Alle Hens
Fregatten blikken terug Soldij stroomlijnen in Congo
Maandblad van de Koninklijke Marine mei 2007
Colofon: Uitgave:
Alle Hens is een uitgave van de Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.
Hoofdredacteur:
LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch
Eindredacteur:
LTZSD 2 KV W.F. Borgsteede
Redacteur:
Alle Hens
Inhoud
Cover
Hr.Ms. Tromp bevoer de wereldzeeën voor haar reis ‘Global Enterprise’. Deze matrozen bereidden het schip voor om aan te leggen in de haven van Kaapstad. Naast Zuid-Afrika bezocht het Nederlandse fregat onder meer ook Hawaï, Indonesië en Australië. (Foto: Hr.Ms. Tromp)
Maandblad van de Koninklijke Marine
4 Zorgen voor soldij
Eind januari arriveerden luitenant-ter-zee 2OC Wiedeke Borgsteede en sergeant Michiel Hoiting in Kinshasa (Congo) om bij te dragen aan de missie EUSEC en ‘submissie’ EUSECFIN. Doel is de betaling van de soldij aan het Congolese leger te stroomlijnen en transparant te maken.
LTZSD 2 KV B. Wijnandts
Vormgeving en lithografie:
Grafisch ontwerpburo Engelbracht
Druk:
7 Uit de kast
OBT B.V., Den Haag
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) Alle Hens Het Nieuwe Diep 5 Het Paleis, kamer 213 MPC 10A / Postbus 10.000 1780 CA Den Helder Telnr.: 0223 657 620 / 657 660 Mdtn: *06-209-57620 / 57660 E-mail:
[email protected]
4
Dit jaar bestaat de Stichting Homoseksualiteit Krijgsmacht twintig jaar. “Homoseksualiteit moet bespreekbaar blijven binnen defensie”, vindt sergeant Carlo Dubach, zelf homoseksueel en netwerker van de stichting.
8 Nieuwe IGK
Op het stijlvolle landgoed ‘Zwaluwenberg’ te Hilversum vertelt de nieuwe Inspecteur Generaal der Krijgsmacht, vice-admiraal Michiel van Maanen, over zijn functie als adviseur voor defensie.
wordt Leopold 13 Doorman Hr.Ms. Karel Doorman heet sinds 29 maart BNS
Internet:
www.marine.nl
Leopold 1. Met de aankoop van de M-fregatten wordt de Belgische vloot aanzienlijk gemoderniseerd.
Kopijdatum:
De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op maandag 7 mei.
Adreswijzigingen KM-personeel: Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR Mdtn: *06-733
8
Adreswijzigingen veteranen:
Abonnementenland Postbus 20 1910 AA Uitgeest of via www.aboland.nl Tel.: 0251-313939 Opzegtermijn zes weken.
Indonesië bezocht Den Helder begin april voor een reeks testen als onderdeel van haar eerste proefvaart onder leiding van een Nederlandse commandant.
van weleer: Abel Tasman 30 Zeeheld Terwijl De Ruyter, Tromp en Witte de With voor
Stichting Veteraneninstituut Postbus 125 3940 AC Doorn Tel.: 0343-474150
Adreswijzigingen betalende abonnees:
14 Mini-fregat De KRI Diponegoro, het nieuwste schip van
14
de Admiraliteiten de Europese zeeën bevochten, voer een andere Nederlandse zeeheld aan de andere kant van de wereld voor de Verenigde OostIndische Compagnie.
34 Terugblikken Hr.Ms. Tromp en Hr.Ms. Van Galen blikken terug op hun uitzendingen. De Tromp bevoer de wereldzeeën voor haar reis ‘Global Enterprise’, de Van Galen nam deel aan de ernstmissie UNIFIL in Libanon.
Abonnementsprijs:
€ 17,02 (buitenland € 21,55 per jaar)
En verder:
Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.
ISSN 0024-0389
34
18 36 38 39
Logboek Op Koers Mens & Werk Mens & Mutaties
Onderzoek Openbaar Ministerie afgesloten In de afgelopen periode is weer veel gebeurd. Het meest in het oog springend was het afsluiten van het onderzoek van het Openbaar Ministerie (OM) te Arnhem naar mogelijk ongewenst gedrag aan boord van Hr.Ms. Tjerk Hiddes. Naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie Onderzoek Ongewenst Gedrag bij de Krijgsmacht (de commissie Staal) waren tien dossiers met betrekking tot Hr.Ms. Tjerk Hiddes bij het OM in onderzoek genomen. Het merendeel van de aanklachten tegen individuele opvarenden is nu geseponeerd. Er is gelukkig geen sprake geweest van verkrachting of aanranding van personeel. Aan een periode van grote onzekerheid is voor met name de oud-opvarenden van het schip een einde gekomen. Ook de lange schorsing van een van onze collega’s is meteen, na het bekend worden van het nieuws, opgeheven. We doen er alles aan hem zo snel mogelijk weer te integreren in ons bedrijf.
kabinetsperiode. In de loop van mei verwacht ik daar meer duidelijkheid over te kunnen geven.
Prins van Oranje
Op 17 april heeft ZKH de Prins van Oranje een vergadering van de Admiraliteitsraad bijgewoond. Tijdens deze vergadering is de stand van zaken op het gebied van organisatie, operaties, personeel, de Marinestudie 2005 en het actieprogramma ‘Op Koers’ aan de Prins gepresenteerd Zelf heb ik eind maart een bezoek gebracht aan mijn Amerikaanse collega, admiraal Mullen. Tijdens dit bezoek is uitgebreid gesproken over de samenwerking tussen de Amerikaanse en Koninklijke Marine. Daarnaast heb ik Norfolk, Tampa, Key West en Mayport bezocht. Op diverse locaties heb ik de gelegenheid gehad om ook de Nederlandse militairen te ontmoeten en met hun van gedachten te wisselen.
Er is gelukkig geen sprake geweest van verkrachting of aanranding van personeel Ter verantwoording
Johan de Witt
Bezoek Minister van Defensie
Een ander heugelijk feit was de opening van het Michiel de Ruyter jaar door Hare Majesteit de Koningin op 23 maart in Vlissingen. Verderop in Alle Hens (pagina 16 en 17) kunt u hierover een uitgebreid verslag lezen. Het is de start van verschillende festiviteiten die door de landelijke en door twee regionale stichtingen worden georganiseerd en waaraan de Koninklijke Marine uiteraard meewerkt. De Internationale Vlootschouw op 6 juli nabij Vlissingen en de Nationale Vlootdagen staan in het teken van onze bekendste zeeheld.
Wel zal het OM de militairen ter verantwoording roepen die betrokken waren bij het buitenboord houden en het in een kist stoppen van een vrouwelijke matroos. Ieder weldenkend mens is van mening dat dit niet kan en in de gesprekken die worden gevoerd over de Gedragscode Defensie wordt dit veelvuldig door het eigen personeel beaamd. Wij, u en ik, moeten elkaar blijven aanspreken op gewenst en ongewenst gedrag. Staan blijven ook de conclusies van de Commissie Staal en de weg die met het Actieprogramma Op Koers is ingeslagen. Dat het thema leeft, is onder andere gebleken uit de grote hoeveelheid reacties die u hebt gegeven op de Voorlopige Gedragscode Defensie. Prima, u hebt uw stem laten horen en de reacties zijn doorgegeven aan de commissie van luitenant-generaal Bertholee die namens de CDS de aanbevelingen van de Commissie Staal defensiebreed oppakt. De definitieve versie van de Gedragscode Defensie is sinds 31 maart van kracht. De opmerkingen vanuit de hele defensieorganisatie zijn, waar mogelijk, daarin verwerkt.
De nieuwe Minister van Defensie, de heer Van Middelkoop heeft de afgelopen zes weken een uitgebreid kennismakingsprogramma uitgevoerd bij de hele defensie-organisatie. Op 2 april heb ik de minister verwelkomd in Den Helder. Na een korte briefing heeft hij Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. De Ruyter bezocht. De bemanningen van de schepen hebben een prima indruk achter gelaten bij de minister. Hr.Ms. De Ruyter lag op dat moment in dok 6 bij het Marinebedrijf, en zodoende tevens het toneel van het werkbezoek dat de minister aansluitend aan de DMO bracht. Momenteel wordt bij de Bestuursstaf de ‘Staat van Defensie’ opgesteld ten behoeve van de nieuwe bewindspersonen. In dit document staan de speerpunten en aandachtsgebieden van eventueel nieuw beleid dat samenvalt met het begin van de nieuwe
Sinds mijn laatste column is de Johan de Witt een regelmatige bezoeker geworden van Den Helder. Haar eerste binnenkomst was indrukwekkend. Wat een enorm schip! De problemen met de voortstuwingstrein lijken vooralsnog opgelost en, zoals bij elke proefvaart, gaan er ook wel eens technische zaken mis. Binnenkort zal het schip worden overgedragen van de bouwmeester aan DMO. De daadwerkelijke indienststelling gebeurt op een later tijdstip. Ik kijk er naar uit dit schip in haar operationele rol te zien varen.
Vice-admiraal Jan Willem Kelder, Commandant Zeestrijdkrachten
3
06.00 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00 14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00
Geld tellen in hartje Afrika Eind januari arriveerden luchtmachtkolonel Joep à Campo en collega’s luitenant-ter-zee 2OC Wiedeke Borgsteede en sergeant Michiel Hoiting in Kinshasa, hoofdstad van de Democratische Republiek Congo om de Nederlandse bijdrage aan de onder Franse leiding staande missie EUSEC en haar ‘submissie’ EUSECFIN (European Union Security Sector Reform Finance) te leveren. Het versterken van inzicht en invloed op de ontwikkelingen in Congo op het gebied van ‘Security Sector Reform’ door de Congolese regering te adviseren en te assisteren is een van de belangrijkste taken binnen de missie EUSEC. Als onderdeel daarvan heeft EUSECFIN tot doel de betaling van de soldij aan de manschappen van het nieuwe, geïntegreerde Congolese leger (FARDC) te stroomlijnen en transparant te maken. Kolonel à Campo is in Kinshasa gestationeerd, terwijl drie teams van drie à vier personen in het oosten van Congo werkzaam zijn. Eén van deze teams, bestaande uit twee Fransen en twee Nederlanders, is in Bunia geplaatst. LTZ2OC Wiedeke Borgsteede geeft in Alle Hens een impressie van haar werk en haar ervaringen.
2 februari 2007. We zijn aangekomen in Bunia, 1500 kilometer ten
noordoosten van de hoofdstad Kinshasa. Bunia is de hoofdstad van de provincie Ituri, die grenst aan Sudan en Oeganda. Het is de meest onrustige provincie van Congo met veel vluchtelingen en nog niet in het Congolese leger geïntegreerde milities. Maar ook de manschappen van het Congolese leger zelf zijn niet altijd gedisciplineerd. Zeker niet als ze niet op tijd hun soldij ontvangen en sommigen dan ‘alternatieven’ gebruiken om aan voedsel te komen. De vlucht van Kinshasa naar Bunia vond plaats met een vliegtuig van de VN-vredesmissie MONUC (Mission de l’Organisation des Nations Unies en RDC). Een belevenis op zich: het krakkemikkige vliegtuig zit volgepropt en er hangt een penetrante zweetlucht, want van airconditioning is geen sprake. Gelukkig heeft Bunia – mede door haar ligging op 1200 meter hoogte – een aangenamer klimaat dan de klamme hitte van Kinshasa, waar we afgelopen dinsdag aankwamen. Het is geen onaangename omschakeling van de Nederlandse winter naar tropische condities.
Matrassen met geld op auto.
5 februari 2007 De eerste werkdag in Bunia. We hebben gelijk een
druk programma met briefings, meetings en eerste kennismakingen van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat. We hebben met veel verschillende spelers in het veld te maken: MONUC, FARDC (het Congolese leger) en de plaatselijke non gouvernemental organisations (NGO’s). Het goed onderhouden van contacten is hier belangrijk, want je hebt elkaar beslist nodig. MONUC is vertegenwoordigd door een bonte mengeling van landen: mensen uit Nieuw-Zeeland, Bangladesh, Pakistan, Marokko, Nepal, Zuid-Afrika, Ethiopië, Zweden, Mali, Namibië, Tunesië, India, Nigeria, Oekraïne, Rusland, Kroatië, Jordanië, Uruguay en dan heb ik vermoedelijk nog lang niet alle landen gehad. De MONUC zal ons begeleiden op onze missies buiten Bunia. Het is namelijk riskant om er zelf op uit te trekken vanwege de aanwezigheid van nog niet in het Congolese leger geïntegreerde milities. Samen met onze Franse collega’s controleren en monitoren we de betaling van de soldij aan de FARDC brigades. Ook controleren we en adviseren we op het gebied van de personeelsadministratie. Handgeschreven lijsten die vaak verre van up to date blijken te zijn, digitaliseren wij. De brigades bestaan deels uit manschappen van het Congolese leger, deels uit ex-leden van milities die zich bij het leger hebben aangesloten. In onze provincie bevinden zich vier van die brigades (totaal circa tienduizend militairen).
14 februari 2007
We zijn gehuisvest in een ‘villa’ met stromend water en elektriciteit. Niet altijd werkt alles, maar dat is gebruikelijk in Afrika. Het is elke keer weer een belevenis om het straatbeeld van Bunia te aanschouwen. Veel vrouwen in kleurige kledij, vaak met zakken aardappels, hout of houtskool op het hoofd. De mannen dragen meestal niets, ze vervoeren hun spullen liever op gammele fietsen. Er lopen veel kleine kinderen rond, vaak op kapotte slippers of op blote voetjes. Sommigen zijn slechts gekleed in een lang bloesje en dragen niet eens een broek of rokje. Toch kijken hun grote bruine ogen je meestal vriendelijk aan. De oudere kinderen kijken vaak minder vriendelijk, eerder wantrouwend en ze vragen bijna altijd om geld. Iets dat je ze niet kwalijk kunt nemen.
26 februari 2007 De betaaldag nadert. We krijgen te horen dat het voor de uitbetaling van de soldij benodigde geld op de bank staat. Ook komt het vanuit Kinshasa vereiste bericht dat het geld aan de betaalofficieren mag worden overgedragen. Het gaat niet alleen om een aanzienlijke som geld, maar ook om een aanzienlijk volume. Een soldaat krijgt 24 dollar, dat is om precies te zijn 10.826 Congolese franken (CF). Een generaal ontvangt 45.326 CF, wat gelijk staat aan 97 dollar. Het salaris wordt uitbetaald in biljetten van 100 en 500 CF, dus ga maar na wat voor een pakketten dat zijn! Het geld wordt overgebracht in witte, platte balen die eruit zien als matrassen. Het transport gaat via de witte jeeps van de betaalmeesters, die naar de diverse eenheden rijden met de personeelsofficier en twee bewapende soldaten. Voorafgaand aan de uitbetaling moeten er lijsten worden opgesteld waarop de namen van de militairen vermeld staan. In ons geautomatiseerde Nederland een fluitje van een cent, maar hier werkt dat toch anders. De lijsten zijn nooit ‘sluitend’ te krijgen vanwege niet doorgegeven van veranderingen of omdat de soldaten gewoonweg geen identiteitsbewijs hebben. Dus staan er soldaten op de lijsten die allang weg zijn (‘ghost soldiers’), terwijl anderen er 4
6 maart 2007
Vandaag gaan we op pad met Medair. Medair is een Europese hulporganisatie die met name projecten op het gebied van gezondheid en hygiëne coördineert, opzet en ondersteunt. Op het programma staan twee bezoeken: eerst gaan we naar een gezondheidscentrum en vervolgens naar één van de zeven waterreinigingsbronnen die worden opgezet. Het centrum is een half vergaan, bruin, stenen gebouw waar de vergeelde witte verf vanaf schilfert. Onder de bomen zitten her en der wat mensen starend voor zich uit te wachten en de ene hui-
De markt in Bunia.
mensen een bezoek aan het centrum. We lopen verder door het centrum en we zien de intake kamer, een behandelkamer, de ‘operatieruimte’, de apotheek, de verloskamer en de twee zie-
Sommigen hebben wel veertig kilometer afgelegd om hier te komen. Met een beetje geluk zien ze vandaag een dokter lende baby steekt de andere aan. Sommigen hebben wel veertig kilometer afgelegd om hier te komen. Met een beetje geluk zien ze vandaag een dokter of anders in ieder geval een verpleegster. De splinterige deur van het centrum staat half open. We komen in een halletje met aan de muur wat oude posters gericht op het belang van vaccinaties en aidspreventie. Ook hangt er een handgeschreven prijslijst. Het centrum is niet gratis, maar de NGO’s proberen de kosten voor de mensen zo laag mogelijk te houden, waarvoor ze ook van de regering een subsidie ontvangen. In de wachtruimte weegt een verpleegster een duidelijk ziek kind op een roestige weegschaal. Alle resultaten worden in een groot schrift genoteerd. De afgelopen maand brachten 758
zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
22.00 23.00 24.00 01.00 02.00 03.00 04.00 05.00 06.00 07.00 08.00 09.00 10.00 11.00 12.00 13.00
wel zijn, maar niet op de lijst staan. Er verdwijnt op deze manier dus heel wat geld… Het mag duidelijk zijn dat het een aardige klus is om op deze wijze vier brigades met ongeveer tienduizend militairen op tijd hun geld te laten krijgen. We brengen vandaag een bezoek aan Komando. We rijden door een fantastisch indrukwekkend landschap met alle groenschakeringen die je maar kunt bedenken en altijd in de verte de in nevelen gehulde heuvels van Ituri. Onderweg is er nooit gebrek aan belangstelling. Uit het niets duiken de mensen in hun fleurige gewaden op, kinderen rennen met je mee, want echt hard gaat het niet op de stoffige wegen met soms verraderlijke kuilen.
kenzalen. De meeste verpleegsters kunnen eenvoudige operaties verrichten, want er is lang niet altijd een arts. In de apotheek staan de schaarse medicijnen in vergeelde doosjes met in veel gevallen een verstreken houdbaarheidsdatum. Gelukkig is de stroomvoorziening redelijk betrouwbaar en blijft de vrieskist met vaccins goed gekoeld. De gemiddelde zuigelingensterfte in Congo is hoog: 210 op 1000. In ons district ligt het vermoedelijk hoger. Het waterreinigingsproject brengt ons naar een bassin waar vier Congolezen nog hard aan het werk zijn aan de rand van een brede rivier met vuil, bruin water. De vervuiling komt niet alleen van de modder, maar ook van afval en dumping van onbruikbare stoffen: kortom een bron van ziektes. De bedoeling is om het water te filteren en zo geschikt te maken voor drinken en wassen.
8 maart 2007 De internationale dag van de vrouw! Dat wordt uitbun-
dig gevierd in Bunia. De straten vullen zich met vrouwen in kleurige gewaden. Iedere groep heeft dezelfde jurken aan, de vrouwen van de politieagenten, van de militairen en ga zo maar door. Er zijn talloze groepen vrouwen die zich vandaag verenigd hebben en elkaar vrolijk feliciteren met ‘het feest van de vrouw’! Het is één grote, dansende optocht met muziekkorps die uren in beslag neemt.
17 maart 2007 Via Kampala (Oeganda) terug in Bunia na een weekje
Betaling regelen in hutje commandant.
Kinshasa. Het leven in Kinshasa is veel ‘stadser’ dan in Bunia. Er hangt een continue dreiging. Op straat veel aanhangers van Bemba, de bij de verkiezingen verslagen presidentskandidaat. Ze zijn gemakkelijk te herkennen aan hun rode bandana’s. Blij dat ik op tijd terug ben, want kort daarna is het tot een uitbarsting van geweld gekomen
5
14.00 15.00 16.00 17.00 18.00 19.00 20.00 21.00 22.00 23.00 24.00 01.00 02.00 03.00 04.00 05.00
Viering van de internationale vrouwendag. Het gezin van een soldaat voor hun hutje. De kolonel vertelt openlijk over zijn problemen: te weinig manschappen, te weinig voertuigen, te weinig wapens. Na de vergadering van een kleine drie uur loopt hij met ons door het kampement: er zijn ongeveer vijfhonderd hutjes waar de soldaten met hun gezin wonen. Dan komt er een huilende jonge vrouw op de kolonel af, die vertelt dat haar man haar en hun drie kinderen (vierde op komst) heeft verlaten voor een ander. Wat moet ze nu? Ze wil terug naar haar familie, maar die wonen in een andere provincie: honderden kilometers verder en geld voor de reis heeft ze niet. De kolonel luistert en stopt haar wat geld toe, meer kan hij niet doen. Wat voor toekomst heeft deze vrouw en haar kinderen? Voor de hut waar de betalingen plaatsvinden wacht een grote groep militairen op hun soldij, vaak met een flinke fles bier in hun hand. Ze worden één voor één naar binnen geroepen aan de hand van de handgeschreven lijst
Dan komt er een huilende jonge vrouw op de kolonel af tussen het FARDC en Bemba’s troepen. Hopelijk slaan de ongeregeldheden niet over naar de provincie.
05 april 2007 Eindelijk kunnen we vertrekken om de eenheden van het 61e bataljon van de 6e brigade hun soldij van maart (!) te brengen. Het geld was pas laat op de bank gearriveerd deze maand. De Bangladeshi van MONUC begeleiden ons met gewapende pantservoertuigen. De weg is slecht en de horizon eindeloos groen. Toch scheuren soms een paar helmloze Congolezen op hun ‘moto’s’ ons voorbij. Wij passeren op onze beurt vrachtwagens overvol beladen met goederen en vaak daarbovenop nog mensen. Maar het meeste transport gaat te voet. Overal weer de vrouwen met zakken groenten, fruit, hout of houtskool op hun hoofd. Je kunt je voorstellen dat, als zij worden overvallen door milities, ze compleet kansloos zijn, in alle opzichten. Dat is ook de voornaamste reden waarom de MONUC in Congo is: peacekeeping. Eenmaal op locatie worden we vriendelijk onthaald door de brigadecommandant, kolonel Mushimba. Zijn kantoor is een hutje van 2,5 bij 3,5 meter. We zitten met zijn negenen in de krappe hut om de betaling te bespreken.
Kampement van de soldaten en hun gezinnen.
en het geld wordt geteld. Vervolgens moeten ze hun handtekening zetten voor ontvangst. Gelukkig verlopen de betalingen zonder problemen. De kolonel biedt ons aan te blijven overnachten, maar wij bedanken beleefd en keren weer veilig terug naar Bunia.
LTZ 2OC Wiedeke Borgsteede.
De missie EUSEC is voor Nederland een kleinschalige missie waarbij een groot aantal zaken en belangen een rol spelen. Niet alleen defensiebelangen, maar ook politieke en financiële belangen van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. Unieke ervaringen worden opgedaan die kunnen bijdragen aan het beter voorbereiden van de Nederlandse defensieorganisatie aan het opereren in dit gedeelte van Afrika. De CLAS coördineert de missie vanuit Nederland en het is met de invulling van marineen luchtmachtpersoneel met recht een ‘paarse’ missie! In principe loopt het mandaat van de missie tot 30 juni 2007, maar gezien de huidige ontwikkelingen in de DRC en het vele werk dat er nog ligt, is de kans op verlenging groot. Er is immers nog een lange weg te gaan… 6
Stichting Homoseksualiteit Krijgsmacht bestaat 20 jaar
Uniform uit de kast
In 1974 werd het verbod op homoseksualiteit in de krijgsmacht opgeheven. Dertien jaar later, in 1987, was het taboe op homoseksueel zijn binnen defensie nog groot. De Stichting Homoseksualiteit Krijgsmacht zag het levenslicht. Dit jaar bestaat de stichting twintig jaar. Sergeant LDGD Carlo Dubach stond aan de wieg van de oprichting. Nu is hij een van de netwerkers van de stichting. Is er in een progressief land als Tekst: Vanessa Strijbosch Nederland eigenlijk nog wel een dergelijke stichting nodig?
Een strikvraag, want als de hoogste legerleider van de Verenigde Staten, generaal Peter Pace, uitingen van mannenliefde in het leger nog ‘immoreel’ noemt (zie Metro, 14 maart 2007), moet homoseksualiteit binnen de krijgsmacht altijd bespreekbaar blijven. En dat is juist wat de Stichting Homoseksualiteit Krijgsmacht (SHK) als doel heeft. “Omdat er toch altijd gevallen blijven die extra aandacht nodig hebben”, aldus Dubach die als Chef Ziekenboeg op de Joost Dourlein Kazerne op Texel werkt. “Er zijn nog steeds homoseksuelen binnen defensie die in conflict komen met zichzelf omdat ze niet voor hun geaardheid durven uitkomen. Er worden nog steeds opmerkingen en grapjes gemaakt. Er wordt nog steeds apart op ons gereageerd. Tegen mij zeggen sommigen, ‘die Dubach is een flikker’. Maar ik heb inmiddels een hele dikke eeltlaag opgebouwd
vertrouwenspersoon functie. Hij gebruikt zijn ‘voelsprieten’ op de werkvloer, gaat met mensen praten als hij de indruk heeft dat ze dat nodig hebben, en kan ze doorverwijzen en informeren. Ook organiseerde hij de netwerkersvergadering die op vrijdag 20 april in het PMT De Duif te Den Helder plaatsvond. “Al heb je maar één ziel gered”, stelt Dubach die zich fanatiek ging inzetten na een vreselijke gebeurtenis jaren geleden. “Toen pleegde een vriendin van mij zelfmoord aan boord van een schip omdat ze in de knoei zat met zichzelf. Ze durfde er niet voor uit te komen dat ze lesbisch was. Ik vond dat zoiets nooit meer mocht gebeuren.”
Welkom
Maar defensie is – net als de samenleving – sinds die tijd positief
“Er zijn nog steeds homoseksuelen binnen defensie die niet voor hun geaardheid durven uitkomen” en raak niet meer zo snel gekwetst. Mensen die niet zo gebekt of opgewassen zijn tegen dit soort uitspraken, moeten wel een vangnet hebben waar ze altijd terecht kunnen.”
Acceptatie
Op verzoek van de Staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap, deed het Sociaal en Cultureel Planbureau in 2006 onderzoek naar de acceptatie van homoseksuelen binnen de krijgsmacht. Niet het eerste onderzoek met dat thema, maar wel een opmerkelijke. Dit onderzoek, met de titel ‘Uniform uit de kast’, richtte zich specifiek op leden van operationele eenheden, omdat de indruk bestond dat met name daar de minste acceptatie voor homoseksuelen was. Uit de resultaten blijkt onder meer dat een kwart van de respondenten niet open durft te zijn over hun homoseksualiteit. “Niet iedereen zoekt de openheid op. Ik stel me wat dat betreft best kwetsbaar op door zo naar buiten te treden. Maar ik vind dat het niet gaat om mijn seksuele geaardheid. Het gaat om wie ik ben en wat ik in mijn werk laat zien. En zo moet het ook voor iedereen zijn. Ik vind het belangrijk dat je je als homo of lesbienne goed moet kunnen voortbewegen binnen defensie en dezelfde carrièrekansen moet hebben.”
Zelfmoord
Dubach is een van de acht netwerkfunctionarissen, uit alle krijgsmachtdelen, van de SHK. Hij vergelijkt het met een soort
veranderd ten aanzien van acceptatie van homoseksuelen. In 2006 werd door de top van politie, defensie en politici het ‘Verdrag van Garderen’ opgesteld. Een belangrijk doel van het verdrag is om te laten zien dat homoseksuelen ook welkom zijn bij defensie en politie. “Voor mij betekent dit verdrag acceptatie”, aldus Dubach. “Het is altijd goed als er zwart op wit staat dat homo’s en lesbiennes welkom zijn. Als je de politiek niet achter je hebt staan, begin je niets.” Daarom is de verpleegkundige zo ontzettend blij dat er ook bij de marinetop positief gereageerd wordt op zijn initiatieven. “Als het hoofd van P&O interesse toont en op bezoek komt bij een van onze bijeenkomsten, dan hebben we al veel bereikt.” Dat de stichting inderdaad veel heeft bereikt, blijkt ook uit de allereerste deelname van homoseksuele defensiemedewerkers aan de parade op Roze Zaterdag (30 juni) in Bergen op Zoom. Dubach: “Dat had je twintig jaar geleden niet kunnen voorspellen.”
De Stichting Homoseksualiteit organiseert verschillende bijeenkomsten en conferenties voor medewerkers van defensie om samen te zijn en ervaringen uit te wisselen. Geïnteresseerden kunnen terecht op de internetpagina www.shk.nl of kunnen contact opnemen met Carlo Dubach: telefoonnummer: 0222650523, mail:
[email protected]. 7
Inspecteur Genraal der Krijgsmacht vice-admiraal Van Maanen
“Juist in deze tijd wil ik iets
“Een boeiend en uniek instituut.” De nieuwe Inspecteur Generaal der Krijgsmacht (IGK), vice-admiraal Michiel van Maanen, spreekt enthousiast over zijn functie als adviseur voor defensie. De marineman nam op 15 januari de hamer over van luitenant-generaal Ad van Baal (KL). Op woensdag 23 mei bezoekt admiraal Van Maanen de staf van het CZSK. Op het stijlvolle landgoed ‘Zwaluwenberg’ te Hilversum vertelt de kersverse IGK over het nut van zijn baan, de huidige thema’s en aandachtsgebieden, de individuele bemiddelingen en de relatieve onbekendheid van zijn functie bij de Koninklijke Marine. Vanessa Strijbosch/Foto’s: Remco Schoonderwoert (AVDD)
Het IGK-schap wordt door u ‘uniek’ genoemd. Maar wat is er zo uniek aan?
“De combinatie van de drie taken van de IGK maakt het uniek. De adviesfunctie, de bemiddelingstaak en de taak van Inspecteur der Veteranen zijn bij vergelijkbare functies in het buitenland vaak verdeeld over meerdere personen. In Nederland zijn die taken allemaal in één functie verenigd. De IGK kan de Minister van Defensie gevraagd en ongevraagd van advies voorzien. Ook kan de IGK bemiddelen in individuele aangelegenheden die betrekking hebben op defensie, zoals over problemen rond ongewenst gedrag of omgangsvormen. De IGK functioneert dan als onafhankelijk aanspreekpunt. En als Inspecteur der Veteranen levert de IGK sinds 1991 door zijn contacten een wezenlijke bijdrage aan een goed zicht op de ontwikkelingen in de veteranenwereld. De militairen van vandaag zijn immers de veteranen van morgen.”
Wat betekent het voor u om IGK te zijn?
“Ik vind het een hele eervolle functie. Het is een instituut met een bijzondere invloed. De IGK beschikt over een staf van 25 voltijd medewerkers, waarvan tien stafofficieren. De overige medewerkers behoren tot de ondersteunende staf. Als de IGK of zijn stafofficieren zich ergens in verdiepen, dan ontstaat er meestal een bepaalde reactie waardoor deuren opengaan die anders wellicht gesloten zouden blijven. Ik vind het een prachtige functie, juist omdat ik geacht word in kaart te brengen hoe bepaalde beleidszaken en maatregelen beleefd worden op de werkvloer. Ik steek als het ware de thermometer in een organisatiedeel van defensie en bericht onafhankelijk van de lijnorganisatie aan de departementsleiding wat de temperatuur van het badwater is. Uiteraard dient dit zorgvuldig te geschieden, waarbij hoor- en wederhoor met relevante lijnverantwoordelijken wordt toegepast. Bij het werk van de IGK zijn drie begrippen daarom heel belangrijk: onafhankelijkheid, vertrouwen, en vertrouwelijkheid.”
Werkt het IGK-schap voor defensie?
“Ja, dat is het geval. Wat opvalt is dat er uiteindelijk relatief weinig klachten over defensie bij de Nationale Ombudsman terecht komen. Daaruit zou je kunnen afleiden dat het instrumentarium bij defensie – waaronder bemiddeling door
de IGK – in het algemeen kennelijk afdoende werkt, zodat mensen geen noodzaak meer zien om een klacht in te dienen bij de Nationale Ombudsman. De IGK is een zeer waardevol instituut, een vangnet voor het personeel dat altijd gespannen is om zijn werk te doen. Anderzijds zal de IGK ook begrip moeten hebben voor het belang van de organisatie en zoekt hierbij naar oplossingen, die zowel voor de organisatie als het individu aanvaardbaar zijn. De werkbelasting wordt door de defensiemedewerkers momenteel als hoog ervaren. Juist in deze tijd, waarin de effecten van recent doorgevoerde grote organisatorische veranderingen binnen defensie nog doorklinken en sprake is van intensieve operationele inzet van de krijgsmacht op grote afstand, is het instituut IGK bijzonder waardevol.”
De werkbezoeken zijn een belangrijk onderdeel van uw taak. Waar gaat u op letten tijdens die bezoeken?
“Bij zijn werkbezoeken is de IGK geïnteresseerd in drie zaken: voldoet de eenheid aan alle randvoorwaarden, verricht de eenheid dan ook de taken die zijn opgedragen en tenslotte willen we graag weten hoe het personeel geplaatst bij de eenheid in zijn vel steekt en of de medezeggenschap naar behoren functioneert. Ook spreken we vaak met het sociaal-medisch team en de vertrouwenspersoon van de eenheid. Bovendien stelt elk jaar de minister de thema’s voor de IGK vast. Dit zijn onderwerpen waar de IGK gedurende het gehele jaar tijdens zijn werkbezoeken aan de eenheden speciale aandacht voor heeft. Eén van die thema’s voor 2007 is de nieuwe paarse opzet voor reïntegratie van personeel. Inmiddels zijn de contouren wel duidelijk van deze paarse organisatieopzet. KM, KL en Klu deden dat tot nu toe echter op hun eigen specifieke wijze. Speciaal aandachtspunt voor de IGK hierbij is hoe de transitie van de oude naar de nieuwe opzet verloopt. Een tweede thema betreft onderzoek hoe de ongewenste uitstroom van personeel kan worden tegengegaan. Deze uitstroom is op dit moment namelijk groter dan de instroom. De IGK wil zich dit jaar middels een onderzoeksopdracht aan de NLDA speciaal richten op de problematiek van het terugdringen van de uitval bij initiële opleidingen. Ook kijken we naar het personeelszorgsysteem, zoals zich dat nu ontwikkelt. Hoe werkt het op afstand zetten van de informatieverzorging aan het personeel naar het DC-HR in Enschede in de praktijk? Welke rafels doen zich daarbij voor? Tijdens de bezoeken vragen we bij elke eenheid hoe deze zaken worden
8
voor mensen betekenen” ervaren. Ook zijn er zaken – die weliswaar nog geen thema voor de IGK zijn, maar wel al aandachtspunten vormen – zoals de beleving rond de maatregelen inzake het terugdringen van ongewenst gedrag als gedaan door de Commissie Staal. Hoe besteedt elke eenheid daar aandacht aan? Verder zijn we geïnteresseerd in ‘dissatisfiers’, zaken die door leidinggevenden en/of werknemers als storend worden ervaren. Het oplossen hiervan zou kunnen bijdragen aan het verbeteren van de ‘quality of life’ van de medewerkers van de eenheid.”
Zoomt u – in het kader van normen en waarden – nog specifiek in op de uitwerking van het rapport Staal?
“Jazeker. Dit is typisch iets om goed te blijven volgen omdat, alle goede bedoelingen ten spijt, het soms niet altijd duidelijk is voor iedereen hoe de fasering van dit omvangrijke project zal verlopen. Bovendien, zo is gebleken tijdens mijn recente werkbezoeken, vallen bijvoorbeeld de gehanteerde posters ter ondersteuning van de campagne niet altijd in goede aarde. Ik merk dat de Gedragscode, en alles wat daarmee te maken heeft, behoorlijk leeft binnen de organisatie en koppel mijn bevindingen over deze zaken dan terug aan de Plaatsvervangend Commandant der Strijdkrachten, die belast is met de coördinatie van deze maatregelen.”
Uw voorganger heeft als IGK een van de roerigste periodes uit de defensie geschiedenis meegemaakt. In hoeverre neemt u zijn ervaringen mee in uw ambtstermijn?
“Er zijn zaken die structureel spelen en waarvoor ik aandacht moet blijven vragen. Bijvoorbeeld het nieuwe besturingsmodel. Hoewel het nieuwe besturingsmodel steeds beter gaat werken, zal het toch nog wel enige tijd duren voordat alle heringerichte processen weer soepel en optimaal zullen verlopen. Het gaat hierbij vaak om scheidingsvlakken op het gebied van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Daarbij moeten we steeds bedacht zijn op nieuwe ongewenste bureaucratie. Dit zijn typisch dingen waar ook mijn voorganger luitenant-generaal Van Baal mee te maken heeft gehad en die ik ook hoog op de agenda heb staan.”
Staan er nog andere zaken hoog op uw agenda?
“Ook het ouderenbeleid is een belangrijk aandachtsgebied. Sommige bedrijven binnen defensie hebben met vergrijzing te maken. Hoe ga je daar mee om als organisatie om dit tegen te gaan en borg je anderzijds waardevolle kennis en ervaring die deze oudere weknemers vertegenwoordigen? Verder noem ik de problematiek van de operationele leeftijd, de FLO leeftijd is weliswaar opgetrokken, maar boven een bepaalde leeftijd springen we nu eenmaal niet meer zo makkelijk over bergen. Belangrijk hierbij is om de verminderde fysieke inzetbaarheid op te vangen en tegelijkertijd voldoende perspectieven voor de laatste fasen van de loopbaan te kunnen bieden.”
U bent een marineman. Hoe staat de IGK eigenlijk bij de marine bekend?
“Van alle krijgsmachtdelen is bij het KM personeel het instituut IGK en de mogelijkheden hiervan misschien wat minder bekend. De functie kende in de negentiende eeuw een sterke oriëntatie op het leger. Pas na de Tweede Wereldoorlog is het Inspectoraat uitgegroeid van niet alleen de landmacht, maar ook van de overige krijgsmachtdelen en daarmee van de gehele krijgsmacht. Maar misschien heeft het ook wel met onze marinecultuur te maken om eventuele problemen toch zoveel mogelijk binnen het eigen krijgsmachtdeel te willen oplossen. Toch weten in toenemende mate ook de marinemensen de weg naar de IGK en zijn staf op de Zwaluwenberg in Hilversum te vinden.”
Hoe zou u na uw ambtstermijn als IGK herinnerd willen worden?
“Als iemand die echt iets voor de mensen en organisatie heeft kunnen betekenen. Dat de mensen zich lekkerder in hun vel zijn gaan voelen en dat de organisatie beter is gaan werken. Ik probeer beide entiteiten te dienen. Informatie opdoen is niet zozeer de uitdaging. De kunst is veeleer gelegen in wat de IGK vervolgens met deze informatie doet, op welke wijze hij aandacht vraagt voor gesignaleerde misstanden en de kwaliteit van de adviezen die hij daar eventueel bij afgeeft. Juist in deze tijd van grote herstructurering, veelvuldige uitzendingen en operationele ernstinzet van de krijgsmacht, wil ik wat voor de mensen kunnen betekenen.”
Wist u dat…? • De IGK zo’n zeventig werkbezoeken per jaar aflegt? • De IGK en zijn staf per jaar zo’n 1300 telefoontjes ontvangen voor bemiddelingen? Dit leidt gemiddeld tot zo’n 350 gevallen per jaar waarbij daadwerkelijk bemiddeld wordt. • Dat hiervan in zo’n zeventig procent van de gevallen een oplossing uitkomt die gunstig is voor de betrokkenen? • De functie van IGK voor het eerst werd ingesteld in 1813 toen koning Wilhelm I begon aan de vorming van een leger en hij zijn zoon benoemde tot Inspecteur-Generaal der troepen van alle wapens, alsmede Inspecteur van de landmilitie om hem bij te staan? • ZKH Prins Bernhard de functie medio 1945 op zich nam, nadat de functie tachtig jaar niet was ingevuld? • De IGK rechtstreeks onder de Minister van Defensie staat en hem gevraagd en ongevraagd van advies kan voorzien, maar geen rechtstreekse bevelen of aanwijzingen kan afgeven?
9
Het ‘wondermiddel’ Duikertherapie kent vele toepassingen
Vanwege het aantal toepassingen lijkt het wel een wondermiddel en het Duikmedisch Centrum speelt een belangrijke rol bij de toepassingen ervan in Nederland. Hyperbare zuurstofbehandeling is niet alleen goed tegen duikerziekten, maar kan ook een redmiddel zijn bij probleemwonden, stralingsletsel, koolmonoxidevergiftiging, bepaalde typen wondinfecties en nog een aantal andere ‘indicaties.’ Die veelheid aan toepassingen wekt ongeloof in de medische wereld en men moet er voor waken dat de hyperbare behandeling daardoor niet in de alternatieve hoek wordt gedrukt, volgens hoofd Duikmedisch Centrum kapitein-luiteTekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Archief nant-ter-zee dr. Rob van Hulst.
De patiënt staat onder continu toezicht van de arts. Hyperbare zuurstofbehandeling is in de geneeskunde een relatieve nieuwkomer, waarvan het onderzoek zijn grondslag heeft bij de Koninklijke Marine. Pionier op dit gebied, professor Boerema, was in de jaren vijftig verbonden aan het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam. Hij deed veel experimenten in de duiktank van de marine voor een ander doel dan de behandeling van duikerziekten. Boerema kon een lichaam zo verzadigen met zuurstof dat het hart twaalf minuten stil kon worden gelegd voor een openhartoperatie. Voor die tijd kon dat slechts vier minuten, door het lichaam af te koelen en de stofwisseling te verlagen. Overigens is die toepassing van hyperbare zuurstof maar relatief kort gebruikt, omdat al snel de hart-longmachine haar intrede deed. “De marine is de grootste werkgever voor wat betreft duiken in Nederland, dus de behoefte voor die beroepsspecifieke medische behandelingen groeide vanaf de jaren vijftig vooral bij de marine.” Dit verklaart de aanwezigheid van de faciliteiten voor duikmedische behandelingen bij de Koninklijke Marine al vanaf de jaren vijftig en de oprichting van het Duikmedisch Centrum in maart 1966 aldus Van Hulst. Op basis van de proeven die Boerema heeft kunnen doen bij de marine heeft hij een eigen tank gebouwd bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Sindsdien is de relatie tussen de twee instituten behoorlijk innig. “Zij zijn zich veel meer gaan toespitsen op het klinische werk, terwijl wij echt duikfysiologisch werken.” Volgens Van Hulst worden de ernstige duikongevallen, die bij het AMC binnenkomen, doorgezonden naar Den Helder, terwijl hyperbare therapie voor chirurgische indicaties bij patiënten van het Duikmedisch Centrum (DMC) in Amsterdam worden gedaan. De decompressietank in Den Helder wordt geregeld
Het DMC beschikt zelf over een kleine compressietank. ingezet als de tank in het AMC tijdelijk niet beschikbaar is. Zowel in 1985 als in 2000 heeft het DMC deze taak voor een half jaar overgenomen, en ook in februari dit jaar heeft het DMC de taken van het AMC tijdelijk overgenomen.
Factor acht
Bij hyperbare zuurstofbehandeling wordt de behandelde patiënt ongeveer op het equivalent van een diepte van twintig meter gebracht. Dan krijgt hij een bepaalde tijd pure zuurstof toegediend. “Gewone bevat lucht zo’n eenentwintig procent zuurstof. Dat wordt nu een factor vijf hoger”, aldus de duikerarts, “en door de patiënt op druk te brengen, kunnen we het effect nog eens drie tot vier keer vergroten.” Dat is al een opmerkelijke behandeling, omdat normaal gesproken pure zuurstof giftig is. Een behandeling duurt ongeveer twee uur per dag, voor een periode van vier tot zes weken aaneengesloten.
Sluitstuk
Doordat de behandeling relatief onbekend is bij artsen en specialisten, komen patiënten pas laat met de duiktank in aanraking. “Het is echt een sluitstuk op de behandeling”, zegt Van Hulst. “Chirurgen blijven best lang aanmodderen met een slecht helende wond, daarna gaat een wondverpleegkundige ermee bezig. Als hij ook niets kan doen, wordt er naar andere middelen gezocht en pas dan komen de patiënten hier.” Van Hulst herinnert zich een man op leeftijd die een wond aan zijn blaaswand had overgehouden van een operatie aan zijn prostaat. Deze man verloor veel bloed en de wond zorgde voor veel last. “Hij is vier weken lang behandeld in
10
van de marine de duiktank en hij is weer helemaal genezen. Zijn behandelend uroloog stond behoorlijk versteld. De man had geen bloedtransfusies meer nodig en plaste geen bloed meer. Dat zijn voor ons zeer dankbare patiënten.”
Koolmonoxide
Gedurende de week in februari, dat de duiktank op de Nieuwe Haven als back-up diende voor het AMC, was er een patiënt
methodes. Uitgevonden voor de openhartoperaties, was deze al snel achterhaald en ging men op zoek naar andere indicaties. Er was dus eerst de behandeling en daar moesten ziektebeelden bij worden gezocht. Ook dat gaf de therapie een slechte naam in de medische wereld.
Niet wetenschappelijk
Naast de officieel erkende, maar relatief onbekende medische
Een behandeling in de tank kan soms twee uur duren.
Van buitenaf wordt het klimaat in de tank nauwkeurig bestuurd.
waarbij dezelfde toepassing ook levensreddend was, terwijl het ziektebeeld totaal anders was. Een heel gezin werd met een koolmonoxidevergiftiging binnengebracht. “De man en kinderen zijn naar reguliere ziekenhuizen gegaan, de vrouw kwam hier terecht”, vertelt Van Hulst. Omdat zij zeveneneenhalve maand zwanger was, kwam zij in aanmerking voor de hyperbare zuurstofbehandeling. Koolmonoxide hecht zich makkelijker aan de rode bloedcellen dan zuurstof, waardoor het lichaam op celniveau verstikt. “De bloedcellen van een foetus hebben een hele hoge affiniteit met koolmonoxide. Om een ongeborene schoon te spoelen kost dan ook meer tijd dan het schoonspoelen van de moeder.” Niet zozeer voor de moeder, maar vooral voor het kindje was het van belang om het bloot te stellen aan een hoge concentratie zuurstof om hart- en hersenafwijkingen te voorkomen.
indicaties, zijn er ook particuliere initiatieven voor hyperbare zuurstofbehandeling. “Er is een kliniek in Nederland die particulier de behandeling voor spastische kinderen aanbiedt”, zegt Van Hulst. “De ouders moeten daar heel veel geld voor betalen en het is niet vastgesteld dat de behandeling echt werkt. De vooruitgang wordt gescoord door de ouders zelf, dat is niet bepaald wetenschappelijk.” Kinderen doen zo’n tachtig tot honderd sessies in een decompressietank, waarvan de kosten kunnen oplopen tot 120 000 euro. Ook het DMC is wel eens benaderd om de behandeling te geven aan een gehandicapt kind. “Als ik daaraan toegeef, dan maak ik mezelf totaal ongeloofwaardig naar mijn collega’s en dat strookt niet met onze naam als academisch werkend centrum.” In het verleden is de behandeling wel door ziekenhuizen ingezet onder het motto ‘baat het niet, het schaadt ook niet.’ Inmiddels is dat stadium voorbij, zeker sinds in Canada is aangetoond dat toedienen van hyperbare zuurstof geen meerwaarde heeft bij kinderen met een hersenbeschadiging.
Alternatieve hoek
De American Medical Association heeft inmiddels dertien indicaties geformuleerd en die worden door de Nederlandse verzekeraars vergoed. “Als ik buiten die dertien indicaties zou gaan experimenteren, dan zullen patiënten het zelf moeten betalen.” Het feit dat er al dertien totaal verschillende ziektebeelden zijn waarbij één methode werkt, levert veel scepsis in de medische wereld. “Het lijkt een soort wondermiddel te zijn. Als de behandeling ook nog eens wordt toegepast bij allerlei dubieuze ziektebeelden, dan belandt een behandelmethode als snel in de alternatieve hoek”, merkt de duikerarts. “Het wordt dan een soort homeopathisch middel.” De hyperbare zuurstofbehandeling kent eigenlijk een omgekeerde ontwikkeling dan reguliere behandel-
Krijgsmachtonderdeel
Het Duik Medisch Centrum is overigens zelf geen initiatiefhouder als het om onderzoek naar andere toepassingen gaat. “In feite is dat niet onze ‘core bussiness’”, aldus Van Hulst. Dan blijkt het centrum primair toch echt een onderdeel van de krijgsmacht. “Wij praten over duikers, vliegers, onderzeebootbemanningen en niet over een diabetische voet. Er wordt gekeken naar de operationele behoeftestelling.” Het Duikmedisch Centrum blijft onderzoek doen naar therapie bij decompressieziektes. Daartoe zijn onderzoeksgelden beschikbaar gesteld vanuit de wetenschappelijke
11
onderzoeksafdeling van de Defensie Materieel Organisatie. “We zijn op zoek naar een adequate manier van afvoeren en behandelen in het veld. Denk bijvoorbeeld aan een vlieger van de luchtmacht in Afghanistan als de druk in zijn cabine plotseling wegvalt. Ook dit kan leiden tot decompressieziektes. Hoe creëren we een geschikte therapie in de afvoerlijn en welke tijdsperiode staat daarvoor? Of een kikvorsman in Noorwegen. Hoe bied je de beste eerste hulp en optimale therapie en wat is de maximale tijd waarbinnen hij in de decompressiekamer moet liggen?” Het DMC doet dit onderzoek in samenwerking met het AMC.
Het DMC is in 1994 al aangewezen als nationaal expertisecentrum op het gebied van duikmedische zaken. Om daar meer body aan te kunnen geven, is Van Hulst in staat gesteld om onderzoek te doen, te promoveren en heeft hij diverse publicaties op zijn naam staan. In de nabije toekomst wordt de rol van het centrum nog groter, doordat het concept uitgroeit naar een ‘Maritiem Medisch Expertise Centrum’, waar onder andere kennis over onderkoeling, de medische aspecten van Search & Rescue, offshore-industrie en amfibisch opereren zullen worden beheerd. In de zomer zal het DMC verhuizen naar de laatste voormalige locatie van de Mijnendienst, de begane grond van gebouw ‘De Korte Steigers’ op de Nieuwe Haven in Den Helder.
Drugsbeleid
De Secretaris-Generaal heeft met zijn aanwijzing d.d. 28 maart 2007, nummer A/925 de uitvoering van het drugsbeleid geharmoniseerd. In het kort komt het hier op neer:
Militairen
De militair die binnen of buiten Nederland: • harddrugs of softdrugs bereidt, bewerkt, verwerkt, verkoopt, aflevert, verstrekt, vervoert, vervaardigt of zich daar op enigerlei wijze mee inlaat; • harddrugs aanwezig heeft (ongeacht de hoeveelheid); • meer dan een gebruikershoeveelheid softdrugs aanwezig heeft; • in diensttijd softdrugs – tot maximaal een gebruikershoeveelheid – aanwezig heeft of gebruikt; • in privé-tijd softdrugs – tot maximaal een gebruikershoeveelheid – aanwezig heeft of gebruikt indien hij/zij is gekleed in uniform, het gebruik/bezit wordt geconstateerd op een militaire locatie of gebruik plaatsvindt met – of ten overstaan van – andere militairen; • softdrugs aanwezig heeft of gebruikt, nadat hij of zij eerder schriftelijk is gewaarschuwd voor het plegen van deze handelingen; wordt voor ontslag voorgedragen. Op deze hoofdregel is een aantal uitzonderingen te maken: De militair van wie voor de eerste maal wordt aangetoond dat hij een gebruikershoeveelheid softdrugs aanwezig heeft dan wel softdrugs gebruikt, en waarbij geen relatie met de dienst is, wordt schriftelijk gewaarschuwd. In de waarschuwing wordt aangegeven dat een volgende overtreding van het drugsbeleid wordt gevolgd door schorsing en ontslag. Voor Nederlands militair personeel geplaatst in het Caribisch Gebied geldt dat, wanneer voor de eerste maal wordt aangetoond dat het zich inlaat met softdrugs op een manier waarvoor normaliter een waarschuwing volgt, naast de schriftelijke waarschuwing ook de maatregel van repatriëring wordt opgelegd. Wanneer bij een militair die behoort tot
Verzadiging Het effect van de hyperbare zuurstofbehandeling is, dat in het lichaam op celniveau de concentratie zuurstof enorm toeneemt. Niet alleen de rode bloedcellen, die zorgen voor het zuurstoftransport door het lichaam, raken beter verzadigd maar ook het plasma, hersen- en ruggenmergvocht en lymfevocht. Op die manier bereikt zuurstof ook delen in het lichaam waar de bloedsomloop slecht is. De behandeling kan op die manier goed worden toegepast bij patiënten met moeilijk helende wonden, waar de doorbloeding slecht is, zoals vaak voorkomt bij diabetespatiënten. De zuurstof heeft ook een gunstige werking op de witte bloedcellen, die verantwoordelijk zijn voor het afweersysteem. Daardoor zijn ook infecties te genezen, als die worden veroorzaakt door bepaalde anaërobe bacteriën (bacteriën die goed gedijen in een zuurstofarme omgeving). Bij de vorming van littekenweefsel zorgt de zuurstofboost voor het sneller aangroeien van haarvaatjes, waardoor de bloedsomloop in dat gebied verbeterd wordt, met alle positieve gevolgen van dien. “Eén van de toepassingen is bij stralingsletsel. Na het verwijderen van een tumor aan de speekselklier wordt de kaak opnieuw gereconstrueerd. Hyperbare zuurstofbehandeling zorgt ervoor dat er nieuwe bloedvaten aangroeien in het littekenweefsel, waardoor dit beter geneest”, aldus Van Hulst.
de Koninklijke Marechaussee wordt aangetoond dat hij op welke wijze dan ook softdrugs aanwezig heeft dan wel softdrugs gebruikt, volgt ontslag. Er wordt dan niet schriftelijk gewaarschuwd.
Burgerambtenaren
Voor burgerambtenaren bij defensie geldt dat het binnen of buiten Nederland aanwezig hebben, gebruiken, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren, vervaardigen van hard- of softdrugs of zich daar op enigerlei wijze mee inlaten, ongeacht de vraag of dit gebeurt binnen of buiten een defensielocatie, evenmin wenselijk is. Wanneer dergelijke gedragingen in het verlengde liggen van de functie-uitoefening of, indien zij buiten het kader van de functievervulling plaatsvinden en het belang van het Ministerie van Defensie schaden, kunnen zij als plichtsverzuim worden aangemerkt en met een in de omstandigheden passende proportionele sanctie worden bestraft.
Meer informatie
Voor meer informatie over het drugsbeleid kunt u terecht op het Intranet Defensie (defensieportaal/startpagina personeel). Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? U kunt daarover contact opnemen met het DC HR. Het DC HR is iedere werkdag te bereiken van 07.00 uur tot 18.00 uur (op vrijdag tot 17.00 uur) op telefoonnummer: *06 SDD (733) doorkiesoptie 3 of 0800-CALLSDD (2255733). Een e-mail sturen is ook mogelijk. Noteer in de e-mail uw naam, werknemer-ID, telefoonnummer en stuur dit aan:
[email protected]
12
Karel Doorman heet voortaan Leopold 1
Eerste M-fregat naar België
Nadat België zich in 1830 onafhankelijk had verklaard van Nederland, werd Leopold Georg Christiaan Frederik, prins van Saksen-Coburg-Saalfeld, op 21 juli 1831 gekroond tot de eerste Belgische koning. Eerder dat jaar richtte België een eigen oorlogsvloot op als tegenwicht voor de Nederlandse handelsblokkades op de Schelde. Dit jaar bestaat de Belgische marine daarmee 175 jaar. Ironisch genoeg is Koning Leopold 1 de naamgever van het eerste Multipurposefregat dat België van Nederland heeft overgenomen. Hr.Ms. Karel Tekst: Barry Wijnandts Doorman (F827) is sinds 29 maart BNS Leopold 1 (F930).
“Voor de marine is het een belangrijke stap voorwaarts naar een Component met moderne middelen. Met de gemoderniseerde mijnenjagers en het commando- en logistieke steunschip, vormt dit fregat het sluitstuk van de schepen die de marine nodig heeft om haar opdrachten op de wereldzeeën succesvol uit te voeren”, aldus de Belgische minister van Landsverdediging André Flahaut. Met de aankoop van de Nederlandse Multipurpose (M-)fregatten wordt de Belgische vloot aanzienlijk gemoderniseerd. De eigen fregatten van het type E-71, BNS Wielingen en Westdiep zijn inmiddels al dertig jaar oud.
Minister Flahaut en Staatsecretaris Van der Knaap inspecteren de troepen. (foto: Sascha Louwhof)
Samenwerking
“Daar de Nederlandse marine over ditzelfde type schip beschikt, zijn we er na tien jaar operationele samenwerking als Admiraal BENELUX (ABNL) nu in geslaagd om ons samenwerkingsakkoord uit te breiden met een technisch en materieels luik waardoor de gemeenschappelijke operationele opleidingen een stuk eenvoudiger worden”, zei de commandant marinecomponent flottieljeadmiraal J.P. Robyns tijdens de overdrachtceremonie. Naast het individueel opereren voor de eigen landsbelangen, benadrukte hij de samenwerking in vlootverbanden voor ABNL, de Europese Unie en de NAVO.
Groeiend ontwerp
Omdat de Karel Doorman de eerste van haar klasse was, heeft de voltooiing van het fregat een behoorlijk lange aanloop gehad. Al in 1978 werden de eerste plannen geformuleerd voor een nieuw type schip, aanvankelijk ter vervanging van de Roofdierklasse fregatten. In die periode raakte er nog een scheepsklasse uit de tijd: de Van Speijk-klasse. Deze klasse was als enige van de vloot nog uitgerust met stoomturbines. Dat vergde voor de marine teveel speciale ondersteunende faciliteiten naast de reguliere. In plaats dat de Van Speijkklasse een eigen opvolger kreeg, werden de ontwerpen van beide klassen samengevoegd en groeide het liggende ontwerp van zo’n 1600 ton uit 1978 op de tekentafel naar een schip van 3320 ton (vol beladen). Het werkgebied van het nieuwe fregat breidde zich uit van
de Noordzee naar de oceanen, zodat de actieradius en de zeewaardigheid moesten worden verhoogd.
Zonder sensoren
Vrij bijzonder was dat de sensor-, wapen- en commandosystemen (sewaco) onafhankelijk werden ontwikkeld van het fregat. Terwijl de marine behoefte had aan een modern en vernieuwend systeem, kon de scheepsbouwer niet lang op nieuwe scheepsbouwopdrachten wachten. De Koninklijke Maatschappij de Schelde zou de deuren moeten sluiten als er niet snel nieuwe orders binnen zouden komen. Uiteindelijk was dat aanleiding dat de eerste drie M-fregatten versneld zouden worden gebouwd, terwijl het sewaco-gedeelte nog in ontwikkeling was. Vanaf het moment dat het schip in dienst werd gesteld in 1991 zou het nog enkele jaren duren voordat de Karel Doorman het volledige silhouet van een M-fregat zou krijgen met onder andere de SMART-S radar, de twee SATCOM bollen en de cilindrische APECS radar interceptie- en stoorapparaten.
De voormalige Karel Doorman heeft sinds haar doop door koningin Beatrix in 1988 ruim vijfhonderdduizend zeemijlen gevaren. Een groot deel daarvan zijn in de Middellandse Zee gemaakt. Ook Hr.Ms. Willem van der Zaan is verkocht aan de Belgische marine en zal in 2008 de Doorman volgen. Zij zal Louise-Marie gaan heten.
Gezocht per direct: koning Leopold Georg Christiaan Frederik werd geboren in 1790 op het kasteel Ehrenburg in Coburg, ongeveer honderd kilometer van de Tsjechische grens. Op zijn vijfde werd hij door Catharina de Grote bevorderd tot kolonel in het Keizerlijke Regiment Izmailovski. Op zijn twaalfde werd hij generaal. Hij trouwde in 1816 met de Engelse kroonprinses, maar deze overleed in het kraambed. Leopold liep daardoor zijn aanspraak op de Britse troon mis. In 1830 kreeg Leopold het aanbod om koning van Griekenland te worden, maar dat wees hij af. Op een uitnodiging van het net onafhankelijke België ging hij echter wel in. Vanuit het Belgische standpunt op het eerste gezicht een merkwaardige keus, omdat van de vele talen die hij sprak, hij het Nederlands niet beheerste. Hij was bovendien protestants, het geloof van de Oranjes. Maar hij bood het land een sterke mate van onafhankelijkheid, vooral door zijn relaties met het Engelse, Franse, Duitse en Russische hof, die veel druk uitoefenden op Nederland, dat hardnekkig weigerde de autonomie van de Belgische staat te erkennen. Leopold trouwde met de dochter van de Franse koning, Louise van Orléans. Samen kregen ze vier kinderen. Leopold stierf op 10 december 1865 en ligt begraven in de kerk van Laken.
13
Indonesisch korvet in Den Helder tijdens proefvaart
Nederlandse marine assisteert Naast de vierkante, logge schepen Hr.Ms. Rotterdam en Johan de Witt valt het gestroomlijnde Indonesische korvet KRI Diponegoro positief op in de marinehaven van Den Helder. Het nieuwste schip van Indonesië bezocht Den Helder begin april voor een reeks testen als onderdeel van haar eerste proefvaart. Het korvet, dat de gehele proefperiode onder leiding staat van de Nederlandse commandant, kapitein-ter-zee Simon Tekst: Vanessa Strijbosch van der Sluijs, testte op woensdag 11 april het kanon. In vergelijking met de ‘olifanten’ Rotterdam en de Johan de Witt oogt het KRI Diponegoro meer als een ‘grijs muisje’. Toch is het Indonesische ‘mini-fregat’ alles behalve een ‘bleu’ schip. Het negentig meter lange en dertien meter brede schip telt een tachtig koppige bemanningslijst. De Diponegoro – de eerste uit een reeks van vier korvetten – is door Koninklijke Schelde Marinebouw ontworpen en is voorzien van een uitgebreid sensor, wapen, command control en communicatiesysteem, een helikopterdek en diesel voortstuwing met een dubbele schroef. De KRI Diponegoro gaat vooral ingezet worden voor de bestrijding van smokkel en piraterij in de territoriale wateren. Mede daarom is het schip behoorlijk snel
te noemen: het kan maximaal 28 knopen varen.
Assistentie van KM
Het is woensdag 11 april een drukke bedoening aan boord van KRI Diponegoro. Naast een delegatie van Koninklijke Schelde Marinebouw, die het oorlogsschip – voor het eerst geheel zelfstandig – ontwierp, zijn er ook afgevaardigden van IMTECH, Thales èn de Koninklijke Marine. Het korvet vaart gedurende haar proefvaart als oorlogsschip onder Nederlandse vlag en met een Nederlandse commandant. Op deze manier kan het korvet terugvallen op de faciliteiten van de KM, zoals de marinehavens in Den Helder en
Foto: Fred Boogerd
14
op KRI Diponegoro Vlissingen, het aankopen van munitie. De KM levert ondersteuning met veiligheidsteams tijdens de testen. Bovendien kan het schip gebruik maken van Alsot, het schietgebied op de Noordzee, ongeveer 35 mijl van Den Helder. Een zeer belangrijk voordeel, want als het korvet als particulier schip zou varen, was dit nooit mogelijk geweest. Kapitein-ter-zee Simon van der Sluijs is door Schelde Marinebouw als het ware ingehuurd als ‘freelance com-
pogingen het kanon opnieuw te laden, blijkt er iets beschadigd te zijn. De oefening moet worden gestaakt: een onderdeel in het kanon is stuk. Een tegenslag, al reageert de Nederlandse commandant nuchter: “Dit bewijst des te meer waarom een proefvaart nodig is.” Voor Albert Jan Vlierman, die namens Schelde Marinebouw verantwoordelijk is voor de engineering, is teleurgesteld. “Tot nu toe verliep alles vlekkeloos, maar dit breekt nu het programma af.
“Ik ben een commandant zonder vaste bemanning” mandant’ tijdens de proefvaart. “Ik ben een commandant zonder vaste bemanning”, omschrijft Van der Sluijs zijn taak. “Ik ben zowel commandant als HLD en HOD. Eigenlijk zo’n beetje alles. Dat maakt het erg leuk omdat ik met verschillende instanties werk. Het komt hier dus wel voor dat burgers, die zijn ingehuurd door Schelde, de wacht lopen. Zo was hier laatst een wachtsofficier aan boord van vijfenzestig jaar.”
Gestaakt
De spanning loopt aardig op als het kanon voor het eerst geladen wordt. “Het is extra spannend nu het geheel ons eigen ontwerp is”, aldus Ben Angel, projectleider van Schelde Marinebouw. Een oorverdovende knal doorbreekt de nerveuze stilte. Opluchting op de brug. Het eerste schot, van in totaal twintig verdeeld over drie salvo’s, is gelukt. Alles lijkt soepel te verlopen. Ook het tweede schot over bakboord wordt succesvol afgevuurd. Echter, na verschillende
Dit is vrij definitief. Maar alles is op te lossen.” Dat blijkt ook wel als anderhalf uur later bekend wordt dat SEWACO, direct na aankomst van het korvet in Den Helder, aan de slag gaat met het probleem.
Abdul Wahab is een van de Indonesische opvarenden. De officier straalt van trots als hij vertelt over de KRI Diponegoro. “Werken op dit schip betekent alles voor mij. Maar ook voor de Indonesische marine is dit schip erg belangrijk.” Voor de Nederlandse marine kan de Diponegoro ook van belang zijn. Als is het maar om uit de ervaring te putten. Want de KM is voornemens om vier korvetten te laten bouwen. “Die schepen zullen groter en breder worden dan het Indonesische korvet en met minder bewapening”, licht projectleider Ben Angel toe. In hoeverre deze plannen al concreet zijn, kan of wil Schelde Marinebouw niet zeggen. Directeur Hein van Ameijden: “Er is veel belangstelling voor dit concept. We zijn nog in gesprek.”
Foto: Hans Koreman
Foto: Hans Koreman
Foto links: Een oorverdovende knal doorbreekt de stilte. Het eerste schot is gelukt.
Foto: Fred Boogerd
15
Michiel de Ruyterjaar officieel geopend
“Dit is mijn jaar!”
Met zeven slagen tegen de scheepsbel van De Zeven Provinciën, opende Hare Majesteit de Koningin op vrijdag 23 maart het Michiel de Ruyterjaar. Dat deed zij in Vlissingen, de geboorteplaats van Nederlands grootste zeeheld. In de St. Jacobskerk waarin De Ruyter die dag precies vierhonderd jaar geleden werd gedoopt en die hij als klein jongetje ooit beklom, werd het herdenkingsjaar middels speeches, overhandigingen van boeken en de Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Hennie Keeris (AVDD) uitreiking van de ‘De Ruyter Medaille’ officieel ingeluid. generaal-majoor der mariniers Rob Zuiderwijk.
“Vandaag worden het verleden en heden met elkaar geconfronteerd”, begon schout-bij-nacht b.d. S. van Idzinga, secretaris van de ‘Stichting 400 jaar Michiel de Ruyter’, zijn toespraak voor de honderden aanwezigen in de St.Jacobskerk. Idzinga, zelf een nazaat van De Ruyter, sprak met bewondering voor de ‘bestevaer’ en vond dat vooral in deze tijd een vergelijking met De Ruyter zich opdoet. “De vierhonderdste geboortedag van Michiel de Ruyter kan natuurlijk niet zomaar voorbij gaan. De zeevarenden in strijd met de elementen spreekt ons juist nu weer aan. Landgenoten worden uitgezonden naar verre oorden en ook bij de jeugd is er een verbetering van het maritiem besef. Michiel de Ruyter spreekt nog steeds tot de verbeelding.”
15:30 uur
Met drie keer twee korte slagen na elkaar en één korte slag op de scheepsbel van De Zeven Provinciën, de maritieme tijdsaanduiding van 15:30 uur, opende Hare Majesteit de Koningin officieel het Michiel de Ruyterjaar. Biograaf en historicus Ronald Prud’homme van Reine schreef een van de belangrijkste boeken over de zeeheld, ‘Rechterhand van Nederland’. “Van weinig helden uit het verleden is de geboortedag zo bekend als die van De Ruyter”, zei hij in zijn toespraak. “Daarbij valt op dat tussen de geboortejaren van verschillende grote zeehelden telkens tien jaar zit. Heemskerck in
“Michiel de Ruyter spreekt nog steeds tot de verbeelding” 1567, Piet Hein in 1577, Jan Pieterszoon Coen in 1587, Tromp in 1597 en De Ruyter in 1607. Dit zou een opmerkelijk historisch gegeven zijn, ware het niet dat later is gebleken dat het geboortejaar van Tromp 1598 moet zijn.”
Cantate
De openingsceremonie maakte indruk. Alleen al het gegeven – dat in dezelfde kerk waarin Michiel de Ruyter precies op de 23ste maart werd gedoopt en die hij als elfjarig jongetje brutaal beklom, nu als de Educatieve Kajuit plek diende van de opeOok de jeugd wordt betrokningsceremonie van zijn ken bij het Michiel de gedenkjaar – maakte de Ruyterjaar. Twee kinderen ceremonie extra bijzonder. overhandigden tijdens de Maar ook de cantate door ceremonie de ‘Educatieve Het Zeeuws Orkest en het Scheldeloodsenkoor zorgde De Tamboers en Pijpers van het Marinierskapel en de Vaandels van de Koninklijke Marine Kajuit’ aan de Minister van Onderwijs, Ronald voor de nodige kippenvel- konden uiteraard niet achterblijven op deze dag. Plasterk, een digitale ‘voormomentjes. De bariton, het raadkast’ waarin lesmateriaal is verzameld, gemaakt door jongeren koor en orkest zorgden voor een prachtig verzorgde cantate over de laatvan vijftien scholen van het basis- en voortgezet onderwijs verspreid ste zeeslag van Michiel de Ruyter. over Nederland. Het project is een initiatief van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en uitgevoerd door de Stichting Marinierskapel en Vaandels Leerplan Ontwikkeling. “Dat een schoolverlater als Michiel de Ruyter De Tamboers en Pijpers van het Marinierskapel en de Vaandels van de nog als voorbeeld zou dienen voor schoolkinderen? Wie had dat Koninklijke Marine konden uiteraard niet achterblijven op deze dag. Na gedacht”, grapte Plasterk na de overhandiging. “Maken jullie maar binnenkomst van Hare Majesteit de Koningin presenteerden de Vaandels gewoon jullie school af.” zich aan Hare Majesteit en de genodigden. Onder hen ook de Minister van Onderwijs, Ronald Plasterk, Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Verrassing Tineke Huizinga-Heringa, Commandant der Strijdkrachten, generaal De ceremonie had ook nog een verrassingselement: de uitreiking van de Dick Berlijn en de Commandant Zeestrijdkrachten, vice-admiraal Jan ‘De Ruyter Medaille’. Na een korte toespraak van de Staatssecretaris van Willem Kelder en Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten
16
Verkeer en Waterstaat, Tineke Huizinga-Heringa, werd de totaal verraste directeur van de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij, Sip Wiebenga, bekroond met de medaille. Het ereteken wordt jaarlijks aan mensen uitgereikt die zich door verdienstelijke daden voor de scheepvaart hebben onderscheiden. “De heer Wiebenga heeft met grote gedrevenheid ervoor gezorgd dat de bemanning met hypermoderne boten kan varen. Ook zorgde hij voor een groot saamhorigheidsgevoel en smeed de organisatie ineen. Een talent dat niet iedereen is gegeven”, waren de lovende woorden van de Staatssecretaris. Wiebenga reageerde verrast: “Ik ben de enige hier die volkomen onvoorbereid is. Dit is een absolute verrassing. Ik heb bij lange na niet het gevoel dat ik in de schaduw van Michiel de Ruyter kan staan. Het is een buitengewone eer dat ik deze medaille mag dragen.”
Met een druk op de knop werd tot slot de nationale tentoonstelling ‘De Ruyter herdacht, een feest van het volk’ in het MuZEEum te Vlissingen geopend. Op een groot scherm was vervolgens een clip te zien, met inclusief een optreden van Hans Koeman, de acteur die dit jaar in de huid kruipt van Michiel de Ruyter. “Dit is mijn jaar!” sloot hij de clip treffend af.
Activiteiten tijdens het Michiel de Ruyterjaar • Tentoonstelling ‘Marine en Michiel’ in het Atrium te Den Haag van 1 mei t/m 1 juni. • Zeeuwse Marinedagen te Vlissingen van 6 t/m 8 juli. • Toneelstuk Michiel de Ruyter op/in De Zeven Provinciën (in aanbouw) op de Bataviawerf te Lelystad, première op 7 juli. • Nationale Vlootdagen te Den Helder van 13 t/m 15 juli. • Tentoonstelling ‘Helden van Nederland’ in de Nieuwe Kerk te Amsterdam van 4 augustus t/m 11 november. • Sail De Ruyter 2007, race met Tallships vanuit Den Helder via Oostende naar Vlissingen van 23 augustus t/m 26 augustus. • Nationale Taptoe te Rotterdam van 26 t/m 30 september. • Admiraalslezing in de Nieuwe Kerk te Amsterdam op 7 november. • Tentoonstelling ‘De vrouwen van Michiel’ in het Marinemuseum te Den Helder van 29 juni t/m 7 juli 2009.
Met drie keer twee korte slagen na elkaar en één korte slag op de scheepsbel van De Zeven Provinciën, opende Hare Majesteit de Koningin officieel het Michiel de Ruyterjaar. 17
DEUX TRICOLORES VERGROOT SAMENWERKING
Van 5 tot en met 16 maart namen de mariniers van de 31ste infanteriecompagnie, de bootgroep Curaçao en het ondersteuningsvaartuig Hr.Ms. Pelikaan deel aan de grote, internationale oefening ‘Deux Tricolores.’ Deze ‘Joint Combined Exercise’ vond plaats op St. Martin, Marie Galante en Les Saintes. De van oorsprong Nederlands-Franse oefening ‘Deux Tricolores’ is door de jaren heen uitgegroeid tot een ‘Joint Combined Exercise’, met een kleurrijk deelnemersveld.
Dit jaar namen naast Nederland en Frankrijk, ook militairen uit Venezuela, Colombia en Mexico deel aan de diverse scenario’s in verschillende stadia van het geweldsspectrum. Bij het uitvoeren van de oefeningen lag veel nadruk op het afstemmen van de verschillende procedures, technieken en tactieken. Hiermee wordt de interoperabiliteit van de deelnemende landen vergroot en zijn zij derhalve beter voorbereid op een eventuele gezamenlijke inzet.
Op St. Martin kregen de 950 militairen te maken met een scenario waarin een drugsbaron de macht had gegrepen en onrusten op het eiland waren uitgebroken. Vanuit de Verenigde Naties kregen zij opdracht om het gezag te herstellen. Ook moesten vluchtelingen worden opgevangen en geëvacueerd. Hiervoor werden de Boston Whalers van de bootgroep veelvuldig ingezet. De vijandige milities werden uiteindelijk door de mariniers opgespoord en uitgeschakeld. Voor Hr.Ms. Pelikaan lag ook een belangrijke rol weggelegd. Samen met het Franse landingsvaartuig FNS Francis Garnier vormde het Nederlandse schip de amfibische taakunit. Vanuit deze taakunit werden regelmatig ruim honderdtwintig man met acht kleine vaartuigen op amfibische wijze aan land gezet, om een haven te veroveren of om een evacuatielocatie veilig te stellen. Ook transporteerde Hr.Ms. Pelikaan veelvuldig materieel en personeel tussen de diverse eilanden.
PRINS WILLEM ALEXANDER BEZOEKT ADMIRALITEITSRAAD Op 17 april heeft de Commandant der Zeestrijdkrachten, VADM Kelder, de kroonprins ZKH prins Willem Alexander ontvangen bij de Admiraliteitsraad te Den Helder. In een open en geanimeerde sfeer werd de kroonprins bijgepraat over de belangrijkste nieuwe ontwikkelingen bij het Commando Zeestrijdkrachten. Er werd met name aandacht besteed aan
recente operaties en inzet, de implementatie van de Marinestudie, de organisatie, taken en ontplooiing van NLMARFOR en hoofdlijnen van het nieuwe personeelssysteem en het project Op Koers. Een aardigheidje bleef ook niet uit: de prins kreeg een mini plunjebaal en een voorleesboek van Jip en Janneke mee voor zijn dochter prinses Ariane. (foto: Albert Vermeulen)
DEENS EN ZWEEDSE DELEGATIE BEZOEKT VETERANENINSTITUUT
Een gemengde Deens en Zweedse delegatie heeft eind maart het Veteraneninstituut in Doorn bezocht. Het werkbezoek vond plaats naar aanleiding van een Noord-Europese conferentie over veteranenzorg in oktober 2006 in Polen. De twaalfkoppige delegatie liet
zich uitgebreid voorlichten over de opbouw en de uitvoering van het Nederlandse model van erkenning, zorg en onderzoek voor en naar veteranen en de samenwerking tussen militaire en civiele organisaties. Van Nederlandse zijde was vooral belangstelling
18
voor de wijze waarop in beide landen jonge veteranen worden benaderd. De groep afgevaardigden, bestaande uit psychologen, personeelsfunctionarissen en stafofficieren van de Deense en Zweedse krijgsmacht en vertegenwoordigers van de Deense veteranenorganisatie, werd door deskundigen van het Veteraneninstituut ontvangen. Het programma was goed gevuld: de eerste dag stond in het teken van het uitwisselen van kennis en informatie over civiel-militaire samenwerking, de samenwerking met veteranenorganisaties, activiteiten voor jonge veteranen en de Nederlandse Veteranendag. De tweede dag werd besteed aan een uitgebreid bezoek aan de nieuwe organisatie van de Dienst Militaire Geestelijke Gezondheidszorg, gevolgd door een bezoek aan het Dienstencentrum Reïntegratie op de Marinekazerne te Amsterdam.
(foto: Wiebe Arts)
TIEN OUD-DIRECTEUREN BEZOEKEN VEERTIGJARIGE CAMS-FORCE VISION Tien van de dertien directeuren van CAMSForce Vision bezochten op 22 maart de veertigste verjaardag van hun oude bedrijf. In een korte toespraak blikte de huidige directeur, kapitein-ter-zee Ronald van Noppen, terug op de historie en recente ontwikkelingen binnen CAMS-Force Vision. Volgens de kolonel kan anno 2007 terug worden geblikt op een groot aantal geslaagde projecten die voor een zeer bescheiden budget zijn gerealiseerd voor de Koninklijke Marine. Zo werden recent nog klinkende resultaten geboekt met het luchtverdedigings- en commandofregat Hr.Ms. Tromp tijdens beproevingen bij Hawaï. Uit de vooruitblik van de directeur bleken er ook voor de toekomst nog genoeg uitdagingen te zijn voor CAMS-Force Vision. Dit jaar wordt het Landing Platform Dock 2 opgeleverd en daarnaast wordt er samen met de Defensie Materieel Organisatie gewerkt
Vlnr: KTZE (b.d.) ir. R. van Wagtendonk, KTZ (b.d.) G.B.P. Monster, SBN (b.d.) J.D. Backer, CDR M.J.M. Borsboom, CDRE (b.d.) ir. W.J.A. van Raay, CDRE (b.d.) A.P. Hummel, SBN (b.d.) J.W.H. Wevers, KTZE ir. R. van Noppen, KTZE (b.d.) ir. T.T.M. Groot, SBNE (b.d.) ir. C.R. van den Berg en KTZE (b.d.) ir. J.J. Scholten. aan de bedrijfsvoeringconcepten en het ontwerp van de toekomstige patrouilleschepen en het ‘Joint Logistics Support Ship.’ Een andere grote uitdaging bestaat uit de realisa-
AFSCHEID COMMANDANT 1 MARNSBAT
Op 21 maart heeft luitenant-kolonel der mariniers Rolf Springer het commando van het 1 Mariniersbataljon neergelegd en tijdelijk overgedragen aan majoor der mariniers Rudolf Keijzer. Majoor Keijzer zal het commando over 1 Marnsbat waarnemen tot het aantreden van de nieuwe commandant op 15 juni 2007. De commandant wilde weinig ruchtbaarheid geven aan zijn afscheid. Een aantal functionarissen dachten daar echter anders over. Op ludieke wijze werd hij verrast door
een aanvalsploeg van de Unit Interventie Mariniers, die hem geblinddoekt afleverde op het Infanterie Schietkamp Harskamp. Tijdens de commando-overdracht blikte de chef d’equipage (CdE) adjudant onderofficier der mariniers Kees Maas terug op alle activiteiten die gedurende het commando van overste Springer bij het 1 Marnsbat hebben plaatsgevonden. Zo memoreerde Maas diverse berg- en wintertrainingen en grote buitenlandse oefeningen en de ondersteuning aan de SRF, PRT 4, 5 en 6. De CdE roemde de scheidend commandant door zijn vooruitstrevende visie, die onder andere heeft geresulteerd in de trial met de Laplander en de ontwikkeling van SOP’s met betrekking tot opereren in verstedelijkt gebied en voertuig- en mobiliteitstraining. De scheidend commandant kreeg een commandodolk met inscriptie, alsmede een fotocollage voorzien van de bataljonsvlag in miniatuurformaat. Overste Springer is nu COS Mariniers Training Commando.
RONDLEIDING OP ANTILLIAANSE KAZERNES
VOORKOM VASTLOPEN RITS
Bij het bericht in de Alle Hens van april over rondleidingen op de kazernes in de Nederlandse Antillen stond een fout in het e-mailadres.
De parka, behorende bij het nieuwe boordtenue, zorgt nog voor wat strubbelingen met de rits, blijkt uit de eerste praktijkervaringen. De rits, die een zogeheten dubbele trekker heeft, kan bij verkeerd gebruik vastlopen. Het KPU-bedrijf beschrijft in een nota, die naar alle medewerkers van de KM is gestuurd, hoe de rits het beste gebruikt kan worden.
SGTMAJMARNS b.d. Dirk van Helden is te bereiken op:
[email protected] of telnr: (00)5999 888 07 14.
19
tie van ‘Network Enabled Capabilities.’ Dit is een concept waarbij sensoren, wapens en commandosystemen middels netwerken met elkaar worden verbonden.
THEMA RONDLEIDING BRONBEEK Op dinsdag 26 juni om 14.00 uur kunnen belangstellenden deelnemen aan een themarondleiding over het Arnhemse Landgoed Bronbeek, gevolgd door een lichtbeeldenpresentatie over de geschiedenis van dit landgoed. Bronbeek is een voormalige buitenplaats in de Arnhemse Veluwezoom uit het begin van de negentiende eeuw. In 1863 werd op dit terrein het toenmalige Koloniaal Militair Invalidenhuis Bronbeek gebouwd. Tijdens de rondwandeling over het landgoed krijgen deelnemers uitleg over de monumentale bomen, bronnen, vijvers, watervallen, tuinbeelden en het voormalige boerenbedrijf op het landgoed. Ook de architectuur van de gebouwen op het landgoed en de monumenten ter herdenking van de slachtoffers van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog worden belicht. Na de wandeling zullen lichtbeelden met toelichting door de spreker een beeld van de vroegere situatie op het landgoed geven. Het programma eindigt om 16:30 uur. Toegangsprijs incl. museumentree: €2,30. Reserveren noodzakelijk: telnr: 026 376 35 55. Adres: Museum Bronbeek, Velperweg 147, Arnhem - www.bronbeek.nl.
DE DEADLINE VOOR HET AANLEVEREN VAN ARTIKELEN VOOR HET JUNINUMMER VAN ALLE HENS IS MAANDAG 7 MEI
VLIEGTUIGMAKERS
STORM OP ZEE
Bij voldoende belangstelling willen Hans Hendriksen en Nico Arentsen een reünie organiseren van het dienstvak vliegtuigmaker-bekleder-parachutepakkers van de Marine Luchtvaart Dienst. Deze is ook voor z/m’ers. Reacties kunt u sturen aan bovengenoemden: Maurits Escherstraat 12, 7021 GJ Zelhem,
[email protected], telnr: 0314 621 332, of Boddens Hosangstraat 17, 7002 JA Doetinchem,
[email protected], telnr: 0314 326 865.
MARINEMAN WOUTERS VOORZITTER NAA De Australische ijzererts carrier Selkirk heeft begin april even mogen proeven aan de cycloon George aan de noord-westkust van West Australië. De kleinzoon van oud seiner eerste klasse Leo Scholtes stuurde deze foto’s naar zijn opa. De cycloon raasde met windstoten van over de tweehonderd kilometer
KTZ Wouters (links) ontvangt de voorzittershamer. Tijdens de algemene leden vergadering van de Navy Attaché Association (NAA) is kapitein-ter-zee Michiel Wouters verkozen tot de voorzitter van de NAA door alle in Londen geplaatste internationale marine attaché’s. Hij neemt deze eervolle functie over van zijn Spaanse collega kapitein-ter-zee Joaquin Crespo. Wouters zal hiermee niet alleen voorzitter zijn, maar ook indien nodig optreden bij officiële gelegenheden als vertegenwoordiger van alle marine attaché’s geplaatst in het Verenigd Koninkrijk. De functieoverdracht vond plaats op 28 maart door het overhandigen van de voorzittershamer in de Master Mariners Club aan boord van HQS Wellington in aanwezigheid van de First Sea Lord and Chief of Naval Staff Admiraal Sir Jonathon Band KCB ADC.
GROOT MILITAIR BREVET GOLFTOERNOOI Op vrijdag 13 juli vindt op de golfbaan Bleijenbeek te Afferden de veertiende editie plaats van het Groot Militair Brevet golftoernooi. Iedereen die in het bezit is van het Groot Militair (vlieg-) Brevet (al dan niet (meer) in actieve dienst) en minimaal een GVB kan meespelen. De inschrijving is open van 1 april tot 15 juni 2007. Details zijn te vinden op www.gmbtrophy.nl
per uur voorbij en heeft grote schade aangericht bij Port Hedland en omgeving. “Deze foto’s laten duidelijk zien dat varen niet altijd even gemakkelijk gaat onder deze omstandigheden. Ik hoop dat deze foto’s van nut kunnen zijn voor jonge mannen die zee officier willen worden”, aldus de oud-seiner.
‘GA DOOR NAAR DE GEVANGENIS’ Kapitein-luitenant-ter-zee Pim Croiset van Uchelen heeft op 6 april in Londen het commando over Hr.Ms. Van Amstel overgedragen aan kapitein-luitenant-terzee Jeroen van Zaalen. Bij zijn afscheid sprak de scheidende commandant zijn dank uit aan de bemanning voor hun inzet en loyaliteit. “Ondanks de negatieve publiciteit over defensiepersoneel in het afgelopen jaar, weet ik dat onze organisatie bestaat uit mensen met hart voor het bedrijf, mensen van wie een commandant heel veel kan vragen en mensen die voor het overgrote deel heel goed met elkaar omgaan en weten waar ze mee bezig zijn.” Na ruim een jaar met veel plezier en enthousiasme het commando over de Van Amstel te hebben gevoerd, slaat overste Croiset van Uchelen nu een heel andere weg in. Hij speelde al langer met het idee dat hij ervaring op wilde doen bij een organisatie buiten Defensie, ondanks dat zijn hart nog steeds bij de Koninklijke Marine ligt en hij de dienst niet wil verlaten. In overleg met P&O KM en het Ministerie van Justitie heeft hij afgelopen voorjaar de ideale afspraak weten te maken om ‘buiten de poort’ te kunnen kijken. Voor een jaar gaat hij voor Justitie werken als directeur van het Huis van Bewaring in Zwaag, op detacheringsbasis. Overste Van Zaalen voert het commando over Hr.Ms. Van Amstel tot komende zomer. Daarna gaat Hr. Ms. Van Amstel het tussentijds onderhoud in. Overste Van
20
Links: scheidend CDT Croiset van Uchelen en rechts de nieuwe CDT KLTZ Van Zaalen. Zaalen zal gedurende zijn commando ook zijn functie als stafofficier onderzeebootoperaties bij DOPS/MARSITCEN te Den Helder blijven vervullen. Komende zomer zal hij deze staffunctie weer volledig oppakken.
2000 VLIEGUREN LYNX
MARATHON VAN TARIN KOWT
Op 2 april heeft sergeant ODOPS Dave van der Tol, sensoroperator van Speedy Flight, in de West zijn tweeduizendste vlieguur in de Lynx gemaakt. Na de landing op Hr.Ms. Zuiderkruis werd hij in het bijzijn van de vluchteenheid door de commandant, KLTZ Oscar van Lent, verrast met een passende taart. Van der Tol begon zijn loopbaan bij de KM in oktober 1996. Ruim twee jaar later maakte hij de overstap naar de Marine Luchtvaart Dienst. Na zijn opleiding tot sensoroperator werd hij vanaf juni 1999 operationeel ingezet. Hij was crewmember van de vluchteenheden Gaston, Pink Panther, Turtle, Obelynx, Bunny, Simpson, Dalton en is nu actief in Speedy Flight.
A&C WEDSTRIJDENCAMS-FORCE VISION
Niet alleen in Rotterdam werd op zondag 16 april een marathon gelopen, ook in Kamp Holland bij Tarin Kowt in de Afghaanse provincie Uruzgan konden Nederlandse militairen de 42,195 kilometer afleggen. De marathon van Tarin Kowt werd gewonnen door sergeant der mariniers Michel. Hij zette een tijd neer van 3 uur 29 minuten en 15 seconden. De omstandigheden waren zwaar. Tarin Kowt, waar de Nederlanders gelegerd zijn, ligt op 1500 meter hoogte en het terrein is onregelmatig met veel vals plat. De militairen gingen al om 06:15 uur op pad omdat de temperatuur overdag kan oplopen tot 38 graden. Het idee voor de marathon kwam van luitenant Martine, die eigenlijk de marathon van Rotterdam had willen lopen.
REÜNIES
In het weekend van 30 en 31 maart vonden op het KIM in Den Helder de A&C sportwedstrijden plaats, het jaarlijkse evenement waarbij adelborsten en cadetten het tegen elkaar opnemen in zeer uiteenlopende takken van sport. Na de openingsstunt, een spectaculaire afdaling van generaal-majoor Van Osch en commandeur Tegelberg, werden de wedstrijden geopend. Met slechts twee punten voorsprong waren het uiteindelijk de cadetten die de beker mee naar Breda namen. Hoewel de adelborsten na de eerste dag nog een ruime voorsprong hadden op de cadetten, wees de puntentelling zaterdagmiddag een eindstand aan van 26-28 voor de Bredase afvaardiging. De cadetten veroverden hun punten bij de van oudsher geliefde onderdelen rugby en hockey. De meer traditionele militaire sportonderdelen, zoals het koningsnummer speedmarsen en het mili-
taire parcours, werden juist door de adelborsten gewonnen. Nieuw dit jaar was de prijs van de Federatie Voor Nederlandse Officieren (FVNO), bedoeld voor de groep die blijk heeft gegeven van hoge teamspirit en teamprestatie. Het speedmarsteam van de adelborsten had de eer deze nieuwe prijs voor het eerst in ontvangst te nemen. De Gouden Eikel, de prijs voor de beste niet-sporter die meedeed met de niet-sportersrace ging naar de cadet Laan. Tevens werden de gouveneursmedaille en de commandeursmedaille uitgereikt aan de adelborst en cadet die zich uitzonderlijk hebben ingezet tijdens de wedstrijden. Voor de adelborsten ging de medaille naar korporaaladelborst Jong en voor de cadetten naar cadet-sergeant Hereijgers.
(Foto: Buddy Freeth)
DARE TOT REMEMBER Op 27 mei is het vijf jaar geleden dat marinier Erik Zwanziger is overleden. Wij willen dit op een informele manier herdenken door herinneringen uit te wisselen, foto’s te bekijken en te luisteren naar Erik’s favoriete muziek. Heb je een speciale band
De Reüniegroep Zeemacht houdt op 9 mei in de Van Ghentkazerne een reünie. Contactpersoon is B.J. Oudman, telnr: 06 105 270 61. Op dezelfde dag vindt een reünie plaats van het Contact Oud Mariniers afdeling Brabant in de Van Braamhouckgeetskazerne. Contactpersoon is N.J. Dol, telnr: 0182 372 632. Op 12 mei komt de Reüniegroep Korps Mariniers 1959-1962 samen in Bronbeek. Contactpersoon is P.J. Peeters, telnr: 0486 475 297.
Herdenking Nederlands Indië Breda/Oosterhout
Op donderdag 14 juni wordt op de Trip van Zoudtlandtkazerne te Breda een reünie/ herdenking gehouden, in samenwerking met de cadettenbataljons van de KMA te Breda, voor familie, sobats en belangstellenden. Aanvang 14:00 uur. Diegenen die zich hebben aangemeld, krijgen automatisch een uitnodiging. Voor meer informatie en een uitnodiging kunt u bellen met: J.G. Gulickx, telnr: 076 587 78 24, mobiel 06 228 807 04 of met: M. van Aalten telnr: 076 587 16 31, mobiel 06 514 208 05.
Hr.Ms. Drenthe
met Erik? Dan nodigen we je uit om op 27 mei 2007 om 14:00 uur naar de begraafplaats in Almere-Haven te komen. Wil je foto’s waar Erik op staat meenemen? Harry, Rina en Melanie
21
Lou Paes probeert met een paar maten een reünie te organiseren voor de bemanning van Hr.Ms. Drenthe die in 1972 in de West is geweest. Iedereen die interesse heeft kan zich opgeven op het volgende e-mail adres:
[email protected].
NMK VOLLEYBAL Op 4 april is in de Hanzehal in Zutphen het Nationaal Militair Kampioenschap volleybal gehouden. In een professionele atmosfeer werd een zeer spannend toernooi afgewerkt, waarbij alle vier krijgsmachtdelen vertegenwoordigd waren met zowel een heren- als een damesteam. Ondanks de vele vaar-, vlieg- en oefenbewegingen heeft de KM ook een representatieve afvaardiging naar het kampioenschap weten te sturen. In het herentoernooi, waarbij met name de KL en de KMar met zeer goed op elkaar ingespeelde spelers het strijdperk betraden, was overallwinst voor de KM heren net een ‘brug te ver’. Toch verdienen de heren een compliment vanwege hun inzet en wedstrijdmentaliteit. Ze hebben nauwelijks de gelegenheid gehad om te trainen, maar toch wist men aardig tegenstand te bieden. Bij de dames, die vrijwel een gelijkwaardige voorbereiding kenden als het herenteam, waren de resultaten mogelijk nog indrukwekkender. Knap spel in de voorronden en de kruisfinale resulteerde in een plek in de finales. In de kruisfinale werd de wedstrijd gespeeld tegen het team van de KL. Na een 1-0 achterstand wisten de KM-meiden op kwaliteit en teamspirit de wedstrijd om te buigen in een 1-2 overwinning, de KL-dames in vertwijfeling achterlatend. Gevolg was een finaleplaats tegen de KMar. Deze finale ging weliswaar verloren tegen de dames van de KMar, waardoor een tweede plaats werd bereikt, maar men heeft een onuitwisbare indruk achtergelaten en een duidelijke waarschuwing voor het NMK volgend jaar. Om volgend jaar ook de heren tot deze resultaten te kunnen laten komen en die van de dames minimaal te consolideren zal al vroeg met de voorbereidingen begonnen worden. Liefhebbers van volleybal worden dan ook verzocht contact op te nemen met Bureau Lichamelijke Opvoeding en Sport van de Dienst OS&O, te bereiken op: *06 20954393/94.
EMBLEEM DIRECTIE OPERATIONELE ONDERSTEUNING Op 2 april is het embleem van de Directie Operationele Ondersteuning (DOST) vastgesteld. De omschrijving luidt: ‘In keel een omgekeerde keper van goud, beladen met een alle zijden rakende schijf van azuur, bezaaid met blokjes van goud, waarop een leeuw van goud, getongd en genageld van keel, gekroond met een kroon van drie bladeren en twee parelpunten van goud, houdende in de rechtervoorklauw een schuinlinks opgeheven zwaard van zilver met gevest van goud, en in de linkervoorklauw een bundel van zeven pijlen van zilver met punten van goud, tezamen gebonden met een lint van hetzelfde, de keper rustende op een golvende schildvoet, golvend gedwarsbalkt van vier stukken van zilver en azuur’. Embleemspreuk: ‘Classi fundamentum’ in Latijnse letters van zilver op een lint van azuur. Het hartschild van het embleem verwijst naar het embleem van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK). Dit hartschild wordt geheel ondersteund door een keper van goud. Deze vorm, de chevron,
is traditioneel een symbool voor militaire rangen. Ook beeldt de keper de victorie uit en staat symbool voor een scheepsromp. Dit embleem geeft hiermee uiting van het stabiele fundament dat de DOST geeft aan het CZSK. Hiermee is tevens het devies ‘Classi fundamentum’ (Fundament voor Zeestrijdkrachten) verklaard.
MARINIERS HELPEN BIJ SCHOONMAAKACTIE Zaterdag 31 maart kreeg Staatsbosbeheer hulp van 55 vrijwilligers bij het ruimen van door de zee achtergelaten afval uit het natuurreservaat De Slufter in het nationaal park Duinen van Texel. Ook het Korps Mariniers werd ingezet voor deze schoonmaakactie. Twee rupsvoertuigen en twee mariniers hielpen met de schoonmaak en voerden het ingezamelde afval af. Het vloedmerk, vanaf de Bol van Madura ten noorden van de Oorsprongweg tot 200 meter ten zuiden van de Slufterweg, is schoon gemaakt. De resterende gedeelten worden de komende tijd met schoolklassen opgeruimd. Vooral in de bochten ten zuiden van de Bol van Madura en de Bol van Dordrecht was een hoge concentratie vuilnis te vinden. Veel kunststof verpakkingsmateriaal en nylontouw maar ook een deur
van een diepvries en autobanden waren door de zee in De Slufter achtergelaten. Ook kunstofauto-onderdelen die vermoedelijk van de in 2002 gezonken Tricolor afkomstig zijn, werden opgeruimd.
HOGE ONDERSCHEIDING Op 26 maart 2007 heeft de Commandant Zeestrijdkrachten, VADM J.W. Kelder, een hoge Amerikaanse onderscheiding ontvangen uit handen van de Chief of Naval Operations ADM Mike Mullen. De Legion of Merit in de rang van Commander is toegekend door de President van de VS vanwege de wijze waarop VADM Kelder de samenwerking tussen de Amerikaanse en
22
Koninklijke Marine verder heeft vergroot. De wereldwijde inzet van eenheden van de KM tijdens ‘Operation Enduring Freedom’, counter-drugs operaties en in UNIFIL, onderstrepen deze samenwerking en de wijze waarop de KM borg staat voor veiligheid op en vanuit zee. De Legion of Merit wordt sinds 1942 toegekend door de president van de VS.
Advertentiecampagne Gedragscode
DAG VAN DE VERPLEGING ‘Veiligheid op de werkplek’, dat is het thema van de internationale Dag van de Verpleging 2007 op 11 mei. Evenals vorig jaar haakt de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg van het Commando Dienstencentra hier op aan. Op de Korporaal van Oudheusden Kazerne in Hilversum zullen in de tenten van het reizend theaterfestival de Parade op levensechte wijze verschillende kanten van veiligheid worden belicht. Naast de verpleegkundigen in dienst van de Bedrijfsgroep Gezondheidszorg zijn dit keer ook de verpleegkundigen van de operationele commando’s uitgenodigd. Alle verpleegkundigen binnen defensie (niveau 3, 4 en 5) hebben inmiddels een vooraankondiging gekregen en ontvangen binnenkort een uitnodiging. Via deze vooraankondiging kunnen zij reageren op het thema veiligheid. Op de antwoordkaart kunnen zij een onveilige situatie beschrijven waar ze, eventueel samen met collega’s, een veilige situatie van hebben gemaakt. De beste inzending ontvangt op 11 mei een ‘veilige’ prijs.
NATIONALE MILITAIRE KAMPIOENSCHAPPEN
In maart vonden het Nationaal Militair Kampioenschappen zaalvoetbal (futsal), schermen en basketbal in Den Helder plaats. Deze evenementen zijn in een prima sfeer verlopen en werden door alle krijgsmachtde-
len goed bezocht. Het zal geen verassing zijn dat LTZ2 Sonja Tol de overwinning behaalde bij het NMK schermen. WMR Bas Verwijlen was wederom de beste bij de heren. Beide futsalteams van de KM behaalden een derde plaats en beide basketbalteams behaalden een tweede plaats tijdens dit kampioenschap. Bij de heren basketbal spande het erom, er werd slechts verloren met een klein puntenverschil. In Nijmegen vond op 21 maart het NMK indoorklimmen, georganiseerd door de CLSK, plaats. Van de twee deelnemers van de marine werd korporaal Rick Huider elfde.
BEMANNING ZIERIKZEE DRAAGT HR.MS. HARLINGEN OVER Na een traditionele inzegening van de Letse vlag en handtekeningen van staatssecretaris Cees van der Knaap en diens Letse collega Edgars Rinkevics is Hr.Ms. Harlingen de LVNS Imanta geworden. Eindelijk is het zover: na een intensieve begeleiding van allereerst de bemanning van Hr.Ms. Vlaardingen en vervolgens de bemanning van Hr.Ms. Zierikzee kan men opgelucht ademhalen dat het hele spektakel succesvol is afgerond. De ceremoniële overdracht vond plaats op steiger Karosta in Liepaja op 7 maart. Ondanks de koude wist een ieder zich goed staande te houden gedurende de diverse toespraken en inzegeningen. Na afloop
werd de ‘nieuwe’ LVNS Imanta opengesteld voor de diverse hoogwaardigheidsbekleders en was er nog een kleine partij. Bij aankomst in Liepaja, een kleine week voor de overdracht, werd geconstateerd dat er voeding over was. Op initiatief van de chefkok is gezocht naar een weeshuis in Liepaja. Het 98 koppig tellende weeshuis ‘Bďrnunams’ werd uitverkoren. Jongens en meisjes tussen de twee en negentien jaar, die wees zijn, groeien hier op. Naast voeding werden ook lakens en dekens geschonken. De afvaardiging van het schip werd in het weeshuis met open armen ontvangen, de uitgedeelde ijsjes werden vervolgens gretig opgegeten.
Naast de ceremoniële verplichtingen en drukke werkzaamheden, was er nog tijd voor ontspanning gedurende de kleine week dat het schip verbleef in het Letse Liepaja. De OS&O commissie vond een aardige skistek op ongeveer honderd kilometer afstand van Liepaja. Hier heeft driekwart van de bemanning zich kostelijk vermaakt gedurende een weekend. Het skiën werd de eerste dag afgesloten met een barbecue aan de rand van de piste. Met een voldaan gevoel keerde de bemanning van de Hr.Ms. Zierikzee uiteindelijk per vliegtuig terug naar Nederland om haar eigen werkzaamheden weer op te pakken.
SURINAAMSE MINISTER VAN DEFENSIE BEZOEKT KUSTWACHT De Surinaamse Minister van Defensie, Ivan Fernald, heeft op 30 maart een bezoek aan Marinebasis Parera gebracht. Tijdens het bezoek kreeg hij informatie omtrent de werkwijze van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De Surinaamse minister werd samen met majoor J. Achong ontvangen door de Commandant der Zeemacht in het Caraïbisch Gebied, commandeur Frank Sijtsma, waarna zij een presentatie kregen van de Kustwacht organisatie door kapiteinluitenant-ter-zee Martin van Lavieren. Na de
presentatie kregen zij een rondleiding in het Rescue and Coordination Centre (RCC) van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. De minister heeft daarnaast een informeel bezoek aan de Marinierskazerne Savaneta gebracht. Fernald wilde graag met personeel van gedachten wisselen over hun ervaringen opgedaan tijdens de recente ‘Jungle Warfare Course’ te Suriname. De minister toonde zich zeer geïnteresseerd in het werk van de Koninklijke Marine in het Caribisch Gebied.
24
Advertentiecampagne Gedragscode
DUIKOPLEIDINGEN LANDMACHT EN MARINE OFFICIEEL SAMEN
Op 23 maart hebben de commandant Opleidings- en Trainingcommando (OTCo), brigadegeneraal Pieter Smit en Hoofd Opleidingen Koninklijke Marine, kapitein-terzee Frank Marcus, de samenwerkingsovereenkomst Defensie Duikschool ondertekend. Deze gebeurtenis sluit een lange periode af van intensieve en gedetailleerde voorbereidingen waarin zowel vertegenwoordigers van de Duikschool van het OTCgenie, de Duik- en
BEDANKJE Omdat het onmogelijk is iedereen persoonlijk te benaderen willen wij, mijn vrouw, kinderen en ik, graag iedereen via deze weg bedanken voor het medeleven en de daaropvolgende reacties naar aanleiding van mijn ongeluk. Deze steun heeft zeker bijgedragen aan mijn herstel en hebben mij en mijn gezin veel houvast geboden in deze moeilijke tijd. Wij zullen dit nooit vergeten. Ik ben nu bezig aan mijn herstel en dit gaat vooralsnog voorspoedig. Wij hopen dat ik weinig beperkingen overhoud. Het voelt allemaal goed aan, maar ik ben er nog lang niet. Ik ga jullie allemaal zien en nogmaals bedankt. Ruud Zahradnik
Demonteerschool van de marine als de medezeggenschapcommissies van beide eenheden betrokken waren. Met de ondertekening van deze samenwerkingsovereenkomst krijgt de samenwerking, die er al op informele wijze was, een formele status. De komende twee jaar zal moeten blijken of datgene wat er op papier bedacht is, in de praktijk goed werkt. Uiterlijk na deze twee jaar zal de samenwerking worden geëvalueerd. Bij de Defensie
Duikschool zullen de specifieke duikopleidingen van de landmacht en de marine worden verzorgd – waarbij beide krijgsmachtdelen hun eigen identiteit behouden. Dit omdat er nu eenmaal verschillen zijn tussen het optreden van landmacht- en marineduikers. De feestelijke gebeurtenis heeft plaatsgevonden in Den Helder en werd bijgewoond door een vijftiental vertegenwoordigers van de beide krijgsmachtdelen.
GEZOCHT: INSTRUMENTSPELERS De Reünisten-Matrozenkapel is dringend op zoek naar uitbreiding van het klein koper (met name bugelspelers en trompettisten) en een slagwerker-bekkenist. Natuurlijk zijn alle andere instrumentspelers ook van harte welkom. De kapel speelt in een fanfarebezetting. Iedereen die heeft gespeeld in een van de voormalige kapellen van Hilversum (MOKH), Valkenburg (MVKV), Wachtschip Willemsoord (Den Helder) en de Marinekazerne te Biak (voormalig Nederlands Nieuw Guinea) willen wij oproepen zich aan te melden. Daarnaast zijn er ook leden die hebben gespeeld in de voormalige Mariniersfanfare te Curaçao (Suffisant). Heb je niet gespeeld in een van die kapellen, maar je hebt wel interesse in de RMK en een marine achtergrond, dan kun je je eveneens aanmelden. Repetities
worden gehouden op zaterdag eens per veertien dagen te Giessenburg van 12:0015:00 uur. Heeft u interesse of wilt u meer informatie: telnr: 06 243 083 38 of mail naar:
[email protected], www.matrozenkapel.nl.
EERSTE TAKENBOEKEN JOHAN DE WITT AFGEROND Op 26 maart vond een bijzondere gebeurtenis plaats aan boord van het nieuwste schip bij de Koninklijke Marine, Johan de Witt. Voor een heuse examencommissie hebben de twee matrozen van de Operationele Dienst, Laura Molenaar en Willem Reinders, de laatste vragen van hun PBI-takenboek beantwoord en een tweetal
lastige praktische opdrachten moeten vervullen. Een bevordering is op zich niet zo bijzonder, maar omdat het vaarprogramma van de Johan de Witt aangepast diende te worden, moesten een aantal PBI-taken worden opgeschort. Hierdoor moest zelfs een verlenging van de PBI-periode worden aangevraagd. De vastberadenheid en het
26
doorzettingsvermogen van beide matrozen werd beloond nadat de commissie de overtuigende antwoorden van deze PBI’ers had aangehoord. De commandant van de Johan de Witt, KTZ Ed Veen, reikte na afloop aan beiden de onderscheidingstekens uit, behorende bij de stand van matroos der eerste klasse.
LANDDAG OFFICIEREN OPERATIONELE DIENST EN MARINIERS
Op woensdag 21 maart is de jaarlijkse landdag officieren Operationele Dienst en Mariniers gehouden. Op deze dag gaven verschillende hoofdofficieren presentaties over de ontwikkelingen in hun werkterrein. KOLMARNS Oppelaar lichtte de hoofdaandachtsgebieden toe bij de Implementatie van de Marinestudie. Naast de uitdagingen bij de te bouwen schepen en de te vormen versterkte marinierbataljons, erkende Oppelaar dat het grote potentiële struikelblok het personeel is. KTZ Dekkers behandelde het Operatie Jaarplan, KTZ Terraneo had als onderwerp de roadmap CZSK/NLMARFOR, de UKNL battlegroup en een samenwerking met Noren en Zweden om deel te nemen aan een te vormen EU quick reaction force. Aansluitend hield KTZ De Harder een presentatie over de nieuwe inrichting van het doctrinehuis CZSK. KLTZ Poortman lichtte de ontwikkeling van het
Defensie Helikopter Commando (DHC) toe. Hij onderstreepte het toenemende belang van helikopters voor zowel de kusttaken als de expeditionaire operaties. Hij gaf enig inzicht in de organisatie van het DHC, dat weliswaar straks een CLSK-onderdeel is, maar voor een relatief groot deel gevuld blijft met ‘blauw’ personeel. Hij benadrukte dat er voor zeedienst/OD-officieren en officieren der mariniers interessante loopbaanmogelijkheden in het DHC zullen zijn. De presentatie van KLTZ Leeflang had als onderwerp ERP, SAP en SPEER. Hij deed uit de doeken hoe in de toekomst met de diverse toepassingen binnen ERP de resources (geld, materieel en personeel) van de organisatie elektronisch gepland en beheerd gaan worden. Verwacht wordt dat begin 2008 gestart wordt met de uitrol en binnen twee jaar tijd alle schepen bediend zullen zijn.
NMK SCHERMEN EN ASSAUT ONDER ÉÉN DAK In de week van 20 maart troffen tientallen schermers elkaar op het Koninklijk Instituut voor de Marine voor zowel het jaarlijkse Nationaal Militair Kampioenschap als het 109e Assaut van de Koninklijke Militaire Schermvereniging. Bureau Internationale Militaire Sport (BIMS) en het bestuur van de Koninklijke Militaire Scherm Vereniging (KMSV) hadden de handen ineengeslagen om het toernooi gezamenlijk te organiseren. Zodoende kon BIMS gebruik maken van de expertise van de KMSV en omgekeerd de KMSV van de faciliteiten en de professionele ondersteuning door BIMS. Donderdag 22 april was de dag van het toernooi. De sterke BIMS-ploeg (Tol, Verwijlen, Francis) moest het opnemen tegen twee Hongaarse, een Britse, een KMSV- en de Vijfkampploeg. Hongarije 1 (Samu, Deak en Kozma) wist het BIMS-equipe met 6-3 te verslaan. Derde werd de KMSV met Breedvelt, van der Grinten en Van Heerde. Het individuele klassement was nog spannender. Na barrage mocht wachtmeester Bas Verwijlen zich de winnaar noemen. Hij zegevierde over de luitenants Petes Samu en Istvan Deak. LTZ2 Sonja Tol werd vierde.
Wmr Bas Verwijlen en LTZ2 Sonja Tol strijden tegen elkaar
NIEUWE SPORTTENUES CZSK Sinds kort is de Dienst OS&O in het bezit van speciaal voor CZSK ontworpen sporttenues. De sportkleding bestaat o.a. uit trainingspakken, tenues voor basketbal, volleybal en voetbal. Maar er zijn ook runningsinglets, polo’s en wielershirts. Deze kledinglijn is bedoeld voor deelname aan Nationaal Militair Kampioenschappen en voor sportactiviteiten tegen civiele teams en individuele sportactiviteiten zoals bijvoorbeeld de marathon van Rotterdam, de Dam tot Damloop of de Tour de Lassale. De sporttenues zijn inmiddels naar alle tevredenheid gebruikt tijdens het NMK
27
futsal, basketbal en volleybal. Twee teams van het CZSK die deel gaan nemen aan de ROPArun zullen ook gebruik maken van deze kleding. Mocht u individueel of met een team, bestaande uit marine personeel, deelnemen aan een sportevenement, dan kunnen atleten bij de dienst OS&O een aanvraag doen voor het lenen van de CZSK sportkleding. Ook kan men een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de kosten bij deelname aan een sportevenement in Nederland. Informatie hierover kunt u vinden op de website van de Dienst OS&O.
OVERDRACHT TJERK HIDDES AAN CHILLI Hr.Ms. Tjerk Hiddes is officieel in handen van Chili. Het fregat werd op 18 mei in Den Helder overgedragen. De Tjerk Hiddes zal verder varen als Almirante Riveros (FF18) en is het laatste fregat in een reeks van vier dat aan de Chileense marine is overgedragen. Eerder zijn de Witte de With, Abraham van der Hulst en de Van Heemskerck al omgedoopt tot Chileense oorlogsbodems. Met de overdracht komt een einde aan het opwerktraject van de Chilenen in Den Helder. De commandant van de Almirante Riveros, capitan de fregata (KLTZ) Ronald McIntyre, benadrukte de prettige samenwerking met de Nederlandse marine gedurende dat opwerktraject. “Zonder hadden we dit niet kunnen bereiken”, aldus McIntyre. Na de ondertekening, het hijsen van de Chileense vlag en inzegening door een Chileense priester, was er een einde gekomen aan het Tjerk Hiddes tijdperk en ging dat van de Almirante Riveros officieel van start.
DUBBEL FEEST Op Marinebasis Parera werden 29 maart twee jubilarissen in het zonnetje gezet. Zowel Mylva Cresensia Margaretha als Herbert Boot zetten zich al vijfentwintig jaar met hart en ziel in voor hun medemens. Mylva Cresensia (Poppy) Margaretha begon haar carrière als administratief medewerkster bij de Maatschappelijke Dienst Defensie. In 1990 ging zij officieel over in dienst van het Gouvernement van de Nederlandse Antillen, maar zij bleef werkzaam bij de maatschappelijke dienst. Door de jaren heen ontplooide Margaretha zich tot een onmisbare medewerkster. Door collega’s gewaardeerd om haar loyaliteit, professionaliteit en inzet. Door de
klanten van de maatschappelijke dienst geliefd om de warme wijze waarop zij hen opvangt. De Directeur Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk, kapiteinter-zee Aldert-Jan Has, kwam speciaal over uit Nederland om beide jubilarissen in het zonnetje te zetten. Volgens hem is Poppy Margaretha dan ook: “Al jarenlang een steun en toeverlaat voor het personeel.” Herbert Boot vervulde de afgelopen vijfentwintig jaar diverse functies als maatschappelijk werker bij defensie. Zowel in Nederland, Duitsland en sinds 1 juli 2006 te Curaçao. Door de jaren heen heeft Boot een pakket aan kennis en ervaring opgebouwd en daar plukt het Dienstencentrum
Bedrijfsmaatschappelijk Werk op Curaçao dagelijks de vruchten van.
(Foto: Koninklijke Marine)
EXPLOSIEF MELDING NABIJ ZEEBURGERTUNNEL
Op donderdag 19 april werd de Duik en Demonteergroep (DDG) van de Koninklijke
Marine geïnformeerd door het Explosieven Opruimings Commando van de Koninklijke Landmacht met de mededeling dat er - tijdens baggerwerkzaamheden bij de Oranjesluizen te Amsterdam nabij de Zeeburgertunnel - een bom was gevonden. Nader onderzoek wees uit dat het hier om een Duitse zeemijn ging van het type GC, voor die tijd een zeer geavanceerde mijn welke door vliegtuigen kon worden afgeworpen. Deze mijn kon tevens worden uitgerust met diverse soorten ontstekers waaronder akoestische, druk en magnetische types. Rond 17:30 uur arriveerde het DDG-team
28
van de Koninklijke Marine bij de vindplaats en stelde vervolgens de staat van de mijn en het ontstekingsmechanisme vast. Na afloop van deze inspectie werd de mijn in de loop van de avond op het baggervaartuig uit de vaargeul verplaatst naar een rustig stuk op het IJ. Vervolgens is de scheepvaart in deze regio wederom vrijgegeven. Op 20 april is de mijn overgebracht aan boord van het duikvaartuig Hr.Ms Argus, zette vervolgens koers richting Den Helder zodat de mijn tot ontploffing kon worden gebracht op een veilige plek op de Noordzee.
NATIONAAL MILITAIR KAMPIOENSCHAP ZEILEN
Op 1 en 2 juni worden het Nationaal Militair Kampioenschap Zeilen gehouden op het Amstelmeer bij Den Helder. Ook dit jaar staan de faciliteiten van de Marine watersportvereniging in ‘de Haukes’ tot de beschikking van zowel het publiek als de deelnemers. Voor iedereen die affiniteit met deze sport heeft, is dit evenement de moeite waard om bij te wonen. Voor de liefhebbers met enige wedstrijdervaring is dit de ‘uitdaging’ om mee te dingen naar de felbegeerde titel. Het is nog mogelijk om jouw team aan te melden. Teams bestaan uit minimaal twee en maximaal vijf personen waarvan er maximaal drie aan boord zitten, er mag dus gewisseld worden. De bootbezetting bestaat ten alle
tijde uit tenminste de helft militairen plus één actief dienende militair, bij een tweetal geldt dat minimaal één deelnemer militair moet zijn. Voor overnachtingen dient rechtstreeks contact opgenomen te worden met de Marinekazerne Willemsoord te Den Helder. Hiervoor kunt u contact opnemen met bureau huisvesting, SGTLDV Messelaar, telnr: 0223 652 133. Inschrijven kan tot 14 mei 2007 per e-mail bij Dienst OS&O van de Koninklijke Marine, t.a.v. LTZSD2 Birgit Koster:
[email protected]. In de week voorafgaand aan het NMK zeilen, 28 mei tot en met 31 mei is het voor de deelnemende teams mogelijk om te trainen voor het NMK, zodat u optimaal aan het NMK kunt beginnen.
VAN VROUW NAAR VROUW
Op woensdag 4 april heeft op de Marinekazerne Driehuis een overdracht van het commando van zowel de kazerne als het Facilitaire Steunpunt plaatsgevonden. De kazerne zou inmiddels gesloten moeten zijn, maar de verhuizing van de SMD naar het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) is vooralsnog uitgesteld tot januari 2009. Met bescheiden ceremonieel, maar wel zichtbaar voor de omgeving, heeft de commandowisseling formeel plaatsgevonden voor het hoofdgebouw van de kazerne. Het was een bijzondere overdracht: het commando werd van vrouw naar vrouw overgegeven. De scheidende commandant, inmiddels bevorderd tot KLTZA, Carin Kleinveld is op 19 februari begonnen aan haar nieuwe functie van Directeur Medische Keuringen bij de Bedrijfsgroep Defensie Personele Diensten van het Commando Diensten Centra in Amsterdam. De nieuwe commandant is LTZA 1 Marion van Kouteren. Van Kouteren is moeder van twee kinderen. Daarnaast is zij al zeven maanden zwanger. “Uiteraard vereist het combineren van een gezin met een baan naast wat orde en regelmaat een goede planning. Dat regelen is soms lastig, zeker toen mijn man (officier bij het Korps Mariniers) vorig jaar voor ruim vijf maanden in Afghanistan was”, aldus de nieuwe commandant.
NIEUWE COMMANDANT EN NIEUW EMBLEEM Kapitein-ter-zee Ronald Blok heeft op vrijdag 13 april het commando van het Sea Training Commando overgenomen van kapitein-ter-zee Peter Lenselink. Kolonel Blok heeft het afgelopen jaar gefungeerd als waarnemend chef staf NLMARFOR en is de laatste commandant van Hr.Ms. Karel Doorman geweest, voordat deze werd overgedragen aan België. Kolonel Lenselink zal medio 2007 commandeur Frank Sijtsma aflossen als Commandant der Zeemacht in de Cariben. Bij beschikking van 2 april 2007 is het embleem voor de Sea Training Command (STC) vastgesteld. De omschrijving luidt: ‘In azuur twee schuingekruiste ankers van goud, waarop een leeuw van goud, getongd en genageld van keel, gekroond met een kroon van drie bladeren en twee
parelpunten van goud, houdende in de rechtervoorklauw een schuinlinks opgeheven zwaard van zilver met gevest van goud, en in de linkervoorklauw een bundel
29
van zeven pijlen van zilver met punten van goud, tezamen gebonden met een lint van hetzelfde; een golvende schildvoet, golvend gedwarsbalkt van vier stukken van zilver en keel. Embleemspreuk: EXERCEO PRO PUGNA [ik train voor het gevecht] in Latijnse letters van zilver op een lint van azuur.’ Het embleemontwerp is gebaseerd op het embleem van NLMARFOR, waarmee STC nauwe banden onderhoudt. De blauwe kleurstelling symboliseert de varende eenheden, de zilveren golven de zee en de rode kleur het gevecht. De schuingekruiste ankers met de leeuw zijn overgenomen van het embleem van het voormalige fregattensquadron en bevestigen de integratie van de opwerksecties van het fregattensquadron, de mijnendienst en de onderzeedienst in STC.
Een boerenzoon ontdekte de wereld
Abel Tasman
Hoe komt iemand uit een Gronings dorpje ertoe de wereldzeeën te bedwingen? Een boerenzoon uit Lutjegast kleurde de witte gaten op de wereldkaart van de zeventiende eeuw een beetje verder in. Terwijl De Ruyter, Tromp en Witte de With voor de Admiraliteiten de Europese zeeën bevochten, voer een andere Nederlandse zeeheld aan de andere kant van de wereld voor de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC). Niet zijn Tekst en foto’s: Barry Wijnandts gewaagdheid, maar juist zijn voorzichtigheid maakten hem beroemd. Het Van Starkenborghkanaal dat Groningen verbindt met waterwegen naar de Waddenzee en het IJsselmeer is de economische ader van de Noordelijke Nederlanden en vormt naast de Rijn de tweede waterweg van de Noordzee naar het Duitse achterland. Tussen de rietkragen langs het kanaal, de groene weiden en de diepe voren in de grijze kleigrond op de akkers ligt Lutjegast. Het dorp telt een kleine duizend inwoners. Aan de noordzijde van het dorp, over het kanaal, houden de strakke lijnen van het boerenland net voor de horizon op en begint het natuurgebied Lauwersmeer. Iets westelijker steken enorme schotelantennes van wat in de Friese volksmond ‘It Greate Ear’ wordt genoemd als enorme witte zwammen in de lucht.
Abel Tasman Kabinet
De hoofdstraat van het dorp heet niet zoals in zoveel dorpen Dorpsstraat, maar Abel Tasmanweg. Er is een Abel Tasman fietsroute en er zijn twee Abel Tasman kuierroutes. De dorpskroeg heet ‘Café Abel Tasman.’ Iets verder ligt het dorpshuis, een typisch jaren zeventig laagbouw waarin enkele openbare voorzieningen zijn gebundeld. In een van de vertrekken is het Abel Tasman Kabinet gevestigd. In een ruimte ter grootte van een klaslokaal staan enkele vitrines met Nieuw Zeelandse inheemse kunst en gebruiksvoorwerpen, scheepsmodellen en maritiem gereedschap uit de Gouden Eeuw. Bij het gastenboek staat één van de vrijwilligers van het Kabinet, Alex Bultje. Een boom van een vent, zelf afkomstig van het zeiljacht ‘De Eendracht’ waar hij als bootsman op
heeft gevaren. “Het Kabinet heeft maar beperkte openingstijden, maar als je in Lutjegast komt, dan kan je elke middenstander hier wel even vragen om iemand te bellen voor een rondleiding.”
Niet ver van zee
Geen vuurtorens, havens, boeien of ook maar iets wat aan de zee doet denken, is hier zichtbaar. Maar Lutjegast is wel de geboorteplaats van een ware Nederlandse zeeheld: Abel Tasman. In 1603 werd hij hier geboren als zoon van een welgestelde boer. “Maar waarschijnlijk niet als de oudste zoon van de boer”, begint de gids van het Kabinet. “De oudste zonen namen meestal het bezit van de ouders in zijn geheel over, omdat men dit niet wilde opdelen.” Abel Tasman kwam uiteindelijk in de koopvaardij terecht, een beroepskeuze die niet voor de hand ligt als je het huidige Lutjegast in ogenschouw neemt. Het is zeer aannemelijk dat de jonge Abel Tasman regelmatig in aanraking kwam met turfschippers, die in dit veengebied gestoken turf vervoerden naar Amsterdam. Ook was Lutjegast waarschijnlijk niet vreemd met het handelsverkeer van en naar de Oostzee. Bovendien was het niet ongebruikelijk dat veel rijkere boeren belegden in aandelen van de VOC, dus was de afstand vanuit Lutjegast naar de oudste multinational ter wereld niet zo groot, als dat nu lijkt. “En zo”, stelt Bultje zich voor, “is Abel Tasman misschien met een turfschipper meegevaren naar Amsterdam, want pas daar horen we weer iets van hem in een kerkarchief, als hij trouwt met zijn eerste vrouw.” Hij woont dan in een mindere buurt van Amsterdam en moet vanaf de onderste rangen omhoog klimmen in de scheepsorganisatie van de VOC.
Geëmigreerd
Dat deed de Groningse boerenzoon behoorlijk snel. In 1633 trad hij in dienst bij de VOC en in 1634 werd hij al schipper. “Dat bewijst dat hij uit een welgestelde boerenstand komt, want hij moest kunnen lezen en schrijven en een bepaalde kennis van wiskunde hebben om zo snel hoger op de ladder te komen”, aldus Bultje. Vanuit de slechte buurt in Amsterdam emigreert Abel Tasman met zijn gezin naar Batavia. Dat kon alleen als hij een contract voor tien jaar had getekend bij de VOC, pas dan mocht je je gezin meenemen.
Van Diemensland
Tasman werd bekend met zijn expeditie in 1642, waarbij hij de opdracht kreeg om een oostelijke doorgang naar Zuid-Amerika te vinden. Dat kon hij doen door boven Australië te varen, maar de Torres Straat, tussen Nieuw Guinea en Australië was nog niet bekend en de zeestromen lopen hier voornamelijk westwaarts, wat de mate van vooruitgang zou benadelen. Ook hield men er rekening mee dat Tasman achter deze landen nog een enorm continent moest omzeilen. Want – zo redeneerden de geografen van die tijd – er zou ongeveer evenveel landmassa aan beide kanten van de evenaar moeten liggen om de aarde in balans te houden. Tasmans expeditie begon in
Mauritius, even ten oosten van Madagascar, om vanuit Batavia naar Zuid-Amerika te varen. Daarbij maakte hij gebruik van de westelijke Zuid Equatoriale Stroom, die tussen het noordwesten van Australië en Madagaskar stroomt, om zich vanaf Mauritius omlaag te laten zakken op de Maskarenstroom. Tasman koos voor een hele zuidelijke koers, maar niet zo zuidelijk als in de aanwijzingen van de VOC stond beschreven, vanwege het erg ruige weer rond de kusten van Antarctica. Met de oostgaande Westendrift meegedreven kwam hij terecht op, wat hij doopte als Van Diemensland. Op verzoek van de latere inwoners werd dit veranderd in Tasmanië. “Het eiland werd aanvankelijk door de Britten gebruikt als strafkolonie en bouwde een bijzonder slechte naam op. En dan krijgt het woord ‘Die-mens-land’ op zijn Engels uitgesproken ook nog een hele macabere lading”, vertelt Bultje.
Oorlogsverklaring
Dat het eiland bewoond moest zijn, bewezen diepe inkepingen in enkele bomen, waarvan de expeditieleden vermoedden dat ze dienden als traptreden. De inkepingen lagen echter enkele meters uit elkaar, en Tasman veronderstelde daarom dat hier dus reuzen moesten wonen. Ze zagen ze echter niet, plantten de Nederlandse vlag en zeilden weer door in oostelijke richting. Dat bracht de schepen negen dagen later op het Zuidereiland van Nieuw Zeeland. Tasman meende al behoorlijk in de buurt van Zuid-Amerika te zijn en noemde het eiland Stateneiland, naar een eerder ontdekt eiland aan de andere kant van de Grote Oceaan. Tasman wilde aan wal gaan en werd verwelkomt door Maori’s, die de komst van het Nederlandse schip begroetten door te blazen op een schelp. Het was echter niet de bedoeling dat de gast dit gebaar over zou nemen, maar onbekend met de lokale gebruiken, blies ook de trompettist van Tasman een deuntje. Dat was een regelrechte oorlogsverklaring en de Maori‘s vielen direct aan en doodden drie bemanningsleden van de expeditie. Op zijn latere bestemmingen besloot hij dan ook niet al te snel meer contact te zoeken met de lokale bevolking, tot hij op de Tonga Archipel terecht kwam. Daar werden de Hollandse zeebonken met name door het vrouwelijke deel van de bevolking zeer gastvrij behandeld. “Wij hebben uit de verslagen wel eens een telling gedaan dat Tasman ongeveer achtduizend klappers (kokosnoten) moet hebben ontvangen op deze eilanden”, vertelt de oud-bootsman. “Die dingen moeten hem de neus zijn uitgekomen.”
voor de huidige hoofdstad Hobart beschrijft Tasman hoe hij zijn anker wilde ophalen, maar alleen de schacht naar boven trok. Anderson heeft naar dit anker gezocht, maar het is nooit boven water gehaald. Wel is een metalen object van de juiste grootte aangetroffen in het beschreven gebied, maar door weersomstandigheden en de kosten van een intensieve duikoperatie, is geen uitsluitsel gekregen of dit daadwerkelijk het verloren anker van Tasman is.
De spiegel van een VOC-schip werd rijk versierd om indruk te maken op de lokale bevolking. Deze is van de Heemskerck.
Voorzichtig
Abel Tasman heeft de VOC waarschijnlijk meer geld gekost dan opgeleverd. Zijn verdienste bestond geheel in zijn ontdekkingsreizen, maar daarin bleek hij zeer voorzichtig te werk te gaan, waardoor hij misschien niet alles uit zijn reizen heeft weten te halen. De verbinding tussen Nieuw Guinea en Australië had bijvoorbeeld de Straat van Tasman kunnen heten, hetzelfde geldt voor de opening tussen het Noorder- en Zuidereiland van Nieuw Zeeland. Tasman was niet gedreven genoeg om zijn eigen vermoedens te bewijzen. Ondanks dat heeft hij een bijzondere bijdrage geleverd aan het invullen van de wereldkaart en heeft hij er in elk geval voor gezorgd dat hij het heeft kunnen navertellen. “Er zijn veel meer ontdekkingsreizigers geweest en er zijn veel meer scheepsjournalen geschreven, maar veel zijn verloren gegaan in zee”, zegt Bultje. Tasman heeft twee heel waardevolle documenten nagelaten, waarop veel zeekaarten in de jaren na hem zijn gebaseerd.
“Helaas was Abel Tasman een voorzichtig en bijzonder kundig zeeman”, besluit Bultje het verhaal. “Hij heeft nooit een scheepswrak voor ons achtergelaten.” Tasmans schepen zijn op hun oude dag ergens afgemeerd en weggerot of ontmanteld. Tasman zelf is in Batavia blijven wonen, waar hij zich stortte op de lokale kusthandelsvaart. Lutjegast was hij nooit vergeten: in zijn testament liet hij een bedrag na aan de armen van zijn dorpje aan de andere kant van de wereld. Bij Bultje prangt nog de vraag: “Is dat geld hier ook echt terecht gekomen en zo ja, hoe?”
Nautisch reliek
Van zijn expedities liet Tasman weinig meer na dan twee scheepsjournalen, waarvan één in het Nationaal Archief ligt en de ander in Australië. Uit het journaal is een samenvatting gemaakt voor Van Diemen. Een facsimile (duplicaat) van deze samenvatting is te zien in het Abel Tasman Kabinet en is één van de topstukken van het museum. Wat dit journaal bijzonder maakt, zijn de eerste tekeningen van Maori’s, gemaakt door Europeanen en de zeer gedetailleerde omschrijving van de kusten. “Kaartenmakers van nu kunnen nog kleine correcties maken, maar de beschrijvingen zijn bijzonder precies”, aldus Bultje. Aan de hand van de tekeningen van de kustlijn en de beschrijvingen in het journaal heeft de Nieuw Zeelandse zeiler Graham Anderson getracht het enige overgebleven ‘nautische’ reliek van Tasman te vinden. In een baai
Alex Bultje met een model van de Heemskerck.
31
Nummer NNu um um mm meeerr 551 m 51: 1: eee een eenn ppe perfecte eerfrfrfe feect cte ct te kkl klap laaapp
De BC539 is niet meer. Met een zware dreun en een mooie torenhoge waterkolom werd de Duitse akoestische GC-mijn uit de Tweede Wereldoorlog 22 maart opgeblazen. Het onding had een cilindrisch stalen lichaam gevuld met zevenhonderd kilo hexaniet, dat anderhalf keer krachtiger is dan TNT. Om de mijn tot ontploffing te brengen, legde een PAP van Hr.Ms. Makkum er nog eens honderd kilo springstof bij. Tezamen zorgde dat vuurwerk voor een perfecte klap. Luitenant-ter-zee 1 André van der Kamp stond er bij Tekst: André van der Twigt/Foto: Remco Schoonderwoert (AVDD) en keek er naar: “Dat was nummer 51.”
De commandant van de Makkum betreurde het enigszins dat juist deze explosie niet welgeteld de vijftigste van zijn persoonlijke score was. Een knal van dit kaliber had de perfecte bekroning voor zijn inspanningen ten bate van ‘Beneficial Cooperation’ kunnen zijn. Deze doorlopende operatie is er op gericht zoveel mogelijk mijnen, bommen en ook oude torpedo’s te vernietigen, die in de netten van de visserij terecht komen. Met hun netten vegen zij constant over de zeebodem, waardoor allerlei oorlogstuig aan het oppervlak komt. Soms gaat dat mis. Drie opvarenden van de Ouddorp 1 verloren op 5 april 2005 het leven, toen een zware Britse vliegtuigbom voor de kust van Zeeland aan dek afging. De 500-ponder kwam tijdens het ophalen op de blijkbaar perfect werkende ontsteking terecht. Het schip liep daarbij zware averij op. Juist om dergelijke ongelukken te voorkomen, struint de marine sindsdien dagelijks de Noordzee af, speurend naar aangemelde contacten. Zo ging het ook met de BC539. Na een melding van een vissersschip, stelde de bemanning van de Makkum het onding eerst veilig en sleepte hem daarna iets uit de buurt van het verkeersscheidingstelsel Maas Noord, dat het scheepvaartverkeer onder de kust regelt. Zo’n zes kilometer verwijderd van de Nieuwe Waterweg bracht men hem tot ontploffing.
Taalproblemen
Klussen als deze zijn voor de tien mijnenjagers van de Koninklijke Marine gesneden koek. Opmerkelijk is dat de Makkum momenteel twee bazen dient. Niet alleen maakt het schip onderdeel uit van Standing Naval Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1), een vast NAVO-vlootverband dat tot 1 juli aanstaande is toegewezen aan Nato Response Force 9. Door de BC 539 op te sporen en te vernietigen, maakte de Makkum zich tevens verdienstelijk voor NLMARFOR, die de inzet van mijnenjagers in de Nederlandse territoriale wateren coördineert. “We hadden ook een buitenlands schip van de SNMCMG kunnen inzetten, maar doordat deze mijn dicht onder de Nederlandse kust lag, viel de keuze op de Makkum”, vertelt flottieljecommandant kapitein-luitenant-ter-zee Serge Ots. “Taalproblemen heb je dan niet” Beperking is volgens de Belgische commander dat niet iedere jager of veger dezelfde capaciteiten heeft. “Afhankelijk van de sensoren aan boord is de ene meer geschikt om een explosief in diep water op te sporen dan de ander. Daarmee houden we uiteraard rekening.” Volgens Ots vormt de Noordzee een fantastische speeltuin voor zijn mijnbestrijdingseenheden. Zolang geen inzet in een crisisgebied aan de orde is, werken de schepen zich verder op met het ruimen van oorlogs-
tuig. Daarnaar hoef je in de Belgische, Nederlandse en Britse wateren niet lang te zoeken. Tijdens twee wereldoorlogen dumpten de Duitsers, Engelsen en Amerikanen grote aantallen mijnen, torpedo’s en vliegtuigbommen in het water. Laatstgenoemden komen met tachtig procent het meeste voor. Op de terugreis van bombardementen op Duitse steden dumpten geallieerde vliegtuigen hun niet afgeworpen munitie vaak in zee. Doordat de provincie Zeeland toentertijd in de aanvliegroute lag van vliegbases in ZuidEngeland ligt hier veel van dat spul.
Jaargetijde
Volgens Van der Kamp was het opsporen en vernietigen van de BC539 een eitje. Gelegen op een diepte van twintig meter lag het onding volledig vrij, zodat de PAP (Poisson Automatique Propulsé) er slechts een lading bij hoefde te leggen. Ligt een mijn diep in het zand, dan moet een duiker voor het beste resultaat de springstof op de mijn bevestigen. En dat lukt alleen wanneer de stroming niet meer dan een mijl bedraagt”, zegt bootsman Steven Reijerse. “Er valt anders niet tegen in te zwemmen.” “Ook kijken we vooraf de zeekaarten goed na of er toevallig een pijpleiding, boei of wrak in de buurt ligt”, gaat Van der Kamp verder. “In zo’n geval kunnen we niet springen. Bij een wrak weet je vaak niet of zich nog detoneerbare lading aan boord is.” Volgens de commandant komen in dit jaargetijde de meeste meldingen voor. Veel vis zit nu nog dicht onder de kust, waar ook de meeste explosieven liggen. “Sinds het begin van Beneficial Cooperation in april 2005 hebben we 547 meldingen binnen gekregen. Daarvan zijn er tot op heden 365 vernietigd. We zijn dus nog lang niet klaar.” Zolang SNMCMG1 zich in de Noordzee bevindt, proberen de eenheden uit België, Nederland, Groot-Brittannië, Noorwegen, Litouwen en Duitsland dat aantal snel omlaag te brengen.
Hoewel hij het niet van de daken afschreeuwde, toonde vice-admiraal Pim Bedet zich tijdens zijn bezoek aan SNMCMG1 weldegelijk trots. Ondanks dat zij hun term voor NRF9 vervullen, blijven de bemanningen zich toeleggen op ‘historical ordnance clearance’, zoals de deputy commander van het maritiem NAVO-hoofdkwartier Northwood (GB) het uitdrukte. “Dergelijke ruimwerkzaamheden in de breedste zin passen overigens volledig in het programma dat voor deze eenheden is geschreven. Dat voorziet er in nog meer ervaring met explosieven op te doen, tegelijkertijd meehelpen de zee veiliger te maken en bovendien zijn ze zeven dagen per week, 24 uur per dag paraat voor wereldwijde inzet. Wat wil je nog meer?” 32
Amfibische opleidingsexpertise beter gestructureerd
Het Amfibisch Opleidingcentrum komt eraan Het CZSK krijgt er begin 2008 een nieuwe school bij: het Opleidingscentrum Amfibisch (OC Amfib). Aanleiding is het op basis van de Marinestudie versterken van de beide Mariniersbataljons, afstoten van onder andere M-fregatten en aantrekken van divers nieuw materieel en nieuwe capaciteiten. Dit vereist onder andere een aanpassing op het gebied van personeelsopbouw, logistieke ondersteuning, maar ook van de bestaande opleidingscapaciteit. Tevens draagt deze reorganisatie bij aan het CZSK-breed harmoniseren van opleidingsprocessen, een verdere verbetering van het maritiem-expeditionaire profiel én daarmee het ‘Navy Marine Corps Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto: archief AVDD Team’ gedachtegoed binnen het CZSK. De nieuwe school krijgt vorm door de huidige amfibische operationele en opleidingscapaciteit, momenteel ondergebracht in het Amfibisch Ondersteuningsbataljon (AMFOSTBAT), van elkaar te ontvlechten. Het opleidingsdeel wordt ondergebracht in het Opleidingscentrum Amfibisch. “Je kunt het zien als een scheiding tussen opleiding en training. Door de oprichting van OC Amfib kunnen we altijd opleidingen garanderen” aldus het Hoofd Opleidingen Koninklijke Marine (HOKM) kapitein-ter-zee van administratie Frank Marcus. Marcus: “We halen verder de aanwijsbare opleidingscapaciteit uit het AMFOSTBAT en die blijft op Texel achter. De operationele componenten van het AMFOSTBAT en het Gevechtssteunbataljon (GEVSTBAT) worden geïntegreerd tot een nieuw Amfibisch Gevechtssteunbataljon (AMFGEVSTBAT) – waarover Alle Hens in juni verslag zal doen - en wordt op termijn gehuisvest in Den Helder. In feite wordt zo het AMFOSTBAT in tweeën geknipt”.
jon – en dat botst nogal eens”, aldus Marcus. “Als het bataljon op oefening of op missie gaat, kunnen alleen opleidingen gegeven worden wanneer door detail planning capaciteit wordt gereserveerd. Er is geen ruimte of flexibiliteit omdat al het personeel en materieel voor honderd procent wordt ingezet. Dit is in de nieuwe situatie onwenselijk aangezien de opleidingsbehoefte steeds groter wordt, met al dat nieuwe materieel dat eraan komt. Het OC Amfib speelt op die nieuwe situatie in.” Oppelaar: “In het OC Amfib is ruimte voor zowel ‘groen’ als blauw’. In feite niets nieuws als we teruggaan naar de tijd van Michiel de Ruyter. Toen was er ook al behoefte aan zeesoldaten, net als nu. Wat dat betreft zou het OC Amfib als brug tussen heden en verleden kunnen dienen. Om invulling te geven aan de gewenste hechtere integratie van vlootpersoneel en mariniers zijn een aantal arbeidsplaatsen geïdentificeerd die door zowel
“Vloot en mariniers in één amfibische school” Compleet
“Een volwaardige school die geborgde amfibische opleidingen biedt”, antwoordt Marcus als hem gevraagd wordt het OC Amfib kort te omschrijven. Het HOKM heeft veel vertrouwen in de nieuwe vakgerichte school. Maar hoe volwaardig is de school eigenlijk? Uit het Concept Voorlopig Reorganisatieplan ‘Ontvlechten Opleidingscentrum Amfibisch’, dat op 24 april jl. door de projectleider implementatie Marinestudie kolonel der mariniers Richard Oppelaar aan de Admiraliteitsraad is toegelicht, blijkt de school inderdaad erg compleet. De opleidingscapaciteit van het OC Amfib wordt afgestemd op de nieuwe landingsmiddelen, zoals de Rigid Hull Inflatable Boats (RHIB’s) en Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP’s MK5(C)). Ook moet de opleidingscapaciteit van de school voldoen aan de opleidingsbehoefte van de reeds in gebruik zijnde landingsmiddelen, zoals de Landing Craft Rubber Motorised (LCRM’s), de LCVP’s MK2 en MK3, de landing Craft Utility’s (LCU’s) en de Amphibious Beach Units (ABU’s). Daarnaast verzorgt de school amfibische opleidingsmodules voor onder meer de elementaire en voortgezette vakopleidingen (EVO en VVO) en de (onder-)officiersopleidingen (sergeant-opleiding en POTOM). Ook het verzorgen van amfibische ‘refresher courses’ op platformniveau behoort tot het takenpakket van de nieuwe school. Daarnaast faciliteert OC Amfib de elementaire maritieme militaire vorming (EMMV) en de Vrede en Veiligheidsmodules van de School voor Maritieme Vorming, Bedrijfsvoering en Onderwijskunde (SMVBO). Ten slotte zal de nieuwe school nauw worden betrokken bij de activiteiten van de toekomstige Defensie vaarschool.
Gemengde ‘Navy Marine Corps’ school
“Natuurlijk wordt er binnen het AMFOSTBAT ook al opgeleid, maar nu maken de instructeurs deel uit van een operationeel batal-
‘groen’ als ‘blauw’ ingevuld kunnen worden. Het wordt dus een echt gemengde ‘Navy Marine Corps’ school, zowel qua bemanning als qua cursisten.”
“Met het OC Amfib ontstaat bovendien een heus expertisecentrum. Dat garandeert verankering, kwaliteitszorg en structurering, iets waarin de huidige situatie niet voorziet. Het is een erkenning dat deze amfibische tak van sport een serieuze bijdrage levert aan het huidige maritiem-expeditionaire profiel van het CZSK ” aldus Marcus.
De Marinestudie
De Marinestudie is een pakket maatregelen waarmee het maritiem-expeditionair vermogen van het Commando Zeestrijdkrachten verder wordt versterkt en waarmee de marine de komende jaren in staat wordt gesteld om in alle delen van het geweldsspectrum de taken efficiënter en effectiever uit te voeren. Het aanpassen van de opleidingscapaciteit is het vijfde van de in de ‘Routekaart Marinestudie’ opgenomen zeven hoofdaandachtsgebieden. De overige zijn: afstoten M-fregatten; invoeren van nieuw materieel (zoals patrouilleschepen en het Joint Support Ship); reorganiseren van marinierseenheden, aanpassen personeelsopbouw; aanpassen infrastructuur; aanpassen logistieke ondersteuning.
Meer weten? Kijk op de intranetpagina ‘Implementatie Marinestudie’. In juni belicht Alle Hens de status en voortgang van de formatie van het nieuwe Amfibisch Gevechtssteunbataljon. 33
Hr.Ms. Tromp blikt terug op ‘Global Enterprise’
Wereldreis brengt voldoening
“Enorm voldaan”, reageert kapitein-ter-zee Henk Itzig Heine, commandant van Hr.Ms. Tromp, enthousiast als hem gevraagd wordt naar zijn gevoel terugkijkend op de wereldreis ‘Global Enterprise’ die het schip van 8 oktober tot 16 maart maakte. Het Luchtverdedigings- en Commando Fregat (LCF) maakte een succesvolle reis: het schreef radargeschiedenis in Hawaï en nam deel aan belangrijke herdenkingen voor gevallenen van de Tweede Wereldoorlog in de VS, Australië en Indonesië. “Ik heb zeer veel vertrouwen Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Hr.Ms. Tromp gekregen in het LCF.”
“We hebben voldaan aan de opdracht en hebben deze met goed gevolg afgelegd”, begint kolonel Itzig Heine te vertellen als hij terugkijkt op de bijna zes maanden durende reis. “De Tromp heeft als opdracht gekregen een proeftocht uit te voeren; de missie was het succesvol afronden van een radarbeproeving en een geleidewapen lanceerprogramma en daarna uitvoeren van vlagvertoon in Australië, het Verre Oosten en Zuid-Afrika. Daarnaast is het schip steeds gereed geweest voor het uitvoeren van humanitaire hulp, zij het op zeer bescheiden schaal. Deze opdracht bepaalde de mindset van de bemanning. En die was niet alleen maar lol hebben en mooie havens zien. Er is erg hard gewerkt.”
den. Itzig-Heine: “Het sensor wapen commando systeem heeft zich positief bewezen. De beproevingen hebben aangetoond over wat voor potentiële capaciteit het LCF beschikt. Het is een robuust zeeschip, een betrouwbaar platform, met weliswaar nog steeds een paar kinderziektes, en met een bijzonder indrukwekkend sewaco-systeem.”
Vlagvertoon
Het tweede gedeelte van de reis stond in het teken van vlagvertoon en het bijwonen van herdenkingsceremonies. Volgens hem is een verdere versterking van de relatie tussen defensie en Buitenlandse Zaken
“De beproevingen hebben aangetoond over wat voor potentiële capaciteit het LCF beschikt” Radargeschiedenis
‘Op wereldtournee met sterallures’ berichtte Alle Hens in januari toen het LCF net in Hawaï was aangekomen voor de SMART-L en sewaco beproevingen. En sterallures mocht de Tromp terecht hebben. Het eigenlijke doel van de reis was het ‘Tactical Ballistic Missile Defence Program’ waarin het schip moest bewijzen wat ze op het gebied van luchtverdediging waard is. De Tromp stond voor de opgave om autonoom een lancering van een ballistische raket op te pikken op de radar en vervolgens zijn baan buiten de atmosfeer om te berekenen. De gemodificeerde versie van de SMART-L werd getest. Bij succes betekende dit dat de Tromp radargeschiedenis zou schrijven. En dat deed ze... Het antwoord op ballistische raketten werd gegeven. Een prestatie waar zelfs de Amerikanen bewondering voor had-
het positieve gevolg van het vlagvertoon tijdens ‘Global Enterprise’. De Tromp nam deel aan herdenkingsceremonies in Pearl Harbor, in Australië en drie in Indonesië. Met name de kransleggingen in Pearl Harbor en op zee maakten volgens de commandant diepe indruk op de bemanning. “Het was goed dat wij hebben meegeholpen aan het aandacht schenken aan het lot van de gevallenen: iets waar veel mensen nog steeds verdriet van hebben. Voor veel bemanningsleden kwam het dichterbij dan ze zelf hadden gedacht. Met name ook de jonge opvarenden werden diep geraakt toen zij boven het zeemansgraf stonden. En ook voor mij persoonlijk betekende dit heel veel.”
Mindere kanten
Toch kende de reis ook een paar mindere kanten. Zo noemt de commandant het gebrek aan oefengelegenheid en samenwerking met andere marines een gemis. “We hebben de hele reis alleen gevaren. Daardoor was het lastig om onze geoefendheid op peil te houden.” Ook het niet door kunnen gaan van twee andere lanceringen in Hawaï noemt Itzig Heine een mindere gebeurtenis tijdens de reis.
Oorlogsgraven in Indonesië
“We hebben de hele bemanning bij elkaar kunnen houden. Dat is al een prestatie op zich”, stelt de commandant. “Zelfs een aantal bemanningsleden die rechtstreeks uit een eerdere uitzending zijn meegegaan met deze reis. Dat heeft nogal wat impact op deze mensen en hun thuisfront gehad, maar we hebben letterlijk iedereen binnen boord kunnen houden en daar ben ik best trots op. Het belangrijkste is dat we hebben laten zien dat we vijfeneenhalve maand probleemloos met de bemanning en het platform de wereld rond zijn gegaan.” Aankomst in Pearl Harbor.
34
Hr.Ms. Van Galen blikt terug op UNIFIL
Succesvolle ernstmissie
Het was voor de commandant en de bemanning van Hr.Ms. Van Galen even slikken toen zij – nog tijdens hun inzet voor Active Endeavour in de Middellandse Zee – te horen kregen dat ze vanaf 15 december werden ingezet voor de VN-missie in Libanon. Er waren toen schepen aangevallen door Hezbollah en zelfs één tot zinken gebracht. Het VN-mandaat was robuust: van het mogen uitvoeren van aanhoudingen en een schot voor de boeg tot en met het geven van ‘non-disabling-’ en ‘disabling-fire’. De commandant, Tekst: Vanessa Strijbosch kapitein-luitenant-ter-zee Han van Loon, blikt terug.
“We wisten eigenlijk niet zo goed wat ons te wachten stond”, begint overste Van Loon. “Toen het zich aandiende, was de situatie erg onstabiel. Het zag er allemaal behoorlijk heftig uit: schepen waren al aangevallen en zelfs één tot zinken gebracht. Eenmaal aangekomen bleek het een stuk rustiger dan gedacht. Maar er lag dan ook inmiddels een collectief van schepen.” De Van Galen nam deel aan de ‘United Nations Interim Forces in Lebanon’ (UNIFIL). Als onderdeel van een internationaal vlootverband, geleid door Duitsland, controleerde de Van Galen het zeegebied voor de Libanese kust op illegale wapenhandel en droeg bij aan de
“Voor de maritieme component was de missie zeer geslaagd” handhaving van een veilige situatie op zee. De Van Galen voegde zich bij de Duitse Task Force. In het mandaat aangegeven gebied patrouilleerde het fregat en ondervroeg vaartuigen. In het uiterste geval mocht er volgens het mandaat zelfs gericht geschoten worden om schepen tot stoppen te dwingen. “We werden extra met de neus op de feiten gedrukt”, aldus Van Loon. “Wat is de operationele omgeving precies? Op welke manier zetten we de wapensystemen en sensoren in? En hoe voorkomen we dat mensen ‘under-stressed’ raken (een situatie waarbij mensen ‘verlammen’ door teveel of te weinig stress, red.)? Vragen die op dat moment van levensbelang kunnen zijn. Want met de dreiging van raketten en zelfmoordaanslagen moet het platform en de bemanning continu alert zijn. Het was geen oefening meer.”
Nuttig
In totaal ondervroeg de Van Galen 260 schepen, maar voerde zelf geen boardings uit. Van Loon: “We hadden wel een eigen boardingteam aan boord. Maar de Duitse admiraal wilde voorkomen dat de Libanese bevolking het idee zou krijgen dat de VN-militairen dit overnamen. Vandaar dat boarden alleen door de Libanesen werd uitgevoerd, wel met assistentie van de VN.” Op de vraag in hoeverre de missie nuttig is geweest, antwoordt de commandant resoluut: “Voor de maritieme component was de missie zeer geslaagd. Het collectief heeft ervoor gezorgd dat er geen wapens gesmokkeld konden worden via zee.” Kijkend naar de eigen organisatie vindt Van Loon dat de missie voor zijn bemanning een goede les is geweest. “Het heeft een positieve ‘spin-off’ op hen gehad om in een operationele omgeving ingezet te worden. Maar het was ook een goede test voor het materieel van de Van Galen. We zijn wel achter een aantal beperkingen gekomen en dat zijn nuttige lesson’s learned.” Mindere kanten kende de missie ook. Van Loon: “Het duurde lang. We zijn in totaal zeven maanden weg geweest zonder winterverlof terwijl december toch een belangrijke sociale maand is. Dat is zuur, maar het hoort er nu eenmaal bij.”
Al met al kan de bijdrage van de Van Galen aan UNIFIL succesvol worden genoemd. In de periode dat het schip langs de Libanese kust patrouilleerde, vond er geen smokkel vanuit zee plaats. Er wordt nog in de Tweede Kamer overleg gevoerd over verlenging van de Nederlandse bijdrage aan UNIFIL.
Foto: Hr.Ms. Van Galen
Foto: Albert Vermeulen
35
Leiderschap in balans Leiding geven binnen een militaire organisatie is uitdagend en complex. Dit komt door de verschillende situaties waarin wij actief zijn. Deze variëren van ernstmissies tot de meer bestuurlijke activiteiten in een kantooromgeving. Wij vragen van leidinggevenden – van korporaal tot generaal en admiraal – dat zij in die verschillende omstandigheden goed en effectief leiding kunnen geven. Van iedereen – van matroos tot generaal en admiraal – verwachten wij dat zij op goede wijze leiding kunnen ontvangen, goed volgerschap.
Meer aandacht
In 2006 heeft de Commissie Staal geconcludeerd dat ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht vaker voorkomt dan bij andere organisaties. De Commissie heeft aanbevelingen gedaan om ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht in de toekomst te voorkomen. Eén van de aanbevelingen van de Commissie richt zich op het leiderschap binnen defensie. De Commissie concludeert dat dit leiderschap vooral taakgericht van aard is en minder gericht is op de relationele of sociale aspecten binnen de organisatie. De Commissie Staal noemt enkele specifieke aspecten van sociaal leiderschap waar meer aandacht aan geschonken moet worden: • Het hebben van inzicht in groepsprocessen. • Het kunnen motiveren van mensen. • Het kunnen signaleren van problemen die zich voordoen in de groep en persoonlijk kunnen ingrijpen. • Corrigerend kunnen optreden als mensen ongewenst gedrag vertonen.
voor de ‘junior leaders’ (korporaals, sergeanten en jonge officieren) en nog eens drie competenties voor de ‘senior leaders’ (sergeant-majoors, adjudanten en hoofdofficieren) in onze organisatie.
Competenties
Deze volgende vier competenties zijn op iedereen van toepassing: samenwerken, integriteit, verantwoordelijkheidsbesef en leervermogen. De drie competenties die junior leaders moeten bezitten, zijn: communicatie, durf en flexibiliteit. De drie extra competenties die onze senior leaders dienen te bezitten, zijn: kunnen delegeren, interpersoonlijke sensitiviteit en het kunnen ontwikkelen van medewerkers. Zeker geen gering pakket, maar wel noodzakelijk en de moeite van het investeren waard. De kern van de visie bestaat uit de erkenning van de belangrijke positie die leidinggevenden binnen onze organisatie innemen, de rol die zij vervullen in de bedrijfsvoering en de verwachtingen die de organisatie heeft met betrekking tot hun houding en gedrag. Ik acht het belangrijk om onze opvattingen over leiderschap in een
Ons uitgangspunt is dat leiding geven binnen defensie altijd zal bestaan uit een combinatie van taak- en mensgericht handelen In balans Ons uitgangspunt is dat leiding geven binnen defensie altijd zal bestaan uit een combinatie van taak- en mensgericht handelen. Het is zaak om het taakgerichte aspect van leiding geven in balans te krijgen met het mensgerichte aspect. De Commissie beveelt aan dat defensie actief dient te investeren in het ontwikkelen van de sociale aspecten van leiderschap. Dat gaan we doen, maar voordat we actieve stappen op dit gebied kunnen zetten, is het belangrijk om een scherp beeld te krijgen van wat sociaal leiderschap voor defensie betekent. Een team, onder leiding van Nederlandse Defensieacademie buigt zich hierover. Als Commando Zeestrijdkrachten dienen wij te bepalen wat sociaal leiderschap voor ons betekent. Daartoe is binnen het CZSK een visie op leiderschap ontwikkeld die ons denken over leiding geven en ontvangen moet herijken en indien nodig vernieuwen. Ik breng deze publicatie – de CZSK bijdrage aan het werk van de Defensieacademie – graag onder uw aandacht.
Notitie
Deze visie is recent verschenen onder de titel Taakgericht en mensgericht leiderschap in balans. De opvattingen binnen het Commando Zeestrijdkrachten over het begrip leiderschap komen daarin aan de orde. Het doel van de notitie is te komen tot een concrete omschrijving van de aard van het gewenste leiderschap binnen het Commando Zeestrijdkrachten. Deze concrete omschrijving heeft de vorm gekregen van een competentieprofiel – een lijst met competenties, vaardigheden en kennis, die leiders in de marineorganisatie moeten bezitten. De competenties worden als het ware gestapeld. Er zijn vier competenties die iedereen moet bezitten, drie competenties die daar nog bij komen
visie vast te leggen, omdat deze: • richting geeft aan ons handelen binnen de organisatie; niet alleen als militair maar ook als bestuurder. Het dient als houvast om keuzes te maken met betrekking tot ons eigen gedrag, naar medewerkers toe maar ook naar collega-leidinggevenden; • behulpzaam is bij het helder verwoorden wat wij van wat leidinggevenden verwachten. Dit is van belang bij de selectie van (nieuwe) leidinggevenden en de zorgvuldige en zo objectief mogelijke beoordeling van het functioneren van leidinggevenden; • een toetssteen is voor de persoonlijke ontwikkeling van officieren en onderofficieren. Niemand is perfect en dat zullen wij ook niet worden. Wel strekt het de Koninklijke Marine tot eer indien wij streven naar persoonlijke groei en ontwikkeling van onze medewerkers om onze verantwoordelijke rol zo goed mogelijk te kunnen vervullen.
Zoals gezegd, deze CZSK-visie op leiderschap is een bijdrage aan een defensiebrede visie op leiderschap. Die defensiebrede visie leidt mogelijk nog tot bijstellingen. Toch vind ik het belangrijk om onze ideeën daarover met u te delen. Daarom nodig ik u uit om zorgvuldig kennis te nemen van deze tekst en er met elkaar naar te streven deze visie op leiderschap in de praktijk te realiseren en te bewaken. De visie op leiderschap is ook te lezen op Intranet.
R.L. Zuiderwijk, Generaal-majoor der mariniers
36
Hoaxen, weblogs en Hyves gevaarlijker dan we denken
Goed bedoeld, maar…
“FW: I am not breaking this one sorry!/FW: Deze heel laten.” Begin januari circuleerde deze mail over het Defensie Intranet ter gedachtenis aan het werk van de militairen in Irak en Afghanistan. “Dit is niet mijn gewoonte maar stuur het door voor deze keer”, luidde de eerste zin van de zogenoemde hoax, een elektronische kettingbrief. Ook bij de marine werd de mail gretig doorgestuurd, niet wetende dat dergelijke mails het netwerk overbelasten en zelfs kunnen platleggen. Luitenant-kolonel der mariniers Oscar Smith, hoofd Stafbureau Integrale Beveiliging, trekt aan de bel: “Mensen bedoelen het goed, maar kunTekst: Vanessa Strijbosch nen onbewust veel kwaad aanrichten.”
Een voor velen herkenbaar scenario: even snel een grappig filmpje of leuke mail doorsturen naar collega’s. Dit doorsturen van mails, film- en fotovertoningen is niet kwaad bedoeld. Sterker nog…de meesten willen er juist mee aantonen dat zij hun collega’s waarderen. Begin januari circuleerde een aantal van dit soort elektronische kettingbrieven op het intranet. Overste Smith en stafofficier informatiebeveiliging luitenant-ter-zee 2OC Wally van Houten zijn niet blij met dergelijke mails. “Binnen een kort tijdsbestek gaat zo’n mail de hele organisatie door en dat heeft direct effect op de capaciteit van de server. Het netwerk kan hierdoor trager worden of zelfs helemaal platgaan.” En dat allemaal door één mailtje? Smith verklaart: “Veel mensen gooien het mailtje of filmpje niet weg en laten het in hun mailbox staan. Tegenwoordig wordt de box automatisch gearchiveerd. Stel je stuurt de hoax naar tien collega’s, en daarna stuurt elk van hen dat weer naar tien andere collega’s enzovoort. Dan kun je je wellicht voorstellen dat binnen korte tijd zeer veel emailverkeer over het netwerk wordt verstuurd. En als iedereen het mailtje ook nog eens op een server wegschrijft, dan wordt er een aanzienlijk gedeelte van de opslagcapaciteit vervuild. Een ander gevaar, volgens het hoofd Stafbureau Integrale Beveiliging, is de ‘commerciële buitenwereld’. “Iemand die een commerciële mailing wilt sturen aan defensiemedewerkers, hoeft alleen nog maar alle adressen uit de elektronische kettingbrief te kopiëren om zijn doel te bereiken.”
Confronteren
Wat is er tegen te doen? “Niet veel”, erkent Smith. “Het enige wat wij op dit moment binnen onze capaciteiten kunnen doen, is de betreffende personen ermee confronteren. Daarnaast geven we meteen dit soort informatie door aan de Dienst Telematica Organisatie (DTO) die vervolgens de filters van de firewall kunnen bijstellen. Dan kan de mail van buitenaf worden tegengehouden, maar binnen het netwerk is het kwaad al geschied: daar circuleert de mail al rond en is niet meer tegen te houden.” Eind november 2006 is Beveiligingsbewustwordings programma defensiebreed van start gegaan. Middels ‘toolkits’ en een nulmeting kunnen alle afdelingen en eenheden hun veiligheidsbewustzijn testen. “De vorderingen tot nu toe zijn nog moeilijk meetbaar”, geeft Smith aan. “We hebben gecommuniceerd dat we hier mee bezig zijn, maar een heleboel mensen hebben binnen hun eigen omgeving nog geen handvatten hoe hiermee om te gaan. We moeten de incidenten oppakken om het bewustzijn op te wekken.”
Digitaal dagboek
Chatprogramma’s als MSN, privé sites, Hyves en weblogs zijn niet meer weg te denken op het internet. En bovendien een prima mid-
del om met het thuisfront te communiceren. De reiscommunity www.waarbenjij.nu is daar een goed voorbeeld van. Veel uitgezonden militairen houden op zo’n weblog hun digitale dagboek bij zodat zij hun ervaringen kunnen delen met vrienden en familie. “Ze denken dat ze met bekenden communiceren, maar de rest van de wereld kijkt mee”, waarschuwt Van Houten. “Als telefoonnummers op openbare weblogs staan, kunnen kwaadwillenden het thuisfront benaderen en zelfs bedreigen.” Het was dan ook niet zomaar dat de marine de thuisfrontsite van de KM een half jaar geleden moest blokkeren. “Er werd gerubriceerde informatie zoals aankomsttijden op gezet. De afdeling communicatie kon alle informatie, die op de site stond, niet meer controleren. Het ging een eigen leven leiden”, aldus het Hoofd Stafbureau Integrale Beveiliging. “Dit soort ontwikkelingen houd je niet tegen. Je kunt niet iemand verbieden een site of weblog te maken”, stelt Van Houten. “Maar wat we wel kunnen doen, is mensen erop wijzen dat het ook fout kan gaan. Mensen dienen zich bewust te zijn dat ze te maken hebben met gerubriceerde informatie. Weet wat je naar buiten toe communiceert!”
Oppassen met… • Scheepsbewegingen: er hoeft maar één iemand tussen te zitten die kwaad wil en de aankomst- en vertrektijden gebruikt om de boel te saboteren. Tip: geef deze informatie alleen door aan het thuisfront, als de commandant hiervoor toestemming geeft, en dan bij voorkeur telefonisch of via een hotmailaccount. • Manoeuvre-eenheden: niet in je weblog zetten dat je drie dagen je mail niet zal bekijken omdat je op patrouille bent. Tip: wees bewust van de informatie die je meedeelt. De hele wereld kan meekijken. • Bereikbaarheidsgegevens: deze kun je in principe al uitwisselen voordat je weggaat en hoeven dus niet bekend gemaakt te worden op een site. Vergelijk het met Marktplaats.nl. Daarop wil je toch ook niet al je gegevens zetten? Het stafbureau integrale beveiliging is telefonisch te bereiken via *06-209 (commercieel 0223-6) – 53439/54329 en via email:
[email protected]. (outlookadres #KM/CZSK/ OST/FAC/DIRSC/INTBEV). Op de intranetpagina van het stafbureau staat meer informatie over beveiligingsissues.
37
DC HR viert tevreden eerste verjaardag
80.000 telefoontjes, 80 klachten
Op 3 april vierde het Diensten Centrum Human Resources (DC HR) in Enschede haar eerste verjaardag. Het paarse bedrijf van het Commando Diensten Centra is het centrale aanspreekpunt voor vragen over personeelsaangelegenheden van heel Defensie. Inmiddels zijn er al zo’n tachtigduizend telefoontjes binnengekomen. Een maandelijkse rapportage laat een positief beeld zien over het niveau van de serviceverlening. Tekst: Barry Wijnandts Het DC HR is ontstaan uit de behoefte om de personeelsorganisatie te verkleinen. De personeelsbrief van 16 september 2003/4 opent met het motto: “Verantwoord verkleinen, voortvarend vernieuwen.” Uit dit motto is een geheel nieuw personeelsbeheersysteem ontsproten. Een hele hoop ondersteunende activiteiten op personeelsgebied werden al in voorgaande jaren gefaseerd ‘verpaarsd’ en de personeels- en salarisadministratie – tot dan toe nog per krijgsmachtonderdeel geregeld – werd opnieuw ingericht en geautomatiseerd. Eén van de gevolgen was dat personeel en lijnmanagers bepaalde functies zelf konden uitvoeren, zonder tussenkomst van een personeelsbeheerder. Via intranet worden dienstreizen aangevraagd in DIDO, verlof wordt aangevraagd in PeopleSoft. De lijnmanager kan de ingediende aanvragen vanaf zijn werkplek autoriseren of personeelsdossiers bijhouden en inzien. Om problemen en vragen van het personeel op dit vlak, of bij andere P&O gerelateerde onderwerpen op te vangen, is het DC HR in het leven geroepen. Ook gaat op termijn de afhandeling van verzoeken, die niet in Selfservice kunnen worden afgedaan, over naar Enschede.
Belmeting
Maandelijks doet het DC HR een belmeting waarin de tevredenheid over de diensten wordt gepeild. Kapitein-luitenant-ter-zee Hans Asberg, manager Informatiecentrum bij het DC HR: “Het blijkt daaruit dat marinepersoneel over het algemeen tevreden is over de dienstverlening. Meer dan de andere krijgsmachtonderdelen.” Asberg verklaart dit uit een stuk gewenning. Omdat de voorloper van het DC HR bij de marine, het Front Office, een vergelijkbare dienstverleningsinstantie was, is het marinepersoneel gewend aan hulp op afstand. “Bij de andere krijgsmachtdelen gaan klachten vaker over de manier van dienstverlening die niet bevalt.” Veel vragen gaan over salaris en toelages of DIDO. “Op het moment komen er veel vragen over de veranderde regels omtrent reizen met de NS Jaarkaart binnen”, vertelt de overste. Maar hij ziet weinig vragen die specifiek bij de marine regelmatig naar boven komen.
Miscommunicatie
“Als we naar de, in totaal tachtig, binnengekomen klachten en terugkoppeling kijken, kunnen we deze in drie groepen verdelen. Opmerking over de inhoud van het antwoord, opmerking over de snelheid of wijze van behandeling, opmerking over onvolkomenheden binnen het personele functiegebied”, aldus directeur DC HR kolonel René Pals. Dat het antwoord niet aansluit op de eigenlijke vraag van de beller, berust vaak op miscommunicatie tussen de Servicedesk medewerker en de beller. “Doordat de vraag niet scherp is uitgeplozen, wordt dan een niet passend antwoord gegeven. Bij nadere verdieping komt dan alsnog het juiste antwoord”, zegt
Pals. Door training en coaching van zijn personeel hoopt hij dat de Servicedesk beter in staat wordt een vinger achter het probleem van de beller te krijgen, als deze dat zelf niet helder weet te verwoorden.
DeskundigheidsCentrum
Klachten over snelheid hebben vaak te maken met het niet direct kunnen beantwoorden van de gestelde vraag. Dat kan zijn oorzaak hebben in drukte, waardoor de gesprekstijden zo kort mogelijk worden gehouden, maar het kan ook zijn dat de eerste lijns servicemedewerker het antwoord niet direct kan vinden en daar de tijd voor nodig heeft om het op te zoeken. Hij probeert dan binnen 24 uur terug te bellen, maar als hij er niet uitkomt, komt het probleem bij het Deskundigheidscentrum. Dit centrum heeft de expertise opgedeeld in vier clusters, waarbinnen de vergaarde kennis wordt vastgelegd en gewaarborgd. Die clusters zijn in- en uitstroom, doorstroom en uitzendingen, belonen en salarissen en personeel en organisatie algemeen. Vragen over de verwerking van verzoeken en mutaties voor bijvoorbeeld salaris en over het beheer van de P&O systemen komen bij de secties Gemeenschappelijke Salarisadministratie en Gebruikersondersteuning van het Ondersteuningscentrum. Het Deskundigheids- en Ondersteuningscentrum proberen binnen vijf werkdagen alsnog met een reactie te komen.
Regisseursstoel
Misschien wel de lastigste problemen zijn de klachten over onvolkomenheden in het personele functiegebied. Het DC HR heeft geen rol in het maken van personeelsbeleid, maar is een ondersteunende instantie. “In de totale herinrichting is er enorm veel onder handen. Systemen, processen, taken, rollen, beleid, regelgeving… zo kan ik nog wel even doorgaan”, aldus Pals. “Het minste wat we kunnen doen, is de opmerkingen aannemen en doorgeleiden naar de juiste spelers. Wij zijn een ingang voor opmerkingen, maar wij kunnen, willen en mogen niet op de stoel van de regisseur gaan zitten. Ideeën en suggesties voor de herinrichting kan men dan ook het beste neerleggen bij de P&O staf van het eigen defensieonderdeel want die heeft zitting in de Regiegroep.”
De stemming is optimistisch bij het DC HR en men blijft investeren in de groei van het niveau van personele dienstverlening voor de krijgsmacht. Pals is daarom blij met elke opmerking en suggestie, waarmee hij zijn bedrijf kan verbeteren: “Klachten aan de bar horen wij niet, een telefoontje naar het DC HR wordt zeker serieus genomen.” Het DC HR is te vinden onder telefoonnummer 0800 22 55 733, vanuit het buitenland +31 70 414 33 00, of op het militaire telefoonnet *06 733, voor allen optie 3 in het keuzemenu. Per e-mail:
[email protected]. 38
OFFICIEREN
SMJRLDGD M.C. Arends,
KPLTDW P.P.A. Berckmoes,
MATR 1 LDV J. Smit,
SMJRODND E.G. de Boer,
KPLMARNALG J.A. Cusell,
MATR 1 LDA E.A. Snijders,
Bevorderingen:
SMJRODVB J.L.C. Bolt,
KPLTDW W.J. Jansen,
MARN 1 ALG B.A. Vogel,
KTZA Drs L.H.I. Brummelaar,
SMJRMARNALG E.D. Boven,
KPLADBA B.M. de Jong,
MATR 1 TDE P.D. van Zadelhoff,
KLTZAR Drs. J.L.M. Putters,
SMJRLDV E. van Herwaarden,
KPLMARNALG R.R.H. Korver,
MARN 1 ALG B.A. Zimmerman,
KLTZ P.H.M. Verdegaal,
SMJRMARNALG E.L.H. Martens,
KPLMARNALG W.A. Leushuis,
MATR 2 OD M.A.H. Benneker,
LTZA 1 Y.M.R. Broodman,
SMJRODVB H.G.J. Romein,
KPLWDS L. Neve,
MATR 2 OD S. Kolk,
LTZA 1 M.C. van Kouteren,
SMJRTDE K. Uil,
KPLTDW A. Rouwendal,
MATR 2 LDV M.E.B.G.J. Ruesink,
LTZ 1 M.A. Kwak,
SMJRODVB A.L. Wehrman,
KPLTDE T.M. Savenije,
MARN 3 ALG C.F.F. Andeweg,
LTZ 1 H.W. Roosenboom,
SGTLDGB G.M.A. Dhaene,
KPLWDS S. Veenstra,
MATR 3 OD B. Bakker,
LTZA 1 Z.J. Visser,
SGTLDA C. Dijkstra,
KPLTDE F.W.G. Warners,
MATR 3 OD N.A.F.J. Coulen,
LTZT 2OC H.J.J. Gregoire,
SGTBDMZKT B.J. van Grinsven,
KPLODVB M. Wijpkema.
MARN 3 ALG M.W.J. Hendrix,
LTZ 2OC E.W. Grotenhuis,
SGTODOPS B. Hiddinga,
LTZE 2OC Ing. F. van Hagen,
SGTMARNALG R.P.N. Holtzer,
LTZT 2OC M. de Keizer,
SGTLDV M.W. van de Kamp,
LTZ 2OC A.J. Schiettekatte,
MARN 3 ALG M.P.J.M. van Houdt,
MANSCHAPPEN
MATR 3 OD S. Izaksson,
SGTTDE P.J.E. Marinissen,
Bevorderingen:
MATR 3 OD T. de Mos,
LTZE 2OC D. Schulte,
SGTODVB W.M. de Nijs,
MATR 1 TD T. Bomas,
MARN 3 ALG J. Plevier,
KAPTMARNS M. Stoel,
SGTODVB P.J.M. Zandbergen,
MATR 1 OD D.E. Brink,
MARN 3 ALG J.C.W. Rigter,
KAPTMARNS M.J.W. van Zwet,
KPLTDW J.H. Bodzinga,
MATR 1 OD J.M.N. van Dijk,
MARN 3 ALG J. Sapthu,
LTZ 2 H.J. Brander,
KPLMARNALG J.P. Greitemann,
MATR 1 OD P.S. de Jonge,
MARN 3 ALG J.G. Sikma,
LTZT 2 J.C. van Eijkelenburg,
KPLTDW D.M. de Jaeger,
MATR 1 TD J. van der Linden,
MARN 3 ALG T. Verlaan,
LTZA 2 J.P.F.A. Nolting,
KPLTDW W.M.K. Vaasen.
MATR 1 ODVB L.J.M. Mettes,
MATR 3 TD D. van Wandelen.
ELNTMARNS H.C. Smit.
MATR 3 OD S.J. Mast,
MATR 1 TD S. Schrijver,
Dienstverlaters:
MATR 1 TD J.A. de Vries,
AOOMARNALG A.J. de Bruin,
MATR 1 ODVB D.C. Winkelman,
CDR K.A.C. Hermsen,
AOOLDGB F.M.G. van den Eijnde,
MATR 1 TD D. Witteveen,
Bevorderingen:
KTZAR J.P.M. de Wit,
AOOMARNALG A.J.M. Jansen,
MATR 1 BDWSR L.P. Woort.
Ing. J. Bodbijl,10,
LTZ 1 M. Meinster,
AOOMARNALG A. Koster,
LTZT 2OC L. van den Berg,
AOOLDA R.A. Roskam,
Dienstverlaters:
G.J. van Kessel, 9,
LTZAR 2OC Drs. L.W. Berkhout,
SMJRMARNALG W.L.A. Goddrie,
MATR 1 OD R.C. Blomsma,
M.P. van der Linden, 9,
LTZE 2OC J.H. Gilissen,
SMJRWDE F. Meijer,
MARN 1 ALG M.G. de Boer,
P.I. de Vries, 8,
LTZ 2OC M.C. van Iperen,
SMJRTDE A.J.C. van Pelt,
MATR 1 LDV J.P. Brugman,
F. Roquas, 7,
LTZ 2OC I.M. Minheere,
SMJRLDV H. Wulffraat,
MATR 1 BDWSR I. Janga,
H.L. Terpstra, 6,
LTZ 2OC Ir. P.A. van, Noort,
SGTWDS G. Bakker,
MATR 1 ODVB N.B. Koet,
J.J. Koorn, 5,
LTZ 2OC Ing. P. Robert,
SGTTDE P.W.M. Bevaart,
MATR 1 LDV B. de Koning,
A. Smallenbroek-Abrahamsen, 5,
LTZT 2 E.G.M. Dijkhuizen,
SGTODND H.J. Bosman,
MATR 1 BDWSR M.T.E. Lieshout,
M. Rahakbauw-van de Geest, 4.
LTZA 2 Drs. W. Hachchi,
SGTTDW G.A. Bots,
MATR 1 OD C. van Luit,
LTZAR 2 Drs. R. de Kwant,
SGTLDA W.J. Burgers,
MATR 1 WDS J. Mandersloot,
Dienstverlaters:
LTZAR 2 V.H. Marasigan.
SGTBDMZKT D. Bögemann,
MATR 1 ODVB J. de Meijer,
M.P. Van Dissel-Knijff,
SGTLDV J.M. Dijkstra,
MATR 1 LDV R. Mink,
H. Greeve,
ONDEROFFICIEREN
SGTMARNALG R. Karssen,
MATR 1 WDS R.J. Mos,
J. Klein,
SGTMARNALG P.W. Kramer,
MATR 1 TDE C.J.G. Muis,
M. Faas,
Bevorderingen:
SGTWDS R. Litz,
MATR 1 OD W. Nijboer,
P. Nieuwenhuizen,
AOOMARNALG A.A.W. Bicker,
SGTWDS A. Meerhof,
MATR 1 OD G.G.W. Pooters,
P.N. Thijen.
AOOMARNALG F. Hoelandt,
SGTMARNALG A.W.J. Menning,
MATR 1 LDV R. Pölkerman,
AOOWDW J.H.M. Janssen,
SGTTDE M.C.G.M. Moeskops,
MATR 1 ODVB J.B. Rik,
AOOLDA G.J.J. Meijer,
SGTBDVB Y.E. Riksen,
MARN 1 ALG B. Roes,
AOOLDA M. Verhoef,
SGTWDS M. Verstegen,
MATR 1 LDV W.E.A.S. de Roode,
AOOODOPS N.D. de Wit,
SGTODND P.F.G. Welling,
MATR 1 BDMTD I.M. Sandvliet,
SMJRTDE G. Aberson,
SGTMARNALG I.J.P. Wit,
MATR 1 TDW A. Schouten,
Dienstverlaters:
BURGERS
J.J. Van der Gaag-Oudshoorn, 10,
IN MEMORIAM SMJRMARNALG Th. van Golde.
Deze lijst wordt maandelijks aangeleverd door het DienstenCentrum IV-beheer en komt voort uit PeopleSoft. Voor eventuele vragen en correcties dient u zich in eerste instantie te wenden tot DCHR: *06 733/0800 22 55 733. 39
Meld je snel aan voor een Infodag mariniers! (24 mei) Maak je borst maar nat voor een proefrondje Korps Mariniers. Wie straks deel wil uitmaken van het elitekorps van de marine, mag zich in maart al Verwacht komen uitleven op een Infodag. alles behalve een saai voorlichtingspraatje. Onder begeleiding van ervaren mariniers mag je helemaal los gaan op de klimtoren (abseilen), het bivakterrein en de hindernisbaan. Kom maar op!
werkenbijdemarine.nl