Artikel: Afrika’s pijnstiller. Tradities in de Afrikaanse politiek Auteur: Jeroen Molenaar Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 22.3, 5-16. © 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skriptht.nl/archief.
Skript Historisch Tijdschrift • Spuistraat 134, kamer 558 • 1012 VB Amsterdam • www.skript-ht.nl •
[email protected]
Jeroen Molenaar
Afrika's pijnstiller Tradities in de Afril
Afrikaanse leiders proberen steeds vaker op eigen wijze de politieke en sociale orde vorm te geven. Ze putten daarvoor rijkelijk uit oude tradities. Westerse wetenschappers kijken met argusogen toe. Kunnen tradities de basis vormen voor een eigen Afrikaanse weg uit de ellende?
Het Westen heeft zich afgekeerd van het rampgebied Afrika. In de meeste landen ten zuiden van de Sahara is de economische situatie uitzichtloos, wordt voedsel geruild tegen wapens, is het staatsappa raat een corrupte bende en moorden gedrogeerde tieners elkaar uit voor een stukje ruw gesteente. Dit is het beeld dat het Westen heeft van Afrika. Maar er zijn ook landen waar het na jaren van bloedige strijd goed lijkt te gaan. In Zimbabwe is een oppositie ontstaan, die na de verkiezingen in juni serieus moet worden genomen. Een teken dat burgerlijke instituties ook wortel schieten in Afrika. In de politiek zelf wordt gezocht naar een nieuwe vorm en inspi ratie. Afrikaanse leiders beroepen zich daarvoor op een authentieke Afrikaanse identiteit. President Mbeki van Zuid-Afrika roept op tot een Afrikaanse Renaissance en in Uganda heeft Museveni een Afrikaans poldermodel in het leven geroepen. Maar wat zijn die authentieke Afrikaanse tradities? Zijn die tradi ties terug te vinden in de politieke en sociale structuur van Afrika in de twintigste eeuw? En kunnen ze de huidige politiek een nieuwe invulling geven?
'Ahaba-hóöfc lman in Congo tijden s de Tshianza plechtigheid v o orde jaarlijkse her nieuwing van de band met de voorouders.
Afrikaanse Renaissance
President Mbeki van Zuid-Afrika zoekt naar een bindmiddel voor de segregerende Zuid-Afrikaanse samenleving. Vandaar zijn pleidooi voor een Afrikaanse Renaissance, wat grofweg inhoudt dat een terugkeer naar prekoloniale tradities de Afrikaan ervan bewust moet maken dat er van oudsher een grote verscheidenheid aan stammen en culturen bestaat. Zo probeert hij een beroep te doen op weder zijds respect tussen Afrikaanse broeders. De historicus Stephen Ellis, verbonden aan het Afrika Studiecentrum in Leiden, ziet dit binnen de euforie na de afschaffing van de apartheid. 'Er heerst een sfeer van: we doen wat we willen. Een gevoel van herwonnen vrijheid.' Toch is er ook een cynische noot te plaatsen. 'Mbeki komt uit de socialistische hoek en is nu op zoek naar een nieuwe inspirerende boodschap. Net als Milosovic heeft hij een andere kreet nodig. In zijn geval de Afrikaanse Renaissance.' Museveni, president van Uganda, is een ander geval. In 1986 kwam hij als de sterkste man uit een bloedige burgeroorlog. Om te zorgen dat de politiek niet verdeeld zou raken langs etnische lijnen schafte hij na de machtsovername alle pohtieke partijen af Het motto was: terug naar het Afrikaanse consensusmodel van de prekoloniale tijd. Ellis: 'Ik heb de indruk dat het hele verhaal grotendeels camouflage is. De militaire dictator was de lieveling van het Westen. Toen het Westen druk op hem uitoefende om meer democratie toe te laten zei hij: dat moet je niet doen. Dit is puur Afrikaans.'
De Tricl<ster
Het gebied ten zuiden van de Sahara is groot. Een studie naar wat wel en wat niet typisch Afrikaans is, is dan ook een rotklus. 'Ik denk niet dat je kunt spreken van een gezamelijke geschiedenis', stelt Robert Ross, historicus aan de Rijksuniversiteit Leiden, met een
brede grijns. 'Alleen Nigeria heeft al driehonderd verschillende etni sche groepen. Je kunt Oost-Afrika als geheel nemen, ook al zijn er honderddertig talen die net zoveel van elkaar verschillen als het Nederlands van het Chinees. Alleen buitenlanders proberen een uit spraak te doen over Afrika als geheel. 'Afrika' is een Westers begrip.' Wie op zoek gaat naar Afrikaanse roots moet daarom generaliseren. 'Ik ben niet bang dat te doen, ook al is het een enorm continent', aldus Ellis. 'De westerse kolonisten dachten dat in Afrika alles stil stond, dat alles primitief was en er niets gebeurde. 'The continent without history'. Diep in de Europeaan zit nog steeds het idee dat de tradities in Afrika altijd dezelfde zijn gebleven. Dat is niet waar Afrika heeft geen onveranderde tradities, maar wel een eigen geschiedenis. De Afrikaanse mentaliteit is gevormd door een andere geschiedenis dan de westerse, zeker waar het gedecentraliseerde samenlevingen betrof zonder een schriftcultuur.' Zo is in Afrikaanse sagen de hoofdrol vaak weggelegd voor de 'trickster', 'Een trickster,' legt Ellis uit, 'is een handige jon gen die zijn doelen bereikt ondanks enorme obstakels. De Europeaan is opge groeid in een samenleving met duidelijk gedefinieerde grenzen van wat wel en niet mag. In Afrika wordt individuele menselijke kwali teit erg gewaardeerd. De trickster is een soort overlever.' De trickster leeft voort in het denken over macht. Ellis spreidt zijn armen. 'Dit is het éne uiterste: een macht die niet verandert. Alle oplossingen zijn gericht op één ding: dat de macht behouden blijft. In West-Europa hebben we daar instituties voor, die de mensen kun nen overleven.' Ook in Afrika zijn zulke instituties, zoals bijvoor beeld het erfelijk koningsschap. 'In Zuid-Sudan waren de koningen het symbool van de pure macht. Liep hij een htteken op, dan werd hij gedood en werd er een opvolger aangewezen. Het ging erom dat de macht niet degenereerde.'
e man, omringd door zijn ' vrouwen, rond 1900 (Congo).
Aan het andere uiterste van het machtsspectrum staat volgens Elhs de trickster. 'In sommige delen van Afrika is een keuze gemaakt voor een steeds veranderende vorm van macht. Gedacht wordt dat iemand allerlei gedaanten kan aannemen. Deze figuur heeft geeste lijke capaciteiten die boven die van de gewone mens uitstijgen.' De trickster heeft dus net dat beetje meer, waardoor hij zich onder scheidt van Jan-met-de-pet. Die meerwaarde moet volgens Ellis gezocht worden in hoger sferen. 'Bijna iedereen in Afrika gelooft dat er in deze wereld meer bestaat dan wat zichtbaar is. Dat is ook heel belangrijk in de Afrikaanse politiek. De 'spirit' is het principe van leven. In alles waarin leven zit, zit ook macht. Er is maar één soort macht en daar kun je veel van hebben of weinig. Macht is onaan tastbaar. Als een staatshoofd erg machtig is heeft dat dus iets myste rieus.' In de Afrikaanse politiek heeft de trickster vaste vorm aangeno men. Ross: 'Voor iemand die zijn zaakjes goed weet te regelen moet je oppassen. Iemand als Mobutu had groot aanzien omdat hij macht had.' Macht én rijkdom, zoals zijn frequente bezoekjes aan Zwitserland deden vermoeden. Volgens Ross gaan deze in de Afrikaanse politiek hand in hand. 'In een breed gedeelte van Afrika wordt rijkdom gewaardeerd en armoede geminacht. Het idee dat de staat niet gebruikt mag worden voor persoonlijk gewin bestaat in veel Afrikaanse landen niet.'
Voederbak
De ongebreidelde hebzucht van de machthebbers heeft in veel Afrikaanse landen geleid tot het ontstaan van een clientelistisch sys teem. Freek Schiphorst is docent Jabour relations aan het 'Institute of Social Sciences' in Den Haag. Tussen 1986 en 1996 werkte hij mee aan het opbouwen en ondersteunen van de vakcentrale in
Zimbabwe. 'Er is een verschil tussen Afrikaanse politiek en normale politiek. Vooral een verschil in denken over wat publiek is en wat privé. In het Westen is het publieke domein heel groot en het privé domein heel klein. In Afrika is dat precies andersom. Er wordt veel meer in termen van patroon-cliënt gedacht dan vanuit het publieke bestel. In Afrika gaat het erom een zo groot mogelijk deel van de taart te krijgen.' Dat maakt volgens Peter Geschiere, hoogleraar aan de Rijks universiteit van Leiden de staat tot één grote cliëntelistische voeder bak. Afrikaanse leiders zullen er alles aan doen om het in stand te houden. In het systeem zijn zij immers de patronen, die zonder hun schare tevreden cliënten het veld moeten ruimen. In de pohtiek is het grote geld te verdienen en je hoeft je er niet voor te schamen. 'Persoonlijk leiderschap is in Afrika heel belangrijk', zegt Geschiere, 'en de leiderschapscultuur is: wat kan de staat me leveren.' Tekenend voor de schroom van de Afrikaanse leider is een anekdote over Kenyatta, eerste president van Kenya. Schiphorst: 'Er was een debat gaande en op kritiek van een parlementslid antwoordde Kenyatta: Hoe lang zit je al in het parlement? Het parlementslid antwoordde dat hij er al geruime tijd zat. Waarop Kenyatta zei: En hoeveel boer derijen heb je? Nul. En hoeveel Mercedessen? Nul. Hou dan je mond!' Afrikanen zelf hebben een tweeslachtige kijk op het cliëntèlesys teem. Ross: 'De bevolking heeft belang bij een niet-corrupte rege ring, maar heeft daar wel respect voor. In sommige landen zijn immers oud-dictators tot president gekozen. Het probleem van het Afrikaanse cliëntèlesysteem is dat het onvoldoende goederen ople vert. Als een heerser zijn effectiviteit verliest, verdwijnt zijn macht. Het wordt vaak niet erg gevonden dat een heerser zich verrijkt, zolang het met het land economisch goed gaat.'
De triëkstéf.ln-de traditionele van de Yoruba, een stam in Nigeria en Benin, wordt hij voor gesteld als de god Eshu. Hij werd gezien als de intermediair tussen goed en kwaad en tiad een plaats in elk huishouden.
Valkuil
Aan de macht blijven in Afrika vereist echter meer dan cadeautjes geven aan de achterban. Vele machthebbers in Afrika kleden zich in wat originele dracht moet voorstellen en zwaaien met fraai ingeleg de stukken hout. Attributen die hen een authentieke Afrikaanse uit straling moeten geven. Het is een manier om over de koloniale periode heen te reiken en te laten zien dat de decennialange over heersing door het Westen de Afrikaanse identiteit niet heeft weten te vernietigen. Ze beseffen niet dat het een vreemde paradox tot gevolg heeft. Juist door een beroep te doen op de originele Afrikaanse prekoloniale cul tuur doen ze voorkomen dat de periode van de Westerse koloniale overheersing op zichzelf staat. De koloniale tijd was een grote breuk in de Afrikaanse geschiedenis en betekende het einde van vele Afrikaanse tradities, die hun wedergeboorte beleven. Ook Westerse wetenschappers willen nog wel eens in deze valkuil stappen. In 1992 leverde de inmiddels stokoude self-made historicus Basil Davidson een boek af met de veelzeggende titel Afrika en de vloek van de natie-staat. Volgens hem is de oorzaak van alle heden daagse ellende te vinden in de koloniale overheersing. Onder het koloniale bewind werd de ene stam bevoordeeld boven de andere en ontstond een nationale elite. Deze elite kreeg haar opleiding in het Westen en toen ze in de jaren zestig het bestuur van het land over nam, was ze geheel vervreemd van haar eigen cultuur. Waar in vroe ger tijden een centrale heerser van een bepaald gebied altijd reke ning moest houden met een kring van stamhoofden, werd de cen tralistische bestuursstructuur van de koloniale overheerser verder uitgebouwd tot een enorme staatsbureaucratie. Om de machtheb bers vormden zich etnische groepen die in hun bloedverwantschap een kans zagen tot het vergaren van macht en rijkdom.
--Foto-linker pagina: IV1obutu Sese Sol
m
Een duidelijk voorbeeld van 'invention of tradition', vindt Ross. 'Bijvoorbeeld in het geval van de de Kikuyu in Kenia. Zij vertoonden vóór de koloniale periode geen gezamenlijk optreden. Groepen die in de koloniale tijd geen eenheid waren zijn dat in de post-kolonia le tijd geworden. Een ander Keniaans voorbeeld zijn de Kalengin. Hun naam is inheems, maar kwam van een radioprogramma dat altijd met dit woord begon. Politieke belangengroepen zijn tot etnisch groepsbesef gekomen in termen van politieke strijd.' Maar dat er sprake is van een diepe breuk tussen de perioden voor en na de koloniale overheersing strekt het Westen tot teveel eer. Geschiere ziet een duidelijke continuïteit. 'Davidson schept een beeld van tijdloze tradities en een homogene samenleving. Goed, de koloniale periode heeft wel een diepe afdruk nagelaten. Maar vóór de twintigste eeuw waren in Afrika ook spanningen aanwezig, ein deloze migraties en slachtingen. Het idee dat Afrika geïsoleerd was, is ook niet correct. De samenlevingen hadden een vrij open karak ter en vele handelsstromingen voerden door het continent.' Volgens Geschiere was er eerder sprake van een gelijktijdig bestaan van tradities en koloniale bestuursstructuren. 'De chiefis duidelijk een koloniale uitvinding, maar is redelijk geworteld geraakt in de dorpen.' De chief is ingepast in de traditionele overlegcultuur, die op lokaal niveau nooit is verdwenen. 'In Kameroen ben ik bij het over leg in een dorpspalave geweest. Daar zag ik dat retoriek heel belang rijk is. Hier in het Westen gaat het erom iemand te overtuigen, om winnaars en verliezers. Daar is de retoriek erop gericht mensen tot elkaar te brengen. Het is gericht op verzoening, niet het creëren van een afstand. Het overleg en bestuur in zo'n dorpspalave is democra tisch, maar ook onmachtig. Er bestaat een enorme afstand tot de staat.'
Dorpsoverleg.
Natuurliefhebber
De leiders van de nationale onafuankelijkheidsbewegingen, die zich al snel ontpopten tot dictators, gebruikten allen de oude tradi ties op hun eigen manier. Volgens Schiphorst is een grove scheiding aan te brengen tussen de generatie van de jaren zestig en die van midden jaren zeventig, begin jaren tachtig. 'De leiders van de eerste golf, zoals Kenyatta [Kenya,red.], Nyerere [Tanzania, red.] en Nkruma [Ghana, red.] zijn in West-Europa opgeleid. Zij zijn natuurlijk wel in linkse kringen terechtgekomen. Om de veiligheidsdiensten de stuipen op het lijf te jagen namen ze af en toe een ticket naar Moskou. De tweede golf is de generatie van Mugabe, waartoe ook de leiders van bijvoorbeeld Guinee-Bissau, Angola en Mozambique behoren. Zij hebben in het Oostblok en China gezeten. Hun nationalistische bewegingen werden ofwel gesteund door de Sovjet-Unie ofwel door China.' De overname van de macht door de eerste generatie is in vele gevallen soepel verlopen. Afrikaanse tradities werden gebruikt, deels in het afzetten tegen de Westerse wereld, deels om een eigen Afrikaanse staatsvorm op te zetten. Schiphorst: 'Volgens Nyerere had Afrika zijn eigen tradities. Tanzania moest een andere weg gaan dan die van de politieke democratie. Het intern overlegmodel als alter natief. Omdat dat zo Afrikaans zou zijn.' Wat voor Nyerere geldt, gaat ook op voor Nkrumah Kwame, presi dent van Ghana, de eerste onafuankelijke Afrikaanse staat. Hij ont wierp het 'Afrikaanse socialisme'. Geschiere: 'Het Afrikaanse socia lisme werd verbonden met traditie. Ze hadden het over socialisme zonder klassenstrijd, maar gebaseerd op familiebanden. Ook Mobutu was Afrikaans socialist. Iedereen noemde zich zo in de jaren zestig en zeventig.' De tweede generatie heeft een echte strijd moeten voeren om onaf-
- -Arril<.aans Socialisme. Wijlen President Julius Nyerere van Tanzania met Fidel Castro.
hankelijk te worden. Linkse guerrillabewegingen, gesteund door de Sovjet-Unie of China gebruikten Afrikaanse tradities vooral om zich af te zetten tegen het Westen. Volgens Schiphorst werkt dat in Zimbabwe door in de retoriek van Mugabe. 'Hij roert de racistische trom en probeert de schijn op te houden dat dit dezelfde strijd is als die van de jaren zeventig.' Het gebruik van tradities in het afzetten tegen het Westen wordt niet door alle leiders in Afrika gebruikt. Tegenwoordig is het voor veel landen riskant om maar lukraak anti-westerse retoriek te spui en. De financiële steun is te belangrijk geworden. Ross: 'Afrika is verslaafd aan buitenlands geld.' Er wordt soms van alles uit de kast getrokken om in een goed boekje te komen bij westerse geldschie ters. Markant voorbeeld is het huidige Madagascar. Ellis: 'De leider was eerst links en nu profileert hij zich als natuurliefhebber. Madagascar heet nu 'La république écologiste et humaniste.'
African disease
Middenjaren tachtig stortten de meeste Afrikaanse economieën in. De Sovjet-Unie ging bankroet en steun van het Westen was de enige kans op economisch succes. In de vorm van 'strukturele aanpas singsprogramma's' haalden het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank de bezem door de Afrikaanse boekhou ding. Het toedienen van dit algemene geneesmiddel was, volgens Schiphorst, het laatste zetje dat de Afrikaanse economieën nodig hadden. 'Met de economische buikloop viel de politieke basis weg.Tot 1985 waren éénpartijstaten de norm, uitgezonderd Senegal. Met de eco nomische crisis midden jaren zeventig stortten ook de éénpartijsta ten in. Of er kwam een democratiserende beweging op gang of er brak oorlog uit. Vooral daar waar instituties zoals de civi! society te
wem1g ontwikkeld waren, konden kleine groepen makkelijk toe gang vinden tot de middelen. Als daar dan ook nog de economische belangen hoog waren onstonden kleine rebellenlegertjes. Sierra Leone is daar een goed voorbeeld van.' De civil society is het nieuwe toverwoord. Alleen als in Afrikaanse staten sterke burgerlijke instituties kunnen worden gevormd zal er een zekere mate van politieke stabiliteit kunnen ontstaan. Dit ziet Schiphorst niet in alle landen gebeuren. 'De kans van slagen is gro ter daar waar geen makkelijk te delven en te transporteren grond stoffen zijn. Wordt gas wel eens de 'Dutch disease' genoemd, dia manten kunnen beschouwd worden als een 'African disease'. Ross ziet een uitweg. 'Stabiliteit kan ook komen vanuit de politiek zelf. De Nigeriaanse bevolking was tot 1998 gewend om de zakken van Abacha te vullen. De familie probeerde nog te vluchten, maar werd in het vliegtuig gepakt met koffers vol dollars. De macht is overgenomen door een generaal, die ongetwijfeld weer democra tisch zal worden gekozen. Men zal zien dat er een meer burgerlijke regering zal komen. En op het moment dat die politieke stabiliteit er is, kan dat worden uitgebuit om een relatief goed functionerende samenleving te scheppen.'
The heart of darkness
Volgens Ross is de politieke stabiliteit inderdaad te vinden in Afrikaanse tradities. 'Er zijn leiders in staat geweest consensus te behouden door te kijken naar prekoloniale tradities. Mandela was daar een expliciet voorbeeld van. In de eerste plaats is het een zaak van individuele kracht, vaak omkleed met magisch-religieuze ele menten. In de tweede plaats was het gebruikelijk dat een leider zijn macht kon behouden door te zorgen dat belangrijke gezinshoofden en chiefs werden betrokken bij belangrijke beslissingen.'
Doorwerkmg van Atrt--r����ll?.!ir��=--;-�-�--Πkaanse bewustwording in het Westen. Scfiool meester in de Ver enigde Staten in de jaren zeventig.
Houdt dit een terugkeer in naar de trickster, het esoterische aure ool van leiderschap en macht, het Afrikaanse poldermodel? En kan het gebruik van die tradities in de Afrikaanse politiek de uitweg zijn uit alle huidige politieke en maatschappelijke problemen? 'Daar waar stront aan de knikker is heeft het een economische oor zaak', valt Schiphorst uit. 'Het streven naar die tradities zie ik als een vorm van conservatisme. Letterlijk het teruggaan naar vroeger tij den.' Geschiere voegt daar nog eraan toe: 'Cultuur is een schijnop lossing. Het teruggrijpen van Afrika op cultuur is een duidelijke poging om politiek-economische problemen niet onder ogen te zien. Je moet kijken naar wat voor politieke instituties bestaan en of je je daarbij aan kunt sluiten.' Het gebruik van tradities in de politiek is dus niets anders dan een pijnstiller. Toch is Afrika allerminst op de weg terug naar the Heart ofDarkness. Schiphorst denkt dat burgerlijke instituties voet aan de grond krijgen. 'In Zimbabwe gebeurt dat nu. In de jaren tachtig kwam er oppostitie op gang vanuit de vakbonden, non-gouverne mentele organisaties en mensenrechtenbewegingen. Deze oppositie is serieus en positief.' Niet alleen institutioneel, ook maatschappelijk lijkt Afrika hard op weg naar moderniteit. Ellis: 'Er is een grote verandering aan de gang die fundamenteel verschilt van de Afrikaanse geschiedenis. De bevolking is aan het verjongen. Afrika is een continent waar de mensen in dorpen woonden. Nu trekken de jonge mensen naar de steden. Er zal een nieuwe cultuur en mentaliteit voortkomen uit de steden. Je kunt dus helemaal niet spreken van een terugkeer naar oude tradities.'
De verschillende interviews zijn afgenomen door de redactie van Skript. Ik wil Joachim Westerveld, historicus aan de Universiteit van Amsterdam, en Hans Haan, consultant, danken voor hun medewerking.