Alle Hens
Overgave-overname Pelikaan helpt Haïti
Maandblad van de Koninklijke Marine februari 2010
Colofon:
Alle Hens
Maandblad van de Koninklijke Marine
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Hoofdredacteur: LTZ SD 2 OC B. Wijnandts Stagiair: F. Postma
Cover Generaal Zuiderwijk en admiraal Borsboom komen de valreep van Hr.Ms Tromp af om de commando overdracht te beginnen. Foto: Rene Ketting (AVDD)
Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet: Portaal >
8 Nauw vaarwater
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected]
4
12 Real-time data
16 Van brandweer tot brugwachter
8
Faciliteren is een afdeling binnen het CZSK waar de meest uiteenlopende ondersteunende diensten onder zijn geschoven. Het komende jaar gaat er veel veranderen, omdat veel diensten defensiebreed kunnen worden georganiseerd. Een portret van een kleurrijke organisatie.
22 De hel van Abyei
Internet: www.defensie.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 8 februari 2010.
De opleiding voor navigatieofficier is behoorlijk stevig. Het lot van een heel schip ligt in zijn handen als het wat moeilijker wordt dan van A naar B varen. Met een visser op ramkoers, een voorstuwing die in elkaar stort en een gewonde aan boord is het even zweten in de simulator.
Link 16 is de nieuwe internationale standaard voor het tactisch dataverkeer. Het biedt enorm veel mogelijkheden ten opzichte van de meest gebruikte maritieme Link 11, maar een verbinding is niet binnen een paar tellen op te zetten. Daarom wordt het te weinig gebruikt, vinden de datanetcontrollers.
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0223 657 620 / 657 660 DSN 209 57620 / 57660 E-mail:
[email protected] E-mail redactieraad:
[email protected]
4 Stijlvolle markering Met groot ceremonieel heeft generaal Zuiderwijk het commando over de zeestrijdkrachten overgedragen aan admiraal Borsboom.
Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
Inhoud
16
Tot drie keer toe deden ze of ze hem een nekschot gaven. VN-Waarnemer Peter Blom viel in Soedan in handen van rebellen en doorstondt enkele uren van doodsangst. “Op de een of andere manier kon ik hen overtuigen dat zij ons niet moesten doden.
28 Vervroegd vertrokken De PC-ZSK, admiraal Wim Nagtegaal, vetrok eerder van zijn post dan gepland en is inmiddels afgelost door generaal Ton van Ede. Als interne bedrijfsleider was hij de afgelopen twee jaar verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering waar elke werknemer direct mee te maken heeft. Een terugblik.
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
ISSN 0024-0389
En verder:
22
30 Sport 31 Logboek 39 Mensen & Mutaties
Op 16 januari vertrok Hr.Ms. Pelikaan van Aruba om noodhulp te verlenen aan het getroffen eiland. Naast de vijftienkoppige eigen bemanning zijn ook 45 mariniers van de 32e infanteriecompagnie, de bootgroep, zes militairen van de Arubaanse Militie en twee marechaussees opgestapt. Het Commandement der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied leverde ook nog logistiek, geneeskundig en technisch personeel voor de missie. Tekst: Barry Wijnandts
Pelikaan eerste schip in Haïti Het ondersteuningsvaartuig arriveerde twee dagen later als eerste marineschip in de haven van Port-au-Prince. Het detachement werd ingezet om de haven toegankelijk te maken, humanitaire hulpverleners (waaronder het Nederlandse USAR-team) te begeleiden en weeskinderen te evacueren. De eerste aanblik maakte indruk op de bemanning. “Vanaf het schip zijn vele ruïnes en rookpluimen uit diverse wijken te zien. Nog steeds zijn er wijken waar de hulpverlening niet tot stand is gekomen”, getuigt commandant, luitenant-ter-zee 1 Maarten Veenstra. Hevig beschadigd In de havenmonding van Port-au-Prince startte de bemanning direct met hydrografische metingen, markeren van een veilige vaarroute en het verwijderen van de grootste obstakels in de havenaanloop met de scheepskraan. “De aanloop van de haven is geen probleem. De haven zelf is zeer hevig beschadigd, vooral de afmeerkades. Die zijn volledig of gedeeltelijk in het water verdwenen”, vervolgt Veenstra zijn verhaal. Aan de hand van Amerikaanse luchtfoto’s koos de Pelikaan de Varreux Oil Terminal uit om af te meren om zo snel mogelijk de voertuigen uit te laden en mobiel te zijn. “Tot nu toe is bijna alle hulp via de lucht gegaan omdat dat niet anders kan. De opening van de haven maakt het mogelijk zeer grote hoeveelheden hulpgoederen ineens aan land te brengen”, aldus Veenstra.
De marine leverde niet alleen op Haïti steun. Curaçao vormde een belangrijke schakel als hub voor de invliegende reddingsteams en uitvliegende evacués. De Logistieke Dienst maakte overuren om alle reizigers zo goed mogelijk te verzorgen. Telkens stond er een team (ongeacht de late uurtjes) klaar met eten en drinken. Er was zelfs aan speelgoed en spekjes voor de kinderen gedacht. Vooral toen er ook een zwaar gewond jongetje uit het vliegtuig kwam rollen, was het voor hen best indrukwekkend. Sergeant LDV Alex te Brake: “Voordat het USAR-team het gebied in ging kregen ze bij aankomst op Hato nog even een stevige hap en we maakten binnen 45 minuten macaroni voor honderd personen met salade en een toetje.” Alle diensten werkten op volle snelheid om iedereen zo snel mogelijk op de rit te krijgen. “Een uitdaging en een tevreden gevoel om de Pelikaan zo snel te kunnen voorzien van hun natje en droogje”, aldus sergeant-majoor LDV Huib van den Berg. De Pelikaan is na de eerste hulpactie naar Cuba vertrokken om een Amerikaans bergings- en duikteam met materieel op te halen. Zij zullen helpen de haven weer toegankelijk te maken. De 32e infanteriecompagnie blijft vanaf hun kamp op het vliegveld de meegenomen goederen onder de bevolking distribueren. ■
De ellende is ongelofelijk groot. Nog steeds zijn er in het centrum van Port-au-Prince veel ingestorte huizen waarin nog lichamen bevinden. “Deze ochtend ben ik samen met de compagniecommandant van de 32e naar een persconferentie geweest in een hotel in het centrum van de stad. Onderweg hebben we heel veel ellende aanschouwd. Lichaamsdelen tussen het puin, verkoolde lichamen op straat die expres door lokale inwoners verbrand worden om stank en ziektes te voorkomen. Pleinen vol dakloze mensen die onder zeiltjes, handdoeken en wat maar voorhanden is de dag doorkomen. Het is ongelofelijk om te zien.”
3
Generaal Zuiderwijk toont bezorgdheid bij afscheidsrede
“Drie ereroffels voor de generaal” Drie emoties noemt luitenant-generaal Rob Zuiderwijk bij zijn afscheid van de Koninklijke Marine en als hij zijn functie van Commandant Zeestrijdkrachten neerlegt. Een unicum, een marinier met emoties, grapt opvolger vice-admiraal Borsboom, maar de dankbaarheid, trots en zorg die de generaal uitte zijn Tekst: Barry Wijnandts en Karen Gelijns/Foto’s: Eva Klijn en René Ketting welgemeend. Op steiger 20 van het marinehaventerrein Den Helder staan tien pelotons opgesteld van eenheden van de Nederlandse en Belgische zeestrijdkachten. Aan de kade liggen het vlaggenschip Hr.Ms. Tromp en het multipurposefregat Hr.Ms. Van Speijk, met paradeerrol op post. Aan de overkant ligt het imposante amfibisch transportschip Hr.Ms. Johan de Witt. Tegen dit decor draagt luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk het commando over aan vice-admiraal Matthieu Borsboom. Wanneer tal van hoge gasten uit binnen- en buitenland hebben plaatsgenomen op de provisorische tribune, komen beide vlagofficieren onder de klanken van de ‘Jonge Jan’ de valreep van Hr. Ms. Tromp af. De tamboer slaat drie ereroffels voor de generaal. Nog eenmaal inspecteert luitenant-generaal der mariniers Zuiderwijk de troepen, met in zijn kielzog vice-admiraal Borsboom. Ze groeten staatssecretaris Jack de Vries van Defensie, secretaris-generaal Ton Annink en Commandant der Strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, en Zuiderwijk neemt zijn plaats achter de lessenaar in voor zijn afschiedsrede. Dankbaar blikt Zuiderwijk terug op zijn loopbaan van 41 jaar bij 4
de marine: “Deze heeft mijn stoutste verwachtingen overtroffen. Maar ik ben vooral dankbaar voor de fantastische kameraadschap en collegialiteit die ik al die jaren heb mogen ervaren. Zeker als Commandant Zeestrijdkrachten heb ik daar veel steun aan gehad en motivatie uit geput.” Zorg Niet alleen toont Zuiderwijk zijn dankbaarheid, maar ook kijkt hij met enige bezorgdheid naar de toekomst. Vooral als hij kijkt naar wat defensie de afgelopen jaren heeft gepresteerd, ondanks de toenemende druk van bezuinigingen en reorganisaties. “Ik durf te stellen dat een gevaarlijke grens wordt genaderd.” De generaal zet zijn zorgen om steeds verdergaande bezuinigingen, reorganisaties en centralisatie af tegen de ontwikkelingen in de wereld. “Defensie en zeker ook de Koninklijke Marine horen in het basisverzekeringspakket van de BV Nederland.” Nederland is, aldus de scheidende commandant, voor haar welvaart en economische groei afhankelijk van de wereldhandel en van een ongestoorde toevoer van grondstoffen en energie. “De toenemende behoefte daaraan in de wereld zal extra schaarste veroorzaken, met alle risico’s vandien.” Hij voorziet daarmee de gevolgen van klimaatverandering als honger, armoede en groeiende migratiestromen. “Dit vraagt om een marine die goed is toegerust om haar grondwettelijke taken uit te voeren.”
Na zijn speech wordt voor de laatste maal de commandovlag van Zuiderwijk uit de mast van het vlaggenschip neergehaald. De jongste matroos van de marine overhandigt deze aan de generaal. Gelijktijdig brengt de bemanning van Hr.Ms. Van Speijk vanaf het Belgisch fregat Marie Louise een eresaluut van vijftien schoten aan de scheidend commandant. De schoten galmen over de haven. Na de speech van Borsboom volgen wederom vijftien saluutschoten vanaf BNS Marie Louise. Het paradebataljon zet het defilé in, vooropgegaan door de Marinierskapel. Als het defilé gepasseerd is vliegen er drie Lynx-helikopters en een Belgische Alouette over als groet aan de generaal, die zelf lange tijd vlieger is geweest. Na het afscheid volgde voor de genodigden een receptie aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt. Nog eenmaal moest de generaal de kou in voor een laatste traditioneel eerbetoon. Vanuit het dok vertrok hij per sloep, geroeid door commandanten, naar Fort Harssens. Zijn laatste zeemijl in dienst bij de Koninklijke Marine. ■
Saluut Het grootste deel van zijn afscheidsrede richt Zuiderwijk zich specifiek tot mannen en vrouwen van de Koninklijke Marine. Want het zijn de marinemensen die elke keer tot het uiterste gaan om een prima product te leveren. “Door jullie inzet en motivatie konden onze schepen en mariniers als één team hun belangrijke missies uitvoeren, op en vanuit zee.” Hij betrekt daarin het thuisfront zonder wie al het personeel dat professionele product niet tot stand kan brengen. Ook namens zijn vrouw Bonnie bedankt hij iedereen die hun levens zo boeiend hebben gemaakt.
5
Toespraak admiraal Borsboom
Excellenties, dames en heren genodigden
6
Graag sluit ik mij aan bij de woorden van generaal Zuiderwijk om u allen welkom te heten bij deze ceremoniële commando-overdracht van de zeestrijdkrachten, Ik heb goed geluisterd naar de woorden van generaal Zuiderwijk en ik ben verrast en geraakt. Het is nu echt voor het eerst in mijn carrière dat ik een marinier hoor bekennen dat hij emoties heeft. Sterker nog, niet één, maar meteen drie. Nu serieus. De generaal raakt de kern van de zaak. Met het benoemen van deze emoties wordt de menselijke component benadrukt en hierin zit eveneens de kern van mijn betoog: ‘de marine wordt gemaakt door mensen.’ U bent het, vlootpersoneel, mariniers en burgermedewerkers, die het werk van onze organisatie doet. Zo draagt u bij aan ons maritiem vermogen: veiligheid op en vanuit zee. Kortom, u bent het die het verschil maakt en daarmee de identiteit van onze marine gestalte geeft. U en ik zijn er van overtuigd dat onze marine, net zoals in de laatste vijfhonderd jaar, ook in de toekomst van grote waarde zal zijn voor de Nederlandse samenleving. Qua patet orbis en het ver over zee zijn lukt niet zonder een buitengewoon soort mensen: ons thuisfront. We kunnen en mogen het belang van een solide thuisfront nooit onderschatten. Zij geven ons de basis, de kracht en een veilige thuishaven. Daarmee verdient het thuisfront van ons en der marine veel aandacht. Waar u op kunt rekenen is dat ik mij zal inzetten voor het hart van het Commando Zeestrijdkrachten. Een hart kent twee helften. Het functioneert nooit zonder elkaar. Zo zijn de vloot en de mariniers met elkaar geïntegreerd. U bent met elkaar verweven en vult elkaar aan met specifieke kwaliteiten en materieel. U treedt zelfstandig op of als onderdeel van een groter geheel. Dit is geen doctrine alleen, dit doen we nu. Kijk naar de antipiraterijmissies rondom Afrika. Scheepsbemanningen aangevuld met bewakingsteams van het Korps Mariniers. In Uruzgan bezocht ik een marinierseenheid. Jawel, geneeskundige vlootvrouwen in de eerste linie. Hr.Ms. Johan de Witt opereerde langs de westkust van Afrika. Aan boord een samenstel van vloot, hydrografie en mariniers. Actueel op Haïti, waar Hr.Ms. Pelikaan met een integrale vloot- en marinierscapaciteit hulp geeft op zee en op land. Hr.Ms. Johan de Witt dient hier schijnbaar als rustig decor voor dit ceremonieel. In werkelijkheid gebeurt er nu van alles om ons heen. Dit schip is gereed voor inzet met hulpgoederen, mariniers en genie van de landmacht. Als daartoe door de VN, EU en regering wordt besloten, dan zijn wij er klaar voor. Dat is tenslotte de kern van ons werk en de kracht van de krijgsmacht. Integraal en flexibel opereren is onze eerste en tweede natuur. Om deze natuur te bestendigen, hecht ik veel belang aan verantwoorden, samenwerken en communiceren. Veel mensen hebben een verantwoordelijkheid voor een deel van de vele benodigde processen om het marineproduct te vormen. De uitdagingen zijn groot, er moet veel tegelijkertijd gebeuren, het tempo ligt hoog, er zijn veel regels. Uiteindelijk moet alles tegen elkaar worden afgewogen. Tactiek, kans van slagen, de risico’s en tegen welke kosten. Deze integrale verantwoordelijkheid ligt in de commandolijn. Daarom hecht ik zeer aan nauw en direct contact met mijn commandanten. Het is bij u commandanten waar alle aspecten van de bedrijfsvoering samenkomen. U staat niet alleen, u kunt altijd op mij rekenen. Ook kunt u rekenen op uw equipage. Bedenk hoe belangrijk de positie van de onderofficier is. De chef der equipage is voor mij de functionaris die smoel geeft aan de marinemens. De complexe hedendaagse veiligheidsuitdagingen kunnen bijna nooit meer door een partij worden aangepakt. Kernwoord is samenwerking. Samenwerken met onze maatjes binnen defen-
sie, met andere ministeries, met zustermarines, samenwerking met hulporganisaties en civiele autoriteiten. Het is belangrijk om de toegevoegde waarde van partners te erkennen en vanuit de eigen professie en identiteit samen te werken. We hebben als marine al veel intensieve samenwerkingsverbanden, de meest verregaande met de marinecomponent van de Belgische defensieorganisatie, waarmee wij al geruime tijd succesvol Admiraal Benelux vormen. Maar ook met de kustwachtorganisaties in Nederland en op de Nederlandse Antillen en Aruba. Deze samenwerkingsverbanden bestaan bij de gratie van mensen die er vorm aan geven door te initiëren, stimuleren en enthousiasmeren. Naar de toekomst zijn nieuwe vormen van samenwerking nodig. Sta daar voor open, zoek partners op, creativiteit mag. Transformatie is het codewoord. De oudste organisaties zijn succesvol omdat ze zich steeds hebben weten aan te passen aan de vragen van hun tijd. Dat is mensenwerk. Ons werk. Communiceren met de maatschappij en met u marinemensen is vitaal. Voor defensie en de marine is communiceren vitaal zodat we de taken uitvoeren die voor de maatschappij relevant zijn en op draagvlak kunnen rekenen. Het is immers belastinggeld dat wordt uitgegeven. Daarom is het belangrijk dat we onze marineactiviteiten op een transparante wijze voor het voetlicht brengen en ook verantwoorden. Dat betreft internationale operaties, maar ook nationale taken zoals mijnopruiming, hydrografie, het veiligstellen van onze havengebieden. Onze activiteiten zijn niet altijd zichtbaar. Soms is dat ook de opzet (en kracht) zoals bij de onderzeebootoperaties. Ik proef ook een toegenomen behoefte aan directe communicatie met u, ons marinepersoneel. Ik ben van mening dat de Koninklijke Marine voor dit doel nog meer en beter gebruik kan maken van nieuwe media. De wereld om ons heen communiceert via sociale netwerken, Twitter en andere internetfaciliteiten. Laten we deze mogelijkheden onderzoeken. Kortom, we zijn voorlopig niet uitgepraat. Ik voor dit moment wel, want we naderen het einde van de speech. Ik heb u mijn eerste gedacht gegeven van wat ik denk dat nodig is om ook in de toekomst een relevante maritieme bijdrage te garanderen. Het gaat om verantwoorden, samenwerken en communiceren. De kern daarin is dat onze marine wordt gemaakt door mensen: door u! Tot slot, generaal Zuiderwijk, beste Rob. 41 Jaar heb jij je ingezet voor de Koninklijke Marine. Je hebt een indrukwekkende carrière achter de rug, waarin je operationeel en bestuurlijk veel hebt bereikt. Vooral in de laatste fase van je carrière heb je met de invoering van de Marinestudie 2005 en de Maritieme Visie 2030 de marine een krachtige impuls gegeven waardoor wij met vertrouwen de toekomst tegemoet zien. Ik durf te stellen dat je tijdens jouw commando over de zeestrijdkrachten de traditie van Michiel de Ruyter hebt voortgezet. De combinatie van zeemansschap en krijgskundig vernuft met grote aandacht voor het personeel. Er is één verschil met De Ruyter. De Ruyter was luitenant-admiraal-generaal. Jij was de eerste marinier die de leiding kreeg over de Koninklijke Marine en daarmee werd je luitenant-generaal. Echter je kreeg ook het recht om de afzonderlijke titel van admiraal (van de Benelux) te voeren. Een unicum! Namens de Koninklijke Marine spreek ik mijn oprechte dank uit voor je inzet en collegialiteit. Ik wens jou, jouw echtgenote Bonnie en je gezin heel veel plezier en geluk in de komende jaren in Zweden toe. Rob, het ga je goed. Ik verklaar hierbij het commando over de zeestrijdkrachten en de functie van Admiraal Benelux op mij te hebben genomen. 7
Nautisch en zeemanschappelijk specialist worden
Opleiding navigatieofficier gaat diep Een navigatieofficier is de kundige van een commandant voor als het moeilijker wordt dan van A naar B varen. ‘Boem is ho’ geldt niet en daarom volgen zes cursisten de uitgebreide opleiding op weg naar de Tekst: Ferdi Postma/Foto’s: Wim Salis, Eva Klijn (AVDD) specialistische topfunctie. De navigatieofficier, of kortweg navo, is verantwoordelijk als het schip op zijn grenzen vaart en de veiligheidsmarges eraf zijn. Daarom moet hij meer kunnen met en kennis hebben van een schip dan menig ander bemanningslid. Deze expert op het gebied van nautische en zeemanschappelijke vraagstukken is onder andere verantwoordelijk voor reisplanning en -voorbereiding, havenaanlopen, bevoorraden op zee, af- en ontmeren en slepen. Iedereen aan boord rekent op die kunde. De hoge druk op de schouders van een navo vergt dan ook veel en daarom gaat er een stevige opleiding aan vooraf. Opleiding Aspirant-officieren voor het korps Zeedienst leren op het KIM vijf jaar lang hoe ze veilig moeten varen met een schip onder normale omstandigheden. Als zij daarna als wachtsofficier hebben gelopen, kunnen ze kiezen voor een opleiding tot commandocentrale-officier (cco) om te leren hoe ze een schip tactisch kunnen inzetten. De cco specialiseert zich als artillerieofficier, onderzeebootbestrijdingsofficier, verbindingsofficier of navigatieofficier. De navo-specialisatie staat daarnaast ook open voor ervaren wachtsofficieren met zeewachtstandaard B. De negen weken durende navo-opleiding bestaat uit drie weken theorie, drie weken praktijk op een brug- en/of navigatiesimulator en een varende kleine bovenwatereenheid, en tenslotte een toetsing van drie weken op een grote bovenwatereenheid tijdens de zogenoemde navo-vaarpraktijk. Tijdens de eerste introductieweken leren de navo’s wat hun taken en verantwoordelijkheden aan boord zijn, over procedures en regelgeving, crew resource management, manoeuvreren, zeemanschap, loodsen en het werken met sleepboten en hydrografische publicaties. De cursisten gaan zo steeds dieper in op hun toekomstige rol aan boord.
Radar vol Zes cursisten beginnen in het najaar van 2009 aan de specialisatie tot navigatieofficier. De eerste drie weken theorie liggen achter hen en dienen als basis voor de eerste oefening in een nagebootste omgeving. Hun instructeur vertelt: “We zijn op de brugsimulator om visuele navigatie te oefenen en daarbij mag je enkel gebruik maken van de radar. Je moet de haven van Plymouth binnenvaren met slecht zicht door dichte mist. Glas, jij gaat als eerste.” De simulatie start en op de beeldschermen verschijnt de zee. Cursist luitenant-ter-zee 2 Evert Glas plot op de radar eerst alle landpunten en contacten als vissers en ferry’s. Zijn collega met de zeekaart tekent ze ook in. Alles gaat goed, maar dan krijgen ze een bericht over een zojuist ontdekt wrak dat pal op de geplande koers ligt. Direct laat Glas vaart minderen om af te draaien, waarop de commandant zich meteen zorgen begint te maken over de verwachte aankomsttijd. Voordat de wachtsofficier kan reageren, schalt de spelleiding vanuit ‘de keuken’ door de intercom. “Of het vuil gestort kan worden?” Nee, door procedures is daar geen tijd voor. Weer schalt de intercom. “Man overboord!” Hoofd boven water Nu laat Glas toch direct vaart minderen, want zijn hoogste prioriteit is de drenkeling zo snel mogelijk binnenhalen. Hierbij moet hij rekening houden met het zojuist gelokaliseerde wrak, de stroming en ondiepten. De uitdaging is aan hem te zien. Hij geeft opdracht de Rhib te bemannen en te water te laten. “Doe ik het wel goed?” mompelt hij, “De positie van de drenkeling vastleggen in de radar lukt niet.” De radar zit vol en hij vraagt zich af wat te doen. Dan fluistert de instructeur zachtjes in zijn oor: “Lukt het nog? Dit is een oefensituatie. Probeer het overzicht te bewaken en denk aan de procedures.” 8
Hoofd Opleidingseenheid Navigatie, luitenant-ter-zee 2 OC CJ Blok oordeelt dat cursisten leren in heel moeilijke omstandigheden hun hoofd boven water te houden: “Wij leiden navo’s op voor worst-case-scenario’s en niet voor gemakkelijke omstandigheden, want dan kunnen anderen het ook. Zij moeten bijvoorbeeld op zee kunnen presteren zonder hulpmiddelen als een elektronische zeekaart waarop het eigen schip in een kaartje is geplot. Juist zij. Van een navigatieofficier wordt toch wel het nodige verwacht. Daarom stimuleren we de cursisten om de benodigde competenties te ontwikkelen, maar niet iedereen heeft het in zich.”
Uiteindelijk is iedereen weer aan boord. De drenkeling, alsook de bemanning van de Rhib. “Kan de vaart weer omhoog?” vraagt de commandant dan, “Er ligt een vent dood te gaan en hij moet zo snel mogelijk aan wal worden gebracht.” Roger, luidt Glas antwoord, maar het lukt hem niet om het uit te laten voeren. De stuurboordsas reageert niet en plots duikt een visser vlak voor het schip op. De enige mogelijkheid voor Glas om niet als ramschip er tegenaan te stoten, is op 200 yards voorover te lopen. Eigenlijk is dat te weinig, maar hij besluit het toch te doen. Het lukt niet. De bediening op de voortstuwing is helemaal weg. Het schip is onbestuurbaar geworden op open zee en er is een bewusteloos bemanningslid aan boord dat zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moet. De simulatie stopt. De lichten gaan aan en de instructeur beoordeelt Glas. “Je was nog bezig technische dingen op te lossen en ondertussen kwamen al de volgende events. Zoek oplossingen en communiceer. Geef leiding, geen sturing. Met 200 yards voorlangs een schip gaan is echt te weinig en met een vaststaande as moet je direct hulp inroepen.” Tijdens de eerste dag op de brugsimulator wordt Glas gelijk duidelijk dat de uitvoerende rol van wachtsofficier veranderd is in de leidende en coördinerende rol van navigatieofficier. Van theorie naar praktijk Op de achtergrond wordt de kennis over de rol van navo gedurende de opleiding steeds verder uitgebreid. De cursisten leren alles over plaatsbepaling, baancontrole, manoeuvreertheorie, reis-
“This is Netherlands Warship Zeven Provinciën. We have a man overboard” voorbereiding en de krachten die op een schip werken bij met name bijzondere operaties. Zij kunnen bijvoorbeeld zuigwerkingen van het eigen schip verbreken of voorkomen als er nauw vaarwater is met een ander schip. Ook brengen zij een bezoek aan de Dienst der Hydrografie die verantwoordelijk is voor de kaartenuitgifte en waar ze later veel mee te maken krijgen. Blok: “Langzaam verandert de opbouw van de opleiding van theorie naar steeds meer praktijk, van begeleid worden tot zelfstandig uitvoeren. De cursisten leren daarbij hun eigen grenzen kennen en deze tot het uiterste op te zoeken. Uiteindelijk worden ze afgetoetst als ze daadwerkelijk de zee op gaan tijdens de navo-vaarpraktijk. Zij mogen zich dan als zelfstandig functionerend navigatieofficier bewijzen.” Groene Banken Het is nog donker om 08.00 uur op steiger 22 in Den Helder. Vijf cursisten – inmiddels is er een uitgevallen – staan te luisteren naar de opdracht van hun instructeur. “Jouw eerste dag op de brugsimulator ligt alweer enkele weken achter je en in de tussentijd heb je ook geoefend aan boord van de Maassluis. De komende drie weken is de navo-vaarpraktijk. Vandaag gaan we varen op de rede van Den Helder. Jij bent navo en moet het doen zonder hulp. Als ik moet ingrijpen dan is het fout. Laat zien dat je het kunt.” De cursisten en hun instructeur embarkeren Hr.Ms. Van Amstel. De sleepboten starten hun motoren en trekken het schip van de steiger weg. Glas begint weer als eerste en het manoeuvreren met slechts visuele peilingen tussen de Groene Banken (fictieve ondieptes voor de aanloop van Den Helder) lijkt vrij rustig te gaan. De cursisten mogen geen elektronische zeekaart gebruiken. Ondanks dat ze dit veelvuldig beoefend hebben, blijft het een moeilijk kunstje om precies binnen de banen te varen en vrij te blijven van navigatorische gevaren. Man overboord “Navo, kaart!” klinkt op de brug. “Wat is de koers?” De koers had Glas al doorgegeven aan zijn collega, maar voor de duidelijkheid herhaalt hij die. “Maar dan varen we straks op de dijk!” Maar niet volgens de radar van Glas. “Maar wel volgens de kaartgegevens en in real-time.” Dan blijkt dat er een afwijking zit in de radar. Snel bepaalt Glas met zijn collega de juiste positie met de sextant. Hij meet de afstand ten opzichte van de Collimatietoren, de Lange Jaap en het kerkje van Den Helder. Dit zijn goede merkpunten. Hij geeft de actuele gegevens door en Glas bepaalt een nieuwe koers. Dan pikt de Van Amstel een paaltje en wederom gaat er een man overboord. Dit lijkt op de oefensituatie in de simulator. Geroutineerd reageert iedereen op de brug en buiten staat al een 9
▼
Stuurloos op zee De zelfcontrole keert terug bij Glas en het lukt hem de rust te herstellen. Hij haalt twee andere contacten uit de radar en plot daarmee de positie van de drenkeling. De intercom klinkt. “De drenkeling is aan boord van de Rhib, maar bewusteloos.” Direct volgt weer een oproep. “Kan het vuil eindelijk gelost worden?”, vraagt de keuken. Glas antwoordt dat daarvoor geen tijd is en hij licht vervolgens de haven van Plymouth in. “This is Netherlands Warship Zeven Provinciën. We had a man overboard, picked him up and we need help.” Weer klinkt de intercom. De schipper vraagt of hij de Rhib mag hijsen. Glas bevestigt. Maar de commandant overschreeuwt: “Nee, eerst vaart minderen en stoppen!”
collega die met een vlag in de richting van de drenkeling wijst. Glas laat het schip stoppen en de Rhib bemannen. De rubberboot zakt via een lift in het water. Het vaart snel en slaand op de golven weg en keert even later met een man meer terug. Gelukkig mankeert hij niets en gingen de handelingen veilig en volgens procedure. Unieke plek Blok vertelt: “We leren ze alle procedures, maar het valt op dat er weinig mensen zijn die aan de opleiding willen beginnen en navo willen worden. De opleiding is pittig en wordt doorgaans als zwaar ervaren. Na je opleiding word je verreweg een van de meest drukke en verantwoordelijke personen aan boord. Als je als navo een afvaarmanoeuvre verknalt, dan komt er toch een behoorlijke deuk in een schip. Alles wat je doet, moet altijd kloppen. Je hebt altijd direct met veiligheid te maken. Toch is het een hele leuke opleiding en de voldoening is erg groot als je eenmaal navo bent. Als jonge subalterne officier heb je dan een vrij unieke plek tussen de bemanning. Je bent de specialist van de commandant en bent echt van meerwaarde binnen het brugteam.”
“Er willen weinig mensen aan de opleiding beginnen en navo worden” brug, houd hen betrokken en wees bewust van je stemgebruik. Mensen moeten eten in shifts, sleepboten moeten op tijd klaarliggen en je moet niet te vroeg of te laat binnenvaren. Ik vind dat het redelijk goed is gegaan.” De avond bestaat voor Glas uit het voorbereiden op de volgende dag en het briefen van de commandant. Dat is een belangrijk leerdoel in de opleiding tot navigatieofficier. Constant in staat zijn om verwachte en onverwachte nautische en navigatorische vraagstukken juist af te handelen. ■
Anticiperen en communiceren Eindelijk lijkt de rust daar op de Van Amstel voor Glas om te genieten van het varen en het navigeren. Maar niet veel later klinkt de misthoorn. De instructeur blindeert de ramen en simuleert zo een enorme mistbank. Behalve grijs doek ziet de cursist niets. De commandant geeft vervolgens opdracht over een uur de haven binnen te lopen. “Met de huidige snelheid is de verwachte aankomst over twintig minuten”, reageert de collega met de kaart. Glas geeft daarom opdracht het aantal knopen te verlagen en de sleepboten alvast aan te vragen. Uiteindelijk verloopt de binnenkomst soepel. De instructeur evalueert Glas zijn presteren na: “Je hebt gemerkt dat je in de praktijk met heel veel rekening moet houden. Het is niet alleen navigeren, maar ook alles daaromheen. Reageer niet alleen maar anticipeer ook. Communiceer met iedereen op de 10
Hoofd Opleidingseenheid Navigatie, luitenant-ter-zee 2 OC CJ Blok kijkt nauwlettend mee over de schouders van zijn cursisten: “Naast een positieve aanbeveling van de eigen commandant en het halen van je zeewachtstandaard A en B, is vooral de drijfveer om navigatieofficier te willen worden doorslaggevend om de opleiding te halen!”
Luitenant-ter-zee 2 Anne Moggré: “Navigatieofficier zijn is de leukste baan aan boord. Ik merk de betrokkenheid met alle dienstvakken en de vrijheid om zaken te regelen met de commandant. Ook biedt het veel verantwoordelijkheden en de kans handelingen te doen die alleen een navo mag, zoals bijzondere manoeuvres uitvoeren met een schip. Mijn keuze voor deze specialisatie is de juiste. De opleiding is wel zwaar door de lange dagen. Na een lesdag gaat het werk dan ook vaak door tot in de late avonduurtjes om de stof voor de volgende dag voor te bereiden. En dit is soms best moeilijk met de korte tijd die daarvoor wordt gegeven. Het is in ieder geval erg belangrijk in de leidende rol van navo, om altijd vertrouwen uit te stralen. Iedereen rekent tenslotte op je.”
Luitenant-ter-zee 2 Mattijs van Gessel: “Ik vergelijk de opleiding met een muur waar ik steeds met mijn kop tegenaan stoot. Iedere keer doet dat pijn. De muur schuift alleen wel steeds verder op en het duurt steeds langer voordat ik mijn kop stoot. Op dezelfde manier groeien mijn vaardigheden in de opleiding. De instructeurs moedigen ons aan om steeds een stapje verder te gaan. Ze leren ons om te focussen op snel en gebaseerd prioriteiten stellen. Ik merk zelf vooruitgang in mijn kunnen, maar het vergt veel inzet. Dit is geestelijk erg belastend. Ik ben ’s nachts wel eens wakker geworden, in gedachten bezig een schip te manoeuvreren. Er staat wel tegenover dat als je de opleiding haalt, je bijna de garantie hebt om op een groot schip te gaan varen. Er zijn maar weinig collega’s met deze specialisatie en daardoor is er veel vraag naar je. Een navo staat dan ook behoorlijk op een voetstuk.”
Vaandrig-ter-zee Vincent van Haesendonck: “De Belgisch-Nederlandse samenwerking is goed. Eerder heb ik al mijn cco opleiding in Den Helder gedaan en nu volg ik er de navo-specialisatie. Mijn navovaarpraktijk doe ik momenteel op Hr.Ms. Van Amstel. En dit is prettig want straks werk ik bij de Belgische marine op een van de twee M-fregatten die van Nederland zijn overgenomen. Het verschil tussen de gesimuleerde omgeving en de vaarpraktijk is om te integreren met een bemanning en dat zich echte invloeden voordoen waarover mijn beslissingen daadwerkelijk consequenties hebben voor iedereen aan boord. Een navo moet constant rekening houden met alle factoren op en buiten het schip. Een verbeterpunt voor mijzelf is dat ik soms teveel geconcentreerd ben op een enkel event in plaats van rekening te houden met het grotere totaal. Ik leer ook andere zaken als leiden en directief vragen stellen. Dit maakt de opleiding uitdagend en leerzaam. Door de groei op persoonlijk vlak en in navigatievaardigheden.”
Na drie weken vaarpraktijk halen uiteindelijk de luitenants-ter-zee 2 Evert Glas, Mattijs van Gessel en Alex Haasnoot hun navo-kwalificatie. Zij versterken vanaf heden de vloot. ■
11
Even wennen aan de procedure, maar dan heb je ook wat
Link 16 Voor het gebruik van Link 16 moet een eenheid eerst ‘inbellen’ in een lokaal netwerk. Vandaar dat een exacte tijdsplanning vooraf benodigd is om tijdens een reis op alle locaties Link 16 te kunnen gebruiken.
Het NDMC heeft een statische opstelling op het AOCS Nieuw Milligen. Vanuit hier wordt het luchtruim boven Nederland bewaakt.
“Vergelijk het met het verschil tussen een oude analoge inbel- of een razendsnelle ADSL-verbinding”, zegt luchtmachtmajoor Bram Remmelzwaal. Wie uit deze twee opties moet kiezen voor zijn internet, wist het wel. Toch blijkt dat de schepen nog steeds liever op de maritieme datalink 11 draaien dan op de nieuwe Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Robert Koelewijn standaard, Link 16, die veel meer mogelijkheden biedt. “Zonder Link 16 hoor je er niet meer bij”, vertelt Remmelzwaal. Hij is commandant van de Nationale Datalink Management Cel (NDMC) en heet vandaag de vierde klas datanetcontrollers van de marine welkom op de luchtmachtbasis AOCS Nieuw Milligen. “In Joegoslavië eisten de Amerikanen dat je Link 16 had, anders deed je niet meer mee.” De Amerikanen vreesden voor vriendschappelijk vuur, wat met deze verbinding uit den boze is. De beeldschermoperators aan boord van de fregatten kijken naar een tactisch plaatje waarmee ze een beeld hebben van wat er boven ze vliegt en rond ze vaart. Aan elk contact kunnen extra gegevens worden toegevoegd, bijvoorbeeld om wat voor type vliegtuig het gaat en of deze vijandelijk, vriendschappelijk of neutraal is. Het nieuwere Link 16 biedt ruimte voor veel meer data dan de maritieme datalink 11. Deze tactische verbinding heeft sinds 1996 een enorme vlucht genomen en is, zeker in het luchtdomein, haast niet meer weg te denken. Korporaal ODOPS Ramon de Wit: “Het verschil tussen Link 11 en 16 is niet het plaatje, maar de hoeveelheid data die je per contact kunt presenteren. Hoeveel brandstof heeft het contact nog, wat zijn de platform capabilities, welk soort wapen kun je er het beste tegen inzetten?” Zelfs foto’s die door F-16’s worden gemaakt tijdens hun verkenningsvluchten en hele taskings van contacten kunnen worden gedeeld met de partners en dat in real-time.
Ver over de horizon Niet alleen het schip, maar alle geallieerde eenheden kunnen gebruik maken van hetzelfde beeld. “Dit is de eerste echte ‘joint’ datalink”, zegt kapitein Harold Hendrickx (CLSK). Met Link 16 ben je in staat om ver over de horizon te kijken, doordat je gebruik maakt van de gezamenlijke beeldopbouwcapaciteiten van alle eenheden. De luchtmacht heeft al meer ervaring met deze verbinding. De werkvloer is al bijna zo stellig dat ze niet meer
KPLODOPS De Wit: “Je kunt een enorme hoeveelheid data presenteren met Link 16.” 12
Kleine club met groot bereik De Nationale Datalink Management Cel (NDMC) is na vijf jaar voorbereiding vorig jaar full operational capable verklaard en kan sindsdien operationeel worden ingezet om operaties van de krijgsmacht te ondersteunen. De cel, bestaande uit veertien man, waarvan vier afkomstig uit de marine, coördineert alle aanvragen voor het gebruik van Link 16 voor de hele krijgsmacht en helpt ook mee een netwerk op te bouwen bij buitenlandse oefeningen en operaties. De datalinkcel houdt zich voornamelijk bezig met het ontwerpen en beheren van Link 16 netwerken. Daarnaast gelden zij als kennis- en opleidingscentrum en hebben de netwerkcontrollers zitting in een NAVO-overleg. Voor de eenheden behandelt het NDMC de aanvragen voor het gebruik van Link 16. De NDMC werkt vanuit een Thales Network Management System in een statische opstelling voor het gebruik van Link 16 in Nederland en in een mobiele, deployable kit voor gebruik tijdens oefeningen en in buitenlandse operaties. In Nederland staan verder nog drie radiostations, de remote terminal sites. De NDMC zorgt verder dat alle deelnemers de juiste frequenties gebruiken, zodat interferentie met andere frequentiegebruikers voorkomen wordt. De NDMC is ondergebracht bij het Air Operations Control Station Nieuw Milligen van de Koninklijke Luchtmacht.
nieuwe generatie netwerk. Ze kennen echter ook de problemen, waardoor het aantal gebruiksuren bij de marine niet zo groot is, als zij graag hadden gewild. Tijdens een gesprek in de Veluwse bossen lijkt de onbekendheid op hoger niveau vooral een factor bij het weinige gebruik. Hendrickx verklaart: “Link 16 is veel complexer dan Link 11 en maakt gebruik van civiele frequenties, waaronder die van gsm en de luchtbakens van het luchtverkeer. Je kunt dus niet zomaar met een stel schepen een verbinding opzetten, zoals bij Link 11 wel kan. Dit moet gecoördineerd worden. Daarvoor is het NDMC opgericht.” Gebruik van de verbinding kan niet meer door een kastje aan te zetten en met alle deelnemers de juiste zender af te spreken. Link 16 vereist een ‘request to operate’ die ongeveer zes weken vooraf moet worden ingediend. Als datanetcontroller loop je daar tegen een dichte deur op. De klas is er over eens dat vaak wel gedacht wordt om Link 16 in te zetten bij een oefening, maar als de korporaal ver voor vertrek met een formulier aan komt zetten, waarin het hele vaarschema van het schip tot in detail moet worden weergegeven, wordt er uiteindelijk toch voor gekozen om maar gewoon de contactjes met Link 11 in te plotten. “We stuiten op een hoop onbegrip omdat het gebruik nog zo onbekend is. Maar vergelijk het met de telefoon: met je mobiele over een vaste lijn bellen werkt ook niet”, benadrukt Hendrickx het verschil tussen beide datalinks. Luitenant 2 OC Ewout Hiddink van de Operationele School herkent dit maar al te goed: “We hebben het, we willen het ook wel gebruiken, maar het besef van die beperking remt het daadwerkelijke gebruik af.” Simulatie De datanetcontrollers verwachten dat als iedereen Link 16 een keer in de praktijk zou ervaren, dat mensen heel snel om zijn. “We hebben bij de marine geen mogelijkheid om Link 16 te simuleren. Mensen hebben er dus ook geen beeld bij”, aldus instructeur Rox. “Als ze het radarbeeld zien, zien ze direct wat de enorme voordelen zijn. Ze zien echter niet welke voorbereiding er aan vooraf is gegaan door de datanetcontroller. Pas als het fout gaat, komt dat naar voren.” Omdat het een wereldwijd netwerk is, kan simulatie in feite overal plaats vinden. Vanuit een school zou je virtueel een schip mee kunnen laten varen met een echt verband, waardoor operators kunnen trainen met echte contacten.
SMJRODOPS Rox: “We hebben bij de marine geen mogelijkheid om Link 16 te simuleren. Mensen hebben er dus ook geen beeld bij.”
zonder kunnen. Omdat iedereen hetzelfde beeld heeft, zie je direct wie vriend of vijand is. De Wit geeft samen met sergeant-majoor ODOPS Martin Rox les aan een klas onderofficieren in de opleiding voor datanetcontrollers. De klas bestaat uit korporaals ODOPS die gespecialiseerd zijn in luchtbeeldopbouw, elektronische oorlogvoering of datanetcontroller. De opleiding wordt gekoppeld aan de kaderopleiding korporaals. De cursus Link 16 werd al snel na Link 11 ingevoerd op de Operationele School. Rox: “We hebben zelf ook een kleine periode gehad om ons er in te verdiepen.” Volgens de instructeur is het belangrijk om iedereen er van te doordringen wat Link 16 wel en niet kan. “Met Link 11 is het bereik en de berichtgeving beperkt. Maar je gaat naar buiten en je zit in het beeld.” Daar zit precies de zwakke plek van het nieuwe netwerk. Want hoe je exact een Link 16-verbinding tot stand brengt is voor velen onduidelijk, en wordt daarom maar al te vaak vermeden. “De bewustwording is er niet. Aan boord draaien we vaak op papier Link 16, maar meer niet.” Civiele frequenties Deze korporaals zijn de directe gebruikers van de tactische verbindingen. Zij onderkennen uit de praktijk het voordeel van de
Het NDMC heeft vorig jaar al een belangrijke demonstratie gegeven van Link 16 tijdens een lanceeroefening van de luchtmacht op Kreta. Tot en met de staatssecretaris was iedereen enorm enthousiast over de projectie van alle contacten en de integratie van de sensor- en wapensystemen van de grond- en luchteenheden door middel van het netwerk. Het NDMC hoopt dat de marine de inhaalslag ook gaat maken. “We hopen dat onze mensen de weg steeds beter weten te vinden naar onze school.” ■
Vanuit twee containers kan het NDMC overal ter wereld defensie-eenheden ondersteunen met Link 16. 13
Laat zien wat je waard bent Tijdens je leven doe je veel werkervaring en kennis op die van belang is voor je verdere ontwikkeling en waarmee je verder komt in je carrière. En net zoals je deze gegevens in een curriculum vitae vermeldt om jezelf te presenteren aan anderen, doe je dit ook in de uitgebreidere digitale variant die er is voor jou als Tekst: Ferdi Postma/Foto’s: archief marinemedewerker: het Elektronisch Portfolio Het E-portfolio is het nieuwe middel binnen defensie dat je gebruikt voor een sollicitatiegesprek, functioneringsgesprek, loopbaangesprek, voor het verkrijgen van (deel-)vrijstellingen voor een opleiding of voor het werken aan jouw doelen. Via het intranet maak je het zelf aan en je vermeldt jouw opleidingen, werkervaring, competenties en doelen. Uiteindelijk show je het E-portfolio geprint of digitaal. Versnelde korporaalsopleiding “De Basistraining Portfoliovaardigheden ondersteunt je bij het samenstellen en inzetten van het E-portfolio en gaat met name over de bewustwording van eigen vaardigheden en competenties”, benadrukt portfoliotrainer, eerste luitenant der mariniers Martien van Veen. Je leert belangrijke persoonlijke vragen te beantwoorden als wie je bent, wat je wilt, waar je voor staat en hoe je eigen competenties herkent en bewijst. Een competentie geeft een beheersingsniveau aan, getoetst aan criteria en gerangschikt op niveau. Het omschrijven van deze sterke (kern-)kwaliteiten of al aanwezige competenties is namelijk een belangrijk onderdeel in het E-portfolio, om je hiermee te onderscheiden van anderen en aan te tonen wat je waard bent. “Door te delen welke competenties je bezit en wat je ermee wilt, zet je jezelf welbewust op de kaart. En dit pakt soms heel gunstig uit”, stelt de coördinator E-portfolio CZSK, luitenant-ter-zee 2 OC André Brouwer. “Zo ook voor matroos Van Amersvoort bijvoorbeeld, zij volgt momenteel versneld de korporaalsopleiding, nadat een beoordelingsgesprek op basis van competenties uitwees dat
Met een E-portfolio zet je jezelf op de kaart
haar kennis en ervaring gelijk stonden aan een deel van de opleiding.” Als alles goed gaat in het traject zit ze daardoor sneller op haar eigen werk- en denkniveau. “Een ander voorbeeld is een marinier die omschoolt naar goederenbeheerder, nadat bij hem ook via competenties is vastgestelt dat hij daar voldoende bekwaam voor is. Hij is daarmee tegelijk behouden voor de organisatie.” Initiatief bij medewerker Het E-portfolio is er niet alleen voor het behalen van (deel-)vrijstellingen van opleidingen, maar kent meerdere inzetmogelijkheden. Je krijgt er ook inzicht door in jezelf en werkt er gerichter door aan je toekomst. “In de training kom je er bijvoorbeeld achter dat voor de functie die je wilt nog een bepaalde opleiding of meer zelfvertrouwen nodig is. Oefeningen in de training maken je hiervan bewuster zodat je ermee aan de slag kunt”, aldus Van Veen. Als je na de training nog vragen hebt over het samenstellen van het E-portfolio dan kun je terecht bij een portfoliobegeleider of je leidinggevende. “Wij helpen onder andere bij het onderzoeken van opleidingsmogelijkheden of door te vertellen wie competenties erkent”, aldus portfoliobegeleider, luitenant-ter-zee 2 Piet Duivestein. “Maar het is vooral erg belangrijk dat de medewerker zelf de eerste stap neemt om het E-portfolio aan te maken en bij te houden. Dit initiatief ligt niet bij de portfoliobegeleider of de leidinggevende.” “Het samenstellen van een E-portfolio is – waar je het ook voor gebruikt – een middel waardoor je lessen over jezelf leert. En daar word je alleen maar rijker van”, besluit Brouwer. ■
Werkervaring presenteren is onderdeel van het E-portfolio.
Het E-portfolio is beschikbaar via P&O Selfservice (Zie Intranet: Portaal). 14
Annemarie van Amersvoort solliciteert na haar mbo-opleiding met succes bij de marine en komt in 2007 op als matroos 3. In de eerste vakopleiding komt ze erachter dat ze met twee havisten in de groep zit die versneld de korporaalsopleiding volgen. “Direct mailde ik bureau Opleidingen KM met de vraag of ik hier ook voor in aanmerking kwam, want een mbo- en een havo-opleiding kwamen volgens mij overeen qua erkenningniveau.” Een loopbaanadviseur reageert dat dit niet zo is. “Maar op een gegeven moment stond er een bericht in een defensiepublicatie dat mbo’ers het versnelde traject in konden en toen trok ik weer aan de bel.” Acht maanden na haar verzoek tot toelating krijgt ze in februari 2009 een uitnodiging voor een competentiegericht vraaggesprek met drie beoordelaars. Zij beoordelen haar mbo-diploma en cijferlijst, de vulling van haar takenboek en het verslag van haar directe chef en laten haar uiteindelijk toe. Momenteel doorloopt de matroos een acht maanden durende stage aan boord van Hr.Ms. De Zeven Provinciën als onderdeel van haar versnelde opleiding om meer logistieke ervaring op te doen. “Als mijn korporaal weg is, dan neem ik haar taken over. Het werk is veel breder dan dat van een
matroos en de uitdaging die hierbij hoort om oplossingen te zoeken spreekt mij erg aan. Ik leer bijvoorbeeld waaruit de voorbereiding op een grote reis bestaat.” Haar laatste stageactiviteit rondt ze in oktober af en dan krijgt ze tegelijk de dubbele strepen. Als Van Amersvoorst de balans opmaakt, dan komt ze achteraf tot een andere keuze. “Ik stel me voor dat er collega’s zijn die er baat bij hebben het versnelde traject in te gaan, maar als ik terugkijk dan vind ik het persoonlijk beter om het gewone pad te volgen en als matroos eerst een tijdje te ervaren hoe de marine in elkaar steekt en hoe de cultuur is. Je werkervaring, kennis en inzicht zijn dan groter en bieden een betere basis voor de leidinggevende korporaalsrang. Voor mij speelt ook mee dat het reguliere traject er waarschijnlijk net zo snel uit zou hebben gezien, doordat ik acht maanden wachtte op goedkeuring, waarna ik pas de versnelde korporaalsopleiding in mocht. Hier ligt een verbeterpunt voor bureau OKM, namelijk om sneller duidelijkheid te geven en te beslissen of iemand het versnelde traject in mag, anders gaat het doel van tijdswinst behalen door versneld opleiden verloren door langdurende bureaucratische procedures.”
Interesse in de training? Meer weten over het E-portfolio of aanmelden voor de Basistraining Portfoliovaardigheden, neem contact op met luitenant-ter-zee 2 OC André Brouwer, e-mail:
[email protected], telnr.: (DSN-209) 57388. Ook bij een buitenlandplaatsing is aanmelding mogelijk, want bij voldoende belangstelling in eenzelfde regio biedt defensie ook daar trainingen.
Competenties aantonen kan onnodig in de schoolbanken zitten voorkomen. 15
Dynamiek bij Verscheidenheid en diversiteit is niet alleen van toepassing op het personeel van de Koninklijke Marine, maar ook op de afdeling Faciliteren van het CZSK. Van museum tot muziekkapel, van brandweer tot brugwachter. Wel gaat daar het komende jaar het een en ander veranderen. Tekst: Barry Wijnandts
Faciliteren heeft een flink pakket aan ondersteunende diensten in huis, die allemaal worden aangestuurd vanuit gebouw Dwergmeeuw op de Nieuwe Haven. De ‘kazernes nieuwe stijl’, oftewel de Facilitaire Steunpunten vormen de basis. Daarnaast zijn er de productgroepen die een duidelijk product of dienst leveren aan de diverse afnemers. In de Dwergmeeuw huizen ook de stafbureaus die zich dagelijks storten op de kwaliteitsborging van al deze producten en diensten. Operationeel product Kolonel der mariniers Carlo van den Berg is hoofd van de afdeling die bestaat uit 1050 mensen. Het komend jaar staat voor hem in het teken van de oprichting van het Facilitair Bedrijf Defensie (FBD) van het CDC, dat verschillende diensten van de operationele commando’s zal overnemen. “De bestuursstaf in Den Haag heeft eigenlijk alleen maar kantoren, dus die laten alles door dit FBD verzorgen”, begint Van den Berg zijn uitleg over de gemaakte keuzes. “Maar het CZSK heeft bewust gekozen om alleen die diensten van het FBD af te nemen die verplicht zijn gesteld.” De kolonel legt uit dat veel producten en diensten zo nauw samenhangen met het operationele product, de identiteit en uitstraling van de marine, dat het niet logisch is om die te verpaarsen. “Neem bijvoorbeeld de haven- en sleepdienst, het beheer van schietbanen, wapens en munitie, het organiseren van evenementen zoals de marinedagen of de bedrijfshulpverleningsorganisatie die het hele calamiteitenplan opstelt voor de Nieuwe Haven. Dat willen we allemaal graag in eigen beheer houden.” Ook noemt hij de relaties met externe organisaties, zoals bevriende stichtingen en verenigingen, lokale bedrijven en gemeente-instellingen die al jaren een specifieke band hebben met de marine. “Dat moet je als marine zelf blijven doen en niet overdragen aan een CDC-bedrijf. Goed definiëren De stafbureaus van Faciliteren zijn als opdrachtgever nauw betrokken bij de samenstelling van de producten en diensten die worden ondergebracht in de nieuwe paarse organisatie. “De kwaliteit moet geborgd blijven. Onze afnemers zijn alle ‘gastorganisaties’ op de wal en alle individuen die bij ons naar binnen lopen”, zegt Van den Berg. “In theorie mogen zij nauwelijks iets merken van een verandering, maar de praktijk is soms weerbarstiger.” In de producten- en dienstencatalogus staat elk product zeer precies omschreven. Maar ook de opdrachtgevers (de stafbureaus van Faciliteren) moeten hun opdracht heel goed definiëren. Want iedereen moet goed weten waar bijvoorbeeld de verantwoordelijkheden bij de legeringsgebouwen liggen. Het FBD gaat de legering De haven- en sleepdienst is een van de productgroepen van Facilitaire Dienstverlening
16
Facilitaire Dienstverlening beheren en het CZSK is verantwoordelijk voor de handhaving van de discipline. Waar zit de provoost, de Officier van Politie en hoe kan de marine bij huisvesting zich tonen als goed werkgever? “Al dit soort zaken moeten in een dienstverleningsovereenkomst worden vastgelegd”, aldus Van den Berg. Servicebalie Kapitein-luitenant-ter-zee Luc Jansen is dossierhouder van de reorganisatie en hoofd van het stafbureau Coördinatie. Hij weet te vertellen dat er aandacht is voor de stroomlijning van de aanvragen voor verschillende diensten.“Het FBD zal gaan werken met servicebalies, waar je niet alleen fysiek dienstverlening kunt bestellen, maar ook per intranet, mail, telefoon of fax. De servicebalie zal ook coördineren wanneer een klant om meerdere diensten in één opdracht vraagt.” Zo noemt hij het voorbeeld van iemand die een vergadering wil organiseren in een ruimte met presentatiemogelijkheden, met maaltijd en transport van en naar het station. “De uitvoering ligt dan in één hand.” Van de 1050 mensen bij faciliteren, waarvan 350 bij de Facilitaire Steunpunten, zullen uiteindelijk 75 mensen direct geraakt worden door de reorganisatie naar het FBD. Daarnaast zijn er nog enkele mensen buiten Faciliteren binnen IV & CIS en de MATLOG-organisatie die mee zullen gaan. Naar verwachting zullen er medio dit jaar kleine veranderingen hier en daar plaats vinden, de nieuwe organisatie zal op zijn vroegst pas in januari 2011 staan. ■
Marine Etablissement Amsterdam
Facilitair steunpunt Doorn
17
“Ik mag de boeman spelen”
“Een lekkage kan geen vijf dagen wachten”
Heleen van Eysinga, stafmedewerker schoonmaakaangelegenheden
Korporaal ODOPS Arjan van Agtmaal, medewerker algemene zaken Marinemuseum
Sinds tweeënhalf jaar coördineert Van Eysinga de schoonmaakaangelegenheden op de Facilitaire Steunpunten. Ze legt uit dat deze steunpunten allen hun eigen interne dienst hebben die de particuliere schoonmaakbedrijven aanstuurt, maar voor het afsluiten van de contracten en bemiddeling bij problemen komt Van Eysinga om de hoek kijken. “Het CDC sluit de contracten af. Ik begeleid dat in overleg met de kazernes en kijk of er nog zaken vergeten zijn. Ieder defensieonderdeel heeft zijn eigen methodiek en soms doen wij dingen anders dan de anderen. Ik zorg dat de schoonmaak wel werkzaam blijft in onze organisatie.” In totaal doet Van Eysinga zaken met vijf schoonmaakbedrijven over zeven locaties. “Daarnaast ben ik troubleshooter”, zegt ze. “De meest gehoorde klacht is dat er niet goed schoon wordt gemaakt. Ik wil het bedrijf dan weer op de rit krijgen en ga met het FSP en het schoonmaakbedrijf om de tafel zitten. Het FSP moet een goede relatie behouden met het schoonmaakbedrijf en ik mag dan de boeman spelen om te zorgen dat er wel wat verandert.” Zo bewaakt het stafbureau de kwaliteit van deze dienst.
“Gelukkig zijn er weinig ongelukken gebeurd met de sneeuw”, zegt Van Agtmaal als hij over het parkeerterrein van het Marinemuseum loopt. Een van de dingen waar hij op toeziet is de staat van gebouwen en terreinen van het museum en zo let hij dus ook op de veiligheid op en rond het complex. “Ik treed op als gastheer, ben een luisterend oor voor de 150 vrijwilligers die hier werken en zorg dat het bedrijf draaiende blijft.” Van Agtmaal is één van de drie militairen, die werkzaam is in het museum. “We onderhouden de contacten met de marine en marinemilitairen, we leggen verantwoording af over ons werk aan de marine en vanwege de uitstraling en voorkomen van het museum als onderdeel van de marine zijn onze functies militair.” Maar Van Agtmaal is ook zeker bewust dat hij niet in een militaire omgeving werkt: “Je moet hier niet als militair opdrachten gaan uitdelen.” Ook het Marinemuseum werkt al veel met bedrijven van binnen en buiten defensie. De Dienst Vastgoed Defensie is voor Van Agtmaal de grootste partner als het om storingen en defecten gaat. De regels conflicteren soms wel eens met de werkelijke belangen, maar over het algemeen komen ze daar goed uit. “Er staat bijvoorbeeld dat een lekkage in een gebouw in vijf werkdagen moet worden gerepareerd. Maar als die lekkage net boven een antiek schilderij is, dan kan dat niet wachten.” Zo merkt Van Agtmaal dat de belangen die in een museum spelen soms nog wel onderschat worden door defensie, wat hier en daar een flinke dosis overredingskracht vraagt. “De laatste jaren is onze bekendheid bij de marine gelukkig behoorlijk gegroeid en wat ons werk inhoudt, komt steeds beter in beeld.”
“Waar we ook onder vallen, ons werk verandert niet” Luitenant-ter-zee 2 OC Huub Fremouw, Locatiemanager Korte Steigers “Wij leveren de administratieve ondersteuning aan de mijnenjagers en de hydrografische opnemingsvaartuigen”, zegt Fremouw, “en we zijn de moedertoko van de kleine bovenwatereenheden, waaronder ook Hr.Ms. Mercuur, MOV Van Kinsbergen en Urania.” Locatie ‘De Korte Steigers’ geeft wel heel goed het diverse karakter van Faciliteren weer, want op het terrein lopen Mijnendienst, Duiken demonteergroep, Duikmedisch Centrum, Defensie Duikschool en ondersteuning voor hoofdzakelijk Klein Bovenwater, maar ook de grote schepen dwars door elkaar heen. “We doen voor alle schepen het in- en uitklaren bij de douane”, vervolgt Fremouw. “Voor de rest ben ik budgetbeheerder voor de mijnenjagers en HOV’s, ik maak een verdeelsleutel en de commandanten of OS&O-officieren kunnen daarna over hun deel beschikken.” Fremouw krijgt ook de voedingsaanvragen op zijn bordje, hoewel de schepen recht-
streeks zaken doen met de Centrale Bottelarij. “Wij controleren hun maandelijkse verantwoording.” Wat merkt Fremouw van de dynamiek binnen de afdeling Faciliteren. “Eigenlijk niets. In de oude organisatie vielen we onder de Mijnendienst. Die bestaat niet meer, en dus werden we ondergebracht bij Faciliteren. Maar als we nu weer onder de opnieuw ingestelde groepsoudste Mijnendienst zouden vallen, verandert dat voor ons werk helemaal niets.” De enige afdeling binnen de productgroep waarvoor dat wel belangrijk zou zijn is Bureau Faciliteren van de Korte Steigers. Dit bureau is verantwoordelijk voor de gebouwen en terreinen en de handhaving van de arbo & milieuregelgeving. Hun werk valt direct onder de afdeling Faciliteren.
18
“We zijn een onderdeel van de operationele bemanning”
“De kracht van het MEA zit in de klantgerichtheid”
Sergeant LDA Gerda Schuuring, hoofd administratie Onderzeedienst
Luitenant-ter-zee 2 Hans van Groningen, hoofd Bureau Coördinatie / Liaisonofficier Marine Etablissement Amsterdam
Het werk van het schrijversteam van Schuuring komt overeen met het werk van bureau Administratie van de Mijnendienst. Door het zeer eigen karakter van de Onderzeedienst, is het voor de schrijvers echter wel relevant waar ze zijn ondergebracht. “We zijn eigenlijk een onderdeel van de operationele bemanning, alleen varen we niet mee”, zegt Schuuring. “Een onderzeeboot heeft bepaalde beperkingen die ons werk heel specifiek maken.” Schuuring noemt bijvoorbeeld het inboeken van hotelaccommodatie in buitenlandse havens voor hele bemanningen wat tot een van haar taken, en zeker niet de geringste, behoort. Maar ook het aantal bewegingen van opvarenden is aanzienlijk meer dan wat ze van andere eenheden is gewend. “We hebben drie boten die varen met 55 bemanningsleden, maar die blijven tijdens een vaarperiode niet allemaal op één plek. Dat wisselt heel sterk.” Bijkomende moeilijkheid is, dat een onderzeeboot nauwelijks in de gelegenheid is om met de personele diensten op te lijnen. “We mogen blij zijn als ze al even contact kunnen opnemen en dat vraagt van ons een hele andere manier van werken.” Verlof inboeken op P&O Selfservice of een dienstreis aanvragen in DIDO is voor een onderzeebootopvarende geen optie. “Dat maakt ons werk erg leuk en zeker voor een takenboeker heel interessant, omdat zelfs de meest simpele administratieve klusjes door ons worden gedaan.” Schuuring vindt dat mensen die bij haar werken een goed voorstellings- en inlevingsvermogen moeten hebben. “We hebben gemerkt dat het DC HR daarin tekort schiet. Die houden zich erg vast aan de regelgeving, waardoor in het verleden soms hele salarissen onterecht zijn ingehouden. Het duurt erg lang voor het individuele bemanningslid daar achteraan kan gaan, zeker omdat hij door zijn plaatsing nauwelijks ervaring en kennis heeft van hoe de personeelsadministratie werkt en niet in staat is om even *06 733 te bellen.” Formeel vallend onder een van de productgroepen van Faciliteren, is dit bureau Administratie nauw verwant aan de Onderzeedienst. “Kijk maar naar de badge op mijn uniform. Ook als er centraal iets voor de Onderzeedienst wordt georganiseerd, worden wij er altijd bij betrokken alsof we eigen bemanning zijn.”
Evenementen Centrum Amsterdam
Van Groningen coördineert met zijn collega’s onder andere de evenementen die worden aangevraagd bij het Facilitair Steunpunt Amsterdam. Hoogtepunt dit jaar zal het ondersteunen van SAIL2010 worden. “Deze gebeurtenis legt gaandeweg steeds meer beslag op de werkzaamheden hier”, verklaart hij. “Dat geldt voor het hele facilitaire steunpunt.” Het CZSK is één van de hoofdsponsoren van het vijfjaarlijkse zeilevenement en het FSP Amsterdam levert daarvoor een hele reeks diensten waaronder een bijdrage in vervoer en ligplaatsen. Maar we verlenen ook onderdak aan zo’n driehonderd vrijwilligers”, legt hij uit. Het Evenementen Centrum Amsterdam ontvangt jaarlijks ongeveer 35.000 gasten. “Zij komen voor een vergadering van vier man tot aan een congres voor 300 man”, aldus Van Groningen. “Vooral de organisatoren van NAVO-congressen lijken hun weg naar ons te hebben gevonden.” Het MEA zorgt voor accommodatie, de catering in samenwerking met Paresto en bemiddelt bij uitstapjes in Amsterdam. “Mensen komen van over de hele wereld en zijn over het algemeen spinnend tevreden.” De kracht van het MEA zit volgens Van Groningen in de klantgerichtheid. “De eisen van de klanten liggen steeds hoger en we proberen altijd zo goed mogelijk voor de dag te komen.” Naar mogelijkheden voor bijvoorbeeld videoteleconferentiesystemen via breedbandinternet wordt steeds vaker gevraagd. De aanleg van draadloos internet in het Evenementencentrum was daarvoor een belangrijke stap. “Dit jaar zullen verschillende diensten overgaan naar het Facilitair Bedrijf Defensie”, zegt het hoofd Bureau Coördinatie, maar hij verwacht niet dat er heel veel in de dienstverlening zal veranderen. “Het MEA herbergt al heel veel paarse dienstonderdelen. Daar zijn wij dus al heel erg aan gewend. Bovendien blijven de mensen hetzelfde, alleen vallen ze dan organisatorisch onder een andere dienst. De werkwijzen zullen misschien wel iets veranderen, maar we kennen elkaar en we weten bij wie we voor wat terecht kunnen.”
19
Alle posities bezet Hr.Ms. Amsterdam heeft er een enerverende westtermijn opzitten. Naast de internationale oefeningen, drugsbestrijding en kustwachttaken heeft het stationsschip ook haar eigenlijke kerntaak uitgevoerd: bevoorraden op zee. In totaal heeft het schip ruim 4,7 miljoen liter dieselolie en 1 miljoen liter helikopterbrandstof afgegeven aan Engelse, Franse, Amerikaanse, Canadese en Nederlandse schepen, tijdens zestien keer bevoorraden. Op 9 november was vrijwel de gehele bemanning nodig bij een vijf uur durende bevoorrading op zee waarbij tegelijkertijd aan stuurboordzijde het Engelse fregat HMS Iron Duke en aan bakboord de Amerikaanse helikoptercarrier USS Wasp olie en helikopterbrandstof ontvingen. Omdat de USS Wasp een enorme hoeveelheid dieselolie en helikopterbrandstof had aangevraagd, werd zij gekoppeld op twee aansluitpunten in plaats van de gebruikelijke enkele probe-aansluiting. Tijdens deze bevoorrading pompte Hr.Ms. Amsterdam in totaal ruim 2,5 miljoen liter dieselolie en 78.000 liter helikopterbrandstof over. Voor de bemanning een prachtige uitdaging om deze twee schepen gelijktijdig langszij te hebben en te bevoorraden. Foto’s: Hr.Ms. Amsterdam
20
21
VN-waarnemer gegijzeld in Soedan
“Ik kreeg een doorgeladen AK-47 in mijn nek” Abyei now a ghost town. Dit filmpje op Youtube laat een stadje in Soedan zien, dat na een kort maar hevig gevecht in mei 2008 nagenoeg is leeggelopen. In de stad is een kamp van de UNMIS, de VN-missie in Soedan, waar een jaar later luitenant-ter-zee 1 Peter Blom gestationeerd werd als waarnemer. Tijdens een patrouille liep hij in een hinderlaag en werd gegijzeld. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Peter Blom UNMO Peter Blom
Zijn luxe woning van waaruit Blom zijn verhaal doet, ligt onder een dikke laag sneeuw, evenals zijn BMW op de oprit. Groter kon het contrast met het afgelopen halfjaar voor Blom haast niet zijn. Hij vertrok op 23 juni 2009 voor zes maanden naar Soedan om als VN-waarnemer toezicht te houden op het fragiele vredesakkoord uit 2005 tussen de regering van de Republiek Soedan en de Sudan People Liberation Movement Army (SPLA). Op rantsoen Soedan is het grootste land in Afrika en grotendeels ondoordringbaar. Het ene halfjaar stortregent het, waardoor wegen veranderen in rivieren. Het andere halfjaar is het er kurkdroog. Naast de centrale overheid in Khartoem heeft het land te maken met lokale krijgsheren, ruziënde stammen, nomaden en een enorme stroom vluchtelingen en ontheemden. Blom werd uitgezonden naar wat bij de VN bekend staat als ‘De hel van Abyei.’ Blom: “Deze post is volledig self-supporting, in een deel van het land waar niets te krijgen is. Ik heb al die tijd op militaire noodrantsoenen geleefd in de vorm van 24-uurs pakketten en de bekende Struik blikken.” Blom had rekening gehouden met het ergste en was hij goed voorbereid op een half jaar ‘militair’ kamperen. “Ik had 160 kilo bagage mee, waarvan 100 kilo voedsel.”
Door graasweiden in het droge seizoen af te branden weren de zuidelijke Dinka’s de migratie van duizenden nomaden uit het noorden. Ook dit vormt een bron van conflict in de regio.
Graadmeter “Abyei heeft een bijzondere positie in Soedan en in het vredesakkoord. Abyei vormt een brug tussen het noorden en het zuiden en verbindt de bevolking van Soedan”, vertelt Blom. In 2011 mogen de Soedanezen stemmen voor een afscheiding tussen noord en zuid of een verenigd Soedan. De inwoners van Abyei mogen apart stemmen, waardoor deze regio geldt als graadmeter voor de rest van het land. Daarnaast zit er in Abyei veel olie. Het noorden heeft daarvan het grootste gedeelte in handen, maar volgens het vredesakkoord en het Abyei Protocol dat na de strijd in 2008 is opgesteld, moeten de opbrengsten gelijk verdeeld worden. Als derde wordt er een proef gehouden met de samensmelting van de voormalige noordelijke (SAF) en zuidelijke legers, verenigd in de SPLA, in zogenaamde Joint Integrated Units (JIU). Deze legers waren de laatste twintig jaar elkaars tegenstander in een oorlog die aan ruim twee miljoen mensen het leven heeft gekost. Kampvuren in de bush De VN hebben 600 militaire internationale waarnemers in Soedan Deze waarnemers met een tolk werken in een Joint Military Team (JMT) samen met waarnemers van de SAF en de SPLA. Zij hebben altijd een gewapende escorte van de UNMIS
22
In de regenperiode veranderen de wegen in modderstromen en is er nauwelijks door het land te reizen.
“Ineens sprongen gewapende mannen uit de bosjes die ons de weg versperden.” Blom merkte dat de situatie erg gespannen was. De mannen waren duidelijk te herkennen als SPLA-soldaten die niet uit zijn sector kwamen. Ze waren agressief en bedreigden de VN-waarnemers met hun wapens. “Ik ging direct op zoek naar hun leider, die je vaak kunt herkennen aan het aantal tatoeages op zijn voorhoofd. Hij stond verderop aan de kant van de weg te kijken.” Meteen probeerde de leider, een luitenant, Blom te intimideren. “Een Europeaan houdt afstand tijdens een gesprek maar een Dinka [bevolkingsgroep zuid-Soedan, red.] gaat juist heel erg dicht op je staan schreeuwen. Ik wist uit ervaring dat ik niet achteruit moest gaan, want op die manier zou ik laten zien dat ik bang was.” Blom overblufte de man door nog een stapje vooruit te doen en terug te schreeuwen. Tegelijk probeerde hij de spanning te verminderen door links en rechts sigaretten uit te delen. De leider van de overvallers eiste dat Blom de autosleutels zou inleveren. “Wij houden jullie vast!” Onder invloed Blom liet zich niet zo maar gevangennemen. Hij hield zich aan zijn protocol en ondervroeg de luitenant stoïcijns door. “Dit is een overtreding van het vredesakkoord en wij zijn neutraal. Waarom doen jullie dit? Wie zijn jullie? Waar is je basis en waar is je commandant?” De luitenant trok zich even terug om met zijn satel-
liettelefoon te overleggen met zijn baas. Hij kreeg het bevel de blauwhelmen te gijzelen en naar hem toe te brengen. “Ik zag ongeveer tachtig man, sommigen onder invloed van drank of drugs, zwaarbewapend en ik dacht: ‘Ik moet hier weg met de hele patrouille!’” Blom wist de leider te overtuigen dat niemand achter zou blijven. De autorit leidde echter niet naar een beter vooruitzicht. Ze kwamen bij de grens van hun sector en Blom stopte de auto, stapte uit en ging roken. “Ik zei tegen de leider dat ik niet verder mocht en stelde hem nogmaals op de hoogte van welke overtredingen hij inmiddels al had begaan. Dit zou hem diep in de problemen brengen.” Verborgen in de stuiken voor een behoefte kon Blom in het geheim met een satelliettelefoon uit zijn broekzak het hoofdkwartier bellen. “Ik moest het heel kort houden en zacht praten.” De teleurstelling was voor Blom enorm toen hij een gebrekkig Engels sprekende Thaise verbindingsofficier aan de lijn kreeg. “Kun je je voorstellen hoe het is, als je in zo’n situatie aan de andere kant van de lijn ‘say again’ hoort?” Blom verbrak de verbinding, liep terug naar de auto, stapte in en keerde om. De gijzelaars waren te verrast om iets te doen. Terug op de plek van de aanhouding werd de hoogste baas daar echter heel agressief. “Hij begon zijn soldaten te schoppen en stond ze uit te schelden. Daarna richtte hij zijn woede op ons.” Doorgeladen AK-47 Blom moest samen met de tolk meerdere malen met de handen in de nek op de grond knielen. Soldaten duwden hun AK-47 in hun nek en laadden de wapens door. Het waren angstige momenten voor de militairen maar ze konden het niet laten merken. “Toen dat voorbij was ben ik opgestaan en ben met mijn tolk de dialoog weer aangegaan.” Wederom dreigde Blom zijn gijzelaars dat deze actie niet zonder represailles zou blijven, dat de VN met meer troepen waren die beter bewapend zijn en dat ze neutraal dienden te blijven. “Ik wilde ze overtuigen dat we naar onze voor-
“Ik wist dat ik niet achteruit moest gaan, want op die manier zou ik laten zien dat ik bang was” 23
▼
mee, vaak Afrikaanse soldaten. “De situaties die wij rapporteren moeten alle deelnemers van het JMT ondertekenen, anders is een patrouillerapport niet geldig”, zegt Blom. “Als er iets staat te gebeuren, dan zie je vaak dat een van de nationale waarnemers ‘toevallig’ net niet mee is op een patrouille.” Dat overkwam hem ook. Toen hij als leider van een vijftien man sterke patrouille vanuit een noordelijke vooruitgeschoven post op een vijfdaagse verkenning ging was dat zonder een SPLA-waarnemer. We kwamen die week voor een tweede maal in het zuidoosten van onze sector en zagen ineens rook van kampvuren uit de bush komen.”
blauwhelmen in gijzeling te nemen en te bedreigen. “De luitenant was daar totaal niet van onder de indruk. Hij eiste zelfs dat ze teruggebracht werden naar de plek waar de patrouille gegijzeld was.” Daarna volgde de debrief. In plaats dat de mannen bedankt waren, bleek de VN-patrouille nog niet verlost van hun gijzelaars. “Om elf uur ’s avonds besloot de Area Joint Millitary Comittee dat wij de soldaten de volgende dag terug zouden brengen naar waar ze vandaan kwamen. Na het hele voorval mocht ik dat mijn oververmoeide team nog even vertellen.” Acht trucks kregen ze mee om deze klus te klaren. Het konvooi reed de beruchte weg terug en wederom kwamen ze in dezelfde hinderlaag. Dit keer kon Area Joint Millitary Comittee ingrijpen en dit resulteerde in een zoekactie in de bush om alle rebellen bij elkaar te krijgen. “Voor het eerst zag ik de volledige omvang van die groep. Het waren er veel meer dan die tachtig die ik de dag daarvoor gezien had”, merkte Blom verontrust op. Uiteindelijk is er een deal gemaakt dat de rebellen werden teruggebracht met behoud van hun wapens. “Zij waren te voet ons gebied in gekomen, dus dit bespaarde ze weer vijf, zes dagen lopen.” Wat Blom het meeste stak was de duidelijke overwinningsstemming die heerste onder de soldaten. “Ik liep langs de truck en ik hoorde alleen de strijdliederen die ze continu zongen. Uit het oogcontact dat ik met de luitenant had, wist ik dat hij besefte dat hij gewonnen had.”
Als VN-waarnemer rapporteer je alleen wat je ziet. Ingrijpen is niet mogelijk omdat daarmee je neutraliteit vervalt. Daar moet je wel tegen kunnen in een land waar een mensenleven niet veel waard is.
Blom was nog maar net bekomen van zijn gijzeling toen hij naar huis keerde voor een midterm verlof. “Het was wel een overgang om hier weer op de golfbaan te staan, terwijl de gijzeling een week daarvoor had plaatsgevonden.” Bij terugkomst kreeg Blom voor zijn daadkrachtige optreden een onderscheiding van de Force Commander UNMIS in Soedan en werd hij aangesteld als teamsite leider van de basis Abyei.
uitgeschoven post in Diffra moesten rijden. Daar was namelijk ook een JIU-kamp in de buurt met SPLA-militairen.” Wederom werd Blom naar de grond gewerkt en zette de baas zijn wapen in Blom’s nek. “Op de een of andere manier kon ik hen overtuigen dat zij ons niet moesten doden. Ze beseften kennelijk dat ze daarmee enorme problemen konden veroorzaken.” Blom wist ook de ruimte te scheppen voor de SAF-waarnemer met een Oekraïnse chauffeur om te ontsnappen. Als aartsvijand van de SPLA was zijn leven wel het minste waard. Die ontsnappingspoging mislukte echter. Ondertussen had de baas van de rebellen besloten zijn basis te verlaten en zich naar de gijzelplek te begeven. “Voor een derde keer deed de leider of hij mij dood ging schieten, maar toen was ik het echt zat.” Blom stond op, vatte een van zijn Zambiaanse UNMIS-bewakers in zijn kraag en maakte duidelijk dat ze vertrokken. Uiteindelijk belandde hij met de baas en vijf van zijn mannen in zijn auto, op weg naar de VN-post. Over de radio in de Nissan Patrol probeerde het hoofdkwartier continu contact te maken met de vermiste ploeg, maar Blom mocht niet antwoorden. Blom zocht direct contact met de leiding toen hij het kamp van de JIU opreed. Zij namen de zaak over en voor het eerst was Blom in staat om in veiligheid zijn hoofdkwartier in te lichten. Omdat hij zich niet elk halfuur had gemeld tijdens zijn patrouille, maar wel een uiterst verontrustend telefoontje had weten te plegen, was de opsroom van het kamp in rep en roer en zat er inmiddels een Canadese officier ongeduldig aan de lijn te wachten. Terug naar af De gijzeling werd hoog opgenomen en binnen twee uur kwam er een enorme afvaardiging van een hoger lichaam, de Area Joint Millitary Comittee naar Diffra. Een SPLA-kolonel legde ‘zijn’ luitenant haarfijn uit welke overtredingen hij had begaan door de
Blom is verrast als hij de UNMIS Force Commanders Commendation krijgt voor zijn optreden tijdens de gijzeling.
“Afrika heeft mij altijd getrokken”, zegt Blom, “daarom wilde ik deze missie doen.” De 52-jarige militair die ook missies in Irak en Afghanistan gedaan heeft, is wel gewend aan de spanning en de aanblik van menselijk leed die gepaard gaan met oorlog. “Maar deze ervaring was wel nieuw en de film zal ik nog wel eens terugdraaien op een later moment.” Op de vraag of hij spijt heeft van deze uitzending is zijn antwoord “nee, ik zou het zo weer over zou doen.” ■ 24
Voortdurend waakzaam! Voortdurend waakzaam! Ik leen de uitdrukking van brigade-generaal Verkerk, de directeur Operaties van het CZSK. De generaal gebruikt het om de aandacht te krijgen. Bijvoorbeeld als hij haast heeft en in een overleg wil ‘inbreken.’ Onder het uitroepen van ‘voortdurend waakzaam’ en ‘beste schout-bij-nacht …………’ stormt hij dan mijn bureau binnen – en krijgt mijn luisterend oor. Missie geslaagd!! Waakzaam zijn en geslaagde missie zijn als twee kanten van dezelfde medaille. Dat hoef ik niet nader te betogen. Waakzaam zijn is een randvoorwaarde voor succesvol optreden. Op zee, ter land en in de lucht. Maar ook in de bedrijfsvoering en besturing aan de wal. Ongewenst gedrag voorkomen Sociaal veilige werk- en leefomgeving is zo’n bedrijfsvoeringaspect binnen het CZSK waarop de Admiraliteitsraad waakzaam is. Het is het vervolg op CZSK op Koers en Staal. Daarbij ging het om een verzameling maatregelen om gewenst gedrag te bevorderen en ongewenst gedrag te voorkomen. In praktische zin betrof het zaken als een defensiebrede Gedragscode, een Beleidsvisie Leidinggeven, maar ook extra sportinstructeurs, commandantenfonds, toezichthouders en meer, modernere accommodatie. Een veelheid van maatregelen waarvoor de benodigde financiën snel beschikbaar zijn gekomen.
Uw antwoord is ook belangrijk. Wat zijn uw ervaringen?
Mogelijkheden verruimd Hoe staat het er nu mee? Mijn deel van het antwoord is: er is veel bereikt. Bureau Leidinggeven draait op volle toeren. Voor sport zijn de mogelijkheden verruimd. Internet op de wal is uitgerold. Commandanten hebben tijdelijk meer financiële armkracht gekregen. Incidenten worden stringent aangepakt. Tuchtrechtmaatregelen zijn uitgebreid. En zo zijn er meer onderwerpen op te sommen waar de voortgang goed is (geweest). Niet alles is bereikt. Voor internet aan boord van de kleine bovenwaterschepen is weliswaar het budget aanwezig en staat de afdeling CIS&IV in de startblokken, maar leidt het onderhoudsschema van de schepen tot een uitrol over meerdere jaren. Zo geldt dat ook voor het aanpassen van de sportfaciliteiten op de AMBV’s. Maar ik benadruk dat de plannen zijn goedgekeurd en het geld er is. Het kost alleen meer tijd dan gedacht. Grote stappen Dat laatste geldt in feite ook voor accommodatie. CZSK-breed is de legering toe aan verbetering en - in een aantal gevallen - uitbreiding. De Admiraliteitsraad weet dat. Maar het is waar dat de oplevering van de eerste gerenoveerde Meeuw in Den Helder is vertraagd en de afronding pas recent is vlotgetrokken. Gelukkig kan ik melden dat er het afgelopen jaar grote stappen zijn gezet in de voorbereidingen voor de lang uitgestelde nieuwbouw en renovatie in Rotterdam en Doorn. Het stenen stapelen is aanstaande. Maar dat is allemaal mijn deel van het antwoord. Uw antwoord is ook belangrijk. Wat zijn uw ervaringen? Draagt baksgewijs bij aan betere informatievoorziening enerzijds en meer aandacht voor uiterlijk voorkomen anderzijds. Is ons gedrag okay op die momenten dat alcohol wel mag? Is respectvol handelen vanzelfsprekend? Voor iedereen in het CZSK, Admiraliteitsraad, leidinggevenden en uitvoerenden, militairen en burgers, vloot en mariniers geldt: laten we waakzaam zijn en onszelf regelmatig de spiegel sociaal veilige werk- en leefomgeving voorhouden en kijken waar het nog beter kan. ■
Voortdurend waakzaam!
De plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten Wim Nagtegaal, vice-admiraal 25
Wie nu achter een scherm in een cubicle gaat zitten, herkent de commandocentrale van zijn schip beter dan in de oude simulator. De mijnenbestrijdingsschool Eguermin in Oostende werkt sinds een jaar met een nieuwe trainer. Behalve mijnen kunnen studenten nu zelfs wasmachines vinden. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Dave de Vaal
Wasmachine of mijn? Op een soort van manier is de nieuwe Team Training Facility erg eenvoudig. De hardware bestaat uit een aantal gewone, huis- tuinen-keuken pc’s, Maar het zijn er wel 102 die allemaal op elkaar aangesloten zijn en die samen één product leveren: de simulatie van een ge-PAM-de mijnenjager. “De vorige simulator was generiek, waardoor ook veel buitenlandse studenten konden oefenen met de procedures in mijnenjacht”, zegt luitenant-ter-zee 1 Wim Talma, hoofd van de simulator. De school heeft bewust gekozen voor een simulator die aansluit bij de eigen vloot, omdat de nieuwe mijnenbestrijdingssystemen een stuk complexer zijn en meer training vergen. Korporaal Jeroen Karreman van Hr.Ms. Makkum is juist met een training bezig en concludeert dat het oude systeem wel wat simpeler was. “Met drie knoppen was je klaar. Hier zitten veel meer instellingen op.”
passen. Een druk op ‘F7’ en we bevinden ons in complete duisternis, totdat een verankerde mijn enkele centimeters voor de camera van de onderwaterrobot Seafox helder wit oplicht. “We kunnen zelfs kiezen tussen verschillende soorten begroeiing, zoals posidonia, een beruchte anderhalve meter hoge zeegrassoort uit de Middellandse Zee”, demonstreert Talma. Uiteraard bevat het systeem ook bijna alle mogelijke mijnen en vliegtuigbommen. “Maar meestal gebruiken we de Manta”, vervolgt Talma. “We trainen veel de procedures en als je die mijn kan vinden, dan vind je de andere types ook wel.” Naast mijnen bevat het systeem ook legio andere contacten, zoals ankers en wasmachines. Het is zelfs mogelijk om bodeminformatie uit digitale zeekaarten in te laden, waardoor de mijnenjacht in bestaande gebieden beter kan worden gesimuleerd. “Maar dat vergt erg veel rekenwerk en dat duurt tamelijk lang”, geeft Talma toe.
Posidonia De 3D-graphics van de nieuwe computer zijn een aanzienlijke vooruitgang op de oude simulator. Met een simpele druk op de knop zijn weersomstandigheden, stroming en sediment aan te
Zonder brokken Oppermeester Didier Dezwarte is trainer in de nieuwe Team Training Facility en legt uit hoe de rol van de simulator veranderd is. “In de vorige simulator werden voornamelijk de algemene
De Team Training Facility is gebaseerd op het mijnenjachtsysteem van de Nederlandse en Belgische mijnenjagers. 26
Instructeurs kunnen een mijnenjachtteam nu begeleiden vanuit de controlroom.
Uit de klas Met de komst van de simulator is ook het leerplan van de school veranderd. “We zijn overgegaan naar een job oriented training”, zegt Talma. “Dat betekent minder in de klas en meer praktijk.” De student zit veel minder in de klas te kijken naar een Powerpointpresentatie, maar volgt een computerprogramma dat hem of haar door de stof leidt. “Het voordeel is dat je direct nadat je de theorie beheerst, achter een systeem gaat zitten om het geleerde in de praktijk te brengen.” Talma geeft toe dat een beetje theorie altijd zal blijven, zoals de lessen over de akoestische en magnetische discipline, “Maar daarna zo snel mogelijk de cubicles in.” “Milco moored!” klinkt het dan vanuit een van de cubicles. Ook dat is even wennen, de opdrachten verlopen ineens in het Engels. Minelike contact moored, contact is mogelijk een verankerde mijn. De voertaal van het systeem is Engels. Ook alle stappen in de dektest van de Seafox en de SPVDS geeft het systeem in deze taal weer, vandaar dat het voor de operator ook makkelijker werkt zich van het Engels te bedienen.
Dezwarte: ...oefenen zonder brokken te maken...
principes van mijnenjacht getraind, maar de techniek verschilde totaal van de configuratie aan boord van onze schepen. Voor mensen die hier komen is alles nieuw en is dit nu meteen een kennismaking met het systeem.” Maar ook voor bestaande bemanningen komen de aanvragen binnen om de mijnenjacht procedures weer eens grondig op te halen. “Hier kunnen ze oefenen zonder brokken te maken”, aldus Dezwarte. “Ze kunnen een hunting plan maken of oefenen met de SPVDS.” De SPVDS (Self Propelled Variable Depth Sonar) is een tweede sonar naast de scheepseigen hull mounted sonar die op instelbare diepte en op afstand van het schip kan varen.
Vanuit de controlroom leiden de instructeurs de hele oefening, zodat zij niet eens meer aanwezig hoeven te zijn in de cubicles. Met hun computers kunnen zij op afstand aanwijzingen geven, waar bepaalde functies te vinden zijn of welke handelingen vergeten zijn. In het auditorium is de oefening nog eens af te spelen voor een breder publiek of als evaluatie.
De Team Training Facility is momenteel ruim een jaar in gebruik op de mijnenbestrijdingsschool. Het plug and play-principe van de verrijdbare consoles maakt het tamelijk eenvoudig om de configuratie in te delen naar de aard van de klas, of het nu om een mijnenjachtteam gaat of nieuwe mijnenjachtmatrozen. Elk scenario is nu na te maken. ■ 27
PC-ZSK: inbreng personeel onmisbaar De plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten kreeg in december plotseling een andere taak en nam daardoor informeel eerder afscheid vanuit zijn functie dan gepland. De eerste week van januari en de laatste dagen op zijn kantoor in Den Helder gebruikt Wim Nagtegaal, inmiddels bevorderd tot viceadmiraal, voor de overgave aan generaal-majoor der mariniers Ton van Ede. Voor Alle Hens kijkt hij nog Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Archief even terug op zijn doelen die hij zich bij aantreden had gesteld. Admiraal Nagtegaal concludeert dat de marine in de lift zit. Tijdens zijn bewindsperiode stonden er veel punten op de agenda die dringend aandacht vroegen en tot zijn tevredenheid zijn er veel vorderingen gemaakt. “Dit heeft de Admiraliteitsraad niet kunnen doen zonder de inbreng van het personeel”, zegt hij. Voor Nagtegaal waren werkbezoeken dan ook onontbeerlijk om zijn taak als ‘chef bedrijfsleider’ te kunnen doen, naast dat hij er ook zeker van heeft genoten. Structurele veranderingen Tijdens zijn gesprekken met het personeel kwamen, naast de trots op de Koninklijke Marine en de motivatie om met vloot en mariniers op missie te gaan, diverse zorgen over de dagelijkse bedrijfsvoering van het CZSK aan het licht. De aanpassing in de hoofdstructuur, waarbij de groepsoudsten in ere zijn hersteld en de directie Personeel werd opgericht, ziet Nagtegaal als grote wapenfeiten. Deze waren nodig om de besluitvaardigheid en slagvaardigheid van de marine te vergroten. “Er waren veel klachten
over de balans tussen werk en privé, de personeelslogistiek en de materiële gereedheid. Die kunnen we met deze structurele aanpassingen beter het hoofd te bieden.” “Ik hoorde van onze medewerkers over de gereedstellingsproblemen bij de mijnenjagers en de onderzeeboten”, vervolgt hij verder zijn terugblik. “Vertraging bij het onderhoud had geen effect op de rest van de jaarplanning. Daardoor stapelde de werkdruk voor de bemanningen zich op. Dat hebben we nu aangepakt.” Het operationeel jaarplan wordt nu strenger bewaakt. Dat vorig jaar de derde onderzeeboot naar zee is gegaan, is voor Nagtegaal een heel groot pluspunt geweest: “Met de derde boot kunnen we goed op de grote instroom aan nieuw personeel en daarmee opleidingsbehoefte inspelen.” Om tafel Een goed voorbeeld van hoe een werkbezoek direct tot actie kan leiden, illustreert het recente werkbezoek van de Plaatsvervangend 28
Commandant Zeestrijdkrachten aan Hr.Ms. De Zeven Provinciën. “Ik sprak met de torencommandant en het team van het 127mm kanon over de problemen met dit wapen. Dezelfde dag ben ik naar het Marinebedrijf gegaan om me door de engineers en onderhouders nader te laten informeren. Drie weken later zaten we met alle partijen (DMO Den Haag, DMO Marinebedrijf, Matlog en de scheepsbemanning) om tafel om de problemen aan te pakken.” Nagtegaal geeft toe dat het onderliggende probleem complexer bleek om snel te kunnen verhelpen. Maar hij was zeer tevreden dat het mogelijk was om binnen een maand de aard van de storingen goed in kaart te brengen en alle betrokken partijen hiermee aan de slag te laten gaan. Want dat laatste was ook een speerpunt van de admiraal: zorgen dat de diverse ketens binnen het CZSK en Defensie als geheel sluiten. Andere problemen waren kleiner van aard, maar vroegen om wat druk van bovenaf. Tijdens een werkbezoek aan de vorig jaar opgerichte Centrale Walbewaking, waarmee de wacht van de binnenliggende schepen verlicht wordt, schrok Nagtegaal van de accommodatie waar het wachtsvolk huisde. “Mensen moeten goed worden ondergebracht. De wachtruimte, de slaapplekken, de huiskamer: het was beneden peil. Binnen een jaar is dat aangepakt.” Huisvesting “Ik vind het jammer dat ik niet overal de ketens heb kunnen sluiten”, moet Nagtegaal tot zijn spijt bekennen. De infrastructuur blijft een heikel punt. “We hebben in 2009 hele goede operaties
Vice-admiraal Wim Nagtegaal zal in maart luitenantgeneraal Freek Meulman opvolgen als Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten. Daarnaast heeft hij zitting genomen in één van de werkgroepen die onderzoek doen naar de uitvoering van komende bezuinigingsmaatregelen van het kabinet Balkenende.
gedraaid en ik vind het belangrijk dat als onze mariniers terugkomen uit Tsjaad of Afghanistan, of een bemanning van een mijnenjager van hun lange reis in NAVO-verband, ze goed worden opgevangen in moderne huisvesting.” Nagtegaal is duidelijk teleurgesteld dat de eerste ‘Meeuw’ in Den Helder pas dit voorjaar wordt opgeleverd en dat er in zijn tijd in Rotterdam en Doorn weinig vooruitgang is bereikt bij de nieuwbouw en renovatie van de legeringsgebouwen. 2010 Had het jaar van de opleveringen moeten zijn, nu is dat 2012. Nagtegaal: “Ik moet mezelf maar voorhouden dat het eindresultaat telt.” “Niet alleen ik, maar velen, waaronder bezoekers, hebben gemerkt dat er een hernieuwd enthousiasme is ontstaan bij de marine.” Overal ziet hij dat mensen met eigen initiatieven komen om de organisatie te verbeteren. Hij wijst daarbij op de jongste uitgave van het MDTC, Hurricane Alert. Nagtegaal besluit: “De marine staat er beter voor dan twee jaar geleden en ik hoop van harte dat mijn aflosser dat bij zijn vertrek ook kan zeggen. Trots op onze mannen en vrouwen keer ik terug naar Den Haag.” ■
Nagtegaal genoot van zijn werkbezoeken zoals bij de mariniers in Noorwegen en aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt in St. Petersburg.
29
Sponsortocht voor KNRM De allereerste editie van de winterse ‘Westcoast Challenge’ leverde de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) ruim € 3000 euro op waarvan ze drie survivalpakken zullen kopen. Tijdens de run-bike-run over een afstand van 135 kilometer strand van Den Helder naar Hoek van Holland losten koppels elkaar lopend en fietsend af. Deelnemers waren de directeur van de KNRM en voormalig marineofficier Roemer Boogaard, verscheidene marinemedewerkers en burgers. Zij passeerden onderweg twaalf stations van de reddingsmaatschappij. De organisator van het evenement was majoor der mariniers bd Walter Pennekamp. Hij wil van de Westcoast Challenge een jaarlijks terugkerend winterevenement voor duursporters maken. De volgende editie vindt dit jaar plaats op zaterdag 11 december.
hun kinderen. En omdat jong geleerd, oud gedaan is, geeft de vereniging jeugdzeilcursussen. De groep enthousiaste en ervaren vrijwilligers die deze begeleidt, staat elk jaar weer te trappelen om de kinderen hun allereerste zeilervaring te laten beleven of, als ze dat al achter de rug hebben, de fijne kneepjes van het zeilen te leren. Vanaf acht jaar is deelname al mogelijk. De cursus begint met theorielesjes op vier zaterdagochtenden in maart. Vanaf april beginnen de praktijklessen op de zondagen in de Haukes aan het Amstelmeer. De vereniging beschikt daar over een eigen jachthaven en een complete jeugdvloot met optimisten, cadetten en splashes. De allerjongsten zeilen in een optimist en de al wat oudere kinderen vanaf circa 11 jaar stappen aan boord van een cadet. De zeilcursus eindigt altijd feestelijk met het jaarlijkse Paxweekend in juni. Voor kinderen die gezinslid zijn of worden kost de cursus € 27,50, anders worden de kinderen donateur en dan bedragen de kosten € 55,00. Aanmelden kan via het inschrijfformulier op de website www.marinewatersport.nl dat samen met het aanmeldingsformulier voor gezinslid of donateur per post is te richten aan MWV, Postbus 30, 1780 AA Den Helder of per mail aan
[email protected]. Meer weten, neem contact op met jeugdcommissievoorzitter Gerrit de Graaf, telnr. 0223 641836 of 06 50616695.
Nieuwjaarsloop CZSK Voor de allereerste Nieuwjaarsloop CZSK trokken ruim tweehonderd medewerkers de hardloopschoenen aan. De loop was georganiseerd voor de saamhorigheid en om het nieuwe jaar sportief in te luiden. Vanaf de Van Braam Houckgeest Kazerne in Doorn liepen 120 deelnemers een afstand van vier kilometer, op Marinekazerne Willemsoord in Den Helder liepen ruim 40 deelnemers vijfeneenhalve kilometer en op Marinekazerne Amsterdam liepen 22 deelnemers tweeënhalve kilometer.
Ultraloop van 161 km in april De langste strandloop ter wereld omhelst 100 Engelse mijlen (161 km) tussen Vlaardingen en Den Helder en vindt begin april weer plaats. Dit jaar kan ook de halve afstand (80,5 km) gelopen worden met als startplaats IJmuiden. Een estafetteteam bestaat uit acht tot tien lopers en zij lossen elkaar af op vastgestelde punten. De af te leggen afstanden variëren tussen de acht en achttien kilometer, waarbij de lopers een of meerdere trajecten lopen. De start is op 2 april om 22.00 uur op het sportpark van AV Fortuna te Vlaardingen en de finish is op zaterdag 3 april op marinekazerne Erfprins. Estafetteteams namens het CZSK zijn welkom op deze activiteit op de grens van land en water. Ter nagedachtenis aan de bekendste ultraloper die Nederland heeft gekend, heet de loop de Jan Knippenberg Memorial (JKM). Meer weten of deelnemen aan de JKM: MAJMARNS Heymann, e-mail hwa.heymann@ mindef.nl, telnr.: 070 3397813. Opgave voor deelname kan tot 1 maart.
Spinning en vechtsport op De Kooy Een spinningruimte en dojo zijn geopend in de sportschool van Marinevliegkamp De Kooy. Deskundige sportinstructeurs begeleiden er lessen in spinning en in het onlangs geïntroduceerde Pukulan, een aftakking van de vechtsport Pencak Silat. Medewerkers kunnen er terecht om hun conditie op peil te houden of om deze te verbeteren voor de Defensie Conditie Proef.
Jeugdzeilen bij Marine Watersport Vereniging Het nieuwe zeilseizoen is aanstaande voor de Marine Watersport Vereniging die open staat voor alle (oud)defensiemedewerkers en
Sportkalender februari 2010 10-feb 24-25 feb
OPEN Schaatsen (20km + 40km) MK Volleybal – tevens selectie NMK
KL KM
Flevonice Biddinghuizen KIM / NLDA Den Helder
Inschrijven via intranet: inschrijvensport.intranet.mindef.nl
30
TV-OPNAMEN AAN BOORD HR.MS. VAN AMSTEL Aan boord van het M-fregat Hr.Ms. Van Amstel zijn opnamen gemaakt voor het SBS6-programma ‘Binnenkort Geopend.’ De spelshow draait om een nieuw restaurant ‘Dok 51’ op de oude Rijkswerf. Dit restaurant zoekt nog een chef-kok. Zes kandidaten dingen mee naar deze felbegeerde baan, maar er kan er maar eentje de chef worden. In een afvalrace over zes afleveringen wordt de uiteindelijke chef-kok gekozen. In de voorafgaande afleveringen zijn al drie kandidaten afgevallen. Na een korte introductie van chef-kok en presentator Ben van Beurten moesten de overgebleven kandidaten een Indische rijstmaaltijd voor de hele bemanning van de Van LUCHTVAARTKALENDER Amstel bereiden. Daarna volgde nog een diner voor de commandant 2010 en drie gasten. Ondanks een gesimuleerde brand met ontruiming van de kombuis lukte het de kandidaten het diner binnen de gestelde tijd te serveren. Het wekelijkse programma is zaterdag 9 januari begonnen. De aflevering die plaatsvindt aan boord van de Van Amstel wordt 6 februari uitgezonden op SBS6.
KM-VLIEGERS TESTEN NH90 IN AUSTRALIË De Flight Test Engineers LTZT 2OC Gijs Blok en LTZ 2OC Alrik Hoencamp hebben aan boord van HMAS Manoora meegekeken met de Australische klassebeproevingen van de NH90. De Australiërs bepaalden tijdens deze testen de limieten waarbinnen de helikopter aan boord nog veilig kan opereren. Ze keken naar de windlimieten en bijvoorbeeld ook naar de maximaal toelaatbare beweging van het schip tijdens de start en landing en het verplaatsen van de helikopter in en uit de hangar. Een aantal interessante zaken kwam tijdens de vier weken aan boord naar voren. Een bemanning moet serieus rekening houden met de hoeveelheid downwash en daardoor veroorzaakte waterspray. De NH90 is ruim twee keer zo zwaar als de Lynx. Blok en Hoencamp
namen zelf de gelegenheid om de Australische testorganisatie flink onder de loep te nemen.
KORPSCONCERT 2009 OP INTERNET In samenwerking met AVRO Klassiek en Concertgebouw De Doelen is het gehele Korpsconcert van de Marinierskapel der Koninklijke Marine opgenomen en via
een webcast op internet terug te zien. Heeft u dit concert van 2 december moeten missen of wilt u het graag nog eens beleven, via onderstaande
31
link is het rechtstreeks terug te vinden: www.cultuurgids.avro.nl en vervolgens de zoekterm Marinierskapel gebruiken.
MARINE ETABLISSEMENT AMSTERDAM TEST MUSEUMVLOER Het Nederlands Scheepvaartmuseum Amsterdam wordt grondig gerenoveerd en test in de druk bezochte hal van het restaurant van het Marine Etablissement Amsterdam een innovatieve nieuwe, geluidsdempende vloer. De binnenplaats van ’s Lands Zeemagazijn, het voormalige marinedepot en de huidige huisvesting van het museum krijgen volgend jaar een nieuwe overkapping. Een stalen constructie gebaseerd op een kompasroos en kompaslijnen zal een glazen kap gaan dragen op de binnenplaats. Om nagalm van de leefgeluiden in de ruimte te dempen is een speciale vloer ontwikkeld. De vloer
bestaat uit tegels van 60 x 60 cm die opgebouwd zijn uit zestien kleinere tegels. Onder deze tegels zit een geluidabsorberende laag. Inmiddels is de vloer getest in de geluidkamer en de eerste resultaten zijn positief. Maar is de vloer ook sterk genoeg om veel mensen te dragen? Commandant MEA, KLTZ Anton Nieland, architect Liesbeth van der Pol en algemeen directeur Willem Bijleveld gaven de aftrap voor de test van de vloer, die ogenschijnlijk ook een verend karakter heeft. Tijdens de renovatie van het museum zijn de kantoren onder gebracht op het Marine Etablissement Amsterdam.
DEFENSIEPAS ONVOLDOENDE VOOR ZORG Ter identificatie kan bij een bezoek aan het Centraal Militair Hospitaal, de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg en het Militair Revalidatie Centrum om uw legitimatie gevraagd worden. Door de wet ‘gebruik burgerservicenummer in de zorg’ moeten patiënten zich in zorginstellingen kunnen legitimeren met een geldig identiteitsbewijs. Ook zorginstellingen van defensie moeten voldoen aan deze wet. Voor betrouwbare uitwisseling van (medische) gegevens is het essentieel dat de juiste persoonsgegevens in de administratie opgenomen worden. Het is daarom belangrijk dat de identiteit van de patiënt zorgvuldig vastgesteld en geregistreerd wordt aan de hand van een geldig identiteitsdocument. De defensiepas geldt hierbij niet als geldig document. Neem daarom altijd een geldig identiteitsdocument mee. Het burgerservicenummer staat op uw paspoort, rijbewijs of identiteitskaart. Meer informatie: www.infoBSNzorg.nl
KPU DRAAGT SNIPERUITRUSTING OVER
OUD EN NIEUW IN AFGHANTISTAN Korpscommandant GENMAJMARNS Rob Verkerk vierde de jaarwisseling dit jaar
niet thuis, maar bij ‘zijn mannen’ in Afghanistan
Sinds 2007 heeft het Korps Mariniers behoefte aan een PGU-functiepakket voor snipersen marksmen. SMJRMARNALG Ed Martens van het MOC en de AOOMARNS Theo van Kaathoven van het KPU, hebben beide zorg gedragen voor de pakketten die zijn verworven en samengesteld. In totaal zijn dit 75 stuks waarvan de eerste veertig inmiddels bij het KPUbedrijf zijn afgeleverd. De pakketten worden geleverd in Desert en Forrest. De eerste twee pakketten zijn persoonlijk door de accountmanager CZSK bij het KPU-bedrijf, KLTZA Flip Breukers, in bijzijn van Matlog-vertegenwoordigers MAJMARNS Peter Baijards en KAPTMARNS Mart Mesters, overhandigd aan Martens.
DE DEADLINE VOOR HET AANLEVEREN VAN ARTIKELEN VOOR HET MAARTNUMMER VAN ALLE HENS IS MAANDAG 8 FEBRUARI 2010
32
NEDERLAND PARAAT VOOR SNELLE INZET Nederland levert sinds 1 januari ruim 160 militairen aan de European Union Battlegroup. Deze snelle interventiemacht van 1.500 militairen kan na het uitbreken van een crisis binnen twee weken voor een duur van maximaal 120 dagen worden ingezet. De veiligheidsstrategie van de Europese Unie stelt dat het bondgenootschap bereid moet zijn tot vroegtijdige, snelle en soms robuuste interventie, om de escalatie van een conflict of crisis te voorkomen. Met dit doel voor ogen werd de European Union Battlegroup opgericht. Vanaf 1 januari 2007 beschikt de EU over de operationele capaciteit om gelijktijdig twee van deze snel inzetbare gevechtseenheden te ontplooien in het gehele geweldsspectrum van crisisbeheerstaken en overal ter wereld. Voor de eerste helft van 2010 formeert Nederland samen met het Verenigd Koninkrijk een EU Battlegroup. De Nederlandse bijdrage aan de UK/NL EUBG 2010 bestaat uit de 11e infanteriecompagnie van het Korps Mariniers,
mortierondersteuning, medische ondersteuning, een logistiek detachement, een senior national representative en personeel
voor de samengestelde staf van het hoofdkwartier. De compagnie is ingebed in de 42 Commando Royal Marines.
EERSTE BEMANNINGEN PATROUILLESCHEPEN TREDEN AAN Op 4 januari is het eerste patrouilleschip, Holland, bemand door KM-personeel. Het schip wordt momenteel gebouwd bij Damen Schelde Naval Shipbuilding in Vlissingen. Tegelijkertijd met de bemanning van de Holland is een deel van de bemanning van het tweede patrouilleschip, Zeeland, aangetreden. Het patrouilleschip is onderdeel van de Marinestudie 2005 en specifiek ontworpen voor taken in het lage deel van het geweldsspectrum zoals antidrugs- en antipiraterijoperaties en kustwachtoptreden. Het patrouilleschip heeft een bedrijfsvoe-
ringfilosofie die afwijkt van de bestaande schepen van de Koninklijke Marine. Terwijl de Holland qua afmetingen net zo groot is als een M-fregat bestaat de basisbemanning uit niet meer dan vijftig leden. Dit houdt in dat er veelvuldig gebruik wordt gemaakt van automatisering. Personeel wordt aan boord flexibel ingezet. Naast opleidingen krijgt de 50-koppige bemanning de komende maanden de uitdaging om de nieuwe bedrijfsvoering aan boord op te zetten. Dit moet zijn afgerond voor het schip veilig naar zee kan gaan
33
voor haar proefvaart. Aangezien beide schepen nog niet bewoonbaar zijn, verblijven de bemanningen op de Marinekazerne Vlissingen. De patrouilleschepen vormen de Hollandklasse. Naast de Holland bestaat de klasse uit de Zeeland, Friesland en Groningen. De Zeeland wordt ook gebouwd in Vlissingen. De Friesland en Groningen worden op dit moment in Roemenië gebouwd. Op 2 februari zal Koningin Beatrix Hr.Ms. Holland dopen. Naar verwachting zal de Holland in het najaar van 2010 haar eerste proefvaart uitvoeren.
ZESTIG ADJUDANTEN ONTVANGEN SABELSTANDAARD Een zestigtal adjudant onderofficieren hebben de sabelstandaard ontvangen van S-AOO1 TDW Jules de Bree, chef der equipage CZSK. Hiermee benadrukt de Admiraliteitsraad dat de positie van de onderofficier en in het bijzonder die van de adjudant onderofficier uniek is. De adjudant onderofficier draagt onder de schepelingen als enige onderofficier een galon en een sabel. De Bree vermeldde dat het geen vanzelfsprekendheid is om adjudant onderofficier te worden. “Allen mogen en moeten hier trots op zijn en ik hoop dat het de jonge schepeling stimuleert om ook adjudant te willen worden.
Iedere senior onderofficier moet zorg dragen dat zij die ambitie behouden tot hun moment daar is.” De adjudant onderofficierssabel stamt uit de tijd toen onderofficieren nog enterdivisies, gewapend met marinesabels, leidden. In 1843 werd de hangende sabel ingevoerd voor machinisten met de toen zogeheten graad van adjudant onderofficier bij de Zeemacht. Deze sabel heette kortweg machinistensabel of adjudant-onderofficierssabel. Bij inhuldiging van Koningin Juliana in 1948 werd de sabel voor adjudanten ingesteld met als argument dat de sabel zichtbaar gezag geeft aan de hoog-
ste onderofficieren ten opzichte van de andere onderofficieren en manschappen. In actieve dienst geldt de sabel als een eer, maar volgens De Bree ook wanneer iemand met FLO is. Hij hoopt dat het op latere leeftijd nog vaak een onderwerp van gesprek mag zijn. “De adjudant buiten dienst denkt vaak met trots terug over het feit dat hij ooit een sabel heeft gedragen.” De sabelstandaard zal gefaseerd door de chef der equipage CZSK worden uitgereikt aan iedere onderofficier die tot adjudant onderofficier is bevorderd vanaf 1 januari 2009. Betrokkenen wordt hiervoor persoonlijk uitgenodigd.
WORD VRIJWILLIGER BIJ SAIL 2010 De voorbereidingen voor SAIL Amsterdam 2010 zijn in volle gang en de vooruitzichten zijn veelbelovend. Gerenommeerde tall ships uit de hele wereld hebben hun komst bevestigd. Bovendien kunnen bezoekers rekenen op een uniek programma van nautische en culturele activiteiten op en rond het IJ. SAIL is niet mogelijk zonder de enthousiaste bijdrage van honderden vrijwilligers. Wilt u ervaring opdoen bij het grootste en leukste publieksevenement van Nederland? Ga dan snel naar de www.sail.nl en vul het aanmeldformulier in onder het kopje vrijwilligers.
eventuele problemen van het schip op en maakt de bemanning wegwijs in Amsterdam. Medewerkers algemene dienst: Verantwoordelijk voor de algemene ondersteuning van het Operationeel Centrum SAIL en de verschillende sectieposten. De sectieposten zijn verantwoordelijk voor een deel van het SAIL-terrein. Medewerkers verbindingsdienst: Ver antwoordelijk voor de communicatie tijdens SAIL. Dit omvat onder meer de interne postverzorging (ook naar de schepen),
SAIL 2010 is op zoek naar: Liaisonofficieren: Ieder schip of groep van schepen krijgt tijdens SAIL een liaisonofficier aan boord die namens de SAIL-organisatie aanspreekpunt is voor de commandant en zijn bemanning. Deze persoon speelt de informatie van de SAIL-organisatie naar het schip door, lost
34
het beheer van de communicatiemiddelen en het bezetten van de telefooncentrale. Medewerkers publieksvoorlichting: Deze dienst verzorgt tijdens SAIL vanuit de sectieposten de voorlichting aan het publiek. Medewerkers perscentrum/communicatie: Bemanning perscentrum, pers van dienst zijn, coördinatie persschepen, verzending van persberichten, redactie website, fotografen, (video)verslaggevers, online editing, etc. Van de vrijwilligers verwacht SAIL 2010 een positieve en representatieve uitstraling, enthousiasme en veel inzet en de vrijwilligers moeten niet bang zijn om lange dagen te maken, bezitten goede communicatieve eigenschappen, hebben affiniteit met het maritieme evenement, en de liaisonofficieren hebben bij voorkeur kennis van één of meer vreemde talen (Engels, Frans, Duits, Spaans, Portugees, Pools en Russisch).
ZICHT OP NEPAL Twee medewerkers van het Marinebedrijf DSP Optronica zijn vorig jaar in Nepal geweest om daar voor de lokale bevolking oogmetingen te doen en brillen te verstrekken. Leo Hakkaart werkt, naast bij Optronica, als mobiele opticien in Nederland. In die hoedanigheid doet hij al jaren lang gratis oogmetingen in Nepal op de meest afgelegen en onherbergzame plaatsen. De brilmonturen en glazen op sterkte verstrekt hij gratis aan de lokale bevolking vaak in samenwerking met opticiens in Kathmandu. Deze keer deed hij het plaatsje Chisipana aan in de regio Ramachap, circa tweehonderd kilometer ten noordoosten van de Nepalese hoofdstad Kathmandu. Rob Oudshoorn, projectcoordinator bij Optronica en reisfotograaf is met hem meegereisd om een fotoreportage te maken. Afgelopen maanden is zijn werk in de expositie ‘Goodlooking Nepal’ te zien geweest in het Marinebedrijf in Den Helder in het atrium van gebouw Kaiser. De komende
twee maanden is deze expositie te bewonderen in het Leidsche Volkshuis in
Leiden. Hun reisverslag is te zien op www.peoplestrust.nl/LeoopReis.php
* KTZAR Jelle Bos is het nieuwe hoofd van de Geneeskundige en Personele Zorg CZSK. Hij heeft op 29 januari tijdens een mini-symposium KTZAR Remco Blom afgelost.
strepen door haar vader opgedaan, LTZ 1 Kees Zwaneberg.
Provinciën, die voor en na De Ruyter actief waren in het gebied. Deze blijk van erkenning werd uitgereikt door de secretaris-generaal van de IMO als dank voor de inzet van de Koninlijke Marine bij de bestrijding van piraterij en bescherming van de scheepvaart in het zeegebied nabij Somalië. Ook aan de andere landen, betrokken bij de antipiraterij operatie, werd deze blijk van erkenning uitgereikt.
* S-AOO2 TDW Leo van Beugen door KLTZT Joan van Cuijk officieel benoemd tot chef der equipage van de NBCD/BV school. De functie is enige tijd vacant geweest. Van Beugen is op dit moment een van 36 stafadjudanten.
* Een bijzondere bevordering voor korporaals Laura van Wassenberg, Desire Zwaneburg en Bram Bregman. Gedrieën rondden zij de VVO klas LDA in Soesterberg af en kregen bij de certificaatuitreiking direct de korporaalsstrepen op de schouders. Van Wassenberg en Bregman werden bevorderd door vader en schoonvader AOOLDV Fred van Wassenberg. Zwaneberg kreeg haar
* Tijdens de tweejaarlijkse vergadering van de International Maritime Organisation (IMO) in Londen, ontving oud-commandant van Hr.Ms. De Ruyter, KLTZ Peter Reesink, een certificate for exceptional services rendered to shipping and mankind in ontvangst. Hij ontving tegelijkertijd ook deze beloningen voor Hr.Ms. Evertsen en Hr.Ms. De Zeven
35
* Fregatkapitein Philippe Cornez is de nieuwe commandant van de Belgische mijnenbestrijdingsschool Eguermin. Hij lost daarmee KTZ Stephen Glaser af. Op Eguermin worden de bemanningsleden van de Belgische en Nederlandse mijnenjagers opgeleid. Vanwege de modernisering van de mijnenjagers is in de afgelopen periode de simulator vervangen door de Team Training Facility. Ook worden er mensen van vele partnerlanden opgeleid. Eguermin is geaccrediteerd als NATO Centre of Excellence on Naval Minewarfare.
* De KM-medewerkers van het JFC HQ Brunssum hebben KTZ Jan Willem Wolters een ‘traditioneel’ KM Uitroeiafscheid gegeven. Per 1 december is Wolters met functioneel leeftijdsontslag. Hij heeft in het Integrated Advisory Team van 2006 tot 2009 de leiding gehad over de voorbereiding en uitvoering van een nieuwe structuur in het JFC HQ te Brunssum. Dit HQ dient als pilot voor alle HQ’s binnen NATO.
heerders met een simpele druk op de knop het benodigde formulier, rapport of controleplan produceren. Ook kan de magazijnbeheerder er een schadeverhaal, berichten en rechtstreekse aankopen mee administreren. In de loop der jaren is de mogelijkheid ingebouwd om aanvraag, inleverplicht en stortinggegevens van de eenheid in te lezen. Snakenborg produceert deze cd-rom, die magazijnbeheerders vrijblijvend kunnen gebruiken, geheel in eigen tijd onder het motto ‘voor en door magazijnbeheerders.’ Voor deze inzet ontving Snakenborg een beloning van het hoofd OIB. * LTZ 2OC Henri Janssen heeft de NATO Meritorious Service Medal ontvangen voor zijn buitengewone inzet op velerlei fronten en in het bijzonder voor zijn bijdrage aan de reorganisatie van NCSA (NATO CIS Service Agency). Als hoofd van de afdeling Human Resources hebben de afgelopen twee jaren voor LTZ Janssen in het teken gestaan van het herzien van de PE (Peacetime Establishment). In maart 2010 doet de nieuwe PE zijn intrede. De commandant van NCSA Sector Brunssum, Oberst Werner Bermbach, reikte de hoge NATOwaardering uit op het Allied Joint Forces Command Headquarters in Brunssum.
KTZ Wolters met aan de riemen over bakboord AOOODOPS Lawalata en over stuurboord AOOODOPS Roelofs.
* Magazijnbeheerders hebben te maken met een zeer grote hoeveelheid regelgeving verspreid over verschillende voorschriften. Reden voor SMJR LDGB Nico Snakenborg om na te gaan of het gemakkelijker kon. Zo ontstond in 2003 de eerste versie van Digiform, een slim boekje (‘buku pintr’) in cd-romformaat waarin Snakenborg alle relevante formats en formulieren digitaal bijeenbracht. Daarmee kunnen magazijnbe-
* LTZ 2 Kevin Stolk is uitgeroepen tot de best man van de CCO-opleiding 2009. Directeur Ondersteuning, CDR Kees Boelema Robertus reikte aan hem een Kroniek der Zeemacht uit, met inscriptie van de C-ZSK, LTGENMARNS Rob Zuiderwijk. Stolk was gedurende de CCO basis-, type-opleiding en specialisatie als Information Management Officier positief opgevallen door zijn goed tactisch inzicht, zijn consistente hoge prestatieniveau en zijn onverstoorbaarheid,
36
juist onder druk. Zijn huldiging viel samen met de diploma-uitreiking voor de CCO-klas van 2009 door commandant NLBEOPS KLTZ Han van Loon. Marcel Kuijpers was tien jaar lang de enige instructeur Wasser bij de Koninklijke Marine. In december 2008 zou hij met functioneel leeftijdsontslag gaan, maar bij gebrek aan een aflosser heeft hij nog een jaar als burgerinstructeur de lessen voor de subdienstgroep BDWSR verzorgd. Daarnaast heeft hij gedurende deze tijd een tweetal opvolgers opgeleid. Op 31 december 2009 hoefde zijn contract als burgerdocent niet verlengd te worden en hij nu kan genieten van zijn welverdiende FLO. Als dank voor zijn inbreng is het wasserijoefenlokaal bij het OTCLOG te Soesterberg vernoemd naar hem. Tijdens een geanimeerd afscheid heeft hij de naamplaat zelf onthuld. De naam ‘Marcel Kuipers’ Schuimbel(letje)’ heeft hij ooit zelf verzonnen.
‘HURRICANE ALERT’ VOOR GOUVERNEUR ANTILLEN De gouverneur van de Nederlandse Antillen, Frits Goedgedrag, heeft het eerste exemplaar ontvangen van de derde working paper van het Maritiem Doctrine Tactieken Centrum, Hurricane Alert. Eén van de hoofdtaken van de Nederlandse krijgsmacht is het verlenen van ondersteuning aan civiele autoriteiten. Noodhulp voor, tijdens en na de passage van een orkaan vallen hier ook onder. “Dit working paper biedt de lezer een blik achter de schermen van de wijze waarop de krijgsmacht in samenwerking met lokale autoriteiten, organisaties en andere departementen in het Caraïbische gebied invulling geven aan de zogenoemde ‘derde’ hoofdtaak van defensie”, aldus CDR Peter Lenselink. De CZMCARIB noemde ook nadrukkelijk de rol van de gouverneur. “In
de procedure voor het verzoek voor militaire bijstand voor de Nederlandse Antillen speelt de gouverneur van de Nederlandse Antillen een cruciale rol. Daarom overhandig ik u met veel plezier het eerste exemplaar van Hurricane Alert.”
DE VRIES BIJGEPRAAT Staatssecretaris Jack de Vries heeft een werkbezoek gebracht aan marinebasis Parera op Curaçao. De staatssecretaris werd bijgepraat over defensie in het Caraïbische Gebied en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Ook bracht hij een bezoek aan Marinekazerne Suffisant waar hij door de commandant werd geïnformeerd over de Antilliaanse Militie. Na een rondleiding op de marinebasis en op de kustwachtcutter Jaguar, sloot de staatssecretaris zijn bezoek aan Parera af met een vaartocht in een van de Superrhibs van de kustwacht. De staatssecretaris bracht zijn bezoek samen met de Commandant Personeels Commando, brigadegeneraal Hendrik-Jan Maijers.
VAKBONDEN ONDERTEKENEN MEDEZEGGENSCHAP
De regeling medezeggenschap voor de Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba is ondertekend door de vice-voorzitter van de vakbond FVNO/MHB, KLTZ Rob Hunnego, mede namens de VBM/NOV en de directeur van de kustwacht, CDR Lenselink. Medezeggenschap betrekt medewerkers bij de dagelijkse bedrijfsvoering en de
besluitvorming daarover. De regeling medezeggenschap bij de kustwacht is in nauwe samenwerking met de vakbonden tot stand gekomen. Voor de Nederlandse Antillen zijn dit de Straf-ACOM en de ABVO. Voor Aruba is dit de SEPPA. Eerder ondertekende ook de Nederlandse vakbond AMFP/FNV de regeling medezeggenschap.
37
EÉN DATABASE VOOR PERSONEEL Sinds 14 december zijn alle personeelsgegevens van het lokaal aangenomen burgerpersoneel, de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (KWNA&A) plus de Antilliaanse en Arubaanse Militie ondergebracht in één database. Het nieuwe personeels-beheerssysteem, Peopletime, ging die dag op Marinebasis Parera officieel live. Peopletime biedt veel voordelen, aldus de stafofficier lokale personeelszaken, LTZ 2OC Fred Koopman: “De verwachting is dat door integratie van deze personeelsprocessen op één server, er sneller en beter kan worden beheerd en gefaciliteerd.” De afgelopen maanden is door het personeel van de Koninklijke Marine en de KWNA&A hard gewerkt om het systeem operationeel te krijgen. Dit is gelukt, mede dankzij drie stagiaires, die ervoor zorgden dat de data in de juiste vorm in het systeem konden worden ingevoerd. De stagiaires zullen ook de cursussen verzorgen aan het personeel dat met Peopletime gaat werken.
PREMIER ARUBA BEZOEKT SUFFISANT Minister-president Mike Eman van Aruba liet zich informeren over het project Toekomst Antilliaanse Militie op Marinekazerne Suffisant op Curaçao op 4 december. De premier werd verwelkomd door de commandant van de kazerne, MAJMARNS Enrique Sanchez. Ook CDR Peter Lenselink, was bij het bezoek aanwezig. De minister-president onderzoekt de mogelijkheden om een vorm van dienstplicht in te voeren op Aruba. Om een beeld te krijgen van de uitvoering van de dienstplicht op Curaçao – zoals dat gebeurt op de Marinekazerne Suffisant bij de Antilliaanse Militie – bracht hij een bezoek aan de kazerne.
De premier werd verwelkomd door MAJMARNS Sanchez (rechts) en CDR Lenselink.
WERVING IN DE WEST Voor het eerst stond de wervingsstand van Personeelsvoorziening Koninklijke Marine op de Studie- en Beroepenmarktbeurs in het WTC op Curaçao. Een viertal wervingsvoorlichters van Personeelsvoorziening Koninklijke Marine hebben daar voorlichting gegeven en bezochten tijdens hun bezoek ook vele scholen op het eiland om de Koninklijke Marine bekend te stellen als potentiële werkgever. Heel wat leerlingen van verschillende opleidingen en niveaus hebben een idee gekregen over hun eventuele mogelijkheden bij de marine. Op de meeste scholen werden de voorlichters zeer enthousiast ontvangen en volgde tijdens de voorlichtingen soms een levendige discussie. Op de beurs waren meerdere onderwijsinstellingen uit Nederland aanwezig,
ZINKENDE ZEILER Een lokale visser heeft op aanwijzen van het kustwachtvliegtuig Dash 8 voor de kust van Saba een zeiler gered. Vijf mijl zuidoostelijk van het Bovenwindse eiland was het zeiljacht Harmattan druk bezig vol te lopen, waardoor de enige opvarende aan boord een noodsignaal uitzond en zijn jacht moest verlaten. De Dash 8 van de kustwacht lokaliseerde de zeilboot al snel en vroeg een nabij varende visser om assistentie. De visser trof de zeezeiler aan in zijn reddingsboot. Het zeiljacht was nog drijvende en kon naar Saba worden gesleept.
maar ook de kustwacht en de politie. Veel scholieren wisten de marinestand te vinden, al was het maar voor de marinepen. Tijdens de avonden was het minder druk, maar veelal wat serieuzere leerlingen met hun ouders. Op beide dagen werd de beurs zeer goed bezocht.
reünie gebruik kan maken van een militaire of semimilitaire locatie en per verenigingslid aanspraak kan maken op een maaltijdvergoeding. Vijf jaar na uitzending maakt elke uitgezonden eenheid eenmalig aanspraak op een reünie die georganiseerd wordt door het coördinerend krijgsmachtdeel in samenwerking met het Veteraneninstituut. De Nederlandse veteranendag wordt sinds 2004 elk jaar op de laatste zaterdag in juni gehouden in Den Haag. De decentrale veteranendag van het CZSK wordt in principe elk jaar gehouden in Den Helder, de dag voorafgaande aan de marinedagen. Ook hier zijn de nog dienende ‘veteranen’ welkom. Veteranenzaken zijn niet voor later Dat veteranenzaken iets voor later zijn, is nog steeds een veelgehoorde opmerking onder het actief dienend personeel van het CZSK. Al wordt dit een stuk minder. Actief dienende militairen hoeven niet tot na het einde van hun contract of na hun FLO te wachten om gebruik te (mogen) maken van verschillende diensten en voordelen voor veteranen. Actieve militairen die aan een vredesmissie hebben deelgenomen, kunnen bijvoorbeeld een gratis abonnement op het maandblad Checkpoint aanvragen bij het Veteraneninstituut. In dit maandblad staan allerlei zaken over actuele en historische uitzendingen en interviews met andere veteranen. Elke veteranenvereniging die is ingeschreven in het reünieregister van de Afdeling Geneeskundige en Personele Zorg kan gebruik maken van reüniefaciliteiten. Dit betekent dat men voor een
Een kwartaal voor leeftijdsontslag krijg je bericht van het CZSK als je als veteraan wordt aangemerkt en waarin we je vragen of je wel of niet actief benaderd wil worden als veteraan. Zo ja, dan ontvang je het veteraneninsigne, het veteranenhandboek en het maandblad Checkpoint via het Veteraneninstituut. Je wordt te allen tijden opgenomen in het veteranenregistratiesysteem. Dit systeem is gekoppeld aan de Gemeentelijk Basis Administratie om bijvoorbeeld eventuele latere gezondheidsklachten die verband kunnen houden met een uitzending de veteraan zo snel mogelijk te kunnen traceren. Ook wordt dit systeem gebruikt om de veteraan op de hoogte te houden van allerlei zaken op veteranengebied. Voor meer informatie: het Veteraneninstituut, voor vragen: telnr.: 0343 474150, e-mail:
[email protected], www. veteraneninstituut.nl. Voor klachten: het
38
Centraal Aanmeldingspunt (C.A.P.) van het Veteraneninstituut, telnr.: 0343 474148, e-mail:
[email protected]. Voor meer informatie over het veteranen- en postactievenbeleid CZSK: Joke Diekerhof, sr. medewerker Bureau Bijzondere Personele Zorg (*06-20954415 of 0223 654415, e-mail:
[email protected]). Bezoekadres: Gebouw Alk, Rijkszee- en Marinehaven 1, 1781 ZZ Den Helder.
* 26 maart: Kosovo. Locatie: de voormalige vliegbasis Soesterberg. De deelnemersprijs is vastgesteld op € 10,- per persoon inclusief lunch. Aanmeldingen en betalingen dienen voor 15 maart 2010 binnen te zijn. Uw aanmelding is pas definitief wanneer alle benodigde gegevens (aanmeldformulier) zijn ontvangen en na betaling van het verschuldigde bedrag. Aanmeldingen bij voorkeur via de website, of bij de secretaris van de IVM. Betalingen op bankrekeningnummer 454591780 t.n.v. Bond van Wapenbroeders (IVM) te Oosterwolde (Fr.), of via Ideal op www.vredesmachten.nl. * 12 mei: Hr.Ms. Kortenaer (Ex. HMS. Scorpion), 1945 t/m 1962, Locatie: de Kumpulan Bronbeek te Arnhem. Van vele oud-bemanningsleden zijn de adresgegevens inmiddels bekend. Zij die in de maand januari geen oproep op hun adres hebben ontvangen en aan deze reünie willen deelnemen, wordt verzocht contact op te nemen met: Co Dirks, telnr.: 0223 644345 of e-mail:
[email protected].
OFFICIEREN
SMJRTDW T. Padmos,
MATR 1 ODVB D. Gaillard,
MARN 3 ALG R. Harting,
SMJRODND P. Scheers,
MATR 1 TD H. ten Have,
MARN 3 ALG J. van der Hoeven,
Bevorderingen
SMJRLDV L.G.M. Siteur,
MATR 1 LDV R.J. Lesmeister,
MARN 3 ALG H.D. Jacobsen,
LTZT 1 J.M.T. Bongartz,
SMJRWDW M. Tuntelder,
MATR 1 OD F.F. Mühlenbruch,
MATR 3 LDA A. Jansen,
MAJMARNS A. van Dijk,
SMJRODVB J.A. Vastenhout,
MATR 1 BDMTD R. Planjé,
MARN 3 ALG J.C.N. de Jong,
LTZ 1 H.M. Heij,
SMJRTDW C.A. Wegman,
MATR 1 OD L. Spijkers,
MARN 3 ALG S. de Jongh,
LTZA 1 S.W. van der Net,
SGTWDS M.C. van Beek,
MATR 1 OD D. Zondervan.
MARN 3 ALG L. van Kampen,
LTZA 1 I.R. Ramakers,
SGTTDW F. Blommers,
LTZ 2 OC J.Z. van Pijkeren,
SGTLDV A.B. Boschma,
Dienstverlaters
MARN 3 ALG Y. Kiewiet,
LTZ 2 OC R.D. van de Veen,
SGTTDW B. ’t Hart,
MATR 1 TDW J. Cruiming,
MARN 3 ALG R. Koezen,
LTZSD 2 OC B. Wijnandts,
SGTODND J. van den Hengel,
MATR 1 OD R. Debets,
MATR 3 LDA R.W. von Kriegen-
LTZA 2 OC H.J. van der Wolf,
SGTLDGD M.W.N.G. Hoezen,
MARN 1 ALG P. Eelman,
bergh,
LTZ 2 J.L. Bakker,
SGTODND S. Jäger,
MATR 1 TDW I.J. Jansen,
MARN 3 ALG T. van Krieken,
LTZA 2 R. den Hartog.
SGTMARNALG M.A. Janssen,
MATR 1 LDV M.E. Kaale,
MARN 3 ALG N. Mol,
MARN 3 ALG M. Kathrein,
SGTWDS W.J. Lotterjouk,
MATR 1 OD S. Klok,
MARN 3 ALG R. Mulder,
Dienstverlaters
SGTWDS G.J. Muurman,
MARN 1 ALG W.C. Linge,
MARN 3 ALG J. Oerlemans,
KTZ J.A. Koster,
SGTMARNALG H.M. van Oosten-
MARN 1 ALG R. Meiboom,
MARN 3 ALG D.J.F. Polman,
LTZSD 2 OC N.B. Mous.
brugge,
MARN 1 ALG J.M. van Oosten-
MARN 3 ALG J.W.R. Potjes,
SGTODND B. Smits,
brugge,
MATR 3 OD J. Pronk,
SGTLDV M.D. Steets,
ADBE J.S. Postma,
MARN 3 ALG S. Romkes,
SGTLDA J.J. Visser.
MATR 1 LDV T. Stapel,
MARN 3 ALG G. van Schaaik,
MARN 1 ALG H.J. Talen,
MARN 3 ALG P.D. Schalk,
ONDEROFFICIEREN Bevorderingen AOOMARNALG E.J. den Boer,
Dienstverlaters
MATR 1 LDV N. van ’t Wout,
MARN 3 ALG M.L. van der Slot,
AOOODOPS F. Borman,
AOOLDGB L.G.J. Borst,
MATR 2 OD R.R. Berg,
MARN 3 ALG J. Stroomer,
AOOWDW W.J. Bremer,
SMJRLDGB M. Possel,
MATR 2 OD M. Reekers,
MARN 3 ALG D.H.G. Szlanina,
AOOTDW S.C. Meeuwisse,
SMJRMARNALG R.A.C. Vos,
MATR 2 OD D. Zwaneveld,
MARN 3 ALG M. Treurniet,
AOOLDV G. van Riessen,
SGTLDGD J. Bijlsma,
MARN 3 ALG P. van Baardewijk,
MARN 3 ALG D.C. Tuijtel,
AOOWDW P.J. van der Stam,
SGTTDE P. Kroeze,
MARN 3 ALG J. Bakker,
MATR 3 BDWSR W.T. van Tuinen,
AOOODND M.A. Vijzelman,
SGTTDE H.J. van der Velde,
MARN 3 ALG O.W. van den Berg,
MARN 3 ALG T. Vercauteren,
AOOWDE R. van der Weide,
KPLLDGD I.G. Adriaans,
MARN 3 ALG M. van den Boom,
MARN 3 ALG B.G.M. Verreck,
AOOMARNALG T.T.J. van der Zwet,
KPLMARNVB B.C. Baars,
MARN 3 ALG M.E. Bos,
MARN 3 ALG M. de Vroed,
SMJRTDE M. Bakker,
KPLMARNVB J. van Dijk,
MARN 3 ALG R. Bouwman,
MARN 3 ALG A. Vuong,
SMJRLDGD P.A. Bergmann,
KPLMARNALG B.B.L. van der
MARN 3 ALG S.A. Brok,
MARN 3 ALG S. Waardenburg,
SMJRODOPS E.J. Dol,
Groen,
MARN 3 ALG J.J.P.A. van den Bulk,
MARN 3 ALG F. van der Weele.
SMJRWDE W.L. van Gastel,
KPLADBM J.J. Lagerberg,
MARN 3 ALG C. van Dam,
SMJRTDE J.D. Geel,
KPLMARNALG J.J. Schippers,
MARN 3 ALG L. van Ee,
SMJRWDS M.R. van Halm,
KPLODOPS L.M. Vuijk.
MARN 3 ALG S.H. Elzinga,
SMJRODVB G.K. Harms, SMJRMARNALG A.F.M. van Hofwegen,
MANSCHAPPEN
BURGERS
MARN 3 ALG J.W. van Ettinger,
Bevorderingen
MARN 3 ALG D. Feelders,
H.W. Schutte, 12,
MARN 3 ALG E.K. Frans,
S. Smit, 10,
SMJRWDS M.R. Jeursen,
Bevorderingen
MARN 3 ALG D. Gegundez Perez,
A.M.H. van Bakel, 9,
SMJRWDS E.N. van Kampen,
MATR 1 BDA M.N. Ebbink,
MARN 3 ALG R. Giesberts,
S. van Erp, 6.
SMJRLDGD M.M. Knappstein,
MATR 1 ODVB D. Altena,
MARN 3 ALG T. ter Haar,
SMJRLDA J.A. Looije,
MATR 1 BDWSR W. van den Boom,
MARN 3 ALG S.A. Haegens,
Dienstverlaters
SMJRWDW R.M.A. Offers,
MATR 1 WDS T. Brouwer,
MARN 3 ALG D.J.J. van Hal,
P. de Heer
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door Bureau Rapportages DC HR Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, dient u contact op te nemen met DC HR: *06 733-3/ 0800 2255733 of P&O van uw defensieonderdeel.
39
Sommige kansen komen maar eens in je leven voorbij. Dit is er een.
HET KORPS MARINIERS VERGROOT JE WERELD
HEB JE HAVO, VWO OF HBO? WORD OFFICIER DER MARINIERS. Er zijn van die kansen die je niet mag laten liggen. Sommige worden zelfs op een presenteerblaadje aangereikt. Zoals deze: de kans om Officier der Mariniers te worden. De kans om leiding te geven aan een peloton van dertig mariniers. Om samen met je team in de meest extreme omstandigheden tot het uiterste te gaan. Zowel fysiek als mentaal grenzen op te zoeken. De kans om elkaar door dik en dun te steunen. Vriendschappen voor het leven op te bouwen. En de meest fantastische ervaringen op te doen in alle uithoeken van de wereld. Die kans doet zich nu voor.