Alle Hens Nachtschieten in Noorwegen
Maandblad van de Koninklijke Marine november 2006
Colofon:
Alle Hens
Uitgave: Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Cover
Hoofdredacteur: LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
Een marinier schiet in de duistere nacht een mortier af om de omgeving te verlichten tijdens de eenheidstraining in Noorwegen.
Eindredacteur: LTZSD 2 KV W.F. Borgsteede
(Foto: Henri Westendorp, AVDD)
Maandblad van de Koninklijke Marine
Inhoud 4 Mortieren en granaten Nederlandse mariniers namen van 11 september tot en met 13 oktober deel aan een eenheidstraining in Noorwegen.
Redacteur: B. Wijnandts
10 Eerste keer op zee Het nieuwe Landing Platform Dock, Hr.Ms. Johan de Witt, heeft haar eerste tocht op zee volbracht.
Vormgeving en lithografie: Grafisch ontwerpburo Engelbracht
12 Vrouwen behouden
Druk:
Onlangs verscheen het Actieplan Gender. Gender-ambassadeur generaal-majoor der mariniers Rob Zuiderwijk geeft zijn visie: “Ik wil voor vrouwen de weg vrijmaken.”
Boom Planeta Graphics Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Gebouw Aalscholver, kamer 8 MPC 10A Postbus 10.000, 1780 CA Den Helder Tel.: 0223-651281 / 651055 Mdtn: *06-209-51281 / 51055 E-mail:
[email protected]
14 De moderne mijnenveger De behoefte aan mijnenvegers is nooit weggeweest. De technische mogelijkheid en de strategische kennis geven invulling aan de huidige behoefte.
4
17 Eerste bootjesreis Na de groepsconfrontatie op Texel konden de op te leiden officieren direct inschepen voor de bootjesreis.
Internet: www.marine.nl
18 Topsport naast je werk Twee militairen weten hun baan te combineren met hun sport op hoog niveau. De één is marinier en doet aan triatlons, de ander is adelborst en rijdt paard.
Kopijdatum: De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op maandag 13 november. Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Mdtn: *06-733
14
Hr.Ms. Haarlem gaat van het ene mijnengebied naar het andere tijdens haar deelname aan de SNMCMG 1 in de Oostzee.
32 Passen en meten
Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Tel.: 0343-474150 Adreswijzigingen betalende abonnees: Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest of via www.aboland.nl Tel.: 0251-313939 Opzegtermijn zes weken.
27 Open geest in de Oostzee
Dat een LCF in Dok VI van het Marinebedrijf past, wisten we al. Aan Hr.Ms. Evertsen is het om te bewijzen dat de LCF’en daar ook droog kunnen liggen.
35 De poorten dicht Het Marine Beveiligings Korps en de Marinekazerne Willemsoord testen hun beveiligingsplan voor de Nieuwe Haven.
17
Abonnementsprijs: € 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
En verder: 20 21 34 39
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
ISSN 0024-0389
35
langszij bij… logboek de juiste koers mens & mutaties
De maat is vol! In mijn laatste column sprak ik nog dat wij onze ogen niet mogen sluiten voor ongewenst gedrag. Het rapport van de Commissie Staal heeft een helder inzicht gegeven in de aard en omvang van ongewenst gedrag bij defensie in het algemeen en bij de Koninklijke Marine in het bijzonder. De inkt van het rapport was echter nog niet droog en de commandantenbijeenkomst nog niet afgelopen, of een aantal van onze medewerkers in Noord-Noorwegen gedroeg zich op een schandelijke wijze. De imagoschade voor de Marine is enorm. Bij de meeste incidenten blijkt overmatig alcoholgebruik één van de voornaamste oorzaken te zijn. Maar ook drugsgebruik wordt met enige regelmaat geconstateerd. Ik waarschuw u allen nogmaals: de maat is vol! Tegen overtreders zal hard worden opgetreden. Ongewenst gedrag wordt niet gedoogd, het toezicht zal worden aangescherpt en van u verwacht ik dat u elkaar aanspreekt op ongewenst gedrag. Mocht ondanks deze richtlijnen toch blijken dat u zich bij voortduring niet kunt beheersen, zie ik mij genoodzaakt draconische maatregelen te nemen die van grote invloed zullen zijn op onze leef- en werkomstandigheden. Vanwege de recente incidenten waarbij militairen van het CZSK waren betrokken, heb ik mij genoodzaakt gezien reeds vóór het advies van de Projectgroep ‘De Juiste Koers’ een aantal maatregelen te nemen. Eén van deze maatregelen betreft de intensivering van de toepassing van de kastinspecties bij eenheden onder mijn commando. Actiever optreden Met deze maatregel beoog ik onder andere het gebruik en het bezit van verdovende middelen te bestrijden. Het zero-tolerance beleid binnen defensie ten aanzien van drugs is voldoende bekend. Ter ondersteuning van dit zero-tolerance beleid acht ik het echter noodzakelijk dat op het gebied van de handhaving actiever wordt opgetreden. Inmiddels is de eerste grote kastinspectie uitgevoerd in diverse legeringsaccommodaties op Marinekazerne Willemsoord. Kasten van officieren, onderofficieren en manschappen zijn geïnspecteerd door teams onder leiding van de commandant MKWD. Hierbij zijn geen verboden goederen aangetroffen. Wel is gebleken dat de leefregels in de legeringsaccommodaties aan een herijking onderworpen moeten worden. Dit wordt dan ook op korte termijn opgepakt door de commandant MKWD in samenspraak met een doorsnede van de bewoners en de krijgsmachtdeeladjudant. De projectgroep ‘De Juiste Koers’ zal deze maand de eerste resultaten van de koersbezoeken presenteren. Momenteel wordt hard gewerkt aan een herziene gedragscode en wordt de visie op leiderschap nadrukkelijk onder de loep genomen. Ook de krijgsmachtdeeladjudant en de korpsadjudant nemen deel aan dit overleg over de eisen die moeten worden gesteld aan leiderschap in de huidige tijd. Aanbevelingen uitwerken Deze herijking van gedragscode en leiderschap komt ook defensiebreed aan de orde als uitvloeisel van de conclusies en aanbevelingen van de Commissie Staal. De Commandant der Strijdkrachten heeft generaal-majoor Bertholee aangesteld om de aanbevelingen van de Commissie ten aanzien van gedragsregels, leiderschap en management en organisatie in de komende vijf maanden uit te werken.
Het Hoofd Defensie Personeel zal de aanbeveling uitwerken ten aanzien van het professionaliseren van de integriteitzorg. De projectleider van ‘De Juiste Koers’, kapitein-ter-zee Lenselink, is nauw betrokken bij de uitwerking van deze aanbevelingen en afgesproken is dat hij doorgaat op de door De Juiste Koers ingeslagen weg. Uitstekend werk Uit de grote aandacht in de media voor incidenten bij Defensie en de KM in het bijzonder, en de uitwerking die dit heeft op ons allen, zal het u ongetwijfeld duidelijk zijn dat het ons allen eraan gelegen moet zijn om het goede werk van het marinepersoneel meer voor het voetlicht te brengen. Vergeet daarbij niet dat de afdeling communicatie en Marinevoorlichting daarbij het eerste aanspreekpunt zijn voor de pers. Dat wekt de indruk dat er alleen maar negatieve zaken plaatsvinden binnen de KM. Niets is minder waar! Het overgrote deel van ons personeel verricht dagelijks uitstekend werk, waar ook ter wereld. Ik heb dit laatst ook gezegd bij de terugkeer van het personeel van het PRT uit Noord-Afghanistan. Zij hebben daar uitstekend werk verricht, als één navy-marinecorps team, ondersteund door eenheden van de andere krijgsmachtdelen. Pijn verzachten Op dit moment worden marinierseenheden ingezet ter ondersteuning van de ISAF-missie en de taskforce Uruzgan in ZuidAfghanistan. Hr.Ms. Van Galen, die deelneemt aan SNMG-1, zal aansluitend met ingang van december deelnemen aan de UNIFILmissie voor de kust van Libanon. Dat betekent een verlenging van de inzet van deze eenheid. Ik besef me terdege dat dit onverwachts is en bovendien betekent dit dat u tijdens Kerstmis en Oud en Nieuw niet thuis zult zijn. Om de pijn enigszins te verzachten zal voor u, voorafgaand aan de deelname aan de UNIFIL-missie, een R&R-periode worden ingesteld. Hr.Ms. De Zeven Provinciën, De Ruyter en Amsterdam zijn inmiddels teruggekeerd van de oefening Brilliant Midas in de Middellandse Zee, onderdelen van 1Marnsbat oefenen momenteel in de jungle van Suriname en Hr.Ms. Tromp is aan het opwerken tijdens haar deployment ‘Global Enterprise’. Tijdens mijn werkbezoek aan de Nederlandse Antillen en Aruba ben ik onder de indruk geraakt van hoe met weinig mensen met veel toewijding een prachtig operationeel product wordt neergezet. Kortom, we kunnen trots zijn op deze operationele inzet en de daarbij behorende ondersteuning!
Vice-admiraal Jan Willem Kelder, Commandant Zeestrijdkrachten
3
Schiet- en voertuigentraining in Noorwegen
Watch and shoot Eén van de weinige plaatsen op aarde waar het ‘s nachts nog echt donker en stil is, wordt plotseling in een zee van licht gezet. Stemmen verbreken de stilte en doelaanduidingen volgen elkaar in rap tempo op. Dan breekt er een oorverdovend en verblindend schouwspel los. Lichtspoormunitie van de mitrailleur MAG wijst de weg en de geweerschutters nemen de diverse doelen onder vuur. Het terrein wordt constant verlicht door lichtgranaten, afgevuurd door de 81 mm mortieren, de 60mm mortieren en de ‘Underslung Grenade Launcher’ van de geweerschutters. Als het licht dooft, is het weer stil en donker Tekst: Cees Baardman/Foto’s: Henri Westendorp (AVDD)
4
Op minder dan tweehonderd kilometer afstand van de Noordkaap, in de meest noordoostelijke provincie van Noorwegen, Finnmark, hebben Nederlandse mariniers. Het is een training van het Eerste Mariniersbataljon, aangevuld met de 22e Infanteriecompagnie en het Mortierpeloton 81mm van het Tweede Mariniersbataljon en een deel van het Geniepeloton van het Gevechtssteunbataljon, van 11 september tot en met 13 oktober deelgenomen aan een eenheidstraining. Tijdens deze training waren de mariniers gehuisvest op een Noorse kazerne te Porsangmoen. Het grote voordeel van deze locatie: het zeer uitgestrekte schietterrein ligt direct achter de kazerne. Er gaat dus vrijwel geen tijd verloren met verplaatsingen naar de diverse schietbanen en oefenlocaties. Door deze combinatie van kazerne met een oefengebied in de ‘achtertuin’ konden de mariniers de training iedere dag vanuit de kazerne starten. Een ongekende ‘luxe’, aangezien de mariniers deze trainingen, door de vaak grote afstanden tussen kazerne en oefengebied, meestal vanuit een basisbivak uitvoeren. Bovendien heeft deze combinatie nog een bijkomend voordeel: de mogelijkheid tot geven van avondlessen in een daarvoor geschikte omgeving met alle faciliteiten, waardoor er maximaal rendement uit deze periode gehaald kan worden. Voor de koks en hofmeesters betekent het echter iedere ochtend en avond volle bak. Maar zij slagen er telkens in om, vol enthousiasme, een uitstekend product neer te zetten. In het kombuis moet er het nodige gecoördineerd worden voor wat betreft het gebruik van apparatuur. Omdat de kazerne zowel in gebruik is bij de Noren als de Nederlandse eenheden en er afzonderlijk wordt gekookt plus gegeten, was dit even wennen. Maar men is er met goede wil en de juiste instelling in geslaagd de situatie naar volle tevredenheid van beide kanten werkbaar te maken. Belangrijkste pijler “Als voorbereiding op een eventuele ernstinzet, waar ook ter wereld, wordt aan twee essentiële onderdelen tijdens deze oefening uitgebreid aandacht geschonken, namelijk de schiet- en voertuigtraining”, legt de commandant van het bataljon, luitenant-kolonel der mariniers Rolf Springer uit. “De schietvaardigheid is immers de belangrijkste pijler waarop gevechtskracht is gebaseerd. Het goed beheersen van de skills en drills met de wapens geeft het personeel en de eenheid vertrouwen in hun kunnen. Ook het optreden met voertuigen blijkt tijdens iedere uitzending weer een belangrijk onderdeel uit te maken van een operatie. Het is daarom van belang dat de vaardigheden ook op dit vlak van hoog niveau zijn.” “De prioriteit ligt nu bij de schiettraining”, vult de operatieofficier, majoor der mariniers Bart van Linder aan. “Van verbeteren van de individuele schietvaardigheid, met zowel de persoonlijke als groepswapens, tot en met de compagniesaanval met scherpe munitie, waarbij ook ondersteunende wapens zoals de 81mm en 60mm mortieren, het Anti Tank-peloton in de .50 rol en de Genie worden ingezet”, licht hij toe. Het trainingsgebied leent zich, door zowel de uitgestrektheid als variatie (bergachtig, moerasgronden en bosrijk), uitstekend voor een eenheidstraining zoals die is opgezet voor het bataljon. Ook het klimaat heeft een toegevoegde trainingswaarde. Het weer kan hier van een stralende zonneschijn in korte tijd omslaan in een sneeuwstorm. En in de maanden september en oktober is de kans op neerslag zeer hoog. De opmars “We beginnen deze schiettraining met een ‘dry training’, waarbij de nadruk ligt op enkele manvaardigheden en de geweergroep skills en drills. We schenken daarbij aandacht aan het verbeteren van de schiettechniek en reactieschieten. Ook trainen we
Voor een leek is het een chaos, voor de insider: een gecoördineerde chaos
handgranaat gooien en schieten met de shotgun”, zegt sergeantmajoor der mariniers Paul Attinger, die samen met de overige Platoon Weapon instructors (PW’s) verantwoordelijk is voor deze schiettraining. “Om uiteindelijk de compagnies battle runs te kunnen uitvoeren, zullen we nog heel wat uurtjes doorbrengen op de verschillende schietbanen. Deze compagnies battle runs worden uitgevoerd met ondersteuning van de 81mm mortieren, de Anti Tank-sectie in de .50 rol, de Genie en alle organieke compagnieswapens waaronder de 60mm mortieren en AT-4.” Tijdens de opmars bij de compagnies battle run wordt de eenheid verrast door vuurcontact op de flank van de opmarsrichting. Na een verkenning blijkt dat er nog een kleine eenheid van de vijand zich schuilhoudt in twee tunnels aan de voet van een bergrug. “Het is nu zaak voor de commandant om de eenheid niet uit elkaar te laten drijven, omdat er op verschillende fronten gevochten moet worden. Ook vanuit het front van de opmars blijft de vijand de eenheid onder vuur nemen”, geeft Attinger aan. Het gevaar wordt onderkend, en na de ‘tunnelclearing’ door één van de pelotons trekt de compagnie verder richting het hoofddoel. Illumination van de 60mm mortieren
De verdediging zorgt ervoor dat het geen ‘walk over’ wordt, maar dat ook hier leermomenten voor de diverse niveaus zijn ingebouwd. “Door het goed opgezette scenario, de door de mariniers van het Geniepeloton gerealiseerde gevechtssimulaties, de uitstekende mogelijkheden voor de inzet van de verschillende wapensystemen én de motivatie van de mariniers, zijn de compagnies battle runs een groot succes geworden”, concludeert Van Linder na de evaluatie. Nachtschieten Ook nachtschieten wordt uitgevoerd met ondersteuning van de 81mm mortieren en enkele organieke pelotonwapens waaronder de 60mm mortieren en Underslung Grenade Launcher (UGL). Om het gevechtsveld te kunnen verlichten, beschikken de pelotons over vier verschillende soorten: 81mm, 60mm, 40mm UGL en schermuli’s. De ondersteuning van de 81mm mortieren moet de vijand doen huiveren. Deze granaten geven zoveel licht dat je, mocht je daartoe in staat zijn, de avondkrant kunt lezen. Deze zee van licht neemt echter niet weg dat nachtschieten een aparte discipline is, die regelmatig moet worden beoefend. Ondanks het Een IED wordt tot ontploffing gebracht.
Kleiduivenschieten met de ‘shotgun’
6
kunstlicht blijft het lastig de soms gedeeltelijk verborgen schijven in het ruwe en met struiken gevulde voorterrein te ontdekken en ‘uit te schakelen’. Tijdens één van de laatste nightshoots worden de mannen op een extra uitdaging getrakteerd. De pelotons moeten een ‘relief-in-place’ uitvoeren. Tijdens het vuurgevecht dienen zij elkaar af te lossen zonder het vuuroverwicht te verliezen. Ook moeten de pelotonscommandanten hun lichtplan op elkaar afstemmen om geen ‘zwart gat’ te creëren, waardoor de vijand zich zou kunnen verplaatsen of reorganiseren. Om het geheel nog wat complexer en realistischer te maken, worden er ook enkele oefengewonden aangewezen die per helikopter geëvacueerd dienen te worden. Vuurcontact, ‘relief-in-place’, coördineren van het lichtplan en vuurcontact, duisternis, kou, veel lawaai, oefengewonden, radioprocedures, checken munitievoorraad, wisselen van de lopen van de MAG-mitrailleurs: zomaar een momentopname uit het nachtschieten. Voor een leek lijkt het op een chaos, voor de insider: een gecoordineerde chaos. “Voor de pelotonscommandanten was dit vooral een goede leerschool voor wat betreft coördineren en afstemmen
van de verschillende middelen tot een gedegen lichtplan”, aldus operatieofficier Van Linder. Voertuigtraining Voor het tweede essentiële onderdeel, de voertuigtraining, is de sectie voertuigoperaties bij de staf van het bataljon verantwoordelijk. “Aan de hand van diverse scenario’s trainen wij onze mensen deze periode in optreden met de Landrover en de Patria”, zegt eerste luitenant der mariniers Marten Huisman. We starten daarbij met de individuele skills en drills op de voertuigen, waarbij we de mariniers de scenario’s ook met scherpe munitie laten uitvoeren.” Bij verplaatsingen met voertuigen tijdens ernstmissies worden de militairen regelmatig geconfronteerd met zogenaamde Improvised Explosive Devices (IED’s), die verborgen kunnen liggen langs de kant van de weg, of zijn ingegraven in het wegdek. Huisman: “Ook hiervoor hebben we scenario’s geschreven. Na het beoefenen van de individuele skills en drills stappen we over naar het beoefenen van de standaardsituaties op geweergroeps- en pelotonsniveau, en afsluitend met scherpe munitie. Het optreden op pelotonsniveau met de verschillende voertuigen in gebruik bij het korps, is dan ook ons uiteindelijk doel voor deze periode.”
Gelegenheidswaarnemer Werken met onder andere het 81mm mortier vraagt om inzet van waarnemers in het voorterrein die – in het kort gezegd – doelen identificeren, vuur aanvragen en eventueel correcties doorgeven. Omdat niet altijd een Forward Observation Officer (FOO) aanwezig kan zijn bij iedere eenheid, hebben alle kaderleden een training –zowel in theorie als praktijk – in gelegenheidswaarnemen gekregen van waarnemers met ondersteuning van de 81mm mortieren. “Identificeren van een doel in het terrein, inplotten van het doel op de kaart en doorgeven van de juiste coördinaten is natuurlijk van vitaal belang”, legt FOO eerste luitenant der mariniers Frans Speijer uit. “Dit is voor de kaderleden niet het moeilijkste gedeelte. Het lastigste is corrigeren van het afgegeven vuur, mocht de granaat niet direct op het doel zitten. Het is van belang dat, voordat de granaat inslaat, al bedacht is wat de actie moet zijn in het geval dat het schot niet op het doel zit. Je moet je constant afvragen; welke actie moet ik nemen als het schot links van het doel zit, of ervoor of erachter?” Na aanvragen van vuur begint het eigenlijke waarnemen. Ook hiervoor heeft luitenant Speijer een tip voor de gelegenheidswaarnemer. “Kijk niet door je kijker naar het voorterrein, maar houd hem zo tegen je gezicht dat je er half overheen kunt kijken. Zo heb je een breder beeld van het terrein en in een fractie van een seconde heb je de kijker voor je ogen voor een nauwkeurige meting.” Voor de gelegenheidswaarnemers was deze training – dankzij de tips uit de praktijk van de FOO en mede door het voortreffelijke weer – een ideale leerperiode. De FOO’ers zelf hadden tijdens hun eigen training, wat het weer betreft, minder gunstige condities. “Maar ook zij moeten hun leermomenten ondergaan en hun vaardigheden onder moeilijke omstandigheden testen”, aldus Speijer.
Na diverse avondlessen werd de theorie in praktijk getest. In een ‘besmette’ omgeving – in twee aan elkaar gekoppelde en hermetisch afgesloten boogtenten – werden de diverse drills uitgevoerd, waaronder drinken uit de veldfles. Buiten de boogtent werd op schoolse manier onder andere het in buddysysteem uittrekken van besmette kleding beoefend. Ook werden de mariniers in de gelegenheid gesteld om het nieuwe NBC-pak te passen. De in dit pak zittende (besmetting absorberende) koolstof blijft maar gedurende een bepaalde periode werkzaam nadat het uit de luchtdichte verpakking is gehaald. Daarom krijgen de mariniers het pak niet uitgereikt. De maten van jas, broek en overschoenen worden per persoon op een verzamellijst genoteerd. Bij uitzending naar een crisisgebied gaan – aan de hand van de bemanningslijst – NBCpakken met de juiste maten mee. Bij een dreiging in het gebied kunnen deze dan aan de juiste persoon uitgereikt worden. Trainen in een bergachtige omgeving nodigt natuurlijk uit tot beoefenen van de diverse klim- en afdaaltechnieken. Daarom waren er ook een aantal zogenaamde ‘standdagen’ opgenomen in het programma. Op verschillende punten vonden diverse activiteiten plaats, zoals abseilen, run down, roller haulage en rivercrossing. ELNTMARNS Speijer geconcentreerd aan het werk met één van de kaderleden.
IJskoud toeslaan Tussen alle schiet- en voertuigtrainingen door, werden de mariniers ook getraind in de nucleaire, biologische en chemische drills.
Gas, gas, gas!
8
Dat een rivercrossing bij een temperatuur van net boven het vriespunt geen pretje is, was duidelijk te horen
Voor de 13e Infanteriecompagnie heeft deze eenheidstraining ver boven de poolcirkel een bijzonder einde gekregen. De compagnie is namelijk aangewezen om de jungletraining in Suriname te volgen. Zij zijn in de derde week van de training uit Noorwegen vertrokken naar Nederland, om zich voor te bereiden op de Jungle Warfare Course, en zijn op 18 oktober afgereisd naar Suriname.
Leiding betreurt incident Dat een ‘natte’ rivercrossing bij een temperatuur van net boven het vriespunt geen pretje is, was duidelijk te horen (of waren het vreugdekreten?). Voor sommige mariniers werd nu ook duidelijk dat de kracht van het water niet onderschat moet worden. Een ogenschijnlijk eenvoudig over te steken rustig stromend beekje kan ‘ijskoud’ toeslaan. In de laatste week hebben de mariniers onder meer nog een extra training gekregen met het anti-tankwapen, AT-4 en zijn de laatste voertuigoperaties uitgevoerd. Op 13 oktober keerde het bataljon weer terug in Nederland.
Op zondagnacht 1 oktober zijn mariniers van het bataljon betrokken geweest bij een vechtpartij met Noorse burgers bij een discotheek in Karasjok. Op verzoek van de departementsleiding is de Inspecteur-Generaal van de Krijgsmacht, luitenant-generaal Ad van Baal, naar Noorwegen gereisd. Hij heeft de nationale autoriteiten in Oslo en de lokale autoriteiten in Karasjok ervan verzekerd dat de Nederlandse gezagsdragers het incident ten zeerste betreuren en dat dit grondig zal worden onderzocht. De Noorse autoriteiten hebben laten weten dat ze de serieuze aanpak van Nederland waarderen. Ook de commandant van het Korps Mariniers, generaal-majoor der mariniers Rob Zuiderwijk, is naar Noorwegen gereisd om tot uitdrukking te brengen dat de C-ZSK zwaar tilt aan de voorvallen. De Koninklijke Marechaussee voert momenteel een onderzoek uit, waarbij ook de berichten in de media over winkeldiefstal worden betrokken. Commandant Rolf Springer heeft zijn bataljon toegesproken en de gebeurtenissen scherp veroordeeld. Het bataljon kreeg tijdens de oefening een uitgaans- en een alcoholverbod. De mariniers van wie voldoende zeker is dat zij betrokken waren bij de incidenten, zijn bij terugkomst in Nederland geschorst voor de duur van het onderzoek.
Rivercrossing met stok. Belangrijk hierbij is om met twee steunpunten contact te houden met de bodem en één steunpunt te verplaatsen.
9
Hr.Ms. Johan de Witt voor het eerst getest
Een schip met potentie De nieuwste aanwinst van de Koninklijke Marine, Hr.Ms. Johan de Witt, heeft haar eerste test doorlopen. Van 29 september tot en met 11 oktober onderging het nieuwe Landing Platform Dock (LPD) een reeks testen tijdens de eerste proeftocht waarbij onder andere het platform en een gedeelte van de sensor en communicatiesystemen aan bod kwamen. Het schip maakte een positieve indruk, alhoewel het niet alleTekst: Vanessa Strijbosch/Foto: Schelde Marine Bouw maal van een leien dakje ging. De proeftocht is de afsluiting van de bouwperiode van het nieuwe LPD, die begon op 10 januari 2004 in Roemenië. Tijdens de proeftocht moet de Bouwmeester onder leiding van Schelde Marine Bouw aan het LPD-2 Project van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) aantonen dat het schip voldoet aan het contract en bestek. Het hele komende jaar staat in het teken van diverse proeftochten, waarbij de functionaliteiten van het schip worden aangetoond en getest. Na deze periode zal de Johan de Witt voor 1 januari 2008 volledig worden
overgedragen aan de Koninklijke Marine, CZSK, die het schip voor operationele inzet verder gereed zal stellen. Kapot Met het ontmeren en het vertrek naar open zee op vrijdag 29 september begint voor de Johan de Witt het eerste echte avontuur met als hoofdvraag: zal het schip voldoen aan de gestelde eisen? Projectleider LPD-2, kapitein-ter-zee Paul de Leeuw, kijkt terug op
10
een deels succesvolle proeftocht. “De algehele indruk is zeker positief. Elke minuut van de aanvankelijk door de Bouwmeester met vijf dagen begrote werfproeftocht, was vol gepland en goed besteed. De Johan de Witt is een schip met bijzonder veel potentie.” De reis begon met de voortstuwingsproef, een van de grote en elementaire testen die het schip moet ondergaan. Maar juist daar deden zich bijzonderheden voor. De Leeuw: “We waren voldoende happy om naar open zee te gaan. Echter, een component uit de omvormer (een apparaat dat de motoren van de juiste spanningsvorm voorziet, red.) ging kapot. We hebben meteen gebeld naar de leverancier in Italië. We weten nu waar het probleem ligt en hebben het opgelost. De componenten zijn vervangen en werken nu probleemloos.” Een andere tegenslag, die zich tijdens de proeftocht voordeed, was het vermogen van de voortstuwing. Bij de maximale vermogensproef haalde LPD-2 het in het bestek gestelde vermogen niet. “We moesten de test afbreken en zijn vervolgens met de leveranciers, die de verschillende componenten van de voortstuwing leveren, om de tafel gaan zitten om een afstelling aan de voortstuwing te bespreken die ons meer vermogen zou kunnen leveren”, vertelt de projectleider. “Hierbij moesten we stap voor stap handelen en dat vergde veel tijd. Na nog een aantal pogingen, hebben we moeten concluderen dat we aan boord op dit punt niet meer verder konden komen.
De Bouwmeester en de specialisten van DMO gaan de gegevens bestuderen en kijken aan de hand van de analyse hoe het vermogen geoptimaliseerd kan worden.” Gewenning “De voortstuwingsperikelen hebben een behoorlijke impact op de proeftocht gehad. Hierdoor is de proeftocht verlengd van vijf naar twaalf dagen, waarbij nog een behoorlijk aantal beproevingen op nogmaals moeten worden uitgevoerd”, geeft De Leeuw toe. “De positieve kant hiervan was dat zo extra ruimte voor andere beproevingen kwam. Sommigen zelfs met verrassend resultaat”, vervolgt hij. “De geluidsmetingen aan boord waren boven verwachting positief. Het schip is heel stil, ook tijdens slecht weer. Je hoort het schip zelfs niet kraken.” Er zijn ook nog andere kleinere en grotere beproevingen aan boord uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld de klimaatbeheersing en het dokken van het schip. De bemanning en het DMO team controleerden verder alle ruimten aan boord, zoals deuren, wanden, plafonds, verlichting. Maar ook trappen, hekwerken, liften en de algehele afwerking aan boord werd gecontroleerd op zaken die toegevoegd of veranderd moeten worden. De Leeuw: “Door het schip te gebruiken kom je juist dit soort zaken tegen. Zo kwam een seiner erachter dat er geen geschikte opslagruimte
Je hoort het schip zelfs niet kraken bij slecht weer voor de dagmerken aan boord is.” Het kombuis, dat qua omvang identiek is aan het andere LPD Hr.Ms. Rotterdam, leek een aanzienlijk kleinere capaciteit te hebben. “De nieuwe apparatuur, zoals een steamer en grillplaat, vraagt om een andere manier van koken en om gewenning”, legt De Leeuw uit. “We gaan nu toch onderzoeken of dit kombuis ook zevenhonderd magen kan vullen.” Ook werd de zit van de wc’s door enkele bemanningsleden te laag bevonden. Deze en nog vele andere proeftochtpunten worden allemaal verzameld in een grote database. “Tot de laatste dag kwamen er heel veel meldingen binnen”, vertelt De Leeuw. “Alle punten worden momenteel door het LPD-2 Project met de Bouwmeester besproken om te bepalen of dit ten laste van de Bouwmeester of ten laste van het Project komt. “Een interessant proces”, vindt hij. “Alle punten zijn in principe oplosbaar, maar er zit natuurlijk wel een prijskaartje aan en het budget van het Project is zeker niet onbeperkt. Belangrijk hierbij is dus dat we goed moeten afwegen of dit iets structureels of emotioneels is. Het is daarom van belang dat schip in haar garantiejaar veel vaart en beproevingen uitvoert met veel toekomstige gebruikers aan boord.”
Johan de Witt versus Rotterdam “We hebben onze les geleerd van de Rotterdam”, stelt De Leeuw. “Op veel gebieden is de Johan de Witt beter, zowel functioneel als kwalitatief”, vindt hij. “Qua ontwerp en uitvoering is dit een grote stap voorwaarts. Alle lessons learned zijn in de nieuwe LPD – voor zover het budget het toeliet ten minste – verwerkt. Niet alleen technisch – zoals de commando-centrale met het combat management system en de zogenaamde Joint Operations Room en de brug, die de modernste in zijn soort is – maar ook kleinere dingen als een veel logischer positionering van de liften, een logischer indeling en betere accommodatie waarbij de grootste hut voor zes personen is.”
Trots Voor de projectleider was deze eerste proeftocht een spannende gebeurtenis. “Het geeft aan de ene kant veel bevrediging om te zien dat er na zes jaar hard werken eindelijk een product staat dat we destijds in 2000 bedacht hebben”, vertelt hij. “Aan de andere kant speelt er ook een stuk ongeduld mee. Het moest bij wijze van spreken gister al af zijn. We doen dit met een groot team en met veel partijen, zowel militair binnen de DMO en met de operationele gebruiker, als civiel. Door goed en intensief overleg voor, tijdens en na dit proces krijgen we een product waar we trots op mogen zijn.” Later dit jaar en begin 2007 worden onder andere de amfibische en medische capaciteiten en de miltaire sensor wapen- en communicatiesystemen beproefd.
Generaal Zuiderwijk reageert op Actieplan
‘Gender is pas geslaagd als het Vanaf het moment dat de eerste vrouw in 1944 haar handtekening zette onder een contract bij de Koninklijke Marine, is ‘gender’ een begrip geworden waar de marine niet meer omheen kan. Toch blijkt 62 jaar later dat er nog aspecten zijn die voor vrouwen teveel belemmerend werken om gelijkwaardig deel te nemen aan het arbeidsproces binnen de KM. Onlangs verscheen het Actieplan Gender, waarin defensieonderdelen invulling geven aan hun ambitie om tot een evenwichtige balans in de personeelssamenstelling te komen. Genderambassadeur generaal-majoor der mariniers Rob Zuiderwijk geeft zijn Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: archief visie: “Ik wil voor vrouwen de weg vrijmaken.” Gender is de culturele en sociale betekenis die aan sekse wordt gekoppeld en komt tot uiting in stereotypen tussen mannen en vrouwen. Denk hierbij aan arbeidsverdeling, wetgeving, rituelen, cultuur, sociale en individuele identiteit. Gender in stereotypen is bijvoorbeeld dat mannen vloeken en vrouwen zeuren. In de arbeidsverdeling vind je gender terug in de gedachte dat het werk van militairen is weggelegd voor mannen en verpleging juist geschikt is voor vrouwen. Hoofddirectie Personeel stelde het Actieplan Gender op, waarbij nauw overleg is geweest met de genderambassadeurs. Met iedere ambassadeur is uitgebreid gesproken over de mogelijkheden om de speerpunten van de staatssecretaris van Defensie vorm te geven in concrete doelen, acties en resultaten in deelplannen. Die speerpunten concentreren zich vooral op een instroom van dertig procent vrouwen, het positioneren van rolmodellen en het creëren van een klimaat waarin mannen en vrouwen zich thuis voelen.
12
geen issue meer is’ Vrouwelijke commandant In het deelplan Koninklijke Marine 2004-2010 staat dat het percentage vrouwen in burgerfuncties (15%) bij de KM het laagst is van alle defensieonderdelen. Terwijl juist het aandeel vrouwen in militaire functies (13%) weer het hoogst scoort. Ook de instroom van vrouwen bij de marine is hoog te noemen, ongeveer vijfentwintig procent van de instromers is vrouw. Die instroom is wel ongelijk verdeeld; vrouwen zijn vooral in de administratieve en logistieke dienstvakken te vinden en zijn schaars in de meer technische. De marine slaagt er volgens het deelplan onvoldoende in deze vrouwen te behouden. Om dit te verbeteren richt de KM haar pijlen vooral op het behoud en de doorstroom van vrouwen. Een ambitie die Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten generaal-majoor der mariniers Rob Zuiderwijk overtuigd onderschrijft. “Wat ik in deze organisatie zie, is dat we wel beschikken over genoeg vrouwen met kwaliteiten die zelf ook graag verder willen komen. Maar er staan nog teveel obstakels in de weg om dat te kunnen bereiken”, aldus de genderambassadeur. “Ik wil voor hen de weg vrij maken, daar ligt mijn prioriteit. We moeten ervoor zorgen dat er gelijkwaardige en continue kansen zijn voor beide seksen, terwijl zowel mannen als vrouwen volwaardig aan het arbeidsproces deelnemen. Op die manier kunnen we ook aan anderen laten zien dat een hogere onderofficiers- of officiersrang voor een vrouw geen theoretisch verhaaltje is, maar ook in de praktijk haalbaar is.” Daarbij gaat de genderambassadeur nog
een stapje verder: “Ik ben een voorstander van een vrouwelijke commandant. Als we dat kunnen realiseren, gaat daar een positief signaal van uit.” Acties “Ik wil belemmeringen voor vrouwen in onze organisatie weghalen”, stelt Zuiderwijk. “Daarbij moeten we oppassen dat het niet doorslaat in positieve discriminatie of dat het stigmatiseert. We moeten kijken waar de belemmeringen zijn en die weg nemen.” In het deelplan CZSK worden een zestal acties genoemd, waaronder verbeteren van de combinatie arbeid en zorg; verbeteren van de kinderopvang; een diepgaand onderzoek naar de redenen van vrouwen om te blijven of weg te gaan; en vergroten van rolmodellen in onderofficiersrangen. Zuiderwijk voegt daar nog een paar punten aan toe: “We willen meer aandacht geven aan de gezinssamenstelling en -vorming. Dat betekent dat we bewuster kijken naar de gezinssituatie als het gaat om uitzendingen. Vrouwen met kinderen, die nog continue begeleiding en zorg nodig hebben tot de leeftijd dat ze naar de lagere school gaan, zullen vrijgesteld worden van uitzending. In geval van marinehuwelijken proberen we ernaar te streven de ouders niet gelijktijdig uit te zenden. Helemaal natuurlijk wanneer er jonge kinderen in het spel zijn.” Woensdag 25 oktober nam de Tweede Kamer een motie aan waarin gesteld wordt dat ook mannen met kinderen tot vijf jaar vrijgesteld kunnen worden voor missies. De vakbonden reageerden gematigd positief en willen voorkomen dat militairen zonder kinderen extra worden belast. Volgens de genderambassadeur zijn er verregaande plannen ontwikkeld over waar en hoeveel crèches op marinekazernes kunnen worden gerealiseerd. “Ik vind dat we omstandigheden moeten creëren, zodat veel zaken vanzelfsprekend zijn, zoals ook in het bedrijfsleven. Daarmee bedoel ik niet alleen crèches, maar ook dat vrouwen niet langdurig gescheiden zijn van jonge kinderen en dat we ook meer rekening houden met de gezinssituatie van mannen. Daar zitten wel grenzen aan. Het moet niet zo zijn dat mensen daardoor in het geheel niet meer uitgezonden willen worden. In principe is elke militair uitzendbaar.” Daarbij wil hij in de opleidingen meer aandacht geven aan genderaspecten. “Het samen werken en samen leven op een schip moet meer onder de aandacht komen”, vindt Zuiderwijk en verwijst naar projectgroep De Juiste Koers. Duo-banen Zuiderwijk stelt ook deeltijdwerken ter sprake en vindt dat het mogelijk moet zijn dat vrouwen gezamenlijk invulling geven aan één baan, de zogeheten duo-banen. Maar dan wel met een voldoende overlap om zaken op elkaar te kunnen afstemmen. Ook wil de genderambassadeur dat er in de marine-organisatie meer rekening wordt gehouden met de fases in het leven van een vrouw. “Die zijn toch anders dan van een man. Met dat in ogenschouw genomen, moeten we in overleg proberen rekening te houden met plaatsingen.” Volgens de genderambassadeur begint dit alles met het besef. “Want”, stelt hij, “het is belangrijk dat iedereen in onze organisatie beseft dat vrouwen deel uitmaken van de marine en ook de nodige faciliteiten moeten krijgen om hun werk goed te kunnen uitvoeren. Dat besef is er nog te weinig. Voor mij is gender pas geslaagd als het geen issue meer is.”
Nieuwe strategie verandert mijnenvegen voorgoed
Mijnenvegen als wetenschap Als je vijand mijnen in het water gooit, dan wil je niets liever dan deze allemaal weer verwijderen. Sinds de inzet van de eerste zeemijnen bestond slechts het idee om de zeeroutes veilig en toegankelijk te maken door alle gelegde mijnen te ruimen. De zeemijn is een geducht wapen, dat in ontwikkeling nooit heeft stil gestaan. De tegenmaatregelen lopen altijd achter. Een nieuwe studie naar de herinvoering van mijnenveegcapaciteit bij de Koninklijke Marine laat het idee om alle zeemijnen in één keer te ruimen inmiddels Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: KLTZ Van der Klip (DMO) dan ook varen. Mijnendreiging is iets waar je maar moeilijk vat op kunt krijgen. Alleen al een bericht dat er mogelijk mijnen liggen in een bepaald gebied werkt psychologisch zeer effectief. Een zeemijn is een relatief goedkoop en eenvoudig wapen, maar doet net zo hard mee in de technologische vooruitgang als elk ander wapen. Ze kunnen vanaf elk platform worden gelegd, zowel boven als onder water of vanuit een vliegtuig. Aan de geschiedkundige Tamara Melia Smith wordt toegeschreven dat zij heeft gezegd. “Twice in our history, the U.S. Navy has lost control of the seas to a country that doesn’t even have a navy. Both times due to mines.” Zoveel schepen, zoveel mijnen Invloedsmijnen zijn zware explosieven, die meestal op de zeebodem liggen en reageren op de specifieke eigenschappen die een schip door het water zendt, haar signatuur. Dat kan een verstoring in het elektromagnetisch veld zijn, scheepsgeluiden, drukverschil of wellicht zelfs trillingen in de zeebodem of een combinatie van deze factoren. Ze kunnen voorzien zijn van een teller, zodat ze pas na het passeren van meerdere schepen op scherp komen te staan, of alleen tussen bepaalde data. Ze kunnen geschakeld zijn in een systeem, zodat ze op afstand tot exploderen kunnen worden gebracht of nadat er iets of iemand aan het rommelen is met een
andere zeemijn in de buurt. Er zijn zelfs mijnen die beschermd worden door andere mijnen, die reageren op duikers of Remotely Operated Vehicles (ROV’s), zoals de gele PAP van de Alkmaarklasse mijnenjagers. Ze beletten koopvaarders om een haven te bereiken of amfibische schepen om te landen. Ze kunnen op een meter diepte infanteristen doden of op driehonderd meter een onderzeeboot ongewild nog verder laten zinken. Zoveel soorten activiteit op zee, zoveel soorten zeemijnen. Jagen en vegen Bijna tien jaar is de marine bezig met jagen op zeemijnen. Met een sonar kijkt de operator in het water. Als hij denkt iets te zien, gaat een duiker of een ROV op onderzoek uit. Is het een explosief, dan wordt het uitgeschakeld door er een andere lading naast te laten springen. Een voordeel van jagen is, dat het schip met zo’n veertig man aan boord niet over de mijnen vaart. Althans, als de operators geen contacten over het hoofd zien. Jagen is namelijk sterk afhankelijk van verstoringen als verschillende temperatuurslagen, bodemgesteldheid en de detecteerbaarheid van de mijn. Het gaat heel langzaam en sommige mijnen, zoals de verankerde bollen die in het water zweven, zijn niet op deze manier te vernietigen.
Het invloedscomponent van een nog te bouwen veegdrone wordt gesleept in de Duitse wateren.
14
Mijnenvegen vult jagen aan, en andersom. Dus de behoefte aan mijnenvegers is, ondanks de uitdienststelling van de Dokkumklasse in 1997, blijven bestaan. Een veger vaart met relatief hoge snelheid over een mijnengebied met een sleep die een hoop verstoring in het water brengt, met als doel de invloedsmijnen te laten detoneren. Eén van de eerste eisen van de studie ter vervanging van de houten vegers was om geen mensen meer in mijnengevaarlijk gebied te laten varen. Die eis vroeg om een mijnenveger die zonder bemanning vaart, een drone. “De mogelijkheden die de drone moest hebben, werden er zo veel, dat het niet meer uit te voeren was”, stelt kapitein-luitenant-ter-zee Michael van der Klip, voorzitter van de groep Netherlands Remote Controlled Influence Minesweeping System (NL-RCIMS), die zich bezig houdt met de verwerving van een nieuwe veegcapaciteit. Het Project Aanpassing Mijnenjagers (PAM) was destijds al gestart en hierin was de combinatie van vegen en jagen op één platform verwerkt. “De toen voorgestelde drone werd gewoon te duur, dus PAM ging alleen nog door met jagen”, vertelt Van der Klip, “Maar de PAM-schepen kunnen de drones wel besturen. De marine heeft het liefst één systeem dat zowel luchtdoelen kan uitschakelen als onderzeeboten, maar ook amfibisch kan landen en mijnen kan ruimen”, grapt de overste. Een onmogelijke stelling, maar deze biedt wel een heel nieuw inzicht in het ruimen van mijnen. Strategisch ruimen Niet alleen Nederland heeft behoefte aan veegcapaciteit, ook internationaal wordt er nog maar weinig geveegd. Het is technisch niet meer haalbaar om alle mijnen snel in één keer te ruimen. Daarom wordt er nu veel meer strategisch naar mijnen gekeken. Naar wat letterlijk het doel is van de gelegde mijnen, oftewel ‘target simulation’. Daartoe laat Van der Klip een beknopt schema zien, hoe mijnendreiging werkt. Binnen onze eigen wateren hebben we te maken met terroristen. Die zoeken een economisch doel uit: lawaaiige, stalen, niet gedemagnetiseerde koopvaarders. Dat zullen ze waarschijnlijk doen met moderne mijnen, maar niet in grote aantallen. Die mijnen gooien ze niet in open zee, maar in de havens of de havenaanloop. Expeditionair gezien zal de marine te maken krijgen met een professionele vijandige zeemacht. Die willen stille, gedemagnetiseerde militaire schepen raken met heel veel mijnen, zowel oude als nieuwe. Die maken hele stukken zee onveilig, met name daar waar een landing plaats kan vinden. Clip-on veegcomponenten “Wat we nu willen, is een soort gereedschapskist, waar je uit pakt wat je nodig hebt”, legt de eerste officier uit. Er is dus niet meer één systeem dat overal kan worden ingezet. De werkgroep kijkt nu naar drie systemen voor de verschillende scenario’s. Een sleepdrone is een onbemand vaartuig met een lage signatuur, dat een sleep met verschillende invloedsbronnen trekt. Geschikt voor open zee, voor verschillende typen mijnen. Denemarken werkt al een tijdje met zo’n drone en deze geldt als voorbeeld voor een toekomstig Nederlands systeem. Een veegdrone imiteert zelf een scheepssignatuur, waarop mijnen reageren. De Zweedse SAM 3 is zo’n drone die interessant is voor de marine. Een platform op twee drijvers maakt het systeem ideaal voor ‘clip-on’ veegcomponenten, om de beste gelijkende signatuur van het doelwit van de zeemijn te genereren. Het systeem past in een container, waardoor deze expeditionair zeer goed inzetbaar is. De scheepswerf Visser in Den Helder heeft een enorme metalen buis gebouwd, een tweede veegdrone, althans een moot ervan. Deze buis moet in nog een vaartuig worden gepast. De buis is voorzien van een enorme hoeveelheid spoelen, die een magnetische signatuur maken. Deze
De SAM3 is makkelijk te lanceren vanaf elk platform en daarom expeditionair zeer goed inzetbaar.
drone is vooral bedoeld om de havens en aanlopen te vegen en is in staat om grote commerciële zeeschepen te imiteren. De drone van de Helderse werf is op het moment nog een demonstratie model, dat wordt gebruikt voor beproevingen. Aan de hand van de gemeten resultaten gaat het bureau voor Toegepast Natuurkundig Onderzoek (TNO) aan de slag met doorrekenen van de eisen waaraan de drone moet voldoen. “Het is natuurlijk wel belangrijk dat het profiel dat je in de veegdrone insteld, ook daadwerkelijk eruit komt”, licht Van der Klip toe. Ook belangrijk is dat de apparatuur mijnexplosies kan overleven. Dirk Rog is ook betrokken bij NL-RCIMS en vindt dat er precies moet worden gekeken naar welk percentage simulatie het veegtuig moet bereiken.” In hoeverre moet en kan een veegtuig een schip nabootsen? Rog: “De problemen die wij hebben bij het bouwen van een meetbaan en het imiteren van een schip middels een veegtuig, heeft de mijnenbouwer ook bij het programmeren en ontwikkelen van hardware voor zijn mijnen.” Eén van die problemen is bijvoorbeeld het verkrijgen van gegevens over schepen. “We zouden wel een meetbaan in de havenaanloop naar Rotterdam willen leggen om elk passerend schip in te meten, maar dat is wettelijk verboden”, zegt Rog. De gegevens kunnen immers ook voor programmeren van mijnen worden gebruikt. Stel je voor: een sleepdrone van 125 ton vaart met een sleep van vierhonderd meter onbemand op open zee. Hoe past deze combinatie in de regels voor veilig varen op zee? Welke regels zijn hierop van toepassing, welk schip moet uitwijken als ze elkaar kruisen, wat voor boordverlichting moet erop zichtbaar zijn? Ook dit zijn problemen die de groep in een vroegtijdig stadium moet oppikken. Controle over zee Vanwege de kosten, die aan de complexe systemen verbonden zijn, is het wijsheid om op zoek te gaan naar buitenlandse partners in het project. Opvallend is dat vooral Scandinavische landen hiervoor in aanmerking komen. Van der Klip verklaart dit doordat met name de marines van Zweden en Finland sterk zijn gericht op zeemijnen, zowel leggen als ruimen. Hun enige landgrens vormt die met Rusland, de andere internationale verbindingen gaan over zee. “In de Tweede Wereldoorlog hebben ze ervaren dat ze geheel geïsoleerd kunnen worden, door de aanwezigheid van vijandige mijnen. Daarvan hebben ze geleerd hoe belangrijk het is om controle over de zee te houden”, aldus Van der Klip. De projectgroep zal vermoedelijk in maart volgend jaar met de resultaten van de studie naar buiten komen. Op basis daarvan zal tussen 2009 en 2012 worden overgegaan op verwerving van de systemen. Daarmee zal de Koninklijke Marine in een belangrijke behoefte kunnen voorzien binnen de NAVO. Mijnenvegen lijkt nu uitgegroeid te zijn tot een high-tech wetenschap.
15
Eskader maakt het Spanje ouderwets lastig
Geen voet aan de grond Een internationaal eskader heeft, onder Nederlandse leiding, de NATO Response Force 8 onder zware druk weten te zetten tijdens de eindoefening in de noordwestelijke Middellandse Zee. De internationale staf, bestaande uit Nederlandse, Belgische, Britse, Amerikaanse, Portugese, Roemeense, Italiaanse, Turkse en Griekse leden, Tekst: Barry Wijnandts/Foto: Hr.Ms. De Zeven Provinciën leidde de strijd vanaf Hr.Ms. De Zeven Provinciën. De oefening Brilliant Midas liep van 2 tot 13 oktober in de Golf van Lion, in de bocht van Spanje en Frankrijk. Om straks goed leiding te kunnen geven aan de NATO Response Force 8, moest de Spaanse staf worden getraind in omgaan met een dreigingssituatie op zee. Voor het scenario wilden de Spanjaarden, ‘de Blue Forces’, troepen opbouwen in de rumoerige provincie Rugbi. Dat lokte de nodige weerstand uit bij buurlanden Turnad en Ruland. Zij stuurden vijf fregatten, twee onderzeeboten, een korvet, een verkenningsvaartuig en een bevoorrader naar buiten om de amfibische landing te verhinderen. Naast Hr.Ms. De Zeven Provinciën deden ook Hr.Ms. De Ruyter, Hr.Ms. Amsterdam, Hr.Ms. Walrus en twee Lynx-helikopters mee aan de oefening. Daarnaast was er nog een oude bekende, de Jan van Brakel, die al weer drie jaar als de Kanaris onder Griekse vlag vaart. Rules of engagement De internationale staf van Task Force 457, onder leiding van de commandant van De Zeven Provinciën, kapitein-ter-zee Maarten Stenvert, slaagde erin de door Spanje geleide ‘Blue Forces’ het vuur na aan de schenen te leggen en een moeilijke periode te bezorgen,
aldus kapitein-luitenant-ter-zee Ronald Blok, chef staf van de commandant Task Force 457. “Het was niet de bedoeling om tot een gewapend conflict te komen, maar het beoefenen van de ‘rules of engagement’. Daarbij moesten de tegenstanders proberen om een amfibische landing door de ‘blauwen’ onmogelijk te maken.” Daarin slaagden zij zo goed, dat de spelleiding van Strike Force NATO de twee partijen uit elkaar heeft moeten trekken, zodat de ‘Blue Forces’ daadwerkelijk nog gelegenheid kregen om te trainen in het amfibisch landen. Bij Brilliant Midas waren 7400 man personeel betrokken, evenals 44 schepen, zes onderzeeboten en 35 vliegtuigen. De nadruk van de oefening lag bij het oefenen in kustwateren. De Nederlandse eenheden waren 18 september vertrokken om deel te kunnen nemen aan de NATO-oefening. De reis was tevens de adelborsten bootjesreis. De nieuwe lichting adelborsten kon kennis maken met alle facetten van het varend en vliegend bedrijf van de Koninklijke Marine. De reis bood naast Brilliant Midas nog de nodige oefeningen als torpedolanceringen, schietoefeningen en sparren met Hr.Ms. Tromp.
16
06.00
Adelborsten krijgen zeebenen
“Welkom aan boord van Hr. Ms. Amsterdam!” Eerst even de veiligheidsinstructies voor het vluchtmasker en het reddingsvest. Daarna gaan we gelijk door naar Bureau Administratie om onze plaatsing aan boord van de Amsterdam te bevestigen. Maar wat zeker niet vergeten mag worden: het daags blauwe uniform omwisselen voor het blauwe werkpak. Het uniform kunnen we nog lang genoeg aan op het KIM. Dan is het tijd voor ontspanning: kennismaken met onze collega’s in het manschappenverblijf. Deze avond zingen we met z'n allen het scheepslied van Acda en de Munnik ‘In de stad Amsterdam’. Elke bak gaat een week meekijken met alle diensten aan boord om inzicht te krijgen hoe het is om te werken en te leven aan boord. Om ons schip beter te leren kennen en de veiligheid te waarborgen, staat een verlaatrol op de dagelijkse orders. “Verlaatrol op post, verlaatrol op post!” wordt er gepraaid. Met een wit hoofddeksel, handdoekje in de nek en warm aangekleed, spoeden we naar het vlot en melden ons bij het groepshoofd. Het bleek nog lastiger te zijn dan we dachten. De ‘uitdossing’ van enkele adelborsten wordt door de groepshoofden verbaasd bekeken.
08.00 09.00 10.00 11.00
Zeebenen Nauwelijks twee dagen aan boord of bijna alle jonkers hebben de wc-pot innig omhelsd. Het zogenaamde ‘inslinger’ effect doet zich voor. Na het wc bezoekje is ieder snel weer de oude en wordt er met echte ‘zeebenen’ over het dek gelopen. In volle vaart door naar de eerste haven: Barcelona. Door velen wordt hier naar uitgekeken, omdat dit het eerste weekend vrij is na vijf weken. Vóór het havenbezoek maken de adelborsten kennis met het handvuurwapen Glock .15. De gebruikelijke veiligheidsmaatregelen worden doorgenomen. Het gaat nu toch echt gebeuren: voor het eerst een pistool in de handen. We draaien volledige diensten mee aan boord: eten, slapen en ontspannen vindt plaats bij de manschappen. De manschappen staan altijd klaar om vragen te beantwoorden en vertellen met enthousiasme over het vak.
12.00 13.00 14.00 15.00
Tijdens Brillant Midas Brilliant Midas is begonnen. Enkele adelborsten van de Hr. Ms. De Ruyter komen bij Hr. Ms. Amsterdam om ervaringen uit te wisselen en de verschillen te zien tussen een fregat en een bevoorrader.
16.00 17.00
’s Middags staat onverwachts een RHIB-vaart op het programma. Dat is een geweldige ervaring! Denderend over de golven met de zon op het hoofd. Langzaamaan begint het Jonkerfeest dichterbij te komen. Het is een feest voor en door adelborsten om de bemanning van de schepen te bedanken. Het feest vindt plaats op Hr.Ms. Amsterdam op de dag van aankomst in de tweede haven te Malaga. De onderlinge taken worden verdeeld onder de adelborsten van de schepen en er wordt druk gewerkt om het draaiboek voor de logistieke dienst rond te krijgen. Het geheel wordt afgestemd met de chefs van de verschillende diensten. Voordat we Malaga bezoeken, krijgen we de kans om enkele uren mee te varen met de onderzeeboot De Walrus. Veel jonkers staan te popelen om enkele uren onder water mee te mogen. Een loting, verricht door de begeleider, is nodig om vier afgevaardigden te verkrijgen. Rond het eind van de middag komen zij terug met positieve verhalen. “Het is wel wat krapjes, smalletjes en je hebt maar één wc!” Met windkracht acht en hoge golven gaan we op weg naar de thuishaven Den Helder. Het is de bedoeling om in een rechte lijn terug te varen, zodat we zaterdagochtend 21 oktober binnen varen. Eindelijk weer een weekend thuis! Het eerste vrije weekend na de groepsconfrontatie op Texel, korps introductie en de bootjesreis. Net geïnstalleerd op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) en met nog wat modder achter de oren van de groepsconfrontatie op Texel begon het jongste jaar adelborsten, bestaande uit 51 personen, op donderdag 21 september aan de bootjesreis. Ze zijn verdeeld over Hr.Ms. Amsterdam, Hr.Ms. Zeven Provinciën en Hr.Ms. De Ruyter. Ze doen mee aan de oefenmissie ‘Brilliant Midas’, samen met Franse, Turkse en Griekse schepen. Een nieuwe belevenis voor iedere adelborst in de afgelopen vier weken. Hoe hebben zij het ervaren en wat voor taken hebben ze gehad? Een verslag door adelborsten Laurens van Dulmen en Hans van der Meijden vanaf Hr.Ms. Amsterdam.
17
zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
07.00
Bij de vloot en Het Korps mariniers wordt volop gesport. Niet alleen voor de keuring en als onderdeel van weliswaar geen topsportstatus maar zeker wel de ambitie en inzet. Vaak moeten ze hemel en aarde bewegen helden’ in de spotlights te zetten. In dit nummer: triatleet marinier 1 Noël Brand en Endurance paardrijdster
Crossen door de bossen Formule 1, wielrennen en de marathon. Volgens sergeant ADB Carmen Römer is haar sport met die drie te vergelijken. Ze beoefent Endurance, een van de zeven paardendisciplines waarbij paard en ruiter de snelste tijd moeten halen over afstanden variërend van 25 tot 160 kilometer. De 21-jarige adelborst won in september het Europees Kampioenschap voor junioren in Tsjechië. “Ik hou van de snelheid.” en gestel. Als er ook maar iets niet klopt, worden ruiter en paard gediskwalificeerd. Verder krijgen de paarden altijd het beste van het beste: de beste voeding, spullen, zorg. Ze hebben een goed leven als Endurance paard.”
“Het heeft raakvlakken met de marathon, omdat het om lange afstanden gaat en dus om uithoudingsvermogen. Iedere dertig kilometer is er een verplichte stop, zoals een pitstop in de Formule 1 en tijdens het parcours rijden begeleiders mee om de ruiter en het paard drinken aan te bieden, net als bij wielrennen.” Dat de 21-jarige Römer veel talent heeft, blijkt wel uit haar prijzenkast. Ze werd Nederlands Kampioen in 2005 en 2006 en in september won zij het Europees Kampioenschap junioren in Tsjechië. Van de 92 wedstrijden die zij in haar carrière reed, wist ze er 72 goed te volbrengen en minimaal zestig keer eindigde ze bij de eerste drie. De langste categorie, met afstanden van 120 tot 160 kilometer, trekt haar het meest. Tijdens het junioren EK, dat over 120 kilometer ging, zat ze bijna zeven uur op de rug van haar paard, Fadillah R, voordat ze over de eindstreep reed. Dierenmishandeling Endurance is geen alledaagse sport en vergt veel inspanning van paard en ruiter. Een seniorenwedstrijd over 160 kilometer kan zelfs vijftien uur duren. Römer: “Na een lange wedstrijd voel ik mijn spieren wel, ja. Vooral benen, rug en schouders, omdat ik lang in dezelfde houding zit.” Maar ook haar paard krijgt een hoop kilometers voor de kiezen, iets wat bij tegenstanders van de sport als dierenmishandeling wordt bestempeld. “Onjuist”, vindt Römer. “Dat zijn mensen die niet weten wat de sport precies inhoudt. Die denken gelijk dat 160 kilometer zielig is voor een paard.” Maar is het ook niet zielig om zo’n inspanning van een paard te verwachten? “Dat is niet zo”, stelt ze. “Er zijn slechts een tot drie wedstrijden per jaar. Tijdens de wedstrijden zijn voldoende pitstops waarbij het paard door een dierenarts streng wordt gekeurd op vermoeidheid
Misstap Wat beweegt iemand om zo lang op de rug van een paard te willen zitten? “Ik vind vooral de band met het paard mooi aan mijn sport. Die moet heel nauw zijn. Het is namelijk altijd de kunst om de kracht van je paard goed in te schatten en die gelijkmatig te verdelen over de race. En ik ben een buitenmens”, voegt ze toe. “Ik vind het heerlijk om zo hard mogelijk door de bossen te rijden.” De Endurance sport zit letterlijk in haar bloed. Haar vader beoefende het op een hoog niveau. Het was dus niet onlogisch dat Römer op negenjarige leeftijd haar hart verloor aan de paardensport. “Maar ik ben zeker niet zo’n paardenmeisje en ook nooit geweest. Ik ben ambitieus en fanatiek, ik houd van snelheid en ga er altijd voor.” Dat ze daarbij vaak op de grens balanceert, beseft ze temeer: “Mijn paard heeft een sterk hart en goede longen en kan dus erg lang doorgaan. Maar de kans dat hij een misstap maakt of struikelt, is altijd aanwezig.” Römer bewaart haar mooiste herinneringen aan haar laatste wedstrijd, het EK in Tsjechië. “Dat was een open wedstrijd waaraan iedereen mocht meedoen. Endurance is mateloos populair in het Midden-Oosten en wordt zwaar gesponsord. Ik ben heel trots op deze overwinning omdat ik zelfs een sjeik achter me heb gelaten. Voor een juniorenrit was dit EK erg zwaar. Het was een lastig terrein met veel klimmen en dalen, soms wel met een verschil van tweehonderd meter. Ik moest vier keer een rivier door zien te komen en racete ook nog dwars door een dorp. Ik was erg gebrand op de overwinning en ik ging er helemaal voor.” Combineren Omdat haar sport niet olympisch is, heeft Römer geen topsportstatus, maar ze voldoet verder wel aan alle eisen. Hoe combineer je een opleiding aan het KIM met deze sport? “De marine werkt ontzettend goed mee. Ik krijg in negentig procent van de gevallen vrij voor wedstrijden. Ik mocht zelfs twee weken eerder van het schip voor een wedstrijd in Bahrein. Bovendien krijg ik vrij om te trainen als er geen lessen zijn. Welke sporter kan nou zeggen dat hij betaald krijgt, terwijl hij traint?” Römer is opgenomen in een individueel trainingsprogramma op de afdeling sport van de NLDA in Breda en sport daar vier dagen in de week. In het weekend traint ze thuis met haar paard. “En ondertussen moet ik mijn tentamens halen”, zegt ze nuchter. Want de 21-jarige adelborst droomt nog steeds van een baan als officier. “Dat staat voor mij voorop.”
18
opleidingen en werkzaamheden, maar ook daarbuiten. Wie zijn deze anonieme topsporters? Ze hebben om hun sport met hun werk te combineren. Alle Hens vindt het tijd worden om deze ‘anonieme sportTekst: Vanessa Strijbosch sergeant ADB Carmen Römer.
Wedstrijd tegen jezelf “The race is long and in the end, it’s only with yourself.” Het credo van marinier 1 Noël Brand. De 27-jarige triatleet komt net kijken in deze tak van sport maar wist zich al relatief snel te kwalificeren voor het Wereld Kampioenschap Ironman 70.3 halve afstanden in Florida op 11 november. Een mooie prestatie voor een sporter, die eigenlijk vindt dat hij helemaal geen talent heeft. “Ik moet compenseren door toewijding en training.” Foto's: Ruud Mol, AVDD)
“Ik kon negen jaar geleden nog geen tweehonderd meter hardlopen”, begint Noël Brand te vertellen. “Ik redde het niet eens tot het einde van de straat. Toen ik wat kilometers begon te maken, kreeg ik ontzettend veel respect voor triatleten. In mijn ogen is dit de ultieme sportieve uitdaging.” Twee jaar later staat hij zelf tussen ongeveer achttienhonderd triatleten om die ultieme sportieve uitdaging aan te gaan: het winnen van een WK. Brand vindt dat hij het moet hebben van zijn toewijding en training. Want, geeft hij eerlijk toe: “Ik heb hier geen aangeboren talent voor. De triatleten van de Nederlandse top hebben meer talent in hun pink dan ik in mijn hele lijf.”
mijn werk is dit wat ik doe en wat ik ben. Ik ben elke dag met de triathlon bezig. Alles in mijn leven heeft ermee te maken. Je moet wat voor je sport over hebben, hè”, zegt hij met een knipoog. “Maar ik ben echt geen sociaal wrak hoor. Ik heb ook een vriendin aan wie ik veel tijd besteed.” Jongleertruc Hoe combineer je zo’n ‘obsessie’ met niet bepaald alledaags werk als marinier? “Dat is één grote jongleertruc”, reageert hij. “Daarom ben ik ook zo afhankelijk van anderen. Gelukkig is die medewerking heel goed en krijg ik veel steun. Als ik het netjes vraag, kan ik
“Ik ben bijna obsessief in mijn sport” Obsessief Met toewijding en passie zit het bij de marinier wel goed. Hij traint veertien uur per week, drinkt en rookt niet, past zijn voeding aan en gaat netjes elke dag vroeg naar bed. Zijn kamer op de kazerne in Doorn hangt vol met posters en bladen over triatleten. Trots wijst hij op een foto die boven zijn bed hangt. “Dat is Peter Reid, drievoudig Ironman kampioen, mijn grote voorbeeld.” Op zijn T-shirt staat de veelzeggende tekst “triathlete: swim – bike – run – eat – sleep” en op zijn enkel heeft hij een symbool getatoeëerd dat staat voor anti-drugs, -drank en -roken. Voor zijn wedstrijdfiets heeft hij een ‘kleine’ 5500 euro neergelegd en zijn trainingsfiets kostte hem 1200 euro. “Ik ben bijna obsessief in mijn sport. Naast
vaak tussen mijn werk door nog even trainen. Van de bataljonsstaf krijg ik eenmalig speciale sportvoeding en -drank. We hebben hier heel veel goede sporters rondlopen op de kazerne, maar ik besef dat ik het grote geluk heb dat mijn commandant mij hierin sponsort.” Met een internationaal geroemde trainer, Frank Senders en een trainingsmaatje de wereldkampioen duathlon Yvonne van Vlerken, legt Brand de lat hoog. “Mijn doel is om in 2008 de EK hele triathlon in Frankfurt te doen. Ik blijf in ieder geval net zo lang trainen totdat ik een goede concurrent kan worden voor de top. Ik ben misschien niet geweldig goed, maar ik neem mijn sport wel serieus. Het blijft een wedstrijd tegen jezelf.”
19
De grondlegger van digitale zeekaarten Na het passeren van de originele scheepsbel van de Hydrograaf, alle portretten van de Chefs der Hydrografie – van wie het eerste dateert uit 1860 – en foto’s van alle hydrografische vaartuigen, inclusief de tot pakjesboot van Sinterklaas omgedoopte Hydrograaf, is daar eindelijk het kantoor van Patrick van Beek (37), kartograaf van de Dienst der Hydrografie. Zeven jaar geleden kwam hij in dienst met een misTekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Hennie Keeris (AVDD) sie: het introduceren van de elektronische zeekaart.
“Ik heb niets met zee”, geeft de Brabander zonder schroom toe. “Maar”, voegt hij daar aan toe, “ik heb wel degelijk iets met kaarten.” Hij vertelt bevlogen over zijn verzameling van duizenden kaarten, plattegronden en globussen. “Bijna tien verhuisdozen vol!” roept hij trots. “Aan de muur bij mij thuis hangt niets anders dan kaarten. De oudste dateert uit 1600. Wel een nagemaakte hoor, anders is het niet te betalen.” Patrick is het mooie voorbeeld van iemand die van zijn hobby zijn werk heeft gemaakt. Als klein jongetje was hij al constant met kaarten bezig en noemde de wegenatlas van de ANWB zijn ‘bijbeltje’. In 1999 kwam hij te werken bij de Dienst der Hydrografie die toen aan vooravond stond van een digitale revolutie op het gebied van zeekaarten. Patrick werd de initiator en presteerde het om een jaar later de eerste elektronische zeekaart op de markt te brengen. Tot ongeveer 2012 moeten steeds meer groepen verplicht gaan varen met Electronic Navigational Charts (ENC’s), de elektronische versie van zeekaarten. Hij hoopt dat de marine vooruitstrevend is en dit nog eerder doet. TomTom van de scheepvaart Een zeekaart is een weergave van alles wat belangrijk is op zee voor een wachtofficier. De diepte, wrakken, havens, boeien, alles wat relevant is staat erop. Nederland heeft een roemruchte geschiedenis als het gaat om het maken van zeekaarten. Sinds 132 jaar gebeurt dat door de Dienst der Hydrografie. Vanaf 1999 vindt er een verschuiving plaats naar de digitale vorm. In plaats van navigeren op basis van papieren kaarten, gebeurt dat nu via een computersysteem, de zogeheten Electronic Chart Display Information System (ECDIS), de TomTom van de scheepvaart. Om zeekaarten digitaal in dit systeem te kunnen zetten, wordt gebruik gemaakt van drie databases: een voor objecten en gebieden, zoals wrakken en boeien; een voor alle topografische gegevens, zoals bebouwing en wegen; en een voor alle bathymetrische gegevens, zoals dieptecijfers en -lijnen. De afdeling productie van de Dienst der Hydrografie, waar in totaal 32 mensen werken, bestaat uit drie afdelingen: inwinning, verwerking en publicatie. Patrick werkt bij de afdeling publicatie en maakt voor zijn ENC’s gebruik van alle drie de databases. De dienst is een beetje de omgekeerde wereld binnen de marine: er werken slechts zeven militairen, de rest is burger. “We zijn wel in dienst van de marine,
maar ook echt burger”, verklaart Patrick. “We kunnen niet uitgezonden worden. De marine is een klant van ons maar ook onze baas. Dat klinkt heel gek, maar juist die wisselwerking werkt zeer prettig door de terugkoppeling over het gebruik van de producten. We zijn ook bezig met het maken van speciale ENC’s die gebruikt worden voor maritieme operaties.” Vakidioot Het grootste gedeelte van de dag brengt Patrick achter zijn computer door. Met bekijken en beantwoorden van e-mails opent hij zijn werkdag. Daarna is hij vooral bezig met maken en updaten van cellen, de hydrografische term voor ENC’s. Ook onderhoudt hij nationale en internationale contacten en zet hij zich in voor de medezeggenschapscommissie. Trots vertelt hij dat zes van de negen door de dienst gemaakte cellen tot de top twintig van de best verkochte horen. “Ik ben wel een vakidioot”, geeft hij toe. “Wat ik vooral zo leuk vind aan mijn werk, is dat ik midden in de ontwikkeling zit en dat ik lekker creatief bezig kan zijn, iets kan maken. Het is toch geweldig om te zien dat de producten die ik maak, ook echt gebruikt worden. En naar tevredenheid. Ik heb een paar keer meegevaren om te zien hoe het er in de praktijk aan toe gaat. Toen ik zag dat de papieren kaarten al in de la lagen, was ik best trots.” Toch plaatst hij daarbij een kanttekening. “Het gevaarlijke van ENC is dat mensen er blind op gaan varen. Een kaart is per definitie verouderd zodra het geproduceerd is. De papieren of elektronische zeekaart is slechts een hulpmiddel op de brug, het blijft belangrijk om de situatie buiten te bekijken.” Patrick heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Dat kan ook niet anders, want als hij ook maar één boei verkeerd plaatst, kan het op zee verkeerd gaan. “Ik check altijd alles dubbel voordat ik het in een kaart zet.” Dat zijn werk heel anoniem is, maakt de coördinator ENC niets uit. “Ik weet dat het zo werkt. De gedachte dat een schip de haven uitvaart met gebruik van mijn ENC, is al mooi genoeg.” Even later komt hij daarop terug en fantaseert over zijn ‘moment of fame’: “Ik zou nooit iets belangrijks in een ENC veranderen, maar zoiets als een ‘Van Beek fabriek’ klinkt eigenlijk helemaal niet zo gek.”
20
MILITAIR GETEST De KM-militair wordt steeds frequenter op korte termijn ingezet voor vredestaken in binnen- en buitenland. Omdat de voorbereiding voor dergelijke missies soms zeer kort is, wordt defensiebreed gewerkt aan de invoering van een jaarlijkse toetsing van een tal van militaire basisvaardigheden. Daarnaast wordt ook de lichamelijke conditie beproefd. Deze test staat op zich los van de eerdergenoemde vaardigheden, maar hangt wel samen in een breder verband. Voorafgaand aan de defensienormstelling is de KM met een pilot gestart bij de afdeling P&O, op Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Willemstad. Met
de resultaten van de pilot wordt gekeken of een afzonderlijke KM-norm noodzakelijk blijft, of dat de defensie conditieproef (DCP) volstaat. De pilot, ontwikkeld bij de marine, wijkt in zijn huidige vorm af van de DCP. De test bestaat uit een coopertest, situps en push-ups, waar bij rekening wordt gehouden met geslacht. Bij de DCP wordt naast geslacht ook rekening gehouden met de leeftijd van de militair. Daarnaast moet het vlootpersoneel bij de pilot, gekleed in brandwerend tenue met perslucht op, een parcours af kunnen leggen met brandslang of een gewonde.
VAN GALEN EN VAN SPEIJK NAAR LIBANON
OMGEVING CZSK INTRANET GEHEEL AF Met het ‘live’ gaan van de intranetsite van MARHELI op vrijdag 6 oktober 2006 is de gehele CZSK-omgeving op het interne digitale informatienetwerk vernieuwd. Alle CZSK onderdelen die vertegenwoordigd zijn op het intranet maken nu gebruik van één omgeving volgens het vaste stramien van de huisstijl van defensie.
MARINE RUIMT VLIEGTUIGBOM De mijnenjager Hr.Ms. Willemstad heeft woensdag 18 oktober in de Eurogeul, veertig kilometer uit de kust bij Hoek van Holland, een explosief geruimd. Een visserschip trof het explosief ’s ochtends aan en werd enkele uren later op de Noordzee tot ontploffing gebracht. De vliegtuigbom van vijfhonderd pond lag in de aanloop naar de Rotterdamse haven en vormde daarmee een gevaar voor het drukke scheepvaartverkeer. Het is de 493ste keer dat de Koninklijke Marine in actie komt om een explosief te ruimen sinds het tragische ongeluk met het visserschip OD-1 in 2005. Hierbij ontplofte een opgevist explosief aan dek met drie dodelijke slachtoffers als gevolg. Sindsdien is, dankzij afspraken met de Kustwacht en voorlichting aan vissers, het aantal meldingen en ruimingen van oude explosieven sterk toegenomen.
RECORD DRUGSVANGST De Tweede Kamer stemde vrijdag 13 oktober unaniem in met het voorstel van de Ministers Henk Kamp van Defensie en Ben Bot van Buitenlandse Zaken met de inzet van twee fregatten voor de UNIFIL-missie voor de kust van Libanon. De UNIFIL missie loopt tot 31 augustus 2007. Het fregat Hr.Ms. Van Galen is het eerste fregat dat vanaf medio december wordt ingezet. Het multipurpose fregat met 160 bemanningsleden aan boord maakt deel uit van het permanente NAVO-eskader Standing NRF Maritime Group 1. Dit eskader levert thans in de Middellandse Zee een bijdrage aan Active Endeavour, een NAVO operatie in de interna-
tionale strijd tegen het terrorisme. Hr.Ms. Van Galen zal eind februari worden afgelost door het fregat Hr.Ms. Van Speijk. De Tweede Kamer was 1 september al in kennis gesteld van het onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een Nederlandse maritieme bijdrage aan UNIFIL. Vrijdag 22 september heeft het Kabinet naar aanleiding van dat onderzoek besloten om een schip naar Libanon te sturen. Opdracht voor het schip is, om zich aan te sluiten bij het VN-smaldeel dat als voornaamste taak heeft illegale wapensmokkel naar Libanon tegen te gaan. De Tweede Kamer heeft donderdag 12 oktober ingestemd met deze inzet.
SONJA TOL WINT DUTCH OPEN Degenschermster Sonja Tol won zaterdag 14 oktober de Dutch Open. In Oss pakte de marineofficier in de finale met 15-8 de volle winst tegen Natalie Dostert (GER), na daarvoor in de halve finale te hebben afgerekend met Mirja Popp (GER, 15-7). Alhoewel er slechts negentien deelneem-
sters waren, was het niveau hoger dan normaal, met deelname uit Duitsland, België en Indonesië. De halve finale nam slechts drie minuten in beslag. De Haagse is goed op weg en won eerder ook al het internationale Koning Willem II schermtoernooi in Tilburg.
21
De Kustwacht van de Nederlandse Antillen & Aruba heeft in 2005 een recordhoeveelheid van 6.346 kilogram harddrugs onderschept. De totale hoeveelheid onderschepte hard- en softdrugs was na 2002 de grootste met 7.231 kilogram. Daarnaast was sprake van een recordaantal van 113 drugsonderscheppingen. Ook zijn in totaal 356 illegalen op zee aangehouden. Het aantal noodoproepen waarvoor de Kustwacht haar reddingswerk heeft ingezet, is met circa 200 acties hetzelfde gebleven. Het aantal opgespoorde milieudelicten stijgt al enkele jaren en is in 2005 uitgekomen op 37 gevallen. Op personeelsgebied is vooruitgang geboekt door meer Antilliaans en Arubaans personeel te werven, zodat er minder hoeft te worden gesteund op de inzet van personeel van de Koninklijke Marine.
NIEUWE MODULE VOOR SERGEANTENCURSUS Voor het eerst werd bij de sergeantencursus van het Korps Mariniers aandacht besteed aan leiderschap onder bijzondere omstandigheden. De module is speciaal voor deze doelgroep opgezet door bureau Vorming en Evaluatie van het Mariniers Opleiding Centrum. De module beslaat twaalf dagen waarbij iedere dag een apart thema aan de orde kwam. Alle thema’s hadden betrekking op de omgeving waarin de jonge sergeant straks dient te opereren. Verdieping van de thema’s werd aangedragen door diverse gastsprekers. Er werd onder meer aandacht besteed aan omgaan met gevechtsstress en angst, de rol en plaats van operationele en mentale debriefs binnen CZSK en de beleidsregel functioneringsgesprekken en beoordelingen binnen defensie. Daarnaast kwamen ook integriteit, waaronder normen en waarden, CZSK in het algemeen en het Korps Mariniers in het bijzonder en het vergroten
van ethisch bewustzijn door dilemmatraining aan de orde. Een bijzonder moment in de cursus was het bezoek van kapitein der mariniers b.d. Giovanni Hakkenberg, drager van
de Militaire Willems-Orde. In een interactief programma met de deelnemers vertelde deze immer montere Ridder over zijn belevenissen als overlevende van de Slag om de Javazee.
STOKJE OVERGEDRAGEN Op donderdag 24 augustus vond bij de Van Braam Houckgeestkazerne te Doorn de overdracht van het commando over het Tweede Mariniersbataljon plaats van majoor der mariniers Jan ten Hove aan luitenant-kolonel der mariniers Anton Verbaan. De scheidend commandant, majoor Ten Hove, had in zijn afscheidsspeech aandacht voor het trainingsprogramma van het bataljon en benadrukte de drukke tijd waarin het bataljon zich bevond met de invoering van veel nieuw materiaal, regelgeving en de zeer vele individuele uitzendingen. Ten Hove gaf onder andere leiding aan het bataljon gedurende de oefening ‘Joint Caribbean Lion 2006’. Overste Verbaan, die het afgelopen jaar de Hogere Defensie Vorming (HDV) met succes afrondde, besprak verder in zijn speech dat het bataljon de nodige
uitdagingen te wachten staat. Hij noemde specifiek de planning, voorbereiding en omscholing naar de nieuwe communicatieapparatuur (NIMCIS), de implementatie van de nieuwe gepantserde BandVagn (Viking) en de noodzakelijke opleidingen voor het personeel van het Tweede Mariniersbataljon. “Het personeel van het bataljon zal een veelvoud aan functionele opleidingen moeten doorlopen
gereed te zijn.” Verder memoreerde de nieuwe commandant dat 2 MARNSBAT volgend jaar deelneemt aan het winterdeployment 2007, een schiettraining in Sennybridge Wales, en dat het bataljon een training gaat doorlopen met Hr.Ms. Rotterdam. Majoor ten Hove heeft na het neerleggen van het commando de functie van opvolgend commandant van het Tweede Mariniersbataljon aanvaard.
KORPSCONCERT OP 29 & 30 NOVEMBER 2006
teneinde volgend jaar zomer operationeel
Ter gelegenheid van het 341-jarig bestaan van het Korps Mariniers geeft de marinierskapel op 29 en 30 november haar jaarlijks concert in De Doelen te Rotterdam. Het concert staat onder leiding van dirigent majoor der marinierskapel Pieter Jansen. Sergeant bijzondere diensten muzikant Renato Meli zal als Euphonium solist optreden. Tevens zullen op deze avond de Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers voor het voetlicht treden. Samen zullen zij voor u een bijzondere avond verzorgen. Kaarten zijn verkrijgbaar bij de kassa van concert- en congresgebouw De Doelen, telnr: 010 217 17 17.
RECTIFICATIE
ALLE HENS ONLINE ALLE HENS IS OOK TE VINDEN OP ALLEHENS.MARINE.NL
22
In het bijschrift bij de foto op pagina 30 in Alle Hens oktober 2006 staat de verkeerde naam vermeld bij de persoon uiterst rechts. Dit moet zijn luitenant-terzee 2OC Frans van Zwam.
TWEE INSTRUCTEURS RIJKER Bij de Operationele School in Den Helder hebben de sergeanten André Worst en Patrick Bliekendaal zich, als eersten bij het CZSK, gekwalificeerd als CISCO Certified Associate Instructor. Dit houdt in dat zij alle modules van het CISCO CCNA programma mogen onderwijzen en de cursisten daarvoor mogen certificeren. Hiermee wordt invulling gegeven aan het civiel certificeren van het marinepersoneel. De CISCO-opleidingen geven de cursisten inzicht in het ontwerpen, bouwen en beheren van computernetwerken door middel van e-learning. Deze opleidingen zijn nodig om het personeel van de marineverbindingsdienst bij te scholen op netwerkgebied. Na het behalen van de kwalificatie hebben beide sergeanten uit handen van de commandant van de school, kapitein-luitenant-ter-zee Jeroen Stricker, een beloning ontvangen omdat zij een onmisbare rol hebben gespeeld bij
COMMANDO-OVERDRACHT
de ontwikkeling van het ICT-onderwijs bij het CZSK. De Operationele School werkt al een aantal jaren samen met het C2 Support Centre op het gebied van ICT-onderwijs. Momenteel wordt de marineverbindingsdienst gereorganiseerd om zich meer toe te kunnen leggen op het netwerkbeheer aan boord van de schepen. Inmiddels hebben al ongeveer honderd verbindelaren één of meerdere CISCO-opleidingen gevolgd.
LUCHTVERKEER OP LANDDAG
Na afwezigheid van een aantal jaren heeft de afdeling Air Control namens de commandant van de NL/BE Operationele School op 13 september de HDO landdag georganiseerd. Het doel van deze dag was de aanwezige controllers te informeren over de laatste ontwikkelingen op Air Control gebied. Zo werden er lezingen gehouden over de NH-90, Link 16 en
over het opereren met vliegtuigen van de firma Skyline. Daarnaast was het een perfecte gelegenheid om ervaringen uit te wisselen en het saamhorigheidsgevoel in stand te houden. De gehele dag was een groot succes. De afdeling Air Control heeft zich dan ook voorgenomen volgend jaar wederom een HDO landdag te organiseren.
CURSUS ‘INTERNE AUDIT VAARDIGHEDEN’ AFGEROND
Op 7 september is op de Nederlands/ Belgische Operationele School (NLBEOPSCHOOL) de cursus ‘interne audit vaardigheden’ afgerond door veertien cursisten. Deze cursus werd verzorgd door Bureau Veritas Training. De
Operationele School is momenteel hard bezig om één kwaliteitsmanagementsysteem te implementeren met als doel de processen binnen de school efficiënt in te richten. Na afronding van deze cursus beschikt het over een groot aantal interne auditoren, zodat kan worden vastgesteld of het kwaliteitsmanagementsysteem doeltreffend is geïmplementeerd en onderhouden. De uitreiking van de certificaten gebeurde door de Commandant van de NLBEOPSCHOOL kapitein-luitenantter-zee Jeroen Stricker onder toeziend oog van Fred Ortan van Bureau Veritas Training.
23
Overste Bosch blikt terug op drie jaar Mariniers Opleidingscentrum. De nieuwe commandant, overste Van Nee, luistert aandachtig.
Op vrijdag 15 september droeg luitenantkolonel der mariniers Hendrik Bosch het commando over het Mariniers Opleiding Centrum (MOC) over aan luitenant kolonel der mariniers Jurjen van Nee. In zijn toespraak tijdens de alle hens keek overste Bosch even terug op de afgelopen drie jaar. Als een vis in het water voelde hij zich op het centrum. “Mariniers opleiden en vormen is prachtig”, aldus Bosch. “De afgelopen drie jaar zijn ondermeer: 574 mariniers, 45 pelotonscommandanten, 205 korporaals, 26 sergeanten, 524 verbindelaars, 59 sportinstructeurs en nog ruim 400 specialisten ‘afgeleverd’”, verklaarde hij trots. “Opleiden is en blijft de kerntaak, aldus de vertrekkende overste. Hij refereerde aan een uitspraak van General Douglas MacArthur. “In no other profession are the penalties for employing untrained personnel so appalling or so irrevocable as in the military.” Overste van Nee, voormalig chef staf van NLMARFOR, gaf in zijn toespraak aan het een voorrecht te vinden om leiding te geven aan de opleiding en vorming van mariniers, omdat hiermee wordt geïnvesteerd in het fundament (vakman, leider, mens) waarop de Koninklijke Marine en in het bijzonder het Korps Mariniers kan bouwen. De eerste prioriteit van de nieuwe commandant van het MOC ligt bij de lopende reorganisatie. Na Bosch te hebben bedankt voor wat hij de afgelopen drie jaar voor het MOC heeft betekend, nam overste Van Nee het commando over het MOC op zich.
TIP VOOR DE REDACTIE? MAIL ‘M NAAR:
[email protected]
UNIEK
BEZOEK AAN USS ENTERPRISE
In bijzijn van familieleden en collegae vond onlangs op Marinebasis Parera een zeer bijzondere uitreiking van een gouden medaille plaats. Adjudant onderofficier Henk Riep ontving zijn gouden medaille voor 36 jaar trouwe dienst, maar... niet conform het draaiboek. Met een knipoog vertelde de commandant van Marinebasis Parera, kapitein-luitenantter-zee Leo van Esdonk, aan de aanwezigen dat hij zich in zijn duim had gesneden en dus niet in staat was om de medaille op te spelden. Hierop werd luitenant-ter-zee 3 Johanna Riep, de dochter van de jubilaris, gevraagd om de honneurs waar te nemen. Vol trots gaf de jonge marineofficier gehoor aan dit verzoek. “Een gouden medaille krijgen is bijzonder”, sprak Riep na afloop. “Maar om deze door je dochter opgespeld te krijgen, dat noem ik uniek” (Foto: Marijke Middag)
Op 26 september bracht het Nederlandse detachement in Bahrein (kapitein-luitenantter-zee Theo Zelisse en sergeant Lisette van Oss) een bezoek aan het Amerikaanse vliegkampschip USS Enterprise. Zij deden dit als onderdeel van een delegatie van Commander USNAVY/Commander Fifth Fleet/Combined Forces Maritime Component Commander. Na een tweeëneenhalf uur durende vlucht van Bahrein naar de carrier, landde de delegatie met een speciaal vrachtvliegtuig voor carriers op de USS Enterprise. Met alle egards werd de groep van veertien personen ontvangen. Na de ontvangst volgde een rondleiding. Onderdelen van de rondleiding waren de ziekenboeg, de navigatiebrug, de
brug van de ‘air-boss’ – waar destijds de opnames voor Top Gun zijn gemaakt – en het kabelgat. Het meest indrukwekkend was het bezoek aan het vliegdek waar de groep tussen de vertrekkende en terugkerende vliegtuigen indrukken kon opdoen. Tot slot was het voor velen de eerste keer om per katapult van het dek af te worden gelanceerd voor de terugreis naar Bahrein waar de groep weer veilig landde. Overste Zelisse is werkzaam als senior representative en liaison officer in het Friendly Forces Coordination Centre. Sergeant Van Oss is werkzaam in de Coalition Intelligence Fusion Cell.
COMMANDO OVERDRACHT HR.MS. WILLEMSTAD Op vrijdag 6 oktober droeg tijdens een eenvoudige ceremonie LTZ 1 ing. M.A.J. Smits het commando over Hr.Ms. Willemstad over aan LTZ 1 Wiggert Vooijs. De ceremonie vond plaats in het voormalige gebouw van de Mijnendienst. De scheidende commandant stond uitgebreid stil bij de goede samenwerking met zijn bemanning die hij had ondervonden gedurende zijn comman-
do en memoreerde enkele hoogtepunten van die periode. Hij maakte van de gelegenheid gebruik om vier van de bemanningsleden, te weten sergeant-majoor TDE Van der Schuit, sergeant TDE Kuijt, korporaal LDGB Reitsma en matroos 1 OD Beun een beloning toe te kennen vanwege hun professionele houding en/of zeer positieve bijdrage aan de goede sfeer aan boord van
Hr.Ms. Willemstad. De nieuwe commandant gaf aan het een eer te vinden om met deze bemanning het belangrijke werk aan boord van mijnenjagers te mogen uitvoeren en dat hij zijn best zou doen om de goede sfeer te behouden en bestendigen waarbij hij professionaliteit, collegialiteit en openheid als succesfactoren aanhaalde.
UITREIKING PRINS HENDRIK-LEGPENNING
Op donderdag 5 oktober heeft de Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Jan Willem Kelder de Prins Hendrik-legpenning 2006 uitgereikt aan Franklin Ernest van Kappen, generaal-majoor der mariniers b.d. In zijn toespraak prees vice-admiraal Kelder de laureaat
voor de zeer kundige wijze waarop hij de inzet van de Koninklijke Marine in publieke vraagstukken en tijdens debatten in de vorm van heldere adviezen en commentaren voor het voetlicht plaatst en voor een breed publiek toegankelijk maakt. Ook de manier waarop Van Kappen het maritieme erfgoed in militairstrategische discussies verwoordt, noemde hij prijzenswaardig. Van Kappen kan terugzien op een interessante loopbaan, qua patet orbis. Na zijn opleiding tot officier marinier aan het Koninklijk Instituut voor de Marine volgden plaatsingen op de Nederlandse Antillen en Aruba, in GrootBrittannië en de Verenigde Staten. Als politiekmilitair adviseur van verschillende nationale
24
en internationale instituten en fora levert hij tegenwoordig een wezenlijke bijdrage aan de opinievorming over de wereldwijde expeditionaire inzet van de Nederlandse krijgsmacht in het algemeen en van de vloot en het Korps Mariniers in het bijzonder. In 1998 besloot de Admiraliteitsraad personen of instellingen die zich buitengewoon verdienstelijk hebben gemaakt voor de Koninklijke Marine in het algemeen en op het gebied van maritieme cultuur, historie, wetenschap en techniek in het bijzonder, als beloning te onderscheiden. Daartoe werd de Prins Hendrik-legpenning ingesteld. Sinds 1999 is de legpenning jaarlijks uitgereikt aan diverse personen om zeer uiteenlopende redenen. (foto Albert Vermeulen)
EERSTE NIEUWE LUCHTVAARTNAVIGATORS Eind september voltooiden de eerste drie Nederlandse cursisten, LTZ2OC Mark Heijligers, LTZ2OC Jelle van Doorn en LTZ2OC Johan van Veenendaal, de vernieuwde ‘Basisopleiding Luchtvaartnavigator’ (BOL). Na het theoretische gedeelte op Marine Vliegkamp de Kooy gaan de studenten voor vijf maanden naar Engeland. Hier volgen zij een opleiding bij het ‘750 Naval Air Squadron’ op Royal Navy Air Station Culdrose. De opleiding op het 750 Squadron bestaat uit een aantal onderdelen. In de eerste weken worden zaken als navigatie-, airmanship-, radio-, radar-, airtraffic- en tactische procedures behandeld. Na deze ‘grondschool’ volgen eerst lessen in een simulator waarna het echte vliegen op jetstream vliegtuigen begint. Voor de Nederlandse cursisten bestaat de opleiding uit drie fasen. Een dead reckoning fase (gegist bestek navigatie), een radar fase en tenslotte een tactical navigation fase. De tactical navigation fase is de afronding van de opleiding. Hierbij wordt de student geconfronteerd met een mix aan scenario’s welke hij met de aangeleerde procedures en vaardigheden moet oplossen. In de toekomst zal het praktijkgedeelte van de basisopleiding luchtvaartnavigator worden uitgevoerd op de in dit jaar aangekochte DO 228 (Dornier) kustwacht vliegtuigen. v.l.n.r.: LTZ2OC Van Veenendaal, LTZ2OC Heijligers, LTZ2OC Van Doorn en de Engelse instructeur Rhod Cox voor een Jetstream vliegtuig.
WERKPETTEN WORDEN BALLCAPS Om de herkenbaarheid bij de instromende beroepsmilitairen van de Eerste Maritiem Militaire Vorming (EMMV) en de stagiaires van de ROC opleiding Vrede en Veiligheid (V&V) te vergroten zijn er een aantal uiterlijke veranderingen ingevoerd aan het tenue. De blauwe werkpetten van de EMMV en de baretten zonder anker van de V&V leerlingen worden vervangen door ballcaps. Het doel hiervan is om aan militairen duidelijk te maken dat zij te maken hebben met jonge mensen die nog in opleiding zijn of stage lopen. Zeker in het geval van de V&V leerling dienen militairen zich te realiseren dat deze jongeren van zestien en zeventien jaar in hun stageperiode van zes weken nog niet de basis militaire vaardigheden beheersen en ook nog niet de juiste beroepshouding en het juiste gedrag bezitten. Vanaf 2 oktober dragen de EMMV leerlingen een donkerblauwe ballcap met lichtblauwe rand en met ingang van 8
januari 2007 beschikken de V&V leerlingen tijdens hun BPV (beroeps praktijk vorming) over een lichtblauwe ballcap met gele rand en dragen zij tevens gele epauletten. Ook stagiaires anders dan V&V leerlingen gaan deze gele epauletten dragen, zodat het aan een ieder duidelijk is dat men niet te maken heeft met beroepsmilitairen. Aan het einde van de EMMV wordt de baret met anker uitgereikt tijdens de zogenaamde barettenparade.
GENERAAL CAMMAERT GEEFT LEZING OP NYENRODE Nyenrode Business Universiteit verzorgt 13 december het eerste seminar uit een serie van sociale en economische onderwerpen. Dit eerste seminar met de subtitel, ‘Management Lessons from the military’, bevat een lezing van generaal-majoor der mariniers Patrick Cammaert, thans werkzaam als divisie commandant van de vijftienduizend man/vrouw sterke VN troepenmacht in het Oosten van de DRC Oost-Congo, en voormalig adviseur van Kofi Anan. Colonel Royal Artillery Ian Sinclair, werkzaam op het VN departement van operaties in New York, en mr. Thom de Graaf, voormalig minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijkrelaties en voormalig fractievoorzitter D66, zijn de overige sprekers. De praktische ervaringen en resultaten, geven een duidelijk beeld van de rol van Nederland op het internationale vlak van vredesmissies. Een paneldiscussie biedt
ruimte aan de aanwezigen om te debatteren over de prestaties van Nederland. Het seminar zal interessant zijn voor professionals binnen defensie, politiek Den Haag, beslissingnemers en mensen met een algemene interesse in leiderschap. Het programma start met een lunch met aansluitend het seminar. Ruimte voor het delen van meningen omtrent het thema wordt geboden tijdens koffiepauzes en een afsluitende borrel. Het ´Making and Leading an international (Peace) operation’ seminar vindt plaats op 13 december in het kasteel van Nyenrode. Deelname is mogelijk voor € 395,- per persoon. Bij inschrijving van meerdere personen zal een korting verleend worden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Paul Wiertz op telnr: 0346 295 720 of per e-mail op
[email protected].
JUBILARIS IN HET ZONNETJE
REÜNIE HR.MS. AMSTERDAM Op 21 maart 2007 is de derde reünie Hr.Ms. Amsterdam NNG periode 1959 tot en met 1961. Deze wordt gehouden in de Marine Kazerne Amsterdam. Inlichtingen bij: W.A.Smits, Telnr: 0316 373 113, E-mail:
[email protected]
Vijfentwintig jaar geleden, op 1 oktober 1981, trad Ellen Doorstam in dienst van de Koninklijke Marine. Vandaag stonden haar collegae en de commandant van Marinebasis Parera stil bij haar indrukwekkende loopbaan bij defensie. Ellen Doorstam is werkzaam bij de werkgroep ‘Hazard Analysis Critical Point’ (HACCP) bij de Stafafdeling Arbo & Milieu. Tevens werkt zij als diëtiste op de ziekenboeg en verzorgt zij basiscursussen Arbo en Milieu en HACCP voor verschillende groepen binnen de marine, voor de Antilliaanse Militie en voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba.
25
Uit handen van de commandant Marinebasis Parera, kapitein-luitenant-ter-zee Leo van Esdonk, ontvangt jubilaris Ellen Doorstam een bos bloemen. (Foto : Koninklijke Marine)
ERVARING DELEN IN VERTROUWEN (2)
Bij het PMT de Duif zijn op 14 september en 12 oktober weer twee intervisiedagen gehouden voor vertrouwenspersonen KM. De intervisiedagen zijn georganiseerd door de Centrale Vertrouwenspersoon in samenwerking met de heer Henk van den Boogaard van Van den Boogaard Diversity Training, die het programma voor deze dagen heeft verzorgd. Het doel van deze intervisiedagen is om de lokale vertrouwenspersonen in de gelegenheid te stellen om ervaringen met collegae vertrouwenspersonen uit te wisselen en zodoende zichzelf verder te bekwamen in het uitoefenen van deze vrijwillige ongebonden
‘THE WAY AHEAD’ Donderdag 5 oktober bracht commandant van het United States Marine Corps (USMC), Michael Hadey, een bezoek aan de Van Braamhouckgeestkazerne te Doorn. Daar gaf hij een lezing over onderwerpen die van belang zijn tijdens een uitzending. “Om een missie te laten slagen, zijn drie punten noodzakelijk: samenwerking tussen vloot en mariniers; tussen marine en overheid; en een goede geestelijke voorbereiding”, aldus Hadey. Ook kaartte hij aan dat het thuisfront een grote rol bekleedt. Hadey vertelde dat hij zelf regelmatig een bezoek geeft aan familieleden van uitgezonden mariniers. “Ik heb gemerkt dat het strijdtoneel aan het veranderen is. De vijand anticipeert sneller en er is veel meer persaandacht.” Na de lezing bezocht Hadey een demonstratie van het Unit Interventie Mariniers en een oefening van het Field Dressing Station. (Met dank aan Shanna Berendsen)
nevenfunctie en tevens om hun kennis up-todate te houden gezien de ontwikkelingen op dit gebied. De opening van de intervisiedagen werd verricht door de plaatsvervangend directeur operationele ondersteuning, commandeur Gel Flieringa en de chef kabinet, kolonel Rudolf Ramaekers. Beide functionarissen onderstreepten, ook vanuit hun eigen ervaring, het belang van het netwerk van de vertrouwenspersonen voor de organisatie. Omdat er meer aanmeldingen waren voor alle in 2006 georganiseerde intervisiedagen worden er op 13 en 14 december nog twee dagen georganiseerd. De uitnodigingen
hiervoor worden binnenkort verstuurd. Het netwerk van vertrouwenspersonen bestaat uit 350 opgeleide vertrouwenspersonen, burgers en militairen, mannen en vrouwen. Hiervan zijn er momenteel ongeveer 170 daadwerkelijk aangesteld. De rol van de vertrouwenspersoon ligt in principe op het gebied van het bespreekbaar maken van (on-)gewenst gedrag en is een aanvulling op de verantwoordelijkheden van de reguliere lijnfunctionarissen en de hulpverleners. De taak van de vertrouwenspersoon is om in de eerste plaats een luisterend oor te bieden. Daarnaast kan de vertrouwenspersoon vertellen welke stappen er kunnen worden ondernomen om ongewenst gedrag of een ongewenste situatie op te lossen en wat hierbij komt kijken. Voor meer informatie wordt verwezen naar de site van de Centrale Vertrouwenspersoon op het intranet. Op deze site kunt u ook het overzicht vinden welke vertrouwenspersonen zijn aangesteld.
VAN ONSCHATBARE WAARDE Sergeant der mariniers Ralph Bierman heeft de Commander’s Recommendation mogen ontvangen voor zijn onschatbare waarde tijdens de Bowman implementatie bij het Korps Mariniers. Voor zijn prima functioneren, Bowman expertise en de voorbeeldfunctie die hij bekleedt, is hij onderkend met de prijs.
TROMP IN DE TROPEN Majestueus liep het hypermoderne Luchtverdedigings- en Commandofregat Hr.Ms. Tromp vrijdagochtend 20 oktober de Annabaai te Willemstad binnen. Daar meerde het 144 meter lange schip af aan de Matheywerf voor een havenbezoek van twee dagen. Hr.Ms. Tromp (F 803) is momenteel bezig aan de wereldreis ‘Global Enterprise 06’. Eerder
EXTRA BEVEILIGING De woningen van Nederlands defensiepersoneel dat is gestationeerd op Curaçao, worden extra beveiligd. Aanleiding is de stijgende criminaliteit in hun wijken, waar de militairen en hun gezinnen de dupe van zijn. Dat liet staatssecretaris Cees van der Knaap (Defensie) donderdag 12 oktober weten in een brief aan de Tweede Kamer. Hij reageert daarmee op bevindingen van een werkgroep die zich bezighoudt met de veiligheid van defensiemedewerkers op het grootste Antilliaanse eiland.
26
deze reis bezocht het Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) Ponta Delgada op de Azoren. Zondag 22 oktober vertrok het schip weer naar zee. Via het Panamakanaal en San Diego zette het koers naar Hawaii voor een belangrijke technische beproeving van het radar- en luchtverdedigingssysteem van het LCF. (Foto: Marijke Middag)
Haarlem effectief in Oostzee Naar vermoeden liggen tienduizenden zeemijnen nog stil in de Oostzee te wachten om geruimd te worden. Teveel voor deze editie van Open Spirit waaraan de Standing Naval Mine Counter Measures Group 1 deelnam. Hr.Ms. Haarlem deed in dit NAVO-flottielje zowel mee aan deze mijnenruimoperatie als aan Amber Sea en leverde een goede bijdrage aan een veiliger Oostzee. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: LTZ 2 René Molijn Fotografische platen Hr.Ms. Haarlem heeft daarnaast ook een team aan boord gehuisvest van het NATO Undersea Research Centre (NURC), die testen deden met de REMUS, een autonoom varende sonar, waar ook het ondiepwater duikteam van de Koninklijke Marine sinds twee jaar mee werkt. “Het was interessant om te zien hoe de REMUS naast onze eigen sonar werkte. Daarbij konden we hun procedures met onze eigen mengen”, aldus de commandant. De REMUS maakt bijna fotografische platen van de zeebodem, maar deze mogen volgens Van Kampen niet officieel gebruikt worden voor identificatie van contacten. “Maar dat is bijna wel mogelijk.”
Van 4 tot 12 september vond de jaarlijkse mijnenruimoperatie Open Spirit plaats voor de kust van Estland. In totaal werden meer dan zeventig mijnen uit de beide Wereldoorlogen geruimd. “We kregen een indrukwekkende lijst van ‘mijnenlijnen’ die gegooid zijn in de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Door zowel de Russen als de Duitsers zijn grote delen van aanlooproutes van en naar de Russische havens van destijds geblokkeerd en onveilig gemaakt. Het primaire doel is al sinds 1999 om hier iets aan te doen”, aldus commandant luitenant-ter-zee 1 Rick van Kampen. Bij de ruiming was de gehele Standing Naval Mine Counter Measure Group 1 (SNMCMG 1) betrokken, het noordelijke permanente internationale NAVO-eskader mijnenjagers. Ook met de niet NAVO-partners erbij waren zo’n dertig schepen uit veertien landen hierbij betrokken.
Na Open Spirit in Estland werd een volgend gebied gejaagd in Litouwen voor de vergelijkbare operatie Amber Sea. Hierbij waren veertien schepen betrokken, maar er werden geen mijnen gevonden. Weinig interessant voor de mijnenjachtteams, maar de conclusies die je hieruit kunt trekken is voor Litouwen niet minder belangrijk. De mijnenjager opereerde in de havenaanloop van Klaipeda dicht bij de haven. “Sommige stukken waren nog nooit eerder afgezocht”, aldus Van Kampen. “Er is wel een Russische missile aangetroffen.” Er is weer een stukje Oostzee goed in kaart gebracht en daarmee veiliger geworden voor de scheepvaart. De Haarlem heeft een goede en effectieve bijdrage kunnen leveren aan Open Spirit en Amber Sea. Maar net als in de Noordzee, is er nog een lange weg te gaan. Naar schatting zijn er duizenden potentieel gevaarlijke mijnen aanwezig. Ook relatief dichtbij havens en in aanlooproutes zijn nog veel gebieden niet mijnenvrij. “Voor anker gaan in een onbekend gebied is een riskante exercitie, aldus Van Kampen. De mijnenjager is nog niet klaar in deze wateren.” Binnenkort zullen zij nabij Denemarken gewoon weer verder gaan met het zoeken naar oude sluipmoordenaars.
Enthousiast begin De Haarlem begon de eerste twee dagen enthousiast met de ruiming en vernietiging van vier C-mijnen van Duitse makelij, maar werd later, nadat de operatie tijdelijk stil lag vanwege slecht weer, ingezet in een ander ondieper gebied, zodat veel met duikers kon worden gewerkt. “Deze operatie is een mooie gelegenheid tot internationale samenwerking”, aldus Van Kampen. Tijdens de ruiming konden verschillende onderzoeksteams hun nieuwe systemen testen op de diverse platformen. Ook heeft de Haarlem met een Engels duikteam gewerkt om kennis te maken met elkaars procedures. De Haarlem heeft niet alle contacten kunnen ruimen. “We hadden een forse mijn, die lag op vijfhonderd meter van de kant. Daar stonden huizen en gebouwen, dus die kun je niet even springen”, vertelt de commandant. Volgens hem is het ook niet per se nodig om alle gevonden contacten meteen op te blazen. Goed documenteren en in kaart brengen van mijnen of mijngevaarlijke gebieden, levert de lokale autoriteiten zeer belangrijke informatie op. Daarmee kunnen zij schepen inlichten waar niet geankerd moet worden of waar bedrijven beter geen pijpleidingen kunnen plannen.
27
Adelborsten in het Caraïbisch Gebied
De mooiste stageplaats In het holst van de nacht met een super-RHIB patrouilleren langs de talloze baaitjes van Curaçao. De wacht lopen op de brug van een fregat dat bezig is met counterdrugsoperaties. Met een .50 Browning mitrailleur schieten vanaf het dek van een kustwachtcutter. Of schoonschippen op de brug van het nieuwste schip van de marine. Voor acht oudstejaars adelborsten is dit momenteel dagelijkse kost. Een primeur voor deze jonge, toekomstige zeeofficieren. Want, nooit eerder vond een ‘Varende Bedrijfsintroductie’ Tekst: Karen Gelijns/Foto’s: Archief adelborsten plaats in het Caraïbisch Gebied. In het derde jaar van de opleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine krijgen adelborsten zeedienst te maken met hun ‘Varende Bedrijfsintroductie’ (VBI). “Een periode waarin wij praktijkervaring opdoen en praktische plus sociale vaardigheden beoefenen”, legt sergeant adelborst Tom Tunnessen de formele doelstelling uit. Door het beperkt aantal beschikbare stageplaatsen op varende eenheden van de ‘Netherlands Maritime Force’, lopen dit jaar voor het eerst adelborsten zeedienst hun VBI in het Caraïbisch Gebied. “De mooiste en meest diverse stageplaats mogelijk”, vindt Tunnessen. “Want in plaats van twee maanden op hetzelfde schip als toegevoegd officier van de wacht mee te lopen, zien wij alle facetten van de marine in het Caraïbisch Gebied. Van de
“Wat een machtig gevoel!”, aldus een enthousiaste Kan over het schieten met een .50 mitrailleur vanaf de kustwachtcutter.
Elings aan boord van de RHIB van de kustwachtcutter Jaguar: “Geweldig om de kust van de andere kant te ontdekken”.
28
Kan en Elings na een patrouillevlucht met de kustwachthelikopter AS355.
Tunnessen: “De patrouille met de kustwacht, gaf inzicht in deze interessante organisatie.”
kustwachtcutter Jaguar tot het ondersteuningsvaartuig Pelikaan. Van het stationsschip Van Amstel tot het Operatiecentrum op Marinebasis Parera.”
“We mogen hier echt een blik in de operationele keuken van de marine werpen” Flexibele mindset “We mogen hier echt een blik in de operationele keuken van de marine werpen”, vertelt sergeant adelborst Wieteke Kan vol enthousiasme. “En dat gaat gepaard met heel veel spectaculaire dingen!” Zo vlogen de adelborsten mee in de AS355 kustwachthelikopter, mochten ze mee op patrouilles met varende eenheden van de kustwacht en kregen ze schietlessen. “Het klinkt bijna als een snoepreisje”, geeft haar collega, sergeant adelborst Chris Elings, toe. “Maar het echte doel van onze VBI sneeuwt niet onder. Op zee lopen wij dan ook mee als toegevoegd officier van de wacht op de brug en doen we belangrijke praktijkervaring op voor onze ‘zeewacht standaard’.” Toch zijn de toekomstige zeedienstofficieren zich er terdege van bewust dat ze op dat gebied minder ervaring opdoen dan hun jaargenoten die acht weken op een schip zitten. “Tja, we leren hier misschien minder van ons vak”, onderkent Tunnessen. “Maar wij
leren ons snel aanpassen aan nieuwe eenheden, aan een nieuwe groep mensen en aan verschillende manieren van werken. Dat vergt flexibiliteit in onze mindset en dat is heel erg leerzaam!” Ook het leven en werken in een andere cultuur, geeft de adelborsten extra bagage voor de toekomst. “Wij krijgen inzicht in een stukje koninkrijk dat tot nu toe onbekend was”, aldus Kan. Daarbij hebben de adelborsten het idee dat ze hier ook veel zelfstandiger ingezet worden, dan aan boord van een fregat het geval zou zijn. “Neem nou de Pelikaan”, steekt Tunnessen van wal. “In het hele opwerktraject dat nu plaatsvindt, mogen wij actief meedenken. Ik kreeg bijna het gevoel dat ik een schakel in de ketting was.” Ook mochten de adelborsten het schip zelf ontmeren. Volgens Elings is dat uitzonderlijk. “Dat maakt zo’n ervaring des te unieker.” Medio november ronden de acht adelborsten hun ‘Varende Bedrijfsintroductie’ af en keren ze terug naar Nederland. “Als wijzere mensen door alle ervaringen die we hebben opgedaan”, vindt Elings. “Wij begrijpen nu wat de marine in het Caraïbisch Gebied doet en hoe belangrijk de bijdrage is die de eenheden hier leveren”, voegt Kan toe. “Dit is een ervaring die niet alleen ons heeft verrijkt, maar die we met de mensen thuis zullen delen.”
29
Zweefvliegclub Den Helder bestaat vijftig jaar
Marinemensen ter lucht
Met een snelheid van honderd kilometer per uur gelanceerd worden om vervolgens bijna verticaal te stijgen naar een hoogte van vierhonderd meter. In de lucht naast de vogels rond te zweven en genieten van het uitzicht en de stilte. Zweefvliegen is avontuurlijk en romantisch. Het is misschien ook wel daarom dat deze sport in Noord-Holland al vijftig jaar een hechte band heeft met de Koninklijke Marine. Sterker nog: de oorsprong van Zweefvliegclub Den Helder ligt bij de marine. Afgelopen zomer vierde de club zijn Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Zweefvliegclub Den Helder vijftigjarig bestaan. Vice-admiraal F.T. Burghard maakt de eerste passagiers Eén van de oprichters: KLTZ M. Krauss (rechts). zweefvlucht.
Op 2 december 1955 besloten enkele marineofficieren om op Marine Vliegkamp De Kooy een zweefvliegclub op te richten. Waarom juist marinemensen een vliegclub wilden opzetten, blijft tot op de dag van vandaag nog een beetje gissen. Volgens Jaap Blokker, erelid van de club en auteur van het boek ‘Historie van het zweefvliegen in de kop van Noord-Holland’, was dat uit verveling. Volgens de huidige voorzitter, luitenant-ter-zee 1 Wim Jacobs, zat er destijds een diepere gedachte achter. “Ze wilden de adelborsten
Het eerste zweefvliegtuig van ZC Den Helder.
Het eerste vliegtuig Een zweefvliegclub oprichten voor en door marinemensen bleek in 1955 nog niet zo makkelijk. De initiators, onder wie kapiteinluitenant-ter-zee mr. M. Krauss en J. Jimmink, wisten in hun enthousiasme in eerste instantie niet dat zij juist bij een civiele instantie moesten aankloppen. Deze stelde als voorwaarde dat er ook burgers aan de club moesten deelnemen. Jimmink kreeg het met een flinke dosis charme en een vlotte babbel voor elkaar:
Een zweefvliegclub oprichten voor en door marinemensen bleek nog niet zo makkelijk enthousiast maken voor vliegen, omdat er aanwas nodig was voor vliegers bij de marine. In het verleden had de marine natuurlijk nog een enorme luchtvaartdienst. Op deze manier konden zij er op een relatief goedkope manier van proeven.” Jacobs staat sinds twee jaar aan het hoofd van club. De TD-officier zegt vanuit de marine helemaal niets met vliegen te hebben. Wat doet een marineman dan bij een zweefvliegclub? “Als klein jongetje deed ik veel aan modelvliegen. Toen ik ging varen, is die passie op de achtergrond geraakt, maar zeven jaar geleden kwam het gevoel toch weer terug”, aldus Jacobs. “Wat ik er zo mooi aan vind? Vooral de strijd tegen de elementen. Ik stel mezelf altijd ten doel een bepaalde afstand te halen, hoe verder hoe beter uiteraard. Ik ben in de lucht continu bezig het volgende keerpunt te halen en ben dus voortdurend aan het rekenen. De voldoening is groot als ik zo lang mogelijk in de lucht ben gebleven.”
de stalling van een zweefvliegtuig op De Kooy was een feit. Toch duurde het nog tot mei 1956 voordat het vliegtuig ook daadwerkelijk op De Kooy verscheen. Het zou om een eenzitter gaan, de Grunau Baby PH-166. En pas met de komst van de tweezitter, de Rhönlerche PH-236, werd de club echt operationeel en konden de lessen beginnen. Stijgen en landen Dat de zweefvliegers in die jaren veel geduld moesten hebben, was vereist. Stijgen was toen nog een hele onderneming. Tegenwoordig worden de vliegtuigjes met een lier de lucht in getrokken. Lieren zijn apparaten met een aantal trommels die worden aangedreven door een diesel- of benzinemotor. Het vliegtuig wordt aangehaakt aan de lier die het met een snelheid van honderd kilometer per uur de lucht in trekt. Op een hoogte van vierhonderd meter ontkop-
30
pelt het vliegtuig en kan het gaan zweven en op zoek gaan naar de thermiek. In het eerste geboortejaar van de club konden de zweefvliegers alleen nog maar dromen van deze methode. De toestellen werden toen nog met motorvliegtuigjes de lucht in gebracht. Pas na een jaar kwam de veelbelovende lier in beeld maar die vergde zoveel reparatie dat in drie weken soms slechts één start kon worden gemaakt. Naar de Wieringermeerpolder Omdat het voor burgers erg lastig bleek om het Marine Vliegkamp op te komen en omdat het luchtruim erboven te druk werd door de toegenomen vliegactiviteiten, werd in 1997 besloten om De Kooy te verlaten. De Wieringermeerpolder werd het nieuwe uitzicht
De eerste lier.
hecht. Het KIM heeft bij de club een speciaal instructievliegtuig gestald staan waarvan adelborsten gebruik kunnen maken. De zweefvliegjanus van het KIM bestaat sinds 1958 en heeft gedurende die jaren altijd een band met Zweefvliegclub Den Helder gehad. Jacobs: “Zij maken gebruik van onze faciliteiten en voorzieningen en onze leden mogen ook in hun toestel vliegen.” Sergeant adelborst Wouter Bartens is commissaris van de janus en vliegt regelmatig boven de Wieringermeerpolder. “Het vrije gevoel, niets aan mijn hoofd hebben. Dat vind ik heerlijk aan zweefvliegen”, vertelt hij. De adelborst doet een ontboezeming en vertelt dat hij eigenlijk liever bij de Luchtstrijdkrachten had gewild. “Ik heb altijd al iets met vliegen gehad en heb dan ook in eerste instantie bij de Luchtmacht gesolliciteerd. Dat is niet gelukt en ben toen naar het KIM gegaan.” Lucht en water zijn twee totaal verschillende elementen, weet ook Bartens. Toch combineert hij deze wel. “Juist die tegenstrijdigheid is mooi. Als ik vlieg, doe ik alles puur op gevoel. Bij varen moet je meer beredeneren en berekenen.” Dat vindt ook bestuurslid luitenant-ter-zee 2OC Jan Hoekman. “Bovenin de lucht ben ik alleen en op mezelf aangewezen. Ik moet de keuzes maken om lang genoeg boven te blijven. Maar beneden op de grond is het een teamsport; je hebt elkaar nodig om boven te komen.” Geïnteresseerd geraakt? Vierde en vijfdejaars adelborsten kunnen voor half tarief terecht bij Zweefvliegclub Den Helder. Maar de club heeft leden uit alle rangen bij de marine, ook burgermedewerkers, iedereen is van harte welkom. Kijk op www.zweef.nl voor meer informatie.
voor de leden van de club. In Slootdorp aan de Ulkeweg vonden zij een mooie locatie die tot op de dag van vandaag naar tevredenheid wordt gebruikt. KIM en zweefvliegen Tegenwoordig ligt het aantal vluchten op niet minder dan zeshonderd per drie weken. De club heeft negentig actieve leden. De band met het Koninklijke Instituut voor de Marine (KIM) is nog steeds
31
Hr.Ms. Evertsen eerste keer droog
Marinebedrijf ontvangt LCF Dat een Luchtverdedigings- en Commandofregat (LCF) in het grote overdekte Dok VI op het Nieuwe Haventerrein paste, heeft Hr.Ms. Tromp in het verleden bewezen. Maar hoe gedraagt een schip met een gewicht van 6.500 ton zich als het droog komt te staan? Kan het Marinebedrijf, onderdeel van de Defensie Materieel Organisatie (DMO), dan nog onderhoud plegen? Op zoek naar antwoorden beet de 144 meter lange en 18 meter brede Hr.Ms. Evertsen eind september het spits af. Tekst: Robert den Hartog/Foto’s: Albert Vermeulen
32
met open armen een onbekende omgeving moet doen, waar mensen soms gebrekkig Engels spreken.” De Evertsen ligt in het dok, de motoren zijn uit. Het water houdt het fregat nog in balans. Het moment waarop zal blijken of alle berekeningen kloppen, is aangebroken. Beetje bij beetje wordt het water weggepompt. Een groep duikers houdt de stand en het gedrag van het schip onder water in de gaten. Als de schroef de grond raakt, heeft dat desastreuze gevolgen. Door het gewicht kan het hele LCF worden krom getrokken, waardoor alle instrumenten aan boord het kunnen begeven. In evenwicht houden Als het schip uiteindelijk zonder problemen op de dokblokken staat en de uithouders het in evenwicht houden, kan het Marinebedrijf beginnen met het eigenlijke doel van de proefdokking: de experimenten. De eerste test is er voor te zorgen dat alle faciliteiten, waaronder het koelsysteem, aan boord weer gaan werken. Van Steijn: “Tot nu toe zijn de voorzieningen berekend op andere typen schepen. Wij hebben diverse modificaties aan het dok uitgevoerd. Zo zijn er bijvoorbeeld mobiele uithouders en lichtinstallaties ontwikkeld.”
Rond de eeuwwisseling startte het Marinebedrijf een onderzoek naar dokken van de vier in aanbouw zijnde LCF’en. De vloer van Dok VI werd afgevlakt om het gewicht beter te verdelen. De onderkant van de blokken van de dokstapeling, waar het schip op rust als het in het dok droog staat, zijn vergroot en verhoogd. De twijfel over de sterkte van de fundering verdween, nadat bleek dat het dok veel sterker was dan gedacht. In het verleden had opdrachtgever Rijkswaterstaat de vloer al veel sterker laten maken, omdat er rekening werd gehouden met de bouw van een tweede dok naast Dok VI. Voor het Marinebedrijf is het erg belangrijk dat het onderhoud aan de fregatten in Den Helder plaatsvindt. Het repareren, vervangen van onderdelen en het conserveren van de schepen van de Zeven Provinciënklasse gebeurde tot op heden onder toezicht bij commerciële scheepswerven in andere steden. Het binnenshuis onderhouden bespaart behalve geld ook tijd. Het Marinebedrijf heeft dan ook met spanning uitgekeken naar de dokking van het schip, waaraan een prijskaartje hangt van vierhonderd miljoen euro.
Anderhalve week na het moment dat Hr.Ms. Evertsen Dok VI binnenvoer, maakt Van Steijn de eerste resultaten van de proefdokking bekend. “Het antwoord is ja. We kunnen als Marinebedrijf onderhoud plegen aan de LCF’en. We hebben de uithouders opnieuw afgesteld en alle proeven en inspecties aan bijvoorbeeld de schroefassen en sonardome kunnen uitvoeren. Nu gaan we kijken wat er allemaal nog beter kan, of er nog meer aanpassingen aan het dok moeten worden verricht. Maar voor een nooddokking kunnen de commandanten in ieder geval bij ons terecht.”
Windkracht vijf De F805 voer de betreffende ochtend zonder problemen het dok in. Hoewel de afmeting van het schip en van het dok op elkaar aansluiten, had harde wind roet in het eten kunnen gooien. “We hebben met behulp van een sleepboot windkracht vijf gesimuleerd”, vertelt projectleider Richard van Steijn. Hij houdt vanaf dag één alle ontwikkelingen scherp in de gaten. Dagelijks voert hij overleg met de dokbaas, de medewerkers en de commandant van het schip. “Maar de uitersten van het dok zijn niet getest.” De kersverse commandant van Hr.Ms. Evertsen, kapitein-luitenant-ter-zee Rob Kramer, heeft zich geen moment zorgen gemaakt over ‘zijn’ schip. “Het is voor zowel de Marine als voor het Marinebedrijf belangrijk dat deze dokking slaagt. Voor ons is het van belang dat we in geval van een nooddokking in Den Helder terecht kunnen. Ik vaar liever op een maandagochtend dit vertrouwde dok binnen, dan dat ik dat ergens in
33
Draadloos internetten op kazerne Bewoners van legeringsgebouw IJsmeeuw kunnen nu ook voor privé-gebruik het world wide web op. Op 4 oktober is de pilot draadloos internet in het legeringsgebouw op de Nieuwe Haven officieel geopend. Binnen korte termijn zullen alle legeringsgebouwen van internet worden voorzien. Tekstbewerking: Vanessa Strijbosch/Foto: Albert Vermeulen De projectgroep heeft de afgelopen maanden een groot aantal eenheden binnen CZSK bezocht. Tijdens deze bijeenkomsten is ruimschoots stilgestaan bij de werk- en leefomstandigheden binnen de KM. Bij alle eenheden was een van de belangrijkste ontevredenheden het ontbreken van internetfaciliteiten. Hier is naar geluisterd. De pilot draadloos internet is gestart en het is de bedoeling om binnen afzienbare tijd alle legeringsgebouwen van draadloos internet te voorzien.
Projectvoorzitter KTZ Lenselink en AOOMARNS Broos maken als een van de eersten gebruik van draadloos internet in de IJsmeeuw.
Eigen laptop mee De pilot is tot stand gekomen door een nauwe samenwerking tussen de afdeling IV-services en het Stafbureau Infrastructuur CZSK. Beide afdelingen hebben een cruciale rol gespeeld bij het realiseren van deze pilot. Het internet is voor privé-gebruik. De faciliteiten worden geboden; medewerkers nemen hun eigen laptop mee. Adjudant-onderofficier der mariniers Ad Broos is werkzaam als chef der equipage bij
“Draadloos internet voorziet in een behoefte bij de bewoners” het facilitair steunpunt Nieuwe Haven en is een van de gebruikers van internet. “Ik heb van meerdere mensen al gehoord dat zij een laptop zullen aanschaffen zodra internet beschikbaar is”, aldus Broos. “Draadloos internet voorziet in een behoefte bij de bewoners. In internetcafe’s zijn er lange wachtrijen en heb je geen privacy. Mensen willen in privacy internetten om muziek te downloaden, te bellen, etcetera.” Draadloos internet is gedurende de pilot alleen in één bepaald gedeelte van de IJsmeeuw beschikbaar. Broos: “Bewoners van gangen waar nog geen internet beschikbaar is, komen naar deze gang met laptops om gebruik te maken van de faciliteiten.” Enkele weken na de start is gebleken dat de pilot succesvol verloopt. Hoofd productgroep IV-services, kapitein-luitenant-ter-zee Peter Kwant, stelt dat binnen enkele maanden het grootste gedeelte van de legeringsgebouwen wordt voorzien van draadloos internet. “Het is nog geen uitgewerkt plan, maar ik voorzie weinig problemen met kabels trekken en modems monteren. De meeste legeringsgebouwen lijken op elkaar.” Uitzondering zijn de Zeehaen en de legeringsgebouwen op Aruba en Nederlandse Antillen die in constructie afwijken. “Daar komt ook internet”, aldus Kwant. Datzelfde geldt voor de Van Braamhouckgeestkazerne te Doorn die reeds een aansluiting heeft gemaakt en die nog geïntegreerd moet worden in dit project. Selectie en keuring Ook één van de aandachtsvelden waar de projectgroep naar kijkt, is de personeelslogistieke keten, ofwel de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel. Op 24 september bracht een delegatie van de Juiste Koers een bezoek aan het Instituut voor Keuring en Selectie Defensie te Amsterdam. Met de leiding is gesproken over de jaarlijkse
aanstellingsopdracht voor ongeveer elfhonderd nieuwe medewerkers. Duidelijk werd dat de doelstelling voor 2007, evenals dit in de voorgaande jaren het geval was, niet volledig gehaald gaat worden. Om toch zoveel mogelijk aan de aanstellingsopdracht te kunnen voldoen, wordt op alle manieren de interesse gewekt van mogelijke kandidaten. In het gesprek werd ook duidelijk dat er een goede procedure is ontworpen om niet alleen medisch geschikte kandidaten te selecteren, maar ook mensen te laten instromen die aan de psychologische eisen van het CZSK voldoen. In de procedure wordt aandacht besteed aan het alcohol- en drugsgebruik in de vrije tijd. Ook de motivatie voor een baan bij de marine en de instelling ten aanzien van bijvoorbeeld minderheden komen daarbij aan de orde. Het bezoek heeft aangetoond dat de selectie en de keuringen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het voorkomen van ongewenst gedrag. Wat eveneens duidelijk werd is dat de normen voor de selectie en keuring niet worden aangepast om bijvoorbeeld de wervingsdoelstellingen te halen.
Bereikbaarheid U kunt de projectgroep op onderstaande manieren bereiken: • Telefoonnummer: 06 307 221 15 • Bezoekadres: gebouw Albatros, kamer A.1.04, Nieuwe Haven in Den Helder • E-mail:
[email protected] • Website: te benaderen via KM intranet portaal
34
Oefening in beveiliging
Nieuwe Haven onder vuur “Deze is goed!” roept een marinebeveiliger naar een bewapende marinier enkele meters achter hem. Hij laat een auto slalommend door de wegversperring rijden. De volgende auto, een donkerblauwe Ford, heeft minder geluk en wordt aangehouden. Nog voordat deze auto de fuik in kan rijden, dreigt de chauffeur een bom af te laten gaan. Snel escaleert de situatie en vallen er geweerschoten. Maar de inzittenden weten nog net de bom te onsteken. De Zuidpoort van de Marinehaven is opgeblazen. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Albert Vermeulen
35
Ruim een etmaal was de haven nagenoeg in belegerde toestand op 12 en 13 oktober. De verscherpte bewaking had niet te maken met een daadwerkelijke dreiging, maar was een oefening voor het Marine Beveiligings Korps (MBK) en de Marinekazerne Willemsoord. De Force Protection oefening in Den Helder werd gehouden om de nieuwe structuur van de beveiliging te testen. Omdat voor de reorganisatie naar het CZSK de commandant van Willemsoord de baas was over elke daar geplaatste militair, kon hij willekeurig een greep uit in de bemanning doen om de haven verscherpt te beveiligen. Nu is elke instantie losgekoppeld van de centrale marineleiding. De aansturing van militaire inzet ligt nu bij de Commandant der Strijdkrachten, en niet meer bij de Bevelhebber of in huidige termen Commandant der Zeestrijdkrachten. Om toch te zorgen dat er een beveiligingseenheid kan worden opgetrommeld om het MBK te ondersteunen, moest er met verschillende afdelingen worden onderhandeld voor het leveren van een aantal mensen. Zo staan bij de opgeworpen roadblocks mensen van de Operationele School, MATLOG, Marinekazerne Willemsoord en andere instanties op de haven. De deelname aan de beveiligingseenheid is verbonden aan een functie. Commandanten en lijnmanagers dienen er op toe te zien dat de ingedeelde werknemers geoefend blijven of bij plaatsing, geschoold worden. Ook kan het nu niet zo zijn dat een afdeling ‘even niemand kan missen’.
Eerste zeef De rol van het Marine Beveiligings Korps in de bewaking van de marinehaven wordt vaak onderschat. Iedereen is het erover eens dat het niet al te moeilijk is om onbevoegd de haven op te wandelen. Een verslaggever van de krant Metro bewees dit onlangs ook op de marinekazerne Kattenburg in Amsterdam. Daar zit ook niet de crux van de bewaking, want op de ‘openbare’ ruimten op de kazernes is weinig interessants te vinden. Groepscommandant MBK Piet Hollander: “De Hoofd- en Zuidpoort vormen een buitenschil, een soort eerste zeef. Het is niet te doen, zeker niet ’s morgens in de spits, om iedereen afzonderlijk te controleren.” De onderdelen op de marinehaven hebben daarom elk hun eigen beveiliging. “Je kunt misschien wel de haven op, maar je komt zeker niet op het munitieterrein”, volgens Hollander. De groepscommandant legt uit hoe de complexen zijn beveiligd. Om de gebouwen staan hekwerken, die een alarmering geven als iemand het beroert. Camera’s in de buurt reageren direct op het alarm. Bij meer kritische objecten is een infraroodbeveiliging rondom aangelegd, die reageert op beweging. Ook op beweging die niet door mensen wordt veroorzaakt. “Soms heb je wel eens hele zwermen foeragerende vogels rond een bepaalde sector, dan krijgen we van dat stuk iedere keer een alarm”, vertelt Hollander. In dergelijke situaties is het mogelijk om die sensoren tijdelijk af te zetten, om het gebied met de bestuurbare camera’s in de gaten te houden.
Vloot en korps, samen voor veiligheid op de haven.
“Je kunt misschien wel het haventerrein op, maar je komt zeker niet op het munitieterrein” Wie waar wat wil De toegangspoorten vragen om persoonlijke informatie. De smartcard moet geautoriseerd zijn voor een bepaald gebouw, anders zal het tourniquet niet ontgrendelen. Maar ook hier is een dubbele beveiliging: wie zijn smartcard tegen de lezer houdt, zendt zijn gegevens naar de Centrale Meldkamer, zodat daar precies bijgehouden wordt, wie waar naar binnen wil. Is iemand niet bevoegd, dan waarschuwt het systeem direct de centralist. Deze kan via de intercom de man of vrouw bij de poort ondervragen. Na de
36
Verdachte auto’s worden in de fuik geleid.
De nieuwe centrale meldkamer van het MBK wordt aan het einde van deze maand officieel opgeleverd.
poort houdt het echter niet op. Want ook in de gebouwen is het MBK aanwezig. Gevoelige ruimten zijn afgeschermd met deurknopcontacten, bewegingsmelders, infraroodsensoren, deurbewegingsdetectors en camera’s. Soms is het vereist om een code in te toetsen voor toegang. Gebouwen zijn ontworpen op hun functie. Een wapenkamer heeft doorgaans veel zwaardere muren dan een leslokaal. Voor ongeoorloofde toegang tot een munitiebunker is helemaal grof geweld nodig.
Alarmfase Charlie Ondertussen is op de haven een melding binnengekomen, dat er mogelijk een aanslag gepleegd gaat worden. Ook zijn anti-militaristische groeperingen bezig een actie voor te bereiden tegen de marine. Sinds de aanslagen van 11 september 2001 is de laagste alarmfase eigenlijk altijd van kracht gebleven. Nu wordt zij voor oefening opgeschroefd: eerst naar niveau Bravo, waarbij de minder gebruikte toegangshekken worden gesloten en er bij de poorten dubbele posten komen te staan. Als vervolgens alarmfase Charlie wordt afgekondigd, gaat de stafofficier van dienst van de kazerne de beveiligingseenheid op post roepen. Alle poorten gaan dicht en als in een half uurtje iedereen zich heeft gemeld bij de centrale commandopost, wordt meteen begonnen met het opwerpen van ‘roadblocks’. Mariniers met hun C7 en vlootmilitairen met hun Fal werken naast elkaar om bij de hoofdpoort met dranghekken en prikkeldraadversperringen een fuik op te stellen voor verdachte wagens. Hun dagelijkse tenue is uitgebreid met helm en scherfwerend vest. De posten worden voorzien van een MAG-mitrailleurnest. Bewapende RHIBS en de MBK-boot houden de haven vanaf het water nog beter in de gaten.
Vijfhonderd camera’s Ed van Kalkhoven is technisch hoofd van de Centrale Meldkamer, die eind deze maand volledig gemoderniseerd wordt opgeleverd. Van hieruit kan het MBK alles haarscherp in de gaten houden. “Wij hebben ongeveer vijfhonderd camera’s in het hele land”, maakt hij duidelijk. De vernieuwing had vooral te maken met het digitaal verwerken van de videobeelden, van Vlissingen tot Texel, dat tot nog toe altijd analoog gebeurde. In de containers tegen het gebouw bevinden zich de laatste zwartwit beeldbuizen van de oude surveillancecamera’s, gestapeld op de oude massieve tafels van roestvast staal met grote vierkante drukknoppen. In de vernieuwde ronde vleugel staan inmiddels vijf consoles van elk zes LCD-schermen op moderne bureaus met beukenfineer. Het gedempte sfeerlicht geeft haast het gevoel dat je een IMAX-bioscoop binnenstapt. Elk console heeft een zwarte box op de tafel liggen, met een glazen bovenkant. Hier zit de tiptoetsbediening onder, waarmee de centralist zo kan overschakelen naar elke locatie van de marine in Nederland. “Als het moet, kunnen wij hier de beveiliging van bijvoorbeeld Valkenburg of Rotterdam overnemen”, vertelt Kalkhoven, trots op de nieuwe mogelijkheden. Hij vertelt dat de nieuwe digitale techniek de kwaliteit van het beeld flink heeft opgeschroefd. Voorheen was alles in zwartwit, nu zijn de beelden bij daglicht in kleur. “De camera’s zijn zeer lichtgevoelig, dus ze blijven nog best lang op kleur staan”, legt hij uit, “Maar ’s nachts heeft kleur toch geen meerwaarde.” Kalkhoven zoekt in enkele seconden de beelden op van de vorige nacht bij een poortje op de haven. Vanwege het grijze beeld is te beredeneren dat dit nachtelijke beelden zijn, maar alles is duidelijk zichtbaar, als ware het dag. De camera’s worden daarbij geholpen door twee enorme infraroodlampen, die onder de toestellen zijn gemonteerd.
Daderprofiel Luitenant-kolonel der mariniers Oscar Smith is verantwoordelijk voor de integrale beveiliging. Hij legt uit dat de beveiliging is gebaseerd op een daderprofiel. Op verschillende niveaus van criminaliteit wordt gekeken naar wat een dader wil en hoeveel tijd het kost om zijn doel te bereiken. Op basis daarvan worden die plaatsen extra beveiligd, waarvoor dat noodzakelijk is. De gelegenheidsdief, zowel intern als extern, kan tegen de lamp lopen bij visitaties bij de uitgang. Iemand die wapens wil stelen voor de handel, moet daar al bij kunnen komen en de professionele spion zal een flinke kluif hebben aan inbreken in zwaarbewaakte ruimtes. “Het is niet zinvol om de hele haven te willen afschermen. Dat wordt te duur en wat win je ermee?” weegt Smith af. Terrorisme past in principe niet in deze wijze van beveiligen. “Want hoe bescherm je jezelf daartegen?” vraagt Smith zich af. Het is onmogelijk om de hoogste alarmfase voor lange tijd aan
37
te houden. Het kost teveel personeel en de verhoogde concentratie die het vergt, is voor een normaal mens niet zo lang vol te houden. Bovendien is een terrorist door zijn bereidheid tot opoffering nauwelijks te stoppen. Verder verklaart de overste dat de inzet van militairen naast het MBK noodzakelijk is, omdat de geweldsinstructies van militairen verder gaat. De eenheid is weliswaar ter ondersteuning van de bewakingsdienst, maar als het geweldsspectrum omhoog gaat, heeft de krijgsmacht meer mogelijkheden.
gewoon door, maar de sergeant van de mariniers maakt aan de ‘scheidsrechter’ duidelijk dat hij de poort het liefst al had afgesloten bij het afkondigen van Alarmfase Charlie. Logischerwijs zou ook na een aanslag de poort dicht gaan, in afwachting van onderzoek en om veiligheidsredenen. Tussen de ‘terroristen’, de scheidsrechter en de patrouille ontstaat een discussie of de wagen er terecht is uitgepikt. “Maar”, geeft de sergeant te kennen, “ook in Afghanistan moet je het hebben van dit soort inlichtingen. Ook daar weet je vaak wel op welke auto je moet letten.”
Als het geweldsspectrum omhoog gaat, heeft de krijgsmacht meer mogelijkheden
Als de aanslag is afgehandeld, komt ook de stafofficier van dienst majoor der mariniers Gerben Mollema ter plaatse. Hij is in elk geval blij dat de terroristen zijn gepakt, voordat ze de haven konden bereiken. Inmiddels heeft hij een goed beeld gekregen van de tekortkomingen in de beveiliging. “We missen vooral personeel”, verklaart hij, “Met name ’s nachts is het niet mogelijk om alle posten bezet te houden.” De minimale bezetting zou zestig man moeten zijn, maar het bleek dat zelfs dat eigenlijk niet genoeg is. “Vroeger trok je zo honderdtwintig man weg voor deze taak, maar dat is nu een stuk lastiger. Niet iedereen kan zomaar personeel missen.” Mollema stelt als voorbeeld technisch personeel, dat wel op de haven is geplaatst, maar op projectbasis elders te werk is gesteld en dus niet beschikbaar is. Ook die militaire capaciteit moet gewaarborgd blijven. Hij is ervan overtuigd, dat bij echte calamiteiten iedere militair zal bijspringen, maar een structurele geoefende beveiligingscapaciteit heeft absoluut de voorkeur. De inzet van materieel moet ook opnieuw onder de loep worden genomen. “Met name voor het vlootpersoneel is het belangrijk dat zij worden voorzien van gepaste kleding. De helmen en scherfwerende vesten zijn nu geleend uit de pakketten voor ernstmissies, maar die moeten wij gewoon zelf beschikbaar hebben.”
Weinig begrip Als het grootste deel van het personeel de haven na werktijd heeft verlaten, keert de rust weer terug. Deze rust is echter bedrieglijk. Gedurende de nacht proberen herhaaldelijk subversieve elementen het terrein op te komen. Groepen demonstranten slagen erin om gebouw De Albatros en Hr.Ms. Evertsen aan te vallen. Als het ochtendverkeer langzaam op gang komt, bouwt zich snel een enorme file op rond de beide toegangswegen. Om zeven uur staat het verkeer tot voorbij de Oostoever vast. Het verkeer rond Den Helder ondervindt direct enorm veel overlast van de roadblocks en de verscherpte bewaking. Veel chauffeurs kunnen maar weinig begrip opbrengen voor de oefening. Een motorrijder trekt geïrriteerd zijn gashandel volledig open als hij door de controle heen is en scheurt met hoge snelheid de dijk af. De vertraging voor de poort loopt ruim een half uur op. Dan vallen er ineens schoten. Een auto met vier inzittenden is aangehouden. De mannen in camouflagepakken willen een bom laten ontploffen op de haven, maar dankzij inlichtingen wordt hun auto al geïdentificeerd bij de poort. Nu laten ze de bom ter plekke ploffen, zodat de poort tijdelijk wordt gehuld in dikke groene rook. Om het verkeer niet verder te hinderen gaat de toegangscontrole
Mollema wil ook gaan kijken naar de beschikbaarheid van zwaarder materieel zoals helikopters en Patria’s voor patrouilles die oorspronkelijk waren opgenomen in het beveiligingsplan. De roadblocks zullen worden verbeterd en verzwaard om een doorbraak nog moeilijker te maken. Dat de haven met deze oefening niet wordt voorbereid op een staat van beleg, wil Mollema wel relativeren: “We hebben het over beveiliging en niet over verdediging.”
Dan liever de lucht in, dachten deze ‘terroristen’.
38
OFFICIEREN Bevorderingen: KTZA W.J.P. Klaas, KTZ H.J. Noordanus, KLTZT Ing. H.G. Jongeleen, KLTZT J.P. Spruit, LTZA 1 P. van Bloois, LTZ 1 G.A. Dekker, LTZE 1 a. van Gameren, LTZ 1 R.J. van Heumen, LTZT 1 Ing. F. ten Hoeve, LTZA 1 Drs. R.J.A.C. Jansen, MAJMARNS G.C.J. Kok, LTZ 1 A.W. Koster, LTZT 1 Ing. H. Zor, LTZ 2OC N. Bloemendaal, LTZT 2OC F.A. Brons, KAPTMARNS B. de Groot, KAPTMARNS S. den Hollander, LTZ 2OC R. Koelewijn, LTZA 2OC C.P.J. de Mooij, LTZSD 2OC C.G.T. Redout, LTZA 2OC T.R. Timmerman, ELNTMARNS A. van Eijk, LTZE 2 J.H.R. Hagman, LTZE 2 A.R. van der Kooij, LTZ 2 I.L.Kroon, LTZT 2 M.J. van Zijl.
Dienstverlaters: SBN J.G.A. Brandt, KTZ J. Buitenga, KLTZT Ir M.A.A. de Jonge, LTZAR 1 S.J. Daam, LTZSD 1 Drs. A.M. Huizenga, LTZA 1 A.A.J. Wirtz, LTZ 2OC van der, Baron LTZAR 2OC T.K. Cevaal, LTZT 2OC R. Garritsen, LTZSD 2OC N.A. van der Graaf, LTZA 2OC N. Huisman, LTZ 2OC J.W. Kiès, LTZTA 2OC D. Veltman, LTZE 2OC A.R. Verbeek, LTZSD 2 L.W. Toebes-Bos, ELNTMARNS M.M.W. van Vugt, LTZE 2 J.P. de Winter.
ONDEROFFICIEREN Bevorderingen: AOOODOPS R. Bos, AOOBDSD G.A. Cadée, AOOMARNALG L.H. Franken, AOOODVB M.H.M. Kerens, AOOLDV D de Kleine, AOOBDSD J. Moonen, AOOODVB J.W. Peeters, AOOLDA L.H. Pieters, AOOODND R.P. Plaatzer, AOOTDW W.J.A. Severins, AOOODOPS R. Verberne, AOOODOPS A.J.J. Vrijens, AOOMARNALG H. Zwiers, SMJRMARNVB J.J.M. Alders, SMJRLDA M.J. Bastemeijer, SMJRLDGB J.H. Beenhakkers, SMJRLDGD R.E. de Beer, SMJRBDMZKT C.W. van den Broek, SMJRODND G.J. van der Geest,
SMJRMARNALG A.P. Groeneveld, SMJRMARNALG R. Hagen, SMJRLDGD A.F. Kist, SMJRLDV J. Kosters, SMJRODVB C.B. Lammers, SMJRMARNVB J. Langerak, SMJRODVB R.J. Lether, SMJRMARNALG C.J. Maarseveen, SMJRTDE E.W. Mantel, SMJRMARNALG T. Molevelt, SMJRODOPS P.L.X. Ordelmans, SMJRODOPS E.A. Snijder, SMJRLDA G.M.S. Steins, SMJRLDGB F.M.A. van Veen, SMJRMARNALG F. Veldmeijer, SMJRODOPS H.G.J.A. Verberk, SMJRBDSD A.M.J. Verdonk, SMJRTDW H.J. Waaijerink, SMJRMARNALG E.P. Wagenaar, SMJRODOPS R. Zwiggelaar, SGTODVB P.J. Bliekendaal, SGTMARNALG M.D.C.F. van den Broek, SGTODOPS M. Dekkers, SGTLDGB M.G. Dikken, SGTODVB E.H.M. Douwes, SGTMARNALG R. Duijnstee, SGTODOPS M. van Gellekom, SGTMARNALG H.D. van Gorkom, SGTODVB M.H.M. Hartogs, SGTODVB J.W. van der Heijden, SGTLDGD F. Hiemstra, SGTLDA R.G.M. Jansen, SGTLDV E.M. de Jong, SGTLDA D.van Leeuwen, SGTODOPS Y. van Leeuwen, SGTMARNALG A.M. Lems, SGTMARNALG R.J.J.H. Peerbooms, SGTODND E. de Ruijter, SGTLDV E.C. Sheridan-Jansen, SGTODVB G. Steensma, SGTMARNVB O. Struijk, SGTMARNALG P.F. Verdoorn, SGTLDA C.P. Verschoor-van der Salm, SGTLDGD W.B.A. Vreeburg, KPLMARNALG A.P. van der Wal.
Dienstverlaters: AOOTDV G.W. Boeren, AOOBDMZKT J.C.M. Claessens, AOOODVB L.J.C. Dalmaijer, AOOBDMZKT A.M. van Galen, AOOODND G. Kamphuis, AOOBDSD S.S.U. Khadem, AOOLDV R.C. den Otter, AOOLDV H. de Roo, AOOTDE F.A. Strijd, AOOTDE N.E. Verkammen, SMJRMARNALG V.L. Gruben, SMJRODOPS W. de Haan, SMJRWDE H. Knol, SMJRTDE G. Kuipers, SMJRLDV J.G.H.A. Romsom, SMJRWDE J.D. Sackman, SMJRBDGSK J.H. van Veen, SMJRLDV M. Wiersma, SMJRMARNVB L.J. Zwanenburg, SGTLDV J.J.T.P. van Dooren, SGTODOPS J.A.L. Kluit, SGTLDV G.C. de Lang,
SGTODOPS D. Meier, SGTWDS B. van Reek, SGTWDS J.E. Scheepstra, SGTTDW R.F. Schollema, SGTLDV F. Scholten, SGTWDE Ing. L.J.A. de Vos, KPLWDS R. Bakelaar, KPLMARNALG R.G.M. Brouwer, KPLODVB P.D. Buitenwerf, KPLODOPS C. Doves, KPLMARNTAMB A.L. Eshuis, KPLADBMARNS J.M. Euverman, KPLTDE S.M.A. Hanstede, KPLLDA N.H. Hiemstra, KPLODOPS R.T.H. Janssen, KPLODVB J.A. Kazemier, KPLODND D. Mittertreiner, KPLODOPS R.A. van der Molen, KPLWDS B.W.M. Ooijen, KPLMARNALG J. Romberg, KPLODOPS M.S. de Ruiter, KPLTDE B. Spekman, KPLODND T. Stolker, KPLTDW R.G.M. Zweers.
MANSCHAPPEN Bevorderingen: MATR 1 OD N. Bakker, MATR 1 TDW A. de Boer, MATR 1 ODVB N. de Bruijn, MATR 1 OD D.W. Doldersum, MATR 1 OD A. van Baron MATR 1 LDGB A.V. Herasymenko, MATR 1 TD R.R.H.J. Kleijnen, MATR 1 TD J.J. Roelofs, MATR 1 TD F. Sijbrandij, MATR 1 LDV A.N.W. van Veen, MATR 1 LDGB C. Zom.
Dienstverlaters: MATR 1 TDW M.W. Aafjes, MATR 1 TDW J.J. Abbring, MARN 1 ALG S. Altena, MATR 1 OD D. Atsma, MATR 1 ODND F.J. Bakker, MARN 1 ALG D. Beekwilder, MATR 1 TDW H. Betten, MATR 1 LDV C. Bijstra, MARN 1 ALG D. Bleeker, MARN 1 ALG E.R. Borger, MARN 1 ALG S.J.J. de Braal, MATR 1 ODND M.S. Broek, MARN 1 ALG F.J. Brouwer, MATR 1 TDW F. Buruma, MATR 1 OD R. Caggiari, MARN 1 ALG J. Dees, MARN 1 ALG C.G. Dinzey, niet gevonden I. Ensing, MATR 1 ODND P.P.H. Evers, MATR 1 TDE M. Frankfort, MARN 1 ALG M.P.W.A. Frissen, MARN 1 ALG A. Fuijkschot, MARN 1 ALG S. Groenenberg, MARN 1 ALG K. Hop, MARN 1 ALG R. Jansen, MARN 1 ALG A.T. Jobse, MARN 1 ALG J.P. de Jong, MARN 1 ALG R. Jongejan, MATR 1 OD D. Kats, MARN 1 ALG J.D. Kauwoh, MATR 1 TDW K. van de Koevering,
39
MATR 1 LDGB J.C.J. Kolthof, MATR 1 ODND A. Koopman, MARN 1 ALG Z.D. Kramer, MARN 1 ALG J. Leijen, MARN 1 ALG G. Lievens, MATR 1 TDW M. Luiten, MARN 1 ALG S. el Moussaoui, MARN 1 ALG D.R.C. Romney, MATR 1 OD Y.J.G. Rouschop, MATR 1 LDV R. Siwabessij, MARN 1 ALG C. Slager, MATR 1 OD T. Teitink, MARN 1 ALG P. Verf, MATR 1 WDS P.D. Wattel, MATR 1 LDGB M.M.A. Wetemans, MATR 1 LDGB S. Wierenga, MATR 1 OD K.C. Zwanenburg, MATR 2 OD R.H. van Hontem, MATR 2 OD I. Nendissa, MATR 2 OD M. Schroot, MATR 2 ODVB D. Visscher, MARN 3 ALG H.J. Aalderink, MARN 3 ALG M. Bartels, MARN 3 ALG T. Berkhout, MARN 3 ALG A van Dalfsen, MARN 3 ALG M.H. Dijksterhuis, MARN 3 ALG J.H.W. Drees, MARN 3 ALG A. de Groot, MARN 3 ALG E.A.A. Hoeben, MARN 3 ALG D.J.H.H. Knops, MARN 3 ALG J.C.H. Lansdaal, MARN 3 ALG R. Marbus, MARN 3 ALG J. van der Neut, MARN 3 ALG M.P. Orden, MARN 3 ALG H.H. Pelleboer, MARN 3 ALG K.P. Polman, MARN 3 ALG D. Rijntjes, MARN 3 ALG M van Rijsoort, MATR 3 OD L.C. Santee, MARN 3 ALG M. Scheffer, MARN 3 ALG R.P.L. Somers, MARN 3 ALG A. Sommers, MARN 3 ALG R. Spronk, MATR 3 ODVB M. Stevens, MARN 3 ALG H.J. Struijk, MARN 3 ALG F.A. van der Veeke, MARN 3 ALG R.A.W. Verbruggen, MARN 3 ALG G. Vermeulen, MARN 3 ALG B. Vriend, MARN 3 ALG W. Wolst, MARN 3 ALG J. Zwerver.
BURGERS Bevorderingen: R. van Wingerden, 11, L.A. Hitz, 8, A.L. Govers-van Wijlen, 6, R.J. Beens, 5, J. Weening, 5, S. Bakker, 4, S. van der Leck, 4.
Dienstverlaters: J. Buzepol, S.P. van Dortmont, K.J. ten Brink, S.E. Kroon, H. van der Neut, P. Martens, H. Plaisier, S.V. Scholte.
Techneuten, zet koers naar de marine! Radar en sonar zijn onze oren en ogen. Die moeten altijd in topvorm zijn. Daar hebben we onze technici voor. Als die een steekje laten vallen, kunnen we wel omdraaien. Voor echte techneuten hebben we dan ook altijd plaats aan boord. Zo’n schip zit boordevol techniek, dus je Het is tegelijk kunt je helemaal uitleven. een drijvend dorp. Ja, samen werken én leven, da’s de marine! Weten wat je met MBO-techniek, HTS of TU bij de marine kunt doen? Richt je radar vandaag nog op onze site.
werkenbijdemarine.nl
KM6083_TimoTech_210x285.indd 1
10/19/06 11:05:51 AM