Artikel: Herrenvolk en herenliefde. Vervolging van homoseksuelen in het Derde Rijk Auteur: Leopold Ecker Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 22.3, 47-58. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Leopold Ecker
Herren volk en herenliefde
Vervolging van homoseksuelen in het Derde Rijk
De nazi's hadden een ambivalente houding ten opzichte van de herenliefde. Ze hadden het ideaal van mannelijke schoon heid en kameraadschap hoog in het vaandel, maar traden tegelijkertijd hard op tegen homoseksualiteit. Hoewel de nazi's niet uit waren op totale vernietiging, vonden duizenden homoseksuelen hun einde achter de prikkeldraadomheinin gen van het Duizendjarige Rijk.
Volgens de wetten van het nationaal-socialisme was homoseksuali teit in Hitler-Duitsland een misdaad tegen de raszuiverheid. De na zi's meenden dat het Duitse volk door rasonzuivere invloeden en een lossere moraal aan kracht had moeten inboeten. Het meest dramati sche bewijs hiervan was het verlies van de Eerste Wereldoorlog en de gepolariseerde democratie van de Weimarer Republiek. De nazi's wilden met behulp van de moderne eugenetica het Duitse volk weer opstuwen in de vaart der volkeren, wat zij Menschenzüchtung- 'men senfokkerij' - noemden. Bovendien moesten de Duitsers de andere volken in omvang overvleugelen. Seksualiteit was ondergeschikt aan het hogere doel van bevolkingsgroei. Homoseksuelen pasten op geen enkele wijze in deze arische utopie, omdat ze buiten de voort plantingsorde vielen. Bovendien schaarden de meeste nazistische eugenetici hen niet bepaald onder de gezonde, sterke mannen, die met hun genetisch materiaal voor het ideale arische kroost konden zorgen.
sche 'godenzoon' in $$-uniform
staatsvijanden
De nazi-argumenten tegen homoseksualiteit kregen vooral gestalte in de strijd tegen de hervorming of afschaffing van strafparagraaf 175 van de Duitse wetgeving. Deze was in 1871 ingevoerd om geslachtsgemeenschap tussen mannen strafbaar te stellen. Van begin af aan was er een beweging, in feite de eerste georganiseerde homo beweging ter wereld, die vooral in de Republiek van Weimar grote steun kreeg in haar roep om afschaffing van de paragraaf.' Hoewel de nazi's het over de afwijzing van homoseksualiteit roe rend eens waren, was er wel veel onenigheid onder nazi-weten schappers over de oorzaken en bestrijding ervan. Enerzijds waren er de nazi-eugenetici, die beweerden dat homoseksualiteit aangeboren en onveranderlijk was. Uit hun koker kwamen bijvoorbeeld theo rieën over de erfelijkheid van homoseksualiteit.2 Anderzijds waren er psychoanalytici die homoseksualiteit niet als aangeboren, maar als aangeleerd zagen. Zij waren ervan overtuigd, dat homoseksuali teit door middel van psychotherapie genezen kon worden.' Maar de nazi's vonden het ook geen probleem voort te borduren op de eeuwige vooroordelen die er over homoseksuelen bestonden. Zo werd er gewezen op het gevaar van verleiding van de jeugd, een ar gument met een soort eeuwigheidswaarde dat absoluut niet door de nazi's is uitgevonden. Verder sprak men vaak over het epidemische effect dat homoseksualiteit zou hebben en werd de stereotiepe homoseksueel graag voorgesteld als verwijfd zwak en leugenachtig . Ondanks alle aspiraties een wetenschappelijke onderbouwing voor hun anti-homopolitiek te vinden, stoorden de nazi-leiders zich niet aan de wetenschappelijke verdeeldheid. De verschillen in mening kwamen hen juist goed van pas, omdat ze daarmee ook in hun aan pak van homoseksuelen gedifferentieerd te werk konden gaan. Zo werd verder in de strafmaat rekening gehouden met de leeftijd van
--7-. Boegbeeld was de joodse seksuoloog en homoseksueel Magnus Hirschfeld, die in 1897 het Wissenschaftlich-humanita- ·· res Komitee oprichtte. Met natuurwetenschappelijke argumenten streed het tegen paragraaf 175, onder het devies 'per scientiam ad justitiam'. Hij richtte in 1919 in Berlijn ook het lnstitut für Sexualwis-
senschaff"op: het eerste seksuologische onderzoeksinstituut en consultatiebureau. 2. Giles, G.J., 'The Most Unkindest Cut of All: Castration, Homosexuality and Nazi Justice', in: Journal of Contemporary History, 27 (1992) 52 en Johansson, W. en Percy W.A., Homosexuals in Nazi Germany, in: Simon Wiesenthal Genter Annual (1990) 228.
3. Prominent nazi-psy chiater Matthias Go ring, neef van Her mann Goring en hoofd van het door zijn oom ondersteunde Deut sche lnstitut für psy chologische For schung und Psycho therapie, beweerde dat homoseksualiteit werd veroorzaakt door traumatische jeugd ervaringen of verleiding tijdens de puber teit.
de homoseksuele dader, met het feit of deze zelf de verleider dan wel de verleide was en met het aantal keren dat iemand homoseksueel contact had gehad. Straffen konden variëren van heropvoeding tot de doodstraf. Naast alle racistisch-biologische argumenten die de nazi's tegen homoseksuelen inzetten, gebruikten ze de beschuldiging van homo seksualiteit ook om puur opportunistische redenen. Tegenstanders van het regime of in discrediet geraakte figuren binnen de eigen kring hing het gevaar boven het hoofd als homoseksuelen uit de weg te worden geruimd. De partijleiders zagen juist in homoseksuelen een politiek gevaar, omdat zij volgens hen altijd neigden naar kliek vorming. Dat zou kunnen leiden tot oncontroleerbare netwerken, die zich teveel macht toe-eigenden. Dit politieke motief om homoseksuelen tot staatsvijanden te bom barderen is verschillende malen gebruikt in het Derde Rijk. Het be kendste voorbeeld is de affaire-Röhm. De openlijk homoseksuele Emst Röhm, leider van de SA, werd in de nacht van 30 juni 1934 opgepakt en vermoord. Deze politieke liquidatie ging in de gelijkge schakelde pers vergezeld van veel anti-homoseksuele agitatie. De affaire markeerde het begin van de grootschalige vervolging van homoseksuelen in het Derde Rijk.' Andere voorbeelden van soortgelijke politieke uitschakelingen zijn de affaire rond Von Fritsch, een gematigde generaal die kritiek had op Hitlers oorlogszucht, en de Klosterprozesse tegen rooms-katho lieke geestelijken, waarmee de nazi's de macht van de kerk wilden inperken. Met deze acties zorgde de nazi-leiding ervoor dat de publieke opi nie, die toch al veel vooroordelen koesterde tegenover homo's, nog meer overtuigd raakte van de bedreiging die homoseksualiteit voor de maatschappij betekende. Zo sneden de lange Messer aan twee
r
---rr========== ;AOn februar t933 werd de homobewe ging de nek omge draaid. Hirschfeld was al naar het buitenland gevlucht en op 6 mei plunderden studenten en SA 'ers zijn Institut für Sexualwissen schaft en verbrandden de kostbare biblio theek tijdens de beruchte boekverbranding van 10 mei op de Opernplatz in Berlijn.
R·A S SE
=i1
Ook onder homosek suelen was de rassen leer populair Een uitgave van het homo tijdschrift 'Rasse und Schönheit', dat in de Republiek van Weimar regelmatig verscheen.
m
kanten: de nazi's wisten effectief hun vijanden of tegenstribbelende organisaties te neutraliseren en creëerden tevens een breed draag vlak onder de bevolking voor de verdere vervolging van homosek suelen.
Innige kameraadschap
De affaire-Röhm drukte de nazi's met hun neus op het feit dat hun eigen partij niet vrij was van homoseksualiteit. Ja, dat hun eigen mensen zelfs door de verheerlijking van viriliteit binnen de nazi beweging makkelijk konden vervallen tot homoseksueel gedrag. Belangrijk hierbij was het door de Duitse geschiedenis verheerlijkte Mannerbundideal, dat al door Goethe en Schiller in de bloeitijd van de Duitse cultuur was gepropageerd. Dit hield in dat een elite van mannen, die onderling sterk verbonden was, het middelpunt van de staat zou moeten vormen. In de negentiende eeuw had het idee van de Mannerbund een centrale rol in het Duitse nationale streven. Na de Eerste Wereldoorlog werd mannelijke kameraadschap een populair thema bij rechtse krachten. Ze verheerlijkten de vriend schappen die in de loopgraven tussen soldaten hadden bestaan en die stonden voor waarden als militarisme, nationalisme, zelfopoffe ring en charismatisch leiderschap.' Dit concept was vooral bedoeld als tegenhanger van de verloren oorlog en de verdeeldheid van de democratische maatschappij. De mannenorganisaties van de nazi-staat, zoals de SS, de Hitler Jugend en het leger waren ook doordrenkt van het Mannerbundideal. Onderlinge kameraadschap en solidariteit, gehoorzaamheid, milita risme en superioriteit over de vrouw vormden het bindmiddel van deze organisaties. Maar de nazi-leiders waren zich ervan bewust dat het sterk gepropageerde Mannerbundideal het gevaar van homosek sualiteit in zich droeg.
--'d"-�Oos er. UIS, HT 'Male bonding and the persecution of homo sexual men in Nazi Germany' in: Amster dams Sociologisch Tijdschrift, 17 (1991) 34.
Hfachtige-liazi en toch homo: Ernst Ftöhm met zijn per soonlijke adjudant graaf Spreti.
Dit tekende hun ambivalente houding. Steeds weer waarschuwden de nazi's tegen homoseksualiteit, maar door het idealiseren van de Mdnnerbund en de verheerlijking van mannelijke lichamelijke schoonheid in de nazi-kunst wekten ze tegelijkertijd de indruk homoseksuele tendensen zelf aan te zwengelen."
Strafbare intimiteit
De nuanceverschillen in de ideologische opvattingen, zoals de one nigheid van de wetenschappers, wezen erop dat de anti-homopoli tiek van de nazi's niet met dezelfde eensgezindheid en prioriteit werd doorgevoerd als bijvoorbeeld de jodenvervolging en de oor logsvoering. Wie zich verdiept in de daadwerkelijke vervolging van homoseksuelen in nazi-Duitsland komt tot de conclusie dat er van een systematische en totale vernietiging van homoseksuelen in de periode 1933-1945 geen sprake is geweest. Burkhard Jellonnek, die zeer uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de politievervolging van homoseksuelen tijdens het Derde Rijk, toont aan dat over de homovervolging in nazi-Duitsland niet geschreven kan worden in termen van een 'homo-Holocaust' of het 'Auschwitz van de homoseksuelen'. Jellonnek concludeert dit op basis van een onderzoek van Rüdiger L autmann, die spreekt over maximaal 15000 homoseksuele gevan genen in concentratiekampen van 1933 tot 1945 en zijn eigen bevin dingen, dat tijdens het Derde Rijk alleen al door justitie 50000 man nen wegens homoseksualiteit zijn veroordeeld.' Uiteindelijk kwam dus nog geen derde deel van alle veroordeelden in een concentratie kamp. Blijkbaar waren de nazi's niet uit op vernietiging of kampin ternering van iedere homoseksueel. De repressie van homo's in het dagelijkse leven was er niet minder om. Een effectieve vervolging werd pas mogelijk door de verscher-
6�beelden van deze verheerlijking van het mannenlichaam vindt men in de beel den van kunstenaars als Arno Breker en Josef Thorak en in de foto's van Hans Surèn en Leni Riefenstahl. 7. Jellonnek, B., 'Ho mosexuelle unter dem Hakenkreuz' (1990) 33.
Josef Thorak, Kame radschaft (1937). Dit Id als het summum n nazi-kunst. Twee annen die op straat aangetroffen, zouden in een concentratie kamp geëindigd zijn.
_B
ping van paragraaf 175. Voorheen werd in de jurisprudentie over deze paragraaf onder zogenoemde 'widernatürliche Unzucht' enkel anale geslachtsgemeenschap tussen twee mannen verstaan. De nieu we nazi-versie uit 1935 maakte het daarentegen mogelijk iedere vorm van intimiteit tussen mannen strafbaar te stellen." Hierdoor werden alle aanstootgevende vormen van seksualiteit, inclusief wederzijdse masturbatie of een innige omhelzing tussen mannen, strafbaar gesteld. Uit toelichtingen bleek zelfs dat niet alleen de ontuchtige hande ling zelf maatgevend was. De aanzet daartoe, de zogeheten 'ideeller Koitus", zoals het bekijken van een mannenlichaam met wellustige bedoelingen, was al genoeg voor een veroordeling. Bovendien trad de wet met terugwerkende kracht in. De verscherping van paragraaf 175 had effect, want het aantal veroordelingen tegen homoseksuali teit steeg explosief, van 991 in 1932 tot 24450 in de periode van 1937 tot en met 1939."' Ook werden onder Himmlers leiding vermeende homoseksuelen in kaart gebracht. Op 10 oktober 1936 werd de Reichszentrale zur Bekdmpjung der Homosexualitat und Ahtreibungopgericht. Vanuit de ze centrale werden razzia's georganiseerd om de geregistreerde homoseksuele verdachten te kunnen oppakken en op grond van de vernieuwde paragraaf 175 effectief te veroordelen. Ook vaardigde Himmler op 12 juli 1940 een verordening uit, waar in werd bevolen dat homoseksuelen die meer dan één partner had den verleid na het ontslag uit de gevangenis in een concentratie kamp moesten worden geplaatst. Voor de SS en de politie kwam op 15 november 1941 de doodstraf te staan op homoseksuele contac ten, maar deze werd in de praktijk vaak niet uitgevoerd." Hoewel er uitzonderingen werden gemaakt voor minderjarigen en voor minder ernstige gevallen, betekende de verordening voor de SS
ff. Grau, G:, -feSX' 'Homosexualität in der NS-Zeit. Dol
en politie een voorlopig dieptepunt in de vervolging van homosek sualiteit. Het leger echter was niet zo homofoob als de nazi-bewe ging zelf. De legerleiding heeft een doodstraf op homoseksualiteit tussen soldaten, ondanks Himmlers aandringen hierop, altijd weten tegen te houden.'A
Roze driehoek
Het onderzoek naar het lot van homoseksuelen in de concentratie kampen is altijd problematisch geweest. Officieel feitenmateriaal is zeldzaam of onvolledig. Vooral later in de oorlog was de SS niet altijd meer even nauwkeurig in het bijhouden van de kampadmini stratie. Bovendien zijn er vlak voor de ondergang van het nazi-regi me massaal documenten vernietigd om de wandaden te verdonkere manen. Daarnaast waren er van de spaarzame overlevenden maar weinig bereid te getuigen over hun belevenissen, omdat homosek suelen ook in de Bondsrepubliek nog lang maatschappelijk geïso leerd waren en homoseksualiteit bij het grootste deel van de oor logsgeneratie taboe is. Hierdoor was de verleiding tot een zekere overdrijving van de gru welen, zeker in het licht van de provocatie door de homoseksuele emancipatiebeweging in de jaren zestig en zeventig, groot. Schat tingen van honderdduizenden homoseksuele slachtoffers, die het in de kampen slechter hadden dan alle andere nazi-slachtoffers, waren geen uitzondering. Pas met het zeer genuanceerde onderzoek in 1977 van Lautmann onstond een waarheidsgetrouwer beeld van wat zich in de concentratiekampen heeft afgespeeld." De groep homoseksuelen die tijdens het Derde Rijk in een concen tratiekamp belandde zou de geschiedenis ingaan onder het symbool van de roze driehoek, die iedere gevangene die wegens homoseksu aliteit was veroordeeld op zijn kampkleding moest dragen.'* Het her-
T2. Plant, -R7'De roze driehoek: de nazi-verva/ging van homoseksuelen' (1987) 147149. 13. Lautmann, R. (ed.) 'Seminar: Gesel/schaft und Homosexualiti:it' (1977) 325-365.
verstaan als de 'A' van 'Arschficker? en een groot 'rugnummer' 175 (naar de strafparagraaf). Nadat de roze driehoek in alle kam pen ivas ingevoerd, zouden er nog kam pen zijn gevileest, waar
14. In de beginjaren circuleerden ook andere herkenningstekens, zoals een grote zwarte cirkel, een gele balk met daarop een
deze roze driehoek veel groterwas dan de andere driehoeken om de herkenbaarheid op afstand te vergroten, Lautmann 334.
'A'
(door
menigeen
"
kenningsteken van de verschillende groepen gevangenen was vaak de maat voor hun behandeling binnen het kamp. Bij aankomst in het kamp werden alle nieuwe gevangenen onderworpen aan een onterende degradatieceremonie. Die varieerde van beledigingen tot zware mishandeling", waarbij homoseksuelen vaak doelwit van ex tra wrede martelingen waren. Bij de indeling van de barakken was er soms sprake van aparte blokken voor homoseksuele gevangenen. Dit had waarschijnlijk als reden, dat men voor de gevangenen met de roze driehoek een speciaal, vaak extra hard regime in petto had. In het algemeen was de onderlinge solidariteit en de kampstatus van een categorie gevangenen bepalend voor hun overlevingskan sen. Afgezien van de algemene supervisie en bewaking, liet de SS namelijk de dagelijkse werkzaamheden en het toezicht over afzon derlijke barakken over aan gevangenen. Die konden zich hiermee posities verwerven als keukenhulp of kampoudste met relatief veel macht. Zo konden prominente gevangenen ervoor zorgen dat hun eigen groep zoveel mogelijk verschoond bleef van de zwaarste, vaak levensgevaarlijke arbeidscommando's en konden ze voor medege vangenen die een straf boven het hoofd hing soms gratie afdwingen bij de SS-kampleiding.
Isolement
In een aantal opzichten was de groepssituatie voor de homoseksu elen uiterst precair. Contacten onder elkaar en met medegevangenen van andere categorieën waren voor homoseksuelen gevaarlijker. Daarmee laadden homoseksuelen namelijk meteen de verdenking van de SS en medegevangenen op zich, dat ze uit waren op seks. Verder hadden homoseksuelen veel minder steun te verwachten van het thuisfront, voor zover dat er al was. Voor gevangenen was de steun van de eigen familie, bijvoorbeeld door postontvangst, van
15-:- Jooase gevange nen werden meteen na aankomst afgezon derd en in een apart gedeelte van het kamp ondergebracht.
groot belang voor de vii I tot overleven."' Een eigen gezin hadden de meeste homoseksuelen uiteraard niet en vaak was de steun van familie uit schaamte of verontwaardiging gering. Voormalige vrien den of geliefden hielden zich om begrijpelijke redenen in de luwte. Ook werden homoseksuelen als groep niet samengebonden door een ideologie of religie, zoals dat bij politieke gevangenen, veelal communisten en socialisten, of bij de Jehova's Getuigen wél het geval was. Bovendien waren de homoseksuelen als groep een kleine minderheid binnen een kamp. Zo lag in de periode vóór de oorlog, toen de concentratiekampen nog niet uitgebreid waren, het percen tage homoseksuelen rond de één procent. Na het begin van de oor log werden door de explosieve groei van de kampen vanwege de grote toestroom van Oost-Europese en joodse gevangenen, nog slechts enkele roze driehoeken per duizend gevangenen geteld. Om al deze redenen was het voor homoseksuelen erg moeilijk om een gepriviligieerde positie binnen een kamp te verwerven. De enige mogelijkheid om uit deze benarde positie te komen was het aangaan van een seksuele relatie met een gevangene met een goede functie. Zo kon een homoseksuele gevangene profiteren van een voorkeurs behandeling of zich zelfs opwerken in de kamphiërarchie, maar als groep konden de homoseksuelen hier nauwelijks van profiteren. De meesten waren veroordeeld tot het reguliere kampwerk.
Aanpassingsvermogen
De dwangarbeid was het zwaarste facet van het kampleven. Vooral in de beginjaren werden gevangenen regelmatig gedwongen om zin loze arbeid te verrichten. Heinz Heger bericht bijvoorbeeld hoe gevangenen met de roze driehoek midden in de winter zes dagen lang sneeuw met hun blote handen moesten scheppen en in hun jaspanden in looppas naar de andere kant van de kampstraat moes-
76--:- Opvallend genoeg bericht Lautmann verder dat de gevangenen die weinig tot geen contact met buiten hadden, extra kwetsbaar konden zijn voor de terreur en mishandelingen van de SS, Lautmann 348. Omdat men de misdaden in de kampen toch vaak wilde verbergen, was bij gevangenen zonder externe contacten het gevaar
hef kfêmst dat de bui tenvilacht iets over de gruwelen die men hen aandeed te weten zou komen,
"
ten brengen, 's Middags moesten ze dezelfde sneeuw weer terug naar de overkant slepen." Toen de inzet van dwangarbeiders voor de oorlogsindustrie steeds belangrijker werd, gingen de nazi's gevangenen economisch benut ten. Hierdoor probeerde de partijtop mishandelingen door de SS enigszins in te dammen. Dit veranderde weinig aan de uiteindelijke sterftecijfers, omdat die nu door de vaak levensgevaarlijke arbeids omstandigheden de hoogte in werden gestuwd. Beruchte arbeids commando's waren het kamp Dora Mittelbau, waar gevangenen per manent in een onderaards gangenstelsel verbleven en daar onder vreselijke omstandigheden werkten aan de ontwikkeling van de V2bom, en de leemgroeve van steenbakkerij 'Klinker' in Sachsen hausen. De groep homoseksuelen werd verhoudingsgewijs veel vaker inge deeld bij de zwaarste arbeidscommando's, terwijl juist zij het minst gewapend waren tegen zware lichamelijke arbeid. Onder homosek suelen bevonden zich relatief veel meer mensen, die werkzaam waren geweest in de dienstensector. Een extra bijkomstigheid van het toch al onmenselijk zware werk was het toezicht door het bewakingspersoneel, dat zowel uit gevan genen als SS'ers bestond. Het toezicht houden ging gepaard met mis handeling, vaak uit een sadistisch genoegen. Een uitermate gruwe lijk staaltje van dit sadisme tijdens het werk ondervonden een aan tal homoseksuele gevangenen in Sachsenhausen. Daar moest een schietbaan aangelegd worden voor de SS, waarbij deze al vóór de gereedstelling in gebruik werd genomen. De daar tewerkgestelde gevangenen, die gedwongen werden om door te werken terwijl de SS al schietoefeningen deed, werden als levende schietschijf gebruikt."' Gedrag dat de SS niet welgevallig was werd met geweld bestraft. Uit talrijke ooggetuigenverslagen mag worden opgemaakt dat
17. Heger, H., 'De mannen met de roze driehoek' (1982) 3334. 18. Heger 42-43.
homoseksuelen deze straffen vaker kregen dan andere gevangenen. Hierin kwam pas in de loop van de oorlog enige verlichting, toen net aangekomen grote groepen joden en Oost-Europese gevangenen in het middelpunt van de strafmaatregelen kwamen te staan. De kans om te overleven hing dus grotendeels samen met de sta tus die de groep waartoe een gevangene behoorde had bij de SS en bij medegevangenen. Uit bovenstaande moge blijken dat het uitein delijke sterftepercentage, voor zover dit te reconstrueren valt, met zestig procent bij de homoseksuelen veel hoger lag dan bij andere groepen, zoals politieke gevangenen en Jehova's Getuigen (respec tievelijk 41 en 35 procent). Dat de overlevingskans van gevangenen in grote mate afhing van het aanpassingsvermogen aan de kampomstandigheden blijkt uit de volgende cijfers: van de homoseksuele gevangenen die korter dan een jaar in een concentratiekamp verbleven, stierven er vier van de vijf, terwijl van degenen die er langer dan twee jaar verbleven drie van de vier het kamp levend kon verlaten. In zijn onderzoek con cludeert Lautmann uit al deze gegevens dat de hoge sterftecijfers pri mair hun oorsprong vinden in de structuur van de concentratie kampen en pas in de tweede plaats in de willekeur van afzonderlij ke personen.
Bevrijding
Hoeveel homoseksuelen zijn opgesloten in concentratiekampen zal wel voor altijd onopgehelderd blijven. Harde cijfers uit de kam pen ontbreken en de archieven van de Reichszentrale zur Bekämpjung van Homosexualitat und Abtreihung, die zich in de DDR zouden hebben bevonden, zijn na 1989 nergens meer opgedoken. De enige serieuze schatting die is gedaan stamt van Lautmann. Hij heeft op basis van het materiaal dat hij vond in het Archiv des
Meteen roze'diiehoeU op de kampkleding werd het lot van vele homoseksuelen in de concentratiekampen bezegeld.
Il
Intemationalen Suchdienstes in Arolsen de schatting gedaan, dat tus
sen de 5000 en 15000 homoseksuele gevangenen gedurende het Derde Rijk in een concentratiekamp hebben gezeten. Het aantal doden wordt niet expliciet genoemd, maar moet zich binnen de bovengenoemde marges bevinden. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat Lautmann slechts elf uit sluitend in Duitsland gelegen concentratiekampen in zijn onderzoek heeft betrokken. De zogeheten 'Moorlager' in Oost-Friesland, waar grote aantallen homoseksuelen moeten hebben gezeten en de con centratie- en vernietigingskampen buiten de Duitse grenzen zijn hierbij niet meegeteld, waardoor de schatting van het totale aantal homoseksuele slachtoffers van de nazi's zeker hoger uit zou kunnen vallen." Extra wrang voor de overlevenden was dat het nationaal-socialisti sche spook voor homoseksuelen na 1945 bleef rondwaren door handhaving van de verscherpte versie van paragraaf 175/'0 In de Bondsrepubliek vond men tot 1969, het jaar waarin homoseksuali teit boven de 21 jaar toegestaan werd,!' dat de oude strafwet voor homoseksuelen paste in een freiheitliche Demokratie. Na de periode van uiterst agressieve repressie tijdens het Derde Rijk kwam voor de homoseksuelen in Duitsland de echte bevrijding pas in 1969.
- 19�Stümke;- 26'f-26rleeftijdsgrens verder en Johansson en Per- teruggebracht naar 18 cy, 244. jaar en pas in 1994 20. Hierbij moet uiter- werd paragraaf 175 aard worden opge- geheel uit het wetboek merl(t dat de veel geschrapt. tiumanere detentie van homosel<sueie veroordeelden in de Bondsrepubliel< niet in vert)ouding staat tot de gruwelen in de concentratiekampen tijdens liet nazi-regi me. 21. In 1973 werd de