Alle Hens
Maandblad van de Koninklijke Marine maart 2009
Parangkoorts en patrouilleren Tien meter schip erbij
Colofon: Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
Alle Hens
Inhoud
Cover
Per boot kom je overal in de jungle. Maar de vijand ligt op de loer. Foto: Cees Baardman
4 Terug in Belize Veertig mariniers volgen de jungle-instructeursopleiding in Belize. “Iedereen krijgt hier last van parangkoorts”, lacht eerste luitenant der mariniers Valk.
Redacteurs: LTZSD 2 KV B. Wijnandts LTZ 2OC M. F. van der Maas Aan dit nummer werkten verder mee: LTZ 2 B.J.G. Bosch ELNTMARNS Ruud
9 Makeover Ruim tien meter langer, 22 extra slaapplaatsen en met een hypermoderne kombuis werd het tweede verlengde duikvaartuig Nautilus weer in dienst gesteld.
Lay-out & druk: OBT B.V., Den Haag Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Telnr.: 0800 225 57 33 DSN *06-733
12 Kabeltje vervangen
4
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0 223 657 620 / 657 660 DSN 209 57620 / 57660 E-mail:
[email protected] E-mail redactieraad:
[email protected]
Bestrijden, opsporen en ontmantelen van bermbommen is niet alleen een ‘hot item’ voor defensie, het houdt ook het bedrijfsleven flink bezig. Tientallen bedrijven presenteren elk jaar hun ‘oplossing’ voor het bermbomprobleem.
17 Een basis op zee
9
Veertien operators van de Unit Interventie Mariniers reisden af naar Hongkong om daar het werkterrein van hun collega’s van de Special Duty Unit te ontdekken. Behalve de specialistische maritieme operaties legden de operators ook een uitdagend klimparcours op wolkenkrabbers af.
17
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 16 maart 2009.
24 Ik zie, ik zie…
Is het nou een onschuldig vissersbootje of zijn het piraten? Snelle detectie van schepen in operatiegebieden zoals de Indische Oceaan, is cruciaal. Een kastje gekoppeld aan een camera, kan het antwoord zijn voor marineschepen.
En verder: 28 Sport 31 Logboek 39 Mensen & Mutaties
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
ISSN 0024-0389
Sea basing is een concept dat binnen de NAVO nog in de kinderschoenen staat. Wat kan de Nederlandse krijgsmacht hiermee? TNO voltooide eind januari een drie jaar durend onderzoek naar opereren vanuit een militaire basis op zee.
20 Spiderman in Hongkong
Internet: www.defensie.nl
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
Waarom een schip helemaal droog leggen voor een relatief simpele reparatie aan de boegschroef? Een duikbedrijf kan het onder water.
14 Het bermbomprobleem
Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Telnr.: 0343 474 150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest Telnr.: 0900 226 52 63 (s 0,10 per minuut) www.aboland.nl Opzegtermijn zes weken
Maandblad van de Koninklijke Marine
20
Personele situatie In voorgaande columns heb ik regelmatig iets gezegd over ons personeel en de personele situatie binnen het Commando Zeestrijdkrachten. Hoe belangrijk het is om gemotiveerde en tevreden mensen in onze organisatie te hebben. Inzet kan namelijk niet zonder voldoende en goed opgeleid personeel dat met enthousiasme zijn of haar werk uitvoert. Ik merk bij werkbezoeken en in mijn gesprekken met u, dat veel vragen en onduidelijkheden betrekking hebben op de manier waarop de KM-leiding hiermee omgaat. Onlangs heb ik een interview gegeven aan het Marineblad, het maandblad van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren (KVMO). In dat interview heb ik een aantal zaken nader toegelicht. Om dit ook bij een bredere lezersgroep uit te dragen, haal ik in deze column een paar punten uit dit interview aan. Toen ik medio 2007 aantrad, heb ik samen met de Admiraliteitsraad vastgesteld wat willen we bereiken. Eén van die ambities hebben we genoemd: “herstel van vertrouwen”. Het ‘waarom’ komt omdat we onder andere bij werkbezoeken merkten dat het vertrouwen in onze KM afnam en veel personeel zich onzeker voelde over zijn toekomst bij de KM. Daar moesten en moeten we wat mee, omdat het direct bepalend is voor de beleving en het resultaat van het werk. De afname van het vertrouwen vond haar grond in verschillende redenen waaronder grote reorganisaties, het nieuwe P&Osysteem, het functietoewijzingsproces dat nog niet naar behoren functioneerde en bepaalde werk- en leefomstandigheden die tot klachten leidden. We hebben die zaken allereerst in kaart gebracht en daarop acties ter verbetering in gang gezet. Belangrijker is dat die acties inmiddels hebben geleid tot de eerste resultaten. Ik noem graag de recente introductie van loopbaanbegeleiding, de gerenoveerde en verbeterde legeringskamers, de uitrol van het internet over de walaccommodatie en – waar mogelijk – ook op de schepen, en het commandantenfonds, niet alleen voor de schepen maar ook de walinrichtingengraag. Er is meer gaande en we gaan hier ook mee verder, maar ik heb begrip voor belevingen dat het niet snel genoeg gaat. Dit betreft bijvoorbeeld een onderwerp als de renovatie van alle accommodatie. Bij uitstek iets van de lange adem. De planning loopt tot 2013, terwijl ook ik u het liefst morgen al in een aan de tijd aangepaste en moderne legeringskamer zou laten slapen. Helaas is dat niet zo snel te realiseren. U kunt er wel van overtuigd zijn dat we continu naar (financiële) mogelijkheden zoeken en die waar mogelijk aangrijpen om dit zo snel mogelijk, liefst eerder dan de huidige planning, te realiseren. Het opheffen van de personele tekorten is een tweede zaak van lange adem. Een onderwerp dat uiteen valt in twee delen: werving en behoud. Terugdringen van die tekorten zal op basis van de huidige prognoses en de genomen maatregelen nog zeker een aantal jaren vergen. Ik verwacht gaandeweg wel een ombuiging van de huidige negatieve trend, maar het herstel gaat helaas langzamer dan ik graag zou willen. Evenzogoed zijn de eerste resultaten van alle inspanningen er al wel. Het aantal sollicitaties bij de KM neemt toe. Wellicht zal ook de huidige economische crisis en als gevolg daarvan het ruimer worden van de arbeidsmarkt, het herstel kunnen versnellen. Een belangrijk initiatief in dit veld is bijvoorbeeld de invoering van het project Loopbaanlint. Zonder in detail op dit initiatief te in te zoomen, merk ik graag op dat dit initiatief nieuwe kansen biedt. In de komende jaren kan het leiden tot een veel grotere instroom van jongeren naar onze organisatie. Om mensen te behouden voor de KM is het belangrijk dat zij zich prettig voelen en gemotiveerd blijven. Activiteiten in de organisatie moeten gericht zijn om dat te bewerkstelligen. Het betreft hier activiteiten op diverse gebieden: een aantrekkelijk oefen- en vaarprogramma met interessante oefenmogelijkheden en leuke havens; voldoende opleidings- en trainingsmogelijkheden; een acceptabele werkbelasting en een goede balans tussen de werken thuissituatie. Dat laatste vraagt om een goede afweging. Wat
kan er van het personeel gevraagd worden en hoe kunnen we er tegelijkertijd voor zorgen dat de mensen zich goed voelen en met plezier hun werk uitvoeren. Hierbij moet u zich bedenken dat het belangrijk is om als marine regelmatig met schepen en eenheden te worden ingezet. Daadwerkelijke inzet is uiteindelijk bepalend voor de relevantie van onze KM en het draagvlak daarvoor in onze samenleving. Dat draagvlak is zeker niet vanzelfsprekend. Daarom moet het belang van de krijgsmacht en onze marine voortdurend onweerlegbaar worden aangetoond. Daarin spelen wij als marinemensen ook een belangrijke rol. Want wat voor velen van ons vanzelfsprekend is, is bij het grote publiek vaak onbekend. Als mensen bij gelegenheid toch te horen en te zien krijgen waar de KM en defensie zich mee bezig houden, vallen de schellen vaak van de ogen en herkennen ze ons werk als waardevol en bijzonder. Ik denk aan onze dagelijkse werkzaamheden zoals SAR-operaties, duik en demonteerwerkzaamheden, hydrografische opnemingen en mijnenopruimingswerkzaamheden op de Noordzee onder de noemer van Operatie Beneficial Cooperation. Of de speciale inzet van onze mariniers die tewerkgesteld zijn bij de Dienst Speciale Interventies en de inzet van onze mensen in het kader van de Intensivering Civiel-Militaire Samenwerking. Allemaal zaken die belangrijk zijn voor onze samenleving en waar wij als marinemensen trots op kunnen zijn. Hiervoor moeten wij als KM-personeel meer reclame maken in onze omgeving buiten de KM. Tenslotte nog iets op personeelsgebied. Ik noemde aan het begin al de problematiek rond het P&O-systeem en het functietoewijzingsproces. Loopbaanbegeleiding moet daar verbetering in brengen. Er moet voor het personeel duidelijkheid komen over wat wel en wat niet kan. Loopbaanbegeleiding moet leiden tot goede afspraken en een reëel beeld als het gaat om opleidingsmogelijkheden, functietoewijzing en bevorderingskansen. Er zijn inmiddels ruim 35 loopbaanbegeleiders aan de slag en uit de signalen die ik krijg blijkt dat we hiermee op de juiste weg zijn. Ik waarschuw wel voor (te) hoge verwachtingen: in de huidige situatie met personele tekorten en opleidingsachterstanden zal het op dit gebied zeker nog even duren voordat alles zijn beslag krijgt. We moeten ons ook realiseren dat we het nooit iedereen helemaal naar de zin kunnen maken. De rode draad uit bovenstaande is dat we vele verbeteringen aan het doorvoeren zijn, maar dat ik voor vele zaken geduld bepleit. Makkelijker gevraagd of gezegd dan gedaan, dat realiseer ik me terdege. Maar ik heb er vertrouwen in dat we op veel terreinen de goede weg zijn ingeslagen en ik ga er vanuit erop dat u dat vertrouwen met mij deelt. Als we er samen de pas in zetten, ieder op zijn eigen terrein en op zijn eigen manier, dan gaan we er wel komen.
De Commandant Zeestrijdkrachten R.L. Zuiderwijk, luitenant-generaal der mariniers
3
De jungle-instructeursopleiding is keihard werken
Goor, nat en moe Met donderend geraas beukt een tropische bui op de daken van de Price Barracks-kazerne in het Centraal-Amerikaanse Belize. Terwijl het ritme van de regen trager wordt, beginnen de enorme plassen op straat reeds op te drogen dankzij de hoge temperatuur. Eerste luitenant der mariniers Iwan Valk pakt zijn crusader in. Hij is voor een half jaar als assistent trainingsofficier in de tropen geplaatst en gaat een week de jungle in om polshoogte te nemen bij de International Jungle Warfare Advisors Course, waarin maar Tekst: Maartje van der Maas/Foto’s: Cees Baardman liefst veertig mariniers worden opgeleid tot instructeur. Het is de eerste keer sinds tien jaar dat zo’n grote groep mariniers weer naar Belize trekt. Het voormalige Britse Honduras bestaat voor het overgrote deel uit jungle, waarvan ongeveer een derde militair oefenterrein is. Het land is al sinds 1981 onafhankelijk van het Verenigd Koninkrijk, maar bleef onder bescherming van een Brits garnizoen. Anno 2009 is dit garnizoen geminimaliseerd tot de 75- man sterke British Army Training Support Unit Belize (BATSUB). Dit team huist in de kazerne Price Barracks, twintig kilometer ten westen van de grootste stad van het land, Belize City. De commandant van BATSUB, luitenant-kolonel Peter Germain, vertelt: “BATSUB is initieel achtergebleven om de Belize Defence Force (BDF) op te leiden, te trainen en te ondersteunen. Ondertussen is deze macht sterk genoeg om hun grondgebied zelf te verdedigen, maar toch wil de regering dat we blijven. In ruil
daarvoor mogen wij gebruik maken van het land om te oefenen. Een prima deal, want het leent zich perfect voor jungletrainingen zoals de International Jungle Warfare Advisors Course (IJWAC) waarbij de militairen van de BDF de rol van oefenvijand op zich kunnen nemen.” Germain vervolgt: “Na het inplannen van onze eigen eenheden, hadden we nog capaciteit over in de opleiding, die we internationaal hebben aangeboden. Nederland heeft deze plaatsen ingekocht en een grote groep mariniers naar CentraalAmerika gestuurd.” Dit jaar zullen ook cursisten van Britse Special Forces-eenheden en de Special Air Service (SAS) in Belize opgeleid worden. Kijkje in de keuken Valk loopt met zijn uitrusting naar de trainingwing om de laatste spullen van zijn kantoor te halen voordat hij de jungle in gaat. Met een grijns op zijn gezicht steekt hij de sleutel
Eerste luitenant Iwan Valk is voor een half jaar in Belize geplaatst.
4
Omdat het een Britse cursus is, gaat alle instructie in het Engels.
de uitvoering te bekijken. Nu er mariniers in de opleiding zitten, ben ik ook liaisonofficier en mail ik geregeld met Nederland om van alles te regelen.” De IJWAC wordt pas voor de tweede keer in deze vorm gedraaid. Voor Valk is er dan ook een rol weggelegd als bewaker van de kwaliteit van de opleiding. Hij gaat verder: “De training duurt vijf weken. De eerste week blijven de mariniers op de kazerne om te wennen aan het warme en vochtige klimaat. Er worden theorielessen gegeven en aandacht besteed aan fysieke fitheid. Tijdens de tweede week gaan ze het veld in om kennis te maken met de totaal andere omgeving. Ze krijgen les in overleven in de jungle, patrouilleren en navigeren. Daarna bestuderen ze een week lang verschillende operaties in de jungle. Het geheel wordt afgesloten met een eindoefening en een schriftelijke test, die ik moet nakijken.”
▲
in het slot van een deur waar met grote sierlijke letters ‘Officer Commanding’ op staat. “Die term is helaas niet op mij van toepassing, maar, ik heb wel het mooiste kantoor!” De luitenant is in januari in Belize aangekomen en is de enige Nederlander op het kamp. In de zomer van 2008 heeft hij zelf de jungle instructeursopleiding gevolgd in Brunei en is het najaar daarop naar Suriname gegaan om instructie te geven tijdens de jungletraining van het bataljon. “Samen met twee Britten en een collega van de BDF vorm ik de trainingwing”, begint Valk zijn verhaal. “Ik blijf hier zes maanden als assistent trainingsofficier en zal een kijkje in de keuken nemen van het plannen en uitvoeren van jungletrainingen en -opleidingen. Ik heb bijvoorbeeld meegeholpen met de planning van de eindoefening van de IJWAC voor de cursisten van het korps en ga nu geregeld meerdere dagen de jungle in om
5
Voor het beste slaapcomfort moet de hangmat strak worden gehangen.
Hangmattenkamp Na een vlucht van veertig minuten over een dichte oerwoud die vanuit de lucht nog het meest weg heeft van enorm broccoliveld, landt de helikopter op een brug over een wilde rivier. Valk hijst zijn uitrusting op zijn rug en loopt de weg omhoog naar EXCON, de exercise control, de plek van waaruit de IJWAC gecoördineerd wordt. Het kamp bestaat uit een aantal palen met een dak van bladeren, die de verbindingsapparatuur en de voeding moet beschermen tegen de hardnekkige tropische buien. De luitenant vertelt: “We zitten nu in de derde week. De nadruk ligt op drie verschillende aspecten van oorlogsvoering in de jungle. We beoefenen schieten in het dichte gebladerte, zoeken van sporen van de vijand en opereren op de rivier. Dit gebeurt op drie verschillende plekken hier een eind vandaan, maar vanuit EXCON wordt alles gecoördineerd en aangestuurd. Mijn twee Britse collega’s zijn dan ook bijna de hele periode van de opleiding op deze plek.” Valk zelf stapt in een landrover om de mariniers te bezoeken die zich in de verschillende tijdelijke kampementen ophouden. Na een uur hotsen en botsen op de door regen verwoeste boswegen komt hij aan. Op het eerste gezicht is de aanwezigheid van mensen moeilijk te bespeuren, maar als hij verder het tropische woud in loopt, komen meerdere hangmatten in het zicht. Een aantal mensen zit rond een kampvuur en een blonde en een zwarte labrador liggen
Tijdens drills leren de mariniers te reageren op een onverwachte vijand.
te hijgen op een plekje waar de zon door het gebladerte heen straalt. De honden worden gebruikt voor het spoorzoeken, maar hebben vanmiddag rust. De luitenant zoekt snel twee bomen uit om zijn hangmat op te hangen. De nacht breekt vroeg aan en brengt een volledige duisternis met zich mee. Daarbij komt de volgende tropische bui altijd onverwacht en wil hij zijn uitrusting droog houden. Parangkoorts Na een onrustige nacht, onderbroken door het oorverdovende gegil van brulapen en het geritsel van duizenden insecten, maakt Valk een vuurtje om water te koken voor zijn ontbijt. De Engelse rantsoenen, die de mariniers tijdens de cursus verstrekt krijgen, staan garant voor een warm ontbijt met tomaten, worsten en bonen, die in een zak gekookt moeten worden. Ook de cursisten komen een voor een uit hun hangmatten gekropen en al snel klinkt het geluid van gekap in de jungle. “Iedereen krijgt hier last van parangkoorts”, lacht hij. “De parang is een kapmes dat we verstrekt krijgen tijdens deze training en de marinier krijgt dan de drift om van alles om te hakken.” Vandaag brengt de luitenant een bezoek aan de schietoefeningen. “Schieten in de jungle is lastig”, legt hij uit. “Omdat de begroeiing zo dicht is, heb je vaak pas heel laat door dat de vijand voor je neus staat.” De cursisten
Speurend kijkt de cursist om zich heen. 6
Spoorzoeken De volgende dag staan de cursisten op een zogenaamde ‘incident site’. Luitenant Martinez van de BDF vraagt hen: “Als jullie nu goed om je heen kijken, wat is hier dan gebeurd? Hoe lang geleden zijn hier mensen geweest? Hoeveel mensen zijn hier geweest en wat hebben ze gedaan? Hebben ze zich tactisch opgehouden of gewoon gekampeerd?” De mariniers beginnen rond te lopen, voelen aan hangmatmarkeringen in bomen, vinden afval van rantsoenen en komen verbazingwekkend snel met een scenario. Korporaal der mariniers Jeroen Heijnen vindt een peuk van een Beliziaanse sigaret. “Hoogstwaarschijnlijk zijn het mensen van de BDF.” Sergeant-majoor der mariniers Frank Plomp ziet dat het vuur nog smeult. “Ze kunnen nooit langer dan een paar uur ver-
▲
korporaals der mariniers Eimert van de Griend en PW Walinga zijn het met hem eens: “Je mag al blij zijn als je de vijand op twee meter afstand ziet en dan moet je nog reageren.” Ze zijn de dag begonnen met reactiedrills op het onverwacht opduiken van een tegenstander. Hierna moeten ze in door een uitgekapt laantje lopen, waar op gezette afstanden een bord met de vijand staat. Geconcentreerd en muisstil lopen de korporaals over het pad om dan als een pijl uit een boog hun wapen te richten en te schieten als er plots om de bocht een bord op duikt. Bij terugkomst bij de groep, klinkt geregeld een opmerking. “Had jij die derde gezien? Ik ben er gewoon langs gelopen.” De dag wordt afgesloten met een demonstratie Claymore-explosieven, die de mariniers zelf mogen uitzetten en laten ontploffen. Van de Griend en Walinga concluderen: “Militair gezien is alles hier wel hetzelfde, alleen drie keer zo rot. Je ziet je vijand veel later, je kunt jezelf veel minder makkelijk voortbewegen, om de tien meter zit je vast in de begroeiing en na vier dagen in de jungle ben je zo goor, nat, klam en bezweet, daar doe je in Nederland twee weken over!”
Onder toeziend oog van luitenant Martinez wordt het spoor bestudeerd.
“Je mag in het dichte gebladerte al blij zijn als je de vijand op twee meter ziet”
Een paars rookgordijn wordt opgetrokken om de boot aan het zicht te onttrekken.
derop zitten.” Martinez is tevreden, de mariniers zijn erg scherp op alle sporen die achtergelaten zijn. Die ochtend hebben ze een demonstratie gekregen van speurhonden. De dieren beschikken over een zeer sterk reukvermogen en dat heeft zeker een groot aantal voordelen, maar er kleven ook nadelen aan. Sergeant Phil van de BDF legt uit. “Als spoorzoeker moet je het karakter van je hond heel goed kennen en hem bij de les kunnen houden, anders gaat hij er met je vandoor.” Nadat de ‘incident site’ onderzocht is, moeten de cursisten een spoor door de jungle volgen. Helaas is dit pad al zo vaak gelopen, dat het niet lastig is om de vijand te volgen. Tweede luitenant der mariniers Pascal Brinkman vertelt: “Ondanks dat het pad overduidelijk belopen was, hebben we uit bepaalde tekens toch onze lering kunnen trekken. Bijvoorbeeld welke kant een voetstap op staat of of een tak gebroken is of afgehakt.” De waterweg is de enige weg Aan het eind van de middag haalt Valk zijn hangmat naar beneden en stapt weer in de Landrover. Hij gaat het laatste kamp bezoeken, aan de rivier gelegen. “Omdat er bijna geen wegen door de jungle lopen, is het water heel belangrijk voor de infrastructuur”, vertelt hij. “De meeste goederen en mensen worden over het water vervoerd. Maar alles is open en bloot en kan dus gemakkelijk aangevallen worden. De waterwegen moeten dan ook heel goed beveiligd worden.” De mariniers hebben de dag daarvoor man-over-boord oefeningen gedaan, geleerd wat ze moeten doen als hun boot omslaat, een aantal keer tactisch de rivier overgestoken en bootformaties beoefend. Vandaag krijgen ze een andere opdracht. Ze moeten een deel van de rivier beveiligen zodat het bataljon een aantal dagen later kan komen en kan doordringen in de jungle. Diep voorovergebogen liggen ze in drie Boston Whalers en varen in een rustig
tempo over het water. Uit het niets klinken er schoten vanaf de kant en hoe goed je ook tuurt tussen het gebladerte, de vijand blijft onzichtbaar. Twee van de drie boten snijden een scherpe bocht in het water, terwijl de inzittenden zich gereed maken om aan land te gaan. De derde Boston Whaler blijft op veilige afstand van de wal en gooit rookmarkeerders om zich aan het oog van de vijand te onttrekken. Ondertussen klinkt er een hoop geschreeuw en geknal vanuit de jungle. Vanaf het water is er niet veel meer te zien dan bomen die wild heen en weer zwiepen en rook die omhoog kringelt. Na tien minuten keren de mannen terug naar de boten. De vijand is overwonnen en ze gaan verder met hun patrouille over het water. De top van de piramide Met de huidige operaties van de mariniers in het achterhoofd, rijst toch de vraag waarom het zo belangrijk is om te trainen in de jungle. Valk heeft twee antwoorden op deze vraag: “Ten eerste is het Korps Mariniers door de Commandant der Strijdkrachten uitgeroepen tot Kenniscentrum Militair Optreden onder Extreme Omstandigheden, waar jungle warfare onder valt. Met veertig nieuwe instructeurs, zullen we deze opdracht zeker aankunnen.” De tweede reden wordt gevormd door de omstandigheden in de jungle. “De vijand is moeilijk te zien, het is hier warm en vochtig, je beweegt je niet zo gemakkelijk voort en het stikt van de insecten en beesten”, vervolgt hij. “De jungle is de top van de piramide, als je hier kan opereren, kan je dat overal.” Tijdens de IJWAC leren de cursisten dan ook duidelijk adviseren over wat wel en niet mogelijk is tijdens operaties in het tropische woud. Korporaal der mariniers Bram Bregman legt uit: “Als mijn commandant bijvoorbeeld zou voorstellen om honderd kilometer te gaan verplaatsen op een dag, zou ik hem zeker vertellen dat slechts drie kilometer al een hele uitdaging is. Het klimaat is slopend en jezelf een weg banen door de begroeiing is gewoon keihard werken.” Aan het einde van de week maken de mariniers zich gereed voor de tien dagen durende eindoefening. Na een schriftelijke test om het geheel af te sluiten, stappen de verse instructeurs in het vliegtuig naar Nederland. Eerste luitenant der mariniers Iwan Valk loopt terug naar zijn kantoor, gretig om nog meer jungleervaring op te doen. n
De permanente bewoners van de rivier in de jungle 8
Verlengde Nautilus terug in dienst
De trots van de schipper
Foto: Flying Focus
“De grote trots van een gezagvoerder”, noemt hoofd Duikvaartuigen luitenant-ter-zee 2 Johan Bos de kleine scheepjes. Op 15 januari werd het tweede verlengde duikvaartuig in dienst gesteld. De Nautilus heeft meer accommodatie gekregen om een samengesteld team te herbergen voor binnenlandse havenTekst: Barry Wijnandts beveiliging. “De duikvaartuigen zien er nog als nieuw uit,” zegt Bos, “terwijl de Nautilus toch al zeventien jaar oud is.” Het hoofd duikvaartuigen, zelf twee keer gezagvoerder geweest, weet als geen ander hoe zuinig de kleine, zelfstandige bemanningen op hun schepen zijn. Het onderscheid tussen de oude en de nieuwe secties van de Nautilus is echter goed zichtbaar. In het originele gedeelte is een kleurenschema van antraciet vloerbedekking, grijze gladde vloeren en ivoorwitte wanden. Het nieuwe gedeelte is strak wit met blauw. Houtwerk wisselt van donker noten in het oude, naar licht beuken in het nieuwe gedeelte. Gezagvoerder, schipper Christo Janse, heeft van de Scheepswerf Visser een prachtig verlengd schip gekregen. Op het H-dek zijn een grote wasserette, een inloop koel- en vriescel, een comfortabel dagverblijf voor de opstappers en een hypermodern kombuis te vinden in de 10,5 meter lange nieuwe sectie. In 1997 heeft zuster-
schip Hydra dezelfde verlenging ondergaan bij de Helderse scheepswerf. Behalve een inhaalslag op de eisen van de tijd, zijn er nu ook enkele verbeterpunten meegenomen. De Hydra heeft iets meer zitplaatsen in het verblijf. “Het was net te krap opgesteld”, zegt Janse. “Dus hebben we op de Nautilus gekozen om een tweepersoonsbank en een éénpersoons zitplek naast elkaar te plaatsen, in plaats van twee keer anderhalve bank.”
▲
De kombuis vormt mogelijk het sterkste staaltje vernieuwing. Het is tussen de dagverblijven van de opstappers en van de vaste bemanning geplaatst en heeft aan beide zijden doorgaveluiken, die afgesloten kunnen worden. “Hier zitten koellades in, het aanrechtblad is gekoeld en dit is een steamer”, leidt de schipper door de kombuis rond. “En hier: …”, een waterstraal valt uit de sensorgeactiveerde waterkraan als de schipper zijn hand eronder steekt. “Het voldoet allemaal aan de HACCP-normen.” De kombuis heeft nu ook zijn eigen personeel: de bemanning is uitgebreid met een hofmeester en een kok.
De kombuis vormt mogelijk het sterkste staaltje van vernieuwing 9
deze niet onder het schip uitsteekt, zodat het mogelijk blijft om het schip droog te zetten.” Om diezelfde reden zitten bij de duikvaartuigen de schroeven hoger dan de scheepsbodem.
De Nautilus in tweeën gedeeld op de werf. (foto: Johan Bos)
Operationele behoefte De Nautilus heeft 22 slaapplaatsen erbij. Op het J-dek bevinden zich twee hutten voor drie personen en twee voor zes personen. Elke hut heeft een eigen natte cel. Op het H-dek is nog een vierpersoonshut. De bedden zijn iets breder en langer dan de bedden van de vaste bemanning. Op het brugdek is het grootste verschil met de Hydra te zien. De schipper heeft als ondersteuning voor het manoeuvreren een monitor met het beeld over de achterkant van het schip. Het vrije zicht dat de gezagvoerder van de Hydra wel heeft, wordt op de Nautilus geblokkeerd door een opbouw. Hierin bevinden zich een extra munitiebergplaats, de klimaatbeheersunit en enkele flessenrekken voor de duikers. In de maintenance-ruimte onder het werkdek worden nog wapenkasten geplaatst. De nieuwe munitie- en wapenopslag duiden op de operationele behoefte van de marine om het duikvaartuig te verlengen, in tegenstelling tot de Hydra die deze operatie heeft ondergaan om duikers in opleiding te accommoderen. In de machinekamer zijn twee lichte DAF-generatoren (73 kW) vervangen door twee zwaardere Volvo Penta hulpmotoren van elk 140 kW. Die leveren meer vermogen voor de boegpompjet, een aandrijving onder het schip die 360 graden kan draaien, waarmee het duikvaartuig heel precies kan manoeuvreren. “De boegpompjet is een soort draaiende plaat, die aan de ene kant water inzuigt en aan de andere kant uitstraalt”, legt Janse uit. “Het mooie is dat
Vol programma De vier duikvaartuigen van de marine zijn jaarlijks goed voor 650 vaardagen. Ze ondersteunen bij opleidingen en oefeningen van alle krijgsmachtdelen, bij werkzaamheden aan schepen en kades, leveren medische hulp in de vorm van hyperbare behandelingen, doen binnenlands vlagvertoon en ruimen explosieven. Het ministerie van Defensie werkt nauw samen met het ministerie van Binnenlandse Zaken op het gebied van Intensivering Civiel Militaire Samenwerking, waarbij de Duik- en Demonteergroep ingezet kan worden voor binnenlandse havenbeveiliging. Met het tweede verlengde duikvaartuig kunnen nu twee samengestelde teams van 32 man worden geleverd, de eerste op 24 uur notice, de tweede op 48 uur. Geïntegreerde oorlogsvoering Een samengesteld team bestaat uit kleine gespecialiseerde eenheden die elk in hun eigen gebied werken. Met de autonoom
De nieuwe bedden zijn groter geworden. (Foto: Nautilus)
In de machinekamer zijn de DAF’s vervangen door twee zwaardere Volvo Penta hulpmotoren. (Foto: Barry Wijnandts) 10
CZSK-taken voor nationale veiligheid In plaats van laatste vangnet bij crisisbeheersing binnen het Koninkrijk is defensie sinds 2007 een structurele veiligheidspartner van politie, brandweer en geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en gemeenten. Defensie garandeert de inzet van militaire capaciteit voor binnenlandse inzet, onder operationele aansturing van het civiele gezag. Civiele autoriteiten kunnen nu snel en zonder tijdrovend overleg beschikken over de benodigde specialistische militaire steun en bijstand. Het CZSK levert daarbij ook haar aandeel. In Alle Hens wordt regelmatig bericht over de inzet van de Duik- en Demonteergroep voor explosievenruiming en havenbeveiliging. Maar de marine doet meer voor civiele samenwerking. Deze bijdrage is in twee taken verdeeld, beveiliging en rampenbestrijding. Voor beveiliging van cruciale objecten als havens, tunnels of regeringsgebouwen, staat een bataljon van het
Korps Mariniers (vijf- tot zeshonderd man) twee maal vier weken per jaar standby. Het CZSK levert verder twee schepen van de wacht, waarvan één met een helikopterdek. Voor rampenbestrijding moeten te allen tijde zevenhonderd man geleverd kunnen worden, waarvan 250 binnen 24 uur en 450 binnen 48 uur. De Van Ghentkazerne, de Van Braam Houckgeestkazerne en het Marine Etablissement Amsterdam zijn aangewezen voor de opvang van evacués. Buiten het ICMS-contract om zijn er nog enkele nationale conventanten gesloten, waarbij de marine civiele ondersteuning levert in eigen land. Zo zijn er de UIM voor politionele taken in een hoog geweldsspectrum en de Kustwacht Nederland voor Search and Rescue-operaties, visserijinspecties, algemene politiektaken en rampen- en incidentenbestrijding. Ook zijn er enkele marineartsen gedetacheerd naar civiele ziekenhuizen.
“De kracht van het duikbedrijf zit in de geïntegreerde oorlogsvoering” varende sonar Remus wordt een groot oppervlak afgezocht. Duikers met handheld sonars kunnen in troebel water kades afzoeken. In de nabije toekomst komen er Remotely Operated Vehicles (ROV), waarmee in water kan worden gezocht naar contacten. Deze ROV’s kunnen zich aan de scheepshuid vastzuigen om schepen onder de waterlijn te inspecteren. Gevonden explosieven worden vervolgens geruimd door teams van de Explosieven Opruimingsdienst. Daarnaast zitten in de samengestelde teams reguliere duikers voor de moeilijke punten, een mobiele decompressietank en twee Rhibs. “De kracht van het duikbedrijf zit in de geïntegreerde oorlogsvoering”, zegt hoofd Duik- en Demonteergroep kapitein-luitenantter-zee Gerard Hekkers. De duikers werken steeds meer in het groene segment, hoger in het geweldsspectrum. “De eerste EODteams zijn nu koudweer getraind en het Very Shallow Water team
heeft de ‘groene module’ doorlopen.” Naast vinden en onschadelijk maken van explosieven, zullen duikers in de toekomst ook havens beveiligen tegen zwemmende indringers. Er wordt in Nederland steeds meer nadruk gelegd op bestrijding van terreurdreiging, maar de specialisten kunnen ook expeditionair worden ingezet. Behalve operationeel vaartuig is de Nautilus een van de visitekaartjes van de Koninklijke Marine op allerlei evenementen in Nederland. Vlagvertoon hoort er namelijk ook bij. Bos noemt het een belangrijke taak die laag is belegd. “De schipper is de hoogste baas, de kwartiermeester is ook de eerste officier. Zij doen zaken met burgemeesters, Commissarissen van de Koningin en de politie.” Al deze hoogwaardigheidsbekleders kunnen de komende jaren weer ontvangen worden op een piekfijn verzorgde Nautilus. n
De kombuis is nu mogelijk een van de modernste van de marine. (Foto: Barry Wijnandts) 11
Even een kabeltje vervangen
Vlak voor vertrek van een lange reis en een storing in de boegschroef. Wat doe je dan? Om Hr.Ms. Johan de Witt gereed te maken om te dokken kost veel tijd. Voertuigen moeten weer uitgeladen worden, brandstof en voeding moeten van boord. Bovendien kan het schip niet droog worden gelegd in de Helderse haven en zou zij moeten uitwijken naar Vlissingen. En dat voor een nietig kabeltje dat loszit, waardoor een sensor niet meer aangeeft wat de hoek van de schroefbladen is. Daarom dacht kapitein-luitenant-ter-zee Bart Pollmann, hoofd Materieels Dienst aan boord aan een ‘eenvoudiger oplossing’, die hij eerder in GrootBrittannië heeft gezien. “Waarom moeten we droog”, hadden de Britse collega’s verbaasd gevraagd toen zij met Pollmann over een lekkage aan een boegschroef praatten. “Dat doen we met duikers.” En zo ontstond het idee om voor het Landing Platform Dock een duikbedrijf in te schakelen die het kleine euvel kon verhelpen. Voor de marine een unieke kennismaking met deze werkwijze, maar de duikers van het internationale duikbedrijf Hydrex hebben veel ervaring met deze klussen. Het duikbedrijf heeft bijvoorbeeld eerder klussen aangenomen als reparaties aan een oliebehandelschip dat 150 nautische mijl uit de kust van China lag, een noodreparatie van een zeven meter lange scheur in een scheepsbodem van een containerschip tijdens een heftige sneeuwstorm in Boston en het vervangen van een veertig ton wegende scheepsschroef onder een kraanschip voor de kust van Gabon. Rond de openingen van de tunnel van de voorste boegschroef zijn klemmen gelast waarin het frame van een soort neopreen tent past. De duikers pompen er lucht in, zodat de tunnel droog komt te staan. Vanaf daar is het werk niet anders dan boven water. Alleen dan koud, nat en donker. Foto’s: Auke van der Velde, Hydrex
12
Een duiker komt op in de habitat onder water.
De schroef onder water en toch droog.
De achterkant van de schroef is geopend om reparatie te kunnen verrichten.
13
IED: de grootste
dreiging in Uruzgan
Een onbemande helikopter, een op afstand bestuurbaar voertuig, driedimensionale terreinanalyse en laserdetectie. Deze en nog meer snufjes werden gepresenteerd tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid. Bedrijven als Ten Cate, Siemens en Thales demonstreerden hun bevindingen voor het opsporen en detecteren van bermbommen. Voor de marine steeds interessanter nu een versterkte marinierscompagnie van bijna tweehonderd man zich aan het opwerken is voor Uruzgan. Tekst: Vanessa Strijbosch/ Foto’s: Arief Rorimpandey (AVDD) 14
Naast metaaldetectoren worden ook honden ingezet om bommen op te sporen en in de toekomst wellicht ook onbemande helikopters.
“Het is een vijand die je niet ziet” Bestrijden, opsporen en ontmantelen van bermbommen is niet alleen een ‘hot item’ voor defensie, het houdt ook het bedrijfsleven flink bezig. Tientallen bedrijven presenteren elk jaar hun ‘oplossing’ voor het bermbomprobleem. Het ene bedrijf gelooft heilig in zo zwaar mogelijke bepantsering, het andere vindt juist dat het om de vorm van het voertuig gaat. Revolutionair was de presentatie over de ‘Geocopter’, de onbemande tweemotorige helikopter die lange tijd boven dezelfde plek kan blijven hangen, gebruikt kan worden voor video-opnamen, foto’s kan maken en uitgerust is met sensortechnieken. Stalen platen Of er dit jaar ‘iets’ tussen zat voor defensie, is nu nog niet te zeggen. Schipper Freek Dijkstra is een van de leden van de Joint Task Force Counter-IED, een paarse taakgroep speciaal opgericht voor de bestrijding van bermbommen. “Er zou best iets interessant kunnen zijn voor defensie, maar dat moet eerst grondig onderzocht worden. Als het idee is om de voertuigen met tien centimeter dikke stalen platen te beschermen, dan fronsen wij al de wenkbrauwen. Zoiets is praktisch niet uitvoerbaar.” Bij een uitvinding als de ‘Geocopter’ sluit Dijkstra niet uit dat dit ooit als ‘wapen’ ingezet kan worden.
▲
Toonaangevend “IED’s zijn de grootste dreiging voor Task Force Uruzgan.” Dat schrijft kolonel (CLAS) Joland Dubbeldam in zijn rapport over
bermbommen, Improvised Explosive Device (IED). Hij schetst een verontrustend beeld: het aantal ‘home made’ explosieven is toegenomen, ze zijn zwaarder geworden (van tien naar twintig kilo) en er worden meerdere IED’s op een locatie gelegd. Daarnaast noemt hij ook positieve ontwikkelingen: het opsporen van de IED’s ligt beduidend hoger dan de ‘strikes’. Dubbeldam, commandant van de Joint Task Group Counter-IED, durfde zelfs in De Telegraaf te stellen dat Nederland “zich ontwikkeld heeft tot toonaangevend land op het gebied van bestrijding van geïmproviseerde explosieven zoals bermbommen”. 15
Het CLAS beschikt over diverse technieken en apparaten om IED’s op te sporen
Onzichtbare vijand Ook schipper Dijkstra spreekt lovend over de rol van Nederland in dit internationale vraagstuk. “We lopen in de voorste regionen als het gaat om counter-IED. Kijk alleen maar naar de cijfers. In verhouding zijn er van onze kant nog relatief weinig slachtoffers gevallen als je ziet hoeveel explosieven wij vinden.” Dijkstra, die zich binnen de taakgroep met opleidingen bezighoudt, omschrijft de IED ‘als een vijand die je niet ziet’. “Daarom is het ook zo ontzettend moeilijk om hiertegen te vechten”, vindt hij. Zijn IED’s uiteindelijk uit te roeien? In Trivizier (7/8 2008) zegt Dubbeldam dat counter-IED ‘geen Russisch roulette is en dat de dreiging structureel en systematisch bestreden kan worden’. De commandant heeft het over verbeterde training en opleiding, betere voertuigen (Bushmaster), fotoverkenningsmissies van
Joint Task Force Counter IED De media berichtten er vorig jaar uitvoerig over: tachtig miljoen euro voor de strijd tegen bermbommen. Een opvallend hoog bedrag dat te meer aangaf dat deze dreiging door defensie zeer serieus werd genomen. In maart 2006 gaf de Commandant der Strijdkrachten aan de commandant Landstrijdkrachten de opdracht een Task Force Counter-IED te formeren. Dit resulteerde eind 2007 in een Joint Task Force die gedurende de periode van operationele inzet in Afghanistan het krijgsmachtbrede kenniscentrum CounterIED is. Om de defensiebrede betrokkenheid te onderstrepen is de taakgroep gevuld met medewerkers uit alle operationele commando’s en diensten verdeeld over drie bureaus: doctrine, opleiden & trainen, inlichtingeninterpretatie en techniek & technologie. De commandant is kolonel (CLAS) Joland Dubbeldam.
F-16’s en onderzoek naar scantechniek voor het opsporen van IED’s. En sinds november 2008 worden daarvoor ook honden ingezet. “Een IED is niet alleen maar een bermbom, het is veel meer”, benadrukt Dijkstra. “Het heeft een aanvoerketen nodig, financiële lijnen, mensen die het in elkaar knutselen en vervoeren. Dat moet allemaal in kaart worden gebracht. Als je die keten niet oprolt, blijven er IED’s gemaakt worden.” Hoe kan de Task Force hierop inspelen? Dat kan volgens Dijkstra alleen door te blijven zoeken naar nieuwe ontwikkelingen, of het nu om een metaaldetector, onbemande helikopter of om honden gaat. n
16
Verkenning naar varende basis
In zee met de krijgsmacht “Een sea basing-operatie is geen amfibische operatie”, zo stelt onderzoeker Mark van den Brink van TNO meteen duidelijk. De afgelopen drie jaar leidde hij het onderzoek naar de mogelijkheid om het concept sea basing te gebruiken voor de Nederlandse krijgsmacht. Als een schip is betrokken bij een grondoperatie, op welke manier dan ook, dan is het verleidelijk om van sea basing te spreken. Maar een operatie met een basis op zee is iets anders dan een amfibische operatie of logistieke steun aan de grondtroepen. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: archief
Brede definitie Het is nog steeds een brede definitie met containerbegrippen als ondersteuning, effecten creëren en optimaliseren. Ondersteuning kan logistiek of geneeskundig, met gevechtssteun of commandovoering of een combinatie hiervan betekenen. Effecten creëren kan evacueren van burgers, in bezit nemen van strategische punten, invloed uitoefenen op politieke besluitvorming of wederopbouw van getroffen gebieden zijn. En optimaliseren van de ‘footprint’ (de fysieke omvang van de basis op het land) kan minimaliseren zijn, maar ook juist verstevigen. Zelfs ‘het vermogen’ is
rekbaar, van compagniesterkte tot brigadeniveau. Het gevaar bestaat dat elke operatie die vanuit zee op land wordt uitgevoerd, sea based kan worden genoemd. Hij constateert dat sea basing internationaal een modewoord is geworden. “Maar het gaat om meer dan het aan land zetten van een marinierseenheid: het gaat om een langdurige ondersteuning van een operatie aan land op
▲
Wat is sea basing? Uit verschillende studies en documenten over de rol van defensie, blijkt dat er behoefte is aan een expeditionaire krijgsmacht die wereldwijd snel ingezet kan worden. In 2007 heeft de minister van Defensie aangegeven deze transformatie te willen doorzetten. De defensiestaf heeft TNO daarom in 2004 opdracht gegeven om de mogelijkheden van een basis op zee als ondersteuning van een operatie op land te inventariseren. Omdat sea basing een tamelijk nieuw concept is dat nog maar door enkele andere NAVOpartners wordt onderzocht, werd eerst een definitie voor Nederland bepaald: “Het vermogen om vanaf zee, door ondersteuning van het landoptreden met gevechts-, gevechtssteun- en verzorgingscapaciteiten, effecten op het land te creëren waardoor de ‘footprint’ op land wordt geoptimaliseerd.”
Een filter vervangen op zee zal wel lukken, maar grootschalig onderhoud aan materieel is niet vol te houden. 17
Met een basis op zee zijn alleen de benodigde eenheden aan land.
Sea basing betekent niet dat de gehele operatie wordt uitgevoerd vanaf een basis op zee allerlei mogelijke manieren, bijvoorbeeld met commandovoering, logistieke steun, medische steun en ‘naval fire support’. Sea basing is langdurig, minimaal een maand en maximaal drie tot zes maanden vol te houden”, zegt hij. Twaalf LPD’s en zeven JSS’en De defensiestaf wilde weten of het mogelijk is om op brigadeniveau (circa 7.500 man en bijbehorend materieel) sea based te kunnen opereren, en zo niet, tot welke grootte dan wel. “Om een gemechaniseerde brigade aan land te kunnen zetten in 24 uur hebben we minimaal twaalf Landing Platform Docks en zeven Joint Support Ships nodig. Dat is dus veel meer dan de straks beschikbare twee LPD’s en één JSS”, beantwoordt Van den Brink de vraag van de staf naar de mogelijkheid om met een brigade vanaf zee te opereren ontkennend. Een bataljon blijkt wel mogelijk. Een versterkt landmachtbataljon kan bijvoorbeeld bestaan uit twee pantserinfanteriecompagnies, een tankeskadron, een licht en een zwaar pantsergeniepeloton, een brug- en een artilleriepeloton. Maar ook een mariniers- of een luchtmobiel bataljon kan opereren vanuit een basis op zee. In de ontwikkeling naar een expeditionaire krijgsmacht biedt sea basing enkele grote voordelen. Het overgrote deel van de wereldbevolking woont binnen vijfhonderd kilometer van de kust. De kans dat humanitaire crises als natuurrampen en burgeroorlogen, gebieden treffen die in de nabijheid van zee liggen, is daardoor tamelijk groot. Benadering van een crisis vanuit zee is daarom in veel gevallen een relevante optie. Het is mogelijk om (preventief) militaire capaciteit naar een gebied waar een crisis op handen is te sturen, hoewel Van den Brink niet verwacht dat Nederland dit concept op deze wijze zal toepassen: “‘Prepositioning’ is meer een Amerikaans idee als vervanging voor hun vaste bases in overzeese gebieden.” Door gebruik te maken
Joint Caribbean Lion droeg zeker bij aan de omslag van scepsis naar enthousiasme.
van de vrije zee is de krijgsmacht niet afhankelijk van de steun in het land waar de operatie wordt uitgevoerd, (zogenoemde ‘host nation support’), maar kan het wel degelijk invloed uitoefenen. Na een orkaan of een aardbeving kan er letterlijk geen land meer zijn waarop een basis voor humanitaire hulpverlening ingericht kan worden. Ook dan is het gebruik van een basis op zee een geschikte optie. Vliegvelden, havens of een militaire basis op land zijn statische objecten, die met huidige (irreguliere) dreigingen een groter gevaar lopen. Een basis op zee is dan relatief veilig, omdat het voor een tegenstander moeilijk te benaderen is en bij dreiging deze basis zich op zee kan verplaatsen. Alleen de benodigde een18
heden bevinden zich op land, terwijl de rest van het personeel en materieel relatief veilig aan boord blijft. Terwijl een basis op land helemaal moet worden opgebouwd, zijn de schepen uitgerust met veel van wat een eenheid nodig heeft. Het kan wel … Toch concludeert Van den Brink dat als er geen specifieke voordelen voor een basis op zee zijn, je hier niet voor moet kiezen. “Als het beter is om iets op land te doen en het kan, dan moet je dat ook zeker doen”, zegt hij omdat er wel enkele mitsen en maren aan het concept kleven. Het gaat dan vooral om capaciteitsproblemen. De snelheid waarmee troepen aan land kunnen worden gezet, is afhankelijk van een beperkt aantal landingsvaartuigen die tegelijk in en uit kunnen varen of helikopters die aan dek kunnen landen. Bovendien kunnen de helikopters, op de Lynx en de NH-90 na, binnen de Nederlandse krijgsmacht in principe niet langdurig in een maritieme omgeving opereren. Maar ook het onderhoud wordt aan boord van een schip tamelijk ingewikkeld. “Het kan wel,” zegt Van den Brink met de nadruk op ‘kan’, “maar is het een hele operatie vol te houden?” Een band van een vrachtwagen verwisselen of een brandstof- of oliefilter vervangen zal best lukken. “Maar om op grootschalige wijze onderhoud te plegen aan trucks, tanks en helikopters, is de capaciteit van het huidige materieel niet toereikend”, aldus de wetenschapper. Een ander hoofdstuk is het transport van vloeistoffen naar de wal. Het verbruik van drinkwater en brandstof is aanzienlijk. Er is nog weinig ervaring met hoe dit in grote hoeveelheden naar de wal getransporteerd kan worden.
Het onderzoek van TNO naar sea basing is op 29 januari formeel afgesloten met een themadag op Hr.Ms. Rotterdam. Van den Brink overhandigde hier het eindrapport aan brigadegeneraal Jan Broeks, commandant van het kersverse Operationeel Ondersteuningscommando van de Landmacht en programmabegeleider kapitein-luitenant-ter-zee René Tas. Aan het eind van de themadag was de algemene conclusie dat sea basing een manier van opereren is die veelbelovend is, maar dat sea basing de komende periode vooral gezamenlijk moet worden geoefend om een echt goed beeld te krijgen van de mogelijkheden en uitdagingen.
Omslag Het onderzoek begon volgens Van den Brink met een memo van de eerste programmabegeleider, kapitein-ter-zee Hans Lodder aan de Commandant der Strijdkrachten, waarin dit onderwerp op tafel kwam. Zou dit concept naar nieuwe, grote investeringen leiden? “De nadruk lag juist op de mogelijkheden met het huidige en geplande materieel te onderzoeken”, aldus Van den Brink. Nu ziet hij een toenemend enthousiasme bij alle krijgsmachtonderdelen. Waar de omslag lag, weet hij niet precies, maar de oefening Joint Caribbean Lion heeft er zeker toe bijgedragen. “Op het uitvoerende niveau zie je dat mensen de uitdaging enthousiast oppakten en dat men aantoonde dat het werkt.” Er zal echter nog veel moeten worden afgestemd in de bedrijfsvoering van de krijgsmachtdelen om een goed concept neer te zetten. Eenheden zullen samen moeten opwerken en de besluitvormingsprocedures moeten worden gesynchroniseerd. Deze intentie is uitgesproken door alle krijgsmachtdelen.
Door een natuurramp kan er letterlijk geen land meer zijn om een basis op te bouwen
Wanneer kunnen we een sea based operatie van defensie verwachten? Van den Brink: “Wij zijn uitgegaan van het materieel dat we in 2015 tot 2020 hebben. Dit onderzoek geeft een solide basis voor het experimenteren met het concept en het ontwikkelen van doctrine voor het opereren met een basis op zee.” De studie adviseert om nieuw materieel geschikt te maken voor het maritieme domein. Een eerste test met een basis op zee zal in kleine mate plaatsvinden tijdens de oefening Purple Nectar 09 in juni en in grotere mate tijdens de 2010-editie en de European Amphibious Initiative-oefening Emerlad Move in en nabij Senegal. n 19
Klauteren tussen wolkenkrabbers
Special Forces in Hongkong
20
Laserstralen schieten van de wolkenkrabbers van Hongkong. Een Rhib met Special Forces mariniers vaart ervoor langs richting een transportschip met als doel de megatonner te boarden. Maar ze zijn niet alleen, hun collega’s uit Hongkong varen met hen mee. Een bijzondere samenwerking in een bijzondere omgeTekstbewerking: Vanessa Strijbosch ving.
Spiderman Uitwisselen van kennis en ervaringen door samen te trainen, was het uitgangspunt van deze oefening, ook wel ‘crosstraining’ genoemd. Het trainingsprogramma richtte zich hoofdzakelijk op maritieme terrorismebestrijding. Het grootste deel van de training bestond uit duikoefeningen gericht op maritieme interventies: gekaapte schepen en objecten in het water. De duikers beoefenden ook andere soorten interventies op schepen, waaronder
▲
In 2008 bezocht de Hongkongse politie-eenheid Den Helder om deel te nemen aan de oefening GATOREX, die jaarlijks door de Unit Interventie Mariniers (UIM) wordt georganiseerd. Snel daarop volgde een uitnodiging voor een tegenbezoek. Veertien operators van de Unit Interventie Mariniers (voorheen BBE) reisden 9 januari af naar de wereldstad om daar het werkterrein van hun collega’s van de Special Duty Unit (SDU) te ontdekken.
21
“UIM and SDU make a good match” Zoek de verschillen Er zijn opvallend veel overeenkomsten tussen de SDU en de UIM. De Engelse invloeden bij beide eenheden zijn zeer sterk. De SDU heeft historische banden met de Special Boat Service, kent Engelse procedures en heeft een groot aantal Engelse functionarissen. Daarnaast hebben beide eenheden een soortgelijke taakstelling, namelijk nationale terreurbestrijding. Ook hebben ze beiden een sterke maritieme focus gericht op een waterrijke omgeving en havenveiligheid (Hongkong en Rotterdam). Het grote verschil blijft echter dat de SDU een politie-eenheid is en niet onder defensie valt. De operators hebben daarom andere achtergronden dan de leden van de UIM. De UIM heeft ook meer neventaken binnen defensie, zoals speciale operaties in het buitenland. boardingprocedures met snelle Rhib’s en helikopters. Daarnaast trainden de SF’ers met voertuigen, snipers en honden. Als een echte Spider Man legden de mariniers ook nog een uitdagend klimparcours in Hongkong af: ze klommen op en tussen een aantal hoge gebouwen. Training en faciliteiten De trainingsfaciliteiten van de SDU zijn zeer uitgebreid. Ze hebben een complete bootunit tot hun beschikking, bestaande uit meerdere snelle vaartuigen en een boothuis midden in de haven van Hongkong. Dit boothuis dient als een uitvalsbasis voor de hele stad. Duikoperaties in de haven of boardingprocedures op varende schepen zijn daardoor eenvoudig en snel op te zetten. Daarbij biedt het ‘Close Quarter Battle Killinghouse’, gevestigd op de kazerne van de SDU, een ongekend aantal mogelijkheden voor de training van basis terrorismebestrijdingsvaardigheden zoals tactiek en schieten. Dit ‘killing house’ is een multifunctioneel schiethuis waar onder andere binnenshuis met scherpe munitie kan worden gevuurd.
De crosstraining in Hongkong was zeer succesvol. De uitstekende trainingsfaciliteiten droegen bij aan een hogere getraindheid van de teams op het gebied van maritieme terrorismebestrijding. Door de vele overeenkomsten tussen de twee eenheden was er sprake van een goede en vruchtbare samenwerking. “UIM and SDU make a good match”, was de eindconclusie na tien dagen training. De SDU gaf aan dat zij in de UIM een professionele partner zien voor verdere samenwerking op het gebied van maritieme terrorismebestrijdingsoperaties. n Met dank aan ELNTMARNS Ruud, pelotonscommandant UIM
22
Kamp Holland in ondergoed “Wat is het voordeel van een dode Afghaan? Je hoeft zijn heart en mind niet meer te winnen.” Dit zou zo door kunnen gaan als keiharde Loesje-uitspraak, maar het is een van de vele scherpe teksten uit het toneelstuk Kamp Holland. Op uitnodiging van bureau Operationele Personele Zorg keken de adaptatiegespreksleiders van de marine naar een theatervoorstelling die een keihard beeld schetst van de strijd in Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto: Ben van Duin (Orkater) Afghanistan.
Hoofd Operationele Personele Zorg (HOPZ), LTZ1 Hans Goetzee, nodigde de gespreksleiders uit om dit toneelstuk te gaan zien. Wat vond hij er zelf van en krijgt het een vervolg binnen de marine?
Kamp Holland is alles behalve een standaard musical over het leven van militairen in een basiskamp in een oorlogsgebied. Kamp Holland is bijna een pamflet en laat de toeschouwer achter met stof tot nadenken. Alleen al door de acteurs die de gehele voorstelling in ondergoed lopen, wijkt dit toneelstuk af. Niettemin door de messcherpe uitspraken, “wij bouwen schooltjes voor kinderen, de Taliban doden ze”, maakt van Kamp Holland een Nederlandse versie van Full Metal Jacket. Meevoelen Theatermakers Geert Lageveen en Leopold Witte (bekend als Evert in de tv-serie Gooische Vrouwen) verbleven een periode in Kamp Holland bij Tarin Kowt en spraken met verschillende militairen over hun ervaringen. Dit resulteerde in een bevlogen, inspirerend en af en toe zeer kritisch verhaal over een groep jonge militairen die voor het eerst ‘de oorlog’ meemaakt. Een metalen container in het midden van het toneel doet dienst als pantservoertuig, musici voeren de spanning op met ijzingwekkende geluiden waardoor het publiek de angst van de militairen meevoelt. Dat het toneelstuk soms de smaak krijgt van een pamflet, wordt aan het einde nog meer bevestigd als acteur Leopold Witte min of meer uithaalt naar het nut van deze strijd. “Jaarlijks komen er 35.000 Taliban-strijders bij. Deze strijd is onbegonnen werk.” n
“Het jargon, de humor, maar vooral de beschrijvingen van de schokkende gebeurtenissen kwamen erg realistisch op mij over. Als HOPZ ben ik blij dat er op deze manier door theatermakers aandacht is voor de militair die uitgezonden is naar Afghanistan. Ik zie niet direct een toepassing in de adaptatiegesprekken, maar ik denk wel dat het toneelstuk functioneel kan zijn voor de gespreksleiders. Als er een video-opname van de voorstelling gemaakt is, dan zou ik die wel tijdens een intervisiebijeenkomst van de gespreksleiders willen tonen.” Centrale Vertrouwenspersoon CZSK, LTZSD 1 Frank Spruit, weet – door zijn achtergrond bij het Korps Mariniers, een uitzending naar Cambodja en als gespreksleider van het adaptatieprogramma – dat een uitzending flinke impact kan hebben. Hoe keek hij naar Kamp Holland? “Ik denk dat het toneelstuk een redelijk realistische weergave geeft van het leefklimaat tijdens een uitzending. Ik vind het van belang hoe er door toeschouwers op een dergelijke productie gereageerd wordt omdat dit de publieke opinie mede kan beïnvloeden. Het zou voor de militair in het algemeen aardig zijn om de voorstelling te zien en daarna met elkaar in gesprek te gaan. Voor mij is het belangrijk om te weten wat er in de organisatie leeft. Ik denk niet dat ik de voorstelling als Centrale Vertrouwenspersoon direct kan gebruiken. Maar het helpt wel voor de beeldvorming hoe op een dergelijke voorstelling gereageerd wordt.”
23
Snellere herkenning door scherper beeld
Ik zie, ik zie… In de Golf van Aden nabij de kust van Somalië vaart een bootje richting Hr.Ms. Evertsen die op dat moment net buiten de territoriale wateren patrouilleert. Door het slechte weer en de afstand van enkele kilometers kunnen de operators lastig zien om wat voor vaartuig het gaat. Zijn het piraten of is het gewoon een vissersbootje? Dragen de opvarenden wapens of zijn het hengels? De operator moet beslissen, maar kan hij dat wel met honderd procent zekerheid? Een kastje niet groter dan een computermodem kan volTekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: TNO gens TNO bijdragen tot de oplossing voor deze situaties.
De LACE is te gebruiken voor allerlei beeldtypen zoals low-light-level TV en infrarood.
Met tussenkomst van de LACE is duidelijk meer contrast te zien in de beelden.
Anno 2009 in operatiegebieden zoals de Indische Oceaan met een steeds onherkenbaardere en onvoorspelbare vijand is snelle detectie cruciaal. LACE, Local Adaptive Contrast Enhancement, een kastje gekoppeld aan een camera, kan het antwoord zijn voor marineschepen. Via de video-output van deze camera wordt het beeld sterk verbeterd. De beelden krijgen meer contrast, hebben minder ruis en objecten, schepen en achtergrond worden beter herkenbaar.
interpreteren beeld voor de operator”, stellen Piet Schwering en Rob Kemp van TNO. Voldoet het nieuwe hightech camerasysteem Mirador op de LC-fregatten dan niet? “Deze camera’s zijn uitermate geschikt voor de herkenning van oppervlakteobjecten, maar camerasystemen zoals de Mirador – op basis van zichtbaar licht of infrarood – werken minder goed in bepaalde atmosferische omstandigheden zoals mist”, aldus de onderzoekers.
Beter, eenvoudiger en sneller beeld In 2005 startte TNO met het project ‘adaptief sensormanagement’. In dit project wordt de steeds wisselende informatie van doel, atmosfeer en achtergrond benaderd op een manier die moet leiden tot een beter omgevingsbewustzijn, de ‘situational awareness’. “Het ultieme doel is een beter, eenvoudiger en sneller te
Contrast verhogen LACE verhoogt, afhankelijk van de omstandigheden, automatisch het contrast in het beeld. Hierdoor worden objecten van lagere intensiteit, zoals in schaduwgebieden, beter zichtbaar. Het object wordt zo duidelijk in zijn omgeving geplaatst, inclusief de structuur van het object. Voor het project ‘adaptief sensormanagement’ is gebruik gemaakt van beelden die zijn opgenomen aan boord
Beelden krijgen meer contrast, hebben minder ruis en objecten, schepen en achtergrond worden beter herkenbaar
De toegepaste correctie op de turbulentie maakt het mogelijk om schepen op veel grotere afstand te herkennen. 24
van de met Mirador uitgeruste LCF-en. In de loop van 2005, 2006 en 2007 hebben verschillende schepen beelden opgenomen voor het onderzoek. Hr.Ms. De Ruyter maakte opnamen van de haven, Hr.Ms. De Zeven Provinciën deed dat bij de doortocht door het Suezkanaal en Hr.Ms. Tromp bij de Julianabrug in Willemstad. Toch nog ruis De eerste resultaten waren positief. Maar hoe functioneert de LACE in een operationele omgeving? Om die vraag te kunnen beantwoorden werd, met behulp van twee hardware LACEmodules, de operationele prestatiewinst van deze systemen getest. In 2006 zijn deze aan boord van Hr.Ms. Tromp en De Zeven Provinciën uitgebreid beproefd. De uitkomst was gematigd positief. De beelden met LACE lieten duidelijk meer zien, maar de kleureninformatie en de ruis waren ook nog zichtbaar. TNO ging hiermee aan de slag en ontwikkelde een oplossing daarvoor: ruisreductie en meer kleurbehoud. Weg met turbulentie Een ander atmosferische omstandigheid die van invloed kan zijn op het beeld, is turbulentie. Turbulentie wordt veroorzaakt door het verschil in lucht- en zeewatertemperatuur waardoor wervelingen optreden. Het beeld gaat trillen, vergelijkbaar met een wegdek bij erg warm weer. TNO bedacht een mogelijke oplossing: het camerasignaal wordt via een ‘rekenaar’ naar de operator gezonden. Die zorgt ervoor dat er contrastversterking plaatsvindt. De toegepaste correctie maakt het mogelijk om schepen op veel grotere afstand te herkennen. Doelen kunnen daardoor sneller geïdentificeerd worden. Niet onbelangrijk voor marineoperaties op zee, maar ook op land. Het vergelijkbare operationele sensorsysteem Discus wordt in Afghanistan al gebruikt voor compound beveiliging. Discus bevat onder andere ruisreductie en lokale contrastversterking. Zover is het (nog) niet voor het adaptief sensormanagement aan boord van schepen. “Uiteindelijk is ons doel dat de operator sneller en meer informatie uit de beelden kan halen, zodat hij meer tijd kan besteden aan het interpreteren van die beelden en het nemen van actie”, besluiten Schwering en Kemp van TNO. n
De officier van de wacht tuurt door de periscoop: Wellicht dat in de toekomst ook de beelden gemaakt door een periscoop verbeterd kunnen worden met de LACE.
Uiteindelijk moet de operator sneller en meer informatie uit de beelden halen
LACE corrigeert het beeld zodat ook details in bijvoorbeeld schaduwen zichtbaar worden. 25
Bureau voor gecompliceerde hulpvragen
Bureau Casecoördinatie Een weduwe vindt dat defensie verantwoordelijk is voor het overlijden van haar man, die bij de marine heeft gediend. Een getraumatiseerde veteraan glijdt stilletjes de afgrond in omdat hij specialistische zorg niet weet te bereiken. Media benaderen herhaaldelijk een geschorste militair om eens een boekje open te doen over die vechtpartij waarbij zijn eenheid betrokken was. Verschillende mensen met een gecompliceerde hulpvraag die zoekende waren en door Bureau Tekst: Barry Wijnandts/ Foto’s: Archief Casecoördinatie op weg geholpen zijn. Wat is casecoördinatie? In Het Paleis aan het Nieuwe Diep in Den Helder bevindt zich bureau Casecoördinatie, onderdeel van Geneeskundige en Personele Zorg. Kapitein-luitenant-ter-zee Gerrit van de Haar en sergeant-majoor Wietse Koster werken hier aan dossiers van mensen met complexe hulpvragen. Bureau Casecoördinatie helpt mensen die om een of andere reden tussen de wal en het schip raken. Ze vallen buiten de staande definities van doelgroepen van de verschillende hulpverleners of er is een overlap, waardoor de verantwoordelijkheid voor een cliënt versnipperd raakt. Het zijn vaak langslepende dossiers die vele afwisselende behandelaren kennen. Ook kan een cliënt moeite hebben om zijn hulpvraag te formuleren, waardoor bijvoorbeeld zijn lijnmanager niet weet naar welke hulpverleningsinstantie hij moet doorverwijzen. Het bureau biedt niet zelf de hulp, maar “wij ontwarren de bureaucratische knoop, maken de zorgvraag helder en koppelen dan de juiste partijen aan elkaar”, legt Van de Haar uit. Dan wordt het dossier overgedragen en houden Van de Haar en Koster trek op de cliënt zodat verzekerd is dat de cliënt ook daadwerkelijk geholpen wordt. Op dit moment beheert bureau Casecoördinatie een kleine zeventig dossiers.
Casus 1: Afgeserveerd
Waarom hebben we het bureau nodig? “Niet alleen de problematiek wordt steeds complexer, ook het aanbod in zorg wordt steeds veelzijdiger”, vertelt Van de Haar. “Vanwege het grote aanbod is het steeds moeilijker om uit te vinden waar men terecht kan met een bepaalde hulpvraag.” Om te illustreren wat er binnen defensie zoal is naast de geneeskundige dienst: de Dienstencentra Bedrijfsmaatschappelijk Werk, Geestelijke Gezondheidszorg, Geestelijke Verzorging en Re-integratie, de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht, de Arbodienst, de Sociaal Medische Dienst, bureau Rechtspositie, de (centrale) vertrouwenspersoon. Daarbuiten zijn er bijvoorbeeld het pensioenfonds ABP met het bijzonder zorgloket, het Veteraneninstituut, de Basis, de Stichting MSF en de vakbonden. Wie de besluiten moet nemen, is dan soms niet meer duidelijk. In uiterste gevallen komen mensen bij de media terecht. Als iemand zijn frustraties over defensie uit tegenover een journalist, kan dat vertaald worden als een roep om aandacht die door Van de Haar en Koster kan worden opgepakt. De marine wil uiteraard negatieve media-aandacht voorkomen en ziet (oud)personeel graag als ambassadeurs van de organisatie. Maar Koster verzekert dat de intentie oprecht is om een goede werkgever te zijn en het personeel voorop te stellen. “Teleurgestelde (oud)medewerkers of hun relaties willen de marine nog wel eens verdenken dat hun
Een adjudant-onderofficier maakte op zijn laatste werkdag zijn bureau leeg, schudde iedereen de hand en dat was het: geen dankwoord, geen waardering, geen receptie. Zowel de adjudant als zijn echtgenote voelden zich behoorlijk afgeserveerd om na 35 jaar trouwe dienst zo te moeten vertrekken. De frustratie nam vervelende vormen aan. Ze besloten hun gevoel te uiten in een brief aan de Commandant Zeestrijdkrachten. “Dit dossier bleek met een paar gesprekken goed op te lossen”, zegt Van de Haar. “Toen de generaal ons vroeg uit te zoeken wat hier gebeurd was, namen we direct contact op.” De kou was snel uit de lucht doordat er vanuit de marine een luisterend oor werd geboden en de adjudant erkenning kreeg voor zijn jarenlange inzet. Het herinnerde de organisatie er aan om opnieuw naar het personeel te communiceren welke mogelijkheden er zijn voor LOM-gangers om een afscheidsreceptie te geven binnen de marine.
26
Casus 2: Oorlogstrauma Een geëmigreerde, getraumatiseerde oud-marinier dreigde langzaam ten onder te gaan aan zijn psychische klachten. Een nog actief dienende collega die contact met de militair had, tipte het bureau dat het niet goed ging met deze man. Van de Haar nam via de collega contact op met de veteraan omdat hij het vermoeden had dat de klachten gerelateerd waren aan een uitzending (PTSS). “Het bleek erg slecht met hem te gaan. Hij zat volledig in de knoop, de psychische hulp die hij kreeg, sloot niet aan op zijn behoefte.” Bureau Casecoördinatie heeft de marinier naar Nederland gehaald om hem te laten keuren door het pensioenfonds ABP, waarna hij aanspraak kon maken op een militair invaliditeitspensioen en speciale voorzieningen. Ook is in zijn land een geschikte tweedelijns hulpverlener gevonden.
uitkomen. Het bureau ontvangt ook opdrachten rechtstreeks van de marineleiding. Casecoördinatie behandelt zaken van (oud) medewerkers (burger en militair) en hun relaties. Uit het intakegesprek moet blijken dat defensie zich verantwoordelijk voelt voor de benodigde zorg of aansprakelijk gesteld kan worden voor de geleden schade. Het probleem is complex en vraagt de inzet van meerdere instanties en gespecialiseerde hulpverleners. Ook kunnen politieke factoren of media-aandacht ertoe leiden dat bureau Casecoördinatie een dossier oppakt. Mocht een casus niet voldoen aan deze criteria dan wordt de cliënt doorverwezen naar een instantie die hem verder helpt. Het bureau coördineert de behandeling van het dossier door de betrokken instanties. Het regisseert het traject of neemt dit in heel uitzonderlijke gevallen zelf over. De lijn naar de marineleiding is kort en bureau Casecoördinatie geeft gevraagd en ongevraagd advies over de behandeling van de casus. Vanaf aanmelding wordt de casus opgepakt volgens het ADOSprincipe: Aandacht, Duidelijkheid, Openheid en Snelheid. “We gaan vertrouwelijk en integer om met alle informatie. We proberen zo snel mogelijk duidelijkheid te geven over de volgende stappen”, zegt Van de Haar. “We geven aan wat de mogelijkheden en de onmogelijkheden zijn. Als we moeten erkennen dat er fouten zijn gemaakt, dan doen we dat. Dan gaan we samen met de cliënt kijken hoe we het probleem kunnen oplossen.” Het bureau kijkt dan naar wat alle mogelijkheden er zijn en bespreekt deze in alle openheid met de cliënt.
zaak in een doofpot wordt gestopt, maar de marineleiding is er alles aan gelegen om de onderste steen boven te krijgen.” Hoe werkt Casecoördinatie? Bureau Casecoördinatie kan op diverse manieren in contact komen met een cliënt. Mensen kunnen het bureau zelf benaderen, maar het kan ook betrokken worden bij bestaande, slepende dossiers, waar de huidige instanties of functionarissen niet meer
Bureau Casecoördinatie bestaat sinds 2007. De huidige dossiers zijn veelal ingegeven door dossiers die bij de marineleiding zijn belandt. Mensen die in hun uiterste wanhoop een klacht naar de Commandant Zeestrijdkrachten schrijven, kunnen dankzij bemiddeling van bureau Casecoördinatie nu ook snel een antwoord terug verwachten. Van de Haar: “Is het redelijk en billijk wat de cliënt vraagt van defensie, dan gaan we er ook voor.” n Bureau Casecoördinatie is te bereiken op telefoonnummer: 0223 657323/ DSN 209 57323, e-mail: bureaucasecoördinatie.
[email protected], adres: Bureau Casecoördinatie, Het Paleis, Postbus 10 000, 1780 CA Den Helder.
Casus 3: Rechtsgang of martelgang Een bemanningslid wordt tijdens een reis beschuldigd van drugsbezit. De commandant schorst hem en hij wordt gerepatrieerd. Van de Haar merkt dat de verdachte in een ware martelgang terecht komt. “Lopende het onderzoek mag hij zijn uniform niet meer dragen, hij moet zijn smartcard inleveren en mag zich niet meer vertonen op militair terrein.” Ook zijn salaris wordt opgeschort. Het feit dat hij alleen nog verdachte is, maakt hem in de opinie snel ook dader. Als de man echter wordt vrijgesproken op afwezigheid van bewijs, zal hij weer moeten integreren in het bedrijf. Hierin kan bureau Casecoördinatie een belangrijke rol spelen.
Wij proberen de juiste partijen aan elkaar te koppelen 27
Uitslagen MK futsal 1. Marinebedrijf 2. Marinebrandweer 3. Marine Etablissement Amsterdam
Halve van Egmond Winterkou en wind trotserend heeft een team van de Koninklijke Marine deelgenomen aan de 37e editie van de halve marathon van Egmond. Na een korte route door het dorp moest zeven kilometer over strand worden afgelegd, waarbij kou en windkracht zes voor extra zware omstandigheden zorgden. Vervolgens ging de route door het duingebied om na 21 kilometer te finishen op de boulevard van Egmond aan Zee. Naast het ‘business team’ namen ook vele KM-medewerkers op individuele basis deel aan de halve marathon.
Telemark Championships Vijf mariniers hebben, op uitnodiging van generaal David Rutherford-Jones, President of Army Telemarking, deelgenomen aan de Britse Telemark kampioenschappen te Rauris, Oostenrijk. Deze wedstrijd werd op 9 tot 14 januari voor de tweede keer geor-
OMK schaatsen 20 kilometer Dames 1 ELT Antoinette Voskuil, CLSK 2 WMR Mirjam Keuning, KMar 3 MATR 2 Annemarie van Amersvoort, CZSK Heren 1 LTZ 2 David Boom, CZSK 2 MARN 1 Gijs van Wijnen, CZSK 3 SGT 1 Stefan Bousma, CLAS 40 kilometer Dames 1 Gera van Aperlo, CDC 2 Anneke van Asselt, CDC 3 SGT Djoke Postma, CZSK Heren 1 AOO Roel Hessing, CLAS 2 Robert de Vries, KMar 3 LTZE 1 Iko de Wilde, CZSK
ganiseerd door de Army Telemark Ski Association en stond voor het eerst open voor buitenlandse eenheden. Na drie dagen training, waarin er gelegenheid was om verschillende vaardigheden zoals springen, 360 graden draaien en skating bij te schaven, begon het kampioenschap met een ‘seedingrace’. Na afloop van deze race werd de startvolgorde bepaald en werden de echte nieuwelingen uitgesloten van de werkelijke wedstrijd. Drie van de mariniers wisten zich meteen te plaatsen voor het kampioenschap. De overige twee moesten op zaterdag nog een ‘developmentrace’ doen. Ook zij plaatsten zich met goede scores. Buiten de individuele deelname deden de mariniers nog mee met het team ‘Royal Dutch Marines’. Na een aantal spannende wedstrijden tegen onder andere de nationale teams van Groot-Brittannië, Slovenië en Oostenrijk, waren de mariniers zeer tevreden met de uitslag. Generaal Rutherfort-Jones hoopt volgend jaar weer op een delegatie mariniers.
28
Inschrijving Vierdaagse De inschrijving voor de Nijmeegse vierdaagse is geopend. Deelnemers kunnen zich na goedkeuring van de commandant inschrijven via internet: www.4daagse.nl. Detachementen dienen ingeschreven te worden via de detachementscommandant. Voor meer informatie: LTZSD 2 Birgit Koster, email: BA.Koster@ mindef.nl.
Sportjaar 2008: 42 medailles In 2008 lieten de KM-medewerkers zich van de goede kant zien op sportief gebied. De marine haalde veertien gouden, vijftien zilveren en dertien bronzen medailles binnen tijdens NMK’s en OMK’s.
OMK schaatsen LTZ2 David Boom is als eerste geëindigd op de twintig kilometer tijdens het Open Kampioenschap Schaatsen dat op 4 februari werd gehouden in Biddinghuizen. Ruim veertig van de driehonderd deelnemers waren afkomstig van de marine. Het evenement werd georganiseerd door de sportcommissie van het CLAS. Na de start met als voorrijders twee topsporters van de defensie topsportselectie, werd er vooraan fanatiek gestreden om de eerste drie plaatsen. De marine wist binnen elke categorie een medaille mee te pikken.
De apparatuur is aangeschaft als toevoeging naast de bestaande fitness toestellen en is geen vervanger. Het grote voordeel van deze toestellen is dat er specifieke oefeningen gedaan kunnen worden die aansluiten op bewegingen die terugkomen in het werk van de militair zoals duw-, trek- en tilbewegingen, maar ook stabilisatie- en totaaloefeningen. Ook binnen de revalidatie voorziet dit toestel in mogelijkheden. De workshop bestond uit twee sessies van maximaal twintig sportinstructeurs per sessie.
Winter in viervoud Bij de Wintermeerkamp te Ermelo hebben LTZ 2OC Robert van Eis, SMJRWDW Marc Geluk en MAJMARNS Stephan Blaas de tweede, derde en vijfde plaats behaald. Tijdens deze Wintermeerkamp werden vier van de vijf disciplines van de moderne Olympische Vijfkamp beoefend: schieten, schermen, zwemmen en een cross. De sporter die over een geheel jaar de beste prestatie heeft geleverd op een afzonderlijke onderdeel van de moderne Vijfkamp, won een master Trofee. Deze trofeeën zijn de afgelopen tien jaar niet meer uitgereikt. MAJMARNS Stephan Blaas ontving de prijs voor beste schermer. SMJRWDW Marc Geluk werd als beste handgranaatwerper gehuldigd.
MK futsal
Keiser workshop
De finale van het MK Futsal op 21 januari ging tussen de Marinebrandweer en het Marinebedrijf. Na een spannende wedstrijd werd deze beslist door penalty’s en trok het Marinebedrijf aan het langste eind.
Bureau Sport beschikt sinds kort over pneumatische sporttoestellen van Keiser. Om onbekendheid met deze toestellen weg te nemen is op Marinekazerne Willemsoord een workshop georganiseerd. Ondanks diverse inloopuren bleef het gebruik vrij rustig.
Sportkalender maart/april 2009 11-mrt 11-mrt 18-mrt 24-mrt 25-mrt 1-apr 6-10 april 8-apr 16-apr 20-24 april 22-apr
MK Basketbal - tevens selectie NMK, MKWD Den Helder MT KIM-cross, KIM Den Helder NMK Futsal, MKWD Den Helder NMK Schermen, KMA / NLDA Breda Open Indoor Klimmen, Klimhal Eindhoven NMK Volleybal, Hanzehal Zutphen MK Schieten geweer en pistool, MKWD/SSB Den Helder NMK Basketbal, MKWD Den Helder MT Judo, VGKAZ Rotterdam Open Sloepzeilen, Opschool Den Helder NMK Golf, Nijmegen
Inschrijven NMK’s/MK’s/OMK’s via intranet: Inschrijvensport.intranet.mindef.nl Inschrijven MT’s via desbetreffende organisatie/sportbureau
29
SPEER in de versnelling Op 8 juni zal de materieellogistieke bedrijfsvoering van Hr.Ms. Van Speyk als eerste overgaan naar het nieuwe softwarepakket SAP. Een groot en belangrijk moment voor het project SPEER. Wat gebeurde er tot nu toe en wat staat de marine nog te wachten op gebied van informatievoorziening? Tekstbewerking: Vanessa Strijbosch/Foto: Ruud Mol (AVDD)
The way ahead
Tot nu toe
Op dit moment wordt er hard gewerkt aan de integratie van MATLOG in de financiële administratie, de twee peilers waarop de hele bedrijfsvoering rust. Het project bevindt zich in de laatste fase voordat het ‘live’ gaat aan boord van het eerste schip. In deze fase worden de producten uitgewerkt, zoals het overzetten van data vanuit de oude systemen naar SAP, maar ook de ontwikkeling van opleidingen.
• ‘Go live’ moment: Op 7 januari 2008 is de eerste concrete stap voor de invoering van het ERP (Enterprise Resource Planning) softwarepakket SAP bij defensie gezet met het ‘GO live’ moment bij de CDC Bedrijfsgroep ‘Defensie Personele Diensten’(DPD) gevolgd door het Centraal Betaalkantoor in Kerkrade in mei 2008. • Zeeketen: Inmiddels is ook het project zeeketen, bestaande uit het deelproject WALVIS (WAL en Vloot Implementatie SAP) bij het CZSK en GIDEON (Geïntegreerde Implementatie in Den Helder van ERP Ondersteuning) bij het Marinebedrijf in de hoogste versnelling beland. • Hr.Ms. Van Amstel: In 2008 werd Hr.Ms. Van Amtel ingezet als ‘SAP proeftuin’. Hierbij werd een aantal functionarissen van het schip door middel van het volgen van een interne opleiding bij het project WALVIS ingewijd. De proef diende als testcase voor de echte migratieprojecten. • Migratiepartners: op 15 september 2008 werd het zeeketenproject versterkt met een aantal migratiepartners. Dit zijn SAP- en procesdeskundigen van buiten defensie die bekend zijn met het invoeren van ERP-software in een gecompliceerde omgeving zoals die van defensie. Hun expertise wordt gebruikt om te helpen het SAP-systeem binnen de zeeketen in te voeren. In de eerste fase is met een ‘fitgap’ analyse gekeken naar de overeenkomsten (fit’s) en verschillen (gap’s) van de toekomstige bedrijfsvoering in SAP ten opzichte van de huidige bedrijfsvoering. Met de geïdentificeerde gap’s wordt de impact op de huidige CZSK bedrijfsvoering bepaald. Hiermee wordt de toekomstige, met SAP ondersteunde, bedrijfsvoering geoptimaliseerd.
Op 8 juni zal Hr.Ms. Van Speyk als eerste schip overgaan naar SAP. Deze eer zou eerst ten deel vallen aan Hr.Ms. Van Amstel, maar dat schip is ingehaald door de tijd en het Operationele Jaarplan waardoor ze niet meer in staat is om deze taak uit te voeren. Door deze wijziging moeten de opleidingen voor de gebruikers aan boord, maar ook aan de wal in hoog tempo ontwikkeld en gegeven worden. Dit heeft een forse impact op de capaciteit van het personeel binnen het project zeeketen en OTC-Log te Soesterberg.
Alle trossen los Onder het motto ‘Alle trossen los’ werd tijdens informatiesessies het projectteam zeeketen aan het management en de gebruiker voorgesteld. Er werd ingegaan op de doelstellingen van het programma SPEER en de toegevoegde waarde ervan. Vervolgens werd het project voor de zeeketen dieper uitgelicht. Het blikveld van het project en de impact die dit op de bedrijfsvoering van de doelgroepen heeft, werd onder de loep genomen. De meeste vragen tijdens de informatiesessies gingen over de voor- en nazorg, maar ook over het vergelijk met de uitrol van PeopleSoft in 2005.
Grote verandering Het Programma SPEER wordt ook wel ‘een van de grootste veranderprocessen binnen defensie ooit’ genoemd en is een van de grootste ERP-projecten uit de Nederlandse geschiedenis! SPEER richt zich op de verbetering van de besturing, beheersing en uitvoering van defensiebrede materieellogistieke en financiële processen. De huidige (ruim 260) IT-applicaties en -systemen die gebruikt worden binnen defensie worden vervangen door het softwarepakket SAP. Door één systeem te gebruiken voor alle bedrijfsinformatie, wordt de organisatie eenvoudiger en goedkoper, waardoor middelen vrijkomen voor operationele zaken. Dit betekent dat voor vrijwel iedereen in het materieellogistieke en financiële functiegebied, maar ook binnen besturende processen, het werk op een andere wijze wordt ingericht. Met de voltooiing van SPEER kunnen 1030 functies bezuinigd worden en tachtig miljoen euro per jaar worden bespaard op materieelsexploitatie. Het ERP-project moet in 2013 zijn afgerond.
30
Massale baksgewijs Een record aantal militairen en leerlingen stond dinsdagochtend 10 februari op baksgewijs op het exercitieterrein van MK Erfprins. Nog niet eerder verwelkomde SMVBO 160 leerlingen van de opleiding Vrede en Veiligheid. Drie EMMV-bakken
Twee ontstekers
met in totaal tachtig personen deden ook een flinke duit in de zak. De rest van de groep bestond uit de vaste bemanning. SMVBO is erg blij met deze opkomst. “Het is een goede inhaalslag om de tekorten zoveel mogelijk aan te vullen.”
Johan de Witt als goede gastheer Na drie maanden onderhoud in Vlissingen en twee weken varende beproevingen is Hr.Ms. Johan de Witt op 23 januari teruggekeerd in Den Helder. Dit was een mooie gelegenheid om de banden met de omgeving aan te halen. Op 22 januari werden honderd gasten vanuit de Haagse en Helderse defensie verwelkomd. Zij maakten kennis met amfibisch opereren en stapten aan het einde van de middag via een LCU van boord. De volgende dag was het de beurt aan het eigen thuisfront. Familie en vrienden van de bemanning arriveerden met een landingsvaartuig en konden gedurende de dag het reilen en zeilen aan boord meemaken. Op woensdag 28 januari nam het schip deel aan een varende bezoekdag voor Vrede &
Veiligheid en de EMMV. De bemanning maakte kennis met het nieuw aangetreden thuisfrontcomité en met de goede doelen waarvoor Hr.Ms. Johan de Witt in dit jaar een lans wil breken. Vrijdag 30 januari was het voorlopige ceremoniële hoogtepunt van deze periode. Tegelijkertijd bood het schip onderdak aan een beëdiging van de Operationele en de Logistieke School en vond de doop plaats van Kristan Spalburg. De beëdiging gebeurde in de hangaar op het verzoek van de beide commandanten van de scholen. Zij zochten een passende, operationele omgeving voor het te beëdigen personeel en hun familie en vrienden. Na al deze bezoeken richt Hr.Ms. Johan de Witt nu het vizier op de komende reis Loyal Engagement ’09.
Beëdiging van matrozen OD
31
Duikers van de Duik-en Demonteergroep (DDG) hebben woensdag 4 februari een lastige klus geklaard. Een zandzuiger kreeg tijdens zandwinning nabij de Nieuwe Waterweg een Engelse 250 lbs vliegtuigbom uit de Tweede Wereldoorlog in de zuigkop. Deze bom was voorzien van een dubbel ontstekingsmechanisme, zowel in de neus als in de staart. De staartontsteker van de bom was vergelijkbaar met die van de bom die in april 2005 aan drie opvarenden van een vissersboot het leven kostte. Als de bom uit de zuigkop zou vallen zou deze mogelijk exploderen. Op zich is een explosief in de zuigkop niet bijzonder. Bij zandwinning voor de kust van Den Helder is dit in het laatste kwartaal van 2008 ongeveer 170 keer voorgekomen. Het soort explosief en de wijze waarop deze in de zuigkop vastzat, maakte dit geval wel bijzonder en ook extra gevaarlijk. De bom zat met beide ontstekers vastgeklemd in de zuigkop. De bemanning van de zandzuiger is na melding meteen door de DDG geïnstrueerd over de te nemen maatregelen, mede omdat ze dicht bij een drukke vaarroute voeren. Tegelijk met het DDG-team is ook het duikvaartuig Argus vertrokken richting Hoek van Holland. Nadat de bom onschadelijk was gemaakt, werd deze overgeladen van de HAM 316 op de Argus om de bom op zee te laten ploffen. Het zand dat wordt gewonnen in de Noordzee, is bestemd voor aanleg van de tweede Maasvlakte. In het komende jaar wordt er ongeveer 250 miljoen kubieke meter zand gewonnen waardoor wellicht voor de DDG en Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EODD) een drukke periode aanbreekt. De DDG wordt ingezet door de EODD bij specifiek maritieme klussen. Sinds 2005 zijn ruim zevenhonderd explosieven gemeld op de Noordzee die vrijwel allemaal door de Koninklijke Marine zijn geruimd.
Staatssecretaris bezoekt Eind decemberMarinebedrijf is de ‘Marinekalender
Flink bedrag voor Sjaak Pach Meteen na binnenkomst van Hr.Ms. De Ruyter op 22 december heeft commandant KLTZ Peter Reesink een cheque van bijna zevenduizend euro overgedragen aan de Sjaak Pach Stichting. Dit geld is door de bemanning tijdens de reis voor de kust van Somalië bijeen gebracht, waar zij meerdere voedseltransporten voor het Wereldvoedselprogramma naar de hoofdstad Mogadishu begeleidde. De Sjaak Pach Stichting uit Den Helder zet zich in voor vakanties voor kinderen met een lichamelijke handicap.
Marinierszoon gedoopt in scheepsbel Kristan Sjors Spalburg, zoon van sergeant der mariniers Etiënne Spalburg en Liesbeth Spalburg-Wieringa, is naar marinetraditie in een omgekeerde scheepsbel gedoopt aan boord van Hr.Ms. Johan de Witt. Zijn naam zal worden gegraveerd aan de binnenkant van de bel. Het is de eerste naam in het scheepsreliek, dat van naamschip naar naamschip wordt overgedragen. Een zoektocht naar een geschikte dooplocatie leverde het eigen schip van sergeant der mariniers Spalburg op. “Vanwege ons drukke vaarprogramma hadden we moeite met prikken van een datum en vinden van een geschikte locatie voor de doop”, aldus Spalburg. “Mijn chef stelde daarom voor om het aan boord te doen.” De dienst werd voorgegaan door vlootpredikant Gert Pennekamp. Dopen van kinderen is volgens Pennekamp een oude traditie die terug gaat naar de zeventiende eeuw. “Michiel de Ruyter heeft toegestaan dat er gedoopt werd aan boord van de schepen. Toen ging dat om volwassen schepelingen, maar later mocht dit ook bij hun kinderen.” Voor de vlootpredikant
was het de eerste keer dat hij een doop aan boord deed. Het heeft blijvende indruk op hem gemaakt. “Het is prachtig om zo’n kindje aan boord gedragen te zien worden. De doopviering is veel intiemer.” De bemanning heeft de ceremonie goed ondersteund. Zo heeft de nautische dienst speciaal een standaard gemaakt, waarin de scheepsbel op kop geplaatst kon worden, om te dienen als scheepsfont. De doopplechtigheid vond plaats in bijzin van de commandant, de eerste officier, een aantal bemanningsleden en naaste collega’s van de marinier en familie. “Een prachtige ceremonie”, beamen vader en vlootpredikant.
Aanpassing Diemaco Defensie wil alle 25.000 Diemaco geweren aanzienlijk verbeteren en 2.000 Minimi mitrailleurs vervangen. De Diemaco’s moeten onder andere een snelrichtmiddel, een systeem om apparatuur aan te bevestigen, een voorste handgreep en een verstelbare kolf krijgen. Ook de nieuwe Minimi’s worden van deze verbeteringen voorzien. Staatssecretaris Jack de Vries heeft de Tweede Kamer over het voornemen geïnformeerd. De Vries wil de order ter waarde van ruim 40 miljoen euro plaatsen bij de Canadese firma Colt. Defensie was al bezig met aanpassingen aan de geweren maar die worden nu afgestemd op de praktijkervaringen in onder andere Uruzgan. De Diemaco werd in de jaren negentig aangeschaft als het standaardgeweer van de Nederlandse militairen. De Minimi werd in dezelfde periode
aangekocht als groepswapen voor gevechtseenheden. Sindsdien zijn de persoonlijke uitrusting, de omgeving en de manier van optreden sterk veranderd. Uit de ervaringen van de afgelopen jaren blijkt dat militairen steeds vaker het gevecht moeten voeren op korte afstanden en in relatief onoverzichtelijke situaties. De 2.000 Minimi’s worden vervangen vanwege slijtage. De nieuw aan te schaffen wapens worden niet alleen voorzien van een snelrichtmiddel, een voorste handgreep, een verstelbare kolf en voorsteunen, maar ook met een aangepaste vuurregelaar en magazijnpal en een geïntegreerd rail-systeem om apparatuur aan te bevestigen. Dankzij het railsysteem kan het wapen, afhankelijk van de functie van de militair worden voorzien van speciale apparatuur zoals een laserdoelaanwijzer.
32
Staatssecretaris Jack de Vries heeft maandag 2 februari een werkbezoek gebracht aan het Marinebedrijf. ’s Morgens bekeek hij het schepenliftcomplex en Casco II. De Vries ging daarna aan boord van Hr.Ms. Willemstad en Hr.Ms. Middelburg. Ook werd een vernieuwde Rhib aan de staatssecretaris getoond. In de dinerroom van Dok VI heeft de staatssecretaris kennis kunnen maken met leden van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapscommissie en een vertegenwoordiging van het personeel van het Marinebedrijf. Tot slot bracht hij een bezoek aan de afdeling Optronica en Bovenwatersystemen.
Nieuw scheepsmodel van mijnenjager In de gangen van Eguermin zijn v erschillende scheepsmodellen te bewonderen, maar een goed model van een Belgisch Flower-klasse of Nederlands Alkmaar-klasse mijnen bestrijdingsvaartuig ontbrak nog. Tijdens de nieuwjaarsreceptie op de Belgisch-Nederlandse Mijnenbestrij dingsschool werd een scheepsmodel van een mijnenjager uit deze klassen onthuld. Dit model is gebouwd door de kwartiermeesters Jean-Paul Prevot, korpskwartiermeester van Eguermin, en Claude Vandevelde, die al negen jaar gepensioneerd is. Aangezien professioneel gebouwde scheepsmodellen zeer kostbaar zijn, moest het project met eigen middelen worden uitgevoerd. De bouw heeft jaren in beslag genomen Om het binationale karakter van zowel de school als de mijnenjagers te benadrukken, is gekozen om het schip twee gezichten te geven. Aan stuurboordzijde stelt het model BNS Primula voor, getooid met de Belgische Zeemachtvlag. De bakboordzijde van het schip stelt Hr.Ms. Hellevoetsluis voor, met de Nederlandse Koninkrijks vlag in de vlaggenmast.
Herdruk Kroniek der Zeemacht Van kaapvaart bij Duinkerken tot piraterij bij Somalië en van de kruistocht tegen Saracenen in Egypte tot de kruistocht tegen drugssmokkel in de West. In de herziene, geactualiseerde herdruk van de Kroniek der Zeemacht zijn de hoogte- en dieptepunten van vijf eeuwen Nederlandse marinegeschiedenis bijgewerkt tot 2009. Dit fraai geïllustreerde boek van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie bevat meer dan veertienhonderd maritieme wetenswaardigheden uit recente en vervlogen tijden. Per dag zijn een of meer onderwerpen uit verschillende jaren belicht. In 2003 verscheen de eerste druk van de Kroniek der Zeemacht, die na vier jaar was uitverkocht. Deze herziene, geactualiseerde editie is aangevuld met een beknopte geschiedenis van de Nederlandse zeemacht. Voorts zijn recente onderwerpen en tientallen nieuwe illustraties toegevoegd. Tijdens de honderdste vergadering van de Admiraliteitsraad op 27 januari nam de Commandant Zeestrijdkrachten, LTGENMARNS Zuiderwijk de geactualiseerde Kroniek in ontvangst. Het boek is
verkrijgbaar bij de boekhandel, of rechtstreeks te bestellen bij de uitgever: BV Uitgeverij De Bataafsche Leeuw, www.bataafscheleeuw.nl. 494 pagina’s, gebonden, geïllustreerd, full colour; ISBN: 978 90 6707 640 1; prijs: € 75,00.
Een onvergetelijke kerst Het Liaison Observer Team (LOT) Mrkonjic Grad heeft een gezin met drie zwaar gehandicapte kinderen een onvergetelijke kerst bezorgd. Via de sociale dienst kreeg het team te horen dat het gezin een rolstoel nodig had voor een van hun dochters. Aangezien zij moeten rondkomen van 121 mark (ongeveer zeventig euro) per maand, konden zij zich geen nieuwe rolstoel veroorloven. Met behulp van Anny Bennenbroek, die in Nederland werkzaam is bij de Brabantse stichting Zorgboog, kon het LOT op 23 december de rolstoel aan het gezin overhandigen. Daarbij gaven ze ook een kerstpakket met daarin de noodzakelijke levensbehoeften. Het LOT-huis in Mrkonjic is één van de vier Nederlandse huizen van de EUFORmissie in dit gebied van Bosnië. Voor de marine zit sergeant LDV Gilbert Koster er met vier luchtmachtcollega’s en twee marechausseecollega’s.
Signatuurmeting Johan de Witt Als onderdeel van de DMO-beproeving van Hr.Ms Johan de Witt werden op 14 en 15 januari bovenwatersignatuurmetingen uitgevoerd voor de kust van Noordwijk. Met de metingen werd de waarneembaarheid (signatuur) van het schip bepaald voor radar-, infrarood- en laserstraling. Het Landing Platform Dock is een ‘High Value Unit’, die door begeleidende fregatten wordt beschermd tijdens operaties met bovenwaterdreiging. Met kennis van bovenwatersignaturen kunnen operationele beeldopbouw en tactieken door het MDTC worden vastgesteld. Daarnaast wordt deze signatuurkennis gebruikt voor het (mogelijk op termijn) inzetten van organieke soft kill (decoys), waarmee detectieapparatuur van vijandelijke eenheden, zoals doelzoekende raketten, kan worden misleid. Om de signatuur zo klein mogelijk te maken, zijn enkele bijzondere runs uitgevoerd. Zo werd het schip getrimd om enkele graden over stuurboord te hellen. Daarmee kon
Paresto valt in de prijzen (foto: Richard Reinders)
de ‘radar-cross-sectie’ worden verkleind. Door het activeren van de prewettinginstallatie, die gebruikt wordt om de dekken te spoelen na een NBC-aanval, kon ook de uitstraling van warmte worden teruggebracht, waarmee het infrarood-signatuur werd verkleind. De verkregen informatie zal onder meer worden gebruikt voor de bouw van het Joint Support Ship.
Thuisbasis Staatsecretaris Jack de Vries heeft aan acht Home-Base Support medewerkers die op missie zijn geweest en afzwaaien oorkondes en speldjes uitgereikt. Deze medewerkers hebben een bijdrage geleverd aan het welzijn van Nederlandse militairen in binnen- en buitenland in de Echos Homes. De acht Home-Base Support-medewerkers hebben een belangrijke bijdrage geleverd met bie-
den van geborgenheid en gezelligheid van ‘thuis’. De activiteiten van de Stichtingen PIT (Protestants Interkerkelijk Thuisfront) en Pro Rege zijn dit jaar samengegaan in de nieuwe organisatie Home-Base Support. Op 9 januari is Home-Base Support met een nieuwjaarsbijeenkomst officieel gelanceerd.
33
Het ‘sterrenteam van Paresto’ is in de prijzen gevallen tijdens de culinaire wedstrijden op de horecavakbeurs. Op woensdag 28 januari ontvingen SGTLDV Koen de Buck, chef sterrenteam en Edwin de Bruin, kok bij de Inspecteur Generaal der Krijgsmacht de tweede prijs van de vakjury in de categorie ‘Restaurantkoks’. Ze ontvingen hiervoor een zilveren medaille. Ook sleepte het team de ‘chocoladeprijs’ in de wacht voor het beste dessert, waarvoor ze een patisserieworkshop in Frankrijk aangeboden kregen.
Een eerste kennismaking De huidige Contingent Commandant (ContCo) in Afghanistan, commodere Bergsma, en zijn aanstaande opvolger CDR Snoeks hebben op 16 februari een ontmoeting gehad met de Afghaanse brigadegeneraal Shir Mohammad Zazai, Commandant van het 205 Corps Regional Advisory Command. Dit informele bezoek vond plaats in het Afghanistan National Army (ANA)- kamp. Tijdens deze ontmoeting stelde Bergsma zijn aanstaande opvolger aan Zazai voor. In een informeel gesprek werd, met behulp van tolken, uitgebreid gesproken over de voortgang van de wederopbouw van het Afghaanse legercorps en de internationale samenwerking en steun van de aanwezigen ISAF-landen. “Mijn doelstellingen zijn het in stand houden van de uitstekende samenwerking met de verschillende ISAF-landen in de wederopbouw van het Afghaanse leger en in het bijzonder met de aanwezige Nederlandse ISAFtroepen. Maar zeker ook verder werken naar een moment in tijd waarin de ANA
Sinte Barbara viering
volledig zelfstandig kan opereren”, aldus Zazai. Hij vervolgt: “Een van mijn speerpunten is het rekruteren van ANAmanschappen en instandhouden van de goede samenwerking met de ISAFtroepen in Kandahar, Tarin Kowt, Kabul en Helmand. Na de ontmoeting hebben Bergsma en Snoeks uitgebreid kennis gemaakt met onder andere de imam van de lokale moskee en sloten het bezoek af met een rondleiding door het lokale hospitaal.
Vrijdag 4 december, op de naamdag van de patrones van de artilleristen, vindt de traditionele Koninklijke Marine Sinte Barbara viering plaats. Gehouden voor en door actief dienende zee-officieren met aantekening ARTO of OVART, KMR-officieren afkomstig uit de dienstvakken Geschutsmaker, Vuurleidings konstabel, Geschutskonstabel en andere marinelieden met artilleristische betrokkenheid, zoals officieren der mariniers dienende bij de mortierscompagnie of de ‘Marine Joint Effect Battery’. Naast het hoge reüniegehalte worden het artilleristisch verleden, heden en toekomst belicht. Op deze avond zal, naast het afleggen van de proeve van bekwaamheid door artillerieofficieren in opleiding, de Sinte Barbara-trofee worden uitgereikt aan artillerist(en) die van zich hebben doen spreken. Voor meer informatie: Sinte Barbara Reünie Commissie: LTZ1 Stephan Glaser (secretaris) en LTZ1 ir. Ronald de Groot (penningmeester). Website: www.sintebarbara.com.
Duikmedisch Centrum in conditie Leerlingen van het Martinus College uit Grootebroek waren begin januari voor het derde achtereenvolgende jaar op bezoek bij het Duikmedisch Centrum (DMC). Het ging om leerlingen uit 5 havo en 5 vwo, met de vakken biologie en lichamelijke opvoeding in het pakket. De scholieren kregen op het DMC een lezing van een duikerarts en een rondleiding bij het Duikbedrijf. Op de functieafdeling konden zij aan den lijve ervaren wat een maximale fietstest inhoudt. De leerlingen deden het DMC aan in het kader van het jaarlijks terugkerend project ‘CO2nditie’, waarbinnen het Martinus College met het DMC samenwerkt. ‘CO2nditie’ gaat over het meten van conditie en legt een koppeling met het duiken bij de marine. De KM is ook betrokken bij de projecten ‘Waar ben ik’ (in samenwerking met het KIM, rond plaatsbepaling op zee) en een meteoproject, waarbij Maritiem Vliegkamp De Kooy is betrokken. De drie projecten zijn een onderdeel van het Jongeren en Techniek Netwerk (JET-NET). Hiermee worden meer jongeren geïnteresseerd voor techniek. Momenteel kiezen te weinig jongeren
voor een exacte opleiding. “Door middel van dit project draagt het DMC haar steentje bij aan het enthousiasmeren van jonge mensen voor een carrière bij de Koninklijke Marine”, aldus HDMC, KTZAR Rob van Hulst.
de deadline voor het aanleveren van artikelen voor het APRILnummer van Alle hens is maandag 16 maart 2009
34
De volgende personen stonden vermeld in de februari 2009 editie bij de bevorderingen terwijl ze dienstverlaters zijn: SMJRODVB J. van Brakel; SMJRODVB P.J.M. van de Pol; SMJRTDW J. de Bruin; SGTMARNALG R.G. Pilot; SGTLDGD R.J.M. de Beer; SGTLDGD M.P. Halma; SGTTDE D.S. Krigee; SGTMARNALG C.J.J. Lamb; SGTMARNALG P.A. Luijckx; SGTADBM T. Teeuwen; SGTTDW L.J.A. Valk; SGTLDV G. de Wolf; KPLTDW B.A.P.M. van Kempen; KPLLDA W.M.A. van Overloop; KPLTDW M. de Vries; KPLODVB R. Vroom.
* Elf (staf)adjudanten hebben de Joint Tertiaire Vorming afgesloten. Deze opleiding vindt eenmaal per jaar plaats voor de onderofficieren. Gezien de uitrol van de stafadjudant binnen de Koninklijke Marine zijn er voor 2009 twee opleidingen ingepland, in maart en november. Op dit moment zijn er 22 stafadjudanten binnen de Koninklijke Marine.
uitgemaakt van de EU-missie in BosniëHerzegovina, van het hoofdkwartier van ISAF (Kabul), het Regionaal Commando in Zuid-Afghanistan (Kandahar), de NAVO-trainingsmissie in Irak en de EU-missie in Tsjaad. Ook worden voor het eerst herinneringsmedailles uitgereikt voor militairen die deelnamen aan de UNAMID-missie in Darfur. * LTZ 2OC Berend van de Kraats is de nieuwe commandant van kustwachtcutter Jaguar. Hij nam dit over van LTZ 2OC Dirk de Beurs op dinsdag 20 januari.
De SA ADJ vlnr: S-AOO2 MARN De Valk, AOOMARN Bicker, S-AOO2 TDW Reelick, AOOODOPS Van Hest, S-AOO2 ODOPS Schmaal, S-AOO2 ODOPS Van Es, S-AOO2 ODOPS Wagemans, AOOODOPS Van Oosten, S-AOO2 WDE Bogert, AOOODOPS Westerveld, AOOTDW Baars.
* LTZE 2 Marit Wijnans en LTZSD 2OC Marie-Louise Verbeek hebben de opleiding tot Systeem Verantwoordelijke Officier Luchtverdedigings- en Commandofregat afgerond met een presentatie van een operationeel/ technisch Harpoon missile lanceerscenario.
* Medio augustus begonnen SMJR WDE Ed van Wamel en SMJR WDW Jack de Wit met de systeemchef opleiding M-fregatten Op 14 januari sloten ze de opleiding af met een eindopdracht. De geslaagden zullen gaan werken als systeemchef aan boord van Hr.Ms. Van Amstel en Hr.Ms. Van Speijk. * Vlieger LTZ 1 Job Sicking en Flight Test Engineers (FTE) LTZ 2OC Alrik Hoencamp en LTZ 2 Gijs Blok hebben met succes de opleiding aan de Empire Test Pilot School afgerond in Boscombe Down, Salisbury, Groot-Brittanië. Blok ontving de prijs voor de beste groepsopdracht. Hoencamp won de Dunlop Trophy 2008.
Deze prijs is voor de beste individuele prestatie uit de ‘rotary’- en de ‘fixed wing’ studenten als Flight Test Engineers. Na deze opleiding kunnen vliegers fungeren als aircrew op alle types helikopters, ook als deze nog in de ontwikkelingsfase zijn. Tijdens de opleiding zijn zestien verschillende helikopter- en vier verschillende vliegtuigtypes gevlogen in diverse landen. * KTZ ir. Kees Boelema Robertus heeft CDRE Jelle Snoeks opgevolgd als directeur van de Directie Operationele Onder steuning. Hij is bevorderd tot commandeur. Boelema Robertus was vanaf april 2004 tot medio mei 2005 commandant van de Mijnendienst. Na een plaatsing in de persoonlijke staf van de Commandant Zeestrijdkrachten volgde in januari 2007 zijn benoeming tot commandant van Hr. Ms. Rotterdam. CDRE Snoeks zal in maart worden uitgezonden naar de functie van commandant van het Nederlands contingent bij ISAF. KTZ Peter van den Berg heeft op 15 januari het commando van de Rotterdam overgenomen van Boelema Robertus. * Honderdvijftig militairen van Kon ink lijke Marine, Landmacht, Luchtmacht en Marechaussee hebben de Herinneringsmedailles voor Vredesoperaties voor hun deelname aan diverse kleinere militaire missies op de Balkan, in Afrika en in Azië ontvangen. De militairen hebben onder meer deel
35
* Hr.Ms. Zeeleeuw is terug van de Rijkswerf en heeft sinds 15 januari LTZ 1 Geordie Klein als commandant. Hij heeft het overgenomen van KLTZT Henk de Weerd, CCO CG&B onderzeeboten. LTZ 1 Wiebe van Beek heeft van Klein het bevel over Hr.Ms. Walrus overgenomen. * LTZ 1 Stephan Glaser heeft het commando van Hr.Ms. Middelburg op zich genomen. Het commando van zijn vorige schip, Hr.Ms. Willemstad ligt voor de conversie naar PAM-schip bij KLTZ John Kleywegt, CCO. * LTZ 1 Rick Ongering is sinds 5 januari de nieuwe commandant van Hr.Ms. Urk. Op Hr.Ms. Haarlem is LTZ 1 Bernd Roelink commandant geworden. * Maandag 8 januari werd LTZ 1 Rob Wesdorp onderscheiden met de ‘meritorious service medal’. Dit is een presidentiële onderscheiding voor militairen van de United States Armed Forces of militairen van vriendschappelijk bevriende naties die, zonder in gevechtshandelingen betrokken te zijn geweest, zich op zeer bijzondere wijze voor Amerika verdienstelijk hebben gemaakt. Wesdorp is sinds juli 2005 geplaatst in Verenigde Staten
bij de Expeditionary Strike Group II, te Norfolk, Virginia, waar hij coalitieplanner is in de staf. In deze functie is hij onder meer met de Strike Group in 2007 naar Bahrein op uitzending geweest, een missie die mede dankzij Wesdorps loyale en niet aflatende toewijding succesvol was. De bijhorend versierselen werden opgespeld door de commandant van de Strike Group, schout-bij-nacht McKnight, United States Navy. * Matrozen OD Jelle Kralt en Sven Wilting, matroos WD Wouter Groenenboom en matroos LDV Koen De Groot hebben alle vier in december op weg naar de West hun takenboek en daarmee hun stageperiode aan boord van Hr.Ms. Van Amstel afgerond. In aanwezigheid van de chefs en hoofden van dienst van de betrokken matrozen heeft de commandant hun rode matroos-twee strepen vervangen door de felbegeerde gouden matrooséén strepen. De Groot is één van de drie bemanningsleden die tijdens de deployment als stationsschip van Hr.Ms. Van Amstel wordt gevolgd door een cameraploeg van de NPS voor het programma Dichtbij NL. * Op de allerlaatste werkdag van zijn bijna 33-jarige carrière bij de Marinierskapel der Koninklijke Marine heeft eerste luitenant der mariniers Dick Roelofsen het orkest gedirigeerd op het jaarlijkse Koninginneconcert in Den Haag. Per 1 februari gaat hij gebruik maken van het functioneel leeftijdsontslag (FLO). In aanwezigheid van de Commissaris van de Koningin van de provincie ZuidHolland, enkele buitenlandse ambassadeurs en ruim 380 belangstellenden leidde de scheidend kapelmeester/2e dirigent de kapel met een gevarieerd muzikaal programma. Roelofsen wordt opgevolgd door eerste luitenant der marinierskapel/2e dirigent Peter Bongaerts.
Minister Rouvoet op bezoek
In het kader van versterken van het jeugden gezinsbeleid op de BES-eilanden (Bonaire, Eustatius en Saba) en Curaçao heeft minister voor Jeugd en Gezin, André Rouvoet op 3 februari Marinebasis Parera bezocht. Daar liet de bewindsman zich voorlichten over de Koninklijke Marine in het Caraïbisch Gebied, de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en de Antilliaanse Militie. De minister volgde
een briefing over de taken en middelen van beide maritieme organisaties. Hierna kreeg hij een presentatie over de doelstellingen en werkwijze van de Antilliaanse Militie en de voorbereiding van jonge dienstplichtigen op een baan in de burgermaatschappij. De minister sloot het bezoek af met een rondleiding over de marinebasis. Hierbij bezocht hij onder meer de ziekenboeg, de sportfaciliteiten en de Noachkapel.
Grensverleggend Vorig jaar begonnen 75 Antilliaanse jongeren op Marinekazerne Suffisant aan hun dienstplicht van een jaar. 71 Dienstplichtigen hebben de Elementaire Vakopleiding afgerond, die traditioneel wordt afgesloten met de eindbivak ‘Deadpoint Boemerang’. Ze dalen af van de Tafelberg, maken een wateroversteek met drijfpakketten bij de Drie Gebroeders en besluiten het bivak met een nachtmars van vijfentwintig kilometer. Alleen na het succesvol afronden van de Elementaire Vakopleiding, mogen de miliciens de begeerde baret met het embleem van de
Antilliaanse Militie dragen en stromen ze door in de Civiele Vakopleiding. De baret is op 29 januari uitgereikt. Een dag later vierde Suffisant de afronding van de civiele beroepsopleiding van 35 andere miliciens.
Leiderschap op Suffisant De ‘module Sociale aspecten van leidinggeven: APK’ is voor het eerst in de West gegeven door AOOMARNALG Piet Bakker op marinekazerne Suffisant op Curaçao. Twaalf leidinggevenden volgden deze tweedaagse cursus. Van 2 tot 7 februari heeft bureau Leiderschap onder leiding van
36
LKOLMARNS Peter Buitenhuis, een bezoek gebracht aan de West om voorlichting te geven over haar teambuildings, de module APK en begeleiding van leidinggevenden. Tijdens het bezoek zijn afspraken gemaakt voor half maart om een aantal teambuildings en twee modules APK te geven.
onderschepping grote partij drugs Tijdens een grondige controle in de haven van Bonaire zijn op twee vaartuigen, het motorvaartuig Il D’Aprimma, afkomstig uit Venezuela en het zeiljacht Fantasy, afkomstig uit Grenada, illegale goederen aangetroffen. Beide vaartuigen en de goederen zijn in beslag genomen. De bemanning van de Il D’Aprimma is aangehouden. De Il D’Aprimma is opgebracht naar de Kustwachtsteiger te Parera.
Duiker terecht op Aruba Een lokale duiker werd begin februari vermist ten oosten van Aruba. Eenheden van de Maritieme Politie, de politiehelikopter en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba en de Sarfa, de vrijwilligers Redding Organisatie van Aruba werden ingeschakeld om naar de vermiste duiker te zoeken. Later op de middag kwam een melding binnen dat de man gevonden was. Hij was op eigen krachten naar het rif nabij de raffinaderij van Valero gezwommen en wist zich op die manier in veiligheid te brengen. Met behulp van een eenheid van de Maritieme Politie werd de man aan land gebracht waar hij werd opgewacht door zijn opgeluchte familieleden.
Binnenkomst Hr.Ms. Van Amstel Majestueus passeerde Hr.Ms. Van Amstel, het nieuwe stationsschip van de Koninklijke Marine in het Caraïbisch Gebied, de havenhoofden van Willemstad op 6 februari. Dit gebeurde onder het afgeven van de gebruikelijke ceremoniële saluutschoten aan de koninkrijksvlag en de Gouverneur van de Nederlandse Antillen. Het saluut werd vanaf Fort Krommelijn beantwoord.
Reünies * 27 maart: Marinehospitaal te Overveen. locatie: Marine-etablissement Amster dam. Info en aanmelden via www.marinehospitaal.nl of via Reüniecommissie MHO, CMH, Postbus 90 000, 3509 AA Utrecht. * 22 april: Magazijnbeheerders/ Vlieg tuigmaker magazijnbeheerders en Logis tieke Dienst Goederenbeheerders. Locatie: De Witte Raaf, Marinekazerne Willemsoord, Den Helder. Tijd: 10:0016:00 uur. De kosten inclusief maaltijd en consumptiebon(nen) zijn € 15.00 per persoon of € 25,00 met partner. Opgave voor deelname door bedrag te storten op rekening: 140271759 t.n.v. Reünie Materieelbeheer KM. Aanmelden voor 15 april. Verdere informatie: B. Vis, telnr.: 0223 630 816, J.H. Dirks, telnr.: 0223 644 345.
* Vrijdag 25 september: Oudgediende hofmeesters, botteliers, koks en marva’s ingedeeld bij deze dienstvakken. Locatie: Amsterdam Marine Kazerne. Verdere informatie: L. v.d. Tas, telnr.: 0714 023 346. Tijd: 10:00 - 16:00uur. De kosten voor deze dag zijn € 15, te storten op giro 4906478, tnv C. v. Tol, Boternessenstraat 38, 1382 EC, Weesp, met vermelding ‘Contactdag.’ * 30 oktober: 65 jaar Vrouw in de Koninklijke Marine. Locatie: Witte Raaf. Informatie: www.reunie.ex-actkm.nl.
* 23 april: De Vereniging Dragers Militaire Dapperheidsonderscheidingen. Locatie: De Kumpulan van het KTOMM Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem. De leden van de vereniging zijn militairen en burgers, die wegens hun dapper optreden in de strijd tegenover de vijand zijn onderscheiden met de Bronzen Leeuw, het Bronzen Kruis, het Kruis van Verdienste en/of het Vliegerkruis. Verdere informatie: Wim F.J. Elgers, Paterslaan 6-A, 5701 NZ Helmond. Telnr.: 0492 528 454 of mob.: 06 447 066 84. e-mailadres:
[email protected]. * 23 april: Veteranen WO II Koninklijke Marine en Koopvaardij. Locatie: De Kumpulan, KTOMM Bronbeek, Velperweg 147, 6824 MB Arnhem. Belangstellenden kunnen contact o pnemen met R.J.I. Teunissen, Sluiswachtershoeve 314, 7326 ZD Apeldoorn, telnr.: 055 540 96 67. * Vrijdag 24 april: Identiteitsgroep Steenrode Baretten. Locatie: Elias Beeckmankazerne, Nieuwe Kazernelaan 2-10 te Ede. Tijd: 09:30 - 17:00 uur. Kosten: ISB leden en hun partners: € 7,50 per persoon. Alle overigen € 10,per persoon. Aanmelden: Voor maandag 23 maart. De deelnamekosten storten op bankrekeningnummer 144117347 t.n.v. Bond van Wapenbroeders inzake Identiteitsgroep Steenrode Baretten te Ede, onder vermelding van ‘Reünie 2009’. Verdere informatie is te lezen op de site: www.steenrode-baretten.nl.
37
Alles van het korps Ik ben op zoek naar alles wat met het Korps Mariniers te maken heeft. Mochten er mensen zijn die spullen kwijt willen, dan zou ik het graag willen hebben. Ben Schinkel,
[email protected], telnr. 038 332 8591 Zeemansloop Het wandelpeloton van de AVOM (De Algemene Vereniging Oud Personeel van de Koninklijke Marine) organiseert op zaterdag 18 april 2009 voor de achtste keer ‘De Zeemansloop’. Startplaats: Kantine Visaflag, Visafslagweg 1, 2583 DM Scheveningen. Afstanden: 5, 10, 20, 30 en 40 kilometer. Inlichtingen: W. van Anen, voorzitter, telnr: 06 203 925 72,
[email protected], M. v.d. Velde, secretaris, telnr. 06 504 242 23, m.
[email protected] of www.avom.nl.
Geachte redactie, Hierbij wil ik mijn erkentelijkheid betuigen voor de hulp die wij, Politie Hollands-Midden, kregen van het Duik Medisch Centrum van de Koninklijke Marine. Wij konden met onze vragen terecht over een dodelijk ongeval, begin 2007 in de Krimpenerwaard. De onbekendheid van het fenomeen als onderkoeling was, voor mij als oudmarinier, reden dat ik de expertise moest en kon raadplegen bij het Duikbedrijf van de Koninklijke Marine. De heren KLTZAR Rob van Hulst en Peter van Ooij van het Duik Medisch Centrum hebben ons meer dan voortreffelijk geholpen in een poging de waarheid zowel letterlijk als figuurlijk boven water te krijgen. Met vriendelijke groet, F.P.M. van Vliet, Inspecteur van politie, Forensisch Onderzoeker Politie Hollands- Midden
De oude dame Via deze weg wil ik reageren op het artikel ‘De oude dame blijft varen’ uit de Alle Hens van februari. Mijn naam is Bart Mijlhoff en ik ben sinds januari 2008 CWD aan boord van de Zuiderkruis. Op de dag van ontdekking was ik Officier van Dienst en was samen met het wachtsvolk en de aanwezige vroege vogels als eerste ter plekke. Samen met een aantal mannen van het wachtsvolk zijn wij de machinekamer in gegaan. Deze mensen hebben de eerste acties uitgevoerd. Twee matrozen hebben over stuurboord een klep gesloten waarbij een van hen tot ver over zijn middel in het water stond. We hebben een werkoveral in een pijp gestopt en daar een slecht passende flens op gemonteerd zodat het water werd gestopt. Andere aanwezigen van het wachtsvolk en bemanning hebben een keg gehaald en daarmee een andere pijp gedicht. Pas later kwam de trein van het Marinebedrijf en Brandweer op gang. U doet in dit artikel de bemanning duidelijk te kort door hen als laatste te noemen en de welbekende veren daar te stoppen waar ze eigenlijk niet horen. Van veel aanwezige opvarenden heb ik weinig goede berichten gehoord over uw artikel. Bart Mijlhoff, SMJR WDE, CWD Hr.Ms. Zuiderkruis Reactie redactie: In dit artikel gaat de aandacht te weinig uit naar de inspanningen van de vaste bemanning van de Zuiderkruis. Dit had explicieter vermeld moeten worden. Anderzijds wilden we met dit verhaal vooral de stand van zaken rond het schip vermelden. Welke gevolgen heeft de averij voor schip en werf? Daarom is de aanleiding en afwikkeling van de lekkage summier aan bod gekomen, helaas over de hoofden van de bemanning die een bijzondere prestatie hebben geleverd.
Herintreden Na vijftien jaar bij ‘de baas’ gewerkt te hebben vond ik het begin 2008 wel genoeg. Ik wilde wat anders. Spannend vond ik het echter wel. Dat marinecultuurtje zou ik gegarandeerd gaan missen, dat is zeker. Op 31 maart begon ik aan mijn nieuwe avontuur bij Hoekstra Makelaardij & Vastgoedbeheer in Leeuwarden. De eerste maanden vlogen voorbij, ik had het naar mijn zin, ik leerde nieuwe dingen en ik had toffe collega’s. Ik had een juiste keuze gemaakt. Althans, dat is wat ik de eerste maanden dacht. Na de zomer begon ik me steeds meer te ergeren aan mijn functie, technische klachtenafhandeling. Het bedrijfsleven is gefocust op winst. Dat is natuurlijk wel logisch maar het moet niet ten koste gaan van alles. Daar zat ik dan, een leuk bedrijf, aardige mensen en een functie waar ik langzaam een houding creëerde van ‘maak van jou probleem niet mijn probleem.’ De gedachten terug naar de marine speelden nog altijd. De ene keer sterker dan de andere keer. Na een bezoek van een kennis die nog bij de marine werkt, ging het balletje rollen. Ik belde maandags P&O met de vraag naar de mogelijkheden als herintreder, het antwoord was: “Je bent van harte welkom.” Op 2 februari 2009, tien maanden later, kon ik weer beginnen in mijn ‘eigen’ wereldje. Ik weet nu in ieder geval wat ik heb en ook wat ik krijg. KPLLDA Edwin Kooren
38
Alle Hens is benieuwd naar de mening van haar lezers. Daarom wil de redactie u graag de ruimte geven om te reageren op de artikelen in Alle Hens. De redactie behoudt zich het recht voor om ingezonden stukken te selecteren, te redigeren en in te korten voor publicatie. Reacties op Alle Hens kunt u sturen naar:
[email protected], of per post: Alle Hens, Het Paleis, postbus 10.000, 1780 CA Den Helder (MPC10 A).
offIcieren Bevorderd CDR Ir. C.H. Boelema Robertus, KTZ G.R.M. van Aalst, KTZE Ir. P.J. van Daalen, KTZT Ir. G.H. Ensing, . KTZT Ir. N.T. de Vries, LKOLMARNS S.J.C. Nommensen, LTZTA 1 G.J. Bartels-Rijks, LTZ 1 D.J. de Beurs, LTZT 1 Ir. M. Grootjen, LTZA 1 B.G.M. Heijmans, LTZ 1 T. van der Luit, LTZ 1 C.J. van Osch, LTZ 1 J.J.H.B. Wittgen, LTZ 2 OC E.W. van den Berg, LTZ 2 OC E.H.W. van den Boogaard, KAPTMARNS H. Buijs, KAPTMARNS Ing. W. Diepeveen, LTZ 2 OC F.T. Hornberg, LTZ 2 OC G.P.J.T. Kempen, LTZ 2 OC M. Kessen, LTZ 2 OC R. Molijn, LTZ 2 OC W.A. Nieland, KAPTMARNS O.L.F. Prins, LTZA 2 OC J.L. Wesstra, LTZ 2 R. Eland, LTZT 2 R.E. de Groot, LTZT 2 M. den Hartog, LTZ 2 J.P. Rorijs, ELNTMARNS G. Schouten, ELNTMARNS R.F. Wilde, ELNTMARNS G. Heijkoop.
Dienstverlaters KTZT J.C. Kool, KTZAR Drs. C.R.B. Willems, KLTZ Q.P.F. Buizert, KLTZ B. Duell, KLTZT R.O. Tissing, LTZ 1 J. van den Akker, LTZ 1 A.W. Koster, LTZ 1 W.P. van der Veeken, LTZ 2 OC D. Bos, LTZ 2 OC M.J. Vissers, KAPTMARNS K.J. Wit.
OnderoffIcieren Bevorderd AOOODND J. Beens, AOOMARNALG J.C.M. van den Broek, AOOMARNALG A.J. Buitendijk, AOOODOPS R.W.S. van de Geijn, AOOTDE R.J. van Ginkel, AOOTDE W.J. Hersbach, AOOODOPS R.H.A.F.M. Koopmans, AOOLDGB R.F.J.M. de Kort, AOOLDV J. Kosters, AOOODOPS R.F. Langedijk, AOOTDW C.W. van der Leest, AOOLDV R.N. Louer, AOOMARNALG G.A. te Raa, AOOTDE L.C. Verhoeven, AOOTDW D.J. Verkerk, SMJRLDGD C.M. Dubach,
SMJRMARNALG R. Garcia Moreno, SMJRODVB J. Jansen, SMJRODOPS L.G. Klein, SMJRODOPS E.M.A. Laagland, SMJRODND R. Merkestein, SMJRODOPS M. Schaaf, SMJRLDA C.R.F. Sterk, SMJRTDW J.S.M. de Vries, SGTTDV S. Assman, SGTTDW F. Carsjens, SGTODND B. van Erp, SGTTDW H. van Essen, SGTMARNALG E. Fennis, SGTTDE P.C. Groeneveld, SGTODND J.P. Groenveld, SGTODOPS E. Hartgring, SGTLDGB G.J. Hiddinga, SGTTDW H.J. Huisman, SGTODND G. van Klaveren, SGTODVB M.A. Konings, SGTMARNVB B.J. Kooyman, SGTLDV A.A.G. Kruissel, SGTODVB J. van der Linden, SGTMARNALG M.D. Lodrigus, SGTMARNALG M.R. Luinge, SGTMARNVB G.J.W. Molenkamp, SGTLDGB M.J. Oosterlaan, SGTODOPS A.J. Pater, SGTMARNALG M. van der Ploeg, SGTLDA S. van Rijsewijk, SGTTDW T.B. Roeters, SGTWDE E. Slot, SGTTDW R.M.J. Smits, SGTLDA J.M.A. Vermeulen-Duijster, SGTMARNALG F.A. Zijlmans, KPLWDS M. Castelijn, KPLMARNALG C.W. Mol.
Dienstverlaters AOOLDV R.M. Alberts, AOOTDW D.E. Boei, AOOMARNALG A.G.J. Luijsterburg, AOOODOPS J. Mors, AOOMARNALG E. de Ruyter, SMJRTDW P.J. Geusebroek, SMJRTDW K. Hoeksma, SMJRWDV J.C.A. Kempers, SMJRTDW R. Nap, SMJRMARNALG G.H. Pfaff, SMJRWDW R.C.L.M. Tims, SMJRLDV K. de Vreede, SGTLDGD H. Baranyai, SGTWDS J.M.P. Jacobs, SGTMARNVB R. Karsten, SGTADBZ D. Kerpel, SGTLDGD A. Ket, SGTMARNALG R.C. Klomp, SGTWDV D. Koelewijn, SGTWDS R.A. Kruijsse, SGTLDV D.H.J.A. van Leersum, SGTLDV A. Modder, SGTBDTLF I.V. Panday, SGTTDW F. Weijers, SGTWDV B.R. Zwaan, SGTLDGD J.R.M. Zweers, KPLODOPS P.M.J. van den Berg, KPLODVB R.J.R. Bronkhorst, KPLTDW S.L.W. Cramsvogel, KPLODOPS R. van Gellekom, KPLTDV P. Hollaar,
MATR 1 TD M.E.I. Beetz, MATR 1 ODVB L. Bos, MATR 1 OD R. Bos, MATR 1 LDGB S. Bos, MARN 1 ALG L. Bransen, MATR 1 OD P.J. Collé, MATR 1 OD SS. van Deenen, MATR 1 ODVB S.A.C. Dees, MATR 1 LDGB I. Dubbeld, MATR 1 LDV R.J. Ellerkamp, MATR 1 WDS W.F. Groenenboom, MATR 1 ODVB G.K. Haas, MATR 1 OD A. el Idrissi, MATR 1 LDV R. Kihel, MATR 1 ODVB A. Kinneging, MATR 1 OD J.L.J. Kralt, MATR 1 ODVB S.R. Molhoek, MATR 1 TD T. Pastoor, MATR 1 LDV T. Plessius, MATR 1 LDGD P.A. Swinkels, MATR 1 ODVB P. Vellinga, MATR 1 LDV J.H. Vooijs, MATR 1 OD J.E. Wagter, MATR 1 OD S. Wilting.
MATR 1 TDW R. Riper, MARN 1 ALG J.R. Schaap, MATR 1 OD M.C. Seitner, MARN 1 ALG S.A.M. van Sinderen, MARN 1 ALG J. Stefess, MARN 1 ALG M.M. Thijse, MATR 1 LDGD J.J.N. Tijhuis, MARN 1 ALG A. van der Velde, MARN 1 ALG I. Vielvoye, MARN 1 ALG S. Volmer, MATR 1 TDW D. Wijnschenk, MATR 1 ODND K.S.C. Zwaga, MATR 2 OD A.R.P. de Graauw, MATR 2 ODVB A. Hartog, MATR 2 ODVB N. Schilperoort, MATR 2 OD S. Schneider, MARN 3 ALG J.J. Bosscha, MATR 3 TD C.A.A. den Braber, MARN 3 ALG T. van den Broek, MARN 3 ALG O. Brussee, MARN 3 ALG R. van de Bunt, MARN 3 ALG V. Combrink, MARN 3 ALG B.H.P. van Eekeren, MARN 3 ALG J.H. Franzen, MARN 3 ALG M. Froon, MATR 3 WDS M. Gesink, MATR 3 ODVB E.M.N.D. ten Haaf, MARN 3 ALG A.G.P. Hofland, MARN 3 ALG M.C.J.R. Knuiman, MARN 3 ALG C.D. van Leeuwen, MATR 3 LDGD S. van der Maas, MARN 3 ALG D. Ording, MATR 3 LDGD C.H. Roossien, MARN 3 ALG L. Schotanus, MARN 3 ALG S. van de Schraaff, MATR 3 OD D.J. Smit, MARN 3 ALG H.E. Smit, MARN 3 ALG B. Tjokroatmo, MARN 3 ALG P.A.J.G. Truyen, MARN 3 ALG J. Wienk.
Dienstverlaters
Burgers
KPLTDE T. Kortbeek, KPLTDW M. Kraijenoord, KPLLDGB R.T. Kuijper, KPLLDGB T. Landman, KPLODOPS L.R. Snabel, KPLWDS D. Vroegindeweij, KPLLDA R. Weeda, KPLTDW M. Wessels, KPLMARNALG P.J. van Wieringen, KPLMARNVB K. van Wingerden, KPLTDW P. Witte, KPLODOPS W. van der Zanden.
MANSCHAPPEN Bevorderd
MATR 1 OD B.C. van Aalderen, MARN 1 ALG H. Aalders, MARN 1 ALG D.P.M. Bastiaanse, MATR 1 TDW R.J. Beekink, MARN 1 ALG F.J. Bos, MATR 1 ODVB D. Bremer, MATR 1 BDMTD J. Bruijnius, MATR 1 TDW B. van Dijk, MATR 1 OD K. Eiff, MARN 1 ALG H.P. Gijben, MATR 1 TDW P.E.C.M. Gorissen, MARN 1 ALG R.J. Hanssen, MATR 1 TDW J.M.H. Hengeveld, MARN 1 ALG M. van den Hoeven, MATR 1 LDV J.J. Holthuis, MARN 1 VB J. Hoogenkamp, MATR 1 OD N.J.M. Jansen, MATR 1 OD L.H. Kempees, MARN 1 ALG P.W. Koster, MATR 1 OD T.W. Koster, MARN 1 ALG D. de Lange, MATR 1 TDW S. van der Linden, MARN 1 ALG E.K. Machielse, MATR 1 TD B.E. Meesen, MARN 1 ALG B.M. Mos, MARN 1 ALG S. Münzer, MATR 1 BDMTD A.Y. Pastoor, MATR 1 TDE J.A.M.P. van de Pol,
Bevorderd J.L. Scholte-Havenith, 10, A.W. Meurink, 9, J. Post, 8.
Dienstverlaters J.B. Klaver, M.J.M. de Vos, Drs. P.P.J.A. van Beek, J.J. van Brussel, A. Dekker, B. Willemsen, G. van der Gugten, C.W. Lepelaar-de Boer, W. Bakker, G. Hasenoot, G. van Schie, C.C.V. Thode, C.J.K. Hartevelt-Turk, B. Montanje, J. Oostenveld-Abma, P. de Vreugd, J.W. Zuijderduijn, R.K. Harhangi, E. Visser, B. van Wijnbergen.
Deze gegevens zijn afkomstig uit PeopleSoft en beschikbaar gesteld door Bureau Rapportages DC HR Enschede. Indien de getoonde informatie onjuist is, dient u contact op te nemen met DC HR: *06 733-3/ 0800 2255733 of P&O van uw defensieonderdeel.
39
Sommige kansen komen maar eens in je leven voorbij. Dit is er een.
HET KORPS MARINIERS VERGROOT JE WERELD
HEB JE HAVO, VWO OF HBO? WORD OFFICIER DER MARINIERS. Er zijn van die kansen die je niet mag laten liggen. Zoals deze: de kans om Officier der Mariniers te worden en leiding te geven aan een peloton van 30 mariniers. Om over de hele wereld je eigen grenzen op te zoeken. En vrienden voor het leven te maken. Sms MARINIER <spatie> je e-mailadres naar 4411 om je in te schrijven voor de Infodag Korps Mariniers op 27 maart, of kijk op