Artikel: De geschiedenis barst van de verhalen. Interview met Thea Beckman, een nuchtere vertelster Auteur: Mirjam Schaap en Esther Wittenberg Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 21.2, 113-121. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
MIRJAM SCHAAP EN ESTHER WITTENBERG
De geschiedenis barst van verhalen Interview met Thea Beekman, een nuchtere vertelster Thea Beekman staat met beide benen op de grond. Noch van het grote aantal prijzen, noch van de soms stekende kritieken trekt ze zich veel aan. Eigenwijs als ze is, volgt ze ongehinderd haar eigen weg. "Ik schrijf een boek over een boeiend onderwerp en wie het wil lezen is welkom. Wie het niet interesseert, leest maar iets anders, ik ben heel makkelijk in die dingen."
Wie is niet groot geworden met haar boeken? Wie heeft zich nooit geïdentificeerd met één van Thea Beckmans hel den? Thea Beekman wordt niet voor niets beschouwd als de koningin van de Nederlandse jeugdliteratuur. Zelf is zij onder haar succes nuchter gebleven. Ze woont al 42 jaar in hetzelfde huis in Bunnik. Samen met een hond en een kat brengt ze daar de dagen door. Haar woning is sober inge richt en behang en plafond zijn geel uitgeslagen; wellicht is er de afgelopen 42 jaar niet veel veranderd. Beekman hecht weinig waarde aan het interieur, net als aan kleding. "Ik kan het gemakkelijk betalen, maar ik geef er gewoon niks om." Achter haar elektronische schrijfmachine laat Thea Beekman hier haar hoofdrolspelers een eigen leven leiden. Thea Beekman is in 1923 geboren in Rotterdam. Ze komt uit een arm gezin. Toen ze van de lagere school af kwam kon er van doorstuderen dan ook geen sprake zijn. Beekman werd naar een school gestuurd waar ze leerde voor naaister. Deze opleiding interesseerde haar niet, dus stapte ze over naar de Ulo, waar ze een kantooropleiding genoot. Altijd heeft het de schrijfster gespeten dat ze niet heeft kunnen studeren en is ze jaloers geweest op mensen die dat wel hebben gedaan. Daarom haalde ze op middelba re leeftijd alsnog haar atheneum-diploma, waarna ze in 1975 begon aan de studie sociale psychologie. Van jongs af aan wilde Thea Beekman al schrijfster wor den. In 1957 verscheen haar eerste boek: een roman voor /. Thea Beekman. Anjers voorvolwassenen, waar ze niet� sraag - aan herinnerd wordt'. Pas Adèle (zp·· 1957)·
113
op 51-j arige leeftijd brak zij door met haar historische jeugdroman Kruistocht in Spijkerboek. Hiervoor ontving zij in 1974 een gouden griffel. Vanaf dat moment zijn er jaarlijks boeken van Thea Beekman verschenen en nog steeds is zij niet gestopt met schrijven. "Op het ogenblik heb ik niet meer het idee dat ik ooit uitgeschreven raak. Ik zal wel doorgaan tot aan mijn dood."
Eigenzinnig Thea Beekman is een schrijfster in hart en nieren. Al jaren lang werkt ze dag in dag uit aan haar boeken: stuk voor stuk spannende avonturen waar de lezer moeiteloos in wordt meegesleurd. Beekman neemt een merkwaardige houding aan tegenover haar hoofdpersonen, over wie ze spreekt alsof ze buiten haar om bestaan, alsof ze een eigen leven gaan leiden nadat zij ze zelfheeft verzonnen. Omdat ze tijdens het schrijven zo met haar personages meeleeft, is het na elk boek moeilijk het verhaal los te laten. "Ik loop er altijd nog een poosje mee rond, maar dan moet ik weer aan een ander boek beginnen," zegt ze praktisch.
11/ustratie:Thea Beekman met haar hond.
Op de vraag of ze zich in het bijzonder met zelfbewuste, ei genzinnige en vrijgevochten meisjes als Hasse Simonsdoch ter en Marie-Claire identificeert, reageert ze smalend. "Het is een misverstand om te denken dat ik alleen maar over ei gengereide meiden schrijf, want ik wissel het af De ene keer is de hoofdpersoon een jongen en de andere keer een meisje." Dat die meisjes over het algemeen nogal zelfstan dig en eigenzinnig zijn, komt volgens Beekman door het feit dat een verhaal pas gaat spelen wanneer er sprake is van een conflict. "Een hoofdpersoon die alleen maar thuis zit, daar heb ik niks aan. Omdat vrouwen vroeger helemaal niet meetelden, moesten ze - als ze zich een beetje wilden manifesteren - wel dwars en tegen de draad in zijn." Of ze in haar eigen jeugd ook zo eigengereid was kan ze niet zeg gen. "Het zal wel," lacht ze. "Nou ja, ik ben al hartstikke 114
oud. Ik weet wel dat toen ik een jaar of zestien, zeventien was, iemand tegen mij zei: wat ben je toch verschrikkelijk eigenwijs." Eigenzinnig is ze nog steeds, al geeft ze dat niet toe. Ze weet wat ze wil en wat ze heeft bereikt. Achter haar boeken gaan geen literaire of opvoedkundige idealen schuil; ze schrijft omdat ze van avontuurlijke verhalen houdt. "Mijn vader zei altijd: Jij bent gek met je avonturen. Het is alleen maar ellende; kou, honger en gevaar. Je kunt veel beter geen avonturen beleven.' En dat is natuurlijk ook wel zo." In de oorlog, ze woonde toen in Rotterdam, maakte ze voor het eerst kennis met wat ze later 'de onthullende functie van het avontuur' is gaan noemen. "Toen zag ik dat in een crisis mensen hun masker laten vallen; dan onthullen men sen zich, ze laten zien hoe ze echt zijn. Vandaar dat ik al tijd heb gedacht: ik laat mijn figuren avonturen beleven. Dan komen ze in de narigheid en zie je ze zoals ze echt zijn." Geen van haar boeken speelt zich echter af in de oorlog. "Ik heb er middenin gezeten en daar wil ik eigenlijk niet aan terugdenken of het opnieuw beleven. Nee, daar schrijf ik niet over."
Merkwaardige verhalen Van haar jeugdboeken spelen de meeste zich af in het verre verleden van de Middeleeuwen en de Vroegmoderne Tijd. "Ik verdiep mij in de geschiedenis omdat ik er graag achter wil komen hoe alles zo geworden is als het nu is. De ge schiedenis is natuurlijk geen rechte lijn omhoog, je hebt hoogtepunten en dieptepunten." Ze vergelijkt de geschie denis het liefst met de bijbel. "Daar staan ook verhalen in die je zelf niet durft te verzinnen. Dat is met de geschiede nis net zo. In een van mijn boeken wordt bijvoorbeeld de paus gechanteerd. Nou, dat zou ik niet durven verzinnen hoor. Maar dat soort onzin is wel echt gebeurd. Je komt al lerlei merkwaardige verhalen tegen in de geschiedenis en daar maak ik gebruik van." Beekman is vaak geprezen om de historische betrouw baarheid van haar boeken. Geschiedvervalsing vindt ze dan ook een gruwel. Hoeveel ze ook zelf verzint, een verhaal moet binnen de feiten passen. Ze documenteert zich voor namelijk door naar de stad of streek van haar keuze af te reizen en daar de sfeer van de kleine, kronkelige straatjes of de groene heuvels te proeven. Daarnaast steekt ze haar 115
hebt op in boeken, musea en archieven. UiteindeUjk heeft ze altijd veel meer gegevens dan ze gebruiken kan. "Dat is wel prettig want dan kan ik alle kanten uit."
Thea Beekman
Hasse Simonsdoch ter
Illustratie: de omslag van 'Hasse Simonsdochter.
Meestal gaat het idee voor een verhaal vooraf aan het on derzoek, maar dat het ook anders kan lopen illustreert Beekman aan de hand van Hasse Simonsdochter, een verhaal dat als het ware als een puzzel in elkaar valt en dat ze daar om zelf, naast Het Helse Paradijs, als haar beste boek be schouwt. "De Kamper klokgieters interesseerden me al lange tijd, vooral omdat ik dacht; hoe ging dat eigenlijk, toentertijd, zo'n klok gieten. Dat is toch geen kleinigheid. Daar heb ik dus een studie van gemaakt. In een van de boe ken die ik daarvoor had gelezen werd verwezen naar een notitie in een of ander kerkarchief over de dood van Hasse, de vrouw van meester Gerrit de klokgieter. Toen bedacht ik me dat die eeuw waarin die notitie was opgetekend, de tijd van Jan van Schaffelaar was, dus die kon ik ook voor mijn verhaal gebruiken. Zo viel alles een beetje op zijn plaats. Het enige dat ik dus over Hasse weet, is dat ze met Gerrit getrouwd was en in Kampen heeft gewoond. De rest 116
Illustratie: de omslag van Thea
Beckmans
laatste
boek.
heb ik verzonnen," lacht ze. In haar romans worden de hoofdrollen altijd vertolkt door heel gewone mensen, die door hun uitzonderlijke moed of optimisme in contact komen met koningen, veld heren of beroemde personen. Ondanks dat de verhalen zich in het verleden afspelen, zijn haar figuren toch heel modem. "Ja, dat is onvermijdelijk. De manier waarop je te gen de wereld aankijkt wordt bepaald door wat je weet en watje kent, door je eigen ervaringen. Wij twintigste-eeuw ers weten veel meer dan de middeleeuwers, maar zij zijn daarom nog niet dommer dan wij. Zij wisten andere din gen, maar wat dat nou precies was, daar kom je niet achter. Hoe keken zij tegen de wereld aan, hoe dachten ze, waar werden ze door ontroerd en waar werden ze kwaad om? Je kunt wel proberen in de huid van de middeleeuwer te krui pen, maar dat lukt nooit helemaal. Je hebt zelf teveel ballast e" die kun je met wegdenken. Je knjgt dus altijd twintig ste-eeuwse trekjes in zo'n figuur."
Wee je gebeente Thea Beekman neemt in haar boeken een kritische houding aan tegenover de Kerk. Zo wordt in Hasse Simonsdochterde verkoop van aflaten gehekeld en in De doge-ring van Venetië de handel in relieken. Zelf schijnt ze zich van deze houding niet bewust te zijn. 'ik ben helemaal niet godsdienstig op gevoed en ik geloof ook nergens in." Dat vindt ze eigenlijk wel zo makkelijk. "Ik heb met geen enkele kerk ruzie. Veel schrijvers die katholiek of gereformeerd zijn opgevoed, krijgen later problemen met die kerk, wat ze enorm dwars zit. Daar heb ik geen last van. Ik kan volkomen onbevan gen tegen de katholieken uit de middeleeuwen of de calvi nisten uit de zeventiende eeuw staan." Maar is het dan de autoriteit van de kerk, waar ze tegen tekeer gaat? "Neem me niet kwalijk hoor, maar door alle eeuwen heen hebben mensen zich afgezet tegen de kerk, dus ik ben echt de eerste niet," geeft ze toe. "Die middel eeuwers waren wel gelovig, maar ze konden zich flink erge ren aan misstanden in de kerk." Het zijn dan ook uiteinde lijk haar personages die kritiek op de kerk hebben, waaruit weer blijkt hoezeer zij een eigen leven gaan leiden en Beek man zelf soms voor verrassingen doen staan. "Zij ergeren zich, ik niet. Als zij ruzie maken met de kerk om bepaalde misstanden, vind ik dat best. Er zal wel eens een kritische noot staan," vervolgt ze, nu een beetje geïrriteerd, "maar er 117
zijn naast een heleboel aardige mensen ook een heleboel mispunten in kerkelijke kringen geweest. Dominees die zich heel wat voelden en priesters die het niet zo nauw na men met de kerkelijke voorschriften. Er was bijvoorbeeld een tijd dat er drie pausen tegelijk waren en wee je gebeen te als je de verkeerde paus gehoorzaamde. Wij lachen er ei genlijk om."
Uitgekinderd Ondanks dat meer dan de helft van haar boeken histori sche jeugdromans zijn, wil Beekman de jongeren niets over de geschiedenis bijbrengen. "Ik heb drie kinderen opge voed en nu ben ik uitgekinderd. Andermans kinderen op voeden vind ik helemaal niet nodig." Ze ziet dan ook geen verschil tussen haar historische en haar niet-historische boeken. In beide gevallen is het verhaal van belang. "Kin deren lezen tenslotte om het verhaal. Ze gaan niet een boek lezen met het idee daar nou eens een hoop uit te leren. Dat doen ze niet." Wat kinderen uit haar boeken opnemen zou Thea Beek man niet weten. Ze krijgt wel regelmatig brieven, "maar dat zijn vaak juichbrieven waarin kinderen vertellen hoeveel boeken ze van me hebben gelezen die ze prachtig vinden. Dat is allemaal heel mooi, maar als jij een boek hebt gele zen waar je niks aan vond, ga je niet de moeite nemen om de schrijver een brief te sturen. Dat is dus nogal eenzijdig." Wanneer een enkeling toch wat kritiek levert, houdt ze daar geen rekening mee in haar volgende boek. De invloed van jeugdliteratuur op de jeugd was het on derwerp van de eindscriptie van haar studie sociale psycho logie. Bij het onderzoek voor deze scriptie heeft de schrijf ster ook een enquête gehouden waarin zij kinderen vroeg over welke onderwerpen ze graag lazen en wat ze spannend vonden. "Daar was best wat uit te halen, maar het is geen recept voor succes, want dat bestaat niet." Na de vraag aan welke eisen een goed jeugdboek volgens haar moet voldoen, moppert Beekman: "Weer zo'n rot vraag". Vervolgens weet ze toch een lijst van voorwaarden op te sommen: "Het moet spannend zijn en goed aflopen. De personages kunnen niet allemaal doodgaan op het eind of zoiets. Het moet ook een beetje vrolijk zijn. Het belang rijkste is dat een jeugdboek strak is gecomponeerd, zodat het verhaal makkelijk te volgen is. Je kunt niet van de hak op de tak springen bij een jeugdboek, want zodra de lezers 118
de draad niet meer kunnen volgen, gooien ze het boek op zij. Een goed jeugdboek is zo geschreven, dat lezers het in één adem uitlezen en ook het gevoel hebben dat jij het in één adem hebt geschreven. Van de worsteling, de kladjes, het opnieuw beginnen en wegschrappen mogen ze niks merken."
Vrouwen aan de macht Het idee dat ze de jeugd soms een beeld voorschotelt van een te mooie wereld, zoals je bijvoorbeeld na het lezen van Kinderen van Moeder Aarde kunt vermoeden, heeft Beek man niet. Op dit boek gebracht, brandt de schrijfster los: "Kinderen van Moeder Aarde is een verhaal apart. Ik liep een hele tijd rond met de gedachte: 'Kon Groenland maar ontdooien'. Er zou dan een enorm gebied ontstaan, hele maal schoon, waarop een nieuwe maatschappij kon wor den gebouwd. Een maatschappij heel anders dan de onze, want die is al goed verpest. Dus liet ik Groenland ontdooi en en er een nieuwe samenleving opbloeien. Nu ik toch de wereld op zijn kop had gezet, liet ik ook de vrouwen aan de macht. De mannen hadden niets in te brengen." Vanuit dat idee ging Thea Beekman aan het schrijven. "Zoals altijd bij het eerste kladje, gebeurden er allerlei dingen waar ik niet op gerekend had. Het verhaal ontwikkelde zich al doende; vandaar dat ik minstens twee kladjes en een derde versie nodig had." "Er was een derde wereldoorlog nodig om het klimaat te laten veranderen. De Koude Oorlog was op zijn hoog tepunt toen ik aan het eerste deel bezig was; daar heb ik op ingehaakt." Thea Beekman denkt niet dat een derde we reldoorlog onrealistisch is. "Mensen zijn ertoe in staat hoor, neem me niet kwalijk." Ze weet niet of de wereld beter zou worden als de vrou wen, zoals in Thule, echt aan de macht waren. "Het is wel een feit datje mannen geen macht moet geven. Ik zie het voortdurend op televisie, bij topconferenties met een hele boel kerels bij elkaar: ze maken er een puinhoop van. Ze hebben macht en ze gaan zakken vullen. Het is hopeloos. Vrouwen hebben een verzorgingsinstinct. Tenslotte krij gen zij een kind en moeten zij dat de eerste jaren groot brengen. Het verzorgende zit in de genen en dat hebben mannen niet. Mannen wdllen voor zichzelf zorgen." "Toen het boek af was schrokken mensen zich wezen loos van het verhaal. Ik kreeg zelfs een of andere pacifisti-
Illustratie: de landkaart van Thule.
119
sche beweging op mijn rug, die erover wilde praten. Geluk kig is dat allemaal weer over gegaan." Ook wilden velen Thea Beckmans mening horen over Margareth Thatcher, die op dat moment aan de macht was in Engeland. Daarop antwoordde zij steevast: "Houd er rekening mee, Thatcher gedraagt zich als een man. Anders kom je als vrouw niet aan de top."
Trots
Illustratie: de omslag van 'Kinderen van Moeder Aarde'.
120
Aan kritiek laat Thea Beekman zich weinig gelegen liggen. "Kritiek is er zat en meestal is het heel onnozel. Ik trek me er dan ook niks van aan. Mensen die kritiek hebben op schrijvers zijn zelf geen schrijvers. Ze schrijven over din gen die ze zelf niet kunnen maken. Als ze kritiek hebben, dan denk ik: nou, je doet het zelf maar beter. Dat kunnen ze toch niet. Zo kinderachtig, daar hoef ik me toch niks van aan te trekken?" Haar ongenoegen geldt vooral de recensenten, voor wie ze haar afkeer niet onder stoelen of banken steekt. "Recen senten denken dat ze macht hebben, maar dat hebben ze niet en dat heb ik ze ook een keer onder de neus gewreven. Dus nu zullen ze me wel even mores leren. Dat vind ik best, want hoe slechter ze over me schrijven, des te beter de boeken verkopen. Dat nemen ze me hoogst kwalijk, want als een boek succes heeft en veel gelezen wordt, is er geen enkele recensent die dat verdragen kan. Dan deugt een boek in hun ogen niet. Zo'n minachting hebben ze voor het publiek." Maar wat behelst de kritiek van die re censenten dan? "Wat ze van me eisen is experimenteren; experimenteren met de taal en met de vorm. Nou, ik begin er niet aan want dan begrijpen kinderen het niet meer. Vol wassenen kunnen dat wel leuk vinden en het dan bekro nen, maar daar heb je niks aan want dan krijg je niet eens een herdruk." Thea Beekman meent datje minder gewaardeerd wordt als auteur van jeugdliteratuur dan als schrijver van romans voor volwassenen. "Maar daar hoef ik me niet zoveel van aan te trekken. Of ik voor vol wordt aangezien, vind ik niet zo belangrijk. Wanneer iets literatuur is en wanneer trivi aallectuur weet ik niet. Er is ook niemand die me die grens kan wijzen." Misschien wordt een Hella Haasse wel meer gewaardeerd, "maar of ze nu ook grotere oplagen heeft dan ik betwijfel ik. Kruistocht in Spijkerbroek beleeft nu ongeveer zijn 54*" druk." Beekman leest de waardering van
Illustratie: Thea Beekman.
de lezers af aan de herdrukken van haar boeken. Ook een aantal van de door haar verworven prijzen laat de schrijf ster niet koud. Trots toont ze de jongste; een prijs toege kend door de Nederlandse Vereniging van Geschiedenis docenten. Ondanks dat haar vader haar nooit heeft aangemoedigd in het schrijven, was hij uiteindelijk wel trots op haar. "Toen mijn vader was overleden kwam er op de begrafenis een mevrouw naar me toe. Ze vroeg of ik wel wist hoe trots mijn vader op me was. Daar wist ik niets van; dat had hij nooit gezegd. Mensen zeggen zoiets niet makkelijk, omdat ze bang zijn datje verwaand wordt." Thea Beekman is niet echt trots op zichzelf. "Ik heb al tijd het gevoel dat het beter kan. Ik ben niet zo gauw tevre den." Ze betrapt zichzelf op typische kenmerken van een vrouw die bang is voor succes, zoals ze die in haar studie sociale psychologie is tegengekomen. "Eén van die ken merken is dat vrouwen altijd zeggen: Tk heb geboft, want.. .. '; dat doe ik zelf ook. Ik zeg altijd dat ik geluk heb gehad met een goede uitgever en een echtgenoot die alles wel best vond." Toch zei de schrijfster het zelf al, een recept voor succes bestaat niet.
121