Alle Hens
Maandblad van de Koninklijke Marine mei 2010
Geslaagde piratenjacht In Memoriam
Colofon: Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Hoofdredacteur: LTZ SD 2 OC B. Wijnandts Eindredacteur: LTZ 2 OC M.F. van der Maas
Alle Hens Cover
Inhoud
Na een geslaagde piratenjacht loopt Hr.Ms. Tromp de haven van Den Helder binnen. Foto: Wim Salis
6 Onderscheiden
Deze mariniers hebben zich uitzonderlijk verdienstelijk gemaakt in Afghanistan en door hun optreden grote verliezen weten te voorkomen. Hiervoor werden zij onderscheiden met Bronzen Kruizen en Kruizen van Verdienste.
Stagiair: S. van Wageningen Aan dit nummer werkten mee: R. de Groot R. den Hartog SGT LDA E. Kooren M.E. van Rijen-Bos
9 Opstand in Texel
Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Zie Intranet: Portaal >
9
Adreswijzigingen Veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 660 DSN 209 57660 E-mail:
[email protected] E-mail redactieraad:
[email protected]
12
ISSN 0024-0389
22 dagen in de jungle is geen pretje. “De mieren, wespen en bijen vormen het grootste gevaar.” De mariniers ploegen samen met 11 Luchtmobiel van het CLAS door de Surinaamse tropen. De grillen van de jungle laten de mannen niet ongemoeid.
16 Knopen en splitsen
16
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 10 mei 2010.
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
10 Samenraapsel
12 Samen zweten
Internet: www.defensie.nl
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
De huidige Joost Dourleinkazerne in Texel is de begraafplaats van tien onschuldige Texelaars die uit wraak zijn gefusilleerd door de Duitse bezetter. 65 Jaar na de bevrijding wonen twee overlevenden de herdenking op de kazerne bij.
De marine heeft lang getwijfeld voor zij overstag ging met de aanschaf van de F.K. 51. Een samenraapsel van linnen hout en staal en geen partij voor de geavanceerdere Spitfires en Messerschmitts. Nabestaande commodore Vermeulen wil eerherstel van dit vliegtuig.
Geen toegang tot Intranet? Vraag naar formulier Dfe 073b bij DC HR: 0800 22 55 733
[email protected]
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (10ct p/m) www.aboland.nl
Maandblad van de Koninklijke Marine
De kwartiermeestersopleiding wordt steeds meer praktisch ingericht, terwijl gedeelten uit de theorie als toelatingseis gaan gelden. Zeker voor de matrozen van de kleine bovenwatereenheden vergt dit veel zelfstudie. Maar de opleiding biedt dan ook een leuk vakkenpakket.
20 Duizend pond Flinke deining en veerboten maakten de spectaculaire ruiming van een duizendponder bij IJmuiden er niet eenvoudiger op. De duikers van de EODD klaarden de klus evengoed.
En verder:
20
26 Sport 28 Logboek 35 Mensen & Mutaties
Immer in onze herinnering Het is een zonnige zaterdagmiddag als ik aan dit stuk werk, echter deze zaterdag 17 april zal lang in onze herinnering blijven. Immers, de droeve gebeurtenissen op deze dag laten als geen ander zien welke ultieme gevolgen ons werk met zich mee kan brengen. Op deze 17de april, ten Noorden van Tarin Kowt, liep het voertuig waarin korporaal van de mariniers Jeroen Houweling en marinier der eerste klasse Marc Harders zaten op een geïmproviseerd explosief. Tot onze grote ontzetting verloren zij daarbij het leven, terwijl een derde collega ernstig gewond raakte. Deze verschrikkelijke gebeurtenis heeft ons allen diep geraakt. Daarbij gaat onze eerste gedachte onmiddellijk uit naar de directe familieleden en vrienden. Bij mijn condoleancebezoeken aan huis bleek hoe ongelooflijk sterk de families met dit verlies omgaan. Jeroen en Marc waren mariniers in hart en nieren, volledig toegerust en gemotiveerd. Ook de collega’s, zowel zij die onderdeel uitmaakten van de patrouille als allen die elders gelegerd zijn, zullen deze tragische gebeurtenis een plaats moeten geven. De strakke ingetogen ceremonie bij aankomst op Eindhoven helpt daarbij. De gebeurtenis van 17 april zal het herdenken van allen die zowel in het verleden als ook heden het leven hebben gelaten een nieuwe dimensie geven. Zeker nu in deze maand mei, de maand waarin we traditiegetrouw herdenken. Op 4 mei is het twee minuten stil. Stil uit diep respect. We herdenken militairen en burgers die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar dan ook ter wereld zijn omgekomen sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogen, gewapende conflicten en bij vredesoperaties. Wij herdenken om niet te vergeten wat er in het verleden is gebeurd. Maar daarbij gaat ook door ons hoofd wat er nog steeds dagelijks speelt en wat er kan gebeuren. In Afghanistan waar onze mannen en vrouwen onder continue dreiging werken aan een betere en veiligere toekomst voor de Afghaanse bevolking. Maar ook in alle andere conflictgebieden waar ook ter wereld waar militairen worden ingezet. Dat wij in die gebieden dapper werk verzetten, werd nog maar eens heel duidelijk op 14 april toen vijftien militairen, waar onder zes mariniers, werden gedecoreerd met een Koninklijke dapperheidonderscheiding voor operaties in Afghanistan waar zij moed en leiderschap hebben getoond onder risicovolle omstandigheden. Op 5 mei 2010 vieren we onze vrijheid. Het is 65 jaar geleden dat ons land bevrijd werd van het juk van de Duitse bezetter. Uit al die landen die destijds de soldaten stuurden die hebben gestreden voor onze vrijheid, zullen veel veteranen naar de bevrijdingsfeesten komen. In dit lustrumjaar is er extra aandacht omdat het voor velen, gelet op hun leeftijd, de laatste keer zal zijn dat zij een bezoek kunnen brengen aan het gebied dat zij een nieuwe toekomst hebben gegeven. Het aantal mensen dat de Tweede Wereldoorlog heeft meegemaakt, neemt af. Het accent van de herdenking is daarom ook een aantal jaren geleden verschoven van bevrijding (terugkijken) naar vrijheid (vooruitkijken). 5 mei is de dag waarop we stilstaan bij de betekenis en het belang van vrijheid. Een vrijheid die voor ons Nederlanders een vanzelfsprekendheid lijkt, maar die tot op de dag van vandaag niet voor iedereen vanzelfsprekend is. En dat er nog elke dag meer dan genoeg werk aan de winkel is, zal niemand kunnen ontkennen. Zoals in Afghanistan, waarbij wij Nederlanders op een geheel eigen wijze een uitdaging het hoofd bieden en daarbij al 23 keer een collega verloren. Maar er
zijn meer plaatsen die onze aandacht opeisen. Hr. Ms. Tromp die met een marinierseenheid uiteindelijk de bemanning van MV Taipan wist te redden. Hierbij werden tijdens een strakke actie ook de tien piraten gearresteerd. Het is in deze column voor mij niet mogelijk alle andere operaties, waarin u goed en belangrijk werk heeft verzet te benoemen. Maar uw bijdragen worden gezien en gewaardeerd, ook buiten defensie. Defensie, inclusief de Koninklijke Marine, komt telkens weer voor keuzes te staan bij de vraag welke operationele capaciteiten noodzakelijk en betaalbaar zijn. In mijn vorige column heb ik u uitgebreid geïnformeerd over de Verkenningen en de Brede Heroverwegingen. De toekomst is moeilijk te voorspellen, maar dat u het verschil maakt, staat voor mij buiten kijf. De Maritieme Visie 2030 geeft mijn gedachte weer zoals ik kijk naar die toekomst. Neem hier kennis van, zodat ook u het gevoel krijgt waarom wij niet alleen nu maar ook in de toekomst een verschil kunnen maken door het leveren van een essentiële bijdrage. In de afgelopen weken heb ik hierover vaak en direct met u gecommuniceerd via een alle hens: zowel in Den Helder, Den Haag en op MVKK en middels MARALG’s. We hebben onze marine: vloot, mariniers en burgermedewerkers, niet alleen geïntegreerd tot een organisatie die naadloos bijdraagt aan de veiligheid op en vanuit zee, maar ook ons materieel wordt gemoderniseerd en aangepast aan de operaties van deze tijd. Het eerste patrouilleschip zal nog dit jaar met haar proeftocht aanvangen en ik heb onlangs in Roemenië de kiel gelegd voor het vierde patrouilleschip. De eerste NH90 zal medio mei op maritiem vliegkamp De Kooy worden overgedragen aan het Defensie Helikopter Commando. U ziet, ondanks de roerige tijden, gaan we gestaag door. Al met al geldt in deze woelige tijden de aloude marineterm “rust kenmerkt de zeeman”. Samen voeren we onze taken prima uit, daarbij houden we elkaar vast, zodat wij ook de grootste klappen, zoals het verlies van collega’s, kunnen opvangen. Marc en Jeroen zijn in onze gedachte bij alle herdenkingen. Maar ook daarbuiten, kunnen en zullen we hen niet vergeten, immers zij maakten een essentieel onderdeel uit van ons team. Zij bestaan voort in ons handelen, zij blijven immer in onze herinnering. n
De Commandant Zeestrijdkrachten M.J.M. Borsboom, viceadmiraal
3
In Memoriam Bij een aanslag met een geïmproviseerd explosief zijn op zaterdag 17 april de korporaal der mariniers Jeroen Houweling en de marinier Marc Harders omgekomen in de Afghaanse provincie Uruzgan. Zij maakten deel uit van een eenheid die bezig was met een operatie in het westelijke Deh Reshan-gebied om de zichtbare aanwezigheid in het gebied te vergroten en actief te speuren naar verborgen componenten voor geïmproviseerde explosieven en wapens. De herdenkingsceremonie op Kamp Holland in Tarin Kowt werd bijgewoond door vele collega’s en de met de Nederlandse vlag bedekte kisten werden na de afscheidsdienst naar het vliegtuig gebracht. Voorafgegaan door een doedelzakspeler, begeleidden twee draagploegen van naaste collega’s de voertuigen met de kisten. Langs de hele route naar het vliegveld bij Kamp Holland, vormden honderden Nederlandse, Australische, Amerikaanse en Afghaanse militairen een erehaag. Het vliegtuig vloog over het kamp weg via buitenpost Tabar, de locatie waar de aanslag plaatsvond, zodat de overgebleven collega-mariniers zo afscheid konden nemen van hun gesneuvelde kameraden. Vanuit Kandahar Airfield werden de kisten na een waardige dienst in het vliegtuig naar Nederland gedragen, waar ze op 21 april aankwamen. Ook hier stond een erehaag van collega’s, die traditioneel start in het uitzendgebied en eindigt bij de nabestaanden om de overleden mariniers symbolisch op hun laatste reis te begeleiden en beschermen. Marc Harders is op 27 april begraven en Jeroen Houweling is op 28 april gecremeerd. Wij wensen hun nabestaanden veel sterkte en kracht toe.
4
5
Mariniers krijgen hoge onderscheiding voor hun gevechtsacties
Erekruizen voor dapperheid “U bent uitgestegen boven de norm.” Achter deze zin van demissionair minister van Defensie Eimert van Middelkoop zitten vijftien verhalen van karakter, moed en dapperheid. Op 14 april kregen deze vijftien militiaren, waaronder zes mariniers, het Bronzen Kruis of het Kruis van Verdienste. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Gerben van Es (AVDD) De uitreiking van de Dapperheidsonderscheidingen vond plaats tijdens twee aparte ceremonies. De militairen in de black ops hebben in alle anonimiteit ’s morgens op de Julianakazerne hun medaille ontvangen. Een van hen was sergeant-majoor der mariniers Patrick. Bij een heftig incident werd een van de zeer gerespecteerde Afghaanse leiders door een scherpschutter neergeschoten, terwijl Patrick met hem stond te overleggen. Door zijn handelen zijn zwaardere verliezen uitgebleven en dat maakt hem tot een voorbeeld van goed leider- en vakmanschap en toonde hij grote fysieke en morele moed. Sniperdreiging Dit incident volgde op een aanval op Kamp Volendam, van waaruit Patrick zelf een tegenactie opzette. De genisten waren al op pad om een brug over de rivier te bouwen die het gebied voor moest ontsluiten. De compagniescommandant was ook net weg. En ineens wordt het kamp onder vuur genomen. “Omdat niemand iets ondernam, heb ik zelf maar het initiatief genomen. We schoten wat granaten af, waarna het vuur stopte.” Na deze actie besloten de militairen actief op zoek te gaan naar de vijand. Ze kamden een green zone uit en stuitten uiteindelijk op een quala waar ze al eerder geweest zijn. “Ik stond samen met de luitenant van de Afghan National Army (ANA), Jhean Gull, een plan te bedenken toen hij ineens door het hoofd werd geschoten.” Dit was een schok voor de ANA, want Gull was een zeer gerespecteerd leider. Voor de sergeant-majoor werd de actie nu echt intensief. “Ik moest tegelijk vuur blijven geven, gewondenvervoer aanvragen en de compagnie leiden. En ondertussen is er die sniperdreiging, waardoor ik niet vrij kon bewegen.” Patrick vroeg rook aan van de mortieren om uit het zicht weg te komen. De rookgranaat kwam echter precies op de vuurbasis terecht. Ook de evacuatie verliep chaotisch. “Ik liep overal rond te rennen om met handen en voeten alles te coördineren, terwijl we zwaar onder vuur lagen.” Patrick dwong door zijn optreden groot respect af. Niet in de laatste plaats van de Afghaanse militairen waarover hij het mentorschap voerde. Hij is drager geworden van het Kruis van Verdienste.
Risicovolle opdracht Sergeant der mariniers Fred kreeg een Bronzen Kruis voor zijn inzet bij een van de vier ploegen van de Special Task Force Unit Viper in Afghanistan. Op 18 juni 2007 ging zijn ploeg de Baluchivallei die door de vijand beheerst werd. “Wij waren net terug van een opdracht aan de zuidzijde van de vallei en waren bezig met het plannen van een nieuwe operatie, toen we de opdracht kregen zo snel mogelijk steun te leveren aan de battle group in Chora. Het was een risicovolle opdracht, vooral omdat wij kort daarvoor al door de vallei waren getrokken en de vijand dus op de hoogte was van onze aanwezigheid.” De Nederlandse battle group in Chora was in een zwaar gevecht gewikkeld met de vijand. De ploegen van Viper moesten de Baluchi-vallei intrekken en de vijand dwingen om troepen in te zetten tegen de Viper-ploegen zodat daarmee de vijandelijke aanval op de Nederlandse eenheden in Chora zou afzwakken. Toen de ploeg in een hinderlaag liep heeft Fred op eigen initiatief met zijn team een alternatieve opstelling ingenomen. Vanuit deze opstelling zorgde hij met gericht vuur dat de rest van de ploeg uit de hinderlaag kon ontsnappen. “Echt, we hebben het gered door een langdurige samenwerking en een goed opwerktraject met mijn team. De skills en drills bewezen zich, maar bovenal was het een goed team. De eenheid was heel hecht. Iedereen was open en eerlijk naar elkaar toe. Als je goed werk had verricht werd dat je verteld, maar ook als je een fout had gemaakt. Maar natuurlijk hebben we die dag ook flink wat engeltjes verbruikt.” Hinderlaag ’s Middags vond de openbare uitreiking plaats op het Plein in de hofstad. Eerste luitenant der mariniers Jurjen Abma en korporaal der mariniers Marco Eerhart werden daar onderscheiden met het Kruis van Verdienste voor hun moedige optreden bij veelvuldige gevechtsacties die zij hebben meegemaakt. Een van de acties die sprekend waren voor de manier waarop zij hun hele uitzending hebben gepresteerd, vond plaats tijdens een gecombineerde voetpatrouille in de omgeving van Kakarak, in een gebied waar al enige tijd geen ISAF-aanwezigheid meer was geweest. “We wil-
6
den de Taliban hier aanpakken en we hebben daarvoor een aanvalsplan in elkaar gezet”, aldus Eerhart. “De mensen daar waren al geïnformeerd dat er iets stond te gebeuren.” Niet in bedwang De patrouille stelde een vuurbasis op in een quala. Een kleiner huisje in het voorterrein belemmerde het zicht. Abma trok samen met drie Afghaanse militairen om dit huisje om het veilig te stellen. Van nog geen tientallen meters afstand barste ineens mitrailleurvuur open. “Ik drukte meteen de ANA-sergeant en zijn bodyguard in een greppel en probeerde zelf om het huisje te lopen om de andere twee ANA-soldaten te inspecteren”, vertelt Abma. “Ik zag dat een ANA-soldaat gewond was. Ik kon er absoluut niet bijkomen” Abma trok alleen het pand in om het te zuiveren. De achterblijvers in de grote quala waren direct gealarmeerd en gaven de voorste mannen dekkingsvuur, zodat zij zich konden terugtrekken in het kleine huisje. “Inmiddels zaten er dertig man rondom ons. Het radioverkeer van de vijand stond roodgloeiend, terwijl er even van tevoren niets was. Dat duidde op een goed gecoördineerde aanval”, vertelt Eerhart verder. Een van de mariniers ramde een enorm gat in de muur van de grote quala, zodat de mannen alsnog in de kortste richting en uit de vuurlinie terug konden trekken. Terwijl Eerhart zijn mannen in het voorterrein zo goed mogelijk dekking probeerde te geven, moest hij ook twintig ANAsoldaten aansturen. Een van hen raakte de controle over zijn mitrailleur kwijt. “Hij schoot zo recht omhoog, totdat de kogels in de muur achter ons insloegen.” Eerhart nam de mitrailleur van hem over en gaf marinier Punt de opdracht om hetzelfde te doen met een andere soldaat die zijn mitrailleur niet in bedwang had.
KAP Dwarshuis
KPL Willems
ELNT Abma
▼
KPL Eerhart
7
Schokkende ontdekking Met zijn ervaring als Forward Aircontroller (FAC) wist Abma coördinaten en een aanvliegroute voor een F-16 in te schatten voor een FAC’er die verderop zat. “Op nog geen 125 meter sloegen de bommen in.” Door de ontstane chaos bij de Taliban kon de patrouille aansluiten bij de eigen troepen een paar honderd meter terug door de greenzone. Maar van terugtrekken was geen sprake. Na een korte reorganisatie keerde de patrouille terug om een Battle Damage Assesment te maken. Daar deden de mariniers een schokkende ontdekking. “Hier troffen wij resten van RPGraketten aan, maar ook een aantal vrouwen en kinderen verstopt in een kleine bunker. Zij werden door de Taliban als schild gebruikt als poging om ons uit te lokken tot bijkomende schade. Onze medic controleerde ze. We konden duidelijk zien dat zij ongeschonden waren.” Waterpatrouille Kapitein der mariniers Christiaan Dwarshuis werd onderscheiden met een Bronzen Kruis. Hij nam deel aan vele gevechtsoperaties zoals op 21 januari 2008. “Met zijn zessen begeleidden we veertig Afghaanse militairen bij het opereren vanuit een Forward Operating Base toen de vijand een aanval inzette. “Een ANApatrouille was net buiten de poort om in de rivier water te halen”, vertelt Dwarshuis. “Ze waren in een hinderlaag gelopen.” Dwarshuis vertelt hoe de vijand de waterpatrouille en het kamp gelijktijdig onder vuur nam vanuit de green. Een van de soldaten was gewond geraakt. “Om het gebied rondom de basis te beveiligen hebben marinier Punt en ik het kamp verlaten en hebben we een aantal quala’s en een deel van de green gezuiverd. Hierdoor kon later de gewonde ANA-soldaat en een gewonde burger veilig naar de helicopter landing zone gebracht worden om opgehaald te worden.” “Op zo’n moment merk je dat de ‘training kicks’ inslaan”, vertelt Dwarshuis over deze actie. “Mijn teamleden wisten exact wat ze moesten doen, stonden direct op de juiste positie en alles liep zoals we voorgeoefend hadden. Hierdoor konden Punt en ik de ANA-soldaten ontzetten. Ook hielden mijn collega’s mij over de radio goed op de hoogte over locaties van de tegenstander.” Dwarshuis draagt zijn medaille dan ook zeker op aan zijn collega’s die zo adequaat hebben gereageerd, en waarop hij blind kon vertrouwen tijdens de uitzending. Door zijn veelvuldig getoonde moed, leiderschap en beleidvol optreden, dreef Dwarshuis zijn eenheid ook aan tot grote prestaties. Gouden greep Nadat er een aanval was geweest op de noordelijke Baluchi Vallei was dit gebied weer rijp voor patrouilles. Korporaal der mariniers
Dominique Willems zat in de eerste patrouille sinds die aanval, samen met mariniers Roy en Erik. Op 16 juli 2008 begeleidde hij een geweergroep van de ANA. Hij liep hierbij zelf voorop. De landmachters waaraan de Afghaanse eenheid onder begeleiding van de mariniers was toegevoegd, namen de zuidelijke en westelijke hoek, de geweergroepen die de mariniers aanstuurden namen de oostelijke en noordelijke. “De landmachtsoldaten kreeg vuurcontact waardoor wij naar de voorste linie wilden trekken”, vertelt Willems. “We liepen door een open veld, toen wij werden beschoten van een meter of tachtig.” Meteen gingen de soldaten plat en legden onderdrukkingsvuur aan. “Erik zat met zijn geweergroep veel zuidelijker en stond er alleen voor.” Het vuur kwam voor Willems en zijn groep uit het westen. Niemand had in de gaten dat de vijand hen langzaam omsingelde. “De ANAsoldaten waren helemaal gefocust op het westen. Toen zag ik dat we ook vanuit het noorden werden beschoten. Ik verplaatste onder vijandelijk vuur om drie soldaten in hun kraag te grijpen en ze in de nieuwe richting te zetten.” Daarna liep Willems weer terug naar zijn originele positie. Dat bleek een gouden greep. Willems begon zich aardig zorgen te maken over de munitie, water en voedsel. In blok probeerden ze langzaam terug te keren naar de overwatch en stuitten op vuur vanuit een quala. “Roy en ik wilden die quala gaan zuiveren toen er enkele vrouwen en kinderen naar buiten kwamen. We probeerden ze naar ons toe te krijgen, maar in plaats daarvan gingen ze toch weer naar binnen. Dat sloot voor ons de mogelijkheid uit om al vurend de quala te zuiveren.” Later bleek dat het een afleidingsmanoeuvre van de Taliban was om gewonden af te kunnen voeren. “De munitie raakt op, het water was al heel snel op. Het werd donker en de Afghanen hadden geen nachtzicht. Ik had het gevoel dat we er niet meer uit zouden komen”, aldus Willems. Door het getoonde leiderschap, zijn moed en tactisch inzicht, heeft korporaal Willems verliezen aan eigen zijde voorkomen en het vertrouwen van het Afghaanse leger in de coalitiegenoten vergroot. Zijn Bronzen Kruis is voor zijn hele team: “We zijn met zijn drieën een team geweest, dus zij hebben er ook recht op. Maar ik draag hem ook op aan alle mariniers die daar dappere dingen hebben gedaan.” Beide Koninklijke onderscheidingen zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog ingesteld voor bijzondere daden in de strijd. De uitreikingen gingen gepaard met uitgebreid ceremonieel dat bij wet is voorgeschreven en recht doet aan de uitzonderlijke verrichtingen van deze nieuwe helden. De ceremonie symboliseert de maatschappelijke erkenning van hun uitzonderlijke prestaties onder extreme en gevaarlijke omstandigheden. n 8
De plek waar de Texelaars zijn gefusilleerd ligt op het terrein van de Joost Dourleinkazerne. Het daar gehuisveste OCAMFIB heeft het monument geadopteerd en organiseerde voor de nabestaanden en belangstellenden deze herdenking.
Texel herdenkt de Georgische opstand
65 jaar na de bevrijding De oorlog bereikte Texel pas rond de bevrijding. Na relatief rustige jaren onder de bezetter, kreeg het eiland zware klappen te verduren vlak voordat de Canadezen kwamen. Tien eilanders bleken niet, zoals de Duitsers beweerden, ergens gevangen te zitten, maar lagen begraven bij de huidige Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Edwin Kooren Joost Dourleinkazerne. De oorlog in Nederland is nagenoeg ten einde. Het 822e bataljon van de Duitsers dat op Texel gelegerd is, zal worden ingezet in Oost-Nederland om de oprukkende geallieerden te stoppen. Maar de Georgische soldaten die dit bataljon vullen, denken daar anders over. Nu de bevrijding nadert, voelen zij het zwaard van Stalin in hun rug prikken. Thuis zullen ze worden gezien als landverrader. Ze moeten een daad stellen. Een daad die Texel duur zal bekopen. In de nacht van 4 op 5 april 1945 vermoordden de Georgiërs 180 Duitse collega’s in hun slaap. Texelaar W. Kalkman woonde tegenover de school waar dit gebeurde en was getuige van het enorme bloedbad. “Ik zag al een tiental lichamen in de tuin liggen, binnen waren er nog veel meer”, vertelt hij. “Ze waren de keel doorgesneden of met bajonetten aan hun matras vastgeprikt. Om het maar zo stil mogelijk te doen.” De Georgiërs riepen al snel na hun actie de overwinning uit, maar dat bleek nog te vroeg. De Texelse Binnenlandse Strijdkrachten waren op de hoogte van het verzet. J. Duinker, die de Texelse krant maakte, kreeg dagelijks op weg naar zijn werk de vraag: “Is er nog nieuws?” te horen. “Vandaag maken we het oorlogsnieuws zelf”, riep hij deze dag terug. In een wraakactie van de Duitsers kwam hij om het leven. “Zijn broer, ook zeer actief voor die krant, kwam om bij de artilleriebeschietingen in de periode na het Georgische verzet”, zegt Kalkman, waarmee hij in een klein voorbeeld de diepe impact van die laatste oorlogsdagen op de gemeenschap schetst. Mokbaai Cor Kievit (84) is op 6 april een van de bezoekers van de herdenking van de Georgische opstand. Samen met Kalkman legt hij een krans bij het Russisch-Orthodoxe kruis bij de ingang van de Joost Dourleinkazerne. Hij staat hier 65 jaar later nog wel, maar de namen van tien andere mannen met wie hij op 6 april op een kar
werd gezet, staan op een gedenkplaat. Enkele Duitsers wisten te ontkomen aan de slachtpartij. Zij namen de batterijen in de Mokbaai in, terwijl ook een groep naar Den Helder wist te vluchten om de hulptroepen te alarmeren. Daarop begon de aanval op Texel met de arrestatie van willekeurige burgers. Kievit was een van hen. Hij werd met dertien anderen op een kar gezet. Als verzetsman had hij een vermoeden van wat er hen stond te gebeuren. “We moesten niet in de Mokbaai terechtkomen. Als je gewapend werd opgepakt dan wist je al dat het niet goed zat, de opstand maakte je kansen nog kleiner.” Kievit zag dat de bewakers niet bijzonder bekwaam waren en stelde voor om ze te overmeesteren. Hij kreeg de overige onschuldige Texelaars, die overtuigd waren dat het recht wel zou zegevieren, niet mee. “ ‘Jullie hebben iets gedaan, wij niet’, was hun reactie”, aldus Kievit. Terwijl hij stond te broeden op een ontsnappingsplan, sprong een andere verzetstrijder van de wagen af en zocht beschutting onder een brug. “Op een recht stuk richting St. Anna sprong ik er af en verstopte me in een mangat.” Zo ontkwamen Kievit en drie anderen aan het lot dat de tien overgebleven eilanders te wachten stond. Na de bevrijding van Texel op 22 mei kwam het nieuws over hun einde pas naar buiten. “De Duitsers hebben al die tijd er omheen gedraaid wat er met die tien man is gebeurd”, aldus Kalkman. “Toen de Mokbaai bevrijd werd, vertelde een Italiaan waar de lichamen begraven waren. ‘Water, geen water’ zei hij, omdat hij niet wist wat eb en vloed was. Ze werden meteen gevonden en herkend.” 228 Georgiërs hebben de opstand op Texel overleefd, bijna vijfhonderd Georgiërs sneuvelden. De opstand kostte het leven van 89 Nederlanders en van honderden Duitsers. De Joost Dourlein kazerne draagt de zorg over het monument en organiseerde de herdenking voor de nabestaanden en overlevenden. n
Kievit en Kalkman leggen een krans ter nagedachtenis aan hun overleden mede-eilanders.
9
Militaire Luchtvaart Museum presenteert replica Koolhoven F.K.51
Vooroorlogs MLD-toestel in ere hersteld Om gedateerde opleidingsvliegtuigen te vervangen, bestelt de marine in de jaren dertig van de vorige eeuw vijftien exemplaren van de Koolhoven F.K.51. Deze moeten ook worden ingezet voor waarnemingsmissies. Dat blijkt te gevaarlijk, dus blijven de Koolhovens op de grond waar ze uiteindelijk tijdens de Duitse bezetting verloren gaan. Omdat er weinig bekend is over de opkomst en ondergang van dit maritieme toestel, staat er nu een replica in het Militaire Luchtvaart Museum. Tekst: Remon de Groot/Foto’s: Vliegende Hollander, Collectie Marinemuseum Den Helder Begin vorige eeuw leren vliegers van de Marine Luchtvaartdienst (MLD) op het Marinevliegkamp De Kooy waarnemen met de Fokkers C.1 en de D.VII. Deze toestellen moeten worden vervangen, omdat ze voor dat moment sterk zijn verouderd. “De politieke wil om te investeren in de krijgsmacht is in die periode erg laag”, zegt Hans Berfelo, woordvoerder van de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaartmuseum (SV MLM). “Pas halverwege jaren dertig wordt daarover nagedacht.” Drie generaties achter Wanneer de marine de Fokkers wil vervangen, blijkt de Koolhoven F.K.51 een optie. Dit model heeft goede referenties, want de Luchtvaartafdeeling van de landmacht vliegt al met enkele toestellen. Ondanks de populariteit van de Koolhoven, is de marine terughoudend. Er is namelijk twijfel om met de fabrikant in zee te gaan vanwege de smet op de naam van een eerder type, de Koolhoven F.K.34. Tweemaal verongelukt zo’n vliegtuig in een testfase op De Kooy, wat bij een marinedelegatie geen goede indruk achterlaat. Toch gebruikt de Luchtvaartafdeeling de nieuwere Koolhoven naar tevredenheid. Uiteindelijk tekent de marine op 1 augustus 1936 alsnog het contract voor zes toestellen. Een jaar later komen daar nog eens negen bij.
Bij replicabouw ontbreken de originele bouwtekeningen zodat het moeilijk is het toestel na te maken in de juiste verhouding. Uren wroeten in het archief en veel meetwerk compenseren die handicap.
Multifunctioneel Een krachtige Haagse kapitaalinjectie ontbreekt, dus is de marine genoodzaakt efficiënt het nieuwe materieel in te zetten. De F.K.51 is oorspronkelijk een opleidingsvliegtuig, maar hij moet ook dienst gaan doen bij verkenningen. Niet iedereen vindt de inzet van een lestoestel voor waarneming een juiste overweging. 10
Vliegkamp De Kooy in de jaren dertig. Op de voorgrond staan de verguisde lestoestellen.
Omdat een verkenner in dit vliegtuig weinig overzicht heeft, zeggen critici dat een dergelijke multifunctionele inzet riskant is. Het toestel is ook geen partij voor de geavanceerdere vliegtuigen uit het buitenland, zoals de Britse Spitfire en de Duitse Messerschmitt. “Het was een samenraapsel van linnen, hout en staal”, zegt deskundige Harry van der Meer van Stichting Koolhoven Vliegtuigen. Dat zegt de wandelende encyclopedie op gebied van de fabrikant grappend, want over de rol van het toestel voor de maritieme luchtvaart is hij bloedserieus: “Frits Koolhoven heeft zonder geld van de overheid met de F.K.51 een goed lesvliegtuig gebouwd. Het toestel is voor zijn doel praktisch, want de constructie is robuust en gemakkelijk te onderhouden.” Crash Wanneer de Koolhoven F.K.51 het luchtruim boven zee moet verkennen, gaat het mis. Twee vliegtuigen verongelukken daags achter elkaar. Het tweede incident in mei 1938 is een dodelijke ramp, waar de zeer ervaren officier vlieger 2 Dusseldorp en korporaal vliegtuigmaker Hoekstra omkomen. Vanaf dan is het de MLD verboden nog langer met de F.K.51 te vliegen. De marine stelt ondertussen een technisch onderzoek in. Het inspectieteam ontdekt scheurtjes in de tweebladige houten Astra Durabel schroeven. De marine besluit om vijftien nieuwe schroeven te bestellen bij de verantwoordelijke Britse fabrikant Airscrews Ltd. In augustus 1938 krijgt de MLD weer groen licht om met het toestel te vliegen. Op 11 maart 1940 neemt de Fokker C.XIV-W de kustpatrouilles over, want dan is de opkomende dreiging van Duitsland een onomkeerbaar feit. De F.K.51’s blijven aan de grond. Ze gaan, evenals de Koolhoven-fabriek, bij de Duitse inval verloren. Eerherstel Na de bezetting is het voor de F.K.51 en zijn fabrikant een aflopende zaak. Bij de wederopbouw van de fabriek verdwijnt het toestel uit de productie. Frits Koolhoven krijgt op 1946 een beroerte en overlijdt. Door mismanagement sluit zijn fabriek na tien jaar. Het blijft stil rond de F.K.51 totdat commodore bd John Vermeulen begin 2001 de Stichting Vrienden van het Militaire Luchtvaart Museum verzoekt om een replica te bouwen. Vermeulen heeft een bijzondere band met Frits Koolhoven, want
“Het moest de Koolhoven F.K.51 weer in ere herstellen”, zegt commodore b.d. Vermeulen, naast C-LSK Jac Jansen. “Als een soort genoegdoening.”
de vliegtuigbouwer is de man waar zijn moeder mee in een tweede huwelijk treedt. Voor een ‘historisch eerherstel’ van het Koolhoven-erfgoed stelt hij 50.000 euro beschikbaar: “Tijdens mijn loopbaan bij defensie praatte niemand over Koolhoven. Als een soort van genoegdoening vroeg ik om de replica te bouwen.” De donatie is het startschot van een negenjarig project waarin de SV MLM en Stichting Koolhoven Vliegtuigen hun krachten bundelen om de F.K.51 na te bouwen. Begin dit jaar voltooien zij de bouw, waardoor iedereen de authentieke kloon van de F.K.51 kan bewonderen in het Militaire Luchtvaart Museum. De replica heeft het serienummer 429, een verwijzing naar de Luchtvaartafdeeling. De knipoog naar de historie van de MLD is de khaki camouflagekleur van het toestel, deze hoort bij de verkenningsuitvoering. Zo is tastbaar hoe het marinevliegtuig eruit heeft gezien. Commodore b.d. Vermeulen vindt het een accurate weergave van het originele vliegtuig. Verguld zegt de aanstichter van dit eerherstel: “Het is ook een hele prestatie omdat de originele tekeningen van het toestel verloren zijn. Ik weet ook zeker dat Frits Koolhoven er vanuit de hemel erg trots op zou zijn.” n 11
Zeesoldaten en luchtmobiel zweten samen in de tropen
Door en over de rivieren in Suriname De basterd trees zijn het ergste. De stekels van die bomen gaan dwars door het gevechtspak heen. En dan zijn er nog de vele mieren, wespen en bijen en schuilt er continu het gevaar van uitdroging van het lichaam. De Surinaamse jungle is keihard. Dat weet ook hoofd Jungle Instructeur, sergeant-majoor der mariniers Dick Vonk. Een ouwe rot in het vak: in 1995 draaide hij voor het eerst mee met een jungletraining en sinds 2004 is hij elk jaar van de partij als instructeur. En dus ook bij de eerste Jungle Warfare Course van 2010, die zich laat kenmerken door de 22 lange aaneengesloten dagen in de Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Peter Bijpost, AVDD jungle.
SMJRMARNALG Vonk: “De rivier hier is de A2 van Nederland”.
12
Snel en bedreven verplaatsen de militairen zich door de bush regelmatig in de jungle van Belize. In maart en april trainden een peloton van de 32e infanteriecompagnie van het Korps Mariniers uit Aruba en een peloton van de 11e Luchtmobiele Brigade uit Schaarsbergen nog nooit eerder zo lang achter elkaar onder extreme omstandigheden in het Surinaamse oerwoud. Best of both sides Tweede luitenant Nanne Streekstra (CLAS) rust onder zijn hangmat even uit in het tijdelijke kamp middenin de Surinaamse jungle. De pelotonscommandant verblijft nu welgeteld vijftien, van de in totaal 22 dagen, aansluitend in de Surinaamse jungle en aan zijn lichaamsgeur is dat goed te merken. Het peloton van Streekstra heeft net de advance to contact oefeningen afgewerkt. Daarbij leren de cursisten om vijandelijke doelen in de jungle uit te schakelen. “Dat viel niet mee”, zegt de luitenant hierover. “Je kunt niet vooruitkijken in de jungle, er is weinig zicht. Dat maakt de aansturing lastiger.” Het peloton rust nog even uit voordat het de volgende oefening riverine ops voor de kiezen krijgt. Tijdens riverine ops worden tactische verplaatsingen over de rivier beoefend. Dit alles gebeurt in samenwerking met de bootgroep van het Korps Mariniers geplaatst op Aruba en Curaçao onder het Commandement der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied (CZMCARIB). Streekstra is te spreken over de samenwerking met de mariniers. “We merken duidelijk dat zij deze opleiding al langer draaien. De drills van de mariniers wijken in sommige mate af van die van ons. Maar zo leren we juist de best of both sides.” Vonk beaamt dit: “We werken nauw en goed samen om deze trainingen en opleidingen te verzorgen.”
Een les riverine ops aan militairen van 11 Luchtmobiel verzorgd door de bootgroep. 13
▲
“Ik heb veel insecten voorbij zien komen, maar de mieren, wespen en bijen vormen toch wel het grootste gevaar.” Majoor Dick Vonk weet waar hij over praat. Hij heeft de grillen van de jungle aan den lijve ervaren. Naast de Surinaamse jungle, trainde hij ook
Jungle Warfare Course De Jungle Warfare Course bestaat uit twee delen. Het eerste gedeelte van de opleiding concentreert zich op leven, bewegen en overleven in de jungle: de zogeheten Jungle Movement & Survival Course. Jagen, vissen en het bouwen van een bivak met natuurlijke materialen zijn vaardigheden die de militairen zich eigen
Het kennisdomein jungle
Onder leiding van een instructeur van het kenniscentrum ‘Militair Optreden onder eXtreme Omstandigheden (KCMOX) – de kennisautoriteit voor de kennisdomeinen jungle, arctisch en bergoptreden – leren instructeurs van beide krijgsmachtdelen aan de militairen hoe zij moeten leven, overleven en vechten in de jungle. Het KCMOX is opgericht naar aanleiding van de studie ‘Samenwerking Korps Mariniers, 11 Air Manoeuvrebrigade en Korps Commandotroepen’ (SMAK). Deze studie leidde tot de uitwerking van het begrip kennisdomein in relatie tot het gezamenlijk trainen en oefenen op het gebied van jungle, stedelijke, arctische, berg-, woestijn- en bosoperaties. Bij diverse opleidingen vervullen de kaderleden van het kenniscentrum de rollen van hoofd- en kerninstructeur. De operationele eenheden, zoals het Mariniers Training Commando leveren het grootste gedeelte van de benodigde instructeurs.
maken. Hiervoor krijgen de militairen ook les van een lokale junglegids. De Jungle Movement & Surival Course wordt afgesloten met een praktijksurvival, waarin de cursisten alle kennis direct kunnen toepassen. In de tweede fase van de opleiding leren de militairen vechten in de jungle. Zowel als individu, binnen een geweergroep en op pelotonsniveau. In deze periode komen verplaatsingen door de rivier en de riverine ops aan bod. Maar ook het leggen van hinderlagen, schietoefeningen en tactische gevechtsscenario’s zijn onderdelen van deze opleiding. De ondersteuning Geen jungletraining zonder ondersteuning. Sterker nog, een oefening kan worden stilgezet als er niet direct medische ondersteuning ingezet kan worden. Sergeant-majoor LDGD Theo Egstorf is normaal gesproken geplaatst op de ziekenboeg van Marinebasis Parera op Curaçao. Nu verblijft hij samen met een medisch team in de jungle op het kamp van de bootgroep aan de Saramacca rivier. Het kamp ligt op anderhalf uur rijden van het basiskamp van de mariniers en landmachters, de Concordia kazerne. “Voeten zijn het grootste probleem hier”, vertelt hij over de meest voorkomende klachten. De zogeheten loopgravenvoeten zijn een bekende blessure. De voeten kunnen opzwellen en infec-
teren als gevolg van het te lang in natte sokken en laarzen rondlopen. “Maar ook huidinfecties en ontstekingen zijn veel gehoorde klachten.” Naast de medische ondersteuning en de bootgroep, zijn ook verbindelaren en de chauffeurs onmisbaar tijdens de JWC. “Zij regelen de eerste afvoer”, benadrukt Vonk. “Bij een dergelijke training in de jungle komen altijd gevaren kijken. Iedereen moet snel en adequaat reageren om de veiligheid van de militairen te waarborgen. Binnen twee uur moet een gewonde in het ziekenhuis van Paramaribo liggen.” Korporaal der mariniers Aad Domselar is de bootgroep sectiecommandant. Het is de tweede keer dat hij met een jungletraining meedraait. “Snel kunnen verplaatsen van eenheden is van cruciaal belang tijdens deze opleiding”, benadrukt hij het belang van de afvoerketen. Junglekenner Vonk vult hem treffend aan: “De rivier hier is de A2 van Nederland.” “Blijf in je gebied. Let op elkaar!” roept een van de instructeurs van het Korps Mariniers tijdens de uitvoering van de oefening. Het peloton schreeuwt erop los wanneer het uitmondt in gevecht met de ‘vijand’. Snel en bedreven verplaatsen de militairen zich door de bush en het lukt hen de ‘vijand’ te overmeesteren. n
Het kamp aan de Saramacca rivier dat permanent bemand is tijdens JWC. 14
Familieleden nemen afscheid, cameraploegen maken nog een laatste shot en op de achtergrond wordt de routeplanning uitgeprint. Nog een half uur en dan vertrekt Hr.Ms. Johan de Witt naar Somalië voor de missie Atalanta. Tekst: Sharida van Wageningen/Foto’s: Wim Salis, archief De missie Atalanta is in 2008 gestart om de piraterij voor de Somalische kust te stoppen. Volgens het Internationale Maritieme Bureau zijn er sinds het begin van 2008 tot en met oktober van dat jaar 81 schepen aangevallen door piraten. Reden voor Nederland om een bijdrage te leveren aan de strijd tegen de piraterij. In zijn toespraak aan de bemanning, benadrukt de Commandant Zeestrijdkrachten, Viceadmiraal Matthieu Borsboom de ernst van de operatie.“De missie is uitermate belangrijk. Piraten waren vroeger iets van de geschiedenisboekjes en we zien ze nu regelmatig terug in romantische films. Maar in 2009 is het keiharde realiteit. De moderne zeerover is een zwaarbewapende crimineel die schepen overvalt.” Door de inzet van eerdere marineschepen, is er een goed beeld van het operatiegebied en het optreden van de piraten. De Somalische zeerovers werken steeds op dezelfde manier maar hebben hun activiteiten uitgebreid naar gebieden ver op open zee. De risico’s die kleven aan de antipiraterijmissie zijn klein. “Natuurlijk onderkennen we gevaar, maar dat is ons vak. We zijn goed uitgerust en daarnaast heeft de bemanning veel training gekregen de afgelopen weken”, aldus de commandant, kapiteinter-zee Ben Bekkering Missiegericht uitgerust Naast de vaste bemanning, embarkeert een boardingteam van de ‘Unit Interventie Mariniers’ (UIM) en een Maltees ‘Vessel Protection Detachement’, gespecialiseerd in beveiligingstaken tijdens maritiem optreden. De primaire taak van het Maltese beveiligingsteam is de beveiliging van schepen van het Wereldvoedselprogramma en AMISOM, de vredesmacht van de Afrikaanse Unie voor Somalië, of andere kwetsbare schepen die door de Johan de Witt zullen worden geëscorteerd. De militairen kunnen daarnaast worden ingezet voor beveiligingstaken aan boord van de Johan de Witt, zowel op zee als tijdens havenbezoeken De bootgroep van de mariniers die ook geëmbarkeerd is, beschikt over drie Rhib’s, voor het uitvoeren van patrouilles en boardingoperaties, vier kleine landingsvaartuigen (LCVP) en twee grote landingsvaartuigen (LCU). Met deze landingsvaartuigen en rubberboten is het mogelijk om dichter bij de kust te opereren. Zo worden de zeerovers al zo’n tien zeemijlen van de kust in de gaten gehouden. “De vaartuigen zorgen voor een breder front”, zegt Bekkering. “Over dat brede front kunnen we patrouilleren en zorgen dat diegenen die een dreiging vormen voor de scheepvaart, van het water af worden gehaald.” Het schip beschikt over een uitgebreid hospitaalcomplex met twee operatietafels, tien intensive care bedden, behandelingka-
Amfibisch transportschip naar Atalanta mers en een noodhospitaalcomplex voor opvang van circa honderd gewonden. KPLLDGD Natasja Broertjes is aan boord als ziekenverpleegster. “Dit is mijn eerste ernstmissie, ik ben er voor de bemanning maar als het moet ook anders inzetbaar. We zijn erg gemotiveerd dat merk je aan de sfeer, die is gewoon goed.” Aan de kade staan familie en vrienden de bemanning uit te zwaaien. De ouders van matroos Björn Gruben kijken toe als het schip vertrekt. “Wij staan achter onze zoon en al zijn beslissingen, dus ook achter deze missie. Hij is al één keer naar Curaçao gegaan, maar dit is zijn eerste ernstmissie. Net als zijn vorige reis houden we contact via de mail, als is dat soms wel beperkt en natuurlijk met brieven. We zullen hem missen, maar met deze missie is hij weer een ervaring rijker.” Trossen los en weg zijn de bemanningsleden van Hr.Ms. Johan de Witt. Op de kade worden nog een paar jolige grapjes gemaakt: “Nou, dan zijn we daar ook weer vanaf.” Langzaam verdwijnt de bemanning in het schip, op naar de wateren van Somalië. n 15
Een oog in een staalkabel maken, een belangrijke gast overfluiten, geklaarde dekken en gelijke spanning op de trossen. De kwartiermeester draait er zijn hand niet voor om. Maar voordat de matroos deze nautische kwalificatie haalt, moet hij eerst door de kwartiermeestersopleiding. Die opleiding wordt in de toekomst steeds meer praktijkgericht, terwijl de meer theoretische delen als toelatingseis gaan gelden. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Dennis Bouman De aankomende kwartiermeesters zitten in de hal van gebouw Zeearend op de Operationele School in Den Helder te wachten. Ze worden afgetoetst in het knopen en splitsen en hierna staan de fluitsignalen op het programma. In het lokaal links van hen staan de laatste kwartiermeesters in spé een metalen kabel te splitsen. Ondertussen leren ze de basisknopen aan enkele matrozen van de Eerste Vakopleiding voor de operationele dienst. De werkjes van de kwartiermeesterklas worden uiteindelijk gepresenteerd op een mooi gelakt knopenbord. Het vak van kwartiermeester is verzadigd van de oude ambachten, maar de opleiding gaat met de moderne tijd mee. Een urgente behoefte aan kwartiermeesters heeft vorig jaar geleid tot een grotere openstelling van de opleiding, waardoor er in een jaar 24 zijn ‘aangemaakt.’ Het opleidingstraject kost echter veel tijd, terwijl de vraag vooralsnog groot blijft, onder andere door de geplande komst van de nieuwe snelle aanvals- en onderscheppingsboten, de Frisc. Nieuwe wereld De telefoon rinkelt voortdurend bij bootsman Dennis Bouman en mensen lopen in en uit met vragen. Hij plant alle cursussen die de matrozen moeten doorlopen en het is nog een heel gepuzzel om genoeg bedjes op de schepen te regelen voor een vaarpraktijkperiode of marifoonsetjes voor een vaartocht met kleine vaartuigen. “Om de opleiding te korten, worden steeds meer modules uit de opleiding gehaald”, vertelt hij. Zo moet de matroos die de
Voortgezette Vakopleiding in wil, al zijn Militair Vaarbewijs 1 en 2 hebben gehaald. De opleiding begint dan met de navigatiemodule. “Als een matroos daar zijn eigen tijd al in investeert, dan zegt dat al iets over zijn motivatie”, aldus Bouman. Over het algemeen is de opleiding goed te doorlopen, maar de matrozen moeten er toch flink aan trekken. Vooral de matrozen die van de kleine bovenwatereenheden komen, hebben een beste uitdaging. “Die gaan vaak voor het eerst met een probe en een kelk van het olielaadtuig werken,” zegt Bouman, “en dat is toch een hele nieuwe wereld die voor ze opengaat.” Bouman meent dat zeker de matrozen van de hydrografische opnemingsvaartuigen echt even de boeken in moeten duiken om hun ‘grote-boten-kennis’ weer op te vijzelen. Omdat de klas gemengd is met duikers, mijnenjachtmatrozen en nauten uit de tuigploeg van de bevoorraders verschilt de ervaring en kennis van de cursisten behoorlijk. Veilig werken De kwartiermeestersopleiding is vooral praktijkgericht. De cursisten maken bijvoorbeeld een vaartocht in een paar werksloepen op het IJmeer en de Vechtplassen. “Ze leren met een walletje en een schouw te varen op binnenwateren, waarbij ze zelf moeten navigeren, de technische basis en de manoeuvreereigenschappen van de boot leren kennen en de reis moeten voorbereiden. Ze komen bruggen, sluizen en spoorbruggen tegen”, beschrijft de bootsman. Het belangrijkste waar het kader op let is veilig werken. Dat is
VoortgezetteVakopleiding nautische dienst vraagt meer eigen initiatief
De boeken in en dan de klas uit Werken met een probe en een kelk is voor de matrozen van de mijnendienst en hydrografische opnemingsvaartuigen compleet nieuw. 16
Het CZSK heeft er weer twaalf nieuwe kwartiermeesters bij. Alle cursisten zijn geslaagd.
“In de praktijk wordt er meer duidelijk dan met theorie”, aldus Bouman. De zeemanschapstrainer is daarvoor een ideaal hulpmiddel.
volgens Bouman de belangrijkste reden waarop mensen in het verleden uit de opleiding zijn gehaald. De kwartiermeester is toezichthouder aan dek en let op dat zijn ondergeschikten veilig werken. “Als er aan boord getakeld en gehesen wordt, moet hij er bij staan. Hij moet dus verstand hebben van takels en stroppen en deze kunnen controleren.” Naast een praktijk in de bewegende scheepssimulator De Bever op de NBCD-school, krijgen de matrozen een kraancursus in Rotterdam. Daarnaast besteedt een opleiding in Soesterberg aandacht aan de omgang met gevaarlijke stoffen en laden van containers. “De kwartiermeester moet ook goed leiding kunnen geven.” Door de toekomstige kwartiermeesters lessen te laten geven aan de Eerste Vakopleiding geeft de school daar al vorm aan. “De kwartiermeester moet het baasje zijn en geen matroos eerste klas meer. Die denkwijze moet hij kunnen laten zien.” aldus Bouman.
“De kwartiermeester begeeft zich aan boord in de publieke ruimte en hij heeft met iedereen wat te maken. Hij moet zijn mond dus wel durven opentrekken.” Zeemanschapstrainer Hoogtepunt van de opleiding is een bezoek aan de marine opleidingskazerne HMS Raleigh, nabij Plymouth, waar de matrozen grote zeemanschappelijke oefeningen houden op een trainer op het droge. “Hier moet eigenlijk al het geleerde samenkomen. Ze zijn allemaal een keer positiechef, chef doorhaalploeg en seingever. Olieladen over de bak, olieladen met de probe en NATO-B koppeling, lichte en zware lasten, ankeren, hier kunnen we al deze dingen examineren.” De instructeurs lieten eerst de ervaren matrozen de handelingen voordoen, zodat de hydrograaf- en mijnendienstmatrozen eerst konden meekijken. “Er is voor deze heren een wereld open gegaan”, kijkt Bouman terug. “Je kon goed merken dat met de praktijk er meer duidelijk wordt dan vergeleken met de theorie in de klas.” In de klas krijgen de cursisten alleen een film over de verschillende manieren van bevoorraden te zien. “Natuurlijk laten we de klas hier in Den Helder aan boord tijdens praktijklessen ook de leiding nemen om de positie op te tuigen, maar met een zeemanschaptrainer is de realiteit meer aanwezig.” In totaal hebben de cursisten 33 keer een bevoorrading op zee uitgevoerd, waarbij ook zogenaamde funnies zijn ingebouwd: “bijvoorbeeld een afstandslijn die plots losraakt, een emergencysix-procedure [noodprocedure, waarbij het tuig versneld moet worden teruggegeven, red.] of een overkant die geen actie onderneemt op fluitsignalen en niet tevoorschijn komt.”
“De kwartiermeester begeeft zich aan boord in de publieke ruimte en hij heeft met iedereen wat te maken” Het praktijkgericht opleiden is volgens Bouman zeker een vooruitgang. Op dit moment werkt een werkgroep het verder uit naar competentiegericht opleiden. Medio januari 2011 zal de eerste Eerste Vakopleiding ODND competentiegericht opgeleid gaan worden. In vervolg daarop zal ook de Voortgezette Vakopleiding ODND zo opgeleid gaan werken. Matrozen ODND met ambitie kunnen met zelfstudie alvast aan die competentie werken om hun kans op selectie voor de Voortgezette Vakopleiding te vergrootten. n 17
Langszij bij FS Jeanne d’Arc Het stationsschip van de Koninklijke Marine in het Caribische gebied, Hr.Ms. Van Speijk, oefent met de Franse helikoptercarrier FS Jeanne d’Arc nabij Saba. FS Jeanne d’ Arc is een helikoptercarrier met een lengte van 182 meter en is in staat om maximaal tien helikopters aan boord te nemen. De Jeanne d’ Arc was in het Caraïbische gebied om deel te nemen aan een grote internationale anti-drugsoperatie. De twee marineschepen troffen elkaar nabij de Sababank en voerde enkele communicatie- en manoeuvreeroefeningen uit. Ook maakte de boordhelikopter van Hr.Ms. Van Speijk diverse deklandingen op de Jeanne d’ Arc en een van de helikopters van het Franse marineschip voerde hetzelfde uit op Hr.Ms. Van Speijk. Nadat beide schepen hun waardevolle oefenprogramma afsloten met een sailpast, gingen ze weer verder met hun reguliere taak.
18
19
Maritieme bomruimers blazen 1000-ponder op
Big bang voor haven van IJmuiden Op zes mijl uit de kust van IJmuiden ligt een Amerikaanse duizendponder op de bodem. Kwartiermeester Johan Tilma probeert in de hoge golven via een tros de bijna twintig meter tellende afdaling naar het projectiel te maken. Onder zijn ene arm klemt hij ruim achttien kilo springstof, de andere hand heeft hij nodig aan het touw. Ondanks een uiterste krachtinspanning komt hij niet verder dan anderhalve meter onder de waterlijn. De stroming is te sterk. Tilma moet zijn missie afbreken. Tekst: Monique Van Rijen-Bos/Foto’s: Richard Frigge (AVDD)
Vanuit de rubberboot gaat Tilma naar de duizendponder op de bodem om er springstof aan te bevestigen. De Argus dobbert op de achtergrond.
20
De operatie vanaf het hevig deinende duikvaartuig Argus is ondanks de onbevredigende afloop niet voor niets geweest. In alle vroegte is de bom uit de IJmuider vissershaven gesleept. De zogenoemde Semi Armor Piercing-variant uit de Tweede Wereldoorlog, destijds bedoeld om met zijn dikke neus eerst beton of een dak te doorboren en dan pas te exploderen, is gewapend en dus gevaarlijk. “Bovendien is de ontsteker weggerot”, vertelt luitenant-terzee 1 Will Meurer. De commandant van de maritieme compagnie van de Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) legt uit dat je er daarom onder water niets mee kunt. Dus rest slechts een optie: weg met dat ding. Drijven Explosievenruimer schipper Cees Schouten inspecteert op ruim zes meter diepte nog één keer de bom, waarna er twee banden en een stevig net om worden gedaan. Iets dat uiterst behoedzaam gebeurt. Een ongelukkig contact met de staartontsteker kan immers tot ontploffing leiden. Dat is precies de reden waarom ieder (bom-)contact onder water geschiedt. Meurer: “Als we de handelingen boven water doen, ligt alles in een straal van 1300 meter in de gevarenzone. Dat betekent ook dat de gemeente dit omvangrijke gebied, waarin onder meer de Corus staalfabriek staat, moet ontruimen. Onder water vang je scherven en een drukgolf aardig af en reduceer je het effectgebied tot 250 meter.” Terwijl in alle vroegte al zo’n tweehonderd mensen uit de omgeving zijn geëvacueerd, zorgt de politie er tevens voor dat er niemand meer in het veiliggestelde gebied komt. In de haven zijn marinemannen druk doende en de duizendponder begint via een bevestiging aan hefballonnen te drijven. Meurer zetelt tijdens de klus in de Commandopost Plaats Incident. Daar bevinden zich ook brandweer, politie en de Gemeentelijke Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR). Gezagvoerder van de Argus, schipper Ate Steeman, houdt zijn militaire contactpersoon op de hoogte terwijl hij de bom uit de haven trekt. Enkele collega’s in een rubberboot fungeren als extra roerganger. Helaas trekt de wind aan, worden de golven steeds hoger en krijgt de Argus te kampen met enorme stuiptrekkingen. Bij het als scheepswrak Eveline gemarkeerde punt laten de duikers de bom zinken. “Dit is het spannendste moment van de operatie”, merkt luitenant-terzee 2OC Peter Schilt op, terwijl hij wat benauwd toekijkt. “De bom ligt nu wel onder het schip.” Dat de operatie op het randje is, erkent ook Steeman. “De weersomstandigheden maken het niet alleen marginaal voor het schip, maar ook moeilijk om de duik uit te voeren.”
“Als we de handelingen boven water doen, ligt alles in een straal van 1300 meter in de gevarenzone” Terwijl Schouten en EOD-collega sergeant Jack Leonhart de lading gereed maken om de bom op te blazen, waarschuwt Schild de omliggende schepen toch vooral op veilige afstand van één mijl te blijven voordat de gecontroleerde waterexplosie volgt. Maar de plof blijft uit. De door het weer ontstane stroming maakt het voor duiker Tilma onmogelijk de springstof te plaatsen. Hoewel de bom daar natuurlijk niet hoort, levert die gelukkig geen gevaar meer op voor IJmuiden. Dat de klus slechts gedeeltelijk viel te klaren, valt de marine niet te verwijten, maar wel de boot uit Newcastle. Als die zich gewoon had gehouden aan het verzoek later naar de IJmuider haven op te stomen, was de EOD-missie wel volgens plan en dus vóór opkomend tij afgerond. Maar ach, morgen is er weer een dag. Dan blijkt het laten ploffen van de bom nog slechts een fluitje van een cent. “Het was in een half uurtje gepiept”, zegt Steeman. “Het was een mooie zuil en een behoorlijke klap.” n
Schipper Cees Schouten en sergeant Jack Leonhart maken een explosieve lading gereed om het projectiel op te blazen.
21
Schipper Steeman (voor): “De weersomstandigheden maken het niet alleen marginaal voor het schip, maar ook moeilijk de duik uit te voeren.” (foto: Monique van Rijen-Bos)
Ombouw Diemaco Bij de productunit Specifieke Werkplaatsen van het Marinebedrijf is gestart met het modificeren van de Diemaco’s. In ongeveer vier jaar tijd worden 25.000 wapens voor alle krijgsmachtdelen aangepast aan de nieuwe eisen. Een flinke klus. Collega’s van het servicecentrum Klein Kaliber Wapens hebben ter voorbereiding een uitgebreide opleiding van de fabrikant Colt in Canada gehad. In onderstaand beeldverhaal worden de hoofdpunten van het modificatietraject voor het ‘persoonlijke’ wapen van defensie nader toegelicht. Tekst: Robert den Hartog/Foto’s: Frank van Biemen 1
6
4
Het servicecentrum Klein Kaliber Wapens van de productunit Specifieke Werkplaatsen neemt de aan te passen Diemaco’s in ontvangst. Na invoering in het Centrale Wapen Registratie Systeem worden de wapens gedemonteerd.
2
7
De grendelnokken van de afsluiter worden op scheurvorming onderzocht in een speciaal geoutilleerde (niet-destructief onderzoeks-)ruimte.
3
In de revisiefase inspecteert en kalibreert het centrum de afzonderlijke wapenonderdelen. Daarna krijgen de onderdelen verschillende oppervlaktebehandelingen. Dit varieert van het stralen van de lopen (foto 3), het ijzermangaanfosfateren van wapenonderdelen, het poedercoaten van trekkerhuizen (foto 5) tot het aanbrengen van de vuurselectie indicatie op het trekkerhuis.
5
22
in 10 stappen 8
De volgende fase betreft het monteren van de Operationele Aanpassingen Diemaco-ombouwkit. De loop wordt met behulp van speciale stands op de Intergrated Upper Receiver bevestigd. Deze wordt voorzien van een extensie waarop het plaatsen van onder andere snelrichtmiddel of modulaire voorste handgreep mogelijk is.
Op de 50 meterbaan schieten medewerkers van het servicecentrum alle wapens conform een inschietprocedure. De vuursnelheid wordt vastgelegd.
9
De volgende stap betreft het reinigen van de Diemaco’s. Daarna ondergaan alle wapens een laatste controle. De veiligheden van het wapen en het speelruimtepatroon worden gecontroleerd.
10
Het korrelvoetstuk wordt op de loop geborgd, waarna een technicus metingen verricht. Hij controleert de rechtheid van de loop.
Voordat de wapens worden geconserveerd en verpakt in daarvoor bestemde transportkisten worden de omgebouwde wapens in het registratiesysteem ingevoerd. Daarna worden de wapens verzonden naar het distributiepunt, dat ze op haar beurt verspreidt naar de gebruiker. 23
In Djibouti worden de tien piraten van ms Taipan van boord gehaald. Zij zullen worden berecht in Duitsland.
Skiffs kiezen vaak het hazenpad
Hr.Ms. Tromp terug in thuishaven Hr.Ms. Tromp nam van begin februari tot eind april deel aan de operatie Atalanta om koopvaardijschepen tegen piraten te beschermen. De missie is niet zonder risico’s. “Piraten zijn behoorlijk zwaar bewapend met antitankwapens, raketwerpers en zware mitrailleurs. Aan boord heerst altijd een zekere spanning als wij met scherp schieten,” zegt commandant kapitein-ter-zee Hans Lodder. “Tegelijkertijd zijn we hier natuurlijk professioneel op getraind. Tot nu toe bereiken wij hen eerder dan zij ons.” Tekstbewerking: Sharida van Wageningen/Foto’s: Hr.Ms. Tromp Tijdens de eerste actie van het LC-fregat werden drie bootjes met negen vermoedelijke piraten ontwapend. Na een mislukte piraterijpoging enkele dagen eerder, werd de piratengroep op 400 mijl van de Seychellen in samenwerking met Zweedse en Luxemburgse patrouillevliegtuigen ontdekt. Hr.Ms. Tromp kreeg de opdracht om de skiffs onschadelijk te maken. De boordhelikopter wist het tien meter lange moederschip te stoppen. Aan boord bevonden zich twee piraten. Mooie waterzuil De twee bijbehorende aanvalsskiffs met nog zeven verdachten werden tijdens de vervolgactie aangehouden door de UIM. Zij troffen zes AK-47 machinegeweren, een raketwerper met vier raketten en messen aan. Ook waren de aangehouden mannen in het bezit van ladders en satelliettelefoons die zij voor kapingen gebruiken. De goederen zijn in beslag genomen en de piraten zijn op hun moederschip op een bereikbare afstand van de Somalische kust van boord gezet. De twee skiffs zijn vernietigd.
Enkele dagen erna ontdekte het schip voor de derde keer een piratengroep. Op het moment dat deze wilden ontsnappen, zette de Tromp de achtervolging in. Toen zij het fregat opmerkten, zetten ze hun brandstof, wapens en ander materiaal over in een van de skiffs, waarmee ze er vandoor wilden gaan. De boordhelikopter legde dit vanuit de lucht vast en zette samen met een Rhib, de achtervolging in. “We hebben drie kistjes munitie vanuit de heli leeggeschoten”, vertelt de commandant. “De skiff trok zich daar echter niets van aan. Daarom hebben we een waarschuwingsschot gelost met het 127 millimeterkanon. Dat geeft een enorme knal en een mooie waterzuil. Zeer effectief.” Omdat alles in volle vaart gebeurde, er al wapens overboord werden gegooid vanuit de vluchtende skiff en de duisternis al ingevallen was, besloot de commandant omwille van de veiligheid van het scheepvaartverkeer de achtervolging af te breken. Uiteindelijk zijn met de tweede Rhib vier mensen aangehouden op het aangehouden moederschip.
24 24
Piraten vallen schepen aan vanuit een moederschip en met twee skiffs. De UIM heeft hier een moederschip zeker gesteld.
De zeerovers kunnen in een boot huiswaarts keren, hun aanvalsboten worden vernietigd.
Vanuit de boordhelikopter registreert men alle handelingen en de inventaris van de piraten. De informatie geeft veel inzicht in hoe de piraten werken.
Hr.Ms. Tromp lokaliseerde en ontwapende 83 piraten en vernietigde 13 skiffs Zelf aangevallen Na nog twee succesvolle acties ontdekte een Duits patrouillevliegtuig ook een moederskiff en twee aanvalskiffs in hetzelfde gebied. De Tromp hield zich op enige afstand om meer inlichtingen in te winnen toen plotseling de piraten de aanval inzetten. Ze braken die af zodra ze ontdekten dat ze een oorlogsschip wilden kapen. Toen de zeerovers wilden vluchten, kon de Tromp hen met waarschuwingsschoten stoppen. De aanvalsskiffs zijn vernietigd en de verdachten zijn op de moederboot gezet waarmee ze de kust kunnen bereiken. Hoogtepunt van de missie vormde de ontzetting van een Duits koopvaardijschip. Het was de eerste keer dat een Nederlands marineschip een gekaapt schip bevrijdt tijdens operatie Atalanta. Ms Taipan zond een noodsignaal uit dat zij werd aangevallen door piraten. De vijftienkoppige bemanning had zich teruggetrokken in een veilige ruimte aan boord. Bij een eerste verkenning vanuit de lucht bleek dat zich inderdaad piraten aan boord van het koopvaardijschip bevonden. De twee aanvalsskiffs van de piraten sleepten achter de Taipan. Het moederschip vluchtte nadat de Tromp waarschuwingsschoten loste. Toen de piraten zich na een waarschuwing niet wilden overgeven kwam het fregat in actie. De helikopter zette het team van de UIM aan boord van het gekaapte schip. De Tromp en de helikopter
vuurden op de brug van de Taipan om de piraten te verjagen. Na een vuurgevecht gaven de zeerovers zich alsnog over. Bij de actie raakte een marinier lichtgewond na een val. De bemanning van de Taipan bleef ongedeerd en het schip bleef in staat om zelf door te varen. “Mijn Duitse collega prees het moedige en effectieve optreden van onze marine”, aldus minister Maxime Verhagen van Buitenlandse Zaken. Ook de rederij heeft de marine bedankt voor de bevrijdingsactie. In een brief aan de commandant van Tromp spreekt de rederij van een grote overwinning voor de internationale strijd tegen de piraterij. “God zij dank dat deze paasmaandag op deze manier eindigde dankzij zeer moedige experts.” Tijdens deze actie zijn tien piraten gearresteerd. Zij zijn in Djibouti onder begeleiding van de Marechaussee van boord gegaan om met de KDC-10 van de luchtmacht te worden overgebracht naar Eindhoven. Zij zullen in Duitsland worden berecht. Hr.Ms. Johan de Witt is vertrokken uit de Helderse haven en heeft op 17 april de missie van Hr.Ms. Tromp overgenomen. Het LCF is op Koninginnedag weer binnengelopen in Den Helder. De bemanning is op de kade onderscheiden voor hun inzet. n 25
Charles Blonk wil sportieve uitdaging aan tijdens revalidatie
Klimmen na zware val “Ik heb de beste conditie sinds jaren en ik zit op een goed gewicht”, zegt luitenant-ter-zee 2OC Charles Blonk. Hij staat op en wankelt traag naar een tafel in de hoek om een krantenbericht te zoeken. Binnenkort gaat hij de Alpe d’Huez beklimmen om geld in te zamelen voor het KWF Kankerbestrijdingsfonds. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Charles Blonk Op zijn handbike. Blonk zit op zijn kantoor in gebouw Dwergstern. Net deze dag wordt hij geplaagd door de gevolgen van een zware antibioticakuur wegens een infectie in een van zijn benen. “Op 23 mei 2009 heb ik een ongeluk gehad met de parapent”, legt hij uit. Al achttien jaar beoefent hij deze sport en heeft de wereld over gereisd om boven de mooiste gebieden te vliegen. Op de bewuste voorjaarsdag hing hij boven Chamonix aan de voet van de Mont Blanc. Hij zocht naar een gebied dichter bij de berg met meer thermiek om een overland naar de volgende vallei te maken. “Ik kwam in een verkeerd gebied terechten de parachute klapte in. Ik kreeg de parapent weer vliegend, maar de parachute koerste meer naar de berg toe, tot ik 70 meter lager tegen een oude, dikke dennenboom vloog.” Hij hing daar op een meter of vijf boven de grond en wist direct dat het fout zat. “Beide benen zijn op meerdere plaatsen gebroken”, en hij wijst omzichtig van boven naar beneden de plaatsen aan. Sommige delen van het bot zijn flink versplinterd. Zijn knie is in vijf stukken gespleten. Ook zijn onderste ruggenwervels zijn beschadigd. “Ik had veel problemen om in de brancard te komen. Pas drie uur later lag ik in het ziekenhuis”, vertelt Blonk, “en daar ging het licht uit.” Gevecht met de rolstoel Stilzitten is niets voor Blonk en eigenlijk voordat er over revalidatie wordt gesproken, begint hij in zijn ziekenhuisbed al met kleine oefeningetjes. “Ik wilde in elk geval mijn armen al trainen voor de krukken”, zegt hij. In het revalidatiecentrum Heliomare begint pas echt een intensief programma. “In het begin was het een enorm gevecht om in de rolstoel te komen, maar omdat ik al vroeg was begonnen met bewegen, bleek ik toch een voorsprong te hebben opgebouwd bij de fysiotherapie.” De stijgende lijn bleef en Blonk kon al snel weer onbelast lopen in een zwembad. Dat is ook het moment dat hij aan fietsen ging denken. Uiteraard niet
op een gewone fiets, maar op de handbike. “Ik vond dat verschrikkelijk zwaar. Alles komt vanuit je armen.” Maar omdat hij redelijk snel kracht opbouwde, gaf de handbike hem de mogelijkheid om zijn wereld te vergroten. “Als je in je rolstoel blijft zitten, is je wereld wel heel erg klein”, vindt hij, en daarom zag hij erg uit naar zijn momenten op de fiets. De leenfiets bevalt hem zo goed dat Blonk besluit er zelf een aan te schaffen. Na een paar weken trainen wordt hij benaderd voor een nieuwe uitdaging. “Heliomare kwam met een initiatief om de Alpe d’HuZes te gaan doen.” Tijdens dit sportevenement gaan fietsers zo vaak mogelijk in een dag tijd de beruchte berg op voor het goede doel. Veertien kilometer alleen maar stijgen tegen tien tot twaalf procent. Heliomare had al een team samengesteld waar Blonk zeker in thuishoorde. “Als iemand het kan, ben jij het”, zeiden ze. Extra tandwiel De handbike is een totaal andere manier van fietsen, merkt Blonk op. “Je stuurt en draait met je handen en alleen op het voorwiel zit een rem”, legt hij uit. “Met je benen heb je drie tot vier keer zoveel kracht als met je armen.” Inmiddels lukt het hem om veertig kilometer te fietsen met een gemiddelde 23 kilometer per uur. Zijn doel is om minimaal één keer de berg op te komen. Alles wat hij verder komt, is mooi meegenomen. Daarvoor zijn nog wel enige aanpassingen nodig. “Op dit moment lassen we een extra tandwiel van een mountainbike op het frame, want wat er nu op zit is te zwaar. Als je voelt dat je gaat verzuren (of eigenlijk is dat zelfs al te laat), dan moet je een tandje terug kunnen schakelen.” Blijf in beweging Blonk is ondanks zijn zware fysieke beperking niet bij de pakken neer gaan zitten. Dat is misschien wel de belangrijkste boodschap 26
Marine ondersteunt ultraloop die hij heeft. “Blijf in beweging. Het bloed blijft stromen, je hartslag gaat omhoog en niets is zo motiverend als vooruitgang”, merkt hij. Behalve dat het Kankerfonds an sich een doel is dat veel mensen zal aanspreken, gaan de specifieke opbrengsten van het team van Heliomare naar onderzoek naar een revalidatieprogramma voor (ex-)kankerpatiënten. Blonks eigen ervaring kan het nut van dat onderzoek alleen maar onderschrijven. “Je hebt een trauma. Als je in je bed blijft liggen ga je piekeren. Als je rond racet – dat is leuk. Ik denk dat als mensen met chemotherapie eerder kunnen beginnen met bewegen, dat ze al snel een ritme opbouwen en dat het dan ook makkelijker vol te houden is.” Voor de race hoopt het team Heliomare € 30.000,- bijeen te brengen. “We zitten al op € 8.800,-”, zegt Blonk trots. “Niets is onmogelijk en we proberen van iets negatiefs iets positiefs te maken.” Zijn teamleden bestaan uit revalidatiegenoten met dwarsleasies, een kankerpatiënte, een jongen zonder been en iemand met een spierziekte. “Op die berg zijn profwielrenners stuk gegaan. Wij gaan hem nu bedwingen.” n
Tientallen lopers liepen begin april de Jan Knippenberg Memorial, een ultraloop over honderd Engelse mijlen (161 km) van Vlaardingen naar Den Helder. Voor sommigen een slijtageslag, voor anderen de uitdaging van het jaar. De Jan Knippenberg Memorial staat bekend als de langste strandloop ter wereld, met een uitdagend traject. De loop leidt over de ‘grens van land en water’ wat een mooie aanleiding vormde voor de marine om de duurloop te ondersteunen. Zo begeleidden veiligheidsvoertuigen de lopers over het strand en stonden langs de route mobiele (militaire) verzorgingsposten. Ook nam de marine met vier estafetteteams deel aan de ultraloop. De commandant Korps Mariniers, BRIGGENMARNS Rob Verkerk, gaf op vrijdagavond het startschot. De laatste lopers bereikten zaterdagmiddag de finish op Marine kazerne Erfprins.
Opening vaarseizoen Windkracht 3, laaghangende bewolking en af en toe een straaltje zon. Echt nautisch weer en ideale condities voor de Blauwe Wimpel, de jaarlijkse opening van het watersportseizoen van het KIM. De Adelborsten Roei- en Zeilvereniging (ARZV) organiseert jaarlijks de opening van het watersportseizoen bij de Koninklijke Marine Jachtclub op de Haukes. Het KIM hield wedstrijden in sloeproeien en met dragonboats. Daarnaast hadden de adelborsten Victoire-zeilboten tot de beschikking en konden ze kite- en windsurfen. Vooral bij de zeilboten speelt nautische vorming een rol: “Elke boot heeft een gebreveteerde schipper aan boord, die jongeren opleidt. Aan het eind van de zomer hopen we twintig nieuwe schippers te hebben”, aldus voorzitter KPLADB Tobia de Brouwer. Tijdens dit watersportevenement strijden het jongstejaar, het tweedejaar en het oudstejaar adelborsten om de Blauwe Wimpel. Het oudstejaar had de beste roeiers aan boord en kwam als winnaar uit de strijd. De LTZ’s 3 wonnen van de vaste staf van het KIM. Blonk hoopt uiteindelijk weer de parapent op te pakken. “Mijn vertrouwen heeft wel een knak gehad. Als dat niet terugkomt heb ik nog andere hobby’s genoeg.”
Voor meer informatie over de Alpe d’HuZes en mogelijkheden voor sponsoring van Charles Blonk zie: deelnemers.alpe-dhuzes.nl/acties/cblonk/team/donaties.aspx
Uitslagen NMK zaalvoetbal Dames: 1 CLAS; 2. KMar; 3. CLSK; 4. CSZK. Heren: 1. CLAS; 2. CZSK; 3. KMar; 4. CLSK. NMK volleybal Dames: 1. CLAS; 2. KMar; 3. CLSK; 4. CZSK Heren: 1. KMar; 2. CLSK; 3. CLAS; 4. CZSK
Sportkalender april-mei 2010
NMK Cross Korte afstand Veteranen 2: 1. Tjibbe de Vries, CLAS; 2. Frans Nieboer, DMO; 3. SMJRMARN Adrianus van Rooij, CZSK.
4-mei 7-mei 12-mei 19-mei 19-mei 20-mei 26-mei 27-28 mei 2-juni
Lange afstand Senioren: 1. CSGT Rick Hartogs, CLAS, KMA; 2. LTZ 1 Albert Timmers, CZSK; 3. KPL Gerrit te Grotenhuis, CLAS.
NMK/OMK inschrijven via intranet: inschrijvensport.intranet.mindef.nl PE inschrijven rechtstreeks bij de organisatie
NMK basketbal Heren: 1. KMar; 2. CZSK; 3. CLSK; 4. CLAS
27
OPEN Strandloop OPEN Rugby NMK Zwemmen OPEN ODL schieten geweer + pistool OPEN Atletiek NMK Geweer/Pistool MT Erfprinsloop OPEN Zeilen - Centaur NMK Triathlon OD - 1/8 - Tri togehter
KMar Den Haag KL NRC Amsterdam KLu KMA / NLDA Breda KL KLu KL KM KM KL
ISK Harskamp Atletiekveld Uden ISK Harskamp Erfprins Amstelmeer De Haukes Flevonice Biddinghuizen
Paddeltjes op bezoek De jongetjes en meisjes van het marine kinderdagverblijf Paddeltje hebben een bezoekje gebracht aan de marinehaven. Ze gingen langs de marinebrandweer waar de kinderen in een brandweerauto konden zitten. Wandelend langs de schepen keken de kinderen gefascineerd rond
en werd ze verteld op welke boot papa of mama aan het werk was. Bij de ziekenboeg mochten de kinderen plaats nemen in een echte ambulance: geweldig natuurlijk. De groep sloot uitje af in De Witte Raaf waar de logistieke medewerkers ze trakteerden op patat met appelmoes.
Kiel vierde patrouilleschip gelegd De kiel van het vierde en tevens laatste patrouilleschip van de Hollandklasse is in Roemenië gelegd. C-ZSK, VADM Matthieu Borsboom, voltrok op 9 april de kiellegceremonie in het bijzijn van onder andere directeur DMO Lex Hendrichs en directeur Damen Schelde Naval Ship building Hein van Ameijden. Het vierde patrouilleschip krijgt de naam Hr.Ms. Groningen. De Schelde bouwt het laatste patrouilleschip, net als het derde schip, nagenoeg geheel in Roemenië op de werf van Damen Shipyards Galati. In Vlissin gen wordt het schip voor overdracht gereed gemaakt en voorzien van Sensor-, Wapen- en Communicatie (SEWACO-) systemen. Het eerste patrouilleschip, Hr.Ms. Holland, is op 2 februari gedoopt. De doop van de Zeeland en Friesland staan gepland in het vierde kwartaal van 2010.
Contracten voor JSS ondertekend Brandweer en duikers marine werken samen De Duik- en Demonteergroep staat 24 uur per dag, zeven dagen in de week klaar om de brandweer in de kop van NoordHolland bij te staan. De Koninklijke Marine en Veiligheidsregio NoordHolland Noord tekenden 8 maart een overeenkomst die deze civiel-militaire samenwerking bezegelt. De duikers van de Duik- en Demonteergroep zijn gespecialiseerd in het onder water onschadelijk maken van explosieven. Nu nemen ze een nieuwe taak op zich. Bij waterongevallen in de kop van Noord-Holland rukken ze uit op verzoek van de brandweer. Daartoe staan ze in contact met de civiele meldkamer van de veiligheidsregio. De Duik- en Demonteergroep is binnen de veiligheids-
regio een van de drie hulpverlenende duikteams; de andere twee zijn ondergebracht bij de brandweer Heerhugowaard en de brandweer Hoorn. Voor de marine biedt de samenwerking gelegenheid om bij te dragen aan civiele hulpverlening. Voor de veiligheidsregio is de overeenkomst een kans om te profiteren van de expertise van de Duik- en Demonteergroep, die ook een rol gaat spelen op het gebied van de coördinatie van brandweerduikteams. De overeenkomst werd getekend door de directeur Operaties van het CZSK, BRIGGEN MANRS Rob Verkerk en de regionaal commandant Robin Burgering van Veiligheidsregio Noord-Holland Noord.
28
Voor de levering en installatie van de geïntegreerde mast voor het Joint Logistic Support Ship hebben Souschef Verwerving DMO Ad van de Geijn samen met de nieuwe directeur van Thales Nederland, Gerben Edelijn, het contract ondertekend. Beide heren tekenden ook een overeenkomst voor het niet-roterende Identification Friend or Foe (IFF)-systeem, dat onderdeel uitmaakt van de mast. De mast voor op het JSS is te vergelijken met de mast die geplaatst wordt op de vier patrouilleschepen. Het casco van de integrated sensor and communication suite (ISCS) I-mast 400, zoals de naam van de high-tech mast luidt, wordt bij het Marinebedrijf in Den Helder gebouwd. Het maken van de systemen neemt Thales voor haar rekening. De ingebruikname van het JSS staat gepland voor 2014, vlak daarvoor wordt de mast met de systemen aan boord geplaatst en aangesloten. De geïntegreerde mast is uitgerust met de nieuwe Smile, een niet-roterende rondzoekradar voor de langere afstand die het luchtbeeld opbouwt. Het middenstuk biedt plaats aan de Seastar voor de beeldopbouw van de oppervlakte, die een iets kleiner bereik heeft en met zijn resolutie zelfs in de golven kan kijken. Daar zit ook het geïntegreerde communicatieantennesysteem. Op de hoeken zit het Gatekeeperdetectiesysteem, dat slimme algoritmes loslaat op camera- en infraroodbeelden om de directe omgeving van het schip in de gaten te houden. Met behulp van het IFF kan de bemanning beoordelen of gedetecteerde doelen vrienden of vijanden zijn.
Landdag Logistieke Dienst Woensdag 23 juni wordt voor de onderofficieren Logistieke Dienst de Landdag georganiseerd in het Multifunctioneel Centrum in gebouw Albatros. Ontvangst in de Albatros vanaf 8.30 uur, einde 17.30 uur. Tenue DT1/6. Opgave voor deelname uiterlijk 1 juni via de mail bij de chef der equipage OKM, SAOO2 LDA Peter Bronkhorst (P.Bronkhorst@ mindef.nl)
Rijopleiding heeft nieuw gebouw Gebouw Atlantis, de nieuwe omkleedruimte van het Opleidings- en Trainingscentrum Rijden in Oirschot, is in gebruik gesteld door commandant KOL Willem van den Bos (CLAS) en hoofd Opleidingen Koninklijke Marine, KTZ Frank Foreman. Dit moderne gebouw is mede met marinegelden via de Dienst Vastgoed Defensie opgericht en
dient als omkleedruimte na oefeningen van het doorwaden met KM-voertuigen, zoals de Landrover (LARO-Duck), Scania en de Viking. Met gebouw Atlantis is een grote wens van de rijinstructeurs van het korps, het (A-1) marinierspeloton, in vervulling gegaan. Het is nu aan de eenheden, om van deze faciliteiten gebruik te gaan maken
274 maakt meeste vlieguren Tijdens de halfjaarlijkse Multilateral Lynx Support Committee (MLSC) in het Braziliaanse Buzios, heeft Nederland de Six Months Trophy ontvangen voor de meest gevlogen vlieguren in het afgelopen halfjaar per afzonderlijke helikopter. De Lynx-helikopter met registratienummer 274 maakte de afgelopen zes maanden 368,8 vlieguren en werd hiermee de meest ingezette Lynx van alle gebruikers. KLTZ Henry Jongeleen, hoofd sectie Maintenance Engineering Maritieme Luchtvaartuigen van de afdeling Maritieme en Onbemande Luchtvaar tuigen (M&OL) van de DMO nam de Six Months Trophy in ontvangst. De MLSC is een internationaal materieellogistiek samenwerkingsverband van negen gebruikers van de Lynx-helikopter. Naast Nederland zijn de andere gebruikers Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Noorwegen, Denemarken, Brazilië, Portugal en Zuid-Korea. Het comité is bedoeld voor de onderlinge uitwisseling van kennis, ervaring en waar nodig en mogelijk ook reserveonderdelen.
OCAMFIB ondersteunt opruimactie in de Slufter Elk jaar op de laatste zaterdag van maart staat bij het Staatsbosbeheer Texel de grote schoonmaak van natuurgebied de Slufter op de kalender. Dit werd dit jaar, naast de 32 vrijwilligers, gedaan door bemanningsleden van de Joost Dourleinkazerne. De kazerne heeft twee BV’s beschikbaar
29
gesteld voor deze opruimactie. Na drie uur schoonmaak bleek ruim 1400 kg afval te zijn geborgen. Het afval werd met de BV’s naar een verderop gelegen afvalcontainer gebracht. De Slufter raakt vooral vervuild als gevolg van overboord gedumpt afval dat door wind en tij wordt meegevoerd.
Officiersklas vaart mee met Van Amstel De cursisten van de Hogere Defensie Vorming maken jaarlijks een kennismakingsrondje langs de krijgsmachtdelen. Na eerdere bezoeken aan de KMar, het CLAS en het CLSK kwam ook het CZSK aan de beurt. De Hogere Defensie Vorming is een interne loopbaanopleiding, die wordt uitgevoerd door het Instituut Defensie Leergangen, onderdeel van de Nederlandse Defensie Academie en vormt studenten in rang van majoor of LTZ1 om te functioneren in hogere- en topmanagementfuncties
binnen defensie. Na ontvangst door de PC-ZSK, GENMAJMANRS Ton van Ede, brachten de officieren en burgermedewerkers de dag op zee door aan boord van Hr.Ms. Van Amstel die als sparringpartner fungeerde voor Hr.Ms. Zuiderkruis. De bevoorrader is bezig met haar opwerktraject en werd uitvoerig getest door de seariders van Sea Training Command. De schepen laadden olie op zee, schoten met de Goalkeeper en voerden een luchtverdedigingsoefening uit met Nederlandse F-16’s.
Aspirant-officieren ontvangen certificaat Na elf maanden behoorlijk buffelen om de eindstreep te halen kunnen de mariniers van de POTOM weer even rustig adem halen. Veertien van de veertig aspirant-officieren hebben het certificaat voor het succesvol afronden van de Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers ontvangen. Tijdens de opleiding lag de nadruk op fysieke kracht, uithoudingsvermogen, tactische vaardigheden en leiderschapskwaliteiten. “Net voor de eindoefening vielen nog drie cursisten af”, vertelt het hoofd van de opleiding, MAJMARNS Kees Schellens. “We stellen hoge eisen aan elke officier. Dit zijn de jongens die straks in een missiegebied zelfstandig een peloton moeten leiden. Verantwoordelijk voor de veiligheid van dertig mariniers, moeten zij blind kunnen vertrouwen op hun kennis en competenties.”
Assault Engineers leren misleiden In het eerste kwartaal van dit jaar volgden twaalf mariniers de opleiding Assault Engineer bij het Opleidings en Trainings commando Genie/ Mijnen en Spring middelen in Reek. Tijdens de opleiding krijgen de mariniers meerdere onderwerpen behandeld, waaronder vernielingen, mijnen en search. Als er geen herexamens zijn, blijft er af en toe wel eens een paar uur over en is er tijd voor iets extra’s. In deze opleiding besteedden de cursisten aandacht aan camouflage en misleiding. Tijdens de les camouflage en misleiding hebben de mariniers eerst een stuk theorie gevolgd van de
AOO Rob Thijssen. ‘s Middags volgde een stuk praktijk waarin een MB en een truck werden gecamoufleerd. In het kader van misleiding bouwden ze een BV 206 na. Elk
jaar leidt het instructiepeloton gemiddeld 24 mariniers op die na het behalen van het certificaat weer terug gaan naar hun eigen eenheid in Doorn of Den Helder.
Jaarlijkse herdenking overleden personeel Op 27 mei zal een herdenkingsbijeenkomst bij het brugcomplex van ex-Hr.Ms. De Ruyter nabij het Marinemuseum in Den Helder plaatsvinden. Met de herdenking wordt respect en waardering aan de overleden medewerkers van de Koninklijke Marine betuigd en medeleven en steun aan de nabestaanden geuit. Tijdens de herdenkingsdag worden de actief dienende militairen en burgermedewerkers van het CZSK herdacht die tussen 1 mei 2009 en 1 mei 2010 zijn overleden. De nabestaanden, commandanten/diensthoofden en chef der equipages ten tijde van overlijden van de medewerker in het voorgaande jaar zullen een uitnodiging ontvangen voor de herdenkingsdag. Op 29 mei 2008, tijdens de eerste herden-
kingsdag van het CZSK, zijn alle in actieve dienst overleden militairen en burgermedewerkers vanaf 5 september 2005, de oprichtingsdatum van het CZSK, herdacht. Nabestaanden die hebben aangegeven ook in de toekomst deel te willen nemen aan de herdenking, zullen dit jaar wederom een uitnodiging ontvangen. De herdenking zal beginnen met een ontvangst in gebouw Dukdalf van 10:00 tot 10:50 uur. Van 11:00 tot 11:30 uur zal de herdenking plaats vinden. Tijdens de herdenking zal er door de C-ZSK en vertegenwoordigers van de nabestaanden een krans worden gelegd. Aansluitend bestaat voor nabestaanden en belangstellenden de gelegenheid bloemen te leggen waarna aan hen een lunch zal worden aangeboden in
30
gebouw Dukdalf. Mocht u als belangstellende aanwezig willen zijn tijdens de herdenking, dan wordt u verzocht vooraf contact op te nemen met Joke Diekerhof, telnr.: 0223 654844.
PC-ZSK bezoekt België Op uitnodiging van Deputy Admiral Benelux (DABNL), DAM Robyns, heeft de PC-ZSK, GENMAJMARNS Ton van Ede, een bezoek gebracht aan de Belgische Marinecomponent. Het CZSK werkt, in het kader van de Belgisch Nederlandse samenwerking (BENESAM), intensief samen met België. Zo is de planning en uitvoering van maritieme operaties volledig geïntegreerd. Daarnaast is de samenwerking in de ondersteunde processen, mede door de aankoop van twee M-fregatten door België en het samen uitvoeren van de moderniserering van de mijnenjagers, zich verder aan het verdiepen. Ook op opleidingsgebied wordt er intensief samengewerkt op de NederlandsBelgische Operationele School te Den Helder, de Belgisch-Nederlandse Mijnen bestrijdingsschool Eguermin te Oostende en het Belgisch-Nederlands Departement Catering te Brugge. De generaal bezocht onder andere de MOST en NAVLOG in Zeebrugge. Sinds december 2008 werken negen medewerkers van MATLOG en Hr.Ms. Schiedam en twee mensen van het Marinebedrijf aan het benoemd onderhoud van Hr.Ms. Schiedam. Ook bekeek Van Ede het Competentiecentrum Belgisch-Nederl ands Departement Catering te Brugge en de mijnenbestrijdingsschool Eguermin in Oostende.
Koningin stapt aan boord Johan de Witt Hare Majesteit de Koningin heeft in Den Helder een werkbezoek gebracht aan Hr.Ms. Johan de Witt. Koningin Beatrix werd daar geïnformeerd over de Nederlandse deelname aan EU-operatie Atalanta. Zij heeft een presentatie van de marinestaf bijgewoond over de bijzonderheden van de missie. Aansluitend sprak zij met bemanningsleden van Hr.Ms. Evertsen over hun ervaringen. Dit schip nam afgelopen najaar deel aan de EU-operatie. Bemanningsleden van de Johan de Witt vertelden vervolgens hoe zij zich voorbereiden op de missie. Medio april heeft het Landing Platform Dock de taken overgenomen van Hr.Ms. Tromp.
Veiligheid & Vakmanschap in Harderwijk Het Regionaal opleidingcentrum Landstede Harderwijk start in september de opleiding Veiligheid & Vak manschap. Deze vervangt de huidige opleiding Medewerker Vrede & Veilig heid en het Oriëntatiejaar Koninklijke Landmacht. Bij deze opleiding staan de functies bij defensie centraal. Voorheen volgde de student een opleiding met een militaire component. De niveau 2-opleiding duurt anderhalf jaar en bereidt scholieren voor op een functie als beroepsmilitair bij de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine of het Korps Mariniers. Opleiding coördinator Sven van Emmerik: “De opleiding is met name geschikt voor die jongeren die nog te jong zijn om als militair aan het werk te gaan, fysiek en mentaal sterker willen worden, of eerst meer willen weten over waar ze willen werken: in de techniek of in een gevechtsfunctie.” De niveau 3-opleiding (2,5 jaar) is bedoeld voor jongeren die leiding willen geven. Met het diploma kunnen ze aan de Koninklijke Militaire School of bij de Koninklijke Marine de onderofficiersopleiding volgen. Komend schooljaar biedt het ROC vooralsnog alleen de infanteriefuncties (gevechtsberoepen),
het jaar erna breidt dat uit met andere functies, waaronder de technische beroepen. Wel is komend schooljaar bij Landstede de mbo-opleiding mechatronica - aangevuld met militaire componenten - te volgen. Deze opleiding is met name geschikt voor die student die een technisch beroep ambieert bij de Koninklijke Marine of Koninklijke Luchtmacht.
Veldzakboekjes nieuwe stijl Compact, handig, makkelijk in gebruik en stevig. Zo omschrijft het Maritiem Doctrine en Tactieken Centrum de eerste uitgave van een serie veldzakboekjes die op nieuwe leest zijn geschoeid. Omdat zakboekjes bij defensie onder de meest uiteenlopende
omstandigheden worden gebruikt – van op zee tot in de jungle, van in de bergen tot in het veld – is de uitgave in kunststof in plaats van op papier. Daardoor zijn de boekjes watervast. Ook zijn ze voorzien van twee stevige ringen voor extra stevigheid.
Demissionair staatssecretaris De Vries ontving in Suriname het eerste exemplaar.
31
* Op 9 april heeft KTZ Sjoerd Both de functie van Universitair Hoofddocent Zeeoptreden bij de Faculteit Militaire Wetenschappen in Breda overgedragen aan KLTZ mr. Niels Woudstra. KTZ Both gaat de komende maanden op uitzending naar de Golf van Aden en het westelijk deel van de Indische Oceaan. Hij gaat daar aan de slag als chef staf en deputy commander van TF 151 aan boord van het Zuid-Koreaanse vlaggenschip ROKS Gang Gam-Chan. De staf, onder leiding van een Zuid-Koreaanse admiraal, bestaat uit Koreaanse, Turkse en Amerikaanse officieren. Woudstra neemt de functie van Both waar gedurende diens uitzending en lost hem af na de zomer.
* AOOMARNALG Boudewijn Schoofs heeft uit handen van de directeur van het CIMIC Centre Of Excellence, KOL HansJuergen Kasselmann het Duitse erekruis in brons ontvangen. Schoofs ontving deze onderscheiding wegens zijn inzet op het gebied van multinationale samenwerking en zijn bijzondere vakkennis binnen de training- en opleidingsbranch van het CIMIC Centre.
* CDR Frank Sijtsma, nu werkzaam als Souschef Operationeel Beleid bij de defensiestaf, wordt in mei Souschef Internationale Militaire Samenwerking van de defensiestaf. Hij volgt CDR Michiel Hijmans op, die de functie gaat vervullen van Commander Standing NATO Response Force Maritime Group-2. * Begin april zijn er de nodige wisselingen aan de top van het duikbedrijf geweest. KLTZ Gerard Hekkers is commandant geworden van de Defensie Duikschool die onder leiding stond van LTZ1 Marcel Fiévez. KLTZ Bart Visser nam de functie als commandant Duik- en Demonteergroep van Hekkers over.
* SAOO 1 MARNALG Hans Veldhuis is in Afghanistan benoemd tot korpsadjudant en is als chef der equipage van het Mariniers Trainings Commando afgelost door SAOO 2 MARNALG Jan Hardeman. Op vrijdag 26 maart heeft de functieoverdracht van chef der equipage MTC plaatsgevonden. Veldhuis verbleef sinds begin november in Afghanistan, waar hij tot medio maart de functie van Contcoadjudant heeft vervuld. Na een maand in het uitzendgebied nam Veldhuis de functie van chef der equipage Korps Mariniers (korpsadjudant) op zich. Hardeman heeft kortgeleden als compagniesadjudant van 22MARNSCIE zijn uitzending in Uruzgan voltooid.
* LTZ 2OC Maartje van der Maas is onderscheiden voor haar bijdrage aan de missie EUSECFIN in Congo. Generaal Jean-Paul Michel roemde haar kwaliteit van dienst, met name tijdens de operatie Karibu Ku Jeshi, waarbij de gewapende groepen van noord en zuid Kivu geïntegreerd moeten worden in het Congolese leger. Van der Maas is eind april weer teruggekomen bij de redactie van Alle Hens.
* De adelborsten op het KIM hebben afscheid genomen van ‘hun’ chef inwendige dienst, SMJRMARNALG Ed Baaij. Afgelopen drie jaar zag hij toe op de dagelijkse orde op het KIM en was hij voor de adelborsten de eerste onderofficier waarmee ze intensief mee te maken hadden. “Ik vond het belangrijk om hen een goede maritieme vorming mee te geven en hen de tradities van de Koninklijke Marine bij te brengen”, zegt hij terugkijkend op zijn functie. “Het werken met jonge mensen houdt jezelf jong. Ik zag de adelborsten dingen doen, die ik zelf ook heb gedaan toen ik jong was. Ik zag mezelf daarom vaak ook als super-oudste jaar in plaats van hun chef.”
de deadline voor het aanleveren van artikelen voor het juninummer
HEEFT U EEN ADRESWIJZIGING?
van Alle hens is
KIJK HIERVOOR IN HET COLOFON
maandag 10 mei 2010
32
Vliegtuig stort neer Een privévliegtuig met drie inzittenden is voor de kust van Bonaire in de problemen geraakt met een van de motoren en is uiteindelijk in zee gestort. Het toestel, een Piper Seneca, vloog van Curaçao naar Sint Maarten en kreeg onderweg problemen met een motor. Daarop keerde het vliegtuig weer terug, maar kon Curaçao niet meer bereiken. De drie inzittenden, de piloot, de co-piloot en een passagier, wisten het toestel te verlaten en reddingsvesten om te doen. Het kustwachtpatrouillevliegtuig Dash-8 werd meteen ingezet om het vliegtuigje op te sporen, nadat er een melding van de luchtverkeersleiding op Curaçao binnenkwam. De drie mannen van Nederlandse nationaliteit die vanuit Curaçao naar St. Maarten vlogen, wisten uit het toestel te komen en werden door de Panter aan land gebracht. “Toen we in die boot zaten voelden we de haaien gewoon tegen de onderkant van de boot
duwen. Als we die boot niet hadden gehad, hadden we hier nu niet meer rondgelopen”, verklaart piloot Gerard Geenen enkele dagen later op Versgeperst.com.
De drie inzittenden van het neergestorte vliegtuig bij aankomst op de Nieuwe Werfin Suriname het eerste exemplaar.
C-ZSK bezoekt de west De C-ZSK, VADM Matthieu Borsboom, heeft zijn eerste werkbezoek gebracht aan Marinebasis Parera. Na het kennismakingsbezoek aan de Gouverneur van de Nederlandse Antillen, Frits Goedgedrag werd de admiraal samen met de krijgsmachtdeeladjudant Jules de Bree ontvangen op Marinebasis Parera door de CZMCARIB, CDR Peter Lenselink. Daarna werd de C-ZSK bijgepraat over operaties van defensie in het Caraïbisch
Gebied en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Naast bijwonen van verschillende briefings, nam Borsboom ook de tijd om in gesprek te gaan met militairen geplaatst op Curaçao. De Bree voerde gesprekken met onderofficieren. De C-ZSK bezocht verder de Marinierskazerne Savaneta op Aruba. Daar maakte hij kennis met de Gouverneur van Aruba, Fredis Refunjol, en voerde hij gesprekken met officieren en onderofficieren.
VADM Borsboom bekijkt het onderhoud van de Superrhibs in de polyesterwerkplaats op Parera.
33
Gezamenlijke actie voor school Bemanningsleden van Hr.Ms. Van Speijk verruilden gedurende twee dagen hun marineschip voor het vaste land van Sint Maarten. Niet voor ontspanning, maar om zich in te zetten voor een goed doel. De Prins Willem Alexander school werd door de bemanning stevig onder handen genomen. De actie was een mooi voorbeeld van een geslaagde samenwerking tussen de Koninklijke Marine, het Steunpunt Sint Maarten van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en de vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen. De bemanning van het Westschip koos de school voor moeilijk lerende kinderen als goed doel tijdens hun Westterm en ging direct aan de slag. De kustwacht droeg haar steentje bij door het leveren van de nodige transportmiddelen voor het vervoer van de klussende bemanningsleden naar de school. De vestiging Philipsburg van de vertegenwoordiging van Nederland in de Nederlandse Antillen stelde het geld beschikbaar voor de aankoop van de materialen. “Ik ben blij dat we veel handen ter beschikking hebben gesteld voor dit goede doel. Het was een mooi staaltje van interdepartementale samenwerking”, aldus de commandant, KLTZ Peter Reesink.
Oude bekende op Hr.Ms. Van Speijk
‘Go Fast’ voor gouverneur van Aruba
Oud-minister van Defensie, Henk Kamp, heeft een bezoek aan Hr.Ms. Van Speijk gebracht. Het stationsschip lag voor een recreatieperiode afgemeerd in de haven van Bonaire. De commissaris voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba is op dit moment op Bonaire geplaatst om de overgang naar de toekomstige positie van de eilanden al bijzondere gemeenten van Nederland te begeleiden. “Welkom op Bonaire! Het is goed om de Koninklijke Marine hier te zien”, aldus Kamp, die samen met zijn vier gasten werd rondgeleid door het schip.
Het Maritiem Doctrine en Tactieken Centrum heeft in samenwerking met CZMCARIB het working paper Go Fast samengesteld. Dit working paper beschrijft in hoofdlijnen de drugsbestrijdingoperaties in het Caraïbisch gebied en het westelijk deel van de Atlantische Oceaan en welke bijdrage de marine daarin specifiek heeft. Ook zoomt de publicatie in op de succesvolle samenwerking binnen de Joint Interagency Task Fource South
Wisseling van de wacht Jan Persoon heeft het voorzitterschap van zeemanskoor Overal overgedragen aan Henny Langenberg. Henny was al lid van Overal en is een van de accordeonisten. Tijdens de veteranendag van de Koninklijke Marine zal Overal te beluisteren zijn.
Onthulling Gedenkteken Luchtvarenden Donderdag 27 mei wordt het Gedenkteken Luchtvarenden op het terrein van de voormalige Vliegbasis Soesterberg onthuld door de C-LSK, LTGEN Jac Jansen. Met dit gedenkteken worden alle Nederlandse militairen van de militaire luchtvaart herdacht die door oorlogshandelingen of een luchtvaartongeval zijn omgekomen in hun
luchtvaartuig als direct gevolg van de uitvoering van hun dienstopdracht. De namen van de militairen van de Militaire Luchtvaart Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, de Marine Luchtvaart Dienst en van het Wapen der Militaire Luchtvaart/ Afdeeling Militaire Luchtvaart en de Koninklijke Luchtmacht van diegenen aan wie het monument is opgedragen zijn te vinden via www.luchtmacht.nl/historie. Nabestaanden worden uitgenodigd bij de onthulling van dit gedenkteken aanwezig te zijn. Dit kan door bij voorkeur per e-mail naam, adres, woonplaats en relatie met de omgekomen militair door te geven aan
[email protected]. Indien u geen toegang hebt tot internet kunt u ook een brief sturen aan Kabinet der Luchtstrijdkrachten, Onthulling gedenkteken, Antwoordnummer 12013, 4800 VD Breda. Bij dit antwoordnummer kan ook algemene informatie worden opgevraagd over de namenlijst. * 1 juni: Herdenking Groningse gesneuvelden Nederlands Indië en Nieuw-Guinea in
34
(JIATFS), een internationaal en interdepartementaal samenwerkingsverband om drugsstromen vanuit Zuid-Amerika richting de Verenigde Staten, het Caraïbisch gebied en Europa in te dammen. Op het seindek van het Multipurposefregat, dat ander halfjaar geleden als stationsschip de grootste drugsvangst ooit in het Caraïbisch gebied op haar naam zette, ontving de Gouverneur van Aruba, Fredis Refunjol het eerste exemplaar.
de periode 1945-1962. Locatie: Provinciaal Indië-Monument, Begraafplaats Selwer derhof, Iepenlaan 204 te Groningen. Ter nagedachtenis van personen uit de provincie Groningen die in Nederlands Indië en Nieuw-Guinea in de periode 1945-1962 zijn omgekomen. Aanvang plechtigheid: 14:30 uur, einde: 15:30 uur. Contact: G. Tigchelaar, telnr.: 050 5775818/ 06 21562673, Siersteenlaan 468-41, 9743 ES Groningen, of E.K. Hansen, telnr.: 050 8503837/ 06 29386449, Van Loghemstraat 18, 9731 BM Groningen. * 15 juli: 20 jaar MOST. Locatie: MOST gebouw (G2) op de marinebasis Zeebrugge, Graaf Jansdijk 1, 8380 Zeebrugge, België. Ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan van de MOST zal een receptie en lunch plaatsvinden voor alle seariders die bij de MOST gediend hebben. Alle niet persoonlijk aangeschreven seariders kunnen een uitnodiging verkrijgen door voor 1 juni contact op te nemen met de secretaresse MOST, telnr.: 0032 (0)50558795 of email:
[email protected]
Rubriek: mensen & mutaties
offIcieren
Bevorderingen KTZAR R.J. Paauw, KLTZAR H.P. Dinkelberg, KLTZ M.G. Eykelenboom, MAJMARNS R.A. Docter, LTZT 1 G.A. Smits, LTZ 1 W.A. Tol, KAPTMARNS R.A.C. Bosch, KAPTMARNS H.J.C. Gillissen, LTZE 2 OC G. Latumeten, LTZW 2 OC K.A. Matze, LTZ 2 OC A.H. Nieuman, LTZ 2 F.J.M. Bakker, LTZ 2 W.A. Beemsterboer, LTZ 2 C.D.E. Tsirikidis. Dienstverlaters KAPTMARNS A. van den Berg, LTZE 2 OC A.A. Brouwer, LTZ 2 OC D.N. Kovtunenko, LTZ 2 OC J.C. Odinga, LTZ 2 OC P.J. van Poppel.
OnderoffIcieren Bevorderingen AOOODOPS R. Fouwels, AOOWDE P.J. Groffen, AOOODVB J.G.M. Hendrix, AOOMARNALG J.F.M. Jansen, AOOBDSD P.H. Knol, AOOMARNVB M.C.T.M. Mooren, AOOODND E. Ridderbos, SMJRMARNALG A. Bogaard, SMJRTDW M.E.M. Boon,
SMJRLDV S.V. Daaleman, SMJRMARNALG E. Haxe, SMJRWDS R.P. Knol, SMJRTDE H. Kuiperij, SMJRLDV S.G.J.T. Meijers, SMJRODVB R.P.C. Moerenhout, SMJRODVB R.E. Smith, SMJRLDGB M.P.A.H. Stevens, SMJRLDA F.J. Theunissen, SMJRMARNALG P.D.C. Veeke, SMJRMARNALG L.H. Verduin, SGTMARNALG N.P.J. Baar, SGTODOPS B. Bergsma, SGTWDS H.G.C. Bos, SGTODVB B. Brouwer von Gonzenbach, SGTLDV L. Dekker, SGTLDV A.J. Dijk, SGTLDGD A.J. Huisman, SGTODOPS J.H. Kansen, SGTWDV M.A. Keidel, SGTLDGD T. Laauwen, SGTMARNVB M. Lis, SGTLDGD C.A. Pijper, SGTMARNVB E.A.A. Verheijen, SGTODND D.C. Wiel, SGTWDV E. Wit, SGTMARNALG K.C.P. Zijl, KPLLDV F.S. Rambelje. Dienstverlaters AOOTDW G.J.T. Dreuning, AOOODVB W. Lange, AOOMARNALG R. van der Ploeg, AOOMARNALG F.J. Smiet, SMJRODOPS A.J. Dijkhuizen, SMJRODOPS W.A.H. Frost,
SMJRTDW J.P.H. van Gestel, SMJRLDA J.J. van den Oever, SMJRLDA J. Petersen, SMJRTDW H.J. Waaijerink, SGTODOPS A.J. Pater, KPLWDS A.C. Bot, KPLWDS B.C. Terlouw, KPLODOPS M. de Vries.
MANSCHAPPEN Bevorderingen MATR 1 OD N.G.K. Beentjes, MATR 1 OD J. Gijsbers, MATR 1 LDV M.P. Irimies, MATR 1 OD A.J. Jager, MATR 1 LDV R. Kamst, MATR 1 OD J. Linssen, MATR 1 LDV R.P. Noordveld, MATR 1 OD T.H.J. Ruijter, MATR 1 OD R. Stamkot, MATR 1 LDV M. Verkleij, MATR 1 OD P. Versteeg, MATR 1 OD L.H.E. Visser, MATR 1 OD J. Wolf, MATR 1 OD R. Zweers. Dienstverlaters MARN 1 ALG P. van Duijn, MATR 1 LDV H.H.M. Elsinga, ADBZ D. Franke, ADBZ R.A. Hakkoer, ADBZ R.J. Koopman, ADBZ F. Papenhuijzen, MARN 1 ALG R.C.A. van de Ven, MATR 1 LDV S.M.T. Vijver, MATR 1 TD S.J. van Vliet,
MATR 1 LDV M.H. de Vries, MATR 3 OD R. Bakker, MARN 3 ALG J. Brand, MATR 3 LDA R. Denekamp, MARN 3 ALG G.G. van Dijk, MARN 3 H. van Dooren, MARN 3 ALG L. Eickholt, MARN 3 B. Giesbert, MARN 3 ALG R.N.M.E. Groothausen, MARN 3 ALG J.H. van den Ham, MARN 3 ALG M.R. Hendriks, MARN 3 ALG M.L. van Heusen, MARN 3 ALG W.L.L. Janmaat, MATR 3 LDA S.M.C.A. Keerssemeeckers, MATR 3 BDAMNT K. Matai, MARN 3 J.M. Mertens, MARN 3 ALG R.S. Moerman, MATR 3 LDA R. Nentjes, MARN 3 ALG W. Ronner, MATR 3 WDS J.S. Spek, MATR 3 TD R. Sterk, MARN 3 ALG J.C. van Straalen, MARN 3 ALG F.E.R. Strijder, MARN 3 ALG G. Tijssen, MARN 3 ALG R. Westenbroek, MARN 3 ALG R.E.H. Wijnberg, MARN 3 ALG T.A. Wiltenburg, MARN 3 ALG J.W. Wubbolt, MARN 3 R. de Zwart.
Burgers Dienstverlaters E.E.M. Selhorst.
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door Bureau Rapportages DC HR Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, dient u contact op te nemen met DC HR: *06 733-3/ 0800 2255733 of P&O van uw defensieonderdeel.
35
DEN HELDER, 16 JUNI
Zin om een dagje lekker uit te waaien? Zon, zee, wind in je haren. En een deinend schip onder je voeten. Lijkt het je wat? Dan is de meidenvaardag van de marine op 16 juni zeker iets voor jou. Een mooie gelegenheid om kennis te maken.
Samen met veel andere
meiden ga je varen op een marineschip. Dat wordt natuurlijk een ontzettend gezellige dag. O ja, vergeet je zonnebrand niet! Schrijf je nu snel in op onze site.
meidenvaardag.nl