OUDEREN ADVIES RAAD BERGEN OP ZOOM Secretariaat: Postbus 674, 4600 AR Bergen op Zoom. Betreft: Uitnodiging voor de vergadering van de adviesraad op donderdag l februari 2007 om 10.00 uur in het gebouw Keldermanslaan 5, Bergen op Zoom.
AGENDA Gemeente Beraen OD Zoom rf-k •
(
l
• ,.
1 . Opening door de voorzitter
Bericht van verhindering.
l IIIIIPIIII! VIIH If IIIIHII Hul Inll UMI l
107-003912 Reg. Datum: 14/02/2007
Eenheid:
GRIFF1.58
2. Bijdrage(n) aan de agendapunten door de publieke tribune 3. Vaststellen van de agenda en eventuele punten voor de rondvraag 4. Vaststellen van de notulen van de vergadering van 4 januari 2007 5. Mededelingen: * Project "zilveren kracht" * 55 plus magazine * Evaluatie gesprek met Mw. I. van den Eenennaam 6. Ingekomen en verzonden stukken: In: Dhr. J.A.G.M. Stekelenburg: afschrift van brief aan het College inzake zijn ontslag aanvrage als lid van de OAR m.i.v. l oktober 2007. B&W: uitnodiging vergadering GAR. Gemeente B op Zoom: agenda commissie M.D. & Cultuur Gemeente B op Zoom: Voorlegger raadsbesluiten Zorgbelang Groningen: Handreiking burgerparticipatie (al in uw bezit) S.A.R.: bevestiging ontvangst agenda met bijbehorende stukken Wijkcommissie Centrum: wijkvisie Gemeente B op Zoom: antwoord op ons schrijven dd. 11-01-2007, betreffende de Gemeentegids 2007 Lois: verzoek om de financiële bijdrage voor het jaar 2007 Uit: B&W: brief n.a.v. het verschijnen van de Gemeentegids 2007 B&W: Reactie van de OAR op de communicatienota WMO Leden van de Raad: afschrift brief betreffende gemeentegids 2007. GAR: afschrift van brieven Gemeentegids 2007 en de communicatienota WMO Ouderenbonden: afschrift van brieven Gemeentegids en communicatienota WMO St. Waakhond: afschrift van brief communicatienota WMO Jeugdraad: afschrift van brief communicatienota WMO IAR: afschrift brief communicatienota WMO SAR Woensdrecht: toezenden van agenda met bijbehorende stukken. Niet meegezonden stukken liggen ter inzage.
7. Verslagen uit werkgroepen en raadscommissies: a) verslag werkgroep wonen b) Verslag van Verkeer en Veiligheid c) verslag werkgroep WECS d) Verslag OBO e) verslag van het Zorgvragers overleg 8. Ontwikkeling W.M.O.: * Mededelingen uit de werkgroepen 9. Financiële situatie Ouderen * Minisymposium onderzoek armoede onder ouderen door Hogeschool Avans. 10. Wijkvisie * Bespreking aa.v. toegezonden "wijkvisie op een rijtje" 11. Startnotitie vrijwilligerswerkbeleid en mantelzorg (al in uw bezit) * Gaarne uw reactie(s) op deze notitie. 12. Organisatie :
a) Rooster van aftreden b) Nieuwe indeling werkgroepen OAR c) Bezoek Veiligheidshuis district Bergen op Zoom, Plein XIII. vaststellen van een andere datum. d) computercursus
13. Rondvraag. 14. Publiciteit en mediacontact 15. Sluiting
Ouderen Advies Raad Secretariaat: Postbus 674,4600 AR Bergen op Zoom Verslag van de vergadering d.d. 4 januari 2007 Aanwezig Publieke tribune Samensteller
zie bijgevoegde presentielijst de heren R. Kreuze en P. Slijpen I. Smith
1. Opening • De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Aan eenieder de beste wensen voor het nieuwe jaar! Een speciaal welkom voor mevrouw I. van Eenennaam van S VT Informele Zorg West-Brabant. • De voorzitter heet de heer A. Kooien, per l januari nieuw lid van de OAR, van harte welkom. • De heer Van Leeuwen is wegens ziekte afwezig. 2. Bijdrage aan de agendapunten door de publieke tribune • Vanaf de publieke tribune worden geen bespreekpunten ingebracht. 3. Vaststellen van de agenda en eventuele punten voor de rondvraag • Er worden geen wijzigingen aangebracht in de agenda, zoals voorgesteld door het DB. 4. Vaststellen van het verslag van de vergadering d.d. 7 december 2006 • Het verslag wordt onder dankzegging aan de samensteller ongewijzigd vastgesteld. Van de actielijst worden de punten 2, 6 en 7 afgevinkt. Naar aanleiding van de actielijst: o Punt 3: op 18 januari zijn de voorzitters van de adviesraden en de ouderenbonden uitgenodigd om de toekomstscenario's te bespreken. Het geheel zal geleid worden door Ad van de Bulck. Na de bijeenkomst vindt terugkoppeling in de OAR plaats. o Punt 4: de site moet verder deel gaan uitmaken van de OAR. Eventueel wordt een werkgroepje hiervoor ingesteld. 5. Mededelingen • Mevrouw De Moor, De Wolff en de heer Aarts hebben een gesprek gehad met de Senioren Raad van Woensdrecht (SAR) om te kijken hoe de OAR in Bergen op Zoom functioneert. Het organisatieconcept, met onafhankelijkheid van de leden, sprak hen erg aan en zij willen graag regelmatig contact houden. • Het RPCP is van naam veranderd en gaat voortaan door het leven als Zorg belang Brabant. Mevrouw De Moor hoopt dat hiermee ook de werkwijze aangepast wordt, omdat er tot op heden weinig toegevoegde waarde in zit. De voorzitter stelt voor om nog twee maal een bijeenkomst bij te wonen en vervolgens de knoop door te hakken of de OAR nog een afgevaardigde wil sturen. • De stand van zaken omtrent het 55+ magazine kan in verband met de afwezigheid van de heer Van Leeuwen momenteel niet besproken worden. 6. Ingekomen en verzonden stukken • De ingekomen en uitgaande stukken, zoals vermeld op de agenda worden voor kennisgeving aangenomen en uitgewisseld waar gewenst. Verslag vergadering ouderenadviesraad d.d.4 januari 2007
7. Verslagen uit werkgroepen en raadscommissies • Alleen het OBO is bijeen geweest en het verslag komt eraan. • Vanuit de werkgroep Verkeer&Veiligheid worden nog wel de volgende mededelingen gedaan: o Op 7 december zijn de nieuwe bushaltes feestelijk in gebruik genomen. Vanuit de gemeente waren twee wethouders aanwezig en de ingebruikname ging prima. De heer Burggrave was zeer tevreden over de opening en was verheugd over het feit dat er al 20 bushaltes klaar zijn. o De werkgroep scootmobiel is een succes en in deze maand kunnen na de theorie- ook de praktijklessen plaatsvinden. Eind januari kan vervolgens een evaluatie plaatsvinden en bij de afronding wordt eventueel de pers betrokken. • Binnen het Zorgvragersoverleg heeft discussie plaatsgevonden over de fysieke ondersteuning. Dit wordt even afgewacht en eventueel worden stappen ondernomen. 8. Ontwikkelingen WMO • Op 15 december zijn in de Maagd de samenwerkingsconvenanten m.b.t. Zorgwijzer, het WMO loket voor de overgangsperiode, ondertekend. • De brief over de communicatienota Wmo wordt na goedkeuring verstuurd aan het college. 9. Beleving van armoede onder ouderen • De studenten van Avans zijn al bezig met het interviewen. In het voortraject blijkt dat veel ouderen bang zijn om deel te nemen; blijven zij anoniem is een zorg en ze laten niet graag vreemden binnen. • Het uiteindelijke resultaat wordt aangeboden aan de gemeente. • De heer Aarts merkt op dat de financiën nog niet rond zijn. De gemeente heeft aangegeven bij haar standpunt te blijven. Eventueel kunnen de ouderenbonden een bijdrage leveren, zij doen immers ook mee. 10. Gesprek met mevrouw I. van Eenennaam • Mevrouw Van Eenennaam is directeur van SVT Informele Zorg West-Brabant. Ze dankt de OAR voor de uitnodiging en wil graag zowel mantelzorg als het bredere veld met informele thuiszorg en respijtzorg aan de orde laten komen. • In 18 gemeenten in West-Brabant zijn diverse steunpunten mantelzorg gevestigd. SVT is een regionale organisatie met een lokale invulling. Tevens wordt samengewerkt met andere organisaties om signalen vanuit de gemeenschap op te vangen. • De vraag van de hulpvrager en de wens van de vrijwilliger staan centraal bij SVT. Hierbij is het tot stand komen van een goede hulpvraag en een match met een vrijwilliger van groot belang. De coördinator gaat altijd bij mensen thuis langs om de hulpvraag helder te krijgen en te beoordelen welke vrijwilliger het beste past bij de hulpvrager. Na dit gesprek legt de coördinator de situatie van de hulpvragen anoniem voor aan een mogelijke geschikte vrijwilliger. Indien deze akkoord is wordt de vrijwilliger (met naam) voorgelegd aan de hulpvrager. Zodra de hulpvrager akkoord is introduceert de coördinator de vrijwilliger bij de mensen thuis. Nadat een eerste afspraak heeft plaatsgevonden belt de coördinator eerst naar de hulpvrager en vervolgens naar de vrijwilliger om te vragen hoe het gegaan is. Daarna wordt de situatie blijvend gevolgd, want de hulpvraag kan immers veranderen.
Verslag vergadering ouderenadviesraad d. d. 4 januari 2007
•
•
•
•
• •
Vrijwilligers kiezen zelf voor het soort werk waarvoor ze ingezet worden. Voor een aantal onderdelen is een basiscursus verplicht, bijvoorbeeld voor de buddyzorg. 'Aan de poort' worden de wederzijdse verwachtingen besproken. Mevrouw Van Eenennaam benadrukt het verschil tussen een mantelzorger en een vrijwilliger. Een mantelzorger betreft iemand uit de familie en een vrijwilliger is veelal via een organisatie aan het werk. Een aanzienlijk percentage van de mantelzorgers is overbelast, maar slechts een klein deel accepteert hulp. Echter door de inzet van een vrijwilliger kan deze drempel beetje bij beetje verlaagd worden. Voor SVT is het van belang de organisatie (de steunpunten en de vrijwilligers) zélf bij de mensen bekend te maken en niet alleen via een loket of de thuiszorg. Mensen moeten zelfde weg weten en een loket moet niet als drempel fungeren. Er moet nog een hoop stof neerdalen in het veranderende klimaat met betrekking tot marktwerking, concurrentie en ontwikkelingen in subsidieregelingen. SVT zoekt hierin haar weg, in samenwerking met de gemeenten en thuiszorgorganisaties. De mantelzorg wordt een 'markt' en inmiddels zien gemeente ook in dat de situatie complexer is dan op het eerste gezicht lijkt. Mevrouw Van Eenennaam sluit af met de mededeling dat het werk wat SVT doet en wat dit kan betekenen voor cliënten, voorop dient te blijven staan. De voorzitter dankt mevrouw Van Eenennaam voor haar presentatie en wenst haar veel sterkte in dit (overgangsjaar. Waar nodig kan de OAR wellicht ondersteuning bieden.
11. Organisatie • Secretaris verzoekt iedereen de jaarverslagen van de werkgroepen uiterlijk eind maart aan te leveren. • De brieven over de communicatienota van de Wmo en de gemeentegids worden na goedkeuring verstuurd aan het college. 12. Rondvraag • De heer Aarts verzoekt om een nieuwe ledenlijst. • De heer Stekelenburg vraagt zich af of er ten aanzien van Ouderenproof bij de gemeente een inventarisatie bekend is van de acties die reeds ondernomen zijn. Mevrouw Smith geeft aan dat er wel gegevens bekend zijn, maar dat er geen sprake is van een formele 'lijst'. De voorzitter nodigt de heer Stekelenburg uit om een inventarisatie op te zetten en dat zal hij zeker doen, zo wordt beloofd. • De heer Stekelenburg kondigt aan dat hij per l oktober zijn lidmaatschap opzegt. • De heer Van Geel vraagt aan mevrouw Smith of de data van de gesprekken met de wethouder al in de agenda van wethouder Veraart staan. Mevrouw Smith zal dit nagaan. 13. Publiciteit en mediacontact • De voorzitter meldt dat zij op 31 december 2006 samen met de plaatsvervangend voorzitter van de GAR op de radio geïnterviewd is over de Wmo. De voorzitter rond de vergadering af en dankt voor de inbreng.
Verslag vergadering ouderenadviesraad d.d.4 januari 2007
Actie 1 . Volgen ontwikkelingen Wmo 2. Bespreking toekomstscenario's 3. Mee vullen website 4. Bevorderen project "zilveren kracht", brief aan college 5. Inventarisatie "successen" ouderenproof
Verslag vergadering ouderenadviesraad d.d.4 januari 2007
Te ondernemen door WECS en allen DB Allen DB Heer Stekelenburg.
OUDEREN ADVIESRAAD BERGEN OP ZOOM Secretariaat: Postbus 674 4600 AR Bergen op Zoom - Telefoon 0164-265946 - Fax. 0164-299900
PRESENTIELIJST van de vergadering van de Ouderen Adviesraad op:
Dhr. A. Aarts
Dhr. A. Burggrave
Dhr. L. van Geel
Mvr. J. de Jaeger-Warmoeskerken
Mvr. L. van Loon-Nefs
Mvr. A. de Moor-Hans
Mvr. F. Noorman-van Leeuwen
Dhr. P. Schipper
Dhr. J. Stekelenburg
Dhr. A. Kooien
Mvr. C.M.J. de Wolff
Mvr. I. Smith adviseur
Dhr. M. van Leeuwen - adviseur
\\
OUDEREN ADVIESRAAD BERGEN OP ZOOM Secretariaat: Postbus 674 4600 AR Bergen op Zoom - Telefoon 0164-265946 - Fax. 0164-299900
PRESENTIELIJST
van de vergadering van de Ouderen Adviesr"0"1 "•"••
, J
Dhr. A. Aarts Dhr. A. Burggrave Dhr. L. van Geel Mvr. J. de Jaeger-Warmoeskerken Mvr. L. van Loon-Nefs Mvr. A. de Moor-Hans Mvr. F. Noorman-van Leeuwen Dhr. P. Schipper Dhr. J. Stekelenburg Mvr. P* Willenden-de Wild Mvr. C.M.J. de Wolff Mvr. I. Smith adviseur Dhr. M. van Leeuwen - adviseur
<S£w44 / CL
OUDEREN ADVIESRAAD De OAR is een adviesraad voor B&W van Bergen op Zoom, ingesteld op 17 september 1998.
WERKGROEPEN VAN DE O.A.R. 2007 1.
Werkeroey Wonen. Dhr. P. N. Schipper Dhr. A. M. N. Aarts Dhr. J.G.A.M. Stekelenburg Dhr. K. Jongejan
2.
Werkgroep Verkeer en Veiligheid. Dhr. A.D. Burggrave Dhr. A.Koolen Mevr. C.M.J. deWolff Dhr. L. J. van Geel
3
Werkeroep WECS. (welzijn/educatie/cultuur/sport) Mevr. A.W. de Moor - Hans Mevr. F. Noorman - van Leeuwen Mevr. M. H. J. van Loon - Nefs Meevr. J. de Jaeger - Warmoeskerken
4
Ad hoc Werkeroep W.M.O. Mevr. A. W. de Moor - Hans Mevr. M. H. J. van Loon - Nefs Mevr. C. M. J. de Wolff Mevr. JH. De Jaeger - Warmoeskerken
6.
Werkgroep Website Ouderen Advies Raad Mevr. C.M.J. deWolff
5.
DB/Aeendacommissie. Mevr. C. M. J. deWolff Mevr. A.W. de Moor - Hans Dhr. L. J. van Geel Dhr. A. M. N. Aarts Mevr. I. Smith Dhr. M. van Leeuwen
Bergen op Zoom, januari 2007
POSTBUS 674
4600 AR BERGEN OP ZOOM
Dhr. P. Schipper Dhr. L.J. van Geel
Voorzitter Wnd - voorzitter/penningmeester Secretaris Wnd / secretaris Adviseur vanuit de Gemeente Adviseur vanuit Welzijn.
OUDEREN ADVIESRAAD De OAR is een adviesraad voor B&W van Bergen op Zoom, ingesteld op 17 september 1998. POSTBUS 674
4600 AR BERGEN OP ZOOM
ROOSTER VAN AFTREDEN Zittingsperiode OAR leden Naam Dhr. A. Aarts Dhr. A. Burggrave Mevr. A. van Loon - Nefs Dhr. L. van Geel Mevr. A. de Moor - Hans Mevr. F. Noorman - van Leeuwen Mevr. J. de Jaeger - Warmoeskerken *) Dhr. P. Schipper Dhr. J. Stekelenburg Mevr. C. deWolff Dhr. A. Kooien
Benoemingsdatum Zittingsperiode 07 - 09 - 2000 01-01-2002 01-01-2005 01-01-2005 12-05-1998 01-01-2003 01-05-2004 12 - 05 - 1998 01-01-2002 01-02-2005 01 - 01 - 2007
Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12 Max. tot 31 -12
-2010 -2010 -2013 -2013 -2010 -2010 -2013 -2010 -2010 -2013 -201 5
Per l januari 2008 dienen er tenminste 3 leden af te treden ( op basis van de verordening kunnen bij overgang naar een volgende zittingsperiode max. 7 leden worden herbenoemd, art. 5, lid 3) *) Het College heeft bij de benoeming van Mevr. J. de Jaeger - Warmoeskerken besloten de eerste zittingstermijn van haar te eindigen per 31 - 12 - 2007.
Bergen op Zoom, januari 2007 L. J. van Geel, secretaris.
NIEUWS
BRIEF
JAARGANG NUMMER 5 DECEMBER 2006
WMO-INVOERINGSMONITOR De SGBO, het onderzoeksbureau van de Vereniging Nederlandse Gemeenten, heeft in april het tweede onderzoek naar de voortgang van de invoering van de WMO en de ondersteuningsbehoefte van gemeenten gepubliceerd. Ongeveer 40% van de gemeenten kiest bij de invoering van de WMO voor een brede benadering, d.w.z. het herijken van het beleid op meerdere beleidsterreinen; 60% kiest voor een smalle benadering: alleen doen wat moet. Ongeveer 10% van de gemeenten heeft kaders gesteld voor de uitvoering van huishoudelijke verzorging: het opstellen van een visie, het organiseren en het opstarten van de inkoopprocedure. Zo'n 90% van de gemeenten werkt zowel binnen de gemee nen - als buiten dFgerneeniten samen aan invoering van de WM naai en met buurgem De kleinste gemeenten king met andere gemeenten' catie met burgers en cliënten ali Samenwerking met zorg- en welzi gen en het regelen van inkoop voor welzijn worden minder als knelpunt e; Naarmate de gemeente echter groter is dit laatste meer als knelpunt ervaren. Ongeveer 90% van de gemeenten heeft een projectgroep WMO aangesteld en een ambtelijke en bestuurlijk verantwoordelijke persoon aangewezen. Meer dan 80% heeft een startnotitie WMO vastgesteld in het college en zo'n 70% van de gemeenten heeft oriënterende bijeenkomsten met burgers, cliënten en lokale betrokken organisaties georganiseerd. Meer dan 60% heeft een inventarisatie gemaakt van de stand van zaken voor de invoering van de WMO (een nulmeting). In bijna de helft van de gemeenten (45%) is een inhoudelijke beleidsnotitie WMO vastgesteld in het college. Bij 30% is deze ook al vastgesteld in de gemeenteraad. Opvallend is dat niet in de kleinere gemeenten, maar juist in gemeenten met 50.000 - 100.000 inwoners, het college geen inhoudelijke beleidsnotitie heeft vastgesteld. Een derde van de gemeenten heeft de financiële consequenties van de WMO in kaart gebracht. Ongeveer 45% van de gemeenten heeft inspraakbijeenkomsten met burgers, cliënten en lokale betrokken organisaties gehouden. Over de beleidsnotitie
WMO is vooral contact geweest gaanbieders en welzijnsinste linhoudelijke beleidsnotitie "
3ft
ging, eigen bijdragen, kei jnctie, de toegang en mdicering en cliëntenparticipatie. Over het algemeen geldt dat kleinere gemeenten iets minder ver zijn dan
grotere gemeenten. Deze zijn wel bezig met een inhaalslag. Driekwart van de gemeenten ervaart knelpunten bij de invoering van de WMO. Dit geldt het meest voor de kleine gemeenten. De belangrijkste knelpunten zijn het ontbreken van financiële middelen, het ontbreken van een landelijk kader, ambtelijke capaciteit, het tijdspad van de invoering van de WMO en hoe om te gaan met de (financiële) consequenties van kwetsbare burgers. De gemeenten hebben dan ook een halfjaar langer de gelegenheid gekregen om de WMO in te voeren. van de gerne onderId voor de &< v v MO, m vs, 111^1 met «geleiding en ondersteuning, helft van de geehoefte te ondersteuIjke uitwerking, goede voorbeelden en inhoudelijke scholing. Dat geldt met name voor de middelgrote gemeenten. Aan de ene kant heeft men vooral behoefte aan ondersteuning bij het proces, het sturen, ondersteuning bij het maken van keuzes, het herijken van het beleid, het vormgeven van de samenhang tussen de beleidsterreinen en vooral ook capaciteit om alles uit te kunnen voeren. Aan de andere kant is er behoefte aan inhoudelijke uitwerking van de onderdelen van de WMO en de verdere vertaling naar de uitvoering in de praktijk.
i v^-.£5«^«*wiiM^*a#f!S3^^
.
RAPPORTAGE OUDEREN 2006 Het Sociaal Cultureel Planbureau heeft in juni de publicatie "Rapportage ouderen 2006; veranderingen in de leefsituatie en levensloop" uitgegeven. Aan het persbericht hierover ontlenen wij de volgende gegevens. —~
^»
•
j»
Participatie In 2005 had 52% van de mannen van 55-64 jaar een betaalde functie. In 1992 was dit nog slechts 40%. Van de vrouwen in deze leeftijdscategorie werkte 27% tegenover 11% in 1992. Nergens ter wereld steeg het percentage werkende oudere mannen zo snel als in Nederland. De leeftijd waarop mannen stoppen met werken is in 10 jaar verschoven van 60 naar 61 a 62 jaar. Ouderen vervullen een belangrijke rol in het vrijwilligerswerk en bij de mantelzorg. Van de 50 69-jarigen verricht 45% vrijwilligerswerk, 40% informele zorg, geeft 25% hulp aan kleinkinderen en heeft 33% deelgenomen aan collectieve acties. Mannen
De term "seniorenraden" wordt gebruikt als verzamelnaam voor alle commissies die op lokaal niveau advies uitbrengen over integraal ouderenbeleid, zoals ouderenraden, ouderenplatforms en commissies ouderenbeleid.
houden zich vaker bezig met vrijwilligerswerk en politieke activiteiten en vrouwen vaker met informele zorg en de zorg voor kleinkinderen. De maatschappelijke inzet van hoog opgeleide en jongere ouderen is het hoogst. Vele ouderen stoppen na hun 75ste levensjaar met vrijwilligerswerk en recreatieve activiteiten. Ook daalt hun aanbod van informele zorg. Op hoge leeftijd wordt de omvang van het sociale netwerk kleiner en geeft men ook minder steun aan anderen. Het is aannemelijk, dat het in het verenigingsleven en vrijwilligerswerk als 'gebruikelijk' wordt beschouwd om rond deze leeftijd bestuurlijke en andere functies aan een volgende generatie over te dragen.
Inkomen Onder 65-plussers is het aandeel ouderen met een laag inkomen de laatste tien jaar gedaald. Deze vooruitgang komt vooral door de ouderenaftrek waardoor 65-plussers minder belasting hoeven te betalen. Ook de verbeterde aanvullende pensioenen zijn er debet aan. Er ontstaat echter een kloof tussen de beter gesitueerde ouderen en ouderen met een gering inkomen. Bij de 55-64-jarigen bevindt één op de 10 huishoudens zich onder de armoedegrens. Jongere ouderen die in 2002 door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid de arbeidsmarkt moesten verlaten vielen
gemiddeld 22% in hun inkomen terug. Degenen die met prepensioen of VUT gingen maakten een daling van 15% mee. Van de 65-plushuishoudens leefde in 2003 7% onder de armoedegrens. Het gaat hier meestal om ouderen zonder aanvullend pensioen of met een onvolledige AOW-uitkering. Dit percentage zal in de komende jaren nog toenemen.
meer aandoeningen. Bovendien bevinden zij zich in een levensfase, waarin men ook nog andere ingrijpende gebeurtenissen meemaakt, zoals het verlies van een partner of een verhuizing. De medische zorg is niet ingesteld op de complexe problematiek van ouderen. Zorgverleners werken onvoldoende samen, herkennen de gezondheidsproblemen van ouderen vaak onvoldoende en passen niet altijd de
juiste therapie toe. De medische zorg is veelal verkokerd en per ziekte georganiseerd. Ongeveer 150.000 ouderen wonen in een verpleeg- of verzorgingshuis. De autonomie van de bewoners blijft er relatief gering. Eén op de holpen als hij maar allee Onder bev riatrische verpleeg! draagt dit aandeel b
Zelfredzaamheid Het opleidingsniveau van 55plussers stijgt nog steeds. Het percentage oudere mannen met alleen lager onderwijs is in 25 jaar afgenomen van ongeveer 50% naar 17%. Bij de vrouwen van 66% naar 29%. Toch is één op de zes zelfstandig wonende 75-plussers niet in staat om zelf formulieren in te vullen of rekeningen te betalen. Boven de 75 heeft men naar verhouding vaak last van gezondheidsproblemen. In 2003 leed tweederde van hen aan een lichamelijke chronische ziekte. Ook ondervinden de alleroudsten vaak psychische klachten, zoals cognitieve problemen (dementie) of depressies. Tenminste een derde heeft twee of
WAT IEDERE BESTUURDER MOET WETEN Het Ministerie van VWS heeft in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten in juni 2006 richtlijnen uitgegeven aan bestuurders. In deze richtlijnen staat wat de bestuurder moet doen op korte en op lange termijn ten aanzien van verschillende aspecten bij de invoering van de WMO. Veel van wat op korte termijn moet gebeuren, had inmiddels reeds moeten zijn gebeurd. Voor seniorenraden biedt dat een checklist met betrekking tot de vraag, of de gemeente feitelijk heeft gedaan wat ze moest doen. De richtlijnen op langere termijn bieden aandachtspunten ter beoordeling van het gemeentelijk beleid. Wij geven hieronder daarom een overzicht van de richtlijnen.
Aanbesteding Hulp bij het Huishouden Hulp bij het huishouden is voor burgers een belangrijke voorzie-
ning. Het succes van de WMO zal door hen worden afgemeten aan de beschikbaarheid en kwaliteit van deze dienst. Voor de gemeente is het op korte termijn belangrijk om de continuïteit van
de bestaande ondersteuning te garanderen. Op langere termijn zijn kostenbeheersing en de relatie tussen hulp bij het huishouden en algemene voorzieningen belangrijke sturingsinstrumenten. Tussen de vaststelling en het inwerkingtreden van de verordening ligt drie maanden. Met het oog op het ontwikkelen van een lange-termijn strategie voor de WMO en gezien de tijdsdruk waaronder de inkoop voor 2007 tot stand moet komen, wordt geadviseerd geen langlopende contracten af te sluiten. De gevoor kiezen meente ka :t zorgkande inlikoop, houders toor te ien bijvoorvan be figsregelinaanbieders n. De gertecon-
Korte termijn: * Waarborg de continuïteit voor overgangscliënten op basis van het overgangsprotocol. * Stel de aanbestedingsprocedure voor 1 januari 2007 op en handel die af of tref maatregelen om de AWBZ tijdelijk uit te voeren. * Voorzie nieuwe gebruikers van hulp bij het huishouden met ingang van 1 januari
Lange termijn * Ontwikkel een strategie, waarin de samenhang tussen individuele voorzieningen en algemene voorzieningen vorm krijgt. * Stem af met andere beleidsvelden, zoals vrijwilligerswerk, welzijnswerk, mantelzorg, wonen. * Ontwikkel nieuwe arrangemen-
PARTICIPATIE OP LOKAAL NIVEAU De CG-raad en FvO hebben in maart een vernieuwde handreiking uitgegeven over cliëntenparticipatie en de WMO. Wij citeren enkele tips: * De gemeente dient een onderscheid te maken tussen de inbreng van cliënten en andere belanghebbende partijen, zoals zorgaanbieders, en tussen individuele burgers en organisaties; * Kom bij voorkeur met alternatieven, als men het niet (geheel) eens is met het standpunt van de gemeente; * Informeer de gemeente op voorhand, wanneer u de noodzaak voelt om verdere actie te ondernemen, bijvoorbeeld door de pers in te schakelen; * Bepleit bij de gemeente, dat zij de burgerparticipatie in een verordening vastlegt; * Laat de gemeente de burgerparticipatie faciliteren; * Werk samen met andere belangenorganisaties; * Participeer zo vroeg mogelijk in het beleidsproces; * Informeer bij de gemeente, hoe ver men is in het beleidsproces.
Ook uw jaarverslag en uw (knipsei)kranten zijn belangrijke uitgaven! Stuur ze aan de redactie.
ten voor maatschappelijke ondersteuning.
Toegang Gemeenten zijn verantwoordelijk om de toegang tot de voorzieningen te regelen en hebben de beleidsvrijheid te bepalen hoe en voor welke voorzieningen zij dit organiseren. Zij bepalen welke cliënten, op basis van welke criteria, in aanmerking komen voor welke voorzieningen. Hierbij geldt een compensatieplicht om de zelfredzaamheid van cliënten te vergroten. Het reguleren van de toegang tot WMO-voorzieningen is voor de gemeente een instrument om maatwerk te leveren en in te spelen op draagkracht en draaglast van cliënten. De gemeente kan deze taak helemaal zelf uitvoeren of (gedeeltelijk) uitbesteden. Bij uitbesteden zal er aanbesteed moeten worden. Uitzondering hierop vormt uitbesteden aan het CIZ.
Korte termijn: Op 1 januari 2007 dient de uitvoeringorganisatie voor het regelen van de toegang operationeel te zijn.
Lange termijn: * Het ontwikkelen van nieuwe combinaties op het gebied van wonen, ondersteuning en welzijn, onder andere door het combineren van algemene en individuele voorzieningen.
* Toegang tot voorzieningen herijken op basis van visie op maatschappelijke ondersteuning. De WMO-filosofie is dat hoe sterker de algemene voorzieningen zijn georganiseerd hoe kleiner het beroep op de individuele voorzieningen wordt.
Compensatiebeginsel Het compensatiebeginsel is een resultaatverplichting. De aanspraak op individuele voorzieningen kan worden beperkt door het realiseren van een goed stelsel van algemene voorzieningen. Voor de collectieve regelingen rond bijvoorbeeld vervoer, preventie en welzijn moet de gemeente kunnen uitleggen op welke manier deze voorzieningen gelden als compensatie van individuele beperkingen.
Korte termijn: * 2007 kan worden gezien als een overgangsjaar; * Risico's zijn te beperken door geen contracten af te sluiten voor de langere termijn, door kritisch te kijken naar de toegangscriteria en door binnen een jaar het bestaande cliëntenbestand onder de loep te nemen; * De kosten zijn te beheersen door bijvoorbeeld in de verordening het primaat van algemene voorzieningen vast te leggen en mogelijke meevallers te besteden aan preventie en algemene voorzieningen, zodat een goed sluitend netwerk van diensten en producten ontstaat. * Betrek de raad en de belangenorganisaties in een zo vroeg mogelijk stadium.
Lange termijn: Civil society en inclusief beleid wordt in samenspraak met cliënten, inwoners, instellingen en professionals verder vorm gegeven. Door innovatie en het ondernemend vermogen te versterken kunnen gemeenten vanuit het perspectief van de klanten komen tot een ander, kwalitatief beter voorzieningenaanbod en andere arrangementen.
Eigen bijdrage De gemeente legt in de verordening vast hoe zij de hoogte van de eigen bijdrage regelt. Hierbij speelt een rol, op welke manier de gemeente het minimabeleid vorm wil geven, de beslissing voor welke voorzieningen wel of
geen eigen bijdrage geldt en de vraag in welke mate het inkomen van de cliënt (en zijn gezin) een rol speelt in de hoogte van de eigen bijdrage. Er is sprake van een anticumulatiebeding. De eigen bijdrage de AWBZ meerbedr stelde maxir aandeel var eigen bijdr resteert, ds eigen bijdrage wordt geïr het CentraafagêÉDinistraf ^
Korte termijn: Een vastgestelde op 1 oktober 2006
verordening
Lange termijn:
Meldpunt Medicijnen Het digitale Meldpunt Medicijnen is in het leven geroepen om de stem van de patiënt zelf te laten horen. Met name de stem van de senior is van belang omdat zij relatieve veelgebruikers zijn en relatief kwetsbaar. De meldingen worden verzameld en opvallende zaken of trends worden gemeld aan artsen, fabrikant, zorgverzekeraar, overheid, of patiëntenorganisatie als bron voor verbetering. Het Meldpunt Medicijnen (MM) is een samenwerking van DGV, Nederlands instituut voor verantwoord medicijngebruik met verschillende patiëntenorganisaties, de Consumentenbond en de Wetenschapswinkel Geneesmiddelen Utrecht. URL: www.meldpuntmedicijnen.nl
* Een verordening, die meer aansluit bij de eigen gemeentelijke keuzes; * Inkomensafhankelijkheid in de eigen bijdrageregeling.
Persoonsgebonden budget De keuzemogelijkheden voor burgers worden vergroot met een pgb. Het is aan de gemeente hoe zij het pgb vorm geeft.
Korte termijn Gemeenten krijgen de verantwoordelijkheid voor de pg b-houders voor hulp bij het huishouden.
Lange termijn Aansluiten en afstemmen van de
1 voorzieningen op de wensen en behoeften van pgb-houders. De gemeenten kunnen in samenwerking mensen indiceren voor Het is aan de deze verantygen hand wil ïsteden. De pgb uitbreiden welzijnsdien-
zieningen. Bij een brede opvatting is op het hele terrein van maatschappelijke participatie informatie en advies te vinden. Er kan cliëntondersteuning worden geleverd, die verder gaat dan de keuze van aanbieders en het aanvragen van voorzieningen. Het realiseren van het loket is de verantwoordelijkheid van de gemeente. De uitvoering kan ook aan derden worden opgedragen.
Korte termijn: cliënten het gezicht van de WMO. Goede en snelle dienstverlening aan het loket is bepalend voor hun oordeel over het functioneren van de WMO. De dienstverlening in het loket kan breed of smal worden opgevat. Bij een smalle opvatting richt de dienstverlening zich primair op de eigen WMOdiensten, het welzijnsaanbod en de afstemming op AWBZ-voor-
* Informatie, advies, toegang WMO en toegang AWBZ via het loket moet voor 1 januari 2007 zijn geregeld. * Continuïteit bieden aan bestaande cliënten aan de hand van het overgangsprotocol * Zorg voor een begroting
Lange termijn:
COLOFON De Nieuwsbrief is een uitgave van de Stichting Landelijk Ondersteuningsen Informatiecentrum Seniorenraden. Seniorenraden mogen - mits met bronvermelding - de Nieuwsbrief kopiëren voor hun leden en andere belangstellenden. Aan deze Nieuwsbrief werkten mee: Niek van Ginkel, Cees Tïlanus en Jelle IJpma Correctie: Willy Kristelijn Lay-out : Piet Haring Adres: Seringenlaan 22 3442 HK Woerden Tel. 0348 415995 E-mail:
[email protected] website: www.loisweb.nl
* De werkwijze in het loket verder uitwerken op basis van het dienstverleningsconcept van de gemeente * Informatie en adviestaak verbreden en de dienstverlening uitbreiden.: casemanagers, cliëntondersteuning en samenwerking.
Burger- en cliëntparticipatie In de WMO draait het om meedoen. Participatie is voor de gemeente een belangrijk instrument om de WMO tot leven te brengen, de afstand tussen overheid en burgers te verkleinen en voeling te houden met wat er leeft bij mensen. De WMO is een wet waarbij de horizontale
relaties met de burgers een groter gewicht heeft dan de verticale relatie met de rijksoverheid. Binnen de WMO speelt participatie op drie niveaus: 1. Deelname aan de samenleving, ook door kwetsbare burgers; 2. Betrokkenheid van burgers en instellingen bij de vormgeving van een visie en controle en inspraak op het beleid; 3. Cliëntparticipatie en belangenbehartiging.
Korte termijn: * Bepaal in samenspraak, of er een WMO-adviesorgaan wordt opgericht en hoe dit zich verhoudt tot de bestaande adviesorganen en cliëntenorganisaties; * Formuleer de ambitie met betrekking tot burgerparticipatie bij beleidsvoorbereiding, adviesrol, verantwoording en deelname aan een eventueel op te richten adviesorgaan. * Raadpleeg de gezamenlijke vertegenwoordigers van representatieve organisaties van de kant van vragers bij verordening en relevante beleidsstukken.
Lange termijn: * Ontwikkel een visie op een brede participatie bij beleid en schep ruimte voor burgerinitiatieven; * Hanteer verrassende participatievormen; * Betrek instellingen bij het beleid; * Geef ook de gemeenteraadsleden een rol bij participatietrajecten; * Schenk aandacht aan competenties van medewerkers bij het betrekken van inwoners bij de beleidsvorming.
Mantgelzorg en vrijwilligerswerk Met een goed georganiserd vrijwilligerswerk en actieve ondersteuning van mantelzorgers geeft de gemeente invulling aan de versterking van sociale verbanden en daarmee aan de toepassing van de visie op maatschappelijke ondersteuning.
ven. Daartoe moeten verbanden worden gelegd met zorg, onderwijs, sport, cultuur, maatschappelijk werk, ouderenwerk, vrijwilligerswerk, buurt- en dorpshuizen en jeugdbeleid.
gen rond thema's als: nieuwe taken, nieuwe arrangementen, nieuwe samenwerkingsverbanden, mogelijk andere uitvoerders en alliantie gers en
Korte termijn:
Lange termijn
Samen met burgers kansen en wensen voor vernieuwing van het welzijnswerk in beeld bren-
De herijking van leid uitwerken e ren.
Korte termijn: * De prioriteit ligt bij het organiseren en ondersteunen van de informele zorg; * Breng ondersteuningsbehoefte van mantelzorgers en vrijwilligers in kaart; * Realiseer ondersteuning in de zorg
Lange termijn: * Realiseer een goede sociale structuur met een belangrijke plaats voor zelforganisatie, maatschappelijke binding en eigen verantwoordelijkheid; * Realiseer vrijwilligerswerkbeleid en stimuleer vrijwilligersprojecten en -initiatieven; * Leg relatie met de wet werk-enbijstand ten behoeve van reïntegratietrajecten
Herijking welzijnsbeleid Het is van belang dat gemeenten hun welzijnsbeleid herijken: welke functie heeft het bestaande werk en welke vernieuwing is noodzakelijk. Het gaat erom, dat burgers zo lang mogelijk de regie op hun eigen bestaan houden en zelfstandig kunnen blij-
OUDERENMISHANDELING Ouderenmishandeling komt maar weinig in de openbaarheid. Geweld tegen ouderen is veelal onzichtbaar en stuit op ongeloof en ontkenning. Het geweld vindt achter de voordeur plaats en wordt meestal gepleegd door mensen die heel nabij staan. Jaarlijks krijgen ruim 160.000 ouderen in Nederland te maken met mishandeling. Ze worden onder druk gezet om hun testament te wijzigen, hun bankboekje wordt geplunderd, ze worden geknepen en geslagen, ze krijgen te weinig eten en drinken of te eenzijdig voedsel, ze mogen geen contact buitenshuis hebben, ze worden uitgescholden, bedreigd en beledigd en soms ook worden ze verkracht of op andere wijze seksueel misbruikt. De ouderen zelf doen hierover zelden hun mond open. Ouderenmishandeling uit zich in zes verschillende vormen: lichamelijke en psychische mishandeling, verwaarlozing, seksueel misbruik, schending van rechten en financiële uitbuiting. Van de slachtoffers wordt 41% lichamelijk mishandeld, ondervindt 46% psychisch geweld, wordt 37% financieel uitgebuit, wordt 18% verwaarloosd, worden bij 12% elementaire rechten geschonden en wordt 3% seksueel mis-
bruikt. Vaak komen verschillende soorten mishandeling naast elkaar voor. Meer dan driekwart van de slachtoffers is vrouw. De gemiddelde leeftijd ligt rond de 80. De meeste meldingen vallen in de leeftijdscategorie van 80 - 89 jaar. De oudste slachtoffers zijn 96. Ruim 10% van alle slachtoffers is 90 jaar of ouder. Van de slachtoffers woont 54% in gezinsverband: 41% samen met een partner en 13% met een kind. 39% woont alleen. De daders zijn vooral te vinden in het directe familieverband: partner en kinderen. In 34% is de partner de dader. In 48% betreft het naaste familieleden. In 10% van de gevallen gaat het om een buur of een kennis en in 8% is de dader een beroepskracht. Bij de registratie van meldingen wordt onderscheid gemaakt tussen opzettelijke mishandeling en ontspoorde zorg. Bij opzettelijke
mishandeling weten de daders wat ze doen. Ze handelen uit financieel gewin, desinteresse of uit wraak. Soms wortelt ouderenmishandeling in een lange traditie van familiegeweld en -conflicten. Daarnaast kan de mishandeling ook het gevolg zijn van ontspoorde zorg. Overbelaste mantelzorgers beseffen dan soms niet eens dat ze te ver gaan. Hun acties komen voort uit onmacht. Bij driekwart van de gevallen is sprake van opzettelijke rr\istoaBÉeloi.q en bij een kwart edertandse i een Melding en/of irk Oudekomen vervolgens ners actie pakken, ich steeds e signalen andeling en trekken daarom steeds vaker aan de bel. In het kader van de campagne STOP Ouderenmishandeling voert een Landelijk Ambassadeur Bestrijding Ouderenmishandeling gesprekken met gemeenten om hen te stimuleren een informatiepunt te starten. Doel is om binnen 1,5 jaar in 90% van de Nederlandse gemeenten een informatiepunt te hebben. Waar mogelijk wordt aansluiting gezocht bij de advies- en steunpunten Huiselijk Geweld. Bron: Landelijk Platform Bestrijding Ouderenmishandeling, factsheet maart 2006 en www.kenniscentrum-ouderen.nl
Lan Informati Het LOIS ondersteunt al diec ren omtrent het te voeren < brieven, website, themadagen, i zijn er regioambassadeurs werkzaam om de afstand tussen de adviseurs en het LOIS te verkleinen. De behoefte aan onze ondersteuning groeit en daardoor hebben wij vacatures in het bestuur, de redactie en in de regio's. Voor meer informatie verwijzen wij U naar de website www.loisweb.nl
Wie wil ons komen versterken Door te werken voor LOIS verbetert U het toekomstperspectief van de ouderen in onze maatschappij. De werkzaamheden kosten U maar ongeveer 4 uur per week en de reiskosten worden vergoed. Belangstellenden worden van harte uitgenodigd om dat aan ons kenbaar te maken. U wordt dan uitgenodigd voor een gesprek en vervolgens tot het bijwonen van een of meerdere vergadering(en), zodat U zich grondig op de hoogte kunt stellen van de taken en omstandigheden, voordat U besluit om mee te doen.
Indicatie ervaring
Bestuur
manager middenkader, wethouder, voorzitter Seniorenraad, voorzitter ouderenbond.
Regioambassadeur
raadslid, leraar, beleidsambtenaar, lid senio renraad, lid ouderenbond. (oud) journalist, redacteur krantje vrijwilligers organisatie. De meeste artikelen worden aangeleverd door het bestuur en de regioambassadeurs.
Gaarne reageren naar: Kees Tilanus, Seringenlaan 22, 3442 HK Woerden
[email protected]
Website www.loisweb.nl vernieuwd De website www.loisweb.nl is het afgelopen halfjaar aangepast en bijgewerkt en een aantal verouderde verwijzingen en artikelen zijn verwijderd. De gegevens zijn nu weer up to date en de inhoud van de verschillende rubrieken zal in de loop van het jaar verder worden aangepast Gaarne nodigen wij u uit onze vernieuwde website te bezoeken en ons te verblijden met uw op en aanmerkingen.