Artikel: Vrije liefde in een verrotte maatschappij Auteur: Melanie Imming Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 21.1, 53-62. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
MELANIE IMMING
Vrije liefde in een verrotte maatschappij Over kunstenaars, hun vrouwen en het sociaUsme
Eind vorige eeuw leefde in Amsterdam een groep kunstenaars, van wie een aantal behoorde tot de bewegingen van Tachtig en Negentig. Ontevreden met het burger lijke leven, gaven zij zich over aan nachtelijke zuippartijen en bordeelbezoek. Ook hielden sommigen het met vrouwen uit het volk. Vooral dit laatste bracht compli caties met zich mee. Hokken was een nauwelijks getolereerd fenomeen en verschil len in stand en intellectuele ontwikkeling tussen de partners waren moeilijk te overbruggen. De omarming van het socialisme kon wellicht uitkomst brengen.
De Amsterdamse bohème van de late negentiende eeuw bood onderdak aan vele kunstenaars. De kern daarvan vormden de Tachtigers, ook wel 'biemomaden' genoemd, met hun hedonistische, losbandige levensstijl. De Tachti gers, veelal dichters, wilden de grenzen die de confessione len aan de kunst stelden doorbreken. Ze hadden een afkeer van conventies op wetenschappelijk, literair, kerkelijk en maatschappelijk gebied. Toen de beweging van Tachtig begin jaren negentig in ruzie ten onder ging, was dat het begin van een nieuwe richting, de beweging van Negentig. Draaide het bij de Tachtigers om het 'allerindividueelste', bij de Negentigers was de gemeenschap de kern. Alle artistieke disciplines moesten samengaan in het Gesamtkunstwerk. De benaming Negentigers is niet onomstreden. Het is niet mogelijk een scheiding te maken tussen Tachtig en Negentig; zij behoor den tot dezelfde kunstenaarsgroep. Naast nieuw opgeko men kunstenaars ging ook een deel van de Tachtigers over naar de ideeën van Negentig. Deze bekende bewegingen hebben een grote invloed uitgeoefend op het culturele le ven in Nederland. De naar Amsterdam getrokken kunstenaars vonden bin nen deze bohème de mogelijkheid te leven onder gelijkge stemden. Het leven als kunstenaar in Amsterdam werd er varen als bevrijdend; het was voor hen een manier om te breken met het burgerlijke milieu van hun ouders. Louis Heijermans, die samen met zijn broer, de schrijver Herman Heijermans, in de Pijp woonde, schreef hierover: Vrij van Rotterdam, als een snoek in open water, plotseling komend in Amsterdam, te midden van een groep wereldbestor mers, zoekende kunstenaars, nieuw-lichters, vrij van alle knel53
1. L. Heijermans, 'de ontwikkelingsjaren van den schrijver Herman Heijermans' in: Sociallstisctie Gids, nummer 11 (november 1934) 773-774.
Jende banden, het was een verrukking. (...) Weg met alle conventie, werd het een wild bewogen tijd. Na de uren 's avonds doorgebracht op het redactiebureau, als de copie, de tooneelcritieken waren opgeleverd, was de reünie bij ''Mast" op het Rembrandtplein, waar dejonge literatoren, artisten, schilders, bohemes, aestetes, operazangers, enz. el kaar ontmoetten'.
Vaak wonend in een eenvoudige arbeiderswijk, leefden de ze kunstenaars voornamelijk 's nachts en ontmoetten zij el kaar in de kroeg. Daar konden zij urenlang 'zwammen' over kunst en andere zaken. Of ze hielden zuippartijen bij iemand op de kamer. Hiernaast bezochten zij bordelen of café-chantants. Vooral de café-chantants in de Nes inspi reerden veel kunstenaars. Hierover is door hen het een en ander geschreven, al kregen zij dit niet gepubliceerd. Het los zijn van ouders en conventies verklaarde voor een deel hun losbandige levensstijl. Een andere reden voor het wilde leven was de gevoelde verveling, melancholie en nutteloosheid. De enige manier om deze gevoelens te ont vluchten leek nachtbraken. Maar met de tijd bleek het 'hoogere' kustenaarsleven een sleur van kroegen, drank en gepraat.
Sabelhouwen Meer en meer kunstenaars en intellectuelen voelden zich aangetrokken tot het socialisme. Hoe ontevredener men als kunstenaar was met het heden, des te aantrekkelijker werd het socialistische ideaal van een totaal nieuwe samenleving. Binnen de kunstenaarsgroep werd het bon ton om socialisti sche sympathieën te hebben. Volgens de schrijver Lodewijk van Deyssel speelden anti-burgerlijke gevoelens en estheti sche overwegingen een grote rol bij de keuze voor het so cialisme.
2. L. van Oeysse/ 'Socialisme' in: De Nieuwe Gids, jaargang 7, deel 1 (1892) 372.
54
De zaak is dat het sentiment, dat den artiest tusschen de op roerlingen op de barricaden brengt, precies tegenover-gesteld is aan het sentiment, dat iemant eene socialistische maat schappij doet verlangen ( . .) wij gaan op de barricaden, omdat we ons niet kunnen weerhouden de kans te Joopen kruiselings een paar sabelhouwen te geven over de snoeten der bourgeois'
In hun afwijkende levensstijl en hun provocerende werk hadden de kunstenaars al een beproefd wapen tegen de burgerlijkheid. Het socialisme bood naast provocatie ook
illustratie: De Nes te Amsterdam eind negentiende eeuw
3. P. de Rooy 'Padvinders in den dooltiof van het moderne leven' in: P. Bril/ (red.) Opmaat van een nieuwe eeuw. Hoofdstukken uit het Nederlandse fin-de-siécle (Amsterdam 1995) 51-72.
55
een alternatief voor de burgerlijke samenleving. Binnen dit alternatief konden deze kunstenaars zich vaak niet identifi ceren met de arbeiderssocialisten. Paradoxaal genoeg wa ren deze voor hen te weinig burgerlijk, dat wil zeggen te weinig redelijk en ontwikkeld'. De kunstenaars bleven zich boven hen verheven voelen. Het socialisme gaf hun het gevoel met zijn allen als kunstenaars, als samenzweerders te werken aan de grote vernieuwing. Het hebben van een plekje in deze groep uitverkorenen was een egostrelende gedachte. De leden van de arbeidersbeweging pasten daar niet in. Ook uit hun houding ten opzichte van hun arme, een voudige buurtbewoners bleek weinig van hun betrokken heid. Het ging hun om de gedachten, niet om de praktijk. De kunstenaars en hun medebuurtbewoners leefden keurig langs elkaar heen. Sommige kunstenaars probeerden in hun werk wel de aandacht te vestigen op de sociale kwes tie. Hun schrijven hield een aanklacht in tegen de slechte omstandigheden van de armen. Maar terwijl de sociale kwestie draaide om de armen in het algemeen, had hun 'so ciale' werk vaak een gevallen vrouw als hoofdpersoon. Dit onderwerp stond dichter bij de kunstenaars dan dat van de
gewone arme. Zij kwamen met hun deelname aan het Am sterdamse nachtleven en het bijbehorende bordeelbezoek veel in aanraking met deze vrouwen. Een aantal van de kunstenaars werd zelfs veel dieper geraakt door deze kwes tie, aangezien zij een langdurige relatie hadden met zo'n gevallen vrouw. Het socialisme bood deze kunstenaars on der meer een oplossing voor een lastig probleem: het vin den van een rechtvaardiging voor hun ideaal van 'vrije lief de'. Waar het ongehuwd samenleven niet binnen de bur gerlijke moraal paste, zou dit volgens hen wel binnen de socialistische gedachte kunnen passen. Omdat het socialis me voor hen een nieuwe levensvisie betekende en zij dit niet direct in verband brachten met de arbeidersbeweging, was dit voor hen nog een logische gedachtegang.
Messias Het was in bepaalde opzichten makkelijk om een meisje van de straat te hebben. Daar waren lang niet zoveel ver plichtingen aan verbonden als aan een 'burgermeisje'. In een brief van Arnold Ising aan Lodewijk van Deyssel wordt dit treffend beschreven. Zooalsje weet woont onze vriend Chap van Deventer met zijn hoogen hoed, zijn parapluie en zijn meissie op een bovenhuis in de Deymanstraat hij de Weesperzijde. Het is wel aardig in gericht. Hij heeft zijn kamer vóór -daar merkje niets van het meissie- daarachter een alkoof en daar weer achter de kamer van hetmeissie uit het zingende koffiehuis in de Nes. Het meissie heeft het altijd razend druk met de huishouding en het
Illustratie: waarschijnlijk Mina Otten (foto: Breitnetj.
56
4. Brief van Arnold lsing aan Lodewijk van Deijssel d.d. 31 de cember 1892 geciteerd In: Ch. Vergeer 'Toen werden schoot en boezem lekkernij. Erotiek van de Tachtigers' (Amsterdam 1990) 61.
5. Ch. Vergeer 'Toen werden
schoot en boezem lekkernij. Erotiek van de Tachtigers'(Amsterdam 1990) 61-63.
6. Zie Marie Peers, 'Met Herman Heijermans in hemel en put' (Amsterdam 1927).
verven van gangen en portalen en Chap brengt haar niet in de circulatie, hetgeen ik met Mina wel deed*.
Naast deze Charles van Deventer hadden onder andere ook Arnold Ising, Lodewijk van Deyssel, Frans Coenen en Her man Heijermans langere tijd een relatie met een chanteuse, serveerster, barmeisje of dienstbode'. Deze kunstenaars lie ten uit hun houding een gevoel van verhevenheid boven deze vrouwen spreken, terwijl juist in hun kunstenaars kringen de emancipatie van de vrouw toch relatief ver ge vorderd was. Met sommige vrouwen gingen ze dan ook, ze ker voor die tijd, vooruitstrevend gelijkwaardig om. Maar dit waren altijd intellectueel ontwikkelde vrouwen van ni veau. Bij vrouwen van een lagere stand bleef de traditionele man-vrouwverhouding duidelijk aanwezig. Dit standsverschil werd vaak door de vrouwen het sterkst gevoeld. Zij zagen hun man als een geleerde, ie mand met gezag, om tegen op te kijken. Uit het weinige wat zij hebben geschreven over deze relaties blijkt dat zij zich zeer bewust bleven van hun lage afkomst, en zich al tijd onzeker bleven voelen over of ze wel goed overkwa men op derden/\ Veel kunstenaars achtten zichzelf niet alleen verheven boven hun vrouwen, maar boven de hele samenleving. Zij waren een soort Messias, bezig met de hogere zaken des le vens, en stonden mijlenver van hun animeermeisjes. Zij hadden het in hun ogen nobele en heroïsche idee om een meisje uit de goot te redden en die te verheffen tot een ont wikkeld dametje, maar dan wel een dame die totaal afhan kelijk van hen was. Dit viel nauwelijks te rijmen met de veelal in hun boeken geuite verontwaardiging over de posi tie van deze vrouwen. Frans Coenen geeft in het volgende citaat blijk van zijn verontwaardiging over de positie van de vrouw. Je kunt je afvragen of persoonlijk belang of objectieve maatschappij kritiek de drijfveer achter deze aanklacht is. (...) Maar dat is verkeerd; ik zoek niet een hoer, al wil ik niet onmiddellijk ten huwelijk vragen. En dat is het groot gebrek hier dat deze tusschenvorm ongekend is. Een huwelijk is te zwaarwichtige pressie, maar een samen leving met een vrouw bepaald noodzakelijk. Hoe kan ik dan ooit tot een ''fatsoenlijk" meisje naderen of met een snol genoe gen nemen. De ene wil niet en de ander wil ik niet. Toch is dat niet wil-
57
7. 'Frans Coenen. De Engelbewaarder'. Periodiek van litteraircafe de Engelbewaarder jaargang 5, (oktober 1980) 90.
Jen der "fatsoenlijke"meest hun ongeluk en de maatschappe lijke orde die dat niet willen eischt, wel wreed. Nu mogen ze nooit een man hebben, omdat den man die ze eens zouden heb ben, hen altijd moet houden! Liefde, eeuwige liefde, dat is alle maal voor ons veel te hoog. Men schikt zich en vindt 't ge woon, dat geen huwelijk is als 't moest. Maar het lagere wel bereikbaar, dat durft geen aan'\
Huisdier
Illustratie: Herman Heijermans.
58
Het verhaal van Herman Heijermans is een voorbeeld van zo'n zoektocht naar de 'ongekende tusschenvorm'. Heij ermans laat zich in zijn werk laatdunkend uit over de min achting jegens vrouwen. Toch staat hij ook zeer ambivalent tegenover zijn eigen vrouw. In het boek 'Kamertjeszonde' krijgt zijn alter ego Spier een relatie met een getrouwde vrouw, Georgine. Het verhaal van Spier is het verhaal van Heijermans zelf, die een relatie kreeg met Marie Peers. Ma rie was net als Georgine een chanteuse en getrouwd met een man die langdurig in Amerika verbleef. Er zijn twee lijnen te ontdekken in de gedachtegang en de behoeften van Spier/Heijermans die beiden hebben ge leid tot het aangaan van een relatie met, en het verheffen van, Georgine/Marie. Eén lijn is Heijermans preoccupatie met de 'ware vrije liefde', het ongehuwd kunnen samenle ven. Hij stelt dat iemand pas echt zijn vrouw kan zijn als ze vol overgave voor hem kiest, en daar is dat leugenachtige gedoe op het stadhuis niet voor nodig. Maar welke vrouw wil dat? Net als Frans Coenen zit hij met het probleem dat geen 'keurig' meisje dit zou willen. Dan probeert hij met Marie, een reeds gevallen vrouw, zijn droom van het sa menleven in vrijheid na te streven. Door haar te ontwikke len zal hij uiteindelijk zo dicht mogelijk bij zijn ideaalbeeld komen. Een tweede lijn is zijn wil tot redding van 'de gevallen vrouw'. De gevallen vrouw is een thema dat al lang voor zijn ontmoeting met Marie in veel van zijn werken voor komt. Hierin verwerkt zit een aanklacht tegen de maat schappij die deze vrouwen hun onschuld doet vergooien om ze vervolgens te verachten. Als Heijermans Marie te genkomt, heeft hij voor zichzelf al uitgemaakt hoe te reage ren op zo'n vrouw. Hij zit nu in dezelfde situatie als zijn imaginaire mannen, en wil het goede doen, wetende voor zichzelf wat dit goede is. Hij zal Marie uit de goot halen, in haar het gehele onrecht de vrouw aangedaan rechtzetten en
8. Zie ook het hoofdstuk 'Hogere onschuld' in: H. Goedkoop 'Geiuk het leven van Herman Heijermans' (Amsterdam 1996).
9. H. Heijermans 'Kamertjeszonde' (z.p. 1903) 78.
zelfboete doen voor dit onrecht". Soms walgt hij van haar, maar hij komt toch tot het besluit om haar uit het slijk te halen. Hij zal eerlijk zijn, en zonder bedoelingen. Was 't goed, eerlijk, om nou heen te gaan, haar achter te laten in die modder?Zouje dan nooit iets doen, iets dat op een dáád geleek, iets om een ander mens tot léven te brengen, iets dat een offer vroeg vanje egoïsme en gemakzucht?(..) Had ze ooit iemand gekend, die eerlijk was, zonder bedoelingen, een die niet na een paar dagen met voorstellen kwam om te naaien, zooas de baron met z'n oesters en champagne?"
-------
--•.
In 'Kamertjeszonde' vindt Spier Georgina's moeilijkheden met lezen, schrijven en rekenen schattig en vermakelijk. Waar Georgina nog kan lezen en de beginselen van het
59
10. H. Goedkoop 'Geluk Het/ev en van Herman Heijermans' (Amsterdam 1996) 116.
schrijven doorheeft, was Hermans' Marie zelfs analfabete"'. Verder vindt Spier het zeer prettig om te zien hoe huiselijk zijn Georgina plots wordt als zij samenwonen. Maar 't wél verzorgde lui-leventje was zoo kwaad niet. Voor een man is het héél gemakkelijk als 'n vrouw z'n dienstmeid is. De mannen hebben de vrouwen in de goèie richting opgeleid. Eris geen huisdier op de wereld, beter gedresseerd dan de vrouw*).
11. H. Heijermans 'Kamertjeszonde' (z.p. 1903) 213.
Illustratie: Marie Peers.
12. H. Goedkoop 'Geluk Het/ev en van Herman Heijermans' (Amsterdam 1996) 118.
* Is dit geen passende zin voor 'n christelijke scheurkalen der?"
Ondanks de ironie die in dit citaat te lezen is, vond hij dat inderdaad erg prettig. Uit deze ironische toon lijkt af te le zen dat hij zich bewust was van het tegenstrijdige van zijn ideeën en gevoelens. Aan de ene kant had hij afkeer van de 'christelijke' idee van de schrobbende, volgzame vrouw, en aan de andere kant vond hij het zelf erg prettig om zo'n vrouw te hebben. Marie haatte schoonmaken, maar stortte zich voor Her man vol overgave op het huishouden. Ook leerde ze lezen en schrijven, en ontwikkelde zich, om maar aan zijn ideaal beeld te voldoen'.!. Het was voor haar een lastige situatie; door te gaan samenwonen met een andere man dan haar echtgenoot werd ze afhankelijk van die andere man. Als Heijermans haar zou verlaten zou ze niets hebben om op terug te vallen. Zij was te ver gegaan, zij was ontrouw ge weest, zij was een vrouw.
Utopie De moeilijkheden die een deel van de kunstenaars onder vond met het vinden van een vrouw op de voorwaarden die zij zelf als ideaal zagen, deed hen met weer andere ogen naar de samenleving kijken. Het is dan ook niet zo raar dat wanneer ze over de 'sociale kwestie' schreven, juist de situ atie van de 'gevallen vrouw' vaak centraal stond. De in hun werk geuite verontwaardiging over de sociale omstandigheden gaf hun een reden om zich aangetrokken te voelen tot het socialisme. Ook sprak het socialisme hen aan vanuit de idee van een compleet nieuwe samenleving, die de oude burgerlijke samenleving zou vervangen, en niet zozeer omdat zij het leed van hun buurman wilden ver zachten. Veel van de kunstenaars noemden zich al wel so60
cialist maar wachtten zeer lang met het lid worden van de
13. P. e Roov 'Pa vinders in socialistische partij, of werden dit nooit".. · . 1 .. 1 den àp � ofvan11et �
leven (; msterdam
m� 1Wf
1 Waar het Ongehuwd samenleven met bmnen de burgerlijke moraal paste, zou dit volgens hen wel binnen de so cialistische gedachte kunnen passen. Doordat het socialis me iets nieuws was, en het socialist-zijn (nog) niet bete kende dat men zich in een keurslijf van normen en waar den moest bewegen, was het een flexibele levensvisie. En naar een flexibele, maar wel enigszins geaccepteerde le vensvisie was men op zoek. Op een van de weinige momenten in 'Kamertjeszonde' dat Spier/Heijermans het over het socialisme heeft, ver bindt hij dit met zijn eigen leed en de moeilijkheden die hij heeft ondervonden door zijn samenleven met Georgine. Maar geloofjij dat er één liefde vrij kan zijn als het fondament van de tegenwoordige maatschappij modderkluit blijft? Als ik denk aan de misselijkheden, de ploertigheden. de patserighe den, waarmee Georgine en ik dagelijks te maken hebben - zij duizendmaal meer dan ik! - geloof jij dan dat er iets, ook maar iets vrij's is aan ons hokken in dit of dat kamertje? (..) De vrije liefde komt eerst met de overwinning der socialisten na eeuwen. (..) voor een duurzame verbetering voor een ieder bestaat maar één middel: sluit je aan hij de socialisten met de
Illustratie: Ansichtkaart uit Amsterdam eind negentiende eeuw.
61
beste tactiek - sluitje aan bij de nieuwe levensbeschouwing die de verouderde voortbrengingswijze aan den dijk zet! ( ..) Het socialisme is de èènige weg naar het zuivere huwelijk, de èèni14. H Heijermans "g dg èèniee '" 'Kamerljeszonde'(zj. z.p.} 339- o 340.
Gezien hun verontwaardiging zou het te verwachten zijn dat de kunstenaars zelf anders met hun vrouwen om zou den gaan dan de 'burgerploerten'. Maar dat was moeilijk, en ook niet hun eigenlijke wens. Zij uitten slechts in hun werk hun verontwaardiging, en bleven voor hun behoeften toch terugvallen op oude structuren. Een aantal van hen verkende wel de grenzen hiervan, door ongehuwd met vrouwen samen te leven, maar ook zij zaten nog erg vast aan traditionele man-vrouwverhoudingen. Zij beseften de implicaties van de idee van de echt vrije vrouw niet. Deze kunstenaars ontvluchtten het verstikkende bour geoisleven dat ze altijd hadden gekend, en hoopten op een ander leven. Eerst binnen de minder verstikkende moraal van de kunstenaars, en later binnen het socialistische ide aal. Maar dit bleek vooralsnog een utopie. Ook binnen het socialisme vonden zij niet die vrijheden waar zij naar ver langden, en het bleek dat ze in hun gedachtegoed toch bur gerlijker waren dan ze zelf beseften.
62