doen erkennen, en om het onderwijsexamen voor de jury af te leggen. Want al gaf hij al onderwijs in Deinze sedert 1774 of 1775, een diploma had hij niet. Hij moest het ook niet hebben. Het bestond trouwens nog niet. ledereen die wou kon zich voor onderwijzer uitgeven. Dat ging veranderen en er waren kapers aan de kust (Maspuelier, Pietcrs, Vanderpiete) die hij vóór wou zijn. Wat lukte. In 17l)5 (26 nivose jaar 111 = 15-I-J7l)5) schreef de "Administration Centrale de la Belgique" aan de "Memhres composant l'administration de !'arrondissement de la tlandre orientale à Gand" een brief waarin ze uitgenodigd werden iemand aan te duiden om te Parijs de "école normale" te gaan volgen. Dat werd verdeeld over de bevolking naar rato van één kandidaat op 20.000 inwoners. Lees de hoogdravende stijl en waardering van het onderwijs:
t ïnsrmcrion es! Ie .flwnheau qui conduif
à la Liherré er qui la maintien! sur des hases solides Lïnd!ffemnce pour les sciences er les arfs mêne à lïgnorance. l'ignorance à la harharie, l'un et I' lillire à l'escla\'llge er aux nwlheurs qu'entraine {(n~jours I 'auforiré despo!ique sur les peuples. Les reJJré.,·mlfans du peUJJie près les armées de Non/ er de Samhre er Meuse désirent étendre à la Belgique l'insrmction dans rous les genres er reprall{/re les awmtages de l'école normale étahlie à Puris. JWr Ie décret du 9 hmmaire demia
De centrale administratie verwacht dat kandidaten voor die school zouden voorgedragen worden: ze moeten 21 jaar zijn geworden en in staat zijn om "met vrugt" te volgen. Ze moeten ook de "repuhlicaensche deugden" leren, "ten fïne de selve t'eynden dies binnen deze landen voort de planten". Deinze stelt Constantin D'Huyvetter voor "begaeft met eene goede pcnne, sprekende en schrijvende redelijk wel de Fransche taele", zo formuleert op 6 pluviose 111 (= 3-2-1795) het Deinse verslagregisteL
Hij ontving hiervoor 26 pond 5 sols tournois om van Gent naar Parijs te reizen, zijnde 72 mijl ver. Ook krijgt hij I pond 15 sols voor de reis Deinze-Gent (26,05 + I, 15 = 28 pond tournois). Dit was ook het bedrag dat soldaten kregen als ze destijds geïsoleerd (alleen) reisden. De stad moest dat bedrag voorschieten en zou het later van de centrale administratie terugkrijgen. Voor hun verblijf te Parijs kregen de uitverkozenen 1200 pond per jaar. We hebben het gedetailleerd ontvangstbewijs voor de reis, ondertekend door Constant D'Huyvetter, op 22 pluvoise 111 (= 10-2-1795). (12) (13) Op 2 augustus 1795 sloot François Sierens een overeenkomst met de directrice en de religieuzen van het Blasiushopsitaal. Hij bewoonde al enkele ruimten en nu verhuren ze hem die voor negen jaar vanaf kerstdag 1795. Het zijn aangepaste varkens- en paardenstallen met tuin tot aan de Leie; ook de boomgaard, waar varkens en paarden mogen grazen zonder de fruitbomen te beschadigen, waarvan de opbrengst voor het klooster blijft. Er is aan die kant (Leiekant) een doorgang naar de markt en naar de school. Hij moet de toegang naar het klooster gesloten houden. Hij is begin 1795 in Deinze komen wonen (Leideam). 174
Constant /) '1/uyveller reist naar J>arUs
175
De nonnen stelden het verdrag wel in het Frans op, maar gebruikten de oude kalender, niet de Republikeinse, om het contract te dateren. Wanneer in het contract de school genoemd wordt staat erbij: "Ie nouveau hätiment qu'on nomme l'école". Bij de gehouwen die genoemd worden (stallen) staat ook een "brasserie" vermeld. Brouwden de zusters hun eigen drank? en voor hun gasten? want het was een gasthuis, waar reizigers en armen konden eten en overnachten. Pieter Beyens ( 14) werd burgerneester en speelde al lang een rol in de Deinse politiek ( 0 Wontergem 1731 -·i· Deinze 1704) en ook zijn zoons speelden een rol, niet alleen in Deinze, ook in Gent tijdens de Franse tijd. Constant Beyens is voorlopig burgemeester in de woelige eerste jaren na 1794. Dr ReneDe Clercq noteerde daarover in zijn biografische nota's over de Deinze vrijmetselaars ( KOK-jh 1902-0 3-04) Beyens werd maire van Deinze. De voorlopige burgemeesters kregen opdracht de schoolmeester in dienst te nemen als secretaris en als ambtenaar van de Burgerlijke Stand. Dat was voor Deinze dus PYW. De eerste verslagen van die raad waren nog in het "Ylaemsch", maar vanaf I 0-1 1-1794 schreef men ook in Deinze de officiële stukken in het Frans. En in het onderwijs? Leo Picard noteerde dat het met de toestand van het onderwijs in de Franse tijd droevig gesteld was, dat de meeste schoolmeesters met moeite hun eigen taal konden onderwijzen, dat de scholen voor de burgerskinderen volkomen verfranst waren. In de tijd van Napoleon werden er vele internaten/kostscholen opgericht waardoor de kinderen van hun vlaamssprekend gezin werden vervreemd in het zo volkomen mogelijk verfranst en verfransend milieu: (Picard in zijn Geschiedenis van de Vlaamse en Grootnederlandse gedachte).
176
N A T U R E BIK
Jes M
f.
a
I
a
drs
N J,
11i
I
11:
ti
/
k/U/,b.'.o _:.;;...., _./
v~~Gj~
I
~...J/ i.",;,,/:(
~·
~~
'
Jes
de le•Jr
.. J#
I.
V .-f't;_
I. E
V
E
c,
J froncs.
N
U,
Cf."Jlt.
.,
D
~
"'
attachés il iadite Cnre.
dPs Rentes.
cent. ~~'
0 B SE R VA 1' I 0 N S.
dt>s Rev("nns
1> li B I T E l1 k I
E 0
R. 1: N T E I·
fmncs.
MONTANT TOTAL
NOMS
SITU AT! ON CONTENANCE MONTANT MONTANT
du
cent.
francs.
~î ,--, - -
.~-.,
/.
?Z/~
[;;; -'·. ûv~:-4-Jt~~
p/~,
"----
.
~~~.
~
(/
"
.Jé; J'o
L
~
~~
/
~
/!:
)fm/vU
..N~-)
'
~~
,(41- • •
;'
~r:~#:7
D
"_[, !i~~~ ~~fl'()
I
-(J
I
./
1802 Op 5 ventose van hetjaar JO(= 24-2-1802) van de Franse repuhliek diende hurgemester Oftevare een staat van goederen en renten van de pastorUen van Deinze in. Inkomsten waren er niet voor de twee pastorijen die Deinze had, namelUk die van de parochie OLV en de parochie St.-Martinus. Wel waren er twee huizen, elke met een tuin. Het huis van de parochie 0/.V was 24aren 50centiaren, maar werd gebruikt door Citoyen Pierre Van winnendaele, de "instituteur primaire". Het huis van St.-Martinus was 50aren 50cellliaren en was "Occupé par/a Brigade de la gendarmerie stationnée en cette ville ". Over de rijkswacht in /)einze (f KGK Contacthlad 1999 fJ. 2559 en KOK-Kontakthlad 199/ fJ. 1492. Over de pastorij in /)einze KOK Kont. 1989 p. 1131 - Kont hl. /989 p. 1185. (Over de apostelheelden KGK-Cont.hl. 1999 fJ. 2528)
177
)
Pieter, nu Pierre V W, werd in 1795 bij het nieuwe stadsbestuur betrokken en het nieuwe stadsbestuur begon zich met het onderwijs te bemoeien, niet zozeer om het onderwijs, als zodanig, maar wel om de ideeën van de revolutie in te pompen. Zo moesten weldra ook de onderwijzers een eed van haat aan het koningsschap alleggen, en schreef men een soort van examen uit voor kandidaat-onderwijzers. PVW werd op voorstel van Beyens "adjoint" van de "maire" en daardoor was PYW de eerste ambtenaar van de burgerlijke stand (reeds vanaf 23 Thermidor van het jaar 4 (=I 0/08/1796). Op 5 fructidor van het jaar 3 (= 22/811795) verscheen een eerste besluit dat ook het onderwijs raakte: de hesluiten en richtlijnen begonnen te verschijnen in de eerste dagen der inlijving/bezetting. Een eerste besluit (van 27 thermidor jaar 2 = 14/811794) schreef voor dat alle in de overwonnen landen bestaande wetten voorlopig behouden bleven en "geconserveerd" werden tenzij de "besluyten der volksrepresentanten" daarvan afwijken. Het eerste onderwijshesluit van 1795 schreef voor: "Daer zijn in de Republiek lagere scholen in de welke de kweekelingen onderwezen worden in het lezen, het schrijven, de grondbeginselen der rekenkonst en de gene der zedenkunde. De regering voorziet in de woonstbekostiging der onderwijzers aen het hoofd dezer scholen. " (Deze eerste besluiten verschenen tweetalig). De prefekt van het departement schreef de "maire" van elke gemeente aan in het begin van 180 I om: I 0 te controleren of alle onderwijsmensen het Frans-Latijnse schrift gebruikten en aanleerden; het Gotisch schrift was verboden (15) 2° in elke gemeente een "instituteur" te hebhen "probe et éclairé". Die onderwijzer moest ook de Burgerlijke stand bijhouden en optreden als secretaris van de burgemeester; (16) 3° een gebouw ter beschikking te stellen van de onderwijzer en zijn leerlingen (cf de brieven van Faipoult 4 ventose, 4 pluviose en 7 florcal van het jaar 9) ln 1798 vroeg PVW gebruik te mogen maken van de pastorij voor zijn school en om zijn schoolmeesters te laten wonen. Zijn school was nu kantonaal en de pastorij stond toch leeg want de pastoor, Laridon, had de eed geweigerd en was ondergedoken. Ook het St-Blasiushospitaal kwam leeg want het moest door de zusters verlaten worden (op 5 pluviose van het jaar 5) en werd dan als Nationaal Goed (zwart goed, zei de volksmond) verkocht. ( Burgemeester Ottevaere Jr kocht het op). De onderwijzers moesten ook de eed van haat afleggen en moesten met hun leerlingen naar de feesten der decadi gaan (de zondag werd afgeschaft in de nieuwe jaartelling en vervangen door de tiende dag, een decade) Het was "moeten" in 1798, want anders wordt het aan de hogere autoriteiten doorgegeven (vous denoneer aux autorités). Op I 0 florcal van het jaar 7 mocht PVW de pastoorswoning betrekken. De ''Commissaire du Directoire Exécutive à Deynse "oordeelde op 5 messidor van het jaar 7 over PVW als volgt: "Bonne moralité, un patriotisme éprouvé et tres soumis aux Lois de la République" Maar na het concordaat van Napoleon met de paus mocht pastoor Laridon terugkomen in zijn woning. PYW werd uit-
178
genodigd op 21 pluviose van het jaar 11 op een zitting van de "municipaelen Raed " waar hem werd meegedeeld dat hij het huis moest verlaten. Hij organiseerde toen een protestbrief met wel honderd handtekeningen om in de plaats een deel van het gedeeltelijk leegstaande Blasiusklooster te mogen gebruiken. De burgemeester, nu eigenaar, stond dat toe. PVW had toen 50 leerlingen (ook twee exBlasiuszusters hadden een deel van Blasius gekocht) (KOK. Jh 1986 p I 6 I) De onderwijzer Domttien Bartholomé (Donatius Bartohlomeus) Damman van Vinkt (er geboren in 1779) weigerde die eed af te leggen :zijn school werd gesloten. Hij was gehuwd met Cecil Van Coillie. In 1807 was hij alweer "maitre d' école" en kreeg een paspoort om zich naar Gent, Brugge en Antwerpen te begeven "et autres lieux de I' Empire "(een speciaal kenmerk bleek dan te zijn "marque de Ia petite vérole "=pokken). De week voor de sluiting waren er Boerenkrijgrelletjes geweest in Vinkt (KOK 1970 pg.84) De school in Zeveren met schoolmeester Phillipus Verhoeye was ook gesloten; bij de heropening was Jean-François De Schepper er onderwijzer die later afwisselde of samenwerkte met Verhoeye (Philippus, Pieter-Jozef, Karel-Francies-August, vormden vier generaties Verhoeije in Zeveren; zoals Jan Baptist Dossche deel uitmaakte van vier generaties Dossche als onderwijzer in Astene) (cf G. Van Steenkiste : "Onderwijs in Zeveren" in Het land van Nevele, 1995. Over Dossche, bij H. Maes over afstamming van Luc Matthijs in KOK jb 1999) Er hestonden naast de mede door Je stad betaalde school (voor arme scholieren) nog andere scholen maar dan op privé initiatief, met onderlinge concurrentie. Zo deelde citoyen Masquylier via de Gazette van Gent mee dat hij een school had opgericht te Deinze; maar nadien deelt de krant mee dat citoyen Pieters die school heeft gesticht. En Adrien De Keyser wil de school van PVW overnemen; Er zijn nog enkele particulere scholen te Deinze, al zijn ze niet altijd in orde met de wetgeving ter zake. Zo wordt school gehouden door Vrouw Faelens op Deinze-kouter, en door Jacoha Verveken te Deinze; door J. Impens. Marie Buytens en Wwe Gilis Vandenavoye te Petegem St. Martinus. Ook enkele gewezen kloosterlingen uit ex-Biasius houden school. Op 26 ventose van het jaar I 0 (= 17-3-1802 antwoordt burgemeester Ottevaere op een brief die hij de dag voordien ontving van de prefekt Faipoult. Ottevaere schrijft: I 0 dat er 178<) twee scholen waren, betaald door de gemeente en door de ouders 2° dat zowat I 00 leer! i ngen regelmatig schoollopen waarvan 2/3 jongens en 1/3 meisjes 3° dat een school is ondergebracht in Je vroeger pastoorswoning als steun van de gemeente; Je andere school moet betaald worden door Je ouders. In november 1800 deelt Francies Van der Pietc mee dat hij een Pensionat francais-tlamand à Deynze opricht; hij deed dat wellicht samen met zijn vrouw die als onderwijzeres (kinderen heneden de 7 jaar?) hekend was. Deze Francies Emanuel Van der Piete werd geboren in 177<) te Deinze (waarschijnlijk). Zijn echtgenote was Jeanne De Smet (in 1845 liet hij officieel zijn naam vcranderen in Dupont ; een Piete = een "hrug" over een heek of een gracht om een hocrenerf op te rijden ; vaak tussen twee lindebomen).
17<)
Over PVW hebben we nog een nota ; er werd over hem ooit geroddeld in de stad. Het schoolhoofd, de "principael" van het pensionaat in Deinze plaatste daarom tweemaal een bericht in de "Gazette van Gent" van 6 en van 13 oktober 1791. We citeren dat bericht graag als voorbeeld van de toenmalige stijl van een schoolhoofd en let er even op : we citeren slechts twee zinnen:
"P. Van Wynendaele, principael van het Pensionnaet der Fransche en Vlaemsche schole binnen de stad Deynze, onderboord hebbende dat zijn vijanden sedert eenige dagen op alle bedenkelijke middels zijne reputatie ende byzonderlijk den luyster van het gansche Pensionact zoeken te verminderen, onder andere met het publicq te doen gelooven, dat zijne huysvrouwe hem sedert korte dagen zou hebben verlaeten, op pretext, dat hij te vooren getrouwd was met eene andere, vind zich genoodsaekt het publicq te voorkomen dat alle de zelve malicieuse geruchten niet alleen valsch ende verdicht zijn, newaer ook, dat het zelve pensionnaet hetwelk sedert zeventien jacren zijner oprichting menigvuldige hoog geleerde mannen heeft voordsgebragt tot heden nog jouisseeren van het vertrouwen van menigvuldige voortreffelijke familie en dat men aldaer meer als oyt de uyterste poogingen aenwend om aen de jongheyd te bezorgen de bequaemheden, de welke alle ouders hunne kinderen zoo zeer betrachten. "en alsook hij zich duft tlateeren van zijn onberispelijk gedrag en hij beducht is dat dergelijke calomnieuse uytstroysels den goeden voordgang van zijn Pensionnaet zouden konneen benaedeelen, belooft hij eene premie van duizend guldens wisselgeld aen de gene die de zelve konnen probeeren, en eene belooning van honderd guldens wisselgeld aen de gene, die den auteur ofte uytstroyer van diergelijke calomnies kan aenbrengen." Het pensionaat van PVW bestond in 1791 dus al 17 jaar ; maar : ook in 1793 voorzag de stad Deinze 12 ponden groot te betalen aan PVW om de arme kinderen te leren lezen en schrijven, stopte echter op 30 oktober met de uitbetaling omdat de kinderen weg bleven uit de school. In de rekeningen van 1795 noemde men PVW "den administrateur municipael, directeur van de stadswerken". Op 25 prairial van het jaar 3 (= l3juni 1798) vroeg en kreeg hij de betrekking van onderwijzer bij de lagere school van het kanton Deinze en dat was toen in het gewezen Blasiushospitaal, waar hij nu ook gevangenenbewaker was omdat de stadsgevangenis in dat Blasiusgebouw ingemetseld was. De kerken waren omgevormd tot" Tempels der Rede" en vanaf 11 vendemiaire van het jaar 7 moesten alle onderwijzers en alle schoolkinderen de nationale feesten en de decade-toespraken komen beluisteren. Ondermeester bij PVW was Jan Baptist d'Haeyere geweest ( 0 1757, te Machelen, zoon van Andries X Jeanne Van Damme), alleszins van 1784 tot 1788. In 1788 vertrok hij naar een school in Wakken en nadien naar Tielt, waar hij in 1824 stierf en opgevolgd werd door zijn zoon Bernard, die echter al stierf
180
op I- I 0- I 827. amper 28 jaar oud, maar toch al vader van drie kinderen ; zijn weduwe was Therese Eugenia Roelandts (cf. Roede van Tielt I 982 p.97). Op I 9 pluviosse van het jaar 5 betaalde het Deinse stadsbestuur aan een Jozef Schelpe om kinderen der armen te leren lezen en schrijven, in de school van PVW. Prefekt Faipoult besteedde in zijn "Mérnoire Statistique" over zijn departement een hoofdstuk aan het onderwijs. Deinze komt daarin nauwelijks ter sprake. Ook de naam van de onderwijzer noemt hij niet (voor andere steden en dorpen wel). Hij noteerde dat er in I 789 65 jongens en 35 meisjes schoolliepen in een school waarvoor de stad betaalde. Voor de andere schoolgangers betaalden de ouders zelf. In het jaar 9 (I 80 I) waren er 65 jongens en 45 meisjes op school en op stadskosten. Er was een school voor jongens op de OLV-parochie en een school voor jongens op de St-Martinuws-parochie, dwz één voor Deinze en een voor Petegem. Meisjes gingen naar de school van gewezen Blasiuszusters (na I 8 I 5 kwam daar de school der Maricolen). Op 2 I tloreal van het jaar 6 (jaar I begon op 22 september I 792) voorzag het kantonbestuur: - een school te Deinze voor Deinze en Petegem, - een school te Olsene voor Olsene Machelen en Zulte, - een school te Wontergem voor Wontergern, Gottem en Grammene, - een school te Vinkt voor Vinkt en Zeveren, - een school te Leerne voorLeerneen Bachte, (beide gemeenten fuseeerden in I 823) - een school te Deurle voor Deurle, Latem en Astene. (Vgl eens met de fusies van 1977) maar daar kwam niets van terecht. In I 803 schreef de burgerneester van Astene aan de prefekt dat een primaire school te Astene, op kosten van de gemeente, te duur was voor zijn I 138 inwoners en dat de school te Deinze maar op een kwartiertje van Astene lag. (Hij onderschatte dus wel die afstand: zeker een half uur naar de markt van Deinze, en dan nog voor een flinke volwassen voetganger. Of dacht de burgemeester dat die kinderen al lopend-spelend heen en weer gingen?) In 1807 schreef de burgemeester van Petegem: vermits de ouders hun kinderen naar Deinze sturen is er in Petegem geen "primaire school" nodig. (17) Er bleef veel haperen aan privé-initiatief (iedereen mocht een school inrichten) parochiaal initiatief of inmenging (na het concordaat Napoleon-Paus), dat naast mekaar en tegen mekaar, alles doorkruist door betaald onderwijs en door niet-betaald onderwijs (d.w.z. door het stadsbestuur), zonder onderwijsplicht, en door onderwijsmensen zonder opleiding. Aan onderwijsopleiding begon men wel in de Franse tijd te denken, zij het meer om de politiek-republikeinse opleiding dan om de pedagogische of intellectuele vorming. PVW begon ook met het invoeren van het metriek stelsel. In 1806 stierf hij, maar zijn vrouw, die onderwijzeres was, hield de kostschool draaiend ; zij stierf echter reeds op I 1-8-180<), pas 42 jaar oud. Toen
181
1.'• DIVIS{ON. ,
Pari! 1 le J1 luiliet I8o7.
BUREAU de L'ADMINISTRATION
--......,--_.." GÉ N É 1\ AlE.
.....
~
Fête du
1
L E 1Y1I N 1sT RE de l'intérieur , A 1Vl. Ie Préfet du département d
!Jt&/1;
s Août.
0/
Rc/r"'
"
Vo U s sm·et,,
.AJonsimr, que Ie 1f aorÎt est l'ipoque de la jhe de SAJNT-NAPOLÉON, de ce/Ie du ràablissemem de la Religion en France, er de ft~ naissance de I'Empereur. Q;tand Ie décra du 1_9 flvrier Ih'oón'aurait pas ordomzé de les célébrer, dans routes les communes, mw la plus grande solemnité, les semimms religiwx des citoyms, leur amour et leur reconnaissance pour Sa A1ajtsté" les porttraient à se réunir dans les rempies pour y renurcier Dim du bonheur dont e/le les foit jouir" er Ie prier de continuer à répandre rous ses óien.foits sur un Souverain qui m foir zm si bef usage. Mais la joie pubfique se manifisura aussi hors des Églises. 11 fow en seconder l'élan ; 101/l aux yeux doit en présenter l'appareil: aye?; soin, Monsieur" 'Jllf" dans routes les Yilles, i! soit pris des memres pour que des amusemens, des jeux" soiem ojfirts aux ciroyms" suivam les localités, et que la Jête se prolonge JliSfjtt 'au lendemain, jour de /'ouverture du Corps législatif. Je yous im·ite à me rendre conpre de ce que vous aure?;jàit. Recevez J'assurance Je ma parfaite consiuération.
/'~
182
~
kwam Francnis Dominique Hans als kostschoolhouder naar Deinze (cf Biekorf 1981, p. 373) en in mei 1810 kondigde hij met fierheid aan dat Frans Loctewijk Henckel in Deinze les zou komen geven (dat was een in die tijd gekende puristische rederijker). F.D. Hans kwam van Rooygem bij Gent, waar hij directeur was van een pensionaat. Deinze kende hem "un pension" toe van 500fr. per jaar. (Dat Hans directeur was van het Pensionaat in Deinze stond ook aangekondigd in de Gazette van Gent van 16 november en van 14 en 28 december 1809) Maar einde oktober 1810 verliet Hans Deinze voor Wakken. Het was toen Pierre Jean Coppens ( 0 1780) die voor Deinze solliciteerde ; hij kwam van Lovendegem. Het kostgeld voor één jaar pensionaat te Deinze bedroeg toen 400 fr. (dan 300, dan 261 ). In 1809 had Wwe PYW 37 jongens en 40 meisjes in haar school. Daarnaast bestond er een tweede school met één onderwijzer en twee onderwijzeressen voor 55 jongens en 9 meisjes. Die school had als onderwijzer Jan Frans De Schepper, 36 jaar oud in 1811 ; de school had 84 leerlingen, nml 40 jongens en 44 meisjes in een particuliere school die geleid werd door een priester, Pierre F. Adam, "d'une capacité reconue". Twee ex-religieuzn (uit het gesloten Blasiusklooster) Antoinette Sierens ( 0 1764) en Marie Therese Van Nevelegaven les aan de meisjes. Er waren in 1811: 22 internen. In de "Gazette de Gand" van 3-1-1811 lazen we een bericht van Pierre Jean Coppens, die zichzelf "ancien directeur de pensionnat francais in Lovendegem pres de Gand" noemde, dat hij zich op 20-l 01810 te Deinze had gevestigd als vervanger van de sieur Hans "qui a quitté son établissement". Hij omschrijft het programma van zijn school als volgt: Pénétre de cette incontestahle verité qu'au dégré de civilisation et de lumieres ou /'on est arrivé de nosjeurs, il n'est plus permis a persmuze de ne pas savoir lire écrire et calcu!eJ; d'ignorer la gramnwire de cette helle langue d'wz xrand peup/e, que /'on parle m~jourd'lwi dans /'Europe entière. et de ne savoir pass 'y exprimer convenahlement et par ecrit. Frans en Latijn wordt er onderwezen, de werken van de beste Franse schrijvers worden er gelezen en speciaal op de "style épistolaire genre de redaction devenue aussi necessaire que I' organe de la parole" wordt gelet. Rekenen, het decimaal systeem met de maten en munten, schoonschrift, la doctrine et morale chretienne, daar wordt dagelijks aandacht aan besteed. Ook een "nourriture saine variéee et abondante à la table meme du directeur" is er een zorg voor de pensionnaires tegen 261 fr.22cent (= 24 pond groten Brabants geld). Ook boekhouden wordt gegeven-als "tenue de livres". Externen betaalden 24 fr. per jaar. In zijn bericht van 3-1-181 I deelde Coppens mee dad hij 2 hulponderwijzers had. In een departementslijst van de scholen stond echter op 20-1 1-181 I slechts één onderwijzer genoteerd naast Coppens: ene N.l>'hoorc, voor toen 12 internen en 45 externe leerlingen.
183
In I XI I stond bij het departementsbestuur een school te Astene bekend met als lesgeven Jean Baptist Bossche (die ook wever was) :een school in Gottem met onderwijzer Pierre Jean Van Ecckautc (die ook koster was). In Maria-Leerne gaf koster J. Bte Bocdréc leesles. Martens-Leerne had een Jean .Jacqucmijn, Petegem een Pre Provost (koster), Zeveren een P. De Schepper (kleermaker), Meigem een N.B. Nicuwcnhcrg. Vinkt had D.B. Damman (koster) en Grammene Jozef Van Lacrc. Dossche kreeg 50 fr. per jaar van de gemeente ; Van Eeckaute ook. De Schepper kreeg 500fr. In I X11 was N. D'hoorc lesgever bij Coppens (in 1821 in Nevele: in 1812 had directeur Coppens een hulponderwijzer Frans Sicrens en in 1813 Frans Knockacrt. Sierens ( 0 1773) verliet de stad, Frans Knockaert ( 0 17X0) kwam in de plaats. Maar in 1813 verliet Coppens de stad. De Schepper ( 0 1772) stierf in dat jaar; hij had vier kinderen. Phillippe Jean Van den Daclc was hulponderwijzer geweest bij PVW en werd nu onderwijzer in Deinze. Hij had tevoren nog dienst gedaan in lngelmunster als hulponderwijzer bij Van Ootegem. Van den Daele werd te Deinze geboren in 1780; in 1818 werd hij te Deinze vader van Casimir (t 18XO te Moerbeke), de genreschilder waarover Dr Paul Huys schreef in KOKjb. 1992en KGKjb. 1999. Philippe Van den Daele was gehuwd met Anna Catharina Van Damme (zeven jaar jonger dan haar man). In IX22 verhuisde het gezin naar Moerbeke-Waas (KOK jb 1992 p. 367) omdat vader er eerst onderwijzer werd en dan gemeentesecretaris.
184
Particuliere Scholen in UH I Deinze
school Sierens (ei devant couvent) alleen meisjes 20 intern 80 extern JOngens dir. priester Adam Jan Frans De Schepper 40
220 fr. intern meiSJes
I 8 fr. extern per Jaar
44
9,00
Petegem
Provost
koster
12
20
tegen I 0,88
Astene
Dossche
wever
50
30
8,70
Zeveren
De Schepper
kleermaker
10
10
7,20
Meigem
NB Nieuwenburgh
50
50
Vinkt
DB Damman
koster
Gottem
Van Eekaute
koster
20
16
6,00
Martens-Leerne J.B.t Bocdri
koster
21
20
4,55
Maria- Leerne
Jean Jaquemyn
werkman
30
25
7,20 (een half jaar)
Wontergem
Ant. De Smet
klerk
14
8
5,44
Grammene
Jozef Van Laerc
185
Scholen in de aangrenzende gemeenten in IS IJ
Aalter
Louis Versele Louis Tac4uet Colete Francois
JOngens per par meisJes koster 70 50 6,00 schoenmaker 16 14 4,50 kleermaakster 23 4,00 25 Tac4uet en Francnis alleen in de wintertijd
Poeke
Annand Marlens
koster
40
20 3,00 alleen in wintertijd
Poesele
Chs Van Gele
koster
15
IJ
7,20
Nevele
De Moor Pr Vandercruyzen J. Vekemans L. Dohhelaere
pensionaat met 38 leerlingen koster 32 werkman 15 werkman 28
27 12 18
21,76 7,20 6,60 6,60
Hansbeke
Joseph De Smet
onderwijzer
30
28
7,20
Landegem
Pr Jean Claeys
onderwijzer
25
32
7,00
Lotenhul Ie
Armand Van Laere
onderwijzer
50
40
5,44
Macheten
Chs De Paurez Conrm·d De Conne
organist grafdelver
35 30
16 18
7,20 7,20
Nazareth
Maxim Rogghe P.A. Begadt
landbouwer schoenmaker
30 21
27 19
8,70 7,61
Olsene
Trefois Dhont
Eke
B. Vandercruyssen
onderwijzer
55
39
7,20
Latem
J .F. Verleir
koster
31
25
9,80
186
Deur Ie
Gillis De Bakker
Drongen
1. Crelu J.J.L. Caron C.J. Mortier D. Debuck L. Bisschop
Landbouwer werkt bij een klerk onderwijzer onderwijzer onderwijzer onderwijzer
Kruishoutem
1an van Beneden Pierre Jean Van de Moortel
Wannegem
Charles Tsjoen
Nokere
Eugene T'Soen
40
30
30 22 45 36 22
16 16 35 14 18
7,61
{ ~~~~
i~dens
wmtertijd
IX7
111. BIJLAGEN
Bijlage I: Waarom de Franse Republiek zich om het onderwijs bekommerde? Op 25 vend.6°j. der fransche Republiek "een en ondeelbaar" 16-10-1797 publiceerde de administratie van het van het departement van de Schelde een soort van "regeringsverklaring" aan de leden van het "uytwerkende Directorie", Het gebeurde tweetalig (samen 7 blz) en was ondertekend door Meyer, president, Hopsomere, Vander Hecrcn, Trois-oeu fs. Forcade, tïls aîné als administrateurs en door Du Bosch, «commissaris van d' uytwerkende Magt »en Emmanuel Piers, secretaris en chef. Dat « uytwerkend Directoirie » heette in het Frans « Directoire exécutif ». Men richtte zich tot de «Burgers Directeurs » (Citoyens Directeurs). Dit "Adresse des administrateurs du Departement de I'Escaut'' was gericht aan het Directoire exécutif en gedrukt te Gend bij A.B. Steven, "imprimeur du Departement" op de Korenmarkt-Marché aux Grains. Inzake Onderwijs stond er (we citeren de Nederlandse versie) (pg.7): ''De publieke onderwijzinge in dit Departement is nauwelijks afgeschetst, alwaer de primaire scholen nog niet georganiseert zijn, zullen ze onze aendagt opwekken. Om te meer bestendigheyd aan de republikansche instituten te geven, moet de jongheyd republikaensch zijn, met een woord, wij zullen niets verwaerloozen om de bewegingen in te printen en het leven weder te geven aan alle de takken der administratie die ons toevertrouwd zijn" en de tekst van het adres eindigt met "Heyl en Agting" We lezen er ook - De Uywijkelingen en wederspannige Priesters, en al wie de publieke ruste stooren, zullen bij ons noch onderstand noch bescherming vinden. Alle omzichtigheyd ten opzigt der samenzweerders is een midsaed tegen de algemeyne zekerheid. (d.i. veiligheid). - De koopers der nationaele Domeynen zullen beschermd worden. Wij zullen alle hinderpacten uyt den weg ruymen door de welke men hun het gebruyck van diere zoude beletten". - Van corruptie is er geen sprake in deze tekst.
188
I
·-
ADRESSE DES
AD~1I~1STRA TEURS ~
I
DU
DÉPAR TEMENT DE VESCAUT, AU
DIRECTOIRE
\
EXÉCUTIF.
·l
i
~ .j
.'
A
GA N D,
Chez A. B. STÉVEN, lmprimeur du Départe• weut, Marc hé aux. Grains.
} 1 --;1
189
Bijlage 2: Een petitie te Deinze (±anno IH02) Voor mij ligt hier een tekst met vele handtekeningen. De bovenste rand van het handgeschreven document is uitgerafeld (hebben de muizen aan geknabbeld?) zodat de datum weg is (opgegeten is?). De tekst is wel op oflicieel papier geschreven, dwz gestempeld met ingedrukte zegel van de "Rep. Fra" met een marianne (avant la lettre'?), een Athena-tïguur, met in de ene hand een toorts met vuur, in de andere een soort tang. In de stempel staat ook de prijs van zo een blad (belasting dus, voorloper van de fiscale zegel): 75 een. 75 centiemen was bijna het dagloon van I 0 à 12 uur werk van een ambachtsman 111 1800. De tekst luidt als volgt:
Aen den Uurger Meyer ende memhers van den Communaelen Raed der Commune van Deynse
Al-;.oo het ter onzer kennisse gekommen is dat de me,vers benevens de communale meden door het gmn•emement gemagtigt ende helast sijn te morzien in de behoorlijke woonst van hunnen primairen schoolmeeste1; ende dat door het bijp/aetsen van den heer Pastor in het Pastoreet huys onzen promairen schoolmeester Jen Burger P Vcm Winnendaele door een verspreyt gerucht, niet alleen zonder mordeeligge maer zonder schoonstede ... te zijn. Wij vinden ons dan in het cas aen u/ onze vetoonige te doen opdat het U.L. soude believen maetregels te nemen ende werckste/lig te maeken al hetgene de wette in u/ mogt heeft gesteld om hem eene hehoorlijke plaetsinge te hezOJ:f?en, het sy om van den Prefect te verkrijgen een deel der eydele plaetse van het hospitael wm alhie1; l~{te al hetgene in u I wijsheyd tot dies kan hestaan op dat d'onderwijzinge der kinders door hem onophoudelijk mag voorgaan. Het zal U L kennelijk zijn Jat omtrent twee jaeren den Bw:r.:er P Van Winnendaele alhier door het magistraat als gezwornen en gepassioneerden schoolmeester wierd geadmitteerd onze stats jongheyd verlewten was door den gepensioneerden schoolmeester Delvigne daer naer door ses a zeven aen den horger Van Winnendaele alleen heeji de kinderen van onze stadt sedert zeven en twintig jaeren bij gebleven ende geleert voor eenen modiquene prijs ende de gene die nietseer bemiddelt waeren en niet en betaelden hebhen wij nooyt gehoord dat hij daer over ynzande heeft gemalesteert ofte gepraemt. (Hier moeten we de bladzijde omkeren waarvan de bovenste rand beknabbeld is en de eerste regels dus ontbreken)
190
l-191
..... is aan hem alsoo U Look over ... Alle onze jongheyd de goede geleertheyd en.fi"cmsche taele \'erschuldig is mn gelUk zUn en verschUdene gemeene kinderen door hem geleerd tol hoge plaetsen in het stads bestier en koophandel gekomen alle welke in aandagt believe te nemen. fleyl en Respect En dan volgen de handtekeningen; we citeren ze zoals we ze konden ontcijferen (velen schreven gewoon en vrij goed leeshaar hun naam voluit): Le Brigcr command de la Brigade de Deynse: Cochon Paul Prevol (Commandant van de rijkswacht, een Fransman met wel een rare naam) Francies de Koster J. Emanuel de Cock Francisca Coppens Wed. Van Engel Beslus Vanooteghem Alhert Kiersoulek Joannes Baptiste Adams Cagnus Bonoit J.G. De Meyer Peeter Lamhrecht Barhara Morel J.G.Duchene We Servas rysseghem Dolphijn J .J. Van risseghem Ludovicus Dhont Jacobus Mi1mens Sernardus Clappaert Louis Burvenich Louis De Laet Eugnia van Reehem Pieternelle Impens, huysvrouw van Jan Dont D.J. Clement Philippus Jacobus Piqué
192
tekenden met x "merk van": J. De Doncker JB De Smedt Joarmes Grauwels C .J. Van Landeghem Romanus Aickse Lo Van Damme J. Dhont B Van den Daele Baptist de langhe J. Cras We Pieter Versele Josephus Van Gansbeke Bernaerdus Boone Delphine Vander Meeren De Booser Alf Vanderstraeten Jan Frans Tessely Petrus De Backer P.J. Van Compenolle Christiaen De Clerq P.J. Beernaert B. Van Acker Joseph De Seyn Ange Joossens B. Vandenburgh Petrus De Wagenacre P.J. Mabbe Pieter Ludovicus Lagrange L. Van der Veken Joannes Intbroucht Philippus De Coster F. Vermeere EB callier L Verpoest Francis Neirynck Hannequaert Van Hove Lefevre A Van Haute M canspost huysvrouwe van F.L. Mahier Minnens De fehure
193
J.B. de Sweemer P.L. Damme Louis Lammens C.J. Delernix J. Begyn P.C. Damman Yannecke Livinus Jooris J .F De Coninck Frans Auwenrogghe Jommes Baptista Jonris Evarist Beek
tekenden op de derde bladzijde met het teken X De Kercq Max Delval Pierre De Meyer Joos Boekhaert
De datering anno 1802 blijkt uit het feit dat de pastoor zijn woning weer mocht betrekken. PYW, zegt de tekst, gaf 27 jaar les te Deinze; dus 1775+27 = 1802, toen Napoleon met de paus een concordaat had getekend ( 180 I)
194
Bijlage 3: Conscriptie IHOS Ik las in het "memoire présenté par Ie préfet du département de l'Ecaut au conseil général du département. dans sa session de l'an XIII". Dat is een gedrukte publicatie van 26 bladzijden, groot formaat (~~x~8). gedrukt te Gent bij "A.B. Steven, lmprimeur de la Prefecture, Marché aux Grains". Zes bladzijden handelen over belastingen. Dan komen allerlei bestuursproblemen te sprake. Een bladzijde handelt over de conscriptie: La conscription militaire. Een terrein dat de bijzondere aandacht van de prefect heeft. Hij wil namelijk misbruiken beletten. Strenge toepassing is een noodzaak voor het heil van de staat (Ie salut de I' état). Hij vindt het contingent soldaten dat het departement moet leveren niet overdreven. Een lichting (jaargang) in dit departement telt 4500 à 4800 jonge mannen. Daaruit moest het departement in het jaar 12 er 575 als soldaat leveren. Dat is I soldaat op 8 jonge mannen. Bij de loting wordt de verhouding zwaarder, omdat diegenen die niet in aanmerking komen, al uit de lijst geschrapt zijn nml diegenen die wegens een gebrek of om te slechte gezondheid niet in staat zijn de inspanningen voor oorlogsvoering te leveren. Bij de loting wordt de verhouding daardoor I op 6. Maar er is het probleem van desertie, waardoor aanvulling nodig is. Om 500 conscrits onder de wapens te hebben moet men 1200 tot 1500 man opeisen. Daardoor worden zoveel meer gezinnen getroffen door de lafheid van de deserteur die door een verkeerd begrepen medelijden asiel vindt. Dit jaar 13 moet het Scheldedepartement 575 man leveren. Volgend jaar 512. Gij krijgt dus "toutes sortes de satisfactions que vous désirerez »van de regering. Aldus Faipoult, de prefekt van het scheldedepartement. Faipoult is natuurlijk voor de bestendige groei van het contingent te leveren soldaten niet persoonlijk verantwoordelijk. Het cijfer te leveren soldaten werd in Parijs bepaald en groeide jaar na jaar "pour combler les vides". Het aantal deserteurs verminderde omdat de jacht op hen strenger werd, o.a. door de nieuw opgerichte gendarmerie, door de beloning (25fr) voor wie een deserteur verklikte, door de sancties tegen de ouders (soort "Sippenhaft") of door een dragonade (= soldaten verplicht te onderhouden in logies) (25fr was dat veel? Een vakarbeider verdiende toen voor een dag werk van I 0 à 12 uur werken één frank. 25fr. was dus een maandloon). Dat "memoire" was de tekst van de toespraak van de prefekt ( = gouverneur) van het departement(= provincie). Sedert 1802 was dat in het scheldedepartement chevalier Faipoult de Maisoncel Ie, lid van het legion d' 1-lonneur. In 1808 (3nov) werd hij vervangen de Houdetot. In zijn "memoire statistique", te Parijs uitgegeven in het jaar XIII( 1805), gedrukt door de Imprimerie Statistique, gaf Faipoult op dat zijn departement de I'Escaut 3.643 man onder de wapens had (cf. Uitgave I{)()() Paul Dcprez als verhandeling X van de Maatschappij voor Geschiedenis en Oudheidkunde van Gent). Die vereniging stond toen onder het voorzitterschap van Prof Dr. Hist. Hans Van Wcrveke, de man van wie mijn generatic aan de RU Gent geschiedenis van België kreeg. Hij was ook voorzitter van het Willemsfonds. Raoul Van Caeneghem was toen secretaris penningmeester en is nu
195
voorzitter van dat historisch genootschap). In dit memoire, voorgelegd in zitting van het jaar 13, wordt wel over opleiding van de Oftïciers de santé gesproken en worden de vroedvrouwen even vermeld. Over onderwijs wordt in die 26 bladzijden overzicht niets vermeld. Merkwaardig is wel de nota over de conscriptie die "Le conseil General du departemend de I' Escaut" toevoegde aan het jaarverslag aan de "Ministre de I' Interieur de la Rep Franse" in mei 1803. Helemaal op het einde van 17 bladzijden groot formaat en heel dicht beschreven, staat onder de hoofding Conscription: "IJ parait qu'il n'y a qu'un voeu danstoute la France. C'est de l'abolir et de permettre a chaque commune de fournir son contingent en homme à la maniere que Ie conseil municipale trouvera bon. » Ondertekend door 16 leden van die algemene raad.
NB -
575 soldaten is I op 8 =dus op 4600 jonge mannen in de jaargang. 575 soldaten is I op 6 = dus3450 jonge mannen op de conscriptielijsten dan zijn er al I 150 jonge mannen niet voor de conscriptie genoteerd wegens gebrekkigheid en ziekte.
Het was dus uit de 3450 man dat geloot werd Bij diegenen die er zich ingeloot hebben zullen er dan nog enkelen uitvallen à defaut de taille" (omdat ze te klein zijn d.w.z. minder dan 1.54m), en anderen omdat ze al een broer in dienst hebben, wat moest bewezen worden door het voorleggen van een bewijs van dienstneming afgeleverd door zijn eenheid, of door een brief met afstempeling. Wat de gestalte der lotelingen betreft: in Deinze (een hele lichting gemeten) was dat I ,602m. (cf. Lokerse archivaris Verstegen telde voor Lokeren 1,604m). (défaut de taille werd later 1,52 men nadien zelfs I ,48 m) Die vervanging gebeurde door de eersten die volgden op de ingelotenen. VB. Deinze moest 50 soldaten leveren; dus loten I tot 50 moesten soldaat werden+ loten 51 e.v. kwamen in aanmerking om de kleintjes en de door broederdienst vrijgestelden te vervangen (ook om de deserteurs te vervangen). De steden en gemeenten gaven geld uit om de jonge mannen te leren lezen en schrijven en rekenen; die steden en gemeenten gaven nadien geld uit om die jongens naar het front te sturen. Alleen de goed gegroeide en gezonden moesten soldaat worden. De misvormden, gebrekkigen en zieken werden ontzien en van legerdienst vrijgesteld . Zo was het ook in WO I en WO II: alleen flinke en gezonde mannen mochten gaan sneuvelen. Tot heil van het vaderland.
196
Bijlage .t: En schooladvertentie anno 1811 Reclame in 1811 Pierre Jean Coppens nam in 1810 de school van Hans te Deinze over en deelde dat mee in de Gazette de Gand van 3 januari 1811 met de volgende tekst die m.i. heel wat beter liep dan de teksten van Pieter Van Wijnendaele, een generatie vroeger te Deinze. Pensionnat de Deynze P.J. coppens, ancien directeur de pensionnatfrançais à Lovendegem près de Cand. a l'honneur
de prevenir Ie pubtic qu 'i! s 'est étah!i Ie 20 octohre 18/0 en la vi!le de Deynze en remplaçant du sieur Hans, qui a quitté son étahlissement. Pénétré de cette incontestahle vérité qu 'au degrée de civilisation et de lwnières oul'on est arrivé de nosjours, i/n'est plus pennis à persmme de ne pas savoir lire, écrire et ca/cu/er, d'ignorer la grammaire de cette belle langue d'un grand peuple qu'on parle aujourd'hui dans /'Europe entière et de ne savoir pas s 'y exprimer convenah/ement et par écrit ; Ie dit Coppens se dévouera entièrement à f'instruction de !'e1~{ance et de la jeunesse cm~fiée a ses soins pour lui inculper ses connaissances premieres qui cmuluisent à tout ce donton a hesoin dans la société. Les languesfrançais et latine enseignées d'après les principes et la méthode des plus eélèbres grammaticiens. Le stylefrançais si précieuse et souvent si néglice, suivant les meilleures trai/es sur !'art de s'énoncer par écrit avec foute la clartél a netteté et la précison possih!e développé par la lectw-e expliquee des ouvrages des meilleures ecrivains francais, et par un exercise frequellf, varié et particulierement appliqué au style epistafaire genre de rédaction devenu aussi necessaire que I' organe de la parole. L' arithmetique dans ses é/éments et son application au commerce et à tous les usages joumatiersou effe est d'une necesité continue/Ie et indispensahle. Le calcut decimale et les systemes metriqeu et monetaire qui /'ont pour base; La helle écriture, sous tout es ses formes, si utile aux jeunes gens destinés au commerce; La tenue des livres /Jes leçons speciales et journalières sur la doctrine et morales chretienne Voilà les principaux object.\' qui forment Ie cours d'instructions audit pensionnat Secondé par deux sous-maÎtres lwhi/es Ie directeur ose esperer qu 'i/ atteindra Ie hut qu 'i/ se propose ce/ui de donner à /'education de ses élèves les soins les plus assidus, et d'y employer les e.ff"orts les plus constances.
197
Placés sous une suneillance exacte et continuelle ils trotn•eront à la tahle même du directeur une nourriture .wine, \'{[riée et abondante. Lepris m11wel pour les pensionnaires est de 261 francs 22 centimes (24 livres de gros argent courante de Brahant) payahle par quarts et d'avance. Les personnes qui désirent êrre Ïl!f(mnées des au tres conditions, sont priées de s 'adresser chez Ie dit Coppens au ei-del'lmt couvent de J)eynz.e ou par lettres aftiYmchis. Mériter et ohtenir la hienveillance et les st~ffrages des parents, en just(fïant leur cm!fiance, c 'est fout son amhirion. comme cesera sa principale recompense.
-
Ik heb de tekst letterlijk overgenomen en verbaasde me over enkele termen als bvb: " tenue des livres" waar hoekhouden = comptahilité werd bedoeld. 261.22 fr. kostschoolgeld. Hans begon met 400 fr en verminderde naar 300 fr in de loop van het jaar. Coppens' school was nog in het vroegere Blasiushospitaal. Is François Dominique Hans verwant met de latere Abraham Hans, de verteller van wie we in de jaren llJ30 wekelijks een boekje kochten tegen 0,60 fr., terwijl ook voor vrouwen Hans verhalen schreef in een andere verhalenreeks. De kinderreeks (ons Hansken) begon in 1922; en dat hield hij vol tot zijn overlijden in 1939. Toen waren er 781 Hanskens verschenen. Zijn zoon Willem zette de reeks verder tot 1955. (cf Oostvlaams literair lexicon uitgave Kultureel Jaarboek Provincie Oost- Vlaanderen 1981) Abraham Hans leefde 1882-1939. Fr. Dom Hans verliet Deinze voor een school in Wakken. Hij kwam naar Deinze van een school in Gent-Rooygem.
In het Joumal du Departement de I'Escaut van 27110 en van 611 I 1812 staat te lezen: De ex-religieuzen van het klooster te Deinze volherden in de zelve woonplaatse als voren, met den zeiven iever en met de zelve goede uytvallen, de opvoedinge der jongvrouwen die hun toe\'ertrouwd zijn. etc (opsomming van de vakken). De prijs was bij de zusters (in het gewezen kasteel van Deinze= postgebouw Tolpoortstraat) 20 ponden groot of 218fr voor meisjes (juffrouwen genoemd in de tekst) beneden 12 jaar, en 24pond groot cou of 261 voor wie ouder was dan 12 jaar. Voor de internen bezorgde de school alleen de bedstoel en de strozak. De rest van beddegoed moest meegebracht worden. Het eten was voor de interne leerlingen hetzelfde als voor de meesteressen. Men aanvaardde ook "juffrouwen in de halve tafel" en maakte van de gelegenheid ook gebruik om een "sous-maître" te vragen voor een vacante betrekking. Zich wenden tot Antoinette Sierens.
198
De kostschool In de teksten over scholen in de jaren 1800 en 1900 ontmoet men die term vaak. Dat was dan een school waarvoor moest betaald worden door de ouders. De kinderen konden er intern (inwonend) of extern zijn (op school komen maar thuis wonend). Zulke scholen hadden de zes leerjaren Lager Onderwijs, maar ook nog een zevende, zelfs een achtste klas. Daarin leerden ze dan meer Frans en dat was nodig. In het middelbaar Onderwijs zowel vrij als rijksonderwijs- was het onderwijs in het Frans. Vlaamse onderwijzers L.O kenden slecht Frans. In het 7de en gste jaar leerden de kinderen Frans om in de colleges te kunnen volgen. Soms begon men in de laatste klas ook al wat Latijn te leren. Er waren nogal wat colleges zowel van paters (vb. Jezuïeten) als bisschoppelijke, waar priesters (pas gepromoveerd) les gaven. In de colleges gaven die Vlaamse paters en priesters les in het Frans. Ze hadden ook hun opleiding in het Frans gekregen met verbod "vloms" te spreken. In heel wat kostscholen werd ook Frans gesproken. Het fameuze "signe" = signum is er lang een overblijfsel van gebleven ... tot 1940, en in meisjes-kostscholen nog veel langer. Ikzelf heb dat signe-systeem nog gekend in mijn L.O 1932-1938. In het atheneum bestond dat niet meer. Maar vele athenea waren er niet. In St.-Niklaas kwam pas in 1940 de eerste retorica uit. Het college-toen aangevuld met Klein seminarie (zoals in Roeselare voor het bisdom W.Vl) voor O.Vl bestond al veel langer te St. Niklaas. Het atheneum te Deinze kende in 1950-1951 zijn eerste retorica. Het Sint-Hendrikscollege te Deinze had toen ook zijn eerste retorica.
199
Bijlage 5: PVW deed examen Het moet misgelopen zijn met PVW's school. Want op 28 prarial van het jaar zes(= 16-6-1798) schrijft hij een hrief naar de departementale administratie en noemt daarin zichzelf "ex-maître d' école à Deynze". Met die hrief vraagt hij "a être nommé instituteur de l'école primaire de son canton". Op 21 prairialjaar zes heeft hij zich aangeboden voor de onderwijsjury van het departement die namens de Ecole Centrale de cc departement moest oordelen over zijn "capacité et les yualités morales et civiques reyuises par la Loi. Die beoordeling werd ondertekend door L. Botte J. Leemput P. Fr. de goetin verhaeghe leden van de 2t.k jury openhaar onderwijs voor het examen van onderwijzer in de primaire scholen. PVW was toen 55 jaar oud en hield te Deinze een privé pensionaat. Hij bood zich aan voor de betrekking onderwijzer-lagere school te Deinze. De jury beoordeelde zijn "capicité" en zijn "yualités morales et civiques" gunstig, op die 21 ste prairial jaar zes. Zijn lagere stadsschool was hij sedert 1793 kwijt. Zijn pensionaat bestond nog (maar rendeerde weining). Hij was te Deinze adjoint municipal en trésorier (=ontvanger) en ook toezichter der stadswerken. Hij schreef toen ook een brief aan het stadbestuur om die onderwijzersrpost-openbaar-onderwijs te krijgen. Namens het stadsbestuur ondertekenden zijn kandidatuur gunstig: CL Gil1esquet, president, Vanhee, adjoint D'Havelooze, Van Damme, Van Eeckhoute, D.J. en Francis Van Laere, J. Pieter Biebuyck, Pypaert, Van Wassenhove, Beyens, Pr. J. Cannoot, Durant. PVW besloot zijn brieven met de slotformule "Salut et Respect" (zie de bijliggende kopie)
200
----.-~
201
'\
202
203
Bijlage 6: Van .Jozef 11 (1780) tot JefVan Risseghem
(tl96~)
Jozef 11 was de oudste van de 16 kinderen van keizerin Maria-Theresia. Hij bekommerde zich om de gezondheid en hygiëne van zijn onderdanen. Geneeskundige verzorging, opleiding van de geneesheren en van de vroedvrouwen, begonnen onder zijn bewind. Zijn moeder was erbij hetrokken met 16 bevallingen. Haar lijfarts, Gerard van Swieten ( 1700-1772), bekommerde zich om de ziekten van Maria-Theresia en van haar kinderen: pokken, nutzelen en andere infectieziekten. Hij bekommerde zich om de medische opleiding aan de universiteit te Wenen. Ook de opleiding van Jozef 11 behoorde tot zijn bevoegdheid- ook de bibliotheek van het keizerlijk hof. .lozefs opleiding draagt sporen van de medicus Van Swieten die in Leiden geboren werd en in Schönbrunn stierf. I lij was leerling van Boerhaave en zorgde ervoor dat Antoon de Haen ( 1703-1176) hem als lijl~trts en als organisator van de medische opleiding opvolgde in Wenen. Reeds in 1754 kwam de Haan, ook leerling van Boerhaave, op voorstel van Van Swietcn, van den Haag naar Wenen. Op 26 juni 178~ vaardigde Jozef 11 een edict uit dat begraven worden in en rond de kerk verbood omwille "der gezondheyt van onse onderdaenen" en om "generael infectie" te voorkomen. Het begraven in de kerk schijnt quasi onmiddellijk gestopt te zijn, het kerkhof buiten de stad leggen heeft langer geduurd (en is nu nog niet overal gebeurd). Hij wenste toen al verplicht onderwijs in te voeren en in elke gemeente een school. In Leiegouw all.l/2002 onderzocht Gerrit PieterVan Setsbrugge hoe er in Bellegem al of niet begraven werd in de kerk, in de J7de_Jgdeeeuw. Nog een onderwerp voor wie in Deinze op zoek is naar een onderwerp. (Over Jozef 11 en de afschaftïng van de kloosters cf GP Baert (KOK Jb 1965p 129 e.t.) Hij schafte de louter beschouwende orden af (ongeveer 700 kloosters) St.-Blasius te Deinze, met onderwijs en personenzorgen mocht dus blijven bestaan. Het verleggen van de kerkhoven was moeilijker; bevel op 26 juni 1784 bij Keizerlijke verordening. Uitvoering in Deinze: 1860; uitvoering in Petegem in 1902.En in de dorpen ... ? (De Franse bezetting herhaalde dat bevel) In de jaren 1790 waren er heel wat "Straatrelletjes en Krakeel" te Deinze (KOK Jb: 1965) waarbij PVW betrokken was, hetzij als getuige, hetzij als "heetgebakerde patriot" (in de tekst staat "heetgebakkerde"). 16 januari 1790 klaagde de keizersgezinde Dominicus Vanden Berghe PVW aan omdat die hem had bedreigd hem (Yanden Berghe) omver te schieten. Getuige was o.a. Servaes Van Risseghem. zoon van Francies, 39 jaar oud, vleeshouwer en cipier. Ook Servaes' echtgenote Theresia De Backer (dochter van Guillaume)was getuige. Deze Servaes/Servaas/ Servatius werd op 27-2-1760 geboren als zoon van Dominicus-Franciscus (1724-1794)
204
Dominicus Francies-> is ook de vader van Judocus, die vader werd van Jan Baptist, de vader van PieterSerafien, de vader van Karel Jozef die in 1933 burgemeester van Deinze werd, gekozen op de Katholieke lijst ( 1875-1964) Domin.Fr.-> Judocus Ant. ->Jan Bapt->Pieter Serafien->Karel Jozef (geen kinderen) (cf KOK Jh 1972 p 197). PVW zal zich wreken in de Franse tijd door Servaas het cipierschap te ontnemen en zelf cipier te worden daar de cipierage aansloot bij het Blasiushospitaal dat hij voor zijn school in beslag nam. (de cipirage was ingebouwd in het hospitaal) PVW stelde toen Hippoliet Houlanger als bewaker (onder PVW's toezicht) aan omdat die in PVW's ogen betrouwhaar was. Hippoliet Bmilanger ( 1771-1817) werd naderhand deurwaarder bij het pas-opgerichte vredegerecht te Deinze (cf K.O.K. Jb 1993 p. 197). De dochter Joanna Catherina Van Risseghem (dochter van Servaas) huwde Karel Lodewijk Gernaye (aktief in het Vlaamse Gezelschap) over wie KOK. Jb.l962. Karel Jozef- gezegd "Jef' - Van Risseghem was burgemeester van Deinze van 1934 tot 1944 en van 1952 tot 1964, in opvolging van de Katholieke Jan Lagrange (opvolger van de Vinktenaar Dr. Ed. Galens); Jef werd opgevolgd door Carlos Maere (en 1971 fusie: Van de Wiele tot 1980, Boerjan tot 2000 en Jacques De Ruyck sedert 2001.) (1944-1946 veel wijzigingen; 1946-1952 was JozefVerleye burgemeester) In 1952 stond Jef Van Risseghem de laatste op de CVP-lijst bij de gemeenteraadsverkiezingen. Hij sprong over de anderen naar het hernieuwde burgemeesterschap.
205
Bijlage 7: Het vredegerecht (te Deinze) Een onbekende bron voor familiekunde Het I ste geval werd behandeld op 27 germinal van het jaar 4 en het ging tussen Martin Velghe, chirurgien te St-Martens-Leerne en "cultivateur" Alex Voet van Deurle over de betaling van medische zorg en geneesmiddelen. En van nu voort vinden we heel veel namen Nr 2 Adriën Vlaeminck en François Pierre Verhelst, beiden van Bachte (over uitvoering van huwelijkscontract). Nr 3 Jeanne Van Wonterghem, echtgenote van Charles Dominique Van Wonterghem (van Gent) overlijden van Wwe Van Wonterghem te Deinze erfenisregeling) Nr 4 August Bonne van Zwijnaarde tegen Jozeph Raes "lahoureur" te Deurle (over koop/verkoop van een paard) Nr 5 Bernard de Coninck, zoon van Jean, winkelier in Zomergem en Martin Walgraeve "contrebaindier" te Zomergem tegen Jean de Coninck te Astene, hun vader en schoonvader, inzake erfenis van moeder. Nr 6 Jean Francnis Adams, tuinier te Tielt tegen Antoine Hervinck herhergier te Olsene (over de prijs van de huur) N. 7 Jacques Vander Meulen in Deinze tegen François Xaverius Calewaert van Deinze (over huur) Nr 8 Livin Meire "voiturier" te Deinze tegen Louis Coucke smid Nr 9 Be110it de Stoop "meunier" te Olsene tegen Joseph de Munster zoon van Pierre "meunier" te Petegem (over betaling) Nr I 0 Francois Wan te kuiper te Deinze tegen Augustin Bauters landbouwer te Petegem over onderhoudsgeld voor een kind De eerste vrederechter was J. Deprez ( 1819) zijn griffier was Ch. Reyniac; nadien werd Ch. Reyniac vrederechter ( 1824 nog 1832) De Smet was griffier (in 1832) (in 1840 nog) dan werd Dr. med. Bouvy ( 1840 nog 1851) vrederechter. In± 1840 was Tonneet hulpgriffier (alleszins in 1841 ), in 1851 was C.L. Filliers griffier- in 1857 nog steeds. Samenroeping van familieraad (samenstelling v. voogdijraad) aanstellen v. voogd - en eedaflegging v.d. voogd, aanstellen van experten en eedaflegging van schatters, waren taken van de vrederechter. Vrederechter Reyniac werd ook kantonaal inspecteur Lager Onderwijs in de Hollandse tijd. - eedaflegging bij aanstelling als veldwachter van Jean Van Parijs te Macheten op 12 juli 1815 - eedaflegging Francois VanhutTel te Vinkt veldwachter 16 juni 1813.
206
IY.
VOETNOTEN
(0)
Cobur~
en Napoleon Het vorstendommetje Coburg, werd bestuurd door hertog Franz vanSaksen-Coburg en nadien door diens oudste zoon Ernst. de broer van onze latere koning Leopold I. Het vorstendommetje was 55 km2 groot en had 57.266 inwoners. De hoofdstad was Coburg met 7.091 inwoners. Het hertogdom Coburg leverde 2800 soldaten voor Napoleons Grande Armee naar Rusland. Er kwamen er 55 terug naar huis. Militair gezien had Coburg een leger van amper 200 man. (cf. Goddyn de Koning te ryk p. I 5) Het was een van vele Duitse vorstendommetjes waarNapeleon mee speelde en dat moest aansluiten bij de Rijnbond. Leopold had een generaalsgraad in het Russische leger van de Tsaar. Leopolds zuster was gehuwd met Constantijn, de broer van de Tsaar. (cf. Deinzenarijen. Constantijn treinde door Deinze en het Deins stadsbestuur moest in het station de voorbijrijdende Constantijn begroeten door op het perron te staan) Stukje staamboom .Josius, veldmaarschalk Leopold I (I 790- I 865) J_
---7
Leopold I
zoon van Frans (I 750- I 806)
J_ hertog van Saksen - Coburg - Saalfeld x Sophia (I 760-1776) -1- xx Augusta (I 777- I 831) dochter v. graaf Hendrik XXIV van Reus- Ebersdorf zoon van Ernst-Frederik (I 724- I 800) hertog van Saksen - Coburg - Saalfeld I x Sophia Antonia ( 1724- I 802) dochter van Ferdinand Albrecht 11 l hertog van Brauschweich - Wolfenbuitel broer van Friedrick .losias (1737-1815) l Prins van Saksen Coburg Saalfeld, veldmaarschalk broer van Ernst I ( I n4- I 844) I hertog van Saksen - Coburg Saalfeld van Saksen - Coburg Gotha x Louise (I 800-183 I) dochter van hertog Augustus van Saksen - Gotha - Altenberg XX Maria (I 799- I 860) I dochter van hertog Alexander van Württemberg I zijn zoon Albcrt huwt zijn nicht Victoria in Groot-Brittannië I ---7 nog een broer Ferdinand (I 785- I 851) wiens zoon koning van Portugal wordt ---7 en 4 zusters waarvan Juliana ( 178 I- I 860) x Konstantijn (I 779- I 83 I) Russisch troonopvolger en grootvorst Victoria ( 1786- I 86 I) wier dochter Victoria koningin van Groot-Brittannië werd: 0 I 820 (I 838- I 901)
I
I
I I I
207
Victoria x hertog van Kent dochter Victoria x Albert van Saksen Coburg dochter van zuster van Leopold I x zoon van broer van Leopold I
P.S.: De grootvader van Lcopold I. Ernst Frederick. was de broer van Frans-Josias (I 697-1764)
72 jaar dienst' .Josias Cohurg kreeg in 1793 een Coburg-mars. gecomponeerd door Michael Haydn. de broer van Jozef Haydn. Josias was de broer van Leopold I 's grootvader. Deze militaire muzieknota doet onmiddellijk denken aan de populaire Radetzky-mars van vader Johan Straul3 die o.a. het T.V. nieuwjaarsconcert van Wenen enthoesiast beëindigt. De Cohurg-mars heb ik nog nooit gehoord (dus: op zoek ... en gevonden) De militaire loophaan van Cohurg was kort en eindigde niet glorieus. De militaire loopbaan van Radctsky was zeer lang en eindigde wel glorieus. ten minste toch in de visie van de Oostenrijkers - helemaal niet in de visie van NoordItalië(= Lombardije) en van Milaan. Als jonge. snaak werd hij als te zwak voor militaire dienst geweigerd. Maar hij kwam toch in het leger in 1784- maar op eigen kosten! Ge horen in 1766. was hij toen 18 jaar. Toen hij 82 was, was hij nog in het leger. In in 1813 was hij generaal in het Oostenrijks leger in de slag hij Leipzig. Hij stierf in 1858 na 72-jarige diensttijd ( 17X4-1856) en 2 jaar pensioen: 92 jaar oud ( 1766-1858) en reeds lang veldmaarschalk (Josias Co burg was dat ook) Wellicht de langste diensttijd? Hij was dus direct of indirect betrokken bij alle oorlogen tussen Oostenrijk en Frankrijk met Napoleon ( 1790-1815 Waterloo). Coburgs carrière eindigde in 1794 toen hij zich hier in de Oostenrijkse Nederlanden te vroeg en voorbarig (en onnodig) terugtrok in de slag bij Fleuris (26-6-1794) Van deze Josias hing in de tentoonstelling "Leopold I en zijn tijd" (van 25-1 1-1965 tot 15-1-1966) in het Koninklijk Paleis te Brussel een geschilderd portret (92 x 72 cm); naam van de schilder onbekend.
P.S.: De Coburger-mars In 1995 gaf de maatschappij Widder Mussik- Gema een bundeltje uit met drie casettes "Das Goldene Marsch-Musik - Festival", met 60 vooral Duitse stukken Marsmuziek waarbij "Der Co burger" (en Radetzky, en Prinz Eugen, en Fredricus Rex, en de Pappenheimermarsch). (I) A B.
208
Er was ook een Spaanse tak van de Habsburgers. In de Orde van het Gulden Vlies bestaat die tweedeling nog. In die Oostenrijkse tijd werden hier heel wat wegenwerken uitgevoerd in het hele land vb. de Coupure werd gegraven in Gent. om de Leie met de Brugse Vaart te verbinden. De weg Kortrijk-Gent werd aangelegd o.a. Machelen-Petegem werd gekalseid wat de oudere weg via de St.-Hubertusstraat zou vervangen. Vanaf de Knok werd de zandwegel naar Astene een kalseideweg, die van de Plaatse (Dorp) te Astene naar Deurle werd doorgetrokken, d.w.z. dat de Wallebekestraat (nu Emiel Clauslaan) werd verhard. Hoe die weg eruit zag, met bomen omzoomd, ziet met nog aan wat er van rest aan het stukje bewaarde. weg Wallebeke - Halifax, aan de grens Astene-Deurle. Door die nieuwe weg werd de weg over Bachte-Leerne-Drongen ontlast. (cf. G.P. Baert: de steenweg van Deinze op Kortrijk 1716-1719 - in KOK-Jb. 1951 p. 135-185)
(2)
Over het overlijden van Maria Theresia en van Karel van Lorreinen. beiden in 1780, in de visie van een Deinzenaar anno± 1850. leze men KGK-Jb. 2003 p. 481.
(3)
Over de jaren 1790 en de wijzigingen zie KOK 1986 p. 163 e.v. over de afzetting in 1792 van Burgemeester Claes, over het stadsbestuur in 1800- e.a.: Een en ander (p. 141-214). In 1796 schreef de minister van binnenlandse zaken (Ie ministre de I'interieur) dat "Les agents des communes rurales. qui ne savent pas la langue française sont incapbles de remplir leurs fonctions et doivent être remplacés". In 1796 werd de l\larseillaire als officieel Frans volkslied erkend. Woorden en muziek waren van de officier Rougel de l'lsle ( Lisle) die in garnizoen lag in Straatsburg toen hij op een nacht in I 792 het lied rnaakte (tekst en melodie). Het werd voor het eerst gezongen aan een banket bij de maire te Diekirch en kreeg toen de titel "Chant de guerre de I' Armée du Rhin" (het leger van Hoche waarin de I' lsle genie-officier was). Het kreeg de naam Marseillaire toen een legergroep van vooral vrijwilligers het in I 792 zong, almarsjerend van Marseille naar Parijs, en er oprukte naar de Tuileries (I 0 aug. 1792). Napoleon was er tegen omdat het te zeer- volgens hem - van Jacobijnse inspiratie was. Rouget de lïsle kreeg geen enkele gunst van Napoleon. Rouget de l'Isle (I 760- I 836) kreeg wel een pensioen van koning Louis-Philippe (dus na 1830). Deze LouisPhilippe werd in 1785 kolonel bij de dragonders en nam deel aan de slag bij Jernappes (6-1 1-1792) als luitenantgeneraal. Was koning van 1830-tot 1848 (0 1773) en werd schoonvader van Leopold I. (cf KOK-Jb. 1970 p. 84: Philippe Egalité).
(4)
Campo Formio, een verdrag tussen Oostenrijk en Frankrijk en het bevatte de overgave van België (toen de Oostenrijkse Nederlanden genoemd) en bevatte ook een geheime clausule waarbij de linkerrijnoever aan Frankrijk werd afgestaan. Over Deinze 1792 en de bestuurswijzigingen: KOK-Jb. 1970 p. 84.
(5)
In het klooster Blasius (in 1806 ontbonden) woonden in I 796 (volgens de volkstelling van het jaar 4 van de Franse Republiek) in de "Gendstraete": Caroline Den I>ooven, 64 jaar oud (dus geboren ca I 732), in Deinze sedert I 752 (dus ingetreden toen ze 20 jaar was); Marie Catherine Troys, 53 jaar (dus o 1743) - in Deinze sedert 1769 (ingetreden toen ze 25 jaar was), ze sterft in Oudenaarde in I 808; Augustine Sonncville, 49 jaar ( 0 1747) in Deinze sedert 1775 (ingetreden toen ze 28 jaar was), ze gaat in I 806 naar familie in Zwijnaarde en sterft er 1-6- I 829; Marie Thérèse van Ncvelc, 41 jaar ( 0 1755) in Deinze sedert 1779 (ingetreden toen ze 24 jaar was), 'I' 1-6-1832 (met testament); cf. KGK-Jh. 2004 p. 518 Barbe Van Oost, 30 jaar oud ( 0 1766) in Deinze sedert 1789 (ingetreden toen ze 23 jaar was), ze was van Zeveren - en werd "suf'; Antoinette Siercns, 30 jaar oud ( 0 I 766) in Deinze sedert 1789 (ingetreden toen ze 23 jaar was), 'I' I 7-7-1853. Er woonden in 17% zes religieuzen in Blasius. Als dienstmeid woonde er ook I lelene Lyhaert, 49 jaar en in Deinze wonend sedert 1774; Als knecht Charles llantpoortere, 40 jaar, in Deinze sedert 1794; Als pensionaire François Siercns, 22 jaar, in Deinze sedert 1975 (broer van Antoinette).
209
(6)
Over St.-Blasiushospitaal M. De Meulemeester: Geschiedenis der Maricolen. Brugge 1913 Cassiman in KOK-Jb. 1935 (p. 9) Cassinum in KOK-Jh. 1953-54 p. 67 e.v. Cloet in KGK.Jh. 2003 (met verwijzing naar Alhyn Van den Aheele) KOK Kont.hl.p. 163-249-669-687-1164 Stad Deinze: Monumenten. merkwaardige gebouwen en landschappen. red. M. Bombeke: St.-Biasiuskapel - zusters Maricolen. Over het onderwijs van toen leze men in "Het Bisdom Gent" (red. Coltin) de hoofdstukken over onderwijs in het Bisdom.
(7) A.
Dysenterie of rode loop(= besmettelijke darmontsteking; buikloop met bloedontlasting). Dr. med. Van KottL•rdam was geneesheer te Deinze van ca 1787 tot 1794. Hij werd 1759 te Antwerpen geboren en was 1784 in Leuven afgestudeerd. maar bleef aan de universiteit als wat we nu "Assistent" zouden noemen. Te Deinze maakte hij zich zo verdienstelijke in de bestrijding van de rode loop dat men hem naar Gent wou hebben. 1794-1795 vcrhuisde hij naar Gent. Men had hem toen al geconsulteerd om de epidemie ook te Gent te bestrijden. Hij schreef over die behandeling. In 1817 werd hij prof te Gent en was er de eerste rector van de RUG. Hij stierf in 1834 (cf. KOK-Jh. 1993 p. 144- cf KOK Kont.bl. llJ93 p. 1800); (cf. P. Huys KGK Jh. 2003 over medici te Deinze). In het Memoire Statistique van Faipault p. 87 staat hij vermeld omwille van zijn "collection d'insectes, tous indigènes" (uitgave 1805 over gegevens 1802).
B.
Over die vee-levering een atlïche met leveringscijfers per kanton. Over de familie Ottcvaere: KOK-Jb. 1970 p. 123 e.v. en KOK-Jb. 1994 p. 76 e.v. Matthys Ottevaere ( 0 Wakken 1726 - Deinze 1778) zoon van Andries, zelf zoon van Matthys huwelijk Ie x Gryspeert 2e xx Eug. Carotine Neyt Zoons: Frans Bernard (0 Deinze 1751) en Jan Baptist ( 0 Deinze 1756) e.a. uit Ie huwelijk Rijksarch. Kortrijk: O.S.A.K. nr 13-649 over een proces van de twee broers tegen Eug. Car. Neyt (stiefmoeder) over de nalatenschap van vader Matthias in 1778. (Ze had nog enkele processen lopend) (cf Tony Vanhee: Documentatiegids Kortrijksarchief). Vader Matthias was hertrouwd (waarschijnlijk met zijn dienstmeid) nadat Jeanna Theresia Gryspeirdt ( 1716-1759) in het kraambed stierf van Ferdiand-Frans. Hij hertrouwde pas in 1771 te Gent. Zijn nieuwe echtgenote was de zuster van de Astense pastoor Neyt en baarde nog twee zoons en een dochter. Bij de eerste echtgenote had hij drie zoons (een zoon Jan en een dochter Marianne-Rose waren als boreling van enkele dagen of weken gestorven). (cf Dr René De Clercq in KOK-Jb. 1994) De broers Ottevaere waren schatrijk. De twijfel over hun grootouders (KOK 1970 p. I 26) vervalt door de gegevens van dr. De Clercq die naar Wakken verwijst (in KOK 1994). Jan Baptist Ottevaere kocht klooster Blasius op 26-8- I 806 voor I 0.000 fr. Antoon Haegens kocht hof en boomgaard voor 4.000 fr. Ook de ex-nonnen kochten delen van de huizen op met de gelden die ze gekregen hadden bij hun uitzetting. Kan. Papeleu betaalde in I 8 I 6 16.000 fr. en toen bleek er nog een hypotheek op te berusten van I 0.000 fr. ten voordele van Ottevare sr (= Frans Bemard)
210
EERSTEN
...
ARTIKEL~
De Cantons van dit Departement l!Uucu ""vus.uv---- -- __ ... t.. •.,., :;_.",.,~,.. in de requificie, waer van gewaegt word , het getal Hoorn • beeften h1er onder uytgedrukt : Getal devr Ho.,01~1beesten te lev~:n.
CANTONS.
'--=mz
Gend Ronsse
.
QuarenlOnt
28 2.1
Audenaerde Nevele Deynse . 1\-laldeghem Capt·yke . fusenede . St. Gillis . Beveren . Haesrlonck St. Nicolaes Belcele Themst Lokeren Zele Hamme Overmeire Dendermonde Lebbcke.
Aclst . .
36
.
I I I
33
23 14 81 2.2
87 17
38 28 17 63
. . .
2
38 6
Getal der Hoom. . beesten te leveren.
CANTöNS.
Transport
Nü10ve Geecaet·tsbergen N ederboulaere . N ederbraekel Nederswalm Nazareth . Loochristi \Vaerschoot Eecloo Sleydinge . Evergem . Sa mergem Lede . . Wetteren. Herzele Sottegem . . Oosterzeele Hulst Axel Ysenclyk . Oostbourg Sluys • . • • •
t
871 St
z
So
3g
41 9~
120
11 10
18
26 17 95 22
72
.
.
4~
82
18 •
10
18 18 9
Sn II. De Administratien der gezeyde Cantons zullen àaer naer àe onder-: verdeyling doen in hunne refpeél:ive Communen in cvenredigheyd van het
geheel getal Hoorn-beeften die· ze beûtt~.
··- · -
- - --
·
Vee-leverinR per kanton 1796 211
Merkwaardig-anekdotisch: J.B. Ottevaere doet dienst als burgemeester inclusief ambtenaar van de burgerlijke stand vanaf 1800 (PV Winendaele had dat gedaan naast burgemeester Beyens in het begin van de Franse tijd) en noteerde of ondertekende heel wat akten. Maar de overlijdensakte van zijn vrouw was niet ingeschreven in 1797 en dat leverde moeilijkheden toen hij in 1816 wou hertrouwen want. .. zijn eerste echtgenote was dus administratief niet dood. Hij bracht toen vier getuigen mee om het overlijden van zijn eerste vrouw te bevestigen (cf KOK 1970 p. 128) Ottevaere werd (na voorlopige situaties) de eerste burgemeester na 1800. Jan Hapt. woonde in de Kerkstraat (nu Kortrijkst raat) zowat het 5e huis van de kerk St.-Mart. weg (dat was ongeveer waar Torck woonde?) Hij woonde sedert 1756 (geboorte) in Deinze. Hij woonde in dat huis met zijn vrouw Jeanne van Waes die 7 jaar ouder was dan hij. Zij woonde in Deinze sedert 1778 (huwelijk) Hij had 4 dochters Marie 0 1781 Jeanne 0 1783 Jul ia 0 1785 Regina o 1788 Twee zoontjes waren als baby gestorven. Zijn schoonzus woonde sedert 1786 mee in Marie Van Waes. (cf KOK-Jb. 1790 p. 123 e.v.) Over de Ottevaeres: zie ook Dr Rene De Clerc4 - de Ottevaeres als vrijmetselaars, KOK-Jb. 1994 p. 76 e.v. (8)
212
De weduwe Verschure was Marie Therese De Mulder. bakkerin, 70 jaar, in Deinze sedert 1754. Ze hield winkel samen met haar JO-jarige zoon. in Deinze geboren. en met haar 58-jarige stiefdochter die in 1738 in Deinze geboren werd. (soms Verschure. soms Verschuere) Over de familie Vandendaele. bakker. over zijn zoon Philippus Joannes de onderwijzer te Deinze die naar Moerbcke uitweek en over diens zoon Casimir, te Deinze geboren kunstschilder, zie verder en de bijdragen van dr Paul Huys. (KGK-Jb. 1999) Verschure en Vandendaele waren bakkers op de Markt. kant Leiebrug (Van Daele, Vanden Daele, de onderwijzer schreef de naam in één woord. - Jacobus Lammes was 32 j .. te Deinze geboren 1764, en was ook bakker, op de Graanmarkt, d.w.z. zowat halfweg de markt. - Joseph Minnens was ook bakker, 40 j. in 1756 te Deinze geboren, gehuwd met Elisabeth Maertens, 42 j., in Deinze sedert 1783. Ze hadden drie kinderen beneden 12 jaar (in 1796) en woonden Tusschenbruggen (nu Tol poortstraat). Emmanuel Vanderstraeten was bierbrouwer, 52 jaar in 1796 en in Deinze sedert 1769, gehuwd met Marie Therese Van de Stichele, ook 52 j. en ook in Deinze sedert I 769. Ze hadden een 2 zoons Emmanuel ( 0 1770) en Pi eter ( 0 1771 ) en nog 2 kinderen beneden 12 jaar. Pieter Versele was werkman 40 jaar (in 1796) in Deinze sedert 1762 en woonde op 't Schave. Hij had knechten Pieter 't Soens ( 19 j.) Pieter Molie (21 j.); dat waren wellicht de "consoorten". Livin De Meyere (26 j.; o 1770 in Deinze) woonde in de Ramstraet zijn "consoorten" zijn wellicht de buren of is het Francis De Meyere, 70 jaar, een buur van Livin beiden "ouvriers". Een voornaam-aanduiding ontbreekt en er zijn nog enkele - Judocus Penninck was 42 j., in Deinze geboren. Hij was "ouvrier". Hij had twee zoons die hem konden helpen trekken. Louis (0 1776) en Jan ( 0 1777). De echtgenote Penninck was Catharina Cockuoet ( 0 1754 ).
(9)
J.F. Yan Wontergem woonde wellicht in Nazareth over de Van Doornes-zie KOK-bijdrage over het Wezenhuis.
Owr de Caigny KOK-Jb. 1986 p. 206 e.v. en KOK-Jb. 1934 p. 60 Charles (p. 209) o 1758 te Deinze - vrederechter. ongehuwd -en zijn zuster Josephe ( 0 1760) woonden in 1796 aan de Beestenmarkt. Zij waren kinderen van Antoine. Hun jongste broer huwde in 1784 Ferdinand Heynderickx uit Astene. toen eigenaar van wat in Astene (via Gesquiere) eigendom van Emiel Claus werd, villa Zonneschijn. in 1886 (via notaris Dufaux van Deinze). Op 23-11-1795 ondertekende hij zijn laatste attest als stadsgriflier van Deinze. Uit een paspoort blijkt dat hij iets meer dan 6 voet lang was. dus zeker 1.85m lang. wanneer de gemiddelde gestalte van de Deinse soldaten 1.602 m was. Hoofdbaljuw \lartens was blijkens zijn paspoort 6 voet= 1.80 m. De zoon van apotheker Claus (burgemeester) was
1.72 m. In 1796 was de Caigny vrederechter te Deinze. Na hem was dat J. Deprez met Charles Reyniac als griffier. Reyniac werd ook vrederechter in 1824. Hil. De Smet was toen griffier (alleszins van 1832 tot 1840 ). In 1840 werd dr. med. Houvy vrederechter met C.L. Filliers als griftïer en zoon Tmmeel als hulpgriftïer. (10)
Over Hopsomer- KOK-Jh. 1993 p. 317 dr.ReneDe Clercq in KOK Kont.bl. jg. 1989 p. 1076-1049-1189-1043 jg. 1988. Maar hier is Hopsomer een Gentenaar, homme de lettres.
( 11)
Over Vanderheeren - KOK Kont.hl. jg. 1994 p. 1951.
( 12)
We zagen een lijst van Elèves envoyés par la cidevant Administration de la tlandre Orientale à l'Ecole Normale de Paris (voornamen ontbreken): uit Gent: Goemaere, De Roeck, Van Loo, Perier, Bogaert. Robyn uit Waarschoot Catteen uit Wakken: Roelandts uit Deinze: D'huyvetter uit Maldegem: Haelewyk uit Beveren pays de Waes: De Kever uit Ruppelmonde (sic.): Montoisy CBogaerte. Roelandtsen Montoisy waren nog niet in orde met hun papieren) er stonden ook drie Bruggelingen op die lijst: Colens. Bruynooghe en Van Hecke.
( 13)
In Bevolking~rigister 1796 (uitg. VVF-Deinze Guido Demuyck) staat als nr 1500 een Const<mtin IYhuyvetter. 30 jaar fin 1796) als "Marchand", wonend Tusschenbruggen, ± 3e huis (van welke kant begonnen?) en daar woonde wellicht ook de toen 23-jarige Marie Judoca Bichuyck als "servante" ('!). Hij woonde dan naast schoenmaker Louis Huys (x Jeancue Verstraete) (cf Paul lluys in zijn familiegeschiedenis p. 135 en p. 147-149 e.v.) I~ deze Con~;tantin de jonge man die 17<J5 naar Parijs trok? (men moest ten minste 21 jaar oud voor die Ecole Normale de Paris).
( 14)
Over de familie Beyens: cf.ReneDe Clercq in KOK-.Ib. I <)<)2 p. 235 e.v. De rol van die familie loopt vcrder tot minister naast koning Albert I tijdens WO I en baron Beyens.
213
( 15)
Het gotisch schrift bezorgde de leerlingen achterstand en was te moeilijk- volgens de prefekt. In Duitsland werd het in lopend schrift en in druk verboden in 1945. Toen ik, tijdens de WO 11 Duits begon te leren in het Atheneum te St.Niklaas moesten we ons Duits huiswerk in het Gotisch schrift schrijven (vanaf de 4e Grieks-Latijnse). Ons Grieks huiswerk natuurlijk in het Grieks schrift.
( 16)
Hij moest de correspondentie van de maire bijhouden. Daarvoor moest men hem een geschikt lokaal ter beschikking stellen of moest men een bedrag toekennen dat hij een lokaal kon huren. De schoolmeester was de uitverkozen man voor zo een joh. o.a. omdat schoolmeesters konden "opstellen" en een verzorgd schrift hadden aangezien ze anderen moesten leren schrijven. Van de "opstelkunst" geven we in ont.e tekst wel een paar voorbeelden.
( 17)
Burgemeester in Petegem was toen Van de Keere. Hij vond dat de gemeente geen school moest oprichten want er was school te Deinze en er was een particuliere school in Petegem: die van koster Pierre Charles Provost (43 jaar oud in I X09).
(I X)
Frans Lodewijk Norhert llenckel werd geboren te Veurne in 1753. was priester en professor van de kathedraalschool te Brugge. stierf te Brugge in I X53. (cf Biekorf 1981 p. 373- zie ook K.O.K. Kont. bi. 1984 p. 358 en ook 1987 p. 745 en ook KOK Jh 1986 p. 161)
( 19)
Fnmcois Dmninique Hans had een kostschool in 1786 in leper, in 1788 in Gistel en in de Franse tijd weer in leper; in 1808 in Rooigem/Gent in 1809 in Deinze. in 1811 in Wakken. Deinze beloofde Hans en subsidie voor I 00 fr. per jaar. Maar Hans antwoordde dat hij tegen die prijs geen geschikte ruimte te huur vond. Dan verhoogde de stad het aanbod tot 300 fr. Ging ook niet volgens Hans. Dan werd het stedelijk aanbod 500 fr. Daarmee kon Hans het wel redden. Dacht hij toch. Over Henckel als purist: zie dr Jozef Smeyers: Vlaams Taal en Volksbewustzijn in het Zuid-Nederlands Geestesleven van de 18e eeuw (uitg. Kon. Vl. Alad. v. Taalkunde - 1959 p. 390). cf Biekorf 1981 p. 373 ). Zie ook KOK kont. bi. 1984 p. 358 en 1987 p. 745 en KOK-Jb. 1986 p. 161. Over het geld van toen zie Paul Huys KOK Kont. bi. 1987 p. 745: I pond groot Brabants courant = I 0,88 Fr.fr.
(20)
Maar in het najaar 1810 verliet Hans Deinze en werd Coppens directeur. Die moest een aankondiging in de kranten publiceren. om een leraar te vinden, om een leraar, die toegezegd had maar niet kwam opdagen, te vervangen. Die gevraagde leraar moest lesgeven in de vakken die Hans aan Henckel had toegezegd: d.w.z. Henckel kwam niet opdagen. De kostschool vlotte niet. Hans vroeg 400 fr. internaatskosten. Na een tijdje (in maart 181 0) deelde hij mee dat hij erin geslaagd was de kosten tot 300 fr. per jaar terug te brengen. Coppens had een hulponderwijzer N. D'Hoore. Coppens vroeg 261 fr. internaatskasten en 24 fr.voor externen. Uit de stadsrekeningen blijkt dat hij in 1813 nog 500 fr.ontving (500 fr.aan den lageren onderwijzer Coppens). Coppens werd geboren in I 780. Hij had vier kinderen. Als hulponderwijzer had hij François Knockaert ( 0 I 780) en François Sierens ( 0 1773 ). Hij had 12 interne en 45 externe leerlingen in november I 8 I I.' Zittingsverslag van I Frimaire jaar 7 (= 22- I 1- I 798) van de gemeenteraad te Petegem:
L'administration communale reçoit en seance Ie ectoyen Jean Van de Keere, habitant de Deynse, qui exhibaut la cammission de notaire que l'administration centrale lui a delivrée en vertu de son arrêté du 26 Brumaire
214
An 7 a prêté Ie serment de haine à la Roiauté voulu par les lois, et l'administration ordonne que la dite commisson soit enregistrée au registre des commissions. Deze Jean \'an de Keere was de zoon van Albert Van de Keere, gewezen procureur, geboren 1736, in Deinze sedert 1758. gehuwd met Jeanne Catharinne D' Hont (vier jaar ouder). Albert Van de Keere had twee zoons Jean ( 0 1762 te Deinze) en Bernard ( 0 1768). Ze woonden in het eerste huis van Tusschenbruggen (wat nu Yvelinck is?) Over deze familie cf. KOK-Jb. 1985 p. 62 en p. 64. PVW- Pieter Yan Wynendaele = Pierre van Winnendaele was 66 j. oud toen hij stierf op 17-3-1806 om 5 u 's morgens en woonde toen in de Rue du couvent. huis 220 (de nummering liep de hele stad door: de huisnummering i.p.v. huisnaam begon in de Franse tijd - pas na 1856 nummerde men per straat). (Rue du Couvent = Kloosterstraat. nu Kaaistraat) Zijn weduwe was Barbe Deweweire. In het zittingsverslag van de gemeenteraad op 21 pluvral jaar I I (I 0-2-1803) staat te lezen: Le conseil communal a invité Ie dit citoyen Van Winnendaele à se presenter en leur séance et lui ont signifié
par l'organe de leur president de rendre libre la maison qu 'i! occupe au ferme assigné par la loi et sur la considération qu'il conste (?)par la commission du dit instituteur qu 'i! est commissionsé par la cidevant administration central du departement de l'Escallf pour tout le canton de Deynse. (cf. Beraadslagingen jaar VIII heet 1824- stadsachief te Deinze) Over pastoor Laridon ( 0 1753-t 1825) leze men Hugo Vanden Abeele in KOK-Jb. nr I van 1934: "De bewogen levensdagen van Pastoor Laridon". Dit is de Francois Sierens die 1795 huurde in Blasius en nadien deurwaarder werd (stief in 1829). broer van ex-Blasius non Antonia I Antoinette I Isabel Ie Sicrens ( 1763-1853 ). Frans Ladewijk Hem~kel ( 0 Veurne 1753 - Brugge 1835) priester gaf er les (Latijn Godsdienst e.a. talen) en de directeur vond het nuttig dat mee te delen. In 1815 gaf hij te Gent een "Nieuwe Vlaemsche Spraekkunst" uit.
215
De bruggen over de Leie te Sint-Martens-Leerne op de provinciale weg Hansbeke-Nazareth
door Romaio DE BOUVER
DE HOUTEN OPHAALBRUG TE SINT-MARTENS-LEERNE
De voorgeschiedenis Sinds 1825 kon men tussen Gent en Deinze alleen te Drongen de Leie oversteken via een vaste tolbrug. Wie van die brug gebruik maakte diende toch nog een grote omweg over Gent te maken wilde hij of zij de baan Gent-Kortrijk bereiken.! Drongenbrug verzekerde wel een goede verbinding met Gent maar gaf geen rechtstreekse aansluiting met de gemeenten die aan de rechteroever van de Leie gelegen waren (Afsnee. Latem. Deurle). Te Baarle-Drongen bestaat sinds mensenheugenis een openbaar veer dat verbinding geeft met SintMartens-Latem2. Te Sint-Martens-Leerne bestond er in de Ponten/wek al even lang een publieke overzet. Dat veer was te bereiken langs de Pollfstraat, een smalle rijksweg die in het verlengde van de Damstraat (de weg naar Nevele) lag. Aan het einde liep deze weg een stukje over het grondgebied van Bachte-MariaLeerne. Hij sloot over de Leie aan met de weg naar Deurle-Nazareth. Die wegen bestaan nu nog 3 . Baarle en Sint-Martens-Leerne waren toen de twee otliciële oversteekplaatsen tussen Gent en Deinze. Daarnaast bestonden op veel andere plaatsen particuliere overzetten. Boeren die hun vee aan de andere oever van de Leielieten grazen of daar landerijen hadden, beschikten over een veerpont. Herbergiers die een particuliere overzet uitbaatten en daarvoor een vergunning hadden, vonden daarin een tweede bron van inkomsten. De plattelandsbewoners maakten daar geregeld gebruik van om zich b.v. van en naar het werk, naar de markt of naar het centrum van de gemeente te begeven. De Pontstraat te Astene en te Deurleen de namen van enkele herbergen herinneren daar nog aan. Schilder Emile Claus die te Astene aan de Leie woonde gebruikte regelmatig de pont van landbouwer Schauhroeck als hij in de Ooidonkse Leiemeersen zijn kleurrijke taferelen ging borstelen. In het jaarboek KOK XLV-I 978 leverde Urhain Van Den Heede een korte bijdrage over "De eerste brug over de Leie tussen Gent en Deinze". Zijn titel is ietwat misleidend want hij besprak daarin de houten ophaalbrug te Sint-Martens-Leerne die strikt genomen niet de eerste brug over de Leie was tussen Deinze en Gent aangezien de brug van Drongen er al een kwarteeuw eerder lag. De provinciale baan Nevelc-Sint-Martens-Leerne werd omstreeks 1800 gekasseid. Daardoor was een goede verbinding met de weg Deinze-Gent tot stand gekomen. Sinds jaren was er sprake van te Sint-Martens-Leerne een brug te bouwen die het verkeer op de weg Hansbeke-Nazareth zou vergemakkelijken. Het college van Sint-Martens-Lcerne had al, met de steun van de aanpalende gemeentebesturen, enkele keren vruchteloos hij de overheid aangedrongen om de houw van een brug in de hegroting te voorzien. Er kwam niets van in huis. De gemeentekas van Sint-Martcns-Leerne was arm en kon die hoge
219
Aan het einde van de Pontstraet lag het veer. Om de toegang tot de ophaalbrug te verbeteren werd in 1854 een nieuw stukje weg aangelegd. In 1912 werd de Burgem. Van Crombrugghelaan aangelegd die aansloot op de eerste stalen boogbrug. Poppkaart 1861. 220
kost alleen niet dragen. Van die zijde was dus geen initiatief te verwachten. In de gemeentebesturen van de streek was de adel goed vertegenwoordigd. Zij stonden hoog in aanzien en hadden invloed bij de overheid. Dat was ook het geval te Sint-Martens-Leerne. Het dorp telde rond I 850 ongeveer 630 inwoners en had een oppervlakte van 378 ha waarvan 363 ha landerijen, weiden, bossen, bebouwde percelen enz. Ongeveer 15 ha bestond uit gemeentewegen en plaatsen van openbaar nut. Deze gemeente was, wat het grondbezit betreft, waarschijnlijk een unicum in Vlaanderen. De totale oppervlakte van de gemeente was in handen van slechts 82 eigenaars waarvan er 32 de gemeente bewoonden. Die 32 inwoners bezaten samen 50 % of I 75 ha van de totale oppervlakte. Daarvan was het grootste deel, nl. 70% of 123 ha, eigendom van Napoleon-Charles-François van Crombrugghe, edelman en bewoner van het kasteel staande in de huidige Kasteellaan, nog steeds bewoond door zijn nazaten. De andere helft was eigendom van edellieden uit Deurle, Oostakker, Luik. Gent, en van enkele particulieren die te Gent, Drongen, Bachte-Maria-Leerne, Nevele, Landegem, Meigem, Yosselare of Waasmunster woonden. Zij bezaten er een hoeve, landbouwgrond of een woning. In bijlage I vindt u een tabel met de namen van die 82 eigenaars met de oppervlakte van de percelen die zij te Sint-Martens-Leerne in eigendom hadden. Wij hebben ze gegroepeerd per gemeente of stad waar zij resideerden. De adel uit Sint-Martens-Leerne, Deurle, Gent en Oostakker waren dus de grootgrondbezitters te SintMartens-Leerne. Vier edellieden bezaten samen 209 ha of 61 % van de oppervlakte. Zoals reeds gezegd was slechts 50% van de totale oppervlakte eigendom van inwoners van de gemeente. Daarvan behoorde 123 hectaren toe aan Napoleon-Charles-François van Crombrugghe, kasteelheer van Sint-Martens-Leerne. De overige eigenaars bezaten samen slechts 52 hectaren van de totale oppervlakte van hun gemeente. Het leeuwenaandeel van de tweede helft behoorde opnieuw toe aan personen die te Deurle, in het Gentse, te Drongen, Evergem, Oostakker en Luik resideerden en die tot de adel behoorden of er van afstamden. Prosper de Kerckhove de Denterghem van Deurle bezat er 59 hectaren, zijn vrouw Emma Vilain Xliii, douarière de Kcrckhove de Denterghem, was eigenares van 14 hectaren. Alixe Deheusch van Luik bezat 7 ha. Comtesse Asterie Colette Dethiennes uit Oostakker bezat 13 ha, Baron Dubois en konsoorten uit Evergem hadden I ,64 ha in vruchtgebruik. Louis Marie Ghislain Kervyn uit Gent was eigenaar van I ,20 ha. Samen bezaten zij ongeveer 96 hectaren. Indien er te Sint-Martens-Leerne een brug zou gebouwd worden zou dat een meerwaarde betekenen voor hun eigendommen. De inwoners-eigenaars, landbouwers of particulieren, de eigenaars te BachteMaria-Lccrnc, Gent, Nevele, Landcgem, Meigem, Vosselareen Waasmunster, die er kleinere percelen
221
bezaten zouden mee profiteren van de meerwaarde en hoopten op een snelle realisatie van het project. ledereen zou immers door de verhetering van de verbindingen tussen de verschillende gemeenten haat hebben.
Ideeën krijgen vorm De Staat bleef maar treuzelen met de plannen om te Sint-Martens-Leerne een brug te houwen. Op de eerste plaats hadden de hetrokken gemeenten belang in de verhetering van het wegennet en een brug over de Leie. Helaas was hun financiële draagkracht onvoldoende om zelf grote kapitalen te investeren in het project. Drie notahele grootgrondbezitters uit de streek namen in 1852 het initiatief om met eigen middelen een brug te houwen die de gemeente Sint-Martens-Leerne met Deurle zou verbinden. Het waren: ProsJ>er dl' Kerckhove de Dl·nterghem, bewoner van het Kasteel van /)eurle, toen eigenaar van 59 hectaren landerijen, weiden en hossen te Sint-Martens-Leerne. Daarvan lag 22 ha tussen de rechteroever van de Leie en de Deurlebeek die nog steeds de scheiding vormt tussen de twee gemeenten. Hij was de grootste eigenaar van deze landtong. Zijn echtgenote Emrna Vilain XIIII van Deurle, bezat daar, samen met Gustave de Kerckhove d'Ousselghem en Marie Deneve et soeurs, een perceeltje van
2400 m2. Prosper de Kerckhove de Denterghem had in het verleden enkele malen gepoogd om dat gedeelte van Sint-Martens-Leerne hij Deurle te voegen waarbij de Leie dan de nieuwe gemeentegrens zou vormen tussen de twee dorper1. Hij is in zijn opzet nooit geslaagd omdat elke poging tot aanhechting verijdeld werd. Edellieden waren vaak rivalen. Als tweede initiatiefnemer meldde zich Gustave de Kerckhove d'Ousselghem, burgerneester van Vosselaere, bewoner van het Clwteau de Meire te Vosselare. Hij had te Sint-Martens-Leerne geen enkele naakte eigendom maar was wel grootgrondbezitter in zijn gemeente. Als derde initiatiefnemer noteren we Charles-Louis Deneve, bewoner van het kasteel 'Ter Laecke' te Deurle. Hij bezat aan de Leie een stuk grond en een weide, samen 2,20 hectaren groot en had meerdere eigendommen o.a. te Deurle. Zijn zusters waren te Sint-Martens-Leerne eigenaressen van een paar huisjes met aanhorigheden staande op de percelen 571 tot en met 575, samen 62 aren groot, gelegen aan de Leieoever. Zij waren ook mede-eigenaressen met dame Emma Vilain XIIII en Gustave de Kerckhove d'Ousselghem, van een woning met grond, percelen 576b en c, groot 24 aren, gelegen in de Pontenhoek. Een ander stuk van de landtong was eigendom van Alixe Deheusch van Luik die er 7 ha landbouwgrond bezat. Louis Eeckhout, landbouwer uit Deurle, was eigenaar van I hectare. Deze laatste twee behoorden niet tot de initiatiefnemers.
222
Het trio heeft zich. alvorens stappen te zetten bij het gouvernement. waarschijnlijk geïnformeerd bij de concessionaris van de tolbrug van Drongen die reeds een kwarteeuw ervaring had. De gunstige resultaten die daar geboekt werden hebben het driemanschap wellicht aangemoedigd in hun ondernemen. Opmerkelijk is dat Napoléon-Charles-François van Crombrugghe, sinds 1842 burgemeester en de grootste grondeigenaar in de gemeente Sint-Martens-Leerne, geen deel uitmaakte van een belangrijk initiatief dat door drie personen uit de aangrenzende gemeenten Deurle en Vosselare genomen werd. Hij beschikte ongetwijfeld over de nodige tïnanciële middelen en was bij de hogere instanties zeker van aanzien. Misschien had hij een andere kijk op de zaak of bestond er een zekere rivaliteit met de initiatiefnemers die deze vorm van samenwerking in de weg stond4. Wat er ook van zij. de drie notabelen richtten rond juni 1852 een schrijven aan Koning Leopold I met het verzoek over de Leie een tolbrug te mogen bouwen ter hoogte van de weg Hansbeke-Nazareth op de plaats waar het oude veer lag. Zij stelden voor zelf de bouwkosten te dragen op voorwaarde dat zij gedurende dertig jaar de tolgelden mochten innen. Zij hoopten binnen die tijdspanne het geïnvesteerd kapitaal terug te verdienen. Naast een concessie van 30 jaar vroegen zij een staatssubsidie van 15 000 fr. Het staatshoofd heeft hun verzoek aan de Administratie van Bruggen en Wegen overgemaakt. Ingenieur Desmares van Bruggen en Wegen te Gent en conducteur Hanus, met standplaats te Deinze, werden door het Ministerie van Openbare Werken als beheerders van het project aangesteld. Zij dienden de voordelen tegen de nadelen af te wegen en te rapporteren aan de Hoofdingenieur. Ingenieur Demares peilde eerst naar de mening van conducteur Hanus alvorens zelf advies uit te brengen bij zijn overste. Bij het Ministerie rees enige twijfel of de bouw van de brug wel aan de initiatiefnemers kon overgelaten worden. Als de verzoekers te veel inspraak kregen kon dat risico's opleveren en die gingen zij liever uit de weg. De Staat verkoos uiteindelijk het project zelf te leiden en toe te kijken of de werken volgens de geldende normen en regels voor opdrachten van het Ministerie van Openbare Werken zouden uitgevoerd worden. Uit een schriftelijk verslag van conducteur Hanus aan ir. Demares van 4 juli 1852, blijkt dat Hanus voorstander was van de houw van een brug maar hij wijst gelijktijdig op enkele negatieve aspecten die daaraan verbonden zijn. Hij benadrukt dat een 'concessie' de enige vorm van uitbating kan zijn. In een brief schreef hij daarover aan ir. Demares5: "In een verzoekschrUi vra~-:en de fleren /Je Neve, de Kercklwve de Dente1xhem en de Kerckhove d'Oussel~-:hem dat het Gouvernement een hesluit zou uitvcuu'"(/i~-:en omtrent de houw van een hmg over de Leie tussen de xemeenten /Jeurle en Sint-Martens-Leeme die door een concessie met tolheffing zou uitxehuat worden. /let slaan van een hrux is van helanx zoals dat aanxetoond won/t in het heschr(jvend memo dat aan hun vermek is toexevoexd 6 . Ik z.al dus alleen m-gwnellfen aanvoeren ten gw1ste van de uitvoering \'(/ll het pr(~ject.
223
Ten eerste xaat het om twee totaal \'erschillende gebieden aan heide oevers \'(/11 de Leie. Deurle en Na::.areth vormen een droog gebied vm1 sparrenhossen met bomen \'lll1 behoor!Uke dikte en heel ~vat hossen met snoeihout. Door het gemakke!Uk m•ersteken van de Leie :uilen de bewoners van SintMartens-Leeme, Vosse/are en Nel'ele dit gebied snel omginnen en door het aanwenden mn mestsUd~ fen de xrond op de rechteroever mn de Leie vruchthaar maken. OtJ het vlak mn de landbouw is het project ontegensprekelijk gunstig. Rekijken we 1111 hetnut van het pn~ject op het vlak van \'erkea WU stellen wtst dat de laatste jaren zeer veel verharde wegen aangelegd werden. Het is \'an::.e{f\prekend dat \'roeg lllaat een verharde weg zal aangelegd worden naar Deurle, ook tussen Neveleen Lotenhu/Ie zal dat gebeuren en de houw van de brug z.al des te sneller \'el-wez.enlijkt worden als het oversteken van de Leie niet langer een belemmering \'omtt (de weg Nevele-Sint-Martens-Leerne was reeds verhard). Op die lillillier z.ullen de oe\·ers wm de Schelde rechtstreeks verhonden z.ijn met het station van Nazareth en de gemeenten Loten/zulle, Nevele, Vosse/are en Leerne :uilen eveneens met dit station verbinding hebben wat hen belangr(jker maakt en hovendien ::.uilen hun he-.,voners op die manier een omweg vermUlfen 0111 ûch naar de spoorweg wm Gent-Rijsel te hegeven7. De gemeente Nevele is ten andere bestenul om straks een -;,eker commercieel belang uit te stralen. Het verkeer met deze gemeente vel:~emakkelijken zou van algemeen belang zijn en de houw van een hrux ;:.ou in alle opzichten nuttig z.ijn. Nochtans wil ik opmerken, m(jnheer de lngeniew; dat de opbrengst door de heffing van tolgeld terIUwwemood toereikend z.al zUn \'Oor het onderhoud van de brug en dat het opgeslorpt kapitaal voor de houw ervan aan de Staat geen intrest zal opbrengen. Dit mag evenwel geen beletsel vormen want de gronden van Deurle zullen snel verbeterd worden en de Staat heeft er op die manier belang hij". Hieruit blijkt nogmaals dat de overheid aanvankelijk van plan was de investering voor de bouw van de brug zelf te dragen maar twijfelde of de opbrengst van de tolgelden wel toereikend zou zijn om alle kosten te dekken. Het plan werd hierdoor op de lange baan geschoven. Anderzijds zag het Ministerie van Openbare Werken het particulier karakter van het verzoek niet zitten en gaf uiteindelijk de voorkeur aan een openbare aanbesteding in de plaats van met de initiatiefnemers een onderhands contract af te sluiten. Om het project naar behoren te kunnen uitvoeren waren trouwens enkele onteigeningen van gronden en gebouwen nodig 01i1 de toegangsweg tot de brug beter geschikt te maken voor intenser en zwaarder verkeer. Het lastenboek nr 86 van 30 juni 1853 dat door het Ministerie van Openbare Werken in het Frans opgemaakt werd, omvat 34 artikels die onder meer bepalen dat het om een openbare aanbesteding gaat waarbij de inschrijver de verbintenis aangaat op eigen kosten een brug te bouwen volgens de normen van het lastenboek. De gevraagde betoelaging van 15 000 fr werd afgewezen en vervangen door een tege224
moetkoming van 5000 fr. Die zou Je Staat betalen in schijven van telkens een vierde van het bedrag 'naargelang de werken gevorderd waren. De concessiehouder zou gemachtigd worden de tol te heffen bij iedere gebruiker van Je brug, ook voor voertuigen en dieren was er tolheffing voorzien. Het toe te passen tarief werd opgesomd in het lastenboek. In tegenstelling tot de vraag van de verzoekers die een concessie van 30 jaar hadden vooropgesteld was er ineens sprake van een concessie van maximum 90 jaar. Was men op het Ministerie ook overtuigd dat de opbrengst van de tolgelden ontoereikend zou zijn om de investering binnen een termijn van 30 jaar terug te verdienen zoals de initiatiefnemers dat zagen? Dat was trouwens ook de mening van conducteur Hanus die dat in zijn rapport aan ir. Demares duidelijk poneerde. In bijlage 2 geven wij een overzicht van het zeer gedetailleerd tarief van de tolgelden. Dat werd eveneens in het Frans opgesteld en is door ons vrij vertaald. Later zal het Ministerie, op voorstel van de intekenaars, nog enkele items aan dit tarief toevoegen. Verder stipuleert het lastenboek dat de concessiehouder diende in te staan voor het onderhoud en de herstellingswerken aan de brug en aangelande delen. Hij diende ook te zorgen dat het verkeer over de brug gedurende de duur van de concessie veilig en vlot verliep. Mochten de nodige herstellingen niet tijdig uitgevoerd worden dan kon het gouvernement, na twee opeenvolgende waarschuwingen te hebben gegeven, de werken door een derde laten uitvoeren op kosten van de concessiehouder. De globale kosten voor de bouw van de brug werden door conducteur Hanus becijferd op ongeveer 31 000 fr, som die hij bekwam aan de hand van een zéér gedetailleerde prijsberekening van de te gebruiken materialen, de uit te voeren grondwerken, haanwerken, metselwerken, timmerwerken, het schilderwerk van het ijzer en het teren van het hout. Die globale raming werd samen met de plannen, evenwel zonder detail van de berekeningen, bij het lastenboek gevoegd zodat de gegadigde inschrijver over een richtprijs beschikte. De prijsofferte die door de aannemer-bruggenhouwer hij de initiatiefnemers ingediend werd, kon zowel onder als hoven de raming van Hanus liggen. De kostprijs waarmede Charles Louis de Neve en konsoorten dienden rekening te houden zou in ieder geval zodanig moeten zijn Jat de inkomsten die zij door de verhuur van de concessie aan derden gedurende x jaren zouden ontvangen, min de kosten voor reparatie en onderhoud, in evenwicht bleven en nog liever een batig saldo zouden vertonen. De investering diende liefst ook iets op te brengen. Hoe lager de onderhoudskosten en hoe groter de geïnde huurgelden, Jes te vlugger zou het geïnvesteerd kapitaal terugverdiend worden. De initiatiefnemers konden immers, telkens de huur van de concessie verliep, aan de huurder een nieuw contract aanbicden waarvan de prijs aangepast was aan de ontvangsten van de tolgelden. Twee jaar na de toewijzing van de aanbesteding dienden de werken voltooid te zijn. Voor de Staat was voor de toewijzing van de aanbesteding alleen de concessieduur van belang, m.a.w.
225
de inschrijver die in zijn offerte het kleinste aantal jaren tolheffing vroeg. zou voorrang krijgen op zijn concu rTent. Nadat de concessie verlopen was kon de Staat zelf een keus maken. Een nieuwe concessie afsluiten of de tolgelden zelf innen of de brug vrij van tol rnaken en zelf de kosten voor het onderhoud dragen. Artikel I X van het lastenhoek bevat enkele bepalingen die op zijn minst ietwat vreemd in de oren klinken. Daarin wordt aangestipt: als één \'llll de heren Charles De Ne1·e. Prosper de Kerckhm•e de Denterghem en Gusta\'e de Kerckhm•e d'Ousselghem op de aanhesteding inschrij1•en en indien het aantaljaren tollu~fling \'Uil de dichtste concurrellf niet lager is dan één twintigste \'llll de duur Vllll de concessie die door Ch. f)e Ne1•e en konsoorten gel'raagd wordt, dan ::.al de aanbesteding \'Wl het triumviraat voorrong krijgen op die \'all de concurrellf. Elke intekenaar diende. volgens de gebruikelijke voorwaarden bij aanbestedingen, hij de Staatskas een som te deponeren. in dit geval 5000 fr.waarvan slechts 2000 fr zou dienen als borg. De overige 3000 fr zou aan Charles De Neve en konsoorten ten goede komen indien de aanbesteding aan een concurrent toegewezen werd. Zij rnaakten dus als ontwerpers van het project, voor het geval de aanbesteding aan hun neus voorbijging, aanspraak op een vergoeding van 3000 fr. Dit zijn duidelijk een paar handige ingrepen op de algemene voorwaarden van het lastenhoek. Charles De Neve en konsoorten waren, zoals later zou blijken, de enige intekenaars. Zij hebben bovendien in hun offerte nog enkele bijkomende voorwaarden gesteld die door Bruggen en Wegen integraal aangenomen werden en nadien door een Koninklijk Besluit werden bekrachtigd. In het dossier bevindt zich een met de hand en in het Frans geschreven tekst met de gewijzigde artikels van het primair lastenboek zoals dat door de intekenaars bedongen werd. De voornaamste items daaruit bepalen o.m.: dat ook tol dient geheven te worden hij het overbrengen \'llll koeien en stieren, da! de kosten voor het verplaatsen van een deel van de hestaande weg ten laste komt \'llll de concessionaris, dat de gerecupereerde materialen opnieuw zullen gebruikt worden en dat de l'njgekomen gronden zullen geruild worden tegen de gronden die door de nieuwe weg zullen ingenomen worden. Verder is er sprake van een aantal praktische afspraken inzake de juiste bouwplaats en de constructie van de landhoven aan beide oevers van de Leie (zie bijlage 111). De goedgekeurde aanpassingen vielen dus erg gunstig uit voor de inschrijver, inzonderheid de duur van de concessie die op 90 jaar bepaald werd. terwijl er in den beginne een concessie van 30 jaar voorgesteld werd. Nergens is erover dit punt enige argumentatie te vinden. Zou een concessieduur van 30 jaar inderdaad te kort geweest zijn om het geïnvesteerd kapitaal op te brengen? Of hebben de intekenaars in samenspraak met het Ministerie geen risico genomen en de maximurn duurtijd op 90 jaar gebracht waardoor een grotere winst te verwachten was? Of wisten zij vooraf dat zij de enige intekenaar zouden zijn waardoor zij vrij konden handelen? De rnanier waarop de concessie verloopt versterkt ons vermoeden.
226
DEUALE . -
PONT SUR L A L YS . -
BRUG D E R LEVE .
1·: ",. \ :1 n H;,,,,c '"'"' · Dn
ll /(' .
De ophaalbrug en de herberg ' De Fonte in ' gefotografeerd in 1910 vanaf de linkeroever. De brug werd in 1855 gebo uwd en verdween in 19 12. Li nk li gt de weg naar De url e, rec hts naar de dorpskom van Sint-Martens-Leerne.
227
De uitvoering van het kunstwerk De hrug had een overspanning van 33.60 men bestond uit vijf vaste delen waarvan één deel als ophaalbrug gemaakt was met een vrije doorgang van 5.60 m. Het wegdek werd gedragen door twee gemetste landhoofden en vijf houten jukken die op geheide palen steunden. De rijweg had een benutbare breedte van 4 m. Op de ophaalbrug was de rijweg echter hcpcrkt tot een breedte van 3.60 m. De toegangswegen met een breedte van 3 m werden aangelegd met tweedekeus kasseien uit Lessen. De verhoogde berm aan heide landhoofden werd afgezoomd met 12 gekapte palen van blauwsteen. Ten gerieve van de boottrekkers was aan beide zijden van de verhoogde berm een trap gemetst. Onder de verhoogde bermen waren twee boogvormige passages gemaakt van elk twee meter breed die hij overstromingen de vrije loop van het rivierwater toelieten. Het innen van het tolgeld zou in principe gebeuren in een naburig café of in een nieuwe herberg die op de rechteroever zou worden opgetrokken. Aan het lastenhoek werd een plan van aanleg toegevoegd. Dat plan verduidelijkte hoe de bestaande verharde Pontstraat diende verlengd te worden. Om gedurende de duur van de werkzaamheden de toegang tot het veer te behouden diende enkele meters stroomopwaarts een nieuw stukje weg te worden aangelegd op het grondgebied van Bachte-Maria-Leerne.s Ook het veer lag op het grondgebied van BachteMaria-Leerne en Sint-Martens-Leerne. Het niveau van het wegdek van de brug was aangepast aan het peil van het water dat daar bij de jaarlijkse overstromingen bereikt werd. Aan de rechteroever werd het bepaald op 3 m hoven de dorpel van het huis van de Heer Moeykens en aan de linkeroever op 3.793 m boven de dorpel van de herberg 'Den Overzet'. Nabij de brug was er een kleine loskaai voorzien 9. De bouwwerken werden toevertrouwd aan de firma Pieter Anseeuw uit Oostkamp. Om het heien van de palen en het metsen van de landhoofden gemakkelijker te kunnen uitvoeren werd het sas van Astene voor een paar dagen afgesloten waardoor de waterstand met 0,40 tot 0,50 m. gezakt was.
De uitbating van de concessie Het bouwen van de brug werd door Bruggen en Wegen geraamd op 31 000 fr. Na volledige afwerking was de kostprijs echter tot 42 000 fr opgelopen. Het brughuis dat op de rechteroever gebouwd werd heeft 8 000 fr gekost. Er is dus een kapitaal van 50 000 fr geïnvesteerd. Onder aftrek van de staatstoelage van 5000 fr was de werkelijke investering dus 45 000 fr. De onderhoudskosten werden geschat op 330 fr per jaar. Een kapitaal van 45 000 fruitgesteld tegen 4% intrest zou aan het triumviraat een jaarlijkse intrest van 1800 fr opbrengen.
228
De tolheftïng zou per jaar minstens 1800 fr plus 330, -fr onderhoudskosten of 2130 fr moeten opbrengen om rendabel te zijn. Op 30 Juli 1856 blijken de werken voltooid te zijn. Alleen het schilderen van het ijzerwerk en het teren van het hout laten nog op zich wachten. De concessiehouders dienden nu uit te kijken naar een huurder om de brug te bedienen, de tolgelden te innen en het nieuwgebouwd café als tapper te bewonen. De bevolkingsregisters van Sint-Martens-Leerne laten zien dat de eerste huurder van de concessie een woonst aan de linkeroever, nadien de nieuwgebouwde herberg "De Fontein" aan de rechteroever bewoonde. De bewoners van het tolhuis waren achtereenvolgend: Beroep Koopman Tapster
In dienst
Uit dienst
1852
1861
Wetteren 1816 Sint-Martens-Leerne 1828
'7?
4julil861
Niet aangegeven
De Vos Charles Louis
Sint-Martens -Latem 1844
Tapper
10 apr. 1870
4 juni 1875
Cnockaert Camille Haerens Marie Virginie
Nazareth 1851 Sint-Martens-Latem 1848
Tapper Huishoudster
15 jan. 1875
3 januari 1878
Filliers Léon Mahieu Melanie Fr. Mahieu Théophile
Bachte-Maria-Leerne 1842 Bachte-Maria-Leerne 1839 Bachte-Maria-Leerne 1845
Ldb.-tapper echtgenote KuiperHulpbruggenwachter
januari 1878
t29 jan .1888 de vrouw zet de zaak nog een tijd verder
~aam
Gehoren
Vereecken Seraphin Robyt Regina
Vosselare 1815 Maria-Leerne 1826
Vandevelde Bernard De Schrijver Josephine
Naaister
Seraphin Vereecken was als eerste in dienst van 1852 tot 1861. Hij was dus tot 1855 de laatste uitbater van het veer. Zodra de brug afgewerkt was werd hij de eerste bruggenwachter terwijl zijn vrouw Regina Robyt eerst als waardin in de herberg 'Den Overzet' tapte en daarna de waardin werd van het nieuwgebouwde taphuis "De Fontein". Na hen kwamen nog drie nieuwe uitbaters. Op 3 januari 1878 liep de pacht van drie jaar van CamiJle Cnockaert en zijn vrouw Marie Virginie Haerens af. Rond kerstmis 1877 hield notaris Schelpe in de herberg St. Cecilia te Nevele een publieke zitting waarbij aan de meestbiedende een nieuwe pacht van 3, 6 of 9 jaar toegekend werd voor de uitbating van de tolbrug en de herberg. Het hoogste bod kwam deze keer van Léon Fillicrs en Théophilc Mahicu voor de jaarlijkse som van 2400 fr.
229
Op 7 januari I X78 vroeg de conducteur om Léon Filliers en Théophile Mahieu die door notaris Th. Schelpe van Nevele voorgesteld waren als de nieuwe uithaters van de concessie, als dusdanig te aanvaarden zodat zij de eed konden atleggen die hen als aangestelde toeliet proces-verhaal op te stellen tegen overtreders van het politiereglement inzake bruggen en rivieren. Léon FiJiiers werd geboren te Bachte-Maria-Leerne op 17.11.18.f2, Plaats nr I 0, als zoon van Ferdinand Bernanl, stoker-jeneverhrander-landhouwer. en van Amelia Félicita Van Cauwenhcrghc van Wannegem-Lede. Sinds 187.f was Léon gehuwd met :\lelanic Francisca Mahieu, eveneens van Bachte-Maria-Leerne. Léon en Melanie waren op 29.1 0.187.+ naar Deurle gaan wonen maar kwamen na de geboorte van hun zoon Juliaan Alfred Fillicrs, die op 21 december I X75 het levenslicht zag, terug naar Sint-Martens-Leerne wonen. Juliaan werd dokter. vestigde zich te Petegem en werd er in 193.f ook burgemeester. Zijn grootvader Ferdinand Bernard, was de broer van Jan-Baptist, die de hetovergrootvader was van de huidige jeneverstokers Filliers te Bachte-Maria-Leerne (5 generaties terug). Théophi Ie Mahieu. kuiper van beroep. zoon van Eduard Antone van Deinze, geboren in 1845 te BachteMaria-Lcerne en er wonende, Plaats nr 57, was vermoedelijk reeds vóór hij het beroep van bruggenwachter uitoefende in dienst hij zijn schoonbroer Léon Fitliers die ook stoker en landhouwer was. Met kerstdag I X77 traden zij in de pacht. Léon Filliers en Théophile Mahieu waren als bruggenwachter en ontvanger van de tolgelden aangesteld. De vrouw van Léon was tapster in de herberg. Zij hebhen samen de concessie 9 jaar uitgebaat. In 1886 is Théophile naar Nazareth getrokken. Op 29.01.1888, dus twee jaar later. overleed Léon schielijk. Hij was slechts 46 jaar. Zijn vrouw bleef als herbergierster nog een tijdje wonen in 'De Fontein'. Tegen het einde van het jaar 1878 had het driemanschap zich otticieel tot het gouvernement gericht met de boodschap afstand te willen doen van de concessie. Blijkbaar waren de opbrengsten en de kosten al een tijd niet meer in evenwicht. Op 17 april 1878 pleitte conducteur Hanus, die in 1852 samen met Ir. Desmares projectleider was van de bouw van de brug en blijkbaar al een tijdje over het onderwerp onderhandelde met het triumviraat, hij zijn haas andermaal ten voordele van de concessiehouders. Hij schreef aan ir. Belpaire te GentiO:
"De concessiehouders van de brug te Sim-Martens-Leerne vragen of de Staat in onderhandeling wil treden 0111 de vergoeding te bepalen die hen z.ou toegekend worden in ruil voor het beëindigen van de concessie. Aangez.ien de concessie met het K.B. van 20 januari I 855 voor de duur van 90 jaar verleend werd, en dat de brug voor het publiek opengesteld werd op 23 januari 1856, zou die pas verlopen in 1946. De tol die geheven "vordt 0111 de brug te mogen gebruiken is een hinderpaal, des te meer daar het hier om de enige verbinding gaat tussen Deinz.e en Gent en er ook tol geheven wordt aan de brug te Drongen. De bevolking die ook gebruik moet maken van de tolbrug op de voornoemde weg (naar Gent) is aldus 230
achtergesteld tegeno\'er de hemlking \'an andere delen van de provincie en er bestaat geen enkele kans dat de::.e toestand ::.ou ophouden te hestaan indien de Staat niet tot de aankoop van de concessie zou orel~f?aan. Het gaat trouH'ens over een helangrUke streek ~vaarvan ik denk dat, indien de brug niet bestond, de Staat dan toch ::.ou genoopt zijn er een te legge11. Het tijdstip Vllll aankoop van de concessie is dus gunstig en het lijkt mU (/ll/lgewezen dat de concessiehouders ::.ouden mededelen tegen welke prUs zij aj~·tand zotuien doen van hun rechten. De brug heeft aan de concessionarissen ongeveer 42000,- fr gekost, het brughuis ongeveer 8000,-ji· De betoelaging mn de Staat H'as 5000,~ft: De verhuur van de concessie en het huis brengen lW 2130,-fr op per jam: Als men de onderhoudskosten (330,~fi· perjaar) qftrekt danstrUkende verhuurders nog geen 3% illlrest mn het geiiivesteerd kapitaal op. Ik kan aannemen dat de brug van Deurle tot llll toe per jaar een som van 1600, -fr netto heeft opgebracht aange::.ien de concessiehouders tot op heden het portiek niet vemieuwd hehhen. Het kapitaal dat ::.ij ::.uilen nodig hebben om die werken uit te voeren, zal hun netto-opbrengst gevoelig doen dalen. Ik denk dat dez.e kwestie als volgt dient onderzocht te worden: We kunnen aannemen dat de tolrechten en de huurinkomsten van het huis llll en tot het einde van de concessie, op jaarbasis, een bedrag van 2200,- fr zullen opbrengen H'([t over een duurtUd \'an 90 jaar tegen een samengestelde illfrest van 4 % de S(J/11 opbrengt V([n .fi" : I 821 600,Wij schatten de uitgaven op: 1.-150,-fr per jaar voor het schilderwerk, het pekken van het hout en het onderhoud van het huis: 124 200,2.-150,~fr per jaar voor vernieuwing van de bovenste plankenvloer: 124 200,3 -3000,~fr om de 15 jaar voor de vernieuwing van de onderste plankenvloer: 124 035,4 -15 000,-ji- om de 30jaar voor vernieuwing van het groot timmerwerk, dat gee.fi \'oor de drie vernieuwingen: 224 460,Totaal aan uitgaven: 596 895,-596 895,Netto ontvangsten lW 90 jaar I 221 705,/Jeze ontvangHen komen overeen met een jaarlijkse nello illlrest, aan 4% per jam; van 1480,ji· /Je concessiehouders zouden deze jaarlijkse nello inkomsten vanqf 23 januari I 879 tot 23 januari 1946, zijnde nog gedurende 67jatll~ kunnen uitzetten tegen een smnengestelde illfrest \'an 4 %. Zij zouden dan een kapitaal verworven hehhen van: 475 080,-fi" Een som van 34 327,- .fi· uitgezet tegen een samengestelde intrest Vl/11 4 % gee_fi llll 67jaar eveneens kapitaal van 475 080,~lr en komt dus overeen met de waarde wm de concessie op 23 januari I 879. Ik wil evenwel opmerken dat ik ~een enkele kost inhreng voor het onderhoud van het metselwerk en het ijzerwerk van de hru~.
231
Ik hou f?een rekeninf? met de waarde van de bomen die langs de weg en op de hennen staan. Ik denk ten lmdere dat de onderhoudskosten -;.oals ik die geschat heb, een minimum bedrag vormen en ik hen van meninf? dat een hedrag van 30 OOO.~fi· wel degelijk de H'aw1.le van de concessie vertegenwoonligt ". Een andere niet gedateerde brief van de conducteur F. Hanus aan de ingenieur, handelt over de brug van Drongen. Waarschijnlijk gaat het om de brug op de haan Drongen - Gent. Hij schrijft steeds over 2 bruggen. Die bruggen zouden er liggen sinds 25 juli 1826. Zij zouden gefinancierd zijn met de opbrengst van aandelen die daarvoor uitgegeven werden. De tolheffing verschilt op verscheidene punten met die van Sint-Martens-Leerne. De jaarlijkse opbrengst lag te Drongen tussen de 9000 tot I0000 fr, wat minstens het viervoudige is van wat te SintMartens-Leerne geïnd werd.
De vroegtijdige stopzetting van de concessie Een brief van 2 december 1880 van de conducteur principaal aan de ir. principaal De Pauw te Gent handelt eveneens over de overname door de Staat van de brug over de Leie. De hoofdconducteur verklaart geen enkele opmerking te kunnen inbrengen tegen het ontwerp van akte die de beëindiging van de concessie bepaalt zoals zij door advocaat Wildepenningen opgemaakt werd. Hij is dus van mening dat het ontwerp kan aangenomen worden en verklaart eveneens dat een prijs van 30.000 fr de juiste waarde is van de concessie op voorwaarde dat de herberg 'De Fontein', met de bijhorende gronden daarin begrepen is. Dit is trouwens de som die de conducteur aan de voorganger van ir. De Pauw had voorgesteld op 22 april 1878. De tolheffing werd reeds in 1878 afgeschaft en het onderhoud van de brug viel ten laste van de Staat. Léon FiJiiers zou dus slechts gedurende korte tijd als huurder van de concessie de tolgelden geïnd hebben. Nadat de concessie aan de Staat overgedragen was zou hij opnieuw aangesteld zijn, enkel als bruggenwachter. Zijn vrouw heeft dat werk na zijn plotse dood in 1888 nog korte tijd verder gezet en ging dan inwonen bij haar schoonbroer Pi eter Filliers, Gentstraat I 0 te Sint-Martens-Leeme. Op 28 augustus 1908 ging zij te Bachte-Maria-Leerne wonen, Dorp 35. Sommige herstellingswerken aan de brug werden uitgevoerd door Leonard Mesure uit Nevele. Zo heeft hij het bewegend gedeelte van de ophaalbrug hersteld voor de som van 8678,-fr. Er is ook sprake van de vernieuwing van het wegdek dat bestond uit twee lagen planken van rode den. De ophaalbrug bleef nog jarenlang in dienst en werd met de dag slechter. De Administratie van 232
MINiSTERIE V!~' GELDWEZEN .en Domeinen Besluur cler Registratie ,,. ·.
.....
...
..
.. . I
... . ... ~.:
Ell,t,l,ll\ -!DIIIZI. .. . '{·
.. •. ..
-~
.
.
,,, . .
.
'Dè ·ontváng·• e• r der Domeinen te • . , • ':
I
,':: ... ;•
·~·
. '! i .
.
..
Df;'iç_z~~· zal ~.
•
. '·
'•
.L.'
-.
op.
·r ..
'!
. DONDERDAG·' ·' 7>NOVEMB! ER' · I91·2 -~ · ~.~· ~-::: -< -,-;· F' .· ,.. '> -~- ,·J.: ·:;.: · . .· .:·.. · n~ro
"'"; ";-_
.
'> ~ ~l~ . u~~ '~~~~~41~,g;-: t~~>· ~~n~~- ~- ~t~~?F~· ,~o.rt~ijk§t~~a~ .. . .
.
,
:l
1''. · ']'''· .;;-- •·:: ...
!\
·!
;<.1.
~~t~ ~~~6fi' lit~~f ~!.~~~~ ~. .·~ Ait 1i:~~~~B:~~n ·:-~~-· l,t, · " ,...., • Î
'
1
1
"'" 1,\........ I.'~ '···. ·•••1.' r
• . . ' ' ~ h, Jil.l:>IJ
I.,'
J'
··r
.;· :.. • .
..
•
··
C. ·
... ,
· ..t'·g :,
wen: en ä.I hunne athankelfjkheden, ZONDER den GROND~ zijnde de o~?~~~ f-!)rberg·
~·.:_ J;aand_e·>~p de per-
I
•
cee_len ~ra ,~a~;.: 530B, - ~en~~~- ~e
. -~ ~t.O~O R-- ·~ ~ W1 A A 1\:·-~im~r-~ I)~ i N {:~ . ~i_ r.-t: :·. --~ .
den ho~k v~~ :c:I~n stee~w.egi~~-~ Ha,~1~~;~~ ~~~r· D~~~le.
. --·.
--
· ·i
t . D~ gebouwen~ · te~ bioueo de ~aód·';fgebroken en ·4~ Q;'atë;láleo weggebaaid zija. '1. Koopprijun, •ermeerdcrd met tO "/• oukosteo, zijo. biooeo de •ijf daceo betaalbaar. ue tr.ooper moet daareobo•eo borg alelleo eo eeoeo bor~ttocbt no USO rr. atorteo. i), Ue werken zullen b1ooeo de ~ das~o der •erll.ooplog moeteu •,begoooe~ worden · ea biooeo de maaod JeëiodÎJd r.ijo, op llraf YID 5 frank afhoudluJ .., de bor&80iD per dag •erlraciog, foor verdere voorwaareten en altt IIIUCitlingtlt we11de men :11ch ten kantore IIGn Bcrtiltratu te Deirtu, •ortrlJiatraat 11. ~1, waar het l«•tkohûr Ier lleuhikklng der lkfhtbberl ber~~tt •.
Verzoek aan-,te·plakken. ~~;
1 . •. . ~-
.
·s
,.
,: ~
l.
•
C 1 •,
Deiaae .
233
MinistèrE dE I'DgriculturE Et dEs Travaux Publies
ADMINISTRATION de a
Le MIDistre de 1'Agrlculture et desTravauz: Publies f'alt savolr que jusqu'à nouvel ordre et pour motlf's de sécurlté, la circulatlon est lnterdlte sur Ie pont-Ievis établl au-dessus de la Lys, à LeerDe St·Diartln. Toutefols, les plétons et les CJ'Ollstes sont autorisés à franchlr eet ouvrage à leurs rlsques et pérlls. Bruxelles, Ie 27 avril f 912. (s.) VAKDB VVVSRE. _ 234
Bruggen en Wegen liet op bevel van het Ministerie van Landbouw en Openbare Werken affiches aanplakken die aankondigden dat om reden van veiligheid, het gebruik van de ophaalbrug over de Leie te Sint-Martens-Leerne, vanaf 27 april 1912 tot nieuwe orders, verboden was. Fietsers en voetgangers mochten de brug op eigen risico gebruiken.
DE EERSTE STALEN BOOGBRUG Rond 1895 was er reeds sprake van de oude staatsbaan nr 337 Hansbeke-Nazareth te verbreden. Een voorontwerp van dit plan dateert van 1899. Op I 0 mam1 1905 werd hiervan een algemeen plan voorgelegd. De gemeente onderzocht en keurde het plan voor haar grondgebied goed. Deze weg, vroeger een gemeenteweg. was in 1876 door de Staat overgenomen, werd nu tot de grote verbindingswegen gerekend, maar was ongeschikt om in aanmerking te komen bij de bouw van een stalen brug. Om een nieuw wegtracé te kunnen verwezenlijken, dat ongeveer 150 m stroomafwaarts van de ophaalbrug gepland werd, zou men in de kom van de gemeente onder meer 'enkele oude gebomven zonder étage' dienen te onteigenen. Een kleine strook van het kerkhof en van de tuin van de pastorij zou gratis afgestaan worden op voorwaarde dat de Staat de muur van het kerkhof en van de pastorij heropbouwde op de nieuwe rooilijn. In de zitting van 9 april 1906 nam de gemeenteraad kennis van het K.B. van 9.1.1906 waarbij alle beraadslagingen die in de zitting van 4.10.1905 genomen werden goedgekeurd werden. Meteen werd akte genomen van de wens de werken zo snel mogelijk te laten uitvoeren. In 1907 was Bruggen en Wegen reeds volop bezig met de onteigening van de gronden en gebouwen die binnen het nieuw tracé van de weg nr 337 vielen. De gezusters Marie Emma Elisa Martens, Ferdinande en Raymond De Foestraets en De Meester de Betzenbroec waren eigenaars van bepaalde percelen die ten dele of volledig onteigend werden. Enkele jaren later, nl. op donderdag 7 november 1912 werd ten kantore van het Bestuur der Registratie en Domeinen te Deinze, Kortrijkstraat 37, overgegaan tot de 'openlwre verkoping onder last van afbraak' van de gebouwen van de oude herberg "In den Appel", toen uitgebaat door Charles Danneels, herhergier-kruidenier en zijn vrouw Eugenie Van Yynckt, staande op de percelen 532 en 530h van de gemeente Sint-Martens-Leerne. Die percelen waren reeds in 1908 door de Staat aangekocht. De gronden bleven eigendom van de Staat. De gehouwen moesten binnen de maand afgebroken zijn en de materialen weggehaald op straf van een afhouding van 5,-fr per dag vertraging op de borgsom van 150,-fr. die vooraf diende gestort te worden. De herberg "In den Appel" stond aan de 1.uidkant van de toen nog smalle haan Gent-Deinze, op de hoek van de provinciale weg naar Gent en de haan naar Dcurle. Aan de overkant van de weg stond de pastorie. Daar begon de nieuwe weg naar Dcurlc.
235
Dicht hij de brug werd een nieuw huis gebouwd dat zou bewoond worden door een rivieropzichter die er de herberg 'Het HruRhuis' uitbaatte 11. Begin 1912 werd het lastenboek nr 142 voor de bouw van een stalen brug met een overspanning van 45, I 0 rn en de daarop aansluitende nieuwe weg opgemaakt. De werken werden in de tweede helft van 1912 in openhare aanbesteding uitgegeven en stonden onder toezicht van ingenieur L. Bonnet, zijn adjunct ir. A. J. Heylenbroek en de hoofdconducteur G. De Stoop. De kosten werden geraamd op 320 000,-fr, meerwerken niet meegerekend. De aannemers Henri Ghe,yle en Charles De .Jonghe uit Zeebrugge kregen de aanbesteding toegewezen. Het kunstwerk diende voltooid te zijn vóór 14 februari 1914. Conducteur De Stoop rapporteerde in november 1913 dat het rechtse landhoofd (la culée droite) afgewerkt was maar dat er moeilijkheden rezen hij het houwen van het linkse landhoofd. Na de volledige afwerking van de brug hing er een prijskaartje aan van 344 772,-fr. De verstandhouding tussen de aannemer en de hoofdingenieur was niet te best. Herhaalde malen rnaakte de hoofdingenieur een negatief rapport. Op een bepaald ogenblik dreigde hij zelfs de hogere overheid te zullen inschakelen. De streefdaturn van volledige afwerking werd niet gehaald. Op I december 1913 vroeg aannemer Gheyle-De .Jonghe aan de hoofdconducteur een tweede mandaat, wat toegestaan werd. De geplaveide Nieuwbrugstraat was inmiddels aan beide zijden afgezoomd met jonge platanen. Het prachtig kunstwerk dat helaas een zéér kort leven beschoren was werd met slechts een paar maanden vertraging opgeleverd. Nog datzelfde jaar, op 12 oktober 1914, werd de brug door de terugtrekkende Belgische genietroepen opgeblazen. In de hele regio was zowel het burgerlijk als het militair verkeer lamgelegd, want ook te Deinze en te Gent waren bijna alle bruggen opgeblazen. De ingezakte boogbrug werd niet onmiddellijk afgebroken waardoor de scheepvaart een tijd gestremd bleef. Er werden plannen gemaakt voor de bouw van een voorlopige houten brug met een maximum breedte van 5 m en een rijweg van 3 m. Volgens dat plan zou de brug buiten de as van de rijweg gelegd worden zodat, als straks de onbeschadigde landhoofden een nieuwe stalen boogbrug zouden opvangen, het verkeer ongehinderd kon doorgaan over de noodbrug. Tegen eind 1914 waren de werken reeds begonnen. Volgens de hierbij afgedrukte foto lijkt dit een ophaalbrug te zijn. De werken verliepen traag en dat was niet naar de zin van de Duitse bezetter. Op 6 maart 1915 schreef de Venmltungschef bei dem Generalgouverneur in Belgien een brief aan de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Openbare Werken 12.
236
Geschiiftsnummer V/ll-111· 432. "De brief van de Heer Hoofdingenieur-directeur Bau~ven.') van 25 dezer maand (februari), waarvan hierbij een kopie. die mij ~·ia de Heer President van de civilvenvaltung van Gent overhandigd werd, stuur ik U Weledele en toegewijde Heer terfine van een vriendelijk. advies 13 . Dit kan het voort~etten en het verder begeleiden van de werken aan de brug van Sint-Martens-Leerne door be\'Oegde Belgische ambtenaren naar mijn mening niet in de weg staan. Want de algemene verkeersbelangen die destijds aanleiding waren tot het opstarten van de werken, hebben intussen geen wij~igingen ondergaan en zijn dus nog van kracht. De bijna voltooide brug nog langere tijd onafgewerkt laten liggen is voor de belangen van het land ongunstig. Een snelle afwerking van de brug is derhalve noodzakelijk. Het zou wenselijk zijn dat de homvwerken afgewerkt worden onder leiding van de Belgische beambten die tot op heden de werken geleid hebben". Getekend (onleesbaar) Hieruit blijkt dat de noodbrug niet door de Duitse genie gebouwd werd maar door de Belgische Staat. Waarschijnlijk zijn de werken na deze brief wat sneller gegaan. De houten brug was blijkbaar niet met de beste materialen gebouwd want enkele jaren later waren er klachten over de deugdelijkheid van het oeuvre. Op I december 1919 was er in naam van de Minister van Openbare Werken, door A. J. Heylbroeck, ingenieur bij Bruggen en Wegen van Oost Vlaanderen, een plan goedgekeurd om de brug te versterken. Op 15 december 1919 werd er door de conducteur nogmaals op gewezen dat de houten brug in zéér slechte staat verkeerde. Op 24 januari 1920 werd de inmiddels uitgegeven aanbesteding voor herstelling toegewezen aan Entreprises De Cuyper uit Gent. De werken vingen aan op 5 februari 1920 en het einde was voorzien voor I 3 maart I 920. Inmiddels was aannemer Justin Van Risscghem op I I november 1920 begonnen met de "travaux d'aménaxement des rampes d'accès. Blijkbaar waren die werken vóór het begin van WO I niet volledig afgewerkt. De aanbesteding dateerde van 23 oktober 1920 en zij werd aan Van Risseghem toegewezen voor een bedrag van 21 293,-fr. De 4SO 'homes' in blauwsteen en de reling die langs beide zijden van de weg op de verhoogde berm dienden geplaatst te worden ter bescherming van de voetgangers, werden geleverd door de Carrières de Sprimont. De materialen werden in de Joop van de maand december 1920 per spoor aangevoerd naar het station van Deurle.
237
De eerste talen boogbrug aan de toenmalige Nieuwbrugstraat (in 1956 omgedoopt tot Burgernee ter van Crombrugghelaan) werd begin 1914 officieel in gebruik genomen. Op 12 oktober 1914 werd de brug door de Belgi che Genie opgeblazen.
238
In J9 15 werd naa t de brug een houten noodbru g gebouwd . Duitse militairen in zondags uniform lieten zich op de brug fotograferen en dronken daarna een glas in de h rberg 'Het Hooghui Pa in 1931 zo u een ni euwe talen boogbrug, die identiek wa aan de vorige int-Martens-Leerne met Deurl e verbinden.
239
PLANNEN VOOR DE TWEEDE STALEN BRUG Er diende snel werk gemaakt te worden voor Je houw een nieuwe stalen brug. Het kunstwerk zou een exacte kopij worden van Je vorige brug. De kostprijs werd nu geraamd op 1.30R ..57.5,-fr. Adjunct ingenieur A. J. Heylebroeck, medeontwerper van de eerste stalen brug, was nu hoofdingenieur. De werken dienden voltooid te zijn op 27 januari 1930. De voorlopige houten brug had haar beste tijd gehad. Uit een verslag van Je Hoofdingenieur Bestuurder van Bruggen en Wegen van 31 juni 192.5, nr. I I ROó, blijkt dat de houten brug opnieuw in slechte staat verkeerde. De belasting diende beperkt te worden tot een maximum totaal gewicht van 4 ton. Hoofdingenieur C. DeCavel heslist op 14 september 192.5 Jat Je belasting van de brug tot 4 ton beperkt wordt, Jat zich op het brugdek gelijktijdig slechts één voertuig mag bevinden Jat er hovendien niet mag stilstaan. De Bestendige Deputatie van Je Provincieraad van Oost-Vlaanderen adviseert van haar kant dat het totaal gewicht per voertuig dient beperkt te worden tot 4 ton ongeacht de breedte van Je wielen en de aandrijving van het voertuig. Bovendien mogen geen twee voertuigen zich gelijktijdig op de bntg bevinden. De burgemeesters van de gemeenten Sint-Martens-Leerne en Deurle werden belast met de kennisgeving en de uitvoering van Je maatregel. A.J. Heylehroeck, Ea. ingenieur, wijst met zijn schrijven van 29 november 1926 aan ir. De Cavel, hoofdingenieur-bestuurder, nog eens op de hoogdringendheid van de herstellingswerken. Er is ernstig gevaar voor het verkeer en de Staat zou, bij een ongeval, verantwoordelijk kunnen gesteld worden. Het nieuwe wegtracé naar de boogbrug heeft de oude Pontstraat naar de ophaalbrug sinds 1914 als staatsbaan overbodig gemaakt en die nu tot een gemeenteweg gedeclasseerd. Op de zitting van de gemeenteraad van 16 mei 1931 werd beslist de plechtige ingebruikstelling van het kunstwerk op 7 juni 1931 te laten plaatsvinden. Vermoedelijk werd de brug pas in de eerste helft van 1931 afgewerkt. Zij werd dus met een jaar vertraging aan de Staat opgeleverd. Het kunstwerk is opnieuw een kort leven beschoren want in mei 1940 werd het door de Belgische Genie opgeblazen waarbij het middendoor zakte. De landhoofden bleven, net zoals in 1914, nagenoeg onbeschadigd 13. De Duitse infanteristen van het IR 234 zagen kans om met enkele balken een overbrugging te verwezenlijken en zo de Leie over te steken. Een dag later werd op de plaats van de oude ophaalbrug door de Duitse pioniers een pontonbrug gebouwd waarover het paardenvolk en de vrachtwagens reden. Buiten de as van de rijweg werd een houten noodbrug gebouwd en pas daarna werd de ingezakte brug die opnieuw alle verkeer op de Leie belemmerde, afgebroken. Bij hun aftocht in september 1944 hebben de Duitsers gepoogd de houten noodbrug in brand te steken. Dat lukte slechts ten dele. Na herstelling bleef de houten brug in gebruik tot de huidige stalen boogbrug afgewerkt was.
240
Op de plaat waar vanaf 1855 tot 191 2 een houten ophaalbrug lag sloegen de Duitse pioni ers in mei 1940 een pontonbru g. De woning was voorh een het bru ggenwachterhui en de herberg " D e Fontein". M en ziet hi er nog de verhoogde berm va n het landhoofd.
241
Duit e vrachtwagens steken de Leie over. De stalen boogbrug aan de Burgernee ter Van Crombruggbelaan was door de Belgische genie opgeblazen.
242
André De Vo , Jozef De Vos en Marcel Michiel s op de ingezakte sta len brug die in me i 1940 opgeblazen werd door de Belg ische Genietroepen.
DE DERDE STALEN BOOGBRUG De derde brug was van een ander concept dan de twee vorige. De oude gemetste landhoofden konden na enig re tauratiewerk opnieuw gebruikt worden. De nieuwe brug wa in 1956 afgewerkt en werd nog datzelfde jaar officieel ingehuldigd. Tegenover de twee vori ge bruggen oogt zij veel moderner. In de zitting van de gemeenteraad van 5.11.1957 werd een v or tel gedaan om de Ni_euwbrug traat, om te dopen tot Burgernee ter van Crombrugghelaan. Al motivering werd hiervoor aangevoerd dat ind 1818 onafgebroken een van Crombrugge het ambt van burgernee ter van deze gemeente waarnam. Men wa eer t van plan de weg Heylbroeck traat te noemen naar de naam van de ingenieur-ontwerper van de brug die ook medeontwerper wa van de eerste talen brug. De naam. van Crombrugghelaan werd door de gemeenteraad met eenparigheid van temmen aangenomen. De dien st Bruggen en Wegen had de naam verandering al eerder goedgekeurd. ln tegenstelling tot de twee vorige stal n bruggen i deze brug een lang leven be choren. Het kunstwerk verkeert n g steeds in een opmerkelijke staat van onderhoud.
243
De originele uit blauwe hardsteen gedraaide palen en de metalen reling die de weg aan heide zijden alhakent verkeren in een erbarmelijke toestand. De laan biedt daardoor een verwaarloosde aanblik. De hij na honderd jaar oude plataanbomen dragen de sporen van hun hoge ouderdom en zijn eveneens aan vervanging toe. De kostenraming om alles terug in zijn originele staat te herstellen is dermate hoog dat Bruggen en Wegen het project voorlopig in beraad houdt. In anderhalve eeuw is het uitzicht van de streek sterk gewijzigd. Terwijl de gemeenten Sint-Martens-Leerne, Bachte-Maria-Leerne en Nazareth eerder hun landelijk karakter konden bewaren, wat deels aan hesehermende maatregelen te wijten is, hebben de gemeenten Deurle en Sint-Martens-Latem decennialang een grondige metamorfose ondergaan. De talrijke kunstenaars die daar kwamen wonen en werken en toen nog totaal onbekend waren, leefden er aanvankelijk in bijna armoedige omstandigheden. Zij waren de voorlopers van de twee Latemse kunstgroepen, die een mijlpaal geweest zijn in de verdere ontplooiing en de naambekendheid die de streek langzaam verwierf. De hosrijke omgeving is er bewaard gebleven en verbergt de dure villa's van industriëlen en renteniers die er de stilte van de natuur zoeken. De prijs van de grond is er onbetaalbaar geworden, het aanbod is trouwens nihil. Enkele musea stellen de werken van inmiddels zeer bekende schilders tentoon en de kunstgaleries promoten de verkoop. De kunstkenner voelt er zich thuis. De natuurliethebber zoekt naar beelden uit het verleden en de gastronoom komt er ruimschoots aan zijn trekken. Zowat overal ziet men de tekens van welstand die deze streek reeds geruime tijd kent. In het landschap van vandaag zou het verdwenen ophaalbrugje van Sint-Martens-Leerne de nostalgische wandelaar nog steeds kunnen bekoren. Tegenwoordig moet men het stellen met enkele jachten en woonboten die er aan de trekweg afgemeerd liggen.
244
De tweede sta le n boogbrug was op 24 me i 1940 doo r de Se Ardense Jagers opgeblaze n. Ernaast werd een houte n noodbru g voor a ll e verkeer gebouwd . Di e bru g bl eef tot 1956 in di e nst. De derde stal en boogbru g verzekert tot op hede n de verbindin g tu ssen Sint-M arte ns- Leerne e n Deurl e.
245
De bruggenwachter van de ophaalbrug woonden in de herberg "De Fontein". Enkele ingrepen hebben de oor pronkelijke herberg tot een mooie villa omgetoverd. De foto werd genomen van op de linkeroever, op de plaats waar vóór 1855, sind eeuwen een veer lag.
246
Dit i de fo to van de derde sta len boogbrug di e in 1956 voor het verkeer o pe nges te ld werd. De twee vori ge sta len bru ggen werde n in WO 1 e n II verni eti gd. Aan de tre kweg li ggen nu e nke le pl ezierbote n e n een woonboot afge meerd .
247
Bijlage I De eigenaars van grondpercelen tt· Sint-1\lartens-Leerne, gerangschikt naar hun woonplaats.J5
2 6 7 I l.f 6X 12 123 12-+ X I 00 X5 X7 117 XO 131 13 l 02 .fO 2X 59 137 65 16
3 112 111 127 38
248
Adam Charles- Lou i:-.-lanJb. AuJcnacrt Julien Jean en Hortence Bouckacrt BcrnarJ P. H.-LanJbouwer Brossé fran~·ois-herbergier Claeys Licvin-winkelier Colle BernarJ-eigenaar Col Ie Gérome-stoker Colle Léo-lanJhouwer Colle Pierre-eigenaar Dclehulcke Rosalie vrouw Yerrneire-lanJbouwer Demuynck Charles Louis-brouwer Descbrijver Bernard-particulier Devos FerJinand-herbergier Devreese Charles-Louis-lub. Deweirdt Marie-Thérèse-vrouw Adams Charleslandbouwers Filliers Ferdinand-landb. Gemeente St.-M.-Leeme Maenhout Augustijn-landb. Matthijs Norhert-herbergier Mortier Augustin-werkman Saelens Alben-landbouwer Sergeant Ange-wagenmaker Sergeant Jean-Baptist en Pierre-landbouwers van Cromhrugghe Napoléon-Charles-François propriétair Yanbaetselaere Jean-landb. Yanderplaetsen Josse-landb. Yanderplaetsen Pierre Jean-landbouwer Yandewalle lves-wachtmeester Vanlandegem Alexander-winkelier
St-:\ lartens-1-eerne Idem IJern Idem IJem IJem Idem IJem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem Idem
05 16 00 06 ()() 00 00 OI 07 02
97 90 11 xo 10 10 11 50 11 40 86 30 57 60
00 98 90 00 OI 00 00 00 (X)
78 92 75 02 07 29
99 90 20 20 60 70
00 22 10
00 41 40 02 15 50 04 30 10 00 04 40 00 06 50 00 64 10 02 27 10 122 75 90 OI 00 OI 00 00
47 96 02 07 08
50 50 10 60 70
00 02 05 00
82 46 24 OI
80 80 40 30
1739289
50,75 %
03 85 39 20 07
02 02 20 60 20
03 85 02
1,20 %
74 36 50
21,65%
108 lOl 1.34 103 126 21 99
Deweirdt kinderen Jean-ldbs Standaert Pierre Jacques -landbouwer Standaert Pierre Jacques -landbouwer Vandersickel Edouard-winkelier Vandermeerschaut Pierre-eigenaar
Bachte-Maria-Leerne Idem Idem Idem Idem
00 03 00 00 03
120 24 104
de Kerckhove de Denterghem Prosper-eigenaar Eeckhoute Louis-landbouwer Emma \ïlain XIIII, douarière de Kerckhove de Denterghem Emma \ïlain XIIII de Kerckhove Gustave et Deneve !\>larie et soeurs-propriétaires Gemeente Drongen-armendis Devreeze Pierre François-landbouwer Vanderplaetsen Charles-Louis-landbouwer Vannevel weduwe Emmanuel-echtgenote Vanderplaetsen Charles Verbiest Albert -landbouwer
Deurle Idem Idem
59 02 70 OI 05 50 14 04 30
Idem
()() 24 00
Drongen Idem Idem Idem
00 OI 00 OI
Idem
OI 57 60
os 77 90
1,68%
Dubois Emile et cons, propr. Dubois FernandPhilippe-Louis, baron de Nevele, Bachte- Maria-Leerne- vruchtgebrui kcr
Evergem
OI 64 80
OI 64 80
0,48%
Bauwens Humbline-rentenierster Borl u ut Amelie-eigenares Dael Antoine-eigenaar Dcmeulemeester Charles-rentenier Deneve Charles Louis en zuster-eigenaars Dcneve Charles Louis, eigenaar-Dcneve Marie Emmanuel en zusters-eigenaars Dobbelacre Liévin-handelaar Dcneve Emmanuel en zusters-eigenaars Dons Melanie Louise, echtgenote Vermeulen-eigen. Kervyn Louis Marie Ghislain-cigenaar Martcns-Pelckmans-bankier Marteos Justin Liévin-avocat Gand et Verrneirc hans, cultivatcur-Lcerne-St-Martin Martcos Justin Liévin avocal Rockcllinck Louis-rentenier
Gent Idem Idem Idem Idem Idem
03 05 ()() 08 OI 00
99 77 89 82 30 93
39 10 30 60 50 60
Idem Idem Idem Idem Idem Idem
03 00 OI OI 0I 00
96 62 45 28 07 02
80 30 80 10 70 00
Idem Idem
04 I I 80 02 96 70
..p
142 4 107 144 45 74 138
97
84
98 94 130 132 20 141 30 IJ 0 39 136 135 57
Charles-landb. Jean François-ldb . Pierre-landbouwer Charles-Louis-schoenmaker
2 Idem Idem Idem
Vannevel Vannevel Vannevel Vermeire
120
42 16 67 93
50 50 30 30
249
6'-)
Surmont Henri François-Borluut Alphonse Jean- Bapt.-usufruitier Yanhoohrouck François Huhert en kinderen-eigenaar Yandenherghe Jeannette-eigenares Yandewoestijnc Charles Ghislain-eigenaar
Idem
17 23 ()()
Idem Idem Idem
13 ~() 60 ()] 03 60 ()() 4 7 ~()
.t9 X.t 09
l.t,51 %
lierteleer weduwe J>icrre en kinderen
l.andcgem
03 07 20
()J ()7 2()
O,X9%
I >l'lll'usch A lixt•-eigenares
Luik
06 9J JO
06 l)J J()
2,02 %
54
Ikp1 )(lr!er-hurgemeestcr
:\leigt·m
OO."iX 10
OU 5X lU
(),17%
l)(1
Blomme weduwe en kinderen Felix en konsoorten Ikschuyter Rosalic-cigenares I)i cri à lkrnard-taakgelastigde L.ampaert Louis-hwuwer Loveling llcrmain Antoine-rentenicr Slosse Yirginie-eigcnarcs
Ne wie Idem Idem Idem Idem Idem
00 ()() 03 00 00 00
05 50 00
I ,60 %
26
Gouvernement-passage d'eau
()() 00 ()()
00 00 00
72
I >et h it•n nes-com Iesse Asterie Colette-ech !genot c ( )ostakkcr \'an nnntt• Det·alonnc, marquis de Co u I rd}()LJ n1e-cigenaar Dl'lhit•nncs, comtessc Asterie Colctte - épousc Idem du t·omlt• Decalonne, marquis de Courtehourne Oostakker en DeHeese Léonlandhouwer te Leerne-St.-Martin
00 09 10
u
27 20
3,86%
46 75 139
Deketelaere Léonard-knecht Peerens Léonard-landbouwer Vermale Augustin en Rosalie-eigenaars Moerman Pierre François-landbouwer
Vossela re Idem Idem Idem
00 00 00 OI
00 50 80 70
02 07 20
0,60 %
125
Colle Ivo-priester
\\' aasmunster
02 20 50
02 20 50
0,65 %
31 11.1 X3
29 I I ."i
)()I)
liJ 106 IIX 129
133
~9
Totale oppervlakte \'an alle percelen in hectare I are I centiare
60 ."i() 33 30 43 30 0~ I0 2X 00 76 80
0,00 %
13 18 I 0
04 76 06 21
343-H 42
I 00 %
We verduidelijken nog even de laatste kolom. U vindt er, per gemeente opgeteld, het procentueel aandeel in het grondbezit van Sint-Martens-Leerne.
250
Bijlage 11 Tarief , .•m de tolgelden. - Alleen de Staat kan de prijzen wijzigen
., 3 4 5 6 7 8 9 I0
IJ 12 13
14 15 16 17 18 19
20 21
Prijs-Fr-Ct.
Een persoon met of zonder bagage Een persoon met kruiwagen of een ander handvoertuig, belast of onbelast Een paard of een muilezel met ruiter en handzak Een belast paard of muilezel met begeleider Een ezel of ezelin belast, met begeleider Een ezel of ezelin niet belast, met begeleider Een paard. muilezel, os, koe, ezel, ezelin, gebruikt voor landwerk, gaande of terugkomende van het werk. begeleider inbegrepen Een os of koe toebehorend aan een veehandelaar en bestemd voor verkoop Een kalf of een varken Een schaap, of bok, een geit, een speenvarken, een koppel eenden of kalkoenen Vanaf 50 stuks viervoetige of I 00 kalkoenen of eenden wordt de prijs met I /4 verminderd. Voor schapen, bokken en geiten die naar de weide begeleid worden of ervan terugkomen wordt de prijs tot de helft teruggebracht Een koets met twee of drie wielen, afgeveerd of in draagriemen opgehangen, bespannen met een paard of een muilezel, de begeleider inbegrepen Een koets met vier wielen, afgeveerd of opgehangen in draagriemen, bespannen met een paard of een muilezel, de begeleider inbegrepen Een koets met vier wielen, afgeveerd of opgehangen in draagriemen, bespannen met twee paarden of muilezels, de koetsier inbegrepen De personen bedoeld onder het nr. 11, 12,13 die met de koets vervoerd worden zullen het tolgeld dat onder nr. I staat aangerekend krijgen. Een geladen kar bespannen met een paard of een muilezel of ossen met hun begeleider Een geladen kar bespannen met twee paarden of muilezels of vier ossen met een begeleider Een geladen kar bespannen met drie paarden of muilezels met een begeleider Een kar bespannen met een paard of ezel of twee ossen, geladen met mest of met de ingehaalde oogst en zijn begeleider Een onbelaste kar hespannen met een paard of muilezel of twee ossen en zijn begeleider Een onbelaste kar bespannen met een paard of een muilezel of twee ossen geschikt voor vervoer van mest of het inhalen van gewassen met hun begeleider Een volle of lege kar, hespannen met een ezel of een ezelin, begeleider inbegrepen Een geladen wagen hespannen met een paard of een muilezel of twee ossen, hun begeleider inbegrepen
002 004 0 I0 012 008 006 006 008 002
002
015 020 030 030 013 018 023 0 I0 0 I0 004 004 020
251
22
23 24
Een hun Een Een
geladen wagen. hespannen met twee paarden of muilezels of vier ossen begeleider inbegrepen geladen wagen. hespannen met drie paarden of muilezels. de begeleider inbegrepen lege wagen. hespannen met een paard of muilezel of twee ossen. de begeleider inbegrepen
030 040 015
Bepaalde personen wenJen ontheven van het betalen van tolgeld. U Zijn Koninklijke Hoogheid de Koning. hare Koninklijke Hoogheid de Koningin. hun familie en hun gevolg die met hen op reis is. U De ministers. provinciegouverneurs en de arrondissementscommissarissen in functie. U De ingenieurs. conducteurs en andere ambtenaren en agenten van de administratie bruggen en wegen. U De amhtenarcn en agenten van de administratie der directe helastingen. de douanen en accijnzen; de inspecteurs. verificateurs en ontvangers van domeinen. de inspecteurs en opzichters der visserij, de hosheheerders te voet of te paard. de brievenbestellers. allen zonder uitzondering tijdens het uitoefenen van hun functie. U Zijn eveneens ontheven van de heffing alle militaire konvooien, treinen met artillerie, d.w.z. de vuurmonden en de kisten munitie. de militairen en de aanvoerders die hen hegeleiden, alsook alle personen en elk voertuig dat voor militaire dienst opgeëist werd. i.J De gerechtelijke autoriteiten. de gendarmen in dienst en de militairen die in groep of alleen reizen en een marsbevel of een verlotbrief kunnen voorleggen. U De koeriers van het kabinet of van de posterijen als zij slechts van één reiziger vergezeld zijn. U De ordonnansen en boden van de gouverneurs en arrondissementscommissarissen die drager zijn van dienstpakjes of telegrammen. U De plaatselijke postbodes op dienstronde. U De opzienersvan rivieren.
252
Hijlage 11 I De gewijzigde tekst van de artikels van het primair lastenboek (vrije vertaling uit het Frans) .. Gezien de aanbesteding l'an /9 Augusws /853 waardoor de heren Charles De Neve, wonende te Gent, Gustave de Kercklwve d'Ousselghem. wonende te Vosse/are en Dame Veuve Prosper de Kerckhove de Dellterghem, geboren Vicomtesse Vilain XIIII 1ronende te Deurle. deze laatste optredend in de plaats van haar onlangs overleden man, zich er toe verbinden een brug te bouwen over de Leie tussen de gemeenten Deurleen Sint-Martens-Leerne volgens de bepalingen en de voorwaarden van het lastenboek zoals door onze Minister l'an Openbare Werken op 30 juni 1853, is besloten onder voorbehoud 1•an: I. - Dat het goto·ernement het artikel 8 l'(l/l het lastenhoek in die ::.in wijzigt dat voor de nummers 7,8,14,/5,17,18.19.21,22 en 24 1·an het eerder vastgesteld toltarief ook koeien en stieren in aanmerking komen voor de heffing en dat dit in de tarieflijst zal opgenomen worden. 2- - Dat de gemeenten Sint-Martens-Leeme en Bachte-Maria-Leerne er in toestemmen dat delen van de gephn•eide buurtweg l'an Nevelenaar de weg 1e klas nr 6 (de Pontstraat en de Pontweg) aan beide ::.ijden van de Leie waar de brug zal gebouwd worden, zullen verplaatst worden 0111 aan te sluiten met het nieuwe kunstwerk en dat zij aan de concessiehouder de gronden en de bestmting van die weggedeelten ::.uilen af\·taan in mil1•oor de nieuw te maken weg die op kosten van de concessiefzouder ::.al aangelegd worden. Gezien in het proces-verhaal van 23 Augustus 1853 vastgesteld werd dat de concessie wm de bmg in kwestie in openhare aanbesteding is aangeboden en dat geen enkele ander intekenaar lmiten de hovengenoemde zich heeft aangeboden, Gezien het bewijs van kwijting van de borgsom van 2000,- .fi· die volgem artikel /9 van het lastenboek diende gedeponeerd te worden. voorgelegd werd, Overwegende dat het open onderzoek, overeenkomstig de voorschr!ften \'{1/1 ons Besluit van 29 N(JI'emher 1836, het openhaar nut en het ontwerp van de hmg erkellt, Overwegende dat de voorgestelde plaats om de geplande hmg te bouwen gunstiger is dan de oorspronkelijk l'astgelegde plaats, dat de inschrijvers /Je Neve en konsoorten de houwplaats \'(l/1 de bmg aam•aarden zoals dat door hen op het hijgaand plan van 2 juni /854 aangegeven werd, alsook de wij::.igingen aan de bou11· van de hmg aam•aarden, waarvan zij eisen dat ze in het lastenhoek worden opgenomen. Overwegend dat door de beraadslaging van 14 September en 17 Okto/Jer jongstleden, gel'o!gd door ons besluit van 27 November, de gemeenteraad van Sint-Martens-Leerne en van /Jachte-Maria-Leeme ::.ijn goedkeuring hecht aan het verplaatsen van een deel van de f?emeentewef? met het doel deze te laten aansluiten op de geplande hmg, Overwegend dat op de gemeenteraad van 3 .Januari en 8 Fehrttari /854 de roodsleden 1'011 Bachte-Marie-Leerne en Sint-Martens-Leerne zich akkoord verklaren 0111 de materialen en de terreinen die het l'oorH'elïJ uitmaken van het voorstel tot ruil zullen afgestaan worden wwr de nieuwe weggedeelten die op kosten van de concessionaris ::.uilen aangelegd worden, Gezien de wet van 19 .Juli 1832 voor het heJf"en van tolmits concessies in laatste instantie 1•en•angen werd door de wet van 17 Mei 1853, Op voorstel van onz.e Minister van Openhare Werken, hebhen wij hesloten en hes/uiten, Art 1/Jat er over de l,eie, tu.Hen de gemeenten /Jeur/e en Sint-Martens-Leeme een hmg ::.al gehoull'd \\'orden waa/"\'(/11 het gebruik onderworpen is aan tolgeld, Art. 2- - /Jat die hruf. wl gebouwd worden overeenkomstig de plannen en het lastenhoek ::.oa/s door on::.e Minister 1•an Openhare Werken op datwn van 30juni 1853 werd heslotenmet uit::.mu/ering l'an de l'olp,ende wU::.igingen:
253
Art. 3 Art . .J Art. 5 Art. ó
Art. 7
254
/)at de hruR ::.al Rehouwd worden op de plaats die op het plan \'ll/1 2 Juni 1854 is aangeduid door de Heren Charles De Neve en konsoorten. waarl'(lll het plan aan dit hesluit toegevoegd is. /)at paraRraaf 4 1'(111 artikelnr 1 \'l/11 hetlastenhoek is verl'llngen door de volgende bepaling: /)at de landhoc~fden een lengte ::.uilen hebhen \'l/11 8 m hij 4.20 m hoogte. gemeten hoven de fundering; zij zullen gesteund worden lifll'el door z.ijmuren ll'aan•an de lengte 3.60 m is en qfgell'erkt worden met twee schoormuren, of door keermuren van elk 5.60 111 lang. ZU ::.uilen gehoull'd \\'orden op een la ras \'all geheide houten palen en de draden van 'palplanches' zullen he1•estigd worden alm de huitemte deklijst. I>e nrs 7.8.14.15.17,18,21.22 t'n 24 \'an het toltarief hepalt'n 1'0/gem artikel R van het::.e(fde lastenhoek dat de te innen rechten ook \'l/11 toepassing z.ijn op de koeien en de stieren die de brug passeren. J>e aanhesteding is aangenomen door de heer Chales /Je Neve en konsoorten. Zij worden door dit Besluit, op de datwn I'WI het in gehruik stellen \'{1/1 de hrug, de concessiehouders \'oor de duur \'WI 90 jam: /let \'eer m•er de Lt'Ïl' te IJeurle. -:pais dat omschrel'en is in artikel JO mn hetlastenhoek. ::.al ophouden te bestaan op de dag dat de het nieuwe kunstwerk ::.al opengesteld worden. Ik Staatstoelage \'mi 5000fr z.al l'olgens de artikels JO en 11 \'c/11 het lastenhoek toegekend worden aan de concessionaris en ::.al geregeld \\'orden door een Besluit dat later door on::.e diensten z.al bepaald worden. Het huidig Besluit \'er/een/toestemming de nodige eigendommen te \'e/1\'er\'en om de hrug te verwezenlijken en zij zullen. indien nodig. in beslag genmnen en aangewend \\'orden overeenkomstig de wetten op onteigeningen voor openhaar nut. Onze Minister \'(1/l Openhare Werken is helastmet de uiti'Oering \'l/11 dit Besluit. Gege1•en te Laken. 20 januari 1855. Getekend: Leopold Vr1or de Koning - de Minister I'Clll Openhare Werken. Getekend: E. Vrm Hoorebde Voor een\'(mnig afschrift - de Secretaris Generaal, Getekend: Pa rtoes Voor gelijkl-ormig afschr(ft - de Provinciale Gr(ffier. Gl'fekend: Montigny
Eindnoten
2 J .t
5 6 7
9 10 11
12 13
l.t
15
De brug lag voorbij Drongen dorp. ter hoogte van de huidige Ringvaart, waar nu de Watersportbaan begint. Dat veer bestaat nog steeds. De straatnamen zijn gewijzigd in Veerstraat en Leiehoek . De van Crombrugghe's hebben sinds I X18 onafgebroken de Burgemeesterssjerp van Sint-Martens-Leerne gedragen. Lievin 1818/1819 - Joseph 182011825-Charles 1825/1830 - Napoléon 1842/1887 -Charles 1887/1906 - Carlos vanaf 1906. In 1956 was Carlos nog steeels burgervader. Hij werd gehuldigd toen de nieuwe boogbrug in 1956 voor het publiek opengesteld werd. De brief is in het Frans opgesteld. Wij geven hiervan een vrije vertaling. Dat memo is ons onbekend. Het huidige station van Eeke was in die tijd grondgebied Nazareth. Vandaar dat men over het station van Nazareth sprak. Ook het gehucht De Pinte was toen grondgebied Nazareth. Zie Poppkaart 1861. De loskaai bestond nog na WO IJ. Ook deze brief is in het Frans opgesteld. Wij geven hiervan een vrije vertaling. Dit huis staat er nog steeds. Het is nu een particuliere woning. De brief was in het Duits opgesteld. Wijn geven hiervan een vrije vertaling. Wij hebben de brief van Ir. Bauwens niet gevonden en kennen dus zijn inhoud niet. Waarschijnlijk gaf hij daarin de reden aan waarom de werken traag vorderden. Aan deze brug sneuvelden op 25 mei 1940 drie Duitse soldaten. Het waren: Paul Ritter, 0 09.01.1913 Herthausen van het ge Infanterie Regiment 192 Machinengewehr - Herbert Löbel, 0 30.09.1916 Limbach/Sa. en Johan Zenker. o 10.05.1910 Leipzig, van het ge Infanterie Regiment 234 MG. Beide Regimenten behoorden tot de 56e lnfanteriedivisie. Bron: De Kadastrale Legger en de kaart van Popp - 1861.
Bronnen Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Wegen en Verkeer Popp I S61 - Kadastrale legger Stadsarchief Deinze -deelgemeente Sint-Martens-Leerne
255
Uithangborden in Astene
door André HEYERICK en Robert WIEME
I~ LEIDING
Voor dit artikel heb ik mij gebaseerd op de (niet verder gecontroleerde) gegevens in de bevolkingsregisters en de artikelen in de jaarboeken en het Kontaktblad van de K.O.K. (thans K.G.K.). Verdere inlichtingen werden mij door verschillende personen meegedeeld, waarvoor mijn dank, of ik vond ze o.a. in de Deinse weekbladen, de registers van briefwisseling en de beraadslagingen van het schepencolle2e .... van de ....2emeente.
\0or dit artikel ben ik vooral dank verschuldigd aan Robert* en René Wieme. Ze 'rvaren ten andere de opstellers van lijst./. Door hun kennis van de gemeente en van hun dorpsgenoten waren ze in staat bijkmnende inlichtingen te geven en enkele twijfelgevallen op te lossen. Hun opmerkingen zullen cursiefgedrukt worden. Ook in Astene werden herhaaldelijk straatnamen gewijzigd- zie BIJLAGE. GOOF 1112 toont het centrum van Astene rond 1910. 1974/56 situeert op een plannetje enkele gebouwen in de Achterstraat en op de steenweg Gent-Deinze. Volgende afkortingen vergen enige uitleg: 19681100 betekent Jaarboek K.O.K. 1968 blz. I 00. KI 180 betekent Kontaktblad blz. I 180. O.B. verwijst naar een bericht in het plaatselijk weekblad "De Deynsche Burger". GvD verwijst naar een bericht in het plaatselijk weekblad "De Gazette van Deynze". DOP2/30 betekent "Deinze in oude prentkaarten deel 2" blz. 30. GDOF2/25 betekent "Groot-Deinze in oude foto's" met commentaar van Stefaan De Groote en Denis Pieters, deel 2 blz. 25. Gesch/20 betekent "Een duik in de geschiedenis van Astene" door Herman Maes, blz. 20. Lijst 4: Een Iijst met herhergen in Astene tussen I Y20 en I Y40, opgemaakt door de gebroeders Robert en René Wieme uit Astene, mij overgemaakt door Jacky Snoeck. Top/77 hetekent "Toponymie van Astene - Oude en nieuwe plaatsnamen" door Luc Goeminne en Herman Maes, hlz. 77. Klaroen: De Klaroen is een adressenhoek van Deinze uitgegeven I YY2-19Y3 door De Klaroen, Dorp 24A Nazareth. Het bevat een alfabetische lijst van de inwoners van Groot-Deinze en een adressenlijst per straat. Hand. 2000: Handels- & Beroepengids 2000. tlnr. betekent: toenmalig huisnummer in de bevolkingsregisters van bedoelde periode. hev. reg. betekent: bevolkingsregisters. (*J Rohcrt Wieme, K.Ci.K.-Iid en medewerker aan dit artikel, is op 7 maart 2003 overleden.
25<)
TABELI,EN /)e cursiefgedmkte aanduidingen werden enkel aangehracht om de in dit artikel helwndelde uithanghorden duideiUker te lokaliseren. P Plaats K Kn)mmestraat L = Leiehol·k hev. reg. 191 0 * W \Vallehl·ke = hl' V. reg. I S90 **
BAAN DEINZE-<;ENT (Noordkant) Dl· huidige huisnummers van de Kapellestraat heginnen aan de Dorpsstraat, dus van oost naar west. in tl'genstl'lling tot de Dorpstraat en de Emicl Clauslaan, waar de nummering van west naar oost gl'l>eu rt. ()f,EEN\'( >I,(; EN I>E
huis nummer JSSO
huis nummer J9JO
huis nummer
huis nummer
1970
2000
PI A**
11
()4
116
P3*
39
90
112
Herberg Passemier
378
86
108
Catë Match Café Sportkring L'Etape
37A 37A 84
106
lilTil A N<; B< HH>EN
Kapellest raat. Het Barreelhuizeken Het Melkhuis
Butler
82
She/1 ben;,inestation
76
Herberg Veys
27A
66
±74
58
±66
Achterstraat De ijzeren Pot Club 21 "Lido" Restaurant "Costa del Sol"
260
16
OPE.EN\'OLGEND.E l'ITHANGBORDEN
I
huis nummer
huis nummer
huis nummer
1880
1930
1970
huis nummer 2000
5 7
Dorpsstraat D1: Statitts De Pilorijn
in het jaar 1760
Bakkerij Linda In de Posthoorn
P47
PlO P55
5 7
In de Kloefkapper
P52
P51
weg
P50
13
15
In 't Sport De Leeuw
P55
P49
15
afgebr.
Stokerij
P56
P48
17
afgebr.
De Hert 3 In de oude Hert Generale Bank
P57 P57
P47
21
Herberg Bazijn
P58
P46
23
In d' Hope van Vrede I In de Roskam Kapsalon Capricio
P61 P61
P43
27
In de 4 Hoefijzers Café St.-Amand
P62
De Zwaan 2 In 't Ylaamsch Huis
P64
Herberg Campc
P65
Verkeerslichten
23 afgebr.
31 P42 29
33
P40 P40
35
39
J>39
41
261
In de Rosten duiver
P69A**
P.35
49
5.3
<>PEENVOI,GENI>E lJ ITI IA N<; B< >RI> EN
huis nummer
huis nummer
huis nummer
huis nummer
IXXU
19]0
1970
2000
P.32
55
P26
69
herbouwd
P21
<)3
±107
Pl9
lOl
113
In Olsene Ko< >pshande Ish uis
P76*
In de Reisduif I In het Verken In het Tonneke De Toekomst
P69 P69 P69
In de Belg
L23
PI7A P17A
Het wit Paard .3 De Postilion Cluh 51 Cotton Cluh Het wit Paard I St.- Martens-Latem Het Vissershuis Le Grand Dragon
105 105 117
Ll4 PIS PIS
11S 129
Begin Pontstraat Emiel Clauslaan
In de Vierwegen Saturne Club Champagne De Reisduif 2 De Vluchter
Ll9
LIS**
De nieuwe Wandeling I
Ll6
In den Dries Orchidee
Ll7
262
3 3
11
6
19
9
21
11
21
Bercley Fifth Avenue OPEEN\'OLGENDE llTHANGBORDEN
9E
31
huis nummer
huis nummer
huis nummer
31 huis nummer
1880
1930
1970
2000 31
Why not El Paradiso
71
Pic-nicque SaYarin
77 77 43C
Scaramouche Fétiche Sirène
89
89
91
91
53
Les Saules Les Méandres Wallebeke I
107 107
Het Zwart Paard
W26
24
117
De Rolle
W25
25
afgehr. ( 1947)
In de Vos Wit Paard 2 Patio
W23
26 26 127
117
127 141
Wallebeke 2 De Welgezinde Hal ifax
71
WIJ
12 131
143
26.3
BAAN DEINZE-GENT !Zuidkant) <WEENV
huis nummer 1XXO
huis nummer 19]()
huis nummer 197()
huis nummer
32
73
99
23
49
69
2()()()
Kapdiestraat 't Schildersverdriet De Vlasbloem
PIA
Restaurant De Goljer
55
l>nrpsstraat Het Duvclke Oud Parijs
PXJ
P59A
12
12
P63
24
afgehr.
PS
28
afgebr.
Ve rkee rsl ieh ten De Prins Eugeen De Draver
P75
't Fermetje
44
Begin Pontstraat
Emiel Clauslaan 't Stoofke
24
De Jockey
15
Ma Campagne Fan Fan
Bam bi
264
54
70
80
74 74
84
76
afgebr.
94
126
158
L' Amy Nefertiti De Wildeman
54
W30
16
.-\CHTERSTRAAT OPEENVOLGENDE UITH.-\N(;B()RI>EN
huis nummer
huis nummer
huis nummer
ISSO
1930
1970
In de Haan 2 In de Transvaal
P47**
25
9
In de Maandag
P36
44
16
Elk weerd hem
P36A**
huis nummer 2000
afgebr.
±18
't Veer Den Overzet
P6
9
51
61
In de drij Duifkes In het Lindeke In de Haan 3
Pl7 Pl7 Pl7
19
69
87
In de Hert 2 In d' Hoop van Vrede 2 Achterstraat In de grote Pot
Pl9 Pl9 23
73 73
91
Oude Aardeweg In de Snoek Fruithoek
P21
77
95
22
265
OVERIGE UITHANGBORDEN 't Begijntje De Jager In het Konijn De Kwezel De Roos I De Welgezinde 2
Beekstraat Beekstraat Beekstraat Beekstraat Beekstraat Beekstraat
In het Hof van Vlaanderen De Kloef De Wachtzaal
Edeke Edeke Edeke
De Barrière De groene Boomgaard De llert I De Roos 2 De Smokkelkeet Herherg Van de Winckel
Karmstraat Karmstraat Karrnstraat Karmstraat Karmstraat Karmstraat
Chület d' Oude Leie River Ranch
Leieoever Leieoever
In de Haan I De Ketel In de nieuwe Ketel
Muizenhol Muizenhol Muizenhol
De Augustijn
Nazarethsesteenweg (ook Parijsestraat)
In 't Molleke
Oudestraat
De Koornhloem De Statie
Parijsestraat Parijsestraat
In de Haan
Paterstraat
De Nachtegaal
Pontstraat
Vosselare-Put
Kleine Pontstraat
Het Molengat De nieuwe Wandeling
Splete Splete
Den Gaepaert De Hoorn
Steenweg Gent-Kortrijk Steenweg Gent-Kortrijk
266
(vroeger (vroeger (vroeger (vroeger (vroeger (vroeger
Beekstraat) Beekstraat) Beekstraat) Beekstraat) Beekstraat) Beekstraat)
(vroeger Leiehoek)
(vroeger Parijsestraat en Beekstraat)
(I~
DE OllDE) AARDEWEG:
Zie ook "De Zwaan 1". GvD vermeldt op 2 oktober 1888 de verkoping van een herberg, wijk Plaats, palende noordwest en zuidwest de straat, kad. C 203b, bewoond door De Backer. Waarschijnlijk werd deze herberg bedoeld. In de bev. reg. vond ik hier slechts een herbergier vanaf de bev. reg 1890. Het adres was Plaats tlnr. 22 1 (in 2000 Achterstraat nr. 95 ). In de bev. reg. stond op dit adres in de rechter bovenhoek "In den ouden Aardeweg" vermeld. Het huis werd bewoond door Constantinus De Hacker, herbergier, met zijn echtgenote Mathilde Bruteyn. Volgens de bev. reg. 1880 woonden ze nog op de Plaats t/nr. 85; op 31 december 1894 verhuisden ze naar de Plaats tlnr. 59- zie "In den Hert 3". Ze werden opgevolgd door Jan Baptist Janssens, herbergier- barbier, die op 9 januari 1895 getrouwd was met Marie-Rosa/ie Beyens. Bij hun huwelijk kwamen ze van hun ouderlijk huis, hij in het Muizenhol tlnr. 16, zij in de Leihoek t/nr. 21. In de bev. reg. 1900 werd hij aangeduid als timmerman-herbergier. GvD. Signaleert op 13 december 1898 de verkoping van een herberg met huis "In den ouden Aardeweg" op het Dorp, kad. 263a, 264F en deel van 254K, in pacht bij Jan Baptist Janssens. Ze verhuisden op 31 december 1902 naar de Beekstraat t/nr. 22. Gedurende korte tijd woonden hier Omer /Je Rouck, aangeduid als werkman, met zijn echtgenote Natha/ie Bruteyn. Ze kwamen op 14 januari 1903 uit Zevergem en verhuisden reeds op 29 september 1903 naar Frankrijk (Yiegnies). In de bev. reg. 1900 vond ik hier ook Juliaan Maenhow, dagloner-herbergier, die op 21 oktober 1903 getrouwd was met Maria-Elisa /Jracke. Hij kwam op 22 oktober 1903 van zijn ouderlijk huis in de Beekstraat t/nr. 6, zij kwam (volgens de bev. reg. ) op 15 maart 1904 uit Petegem. Ze verhuisden op 9 november 1904 naar Petegem. Hun opvolgers waren Cyrille Moreel.\·, werkman-herbergier, met zijn echtgenote Maria Lammertyn; ze kwamen bij hun huwelijk op 28 september 1906 van de Plaatst/nr. 43- zie "In de Achterstraat". GvD signaleert op 7 juli 1919 de verkoping van een blok2 met o.a. herberg "De Snoek" aan de
267
Oudenaardeweg hij Cyriel Moreels.
Lijst .J. \'ermeldt hetherg "De Snoek", hij Cyril/e-Moreels-Lmnmertyn op de hoek \'Wl de Achter- en de Krollllllllll'Stnwt, later de winkel "De Fruithoek 2 ", hij De Clerck. Maria l.J.tllllllertyn overleed op 9 mei 1931; (vrille Moreels verhuisde naar Pctegem op 12 september 1941. De inwonende dochter Magdah'llll Moreels was intussen op 22 januari 1936 getrouwd met Norhertus /)e Clercq, die van de Achterstraat t/nr. 2 kwam. Hij werd aangeduid als handelaar in kruidenierswaren. Waarschijnlijk veranderde hij het uithanghord in "Fruithoek" toen hij de zaak overnam. Ze vcrhuisden op 21 september 196X naar de Pontstraat t/nr. 4A. llun inwondende zoon Rohert De Clercq was intussen op 3 november 1967 gehuwd met Marie-Jew11ze Balcaen, die uit Oudenaarde kwam. Hand. vermeldt in 2000 nog steeds "De Fruithoek 8. Y.B.A.".
(IN D') ACHTERSTRAAT: zie .. (In del Hert 2"
(CAFE SINT-) Al\lANI>: zie ••(In de vier) Hoefijzers"
L'AMY: In de bev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan t/nr. 36 (vanaf 1960 wer dit nr. 74; Volgens Hand. 2000 is het huisnummer 84 ).
Willem Van Der Stru({. gepensionneerde, die op 6 maart 1941 gehuwd was met Carolina Boeschoten, aangeduid als "zonder beroep". In potlood stond in de bev. reg. 194 7 het uithangbord ''L' Amy" vermeld. Ze verhuisden naar Nederland op 25 juni 1951. Nu volgden verscheidene caféhoudsters (ongeveer om de 2 jaar); de laatste in het bev. reg. 1947 was Gem-gette Bondroit, die op I december 1959 uit Doornik kwam en op 5 juli 1963 verhuisde naar Gent.
268
Ook in de bev. reg. 1960 volgden herbergier(ster)s elkaar op; in potlood werd echter het uithangsbord "Nefertiti" vermeld. In de bev. reg. 1970 constateerde ik kortstondige verblijven van "diensters". In potlood stond nogmaals het uithangbord "Nefertiti" vermeld, maar eigenaardig genoeg met de vermelding "vanaf 23/211973".
IDE) AUGUSTIJN:
Top/77 vermeldt : 1860 De Augustijne Herberg; 1960 Herberg De Augustijn. Op de hoek van de Oude Heirweg en de Nazarethse Steenweg3. Exploitatie gestopt rond 1965. K2942 signaleert dat deze herberg op de hoek lag van de Nazarethsesteenweg en de Oude Heirweg. Aange:ien het adres bepaald wordt door de voordeur van het huis, kan het gebeuren dat een huis plots in een andere straat gedomicilieerd wordt. De bev. reg. 1870 en 1880 vermelden op dit adres in de rechter bovenhoek "St.-Augustin", deze van 1890 "In den Augustijn" In de bev. Reg. 1870 vond ik in de Parijsestraat t/nr. 1514 (in 1970 Oude heirweg nr. 14) Frederic De Ru_vck, tapper-landbouwer, met zijn echtgenote Eu/a/ie de Smet, zonder beroep. Ze verhuisden op 25 december 1868 naar Zwijnaarde. Ze werden opgevolgd door Henri Campe, herbergier, die op 23 december 1868 getrouwd was met Romanie Moens. Ze kwamen van de Parijsestraat t/nr. 157 (zijn ouderlijk huis). DB vermeldt op 13 november 1882 "Den Augustijn". GvD en DB signaleren tussen 28 juni 1891 en I I december 1905 zeven maal "den Augustijn" langs de steenweg naar Nazareth bij Henri Campe. Volgens de bev. reg. verhuisde zij op 4 januari 1908 naar Nazareth, hij naar Deurle op 15 oktober 1908. De opvolger was Ado(l Van Oot eR hem, landbouwer-herbergier, die op I 0 oktober 1907 huwde met Elodia van Simaey. Ze kwamen van hun ouderlijk huis aan de Splete respectievelijk t/nr. 7 en 26. GvD en DB vermelden op 5 maart I <)08, 5 december 1910 en 23 november I <)21 "den augustijn" bij Adolf Van Oot eR hem. Zij overleed op 8 mei I <J57; hij werd reeds in de bev. reg. 1947 aangeduid als "''zonder beroep"".
269
Hij verhuisde ( bcv. reg. 1960) naar de Nazarethsesteenweg t/nr. 44 (gewijzigd in 64 ), waar hij overleed op I 0 november 1965.
Lijst ..J l'enneldt: Gekende uithaters waren Ado(( Vtm Omeghem en mnq( /963 Astère De C/erck-Vtm Panjs. In de bcv. reg. 1960 werd in potlood het uithangbord "De Augustijn" vermeld. De volgende bewoners waren Astère De c/erck. landbouwer-herbergier, met zijn echtgenote Yvonne Vtm Parfjs. zonder beroep Ze vcrhuisden op 24 december 1962 naar de Nazarethsesteenweg t/nr. 41. Daarna kwamen Marcel [) 'hollf. autobestuurder. met zijn echtgenote Ludwi1w Vtmde Wie/e, caféuitbaatster. er wonen. Ze kwamen op 19 juli 1963 uit Huise. Ook in de bev. reg. 1970 werd op dit adres in potlood vermeld "Café St. Augustijn". Ze verhuisden op 20 december 1972. Op dit adres werden tot 1980 (einde van de periode in dit bev. reg.) geen opvolgers vermeld.
FIFTH AVENUE: zie ••Bercley"
(RESTAURANT) BA:\181 In de bev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan t/nr. 428, gewijzigd in nr. 925 (in 2000 nr. 126) Maurits Blomleel, mekanieker, met zijn echtgenote Antoinette Bol/ez. Ze kwamen uit Deinze op 3 april 1956 en verhuisden naar Petegem op 28 december 1957. Ze werden opgevolgd door Walter De lans, handelaar, die op 21 januari 1961 trouwde met MarieSu::.anne Waelkens, zonder beroep. Ze kwamen uit Aalbekeen verhuisden op 27 april 1962 naar St.-Pieters-Leeuw. De volgende bewoners waren R11dolf Bügler met zijn echtgenote Martha La Roy. Ze baatten een benzinestation uit. Ernaast hadden ze een restaurant dat de naam "Bambi" kreeg.
270
Hand. 199.3. 1996 en Loo-Doop 6 .
~000
vermelden "'Restaurant Bamhi" aan de E. Clauslaan nr. 126, bij D. Vcm
(HET) BARREELHUIZEKEN: GvD van 6 februari 1894 signaleert "'Het harreelhuizeken" tegen "De Ylasbloem"7. De enige herberg (buiten "De Vlasbloem") in deze omgeving was in de bev. reg. 1890 een nieuw huis op de Plaatst/nr. JAS (in 1992 Kapellestraat nr. 116). De bewoners waren Hypotitus Vermett!en, "werkman op de ijzerenweg", met zijn echtgenote Emerence De Marte!aere, herbergierster. Ze kwamen in december 1890 van het Edeke t/nr. 4. Zij overleed op ~4 september 1900; hij verhuisde op 2 oktober 1908 naar Gent. De volgende bewoners werden niet meer als herbergier(ster) aangeduid9.
Slechts in de bev. reg. 1910 vond ik in de Beekstraat t/nr. .3611 (in 1970 Karmstraat nr. 7) een herberg met als bewoonster Eugenia De Schepper (weduwe van Augustus Vcm L([ere), Jandbouwster-herbergierster. Ik vond haar reeds op dit adres in de bev. reg. 189()12. DB signaleert op 24 oktober 1922 de verkoping van een nieuwe tweewoonst 13, waaronder de herberg "de Barrière", kad. A 955, palende oost de Beekstraat, zuid de "ijzerenweg", verpacht tot .31 december 1922. Zij overleed op 27 augustus 1931. Haar inwonende dochter Anna, aangeduid als landbouwster, was reeds op 21 december 1922 getrouwd met René Claus, een landbouwer uit Bachte-Maria-Lcerne. Hij overleed op I mei 1957; zij werd verder aangeduid als gepcnsionneerde.
271
(HERBERG) BAZI.JN: Reeds in de hev. reg. 1870 vond ik hier op de "Plaats tlnr. )()14 (in 1970 Dorpsstraat nr. 23) Leonard naz.Un. broodbakker. met zijn echtgenote Eu/a/ie Vim Hacke. Hij kwam op 14 december 187.5 uit Deinze. zij op 27 januari 1876 uit Petegem. Slechts in de hev. reg. 1900 werd hij aangeduid als broodbakker-winkelier-herbergier, maar waarschijnlijk werd het hier reeds vroeger een herberg, want GvD signaleert op 30 oktober 189.5 de verkoping van een herberg-bakkerij. op het Dorp. palend noord de straat, zuid de Grote Steenweg, kad. C 181 D. 181 C. 183 en 183D. in gebruik hij de verkoper Leonard Ba:.ijn. GvD vcrmeldt op 2.5 oktober 1903 de duivenmaatschappij "De Jonge Strijders" hij L. HazUn. Volgens de hev. reg. 191 0 vcrhuisden ze naar de Plaats tlnr. 66; er werd geen datum aangeduid. In de bev. reg. llJ20 vond ik hier Oscar De 8acker. hakker. die op 6 april 1921 getrouwd was met Anna De Gml'e, winkelierster. In de bev. reg. llJIO woonden ze nog in hun ouderlijk huis. respectievelijk op de Plaats tlnr. 102 (zijn vader was veldwachter) en de Plaats t/nr. 79 (haar vader was koster). Ze verhuisden op 24 augustus 1960 naar Deinze. Ze werden opgevolgd door Antoine Heyaert, kleennaker-winkelier, met zijn echgenote Maria-Helena Vim Hoey. Hij kwam op 27 apiil 1960 uit Nazareth. zij woonde volgens de bev. reg. 1947 op het Dorp tlnr.62A. Ze verhuisden op 11 september 1967 naar Nazareth. Daarna was het geen handelshuis meer16.
( 'T) BEG I.JNT.JE: In de bev. reg. 1960 vond ik in een nieuw huis in de Beekstraat tlnr. 25c (gewijzigd in nr. 74) Astère Bassez, schrijnwerker-loontrekkende. die op 13 november 1968 getrouwd was met Rita De Graeve. Hij kwam van zijn ouderlijk huis in de Beekstraat tlnr. 24, zij van de Stationsstraat tlnr. 42. Hun dochter Barbam woonde bij hen in. Ze verhuisden op 25 december 1972 naar de Beekstraat tlnr. 70 Ze werden opgevolgd door haar broer Johan De Graeve, timmerman, die op 21 februari 1975 trouwde met Brigitte Delmeire, kinesiste, en verhuisde naar Deinze.
272
In de bev. reg. 1970 vond ik hier ook Dirk Van Speybmeck, student, die op 23 juli 1976 huwde met Godelie\'e Missiaen. bediende. Hij kwam van de Kapellestraat t/nr. 5, zij uit Deinze. Ze verhuisden op 15 juli 1977 naar Deinze. Hun opvolger was Paul De Graeve, vertegenwoordiger, die op 4 jaluari 1979 trouwde met Marleen Demey, tandartsassistente, die uit Deinze kwam. Hand. 1993. 1996. 2000 vermelden "'t Begijntje" in de Beekstraat 74 bij Barbara Bassez.
(I~
DE) BELG:
In de bev. reg. 1870, 1880 en 1890 werd op dit adres in de rechter bovenhoek van de blz. het uithangbord '"In den Belg" vermeld. In 1870 vond ik op de Leihoek t/nr. 9917 (in 200 I Dorpsstraat nr. 113) Jan Baptiste Verwee, tapperslachter, met zijn echtgenote Dorothea Vanderhaegen. Hij overleed op 18 januari 1877, maar zijn weduwe zette de herberg verder tot ook zij overleed op 21 juni 1891. Hun dochter Stephanie trouwde op 26 juni 1893 met Karel Lodewijk De Clercq, aangeduid als herbergier, uit Nazareth. GvD vermeldt op 21 november 1898 de herberg "In den Belg" nabij de Grote steenweg en het sluis. GvD signaleert op I 0 maart 1905 de verkoping van een werkmanswoning en de herberg "Den Belg", langs de Grote steenweg, kad. C 166E, 166F, 16 7B, Ex 166C, in huur tot 24 december 1905 en gebruikt door Louis De Clercq. Stephanie Verwee overleed op I juni 1907; Karel LodewUk De Clercq verhuisde naar het Edeke t/nr. 9; er werd geen datum aangeduid. Op 21 december 1906 kwam van hetzelfde Edeke t/nr. 9 Camiel Walgraeve hier wonen, met zijn echtgenote Marie Van den Abeele. Volgens de bev. reg. 1910 waren ze verhuisd naar de Leihoek t/nr. 15. Daarna kwam Maria-Joanna Van Oe Putte (weduwe van Basile Verhrigghe), herbergierster, hier wonen. Ze kwam uit Gent op I 0 januari 1910 en verhuisde naar Proven op 21 december 191 I.
273
Zij werd opgevolgd door Alphonsus De Clercq. herbergier. die op '27 september 191 I gehuwd was met Maria- Theresia Dekeukeleire. huishoudster. uit Nazareth. Ujst-ll·emleldt "Den Belg" (in de 1'0/ksmond "den Bels"), hij A(f/·ed De Clercq.
In de hev. reg. 19'20 werd hij niet meer aangeduid als herbergier. maar als landbouwwerkman. Volgens de bev. reg. 1930 waren 1.e verhuisd naar de Achterstraat tlnr. 3. llun opvolgers waren Juliaan Cmulde. klompenmaker. met zijn echtgenote Louisa Den /)om•en. Ze kwamen ( hev. reg. 191 0) van het Edeke t/nr. I 0. Hij overleed op '20 juni 1949: 1.ij verhui:-.de naar Petegem op 3 augustus 1951. Ook later vond ik hier geen herhergier(ster) meerlX.
BEI{CI ,E\' De bev. reg. 1947 vermelden in potlood het uithangbord "Bercley". Reeds in de bev. reg. 1930 vond ik aan de E. Clauslaan tlnr. 9EilJ (in 2000 nr. 31) in een nieuw huis Anwndus De Coninck. herbergier. met zijn echtgenote C/ara Vanderstraeten, zonder beroep. Hij kwam op I'2 april I93X uit Petegem. zij op X oktober 1938 uit Huise. Ze verhuisden naar Deinze op '2X april 194X. Ze werden opgevolgd door Gaston Matthijs, werkman; hij was op 6 oktober 1928 getrouwd met Amw Heyerick. aangeduid als handelaarster. Ze scheidden vna tafel en bed op 13 juli 1953. Ze waren op '22. april 1948 uit Deinze gekomen. Op dit adres waren ook "meiden" of "diensters" ingeschreven, die hier slechts korte tijd verbleven. Gaston Marthijs verhuisde op '28 april 1952 naar Deinze; Anna Heyerick vertrok op 20 augustus 1962 naar Westende. Maar reeds op I juli 1960 was hun dochter Amz_v Matthijs, herbergierster, uit St.-Gillis gekomen; ze verhuisde op 11 april 1974 naar Deinze. Daarna vond ik op dit adres enkel nog"diensters", die hier slechts voor een korte periode verbleven. Het uithangbord werd gewijzigd in "Sth Avenue". In 2.000 was het uithangbord nogmaals gewijzigd in "Why not". 2.74
(DE GROENE) BOOMGAARD. LijsT -1 \'ermeldl de Kannslraat 111: 15.
herhe1:~
"De Groene Boomgaard" op een kleine
lu~j.'·l!ede;
het huidige adres is
In de bev. reg. 1870 vond ik in de Beekstraat t/nr. 20J20 (in 2001 Kannstraat nr. 15) Francies Everaert, landbouwwerkman, met o.a. zijn zoon Karel, aangeduid als landbouwer. Ze verhuisden op I januari 1897 naar de Beekstraat t/nr. 8. Ze werden opgevolgd door Eugenia De Schepper (weduwe van August Van Laere), landbouwster, die op I januari 1897 van het Muizenhol tlnr. 5 kwam. In de bev. reg. 1910 werd ze aangeduid als landbouwster-herbergierster, daarna opnieuw gewoon als landhou wster. Haar inwonende dochter Amw trouwde met René Claus, aangeduid als landhouwer (geschrapt en vervangen door "ijzerwegwerkman" ). Thans wordt het huis bewoond door Agnes en Angela Claus, dochters van René.
(RESTAURANT) BUTLER: Hand. 2000 vermeldt '"Restaurant Butler" in de Kapellestraat nr. 82. De eigenaar wil in 2003/2004 houwen en verhuizen naar de Kapellestraat (naast "'t Duvelke").
(\lA) CAMPAGNE
In de hev. reg. 194 7 stond hier in potlood het uithanghord vermeld '"Ma Campagne". Maar reeds in de bev. reg. 1930 vond ik aan de E. Clauslaan t/nr. 15b21 (in 2000 nr. 80) in een nieuw huis Elza Rivar, ongehuwd, hotelhoudster (dit werd geschrapt en vervangen door "herbergierster") met haar zuster ./oanna. Ze kwamen op 6 fahruari 1939 uit Olsene. /:'/za overleed op 27 maart 1944.
275
Vanaf 21 augustus 1945 kwam uit St.- Aanlisberg ook Henri Co!le, werkmanbaas, hier wonen. Hij was op 14 mei 1930 getrouwd met Magdalena Meuleman, die hier echter niet verbleef. Hij werd ambtshalve geschrapt op 6 november 1950. Vanaf 9 april 194X vond ik hier ook /)enise Boone, meid (uit werd geschrapt en vervangen door "herbergierster"); ze kwam uit Beervelde en verhuisde (geen datum venneld) naar de Kapellestraat t/nr. ("Club 21 "). Buiten de voornoemden vond ik hier in de bev. reg. 1947 nog verscheidene "diensters", o.a. Lelmie De Page, die op 20 januari 1955 uit Lokeren kwam en op 12 februari 1964 naar Kessel verhuisde. Op I 0 april 1957 kwam uit Gent Gem:~es Vim der Schelden, handelsreiziger, die op 15 februari 1954 wettelijk gescheiden werd van Germaine Legest. Hij verhuisde, samen met Joamw Rimr op X januari 1964 naar St.-Martens-Latem. In de bev.reg. 1960 stond in potlood het uithangbord ••Fan Fan" vermeld. Na 1964 en tot I 0 oktober 1979 vond ik hier achtereenvolgens verscheidene "diensters" en "herbergiersters". Later werd het een privé-woning.
(HERBERG) CAI\IPE: In de bev. reg. 1880 vond ik op de Plaats nr. 6522 (in 1970 nr. 41) August Verhenne, koster, met zijn echtgenote Octa\'ie De Schepper Hij overleed op 9 november 1893 en zij verhuisde op 21 december 1893 naar Nevele. Ze werden opgevolgd door Jérome Latte, koster, met zijn echtgenote Emma Baillius. Ze kwamen uit Gavere, hij op 21 november 1893, zij op 19 april 1894 (ze trouwden op 17 april 1894 ). Ze verhuisden op I januari 1899 naar de Plaats t/nr. SOA. Daarna kwamen Adolphus Dermeaux, vlaskoopman-herbergier, met zijn echtgenote Maria Van Lierde (weduwe van Camiel Vim Re1me), hier wonen. Ze kwamen op I maart 1899 van de Plaats t/nr 54, waar hij aangeduid werd als herbergier. Volgens de bev. reg. 1910 waren ze verhuisd naar de Plaats t/nr. 15, waar hij aangeduid werd als landbouwer.
276
De \'olgende bewoners waren Pmdent Rickaert, kleermaker, met zijn echtgenote Melania De Smet, huishm~dster. Ze kwamen (volgens de bev. reg. 1900) van Wallebeke t/nr. 17. Ze verhuisden op 31 december 1913 naar de Plaats t/nr. 72. Hun opvolgers waren (Ju/es) Mcwrice Campe, kuiper-herbergier, met zijn echtgenote Marie-Mathi!de
Peirs. Volgens de bev. reg. 1910 woonden ze nog op de Plaats t/nr. 62- zie "De Roskam". Lijst -1 \'ermeldt naast cqfé "De Zwaan" de herberg uitgebaat door Mentrice Campe, kuipa DB vermeldt op 2 oktober 1921 en 29 mei 1924 de duivenmaatschappij "De vereenigde Vrienden", gevestigd bij Maurice Campe op het Dorp. DB signaleert op 5 juni 1930 de verkoping van een herberg, kad. C 1760, gehouden door Mcwrice Campe. Ze verhuisden op 16 mei 1933 naar de Kapellestraat 4A. In de bev. reg. 1930 vond ik daarna Renatus Lema, briefdrager, met zijn echtgenote Mart/za Moerman, huishoudster. Ze kwamen op 23 mei 1933 uit Petegem. Zij overleed op 12 februari 1960; hij verhuisde op 15 december 1961 naar de Achterstraat t/nr. 73. In de bev. reg. 1960 werden geen latere bewoners meer vermeld.
(VAKANTIECENTRUM DE) CEDER: 1974/51 vertelt: "Het kasteel behoorde vroeger aan de familie de Lichtervelde en werd daarna verkocht aan de heer Opsomer. Door huwelijk kwam het aan de heer de !Jentergem. Deze is kinderloos gestorven. Als allerlaatste eigenaar van adel krijgen wij de familie de Bonneva/Ie de la Fare des Comtes de
Sinapolis de Calahria. GOOF I I 157, 15X en 159 tonen het kastcel van Astene tussen 1855 en 1981, met volgend commentaar: "Het werd tot het einde van de jaren twintig bewoond door een adellijke familie. Het kasteel en het park werden in 192X verkocht aan de Gentse socialistische coöperatieve Vooruit, die er een restaurant heeft ingericht. In 1933 komt het geheel in handen van de socialistische mutualiteiten die er onder de naam van "Home Ansecle"ecn prcventorium uithouwen. Het domein fungeerde tijdens de tweede wereldoorlog als onderduikadres voor nogal wat socialistische kopstukken. In de jaren zeventig raakte het complex in verval en op 31 augustus 1978 werd het gesloten. De Bond Moyson hesloot om het kasteel af te breken en te vcrvangen door het huidige vormings-en vakantiecentrum "De Ceder".
277
Ook Top/117 signaleert "Het Kasteel van Astene''. In Hand. I 993. I 996 en 2000 vond ik ook de herberg "De Ceder" aan e Parijsestraat 34.
CLUB CHAMPAGNE: zie""( In de) Vierwegen".
CLUB 51: zie ••Postillon"
(RESTAURANT) COSTA DEL SOL: zie ""((Juh 21-) Lido".
(I>E) DRAVER: zie .. (De Prins) Eugeen".
(IN BE) DRIES:
De hev. reg. 1880 en 1890 vermelden op dit adres in de rechter hovenhoek "In den Dries". In de hev. reg. 1880 vond ik op de Leiehoek t/nr. J723 (in 2000 nr. 21) Evarislus Heirhrant, herbergier, met zijn echtgenote Pelagie Walgroeve In de bev. reg. 1870 woonden ze nog in zijn ouderlijke woning in de Beekstraat t/nr. 185. Ze verhuisden op 23 april 1887 naar Bassevelde. De volgende bewoners waren Leemie Vlieghe, rentenierster, en Charles Romy, smid. Ze kwamen hier wonen op 13 augustus 1887. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden, noch waarheen. Ze werden opgevolgd door Remi Brochez (geen beroep aangeduid), met zijn echtgenote Marie-Sidonie Heyze. Ze kwamen in 1888 van de Plaatst/nr. 69 ("De Reisduif'). Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden noch waarheen.
278
In de bev. reg. 1890 vond ik hier Gustave De Bmyne, wagenmaker-herbergier, met zijn echtgenote Hortence Cnockaer!. Volgens de bev. reg. 1880 woonden ze nog in hun ouderlijk huis, hij op de Leihoek t/nr. 14 ("In 't wit Paard"), zij op de Leihoek t/nr. 16 ("De nieuwe Wandeling"). Ze verhuisden op 29 januari 1892 naar Frankrijk. Hun opvolgers waren Comeli(u)s De Poorter , timmerman-herbergier, met ZIJn echtgenote Elisa Claeys. Ze kwamen op 25 decemer 1892 van het Muizenhol t/nr. 21. GvD vermeldt op 25 maart 1903 de herberg van Comelis De Poorter, wagenmaker-herbergier op de Dries24. DB vermeldt op 23 december 1926 de verkoping van herberggerief en timmermansmateriaal bij Comelis De Poorter op de Grote Steenweg. Ze verhuisden naar Petegem op 7 januari 1927. In de bev. reg. 1930 vond ik hier Julianus Vim Sinwe_vs ( 0 1895 ), melk voerder, die op 16 maart 1921 getrouwd was met Alice Vim Hoecke, herbergierster. Volgens de bev. reg. 1920 woonden ze in het \1uizenhol t/nr. 9. Zij overleed op 14 februari 1936; hij verhuisde naar Sint-Martens-Latem op 3 april 1941. Hij werd opgevolgd door Gentilus Vi-111 Sinweys (fs Leo), herbergier, met zijn echtgenote Inna Frederickx, huishoudster. Ze kwamen op I januari 1937 van de Beekstraat t/nr. 34.
Lijst 4 vermeldt een "Ca{é In den Dries",
hU Geil! iel Vi111 Sinweys
Hij overleed op 18 juni 1954. Hun inwonende dochter /Jenise huwde op 13 april 1956 met Etienne 't Kind!, autogeleider uit Eke. Ze verhuisden op I oktober 1965 naar de Vrouwenstraat t/nr. 3A. Daarna kwam Carolus Connelwye (gescheiden van Steplwnie /Jesmed!), wever, hier wonen. Op hetzelfde adres vond ik ook .lacqueline Verhaexhe, herbergierster. Ze kwamen op 25 augustus 1965 uit Gent en keerden er terug op 31 januari 1974. In de bev. reg. 1960 werd met potlood het uithangbord "Orchidee" vermeld. Daarna vond ik "diensters", die hier slechts gedurende een korte periode verhieven.
279
(IN DEN)
()I{I.J
DUIFKENS:
Waarschijnlijk werd het huis, dat volgens de hev. reg. I X90 gelegen was op de Plaatst/nr. 1825 (in 2000 Achterstraat nr. X7) slechts een herberg toen Alexander De Hacker, herbergier, hier zijn intrek nam met zijn echtgenote Emerence De Ruyck In de hev. reg. I XXO woonden ze op de Plaats 46, waar hij aangeduid werd als dagloner. 11 ij overleed op 20 november 1892. Zijn weduwe vcrhuisde op 2X september 1893 naar de Plaats t/nr. 62, waar ze huwde met Jom111es Moeykens en de herberg "In d' Hoop van Vrede" openhield. In de hev. reg. I X90 stond op dit adres in de rechter hovenhoek van het hlad ""In de drij Duifkens". Dit uithanghord werd echter doorstreept en vervangen door ""In Het Lindeke". De oorzaak was waarschijnlijk de komst van E\'llrist Vermaercke, machinist-herbergier, met zin echtgenote StefJ/wnie De Smet, zij kwamen hij hun huwelijk op 13 oktober 1893 van hun ouderlijk huis, respetievelijk op de Leichock t/nr. 9 en de Beekstraat t/nr. 9. GvD signaleert op 26 oktober 1902 "In het Lindeken" hij Evarist Vermaercke. Reeds op I januari 1898 verhuisden ze naar de Plaats t/nr. 31 A. De opvolger was Cami/lus Vanden Aheele, herbergier-vlaskoopman, met ZIJn echtgenote Henriëtte Dossche. Ze kwamen op I januari 1898 van de Plaatst/nr. 47, waar ze reeds herberg hielden ("In den Haan 2"). GvD signaleert op 17 mei 1909 ""In den Haan (3)" bij Camiel Vanden Aheele, in de Achterstraat. Hij had dus zijn uithangbord meegebracht. Vanaf de bev. reg. 1920 werd hij enkel nog als vlashandelaar aangeduid, vanaf de bev. reg. 1930 als "zonder beroep".
Robert Wieme vertelde dat na het overlijden van Camiel Vanden Abeele diens eigendom publiek verkocht H:erd. Hij hoorde van die Camiel Vanden Abeele dat er op de koer van de herberg achteraan af en toe hanengevechten plaats heulden, ondanks het verbod. In dit huis nam later Robert Wieme, "velomaker" zijn intrek; hij overleed er op 7 maart 2003.
280
~~~
DEN ROSTEN) DUIVER:
Lijst -1 vermeldt "In den rosten Duiver", hU Evarist Vincke, steenbakker. Het huidige adres is Dorp 5 I en 532 6 . Ook de bev. reg. 1890 vennelden op dit adres in de rechter bovenhoek "In den rosten Duiver". Ik vond hier in een nieuw huis op de Plaats tlnr. 69A27 (in 2000 waarschijnlijk nr. 53) Evariste Vincke, herbergier, die op 25 september 1895 getrouwd was met Emerence De Smet. Hij kwam van zijn ouderlijk huis in de Parijsestraat tlnr. 2, zij van de Leihoek tlnr. 18 ("In de Reisduif'). GvD signaleert bij E. Vincke in 1895 de duivenmaatschappij "d'Eerste de beste" en in 1896 en 1897 de duivenmaatschappij "Hoop in de Toekomst". Hij stierf op 18 februari 1953, zij op 7 februari 1960. Van 12 maart 1952 tot I maart 1956 verbleef kleindochter Georgette (fa. Livinus Renatus), aangeduid als huishoudster, hier met haar echtgenoot Cernwin BouvUn, fabriekwerker. Ze kwamen uit Deurle en verhuisden naar het Dorp tlnr. 13. Aan de 17 maart 1956 kwam ( Livinus) Reneaus Vincke (f\'. Evariste ), aangeduid als muldersgast (dit werd geschrapt en vervangen door gepensionneerde) hier inwonen met zijn echtgenote (Juliana) Chrisfine Baert. Ze kwamen van de Achterstraat t/nr. 39.
(HET) DUVELKE In de bev. reg. 1930 vond ik in een nieuw huis op de Plaats t/nr. 59A28 (in 2000 Dorpsstraat nr. 12) Alhertus /Je Backer, slachter, met zijn echtgenote Romania Wieme, sedert 19 augustus 1935 aangeduid als herbergierster. Ze kwamen van de Plaats t/nr. 49 ("De Leeuw") Lijst 4 vertelt hierover het vol~ende: "A/hert /Je !Jacker, slachter-herher~ier in "De Leeuw" liet in het jaar /935 aan de overzUde een nieuwe herher~ houwen, waar nu (in 200/) café "'t Duvelke" is. Deze nieuwe herher~ had ~een spec(fiek uithan~hord". Hij overleed op 15 juli I <)56. Zijn weduwe vcrhuisde volgens bev. reg. I <)60 naar het aanliggende huis ( ei~enlijk was het een dubhelhui.\) op het Dorp t/nr. 14, waar zij aangeduid werd als herbergierster.
281
Hun zoon Roge1; zette de beenhouwerij verder. Hij was op lJ april 1951 getrouwd met Georgette Coz.Uns, zonder beroep uit Machelen. Hand. 2000 vermeldt .. Het DuYelke" in de Dorpsstraat nr. 12 hij Pascal LmnJwert.
ELK \VEERD HEI\1 Deze herberg lag naast catë "Maandag". In de hev. reg. I ~l)() vond ik in een nieuw huis op de Plaats2 9 (thans Achterstraat) t/nr. 36A Rosolia Cmnpe (weduwe van Petrtts /)e Clercq, overleden op 23 maart I ~91 ), rentenierster. Ze kwam (bev. reg. I ~~0) van de Splete t/nr. 6. Ze overleed op 22juli llJ07. Ze werd opgevolgd door Arthur Bemaert, timmermansgast, met zijn echtgenote Euphrasia Cnudde. Zij kwamen op 22 juli 1905 van het Edeke 7 A ("Hof van Vlaanderen"). Gvd vermeldt op 13 december 1906 een pintedek hij Arthur Beenwerf in "Elk weerd hem", in de Achterstraat. Ze verhuisden op 28 april 1908 naar Gent. Later heb ik hier geen herbergier(ster) meer gevonden30.
("L) ETAPPE: zie "'(Café) 1\latch"
("T) FERMETJE: Hand. 1993 en 1996 vermelden "'t Fermetje" in de Dorpsstraat 44 bij Gorieux-Lampaert M & M. Hand. 2000 signaleert een nieuwe uitbater Geert Boterdaele.
FETICHE: zie "Scaramouche".
282
(DE) FRlliTHOEK: zie .. (In de oude) Aardeweg.
(HET) GEMEENTEHUIS Gesch/29 vermeldt dat Astene in I S46 nog geen gemeentehuis had; de vergaderingen van de gemeenteraad grepen plaats in een herberg, waar ook de documenten bewaard werden. Zou dit de herberg "het Hooreken" bij een "sieur" Bogaert kunnen geweest zijn- zie "In de Hoorn". Misschien was dit huis in I S70 gelegen op de Plaats t/nr. 4 J31. In de bev. reg. I X70 vond ik immers op de Plaats t/nr. 41 Henri Bogaert, herbergier, met zijn echtgenote Rosa/ie /)e Gezel/e. Op deze bladzijde werd in potlood het uithangbord "Gemeentehuis" vermeld. Er werd niet geregistreerd wanneer ze verhuisden noch waarheen, maar in de volgende bcv. reg. vond ik hen niet meer terug. Er was immers in I Xnn een nieuw gemeentecomplex gebouwd met o.a. de gemeenteschool met onderwijzerswoning en het gemcentchuis32.
2X3
(THE) GOL.JER:
Hier stond \'roeger de fabriek van ·:tïetssturen ", met "chromage" onder de naam "Tip-Top". Hanu. 1996 en 2000 vermeiJen restaurant "the GoJ jer" in Je Kapellestraat 55; als eigenaar worut Comarno, N. V genoemd.
(IN DE) HAAN I: In Je hev. reg. I 870 vond ik in het Muizenhol t/nr. 26033 (in 1970 Paterstraat nr. I 0) Conze/is De 1\euke/aere, poeldenier. met zijn echtgenote Euphemia Vertriest. In de hev. reg. I 880 vond ik op dit adres in de rechter bovenhoek .. In de Haan" De zoon Augustus, landbouwwerkman, hleef hier wonen; hij was op 19 juni 1895 getrouwd met Irnw Lievens uit Nazareth. Hij overleed op 28 januari 1915: zij verhuisde op 20 maart 191 X naar Petegem. Ze weruen opgevolgd door Augustinus Van Beversluys, landbouwdagloner, met zijn echtgenote MariaVirginia De Wu(f. Later woonde hier hun zoon Victor, bloemist-gast. die op 18 februari 1948 trouwde met Gahriëlle Laurez. uit Wanegem-Lede. Ik weet niet hoe lang dit uithangbord bestaan heeft. Top/I 03 bericht over een "Herberg het Haantjen": "1843: 't Haentje (wegel n32) van de Herbergh 't Haentjen tot Nazareth. Een kleine verdwenen herberg langs de Wallebeektraat, dicht bij de grens met Narareth.
(IN DE) HAAN 2: Ik vond hier op de Plaatst/nr. 4734 (in 1970 Achterstraat nr. 9) slechts een herberg in de bev. reg. 1890; in de rechter bovenhoek stond op dit adres "In de Haan". De bewoners waren Camillus Vandenabeele, herbergier, en zijn echtgenote Marie-Henriëtte Dossche. 284
Ze kwamen van Wallebeke t/nr. 23 ("In de Vos") op 22 januari 1890. Gvd signaleert op IJ september 1891 "In den Haan" bij C. Vanden Ahee/e, op het Dorp. Gvd vermeldt op 25 oktober 1892 de duivenmaatschappij "Vermaak in 't Vliegen", gevestigd bij C. Vanden Abeele. Ze verhuisden op I januari 1898 naar de Plaatst/nr. 18 (zie "De Drij Duifkens"). Ze werden opgevolgd door Philomena Vermeiren, weduwe van Jan Baptiste De Geest, "biertapster". Haar zoon Emiel De Geest, steenbakkerswerker, woonde bij haar in. Ze kwamen (bev. reg. 1890) van de Plaats t/nr. 8. GvD signaleert op 20 december 1903 en 22 januari 1905 een pintellek "In (den) Transvaal" bij Emiel De Geest. GvD vermeldt op 29 oktober 1905 "In Transvaal" bij Mina Venneire. 1974/56 situeert op een plannetje enkele gebouwen in de Achterstraat en de steenweg naar Gent. "In den Transvaal" ligt juist oost van het "Veeraardstraatje" (ook genoemd "Straatje naar Moens"). Zij verhuisde op I februari 1910 naar Gent, hij op 29 december 1910 naar Petegem. Hun opvolger was Evarisrus Bekaert, steenbakkerswerkman, die op 28 februari 1911 getrouwd was met Bertha Vcm Kemseke. Ze kwamen van hun ouderlijk huis, respectievelijk in de Beekstraat t/nr. 37 en het Edeke t/nr. 14.
Lijst 4 signaleert herherx "In den Transvaa/" hU Evarist Bekaert- Vcm Kemseke. tegenover het straa(je naar de Leie (en "Het Veer"). Volgens Irène Bekaert heeft haarfamilie het uithanghord geschonken aan Karel Vermeiren, die zijn herher!{ in de Beekstraat (thans Karmstraat) zo noemde- zie "In Transvaal 2". Evarislus Bekaert stierf op 19 maart 1959, zjin weduwe overleed op 22 februari 1961.
(I~
DE) HAAN 3: zie"( In de drij) Duifkens".
HALIFAX: zie "(De) Welgezinde.
285
( I> E) 11 ERT I :
1{)79/ 162 vermeldt in 1779: " ... eene herberg he ghenaempt ende voor teeeken vuijtstekende den Hert, staende binnen de ghemeldc prochic in de Carmstraete, compiterende Joannes Schauhroeck, actueelijk bewoont hij Fen/inwui Rogge volgens octroij verleent hij de Majesteijt circa 25 à 30 jaeren herrewaers, soo dito Sclwuhroed. declareert. staende circa 200 roeden vanden ghemelden calsijdewigh (steenwigh van Ghendt naar Cortrijck) ende herherghen." Top/ I OX meldt nog dat dae herberg gebouwd werd rond 17.+9. Dit was niet de latere "De Hert 3" aan de huidige verkeerslichten op het Dorp, noch de herberg "De llcrt 2" op de hoek van de Achter- en de KrommestraaL
(DE) IIEKI' 2: Zie ook "De Zwaan I". In de bev. reg. 1870 vond ik hier op de Plaats tlnr. J735 (in 2000 Achterstraat nr. {)I) Henricus Claeyssens, kleermaker-barbier. met zijn kinderen. Hij overleed op 27 november I X82. Zijn inwonende zoon Alexander Claeyssens, matrasslager, bleef hier nog een tijdje wonen met zijn echtgenote ViQ~inia Maehe. Ze werden opgevolgd door Charles Dossche, gepensionneerd onderwijzer, met zijn echtgenote Metania Dhont (geen beroep aangeduid). Ze kwamen in 1884 van de Plaats tlnr. 78. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden. Ik vond hier slechts een herberg in de bev. reg. 1890. In de rechter bovenhoek stond op dit adres "In den Hert .. de naam werd geschrapt en vervangen door "In d'Hope van Vrede". In de hev. reg. 1890 vond ik hier Ulysse Emile Dossche, timmerman-herbergier, en zijn echtgenote
Hortencia De Keukelaere. In de bev. reg. 1880 vond ik ze nog in hun ouderlijk huis, hij op de Plaats tlnr. 28, zij op de Plaats t/nr. 64 ("De Zwaan"). Ze verhuisden op I juli 1892 naar de Plaats tlnr. 59 ("De Hert 3").
286
De volgende bewoners waren Theophiel Heyz.e, herbergier, met zijn echtgenote Marie-Mathilde Dupouilfon. Ze kwamen op 25 oktober 1892 uit Deurle en keerden er terug op 24 augustus 1895. Hun opvolgers waren Joonnes Moeykens (weduwenaar van Clementine Rohhem·), herbergier, en zijn echtgenote Emerence De Ruyck (weduwe van Alexander De Hacker). Ze kwamen op 9 september 1895 uit Gent. Ze veranderden het uithangbord in "In d'Hope van Vrede (2)". Enkele jaren voordien woonden ze immers in Astene in een herberg met dit uithangbord- zie "In de Hoop van Vrede I". Ze verhuisden op .30 december 1896 naar Wallebeke t/nr. 23 ("In de Rol"). Ze werden op hun beurt opgevolgd door Henrictts Moerman, broodbakker, die op 2 mei 1849 getrouwd was met Maria-Delphina Dossche (fa. Lucas). GvD signaleert immers op 27 december 1898 de verkoping van de broodbakkerij-herberg "In d'Hope van Vrede" , in pacht bij Henri Moerman-Dossche, op het Dorp, kad. C 260C en deel 254K. Ze kwamen op 19 januari 1897 uit Gent en verhuisden naar de Plaats t/nr. 71 op 15 januari 190 I. Daarna kwamen Gustaaf Van Hauwaert, bestuurder "eener samenwerkende melkerij", met zijn echtgenote Maria-Francisca Cnudde, hier wonen. Ze kwamen op I 0 juli 190 I uit Geraardsbergen en verhuisden naar de Plaats 708 op 15 januari 1902. Ze werden opgevolgd door Cami/Ie /.ancksweerdt, herbergier-winkelier-metsersbaas, met zijn echtgenote Clwrlotte Patijn. Ze kwamen op I november I !N7 van de Plaatst/nr. 4.3 en verhuisden op 20 januari 1902 naar de Plaats t/nr. 20 (herberg "In d' Hope van Vrede"). GvD signaleert op 7 juli 1919 de verkoping van o.a. de herberg '"In d' Achterstraat" aan de Oudenaardeweg, verpacht aan Camiel Lancksweert. Lijst 4 vermeldt herherR "In de Achterstraat" in de (huidige) Achterstraat; de uithmer was Camiel Lancksweerl. IJoor de lalere uithater werd de naam gewijzigd in "In de ~rote Pot". In de bev. reg. I {)20 werd hij aangeduid als hierbergier-metsersbaas, in 19.30 als dagloner. Ze verhuisden op I 6 juni I {)33 naar de Statiestraat t/nr. I óB. In de bev. reg. I{)30 vond ik hier Adolphus /Jeyens, werkman, met zijn echtgenote Marie-Zoé Ver/zegge, herbergierster. In de bev. reg. I{)30 vond ik hen nog in de Beekstraat t/nr. 7. Ze verhui..,den naar de Achterstraat t/nr. 20 op I 6 juni 1933.
287
Ze werden opgevolgd door hun zoon Alher!lts Beyens, autobestuurder, met zijn echtgenote El~a Lema (weduwe van André Den Blauwen). Ze kwamen op 12 december 1952 van het Dorp t/nr. 43 en verhuisden naar de Kapellestraat -+5 op 15 september 1966. De volgende bewoners waren Gilhert Teirlinck, handlanger, met zijn echtgenote Rosa De Clercq, herbergierster, Ze kwamen van de Achterstraat t/nr. 4 7 A en verhuisden naar Machelen op 9 augustus 1962. llJ77 /7'8, signaleert café "'De grote Pof' bij lnRrid ( Lampaert) en Willy ( Blomme) in de Achterstraat 73. In de Hand. llJlJ3, 19lJ6 en 2000 vond ik "De grote Pot" bij lngrig Lampaert aan de Achterstraat 91. In 200 I werd het café gesloten.
(DE) HERT 3: 1974/56 situeert op een plannetje enkele gebouwen in de Achterstraat en de Steenweg naar Gent. ••ne Hert" lag op de oostelijke hoek van de (huidige) Dorpsstraat en de (vroegere) Kapellestraat37. Het straatje tussen de (huidige) Dorpsstraat en de (huidige) Achterstraat (ook vermeld als Steenweg nr. 8) behoorde oorspronkelijk tot de Parijsestraat (zie "De Zwaan I") en werd later Kapellestraat (zie "Gemeenteschool"- noot nr. 32) genoemd. De bev. reg. 1880 vermelden op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "De Hert". Reeds in de bev. reg. 1870 vond ik hier op de Plaats t/nr. 4938 (in 2000 Dorpsstraat nr. 23) Charles Huys. herbergier-schoenmaker. met zijn echtgenote Coleta Dossche. Hij overleed op 18 december 1886; zijn weduwe hield samen met haar kinderen de herberg verder open. GvD signaleert op 7 oktober 1891 de verkoping van de herberg "Den Hert", Dorp, kad. C deel van 181 b, in gebruik door de kinders Huys. Ze verhuisden op 31 december 1891 naar de Plaats t/nr. 86. Ze werden opgevolgd door Ulysse Emiel (fs. Augustus) Dossche, timmerman-herbergier, met zijn echtgenote Hortencia De Keukelaere. Ze kwamen van de Plaats t/nr. 20 ("In de Hope van Vrede") op I juli 1892. In de bev. reg. 1890 vond ik op dit adres in de rechter bovenhoek volgende vermeldingen: "I/De Hert; dit werd doorstreept en vervangen door 2/zonder; dit werd op zijn beurt doorstreept en vervangen door 3/In den nieuwen Hert. Ze verhuisden op 31 december 1894 naar de Plaats t/nr. 65 ("De Zwaan")". 288
Hun opvolgers waren Conswminus De Hacker, herbergier, met zijn echtgenote Mathilde Hruteyn. Ze kwamen op 31 december I X94 van de Plaats t/nr. 22 ("In de oude Aardeweg"). GvD vermeldt tussen 20 december I X9X en 16 december 1902 vijfmaal "In den ouden Hert" hij Constant De Hacker. boswachter (of jachtwachter), Dorp39_ GvD vermeldt op 25 december 1905 "In den Hert" bij Constant De Hacka GvD signaleert op 9 maart 1906 de verkoping van een tweewoonst en de herberg "In den ouden Hert" op het Dorp. palende noord de Oude Heirweg, zuid de steenweg naar Gent, west de steenweg nr. 8, kad. A 185D. 185E, deel van 184E en 185G, in pacht hij Constant De Backer. Tot 24 december 190639bis. Ze verhuisden in januari 1907 naar de Plaatst/nr. 78, in december 1907 naar de Plaatst/nr. 57. Daarna kwam Marie-Thérèse Algoef (weduwe van Pieter Verhasself), broodbakster en winkelierster in koloniale waren, hier wonen. Zij kwam van de Plaats t/nr. 53. Zij overleed op 18 juni 1923, maar haar kinderen bleven hier wonen. In de bev. reg. 1930 vond ik hier Julianus Verhasselt, bakker, met zijn broers en zusters. Hij overleed op 3 juni 1951; ook zijn broers en zusters stierven tussen 1950 en 1956. Ze werden opgevolgd door Roger Maehe, schiluersgast, met zijn echtgenote Denise Meire, hobijnster. Ze kwamen op 24 mei 1955 uit Petegem en keerden er terug op I0 september 195X40. De volgende bewoners waren Roger Maes, "mekanieker", met zijn echtgenote Lea Geiregat, winkelierster. Hij kwam op 21 januari 1957 uit Deurle, zij kwam van haar ouderlijk huis aan de Beekstraat t/nr. 35. Ze verhuisden op 16 december 1964 naar Deurle. Hun opvolger was Laurent 8assez, aangeduid als student, die op I oktober getrouwd was met Iris De Cfercq, bediende. Hij kwam van zijn ouderlijk huis in de Walleheekstraat t/nr. X, zij uit Nazareth.
Ze verhuisden op 5 maart 1973 naar Brecht. "Jeugdhuis Piekerniet" huisde jarenlang op een zolder van uit huis. Later vestigde zich hier de "Generale hank", als bewoner vond ik Marc /)e Cock, die op I0 oktober 1973 van de Emiel Clauslaan t/nr. 62 kwam. Hand. 19<J3 en I <J<J6 vcrmelden aan de Dorpsstraat nr. 23 Generale Bank N. V., Luc 1/aecke. Hand. 2000 vcrmeldt Fortis hank, Rudi Yt111 Uerde.
2X9
(IN DE OUDE) HEI{T: zie ••(De) Hert 2..
(IN DE VIEl{) IIOEFI.JZEI{S Slechts in de hev. reg. I XXO en I X90 werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithanghord van een herberg .. In dt.• vier Hoefijzers .. vermeld. Waarschijnlijk bestond het reeds voordien. In de hev. reg. I X70 vond ik hier op de Plaats tlnr. 5441 (in 2000 Dorpsstraat nr. 33) Hemani Hekaert. hoefsmid. met zijn echtgenote Lucie De Hourderé. Volgens de hev. reg. I XXO waren ze verhuisd naar de Plaats tlnr. 33. Ze werden opgevolgd door Louis Maehe, herbergier. met zijn echtgenote Pelagie De Waele. Zij overleed op I X september I XXó: hij hertrouwde op 20 juni I XXX met Con/u/a lmpens. GvD signaleert op 6 mei I XX9 herberg "De Hoefijzers" hij Louis Maehe, op het Dorp. Ze verhuisden op I Xjuni I X97 naar de Plaats tlnr. 64. Daarna kwamen Petms Vander Stichelen. smid-herbergier. en ZIJn echtgenote Maria-Emma \lande Vtj\'en: er wonen. Ze kwamen op 18 juni I X97 uit St.-Martens-Leerne. GvD signaleert op 3 februari 1898 de verkoping van een herberg met "smis", boltent en woning op het dorp, kad. C 17XE, 178F en 178G. palende zuid de steenweg naar Gent. noord de Oude Heirweg (thans Achterstraat). GvD en DB vermelden tussen 13 januari 190 I en 22 juni 1908 vijfmaal "In de (vier) Hoefijzers" hij Pieter Vander Stiche/en. op het Dorp. Lijst .f signaleert op het Dorp "In de Hoefij;;ers", hl) Petrus Van der Stichelen, in de volksmond "Pier de Smed". Uller werd dit "Café Sint-Amand". Zij stierf op 17 september 1937, hij op 17 juni 1946. De inwonende dochter Martlza-+2, herbergierster, zette de zaak verder.
290
(1:\ DE) HOOP VAN VREDE 1: In de bev. reg. 1870 vond ik op de Plaats t/nr. 5343 (in 2000 Dorpsstraat nr. 31) Paulina Robbem·, rentenierster. de "moei" van Joannes Moeykens. In de bev. reg. 1880 was hij bij haar komen inwonen, samen met zijn echtgenote C!emelllina Robbens, die overleed op 22 juli 1883. Pau!ina Robhens stierf op 16 februari 1882. lommes hertrouwde op 7 september 1893 met Emerence De Ruyck. In de bev. reg. 1890 stond op dit adres in de rechter bovenhoek '"In d'Hope van Vrede". Ze verhuisden op 31 mei 1895 naar Gent, maar keeden op 9 september 1895 terug naar Astene op de Plaats t/nr. 20 ('ïn den Hert 2"). Ze werden opgevolgd door Henri Van Ooteghem, gareel- en schoenmaker-herbergier-winkelier, die op 31 mei 1895 Marie-Sophie De C!ercq huwde. Ze kwamen van hun ouderlijk huis, respectievelijk in de Beekstraat t/nr. I 0 en de Splete t/nr. 6. GvD signaleert op 13 januari 190 I Henri Vim Ooteghem. in "In den Roskam". Ze verhuisden (bev. reg. 191 0) naar de Beekstraat t/nr. 8. De volgende bewoners waren Ju/es Campe, kuiper-herbergier, met zijn echtgenote Marie-Mathi!de Peirs. Ze kwamen op 31 december 1908 van de Plaats t/nr. 83 en verhuisden (bev. reg. 1920) naar de Plaats t/nr. 66 ("Herberg Campe"). De opvolgers waren Henrictts Mestdagh, herbergier en handelaar in kolen, met zijn echtgenote MariaLouisa De Backer (overleden op 5 maart 1923 ). Ze kwamen (bev. reg. 191 0) van de Parijsestraat t/nr. I ("De Statie").
Lijst 4 SÎf
291
De volgende bewoner was Lucien Rogge, hakker; hij was op 12 april 1967 gehuwd met Annie Benoot. Ze kwamen uit Nazareth en verhuisden op 17 oktober 1972 naar het Dorp t/nr. SA. Daarna kwam Gahrii!l Delusinne. "bediende N.M.B.S.", die op 7 augustus 1973 getrouwd was met Kate!Une Vae/st, bediende. er wonen. Hij kwam uit Ronse. zij uit Gottem. Ze verhuisden op I 0 juni 1975 naar Je A. Saverijslaan t/nr. 30. llun opvolgers waren Marc Vander Heken. automekanieker. met zijn echtgenote Nicole Moens, haarkapster. Ze kwamen op 22 oktober 1975 uit St-Martens-Latem. Hand. 1996 en 2000 vermelden "Kapsalon Capricio", Dorpsstraat 31, hij Nicole Moens.
(IN DE) UOOP VAN VREDE 2: zie '"(In de) Hert 2
(BE) HOORN: 1979/161 vermeldt in 1779: " ... eene herberg he genaempt ende voor teeeken vuytstekende den Hoorn, staende opde plaetse van 't geseyde Astene lancx den steenwigh vanGhentaan de Cortrijck een half' ure van Deijnse. volgens octroy vanden heere der heerlijckhede vanden Hoorenschen aan de wiens heerelijckhede die is staende ten jaere 1729, campiterende Sieur Ferdinand HeUndrickx, bewoont bij Franciscus mnde Velde. Gesch/21 meldt dat er in 1810 een herberg was "Het Hooreken", alias "Petegem" bij sieur Bogaert. Zie ook "Het Gemeentehuis".
(DE) JAGER: Slechts in de bev. reg. 1880 en 1890 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "De Jager., vermeld. In de Beekstraat t/nr. 18 (in 1970 nr. 25) vond ik Petrus Lecompte, herbergier, met zijn echtgenote MariaTheresia Lavent. Zij was op 5 januari 1881 van haar ouderlijk huis aan de Parijsestraat 41 gekomen.
292
In Je bev. reg. 1890 werd hij aangeduid als landbouwer-herbergier, vanaf 1900 als landbouwer. Zij overleed op 17 april 1918: hij verhuisde op 30 januari 1926 naar St.-Maria-Leerne. Op 30. september 1920 was zijn dochter Maria-lrma getrouwd met Alphonse Claus, landbouwer. Zij overleed op 13 april 1958. Op ..J. december 1961 kwam hun zoon Rogier Claus, landbouwer, met ZIJn echtgenote Codelieve Haerens. hier inwonen. Ze kwamen uit Nazareth.
JOCKEY:
In de bev. reg. 1920 vond ik in een nieuw huis in de Edekestraat t/nr. 148 45 (in 2000 E. Clauslaan nr. 54) Hector De Vreese, paardenafrichter, met zijn echtgenote Maria-Dominica Vanderdonck, huishoudster. Ze kwamen op 28 februari 1929 uit Nazareth. Hij overleed op 23 maart 1944. Zijn weduwe hertrouwde met Georg,es Hand'huyse, herbergier. Ze verhuisden op 19 september 1960 naar de Achterstraat t/nr; 46. Ze werden opgevolgd door Oscar Stock, paardenafrichter, met zijn echtgenote Alice Maesele, huishoudster. Ze kwamen van het Dorp t/nr. I05. Ze verhuisden op I juli 1967 naar de E. Clauslaan t/nr. 42 (het aanliggende huis), samen met hun dochter Marianne, bediende, gehuwd met Gilhert Vc111 de Velde, autobestuurder, die uit Zomergem kwam. De inwonende dochter Emilienne, herbergierster, bleef hier wonen, samen met haar echtgenoot Gilhert JJe Meyer, die op 30 juni 1967 uit Deinze gekomen was. In Hand. 1993 vond ik de herberg ".Jockey" bij Emilienne Stock aan de Emiel clauslaan nr. 54. In Hand. 1996 en 2000 werd geen uitbater meer vermeld.
(DE) KETEL:
Slechts in de bcv. reg. I880 en I 8<)0 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "In den Ketel" vermei d46.
293
In de hev. reg. I X70 vond ik in het Muizenhol t/nr. 26X47 (in 1970 Lindestraat nr. 9) Napoleon Vtm De Wynckel. tapper. met zijn echtgenote Eleonore De Poorte1: Hij overleed op 22 maart I X6X. zij op 6 januari I X75. Hun dochter Morio-Constontanio was intussen getrouwd op 7 mei I X70 met Désiré Vtm Beversluys, herbergier. In de hev. reg. I X90 werd hij aangeduid als winkelier-herbergier; hij overleed op 15 augustus 1900. In de hev. reg. 1900 werd zijn weduwe aangeduid als broodhakster-herbergierster en winkelierster in kruidenierswaren, in IlJ I 0 slechts als herbergierster-winkelierster. Zij overleed op 21 juni I lJ244X. I laar 1.oon .lulionus Vtm Bn·ersluys. herbergier-slachter, was op 7 augustus I t) 14 uit Gent gekomen met zijn echtgenote /rmo Jonnsens. Lijst -ll'ermcldt OfJ de 11·Uk Mui-:.enlwl de
herhe1:~
"/)e Ketel". /)e loatste uithater was Ju/es Vtm Beversluys.
Vanaf de hev. reg. I lJ4 7 werd hij inderdaad aangeduid als landbouwer. Ze verhuisden op lJ januari I lJ63 naar de Kannstraat t/nr. 5A. Ook later vond ik hier geen herhergier(ster) meer9 . Het huis werd afgebroken in december 1978.
(IN DE NIEUWE of GROTE) KETEL: Lijst -1 \'enneldt op de wijk Muiz.enlwl de herberg "De groote Ketel", hij August Canty; het huidige adres \'Clll dit huis is Wal/eheekstraat 111: 25. In de hev. reg. 1880 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "In den nieuwen ketel"
vermeld. Maar reeds in de bev. reg. 1870 vond ik in het Muizenhol t/nr. 26750 (in 1970 Wallebeke nr. 15) Jan Canty, weduwnaar van Chistine Van den Abeele, "ketelbouwer", met zijn zoon August(us). Hij overleed op 11 mei 1871. De inwonende zoon August, herbergier, zette de zaak verder. Hij trouwde met Màrie-Louise Janssens, die op 27 januari 1874 uit Bachte-Maria-Leerne kwam. Zij overleed op 17 oktober 1881. 294
August Canty hertrouwde met Octm·itt De Bruyne; zij kwam op I maart 1882 van de Plaatst/nr. 69 ("In de Reisduif'). Zij overleed op 7 april 1885. GvD vermeldt op 11 januari 1897 de herberg '"In 'tKetelken" bij August Canty. Hij verhuisde op 15 februari 1909 naar het Muizenhol t/nr. 13. De inwonende dochter Maria-Zulnw Canty huwde op 17 februari 1909 met Achi/les Lero_v, wagenmaker-herbergier. die van Wallebeke t/nr. I kwam. Zij overleed op 26 juli 1962; hij verhuisde op I december 1970 naar de Dorpsstraat t/nr. I 07, waar hij op 23 juni 1971 overleed. Ik vond hier slechts een nieuwe bewoner op 5 Achterstraat t/nr. 115 kwam.
JUI11
1972, Sigfi·ied Vermett!en, die toen van de
IDEJ KLOEF: Lijst4 signaleert op de wUk Edeke een herherg, waarmn het uithanghord enkel "Estaminet" vermeldde. In de volksmond }VOS het heter gekend als "De Kloe.f', omdat de uitbateJ~ Louis W:111 Kemseke, kloel kapper was. In de bev. reg. 1900 vond ik inderdaad aan het Edeke t/nr. J85I (thans nr. 2) LudrJI'icus \!cm Kemseke52 (zie ook "In de Kloefkapper"), klompenmaker, die op 3 juli 1889 getrouwd was met Maria-Sylvia S'chauhroeck. Ze kwamen op I juli 1903 van de Plaatst/nr. 98 en verhuisden in april 1925 naar de Plaatst/nr. 75. Ze werden opgevolgd door Gustaq{ Co!Jwert, metser, met zijn echtgenote Marie-Melanie De Smet (geen beroep aangeduid). Ze kwamen op 30 mart 1925 uit St.-Martens-Latem en keerden er terug op 29 december I 937. Ook later vond ik hier geen herbergier( ster) meer. /let huis bestaat noJ.: als "/let Mezenest je" in de Edekestraat JIJ: 2. Volgens Klaroen woonden op dit adres in 1992 Natha/ie /Jeyaert en Wi(fi·ied /Jeyaert-lfenriëtle Claus.
295
(IN DE) KLOEFKAPPER: In de hev. reg. I X<JO werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithanghord ""In den Kloefkappcr'' vermeld. Reeds in de hev. reg. I XXO vond ik op de Plaatst/nr. 5253 (thans Dorp nr. 15 '?) Leo Cnudde, klompenmaker, met zijn echtgenote Marie- Thérèse Geron. llij overleed op 10 april IXX3. zij verhuisde op 11 juli IXX3 naar de Beekstraat t/nr. 19. Zijn kleinzoon l.udm·icus Vtm 1\emseke (zie "De Kloef') woonde in.
Ze werden opgevolgd door hun zoon Lewlller Cnudde. klompenmaker-herbergier, met zijn echtgenote Con/ulo f)e Groote. Ze kwamen in december I XX6 van de Plaats t/nr. 63. Hij overleed op 20juli 1911, zij op 11 januari 1917. Later vond ik hier geen herhergier(ster) meer.
(IN HET) KONIJN: Slechts in de hev. reg. I X90 werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithangbord "In het Konijn" vermeld. In de Beekstraat tlnr. I X5 4 (in 1970 nr. 44) vond ik Camilus De Wulf; herbergier, met zijn echtgenote
Emilie De Lange; Ze waren op 11 januari 1883 uit hun ouderlijk huis gekomen, respectievelijk aan de Parijsestraat t/nr. 47 en 40. Ze verhuisden op 5 december 1899 naar de Plaatst/nr. 40. Ik weet niet of het een herberg bleef bij de volgende bewoners55. Ik vond hier wel opnieuw (of nog) een herberg in de bev. reg. 1930.
Lijst 4 vermeldt op de hoek van de Beekstraat en de (huidige) KarnJStraat de herberg "De nieuwe Wandeling (2)"bij August De Lange- Van Laere. Het huis werd bewoond door Maria-Zulma Van Laere56 (weduwe van August De Lange), aangeduid als herbergierster.
296
In de hev. reg. 1920 vond ik haar nog in de Beekstraat t/nr. 41; volgens de bev. reg. 1947 was zij verhuisd naar de Beekstraat t/nr. 45. (gewijzigd in 16 ). De inwonende dochter Ju/iana De Lange, aangeduid als winkelierster, was op 9 oktober 1933 getrouwd met Aloisius Geiregat. mulderwerkman, die van zijn ouderlijk huis in de Beekstraat t/nr. 31 kwam. Ook later vond ik hier geen herhergier(ster) meer.
(HCIS VAN) KOOPHANDEL: GvD signaleert op 17 juli 1892 in Astene "Huis van Koophandel" bij Th. Eggermont. Die persoon vond ik niet in Astene in de bev. reg. 1880, 1890 en 1900.
KOOPHA:'IDEI-SHUIS: In de bev. reg. 1900 vond ik in een nieuw huis op de Plaats t/nr. 7357 Achiel Van Den Abeele, herhergier-handelaar in granen, met zijn echtgenote Marie-L(Jllise Moeykens. Ze kwamen (bev. reg. 1890) van haar ouderlijk huis in de Edekestraat t/nr. 25. GvD vermeldt tussen 16 maart 1903 en 31 mei 1919 driemaal "In het Koophandelshuis" bij Achiel Van den Abeele, handelaar-herbergier op het Dorp. DB signaleert op 25 juli 1921 en 28 september 1925 "In 't Koophandelshuis" hij Vanden Abeele. In de bev. reg. 1930 blijkt dit huis gesplitst te zijn; waarschijnlijk gebeurde dit omstreeks 1927. Huis nr. 26 (later 71 (73 )): De ouders hieven hier wonen tot hij stierf op 7 augustus 1942 en zij op 21 maart 1948. Hun inwonende dochter Maria-Maf!,dalena, aangeduid als huishoudster, verhuisde op 3 maart 1952 naar Eine. In I Y4Y was haar zuster Maria-Christina hier komen wonen met haar echtgenoot Pmsper Bi/liet. Ze kwamen van het Dorp t/nr. 3Y, waar hij aangeduid werd als hakker. Volgens de bev. reg. 1960 was hij gepensionneerd. Hij overleed op 25 december I Y72; het gezin verhuisde naar de Dorpssstraat t/nr. 39 op I oktober 1973.
297
Ze wenJen opgevolgd door Gilhert Vtm Den Daele. autogeleider. met zijn echtgenote Pia De Cm·te. Ze kwamen op 29 oktober 1973 uit Oudenaarde. Huis nr. 27 (later 69 (71 )): In de hev. reg. 1930 vond ik hier Josephus Vt111den Aheele ( fs. Ach ie/). aangeduid als landbouwer, die op X januari 1920 gehuwd was met Maria-Hortentia Vtmden Aheele (fa. Emie/), huishoudster. DB vermeldt op I X januari 1927 "Het huis van Commercie" hij Vtmden Aheele. DB signaleert tussen 16 oktober 1927 en 19 april 1939 viermaal "In 't Koophandelshuis'' hij Jo-:,efVtm den Aheele op de Plaats. Lijst .f l'ermeldt op het DorJJ "Het Koo[Jhmulelshuis" (l'roeger "Huis Vtuz Commercie") hU JozefVtm
den 1\hee/e. ko/enhwulelaw: Hun inwonende dochterPaula werd aangeduid als caféhoudster, hun zoon Noë/ als landbouwer-handelaar. Ze verhuisden op I januari 1961 naar het Dorp t/nr. 67. uitgezonderd Noë/ Vtmden Aheele (op I 0 augustus 1949 getrouwd met Mariêtte De Waele uit Ruiselede). die de zaak verder zette. Hij overleed samen met zijn zoon Guy op 27 oktober 1973. Zijn echtgenote bleef hier wonen. Tijdens de zomer 2000 werd deze herberg met twee aanpalende woningen gesloopt. Hand. I993. 1996 en 2000 vermelden in de Achterstraat nr. 78 een handel in kolen en mazout bij Edd_v Vttn den Aheele. zoon van Noë/. Dit laatste adres is de achterzijde van de voormelde huizen.
(DE) KOORNBLOEI\1: DB vermeldt op 23 februari 1904 .. De Koornbloem" bij Baefe. Reeds in de bev. reg. 1890 vond ik in de Parijsestraat t/nr. I 858 (in 1970 nr. 25) een Petrus Baele 59, landwerker, met zijn echtgenote Rosa/ie Den Dooven. Ze kwamen op 24 december 1895 van de Plaatst/nr. 35. Volgens de bev. reg. 1900 waren ze verhuisd naar de Leihoek t/nr. 2; er werd geen datum vermeld, maar het was zeker na 1905.
298
Hun opvolgers waren Camii!Lts De Wu(/; landbouwer, met zijn echtgenote Emilia De Lange. Ze kwamen van de Plaats t/nr. 42; er werd geen datum vermeld. Hij overleed op 26 augustus 1928. De inwonende dochter /mw was op 9 februari 1925 getrouwd met Julhts Lavent, landbouwer. Hij overleed op 13 januari 1970 en zijn weduwe verhuisde naar Deinze op I februari 1974. Zij werd opgevolgd door Carotine Devreux, verkoopster, die op 2 augustus 1977 uit Gent kwam.
(1:\ DE) K\VEZEL(S):
Lijst 4 signaleert de herberg "De Kwez.e/s" op de hoek van de Pont- en de Beekstraat. In de bev. reg. 1870 vond ik in de Beekstraat t/nr. 177 60 (in 1970 nr. 2) een herberg. In de rechter bovenhoek stond op dit adres het uithangbord vermeld; in 1870 en 1880 was dit '"De Kwezel", in 1890 "In de Kwezels". De bewoonster was Marie- Thérèse De Lang he, winkelierster. Haar nicht Marie- Thérèse !Jhont woonde bij haar in en was gehuwd met August Verstraete, tapper, die echter op 19 augustus 1878 overleed. In de bev.reg. 1880 vond ik de voornoemden hier terug, maar als gezinshoofd werd opgegeven Carolus Aerssens, herbergier, die op 12 juni 1878 gehuwd was met Hortence De Sloover. Hij kwam van zijn ouderlijk huis op het Edeke 126. DB vermeldt op 3 februai 1881 "In de Kwezel" bij Ch. Aerssens.
Hortence /Je Sloover overleed op 5 mei 1881; de weduwnaar hertrouwde met Pau!ine Onderbeke uit Sint-Martens-Leerne. Volgens de bev. reg. I ~NO was het gezin verhuisd naar het Edeke t/nr. 22, waar hij aangeduid werd als landbouwer.
Ze werden opgevolgd door Petrus Pourquoy, herbergier, die getrouwd was met Emerence Aerssens, de zuster van Carolus. Ze kwamen op 17 januari 188<.) uit sint-Martens-Lecrne en verhuisden naar Machelen op 18 juni 1896.
299
De volgenJe bewoners waren Bemard Beyens, aangeduiJ als "werkman in eene gasfabriek", met zijn echtgenote Leonie /)e Lange. Ze kwamen op 24 Jecemher I X96 van het Muizenhol t/nr. 13. Vanaf de hev. reg. 1900 werJ hij aangeduiJ als herbergier-vlaszwindelaar, in 1920 als lanJhouwwerkman. GvD signaleert op 3 I Jecemhcr I X99 "In de Kwezels" hij Benwrd Beyens. Ze vcrhuisJen op 24 Jecemher 1923 naar Je Plaats t/nr. 7X, later (op 7 augustus 192X) naar de Beekstraat t/nr. 3 I 87. llun opvolgers waren Josephus Vanden Bossche, "ijzerenwegwerkman", met zijn echtgenote MarfaRosa/ia V€111 Weymas. Ze kwamen op 24 Jecemher 1923 van Je Plaatst/nr. 7X, maar er werd niet vermeld wanneer en waarheen ze verhuisden. Daarna kwamen Theophilus Colpaert, landhouwdagloner (later "ijzerenwegwerkman"), met zijn echtgenote Marie-Odile /)amours. winkelierster, er wonen. Ze kwamen van de Splete tlnr. 5 op 12 september 192X en verhuisden naar Deurle op X juni 1959. De volgende bewoner was Maurice !Je Clercq, fahriekwerker; hij was op 19 juni 1959 getrouwd met Agnes f)/wndt, winkelierster. Ze kwamen uit Nazareth en verhuisden op I juli 1968 naar de Pontstraat tlnr. 57 A. In de bev. reg. 1960 vonJ ik hier nog Marcel Comelis, vla~bewerker, met zijn echtgenote Marie-Eiodie Rogge. Ze kwamen uit Bachte-Maria-Leerne op 12 juli 1968 en verhuisden naar de Winkelstraat tlnr. 73 op 21 december 1977. De opvolger was Raoul Bovijn. die op I augustus 1979 van de Poelstraat tlnr. 49 (Deinze) kwam.
(SINT-MARTENS-) LATE!\1: zie "(Het wit) Paard 1". (DE) LEEUW:
Lijst 4 vermeldt op het Dorp "De Leeuw", bij A/hert De Backer- Wieme, slachter. Het huis is afgebroken; thans een deel van het Hubert Malfaitpleintje. In /935 opende A/hert De Backeraan de overzijde van de straat een nieuwe herberg, waar nu (in 200 I) café "Het Duvelke" is, maar die geen specifiek uithangbord had. Hij werd opgevolgd door Ivo Colpaert, velomaker. 300
Vroeger schijnt het "De Rode Leeuw" geheten te hehhe11. Was dit wel dezelfde herberg? Zie "'(De Rode) Leeuw" Slechts in de bev. reg. 188061 vond ik hier op de Plaatst/nr. 55 62 (in 1970 Dorpsstraat nr. 15) een herberg. In de rechter bovenhoek stond op dit adres het uithangbord vermeld; in 1880 en 1890 was het .. De Leeuw". Het huis was bewoond door Theodoor Claeyssens, herbergier-veekoopman, met zijn echtgenote Leonie Boone. Hij kwam (bev. reg. 1870) van zijn ouderlijk huis op de Plaats tlnr. 37 ("De Achterstraat"); zij was op 12 maart 1873 uit Nazareth gekomen. DB signaleert op 16 augustus 1885 een prijskamp met de krulbol bij Theodoor Claeyssens. Zij overleed op 28 januari 1892, hij op I 0 december 190 I. De inwonende dochter lrma trouwde op 21 april 1904 met Joseph De Ruyck, herbergier-vleesverkoper. Hij kwam van zijn ouderlijk huis in de Parijse straat tlnr. I ("De Statie"). Ze verhuisden naar Gentbrugge op 30 oktober 1906. Ze werden opgevolgd door Constantinus De Backer, met zijn echtgenote Mathilde Bruteyn. Ze kwamen van de Plaatst/nr. 59 ("De Hert 3") in december 1907. Ze verhuisden naar het Edeke t/nr. 27 (gewijzigd in 28) waarschijnlijk omstreeks 1920. Op 16 juli 1920 kwam Alhertu.\· IJe Backer (f\·. AuRustus), slachter-herbergier, op 30 maart 1920 gehuwd met Romania Wieme, zich hier vestigen. Zij kwam uit Petegem; hij was een Astenaar. DB signaleert op 23 juli 1929 de herberg van A/hert De Backerop het Dorp. Ze verhuisden op 19 augustus 1935 naar de Plaatst/nr. 59A. Hun opvolgers waren Ivo Colpaert, "velomaker", met zijn echtgenote Mw:~aretlw Teirlinck, huishoudster. Ze kwamen op 19 augustus 1938 van de Plaatst/nr. 61. Zij overleed op 24 november 1956; hij verhuisde op 14 augustus 1957 naar Deurle. Ook later vond ik hier geen herbergier(ster) meer63. Het huis werd afgebroken en maakt thans deel uit van het Hubert Malfaitplein.
301
(DE RODE) LEEU\\': Top/160 vcrtelt over deze herberg: "160X: een hofstede en Herherghe Den Leeuw. noort den Herwech. suyt het Moerstraatje. 160X: dherherghe den R{)()den Leeuw pae lende noort den Herwegh. su yt het Moerstraetjen ... De Rode Leeuw lag ongeveer 200 meter ten westen van het oude dorpscentrum. langs de huidige Achterstraat.
(CHALET D'OUDE) LEIE: In de hev. reg. 1930 vond ik in een nieuw huis op de Leihoek t/nr. 9N'H Michel Uaetslé, hotelhouder, met 1ijn echtgenote Gahriëlle Uraecknum. huishoudster. Ze kwamen op 26 mei 19J.l uit St.-Dcnijs-Westrem. Architect /:'. !>e Ni/ ontwierp ••chalet de Oude Ll'ie .. in de periode 19.33-19.34. DB vermeldt op I 0 scptemher 19.35 "Chàlet de Oude Leie", Brug. Ze verhuisden op I mei 19.37 naar de Leihoek t/nr. I 0. Ze werden opgevolgd door Lcon Vtm Dmpe. hotelier. met zijn echtgenote A/ma Thomas, zonder beroep (overleden op I augustus 1971 ). Ze kwamen uit Bevere (Oudenaarde) op 24 mei 1937. De inwonende zoon Gerard. hotelhouder. bouwde er een manège uit en gaf dan ook sinds 1958 aan het domein de naam ••RiYer Ranch ... GOOF I /162 toont ons dit gebouw (een stukje Far West in Astene). Hij huwde met Somza Vtm[?heluwe, die op 1.3 januari 1972 uit Kortrijk kwam. Hand. 199.3 en 2000 vermelden de herberg "River Ranch" bij Sonna Van Chefuwe aan de Leieoever I. GDOFI/153 toont de omgeving met het "ezelsbruggetje" kort na de Eerste Wereldoorlog.
(CLUB 21 -)LIDO: In de bev. reg. 1930 vond ik hier in een nieuw huis aan de Kapellestraat t/nr. 16A65 (in 1970 nr. 58) Victor Cammaert, barman, die op 12 augustus 1942 trouwde met C/ara De Rudder, herbergierster. Ze kwamen op I september 1942 uit Gent66 en keerden er terug op I februari 1943. Op dit adres vond ik ook in de bev. reg. 1930 en 1947 opeenvolgende "diensters".
302
In de bev. reg. 1960 stond in potlood het uithangbord "'Club 21 -Lido" vermeld. Als bewoners vond ik Denise Boone, herbergierster, die op 24 december 1941 gehuwd was met René Vtmder Sypt. monteerder (wettelijk gescheiden van Germaine Vtm Luere). Zij kwamen op I mei 1962 van de Kapellestraat tlnr. 78 en "verhuisden" op 9 februari 1966 naar Petegem. Op dit adres. maar als tweede verblijf, vond ik sinds 26 juli 1962 ook Alice De Craene, herbergierster; ze '"verhuisde" op 2 april 1968 naar Lochristi. Er werden geen opvolgers vermeld. In de bev. reg. 1970 stond in potlood het uithangbord "Restaurant Costa del Sol". Ik vond hier Pierre Van Cuyck, handelaar; hij kwam op 31 oktober 1974 uit Ledeberg en verhuisde naar Gent op 27 september 1976. Maar reeds op 31 maart 1976 kwam Josa Bal/ester, barman, uit St-Denijs-Westrem hier wonen. Vanaf die datum werden hier ook opeenvolgende "diensters" in- en uitgeschreven.
303
Hun opvolgster was Maria De Pestel, naaister; ze kwam op 9 september 1970 uit Gent en verhusde naar de Achterstraat t/nr. I 0 I op 26 september 1972. De volgende bewoner was René Verthriest, voerman, die op 13 juli 1973 getrouwd was met Chrisfine /)e Meyer, helpster. Hij kwam uit Hansbeke. zij uit Deinze. Ze verhuisden op 4 februari 1977 naar Deinze. Daarna kwamen Femand Peirens. met zijn echtgenote Lucette S((~fferis, er wonen. Ze kwamen op 26 apris llJ77 uit Petegern. Nummer 7: Zie .. (In eh.·) Posthoorn ...
(IN liET) LINDEKE: zie .. (In de drij) Duifkens..
(IN DE) MAANDAG: In de bev. reg. 1900 69 vond ik op de Plaatst/nr. 3670 (in I 970 Achterstraat nr. 16) Camiel Verzele, houtzager, met zijn echtgenote Constance Vanbelleghem. In de bev. reg. 1890 vond ik hen aan de Parijsestraat t/nr. 18 ("De Koombloem"). Volgens de bev. reg. 1910 verhuisden ze (zonder aanduiding van datum) naar de Plaats t/nr. 99, waar hij overleed op 16 mei 1915. GvD en DB vermelden tussen 26 oktober 1902 en 28 oktober 1906 zesmaaFI "In den Maandag" bij Camiel Verz.ele in de Achterstraat, waarschijnlijk in het huis nr. 36, dat onlangs afgebroken werd. Ze werden opgevolgd door August(in) Van Braeckel (weduwnaar van Marie-Eiodie De Clercq), geen beroep aangeduid, met zijn echtgenote Maria-Ludovica Verzele (weduwe van Hernardus De Vreese). Ze kwamen op I november 1911 van de Plaats t/nr. 27, waar hij aangeduid werd als schoenmaker. Ze verhuisden naar de Plaats t/nr. 64; er werd geen datum vermeld. Later heb ik hier geen herbergier( ster) meer gevonden 72.
Volgens Robert Wieme werd het huis afgebroken. 304
(CA.FE) l\IATCH: In de bev. reg. I 9.30 vond ik in de Kapellestraat t/nr. .37 A 73 ( in 2000 nr. I 06) Lucien Van de Moortele, bediende, met zijn echtgenote Marie Elodia Use, herbergierster. In potlood werd op dit adres het uithangbord "Café Match" vermeld. Ze kwamen op I september 1939 uit Deinze en verhuisden naar Gordegem op I 5 januari 1940. Ze werden opgevolgd door Gentiel Wieme, velomaker, met zijn echtgenote Marie van Hautr_vve. Ze kwamen op 22 januari 1940 uit Gent en keerden er terug op I september 1942. De volgende bewoners waren Gustave Use, aardewerker, met zijn echtgenote Marguerite De Poortet: Ze kwamen op 8 september 1939 uit Massemen en verhuisden naar Petegem op I 5 januari 1940. Ze werden opgevolgd door ( Felicien) Ronwin Strohhe, meestergast-caféhouder, met zijn echtgenote Juliana Dhont. GDOF2/122 signaleert café "Sportkring" bij Romain Strohhe in de Kapellestraat Lijst 4 vermeldt in de periode tussen /920 en /940 "Café Sportkrig" langs de Kape/lestraat. Ze kwamen op 5 maart 1943 uit Deinze en verhuisden op I juni 1964 naar de Kerselaarslaan. Later vond ik hier opeenvolgende "diensters". In de bev. reg. Werd in potlood het uithanghord "L'Etapc" vermeld.
(LES) \1EANDERS: zie (Les) Saules
(HET) \1ELKHlJIS In de bev. reg. 1910 vond ik in een nieuw huis op de Plaats t/nr. 3 74(in 2000 Kapellestraat nr. 112-) (Conrardus) Medardus Vanden Aheele, veekoopman-herhergier, die op 16 december 1896 gehuwd was met Maria-1-felena !Jossche. Volgens de bev. reg. 1900 woonden ze op de Plaats tlnr. 16, waar hij aangeduid werd als veekoopman. GvD en DB signaleren tussen 5 februari 1913 en 2 mei 1939 viermaal "Het Melkhuis" hij Medard Vanden Aheele, veehandelaar. GDOF/ 13 toont herberg "Het Melkhuis".
305
Zij overleed op 24 oktober 1956. hij op 31 december 1962. In de hev. reg. 1960 werd hij reeds aangeduid als gepensionneerde; Zijn inwonende dochter Mariëffe werd aangeduid als caféhoudster. maar verhuisde op IJ december 1977 naar Deinze. Zij werd opgevolgd door Marfin Aricks. postbediende. met zijn echtgenote Maria-Paula /)e Vogelaere, bediende. Ze kwamen op 2-l maart I47X uit Deinze. Top/ 134 vermeldt dat het huis afgebroken werd in 1955. voor het verbreden van de haan en het aanleggen van een tïetspad. en dan herbouwd als woonhuis.
(liET) !\IOLEN<;xr:
Dit huis aan de Splete t/nr. 21 75 (in 1970 Oude Heirweg nr. 17) werd slechts een herberg toen Theophiel /)e Mol, herbergier. zich hier vestigde met zijn echtgenote Melanie Vandenhossche. Ze kwamen op 17 december I X91 uit Nazareth. GvD vermeldt op 3 juli I X99 de verkoping van de herberg ••Het Molengat" op de wijk Splete, palende noord de heirweg. kad. A -l53C/his, in pacht tot 24 december 1899 bij Theophiel /)e Mol. Ze verhuisden naar Nazareth op 20 januari 1900. Later heb ik hier geen herbergier(ster) meer gevonden76.
(IN'T) 1\IOLLEKE:
In de bev. reg. 1880 vond ik hier op de Leihoek t/nr. I 076bis (in 1970 Oudestraat nr. 7) Karel Verheken, "jachtbewaker", met zijn echtgenote Ju/ie Cnudde. Ze kwamen op 5 februari 1881 uit St-Martens-Latem. Hij overleed op 11 maart 1894, zij verhuisde op 24 januari 1895 naar Gentbrugge. Ze werden opgevolgd door Emile Cocquyt, muldersgast-herbergier, die op 8 juli 1896 getrouwd was met Emerence Vermaercke. Hij kwam van de Leihoek t/nr. 12, zij uit Gent. GvD vermeldt op 14 juni 1903 een wedstrijd "visschen met de handlijn" in "In 't Molleken" bij Emiel Cocquit. 306
Ze verhuisden op 23 december 1903 naar Landegem. Later heb ik hier geen herber!!ier( ster) meer gevonden 77. ~
~
~
(HERBERG HET) MUIZENHOL: Top/1-.U vermeldt "1850 "Cabaret Muyzenhol". 1960 "Herberg het Muizenhol". Op de hoek van de Patersstraat en de Wallebeekstraat.
I DE) ~ACHTEGAAL:
Top/143 vermeldt "1843 : het Lange Straetje tot de Nachtegael. Wellicht een herbergnaam. Langs de Beekstraat."
Lijst 4 signaleert de herherg "De Nachtegaal" Ze ~<WIS gelegen in de \'roegere Beekstmat. nu (in 2001) gewijzigd in Pontstraat. "Dit was een driewoonst met de puntgevel naast de straat. De bewoners omstreeks 1930 waren in hel eerste huis A(fóns Rekaert- in hetmiddenstede familie Ivo Vermeiren en in het verste Johannes \!cm AwrUve (heter bekend als Wan~je Vcll! TrUve ). In welk huis de herberg zich hevond hehhen we niet kunnen achterlwlen. In de bev. reg. 1870 vond ik in de Parijsestraat t/nr. 1427X (in 1970 Pontstraat nr. 55) Petrus Weytens, landbouwwerkman, met zijn echtgenote Marie Vcll! Autreve. In de bev. reg. 1890 werd hij aangeduid als herbergier. In de rechter bovenhoek werd op dit adres het uithangbord vermeld "De Nachtegaal". Hij overleed op 22 april 1894. zijn weduwe zette de zaak verder tot ze verhuisde naar Deurle op 29 oktober I 904. Zij werd opgevolgd door Alplwns Onderheke, landbouwer-herbergier-vlaszwingelaar, die op 26 oktober I 904 trouwde met Sophia Reynaerl. Hij kwam uit St.-Martens-Latem, zij uit Deurle. DB vermeldt op 18 oktober I904 herberg "De Nachtegaal" in de BeekstraaL Ze vcrhuisden op 2 I januari I<) I 0 naar St.-Martcns-Latcm.
307
De volgende bewoners waren Emest Vincke. landbouwer-herbergier. met zijn echtgenote Marie-Aiice Campe. Ze kwamen op 3 januari I 9 I 0 uit Petegem en verhuisden op 24 december I 915 naar de Plaatst/nr. 73. Hun opvolgers waren Camlus Vcïll /Je\'ersluys. landbouwer. met zijn echtgenote Maria-Justina Brll!eyn. Ze kwamen op 24 december I 915 van Wallebeke t/nr. 22. In de bev. reg. I 920 werd zij aangeduid als winkelierster. Ze verhuisden naar Petegern op 20 rnaart I 922. Later vond ik hier geen zelfstandigen meer79.
NEFERTITI: zie ••(L'l Amy
(IN) OLSENE
Lijst ..J vermeldt "In 0/sene", hij Evarist De Smijter-Van de Putte; thans in de Dorpsstraat nr. 57.
In de bev. reg. I 900 vond ik in een nieuw huis aan de Plaats ti nr. 7ocso (in I 970 Dorpsstraat nr. 55) Evarist De Smyter. herbergier-vlasbewerker (later herbergier-varkensslachter), met zijn echtgenote Maria-Bertha Vt:m De Putte. Ze kwamen op I december 190 I van de Plaatst/nr. 65 ("De Zwaan"); ze waren afkomstig van Olsene. Hij overleed op 31 juli 1925. maar zijn weduwe zette de zaak verder tot ze op 24 juli 1933 verhuisde naar Luttre. De inwonende dochter Marie-Josette bleef hier wonen en trouwde op 28 januari 1943 met Achi/lus Bekaert. bakkersgast82.
(DE) OVERZET: zie "(Het) Veer".
308
(HET \YIT) PAARD l: In de bev. reg. 1870. 1880, 1890 vond ik op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "Het wit Paard ... In de bev. reg. 1870 vond ik op de Leihoek t/nr. 9683 (in 2000 Dorpsstraat nr. 129) Jan Baptiste Temmerman. herbergier, die volgens de bev. reg. op 16 april 1870 verhuisde naar Wielsbeke. Hij werd opgevolgd door IvoVtmDen Bulcke, tapper, mat zijn echtgenote Marie De Baere. Ze kwamen op 13 april 1868 uit Petegem. De volgende bewoner was Jan Baptiste De Bruyne, herbergier, met zijn echtgenote Virginie Verpraet. Ik vond nergens waar ze vandaan kwamen, noch wanneer ze hier kwamen wonen. Hun zonen Gustave en Emilius, wagenmakers, woonden bij hen in. DB signaleert op 13 september 1886 de verkoping van een "nieuw gebouwen woonhuis", voorheen de herberg "Het wit Paard", thans dienende voor tweewonst, kad. 252A en 2528/bis, de westwoonst bewoond door de verkoper, de oostwoonst door Gusta(~l De Bruyne tot 24 december 1887. Jan Baptiste De Bruyne overleed op 9 december 1885, maar zijn weduwe zette de zaak verder. GvD vermeldt op 24 juli 1888 "Het wit Peerd" bij weduwe Jan /Je Bru.vne.
Virginie Verpraeten haar zoon Emiel vond ik niet meer terug in de bev. reg. 1890. In de genoemde bev. reg. vond ik Gustaqf' /Je Bruyne op de Leihoek t/nr. 17 ("In den Dries'') tot hij op 9 november 1892 vertrok naar Frankrijk. Hun opvolgers waren /sidoreTack, hoefsmid-herbergier, met zijn echtgenote Romania /Je Rese. Ze kwamen in I XX8 van de Leihoek t/nr. 14. GvD ~ignaleert op 7 mei I X99 de jaarlijkse bolling in "In het wit Paard" bij Jsidore Tack. Volgens de bev. reg. 1910 waren ze verhuisd naar het Edeke t/nr. 13, waar hij enkel als hoefsmid aangeduid werd. Daarna kwamen Camiel Walgraeve, landbouwer-herbergier, en zijn echtgenote Maria vim den Aheele er wonen. Ze kwamen van het Edeke t/nr. 9 op 31 december 1906. Hij overleed op I mei 1912; zij verhuisde naar Aalst op I 0 februari 1920.
309
De inwonendeX 4 zoon Lcopold Emest Walgme\'e. timmerman. was op 30 januari llJ20 getrouwd met Maria-Aiicia Oostcrlinck. herbergierster uit St.-Martens-Latem. DB vermeldt op 16 april llJ2l) ••tn St.-l\lartt•ns-Latem" bij Erncsl Wa/grae\'e. Ze verhuisden op 12 juni llJ54 naar St.-Martens-Latem. Ujsl -ll'ermeld! OfJ de hoek \'an de /)oiJJS- en de Pontstraat '"/let Vissersllllis", hU Emest Walgraeve. Top/ 175 maakt gewag van deze herberg: "llJ36: Café 't Yissersthuis. bij Longuel•i/lc. Nu Chinees
Restaurant. Ze werden opgevolgd door Juliette Longuel·ille (geen beroep aangeduid). Ze kwam op I juni llJ54 van haar ouderlijk huis aan de E. Clauslaan t/nr. 24. I laar t.uster ;\ntoinctte kwam op l) september llJ55 inwonen. maar vertrok reeds op 15 november llJ56 naar Cient. Julicttc vcrhuisde op I Xjuni llJ5X naar Machelen.
In de bev. reg. llJ60 vond ik hier een andere zuster. Benwdette, herbergierster. Ze kwam eveneens van haar ouderlijk huis aan de E. Clauslaan t/nr. 24 op l) april ll)5l) en verhuisde op 15 januari llJ65 naar Liezele. Volgens de bev. reg. llJ70 woonde hier Maria Mestdagh (weduwe van Georf!,es Lmlf!,Ueville), zonder beroep. met haar dochter Ginette. herbergierster. Ze kwamen op I september 1967 van de E. Clauslaan t/nr. 3X. Ginctte trouwde op 16 januari 1973 met Jaques Declercq, handelsingenieur uit Otegem. In 2000 was hier het chinees restaurant ''Le grand Dragon".
(WIT) PAARD 2: zie .. (In de) Vos".
(HET WI'I') PAARD 3: zie "(De) Postillon".
310
(I;\; HET ZWART) PAARD: In de bev. reg. 1880 vond ik op Wallebeke t/nr. 26R5 (in 2000 E. Clauslaan nr. 117) Charles Huys, herbergier. In de rechter bovenhoek was op dit adres het uithangbord "In het zwart Paard" vermeld. Hij woonde hier reeds in 1870 op Wallebeke t/nr. 296. Vreemd is dat dit bev. reg. een ander uithangbord vermeldt86. GvD signaleert op 11 juli 1892 een herberg, palende aan de Leie, kad. C38, 40, deel van 35, 36, in pacht bij Ch. Hu.vs. Hij verhuisde op 14 april 1896 naar Petegem. Later heb ik hier geen hergergier(ster) meer gevonden87.
PARADISO: In de bev. reg. 1960 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan t/nr. 71 Julien De Poorter, handelsvertegenwoordiger, met zijn echtgenote Juhana De FUn, caféuitbaatster. Ze kwamen op 12 augustus 1971 uit St.-Den ijs- Westrem en verhuisden op I 0 mei 1972 naar Beveren (Leie). In de bev. reg. 1970 stond in potlood een uithangbord vermeld "El Paradiso". De bewoners van het huis waren Jean Voreux, handelaar en zijn echtgenote Annie Vcmmltwerpen, handelaarster. Ze kwamen op 4 mei 1972 uit lngelmunster.
(OUD) PARIJS: In de bev. reg. 1870 vond ik op de westelijke hoek van de (huidige) Nieuwstraat en Dorpsstraat aan de Plaatst/nr. 73xx (in 2000 Dorpsstraat nr. 24) /Jemardus Ca/lens, vlaskoopman-winkelier (later aangeduid als winkelier in koloniale waren en "ellegoederen"), met zijn echtgenote Sophia Dossche, die op 5 januari 1881 oveleed. Zijn nichten Clémence en 1/enrica, kwamen hij hem inwonen en hielpen waarschijnlijk in de winkel en het hui~houden. Hij overleed op 26 juni 1903.
311
Zijn nichten zetten de zaak verder. In de bev. reg. 1930 werden ze aangeduid als winkelierster. Het was een snoepwinkel. Hun schoonzuster Olympia Dossche (weduwe van Evarist Huys) en haar 3 dochters woonden bij hen in. Clemence overleed op JO januari 1933, Olympia op 17 maart 1937. f)e drie dochters ( hij~enaamd "Cal/ekem· ") ;.etten de -:.aak \'en/a Rachel overleed op 20 september 1950: Laura verhuisde op 9 september 1952 naar Ruiselede; Alice verhuisde op 26 maart 1975 naar Melle.
Hand 1993, 1996 vermelden "Oud Parijs" hij Mw. Basse;.-De Clercq, aan de Dorpsstraat 24. Het was een winkel in antiek en hrocante. In 2000 werd het huis afgebroken.
PATIO: zie .. (In de) Vos"
PIC-NIQUE: In de bev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E.Clauslaan t/nr. 4la3. (vanaf 1960 werd dit nr. 77) Marcel Baert, "restaurateur", met zijn echtgenote Alice Cnockaert, zonder beroep. In potlood was het uithangbord ••Pic-nique" vermeld. Ze kwamen uit Agimont op 28 maart 1957 en verhuisden naarStrombeek op 28 september 1965. Ze werden opgevolgd door Roland Delohel, restauranthouder, met zijn echtgenote Marguerite Vanhercke, zonder beroep. Ze kwamen op 11 november 1967 uit Oudenaarde en verhuisden (volgens de bev. reg.) op 2 februari 1971 naar Strintino (Italië). Reeds op 16 december 1970 (volgens de bev. reg.) kwamen de opvolgers Pauf Verkest, restauranthouder, en zijn echtgenote Francine D 'Alemange "restauranthoudershelpster", uit Lokeren. Klaroen signaleert aan de E. Clauslaan nr. 77 "Restaurant Savarin B.V.B.A." bij Claude D'Allemagne en Christhw Degry. Hand. 1993, 1996 en 2000 vermelden "Savarin B.V.B.A" E. Clauslaan 77.
312
(HERBERG DE) PILORI.JN: K ,52 I vermeldt de vroegere herberg "'De Pilorijn". I 988/84 bepaalt aan de hand van het Landboek Astene I 760 de ligging van deze herberg. Gesch/20 vertelt dat herberg "De Pilorijn" (of schandpaal) vermeld wordt in I 760. In deze herberg woonde Ferdinand Heyndrick.x -of was hij alleen maar de eigenaar van die herberg zoals hij eigenaar was van De Swaene en Den Hoorn? (ook eigenaar van wat later "Zonneschijn" wordt). Top/I SS vermeldt: " .. Heden staat hier de villa, voorhaan bewoond door Rudo(f Versele, nadien door Prof Coetsier en heden door Didier De Sloover.".
Volgens Robert Wieme lag het huis rechtover de "Radar" (nu, in 2001, "Roche"). Het huidig adres zou dus Dorpsstraat nr. 3 zijn.
(HERBERG) POSSEMIERS: Lijst 4 vermeldt in de periode tussen 1920 en 1940 Possemiers.
111
de Kapellestraat een herberg
hU Louis
In de bev. reg. 1930 vond ik inderdaad in een nieuw huis in de Kapellestraat t/nr. 37889 (in 2000 Kapellestraat nr. I 08) Ludovicus Possemiers, caféhoudster, met zijn echtgenote lrena Vander Veurst. Ze kwamen op 8 augustus 1941 uit Jette en verhuisden op 18 juli 19S2 naar Petegem. Het was geen herberg meer bij zijn opvolger Leon De Clercq, onderwijzer, met zijn echtgenote MariaSidonia VerKucht. Ze kwamen op 12 juli 1952 uit Petegem.
(ll\ DE)
POSTHOORN:
In de bev. I XXO vond ik op de Plaats t/nr. 47lJO (in 2000 Dorpsstraat deel van nr. 517) Alphonsius Julianus Versele, herbergier, met zijn echtgenote Marie-llortense Moens91. In de rechter bovenhoek stond op dit adres het uithangbord "'In de Posthoorn" vermeld.
313
GvD signaleert op 5 februari 1893 een wedstrijd op "den billiard" en op 5 mei I ~95 een schieting bij A(f'ons Versele op het Dorp.
A(f'ons Versele overleed op ó maart I ~96, maar zijn weduwe zette de zaak verder. In de bev; reg. 1900 werd ze aangeduid als herbegierster-koophandelaarster in granen, zader. enz. GvD signaleert op 27 november I ~99 de herberg "Den Posthoorn" bij weduwe A(lons Versele. Ze vcrhuisde op 31 oktober 1916 naar de Plaats tlnr. 90. Haar inwonende zoon Leoncius was op I 0 februari 1905 naar Amerika vertrokken, maar op I 0 januari 1907 teruggekeerd. In de bcv. reg. 1910 werd hij aangeduid als "petrolventer". Hij trouwde op I~ december 1919 met Norhom l>e (Ïen'lfUit Sint-Amandsberg, die op 15 oktober 194~ overleed. In de bev. reg. 1920 werd hij aangeduid als landbouwer-bierverkoper-herbergier, in de bev.reg. 1947 enkel als bicrhandelaar. DB vcrmeldt tussen 20 april 1925 en 15 februari 1936 drie maal "In den Posthoorn" bij Leonce Versele op het Dorp. Lijst .J signaleert op het /)orp "/)e Postiloom ", uitgehaat door Lermce Versele-ne Clercq, hierlwndelaar; thans "Bakkerij Linda ". Hij overleed op 15 oktober 194~. Hij werd opgevolgd door zijn inwonende zoon Gem:f?es, bierhandelaar, die op 31 oktober 1970 overleed.
Het huis werd qf'gehroken en meer achteruit samengevoegd met m: 5 tot "Bakkerij Linda ".
(DE)
POSTILLON
Lijst 4 \'ermeldt op het huidige adres Dorpsstraat I /9 "Het witte Paard (3) ", later "De Postiljon", thans (2000) "Cotton Club". Dit nieuw gebouwd café was het eigendom van de Brouwerij De Splenta Dat hier oorspronkelijk een herberg "Het witte Paard (3 )"zou geweest zijn, werd door geen enkele mij bekende bron bevestigd. In de bev. reg. 1930 vond ik wel in een nieuw huis op de Plaatst/nr. 17 A9 2 (in 2000 Dorpsstraat nr. 117) Oscar Slock, paardenafrichter, met zijn echtgenote Afice Maesele, huishoudster. Ze kwamen op 9 september 1935 uit Dentergem en verhuisden naar E. Clauslaan tlnr. 28; er werd geen datum vermeld.
314
Oè volgèndè bèwoners waren Mm:~uerite Coeman (weduwe van Werner Callewaerl), herbergierster. Zè k\:\'am op 17 maart 1953 uit Kortrijk en keerde er terug op 29 maart 1954. Hun opvolger was Francisctts Steurhalll, autogeleider, met zijn echtgenote Ange!a De Coster, herbergierster. Ze kwamen op 2 december 1954 uit Gent en verhuisden naar Petegem op 8 april 1959. Ze \verden opgevolgd door Marcellus Van De Gejuchte (sic), handelaar-herbergier, die op 29 juli 1959 gehuwd was met Yolande Covent, zonder beroep. Ze werden wettelijk gescheiden op 21 oktober 1975. Zij verhuisde op I 0 augustus 1972 naar Wondelgem, hij op 26 januari 1977 naar Gent. In de bev. reg. 1970 werd in potlood het uithangbord vermeld "Postillon", later "Club 51 ". Vanaf I 0 september 1975 vond ik hier enkel nog "diensters" gedurende een korte periode. In 2000 was het adres Dorpsstraat t/nr. 119 en het uithangbord "Cotton Club".
(DE GROTE) POT: zie "(In de ) Achterstraat"
(DE IJZEREN) POT: 1974/58 vermeldt "De ijzeren Pot" in de omgeving van de oude kerk, ongeveer op de plaats, waar zich (in 1974) "Club 13" bevond. Vermoedelijk wordt hier "Club 21-Lido" in de Kapellestraat bcdoekJ93.
IDE) PRINS EUGEEN: 1989/31 bepaalt aan de hand van het Landbock Astene 1760 de ligging van deze herberg. Dit was op de 'oostelijke hoek van de (huidige) Dorpsstraat en de Parijsestraat, die toen nog doorliep tot aan "De Zwaan", gelegen op de westelijke hoek van de Achterstraat en de KrommestraaL GDOF2/44 toont de Dorpplaats van Astene en vermeldt " ... het eerste huis aan de linkerkant is het ouderlijk huis van kunstschilder 1/uhert Ma(f"ait. Vader Ju/es Ma(!áit was gemeentesecretaris en ook herbergier van het naburige café. De panden werden intussen afgebroken."
315
1979/161 vermeldt in 1779: " ... eene herberge genaempt ende voor teeeken vuystekende den Prince Eugcnius, staende opde gheseyde plaetse circa 25 roeden vande voornoemde eerste herherghe (den Hoorn) lancx den ghemelden steenwigh (van Genot op Cortrijck), gheoctroijeert hij den heere der heerlijkckhede van Stuijvenherge op wiens jurisdictie die is staende heth 50 jaeren, bewoont ende compiterende Jom111es l'llll Wo111e1:~hem. Ook Gesch/21 en Top/157 vertellen over deze herberg. In de hev. reg. I X70 vond ik op de Plaats tlnr. 7()94 Charles Ma(fait. herbergier, met zijn echtgenote Paulina Mestdach: zij kwam van haar ouderlijk huis op Walleheke tlnr. 23 ("In de Vos"). DB signaleert op 21 februari I XX I de herberg van Ch.Malfait op het Dorp. In de hev. reg. I XXO werd op dit adres in de rechter hovenhoek vermeld "Prins Eugenius", in I X90 "Prins Eugeen". Zij overleed op I Xjuni I X93, hij op 9 april I X94. De kinderen bleven hier wonen en zetten de zaak verder. GvD vermeldt in I X94 viermaal de duivenmaatschappij "Hoop in de Toekomst" bij de kinders Ma(fáit in "Den Prins Eugeen of Eugenius" op het Dorp. Drie ervan verhuisden95. De andere zoon Julius Ma(fait, gemeentesecretaris. bleef hier wonen en zette de zaak verder. Hij trouwde op 25 januari I X9X met Maria-Lucia De Vos, aangeduid als winkelierster in ellegoederen. GvD signaleert op 23 juni 1898 en IJ augustus 1898 "In den Prins Eugeen" bij Ju/es Malfait op het Dorp. Hij overleed op 15 april 1926; zij verhuisde van nr. 87 naar het aanliggende huis, dat in de bev. reg.I91 0 het nr. 88/89 droeg. Er werd geen datum vermeld. Evenmin werd de datum vermeld waarop de opvolger hier zijn intrek nam. Dit was (Celestin) Morg(zn \-'cm Landeghem, veekoopman-slachter-herbergier, met zijn echtgenote Leona Dieriek Volgens de bev. reg. 1910 kwamen ze van de Plaats tlnr. 51. DB vermeldt op 20 november 1923 een herberg bij Ju/es Van Landeghem op het Dorp96. DB signaleert tussen 27 juli 1932 en 5 april 1939 viermaal de herberg "Den Draver" op het Dorp bij Mm:f.?an \-'cm Landeghem.
1998/37 deelt mee dat deze herberg "Den Draver" de vroegere "Prins Eugenius" was, gelegen op de zuidoostelijke hoek van de Parijsestraat en de Dorpsstraat. Het gebouw is nu afgebroken, maar lag vlak bij de (huidige) verkeerslichten aan het parkeerterrein. Lijst 4 vermeldt op de hoek van de Dorpsstraat en de Nieuwstraat de herberg "Den Draver"; herber-
316
oier m1s Moraan Vtm Lmu/eoenr-Dierickx, slaf?el: . ._._. l.., (._ Vanaf de bev. reg. 1930 werd hij aangeduid als slachter, zij als herbergierster. Zij overleed op 20 mei 1958, hij verhuisde naar Gent op 29 maart 1961.
~
Ze werden opgevolgd door Leopold De Clercq, schrijnwerker, met zijn echtgenote Marie-Louise Voet. Ze kwamen op 23 september 1958 uit Machelen. Hij overleed op 23 maart 1969, zij verhuisde naar de Beekstraat t/nr 15. Dit huis werd, samen met de aanliggende woningen97, afgebroken. Thans ligt hier een parking. De huizenrij werd enkele meter zuidwaarts herbouwd 98.
(DE) REISDUIF I: In de bev. reg. 1870 vond ik hier op de Plaats t/nr. 64 99 (in 2000 Dorpsstraat nr. ± I 07) Stephanus Cfaeyssens, met zijn echtgenote Octavie /)e Bruyne; (zonder beroepsvermelding); zij kwam uit Deinze op 13 maart 1875. Hij overleed op 23 januari 180, maar zijn weduwe haatte het café verder uit. In de bev. reg. 1880 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord vermeld "In het Verken". Het gezin verhuisde op I maart 1882 naar het Muizenhol t/nr. 20 ("In de nieuwe Ketel"). De volgende bewoners waren Leonardus Van Loo, en zijn echtgenote Euphrasie Verzele (zonder beroepsvermeldinge ). Hij kwam op 20 april 1882 van de Leihoek t/nr. 7; zij kwam op dezelfde datum van haar ouderlijk huis op de Plaatst/nr. 64 ("In de Zwaan"). Reeds op 29 december 1882 verhuisden ze naar Deurle. Hun opvolger wijzigde waarschijnlijk het uithangbord: de vermelding in de bev. reg. werd vervangen door "In de Reisduif". Dit was Nemi Umchez, steenbakker-herbergier, met zijn echtgnote Marie-Sidonie Heyze. Hij kwam op 18 scptemher 1884 uit Eke, zij kwam van haar ouderlijk huis op de Plaatst/nr. 6 ("In het Veer") op 3 januari I 883. 'Ze vcrhuisden in 1888 naar de Leihoek t/nr. 17 en namen hun uithanghord mee.- zie "De Reisduif 2".
317
Ze werden opgevolgd door Augustinus Bmteyn. herbergier-kuiper. dieop 26 december 1888 getrouwd was met Marie- Thérèse Weytens. Hij kwam uit Deurle. zij kwam van haar ouderlijke huis in de Parijsestraat. Hij overleed op 16 januari 190 I. GvD signaleert op 14 mei I Y02 de verkoping van herberggerief ••Jn het Tonneken" op het Dorp, bij weduwe August Bmteyn- Weytens. Zij vcrhuisde naar Deurle op 22 mei I Y02. In de hev. reg. I YOO vond ik hier nog Joannes Baptiste Moeykens, met zijn echtgenote Emerence De Ruyck (zonder hcroepsaanduiding). Ze kwamen van Walleheke nr. I Y ("De Rolle") op I juli I Y02. GvD signaleert op I 0 maart I Y05 de verkoping van o.a. de herberg ••ne Toekomst" op het Dorp, kad. B. 50YE. in pacht hij Jan Baptist Moeykens zonder voorwaarden. Er werd niet vcrmeld wanneer ze verhuisden noch waarheen. Daarna kwamen Constantinus De Hacker. met zijn echtgenote Mathilde Bruteyn (zonder beroepsvermelding) er wonen; Ze kwamen in januari 1907 van de Plaatst/nr. 59 ("De Hert"). In de bev.reg. 1910 vond ik hen op de Plaats t/nr; 56 ("De Leeuw"). Later vond ik hier geen herbergier(ster) meerlOO.
(IN DE) REISDUIF 2: In de bev. reg. 1890 vond ik (waarschijnijk in een nieuw huis) op de Leihoek t/nr. 18101 (in 2000 E. Clauslaan nr. I I) Remi Brochez. steenbakker-herbergier, met zijn echtgenote Marie-Sidonie Heyze. In de bev. reg. 1890 werd op dit adres is de rechter bovenhoek het uithangbord vermeld "In de
Reisduif". Ze kwamen in 1888 van de Plaatst/nr. 69- "De Reisduif 1". Ze verhuisden op 24 december 1891 naar Petegem. Ze werden opgevolgd door Louis De Smet, landwerker-tapper, met zijn echtgenote Virginie Van Den Berghe. Ze kwamen op I januari 1892 van de Leihoek t/nr. 21 en verhuisden naar het Muizenhol t/nr. 3 op 10 januari 1903.
318
Hun opvolgers waren Augustin De Sloorer. met ijn echtgenote Sophie Claeys (zonder beroepsvermeldig). Ze kwamen op I 0 januari 1903 van het Muizenhol t/nr. 3. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden. noch waarheen. Daarna kwamen Constall! De Paepe, landbouwer, en zijn echtgenote Le(mie Vt:tn Lancke1; er wonen. Ze kv·/amen op 30 januari 1904 uit Nazareth en verhuisden naar het Edeke 7 A op 31 december 1908. De volgende bewoners waren Leonardus Vt:tn Beversluys, broodbakker-winkelier, met zijn echtgenote Valemine Vlmder Plaetsen, huishoudster. Ze kwamen op 31 december 1908 van het Edeke t/nr. 7 A, waar hij aangeduid werd als tapper-broodbakker. Ze verhuisden naar Deurle op 2 juni 1933. In de bev. reg. 1930 vond ik hier Maurice Verhegge, voerman, met zijn echtgenote Magdalena Standaert. Ze kwamen op I 0 juli 1933 uit Deinze en keerden er terug op 27 december 1933. Hun opvolgers waren Omer Coorevits, poeldenier (geschrapt en vervangen door groentenkweker-handelaar), met zijn echtgenote Julienne Tessely. Ze kwamen op 22 november 1934 uit Deinze.
Lijst 4 vermeldt op de Dries
"Cl~j'e
De Vluchter",
hU Omer Coorevits.
In de bev. reg; 1947 werd hij aangeduid als rijwielhandelaar, zij als huishoudster. Zij verhuisde op 27 januari 1958 naar Gent, hij naar de Statiestraat t/nr. 9 op I juli 1959. Ook later vond ik hier geen herbergier(sters) meer102.
Volgens Rohert Wieme werd het huis qff.?ehroken.
IUVER RANCH: zie "(Chalet d' Oude) Leie"
(J>EJ ROLLE: In de hev. reg. 1870 vond ik aan Walleheke t/nr. 295103 (in 2000 E. Clauslaan ± 15) Karel !Je Meyer, tapper, met zijn dochter Virginie. In de hcv. reg. 1870, 1880, I WJO werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithanghord vermeld
"De Rolle".
319
Volgens de bev. reg. 1880 waren ze verhuisd naar Wallebeke t/nr. 4. Ze werden opgevolgd door /m Vtm Helleghem. herbergier-schoenmaker. met zijn echtgenote Marie/I ortense I )/wn f. Ze kwamen op 27 mei 1880 uit Huiseen verhuisden naar Deurle op 7 december 1882. !Jun opvolgers waren l>ésiré Onderheke. herbergier. met zijn echtgenote Marie Vtmden Be1:~he. Ze kwamen uit Deurle op 9 december I 882. Zij overleed op 23 april 1884; hij verhuisde (waarschijnlijk in 189 I) naar Deinze, waar hij op 26 oktober 1892 hertrouwde met Rosa/ie De Wu(f De volgende bewoner was Fmncies Vtm Tlwrre. herbergier. met zijn echtgenote Vi1~inie Vtm Brahandt. Ze kwamen op 31 juli 1891 uit Machelen. GvD vermeldt op I I juli 1892 de verkoping van de herberg "De Sd1eppersrolle" langs de steenweg, palende aan de Leie, kad. C 36. deel van 37a & 37b. deel van 35, in gebruik bij F Vtm Thorre. Ze verhuisden naar Wontergem op 22 maart 1894. Op 18 april I 894 kwam uit Deinze Désiré Onderheke, aangeduid als landbouwwerkman, hier opnieuw wonen met zijn 2de echtgenote Rosa/ie De Wulf GvD vermeldt op 12 april 1896 de herberg "De R.olle" bij Désiré Onderheke. Ze verhuisden reeds op 28 december 1896 naar Wetteren. GvD vermeldt op 28 oktober 1896 de verkoping wegens sterfgeval [waarschijnlijk van de eigenaar] van de oude herberg "De Rolle", kad. C 38, 40 en deel van 35 en 36, palende noord de Leie, zuid de steenweg. De verkoping vond plaats hij J. B. Moeykens, Dorp- zie "De Scheppersrolle". In de bev. reg. I 890 vond ik hier nog Johannes Moeykens (weduwnaar van Clementine Robben.'i), herbergier. die op 27 september 1893 hertrouwd was met Emerence De Ruyck (weduwe van Alexander De Backer).
Ze kwamen op 30 december I 896 van de Plaats t/nr. 20 ("In d' Hoop van Vrede"). GvD signaleert op 29 september 1900 de verkoping van de herberg "De groote Rolle", palende noord de Leie, zuid de steenweg, kad. C 35A, 36B en 37E, in pacht tot 24 december 1901 bij Jan B. Moevkens. Ze verhuisden op I juli 1902 naar de Plaats t/nr. 72.
320
Hun opvolgers waren Auguste Mestdagh, herbergier-dagloner, met zijn echtgenote Horte11Se Dhont. Ze kwamen omstreeks 1902 van de Beekstraat t/nr. 22 ("Herberg De Roos"). De inwonende zoon Renatus Mestdagh, "ijzerenwegwerkman", trouwde op 16 juli 1926 met Ju/ia De Schuymer. herbergierster. die de herberg verder uitbaatte. Volgens de bev. reg. kwamen ze van de Plaatst/nr. 45. Lijst -1 signaleert dat "De Rolle" zich langs de Emiel Clauslaan bevond, voorbU Astene-dorp; de laatste uitbater was René Mestdagh-De Schuyma De;:_e lijst vermeldt ook "De groote Rolle ". Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden, noch waarheen. Ze werden opgevolgd door HenriCLts Vcm Autreve, herbergier, met zijn echtgenote Norva De Ruyck. Lijst4 vemzeldt op de Emiel Clauslaan "Het Zaadhuis"; vermoedelUk was de uitbater Ju/es Vcm Simaeys. De naam van de uitbater is waarschijnlijk onjuist. Ze kwamen (bev. reg. 1930) van zijn ouderlijk huis in de Parijsestraat tlnr. 12. Ze verhuisden naar de E. Clauslaan tlnr. 91 ("Sirene"); er werd geen datum vermeld. In de bev. reg. 1947 werd in potlood vermeld "afgebroken".
(DE) ROOS I
In de bev. reg. 1870 vond ik aan de Beekstraat t/nr. 194 104 (in 1970 nr. 43) Theophile Dhollf, tapper, met zijn echtgenote Marie- Thérèse Vcm Autreve. In de bev. reg. 1880 werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithanghord vermeld "In de Roos"; in de bev. reg. 1890 stond "In 't Rooskc". Hij stierf op 5 mei 1882, maar zijn weduwe zette de zaak verder tot haar overlijden op 5 mei 1893. De inwonende dochter 1/ortense f)/wnt was op 16 september 1885 getrouwd met August Mestdagh, die van zijn ouderlijke woning op Walleheke t/nr. 23 ("In de Vos") kwam. Samen zetten ze de zaak verder. GvD vermeldt op 14 september 1894 de verkoping van o.a. herberggerief in "Het Roosje" hij kinderen Theophiel fJhont, in de BeekstraaL GvD vermeldt op 9 december 1897 de verkoping van "De Roos", kad. A 924, 925, 926A en 927, palende zuid de Beekstraat, in pacht hij August Mestdagh.
321
GvD signaleert Je herberg van A. Mesu/agh in Je BeekstraaL Ze vcrhuisden omstreeks 1902 naar Wallebeke t!nr. 29 ("De Rolle"). Ze werden opgevolgd door Jan Baptiste Janssens, met zijn echtgenote Marie-Rosa/ie Beyens (zonder heroepsvermeld ing). Ze kwamen op 31 december 1902 van de Plaats t/nr. 22 ("De oude Aardeweg") en waren volgens de hev. reg. llJ I 0 verhuisd naar het Muizenhol t/nr. 12. llun opvolgers waren Basilius Walgrae\'e, steenhakkerswerkman-herbergier, met ZIJn echtgenote Maria-Celesta Vanderstmeten. die op I 0 januari 1906 uit Nazareth kwam. Volgens de bcv. reg. verhuisden ze op 26 juli 1915 naar Nazareth. Later vond ik hier geen herbergier(ster) meer
105.
(DE) ROOS 2
Lijst ..f. signaleert in de Beekstraat (thans Karmstraat) de Camiel /)e Clercq.
herhe1:~
"/Je Roos"
(r~f
"Het Roosje")
hU
In de bev. reg. 1910 vond ik in een nieuw huis in de Beekstraat t/nr. 31 106 (in 1970 Karmstraat nr. 14) Le(mce La\'ent, steenbakkerswerkman-herbergier, met zijn echtgenote Valerie Cornelis, huishoudster. Hij kwam (bev. reg. 1900) van zijn ouderlijk huis in de Beekstraat t/nr. 13; zij kwam op 6 juli 1910 uit St.-Maria-Leerne. Ze verhuisden naar Bachte-Maria-Leerne op 30 december 1911. De volgende bewoners waren Camiel De Clercq, landbouwer, met zijn echtgenote Maria-lrma Cnudde. Ze kwamen op 15 januari 1913 uit Huise. Hun dochter Juliana, die op 15 november 1946 getrouwd was met Renatus Vermeeren (genoemd Maurice), woonde bij hen in, tot ze verhuisden naar een nieuw huis in de Beekstraat t!nr. 46- zie "De groene Boomgaard". Camiel De Clercq overleed op 28 april 1949, zijn weduwe zette de zaak verder tot haar pensioen. Zij stierf op 15 juli 1965. De kinderen bleven hier wonen tot 1976. Ze werden opgevolgd door Elvira Stadeus, herbergierster. Ze kwam op 9 april 1976 uit Gent en verhuisde naar Deinze op 3 februari 1977.
322
In de Hand. 199.3 en 1996 vond ik de herberg "De Roos" bij Lucie Um Overheke in de Karmstraat 27.
(1:\ DE) ROSKA.l\1: zie ''In d' Hoop van Vrede 1".
(HERBERG "T OUD) SASHUIS: Top/150 vermeldt:" 1876: houw van het sasmeesterhuis. 1990: 't Oud Sashuis Herberg. Langs de Leie bij het Sas van Astene".
SATUR~E:
zie "In de vier Wegen"
(LES) SAULES: 1999/417 vertelt over "Les Saules"/"Les Méandres"/"Walleheke"
107.
In de hev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan t/nr. 5.3 (gewijzigd in I 07) Jacques Galens, makelaar (geschrapt en vervangen door "restaurateur", die op 18 november 1948 getrouwd was met ElisabetiJ Thomaes, zonder beroep. Ze kwamen op 7 december 1948 uit St.-Martens-Latem en verhuisden op I 9 februari I 964 naar St.-Michiels. In de bev. reg. stond in potlood het uithanghord "Les Saules" vermeld. Ze werden opgevolgd door Georues Utn /)e Velde, restauranthouder Jox. Ze kwamen uit Jette op 15 oktober I 964 en verhuisden naar St.-Martens-Latem op I 9 mei I 967. Hij veranderde het uithanghord in "Les Méandres". Hun opvolger was Johan ne /Jondtsheer, kok, met zijn echtgenote Morio-Mogdolena Vanderper, zonder beroep. Ze kwamen uit Dendermonde op I 3 oktober I 967 en verhuisden naar St.-Niklaas op 25 scptemher I 974. Op dit dit adres vond ik ook tussen 7 april I 968 en 2 juli 1971 Gaston /)e Joegher (de eigenaar?), zaakvoerder, die op 22 april I 968 getrouwd was met Agnes Carpentier, lerares. Ze hieven hier tot I 2 juli I 977 hun 2de verhl ijf houden. Het uithanghord werd gewij;.igd in "Wallchckc (I)".
.323
De volgende bewoners Gustave Boerjan, kok, met zijn echtgenote Gilherre Vanhm•erbeke, kelnerin (geschrapt en vervangen door "zonder beroep"). Ze kwamen op 3 september uit Hertsberge en verhuisden met hun uithangbord naar de E. Clauslaan (de vroegere woonst van dr. Martens) - zie "Wallebeke 2". "Wallebeke I" werd in I 9X5 afgebroken en vervangen door een villa.
SAVARIN: zie "Pk-nique".
SCARAI\I()UCIIE: In de hev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan tlnr. 43c (vanaf de bev. reg. 1960 werd dit nr. X9) Georges llollemeersch, schrijnwerker, met zijn echtgenote Alice Vim Laere, herbergierster. In de bev. reg. werd in potlood het uithangbord vermeld "Scaramouche". Ze kwamen op 27 juni 1956 uit Gent en keerden er terug op I 0 april 1963. Ze werden opgevolgd door Martlw Bleirs, herbergierster. In de bev. reg. werd in potlood het uithangbord vermeld "Fetiche". Ze kwam op 22 maart 1963 uit Jette en verhuisde naar St.-Martens-Latem op 30 juli 1968. Als opvolgers vond ik de eerste huurders terug. Ze kwamen op 23 januari I 969 uit Zeveneken en keerden er terug op I I februari 1970. In de bev. reg. 1970 vond ik slechts "diensters", die hier kortstondig verbleven.
(DE) SCHAAK: Gesch/21 meldt dat deze herberg naast het kerkhof (dus aan de kerkheuvel lag en vermeld wordt in 1572. Top/162 voegt daaraan toe:"[ Deze herberg lag] langs de oude Heerweg, waar die voorbij het oude kerkhof naar links zwenkt en verder omhoog liep".
324
(DE) SCHEPPERSROLLE: zie "De Rolle"
SCHILDERSVERDRIET:
Volgens Robert Wieme 'rvercl dit huis omstreeks /930 oorspronkelijk als privéwoning gebouwd door Va/èl·e Van LangenluJVe. In de bev. reg. 1930 vond ik inderdaad in een nieuw huis in de Kapellestraat t/nr. 32 1°9 (in 1970 nr. 73) Valery \l(m Langenhove, beroepsleraar, met zijn echtgenote Anna Torck (weduwe van Prosper Van Hee). Zij overleed op 26 september 1958; hij verhuisde naar Petegem op 23 mei 1962. Hij werd vanaf 26 juli 1963 opgevolgd door Maurice D 'Oog he, jockey; hij was getrouwd met MariaHelena Nol/et, maar woonde hier samen met Joanna Scho/iers, aangeduid als "opdienster". Hij kwam uit Tielt, zij uit Groot-Bijgaarden. Ze verhuisden in november 1964 naar Groot-Bijgaarden. Ze werden opgevolgd door Henri Buyse, brugwachter, later werkopzichter. Hand. 2000 vermeldt Restaurant "'t Schildersverdriet" B.V.B.A. in de Kapellestraat 99.
SIRENE: In de bev. reg. 1947 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan tlnr. 41 B (vanaf de bev. reg. 1960 werd dit nr. 91) Henricus Van Autreve, herbergier, die op 13 april 1948 trouwde met Norva De Ruyck, huishoudster. Ze kwamen van de E. Clauslaan t/nr. 61 ("De Rolle"). In de bev. reg. 1960 en 1970 stond in potlood het uithanghord "Sirene" vermeld. Ze verhuisden op I februari 1965 naar de Oudestraat t/nr. 57.
Ze werden opgevolgd door Jacqueline Vanden Broeke, herbergierster. Zij kwam op I februari 1965 uit Gentbrugge en verhuisde op 27 juni 1967 naar Zeveneken. De volgende bewoner was Gilherre 1/ouart, herbergierster. Zij kwam op 14 april 1971 uit Antwerpen en keerde er terug op 7 september I <J72.
325
Hun opvolgers waren A(fred Hardy, schilder. ongehuwd, samenwonend met Claudine De Witte, herhergierster 110. Ze kwamen uit St.-Joost-ten-Node op 6 juli Jl)7J en verhuisden naar Gent op 20 maart Jl)78. Na Jl)7X vond ik hier enkel "diensters" gedurende korte perioden.
(I>El Sl\101\.1\.ELI\.EET: Gesch/21 vermeldt: In I X17 was er een herberg "De Smokkelkete". Top/77 signaleert: "I X-U: de Karrnstraet van het AchterstLick naer het Cabaret De Smokkelkeete. Bij het kruispunt van de Karmstraat met Je HeekstraaL De Smokkelkeete herberg zelf lag aan Je zuidzijde van de Kalsijde weg. In de bev. reg. IX70 vond ik in Je Beekstraat t/nr. ll)l) 111 (in IY70 Karmstraat nr. liJ Charles Louis 7llllt. tapper. met zijn echtgenote Clemence Vercruvssen. Ze verhuisden naar Kruishoutem op 27 december I 86X. De volgende bewoners waren Jan Baptiste Quilllyn. landbouwer, met zijn zoon Cwnille, tapper. Ze kwamen op 4 december 1868 uit Nazareth. Volgens de bev. reg. 1880 waren ze verhuisd naar Je Plaats tlnr. 50 Ze werden opgevolgd door Petnts Verhegge, zonder beroepsvermelding, die op 28 januari 1882 getrouwd was met Justina Gemert (weduwe van Bnuw Den Blauwen), herbergierster. In Je bev. reg. I X80 en 1890 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord vermeld "De Smokkel keef'. Hij kwam van zijn ouderlijk huis in de Parijsestraat tlnr. 46, GvD signaleert op 11 september 1889 de verkoping van "De Smokkelkeet" in de Beekstraat, kad. A 931. 932a. 933a, 934a en 935a. in pacht bij Petrus Verhegge. GvD vermeldt deze verkoping nogmaals op 9 december 1889, de verkoop greep plaats bij Camiel Quintyn, Dorp 112. Hij overleed op 14 juli 1902. maar zijn weduwe zette de zaak verder; in de bev. reg. 1900 en 1910 werd ze aangeduid als herbergierster-winkelierster in specerijen. Op 2 januari 1920 trouwde haar dochter Elodie Verhegge, met Charles Vermeiren, uit Nazareth. DB signaleert op 7 januari 1934 een pintedek "In de Smokkelkeete" bij Charles Vermeiren 11 3.
326
Hij overleed op 6 augustus 1971. Lijst -1 \'ermeldt in de Karmsrraat de herhe1:f{ "De Smokkelkeet" hanghord gewij:igd in "In den Transvaa/" 114.
hU Karel Venneiren; later werd het uit-
(DE) SNOEK: zie "(In de oude) Aardeweg".
(I~
"T) SPORT:
Lijst 4 vermeldt op het Dorp "In 't Sport", Florellf \!cm Haeltert.
hU August Heugem·, kleermaker; later uitgebaat door
In de bev. reg. 1920 vond ik op de Plaatst/nr. 55A 115 (in 2000 Dorpsstraat nr. 15) August Heugens, kleermaker, met zijn echtgenote Clara Verzele, herbergierster. Ze kwamen (bev. reg. 191 0) van de Plaats t/nr. 38 en verhuisden op 19 november 1933 naar de Kapellestraat t/nr. 4C. Ze werden opgevolgd door Florent Vclll Haeltert, werkman (geschrapt en gewijzigd in herbergier), met zijn echtgenote Anna Onderbeke, fabriekwerkster. Ze kwamen op 30 oktober 1933 uit Mariakerke en verhuisden op 2 maart 1956 naar Gent. Hun opvolgers waren Gemwin !Jouvyn, fabriekwerker, met zijn echtgenote Ge01xette Vincke, huishoudster. Ze kwamen op I maart 1956 van het Dorp t/nr. 49 ("In den rosten Duiver"), waar ze sedert hun huwelijk in 1952 inwoonden bij haar grootouders.
(CAFE) SPORTKRING: zie "Café Match".
116:
In de bev. reg. I X70 vond ik in de Parijsestraat t/nr. 131 (vanaf de bev. reg. I XXO werd dit nr. I) Louis !Je Ruyck, landbouwer, met zijn echtgenote Seraphina Cosyns. In de bev. reg. I X90 werd hij aangeduid als landbouwer-herbergier.
327
GvD signaleert op 15 mei 1898 een prijskamp jaskaart door de "jassersmaatschappij" in "De Statie", hij Louis /)e Ruyck. Hij stierf op 2 mei 1901, zij op 30 maart 1903. Ze werden opgevolgd door hun inwonende zoon Emile De Ruyck, landhouwer-herhergier. Hij trouwde op 21 april 1904 met Marie-Ciemence /)e Schuyter, uit St.-Martens-Latem. De echtgenote overleed echter op 5 mei 1906, maar de weduwnaar hertrouwde reeds op 15 oktober 1906 met lmw /)e Schu\'ter. Ze verhuisden naar de Beekstraat t/nr. I; er werd geen datum vermeld. De volgende bewoners waren HenriCtlS Mestdagh (geen beroep aangeduid), met zijn echtgenote MariaLoui.w /)c Hacker. Ze kwamen van de Plaats t/nr. 53, waar hij aangeduid werd als herbergier-handelaar; er werd geen datum vermeld. GvD vermeldt op 21 mei 1919 de verkoping van een hofstedeken, nl. de herberg "De Statie", hij de kerk, kad. B 469C, 469D. 470A en 4978, verpacht tot 24 december 1919 aan Henri Mestdag. Ze verhuisden waarschijnlijk in 1919 naar de Plaats t/nr. 62 ("De Roskam"). Hun opvolger was Theophilus Ve17J/aetse, veekoopman-landhouwer, die op 22 februari 1919 getrouwd was met Maria-Augusta De Clercq, herbergierster. Ze kwamen ( bev. reg. 191 0) van zijn ouderlijk huis op het Edeke t/nr. 6. DB signaleert op 16 december 1935 de herberg "De Ster" bij Théophi/e Verplaetse. Zij overleed op 14 september 1943. De inwonende zoon Stefaan Verplaetse, veehandelaar-landbouwer-herbergier-winkelier, trouwde op 13 augustus 1958 met Georgette De Waele. In de Hand. 1993. 1996 en 2000 vond ik de herberg "De Sterre" bij Georgetie De Waele in de Parijsestraat I; dit is dus inderdaad de hoek van de Parijse- en de Nieuwstraat
Lijst 4 vertelt over de café "De Ster" op de hoek van de Parijse- en de Nieuwstraat. Tot 1919 werd deze herberg uitgehaat door Henri Mestdagh. Toen Theo Verplaetsen ze had gekocht, liet hij in 1926 vóór de oude gehouwen een nieuw huis met herberg optrekken. Later woonde hier zijn zoon Stefaan.
328
(DE) STER: zie "De Statie".
STOKERIJ: 197~/56
situeert op een plannetje enkele gebouwen aan de Achterstraat en de steenweg naar Gent, o.a. de vroegere Stokerij. Lijst ~: August De Backer, veldwachter van Astene woonde in het huis, waar zich vroeger de jeneverstokerij van Désiré De MeLdemeester bevond. De grote vierkante bakstenen schouw is lange jaren getuige geweest van die vroegere werkzaamheden. De stokerU stond op de u:estelijke hoek van de Dorps- en de Achterstraat. Het huis met een aanpalende herberg, die vroeger "De Leeuw" heette, werd samen met een blok vannog 4 andere huizen in de Achterstraat, in 1989 en 1990 gesloopt. Daar bevindt ~ich thans het Hubert Malfaitpleintje. Inderdaad vond ik in de bev. reg. 1870 op de Plaats tlnr. 48 118 Jan-Francies Van Poucke, herbergierlandbouwer, met zijn echtgenote Mathilde De Ramaeker. Ze verhuisden op 13 juli 1868 naar Nazareth. Ze werden opgevolgd door Désiré De Meulemeester, "geneverstoker", met zijn broer Emile en o.a. zijn zuster Jul ia. Désiré overleed op 5 april I 905, Ju/ia op 9 februari I 9 I X. Dit betekende waarschijnlijk ook het einde van de stokerij. Het werd een gewoon burgershuis 119.
("T) STOOFKE:
Hand. 2000 vermeldt '"t Stoofkc" aan de E. Clauslaan 24 bij Christophe Gillenwn. Vol~tens
Robert Wieme was het een nieuwhouw met in 1970 als bewoners René J)/wnt-Maria De Yens.
(DEJ TOEKOMST: zie "(De) Reisduif 1".
(JN HET) TONNEKE: zie "(De) f{eisduif 1".
329
(IN) TI{ANSVAAL I: zie"( In de) Haan 2".
(IN) TRANSVAAL 2: zie "( Dr l Smokkrlkeef'.
(DE) V:\LK: Gesch/21: "Deze herberg wordt vermeld in 1517. toen bewoond door Jan Vcm Assche. Top/171 voegt daaraan toe:" ... l760: een huys en herberghe DeYalckc 106R (0,09 ha) op Stuyvenbcrghc. noort de Crumme Straete, oost de Costerij en zuydt den Hcrwegh. Ze stond aan de noordzijde van de Achterstraat. dicht bij de hoek met de Krommestraat".
( IIERBEI{<;) \ANDE \\'INKEL:
GvD vermeldt op 26 oktober I '8,97 de herberg van Désiré Vcuule Winkel op de wijk Beekstraat In de bev. reg. IX70 vond ik inderdaad in de Beekstraat t/nr. 201 120 (in 1970 Karmstraat nr. 8) Désiré Vcmde Wynckel. winkelier, met zijn echtgenote Syll'ia Vcm Simaey. In de bev. reg. I '8,90 werd hij aangeduid als schoenmaker-winkelier-herbergier. Zij overleed op 19 januari 1892, maar de weduwnaar hertrouwde op 20 september 1893 met Prudencia Bogaert. uit Deinze. Volgens de bev. reg. 1900 waren ze verhuisd naar de Splete t/nr. 28, waar hij aangeduid werd als herbergier en winkelier in specerijen. Ze werden opgevolgd door Eduardus De Paepe, winkelier in kruidenierswaren, met zijn echtgenote Maria-Eugenia De Wilde. Ze kwamen (bev. reg. .... 1890) van de Beekstraat t/nr. 38 . Zij overleed op 29 juli 1923; hij verhuisde naar Mariakerke op 17 september I 923. De opvolgers waren Jan Baptiste Janssens, landbouwwerkman, met zijn echtgenote Maria-Rosalie Beyens, huishoudster. Hij overleed op 3 november 1938; zijn weduwe bleef hier wonen met haar dochter Blanche.
330
(•T) \'EER:
Lijst -1 signaleert de herbe1g "Het Veer" ook "In den 01'er;,et" genoemd. Het oorspronkelijk uithangbord 1ms "Het Veer". Defamilie Henri-Moens-Michels vond die naam ~vel licht \\'at ouderwets en \'eranderden hem in "Den Overzet", waarschijnlijk omstreeks 1935. De uitbaterwas Henri Moens, later z.ijn zoon René. Het is nu (in 2001) "Brasserie Het Veer" geworden. In de hev. reg. 1870 vond ik op de Plaatst/nr. 6 121 (thans Achterstraat nr. 61) Désiré He.vze, landbouwer. met zijn echtgenote Amelie De Ruyck. Hij overleed op 29 december 1869. Zijn gezin verhuisde op 16 januari 1884 naar Deurle. Ze werden opgevolgd door Emile Nijs, landbouwer, met zijn echtgenote Si/via Verkompinck. Ze kwamen uit Machelen en verhuisden naar Vijve-St.-Elooi op 20 december 1897. Waarschijnlijk was het toen reeds een herberg, want in de bev. reg. 1880 en 1890 vond ik op dit adres in de rechter bovenhoek de vermelding "In het Veer". De opvolgers waren Ju/es De Pourcct, landbouwer-herbergier, en zijn echtgenote Leemie Michels. Ze kwamen op 30 december 1897 uit Machelen. GvD vermeldt op 20 juni 1898 "Den Overzet" hij Ju/es De Pourcq. Hij overleed op 16 januari 1906. Zijn weduwe hertrouwde op 28 maart 1907 met HenriCLts Moens, landbouwer-herbergier, uit Nazareth. In de hev. reg. 1930 werd hij aangeduid als landbouwer, zijn echtgenote als huishoudster. De dochter Clarissa Moens werd aangeduid als herbergierster. Ze verhuisde echter reeds op 18 mei 1931 naar Petegem. In de bev. reg. 1947 en 1960 vond ik volgende bewoners: HenriCLts Moens, gepensionneerde, Le(mie Mie/ziels, huishoudster, Renatus Moens, landbouwer, gehuwd met C/am Rogge, huishoudster. Slechts in de bev. reg. 1970 werd Remllus aangeduid als landbouwer-herbergier. Ik vermoed echter dat het de hele tijd een herberg bleef.
Robert Wieme vermeldt als hewoner ook nog Gilhert De Smet, H'ielrenna In de Hand. 1993 en 1996 vond ik de herberg "'t Veer" hij .Jozef /)e Gmeve aan de Achterstraat 61.
331
(IN HET) VERKEN: zie "(In de) Reisduif 1".
(IIERBERG) VEYS:
Lijst .J l'ermeldt in de periode tussen /920 en JC).J() in de Kapellestraat een herhe~:f.?
hU Valère Veys.
In de hev. reg. l<J30 vond ik inderdaad in een nieuw huis aan de Kapellestraat t/nr. 27A 122 (in 1970 nr. 66) Valère Veys, "werktuigkundige", met zijn echtgenote Bertlw !Je Vetter, huishoudster. Ze kwamen op 14 oktober 1936 uit Deinze. Hij overleed op I juni 1958.
(IN DE) VIERWEGEN: In de hev. reg. 1880 vond ik op de Leihoek t/nr. 18 123 (in 2000 E. Clauslaan nr. I) Frederic Leleu, herbergier-timmerman, met zijn echtgenote Marie-Ciemence Onderheke. In de hcv. reg. 1880 en 1890 stond op dit adres in de rechter hovenhoek het uithangbord "In de vierwegen" vermeld. Hij kwam (bev. reg. 1870) van zijn ouderlijk huis in de Parijsestraat t/nr. 17A, zij kwam op 9 juni 1873 uit Nevele. Ze verhuisden in 1881 naar de Beekstraat t/nr. 28. waar hij aangeduid werd als timmerman.
Pieter Vermeersch, herbergier, volgde hen op met zijn echtgenote Eugenia De Ruyst. Ze kwamen op 27 januari 1881 uit Petegem en verhuisden op 2 juli 1883 naar Gent. De volgende bewoners waren Emiel Lavent, herbergier, met zijn echtgenote Clemence Aerssens. Ze kwamen op 4 februari 1885 uit St.-Martens-Leerne en verhuisden op 31 juli 1896 naar de Plaatst/nr. 45. Daarna kwam August Vermaercke, werkman in melkerij (later herbergier), er met zijn echtgenote Clemence Mestdagh wonen. Ze kwamen van de Leihoek t/nr. 9.op 12 augustus 1896. GvD signaleert op 19 juli 1909 August Vermaercke in "De Vierwegen". DB vermeldt op 25 maart 1927 Aug. Vermaercke in "In de 4 wegen". Clemence Mestdagh overleed op 2 augustus 1931.
332
Hun inwonende dochter Bertha was op 4 november 1931 getrouwd met Remy Desloovere, bediende, die van de Achterstraat t/nr. 24 kwam. Het gezin verhuisde naar de Leihoek t/nr. 22; er werd geen datum vermeld. Ze werden opgevolgd door Maurice Tack (geen beroep verrneld), met zijn echtgenote Elodie De
Smijter. Ze kwamen van de E. Clauslaan t/nr. 5, waar hij aangeduid werd als smid; er werd geen datum vermeld. In de bev. reg. 1960 werden ze beiden als herbergier(ster) aangeduid. In potlood werd het uithanghord "Saturne"vermeld. Ze verhuisden op 17 september 1966 naar de Achterstraat t/nr. 67, waar hij op 12 september 1968 overleed. Hun opvolger was Henri Van Criekinge, piloot (later ook herbergier), die op 30 september 1968 trouwde met Josette Nouwens (geen beroep aangeduid). Ze kwamen uit Oostende, hij op 20 oktober 1966, zij op 6 februari 1967. Ze werden wettelijk gescheiden op 20 januari 1976. Hij hertrouwde op 26 maart 1976 met Marie-Ruhy Moutoo, die uit Mauritius kwam. Zijn eerste echtgenote werd hier ambtshalve geschrapt op 30 maart 1976.
Lijst 4 signaleert op de hoek van de Pmztstmat en de Emiel Clauslaan "In de Vierwegen ", hij August Vermaercke, later door De Sloover- Vermaercke; nog later werd dit "Club Champagne".
(HET) VISSERSHUIS: zie "(Het wit) Paard".
(IN 'T) VLAAMS HUIS: zie "De Zwaan".
(IN HET HOF VAN) VLAANDEREN
124:
In de hev. reg. I <JOO vond ik in een nieuw huis op het Edeke t/nr. 7 A 125 (in 1970 Pontstraat nr. 31) Arthur 8ernaert, timrnermansgast, met zijn echtgenote Euphrasia Cnudde (geen beroep aangeduid). Ze kwamen op I september I <J02 van de Plaats tlnr. I<). GvD signaleert op 25 juli en 11 oktober I <J03 Arthur Beimoert in "In het Hof van Vlaanderen". Op 5 rnaart I <J05 vcrscheen in GvD volgende advertentie: "Te huren herberg "Hof van Vlaanderen",
333
bevragen m.emi) Vamlaele. (brouwer) "Dcnterghem". 1\rthur en l:'uphrasia verhuisden op 22 juli 1905 naar de Plaatst/nr. 3X ("Elk weerd hem")
126.
Ze werden opgevolgd door Leonardus Vtm Be\'ersluy.,·. tapper-broodbakker. die op 23 januari 1907 getrouwd was met Vtt!entina Vander Plaetsen. die uit Deurle kwam: hij kwam van zijn ouderlijk huis in het Muizenhol t/nr. 12. Ze vcrhuisden op 31 december 190X naar de Leihoek t/nr. I X. Hun opvolgers waren /<.:are/ /)e Clercq (weduwnaar van Steplwnia Venree), landhouwer en handelaar in graan en meststoffen. en zijn echtgenote f-le/e1w Verplaetse. huishoudster. Ze waren op 8 juli 1893 uit Na;areth gekomen. maar woonden eerst op de Leihoek t/nr. 24. In de hev. reg. 1920 werd hij aangeduid als veekoopman-landhouwer en in 1930 gewoon als landbouwer. Hij overleed op 24 januari 1933. zij op 24 januari 1936. Ook later vond ik hier geen herbergier(ster) meer.
(DE) VLASBLOE:\1: Lijst .f. \'ermeldt "De Vlasbloem", hij Henri f-lomheck. getrouwd met Romemie Vanden Aheele, zuster van Medard (uitbater van "Het Melkhuis"). In de bev. reg. 1880 vond ik op de Plaatst/nr. I bis 127 (in 2000 Kapellestraat nr. 69) Theophile De Smet, herbergier. met zijn echtgenote E/{)(/ie Ver::.ele. Ze kwamen op 3 januari 1888 uit Aarsele. In de hev. reg. 1880 en 1890 werd op dit adres 111 de rechter bovenhoek het uithangbord "De Vlasbloem" vermeld. GvD vermeldt tussen 12 juli 1891 en I 0 juli 1893 viermaal Theophiel De Smet in "De Vlasbloem", wijk Kapelle, tegenover de Onze-Lieve- VrouwekapeL Ze verhuisden op 30 augustus 1893 naar Deinze. Ze werden opgevolgd door Henri Hombeek, herbergier, die op 14 juni 1893 trouwde met Marie-
Rommzie Vanden Aheele. Hij kwam op 22 juni 1893 uit Petegem, zij van haar ouderlijk huis op de Plaatst/nr. 3. GvD signaleert op 27 augustus 1893 en 3 augustus I 894 een wedstrijd met de krulbol bij Henri
334
Homheek "In de Vlasbloem". GvD vermeldt op X juli 1900 "alle Zondagen te hekomen smakelijke hesp met broodjes" bij Omhec (sic) in "De Vlasbloem". DB signaleert op 30 maart 193X de verkoping (wegens onverdeeldheid) van "De Vlasbloem" op de Grote steenweg. in huur bij Hombeek. Hij stierf op 7 december 1940, zij op 7 april 1941. De inwonende zoon Paul was op 21 november 1930 getrouwd met C!ara Steyaert; hij werd echter aangeduid als plafonneerder. zij als huishoudster. Ze verhuisden op 15 januari 1965 naar de Dorpsstraat t/nr. 18. Hun dochter Anny Homhecq. herbergierster, kwam op 2 januari 1965 uit Holland, met haar echtgenoot Jan Leegwater. vrachtwagenchauffeur 128. Ze scheidde van haar echtgenoot op 6 april 1971 en hertrouwde op 14 maart 1973 met Frits Me/gers, autobestuurder. die van de Gentsesteenweg t/nr. 173 kwam. In de Hand. 1993 vond ik de herberg "De Vlasbloem" bij Fritz Meigers en Amzie Hombecq in de Kapellestraat 69. In Hand. 1996 en 2000 vond ik ze niet meer terug.
(CAFE DE) VLUCHTER: zie "(De) Reisduif 2".
(1:\
DE) VOS:
In de hev. reg. I X70 vond ik op Walleheke t/nr. 193 129 (in 2000 E. Clauslaan nr. 127) Petrus Mestdaglz, tapper, met zijn echtgenote Paulina Van Hee. Ze kwamen op 29 oktober I X66 uit Meigem. In de hev. reg. I XXO werd op dit adres in de rechter hovenhoek het uithanghord "In de Vos" vermeld. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden, noch waarheen. Ze werden opgevolgd door Casimir 1/oeck, herbergier, met zijn echtgenote Rosa/ie /)/zont. Ze kwamen op 20 februari I XX3 uit Petegem. DB vermeldt op 14 december I XX5 de herberg "De Vos" hij Casimir 1/oeck. Er werd niet aangeduid wanneer ze verhuisden, noch waarheen.
335
In Je hev. reg. I XXO vond ik wel opvolgers, namelijk Cami/hts Vanden Ahee/e, herbergier, met zijn echtgenote llenrii!tte /)ossche. Ze kwamen van hun ouderlijk huis op Je Plaats, respectievelijk tfnr. 1 en 2X. Volgens de hev. reg. I X90 waren ze verhuisd naar de Plaats tfnr. 47 (De Haan 2). Tot 193X vond ik hier geen herhergier(ster) meer uo. De laatste bewoners verhuisden op I oktober 193X naar de E. Clauslaan t/nr. 25A. Als opvolgster vond ik Adriana Roulalll, hotelhoudster, met haar kinderen; haar echtgenoot Henri G 1~\'IIWnprc::. woonde hier niet. Zij overleed op 24 juni 1940; Je overige leden van het gezin waren uiterlijk op 5 scptemher 1940 verhuisd. Ze werden opgevolgd door Victor Cammaert, hotelhouder, met zijn echtgenote Maria-Godeliva Bonte (overleden op 14 oktober 1941 ), zonder beroep. Ze kwamen uit Gent op 5 scptemher 1940. Tussen 17 februari en I X juli 1941 vond ik hier ook 2 "meiden in café". Hij keerde terug naar Gent op 4 februari 1942. In de bev. reg. 1930 vond ik hier ook Julienne Tournay, caféhoudster, die op I 0 april 1942 uit Gent kwam en er op 14 september 1942 terugkeerde. De volgende bewoner was Mauritius D 'haese, herbergier; hij kwam op 7 oktober 1942 uit Deurle en verhuisde op 27 april 1951 naar St.-Amandsherg. Ik vond hier ook opeenvolgende "dienstmeiden". In de hev. reg. werd in potlood het uithangbord ""\Vit Paard (2)" vermeld. Hij werd opgevolgd door Gem:f?ius De Poorter, arbeider, met zijn echtenote Maria Van Hautryve, zonder beroep. Ze kwamen op 7 mei I 951 uit Gent. In hetzelfde huis vond ik ook Albemts Faes, sloper, met zijn echtgenote Emma Van Hautryve, herbergierster. Ze kwamen uit Gent op 25 februari I 958. Het gezin De Poorter verhuisde op 29 januari 1963 naar St.-Martens-Latem; het gezin Faes vertrok op 13 november 1968 naar Wenduine. Later vond ik hier opeenvolgende "diensters" gedurende een korte periode. In de bev. reg. werd in potlood het uithangbord "Patio" vermeld.
336
\"OSSELARE-PUT: Mijn herinneringen aan de "zwemplaats Vosselare Put" gaan terug tot de oorlogsjaren 1940-1944. Midden de meersen, waar de "Oude Leie" 131 70 m breed was, stond dichtbij het water het zomerhuisje van textielfabrikant Astèf·e Gevaert. Verder landsinwaarts stond nog een huisje, dat o.a. diende als het lokaal van de zwemclub "White Star Deinze" (opgericht in 1933) 132; ook drank was hier verkrijgbaar. Men kon er tickets kopen voor de "cabines" (2 "hangars"), waar men zich kon omkleden. GDOFI/15 toont deze gebouwen en "De Zwemkom" (een vlot en een springplank) omstreeks 1935. Volgens André Malfait werd de dienst afwisselend verzekerd door Karel Laven!, Jef De Buck en een zoon van boer De Pestel. In de bev. reg. 1930 vond ik inderdaad op de Leihoek t/nr. 9 (in 1947 werd het adres gewijzigd in Kleine Pontstraat nr. 3, Karel Lovent, landbouwer (geschrapt en gewijzigd in dagbladverkoper); hij kwam op 12 januari 1934 van zijn ouderlijk huis aan de E. Clauslaan t/nr. 30. Waarschijnlijk is hij de enige die ook permanent in dit huisje woonde. Hij overleed op 12 augustus 1948.
Jef De Buck was gehuisvest aan de Vaart Rechteroever t/nr. 81 te Deinze. Op I september 1952 was Jan Baptist De Pestel, houtbewerker, hier gehuisvest; zijn ouderlijk huis lag aan de Leihoek t/nr. 8. Intussen is dit huisje omgevormd tot een echte "kantine". GOOF I /130 toont dit vernieuwd gebouw omstreeks 1985. Op de foto zien we ook A/hert De Peste/, zijn echtgenote Adrienne Pieters en haar zuster Denise. "Bijna dertig jaar lang verkochten ze de tickets en de drank" luidt het commentaar bij deze foto. Top/177 vermeldt nog: "In 1933 werd hier door Astère Gevoert een zwemclub gesticht met de naam White Star Deinze. In 1980 werd de vzw De Vrienden van Vosselare Put opgericht. Lucien l"axranxe was ooit voorzitter, nu Linda Minnem·. In de Hand. 1993, 1996 en 2000 vond ik in de rubriek herbergen "Vossclarc-Put" bij Rona/d Nothon in de Kleine Pontstraat 5.
337
(DE) WACHTZAAL: Lijst ../ signaleert dm op 28 juli /<)27 de hcrherg "/)e Waclzt:aal" hewoond werd door hel ge-;,in Maurice /Joone-J>e Clercq. l>e \'orige hewoners waren ".)"Wnfje Hakkers" en -;,ijn \'rOU\\' "Tilde Tonne ". J>e-;,e Cons1m11 /)e Hacker was de hroer mn de foenmalige l'elthracllfer van As!ene, Augusf J>e Hacke1: Dit café lag aan de de Nazarcthsesteenweg nr. 2, de hoek van de straat met het stationsplein. De gegevens werden bevestigd door Siefaan Boone (fs. Maurice). Inderdaad vond ik in de bev. reg. 1910 op het Edeke t/nr. 27 133 (in 1970 Nazarethsesteenweg nr. 2) ;\doiJ>hus J>e /Jacker, landwerker. met zijn echtgenote Amw Volckaerf, huishoudster. Hij kwam van zijn ouderlijk huis op de Plaatst/nr. 102, zij kwam op 13 september 1920 uit Yurste. In de bev. reg. ll)20 vond ik hier Cons1m11inus De Hacker. dagloner-herbergier, met zijn echtgenote Mltfhilde IJm!eyn, herbergierster. In de bev. reg. 1910 woonden ze nog op de Plaatst/nr. 56 ("De Leeuw"). Zij overleed op ll) september 1926: hij verhuisde op 14 juli 1928 naar de Plaatst/nr. 57. Hij werd opgevolgd door Maurifius Hoone, herbergier-landbouwer-dagloner, met zijn echtgenote
Hele1w De ClerClJ. In de bev. reg. ll)20 woonden ze nog in de Parijsestraat t/nr. 39; op I maart I 936 verhuisden ze naar de E. Clauslaan t/nr. I 0. DB vermeldt op 28 juli I 937 "De Wachtzaal'' nabij het station. Maar tot de komst van Dhont vond ik in de bev. reg op dit adres geen bewoners. • De opvolger was Gerard Dhont, met zijn echtgenote Elza Co/paert. Ze kwamen op I oktober I 940 van de Statiestraat t/nr. I 0, waar hij aangeduid werd als herbergier. Zij overleed op 22 februari 1941: hij hertrouwde op 14 september 1944 met Julienne De Cocker, maar overleed op 20 augustus 1948. Zijn weduwe zette de zaak verder. In de bev. reg. 1960 werd ze aangeduid als caféuitbaatster (gepensionneerd vanaf I oktober 1965): ze overleed op 25 juli 1967.
338
Haar dochter Odetle f)/wnt woonde hij haar in; ze werd aangeduid als breister, maar vanaf I oktober 1965 als herbergierster. In Hand. 1993, 1996 en 2000 vond ik de herberg "De nieuwe Wachtzaal" bij Odette Dhont aan de Nazarethsesteenweg 2.
(RESTAURANT) \VALLEBEKE I: zie "(Les) Saules.
(RESTAUR.-\~T)
\VALLEBEKE 2:
In de bev. reg. 1930 vond ik in een nieuw huis aan de E. Clauslaan t/nr. 28A 134 (in 2000 nr. 141) Adriaan Martens, geneesheer, met zijn echtgenote Jeanne Vercoullie, zonder beroep. Ze kwamen op 12 november 1934 uit Gent. Top/130 vermeldt dat de villa "Landing" genoemd werd naar een verzenhundel van Wies Moens. Zij overleed op 29 maart 1968, hij op 26 september 1968. Ze werden opgevolgd door Herman Ven·ele, bediende, met zijn echtgenote Anne-Marie Hansens. Ze kwamen op 27 november 1969 uit Gent en verhuisden op 20 november 1977 naar Zonhoven. De volgende bewoner was Karel Versele, hediende, die op 12 september 1978 gehuwd was met AmzeMarie Loon(jens, huishoudster. Ze kwamen uit St.-Martens-Latem. 1999/417 vertelt: 'Toen Carlos Boerjan het restaurant I Wallehcke I lovernam (± 1975) bleef de naam. Hij nam hem mee naar de woonst van wijlen dr. Martem·. Zijn voorganger hier was Marc Verse/e. Hand. 1993, 19()6 en 2000 vennelden "Restaurant Wallcheke" aan de E. Clauslaan 141 hij Car/os Hoerjan. Sedert 2002 heet het restaurant "Au Bain-Maric"
(DE NIEUWE) WANDELING I: In de hev. reg. IXXO vond ik op de Leihoek t/nr. 16 135 (in ll)70 E. Clauslaan nr. Jl)) Cami/hts /)e Loof: herhergier (overleden 13/4/ll)22), die omstreeks 23 juni IX73 trouwde met Rosa/ia Cnockaert. Hij
kwam uit Kruishoutem, zij uit Machelen. In de hcv. reg. I HSO werd op dit adres m de rechter hovenhoek het uithanghord "De nieuwe Wandeling" vermeld 136_ Ze verhuisden naar Ciamart (Frankrijk). waar hij overleed op 13 april 1922.
Ze werden opgevolgd door Virginie Temmerman (weduwe van Carolus Koppen), winkelierster; haar zonen l>ominicus en
./o.:~(woonden
hij haar in. Zij overleed op 24 april 1919.
In de hev. reg. 1947 werden heide zonen aangeduid als "gepensionneerd". Ze verhuisden (volgens de hev. reg.) naar Pctcgem. Jo.:~( op IS juni 1951, Dominicus op 22 februari 1957. Ook later heb ik hier geen herhergier(ster) meer gevonden.
(DE NIElJWE) \VANDELING 2: zie "(In het) Konijn".
(I>E NIElJWE) WANDELING 3: GvD signaleert op 16 juni 1897 de verkoping van een huis en de herberg "De nieuwe Wandeling" te Astene-Splete, in het Kimpstraatje. kad. A 5628, 562C en 5620, in pacht bij Henri Verleyen en Kamiel Vertriest tot 25 december 1897. In de bev. reg. 1890 vond ik, waarschijnlijk in een nieuw huis, aan de Splete t/nr. 5 l37 (vanaf de bev. reg. 1930 werd dit nr. 26) Henri Verleye, herbergier, met zijn echtgenote Rosa/ia Neirynck. Ze kwamen (bev. reg. 1880) van zijn ouderlijk huis in de Beekstraat t/nr. 16. In de bev. reg. 1900 werd hij nog enkel als landbouwer aangeduid. Zij overleed op 7 januari 1909; hij was (volgens de bev. reg. 191 0) verhuisd naar de Parijsestraat t/nr. 47, waar hij aangeduid werd als landwerkman. Ook later vond ik hier geen herbergier(ster) meer
138.
(OE NOBELEN) WEIRT Gesch/21 vermeldt dat deze herberg reeds in 1545 moet bestaan hebben.
340
(DE) \\'ELGEZINDE I: In Je bev. reg. I 870 vond ik op Wallebeke 28 I 139 (in 2000 E. Clauslaan nr. I 43) Auf?ust Michiels, herbergier. met zijn echtgenote Carolina De Baets. In de bev. reg. I 870, I 880 en I 890 stond op dit adres in de rechter bovenhoek het uithangbord "Den \\'elgezinden" vermeld 140. DB en GvD signaleren op 7 mei I 888 en I 2 november 1894 Auf?ust Michiels in "Den Welgezinden", wijk Wallebeke. Hij stierf op 29 januari I 898. Zijn weduwe zette de zaak verder tot aan haar overlijden op 18 februari I 900. De zaak werd nu overgenomen door de inwonende zoon Petrus Michiels, herbergier-winkelier koloniale waren; hij trouwde op 24 november 1909 met Euf?enia De Smyter, uit Nazareth. GvD vermeldt op 29 december I 909 Petrus Michiels in "In den Welgezinden" op de de Grote Baan. GvD signaleert op 7 juli I 9 I 9 de verkoping van "De welgezinden". Petrus Michiels stierf op I 7 januari I 922. Zijn weduwe hertrouwde op ó september I 923 met Jules Vindevogel, herbergier-landbouwer, uit Nazareth. Zij overleed reeds op 2ó december I 923; Ju/es Vindevogel keerde terug naar Nazareth op 22 december I 924 Hun opvolgers waren (A/ex lsidoor) Ado(l Mestdagh, herbergier-landbouwer, met zijn echtgenote Bertha Colpaert. Ze kwamen van zijn ouderlijk huis op Wallebeke t/nr. 20 ("De Rolle"); er werd geen datum vermeld. DB vermeldt op 5 november I 928 A do(/ Mestdagh in "De Welgezinden". DB signaleert op 8 december I 930 de verkoping van o.a. herberggerief bij Ado(l Mestdagh in "De Welgezinden". In de bcv. reg. I 930 werd hij enkel als slachter aangeduid. Ze verhuisden naar de Beekstraat t/nr. 7 A op 19 augustus 1935 141. De volgende bewoners waren Camiel !Je Vo~-:elaere, met zijn echtgenote Philomena De Lava (zonder beroeps vermelding). Ze kwamen op 23 maart 1939 uit De Pinteen verhuisden reeds op I oktober 1939 naar de Plaatst/nr. 20. Ze werden opgevolgd door Mar!!,areta Nemindt (weduwe van Ferdinmulus \llm de Casteele), "crêmerieuitbaatster" (geschrapt en vcrvangen door "eigen huishouden") en haar dochter Morguerite Vl111 de
341
Castee/e,eveneens aangeduid als "crêmerieuithaatster". Ze kwamen op 14 april I 948 uit Gent. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden noch waarheen. De volgende bewoonster was Hendrika flaecke, herbergierster. Zij kwam op 30 augustus I 963 uit Gent en verhuisde naar Harelbeke op 31 maart 1965. Waarschijnlijk wij1.igde zij het uithanghord in "Halifax". Zij werd opgevolgd door Fran Vergracht, "restaurateur", met zijn echtgenote Rolande Vande Putte, zonder beroep. llun 1.oon Vincent woonde hij hen in.
Lijst .J. meldt dat het huidige resfllurant "Hali{ax" (aan de Emiel Claus/aan) vroeger de herberg "De Welge-:.inden" was. Op de weste!Uke gevel stond "In den welge-;inden is er spijs en drank te Finden ". In de Hand. Jl)l)6 en 2000 vond ik onder de nihriek herhergen "Haiifax" hij Vincent Vergracht aan de Emiel Clauslaan nr. 143.
(DE) WELGEZINDE 2: In de hev. reg. 1870 vond ik in de Beekstraat t/nr. 182 142 (in 1970 nr. 13) Ivo Hoeck, tapper, met zijn echtgenote Melanie De Ruyck. In de hev. reg. 1870 stond op dit adres in de rechter hovenhoek het uithangbord "Den Welgezinden" vermeld I-D. Er werd niet vermeld wanneer ze verhuisden, noch waarheen. Wel vond ik op hetzelfde adres Emristus Heirbrant, werkman, met zijn echtgenote Pelagie Walgraeve. Er werd niet vermeld waar ze vandaan kwamen, noch wanneer. Volgens de bev. reg. 1880 waren ze verhuisd naar de Leihoek t/nr. 17 ("In den Dries"). Daarna kwamen Remigius De Smet, dagloner, met zijn echtgenote Marie-Thérèse Malfait er wonen .. Hij overleed op 27 juli 191 I, zij verhuisde naar de Plaats t/nr. I, er werd geen datum vermeld. Haar opvolger was Augustus De Lange, steenbakkers werkman, die op 12 maart 1913 getrouwd was met Maria-Zoé Colpaert. Ze verhuisden in december 1919 naar het Edeke t/nr. 24.
342
Ze werden opgevolgd door Adolphus Be_vens, steenbakkerswerkman, die op 27 december 1918 gehuwd was met Maria-Zoé Ver/zegge. Hij kwam (bev. reg. 191 0) van de Beekstraat t/nr. 4, zij kwam uit Nazareth. De volgende bewoners waren GeOI:f?es Dossche, "ijzerenwegwerkman", met zijn echtgenote Elza Van Ooteghem, huishoudster. Ze kwamen op 24 december 1926 uit St.-Martens-Latem. Hij overleed op 17 mei 1977.
\YHY NOT: Zie "Bercley".
Jan !Japtiste stierf op X januari I X76, 1\ngela op 15 april I X7tJ en Auguste op 17 november I XX4. 1/ypo/ite trouwde op 2 november I X72 met Natha/ia /)e Smyter.
343
Hij werd aangeduid als landbouwer en overleed op 14 februari 1911. Zij vcrhuisde naar de Leihoek t/nr. 20, waar ze op I() mei 1922 overleed. Zij werd opgevolgd door Philemon Vanden Bossche, landbouwer, met ZIJn echtgenote Pelagie Ghyselinck. Ze kwamen op 27 januari 1920 uit Nazareth. Hij stierf op 19 april 1940, zij op() september 1954. llun inwonende zoon Urhain. landbouwer, was op 22 oktober 1931 getrouwd met Marie-Eiodie Ryckaat, huishoudster. die waarschijnlijk uit Ncvelc kwam.
Volgens Rohat Wieme 1rerd het huis
l~/;~ehroken.
(liET) ZAADIIlJIS: zie "Del Kolle ...
(DE) Z\\AAN I: 1979/161 vermeldt in 1779: " ... eene herberghe genaempt de Swaene, staende opde gheseyde plaetse van Astcne, compilerende den voornoemden He(jndrickt, bewoont bij de weduwe Lieven Wallaert, zijnde van immemoriaelen tijde geweest herberghe, staende aan de d'heerlijckhede ofte baronie van Nevele immers beth hondert jaeren". Volgens Top/ I 86 werd deze herberg reeds vermeld in 1608. 1988/84 en 1989/31 bepalen aan de hand van het Landboek Astene 1760 de ligging van deze herberg. Dit was op de westelijke hoek van de Achterstraat en de Krommestraat 1996/197 maakt gewag van een toneelvoorstelling in 1771 in de herberg "de Swaene", bewoond door Li\'inus Wallaert.
(DE) Z\VAAN 2:
Deze herberg lag niet op dezelfde plaats als "De Zwaan I". In de bev. reg. 1880 vond ik op de Plaats t/nr. 64 145 (in 2000 Dorpsstraat nr. 39) Emmanuel Verzele, herbergier, met zijn echtgenote Francisca Van Quickelberge.
344
In de bev. reg. 1880 en 1890 werd op dit adres in de rechter bovenhoek het uithanghord "De Zwaan" vermeld. Ze kwamen op 2 mei 1876 uit Machelen en verhuisden naar Aarsele op 29 december I 882. Daarna kwamen Frederik De Keukelaere, herbergier, met zijn echtgenote Rosa/ia Verhekeer wonen. Ze kwamen op 6 januari I 883 uit Deinze. GvD vermeldt op 26 december I 895 de herberg van Frederic De Keukelaere op het Dorp. Zij overleed op 2 I juli 1884; hij keerde terug naar Deinze op 31 oktober I 899. GvD vermeldt op 3 I oktober I 899 wegens uitscheiding van bedrijf de verkoping van o.a. herhergerief bij Frederic De Keukefacre op het Dorp. In de bev. reg. I 890 vond ik hier ook Evarist Desmyter, herbergier-vlasbewerker, die in december I 899 getrouwd was met Maria-Berrha \!cm De Pu!!e. Hij kwam uit Olsene, zij uit Machelen. Ze verhuisden op I december 190 I naar de Plaats t/nr. 70C ("In Olsene''). De volgende bewoners waren Julianus \!cm Kemseke, herbergier-steenbakkerswerkman, met zijn echtgenote /rma Dekens. Ze kwamen op I 3 december I 90 I uit Petegem en verhuisden naar Doornik op 27 oktober 1902. Hun opvolgers waren Adriaan Timmerman\·, herhergier (voorheen schipper), en zijn echtgenote Colera Kind!. Ze kwamen op 17 november 1902 uit Mariekerke. GvD vermeldt op 8 december 1902 en I 3 april 1903 "De Zwaan" bij Adriaan Timmerman op het Dorp. Ze verhuisden naar Petegem op I 6 november 1903. Ze werden opgevolgd door E'dmundus /)e Vreeze, metser-herbergier, die op 2 december trouwde met Maria-/JJuisa /)e Backer. Ze kwamen uit Huiseen keerden er terug einde 1904. Daarna kwamen .!oannes /JafJliste /)e /,uycker, landhouwer-herhcrgier-vlaszwingelaar, met zijn echtgenote Cordula Verhef{f{C er wonen. Ze kwamen op 31 december 1904 van de Beekstraat t/nr. 36. GvD signaleert op 23 december I!.)()!.) de verkoping van herberg "De Zwaan" op het Dorp, met inrijpoort langs de steenweg Gent-Kortrijk en in de Achterstraat, verpacht aan J. B. De Luycker tot 24 december 1910. GvD vermeldt op I ó juni 191!.) de verkoping van herberg "De Zwaan", op het Dorp, kad. C 176, verpacht aan./. IJ. !Je /,uycker tot 24 december I!.) 19. /~ vcrhuisden naar Pctcgcm op I X februari I!.J21.
345
De volgende bewoners waren Aloi:ç Vtm den Heede, herbergier, met zijn echtgenote Eh·ina Roohroeck. Ze kwamen op 17 februari 1921 uit Nazareth en keerden er terug op 12 januari 1923. Ze werden opgevolgd door Gustaaf Gel'l/ere, handelaar, met zijn echtgenote Maria Vtmden Berg he. Ze kwamen op 6 januari II.J23 uit Moeskroen. DB signaleert op 16 december 1924 de verkoping van o.a. herbergmeubels "In de Zwaan" hij Gustlu!f' Gel'aere.
Ze verhuisden naar de Kapellestraat t/nr. 2: er werd geen datum vermeld. In de hev.reg. 1920 vond ik hier ook Frans Peeters, "velomaker", met zijn echtgenote Marie-Eiodie Claus, herbergierster. Ze kwamen op I Xjuli 192X van de Plaats t/nr. 96. DB vermeldt op 29 juni 1933 Frans Peeters in "In •t \laams<:h Huis" op het Dorp. Lijst ..J. l'enneldt dat herhe1:~ "/)e Zwaan" (op het Dmp) geruime tUd de mwm "In het Vlaams Huis" droeg; de uithater was toen Fiïms Peeters. "l'elomaker" (later A/hert Cim/on). Ze verhuisden op I oktober 195R naar het Dorp t/nr. 19, op I oktober 1961 naar de Krommestraat t/nr. 14. Hun opvolgers waren Alhertus Cardon, meestergast, met zijn echtgenote Jeanne De Waegenaere, herbergierster. Ze kwamen van de Kapellestraat t/nr. 47 op 24 september 1958.
346
BIJLAGE STR:\ATNAA!\1\VIJZIG ING EN GDOFI/1., toont het centrum van Astene omstreeks I 9 I 0. I 97-+/56 situeert op een plannetje enkele gebouwen in de Achterstraat en de steenweg Gent-Deinze. In 1760 liep de "Parijse straat" tot aan "De Zwaan" (westelijke hoek van de huidige Achterstraat en de Krommestraat) door en werd toen gekruist door de nieuwe Gentsesteenweg, aangelegd in I 722. De Oude Heirweg is thans de Achterstraat.
Zonder aanspraak op volledigheid te maken, noteerden we tijdens het onderzoek de volgende opvallende wijzigingen van straatnamen en huisnummers.
TOT EN \IET DE BEV. REG. 1920 WAS ER [PER STRAAT[ EEN OPLOPENDE NUMMERL'\G: de naast elkaar gelegen huizen kregen afwisselend een paar en onpaar huisnummer. SITUATIE BEV. REG. 1930: Slechts vanaf de bev. reg. 1930 kregen de huizen een paar of onpaar huisnummer per straat naargelang de linker- of de rechterkant. De steenweg Deinze-Gent droeg vanaf de bev. reg. I R70 (van west naar oost) achtereenvolgens de namen Plaats, Leihoek en Wallebeke. Plaats werd in 1930 gedeeltelijk Achterstraat, Kapellestraat.of Dorp; Leihoek van nr. 14 tot nr. 17 werd in 1930 E. Clauslaan nr. I tot nr. 6; Leihoek van nr. I X tot nr. 21 werd in 1930 Dorp nr. 16 tot 20. Edeke ( 1920) werd in de hcv. reg. 1930 gedeeltelijk E. Clauslaan en gedeeltelijk Pontstraat, maar bleef ook gedeeltelijk Edeke. Edeke nr. 30 ( 1920) werd in hev. reg. 1930 Nazarethsesteenweg nr. 2.
SITUATIE BEV. REG. 1947: Plaats (in hev. reg. 1930) werd in I 947 Dorp; slechts een paar nu mmmers werden Stationsstraat (thans
347
Nieuwslraat); dit waren de gemeenteschool en het gemeentehuis 146; Wallehcke in de hev. reg. 1930 werd in 1947 gedeeltelijk Beeksstraat: de rest werd E. Clauslaan. Wallehekc(straat) hleef gedeeltelijk hcstaan. maar lag op een andere plaats 147. hel Muizenhol van nr. I tot nr. 6 werd Paterstraat nr. I tol nr. 6; Muizenhol nr. 7 lol nr. 17 werd Wallehekestraat nr. 7 tot nr. 17: Muizenhol nr. I Xa werd Lindestraat nr. 9a; Muizenhol nr. 19 werd Wallehekestraat nr. 22: Muilenhol nr. 20 werd Lindestraal nr. 2. Of waren die laatste nrs. verhuizingen? SITUATIE IN DE BE\'. RE(;. 1960: Beekstraal nr. I tol nr. 4 werd Pontstraat nr.5X tot 55. nr. 7 tol I 0 werd Winkelstraat nr. 2X tot 24, nr. I I werd Pontstraat nr. 43. nr. 12 werd Pontstraat nr. 53. nr. 13 en 14 werden Winkelstraat 21 en 20. nr. I 5 werd Pontstraat nr. 54. nr. 16 tot 20 werden respectievelijk Winkelstraat nr. I X, 22, 16,
I 5 en 14,
nr. 21 werd Pontstraat nr. 50. nr. 22 tol 44 hleef Beekstraat, maar genummerd van I tot 19, nr. 45 tol 59 werd Karmstraat nr. 16 tot I. Splete werd (gedeeltelijk?) Oude Heirweg: Na de fusie in 1977 werden veel huisnummers en zelfs straatnamen gewijzigd. Zo werd de Meersstraat omgedoopt tot Kleine Pontstraat en de Stationsstraat werd een deel van de NieuwstraaL Een ander deel van de Nieuwstraat is de vroegere Winkelstraat. Ik verwijs nogmaals naar 'Toponymie van Astene-Oude en nieuwe plaatsnamen" door Luc Goeminne en Herman Maes. Omstreeks 1993 werden dan nogmaals sommige huisnummers aangepast.
348
NOTEN
*
Robert Wieme. K.G.K.-Iid en medewerker aan dit artikel. is op 7 maart 2003 overleden.
I.
In Je bev. reg. 1870 was het adres Plaats nr. 19, in 1880 nr. 21; in 1900 werd het nr. 22, in 1910 nr. 24; in 1920 werd het adres Achterstraat nr. 24. in 1930 nr. 22. in 1947 nr. 35, vanaf 1960 nr. 77. Volgens de Hand. 2000 werd dit nr. 95. Het aanpalende woonhuis is gesitueerd aan de Krommestraat nr. I . De verkoop betrof een blok van 2 herbergen (nl. "De Snoek" en "In de Achterstraat" en 2 werkmanshuizen. kad. C 260C, 261 C. 2638. 2MF. 254K. Top/l-W schrijft hierover: "Deze modderige weg was in de winter onbruikbaar en werd in 1845 gekalsijd tot aan de Herberg Augustijn op Je grens met Nazareth. Kort nadien werd deze weg verder verhard tot aan Nazareth Dorp. Vanaf de bev. reg. 1880 werd dit nr. 26. in 1900 nr. 28, in 1910 nr. 31, in 1920 nr. 30; in de bev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in Nazarethsesteenweg nr. 19 en vanaf 1960 in Oude Heirweg t/nr. 14. Vanaf de bev. reg. 1960 werd dit nr. 94: in 2000 nr. 126. Volgens Klaroen woonden ze in 1992 op nr. 122. "De Vlasbloem" lag wel aan de andere kant van Je Steenweg. Vanaf de bev. reg. 1900 werd dit nr. I; in de bev. reg. 1930 werd het adres Kapellestraat nr. 11. vanaf 1947 nr. 80 (gewijzigd in 94 ). in 1960 nr. 94, in 1970 nr. 94, in 1992 nr. I 16. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1910: Evariste Vermaercke. vuurmaker-machinist, met zijn echtgenote Stephania De Smet; bev. reg. 1930: Gaston Haeshrouck, bediende, met zijn echtgenote Eugenia Pannecoucke; bev. reg. 1947: /sidoor \.im Oost, smid. met zijn 3de echtgenote Joanna Heyndrickx; bev. reg. 1960: Louis /Je Clercq, handelsvertegenwoordiger (later nijveraar). met zijn echtgenote Emily (gezegd Lili) Soenen, zonder beroep. Ze verhuisden op I oktober 1970 naar Kapellestraat t/nr. 88. Antoine /)e Keyser, werkman. met zijn echtgenote /)enise Hoste, zonder beroep. Nog tot na 1945 waren er op de spoorlijn Deinze-Gent tussen Astene en Deurle twee facultatieve haltes, namelijk Muizenhol en Beek straat. Tussen Deurleen De Pin te was er de facultatieve halte Broekstraat en tussen De Pin te en St.-Denijs-Westrem Hemelrijk. In de bev. reg. 1930 werd dit nr. 40, in 1947 nr. 53; vanaf de bev. reg. 1960 werd het adres gewijzigd in Karmstraat nr. 7. De vorige bewoners waren immers: bev. reg. I 870: Francie.1· Everaert, landbouwwerkman. met zijn echtgenote Marie- Thérèse Den Dooven; bev. reg. I 880: Charles Everaert (fs. Francies). landbouwer; bev. reg. I 890: Euxenia /)e Scl!ef>per (weduwe Augustus Van La ere), landbouwster; bev. reg. 1900: Eugenia /)e Schepper, landbouwster. Aan de Beebtraat tlnr. 38 (thans Kannstraat nr. 5) woonde A dolf' /)ie riek ( 0 1851 ), "bareelwachter", die op 30 juli 1885 gehuwd was met Reni/de Verhoye. In Je bev. reg. 1880 werd dit nr. 58, vanaf 1890 nr. 60, vanaf 1910 nr. 59, in 1930 nr. 46; in de bev. reg. 1947 werd het adres gewijzigd in Dorp 21, vanaf 1960 nr. 23. Het huis werd afgebroken voor de aanleg van een parking, het Hubert Mal fait-plein. Volxens Rohert Wieme zou het adres nu (in 200/) /)orpsstraat 27 ::.ijn. 11 ier wordt de Achterstraat bedoeld. llun opvolgers waren (ii/hert (iyselinck, vertegenwoordiger, en zijn echtgenote Monique Onderheke. Ze kwamen op 3 oktober I <J67 uit Zingcm en keerden er terug op 27 februari 1970.
.., 3. -L 5. 6. 7. 8. 9.
I 0.
11. 12.
13. 14.
15. 16.
349
17.
I X.
19. 20. 21.
23. 2--1.
25. 26.
27. 2X. 29.
30.
350
Ze wenJen opgevolgd door GeorRes De Waele, metaalbewerker, met zijn echtgenote Nelly De Pest('/, breister (overleden op I 0 september 1979 ). Ze waren op I maart 1970 van de Parijsestraat t/nr. X gekomen. In de bev. reg. IXXO werd dit nr. 23. vanaf IX90 nr. 24. in 1910 nr. 23, in 1920 nr. 21; in de bev. reg. 1930 werd het adres gewijtigd in Plaats nr. 19; in de bcv. reg. 1947 nogmaals in Dorp nr. X7. vanaf 1960 nr. 101. liet adres was in 200 I Dorpsstraat nr. I 13, maar het huis was bouwvallig en onbewoond. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1947: Lucien Jèu'k. werkman. met tijn echtgenote /Jiane Sten•ns; Maria Coussens (weduwe van Cami/Ie Oe Waelt•). huishoudster; Marcel l>e Wtu·le. onderwijter. met tijn echtgenote Monique Jourquin; hev. reg. llJ60: 1/emlrik l>e Poorten·. met tijn echtgenote Hatlw ~'cm Auff)'\'e. ~Hgens Hol){'rt Wieme l\'oondt· hier later ln!!,rid l>e Clercq. kinesiste (intusst•n m·erleden). In de bev. reg. 1947 werd dit nr. 19. vanaf 1%0 nr. 31. In de bev. reg. IXXO werd dit nr. 33. in IX90 nr. 30, in 1900 nr. 2X. vanaf 1910 nr. 36, in 1930 nr. 40; in 1947 werd het adres Heel-straat nr. 53 gewijtigd in Kannstraat nr. 7; thans is het adres Karrnstraat nr. 15. In de hev. reg. 194 7 werd dit nr. 32. vanaf I %0 nr. 70, in 2000 nr. XO. Vanaf de bev. reg. I X90 werd dit nr. 66. in 1930 nr. 39. vanaf 194 7 nr. 37, vanaf 1960 nr. 41. In de bev. reg. I 920 werd dit nr. 15; in de bev. reg. 11)30 werd het adres gewijtigd in E. Clauslaan nr. 9, vanaf 1%0 nr. 21. /let ll'l'stcl(ik deel \'an de E. Clauslaan werd "!Jries" genoemd Ik 1Jiaat.1·c/ijke \l'ijkkcrmis I'OIId destijds plaats op de wijk /)ril•s. heg in aan Cc~fé Postilion tot Oll!!,eveer aan El Paradiso. /Jit 11·as in /880 het gedeelte 1·an de stecml'eg. dat "u:ilwek" genoemd werd: het was gelegen tussen "de Plaats" en "Walle/Jeke" Top/94 vermeldt: "Den Dries: Hier !lag] een vroeger. nu verdwenen driehoekig pleintje op de samenkomst van de Vrouwenstraat. de Karmstraat en het Eedeken Straatje. In de bev. reg. I X70 was dit nr. 15. in I XXO nr. 17; in I X90: nr. 18; vanaf de bev. reg. 1910 werd dit nr. 20; in de bev. reg. 1947 werd het adres gewijt.igd in Achterstraat nr. 27 (gewijzigd in 69). In 2000 was het nr. 87. Dochter Mariëtte Vindt• vertelde mij dat in 1936 twee huizen verbouwd werden tot vier huizen. Als men de bev. 1930 vergelijkt met die van 1947 stelt men vast dat er. naast deze verbouwing, in die omgeving een tiental huizen bijgebouwd (of verbouwd) zijn. Mariëtte woont thans in de Dorpsstraat nr. 47. haar moeder woonde (tot aan haar dood) in nr. 53. De andere dochter, Gem·gette Vincke, verhuisde reeds op I maart 1956 naar het Dorp t/nr. 13. De herberg lag inderdaad op de huidige nrs. 51 en 53. Vanaf de bev. reg. 1900 werd dit nr. 70. in 1920 nr. 71, in 1930 nr. 35, vanaf 1947 nr. 49, in 2000 nr. 51/53. In de bev. reg. 194 7 werd het adres Dorpsstraat nr. 8, vanaf 1960 nr. 12. In de bev. reg. 1900 werd dit nr. 38, in 1910 nr 40 (gewijzigd in 41 ), in 1920 nr. 4 I. Aan de hand van de volgende bev. reg. kan ik deze herberg niet juist situeren, maar ze lag waarschijnlijk ongeveer waar zich in 1970 het huisnummer Achterstraat 18 bevond. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1900: Jan Naessens. koetsier, met zijn echtgenote Philomena Vander Kinderen; umis Ongenae. fabriekwerker, met zijn echtgenote Maria-lda Speeckaert; Michel Cnudde, kloefkapper, met zijn echtgenote Sidonie Tanssens, dagloonster; bev. reg. 1910: weduwe van August Ver::.ele, Iandbouwdagloonster; Constaminus Den Dooven;
31.
32.
bev. reg. 1920: Theodoor De Coninck, steenbakkerswerkman, met zijn echtgenote Maria-lrma Maehe. Waarschijnlijk was dit huis (Plaats nr. 41) gelegen in de toenmal ige Kapellestraat (dit was het straatje tussen de huidige Dorpsstmaat en de huidige Achterstraat. Top/115 maakt gewag van dit straatje: "I 843: Kapellestmet n° 8 tot aen de Linde. Aanvankelijk het kleine zeer korte straatje naast het huidige Huber1 Malfaitplein vanaf de Oude Dorpsplaats tot aan de Kalsijde Weg. Op de hoek moet daar vroeger een linde hebben gestaan. In dit straatje woonde ook de eerste gemeenteonderwijzeres-zie "Gemeenteschool" (noot nr. 32). GEMEENTECOMPLEX RECHTOVER DE KERK: Dit complex bestond uit het Gemeentehuis, de Gemeenteschool en het Gevang.
GEMEENTESCHOOL: Gesch/18, 31, 36 handelt over deze school; Gesch/44 geeft een lijst van de onderwijzers. De school was aanvankelijk gevestigd in de kleine huisjes op de hoek van de KrommestraaL met Sophie Van de Wynckel als eerste onderwijzeres. Ze woonde in de toenmalige Kapellestraat (het straatje tussen de (huidige) Dorpsstraat en de (huidige) Achterstraat in een klein huisje achter "De Hert)". 1974/54 signaleert: "De school werd opgericht in I 866; de toenmalige burgemeester was \;[1n der Stichele; op de gedenksteen staat verder: Ch. Marlens- schepen, en J./3. Prol'ost- secretaris. In éénmaal werden opgericht: twee klassen. het gemeentehuis, het schoolhuis en het gevang. Later werden twee klassen bijgebouwd op verschillende tijdstippen. De eerste onderwijzer van deze school was meester Dossche, verwant met de families Huys en Van Den Aheele. Aanduidingen in de bev. reg.: Bev. reg. 1880: Plaats tlnr. 78: gemeenteschool, geen bewoners; bev. reg. 1890: Plaats tlnr. 80: gemeenteschool, geen bewoners; bev. reg. 1900: Plaats t/nr. 58: Blindeman, hoofdonderwijzer: bev. reg. 1910: Plaats t/nr. 96: Leo H/indeman,gemeenteonderwijzer; bev. reg. 1920: Plaats t/nr. 99: gemeenteschool Plaats t/nr. I 0 I: Hlindeman, onderwijzer: bev. reg. 1930: Plaatst/nr. I: Hlindeman, schoolhoofd. Gesch geeft verdere inlichtingen over school, onderwijzers enz. De school werd in I <J68 afgeschaft bij gebrek aan leerlingen. Verder vond ik in de bev. reg. nog volgende huisnummers voor GEMEENTI--J lUIS: Bev. reg. 1870: Plaats tlnr. 41 ;. bev. reg. 18<JO: Plaats t/nr. 83: geen bewoners; bev. reg. I<JIO: Plaatst/nr. <J7: geen bewoners; bev. reg. 1920: Plaats t/nr. I0 I: geen bewoners; GEMEENTEGEVANG: Bev. reg. 18<JO: nr. 84; hcv. reg. I<) I 0: nr. <J8; hev. reg. I <J20: nr. I 02.
351
33. 34. 35.
.~6.
37.
Vanaf Je bev. reg. I HSO werd dit nr. 15, vanaf 1910 nr. 14. in 1930 nr. 4, in 1947 nr. 5: vanaf de bev. reg. 1960 werd dit gewijzigd in Paten. traat nr. I 0. Vanaf de bev. reg. I()()() werd dit nr. 4H. in 191 ll nr. 47: in JlJ.'() werd het adres Achterstraat nr. 25. in 1947 nr. 45 (gcwijJ.igd in 9), vanaf 1%0 nr.Y. In de bev. reg. I HSO werd dit nr. IY, in I X91l nr. 20, vanaf 1910 nr. 22: in 1930 was het ad re~ gewijzigd in Achterstraat nr. 23. in 1947 nr. 31 ( gewijtigd in 73 ), vanaf 1%0 nr. 73. In de !land. 1993 en volgende vond iJ... "De ~;rotc Pot" aan Je Achterstraat 9 I. De vcrkoop betrof een blok van 2 herhergen (nl. "De Snoek" en "In de Achterstraat" en 2 werkmanshui zen, kad. C 260C. 261 C, 263B, 264F. 254K. Daarachter lagen twee kleine hui-.je-.. waarvan er één bewoond werd door de Astense onderwijzeres Sophie \!cm de
IV\'Ilckel. In de bcv. reg. I HSO werd dit nr. 57, vanaf IH90 nr. 59, vanaf IYIO nr. 5X, in 1930 nr. 47, in 1947 nr. 19 (gewijzigd in 21 1. vanaf I %0 nr. 21. in 2000 nr. 23 . .N. GvD signaleert op I decemhcr I H9H Je herberg van hoswachter De Paepe op het Dorp. De enige I Je Paepe die ik in Je hev. reg. 1900 op het Dorp vond was hancies l>e Paepe, metser. Hij verhuisde op 13 scptemher 1904 naar Pctegcm. In de hcv. reg. I X90 en 191 () woonde er geen /)e Paepes op Je Plaats. GvD vcrmeldt tussen 20 december I HlJX en 16 december JY02 vijfmaal "In Jen ouden Hert" bij Constam De Hacker, hoswachter (of jachtwachter). Dorp. Betreft het hier een naamsverwisseling'? .~lJhis. Het ander huis was in pacht hij Camiel De Wulf 40. Ik weet niet of deze datum juist is. aangetien de opvolger reeds op 21 januari 1957 hier kwam wonen. 41. In Je bcv. reg. I XXO werd dit nr. 62. vanaf I X90 nr. 63: in 1930 werd dit Dorpsstraat nr. 42. vanaf 1947 nr. 29, in 2000 nr..B. 42. De andere Jochter lrma verhuisde op 28 november 1932 naar Nazareth. 43. In de hcv. reg. I XXO werd dit nr. 61. vanaf I X90 nr. 62, in 1930 nr. 43; vanaf de bev. reg. 1947 werd het adres gewijzigd in Dorpsstraat nr. 27, in 2000 nr. 31. 44. Vanaf de bev. reg. I X90 werd dit nr. 16, vanaf 1910 nr. 12, in 1930 nr. 18, in 1947 nr. 32, in 1960 nr. 12, vanaf 1970 nr. 25. in 1993 nr. 29. 45. In de bev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in E. Clauslaan nr. 15, in 1947 nr. 28 (gewijzigd in 44), vanaf 1970 nr. 54. 46. In de bev. reg. 1870 vond ik op dit adres in de rechter bovenhoek "Het Ketelke". 47. Vanaf de bev. reg. 1880 werd dit nr. 12, vanaf 1910 nr. 11. in 1930 nr. 13: vanaf de bev. reg. 194 7 werd het adres gewijzigd in Lindenstraat t/nr. 9, 4X. Haar inwonende zoon AdolfVan Be1·ersluys. landbouwer, was intussen op 7 januari 1920 getrouwd met Maria-lrma De Wc1ele uit Petegem. Hij overleed op 28 augustus 1927. Zijn weduwe hertrouwde op 27 juni 1928 met Emriste De Clercq, landbouwwerkman uit Nazareth. Ze verhuisden op 9 februari 1931 naar Nazareth. 49. De opvolger was Raymond \!cm Assche. werkman, met zijn echtgenote Clara De Cock. Ze kwamen op 24 augustus 1963 van de E. Clauslaan t/nr. 125. 50. Vanaf de bev. reg. 1880 werd dit nr. 20, in 1900 nr. 19, vanaf 1910 nr. 18, in 1930 nr. I 0, vanaf 1947 werd het adres gewijzigd in Wallebeke nr. 15. 51. In de bev. reg. 1910 werd dit nr. 18, in 1920 nr. 19, vanaf 1930 nr. 4, in 1960 Edekestraat nr. 7 (gewijzigd in 2), 1970 nr. 2.
JX.
352
52.
53.
5-J.. 55.
56. 57.
58. 59. 60. 61. 62. 63.
64. 65. 66. 67. 6X.
69. 70. 71. 72.
Zijn voorganger was Henri Bmteyn, bandensnij der. met zijn echtgenote Paulina Hoeck. Ze kwamen op I 5 januari I 898 1'(1/1 Walleheke tllll: 2-lnaar het toenmalig adres het Edeke 16 en keerden terug naar Wallebeke-op 15 mei 1902. Vanaf de bev. reg. 1890 werd dit nr. 55. vanaf 1910 nr. 54, in 1930 nr. 5 I. in 1947 nr. 11 (gewijzigd in 13). Later vond ik het huis niet meer terug. Volgens Robert Wieme is het adres Dmp 111: 15- zie "In 't Sport" .. In de bev. reg. 1880 was dit nog nr. 20. Vanaf 1910 wrd dit nr. 16. in 1930 nr. 20. in 1947 nr. 34 (gewijzigd in 15), vanaf 1960 nr. 15 (gewijzigd in 44). De volgende bewoners waren: bev. reg. 1900: August f)e Lange (overleden op 7 maart 1929), vlaszwingelaar, met zijn echtgenote Marie-Eiodie De Blauwen; bev. reg. 1910: Julius f)e Clercq, landbouwer, met zijn echtgenote Emma Verleye; Alfons Ver/eye. landbouwer-dagloner, met zijn echtgenote Maria-Aiicia Lagaisse; bev. reg. 1920: Aloisius Laven!. landbouwer-dagloner, met zijn echtgenote Maria-Metania Dhollf; Dit was niet dezelfde, die hier woonde volgens de bev. reg. 1900. Vanaf de bev. reg. 1910 werd dit nr. 76. Vanaf de bev. reg.l930 blijkt dit huis gesplitst te zijn in nr. 26 en 27; vanaf 1947 veranderde het adres in Dorpsstraat 69 (71) en 71 (73). In de bev. reg. 1900 werd dit nr. 20, in 1910 nr. 23, in 1920 nr. 22, in 1930 nr. 10, in 1947 nr. 11 (gewijzigd in 25), vanaf 1960 nr. 25. De vorige bewoner was Camiel Verzele, aangeduid als houtzager, met zijn echtgenote Constance Van Belleghem. Ze kwamen op 31 december 1890 uit Nazareth en verhuisden op 24 december 1895 naar de Plaats Unr. 34. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 7, vanaf 1890 nr. 5, vanaf 1910 nr. 4, in 1930 nr. 8: in 1947 nr.22 (gewijzigd in I), in, 1960 nr. I (gewijzigd in 2 ), in 1970 nr. 2. Volgens de bev. reg. 1870 woonde hier Joseph Taelman. hoefsmid. met zijn echtgenote Vi1ginie f)e Coninck. Volgens de bev. reg. 1880 was hij verhuisd naar de Plaats t/nr. 51. waar hij aangeduid werd als hoefsmidknecht Vanaf de bev. reg. I 890 werd dit nr. 57, vanaf 1910 nr. 56, in 1930 nr. 49; in 1947 werd het adres gewijzigd in Dorpsstraat nr. 15, in 1960 nr. 17, in 1970 nr. 15. Daar bevindt zich thans het Hubert Malfaitplein. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1947: Eric \.im Prae!, "mekanieker" (geschrapt en vervangen door autobestuurder), met zijn echtgenote Monique Courtens; In de bev. reg. 1930 werd dit nr. 12, vanaf 1960 Leieoever I. In de bev. reg. 1947 werd dit nr. 50, vanaf 1960 nr. 58. Ze hadden reeds van 5 september llJ40 tot 5 januari 1942 gewoond aan de E. Clauslaan t/nr. 26 - zie "De Vos". In de bev. reg. 1930 werd dit Dorp nr. 10; vanaf 1947 nr. 3 (gewijzigd in 5). Zoon Willy vcrhuisde op 21 oktober 194lJ naar Gent. Hlanche !Je Clercq vcrhuisde op 24 april 1950 naar Dcurle. Astère \.im Auxhem verhuisde op 28 februari 195 I naar Afsnec. Volgens de vorige bev. reg. was hier geen herberg gevestigd. Het huis droeg in 1870 het nr. 33, in 1880 nr. 36, in 1890 nr. 37 In de bev. reg. 1910 werd dit nr. 3lJ (vervangen door 40 ), in llJ20 nr. 40, in llJ30 werd het adres gewijzigd in Achterstraat nr. 44, in 1947 nr. 38 ( vcrvangen door 16 ), vanaf 1960 nr. 16. Tweemaal een pintcdck en eenmaal "een wedstrijd voor te zingen". De volgende bewoners waren:
353
hev. reg. I 420: i\u~usru.1· De Poorter. timmermansgast. met zijn echtgenote Lau ra Vanderheken. Alfred Maehe, steenhakkerswerkman. met zijn echtgenote Corc/ula Vander Stichelen. hev. reg. I 470: Marie-Louise /Je Buck. geen hernep aangeduid. 73. In Je hev. reg. 194 7 werd uit nr. 70, vanaf l%0 nr. 84. in 2000 nr. I 06. 74. In Je hev. reg. 1930 werd uit Kapellestraat nr. 39. in 1947 nr. 76. vanaf 1960 nr. lJO. in 19l)2 nr. 112. 75. In Je hev. reg. I 870 was uit nr. 236, in I 880 nr. 22. in I 890 Jus 21: het werd in 1900 nr. 20, in 19 I 0 nr.21, in 1920 nr. 22, vanaf 1930 nr. 13, vanaf JlJ60 veranderde het adres in Oude Heirweg nr. 17. 76. Ik volgl·nde bewoners waren: bev. reg. I 890: Camiel Cou.ué. landhouwwerk man. met tijn echtgenote Lucic Moerman; bev. 1900: 1/mri \'tllulenhulcke. dagloner. met tijn echtgenote Marie-Eiodie Vertriest; bev. reg. llJ I 0: Theodom.1· Bodt'rt';:,, landhouwuagloner. met tijn echtgenote Maria-Emma !Jiumt: bev. reg. 1930: 1/enri \'tm dm Bmecke, fahriekwerker. met 1ijn echtgenote Maria-lnna Goossens; (;i/hert I Je S111et. fabriek werker, met tijn echtgenote Marie-Cil'lnentine Vtm Ne1·ele: Rcmi Mocnllllll, gnmuv.·erker. met tijn echtgenote Zoé Vtm Nel'ele. 76bis. Vanaf de bcv. reg. I 890 werd uit nr. IJ. in 1920 nr.9, in 1930 nr. IJ. in 1947 nr. 19; in 1960 werd het adres gewijzigd in Oudestraat t/nr. 7. 77. De volgende bewoners waren: lkv. reg. 1900: Stanislas !Je Pestele. koetsier. met zijn echtgenote Maria-Catlwrina Vtm En~elen; hev. reg. 19 I 0: Aclolf Vincent. landhouwer-muluer. met zijn echtgenote Marie-Mathilde Missiaen; bev. reg. 1920: Mauritius Vincent. landbouwer. met zijn echtgenote Mm:r.:areta /)e Clercq. 7X. In de hev. reg. I 880 werd dit nr. 44. in I 890 nr. 42. in 1900 nr. 43. in 1910 nr. 44, in 1920 nr. 43: in de hev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in Beekstraat 3. in 1947 nr. 4; vanaf de bev. reg. 1960 werd het adres nogmaals gewijzigd in Pontstraat 55. 79. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1920 A(fons Bekaert. met zijn echtgenote Marie-Natha/ie Lemy; hev. reg. 194 7: Hector Maehe (geen beroep aangeduid), met zijn echtgenote Marie-Sophie De Kocker; bev. reg. 1960 Renatus iHaehe, landbouwer. met zijn echtgenote lvonna Jan.uens; bev. reg. 1970: Roland Haeck. aannemer. met zijn echtgenote D{miëlla Coppens. 80. In Je bev. reg. 1910 werd dit nr. 73. in 1920 nr. 74, in 1930 nr. 32; vanaf de bev. reg. 1947 werd het adres gewijzigd in Dorp nr. 55. X2. De inwonende zoon Marcel. drankhandelaar, verhuisde naar de Plaats t/nr. 51 op 28 april 1933; de inwonende dochter Adriana. breidster verhuisde op 7 februari 1934 naar de Kapellestraat t/nr. 4D. 83. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 14, vanaf 1890 nr. 15, in 1920 nr. 13; in de bev. reg. 1930 werd dit Plaats nr. 15, in 1947 Dorpsstraat nr. 97, vanaf 1947 nr. 115, in 2000 nr. 129. 84. Hij was op 18 juni 1918 naar St.-Marlens-Latem verhuisd, maar op 8 juli 1919 teruggekeerd. 85. In Je bev. reg. 1890 werd dit nr. 24, vanaf 1900 nr. 20, in 1920 nr. 21; in de bev. reg. 1930 was het adres veranderd in E. Clauslaan t/nr. 24, in 1947 nr. 59, vanaf 1960 nr. 117. 86. Op dit adres stond in de rechter bovenhoek "De nieuwe Rolle". Dit huis was echter naast café "De Rolle" (t/nr. 295) gelegen - zie aldaar. Robert Wieme vertelt: "Het huis werd gesloopt; een nieuw huis werd gebouwd dicht bij de Leie ". Het werd echter geen herberg. Dit huis staat gedeeltelijk op grond, waar vroeger "De Rolle" stond. Deze laatste herberg was reedsjaren gesloopt." 87. De volgende bewoners waren:
354
bev. reg. 1890 Henri Bruteyn. bandensnijuer. met zijn echtgenote Paulina Hoeck; Jan Baptiste Mestdagh. dagloner (later muluersknecht). met zijn echtgenote Marie-Eiodie Cocquyt; bev. reg. 1910: Alo i:~ Vyncke. metserdiener. met zijn echtgenote Hele1w Mestdagh; bev. reg. 1930: lsidore !Jen Blauwen. zonder beroep. met zijn echtgenote Hortensia Goeminne; Albertus Herre/eer, "technieker", met zijn echtgenote Solange Vermeersch; bev. reg. 1947: Francisctts Moens. bediende. met zijn echtgenote lvonna Schellinck. bediende; Hubert Brijs. fabriekbestuurder. met zijn echtgenote Y\'(J/1/le Van der Motten; A/hert Holemans, handelaar. met zijn echtgenote Adriana Janssens; bev. reg. 1960: Julien Moenhout van Lemberge. bediende. met zijn echtgenote Antoinette De Smet; André Beeckman. dienstoverste. met zijn echtgenote Jemzne Vermeir. 88. In de bev. reg. I 880 werd uit nr. 83, in 1890 nr. 86, in 1900 nr. 95, in 1910 nr. I 00. in 1920 nr. I 04, in 1930 nr. 63; in de bev. reg. 1947 werd het adres gewijzigd in Dorp(sstraat) nr. 18, vanaf 1960 nr. 24. 89. In de bev. reg. 1947 werd dit nr. 72. vanaf 1960 nr. 86. in 2000 nr. 108. 90. Vanaf de bev. reg. 1890 werd dit nr. 5 I, vanaf 1910 nr. 50, in 1930 werd het adres veranderd in Dorpsstraat nr. 55, in 1947 nr. 5 (gewijzigd in 7). vanaf 1960 nr. 7. 91. In de bev. reg. 1870 woonden ze in een herberg op de Leihoek t/nr. 56. alhoewel ze aangeduid werden als landbouwer. 92. In de bev. reg. 1947 werd dit Dorpsstraat nr. 91, vanaf 1960 nr. 105, in 2000 nr. 117. 93. De kapel aan de Kapellestraat naast "Versele" vond ik in de bev. reg. 1900 op de Plaats tlnr. 4, in de bev. reg. 1910 op de Plaats t/nr. 7 in de bev. reg. 1920 op de Plaats t/nr. 7. 94. In de bcv. reg. 1880 werd dit nr. 75, in 1890 nr. 76, in 1900 nr. 82. in 1910 nr. 87, in 1920 nr. 90. in 1930 werd het adres gewijzigd in Dorpsstraat nr. 5, in 1947 nr. 28, in 1960 nr.26. In de bev. reg. 1970 vond ik nr. 26 en 28 niet meer terug. 95. Angelika vertrok naar Gent op 28 augustus 1895, Alheric eveneens naar Gent op I oktober 1898: Pmspère verhuisde naar de Plaats tlnr. 71 op 19 april 1898. 96. In de bev. reg. 1920 en 1930 vond ik echter geen Ju/es Vtm Landeghem, zelfs niet als tweede voornaam. 97. Wat betreft de aanliggende huizen: In de bev. reg. 1960 woonde op t/nr. 30 Alfred Gevaert, die op 28 april 1948 uit Deinze gekomen was. Op de bladzijde van nr. 28 stond in potlood vermeld 'Tricolast"; dit was het fabriekje van Gevaert. In de bev. reg. 1970 woonde Gevaert nog steeds in nr. 30. maar de nr. 26 en 28 vond ik niet meer terug. 98. Ter hoogte van het vroegere "Tricolast" ligt thans waarschijnlijk de vernieuwde apotheek Hoste. 99. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 6<J. in 1890 nr. 70, in 1900 nr. 78. in 1910 nr. 81. in I <J20 nr. 84, in 1930 nr. 21, in 1947 nr. 83; vanaf de bev. reg. I <)60 werd het adres veranderd in Dorpsstraat nr. 93. I 00. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1900: /:"milius Ueyens; bev. reg. 1910: 1/onorius ne Vrieze, jachtwachter (geschrapt en vervangen door melkcrijbestuurder). met zijn echtgenote Maria-Emma Naclzter~-:aele; Alfons /)e Coster, "halteoverstc", met zijn echtgenote Clwrlotta /)e Clercq; bcv. reg. 1920: Arthur Wallaert, met zijn echtgenote Marie Te/lier; bcv. reg. 1930 l<emi /)e Coster, bijwndere, met zijn echtgenote St~/ia Vandekerchove; bev. reg. 1930: Ro~-:er Vereecken, bediende, met zijn echtgenote Mar~-:aretha Vyncke. I 0 I. In de bev. reg. I <J20 werd dit nr. 16; in de bev. reg. I <J30 werd het adres gewijt.igd in E. Clauslaan nr. 3, vanaf 1960 nr. 11.
355
I 02. De volgende bewoner:- waren: hev. reg. llJ47: Victor VrinciH. "mekanieker", met 1ijn echtgenote lrène Zicot: Rohert Vleeshou\\·ers. posthediende. met 1ijn echtgenote Anny Naessens: hev. reg. 1960: Robert Vcm Brabander. "elektricker", met 1ijn echtgenote Laurette Vcmde Wallc. zonder beroep; ( A."amil'l) i\imé Vtm Hrahanda. meestergast. met zijn echtgenote /llagclalcna Lannoo. t.onder beroep: hev. reg. 1970: Dodia Vtm 1/m·e. gepensionneerde. IO.l In de bev. reg. I XXO werd dit nr. 25. in I X90 nr. 23. vanaf 1900 nr. llJ. in llJ20 nr. 20. in de hev. reg. 1930 was het adres gewijt.igd in E. Clau:-.laan nr. 25: in 1947 nr. 61: in potlood stond "afgebroken" vermeld. 104. In de hev. reg. I XXO werd dit nr. 24. vanaf I XlJO nr. 22. vanaf 19 I 0 nr. 20. in llJ30 nr. 23, in llJ4 7 nr. 3X. in 1960 nr. 20, in 1970 nr. 43. in llJlJ.' nr. 55. I05. Ik volgende bewoners waren: hev. reg. 19 I 0 Camiel Carel'l. "ijzerenwegwerkman "-landbouwer. met t.ijn echtgenote Rosa/ia Herlamont: hev. reg. llJJ() Tlwophilu.1 Carc·el. werkman (geschrapt en vcrvangen door winkelier). met t.ijn echtgenote Marie-Alice Hoert. hu i.~houd:-.ter: .lemom Rogge. landbouwer. met 1ijn echtgenote Emma Vtm Awreve. landbouwster: hev. reg. 1947 Reilt; Rogge. landbouwer. I06. Vanaf 1920 werd dit nr. 32. in 194 7 nr. 47: in de bev. reg. 1%0 werd het adres gewijzigd in Kannstraat nr. 14. 107. liet gebouw Les Saules/Les Méandrcs/Walleheke tag er wat kastcelachting uit. was fraai. maar in slechte staat. Het werd helemaal afgebroken en vcrvangen door een nieuwhouw villa. De 1cer grote tuin van "Les Saule:-. .. lag aan een landschappelijk mooie Lciebocht. Een deel ervan was toen al verkocht aan liuhert Vt•rsele (broer van Stefaan en van Ruclo({. zoon van Prudent). die er aan die bocht een nieuwbouw villa opzette. een ander deel aan /Je Pourcq-Billiet." "Les Sa u les" werd overgenomen als restaurant door Mw. Jacqueline Van De Velde-Ton-ken haar jongste zoon. Het werd "Les Méandres". Enkele jaren later werd het restaurant overgenomen door Gaston De Jaef!.er, die de naam (op voorstel van Herman Maes) veranderde in "Wallebeke". Toen Carlos Boc1jan het restaurant overnam (± 1975) bleef de naam. Hij nam hem mee naar de woonst van wijlen Dr. Martem- {zie "Wallebeke 2"]. Zijn voorganger hier was Marc Ven·ele. IOX. Op helielfde adres vond ik zijn vader Jan. zijn moeder Jacqueline Torck en zijn broer Philippe. 109. In de bev. reg. 1947 werd dit nr. 67 (gewijzigd in 73). 110. Zij was op 29 november 1962 gehuwd met Erick Eska. maar daarna"feitelijk gescheiden". lil. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 30. in 1890 nr. 27. in 1900 nr. 25. vanaf 1910 nr. 33, in 1930 nr. 37, in 1947 nr. 50; vanaf de bev. reg. 1960 werd het adres veranderd in Karmstraat nr. IJ. 112. Op 11 september 1889 vond ik ook een pintedek bij dezelfde Quintyn. Dit was een vroegere bewoner van "De Smokkelkeet" - zie hoger. 113. In de bev. reg. 1930 werd hij nochtans aangeduid als landbouwer (doorstreept en gewijzigd in vuurmaker in melkerij), zij als huishoudster. 114. Lijst .J signaleert ook herbe1x "In den Transvaal" bij EI'Qrist Bekaert- Van Kemseke, tegenovr het straatje naar de Leie (en "Het Veer"). Vc1lgens Jrène Bekaert heeft haarfamilie, toen ::.e verhuisd zijn en het huis geen herberg meer was, het uithangbord gege\'en aan Karel Vermeiren, die ::.ijn herberg in de Beekstraat (thans Karmstraat) zo noemde- zie "In Transvaal 2". 115. In de bev. reg. 1930 werd dit Dorp nr. 50, in 1947 nr. 13 (gewijzigd in 15), vanaf 1960 nr. 13, in 2000 nr. 15. 116. Top/166 vermeldt dat het station gebouwd werd rond 1900. Op de stafkaart staat de plaats in 1898 nog steeds als halte
356
aangeduid. Het station werd in 1978 door Minister De Croo afgeschaft. In de bev. reg. 1900 lag het station aan het Edeke t/nr. 23 (het klooster en de meisjesschool hadden respectievelijk nr. 25 en 26). 117. Hij was de broer l'an Constant De Back er ( Stantje Bakker), die met zijn echtgenote "Tilde Tonne" de herberg "De Wacht:: aal" uitbaaffe. Lijst -1 signaleert dat op 28 juli 1927 de herberg "De Wacht::aal" bewoond werd door het ge::.in Maurice Boone-De Clerc(j. 118. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 56, vanaf 1890 nr. 58. in 1910 nr. 57, in 1930 nr. 48, vanaf 1947 nr. 17. Daar bevindt zich thans het Hubert Malfaitpleintje. 119. De volgende bewoners waren: bev. reg. 1910: Cyriel Bajkop, brouwer-landmeter, met zijn echtgenote Margaretha Gerniere; bev. reg. 1920: Augustus De Backer, veldwachter, met zijn echtgenote Le(mie De Coster, ''winkelierster in effegoederen en koloniale waren"; 120. In de bev. reg. 1880 werd dit nr. 32, in 1890 nr. 29, in 1900 nr. 27, vanaf 1910 nr. 35, in 1930 nr. 39, in 1947 nr. 52; vanaf de bev. reg. 1960 werd het adres gewijzigd in Karmstraat nr. 8. 121. In de bev. reg. 1890 werd dit nr. 7. in 1900 nr. 8, vanaf 1910 nr. I 0; vanaf de bev. reg. 1930 werd de naam van de straat gewijzigd in Achterstraat nr. 9, in 1947 nr. 13, gewijzigd in nr. 51. 122. In de bev. reg. 1947 werd dit nr. 56, vanaf 1960 nr. 66. 123. Vanaf de bev. reg. 1890 werd dit nr. 19, in 1920 nr. 17; vanaf de bev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in E. Clauslaan nr. I. 124. In de bev. reg. 1900 lag het klooster (met kloosterzusters-onderwijzeressen) aan het Edeke t/nr. 25, de meisjesschool op tlnr. 26. In de bev. reg. 1910 was dit respectievelijk nr. I en 3, in 1920 nr. 2 en 3; in de bev. reg. 1930 was het adres van het klooster gewijzigd in Statiestraat t/nr. 15. 125. In de bev. reg. 1910 werd dit nr. 12, in 1920 nr. 13, in 1930 nr. I 0, in 1947 nr. 12 (gewijzigd in Pontstraat nr. 31 ); vanaf 1960 Pontstraat nr. 31 . 126. GvD vermeldt op 13 december 1906 een pintedek bij Arthur Beenwerf in "Elk weerd hem", in de Achterstraat. 127. In de bev. reg. 1890 werd dit nr. 2, in 1900 nr. 3, vanaf 1910 nr. 6; in de bev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in Kapellestraat nr. 23, in 1947 nr. 45, vanaf 1960 nr. 49, in 2000 nr. 69. 128. Zij was op 30 november 1957 met hem getrouwd en op 23 april 1959 naar Holland vertrokken. 129. Vanaf de bev. reg. 1880 werd dit nr. 23, in 1890 nr. 23, vanaf 1900 nr. 17, in 1920 nr. 19 (in 1930 veranderd in 26); in de bev. reg. 1947 werd het adres gewijzigd in E. Clauslaan nr. 65, vanaf 1960 nr. 127. 130. De volgende bewoners waren: bcv. reg. 1890: Marie- Thérèse 1/ogaert (weduwe van Lievin Claeys), zonder beroep; Ferdinand JJamours, dagloner, met zijn echtgenote Maria- Theresia Cnwlde; bev. reg. I 400: Petrus /Je Wu(f; dagloner, met zijn echtgenote Marie-Emma Oe Smet; Genfarus Van !.
357
134. In de hev. reg. 1947 werd dit nr. 67 (gewijzigd in 129). in de hev. reg. 1%0 nr. 129. 135. In de hev. reg. 1920 werd dit nr. 14; in de hcv. reg. 1930 werd het adres E. Clauslaan tlnr. 6. in 1947 nr. 7 (gewijzigd in IY), vanaf II.J60 nr. IY. 136. In Je marge op blz. I X2 staat vermeld: "Dit huis is thans bewoond door Ciustat!t' De Bmyne "; die woonde echter in nr. 16, Jus werd waarschijnlijk nr. 16his bedoeld - zie "In den Dries". 137. Aan de Splctc nr. 4 woonde Camiel Vatrit•st. landbouwer. 138. Ik volgende bewoners waren: Bev. reg. IYI0: Aloysius I.ÁII't'llf. landhouwdagloner. met tijn echtgenote Maria-Metania IJ/umdt; hev. reg. 1920: Theophilus Co/paar. landhouwdagloner. met zijn echtgenote Marit•-Odile /Jamours; Joseph Vt.•muterckc; landbouwer. met tijn echtgenote Margaretlta Herman. In de hcv. reg. 1930 werden geen opvolgers meer vermeld. Werd het huis misschien afgebroken? 139. In de hcv. reg. I 880 werd dit nr. IJ. vanaf I XI.JO nr. I0. in IY20 nr. I I; in Je bev. reg. 1930 werd het adres gewijzigd in E. Clauslaan nr. 12. in IY47 nr. óiJ
358
"In dienst van den rebelsen vijand" Over vrijbuiterij en ander geweld in de streek van Deinze (1585-1599)
door Dr. Paul HUYS
Overval op een dorp (Hausbachmeister, pentekening, Duitsland, J6e eeuw).
360
Het eind van een rebelse droom Medio september 1584 stelde Alexander Farnese, hertog van Parma en onder Filips 11 landvoogd ( 1578-1592) van de Nederlanden, een eind aan het Calvinistisch Bewind te Gent ( 1577-1584) en bracht de stad opnieuw onder de gehoorzaamheid aan de Koning van Spanje. Op 17 september van het vermelde jaar kreeg Parma, na reeds eerder leper en Brugge veroverd te hebben, inderdaad ook de stad Gent op de knieën na een beleg van zowat vijf maanden (I). En in 1585 zou hij bovendien nog burgemeester Marnix van Sint-Aidegonde tot overgave van de stad Antwerpen dwingen. Na de val en de overgave (of "reductie") van Gent kon de rest van het Gentse geuzengarnizoen - nog ongeveer 760 ··rebellen" sterk - op 24 september 1584 de stad verlaten. Een kleiner deel van hen vertrok in de richting Brussel, een groter deel naar Sluis, dat nog tot begin augustus 1587 (en later opnieuw in 1604) in Staatse handen zou blijven. Vanuit Sluis - en ook vanuit Oostende, dat pas in 1604 na een jarenlange belegering door de Spanjaarden veroverd kon worden - bleven die "rebellen" nog jaren aan een stuk de Vlaamse kasseirijen - het Brugse Vrije, de Gentse Oudburg, het Land van Waas, de kasseirijen van Oudenaarde en van Kortrijk - en zelfs zuidelijker gelegen gebieden zoals het Doornikse en de streek van Rijsel teisteren met militaire raids, terreurovervallen en strooptochten, met brandstichting en plundering, met gijzeling en afpersing, met geweldpleging allerhande, verkrachting en moord inbegrepen. Ook de streek van Deinze - die deels onder de kasseirij Kortrijk en deels onder de kasseirij van de Oudburg van Gent ressorteerde - had onder het vrijbuitersgeweld te lijden, trouwens ook al van vóór 1584 (2). Het geweld op het platteland kwam toen trouwens ook nog van een andere zijde. In de periode van de Gentse Calvinistische Republiek ( 1577-1584) immers ressorteerde het hele gebied rond Gent onder de "Staatsen". Na de val van Kortrijk (inname door Parma's troepen) in 1580 opereerden in het gebied tussen Gent en Kortrijk vooral de benden van de (katholieke) Malcontenten die het platteland terroriseerden, hetgeen samen met de krijgsverrichtingen i. v.m. het beleg van Gent en Brugge een aanzienlijke ontvolking tot gevolg had. Na de overgave van Gent in september 1584 werd de Staatse druk, o.m. vanuit Sluis, weer erger. Een der eerste "exploten" van de Sluizenaars in de buurt van Deinze b.v. had plaats in december 1585: een bende vrijbuiters, die zich in de kerk van Leerne verzameld hadden, staken aldaar de Leie over en hielden een raid in Deurleen Sint-Martens-Latem (3 ). De Leie was voor de beide betrokken partijen een cruciaal gegeven: de rivier, waarover tussen Gent en Kortrijk nauwelijks een paar bruggen lagen, vormde niet alleen een natuurlijke barrière die de vrijbuiters in vele gevallen tegenhield, indien er geen boten voor de oversteek hesehikbaar waren, maar de rivier speelde ook een rol als waterweg waar (proviand)schepen op voeren. Dat wisten de vrijbuiters natuurlijk ook. In 1585 overviel een bende van 73 van hen, onder de leiding van de Arnhemmer Joos Voet alias Casimirus, nabij Gottem een schip dat onderweg was van Kortrijk naar Gent. Een meevarende koopman werd gevangen en op een losgeld van 25 pond groten gesteld; de koopwaar ("baijen", een ruwe en zware textielstot)
361
werd meegenomen en in Sluis verkocht; wat niet bruikbaar of houdhaar was, zoals boter en andere "victuaille" (=levensmiddelen), werd overboord gegooid (4). De lokale bevolking zelfwerd overigens geregeld op de hoogte gebracht van mogelijk gevaar. Einde april 158ó b.v. stuurt het Kortrijks kasseirijbestuur midden in de nacht "in aldcr dilligentiën" ijlboden naar de Leiegemeenten Onigem, Wielsbeke, Desselgem. Gottem en Grammene "omme de prochianen aldaer te adverteren ende vermanen ( ... ) dat 1.y in alder nersticheyt goede zorghe draghen zouden omme te beletten tpassaigie vande vrybuyters, diemen verstont ut Oostbende ofte Sluys ghecommen zynde. over de ryvierc vande Leye" (5). Op 25 januari 1587 werd Deinze zelf overvallen door een bende van ongeveer honderd "Siuizenaars"; stad en hospitaal werden in brand götoken (ó). Tien dagen later. op 4 februari 1587, werd een "kostelijk geladen" schip op de Leie tussen Grammeneen Machelen aangevallen en geplunderd (7). Dat Sluis op 2 augustus 1587 op de rebellen kon veroverd worden hetekende echter geenszins dat de aanvallen der vrijbuiters in aantal of in hevigheid verminderden; vanuit Aardenburg en Terneuzen bleven 1.ij evengoed hun raids voortzetten. De dorpen tussen Aalter en Deinze bleven daarhij allerminst gespaard. In de loop van het jaar 1588 waren de rebellen er h.v. in geslaagd op het Schuurveld van Hcllcm een vcrsterkte schuilplaats (8) te houwen. waar zij - ondanks menige aanval van de Oudburgsoldaten - nog jarenlang standhielden. De inwoners van de dorpen daar in de huurt werden niet alleen door de rebellen ("den vyant") voortdurend geplunderden/of onder druk gezet om contributie te betalen, maar ook de "bevriende" Spaanse troepen met hun geallieerden- Italianen, Ieren, Duitsers en Walen- vielen de (vooral landelijke) bevolking lastig met allerlei opeisingen van voedsel, stro en andere levensnoodwendigheden. Er was overigens schaarste aan levensmiddelen. Ingevolge de gedeeltelijke ontvolking wegens oorlogsomstandigheden lagen de meeste akkers sedert vele jaren braak. Bovendien was in 1586, nog erger dan in het voorafgaande jaar, de jaarlijkse oogst mislukt door de aanhoudende zomerregens. Vele landerijen lagen er braak en verwilderd hij en de wolvenpopulatie nam angstwekkend toe, hetgeen het leven op het platteland nog onveiliger maakte. En het verergerde met de jaren. Eind augustus 1589 deed ene Willem van Renterghem. inwoner van Vinkt, aan het kasseirijbestuur van de Oudburg melding van de "groote schaede. jammer ende verlies die dae geschiet van de wilde dieren, zo van wulven als andere, aen meynschen ende beesten. grootelicx ten interesse vande welvaert van elckeen". Van Renterghem, die zelf op 29 augustus een wolvin heeft neergeschoten, preciseert dat "gheleden drye zo viere daeghen binnen Vinct de wulven verslonden ende versehoert hebben meynschen ende beesten, waerduere elck zo verscromdt (=beschroomd. bang) es gheweest achter velde te gaene omme in zyne vruchten te labueren ende anderssins" (9). Medio 1588, hij de haltJaarlijkse afrekening van eind april van dat jaar, beklaagt Joos van Y ssche (of van Hiessche ), als pachter van de "generale middelen" van een aantal parochies binnen de Gentse Oudhurg, zich erover dat hij "deur de onvoorsienighe overcompste vanden volcke van oorfoghe binnen de voorseide prochien ende mits de vlucht vande inwoonders vandien ... zeer lettel proffit hadde con-
362
nen treeken vande voorseide generale middelen" (I 0). Zijn klacht betreft meer bepaald de parochies Sint-Maria-Leerne, Sint-Martens-Leerne, Zeveren, Vinkt, Meigem, Vosselare, Merendree, Nevele, Poesele, Lotenhulle, Ruiselede, Ursel, Knesselare, Mariakerke, Wondelgem en Lovendegem, m.a.w. zowat het hele zuidelijke gedeelte van het Meetjesland. Het College van de Oudburg besliste dan ook op 7 juni I 589 dat Joos van Y ssche maar 25 pond groten moest afdragen van de pachtopbrengst van de generale middelen. Braakliggende landerijen, voedselschaarste, baldadigheden door deserterende of ontslagen soldaten, plunderingen en contributies ... Het is dan ook begrijpelijk dat de dorpen - en dan vooral die in het onmiddellijk door de rebellen bedreigde gebied - een goed deel van hun inwoners verloren, doordat velen heil zochten in de vlucht (naar een stad of naar meer zuidwaarts gelegen veiliger oorden). Op de centrale regering moest niet gerekend worden voor speciale maatregelen tegen de "guerilla" van de vrijbuiters. De kasseirij besturen, onder druk van de radeloze bevolking, zouden dan maar zelf reageren. De kasseirij Kortrijk was de eerste om ook op militair gebied in te grijpen. Op I I september I 585 (al relatief vroeg dus) beslisten de Kortrijkse hoofdschepenen tot de oprichting van een buitengewone wacht, die de hele kasseirij moest doorkruisen en ingrijpen waar kon; deze antivrijbuitersbrigade telde 30 manschappen, onder de leiding van twee oversten (I I ). Het College van de Oudburg van Gent nam een gelijkaardige beslissing pas heel wat later, nl. kort na nieuwjaar van 1587: ook voor het gebied van de Oudburg werd een eigen (alsnog beperkte) strijdmacht opgericht ter bestrijding van de rebellen. De monsterrol van 9 februari 1587 vermeldt 75 manschappen, onder de leiding van kapitein Jacques van Rieheke ( 12). Hoeft het ons te verwonderen dat we op die rol ook een aantal jongemannen uit precies diezelfde bedreigde gemeenten benoorden Deinze aantreffen? In de loop van 1587-1589 laten zich een half dozijn mannen uit Vinkt aanmonsteren (o.w. korporaal Joos van Wonterghem, die al begin mei I 587 door de vrijbuiters gedood zal worden), Meigem levert drie manschappen (o.w. de sergeant en latere kapitein Jan of Hans van Ooteghem, die in maart 1589 gruwelijk aan zijn einde zal komen), uit Deinze en Wontergem worden telkens twee manschappen op de monsterrol gehoekt, uit Petegem, Zeveren en Leerne telkens één (zie Bijlage 3 ). Maar de kasseirijsoldaten konden niet altijd alle onheil keren. Op 28 april 1589 overvielen de geuzen nabij het goed van Walleheke en de herberg De Gapaard te Astene een Gents konvooi met kooplui en andere personen, dat naar Olsene reed; er werd hard gevochten en er vielen vijf doden, die naar Gent teruggebracht en hij de Minderbroeders hegraven werden. Er waren ook gekwetsten, sommigen werden beroofd, anderen gevankelijk meegevoerd; ook de geuzen zelf leden enig verlies (zie Bijlage 4 ). Op 5 augustus 1590 werden nabij Deinze twee schepen op de Leie geplunderd door de vrijbuiters en drie weken later, op 25 augustus, gingen de vrijbuiters nabij Deinze het gevecht aan met de "Gentse soldaten", van wie er enige "geslagen" werden ( 13). Op Allerheiligendag 1590 staken 23 vrijbuiters te Astene de Lcie over en trokken vandaar naar Nazareth, waar ze aan de ingang van zijn kerk pastoor Arcnt Delplanches doodden ( 14). Op 14 juni 1591 vallen
363
de vrijbuiters Nevele aan: ze ''slaan" er de soldaten. vangen en verbranden er luitenant Waesherghe en hestormen het kasteel ( 15 ). Op 6 oktober sturen de Gentenaars naar Deinze "enig krijgsvolk om de Leie te bewaren tegen de vrijbuiters" ( 16). Op lJ april 15lJ2. hij een klopjacht op een bende vrijbuiters onderweg weg naar Oostende. die alweer in Astene de Leie oversteken. wordt aldaar de hoerenkapitein Jan Dhuyvettcr gedood ( 17 ). Vooral henoorden Deinze is het niet pluis. Op 2 december 15lJ2 komt er hij het kasseirijbestuur van de Oudburg een klacht vanwege de heer van Nevele. Sieur Maarten de Ia Faille, en 1ijn ontvanger Gillis Hchherecht. "te kennen ghevende hoc dat tvolck vanden kapitein Matruyt. Iigghcndc tot Nevele ende Dcynse. ghecnssins lwer/ieden dehmir (=plicht) en deden tot defensie vanden insctencn vanden lande". Wat was er gebeurd? Eind november hadden de vrijbuiters de kerk van Grammenc in brand gestoken en er ook een hoer vermoord (I X): tijdens diezelfde raid was ook de windmolen van Ncvele ten prooi gevallen aan het vuur. terwijl eveneens een aantal pachthoeven in Meigcm geplunderd cn/of vcrwoest waren. Sieur de la Faille vraagt het College van de Oudburg in andere cn/of "meer hcquacme middelen te voorsien" om een efliciënte bescherming van de getroffen dorpen te vcrzekeren en stelt o.m. in concreto voor "datmen Matruyt zoude legghen tot Beltem ende Poucqucs" (d.w.z. iets meer noordelijk dan Deinze en Nevele) ende presenteren noch andere dehvoiren te docnc" (d.w.z. hun opdrachten nog uit te breiden). Toch kunnen we uit allerlei incidenten in de loop van de jaren 'l)() opmaken dat dorpen als Zeveren. Meigem en Vinkt steeds weer tot de directe gevarenzone blijven behoren. Het vcrwondert dan ook niet dat later, in januari 1599, precies de pastoor van Vinkt. Jan vander Brugghe. zal worden aangesteld tot aalmoezenier van de Oudburgsoldaten in de streek ten noorden van Deinze: hij krijgt daarvoor drie gulden per maand uitbetaald ( 19). Op 24 januari 15lJ5 wordt Meigem overvallen. Op 13 februari meldt de baljuw van het Land van Nevele aan die van de Oudburg dat bij die overval Marijn Mestdach, kapitein van de wacht van Meigem, gevangen is genomen en "door vier vrybuiters alsnoch inde bosschen ghehauden (wordt), in dangiere van doot ghesmeten te wordene by faulte dat hy niet can ghecryghen noch ghevinden de pennynghen clevende an zyn rantsoen"(= losgeld). De baljuw vraagt aan die van de Oudburg dat zij aan de vrouw van de gevangen kapitein zouden "willen leenen twee hondert guldenen voor den tydt van drye maenden". De Oudburg gaat ermee accoord "te leenene de voorseide somme up zekere (= borg) van vier van de principaelste ghegoedde insetenen van Meyeghem". Gillis Hebberecht, ontvanger van het Land van Nevele. zal die som binnen de drie maanden "restitueren. twelcke gherecht is secreet te haudene" (20). Dit alles is slechts een kleine greep uit feiten en gebeurtenissen die samen een schetsmatig en fragmentair- a.h.w. "impressionistisch" - beeld opleveren van de complete ontreddering van het normale leven in onze streek tijdens die woelige jaren van de "troublen" (een eigentijdse benaming voor de godsdienst- en onafhankelijkheidsoorlog van die tijd). Specifiek voor Deinze - dat in die jaren trouwens grotendeels vernield en ontvolkt was (21) - en de omgevende dorpen werd dat "rebels" geweld tussen 1585 en 1605 nooit systematisch en grondig onder-
364
zocht. Een dergelijke exhaustieve studie is evenmin de bedoeling van de hierna volgende bijdrage, die alleen een aantal bouwsteentjes wil aanbrengen, die bruikbaar zouden kunnen zijn voor een latere, meer complete behandeling van dit interessant, maar door zijn talrijke aspecten ook vrij complex historisch gegeven. Alleen een zeer omvangrijk en tijdrovend onderzoek van alle daartoe aangewezen archivalische bronnen zou hiervan een volledig(er) beeld kunnen opleveren. Intussen verwijzen we graag - voor een ruimere algemene achtergrondschets van dat rebels geweld in onze gebieden na de val van Gent in 1584 - naar de bestaande historische literatuur terzake, o.m. door de Brugse priester en Biekorf-redacteur Antoon Viaene (22) en door de Evergemse onderwijzer-historicus Achiel De Vos (23 ), nog altijd waardevol, ofschoon hun studies al driekwarteeuw, resp. bijna een halve eeuw geleden gepubliceerd zijn. Ook Klaas Maddens publiceerde over die periode in het Kortrijkse enkele waardevolle bijdragen (24 ). Heelwat recenter is de merkwaardige studie - een gepubliceerde KUL-Iicentiaatsverhandeling - van de jonge historica Els Guillemyn, waarin passim ook enkele Deinse gegevens aan te treffen zijn. Zij vermeldt b.v. in haar "Lijst van de bestgekende vrijbuiters" (25) de beide in Deinze geboren rebellen Pieter de Meyere, bijgenaamd Meyerken (geëxecuteerd in september 1586), en "kapitein" Guillame van Dale (geëxecuteerd in november 1588), over wie we hierna nog uitvoeriger berichten. In dezelfde vrijbuiterslijst vermeldt Els Guillemyn ook de gebroeders Upstal en de in 1586 "dood opgehangen" (sic) kapitein Cleygat (26), die eveneens in de hiernavolgende paragrafen ter sprake komen. Over de Hollandse vrijbuiters in de kasseirij Oudenaarde in de periode 1586-1609 had Rik Castelain al eerder een waardevolle studie gepubliceerd in het Jaarboek 1984 van de Gaverstreke (27 ). Uiteraard is er ook heel wat waardevolle achtergrondinformatie te vinden in de cataloog van de Gentse tentoonstelling "Het eind van een rebelse droom" uit 1985 (28), zij het dat de vrijbuiterij zelf (in de periode na 1584) buiten het bestek van de tentoonstelling bleef.
* * * De hiernavolgende episodes, die zich meestal rond een bepaalde hoofdtiguur afspelen, berusten op losse archiefgegevens die elk op zich een min of meer zelfstandig verhaal opleveren. De totaliteit van die twaalf episodes bijeen kan uiteraard geen samenhangend, Iaat staan een volledig beeld van de hele periode opleveren. I let gaat veeleer om losse sprokkelingen dan om een gestructureerd totaalbeeld. De meeste gegevens haalden wc uit het kasseirijarchief van de Oudburg van Gent (29); het verhaal over "Mcyerken" van Deinze (anno 1586) komt uit het Oud stedelijk archief van Kortrijk (30) en het bericht over de overval van de Staatsen op Astene (in 1589) lazen we in een 16e-eeuws handschrift in de Gentse Universitcitshihliothcck. Voor enkele stukjes vonden we de gegevens in de registers van criminele sententics van de Raad van Vlaanderen. Gemakshalve, en omwille van de logica volgens het voortschrij-
365
Jen van Je tijd, brengen we deze twaalf episodes in de volgorde van hun chronologisch verloop. Sommmige van die episodes liggen Jicht hijeen in de tijd ( 15X5-15X6, resp. 15XX-15R9), voor een paar andere is de tijdssprong iets groter ( 1592, resp. 1597 en 1599).
I. De gehrot•ders Vincent en Daniël Ewraert. l\leigem 15H5 Op 7 september 15X5 wordt. in het Gravenkasteel te Gent. een gevangene ondervraagd: Vint·ent Everat•rt fs. Adriaens, gehoortig van Meigem, kleermaker van stiel, ongeveer 20 jaar oud, verdacht van deelname aan vrijbuiterij. Er wordt heslist dat het verhoor zal voortgezet worden "in den pijnkelder", d.w.1. onder foltering. hetgeen kort daarna gebeurt: bepaalde feiten geeft hij toe, andere loochent hij. Zowel van het eerste vcrhoor als van Jat tweede is een protocol bewaard gebleven ( 31 ). Een goede week of zo later. nadat Je gevangene zijn onder tortuur afgedwongen verklaringen nog eens huiten Je pijnkelder herhaald en bevestigd heeft. wordt op 20 september 15X5 door de "mannen van leene" van de kasseirij van de Oudburg van Gent vonnis gesproken over hem: ondanks zijn jeugdige leeftijd en Je "mesleetheyt" (=de misleiding tot het kwaad, waaraan hij heeft blootgestaan en toegegeven), veroordelen zijn rechters hem tot de Jood aan Je galg en confiscatie van al zijn goederen. We publiceren Je volledige tekst van dit vonnis (of "sententie") in Je Bijlage I. We kunnen ons hier derhalve beperken tot een korte opsomming van Je hem ten laste gelegde feiten, die de heklaagde trouwens heeft bekend "buuten torture ende banden van ysere". Het gaat om een aantal delicten zoals vagabondage (na desertie). afpersen van de landelijke bevolking, bedreiging met "brandbrieven", bendevorming (o.m. met ene Hans \'llllder Moerealias Sclwmwert en diens zoontje), vrijbuiterij, groepsverkrachting (van een vrouw in Poesele) e.d.m. Maar er werd ook echt gebrand en gemoord: Bij Andries van Hecke in Lotenhulle stond diens huis in brand toen Everaert en de zijnen eruit wegtrokken na er de nacht te hebhen doorgebracht; - In de huurt van de herberg "De Gapaert'' in Drongen werden door een bende van 15 of 16 vrijbuiters (o.w. Everaert) vier of vijf kereltjes van I 0 tot 14 jaar in een "borneput" geworpen, waarbij een van die jongens verdronk; - Een koopman van Tielt, onwillig tot het geven van een groot losgeld ( rantsoen"), werd van zijn schoenen ontdaan en gebonden in een gracht gegooid, waar hij verdronk; in een gelijkaardig geval werd een ander slachtoffer ontkleed naar de gracht geleid, maar die man bracht het er levend af na betaling van een losgeld van 16 pond groten. Het doodvonnis van Vincent Everaert dd 0 20 september 1585 hebben we aangetroffen als los stuk in een archietbundel; zijn dossier daarin bevat nog diverse andere stukken, zoals getuigenverklaringen, verslagen van ondervragingen e.d.m. (32), waarop we hier echter niet nader in detail kunnen ingaan. Wel stippen we aan dat Vincent tijdens een van die verhoren ook de naam van enkele van zijn kom-
366
panen vrijgeeft. nl. Rogierken Fredrick. Nicolas vwzde Pwte, Roeland Muelehrouck (van Vinkt), Machielken Venners ("wel tien jacren te Yynck ghewoont hebbende"), Comelis Crudenare gheseyt Briefken (van Aardenburg). Joos van Eecloo (geboren "te Schaubosch tusschen Meyeghem ende Yynck"). En Yincent vernoemt ook ergens, éénmaal slechts, "Daneel, zyn hmeder". In Yincents "sententie" wordt evenwel geen gewag gemaakt van (de medeplichtigheid van) deze vijf jaar oudere broer Daniël of Daneel, terwijl we nochtans uit enkele andere dossierstukken in hetzelfde archiefbundel weten dat ook hij tot de voornoemde vrijbuitersbenden van de "Siuizenaars" behoorde. Toen Dancel werd aangehouden (we kennen niet de precieze datum ervan), was zijn jongere broer zowat acht of negen weken voordien terechtgesteld. Van deze Daniël Everaert fs. Adriaens, ca. 26 jaar oud, geboortig van Meigem, wordt te Gent op 13 november 1585, in presentie van jonkheer Jacques Borluut. heer van Schoonberghe, en meester Jacob Canin, pensionaris van de Oudburg van Gent, een verhoor afgenomen waarvan het verslag vier dichtbeschreven folio's beslaat. We vernemen daaruit een aantal gegevens die betrekking hebben op 1° de persoonlijke levensloop van Daniël zelf, 2° de situatie in het vrijbuitersstadje Sluis. 3° enkele concrete feiten waar Daniël zelf als (mede)dader bij betrokken was, en 4° de namen van andere vrijbuiters met wie hij in contact is geweest. I 0 We beginnen met zijn "personalia" (die wel eens "typisch" zouden kunnen zijn voor meerdere van zijn kompanen, die op een gelijke of gelijkaardige manier bij "den vyant" waren terechtgekomen). Daniël is 15 of 16 maand in de dienst geweest van de (Spaanse) koning. en wel onder ene kapitein Claerhout. Eind 1584 (na de "reductie" van Gent) is hij "by verleetheden'' (d.i. door misleiding overgehaald) naar den vijand getrokken, o.m. in het gezelschap van ene Lie\•in de Wae/e en ene Dieriek Goossens. Zij kwamen in Sluis terecht en onder het bevel aldaar van ene kapitein Mansart Dancel Everaert is zes of zeven maal "uut gheweest" (=op raid uitgetrokken). 2° Over de militaire verdedigingswerken in Sluis vernemen we dat zich op de "schransen"(= schansen of verdedigingswerken op het open veld buiten de stad) geen geschutstukken bevinden; in de stad zelf staan 15 of 16 stukken geschut, en ook "veel" geschut in het kasteel. Voor Sluis liggen de kapiteins Meetkercke, Hrucheau en Yyve (alle drie van Brugge), in de stad zelf kapitein Groenevelt (die ook "gouverneur" van Sluis is) en in het kasteel Mansart en Monsieur de la Gyre, een Waal. In Sluis zelf liggen twee vendels, één in het kasteel en drie "in de schransche". Er is sprake van 1500 à 2000 soldaten die I lolland en Zeeland ter beschikking zouden stellen. Sommige troepen zouden "eedt ghcdaen hehhen" aan de koningin van Engeland en door haar betaald zijn. Zelf heeft Dancel Everaert gedurende 5 of 6 maand soldij gekregen. Daarnaar gevraagd, beweert hij geen soldaten te kennen die - als vcrraders - bereid zouden zijn de stad Sluis in 's Konings handen te doen vallen. Volgens hem is Sluis in de winter, en zeker "met de wateren", niet inneembaar, maar allicht wèl 's zomers, ah de Spanjaarden hun geschut /.ouden opstellen in Sint-Anna-ter-Muiden (liefst "op de
367
kerk", die immers tot de klokgaten afgebrand is). Voor hun raids trekken de Sluizenaars er gewoonlijk op uit met 30 à 40 man. die hijeen blijven tot Aardenburg en zich vervolgens splitsen in groepjes van ()of 7 mannen of meer. Zij hebhen geen "correspondentie"(= contacten, afspraken) met de "lands I ieden". 3° Wat tijn persoonlijke betrokkenheid hij een aantal concrete gebeurtenissen hetrelt loochent Dancel Everaert dat hij erbij wa!-1 toen de man uit Tielt ver!'.nHmrd werd; hij die zaak waren wel hetrokken o.a. tijn broer Vincent, !Jricfken. Rogierken Fredricq (= de man die elders 'den lnghelsman' genoemd wordt '?). Ciaeis l'ande Putte ("wiens moeder en broedere zyn woonachtich tot Brugghe"), Roell'llll Muelcnhmuck en Joos \'llll Eecloo. Daarentegen was Dancel er wel bij (samen met zijn broer Yincent en met de hijgenaamden Dragon en llric:fken) toen ze in een schuur in Poesele een vrouw "bekenden". Hrandbrieven heeft hij zelf nooit geschreven. want hij is ongeletterd. 4° Dancel Everaert blijkt ook Wil/cm \'llll Wa/Ie te kennen. die meier was van Hansbeke, maar die "van sConincx vokk" naar Sluis had gebracht en ook later nog contacten onderhield met de vrijbuiters (33 ). Dancel noemt voorts ook de namen van Driesken de llee1; Hans Upstal (van Nazareth), ene f.:erl'laere (van Kortrijk): dezen - zegt hij - bevinden zich nu in Goes, maar zijn voordien ook in I lolland geweest bij graaf Maurits (34). Ook kapitein Cleygate is geen onbekende voor hem (zie verder onder 2). Dancel noemt ook nog de namen van enkele andere kompanen: Pauwels Verhurcht (van Brugge). Daneell'tlll Speyhrouck (wonende tussen Yosselare en Leerne) en ten slotte Miehiel Mortier. bijgenaamd de Schotsche Pieryne (35 ). Tot zover wat we konden "reconstrueren" uit de verklaringen die Dancel Everaert tijdens zijn verhoor atlegde. Hoe het met hem verder atliep, weten we niet. De sententie (= vonnis) tegen hem uitgesproken is in het archiefdossiertje niet voorhanden. Normaal zouden we mogen veronderstellen dat ook over hem een zeer strenge straf zal uitgesproken zijn. Daartegenover staat echter dat hij - inzake zware vergrijpen- alleen een groepsverkrachting heeft bekend en alle andere feiten (moorden, brandbrieven enz.) is blijven loochenen. Anderzijds heeft hij blijkbaar goed met zijn rechters samengewerkt door zoveel (militaire) informatie over de vijand in Sluis mee te delen. Heeft dit alles meegespeeld, om uiteindelijk toch zijn leven te redden? Het bevreemdende immers is dat we twee jaar later zijn naam (tenzij naamgelijkheid ons hier parten zou spelen!) aantreffen op de monsterrollen van de Gentse Oudburg van 1587 tot 1589 (zie Bijlage 3): zijn de daarop vermelde "Daneel en Lieven Evrard/Everaert fi. Adriaens uit Meigem" de beide broers van de terechtgestelde Yincent Everaert? Het kan bijna niet anders! Zou Daneel dan toch genade en een "tweede kans" gekregen hebben? Het zou kunnen verklaren waarom we hem van 1587 af aantreffen in het Gentse anti-vrijbuitersleger, nadat hij jarenlang zelf aan de vrijbuiterij had meegedaan ... Toch blijft het een ietwat dubieus verhaal.
368
2. Een memorienota over kapitein Cleygate, 1586 0
0
In het Gentse Oudburgarchief vonden we een documentje van slechts één enkele folio r /V met als opschrift "Memorie preparatoire dienende om ( ... ) Capiteyn Cleygate" (36). Het papier is aan de bovenrand lichtjes aangevreten, zodat niet de volledige titel leesbaar is. Het draagt geen datum, maar we zouden het stuk willen dateren medio juni 1586, vlak na de aanhouding van de beruchte vrijbuiterskapitein. In de Kortrijkse stadsrekening van I 586-1587 lezen we immers: "An Matthys van Reulx in redemptie van vier kannen wyn, ghepresenteert anden hailliu van Meerleheke met zyn assijstenten, ghemnghen hebhende den Capiteyn Cle_vgat (sic), vrybuyter. Per ordonnancie vanden 14 jun ij I 586: 8 f par." (37). In haar studie over de vrijbuiters vermeldt Els Guillemyn echter- maar zonder enige verdere toelichting- dat kapitein Cleygat(e) op 4 april 1586 "dood opgehangen" (sic!) werd (38). Waarschijnlijk moeten we dit aldus begrijpen dat hij toen -d.i. een tweetal maanden voor zijn aanhouding- hij verstek was veroordeeld en dat hij symbolisch (dood= "in effigie"?) werd opgehangen. Cleygate werd - blijkens de "Chronijcke van Ghendt" van Jan van den Vivere (zie Bij lage 4) - op 12 juni 1586 gearresteerd in Merelheke, d.w.z. op het rechtsgebied van het Land van Aalst en daarom naar Aalst gevoerd, waar hij in aanwezigheid van een aantal Gentse magistraten door de scherprechter werd ondervraagd. Dit is ook de reden waarom we in het archief van de Oudburg zelf geen spoor van zijn verhoor en/of sententie terugvinden. Waarschijnlijk is hij in Aalst gevonnist en terechtgesteld. Het hierna te bespreken document ("memorie preparatoire" genaamd) bevat een reeks aan Cleygate te stellen vragen en moest dus dienen om zijn verhoor voor te bereiden. De eerste zin van het document luidt: "Hem te vragene nopende zeker dobbel vern1et twelck zoude gheschiet hebben corts naer zyn vertreek naer Damme, twelck handelde met Willem van Wal Ie, meyere van Hansbeke, ende te weten wie daeraff al verstant ende de wetc hadden". Daarop volgt de zin: "Wat verstant dat zy hebhen met Gi lies (sic) van de Walle tot Hanshcke ende met Adriaen Ronsse gheseyt Bourlouse, muelenaere aldaer". Wat verder lezen we: "Wie dat hemlieden waerschuwt van tvolck van Rieheke, als zy hemlieden vervolghen ende van hemlieden over helpt over de Rivieren ende eten ende ander nootsakelicheden beschiet." Nog een andere zin van dezelfde memorie betreft ene "Godefroot vander Schuere tot Sint-Martens-Lathem ... (of) hy niet en bespied(d)e tvermoorden vande Souverains dienaers ende wie tzelve deden". En als laatste citaat nog een korte passus waarin de vraag gesteld wordt of ene "france ( ... ) ter tyt eeneghe correspondentie heeft met de .)'fuusenaers". De naam Sluis wordt hier nog een tweede keer vernoemd, nl. hij de vraag "waer dat woont eenen ghenaemt Hoerenverdriet, corts uut Sluus ghccomen zyndc, daer ghedient hebbende, ende wat intelligentie ( = contact, overleg, verstandhouding) zy met hem houden". Dit (allicht eerder vcrtrouweliJ.k) document is niet ondertekend,· wc weten niet van wie het uitoino . e e (mis· schicn de hoofdbaljuw die tot de vcrvolging moest overgaan?) en tot wie het gericht was. Maar één ding
369
lijkt ons zeker. Het vestigt de aandacht op mogelijke contacten tussen de vrijbuiters (Siuizenaars en/of andere) enerzijds en lokale "sympathisanten" (of moeten we zeggen: medeplichtigen: als spion, hulpverlener, gids?) die aan de vrijbuiters allerhande hulp. inlichtingen, voedsel enz. bezorgden en o.m. ook dienstig waren hij het oversteken van de rivieren (een thematiek die in onze bijdrage meer dan eens aan bod zal komen) . DCle memorie bevat een resem namen van "verdachte" personen van wie de kasseirijoverheid het vermoeden koestert (of misschien zelfs de zekerheid heeft) dat zij contacten hebhen met de "Siuizenaars". Namenmateriaal kan interessant zijn: enerzijds vanuit puur genealogisch oogpunt. anderzijds vanwege hun - al of niet in de literatuur over de Reformatietijd hekend staande - "ketterse" sympathieën. We beperken ons tot het namenmateriaal uit de (iets ruimere) streek rond Deinze, waarhij we de namen gcmal--shalve groeperen per gemeente, waar ze thuishoren. ;\arsde: Laurcins Willcms fs. Colaers ("van Thielt. wonende tot Aerselc"); /)en te t:~em: S tascn S pierync k t's. Joos; llunshl'kl': Jan de Brabantere ("tot Hansheke up Reyhrouck"); Licvin de Weerdt; Jan Taets gheseyt Raphael ("ollicicr tot Hansheke"); Gilles vande Walle; molenaar Adriaen Ronsse; f_eeme: Dancel van Spcyhroeck ("wonende tusschen Vorsciaere ende Leerne"); Lotl'nlllllle: Adriaen Wychuus; Meigem: Joos van Daele; Hans van Daele fs. Jo(ann )es; Merendree: France Mortier; Na-;,areth: Lieven de Cupere; PieterOpstal (39); Ne\'ele: Jacoh van Overvelt ("muelenaere van Nevele, wonende up tCasteel") (40); Martin Boterman; Ruiselede: Lameins van Crayenhrouck. Worden eveneens genoemd, zonder woonplaatsvermelding, maar toch met een of andere kwalificatie (die mogelijk tot hun identitïcatie zou kunnen leiden): ene Pieter van Driessche, "chirurgijn", en ene Lucas Curtvrient, "gheseyt treytlap" ('?). En er is ook nog de "weert int moriaenshooft" (zonder plaatsvermelding, maar het was een herberg in Hansbeke), die blijkbaar vermoord werd; boven het woord weert staat een naam bijgeschreven. nl. Francboys Denys, waarbij ons evenwel niet duidelijk is of dit de naam van de waard of die van de moordenaar is (41 ). Tot slot nog dit. Men zou natuurlijk de vraag kunnen stellen wat de waarde is van een dergelijke - ongedateerde en niet gesigneerde - "memorie" die allicht meer vragen openlaat dan dat we er kunnen beantwoorden. Maar uit het namenmateriaal blijkt alvast dat er verband is met heelwat gegevens uit het bovenstaande dossier-Everaert (zie onder nr. 1). Het is hoe dan ook een curieus en intrigerend documentje, waar mogelijk toch de ene of andere vorser zijn voordeel kan mee doen.
370
~~·
Hoe Pieter de Meyere, Deinse rebel, aan zijn einde kwam, 1586
Pieter de l\leyere, zoon van Auriaen, was geboortig van Deinze en kleermaker van beroep. Hij had in 158-t. het beleg van Gent meegemaakt, was meegetrokken naar Sluis en maakte dan de volgende twee jaren deel uit van het vrijbuitersleger, dat bij zijn strooptochten meestal in kleine benden opereerde. Velen van hen werden de ene of andere keer toch gevat, wetend wat hen dan te wachten stond: de galg. Anderen werden bij een van de talrijke schermutselingen gekwetsten/of gedood. Ook voorPieter de Meyere - van wie we eigenlijk niet weten of hij een overtuigde protestant dan wel een gewone avonturier was- is het kwalijk geëindigd. Einde augustus 1586 werd hij, met een paar van zijn gezellen- Jan van der Mersch fs. Jan uit lngelmunster (42) en Loys Kanitz uit Koningsbergen in Oost-Pruisen (43)- door landlieden die hen achtervolgd hadden, gegrepen en aan de Kortrijkse hoofdbaljuw uitgeleverd om aldaar door de schepenbank gevonnist te worden. In de Kortrijkse stadsrekening (M) lezen we dat een premie van 25 pond parisis werd uitbetaald aan Jan van Roouentorre, baljuw van Ruiselede, "met zyne onderzaeten ... over tgoedt debvoir by hemlieden ghedaen int apprehenderen (=aanhouden) van Pieter de Meyere, vrybuyter", geordonneerd door de schepenen op 03.09.1586. Uit de bewaard gebleven processtukken, waaronder het vonnis dat hem veroordeelde tot de dood "mette coorde" (45), kunnen we "Meyerkens" weinig vrome daden enigszins reconstrueren. Gedurende de rebellie van de stad Gent had hij daar dienst genomen onder kapitein Goy (vermoedelijk een der kapiteins van het Statenleger). Na de "reductie" of overgave van de stad Gent was Pieter de 7vleyere, de kans op een gratieverlening afwijzend, naar Sluis getrokken, "in dienst van de rebelse vijanden". Diverse keren was hij aldus "met complicen, schelmen ende vrijbuiters ghecommen zo op deze zijde vander Leije als op d'andere zijde om alzo te verdruckene de goede onderzaeten van Zijne Majesteit, zo gheestelicke personen als landslieden". Tegenover hun toevallige slachtoffers waren Pieter de Meyere en zijn vrijbuitersgezellen opgetreden "met straffe dreeghende woorden als met werpen in eaudoen watere ende andere ruuessen" en hadden hen dan, volkomen willekeurig handelend, gevankelijk meegevoerd naar Sluis. Aan Pieter de Meyere werd hovendien ten laste gelegd - wat veel erger was - dat in zijn aanwezigheid (en met zijn medeplichtigheid dus) sommige slachtoffers zelfs waren vermoord, "alleenelick omdat zij pooghoen ulieden te ontgaene", d.w.z. dat ze al vluchtend waren afgemaakt. In de loop van 1585 was Pieter dan zelf gevangen genomen in Doornik en aldus gekomen "in grooten dangiere van an de galghe ghehanghen te worden", samen met nog anderen van zijn kompanen, ware het niet dat hij daaraan ontsnapt was "hij intercessie van lieden met eeren", d.w.z. door tussenkomst van eerzame lieden die voor hem ten beste gesproken hadden. Die eerste, goed afgelopen verwittiging had hem nochtans niet wijzer gemaakt. Weliswaar gered, maar "daer duere nogtHans niet heweeght geweest tot een hetere leven, nemaer continuerende in hoosheit ende rchcllicheit", was Pietcr onmiddellijk daarna teruggekeerd naar Sluis om
371
er zijn vrijbuitershestaan voort te zetten. In de zomer van 15Xó was Pi eter aldus "met andere diverssche complicen commen bespieden sheeren strate tusschen Schelde ende Leie (d.i. de heerweg van Kortrijk naar Gent), legghende aldaer embusschadcn (=hinderlagen) ten verdriete vande cooplieden ende andere personen aldaer passerende, van welcke cenen coupman hij hulieden ghevanghcn es gheweest". Maar de vrijbuiters waren die keer door de landlieden achternagezet en uiteengeslagen ("verstroijt") en zo was Pieter de Meyere-samen met Jan van der Mcrsch en Loys Kanit1- gevangen genomen. De schepenen van Kortrijk maakten er korte metten mee en hun vonnis luidde: "condemnercn (h)u ande galghc dct.cr stede gheëxecuteert te wordene metter coorde zo datter de dool naervolghe, contisquicrcndc al ( h )u goedt. sConincx ons ghcduchten hcere protij te. Aldus ghepronunchiert ende ghcëxccutccrt 5cn scptemher 15Xó". Veroordeling én uitvoering van de uitgesproken straf dus op dezelfde dag nog. Zo ging dat vierhonderd jaar geleden: snel en onverbiddelijk als voor een krijgsgerecht J>ietcr de Mcycrc- zoals zijn stadsgenoot Guillame van Dale (zie verder onder nr. 5) en nog anderen (-l6)- stonden dus in het kamp van de "vijand". Maar er waren, bijna vanzelfsprekend, ook Deinzenaars die aan Spaanse zijde de vrijbuiters bestreden. Aldus h. v. Jan Roose, die in het voorjaar 15X7 genoteerd wordt op de monsterrol van de Gentse Oudburg die tegen de "geuzen" van Sluis werden ingezet (47), en Jan Tuutschaver idem in scptemher 15XX. In de jaren 15X7-15X9 waren verder nog - zoals we al zagen - I Petegemnaar. 3 Meigemnaars, ó Yinktenaars. 2 Wontergemnaars en telkens I jongeman uit Leerneen uit Zeveren in dienst bij het antirebellenleger van de Gentse Oudburg (zie Bijlage 3).
-1. De Yrijhuitl'rs Yan Sluis aan de Leie in Leerne, 15H6 Op en nabij een leegstaand pachthof in Sint-Jans-Leerne (dat voordien bewoond was door ene Gheemert 7/tutschavere) hebhen zich in de loop van 1585-1586 nogal vreemde dingen afgespeeld, die het liefst het daglicht schuwden. Er zou o.m. een bende van een veertigtal vrijbuiters uit Sluis verbleven hebben, die van daaruit allerlei operaties ondernamen, waarbij ze in de nabijheid van het kasteel van Ooidonk per boot de Leie overstaken, allicht om aan de overkant van de rivier, in Astene, overvallen te plegen langs de weg van Gent naar Kortrijk. Over die verdachte activiteiten werd - op 7 rnaart en nogrnaals op 13 rnaart 1586 - door de mannen van de Oudburg in Gent een verhoor afgenomen van een 40-jarige inwoner van Leerne, m.n. Daniël van Speyhrouck fs. Joos (48). Uit zijn verklaringen vernemen we dat die vrijbuiters niet alleen verbleven op het voormelde hof van Tuutschavere, maar ook op dat van Martin Mortier fs. Willems, eveneens in Leerne. Bij deze laatste, zowel in diens huis als in de schuur, hielden zich een aantal ( 14 of 15) vrijbuiters schuil, onder de leiding van ene Miehiel Mortier alias de Schotse/ze Pieryne en zijn kompaan, bijgenaamd Briefken (49). Pachter Martin en vrijbuiter Miehiel Mortier waren dus (toevallig?) wel
372
naamgenoten. maar niets in het archiefdossiertje lijkt erop te wijzen dat zij verwanten waren. Daniël van Speybrouck bekent dat hij onder de dwang van de vrijbuiters wel eens een of ander naar Mortiers hof heeft moeten brengen. maar hij voegt eraan toe dat hij daarna een briefje wilde schrijven aan ene Jan Liebaert op de Houtlei in Gent, met de vraag dat deze aan Geeraert Hebberecht, de hoofdbaljuw van Nevele. de aanwezigheid van de Sluizenaars in Leerne zou willen melden. Bovendien loochent Daniël van Speybrouck formeel dat hij met de vrijbuiters verder contact heeft gehad, b.v. om hen te verwittigen dat er Oudburgsoldaten naar hen op zoek waren of nog om hun te helpen aan een bootje waarmee zij de rivier konden oversteken. Wel heeft hij gehoord dat de vrijbuiters "doen ter tyt de Leije over gheraecten duer eenen die puerde (=een visser) met een schipken". Dat Daniël van Speybrouck van hulp aan de Sluizenaars verdacht werd, is- zo zegt hij- de schuld van ene Pauwels Verburcht, een kerel die zelf "te Sluus ghedient" had en die "hem tzelve valschelick anne secht" (= hem daarvan beticht). Diezelfde Verburcht zou ook beweerd hebben dat Daniël van Speybrouck "eeneghe hespen ofte andere spyse ghedreghen" zou hebben naar "capitein Cleygate ofte yemant el tot Bachte achter de kercke ofte elders", hetgeen van Speybrouck echter ten stelligste ontkent. Over deze totaal onbetrouwbare Pauwels Verburcht weet van Speybrouck overigens nog te berichten dat Verburcht - toen hij uit Aardenburg kwam om de koeien van van Speybrouck en van nog anderen terug te halen - "met zijn complicen ... violentiën ende fortse" (= verkrachting) pleegde op ene Grietken fa. Nicolas de Weerdt, een jong meisje dat daar in een schuur huisde. Dit wordt bevestigd door ene Seger Cockuut, die toen op van Speybroucks hofstede verbleef. Tussen de beide verhoren van Daniël van Speyhrouck in werd op I 0 maart 1586 ook Martin Mortier fs. Willems, gevangene, door Gillis Hehbcrecht, hoogbaljuw van Nevele, aan de tand gevoeld over zijn contacten met de Sluizenaars (50). Uit zijn getuigenis blijkt dat hij in mei 1585 overvallen werd door (zijn naamgenoot) Miehiel Mortier alias de Schotsche Pieryne en door de genaamde Briefken, die hem gevankelijk meevoerden naar de schuur van het pachthof van Gceraert Tuutschavere, waar een veertigtal Sluizenaars bleken te verblijven en die van hem een boot wilden om de Leie over te steken. Hij kon hun daar echter niet aan helpen. Ook een poging van de vrijbuiters om dan maar in Baarlede Leie over te steken mislukte. Teruggebracht naar zijn hoeve, kon Martin Mortier kort daarna naar Gent ontkomen waar hij een tiental dagen verbleef. Na zijn terugkeer werd hem door de vrouw van Ciaijs Boone verteld dat zijn twee paarden door de vrijbuiters meegenomen waren. Samen met de knecht van Jan Cochuttl en de zoon van Waulter van Zachmoorte/e (allebei ook Lcernenaars?). die eveneens elk twee paarden kwijt waren, trok hij naar Sluis om de paarden terug te halen -of heter om ze "terug te kopen", wat hun I<) pond groten voor de zes paarden samen kostte. Via Damme en Eeklo, waar ze overnachtten, geraakten ze veilig in Leerne terug. Later werden zijn twee paarden nog een tweede keer door de vrijbuiters "ontleend", nl. toen zij naar Drongen getrokken waren en aldaar ene Lau( re ins) Coopa/ vermoordden. Martin Mortier weet ook te bevestigen dat Daniël van Spcyhroeck door "de Schotschc Pieryne" met
373
zijn kompanen "ghevanghen ende gherendsoennert" werd. De gevraagde losprijs was "vier dobbel ducaten", die hun moe~ten bezorgd worden via Mortier en ene Willem \'llll Loo. Maar Martin Mortier was daar niet op ingegaan en veilig in Gent gebleven ... , "sluutcnde daermcde zijn verclaers". I loc dit alles dan voor de hetrokkenen is afgelopen, is ons uit de schaarse archiefdocumenten niet bekend. Voor Daniël van Spcyhrouck en Martin Mortier - heiden veeleer slachtoffer dan schuldige heeft het verhoor klaarblijkelijk geen echt hela~tende feiten kunnen opleveren en we mogen dan ook verondcr~tcllen dat te er. terecht. nog goed vanaf gekomen zijn met enkele bangelijke dagen in de gevangen I~. Alles hijeen een nogal vcrwarde fcitcncluster~? Wel lijkt het er alvast op dat deze "Leernse" zaak deel uitmaakt van een groter en complexer geheel; immers. enkele van de hierhovengenoemde personages kapitein Cleygate en Briefken h. v. en vooral de Schotsche Pierync -blijken ook op te duiken in enkele andere episodes (!ie onder de nr~. I en 2).
S. On•r dt• omTonu· dadt.'n t.'n clt.' tt'rt.'chtstt.'lling nm dt.' l>t.'inst.' kapitt.'Ïn Guillamc van Dale, ISSS Op 15 november 15XX velden de mannen van leene van de Gentse Oudburg vonnis in de zaak van kapitein (;uillamc van l>alt'. geboren Deinzenaar. Hij werd veroordeeld tot de vuurdood aan een staak, met contïscatie van al zijn goederen ten protïjte van de Koning. Aangezien we de volledige tekst van dit vonnis publiceren in de Bijlage 2. kunnen we ons hier beperken tot een beknopte weergave van de belangrijkste delicten waarvan hij werd beschuldigd (51 ). - Rebcllendienst. zowel ten tijde van Willem van Oranje, d.i. vóór 15X4, als na de val van Gent in september 15X4: Allerhande strooptochten. in 1586 of 1587, ten platten lande in het gezelschap van o.a. Pieter de utfJfJere. Ja11 de Bouvere. Joos de \;(Js en Ja11 de Croock: Dodelijke aanslag (pistoolschot) op de pastoor van Poeke; Vernietiging. puur uit wraak. van rentebrieven en andere waardepapieren ten huize van ene Joos de Meyere (familielid?); Afpersing van een bedrag van 25 pond groten ten huize van ene Gillis van Ooteghem (waarvan 5 pond als zijn persoonlijk aandeel in de buit); Doodslag in het Schuerveld (te Bellem) gepleegd op een dienaar van ene Cortewyle ("alsdan Souverain"); dader van het moordende schot was Jonckhloet (52), een van Guillame van Dales gezellen; Doodslag gepleegd (samen met Jonckbloet en Jan de Croock) op een minderbroeder; deze - en de vorige - doodslag moeten alleszins gebeurd zijn voor einde 1585 (want op 31.12 van dat jaar werd Jonckbloet terechtgesteld);
374
Diverse strooptochten die hij heeft uitgevoerd nadat hij compagniekapitein is geworden, m.n. in het regiment van Monsieur de Villers; Geplande (maar mislukte) overval met een groep van 40 gezellen op een konvooi nabij Eeklo; Overval (zes tot acht weken geleden) te Oostburg, met een groep van I I man, op vijf soldaten, die gevankelijk naar Vlissingen zijn gebracht; Oversteek over de Leie, met een groep van I I man, en gevangenname van een edelman met zijn dienaar en nog zeven andere passanten; onderweg naar Vlissingen om deze gevangenen te "rantsoeneren" (=een losprijs voor hen af te dwingen) werden de vrijbuiters te Lotenhulle aangevallen en konden hun gevangenen bevrijd worden. Dat op de som van al deze delicten, waaronder ten minst drie moorden, de doodstraf met het vuur stond, hoeft ons dus niet te verwonderen. Op I 0 november werd Guillame van Dale aangehouden te "Zulte bij Vive", samen met nog een van zijn kompanen; de overige elf man van zijn bende konden ontkomen. De kroniekschrijver voegt er nog als bijzonderheid aan toe, dat "deze twee stonden in eene bogaert en mespelen af sloeghen doense bespronghen waren". Op 15 of 16 november 1588 werden beiden te Mariakerke "levend verbrand" (53). Volledigheidshalve willen we hieraan toevoegen dat in het archiefdossiertje betreffende kapitein Guillame van Dale- benevens copie van zijn sententie- nog drie andere documenten aan te treffen zijn, die evenwel geen belangrijke nieuwe gegevens bevatten die niet reeds in de sententie van 15.11.1588 zijn opgesomd.
6. Het benauwelijk avontuur van de gebroeders Pietcr en Anthuenis van Uffele, te Astene aan de Leie, ISSS Op een novemberavond in het jaar 15R8 was Pieter van Hutl'ele in het huis van zijn broer Anthuenis (dat nabij de Lcie gelegen was) op de thuiskomst van zijn broer aan het wachten. Bij het vuur gezeten, werd hij door de vrijbuiters, "die thaerliedere huuse de reviere de Leije passeerden", overvallen en gevankelijk meegevoerd. Toen Anthuenis, bij zijn thuiskomen, "niet wetende van eenich gheruchte", aldaar van de andere inwonenden (54) het gebeurde had vernomen, durfde hij diezelfde avond de sergeant van kapitein Jan van Ooteghem (55 ), die met enkele van zijn Oudburgsoldaten op Wallebeke verbleef, niet meer gaan verwittigen "vuijt perplexiteijt ende vreese dat zij zijnen broeder, die zij mede hadden, vermoorden zouden". Pas 's anderendaags was Anthuenis, "bij ghebreke datter gheenen balliu en was", dan maar bij de pastoor aangifte gaan doen van het gebeurde. Een aannemelijk verhaal, zo te horen, waaraan de pastoor dan ook volledig geloof schonk. Maar op het kasseirijbestuur van de Gentse Oudburg dacht men er blijkhaar helemaal anders over, nadat de soldaten van kapitein van Ooteghem de beide broers gevankelijk naar Gent hadden gebracht om er onderboord te worden! Dáár moet het ver-
375
Briefvan pastoa r Wil/em m nder M ue Iene, dd 0 12 november 1588, over de vrijlating van de gebmeden Pieteren Amhuenis van Huffe!e (UBG, Fonds Vliegende Bladen, IV. AllO- Astene). 376
haal van Anthuenis nogal ongeloofwaardig zijn overgekomen, want al gauw staan de twee broers onder verdenking "dat zij eenighe aliancie ofte secret verstant zouden moghen ghehadt (hebben) metten vrijbuiters". Dit alles vernemen we uit een brief (56), die de pastoor van Astene, Willem vander Muelene (57), op 12 november 1588 aan de baljuw en de leenmannen van de Oudburg van Gent over deze aangelegenheid schreef met de bedoeling de vrijlating van de beide mannen te bepleiten. Enkele andere inwoners van Astene, met name Lieven van Damme, Lowijs de Hoosscher, Sijmoen Lambrecht en ene ... eerdt (de Weerdt? Libeerdt?), ondertekenden mede de smeekbrief. Wij schrijven- aldus pastoor vander Muelene - "uut christelicke liefde ende goeder affectie die wij hebben tot onsen prochianen Pieter ende Anthonis van Huffele, ulieder ghevanghenen, ... (die) wij zijn kennende voor lieden met eere ende simpel mannen, vrouch ende spade(= laat) nerstich zijnde om haerliedere aerbeijt voor hemlieden ende den haren den cost te winnen". Wij zijn ervan overtuigd- aldus nog de pastoor- dat de begane fout eerder te verklaren is "ex crassa ignorantia qua ex fraude aliqua" (= uit erge onwetendheid eerder dan uit enig bedrieglijk opzet) en daarom vraagt hij dat de gevangenen zouden vrijgelaten worden. tenzij voegt hij er diplomatisch aan toe - de heren van de Oudburg "met blijekende waerheden anders ende swaerlicker gheinformeert zouden zijn". In Gent had men inderdaad andere en meer bezwarende informatie. En die was gebleken uit het verhoor van de twee gebroeders van Huffele zelf, op 12 (?), 13 en 14 november, waarvan de protocollen in het Oudburgarchief bewaard zijn gebleven (58). Uit hun respectieve verklaringen - die elkaar soms tegenspreken (!)-kunnen we het werkelijk gebeurde ongeveer als volgt reconstrueren. Plaats van het incident was het huis van Anthuenis, dat stond ''tenden der dreve vanden huuse van Wallebeke", dus op de zuidkant van de Leie. Toen de vrijbuiters op de bewuste avond bij Anthuenis' huis kwamen aankloppen en er zich vervolgens - toen niet direct werd opengedaan - gewelddadig toegang verschaften door de deur open te trappen, waren de beide broers in huis, ook Anthuenis dus, die te bed lag en "van vernaerthede (= benauwdheid) ende perplexiteijt onder zijn coetse croop". De vrijbuiters waren met twaalf en onder hen waren o.m. Hans en Martin wmder Meere van Nazareth, gezeid Upstal (zie verder onder nrs. 8 en 9), als ook Joos de Pape (die) zone van den pasteur van Leerne was"! De vrijbuiters- zonder zelfs naar Anthuenis te vragen- dwongen diens broer Pieter "te helpen draeghen dyversche packen die zij van den wagenen ghenomen hadden" en namen hem vervolgens onder dwang mee. Zij zochten blijkhaar een hoot(je) om daarmee de Leie weer over te steken. Pieter loochent dat hij hun het "schipken" getoond zou hebhen van Gheeraert de Schinckele, dat gezonken aan de Leioeoever lag, en dat ze blijkhaar toch gevonden en gebruikt hadden. Anthuenis was - nadat de vrijbuiters zijn broer Pieter meegenomen hadden - thuis gebleven, zonder iemand van de gebeurde overval te verwittigen, ondanks het feit dat de meid Gheeroldijne (en mogelijk ook zijn eigen vrouw) hem daartoe had( den) aangezet; Anthuenis loochent in elk geval dat hij aan Gheeroldijne zou verboden hebben de soldaten te gaan verwittigen. Zoals voorts uit de getuigenissen van de beide vrouwen blijkt, wist hij
377
nochtans zeer goed (ofschoon hij ook dát loochent). dat de soldaten van kapitein van Ooteghem vlakhij op Wallehekc gelegerd waren. Tot zover de essentie van hun verklaringen. Maar hoc is hel dan afgelopen met de heide zgz. ''slachtoffers"? De rechters van de Oudburg hesehouwden hun resp. schuldaandeel als principieel verschillend. De oudste broer Pieter werd reeds op 14 november "geslaakt" (= vrijgelaten) uit de gevangenis, op voorspraak van "lieden van een~". m.n. Gillis Mathys en Anthuenis van Uffele fs. Anthuenis (waarschijnlijk een oom van de twee broers?); deze laatste moest zich overigens voorPieter borg stellen. op verbeurte van 50 gulden. Pieter kwam er zonder straf of boete van af. maar werd wel tot betaling van de gevangeniskosten veroordeeld. Over zijn jongere broer Anthuenis oordeelden de mannen van de Oudburg strenger. Uil de motivering van hun vonnis. uilgesproken op 24 november 15XX. blijkt dat zijn rechters uitdrukkelijk verwijzen naar het feit dal hij de vrijbuiters heeft laten ontkomen over de Leie. ondanks de aanwezigheid vlakbij van 15 soldaten van kapitein van Ootcghcm. die precies tot taak hadden "omme dezelve vrijbuiters te eranekene ende vanghene". Anthuenis had integendeel- ofschoon door Gheeroldijne (de) Schinckele daartoe aangespoord - nagelaten de overval direct te melden en aldus door zijn schuldig verzuim de aanhouding van de vrijbuiters belet. Desondanks is het vonnis nog relatief mild. Hij wordt veroordeeld lol de geseling "met scherpen roeden totten bloede" en mag gedurende de volgende drie jaren niet wonen in de onmiddellijke buurt (d.i. binnen een mijl) van de Leie tussen Gent en Kortrijk. Hij wordt ook veroordeeld tol het hetalen van de gerechtskosten. Al bij al een nog genadig oordeel, zo lijkt het ons.
7. Een overval door \Tijhuiters in Astene, 1589 In een oud handschrift in de Gentse Universiteitsbibliotheek (59) lezen we het relaas van een overval door "Staatse" vrijbuiters in Astene op Lichtmisavond 1589. Op die bewuste dag "zo ghebuerdet dat tAstene inden bos op dese zijde der wintmuelene ontrent den drij huere naer noene quamen vut ghespronghen dertiene vrijbuijters. wel voorsien van wapene". Zij vielen daar een konvooi aan, bestaande uit zeven kooplieden met hun escorte van vier begeleiders ("messagiers"), allemaal te paard, en overmeesterden ze. De vrijbuiters trokken met hun gevangenen in de richting van Zeeuws- Vlaanderen via Eeklo. Daar in de buurt botsten ze evenwel op kapitein Hansken van (H)ooteghem (60), die in opdracht van de Gentse kasseirij van de Oudburg de vrijbuiters moest bestrijden. Hij kon de gevangenen bevrijden en wilde ze terugbrengen naar het kasteel van Ooidonk, waar hij met zijn mannen gelegerd was. Te vroeg gejuicht. evenwel! "Commende al bij Oodonc zijn hemlieden ghevolght de vrijbuiters ende hebben se hem weder omme afghesleghen, midtsdat Hansken dochte dat hij al bij zijn kasteel was ende hadde veel van zijn knechten ghesonden in andre plaetsen". Hansken kon alleen twee Spaanse kooplieden redden. wier koopwaar bestond uit "kostelyc ghesteente". Uit dankbaarheid voor hun redding
378
hebben zij '"Hansken met zijn volc zeer heseboneken (=met drank getracteerd), midts dat zy tlijf behilden". Maar intussen "waren de vrijbuiters met de reste duere", weerom noordwaarts, "ende gheraeckten alsoo tot in Zeelant sonder eeneghe fortune thebbene". De gevangenen, in afwachting van hun vrijkoop, "wierden ghestelt ten grooten rensoene" (=op een hoog losgeld) . In die '"troebele" tijden werd- door de beide kampen- niets of niemand ontzien. En de krijgskans wisselde over en weer. In dezelfde Gentse kroniek, op de volgende pagina (f0 717), lezen we het "vervolg" op de Asten se overval: "Item acht daghen naer tvoorleden vanghen van de vrijbuiters te Duerle ghedaen ofte tAstene inden bos zo ghebuerde de reven ge (=revanche, weerwraak) bij ons volck ghedaen ontrent Ypere". Daar immers konden "ontrent 33 vrijbuijters" overmeesterd worden. De gebruikelijke straf voor zulke mannen - we zagen het al - was de galg ...
8. Over de gruwelijke dood van de Meigemnaar Jan (Hansken) van Ooteghem, kapitein van de Gentse Oudhurg, 1589 Jan of Hans(ken) van Ooteghem fs. Gillis was gehoortig van Meigem (geboortejaar onbekend). Hij was in februari 1587 ingelijfd als sergeant hij het kasseirijleger van de Gentse Oudburg dat werd ingezet tegen de vrijbuiters. Het jaar daarop, in september of oktober 1588, werd hij bevorderd tot bevelhebber of kapitein (zie Bijlage 3 ), in opvolging van de Gentenaar Jacques van Riebeke. Zijn eerste optredens zijn al dadelijk sucesvol: op 13 november 1588, bij een schermutseling te Zeveren, weten zijn soldaten een vrijbuiter neer te schieten, m.n. Miehiel de Costere uit Zwevegem, en een andere vrijbuiter, de Deinzenaar Guillame van !Jale (zie onder nr. 5 ), gevangen te nemen. Op Lichtmis 1589 zijn kapitein van Ooteghems soldaten gelegerd in Bellem, waar zij een bende vrijbuiters aanvallen en verscheidenen van hen gevangen nemen, alsook een aanzienlijke buit veroveren; maar een andere troep vrijbuiters slaagt er naderhand in de gevangenen én de buit te heroveren. Nog in dezelfde maand februari sneuvelen twee vrijbuiters en worden er drie anderen (onder wie de Astenaar Hans van Upsta/) in Stekene gevangen genomen. Maar dan keert de krijgskans. Op 15 maart 1589 valt kapitein Jan van Ooteghem nabij Kanegem in de handen van de vrijbuiters van het Schuurveld in Bellem. Hij wordt aan een boom gebonden en levend in brand gestoken. Hij kan zich losrukken en vluchten, maar wordt achterhaald en met een "pijcke" neergestoken; ditmaal ontkomt hij niet aan het moordend vuur (61 ). Meer details over deze gruwelijke weerwraak vanwege de vrijbuiters vcrnemen we in de verhoren van enkelen onder hen die later werden aangehouden, m.n. Jan Pailloeul (62), Pieter Marisoone alias Moocxken (63) en Bartholomeux van Gheldrc (64 ). Wc kunnen uit hun verklaringen opmaken dat de vrijbuiters (of althans een deel onder hen) geaarzeld hebhen om kapitein van Ootcghem ter dood te brengen en liever de mogelijkheid overwogen om hem tegen een van hun eigen gevangen kompanen uit te wisselen. Marten
379
\'llfl
Upstal (zie hierna onder nr. 9), razend wegens de recente aanhouding van zijn broer Hans. zou in
deze genadeloze wraakneming op kapitein van Ooteghem een belangrijk aandeel gehad hebben (65). Het lijk van de kapitein werd. op kasselrijko~ten. naar Gent overgebracht en de begrafenis had plaats in de kerk van de dominikanen. in aanwezigheid van de baljuw en andere vooraanstaanden van de Gentse ( h1dhurg (66 ). Jan van Ooteghem liet een wedll\ve en vier('!) kleine weeskinderen achter. Enkele weken na de dood van haar man. "jammerlicken vanden vyant vermoort zynde". vroeg zijn weduwe hij rekwest van 7 april 15X9 een "gracielike somme omme haer ende haer kinderkens te moghen onderhouden". Op l.f april werd haar door het College van de Oudburg een (eenmalige) som van 25 pond groten toegekend (67).
lJ. Ik gl'hrm.·
Eind februari 15X9 konden de Oudburgsoldaten in Stekene. bij een treffen met de vrijbuiters, twee van hen doden. m.n. Joos de Pape (6X) en Pi eter vander Stracten. en nog drie anderen gevangen nemen, o.w. Loyken de Manghelaere uit Ertvelde (69) en .Jan of Hans \"crmcere alias Upstaluit Nazaret (70). Deze laatste werd. na uitlevering aan die van de Oudburg. door hen aan de tand gevoeld op 11 maart 1589 (71 ). Het protocol van zijn verhoor vermeldt hem als "Hans Upstal ghezeyt Yermeere", maar in feite was het net omgekeerd: zijn echte naam was Yermeere (of van Meere/vander Meere) en Upstal was zijn bijnaam (72). Hij verklaarde geboren te zijn in Astene, 28 jaar oud (d.i. geboren ± 1561 ), nu dienende onder (geuzen)kapitein Ghistele die garnizoen houdt binnen Sermuiden (sic). Op de vraag naar zijn optreden als vrijbuiter antwoordt Hans Upstal dat zijn laatste "exploict was tusschen Astene ende Deynse". omtrent veertien dagen voordien. waar zijn troep een tiental personen - "zo kooplieden als ander passerende. allen te peerde" - gevangen nam, die hij ''met zyne complicen spolyeerde ende beroofde van ghelde ende zeker iuweelen van perlen". Een van zijn complicen, de bovengemelde "Paepen Joos", kreeg als zijn deel in de buit een pakje pareljuwelen, maar "tsanderendaegs viel (hij) in handen vanden Souverain, daer hy doot ghesmeten wierd". Hans Upstal zelf vluchtte met een van zijn kompanen naar het Bulskampveld; onderweg botsten zij op een "embuscade van wel 55 soldaten van huerlieden volck. die daer wachten het convoy van Brugghe". Naderhand kwam hij "boven Nevele" nog in gevecht met de Oudburgsoldaten. Uiteindelijk werd hij, zoals gezegd, in Stekene aangehouden. Dat is alles wat we uit het verslag van dit verhoor te weten komen over zijn eigen vrijbuitersactiviteit; als een van zijn informanten onder de landelijke bevolking noemt hij voorts nog ene Hans de Bouvere, geboortig van Lotenhulle en wonende in Poeke, die tweemaal de vrijbuiters "geassisteerd" heeft en die kort daarna zelf ook verhoord zal worden (73 ).
380
Het verhoor heeft blijkhaar onvoldoende gegevensen/of bekentenissen opgeleverd, want op 14 maart eist de baljuw - zowel voor Hans Upstal gheseit Venneeren als voor zijn kompaan Loys de f\1anghelaere - het "scherp examen ende torture", hetgeen door de mannen van leen van de Oudburg ingewilligd wordt (74). Deze tweede ondervraging (75) levert ook nog de namen op van enkele andere vrijbuiters. nl. Driesken de Bee1; Liel'in de Cuupere, Mattheeus van Bieshrouck (uit Menen), Hans Hoh·oet. Crijgher (sic}, Hans \'(In Deynse en ten slotte ook de naam van zijn (= Hans') eigen broer Maerten Upstal. over wie hierna nog meer. In het resolutieboek lezen we verder: "Wekker torture volcommen zynde, so heeft de voorn. bailliu ... ghetendeert ende gheconcludeert dezelve ghestraft te wordene metten viere"- de vuurdood dus. De baljuw preciseert dan hoe hij die wil uitgevoerd zien, nl. "tzelve (vuur) ghemaeckt vyf voeten rontsomme eenen staeck" en de veroordeelde(n) "daerbinnen loopende met eenen ketene". De mannen van leen vinden die laatste eis blijkbaar onnodig wreed en daarom winnen ze het advies in van enkele advocaten ("wysen" of"consultanten"). De eindbeslissing valt op 15 maart, nl. dat men Hans Upstal en Loys de Manghelaere "ter plaetse patibulaire straffen zoude metten viere zo datter de doot naer volght". En zo geschiedde, dezelfde dag nog (76). Zoals we al weten, zou zijn dood direct daarop gewroken worden met de nog wredere terechtstelling - door de vrijbuiters dan - van de Meigemse Oudburgkapitein Jan van Ooteghem, waarbij Hans Upstals broer een der ergste aanstokers en uitvoerders was. Hiermee zijn we dan inderdaad bij de tweede persoon van het gebroedersduo Upstal aangeland, nl. hij \lartin of Maerten Vermeere alias Upstal. Over hem hebben we geen eigen "dossier" (aanhouding, verhoor, sententie, terechtstelling ... ) aangetroffen, wel een aantal verwijzingen naar hem in verklaringen van zijn metgezellen. Die verklaringen te zamen vormen a.h.w. een soort indirect of schaduwdossier over (en tegen) hem. Van Martin Upstal is sprake o.m. in de ondervragingen en/of de sententies van de vrijbuiters Rogar Cauchement fs. Miebiels uit Waregem (77), Jehan Pailloeul genaamd de Wallenare (78}, Bartolomeeux van Gheldere fs. Marten uit Middelburg-in- Vlaanderen (79) en vooral in die van Hans Merschart fs. Jan uit Etikhove OW). Ook in het verhoor van hun "informant" Hans de Bouvere fs. Jans uit Lotenhulle (X I) komt de naam van Martin Upstal even ter sprake. Uiteraard kunnen we uit die verschillende, losse venneldingen geen (complete) akte van hesehuldiging betreffende de exploten van Martin Upstal opstellen, maar vast staat dat hij zeker bij twee moordpartijen betrokken is geweest, als mede- en/of als hoofddader, nl. "het exploit daer den ollïciael van Ghent was ghevanghen ende tconvoy vermoort" (dat moet plaats gehad hebben voor 20 februari 1589) en daarna de vcrbranding van de Oudburgkapitein Jan van Ooteghcm (op 15 maart 1589). Ook maakte hij -waarschijnlijk een hele tijd later- deel uit van een bende van ca. 40 man onder de leiding van Jan van Basselarc, die boven het Westveld (= Oostakker, nu Sint-Amandsberg) hadden "helpen afslaen ende plunderen twee waghenen, commende van Antwerpen, heladen met syde lackenen, specerie ende ande-
381
re coopmanschip, tJaerin ooc ghevonuen is ghev.·eest een pacxken ghelts van honuert dobbele ducaten, die ghy onder ulieden vyfve (nl. Jan \'llll Basselaere zelf, Jelwn Pailloeul. Bartolomeeux \'an Gheldere, Martin UJJS!al en flans Jacomyn) ghcdcclt hebt". Dit laatste wapenfeit vinden we vcrmeld in het doodvonnis van Jchan Paillocul dat op 19 maart 1594 werd uitgesproken OQ). Dit hetekent dat Martin UpstaL die op dat ogenblik blijkhaar nog leefde en op vrije voeten rondliep, al ten minste vijf jaar (nl. van maart 15X0 tot maart 1594) in de vrijbuiterij actief geweest was. Is hij ooit gevangen genomen'? Vcrmoedelijk niet. gezien het ontbreken van enig rechtstreeks dossierstuk tegen hem in enige (Gentse en/of Kortrijkse) archicthron. Mogelijk is Martin Upstal ontsprongen aan de dans die voor zijn broer Hans fataal is geweest'! Of is hij hij een of andere latere vrijbuitersactie gedood en aldus in de anonimiteit voorgoed verdwenen? Wc 1ullen het allicht nooit weten ...
10. El'n ch"dghdl'f uit Zl'l'land zaait onrust in Dl·inzl'. 1592
lkt kasseirijbestuur van de Oudhurg. op de hoogte gebracht van het feit dat de "vryhuuters uut Zeelant" naar Deinze "zekeren brief over ghesonden" hadden. vraagt "by missive" aan het stadshestuur uitleg daarover en wil ook graag in het bezit gesteld worden van het desbetreffende schriftstuk (vermoedelijk een zgn. "brandbrief'. waarbij onder dreiging van de "rode haan" een of ander wordt afgedwongen). Bij brief van 31 augustus 1592 antwoorden de Dcinse stadsbestuurders. dat zij het origineel van die brief niet in hun bezit hebben. maar wel een kopie ervan. die hun was overgemaakt door "wijlen Jan Cockuut". aan wie de brief eigenlijk was gericht. In het geïsoleerde archiefstuk ( 83 ). dat alleen maar het Deinse antwoordschrijven bevat, is er geen kopie van de "brandbrief' toegevoegd. zodat we dus naar de precieze inhoud ervan eigenlijk het raden hebben. alsook naar het motief waarom "die uit Zeeland" iets te schrijven hadden aan ene (ons verder totaal onbekende) Jan Cockuut, die trouwens intussen al overleden was. In de Deinse antwoordbrief. die nogal verward is opgesteld in niet altijd klare formuleringen, kunnen we een drietal items onderscheiden: In de Oudburgmissive moet sprake geweest zijn van ene Adriaen Bousse (een Gentenaar?) die "lof ende prijs hebben wilt van tguene (= hetgene) hij voor de prochiën ende onsestede zoude ghedaen hebben" ( 84 ). De Dein se brief beaamt zijn waardevolle tussenkomst: "Tes waerachtich, alzo wij zeere ghedreeght waeren vande vrijbuuters datzij ons verbranden zouden ende onze beesten ende peerden nemen". Toen de Deinzenaars wisten "hoe dat Adriaen Bousse naer Zeelani treeken zoude omme peerden van zijne parochiaene te gaen prouven (=proberen) telossene ( ... ), so hebben hier eeneghe van onzen inzetenen hem ghebeden, indien tquaeme dat hij bij de vrijbuuters vergaederde ende droncke, dat hij voor ons sprekene zoude ( ... ), dwelck hij dede zo hij ons gheseijt heeft als hij uut Zelant ghecommen es". Toen Jan Cockuut aan het Deinse stadsbestuur kopie van de vrijbui-
382
tershrief overmaakte, was dat "wel zes weken ofte twee nutenden naer dat den voornoemden Bmtsse uut Zeelant comen was". Kort na de ontvangst van Cockuuts kopie gebeurde het dat "zeven van onze burghers ende naest(e) ghehueren ghevanghen wierden, zo zij van meenijnghe (= plan) waeren van Deinse naer Ghendt te commen. dewelcke groot rensoen (=losgeld) naer haerlieder staet (=vermogen) gheven moesten", waarmee tegelijk de "dreeghementen" en eisen(= van de schrijvers van de brandbrief) vervielen. Nogmaals enige tijd later kwam ene "Capiteyn Matruut (85) alhier ligghene met zijnen volcke in garnysoene". Voor de Deinzenaars hetekende de komst van deze bevriende garnizoensoldaten een welkome verlichting, aangezien "die zwaerigheyt (=de druk vanwege de vrijbuiters) daermede vergijnck". Een bijkomend voordeel voor de Deinzenaars was bovendien dat de voornoemde kapitein de bevolking ervan verwittigde telkens "wanneer hij vernomen hadde dat hier vrijbuuters upt gheweste waeren". Driemaal was de kapitein aldus "in stede ghecommen". En op de vraag van "diveerssche van onze inzetenen ende burgers of hij gheen zwaericheyt upt gheweste en hoorde", heeft hij daarop - al naar gelang van de situatie -ja of neen geantwoord. En in bevestigend geval, "zo hij hoorde ofte wijste(= wist) dat zij up tgheweste waeren, heeft (hij) ons danof gheadverteert." De Deinse brief, op de rugzijde geadresseerd aan "Edelen ende weerden ende voorsienighen den Bailliu vanden Audenburch, residerende binnen der stede van Ghendt, Tot Ghendt", eindigde met de zeer vrome en beleefde formule: "Dat kenne den almoghenden Godt, Eerw. ende discrete heeren, Die U verIeene zijne gnaede, ons recommanderende inde uwe. Uut Deynse, desen lesten Oougste 1592. Bailliu, Burchmeestere ende Schepenen der Stede van Deynse, alle Uwe goede vrienden." Slotsom? Een typisch tijdsdocument, waaruit we concreet een en ander vernemen over de toen gangbare (vrijbuiters)praktijken én de wijze hoe daarop gereageerd werd, zowel door de bevolking als door het gezag. We moeten wél beseffen: wat Deinze overkwam, was geen uitzondering! In de vroege jaren '90 beheersten de "Staatsen" de facto nagenoeg het hele gebied ten noorden en ten westen van de Leie ( 86) dat ze helemaal onder "contributie" probeerden te dwingen, veelal met succes overigens. "Brandbrieven" waren daartoe een eflïciënt dreigmiddel. Meer daarover vernemen we uit de resolutieregisters van de Gentse Oudburg (87 ). We citeren enkele voorbeelden betreffende deze praktijk. Op I 0 februari 1592 wordt het opduiken geacteerd van twee brandbrieven (resp. gericht aan de Gentse H. Kerst- of Sint-Salvatorsparochie en aan de parochie Destelbergen), uitgaande van "eenen hem intitulerende ontfangher vanden hrwzdsclw 1 ende maente Iick (sic) contrihut ie van de Staten van de gheünieerde Nederlanden". Op 8 april 1592 wordt de aanhouding, te Leerne, geacteerd van een persoon die in het bezit blijkt te zijn van "dyversche brandbrieven, sprekende den cenen an die van Eecke" en de overige gericht aan de parochies Bachte, Sint-Maria-Lecrne, Meigem, Aalter, Baarle, Hansbeke, Knesselarc, Lotcnhulle, Nazareth-Oudburgs, Poesele, Ruiselede, Ursel en Zwijnaarde. Al deze brieven waren ondertekend door "Charles Everwijn en Jos Roussel, ontfangher ende controlleur vande contri-
hutiën int quarticr van Ghendt" en gedateerd 26 maart 1592. En op 20 mei 1592 worden ook brandbrieven gesignaleerd die gericht waren aan Afsnee. Deurle. Sint-Martens-Latem en Sint-Denijs. In die context is het derhalve niet moeilijk te gissen naar de vermoedelijke inhoud en bedoeling van de Deinse brandbrief. Misschien droeg hij zelfs de zelfde handtekeningen als alle andere hierhoven vermelde brieven ...
11. On-r t•t•n pst·udo-\Tijhuitl'r dil' solo opl'rl'l't·nle. Dt·inzl' ISlJ7 Op 25 juni 1597, tussen IJ en 12 uur 's nachts. krijgt Catherina de Langhe, weduwe van Pieter Bauters, op haar hofstede "hij Deinze" ongewenst bezoek van een haar onbekende man, die luidruchtig en brutaal toegang eist. Onder ;ijn dreigingen laat zij hem uiteindelijk binnen. Hij geert zich uit als vrijbuiter. meer bepaald zelfs "voor eencn van de principaelste hoofden van de vrijbuiters". Hij eist haar geld op. 1.oniet ;.al hij met zijn kompanen "den rooden haene door het huys jaeghen", d.w.z. de woning in brand steken. Om haar onder druk te zetten. beweert hij dat zich "ontrent den setven huyse noch 25 vrijbuiters" bevinden "ende ontrent Grammene ende Gotthem noch wel drye hondcri in ghetalle". Aangezien de indringer deze heide dorpen vlak hoven Deinze vernoemt. mogen we dus gerust aannemen dat de hofstede-Battters wel ergens diep op Deinze-Kouter, in de richting van de bovenvernoemde dorpen, gelegen was. Onder die zware dreiging met brandstichting weet hij de weduwe een som van IJ gulden en 5 stuivers af te dwingen "ende noch eenen gulden over de maerte (= meid)". Hij stelt zich daarmee evenwel nog niet tevreden en eist ook volop eten en drinken "naer weluste" (sic), zoals het archiefdocument (XX) dat nogal betekenisvol formuleert. En om het helemaal naar zijn zin te hebben, "neemt" hij ook nog "vleeschelijcke conversatie" met de heide vrouwen. "zijnde de maerte een ghehuywde vrouwe" ... De man die - naar later bleek -Charles de Groote fs. Willem heette en geen vrijbuiter was, maar onder dat mom "opereerde" uitsluitend voor zijn eigen belangen, werd enige tijd nadien aangehouden door de baljuw van Harelbeke en "pede ligato" (zo staat het letterlijk in de tekst van zijn vonnis) naar de gevangenis in Gent overgebracht. Wel vraagt hij "letteren van pardoene", d.w.z. "pardon" of genadeverlening. maar dat wordt hem door de Koninklijke Majesteit geweigerd. Op 19 juni 1599- bijna exact twee jaar na zijn wandaad nabij Deinze - veroordeelt het Hof van de Raad van Vlaanderen de bandiet tot de "doot metter coorde" en tot confiscatie van al zijn goederen. Op het Sin te- VeerlepJein te Gent wordt hij nog diezelfde dag opgeknoopt aan de galg.
384
12. (her de inname en plundering van Deinze en over de exploten van Pieter Hovaere alias Vulspieghele in Zeveren, Meigem en elders nog, 1599 Vermoedelijk in I 598 werd de stad Deinze door een troep van zowat 120 vrijbuiters overvallen en geplunderd. Dat zij de stad waren binnengeraakt ondanks het sluiten van de stadspoorten, hadden de vrijbuiters te danken aan ene Pieter Hovaere fs. Pieters, gheseyt Yulspieghele (=Uilenspiegel!), 28 jaar oud. die geboortig was vanAarseleen die de hele streek van Deinze blijkbaar kende als zijn broekzak. Hij was het immers die - na afspraak met de vrijbuiter Joos Goemaere, bijgenaamd "Speelmanneken" - diens troep zou "ghebrocht hebben naer de Ghentsche poorte, die duer zeker gat aldaer wesende inne zauden ghecropen hebben ( ... ) omme in te nemenede stede van Deynse ende die te plunderen". Voor die verraderlijke list had Speelmanneken aan Vulspieghele beloofd hem "alsdan te ghevene een goet stick ghelts''. Hij kreeg daarvoor "ontrent 29 stuivers". Die overval en plundering van Deinze (waarvan wij niet de juiste datum kennen) staat te lezen in het verslag van Hovaeres verhoor (89), waarna de rechtbank voor hem en zijn twee kompanen de doodstraf eiste (90). Hij werd, op 5 maart I 599, "in gebannen vierschaar" door de mannen van leen van de Gentse Oudburg veroordeeld om "ghevoert te wordene ter plaetsen patibulaire ghecostumeert ende aldaer gheëxecuteertte wordene metter coorde zo datter die doot naervolcht", met confiscatie van al zijn goederen ten voordele van (de vorstelijke schatkist van) Zijne Koninklijke Majesteit. Filips 111 van Spanje. Tegelijk werd beslist "up Hovaerts burst (=borst) ghevestight te wordene een billet ofte brief, met groote letteren inhoudende: 'Pieter Hovaere, fs. Pieters van Aersele, omme den vijant ende vrijbuiters thebben gheadviseert ende beholpen"' (91 ). Uiteraard had Pieter Hovaere nog heel wat meer op zijn kerfstok dan alleen maar het begeleiden van de vrijbuiters bij hun overval op Deinze. Dat weten we uit een ander processtuk, dd 0 I 0.02.1 599, getiteld "Poincten ende articulen daerby men ondervraeghen zal den persoon van Pieter Hovaere gheseyt Yulspieghele, ghevanghen upde presumptie dat den zeiven secreet verstant zau hebben metten viant" (92). Dit stuk, dat dus dienen moest als leidraad voor het af te nemen verhoor, bevat inderdaad een opsomming van allerlei vormen van samenwerking met de vrijbuiters, waarbij Pieter Hovaere zich o.m. schuldig zou gemaakt hebhen aan: allerhande contacten met de vrijbuiters, h. v. ten huize van de 31-jarige Gillis Zultemwn fs. Joos uit Meigern, "dair oick zaude hy gheweest hebhen den knecht van Maryn vande Yelde" (93); het "in het land brengen van de vijand'', zoals h. v. beweerd werd door ene Hansken Bruyneel, jongman uit Aarsele, die dit verklaard had aan Ghyselhrecht de Wulf; het overbrengen - aan de vrijbuiters - van de door de familie van de gevangenen betaalde "rensoenen" of losgelden, b.v. toen de vrouw van Gillis de Groot een som van 200 gulden overhandigde aan Hovaere ten huize van Rycke vw1 lh:tshnt~~he fs. Cornelis, herhergier in Aarsele (94); het "convoyeren" van de vijand hij "heede de ]etste exploicten hy Meyghem" (waarover dadelijk meer).
385
Nog andere vragen moeten aan Hovaere gesteld worden, o.m. "wie de persnonen zyn die hemlieden (=de vrijbuiters) de vlotten maeckten omme over Leye te gaene". enz. Ook zullen nog andere personen moeten ondervraagd worden. hetzij over wat ze van Pieter Hovaere weten. hetzij over hun mogelijk eigen aamlcel in bepaalde vijandige acties: aldus b.v. Liel't!ll \'Wl Pwys fs. Gheerolfs uit Meigem (<.J5) . .loos de Keyser 1\. Willems uit Sint-Jans-Leerne (Y6). Laureyns \'tmde Velde fs. Joos uit Aarsele (<.J7). Gillis de C/mote met zijn vrouw uit Meigem. Laureyns \'llll Heysre uit Nevele e.a.m. Uit al deze processtukken te zamen. en vooral ook uit de motivering van zijn doodvonnis blijkt meer dan duidelijk dat J>ieter Hovaere alias Uilenspiegel herhaaldelijk hulp en advies verleende en hand- en spandiensten bewees aan de vrijbuiters. voornamelijk in de streek henoorden Deinze, m.n. in Zeveren en in Meigem. In Zeveren h. v. had Pi eter t hlVaere een lachtigtal vrijhui Iers begeleid hij een overval "op zeker hruloft", ten hui1.e van ene Willcm de Clercq. wiens dochter gehuwd was. Hovacre was hierhij vergezeld geweest van een andere verdachte die contacten had met "de vijand". meer bepaald met Joos Goemaere of Joos den Speelman alias "5;f'eelmanneken". Voor zijn "assistentie" hij dit "upsmijten" van de bruiloft in Zeveren kreeg Pieter Hovaere door de vrijbuiters een pond Vlaams uitbetaald (<.JX). In Meigcm anderzijds was- tot tweemaal toe- een "exploict" (=raid) geweest van de vrijbuiters. Bij een van die heide overvallen had Pieter tüwaere een troep van 24 man (w.o. heel wat Engelsen!) begeleid. die aldaar "een pape vingen ten huuse van eenen auden man", maar de pape slaagde er naderhand in hun te ontlopen. zoals we lezen in het doodvonnis van een van de daarbij betrokken vrijbuiters, m.n. Roherr llouf'lll; een Engelsman uit de buurt van Oxford (99). Over die overvallen in de streek van Meigem-Zeveren-Vinkt worden in februari en maart 1599 nog andere personen ondervraagd. meer bepaald in verband met hetgeen ze over Pieter Hovaere te vertellen hebben. Onder die getuigen vinden we b.v. de 68-jarige Deinse smid PieterGalle fs. Segher (I 00), de 27-jarige .loos Yde fs. Pieters uit Aarsele (I 0 I). ene .Jan de Cleerck alias Waxhenaere (I 02) en nog anderen meer uit verderafgelegen dorpen (I 03 ). Dat het bij dit alles om een ernstige zaak gaat. blijkt o.m. ook uit het feit dat sommige van de verklaringen in de "pijnkelder" werden afgelegd. lees: afgedwongen onder tortuur "metter coorde" en/of "metten watere" ( I 04 ). Uit het bovenstaande blijkt bovendien hoe wijdvertakt het netwerk van sympathisanten-informantenmedewerkers met de vrijbuiters wel was en hoeveellandlieden op de hoogte waren van al deze minder of meer "secrete" contacten van hun dorpsgenoten met den vijand, waarover zij echter zoveel mogelijk zwegen. uit vrees voor represailles. Waren ze toch verplicht daarover te spreken, dan gebeurde dit vaak aarzelend, soms met tegenzin. vaak ook in formuleringen zoals "gehoord van", "zo men zegt", e.d.m. Het tekent een klimaat van wantrouwen. verdenking, vrees, pressie. In verband met (het gezin van) Pieter Hovaere nog dit detail: Pieters vrouw werd in 1599 genoemd in een toverijproces tegen ene Jeanne Crommelyncx. Vrouw Hovaere kwam er, na ondervraging, blijkbaar
386
zonder verdere moei! ijkheden vanaf (I 05 ). Had die verdenking van toverij misschien te maken met de .. ketterse" gezindheid van haar man-vrijbuiter? ...
* * * De twaalf hier gebundelde episodes overspannen samen een tijdsperiode van precies een anderhalf decennium na de "reductie" van Gent (1584 ). Op 5 maart 1599 eindigde Pi eter Hovaere gezeid Uilenspiegel zijn leven aan de galg en op 19 juni van hetzelfde jaar eveneens de solo-vrijbuiter Charles de Groote ... Ook in 1599 wordt Oostende ingesloten en dat zal zo blijven tot de stad in 1604 door de Spanjaarden zal belegerd en ingenomen worden. Dit vijfjaar durende beleg van Oostende (106) zal de druk vanwege de vrijbuiters doen verminderen. Na 1600 neemt het geweld inderdaad wat af en zijn er minder raids, alhoewel (I 07)! Het kasseirijbestuur van de Oudburg reageert daarop door een (onverstandige'?) vermindering van de antivrijbuitersstrijdmacht, die tot amper honderd man gereduceerd wordt (I 08). De ironie van het lot (of van de krijgskans?) wil evenwel dat precies in 1604, een maand voordat de vesting Oostende voor de rebellen verloren gaat, het stadje Sluis op 20 augustus opnieuw in handen van de Staatsen valt ... Hoe dan ook, vanaf zowat 1600 leek voor Deinze en omstreken het ergste toch alvast geleden, alhoewel waakzaamheid geboden bleef. Voor de periode van 1600 tot 1609 (=ingaan van het Twaal(jarig Bestand) hebben we geen archiefonderzoek meer gedaan. Mogelijk is ook voor die periode na 1600 hier en daar nog wel iets te vinden in verband met de vrijbuiterij in de streek van Deinze, maar een nieuw veelluik van nog eens twaalf episodes zit er zeker niet meer in.
387
Noten Ciehruikte afkortingen: ARA FGV OSAK OUDB RA( i RAK RK RvVI SBK liB
= !\I gemeen Rijk--archief Bru~~el = Fonds Goethab- VerlTUYs"e (in SBK) = Oud Stedelijk Archief Kortrijl... (in RAKI = Fond~ Oudburg Gent (in RAG) = Rijbarehief Gent = Rijk,archief Kortrijl... = Rekenl...amers (in ARA) = Archief Raad van Vlaanderen (in RAG) = Stad .. hihliotheel... Kortrijk = llniwrsiteitshihliotheek Gent = Vliegende Bladen (in UBGl
(I)
Joh. DECAVELE e.a .. Heteind l'elll een rebelse droom. Opstellen m·cr het call'inistisch hewinclte Gent ( 1577-15~4) en de· temgke·cr l'elll clc stad onclcr de gehoor:.aamhcic/1·an eh· koning \'(//1 Spanje ( f7.(J9./5~4) (Gent. Stadsbestuur. I98-l ). 128 hit..
( 2)
Op 9 februari 1582 \Verd Zeveren overvallen door de geulen. die er een "katholiek offider" door het vuur terechtstelden (SBK. FGV. codex 179. F 96). En op 2 januari 1583 werd Gottem overvallen door "de Staetschen", die er "gebrand" hebben cSBK. FGV. codex 179. f" 96). Gegevens over de toestand op het platteland rond Deinze in die/.elfde periode tijn ook te vinden in RAG. Land van Nevele. nr. 959 (Ferieboek 1583-1585). Met dank aan dr. Johan Decavele. die mij op deze archielbron attendeerde.
{3)
RAG. OUDB. 2197 (Enkwesten). Zie ook Ach. DE VOS, "De strijd tegen de vrijbuiters binnen de Kasseirij van de Oudburg ( 1584-1609)'', in: Handelingen l'a11 de Geschied- en Oudheidku11dige Kri11g van Gent, nieuwe reeks, dl. XI ( 1957 ). blz. 136.
(4)
RAK. OSAK. 2092 (Register criminele sententies, 1570-1591), F 173V 0 -I75. Joos Voet werd. bij sententie van de Kortrijkse schepenen dd 0 04.01.1586. geradbraakt. Zie ook Ant. VIAENE. "De vrijbuiters van Sluis in de kastelen ij van Kortrijk. 1585-1586", in: Handelingen I'Wl de Geschied- en Oudheidkundige Kring van Kortrijk, nieuwe reeks, dl. XIII ( 19341. blz. 283-28-t
(5)
RAK. OSAK. 1777 (Stadsrekening Kortrijk 1585-1586), F 63v 0 : "Anden voomomden Jan desMaresmet zynen compagnon ten cause dat zy ... ghereyst hebben inder nacht inde prochien van Ooyghem, Wielsbeke, Desselghem, Gotthem ende Grammene" ( ... ) by ordonnancie 18 E par." (26.04.1586). Zie ook Els GUILLEMYN, "Kortrijk. centrum van verweer tegen vrijbuitersakties", in De Leiegmm; Kortrijk. jrg. 23, afl. 2-3 (juli 1990), blz. 200.
(6)
UBG, Hs. 159 (=Kroniek \'(111 Gelll, 1566-1593), dl. 3, F 699: "Op den xxv in lauwe 87 tsavons ontrent den xen huere zo quamen de Sluyseneers te Deijnsse ende stekent inbrandeten diverssche staden ende inde hutten dander ghemaect waren vande lanslieden ende zilieden roofden de stat van Deijnsse ontrent inden ghetalle van een hondert soldaten vut
388
Sluys ende niemant en wasser teghen. men Iietse ghewerden". Zie ook SBK. FGV, codex 205/36, F 3085, en codex 179. t-o 98. Ook vermeld in A. CASSIMAN. Geschiedenis\'(/// /)einz.e (K.O.K.-Jaarboek 1953-1954), blz. 221. en in Els GUILLEMYN, De Vrijbuiters: XV/de-eeuwse gueri/lastrijders als voorposten in de Tachtigjarige Oorlog (Aartrijke. Uitg. Decock, 1990), 2 Jin ( 160 pp. tekst & 23 kaarten), blz. 123, sub 4 (met foute daturn 27.1 i.p.v. 25.1. 1587). Zie ook Bijlage -J. (citaat uit de "Chronijcke van Ghendt'' van Jan VAN DEN VI V ERE, blz. 38 I). (7)
UBG. Hs. 159. dl. 3, fo 699v": "Den 4en in sporele ( 1587) zo waren die van Sluys vutcomen ende hadden bespiet een scip oft twee dwilc quam van Cuerterick, gheladen met divers goet als sijden laken ende tluweel ende een scip daer veel wollen laken in was. inghels. rnaer dat escapeercle. Ende tsiclen laken was al ghenommen. veel harincx overboo(r)t gheworpen ende veel caes met botere ende Jen wijn den bodem in ghesleghen ende noch veel ander goet genomen, zoo veele dat tscip wel eene voet ghelicht was, want den viant was Lv persnonen sterc ende den scippers die namen zij mede ghevanghen ende deden zi hem draghen met den anderen den buyt naer Sluys, dwilc ghebuerde 011trent Gramene ende Maeche/en; den roof was menich duysent guldene werd!. daer mede den viant pasivelijc passeerde naer Sluys". Ook vermeld in SBK. FGV, codex I 79, f 0 98; SBK. FGV. codex 205/36, t-o 3089. Zie eveneens Bijlage 4 (citaat uit de "Chronijcke van Ghendt'' van Jan VAN DEN VIVERE. blz. 38 I).
( 8)
A. DE VOS. a.w., blz. 139-140.
(9)
Hugo VAN DEN ABEELE, "De wolven verleckert op t' mensenvlees. 1586-1783", in: K.O.K-laarhoek XXVII ( 1960), blz. 49-50. Van Renterghem kreeg vanwege het Kasseirijbestuur voor het neerschieten van een wolvin een premie van 20 schelling of zes carolusgulden uitbetaald (ibid., blz. 51 ). In april 1590 kon nog een andere Vinktenaar, Joannijn Baudonck, een wolf doodslaan (ibid., blz. 53) en in juli 1590 werd in Meigem een wolf doodgeschoten door ene Jan van Daele fs. Joos (ibid. blz. 55). Zie ook Jan VAN DEN VIVERE. "Chronijcke van Ghendf' (uitg. Fr. De Potter; Gent, A. Siffer, 1885), blz. 375 (a 0 1585).
(JO)
RAG. OUDB. 619 (Rekwest Joos van Yssche, 07.06.1589).
(JIJ
A. VIAENE, a.w., blz. 27'6.
(12)
A. DE VOS, a.w., blz. 169-170.
(I 3)
SBK. FGV, codex 179, fo I 0 I.
( 14)
Vcrmeld bij R. CASTELAI N, "De kassei rij Oudenaarde, slachtoffer van het militair optreden van Gentenaren en gereformeerde Hollanders ( 1582-1609 )'', in: /Je Gaverstreke . .Jaarboek 1984, blz. I 02.
(15)
SBK,FGV,codex 179,f'' 102.
(ló)
SBK, FGV, codex 179, F 102.
(17)
1<. CASTELAIN, a.w., blz. 119. De auteur vcrmeldt ook andere Leienvertochten door de vrijnuiters in juni 1593 en in oktober 1594, tclkcn~ tussen Petegcm en Machclcn (ibid., hlz. 121 ).
JX9
(I X)
RAG, J{vV I. X594. CO 4r 0 , en OUDB. 167. CO I U. betreffende de brand van de kerk van Grarnmene en de molen van Nevele.
(I 9)
RAG. OUDB, I 72. CO 16ro: "Upde reque~te van heer Jan vander Brugghe. pasleur van Vynct. te kennen ghevende vele ende dyversche dien~ten ghedaen thehhl·ne 10 int visenteren als administreren vande heylighe Sacramenten anden solJacten deser ~.:asselryc 10 hitmen Vynl'k. Loo ten hul Ie als dacr ontrent. is gheresolveert hem datwfl' toeled1 te doene tot drye ponden grooten ende datmen vanden tydt voort~ hem ~al passeren upde Rolle dry guldcnen ter macndt" ( 27.01.1599 ).
(201
RA< i. OlJDB. lfl9. t'' 26r" Ut~:tum 13.02.15951. Oot,. vcrmeld hij A. CASSIMAN. a.u:. hlz. 222.
(21 I
W. PREVENIER 1rcd.l. Cit'schit'denis
(22)
Antoon VIAENE.
(231
Achiel DI·: VOS.
(24)
Klaas MADDENS. "De krisis op het einde van de XVIde eeuw in de Kassetrij Kortrijk", in /)e Leiewmw. I ( 1959), hl1. 75-93: ID .. "De vrijbuiterij in West-Vlaanderen op het einde van de l6de eeuw", ih., I, hlz. 253-254; ID. "Het optreden van de Spaanse troepen in Zuid-West-Vlaanderen in 15X7-151.JO". ih.. VI ( 1964), hlz. 115.
(25)
Els GLJIJLEMYN. /)c l'l'ijhuitas..., hlz. 133 IPietcr de Meycre) en 136 (Guillame van Dale). Andere vermeldingen van militaire operaties in (of rond) Deinze tijn te vinden op hlz. 123 (nr. 4: plundering en hrandschatting in Deinze, 27.0 1.15X7): hlz. 125 (nr. I X: aanvallen op Petegem en omgeving. dec. 1591 & jan. 1592, toen de Lcie bevroren was); bl1. 127 (nr. 24: raids op Mcigem. waar hoeven in brand gestoken werden. en op Grammene, waar een boer vermoord en de kerk en huizen verbrand werden. eind november 1592); blz. 128 (nr. 27: overtocht over de Leie in Petegem, met brandschatting van rvlachelen. Kruishoutem. Nazareth en Huise. 30.06.1593 ); blz. 129 (nr. 29: Deinze platgebrand op last van de graaf van Zollens of van de Staten. 1593?) en blz. 129 (nr. 30: oversteek over de Lcie te Astene naar Nazareth. waar pastoor Desplanches werd vermoord en aan de kerkdeur een dreigbrief werd opgehangen tegen hen die - zoals de pastoor- een van hun makkers zou verraden).
(26)
Els GUILLEMYN. a.w.. blz. 131. Kapitein Cleygat werd "dood opgehangen" op 7 april 1586 (zie RAK, OSAK. I 007ter. f" 33v" /35v". en OSA K. I 778. f" 97v" ).
(27)
Zie noot 17.
(28)
Zie noot I.
(29)
RAG. Oudburg (inv. nr. I 05 ). We consulteerden voornamelijk de reeks Criminele enkwesten en sententiën (grosso modo de nrs. 2197-2204, 2217-2221. 2249-2250), alsook de nrs. 167-172 en 618-623.
(30)
RAK. OSAK. nrs. 1007ter, 1777-1778,2049 en 2092.
390
a.ll'.
tl.ll'.
(dr.
(dr.
~upra.
~upra.
l'llfl
f)ein:.e. dl. I (2003). hl1. 191.
on1e noot 4). hl1. 277-299.
on1c noot 3). hl1.. 131-175.
(J 1)
RAG. OUDB, 2197, dossier Daniël en Vincent Everaert c.s. (omvat een zestal verschillende documenten, alle gedateerd tussen begin september en medio november 1585 ).
(32)
Dit Everaert-dossier bevat o.m. ook een uitvoerige getuigenverklaring ("depositie ten laste van Vincent ... etc."), dd 0 l-L09.1585. door Joos Nemegileer fs. Gheeraerts, 34 jaar oud, inwoner van Landegem. die zelf enkele weken voordien, "inde kriectijdt", zoals ook zijn huurman Pieter de Wu(l en ene Ma rijn Adaems, "ghevanghen es gheweest van zeven soldaten die in dienste waren ter Sluus ende onder de welcke dat waren Daniel ende Vincent (ofte Feysin) Everaert''. hetgeen "ghebuerde ontrent den eenen vanden nacht". Zij werden via Nevele naar een hoeve in Meigem gebracht. waar zij gevangen gehouden werden door twee van de zeven soldaten, terwijl de andere vijf op strooptocht trokken: Marijn Adaems kon echter ontsnappen. Nemegileer hoorde daar van de soldaten (o.w. ene Putte van Roeselaere) het relaas over het versmoren van een boer van Tielt in een gracht. Zij zouden overigens geprobeerd hebben hetzelfde te doen met Pieter de Wulf, om hem een "rantsoen" van 20 pond groten af te persen. Ook Nemegileer werd -onder gelijke bedreiging van versmoord te worden -opgebracht naar een hoevewal ("te Loo up thof van Pieter Mestach"), welk lot aan hem voltrokken zou zijn geweest door "een lnghelsman met zyn pycke". ware het niet dat Nemegheer uiteindelijk een "rendsoen" van 16 pond groten beloofd had. dat dan een tweetal dagen later gebracht werd door ene Simoen A/get. Nemegheer verklaart ook dat hij van de vrijbuiters "leelicke ende enorme woorden·· hoorde. o.m. de godslasterlijke uitspraak: "Wildt ons Godt nyet, den duvel bidt om ons".
(33)
In hetzelfde archiefdossier-Everaert (RAG, OUDB, 2197) bevindt zich ook het protocol van het eerste verhoor, op 26.10.1585 afgenomen van Willem van Walle fs. Pi eters, oud ca. 30 jaar, "meier van Hansbeke gheweest ontrent 8 maenden, ghevanghene binnen den Gravencastee Ie". Hij was daags voordien. op 25.10.1585. aangehouden.
(34)
Maurits van Oranje ( 1567-1625), graaf van Nassau, in 1585 stadhouder van Holland en Zeeland. later van de Verenigde Provinciën. Zie ook noot I 07.
(35)
We vonden nergens enige verklaring van het feit dat deze man - Miehiel Mortier - de vrouwelijke bijnaam "de Sclzotsclze Pieryne" had. Droeg hij misschien de op een vrouwenrok gelijkende Schotse "kilt"'? Onder de vrijbuiters, die vanuit Oostende opereerden, kunnen zich Schotse soldaten bevonden hebben.
(36)
RAG. OUDB. 2250 (los stuk, s.d.). Deze "Memorie", die we in 1586 moeten dateren, bevindt zich echter in een archiefbundel waarin zich in principe stukken van ná 1600 bevinden! Anderzijds staat ergens in de "Memorie" als tijdsbepaling de term "corts na de reductie" (d.i. 1584), wat dus kan gelden als terminus post quem inzake de datering van dit stuk (zie ook noot 38).
(37)
RAK, OSAK, 1778 (Stadsrekening Kortrijk 1586-1587), t"O 97r 0 •
(38)
Els GUILLEMYN, a.w., blz. 131. Eigenaardig is anderzijds dat A. De Vos (a.w., blz. 158-159) deze zelfde ''Memorie" (Oudhurg 2250), waarin "aan de gevangen kapitein-vrijhuiter Cleygate een hele reeks namen van verdachte personen voorgelegd" worden, pas ter sprake brengt hij de gebeurtenissen van 1599, alsof hij toen nog in leven ware, quod non! Cleygate was toen immers allang dood, zoals o.m. nog blijkt uit een archiefstuk van 1590, nl. het verhoor van de vrijhuiter Hans Merchart in dato 22.02.1590 (geacteerd in RAK, OSAK. I007 ter, fo 34r0 ), waarin Merchart - spreke1~d over een veel vroeger gebeurde vrijhuilersoverval op een schip- vcrklaart dat "daer mede waren Cleygaf (doof), Casimirus (dool), l
391
~~.:hien laten (mi' !leiden door het feit dat dit ar~.:hicfstuk
ti eh bevindt in een Iia~ met donnnenten van na 1600 (zie onze
noot 36 )'!
(.NJ
u~ (ilJILI.I:MYN. l/.11'., bit. 1.'7. vcrmeldt in haar vrijbuiterslijst de twee gebroeders Hans en Martin van Moerc. bijgenaamd Upstal. uit Natarcth I tic RAG. RvV I, X594. 39-4!h· 0 en 42-4."\, en RvV I. X559, I" 43-56 en X6-91 ). Ik in de "mcmoric-Cicygate" vermcldl· "Pictcr Op~tal tot Natarcth" kan hun broer geweest tijn. Zie ook noot 72.
r·
(40 J
I. v.m. doe molenaar Jacob van Ovcrtfclt vcrwijten we naar een korte bijdrage in 1\Gr: -Confllcthlad. jrg. 25 ( 2005 ), waarin vcrtl'ld wordt hoc tijn toon Jan in het molcnhui~ van Sint-l\taria-Lccrne in 1619 een doodslag pleegde op ene Adriaan KL'IIcn,. In dat jaar "a~ tijn vader Jacoh 71 jaar oud: in 15X6 moet hij dus towat 3X jaar oud geweest zijn.
(41 l
Bcwstiging van nntc toc,chrij' ingaan llan,hcke vinden wc hij N. KERCKHAERT. Oude Oostl'laamse hui.\'lwmen. dl. ."\ ( ( it·nt. llJXJ l. hit. 23."\. Onder het trefwoord Moriaan,hoofd vcrmeldt hij die herberg te Hanshckc in 15X7. met ab citaat (uit RACi. Oudburg 2197): "ab ty den mnort ghcdacn hadden vtmden weert int moriacnshooft".
( 42 l
'll.•rt•chtgc~tl'ld. ~amen met Pictcr de Meycrc. op 05.09.15X6. Zie ook Ant. VIAENE.
a.w., hlz. 2XX (suh nr. 23 ), alsook l·:ls (iliiLI.FI\IYN, a.ll'., hit. 1.17. met vcrwijting naar RAK. OSAK. 2092. fo 171r"/v 0 , en ARA, RK. 133XI, I" 40V 0 /4 I.
(4J l
Loys Kanitt fs. Lietkrik wa~ al vier dagen eerder. nl. op 0 1.09.15X6, terc~.:htgesteld. Zie A. VIAENE, a.w., hlz. 2XX (suh nr. 21 ). alsook Els GUILLEi\IYN. l/.11'.. hit. 135. met verwijting naar RAK. OSAK, 2092, F 193r0 /V 0 , en ARA, RK. 133X I. t"' 45v 0 •
(44)
Ik aanhouding van Pietcr de 7-.leyerc staat vermeld in RAK. OSAK. 177X (stadsrekening 15X6-15X7), F I lOr''.
(45)
RAK. OSAK. 2092. f" IY4r 0 / \ ' 0 , alsook OSAK. 1007ter. F 34r'' (als "Meyerken van Deinse" vermeld in het verhoor van Hans Merschart op 22.02.1590). Zie ook A. VIAENE. (Ut:, blz. 2XX (suh nr. 22), alsook Els GUILLEMYN, a.w., bit. I JJ. Opmerkelijk is dat in een Kortrijks handschrift. nl. SBK. FGV, codex 179, F 98, vermeld wordt voor dattelfdc jaar: "Deynse: een man van aldaar te Mari(a)kercke verbrand om moord op zijn oom: 11 april 15X6"; dit is duidelijk een ander geval dan de tere~.:htstelling van Pieter de Meyere (en trouwens vijf maanden vroeger), maar het is ons niet hekend om welke Deintenaar het in dat geval gaat.
(-ltl)
Els GUILLEMYN. tl.ll:. blz. 132. vermeldt nog een vrijbuiter uit Deinze. m.n. Dancel Danens, over wie zij verder geen bij.wnderheden meedeelt. In RAK. OSAK. 1007ter, f 35, lezen we (in het verhoor dd 0 22.02.1590 van Hans Merschart fs. Jans. uit Etikhove. geëxecuteerd op 23.02.1590): "Daneet Danens van Deyme die nu scriver es van capitain Banckert (?) van Ghent. die nu capitain es in een oorlochsschipken" (zie ook noot 80).
{47)
RAG, OUDB. 618 (Monsterrol. 09.02.1587). Zie A. DE VOS, a.":· blz. 169.
(4X)
RAG. OUDB. nr. 2201 (Getuigenis Daniël van Speybroeck dd 0 07.03 en 13.03.1586). De archiefstukken betreffende de verhoren van Daniël van Speybrouck en van Marten Mortier (zie noot 50), gedateerd 1586, bevinden zich, vreemd, in een bundel Enkwesten uit de periode 1620-1629, waarin ze chronologisch eigenlijk niet thuishoren!
392
(49)
Briefken was Je hijnaam van Cornelis de Crudenare (zie Els GUILLEMYN, a.w., blz. 132. met verwijzing naar RAK. OSAK. 1007ter. f" 33v 0 -J)v 0 ).
(50)
RAG. OUDB. 2201 (Getuigenis Marten Mortier. dd 0 10.03.1586).
(5 I)
RAG. OUDB. 2197: dossier Guillame van Date ( 1588). Zie ook A. DE VOS. a.w., blz. 140.
(52)
Els GUILLEMYN, a.w.. blz. 135: Jonckbloet was de bijnaam van Claus Hoefnaegele fs. Thomas. een Bruggeling: hij werd terechtgesteld op 31 december 1585 (zie RAK. OSAK. 2092, f" 167v 0 /168v 0 ).
(53)
UBG. Hs. 159. dl. 3, f"O 725: "eenen Gillame van( den) Date van Deijnsse, ... die te voren kapiteijn van de guesen gheweest hadde ... ende was levende verbrant tot Marikercke op den xven. ( ... ) Ende zij waren zij dertiene te Zulte bij Vive. de elleve verliepen!. maer deze twee stonden in eene bogaert en mespelen af sloeghen. doense bespronghen waren". Vgl. ook Bijlage 4. Zie voorts SBK. FGV. codex 205/36, t"O 3245. alsook Els GUILLEMYN. a.w.. blz. 136.
(54)
Andere inwonenden waren de vrouw van Anthuenis van Huffele, genaamd Marie de Vey fa. Claijs. 30 j. oud, alsook Gheeroldijne Schinckele fa. Gheeraert. 15 à 16 jaar oud, die (als meid?) een drietal weken in het huis van Anthuenis had gewoond. Het verslag van hun beider verhoor. resp. op 23.1 I en op 16.1 1.1588 afgenomen. is te vinden in RAG. OUDB. 2197. Ook Gheeroldijnes vader, Gheeraert Schinckele (geboortig van Eke. ± 37 jaar oud, en woonachtig te Sint-Jans-Leerne bij het kasteel van Ooidonk). werd in deze zaak verhoord: hij verklaarde dat "hij een schipken houdt op de Leye". dat hij ermee naar Astene gevlucht was en dat het daar gezonken lag. Hij bevestigt dat Anthuenis daar weet van had "als daermede dyversche persnonen overgheset hebbende". Gheeraert lijkt impliciet de verdachte contacten te bevestigen van Anthuenis van Uffele ("die wel een jaer ofte daerontrent ghewoont heeft int huus staende aenden aert", d.i. aan de Leieoever) met de vrijbuiters.
(55)
Jan van Ooteghem (zie verder onder nr. 8, alsook in de Bijlage 3).
(56)
UBG. VlBL JV-1-10, trefwoord Astene. Zie hierover ook Paul HUYS, "Vrijbuiters KOK-Kontakth/ad, Vlll/5 (juli 1988). nr. 1000. blz. 994-995.
157)
Willem (Guillelmus) vander Muelen(e), was een geboren Deinzenaar: in zijn geboortestad was hij - in het "Wonderjaar" 1566 (= Beeldenstorm) - "vicecureit" of onderpastoor; vanaf 1571 (zie het Penningkohier 1571) was hij pastoor van Astene, tot aan zijn dood in 1605. Tussen I 587 en 1600 was hij tevens deken van Deinze. Een "naïeveling" zal hij dus wel niet geweest zijn ...
(58)
RAG, OUDB, 2197 (Criminele enkwesten 1521-1589), los stuk: verhoor van Pieteren Anthuenis van Huffele. 13 en 14 november 1588.
(5lJ)
UBG, lis. 15lJ, dl. 3, f' 716v 0 . lietzelfde incident is ook vermeld in de "Chronijcke van Gendt" van Jan van den Vivere (zie Bijlage 4 J, alsook verkort overgenomen in twee Kortrijkse handschriften: SB K. FGV. codex 179, t"O I 00, en codex 205/36, f' 3251-3252. Zie ook Els GUILLEMYN. a.w., blz. 145.
(ói)J
Zie Ach. IJE VOS, a.w., bi!. 140.
111
Astene
111
1588" in:
3<)3
({JIJ
SBK. HiV, cmlcx 179, f· 100. Zie ook El~ GUILLEI\tYN. a.ll'., hit. 71. en A. DE VOS. a.ll'., blz. 141.
( 62 J
RAG. R vV I. X55lJ. r 43-51: Vcrhoor (in het Gravcnka-.tcel J van Jan Pailloeul fs. Philips. 2X jaar oud, op 14.03.1594. Onder tijn kompanen vcrmckh hij Jaspar lloii'Ot't. Martin Upstal, tie Sclwtsche Piaym•, Jan I'Clll Hastt'laert•, Duc /Ja!l·t·. Fruitgen c.a.m.- De 'enlentie (vormi"l dd 0 19.03.1594 van Jan Paillocul alias Wallenare is geaklccrd in RAG, RvVI. X594, r· 30-40.
(63)
RA< i. RvV I, X55lJ. I' 53-55: Verhoor, op 15.03.1594. van Picler Jfari.wwnt' fs. Nicolaeis alias Moocxkenuit Erlvclde, 2."\ jaar oud. Zie ooJ.. noot 65.
(64 l
R i\( i. R v V I. X55lJ. f X6-9 I: Verhoor. op 2X.06.1594. van Hartholnmeux van Ghcldrc fs. Martcn, ± 40 jaar oud, gehoor! ig van 1\1 iddclhurg-in- V laandcrcn. een geweten brouwer. !lij heJ..enl dat hij mei Picta cle Clerq gczeid Dompe. Ja 1par lloil·ot·t. Martin Op.1tal. /Juc J>ail•t•. Hrit~fkcn. /I all.\ Jacomy11. de Schotsclw Pie1~\'IIC "ende andere wel sterck tol 40 ... (is l ghcwcc'l int ex ploiel daer dool bleef den capitein van Ootcghcm. houdende hy die sprcect de scntinelle, tomkr handt ghc,tcJ..cn thchhcne anden ...elven Ontcghcm". In dil vcrhand vcrmeldt hij dat onder Je vrijbuiters beraad werd gehouden over hel lot van Je gevangen J..apitein. waarbij o.m. Je overweging viel "dat Anskin (= Hans) Upstal ghevanghen wa" binnen Ghcnd die ty Jaerjcghens meenden ghcwisscll thebhenc. ncmacr dat Je meeste dronghen JatlliL'n hem vcrbranden toudc". - De 'cnlcntie (veroordeling tol Je vuurdood) van Bartholomcux van Ghcldrc, dd 0 01.07.15lJ4. staat gcaktcerd in RAG. RvVI. X5lJ4. 4r 0 /v 0 •
r·
(65)
RAG. RvV I. X55lJ. f" 55: Vcrhoor van Pil•tcr Mari.wollt' alias lvloocxken, die in verband met Je "verbranding" van kapitein Jan van Ootcghcm tcgt Jat hijtclf "heeft ghchoort dal Marten Upstal tzelve dede omdat zijn broeder ghevanghcn was".
(66)
Zie Ach. DE VOS. tu,·.. blz. 141.
(67)
RAG. OLIDB. 619 (rekwest van weduwe Jan van Ooteghem. dd 0 07.04.1589).
(68)
RAG. OLIDB. I 64, f" I 4v 0 • dd 0 01.03.1589. Joos de Pape (of "Paepken Joos") was de zoon van de pastoor van Leerne, zoals we weten uit de vem1elding daarvan in verhoren en/of sententies in procesdossiers van enkele vrijbuiters, o.m. RAG. OUDB. 2197: los stuk dd 0 11.03.1589, verhoor van ene Janne Slock fa. Franchois, ± 36 j., wonende in Sint-Martens-Lecrne. die verklaart gekend te hebben "Papen Joos ... die zy ghesien heeft laestleden up teasteel van Oodonck. upt neerhof daer zy was". Zie ook RAG, OUDB. 2197, los stuk. verhoor Hans de Bouvere: "seght wel te kennen Joos de Pape ende eenen ghenaemt Briefken (zie noot 49) ende eenen ghenaemt Spoele" (zie noot 80).
(ó9)
DE VOS, a.w.. blz. 141. Zie hiervoor RAG, OUDB, 164, f" 14v 0 en f" 15r0 (resoluties dd 0 01.03.1589), f" 17r0 (dd 0 08.03.1589). f" 19v 0 (dd 0 I 1.03.1589), 20v 0 -2 I r 0 (scherp examen van Loys de Manghelaere op 14.03. I 589), 2 I V0 (dd 0 15.03.1589) en 24v 0 (dd 0 24.03.1589). Het vonnis van Loys de Manghelaere !dd 0 15.03.1589) in RAG, OUDB, 2197 (in de "Chronijcke van Ghendt" van Jan van den Vivere wordt hij "Loyken van Selzaete" genoemd; volgens A. De Vos was hij van Ertvelde ).
394
(70)
Bevreemdend is dat we ook al twee jaar eerder deze Jan Upstal uit Nazaret aantreffen in een reeks van aangehouden vrijbuiters: cfr. RAG. OUDB. 162, t'O 2r 0 , 2v 0 en 3r0 (Oudburgresoluties resp. dd 0 7, 8 en 9 jan. 1587: "Syn ghelesen de sententies van Joos de Vleeschauwere fs. Adriaens van Waesberghe. Adriaen de Clerck fs. Adriaens van Gendt, Jan Upstal mn Na~arette ende Anthone Caretie fs. Jans van Rogain by Guyse: gheresolveert ende ghearresteert de zelve sententië. alzo te pronunchierene"). De inhoud van de sententie zelf kennen we niet; de doodstraf kan het voor Jan Upstal niet geweest zijn. zoniet kon hij in I 589 in Stekene niet opnieuw actief geweest zijn als vrijbuiter.
(7 I)
RAG. OUDB. 164.
(72)
Els GUILLEMYN. a.ll'., blz. I 37, vermeldt de gebroeders Upstal-allicht op basis van een verkeerde lezing- als van Moere. In alle door ons geraadpleegde archiefteksten hebben we altijd als familienaam Vermcere(n), vander Meere(n) of l'an Meere aangetroffen (zie o.m. noten 74 en 8 I). Zie ook Bijlage I (over Hans vander Moere gezeid Schoonaert).
(73)
RAG. OUDB. 2 I 97 (los stuk: verhoor Hans de Bouvere; datum bovenaan weggevreten. vermoedelijk I 1.03. I 589).
(74)
RAG. OUDB. 164, F 18V 0 (resolutie dd 0 I 1.03.1589: "Is gheëxamineert Hans Upstal ghesyt vander Meeren"), F20v 0 -2l ro ( dd 0 14.03. I 589: "scherp examen ende torture"), F 21 V0 ( dd 0 I 5.03. I 589: sententies geprotesteerd & consultatie van advocaten & bekrachtiging van de sententie); zie ook ibid. t'O 24v 0 (dd 0 24.03. 1589: uitbetaling aan de vier "consultanten").
(75)
RAG. OUDB. 2197 (2e verhoor Jan Upstal op 14.03.1589).
(76)
In het verhoor van een andere vrijbuiter, m.n. Hans Merschart (RAK. OSAK. ]()()7ter. t'O 33) lezen we dat "Jan Upstal te Ghent verbrant hadde gheweest". Betreffende de moord op de Oudburgkapitein Jan van Ooteghem op I 5 maart 1590 (cfr. supra) zegt Merschart gehoord te hebben dat Martin Upstal met grote betrokkenheid en heftigheid aan die moord deelnam uit wraakgevoelens wegens de gevangenname van zijn eigen broer Hans. Volgens de "Chronijcke van Ghendt" van Jan van den Vivere, blz. 389, werden "Hans f~{te Anten van derMeereende Loyken van Selzaete" op 15 maart 1589 geëxecuteerd "metten viere. al levende. te Mariekeercke" (zie Bijlage 4).
07)
RAK. OSAK. I 007ter, fo 32v 0 en 33 (verhoor Rogar Cauchement fs. Miebiels uit Waregem op 20.02.1590: hij vernoemt als een van zijn complicen "Martin Vermeer gheseit Upstal van Nazarctte" en als leiders Thomaes Mesdach en dezelfde Martin Upstal; even verder vermeldt hij " ... dat zy waren wel meer dan 50 persoonen'' onder wie "Jasper Malin ende Hans Upstal, broedere van Martin").
OX)
./ehan Pailloeu/ fs. Philips, oud ± 28 jaar, was bijgenaamd Wallenare want geboortig "van tCasteel te Wal Ie int haut van Niepcs" (=woud van Nieppc, gelegen in Kasseiambacht tussen Mergem/Mervil Ie en Hazebroek. waar de graven van Vlaanderen een jachtkastcel hadden; het Wallebos/Mottc-au-Bois was een deel van dat nu nog bestaande Forêt de Nieppc J. Het vcrhoor van .lehan de Pa i llocul is geacteerd in RAG. R vV I. 8559, t'O 43-52 ( dd 0 14.03.1594: over Martin Upstal zie aldaar f"' 4 7r'' -V 0 en 4<Jr") en de sententie in RAG. R vV I, 85<J4, f'O 3<Jr0 -40v 0 ( dd 0 I <J.03.1594: veroordeeld tot de vuurdood). Pailloeul was er ook bij toen "capitein Stcvins met ecncghc soldaetcn van Ncvele dootghesmeten ende synen lieutenant Waesberghe ghevanghcn ghcnomen ende daernacr tirarmclick ghewont ende levende verbrandt" werden.
t'O I 8v 0 (resolutie dd 0 I I .03. I 589). Verslag van dat verhoor in RAG. OUDB. 2 I 97 (los stuk).
(7Yl
Bartholomeux Je Gheldere fs. Marten. geboren te t\liddelhurg in VlaanJeren (=hij MaiJegem), heeft vanaf 14-jarige leeflijd de wapens gedragen in dienst van "Je vijanJ". Hij was o.m. hetrokken hij de moord op kapitein Jan van Ooteghem (was Jaarhij "'cntinelle"J.evenab hij Je hrandstidlling van de kerk vanGrammeneen Je windmolen van Nevele, de moorJ op een Italiaanse edelman in Kalken en de overval op een konvooi aan het kapelletje ten Daele in Zulte. Als tijn kompanen vcnneiJt hij o.m. ook nog Jaspar floll'llet. Lot \'cl/I cler Gracht, clc• Schotsche Piayne, Duc /Jal\'c', l'ieta cle C/acq ~:e:c·icl Oompc·. Uric~{kc•n l'.a.m. Zie voor dit alles: RAG. RvV I. X55lJ, t" X6-lJI (verhoor op 2X.06.1594; verklaringen over Martin Upstal op fo X7 en XX) en RAG. RvV I. X59-k I" .Wr0 -40v 0 en 42r 0 -43v 0 (sententie ddo 0Ul7.1594l. Hij werJ veroorJeeiJ tot Je vuuurJood.
(XOJ
RAK, OSAK. I007ter. f-' .'Jv ·-J5v" (Ie en 2e verhoor Hans Menclwrt, op 20 en 22 februari 15lJ0). Voor onze informatil· over de gehroeJers Upstal i' dit verhoor van I lans Merschart een belangrijke primaire bron. Merschart hekent immers dat hij telf er ook hij was. toen op 15 maart 15!N Je Oudburgkapitein Jan van Ooteghem gevangen en levend verbrand werd door de vrijbuiter'; onder Je talrijke mannen die Merschart vernoemt als hetrokken hij deze executie vinden we opnieuw Jie V
(XI l
RAG. OUDB. 2197 (verhoor Hans Je Bouvere: ''Ghevraeght of hij niet en kende Anten(= Hans) Vermeere xeseid Upstal ofte Martin Vermeere. zynen broeder. ofte Thomas Mestach: seght neen").
(X2l
RAG. RvVI. X594. t" 40ro (sententie Jehan Pailloeul in dato 19.03.1594).
(X3)
RAG. OUDB. 2198 ()os stuk dd 0 31.08.1592).
(X4)
Mogelijk behorende tot familie van Joos Bousse. gewezen burgerneester van Deinze (1562 ->) en/of van de beruchte Arthur Bousse. gewezen hoogbaljuw van Deinze. op 11.08.1569 in Gent terechtgesteld wegens deelname aan kerkbraak tijdens de Beeldenstorm. Ook later nog rnaakten er Bousses deel uit van de Deinse stadsmagistraat, o.a. ene Joos Bousse ( 1605. 161 0-1615).
( 85)
Maarten de Ia Faille, heer van Nevele, en zijn ontvanger Gillis Hebberecht van hun kant waren over deze kapitein niet zo tevreden. Op 02.12.1592 wordt in het Resolutieboek van de Oudburg (RAG, OUDS, 167, t" 113) hun klacht genoteerd "hoe dat tvolck vanden kapitein Matruyt. ligghende in partyen tot Nevele ende Deynse, gheenssins haerl. debvoir en deden tot defensie vanden insetenen vanden lande. naementlick nu laetst als den vijant verbrant heeft de kercke van Grammene. zeker pachthoven in Meyeghem ende de rnuelene van Nevele".
396
(86)
E. GUILLEMYN, a.w., blz. 43-45 en kaartje op blz. 46.
(87)
RAG. OUDB. 167 (Register der resolutiën. jaar 1592), f" IIr" (actum I 0.()2.1592), f" 31 r" (08.04.1592) en f" 48v" (20.05.1592).
(88)
RAG. RvVI. 8594, f" 56-57 (dd" 19.06.1599).
(89)
RAG. OUDB. 2219 (Crimineel register 1597-1599), f" 59v"-60r0 (verslag van het verhoor van Pieter Hovaere).
(90)
Zie RAG. OUDB. 172, f" 41 r 0 -V 0 (resolutie dd 0 04.3.1599): "Heesch ten laste van Pieter Hovaerc fs. Pieters van Aersele gheseyt Vulspeghele" om geëxecuteerd te worden "metter coorde". Benevens hem zelf gold diezelfde eis ook zijn kompanen Hans vander Eecken fs. Laureins (uit Temse), gezeid "Duvele van Snaeskercke" (verhoor in RAG, OUDB. 2219, f" 60v"-62r 0 , dd" 04.03.1599), en de Engelsman Robert Houpar fs. Thomas (verhoor in OUDB. 2219, f" 63v"-64r", dd" 04.03.1599; sententie in OUDB. 2198: los stuk dd" 06.03.1599).
(91)
RAG. OUDB, 172, f" 41 v". De sententie (dood met de koord) betreffende Pieter Hovaere in RAG, OUDB. 2198 (los stuk dd" 05.03.1599).
(92)
RAG. OUDB, 623 (los stuk, 4 folio's: "Po ineten ende articulen ...", dd" I 0.02.1599).
(93)
RAG, OUDB, 2219, f" 49 (verhoor Gillis Zutterman. dd" 18.02.1599).
(94)
Ook Rycke (= Ryckaert) van Betsbrugghe werd verhoord, maar daarna toch vrijgelaten. samen met andere verdachten uit Deerlijk, Gottem, Lichtervelde, Ruddervoorde en Zwevegem (zie RAG. OUDB. 172, f" 45v"). Dit wijst er overigens op hoe wijdvertakt al die contacten met de vrijbuiters waren en hoeveel gewone landlieden bij dit "netwerk" betrokken waren. Zie ook A. DE VOS, a.w., blz. 158.
(95)
RAG, OUDB, 2219, f" 53 (verhoor van Lieven van Parys, dd" 25.02.1599).
(96)
RAG, OUDB, 2219, f" 52 (verhoor van .loos de Keysere, dd" 25.02.1599).
(97)
RAG, OUDB, 2219, f" 69ro en 72-74v" (verhoor van Laureyns wmde Velde op 27.03.1599 en andermaal op 30.06.1599, in de pijnkelder).
(98)
RAG, OUDB, 2219, f0 64v" (verhoor Robert Houpar).
(99)
RAG, OUDB, 2198, los stuk (vonnis Robert lloupar, dd" 06.03.1599). Zie ook A. DE VOS, a.w., blz. 159.
(100)
RAG, OUDB, 2219, fo 50 (verhoor Pieter Galle, dd" 18.02.1599).
(I 0 I)
RAG, OUDB, 2219, f" 50v"-52ro (verhoor .loos Yde, dd" 18.02.1599).
(I 02)
RAG, OUDB, 2219, f" 65r" (2c verhoor Jan de Cleerck alias WaRhenaere).
397
( 103)
RAG, OUDH, 2219, f" 69v 0 -7Üv 0 (verhoor Pieter Vereist fs. Willems. 44 j .. geboren te Menen en wonende in Ruddersvoorde l en f" 71 r0 (verhoor Jan de Willt', geboren in Oostrotebeke. baljuw van Zwevezele geweest gedurende 7 jaren, nu gevangene in het Gravenkasteel ).
(I 04)
RAG. OUDB, 221lJ, f'72-74 (/. mm•ins l'tmcle Vcldt• gehoord onder tortuur op 27.07 .1599).
(I 05)
RAK. OSAK, 12200
( 106)
Zie Werner TIIOMAS (red.). /Je mll"lln het nieuwe Troje. liet he/eg l'ml Oostende /60/-/604 (Oostende-Leuven, Davidsfonds, 2004 ). 20X bit.
( 107)
Zie b.v. N. KERCKIIAERT. "De inval van Maurits van Nassau in het Meetjesland op 21 juni 1600", in Appeltjes van het Mee~it'.l'lwul. Jaarbock 5 ( 1954 ). blz. 177-190.
( IOX)
RACi, OLIDB, 173. F 52ro
398
(toverijpro~es
tegen lt•mme Cmmmelinck. 1599).
Bijlage I: Doodvonnis Vincent Everaert uit Meigem (09.09.1585) (Bron: RAG. Oudburg. 2197: Burgerlijke & criminele enkwesten, 1521-1589.) Omme dies wille dat ghy Vincent EPeraert fs. Adriaens, gheboren van Meyeghem, cleermaecker van uwen style. zo ghy anders ghenaempt ofte ghebynaempt zyt, u vervoordert hebt zo by daghe als by nachte ende ontyde diversche landslieden in huerlieden huuse aff te heeschene (=eisen) ende nemene broot. botere ende anders zulcx u goet dochte, ghedient hebbende onder diversche capitainen vande welcke ghy gheloopen zyt zonder pasport uyt vreese van ghepunieert te werdene van uwe mesdaden, ende zo achter lande gaende vrybuytende, gheselschapt met Hans vander Moere gheseyt Schoonaert ende zynen jonghen, by nachte gheslapen hebt upt huus ende mote van Andries van Hecke tot Loo ten hulleende by ende aene gheweest daer tzelve in bramiesmorgens daernaer tUiieden uutgane ghesteken is gheweest. Ende gheduerende de treins (trems?) deser stede commende met diversche soldaten inden ghetalle van xv zo xvj (= 15 à 16) ontrent den gapaert te Drongene de voorn. Schoonaert anreesende (=aanvallende) vier zo vyft kinderen vander oude respectivelick tusschen den x ende xiiij jaeren ende de zelve in eenen borneput aldaer zynde ghemaect van cuupen gheworpen wierden, rontsomme staende met meer andere uwe complicen belet hebt dat de zelve niet en souden ontloopen ofte uute gheraecken, up de welcke de voorn. Schoonaert zekeren eecken stuychelinck ofte blocken gheworpen heeft ten fyne zy niet en zouden 011tcomen zo datter een van dien aldaer verdroncken is. Volgbende tbeleet (= bekentenis) vanden zeiven Schoonaert hebt oock ghy derder (f0 lv 0 ) metghaders twee ulieder jonghers helpen vererachten zekere vrauwen persoon inde schuere van eenen pachthove tot Pousele, alle ghelyck vleeschelicke conversactie met haer nemende, den zeiven pachtere oock doende wafelen backen. Ende noch voorts gaende in u quaet voornemen hebt* (Het hiernavolgende is in margine toegevoegd:)
*
brantbrieven ghesonden an eenighe goede lieden hen dreeghende hy faulte zy niet en stmden tghene ghy hemlieden waert heeschende dat ghy haerlieder huusen verbranden sout ende andere dreeghementen hemlieden aendoendc; hebt oock
helpen rantsonneren diversche pcrsoonen vande welcke ghy tuwen buyte ghehadt hebt seven ponden grooten ofte daerontrent. Ende omme dat zekeren coopman ofte persoon van Thie/t ulieden gheen groot rantsoen ghenouch en wilde gheven hebt denzeiven alvooren zyn schoens affghenomen ende zelve anneghedaen ende voorts ghebonden zynde in eene gracht helpen versn10oren ende daernaer eenen anderen persoon oncleet (=ontkleed) hebbende ende gheleet (=geleid) upden cant van eender gracht ghcdreeght hebt insghelycx te verdrynckcn zo dat hy omme tzelve t'ontgaene heeft moeten beloven ende bctaelen xvj f: grooten. Van al twelcke de mannen van lccne Sconincx ons ghcduchts heren van zynen casteele ende
399
Auderhurch van Ghendt hy ut selt\ kennesse ende huuten torture ende handen van ysere als andersints sourtïsantelick (= voldoende) ghehleken is. Soo eyst dat ghehoort den crimincelen heesch (=eis) hy myn heen~ den Bailliu vanden telven ca:-.tcclc ende Auderhurch tuwen laste ghemaect. de voorn. mannen van lcenc up wel ende rypclick ghelct ter manynghe vanden hailliu huerlicden weltelieken maenhecre. regard nemende up uwe jonckhcdc (= jeugd) ende mesleetheyt (= misleiding), Condempneren u ghcvocrt te werdL·nc ter plaetsen pat i hul ai re ghecost umeert (= de gehru ikc Iij kc terechtstelling:-.plaats) ende aldaer gheëxeclileer/ Ie werdene mefler coonle soo datter de doot nacr volcht. Vcrciaerende voort:-. al u goet 11y leen. erfvc ofte catheyl waer tzelve ghestaen ofte (1'0 2r 0 ) ghclcghcn es verhucrt ende gheconlï:-.quert Sconincx on:-. gheduchts heeren prouffycte. Actum upSgraven oudder ca:-. teel tot Ghcndt den xxen Scptemher xvC Lxxx v (= 20.09.15X5 ), present .Joncheer He Stcrckc. hailliu . .lo(nchcc)r Jacquc:-. Fcron ('!). Jonchecrcn .Jooris Danins. Jacques Borluut. heere van Schoonhcrghc. Franchoy:-. Alaert. Jan Damman. Philips van Rimmerzwalc ('!), Meestere Nicolas f\1eganck . .lonchccr Gillis vander Mecre. Jacques Verstraete. Mee:-.tere .lacoh Canin, pensionaris, 1\kcstcrc Rycquart van Bomhckc. hailliu van Scntc Pietcrs.
400
Bijlage 2: Doodvonnis Guillame van Dale uit Deinze (15.11.1588) (Bron: RAG. Oudburg. 2197: Burgerlijke & criminele enkwesten, 1521-1589) Omme dieswille dat ghy Guillmne van Dale fs. Jans, gheboren van Deynse, zo ghy anders ghenaempt ofte ghebynaemt zyt. u vervoordert hebt. contrarie de placaten Sconincx ons gheduchs heeren, te dienene de Rebelle van zyne Majesteit zo ten tyde vanden Prince van Oranignen (hierna zijn tien woorden do01gestreept) als ooc naer de reductie deser stede, hebbende overzulcx inde eerste troubelen ende omtrent den jaere 86 ofte 87 u vervoordert met Pieter de Lappere, Jan de Bouvere, Joos de Vos, Jan de Croock ende andere fameuse roovers ende moordenaers te comene uut Zeelandt, beroovende ende moordende de aerm insetenen vanden platten lande. Ende onder andere hebt u vervoordert met eene pistole die ghy in uwe handt hadt te duerschietene den Pasteur van Poucques, hem beroovende van zynen lyve (=leven), alleenelick om dat eeneghe van hem waeren claeghende ende hy een gheestelick persoon was. Endegaende alzo in u boos leven hebt ten huuse van Joos de Meyere- om dieswille dat ghylieden aldaer niet en vont dat ulieden goet dochte - onsticken (=aan stukken) ghesneden alle zyne rentebrieven, bewysen ende mumnielen (?)die ghylieder aldaer vont. Gaende insghelycx ten huuse van Gillis van Ooteghem, extorquerende (= afpersend) van hem vyfendetwintich ponden grooten ofte daeromtrent. hebbende tuwen deele vyf ghelycke ponden, ende dreeghende den zeiven Ooteghem dat - zo verre hy ulieden niet en telde tot veertich ponden grooten - dat ghy zyn huus met hem ende zyne huusvrauwe zoudt verbranden. Hebt boven dyen gheweest met uwe voorseide complicen upt tSchuervelt, alwaer zeker dienacre van Cortewyle, alsdoen Souverain, doot gheschoten wiert byeenen van uwer ghesellen ghenaempt Jonckhloet. Ende daernaer hebt mette zelve helpen vermoorden int haut eenenfremineur (=minderbroeder), den weleken Jan de Croock stack met eene pycke. Boven (fO 2) alle welcke faicten ende quade delicten syt naer de reductie deser stede wederomme ghetrocken byde vyanden van zyne Majesteit ende Lande, aldaer dienende als Capitein van eene compagnie onder tregiment van Monsr. de Yilers, doende dyverssche excursien ende exploicten upde goede insetenen vanden lande ende andersaten van zyne voorn. Majesteit. Hebt oversulcx, naerdyen ghy van tzelve captainschap ghecasseert zyt gheweest, u vervooroert te commen ten platten lande om te pilliëren (= plunderen) ende ransonneren de insetene ende passanten metgaders de banen ruïneren, ende passaigen te bespiedene ende vrybuutene. Namentlick zyt ghecommen u veertichster (= met 40 van de uwen) by Eecloo, omme aldaer all te smytene zeker convoij, vanghende aldaer eenen passant die ghylieden mits zyn aerme ghestaetheyt liet loopcn, den weleken ulieden adviseerde dat tzelve convoy aldaer niet en passeerde, nemaer anderen wech. Hebt bovendyen u elfster (=met 11 van de uwen) ghevanghen leden omtrent twee maenden ofte zes weken by Oostborch vyf soldaten, die zelve leedende ghevanghen tot Ylissynghen. Syt boven dien inden ghetalle van elfve ghecommen passerende de Lcye omme te bespiene de passanten, vanghende over zulcx zekeren edelman met zynen dienacre ende andere seven pas-
401
s:.tnten. hemlieden hernovende van huerlieder ghelt ende anders tgone ulieden tsame st(mt. meenende alzo dezelve ghevanghene te leedene nae Ylissynghe voornoemt omme hemlieden te rantsonnerene. ten waere gheweest dat ghij met uwe complicen hy Loo ten hulle hespronghen haddet ghewecst ende de zelve ghevanghenc verlost.* (I/et hiemm·o/gendt' is inmargine toege\'Oegd:) "'
Fnde overmit~ Cl'llC van u lieden over wa-. ~wernmcnde metter lyne om tvlot ... ende gevanghenc alto over te treekene ende dat hy Je tdvc lyne hadde laetcn gaen. wacrJ ghcresolvecrt ernmcn. ecncghc van ulicden alle Je t.elve ghcvanghenc te vcnnoonkn l'Jllk alto te trcd.en naer Je hm~chcn van Doornicke ommc aldaer te vcrwachten heleren huut. twclck ghylil·tkn toudt gheëfkctul·ert hebhen ten haJJc ghcwcc-.t dateene vandc teven ghevanghcnen hem presenteerde mctte telve lyne andennal'l over te swcrnrncnc. twcld.. hy moesic effectueren ende dacrmcde over Je Leyc gheracet tyt.
Wcsende taeckcn van quaeder consequentie. repugnerende de placacten van zync voornoemde rvtajestcit ghemaect up stuck van dierghelycke moorders. roovers. vyandcn ende vryhuuters vanden lande. de welcke den Mannen van leene Sconyncx (r' 3) ons voorseidcn gheduchs heeren van zynen Casteek emk Auderhun:h van Ghendt zo hy u tzelfs kennesse zo htwten handen als anderssints souflisantelick ghehleken zynde. wezende hoven dyen suspect van meer andere quadc faicten ende delicten. So ist dat ghchoort den criminelen heesch tuwen laste ghemaect hy Myn heereden Bailliu vander zelver Auderburch inden name van zyne Majesteit. de voornoemde Mannen van leene, up al( I e)s wel ende rypelick ghelet ter manynghe vanden voornoemden hailliu. huerlieder wettelick maenheere, Condempneren u ghevoert te wordene ter plaetsen patihulaire ghecostumeert (=gebruikelijke gerechtsplaats) ende aldaer gheëxecuteert te wordene metten \'uere an eenen staeek zo datter de doot naervolcht. Yerclaersende voorts alle uwe goeden tzy leen. erfve ofte catheyl. waer die ghestaen ofte gheleghen zyn. ghecontisquiert Sconyncx ons gheduchs heeren proffycte. Aldus gheresolveert ende ghepronunchiert. present Joncheer Jan de Stoppelaere, heere van Schauhrouck. Joncheere Joos Triest. heere van Lovendeghem. Meestere Jacob Canin, pensionaris, Francboys Alaert. Joos de Gruutere. Robert Hellyn, Mynheeren Cornelis Dhertoghe, Reynaert van Waesherghe. Nicolas Meganck ende Jan van Crayenbrouck. Mannen van leene, ter manynghe vanden hailliu. huerlieder wettelick maenheere, 15en Novembris xvC Lxxxviij (= 1588). Naederhant den voornoemden Guillame gilexamineert zynde naer costumen int hoveken, heeft ghekent dat hy hy gheweest is met Bouvere, Lappere ende complicen daer zy vermoort hebben den Pasleur van Hansheke, wesende een Waelken. My present als Griffier, (een handtekening, 1588).
402
Bijlage 3: Soldaten uit Deinze, Leerne, Meigem, Petegem, Vinkt, Wontergem en Zeveren in de dienst van de Kasseirij van de Oudburg in 1587-1589 (Bron: RAG, Oudburg nr. 618: monsterrollen van 09.02, 30.04 en I 0.09.1587; nr. 619: monsterrollen van 16.06.1587, 10.09.1588, 17.01 en 25.05.1589) ~1anschappen
(naam. functie en wapen)
09.02.15871
30.04.1587
16.06.1587
x
x
x
Uit Dein::.e Jan Roose fs. Marten. lontroer Jan Tuutschaever fs. Lowijs Uit Petegem Dieriek Mesdach fs. Pieter. halfpijk (""aanvaard 6 mei 1587") Uit Meigem Jan van Ooteghem fs. Gillis, sergeant. hellebaard ( 1588: kapitein: t 15 maart 1589 J Daniël Evrard fs. Adriaen, vuurroer (soms vermeld als Daneet Everaert)
10.09.1587
I0.09.15882
17.01.1589
25.05.15893
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Uit Vinkt Joos van Wonterghem fs. Oste. korporaal, vuurroer (t 3 mei 1587)
x
x
~aurus de Wulf fs. Adriaen. lontroer Philips d' lnghelsche fs. Jan, lontroer
x x
x x
x x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x x
x x
x
x
x
Lieven Evrard fs. Adriaen, halfpijk (""gecasseerd" 9 mei 1587 J
Steven van Leerbeerghe fs. Gillis Adriaen de Munck fs. Daniëls, lontroer (aanvaard 21 maart I 587) (in I 588 bevorderd tot korporaal) Bertolemeu~
de Scheemaeckcr fs. Salcmocn (in dienst getreden 24 nov. 1588)
Uit Wontergem Willcm Brunecl f!->. Stevins, halfpijk (aanvaard I I mei 1587 J Lieven Buyck fs. Steven (indicnst31 dec.l588)
x
Uit Zeveren Philip!-> de Dobbelacre fs. Pictcr (in dienst 25 jan. I 589 J
x
Uit!-l'erne ("Lerene") Jan Jooris r~. Hcyndrickx (in dicn~t 20 fchr. 1589)
x
Tutalen
7
8
I)
5
111
x
7
7
403
Ik volledige monsterrol van 09.02.1587 (in totaal 77 pen.onen) is opgenomen in Achiel De Vos' anikei "De strijd tegen de vrijbuiters ..", in: llandelingcn der Maalschappij \oor Gc~chiedeni~ en Oudheidkunde te Gent. nieuwe reeks dl. XI ( 1957). bil. 169-170. De mon~tcrrol, begonnen op JO september 15RR. werd afge,Jott:n op 26 maan 15RI.J. De monsterrol. afgesloten op 25 mei 15RI.J, geeft de toesl
404
Bijlage ..J: Uit de .. Chronijcke van Ghendt" door Jan van den Vivere (Chronijcke van Ghendt door Jan van den Vivere en eenige andere aanteekenaars der XVIe en XVIIe eeuw. Handschrift deelmakende van het archief van BurchtgraafVilain Xliii, te Bazel. In 't licht gegeven door Frans De Potter. Gent, Drukkerij S. Leliaert, A. Siffer & co, 1885) 1586 (p. 379) Den XII Junij quam de tijdinghe dat capitein Cleygat ghevanghen was ontrent Meerelbeke, ende noch eenen met hem, den weleken veel quaets ghedaen hadde met uuytloopen, uuyt Sluys, hier jnt quaertier van Deinse ende daerontrent; hij was ghevoert binnen Aelst, midts dat hij upde heerlichede van Aelst ghevanghen was, ende tsanderdaechs den XIII Junij reet den procureur generael ende den onderbailliu van Ghendt met den bailliu vander Auderburch ende noch meer andere met den scheerprechter naer Aelst om te gaen examineren. Desen Cleyngat (sic) met zijne medegasten was een staut voghele; doen hij ghevanghen was, hadde hij snachts gheweest tot upde brugghe van Montoyens huus, te Meerelbeke, meenende wel Montoye ghecreghen thebben, maer Godt en wildet niet; duer een, dieder ghevanghen was van zijne ghesellen, bleef hij noch daerontrent, verbaest sijnde ofte den wech niet wel wetende, heeft duer een decspaen met een stocxken jnde handt gaen al spelende, zonder gheweere, uyt dobbelheyt, achter den velde. Ende hem es te ghemoete aen ghecommen up een velt den bailiu vande plaetse, die hem zeer wel kende, ende wiert van hem ghevanghen ende naer Aelst ghevoert. 1587 (p. 381) Jn dit zelve jaer, den XXV Januarij, verbranden de guesen gheheel Deinse met den hospitaele ende (dit) geschiede meest tot vrake vande voorgaende ghehanghe persoonen, hier vooren verhaelt ende boven al om datter een zijn oore afghesneden was. Item ontrent dese tijt roofden de guesen twee schepen boven Deinse, daer zij veel schade jnne deden, ende droughen veel tluweelen ende zijde laeckenen mede; zij st011en ooc veel wijns ende wierpen boter ende caes over boort jnde Leye, ende deden groote schade in hals(= in alles) ende ooc jn drooghen visch. 1588 (p. 385) Ontrent den XVI Novembre was te Mariekeercke levende verherrent eenen Guitlau me van Dale, ghehorcn van Deinse, die te vooren capitein vande guesen gheweest hadde, die ghewoont hadde Ondcrhcerghcn, alsdoen een rijck coopman was ... Van Dale die hadde gherooft ende vier morden ghedacn.
405
ISXlJ (p. JX6) Den lesten Januarij. up Lichtmesse avont. 100 ghehuerdct dat tAstl'tle jnden bosch. up dese sijde de wintmuekn. ontrent den drij hueren naer noene. quamen uuyt ghespronghcn derthicn vrijbuyters, wel voorsien van wapene. aldaer tij aenreesden elf persooncn. danof de viere missagiers waeren ende de teven cooplieden. alle te peerde. ende 1ij vinghense alle ghelijck: ende commende met de gevanghenen ontrent Eeckeloo, lach (een l capitcin. Hansken nm Ooteghem ghenaemt. die hem hielt up teasteel van Oodonc met 1ijn vokk: enJe de wete hebbende Jatsc aiJaer commen souden met de gevanghenen. heeft hemlieJen de ghevanghenen afgesleghen enJc ghenomen, enJe jsser met ghccommen naer Oodonck. Ende commende al hij Oodonck zijn hemlieden ghevolcht Je vrijhuyters enJe hchhcnsc hem wederom afghesleghen. miLlts Hansken dochte Jat hij al hij zijn castcel was. enJe haJdc veel van 1ijn knechten ghesonden in andere plaetscn. Ende hij en hehielt niet meer Jan twee Spacngaerden, dat coopliedcn wacren van costelickc ghesteenten. Je welcke Hansken met zijn volck zeer heschoncken. midts dat 1ij tlijf behielden: ende met de reste waeren de Vrijhuyters duere nacr Zeclant. De peerden wacren som de senuwen af ghchauen. Den bode van Roanen. van Rijssclc, Corterijcke ende van Cihendt die waeren met Je anJere naer Zeelani ghedacn ende een en ghequetst; ende (zij) gheraecten alsoo in Zeelani zonder eenighe fortuyne thehhen. enJc wierJen ghcstelt ten grooten ransoene, maer daer wiert revcnse ghedaen zeer cnrts. (p. JXl)) .In dit zelve jaer. upden XV van Maerte. dede den hailliu vanden Auderhurch dese bovenschreven vrijhuyters executeren metten viere. al levende, te Mariekeercke, te weten Hans ofte Anten nmder 1\ll·ere enJe Loyken van Selsaete. Anten was van Nazarette. Zij hadden veel moorden ende rooverie ghcdaen. Loyken hadde verkendt van XLI moorden. Item snachts te vooren. doen dese voorschreven persoonen verbrant waeren, zoo wasser grooten alarem ontrcnt Caneghem. Nevele ende daerontrent van vrijbuyters, die bespuert waeren van capitein Hansken nm Ooteghem. wel XXIII steerck: enJe Ooteghem vervolchdese ende hij wasser zeer vierich anne dat hij hem bestont ontrent de prochic van Caneghem hemlieden in te Joopen met noch drije van zijne soiJaeten. niet wetende Jat zij zoo steerek waeren; ende hij was daer met noch soldaeten vermoort ende hij was brocht Jen XVII Maerte int Clephuus upden Coorenaert ende was daer ghekist, ende begraven ten Predicheeren. seer solempnelic met twaelf toortsen. Ende noch up desen dach versloeghen zij noch XV soldaeten. die van Ardenburch quamen ende keerden alsoo wederom. Ende als Ooteghem onder der guesen handen was. sneden (zij) hem een oore af ende bonden hem aen eenen boom ende branden zijn lichame zeere. Ende veel lieden seyden dat hij toens noch leefde. (p. 391) Jn dit zelve jaer, den XXVIII April. vertrack het Ghendts convoy naer Olsen, naer costuyme, met veel cooplieden ende andere persoonen; ende alsoo zij quaemen bij Wallebekens goeyken, te
406
Gaepaerde (= Astene), zijn hemlieden aldaer de guesen aenghecornmen, zoo datter zeere ghevochten \Viert, in zulcker voughen datter vijf doode lichaemen up eenen waghen tsavons jn Ghendt brocht waeren ende ten Freremineuren begraven, ende sommighe andere ghequetst, som gherooft ende ghepilgiert, ende zom waeren ghevanghen ghenomen. Ende es te weten dat de guesen ooc sonder schade niet en ontghinghen; ende wierden noch vervolcht, maer niet ghevonden. 1590
(p. 394) Jn dit zelvejaer van XVc tneghentich, den XXII Octohre, zoo roofden de vrijhuyters het maertschip van Rijsele, ende zij bleven noch jnden bosch ligghende, ofmen hemlieden niet vervolghen en soude. tYolck van Wijchuus lach te Deinse, de welcke den XXV moesten up naer Brugghe, midts dat die van Oostende Audenburch hadden gherooft ende jnghenomen, de wachte aen de poorte vermort int open doen, srnorghens met den dagraet; tgarnisoen lach noch en sliep alse bespronghen waeren. Ende Wijchuusens volck, van Deinse uptreckende naer Brugghe, commende een mijle boven Deinse, wierden de Yrijbuyters ghewaere; ende de Yrijbuyters die versloughen zesse van Wijchuus soldaeten, die int bosch laghen.
407
Deinzenarij en 2005
door Herman MAES
I.
(;ES'TAI:rE
2.
LEEF'll.J ll
3.
'rER <>VERWE(;IN(; (J.F. SMI'l'H)
4.
EEN (;ULI>EN VLIESI>RA(;ER ALS MARKIES VAN IlEINZE
5.
llE NIEUWE <>RilE 1790-1800
6.
7.
HET KANTON DEINZE IN 1796
8.
(lPSTAND
9.
KLOKKEN
10. TWEE FRANSE AANPLAKBRIEVEN
l. GESTALTE
Toen ik in 1963 in het Rijksarchief te Gent de militaire stamboeken uit de Franse Tijd uitploos op zoek naar Deinzenaars, viel me op dat vele conscrits (lotelingen, zij die op de lijsten der conscripitie stonden) afgekeurd werden "à défaut de taille", d.w.z. omdat ze kleiner waren dan I ,54m. (I) Die vaststel.._ Iing zette mij er toe aan de gemiddelde gestalte te berekenen van een hele lichting Deinzenaars, die van 1810. Van iedere conscrit stond aangetekend hoeveel millimeter lang hij was. Mannen van meer dan 1.70m waren er wel maar niet veel, de gemiddelde gestalte was I ,602m. Pater Yedastus Yerstegen, archivaris te Lokeren heeft dat ook eens berekend, voor Lokeren, en kwam aan een gemiddelde gestalte van I ,604 m. Toen ik in 1949 aan mijn militaire dienst begon was de gemiddelde gestalte, I ,70m. Toen mijn zoon in 1975 zijn militaire dienst deed was de gemiddelde gestalte I ,77m. Zijn drie zoons zijn hem intussen boven het hoofd gegroeid. De mensen waren dus klein en groeien. In het verre verleden waren ze groter. Uit de graven van de Germaanse volksverhuizers uit de eerste eeuwen blijkt dat de mannen toen I ,74m, lang waren; de vrouwen iets minder. Keizer Karel I, de Grote, (t814) was I ,92m. In het begin van de Franse Tijd ( 1794) moesten de burgers - les citoyens - die naar een andere stad wilden reizen een paspoort hebben. Daarin werden ze beschreven: lengte, kleur van haar en ogen, beroep, opvallende kenmerken, de neus en de mond: vb. Benoit De Paepe, jeneverstoker, 34 jaar (in 1794 ), 5 voet, bruin haar, bruine ogen, neus en mond gewoon (moyenne- de paspoorten waren in het Frans geschreven) en "enbonpoïnt mediocre" (embonpoint = zwaarlijvigheid, gezetheid). In 1796 had hij Deinze verlaten, maar Livin De Paepe "cidevant brasseur de genièvre, 56 jaar, en zijn broer Louis, 43 jaar, en hun zuster Brigitte, 48 jaar, woonden in 1796 samen aan de brug sedert 1788. Een voet als maat was niet overal gelijk; maten en gewichten verschilden per streek. Een voet was wel overal zowat 30 cm. In een voet waren er 12 duimen. En duim was dus zowat 2,5 cm (Vergelijk ook nog met het pond- de schellingen endenierenmet het twaalfdelig stelsel). Het tiendelig stelsel werd in de Franse Tijd ingevoerd. Schoolmeester Pieter van Wynendaele begon het te gebruiken; de Franse Tijd verplichtte het systeem. (Amsterdamse voet = 0,283m; Rynlandse voet -0,308m; een Engelse voet = 0,3047m - cf. Dikke Van Dale). De term wordt nog gebruikt bij timmerlieden, scheepsbouwers, zeelieden, piloten. (Simon Stevin, Bruggeling, verdedigde het tiendelige al in 16/17c eeuw Jean Françoi~ De Poortcrc, jeneverstoker, 33 jaar, 5 voet en 5 duim lang, bruine ogen en bruin haar, neus, mond en dikte gewoon; geboren 1761, zoon van François, rentenier, geboren in 1721. (I)
liet "ä défaut de taiJJc,, werd een paar maal verlaagd onder Napoleon: tot I ,52 men zelfs tot I ,4X m.
411
J. Françoi~ en vader François woonden in de wijk Knok. samen met de 25-jarige zuster/dochter Catharinne. Moeder wa~ overleden; zoon en dochter waren noul:: oni!ehuwd C' • Jan Bapti~t De Smt·t. 50 jaar. geboren te Deinze 17-.l6. woonde aan de markt. was in 17<)-.l jeneverstoker maar in 17lJ6 "cidevant bra~seur"". Zijn Houw was Marie Catharinne D'lhtem·ns. 47 jaar. Zijn zoon han~·oi~. 26 jaar. gehoren in Ikin;e, tijn dochters Jcanne 20 jaar en Catharinne 16 jaar en nog een 13jarige Joon Jean Bapti~t woonden er ook. Frail'. Ik Bal'ts wa~ -.l3 jaar in 1796 en woonde sedert 1776 in Deinze. Hij was hierhrouwer en graanbrandewijn~toker. Zijn vrouw was Philippinc Dhont. 56 jaar. !lij was de ~ticl'valkr van Benedict Angelus \'an Autn·w. 21 j .. zoon van August. stiefvader Emmanuel ( 27 j.) en van Catharinne Van Outreve ( llJ j. ). Ik Bact~ schmln/uster Ro~ali Dhont (6<) j. = 0 I 7'27) \voont• \\'t•wre (23 j.). Ze woonden Tusschenbruggen (tussen Holpoort en de Leiebrug = nu Tolpom1straat vanaf Collegestraatje) maar de andere kant van de straat. want de kant waar nu oudburgemeester Boeijan woonde en de post is. werd ingenomen door het markizaat +park. tot aan Je Leiebrug. Jean Baptist Ottevaere was 38 j. toen hij op 27-2-1794 een paspoort kreeg. Hij mat 4 voet en een halve voet en was jeneverstoker (brasseur de genièvre) en had blauwe ogen en blonde haren. Neus en mond \varen gewoon maar hij was dik (enbonpoint beaucoup). Hij werd de bezettingsburgemeester van Deinze in de Franse tijd en werd in de KOK/KGK bijdragen vaak vermeld. Zijn broer Frans Bernard. zoon van Frederic, van Wakken, was wijnkoopman en behoorde tot de rijkste mannen van het Scheldedepartement De familie werd beschreven in KOK-jb. o.a. bij de vrijmetselaars (door René De Clercq). Charles Philips :\lartens was hoogbaljluw toen hij 38-6-1792 een paspoort kreeg "om te gaen nae Cortryck" (paspoort in het Nederlands was een uitzondering). Hij was toen "51 jaeren, lang ses voeten, blond van hair en wenkbrauwen, blauw van oogen, wel geproportioneert van lichaeme".
412
Op 26-6-1792 kreeg "heer ende meester Sernardus Hennamts Vanderheeren, licentiaat in de medicynen. 34 jaeren, lang vijf voeten seven duymen, castaigne bruyn van hair en wenkbrauwen, blauw van oogen. Iangsaem van aensichte met weynige teekens van de pockkens ende spilde van lichaeme" een paspoort (ook in het Nederlands- in 1792). Leo Vermandele was in juli 1793 5 voet en vijf duim lang, 28 jaar, van gemiddelde dikte, had blauwe ogen en bruin haar, een kleine spitse neus en een kleine mond. Philippe Goeminne, was jeneverstoker; op I 0-5-1794 was hij 33 jaar, 5 voet en 6 duim lang, dik-zwaarlijvig, met veel bruin haar en blauwe ogen; neus en mond gewoon. Louis Emmanuel Van Eeckhoute was nogal dik; 5 voet en 4 duim lang, met bruin haar en blauwe ogen; neus en mond normaal. Jacques Deprez, 36 jaar oud in 1793, was notaris, was 5 voet lang, dik, met veel blond haar en bruine ogen (werd vrederechter en onder- prefect= arrondissementscommissaris). Pietervan Wynendaele, was op 4-9-1792 al 49 jaar, 5 voet en 8 duim, had bruine ogen en blonde wenkbrauwen. Hij droeg een pruik; hij was "schoolmeester van stiel". Jean Constantin Beyens was 32 jaar op I 0-5-1791. Hij mat 5 en een halve voet. had blonde haren en blonde wimpers, blauwe ogen. Een klein teken van "petitie vérole" (pokken) in het aangezicht. Hij was toen griffier van het graafschap Zeveren maar woonde in Deinze-St.-Martinus, bij zijn moeder MarieJeanne Camherlyn en zijn zusters Rosali (27 j. in 1796) en lsabelle (26 j. in 1796). Hij had een secretaris, Ferdinand Clement (26 j. in 1796) en een smid Joseph Baert (44 j.). Heer ende meester Eugenius Franciscus Beyens was 27 jaar, mat 5 cm en halve voet, had blond haar en bruine ogen. Hij was priester en had een blozend aangezicht. Pieter Beyens werd in het begin van de Franse Tijd burgemeester van Deinze. Over de familie Beyens en Ottevaere vindt men vele gegevens bij René De Clercq's bijdragen over de vrijmetselaars van Deinze, in de KOK-jaarboeken. G.P. Baert noteerde in 1934: Livinus van Honacker, in 1775 was hij 45 jaar, 5 voet en 6 duim Petrus Josephus Dcprez, 5 voet f;crdinandus de Hruyne, 5 voet
413
Frans Wallayes, 5 voet en een halve voet Judonis Van Hoye, 5 voet en 5 duim J>ieter Lauwaert, 5 voet en een halve Ch. de Caigny, I ,X5 m Augustinus de Clcrc4. I,70m: hij had "kasvoeten olk voeten verkeerd" Chrysostomus Jlet. omtrent 6 voet Slechts één vrouw: Jean Therese Verhelst. 4 voet en een halve Fransl' prÏl'Stl·rs in lkintl'
In 17X9 hcgon men in Frankrijk de kerk af te hreken. Priesters die de eed van haat aan het koningsschap en trouw aan de eerste republiek (de eerste- we zijn in 200-l aan de vijfde) niet wilden alleggen moesten ondcrduih·n of vluchten. Een aantal k\vam in ons land terecht als "émigré". In Deinze vcrhieven tijdelijk: - I .ouis Auguste Depujct - Cohoche. priester uit Contigny in het hisdom Amiens Jean Jacques Lenon - Antoine Lourmc Jean Bapt. .los Firmin Legri. priester uit Amiens. parochie Saint-Germain - Alexis Houlanger - Duchamps. priester van Orgies. bisdom Amiens (57 jaar) Amand Vital. JX j. was op 14-10-1793 al vier maanden in Deinze Ze staan vcrmeld in het dossier over paspoorten. P.S.: Over abnormale lichaamslengte van mensen van 2,50 m. zitten we in de wereld van de abnormaliteiten (vh. De Standaard van 22-4-2004 over een man 2,52m die nog schijnt te groeien al is hij al 33 jaar oud). Die heel lange mensen hebben o.a. last van evenwichtstoomissen. - De auteur Heila S. Haasse (0 1918) woonde tien jaar in de Franse streek die ze Valais noemt (Ogenblikken in Valois). Ze bezocht toen in Senlis een jaarlijkse tentoonstelling en verkoop van wapens en legerelementen. Men kon er zelfs soldaten uniformen vinden uit vervlogen eeuwen en daarhij stelde ze vast "hoe klein en smal van schouders de volwassen mannen waren omstreeks anderhalve eeuw geleden" (ze publiceerde Ogenblikken in Valais in 1982) Bron: Paspoorten KOK-Jb. 1934/GP Baert) VVF De Volkstelling 1796 te Deinze (G. Demuynck 1992) 414
., LEEFTIJD
De generaties voor ons waren vertrouwd met de dood. Vele vrouwen stierven te jong door complicaties bij de bevalling, soms veroorzaakt door een algemeen gebrek of door te kort aan hygiëne. Vele kinderen stierven al als baby. Vele weduwen hertrouwden uit maatschappelijk noodzaak. Vaak moesten ouders de helft van hun kinderen begraven. Spinoza's vader moest drie echtgenotes begraven en vier van zijn zes kinderen. In Astene noteerde ik dat een gezin 23 kinderen kreeg waarvan er amper drie volwassen werden. Vader en moeder werden 80 jaar, wat toen al een zeer hoge leeftijd was. Maar in diezelfde periode (overgang 1890-1900) kregen mijn grootouders Maes 12 kinderen waarvan er maar één als kind stierf. Acute blindedarmontsteking was dodelijk, soms al op jonge leeftijd. De geneeskunde moest nog veel vorderingen maken: operaties zonder verdoving, amputaties zonder verdoving, keizersnee, ooit amper 5% overlevingskansen of nog minder~ In de laatste week van 2003 overleed de oudste Belg: een man van IJ 0 jaar. En zo kwamen weer de vrouwen aan de kop van de leetijdspiramide: na hem stonden vijf vrouwen van I 08 jaar, geboren in 1895 en nog in leven op nieuwjaarsdag 2004 (De Standaard p. 2 van 5-1-2004 ). De oudste mens 2004 is een Nederlandse vrouw van I 12 jaar, want een maand tevoren stierf een vrouw van I 14 jaar. In Markant (CMBV)-Deinze van september 2003 lazen we dat de weduwe van burgemeester Vande Wiele ( 1920-1980) overgrootmoeder was geworden in een viergeslacht (vier generaties vrouwen): Mw Vande Wiele-Haerens, 78 j. (dochter van de burgemeester van Petegem) Mw Van BuylaereVande Wiele, 54 j. (haar schoonvader heb ik gekend toen hij JóO kg woog) Mw Vermeulen- Van Buylaere, 2ó j. baby Vermeu Jen °ó-7-2003 In datzelfde blad lazen we dat We De Caluwe (van Dr. med. Ad iel De Cal uwe) 90 jaar werd ( 0 1913). Ze heeft I 0 kinderen, 29 kleinkinderen en 27 achterkleinkinderen. Daar zal dus ook een (of meer) viergeslacht bijzitten. De familie De Caluwe kwam aan bod in onze bijdrage over Winterhulp in Deinze (tijdens WO 11) in KGKjb. 2002 en (I)= (p. 424 injh. 2005)
415
Onze ercvoorzitster, mw Luc Matthys-De Clercq werd in novcmher ~00.3 reeds 95 jaar (0 1908 ). Mw Jerorne Van Thuync-Calewaert werd ooi\. 95 in die novemhennaand. Uit deze drie aantel\.eningen hlijl\.t eens te meer dat vrouwen ouder worden dan mannen: sterker zijn dan mannen. liet "sterke geslacht" kan wel Z\Vaardere pakjes dragen dan vrouwen. Maar dat kan een ezel ook. llonderdjarigen 1ijn meestal vrouwen. En kijk eens in de Infokrant van Deinze: onze +85 jarigen: ~/3 vrouwen I 13 mannen. ook al worden er iets meer jongens dan meisjes ge horen (51% - 49% ). In het "Memoire Statistique·· van de prefekt van het Scheldedepartement (±Oost-Vlaanderen) Faipoult staat over de leeftijd het volgende (geschreven I 8001 I 805) over de provincie: 87.650 in het jaar 9 (± I800) 88.104 aantal 1-.imkren minder dan 5 jaar in 178lJ: van 5 tot I0 jaar 68.588 70.823 I lier 1-.an men de kindersterfte atlezen 19.062 17.28 I En verder, volgens Faipoult: van I 0 tot 15 in 178lJ: 5Y.300 111 IXOO <12 .200 15 tot 20 52.0.38 55.727 ~Otot .30 85 ..366 88.050 30 tot -t-0 70.960 73.250 .fOto! 50 64.277 <16.388 ...j....j.,896 50tot 60 45.800 60tot 70 32.188 33.444 70tot 80 1.3.~70 13.681 XOtot90 .3.996 4.095 lJO tot I00 526 501 Meer dan I00 in 1789 4 in 1800 En Faipoult noteerde dat de éné honderdjarige in Laarne woonde en er stierf toen hij I 03 jaar 9 maanden en 5 dagen oud was (op 12 nivase jaar I0 = 2 januari 1802). Faipoult noteerde ook dat die man tot X dagen voor zijn dood elke dag een halve pint(= maat± 1/4 1.) jenever dronk en drie pinten bier; hij at een halve kilo spek en was nooit ziek geweest. In 1789 waren er 284.520 mannen en 298.539 vrouwen In 1800 waren er 29.3 ..371 mannen en 308.70 I vrouwen in de provincie (in het departement). Een telling in Astene over zowat dezelfde tijd (1797-1814) toonde dat op 100 sterfgevallen in Astene er .38 waren van kinderen beneden 7 jaar. Op I 00 sterfgevallen waren er 47 van personen die geen 21 jaar waren. (cf KOK-Jb. 1969 p. 194) De gemiddelde leeftijd bij het overlijden was toen 32 jaar voor de mannen en 30 voor de vrouwen (de grote kindersterfte trok het gemiddelde sterk naar beneden). 416
Over die bijna 20 jaar was er in Astene één persoon die 96 jaar werd, 14 waren 80-90 (I x 87, de 13 anderen 80-85). De gemiddelde leeftijd der vrouwen werd toen naar heneden getrokken door overlijdens hij of kort na (ten gevolge van) bevallingen. (cf KOK-Jh. 1969) In oktober 200 I vierde men in het rustoord Ten Bosse 2 eeuwelingen: - Magdalena Vanderhaeghen (0 9-1 0-190 I), de weduwe van Pa ui Lowie (omgekomen in W.O. I concentratiekamp) - Bertha Schamp (0 18-10-1901) de weduwe van Bertrand Ghyselinck (cf KGK-Jh. 1999 p. 176) Nog I 00 jarigen in Deinze: - Christine Van de Weghe ( 0 10-9-1838) Wwe Vanderschraegen (t4-3-1939); - Maria Jacoha Vanderstraten (0 21-1 0-1723) een van een tweeling; We Coene; - Leander Dick (0 31-12-1869) U 1-2-1973) - Sopbie Bossaert (0 10-11-1822) (t25-12-1926) (cf KOK-kont.bl. 1984 p. 272). In het archief van Armand Pauwels (in bezit van notaris Pauwels) zag ik ooit een map met gegevens over honderdjarigen (Armand Pauwels was de oudere broer van Leon, Reneen Fernand Pauwels. Hij is dus de oom van Rudy Pauwels). Infokrant van 31/3/2004 gaf de oudste inwoners van Deinze in april 2004. d.w.z. geboren in april en ouder dan 85 jaar. Dat waren er 16, waarvan 3 mannen; dus 13 vrouwen. Op kop als oudsten: Maria Popelier 0 14-4-1903 en Gabrielle Coppieters 0 21-4-1903, dus reeds I 00 jaar geworden. In de Gazet van Deinze van dezelfde datum stond een overlijdensbericht van Martha Manninger, 0 ]7-5-1903 (en t25-3-2004). :vten kan in de Infokrant wekelijks lezen wie overleden is (6 personen: 4 vrouwen+ 2 mannen) (3 ervan geboren in 1926, mijn geboortejaar). Men kan er ook de geboorte-aangiften vermeld vinden en op de keuze van de gegeven voornamen letten: soms normale namen, soms ver-gezochte namen ("ver"letterlijk en figuurlijk): nog in dat nummer van 31/3/200': Syon-Jarno-Angela-Robbe-Chesney-Robin-Johannes-Samir en Florent (dus 9 borelingen in de voorbije week). Infokrant X5 jaar en meer in juni 2004: oudste geboren 1906 (Anna Cosyn) aantal: 40 waarvan 12 mannen en dus 2X vrouwen. Per week: ó borelingen (namen: Estcllc, Joran, Lola, Emiel, Yljana, Alisia; X overlijdens per weck ( Infokrant nr 405 van 26 mei 2004)
417
Nog I 00 jaar Mevrouw :\h.·surt·- Dl· BtKk. geboren in I X9-l ( 16 aug.) in Gent. overleed te Deinze in 1999 (2.X febr.). Ze was I0-1- geworden; op weg naar I05. Er paar weken later overleed op 1-1- april 1999- mevrouw Dl· \lilt- \'an Cal•neghem. geboren in I X99 (3 nov). Ze 1.ou in november Jl)l)l) hunder jaar geworden zijn. Ze was de weduwe van Albert De Milt. de broer van Alhcrt Savcrys' echtgenote. Over de fam iIie Van Cacneghcm vcrscheen te Aalter een studie van historicus Peter Laroy "F.II. Maurits Van Cacnc!!hcm - Pctit Vicairc te Aaltcr". uitgegeven door de Aalterse Dr .Jozef ( ;oosSl'IHll'rtskring. 1\taurits was de 1.oon \"<111 1\.amicl. Kamiel was de broer van "madammeken De Milt's vader. Maurits had een tus die met een \"andenhrol'l'kl• huwde en die in Aalter burgemeester werd. Hun zoon was Dr. mcd . .Jl'f \'andl·nhrol·rke. die als gynecoloog in Dein1.e Dr. Adie! Deraluwe opvolgde. 1\tw De l\1ilt-Van Caeneghem had twee dochters; een ervan (Jeanne) is gehuwd met politic-inspecteur Carlos (;l'in·gat. die ondertussen ook al grootvader is (van een Jonas \'an llooreheke). Walter Van lloorhekc uit Bachtc-Maria-Leerne is ook grootvader van deze Jonas. ~
~
P.S.: Wie vult de lijst van I 00 jarigen aan? Enkele jaren geleden stierf een vrouw in Frankrijk aan de leeftijd van 123 jaar. Ze had decennia te voren haar huis op lijfrente verkocht. Sirnon Schama p. -1-75 schreef over "specialisten in onwaarschijnlijkheden" die vermeldden dat een Schotse hoer. John Melville geboren in 16-1-9 in 1789 nog leefde. In Frankrijk huldigde men toen "Ie doyen" van het menselijk ras. Jean Jacob. in 1789 was hij 120 jaar oud en werd officieel ontvangen op de Assemblée Nationale als oudste mens ter wereld. Hij zag er wel uit als "weg gelopen uit de geologische tijden". een "levend fossiel". Hij woonde op een kale berg in het Juragebergte. Een zeventigjarige richtte toen - in 1789 -een veteranenbataljon op in de Nationale Garde: men moest ouder zijn dan 60 jaar en een baard dragen. In 1953 waren er in Frankrijk 2.00 honderdjarigen. In 2000 waren er in Frankrijk 4000 à 5000 honderdjarigen. In 2003 verwacht men in Frankrijk 58.000 honderdjarigen en die zullen in betere fysieke staat zijn dan de I 00 jarigen van 1953. In 2000 waren er in België iets meer dan I000 honderdjarigen. In augustus 2.003 waren er in Frankrijk 13.000 doden meer dan in augustus 2002: toegeschreven aan de 1-1- dagen met 39 à -1-0° hitte in die eerste weken augustus 2003. We hebben in 2003 - in augustus - ondervonden dat meer dan 30° niet de temperatuur is waar we ons
418
goed bij voelen. Ook onze tuinen toonden het teveel aan zon en aan droogte. Maar sterfgevallen als in Frankrijk waren er hier niet. In het klassieke Griekenland van Aristoteles werd I op I 0 borelingen ooit 60 jaar. Ik ben zopas een boek aan het lezen over Gerard Mercator (Kramer) die leefde van 1512 tot 1594. En de auteur van dat boek, Nicolas Crane, schrijft dat Mercator de buitengewoon hoge leeftijd van 82 haalde toen hij stierf. Nog veel ouder werd de Prins der Nederlandse dichters, Joost van den Vondel: 1587 = 91 jaar. Vergelijk met P.P. Rubens 1577-1640 (63 ), Michelangelo 1475-1564 (91j.), Rembrandt 16061669 (63), Rafael 1483-1520 (37), Machiavelli 1469-1527 (58), Spinoza 1632-1677 (45), Socrates 469 v.C-399v.C (70), Sofocles (496v.C-405 = 91 ), Platoon 427vC-347 = 80). De Ventiaanse Doge Enrico Dandola was 97 toen hij de bestorming van Constantinopel nog meemaakte in 1304~ Uitzonderingen en fabels zijn van alle tijden. M. Crane beweert dat Mercator dubbel zo lang leefde als de meeste van zijn tijdgenoten. Van de mensen in 1800 geboren werden er 32 % zestig jaar of meer 20% zeventig jaar 6,8 % tachtig 0,8 % negentig 0,004 % honderd Van de mensen in 1900 geboren werden er 54% - 60 j. of meer of meer 43%- 70 j. 26%- 80 j. 8%- 90 j. 04%- 100 j. Van de mensen in 2000 geboren worden er 96%- 60 j. (dus tegen 21 00) of meer 92%- 70 j. 88%- 80 j. 68%- 90 j. 12%- 100 j. Zeggen de statische tabellen en vooruitzichten.
419
Een kalendcrrri im:
TRAP OP, TRAP AF! Is 'r mensn1levm Voor WJe het leven is gegeven. Van 'r Jaar 0 rot 2 liggm w' in ons WJcg Slapen m schretm meer dan lief! 10 dat zijn ons kinderJaren. 20 denkt mm aan het parm. 30 moet men zijn getrouwd want op 40 is mm reeds te oud I .50 knJgt mm ongemakken; 60 is mm snd aan 't za.kkm; 70 kan men nog wat levm maar 80 wordt ons .,toegegevm" want dan wordm wiJ weer .,kmds" arthrose m reuma alleszins. 90 daalt het leven straf 100 liggen ons beenderm in het graf.
420
( 16/2/19X4)
Bijlage l: Demografie - Deinze in 1853 Volgens het jaarverslag van het stadsbestuur waren er in Deinze Op 31-12-1852 1771 mannen + 1877 vrouwen = samen 3645 Op 31-12-1853 1740 mannen + 1864 vrouwen =samen 3604 geboo11en
1852 1853
59 jongens 49 meisjes 53 meisjes 37 jongens + 5 onwettelijke
Overlijdens van 0 tot 5 j. in 1852: 38 in 1853: 34 Van 0 lot »
!)
»
I)
6 D ]) 7 D » 8 » ]) " 9 » ]I) D 10 ]) 11) )) 20 ]) 20 ]) 21) D 21) D ~0 ) M ]) 31) D ~)) D 40 ]) 40 )) 4:1 ]) 41) » 110 ))
D
lSO
D
])
!)IJ
D
60 6"'.) 70
D
])
7il
J)
])
D ))
D
])
J)
80
])
D
81)
])
])
90
])
» !) ó)I' » I 00
))I)
60 61) 70 7ä 80 8ä 90
1853
~8
M
»
»
D
D
»
jaren voltrokken.
6 7 8 9 10
1852
])
))
J)
»
J)
))
1
))
))
3
3
3 4
~
D D
I)
])
I)
))
2
4 1
6 3 1 3
I ä 3 6
4 1 2
2 8 3
1) 1)
4 8
])
J)
J)
»
])
6
I
1
D
!)))
» • 100 en daer boven "
Totael. Persoonen overleden te Deyme en van de bevolking geen deelrnakende . . . . . . . . . . . . Persoonen overleden in andere gemeenten en van de bevolking deelrnakende . . . . . . . . . Verschil. Oaeruit volgt hel getal pcrsoonen overleden deelmakende der bevolking tot
11 u wel yken Echtscheidingen. . W cll ign erkcuningcn Doodgeboren . . .
D
11
D
D
93
93
])
IS
IS 1)
4
!Hl
89
181>2. 18ö3. 21) 20 D
))
::! 3
I' ,)
(i
421
Er waren
2 stomdoven I blinde 16 brandweerlieden onder hevel van de 45 wezen 3 krankzinnigen in de Godshuizen 4 hij tijds kranktinnigen in de stad. Verkiezing: voor de wetgevende kamers in I X53: voor de provinciale raad voor de gemeenteraad
In
)lJlJX waren er in Ciroot-Ikinte
politic-kommissaris
I 12 kiezers en in I X54:
I I0
120 kiezers I <)X kiezers
116 211
13.4XlJ mannen en 13.54ó 2000 13 ..535 2001 13.535 2002 13.5X6 dus in llJlJX waren er 509 meer vrouwen dan mannen )l)l)l) 46X 2000 52X 2001 544 2002 .54X (d Verslag over het beheer van de stad - 2002- met nog veel )l)9t)
13.lJl)X vrouwen 14.014 14.063 14.113 14.134
andere demografische gegevens)
In België worden de mannen gemiddeld 74.9 jaar oud en de vrouwen 81,4 jaar. In alle landen in Europa leven de vrouwen langer dan de mannen en zijn er dus meer vrouwen dan mannen. Bij onze buurlanden: 7.5.3 j. voor mannen en 80,6 j. voor vrouwen Nederland 74,4 88,6 Duitsland Luxemburg 74,4 81,2 Frankrijk 7.5,2 82,7 Groot-Brittannië 75 79,8 Het levensverwachtingspatroon in de Europese Gemeenschap ( 15 landen) is: 74.9 j. voor mannen en 81.2 j. voor vrouwen. Met de tien landen erbij ( 1-5-2004) zal dat niet veel veranderen want ook in die landen zijn er meer vrouwen dan mannen. Voor de 25 landen samen stelt men statistisch 69,3 j. voor mannen en 77,5 voor vrouwen. Maar overal 4 à 5 % meer vrouwen dan mannen. (cf De Standaard- bijlagen 2004) 422
Bijlage 2: DolphJn x ... naamverschrijvingen Ambrosius Dolphyn had dertien kinderen bij zijn vrouw Isabel la Rosa. Maar Je spelling van haar familienaam leverde problemen: Oosthuyse, maar ook nog 6 andere spellingswijzen Van Oosthuyse Hoesthuysen Van Oosthuysen Van huesthuysen Van Huestraeten (cf. Index op Parochieregisters) Op 3-7-1776 Joannes Baptist 7-1-1778 Theresa Sophia 25-2-1779 Petrus Josephus 2-7-1780 Maria Theresia 16-2-1782 Joannes JudoCLIS 5-10-1783 Maria Carola Rosalia 30-4-1785 Ludovicus 27-5-1786 14-11-1787 Carlous Ludovicus I 0-2-1789 Joannes Baptiste Joannes Emmanuel 1-9-1790 12-5-1792 ldonea En op 1-10-1774 was Ambrosius "Dolvin" de vader van boreling Michael Dol vin, maar broers en zusters waren Dolphyn. In het gezin van mijn grootouders Leo Maes x Sophie Fierens ging het ook± zo: het eerste kind geboren in 1888, het jongste van Je 12 kinderen werd in 1908 geboren (7 zoons + 5 dochters - één zoon stierf als kind, de I I anderen werden (op 2 na) tachtigers of toch bijna 80. ( 12 x 9 = I 08 maanden zwangerschap) (dus 9 jaar zwanger). Toen in 1983 de 7e zoon stierf- dat was mijn nonkel Frans- bleek hij Lcopold te heten: Leopold Frans Maes (naar de koning van toen). Dat wist toen niemand meer, tenzij zijn weduwe en Je burgerlijke stand. Hij werd in 1906 geboren en werd door de ouders, de broers en Je zusters en hun kinderen (mijn generatie) steeds Frans genoemd.
423
Noot: (I)
Dl· \'lamnsl' leeuwin: Mw Decaluwé - De Wael lJ() jaar ( o IJ- I0-19l.l J gedicht op melodie "Dt• Vlaam~e Leeuw" door een van haar 10 kindl.'ren Ze tullen haar niet temmen. Z' is altijd tO ge\\'et•st Ze wordt er driemaal dertig Wij houden cen nieuw feest. Van haar tal je 't Wl'l leren. Soprano drarnati4ue: Tit•n 1-.indren op de wereld. liet !..weken van die kliek. Moemoe je hcnt Je hcste Een grootmoe eerste klas! We doen het met el.'n geste En hefTen nu hl't glas Moemoe je hcnt Je hcste Dus drink met ons een glas Als Vlaming toch. een De Wael. komt zij door 't ganse land. gesteund door Pastorales. in menig restaurant. Ze zal 't wel almaal schikken De etentjes "zo fijn" Ze laat zich alleen strikken Door goed belegen wijn Moemoe je bent de beste Een grootmoe eerste klas! We doen het met een geste En heffen nu het glas. Moemoe je bent de beste Dus drink met ons een glas
424
3.
TEN OVERWEGING
(Toespraak hij de opening van de retrospectieve J.E Smith) (tentoonstelling van 23 maart tot 27 april 1980) Reeds herhaaldelijk werd mij gevraagd een tentoonstelling van schilderwerk of beeldhouwwerk met een toelichtende toespraak in te leiden. Ik heb dat telkens geweigerd omdat bij dergelijke gelegenheden verwacht wordt dat over de waarde van het werk alleen lovend gesproken wordt, zelfs als het werk de inleider eventueel niet ligt. Ik heb het ook telkens geweigerd omdat ik over het vakmanschap van de kunstenaar niet deskundig kan spreken en dus lieven niet spreek. Waarom ik dan wel aanvaard heb deze tentoonstelling in te leiden? Doodeenvoudig omdat Jos Smith, bescheiden als hij is, niet vraagt dat er over zijn werk of over hem zelf gesproken wordt. In die omstandigheid, nu er geen "lof op bestelling" bij te pas komt, kon ik de inleiding wel aanvaarden: niet om over Smith te spreken, noch over zijn werk, maar om een tweetal ideeën inzake kunstbeleving voorop te stellen en ter overweging mee te geven. I o: Tevenover het werk van de kunstenaar - maar ook van anderen - staan we altijd met een aantal vooroordelen. Het is verbazend hoe we allen - of we het nu willen of niet - met vooroordelen en vanuit vooroordelen oordelen over mensen en dingen en dat dus volkmaakte objektiviteit onmogelijk is, tenzij voor zaken die we in matematische verhoudingen kunnen uitdrukken - en dan nog. Ieder van ons heeft zijn eigen bagage van oordelen, vooroordelen en waarderingen. We hebhen ons, vanuit ons milieu, vanuit onze opleiding en vanuit onze eigen ontwikkeling, aan een aantal waarden gehecht die voor ons al minder of meer onaantastbaar zijn. Maar, al hebben we misschien ergens een deel waarde gehecht aan dezelfde dingen, dan verschilt toch nog de rangorde, die we van die waarden opstellen, van mens tot mens. Trouwens, juist die verscheidenheid van rangorde der waarden, die ieder voorzich zelf maakt, zorgt voor een pluralistische maatschappij-visie. Ook tegenover het kunstwerk staan we allen, vertrekkend van een diversiteit van rangorde die wij in onze eigen bestendige groei verwerkt hehhen, waarden die we in een verschillende rangorde opstellen, verschillend zelfs voor diverse perioden van ons eigen ervaren. Die rangorde hebhen we onbewust opgesteld- misschien zijn we er ons nauwelijks van bewust dat we wel een rangorde uitgebroed hehhcn! En wc kunnen ze niet omschrijven, we kunnen ze zeker niet opsommen. Maar ze vormt ons voor-oordeel waaraan wc alles toetsen. Soms zal onze waardengamma ons helpen om een kunstwerk te hegrij-
425
pen. ~om~ remmen. Maar we moet erop letten: onze voor-oordelen begeleiden ons. zelfs als we ze willen afschudden. ")0.
Bij het beoordelen van een kun-.twerk komt nog iets andere kijken dan onze eigen rangorde der waarden. dan onle eigen vooringenomen vi-.ie op wat mooi of niet mooi is. En ik zeg opzettelijk "mooi of niet mooi"- en nict "mooi of lelijk". Want iet~ lclijks kan ook "afgrijselijk mooi" zijn: CL'n mooie vmuw i~ mooi - en ook hicr zijn de normen relatief- maar een oud, hard. verweerd hoercngclicht kan oo"- mooi lijn~ Er i." nog iet~ andcr.-; hij dc beoordeling: nml. onze eigen ontvankelijkheid. Vour wat lijn we untvan"-clijk? En lijn wc altijd wel even ontvankelijk? Wat spreekt un-. het mce-.t aan - welk medium ligt ons het hest: i-. het de "leur of de lijn? is het dc vorm of de materie? is het de toon of de melodie? is het de klankwaarde van het woord of van de ~tem? is het de inhoud. de mededeling of de idee'? is het de rust. de bewogenheid of het engagement? enz. Of is het dat allemaal? Maar in welke volgorde dan? Dat zal alllangen van onze diverse ingesteldbeid en van onze aanleg, die ons zin geeft voor kleuren of voor muziek en ons vaak quasi onontvankelijk maakt voor een medium dat we niet of minder kennen. In functie daarvan gaat onze belangstelling uit naar het schilderij of naar de tekening of naar het heeld of naar de muziek of naar de literatuur met daarin dan telkens nog een specifiering volgens de diverse vormen en tendenzen in het kunst-uitdrukken en in het kunst-ondergaan. En in functie van die ingesteldbeid waarderen we het ene genre wel en het andere niet. Want een kunstwerk ondergaan is een confrontatie met de auteur: wat hij meedeelt, of wat ik denk dat hij meedeelt. beantwoordt dat aan mijn verwachtingen, drukt dat uit wat ik eigenlijk ook zou willen uit-
426
drukken. maar niet kan uitdrukken hij gebrek aan creatieve kracht. hij gebrek aan een eigen medium en eigen creativiteit. Beantwoordt zijn scheppingsdrang aan mijn passief kunstervaren? Ligt het medium dat de kunstenaar gebruikt in de lijn van mijn ontvankelijkheid, een ontvankelijkheid die dan weer wordt bepaald door mijn groei, naar dat kunstgenre, of van dat genre weg. En als het mij dan al ergens ligt, waar ligt het dan in mijn waardeschaal: heel hovenaan - of ergens onderaan? Dat alles immers zal mee bepalen of het werk mij iets zegt of mij niet aanspreekt. d.w.z. of ik het goed vind of niet - met alle nuances daartussen. Want dat is belangrijk: waar sta ik tegenover het werk van de kunstenaar- en waar komt hij terecht in mijn passieve beleving van wat mij als kunst wordt aangeboden. Ik hoor de kunstenaar al zeggen: dat kan mij niet schelen waar gij staat. En hij heeft gelijk- ten minste gedeeltelijk; want als hij zich tot een publiek richt speelt dat wel ergens een rol - al gaat het in de eerste plaats niet daarom maar wel om het feit dat de kunstenaar uitdrukt wat in hem wikkelt en wroet. Iedereen die kunst benadert, confronteert dus zichzelf met het werk en tegenover het werk, op zoek naar zich zelf, naar de kunst (ja wat is dat!) en naar de kunstenaar. Een onbevooroordeelde inleiding tot het kunstwerk kan natuurijk de confrontatie helpen op gang brengen. Maar niemand kan, met de hand op het hart, zeggen dat hij onbevooroordeeld zou spreken: hij vertrekt Immers van zijn eigen waardeschaal en van zijn eigen aanleg en voorkeur inzake medium en hij heeft dus een gunstige of ongunstige ingesteldheid alvorens hij hegint te oordelen of beter: naar een oordeel hegint te zoeken. Nu beweer ik niet dat een bevooroordeelde inleiding niet ook een goede aanloop kan zijn naar de confrontatie. Maar men moet er mee rekenen dat ze eenzijdigis-en men moet weten dat een kunstwerk en de waardering ervan meer is dan de som der delen -en soms minder! Kortom, dit is geen pleidooi voor de kunstenaar, maar een aansporing voor de kunstgenieter - om zijn oordeel en dat van anderen, ook van inleiders, te relativeren en toch het ten·ien af te tasten om kunst te beleven.
427
Laten wc er nog aan toevoegen dat in deze tentoonstelling niet over de verkoopswaarde van de werken gcsproken wordt. Het grote vcrschil - het essentiële verschil tussen dit museum ( l) en een galerij is dat onze tentoonstellingen nooit vcrkoopsdocleinden hehhen. maar wel dokumentaire waarde- en het schiften laten we aan Je ti ju. Juist daarom zijn er hier al zo veel retrospectieve tentoonstellingen geweest in Je loop van Je tiju. We tonen de evolutie van het werk. over een heel leven, over 50 jaar- over ..t-0 jaar- zelfs over een periode van I0 jaar, kan dat. Hier gaat het over ..t.O jaar Jos Smith. uie nu 60 jaar is. Ik wil van deze gelcgenheiu gehruik maken om hem puhiekelijk te danken voor zijn inzet in ons KOKBestuur. voor tijn inzet hij het inrichten van de KOK-tentoonstellingen, zoals de hier zopas afgehroken tentoonstelling van speelkaarten. zoals uic over "50 jaar KOK", zoals die over het "leven en het werk van Luc Matthijs" en vele anuere die er aan voorafgingen. Wij wensen hem proficiat. nog vele jaren vitaliteit en uilenspiegelstrekcn. en veel succes met zijn werk. (I l
Dit was toL'n ( llJXO) nog het gebouw tegenover de O.L.V.-kerk. nu het Saveryspand. Dit gebouw was deels vredegerecht L"ll mutickschool (ooit ook botermarkt). In 1942 werd het ook muscum naar aanleiding van de gift van mevrouw Em. Claus van het Claus· werk ""De Hietenoogst"" Iop voorwaarde dat het opgehangen werd want het lag al jaren lang op een rol in het Claus· atelier in villa 10nneschijn in Astcne). geschonken aan KOK. In 19Xl verhuisde het museumbezit naar Je nieuwhouw in de Hriclmcerscn en De Bietenoogst kreeg er een ereplaats. In november Jl)X I opende het nieuwe museum.
Herman Maes voorzitter KOK 1977-1996
428
.t EEN GULDEN VLIESDRAGER ALS MARKIES VAN DEINZE
A Over de Oostenrijkse tijd moet nog heel wat gezocht en beschreven worden voor Deinze. Die tijd ( 1714-1794) wortelt in de Bourgondische tijd en loopt o.a. samen met de Orde van het Gulden Vlies, gesticht in 1430 door hertog Filips de Goede ( 1396-1467), hertog van Bourgondië, Graaf van Vlaanderen. bij zijn huwelijk met Isabella van Portugal. De nog steeds bestaande orde werd te Brugge gesticht. Filips' kleindochter, Maria van Bourgondië (de dochter van Karel de Stoute), huwde met Maximiliaan van Halsburg/Oostenrijk en bracht zo de Habsburgers naar hier, die hun hoogtepunt bereikten met Karel V, de kleinzoon van Maria (zoon van Filips de Schone en van Johanna de Waanzinnige). Keizer Karel V splitste in 1555 zijn land "waarin de zon niet onderging" in twee erf-gebieden: Spanje, de Nederlanden en de overzeese bezittingen (Amerika) voor zijn zoon Filip 11. de Oostenrijkse bezittingen gingen onder Karels broer Ferdinand, opvolger ook als keizer. De orde van het Gulden Vlies kreeg ook twee takken: een Oostenrijkse en een Spaanse tak (die splitsing gebeurde pas in 1712). De orde startte in 1430 met 25 leden en in 1431 kwamen er twee bij: o.a. Simon de Lalaing (I 4051476) over wie in de KOK-jaarboeken 1935 en 1936 reeds geschreven werd n.a.v. een band met Deinze, namelijk een stenen pronkgraf in het Deinse klooster, in opdracht van die Simon de Lalaing. Hij was lid nr. 27 zijn zoon .Joos de Lalaing (1437-1483) werd in 14781id nr. 83 en wordt ook in KOK 1935 en 1936 omschreven. In 1516 werd Antoon de Lalaing lid nr. 139. Wie dat is lezen we ook in de twee KOK-Deinze jaarboeken. Hij leefde van 1480 tot 1540. Keizer Karel V ( 0 1500) werd al lid (nr JIJ) in 150 I en zijn zoon tïlips IJ als nr 176 in 1531. De Lalaings komen nog aan de beurt, maar die hebhen dan met Deinze niets meer te maken. Ook de graven van Hornc, de Montmorcncy, komen voor in de ledenlijsten in de 16e eeuw evenals de Egmonts (en de Croy, de Ligne, en enkele anderen in de zuidelijke Nederlanden) en de Oranje~assaus.
In 1694, als nr 572, komt voor de eerste maal een de Merode op de lijst: Jan Filips, graaf van Merode, markies van Westerlo ( 1674-1732). En vanaf 1712 telt men gesplitst verder, vanaf lid 619. Als nr 785 in de Oostenrijkse tak staat sedert 1765 ook Jean Charles graaf de Merode, markies van Deinze ( 1719-1774). (cf P. Huys, in KGK Kontaktblad 2003 nr 6 p. 3105 die vertelt waarom er in Deinze wel feest was, maar geen hal) Wel een mis en een "Te Dcum laudamus", wel drie salvo's met het klein geschut, wel een eetmaal en het luiden van de klokken, wel verlichting en vreugdevuren. Hij werd generaal in keizerlijke dienst en schonk een monstrans met zijn Gulden Vliesjuweel aan de kerk te Ham-sur-Heurc. In het stadsarchief, rekening nr 11 (wel overgebracht) staat genoteerd:
429
"Item hetaelt aan ]oannes /Je Clercq de som \'ll/1 \'eerthien f'Oilllen g1: m·er hU hem en consorten ghedurende dentijd van ses weken gheluytte heh/Jen met drU doeken drU mael sdaaghs o\'er syne excellentie den heere lllllrcJuis l'llll /)eynw t'saliger /1/(Jmorie. conforme cl'ordonnantil) ende ctuitantie dus de se/re sommc \'Wl X/111//J g1:
Dit wa~ gebeurd in 1711 naar aanleiding van het overlijden van Maximiliaall Alhrecht de Merode, markies van lkinte. de grootvader van Jan Karel. Een andere de Merode. nml Eugene Jean Philippe de Merodc-Westerloo, was veldmaarschalk van het I leilig Roomse Rijk der Duit~e Natie, en wa~ o.a. heer van Pierersheim. ten tijde van de Oostenrijkse Succe~sieoorlog 1702-1712. Over deze laat~te per~oon verscheen een hoek in I YlJX: D. Chandla Mi I itary memoire~ of Marlhorough campaigns 1792-1712 waarin <>pt. Robert Parker een bijdrage schreef over Royal Regiment of foot of I re land and the Count of Merode- We~terloo, Field Marshall of the Hcly Roman Empire. ui tg. London & l'vtcchanicshurg I Y9X Deze de Merode looft vooral zichzelf en stelt zijn tegenstanders graag in een kwaad daglicht. Hij staat niet genoteerd als Gulden Vliesridder. Marlhomugh vcrdiende in die strijd zijn titel. want hij heette te voren Churchill en werd in 1712 de eerste Dukc of Marlhorough. Hij kreeg even huiten Londen ook een kasteel ( Blenheim) met hectaren grond. Ik bezocht ooit dat kastcel waarin Sir Winst(m Churchill 1875 geboren werd. Winston Churchill is de zoon van een broer van de 7e ('?) het1og. Alleen de oudste zoon kreeg telkens de titel. Marlborough in het Engelse kamp en de Prins vanSavoyen in het Oostenrijkse (met de Merode) vochten samen tegen Lodewijk XIV. Prinz Eugen "der edle Ritter", en zijn troepen rustten in maart 1715 te Gent en gingen op 25 maart "cantoneeren" in Deinze. Het was. volgens de Gazelle van Gent van toen, "een regiment in goede monsteringhe ende altemael schoon volk". Men zong toen: Marlborough s'en va-t-en guerre mirandon (2x) mirandaine Over Prinz Eugen is er sedert 1719 een lied over het belg van Belgrado: Prinz Eugenius der edle Ritter wollt dem Kaiser wiedrum kriegen Stadt und Festung Beigerad ... negen strofen lang. Hij hielp toen mee ons land te regeren en heeft hier veel kunstwerken besteld en gekocht (niet gestolen of gekregen) Hij had zelfs opkopers in dienst. Zijn verzameling is de basis van het museum in de Hotburg, in Schönbrunn en in het Belvedere (zijn woonst) in Wenen. De Merodes stonden nog eens in de Deinse rekeningen nml in 1723 ~
430
~
Item hetaeld aen Jomllles Van Cauwenherghe met consorten de som van twae(fponden vijfschellingen grooten over hij hem ende consorten ghelu_vtte l1ehhen den rijdt van zes naereenvolghende weken drymaels daeghs ter eausen van het overlijden vanmevrouwede marquise van Deinze. Over die familie in Oostenrijkse dienst is nog veel te doen. Er was wel altijd iemand in "het andere kamp". De familie vocht in 1830 in het Belgische en in het Nederlandse kamp. De familie heeft een hele geschiedenis van 1340 af en heeft een hele bibliografie voor de Merode-Deinze (cf Alb. Yandenabeele, Gesch. v. Deinze p. 91 e.v.) (cf KGK-Jb. 2004 p. 513) Leopold II werd in 1853 lid nr 915 Albert I werd in 1907 lid nr 1152 (ook zijn vader maar in Spaanse tak) Boudewijn I werd in 1960 lid nr 1176 in de Spaanse tak van de orde Leopold I werd in 1830 lid 947 Spaanse tak. Leopold III " 1923 " 1154 Er staan nog heel wat Zuid-Nederlanders in de lijsten (bvb. veldmaarschalk Prins de Ligne ( 1735-1814) vooral in de Oostenrijkse tak, en de diplomaat d' Argenteuil die te Parijs werkte voor Maria-Theresia en misprijzen had maarschalk Josias van Coburg.
B Politiek en het Gulden Vlies In de nazi-tijd werd in de Oostenrijks-Habsburgse tak van de orde niemand benoemd (1934-1945). In de Spaanse tak werd tussen 1931 en 1960 niemand benoemd, tenzij in 1941 Juan Carlos van Bourbon, infant van Spanje, prins van Asturië (Burgeroorlog en Franco-tijd). In de Napoleontijd benoemde de Oostenrijkse tak geen Fransen naar in de Spaanse tak was het anders. Napoleon werd keizer en maakte een broer koning van Westfalen, een andere broer koning van Holland en nog een andere broer koning van Spanje. Gevolg: de Spaanse tak benoemde in 1805: lid nr X55 Napoleon keizer der Fransen X56 Joscph Bonaparte koning van Spanje X57 Lodewijk Bonaparte koning van Holland X60 Kardinaal Joseph Fesch aartshertog van Lyon (oom van de Bonapartes) X61 Joachim Murat groothertog van Berg en Kleef, koning van Napels (schoonbroer van Napoleon) X62 Eugcnc de Beaubarnais vice-koning van Italië (stiefzoon van Napoleon)
431
.. '
'I
..
u Hcgi,tre de. Arrè t ~ ~ du [ r fl:t du J épartemcnt de r . ., .\ l. 1'.
J_,~ I.
P ft I. I I 1 1u
Jtro"
de o.•
11 du
111rr lt t\ 111
I ,,
\cl
t~ ' '
l
tn dr 1'1
r
•L'T •
&
'
•.
,
"' ..
\
r '
u"' r
.. ..
\ 111~1 IJllilt I.' hCUI\
H ~'rmr· • ,h
I
lllif
lc
('I 0
l.I.
11, rdtlt\ C
hOI'l l,et C'lt f"'t.\
\
r·'"
1
R. S T 1: N
11 '
./ l1 4..
'--",,.\., Wf•~ W•l
('loe
,.,.
ft
111111
td•m ..
, ' ...
'
n.t re 11o. attuomll•l , ., ••niJ·'•u 11lit uu '-'~" 1''1-f,
r•• ... ,. doen..
1k\
lrtll
\
("'f
Co 1 nt,
r···('.
I"' r ldr" \,:("\ T nl" ln"1U\ fonl ( h '~ d. ltiHt."\ (1\nl, .:11~ CU CH t..k re; 1 ~O'l
d.n op l u• l
Ktr~hnr til t
ku•ylfl
••n d1n 1\-J,.,.,, tlf'r ~o;>~ llii iii •IIO
• ....,. wn-. ~•• touruuh do ha ·
!a
,......._ r
• "'' J"
f""('ll.otK'ff. ll
''*'
dc \lr.t )('J
(\.-rOIM ( t(
Dt ,..., tOCMM.n ) d1 \Vlt d..-t uu N ourlp:lru 111 Vt!tldMto t l11. ti. Cr• \t" "" llldt re dto: dJ .laU"' .., d r \(Jfl t (IC!Ud" uu• 1t h .len a~cfl~ttll, '-Uilf'll 4.1 fr~ t.vu r lru Vlllt enkttle ,.t.n. (tbr•JI "" •nw ru~u •ordn! '" tl1 pc""'" dte du.o Trtbu-
U\11 '"'• ruur-
• J"
&)11 U) I 11 tJ IN'k tU o Of•...".lf" I m 1"•1 ... n •tF&W) 11111 dC'• wul)d.en. .t l
d• UlfHintele •er•
diJ ei.:_
I V.
I V.
Le pr~fcno rr~o~ fora •mi"''"~ daou In drox tooJOO. pohlo< & affich~ dan• toutcs les com aDO du ~n~mcot , c!c
lfo11 t.ep:nwoordfc "Beti UJ I ul , Jeclru\t 1.n de tW"te ltelen • .r,ek-.iql en Maf"'Pbk l worden m atle de c:oauaunm .au het depaf'o 1 1. c.o aotocnoodcn ..en de Tnl..unulen.
t~d rdlè tu~ T nhun1u1
Le• ~I oor<•. leur• /l dfO'"" & les Comonlliouo de pol~<e font ct'cn run•t'liiC.r l'cxécunoa. Fan ~ Gaod, Ie o6 Plu\16fe, an •• de la Rt publique. Sop fA IPOU LT.
De J.,-.-n , hmlne Adjointen en de CommU..rï..en 'fin policie a.dul met n de u11•oerms nn te be-wMk~nGecbm aoc Cend • d"' tG Plovit..e, jan • s du Repnblieke.
&JO
chtrg~s
POJU UfUiU.. DMf.,_ : Plr Ie Préfct du 04-rtcmem de I'Efoot, L< StcrltOJn p•l.r•l lt J. PrlfiBur, ~gnf P. TI EL
P.&.UJ, 1t ' ' c - 1 -
LE GR
lJ
4 ~~
O.J GE, Mun~ de la Jufua:,
Ao PilbET du dqantm
en
amJigauou mM .",.,...,...._
Ja \'OUs wm1 • 6~ REG
Ge~u.La1
111
I
dI
IER.
Poot copie .......... : Lt Stcrluirt 1/.olrJ "- 14 Prlfilhn , Szpi P. TINEL.
F A I POU L T.
P oor tzptJitû unform : B1 ckD
Prereet no het l>f'ptrttnMnt der Schdde, Du SlucUJv ,_.uMI ûr P"fitlllft , c ....t.,. P. TINEL.
D E • GROOTE ·RECHTE R , Mmltltr nn de J ufficie ,
1\L.'f
] ·., tu111Üt/, CiloytA Prlfit, _,, .Á"/Jl n _I.Jif •-z ~ m4tÎOifl, ft n'•l nu t/'0 r~ Jaa~ Ju Jlf,.fo•u ik CJNJJ'.ut ..x Loit & R IK't~MM """'" f., UtU .-tün; j'y ....
ODI
PaEncr
VlD
bet dcputemeot der ScitcJdc.
l c"''-· B.,."_ Prrfou, ~"~"
11."
O.nt.yl Htu.l:l.t!J'k 1411
:.kt·;;;::::;,.~,':}~:;;; ~ '::.~~~;,,~~;;4:r~,.~ ktr~•a.. 1 11 O&.O C "TI u, J~kmt
R..ECNJER.
Voo.- rdJhonai& alóduili : /Ja Sl~ntuU pM.rMi Ju P,-tfiavl# Gdu/1&1 P. T I N EL.
A GAND , chez A. B. STËVEN , lm~ de la PrHcaure, MucM aax GBÎIIJ.
432
•·
lil
l'lfrf,•nn' '''''t:""'C'' I"'' la .Je ('lllt' ~ d..~'u•Uont 1', let ) ,..(f..,, Ut' &._ IUirt" qut CUJ!rt'\"1C"'T1LLtonl lUl
I liiHlfl\
I
1 jfOn•)()ll &rttlH'"Ff'fl n, f«'tt Wllft fe UJ I
tl•ll
.,.. b.-
lil
1 ~~~·unt\1 \ .k liml '·
J•a r.
wud r il on
11
c;
•"--c )
tll'\
hr~u:n
ruc•W f"ll '',..' , "'" dm m01uc·•r- lf'n OOK-1 r mt~l den • d. d• .t.t'h • t•'-1 ,_., nl•'l"" c " " LOtlilt r rl vno r • •rkJo u IM''II't-f'h trI 1-.fwto om a Uil Jru 11• rloo•l 110 W•l•a. ''" r "''• ••h( r•n• •••r ltrt u'"''(lrou , I de lt'UIIrn .-wu.u;n h1 d4' U Ct IIWitl('ll UO ltOIJilit'o
11 -n n<' f.:rt Iu r: qut' d.""' Ie ltne1tt.'Tt do la r••nlmllnC' ' 1 1 C'.J ÎtnJ, ti '""''"'' •l'unc I.JI(rt•f•tu•n lpHi.I!C' 11111 ohr \l llrt" o'c lt tl•mmunt' c4u
I .<
h11111tl , 11 .•
...:1rn ._,, """ 8 ar1".,.. ''~ , m111 5trlle
t • ••r• ,,.,.,. , t....w, I
let
A11cunr rf\h H".,
~1 \
kuCLOI '
A R T I K 1: 1.
r•r1, .tuudttr "oe •uuwa.••·•,
Cut
& •1Ue
rar
•
r ' .,
'(1ft lr.1'1fl""n1
d;,~ du. '•
h ' drpart•mtnt dn
•t. ""luUr.mt"n un ""' 11 •M•~tl. IV . . ut U n Wn bo•\, \\ n uu d.,ao \ .,ui'Jttt
... ,,, ~ "
u
I'••
dcpnrtcment
t
·~
A
t lcn fttlr 1,1'1, • ,Ie I' etrr de
:-r r-rur ,-.flur,r
'P", oir Ii !'IC'tr 111{
uer Be lu ten vnn
....... nd.
I
& t:
t.htf"IIC' IV.
0
1•1
• on
lHH' Alllllllll\11"1. lur J ~, lrl \"llll 11\d, !)UI 1.,. rrurr1l1 &kln1e1 qu'1pr. 'l
r&c r ...n
PR (
PllE\IILil
' '
, L.
111
'yt dc:n H gi er
Dr. Lt.'\"T
/llt'rl t' l. f.
T
den Pr f~:ct vnn h U r '-elll.l.llE·
i\ltll1.1 1! c ')"' h.nl C nnlnrmcm•
1
( J J f''tt
maar 111 1812 worden de Fransen verdreven uit Spanje door de hertog van Wellington, dat is Arthur Welles1ey. en die werd in 1812 lid 869 van de Spaanse tak. Er zullen wel nog redenen zijn waarom sommige staatshoofden wel benoemd werden en andere niet. Aanvankelijk konden er slechts 31 leden zijn, nadien werd dat 51 (onder Keizer Karel V) en 61 onder Filips 11. Er moesten dus leden gestorven zijn om nieuwe te kunnen aanvaarden. Slechts driemaal werd een lid bij leven geschrapt (o.a. de derde de Lalaing). In het begin van de Franse Tijd werd de adel afgeschaft. Dus viel de markiestitel weg. De markies van Deinze woonde (als hij in Deinze was) in het kasteel van de markies, het markizaat: het postgebouw (met twee vierkante torens als inrijpoort) en de grond erachter en er naast tot aan de Leie en tot aan de Leiebrug. De eerste markies was Diego Mexia Felipez de Guzman, in 1625. Hij verkocht het markizaat en de titel in 1632 aan Floris de Merode die in 1652 kinderloos stierf. Floris liet het markizaat over aan Willem, die kort daarop ook kinderloos stierf. De titel en het bezit ging nu naar Maximilaan Antoon, een broer van de markies de Merode de Westerloo. !Vtax Albrecht stierf in 171 I. De laatste markies van Deinze was Jean Charles Joseph de Merode, die in 1765 opgenomen was de orde van het Gulden Vlies. Hij was de kleinzoon van Max Albrecht.
433
5. DE NIEl'\VE ORDE 1790-IXOO
Op I 1-11-1792 1ijn de Fransen meesters in Deinze: op X-li-17Y2 moesten de Deinse burgers nog logement geven aan de 1ich terugtrekkende Oostenrijkse soldaten. In de Oostenrijkse legers zouden zowat 7000 mensen uit de Oostenrijbe Nederlanden vrijwillig dienstgenomen hebben. Ze waren ingegaan op de lokroep van soldatenwervers die tegen vergoeding jonge mannen ouder dan 21 maar jonger dan 4 I. aanwierven voor het leger. Voor mannen langer dan 1.70m kregen die wervers dubbele vergoeding. Ik gemiddelde gestalte was toen 1.60m. De Dcinse stad.sgritlier Charles de Caigny was met zijn l.X.Sm wellicht een van de langste mannen in Deinze. 2e helft van de I Xe eeuw. De hoogbaljuw Charles Philippe Marlens was 6 voet(± I.XOm). lkir11enaars Judocus dl· CtKk en Haplist Wanll' waren soldaat in het Oostenrijks leger(± na 1775) geweest. Joannes ( ;ol'lll'l'l was 71 jaar en .. had den hesten tijdt van 1ijn jonckhcyd" doorgebracht in het regiment van de Prins de Ligne. een generaaluit de Oostenrijkse Nederlanden in het Oostenrijkse leger. Goebeet had meegevochten in al de veldslagen van die Prins in de jaren 1740. Zijn zoon was krijgsgevangen genomen door de Fransen en vader Goeheet vraagt dat de zoon nu uit de gevangenschap zou ontslagen worden om thuis te komen werken voor zijn oude en versleten vader en moeder (er was maar één zoon; de andere kinderen waren meisjes en niet geschikt voor vaders ambacht: zadelmaker). Deze Goebeet Jean Baptist. was in 1796 hij de volksstelling 76 jaar; zijn vrouw, Marie Bieekenberge 74. llun zoon .Jean Baptiste was 36jaar ( 0 1760). een dochter Marie Colette 37 ( 0 1759) en een dochter Marie Jacoh .35 jaar ( 0 176 I). Vader Goeheet moet dus geboren zijn in 1720. Hij kwam in 174X te Deinze wonen. Zijn vrouw ook. De kinderen werden in Deinze geboren. Een Catharina Goebeet werd in 1758 geboren te Deinze en is wellicht ook een dochter uit dit gezin. Catharina huwde een Judook Maertens. een sergeant die pas in 1786 in Deinze kwam wonen: ze hadden samen in 1796 één kind minder dan 12 jaar. Andere Gocheets waren er niet in Deinze noch in Petegem. Nog de eerste dag van de Fransen in 1792 te Deinze moest de burgemeester, Pieter Beyens, nog om I u 's nachts (dus eigenlijk al 12111) een vergadering bijeenroepen over het leveren van wagens, van graan en runderen aan het leger. (Runderen moesten levend geleverd worden om het vlees vers te kunnen verbruiken). Op .31-.3-1793 zijn de Oostenrijkers terug in Deinze. Op 2.3-6-1794 zijn de Fransen weer in Deinze; nu voor 20 jaar. En de bevolking wordt overspoeld met nieuwe maatregelen en verboden. Alles moet anders. De Burgerlijke Stand wordt ingevoerd. De kerken worden gesloten. de conscriptie wordt opgelegd. De kalender verandert. De zondag wordt afgeschaft en de decaden worden ingevoerd. Men moet de Franse cocarde dragen en de nationale feesten bijwo-
434
Vryhcyd.
Gelykheyd .
.. ~ •1. rtt.
1
f;:.!..
2 Rrumair~,
jatr 9 da Republidce , un m onvudalbaa.
GEND ,
DEN VAN HF.T
dm
ftansch~
PREFECT
DEPARTEMENT DER SCHELDE,
Aen de Meyers der Communen van dit Departement. 1\lENJGVULDIGE van ulieden, Bnrgers, hel.ben my herigt dat veele hnnner Gearlnuui~tree•·de, 't zy dour zorgl •osheyd, 't z.v door trouwlooze aenraediugen van eenige i'Vliniste•·s ''all den Godsdienst, vynndtn van het fransch GonvenH·uleJJt, nnelaeteu te doen de declarntlcn van Geboorten, flnwel}·keu l'll Overlj'den de \Vell.:e hnn doo1· de \Vet van dcu 2o St•ptember l?Q2,_bctrekkel 1 k ~ Vitnstc:.llen van deu civileu Staet der Burgers, a en bevolen zyn.
J
Dit voorwerp heeft te veel helnng in de saemenleving om dat gy, b_y hun, uiet zoucl gebru_ykcu
W.u1t Cl'll Ki11d w,\.tC eu
schrc\."CIIf!
'\'OCJ'cJ •• uu~ h•u•IIC
is vuur
Je Wet
I r~~t geuc gewonnen door ouders wacr \'<111 het hnwel_yk lil et IS uyt~e.stu·okell door den Officier publiek, word door Wet a·euzicn als een unedu ld11d ; het is hy gc\·ulgc berooft van de voordcelen toegcstaeJI aen de J.:iuderon in een wettiK huwel'tk geboren.
Wat de overlyden betre/i welke niet wcttiglyk bewezen zyn, dt• erli:;cnaeml.'ll kuiiiJCII in gec11 bczlt kumcu V.illl de ngtergdaetell gocdt•reu van den overlcdcuen. Vuegt luer by de vervolgen w~lke dl' ·/·.ustitic aCJJrt'gt~ll moet tegen de pcrsoonen die zouden nat:'gelaetcll •cJ,bt·n het ovcdydeu te verklm.:ren en tt.'gens de gene die de Le~ gructl;_.uis zouden gedacn uf duen doen hebbcu. . Burgers. maekt wel gevoelig ncn u1. Geadministreerde deze, en vt!ele nndcrc met ruiu bt•l:.mgryke opmt.~ki11gcu te lang om lucr te melden, m:u~r de welke uuhtaeu ll)t de \'el'SLhiUigc Olllstaudigilcdcn wacr i u elk cu llurger .tig kan bcviudcu. VoPgt nog hy uwe overredingen dar de pligt van Z1g nne rle \Vt>t te 6 clukl\cll gt·t•JI hclctscl is, nog gecusi11ts l<
IK
GIUH~TE
ULIEDEN,
f/uor den Prtj~ct ahunt. Den
Secretnr1~
genernel
vn11
flc Prcfectul'e •
Gektkent L E 11 0 lJ E Y.
435
nen en haat zweren. En feest vieren dat Je koning terechtgesteld is. En de klokken inleveren en oorlogsbelasting hetalen en nieuwe rnaten en gewichten leren kennen. En ... Nieuwe Orde. Nieuwe Orde, nieuwe hötuurders. De adel en de voorrechten van de adel worden afgeschaft. Maar al die geboden en vcrboden nalcwn gaat met haperen en stoten. De Preketure stelt hijvoorbeeld vast: "Mcnig\'11/digc I'WI inlieden. Bw:~ers. hehhenmU heright dat \'ee/e hunner gadministreerde, 't -;.ij door :.orglooslwicl. 't :.ij door tmuwloo:.e aenlïtedingt'll l'tllleeni,~t' millisters \'l/11 de11 Godsdie11st, rUwuien l'llll het .fiwiSch Gmll'erllelllt'llt. naclaete11 te doen de declaratie11 \'l/11 Gehoorte, //tnrdijkcn l'll ( >rcr/i}dt'll, dewelke hun door de wet \'l/11 20 sefJtemha 17<J2, hc:trekkclijk tot het l'ast.\ldlen I 'lil I de11 cil'ile11 Staet der Hurgcrs. aanhcrolen :.ijn." Een kind niet aangeven hij de Burgerlijke Stand hetekent dat dat kind eigenlijk niet bestaat of een bastaardkind is. Als een overlijden niet aangegeven \Vordt kan er niet geërfd worden. De hesturen moeten de mensen overtuigen om in hun eigen belang Je wetten toe te passen. Dat is ook in het belang van de gemeenschap. Daarover verscheen op 2 hrumaire jaar IX een tweetalige aanplakbrief (24-1 0-1800) ondertekend "Voor den Prefect absent. Jen Secretaris generaal van de Prcfecture: Le Hodey". De Franse versie eindigt met "Je vous salue". Het "salue" in Je volkstaal is daarvan afkomstig. Officiëler werd het soms vertaald door: Heil(= welvaren en gezondheid. voorspoed; ik wensje alle heil en zegen- verwant met het "Heil" der nazis ). Wanneer iemand stierf mocht die persoon niet begraven worden zonder geschreven toelating. Een "municipaelen officier met den Etat civil belast" mocht zo een toelating geven nadat hij "zig vooraf bij den overledenen "begeven had om zig van desselfs dood te verzekeren" en dat pas 24 uur na het overlijden. Dat staat in een hesluit van 11-.3-180.3 ter uitvoerig van de wet. Dat verklaa11 waarom in St.-Niklaas een politieagent naar de overledene kwam kijken toen op 6-9-1961 mijn vader thuis gestorven was en thuis opgebaard werd. (I) Een overledene mocht alleen op het kerkhof begraven worden van de gemeente waar hij stierf, tenzij speciale toestemming van de burgemeester van de gemeente waar hij stierf en van de gemeente die voorgesteld wordt. Overtredingen. bvb door grafmakers, zullen gerechtelijk vervolgd worden. Ook huisnummers werden toen ingevoerd. Over de naamgeving werd een wet geschreven: "Alleen de namen die in verscheidene almanakken voorkomen of de namen van mensen die bij de historieschrijvers bekend zijn, mogen als voornamen gebruikt worden in de registers van de burgerlijke stand". (I)
4.36
Medisch kan een politie-agent dat niet vaststellen. Het moet door een doktersattest bevestigd worden. Maar in 1961 kwam in St.-Niklaas nog een politie-agent kijken en vaststellen. Hij deed dat (ik was erbij) van op drie meter afstand!
6. OllDEJAARSAVOND 1823:
Dood in Zeveren - hegraven in Bachte-Maria-Leerne - geboren in St.-Maria-Leerne In 1823, op 31 december om 8u 's avonds verschenen voor Bernard Francies Vande Keere, burgemeester van Zeveren en "amptenaar van den burgerlijkenstand" twee Zeverense inwoners - Pieter Wibo, 59 jaar, herbergier ofte tapper - Jan Baptiste de Bil, 39 jaar, "veldwagter" die verklaarden dat op 31 december om 7u 's avonds - Joannes Baptist de Coninck, 68 jaar, zonder beroep, geboren de St.-Maria-Leerne waar hij nog woonde, zoon van wijlen Pieter de Coninck en van wijlen Petronelia Verbouwen "egtgenoot" van Philippine Van Oostende overleden was de Zeveren in het huis van weduwe Pieter Latomme, wijk Knokke Van die overlijdensakte in Zeveren werd kopie gemaakt voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van Bachte-Maria-Leerne. Dat afschrift werd gedateerd op 3 januari 1824. Want hij stierf in Zeveren, woonde in St.-Maria-Leerne en werd begraven in Bachte-Maria-Leerne want op 1-1-1824 was Bachte met St.-Maria-Leerne gefuseerd. De overlijdensakte te Zeveren was ondertekend door B. Vande Keere, Pieter Wibo en J.B. De Bil. Het extrakt (in 1823/24 met .!s. geschreven) uit het Zeverens register van overlijden was ondertekend door Vande Keereen-op bevel -door de Sekretaris (met k) J.B. Wibo. Er werd toen vroeg en laat gewerkt want we zagen ook akten opgesteld om 6u 's morgens. Akten opgesteld om 8u zijn normaal. Het levenstempo was anders.
437
438
7. HET KANTON DEINZE 1796
De "Administration municipale du Canton de Deynse" zag er op 9-3- I 796 = I 9 ventose van het jaar 4, volgens zijn "president" als volgt uit: president van het kanton: E. Yanderstraten (I), zoutzieder (Fabriquer de sel) aangesteld door Citoyen Bouteville, Commissaris van het voorlopig bewind voor de organisatie van de constitutionele autoriteiten in de verenigde departementen, ingesteld op 9 vendemiaire van dit jaar. "Les departements réunies" was voorlopig de naam voor wat een paar jaren tevoren nog de Oostenrijkse Nederlanden waren, die kort daarna gewoon ingelijfd zullen worden bij de "République Française une et indivisible" na het Verdrag van Campo Formio en in I 830 België vormen. Vanderstraeten verving in die functie eigenlijk al citoyen Van der Heeren. Als tweede man, na Vanderstraeten zetelde Jan Baptist Dossche (2) voor het kanton. In die raad zaten nog telkens twee persoon per gemeente: Deinze:
Petegem:
Machelen: Olsene: Zulte:
Wontergem:
Gottem:
Pierre Van Wynendaele (3 ), schoolmeester, ter vervanging van Dominique Brache die ontslag had genomen en Alexander Gillesquet (4), geneesheer Augustin De Smet, gewezen brouwer Jean Francois Van Damme, gewezen baljuw hij verving Jean Baptist Goeminne die verhuisd was Livin Meire, landbouwer Charles Dhaeveloose, gewezen Griflier Jacques Thys, schoenmaker Joseph Wallaert, gewezen griffier Jean Baptist Dhont, landbouwer Jacques Lauwens, landbouwer ter vervanging van Pierre De Smet Jean Dhayere, landbouwer ter vervanging van N. Verougstraete Pierre Van Eeckhautte, schoolmeester ter vervanging van N. Lambert, ontslagnemend Pierre Van Hee, landbouwer ter vervanging van Pierre Van Eeckhaut die in Wontergem benoemd werd Martin Vermcirsch, landbouwer
439
Grammene:
Francies Van Laerc. Janohouwer Martin Wasscnhovc. landhouwer Zeveren: Anthoinc Larnhcrt. landhouwer Adricn Van Wnntcrgcm. Praticien? (rechtsgeleerde of geneesheer) Vinkt: Jean Baptist Vcnnccrsch. landhouwer Ciaspard Van Bastclacre. landhouwer Maria-I.eerne: Livin Pypacrt (5 ), herhergier Jacques Byl, landhouwer Bachte: PicrTe Cannoot. landhouwer Jean Slock. Janohouwer pas in I X23 fuseren heide gcmcenten tot Bachtc-Maria-Lccrne Astcnc: Aucustin De Vrcesc. landhouwer . Adricn l\1ocrrnan. gewezen griflier Deurk: Jean Cioosscns. geweten hrouwer kan Baptist Vanocr Elstractc. Janohouwer La tem: Jean Joseph De Buck. schoolmeester Bernard Vander ~keren (h ). gencesheer ter vcrvanging van Feruinanu Heyndrickx (7 ), u ie ontslag hau genomen Francnis Vander Piete. hanuelaar. was tot "secretaire en chef' gekozen hij de samenstelling en installatic van die municipale raau van het kanton. Er was in die "kantonnale regering" nogal wat verloop van personeel. Daarom ook schreef Dr. med. Rene De clercq "Er is Jus zeker nog werk genoeg op de plank. om de "Franse Tijd" te Deinze historisch diepgaanJer te onderzoeken". (Kont. hl. 1994, p. 1951)
Voetnoten (I)
440
E. Y:mderstraeten ondertekende in 1790 het regelement voor het "corps van vrijwilligers tot de handhaving der publi4lle rust en veiligheyd" dat opgericht werd n.a.v. relletjes in Deinze. 1790 en vroeg in juli 1790 aan de Hoogmogende Heeren" dat de Deinse vrijwilligers hun eed in Deinze mochten afleggen omdat Deinze de rang (het statuut) had van hesloten stad. (cf Kontaktblad KOK 1991 blz. 1360) Emanuel Yanderstraeten was 52 jaar in 1796 (volkstelling) en bierbrouwer; dus geboren ca 1744, woonde sedert 1769 in Deinze. Hij kwam in Deinze samen met zijn echtgenote Marie Therese Yanderstichele. Ze hadden een zoon Emanuel, van 27 jaar en een zoon Pierre van 25 jaar en twee kinderen van min 12 jaar.
( 2)
J.B. Dos se he. schoolmeester te Astene Jan Baptist ( 17X3-1843) niet verwarren met de man Jan Baptist Dossche in de rnunicipaliteits-kantonale raad: deze agent municipal werd geboen 1757 in Eke en stierf in Deinze in 1805. Hij kwam in Deinze in 1783. Zijn vrouw was Colette Dhont. Over de Dossches uit Astene (D'Ossche) zie Kont. bi. 1991 p. 1460 en de nota's over Lucien Matthys · moeder.
(3 l
Yan W~·nendaele - over hem: zie Geschiedenis v.h. Onderwijs.
(4)
Gillesquet geneesheer. 34 jaar in 1796: in Deinze sedert 1786 gehuwd met Regine Prevot, zes jaar ouder. cf. Kont. bi. 1991 p. 1360 en 1994 p. 1921 en De Volkstelling 1796. In 1798-99 was hij voorzitter van de municipale raad.
(5)
Over de
(6)
Over Bernard- Herman Vander Heeren, cf. Kont. bi. 1994 p. 1951. Geboren te Brugge 1759, vestigde hij zich als geneesheer in Deinze in 1783. Een bewogen loopbaan.
(7)
Vernoemd als kind (20 jaar en 1787) van Ferdinand Heyndrickx in Staten van Goed van Petegem buiten en Astene (ui tg. Guido Demuynck- VVF. Deinze 2003 p. 29- n 163). Over Heynderickx in Astene KOK-Jb. 1984 p. 27 en KGK-Jb. 2000 p. 422 voetnoot .fen 16.
P~
pa erts cf. Kont. bi. 1984 p. 313.
441
Z:tt
J (
/C"'''.J ~-~. };
)//f~l/'..
-~/n).fft-' '
.
Y
Y'?'w;. 61 7} p.l?.f/. ? _, t; ·r.·A ! '''C//P'?/'"'1'WHJI t' /'':f'""'Y >'HOY/ m/ j~/~? · "'/'' 1,;.
I
4'/'-'PJ "'' ,no-h)",.'V . n;:!'
/-'f"'iff)'
y~p,,",,o/'f"O/.
+ '!; ,_/, /"M'f,....
~-;~t•tjJf
"'"7""7"'-'~Y /""'"~'r'"'/ nAr.'J r / •/
·~·~-~~-'/~,., 1'
7
r: i
•""'71fJ''J I .".,,
ry/P,/'P /?
7~..,..,.,/~.tJ,:,.,,.. q ~ . . 'r ."..,f.L""'/ r~~-~... _, / I
'
(_
.
,. . . . -. .
...., ~ ''1'•-f f/":.'-// 7 ~...:tR~r' ;· ..-:•0~y0
r
')/( /!fiJ'~:_,/Itlf ,"_,
...,..,,
/~
?'
)'Ni"'"_", '
·~.'Y "~
/...." ..,..
''':"~·
1,' ' ..,'!'_ 1 ~
..,,_,.__, ') , •
l
•1 1 ·:
""7 .. .."I
.. ' ,. / )
4·"t V ~,
I
,,.,_,...,),
"':PI
'7 m
''(
·-~·
/'/'~)·
~-
..,.
.. .... __ .,.
"
...",
p.~
# /,
.
F~.,·
''''/"'f'
-)· "'
f..çll_••
·-
'•'?'
,-r.l
,....,.':'.'
~
). 4.>F)
.
l
11/1/L'IIIhh'// 1'/j/ /jlll'/1 I/
(.
I
' }
~~~~-'~-',IW1l
-
I ' ~--
,. ' .
::·r
'-~-'llJ
I
.,. ,,)1
~-- V/''7.///~'
•
.
~~--~-...,../
T
- - .W-'I'•·'f;
.".,1--
'I(""IJIJ ,
'1'4'.,
)
~,~~-~· ,.~_.,.,...,.,
,,.. ,.,
,."
Wj/11/)
.
•t;l'
I
·-1 , • • ,
lf'//1./ ?-..... W ~
'
. ., .--- Jt::'
' · I , ....." '' ",.,, /"''IYr•.J'/
.,.,~,_.....,"
J'llt'l//(ll/f'f#I
;\
4"/1'
y,•r•-'
,..p~
'
1/.l/Y
•• ,
"'1'._/.-
)
)
~~-~JI
\
~·
·"'
r
·•>il / ' • -r ' /·~~'Ij·
,.~,; J•4't' 1'7" 7' I
' ... : 'I
i' ... _,.,_...,. .....
r
v/ ''•'J _,.,.,. - - •· 'r''1
r"'"'/.
'-/t#,PJ /' / -~
/:·~ ~~-~/-
,.,,.,
-~./ y~·r 4 ~1 ."~
',#
'~"'/·
)
___, ..·.-,
•
~
r~·)
.>N.;I
~H-. j'/1;'-" - .
>
, .. ,l"' ''/I
r·
~
.
.., ~·,., 1"'""?' ' 1' N'" ......... ~~....., _.,... .. _. _, ·--r,_._ __ ,, ··-- .....,., "~ t __~~t. . _.-.' ,.,~ .,..~..,., . . ""- ""'~fl '?' "'~( ~"""'/ .,._ J·•••n?l-·•· •,· J)•t·-· - . ~.----•-/ .". ."...,.._~~,......_, . ,._. . . •.,. .-.:.:t.,
-,,.,.,, ')'/IV')' o_.l.!'nl~ N~/1) '"P ~~~- ..;~/..,.
~
)
1
.
.. .•..
/IW'B,/
'//:'/.'/)
1-'"''A'/ ~''"'~V
"V'"I'
,
..,.,.,,
,,. ..
·-1#''· ) ' ,..,, .._.;'4' \ / )
1
r·•'-';1
~,..
ritJI
/
·,
"'"/~/'
, .., .. I '
-+J·· .--.-- ·- ,.,. .
,....~:~~r '-,,.,. ,-.. __,.
·
P'~)/V
)
·-, ,
"_-.4""'
ry -
L-.
,",,.~~ ~~,..,.,.._,.i'.
., •.,.,,'
,_ ;,1
""...fl
....,,.
....
-:,.,· " ........, 1 ..". ,. "ltJ ...,'). - - /Y-'h
,._,, .• " ....) ,
·-"'''
l ·--..... I
•
-~ ~,_., ~oy·l- 77j'-'i'f)'. ,.~ 'I ,·w "/
I .
,_..,,
'~'"'") ~ .... '-'.;-1 r /·-;-.. '(
I
/""*-';/" j~. -~.
"';I~
.'Jt'l'f" r-.r
J
....""',. .•')'
t-:· '"''/~_,...,, . -.. '~ "' 1:''' r 'f- ·- .."
-· 7 ,.... ~·, -··~) ~ "~·
\
1_,,...Î,..,.')EM'·'Y/·Z''
.,u.,.<;
),·~,.
_ , - "'"") •· " • ..,. ... ·-.....- :'- ·
'/-.-..,~,"1A
,v r-...,."-.. .,,
,
. r. . . .
r ,.---- ,.. n l /'"')/ i/ ""' ,_,
... _.. ,. . , __ /
", / :." ,' :, ~· l • . ... ./.......
j
.r··''Y?' ~,.,.,/.· ...,_.,/.~· ~··, ••1 ~Y') I ~· .,.,.~r#)· ,.;, "'.'"·~ ''
" 7 , ---· · r ..-Jr-~., .......... -- ·y· .. "
I
. -~:r
,_,;,,J r
'?f '1' J':1 "''I "'('!.' ~~~~·)7 ~~ ~ .., , ''"'"1'''-.f/ I •:• ., ~ ) . f ,--·,;71-_-. ~.I ;rt.·• .!1
~~~~
~. _,.,~ -vil' • '-'7. -;..., r~.- V .. .., .•. ·;r
· ·-~·)' I
Al'?//
111
/
.....,~ ,.,.~,;,_.1
JM.. .,/,
--·~1'1>
-r.t7/
'·-t ·.·~~..- '
I
·-~·r•/, y-·"-"7.1""~ ,,~....,
';"'1"
"".P/
'·t''
:>I 'W?-..,
k~-'"'V ,-V ""0/ J'-'V''-V.
. ~..fv ........./-~_,Ï..,/'1' 7~ ..
-~1
~·~,
I
kV~
""J'T"f .
~
1 'P
7A-Yi'Jif' 8I.JI
.,._,..,.,.~7 ,_j :; ".., ,,.'/ 'ti "~ .,
r··,,·fv
TNI.>J-~' I ~ , •.,)".,_,;
/'j';- 7Q
~~~·
)'"PyJÀI/'
_._.__._,".i
?
--7/! :r-~...".7 ""/ r·•
,-w~l'Y
,._.( '<'IJ'
r''tÁ•'f''l
~J~',1 ,, .
___::::..-.-··
_, .,- ...
.....,·j
,,. ,.,,,/JI/f'f/1''*''
. '"liJ/I<' .>l"u"''JII '11. j ri;,,·:~~·'/
1~/1 IV"!- 1111/f ' 1~/1/1'~1'/ll/1//jll'. '
/
'
j/11/fj/(ll~f,'}
) .Ij)//!!////)-.!.-'/!(-;! '\..
-
~
f'/ljiiiiJII f./j/
!'-'l~lhY/I#V)
J//1/)/Lj '
~
8. OPSTAND Wij zijn een land van veel kleine opstanden en kleine revoluties, waar de grote huur Frankrijk ten eigen protïjte eventueel tussenkwam. Een Brabantse omwenteling op het einde van de Oostenrijkse tijd, de Boerenkrijg in het begin van de Franse tijd, de Belgische revolutie na 15 jaar Hollandse tijd. Die Brusselse revolutie met hulp van Luikenaars was eigenlijk een muiterij, zei Kamiel Huysmans, die revolutie werd genoemd omdat ze het haalde en won. Ze won omdat Frankrijk er zich mee moeide en dat werd, volgens Talleyrand, de eerste grote Franse overwinning sedert de slag bij Waterloo. Een van de eerste heslisingen van het voorlopig bewind, dus nog alvorens een koning werd gekozen, was het verbieden van het Te Deum, de lofzang en dankbetuiging aan God, om de zege in de slag bij Waterloo. Men was zelfs van plan die Leeuw van Waterloo af te breken omdat het niet hoffelijk was de Fransen aan die nederlaag te herinneren. Toen Frankrijk dan de rekening voorlegde voor de hulp in 1830-31, bekoelde die franskiljoniris wel eventjes. Ook nog bij de opening en in gebruikstelling van de tunnel onder het Kanaal (±2000), voelden de Fransen zich tekort gedaan door het feit dat de trein onder het Kanaal nu toevallig in Waterloo-Station eindigde waardoor ze steeds aan die nederlaag werden herinnerd. Ze vroegen die naam te veranderen. Wat de Engelsen toen weigerden want Wellingtons zege (samen met de Pruis Bli.icher) was nu juist een hoogtepunt in hun geschiedenis. Wellington leidde ook de Engelsen tegen de Fransen vanuit Portugal naar Spanje. De Boerenkrijg (I) tegen Frankrijk en tegen de Franse poging om de roomse katholiciteit af te schaffen door de sluiting der kerken en de invoering van de eed van haat aan het koningdom en trouw aan de revolutie, de strijd tegen de conscriptie, dat alles in de Beloken tijd (en dus vóór het concordaat van Napoleon en de Paus), die Boerenkrijg wordt geminimaliseerd: hoertjens die opstaan tegen de Repuhlique Française une et indivisible. Inderdaad, zoals andere opstandjes in ons land een hopeloze zaak. De sporen ervan zijn weldra uitgewist. En toch! In zitting van I hrumaire jaar VIl (22-1 0-1798) schreef de toenmalige Administratie van het Departement van de Schelde een brief "Aen haere Mede-Burgers", die als tweetalig aanplakbiljet aan die burgers werd bekend gemaakt. De brief begon als volgt: "Burgers, Sedert eenige dagen is er eenen opstand in dit Departement; men heeft er ongehoorde schelmstukken bedreven, ende alhoewel de daeders ten meerderen deelc gevallen zijn onder het zweerd van onze manhaftige Beschermers, eenige van die Baenstroopcrs verspreyden zig in verscheydene Communen, doen dacr de klokke kleppen, vervoegen zig met andere diergelijke schelmen en durven alzoo ecnen crimincelen wederstand bicden aan onze troepen.
443
~ O· t t \k •
~ Gelykheyd.
Liberté.
MJ . . I
M IN IS1 RA TIE
A
DU DÉ P.JRT EME.
T
li ET D E P A RTE 1 ENT
ELDE, it y n . CIT
U
y E •
onfurr~Eh<~n
'E
1 (
D 111 ,
dcfo·•
qU< lquc:t jour , donsec
I 1, I'" 1 mr •ll ; de IIL'I'III<• "MJU" daru cc: I ) cmL u! c ,.... '"' l.r• llro~t•ll h lion1, ol ril "•', wmbb Jou I roup des I I, I "'' un •k 11 P lln~. mt" qu kJ u fu) r.l Jè: rtpandent
1-. k< " •. c· uknl ul't"'ltr •wc 1 rvupcs unc: r,lilbncc cnmmcllc. 11 ' lt " ' •\llllllrCIII. rour 11011 Je Ie dorc • I~ f oblclfc & Iinfo '"""""'' de• ·,,",·en nn1 c-neouno~tc Ie.< llr·vnJ•. & dan des u u ""l lu11n· 111111 'llf"rl~ufM , la puli unom •tc dl un eromc. " l'IJ p •llf I nu ll'l'lkri'C'f H" f"t1p<1<1l & \'UU~ pr~lm•er ck I'"" gramu malheur • quc oow td<>pcon.s Ie~ dolpofiuOill !lil\ ~llll :
A R T I l. F. P R F. \ 1 I P. R. quo OC: 'nproferont ru l f'tn ofom !lt'l Hoog.r,J• fur leur ICHII <>IIT • •J ...c 1 <.'Ornrn<' en 1.11 de " lwlhPII (lll llrC I~ ll rut.hqtiC' h~ tli.· . I 'nmmanrl•n• mti iiDir<'' l••m a111ncofrbuliM I~ m• loo delqu 11~:> on fen l··u f•or la Troul"', & dans I f;JU 011 uou•·rnn de !JoJ .~<
1\tl'lll\l i'IC<
gar tf, r
IJ Ln l\m1n un • q<11 ne roJront aocua n ~ l'onfurrr tl •''" , k•rn11 1 m•lunrul• • d, In ucnlivno,.; rer I• p.Cfo n•e de• Troupc~. par I ~ vmmuTlC-• c:n LU< lil: Jcbc:lhon. lil Lc Commul'l<'~ oo ol • 111ra dd pdb • cnmm' , fcroot d'mrlemnolèr I · 111 cru qw aunml foulli.-rts r les llnJ!' 1.! , cnnform.:ment au. •s; outre I domnuge! & m1ct~ts fouffcns par les T roupcs & tutu:s frau qw en d • pcm'r.W.. 1\'. Lc Commilfairc du O.~oire ~k:uüf pr de cetu: AdmomllfGIII)O & I' dminoflntcur I ALF .. - :\ • rQIII cborg de l'c.\ u11on du prtfc:n1 J\ ná{, . qot fen 1mpnmi: chns les deux lan~u~ , pul-h & alticb' rll.llS lO:Jies I Cummuocs du D psn m.:ot.
•ICnl"'-'
ll
Ell
dos 1 lt n ttt>en " nd In clh Dcpor1 ~ment; mm h 11 er û<>J•hwr.Je ochtlm>1ukk I drovM , e oufa • lhO<wl'l ,. 1011 ru nlrr o d•de allro -r;yn oud•r hol zweenl van onz. tu . u:dlatb lkoiNltrm.tn. n1p n n d• lliiCIUtrooftt"rt v ,... pr_,den '" uo • r..-he,.t• ComrnUilr.n, dorn datr d• klokk kl oppen. ~•"'
•n zit 1u
t
nde.re tt••'1
ke Kh ~mtm r n 'lur• n ttJ ..
s.o., Hnen criOllncode:u ...cdt'l'll•nd lu«<e.u ueu
ouu T roupvu.
u .. ;, p yudy l .. " " "' 1 u , d o •l• pnoo~•lish y d en do on.-H""<'hill,.urlt; d f'h~ r Jr,.,O« .. Mir,.. hehl.eo d n.o tru1krouver~ ve "" , oude Cello docr1ol e I rt l..oilioyd •• c •u Ulltdaed.
01
1t ' u om u•a ~y rtdNnmen Ie ht~el• rro tn ~I) _u vau morrtlerG oubeJI o 10 bc!vr)dcn F. E R S T E N TH Ctm,. n1 u dir1 111 op
A R 1' J K E J,. m _.oct wet •u7nUcn oi•J~"t r"' " •~~ d~n •n • or, huu G roNir,; ed. d.tr 1Jitl.'11Jiroup t:rt, .t.ui &·H IJ h..tnd h ..,onlcn a • in l l et van Of•.ttaod te t o f'ICl II .. Ut Iw it t"f'lthlu.'A \' , _, d .. Coo•m ndtuuen der T rou1,eo z-1n grn ll~.(ttgl vnu in l.r•• ntJ I O r•n. d e I Iu 1"'" tJ)'I de w Ik meu ttp de 1\'J• IHail en zoudc vul' r f'R, u( de s • ne ln wt:lkc wen -..eoi e Drisautbl f.tJUdu Yt.ll buJijCO • todc-L JL De Commnnm doe ~"""'
,
awr
iTl. De Crlmoynten al •.. er ""nögc 1•lundering loodt plocu g•h•d ,..,......,, . z:uUcu s~uood-ll L " uos~ ..,l,. de w ellen I Ie V r gocdcro de trh•edc u•e de Rur rn zuil"'' grl•dtu l>tbbelo d"'" de llaeutOU!,..,., g•lyk ao~ de • ed gel deu d 0<>1 de Troupcn "" d e •enlerc ook01teu dn r • a •kln·cnde. o( al
I V. Dm Commi... rö• van d e nt<walr nd e M ngt rn d en Adm inillnol••ltr MAL.n:.SON "'Y" l!l'liUl roet de e xce:urio van hl"l rrgeu· wourdog B...luyt, dal ui g•.dn1kt, S<'Publöercrt en oeng"Pioh wurdeu .tO d.e twc:e tae:len in aU e de Comwuneu vau du ~ rte.meu r.
ancc Ie ' Brom:~• re . an 7 de la Rtpoblique Fait en fr:mçaifc . uoc & indJ\iGblc; préferu I 'tn)en GHAH1\ M .
Gcdaco in de Ziuinge den r Bcumaire , 7~te jaer der franfcb c lkpublieke , een en onvcrdeelbaer ; prefent de J3u rg~rs
Prêlidcnt ; A l l) . H H E ~ R ~~ ~ , E R ~ JBJ:EN • V ILLIOT , M AL FE ' ) , • • d mulifl-ateu~: DU n H, C"mmi. ire du Du-eêloue exécoüf, & GR.f:B • Sccrcwre
H ~UtE 1
en clu:f.
GRAHAM , 'PrcliJcnt ; DE CRUMHEEN , JJU W
A 'V t.R
• JLLIUT • MALFE SU1 , Adminillrat('urt ; H , Commdl'aris van bet uytwerkcodc D ucétone ,
co Gll.l:!.BAlll, 5ccrctaris en chef:
Poor
PotU t'Opir coofomu :
CJJpi~
cnnform :
'ceurf m t GR.JHA M, Prptle11t ; / (J.REB.JN , Steretaris til duf . _
Signl G R A H A M. Prp tlnrt 4 &RÉI:I.4N, .!.ccrciUllc en duf.
_",. "./ .4. G .A.t.'lU, cbez A. B. ~Jl... :J;::X _. b.yimcur
444
dg lJ.pmcm~ nt,
Man:bé aux GJ3ino
"Het is pynelyk van het te zeggen, de slapmoedigheyd en de onverschilligheyd der Inwoonders hebben deze Struykroovers verstouwt, ende eene diergelyke herteloosheyd is een misdaad. "Het is om uwe eygendommen te beschermen en u van meerdere onheylen te bevryden dat wy de naervolgende schikkingen vaststellen:" .... 'en dan schuift men alle schuld en boete op de gemeenten: gemeenten die niet optreden tegen de baanstropers worden aangezien als zynde in opstand tegen Frankrijk de Franse troepen mogen elk huis van waaruit ze beschoten worden in brand teken; ook de huizen waarin Brigands zich verbergen mogen de Franse troepen in brand steken de gemeenten die niet deelnemen aan de opstand zullen schadeloos gesteld worden voor de onkosten veroorzaakt door de troepen in die gemeenten de gemeenten moeten de schade vergoeden die de burgers lijden door optreden van de Baenstroopers of door optreden van de Franse troepen de commissaris van de "uytwerkende Magt" (=Directoire exécutif)- en dat was Ou Boschen de Administrateur Malfeson, zijn belast met de uitvoering van dit besluit, dat gedrukt, gepubliceerd en aangeplakt moet worden "in de twee taelen" in alle gemeenten van het Scheldedepartement. Dit aanplakbiljet werd gedrukt te Gent door A.B. Steven "Imprimeur du Departement" aan de Koornmarkt. Over die Brabantse omwenteling anno± 1790 schreef reeds Achiel Cassiman in het KOK-boekje (blauwe omslag met Deinse arend) van 1933. Er waren een viertal voorlopertjes van de KOK-Bijdragen, het KOKJaarboek, nr I van 1934, ononderbroken tot nu toe (december 2004 ). Er waren 4 jaargangen: groter formaat dan de KOK-Jaarboeken sedert 1934, maar wel kleinere druk, en ook veel dunner (20-28-16 blz.) Over de beloken tijd schreef Hugo Vanden Abeele in het Jaarhoek 1934: De bewogen levensdagen van Pastoor Laridon ( 1753-1825) pastoor te Deinze 1792-1825. P.S.: Tallcyrand vertegenwoordigde Frankrijk in IX30 te Londen bij de besprekingen over de onafhankelijkheid van België. Hij stelde toen voor België federaal in te richten (misschien met de bedoeling het Franstalig deel gemakkelijker terug in te lijven?) naar Zwitser~ model. liet was de laatste diplomatieke opdracht van Talleyrand. In I X3X stierf hij. X4 jaar oud. (I)
De opstand "Pro aris ct focis" ="Voor outer en heerd" laat men beginnen te Ovenncrc op 12-1 0-179X. De bocren waren · Brigands • in ogen der Fransen. Onze gcmeenten moesten XO miljoen oorlogsschatting betalen en daarenboven de bezettende troepen van levensmiddelen voorzien. Die levcringen werden betaald met assignaten (die praktisch geen waarde hadden) Vooral de Kempen en het Waasland waren actief in die Boerenkrijg (cL De Bocrenkrijg-Twee eeuwen feiten en tictie - door Luc Françoi~ ui tg. Davidsfonds llJlJX ).
445
'J. KLOKKEN De Commi~~aris van het uitvoerend Directoire (du Directoire Exécutifl hij Je centrale administratie van het Departement de I' E~caut - wat een lange titel droeg die man - schreef op 21 nivosc van het jaar X "de la Repuhlique l"ran~,;·ai~l'. une e~t indivi~ihk" een brief aan de Commissarissen-hij-de-gcmeenten in de kanton~. over het laattijdig inleveren \'
446
,. . 7:
i N. o ?>")J6.
-~
r"; t: I.
LIBERTÉ.
ÉG.d LITÉ.
ftanrais~,
une
LE COlliMISSA/RE du' Directoire Exécutif près l'Adminijlration centrale du Département de L'.EsCAUT, A u x Co M M r ss A 1 RE s près les AJministrations l\Iunicipales àc CaJJtons.
.....<"-~..
C
II AR G É de rcndre compte au !Vlinislre de la Po/ia, de la descente des Cloches· dans toutes les Communes de ce Departement; vous t·óudre:l bien, Citoyens, nz'cnvoycr l'état de celles r;ue vo_trc Canton a dt1 envoyer au dépût qui lui a éte assi:Jné. Si contre toutc attente il _en e:ristait eneure dans votre arrondissement autres r;ue ce!lt:s qui sen·att '·au x Carillons, 1·ous aurez soin de requèrir votre .ddministratiun d'en faire e.f/ectuer la descent~ et Ie transport au reçu de la presente; t•ous la préviendrez que si .l la fn du muis toutu cellt:s qui existmt eneure soit dans les Commurtes, soit dans les C/ociters , ne '\ mnt pas au dépót, je. pro~tli"rai l'nu·oi des Cvmmissaires qui les enlt:veront aux fi·ais des Administrations en retard. J'espère 9ue vous me ji:rez connnltre les Fonctionnaires publies r;ui au mépris des ordres precis du Gouvernemmt, conserveraient encort: Iu Cloches qui depuis long- temps auraient dû !tn: envoyées au chcflieu du lJépartement. SALUT ET
~
FRATERNIT~ ~-
I
---::-.::..._.:: .............. -"'~--
_....,..
··-~
L
-
447
In de cer~tc jaren van de Franse republiek veranderde er veel. onder het "Directoire". Naarmate Napoleon aan het bewind k\\·am ging het allemaal voorzichtiger: ook. en misschien vooral. in de verhouding met de kerk. Met de wet van I X nivo~c van het jaar 5 (7-1-1797 1 werd de citoyen verplicht de "annivcrsaire de la punition du roi de~ françai~" te vieren "sera célébré chaque annéc" en was er de eed van haat aan het koningdom. die teven~ een eed was van getrouwheid aan de republiek en aan de constitutie van het jaar 3. I kt was in het jaar 1797 dat in Londen een heer He11heringson een hoedenwinkel verliet met "une rotonde phL·nomenale" op hoofd. Het zicht wa~ zo vcrbazend dut het verkeer in de war geraakte. Ik ecr~tc drager van de hoge hoed werd daarom aangehouden en moest zich voor de Lord Mayor verantwoorden. In on1e Fran~c hron werd Lord Maior vertaald als Lord-muire. (Miroir de I'Histoire 1959 nr I I0). 17lJ7 was ook het cer~te jaar van verkiezingen (maar: wie mocht kiezen en wie was verkieshaar'!).
ju~tc
Sedert 3-1 0-17lJ3 was een "Decrct qui fixe I' ère de~ Français" van kracht. met terugwerkende kracht, bepalend dat de "ère des Fra111;ais" begon met de stichting van de republiek die ''a eu lieu Ie 22 sept. 17lJ'2 de l'ère vulgaire". Het nieuwe jaar begon om middernacht 22 sept. 1792. Op l) prairial van het jaar 5 (2X-5-Ió797) schreef deministrede !'Interieur een brief aan de "Commissaires du Pouvoir excutif près les Administrations centrales des Departements" om de aandacht te vestigen op de wet van 25 tloreal ( 15-5-1797) die bepaalde dat 24 jaar de minimum leeftijd was om een secretariaatsfunctie in de gemeentelijke administratie te mogen vervullen. Daarom moest een lijst opgesteld worden van de leden van een secretariaat. De brief was ondertekend "Salut et Fraternité" Onze :!Oe-eeuwse begroeting (vooral bij afscheid) dateert uit die tijd: Salut-> Salvé - weesgegroet+ gezondheid (salus = hei I).
-+48
10. T\VEE FRANSE AANPLAKBRIEVEN
Het zoeken naar de geschiedenis van het onderwijs in Deinze heeft me terloops ook heel wat andere documenten in de hand gespeeld, vooral documenten uit de Franse Tijd ( 1794-1814 ). In 1797 werden onze gewesten ingelijfd bij Frankrijk waardoor onze mensen dus onderhevig werden aan de Franse wetten, niet meer als bezette gebieden, maar als eigen Franse staatsburgers. (vergelijk de situatie van de Belgische Oostkantons en van de Elzas, tijdens W.O. II "Heim ins Reich" waardoor die inwoners gewoonweg voor soldatendienst opgeroepen werden ... en daarvoor na de bevrijding gestraft werden indien ze die soldatendienst en eventueel het aansluitend krijgsgevangenschap overleefd hadden) (I) De centrale administratie van het Scheldedepartement wou de volledige (''pleine et entière exécution") uitvoering van de wet van 28 germinal jaar 7 op de aanvulling van de lichting van 200.000 man, voorzien bij de wet van 3 Vendemiaire van het jaar 7 (jaar 7 = 1799-1800). Maar de deparementsadministratie had van de gemeenten nog niet de nodige lijsten ontvangen om te kunnen overgaan tot de spreiding van de mobilisatie over de kantons van het departement over de klassen 2 en 3. Daarom werd beslisit dat het kanton Deinze(= stadje Deinze+ aanliggende gemeenten) 51 man moest leveren en dat de kantonnale administratie onmiddellijk moest overgaan tot de recrutering en moest dan dit conringend naar het depot te Gent brengen. De recrutering moest binnen de 24 uren beginnen. Artikel VII van dit departementaal besluit deelde mee: "Dans Ie cas ollledit Canton n'aurait pas fourni son contingent dans les delais preerits par I'Instruction du Ministre de la Guerre, iJ sera enlevé surle-champ des 6tages dans les communes rétardaires". Er zullen dus gijzelaars genomen worden in de gemeenten die ten achter blijven ("communes rétardaires"). Deze beslissing van het departement werd genomen, in zitting van de centrale administratie, door - Les Citoyens Graham, president Villiot, administrateur Malfeson, administrateur Van Overloop, administrateur De Bosch, Commissaire du Directoire executif Grebau, secrétaire en chef. - Op 2 Florcal jaar 7 = 21-4-1799. Dit departementaal Besluit werd per affiche bekend gemaakt, gedrukt te Gent door A.B. Stéven, imprimeur, Marché aux Grains (Koornmarkt).
449
Een andere affiche die ik vond dateerde van 6 Vend~miaire jaar XII (~X-9-IXOJ) en was gedrukt te Gent door J.B. Dulh.~. imprimeur des Trihunmrx Criminel et de première lnstanee. plaee du Kalanderherg. Dit pla"aat (aanplakhrief) ging nu uit van het gerecht. "Trihunal" van het eerste arrondissement van het Schelde-departement, 1etl'lend tl' (ient. Veroordeeld werden: omdat 1e 1ich niet hij hun legerkorps gemeld hadden of geen "suppleant"(= plaatsvervanger) hadden ge/( HH.Ien een reeks tot "deserteurs" verllaarde personen en hun ouders die medeschuldige ver"laard werden - een reelo.s per:-.onen van de lichtingen van het jaar 9 en I0 van het Scheldedepartement \vaaronder Françoi:-. De Bo (Joon van .Jean x Therese van Huyfte) uit Wontergem .lo:-.:-.e De Weirt (zoon van .Jean x Aldegonde C'ocquyt) uit Maria-Leerne maar gedomicilieerd te Peteuem l:" Charle-. Van Wonterghem (zoon van Jean François x Marie-Anne Stevens) uit Marial.eerne François Outrive (toon van Jean François x Jeanne Marie (familienaam niet vermeld) uit Vinkt. De1.e refractaires (=dienstweigeraars) en hun ouders werden elk veroordeeld tot een hoete van 1500 fr. (dus normaliter driemaal te hetalen-zoon +vader+ moeder) (2). Deze rechterlijke veroordeling werd ondertekend door de citoyens Beyens, voorzitter, Vande Putte en Lecat. rechters en door griffier De Meyere.
(I)
In de Belgische Oostkantons- gewoonlijk "Eupen- \1almedy" genoemd- moesten, nadat die gebieden, 1940, ingelijfd waren hij het "Groot-Duitse Rijk" (pas na 1918 bij België)- tussen 7000 à 8000 inwoners dienst leveren in het Duitse leger. De streek leverde ook± 700 vrijwilligers. Ongeveer 2000 ervan zijn gesneuveld of vermist. Dus ±5000 à 6CXJO zijn teruggekomen maar velen hadden "collaboratie- moeilijkheden" na die terugkomst (zoals vele Elzassers in Frankrijk). (cf Walter Dcconinck: "Het aantal Belgische slachtoffers van de W.O. 11" p. 14. Hij berekende dat 90.()(XJ Belgen het leven verloren in W.O. 11 gebeurtenissen).
(2)
Een ambachtman verdiende voor een dag werk (I 0 à 12 u werk) I fr. De boete van 1500 fr. was dus veel geld: 1500 werkdagen. dus het loon van ten minste drie jaar!
450
\Vil je lid worden van de Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek ?
In 1929 stichtten enkele vooraanstaande Deinzenaars de Kunst- en Oudheidkundige Kring, gemeenzaam bekend als KOK, sinds 1997 KGK of Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek. Het was hun bedoeling een culturele kring op te richten met representatieve figuren, buiten en boven alle politieke en filosofische meningsverschillen. Naast hun historische belangstelling, (oudheidkunde, plaatselijke geschiedenis, folklore incluis), wilden de initiatiefnemers uitdrukkelijk ook activiteiten ontplooien op het gebied der plastische kunsten. Zoals men weet is hieruit het stedelijk Museum van Deinze en de Leiestreek gegroeid en heeft de Kring, naast talrijke voordrachten en tentoonstellingen ook gezorgd voor een indrukwekkende reeks van publicaties. De jaarlijkse "Bijdragen" tellen intussen niet minder dan 72, soms volumineuze, boekdelen. Het "Contactblad" telt sinds het verschijnen in 1981 meer dan 3200 bladzijden.
De KGK bestaat enkel bij de gratie van zijn leden. De belangstelling voor de eigen stad of streek, het historisch verleden, /zet artistiek patrimonium ... het zijn zoveel facetten van wat de leden van deze Kring tot één grote familie maakt, intussen reeds 75 jaar lang. Het is dank zij de leden dat KGK de belweder kan zijn van het eigen patrimonium, zowel op artistiek als historisch terrein. Het lidgeld ligt binnen ieders bereik: gewoon lid steunend lid, bestuurslid, deelgenoot erelid portokosten
15 € 23 € vanaf 30 € 4€
Voor dit KGK-Iidgcld krijgen de leden het jaarbock "ll(jdragen tot de geschiedenis van Deinze en de I~eiestreek", dat meestal gepresenteerd wordt in de maand februari. 451
Daarnaa~t
ontvangen Je leden vier nummers van het veelgelezen "Contacthlad", waarin ook de uitnodigingen opgenomen worden voor Je diverse KGK-activiteiten: jaarlijkse uitstap, voordrachten, tentoon~te 11 ing. museumhezoek ... Nogal wat leden schrijven hun lidgeld over op postrt•kt·ning OOO-O.tJ.t500-J7 van KG KDl'inzt'. p/a LtH.' :\latthijslaan J-5. 9XOO Dt·inzc. en nemen dan hij de presentatie, of op een ander ogenhlik, hun jaarhoek. mee aan de halie van het Museum. Men kan daar ook zijn lidgeld contant vereffenen. Noteer hij overschrijving "lidgl'ld 2005". liet Contacthlad wordt hezorgd met de Post. Voor de leden is dit gratis. Het jaarhoek rondsturen kan enkel op aanvraag en mih hetaling. Wie moeilijk zijn jaarhoek aan Je halie van het Museum kan ophalen. om welke reden dan ook. stor1 hest hm·nwp het lidgeld de som van .J t'tu·o, todat het jaarhoek tonder verder omhaal door de Po.\·t aan huis besteld kan worden. ( 'cmtadpt•rsocm: \\'. .Jonrkht•crc. \\ïnkl'lstraat J6. 9XOO Dl'inzc (td. 09/JX(J J2 7X)
451
Lijst van de auteurs
Piet Cassirnan, Ernest Solvynsdreef 15, 9031 Drongen Rornain De Bouver, Herpinsakker 22, 9800 Deinze René De Clercq, dr. rned., Gestichtstraat 24, 9000 Gent Luc Goerninne, dr. rned., Dorpstraat 32 bus I, 9800 Deinze André Heyerick, Markt 46, bus 8, 9800 Deinze Paul Huys, dr. phil., Deinse Horsweg 18, 9031 Drongen Herman Maes, Ten Bosse I I, 9800 Deinze Sofie Moeykens, Pontweg 136, 9890 Asper
Elke auteur is verantwoordelUk voor zUn bijdrage.
453
Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek, LXXII 2005 INHOUD P. HUYS, Uit de geschiedenis van de toneelgroep "Sint-Maarten.wrienden" in Petegem ( 1928-1970) ....................................................................................................................................
5
S. MOEYKENS, L. GOEMINNE en R. DE CLERCQ, Bevolking en grondbezit te Zeveren in de J9e eeuu· ..... ................. .... ...... ..... ...... ..... .. .. .. .. .. . .. .. .. .. . .... ..... .. ............... ................ ... ..... ...........
53
P. HUYS, "Capabel om te wercken ... "Arbeidsgeschikte mannen ( /6-40jaar) in enkele dorpen rond Deinze wuw 1745 ......................................................................................................
I0 I
P. CASSIMAN, Toon Maes, bouwkundige, schilde1; dichter en politiek geëngageerde................
I2I
H. MAES, Het onderwijs te Deinze in de Franse Tijd...................................................................
I55
R. DE BOUVER, De bruggen over de Leie te Sillf-Martens-Leerne op de provinciale weg Hansheke-Na::.areth ................. .......... ................................ ... .... ....... ..... .. ..... ..... .. ... .. ..... ... .. ..............
2I7
A. HEYERICK en R. WIEME, Uithanghorden in Astene .............................................................
257
P. HUYS, "In dienst van den rehelsen vijwzd". Over vrijlmiterij en ander geweld in de streek van Deinze ( 1585-1599).......................................................................................................
359
H. MAES, Deinze1wrijen 2005.......................................................................................................
409
Wil je lid worden............................................................................................................................
451
Lijst auteurs .................................... ................................. .... .. ................ .. ............. .. .. .. ....................
453
455