Allehens_04/06_P1 23-03-2006 15:38 Pagina 1
Alle Hens
Maandblad van de Koninklijke Marine april 2006
Marineschepen schieten met scherp
Kikkers koelbloedig in ijzige kou
Allehens_04/06_P2 23-03-2006 15:39 Pagina 2
Colofon:
Alle Hens
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Inhoud
Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV drs. A.C. Gelijns
3 Column C-ZSK
Eindredacteur: LTZSD 2 KV W.F. Borgsteede
De Commandant Zeestrijdkrachten gaat in op actuele zaken binnen de marine.
4 Koude kikkers
Redacteur: LTZSD 2 KV V.J.G. Strijbosch Vormgeving en lithografie: Grafisch ontwerpburo Engelbracht
10
Druk: Boom Planeta Graphics Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Gebouw Aalscholver, kamer 8 MPC 10A Postbus 10.000, 1780 CA Den Helder Tel.: 0223-651281 / 651055 Mdtn: *06-209-51281 / 51055 E-mail:
[email protected]
Uiterste concentratie van Special Forces in ‘Cold Response’. (Foto: Ruud Mol, CAVDKM).
10 Rondje haven 12 ‘Einzelgänger’ wordt sparringpartner De commandant van Hr.Ms. Bruinvis vertelt over deelname aan de bijzondere ernstmissie ‘Enduring Freedom’.
14 Vechten in de vrieskou In het vredige, witte berggebied van Bomoen te Noorwegen, beoefenen mariniers hun ‘skills and drills’ in een spannend scenario.
18 Primeur voor PRIME
Met de nieuwe meetbaan kan de KM de verschillende invloeden van oorlogsschepen in het water meten.
14
Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of TABA van het eigen commandement c.q. de eigen dienst.
21 Samen sterk
De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba bestaat tien jaar. Tien jaar waarin samenwerking binnen de organisatie met hoofdletters staat geschreven.
22 Backoffice Het belang van het onlangs geopende Backoffice moet zich in de toekomst bewijzen.
Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Tel.: 0343-474150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest E-mail:
[email protected] Tel.: 0251-313939 Opzegtermijn zes weken.
Een geconcentreerde blik tekent het gezicht van de SF-marinier net voordat hij een watersprong maakt. Dit was één van de spectaculaire onderdelen van ‘Cold Response’. Medio maart meerde een indrukwekkend flottielje af in de Helderse haven.
Cover
Internet: www.marine.nl Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op vrijdag 14 april.
Maandblad van de Koninklijke Marine
23 Vliegprocedures Vijf helikopters vliegen af en aan op het helidek van Hr.Ms. Rotterdam en vormen formaties in de lucht.
23
24 Van interesse tot aanstelling
Onder de algemene noemer arbeidsmarktcommunicatie werkt PVKM non-stop aan het vullen van de vacatures bij het maritiem krijgsmachtdeel.
38 Ogen en oren van het schip
Abonnementsprijs: l 17,02 (buitenland l 21,55 per jaar)
Onder extreme weersomstandigheden begeleiden mariniers ‘Naval Gunfire Support’, de indirecte vuursteun van een schip.
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
En verder:
ISSN 0024-0389
38
28 Mens & Werk 30 Logboek 43 Mensen & Mutaties
Allehens_04/06_P3 30-03-2006 17:07 Pagina 3
Geschokt! Inmiddels heeft u, maar ook uw privé-omgeving, ongetwijfeld net als ik geschokt kennis genomen van de berichten in de pers over vermeende seksuele intimidatie, aanranding, pesterijen, alcohol- en drugsgebruik en ander onaangepast gedrag dat plaats zou vinden bij defensie en met name ook de Koninklijke Marine. Onderstaande tekst is de dagorder die de CDS, generaal Berlijn, heeft uitgegeven. Ik hecht er groot belang aan dat alle medewerkers van de Koninklijke Marine kennis nemen van deze dagorder. Zelf heb ik inmiddels ook een aantal initiatieven genomen om ongewenst gedrag uit te bannen. Zo ben ik begonnen met het voeren van gesprekken met alle commandanten, eerste officieren en chefs der equipage, waarbij het onderwerp ongewenst gedrag nogmaals nadrukkelijk onder de aandacht wordt gebracht. In het licht van ‘baksmeester nieuwe stijl’ worden tijdens die gesprekken ook nieuwe initiatieven besproken, om de sociale controle aan boord verder te vergroten en elkaar hierop aan te spreken, teneinde ongewenst gedrag te voorkomen. Commandanten wordt opgedragen om samen met hun bemanning en de medezeggenschapscommissies
met verdere voorstellen daarvoor te komen. Tevens is een projectgroep onder mijn directe leiding ingesteld die deze voorstellen gaat beoordelen, keuzes maakt en eenheden gaat assisteren om de uiteindelijk gekozen voorstellen te implementeren. Daarnaast vond op mijn uitnodiging op 28 maart een gesprek plaats met de voorzitters van de centrales voor Defensiepersoneel. Dit was een constructief gesprek en werd door alle aanwezigen gewaardeerd. Mogelijke maatregelen zijn besproken. Dit overleg tussen mij en deze voorzitters gaat periodiek plaatsvinden, om de voortgang van de implementatie van de maatregelen te bespreken. Voor mijzelf ligt in de komende periode de prioriteit bij het herstellen van de goede naam van de Koninklijke Marine. Dat kan ik echter niet alleen. Ik heb u daarbij hard nodig. Wij moeten met zijn allen laten zien dat respectvol en fatsoenlijk gedrag voor ons de normaalste zaak van de wereld is en dat onaangepast gedrag niet past bij onze Koninklijke Marine, waarop wij allemaal trots moeten kunnen zijn! Vice-admiraal Jan Willem Kelder, Commandant Zeestrijdkrachten
Dagorder CDS Zoals velen van u, ben ik geschokt door de berichten in de media over seksuele intimidatie en aanranding van (vrouwelijke) collega’s. Zonder vooruit te willen lopen op het onderzoek naar wat zich precies heeft afgespeeld, moet mij nu reeds het nodige van het hart. De signalen kunnen niet worden genegeerd. In de eerste plaats wil ik de slachtoffers van deze praktijken namens de organisatie excuses aanbieden. Wij zijn er blijkbaar onvoldoende in geslaagd om een veilige omgeving te realiseren, waar iedereen bij Defensie als vanzelfsprekend op mag rekenen. Een veilige omgeving, waarin men gerespecteerd wordt en rekening houdt met elkaar. Dat we hierin zijn tekortgeschoten mogen we niet bagatelliseren; dergelijk gedrag dient te worden uitgebannen. U leest het goed: uitgebannen! Over het effect van de berichten in de media kan ik kort zijn: die zijn funest. Ik heb vaker gesproken over het belang van een goed imago. We moeten er voor waken dat we dingen doen die dit imago schaden. De incidenten van de laatste tijd zijn in dat opzicht de ergste die ik kan bedenken. Terwijl wij spreken van een professionele organisatie en trots zijn op Defensie, ontstaat nu in de samenleving een beeld van een heel andere organisatie. Een organisatie die kennelijk niet in staat is een veilige omgeving voor haar werknemers te creëren, waar leidinggevenden niet ingrijpen en waar men excessen afdoet met een schouderophalen. Dat enkelen in onze organisatie zich in dit soort praktijken begeven, vind ik buitengewoon kwalijk en tegen hen zeg ik: "voor u is in deze organisatie geen plaats". Los van wat er werkelijk is gebeurd, komen er vragen bij mij op als: was men niet op de hoogte van die praktijken?; Wisten collega’s en chefs niet dat anderen zich geïntimideerd voelden? Het al of niet aangifte doen bij de commandant door het slachtoffer is daarbij niet relevant. Ik acht het een eerste verantwoordelijkheid van leidinggevenden om te zorgen voor het wel en wee van het personeel. Leidinggevenden dienen ervan op de hoogte te zijn als collega’s zich niet prettig voelen bij bepaalde ‘evenementen’. Commandanten dienen zich ervan te vergewissen of personeel zich geïntimideerd voelt. Dat hoort bij de eerste verantwoordelijkheid van een chef. Leiderschap betekent verantwoordelijkheid nemen voor collega’s. Chef is geen eretitel, maar een zware verantwoordelijkheid. De verontwaardiging over dit alles hebben we in tal van krantenartikelen kunnen lezen. Het verdrietige is natuurlijk dat 99,9% van onze Defensieorganisatie zich iedere dag volledig inzet, hard werkt, zich van alle verantwoordelijkheden bewust is en collega’s
met respect behandelt. Door deze excessen wordt dit echter volledig overschaduwd. Tegen u zeg ik: “dit gaan wij uitbannen”. Vaak hoor ik het excuus dat Defensie een afspiegeling is van de samenleving waar dit soort zaken ook gebeuren. Alsof we ons daar maar bij moeten neerleggen. Dat is een ernstige vergissing. We zijn weliswaar een deel van de samenleving, maar toevallig een bijzonder deel dat verantwoordelijke taken uitvoert. Daarom behandelen wij elkaar met respect, laten we elkaar in onze waarde, zijn wij solidair met elkaar en komen we in actie als één van ons het slachtoffer is van ongewenst gedrag. Als ik dit zo zeg weet ik mij door 99,9% van u gesteund. Voor diegenen die dit niet onderschrijven zeg ik wederom: “voor u is in deze organisatie geen plaats”. Ik wil tenslotte nogmaals onderstrepen hoe wij ons binnen Defensie in een aantal opzichten dienen te gedragen. Aan de 99,9% van onze organisatie wil ik vragen mij te helpen deze leefregels actief te handhaven. • Bij porno gaat het er om dat Defensiemedewerkers daarmee in hun werkomgeving niet mogen worden geconfronteerd. Dus het mag ook niet voorkomen dat een collega toevallig een ruimte binnenloopt waar anderen een pornofilm bekijken. Chefs (leidinggevenden, commandanten) dienen zich ervan te vergewissen dat dit dus ook niet gebeurt. • Kazernes, schepen en ‘compounds’ zijn voor mij per definitie werkomgeving. Wat iemand in zijn vrije tijd doet, moet hij zelf weten. Maar het bekijken van porno in groepsverband of in een voor anderen toegankelijke ruimte is niet toegestaan. Defensieapparatuur (pc’s, recorders) mag nimmer voor porno worden gebruikt. • Iedereen heeft het recht op een werk- en leefomgeving, waarin hij of zij zich op zijn gemak voelt. Iedere vorm van ongewenst gedrag en overmatig alcoholgebruik dient daarbij te worden vermeden. Iedereen is hiervoor verantwoordelijk. • Drugs zijn niet te combineren met ons werk en worden op geen enkele wijze getolereerd. Iedereen die kennis heeft van handel of gebruik, dient dit te melden bij zijn leidinggevende. Door het niet te melden doet men afbreuk aan de organisatie. De gebruiker wordt ontslagen. • Leidinggevenden moeten overtuigd zijn van de noodzaak deze regels strikt na te (laten) leven. Leidinggevenden die problemen hebben met de handhaving dienen dit te melden. Zij worden bij de handhaving door mij ondersteund. Generaal Dick Berlijn, Commandant der Strijdkrachten
3
Allehens_04/06_P4 23-03-2006 15:39 Pagina 4
Special Forces in Cold Response 2006
Strijden in de sneeuw Een ijsblauwe lucht waarin de verre bergen als een kristallen landschap opdoemen aan de horizon. De scherpe bergcontouren tekenen zich af tegen een kraakheldere hemel. Het landschap boven Evenes lijkt met een dikke laag poedersuiker bedekt. In de Noorse C-130 Hercules zit een team van de Special Forces van het Korps Mariniers gereed. Over enkele minuten zullen zij een sprong maken in het ijskoude water van de Ramsundet, een zijtak van de grote Ofotfjord. Geconcentreerde blikken, want deze ‘Static Line Square’ watersprong is een primeur voor het team. Een unieke oefening; voordat zij de sprong wagen, zal eerst een rubberboot met uitrusting worden gedropt. En dit is slechts één van de onderdelen die de Special Forces uitvoeren in de grootschalige, NAVO-oefening, die dit jaar de zeer toepasselijke naam ‘Cold Response’ draagt. Tekst: Wiedeke Borgsteede/ Foto’s: Ruud Mol (CAVDKM)
In bepaalde situaties is er geen landingsmogelijkheid voor een helikopter. De mannen moeten dan met ‘fast rope’ de helikopter verlaten.
4
Allehens_04/06_P5 23-03-2006 15:40 Pagina 5
Aan de oefening ‘Cold Response 06’ nemen ongeveer 15.000 militairen deel uit diverse NAVO-landen, zoals Amerika, Denemarken, Zweden, Finland, Spanje, Zwitserland, Engeland en Noorwegen en Nederland natuurlijk. Het oefengebied is enorm en opgedeeld in een lucht-, zee- en een landgebied. Het merendeel van de deelnemende militairen bevindt zich aan boord van de diverse schepen, maar aan land zijn ook bataljons van meerdere strijdkrachten actief. Goed getraind In voorbereiding op ‘Cold Response’ (CR) zijn de teams en de staf van de Special Forces al een aantal weken in het noorden van Noorwegen om hun ‘arctic skills’ weer goed te trainen. ”We trainen hierbij voornamelijk onze directe inzetbaarheid. Als speciale eenheid moeten wij binnen tien dagen waar ook ter wereld, onder alle omstandigheden – jungle, arctisch en desert – inzetbaar zijn”, vertelt de SF-trainingsofficier van het amfibisch verkenningspeloton*. “Nu we bovendien een NATO Response Force (NRF) eenheid zijn, geldt dat we binnen vijf dagen in een crisisgebied ontplooid moeten zijn. Het is dus belangrijk om deze directe inzetbaarheid voortdurend te blijven trainen. Daarom hebben we dit jaar voor het eerst ook op deze manier getraind.” Zo was er dit jaar geen sprake van een acclimatisatieperiode om te wennen aan de kou, die is er immers bij een echte inzet ook niet. Vijf dagen voor vertrek (NRF-tijd) naar Noorwegen kregen de drie teams twee amfibisch verkenningsteams (de zogeten ‘C-teams’) en een Mountain Leader-team (ML-team) een ‘mission planning’, met als opdracht het uitvoeren van een ‘Longe Range’ patrol. Op dag vijf stapten de teams met al hun bepakking in het vliegtuig naar het noorden om daar gedurende vijf dagen te overleven, waarbij ze zich voornamelijk in de nachtelijke Noorse kou mochten verplaatsen. Op ski’s… Nachtelijke kilometers Een pittige training, de trainingsofficier weet er alles van. In vier dagen hebben de mannen namelijk 60 kilometer op ski’s afgelegd, waarvan het grootste deel in de nachtelijke uurtjes. Immers, als Special Forces moet je ook het ‘onzichtbare’ aspect trainen. De blaren zitten nog op zijn hielen. Enthousiast blikt hij terug op de vijf zware trainingsdagen. “De teams zijn bij aankomst in Noorwegen direct ingezet in de omgeving van Salangen. Vervolgens hebben we ons op de ski's verplaatst naar Bjerkvik om daar een observatieopdracht uit te voeren. Bij deze manier van trainen komen veel meer factoren kijken”, legt de SF-officier uit. “Het is niet alleen overleven in de arctic, maar ook een stukje ‘mindset’, dat al tijdens de vier dagen in Nederland begint. Neem alleen al het inpakken van je spullen. Dat moet direct goed gebeuren. Je hebt geen tijd om dat in Noorwegen over te doen. Vergeet je iets, dan word je door de arctische omstandigheden direct afgestraft.” Omdat deze trainingsopzet nieuw en niet zonder risico was, reisde de staf al eerder naar het gebied om voor een veilige, juiste en bereikbare situatie te zorgen. Uiteraard was er al uitgebreid kaartonderzoek gedaan, maar de route moest bevestigd worden. Ook was er voortdurend een medisch veiligheidsteam in de buurt. “Het blijft natuurlijk wel een training. Maar dit concept is goed bevallen en we gaan dit principe zeker vaker toepassen”, besluit de SF-officier bevestigend.
Opperste concentratie. De mannen springen één voor één de diepte, het ijskoude water, tegemoet.
Poolcondities Dinsdagochtend. De kikvorsmannen zitten bewapend en winddicht gekleed in hun rubberen waterdichte, groengevlekte ISBO-pakken die ze tegen de arctische weersomstandigheden beschermen. Vandaag * In verband met veiligheidsvoorschriften worden de mannen van de Special Forces niet bij naam genoemd.
5
Allehens_04/06_P6 23-03-2006 15:40 Pagina 6
staan er meerdere oefenonderdelen ter voorbereiding op ‘Cold Response’ op het programma. De barre condities doen de naam van deze internationale NAVO-oefening eer aan, alhoewel; ‘cold’ is misschien nog te zacht uitgedrukt. De weersomstandigheden zijn eerder ‘frozen’ te noemen. De thermometer wijst min vijftien aan en uit de grijze lucht dwarrelt de sneeuw onophoudelijk. Per ‘Band Vagn’ (BV) worden de twee C-teams van de Special Forces vervoerd van het tijdelijke basiskamp bij Bjerkvik naar de opstapplaats van de twee Noorse ‘Rigid Hull Inflatable Boats’ (RHIB’s). Het is dat er aan weerszijden van de weg rode stokken staan, anders zou het haast onmogelijk zijn om in het besneeuwde landschap de weg te vinden. De verse sneeuw op de bevroren weg wist de diepe bandensporen van de BV’s in een mum van tijd uit. Als de BV’s bij de steiger aankomen, houdt het op met sneeuwen en een mager zonnetje probeert zich een weg te banen door de dikke grijze wolkenmassa. Voor een moment lukt dit en aan de ene kant van het
reusachtige fjord weerkaatsten de zonnestralen in het kraakheldere water en de witte bergtoppen lichten op. Beide teams klimmen aan boord van de RHIB’s en als iedereen zit, geeft de stuurman gas. De snelle boten zijn op weg naar Ramsund, waar een militair oefenterrein ligt. Daar zal de rest van de dag getraind worden. Met een snelheid van 50 knopen per uur banen beide boten zich een weg door het ijskoude water en de snelheid veroorzaakt een straffe wind. De zon ziet het niet meer zitten en houdt zich schuil achter de wolken. Hoe verder de RHIB’s het fjord opvaren, hoe slechter het zicht wordt. Zonder ‘Global Positioning System’ (GPS) zou het knap lastig zijn om koers te houden, want de boten worden omgeven door een steeds waziger mist en inmiddels is het ook weer gaan sneeuwen. Perfecte weersomstandigheden om te trainen in de arctic. Uiterst geschikt voor de geplande trainingsonderdelen die vandaag op het programma staan, zoals duiken onder arctische omstandigheden, ‘boating drills’ en diverse schietoefeningen in de sneeuw. Koele kikkers Het bevroren, witte strand van het militair oefenterrein ligt er stil en verlaten, bij als uit het rimpelloze water plotseling één van de amfibische verkenners van het eerste C-team kortstondig bovenkomt. Het is de eerste man, hij bepaalt de richting voor het team en observeert of de kust veilig is. Als de kust veilig is gesteld, worden onder water verdere voorbereidingen getroffen. Aan weerszijden van de eerste man en zijn buddy, bevinden zich de andere buddyteams. De flippers gaan uit en het geweer wordt schietgereed gemaakt. Als iedereen klaar is om aan land te gaan, wordt het signaal ‘opkomen’ gegeven. Eenmaal boven water, blijft de eerste man achter om aansturing te geven en de andere twee teams gaan aan land. Nauwlettend scannen de kikvorsmannen de omgeving. “We letten op alles wat afwijkend is. Alles wat beweegt en als het donker is op ieder lichtpuntje.”
Zoveel mogelijk rust pakken wanneer je kunt. Tijdens de oefening zijn twee grote loodsen het basisverblijf van de Special Forces.
Zodra het team met een ‘fast rope’ op locatie is, wordt direct de schiethouding aangenomen. Wie weet ligt de vijand op de loer...
6
Allehens_04/06_P7 23-03-2006 15:40 Pagina 7
Plotseling doemen er allerlei vijanden op vanachter de besneeuwde bomen en struikgewassen. Er klinken schoten en binnen een oogwenk worden de doelwitten uitgeschakeld. Dan volgt het teken van de teamleider: de missie is volbracht en de kikkers verdwijnen weer onder water.
voor de staf. Zij moeten er immers voor zorgen dat de SF-teams snel en efficiënt in staat zijn om te opereren. Het is dan ook opvallend dat de staf van de SF-mariniers schaars gevuld is. Als het aan de stafoffcier Special Operaties ligt, is dit zeker een belangrijk punt van aandacht bij de reorganisatie van het Korps Mariniers. “Willen
Met een snelheid van 50 knopen banen de RHIB’s zich een weg door het ijskoude water “Voor ons is deze training aardig uniek”, vertelt de eerste man van het C-team, “Ten eerste door de arctische omstandigheden, maar vooral omdat we dit onderdeel in Nederland nergens kunnen beoefenen. Daar kun je niet zomaar ergens uit het water komen en schieten. Hier is gewoon veel meer ruimte. Door de lage bevolkingsdichtheid zijn hier veel meer gebieden die mogelijkheden bieden voor dergelijke trainingen.” Kleine staf De volgende ochtend is het al vroeg druk in het kamp waar de Special Forces de afgelopen weken verbleven. Vandaag zullen zij zich verplaatsen naar het militaire vliegveld Evenes, waar zij tijdens de oefening twee grote loodsen tot hun beschikking hebben. Zonder douches, op stretchers in de slaapzak, maar er zijn gelukkig wel twee grote verwarmingssystemen om de boel op temperatuur te houden. Geen overbodige luxe, want de thermometer wijst een temperatuur aan van 22 graden binnen tegen min vijftien buiten. Deelname aan oefeningen als ‘Cold Response’ en straks aan ‘Joint Caribbean Lion’ zijn niet alleen nuttig voor de teams om de vaardigheden en snelheid te trainen, maar zijn ook erg belangrijk
de SF-mariniers efficiënter en effectiever kunnen optreden, dan moet een staf eigenlijk zo georganiseerd zijn, dat je hier vanuit bijvoorbeeld een aparte staf ten behoeve van een ‘NL Special Operations Task Group’ (NLSOTG) kunt formeren. Zoals in deze setting bijvoorbeeld, waarbij we ook voor NRF-inzetbaar zijn. Op die manier kan de overige bedrijfsvoering gewoon doorgaan.”, meent de stafofficier, die tijdens CR tevens de rol van commandant NLSOTG vervult. “Het tekort aan stafleden blijkt keer op keer terug te komen. Vooral in diverse internationale oefeningen, zoals vorig jaar tijdens ‘Battle Griffin’ en ‘Autumn Waves’. Er wordt ook wel gezocht naar oplossingen, maar het blijft lastig. Helemaal als je tijdens een oefening als deze ziet hoe het bij onze internationale collega SF-eenheden is ingericht, daar zie je dat de verhouding staffunctionarissen teamleden drie op een is.” Toekomst Niet alleen op het gebied van de stafinvulling zal er voor de speciale eenheden van het korps de komende jaren behoorlijk wat veranderen, ook wordt de standplaats van het amfibisch verkenningspeloton en het mountain leader verkenningspeloton onderzocht. Wellicht zullen zij
Een Noorse RHIB brengt het team naar het oefengebied van de duik- en schietoefening
7
Allehens_04/06_P8 23-03-2006 16:00 Pagina 8
één staf krijgen en komen beide pelotons ook op dezelfde plek. Of dat Den Helder, de thuishaven van het amfibisch peloton, wordt of Doorn, de basis van de mountain leaders, dat is nog maar de vraag. Al deze zaken zijn in ieder geval uitgebreid besproken in de marinestudie en de reorganisatie zal dan ook grotendeels gebaseerd zijn op dit document. Toch ziet de commandant van de NLSOTG de reorganisatie nog liever gister dan vandaag gebeuren. “We proberen al sinds eind 1997 - vanaf de deelname aan SF-operaties in Bosnië – de Special Forces van het korps op hoger niveau te krijgen. Dat is het omslagpunt geweest. Toen zijn de speciale eenheden ingezet in het kader van de ’Stabilisation Force’ (SFOR) in het voormalig Joegoslavië. Sinds juni 2000 zijn de maritieme Special Forces van het korps inzetbaar aangeboden aan de NAVO. In 2004 is er een Chef Defensiestaf-studie geweest waaruit naar voren kwam dat het belang van de speciale eenheden van het korps steeds meer toeneemt. Het ambitieniveau is vastgelegd en de tekortkomingen, inclusief mogelijke oplossingen, zijn gesignaleerd en vastgelegd.” Zo komen er begin 2007 nieuwe RHIB’s. Dat is een grote stap voorwaarts! Verder komt er een paarse poel voor SF-voertuigen. Ook is het de bedoeling dat er sneeuw- en onderwaterscooters komen en speciale verbindingsmiddelen.
2006’. Tijdens deze deelname vallen ze onder het commando van de ‘Netherlands Maritime Force’ (NLMARFOR). Eén van de mannen durft met een gerust hart voor het hele team te spreken, als hij zegt: “Onze deelname zal vooral gericht zijn op het uitvoeren van ‘Advance Force Operations’ en ‘Special Operations’. Het belooft een bijzondere oefening te worden en we hebben er zin in!”
Moe en voldaan blikken de Special Forces terug op hun intensieve oefenweken in de barre weersomstandigheden. “Omdat de training in het teken van onze directe inzetbaarheid stond, was er geen tijd om aan de Noorse kou te wennen. De afgelopen weken hebben we weinig nachtrust gehad, maar het was zeker de moeite waard!” Gelukkig is de volgende oefening voor de Special Forces op een warmere locatie. Vanaf 8 mei zullen zij namelijk een rol vervullen in de grootschalige internationale oefening ‘Joint Caribbean Lion
Langzaam nadert de boot het strand. Geconcenteerd en alert houden de mannen het besneeuwde strand en het verder gelegen bestruikte berggebied nauwlettend in de gaten...
Schietgereed komen de kikvorsmannen uit het koude water
8
Allehens_04/06_P9 23-03-2006 15:41 Pagina 9
Special Forces en hun speciale operaties De Nederlandse Krijgsmacht beschikt over eenheden die ingezet kunnen worden voor zogenoemde ‘speciale operaties’. Deze eenheden staan bekend als speciale eenheden of Special Forces. De speciale eenheden van de zeestrijdkrachten zijn ondergebracht bij het Korps Mariniers. Speciale operaties zijn operaties die worden uitgevoerd door kleine, hoogwaardig opgeleide en goed uitgeruste, veelal zelfstandig opererende en snel inzetbare eenheden. De inzet van speciale eenheden ligt voornamelijk op strategisch niveau.
Door de specifieke samenstelling en vaardigheden van SF eenheden, kunnen deze eenheden ook worden ingezet voor andere bijzondere operaties zoals een ’Non-combattant Evacuation Operation’ en in ‘Field Liaison Teams’. Behalve het uitvoeren van speciale operaties en de Nationale Terreurbestrijdingstaak hebben de SF-mariniers nog een taak, te weten ‘Advance Force Operations’. Dit zijn operaties ter ondersteuning van en voorafgaand aan amfibische/expeditionaire operaties (bijvoorbeeld ten behoeve van NLMARFOR of de UKNL Landing Force).
Speciale operaties worden onderverdeeld in een drietal specifieke missies. Als eerste zijn er de ‘Special Reconnaissances’, ook wel ‘speciale verkenningen’ genoemd. Speciale eenheden kunnen hierbij worden ingezet voor het verkrijgen van informatie van strategisch belang in een vijandige of politiek ‘gevoelige’ omgeving. Als tweede zijn er de ‘Direct Actions’ offensieve operaties. Het gaat hier om het buitmaken of vernietigen van specifiek materiaal, het bevrijden, aanhouden, gevangennemen of uitschakelen van specifieke personen of de doelgeleiding van geleide wapens middels een lasersysteem (‘terminal guidance’). En de derde specifieke missie valt onder de noemer ‘Military Assistance’. Dit is bijzondere militaire steunverlening in de vorm van advies en training van bondgenoten of bevriende naties. Zowel onder normale als in crisisomstandigheden. Denk bijvoorbeeld aan het opleiden en trainen van ‘coalition forces’, zoals bijvoorbeeld de ‘Afghan National Army’. Onderwater is het wapen al schietgereed gemaakt, zodat eenmaal boven direct geschoten kan worden.
Buiten het zicht van land gaan de kikvorsmannen één voor één te water om onzichtbaar en onopvallend het strand te naderen.
9
Allehens_04/06_P10 23-03-2006 15:42 Pagina 10
Vele NAVO-landen bijeen
Internationaal vlootverband Wie van 17 tot 27 maart de Nieuwe Haven van Den Helder bezocht, kwam ogen tekort! Nee, het was nog te vroeg voor de nationale vlootdagen… al leken het wel even de internationale vlootdagen! Niet alleen lagen de vier schepen van de ‘Standing NATO Response Force Maritime Group 1’ (SNMG1) in de haven, ook de rest van de 25 schepen die op weg waren naar de internationale NAVO-oefening ‘Brilliant Mariner’ voor de kust van Denemarken, lagen Tekst: Wiedeke Borgsteede/Foto’s: Ruud Mol (CAVDKM) voor bijna een week in de Helderse Haven. Op 17 maart arriveerden de vier schepen van SNMG1 in de Nieuwe Haven te Den Helder. Een eskader met een opvallende samenstelling: het Canadees vlaggenschip, de HMCS Athabaskan; de USS Simpson (VS); de NRP Vasco da Gama (Portugal); en de Poolse ORP General Kazimierz Pulaski. Vooral de deelname van het Poolse marineschip is opmerkelijk, omdat voor het eerst dat een Pools schip daadwerkelijk in een NAVO-vlootverband deelneemt. Tot op heden deed Polen wel actief mee aan NAVO-oefeningen, maar een rol in NAVO-vlootverband is een primeur voor Polen. De dagen daarna druppelden de andere schepen binnen. In geen tijden lagen er zoveel buitenlandse schepen in de marinehaven: mijnenjagers; fregatten; destroyers; en korvetten uit Frankrijk, Noorwegen, Engeland, België, Denemarken, Duitsland, Zweden, Turkije en Spanje. Bij elkaar maar liefst 29 schepen.
zorgde er op 17 maart voor dat het Canadese stafschip Athabaskan veilig langszij de steiger kwam. “Op het moment dat een schip voor de haven ligt, roepen ze ons op. Wij varen dan direct met de loodsboot er naartoe en gaan aan boord om ze veilig de haven in te loodsen.” De voormalige reserveofficier heeft zijn liefde voor schepen nog lang niet geloost en naast zijn werk als loods geeft hij één week per maand les aan het KIM en op de Operationele School in het manoeuvreren en omgaan met sleepboten. “Erg leuk om te doen. Ik merk dat ik – vanuit mijn werk als loods met mijn marineachtergrond – me goed in mijn leerlingen kan verplaatsen.”
Loods Als een buitenlands schip de haven binnenvaart, neemt het ruim van tevoren contact op met het Loodswezen in IJmuiden. Dit regionale centrum zorgt ervoor dat een schip veilig de haven in kan varen. “Een buitenlands schip is niet bekend met de zeestromingen en de havenomstandigheden”, legt loods Karel Wiegert uit. Hij
Het belang van de loods
10
Allehens_04/06_P11 23-03-2006 15:42 Pagina 11
bezoekt Helderse Haven
Commandeur Rouleau (r.) en kapitein-ter-zee Van der Sluijs.
‘Brilliant Mariner’ Op 27 maart verlieten de schepen en de SNMG1 de kop van NoordHolland weer, om koers te zetten naar het noorden voor de oefening ‘Brilliant Mariner’. In het kustgebied van Denemarken, Duitsland, Noorwegen en Zweden vindt daar tot 7 april een belangrijke oefening plaats, waarin de staf van SNMG1 aan boord van het Canadese stafschip HMCS Athabaskan gecertificeerd’ moet worden voor deelname in de ‘NATO Response Force’.
“Wij zijn net zo trots op het feit dat er een Pools schip deelneemt, als zij op het voeren van de NAVO-vlag!” Commandeur Denis Rouleau voert als commandant van het Canadese vlaggenschip het commando over SNMG1. “De oefening ‘Brilliant Mariner’ is belangrijk voor ons als staf. Het is wel jammer dat de schepen die momenteel in de SNMG1 zitten in juli weer vervangen worden. Want dit eskader is inmiddels aardig op elkaar ingespeeld.” Maar zorgen maakt de commandant zich absoluut niet. “Mijn staf is mijn wapen! Schepen komen voor drie of zes maanden, maar de staf blijft het hele jaar”, lacht de commandant. De deelname van een Pools schip binnen ‘zijn’ eskader vindt hij ook bijzonder. “Het is de eerste keer voor Polen dat ze in een NAVO-eskader meevaren. Aan alles merk je hoe trots ze hierop zijn. Maar andersom geldt dat ook. Wij zijn net zo trots op het feit dat er een Pools schip deelneemt aan SNMG1, als zij op het voeren van de NAVO-vlag!” SNMG1 heeft als belangrijkste operatieterrein de Atlantische Oceaan. Niet alleen moet het flottielje kunnen optreden in crisissituaties, ook voeren zij embargo-operaties uit, ‘search and rescue’, hulpverlening bij grote rampen en het verlenen van humanitaire hulp op zee. “Tel
daarbij het verzamelen van inlichtingen en terreurbestrijdingsoperaties op en dan zie je hoe divers en veelzijdig de werkzaamheden zijn”, aldus de Canadese commandant. Ook al heeft hij een Nederlandse stafchef, toch mist hij een Nederlands schip in zijn eskader. “Hoe kan dat?”, vraagt hij lachend. “En dat terwijl jullie zoveel mooie schepen hebben liggen!” Memorabel moment “Dit is het derde schip dat onder de naam Athabaskan vaart”, vertelt commander Chris Dickinson, de ‘Staff Public Affairs Officer’. “En daar zijn we trots op.” De schepen met deze naam kennen namelijk een roerige geschiedenis. In het schip zijn de sporen overal terug te lezen op de oude, vergeelde kranten die verspreid door het schip keurig aan de wanden hangen. Zo is de eerste Athabaskan tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog (1944) ten onder gegaan voor de kust van Normandië. “Voor ons was het dan ook erg bijzonder dat we op 15 maart langs de Franse kust voeren, daar waar 62 jaar geleden een groot deel van de bemanning van de toenmalige Athabaskan sneuvelde”, vervolgt Dickinson. “We vonden dit zelfs zo bijzonder dat we een ‘memorial moment’ hebben georganiseerd, met toestemming van de Franse regering. Alle schepen van het eskader deden mee.” Ook hij benadrukt het belang van de Poolse deelname in het eskader. “De Polen dragen met trots het NAVO-speldje op hun werkpak. Als dat uitgaat, gaat ook het speldje af en wordt het vervolgens weer op het T-shirt gedragen.” De Nederlandse kapitein-ter-zee Simon van der Sluijs is chef staf van de SNMG1. Hij vaart gedurende een jaar mee op het Canadese vlaggenschip Athabaskan, Voor hem was de binnenkomst in thuishaven Den Helder dan ook een mooi moment. “De laatste keer dat ik Den Helder binnenvoer, was op mijn verjaardag in 1999 met de oude Tromp. Erg leuk om nu weer binnen te varen en dan op een Canadees marineschip!” Het SNMG1 vaart na afronding van de NAVO-oefening richting de Kaap-Verdische Eilanden, waar de tweede grote certificeringoefening plaatsvindt.
11
Allehens_04/06_P12 23-03-2006 15:42 Pagina 12
Commandant Bruinvis spreekt openlijk over inzet CTF 150
‘Einzelgänger’ breekt “Een bijzondere missie.” De commandant van Hr.Ms. Bruinvis, luitenant-ter-zee 1 Jeroen van Zanten, neemt het woord ‘bijzonder’ opvallend vaak in de mond als hij het heeft over de ‘Combined Task Force 150’ – een internationaal vlootverband geleid door de Nederlandse Marine – en de inzet van zijn onderzeeboot in de ernstmissie ‘Enduring Freedom’. Maandag 6 maart was hij even in Nederland en maakte hij tijd vrij in zijn overvolle agenda om Alle Hens te woord te staan. Voor het eerst in zijn leven. “Want”, vertelt de 37-jarige commandant met een knipoog, “we zijn niet gewend om zoveel te praten.” Tekst: Vanessa Strijbosch En dat is nou net wat de onderzeeboot uit de Walrusklasse veel moet doen tijdens CTF 150: communiceren. “Dit is voor ons heel anders. Normaal opereren we veelal individueel op zee en zeggen we niet zoveel. En al helemaal niet over verbindingen. In deze missie is het contact met andere eenheden heel direct en intensief.” De Bruinvis vertrok in oktober 2005 uit Den Helder richting het Arabisch schiereiland, een relatief onbekend gebied. “Een Nederlandse onderzeeboot is daar maar enkele keren actief ingezet”, aldus Van Zanten. Zes maanden later keerde de Bruinvis weer terug. Een uitzonderlijke lange reis voor een onderzeeboot, een van de aspecten die deze reis volgens de commandant voor de Bruinvis ‘bijzonder
maakt’. “Ik kan mij niet heugen dat er ooit een onderzeeboot zo lang is weggeweest”, benadrukt hij dan ook. “Het is gebeurd, maar in een ver verleden. Normaal gaan we nooit langer dan vier maanden weg.” Samen met Hr.Ms. De Zeven Provinciën – het stafschip van het vlootverband – en Hr.Ms. Amsterdam, opereert de Bruinvis in een ontzagwekkend groot gebied: 2,4 miljoen vierkante zeemijl en twaalfduizend kilometer kustlijn. Daar bestrijden de marine-eenheden maritiem terrorisme, zoals drugs- en wapensmokkel en beveiligen ze economische knooppunten. Ze treden ook op tegen piraterij en mensensmokkel om zo een bijdrage te leveren aan een stabiel en veilig gebied.
12
Allehens_04/06_P13 23-03-2006 15:43 Pagina 13
uit isolement Ommekeer “Alles valt of staat in deze operatie met de informatie die we hebben”, aldus Van Zanten. “Het is zo’n enorm gebied en daarom een behoorlijke inspanning om alles goed inzichtelijk te krijgen. Dan komen wij om de hoek kijken. We functioneren als een soort vooruitgeschoven verkenner die de De Zeven Provinciën van alle mogelijke informatie voorziet. Kort door de bocht gezegd, gaan wij in bepaalde gebieden kijken of zich daar verdachte taferelen afspelen. Daar komt ook een stukje visuele herkenning van verdachte boten bij kijken. We rapporteren alles, dus ook video- en fotomateriaal.” Er wordt heel nauw samengewerkt met moederschip de De Zeven Provinciën. Voor de ‘einzelgängers’, die onderzeeboten eigenlijk zijn, is dat een behoorlijke ommekeer. Van Zanten noemt deze operatie daarom ook ‘niet eenvoudig’. “Een uitdaging om het goed op de rails te krijgen”, voegt hij daaraan toe. “Vroeger werden onderzeeboten vooral ingezet om andere onderzeeboten te vangen en ‘intell’ te verzamelen. Nu doen we dat nog steeds, maar worden we ook meer geïntegreerd in een dergelijk verband van schepen. We functioneren nu meer als sparringpartner van fregatten.” Op elkaars lip De gemiddeld zestig man aan boord van de Bruinvis varen soms vijf weken achter elkaar, houden continu oorlogswacht en kennen geen weekend- of middagrust. “Er mag ook niet worden gedronken of gerookt”, voegt Van Zanten toe. “Dan kan je zeker wel voorstellen dat deze mannen verlangen naar een biertje wanneer we in een
“We zijn hier niet om pannenkoeken te bakken” haven liggen”, lacht hij. “We leven hier op elkaars lip en daarom leef je erg met elkaar mee. Bij deze missie zelfs sterker dan anders.” De commandant is zeer tevreden over de inzet van zijn bemanning. “Het is belangrijk dat ze weten waar ze naar moeten luisteren en hoe ze schepen moeten classificeren. Wat voor schip vaart er? Is het een grote koopvaarder, misschien een vissersschip met netten of een fregat met sonar? Er zitten nog best een paar lastige vragen aan: wat doe je als een boot dreigt te zinken of als je een piraat een schip ziet overnemen? Kom je boven water? Neem je mensen aan boord van wie je niet weet waar ze vandaan komen? Al dit soort dingen moeten we zien uit te puzzelen. Dat doe je met een heel team. We leren nog steeds van elkaar, maar het gaat ons goed af. De enige manier om het goed te leren, is om het te doen.” Ook voor Van Zanten persoonlijk zit er een hoog primeurgehalte aan deze reis. Voor hem is het de eerste keer dat hij bijna een half jaar achter elkaar op zee is. Voor het eerst wordt hij op deze manier operationeel ingezet met andere eenheden. “We zijn hier niet om pannenkoeken te bakken en video te kijken. We proberen met elkaar de zee veilig te houden. Als we mensensmokkel en piraterij ook maar enigszins inzichtelijk kunnen maken en daar iets aan kunnen doen, is dat absoluut te moeite waard. Ondanks dat je dat met een onderzeeboot niet kunt voorkomen, kunnen we er wel een extra puzzelstukje bijleggen en op die manier proberen verder te komen. Dat doen we nu en daar ben ik trots op.”
13
Allehens_04/06_P14 23-03-2006 15:43 Pagina 14
Mariniers trainen onder extreme omstandigheden
Vechten in de vrieskou Het is gevaarlijker dan je denkt in het vredige, witte berggebied van Bomoen nabij het plaatsje Voss in het zuiden van Noorwegen. Voor een week is dit gebied omgedoopt tot ‘Christianistan’, een democratisch land waar politieke onrust heerst. In het moeilijk begaanbare berggebied houdt de beruchte ‘Tumi Allahman’ zich schuil. Deze gevaarlijke en beruchte leider wil maar één ding: autonomie van het Protestantse Noorden. De katholieke regering drukt dit al jaren met geweld de kop in. Op wraak zinnend wacht Allahman zijn kansen af de macht over te nemen. Als hij op de lokale televisiezender ‘El Jazaroe’ Christianistan de oorlog verklaart, Tekst: Wiedeke Borgsteede/Foto’s: Ruud Mol (CAVDKM) grijpt de NAVO in.
14
Allehens_04/06_P15 23-03-2006 15:44 Pagina 15
Een bestaande situatie? Gelukkig niet! Het is het zo spannend en realistisch mogelijk gemaakte scenario van de eindoefening van de vijfweekse wintertraining van de 11de Infanteriecompagnie en het Anti-Tankpeloton (AT-peloton) van de 14e Ondersteuningscompagnie van het Eerste Mariniersbataljon. ”We proberen een oefening toch altijd zo spannend mogelijk te maken”, vertelt majoor der mariniers Frank van de Werff, één van de scenarioschrijvers. “Daarbij moeten alle getrainde onderdelen aan bod komen, van basis ‘drills’ tot tactische ‘skills’. We proberen zo’n eindoefening bewust in een mooi verhaal te gieten, dat maakt het voor de mannen veel levendiger. Neem dit scenario, dat is gebaseerd op Al-Qaida, politieke onrust en terroristische aanslagen. We proberen een stukje actualiteit terug te laten komen.” In de voorbereiding op de eindoefening hangen er her en der door het kamp al pamfletten met foto’s van de gezochte ‘Tumi Allahman’ en zijn kompanen van de ‘Protestant Mountain Group’ (PMG). Het zijn mannen van het AT-peloton die verkleed zijn en namen dragen als ‘Nazal Al Batmutz’ en ‘Shouf Habibi’. “Het spel moet immers zo realistisch mogelijk gespeeld geworden. Een eindoefening is toch een soort finale van de trainingsweken”, meent de majoor. Energie stouwen Voordat de mariniers, onder wie een groot aantal ‘novices’, het veld in gaan om tijdens de spannende eindoefening hun nieuw aangeleerde arctische ‘skills’ en ‘drills’ ten uitvoering te brengen, is er een uitgebreide brunch. Het is een drukte van jewelste in de eetzaal en de mariniers maken flinke broodpakketten klaar. “Ik merk echt dat ik hier veel meer eet in de kou. Helemaal als je ook nog de hele dag buiten actief bent”, vertelt marinier Robert de Vries, terwijl hij zijn zesde boterham met een dikke laag pindakaas besmeert. “Zo meteen moeten we het weer een paar dagen met onze overlevingspaketten doen, dus ik neem graag nog wat extra’s mee.” Robert is één van de 99 novices die voor het eerst in Noorwegen een wintertraining bijwoont. Ofschoon ze in Nederland al het onderdeel theorie hadden gekregen, blijkt de praktijk toch heel anders volgens de jonge marinier. “Zo’n eerste dag in de kou, dat gaat wel, maar je merkt dat je op alles moet letten. Wat doe je als eerste als je in je tent komt? Je spullen drogen en warm water maken, maar ook bij het tent opzetten in de sneeuw komt meer kijken.” Hij klinkt al bijna als een doorgewinterde marinier als hij na een ferme slok melk enthousiast verder vertelt over wat hij zoal geleerd heeft. “Iedereen heeft een buddy. We vormen allemaal teams, want onder deze omstandigheden moet je extra goed op elkaar letten. En ’s nachts moet je altijd je (berg)schoenen in je slaapzak doen, anders bevriezen ze misschien wel. Maar we hebben ook getraind met schieten en het maken van ‘snowholes’.” Als alle boterhammen gesmeerd zijn, kijkt De Vries op zijn horloge. Ook zijn buurman staat op. Het is tijd om de laatste voorbereidingen te treffen, want over enkele uren zal de strijd in het moeilijk toegankelijke en haast dichtgesneeuwde berggebied van ‘Christianstan’ losbarsten. Aanval en verdediging Ondertussen zit de staf gereed in het hoger gelegen kamp Brandset. Het scenario zal vanuit hier gestuurd worden. Om de zoveel tijd krijgen beide partijen in het veld inlichtingen of ze kunnen daarom vragen. Majoor der mariniers en operatieofficier (S3) van het Eerste Mariniersbataljon, Jan ten Hove, vertelt dat er bij deze eindoefening voor een afwijkende opzet is gekozen. “Normaal is er één aanvallende partij, maar in dit scenario vallen beide partijen elkaar aan. Het AT-peloton is een actieve vijand en ook zij krijgen van ons een missie: ze moeten minstens tien man van de ‘EU-Battle Group’ onschadelijk maken. Maar dat zij ook een missie hebben, dat weet de 11e niet…”
Andere trainingsvorm Een eindoefening in de vijfde week is redelijk snel, maar zeker haalbaar, meent trainingsofficier kapitein der mariniers Jan Willem van Dijk. Momenteel loopt namelijk een trial binnen het korps naar een andere, tijdwinnende trainingsvorm. De traditionele koudweertraining zal binnen dit concept komen te vallen onder de noemer ‘Extreme Weather and Terrain Training’ (EWTT). De trainingsofficier ziet hier zeker de voordelen van in. “In principe train je in alle vormen hetzelfde. Het gaat bij elke training om een aantal basisdoelstellingen. Als eerste gaat het om ‘unit cohesion’, het creëren van een eenheidsband, dat je leert om als team te functioneren. Een tweede onderdeel dat tijdens de afgelopen weken centraal stond, was het aanleren van ‘junior leadership’. Het hele peloton moet goed op elkaar ingespeeld zijn en daarom lieten we gevechtsgroepcommandanten zelf de novices de vaardigheden aanleren. Uiteraard wel onder toezicht. Als derde onderdeel gaat het om de basis tactische ‘skills’ en ‘drills’. De tactieken die je hier leert, komen overal terug, in alle mogelijke omstandigheden. En als laatste punt valt alles onder de noemer ‘extreme weather and terrain’. Dat is het uitgangspunt: alles wordt door de barre weersomstandigheden sneller afgestraft en aangeleerd”, legt Van Dijk uit. Skitraining? De trainingsweken zijn voor de jonge mariniers, die voor het eerst hier zijn, redelijk intensief. Voorheen kreeg een novice het stukje overleven in de ‘Novice ski- and survivalcourse’ apart van een Mountain Leader (ML) en Military Ski Instructor (MSI) aangeleerd. “Dat aspect hebben we dit jaar binnen deze trial veranderd”, licht trainingsofficier Van Dijk toe. “De commandant van de
De nieuwe vorm van de wintertraining moet nog héél kritisch bekeken worden volgens (v.l.n.r.) Berkelmans, Brouwer en Van Buuren. Zal de informatie die deze ‘local’ verstrekt, juist zijn?
Allehens_04/06_P16 23-03-2006 15:44 Pagina 16
Snelle verplaatsing in de sneeuw, met de Laplander kan het makkelijk!
basisprincipes van het leven en overleven in de arctic aan te leren. Bepaalde zaken moet je gewoon echt ‘drillen’. Dat lukt alleen door herhalen en herhalen”, licht hij toe. Zijn maat Brouwer beaamt dit. “Omdat er nu soms te weinig tijd is, ga je de mannen helpen met dingen die ze eigenlijk zelf moeten leren.” Het is duidelijk dat de drie op een lijn zitten, want ook Berkelmans merkte als gevechtsgroepcommandant dat de tijdsdruk hoog lag de afgelopen weken. “Kijk, die jongens komen net vers van de Van Ghentkazerne. Ze hebben nog nooit een wintertraining gehad, dus alles is nieuw. Voorheen gaven de MSI en ML les, zij lieten aan de hele groep zien hoe het moest. Nu is die voorbeeldsituatie er niet en in kortere tijd moeten ze alles in praktijk leren!” In de ogen van de drie korporaals hebben de kersverse mariniers dan ook absoluut meer tijd nodig om de basisprincipes van het overleven in de arctic goed onder de knie te krijgen. “Ze zeggen dat die oude situatie meer tijd kost, je wint immers twee en een halve trainingsweek. Onze ervaring is dat deze situatie juist tijdrovender is. De mannen hebben geen tijd om alle info die ze in zo’n korte tijd te horen krijgen, te verwerken. Daarbij is onze eigen eenheidstraining slechts drie dagen geweest”, besluit korporaal Berkelmans. “Dat vonden we eigenlijk ook wat te kort. We zijn nu veel drukker met het opleiden van de novices dan met onze eigen zaken, terwijl er voor ons ook nog genoeg te leren valt. Daar zijn we deze weken te weinig aan toe gekomen, dat is gewoon jammer.”
gevechtsgeweergroep – een korporaal of sergeant – moet zijn mannen de basis ‘skills’ nu zélf aanleren! Best pittig, want je moet niet alleen alles zelf perfect beheersen, maar ook je kennis nog eens duidelijk kunnen uitleggen en overbrengen op je mannen plus controleren of ze het juist doen!” Wat de afgelopen weken in ieder geval als wijze les naar voren kwam, is dat een korte refreshment voor de junior leaders zeker geen overbodige luxe zou zijn. Een ‘train de trainer’, om de neuzen weer dezelfde kant op gericht te krijgen. Zodat er een eenheid ontstaat in wat er precies aan de novices wordt aangeleerd. Voor de kaderleden was dat best een ingrijpende verandering. Ze moeten in deze setting een stuk harder en anders werken. Daarbij dragen ze in deze setting meer verantwoordelijkheid. Een ander punt van discussie is ski of laplander. Hoe denkt de trainingsofficier hierover?
Overal overleven Toch blijft de commandant van het Eerste Mariniersbataljon, luitenant-kolonel der mariniers Rolf Springer, een groot voorstander van de mogelijke vervanging van de berg- en wintertraining door een jaarlijkse EWTT, zelfs als dat een kortere trainingsperiode met zich meebrengt. “Allereerst moeten we kijken naar de doelstelling van het korps. Wat willen we trainen? Daarin is een verschuiving gaande. We willen een degelijke schiettraining, dat is immers de basis. Maar actueel is ook het trainen in verstedelijkt gebied en voertuigoperaties. Als je ziet hoeveel we werken met en vanuit voertuigen – neem bijvoorbeeld in Afghanistan en Irak – dan moeten wij daarmee goed kunnen werken”, begint de commandant. “En dan is er uiteraard de berg- en wintertraining. Immers, een marinier moet overal kunnen overleven en het trainen in deze omstandigheden is fysiek en mentaal het zwaarst. Kijk, in de arctic word je veel eerder afgestraft, dus dit onderdeel is een essentiële basis voor overleven waar ook ter wereld.”
In de arctic word je veel eerder afgestraft “Of we de boel nu met ski’s of sneeuwschoenen doen, dat is mij om het even. Dat is naar mijn idee geheel afhankelijk van de situatie”, stelt Van Dijk. “Ik vind het belangrijk dat je dit beoordeelt vanuit een visie die op degelijk onderzoek gegrond is. Daarentegen wil ik toch ook niet over het hoofd zien dat de skitraining gewoon leuk is en goed voor de teambuilding. Je moet niet vergeten dat het juist ook die leuke aspecten zijn die jongens aantrekken om bij het korps te komen. Het heeft twee kanten en voor mij blijft het dan ook een gewetensvraag”, besluit hij. Meningen verdeeld Korporaals der mariniers Robin Brouwer, Roel van Buuren en Dave Berkelmans hebben een duidelijke mening over de wijziging van de trainingsopzet ten opzichte van vorig jaar. Hun voorkeur gaat eenstemmig uit naar het oude systeem. Van Buuren meent als militair ski-instructeur dat het tijdsbestek van vijf weken ‘winteren’ gewoon te kort is. “Je hebt nu haast geen tijd om je mannen de
Hoe blikt de commandant terug op de afgelopen trainingsweken, die toch een stuk korter waren ten opzichte van voorheen. “Het is moeilijk om deze trial eerlijk te beoordelen”, betreurt Springer. “We hadden niet alleen een kortere trainingsperiode, maar hebben ook tijd moeten besteden aan het bezoek van de minister en het bezoek van enkele leden van de Vaste Kamercommissie. Natuurlijk was het voor iedereen ontzettend motiverend dat ze op bezoek kwamen, maar het vergt ook een stuk planning en wijziging in het bestaande trainingsprogramma. Tel daarbij op het testen van de laplander en het ‘junior leadership’. Dat zijn veel veranderingen in korte tijd. Kortom, we hebben een hele drukke en intensieve periode achter de rug. Dat moeten we meenemen in de evaluatie.” Tijdwinst Al met al is Springer tevreden over de vijfweekse wintertraining in Bomoen. Vooral over de laplander is hij zeer te spreken. “Willen we de berg- en wintertraining gaan combineren, dan kan dat makkelijk
16
Allehens_04/06_P17 23-03-2006 15:45 Pagina 17
met de laplander. Vroeger wilden we het liefst voor Prinsjesdag de bergtraining hebben gehad, met de laplander is dat geen noodzaak meer, dan is het geen probleem als er sneeuw ligt. Hier zouden we absoluut tijdwinst mee kunnen boeken”, aldus de enthousiaste commandant. “We zouden dan zeven weken berg- en wintertraining kunnen combineren met een schiettraining. Dit soort trainingen in deze omstandigheden zijn naar ons idee nuttig. Daarbij komen ook andere voordelen. Neem je materieel, dat ben je minder lang kwijt. Je boekt zo op meerdere vlakken tijdwinst. Of wat dacht je van de compensatiedagen die de mannen opbouwen na een training? Heb je één training van zeven weken, heb je ook minder compensatiedagen dan bij twee trainingen. En tijd is kostbaar!” Voor Springer is het duidelijk. In zijn optiek valt het ski-onderdeel binnen de gecombineerde training weg. Maar zullen de ‘ski-skills’ van de mariniers dan helemaal verloren gaan? Dan zou het mariniersstatement ‘Qua Patet Orbis’ immers niet meer gelden. “Dat is een bewuste keuze die gemaakt moet worden”, vindt de bataljonscommandant. “Te denken valt bijvoorbeeld aan een skibornecompagnie, net zoals een paracompagnie. Een andere optie is om de verkenningspelotons skiborne te laten blijven. Zo zijn er nog meer variaties te bedenken. Daarom zie ik ski-skills zeker niet helemaal verdwijnen. Waar het om gaat, is hoe we de beschikbare trainingstijd zo goed mogelijk gebruiken. Het combineren van de berg- en wintertraining tot een EWTT-training is hierbij een belangrijke stap. Hiermee kunnen we tijd vrijmaken voor bijvoorbeeld ‘opereren verstedelijkt gebied’ (OVG) en voertuigoperaties. Kortom de goede dingen doen, OVG, schiettraining, voertuigoperaties en EWTT, en deze vervolgens goed doen. De vraag is, of skiën hierbij essentieel is… in mijn optiek niet.” Momenteel is er nog geen besluit genomen over een eventuele gecombineerde berg-wintertraining binnen ‘Extreme Weather and Terrain Training’. Ook de vervanging van het ski-onderdeel en de laplander als standaardsneeuwschoen staan nog ter discussie.
Het Anti-tankpeloton verplaatst zich dankzij de BV’s tijdens de eindoefening sneller dan de infanteriegroep, maar loopt daardoor ook grotere kans om ontdekt te worden.
‘Tumi Allahman’ is gesignaleerd terwijl hij bezig was zich te bekwamen in de tactieken van de ‘arctic warfare’. Na ongeveer 30 minuten verdween hij in een aanwezige berghut...
Springer met een laplander.
Actieve Abraham
Sergeant-majoor der mariniers Leo Zwanenburg, onderofficier verbindingen bij het Eerste Mariniersbataljon, staat binnen het AT-peloton vooral bekend als ‘de burgemeester van Mjølfjell’, dat de afgelopen weken het basiskamp van het AT-peloton vormde. Hij regelt namelijk alle administratieve zaken binnen het kamp en iedereen heeft wel met hem te maken. Voor de sergeant-majoor is deze wintertraining extra bijzonder. Niet alleen is hij inmiddels negentien keer in Noorwegen geweest, maar op 13 maart vierde hij ook nog eens zijn vijfstigste verjaardag in de sneeuw! Uniek, omdat hij als één van de eerste mariniers op zijn leeftijd nog actief in het korps zit. Sterker nog, door de verhoging van de leeftijdsgrens is hij één van de eerste Abrahams binnen het korps. Pas als hij vijftig jaar en drie maanden is, zal hij het korps verlaten. En daarna? “Eerst maar eens genieten van de warmte en de zomer! En dan wil ik een baan zoeken binnen jeugdbegeleiding. Dat houdt me vast jong!”, lacht Zwanenburg. Toch kijkt hij met gemengde gevoelens naar zijn afscheid. “Wat ik het meest zal gaan missen? De humor van de anderen. Die typische mariniershumor. Ik vrees dat ze die in de burgermaatschappij niet zullen begrijpen... Maar we zullen zien! Voorlopig geniet ik nog even van mijn laatste keer actief in de kou.”
Allehens_04/06_P18 23-03-2006 18:41 Pagina 18
Nieuwe meetbaan voor scheepssignaturen
PRIME loopt voor op de Op een gure februarimorgen ligt het Duitse ondersteuningsvaartuig Stollergrund afgemeerd aan de kade van het Marinestutzpunkt in Kiel. Enkele houten kratten, bedekt onder een dunne laag sneeuw, worden aan boord gezet. In de kratten zitten de onderdelen van een nieuw hulpmiddel dat gaat bijdragen aan de veiligheid van Tekst en foto’s: Barry Wijnandts de Nederlandse vloot tegen de dreiging van zeemijnen. De Koninklijke Marine heeft bij het Engelse ‘Ultra Electronics’ een nieuwe meetbaan voor scheepssignaturen aangekocht, ter vervanging van de oude meetbaan in het Haringvliet. Naast meer meetmogelijkheden en de noodzakelijke vernieuwing van de techniek, speelde met name de behoefte aan een snel verplaatsbare baan een rol bij het besluit voor de aanschaf. Met de aankoop is een bedrag van ongeveer € 2,5 miljoen gemoeid. De meetbaan – of in jargon rangebaan – dient om de verschillende invloeden van oorlogsschepen, met name van de mijnenjagers, in het water te meten. Deze invloeden, zoals verschuivingen in het aardmagnetisch veld en scheepsgeluiden, vormen een unieke signatuur van elk schip. Steeds slimmer wordende zeemijnen gebruiken deze om gericht bepaalde doelschepen te vernietigen of te beschadigen. Voor de marine is de meetbaan een hulpmiddel om de signatuur van haar schepen zo klein mogelijk te houden en zo de dreiging van mijnen te verkleinen.
Het uitzetten van de sensoren.
Volledig De ‘Portable Range for Influence Measurement and Evaluation’ (PRIME) bestaat uit vijf driepoten. Elk uitgerust met meerdere sensoren voor verschillende invloeden. De gegevens worden onder water omgezet in optische data om computers in de container die ‘Range Control Office’ (RCO) heet, te voorzien van de resultaten. Deze instelling is ook voorzien van de nodige middelen om de positie van het te meten schip op centimeters nauwkeurig te bepalen. Zo weten de range operators dat de meetresultaten betrouwbaar zijn. “Wij hebben de baan sinds 1998 in productie”, licht Samantha Davidson, teamleidster van de ondersteuningsploeg van ‘Ultra Electronics’, toe. “Hij wordt gebruikt in onder meer Groot-Brittannië, Frankrijk, Australië en Saudi-Arabië, maar Nederland is het eerste land dat het volledige pakket heeft.” Aan de hand van de uitgebreide software laat ze zien hoe de sensoren worden aangestuurd en welke data ze kunnen verzamelen. “De eerder geleverde banen waren met name gericht op akoestische en magnetische gegevens, maar je kunt er net zo makkelijk andere sensoren op aansluiten voor bijvoorbeeld seismische en elektromagnetische metingen of die voor drukveranderingen in het water.” PRIME meet de statische en wisselmagnetische velden, statische en wisselelektrische velden, akoestische signatuur, drukgolven en seismische trillingen en is daarmee het meest volledige systeem dat ‘Ultra Electronics’ tot nu toe heeft voortgebracht. Dirk Rog is de projectleider van PRIME en werkt voor de Marinestaf in Den Haag. “De baan in het Haringvliet is over zijn technische levensduur heen. Daarnaast voldeed hij niet meer aan de NAVOeisen. In 2001 heeft de Marinestaf besloten tot vervanging van de baan. Het belangrijkste was een uitbreiding van de magnetische metingen in drie richtingen en hij moest ‘out of area’ kunnen opereren”, vertelt hij. De seismische signatuur is een nieuwkomer in de mijnendreiging. Scheepsgeluiden en waterverplaatsing veroorzaken typische trillingen in de zeebodem die misschien ook geregistreerd gaan worden door de nieuwste generaties grondmijnen. “We zijn nog geen seismische mijnen tegengekomen, maar we verwachten
Allehens_04/06_P19 23-03-2006 15:45 Pagina 19
nieuwste zeemijnen ze wel. Daarom is er met verschillende marines besloten om hier meer onderzoek naar te doen en hebben we deze sensoren ook meegenomen in de systeemeisen”, aldus Rog. Uitzetten De vijf sensoren van de baan zijn door een duikteam van het duikbedrijf uitgezet naast de rangebaan van Friedrichsort, enkele kilometers buiten Kiel. “We hebben een boeienlijn uitgezet op het water, zowel aan de oppervlakte als op de bodem. Met een schip voeren we langs deze lijn om de sensoren af te laten zinken. Een duiker legde ze daarna op hun posities die waren gemarkeerd met breeklichtjes,” legt duikmeester sergeant Menges uit. Vijfhonderd meter verderop op de wal zijn de operators van de baan met twee technici van de fabrikant de ‘Range Control Office’ aan het inrichten. De Stollergrund is inmiddels op de positie van de baan ten anker gegaan. Een derde team, het deploymentteam, bestaande uit drie man van het Marinebedrijf, is aan boord om de rangebaan uit te zetten. Vandaag zullen zij de verbindingen tussen de sensoren en de RCO aanleggen. De duikers halen vanuit de rubberboot de zware bundel met kabels naar boven, die op het halfdek van de boot worden aangesloten op een soort grote USB-hub, de ‘Underwater
Junction Box’. Op deze box kan men naar believen sensoren aansluiten tot een maximum van acht. De box wordt aangesloten op een kast, die het elektrische signaal omzet in een optisch signaal. Wanneer beide apparaten zijn afgezonken, rollen de duikers in hun rubberboot de vijfhonderd meter lange kabel uit naar de RCO.
“We zijn nog geen seismische mijnen tegengekomen, maar we verwachten ze wel” Voorwaarden Hans Heiligenberg van de afdeling Onderwatersystemen bij Sewaco wordt de beheerder van de baan. Met een team van operators voert hij de metingen uit, terwijl het deploymentteam speciaal wordt
De kabels worden in de soort grote USB-hub geplugd.
19
Allehens_04/06_P20 23-03-2006 15:46 Pagina 20
opgeleid om de baan uit te zetten. Heiligenberg verwacht de baan op te kunnen zetten in ongeveer twee dagen. Daarnaast wordt de personele bezetting uitgebreid om bij ernstoperaties ter plekke vierentwintig uur per dag alle deelnemende schepen te kunnen rangen. Operator Freek Brouwer voegt daaraan toe dat er wel aan bepaalde voorwaarden moet worden voldaan. De RCO moet op een bereikbare plek op de wal kunnen worden opgezet, omdat de container ook als richtpunt voor de positiemetingen wordt gebruikt. Het water moet in de nabijheid van de wal een passende diepte hebben voor de te meten schepen en beschut genoeg zijn om teveel zeegang te beperken en invloeden van andere scheepvaart uit te sluiten. Voordat de schepen geranged worden, is het nodig om exact te weten waar de sensoren liggen en of ze goed werken en communiceren met de RCO. Een hulpmiddel voor de positiebepaling is een platte gele boei met een GPS ontvanger erop. Zijn vorm doet denken aan een UFO, een term die is overgenomen door de hele werkgroep. Het duikteam cirkelt met deze boei achter hun rubberboot rond de middelste sensor, waardoor de computer op de millimeter nauwkeurig de positie van de sensoren kan bepalen. Vervolgens is het deploymentteam bezig een catamaran te bouwen, die kunstmatig elektrische stromen, een krachtig magnetisch veld en geluiden kan produceren. Daarmee wordt het hele systeem getest. Doordat tijdens transport één van de drijflichamen lek is geraakt, moet het testen uitgesteld worden tot de volgende dag. Het weer wordt er echter niet beter op en één van de sensoren blijkt ook nog eens gekanteld te zijn. Nadat deze is rechtgezet, moeten opnieuw de posities worden bepaald, ditmaal in een forse sneeuwjacht, bij een ruwere zee. Na enkele mislukte pogingen lukt het de duikers toch een perfecte cirkel te beschrijven met de UFO, de computer keurt de metingen goed
en kan het systeem met de catamaran worden getest. De baan is gereed om het eerste schip te ontvangen. Aangenaam verrast In de tweede week van de zogenaamde ‘Sea Acceptance Test’ (SAT) ligt Hr.Ms. Vlaardingen in Kiel om als eerste Nederlandse schip PRIME te testen. Er worden enkele dagen lang runs gemaakt over de nieuwe rangebaan en een vast opgestelde Duitse rangebaan om de gegevens onderling te vergelijken. Luitenant-ter-zee 2OC Jan Wever is verantwoordelijk voor de scheepssignaturen van de mijnenjagers. Zodoende is hij nauw betrokken bij PRIME en aanwezig bij deze test. Hij is aangenaam verrast door de meetresultaten. Bij de hoofdkoersen blijken ze zeer nauwkeurig overeen te komen. Wever ziet echter wel dat de rekensoftware enige verbetering nodig heeft. Na de SAT is het aan het duikteam, het deploymentteam en de bemanning van Hr.Ms. Vlaardingen om de baan te bergen. Helaas loopt dit niet geheel volgens verwachting. Het weer blijkt een grote spelbreker. De sensoren zijn van hun plaats geraakt en bij het bergen, kan het anker de mijnenjager niet op positie houden. De kabels dreigen door elkaar te raken. Even is er zelfs de angst dat ze door de schroef zijn getrokken. Het blijkt mee te vallen, maar er is wel vertraging in het programma ontstaan.
De planning om de baan weer uit te leggen in Aschau zal opnieuw moeten worden gemaakt. Daar zullen in mei de volgende testen plaatsvinden met een groot verband van internationale schepen. Waarschijnlijk vindt de formele overdracht van PRIME aan de KM in juni plaats.
De catamaran produceert kunstmatig elektrische stromen, een krachtig magnetisch veld en geluiden, waarmee het hele systeem wordt getest.
20
Allehens_04/06_P21 23-03-2006 15:46 Pagina 21
Lustrum Kustwacht Nederlandse Antillen en Aruba
Tien jaar samen sterk De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba bestond in februari tien jaar. Tien jaar waarin samenwerking steeds met hoofdletters staat geschreven binnen de organisatie van drie landen: de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland. De samenwerking geldt niet alleen in de eigen gelederen. Samen sterk is ook van toepassing op de relatie tussen de kustwacht en de diensten plus organisaties op de verschillende eilanden, zoals politie, douane, reddingsorganisaties en andere opsporingsdiensten. Samen sterk geldt ook internationaal. Er is een goede samenwerking met de partners van de Verenigde Staten, Venezuela, de Franse eilanden, Trinidad & Tekst: Els Kroon Tobago, de Dominicaanse Republiek en Colombia. Commandant van de kustwacht en tevens CZMCARIB, commandeur Frank Sijtsma, spreekt van: “Tien dynamische jaren waarin de kustwacht tot wasdom is gekomen.” Plaatsvervangend directeur Peter de Witte vertolkt de algemene gevoelens na tien jaar als volgt. “De Kustwacht NA&A is trots op haar medewerkers en de ongekend goede resultaten die zijn geboekt door zo’n relatief jonge opsporingsinstantie”, aldus een trotse De Witte. “De moderne middelen die de kustwacht tot haar beschikking heeft, zoals de walradar, supersnelle vaartuigen voor onderschepping en aanhouding, luchtverkenningcapaciteit en beveiligde communicatiemiddelen, dragen in belangrijke mate bij aan het succes. Ook in de toekomst staan verdere ontwikkelingen wat betreft het materieel op de planning. Voorop staat echter dat de resultaten uiteindelijk worden geboekt door de gemotiveerde, enthousiaste, deskundige en betrouwbare kustwachtmedewerkers. De kustwacht is een goede werkgever, die veel inzet vraagt. Dat is nodig bij de vaak extreem moeilijke omstandigheden.” Smeltkroes “De Kustwacht NA&A blijkt een unieke organisatie en een goed voorbeeld van een geslaagd multicultureel initiatief op koninkrijksniveau”, vervolgt de plaatsvervangend directeur. “Er worden maar liefst zeventien departementen uit drie landen vertegenwoordigd in
dit ene bedrijf, waarin civiel en militair wordt samengewerkt aan de gemeenschappelijke doelen: het bestrijden van de criminaliteit; het bevorderen van de maritieme veiligheid; en het redden van mensenlevens.” Zoals kustwachtmedewerker Luis Tromp – al vanaf het begin werkzaam op het steunpunt Aruba – terecht opmerkt: “Je bent op verschillende manieren, direct maar ook indirect, bezig met het redden van mensenlevens!” In de afgelopen tien jaar is de kustwacht gegroeid van een organisatie op papier tot een professioneel bedrijf dat vanaf drie steunpunten multifunctioneel en altijd inzetbaar is. Bundeling van krachten staat centraal. Anno 2006 zijn 190 goed opgeleide en gemotiveerde medewerkers ‘samen sterk’.
Enkele vangsten van tien jaar Kustwacht NA&A: 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 Totaal drugs kg 6.084 2.844 1.498 1.770 4.645 7.989 5.836 1.164 7.231 39.061 illegalen SAR
84 135
91
139
91
101
74
193
290
325
1.297
126
141
106
188
184
112
213
1.296
Kustwacht viert feest Foto: CAVDKM
De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba vierde op 16 februari haar tienjarig jubileum. De Gouverneur van de Nederlandse Antillen, leden van het Kustwacht Presidium, kustwachtmedewerkers, partners van justitie, politie, douane bestuurders, alsmede vele andere genodigden woonden de festiviteiten bij. Hoogtepunt van de avond was de uitreiking van jubileumboek 'Tien Jaar Kustwacht' door de Commandant Caraïbisch Gebied, commandeur Frank Sijtsma, aan de Gouverneur van de Nederlandse Antillen, Frits Goedgedrag. Omdat de kustwacht al tien jaar de Nederlands Antilliaanse- en Arubaanse kusten veilig houdt, liet commandeur Sijtsma een boek maken dat een goed beeld geeft van de ontwikkeling van de organisatie vanaf oprichting tot heden. Het boek is geschreven door Maran Dekker, in samenwerking met kustwachtvoorlichter Roderick Gouverneur die de algehele regie in handen had. Ook de presidiumleden voor de drie landen, dr. S. Ybema, mr. P. Davidse, mr. R. Pietersz, de directeur Koninkrijksrelaties, G. Craaijkamp, en presidiumlid, tevens vertegenwoordiger van de minister van Justitie Nederland, dr. H. Abma ontvingen het boek uit handen van de commandeur. Roderick Gouverneur werd voor zijn inzet voor het jubileumboek in het zonnetje gezet met een beloning. Na het officiële gedeelte sprak pastoor Simon een zegen uit over de organisatie.
21
Allehens_04/06_P22 23-03-2006 15:46 Pagina 22
Backoffice officieel geopend
“We zijn geen domme muteerders” Een harde klap met een uit de kluiten gewassen hamer op een bijna antieke typemachine opende donderdag 9 maart officieel het Backoffice van het Commando Zeestrijdkrachten. Er waren wel twee pogingen voor nodig, maar na de tweede slag was de opening van het bureau – waar alle genomen besluiten op personeel en financieel gebied worden verwerkt – een feit. Voor veel marinemedewerkers is het Backoffice nog een duister gebied, terwijl het wel een zeer belangrijke rol speelt in het administratieve Tekst: Vanessa Strijbosch leven van de marinemedewerker. Manager Backoffice Den Helder, luitenant-ter-zee 2OC Henk de Vries, en coördinator procesgroepen, adjudant Gerwil Klompenhouwer, stonden aan de wieg van de oprichting die op 1 januari 2005 in gang werd gezet. Vanaf die datum ging namelijk de nieuwe werkorganisatie P&O CZSK van start. Eén van de uitgangspunten in die nieuwe organisatie was een Backoffice op de locaties Den Helder, Den Haag en Doorn. Een invoering van een defensiebreed personeelssysteem PeopleSoft en een defensiebrede herinrichting van de personeelsorganisatie zorgden voor veel veranderingen binnen P&O CZSK. Er kwam één ‘paars’ personeelsregistratiesysteem, waarin de complete mutatiestroming verwerkt moest worden. Aan De Vries en Klompenhouwer de
zorgen dat er een uitbetaling mogelijk wordt. Denk daarbij aan kinderopvang en vaartoelages. Administratieve zaken die van groot belang zijn voor de marinemedewerker.”
Foto: Albert Vermeulen
Procesgroepen Het is een misverstand om te denken dat het BO alleen maar muteert. Klompenhouwer is daar stellig over: “We zijn geen domme muteerders.” De coördinator procesgroepen ergert zich aan de manier hoe er naar het Backoffice wordt gekeken. “Hier werken geen mensen die zomaar iets doen omdat het hen is opgedragen. Degenen die de mutaties stelt, moet daar ook alles vanaf weten om dat goed te doen. Er is hier veel kennis, denk alleen al aan een stukje juridische regelgeving.” Klompenhouwer coördineert de vier pro-
“Wat hier gebeurt, is heel indringend. Het raakt mensen direct in de portemonnee” schone taak om een office op te zetten die aan deze eis zou voldoen. Een jaar later is het Backoffice geboren. Maar wat gebeurt daar nou eigenlijk? Kinderopvang en vaartoelages Om die vraag goed te kunnen beantwoorden, is het eerst noodzakelijk de plaats van het Backoffice binnen P&O uit te leggen. De P&O Dienst bestaat uit vier ‘takken’: P&O Staf; P&O Advies; het Frontoffice plus Midoffice; en het Backoffice (BO). Die laatste drie vormen een drie-eenheid waarbij het Frontoffice (FO) als vraagbaak op personeel en financieel gebied functioneert. Als het FO geen antwoord weet op lastige vragen, stuurt deze die door naar het Midoffice (MO), dat als ‘kenniscentrum’ fungeert. Het BO zorgt ervoor dat alle genomen besluiten, die van invloed zijn op financieel en personeel gebied, verwerkt worden in het systeem. Maar het kan ook voorkomen dat het BO optreedt als adviseur, dus in de rol van MO. Vragen die bij het Backoffice terechtkomen, zijn bijvoorbeeld: wat gebeurt er met mijn belangstelling registratieformulier?; niet al mijn diploma’s staan in het systeem?; waarom is mijn verlofoverschot niet verwerkt?; hoe zit het met mijn vaartoelages? “Wat hier gebeurt, is heel indringend. Het raakt mensen direct in de portemonnee”, aldus De Vries. “Wij zijn degenen die ervoor
cesgroepen binnen het Backoffice, die respectievelijk verdeeld zijn in: contractbeheer; financiële administratie; loopbaanadministratie; en mutaties defensiebreed. Om te voorkomen dat elke groep apart mutaties aangeleverd krijgt, is er één ingang ingesteld: het secretariaat. “Daar komt alles binnen. Het secretariaat bepaalt wat naar welke groep gaat”, legt Klompenhouwer uit. Als de informatie bij de procesgroepen is verwerkt, gaat het vervolgens terug naar het secretariaat en bureau controle. Dat het PeopleSoft systeem nog niet optimaal werkt, erkent hij en wijst demonstratief naar buiten: “Daar ligt het grootste probleem… in het water. Als de schepen op zee zijn, hebben ze geen directe verbinding met People Point. Dan kan er dus ook niet mee gewerkt worden door de medewerker en kan het systeem niet het optimale succes behalen wat we voor ogen hebben.” Ook de Landstrijd- en Luchtstrijdkrachten zijn bezig met de inrichting van het Backoffice. “Maar de marine is het verst”, zegt De Vries trots. Naast Den Helder, Den Haag en Doorn is het vierde Backoffice op Curaçao nog in ontwikkeling. De offices van Den Haag en Doorn gaan in de loop van dit jaar op in Den Helder. Voor het Caraïbisch Gebied wordt dit nader onderzocht. “Het is een groeiproces. We hebben niet de pretentie dat we er al zijn. Eén ding staat bij ons wel voorop: we zijn er om elkaar te helpen.”
22
Allehens_04/06_P23 23-03-2006 15:46 Pagina 23
Vijf Lynx heli’s in een amfibische operatie
“Dit kan je niet vaak genoeg trainen” Het is geen alledaags gezicht: vijf helikopters vliegen af en aan op het helidek van Hr.Ms. Rotterdam en vormen formaties in de lucht. Dit indrukwekkende plaatje gaf de oefening van vrijdag 10 maart een speciaal tintje. Zeven mijl voor de kust van Petten oefenden vijf Westland Lynx heli’s van helikoptersquadron 860 van Marinevliegkamp De Kooy in Den Helder een amfibische operatie in samenwerking met het Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Henry Westendorp (CAVDKM) ‘Landing Platform Dock’. De Rotterdam heeft niet vaak de mogelijkheid om met zoveel heli’s te werken. En voor de vliegers is het ook geen dagelijkse routine om een ‘wave’ te formeren.
De heli’s werken sneller via ‘underslung ladingen’: via een strop, een touw dat onder de heli hangt, wordt de lading afgeleverd of opgehaald.
De kracht zit ‘m in de herhaling
Dit alles gebeurde in de aanloop naar de grote internationale oefening ‘Joint Caribbean Lion’, die onder leiding van de Koninklijke Marine van 23 mei tot 15 juni in het Caraïbisch Gebied plaatsvindt. Daarbij werken alle krijgsmachtdelen en eenheden uit vijf landen samen tijdens het uitvoeren van landoperaties vanuit zee. De oefening van vrijdag 10 maart stond vooral in het teken van het beoefenen en aanscherpen van de vliegprocedures behorende bij een dergelijke amfibische operatie, waarbij ladingen, zoals troepen of mortieren door de lucht worden getransporteerd. “Voor zowel de Rotterdam als voor squadron 860 een nuttige training”, vindt majoor der mariniers Bob Tamminga. “We willen dit graag in nationaal verband zo vaak mogelijk doen. Ook zonder een aanleiding als ‘Joint Caribbean Lion’”, aldus de amfibisch operatieofficier. Geen dagelijkse routine Op het helidek van het ‘Landing Platform Dock’ (LPD) is het een drukte van jewelste. Op spot 2 levert een Lynx een palet af die aan een strop onder de heli hangt. Op hetzelfde moment maakt de heli op spot 1 zich gereed om te vertrekken. “De helikopters komen twee aan twee aan dek om beladen te worden of lading af te leveren. Daarna formeren ze in de lucht om als een ‘wave’ (één groep, red.) richting land te gaan”, legt Tamminga uit. Tijdens deze oefening zijn er geen troepen of mortieren aan boord, maar voor het beladen van personeel is in het schema wel tijd ingeruimd, zodat het tijdspad reëel blijft. De amfibisch operatieofficier is tevreden over de oefening: “We hebben niet vaak de mogelijkheid om met zoveel heli’s te werken. En voor de vliegers is het ook geen dagelijkse routine om een ‘wave’ te formeren.” De laatste keer dat het LPD met meerdere heli’s oefende, was in september toen een Cougar van de luchtmacht en Lynx heli’s van de marine gezamenlijk ‘dual spot trials’ uitvoerden. In de ‘flight control’ op de Rotterdam staat eerste luitenant der mariniers Cees Heemskerk. Hij is een van de afgevaardigden van het helikoptersquadron en bewaker van de processen behorende bij helikopteroperaties aan dek. “Herhaling is de beste manier om dit goed te doen”, vertelt hij, terwijl in de verte drie heli’s het schip naderen. “Om alle schakels in dit geheel goed te trainen, kun je het niet vaak genoeg oefenen.” Dat blijkt even later in de praktijk: een heli haalt een lading via de strop naar binnen. De palet, waar de lading op werd vervoerd, blijft op het helidek achter. “Kijk, dit kan natuurlijk niet”, reageert Heemskerk alert. “Als het hier om een Cougar ging, kreeg je die palet nu om je oren.”
Kapitein-luitenant-ter-zee Dick Reefman, commandant van helikoptersquadron 860, kijkt terug op een geslaagde oefening. “Onze expertise groeit keer op keer door dit soort oefeningen. Daarom is het goed dat we dit blijven doen. In de aanloop naar ‘Joint Caribbean Lion’ en naar de nieuwe helikopter NH-90, willen we onze amfibische expertise verder ontwikkelen.”
Allehens_04/06_P24 23-03-2006 15:46 Pagina 24
Experts in arbeidsmarktcommunicatie
Van interesse tot aanstelling Van het wekken van interesse bij potentiële medewerkers, het overbrengen van de wervingsboodschap tot het moment van ondertekening van het aanstellingscontract, heeft de afdeling Personeelsvoorziening Koninklijke Marine de touwtjes strak in handen. Onder de algemene noemer arbeidsmarktcommunicatie werkt deze afdeling non-stop aan het vullen van de vacatures bij het maritiem krijgsmachtdeel. Zowel in het publieke oog – met Tekst: Karen Gelijns/Illustraties: ACA/JES commercials, advertenties en infodagen – als achter de schermen. Elk jaar krijgt de afdeling Personeelsvoorziening KM (PVKM) een zogenoemde ‘aanstellingsopdracht’ van de marine. “Hierin staat exact beschreven hoeveel mensen wij moeten werven en van welke stand, rang en dienstvak”, legt het hoofd van de afdeling, kapiteinluitenant-ter-zee der administratie Patrice Hekkenberg, uit. Met deze opdracht voor ogen, beslaat het werkterrein van PVKM een breed gebied. Niet alleen ontwikkelt de afdeling alle reclame-uitingen om interesse voor de KM te wekken en de marineboodschap over te brengen. Ook verzorgt het voorlichtingsdagen, informatiedagen en begeleidt de afdeling sollicitanten tijdens het keuringstraject tot het moment van contractondertekening. Drie-eenheid “Kortom, het hele wervingstraject – van het creëren van interesse bij onze doelgroep tot het moment van aanstelling – valt onder PVKM”, aldus Hekkenberg. Daarom bestaat de afdeling, naast een driekoppige staf en vier administratieve medewerkers, uit drie bureaus die hand in hand samenwerken om de aanstellingsopdracht te vervullen, namelijk: Wervingsvoorlichting; Publiciteit en Evenementen; en Aanstellingen. “Dertien wervingsvoorlichters trekken er dagelijks op uit om scholen, scholenmarkten, evenementen en beurzen te bezoeken, om daar te vertellen over het werk en leven bij de marine”, vertelt het hoofd met zichtbaar enthousiasme. “Ook verzorgen zij beroepenvoorlichting voor sollicitanten die hun interesse al kenbaar hebben gemaakt.” Twee andere belangrijke wervingsinstrumenten voor PVKM zijn de tweejaarlijkse serie Infodagen en de instroomopleiding ‘Vrede en
Veiligheid’. “Tijdens de Infodagen – voor zowel het KIM, techniek, mariniers, vliegers en vloot – hebben wij de kans om geïnteresseerden op locatie kennis te laten maken met de marine. De instroomopleiding Vrede en Veiligheid is in het leven geroepen voor jongeren die al interesse toonden, maar nog te jong zijn. Zij krijgen de kans om tijdens een oriëntatiejaar kennis te maken met de krijgsmacht en eventueel in dienst te treden.” Samen werken, samen leven Het bureau Publiciteit en Evenementen verzorgt alle reclame-uitingen van de marine. “Dit uiteraard in nauwe samenwerking met het reclamebureau dat de huidige campagne heeft ontwikkeld. Alle publieke uitingen van PVKM passen dan ook binnen de stijl van deze campagne.” Deze uitingen kom je overal tegen. Van radio en tv-commercials, advertenties, brochures, banners op het internet tot wervingsfilms. “Alles staat nu in het teken van ‘samen werken, samen leven’”, legt stafmedewerker arbeidsmarktcommunicatie PVKM, Jaime Karremann, uit. “Juist die combinatie maakt de marine zo uniek en onderscheidt ons van andere bedrijven. Dit motto geldt natuurlijk niet alleen voor de vloot – waar je maandenlang je leven deelt met de andere opvarenden van een schip –, maar ook voor het Korps Mariniers.” De website www.werkenbijdemarine.nl speelt een prominente rol in het arsenaal aan wervingsuitingen. Karremann: “Elke uiting leidt potentiële kandidaten naar deze website, waar ze op een interactieve manier meer informatie over de KM kunnen vinden.” Ook SUBS, de jongerenclub van de marine voor kinderen tussen de twaalf en achttien jaar, wordt door het bureau Publiciteit en
24
Allehens_04/06_P25 23-03-2006 15:47 Pagina 25
Belangstelling in 2005 Totaal aantal belangstellenden Aantal deelnemers Voorlichtingsdagen Aantal Sollicitanten Totaal aantal Aanstellingen: - Officieren - Onderofficieren - Manschappen - Mariniers
17.660 5.886 2.918 934 165 81 317 371
Evenementen beheerd. “Wij werven geen jongeren, maar voorzien met SUBS in een bestaande behoefte”, benadrukt Hekkenberg. “Het is geweldig om kinderen meer te kunnen vertellen over de marine, via ons kwartaalmagazine ‘SUBS’ en speciale acties.” Motivatie Het bureau Aanstellingen onderhoudt tenslotte het contact met kandidaten en begeleidt hen gedurende het sollicitatieproces tot het moment van aanstelling. Hieronder valt ook de begeleiding tijdens het keuringstraject, uitgevoerd bij het Dienstencentra Psychologisch Advies en Selectie én Medische Keuringen. Beide onderdeel van de Bedrijfsgroep Defensie Personele Diensten. Voor de mariniers heeft PVKM nog een extra test in het leven geroepen: de Mariniers Algemene Selectie Test (MAST). “Wij moeten niet alleen onze aanstellingsopdracht halen, maar ook kwaliteit leveren”, aldus het hoofd PVKM. “We hebben er natuurlijk niets aan als de helft van onze kandidaten tijdens de opleiding al afvalt. Met MAST testen we onze kandidaten in een vroeg stadium fysiek en mentaal op doorzettings- en incasseringsvermogen, fysieke belastbaarheid en motivatie plus inzetbaarheid.”
Om het brede scala aan werkzaamheden het hoofd te bieden, bundelen de drie bureaus van Personeelsvoorziening KM de krachten. Hierdoor voorziet de afdeling van 39 personen – jaar in, jaar uit – in de personele behoefte van de Koninklijke Marine en dragen zij er zorg voor dat de KM beschikt over professioneel en gemotiveerd personeel.
Binnen het Commando Zeestrijdkrachten staat communicatie hoog in het vaandel. Daarom stellen drie afdelingen – die zich hier continu mee bezighouden – zich in Alle Hens aan u voor. Marinevoorlichting beet vorige maand het spits af. Deze maand is de afdeling Personeelsvoorziening KM aan de beurt. De Afdeling Communicatie van het CZSK sluit volgende maand de rij.
25
Allehens_04/06_P26 23-03-2006 15:47 Pagina 26
Campagne komt op stoom Letterlijk: je komt nog eens ergens. En figuurlijk, want de marine biedt een ruimer perspectief. Je maakt vrienden voor het leven en je doet werk dat er toe doet. Anders gezegd, de marine is samen werken én samen leven. Centraal in de campagne staat de website. Alle uitingen zijn erop gericht om jongeren naar de website te leiden, waar dieper wordt ingegaan op de verschillende opleidingsniveaus en waar zij meer te weten komen over het samen werken en samen leven. Dat gebeurt in de vorm van vijf ‘karakters’: marinecollega’s die in de vorm van een weblog met filmpjes en dagboeken laten zien wat het betekent om samen te werken en samen te leven.
De marine staat weer op de kaart. De nieuwe wervingscampagne, die in september 2005 van start is gegaan, heeft tot nu toe een positief resultaat opgeleverd. Zo is de marine in de lijst van meest favoriete werkgevers van de Intelligence Group gestegen van plaats 81 in 2004 naar plaats 41 in 2005. Ook het aantal nieuwe aanstellingen verloopt voorspoedig. In 2005 is de aanstellingsopdracht – ruim 900 nieuwe marinecollega’s – gehaald. Het aantal aanmeldingen voor de Infodagen in 2006 is redelijk tot goed en een groot aantal opkomsten is gevuld. En het aantal hits op de website van de marine is significant gestegen. Dit betekent niet dat de marine nu op z’n lauweren kan rusten. Integendeel. Ook in 2006 en de jaren erna heeft de marine nieuwe medewerkers nodig en zijn er weer de nodige Infodagen die ‘gevuld’ moeten worden. Daarom is de Koninklijke Marine nog steeds duidelijk zichtbaar aanwezig op tv, radio, internet en in de gedrukte media. De marine vergroot je wereld De campagne draait om de belofte ‘De marine vergroot je wereld’.
Een brede campagne Met veel inzet is er in 2005 gewerkt aan de zeer gevarieerde campagne die er nu ligt. Het meest in het oog springen natuurlijk de zes tv-commercials, inclusief een ware kerstcommercial. De nieuwe website www.werkenbijdemarine.nl noemden we al. Via verschillende banners wordt de doelgroep naar deze website geleid. Er zijn per opleidingsniveau advertenties gemaakt. Daarnaast zijn er specifieke uitingen gemaakt voor de werving van vliegers en mariniers. Ook zijn er per opleidingsniveau brochures ontwikkeld. Banners, e-mailings en advertenties zijn ingezet om de Infodagen extra te promoten. En er is een nieuwe promotiewand gemaakt voor inzet op voorlichtingsdagen en beurzen, zijn er radiospotjes ontwikkeld en hangen er posters in (V)MBO-scholen. In 2006 loopt de campagne natuurlijk gewoon door. Bestaande uitingen worden verder aangescherpt, terwijl daarnaast nieuwe uitingen worden ontwikkeld. Zo komt er een nieuwe commercial gericht op de werving van mariniers, nieuwe brochures voor de werving van medici en extra acties voor de werving van technisch personeel. Kortom, de wervingscampagne van de Koninklijke Marine komt aardig op stoom.
26
Allehens_04/06_P27 23-03-2006 15:48 Pagina 27
Zo maar een dag…
“Het is dinsdagmorgen 08.00 uur en het regent pijpenstelen als ik van huis vertrek. Gelukkig is er geen file op mijn route en bereik ik na een uurtje rijden mijn bestemming. Voor de deur is geen plek om mijn auto te parkeren. Ik parkeer honderd meter verderop en ik ren twee keer heen en weer met mijn spullen. De regen komt nog steeds met bakken tegelijk naar beneden. De ruimte waar ik altijd voorlichting geef, ziet er keurig uit. Alleen heeft er iemand met een stift (permanent) op het bord geschreven. Met een emmertje sop probeer ik het weg te krijgen, maar helaas pindakaas, niet dus! Alles is klaar voor de voorlichting Mariniers. Er hebben zich via internet zeven kandidaten en een introducé ingeschreven. Bij het verwelkomen tel ik zes kandidaten en drie introducés. Bij het innemen van de uitnodigingsbrieven blijkt dat er een persoon niet op mijn lijst staat die ik de avond van tevoren heb uitgedraaid. De voorlichting loopt lekker. De mensen luisteren aandachtig, stellen zelfs nog een enkele vraag en gaan volgens mij met een goed gevoel de deur uit. Na de lunch heb ik alles in gereedheid gebracht voor de voorlichting Algemeen. Ik hoop dat de kandidaten zich bewust zijn van de opzet van deze voorlichting. Na de mensen welkom te hebben geheten, neem ik de uitnodigingsbrieven in. Een kandidaat zegt nooit een uitnodiging te hebben ontvangen! Hij is gewoon gekomen. Ik verzoek hem zijn gegevens op te schrijven, zodat ik dat later kan uitzoeken. Van de elf verwachte kandidaten zijn er zeven aanwezig plus degene die zich zelf heeft uitgenodigd en twee introducés. Traditioneel begin ik met een vragenrondje. Er is slechts een persoon die echt weet wat hij wil worden (kok) en de overigen hebben geen flauw idee. Hier is voor mij dus een schone taak weggelegd. Na hoofdstuk 1 (wat is de marine voor een bedrijf) draai ik de film ‘Op Sleeptouw’. Vlak voor de aftiteling duiken er nog twee laatkomers op. Ik neem ze mee naar de hal om uit te leggen dat ze nu wel het een en ander hebben gemist. Ze zijn zich daarvan bewust, maar
willen alleen informatie over de functie officier Zeedienst. Tijdens de voorlichting Algemeen wordt daar niet over gesproken. Ik maak ze attent op de komende KIM informatiedagen en op de mogelijkheid om de officiersvoorlichting in Amsterdam bij te wonen. De heren laten zich niet snel uit het veld slaan en vuren de volgende vragen op me af: “Kunnen we ons bij u opgeven?” “Kunnen we niet bellen?” Ik verwijs ze nogmaals naar het internet en stel voor dat ze vertrekken, zodat ik verder kan met de mensen die in de zaal zitten. Voortbordurend op de film ‘Op Sleeptouw’ benoem ik alle dienstgroepen, de functies, de taken en vertel ik iets over hoe de diensten aan boord van een schip werken. Hierna besluit ik met de opmerking dat ik hoop dat het een en ander duidelijk is, dat er wellicht iets tussen zit wat de interesse heeft opgewekt en hoe ze in dat geval verder kunnen (beroepenvoorlichting, informatiedag, internet). In willekeurige volgorde worden de volgende vragen en opmerkingen mij toegeworpen: Waarom heeft u niets verteld over de Marine Brandweer?; Bij welke functies hoef ik niet te varen?; Ik heb nog geen diploma maar die kan ik bij de marine toch halen?; Waarom krijg ik geen sollicitatie papieren?; Waarom kan ik met mijn diploma VMBO Basisberoeps alleen maar wasser worden?; Wanneer mag ik op kosten van de marine mijn rijbewijs halen? De stemming komt er nu pas echt goed in en er ontstaat een levendig vraag- en antwoordspel. Als uiteindelijk iedereen de zaal heeft verlaten, pak ik al mijn spullen weer in. Buiten is het gelukkig droog. Onderweg naar huis laat ik de dag in mijn gedachten nogmaals passeren. Na thuiskomst wordt begonnen met het administratief afhandelen van deze dag. Het invullen van de urenverantwoording en rittenstaat, het via internet verwerken van de presentiegegevens en een blik werpen in de agenda voor morgen (schoolbezoek en decanenoverleg). Uiteindelijk breekt de zon door.” Sergeant-majoor ODVB Martin de Boer, wervingsvoorlichter PVKM.
27
Allehens_04/06_P28 23-03-2006 19:02 Pagina 28
Management development bij de Koninklijke Marine
De juiste persoon op de juiste plek Sinds medio vorig jaar is de KM druk bezig met het opzetten van management development voor officieren en vanaf januari dit jaar ook voor onderofficieren. Management development heeft als belangrijkste doel om medewerkers met een hoog potentieel te ontdekken, te begeleiden en te ontwikkelen. Dit levert desbetreffende medewerker veel op, zoals voldoening en uitdaging. Anderzijds plukt de organisatie op deze manier de vruchten van de juiste man of vrouw op de strategisch belangrijke plekken. De huidige bezetting van bureau MD: KLTZ Wolter Sillevis Smitt, LTZ1 Peter Reesink, LTZA1 Jaap Hubbelmeijer en Diana van Wees.
Tot voor twee jaar geleden kende de marine een periodiek beoordelingssysteem, met daarnaast een selectie van medewerkers via de verschillende commissies van advies (CvA). Door de CvA werd elke medewerker in een schijf ingedeeld die in grote lijnen model stond voor het verloop van de carrière. Door de introductie van het huidige beoordelingssysteem en de wijziging van de P&O-systematiek, kon de structuur van de CvA en de indeling in schijven niet worden voortgezet. Daarom besloot de KM ‘management development’ (MD) op te zetten. Met de invoering van dit systeem voldoet de marine niet alleen aan haar eigen behoefte, maar haakt het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) tevens aan bij de plannen van de Hoofd Directie Personeel van de Bestuursstaf, die dit op overkoepelend niveau ontwikkelt. Op alle vlakken De Hoofd Directie Personeel gaat ‘high potentials’ onder zijn hoede nemen vanaf het niveau van kolonel / burgerschaal 14. De bevordering tot dit niveau is inmiddels een centrale bevoegdheid. De operationele commando’s – dus voor de marine het CZSK – zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het voortraject. Hierbij gaat het om de rangen luitenant-ter-zee der eerste klasse, majoor der mariniers en burgers schaal 11. Tevens ontwikkelt de marine een vergelijkbaar traject voor onderofficieren. Enerzijds bedoeld voor onderofficieren die op basis van opleiding en potentieel willen doorstromen naar de officiersrangen. Anderzijds voor excellerende onderofficieren die belangrijke onderofficiers- en officiersfuncties kunnen en willen vervullen. Dit traject zal vermoedelijk gaan gelden vanaf het niveau van sergeant. Ook hier is het doel om de juiste man of vrouw op de juiste plek te krijgen. De zoektocht Het Bureau MD van P&O KM is momenteel volop bezig met het ontwikkelen van management development. Vanwege de aansluiting bij het defensiebrede MD, loopt de ontwikkeling hiervan voor officieren wat voorop. Bij MD voor officieren voorziet het bureau de volgende systematiek: het ontdekken van potentieel loopt via beoordelingen; beloningen; voordrachten; assessments; en door medewerkers die zelf hun hand opsteken.
Voordrachten kunnen komen uit de lijn of via een ‘functiegroepoudste’. Deze is vergelijkbaar met een dienstvakoudste of groepscommandant en is iemand met overzicht over een bepaalde functiegroep. Wie precies deze rol gaat vervullen, wordt nog nader uitgewerkt. Assessments zijn testen die worden uitgevoerd door gespecialiseerde bureaus. Zij geven onder andere een profielschets van de persoonlijkheid en talenten van mensen. Voor bureau MD ligt de belangrijkste reden om assessments te laten uitvoeren, in de mogelijkheid om na te gaan of het reeds opgebouwde beeld van medewerkers klopt. Voor MD worden de assessments uitgevoerd door het Psychologisch Analyse en Selectiecentrum (PAS). Het ontdekken, begeleiden en adviseren van ‘high potentials’ ofwel MD’ers loopt via twee commissies: de ‘management development commissie’ (MDC) en de Raad van Advies (RvA). De MDC houdt zich bezig met het niveau van luitenant-ter-zee der eerste klasse, majoor der mariniers, burgermedewerker schaal 11. Deze commissie is reeds bijeen geweest. De RvA kijkt naar personen op het niveau van kapitein-luitenant-ter-zee, luitenant-kolonel der mariniers, burgermedewerker schaal 12. Voor onderofficieren wordt momenteel een vergelijkbare systematiek ontwikkeld. Verschil met het verleden Binnen het nieuwe systeem vindt voor MD’ers actief loopbaanbeheer plaats. Dit gebeurt zowel ten behoeve van competentieontwikkeling, als ten behoeve van het vervullen van een belangrijke baan. Voor niet MD’ers is er geen actief loopbaanbeheer voorzien. Dit levert voor hen overigens meer vrijheid op bij het kiezen van een volgende baan, omdat dit via ‘belangstellingregistratie’ en sollicitatie blijft lopen en ze dus zelf voor een richting kiezen. De MD’er heeft die vrijheid in mindere mate. Tenslotte is een belangrijk verschil dat de commissies verbonden aan MD, alleen die ‘potentials’ zien die worden voorgedragen en dus niet meer de hele rangpopulatie, zoals bij de oude CvA. Ambitie Welke ambitie heeft bureau MD voor de komende maanden? Tot aan het zomerverlof is het de bedoeling dat MD verder wordt ingevuld. Voor de officieren betekent dit dat de beide commissies volledig zullen gaan draaien en dat het MD-bestand gevuld gaat worden. Voor de onderofficieren betekent het dat het MD-traject wordt ontwikkeld en dat dus rond het zomerverlof duidelijk zal zijn welke doorgroeimogelijkheden er zijn en hoe die tot stand komen. Het moet dan tevens duidelijker worden wat de kansen zijn voor onderofficieren met een (bijna) HBO-opleiding. Na het zomerverlof zal ook daar het MDbestand worden gevuld. Management development is inmiddels van een modieuze kreet in een serieus begrip veranderd. Bureau MD zal dit de komende tijd verder uitbouwen. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht op de homepage van OST-PERSLOG (via intranet portaal KM onder P&O KM) of kunt u informatie opvragen via bureau MD, telefoonnummer: 0223 657 400 / MDTN: *06-209-57400.
28
Allehens_04/06_P29 23-03-2006 15:48 Pagina 29
DienstenCentrum Human Resources
Hét P&O-loket van defensie Het DienstenCentrum Human Resources in Enschede opent op maandag 3 april formeel zijn deuren. Vanaf dit moment fungeert dit DienstenCentrum voor medewerkers, commandanten, lijnmanagers en P&O-functionarissen als hét centrale aanspreekpunt voor vragen over personeelsaangelegenheden, zoals rechtspositie, sociale zekerheid, pensioenregelingen en procedures. Het DienstenCentrum Human Resources maakt deel uit van de bedrijfsgroep Defensie Personele Diensten (DPD) van het Commando DienstenCentra. Met de oprichting van het DienstenCentrum Human Resources (HR) wordt weer een belangrijke stap gezet in de herinrichting van het personele functiegebied defensie en de vormgeving van het nieuwe P&O-dienstverleningsmodel. Het DienstenCentrum HR wordt gefaseerd opgebouwd. Uiteindelijk zal het merendeel van alle administratieve, registratieve en ondersteunende P&O-taken hierin worden ondergebracht. De basisorganisatie bestaat uit het informatiecentrum (‘servicedesk’) en het deskundigheidscentrum. In het najaar van 2006 zullen onder meer salarisadministratie en gebruikersondersteuning worden ondergebracht in het ondersteuningscentrum. Vervolgens zal het DienstenCentrum HR – parallel aan de herinrichting van P&O-processen en invoering van nieuwe selfservicetoepassingen – verder worden uitgebouwd. Naarmate meer uitvoerende taken bij het DienstenCentrum HR worden belegd, kunnen de P&O-functionarissen bij de defensieonderdelen zich meer en actiever concentreren op het adviseren van het lijnmanagement en het ondersteunen van medewerkers bij hun persoonlijke ontwikkeling. In toenemende mate wordt er bovendien een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid die zowel lijnmanagers, commandanten als defensiemedewerkers op P&O-gebied hebben. Dat vereist vaak een nieuwe manier van werken, waaraan iedereen zal moeten wennen.
DVVO timmert aan de weg De Defensie Verkeers- en Vervoersorganisatie (DVVO) timmert hard aan de weg om de dienstverlening aan haar klanten beter en eenvoudiger te maken. Om dit te bereiken heeft DVVO de Service Desk Defensie ingeschakeld als serviceportaal. Voor wat betreft vragen en klachten over het onderwerp ‘personenvervoer over de weg’ (met uitzondering van Vipvervoer), kunt u al per 1 maart jongstleden bij dit serviceportaal terecht. Aanvragen voor personenvervoer gebeurt wel nog steeds via de oude, bekende weg en kunnen dus worden ingediend bij DVVO, bureau ‘Order Entry’. Momenteel wordt wel een elektronische aanvraagmodule ontwikkeld, die het dadelijk mogelijk maakt om via het intranet op eenvoudige wijze een vervoersaanvraag in te dienen. Houders van taxikaarten in de regio Den Haag kunnen wel hun aanvragen inmiddels via de SDD inschieten. Deze werkwijze maakt het mogelijk meer inzicht te krijgen in de kwaliteit van deze dienst. Door middel van een brief en een e-mail worden de taxikaarthouders binnenkort afzonderlijk geïnformeerd over de wijzigingen in het gebruik van hun taxikaart. Het SDD is bereikbaar via het telefoonnummer: 0800-CALLSDD (ofwel 0800-2255733) / MDTN: *06-2255733.
Hét P&O-loket van defensie is van maandag tot en met donderdag van 07.00 tot 18.00 uur telefonisch bereikbaar via telefoonnummer: 0800-CALLSDD (0800-2255733) of MDTN: *06-SDD (*06-733), gevolgd door keuzeoptie 3. Het DienstenCentrum is ook bereikbaar via het faxnummer: 053-4819998 of via de e-mail:
[email protected]. Het postadres: DienstenCentrum HR, MPC 39R / Postbus 295, 7500 AG Enschede.
Nieuwe CAO Defensie en de vakbonden voor defensiepersoneel zijn het maandag 6 maart eens geworden over een nieuwe CAO voor de ongeveer 65.000 werknemers (militairen en burgers) bij het Ministerie van Defensie. De onderhandelingen over een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst verliepen al sinds eind 2003 bijzonder moeizaam. Maar zowel defensie als de vakbonden wilden het eens worden over een nieuwe CAO, voordat Nederlandse militairen naar de Afghaanse provincie Uruzgan vertrekken. Twee weken geleden kreeg staatssecretaris Van der Knaap van Defensie nog 35.000 protestkaarten van defensiepersoneel overhandigd. In de nieuwe CAO wordt de ontslagleeftijd voor militairen verhoogd naar 60 jaar. Die verhoging vindt stapsgewijs plaats tussen 2015 en 2021. De nieuwe CAO geldt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2004 en tot en met 31 december van dit jaar. In aanvulling op de verhoging van de ontslagleeftijd geldt dat voor militairen die sinds 2002 op missie naar het buitenland uitgezonden zijn geweest, zij een kwart van hun uitgezonden periode mogen aftrekken op de ontslagleeftijd zo lang die maar niet onder de 58 jaar komt. De ontslagleeftijd voor burgers wordt verhoogd naar respectievelijk 60 (nu 55) en 62 jaar (nu 60). Deze invoering vindt stapsgewijs plaats in de periode tussen 2010 en 2022. De salarissen van het defensiepersoneel worden per 1 januari 2006 verhoogd met 2,2 procent. Over de jaren 2004, 2005 en 2006 krijgt het personeel een eenmalige uitkering van 0,8 procent. Verder zijn nieuwe afspraken gemaakt over vergoedingen voor dienstreizen en woon-werkverkeer plus voor personeel dat geplaatst is in het buitenland. Eerder werden de bonden het al met Van der Knaap eens over nieuwe afspraken over een tegemoetkoming in de ziektekosten, loondoorbetaling bij ziekte en een verhoging van de uitzendtoelage. Van der Knaap is tevreden met het onderhandelingsresultaat. Vakbond VBM/NOV noemt het “het hoogst haalbare... maar tevreden is niemand.” De bond legt het zonder advies voor aan zijn achterban.
29
Allehens_04/06_P30 23-03-2006 15:48 Pagina 30
BIJZONDERE ERVARING OP RUSSISCHE KRUISER
Nadat Rusland met de NAVO overeenkwam dat Russische eenheden gaan deelnemen aan Operatie ‘Active Endeavour’ (OAE), stapte een NAVO-team aan boord van de Russische kruiser RFS Mosvka om de bemanningen van het Russisch eskader voor te bereiden op deelname hieraan. Zo ook kapitein-ter-zee Sjoerd Both, projectmanager voor niet-NAVO deelname aan OAE bij CCMAR Naples, en luitenant-ter-zee 1 Hans Veerbeek, stafofficier bij JFC Naples. Onder leiding van Both verzorgde en coördineerde het team trainingen, bestaande uit onder meer een introductiecursus over de operatie op de Middellandse Zee, lessen
‘beveiligde verbindingen’, het ondervragen van verdachte schepen en het uitvoeren van een boarding. Dit resulteerde uiteindelijk in een grote oefening, waarin de Russen het geleerde in praktijk brachten. Hoogtepunt was het uitvoeren van een boarding , waarbij de boardingteams een beter inzicht kregen en nu hun procedures en teamsamenstelling konden verfijnen. Voor de twee Nederlandse marineofficieren was het verblijf bij de Russische marine een bijzondere ervaring. Zeker daar het leven aan boord van de Moskva verschilt met het leven aan boord van een Nederlands fregat. Zo is ‘hot bunking’ normaal aan boord van de Rus. Toch hoefden de opstappers hun bedje niet te delen, maar kregen een tweepersoonshut. “Wij kregen een speciale behandeling”, vertelt Veerbeek. “We voelden ons natuurlijk zeer vereerd. Regelmatig douchen was er niet bij, omdat het schip zelf geen water kan maken. Jammer genoeg mochten we ons niet vrij door het hele schip bewegen.” Dat de Russische regels voor het aan boord laten van niet-Russisch personeel strenger zijn dan in Nederland, werd in de haven van Messina duidelijk. “Pas na schriftelijke toestemming uit Moskou, waarvan je een getekende kopie bij de valreep moest laten zien, mochten de NAVO-militairen of technici aan boord komen”, aldus Veerbeek. “Des te specialer was het dat wij inmiddels bekend waren als ‘eigen volk’ en zonder verdere controle het schip op en af konden lopen.” Na afloop van de trainingsperiode blikt ook
IN ACTIE Na een korte rustperiode begin maart, zijn Hr.Ms. De Zeven Provinciën en Hr.Ms. Amsterdam sinds zondag 5 maart weer volop in actie voor de ‘Combined Task Force 150’ (CTF 150), in de operatie ‘Enduring Freedom’. Zo werd op woensdag 8 maart direct al een zogenoemde boarding uitgevoerd door twee speciale teams van de De Zeven Provinciën. Een vissersbootje dat niet op een oproep reageerde, kreeg een team van het Korps Mariniers aan boord. Er bleken geen verdachte zaken op de Dhow aanwezig. Hr.Ms. De Zeven Provinciën fungeert sinds 12 december als vlaggenschip van CTF 150. Het Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) en het bevoorradingsschip Amsterdam hadden begin maart een korte rustperiode in de haven van Abu Dhabi, de hoofdstad van de Verenigde Arabische Emiraten. Daar onderwierp de fabrikant tevens een defecte Rolls Royce gasturbine van het LCF aan een
nader onderzoek. “Geen probleem”, zegt de commandant van het schip, kapitein-ter-zee Maarten Stenvert. “Dat we wat snelheid missen vormt geen bedreiging voor onze operaties. We houden de gang er goed in.” CTF 150 staat tot april onder leiding van de Nederlandse commandeur Hank Ort. Het vlootverband patrouilleert – in wisselende samenstelling en omvang – in de Arabische Zee, de Golf van Oman, de Golf van Aden, delen van de Indische Oceaan en de Rode Zee. Drie belangrijke knooppunten zijn het Suezkanaal, Bab el Mandeb en Straat van Hormoez, waar zo’n vijftig procent van de wereld-olieproductie door wordt vervoerd. Onder de term ‘Maritime Security Operations’ (MSO) voert CTF 150 drie hoofdtaken uit: het tegengaan van smokkel van goederen en personen door terroristische organisaties; het verzorgen van een veilige doorvaart van het scheepsverkeer; en het voorkomen van aanslagen op zee.
30
KTZ Both tevreden terug: “We kunnen terugzien op een zeer geslaagde en in vele opzichten unieke trainingsperiode, die zowel de NAVO als onze Russische partners een duidelijker inzicht heeft gegeven in wat nog gedaan moet worden voordat RFS Pitliviy (het eerste Russische OAE schip) veilig en effectief kan bijdragen aan OAE. Behalve dat er met de komende Russische deelname aan OAE maritieme historie wordt geschreven, draagt deze samenwerking positief bij aan de relatie tussen NAVO en de Russische Federatie. Dit kan nog wel eens van groot belang zijn voor de stabiliteit in een wereld die in toenemende verdeeld dreigt te raken langs breedtegraden in plaats van langs meridianen zoals gedurende de koude oorlog het geval was.”
SNELLIUS OP EXPEDITIE Het Hydrografisch Opnemingsvaartuig (HOV) Hr.Ms. Snellius vertrok op 7 maart vanuit Den Helder naar het Caraïbisch Gebied voor een opnemingsexpeditie van enkele maanden. Eerder werd het vertrek uitgesteld, omdat het onzeker was of de modificatie van de benodigde hydrografische opnemingssloepen op tijd gereed zou zijn. Bij deze modificatie – uitgevoerd door het Marinebedrijf – zijn de hydrografische sloepen ingrijpend verbouwd, waardoor zij nu beschikken over dezelfde ultramoderne hydrografische systemen als aan boord van de moederschepen Snellius en Luymes. In een zeer eendrachtige samenwerking tussen het projectteam HOV, het Marinebedrijf, leveranciers, de bemanning van het schip, de afdeling Materieellogistiek van het CZSK en de Dienst der Hydrografie werd er de afgelopen maanden hard gewerkt aan de modificatie. Uiteindelijk werd dit harde werk op 4 maart bekroond met een succesvolle afnamebeproeving. Met de voltooiing van dit subproject ‘HOV-sloepen’ werd het nieuwbouwproject HOV ook definitief afgesloten. (Foto: Peter Bijpost, CAVDKM)
Allehens_04/06_P31 23-03-2006 15:49 Pagina 31
INNOVATIEVE VOORTSTUWING ONDER LPD-2 schip een vaste positie of koers houdt. Het voortstuwingsconcept van onderwatermotoren bevestigd onder aan de roeren, is binnen de KM al bekend van de mijnenjagers van de Alkmaarklasse. Daar dienen ze echter als hulpvoortstuwing. De POD’s van LPD-2 zijn een factor 60 groter in vermogen en dienen als hoofdvoortstuwing. In de commerciële wereld worden POD’s al vaker toegepast, maar binnen de Koninklijke Marine is het zowel technisch als operationeel een innovatie. Nadat de POD’s aan de reeds in het schip ingebouwde stuurmodules waren bevestigd, is de firma Schottel enkele weken bezig geweest met het monteren van de schroeven en vinnen. Daarnaast werden inwendig alle verbindingen met de besturing en scheepssystemen gemaakt. De planning is dat er op 3 april water in het dok gepompt wordt, waarmee de POD’s onder water verdwijnen. Medio vorige maand werd een belangrijke mijlpaal bereikt in de bouw van het tweede ‘Landing Platform Dock’ (LPD-2) voor de KM. De twee voortstuwingsmotoren van het type ‘podded propulsion’ – kortweg POD genoemd – zijn onder het schip gemonteerd. De elk zeventig ton wegende P-modules van de POD’s waren net daarvoor met zwaar transport over de weg vanuit Duitsland naar de Schelde Marinebouw te Vlissingen vervoerd. De POD is een zogenoemde 5,5 MW elektromotor in een gondel, met aan de voor- en
achterkant een schroef. De gondel is met een uithouder aan de stuurmodule (Amodule) gekoppeld, die vast zit aan het schip. De stuurmodule kan de POD 360 graden draaien om zo voortstuwing in iedere richting te krijgen. Door de combinatie van POD’s en de boegschroef kan het schip zeer goed manoeuvreren. Bovendien is het rendement van de POD beter dan een normale schroefasconstructie. Dit concept maakt ook ‘dynamic positioning’ mogelijk. Hiermee stuurt een computer met behulp van GPS de POD's en de boegschroef zo aan, dat het
35 JAAR TROUWE DIENST
REDDENDE ENGELEN
Het is vrijdagmiddag 24 februari als via kanaal 16 een noodoproep binnenkomt bij het ‘Rescue Coordination Center’ (RCC) te Curaçao. De kapitein van de 160 meter lange Panamese bulkcarrier MV Acacia meldt dat een van zijn opvarenden zwaar gewond is geraakt bij een ongeval in de machinekamer. De arm van de man is beklemd geraakt in de machinerie, met meervoudige botbreuken tot gevolg. Hij heeft met spoed medische hulp nodig. Direct schakelt het RCC de kustwachthelikopter in die koers zet richting de Acacia op
zo’n dertig mijl ten westen van Aruba. Voor de helikopter is de negentig zeemijl nog een flinke afstand om te overbruggen, maar met een stevige wind in de rug bereikt de heli binnen een half uur het schip. Omdat de heli niet is uitgerust met een brancard en de man vanwege zijn verwonding niet met een sling omhoog gehesen kan worden, besluit de vlieger zijn kist aan boord neer te zetten. De kapitein van de bulkcarrier had met vooruitziende blik al het middelste dekluik vrijgemaakt van de hijskranen en zo een exact groot genoeg landingsplatform gecreëerd. Na een knap staaltje stuurwerk landde de heli aan dek. Om slechts enkele minuten later – met de patiënt aan boord – weer airborne te gaan en koers te zetten naar het ziekenhuis op Aruba. Het RCC had daar de komst van het slachtoffer al aangekondigd, zodat de man direct werd opgevangen. De reddende engelen van de kustwachthelikopter keerden na deze geslaagde actie weer met een goed gevoel huiswaarts.
31
De OS&O officier van Marinekazerne Parera op Curaçao, eerste luitenant der mariniers Martin Aalbersberg, is op 9 maart jongstleden door kapitein-luitenant-ter-zee Van Esdonk in het zonnetje gezet, vanwege vijfendertig jaar (waarvan de tropenjaren dubbel telden) trouwe dienst bij het Korps Mariniers. De 49-jarige sportinstructeur kreeg uit handen van de commandant de bijbehorende oorkonde uitgereikt. Met de woorden: “Ook u zijn we niet vergeten. Zonder de steun van de echtgenote, had u man dit niet kunnen bereiken”, overhandigde de commandant de echtgenote van Martin Aalbersberg een mooie bos bloemen.
Allehens_04/06_P32 23-03-2006 15:49 Pagina 32
JAARWEDSTRIJDEN OP HET KIM
In het weekend van 17 en 18 februari vonden op het Koninklijk Instituut voor de Marine weer de traditionele Jaarwedstrijden plaats. Dit tournooi vormt niet alleen een gezellig evenement, maar tegelijkertijd een goede voorbereiding op de jaarlijkse ‘A&C’-wedstrijden die dit jaar in Breda plaatsvinden. Twee dagen lang streden eerste-, tweede- en oudstejaars adelborsten op het gebied van sporten als atletiek, zwemmen, volleybal, touwtrekken en een militair parcours tegen elkaar. Verspreid over het zwembad, het sportcomplex op het KIM en de atletiekbaan werden de spannende, sportieve wedstrijden gestreden. Met onder andere overwinningen op het gebied van basketbal, touwtrekken en rugby wisten de oudstejaars adelborsten hun eer hoog te houden door op de eerste plaats te eindigen. Op vrijdagavond was er tevens tijd voor ontspanning aan de bar, waar ‘bierfietsen’ tot een nieuwe sport werd verheven. Het weekend werd afgesloten met wederom een traditie op het KIM; het ‘pa-zeun diner’, met aansluitend een geweldig feest!
GOUDEN MEDAILLE
Adjudant Onderofficier Logistieke Dienst Goederen Beheer N. Oppelaar ontving op 17 januari de gouden medaille voor 36 jaar trouwe dienst en de daarbij behorende oorkonde. De souschef MATLOG, kapitein-ter-zee ir. M.G. Lutje Schipholt speldde de medaille op. TIP VOOR DE REDACTIE? MAIL ‘M NAAR:
[email protected]
RECORDAANTAL LOPERS TROTSEREN IJZIGE KOU Woensdagochtend 15 maart om tien uur precies ging, na een oorverdovend kanonschot, de KIM Cross 2006 van start. Ondanks de ijzige kou vertrok een recordaantal deelnemers van 197 mannen en vrouwen richting de Donkere Duinen. Er werd gelopen in zes categorieën. Winnaar bij de Heren veteranen 8 km is H. Bader, werkzaam bij de Kustwacht. Hij finishte met een tijd van 30 min. 43 sec. In de categorie Heren Open Klasse 8 km finishte als eerste LTZ 2OC A.J.P. Timmers, werkzaam aan boord van de Hr.Ms. Tromp, met een tijd van 30 min. 25 sec. Adelborst M. Disco finishte als eerste in de categorie Heren Adelborsten 8 km (32 min. 3). De vader van deze adelborst finishte als eerste in de categorie Heren veteranen 4 km in een tijd van 18 min en 40 sec. In de categorie Dames Open Klasse 4 km ging het goud naar R. Rep, werkzaam op het KIM (20 min. 35). Ten slotte finishte als eerste in de categorie Dames Adelborsten 4 km
E. Tempelman (19 min. 58). Zeker het vermelden waard is LTZ M.F. van der Maas, geplaatst aan boord van Hr.Ms. Van der Zaan. Zij liep per abuis het lange parcours van 8 km en finishte daarmee als enige dame op deze afstand met een tijd van 49 min en 01 sec. (foto: Buddy Freeth)
BALLEN ALS DE BESTE
TERM DOORGEZAAGD
Twee dagen woekerde er een flinke 'balstrijd' op het KIM in Den Helder. Tijdens het jaarlijkse Marine Kampioenschap Volleybal dat op 1 en 2 maart plaatsvond, waren de sportieve mannen en vrouwen fanatieker dan ooit. Nadat op woensdag de vier deelnemende damesteams hun wedstrijden hadden gespeeld, mochten de zeven herenteams een dag later hun mannetje staan. Op woensdag kwamen de dames van P&O als beste Volleyballers naar voren, op de voet gevolgd door het Mixteam en team Erfprins. Het damesteam van het KIM eindigde op de vierde plek. Tegen het herenteam van De Kooy, was geen enkel team opgewassen en zij waren dan ook de onherroepelijke winnaars van donderdag. De tweede plek was voor het team 'Force van Cams (force vision)'. Wederom bleek Erfprins over volleybaltalent te beschikken, zij behaalden de derde plek. Volgend jaar misschien wel kanshebber als er een mixed toernooi georganiseerd wordt…? (Foto: Gerben de Haan)
32
De militairen van het Nederlands Provinciaal Reconstructie Team te Pol-e-Khomri in Afghanistan vierden op zaterdag 4 maart hun midtermdag. Op het kamp waren diverse activiteiten georganiseerd, waaronder uiteraard ook het doorzagen van de term. De commandant, kapitein-ter-zee De Harder, en de jongste, marinier 1 Welhouse, zaagden dan ook op vakkundige wijze een gedemonteerde vliegtuigbom door. Ook ontving het personeel op deze dag tijdens een alle hens hun ‘NATO non-article 5 medaille’. Een onderscheiding die door de secretaris-generaal van de NAVO is ingesteld, om zijn waardering uit te spreken voor het werk dat de ISAFmiliairen in Afghanistan uitvoeren. Niet alleen in Pol-e-Khomri werd de midtermdag gevierd, maar ook in Garderen door familie en vrienden van de uitgezonden militairen. Absoluut hoogtepunt was een live beeldverbinding tussen beide locaties, waardoor de duizenden kilometer afstand even werd overbrugd.
Allehens_04/06_P33 23-03-2006 15:49 Pagina 33
JUNGLETRAINING Nederland en Suriname bereikten begin dit jaar overeenstemming over de voortzetting van Jungletrainingen van Nederlandse militairen in Suriname. Beide landen zijn het eens over de juridische status waaronder de Nederlandse militairen in Suriname opereren. Als overeengekomen tegenprestatie ontvangt Suriname Nederlands defensiematerieel. De samenwerking is een blijk van de goede militaire betrekkingen tussen beide landen. De trainingen komen voort uit de opdracht van de Nederlandse Krijgsmacht om expeditionair en wereldwijd te kunnen opereren. Hierbij moet personeel van het Korps Mariniers, het Korps Commandotroepen en de Luchtmobiele Brigade onder andere in staat zijn om in junglegebieden te kunnen opereren. In beginsel vinden de opleidingen in Suriname twee keer per jaar plaats. De opleiding duurt vijf weken. Aan de eerstkomende jungletraining, die op 12 maart van start ging, nemen 125 mariniers vanuit Curaçao deel. De training wordt logistiek ondersteund vanuit de Nederlandse Antillen. (Foto’s: CAVDKM)
REDDERS GERED
ARTSEN LATEN ZICH GIDSEN De marine nam in februari het nieuwe medische informatiesysteem GIDS in gebruik. Dit staat voor ‘Geneeskundig Informatiesysteem Defensie’. Nieuw in GIDS is het elektronische voorschrijfsysteem, dat de arts bij het voorschrijven van medicaties ondersteunt. Indien de patiënt bijvoorbeeld allergisch is voor een medicijn of als het betreffende medicijn in strijd is met eerder uitgeschreven medicijnen of andere ziektebeelden, dan maakt de unieke database in GIDS daarvan melding aan de arts Zoals uit de naam blijkt is GIDS niet alleen voorbehouden aan de KM. Nog dit jaar gaat heel defensie over naar het nieuwe systeem. Bij de KM vervangt GIDS het systeem ‘GifKom’. Niet alleen hier in Nederland, maar ook in Afghanistan en op de Antillen. Met de invoering van GIDS geeft defensie invulling aan wensen en recente algemene
ontwikkelingen op dit gebied. Het grote voordeel van defensiebrede invoering is uiteraard dat een militair – indien nodig – ook terecht kan bij een arts van een ander onderdeel. Uiteraard was dat altijd al zo, maar nu beschikt die arts over het volledige medische dossier van zijn ‘vreemde’ patiënt. Het paarse medische informatiesysteem GIDS biedt ook grote voordelen bij gezamenlijk optreden tijdens operaties, uitzendingen en oefeningen. Het project GIDS valt onder de verantwoordelijkheid van de Directeur Militaire Gezondheidszorg van de Hoofd Directie Personeel en wordt uitgevoerd door DCIVB en DTO. Actuele informatie over GIDS is te vinden op de Intranetsite van DienstenCentrum IVbeheer (voorheen DICTU) onder functioneel beheer bij de button ‘Medische IV en ARBO’.
33
De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba (NA&A) heeft in de nacht van 28 februari op 1 maart ondersteuning geboden bij twee ‘search and rescue’ operaties in de territoriale wateren van Venezuela. De eerste actie betrof het medisch transport van een passagier van het cruiseschip ‘Black Watch’, die een hersenbloeding had gehad. Het cruiseschip bevond zich in de territoriale wateren van Venezuela, maar aangezien de lokale autoriteiten geen eenheden beschikbaar hadden, werd de hulp van de Kustwacht NA&A ingeroepen. Deze zette daarop de boordhelikopter van Hr.Ms. Van Nes in om de passagier over te brengen naar het ziekenhuis in Aruba. Op het moment dat de helikopter terugkeerde naar het fregat, kwam via de ‘Aruba Port Authorities’ de melding bij de kustwacht binnen dat de motorboot ‘Daribel’ van de Arubaanse reddingsorganisatie ‘Search and Rescue Foundation Aruba’ met motorproblemen kampte. Omdat de communicatie met de Daribel niet optimaal was, werd de boordhelikopter van de Van Nes ingezet om de exacte locatie van de boot te bepalen. Deze bleek zich in de territoriale wateren van Venezuela te bevinden. Na toestemming van de Venezolaanse autoriteiten stoomde een super-RHIB van de kustwacht op naar de motorboot, om deze vervolgens naar Aruba terug te slepen.
Allehens_04/06_P34 23-03-2006 15:50 Pagina 34
ONDERZOEK BOORDTENUE
AMBASSADEUR BEZOEKT NEDERLANDS PRT
Onderzoek van TNO heeft aangetoond dat zich in een nieuwe partij boorduniformen voor de Koninklijke Marine enkele schadelijke chemische stoffen bevinden. Deze uniformen zijn nog niet verstrekt aan het personeel en de uitlevering hiervan zal dan ook niet plaatsvinden. Onlangs is echter wel een hoeveelheid overalls aan de marine geleverd die van dezelfde producent afkomstig zijn. Deze zijn overigens nog niet door het personeel gedragen. Het is niet duidelijk of ook deze kledingstukken de chemische stoffen bevatten. Ze worden echter uit voorzorg ingeleverd en TNO verricht nader onderzoek.
NIEUWE VLAGGENMAST VOOR PALEISTUIN
De Nederlandse ambassadeur te Afghanistan, Martin de la Bey, bracht medio februari een bezoek aan het Nederlands Provinciaal Reconstructieteam (PRT) te Pol-e-Khomri. Samen met de commandant van het PRT, kolonel der mariniers Jan van Putten, en de commandant van het Nederlandse contingent, brigadegeneraal Richard Tieskens, bezocht hij de democratisch gekozen provinciale Gouverneur, Rasikh van Baglan. De ambassadeur brengt geregeld een bezoek aan locaties waar Nederlanders werkzaam zijn. Ook tijdens dit bezoek liet de ambassadeur zich informeren over de voortgang van diverse projecten en maakte hij kennis met de eerste gekozen Provinciale Raad. De gelegenheid werd mede aangegrepen om het
startsein voor een nieuw Nederlands brugproject een ceremonieel tintje te geven, door het onthullen van het PRT-projectbord op locatie. Met Nederlandse ontwikkelingsgelden wordt namelijk een brug gebouwd die Kut Chenar, het gebied ten westen van de stad Baglan, ontsluit. Waar nu de mensen zich door een drassig en modderig uiterwaardengebied moeten begeven, kunnen zij dit gebied in de toekomst middels een brug van naar verwachting 300 meter oversteken. In samenwerking met het ‘Rural Rehabilitation Development Department’ ondersteunt het Nederlandse PRT de werkzaamheden die hiermee gemoeid zijn. De bouw van de brug zal circa twaalf maanden in beslag nemen.
ZON, ZEE EN ZALIGHEID De voortuin van het statige Paleis te Den Helder heeft een nieuwe vlaggenmast. Op 17 februari werd om negen uur voor het eerst de Nederlandse vlag gehesen in de nieuwe vlaggenmast in de Paleistuin. De mast – een erfenis van de opgeheven Mijnendienst – vormt nu samen met twee kanonnen het pronkstuk in de gerenoveerde voortuin. “Een verrijking”, noemt luitenantter-zee 2OC Jules Winkel de nieuwe aanwinst. “Er stond hier altijd een smalle, witte aluminium mast met weinig uitstraling. We hebben er alles aan gedaan om de nieuwe mast hier te krijgen. Tot tevredenheid van veel mensen”, aldus het Hoofd Inwendige Dienst. Geheel in traditie legde hij een muntje onder de mast. “Dat geeft geluk”, licht hij toe. De renovatie van de voortuin, die net als de achtertuin meer ronde vormen krijgt, is bijna klaar. Winkel: “Alleen het gras moet nog ingezaaid worden en de bollen gepland.”
de stafleden van CZMCARIB met partners voor de ‘Stad Amsterdam’.
De clipper ‘Stad Amsterdam’, een tachtig meter lange replica van de klassieke driemaster uit de negentiende eeuw, lag in februari afgemeerd in Willemstad te Curaçao. In het verleden deed het zeilschip meerdere malen dienst als opleidingsschip voor adelborsten en er bestaat dus al jaren een hechte band tussen het schip en de Koninklijke Marine. Op zondag 12 februari werd de kans
34
aangegrepen om in het kader van saamhorigheid een vaardag te houden voor de staf van het Commando Zeemacht in het Caraïbisch Gebied en van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Hoewel het ruige zeilweer de eetlust van een deel van de bemanning enigszins verminderde, was de dag zeer geslaagd en luidde de eindconclusie: zon, zee en zaligheid.
Allehens_04/06_P35 23-03-2006 15:50 Pagina 35
EEN TOEKOMST VOL UITDAGINGEN
De 33 meter diepe duikput.
Op de Duik- en Demonteerschool (DDS) Thetis vindt weer de opleiding tot duiker ‘Categorie A’ plaats. Deze opleiding staat aan de basis van alle duikopleidingen bij de KM. Alvorens geïnteresseerden – ieder met hun eigen marineachtergrond en toekomstverwachting – aan de opleiding mee mogen doen, worden zij uitgebreid gekeurd door het Keuring en Selectiecentrum te Amsterdam, het Duikmedisch Centrum en de DDS in Den Helder. Elke kandidaat moet namelijk laten zien dat hij op sportief en mentaal vlak in staat is om de uitdagingen van een duikopleiding aan de DDS het hoofd te kunnen bieden. In de duikopleiding Categorie A moeten de leerlingen diverse uitdagingen trotseren. Een van de belangrijke onderdelen is de noodproceduretraining onder geconditioneerde omstandigheden op 33 meter diepte. Gedurende drie dagen worden de leerlingen – onder strakke begeleiding – de betekenissen van ‘zelfredzaamheid’ en ‘gecontroleerde noodopstijging’ bijgebracht. Het opkomen
met een drenkeling, opkomen door middel van het zogenoemde ‘buddy-breathing’ en de gecontroleerde vrije noodopstijging vanaf 33 meter geven de cursisten mentale bagage en vaardigheden mee voor een succesvolle voortzetting van de duikopleiding. Het vervolg van de opleiding bestaat onder andere uit duiken tot dertig meter, leren werken met diverse apparatuur, zoals een hefballon, leren duiken met een kompas en duiken onder een steiger. Hierna concentreren de lessen zich op het leren duiken onder schepen, in het kader van de scheepsveiligheidsorganisatie en ‘Force Protection’. Deze lessen worden gedurende twee weken uitgevoerd onder alle soorten eenheden van de Koninklijke Marine, zoals mijnenjagers, fregatten en bevoorraders. Uiteindelijk leidt dit alles tot een uniek product: duikende ‘werkpaarden’ van de KM die direct het maatschappelijk belang dienen. Want zonder duikers is er geen veiligheidsorganisatie onder water. Zonder duikers kunnen er geen opruimwerkzaamheden van
explosieven in de Noordzee plaatsvinden. Zonder duikers zijn strandverkenningen voorafgaand aan een amfibische landing niet mogelijk. Kortom, aan de basis van veel ernstoperaties staat de inbreng van een duiker. De matrozen, mariniers, korporaals en officieren die momenteel in opleiding zijn, hebben een goede toekomst in het vooruitzicht zodra ze de DDS met brevet verlaten. Een toekomst vol mentale en fysieke uitdagingen.
OPTIMISED MANNING Begin februari vond de eerste internationale workshop ‘Optimised Manning’ plaats in het nieuwe conferentiecentrum van Marinekazerne Amsterdam. Deze succesvolle workshop was een initiatief van de ontwerpgroep ‘Platform Management’ (PLAMAN) van de Defensie Materieels Organisatie (DMO) en werd bijgewoond door afgevaardigden uit Groot-Brittannië, Canada, Spanje, de Verenigde Staten, Duitsland en Zweden. Het doel van de workshop was om ervaring uit te wisselen – en mogelijkerwijs samenwerking te bewerkstelligen – op het gebied van bedrijfsvoering aan boord van (toekomstige) marineschepen. ‘Optimised Manning’ is een onderwerp dat voor veel marines zeer actueel is. In de huidige tijd zijn marines gedwongen om schepen
in te zetten met steeds minder mensen. Dit wordt met name ingegeven door de steeds groter wordende tekorten aan adequaat geschoold personeel. Maar ook de hoge personeelskosten gedurende de levenscyclus van een schip kunnen een reden zijn om de omvang van de bemanning te reduceren. Om dezelfde taken met minder personeel uit te kunnen voeren, worden concepten ontworpen en geïmplementeerd die het varen met minder mensen mogelijk maken. Tijdens de workshop presenteerden de verschillende landen dan ook de door hen ontworpen of toegepaste bemanningsconcepten, alle gericht op het optimaliseren van de bemanningsgrootte. Hierbij waren vier aandachtsgebieden gedefinieerd: de integrale ontwerpaanpak; operationele overwegingen
35
en consequenties; onderhoudsfilosofieën; en logistieke aspecten. De KM was met een grote delegatie goed vertegenwoordigd. De workshop kan als succesvol worden bestempeld, omdat alle aanwezige marines de intentie uitspraken voor verder samenwerking. De nadruk zal de komende periode liggen op informatie uitwisseling die de aanwezige landen kunnen toepassen in huidige lopende projecten. Voor Nederland kan de verworven informatie worden toegepast bij het ontwerp van het ‘Joint Logistic Support Ship’ en het ‘Patrol Ship’. Over een half jaar vindt een vervolgworkshop in Amsterdam plaats. Hierbij zal gepoogd worden, naast de reeds geïnteresseerde landen, ook andere marines te betrekken en uit te nodigen voor de workshop.
Allehens_04/06_P36 23-03-2006 15:51 Pagina 36
DRUGSVANGSTEN
Onder water De Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba heeft samen met de Douanerecherche en het RST op 28 februari zo’n 75 kilo marihuana onderschept. De drugs was verborgen in vijf metalen kratten, verstopt onder het schip ‘Pamplona’. Het gespecialiseerde duikteam van het Nederlandse fregat Hr.Ms. Van Nes dook de kratten op. Maandagavond rond 18.00 uur werd de ‘Pamplona’ voor onderzoek opgebracht naar de containerhaven. Een duikteam van het stationschip Van Nes voerde een grondig onderzoek uit onder de scheepsromp. Hierbij werden vijf metalen kratten aangetroffen. Deze kratten waren dichtgelast en moesten worden opengebrand. Toen werd in totaal 75 kilo marihuana aangetroffen. De verdovende middelen zijn overgedragen aan de douanerecherche. De kapitein en de eerste officier van het schip zijn aangehouden voor verhoor en daarna weer heengezonden. De zaak wordt verder onderzocht. (Foto: Kustwacht NA&A)
BOEKENVOORDEEL ALLE HENS In samenwerking met www.nautiek.nl kunnen de lezers van Alle Hens optimaal profiteren van een aantal special aanbiedingen. U kunt de boeken bestellen via Nautiek.nl. De boeken worden bij u thuis afgeleverd. Betaling geschiedt middels een – met de boeken geleverde – factuur achteraf. De verzendkosten bedragen € 3,50 binnen Nederland, € 8,50 binnen Europa en € 14,50 buiten Europa, ongeacht het aantal boeken dat u bestelt. Boeken die niet aan de verwachtingen voldoen, kunnen binnen acht dagen retour worden gezonden. De boeken zijn te bestellen via: Nautiek.nl, Zaagmolenstraat 26, 1823 BA Alkmaar. E-mail:
[email protected] of de website: www.nautiek.nl. Het gaat om de volgende boeken:
voor de Marine’ van Herman Stapelkamp is het negende deel uit de serie ‘Bijdragen tot de Nederlandse Marinegeschiedenis’. Stapelkamp beschrijft de carrière van Fabius. Met een geringe opleiding als kajuitwachter bij de koopvaardij, wist deze marineman toch nog vice-admiraal te worden. Het boek telt 240 bladzijden en is geïllustreerd. Prijs: van € 31,50 voor € 14,50.
Marine-torpedodienst Het rijk geïllustreerde, 176 bladzijden tellende boek ‘Marine-torpedodienst 1875-2000’ van J.M. Mohrmann omschrijft de geschiedenis van dit marineonderdeel van oprichting tot beëindiging. Het boek is gebonden met een papieromslag. Prijs: van € 25,50 voor € 12,50. Deugdelijke schepen Het gebonden boek ‘Deugdelijke schepen: Marinescheepsbouw 1945-1995’ van S.G. Nooteboom telt 219 bladzijden. In deze uitgave behandelt de schrijver de marinescheepsbouw van na de Tweede Wereldoorlog. Het boek is voorzien van foto’s en bijlagen. Prijs: van € 36,00 voor € 17,50.
Lange achtervolging Het is zondagavond 5 maart als de bemanning van de Kustwachtcutter Panter een verdacht scheepje op zo’n zeven mijl ten zuiden van de Bullenbaai te Curaçao met hoge snelheid ziet varen. Direct zet de cutter de achtervolging in en ook wordt de kustwachthelikopter AS355 ingeschakeld. De go-fast – met de naam ‘Las dos Aguas’ – probeert met hoge snelheid in westelijke richting te vluchten, maar kan na een lange achtervolging van vijf uur staande gehouden worden. Bij nader onderzoek blijken zich aan boord zo’n vijftien balen met daarin 400 kilo cocaïne te bevinden. De kapitein en de vier opvarenden, alsmede het vaartuig en de verdovende middelen, zijn door de kustwacht overgedragen aan de Douanerecherche.
Een leven voor de marine Het met papierenomslag gebonden boek ‘Gerhardus Fabius (1806-1988): Een leven
36
Het Instituut Het met papieromslag gebonden boek ‘Het Instituut: Honderdzeventig jaar opleiding tot marineofficier 1829-1999’ van G.M.W. Acda en anderen is het tiende deel uit de serie ‘Bijdragen tot de Nederlandse Marinegeschiedenis’. In 319 bladzijden, voorzien van foto’s en illustraties, geven de schrijvers een beeld van de geschiedenis van het Koninklijk Instituut voor de Marine. Prijs: € 34,50 voor € 16,50.
Allehens_04/06_P37 23-03-2006 15:51 Pagina 37
SLEUTEL TOT SUCCES
Generaal Kiesheyer overhandigt de commandantenpenning.
Kolonel der mariniers Jan van Putten droeg op zondag 26 februari het commando over het Nederlands Provinciaal Reconstructieteam (PRT) in Pol-e-Khomri over aan kapitein-terzee Peter de Harder. Hiermee legde Van Putten na zes maanden dit bijzondere commando in de Afghaanse provincie Baghlan neer. In zijn afscheidsrede gaf de kolonel aan zeer tevreden te zijn over de inzet van het personeel van het PRT. Want hoewel de Nederlandse ISAF militairen in de afgelopen maanden meerdere malen geconfronteerd werden met geïmproviseerde bommen – zogenoemde IED’s – heeft de inzet er niet onder geleden. Ook het contact met de bevolking verliep volgens Van Putten zeer goed: “De Nederlanders zijn respectvol en geduldig
De sleutel tot succes. De Harder (links) aanvaardt het comando.
in hun omgang met de lokale bevolking, de oude krijgsheren (‘power brokers’) en overheidsfunctionarissen. En dat werpt zijn vruchten af.” Van Putten voorspelt dan ook dat deze omgangsvormen – de ‘Dutch way’ – de sleutel tot succes zijn. Ook voor het welslagen van de uitzending van Nederlandse militairen naar de zuidelijke provincie Uruzgan. De commandant van het Noordelijk Regionaal Coördinatiecentrum, de Duitse generaal Kiesheyer, en de commandant CONTCO, generaal Tieskens, woonden de ceremonie bij. In hun toespraken besteedden beide generaals aandacht aan het belang van de wederopbouwactiviteiten van het PRT. Er is geen wederopbouw mogelijk zonder veiligheid en stabiliteit wat door ISAF wordt verzorgd. De
HET NEDERLANDS KOLONIAAL VERLEDEN EN DE GESCHIEDENISBOEKJES De geschiedenisboekjes voor het onderwijs reflecteren het beeld dat Nederland gevormd heeft van zijn koloniaal verleden. De tentoonstelling ‘Het Nederlands koloniaal verleden en de geschiedenisboekjes’ – die momenteel in museum Bronbeek is te bezichtigen – toont de veranderingen in dit zelfbeeld aan de hand van lesmateriaal voor het lager en basisonderwijs in de periode 1945-2000. Indië verloren Tot in de jaren vijftig lag het accent in het onderwijs op het nationaal zelfbewustzijn: het kleine Nederland was trots op zijn omvangrijke koloniën. Uit de schoolboekjes uit die tijd blijken ook de gevoelens over het traumatische verlies van Nederlands-Indië in 1949 en het ingeschatte negatieve economische gevolg: ‘Indië verloren, rampspoed geboren’. In de jaren zeventig bleek deze verwachting ongegrond en verdween de NederlandsIndische kolonie in het onderwijs naar de achtergrond. Er was zelfs sprake van ver-
dringing van deze gevoelige periode. Met de komst van veel Surinamers naar Nederland – voorafgaand aan de onafhankelijkheid – nam de belangstelling voor de geschiedenis van Suriname toe. In het onderwijs verschenen toen onderwerpen als slavernij en slavenhandel. Inzicht De expositie ‘Het Nederlands koloniaal verleden en de geschiedenisboekjes’ geeft inzicht in de veranderende beeldvorming over het Nederlands koloniaal verleden in de loop der decennia aan de hand van tekstfragmenten, wandkaarten, prenten en foto’s. De tentoonstelling is ontwikkeld door het Nationaal Onderwijsmuseum te Rotterdam en is te bezichtigen tot en met 28 mei. Bezoekadres Museum Bronbeek Velperweg 147, Arnhem telefoon 026 376 35 55, www.bronbeek.nl
37
inzet van Van Putten is daarbij niet onopgemerkt gebleven. Als teken van waardering overhandigde generaal Kiesheyer aan de scheidend commandant de ISAF commandantenpenning. Kapitein-ter-zee De Harder aanvaardde het commando over het PRT door de ‘Staf der Commandant’ van zijn voorganger over te nemen. Deze Staf staat symbool voor het vertrouwen in de nieuwe commandant. (Met dank aan LTZSD2 KV ing. Hein van Gerner)
LUSTRUM DVD In het kader van de lustrumviering van het Korps Mariniers op 10 december 2005 wordt een bijzondere dubbele lustrum DVD samengesteld. Hierop komen beelden van de kranslegging op het Oostplein, het defilé en een selectie van bestaande korpsfilms, zoals: De Mariniersbrigade, de korpsfilm gemaakt door Paul Verhoeven (1965); De Marinier anno 1975; De Mariniersclip; en de laatste wervingsfilm ‘Verleg je grenzen’. Voorts zullen beelden van missies vanaf 2000, foto’s van deze missies en een tweetal nummers van de Marinierskapel de dubbel DVD completeren. De kosten bedragen € 5,- inclusief verzendkosten. Deelnemers aan de lustrumviering van 10 december jongstleden konden de DVD al eerder bestellen. De lezers van Alle Hens kunnen de DVD bestellen door een briefje met daarop naam, adres en het gewenste aantal DVD’s te sturen aan: N.J. Dol, Land voor water 43, 2841 NC Moordrecht.
Allehens_04/06_P38 23-03-2006 15:51 Pagina 38
Mariniers oefenen Naval Gunfire Support in Schotland
De ogen en oren van het schip In een bunker op het noordelijkste puntje van Schotland, Cape Wrath, wacht het ‘Forward Observation’ Team, bestaande uit vier mariniers, totdat het dikke mistfront wegtrekt. Het doel, een eiland omringd door meters hoge kliffen, is niet meer te zien. Ongeveer vijftien kilometer verderop vaart een Amerikaanse ‘destroyer’ heen en weer voor de kust, geteisterd door de hoge golven, maar klaar om te vuren. Onder extreme weersomstandigheden oefenden de mariniers van 27 februari tot en met 10 maart het ‘Naval Gunfire Support’, de indirecte Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Peter Bijpost (CAVDKM) vuursteun van een schip.
38
Allehens_04/06_P39 23-03-2006 15:52 Pagina 39
“Een puur technisch trucje”, noemt kapitein der mariniers Emanuel Thomeer het ‘Naval Gunfire Support’ (NGS). Hij is de teamleider van het ‘Forward Observation’ Team (FO-Team) dat de indirecte vuursteun van schepen leidt. Het team, een afvaardiging van tien mariniers van de eerste mortiercompagnie van het gevechtssteunbataljon, levert ondersteuning aan de in totaal elf schepen die binnen twee weken ‘naval gun’ gecertificeerd moeten worden. Dat betekent dat ze minimaal twee keer per jaar verplicht ‘naval gunfire’ moeten schieten. Naast NGS is het FO-team ook gespecialiseerd in waarneming en het aanvragen, coördineren en ‘deconflicteren’ van alle vormen van indirecte vuursteun zoals onder andere mortieren, artillerie en luchtsteun. Maar deze twee weken staan in het teken van ‘Naval Gunfire Support’. Voor het FO-team een mooie gelegenheid om zes mariniers op te leiden tot ‘spotter’. Dat gebeurt onder leiding van Engelse instructeurs van de ‘148 FO-Battery’. Het is een individuele opleiding waarbij elke cursist minimaal twee ‘live’ missies moet hebben gedraaid om gecertificeerd te worden. Thomeer: “Tegenwoordig worden mariniers meer ingezet ter ondersteuning van landoperaties. Naval gunfire en luchtsteun zijn vaak de enige vormen van vuursteun die eenheden aan land kunnen ondersteunen en gunstige condities
voor de landing kunnen creëren. Het NGS vormt dan ook de ultieme link tussen blauw en groen.” Woeste golven In de ‘faraid head’, de veiligheidstoren van Cape Wrath, is het impact gebied goed te zien: een eiland op ongeveer vijf kilometer afstand. Voor de dertig meter hoge kliffen liggen drie kleinere eilandjes. De middelste is door de spotters omgedoopt tot ‘turtle island’, omdat het de vorm heeft van een schildpad. In het impactgebied staan containers en oude militaire voertuigen. Rechts van de toren vaart de Barry, een ‘destroyer’ van de Arleigh Burke klasse, de ‘range’ binnen. Het schip wordt als een speelgoedbootje werkelijk door de golven heen en weer geslingerd. Zelfs de kliffen moeten het ontgelden: de woeste golven denderen er met witte koppen makkelijk overheen. Zoals bij veel noordelijke landpunten staat er ook in Cape Wrath een stramme harde wind, die nu is ontaardt in een heuse storm. De antenne van de veiligheidstoren verliest het gevecht met de krachtige windvlagen en knakt als een lucifer om. Een Engelse sergeant plakt de antenne provisorisch vast met ‘ducktape’. “Ik ben bang dat dit vandaag vaker gaat gebeuren”, lacht hij. Alert blijven In de bunker gaat het er net zo aan toe. Ook die antenne waait een keer om en moet weer worden vastgezet. Ondertussen leggen Thomeer en de opvolgend teamleider, sergeant der mariniers John Jansen, de procedure van de ‘Naval Gunfire Support’ uit. “Het begint allemaal met een schietopdracht. Wij bepalen de locatie van het doel. Voor ons is het de taak om het schot daar te krijgen waar wij hem willen hebben”, legt Thomeer uit. Om dat te bereiken moet er veel berekend worden. De locatie van het schip, de positie van
Kapitein der mariniers Emanuel Thomeer is de leider van het FO-team. Vanuit de bunker bekijkt hij het schietgebied van Cape Wrath.
In de faraid head, de veiligheidstoren worden de vuuraanvragen in de gaten gehouden.
39
Allehens_04/06_P40 23-03-2006 15:53 Pagina 40
De korporaal verbindelaar, sergeant der mariniers Ronald Andriessen, maakt het eerste radiocontact.
eigen eenheden, het doel en de observatiepost (OP) – in dit geval de bunker – worden op de kaart gezet. Thomeer: “Voor ons is het vooral belangrijk te weten waar het schip zich precies bevindt. Als de gegevens allemaal kloppen wordt de ‘gun target line’ vastgelegd, de lijn van het schip naar het doel.” De teamleider geeft vervolgens het commando aan het schip om te vuren. Het is belangrijk dat de ‘spotters’ alert blijven en hun verrekijker goed benutten, want na de inslag van de granaat moeten ze de afstand van inslag tot doel meten. Het komt weinig voor dat een schip in een keer raak schiet. Er is dus vaak een ‘spotter adjust’ nodig, een correctie van de spotter voor het schip om het doel dichter te naderen. Geen ontvangst Het valt zelfs voor de ervaren Thomeer en Jansen niet mee om de eerste vuuraanvraag van deze dag goed te doorlopen. Ze worden continu tegengewerkt door Moeder Natuur. De vele sneeuwbuien en mistfronten die de mannen teisteren, zijn zo hevig dat de ontvangst met de Barry wegvalt. Het is lang wachten op antwoord… tot
Naval Gunfire Support: de ultieme link tussen blauw en groen lichte irritatie van de Engelse instructeur, sergeant Steve Hoyland. “Ik had ze nu zo’n beetje een brief kunnen sturen”, grapt hij. Jansen trotseert het natuurgeweld en controleert buiten de bunker nogmaals de antenne. “This is the OP”, probeert Thomeer voor de zoveelste keer. Het blijft lang stil. Na tien minuten klinkt er een krakerig antwoord door de radio. De missie wordt weer opgestart.
De Bremen, een Duits fregat uit de Bremenklasse, bewijst dat een vuuraanvraag succesvol kan verlopen. Het tweede schot is meteen al in de roos.
40
Allehens_04/06_P41 23-03-2006 15:53 Pagina 41
Thomeer staat op het punt zijn ‘fire’ te geven, maar een megasneeuwbui gooit roet in het eten. Er zit niets anders op dan wachten… Alsof het lot ermee speelt. Het eerste schot dat de Barry kon afvuren, was niet waarneembaar door de spotters. De snel opkomende mist ontnam de twee mannen het zicht op de inslag. “Als deze problemen aanhouden, zit er niets anders op de missie af te breken”, concludeert Thomeer. Ondertussen vaart de Edingburgh, een Engelse destroyer type 42, het gebied binnen. Die laat over de radio weten veel te willen schieten deze middag. Thomeer en Jansen anticiperen direct en besluiten om beide schepen in het impact gebied toe te laten. De Edingburgh gaat op het middelste eiland schieten, de Barry houdt zijn eigen doel. Echter, een moment later trekt de Barry zich terug wegens een probleem met het kanon, het lot dat de Edinburgh later ook treft. “End of mission”, zijn de laatste woorden die Thomeer deze dag uitspreekt over de radio. Van voor naar achter… Sergeant der mariniers Henri van de Wetering is een van de zes cursisten die ‘naval gun’ gecertificeerd moeten worden. “Het heeft veel overeenkomsten met artillerie. Als je het eenmaal begrijpt, stelt het weinig voor”, vindt hij. De groep volgde, voorafgaand aan deze oefening, een korte theoretische cursus in Poole, Zuid-Engeland. Van de Weterings functie binnen het team is FO-Ack, de assistent van de teamleider. Hij ondersteunt hem en controleert alles wat met de vuuraanvraag te maken heeft. Hij noemt NGS een uitdaging. “Bij artillerie is het voorspelbaarder. Bij ‘naval gun’ moet je met meer dingen rekening houden, zoals de stroming en deining van de zee.” De Engelse instructeur Hoyland wijdt juist daar ’s middags een korte theorieles aan. Daar is, tussen het schieten door, even tijd voor omdat er in de buurt van Cape Wrath een begrafenis plaatsvindt.
Hoe werkt een FOO-team? In een amfibische operatie kan het FO-team, bestaande uit een teamleider (kapitein), opvolgende teamleider (sergeant), verbindelaar (korporaal), en een allround teamlid (marinier 1), bijvoorbeeld als ‘advance force’ worden ingezet. Dan komt het team samen met andere specialistische eenheden als eerste aan land om daar het vuursteunelement te coördineren en te ‘deconflicteren’. Vanaf een basis gaat het team met een heli, een rubberboot of te voet aan land. De mariniers opereren de eerste 24 tot 72 uur totaal zelfstandig. Ze observeren het gebied en kiezen een punt waarvandaan ze de aangewezen sector goed kunnen zien. Na het opbouwen van de observatiepost – gecamoufleerd onder een zeil, in een bunker of ruïne – maakt de korporaal verbindelaar radiocontact. De teamleider bepaalt de doelen voor de vuuraanvraag en plot de benodigde gegevens in op de kaart. “Het is een heel tactisch scenario. We zijn de ogen en oren van het schip”, legt opvolgend teamleider, sergeant John Jansen uit. “De teamleider weet alles, van: hoe kunnen de troepen worden ingezet?; welke wapens kunnen gebruikt worden?; waar zijn de reserve-eenheden?; tot, hoe moeten die aangestuurd worden? Hij is de adviseur van de eenheidscommandant.” Als de troepen aan land komen, gaat de teamleider samen met de verbindelaar mee naar voren. Dan kan er ‘naval gun’, artillerie of luchtsteun geschoten worden.
41
Allehens_04/06_P42 23-03-2006 15:54 Pagina 42
Begrijpelijkerwijs wordt er dan uit respect niet geschoten. Hoyland legt in zijn theorieles onder meer uit hoe je een schip kunt positioneren aan de hand van stroming. “Het probleem met naval gun is dat het schip continu beweegt: van voren, naar achter, op en neer. Dat een schip vanaf zee überhaupt raak kan schieten, verbaast me keer op keer.” ‘Early Burst’ Dan is het moment aangebroken voor Van de Wetering om zijn eerste vuuraanvraag op te zetten. Dit keer mag de Portland, het Amerikaanse Dock Landing Ship, zijn granaten afvuren. Het doel is de witte container op een van de kleinere eilandjes. Een paar momenten voor het opstarten van de missie zit de stemming er goed in. Hoyland grapt erop los. “Het enige plezier dat ik vandaag heb is om Schotland af te knallen”, zegt hij met een dikke knipook. “We gaan het eiland laten zinken, jongens!” Van de Wetering lacht mee, maar is even later alweer serieus bezig met het opstarten van de missie. Het eerste schot valt voor de rotsen in zee. “Helemaal uit de richting”, baalt Van de Wetering. Het tweede schot valt weer in zee, nog verder van het doel af. “Het heeft vast te maken met de afdrijving. Tussen de schoten in, verplaatst het schip in de stroming”, verklaart Jansen. Als het derde schot weer in zee terechtkomt, wordt deze missie afgeblazen. Het team besluit een nieuw doel te nemen. Dit keer moet de blauwe container op het ‘turtle island’ geraakt worden. Na het eerste schot, dat links van het doel inslaat, komt er een alarmerend bericht van het schip binnen: ‘internal accident’, er is iemand over boord geslagen. Thomeer geeft ‘end of mission’ door. De ongelukkige persoon kan relatief snel worden gered en de Portland is weer snel klaar om te vuren. Het schip schiet meteen vijf salvo’s af, waarvan drie de ‘turtleshoulder’ treffen. Een mooie score. Perfectionistisch als het team is, willen de mannen toch proberen de
schoten meer op de ‘schouder’ te krijgen. Het idee pakt niet goed uit: de volgende schoten zijn te hoog of vallen in zee. Thomeer trekt zijn conclusie: “Het is een ‘early burst’ probleem. De granaat ontploft te snel, daardoor lijkt hij in zee te vallen en kunnen wij niet goed zien waar hij precies inslaat. Wij kunnen dan niet meer corrigeren. Daar is niets aan te doen, het is een munitieprobleem van het schip.” De Bremen, een Duits fregat uit de Bremenklasse, bewijst later die dag dat een vuuraanvraag ook zeer succesvol kan verlopen. Het tweede schot is meteen al in de roos. Ook in de tweede missie raakt het fregat het doel: maar liefst negentien salvo’s belanden pal op de ‘schouder’. Het aantal treffers is meer dan negentig procent. “Dat zie je niet veel”, aldus een tevreden Jansen. “Een mooi voorbeeld van goed gespot en goed geschoten. Prachtig om te zien.” “Je hebt bij ons geen duidelijke scheidingslijnen”, vertelt Thomeer na afloop van de tweede dag van deze grote Naval Gunfire Support oefening. “We zijn met elkaar verweven, voor een hiërarchische organisatie best uniek. Natuurlijk gelden bij ons ook rangen en standen, maar we moeten de klus toch echt met z’n vieren klaren.”
Cape Wrath is de enige ‘live bombardement range’ in Europa.
42
Allehens_04/06_P43 23-03-2006 15:54 Pagina 43
OFFCIEREN
SMJRODND B. de Warle,
SGTTDW F.J. Knobben,
Ing. M.T.P. Dito, 9,
SGTTDW A. van Bezooijen,
SGTLDGD M.A.C. Kors,
M.J.N. Koning, 9,
Bevorderingen:
SGTWDS J.G. Deelen,
SGTMARNALG P. Kosterman,
M.E. Teijgeman, 9,
KLTZA T.F. van Son,
SGTTDW P.J.H. Dekker,
SGTWDS B. Oymak,
J.T.A. Zwirs, 9,
LTZA 1 mr. M.D. Fink,
SGTMARNALG A. Giateli,
SGTODOPS D.P.M. Ploeger,
R. Blok, 8,
LTZSD 2OC M.K. van
SGTBDWKA J.J.T.H. Heemskerk,
SGTWDS J. Praamstra,
A.A. Sinnema, 8,
Alderwegen,
SGTLDA R.A.F. Herbrink,
SGTTDE H.H.J. Scholten,
R.M. Vader, 8,
KAPTMARNS drs. C.H.M. Ewoldt,
SGTODVB P.L. Hermans,
KPLTDE J.J. Back,
R.A.F. Wittebrood, 8,
LTZE 2OC ing. R.A. Heij,
SGTLDV F.D.G.M. Hoekjan,
KPLLDA S. Basjes,
T.A. van Zanten, 8,
LTZ 2OC ir. J.K.J. Hekker,
SGTLDA L.J.H. Jansink,
KPLWDS W.S. Beldman,
J. Adema, 7,
LTZ 2OC T.J. Houkes,
SGTODND T.J. Kuipers,
KPLTDW G.R. van Dalfsen,
D. Donkers, 7,
LTZ 2OC R.J. Knauf,
SGTMARNALG R. Loeve,
KPLTDW M.P. Haasdijk,
J. Eelman-van der Leek, 7,
LTZT 2OC ir. M.P.J. Ligtvoet,
SGTODOPS Y. van der Meer,
KPLMARNALG S.A. Koster,
R. Oele, 7,
LTZ 2OC D.P.E. Oorburg,
SGTODOPS M. Neesman,
KPLMARNALG R. Ripson,
V.E. de Vos, 7,
LTZE 2OC ing. S.J. Raue,
SGTODOPS L. van Nijnatten,
KPLTDE T. van Weijen,
D.G.M. Warnars, 7,
LTZT 2 A.P.A. Disco,
SGTMARNALG M. Smeenk,
MATR 1 BDWSR M. van Beesten,
A.J.D. Baart, 6,
LTZSD 2 drs. B.A. Koster,
SGTTDV N. Smit,
MARN 1 ALG M.J.C. Boon,
P.F.J. van de Berg, 6,
LTZ 2 R. Flohil,
SGTMARNALG E. Spil,
MARN 1 ALG S. Dekker,
G.J. Balkema, 5,
ELNTMARNS M.M. van der Hoek.
KPLWDS M.D. Beukers,
MATR 1 LDV T.A. Dresia,
E. Blokker, 5,
KPLMARNVB E.M. Blumers,
MATR 1 LDV S. Hofstra,
J. Bongers, 5,
Dienstverlaters:
KPLMARNVB J. Breedveld,
MATR 1 ODND M.J.F.
D.B. Bul, 5,
KTZE ir. T.T.M. Groot,
KPLMARNALG M.C.W. van
Hoppenbrouwers,
P. van Dijk, 5,
KTZAR M.J.J. Hoejenbos,
Rensch,
MATR 1 ODVB R. Jansen,
M. van Gijzen, 5,
KTZT W.J. Kramer,
KPLTDW B. Voorn, B
MATR 1 WDS R.P. Lentjes,
N.C. Heerschap, 5,
LTZA 1 E.A.C.M. van Kessel,
MATR 1 TDW J.P.W. Alders,
MATR 1 LDV T. Mansier,
R.G.J. te Kloese, 5,
LTZA 2OC R. Koppes,
MATR 1 LDV G.J. Ankoné,
MATR 1 TDW L.L. Mc Campbell,
R. Koopman, 5,
LTZV 2OC A. Meins,
MATR 1 LDA B.O.U. Apai,
MATR 1 LDGB J.J. van der Meer,
M.A. Louwerens, 5,
LTZV 2OC ir. R. Vermerris,
MATR 1 WDS D.S. Baars,
MATR 1 ODND D. van den
W. Pama, 5,
LTZ 2 A.J. Cuvelier,
MATR 1 TDW D.C. Beerens,
Meerendonk,
M. de Ridder, 5,
LTZV 2 ing. S.E.D. Engels,
MATR 1 WDS T. Burger,
MATR 1 WDS P.H. Polling,
I.G. Schipper, 5,
LTZT 2 H.J. Schoenmaker,
MATR 1 TDW D.J. Compaan,
MARN 1 ALG T. Reinders,
D. Smit, 5,
LTZT 3 ir. L. Boelen.
MARN 1 ALG D. Cornelje,
MATR 1 ODND J. de Steur,
J.P.L. Snoek, 5,
MATR 1 TDW W.M. Everdingen,
MATR 1 LDV M.O. Stolk,
B. Versteeg, 5,
ONDEROFFCIEREN
MATR 1 TDE M. de Jong,
MATR 1 LDV J.W. Velema,
J.S. Vet, 5,
MATR 1 OD W. Meijer,
MATR 1 LDV M. Vermeulen,
M. de Vries, 5,
Bevorderingen:
MATR 1 ODVB A.R. van der
MATR 1 TDE H.J.A. van der
Z.E.B. Wennekers, 5,
AOOODND H. Bik,
Meulen,
Wetering,
P.S. de Wit, 5,
AOOMARNALG H. Bouman,
MATR 1 LDGB J. van Nood,
MATR 1 ODND N.E. Wijnhorst,
L.J. van Zoonen, 5,
AOOODOPS B. de Bruin,
MATR 1 TDE J.L. Poelstra,
MATR 1 ODND E.E. Wildeboer,
A. Bregman, 4,
AOOODOPS R. Eland,
MATR 1 ODVB M.R.F. Roos,
MATR 2 LDGB J.P. Hoving,
M. de Geus, 4,
AOOWDV J. Klappe,
MATR 1 LDV B.R. Ruiter,
MATR 2 TDE N.H.G. Jansen,
S. Woort, 4.
AOOODOPS J. Mors,
MATR 1 LDV R. Vlijter,
MATR 2 OD R. de Wit.
AOOMARNALG J. Veldhuis,
MATR 1 LDV N.A.Vreeburg,
SMJRLDA M. du Frenne,
MATR 1 LDA V. Vrij,
SMJRLDA J.H. Holman,
MATR 1 LDA S. Wiepking,
SMJRTDW A. Hoogeveen,
MATR 2 LDGB M.J.M. Mulder.
Dienstverlaters:
BURGERS
Ing. T. Wouda,
Bevorderingen:
M.J. Groot.
M.A. Bouzidi,
Ir. A.R. Boomstra, 12,
SMJRWDE H.C. Hoorweg, SMJRLDGB M. Jansen,
Dienstverlaters:
W.H. Lubbers, 12,
SMJRODND J.J. van den
OPPRRMNT J.S. de Vries,
T. van der Schraaf, 12,
Nieuwendijk,
SMJRTDW H.P. Blokker,
Drs. ing. C. Altena, 11,
Kapitein der mariniers Dominicus
SMJRWDV ing. W.F.D. Oitmann,
SMJRBDGSK A.B.C.H. Wienk,
Drs. M.M. Dekker, 11,
Schoonen,
SMJRWDW H.H. van Riel,
SGTWDV H.G. Braam,
J.P.F. van Regenmortel, 11,
Hoofdtechnicus Douwe Dros,
SMJRODOPS G.J.P.M. Vermeulen,
SGTWDS F. Broersma,
A.M.M. Schop-Kos, 11,
Chef tekeningenbeheer Hendricus
SMJRODOPS T.Z. van der Vleut,
SGTTDV F.P. Kleinjan,
H.W. Sluimer, 10,
de Groes.
43
IN MEMORIAM
Allehens_04/06_P44 23-03-2006 15:54 Pagina 44