Gemeente Baarn Commissie voor Ruimtelijke Omgeving en Beheer (ROB) Verslag van de openbare vergadering, gehouden op donderdag 5 juli 2007 in het gemeentehuis
Commissievoorzitter:
de heer J. Geurtsen (CDA)
Raadsgriffier:
mevrouw J.G.S. Pijnenborg
Aanwezig:
de heer B. van den Boom (CDA), mevrouw M.M. Breukelaar (GL), mevrouw A.W.T. Dercksen (HvB), mevrouw G. Hoekveld-Meijer (CU), de heer J. Hoogendoorn (CDA), de heer J. Hovius (PvdA), de heer F.A.H. Luiten (VVD), de heer A. van der Meij (VVD), de heer T. Snyders (LTS), de heer R. Timmer (PvdA) en de heer C.L. de Zwart
Overige aanwezigen:
de heer W. Lieberwerth (VVD)
Afwezigen:
de heer J.H. Glastra van Loon (HvB), mevrouw P. Laseur (VVD) en de heer A. van der Linden (PvdA)
Publieke tribune:
15 personen
Pers:
2
1. Opening De VOORZITTER opent om 20.00 uur de vergadering en heet alle aanwezigen welkom. 2. Vaststellen agenda en mededelingen De VOORZITTER stelt voor dat de informatiebrief over het bouwplan Wiekslag 3 als punt d wordt toegevoegd bij agendapunt 7 onder ROB. De commissie stemt in met de gewijzigde agenda. 3. Inventariseren insprekers publieke tribune De heer NIJHOF spreekt namens De Contactgroep Baarnse Bedrijven. Hij verzoekt om de maximale vierkante meters voor bedrijven in het Vlekkenplan Noordschil in te vullen. Voorts wordt geadviseerd om het bedrijfsleven een marktconforme prijs te rekenen. In de drie voorgestelde varianten wordt niet gekomen aan de 50.000 m² die in het streekplan staat. Het CBB heeft een aantal jaren geleden een onderzoek gedaan en daaruit kwam dat de directe behoefte van Baarnse bedrijven netto 8,1 ha was. Dat was in een economisch mindere tijd. Als dat onderzoek nu zou worden herhaald, wordt gekomen op meer dan 10 ha. netto. Derhalve wordt slechte eenderde hiervan gefaciliteerd. De laatste jaren zijn 500 werkplekken in Baarn verloren gegaan. Daarom zijn er meer files ontstaan. Voorts zijn er aantal hoogwaardige bedrijven die Baarn zullen verlaten als zij niet kunnen uitbreiden. De voorzieningen die in het plan komen, dienen volgens het voorstel kostenneutraal te worden gerealiseerd. Het bedrijfsleven heeft echter behoefte aan een aantal vierkante meters
1
en niet aan een heleboel dingen erom heen. De ondernemers die daar willen bouwen, zullen er zelf voor zorgen dat er kwaliteit komt te staan. De heer TIMMER constateert dat bij de varianten 1 en 2 er slechts een verschil is van ruim 1 ha met wat de heer Nijhof voorstelt. Kan worden aangegeven wat 1 ha voor werkgelegenheid met zich meebrengt? De heer NIJHOF memoreert dat in eerder genoemd onderzoek werd gekomen aan 273 medewerkers. De praktijk is dat dit aantal zal worden uitgebreid. Met de uitgifte van 5 ha wordt hier wel aangekomen. Bovendien zal de politiek waarschijnlijk kiezen voor bedrijven die veel medewerkers met zich meebrengen. De heer DE ZWART vraagt om welke bedrijven het gaat die Baarn zullen verlaten als zij geen stuk grond krijgen op het bedrijventerrein. De heer NIJHOF zegt dat hij dit niet mag aangeven want met de bedrijven is afgesproken dat de contacten via de gemeente lopen. Het rapport ligt bij de gemeente. Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat BRO en de Kamer van Koophandel een eerste onderzoek hebben gedaan onder de Baarnse bedrijven. Het rapport dat hieruit is voortgekomen is onderlegger geweest voor het streekplan. De provincie heeft de gemeente gegund om 5 ha bruto bedrijventerrein te realiseren en 200 woningen. Vervolgens heeft het CBB een aanvullend onderzoek gedaan met dezelfde parameters van BRO. Daar kwam 8,1 ha uit. In de komende maanden zal dat nader worden uitgezocht mits de raad instemt met het raadsvoorstel. Mevrouw HOEKVELD begrijpt dat de heer Nijhof de raad juist afraadt om met dit voorstel akkoord te gaan. De heer NIJHOF vindt dat de mogelijkheden maximaal moeten worden benut. Dat eenderde van het plangebied maar gefaciliteerd wordt voor bedrijven, heeft gevolgen voor de werkgelegenheid, files e.d. De heer SNYDERS merkt op dat 40 woningen wellicht in het dorp kunnen worden ondergebracht door vrijkomende grond die de bedrijven achterlaten. Is er draagvlak bij de bedrijven om op deze wijze meer terrein op de Noordschil voor bedrijven beschikbaar te krijgen? De heer NIJHOF zegt dat bij een aantal bedrijven dat uitgeplaatst wil worden waarschijnlijk woningbouw op de vrijkomende grond mogelijk is. Draagvlak hiervoor is bij een deel van de bedrijven zeker aanwezig. 4. Vlekkenplan Noordschil Eerste termijn De heer VAN DEN BOOM vindt dat maximaal moet worden ingezet op 250 woningen. Als dat mogelijk is, zouden het er zelfs meer mogen worden. Meer ruimte kan worden gevonden door de hoogte in te gaan. De trend is dat langs de snelwegen hogere bouw plaatsvindt en pal langs de A1 kunnen kleinschalige appartementencomplexen 6 tot 8 woonlagen krijgen. De vraag is of de overkant van de Drakenburgerweg nog wel tot de eigen buurt kan worden gerekend voor de mensen die komen in de zorgwoningen. Voorgesteld wordt om de plaats
2
van de brede school in de Noordschil groter te maken waardoor de zorgwoningen hieraan kunnen worden toegevoegd en creëer eventueel een dubbele brede school. Eén van de twee te verplaatsen scholen is de Caspar de Colignyschool en op het vrijgekomen terrein kan dan door de Blinkert gebouwd worden. Eventueel wordt hiervoor een motie ingediend op de komende raadsvergadering. De ruimte die vrij komt door het niet bouwen van de zorgwoningen in de Noordschil, zou kunnen worden toegevoegd aan de bedrijventerreinen. In een hoogconjunctuur zetten alle bedrijven in op groei. Is de vraag van het bedrijfsleven wel reëel? De heer LUITEN vindt dat er zoveel mogelijk woningen in een groene setting moeten worden gebouwd. Het bouwen van appartementencomplexen met zeven of acht woonlagen staat zijn fractie niet voor. Ingestemd wordt met minimaal 30 procent sociale woningbouw en naar 50 procent moet worden gestreefd. Er moet een zeer gedegen analyse worden gemaakt van de bedrijven die uit de kern van de gemeente willen worden verplaatst. Hoe haalbaar is de grens van 40 procent voor de Baarnse bedrijven? Zijn fractie is er nog niet uit of de gemeente wel of niet financieel risico moet lopen bij de ontwikkeling van het plan. Bij het kiezen van het ontwikkelingsmodel kunnen pas de financiële aspecten worden gegeven. Is de komst van een brede school in de Noordschil echt noodzakelijk of gaat het om de samenvoeging van twee scholen op één plek? In dat opzicht moet gekeken worden naar het plan van een sporthal, mede gelet op het plan van de heer Van den Ende om in het sportpark een sporthal te ontwikkelen. Er wordt vanuit gegaan dat de vaststelling van het ontwikkelingsmodel door de raad geschied. Gelet op de ontwikkeling van het klimaat is het de vraag of het handhaven van de ijsbaan in het plan noodzakelijk is. Een dergelijke voorziening zou kunnen worden meegenomen in het Beltgat?? of tussen snelweg en woningen. Op dit terrein kunnen immers 50 tot 100 woningen worden gebouwd. Verzocht wordt om de drie varianten uit te werken. De heer TIMMER vindt het een goede zaak dat de financiële risico’s in beeld zijn tijdens het proces en dat de regie en het grondbeleid vanuit de gemeente geschiedt. Is er nagedacht over een alternatief voor de COO op bijvoorbeeld het terrein van Caspar de Coligny? Ontwikkelingen op het sportpark Ter Eem moeten worden meegenomen omdat de sporthal ruimte inneemt. Met punt 1 van de voorgestelde beslispunten wordt ingestemd. Uit het Sonneveltdossier is er echter nog een verplichting van 28 units. Dit moet worden gerealiseerd naast de 30 en 50 procent sociale woningbouw. Waarop is de 40 procent gebaseerd van de bedrijven die uitgeplaatst worden naar de Noordschil? De verhouding bedrijventerrein versus woningbouw moet later worden ingevuld. Zijn fractie wil gedurende het proces op de hoogte worden gehouden zodat er kan worden meegepraat. In de plannen van NV Utrecht wordt gesproken over het bouwen van 14.000 woningen in Almere-Oost en dat zal zeker consequenties voor de A27 en de A1 hebben. Wat zijn de gevolgen hiervan voor de luchtkwaliteit? De waterkwaliteit is niet gemeten terwijl er wetgeving aankomt op het gebied van oppervlaktewater. Dat zou van belang kunnen zijn voor het Beltgat omdat alle plannen voor waterpartijen van hieruit worden uitgewerkt. Zijn de resultaten van het archeologische veldonderzoek en het aanvullende onderzoek naar de overstromingsmodellen al bekend? Zijn fractie kiest niet voor hoogbouw langs de A1 in die mate die het CDA voorstaat. Mevrouw BREUKELAAR is van mening dat er moet worden gesproken over een aantal woningen in plaats van over een percentage in de goedkope sector. Voorgesteld wordt om 100 woningen in de goedkope sector in de Noordschil te bouwen. De overige woningen komen dan in de duurdere sector. Gaat het bij een budgettair neutrale uitvoering om de boekwaarde
3
of om de commerciële waarden? Zitten hier de kosten van uitplaatsing van Baarnse bedrijven bij en wordt met de opbrengsten in de kwaliteit van de omgeving geïnvesteerd enz.? Mevrouw HOEKVELD zou over de suggestie van het CDA over hoogbouw aan de Eem willen nadenken want de Sonneveltflats staan ook al in deze omgeving. De 28 woningen van de Sonneveltflats dienen te worden meegenomen in het plan. In principe wordt ingestemd met de suggestie om het aantal sociale woningen vast te leggen. Er moet worden nagedacht over het soort woningen dat gebouwd gaat worden in relatie tot wat er al is in Baarn om de doorstroming op de woningmarkt te kunnen bevorderen. Variatie is daarom zeer belangrijk. Mevrouw DERCKSEN constateert dat er veel ambitie in de stukken zit maar vraagt zich af of dit ook allemaal kan worden gerealiseerd. De grond voor de ontwikkeling van een en ander is kleiner dan waarmee eerst was gerekend. Waarom is toch vastgehouden aan 200 woningen en 5 ha bedrijventerrein? Wat wordt verstaan onder bereikbare huurwoningen en goedkope koopwoningen? Wat is het uitgangspunt voor het netto bedrijventerrein? Waarop is de veertig procent uitplaatsbare bedrijven gebaseerd? Zijn de ontwikkelingen m.b.t. de gemeentewerf hierbij meegenomen? In hoeverre zijn belanghebbenden betrokken bij de plannen voor een brede school, zorgwoningen, sporthal enz. en kunnen zij daarmee instemmen? De heer SNYDERS is voor de variant met het water. Wellicht kan worden overwogen om het gehele terrein als bedrijventerrein in te richten als er andere locaties zijn voor woningen. Er moet inderdaad worden gekeken of niet een en ander kan worden gebundeld op de plek waar de brede school wordt gedacht. Dan wordt gedacht aan de Trits, zorgwoningen en de ontwikkeling van de werf. De heer DE ZWART wijst de drie modellen voor de ontwikkeling van de Noordschil af. Op deze plek misstaat een woonwijk. Het is een smal stukje groen, ingeklemd tussen de drukke Drakenburgerweg en de A1. Er wordt toegegeven aan een verdere verrommeling langs de snelweg zoals elders in Nederland en toekomstige bewoners worden blootgesteld aan geluidsbelasting en luchtvervuiling. Het groene en dorpse karakter van Baarn dient zich ook uit te strekken tot de noordkant van het dorp en minimaal 6 lagen hoge gebouwen misstaan hierbij. Bij hoogbouw zal het geluidsscherm nog hoger moeten worden. Achter de aardewal in Amersfoort was zelfs nog sprake van een onacceptabel geluid. De mensen die er woonden waren aan het geluid gewend maar als de wind uit een bepaalde hoek kwam, moesten zij de ramen van de slaapkamers dicht doen. TNO heeft in april jl. in opdracht van VROM een rapport uitgebracht waarin staat dat mensen onrustiger slapen door veel verkeersgeluid. Dit soort effecten wordt niet weggenomen door gewenning aan het geluid. Geluid van weg- en railverkeer activeert de mensen tijdens hun slaap. Bestuurders gaan een groot risico aan wanneer zij een dergelijke plek aanwijzen als woongebied voor mensen. In de plannen wordt ervan uitgegaan dat de luchtkwaliteit zal toenemen als gevolg van o.a. schonere automotoren maar dat zal niet lukken o.a. omdat Almere enorm gaat uitbreiden en dit de verkeersintensiteit in deze regio zal vergroten. In de Volkskrant van vanochtend stond dat de ministeries de grenzen van de wet hebben opgezocht om de laagste waarden voor fijnstof in de lucht te berekenen als het gaat om bouwprojecten. De nieuwe Wet op de luchtverontreiniging zou volgens kamerleden tekort schieten als het gaat om de volksgezondheid. Vanuit het rijk worden geluiden gehoord dat op moet worden gehouden met het ongebreideld bouwen langs de snelweg. Het is beter om te kijken naar een eventuele herstructurering van bestaande terreinen. De Drie Eiken kan bijvoorbeeld worden geherstructureerd.
4
De heer TIMMER vraagt waar de heer De Zwart sociale woningbouw in de gemeente wil plegen nu hij dit terrein hiervoor afwijst. Wenst de heer De Zwart soms af te zien van sociale woningbouw? De heer DE ZWART gaat sociale woningbouw ook ter harte maar geconstateerd moet worden dat Baarn is volgebouwd. Dat heeft consequenties voor alle vormen van woningbouw. De heer TIMMER constateert dat de heer De Zwart bereid is om af te zien van sociale woningbouw wanneer hiervoor elders geen plaats is. De heer DE ZWART zegt dat het onverantwoord is om woningbouw te plegen op deze plek met zoveel geluidsoverlast en luchtverontreiniging. Geprobeerd moet worden om inbreidingsplannen hier volledig voor te benutten. Zijn fractie is niet tegen sociale woningbouw. Mevrouw HOEKVELD merkt op dat de gemeente van bovenaf de plicht heeft gekregen om woningen te bouwen. Het gaat om een maatschappelijk probleem want er moet gebouwd worden. Er is een besluit genomen over de Drakenburgerweg hoewel daar veel verkeer is. Bekend is dat de Eempolder bebouwd moet gaan worden omdat er gebouwd moet worden voor het Utrechtse. De bredere context van het probleem moet meegenomen worden in de overwegingen. Er gaat een discussie komen over welke van de vijf grote natuurgebieden opgeofferd moet gaan worden aan woningbouw. De heer SNYDERS zou ook graag zien dat op een andere plek woningbouw wordt gepleegd als dat mogelijk is. Als woningbouw elders gerealiseerd zou kunnen worden, kan dan op onderhavige locatie het bedrijfsleven worden gefaciliteerd? Met de uitbreiding van Almere moet ook rekening worden gehouden. De heer DE ZWART is ook van mening dat woningnood in een breder kader moet worden gezien. De Noordschil zal het probleem van de woningnood niet direct oplossen. Zijn fractie is ook tegen verrommeling langs de snelwegen door die gebieden vol te zetten met bedrijfsterreinen. Dat is ook niet in het belang van het groene dorpse karakter van Baarn. Wethouder LIEBERWERTH zegt dat de bereidheid om te verhuizen naar het bedrijventerrein zal moeten worden onderzocht. Er zijn locaties bij die vrijkomen waarmee wat gedaan kan worden in het kader van woningbouw. Het uitgangspunt van 40 procent kan naar het gelang het onderzoek naar boven of naar beneden worden bijgesteld. Een aantal bedrijven wil uitbreiden en het is ook een uitgangspunt in het coalitieakkoord dat er meer werkgelegenheid moet komen in de gemeente voor lager geschoolden. Mevrouw DERCKSEN vraagt zich in hoeverre het uitgangspunt van 40 procent reëel is. Wethouder LIEBERWERTH benadrukt dat het gaat om een uitgangspunt dat het college hecht aan het verplaatsen van bedrijven uit de woonkernen. Na onderzoek kan blijken dat het minder of meer dan 40 procent is dat wil verplaatsen naar het bedrijventerrein. Uit onderzoek bleek dat er 8 ha nodig was voor nieuw bedrijventerrein en de diverse modellen gaan uit van ongeveer 5 ha. Een brede school is ruimtelijk inpasbaar in de Noordschil. In de modellen wordt uitgegaan van een sporthal die te vergelijken is met twee gymnastieklokalen zodat er geen concurrentie zal optreden met de Trits. Als tot een brede school kan worden gekomen
5
met een sporthal, zal ook nog wat met De Loef moeten gebeuren. Begrepen is dat de realisatie van de brede school met sportzaal de mogelijke realisatie van een sporthal op sportpark Ter Eem niet zal bijten. Mevrouw DERCKSEN vraagt of een mogelijke sporthal op sportpark Ter Eem zou kunnen naast een mogelijke sporthal op de Noordschil. Wethouder LIEBERWERTH geeft aan dat wanneer De Loef wordt gesloopt en daar woningbouw voor in de plaats komt en op de Noordschil een sporthal wordt gebouwd dit mogelijk is. In december jl. is een quick scan uitgevoerd op de Caspar de Colignyschool en op deze locatie zou de Colignyschool en Montinischool kunnen worden gevestigd maar geen sporthal- of sportlokaal. Dan zou bijvoorbeeld gebruik moeten worden gemaakt van de Trits. Een en ander moet nog nader worden uitgewerkt. De 28 zorgwoningen zouden ook wellicht op de Caspar de Colinylocatie kunnen komen. Het realistische gehalte van de plannen hangt af van de uitgangspunten die de raad aan het college meegeeft. Als wordt uitgegaan van 100 woningen in de sociale sfeer, heeft dat vergaande consequenties voor de grondexploitatie. Bij de uitwerking van varianten kan worden gezien welke financiële gevolgen dit heeft maar het is niet handig om nu al 100 sociale woningen vast te leggen. De zorgwoningen zitten in de sociale component. Het college blijft af van de werf. Er wordt bekeken of de werf met een kringloopcentrum samen activiteiten kan ontwikkelen. Uit verder onderzoek moet blijken hoe de verhouding bedrijven/woningen zich moet gaan verhouden. De heer SNYDERS is van mening dat de brede school op de plek van de werf zou kunnen komen en die plek zou dan vrij kunnen komen voor de werf. Wethouder LIEBERWERTH is na de discussie over de privatisering en de samenwerking met het kringloopcentrum niet voornemens om de werf bij de plannen te betrekken. Mevrouw DERCKSEN begrijpt dat de grootste locatie die in aanmerking komt om uitgeplaatst te worden niet meedoet. Hoe gaat het dan met de andere bedrijven die hiervoor in aanmerking komen? Wethouder LIEBERWERTH herhaalt dat het bedrijfsleven een grotere ruimtebehoefte heeft dan beschikbaar is. Als de raad van mening is dat de werf alsnog moet vertrekken, moet die wens worden meegegeven. Het college zal daar echter geen initiatief voor nemen. Aan het bedrijfsleven zullen marktconforme prijzen in rekening worden gebracht. De waterberging in het gebied is van wezenlijke betekenis. De Blinkert is op de hoogte van het project en bij de scholen is het ook bekend dat wordt gekeken naar een locatie. Als wordt gezien hoe de Montinischool is gehuisvest, is duidelijk dat een brede school wellicht noodzakelijk is. Er wordt een brede school bij de Bestevaerschool neergezet en dan is een dubbele brede school op de Noordschil niet op zijn plaats. De heer VAN DEN BOOM heeft bedoeld met “dubbele” dat beide scholen met een sportvoorziening er tussen en voor- en naschoolse opvang worden geplaatst op genoemde locatie. Wethouder LIEBERWERTH houdt 5 ha bruto aan als referentiekader voor het bedrijventerrein want dit wordt zo door het streekplan aangehouden. Tot nu toe zijn er signalen dat er vraag is en onderzocht zal worden of dit ook kan worden gerealiseerd. Bij de
6
verdere uitwerking van de varianten zullen de financiële consequenties worden meegegeven. Het bestuur van de ijsbaan is van mening dat er zeker nog echte winters zullen komen. De commissie wordt regelmatig op de hoogte gehouden van het verdere proces. Bij de NV Utrecht is begrepen dat de projecten Drakenburgergracht en Noordschil elkaar niet bijten als de gang hierin wordt gehouden. Er is rekening gehouden met drie banen binnen het profiel van de A1. De bodem is vervuild. Volgende week heeft de projectleider een gesprek met degene die het rapport heeft gemaakt over de bodemverontreiniging. Er wordt een saneringsplan opgesteld. De gedachte was dat als er wat zou gebeuren het water over de A1 richting Baarn zou komen maar bij nader onderzoek blijkt dat het voor de A1 blijft hangen. In de risicoprofielen komt het gevaar nu van De Eem maar daar kan wat aan gedaan worden. Bij de Drie Eiken zijn er enige technische weringen door middel van dijkjes. Er zijn technische mogelijkheden om het gevaar van die kant tegemoet te komen maar dat moet verder worden uitgewerkt. De melding enige tijd geleden dat er niet gebouwd kon worden omdat er overstromingsgevaar was, is nu van tafel. In de Visie Wonen staan de doelgroepen waarvoor moet worden gezorgd: senioren en starters. Bij de verdere uitwerking zal hiermee rekening worden gehouden. Mevrouw HOEKVELD constateert dat de woningmarkt dicht slibt omdat de stap naar de volgende woning financieel te groot is. Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat bij de prestatieafspraken gekeken gaat worden naar allerlei varianten tussen koop en huur. Dit staat los van de randvoorwaarden. De concreetheid van de randvoorwaarden is heel belangrijk omdat hiermee gestuurd kan worden op de kwaliteit van het gebied. Meer uitgifte van bedrijven en minder woningen levert minder op. Er is een strook grond buiten het plangebied gelaten. Op basis van adviezen van de GLTO heeft de eigenaar van de grond besloten dat hij zijn bedrijf liever wilde voortzetten. Dat is gerespecteerd. Later kan altijd nog gekeken gaan worden naar de strook uit milieuoverwegingen e.d. omdat de eigenaar op leeftijd is. Het plangebied moet voldoen aan wettelijke eisen op het gebied van het milieu. Als daaraan voldaan wordt, is er geen belemmering om tot ontwikkeling over te gaan. Het archeologisch onderzoek is gedaan en daaruit is gekomen dat het geen enkele ontwikkeling belemmert. Tweede termijn De heer TIMMER vraagt of het een automatisme is voor de wethouder om voor realisatie van sociale woningbouw alleen met Eemland Wonen te praten. Heeft het bodemonderzoek dat heeft plaatsgevonden ook betrekking gehad op de waterkwaliteit? Klopt het dat de zorgwoningen ook op andere locaties kunnen worden gebouwd als gevolg van een soort uitruil? Mevrouw DERCKSEN is van mening dat de ambities te groot zijn. Het gebied is minder groot geworden en de opgave is verhoogd met meer woningen, de zorgvoorziening, de brede school enz. Er worden te weinig prioriteiten gesteld. Met welk vlekkenplan komt de realisering van alle mogelijke voorzieningen overeen? De heer VAN DEN BOOM begrijpt dat er een onderzoek komt naar meerdere modellen voor de brede schoollocatie. Gaat dit een onderdeel worden van het vlekkenplan of is het doorgeschoven naar het ontwikkelingsmodel? Het voorstel wordt teruggenomen naar de fractie om de cijfers van de behoefte van het bedrijfsleven nader te bestuderen.
7
De heer LUITEN vindt dat over de locatie ijsbaan in de raad een discussie moet worden gevoerd. Het gaat om een groot terrein dat nu niet wordt gebruikt. Het voorstel wordt teruggenomen naar de fractie. Mevrouw BREUKELAAR vraagt om een uitleg over de budgettaire neutraliteit. Mevrouw HOEKVELD zegt dat er nog een variant denkbaar is, namelijk zonder brede school. Hier moet ook een financieel plaatje van komen. De heer SNYDERS vindt dat er naar kwaliteit moet worden gestreefd. Is het aantal van 200 woningen rekbaar en hoe hard is dit naar de partijen die hier grondposities hebben? Er moet flexibel met functies worden omgegaan. Is er geen ijsbaan te maken van het water dat in het plangebied aanwezig moet zijn? De heer DE ZWART constateert op pagina 11 van de toelichting nogal wat onzekerheden want luchtverontreiniging en geluidshinder zullen alleen maar toenemen en de wettelijke eisen hieromtrent zullen alleen maar strenger worden. Daardoor kan later in een situatie worden terecht gekomen dat de mensen die er wonen door strengere eisen er eigenlijk niet meer zouden kunnen wonen. Wil een bestuurder dat risico nemen? De kwaliteit van leven moet in de gemeente hoog blijven. Ook aan mensen die in een sociale woning zitten, moet kwaliteit van leven worden aangeboden. De heer TIMMER merkt op dat er weinig plekken zijn om sociale woningbouw te realiseren en daarom wordt het in dit gebied gedaan onder de voorwaarden die zijn genoemd. Wethouder LIEBERWERTH geeft aan dat het college haar handen vrij laat om met andere toegelaten instellingen dan Eemland Wonen in zee te gaan. Marktpartijen zullen op diverse criteria worden geselecteerd. Er zal met Eemland Wonen in gesprek worden gegaan omdat zij de meeste kijk heeft op de mensen die een andere woning ambiëren. De prestatieafspraken met Eemland Wonen hebben te maken met de nieuwbouwmogelijkheden in Baarn en met de bestaande voorraad. In de nota Zorg, Wonen en Welzijn ligt ook een flinke opgave voor de corporatie. Bekend is dat Eemland Wonen graag haar deel in de Noordschil wil realiseren. Als er nog nuttige informatie uit het bodemonderzoek kan worden gehaald vóór de raadsvergadering, zal dat gebeuren. Dat de bodem vervuild is, zal consequenties hebben voor de kwaliteit van het water. De opgave is inderdaad verhoogd. Het is nog te vroeg om nu eventueel de brede school uit de plannen te halen. Eerst moet worden verkend of het haalbaar is. Als er een brede school wordt gerealiseerd, hoeft er in ieder geval geen noodvoorziening te worden aangebracht zoals nu bij de Bestevaerschool. Een school brengt minder op dan woningbouw. In de randvoorwaarden en de uitgangspunten moet naar een optimum worden gezocht waarin voor Baarn de beste keuze kan worden gemaakt. Mevrouw DERCKSEN merkt op dat het lastig is om een standpunt t.a.v. het voorstel te bepalen omdat niet bekend welke randvoorwaarden en uitgangspunten eventueel nog gaan knellen bij de verdere uitwerking van een en ander. Wethouder LIEBERWERTH zegt dat er in ieder geval kan worden uitgegaan van het feit dat er 200 woningen in dit gebied gerealiseerd kunnen worden.
8
Mevrouw DERCKSEN stelt dat de raad niet weet waar ze aan toe is omdat niet bekend is hoe bedrijven, woningen, brede school enz. zich tot elkaar zullen verhouden. Straks komt het ontwikkelingsplan als een grote verrassing. Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat de gestelde randvoorwaarden op de drie modellen kunnen worden losgelaten. In de komende maanden zal de fine tuning moeten plaatsvinden. De commissie wordt in dit proces meegenomen. Mevrouw DERCKSEN zegt dat zij nu al een keuze zou kunnen maken tussen de drie modellen. Wethouder LIEBERWERTH vindt het nu te vroeg om een keuze te maken want het zou best kunnen zijn bij de uitwerking dat het voorkeursmodel van een raadslid uiteindelijk als laatste eindigt. Mevrouw DERCKSEN had het beter gevonden als de modellen dan eerst verder waren uitgewerkt en vervolgens waren voorgelegd aan de commissie. Wethouder LIEBERWERTH memoreert dat een behoorlijke discussie is gevoerd over in welk stadium deze zaak naar de raad zou gaan. Omdat de raad wenste dat er functies aan werden toegevoegd, heeft spreker toegezegd dat eerst met een vlekkenplan richting raad zou worden gekomen. De kaders hiervoor zijn nu aan de orde. De drie modellen kunnen ruimtelijk en worden nu verder uitgewerkt met allerlei variaties zodat de raad een keuze kan maken voor het verdere ontwikkelingsmodel. In de loop van het traject worden met de raad verdere kansen en ontwikkelingen besproken. De heer SNYDERS ziet nu een situatie ontstaan dat aantallen woningen leidend worden voor de uiteindelijke keuze van de stedenbouwkundige variant en dat mag niet in het proces voorkomen. Wethouder LIEBERWERTH memoreert dat de raad heeft bepaald dat 200 woningen in het streekplan moeten worden opgenomen. De raad kan bepalen dat het uiteindelijke aantal woningen in het plan minder moet zijn. Bij model 2 kunnen meer woningen worden ingevuld en minder bedrijven om tot 200 woningen te komen. De heer SNYDERS heeft geen bezwaar tegen het getal van 200 woningen. Dit aantal moet echter niet leidend zijn voor het proces omdat er meerdere mogelijkheden zijn om het gebied in te vullen. Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat de randvoorwaarden in het voorstel hard zijn. Het onderzoek waar de heer Van den Boom naar vroeg, komt bij het ontwikkelingsmodel aan de orde. Over de budgetneutraliteit kan alleen in beslotenheid worden gesproken. Met een grote eigenaar van grond in het gebied is de gemeente in gesprek. Er wordt vanuit gegaan dat er uit wordt gekomen. De heer SNYDERS vraagt of het getal van 200 woningen hard wordt toegezegd aan degenen die grondposities in het plangebied hebben. Wethouder LIEBERWERTH zegt dat het niet zo werkt. Ook de gemeente heeft grond die wordt ingebracht. Verder in het proces zullen hier mededelingen over gedaan worden.
9
De VOORZITTER constateert dat het voorstel als bespreekstuk naar de raad gaat. 5. Vaststellen woonplaatsgrenzen De heer LUITEN is van mening dat het noodzakelijk is dat dit gedaan wordt en daarom wordt akkoord gegaan met het voorstel. Mevrouw BREUKELAAR valt het op dat TNT post mede de grenzen van kernen bepaald maar haar fractie kan instemmen met het voorstel. Mevrouw DERCKSEN vraagt waarom de grens op deze wijze is getrokken. De heer SNYDERS vraagt of dit een uitbreiding van het beschermd dorpsgezicht betekent voor Lage Vuursche. Mevrouw HOEKVELD zegt dat haar fractie kan instemmen met het voorstel. Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat de bewoners die dit betreft zich zelf ook Vuurschenaren voelen. De heer SNYDERS verzoekt om een kaartje van de oude grenzen. Wethouder LIEBERWERTH zegt dat de heer Snyders een kaartje van de dienst kan krijgen als hij hierom vraagt. De VOORZITTER concludeert dat het voorstel als hamerstuk naar de raad gaat. 6. Vaststellen verslag vergadering 14 juni 2007 en actiepuntenlijst De heer DE ZWART merkt t.a.v. zijn betoog op pagina 8 op dat hij het eens is met wat er staat maar dat hij dit niet zo heeft gezegd. De VOORZITTER concludeert dat het zo kan blijven staan. Het verslag wordt conform het voorliggende concept vastgesteld. Actiepuntenlijst De VOORZITTER concludeert dat de punten 13 en 14 kunnen worden afgevoerd. 7.
Informatiebrieven: ROB: a. Vertrouwelijke brief d.d. 31 mei 2007 b. Brief d.d. 4 juni 2007 inzake vrijstelling en bouwvergunning Baarns Lyceum en Waldheim-mavo c. Brief d.d. 31 mei 2007 inzake Vlekkenplan Noordschil d. Bouwplan De Wiekslag 3 SBF: a. Brief d.d. 18 juni 2007 inzake jaarrekeningen 2005 en 2006 Bosbad De Vuursche Mevrouw DERCKSEN merkt t.a.v. punt a van ROB op dat het aan het gemeentebestuur is om zo’n bestuur van de grond te krijgen. Verzocht wordt om dit door te geven aan de betreffende portefeuillehouder.
10
Wethouder LIEBERWERTH neemt de suggestie mee naar de verantwoordelijke portefeuillehouder. De heer LUITEN ziet punt b als een uitnodiging om straks te kijken naar de opbrengst. De heer SNYDERS memoreert dat de afspraak is gemaakt dat als er politiek gevoelige zaken aan de orde zijn m.b.t. een artikel 19, lid 2 WRO procedure het wenselijk is om daar met de raad vroegtijdig over van gedachten te wisselen. Is het college bereid om met de raad een open gedachtewisseling te hebben over deze gevoelige plek voor het gezicht van Baarn? Wethouder LIEBERWERTH geeft aan dat het college dit project als niet politiek gevoelig heeft aangemerkt. Het Baarns Lyceum zal de raad uit te nodigen om hier kennis van te nemen. De heer SNYDERS vindt het jammer dat de raad zich niet kan uitspreken over de ruimtelijke invulling van die locatie. De heer LUITEN merkt t.a.v. punt d op dat het verschil tussen de getaxeerde waarde en de werkelijke waarde nogal fors is. Wat is hiervan de reden? Mevrouw DERCKSEN vraagt waarom deze brief is toegevoegd aan de ingekomen stukken. Voorts wil zij weten waarom de werkelijke waarde minder is dan de commerciële waarde? Wethouder LIEBERWERTH legt uit dat er enige discussie is geweest met het Zorgpalet Soest en de SGGB. Deze landelijk toegelaten instelling houdt zich alleen met de vestiging van ouderen bezig. Aan een makelaar is opdracht gegeven om op basis van de locatie en het bouwplan een taxatie uit te voeren waarbij het programma van De Wiekslag is gehanteerd. Wat is de waarde van de grond als je daar 12 appartementen en 16 appartementen op de eerste verdieping gaat realiseren en wat is de waarde als je de 12 appartementen als onzelfstandige appartementen laat registreren? De makelaar had de opdracht kunnen krijgen om te taxeren op het bouwplan van De Wiekslag maar daarmee had de gemeente niet het instrument in handen tegenover Zorgpalet dat de gemeente werd tegengeworpen dat de gemeente Soest voor De Wiekslag daar 180.000 euro in de exploitatie beschikbaar stelde. Door het op deze wijze te laten zien blijkt dat de gemeente Baarn 330.000 euro beschikbaar heeft om voor deze specifieke doelgroep te gaan bouwen. De SGGB had 2 ton over voor de grond. Dit vond het college te mager en na een gesprek dat wethouder De Wilde in het kader van zorg met SGGB heeft gevoerd, is het bod verhoogd tot 4 ton. Aan Zorgpalet is toen gevraagd om te proberen om er met een in Baarn toegelaten instelling uit te komen. Zorgpalet is er in geslaagd om het met Gooi e.o. af te regelen. Het college is daar in het kader van de gemeentelijke opbrengst tevreden over. De volgende keer zal een motivatie in de brief worden opgenomen. Mevrouw DERCKSEN is tevreden met het resultaat. De heer HOOGENDOORN complimenteert naar aanleiding van punt a van SBF de stichting dat zij dit op deze wijze heeft weten af te ronden. De heer LUITEN is ook blij met het resultaat van de jaarrekening 2006 en er is subsidie ontvangen van de provincie. Hiermee is een goede basis gelegd om het bosbad voor de komende jaren open te houden.
11
De heer SNYDERS vindt dit een voorbeeld van hoe samenwerking zou moeten plaatsvinden in het belang van het Baarnse en hij complimenteert het college met het resultaat. Wethouder LIEBERWERTH zal de complimenten overbrengen aan de organisatie. 8. Rondvraag De heer SNYDERS memoreert dat hij vragen heeft gesteld over het buitengebied en andere zaken. Wanneer komt de beantwoording? Wethouder LIEBERWERTH zegt dat de antwoorden al zijn verzonden. 9. Sluiting De VOORZITTER sluit de vergadering om 22.20 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raadscommissie voor ruimtelijke omgeving en beheer van Baarn d.d. 13 september 2007. De voorzitter,
De griffier,
De heer J. Geurtsen
mevrouw J.G.S. Pijnenborg
12