t.,e:; c k:^ k
KRING VOOR GESCHIEDENIS EN KUNST VAN DEINZE EN DE LEIESTREEK De Heer Denis Pieters █████████ Blauwstraat 48 9030 Wondelgem █████████ █████ █████
CONTACTBLAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar Verantwoordelijke uitgever : Uitgiftekantoor : Deinze Willy Jonckheere 20ste jaargang nr. 4 Winkelstraat 36 9800 Deinze AUGUSTUS 2000 Tel. ( 09)386.32.78
Postrekening 000 - 0434500 - 37, KGK-Deinze, p/a Brielstraat 7 bus 5, 9800 DEINZE
2668
Jaarlijkse KGK-uitstap op zaterdag 23 september 2000
Het wordt ongetwijfeld een
bijzondere
uitstap met een boeiend programma, in de
Vlaamse kuststreek. Met drie nieuwe bestuursleden-archeologen in ons midden, zal het wel niemand verbazen dat onze jaarlijkse uitstap dit jaar de archeologische toer op gaat. 09.00U: Vertrek met de bus op de parking van de Brielpoori 10.00u : Bezoek aan de archeologische site Walraversijde, waar de bloeiperiode geëvoceerd wordt van het middeleeuws vissersdorp ( met audiogids) 12.30u : Middagmaal in het restaurant '`Fort Napoleon' te Oostende 14.15u : Geleid bezoek aan het " Fort
Napoleon "
15.30u : Vertrek naar Oudenburg 16.00u : Bezoek aan de tentoonstelling 'Met zicht op zee" in het museum van Oudenburg, met aansluitend bezoek aan de Romeinse site, onder leiding van ons bestuurslid, prof. H. Thoen 18.00u . Vertrek naar Deinze
Dit programma, alles inbegrepen (bus, gidsen, musea, middagmaal), wordt aan de leden aangeboden tegen 1500 bef per persoon. Niet-leden betalen 1800 bef. Inschrijving ten allerlaatste op 15 september 2000 door overschrijving op banknr. 390-0620343-83 van Bruno Saverijs p/a E. Clauslaan 67 9800 Deinze
Wacht niet te lang. Het aantal plaatsen is beperkt !
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats: Museum van Deinze en de Leiestreek)
2669 1767. Van Deinzenaars die vochten voor de Keizer van Mexico (1864-1867) Op aandringen van de Franse Keizer Napoleon III werd aartshertog Maximiliaan van Habsburg (1832-1867), broer van de Oostenrijkse Keizer Frans-Jozef, in het voorjaar van 1864 zelf Keizer van Mexico (hij deed zijn plechtige intocht in Mexico-Stad op 12 juni 1864). Hij was in 1857 gehuwd met prinses Charlotte, de dochter van de eerste Belgische Koning, Leopold I. Vrijwel onmiddellijk werd de nieuwe keizer volop geconfronteerd met de aan de gang zijnde oorlog tussen de Mexicaanse "Juaristen" (volgelingen van de liberale president Benito Juarez, die in 1861 aan de macht was gekomen) en het Franse expeditieleger onder generaal Bazaine dat hem (zonder veel succes) bekampte. Om de Keizer van Mexico (en zijn Belgische gemalin) ter wille te zijn, zou België een hulpcorpsl'' naar Mexico sturen. De eerste oproepen voor de vorming van een Belgisch hulpcorps werden al op 23.3.1864, gepubliceerd in de Brusselse kranten. Het eerste contingent (een zeshondertal mannen) vertrok medio oktober 1864; twee andere contingenten volgden in november en december 1864 en het vierde en laatste convooi vertrok in januari 1 865 - alles bijeen een goeie 1550 man. De campagne ten voordele van de Mexicaanse keizer verliep echter rampzalig. Hij kon enkel aan de macht blijven dank zij de Franse troepen, maar toen deze zich terugtrokken, werd hij weldra gevangen genomen. En het einde kent men: Keizer Maximiliaan werd na een schijnproces door de krijgsraad ter dood veroordeeld en op 19 juni 1867 in Querétaro door de troepen van Juarez gefusilleerd. Uit de militaire campagne heeft de geschiedenis vooral de eerste veldslag onthouden die plaats had bij I ácambaro (daaraan herinnert nog altijd het gelijknamige plein in Oudenaarde!). In die eerste slag op 11 april 1865 behaalden de republikeinen onder de Spanjaard Nicolas de Regulez de overwinning. In de tweede slag bij Tacambaro op 16 juli 1865121.wonnen de keizerlijken onder de Belgische baron Van der Smissen. Bij Tacambaro hebben op 11 april 1865 enkele honderden Belgen meegevochten. Onder hen zou ook een Deinzenaar geweest zijn, met name Theodore Dierickx. Hij was evenwel niet de enige stadsgenoot die van het Belgische corps deel uitmaakte. Zover momenteel bekend hebben drie Deinse, twee Petegemse(3' en één Vinktse soldaat aan de Mexicaanse campagne deelgenomen. Ziehier iets meer over deze zes "Deinse" vrijwilligers. De familiegegevens haalden we zelf ui de resp. registers van de burgerlijke stand en uit de bevolkingsregisters, bewaard in het Stadsarchief van Deinze): Vrijwilligers uit Deinze Pierre Francois VAN DORPE. Volgens de militaire documenten"' was hij geboren te Deinze in 1839, maar in de jaren 1830-'40 is in Deinze ( en ook in Petegem) geen geboorteakte op zijn naam te vinden. Het moet om een vergissing gaan, ofwel heeft hij bij zijn inlijving een (veel) jongere leeftijd willen opgeven. Eigenlijk werd hij geboren op 6 april 1821, als Pieter Francies Vlaeminck, onwettige zoon van Marie Thérèse Vlaeminck, daghuurwerkster, 24 jaar oud, geboren en wonend in Deinze. Het kind werd gewettigd door het huwelijk, op 23 januari 1822, van Marie Vlaeminck met de politie-agent Antonius van Dorpe (Deinze 1795-1852) en kreeg pas toen de naam Van Dorpe. Blijkens het Deinse Bevolkingsregister 1856-1866 (reg. C, nr. 113 - Tusschenbruggen 479) was Pieter-Francies Van Dorpe, 36 jaar oud, "soldaat", Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2670 inwonend bij zijn moeder-weduwe, koopvrouw in vis. Soldaat Pieter-Francies Van Dorpe werd op 25 okt. 1861 uit het Deinse bevolkingsregister uitgeschreven voor Doornik. Voor de Mexicaanse campagne kwam hij in dienst in november 1 864 bij de zesde compagnie grenadiers onder kapitein Wauters; hij werd ontslagen en gerepatrieerd in 1867. Camille DEWAELE (°Deinze 20.7.1840), oudste zoon van Angelus Dewaele (° Poeke 1814, daghuurwerker) en van diens tweede vrouw Coleta Van Oost (° 1819, huishoudster); in het gezin waren zeven kinderen (° tussen 1840-1855). Blijkens het Deinse Bevolkingsregister 1856-1866 (reg. E, nr. 19) woonde het gezin op Deinze-Kouter 628; Camille, toen 16 jaar oud, was schoenmaker. Ook als beroepsmilitair was hij schoenlapper. Voor de Mexico-campagne kwam hij in dienst in september 1864 bij de derde compagnie voltigeurs (= jagers. tirailleurs) onder kapitein Timmerhans. Ontslagen en met het corps teruggekeerd in 1867. Blijkens het Deinse Bevolkingsregister 1866-1876 werd hij op 6 nov. 1874 uitgeschreven als vertrokken naar Opheylissem. Theodore DIERICKX (°Deinze 10.12.1844), zoon van Auguste Dierickx (°Deinze 1813, katoenwever) en van Melanie Dobbelaere (° Vinkt 1812, spinster, nadien landwerkster). Het gezin woonde toen in Deinze op de Wijk E (Kouter). Blijkens het Deinse Bevolkingsregister 1856-1866 (reg. E nr. 29) was de moeder toen reeds weduwe. Haar twee oudste zonen woonden nog bij haar in op het adres D'hooye 637: Henri, zijdewever, en Emil, hoefsmidsgast. Volgens de militaire documenten was Theodore dienstknecht. Hij kwam in dienst in augustus 1864. Zou gevangen genomen zijn in Tacambaro. Passeerde in oktober de Mexicaanse rijkswacht (Cazadores) in oktober 1866. Werd niet gerepatrieerd. Blijkens het Bevolkingsregister 1866-1876 (Boek 5, nr. 1296) woonde Theodore toen weer bij zijn moeder-weduwe, op Deinze-Kouter 51.
Vrijwilligers uit Petegem
Pieter YDE (°Petegem 20.3.1839) , zoon van Amerinus Yde (°Astene 1802, winkelier, later dagloner; + 1.7.1851) en van Ludowika Van Daele (° Sint-Martens-Leerne 1802, spinster). In 1841 vinden we het gezin vermeld in het Bevolkingsregister van Vinkt (onder nr. 144, en daarna 149); het telde toen drie kinderen tussen 1 en 4 jaar. Het gezin woonde in 1847 weer in Petegem, nl. op de Dries 257 (Oudenaardsesteenweg); het telde toen vijf kinderen, twee jongens en drie meisjes. Pieter ("Pierre") trad in dienst in september 1864 bij de eerste compagnie grenadiers onder kapitein Tytgadt. Ontslagen en teruggekeerd met het corps in 1867. Leo DEROOSE (° Petegem 11.4.1839), tweede zoon van Francies (° Drongen, ca. 1804-1807, landbouwer in de wijk Sint-Hubert) en van Eugenia Sophie Billiet (° Petegem 1804, landbouwster). Kort daarop verhuisde het gezin naar Vinkt: volgens het Vinktse Bevolkingsregister van 1841 waren er vijf kinderen, vier jongens (Petrus, Leo, Camille en Henri) en een meisje (Natalie). In 1847 woonden ze weer in Petegem op Sint-Hubert (reg. 1, nr. 126); in 1846 was nog een zoon (Auguste) geboren.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. lct,,rhnlnntc Mncwim van flrin7P en dr 1 eiertreek
2671 Leo was werkman bij de spoorwegen. Voor de Mexico-campagne nam hij dienst in augustus 1864 bij de tweede companie grenadiers (zoals ook De Stoop, cfr. infra) onder kapitein Gauchin. Gereformeerd (= op reform gesteld, afgedankt) in augustus 1866. Na zijn terugkeer naar België huwde Leo Deroose in Petegem op 27.4.1870 met Clemente Van Heyste. Vrijwilligers uit Vinkt Theophile (eigenlijk Joannes Theophilus) DE STOOP (°Vinkt 28. 12.1840), zoon van Angelus (°Vinkt, 1800, werkman) en van Amelia Vande Vijver (° Vinkt, 1815, spinster); het gezin telde elf kinderen (° tussen 1838 en 1859). Blijkens het Bevolkingsregister van Vinkt (Wijk D - 329) van 1860 was Theophile toen werkman. Hij werd nadien beroepsmilitair. In dienst in augustus 1864 bij de tweede compagnie grenadiers (zoals ook Deroose, cfr. supra) onder kapitein Gauchin. Ontslagen en gerepatrieerd in 1867. Hij keerde blijkbaar naar Vinkt terug (zie Bevolkingsregister 1870, 2/169.5). Uit de hierboven vermelde gegevens blijkt dat de Deinse vrijwilligers (in dienst gekomen in augustus-september of nog later) alle zes behoorden tot de latere lichtingen; de eerste recruteringen dateerden immers reeds uit het voorjaar 1864 en kwamen voornamlijk uit het legermilieu zelf; de latere aanwervingen gebeurden vooral uit de lagere, meest behoeftige volksklassen. Het ging vooral om jonge mannen. Vier van de zes Deinse vrijwilligers (° 1839/1840) Deroose, Yde, Dewaele en De Stoop - waren bij hun inlijving 24 of 25 jaar; de jongste - de Deinzenaar Dierickx - was nog geen 20 jaar. Zijn stadsgenoot Van Dorpe (° 1821) was de oudste, nl. 43 jaar bij zijn aanmelding. Hij was beroepssoldaat, zoals ook de Deinzenaar Dewaele en de Vinktenaar De Stoop. De meeste Deinse Mexico-vrijwilligers kwamen uit gezinnen met een lage levensstandaard. Hun vader was resp, politie-agent (Van Dorpe), daghuurwerker (Dewaele), katoenwever (Dierickx), winkelier/dagloner (Yde), landbouwer (Deroose) of werkman (De Stoop). Het waren ook vaak kroostrijke gezinnen. De Stoop was het derde kind in een gezin van elf kinderen, Dewaele kwam uit een gezin met zeven kinderen. Van twee vrijwilligers - Van Dorpe en Dierickx - was de moeder (al vroeg) weduwe. De verdere lotgevallen van de teruggekeerde Mexico-vrijwilligers hebben we niet systematisch meer opgezocht. Leo Deroose trouwde in 1870, Camille Dewaele werd in 1874 naar Opheylissem uitgeschreven. Over de andere vier weten we niets. (1) Zie Michel Provost, "Tacambaro", dl. 1, in: Handelingen van de Geschied- en Oudheidk. Kring Oudenaarde (HHGOKO), XXXIII, 1996, blz. 21 e.v., en dl. 2, in HGOKO, XXXIV, 1997, blz. 5 e.v. (2) Deze tweede slag bij Tacambaro wordt door M. Provost, a.w., niet vermeld! (3) Michel Provost, a.w., dl. 3, in HGOKO, XXXV, 1998, blz. 66-67, vermeldt ook ene Camillus Lietanie (°Petegem/Leie 1847). We hebben zijn geboorteakte anno 1847 in Petegem, noch in Deinze gevonden (de naam komt er overigens nergens voor in de burgerlijke stand of bevolkingsregisters tussen 1835 en 1870). We vermoeden derhalve dat C. Litanie uit Petegem-aan-de-Schelde afkomstig was en dus niet in ons "Deins" lijstje thuishoort. Deze C. Lietanie kwam in dienst in september 1864 bij de derde compagnie voltigeurs onder kapitein Timmerhans. Ontslagen en teruggekeerd met het corps in 1867.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2672 (4) De inschrijvingsrollen worden bewaard in het Koninklijk Museum van het Leger te Brussel. Alle in deze bijdrage meegedeelde gegevens betreffende de "militaire dienststaat" van de Deinse soldaten zijn geput uit: Michel Provost, a.w., dl. 3, blz. 66-67.
PAUL HUYS nr. 317 Maessprokkels Peter Struvve Werkte in de bibliotheek van Deinze ° Tielt 5-10-1965 t Roeselare 5-12-1999 Over hem leze men de lijkrede en de bibliografie in de Roede van Tielt (december 1999 p. 62 e.v.)
De Deinse bibliotheek verloor in hem een ernstige en toegewijde werker. Op die jonge leeftijd moeten sterven is onrechtvaardig, zeker voor iemand die graag opging in zijn werk en nog mooi plannen had. Bismarck = smulpaap (° 1815-+ 1898) en Kanselier Men herdacht op de Duitse TV dat einde juli 1989 Otto von Bismarck honderd jaar geleden overleed. Bij die gelegenheid vertelde men over Bismarekharing, over Bismarckjenever. De familie stookt en brandt die jenever nu nog: de achterkleinzoons (=zoons van de kleinzoon). De eerste Reichskanzler kon sterk drinken. Bij diplomatentreffen dronk hij hele gezelschappen onder tafel en als de heren diplomaten onder tafel lagen begon men pas aan hem te zien of te horen dat hij ook iets gedronken had. Toen hij 64 jaar oud was woog hij 135 kg. Nu ja, hij was 1.88m. lang. Het gebeurde dat hij bij zijn ontbijt een omelet at van een dozijn eieren, met spek erbij en brood. Hij was ooit eens in Oostende in de periode dat de Oostendse oesters wereldwijd bekend waren. Bij een maaltijd at hij toen ooit 150 Oostendse oesters. Hij werd 1815 geboren - in 1862 eerste minister. Hij stichtte 1871 het tweede Duitse Rijk (het eerste bestond tijdens de Middeleeuwen, het derde was Hitlers rijk) en werd Rijkskanselier; de Ijzeren kanselier van keizer Willem 1 (Versailles) en van Willem II. Met Willem II botste hij. In 1890 kreeg Bismarck ontslag. In juli 1898 stierf hij: 83 jaar ondanks mateloos eten, drinken en roken. Was Bismarck, rijkskanselier van het 2e Duitse Rijk een zwelger, Hitler, rijkskanselier van het 3e Rijk was een fanatiek geheelonthouder, een fanatiek anti-roker en een fanatiek vegetariër. Hij was ook fanatiek anti-semiet, een fanatiek anti- wat nog allemaal. Na de Frans-Duitse oorlog van 1870 voorspelde Bismarck dat er ooit een grote oorlog zou uitbreken over Europa "door een of andere stommiteit op de Balkan". En inderdaad ... 1914 ... en later! In de geschiedschrijving noemt men Bismarck wel vaak de "Ijzeren kanselier". Hij heeft in Duitsland zowat 170 monumenten en een Bismarck-museum. De Britse eerste minister Margaret Tatcher noemde men "Iron Lady". Ook in Engeland was er steeds (en nog) een chancellor = kanselier: Thomas Becket, Thomas More, Francis Bacon. Voor Becket bedevaarde men naar Canterbury (Kantelberg).
More = a man for all seasons, een vriend van Erasmus. More schreef Utopia (ou-topos = nergens) Bacon = auteur van o.a. Magna Restauratio, een keerpunt in de geschiedenis van de filosofie. Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Dcinzee en de Leiestreek)
2673 Ronde van Frankrijk De manier waarop we "den Toer" nu meemaken, hoe we dat deden dertig, zestig jaar geleden, is een stuk informatie-geschiedenis. In mijn jeugd waren de helden Romain Maes, Sylveer Maes, Felicien Vervaecke, Wardje Vissers, Jules Lowie. Die wonnen nogal! Ze wonnen zoveel dat ze uit de Tour gemanoeuvreerd werden: de hele ploeg nam ooit ontslag omdat ze geboycot werd: de barreel werd toedraaid als de uit het peleton gevluchte Maesen aankwamen; men wierp met tomaten naar de winnaars etc. in mijn geboortejaar (augustus 1926) won de Deinzenaar Lucien Buysse, nadat hij twee jaar na mekaar een ander had moeten laten winnen. Maar die Tour heb ik niet "meegemaakt". In 1998 reed men - met dopingproblemen - de 85' Ronde van Frankrijk. De zwaarste renner van de 200 deelnemers woog 94 kg, de lichtste 54 kg. Gemiddeld: 70.9 kg. De langste mat 1.94m, de kortste 1.61 m. Gemiddeld 1.79m. Sylveer Maes had een cafe Tourmalet in Gistel. Lucien Buysse had een cafe De Aubisque in Petegem. Romain Maes had een cafe naast het Noordstation in Brussel (voor die hele wijk door VDB en De Pauw werd afgebroken). Toen ik in 1949-50 10 maanden soldaat was in Brussel gingen we er vaak een pint drinken ... en kijken naar de vele foto's aan de muur over de Ronde van Frankrijk. 1768. Stadsschool Deinze De lijst van de ingeschreven leerlingen in de jongensafdeling van de gemeenteschool in de Kalkhofstraat voor de laagste klas of 15'e graad samengesteld uit het 1ti1e en 2de leerjaar, voor het schooljaar 1931-1932. Onze meester was Raphaël van Dunne. In de loop van het schooljaar werd hij vervangen door meester Leon de Clerck. Hoofdonderwijzer was toen meester Gilbert Braenischeute. De gemeenteschool in de Kalkhofstraat kwam er in 1925. In de jaren zestig besloot het gemeentebestuur de school op te heffen. 1. Cornelis Daniël Gentiel, ° Deinze 7.9.1925 fs Leopold, wever, Neerleye, 46 2. Maes André Frans, ° Deinze 15.7.1924 fs Maurice, autogeleider, Neerleye 20
3. Van Waerrem Robert Jozef, ° Deinze 13.10.1925 fs Jozef, werkman, Vaart L.O. 101 4. Van Waerrem Bertrand, °Deinze 13.10.1925 fs Jozef, Werkman, Vaart L.O. 101 5. Danneels Albert Louis, ° Deinze 20.7.1924, fs August Herman, slachter, Markt 116 6. Onderbeke Maurice Gabriël, ° Deinze 19.10.1924, fs. Remi, aannemer, Leyedam 10 7. Onderbeke Ernest Gaston, ° Deinze 9.12.1925, fs Remi, aannemer, Leyedam 10 8. De Wilde Emiel Leopold, ° Deinze 19.8.1924, fs Gaston, handelaar, Statiestraat 34 9. Braemscheute Antoine Felix, ° Deinze 25.3.1925 fs Gilbert, onderwijzer, Kalkhofstraat 27 10. Vander Elstraeten Lucien Gentiel, ° Deinze 12.4.1925 fs Remi, fabriekbestuurder, Markt 73 11. Ghyselinck Omer August, ° Deinze 20.3.1924, fs Florimond, fabriekwerker, Kouter 12. Cauwe Romain Gilbert, ° Bachte-Maria-Leerne 25.7.1924 fs Emiel, timmerman, Karel Picquélaan 101 13. De Rho Charles, ° Deinze 9.2.1925, fs Baziel, timmerman, Oude Br.Poort 54 14. Verstraeten Raoul, ° Deinze 25.4.1924 fs Alidoor, fotograaf, Neerleyplein 5 15. De Booser Willy, ° Deinze 21.11.1925 fs Jeroom, plafonneerder, Achiel Van EechouDoe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats: Museum van Deinze en de Leiestreek)
2674 testraat 8 16. Van Hove Lucien, ° Deinze 24.4.1925 fs Gentiel, smid, Tolpoortstraat 75 17. Dierickx Michel, ° Deinze 7.8.1924 fs Marcel, koopman, Ghesquieresdoorgang. 18. Dhaene Georges, ° Deinze 30.5.1924, fs Marcel, meestergast, Karel Picquélaan 194 19. Moerman Jan Jules, ° Deinze 25.1.1925 fs Louis, fabrikant, Gentpoortstraat 66 20. Janssens Roger Jules, ° Deinze 18.6.1924 fs Remi, handelsreiziger, Kortrijkstraat 29 21. Brochez Daniël Maurice, ° Deinze 1.2.1926 fs Moris, voermansgast, Vaart L.U. 56 22. Vanden Berghe Jozef, ° Deinze 3.3.1926 fs Roger, timmerman, Karel Picquélaan, 50 23. Claerhout Adriën, ° Oudenaarde 15.4.1926 fs Abel, photograaf, Tolpoortstraat, 18 JAN MOERMAN KGK kreeg onlangs een paar druksels 1. Informatie voor onze leden-medici? "Vlugge en volkomen genezing" van Ziekten der geslachts- en waterorganen bij den man , volgens de voorschriften van dokter G. Damman uit Brussel. De brochure telt 32 blz. en is te situeren rond 1910.
CLaboratortumá uan Plan,tenuittreksets oan Dokter G. DAMMAN > i`; ,;",'•T6, 7YÓonstraat,- 76, BRUSSEL (Be12K)' ,r-
04 -
ZIEKTEN DER GESLACHTS EN WATER ORGANEN BIJ DEN MAN Andere ziekten dan BLENNORRAGLE (Druiper)', zots tateking van het Urinekanaal zonder Gonocoques . - Wonden In het Kanaal . - Acute en chronische Prostatites . Ziekelijke verdikking der Prostatites. - Vernauwing van het Urinekanaal. Onwillekeurige Waterloozing bij oude lieden. . Prostaterrée: Zaadverlies . - Spermatorrée . - Nachtelijke Pollutie. - Verschillende verstoringen der natuurlijke geslachtsverrichtingen.
VLUGGE EN VOLKOMEN GENEZING hoegenaamd zonder gevaar voor verwikKelingen,door de produkten bereid opbasla van plantenuittreksels , volgens de voorschriften van den
Dokter In geneeskunde 6. DAMMAN , Specialiteit Ee-leur,,. du Geetbeiun . e. Brnm.1 S.. ,d.,-F'.•e ., ..e tit GROOT GENEESKUNDIG INSTITUUT. Olhu.r d'Aeade.ri.. V.ni. d met bet B~-lijk Krnii d., l-- kl..
.e B.tia
m.t bet Ee r. M.deill...n - Bi.. Kblic , e. Fr..biik. ^...i m.t b.t Zi• er.. M.d~B~ ,.e het 5w.e .eh. Reeds. K.eie. met h.t M.d.W. ve. Verdient., n. het Goed.. Kno. •.e Italii.
78, TROONSTRAAT, 78, BRUSSEL ( B oloo i)
2. Een "Vliegend blad" met liederen. Wie oud genoeg is herkent hierin radiosuccesnummers uit de jaren 1938-'39 en iets vroeger. Dit niet gedateerde blad is allicht een der jongste en der laatste door marktzangers op de markt gebracht. De verantwoordelijke uitgever was een J. Baele uit Borgerhout. Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
r Vervolg óp Witte Rozen? (Nadruk verboden)
jder is gestorven, antje's moe
e nam zusje met zich mee. Treurend li et ze op aard achter Vader, Jantje, alle twee. Vol van droefheid in zijn hartje Treurde 't ventje dage s lang Geen eind kwam aan zijn smarte Voelend zich zoo eenzaam bang En smeekrad bidt áe lieve lieve knaap aa Al in den dagmin zijn sip: REFREIN:
rl
Ohl manie kom toch weder, Hoe droef alleen op aard Ik houd van U zoo teeder. Blijft in mijn bewaard hart . II. Nog is er gem maandver loopen 't Ventje treurde dag en nacht hij bidt en blryft dashopen opra Werd ik maar bij mam gebracht Bleek en mager zijn gezichtje eidweer. Geven smarten droefh Ieder kijkt naar ons ein kl jantje . Ohl zoo teer. Zacht vol méelij En biddend smeekt dan kleine Jan Zijn Dogen vol van tranen , dan: • III. Op een zek're Zondag morgen kerkhl toe Ging hij weer naar Een bouquetje witte rozen Nam hij mee voor zus en moe. Bij 't graf van lieve moeder Knielt de kleine vent dan neer Het wordt hem alles te moede Stervend zakt hij op ' t graf neer. Met witte rozen in de hand Gaat hij naar 't hemelland. SLOTREFREIN : Nu is het kleine Jantje Naar zus en moe gegaan. Lieve mam , en lief klein zusje
'k Breng witte rozen aan.
Het Huisje bij den Toren In 't huisje daar vlak bij den toren Zoo lief echt Oud-Hollandsch van bouw. Woont zij die mij eens ral behooren Die ik heb gevraagd : wordt mijn vrouw. . Zij heeft mij het jawoord gegeven
Ik werd rood en wit tegelijk. Ik kan zonder haar toch niet leven Nu ben i k den koning te rijk.
a .bijna de zosi door mijn ruiten ip ik vaak even aas ,buiten . " ie ik die geveltjes, prat xtig gebouwd aar 'k door de jaren zoo mee ben vemouwd Daar woont een 'mooi meisje speelt het hoempaorkest bovendien 1 Wil je eens iets beleven Een meisje lief eà f" a 'k alles vma$jker'zien Ga dan eens met mij mee. Bij dien ouwen toren >.' REFREIN: 'k Zal je het geld vaat geven Staat een huisje klein straatje, enz empa orkest fn het peelt het ho Niet naar het strand, o nee. Als de klok gaat ]inden .1 Koop je gem mooie kleerra Zal 't daar bruiloft zijn. III. Dat komt daar niet van pas . ",E •riendschap, die is het symbool van de straat II, Daar is alleen de mode f spreekt de een van dm ander ook kwaad. Als gids ging zij ! ^rugezellen Een pet met een rooie das. elpen doet ieder, dat weet je 1, Toen ilc daar el REFREIN: =`i nog zoon beetje. i heeft hij ook spon eer k` * ZIJ ;kon wisten ontstaan . maae ëie Pijn zoo gezegd, 'k Bm in Parijs geweest _.-. - '. Ik iaakf wat men ááemt ysn stre'^: onmiddlijk beslecht. de muziek komt, t Was er een reuze feest * ' '^ Als ridder uit het grijze verleden Al n gaan de menschen gemoed' lijk uiteen k Heb er de Moulin- Rouge gezien Ik haar Zag ik als joakvrouwe staan an zingt tot slot iedereen. k Heb daar gedanst met Josephine heb met de draken gestreden 'k Raad het eenieder aan * REFREIN: En zij nam mij liefdevol aan. Eens met mij mee te gaan ;peelt het hoempa-orkest in het straatje, enz. REFREIN: Koop je een pet met rooie das Bij dien ouwen toren, enz. Dat komt daar goed van pas, I11. 11. Die ouwe, die statige toren Kleed je nu als Apache Houd ik heel mijn leven in eer I. En ga eens met mij mee Ik hb daar mijn hart wel voor verloren tje was verliefd op Merrietje Wil je eens heerlijk lachen Maar kreeg daarvoor haar hartje weer. eisje bij mij in de straat Kom dan en zeg niet nee. Wij hebben elkander gevonden eiken keer , kwam hij er weer Je kunt daar weer herleven De tor en heeft ons saamgebracht rMTas wat je noemt een heer. Daar in de Moulin Rouge E n wij gaan . voor altijd verbonden ik geloof die Mazietje 't Is daar precies om 't even at daar op ons wacht. Naar 't huisje dat niet zoo veel met hem op Wan ar leelt.me.nin -een-ron. IN: lei hij lederen avond r. dien Otiw Í Ttortn , enz.'n' ef inj Saai lag, hoor éena pop: REFREIN: om aan mijn hart Merrietje •r het van rikketik gaan at van eenvrouw ik bied Je 1. en mijn spaarbeekje aan. Helle zonneschijn , kan 't niet immer zijn 'k Heb een lief huisje , de kamers zijn klein. om aan mijn hart Marletje, Wolk trekken, vele urm gaan voorbij 't Is ouderwetsch maar ik vind het er fijn. dje ik vind j e zoo mooi, Of d a 't meent , o£ de hemel weent En staat de koffie te geuren zelfs mijn kanariepietje Zijt-n it treurig B$ dien ^rwen Staat een huisje 'k lt
yam aai mijn hars Merrietje
spaall het Hoempa-orkesl in hel straatje
Dan kan er niks mee gebeuren.
t goeoop, en schr Daar ik vlak over een bloemenzaak woon. Maar hoor ik buiten het hoempa-orkest Dan voel 'k me pas opperbest REFREIN: Speelt het hoempa-orkest in het straatje Hoempa -pa, tjin-ge-#a
Dan kijkt Nalis u naar ai)n Kaatje Hoera-papa, tjia. -boem. Speelt het hoempa-orkest in het ' straatje Hoera-pa-pa, tjin-ge-la-boem. Als de trommel slaat In een driekwart maat
Keert de vreugde weer voor een keer Als de trommel slaat In een driekwart maat Kan je dansen wat wil Je nog meer. f f iI Als ik voor ' t raamzoo de drukte bekijk Van 't oude atraafje- dan voel ik me rijk.
Re endroppen
, wees immer vroolijk en blij.
Dept om jou in zijn koof..
11. aar a e .- 1s enkele dagen :wam er'een liefhebber bij n op een dag,'k Schoot in een lach m wat ik daar toen zag. net gekleede mijnheeren ht ;op rfJ;
REFREIN: Regenroppen, die aan uw venster kloppen Dat makt zoo blij , ze zijn een groet van mij. Zonnestralen . die in Uw venster vallen Dat maakt zoo blij , ze zijn een kus van mij Maar . itivonds in baldia maneschijn zelf tot U en wil beloond zijn, ppen, die aan uw venster kloppen Dát mast zoo blij, ze zijn een groet van mij.
Bloemen in 't rond , vogels fluiten bont Kijk._ U heen, hoor naar elk geluid Ieder ;vo I zingt, Ieder klokke klinkt, en zie • . Naan.die ene wonderschoone melodie.
2676
DE STAD DEINZE IN TIJD EN MONUMENTEN Het thema "tijd " voor de jaarlijkse open monumentendag heeft in Deinze de stad zelf als onderwerp, de stad doorheen de tijd. Er werd geopteerd voor een beperkte stadswandeling met gidsbeurten op specifieke plaatsen. Zo krijgje uitleg hoe het landschap mee aan het ontstaan van de stad heeft gelegen of hoe de stad is gegroeid. De monumenten worden als markante getuigen gebruikt om deze groei en de samenhang doorheen de tijd te illustreren.
Uit de diverse perioden zijn monumenten gekozen die dit verhaal kunnen toelichten. Zowel kerken, een kloosterkapel als een industrieel gebouw worden grondig doorgelicht. Als rode draad. fungeert de evolutie die ze hebben ondergaan. En dat historische getuigen niet zomaar blijven bestaan, wordt door de Monumentenwacht Oost-Vlaanderen daadwerkelijk gedemonstreerd. De band met het heden wordt versterkt doordat het de jeugd is die uitleg verstrekt bij het verleden, meer bepaald de leerlingen van de richting Toerisme van het Erasmusatheneum Deinze.
HET LEIELANDSCHAP ROND DEINZE IN DE LOOP DER TIJDEN Het thema "tijd " leent zich uitstekend om ook de ontstaansgeschiedenis van hei Leielandschap rond Deinze te betrekken bij deze "Open Monumentendag ". Hoe zag dat landschap er uit enkele miljoenen jaren geleden ? Welke dieren leefden er toen hier? Hoe zag de vegetatie er toen uit? Waren er al bossen? Wat gebeurde er tijdens en na de verschillende ijstijden met ons landschap? Kan men de sporen van die ontstaansgeschiedenis nog zien in ons landschap, bvb. op luchtfoto's of op geologische kaarten? Waarom meanderde de oorspronkelijke Leie zo erg? En welke plaats hadden de grote beken, Zeverenbeek, Kaendel, Rekkelinge, ..., in dat rivierenstelsel van de Leie? Waarom is Deinze precies op deze plaats ontstaan en is er een historische-geologische verklaring voor het huidige wegentracé?
Genoeg stof dus voor een toelichting vanwege uw gidsen ter plekke.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2677
HET GROEIEND STEDELIJK WEEFSEL Centraal in de groei van de stad staat de dualiteit tussen Deinze en Pete gem, waarvan de woonkernen zich op enkele honderden meter van elkaar bevinden, op de tegenoverliggende droge oevers van de Leie. De oversteekplaats ter hoogte van de huidige brug, waar de vallei het smalst is, is cruciaal voor het ontstaan en de ontwikkeling van de stad. Daar kruiste de oude weg van Kortrijk naar Gent de rivier en verliet dan via de Gent poort (huidige Gentpoortstraat) de stad. Maar ook de pontwegen richting Scheldevallei gaven er aansluiting met de wegen richting Brugge (Brugse poort). Langs deze handelswegen groeit de bewoning vanuit de kernen rond de kerken en de dries te Petegem vrij snel naar elkaar toe en geeft het ontstaan aan 2 steden Petegem(-binnen) en Deinze(-binnen).
Het zwaartepunt komt op de Tolpoortstraat te liggen, verwijzend naar de verdwenen Holpoort . Reeds vroeg gaf dit aanleiding tot allerhande twisten tussen beide rivaliserende steden waar pas door Karel de Stoute een voorlopig eind aan werd gemaakt in 1469 door beide samen te voegen tot Deinze. De samenvoeging van beide gemeenten met de fusie van 1971 zei een definitief punt achter de rivaliteit.
DE OPENGESTELDE MONUMENTEN Museum van Deinze en de Leiestreek Een museum binnenwandelen betekent een rechtstreekse confrontatie met het begrip "tijd". In de afdeling Volkskunde getuigen de tentoongestelde voorwerpen van de tijd die onherroepelijk voorbijgaat: een horloge van 1824 tikt al zolang de seconden en de minuten, een kinderwagen wiegde lang geleden een rozige baby, een weefgetouw doet zware arbeid vermoeden, keukengerief bracht zoveel jaar terug de zaligste geuren voort! Ook kunstwerken staan symbool voor tijd. Zijn landschappen, portretten of stillevens immers geen momentopnames?
Kijken we niet met nostalgie naar het schilderij met die malse groene weide waar vele seizoenen over heengingen, waar vele koeien op graasden en waar nu huizen staan? De tijd gaat met stelligheid voorbij maar laten we wel wezen: er blijft altijd iets waardevols over.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. lctartnlaatr Mncrnm van (lein,'e en de 1 eirMrrekl
2678
Sint-Martinuskerk + Monumentenwacht Oost- Vlaanderen V.Z. W. De kerk van Petegem lag, voor de fusies der gemeenten, op grondgebied Deinze, maar was parochiekerk voor een klein stukje Deinze en voor heel Petegem. Het is een kerk van zeer oude oorsprong, reeds bestaande in 1147 toen de grond, door graaf Diederik van den Elzas in leen werd gegeven aan de abdij van Drongen. In 1616 werd, naar model van de kruisingstoren van de O. -L. -Vrouwekerk op de markt, een achthoekige bakstenen klokkenkamer gebouwd boven de vierkante onderbouw. In 1750 was de kerk zeer bouwvallig en werd een aanvraag gedaan om twee zijbeuken te bouwen. De realisatie ervan was in 1772 een feit. De rest van de bewogen bouwgeschiedenis kunt u ter plaatse horen, wetende dat verschillende stukken van het ] 7dé en 18de eeuwse meubilair behouden is gebleven. Monumentenwacht Oost-Vlaanderen V.Z. W. De tijd knaagt aan ieder monument. Alleen een regelmatig en goed onderhoud kan een monument behoeden voor verval. De inspectie van historische gebouwen is een zaak van specialisten. Monumentenwacht heeft teams die de nodige technische kennis en deskundigheid bezitten. U kunt een team monumentenwachters aan het werk zien op de hogergeciteerde kerk.
Molens van Deinze en Antwerpen Deinze werd in de tweede helft van de negentiende eeuw een industrieel centrum mei in hei bijzonder een uitgebreide zijde- en bretellennijverheid, speelgoedfabrieken en maalderijen voor bloem en veevoeders . Het grootste deel van deze bedrijvigheid is verdwenen , maar het maalderijbedrij f voor de productie van bloem in de Tolpoortstraat is nog steeds actiefa In Groot-Deinze waren er in de negentiende eeuw bijna twintig houten of stenen koornwindmolens die voor het eerst concurrentie kregen in 1875 toen Prosper De Volder en Henri en Emiel Timmermans aan de Leie een stoommachine voor het malen van graan installeerden. Een brand in 1890 verwoestte de oudste gebouwen. I-let bedrijf werd als "NV Molens van Deinze" terug opgestart in 1892. Dit gebouwencomplex is nog steeds te herkennen in een lang bakstenen bureelgebouw, rechts van de oprit. Het heeft nog een onderbouw van de vroegere paardenstallen. Aan de Leie staat een industriebouw met loskaai dat in de kern teruggaat tot het einde van de negentiende eeuw. Het torencomplex behoort tot de belangrijkste hoogbouw van Deinze. Aan de zijde van de Tolpoortstraat staat vlak naast de oprit de voormalige directeurswoning daterend van ca. 1900 en gebouwd in neo-Vlaamse renaissancestijl.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2679
On e-Lieve-Vrouwekerk + Beiaard Deze kerk staat aan de Leie, in volle stadscentrum. Een monument waar je niet naast kan kijken
In de loop van de 14de eeuw, waarschijnlijk na de brand van 1327, werd de kerk wederopgebouwd in Scheldegotiek. Uitwendig werd de kerk volledig opgetrokken in Doornikse steen, met verwerking van breuksteen en sporadische verwerking van Ledesteen in het koor. In het boogveld van het spitsboogvormig ingangsportaal staat het O. -L. - Vrouweheeld van 1889. Aangezien de wijzerplaten en de wijzers van het torenuurwerk door roestvorming in erbarmelijke staat verkeerden, werden ze recent (juni 2000) totaal vernieuwd. In haar huidige gedaante is ze het resultaat van een bijzondere bewogen evolutie. Beiaard In Deinze weergalmen sinds jaar en dag muzikale klanken vanuit een klokkentoren. Vijf eeuwen geleden was dat al het geval vanuit de toren van de stadshalle die midden op de markt stond In de l6dc eeuw brandde nagenoeg de hele stad af uiteraard verstomde ook de beiaard in deze ramp. In de 17de eeuw werd de holle herbouwd, echter zonder belfort. De beiaard (klokkenspel) werd niet meer hersteld. Deze halle moest trouwens definitief gesloopt worden na een brand in 1792. Eeuwen later, op 20 oktober 1986, keurt de Gemeenteraad van Deinze het prestigieuze project van een nieuwe beiaard goed. Daar er geen belfort meer is, wordt de toren van de OnzeLieve- Vrouwekerk als nieuwe beiaardtoren aangewezen. Met medewerking van het Stadsbestuur en de vzw Stichting Monumenten en Landschapszorg komt een steunactie op gang, waarbij een 200-tal sponsors worden betrokken. Op 29 oktober 1988 wordt de eerste grote-tertsbeiaard ter wereld, gerealiseerd door de firma Clock-O-Matic (B) en Eijshouts (NL), met 3 7 klokken ingespeeld. Zes jaar later (4 november 1994) - dus nu 6 jaar geleden - wordt hij vervolledigd tot 48 klokken (4 octaven) en wordt aldus een volwaardige concertbeiaard
Sint-Blasiuskapel Deze éénbeukige kapel was vroeger een hospitaal dat werd gesticht rond het einde van de 12de eeuw. Blasius was vroeger de patroonheilige van dit hospitaal, vandaar de naamgeving aan deze kapel. Het hospitaal bleef bestaan tot aan de Franse Revolutie, toen werd het als nationaal goed verkocht. De kapel van het hospitaal deed dienst als een gemeente- evangenis van 1809 tot 1843. In 1843 werd deze kapel door de Zusters Maricolen gekocht. Hel vervolg van het verhaal verneem je van de gids ter plaatse.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats: Museum van Deinze en de Leiestreek)
2680 1769. De streek van Deinze anderhalve eeuw geleden. (Uit "Beschrijving van Oostvlaenderen " van Domien Sleeckx, 1858) De schrijver Domien Sleeckxtt', lid van de Maatschappij van Nederlandsche Letterkunde te leiden, publiceerde in 1858 bij I.S. Van Doosselaere te Gent een "Beschrijving van Oostvlacnderen, bevattende de opgave van al de steden, dorpen, wegen, vaerten en rivieren"t2' Zijn tekst lijkt ons interessant genoeg om er. bijna honderdvijftig jaar na datum , toch even kennis van te nemen. Zijn relaas steunt op eigen waarneming (waar het kon reisde Sleeckx per "konvooi", d.w.z. met de trein!), maar de geografische en economische informatie haalde hij uit bestaande literatuur<". Ziehier wat Sleeckx over onze streek te melden heeft. "Cruyshoutem is de hoofdplaets van een miliciekanton en van een vredegeregtskanton. Het heeft eene oppervlakte van 2685 ha., en bevind (.sic) zich 4 '/2 mylen ten zuid-westen van Gent, op de baen van Deynze naer Audenaerde. De Zandbeek, een kleine arm der Leije, loopt door een gedeelte van het grondgebied. In het midden van het dorp bemerkt men een oud kasteel met vier torens. De linnennyverheid is de voornaemste bron van bestaen voor de inwooners. Van Wannnegem en Nokere , kan ik u evenmin iets byzonders vermelden. Om wel te doen, zouden wy hier op onze stappen moeten terug keeren, en op nieuws den ijzeren weg van Gent naer Kortryk volgen. Als wy te Nazareth op het konvooi gacn, en naar Deynze ryden, dan zien wy weldra voor ons den toren van Astene , een dorp van 1400 inwooners, eene halve mvl van Deynze gelegen, tot welks vredegeregt het behoort. De Leije bespoelt het grondgebied en de bevolking leeft meest van't weven van katoenstoffen.
Na nog eene poos te hebben gereden, komen wy te Petegem en stappen er van het konvooi, om ons naer Deynze te begeven. Petegem telt 1500 inwooners. Het dorp ligt op den linkeroever der Leije en heeft gemeenschap met de stad bv middel van eene draeibrug. De yzeren weg loopt van het noordoosten naer het zuid-westen door de gemeente en de steenweg van Audenaerde naer Thielt, van het zuid-oosten naer het westen. De Leije ontvangt hier een klein water. genaemd de Tichelbeek. Petegem dryft handel in lynwaed en katoenstoffen. Men stookt er genever en Inaekt er styfsel. Er zyn olie- en graenmolens. DEYNZE. Volgens de laetste volkstelling waren er te Deynze op het einde van 1856 omtrent 3737 zielen. De stad ligt op de Leije, en bezit vyf bruggen over die rivier. Zy is zeer oud en droeg vroeger den nacm van Donza. In 880 werd zy door de Noordmannen verwoest. Later werd zy door aenkoop de eigendom van Robrecht van Bethune, graef van Vlaenderen. In 1625 maekte Philips IV, koning van Spanje, haer tot een markgraefschap , en in 1632 kwam zy in het bezit der graven van Merode.
Deynze heeft twee kerken. De voornaemste, de kerke van Onze-Lieve-Vrouw, is een zeer oud gothisch gebouw. Zy prykt met eene schildery, voorstellende de Geboorte Chrisii, die aen Jourdaenst°' wordt toegeschreven. Er zyn te Deynze verschillende onderwys-gestichten, alsmede gestichten van weldadigheid. Men stookt hier genever, die voor dengenen van Schiedam niet moet onderdoen. Ook vindt men er brouweryen, verwerven, fabrieken van ameldonk en tabak, huidenvetteryen, enz. De handel in vee, lynwaed en granen is er zeer belangryk. Het grondgebied meet 866 ha. Wy zyn vier mylen ten zuid-westen van Gent. Deynze is de hoofdplaets van een milicie - en van een vredegeregtskanton.
Ten Noorden van de stad vinden wy dry dorpen, Zeveren, Meygem en meer ten westen Vynckt. Het eerste telt ongeveer 700 zielen, het tweede 1200 en het derde 1900. Zeveren wordt besproeid door den stroom en nog eene andere beek. Ook treft men er twee vyvers aen, genaemd de Moerputten. Meygem wordt doorsneden door de Reygersbeek en de Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2681 Pouckeschebeek, en Vynckt door twee onbeduidende waterkens. Alle dry deze dorpen leven voornamelyk by de linnennyverheid en den akkerbouw. Doch wy gaen terug naer Petegem, stappen weer op liet konvooi en ryden in de rigting van K_orirvk. Regts ligt Grammene met 611 zielen en een weinig meer ten westen Wontergem met byna 1000. Beiden worden door de Leije of hare toevloeden bespoeld en behooren tot het kanton Deynze. Ten zuiden van Grammen ligt Gotthem met 1022 zielen. Het grondgebied van 618 ha. wordt doorsneden door de Leije en de Oude Mandelbeek. De yzerenweg brengt ons te Machelen . 't Is een fraei dorp met 2400 inwooners, op de groote baen van Gent naer Kortryk gelegen, eene myl zuidwest Deynze, 4 :z mylen zuid-west Gent. De Leije kronkelt er nevens. Wy zyn hier aen de derde statie van den yzerenweg van Gent naer Kortryk. Het konvooi herneemt zyne vaert en brengt ons naer de vierde statie, die van Olsene, eene gemeente van hyna 2000 zielen, die alweder op den boord der Leije ligt en alweder by vlashandel en linnennyverheid leeft. Een weinig verder, insgelyks op den steenweg van Gent naer Kortryk, hebben wy Zulte , met 1770 zielen en 1011 ha., de laetste gemeente van het regterlyke arrondissement Gent. Zy behoort tot het kanton Cruyshoutem, en wordt bespoelt (sic) door de Leije, de Gaverbeke en de Zandbeke. De grond van Zulte is van eene buitengewoone vruchtbaerheid. Eenige sekonden later zyn wy buiten het arrondissement en zelfs buiten de provincie Oostvlaenderen." (1) Jan Lambrecht Domien Sleeckx (Antwerpen 1818 - Luik 1901), achtereenvolgens klerk, onderwijzer en jounalist, schreef eerst novellen in de trant van Conscience, maar zijn later werk werd geleidelijk meer nuchter-realistisch. In 1848 verscheen de bundel Volkvverhalen en in 1861 zijn best bekend gebleven werk In 't Schipperskwartier. In 1844 was Sleeckx, samen met Conscience en De I.aet, oprichter van het eerste Nederlandstalige dagblad van het nieuwe België, "Vlaemsch België" genaamd (en gefinancierd door de Waalse radikalist Jottrand!). (2) Het bevat een kaart van Oost-Vlaanderen (met het treinnet dat toen amper twintig jaar bestond en nog in volle uitbouw was) en is geïllustreerd met een tiental houtgravures. En ex. in de Centr. Bibl. van de Gentse Universiteit (nr. G. 9750). De streek van Deinze wordt er beschreven op de blz. 82-83 (het Land van Nevel, tot Aalter) en blz. 104-107 (Deinze- Petegem ). (3) Een van zijn voornaamste informatiebronnen was vermoedelijk "Dictionnaire géographique de la Flandre Orientale" (1834) van Ph. Vander Maelen. Zie b.v. blz. 46 aldaar voor de historische gegevens over Deinze. (4) Zie onze bijdrage "De aanbidding der herders, een schilderij van Simon de Pape?" in K.G.K. -Jaarboek LXV (1998), blz. 267. Het schilderij, vooraan in de linkerbeuk opgehangen, draagt op het koperen onderschriftplaatje verkeerdelijk nog de oude toewijzing "Atelier G. de Craeyer".
PAUL HUYS nr. 318 1770. De grootgrondeigenaars te Machelen in 1794
In het Rijksarchief te Kortrijk vonden we een staat van personen die in 1794 een bezit van meer dan 2.500 gulden hadden. Naast grondbezit telden ook de inkomsten mede van renten en geld enz...111 Hieronder geven we een opsomming van de 16 rijkste eigenaars te Machelen. Twee hiervan waren kloosters. De grote meerderheid onder hen woonde echter niet in het dorp. Acht woonden te Gent. Zeven waren edellieden. Zeven hadden ook eigendommen te Petegem. De meesten zullen geen actief deel hebben gehad aan het sociaal-economisch leven te Machelen. Deze 16 personen bezaten samen 497 ha of 39% van het grondgebied van Machelen. 1. Het Hospitaal van Sion te Oudenaarde 126,9 ha 27.000 gulden Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats: Museum van Deinze en de Leiestrcek)
2682 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Graaf Filip-Norbert Van der Meere te Kruishouten Baron Chrétien-Joseph de Lannoy de la Motterie te Brussel Erven Jonkheer Tayaert te Machelen Baron Pierre de Walle te Gent Heer Veranneman te Brugge Weduwe en Erven Van Doorne te Gent Heer Jan de Potter te Gent Heer Dionisius-Jacob Papeleu te Gent Heer Frederik-Francois van Crombrugghe d'Iseghem te Parijs Klooster van Deinze te Ekkergem-Gent Advokaat Filip-Willem Van den Broecke te Aalst Heer August Van Bogaerde te Gent Baron Baut, Heer van Wannegen te Gent Heer Jacob Van Wonterghem, griffier te Nazareth Mevrouw Weduwe Jonkheer Jean-Charles Maelcamp te Gent
56,5 ha 50,8 ha
204.000 gulden 36.000 gulden
50,8 ha 39,5 ha 28,2 ha 28,2 ha 21,2 ha 19,8 ha 19,8 ha
27.000 gulden 19.000 gulden 16.000 gulden 12.000 gulden 12.000 gulden 16.000 gulden 12.000 gulden
18,6 ha 9,9 ha 9,9 ha 7,1 ha 7,1 ha 2,8 ha
17.000 gulden 5.000 gulden 8.000 gulden 4.000 gulden 2.500 gulden 2.500 gulden
(1) Rijksarchief Kortrijk. Fonds Bruine Pakken n°6274. 27 sept. 1794
LUC GOEMINNE Wie kent wie? Heeft de foto met poserende muzikanten iets te maken met de Deinse muziekschool? Op de tweede foto houdt een jongeman een affiche van Kunsttentoonstelling- Exposilion d'art die blijkbaar doorgaat in het Hotel Royal en wel in juli 1914. Op het bankstel staat uiterst links een guitig lachende Albert Saverys. Wie zijn de andere kunstbroeders?
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2683 Ons lid, Stefaan De Smet, bezit een foto met 20-tal personen op, die deel uitmaken van de Reizigers-maatschappij Deinze "Allen Content". Hij zou graag weten of iemand hem bij de indentificatie kan helpen. Waar is de foto genomen? (achtergrond in spiegelschrift op raam met glas in lood B. Filliers Brouwerij) Wie zijn de afgebeelde personen? Is er iets meer bekend over de betrokken vereniging? Uw eventuele verduidelijkingen kunt u op ons adres bezorgen of rechtstreeks aan Stefaan de Smet, Hondstraat 91, 8700 Tielt, tel.: 051/40.46.27
Felicitaties voor ~-ondervoorzitter Roger Boerjan Op 13 juni brachten het Schepencollege en het stadspersoneel hulde aan Burgemeester Roger Boerjan n.a.v. de 20' verjaardag van zijn eerste eedaflegging als burgemeester van Deinze. Die viering gebeurde in het Museum. Aan die 20 jaar burgemeesterschap gingen 10 jaar schepenschap, en 6 jaar gewoon gemeenteraadslid-zijn vooraf. Dus 36 jaar in de gemeenteraad. Secretaris Callu en eerste schepen Tack hielden een gelegenheidstoespraak en Geert Boerjan, burgemeesterszoon, bracht een groet namens het gezin (een met fijne humor doorspekte toespraak). Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats : Museum van Deinzc en de Leiestreek)
2684 De Burgemeester dankte voor de hulde en voor het geschenk . Schepen Tack nodigde uit op een receptie in de Brielpoort. Ook KGK wenst Roger Boerjan, KGK-ondervoorzitter sedert 1977, proficiat! HERMAN MAES Felicitaties voor de schatbewaarders van Deinze KGK-lid Frans Meirhaeghe , stadsontvanger, heeft vanaf 1 juli 2000 de stadskas uit handen gegeven, na een lange carrière in de stadsdiensten. Hij blijft er wel nog deeltijds actief, maar hij krijgt nu wel wat meer tijdsruimte om de hele voorraad boeken over WO Il die de bibliotheek rijk is grondig door te nemen. Alvast proficiat en ad multos annos! De stadsfinanciën kregen intussen een nieuwe beheerder in de persoon van KGK-lid Leo Pardon . Wij wensen hem, en de Deinse stadskas, een voorspoedige toekomst. Proficiat! Niet te missen: voor uw Deinze-bibliotheek: een monumentaal werk over de Brandweer Tony Vanhee , KGK-bestuurslid en deelgenoot, tevens voorzitter van VVF-Deinze, is de auteur van een monumentaal werk over de Deinse Brandweer: "Van brandblusser tot hulpverlener, 175 jaar stedelijke vrijwillige brandweer te Deinze, Deinze 2000, 368pp. De historiek van het Deinse Brandweerkorps, van 1824 tot 1999, wordt in dit werk wetenschappelijk opgetekend in een voor iedereen toegankelijke taal, ingebed in de maatschappelijke evolutie van Deinze en brede omgeving en opgesmukt met talloze anecdoten en overvloedig beeldmateriaal. Er zijn nog enkele exemplaren beschikbaar, bij ons lid, Kapitein-dienstchef Erie Van Damme , Stadionlaan 24, 9800 Deinze. Telefoon 09/381.81.13. Dit schitterend uitgegeven werk werd op 15 juni 2000 voorgesteld door onze erevoorzitter Herman Maes , in het bijzijn van de provinciegouverneur, de burgemeester, het schepencollege en vele brandweerlieden. Graag nemen we hier de tekst van zijn toespraak op. 1771. 175 jaar Brandweer in Deinze Er is een tijd geweest waarin de huizen van onze voorouders zeer brandonveilig waren. Die huizen bestonden uit een houten geraamte met wanden van gewonden en gevlochten wilgentakken, dichtgestreken niet gedroogd gras en stro, gemengd met kalk of leem. Op zulke huizen kwam dan een strodak of een rieten dak. Binnen in zulke huizen([) verwarmde, verlichtte en kookte men met open vlam. Brandgevaarlijk. De brandbestrijdingsmiddelen waren toen: 1. emmertjes water halen en van hand tot hand doorgeven, 2. brandhaken om het brandend gebouw omver te trekken. De brandonveiligheid bestrijden én de brandblussingsmogelijkheden vergroten, dat was de bestendige opgave, generatie na generatie.
De brandspuit, en vooral de rijdende brandspuit; de pomp en vooral de rijdende pomp, dat was een grote stap voorwaarts. Deinze had zijn eerste pomp in 1724; de tweede in 1825; de derde in 1839. En die heeft Deinze nog. Het duurde wel tien jaar om ze te betalen. Ze kostte toen 1400 frank. Maar men Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2685 werkte toen voor centiemetjes. Eén frank voor een werkdag van zowat tien uur. Dus 1400 werkdagen. Feest-, hoog- en kermisdagen afgetrokken was dat het loon van één ambachtsman gedurende vijf jaar. Deinze voerde omstreeks 1430 de "vergoeding van den derden tegel" in, dwz: de stad betaalde een derde van het dakbedekken als er pannen werden gelegd i.p.v. stro of riet. De stad voerde ook schouwingen in, visitaties, d.w.z ze kwam kijken, huis aan huis, of de schoorsteen wel voldoende gemetseld was. Er kwam dus controle en er werd steeds meer steen gebruikt. De huizen werden minder brandonveilig (nog lang niet brandveilig). In de mate waarin dat gebeurde kwamen er ook steeds meer brandbestrijding- en brandvoorkomingsmaatregelen en ook brandbestrijdingsmiddelen. Ook de verplaatsingsmogelijkheden van die middelen werden beter georganiseerd en gingen ook steeds vlugger. Niet dag na dag; wel generatie na generatie.
Twintig jaar geleden schreef ik daarover een KOK-bijdrage in ons KOK jaarboek. In mijn bijdragen heb ik het altijd over de mensen, niet over stukturen. Toen ik over de Deinse brandweer een en ander vertelde was dat dus ook over de mensen, niet zozeer over hun technische middelen, niet over hun uitrusting. Iedereen die schrijft doet dat naar eigen geaardheid, gerichtheid en belangstellingspunten. En aangezien ik behoor tot het ras der onhandigaards blijf ik van alle toestellen af of ze zijn kapot. In mijn belangstelling voor de brandweer bleeft ik dus van hun toestellen af. Ik had het over de mensen, b.v.b over hun "teire" na de oefeningen. Die "teire" was 175 jaar geleden nogal vaak bij weduwe Callier, Dorothea Roels en haar vijf dochters in de herberg "In 't Gulden Hoofd" (waar nu de bibliotheek is). De toestand en de werkomstandigheden van de brandweer zijn, ook al sedert 1980, nog eens fel veranderd. Het opgavenpakket van de brandweer is nog feller uitgebreid en nog veel gevarieerder geworden. De administratie daarover is ook omvangrijker geworden. Tony Vanhee kreeg dus terecht een uitgebreide opdracht die hij tot een uitgebreid verslag en tot een omvangrijk boek heeft uitgewerkt. Hij heeft dat zo goed gedaan dat ik nu fier ben op het feit dat hij een oudstudent van mij is en dat hij een collega-junior is geworden. Terecht noemt hij zijn boek niet "De Brandweer", maar "Van brandblusser tot hulopverlener(Z).
Hij heeft in zijn beschrijving van 175 jaar brandweer te Deinze, heel andere belangstellingspunten aangeraakt dan ik twintig jaar geleden over brandblussen eventjes aanraakte. Kijk nu naar de uitrusting, de lokatie, de radio- en telebegeleiding, naar de opleiding en de medische begeleiding. En voor wat wordt de brandweer niet allemaal opgeroepen hulp te komen bieden, hulp die er binnen een paar minuten is. Hoe is die vluggere en veelzijdigere bediening gegroeid en wie steekt daarachter? Want bij zo een geschiedenis van de brandweer heeft men bestendig de geschiedenis van de stad en van de omgeving als achtergrond. Ook de bouwgeschiedenis van de stad: waar werd er gebouwd en waar niet; en Waarom dan niet? Waarom die smalle straatjes, brandstraatjes, waterstraatjes en brandgangen? Zelfs het toneelleven, de fanfare en de dichtgenootschappen begeleidden de brandweer. Want dat is allemaal op mekaar ingespeeld. Ook de politieke implicaties en zelfs de dorpspolitiek spelen mee en dus ook de financiële situatie van de stad die uitrusting en personeel moet betalen en vergoeden. Zelfs de uitstappen, thuis en elders, de feestelijkheden en stoeten, de eet- en drinkfestijnen, en wat dat allemaal kost. Dat komt allemaal aan bod. Ik raad dan ook iedereen aan dit boek te lezen; niet alleen maar te doorbladeren.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startnlaatr Museum van Dein7e Mn de l.eiestreekl
2686 Probeer niet dat in één ruk te doen of op één luie namiddag, want dat zal niet gaan. Dan laat ge trouwens geen recht wedervaren aan de ernst, de toewijding en de zorg die Tony Vanhee aan dit werk heeft besteed. Ik wens hem van harte geluk met dit uitstekend werkstuk. Het is meteen een gelegenheid om de Deinse bevolking er nog eens op te wijzen dat Deinze een "vrijwillige" brandweer heeft. (1) Zulke huizen noemt men nu "Vakwerkhuizen". Het fraaiste voorbeeld van een stad, vol vakwerkhuizen, dat ik ken in het stadje Celle, even voorbij Hannover in Duitsland: elk huis zonder uitzondering is er een vakwerkhuis, geschilderd in lichte kleur en met dwarsbalken met in hout gesneden. Ook met veel boemen in de gevels. Dit stadje is quasi heelhuids door WO 11 gekomen. (2) De provinciegouverneur voegde in zijn inleidende toespraak bij de presentatie van dit boek er nog een derde opdracht aan toe: die van adviseur.
HERMAN MAES nr. 63 1772. Telefoonabonnees te Deinze in 1936 Alle telefoonabonnees van België waren nog vervat in één enkel boekdeel van 2.300 blz. Hierin kwamen voor gans het land ongeveer 250.000 aansluitingen voor. Deinze (met Petegem en Zeveren) telde toen 347 abonnees. Astene viel gedeeltelijk onder Deinze en Deurle. Machelen gedeeltelijk onder Deinze en Olsene. Ongeveer 10% van de beroepen en adressen werden nog in het Frans weergegeven. Deze lijst laat toe een statistisch overzicht te geven van de toenmalige handelszaken en industriële vestigingen te Deinze en te Petegem. LUC GOEMINNE Maessprokkels Een herberg ( be)zoeker uit alle eeuwen Paul Huys is een vlijtig medewerker van onze Jaarboeken en van ons Contactblad. En uit zijn bijdragen, ook elders gepubliceerd, mogen we besluiten dat hij ook een vlijtig herberg(be)zoeker is. Tot verbazing allicht van wie hem kent. Hij bezoekt echter niet zozeer herbergen van de 20'/2l' eeuw dan wel die van de 18e, zelfs 17' eeuw. En de 19' eeuw. Hij (be)zoekt ze in alle eeuwen. Herbergen moest men in het centrum van stad of dorp vinden; die op uithoeken en verder afgelegen waren verdacht! (van wat?). Tijdens de zondagsmis mocht men niet op herberg zitten. Daarom was er controle; en waren er tellingen (in 1683, 1719, 1779, 1793) en die leveren ons nu herbergnamen en namen van uitbaters (of uitbuiters?). Ook financiële controle (fiscus) en politie-controle zaten in de bedoeling van de tellingen. In de "Roede Van Tielt" nr. 3-4 van 1999 heeft Paul Huys het over de herbergen in dat gebied in 1683. Hij stelt vast dat Gottem toen vijf herbergen had: de drie Zwaantjes, St.-Joris, de Tapuit en de Zwaan (de vijfde had geen naam). Wontergem had twee herbergen, maar beide zonder naam. Toen waren ze al zo oud dat niemand van de toenmalige Wontergemnaars maar enig idee had over de begintijd van die herbergen; ze waren er al altijd al geweest. De drie Zwaantjes in Gottem waren in 1683 zowat 14 jaar oud. De namen, aan herbergen gegeven, zijn interessant: Vogelzang, de Roos, de Keizer, de Maagd van Gent, de Arend, den Uil, den Engel, de drie Koningen, den Hert, het Meuleken, het Wit Peert, den Heuvel, de Leeuw, de Beurs (Bursse), het Fransch Schild, het Paradijs, St.-Sebastiaan, het Schaak, het Haantje, de Valk, het Zwijntje. Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2687 Deinze-Petegem telde toen (1683) 15 herbergen. In KOK-Jaarboek 1980 en 1979 schreef Paul Huys al over de Deinse herbergen. De herberg was een centrum voor sociaal leven. Soms was ook de gemeeentelijke administratie in een herberg behuisd. Keizer Karel Geschiedenis is toerisme in de tijd. Een toerist heeft ankerplaatsen nodig. Het jaaar 800 is er een. Toen werd Karel de Grote tot keizer gekroond. Hij werd Keizer Karel 1, de eerste van de Karels in Duitsland zowel als in Frankrijk. Het jaar 1500 is ook zo een ankerplaats. Toen werd te Gent in het Prinsenhof Karel van Habsburg geboren die in 1519 Keizer werd, de vijfde met de naam Karel. In de volksverhalen en de volksherinneringen was hij Keizer Karel - zonder nummer - de man van de Boeren van Olen (en veel andere verhalen). Hij was keizer van 1519 tot 1555, toen hij ontslag nam en versleten, krom van jicht, ging uitrusten in het klooster van San Yuste bij de Iliëronymieten. Hoeveel kilometer reizen en rotsen heeft hij afgelegd van Gent naar Wenen, naar Rome, naar Madrid, toen reizen geen vakantielust was maar hard labeur in rammelende koetsen op nauwelijks bestaande wegen, of urenlang op de rug van een paard - maar niet als sportieve ontspanning. Door regen en wind, door sneeuw of zon. En steeds bedreigd door oorlog en overwegend hoe hij kon winnen op Frans I, op de Lutherse en Calvijnse ketters, op de opdringende Turken. Zorgen en verantwoordelijkheden tot en met over de Paus en om de koning van Engeland. Maar ook zorgen om zijn kinderen en om zijn bastaardkinderen Margareta en Juan, later bekend als Margareta van Parma en don Juan van Oostenrijk. En tussen Karel 1 en Karel V kwamen die andere Karels, Karl of Charles, maar ook die vele Lodenwijks/Ludwig/Louis en Filipsen ... tot het volgende ankerpunt: 1789, de Franse revolutie (de anti-revolutie krijgt minder aandacht) tegen ... o.a. Lodewijk XVI en zijn Marie Antoinette en tegen de (quasi lege) Bastille. En daarom heen steeds bloed en tranen. Over de laatste weken van Keizer Karel in San Yuste (1558) schreef Theun de Vries een "politieke novelle": de keizer legt rekenschap af bij zichzelf. (uitg. Querido, Amsterdam 1979 - in onze bibliotheek) Hij is lichamelijk versleten, geestelijk dood-op en lijdt sedert jaren steeds erger aan jicht, wat niet geneest in het drogere zuiden. Hij moet dieet volgen van zijn dokter (een Vlaming Dr Matthys) maar houdt ervan die regels te overtreden en stikt in het eten van bergen ansjovis en het drinken van koud bier. Ons Trees en den Boes Toen ik een kleine jongen was verbleef ik veel bij een zuster van mijn vader, bij tante Trees. In vaders breigoedfabriek werd druk gewerkt in de 2e helft van het jaar. Vader en moeder werkten zelf mee aan de machines en hadden dus niet veel tijd, temeer daar ze soms werkten van vijf of zes uur (zeker vader) 's morgens tot tien, zelfs tot 12 uur 's avonds. De eerste helft van het jaar was het stil in de fabriek. Tante Trees deed de was voor ons, deed stikwerk bij haar thuis voor ons. Haar man was heel zijn leven lang "dopper" en had dus tijd om met de kinderen te spelen. Hij maakte voor ons "kladderen vliegers", een "reketeekas"(?!) om naar aaneengelijmde stripverhalen te kijken. En we gingen samen wandelen... naar de bossen van Waasmunster (waar toen nog maar enkele villa's stonden) en de Heikapel (met wel al de Lekkerbek) (en het Heidepark). Niet ver daarvan kwamen we soms langs Belsele of toch een wijk daarvan. Die wijk werd "de warme landen" genoemd. Waarom? Geen haar op mijn hoofd dacht toen aan die vraag noch Doe mee aan Open Monumentendag up 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)
2688 aan een antwoord. Pas veel, veel later is me duidelijk geworden waarom de wijk Duizend Appelen ook De Warme Landen werd genoemd. Nu zou men zo een wijk de Rosse Buurt noemen, of de Hete Landen. Of ze daar toen al aan het venster zaten weet ik niet. Mijn kindergemoed van toen heeft daar toen niets van gezien ... niets van onthouden. Wij gingen met nonkel Albert van tante Trees "slapers" (spar-appels) verzamelen of braambessen plukken; of onze vlieger oplaten (Mijne vlieger met zijne steert ... geef maar klauwe!). In de winter was het baantje glijden op de beek; Hij (nonkel Albert) is ooit eens door het ijs van de beek gezakt. 's Zomers sprongen we met een stok over de beek. 's Zomers gingen we ook visjes vangen in de beek; en "oekedoelekens" vangen (dikkopjes, puikopjes) wat een mooi Waaslands dialektwoord. Hij woonde met zijn Trees in de pastoor De Meerleirstraat. Tante Trees' zusters Vina, Marie en Die (Livina, Maria, Elodie) woonden in dezelfde straat en hadden kinderen in mijn leeftijd (tante Marie 4 en tante Die= "tantie" 5, de enige zoon van tante Vina en de enige dochter van tante Trees waren te oud voor mij). Maar nonkel Albert paste wel bij onze kinderleeftijd. Er was iets raars. Nonkel Albert sprak zijn vrouw steeds (zijn hele leven lang en dat was meer dan 80 jaar) aan met haar familienaam Maes (maar dan wel in dialect). Zij en haar broers en zusters en al de aangetrouwden van een gezin met elf kinderen, spraken nooit over Albert maar spraken over hem met zijn familienaam De Boes. Ook tante Trees sprak steeds over "den Boes". Dat is het enige gezin met die aanspreking dat ik ooit gekend heb. Maes en De Boes, ook tegen mekaar. Mijn vader en zijn vijf broers en vijf zusters spraken over "ons Trees" en over "den Boes". De kinderen, en er waren er nogal wat, spraken wel over nonkel Albert. Zijn ouders woonden in de Congostraat naast de ouders van mijn vader. In die Congostraat, tegenover het huis van mijn grootouders, werd ik geboren. Ik ben later ooit eens naar het huis gaan kijken. Ik dacht dat het veel groter was. Maar ja, ik was toen veel kleiner. Toen ik vier jaar oud was zijn we verhuisd; naar de stationsbuurt.
Naar Tante Trees gaan was toen een half uur ver. Maar intussen had ik een "trotinette" (autoped) gekregen. En toen ik zeven jaar oud was moest ik geopereerd worden van een breuk. Een breuk van het vele "trotinetten". Zijn er nu nog tante Trezen? Zijn er nog nonkel Alberts die een hele vakantie met de kinderen spelen? en in de winter speelgoed maakten?
KGK-LIDMAATSCHAP 2000 IN ORDE? Wij danken de leden die reeds bij het begin van het jaar 2000 (of al einde 1999) hun KGK-lidmaatschap hernieuwden. Vooral rond de presentatie van het jaarboek (einde februari) regelen de meeste leden hun betaling, hierbij veelal geholpen door het overschrijvingsformulier in het eerste nummer van ons Contactblad. Wij zijn hen daarvoor dankbaar, want na het verschijnen van het jaarboek komt ook de (forse) rekening van de drukker... Einde juli was er toch nog één vijfde van onze leden niet in orde met hun lidmaatschap-2000. Mogen we hen beleefd vragen dit alsnog onverwijld te regelen? Als geheugensteuntje hebben we op het adresetiket een gekleurde stip aangebracht. Dank bij voorbaat. Een bijzonder positief punt is dat heel wat leden er blijkbaar prijs op stellen steunend lid te worden. Wij appreciëren hun aanmoediging ten zeerste.
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden. (startplaats: Museum van Deinze en de Lciestreck)
2689
Voor uw agenda: 1. Op vrijdag 20 oktober wordt om 20u. in de Bietenoogstzaal van het Museum van Deinze en de Leiestreek
een extra -uitgave van KGK voorgesteld: L. GOEMINNE en T. VANHEE : "Toponymie van Petegem aan de Leie"
II. Op donderdag 26 oktober organiseert KGK in samenwerking met VVF
een voordrachtavond om 20u. in de KGK-vergaderzaal van het Museum van Deinze en de Leiestreek Kan. Ludo Collin spreekt ons over het Archief van het bisdom Gent
III. 7 musea en 1 ticket De VVV-Leiestreek verwent de museumliefhebber met het initiatief om zeven musea uit de streek, van Latern tot Olsene, te laten bezoeken, nog tot 5 november, met één ticket van 250 bef. De gemeente Sint-Martens-Latem neemt deel met -het museum Gevaert-Minne in Latem -het museum Dhondt-Dhaenens, en de musea van Gust en Leon De Smet in Deurle Deinze wordt uiteraard vertegenwoordigd door ons Museum van Deinze en de Leiestreek.
(Tot 3 september loopt hier ook nog de tijdelijke tentoonstelling "Het merg van de kleur", aangekondigd in ons vorig Contactblad) De gemeente Zulte neemt deel met -het Raveelmuseum in Machelen
-het Kantmuseum in Olsene, met aansluitend het Circusarchief
Doe mee aan Open Monumentendag op 10 september 2000: zie middenbladzijden.
(startplaats : Museum van Deinze en de Leiestreek)