KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK
█████████ 9030 Wondelgem █████████ █████ █████ De Heer Pieters Blauwstraat 48
CONTACTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze Willy Jonckheere
22ste jaargang nr. 6 Winkelstraat 36 9800 Deinze december 2002 Tel. (09)386.32.78
Postrekening 000 - 0434500 - 37, KGK-Deinze, p/a Brielstraat 7 bus 5, 9800 DEINZE
2971
Eerst een babbel over het
lidgeld 2003
Het jaar 2002 is voorbij. Het nieuwe jaar 2003 komt eraan. Dank aan onze trouwe leden, maar niet alle leden hebben hun lidgeld 2002 reeds vereffend, enkelen staan zelfs nog voor 2001 in het krijt! KGK bestaat bij de gratie van de leden. Alle medewerkers, zowel voor het jaarboek als voor het Contactblad, of voor enige andere activiteit, zijn vrijwilligers die zich onbezoldigd inzetten. Maar de drukkerskosten, om maar n element te noemen, moeten uiteraard betaald worden. Dank zij de steun die wij ontvangen van de Vlaamse Gemeenschap, de provincie OostVlaanderen en de stad Deinze kunnen wij het lidgeld beperkt houden. Wie enigszins vertrouwd is met de huidige boekenprijzen weet dat men voor 15 euro geen jaarboek kan maken van 400 tot 500 bladzijden. En dat is maar n aspect van het lidmaatschap, daarnaast ontvangt ieder lid nog eens 6 nummers van het Contactblad, en worden de activiteiten van KGK, zoals voordrachten, voor de leden gratis georganiseerd. Onze penningmeester verwacht de lidgelden 2003 nog in december 2002 of toch in het begin van 2003. Voortaan zullen we trachten in het decembernummer van het Contactblad een stortingsbulletin op te nemen, zodat iedereen aan de vernieuwing van zijn lidmaatschap herinnerd wordt. De eerste twee nummers van het Contactblad worden in het nieuwe jaar nog naar alle leden gestuurd, maar vanaf het 3e nummer zullen enkel de leden die in orde zijn met hun lidgeld het Contactblad nog ontvangen. Voor 2003 is er geen verhoging van het lidgeld voorzien. Gemakshalve geven we het overzicht: Gewoon lid 15 euro Steunend lid, bestuurslid, deelgenoot 23 euro Erelid 30 euro of meer Wie zijn jaarboek graag met de Post ontvangt betaalt extra 4 euro De Postrekening is nog steeds: 000-0434500-37 van KGK-Deinze p.a. Brielstraat 7, bus 5 9800 Deinze Dank aan ALLE leden die hun bijdrage prompt willen vereffenen. En bijzonder woord van dank aan degenen die een extra duit in het zakje deden als steunend lid, bestuurslid, deelgenoot of erelid. Als eresaluut publiceren we hierna de 89 namen: Fernand Luc Herman Guy Roger
Alleman Bauters Bekaert Berwouts Boerjan
23 euro steunend lid 23 euro bestuurslid 23 euro deelgenoot, oud-penningmeester 30 euro erelid 23 euro deelgenoot, 1 e ondervoorzitter
2972
Jack Camiel Eric Maurits
Alfred Romain Dani 1 Lynda Geert Achiel
Albert Dani 1 Elza Stefaan Raoul Tonv Jean Remi Guv Irma
Gentiel Germain Eddtiv Marc Xavier Lucette
Callu Carton Claerhout Coene Cras- Verstaen De Bouver-Eelbode De Bruvckere-Landuvt Debruyne-Minnens Decaluwe De Clercq De Clercq Decock De Coster De Groote De Kevser De Kimpe
De Meyer De Muvnck Deschans De Smet De Smet De Vos De Vos Deweer
Dossche-Delmeire
Henri
Dufaux-Talpe
Louis Lucien Johan
Filliers Filliers Gaudissaboi.s Gemeentebestuur Zulte Goeminne Heverick Holvoet Hoste Hu vs Jonckheere
Luc Andr
Herwin Peter
Paul Willy Peter
Lafosse
Dominique
Lagrange
Stefaan
Langeraert Lerov Lisabeth Loontjens Maes Martens Martens Matthys-De Clercq
Silvaan
Carlos Alfons Herman Cvriel
Romain Mevr. Luc Arnold Edmond
Mesure
Minnens
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 23 euro deelgenoot, bestuurslid
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 40 euro erelid 23 euro deelgenoot, penningmeester 23 euro steunend lid 23 euro deelgenoot, bestuurslid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 50 euro erelid 23 euro deelgenoot, 2e ondervoorzitter
23 euro deelgenoot, ledenadministrator 30 euro erelid 23 euro bestuurslid 23 euro deelgenoot, bestuurslid 23 euro deelgenoot, voorzitter
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 30 euro deelgenoot, erevoorzitter, erelid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 30 euro deelgenoot, erevoorzitster , erelid 23 euro steunend lid 30 euro erelid
Jan
Moerman
Rudy Patrick Philippe Roger Bruno
Pauwels
23 euro deelgenoot, bestuurslid 23 euro deelgenoot
Pieters-Borms
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid
Juan
Proost Raveel Saverijs Spekbroek Staes Thissen Thoen t Kint de Roodenbeke
Jos
Torck
Dani 1 Jozef
Jacques Hugo
23 euro deelgenoot, bestuurslid 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro erelid 23 euro bestuurslid 23 euro deelgenoot 23 euro steunend lid
2973 Leon Leopold Lilian Raf Yvan Urbain N. V. Hilde Jean Ronan Jozef Lille Martin David Tony Eddv Trui Jacques Lucas Urbain
T Sjoen- Van Buggenhoudt Tuytschaever Tuytschaever Van Den Abeele Vandenbrande Van Den Heede A. Van Den Poel Van Der Donckt Vanderlinden Van der Plaetsen Van De Walle Van Gucht Vanhaesebroeck Vanhee Vanhee Van Maerken Van Nevel-Galle Vanobbergen Van Praet Vanwildemeersch
23 euro steunend lid
Roger Lucie
Vercruvssen Verleve-Mesure
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid
Maria Raf
Vermeersch-Dossche Walgraeve
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid
23 euro steunend lid 23 euro steunend lid 30 euro deelgenoot, erelid 23 euro, deelgenoot, bestuurslid 23 euro deelgenoot 23 euro steunend lid 23 euro deelgenoot, secretaris 23 euro steunend lid 23 euro steunend lid
25 euro steunend lid 23 euro steunend lid 23 euro deelgenoot, bestuurslid 23 euro bestuurslid 23 euro deelgenoot, bestuurslid 25 euro steunend lid 23 euro bestuurslid 30 euro erelid 23 euro steunend lid 23 euro deelgenoot, bestuurslid
1870 . " Op z'n reeuwstro liggen" (Over de " Contagieuse siecte " te Deinze in 1668-1670) In de jaren 1668-1670 leed Deinze onder een besmettelijke ziekte (waarover we eigenlijk zeer weinig weten: aard, omvang, sterftecijfers e.d.m.). Maar het stadsbestuur zat ermee verveeld en deed het mogelijke, enerzijds om de (verspreiding en de gevolgen van de) ziekte in te perken, anderzijds ook om de bevolking gerust te stellen ("appaiseren"). De chirurgijns (want Deinze had toen nog geen universitair opgeleide doctoors) moesten in opdracht van de stad "verdachte" zieken "visiteren" en "cureren" en werden daarvoor ook betaald. Vandaar dat we de honorering van die opdrachten vermeld vinden in de stadsrekeningen van die tijd. In de stadsrekeningen van 1668-1669 (" lezen we b.v. dat twee chrirurgijns, de meesters Ingehel de Ceuckelaere en Pieter Carrijn, betaald werden "over ghevisiteert thebben het doode lichaem van Pieter du Four, die men seijde ghestorven te sijne van de contagieuse (_ besmettelijke) sieckte". En aan een andere chirurgijn, meester Jan Faulte, was gevraagd te visiteren "het doode lichaem van Anthone vander Vennet twelcke ghestorven was vande contagieuse sieckte". Ook bezochten de beide meesters, Inghel de Ceuckelaere en Jan Faulte, samen de zieke huisvrouw van burgemeester Strobbe (2) "tot appaisement van het ghemeente, als presumptie (= vermoeden) hebbende vande contagieuse sieckte". Ook in de daaropvolgende stadsrekening, over 1669-1670 l3', vinden we nog een analoge betaalpost, waaruit blijkt dat - alweer - Inghel de Ceuckelaere betaald werd "over ghecureert" verzorgd) thebben den persoon van Guillaeme Dhuijghelaere den welcken wiert ghequest (sic) den tijde hij heeft ghewaeckt soo wanneer allier gheweest heeft de contagieuse sieckte". Niet alleen de chirurgijns waren bij de ziektebestrijding belangrijk, maar blijkbaar ook anderen. Zo iemand was b.v. de reeuwer, maar dat is een woord of een begrip, dat heden wel niemand meer kent Daarom precies deze korte bijdrage (over een op zich wel niet zo leuk onderwerp - grif toegegeven!).
2974
Voor onze voorouders van eeuwen geleden was "op z'n reeuwstro liggen " een nog heel courante, zij het niet erg aantrekkelijke (want een beetje lugubere!) uitdrukking. Ze betekende niets anders dan: "stervende zijn" of "op z'n doodsbed liggen"). Maar om dit te begrijpen, moet er intussen eerst een beetje etymologie (verklaring van de woord-oorsprong) bij te pas komen. Reeuw (waarschijnlijk van Grieks kreas - vlees; vgl. Oud-Indisch kravis = rauw vlees) was - volgens de dikke Van Dale - eertijds een woord voor het schuim op de lippen van een zieltogende (syn. doodszweet). Het woord werd ook gebruikt voor het dode lichaam zelf. Reeuwstro (ook reeuwkaj) was het stro, resp. kaf waarop een stervende gelegen was en/of waarop een lijk gelegen had. Het afleggen van een lijk was het werk van de reeuwer/reeuwster, de lijkbezorg(st)er, ook wel lijkbid(st)er genoemd. De Vlaamse taalkundige Cornelis Kiliaen (ca. 1530-1607), corrector bij de beroemde Antwerpse drukker Plantijn, kende en vermeldt het woord "reeuwer" (4" in zijn merkwaardig Latijns-Nederlands woordenboek ("Etymologium Teutonicae linguae"). Volgens hem betekent het niet alleen "lijkbezorger" (die de lijken reinigt en voor de begrafenis gereedmaakt), maar heeft het ook de specifieke betekenis van "iemand die besmettelijke zieken oppast en hun lijken ontsmet". Maar terug naar onze Deinse archiefbron, ni. de stadrekening van 1668-69, ten tijde van de contagieuse sieckte" Daarin lezen we immers ook de volgende betaalpost l5', die - na lectuur van het bovenstaande - allicht een beetje begrijpelijker geworden is: "Item betaelt aen Barbel Pieters de somme van twee ponden grooten vlaems ter causen sij alhier reuwsterigghe sijnde, in het huijs va Jan vander Vennet haer debvoir (Fr. devoir = plicht) heeft ghedaen ten eijnde de quaede sieckte niet en saude moghen voorts loopen, twelck godt sij lof niet en ghebeurt." Zij was dus "reeuwster"'6' of lijkbezorgster, en had blijkbaar ingestaan voor de ziekenbijstand aan Jan vander Vennet, die wel niemand anders kan geweest zijn dan de Deinse burgemeester anno 1677. Hij had de ziekte dus overleefd. Verdere commentaar is wel overbodig, maar intussen blijft het ons intrigeren over welke "contagieuse sieckte" (pest? dysenterie?) het toen feitelijk ging en hoe het ermee afgelopen is
Maar dat wordt allicht een ander stukje. In het huidige stukje ging het ons (vooral) om de begripssfeer rond "reeuw". 1. Rijksarchief Gent (RAG), Oud archief Deinze (OAD), nr. 303: rek. 1668-1669, fi 44 e.v. 2. Jan Strobbe was burgemeester van Deinze in 1669. Zie Alb. Van den Abeele, Geschiedenis van Deinze (1865), blz. 45. 3. RAG, OAD, 303: rek. 1669-1670, betaalpost nr. 13. 4. Kiliaen: reeuwer pollinctor qui cadavera lavat et unguentis illinit ; et parabolanus qui geste infectos curat". Zie WNT, VI (1907), kol. 1185. 5. RAG, OAD, nr. 303: rek. 1668-1669, fi 40 6. Ook de 19de-eeuwse deken L. De Bo, in zijn "Westvlaamsch Idioticon ", vermeldt "reeuwster" of "reeuwighe" als een toen nog bekend en courant gebruikt woord.
Paul HUYS Nr.368 Aanwinst KGK-archief Van KGK-lid Gaston Van Wonterghem ontvingen we kiezerslijsten van Astene : Lijst van de Parlements-, Provincieraads- en Gemeenteraadskiezers 1969-1971, en idem 1970-1972. Hartelijk dank.
2975 Maessprokkels Tijd Bij de langste dag gaat de zon op om 5.29u en onder om 22.00u. Bij de kortste dag gaat de zon op om 8. 08u en onder om 16.49u. verschil: 2.39u 5.1 lu Maar intussen hebben we vals gespeeld door zomer- en wintertijd in te schakelen en onze klok vooruit en achteruit te zetten. Wanneer is het nu eigenlijk middag? en wanneer middernacht? Als 24.00 middernacht is, wanneer begint dan de nacht? en wanneer de morgen(d)? Wanneer wordt de avond nacht? en de nacht morgend? Of moeten we op de haan letten want die kraait toch bij het "krieken van de dag"! Het werkwoord krieken is een raar werkwoord. We gebruiken nooit de verleden tijd ervan. Ook nooit de 1 ste of 2de persoon. Wel: "het kriekt" en liefst gebruiken we het werkwoord zelfstandig: bij "het krieken" van de dag. In het Engels: creek of the day. In het Duits: dat Tagesgrauen. Waarschijnlijk wel een Germaans woord: grieken en grauwen - de etymologie is onbekend (In het Frans l'aube du jour. Verwant met de grauwen? Een grauwe dag?) Woorden als dag, nacht, avond, morgen hebben een indogermaanse oorsprong en zitten dus in al onze talen op eenzelfde stam die zowat 5000 jaar (hypothetisch) oud is. Voorbeeld Ndl: nacht -Dts: Nacht - Eng: night -Got: nahts (bij het Engels hoort men een ai klank) lat: nox-noctis - Grieksnux-nuctos - Albannate - Iers: nacht Oudindisch: nakt Frans: nuit - Spaans-Italiaans: notte nocte Litauws: naktis - Oudslav.nosti Indogermaans: stam noq-t (n + t is overal nog aanwezig) Klinkers veranderen meer dan medeklinkers bvb. ook in onze dialectische verschillen voor het zelfde woord. De "Montagne Russe" De Montagne Russe van onze vooroorlogse (v r WOII) stadskermissen is in de ontspanningsoorden als Melipark, nu Plopsaland, Bellewaerde, Walebi, etc. uitgegroeid tot een vervaarlijke luchttocht met veel snelheid en veel bochten om zelfs ondersteboven te razen met groot geschreeuw en veel angstkreten om de schrik te verbergen. Velen durven zelfs niet in die "kermisattractie" stappen. De tocht slaat zelfs in de buik van hen die staan te kijken soms met de handen voor hun ogen. Zulke tochten, vliegbeurten, zijn niet gemaakt voor mensen met hoogtevrees of met kriebels in den buik. Waarom heet dat "Montagne Russe"? Omdat het een Russische uitvinding is. Uitgevonden in de winters van Moskou en St. Petersburg (Leningrad) in de 15de en 16de eeuw. Eigenlijk was dat oorspronkelijk een doodgewone "ritser" waar men water op goot dat in die verre Russische winters vervroor tot een ijsbaan waarop het ritsen (op een slee) nog vlugger ging dan op een gewone ritser. Om de snelle vaart op te vangen werd dan een aansluitende baan naar omlaag "uitgevonden" want anders was de landing te hard. Het landingsgedeelte in een bocht uitwerken was ook een middel om de snelle vaart op te vangen. Nu ging men op zoek om de winterpret ook in de zomer te kunnen genieten op stevigere bouwsels. Pas in de 19de eeuw kwam de Montagne Russe (snelle daling en dan in een bocht berg op a.h.w. om te remmen) naar West-Europa doordringen. De naam ontstond in Parijs anno 1816. En nu maar proberen mekaar te overtroeven. De afmetingen groeiden, vooral in de
2976
Verenigde Staten; de snelheden ook. De ongevallen ook. Verbods- en controlemaatregelen ontstonden ook. Nieuwe materialen vervingen de oorspronkelijke houtconstructie en nieuwe technische middelen werden gebruikt om de mogelijkheden te vergroten tot monsterconstructies.
Naast de Montagne Russe waren er de "botsauto's" (de auto scooter) was er depaardjesmolen in een soort van overdekt spiegelpaleis (later een goedkopere uitgave zonder paleis en zonder spiegels); was er de doodsimpele "zwiermolen", er was de kriebelenbuik"; en er was de "cake-walk", bij ons de "de kakkerwals" genoemd. Aanvankelijk was dat allemaal voor de welstellende klasse. De arbeider (met zijn 60 en dan 48-urige werkweek) had daar geen tijd en geen geld voor. Tot de kermis behoorden ook de promenade-concerten: muziekuitvoering op de kiosk terwijl het publiek in het omliggend park "promeneerde", wandelde, om de kiosk heen, als een sociale happening: heb je me gezien? heb je mijn nieuwste kleed gezien? en mijn nieuwe hoed? Sommige van die kiosken waren vaste bouwwerken, omringd door wandelpartijen (lindebomen, platanen, kastanjelaars, olmen). Het waren vaak pronkstukjes van smeedkunst. Op reis gaan met de kermis is van zeer recente datum. Dat heeft o.a. te maken met de popularisering van de vakantiereis en van het autobezit. Om de vakantiereis te populariseren moest er eerst vakantie bestaan. Dat is er niet altijd geweest. Er is ook op het gebied van sociaal leven veel veranderd (betaalde vakantie is eigenlijk pas van 1947). Perpetuum mobile. Verandering is voortdurend aan het gebeuren. Vandaag ook. Vandaag is gisteren al oud. Dat merkt men pas op als er zoveel dagen zijn geweest dat er een nieuwe generatie aan het woord komt. Simenon ( 1903-1989) Er was een tijd waarin detectiveverhalen niet tot de literatuur behoorden. Nu ja? Agatha Christie is geen literatuur; is wel spannend, zeer succesvol in zijn genre! Maar taal en stijl is simpel. Edgard Allen Poe s Murder in the Rue Morgue, veel ouder dan Agatha, is wel literatuur en is a.h.w. het eerste detectiveverhaal in de wereldliteratuur. Simenon is de bekendste Waal; met zijn meer dan 400 verhalen en meer dan 200 romans is hij de Belgische Balzac (veelschrijver maar met niveau). 13-02-1903 werd hij in Luik geboren. Hij begon met volksromannetjes maar vond dan Maigret uit; en het succes, vertalingen en verfilmingen; later ook TV-bewerkingen. Hij woonde en werkte toen al in Parijs (sedert 1922). Maigret ontdekte hij pas in 1932, en hij had toen al een drukke journalistencarriere achter de rug, ook een reputatie van vlug en veelschrijver (soms een roman per week). Simenon was een pijproker; Maigret ook. Maigret werd vertaald in 46 talen. Na WOII werd hij van collaboratie beschuldigd omdat hij filmrechten had afgestaan aan de Duitsers (voor 5 fims waarvan 3 Maigrets). Daarom ging hij jaren in Amerika wonen, maar kwam toch weer terug naar Frankrijk (in 1955). 54 romans worden dan verfilmd. Verkiezingen In een bijdrage in Vlaamse Stam nov.-dec. 2000 schreef Karel Velle over de organisatie van onze gemeentelijke instellingen 1800-2000
2977 Hij noteerde als cesuren het dekreet van 10 december 1795 en dan de eerste Belgische Gemeentewet, die van 30 maart 1836. Die eerste Gemeentewet liep (mits aanpassingen) tot 24 juni 1988 (Koninklijke Besluiten bij de wet van 1988) Het verkiezen van burgemeester en schepenen werd doorkuist door wijzigende kiesmodaliteiten: cijnskiezers, meervoudig stemrecht (1893) en algemeen enkelvoudig stemrecht (na WOI). Later ook stemrecht voor vrouwen. Ook de leeftijdsgrens verschoof met het verschuiven van de meerderjarigheidsgrens (25v 21v18). (De cijns veranderde en ook het systeem van capaciteitsstemrecht wijzigde de verhoudingen). Daarover schreef in KOK jb. 1973 prof. Jan Moerman. Titanic Taitenik of Tietaniek? Uit de Griekse mythologie kennen we de titanen = de twaalf kinderen van Uranos en Gaia. Uranos is de hemel (Ouranos), het hemelgewelf, het uitspansel; Gaia is de aarde: Uranos bedekt de aarde en uit die paring ontstaat Cronos = de Tijd. Ook de Cyclopen en de Titanen zijn kinderen van Uranos. Hesiodos vertelt erover (Theogonie) De titanen spelen een rol in de strijd tussen Zeus, de oppergod en Cronos. Het is een titanenstrijd. Het woord is in onze taal opgegaan: Titanen, Titanenwerk titanusstrijd en als kinderen van voor WOII wisten we van de titaniek, een titanenschip, een reusachtig schip. Tait nik (taitennik) kenden we niet. Met Tietaniek wisten we dat het over een reusachtig schip ging, een titanenschip. Met Taitennik weten we dat het over een Engels schip gaat? Rule Britannia, rule the waves! De Messias is van naam veranderd en is nu Misaya, No is Noag geworden en David is Devit geworden. Maar in 1944 zei het soldatenlief dat ze niet hard zweette toen hij sweethart tegen haar zei!
1871. Korte verhalen uit WO 1 Jonge knaap uit Petegem schiet ingekwartierde Duitse soldaat dood. Het gezin Henri Hector Veys x Maria Mortier woonde op Petegem Kouterken tegenover de Sint Martinuskerk naast de bakkerij-caf Vincke, in een van de huisjes die later afgebroken werden om plaats te maken voor de ringbaan die er nu de Kortrijksesteenweg kruist. Vader Henri Veys was smid van beroep en werkte buitenshuis. Het gezin had vijf kinderen waaronder een zoontje Val re, die geboren werd in 1905. Anno 1915 woedde de oorlog aan de IJzer in alle hevigheid. Moegestreden Duitse troepen werden aan het front afgelost en trokken zich voor een korte rustperiode terug in het hinterland. Zij werden veelal in scholen, fabrieken en openbare gebouwen ondergebracht, maar ook bij boeren en particulieren ingekwartierd. Het gezin Veys kreeg een van die soldaten op logement. Hij was een gemoedelijk man die van de huiselijke sfeer hield en ongedwongen met kinderen kon omgaan. Val re was als jongen van ongeveer tien jaar gefascineerd door het geweer van de Duitse soldaat. Toen hij op een dag met dat wapen speelde maakte zijn moeder de soldaat opmerkzaam dat hij dat beter niet toeliet. De soldaat vergoelijkte dat het geen kwaad kon, het wapen was immers niet geladen. Dat was een grove misrekening. De jongen trok de haan over en de soldaat werd dodelijk getroffen. Het drama was gebeurd. De Duitse overheid stelde natuurlijk een onderzoek in. De soldaat heeft, v r hij aan zijn verwondingen overleed, aan zijn
2978
overheden nog kunnen verklaren dat het kind geen enkele schuld trof, dat hij overtuigd was dat het wapen niet geladen was en dat hij dus de volle verantwoordelijkheid droeg. Niettemin werd vader Henri ter verantwoording geroepen en voor de duur van het onderzoek in het cachot opgesloten. Na twee weken werd hij vrijgelaten. Val re werd later helper werktuigkundige . Hij huwde in 1931 met Bertha Maria De Vetter van Eke. In 1936 werd hun zoon Werner geboren. Het gezin woonde het laatst in de Kapellestraat nr 56 te Astene, ter hoogte van de fa.Versele. Val re baatte daar als zelfstandig werktuigkundige een garage uit. Hij overleed te Astene op 1 juni 1958. Rechtzetting In onze bijdrage Duitse soldaat ge lektrokuteerd bij de bouw van de Kemelbrug over de Leie in de Tolpoortstraat in het nummer van juni 2002 sloop een fout. (XXII, 3, nr. 1853, p. 2918-2920). De soldaat waarvan sprake werd ge lektrokuteerd bij het bouwen van de houten noodbrug over de Vaart en dus niet aan de Leiebrug zoals we schreven. Zo vertelde ons Louis Van Damme, wiens ouders toen op de hoek van de vaartbrug een caf uitbaatten. Hij herinnerde zich dat de Duitsers de brug genoemd hebben naar het slachtoffer. Op de reling van de brug was een grote boomzaag bevestigd en op het blad van de zaag was de naam -Walter Bremerbr eke°" geschilderd. We weten meteen wie het slachtoffer was. Na enig zoekwerk hebben we Walter Bremer gevonden als gefreiter van het 2e Pioniersbataljon 651. Dit bataljon was in de meidagen van 1940 in Meigem en in Nevele aanwezig want het was toegevoegd aan de 225e°Infanteriedivisie die Nevele, Meigem en Vinkt veroverde en na de overgave van 28° mei in de streek van Oostende verbleef. Walter Bremer werd geboren op 24.05.1913, verongelukte op 16.08.1940 en werd begraven te Deinze op het Duits kerkhof. Hij ligt nu op het verzamelkerkhof van Lommel, perk 27-graf 559. De pontonbrug die pas op 28 mei door de de Duitsers op de sasmuren gebouwd werd, eerder waren zij daar niet in geslaagd, hoorde bij de Br ckenkolonne van de 56e 1 D. Zij werd gebruikt om de oprukkende Duitse troepen en hun materiaal snel over de Vaart te brengen. Die bruggen bleven nooit lang liggen. We weten nu precies op welk tijdstip de houten noodbrug gebouwd werd. Waarschijnlijk werd de Kemelbrug onmiddellijk ervoor of erna, of misschien werden beide bruggen wel gelijktijdig gebouwd. Zowel het burgerlijk als het militair verkeer diende immers zo snel mogelijk normaal te verlopen. Romain DE BOUVER
1872. Een zevende-zoon-op-rij, in Deinze, anno 1738 In een vroeger stukje, over "reizende operateurs oculisten ende dentisten, vertelden we hoe in Deinze in 1783 andermaal een reizende operateur-oogmeester opdook, die in onze stad enkele jaren voordien, nl. in 1778, met succes de ogen had "gepeld" van een hoogbejaarde vrouw, die "te vooren teenemael blind" zijnde, door die ingreep het gezigte wederom bekomen had. Die vrouw was "sekere Livine Delbaere, weduwe van Jacques de Costere", 85 jaar oud in 1783, geboortig dus van omstreeks 1698. Dank zij ons KGK-medelid Guy Thoonen (Nazareth), die ons liet meegenieten van z'n computergegevens, door hem geduldig en secuur
2979 verzameld in de Deinse en Petegemse parochieregisters van voor 1800, kunnen we over deze krasse oude dame iets m r vertellen. Haar levensverhaal blijkt trouwens in meer dan n opzicht merkwaardig te zijn. Ze werd uiteindelijk 94 jaar oud; ze stierf in Deinze -O.-L.-V. op 22 april 1792. Bijna 65 jaar eerder, op 5 augustus 1728, was ze getrouwd, ook in Deinze O .-L.-V., met Jacobus de Costere ( iDeinze 29 mei 1702 ), zoon van Jacobus ( senior) en van Joanna Herck. Het echtpaar kreeg - tussen oktober 1729 en april 1742 - acht kinderen, wat op zich natuurlijk niet zo uitzonderlijk was voor die tijd . W 1 merkwaardig was dat ze meteen begonnen met een jongenstweeling en dat er daarna nogmaals vijf zonen op een rij volgden ; pas het achtste kind was een meisje. Dit waren ze: (geboren (04.10.1729) • Carolus Livinus (geboren 04.10.1729) • Joannes Franciscus (geboren 21.08.1731) • Petrus Guillielmus • Petrus Jacobus (gedoopt 18.01.1733) • Philippus Jacobus (gedoopt 24.11.1734) (geboren 06.10.1736) • Joannes Baptista • Carolus Augustinus Franciscus (geboren 29.06.1738) (geboren 07.04.1742) • Judoca Tresia De eerste vier kinderen werden in een onpaar jaar geboren, de laatste vier in een even jaar: ook een curiosum. Vader Jacobus De Costere (jr.), ofschoon enkele jaren jonger dan zijn vrouw, ging het eerst: hij stierf in Deinze O.-L.-V. op 12 januari 1764, 62 jaar oud. Zijn weduwe overleefde hem nog bijna dertig jaar Maar terug nu naar de zevende zoon: Carolus Augustinus Franciscus. Hij werd nog dezelfde dag van zijn geboorte 29 juni 1738 - ook gedoopt. Zijn doopheffers waren Franciscus Wyme en Maria Anna Josepha van Doorne. Deze namen zeggen ons weinig of niets. Geen burgemeester, baljuw of een andere notabele dus als dooppeter!? Bij een zevende zoon was dit nochtans niet ongebruikelijk. Evenzeer was het gebruikelijk dat het stadsbestuur bij zulk een zeldzame en feestelijke gebeurtenis voor een passend geschenk (in speci n of in natura) zorgde In de Deinse archiefstukken (beslissingen van het schepencollege, stadsrekeningen e.d.m.) is van een dergelijk feestgeschenk geen spoor te vinden. Is dat dan zo maar ongemerkt voorbij gegaan? Alleszins zonderling toch! We weten evenmin, hoe het deze (on)fortuinlijke boreling in het latere leven gegaan is. We zoeken het nog wel eens op Intussen nog een vraagje: Wie heeft weet van nog andere "zevende zonen" in Deinze? En hoe werd hun komst in de stadsgemeenschap officieel onthaald? Paul HUYS Nr.369
Lidgeld 2003 al in orde ?
Prachtig.
Dankuwel!!!
2980
1873 . Aandelen Vooruit ® Liberaal Huis Op 29-10-1871 werd door notaris Eduard-Jozef Dufaux te Deinze een akte verleden tot stichting van een burgerlijke maatschappij Vooruit te Deinze. Op 12-06-1930 kwamen Firmin Filliers en Valere Lagrange, met volmacht van de algemene vergadering, speciaal met dat doel bijeengeroepen, voor notaris Alfred de Vijlder te Deinze om een nieuwe maatschappij te stichten, een naamloze venootschap Liberaal Huis : uitbating van een lokaal dienend als caf en feestzaal, als zetel van de maatschappij Vooruit (toneel, cinema, bal, voordrachten, vergaderingen en feesten). Duur: 30 jaar d.d. 15-5-1930. Vooruit had 67 leden op de algemene vergadering om volmacht tot een herstichting te geven. Het maatschappelijk kapitaal van de nieuwe NV beliep 500.000 BEF verdeeld in 1250 aandelen van 400 BEF over 76 aandeelhouders. Dat verscheen (met de namen) in het Staatsblad van 5-7-1930. Victor Torck voorzitter en Firmin Filliers, beheerder, ondertekenden de akte. Een greep uit de aandeelhouders: Victor Torck: 50 stuks Astere Gevaert: 48 Leon Gevaert: 40 Henri Libaert: 37 Robert Liebaert: 43 Marcel Liebaert: 36 Firmin Filliers: 25 Robert Torck: 25 Emiel Torck: 25 Blanche Lagrange: 25 Andre de Kerckhove de Denterghem: 25 Graaf-senator- eregouverneur prov. Oost-Vlaanderen Maurice Lippens (minister van vervoer): 25 Jacques Mathus°: 25 Alfred Hoste': 25 Paul Hautekeete°: 25 Roger Minnens: 30 Etc. Maar ook°: Esther Saverijs 2 Rene De Bussere: 2 Fernand Van Themsche: 1 Albert Saverijs: 5 Fernand Maebe: 1 Edgard Pinte: 1 Jules Bruneel: 2 Louis Moerman Matthijs: 1 Robert De Caluwe: 1 Rene De Vreeze: 1 Andre Laroy: 1 Leon Van Hoe: 1 Enz.
2981 Op 17/09/1951 was er een aandeelhouder die zijn tien aandelen verkocht via de bank (Soc. Generale) en die kreeg 320 BEF per aandeel (min. kosten = 313,774) Firmin Filliers was toen nog beheerder. Ch. Thissen was toen voorzitter Over dit gebouw KGK 1997 p. 207 (A. Heyerick) Prijs per aandeel in 1930: 400 BEF = 400 x 1 BEF = 400 pinten (1 BEF per pint) 1951: 320 BEF = 5 BEF per pint = 64 pinten (64 x 5 BEF) Dus: geen dividenden, wel verlies. Maar wat als het gebouw zou verkocht worden. In de iconografie van de markt zijn er drie versies van het gebouw: 1: In t Paradijs 2: Liberaal Huis 3: Palace
(Kijk na bij Jan Moerman en bij Andr Heyerick in hun bijdragen over herbergen en uithangborden) Herman Maes Nr. 72
1874 . Gastvrijheid zou geen grenzen kennen in Astene. Heeft Adolf Hitler echt ooit in Astene gelogeerd? Het nogal merkwaardige verhaal dat in 1945 verscheen in De Eeclonaar van 16 september 1945 en dat in Contactblad van augustus 2002 aangehaald en met commentaar voorzien werd door Romain De Bouver, lijkt me nogal ongeloofwaardig en heb ik getoetst aan o.a. het boek Mijn Kamp van de hand van A.Hitler himself. De teksten die ik wil aanhalen komen uit de onverkorte vertaling van Mein Kampf, vertaling van de hand van Steven Barends en uitgegeven door de toenmalige uitgeverij De Amsterdamsche Keurkamer, zonder datum van uitgave. Het door Hitler geschreven boek werd oorspronkelijk uitgegeven door de uitgeverij Franz Eher Nachf. G.m.b.H. M nchenBerlin. Hitler schreef Mein Kampf tijdens zijn gevangenschap in 1924 in Landsberg a/d Lech. Om het een en ander te bevestigen las ik ook het werk van Jacques de Launay: Hitler en Flandres , maar J.de Launay refereert ook steeds naar Mein Kampf . Het verhaal zoals Romain De Bouver het brengt, zou Hitler in de eerste wereldoorlog tijdens een herstelperiode situeren in Astene. (zie Contactblad augustus 2002) Wat schrijft Hitler zelf over deze periode? Op pagina 225 schrijft hij: Eind September 1916 werd mijn divisie bij de Somme in het vuur geworpen. En verder: Den Ten October 1916 werd ik gewond. Ik kwam zonder verdere ongelukken uit de frontlijn en moest met een transport naar Duitsland.
Hitler werd in Le Barque, gelegen in de buurt van Bapaume (Fr), gewond aan een dijbeen. Hij werd voor een eerste verzorging opgenomen in Hermies (Fr) in het centrale hospitaal. Met een sanitaire trein werd hij dan ge vacueerd naar Duitsland en werd opgenomen in een hospitaal in Beelitz (Berlijn) en verbleef er van 09 october tot 01 december 1916. Na zijn herstel werd hij bij een reservebataljon gedetacheerd in M nchen. ( Mijn Kamp A.Hitler)
2982
Op pagina 229, na zijn afkeer te hebben neergeschreven over wat er in het toenmalige Duitsland volgens hem allemaal verkeerd ging, schrijft Hitler: Ik kon dezen vloekwaardigen twist tusschen de Duitsche stammen onderling, niet verdragen en was blij, weer naar het front te kunnen; dadelijk na mijn aankomst te M nchen had ik mij weer aangemeld voor den dienst aan het front. Begin Maart 1917 was ik dan ook weer bij mijn regiment. Op pagina 238 schrijft Hitler over het tweede ongeval hem overkomen in 1918. (Op 21 mei 1917 werd het regiment List waartoe Hitler behoorde, ingezet in de streek van leper. Hij is op rust in Ardooie tot 12 juli 1917 en wordt dan naar het front gestuurd in Beselare): In den nacht van den 13den October begonnen de Engelschen op het Zuidelijk front voor Yperen met gasbommen te werpen; men gebruikte daarbij geel-kruisgas, waarvan wij de uitwerking nog niet aan den lijve hadden ondervonden. Ik zou het nog in dienelfden nacht leren kennen. Op een heuvel ten Zuiden van Wervik hadden wij reeds in den avond van den 13den October verscheidene uren achtereen, een trommelvuur van gasbommen te doorstaan, en dat werd den geheelen nacht in meer of minder hevige mate voortgezet. Reeds omstreeks middernacht viel een gedeelte van ons uit, waaronder enkele kameraden meteen voorgoed. Tegen den ochtend kreeg ik ook pijn, die van kwartier tot kwartier erger werd, en om zeven uur in den vroegen morgen verliet ik, strompelend en wankelend, met brandende oogen het front, met mijn laatste rapport uit den oorlog nog bij me. Reeds een paar uren later waren mijn oogen tot gloeiende kolen geworden, en was het nacht om me heen. Zoo kwam ik in het hospitaal te Pasewalk in Pommeren, en daar moest ik de revolutie beleven... De Launay Hitler en Flandres voegt er aan toe, dat Hitler eerst per ambulance overgebracht werd naar een Beiers veldhospitaal in Oudenaarde (Audenaerde) vooraleer ge vacueerd te worden naar Duitsland. In Pommeren beleeft Hitler het einde van de eerste wereldoorlog. In deze citaten zie ik nergens een tijdspanne waarin ik een verblijf van Hitler in Astene zou kunnen situeren. Zeker niet voor een herstelperiode. Het verhaal in De Eecloonaar was wel mooi maar was het wel waar? Het dorp A met 3000 inwoners was dat niet Ardooie of waarom niet Audenaerde? Deze dorpen (met alle respect voor Oudenaarde) worden duidelijk ergens vermeld. Astene had toen ook absoluut geen 3000 inwoners en komt, denk ik, niet in aanmerking. Maar dat Astene vroeger en ook nu een gastvrij dorp is, zullen wij zeker niet ontkennen Vic WOUTERS
1875. Het wapenschild van de familie DE CLERCQ Geprikkeld door een uitnodiging van onze erevoorzitter Herman Maes in ons Contactblad van augustus (XXII,4, blz. 2934), stuurde KGK-lid dr. Ren De Clercq ons een bundeltje met informatie. In een drietal afleveringen behandelt hij hierin: -het situeren van de familie De Clercq in tijd en ruimte -een paar verduidelijkingen over Ingelmunster (waar de familie vandaan kwam) -ontstaansgeschiedenis en de verklaring van het wapenschild zelf
2983 I. Het situeren van de familie DE CLERCQ in tijd en ruimte Vooraf moet de familie gesitueerd worden in tijd en ruimte , waarbij bijzondere aandacht gaat naar de mannelijke familieleden, die de familienaam en ook het wapenschild doorgeven. Ook wordt nagegaan of zij werkelijk een wapenschild gevoerd hebben . Deze opsomming is dus in geen geval een stamboom in de normale zin van het woord. 1. De eerste generatie
Pieter DE CLERCQ gezegd VAN ROBAEYS, stamvader, geboren op een onbekende plaats omstreeks 1576, duikt op in het begin van de 17e eeuw te Ingelmunster, waar hij zich vestigt op de Plaetse als boomzager-schrijnwerker, een ware middenstander avant la lettre. Hij huwt in 1609 met de Ingelmunsterse Adriana MARCELLIS. Het echtpaar heeft 7 kinderen, waaronder 3 zonen. Van hem is geen wapenschild bekend, wel een handmerk, namelijk een winkelhaak, waarmee hij de kwijtschriften ondertekent, die hem voorgelegd worden door zijn opdrachtgevers, meestal plaatselijke heren uit de geslachten VON PLOTHO en VAN HEURNE. Het is bekend, dat dergelijke handmerken typisch gebruikt worden bij burgerlijke wapenschilden. II. De tweede generatie, in Ingelmunster Antoon DE CLERCQ, oudste zoon, geboren in 1609, buitenpoorter van Kortrijk by coope, woont een tijdje buiten Ingelmunster en heeft in zijn eerste huwelijk met Katrien ARENTS, minstens 2 zonen. Zij is lid van een schilddragende familie, die een wapen voert van sabel, het schildhoofd van goud, een adelaar van zilver geklauwd en getongd van keel liggende over alles heen (dus een witte arend met rode klauwen en tong op een zwart veld, waarbij de bovenstrook van het veld bestaat uit een horizontale gele band). Naderhand huwt hij met Josyne TYTGAT, en overlijdt te Ingelmunster in 1685. Pieter DE CLERCQde jongere, geboren in 1614 is weerbaar man in 1638. Verder is weinig bekend. Louis (of Lodewijk) DE CLERCQ, geboren in 1630 brengt het tot schoolmeester-koster, pointer en setter (lokale belastingsontvanger) schepen en lid van het college van mannen van leene. Hij huwt 2 maal: in 1650 met Clara NAERT, die hem 2 dochters schenkt, en in 1657 met Anna VERMEERSCH, die hem vader maakt van 8 kinderen, waaronder 3 zonen. Hij beleeft - en overleeft -5 oorlogen waarbij Ingelmunster meestal in de frontlinie ligt. Hij wordt niettemin 85 jaar, overlijdt in 1715 en is dan nog vrij goed gezond. De mogelijkheid, dat hij bij het uitoefenen van zijn talrijke functies een zegel zou gebruikt hebben is gering, want vanaf de 16e eeuw zegelen schepenen met het gemeentewapen. Mogelijks steekt er een denombrement met zijn persoonlijk zegel tussen de 4000 denombrementen van het archief Plotho, maar het is als een speld in een hooiberg III. De derde generatie, nog steeds te Ingelmunster, behalve de 2 bekende zonen van Antoon Jan DE CLERCQ, oudste zoon van Antoon huwt met Stephanie DE BOUSERYE en is vader van 6 kinderen, waaronder 4 zonen, allemaal te Ingelmunster geboren. Over zijn broer Pieter is men weinig ingelicht. Willem (of Guillielmus) DE CLERCQ, enige zoon van Louis die het geslacht verder zet, geboren in 1659, wordt net als zijn vader onderwijzer-koster, huwt er in 1683 met Maria DE LAERE, moeder van zijn 14 kinderen, en overlijdt er in 1722. Onder hun 14 kinderen telt men 9 zonen, waarvan 5 als kind sterven. Er werd van hem geen wapenschild gevonden, maar hij gaf wel zijn voornaam door als Willem , Guillaume en Willy. Zijn broers Louis de jongere A en Louis de jongere B sterven beiden jong.
2984
IV. De vierde generatie, die no steeds goed vastzit te Ingelmunster Antoon DE CLERCQ, zoon van Jan, geboren in 1668 wordt landbouwer en huwt in 1700 met Margriet VALCKE, moeder van zijn 8 kinderen, waaronder 3 zonen. Zijn broers Karel en Jan de jongere sterven jong; zijn broer Pieter, geboren in 1674, heeft verder geen sporen nagelaten. Louis A, Willem de jongere A, Willem de jongere B, Filips-Jacob , een Anoniem en Innocent DE CLERCQ zijn 6 zonen van Willem, die jong sterven, hun broer Louis B emigreert en is uytlandich in 1722 en hun broer Frans- Bertijn is onvermoghend (lees: geestelijk gehandicapt), maar toch kinderloos (?) gehuwd met Jacoba X. Willem ( of Guillelmus ) DE CLERCQ de jongere C is de enige bekende zoon van Willem, die het geslacht voortzet. Hij ziet het levenslicht in 1698, wordt, zoals zijn vader en grootvader, schoolmeester-koster, is man van leene van het Axterleen en huwt te Koolskamp in 1724 met Josyne DAMMAN, lid van een niet-adellijke familie, waarschijnlijk verwant aan de adellijke Gentse DAMMAN s, die een wapenschild voerden van zilver, een slottoren van keel (dus een rode toren op een wit veld). Hij heeft 6 kinderen, waaronder 3 zonen.
V. De vijfde generatie, eveneens te Ingeelmunster geboren Joos en Jan DE CLERCQ, zonen van Antoon , laten weinig sporen na en hun broer Amand wordt poorter van Brugge by slapinghe na zijn (kinderloos) huwelijk in 1738 met Pieternelle JONCKHEERE. Jan-Frans , zoon van Willem de jongere , leeft ongehuwd van 1725 tot 1754; zijn broer Willem Gilbert, enige die het geslacht verder zet, geboren in 1734, wordt kamslager (vervaardiger van weefkammen uit rietstengels), huwt in 1757 met Anna Maria VERCRUYSSE(N) uit Emelgem, en overlijdt in 1775 als vader van 8 kinderen, waaronder 5 zonen, en hun broer Casimir maakt kennis met de wereld in 1736, zet de familiale traditie verder, wordt schoolmeester-koster en ambtenaar van de Burgerlijke Stand en huwt Isabella PLETTINCK, in 1785 zonder kinderen na te laten. Van geen enkele vertegenwoordiger van de Ve generatie is een wapenschild bekend. VI. De 5 zonen van Willem Gilbert, allen te Ingelmunster geboren, vormen de 6e generatie. Ferdinand-Robert, Justijn en Amand Frans DE CLERCQ sterven jong en ongehuwd. Jan Hendrik DE CLERCQ vestigt zich als onderwijzer en huwt in het jaar 12 (1804) met Marie Agnes GOETHALS, die hem vader maakt van 10 kinderen, waaronder 4 zonen. Jozef Gisleen DE CLERCQ wordt kamslager zoals zijn vader en huwt in 1806 met Eugenie VAN LERBERGHE, die hem 11 kinderen schenkt, waaronder 3 zonen.
VII. De zevende generatie, geboren te Ingelmunster, maar waarvan enkele vertegenwoordigers uitwijken. Jean Fran ois DE CLERCQ, oudste zoon van Jan Hendrik wordt schoenmaker en huwt in 1852 met Therese DERIEUW met wie hij 4 zonen en 1 dochter heeft; zijn broer Augustus Deodatus sterft jong; hun broer Severinus Benedictus DE CLERCQ wordt ook schoenmaker, speelt een grote rol in de plaatselijke harmonie en trouwt in 1856 met Louisa VAN NESTE, moeder van zijn 2 dochters en 1 zoon; de jongste broer Henri wordt eveneens schoenmaker, trouwt met Melanie RACKELBOOM, maar heeft geen bekende kinderen. Fran ois DE CLERCQ A, oudste zoon van Jozef Gisleen , leeft slechts 2 jaar; zijn broer Justin ( of Justus) wordt lijnwaadfabrikant, wijkt uit naar Aarsele, waar hij in 1836 huwt met Josyne VERBEKE, moeder van zijn 6 kinderen, waaronder 2 zonen; en de jongste broer
2985 Frans B wordt eerst kamslager, nadien schoenmaker, huwt in 1852 met Marie Th r se LEFEBVRE in een kinderloos huwelijk. VIII. De achtste generatie met de zonen van Jean Fran ois, Severinus Benedictus en Justin (of Justus) Camille DE CLERCQ, de oudste zoon van Jean Fran ois, te Ingelmunster geboren in 1853, schoenmaker, gehuwd in 1878 met Marie Romanie VAN STEENKISTE en vader van 2 zonen en 1 dochter; zijn broer Cyrille, eveneeens schoenmaker en ongehuwd overleden in 1912; hun broer Theophile , ook al schoenmaker, in 1884 gehuwd met Elisa DEFOSSEZ uit Hulste, moeder van zijn 2 dochters en 1 zoon; en hun jongste broer Gustave, schoenmakerschoenfabrikant, gehuwd met Pharailde NAERT, moeder van 1 zoon, en later met Elodie VANDE KERCKHOVE, bekende kantverkoopster en moeder van 1 zoon en 1 dochter. Alphonse DE CLERCQ, enige zoon van Severinus Benedictus , wordt schoenmaker en sterft ongehuwd. Auguste Fran ois DE CLERCQ de oudste zoon van Justin ( of Justus), te Aarsele geboren in 1841 wordt lijnwaadfabrikant en schepen, huwt in 1871 met Louise Julie MESTDAGH uit Izegem, die hem 4 kinderen schenkt, waaronder 2 zonen; zijn jongere broer Henry Joseph , te Aarsele geboren in 1844 wordt tekstielkoopman en huwt in 1874 met Eugenie STEVAERT uit Merendree, moeder van zijn dochter en 2 zonen. IX. De negende eneratie, g geboren te Ingelmunster en Aarsele-Denter em Odillon DE CLERCQ is de oudste zoon van Camille, hij wordt handelaar te Ingelmunster en huwt er met Suzanna DE BELS , zonder bekende kinderen; zijn jongere broer Lucien Polydore wordt herbergier-schoenhandelaar, huwt met Julienne VAN DROUFFE en is vader van 1 zoon en 1 dochter. Florimond DE CLERCQ, enige zoon van Theophile , te Ingelmunster geboren in 1885, uitgeweken naar Hulste, schoenmaker en gehuwd met H 1 ne BRUYNEEL wordt vader van 2 dochters en 3 zonen. Val re DE CLERCQ, oudste zoon van Gustave, geboren te Ingelmunster in 1900, fabrikant van stoffen, tapijten en kanten, gehuwd met Hilde TACK is vader van 1 dochter; zijn jongere halfbroer Palm re , geboren in 1907, eveneens fabrikant van stoffen, tapijten en kanten, gehuwd met Jeanne VAN CAYSEELE heeft 2 zonen. Guillaume DE CLERCQ, oudste zoon van Auguste Fran ois, te Aarsele geboren in 1872 wordt nijveraar in tekstiel en poetskatoen en huwt in 1897 met Emma CAMU uit Aalst, moeder van zijn zoon en 2 dochters; zijn jongere broer Hector , geboren in 1878 wordt nijveraar in oud tekstiel, huwt te Gent in 1902 met Elvire VOSSAERT, zelf te Gent geboren in 1877, die hem vader maakt van 4 zonen.
Joseph Henri DE CLERCQ, oudste zoon van Henry-Joseph wordt te Dentergem geboren in 1875, is ingenieur gespecialiseerd in electrotechniek, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit te Gent, treedt in 1901 te Gent in het huwelijk met Julienne DE BRUYNE, wordt vader van 3 zonen en 1 dochter en is bekend weerstander uit Wereldoorlog l; zijn jongere broer Charles Florent ziet het levenslicht te Kortrijk, wordt koopman in tekstiel, huwt in 1902 met Rachel VOSSAERT, zuster van de echtgenote van Hector en moeder van zijn 2 zonen. X. De tiende generatie, verspreid over Roubaix (F), Hulste, Roeselare, Aarsele en Gent Roger DE CLERCQ, zoon van Lucien Polydore , wordt geboren te Roubaix (F) en huwt te Parijs (F) met Andr e MENARD, bij wie hij een zoon en een dochter heeft. Lucien DE CLERCQ, oudste zoon van Florimond , geboren te Hulste, wordt tekstielhandelaar en huwt met Rosa DE VOS, die hem 1 zoon schenkt; zijn broer GeorgesJos wordt metaalbewerker, huwt met Jeanine DUYVEJONCK en is vader van 3 dochters
2986
en 1 zoon; hun jongste broer Roland wordt glasbewerker, huwt met Jeanine VANDEN BUSSCHE en is vader van 3 zonen. Herman Gustaaf DE CLERCQ, oudste zoon van Palm re ziet het levenslicht te Roeselare, wordt verzekeraar, huwt Lieve DE ROP en is vader van 2 zonen; zijn jongere broer Stephane , wordt burgerlijk ingenieur en huwt te Zele met Marie Paule VUYLSTEKE, die hem vader maakt van 3 zonen. Herman DE CLERCQ is de enige zoon van Guillaume : hij komt ter wereld te Aarsele in 1898, wordt industrieel in vilt, vestigt zich te Eeklo, huwt er met Rosa GILLIS , is vader van 2 zonen en 2 dochters, bekend weerstander uit Wereldoorlog II en sterft als martelaar in het concentratiekamp Dachau (D). Franz DE CLERCQ is de oudste zoon van Hector : hij wordt geboren te Aarsele, wordt nijveraar in oud tekstiel en beheerder van maatschappijen, huwt te Gent met Yvonne CATRY en is vader van 1 zoon; zijn broer Paul, eveneens nijveraar in oud tekstiel sterft ongehuwd te Aarsele in 1937; hun broer Ren wordt ook nijveraar in oud tekstiel en sterft ongehuwd in 1933; de jongste is Louis , geboren te Aarsele, ook al nijveraar in oud tekstiel, gehuwd te Deinze met Emilie (of Lily) SOENEN uit Deinze en vader van 2 zonen. Charles (of Karel) DE CLERCQ is de oudste zoon van Joseph Henri , wordt te Gent geboren in 1903, vestigt zich als fotograaf en later als autogeleider, trouwt moedig tijdens wereldoorlog II om haar leven te redden met de Poolse jodin Charlotte ZIEGLER ( na 1915: WEISS), geboren te Krakau (PL) in 1914, wordt echter met zijn vrouw opgepakt en sterft op een onbekende plaats in Duitsland in 1945; zijn broer Joseph , eveneens te Gent geboren wordt geestelijke en pastoor op de parochie Oude Bareel te Sint Amandsberg; hun jongste broer Julien , ook te Gent geboren, wordt vakbondssecretaris, huwt met de Oostenrijkse kunstenares Margaretha GAMOHN, geboren te Líchtental (A), uit de echt gescheiden van W. SCH LLMANN, en blijft kinderloos. Henri DE CLERCQ, de oudste zoon van Charles Florent, geboren te Gent in 1901, handelaar in tekstiel, gehuwd te Gent met Godelieve GLASMACHER is kinderloos overleden te Sint Denijs Westrem in 1988; zijn jongere broer Roger , te Gent geboren in 1903, wordt tekstielhandelaar, huwt een eerste maal met zijn nicht Louisa DE CLERCQ, dochter van Guillaume , geboren te Aarsele in 1901, moeder van zijn dochter en 3 zonen, wordt weduwnaar te Sint Denijs Westrem en hertrouwt met Francine GAY uit Lausanne (CH). XI. De elfde generatie, die bestaat uit thans nog levende familieleden Patrick DE CLERCQ, enige zoon van Roger , geboren in 1948, is gehuwd met Mireille GRYMONPREZ en heeft 1 dochter. Willy DE CLERCQ, enige zoon van Lucien , geboren in 1942 is gehuwd met Francine VERCAMST en heeft 1 dochter J rgen DE CLERCQ, enige zoon van Georges -Jos is geboren in 1973 Frank DE CLERCQ, oudste zoon van Roland, is geboren in 1963, zijn broer J rgen in 1966; hun jongste broer Tom in 1969. Dirk DE CLERCQ, oudste zoon van Herman Gustaaf is geboren in 1971; zijn jongere broer Philippe in 1972. Jean DE CLERCQ, oudste zoon van Stephane , is geboren in 1974; zijn broer Fran ois in 1976; hun jongste broer Steven in 1979. Guy DE CLERCQ, oudste zoon van Herman, geboren in 1923, gehuwd met Nicole LAMBERTY is vader van n zoon en 2 dochters; zijn jongere broer Jean No 1, geboren in 1924, trouwde met Nadine VERMAST en is vader van 3 zonen Willy DE CLERCQ, enige zoon van Franz, geboren in 1927, gehuwd met Fernande FAZZI, vader van 2 zonen en 1 dochter is de overbekende politicus.
2987 Ren DE CLERCQ , oudste zoon van Louis, geboren in 1933, gehuwd met Vivian ANTONIS, vader van 3 zonen en 2 dochters, sinds jaren bezig met de genealogie van de familie is de auteur van deze bijdrage en ontwierp, samen met zijn achterneef Yves het besproken nieuw wapen , dat hij liet registreren; zijn broer Jean , geboren in 1935, gehuwd met Nicole VANDEN ABEELE, is vader van 1 dochter en 1 zoon en woont te Astene. Jacques DE CLERCQ, oudste zoon van Roger , geboren in 1924, gehuwd met Nicole DRIEGHE heeft 3 zonen en woont te Afsnee; zijn broer Harold, geboren in 1926, gehuwd met Francine REYFFRANK heeft 3 zonen en 1 dochter; hun jongere broer Erie , geboren in 1934, gehuwd met Jeanine SCHAUBROECK, heeft eveneens 3 zonen en 1 dochter. XII. De twaalfde generatie is er ook al, maar de opsomming is mogelijks reeds onvolledig. Francis DE CLERCQ, zoon van Guy, geboren in 1949, gehuwd met Dominique VEREECKEN, heeft 2 zonen. Philippe DE CLERCQ, oudste zoon van Jean-No 1, geboren in 1948, gehuwd met Colette MERMET, heeft 3 zonen; zijn broer Michel , geboren in 1950, gehuwd met Claire INGELBRECHT heeft 1 zoon; en hun jongste broer Denis is geboren in 1952. Yannick DE CLERCQ, oudste zoon van Willy, geboren in 1954, gehuwd met Catharina LEMAHIEU, moeder van zijn oudste zoon, en achteraf met Marijke MORTIER, moeder van 3 kinderen, waaronder 2 zonen; zijn jongere broer Alexis, geboren in 1955, gehuwd met Chantal GHEYSEN heeft 2 dochters. Philippe DE CLERCQ, oudste zoon van Ren , geboren in 1962, stierf jong; zijn broer Christophe is geboren in 1975; hun jongste broer Luc is geboren in 1977. Jo DE CLERCQ, enige zoon van Jean , is geboren in 1971 Didier DE CLERCQ, oudste zoon van Jacques , geboren in 1949, gehuwd met Nicole UYTTENDAELE is vader van 3 dochters; zijn broer Yves, geboren in 1960, gehuwd met Brigitte SANTENS heeft 3 dochters en 1 zoon en ontwierp, samen met zijn achterneef Ren het nieuw familiewapen ; hun jongste broer Guy, geboren in 1956, gehuwd met Mich le VAN STAEY heeft 3 dochters. Alain DE CLERCQ, oudste zoon van Harold , geboren in 1954, gehuwd met Margot HERBIET en achteraf met Pascale PEETERS, heeft 2 kinderen; zijn broer Thierry, geboren in 1963, gehuwd met N. VAN HELLEMONT, heeft 1 dochter en 2 zonen; hun jongste broer Philippe , geboren in 1965, gehuwd met Catharine X, heeft een dochter en 1 zoon. Bernard DE CLERCQ, oudste zoon van Erie, geboren in 1961, gehuwd met Danielle GEMMEL, heeft 3 zonen; zijn broer Paul, geboren in 1962, gehuwd met Patricia THEELEN, heeft 2 dochters; hun jongste broer Felix is geboren in 1970. XIII. De dertiende generatie omvat minstens 15 zonen Benjamin DE CLERCQ, zoon van Francis Frederic DE CLERCQ, oudste zoon van Philippe ; Thomas , zijn tweede zoon; Stephane, zijn jongste zoon. Regis DE CLERCQ, zoon van Michel Matthias DE CLERCQ, oudste zoon van Yannick ; Gilles, zijn tweede zoon; Laurent, zijn jongste zoon Frederik DE CLERCQ, zoon van Yves Corentin DE CLERCQ, oudste zoon van Thierry; Harold, zijn tweede zoon Frederic DE CLERCQ, zoon van Philippe Sebastien DE CLERCQ, oudste zoon van Bernard ; Tanguy, zijn tweede zoon; Lo c, zijn derde zoon.
2988
Museumkroniek Van 14 december 2002 tot 19 januari 2003 brengt het Museum van Deinze en de Leiestreek de tentoonstelling inzicht / uitzicht met werk van Antoon De Clerck. De tentoonstelling wordt een focus op de reeks Hommage aan Barrag n , de laatste fase van het oeuvre van deze Deinzenaar, v r zijn overlijden vorig jaar. (Luis Barrag n, Mexicaans ingenieur-architect, 1902-1988). Ondanks het feit dat Antoon De Clerck een gevestigde naam is in de Vlaamse schilderkunst blijft de erkenning eerder bescheiden. Deze kleine postume tentoonstelling wil, 10 jaar na de retrospectieve, de verdiende waardering uiten, op een bescheiden en stille manier, wat bij het oeuvre van Antoon De Clerck past. Tijdens deze tijdelijke tentoonstelling blijft ook de vaste collectie van het museum toegankelijk.
Maessprokkels Wat is een bisschop? Wat een vraag! Dat weet toch iedereen! Ja? Weet iedereen dat een bisschop een toezichter, een opzichter is? He woord komt uit het Grieks: epi skopein (toezien op de rechtgelovigheid van de gedoopten) Epi zoals epi-graf: opschrift Skopein= kijken skopie = zicht Gastro-skopie = maag-kijken Bio-skoop= leven-kijken (kijken naar het leven, naar bewegende beelden = moving pictures, movies) Stetoskoop - periskoop De etymologie = het kennen (logos) van de geschiedenis en de oorspronkelijke betekenis van een woord, geeft soms verrassende inzichten. Veel woorden komen uit het Grieks. Dat is dan wel uit het Grieks van 2000 jaar geleden. Ofwel is het woord bvb. in de 16de eeuw gemaakt met elementen uit dat Grieks, voor dingen die de Grieken nooit hebben gekend. Ook Latijnse elementen gebruikte men. Ook in de 20S1e eeuw maakten we woorden met die 2000 jaar geleden bestaande Griekse of Latijnse elementen; bvb. tele-visie, voor iets wat Grieken of Romeinen niet kenden. Wij wel: de grootste tijddief aller tijden, maar ook de meest directe kijker aller tijden (visie); kijken op verre afstand (tele). De Duitsers kennen Television, maar ook das Fernsehen en ich habe fern gesehen= ik heb TV gekeken). Denkend aan mijn oud-leraar geschiedenis In een nota over Jozef Scheerder (i 1911) mijn geschiedenisleraar 1941-44, die ik schreef bij een bijdrage voor het KGK-Jaarboek 2002, vernoemde ik 3 van zijn gepubliceerde werken. Het eerste was De Inquisitie in de Nederlanden in de XVI e Eeuw. Het verscheen als nummer 48 in een reeks De Seizoenen, in 1944 uitgegeven door de N.V. De Nederlandse Boekhandel, te Antwerpen. Het is een boekje van 110 bladzijden. Ik heb het in mei 1944
2989 gekocht; ik heb er toen de datum ingeschreven (heb het mogen kopen van mijn ouders, want ik had geen geld, was nog geen 18 jaar) Het tweede was een boek in de Fibulareeks van Van Dishoek in Haarlem over De Beeldenstorm , uitgave van 1974. Het derde was een bijdrage in Opstand en Pacificatie in de lage Landen nml De werking van de Inquisitie ; Bij deze publicatie ging een uiteenzetting gepaard op een tweedaags colloquium in 1976 gehouden te Gent , als herdenking van de Pacificatie van Gent in 1576. Ik was bij de organisatie van dat colloquium sterk betrokken en had toen Jef Scheerder erbij gevraagd. Ik had toen ook de uiteenzetting van Brieks over de emigratie uit Zuid Nederland naar het Noorden op het programma gezet. Zelf had ik het over Luther had vele voorlopers . De teksten verschenen toen in een omvangrijk boek (391 blz); ook mijn tekst, die ik later ook publiceerde in ons KOK jaarboek 1989. En Scheerder leverde op mijn verzoek dan nog een bijdrage over De Hervorming in Deinze. Die staat in ons KOK-Jaarboek 1980. Hij is daarover ooit een voordracht komen houden voor onze KOK-leden. Jef Scheerder was aanwezig op de huldezitting die KOK organiseerde toen ik 70 jaar werd. Daar was toen nog een oudleraar van mijn atheneumtijd aanwezig : Roger Geerts, een classicus , ooit studiegenoot van de linguist Prof . Walter Couvreur . Geerts vertaalde Griekse en Latijnse gedichten naar het Nederlands , en Nederlandse gedichten naar het Latijn en naar het Grieks. Op die viering was ook de Afrikanist Prof Dr. Marcel Van Spaendonck aanwezig, een klasgenoot die zijn hele humaniora gedaan heeft samen met mij, en dus Scheerder en Geerts ook nog uit die tijd kende. Gerts en Van Spaendonck, schreven in mijn Liber Amicorum : Scheerder was met zijn artikel niet klaar gekomen en dat speet hem. De Historici Lovanienses publiceerden in 1987 een Liber Amicorum voor Jef Scheerder 75 jaar Hij kreeg in 1993 de prijs De Potter en Broeckaert , een prijs die ik in 1995 kreeg, een tweejaarlijkse prijs van het Oost-Vlaams Verbond van Kringen voor Geschiedenis. Onze wegen kruisden dus vaak tussen 1941 en 2000, toen hij 89 jaar oud, te St.-Martens-Latem stierf. Maere Politiek stond ik ver van Carlos Maere omdat ik ver van de CVP stond vooral als die zoals in Deinze, beheerd werd door een bourgeoisvleugel die graag Frans sprak, zonder echt antivlaams te zijn, misschien wel anti-flamingant. Ik schreef ooit voor de liberaal Jan Moerman, maar niet voor zijn partijgenoot Jacques Torck (liberaal bourgeois franskiljon en antiflamingant), een anti-Maere parabel: de parabel van de geslepen man (er was eens een man wiens name was Carolus) in de Distel. Maar bij de gemeenteraadsverkiezingen in 1976 werd Maere met zijn vleugel door de CVP, arrondissement Gent, gedumpt. Hij kwam op met een fusie lijst van christendemocraten + liberalen PVV + Volksunie. De anti CVP burgemeester Van de Wiele van 1970 kreeg in 1976 de kop van de CVP-lijst voor een anti Deinse fusiecampagne. De kartellijst haalde zeven zetels op 27. Maere werd gewoon gemeenteraadslid. Ik werd OCMW lid maar ruilde met Mw Decaluw die tot gemeenteraadslid gekozen werd maar liever in het OCMW zou werken (ik was toen wel de eerstkomende plaatsvervanger op die lijst) Ik zat dus sedert maart 77 met Maere in de raad. Hij voelde zich niet goed in de oppositie (sedert 1971) en einde 1977 nam hij ontslag toen hij zag dat hij zou opgevolgd worden, niet door een PVVer maar door een VU-er. Ten minste, zo zei hij het tegen mij. Hij was minder kwaad op de VU dan op de PVV; stellen we het zo. Maere was eerste schepen tijdens het laatste mandaat van Van Risseghem (1958-1964). Maar gezien de dement wordende toestand
2990
van Van Risseghem (i 1875) was Maere eigenlijk burgemeester . Burgemeester was hij van 1965 tot 1970. Wat ik Maere kwalijk nam was zijn belangenvermenging als burgemeester onteigenaar van de Brielmeersen enerzijds en bezitter-eigenaar van diezelfde meersen anderzijds. De familie Maere procedeerde tegen de stad. Dat Maere de grondbezitter zijn eigendom verdedigde en zijn familiebelangen verdedigde als verkoper was zijn goed recht. Maar dat botste met de belangen van de stad als koper. Die invloed van de familie Maere op de katholieke gemeenteraadsleden gold ook al in de jaren 1920 toen de stad gronden verkavelde om de Guido Gezellelaan door o.m. Maeres gronden te trekken: de Maeres wilden de kromming aan de nog te bouwen brug om meer bouwgronden te kunnen hebben langs die weg° . De brug werd begin der 1930-er jaren gelegd en in 1934 open gesteld. In WOII ging die brug de lucht in. Er kwam een noodbrug (alleen voor voetgangers en fietsers) die er langer bleef liggen dan 1950. Pas na 1950 begon het verder bouwen vooral in het tweede deel van die laan. Men ziet duidelijk aan de bouwstijl welke huizen van voor WOII zijn en welke na WOII. Maar de bocht dateert eigenlijk van voor 1930. (1)
In Contactblad XXI, 5, november 2001, nr. 1825, p. 2836-2837, gaf KGK- lid en architect Piet Cassiman een afwijkende mening daaromtrent.
Nationale Feestdag Dat 11 juli de Slag der Gulden Sporen 1302 herdenkt, weet toch iedereen. Maar 21 juli? - daar aarzelen al velen: - het ontstaan van Belgi ? De komst vanLeopold I? Neen. Op 21 juli 1831 legde Leopold I de eed van trouw aan de in 1830 opgestelde grondwet af. Hijzelf vond dat die toen zeer liberale grondwet hem te veel aan banden legde. Het was toen de meest-liberale grondwet in Europa. Bij wet van 27 mei 1890 werd beslist die eedaflegging van de eerste koning als nationale feestdag in te stellen. In Kortrijk en in Brugge was men met 11 juli herdenkingen toen al begonnen. Grootscheeps al in 1877. Een Deinzenaar, Desire Delcroix (1823-1887) heeft een flinke stoot gegeven voor die Guldensporenvieringen en ook voor de oprichting in 1877 van het standbeeld te Brugge voor Breidel en De Coninck; ook met zijn Philippina van Vlaanderen. De eerste 11 juli-viering gebeurde in Deinze in 1895. 21 juli beperkte zich tot een Te Deum. toen en nu nog.
Pas verschenen: L. GOEMINNE, M. VANDEPUTTE, en M. STEVENS , Oeselgem. De Volkstelling van 1796, uitg. VVF, afdeling Tielt, 2002, 50pp. tabellen, 1 kaart. Het werk bevat de nominatieve telling van de 844 inwoners van de West-Vlaamse gemeente Oeselgem met een bespreking, gezinsstructuren, beroepsstructuren, verklaring van zeldzame familienamen, enz. Het werk kan besteld worden door storting van 6 euro op Rekeningnummer 442-7533271- 87 van dr . L. Goeminne , Zulte. Verzending is in de prijs inbegrepen.
2991 1876. Een Zwevegemnaar kandidaat -schoolmeester in Petegem (1735) Met brief van 16 juli 1735 maakt enen Anthone Joseph vander Venne uit Zwevegem zijn voornemen bekend om zich als schoolmeester in Deinze te vestigen. Bij zijn kandidaatstelling aan de magistraat van Deinze is een aanbeveling van de Zwevegemse pastoor gevoegd"'. Vrije vestiging zonder goedkeuring vanwege de lokale overheid is evenwel verboden, op basis van aloude verordeningen van Zijne Majesteit , o.m. een plakkaat van Karel V uit 15501=1. De Deinse magistraat legt dan ook vander Vennes verzoek voor advies voor aan de Deinse baljuw (m.n. August Frans van Hulle ). Reeds op 20 juli komt diens reactie in de vom van een negatief advies, waarin de baljuw betoogt dat het niet en convenieert bij pure nieuwigheijt te erigeren (=oprichten) twee scholen voor soo een cleijn gemeente. Tegen dat advies in beslist evenwel het college van burgemeester en schepenen - bestaande uit Frans van Doorne , J. Fr. Hopsomer, Jacobus vander Meulen , Philippus Michiels , Pieter van Ooteghem, Frans Prieels en Pieter Dord - dat de aanvrager toch school mag houden in Petegem, bij provisie (d.w.z. voorlopig) ende tot het collegie anders in raede sullen vinden te disponeren . Maar de Deinse baljuw legt zich daar niet bij neer ; hij voelt zich immers in zijn bevoegdheid aangetast . Hij wijst erop dat het bij sijne majesteits placcaeten strictelijck verboden is dat niemant van wat staete ofte conditie hij sij, en vermagh schole te hauden omme de kinderen te leeren lesen ofte schrijven , ten sij eerst ende alvooren daer toe geadmitteert sijnde bij den principaelen officier, midts gaeders parochiaenen ofte pastor vander plaetsen . Klaarblijkelijk is aan die voorwaarde niet voldaan en dus mag het niet van de baljuw. Uit zijn rapport terzake, ddi 3 december 1735, blijkt dat intussen Antone vander Venne hem heeft vervoordert van te erigeren binnen dese stede eene schole , aldaer leerende ende instruerende sonder dat hij nochtans daer toe bij den vertoonder (= de baljuw) gheadmitteert is geworden . En daarom - voegt de baljuw er in zijn rapport aan toe - heeft hij denselven Antone vander Venne doen calengieren (= in gebreke stellen), volgens het relaes vanden officier (= politieagent ) Pieter Vivez ddi 15 november 1735. Op basis van de vastgestelde feiten vraagt de baljuw dan ook dat de Wet van Deinze de gecalengierde schoolmeester zou veroordelen tot de voorgeschreven boete. Uit het kleine procesdossier blijkt niet hoe deze aangelegenheid verder is verlopen en of meester vander Venne met zijn Petegems schooltje is kunnen doorgaan . Waarschijnlijk wel! Een fait-divers slechts uit de (nog ongeschreven) schoolgeschiedenis van Deinze Maar de vraag kan gesteld worden of de handelwijze van baljuw en Wet ingegeven werd door een verantwoorde pedagogische bekommernis (twee scholen zijn teveel voor een kleine gemeenschap ) of vanuit een machtsargument ( wie beslist hier ?). Die vraag moet onbeantwoord blijven. 1. Rijksarchief Gent, Oud archief Deinze, nr. 513 (E). 2. Verordening van 1550, in: Tweede Placcaet-Boeck van Vlaenderen, fi 186. De voorgeschreven boete bij overtreding bedroeg 12 Carolusguldens.
Paul. HUYS Nr. 370
2992
Boekenkroniek Onder impuls van onze ondervoorzitter Luc Goeminne werden reeds diverse toponymische studies gewijd aan gemeenten uit onze regio. Voor Deinze zijn reeds verschenen: Deinze zelf en Petegem. Nu is Astene aan de beurt.
L. GOEMINNE en H. MAES, Toponymie van plaatsnamen,
Astene.
Oude en nieuwe
uitg. Kring voor Geschiedenis en Kunst van Deinze en de Leiestreek, 2003, 212pp., 12 kaarten. Het werk bevat een uitgebreide inleiding over het ontstaan en de geschiedenis van de deelgemeente Astene, met uitvoerige bronnenstudie en bibliografie. Het werk zal aan onze leden en aan het breder publiek voorgesteld worden op onze Algemene Vergadering samen met de voorstelling van het KGK-jaarboek 2003
op vrijdag 28 februari 2003 in de Bietenoogstzaal van het museum. Voorintekening is mogelijk aan slechts 11 euro per exemplaar Op rekening 000-0434500-37
Van KGK-Deinze p.a. Brielstraat 7, bus 5 9800 Deinze Bij overschrijving gelieve te vermelden : boek Astene Wie het boek wil toegestuurd krijgen betaalt 3euro extra. Vanaf 1 maart zal het boek aan de balie van het museum verkrijgbaar zijn tegen 15 euro.
KGK wenst u en uw familie
Een vreugdevol jaar in goede gezondheid!