BF!- GIE ^^F3El.G.IQ_UG o i ior-
nGtolflrg
LANDS CHA, 12 juii
PE
KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK
■■■■■■■ 9030 Wondelgem ■■■■■■■ De Heer Pieters Denis Blauwstraat 48
CONTACTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze Willy Jonckheere
18° jaargang nr . 5 Winkelstraat 36 9800 Deinze AUGUSTUS 1998 Tel. (09)386.32.78
Postrekening 000 - 0434500 - 37, KGK-Deinze, p/a Briclstraat 7 bus 5, 9800 DEINZE
243 6.
OP DE VALREEP Voor wie de tentoonstelling Landschappen. Van pleinairisme tot surrealisme op de 5 locaties nog niet gezien heeft, kan dat nog tot 13 september 1998. Het pittoreske in het Museum van Deinze en de Leiestreek. L. Matthyslaan 3-5, Deinze De kunstmatige natuur in het Molenhuis, Molenhuisstraat 2, Bachte-Maria-Leerre Het gedroomde landschap in het Museum Gevaert-Minne, Kapitteldreef 45, St.-MartensLatem Passage in het Museum Gust De Smet, Gust De Smetlaan 1, Deurle Nieuwe perspectieven in het Museum Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14, Deurle Toegangsprijs 250 BEF voor de vijf locaties. De diverse musea zijn alle dagen, behalve op dinsdag. open van 10.00-12.00 en 14.00-17.30u.
KGK-ledenlijst 1998 , 2`', lijst, periode 1 mei - 3 1 juli 1998 In de Bijdragen tot de geschiedenis van Deinze en de Leiestreek , LXVI, verschijningsdatum februari 1999, zal een ledenlijst opgenomen worden. Om storende fouten te vermijden publiceren we de lijst vooraf in het Contactblad. In ons vorig nummer publiceerden we de lijst van de leden die hun lidgeld 1998 vereffend hadden vóór 30 april 1998. In dit nummer wordt de lijst vervolledigd tot 31 juli 1998. Wie zijn lidmaatschap 1998 nog niet in orde bracht, wordt verzocht dit onverwijld te doen. Zij kunnen dan nog opgenomen worden in de lijst van het volgende contactblad, maar dat is dan ten laatste vóór de afsluitdatum van 31 november 1998.
gewoon lid steunend lid, bestuurslid, deelgenoot erelid portkosten op postrekening 000-0434500-37 van KGK- Deinze p/a Brielstraat 7, bus 5 9800 Dcinze vermelding : lidgeld 1998
600 BEF 900 BEF 1200 BEF en meer
150 BEF
243 7.
VOOR _ NAAM NAAM Mevrou . ALLA FRT
^STRAA'il
POST_ CODE Dierenkoststraat i 4 9800
PL RATS
DEINZE
CLAERHO ?T ^^^^^^ Fiugo s
Goossiir, Van Hoodeghemstraat 12
Jean Mevrouw W.
BARRE-VAN GUCHT
Dr.
BERWOUTS André BOL.LAF?.R I Albrecht B OSTIJN
Oude Brugsepoort 108 9800 DEINZE y ..^ Heide 27 - 9830 SINT-MARTENS LATEM Soenenpark 55 9051 SINT DENIJS WESTREM Beentj esstraat 24 9850 NEVELS ^9della Failledreef 3 9800 DEINZE
Stadionlaan 12-14- 16 LABORATORIA Robert CALLEWAERT Dr. Adriaan Martenslaan Camiel
9800
9800 DEINZE 9800 DEINZE
CARTON T ^Tolpoortstraat 100 9800 DEINLE
Jules :CLAUS Kortrijksesteenweg 341 9_800 DEINZE Maurits COENE Guido Gezellelaan 52 9800 DEINZE Marcel COL.PAERT L. eernsesteenweg 153 9800 DEINZE Marcel- COOLS Kouter 201 9800 DEINZE Marc DAVIT Bisschop Calewaertlaan 7 9800 DEINZE Mevrouw
Christiane DE BACKER Kortrijkstraat 9 bus I 9800 DEINZE DE BETHUNE Kasteeldreef 3 8510 MARKS E. Begijnhotlaan 87 9000 GENT C. DE CLERCQ
Jerom DE CLERCQ F. DE GRAEVE evrouw eelly DE KEYSER Karel Roland DE MEY
Gentpoortstraat 68 bus 2 9800 DEINZE Kustlaan 16 bus I 1 8300 KNOKKE-HEISI Picquélaan 100 9800 DEINZE 9800 DEINZE Reiuerslaan 4
Ten Rosse 41 9800 DEINZE Daniël DE MEYER DE MUNCK Leernsesteenweg 243 9800 DEINZE G uy Johan^_._ DE REGGE Ten Rosse 30 9800 DEINZE Robert DE ROO Leernsesteenweg 69 9800 DEINZE Raphaël . DE VOLDER Kerselaarslaan 32 9800 DEINZE Roger DE VOLDER Kortrijkstraat 40 bus 4 9800 DEINZE Albert DE WAELE Kortriikstraat 3 9800 DEINZE
André D'HONT Guido Gezellelaan 119 9800 DEINZE
Mevrouw
EECKMAN Toekomststraat 72 _ 9_800 DEINZE _ _ERDE✓ EE K k ENS Dr. Adriaan Martenslaan 9800 ^ DEIN . _.._____.- ..: .ri_..ZE 77 Leernsesteenweg 1- 980_0 DEINZE Louis FILEIERS 9880 AALIER Gemeentebeat ' AALIER uur K.U. LEUVEN Etienne Sabbelaar 53 8500 KORTRIJK CAMPUS KORTRIJK August Piepstraat 1 : 9800 DEINZE_ M. L. LE CLUYSE *9800 DEINZE ^` Charles LOOTENS ^' Ardense Jagersstraat Gottem 3
Kaaistraat 23 f ZUSTERS MARICOLEN ...m w ...- Martinus NIJHOFF Koraalrood 50
9_800 DEINZE 2718 SC . SOETERMEER NEDERLAND
2438. DEINZE^^^
Arnold MESURE Gampelaeredreef 55 R. Omer
NACHTERGAELE Gentsesteenweg 23 Volhardingslaan 10 bus OTTEVAERE
9800
DEINZE
9800
DE INZE^ ry
Leo PARDON Leiemeersstraat 73 9800 DEINZE Notaris Rudy PAUWELS Gustaaf De Smetlaan 13 ' 9831 DEURLE Patrick PIETERS-BORMS Smissestraat 1 9800 DEIN .7.E Arsèle ï ROWAERT Gaverdreef 10 9800 DEINZE Robrecht RYCKBOSCH Leiedam 1 9800 DEINZE Emeric SEEUWS Pontstraat 47 A 9800 DEINZE Paul SOETAERT Ploegstraat 17 bus 2 9800 DEINZE OUDAN T Europalaan 39 9800 DEINZE Francoise Juliaan S'TANDAERT Bachtekerkstraat 6 9800 DEINZE T'SJOEN Leon Volhardingslaan 10 bus 6 9800rr DEINZE VAN BOCKSTAL
Biesbulckstraat 1 '9800
DEINZE DEINZE
VAN Molenhuisstraat 44 9800 CAUWENBERGHE VAN Congoplein 2 bus 2AV 9800 DEINZE CAUWENBERGHE 1 VAN DAELE G. Gezellelaan 100 bus 12 9800 DEINZE VAN DAMMEWitte Kaproenenstraat 27 9800 DEINZE VAN DAMMG Ricardplein 19 9800 DEINZE
VAN DE CASTEELE Moutcrijdreef 71 9800 DEINZE VAN DE Posthoornstraat 11 A 9870 ZULTE MEULEBROECKE VAN DEN ABEELE Poetstraat 96 'VAN DEN HEEDE Leon De Smetlaan 12
9800 DEINZE 9830 SIN I'-MARTENSLATEM
Edmond VAN DE VELDE Pastoriestraat 32 DEINZE Martin . ,, _.. ` VAN M.., Oudestraat 21 DEINZE HAESEBROECK VAN NEVELSteenweg op Deinze 194 9880 AALTER G A LLE Marc VAN PRA ET Achterstraat 139 9800 DEINZE -------------Roger VERCRUYSSEN Markt 78 bus 3 ! 9800 DEINZE Jacques VERUUGSTRAEFE É Tolpoortstraat 85 9800 ! DEINZE Paul VERMEERSCH Leernsesteenweg 315 9800 DEINZE, Piet VERREPT Grensstraat 92 3140 KEERBERGEN VERSTRAETE - Rozenlaan 25 9800 DEINZE ,BALLET Marc VOET E3 laan 43 9800 DEINZE Juliaan WALGRAEVE Pr. Joris Eeckhoutlaan 19 9800 DEINZE Raf ^^ WALGRAEVE ^ „^ Nevelestraat 38 9850 NE "".E LF Simonne YDE Znr ze, hiin 13 9800 DEINZE
i
243 9. Erratum Ons liU. Gilbert Tack , reageert terecht op een leemte in de reportage ` Het patrimonium van kapellen er"i ,:ruisen te Deinze , anno 1996" van Romain DE BOUVER en Vic WOUTERS, in ons jaarboek i 998. Een mooi kapelletje op de hoek van de Centrumlaan en de Azalealaan is aan onze aandacht ontsnapt.
Het werd er neergezet in 1961 en herinnert aan de inwijding van het nieuwe gemeentecentrum van de Gewestelijke Maatschappij voor de kleine landeigendom "HET VOLK" in het toenmalige Petegem. De inwijding gebeurde door Mgr . VAN PETEGHEM , vicaris- generaal van het bisdom Gent, kanunnik DE SWAEF, pastoor Jozef VAN HEVELE, volksvertegenwoordiger Placide DE PAEPE, burgemeester Adolf HAERENS en tal van genodigden die getuigen waren van dit gebeuren. R. DE BOUVER
Deinzenaar in de kijker : Dirk Ryckbosch Zowat een jaar geleden lazen we in Trends een artikel over Bart Ryckbosch , hoofdarchivaris van The Art Institute of Chicago (Contactblad, 17e jg., nr. 4, p. 2300).
Vandaag is zijn oudere broer Dirk aan de beurt : in Knack van 10 juni 1998 , p. 110-115, schreef Dirk Draulans in het artikel " De materie is moeilijk " over " Belgische wetenschappers
2440. werken mee aan ambitieuze experimenten in Duitse deeltjesversnellers. Ze knallen elementaire deeltjes tegen elkaar om raadsels rond de essentie van materie op te lossen. Eén van die feniksen is Dirk Ryckbosch, die als professor verbonden is aan de Vakgroep Subatomaire en stralingsfysica van de Universiteit Gent. Dat moet een boeiende conversatie zijn als beide broers aan tafel van ons lid, Bob Ryckbosch zitten, en vader voor moderator speelt?! Boekenmarkt Bachte
Voor de liefhebbers is er weer volop Boekenplezier in Bachte op zaterdag 19 september 1998 van 10 tot 18 uur in de Bachtekerkstraat en op het Kerkplein, georganiseerd door de Culturele Kring Dutry en het Comité Feest op hei plein. Eén van de bezige bijtjes achter de schermen is ons bestuurslid Stefaan De Groote, en zoals gebruikelijk zal ook KGK met een stand aanwezig zijn. Tot dan! De Gulden Sporen van Herman Maes Zoals gebruikelijk werd te Deinze op 11 juli het Feest van de Vlaamse Gemeenschap gevierd, met een feestzitting in het Museum. Ook al traditie intussen is de gelegenheidsbrochure, met de kaft ontworpen door de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten (SASK), en gestoffeerd met een artikel van Herman Maes. Ditmaal heeft hij onder de titel De Nationale Feestdagen, een aantal feestelijke gebeurtenissen en herdenkingen opgetekend, waarbij vooral de rol van Deinzenaars in het daglicht werd gesteld. De stilte van de media Iedereen zal zich de hele heisa wel herinneren die er gemaakt is rond het al dan niet echt zijn van een Madonna van Gustave van de Woestyne, op de tentoonstelling in ons Museum. Na een grondig onderzoek is nu de echtheid bevestigd, en werd het oordeel van ons bestuurslid, conservator Veerle Van Doorne dus bijgetreden, ... maar dat levert blijkbaar geen nieuwswaarde meer op.
1647. "Le Givre" van Claus ( 1895) en Streuvels ' debuut in de kunstkritiek Emiel Claus (1849-1924) is weer actueel (geweest, eventjes toch), althans voor die vele tienduizenden bezoekers van zijn retrospectieve tentoonstelling in het PMMK te Oostende (in de voorbije zomer en herfst 1997). Honderd jaar geleden had Claus' "impressionistisch" werk zijn roem al stevig gevestigd. In 1895 exposeerde Claus op het Driejaarlijks Salon van Gent o.m. "Le Givre", een landschap onder de glinsterende tinteling van rijm of ijzel. Het doek wekte de bewondering op van een jonge bakker uit Avelgem, Frank Lateur ('187 l), toen nog geen 25 jaar oud, maar die reeds de pen hanteerde onder de schrijversnaain Stijn Streuvels. Dat de jonge Streuvels kunstkritiek schreef, was ons onbekend. Daarom citeren we des te liever een vroeg stukje van zijn hand, dat we aantroffen in het (nu onbekend en bijna onvindbaar geworden) weekblad "Vlaamsch en Vrij" van 6 oktober 1895 (jrg. 3 nr. 38), blz. 625-626.
2441. Onder het motto van een strofe van Gezelle (Guido Gezelle, Streuvels' moederlijk oom, leefde toen nog!) e.n met nog een tweede gedicht van dezelfde dichter als sfeerbeeld schreef Streuvels over Claus' doek de volgende "impressie".
"Le Givre" van Emiel Claus in de Driejaarljíkse Tentoonstelling van Schoone Kunsten te Gent.
vol naalden vliedt de lucht, vol priemend ysgekertel dat 8linstert in de zon, en niet den asemtocht gezwolgen, kilt en kerft de kele en 't haargesyertel, dat in de neuze temt den toevoer van de locht. Guido Gezette
Moe gewandeld, moe gekeken, met schemerende oogera, en afgematten zin, deur die bonte omgeving van schoone, o zoo schoone, en leelijke kunstwerken; deur 't onoyhoudend raden, gissen en zoeken om oyloss!nn voor al die symbolteke, mystieke en impressionistische raadsels, zette ik mij te rusten. 'k Had voor mij een groot tafereel - zou ik nu eensgezonde kunstdenieten, zonder insyannirg, zonder raadsels? 't scheen mij bij 't eerste opzien een witachtig nevelland; ongeschílderd bijna. - 'k was het reeds voorbitegaan, onopgemerkt schier, en toch trok liet mij weer naar die plaats, en nu ik het hier voor mij had, was ik van zin het oy mijngemak, en afgezonderd van al het omringende, eens goed te bezien - te genieten. 'k Keek, en 'k bleef kijken, en o! wonder, het melkwitte doek begon te leven, ... 'k werd koud. Die bleekblauwe witte hemel scheen mij diep, van langs om dieper te worden: een koude winterlucht. - Leeger, een lange reke booroen: witte kroezelharen kruinen oy lanfflerekte witte stammen; verder eene onafzienbare witte vlakte, helderwit, met hier en daar een ongedekt groen graspijltje, op een neerloopenden oever, die heel verre uitliep in eene vale kleurloosheid, en ineensmolt met het bleeke blauwe van den hemel. T'en is geen banale sneeuwvlakte, geen sneeuwwit, neen; 't is iets bleeker, 't is lijk deurschijnende, glinsterende tinteling: priemende yzel!' -
De kunstenaar heeft het de natuur ontstolen; 'tyraehttgste wat men kan te zien krijgen, en ook het moeilijkste, het onuitpeinzelijk moeilijkste om weer te geven. Hij heeft ze afgeloerd, en nagebootst op eene van die zeldzame keerera, dat zij het gemeen sneeuwwit oversyrenkelde met eerre diamanten tinteling van glinsterende naalden. Hij heeft de natuur gevoeld en meegeleefd, en 't gene door die meestergeest is ontwaard en opgemerkt, heeft eene kunstenaarshand vast gezet, doen herleven, genietbaargemaakt, voor altijd nu, aan den eenvoudigsten toeschouwer. Bij 't bezien van dit prachtstuk kwam nut, als van ze, het meesterstuk in den geest van eert anderen schilder - met klanken en woorden op 't palet en 'k leefde, 'k gevoelde een prachtig kouden winterdag! als 't Ruwrijmt, het brtmmdt, zijn 't boorden beruwrijmd is 't yfteblad eer en 's winters geweld een blomme als een blad nu, Heeft varings al 't hout in zijn schoonheid hersteld. geen yfteblad meer.
2442.
Het hout wordt te bloeien en 't blinkt, zoo medeen, vol eerlijke blommen, vol edel gesteen.
't Gestreuvebde syerhoef d, wel tien jaar veroud, en gister nog zwart, is nu yeyer en zout.
Geen takske, geen tintje, geen syinnekoynet, tf dikke is 't met baarden en burstels bezet.
De stilstaatuie booroen zijn, witter als was, verwenscht en veranderd
met else^s van ijs al hun toyyen getooid,
vol syrieten van boven, jevlerkt en gevlugd, die wijzen, lijk vi uers, omhooge tn de lucht
in booroen van glas.
gescheryt staan de hulsten veel schoonder als ooit. Besyonnen van onder
vol netten, die fijn, van teen hout in 't ander ge?1ellewerkt zijn. 'k stond oy, tevreden, voldaan, en 'k jing, zonder oyktjken, rechte voor mij, en vertrok, om die impressie en de deze alleene, te bewaren, zoo lange meugelik.
Stijn streuvels Een mooi stukje kunstkritiek, uiterst persoonlijk en gevoelig onder woorden gebracht, van iemand die kunst wist te proeven en ervan te genieten, ook weer op een zeer persoonlijke manier.
En als toemaatje nog een bericht over Claus , uit het weekblad " Het Volksbelang " van 23 juli 1898 (jrg . 32 nr . 30), precies honderd jaar geleden dus: "Tergelegenheid der Tentoonstelling van schoone kunsten te munnchen heeft de Regent van Beieren onzen zonneschilder Enule Claus tot Officier der St. Michielsorde benoemd." (Pol Anrt). Ook Xavier De Cock (+ 1896), de oudste van de twee gebroeders - schilders uit Deurle, was ridder in diezelfde Beierse Orde. PAUL HUYS nr. 262
2443. Maes-sprokkels Deftige uit a lming in Biekorf 97e jg. aflev. 1 maart 1997 p. 75 e. v. lazen we: "Yver en Broedermin in 1833 geenszins uitgespeeld". Deze Brugse maatschappij van toneel en letterkunde publiceerde in 1835 verslag over een Prijskamp waarin in de "tweede klas deftige uitgalming" Lodewijk Delava uit Deinze de eerste prijs verdiende met het stuk "Doria of de terugkomst des ballings". Ons Museum Ik zat te bladeren in het jaarverslag over 1996 van het Museum van Deinze en de Leiestreek en zag welke groepen er allemaal een bezoek brachten aan ons museum. Ze kwamen van ver en van overal. Kwamen ze ook van Deinze? De scholen kwamen herhaaldelijk per klas; alle scholen van Deinze. De verenigingen kwamen niet (wel l x De Gulden Passer, de Vrienden van de Molens van Deinze en ElectrabelDeinze). Er zijn wel verenigingen die de Museumruimte gebruiken en dan verwachten dat heel Deinze komt. Voor de vereniging en voor haar kas, niet voor het museum. Nochtans is een geleid bezoek aan het museum een dankbaar en gemakkelijk te organiseren agendapunt. Men kan in groep de eigen collectie gaan bekijken of een van de periodieke tentoonstellingen gaan bezoeken, bij voorkeur de grote tentoonstelling op het einde van het jaar meestal een retrospectieve die meer weerklank heeft buiten Deinze dan in Deinze zelf. Ik herinner me een vereniging die een van de tijdelijke tentoonstellingen bezocht: werk van Agnes Maes. De vereniging liet zich gidsen door de kunstenares zelf. En dat was voor een goede twintig mensen een veropenbarende gebeurtenis. En eigenaardig genoeg vond ik dat bezoek niet vermeld in het jaarverslag. Dat KOK en de Kring voor Geschiedenis en Kunst KGK de tentoonstellingen bezoekt is vanzelfsprekend. Waarom trekken Deinse verenigingen naar tentoonstellingen in Gent, in Brussel of Antwerpen (dat is aanbevelenswaardig) maar verwaarlozen ze de tentoonstellingen in eigen stad. Idem voor de beeldhouwwerk-tentoonstelling en de initiatieven van de Kunstkring in Bachte-MariaLeerne: Tienduizend bezoekers maar nauwelijks enkele Deinzenaars. Het deed me denken aan de toeristen die in het buitenland elke kerk en elke kapel gaan bekijken maar nog nooit hun eigen kerk echt gezien hebben. Het drieledig bezoek dat de leden van de stedelijke Cultuurraad (Algemene Vergadering) ooit bracht aan 1 ° de beiaard, 2° het orgel, 3° de schilderijen van de OLV-kerk van Deinze was voor velen een veropenbaring. Thuis ziet men niets. Elders is het allemaal zoveel mooier en schoner! Natuurlijk, als men aan "thuis" zo gewoon is dat men niets ziet en naar niets kijkt.
Ken iii het land Cocagne ? Neen? dan kijken we even in de dikke Van Dale. Mijn uitgave schrijft dat ik moet kijken naar Kokagne Kokanje. En daar schrijft men dat het Luilekkerland is. Daar is het verboden te werken. Voedsel en drank bieden zich spontaan aan in de vorm van wijnrivieren, geroosterde vis en gebraden ganzen. Er lopen gebraden varkens rond, met het mes in de rug, ter verorbering. Het is er altijd mooi weer en ideaal klimaat: schitterende lente.
2444. Iedereen mag er met iedereen naar bed , ook om niet te slapen . Ruzie is er nooit en alles is gemeenschappelijk goed . Partners zijn gewillig ; fraai kleren zijn er voor iedereen : als slapend verdient men zijn geld. Vijandschap bestaat er niet, etc. Dat is Cocagne. Herman Pley beschrijft die overvloed uit zijn kennis van de geschiedenis der Nederlandse literatuur , vooral de volksliteratuur die zich in de geneugten en vreugden van Cocagne wentelt. Hij doet dat in het boek " Dromen van Cocagne - Middeleeuwse fantasieën over het volmaakte leven ". (uitgave Prometheus Amsterdam 1997). Heeft men in Luilekkerland Schlaraffenland het verloren paradijs herwonnen?
1648. Betovering van paarden in Nazareth (1645) Bij Simoen Simoens fs. Pieters, een jongeman in Nazareth, waren tijdens de winter van 1644'45 enkele paarden gestorven, "niet door sieckte ofte infectie", maar - het werd "bij straatmare" verteld en hijzelf was daar ook van overtuigd - door toverij! Daarvan verdacht hij Cathelijne Staes, de huisvrouw van Pieter van der Meulene , ca. 48 jaar oud. Het was immers mondgemeen dat "deselve Cathelijne mette vlecke van tooverije, ende oock haer moeder ende grootmoeder van over menigte van jaren , besaempt (= besmet) sijn gheweest ". Simoen Simoens liet het daar niet bij. Op een zondagmorgen , 25 januari 1645, ging hij in hinderlaag liggen , in een gracht tussen twee velden in, om daar Cathelijne op te wachten als ze van de mis zou terugkeren. Toen ze langskwam werd ze door Simoens vastgegrepen en neergeworpen , met de woorden: "Sa, ghij bougheresse , ghij sult mij wederom gheven dat ghij mij ghenomen hebt!". Hij bedreigde haar de keel over te snijden " met sijnen blooten snijdere" en bracht haar, toen ze zich teweerstelde , enkele snijwonden toe aan hoofd en hals. De wonden bleken echter niet dodelijk ; ze genas.
Uiteraard legde ze klacht neer . De schepenen van Nazareth stelden een onderzoek in. Benevens het slachtoffer zelf werden nog twee andere vrouwen ondervraagd : Joosijne Marant, de huisvrouw van Adriaen de Hondt , 41 jaar oud, en Elisabeth Pauwels , 18 jaar oud. De dader zelf werd niet ondervraagd : vermoedelijk was hij , in afwachting . gevlucht ... Wel vroeg hij, zo gauw mogelijk, gratie aan bij de Vorst. Op 2 maart 1645 brachten de schepenen van Nazareth een gunstig (!) advies uit om gratie (" remissie" of "abolitie") te verlenen aan Simoens . Het bewaard gebleven dossiertje ( 1) vermeldt evenwel niet of aan het rekwest van Simoens gevolg werd gegeven.
Waarschijnlijk wel ! Maar of Cathelijne Staes verder moeilijkheden ondervond wegens de veronderstelde " toverij" (in derde generatie reeds !) weten we jammer genoeg evenmin. ( 1) Alg. Rijksarchief Brussel , Geheime Raad /Spaans. nr . 1005 (remissies a° 1645 ), rekwest Simoen Simoens.
PAUL HUYS nr. 263
2445. Deinzen : ;ars in de kijker : Je an-Marie Bytebier en Raoul De Ke" ser De provincie Oost-Vlaanderen hield opendeur in ni,--! 1998 en hield daarbij een tentoonstelling van kunstwerken door de provincie recentelijk ver^vor e . Onder de kunstenaars die daarbij getoond werden waren de Deinzenaars Raoul De Keyser `1930 (4 aquarellen) Jean Marc Bytebier ° 1963 (3 schilderijen) en daarmee was Deinze sterk aanwezig.
1649. Korte verhalen uit WO II : Brits parachutist ontkomen in Wontergem Instinct redde hem het leven Op 9 mei 1944 om 01.00 in de morgen vertrokken vanop de vliegbasis Linton-on-Ouse (OostEngeland) 123 bombardementsvliegtuigen met een lading bommen naar Haine-Saint-Pierre (nabij La Louvière). Dit was een van de talrijke nachtvluchten waarbij Waalse of Vlaamse industriegebieden of spoorwegstations platgebombardeerd werden. Denken we maar aan Kortrijk, Mortsel, Merelbeke en andere. Het viermotorige Halifax III vliegtuig, nummer MZ-598 van het 426ste squadron, loste zijn bommen boven Haine-Saint-Pierre en vloog naar zijn thuishaven terug. (1) De crew bestond uit 8 man. Duitse nachtjagers waren zoals steeds alert en gingen ook nu in de aanval. Zij schakelden zes vliegtuigen van het type Halifax uit waaronder MZ-598. GEOFFREY H. CONGREVE, de Flight Engineer of boordmecanicien van het vliegtuig voelde instinctief het gevaar aan en sprong van 300 meter hoogte uit het getroffen vliegtuig. Deze hoogte is gevaarlijk en te laag om te springen zodat hij nogal hard neerkwam in de velden van de wijk "het Meiken" te Aarsele. Hierbij verwondde hij zijn knie. Het was 3.45 uur in de morgen. Congreve ontdeed zich van zijn valscherm, harnas en zwemvest, verwijderde zich een eind van de landingsplaats en hield zich verborgen. Hij wist dat hij in bezet gebied was neergekomen en dat de Duitsers hem zouden zoeken. Als het een paar uur later licht werd , hinkte hij naar de hoeve van boer MAURICE CALLE om daar hulp te vragen. MARCEL, LIEVROUW, landbouwer en vlasbewerker , die in Wontergem woonde was reeds aan het werk in de buurt van zijn ouderlijke woning, Meiken 57. Hij zag de parachutist, begreep onmiddellijk het gevaar en verborg Congreve in een gracht onder struikgewas en kaphout. Dit was zeer tegen de zin van boer Calle, die de man ook opgemerkt had en eerder van plan was hem aan de Duitsers uit te leveren maar vooral kost wat kost de zijden parachute van de vliegenier wilde bemachtigen, hetgeen toen een felbegeerde buit was.
2446. Leden van de weerstand werden van het gebeuren op de hoogte gebracht en organiseerden een en ander om de man een veilig onderdak te bezorgen. ACIIIEL STROBBE uit Wontergem , weerstander , hoofd van de 2de Afdeling van het Geheim Leger , schuiloord SARCELLE B., gewest Deinze ; ALBERT GOETHALS een man uit zijn eerste groep en de voordien genoemde Marcel Lievrouw , die niet tot het verzet behoorde, hebben de gekwetste vliegenier burgerkledij aangetrokken en vervoerd op de buis van een fiets naar het huis van Lievrouw in Wontergem . Daar heeft Agnes TYTGAT, echtgenote Lievrouw, de gekwetste de eerste zorgen verstrekt. Daarna werd Congreve naar een onderduikadres gebracht bij KAREL en ZULMA BLANCKE, Dosweg 37 Wontergem . Dit was een kleine landelijke hoever in de buurt van Café "DEN BEK" langs de steenweg Deinze -Tielt. Z_ ulma was ook lid van de weerstand. De zoon van Achiel STROBBE, ROGER, een jonge kerel van 20 jaar. werd door de Duitsers opgevorderd als werkkracht, maar aangezien hij daar geen gevolg aan gaf, leefde hij ondergedoken nu eens bij Karel en Zulma en dan weer eens bij Marcel Lievrouw. Roger en Geoffrey Congreve sliepen vaak samen op de zolder bij Karel Blancke en werden er dagelijks bevoorraad met eten, drinken, sigaretten en boeken hetzij door Agnes Tytgat hetzij door de vader van Roger. Niemand van de buren wist iets af van dit clandestien verblijf . Zelfs IRENE niet, een zeventienjarig familielid die er vaak over de vloer kwam. De dagen waren lang en eenzaam. Alleen 's nachts kon een korte wandeling worden gemaakt. HENRIETTE DE CALUWE, behorend tot de Eerste Afdeling van het Geheim Leger, woonde in de Stationsstraat te Deinze, nabij de "KNOK". Ze was verpleegster en de ongehuwde dochter van de kapper alias "den gladden". Henriette kreeg de opdracht de gekwetste vliegenier te verzorgen. Zodoende fietste zij gedurende drie maanden regelmatig naar Wontergem om Geoffrey medische verzorging te verstrekken. Een genaamde JEROME ROGGE kwam daar ook een paar maal in de week aan huis, zogezegd om Geoffrey te scheren. Maar eigenlijk kwam hij meer om weduwe Zulma Blancke te zien, waarop hij een beetje verliefd was. Hij huwde haar trouwens in 1945.
Midden augustus werd Geoffrey Congreve door een gemotoriseerde gendarm op zijn onderduikadres afgehaald om naar Brugge gebracht te worden, waar hij ongeveer een week in het huis van de gendarm verbleef. Inmiddels werden valse documenten gemaakt waaruit moest blijken dat Congreve een gevangene was die in Brussel aan de Duitse overheid moest worden afgeleverd. Gedurende de verplaatsing naar Brussel kwamen zij heelhuids voorbij een Duitse patrouille, die hun staande hield, een bewijs dat de vervalste documenten degelijk waren. Van Brussel ging het over Namen naar een schuiloord in de bossen van de Ardennen. Na enkele dagen werd het hier onveilig daar de Duitsers aan een massale aftocht begonnen waren. Congreve werd om veiligheidsredenen overgebracht naar BEAURAING, waar hij samen met H. KILMER, een Amerikaanse piloot , verbleef.
$ 447.
Or 07.09 . 1944 zijn ze door de oprekkende LIS troepen bevrijd. Congreve werd overgebracht naar E ngeland en uit zijn ESCAPE AND f ASION REPORT (de verklaring over het gebeuren ) bieek dan hij niet wist, wat er met de crew gebeureld was. :Nadat het vliegtuig onder vuur kwam, is er vermoedelijk bij de bemanning twijfel ontstaan vijandelijk gebied het vliegtuig 'te- verlaten en hoopten ze misschien de om i dan niet huishaven of te minste het Britse vasteland te kunnen halen. Niemand zal hierop een antwoord kunnen geven want het vliegtuig is in de Noordzee terecht gekomen, en de ganse crew kwam hierbij om. Alleen Congreve, die de sprong gewaagd had, overleefde. De namen v:in de slachtoffers staan gebeiteld op TI-IE AIR FORCE MEMORIAL RUNNYMEDE SURRE Y (Engeland), met uitzondering van de piloot die op de lijst van de Amerikaanse gesneuvelden geboekt staat.(2)
Slachtoffers
J.R. KENNETII Kennet, G. MARRIS Albert. E. Jackson Vernon MUDFORD Arthur L. HORTON Kenneth L. SCEIMIDT Edwin E.F. PARK
Rank Pilot I st Lt. Navigator Wireles Oper. Bomber Gunner Gunner Dunner
Serial nr. 0886141 171697 174250 J/85719 C/85692 J/86390 J/91134
Age 20 22 27 24 23 21
USA UK UK CAN CAN CAN CAN
Regiment USAF RAF VR RAF VR RCAF RCAF RCAF RCAF
Na de oorlog werd er te Wontergem, gedurende een bevrijdingsfeest, hulde gebracht aan de dapperen van de oorlog. De hulpverleners van Congreve werden gehuldigd, behalve Marcel Lievrouw en zijn echtgenote. Zij bleven in de schaduw staan, ondanks hun edelmoedigheid. Naijver lag aan de basis van dit ongepast gedrag. In 1950 richtte Marcel Lievrouw een verzoek tot het Ministerie van Openbare Werken en Wederopbouw om het statuut van burgerlijk weerstander te bekomen. Zijn verzoek werd ontvankelijk maar ongegrond verklaard en de titel niet toegekend. Het "Bureau de Recherches sur 1'Aide rendue aux Evadés Alliés" stuurde hem op 29.06.1946 een officiële herkenning als dank voor verleende hulp. Agnes Tytgat bewaarde tot aan haar dood de zijden sjaal met landkaart en een paar foto's als herinnering aan Geoffrey. Congreve is sinds enkele jaren overleden (3). Op de dag dat hij de juiste beslissing had getroffen en daardoor als enige van de crew zijn leven redde vertrokken alweer 1024 Engelse en 1022 Amerikaanse vliegtuigen vanaf de thuisbasis naar hun respectievelijke doelen.
2448. OORLOG IS EEN HEL!
Enkele karakteristieken van de HALIFAX III bommenwerper 4 motoren RADIAL BRISTOL HERCULENS XVI - elk 1615 PK spanwijdte van de vleugels 31,75 m Lengte 21,82 m 502 km/u Maximum snelheid Maximum radius 2028 km Radar voor blindvliegen Bewapening : 9 machinegeweren Browning 0.303 Gewicht aan bommen 6577 kg Maximum gewicht geladen 30844 kg De Halifax III werd vooral ingezet tegen Duitse steden, industriegebieden en V I stellingen. Dit type vliegtuig kreeg soms speciale opdrachten zoals het droppen van agenten boven bezet gebied. Gebruikte afkortingen USAF United States Air Force RAF VR Royal Air Force Volunteer Reserve RCAF Royal Canadian Air Force USA United States of America CAN Canada Noten (1) Het vormingstation en het spoorwegarsenaal van Haine-St-Paul werd hier geviseerd als belangrijk knooppunt van de industrie in en rond La Louvière. (2) The Air Force Memorial te Runnymede Surrey Engeland nabij de Theems brengt de namen van 20401 gesneuvelden van de luchtmacht in herinnering die op een onbekende plaats rusten. De gesneuvelden kwamen uit verscheidene landen van het British Commonwealth maar ook uit het bezette Europese vasteland wiens piloten bij de RAF dienden. (3) Op een samengestelde groepsfoto van het Geheim Leger, Sarcelle B van Deinze, kort na de oorlog gemaakt, staat Geoffrey Congreve in het midden tussen alle weerstanders. Het is onduidelijk waarom hij daarop voorkomt. Misschien behoorde hij wel tot de Deinse Verbroedering van het Verzet.
ROMAIN DE BOUV ER
Deinzenarijen Ria Vercamer schreef over 75 jaar MPI -Bachte "Met een warm hart , 19.122-19 77 " Medisch Pedagogisch Instituut Heilig Hart
2449. Bae i ï e Bachte, zeven huizen en een kerk is achte! Over de parochie schreef Frans Neirinek een goed werk dat uitgegeven werd naar aanleiding van het 100-ja:ge bestaan (heroprichting) van de parochie Bachte. Veel gegevens, goed verwerkt en vlot te lezen. En op gat stramien kan nu de „gehele gemecli = beschreven worden: de ^,veg is gekend. Naast die kerkelijke weg loopt veel bestuurlijks mee tot een geheel: de burgemeesters, de schepenen, de herbergen, de wegen, de mensen. Kan dit werk aanleiding geven om onk de andere parochies zo te beschrijven? Het ware wenselijk ter vervollediging van de geschiedschrijving van Deinze. H. M.
1650. Zingen Zingen leerden wij al heel vroeg, zelfs al op de "kakschool". Ja, zo noemde men die eerste school. Nu heet dat veel deftiger en pedagogischer de Freubel/Fr^belschool, of de kindertuin of kleuterschool. Ik zat er bij juffrouw Blanche en we zongen "onze" Sinterklaasliedjes, Kerstliedjes. en Klein klein kleuterken wat doe de gij in den hof.. Twintig jaar later groette ik juffrouw Blanche nog altijd heel beleefd toen ik haar op straat ontmoette. Dan ging ik "naar de Broeders" op school, bij de Hieronymieten die hier in Deinze (maar dat wist ik toen nog niet) een "Weezenhuis" hadden. (De eerste broeder-bestuurder ligt op het kerkhof in Deinze: de eerste grote rechtopstaande steen, rechts bij de ingang). In Sint-Niklaas hadden die broeders naast een "betalende school" ook een arme school (o.a. voor hun wezen), een wezenhuis, een middelbare landbouwschool en een krankzinnigengesticht, in de volksmond "het zothuis" (voor mannen). In het eerste en tweede "studiejaar" kregen we zangles van onze klasonderwijzer; in het eerste jaar zat ik bij "meester Kamiel" en in het tweede jaar bij meester Dua. Het eerste lied dat we leerden zingen (of dan toch het verste in mijn herinnering) was over het sneeuwwit vogelken dat op een stekeldoorentje zat en mijne bode niet wou zijn omdat het een te klein vogelkijn was. Hoe dikwijls we dat lied wel gezongen hebben! Ik dacht dat "onze meester" misschien alleen maar dat liedje kende. Maar dan kwam "Mijn vader vaart op zee" - de Mosselman; en dan "Al wie daar zegt die reus die komt", "Des Winters als het regent" en De trommel slaat de fluite gaat"... "Vliegt de Blauwvoet storm op zee". Van het derde tot en met het zesde leerjaar kregen we muziekles van broeder Petrus die de maat sloeg met zijn viool en met zijn strijkstok: Het Lied der Vlaamse zonen ... Dan zal de beiaard spelen ... Ze zullen hem niet temmen den fieren Vlaamschen Leeuw. Die liederen zongen we allen graag. We zongen ze soms op de speelplaats al moesten we daar Frans spreken tegen mekaar (en niemand kende Frans; wel wat schoolfrans met heel veel haar erop). En dan waren er ook de kerkliederen: Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen, en de Latijnse liederen als het Tantum ergo Sacramentum. Na het zesde leerjaar ging ik naar het atheneum waar we alleen in de 6e en 5e Latijnse nog één uurtje per week muziek hadden. Muziek van "de Pees". Hoe heette hij toch? ... 0 ja, meneer Clappaert. Daar moesten we noten leren lezen en op de juiste toon van het blad aflezen en dan zingen. Alle plezier was er af, want ik zat er altijd naast.
2450. Maar ik hoorde thuis veel liederen: ik hoorde mijn vader steeds zingen bij zijn werk (zijn breigoedfabriek sloot aan bij ons woonhuis) - behalve als een van de machines tegenpruttelde. Hij was lid van het koor "Jonc Vlaamsch Vri Vlaamsch" dat elke maandagavond oefende en leerde; dat was de liederavond. Soms mocht ik mee en daar zag en hoorde ik Arthur Meulemans, Jef Van Hoof, Renaat Veremans, Gaston Feremans, Willem De Meyer. En zingen is me bijgebleven. Ook aan de universiteit zongen we veel. Reeds om acht uur 's morgens in afwachting van "het intreden" van de prof, En dat zingen begon meestal met Mie Katoen, en dan het zwartbruine bier... En 's avonds en 's nachts galmden de studentenliederen. Toen vele jaren later de 94 kinderen en kleinkinderen van mijn toen als overleden grootvader Maes eens allemaal samenkwamen, waren ze na een halfuur samenzijn reeds spontaan aan het samenzingen: 't zijn weiden als wiegende zeeën, of Mijn Vlaanderen heb ik hartelijk lief. Was dat een familieplaag? Ik zing nog graag. En zit nog altijd vaak naast de toon - en vooral naast de toonhoogte. HERMAN MAES nr. 36
1651. Deinzenaars bekroond op een voordrachtwedstrijd in Zingem (1867) In "Deinse lauweren in Vlaemschen koor- en solozang , 1869" (1) signaleerden we de deelname van de Deinzenaars Theophiel Yde en Hendrik Goeminne (allebei leden van het "Vlaams Gezelschap van Deinze") aan een zangwedstrijd van het Gentse Willemsfonds. Een paar jaar vroeger vinden we ook een drietal Deinzenaars , onder wie alweer Th. Yde en 14. Goeminne, vermald als deelnemers aan een wedstrijd voor welsprekendheid en zang, in de zomer van 1867 georganiseerd door het " Lyrisch Genootschap " van Zingem (2). Ziehier de uitslag van de Zingemse wedstrijd voor "uitgalming" (= declamatie, voordracht), resp. zang: Uitgalming - Deftig vak: le prijs: Merckaert, van Geraardsbergen; 2e prijs: de Lava, Deinze (3). (Met "deftig vak" werden ernstige teksten bedoeld; voor "uitgalming" was er ook een categorie "boertig vak", d.i. voor kluchtige teksten.) Zang: le prijs: Yde; 2e prijs: Goeminne, beiden van Deinze. Noten (1) KGK-Contactblad, XVIII, 3 (juni 1997), blz. 2276-2277, nr. 1586.
(2) Vermeld in het Antwerps tijdschrift "De Vlaamsche School", XIII (1867), blz. 148. (3) Zie ons artikel "Het liederboek van tenor August de Lava" in KGK-Contactblad, jrg. XVIII (1998), nr. 2, p. 2281.
PAUL HUYS nr. 264
2451.
1652. Boerjan en Govaert Het Land van Nevele heeft een familiekundig tijdschrift. Het septembernummer van 1997 was een speciaal Govaertnummer. De familie Govaert was een familie van orgelbouwers. André Bollaert stelde de stamboom van de familie samen en daarin kwam Deinze-centrum (klein Deinze) even ter sprake. In 1852 woonden ze in de Rue d'Eglise van Deinze, dus de Kerkstraat; dat is nu de Kortrijkstraat. Evarist Govaert huwde in 1864 te Gent een Mathilde Boerjan. De naam Boerjan, de naam van onze burgemeester tevens KGK-ondervoorzitter, komt niet zoveel voor. Als die Boerjan dan nog in Watervliet geboren werd (17-2-1841), dan is het bijna zeker een verwante van de overgrootvader van Roger Boerjan want die overgrootvader Carolus Franciscus Boerjan werd op 21-2-1831 te Watervliet geboren. Naar tijd en plaats kan dit broer en zuster zijn. Carolus Franciscus, landbouwer, was de zoon van Jacob-Jan, geboren 1779 te Moerkerke, gestorven te Watervliet 1851, en van Suzanne Van de Maere. Waren dat ook de ouders (in 1841) van Mathilde? VVF-Deinze schonk aan burgemeester Boerjan een uitgewerkte en kalligrafische stamboom bij de stichting van de afdeling (zie hun tijdschrift Leiestam nr. 1 van de le jg. december 1992 p. 3) HERMAN MAES nr. 37
1653. Het elfde gebod In Vinkt is er aan het Martelaarsplein een café met de naam 't Elfde Gebod. Ik hou van zulke naamgeving. In Antwerpen ging ik ooit eten in een restaurant "In 't Vermoeide Model", met boven de ingang een geschilderde uitbeelding van een bisschop, vermoeid in zijn zetel zittend, terwijl een schilder hem portretteerde. Dat restaurant was tegen de OLV-kerk aangeleund. Ik bezocht het, samen met mijn vrouw, op voorstel en in gezelschap van de Antwerpse schilder Paul Smolders (1921-1997). Zulke geschilderde uithangborden vormen een oude traditie die vooral in Engeland nog leeft. Het restaurant D'Hulhaege heeft zo een Engels geschilderd uithangbord hangen op de hoek Ten Bosse/Karel Picquélaan. Ik weet niet waarom het café in Vinkt die naam gebruikt. Dus vroeg ik het. Het was een herinnering aan een biertje dat zeer goed smaakte en die naam had. Toen ik student was ('45-'49) zongen we veel en een van de meest geliefkoosde liederen was een Duits drinklied - als we zongen werd er ook flink gedronken. Dat lied zei: Der Mozes der hat gier nicht abel ein elftes Gehot noch endacht, das steht aber nicht in der Bibel rond hat soviel Freude gemacht. Mor arts es uns unterschlagen weil trinken und saz,fpn es preist; ich aber ich Barfes euch sagen, Ja. „vij3t ihr denn auch wie es he1,/3t?
2452. Trink, trink, Brz derlein trink LaJ3 doch die Sorgen zu Haus Meide den Kummer und melde den Schmerz dann wind das Leben ein Scherz Wellicht heeft het biertje zich geïnspireerd aan dit lied, dat wij zongen, staande op stoelen, staande op tafels, de pint in de hand. Want: "het beste biertje lust hem niet" de filister, de saaie doodblokker die ook slechte examens zal afleggen, want "de wijsheid ligt daar in de kan!" componeerde Emiel Hullebroeck, de Deinse prins-student Jef Vanden Eynde ter ere (in 1908), en op een tekst van René De Clercq, leraar-germanist aan het atheneum - Ottogracht in Gent, toen hij het dichtte. HERMAN MAES nr. 38
1654. Gratie en eerherstel voor Pieter Tessely In het K.O.K.-Kontaktblad van febr. 1987 (1) hebben we bericht over een "moordzaak" bij Kruishoutem-Marolle in 1781. Het slachtoffer was de 15-jarige Joannes Baptiste D'Huyvettcr uit Aarsele, als dader werd ene Pieter Tessely (2) uit Deinze (bij verstek) veroordeeld tot verbanning. Ter opfrissing van het geheugen hierbij nog even kort de feiten. Op 31 oktober 1781, daags voor Allerheiligen, zijn de gebroeders D'Huyvetter uit Aarsele met een kalkwagen onderweg van Oudenaarde naar Deinze. Nabij de Marolle worden ze ingehaald en voorbijgestoken door het gespan van de kutser (= voerman) Pieter Tessely en diens gezel, bakker Francis de Schrijvere, beiden Deinzenaars. Om onduidelijke redenen ontstaat tussen beide duo's een "disput ofte querelle"; na afloop daarvan ligt de jongste D'Huyvetter erg gekwetst naast de kalkwagen. Binnengedragen in een herberg vlakbij, overlijdt hij een kwartier later aan zijn verwondingen (fractuur aan het scheenbeen en twee gebroken ribben die de long doorboord hebben). Tessely en de Schrijvere vluchten. Anderhalf jaar later, bij Sententie van de Raad van Vlaanderen dd° 18 maart 1783, wordt Tessely - die nog altijd voortvluchtig is - bij verstek veroordeeld. Uit de processtukken (3) zou blijken dat de beide daders "binnen de stede van Deijnse eene alderslechtste reputatie hebben, mitsgaeders van een ieder gevreest ende gevlucht worden". Het onderzoek werd geleid door de baljuw van Kruishoutem, Josephus Speeckaert. De hoogbaljuw van Deinze, Charles Philip Martens, zou de gevraagde medewerking, om over de daders meer informatie te leveren, geweigerd hebben. Tot zover wat we in 1987 over deze zaak wisten en aan de lezers van liet Kontaktblad konden meedelen. Onlangs echter ontdekten we, in hetzelfde archief van de Raad van Vlaanderen, andere dossierstukken (4), waaruit een verschillend beeld van de meegedeelde "feiten" te voorschijn komt. Dat tweede dossier houdt verband met het genadeverzoek dat vader Jan Baptiste Tessely voor zijn voortvluchtige zoon Pieter in 1784 bij Keizer Jozef had ingediend.
2453. Het relaas van het gebeurde, zoals we het nu in de versie-Tessely zelf lezen, ziet er helemaal anders uit! Het blijkt immers dat de jonge D'huyvetter tijdens de vermelde "querelle" eigenlijk per ongeluk onder de wielen van zijn eigen kalkwagen terecht gekomen was. Zijn dodelijke kwetsuren kwamen dààrvan voort en waren dus niet te wijten aan "doodslag" door Tessely en/of diens gezel. Diverse getuigenverklaringen (5), die elkaar blijken te confirmeren, bevestigen "dat den selven Jan Baptiste D'huyvetter (= het slachtoffer) naer synen waeghen loopende, gevallen is op de steenen sonder dat hij van iemandt is geslaeghen geweest" en "van zijnen eijghen waeghen was overreden" (getuigenis van Ludovicus Bouxsan. die de woorden van ene Francies Verhaeghen uit Poeke citeert). Ook de eigen woorden van de oudere broer zelf van de overledene, Pieter dHuyvetter, enkele uren later, op zijn terugweg naar Aarsele, blijken dit te bevestigen. Aan de waard in de "Dobbelen Arent" op Deinze-Buiten zei Pieter D'huyvetter letterlijk: "Jesus, Pieter van Liere, mijnen broeder is overreden van mijnen waeghen". En in het daaropvolgende relaas van het gebeurde verduidelijkdte Pieter D'huyvetter dat hij zijn jongere broer al een paar keer gewaarschuwd had van niet voor de wagen te gaan lopen ("Gaat van voor dien waeghen, gij zaudt overreden worden"). Maar toen de jongen toch probeerde vooraan op de rijdende wagen te geraken, had Pieter zelf gezien "al van op sijnen waeghen, alwaer hij van vooren sat, dat sijnen broeder onder het voorwiel lag ende also seffens overreden wierd, alswanneer hij van sijnen waeghen gecomen, emmers afgesprongen sijnde, den gemelden sijnen broeder van onder het voorwiel - aleer liet achterwiel daer over soude passeren - uijtghetrocken heeft" (uit de verklaring van Pieter van Liere). En even later, in de herberg " Jerusalem" ook op Deinze-Buiten, had Pieter D'huyvetter, totaal overstuur, gevraagd dat de waard, Lieven de Clercq, zijn wagen naar Aarsele zou terugbrengen, zeggende: "Lieven. ick hebbe de kortsen (= koorts) ende ik en kan niet; gij weet, mijnen broeder is verongelukt onder mijnen waegen" (uit de verklaring van Lieven de Clercq). Deze verklaringen door getuigen zijn in het archiefdossier vergezeld van een toelichting door de burgemeester en schepenen van Deinze, dd° 18 dec. 1784, waarin ze verklaren dat ze terzake niet bevoegd (6) zijn om de inhoud van deze getuigenverklaringen op hun waarheid te bevestigen. Wel zien zij zich verplicht mee te delen, dat (wij vertalen uit het Frans) "volgens de meest constante geruchten het accident puur het gevolg was van heftigheid en onvoorzichtigheid (le pur effet de vivacité et d'inadvertissance) en geenszins van voorbedachtheid". Ze voegen er nog aan toe "dat de remonstrant (= vader Tessely) en zijn vrouw arm zijn, maar alle twee van een erkende rechtschapenheid, dat ze bejaard zijn (nl. resp. 62 en 60 jaar) en de onderhoudslast dragen van een grootmoeder van meer dan 98 jaar (!) en dat ze momenteel als steun niemand hebben dan twee kinderen, van wie de ene werkonbekwaam is en de andere de voortvluchtige (Pieter Tessely) hun enige hulp is (...) zoals hij dat ook geweest is vooraleer het ongeluk gebeurd was dat zijn vlucht veroorzaakte". De stadsmagistraat van Deinze geeft aan Zijne Majesteit dan ook gunstig advies voor het verlenen van de gevraagde gratie. Vader Tessely heeft ten voordele van de zaak van zijn zoon niet alleen voor getuigenverklaringen gezorgd, maar ook voor een gunstig attest van enkele medeburgers. Bij het verzoekschrift van 5 april 1783 is de volgende verklaring bijgevoegd: "D'onderschrevene, alle inghesetenen der stede van Deijnse, verclaren ende attesteren ... voor waarachtig, ten versoeke ende requeste van Pieter Thessaly, sone van Jan Baptiste. dat sy denselven Pieter Thessaly ghekent hebben van zijne jonckheijd af ende hem altijdt weten woonen hebben ten huijse vanden voorschreven sijnen vaeder, vleeschauwer binnen de
2454. gemelde stede van Deijnse tot ende met de maendt van novembre vanden gepasseerden jaere 1782 (sic, i.p.v. 1781) ofte daer ontrent alswanneer de onderschrevene onderhoort hebben dat hij uijt dese stede was vertrocken, verclaerende de onderschrevene beth voorts dat ten tijde denselven Pieter Thessaly met den voorschrevenen sijnen vader binnen dese stede heeft gewoont, sij hem altijdt aensien hebben voor eenen braven jonghman van goed gedrag ende comportement sonder erghens in het minste in eenigher manieren den selven Thessaly te tonnen blameren ofte reprocheren", enz. Deze verklaring werd op 22 januari 1783 onder eed bevestigd en ondertekend door Engelbertus Callier, J.F. Steyaert , A.F. D'huyvetter, Mauries Parmentier, Emmanuel de Bruyne, Dominicus Stuyvaert, Joannes Francies Devos en Anthonius Michiels. Er was bovendien nog een tweede attest ten gunste, ook van 22 januari 1783, ondertekend door de koopman Philip de Coster en door de voerman Pieter Roels, allebei van Deinze, die verklaren dat "den voornomden Pieter Thessaly beth de twintigh jaeren errewaerts (voor hen) met karre ende peerden gereden heeft naer de wekelijcksche merckten soo van Audenaerde ende Thielt als elders , ende dat sij noijt ondervonden en hebben dat den gemelden Thessaly oijt hem sat ofte drocke heeft gedroncken ofwel saude hebben gevochten "; zij verklaren integendeel " dat sij van den gemelden Thessaly noijt ivers inne en hebben connen claeghen". Uit dit alles komt dus een totaal ander beeld van het gebeurde te voorschijn. Waaruit weer maar eens blijkt, dat men telkens "de twee klokken moet horen luiden" ... Toen we ons eerste artikel in 1987 schreven, hoorden we alleen de klok van het Kruishoutemse onderzoek, waarin Tessely en zijn compaan als "gevreesde" kerels "van alderslechtste reputatie" werden afgeschilderd. En op basis van dat (onvolledig, onjuist en partijdig?) onderzoek werd Tessely in maart 1783 veroordeeld tot verbanning. En het resultaat van zijn gratieverzoek aan de Keizer? Op 25 maart 1785 - bijna drie en een half jaar na de feiten - kreeg Pieter Tessely van de Aartshertogen Marie Christine en Albert Casimir de gevraagde gratie (of "remissie") toegestaan. Ook de remissiebrief zelf, dit voor Tessely allerbelangrijkste dossierstuk, vonden we in het Archief van de Raad van Vlaanderen terug hl. Het volgende jaar, op 18 maart 1786 (exact drie jaar na zijn veroordeling), kon Pieter Tessely het poorterschap van Deinze verwerven. Een vorm van "eerherstel", wat we hem graag gunnen ... Noten (1) P. Huys, "Een moordzaak te Kruishoutem-Marolle in 1781", in Kontaktblad, jrg. VII, 2 (febr. 1987), nr. 813, blz. 764-765. (2) Petrus Josephus Tessely (Deinze, 8.5.1750-22.3.1819), zoon van Joannes Baptista Tessely (1722-1798) en Maria Theresia Schelstraete. Zie onze bijdrage "De Deinse familie Tessely in de 18e eeuw", in het K.O.K.Jaarboek LVII (1990), blz. 193-219, en speciaal blz. 210 en 213. Zie eveneens het K.O.K.-Kontaktblad, jrg. IX,7 (nov. 1989), nr. 1125, blz. 1174-1176: "Thessaly, bijgenaamd Questicy". (3) Rijksarchief Gent (RAG), Raad van Vlaanderen (RvVI), nr. 23.567. (4) RAG, RvVI, nr. 30.880 (Correspondentie der Fiscalen, 1784). (5) De vijf verklaringen, op 27 nov. 1784 in afschrift voorgelegd door Jean Baptiste Tessely (vader van de veroordeelde Pieter), waren afgelegd door de volgende getuigen: Ludovicus Bouxsan uit Petegem, die meedeelt wat hij heeft gehoord "uit de mond van Francies Verhaeghen fs Lieven tot Poucques" (3.1.1783); Michiel Perreboom uit Deinze (4.12.1781); Pieter van Liere fs Josephus en zijn huisvrouw Catharine van Oost, herbergiers in "den Dobbelen Arent" op de steenweg van Deinze naar Tielt (17.12.1781); Francois Helstraete fs Charles wonend op Deinze-Buiten langs de steenweg naar Tielt (17.12.1781); Lieven De Clercq fs Jacobus, herbergier in de herberg "Jerusalem" op Deinze-Buiten, zijn huisvrouw Anna Marie de
2455. Leersnijdere en Pieter w_ renes van Laere , zijn gewezen die nu woonachtig is in Gramme.:.(5.1_. 17 8 2). (6) Onbevoegdheid "causa loei", omdat de uiten gebeurd wareïs op een plaats onder de bevoegdheid van Kruishoutem ! liet was precies op basis daarvan dat de Deinse hoogbaljuw Mi Lens zijn medewerking had geweigerd : n het dossier had teruggestuurd. ( 7) RAG, R v vi , m. 3v.é8i (Correspondentie der fiscalen , 1785).
PAUL HUYS ïï. 265
Gekregen Van de familie Bekaert (via Mw Nachtergaele-Bekaert) kregen we een oude affiche die ze nog "in depot" had over een: "Openbare Verkooping van schoon Slaghout te Pete gem De secretaris Van Eechaute zal door bevoegd ambt ten verzoeke der kinderen Trauwaen, landbouwers te Petegem, op Dynsdrig 19, januari 1869 ten 9 ure voormiddag openbaar verkoopes: 60 koopen zwaar Eiken - Notelaren - bilken - en werven Slaghout, dienstig voor Bandroeden, Lattepeersen, enz. Te vergaderen in het Souvereinhuizeken, Men zegge het voort.
Deze tekst zwart op blauw, werd gedrukt door de "Drukkerij van E. Steenhaut, te Deynze" 2° Van Mevr. R.De Weird-Huys kregen we een In Memoriam-drukwerk over Koningin Astrid, van 29-8-1935 met portret en foto's van het ongeval en van de betrokken familie, een uitgave van de "Edition De Paepe - Gand" en "reproduction interdite", formaat dubbele krantenbladzijde. 3° Van Hannie Botterman, weduwe van Hubert Matthys, kregen we een zadeltas, behorend tot de uitrusting van een rijkswachter te paard, met name de vader van Hubert Matthys.
1655 . Molennieuws en andere berichten in de "Gazette van Gend " ( 1825) Molenberichten ( Deinze en Latem) In het K.O.K.-Jaarboek XLVII(1980) schreef ik met Dr. Luc Goeminne over "Rosmolens in de Oostvlaamse Leiestreek". We hebben in die bijdrage ook gewezen op de schaarste en de onvolledigheid van de beschikbare historische en archivalische informatie terzake. In 1834 waren in Deinze , volgens de "Dictionnaire géographique" van Ph. Van der Maelen, vier olierosmolens, maar geen enkele in Sint-Martens-Latem (daar is er wel een ca. 1860 volgens de Popp-kaart).
2456. Deze gegevens kunnen we nu aanvullen met bijkomende informatie uit de "Gazette van Gennd" van 1825, waaruit blijkt dat, in dat jaar , zowel naast de Deinse Gernaeij-molen buiten de Brugsepoort als naast de Latemse windmolen een rosmolen stond. Latemse windmolen en rosmolen te koop (GvG nr. 1438, 26.9.1825) "Dat men ... op 28 sept. (instel) en 12 okt. 1825 (toewijs) ... ten huyze en herberge genaemd de Klokke, bewoond by Pieter Francies de Smet, by de kerke tot Laetem, zal verkoopen de volgende Goederen: Alvooren eenen Koorn-wind-molen, Molenberg en nevenstaenden Ros-molen, met alle de draeyende en roerende Werken van de zelve twee molens; alsmede eene Hofstede, Wezende den oostcant van een meerder batiment, dier den westcant competeert aen de weeze Ivo van der Steichel. (...) Vry en liber gebruyk met kerst-avond 1826. Conditien by Notaris Bruggeman, tot Laetem." Wel-gekalanten korenwindmolen te Deinze (GvG nr.1441, 6.10.1825) "De weduwe in kinderen van Joseph Gernaeij, mulders te Deinze, presenteren uit'er hand te koop op te pachten eenen schoonen en wel-gekalanten Koornwind-molen met onderstaende steenen kot, in welk men kan stellen een Oliestampkot met een dubbel arnas, als daer toe bijzonderlyk gemaekt zynde, en Roskot en Huis, daer nevens staende; den zelven Molen en Kot maar zedert omtrent de twintich jaren nieuw gebouwen, gestaen en gelegen dichte aen de brugpoort te Deijnze, op den steenweg na Thielt, by dien zeer gemakkelyk voor allen transport; (...) Den kooper of pachter kan van stonden aen in het gebruyk komen. Den grond daer mede gaande is groot omtrent 70 roeden 80 ellen neêrlands."
Tot zover twee molenberichten. Maar er stond in de Gazette van Gend van 1825 nog ander streeknieuws te lezen, resp. uit Gottem en Wontergem. Jan-Baptiste Lauwers uit Gottem vermist (GvG nr. 1452, 14.11.1825) "Daer wordt vermist sedert den 1 november laest, zekeren Jan Baptiste Lauwers, gebortig van Gothem, oud 62 jaeren, gekleed met eenen blauwen surtout, asgrauwen pantalon, wit gestreepte veste; hy is kort van taille, taemelyk dik, breed van aenzicht, blauw oogen. Iemand van den zelven eenige kennisse hebbende,word verzocht daer van bericht te geven aen d'heer Verhaest, borgemeester van Gothem, waer voor men eene treffelyke belooninge zal bekomen." Merrie van Alex. Slock uit Wontergem gestolen (GvG nr. 1444, 17.10.1825) "Tusschen den 9 en 10 dezer maend is er gestolen uyt de weyde van Jeron Martens tot Eecloo, een zwart merriepeird, geteekend met een kleyn wit teeken op den kop, en tusschen het teeken en den toupe eenige gryze hairen, oud 8 jaeren, hoog door de 5 voeten, toebehorende aan sieur Alexander Slock, landbouwer en herbergier te Wontergem, canton van Deijnze, OostVlaenderen."
PAUL HUYS nr. 266
Nog een 10-tal plaatsen vo r ^_. log mee wi met de jaarlijkse KGK-uitstap op zaterdag 26 september 1998 !!!
Zoals we reeds meedeelden in ons vorig Contactblad gaan we dit jaar opnieuw richting Leuven, voor niet minder dan drie geleide bezoeken aan bijzondere tentoonstellingen. Wie nog mee wil, met zich nu wel reppen. KGK-]eden betalen 1200 bef. per persoon, alles inbegrepen: bus, gidsen, musea, middagmaal. (Niet KGK-leden betalen een supplement van 200 bef.) Graag overschrijving op nr. 390-0620343-83 van Bruno Saverijs pia E. Clauslaan 67 Deinze-Astene
Voor uw AGENDA
Op maandag 19 oktober 1998 , om 19.30 u zal prof. 1-1. THOEN een voordracht houden in de vergaderzaal van het Museum over Begrafenisrituelen bij de Romeinen. 1Onze collega's van VVF plannen volgende activiteiten: • Voordracht door Aimé HAECK "Echt geld en rekengeld-, dinsdag 22 september 1998, 20-22 u, benedenzaal Bibliotheek, ingang Markt Deinze. • "Internet en genealogie " onder begeleiding van Claude GEKIERE, dinsdagen 6, 13, 20 en 27 oktober 1998, bovenzaal Bibliotheek; inschrijven is noodzakelijk. • Voordracht door D. DE BOECK
"Leefgewoonten van onze ouders en
voorouders ", dinsdag 17 november 1998, 20-22 u, benedenzaal Bibliotheek, ingang Markt Deinze.