Alle Hens
Maandblad van de Koninklijke Marine oktober 2007
Expeditie Afrika
Noodhulp na noodweer
Colofon:
Alle Hens
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Cover
Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
In de rij voor voedsel. Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Pelikaan boden hulp aan de bevolking in Nicaragua. (Foto: Hr.Ms. Van Nes)
Redacteur: LTZSD 2 KV B. Wijnandts
Inhoud 4 NATO op ontdekkingsreis Een tocht van 12.500 mijl rond Afrika met maar een paar havens om aan te leggen. Nog niet eerder opereerde een NAVO-eskader zo ver van huis. Hr.Ms. Evertsen voer mee met deze reis vol uitdagingen.
Stagiair: Z. Hofman
10 De nieuwe marineleiding
Vormgeving en lithografie: Grafisch ontwerpburo Engelbracht
Sinds 31 augustus heeft het CZSK een nieuwe C-ZSK en PC-ZSK. Zij geven hun visie op de Koninklijke Marine.
Druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Tel.: 0800-2255733 Mdtn: *06-733 Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Tel.: 0343-474150
14 Nieuwe NH90 bewonderen
10
Marine Vliegkamp De Kooy en Den Helder Airport organiseerden samen de open dag ‘Heldair show maritiem’. Naast mooie vliegtuigen en shows werd ook de eerste Nederlandse NH90 aan het publiek gepresenteerd.
18 Marinierskapel speelt in Ahoy In het weekend van 27 tot 30 september is de Nationale Taptoe gehouden. Voor de Nationale Taptoe moeten tienduizend passen worden bedacht, uitgeschreven en ingestudeerd. Choreograaf en dirigent geven inzicht in de voorbereidingen op een spetterend optreden.
Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest of via www.aboland.nl Tel.: 0251-313939 Opzegtermijn zes weken. Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Tel.: 0223 657 620 / 657 660 Mdtn: *06-209-57620 / 57660 E-mail:
[email protected]
Maandblad van de Koninklijke Marine
17 Drie maanden in Singapore LTZ 2OC Jos van der Meijden deed als eerste Nederlandse marineofficier de ‘Watchkeeping and Navigation Course’ bij de Singaporese Marine. “Drie maanden leven in een andere cultuur is een geweldige levenservaring. Maar ik was blij dat ik weer naar Nederland kon.”
14
24 Hurricane relief De orkaan Felix is over Nicaragua geraasd. De Koninklijke Marine is ingezet om de bevolking te helpen hun huizen en levens weer op te bouwen.
31 Terugblik Hr.Ms. Van Speijk Op 8 september keerde Hr.Ms. Van Speijk terug van haar inzet in UNIFIL. Een terugblik op een succesvolle missie.
Internet: www.marine.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op maandag 15 oktober.
18
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar) Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
ISSN 0024-0389
24
En verder: 30 32 33 35
Marinestudie Op Koers Zee-egels Logboek
Bij deze uitgave van Alle Hens wordt een marinespecial meegestuurd van het weekblad Panorama. Deze special belicht de vele facetten waarin de Koninklijke Marine opereert, ‘zo wijd de wereld strekt.’ De redactie wenst u veel leesplezier.
Slagvaardig en effectief
Inmiddels is het ruim een maand geleden dat ik het bevel overnam van vice-admiraal Kelder. De commando-overdracht was een fantastische dag waarbij velen van u zich van hun beste kant hebben getoond aan de genodigden. Ik heb veel complimenten gehad over het programma en de uitvoering. In mijn eerste column als Commandant Zeestrijdkrachten wil ik enkele onderwerpen uit mijn toespraak die dag, nader toelichten. Allereerst ben ik mij er van bewust dat in de afgelopen jaren van veranderingen veel van u is gevraagd en dat er grenzen bestaan aan hetgeen van u kan worden gevraagd. Binnen mijn mogelijkheden zal ik mij dan ook terughoudend opstellen bij het geven en toestaan van impulsen voor nieuwe veranderingen in de organisatie. In deze sterk veranderde organisatie ben ik een voorstander van samenwerking tussen de verschillende defensieonderdelen, zowel nationaal als internationaal. Zeker als dit het operationele product van defensie als geheel ten goede komt en niet leidt tot meer bureaucratie en verlies van slagvaardigheid. ‘Mission Command’ moet bij het realiseren van onze taken de leidraad zijn. Met andere woorden, bevoegdheden moeten op een zodanig niveau worden neergelegd dat dit de slagvaardigheid en
programma ‘CZSK Op Koers’ met daarin het verbeteren van het werk- en leefklimaat en het stimuleren van professioneel gedrag en leiderschap. 3 De implementatie van de Marinestudie 2005 om onze marine verder te optimaliseren voor operaties in kustwateren en voor het ondersteunen van landoperaties. 4 Het geven van de nodige prioriteit aan NLMARFOR. Deze expeditionaire staf van vloot en korps mariniers speelt een belangrijke rol in de voorgenomen bijdrage van Nederland op maritiem expeditionair gebied, zoals de Nato Readiness Force. Voor deze uitdagingen zijn wij – het personeel van het CZSK – samen gesteld. U staat midden in de organisatie. Ik hecht daarom veel belang aan direct contact met u. Daarom zal ik de komende maanden regelmatig werkbezoeken afleggen aan operationele eenheden, scholen en afdelingen om u te spreken in uw werkomgeving en uw ervaringen te horen.
We moeten de cultuur, identiteit en tradities van de diverse onderdelen van het CZSK niet uit het oog verliezen effectiviteit ten goede komt. En daarbij moeten we de cultuur, identiteit en tradities van de diverse onderdelen van het CZSK niet uit het oog verliezen. Zij versterken de effectieve inzet onder ernstomstandigheden.
Uw ideeën, suggesties en adviezen bijvoorbeeld over onze organisatie en hoe wij ons vak uitoefenen, zijn voor mij waardevol. Daarnaast zal ik een aantal kennismakingsbezoeken brengen aan mijn collega’s in het buitenland.
De komende periode zie ik voor het Commando Zeestrijdkrachten vier belangrijke speerpunten: 1 Het gereedstellen van schepen en eenheden voor operationele inzet bij ernstmissies, zoals UNIFIL en ISAF. 2 De werving en het behoud van voldoende kwalitatief personeel is absoluut noodzakelijk om aan onze gereedstellingseisen te kunnen voldoen en bij te kunnen dragen aan ernstinzet. Dit betekent onder andere ook het verder uitvoeren van het actie-
De Commandant Zeestrijdkrachten R.L. Zuiderwijk, luitenant-generaal der mariniers.
3
SNMG 1 eskader nog nooit zo ver van huis
NATO op ontdekkingsreis 12.500 Mijl varen met maar enkele havens. Hr.Ms. Evertsen nam deel aan ‘Africa 2007’, een reis rond het ‘vergeten continent’ als lid van de Standing NATO Maritime Group 1. Tijdens de reis bracht het eskader de scheepsbewegingen in de Golf van Guinee en aan de andere kant van de landmassa bij de Hoorn van Afrika in kaart. De toenemende onveiligheid op zee in deze gebieden, bood de NAVO een testcase om Tekst: Barry Wijnandts vanuit een NATO Response Force eenheid ‘out-of-area’ te worden ingezet. ‘Maritime situational awareness,’ dat is een van de doelstellingen van ‘Africa 2007,’ de rondreis van de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG 1) rond het continent. Nog niet eerder opereerde dit permanente NAVO-eskader zo ver van huis en zo lang achter elkaar op zee. Tijdens de rondreis doen de schepen slechts twee havens aan. “Na Madeira zaten we drie weken op zee voor we in Kaapstad aankwamen. Daarna tweeëneenhalve week tot de Seychellen, waar we echter nauwelijks mogelijkheid hadden om te bunkeren”, aldus commandant kapitein-luitenant-ter-zee Rob Kramer. Logistiek vormt de reis een flinke uitdaging. “Het NATO eskader moet bij deze bewijzen dat een NATO Response Force (NRF) in staat is ver buiten zijn traditionele bereik te opereren en dat we echt kunnen wat we zeggen, als iemand ons nodig heeft.”
Warm zeewater De reis kent veel uitdagingen: logistiek, in kaart brengen van de maritieme situatie rond het continent, interventies plegen en ondertussen het technische platform varende en operationeel houden. “Het LCF is daar heel goed op gebouwd”, meent Kramer. De zeewatertemperatuur was rond de evenaar 28 C, de buitenlucht zo’n vijf graden warmer, tegen een luchtvochtigheid van 98 procent. “Door creatief om te gaan met ventilatie en met de geleerde lessen uit de wereldreis van de Tromp, hebben we daar geen enkel probleem door ondervonden.” Dat gold niet voor alle schepen in het verband. Korporaal ODOPS Johan Limbach legt uit dat door een strikte sluisprocedure de buitenwereld door vier deuren van het binnenschip werd gescheiden. “In de sluizen droop het water van de wanden naar beneden. Bij de Amerikanen gaf dat veel problemen, die hebben geen sluizen en klimaatbeheersing bestaat bij hen uit simpele huis-tuin-en-keuken airco’s die in elk compartiment zijn ingebouwd.” Ook hadden enkele schepen moeite om de motoren zwaar te belasten, omdat deze niet over de mogelijkheid beschikken om het tropische zeewater, dat voor de koeling van de machines wordt rondgepompt, extra te koelen. Voor de Canadezen lag de maximale vaart tijdens de operatie daardoor slechts op dertien knopen.
Hr.Ms. Evertsen volgt de Duitse tanker FGS Spessart in de Golf van Guinee. (Foto: Vincent J. Street, NATO)
4
Op één as De Evertsen bleef echter niet gespaard van technische mankementen. Een van de grootste problemen was het uitvallen van een gasturbine en een hoofdmotor, waardoor het schip tijdens de laatste vier dagen voor Kaapstad slechts één schroefas beschikbaar had. De commandant is bijzonder trots op zijn bemanning: “Het was voor de bemanning een uitdaging het schip operationeel te houden. Ze hebben er echt voor moeten vechten. We zijn op één as Kaapstad binnengelopen en in zes dagen zijn alle problemen weer verholpen. En dat aan de andere kant van de wereld!”
“Zelfs alle uien aan boord waren op, en dat zegt op een schip genoeg” Zonder uien Een andere testcase van het vlootverband was de logistieke factor van zo ver out-of-area opereren. De afwezigheid van goede havens om te bunkeren en opgelopen gebruiksschade en slijtage aan het materieel te herstellen, bleek voor enkele schepen problematisch. Het stafschip USS Normandy moest tijdens de operatie bij Nigeria een ‘rendez-vous’ uitvoeren met de bevoorrader USS Big Horn, om 43 pallets voeding te halen voor de 312 koppige bemanning. Dat gaf een beperking voor hun inzet. Omdat deze Ticonderoga-klasse destroyer geen diesels heeft, maar alleen vier gasturbines, gebruikt dit schip een enorme hoeveelheid brandstof, in twee dagen net zoveel als de rest van het verband samen in deze tijdspanne. Dat heeft direct gevolgen voor de beschikbaarheid van de tanker in het verband, de Duitse FGS Spessart, die daardoor regelmatig een haven moest zoeken om olie te laden. Het Deense korvet Olfert
In de schaduw van de Tafelberg vet KPL WDS Edwin Heeres nog even de wapens in. (Foto: B.Wijnandts)
Fischer heeft als relatief klein schip, met een kleine bemanning, weinig opslagruimte voor voeding. De laatste dagen voor Kaapstad had het totaal geen vers voedsel meer aan boord, en leefden de opvarenden voornamelijk op scheepsbeschuit en vlees uit blik. Wel heeft de Olfert Fischer een record voor de Deense marine gevestigd door 28 dagen onafgebroken op zee te zijn. De Canadees was volkomen leeg. “Zelfs alle uien aan boord waren op, en dat zegt op een schip genoeg”, aldus Kramer. De Spessart ondervond als bevoorradingsschip met een kleine crew vanzelfsprekend geen problemen. Omdat dit schip voornamelijk gebouwd is als tanker, biedt dit
Van verbindelaar naar netwerkmanager De sergeanten ODVB André Worst en Ben Visser zijn op Hr.Ms. Evertsen aangesteld als netwerkmanager. Daarmee is het LCF één van de eerste schepen die voltallig met de nieuwe verbindingsdienststructuur werken. “Vooral ideaal in het SNMG verband”, aldus beide sergeants. Visser: “Tijdens deze reis hebben we voor het eerst kennisgemaakt met Jchat. Dat is een chatsoftware, vergelijkbaar met MSN en vrij te downloaden van Internet. Wij hebben dat geïnstalleerd op het beveiligde net, zodat we binnen het eskader makkelijker met elkaar kunnen communiceren en meer gegevens kunnen uitwisselen.” De netwerkmanagers zijn verantwoordelijk voor het opbouwen en onderhouden van de verschillende netwerken aan boord. In de structuur is één man verantwoordelijk voor de interne en de andere voor de externe netwerken. De sergeanten merken dat de ontwikkelingen in hun dienstvak razendsnel gaan. Daarin moet de organisatiestructuur mee veranderen. Worst: “Sommige schepen kunnen net een e-mail versturen, wij zitten op vijf verschillende netwerken en kunnen dingen doen als een videoconferentie houden.” Was netwerkbeheer eerder een neventaak van de verbindingsdienst, inmiddels is het uitgegroeid tot twee VTE-functies in de rang van sergeant. Aansluiten van laptops op de juiste netwerken, oplossen van problemen en toewijzen van bandbreedte voor de verschillende stromen van datacommunicatie vallen onder hun verantwoordelijkheid, maar ook het documenteren van alle problemen met bijgevonden oplossingen horen bij het werk. “We hebben veel contact met de andere schepen, kijken wat zij hebben, zij kijken wat wij hebben. We helpen elkaar met problemen en wisselen software uit”, aldus Visser. “Nederland loopt hiermee erg voor, wij zitten iets achter de landmacht. Ik denk dat we er voor moeten zorgen dat we die voorsprong ook zullen houden”, meent Worst. De verbindelaars zijn erg trots, dat na het embarkeren van de eskaderstaf tijdens de operatie voor Nigeria, ze binnen twee uur ‘up and running’ waren. Iets wat de commandant, kapitein-luitenant-ter-zee Rob Kramer, beaamt: “De admiraal gaf te kennen dat hij nog nooit zo snel een staf heeft zien integreren op een schip.” Keerzijde van het verhaal is dat het schip twee matrozen ODVB moest inleveren. “Dat gaan we vooral voelen in het wachtlopen”, meldt de eerste officier, luitenant-ter-zee 1 Hans Veerbeek. Functionarissen als de Hoofd Operationele Dienst hebben vijf laptops op hun hut staan om over alle netwerken te kunnen communiceren. Het onderhoud van die verbindingen vraagt dus meer dan ooit, maar varend moet nog steeds personeel in de oorlogswacht op post staan en binnenliggend is een verbindelaar of een onderofficier van de wacht aan de valreep ook nodig. Nu zullen sergeanten moeten bijspringen op posities van matrozen en korporaals.
platform echter weinig mogelijkheden om goederen en voeding voor een heel eskader mee te nemen. Het LCF concept bleek voor een dergelijke out-of-area operatie bijzonder goed voorbereid, want ook hier ondervond men geen problemen. De Evertsen heeft zelfs aangeboden om op de tweede helft van de reis voeding voor de Deense collega’s mee te nemen, mochten ze daar behoefte aan hebben. Er was echter wel een tekort aan bepaalde reserve-onderdelen aan boord van de Evertsen. Hoofd Technische Dienst, luitenant-terzee 1 Joost Meesters: “Je zult altijd zien dat die dingen kapot gaan waar je geen reserve-onderdelen van aan boord hebt liggen. Dan is het een uitdaging om die toch te krijgen op het moment dat je ergens binnenligt.” In het geval van de voortstuwing kon tijdig een buitenpost van Wärtsilä in Zuid Afrika worden gevonden om de noodzakelijke reparaties te verrichten. Voor de bemanning van Hr.Ms. Evertsen is dit een bijzonder leuke reis met veel uitdagingen. Volgens de commandant heeft niemand zich verveeld tijdens de vele uren op zee. Er is genoeg afleiding in de recreatieve sfeer. Bij het oversteken van de evenaar is het fregat naar oude traditie bezocht door Neptunus, wat breeduit gevierd werd. De goede afwisseling tussen operationeel bezig zijn en uitdagende oefeningen met het eskader is volgens Kramer beter voor het moraal aan boord, dan alleen maar lange einden in eenzame transit. Naar verwachting is het LCF weer terug in de tweede helft van oktober.
Standaard raket, alternatief scenario Alvorens zich bij het eskader te voegen heeft Hr.Ms. Evertsen lanceringen beproeft met de Standard Missile tegen luchtdoelen. Niet alleen de eerste raketten van dit type die dit LCF afvuurde, maar ook nog eens volgens een nieuw scenario. Speciaal voor de lanceringen werd het helikopterdek voor de afwisseling een ‘fixed wing’ vliegtuigdek. Twee lanceerrails voor zowel een propeller- als straalmotor aangedreven drone zorgden voor de doelen waarop de missiles werden afgeschoten. Hoewel de Standard Missile gebruikelijk wordt ingezet voor de verdediging van het eigen schip, moest deze nu een inkomend doel vernietigen dat niet de Evertsen, maar een denkbeeldige partner die in de buurt voer, aanvalt. Een doel dat recht op het schip af komt is voor de sensoren van een LCF redelijk makkelijk in trek te houden. Het maakt gebruikt van de zogenaamde dopplerverschuiving. Naar je toe bewegende objecten drukken geluid-, radio- of lichtgolven in elkaar, van je af bewegende objecten trekken ze uit elkaar. Een bekend voorbeeld hiervan is een ambulance, waarvan de tonen hoger lijken te worden als deze op je afrijdt en eenmaal voorbij, lijken ze weer lager te worden. Bij een inkomende raket of vliegtuig doen de radargolven hetzelfde, waarbij de mate van de dopplerverschuiving lineair verloopt als het doel het schip wil treffen. Vliegt ze echter voorbij, naar een ander doel, dan verloopt de verschuiving heel anders. Als deze nul is, zou normaal het schip zijn geraakt, maar nu gebeurt er niets, sterker nog, de golflengte wordt weer uitgerekt. De vuurleiding van Hr.Ms. Evertsen is er toch in geslaagd dit doel in trek te houden en te onderscheppen. “En dat onder leiding van luitenantter-zee 2 Yvonne Beusekom, die normaliter verantwoordelijk is voor de onderzeebootbestrijding”, meldt de commandant met grote trots.
Townships Naar algemeen gebruik sponsort een marineschip tijdens een lange reis een goed doel. Hr.Ms. Evertsen heeft er zelfs twee, waarvan het initiatief voor beide goeddeels bij kwartiermeester Rob van der Mark ligt. Het idee om kleding in te zamelen, lag in de lijn van invoering van het nieuwe boordtenue en de vervanging van de oude gele wollen dekens voor dekbedden. Het bekende beeld van de armoede in de townships in Zuid-Afrika gaf Van der Mark het gevoel dat hij met een kledinginzameling hier een klein deel van de minder bedeelden moest kunnen helpen. “Er wonen twee miljoen mensen in deze krottenwijken, dus we moesten een bepaalde bestemming zien te vinden”, vertelt hij. Via de ambassade kwamen er twee stichtingen die de capaciteit hadden om de aanzienlijke hoeveelheid textiel van naar schatting achthonderd kilo te kunnen ontvangen. Uiteindelijk werd hier het Red Cross Childrens Hospital Society uit gekozen. Een groep ernstig zieke kinderen waarvan enkele terminaal en allen uit het laagste deel van de bevolking, bezocht het fregat om de kleding in ontvangst te nemen. “We hadden heel veel oude werkpakken, kaki, wollen dekens en lakens, maar de bemanning heeft ook heel veel thuis ingezameld, van kleding tot knuffels”, aldus de kwartiermeester, “In totaal hebben we twaalfhonderd kilogram ingezameld.” Het leidde tot ontroerende taferelen aan boord: “Je had ze moeten zien, ze keken hun ogen uit. Het was echt super om dat mee te maken.” Als ‘long term’ goede doel heeft Hr.Ms. Evertsen de stichting Rolantino’s in Schiedam uitgekozen. Een klein initiatief dat muziek maakt met geestelijk gehandicapte kinderen. “We zochten een doel dat geen enorme subsidies ontvangt of heel bekend en groot is”, zegt Van der Mark, die met de Rolantino’s bekend is vanuit zijn eigen familie.
De kwartiermeester tussen de ernstig zieke kinderen uit de townships. (Foto: EVTN)
Het helidek was tijdelijk een flightdek voor het lanceren van de drones. (Foto: EVTN)
6
Toenemende piraterij rond Afrika Eén van de belangrijkste agendapunten van de NAVO voor de toekomst is veiligstellen van de energiestromen in de wereld. In de Golf van Guinee blijkt de productie en transport van olie en gas bijzonder kwetsbaar voor aanvallen, en dit was een van de gebieden waar het eskader werd ingezet om ‘maritime situational awareness’ te verkrijgen. Aan de andere kant van het continent, bij de Hoorn van Afrika, heeft piraterij een enorme negatieve impact op de hulpverlening van de Verenigde Naties aan door burgeroorlogen verscheurde landen. Bovendien worden landen als Somalië en Eritrea gezien als broeinesten voor het internationale terrorisme. Africa 2007 was niet alleen een rondreis rond Afrika, het eskader moest operationeel flink aan de bak. Oliewinning De eerste operatie vond plaats bij Nigeria in de Golf van Guinee. Het NRF-eskader kwam hier om inlichtingen in te winnen over piraterij en criminele activiteiten op zee. Met name de olie-industrie heeft in dit achtste olieproducerende land ter wereld in toenemende mate te maken met overvallen. “Tachtig procent van de olie en gas, dat hier gewonnen wordt, is bestemd voor NAVO-lidstaten”, zei eskadercommandant schout-bij-nacht Michael Mahon (VS) in een interview met Janes Defence Weekly. Shell heeft sinds juni voorzichtig de overslag van olie aan haar Forcados terminal (380.000 vaten per dag) aan de Nigerdelta weer hervat. Deze was ruim een jaar gesloten
Rond Afrika komt steeds meer piraterij voor. Rode stippen geven de aanvallen aan, gele stippen de pogingen. Bron: International Maritime Bureau.
7
wegens schade door aanvallen van militietroepen en omdat de regio te onveilig werd voor de maatschappij om haar werknemers te laten werken. Ook het nabijgelegen kleinere EA platform (115.000 vaten per dag) is om die reden gesloten. De herstart viel tegelijk met de dreiging van de Nigeriaanse rebellen om hun activiteiten weer op te voeren. In mei zijn vier Amerikaanse opvarenden van een schip voor het aanleggen van olieleidingen ontvoerd, als tiende aanval in enkele dagen tijd op westerse oliebedrijven. In totaal zijn dit jaar al honderd buitenlanders ontvoerd in de Nigerdelta. De productie in Nigeria is groot genoeg om direct invloed te hebben op de prijs van een vat olie. Force of good SNMG1 kwam echter niet over de Afrikaanse horizon om meteen grootscheepse interventies te plegen. Het leren kennen van de omgeving, in kaart brengen van de maritieme activiteiten en vooral het contact zoeken met de lokale bevolking om een goede verstandhouding op te bouwen, waren de grootse doelen. “We zijn niet op zoek naar machtsvertoon in dit gebied”, zegt commandant Kramer, “we zijn een ‘Force of good,’ een coalitiemacht. De NAVO is een raamwerk waaraan we moeten wennen om met elkaar samen te werken. Iedereen kan daarbij aanklikken.” Volgens Kramer heeft de SNMG1 een belangrijke taak in het handhaven van het internationale recht van het vrije gebruik van de zee te handhaven. “Dat houdt niet alleen visserij-inspectie op de Noordzee in, maar we moeten ook verder durven opereren. Het is een wereldwijde problematiek.” Mahon hoopt dat de aanwezigheid van het eskader criminele groepen afschrikt en ontmoedigt. Arme vissers De bemanning van Hr.Ms. Evertsen heeft zich vooral gericht op contact maken met de lokale bevolking op zee, vooral vissers. “Het is onvoorstelbaar wat je tegenkomt”, zegt kwartiermeester Rob van der Mark. “Kleine bootjes, kano’s eigenlijk, met kinderen van nog geen tien jaar aan boord zonder eten of drinken.” Hij vertelt hoe de armoedige vissers al over hun buiken gaan wrijven, als de RHIB ze langzaam nadert. De militairen zwaaien rustig en geven aan dat ze even langszij willen komen met goede bedoelingen. “Ze geven echt allemaal aan dat ze honger en dorst hebben”, zegt luitenantter-zee 2 Anne Marije Hagendoorn. “Alsof ze zitten te wachten op ons eten. Normaal ken ik dat alleen van televisie, kleine kinderen met honger en dorst op zo’n bootje, nu sta ik er ineens zelf tussen.” Als het contact is gevestigd dan begint ‘een praatje pot.’ “We vragen waar ze vandaan komen, hoe lang ze al op zee zitten en of ze een
Dagen zwervend over zee in oude bootjes. (Foto: EVTN)
goede vangst hebben gehad”, vertelt Van der Mark. Maar volgens hem slaat de stemming om als het inhoudelijk wordt: “Dan blijft het stil, of ze ontkennen té stellig dat ze iets weten. Misschien uit angst voor represailles.” De marinelui geven de vissers een foldertje met contactgegevens en nog wat eten en drinken en hebben dan hun voornaamste taak volbracht.
Nigeria is het achtste olieproducerende land van de wereld Voedselhulp Bij de Hoorn van Afrika vormt piraterij een grote bedreiging voor de bevolking van Somalië. “Ongeveer tachtig procent van de hulp van het World Food Program (WFP) aan Somalië wordt getransporteerd over zee”, zegt de bewindsman van het WFP Josette Sheeran in het juni-nummer van IMO-news, het orgaan van de International Maritime Organisation (IMO). “Vanwege piraterij is het aantal schepen dat bereid is om voedsel naar dit land te verschepen gehalveerd.” De IMO heeft er in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties op aangedrongen dat in de strijd tegen piraterij schepen de territoriale wateren van Somalië binnen mogen dringen om verdachten aan te kunnen houden. Ook wil de IMO een betere coördinatie met het WFP en aanwezige marine-eenheden om met name de vrije doorvaart van de voedselhulp te kunnen verzekeren. Al in 2006 werden marineschepen en vliegtuigen van VN-lidstaten die in dit gebied opereren, gevraagd extra alert te zijn op piraterij en zich in te zetten voor een veilige doorvaart van koopvaardijschepen. Daarop was er tijdelijk een dip in het aantal illegale activiteiten te zien, maar sinds enkele maanden blijkt geweldpleging en roof op zee toch weer sterk toe te nemen. Als het NAVO-eskader hier zijn gezicht heeft laten zien en een goed beeld heeft gekregen van de illegale activiteiten rond dit risicogebied, zetten de schepen koers naar de Rode Zee. Vervolgens varen ze door het Suezkanaal en sluiten ze zich aan bij de lopende operatie in de Middellandse Zee, Active Endeavour. Hr.Ms Evertsen zal dan de SNMG1 verlaten om met een hoop nieuwe informatie en ervaring terug te varen naar Den Helder.
Eerste officier LTZ1 Hans Veerbeek maakt contact met lokale vissers om informatie in te winnen over piraterij. (Foto: Vincent J. Street, NATO)
8
In ‘skyngeveg’ met Zuid-Afrikaanse ‘gevegskepe’
Een Zuid Afrikaanse Oryx helikopter op het helidek van Hr.Ms. Evertsen. (Foto: B. Wijnandts) “We zien nu schepen die we normaal nooit tegenkomen.” (Foto: EVTN)
“SA submarine ‘sinks’ Nato fleet”, kopte de Zuid Afrikaanse Cape Times van woensdag 5 september op de voorpagina. En “SA ‘verslaan’ Navo ter see in Valsbaai”,volgens de krant ‘Die Burger’ van dezelfde dag. Dat viel allemaal wel mee. In verschillende runs is de Zuid Afrikaanse onderzeeboot Manthatisi er in geslaagd om de Duitse tanker te torpederen. Een schot afgevuurd op de Canadese Toronto heeft gemist. Voor het eskader bleek het erg moeilijk te zijn om de zeer stille dieselelektrische onderzeeboot te lokaliseren. Andersom bleek de jacht op de fregatten ook tegen te vallen. Hoofd Operationele Dienst, luitenant-ter-zee 1 Chris Bakker: “Je kunt een onderzeeboot willen vernietigen, maar je kunt hem ook naar beneden dwingen. Dan kan hij zijn periscoop niet opsteken en geen aanval uitvoeren.” Door een valse echo werd het hele vlootverband op een dwaalspoor gebracht en wist de Manthatisi uiteindelijk een van de NATO schepen te pakken. Bakker: “Het is heel moeilijk voor ons om hier, met voor ons onbekende waterlagen en stromingen, een onderzeeboot te lokaliseren. Een van onze taken is ook om meer informatie over de eigenschappen van deze zeeën te verzamelen.” De Afrikaners hebben hun kennis van het gebied bijzonder goed weten te benutten en hebben een groot deel van de tijd rustig liggen wachten onder een van deze akoestische waterlagen. De oefening begon niet direct in vol strijdtoneel. Om elkaar beter te leren kennen, hebben de schepen voorafgaand aan de ‘battleruns’ naast elkaar gevaren om met de sensoren van de schepen elkaar goed af te tasten. Sergeant ODOPS Walter de Man houdt zich bezig met de elektronische oorlogsvoering (EOV) en heeft tijdens deze reis een bijzondere tijd: “We hebben heel veel interessante gegevens verzameld over allerlei schepen die we normaal nooit tegen zouden komen.” Naast de data verzameld door de EOV-apparatuur aan boord, is de ‘Eyeball Mk 1’ (oogcontact) net zo belangrijk. De Man beheert daarom ook een groeiend fotoarchief over de maritieme activiteiten die ze onderweg waarnemen. “We zijn een Ghanees en Nigeriaans oorlogsschip van de Bansam klasse uit de jaren vijftig tegengekomen. Die kwamen toch even gespannen kijken wat er ineens voor moderne oorlogsvloot aan kwam varen. Daar maken we foto’s van en we meten hun radaruitzendingen. Voor ons compleet nieuwe data. We hebben straks een mooie CD-Rom vol voor het Maritime Doctrine en Tactisch Centrum voor analyse.”
Hr.Ms. Evertsen bij vertrek uit Kaapstad. (Foto: EVTN)
9
Marineleiding hecht belang aan voeling met de werkvloer
“In het grote plaatje lijken Luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk, sinds 31 augustus Commandant Zeestrijdkrachten, wil met het Commando zeestrijdkrachten (CZSK) in rustiger vaarwater komen en het aantal nieuwe reorganisaties beperken. Daarnaast wil hij voeling houden met de werkvloer om te weten wat er speelt, zodat hij de bestuursstaf kan aangeven wat de grenzen zijn van de CZSK-organisatie, haar personeel en materieel. De Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten, schout-bij-nacht Wim Nagtegaal, heeft vanuit zijn achtergrond bij de defensiestaf in Den Haag de visie op de toekomst van de marine goed op het netvlies staan en weet waar het CZSK naar toe moet. Samen staan zij de komende jaren aan het roer Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Ruud Mol (AVDD) van de Koninklijke Marine.
Is het toeval dat we in de overgang van een fregattenmarine naar een amfibisch opererende marine nu een marinier als C-ZSK hebben? Zuiderwijk: “Met de reorganisatie van het CZSK en de Marinestudie worden het Korps Mariniers en de vloot verder geïntegreerd. Het is dan ook niet vreemd dat een generaal der mariniers de leiding kan krijgen over het CZSK. We willen deze integratie wel zichtbaar maken, maar we moeten er voor waken dat het niet te dogmatisch wordt.” Nagtegaal: “Traditioneel lag de leiding over de marine bij een officier uit het korps zeedienst. Dat zal ook in de toekomst vaak het geval zijn. Maar wij zijn een heel divers bedrijf, waarbij geldt dat de juiste man op de juiste plaats moet zitten. Ook in de top.”
Wat zijn precies uw taken? Zuiderwijk: “Wij stellen de eenheden gereed. Dat is een belangrijke taak. Immers het gaat om het maritiem expeditionair vermogen dat het CZSK aan de militaire en politieke top kan aanbieden. We moeten goed blijven bewaken hoe we dat doen, hoe we het personeel voorbereiden, het materieel op orde krijgen en houden, en onze doctrines actueel houden. Mijn taak is vooral om met de betrokken partijen buiten het CZSK van gedachten te wisselen, zoals de bestuurstaf in Den Haag en onze internationale partners. De PCZSK houdt zich bezig met de dagelijkse bedrijfsvoering. Hij moet het bedrijf soepel laten lopen en alle grote en kleine impulsen die dat met zich meebrengt in goede banen leiden. We moeten elkaar voortdurend voeden over die twee situaties.
10
dingen logisch” Dat maakt het mogelijk om onze adviserende rol in de richting van de Commandant der Strijdkrachten en de minister goed in te vullen en aan te geven welke kant we met de marine op willen en kunnen. Als het gaat om daadwerkelijke inzet adviseren wij ook over de mogelijkheden.” Kunt u vanuit uw achtergrond veel expertise inzetten bij die toekomstvisie op de marine, schout-bij-nacht? Nagtegaal: “Ik kom van de defensiestaf waar ik me achtereenvolgens bezighield met operationele concepten en de defensiebrede
planvorming. Die ervaring en mijn operationele achtergrond bij de fregatten en het eskader, met een uitstap bij de mijnendienst, illustreert dat de generaal en ik elkaar aanvullen. Waar hij veel praktijkervaring vanuit het Korps Mariniers, het helikopterbedrijf, de West en als mijn voorganger meebrengt, kan ik de Marinestudie en de andere plannen, zoals de introductie van de NH90, goed in hun context plaatsen. Dat sluit dus heel goed op elkaar aan en zo zijn we in staat om op toekomstige ontwikkelingen in te spelen en onze adviserende rol in te vullen.” Generaal, u hebt bij uw aantreden vier aandachtspunten genoemd, kunt u deze nader toelichten? Zuiderwijk: “Inzet moet de prioriteit hebben. Dat is ons bestaansrecht.
Als de politiek besluit ons in te zetten, dan moeten wij er gereed voor zijn. We zijn door een moeilijke transitieperiode gegaan. Dat levert in de komende drie, vier jaar zijn grenzen op ten aanzien van beschikbaarheid en de mate waarin personeel kan worden belast. Ook zijn er uitdagingen op het gebied van het onderhoud aan schepen en het opdoen en onderhouden van professionele expertise. Ik wil graag prioriteit geven aan de invoering van de Marinestudie en liefst zo snel mogelijk de nieuwe schepen, helikopters en alles wat er verder is omschreven, beschikbaar hebben. ‘Op Koers’ heeft blijvend aandacht nodig. We moeten ons personeel niet over de kop jagen in deze tijd van grote veranderingen. Als laatste punt is onze maritieme staf, de Netherlands Maritime Force belangrijk, omdat die expeditioniare maritieme staf de capaciteiten biedt om al die middelen en mensen tot elkaar te brengen om een joint operationeel totaalproduct te leveren.” Nagtegaal: “Ik besef heel goed dat er een balans moet zijn tussen wat er van ons gevraagd wordt en wat er aan doctrines, personeel en materieel staat. Aan ons is de taak om Den Haag goed te informeren over die balans. Als daar toch andere beslissingen worden genomen, is het aan ons om het personeel duidelijk uit te leggen waarom dat gebeurt en hoe we daar uitvoering aan geven. We moeten dus zowel naar boven als naar beneneden goed communiceren.” Hoe ziet u de omgang met het personeel? Nagtegaal: “Ik hecht een groot belang aan het horen van de werkvloer, zowel direct via bezoeken, als via de instituten die we hebben, zoals de medezeggenschapsraden en de bonden. We werken allemaal aan hetzelfde product. Wat de generaal als PCZSK heeft opgezet, wil ik graag verder doorzetten en uitbouwen. Communicatie kan niet genoeg aandacht krijgen.” Zuiderwijk: “Waar wij het totaalbeeld hebben en alles in een context kunnen plaatsen, ontbreekt soms in andere delen van de organisatie dat overzicht. In het grote plaatje lijken dingen dan wel logisch, maar op een lager niveau vragen deze om extra uitleg. Ik zal regelmatig werkbezoeken afleggen en me inspannen om met de werkvloer in contact te blijven om uitleg te geven en om te weten wat daar leeft en speelt. Met die informatie kan ik de bestuursstaf vertellen dat sommige dingen op papier misschien fantastisch lijken, maar dat het in de praktijk heel anders uitpakt. Op die manier hopen we uiteindelijk tot een verstandige besluitvorming te komen.” Nagtegaal: “Daarnaast moeten we mensen enthousiasmeren, ondermeer door ze een uitdagend oefentraject aan te bieden. Wat vinden de mensen een interessante omgeving om te oefenen? Men komt bij de Koninklijke Marine om te varen en te trainen en indien noodzakelijk dit in praktijk te brengen tijdens een ernstinzet ‘zo wijd de wereld strekt.’ Uitdagingen vinden we ook bij de invoering van nieuwe technieken. Bij de mariniers is het NIMCIS ingevoerd. Van dit communicatiesysteem moeten we nu alle facetten ontdekken en leren gebruiken. De Oceangoing Patrol Vessels liggen op de tekentafel. Een uitdagend schip met een relatief kleine bemanning. We moeten als marine een compleet nieuwe bedrijfsvoering ontwikkelen om de inzet, maar ook de instandhouding van het schip te verzekeren.”
11
Wat is uw beider visie op leiderschap? Zuiderwijk: “Ik geloof in ‘Mission Command’, waarbij een leidinggevende duidelijk maakt welke kant hij op wil en wat hij wil bereiken. Hij moet daarin consistent blijven en duidelijk zijn in zijn handelen. Op het uitvoerende niveau moet voldoende ruimte zijn om te bepalen hoe invulling kan worden gegeven aan de opdracht en waar nodig snel te kunnen reageren op snel wijzigende complexe (gevechts)situaties. Daarnaast is het belangrijk om altijd de menselijke kant van de organisatie mee te wegen bij het nemen van beslissingen.” Nagtegaal: “Transparantie is belangrijk. Als we moeten veranderen, dan moeten we dat ook duidelijk communiceren, zodat iedereen de ingezette lijn kan begrijpen. Ook moeten wij als leiders onze mensen motiveren en eruit halen wat erin zit, zodat het CZSK zoveel mogelijk opties kan aanbieden aan de politiek. We kennen daarbij uitdagingen die niet alleen operationeel of technologisch van aard zijn, maar moeten adequaat inspelen op maatschappelijke
De ambitie om er uit te halen wat er in zit, leeft overal in de marine. Dat is goed om te merken ontwikkelingen. Voorbeelden zijn zorg dragen voor goede kinderopvang, carrièremogelijkheden voor vrouwelijk personeel, nazorg na een uitzending en aandacht voor het thuisfront. Deze zaken zijn minstens zo belangrijk als de introductie van een nieuw wapensysteem. Leiderschap bestrijkt een enorm gebied.”
maken om het bedrijf weer te leren kennen. Heldere presentaties waarbij men niet verhult wat de problemen zijn, maar die zo naar voren brengt, dat ik ermee aan de slag kan gaan om ze op te lossen. De ambitie om er uit te halen wat er in zit, leeft overal in de marine. Dat is goed om te merken.”
In welke mate gaat de verdergaande verpaarsing gepaard met verlies aan identiteit? Zuiderwijk: “Ik hecht aan een eigen identiteit, omdat mensen zich thuis willen voelen bij een voor hen herkenbare organisatie. We moeten zuinig zijn op de eigen tradities en cultuur, binnen een overkoepelende set van normen en waarden. Verpaarsing kan efficiënt zijn, maar mensen gaan pas voor een organisatie als ze zich er in thuis voelen. Als men het gevoel heeft dat dit zijn club niet meer is, dan gaan de mensen niet meer mee. Ook al staat het nog zo goed op papier. Alles centraliseren en er een eenheidsworst van maken, kweekt een grotere afstand tussen werkvloer en het centrale deel van de organisatie en dat kan averechts uitpakken.” Nagtegaal: “De zorg is niet dat mensen van het korps of de vloot morgen hun identiteit kwijtraken. De verschillende identiteiten zijn er. Gelukkig maar. De aard van het werk leidt ertoe. De onderzeeboten hebben een heel eigen esprit de corps, dat geldt ook voor de mijnenjagers of een infanterie-eenheid. En vaak is dat heel functioneel. Als bestuurder geldt wel de vraag of we ook in de toekomst de ruimte krijgen om die eigen identiteit te behouden. Er heerst het gevoel dat dat minder wordt, omdat er steeds minder CZSK is.”
Generaal, aan de nieuwe Commandant Korps Mariniers, brigadegeneraal der mariniers Rob Verkerk, hebt u geadviseerd om rust in de kerk te brengen. Betrekt u dat advies ook op uzelf? Zuiderwijk: “Dat was inderdaad niet alleen richting het korps. We hebben veel veranderingen in een relatief korte periode moeten doorlopen binnen defensie en bij de KM. Dat terwijl de winkel open is gebleven. We zitten op de grens van wat je van een organisatie kunt vragen, zonder dat wij of de mensen de draad kwijt gaan raken. Ik pleit voor rust. Ga niet onnodig dingen veranderen omdat dat zo leuk is, want dat is het op dit moment niet. Ik gaf dat advies aan generaal Verkerk mee, aan de bestuursstaf en ook aan mezelf. Ik heb het gevoel dat de werkvloer op zijn tenen loopt om het allemaal bij te houden. Ik wil naast de lopende reorganisaties niet zelf ook nog eens dit soort impulsen afgeven.”
Schout-bij-nacht, waar gaat u zich het eerst op richten in uw nieuwe functie? Nagtegaal: “Ik wil zo snel mogelijk vertrouwd raken met de marine die ik vanuit Den Haag indringend heb gevolgd, maar vanuit een andere invalshoek en op een abstracter niveau. Daartoe leg ik momenteel veel korte kennismakingsbezoeken af. Ik wil weten wat er speelt en wat men precies doet. Ik wil ook weten wat ons materiaal kan en hoe het er voor staat. Wat zijn de ervaringen met een gePAMde mijnenjager, of van Hr.Ms. Tromp bij Hawaï, wat doen onze mariniers in Afghanistan? Kortom, ik moet mijn databaseKM actualiseren en completeren. Wat mij daarbij positief opvalt, is de bereidheid van de eenheden en scholen om het mij mogelijk te
Wat kunt u nog zeggen over Op Koers en de verbetering van de leefbaarheid op de kazernes? Nagtegaal: “Het lijkt hier bijvoorbeeld een bouwput en dat is voor ons ook zeer frustrerend. Mensen zijn ondergebracht in tijdelijke en beperkte accommodatie.” Zuiderwijk: “We hebben sommige zaken in het verleden niet voldoende aandacht kunnen geven, vaak ook omdat er geen geld voor was, waardoor er een achterstand is ontstaan. We beseffen dat we daar verbetering in moeten brengen. Maar er is veel tijd en geld mee gemoeid om die achterstand weer in te lopen. Ik vraag daar begrip voor. Helaas lopen wij daarbij ook tegen zaken aan die buiten mijn beslissingsbevoegdheid liggen. Zo moeten de benodigde budgetten wel eerst door de centrale bestuurstaf ter beschikking worden gesteld. Ik probeer de juiste mensen daarvoor te porren, maar ik ben wel van hen afhankelijk. En ook zij kennen hun problemen en stellen prioriteiten. Daar moeten we ook begrip voor hebben, maar er tegelijkertijd voor zorgen dat we onze zaak goed onder de aandacht brengen.
12
Prinsjesdagbegroting: personele problemen aanpakken
Voorzichtige verlichting Na een periode van verregaande bezuinigingen biedt de begroting die op Prinsjesdag is gepresenteerd, enigszins verlichting voor de krijgsmacht. Ambities liggen hoog en het kabinet beseft dat in het kader van de nationale veiligheid, de krijgsmacht vele uitdagingen het hoofd moet bieden. De defensiebegroting van dit jaar spreekt over ‘het bestendigen van de transformatie van de krijgsmacht en de organisatie, waar Tekst: Barry Wijnandts/Foto: Ruud Mol (AVDD) mogelijk, in rustiger vaarwater brengen’. Het kabinet wil dat Nederland in internationaal verband een actieve en constructieve partner blijft. Hoogwaardige bijdragen leveren binnen de NAVO, de EU en de VN, blijven belangrijk omdat de politiek beseft dat bedreigingen voor onze veiligheid tegenwoordig een mondiaal karakter hebben. In het regeerakkoord staan bevordering en handhaving van de internationale rechtsorde hoog in het vaandel. Het kabinet moet meegroeien in de veranderende dreigingsituatie waar de Nederlandse en de internationale samenleving mee te maken hebben. Ook ziet het kabinet een sterke verwevenheid tussen ontwikkeling en veiligheid. Conflictpreventie en -beheersing hangen sterk samen met de bestrijding van armoede in de wereld. Hoe wil het CZSK de hoogwaardige bijdrage aan de internationale rechtsorde leveren in de komende kabinetsperiode? Door meer aandacht voor het personeel en de verbetering van de operationele inzetbaarheid. Materieel De Marinestudie blijft in hoofdlijnen ongewijzigd. Het feit dat de Tactical Tomahawk raketten zijn komen te vervallen, betekent dat er naar alternatieve munitie moet worden gekeken. Het regeerakkoord meent dit te ondervangen met gevechtstanks, zware artillerie, gevechtsvliegtuigen en -helikopters, onderzeeboten en fregatten. De invoering van de Oceangoing Patrol Vessels is met een jaar uitgesteld (vanaf 2011) en het Joint Logistic Support Ship is twee jaar in de wacht gezet (vanaf 2014). De verbeteringen van de onderzeeboten en de herintroductie van de mijnenveegcapaciteit gaan door. De mariniersbataljons worden versterkt, maar deels uit de compagnie die uit Curaçao wordt teruggetrokken. De kanons van de LC-fregatten worden verbeterd en de mogelijkheid om deze klasse schepen geschikt te maken voor de verdediging tegen ballistische raketten in bondgenootschappelijk verband wordt bestudeerd. Dat het CZSK de komende jaren kleinere operationele inzetcapaciteiten heeft, omdat de afstoting van de M-fregatten doorgaat en vervanging uitgesteld is, blijft een aandachtspunt. Tussen 2009 en 2011 moet er worden gekeken hoe ervaring en deskundigheid van het personeel in stand wordt gehouden, tot de nieuwe schepen in dienst worden gesteld. Personeel Eén van de grootste kopzorgen is, krijgsmachtbreed, werving en behoud van personeel. Defensie wil een betere concurrentiepositie in de arbeidsmarkt verwerven. Medewerkers moeten betere loopbaanperspectieven krijgen, zelf meer invloed op hun loopbaan krijgen en er moet een beter evenwicht tussen werk en privé komen. Loopbaanbegeleiding is van belang, maar ook de militair die de dienst verlaat zal intensiever worden begeleid. Defensie richt zich sterk op diversiteit in het bedrijf. Het aandeel vrouwen en minderheden met verschillende culturele achtergronden moet worden vergroot. Sectoren waarin traditioneel meer interesse
wordt getoond door mannen dan vrouwen, zoals technische vakken, verdienen bij werving extra aandacht. Defensie wil de samenwerking met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen de voorschakeltrajecten en instroomopleidingen fors uitbreiden. De krijgsmacht biedt een tweede kans voor jongeren die hun opleiding niet hebben afgemaakt. De huidige toelatingseisen moeten wel worden bewaakt, maar uitval moet wel worden beperkt, door bijvoorbeeld bijscholing en extra training. Hiermee wil het ministerie ook het maatschappelijke probleem van voortijdige schoolverlating bestrijden. Verdere verpaarsing Veel budgetten moeten nog worden herschikt om tot een efficiëntere organisatie te komen. Een deel daarvan zit in het onderwijs. Waar vergelijkbare opleidingen zijn binnen de krijgsmacht wordt gekeken naar samenvoeging. De Defensie Duikschool en Defensie Vaarschool zijn daar goede voorbeelden van. Joint operaties zullen steeds meer gaan voorkomen. De oprichting van een permanent gezamenlijk hoofdkwartier wordt beschreven, waarin ook elementen komen van de operatie- en situatiecentra van de operationele commando’s. Dit hoofdkwartier zal naar verwachting in 2010 functioneren. De basis die in de afgelopen jaren is gelegd, wordt de komende jaren verder uitgebouwd. Doordat enkele besluiten zijn heroverwogen, sommige voornemens zijn gesneuveld en andere vertraagd, hoopt het ministerie tijdens deze kabinetsperiode de krijgsmacht op een stabiele manier te ontwikkelen, terwijl de begroting sluitend blijft. Het kabinet zal zich de komende tijd gaan verdiepen naar de defensiebestedingen op langere termijn.
13
MVKK ontvangt voor het eerst NH90 tijdens ‘Heldair Show Maritiem’
“We hebben hier naartoe Het was even zoeken tussen de tientallen uitgestalde vliegtuigen, helikopters, kraampjes en duizenden mensen, maar hij was toch echt aanwezig op Marine Vliegkamp De Kooy tijdens de ‘Heldair Show Maritiem’: de NH90, de nieuwste helikopter van defensie, met tijdens de open dag nog de woorden ‘Koninklijke Marine’ erop geschilderd. Een hoogtepunt voor De Kooy, want voor het eerst sinds de start van het grootschalige NH90 project, landde de eerste Nederlandse Nato Frigate Helicopter op een van Tekst: Vanessa Strijbosch en Zefanja Hofman/Foto’s: Ruud Mol en John van Lent (AVDD) zijn thuisbases. Bijna vijftigduizend bezoekers genoten zaterdag 15 september van de gezamenlijke open dag van Den Helder Airport en Marine Vliegkamp De Kooy (MVKK). Sommigen starend omhoog met fototoestel in de aanslag om de spectaculaire loopings en wendingen van onder meer oude Fokker toestellen en Lynx heli’s vast te leggen. De ‘Royal Jordanian Falcons’ en het ‘Team 2 Excel’ gaven unieke stuntshows weg. Maar er was ook een bijzonder moment zonder vliegtuiglawaai in de lucht. Toen ‘birdman’ Christian Moullec in zijn deltavliegtuigje vergezeld door een groep kraanvogels aan kwam vliegen, werd het opmerkelijk stil op het festivalterrein. Mensen waren zichtbaar onder de indruk van het opmerkelijke schouwspel in de lucht. De vogels, die door Moullec speciaal getraind zijn, bleven in perfecte formatie rond de delta vliegen.
Dat het werk voor de Groep Maritieme Helikopters (MARHELI) ook tijdens een open dag gewoon doorgaat, werd duidelijk toen er ’s ochtends een Lynx helikopter werd weggeroepen voor een medische evacuatie. Het incident betrof een evacuatie van een zieke man op een koopvaardijschip voor de kust van Den Helder. Dankzij het adequate optreden van VGSQ7 kon de man in veiligheid worden gebracht. Het belang van het VGSQ7, dat verantwoordelijk is voor de SAR op de Noordzee, werd door dit incident nog eens goed benadrukt.
Imposante vliegtuigen De mogelijkheid om binnen te kijken in oude, maar nog steeds imposante vliegtuigen, lieten de bezoekers niet onbenut. De mensen stonden zelfs in de rij om aan boord te gaan van de ‘Catalina of Citation’ of het oude toestel van KLM, de ‘Flying Dutchman’. De ‘Catalina of Citation’, die de naam Karel Doorman draagt, is het enige Catalina vliegtuig in heel Europa dat nog steeds vliegt. Tussen 1941 en 1957 werden veel van deze amfibische vliegtuigen bij de Marine Luchtvaart Dienst ingezet. Ook de klimtoren van de Koninklijke Marine en de vliegsimulator waren in trek bij vooral het jongere publiek.
14
geleefd”
Mensen waren zichtbaar onder de indruk van het opmerkelijke schouwspel in de lucht
Kippenvel “Toch wel een kippenvelmomentje”, omschrijft luitenant-ter-zee V1, Gerrie Jongeneelen, zijn gevoel toen de eerste Nederlandse productie Nato Frigate Helicopter vrijdag 14 september op De Kooy landde. Hij maakt al zeven jaar deel uit van de testbemanning van de NH90. “We hebben hier naartoe geleefd. Zeker de bemanning die er al langere tijd bij betrokken is.” Jongeneelen is een van de vliegers die in de nieuwste aanwinst van defensie mag vliegen. In totaal krijgt het Defensie Helikopter Commando, dat vanaf januari 2008 officieel van start gaat, de beschikking over twintig helikopters waarvan er twaalf naar de Koninklijke Marine gaan. Pechvogel Het was tijdens de ‘Heldair Show Maritiem’ de bedoeling dat ook de NH90 zijn kunsten in de lucht zou vertonen. Echter, een klein ongelukje in de hangaar gooide roet in het eten. “Het was puur pech”, aldus Jongeneelen die het allemaal zag gebeuren. Tijdens het uitrijden van een van de hangaars op De Kooy raakte een van de staartrotorbladen beschadigd. Uit voorzorg is toen besloten om de NH90 in ieder geval die dag aan de grond te houden. “Dezelfde dag nog konden we het probleem oplossen en de dag erna is opnieuw met succes proef gedraaid. Het viel dus allemaal wel mee.” Maar het ‘incidentje’ roept
wel de vraag op of MVKK al klaar is voor de NH90? De Lynx hangaar op De Kooy is nu nog te laag om goed te voldoen voor zijn veel grotere opvolger. Er liggen plannen om de hangaar aan te passen. Kwalificatie test Op maandag 17 en dinsdag 18 september is de NH90 toch nog vliegend boven Den Helder te bewonderen geweest. Niet alleen leuk voor de spectaculaire beelden, maar des te meer voor de kwalificatietest. Het datalink systeem (link 11), dat bedoeld is om tactische informatie tussen eenheden uit te wisselen, werd beproefd. Deelnemende varende eenheden waren Hr.Ms. Tromp en Hr.Ms. Van Galen. Deze test is een onderdeel van het hele kwalificatie programma waarbij wordt gekeken of alles binnen de normen valt die in het contract gesteld zijn. Het resultaat was naar wens. “Zoals verwacht”, aldus Jongeneelen. “Het werkt, maar er moeten wel nog wat kleine dingen worden verbeterd.” Op woensdag 19 september vertrok de NH90 naar Frankrijk voor enkele radar modificaties. Daarna vliegt hij weer naar zijn ‘geboorteland’ Italië. Wanneer de NH90 weer Den Helder aandoet, blijft nu nog de grote vraag. De marinevliegers spreken hun hoop uit dat het voor 2009 zal zijn.
16
07.00 Wachtsofficier proeft aan opleiding in de Oriënt 08.00 Leren
navigeren in Singapore
De Republic of Singapore Navy (RSN) bestaat pas veertig jaar. Ondanks haar jonge leeftijd, is de RSN een erg moderne marine. De afgelopen veertig jaar concentreerden de operaties van de RSN zich voornamelijk dichtbij Singapore zelf, maar nu zal de RSN meer globaal gaan opereren dankzij grotere schepen, zoals fregatten van de Formidable klasse en Landing Ship Tanks (LST) van de Endurance klasse.
09.00
Internationale officieren met staf SAFTI.
10.00
Aankomst Na een vliegreis van meer dan twaalf uur kwam ik aan op Changi Airport in Singapore. De temperatuur buiten was 32 graden en de luchtvochtigheid honderd procent. Dit zou de komende drie maanden zo blijven. Het duurde een paar weken voordat ik hier aan gewend was. Zeker omdat ik in het klaslokaal en op mijn eigen kamer airconditioning had. Elke keer als ik naar buiten ging, liep ik tegen een muur van warmte aan. Het Singapore Armed Forces Military Institute (SAFTI) is de basis waar ik drie maanden woonde en lessen in navigatie kreeg. Het SAFTI bevindt zich in het westen van Singapore. Het is een enorm complex: naast lesfaciliteiten en huisvesting, heeft het twee zwembaden, een atletiekbaan, een klimhal, een fitnessruimte, tennisbanen, een voetbalveld, een bibliotheek en een enorme exercitieplaats. Alle officieren binnen de Singaporese land-, luchtmacht en marine genieten hier hun opleiding. Ze beginnen op de Officers Cadet School. Na een paar jaar varen of universiteit gaan de marineofficieren naar de Naval Officer’s Advanced School (NAS) op het SAFTI en later in hun carrière naar de Staff and Command College. De Watchkeeping and Navigation Course wordt gegeven op de NAS.
11.00 12.00 13.00 14.00 15.00
Drie maanden leven in een andere cultuur is een geweldige levenservaring Navigatie De marine wilde een ervaren wachtsofficier naar Singapore sturen om uit te zoeken wat het niveau van de opleiding is. De afdeling P&O informeerde of ik interesse had om naar Singapore te gaan. Daar heb ik niet lang over nagedacht. Zo’n kans krijg je niet snel, dus ik heb meteen ‘ja’ gezegd. De opleiding duurde drie maanden, waarbij de studenten een goede basiskennis over navigatie moeten krijgen. Naast theorie vonden praktijksessies plaats in een brugsimulator en aan boord van Singaporese mijnenjagers. De klas telde veertien studenten: tien uit Singapore, twee uit Brunei, één uit Australië en natuurlijk één uit Nederland. Omdat de Australische officier en ik meer kennis en ervaring hadden dan onze collegae, hebben we een aantal keer in de week zelf les gegeven. Dit was erg leuk en uitdagend. De studenten uit Singapore en de docenten uit India spraken weliswaar Engels, maar wel op de Aziatische en Indiase manier. Daar heb ik ook erg aan moeten wennen. Als ik me niet voor honderd procent concentreerde, verstond ik er niets van.
16.00 17.00 18.00 19.00
De vakken Enkele voorbeelden van vakken die aan bod kwamen, waren het getij, stabiliteit, relatieve bewegingen, navigatie apparatuur, manoeuvreren,
20.00 21.00
Brugsimulator.
meteorologie, kustnavigatie, ankeren, reisvoorbereiding, maritieme operaties en ECDIS. Ook werd de cursus Human Resource Management gegeven. Dit is precies dezelfde cursus als in Nederland en is bedoeld om de houding van brugteams te veranderen, zodat het team gebruik maakt van alle menselijke en technische middelen die aanwezig zijn op de brug. Ontspanning Naast de opleiding was natuurlijk ook tijd voor ontspanning. De werktijden waren van acht uur ‘s ochtends tot half zes ‘s avonds. In de avonden en weekenden had ik vrij. Singapore is een mooi land, maar niet erg toeristisch. Mijn medestudenten uit Singapore lieten mij alle mooie plekken van Singapore zien. Opvallend waren de enorme wolkenkrabbers, een efficiënt openbaar vervoer netwerk, veel groen langs de straten en wegen en er lag geen papiertje op de grond. Als je wel iets op de grond gooide, kreeg je een boete van 250 euro. Drie maanden leven in een andere cultuur is een geweldige levenservaring. Maar ik was wel weer blij dat ik naar Nederland kon. Het was interessant om mee te maken, hoe de mensen daar denken en hoe hun marine werkt. Ik ben onze eigen marine wel veel meer gaan waarderen.
Luitenant-ter-zee 2OC Jos van der Meijden verbleef drie maanden in Singapore om daar de Watchkeeping and Navigation Course te volgen bij de Republic of Singapore Navy. Hij is de eerste Nederlandse marineofficier die aan deze opleiding deelnam. Tekst en foto’s: LTZ 2OC Jos van der Meijden
17
zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
06.00
Marinierskapel, Royal Marines doen Engelse Oorlogen nog eens over
Tien uur werk voor één minuut show “Mensen zien wat ze horen en horen wat ze zien”, beschrijft sergeant-majoor der mariniers Machiel van der Stelt, choreograaf van de Tamboers & Pijpers en de Marinierskapel voor de Nationale Taptoe die in het weekend van 27 tot 30 september in de Rotterdamse Ahoy plaatsvond. Hij moet voor 72 man elke pas bedenken, uitschrijven en overbrengen op het orkest om tot een spetterende show te komen. Tekst en foto’s: Barry Wijnandts
MJRMARN Van der Stelt geeft de trombonespelers nog wat aanwijzingen. SMJRMARN
De grijze legeringgebouwen op de Van Ghentkazerne in Rotterdam zijn weinig spetterend, maar de Marinierskapel en Tamboers & Pijpers geven in de aanloop naar de Nationale Taptoe kleur aan de kazerne. Een ‘kleine’ tachtig muzikanten verzamelen zich op het exercitieterrein voor het instuderen van de aanstaande show. Enkele muzikanten klitten wat dichterbij elkaar, terwijl een man tussen hen in staat met armen te gebaren. Nog even worden de juiste posities doorgenomen. Dan, met een enkele zwaai van de dirigent, begint het orkest te spelen en te lopen. Recht van voren ziet het er perfect uit, maar van de zijkant gezien, wil een enkeling in de rechterflank nog wel eens afwijken van zijn tegenhanger in de linkerflank. Brainstormen Majoor der marinierskapel Pieter Jansen is al zes jaar dirigent van de kapel en heeft een mooie finale voor de laatste Nationale Taptoe die
Voor het eerst bemoeit een buitenlander zich met de choreografie van de Royal Marines Band. Foto: Marinierskapel
hij zelf zal dirigeren. “Gewoonlijk duurt een bijdrage negen minuten en dan nog vijftien minuten in de finale. Nu, vanwege het Michiel de Ruyterjaar, heeft de kapel veertig minuten en de finale”, zegt hij. Tussen idee en uitvoering zit een enorm aantal werkuren. Uit de kapel en de Tamboers en Pijpers wordt een commissie samengesteld, die vorm gaat geven aan de uitvoering tijdens de Nationale Taptoe. “We beginnen met de evaluatie van het vorige jaar en we gaan brainstormen over wat we dit jaar gaan doen”, aldus de dirigent. “Als we een idee hebben, dan gaan we op zoek naar bijpassende muziekfragmenten. Dit jaar hebben we bijvoorbeeld een muziekstuk van de Royal Marines met een meer Keltisch of Ierse inslag.” De commissieleden wisselen onderling muziek uit om te beluisteren en te beoordelen in de hoop elkaar enthousiast te maken voor de inbreng. Als de muzikanten een goed stuk hebben gevonden, begint de speurtocht naar de bladmuziek. “Soms kunnen we dat internatioUitvoering van de Nationale Taptoe in 2006. Foto: Marinierskapel
18
naal inkopen, maar als het er niet is, moet een arrangeur aan de slag om de muziek geschikt te maken”, vertelt Jansen. Tienduizend passen Sergeant-majoor der mariniers Machiel van der Stelt krijgt dan de zware taak om bij de muziek beeld te verzinnen. “Aan de hand van de partituur moet ik gaan bedenken hoe de muzikanten moeten gaan lopen”, vertelt hij. Ook hier heeft sinds een jaar of vier nieuwe technologie zijn intrede gedaan: “Aan de hand van een computerprogramma worden alle passen ingevoerd. In totaal zijn dat nu tienduizend passen die precies moeten kloppen met
Meeste technologie Het publiek bij de Nationale Taptoe krijgt niet alleen muziek en mooie formaties voorgeschoteld. De Marinierskapel wordt begeleid door een lichtshow, die volgens de artistieke leiders in de Ahoy van een hoge kwaliteit is. “In deze taptoe zit de meeste technologie verwerkt”, aldus Jansen. Het is een extern bedrijf dat dit lichtplan uitvoert, maar toeval wil dat de marine de aannemer toch een ‘dienstbevel’ oplegt: “De technicus is André van de Bendt, een reservist. Hij wordt speciaal voor de taptoe ingezet door de taptoeorganisatie, de ideale persoon, omdat dit zijn dagelijkse werk is”, zegt de dirigent. Jansen moet niet alleen de maat aangeven, maar ook zelf in de pas lopen: “Ik moet aan
Dirigent Jansen bij de tamboers.
de muziek.” Voor elk lid van het 72 man sterke orkest moeten de passen worden uitgeschreven. Het is een complex geheel waarin heel nauw samen moet worden gewerkt tussen de dirigent en de choreograaf. In eerste instantie bedenkt Van der Stelt hoe iedereen moet lopen aan de hand van de uitgeschreven muziek. Soms is het ook nodig dat de muziek moet worden aangepast aan de formatie. “En dat is lastig, want haal maar eens ergens vier extra maten vandaan.” Als de muziek en de figuren zijn bedacht, wordt het voor het eerst gepresenteerd aan de kapel. Vanaf het filmdoek kunnen de muzikanten een beeld krijgen van wat er van ze wordt verwacht. Jansen: “Als volgende stap gaan we naar de plaat toe, waar we op de muziekfragmenten de passen doorlopen.” Als de formaties enkele malen zijn geoefend, blijven Van der Stelt en Jansen het geheel continu afstemmen. Wellicht moet de muziek iets sneller of iets langzamer, of moeten bepaalde figuren iets worden aangepast. Voor Van der Stelt is de opdracht om de mensen ‘te laten zien wat ze horen, en te laten horen wat ze zien’. Hij vindt muziek van de kapel eigenlijk beter tot zijn recht komen dan dat van een statisch orkest, omdat het mogelijk is om instrumenten letterlijk naar voren te laten komen of in de achtergrond te zetten. Battle of the bands Jansen: “Met het Michiel de Ruyterjaar hebben we een bijzondere uitdaging. Dit jaar is tijdens de Nationale Taptoe de marine extra belangrijk.” De Marinierskapel heeft met collega’s uit Frankrijk en Engeland een interessante show opgezet. Ze zullen openen met honderdvijftig man. Dan is er een heuse ‘battle’ tussen de Engelse Royal Marines Band en de Marinierskapel, waarin de geschiedenis tussen deze landen tot uitdrukking komt. Van der Stelt wist hiervoor een grote traditionele waarde bij zijn Engelse collega’s te doorbreken: “Het was voor de eerste keer dat een buitenlander zich mocht mengen in de Royal Marines Band.”
De muziek van de kapel komt beter tot zijn recht dan van een statisch orkest het eind wel exact in een bepaalde lichtbundel komen te staan, dat vergt ook de nodige oefening.” Inmiddels zitten zowel de muziek als de stappen er goed in bij de muzikanten. Als de choreograaf met een camera in een verrijdbare lift boven de plaat uitstijgt, klinken hier en daar uit een eenzame trompet of klarinet de motieven van Wagners ‘Der Fliegende Hollander.’ Van der Stelt maakt de opnames om de laatste foutjes in de formaties op te sporen. Jansen: “Beide kanten moeten elkaar exact spiegelen. In de voorwaartse richting is het niet zo heel moeilijk, daar loopt iedereen wel op de juiste afstand van elkaar. Maar over de breedte genomen kom je, zeker in de flanken toch nog wel eens een halve meter voor of achter je tegenhanger vijfentwintig meter verderop uit. Dat zie je wel vanaf de tribunes.” Als Jansen de aanzet heeft gegeven, schallen de hoorns, trompetten en klarinetten over het exercitieterrein van de Rotterdamse kazerne. Passanten blijven even staan bij de lage muren langs de openbare weg om een gratis optreden mee te pikken. Jansen heeft er duidelijk plezier in, als de muzikanten het swingende nummer ‘Royal Blue’ spelen en steeds beter de formatie weten aan te houden. Nog twee weken voor het grote optreden in de Ahoy. De Marinierskapel ligt goed op schema.
19
Arubaanse Militie onlosmakelijk verbonden met Savaneta
De ultieme kruisbestuiving Al ruim twintig jaar maakt de Arubaanse Militie een onlosmakelijk onderdeel uit van Marinierskazerne Savaneta. Als lokale krijgers doen de Arubaanse mariniers in veel opzichten niet onder voor de Nederlandse mariniers. “Zeker niet”, stelt de kazernecommandant, luitenant-kolonel der mariniers Jeff Mac Mootry. “De mix van Nederlandse mariniers met hun wereldwijde ervaring en lokale mariniers, die Tekst en foto’s: Karen Gelijns elke steen op het eiland kennen, geeft de ultieme kruisbestuiving.” Toen Aruba op 1 januari 1986 Status Aparte verwierf – dus de status van Land binnen het Koninkrijk – werd de Arubaanse Militie (ARUMIL) in het leven geroepen. Een militie die op geen enkel vlak meer te vergelijken valt met de Antilliaanse Militie. “Een levensgroot verschil”, benadrukt Mac Mootry. “Niet alleen qua insteek, maar ook de wereld erachter verschilt.” Zo richt de Antilliaanse Militie zich op het sociale doel om kansarme jongeren met een beroepsopleiding een betere toekomst te bieden. De Arubaanse Militie daarentegen bestaat uit beroepsmilitairen die voor minimaal vier jaar zij aan zij trainen en werken met de Nederlandse mariniers op Aruba.
Het militaire werk leren de miliciens conform Nederlandse standaard.
Van milicien tot marinier Bij binnenkomst op Marinierskazerne Savaneta blijkt de aanwezigheid van de Arubaanse Militie direct. Twee Arubaanse mariniers staan strak in de houding bij de poort en controleren elke bezoeker. “Beveiliging en bewaking van de kazerne behoort tot één van de hoofdtaken van de Arubaanse Militie”, legt Mac Mootry uit. Als beroepsmilitairen bepaalde tijd – met een initieel contract voor vier jaar – worden de miliciens op de kazerne eerst opgeleid tot marinier van Aruba. Een zware opleiding van zestien weken, met veel aandacht voor amfibisch opereren. “Noodzakelijk in deze bij uitstek maritieme omgeving”, aldus de kazernecommandant. Maar ook het overige militaire werk – zoals wapenlessen, exercitie, kaart en kompas, overleven in het veld, patrouilles en roadblocks – leren de miliciens conform Nederlandse standaard. “Daarom sluit het peloton van de Arubaanse Militie ook bijna naadloos aan op de 32ste infanteriecompagnie. Ze leren vrijwel dezelfde militaire vaardigheden, gebruiken dezelfde wapens en uitrusting.” Aansluitend op de initiële opleiding volgen de miliciens de vier
Al ruim twintig jaar maakt de Arubaanse Militie een onderdeel uit van Marinierskazerne Savaneta.
Aandacht voor amfibisch opereren is noodzakelijk in de bij uitstek maritieme omgeving.
20
weken durende ‘MBK’-module, met daarin alle aspecten van bewaking en beveiliging van militaire objecten. Eenmaal succesvol omgevormd van milicien naar marinier, gaan de mannen aan de slag op de kazerne. Het merendeel in de beveiliging, maar sommigen ook in de ziekenboeg, bij bureau sport of bevoorrading. Daarnaast draaien ze – op roulatiebasis – een operationeel programma met de compagnie mee. Arubaanse mariniers hebben op die wijze deelgenomen aan onder andere jungletrainin-
“Tot de winter kwam! Dat vergde toch wel even een andere manier van overleven in het veld dan op een tropisch eiland. Hier leef je tussen de cactussen, daar tijger je door een nat, koud bos.” Uiteindelijk wist hij de klimatologische, cultuur- en taalverschillen zo goed te overwinnen, dat hij de opleiding als een van de beste afrondde. Als pelotonscommandant plukt Werleman nog dagelijks de vruchten van deze ervaring. “De structuur, discipline, respect en het belang van onderhoud. Allemaal elementen waar ik bij de
“Niet voor niets noemen wij de ARUMIL ook wel het ‘vierde peloton’” gen in Frans Guyana en oefeningen met Amerikaanse mariniers in de Verenigde Staten. Doorgroeimogelijkheden hangen binnen de ARUMIL af van de behoefte. “Als een plek vrij komt, selecteren we de beste kandidaten voor de kaderopleiding”, legt Mac Mootry uit. “Een enkeling – de échte uitblinkers – schoppen het zelfs tot officier.” Zo iemand is pelotonscommandant Glen Werleman: ook wel ‘het militair geweten van de ARUMIL’ genoemd. Het militair geweten Eerste luitenant der mariniers van Aruba Glen Werleman wist al als klein jongetje dat hij militair wilde worden. In 1997 ging deze jongensdroom in vervulling, toen hij in dienst trad bij de Arubaanse Militie. Hij werd ‘best man’ van zijn opleiding en bleek de meest geschikte kandidaat toen een vacature voor officier vrijkwam. Nog geen twee jaar later volgde hij dan ook de ‘Praktische Opleiding tot Officier der Mariniers’ (POTOM) in Nederland. “In eerste instantie ging het me goed af...”, begint Werleman lachend.
mannen op hamer. Ik eis continu een hoog niveau. Want herstel kost uiteindelijk meer tijd dan behoud.” Niet alleen bij zijn eigen peloton geniet Werleman groot respect, maar ook bij de compagnie. Mac Mootry: “Werleman kent de knoek als de palm van zijn hand en weet hoe je daar moet opereren. De droogte, vijandige begroeiing, extreme hitte, slangen en schorpioenen vormen een absolute uitdaging. Effectief optreden onder deze omstandigheden vergt meer dan een paar weken ervaring.” De nauwe samenwerking tussen de Arubaanse Militie en het Korps Mariniers versterkt volgens Mac Mootry ook de band tussen de kazerne en de Arubaanse samenleving. “De Arubaanse Militie geniet aanzien door haar professionaliteit en discipline. Daarbij hebben alle zestig jongens een achterban van familie en vrienden die Savaneta zien als ‘hun’ kazerne. En terecht. Ze doen volwaardig mee en stellen me niet teleur. Niet voor niets noemen wij de ARUMIL ook wel het ‘vierde peloton’.”
21
Veteraan vindt na 48 jaar oude liefde terug
Verboden liefde “Jan, er komt een dag dat je je zó klein voelt”, zei een oude baksmaat terwijl hij zijn duim en wijsvinger maar nauwelijks uit elkaar hield. Voor oud-marinier Jan Kiefte kwam dat moment in zijn leven inderdaad. Vorig jaar maakte hij met enkele ‘Sobats’ een reis naar Nieuw Guinea, waar hij in 1959 voor zijn nummer naar toe werd gezonden. Daar liep hij tegen een haast onmogelijke ontmoeting aan. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Archief Jan Kiefte Jan Kiefte is achttien jaar als hij wordt opgeroepen voor zijn nummer. Hij wordt geschikt bevonden voor dienst en aangeboden voor een extra keuring voor het Korps Mariniers. Ook daar komt hij doorheen. Begin januari 1959 komt hij op voor zijn militaire vorming, om na vier maanden als infanterist uitgezonden te worden naar Nieuw Guinea. Ze kwamen aan in Biak om te acclimatiseren, na vier weken werd hij voor vier maanden overgeplaatst naar Manokwari. “De rest van dat jaar zat ik op Fak Fak. Dat was de ergste kazerne waar je kon zitten”, denkt de veteraan terug. “Veertig graden en enorm vochtig. Een gebied omsloten door bergen en oerwoud.” Martin Mariner Kiefte bladert door zijn fotoalbums en stuit op een verslag met een foto van enkele jongens in een korte broek op een kaal veldje: “Babo 17 december 1959 – Bijna Kerstmis”, staat erboven. Kiefte vertelt hoe hij daar bezig was een Japanse landingsstrip uit de Tweede Wereldoorlog onklaar te maken voor de Indonesische ‘peloppers’, toen hij en zijn maten een Martin Mariner van de Marine Luchtvaartdienst over zagen vliegen. “Die bracht onze kerstpost”, vertelt hij. “We hadden nog even radiocontact met ze. Ze meldden dat alles goed was en dat ze er zo zouden zijn.” Nog geen half uur later was het vliegtuig met acht inzittenden in zee gestort. “Wij moesten met de patrouille naar zee, helpen zoeken.” Eén man heeft daarbij zijn eigen tenen moeten afrukken om los te komen van het vliegtuig. Vijf man zijn omgekomen, drie man zijn gered door toesnellende Papoea’s. “Van die vijf is nooit meer iets gevonden. Het zat daar vol met haaien. De post is heelhuids aangespoeld in een waterdichte container.” Vechten tegen bloedzuigers Het belangrijkste werk voor de mariniers was patrouillelopen. “Te voet 125 kilometer door de jungle”, beschrijft Kiefte kort de missies, “Ja, niet elke dag natuurlijk.” In een rapport is kort en zakelijk terug te lezen hoe dragers kampten met ziektes en de mariniers vechten tegen het moeilijk toegankelijke terrein en de bloedzuigers. “We hebben ook een paar man afgeschoten. Met tien man ben je aan het schieten, dus wie het dodelijke schot afvuurde weet ik niet, maar het is gebeurd.” Het mooist vond Kiefte de mensen: “We hadden dragers bij ons, ik liep daar altijd met verbazing achter. Die lui deden met hun handen net zoveel als met hun voeten.” De patrouilles leunden zwaar op de enorme kennis van het gebied van de inheemse bevolking. Dat maakte de positie van beiden op zijn minst gelijkwaardig, maar vaak beseften de militairen dat ze in de jungle voor hun overleven volledig afhankelijk waren van de Papoea’s. “Ze kenden alle paden door het oerwoud, terwijl die na een paar uur weer geheel overwoekerd zijn.”
De jonge Kiefte op patrouille in het tropische regenwoud van Nieuw Guinea
Meisjes van de missie “Je wil wel eens wat anders dan altijd dezelfde maten om je heen”, verklaart de oud-marinier zijn contact met Philomena Wamburye. Zij werkte als negentienjarig meisje bij een Nederlandse missiepost achter de kazerne van Fak Fak. Als ze de post moest halen of de stad in moest, liep ze om de legerbasis heen. Omdat ze graag Nederlands wilde leren, kwam ze al snel in contact met de mariniers, onder wie Jan. Met zijn zwaar Nijmeegse accent: “En wie kan je nu beter Nederlands leren dan ik?” Contact tussen de meisjes van de missie en de mariniers was voor beiden strikt verboden, maar het weerhield Jan en Philomena niet om zo nu en dan elkaar te ontmoeten. “Afspraakjes maken, kon niet. Ik kende haar achternaam niet eens.” Hoewel de twee sterke gevoelens hadden voor elkaar, kon het contact niet al te intiem worden. Waarschijnlijk tot vreugde van de huidige vrouw van Jan, Els, die vorig jaar getuige mocht zijn van ‘het eerste kusje.’ Een verrassing In februari 2006 konden Jan en Els mee met een veteranenreis naar Nieuw Guinea. “Sommigen gingen al voor de tiende of elfde keer terug”, verklaart Jan, maar voor hem was het voor het eerst in 48 jaar dat hij weer voet zette in de voormalige kolonie. Eén van de plaatsen die de reisgroep aandeden was Sorong. Daar kwam Jan in gesprek met een missiepater, Anton Tromp, met wie hij zijn herinneringen aan Philomena deelde. “Het enige dat ik nog weet, is haar naam, Philomena en als ze nog leeft, dat ze ongeveer 64 jaar moet zijn”, zei Jan. Het antwoord: “Dan heb ik een verassing voor jou, zij werkt hier bij ons!” Meteen daarop werd een ontmoeting geregeld. Philomena woont in een huisje nabij het vliegveld van Sorong. Op
22
een dag kreeg ze telefoon, dat ze die avond bezoek uit Nederland kon verwachten. “Ik zat de hele dag te wachten en uit het raam te kijken”, vertelt ze nu vanuit het appartement in Nijmegen. Op het moment dat ze de nu 69-jarige Jan zag, herkende ze direct de toen negentien jaar oude marinier. Ze rende naar buiten en er volgde een emotioneel moment voor beiden. De ontmoeting was maar van korte duur, maar de oud-marinier zou het contact niet snel voorbij laten gaan. Het verhaal van Philomena Philomena Wamburye is de jongste dochter uit een gezin van drie kinderen. Haar vader heeft ze nooit gekend. Ze groeit op in het dorp Mabriema onder primitieve omstandigheden. Met de komst
Een typische kampong van de Papoea’s
van een zendingspater verandert het leven in Mabriema. Ze maken voor het eerst kennis met de westerse wereld. De familie wordt gedoopt en raakt zijdelings betrokken bij de Tweede Wereldoorlog. Enkele zendelingen zijn ondergedoken in hun dorp, terwijl de pater Tijtro, die de familie Wamburye gedoopt heeft, gedeporteerd wordt naar een Jappenkamp.
“Afspraakjes maken, kon niet. Ik kende haar achternaam niet eens” Rieten rokjes Na de oorlog komt Philomena in Fak Fak terecht. “Wij hadden helemaal geen kleren, de meisjes droegen rokjes van boomschors. In Fak Fak kregen wij daarom de kleden van de misdienaars te dragen. Negen jaar lang brengt ze door op het internaat. “Daar heb ik Jan en andere mariniers leren kennen. Jan heb ik het meest van dichtbij meegemaakt. Het was voor ons verboden om van iemand te houden.” Philomena is na haar schoolperiode verder het binnenland in getrokken om te werken als onderwijzeres. Contact met Jan en enkele andere Nederlandse vrienden verwatert al snel. Het leven voor de Papoea’s wordt een stuk moeilijker als Nieuw Guinea ingelijfd wordt door Indonesië. Philomena trouwt en krijgt kinderen. Haar man reist af naar Biak om te demonstreren tegen de
Indonesische regering. Als er vervolgens een opstand dreigt, raken ze van elkaar gescheiden en verdwijnt hij in de gevangenis. Alle goederen worden in beslag genomen en Philomena blijft berooid met haar kinderen achter. Naar Nederland Haar man komt na vijftien jaar vrij, maar trouwt met een andere vrouw. Om Philomena niet alleen in de jungle te laten zitten, neemt een pater haar mee naar zijn missiepost, waar ze haar werk voort kan zetten. Haar kinderen wonen verspreid in het enorme land. Als haar oudste dochter komt te overlijden, krijgt Philomena ook de zorg over acht van haar kleinkinderen.
Philomena en Jan herenigd in Nederland.
“Het is een wonder dat ik Jan ooit nog terug zag”, zegt ze. “Die datum zal ik altijd blijven onthouden.” Voor haar gevoel was de ontmoeting echter maar eenmalig en van korte duur. “Jan en Els vroegen wel of ik naar Nederland wilde komen, maar ik meende dat ze een grapje maakten.” Totdat pater Tromp terugkeerde van vakantie met de mededeling dat Jan en Els erg graag wilden dat Philomena over zou komen en het regelen van vliegtickets en de benodigde visa in gang waren gezet. Het kostte het Nederlandse echtpaar bijna een jaar om alles voor Philomena rond te krijgen. Het is haast onvoorstelbaar voor een meisje dat opgegroeid is in de Nieuw Guinese jungle op haar oude dag nog naar de andere kant van de wereld reist. Ze moest voor de douaneformaliteiten enkele dagen in Jakarta verblijven, waarna ze op het vliegtuig is gestapt naar Nederland. “Ze kwam aan op Schiphol en we stonden meteen in de file. Dat vond ze prachtig, ze had nog nooit zoveel auto’s gezien”, vertelt Jan trots. Elke ervaring was nieuw. Slapen in een bed, een lift in een flat, een knipbeurt bij de kapper. “We gingen boodschappen doen, en in de supermarkt moest ze ineens heel erg lachen. Ze was vergeten haar schoenen aan te doen”, vertelt Els.
Voor Jan en Philomena was het vanaf de ontmoeting in Nieuw Guinea tot en met haar verblijf in Nederland een hele bijzondere periode. Door de gastvrijheid van het Nederlandse echtpaar en de goede opvang van de oude dame lijken de enorme culturele verschillen op te heffen. Met veel enthousiasme omarmt Philomena de nieuwe wereld. Ze geniet duidelijk van elk moment. Voor de oud-marinier was dit de kroon op één van de belangrijkste periodes uit zijn leven.
23
Marine biedt hulp aan Nicaragua
Sprankje hoop in een In de noordelijke Nicaraguaanse provincie RAAN treft de bemanning van Hr.Ms. Van Nes een desolate wereld aan. Huizen, bomen, wegen, bruggen en de enkele elektriciteitsmasten die de provincie heeft, zijn weggevaagd of zwaar beschadigd. Vee is dood en oogsten zijn vernietigd. In het dorpje Dakura herinnert alleen de kerkklok nog aan de plek waar een week eerder de dorpskapel stond. De bevolking loopt gedesoriënteerd en getraumatiseerd rond. Totdat de bemanning van het stationsschip de handen uit de mouwen steekt en de staat van collectieve apathie doorbreekt. Tekst: Karen Gelijns/Foto’s: Dave Vermeer (Hr.Ms. Van Nes) Met windsnelheden tot driehonderd kilometer per uur, liet orkaan Felix op dinsdag 4 september een spoor van vernieling achter in het noordoosten van Nicaragua en kostte aan ruim 130 mensen het leven. Met name in het kuststadje Puerto Cabezas (63.000 inwoners) en de noordelijke provincie RAAN (Region Autonoma Atlantico Norte) is de verwoesting groot. Daar rukte de orkaanwind de daken van negentig procent van de huizen, hospitalen en scholen. 7.895 Huizen in de regio werden volledig vernietigd. Aan de toch al precaire drinkwa-
De ‘chainsaw man’ maakt hapklare brokken van het puin.
ter- en sanitairsystemen, de infrastructuur en de opvangcentra werd zware schade aangericht en ook werkte tachtig procent van het elektriciteit- en telefoonnet niet meer. In nauw overleg tussen de Ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken en Ontwik kelingssamenwerking viel dezelfde week nog het besluit om noodhulp te leveren. Het stationsschip Hr.Ms. Van Nes stoomde direct op naar het getroffen gebied. Waarschuwingstijd nihil Enkele dagen eerder zag bureau
In de noordelijke provincie rukte de orkaanwind de daken van negentig procent van de huizen, hospitalen en scholen. 7.895 Huizen in de regio werden volledig vernietigd
24
desolate wereld operaties CZMCARIB op Marinebasis Parera het gevaar al naderen. “Felix ontwikkelde zich niet volgens het boekje, zoals Dean enkele weken eerder”, legt het Hoofd Operaties, kapitein-luitenant-ter-zee Jos Rozenburg, uit. “Dagenlang bleef Felix als een tropische depressie zonder duidelijke koers in beweging op de Atlantische Oceaan, totdat hij plotseling uit zijn slof knalde.” Binnen twee dagen ontwikkelde depressie nr. 6 zich tot een orkaan van de zwaarste categorie, waarbij het een niet voorspelde baan volgde en rakelings langs de
Met argusogen volgde bureau Operaties het pad van de orkaan en de gevolgen nadien. De Nederlandse ambassade te Nicaragua bracht direct een rapport uit over de situatie in het land en de verwachte behoefte aan noodhulp. Rozenburg: “In het orkaanseizoen – dat loopt van 1 juni tot 1 december – volgen wij elke storm op de voet en staan we altijd gereed voor eventuele noodhulp. Zo ook toen de opdracht uit Nederland kwam om naar het rampgebied in Nicaragua op te stomen.”
Achter de schermen draaide de logistieke dienst overuren om snel voldoende water en noodrantsoenen te leveren Benedenwindse Eilanden scheerde. De waarschuwingstijd voor de gebieden in de baan van de orkaan werd hierdoor praktisch nihil. “Dat had grote impact op de schade. Bij Dean kreeg de bevolking al vijf dagen voor de passage een waarschuwing, waardoor maatregelen getroffen konden worden en de schade beperkt bleef.”
Desolate wereld “Ten noorden van de havenstad Puerto Cabezas ligt een desolate wereld”, begint luitenant-ter-zee 1 Walter Hansen, de Eerste Officier van Hr.Ms. Van Nes, na een eerste verkenningsvlucht met de boordhelikopter over de zwaar getroffen regio. “Huizen, bomen,
De aangespoelde schepen liggen nog steeds voor anker...
“Een gouden greep”, noemt de eerste officier de shelterboxen.
Vele handen maken licht werk.
Als het technisch team de vergiftigde waterput in Dakura weer drinkbaar weet te maken, weerklinkt gejuich door het schip.
25
“Je zag weer een sprankje hoop in de ogen van de mensen verschijnen en binnen enkele uren staken zij zelf ook de handen uit de mouwen” In de zwaar getroffen dorpjes Krukira, Auastara en Dakura was grote behoefte aan primaire levensmiddelen. 26
van de Van Nes het vervuilde water, zodat het weer kon volstromen elektriciteitsmasten, wegen en bruggen zijn weggevaagd of zwaar met vers water. Sillevis Smitt: “Toen de volgende ochtend bij controle beschadigd. Oogsten zijn vernietigd en de hele economie ligt plat.” bleek dat het water weer drinkbaar was, ging er letterlijk een gejuich Veel kleine dorpjes in de uitgestrekte, moerassige, dunbevolkte prodoor het schip. Dat zijn de dingen waar iedereen het voor doet.” vincie RAAN zijn vier dagen na passage van Felix nog steeds volledig van de buitenwereld afgesloten. Zoals Krukira, Auastara en Dakura, Achter de schermen waar voor de inwoners nieuwe gevaren op de loer liggen, zoals malaNa de eerste verkenningen besefte de bemanning van het stationsschip ria, knokkelkoorts en uitdroging. wel dat de beschikbare middelen niet afdoende waren om de noodlij“De muggen planten zich volop voort in stilstaand water en er is dende bevolking te helpen. Op zaterdagochtend nam de marineleieen groot gebrek aan schoon drinkwater, voedsel en medische hulp. ding dan ook het besluit om tevens Hr.Ms. Pelikaan naar het rampOok hebben de meeste mensen niet eens meer een dak om onder gebied te sturen. “Binnen een uur stond de bemanning op de kade, te slapen”, legt Hansen uit. In nauw overleg met de gouverneur van om het schip te beladen voor vertrek”, vertelt Rozenburg zichtbaar de provincie, Reynaldo Francis Watson, richtte de noodhulp van onder de indruk van deze Hr.Ms. Van Nes zich dan flexibiliteit. Ook vlootaalook voornamelijk op deze moezenier Ed Haver, luizwaar getroffen gemeentenant-ter-zee 1 Arts Cees schappen. “We proberen Spaargaren, ziekenverte voorzien in de behoefte pleger sergeant Thierry aan primaire hulpgoedeFaas en facteur korporaal ren, zoals vers drinkwaVictor Verschoor als linguter, voeding en een plek ist, stapten binnen enkele om te slapen.” uren aan boord van het Hiertoe beschikte de Van ondersteuningsvaartuig. Nes over 1.200 liter melk Achter de schermen draai(op poederbasis), 1.000 de de logistieke dienst noodrantsoenen en 2.000 overuren om snel volliter water in flessen. doende water en noodDaarnaast kan het schip rantsoenen te leveren. De met de eigen scheepsinmedewerkers van materistallaties ca. 50.000 liter eellogistiek werkten zich water per dag zuiveren uit Het beeld van een klein meisje dat – na dagen zonder eten – de crackertjes uit het noodletterlijk in het zweet om zeewater en dit opslaan in rantsoen in haar knuistjes klemt, maakte grote indruk op de commandant. alle goederen aan boord de scheepstanks. Hieruit te krijgen en bureau kunnen flessen of jerryOperaties stond als de coördinerende spin in het web klaar om de cans nagevuld worden. Tenslotte had de Van Nes dertig ‘shelterboxes’ schepen op welk vlak dan ook bij te staan. Dankzij deze vereende aan boord. In elke box bevinden zich primaire overlevingsmiddelen krachten, vertrok de Pelikaan dezelfde avond nog richting Nicaragua, voor tien personen, zoals een tent, een geïsoleerd grondzeil, thermimet aan boord vijftien ton aan hulpgoederen. sche dekens, een fornuis, kookspullen, gereedschap, muggennetten, watercontainers en waterzuiveringstabletten. “Een gouden greep”, Vele handjes… noemt Hansen deze pakketten. Vanaf het moment dat de Pelikaan in het gebied arriveerde, vloog de Hoewel het leveren van eten, drinken en onderdak dankbaar werk boordhelikopter van Hr.Ms. Van Nes af en aan om ruim honderdis, gaat deze reddingsactie de Eerste Officier niet in de koude kleren vijftig shelterboxen, duizenden noodrantsoenen, zeven pallets met zitten. “De verwoesting is een vreselijk aanzicht. Als je een oude drinkwater, waterzakken, jerrycans, brandstoftankjes, rugzakken en vrouw, met al haar spulletjes onder een zeiltje naast haar volledig medicijnen aan wal te brengen. Ook had het schip goederen mee om weggevaagde huis ziet zitten, breekt je hart.” de werkzaamheden op het land te vergemakkelijken, zoals hamers, pikhouwelen, kettingzagen en rubberboten. Hoop “Het kostte veel handjes om alle spullen vanuit het ruim, drie dekDe inwoners van de verwoeste dorpjes putten volgens de comken hoger klaar te zetten voor transport”, vertelt de commandant mandant van het stationsschip, kapitein-luitenant-ter-zee Wolter Pelikaan, luitenant-ter-zee 2OC Wilco Faber. “Maar vele handjes Sillevis Smitt, nog het meeste moed uit de helpende marinehanden. maken licht werk.” Sillevis Smitt noemt de operatie een gigantische “Direct na aankomst, begonnen we met het vrijmaken van wegen, inspanning. “Maar geweldig om te zien dat de goederen direct repareren van openbare gebouwen en puinruimen.” Hierbij hakte terecht komen waar ze het hardst nodig zijn.” Het beeld van een de ‘chainsaw man’ van het stationsschip, korporaal TDW Dirkklein meisje dat – na dagen zonder eten – de crackertjes uit het Jan de Boer, alle bomen, takken en puin in hapbare stukken. De noodrantsoen in haar knuistjes klemt, maakte dan ook grote indruk impact van deze handeling op de bevolking was onbeschrijfelijk. op de commandant. “Bij aankomst zaten de mensen apathisch voor hun verwoeste huis of liepen ze gedesoriënteerd rond.” De werkzaamheden van de Na in vijf dagen tijd ruim twintig ton aan hulpgoederen te hebbemanning bracht echter een sneeuwbaleffect teweeg en doorbrak ben geleverd en waar mogelijk met mankracht een start te hebde staat van apathie. “Je zag weer een sprankje hoop in de ogen van ben gemaakt aan wederopbouw, sloten beide marineschepen de de mensen verschijnen en binnen enkele uren staken zij zelf ook hulpoperatie af. “Misschien was het een druppel op een gloeiende de handen uit de mouwen.” plaat”, zegt Sillevis Smitt terugblikkend. “Maar voor de achtduiOok in Dakura besefte de bemanning weer hoe elke inspanning een zend inwoners van de zwaarst getroffen dorpjes, hebben we echt verschil maakt. In dit dorpje van vijfduizend inwoners, waar letterlijk wat betekend. Om op deze manier hulp te mogen bieden, is een geen huis onbeschadigd bleef, bleek de enige waterput vergiftigd. Met hoogtepunt in de loopbaan van een marineman.” een verplaatsbare pomp van het schip verwijderde het technisch team 27
Zuiderwijk draagt functie over aan Verkerk
Nieuwe voorman mariniers “Hierbij verklaar ik de functie van Commandant Korps Mariniers van u over te hebben genomen”, antwoordde brigade-generaal Rob Verkerk aan luitenant-generaal Rob Zuiderwijk bij het overdragen van het vaandel. Op 24 augustus kreeg op de Van Ghentkazerne in Rotterdam het Korps Mariniers een nieuw Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Henry Westendorp (AVDD) boegbeeld. de duistere periode gesleept, waarin de mariniers en de Koninklijke Marine in het algemeen slecht in de media naar voren kwamen. Zuiderwijk gaf zijn opvolger het motto ‘rust in de kerk’ mee. Hij hoopt dat de afgelopen roerige periode gevolgd zal worden door een rustige tijd. “Zodat iedereen kan wennen aan de nieuwe organisatie en de tijd wordt gegund om zijn weg te vinden.” Nieuwe commandant Brigade-generaal Rob Verkerk neemt het commando op zich naast zijn functie als Directeur Operaties (DOPS). In het verleden heeft hij op dit terrein veel ervaring opgebouwd. Na zijn commandoperiode over het Tweede Mariniersbataljon werd Verkerk in 2005 naar de defensiestaf overgeplaatst, waar hij tot 2007 de functie van hoofd marinebehoeften bij de directie operationeel beleid, behoeftestellingen en plannen vervulde. Als hoofd marinebehoeften was hij onder meer verantwoordelijk voor de totstandkoming van de behoeftestellingen voor de patrouilleschepen, het ‘Joint Logistic Support Ship’ en de uitbreiding van de mariniersbataljons. Ook bij het Korps Mariniers, waarin tradities zwaar wegen, heeft de nieuwe commandant een andere rol dan hij vanouds bekleedde. Onder de reorganisaties van de afgelopen jaren is de functie, net als Commandant Mijnendienst en Commandant Onderzeedienst, opgeheven. Maar ‘Groepsoudste Korps Mariniers’ is geen bijster passende titel. Daarom bleven de oude titels gehandhaafd, maar stond de ceremonie aangeschreven als ‘functie-overdracht’ in plaats van commando-overdracht. Transitieperiode Generaal Zuiderwijk heeft in zijn driejarige commandoperiode van het korps dan ook de grote transitie doorgemaakt. Ingrijpender dan toen voorzien, volgens hem. Hij noemde het einde van het Hoofdkwartier, de oprichting van nieuwe defensieorganisaties en personeelsbeheer. In 2005 kwam daar de Marinestudie bij. Fregatten werden geschrapt, de mariniersbataljons moesten worden versterkt, maar in de West worden honderd man weggehaald van de basis op Curaçao. NIMCIS deed zijn intrede en een tweede Landing Platform Dock werd gebouwd. Zuiderwijk is dan ook trots dat al deze veranderingen niets hebben afgedaan aan de operationele inzet van het Korps Mariniers. De Provincial Reconstruction Teams, de Special Forces in Afghanistan en de inzet van het Field Dressing Station dat vanuit dat land ook bij de aardbeving in Pakistan kon worden ingezet, noemde hij als belangrijke voorbeelden. Korpsgeest gebleven “We zijn steeds meer ‘joint’ gaan opereren, niet alleen in het buitenland, maar ook binnen de eigen grenzen”, aldus de scheidende commandant. “Maar de identiteit van het korps en de korpsgeest zijn gebleven.” Volgens hem heeft diezelfde korpsgeest de mariniers door
Begin 2007 werd Verkerk tot brigade-generaal bevorderd om na een korte periode als souschef integratie aansturing operationele gereedheid bij de defensiestaf in juni van dat jaar de functie van DOPS op zich te nemen.
Korpssecretariaat bewaakt identiteit Het korpssecretariaat biedt administratieve en secretariële ondersteuning aan de Commandant Korps Mariniers (CKM). CKM behartigt de ‘mariniersbelangen’ zowel binnen het CZSK als daarbuiten. De werkzaamheden van CKM en het korpssecretariaat zijn erop gericht de korpsgeest, de cultuur en de historie en daarmee de identiteit en saamhorigheid van het Korps Mariniers te bewaren en waar mogelijk te verstevigen. Tevens wordt er bijgedragen aan verdere integratie tussen vloot en mariniers binnen het CZSK. Ter ontlasting van generaal Verkerk is het korpssecretariaat belegd bij de commandant van de Van Ghentkazerne, kolonel der mariniers C.B.J.E. van den Berg, die tevens als plaatsvervangend Korpscommandant zal functioneren. Het korpssecretariaat bestaat uit drie personen: een hoofd korpssecretariaat en evenementen – verantwoordelijk voor de organisatie van onder andere evenementen, ceremonies en herdenkingen. De twee andere personeelsleden zijn een secretaresse en een stafmedewerker communicatie en PR. Korpssecretariaat Van Ghentkazerne, Toepad 120, 3063 NJ Rotterdam, telnr.: 010 453 95 56, fax: 010 453 92 60.
28
Duikerscentra centraal op één plek Met gillende sirenes komt de ambulance door de poort en rijdt het gespannen lint kapot. Op hetzelfde moment wordt er vuurwerk afgestoken. De ziekenbroeders stappen uit en halen een brancard tevoorschijn met daarop het bord ‘Duikmedisch Centrum’. Het nieuwe Duikmedisch Centrum op de Nieuwe Haven te Den Helder is een feit. “In dit nieuwe pand heb je het gevoel méér betrokken te zijn bij de Tekst: Zefanja Hofman/Foto’s: Ruud Mol (AVDD) Koninklijke Marine.” Na tien jaar vergaderen over een nieuwe plek, is het Duikmedisch Centrum (DMC) ‘eindelijk verhuisd’, aldus kapitein-luitenant-terzee Arts Rob van Hulst, hoofd Duikmedisch Centrum en tevens hoofdarts van het DMC, in zijn toespraak. Het centrum verhuisde van de Bassingracht naar de onderste verdieping van het gebouw ‘Korte Steigers’, waar de inmiddels opgeheven Mijnendienst gevestigd was. Op vrijdag 7 september werd het nieuwe gebouw spetterend geopend. Van Hulst uitte zijn blijdschap: “Dit is een uitstekende plek.” Vernieuwing Het oude pand van het DMC aan de Bassingracht was klimatologisch heel slecht en niet meer van deze tijd. Het pand had alleen enkel glas en een paar verwarmingsketels waren kapot. Ook in het laboratorium, waar een constante temperatuur nodig is, werd er nog gebruik gemaakt van een verouderde airco. Het nieuwe onderkomen kan volgens de medewerkers beschouwd worden als een ‘ideaal duikcentrum’ en is, zeker qua meubilair, netheid en isolatie een verbetering. “Het ziet er allemaal veel netter uit”, aldus Marjo van de Veen, medewerker van het DMC. Het centrum was al een tijdje bezig met de verhuizing. “Er is zelfs sprake geweest van verhuizen naar een oude brandweerkazerne”, zei Van Hulst in zijn toespraak op 7 september, “maar dit ging niet door vanwege het ontoereikende budget.” Door reorganisaties kwamen er plek en geld vrij en kon het DMC zijn intrek nemen in de ‘Korte Steigers’. De verbeterde samenwerking met het Duiktechnisch Centrum en
Commandeur Jelle Snoeks neemt het bord in ontvangst.
De ambulance raast met gillende sirene door het vuurwerk.
Het pand aan de Bassingracht was niet meer van deze tijd de Defensie Duikschool is ook een van de redenen om blij te zijn met het nieuwe pand. “Als er eerder bijvoorbeeld niet op e-mail of telefoon gereageerd werd, moest je hélemaal naar de Nieuwe Haven toe als je iets wilde vragen. Nu loop je gewoon even snel langs om contact te leggen”, legt Van de Veen uit. “Maar die verbeterde samenwerking is niet alleen gemakkelijk voor onszelf”, benadrukt ze. “De decompressietank, waarin zieke mensen behandeld worden, staat in het Duiktechnisch Centrum. Nu kunnen we mensen binnen een paar minuten naar de decompressietank brengen, terwijl we hen vroeger vanaf de Bassingracht helemaal naar de Nieuwe Haven moesten brengen. Dat scheelt toch behoorlijk in tijd.” Expertise centrum Het Duikmedisch Centrum keurt, onderzoekt, behandelt en leidt marineduikers en bemanning van de Onderzeedienst op. Niet alleen marineduikers worden gekeurd en behandeld, maar ook
civiele beroepsduikers en brandweerduikers kunnen terecht bij het Duikmedisch Centrum. Het DMC wil uitgroeien tot een Maritiem Medisch Expertise Centrum. Dat betekent dat er ook bijvoorbeeld artsen en onderzoekers van buitenaf aangetrokken kunnen worden. “Dit onderkomen is uiterst geschikt om uit te breiden en te blijven ontwikkelen”, vertelt Van de Veen. Ook het laboratoriumgedeelte – waarin continu wetenschappelijk onderzoek wordt gedaan naar duikgerelateerde zaken zoals ziekte en gebruik van medicijnen – moest speciaal aangepast worden. Het is nu volledig in gebruik mét een airconditioning. “Het Duikmedisch Centrum is niet alleen binnen de Koninklijke Marine belangrijk, maar is bovenal een belangrijk expertise centrum voor alle duikers in Nederland”, concludeert Van de Veen. Het nieuwe DMC zal zeker druk bezocht gaan worden voor opleidingen, keuringen, behandelingen, advies en voorlichting. En waar kan dit beter dan in een nieuw pand? 29
Mariniers verhuizen naar Buitenveld Er komen mariniers naar Den Helder. Een gegeven waar niemand meer verbaasd van opkijkt. Waar, wanneer en hoe zijn nog wel vragen die verduidelijking verdienen. In het zesde hoofdaandachtsgebied van de Marinestudie, het aanpassen van de infrastructuur, komt de huisvesting van de mariniers in Den Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: redactie Alle Hens Helder uitvoerig aan bod. De Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn biedt te weinig ruimte om 250 extra militairen, als gevolg van de versterking van de mariniersbataljons, onder te brengen. De oplossing is gevonden in de verplaatsing van het gevechtssteunbataljon naar de locatie Buitenveld in Den Helder. Vanaf eind 2010 zal er op Buitenveld dus meer ‘groen’ rondlopen. In de voorgestelde eindsituatie zullen op Buitenveld een nieuw amfibisch gevechtssteun bataljon – getrokken uit het gevechtssteunbataljon en het amfibisch ondersteuningsbataljon – en delen van de Defensie Telematica Organisatie (DTO) worden gehuisvest.
‘studentenaccommodaties’. Het betreft interim voorzieningen voor de duur van maximaal vijf jaren. Voor de huisvesting van één bootcompagnie, afkomstig van Texel, zijn aanlegfaciliteiten voor twee LCU’s en vier LCVP’s nodig, een hellingbaan en walaansluitingen. Voor het grotere materieel (de OPV’s en JSS) is een nieuwe steiger in de haven van Den Helder gepland. Ook moet een goede locatie worden gevonden voor de Fast Raiding Interception Special Forces Crafts (FRICS’s), die aan het eind van dit decenium aan het nieuwe amfibisch ondersteuningsbataljon worden toegevoegd.
Stallen en parkeren Waarom Buitenveld? “Eigenlijk omdat er weinig andere alternatieven zijn binnen het ressort Den Helder”, geeft kolonel der mariniers Richard Oppelaar, projectleider Implementatie Marinestudie, toe. “Buitenveld is toch wel dé locatie om alles bij elkaar te brengen.” Volgens de Kamerbrief van 6 juli 2007 komt de keuze voor Buitenveld ‘tegemoet aan de behoefte van de Commandant der Zeestrijdkrachten om een groter aantal mariniers in Den Helder te legeren met het oog op verdere integratie en een betere communicatie over en weer met de vloot’. Belangrijk in de keuze voor Buitenveld is dat er op deze locatie ruimte is voor de opslag- en werkplaatsen van de mariniers. “Toch ligt er wel een uitdaging in het parkeren”, moet ook de projectleider toegeven. “Met het gecombineerd huisvesten van het nieuwe amfibisch gevechtssteunbataljon én de DTO wordt het een uitdaging om alle voertuigen kwijt te kunnen.” Voor het stallen en parkeren van militaire voertuigen moet er op het terrein een voertuigstalling en een parkeerplaats c.q. parkeergarage komen.
Medio 2007 gaat het project Buitenveld van start. De nieuwe kazerne kan eind 2010 in gebruik worden genomen.
Gesloopt De huidige ‘bewoners’ van Buitenveld, de P&O-KM, de staf Opleiding Koninklijke Marine (OKM), de afdeling Onderzoeken Interne Beheersing (OIB) en delen van het ressort Informatievoorziening & Communicatie en Informatiesystemen (IV&CIS), verhuizen naar de Nieuwe Haven. Het is de bedoeling dit personeel in een nieuw
De locatie Buitenveld gaat helemaal op de schop voor de komst van de mariniers.
Op het grasveld achter de Operationele School komen straks tijdelijke legering- en kantoorgebouwen.
Buitenveld is dé locatie om alles bij elkaar te brengen kantoorgebouw (carré), naast de Admiraliteit te laten werken. “Met als voordeel dat heel de staf bij elkaar zit”, licht Oppelaar toe. De bestaande gebouwen 091, 092 en 093 moeten worden gesloopt. De gebouwen 034 en 074 worden functioneel aangepast. Daarnaast is aanvullende nieuwbouw nodig. Een risico vormt de ontruiming van de oude bedrijfshal van de voormalige Bewapeningswerkplaatsen dat de firma Multimetaal nu in gebruik heeft. Op grond van de uitspraak van de rechter in de zaak Staat versus Multimetaal wordt overlegd over een schikking die ertoe moet leiden dat de firma nog in 2007 de locatie zal verlaten. Overige infrastructuur Voordat Buitenveld helemaal gereed is, worden de mariniers gehuisvest op het grasveld achter de Operationele School in een soort
De Marinestudie
De Marinestudie is een pakket maatregelen waarmee het maritiem-expeditionair vermogen van het Commando Zeestrijdkrachten verder wordt versterkt en waarmee de marine de komende jaren in staat wordt gesteld om in alle delen van het geweldsspectrum de taken efficiënter en effectiever uit te voeren. Het aanpassen van de infrastructuur is het zesde van de in de ‘Routekaart Marinestudie’ opgenomen zeven hoofdaandachtsgebieden. De overige zijn: afstoten M-fregatten; invoeren nieuw materieel (zoals patrouilleschepen en het Joint Support Ship); reorganiseren van marinierseenheden; aanpassen personeelsopbouw; aanpassen van de opleidingscapaciteit en het aanpassen van de logistieke ondersteuning.
30
Terugblik op inzet Van Speijk in UNIFIL
Geen wapensmokkel meer over zee Het werd door het NRC Handelsblad (20 juli 2007) ‘niet de meest sexy missie’ genoemd en ook dagblad Trouw sprak over ‘een beetje saai’ (31 juli 2007), maar dat de inzet van Hr.Ms. Van Speijk in UNIFIL, de VN-missie voor de kust van Libanon, succesvol kan worden genoemd, staat als een paal boven water. Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto: Peter Bijpost (AVDD) Op 8 september keerde de Van Speijk tot grote blijdschap van het thuisfront na zes maanden weer veilig terug in haar thuishaven Den Helder. Vanaf maart patrouilleerde het multipurpose (M-)fregat voor de kust van Libanon. De officiële taak van het fregat was het ondersteunen en assisteren van de Libanese autoriteiten bij het voorkomen van wapensmokkel naar Libanon. In Zuid-Libanon zijn nog steeds milities van Hezbollah actief. Tot eind vorig jaar vonden veel wapens over zee hun weg naar deze milities in Libanon. De Van Speijk volgde zusterschip Hr.Ms. Van Galen op die vanaf december 2006 tot maart 2007 als eerste Nederlandse eenheid werd ingezet in UNIFIL. Tijdens de missie greep de Van Speijk greep de gelegenheid aan om te oefenen.
Controle Het M-fregat fungeerde als ‘Anti Air Warfare Commander’ en ‘Electronic Warfare Coordinator’ binnen het verband van schepen, dat uit Duitse, Griekse, Turkse, Noorse, Deense en Zweedse eenheden bestond. De seiners op de brug van de Van Speijk riepen koopvaardijschepen op om te controleren of de opgegeven lading en bestemming overeenkomen met de officiële lijsten. Het fregat naderde schepen voor een visuele controle en om foto’s te maken voor de UNIFIL-database, zodat identificatie makkelijker werd. 740 Schepen zijn op deze manier door de Van Speijk gecontroleerd, zonder dat er iets verdachts werd aangetroffen. De Van Speijk kreeg een nieuw technisch snufje mee: een nieuwe generatie boarding communicatieset, die bestond uit een camera op de helm van de boardingsofficier. Op die manier was het mogelijk voor de commandant om live mee te kijken vanaf het moederschip tijdens een boarding. Geen smokkel Gedurende de inzet van de Van Speijk ontstond duizenden kilometers verderop in Nederland de discussie in de Tweede Kamer over het nut van de missie. In een interview in NRC Handelsblad reageerde commandant, kapitein-luitenant-ter-zee René Tas, hierop door te benadrukken dat ‘het feit dat er niets gebeurt, juist aangeeft dat de missie een succes is’. De controle werkte dus, want sinds de aanwezigheid van de Maritime Task Force in Libanon is er geen wapensmokkel over zee meer geconstateerd.
Het feit dat er niets gebeurt, geeft juist aan dat de missie een succes is Drugsgebruik Een kleine ‘schaduwzijde’ kende de missie voor de Van Speijk helaas ook. Rond 15 augustus maakte de marineleiding melding bij de Koninklijke Marechaussee van mogelijk drugsgebruik door bemanningsleden. De Marechaussee is naar aanleiding van deze melding in opdracht van het Openbaar Ministerie een onderzoek begonnen aan boord van het schip. Onderzocht is of enkele bemanningsleden drugs hebben gebruikt tijdens het passagieren in de havens van Cyprus en Turkije. Het Openbaar Ministerie concludeerde niet lang daarna dat het onderzoek kon worden gesloten; er was geen nader concreet bewijs gevonden voor drugsgebruik. In de Spaanse havenstad Alicante loste Hr.Ms. De Ruyter de Van Speijk op 30 augustus af. Bij het wegvaren uit het operatiegebied werd de UNIFIL-medaille uitgereikt aan de bemanning van de Van Speijk.
Nieuwe bezems Met de bevelsoverdracht over het Commando Zeestrijdkrachten van admiraal Kelder naar generaal Zuiderwijk is ook de algehele leiding en aansturing van het Actieprogramma CZSK Op Koers in andere handen gekomen. Met mijn aantreden als Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten heb ik Foto: Albert Vermeulen daarmee de leiding over ‘Op Koers’ op mij genomen. In deze column, mijn eerste, geef ik u niet alleen een update van de recente ontwikkelingen, maar wil ik u ook iets zeggen over de wijze waarop ik tegen Op Koers aankijk, de plaats die het programma in onze bedrijfsvoering inneemt en de resultaten die het actieprogramma uiteindelijk moet gaan opleveren. Op Koers is een contract Ik zie ‘Op Koers’ uiteindelijk als een afspraak, als een soort contract tussen werkgever en werknemer, tussen marineleiding en werkvloer. Een contract waarin dit keer geen arbeidsvoorwaarden staan opgenomen maar spelregels: wat mag en mag niet, hoe we met elkaar willen omgaan, wat we belangrijk vinden en wat we wel en niet aan de leefomstandigheden willen verbeteren. De kern van dat contract is dat het een wederzijdse inspanningsverplichting inhoudt. Dat betekent dat beide partijen zich verplichten om zich in te spannen om, dat wat is afgesproken, ook daadwerkelijk te realiseren. Dat klinkt vaag, ik maak het concreet met een voorbeeld. We zijn tot de conclusie gekomen dat de accommodatie voor boordplaatsers bij het CZSK beter kan. Er slapen nu teveel mensen op een
Op Koers is voor mij meer dan een verzameling losse projecten kamer en de voorzieningen voldoen niet aan de eisen van deze tijd. Het realiseren van kwalitatief betere legering is binnen Op Koers aangemerkt als een speerpunt. De afgelopen weken is in Den Helder enorm hard gebouwd aan tijdelijke accommodatie. Deze accommodatie hebben we nodig om onze mensen op een fatsoenlijke manier onder te brengen en de Meeuwen leeg te maken om ze te kunnen renoveren. Ook in Rotterdam is tijdelijke accommodatie voorzien en gepland opgeleverd te zijn voor het einde van 2007. Aan mij de verplichting om u prettig te accommoderen, aan u de verplichting die accommodatie ook netjes te bewonen. Van mij kunt u goed gastheerschap verwachten, van u verwacht ik dat u zich als een goede gast gedraagt. Wat vinden we normaal? Op Koers is voor mij meer dan een verzameling losse projecten. Het is ook een discussie en een proces van bewustwording. Noem het een herijking van wat wij normaal vinden. De tijden zijn veranderd en de marine verandert hoe dan ook mee. Een nieuwe balans moet bijvoorbeeld worden gevonden tussen werk en gezin. Werken met een grotere diversiteit aan personeel binnen de krijgsmacht en de inzet van marinepersoneel voor opdrachten die wij enige jaren geleden niet tot onze ‘core bussiness’ rekenden. Geld is schaars Geld is schaars bij defensie. Iedere euro wordt drie keer omgedraaid en momenteel worden enkele pittige discussies gevoerd over wat wel
en wat niet gefinancierd gaat worden. Toch is het belangrijk dat wij blijven investeren in Op Koers. Voor 2007 heeft de staatssecretaris defensiebreed in totaal twaalf miljoen euro beschikbaar gesteld. Wij hebben claims ingediend ter financiering van projecten in het kader van Op Koers met een totale waarde van ongeveer vier miljoen euro. Dat extra geld hebben wij nodig, niet alleen om de belangrijkste ‘irritators’ weg te nemen, maar ook om in algemene zin te kunnen waarmaken wat wij hebben toegezegd. Ik hoop u daar volgende keer meer over te kunnen berichten. CZSK Op Koers is dus een inspanning om opnieuw die palen in de grond te slaan en met elkaar vast te stellen wat we willen, wat we accepteren en wat niet. Generaal Zuiderwijk heeft in zijn columns al opgemerkt dat die inspanning een dialoog is. Ook ik nodig u uit die dialoog aan te gaan. Samen komen we er vast uit. Op Koers is dus ook niet af. Ik sluit nieuwe initiatieven niet uit. In ieder geval kunt u er van uitgaan dat ik mij ga inzetten voor CZSK Op Koers in Den Helder, Doorn, Rotterdam en de West maar ook in Den Haag.
Schout-bij-nacht Wim Nagtegaal P-CZSK
32
Niet ontwijken, maar aanpakken Sportfaciliteiten aan boord Lead captain: kapitein-ter-zee Harco Slot Status: oranje (op schema en komt op koers) Wat houdt het in? “De sportfaciliteiten aan boord van schepen zijn – op vooral de kleinere bovenwatereenheden – zeer minimaal aanwezig of ontbreken zelfs helemaal. Een behoorlijke ‘dissatisfier’ voor de bemanning.” Wat is er nu van te zien? “Concreet nog niet zichtbaar. Een projectofficier loopt op dit moment de schepen langs en inventariseert welke apparatuur aangeschaft dient te worden.” Hoe staat het ermee? “Vooral op de mijnenjagers lopen we tegen een uitdaging aan. Die zijn a-magnetisch en in fitnessapparatuur zit nu eenmaal veel ijzer. Als we een inventarisatie moeten doen van a-magnetische fitnessapparatuur, komen we met een akelig leeg boodschappenmandje thuis. Als alternatief zou het van boord te nemen zijn. Maar als de schepen lang weg gaan, hebben ze er dus niets aan. We inventariseren nu of de bestaande schepen gemoderniseerd kunnen worden. Bij de bouw van de nieuwe schepen geven we nu al aan dat er met dit aspect rekening moet worden gehouden.”
Zee-egels…wie ooit gedoken of gesnorkeld heeft, is er vast wel eens eentje onder water tegengekomen. Stekelige, ronde beestjes die je beter maar kunt ontwijken. ‘Ontwijken’ geldt niet voor de zee-egels die onder het deelgebied ‘kwaliteit van werk- en leefomstandigheden’ vallen van het actieprogramma CZSK Op Koers. Dit zijn zogenaamde ‘dissatisfiers’ die uit diverse werkbezoeken van De Juiste Koers naar voren kwamen en die aangepakt worden. In de nieuwe rubriek ‘Zee-egels’ in Alle Hens leest u regelmatig nieuws over de voortgang hiervan. Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: archief
Intranet en internet Lead captain: kapitein-ter-zee Marinus Verschelling Status: oranje (op schema en komt op koers)
Centrale walbewaking Lead captain: kapitein-ter-zee Harco Slot Status: oranje (op schema en komt op koers) Wat houdt het in? “We willen de belasting op de scheepsbemanning met betrekking tot wachtlopen reduceren. We zijn in staat om vanuit een centrale plek de reewacht binnenliggend op afstand te lopen. Niemand hoeft dan meer aan boord te zijn.” Wat is er nu van te zien? “Er heeft een pilot gelopen, het project is geïdentificeerd en draait op volle toeren. Er komt een centrale walbewaking in gebouw Faslane, waar alle meldingen van de aangesloten schepen binnenkomen. Omdat we nu nog niet de bemanning kunnen opvangen op de Nieuwe Haven moet dat aan boord gebeuren. Daarom moeten we een goed overzicht hebben van wie er aan boord is. We zijn onder andere bezig met een tourniquet dat bijhoudt wie aan boord is.” Hoe staat het ermee? “We hopen begin januari 2008 een proef te doen met de eerste tourniquet aan boord. Het is de bedoeling dat voor komend zomerverlof meer schepen overstappen op het systeem van centrale walbewaking en dus ook de tourniquets aan boord krijgen.”
Wat houdt het in? “In elke legeringkamer moet iemand met een eigen laptop draadloos kunnen internetten. Mensen zonder eigen computer kunnen terecht in speciale ‘walk-inns’, mobiele werkplekken. Aan boord moet de bemanning ook goed gebruik kunnen maken van Internet.” Wat is er nu van te zien? Op de Nieuwe Haven, Marine Vliegkamp De Kooy, Erfprins, Doorn en Marinekazerne Amsterdam is er Internet in legeringgebouwen en zijn er diverse walk-inns. Rotterdam volgt in oktober. Aan boord van schepen zijn Internetmogelijkheden.” Hoe staat het ervoor? “Er wordt hard aan gewerkt. We zijn goed op weg. Alleen de ervaring, die mensen nu soms hebben, is dat de gebruiksvriendelijkheid nog niet optimaal is. De verbinding kan sneller en beter. We werken al met zogenaamde ‘leased lines’, die de snelheid aan boord moeten verhogen, maar door omstandigheden zijn we nog beperkt. Voor binnenliggende schepen is er een speciale stekker ontworpen die in een kastje op de wal geplugd kan worden voor een snelle internetverbinding. De eerste stekker wordt medio oktober aangeboden.”
Op intranet staat een monitor waarop de voortgang van de actiepunten uit Op Koers te volgen is. Vanaf medio oktober worden alle Zee-egels speciaal uitgelicht op deze intranetpagina.
Wereldhavendagen 2007 Van 7 tot 9 september vonden de jaarlijks georganiseerde Wereldhavendagen plaats in Rotterdam. Dit jaar stond onder andere in het teken van de viering van 75 jaar Havenbedrijf Rotterdam en dertig jaar Tekst: Suzanne Damstra/Foto’s: Henry Westendorp (AVDD) Wereldhavendagen.
van de grootste aanwinst De nieuwste en Platform ine, het Landing Koninklijke Mar nderen wo be Witt, was te Dock Johan de itt is W de n ha . De Jo aan de Parkkade Materieel en aan Defensie recent overgedrag itt lag in W O). De Johan de Organisatie (DM de vliegk oo in ebied waar het demonstratieg n. Ook het aties plaatsvonde en SAR-demonstr s, de mijgsvaartuig Nautilu duikondersteunin grafisch ro yd H Urk en het nenjager Hr.Ms. waren s iu ell Sn s. ig Hr.M Opnemingsvaartu aanwezig.
Het Korps Mariniers pakte weer groots uit met een mariniersbivak waarbij ond er andere met een rupsvoertuig over een aangelegd traject kon worden gereden en waa r diverse opgestelde tenten een idee gave n van het leven als marinier. Niet iedereen hield droge voeten op de stormbaan.
De Marinierskapel der Koninklijke Marine zorgde voor een vrolijke noot bij het massaal toegestroomde publiek. Bezoekers konden op de opengestelde schepen een idee krijgen van het leven aan boord van een marineschip. Het publiek kon haar vaardigheden testen bij de brugsimulator en klimtoren van de Roadshow van de Koninklijke Marine en via een communicatiesysteem praten met een duiker in de duiktank van de Duik- en Demonteergroep.
Luchtfoto van de Parkkade met daaraan de Johan de Witt en Hr.Ms. Urk.
dams plaatje tijdens Een karakteristiek Rotter Erasmusbrug met de n: age de Wereldhavend x. De Lynx helikopop de voorgrond een Lyn de Koninklijke Marine ter demonstreerde hoe ies (SAR) uitvoert en search and rescue act id en snelheid van de Onder luide aanmoedigin toonde de wendbaarhe g over de hindernisbaan. Nu vinden ze het monstratie. nog leuk… helikopter in een vliegde
Gehuld in camouflagepak en met een beetje hulp klaar voor de actie.
34
DOLFIJN UIT ONDERHOUD
Na een half jaar commando over Hr.Ms. Dolfijn neemt commandant KLTZT Hendrik de Weerd afscheid. De ceremoniële commando-overdracht van de boot vond op 23 augustus op het marinebedrijf plaats. De Weerd is in zijn functie als Hoofd Conditioneren, Gereedstellen en Bestendigen-onderwater (HCG&B-OW) belast met het commando over onderzeeboten in Benoemd Onderhoud op de werf. Daarnaast is hij verantwoordelijk voor het opwerktraject tot en met SARC4 van de
TELLER OP NUL
onderzeeboten. In die hoedanigheid zal hij de komende maanden nauw betrokken blijven bij het reilen en zeilen van Hr.Ms. Dolfijn. De nieuwe commandant, LTZ1 Chris Kruisbrink, stond kort stil bij het traject wat de nieuwe bemanning te wachten staat. Een opwerktraject van ruim zeven maanden, in de Noorse en Schotse wateren, waarin de bemanning moet aantonen dat boot en bemanning in het voorjaar van 2008 operationeel gereed zijn.
VERPAARSING VAN VAARSCHOOL
De eerste mijlpaal voor de vorming van de Defensie Vaarschool (DVS) is maandag 27 augustus behaald. Op die datum is de samenwerkingsovereenkomst getekend tussen het Hoofd Opleidingen Koninklijke Marine, KTZA Frank Marcus, en de commandant van het Opleidings- en Trainings Commando Genie, KOL Thomas de Vries.
Het doel van deze school is de verschillende vaaropleidingen binnen defensie zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten terwijl toch de verschillende operationele behoeften gewaarborgd blijven. De samenwerkingsovereenkomst stelt vast dat de DVS samenwerkt op het gebied van navigeren, manoeuvreren en opereren op en om het water. Daarnaast bevat het een tijdsplanning, zodat de instructeurs en staf van de DVS kunnen beginnen met de planning en uitvoering van lessen en verplaatsingen van personeel en materieel. De verschillende deelnemers aan dit traject zijn de Nederlands-Belgische Operationele School in Den Helder, het Amfibisch Ondersteuningsbataljon op Texel, de Pontonniersschool in Hedel en het Instructiepeleton Waterrijke Gebieden in Geertruidenberg.
De mijnenjager Hr.Ms. Makkum heeft op vrijdag 24 augustus een explosief geruimd voor de kust van Hoek van Holland. Met deze vernietiging werd het aantal openstaande meldingen op het Nederlands continentaal teruggebracht naar nul. Een bijzonder moment gezien de vele meldingen die de afgelopen jaren zijn binnen gekomen bij het Kustwachtcentrum. Het explosief betrof een grondmijn uit de Tweede Wereldoorlog. De avond ervoor was het explosief door de visser OD-7 in haar netten aangetroffen, waarna de schipper het Kustwachtcentrum in Den Helder had gealarmeerd. Hierna kreeg de Makkum direct de opdracht het explosief te ruimen. De mijn lag een halve zeemijl ten zuiden van de Eurogeul, de belangrijkste en drukste scheepsroute naar de haven van Rotterdam. Nadat het explosief door het mijnenjachtteam was gelokaliseerd, kon het duikteam overgaan tot identificatie. Eenmaal zeker van de zaak werd met de verkeerscentrale ‘Maas Approach’ afgesproken om het explosief rond half tien te vernietigen. Hierdoor had het ingaande scheepvaartverkeer tijd om vrij te komen van de locatie en zou de uitgaande scheepvaart nog geen belemmering vormen. Dat de teller niet lang op nul zal staan, is zeker. Dit explosief was de 624e melding en de verwachting is dat er nog vele oude mijnen, bommen en granaten op de bodem van de Noordzee liggen. Voor de mijnenjagers gaat het werk dus gewoon door.
COMMANDO-OVERDRACHT HR.MS. MAKKUM Op donderdag 16 augustus vond de commando-overdracht plaats van mijnenjager Hr.Ms. Makkum. Onder toeziend oog van de voltallige bemanning, familieleden en de groepsoudste KTZ Boelema Robertus, gaf LTZ1 André van der Kamp het stokje over aan LTZ1 Eduard de van der Schueren. Tijdens zijn afscheidsrede kon de vertrekkende commandant terugkijken op een zeer operationele periode. Meer dan vijftig mijnen, bommen
en granaten werden op de Noordzee geruimd en het laatste halfjaar was Hr.Ms. Makkum toegewezen aan NRF. De aantredende commandant gaf in zijn toespraak aan wat hij de komende periode van zijn bemanning verwacht en wat zij van hem mag verwachten. De komende twee jaar wordt wederom een operationele periode, waarbij het schip op de Noordzee ingezet zal worden als MCM Ready Duty Ship ten behoeve 35
van de operatie ‘Beneficial Cooperation’. Het schip zal kustwachttaken en hydrografische ondersteuning bieden en met NLMARFOR MCM deelnemen aan de oefening ‘Loyal Mariner’. Eind 2008 volgt een opwerkperiode bij MOST (MCMV Operational Sea Training) te Zeebrugge, waarna Hr.Ms. Makkum gedurende de eerste helft van 2009 wederom wordt toegewezen aan Nato Response Forces (SNMCMG1).
URANIA AAN DE OORSPRONG Hr.Ms. Urania heeft een bezoek gebracht aan de plaats waar ‘het allemaal’ begon. In Veere is in 1488 de eerste Admiraliteit opgericht. Van 1491 tot 1558 bekleedden de Heren van Veere het centrale admiraliteitsambt. Tijdens de overtocht van het zeiljacht van Vlissingen naar Veere op 27 augustus voer de burgemeester van Veere vergezeld van enkele gasten van Vlissingen naar Veere. Speciaal voor deze gelegenheid embarkeerde het Michiel Adriaanszoon de Ruyter kwintet van het Korps Mariniers aan boord van Hr.Ms. Urania. Het kwintet speelde tijdens de passage door het Kanaal door Walcheren en bij binnenkomst in de haven.
MARINEMAN SCHRIJFT KARATEBOEK Sergeant TDW en karateleraar Jan de Bruin, geplaatst op de sportschool bij de Marinierskazerne in Doorn, heeft samen met karatevriend Ruud Muller het afgelopen jaar hard gewerkt aan een nieuw basisboek over Kyokushin karate. Door middel van de foto’s waarop duidelijk wordt hoe de verschillende basisbewegingen tot stand komen en de heldere toelichting waarin de techniek uitgelegd wordt, is dit volgens beiden ‘Shihans’ het meest complete Kyokushin Kihonboek op dit moment. Het boek is ook een handig hulpmiddel bij het voorbereiden van examens. Naast deze Nederlandse versie verschijnt binnenkort ook een Engelse versie. Voor meer informatie over het boek kunt u mailen naar:
[email protected] of bellen: 06 221 136 55, ISBN: 978-90-811-8731-2.
SHELTERBOXEN
OPWERKEN HR.MS. AMSTERDAM Na ruim een half jaar onderhoud en een korte voorbereiding na SARC2, is Hr.Ms. Amsterdam op 16 augustus begonnen met een ‘fast-cruise’ en daarna naar zee vertrokken voor het opwerkprogramma SARC3. Bij vertrek naar zee op weg naar Antwerpen, begon een intensief oefenprogramma van NLSEATRAIN COMMAND. De hoofdtaak van Hr.Ms. Amsterdam, het bevoorraden op zee, werd uitvoerig getest. Dat gebeurde in eerste instantie met Hr.Ms. Van Galen en een dag later met de Johan de Witt. De SARC3 werd ondanks een druk programma en een korte voorbereidingstijd succesvol afgesloten. Op 2 september vertrok de Amsterdam voor het laatste stadium van het opwerkprogramma naar Plymouth om het Netherlands Operational Sea Training programma te doorlopen. TIP VOOR DE REDACTIE? MAIL ‘M NAAR:
[email protected]
De Koninklijke Marine in het Caraïbische Gebied ontving eind augustus ruim tweehonderd zogenoemde ‘ShelterBoxen’. Deze boxen zijn aangeboden door de Rotary Club van Helston-Lizard uit Groot-Brittannië en bevatten primaire overlevingsmiddelen voor tien personen. “Een geweldige aanwinst”, noemt de Commandant der Zeemacht in het Caraïbische Gebied, CDR Peter Lenselink, de boxen. “Zeker met het oog op hulpverlening na een orkaanpassage.” Tijdens een ‘Disaster Exercise’ in GrootBrittannië legde de Rotary Club contact met Hr.Ms. Van Nes en bood initieel tien ‘ShelterBoxen’ aan. Na contact tussen bureau Operaties op Marinebasis Parera en de organisatie, breidde de Rotary club het aanbod belangeloos uit met nog tweehonderd kisten. “In geval van hulpverlening na een orkaanpassage kunnen de kisten
36
aan boord van het stationsschip of Hr.Ms. Pelikaan naar het rampgebied worden vervoerd, om vervolgens per helikopter op de meest noodbehoevende locaties te worden afgeleverd”, aldus Lenselink. Dit gebeurde al sneller dan verwacht met de noodhulpactie aan Nicaragua. De Rotary club van Helston-Lizard startte in januari 2001 met het zogenoemde ‘ShelterBox’-project. Sindsdien hebben ruim vijfhonderdduizend mensen uit dertig verschillende landen na een aardbeving, overstroming, orkaan of vulkaanuitbarsting een tijdelijk huis kunnen creëren uit een dergelijke kist. Elke kist is voorzien van primaire overlevingsmiddelen voor tien personen, zoals een tent, een geïsoleerd grondzeil, thermische dekens, een fornuis, kookspullen, gereedschap, muggennetten, watercontainers en waterzuiveringstabletten.
BUITENGEWONE AGENTEN VAN POLITIE De advocaat-generaal van het Openbaar Ministerie van de Nederlandse Antillen, mr. A.C. van der Schans, beëdigde twee medewerkers van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en zes opvarenden van het stationsschip tot ‘Buitengewoon Agent van Politie’. De commandant, KLTZ ir. Wolter Sillevis Smitt en de plaatsvervangende directeur van de kustwacht, drs. Hans Schreuder, legden ten overstaande van de advocaat-generaal de eed af. De status van ‘Buitengewoon Agent van Politie’ (BAVPOL) houdt in dat de beëdigde personen opsporings- en toezichthoudende taken mogen uitvoeren in de wateren van Aruba of de Nederlandse Antillen. Met de nieuwe BAVPOL-ers aan boord mag het stationsschip nu dan ook zelfstandig kustwachttaken uitvoeren binnen de territoriale wateren. Dit betekent
dat het marinefregat binnen de 12-mijls zone van de eilanden kan optreden tegen drugstransporten, illegale immigratie, visserij- en milieudelicten. De beëdigde militairen en kustwachtmedewerkers hebben een uitgebreide BAVPOL-cursus gevolgd, met daarin aandacht voor staatsinrichting, het opmaken van een proces verbaal en alle relevante wetgeving.
VETERANENBEZOEK IN KAAPSTAD Binnen een jaar ligt voor de tweede keer een Luchtverdedigings- en Commandofregat in Kaapstad. Ditmaal is Hr.Ms. Evertsen in de Zuid Afrikaanse haven, als onderdeel van een reis rond Afrika. Luitenant-kolonel Mike Meijering van het defensie attaché in Kaapstad, heeft daarom geëmigreerde veteranen uitgenodigd om een bezoek te brengen aan dit fregat. Zo’n achttien personen hebben gehoor gegeven aan deze oproep en zijn op 29 augustus aan boord
REÜNIE ZEEKADETKORPS ROTTERDAM Op zaterdag 6 oktober houdt het Rotterdamse Zeekadetkorps een grootscheepse reünie. Alle (oud-)leden en betrokkenen sinds de oprichting in 1958, worden daarbij uitgenodigd. Al bijna vijftig jaar bevindt zich, tussen de bedrijvigheid van de Rotterdamse havens, de maritieme jeugdvereniging. Voor de meeste partijen, die in de Rotterdamse haven opereren, is het Zeekadetkorps daaruit niet meer weg te denken. Juist door haar activiteiten in de Rotterdamse haven deed het korps het hart van menig jongen of meisje sneller kloppen voor een carrière in de maritieme sector. Veel van de leden kozen dan ook voor een baan bij de Koninklijke Marine, de Nederlandse Koopvaardij, de binnenvaart, het havenbedrijf of aanverwante sectoren. Het is hoog tijd om de vele onvergetelijke herinneringen, die ze tijdens evenementen, kampen en korpsdagen met elkaar hebben opgedaan, weer eens op te halen. Via de website www.zkkrotterdam.nl en via
[email protected] kunt u zich opgeven. De reünie wordt georganiseerd door Nancy Hagman telnr.: 010 202 19 15, Dennis Wander telnr.: 06 134 318 98 en Jan Teerds telnr.: 06 360 618 17, e-mail:
[email protected].
gestapt. Ze kregen een rondleiding en uiteraard de traditionele ‘blauwe hap’.
DE VIERDAAGSE VAN DE IJZER Wandelaars van de AVOM, Algemene Vereniging Oud Marinepersoneel, hebben van 22 tot en met 25 augustus meegelopen met de vierdaagse van de IJzer in België. De vierdaagse, die voor de 35ste keer gehouden werd, is een grote internationale mars met veel militaire deelnemers. Het startsein voor de loop werd gegeven door de Minister van Defensie, André Flahaut. De tocht
ging langs Poperinge en Diksmuide naar Passendale Ieper, waar exact negentig jaar geleden, tijdens de Eerste Wereldoorlog de ‘Battle of Passchendale’ plaatsvond. De wandelaars van de AVOM vonden de tocht al met al erg plezierig. Wilt u nog foto’s bekijken van de vierdaagse, kijk dan op www.franshobby.nl bij Vierdaagse aan de IJzer.
ECHTPAAR GEZOCHT VOOR BUNGALOWPARK Bungalowpark Den Beerschen Bak is een kleinschalig bungalowpark in Westelbeers (gemeente Oirschot) in Noord Brabant. Den Beerschen Bak ligt aan de rand van de bossen, en zo’n twintig kilometer onder Tilburg. De organisatie zoekt op korte termijn een assistent-beheerdersechtpaar, wonend op het bungalowpark. Vooral voor postactieven deken wij een mooie baan te bieden. Wij
zoeken een echtpaar dat het leuk vindt om op een bungalowpark te werken en wonen. Dit vraagt om een gastvrije en enthousiaste aanpak en om flexibiliteit en zelfstandigheid. Als deze functie u beiden interessant lijkt, horen wij graag van u. U kunt uw sollicitatiebrief met C.V. sturen per e-mail:
[email protected] of per post: Kapeldijk 6, 5091 KP Westelbeers.
37
REÜNIE BEKLEDERPARACHUTEPAKKERS Op 24 oktober wordt de reünie van bekleder-parachutepakkers van de MLD gehouden in het officiers Casino Soesterberg. Aanmelden kan tot 10 oktober bij N.J. Arentsen. Boddens Hosangstraat 17, 7002 JA Doetinchem. Telnr.: 0314-326865 of email:
[email protected].
PANAMAX Hr.Ms. Van Nes nam van 28 augustus tot 5 september deel aan de multinationale oefening Panamax. Het Panama Kanaal is één van de belangrijkste verkeersknooppunten ter wereld voor de scheepvaart en is van grote economische waarde voor de regio. Het draaide in deze oefeningen om het beveiligen van een gebied tegen terroristische dreiging. Een gesimuleerde terroristische organisatie bedreigde zogenaamd de wereldhandel door aanslagen voor te bereiden op het Panama Kanaal. De verwachting was dat door middel van een schip een bom in het kanaal tot ontploffing gebracht ging worden. Om dit te voorkomen was een multinationale taakgroep opgericht aan beide zijden van het Panama Kanaal om een zogenaamde ‘Maritime Interdiction Operation’ uit te voeren. Schepen en vliegtuigen uit negentien verschillende landen opereerden gezamenlijk om de dreiging het hoofd te kunnen bieden. De oefening verliep in drie fasen, in de eerste fase waren vertegenwoordigers van alle deelnemende eenheden bij elkaar gekomen in Panama City en hebben een gezamenlijk plan opgesteld. In de tweede fase werd er
gezamenlijk geoefend om de diverse taakgroepen gereed te maken voor operationele inzet. In de derde en laatste fase, de zogenaamde ‘freeplay’ fase, zijn de taakgroepen ingezet om het gemaakte plan uit te voeren. De Van Nes was ingedeeld in een taakgroep met schepen uit Brazilië, Frankrijk, Colombia en Amerika. Deze taakgroep stond onder leiding van een Braziliaanse commandant. De bemanning van het M-fregat ondersteunde de oefening door te patrouilleren in de aanlopen van het Panama Kanaal en door
scheepvaart in dat gebied te ondervragen en in kaart te brengen. Met de boordhelikopter en eigen scheepssensoren werden alle schepen in het gebied geïdentificeerd. Indien een verdacht schip zich in ons gebied begaf, ging het boardingteam aan boord om een zoekslag te maken en het schip veilig te stellen. Op deze manier droeg Van Nes, samen met partners uit de regio, bij aan het garanderen van de veiligheid van scheepvaart en de vrije wereldhandel.
NIEUWE ‘AANVOERDER’ CZSK
Tijdens een indrukwekkende ceremonie op steiger 19 van de Nieuwe Haven in Den Helder op vrijdag 31 augustus droeg Commandant Zeestrijdkrachten (C-ZSK) vice-admiraal Jan Willem Kelder het commando over aan luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk. Vice-admiraal Kelder, die na 37 jaar met leeftijdsontslag gaat, stond een bijzondere verrassing te wachten tijdens de overdrachtsceremonie. Hij werd benoemd tot officier in de Orde van Oranje-Nassau met de zwaarden. Een koninklijke onderscheiding die hem – zoals
hij later in zijn toespraak zei – overdonderde en vereerde. In aanwezigheid van onder meer de Commandant der Strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, Staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap en Secretaris-Generaal Ton Annink, blikte vice-admiraal Kelder in zijn afscheidstoespraak terug op zijn 37-jarige diensttijd en specifiek op zijn periode als Commandant Zeestrijdkrachten. “De afgelopen jaren zijn met alle vermeende schandalen, reducties, veranderingen en onvrede, uitzonderlijk zwaar geweest en hebben een zware
38
wissel getrokken op ons personeel en op mij persoonlijk. Maar die woelige periode blijkt nu ten einde te lopen en misschien zijn we er wel sterker uitgekomen dan we nu beseffen. We zijn het uithangbord voor de maritieme industrie en dat zal niet veranderen.” Naast het gegeven dat vandaag de eerste commando-overdracht van de C-ZSK plaatsvond, werd er ook op een andere manier geschiedenis geschreven. Luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk is de eerste marinier die leiding geeft aan het CZSK. “Het feit dat ik als eerste dit commando mag voeren is voor sommigen misschien opzienbarend, maar ligt in het verlengde in de keuze die is gemaakt om vloot en mariniers verder te integreren. Ik zal mij dus inzetten voor de hele marine, blauw en groen, zonder onderscheid”, benadrukte hij. Terughoudendheid voor nieuwe veranderingen, vermijden van verregaande centralisatie en tegengaan van bureaucratie moeten volgens de nieuwe C-ZSK onder andere ‘bijdragen aan de efficiency en slagvaardigheid van de KM en defensie’. Verder noemde generaal Zuiderwijk het gereedstellen van de schepen en eenheden voor missies; werving en behoud van personeel; de implementatie van de Marinestudie en de Netherlands Maritime Force als speerpunten voor zijn komende periode als C-ZSK. (lees ook pagina 10)
BEVELSOVERGAVE MOST-CENTRUM De bevelsovergave van het MOST-centrum (Mine countermeasure vessels Operational Sea Training) heeft op vrijdag 7 september plaatsgevonden in de Marinebasis van Zeebrugge. De Nederlandse KLTZ Jeroen Franken is de opvolger van de Belgische fregatkapitein Jean-Marc Claus. De operationele paraatheid van Mijnenbestrijdingsvaartuigen wordt in de MOST periode uitvoerig en intensief getest. Deze paraatheid wordt vooral op de gebieden wapentraining en veiligheid geëvalueerd en verbeterd. Niet alleen ABNL-schepen worden getraind en getest door MOST, ook andere NATOlanden bieden hun schepen aan om de paraatheid ervan te laten controleren.
DERDE PRIJS OP REGATTA Een groep mensen van het Marinebedrijf heeft de Koninklijke Marine vertegenwoordigd in Kiel tijdens de Duitse Marine kutter regatta. Tijdens dit evenement waren er ongeveer veertig ‘kutters’ (Duits woord voor sloepen) op het water. De bemanning van de KM mocht een mooie derde prijs in ontvangst nemen én een oorkonde omdat zij de beste buitenlandse bemanning waren. Weer terug in Den Helder overhandigde de bemanning hun prijs aan de algemeen directeur van het Marinebedrijf, CDR Klaas Visser.
COMMANDO-OVERDRACHT HR.MS. MAASSLUIS In Tallinn, Estland, heeft op 26 augustus de commando-overdracht over Hr.Ms. Maassluis plaatsgevonden. LTZ1 Peter de Groot gaf het commando over aan LTZ1 Johannis Den Arend. In zijn toespraak memoreerde de scheidende commandant aan de afgelopen periode van ruim een jaar waarin het schip vaak geconfronteerd werd met een gewijzigd vaarprogramma. Een vaarprogramma dat nagenoeg in het teken stond van het testen van de diverse nieuwe systemen. Ook keek de vertrekkende
commandant terug op de opwerkperiode met als ultieme test de MOST in Zeebrugge.
MARINIERS BETEUGELEN WOELINGEN Jaarlijks worden een peloton van de 31ste infanteriecompagnie, gestationeerd op Curaçao, en een peloton van de 32ste infanteriecompagnie van Aruba opgeleid in het ‘Beteugelen van Woelingen’. Deze opleiding, verzorgd door personeel van de Koninklijke Marechaussee, stelt de mariniers in staat om een menigte demonstranten op een ordelijke wijze tot rust te manen. Een dergelijke inzet kan bijvoorbeeld benodigd zijn bij het uitbreken van onrust na een orkaanpassage. Op donderdag 6 september vond de eindoefening van de opleiding plaats. In het scenario van de eindoefening ontstaat er onrust als het bedrijf Curoil dreigt te sluiten. Als een groep demonstranten verhaal komt halen bij de directeur van het bedrijf, vraagt de gouverneur van Curaçao om militaire bijstand van een peloton mariniers voor het handhaven van de rust. In tal van subscenario’s lopen de gemoederen steeds hoger op en krijgen de mariniers met een steeds hoger geweldsspec-
trum te maken. “De grootste uitdaging ligt in deëscalerend optreden”, legt kapitein van de marechaussee Theo de Vries van bureau opleidingen uit. “De mannen moeten zich beheersen en de rust herstellen. Ondanks de provocatie, doen ze het erg goed.” En dat blijkt als aan het eind van drie lange weken, de Koninklijke Marechaussee verklaart dat de pelotons gecertificeerd zijn voor het ‘Beteugelen van Woelingen’.
EEN MARINETRADITIE BEËINDIGD
HEEFT U EEN ADRESWIJZIGING? STUUR DEZE A.U.B. NIET NAAR DE REDACTIE MAAR KIJK HIERVOOR IN HET COLOFON
RECTIFICATIE In het septembernummer van Alle Hens in het artikel ‘Alle Hens 60 jaar!’ op pagina 22, staat een fout. De naam van oudmarineofficier J.J.H. Hagen van Leeuwen moet zijn J.J.A. Schagen van Leeuwen.
Sinds de Minister van Marine, W.F. van Erp Taalman Kipp, op 18 maart 1877 bepaalde dat er een ‘Jaarboek van de Koninklijke Nederlandse Zeemagt’ moest worden uitgegeven, heeft menig marineofficier geschreven voor, en gebruik kunnen maken van dit unieke naslagwerkje. Met slechts een korte onderbreking in de jaren ‘40, werd het Jaarboek aanvankelijk onder redactie van de directeur van de Modellenkamer en van de
Bibliotheek bij het Departement van Marine uitgegeven. Later door het, inmiddels voormalig, Instituut voor Marine Historie en sinds september 2005 door het Nederlands Instituut voor Militaire Historie. Nu, 130 jaar later, is binnen het Ministerie van Defensie het besluit genomen te stoppen met de uitgave van dit boekwerk. Het Jaarboek 2005 is daarmee het laatst uitgegeven Jaarboek van de Koninklijke Marine.
TIENDE ‘320 OPEN GOLFDAG’ De ‘320 open’ op golfbaan Spaarnwoude werd in 1998 gespeeld door zes enthousiaste beginnende VSQ 320 golfers. Op vrijdag 31 augustus werd de ‘320 open’ voor de tiende keer gespeeld. Het aantal spelers veranderde in deze jaren van zes tot meer dan zestig. Voorheen deden alleen de beginners mee, nu is het een open toernooi voor spelers met een golfvaardigheidsbewijs (GVB).
39
De tiende editie van het ‘320 open’ werd gespeeld door 48 golfers. In tegenstelling tot vorig jaar, toen de wedstrijd eerder stopte vanwege onweer, speelde de golfers in prima weersomstandigheden. Rond 16.00 uur was de wedstrijd af en gaf de winnaar van vorig jaar, Klaas Dekker, traditiegetrouw het ‘320 open’ schild over aan de nieuwe winnaar Henk Kromhout.
GEZOCHT: VRIJWILLIGERS VOOR MARINEMUSEUM Het gaat goed met het Marinemuseum. De belangstelling voor het museum is ook groeiende. Naar verwachting zullen dit jaar circa 85.000 bezoekers de poort passeren. Of deze bezoeken goed verlopen, hangt voor een groot deel af van de beschikbaarheid van enthousiaste vrijwilligers. Nu bestaat deze groep uit bijna honderdvijftig mannen en vrouwen, waarvan een groot deel bij de Koninklijke Marine of het Marinebedrijf heeft gewerkt. Voor wie niet helemaal afscheid wil nemen van de Koninklijke Marine en het Marinebedrijf, is vrijwilligerswerk in het Marinemuseum een leuke afleiding. U maakt deel uit van een hecht team van betrokken museummedewerkers, u
RESERVISTEN GAAN VOOR GOUD Dit jaar werden het CIOR-zomercongres en de CIOR Militaire competitie voor het eerst sinds lange tijd weer in een nieuwe NAVO-lidstaat gehouden, en wel in Letland. De CIOR Militaire competitie is een op de militaire vijfkamp gestoelde discipline waarin reserve-officieren hun militaire bekwaamheden kunnen tonen. In drie dagen wordt er gestreden op geweer- en pistoolschieten, internationale hindernisbaan en zwemhindernisbaan en afsluitend in een militaire oriëntering. Dit alles met teams van drie man. Uit twintig verschillende landen kwamen 51 teams en Nederland was vertegenwoordigd met zes teams, waaronder voor het eerst een onderofficierenteam. Het team NLD2, bestaande uit reservisten, nam voor het eerst sinds 1992 het goud weer naar Nederland en vier andere Nederlandse teams behaalden zeven dagprijzen.
DE DEADLINE VOOR HET AANLEVEREN VAN ARTIKELEN VOOR HET NOVEMBERNUMMER VAN ALLE HENS IS MAANDAG 15 OKTOBER
blijft bij het reilen en zeilen van de marine betrokken, u krijgt de gelegenheid belangstellenden voor ons bedrijf nog meer over het heden en verleden van de Zeestrijdkrachten te vertellen en u draagt bij aan het instandhouden van het cultureel erfgoed van de Koninklijke Marine. Het vrijwilligerswerk bij het Marinemuseum is uiteraard vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Er zijn vrijwilligersovereenkomsten en functiebeschrijvingen, maar ook een vrijwilligersverzekering en een onkostenvergoeding van maximaal € 12,00 per dag (of € 6,00 per dagdeel). De werktijden per dagdeel zijn van 09:30 tot 13:30 uur en van 13:30 tot 17:30 uur.
De meeste vrijwilligers werken één à twee dagdelen per week. Lijkt het u wat en wilt u meer informatie? Neem dan contact op met de hoofdsuppoost Marinemuseum, sergeantmajoor Gijs van Hest, telnr: 0223 657 283.
JOHAN DE WITT OVERGEDRAGEN Bouwmeester Schelde Marinebouw heeft het Landing Platform Dock-2, Johan de Witt, overgedragen aan het Ministerie van Defensie. De directeur van de Defensie Materieel Organisatie, Lex Hendrichs, en de directeur van Schelde Marinebouw, Hein van Ameijden, hebben het contract waarin de overname van het schip is vastgelegd, ondertekend. De overname werd eerder uitgesteld vanwege technische onvolkomenheden aan de voorstuwing van dit tweede amfibisch transportschip. Inmiddels is het schip door defensie gereed bevonden voor
overname. Wel is besloten delen van het voortstuwingssysteem voorlopig buiten de formele overname te houden. Als deze gedurende een bepaalde periode storingsvrij heeft gefunctioneerd, wordt het schip ook op deze punten overgenomen. De Johan de Witt is volgens planning bezig aan het proeftochtjaar. Vermoedelijk nog dit najaar wordt het schip in dienst gesteld bij het Commando Zeestrijdkrachten. Dan volgt eerst een gereedstellingstraject van ongeveer zes maanden, waarna het schip operationeel inzetbaar is ten behoeve van NRF-12 begin 2009.
MIJNEN OP 81 METER DIEPTE Voor het eerst in de geschiedenis zijn er Mine Counter Measure (MCM) duikoperaties uitgevoerd op explosieven tot een diepte van 81 meter. Dit gebeurde tijdens de internationale NATO/PFP operatie ‘Open Spirit’ die van 2 tot en met 9 september duurde. In een verband van negentien eenheden uit elf landen (België, Frankrijk, Duitsland, Engeland, Letland, Litouwen, Noorwegen, Polen, Rusland, Zweden en Nederland) is voor de kust van Klaipeda, Litouwen deze grote MCM operatie uitgevoerd. De door Hr.Ms. Vlaardingen met sonar opgespoorde contacten zijn door de duikers van het diepduikteam onderzocht en daar waar nodig vernietigd. Zowel in de Eerste als Tweede Wereldoorlog is de Baltische Zee
van zeer groot strategisch belang geweest. De explosieven die op de bodem van de zee liggen, zijn een mengeling van oude mechanische contactmijnen en geavanceerde invloedsmijnen. Wat al deze explosieven gemeenschappelijk hebben, is dat ze nog steeds gevaarlijk kunnen zijn.
OPLEIDINGEN VOLDOEN AAN STRENGE EISEN De grondopleidingen van het vliegtuigsquadron 7 zijn op 27 juni als eerste militaire school MLE-147 goedgekeurd en hebben hiervoor een certificaat ontvangen. MLE staat voor Militaire Luchtvaarteisen. Defensie heeft sinds kort ingevoerd dat deze eisen voor
alle luchtvaartopleidingen moeten worden gesteld. De verschillende punten van de opleidingen worden op deze manier getoetst. Bijvoorbeeld MLE-147 bevat de eisen aan de opleidingsorganisatie en MLE-66 stelt eisen aan de inhoud van de opleidingen. De eisen
40
vormen uiteindelijk de basis voor een kwaliteitsverbetering en veiligheidswaarborging van de luchtvaartorganisatie. Deze manier van certificering zal ook worden gebruikt bij de nieuwe opleidingen voor de NH90, die nog in ontwikkeling zijn.
UNIEKE REDDINGSVLOTTEN IN TESTFASE Voor de tweede keer werden de nieuwe reddingsvlotten voor de onderzeeboten van de Walrusklasse getest. Da gebeurde begin oktober in de haven van Den Helder door de Defensie Materieel Organisatie. Het unieke systeem bestaat uit twee containers die aan de bovenzijde van de onderzeeboot zijn ingebouwd. Beide exemplaren zijn gevuld met een noodzender en een 35-persoonsreddingsvlot met overlevingsmiddelen. De nieuwe reddingsvlotten zijn een aanvulling op de opblaasbare pakken waarmee de bemanning zich, indien nodig, vanuit de onderzeeboot naar het wateroppervlakte katapulteert. Als verdere evacuatie niet meteen mogelijk is, biedt het reddingsvlot uitkomst. In geval van een calamiteit kan het ‘containerised life raft system’ zowel van binnen als buiten de onderzeeboot handmatig worden geactiveerd en zowel boven als onder water worden gebruikt. Na een geslaagde fabriekstest bij de Engelse leverancier Weir Strachan & Henshaw, ontdekte het projectteam afgelopen dinsdag tijdens de eerste ‘harbour acceptance’ test aan boord van Hr.Ms. Dolfijn een ontwerpfout aan de container. Het activeermechanisme van gasflessen, verbonden aan een ‘airbag’ die het reddingsvlot uit de container moet duwen, weigerde in eerste instantie. Met hulp van buitenaf functioneerden de container en het vlot uiteindelijk wel. De dag na de eerste test is het probleem aan de container door alle betrokken partijen onderkend en is er een oplossing gevonden. Het systeem wordt in december tientallen meters onder water getest. Uiteindelijk worden alle onderzeeboten van de Walrusklasse met twee containers uitgerust.
PUNT TOT PUNT LOOP Op woensdag 5 september is de ‘Punt tot Punt loop’ gehouden. Deze loop, die door bureau sport, MKWD, in samenwerking met de Dienst OS&O wordt georganiseerd, is een wedstrijd over tien Engelse mijlen. Dit jaar gold de loop voor de tweede keer als de Marine kampioenschap Long Distance Run. Na het startschot te Callantsoog vertrokken de 59 deelnemers via een parcours door de duinen en via het strand naar de Finish bij het sportpark ‘Streepjesberg’ te Den Helder. Ondanks een beetje regen aan het begin van de wedstrijd waren de omstandigheden goed en vier deelnemers finishten binnen het uur. Marinekampioen bij de heren werd LTZ2OC Timmers in een tijd van 57:45 en bij de dames Matr1 ODVB Bartelsman. Zij finishte in een tijd van 60:39:24.
WERKBEZOEK AAN VETERANENINSTITUUT De Vaste Kamercommissie voor defensie heeft maandag 10 september een werkbezoek gebracht aan het Veteraneninstituut (Vi) in Doorn. In korte tijd werden de commissieleden bijgepraat over de werkzaamheden van het Vi en de gevoelens en verlangens die op dit moment leven binnen de Nederlandse veteranengemeenschap. Bestuursvoorzitter Martin Zijlstra en directeur kolonel Loek Habraken gaven een inleiding over het ontstaan van het veteranenbeleid in Nederland en de geschiedenis van het Vi. Na een uiteenzetting over de plaats die veteranen innemen in het maatschappelijk denken in Nederland en
bij de verschillende aspecten van kennis over en onderzoek naar en voor veteranen, volgde een gedachtewisseling over het thema ‘erkenning’. Op intensieve wijze en in een open sfeer werd het thema van alle kanten kritisch belicht. De bijzondere inbreng van twee veteranen, uit Libanon en Voormalig Joegoslavië, werd door de commissieleden zeer op prijs gesteld. Het werkbezoek werd afgesloten met een uiteenzetting over de actuele ontwikkelingen van het nazorgbeleid van het Ministerie van Defensie. Deze nazorg wordt geleverd door Stichting de Basis, in opdracht van het Veteraneninstituut.
HR.MS. ROTTERDAM STEEKT HANDEN UIT DE MOUWEN Al een geruime tijd heeft de bemanning van Hr.Ms. Rotterdam de kinderboerderij ‘Doniastate’ in Stiens geadopteerd. Na een intensieve periode van opwerken was het tijd om de banden met het goede doel weer eens aan te halen. Op 28 augustus reisde een delegatie van de bemanning en de 2e bootcompagnie af naar het Friese plaatsje Stiens om niet alleen een geldcheque te overhandigen, maar ook om de handen uit de mouwen te steken. Na twee dagen intensief klussen aan diverse projecten waarbij verstandelijk gehandicapten en bemanning samenwerkten, konden er onder andere een kippenhok en een waterzuiveringsinstallatie worden gerealiseerd.
CDT van Hr.Ms. Rotterdam, KTZ BoelemaRobertus, overhandigt de cheque.
SPORTKALENDER Inschrijven voor de nationale militaire kampioenschappen (NMK) kan via intranet: www.cism.nl. Behalve voor het veldvoetbal, daar speelt een geselecteerd team. Inschrijven voor marinekampioenschap (MK) en/of marinetoernooi (MT) via Bureau Lichamelijke Opvoeding en Sport (BULOS) van de DOSO kan met het inschrijfformulier dat is te vinden op intranet: Home,
Koninklijke Marine, GPZ , Service, Sport. 3-okt 10-okt 23-okt 24-okt 1-nov 6-nov
NMK Oriënteren individueel MK Veldvoetbal MT Duathlon MT EPP schieten MK Bowlen NMK Veldvoetbal
Havelte Den Helder Den Helder Den Helder Den Helder Soest
NIEUWE COMMANDANT VOOR VSQ 860 Vliegtuigsquadron 860 heeft een nieuwe commandant. Op vrijdag 7 september heeft KLTZ Dick Reefman het commando van vliegtuigsquadron 860 overgegeven aan KLTZ René Tolsma. Elke commando-overdracht is bijzonder, maar deze had toch een apart karakter: vanaf 1 januari 2008 zal de Groep Maritieme Helikopters, de vliegende afdeling van het CZSK, onderdeel gaan uitmaken van het CLSK. Op deze datum zal
41
het Defensie Helikopter Commando (DHC) worden opgericht. Het in 1943 opgerichte vliegtuigsquadron 860 blijft bestaan, wordt uitgebreid met een eigen onderhoudscomponent, zeven SAR-vluchteenheden en zal voortaan 860 squadron gaan heten. De banden met het CZSK zullen niet worden verbroken; 860 squadron blijft het maritieme squadron met het CZSK als belangrijkste klant.
AFSCHEIDSRECEPTIE FLO
OVERHANDIGING LITHO Een litho van het Engelse vliegveld Dunsfold werd zondag 23 september aan het Oosterbeekse Airborne museum overhandigd. Hiermee werd de rol van vliegtuigsquadron (6)320 bij de luchtlandingen rond Arnhem en Nijmegen onder de aandacht gebracht. Naast deze luchtlandingen kwam het squadron in actie bij de invasie in Normandië, bij Falaise en bij de opmars door Europa. Daarna werd er gevlogen op doelen in de Ardennen, Nederland en Duitsland. Eind april 1945 werd het squadron verplaatst
naar Duitsland, waar in mei de 3253e en tevens laatste oorlogsvlucht werd uitgevoerd. Bij al deze oorlogsvluchten en invasies zijn in totaal 157 bemanningsleden omgekomen. Vier squadronleden werden onderscheiden met de Militaire Willemsorde. De overhandiging van de litho vond plaats in het bijzijn van veteranen van (6)320 squadron en de nabestaanden van personeel dat in de Tweede Wereldoorlog bij het squadron diende. Meer informatie op www.litho320.veteranen.nl.
INDISCH BUFFET VOOR POSTACTIEVEN Voor postactieve medewerkers van ‘oude organisaties’ als DMKM, DMKL en DMKLu is de oude werkbasis verdwenen. Deze postactieven (burger en militair) zijn van harte welkom bij de Vereniging van Postactieven van de Materieelorganisaties van Defensie (PAMOD). Jaarlijks worden er door de vereniging twee excursies naar defensie organisaties gepland en twee sociale bijeenkomsten met een Indisch buffet georganiseerd. Op 8 november vindt de eerstvolgende sociale bijeenkomst met een Indisch buffet plaats in
de Frederikkazerne te Den Haag. Contributie is €12,- per jaar en deelname aan het buffet kost €10,-. Belangstellenden voor deelname aan het buffet worden verzocht voor uiterlijk 11 oktober zich aan te melden op het volgende adres: Vereniging PAMOD, p/a DMO, sectie Documentatie en Informatievoorziening, MPC 58A, postbus 90822, 2509 LV Den Haag. Telefonisch is de organisatie te bereiken op donderdag 4 of 11 oktober tussen 11:00 en 12:00 uur of tussen 14:00 en 15:00 uur op telnr.: 070 316 92 50.
TWEEDE MIJNENJAGER NAAR LETLAND Staatssecretaris van Defensie Cees van der Knaap en directeur Defensie Materieel Organisatie Lex Hendrichs hebben in Den Helder de tweede van de in totaal vijf verkochte mijnenjagers aan Letland overgedragen. In navolging op Hr.Ms. Harlingen (Imanta) kreeg ook Hr.Ms. Scheveningen bij de overdracht een nieuwe naam. De Letse staatssecretaris Edgars RinkēviČs doopte het schip om tot LVNS Viesturs. Voorafgaand aan de overdracht onderging Hr.Ms. Scheveningen een grote onderhoudsbeurt. Bemanningsleden van het CZSK verleenden ondersteuning bij het onderhoud en voerden de ‘On Board Training’ uit met de nieuwe Letse bemanning. De komende achttien maanden zullen Hr.Ms. Dordrecht, Hr.Ms. Delfzijl en Hr.Ms. Alkmaar één voor één aan de Letse marine worden overgedragen. Het contract met de
Baltische staat voor de overdracht van de vijf Nederlandse mijnenbestrijdingsvaartuigen van de Alkmaarklasse is op 24 augustus 2005 getekend en heeft een waarde van 57 miljoen euro.
TAPTOE IN HUIS Wilt u de Taptoe thuis nog eens beleven? Sinds 2004 wordt jaarlijks een DVD-CD combinatie van de Nationale Taptoe uitgegeven. Deze verschijnt ongeveer een maand na de Taptoe (vanaf begin november). De DVD bevat een weergave van de gehele show. De CD bevat een selectie van de gespeelde muziek. Deze DVD-CD-box
is alleen in combinatie leverbaar. Nu zijn er ook nog enkele CD’s beschikbaar van jaren uit de periode vóór 2004. Deze CD’s zijn tegen sterk gereduceerd tarief te bestellen, zolang de voorraad strekt. Kijk voor meer informatie op www. nationaletaptoe.nl.
42
In verband met FLO van een aantal collega’s organiseert de FLO-commissie Verbindings-dienst KM wederom haar halfjaarlijkse afscheidsreceptie voor FLOers. De afscheidsreceptie zal plaats vinden op donderdag 15 november om 15.00 uur in gebouw de Witte Raaf op Marine Kazerne Willemsoord in Den Helder. De receptie zal ook het karakter hebben van een beperkte reünie. De kosten die verbonden zijn aan het bijwonen van deze receptie/reünie bedragen €10,-. Belangstellenden worden verzocht het verschuldigde bedrag over te maken op: Postbank giro 5459748 t.n.v.: Commissie Verbindingsdienst KM, Boterzwin 3627, 1788 WL Den Helder. Uiteraard mag er ook aan de zaal betaald worden. Voor meer informatie: voorzitter LTZ2 L. Oosterbaan, telnr.: 0223 532 881 of kijk op de site van de FLO-Commissie: www.bravozulu.nl
NIEUWE VOORZITTER VETERANENDAG De in 2004 in het leven geroepen Nederlandse Veteranendag heeft een nieuwe voorzitter, Mr. Boele Staal. Hij lost Mr. A.A. Loudon af die op 29 juni 2005 de eerste landelijke veteranendag in de Nederlandse geschiedenis organiseerde. Onder zijn leiding is deze dag uitgegroeid tot een succesvol evenement met jaarlijks ongeveer 35.000 bezoekers. Tijdens een afscheidsdiner op 29 juni decoreerde de Staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap, de aftredende voorzitter met het Ereteken van Verdienste in goud, voor zijn bijzondere inzet. De Nederlandse Veteranendag vormt een eerbetoon aan alle veteranen en heeft tot doel de erkenning en waardering voor veteranen te vergroten. De geboortedag van Z.K.H. Prins Bernhard op 29 juni, bleek een ideale datum te zijn om veteranen wat meer in het daglicht te zetten.
OFFICIEREN Bevorderingen: LTGENMARNS R. Zuiderwijk, KTZ M. van Binsbergen, KTZA D. Klomberg, KLTZ J. de Bruijn, KLTZ F. Groenendijk, KLTZ M. Trommelen, KLTZE M. Simmeren, LTKOLMARNS G.J. Scheffers, LTZ 1 B. van Ameijde, LTZ 1 W. van der Geest, LTZ 1 R. Krols, KAPTMARNS G. Schoe, KAPTMARNS E. Veltman, ELNTMARNS R. van Hulten, LTZT 2OC A. Meijer, LTZA 2OC E. Bruul, LTZE 2OC T. van Haarst, LTZE 2OC R. Verschoor.
Dienstverlaters: LTZTA 1 J. van de Griend, LTZV 1 L. Bauer, LTZ 1 J. Carol, LTZ 1 D. Moonen, LTZ 1 H. W. Roosenboom, LTZ 1 E. Oude Wolbers, LTZT 2OC E. Baggerman, LTZT 2OC P. J van Spronsen, LTZSD 2OC H.A. van Waas, LTZA 2OC P. Kop, LTZ 2OC W. Kool, LTZ 2OC M. van Ingen, LTZ 2OC F. Koudijs, LTZ 2OC A. Dijkman, LTZT 2 J. M. Dijksterhuis, LTZT 2 B. Kesteloo, LTZV 3 M. Beekman.
ONDEROFFICIEREN Bevorderingen: AOOTDW E. Stevens, AOOTDE M. van IJperen, AOOTDE E. Zwart, AOOODOPS W. Bakker, AOOLDV H. Derks, AOOLDA P. Bronkhorst, SMJRTDE H van Sinderen, SMJRODOPS G. Kattouw, SMJRODOPS S. Lagerweij, SMJRODOPS M. Overeijnder, SMJRODND A. Bolhuis, SMJRODND J. Wennink, SMJRMARNVB E. Stroet, SMJRMARNALG H. Dijkman, SMJRMARNALG T. de Haan,
SMJRMARNALG R. de Ridder, SMJRLDGB R. Pieters, SMJRLDA I. Engelaar, SMJRLDA D. van Wijngaarden, SGTTDW M. Geense, SGTODVB J. Frenk, SGTODVB D. van Zetten, SGTODOPS E. van den Berg, SGTODOPS R. van Drimmelen, SGTODOPS M. den Haan, SGTODOPS M. Henninger, SGTODOPS J. Jacobs, SGTODOPS A. Kamperman, SGTODOPS F. Spies, SGTMARNALG R. Glazenborg, SGTMARNALG J. Vriendwijk, SGTLDV A. te Brake, SGTLDGB R. van Drielen.
Dienstverlaters: AOOTDW R. Schneider, AOOTDE W. van den Berg, AOOODOPS H. Schreuders, AOOMARNALG H. Jolen, AOOLDA R. Verheijden, AOOBDVGVL P. Robben, SMJRWDW S. Brander, SMJRWDW E. Markus, SMJRWDE J. van der Veen, SMJRTDW M. Fierloos, SMJRTDW R.E. Burger, SMJRODOPS A. Grit, SMJRODOPS T. Otten, SMJRODOPS J. W Piket, SMJRODOPS P. Heres, SMJRMARNALG B. Vernet, SMJRLDV C. de Jong, SMJRLDGB J. Bergmans, SMJRBDGSK H. van Pelt, SGTTDV L.T. Lieshout, SGTODOPS Y. van der Meer, SGTODND C. Boskma, SGTMARNALG H. van den Hurk, SGTMARNALG G.H.T. Demon, SGTMARNALG J. de Kort, SGTMARNALG L. van Leeuwen, SGTLDV P. Gorseman, KPLWDV M. Slagter, KPLWDS J. Snoep, KPLWDS S. Roos, KPLWDS S. de Weever, KPLWDS A. Schuijlenburg, KPLWDS L. Kruithof, KPLWDS Y. van Oijen, KPLTDW F. Leenders, KPLTDW D. Hoekstra, KPLTDW C. Franke, KPLTDW G. Sluiter, KPLTDV A. de Haas,
KPLTDE M.A. van Zwieten, KPLTDE S. van Dijk, KPLTDE R. Smith, KPLODVB A. Ortse, KPLMARNVB J. Groenen, KPLMARNALG M. Sijm, KPLMARNALG T. J. Bogaart, KPLLDGD D. Kortenoeven, KPLLDGD A.H.M. Odijk, KPLLDGD R. Brouwer, KPLLDA S. Zinnemers, KPLBDWKA C. Dekker, KPLADBA R. Passchier.
MANSCHAPPEN Dienstverlaters: MARN 1 VB R. Paap, MARN 1 VB J. Voskuil, MARN 1 VB R. van Vliet, MARN 1 VB G. Kaandorp, MARN 1 VB R. Haafkens, MARN 1 VB S. van der Greft, MARN 1 VB M. van Munsteren, MARN 1 VB G. Craens, MARN 1 ALG D. Sedney, MARN 1 ALG H. van Iterson, MARN 1 ALG B. van Tricht, MARN 1 ALG R. van Leeuwaarden, MARN 1 ALG M. Aukes, MARN 1 ALG A. van Elteren, MARN 1 ALG R. Smeijer, MARN 1 ALG W. Vermazen, MARN 1 ALG E. Janssen, MARN 1 ALG J. Verberne, MARN 1 ALG T. Kluijver, MARN 1 ALG P. Gruiters, MARN 1 ALG J. Haaring, MARN 1 ALG S. Lucassen, MARN 1 ALG J. van Oeveren, MARN 1 ALG H. Meijnen, MARN 1 ALG J. van Voorbergen, MARN 1 ALG K. Verhoeven, MARN 1 ALG M. Koster, MARN 1 ALG D. Oosten, MARN 1 ALG P. de Bock, MARN 1 ALG W. Jansen, MARN 1 ALG T. Knaapen, MARN 1 ALG Y. de Vries, MARN 1 ALG F. Vincke, MARN 1 ALG L. Schuurmans, MARN 1 ALG J. van Ingen, MARN 1 ALG D. Sandholm, MARN 1 ALG G. Paul, MARN 1 ALG J. Boss, MARN 1 ALG T. van de Wetering, MARN 1 ALG M. Enting, MARN 3 ALG F. van der Werff, MARN 3 ALG D. Bierlee,
MARN 3 ALG R. van Toor, MATR 1 TDW R.Vermanen, MATR 1 TDE M.J.C. Fraikin, MATR 1 TDE P. Kroon, MATR 1 TDE M. de Jong, MATR 1 ODVB S. Paus, MATR 1 ODVB S. Swinkels, MATR 1 ODOPS Y. Sarac, MATR 1 ODND M. Robben, MATR 1 ODND M. Zwiers, MATR 1 ODND H. van der Beek, MATR 1 OD M. Luttikhuis, MATR 1 OD H. Meerveld, MATR 1 OD M. Schoute, MATR 1 OD F. Schagen, MATR 1 LDV M. Siebenga, MATR 1 LDV L. Tempelaars, MATR 1 LDV R. de Groot, MATR 1 LDV S. Beentjes, MATR 1 LDV D. Schilperoord, MATR 1 LDV G. Huijsman, MATR 1 LDV C.A. de Lijster, MATR 1 LDV P. van der Meer, MATR 1 LDGD M.L. Abee, MATR 1 LDGD P. Wit, MATR 1 LDGD J. Aalbers, MATR 1 LDGB M. Nahumury, MATR 1 LDA M. van Ravenhorst, MATR 1 LDA R. Hoogervorst, MATR 1 BDVGVL B. van der Lei, MATR 1 BDMTD S. Alink, MATR 2 TD X. J.M.J. Hamelers, MATR 2 TD B. Blankestein, MATR 2 OD V.B. Schreuder, MATR 2 OD P. Hagemans, MATR 2 LDV D. van Cuijk, MATR 3 LDV W. van den Boom.
BURGERS Bevorderingen: A. Visser, 10, R. Brandsma, 5.
Dienstverlaters: M. Kwanten, J. van den Berge, R. Drogt, T. Klap, J. Zwirs, C. Ouwehand.
IN MEMORIAM KLTZ Arnold Sepp, SGTMARNALG Paulus van Rooijen.
Deze lijst wordt maandelijks aangeleverd door het DienstenCentrum IV-beheer en komt voort uit PeopleSoft. Voor eventuele vragen en correcties dient u zich in eerste instantie 43 te wenden tot DCHR: *06 733/0800 22 55 733.
MET 1 SMS MAAK JE ‘T MEE DE MARINE INFODAGEN sms MARINE <spatie> je e-mailadres naar 4411 om je in te schrijven voor de Infodag Korps Mariniers op 15 of 16 november, of kijk op werkenbijdemarine.nl