v o o r d r a c h t
5 april 2016 Corr.nr. 2016-08713, ECP Zaaknr. 618308
Nummer 25/2016
Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de kaders voor nieuw op te richten revolverende fondsen.
1. Samenvatting Dit statenvoorstel is bedoeld om binnen de duale verhoudingen 'technische' kaders vast te stellen waarbinnen Gedeputeerde Staten bevoegd zijn revolverende fondsen op te richten. Immers, in het collegeakkoord 2015-2019 "Vol vertrouwen" is voorzien in het oprichten van nieuwe revolverende fondsen met een gezamenlijk fondsvermogen van € 50 miljoen. Revolverende middelen zijn als regel publieke financiële middelen die na inzet in een rechtspersoon op een termijn van meestal 15 à 20 jaar na beschikbaarstelling geheel, gedeeltelijk of meer dan geheel worden terugbetaald en vervolgens terugvloeien naar de verstrekker van die middelen, om eventueel opnieuw revolverend te kunnen worden ingezet. Het beoogde effect om revolverend middelen in te zetten is dat met hetzelfde geld meer bereikt kan worden, onder meer doordat dezelfde middelen meermaals ingezet kunnen worden. Om dit zo efficiënt en effectief mogelijk uit te kunnen voeren en het kunnen borgen van duurzaamheid ook voor investeringen vanuit revolverende fondsen, vinden wij het van belang dat Uw Staten hiervoor uniforme spelregels vaststellen: de kaders voor nieuw op te richten revolverende fondsen. Deze kaders kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: (1) algemeen, (2) duurzaamheid, (3) financieel en (4) fondsbeheer. 2. Doel en wettelijke grondslag Zoals in de samenvatting reeds gemeld is dit statenvoorstel bedoeld om binnen de duale verhoudingen 'technische' kaders vast te stellen waarbinnen wij bevoegd zijn revolverende fondsen op te richten. Hiermee wordt op een adequate wijze invulling gegeven aan kaderstellende rol van Provinciale Staten. Bij de voordrachten van de individuele revolverende fondsen die voor wensen en bedenkingen aan Uw Staten worden voorgelegd en waarbij wij de uitgangspunten van eerder vastgestelde programma's, zoals voor Leefbaarheid, Energietransitie en Economie zullen meenemen, kunnen Uw Staten vervolgens toetsen of de kaders juist zijn toegepast. Daarmee wordt dan op adequate wijze invulling gegeven aan de controlerende rol van Provinciale Staten. Tevens is bij de voordrachten van de individuele fondsen de gelegenheid om de inhoudelijke discussie over een op te richten revolverend fonds te voeren. Wellicht ten overvloede merken wij op dat individuele financieringen die verstrekt worden uit deze fondsen niet meer voor wensen en bedenkingen aan Uw Staten zullen worden voorgelegd. Met behulp van de door uw Staten vastgestelde kaders zullen wij invulling geven aan de uitvoering. Het Afwegingskader inzet publiek vermogen en de Nota Verbonden Partijen zijn in dit verband kaderstellende notities. Belangrijke taken voor ons bij het op- en inrichten van nieuwe revolverend fondsen zijn het vaststellen van investeringsreglementen en het monitoren van de voortgang. Onderdeel van deze monitoring is onder andere het in beeld brengen van mogelijke risico's. Over de voortgang zullen wij Uw Staten rapporteren in de reguliere P&C-cyclus.
25-1
3. Procesbeschrijving en planning Op dit moment zijn wij al druk bezig met het op- en inrichten van de eerste nieuwe revolverende fondsen om zodoende concreet invulling te geven aan het realiseren van de beleidsdoelen zoals verwoord in het collegeakkoord. Om vertraging van deze trajecten te voorkomen, is het van belang dat de voorliggende kaders op korte termijn vastgesteld worden. Vervolguitwerking revolverend fonds Leefbaarheid en Energie Wij zijn voornemens om u voor de zomer een uitgewerkt inhoudelijk voorstel voor de revolverende fondsen ter vaststelling aan te bieden. In dit voorstel zullen het ‘accommodatiefonds’ en ‘maatschappelijk investeringsfonds’, zoals beschreven in het collegeakkoord en in de kadernotitie voor het uitvoeringsprogramma leefbaarheid, zijn uitgewerkt. Wij stellen voor om het fonds naar buiten toe: Revolverend fonds leefbaarheid en energie te noemen, om voor de aanvragers zo goed mogelijk aan te geven voor welke thema’s financiering uit dit fonds beschikbaar is. De inrichting, aansturing en beheer van het fonds zijn onderdeel van deze uitwerking. Uitkomsten behoeftenonderzoek breed MKB-fonds Uit een recent afgerond behoeftenonderzoek naar de financieringsbehoefte van het brede MKB blijkt dat er nauwelijks behoefte is aan (nieuwe) financieringsinstrumenten. Wel blijkt uit dit onderzoek dat er een veelheid aan instrumenten en instanties zijn, die niet of nauwelijks bekend zijn bij het brede MKB. Inzetten op het meer onder de aandacht brengen van deze mogelijkheden bij ondernemers zal meer effect hebben dan het introduceren van een breed MKB-fonds. Met de stakeholders in het veld (al dan niet in noordelijk verband) gaan wij onderzoeken hoe wij de MKB-ondernemers die op zoek zijn naar financiering zo goed mogelijk kunnen ondersteunen bij hun zoektocht. De Economic Board gaat voor ondernemers in de 9 aardbevingsgemeenten wel een revolverend fonds ontwikkelen om hiermee een extra stimulans aan de economie in deze gemeenten te geven. Wij zullen dit op de voet volgen en dit fonds gedurende een periode van 2 jaar monitoren om vervolgens te concluderen of een breed MKB-fonds voor de MKB-ondernemers in de overige gemeenten ook zinvol kan zijn. Daarnaast zullen wij in het kader van het vergroten van ons aandeelhouderschap in de NOM voorstellen doen om de aandeelhoudersinstructie van de NOM te wijzigen, waardoor de NOM meer mogelijkheden krijgt -dan nu het geval is- om het brede MKB te financieren. Tevens bekijken wij in hoeverre investeringen waar reguliere bancaire instellingen vaak geen instrumenten voor hebben door de NOM gefaciliteerd kunnen worden (bijvoorbeeld de acquisitie van proeffabrieken met bewezen innovaties). 4. Begroting Niet van toepassing. 5. Inspraak/participatie Niet van toepassing. 6. Nadere toelichting Momenteel passen overheden veelal subsidies toe als financierings- en stimuleringsinstrument. De provincie beoogt dan met het verstrekken van een subsidie een bepaald beleidsdoel te bereiken, door het stimuleren van maatschappelijke activiteiten. Daarbij vindt dan als techniek doorgaans vanuit een vastgesteld programma van eisen een beoordeling plaats van een offerte, waarin de tegenprestaties worden voorgelegd die voor de te verstrekken subsidie worden geoffreerd. Subsidies werden tot op heden verstrekt zonder dat daarbij ook een zekere financiële rendementseis werd gesteld. Zeker nu de middelen schaarser worden is het van belang of het beleidsdoel ook op een andere manier bereikt kan worden, waarbij minder publieke financiële middelen behoeven te worden ingezet. Een alternatief zou gevonden kunnen worden in vormen van revolverende financiering, die meer gericht zijn op financieren in plaats van subsidiëren en dan vooral voor die projecten die voor de ontvanger op een moment inkomsten gaan opleveren. In het collegeakkoord 2015-2019 "Vol vertrouwen" is op deze vorm van financiering al nadrukkelijk "voorgesorteerd". Revolverend financieren betekent dat een overheid tijdelijk middelen beschikbaar stelt, veelal in de vorm van een (achtergestelde) lening, een garantie of een deelneming. Uitgangspunt is dat de 25-2
uitgezette middelen dus geheel weer terug worden betaald, eventueel met rente of rendementsopbrengst. De middelen kunnen dan opnieuw worden ingezet voor andere initiatieven. Idealiter dekken de totale inkomsten, rente en aflossing, alle kosten en risico’s zodat de beschikbare middelen feitelijk zichzelf in stand houden. Op zich is revolverend financieren voor de provincie Groningen geen nieuw instrument. Ook nu wordt al gewerkt met vormen van revolverende financiering bij bijvoorbeeld het Investeringsfonds Groningen en de NOM. Zoals reeds gezegd, is in het collegeakkoord 2015-2019 "Vol vertrouwen" voorzien in het oprichten van nieuwe revolverende fondsen met een gezamenlijk fondsvermogen van € 50 miljoen. Het betreffen een accommodatiefonds van € 10 miljoen, een maatschappelijk investeringsfonds van € 15 miljoen en een breed MKB-fonds van € 25 miljoen. Om de risico's, die annex zijn met het op- en inrichten van revolverende fondsen, op te kunnen vangen, is in totaal € 10 miljoen (20% van het gezamenlijke fondsvermogen van € 50 miljoen) toegevoegd aan ons weerstandsvermogen. De kaders voor nieuw op te richten revolverende fondsen kunnen onderverdeeld worden in vier categorieën: (1) algemeen; (2) duurzaamheid, (3) financieel en (4) fondsbeheer. De kaders zijn logisch gerangschikt en treft u aan in bijlage 1. 7. Geheimhouding Niet van toepassing. 8. Voorstel Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 5 april 2016. Gedeputeerde Staten van Groningen:
H. Staghouwer
, voorzitter.
H.J. Bolding
, secretaris.
Behandeld door : J. Huisman Telefoonnummer : 050 316 4213 e-mail :
[email protected] Bijlagen bij de voordracht geen
25-3
Nr.
25/2016
Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 5 april 2016, nr. 2016-08713, afdeling FC; Gelet op de kaderstellende rol van Provinciale Staten en de behoefte aan uniforme kaders om zo efficiënt en effectief mogelijk nieuwe revolverende fondsen op te kunnen richten en het kunnen borgen van duurzaamheid voor investeringen vanuit revolverende fondsen. Besluiten: 1. De kaders voor revolverende fondsen vast te stellen zoals die in bijlage 1 bij dit besluit zijn weergegeven, bestaande uit de volgende onderdelen: a) Algemeen b) Duurzaamheid c) Financieel d) Fondsbeheer Groningen, Provinciale Staten voornoemd:
, voorzitter.
, griffier.
Bijlagen bij het besluit 1. Kaders revolverende fondsen.
25-4
Bijlage 1 Kaders voor revolverende fondsen Algemeen 1. Doelen van het revolverende fonds (kort: fonds) dienen bepaald te worden; welke (maatschappelijke) resultaten moet dit opleveren? Definieer heldere en meetbare (prestatie)indicatoren. 2. Voorafgaand aan de oprichting van een fonds moet een behoeftebepaling gedaan worden: o.a. van belang om te bepalen welke (financiële) instrumenten beschikbaar moeten komen vanuit het revolverende fonds. 3. Het op te richten fonds moet passen binnen het afwegingskader publiek vermogen en binnen de Nota Verbonden Partijen, met dien verstande dat bij revolverende fondsen niet sprake hoeft te zijn van cofinanciering. 4. Er dient aandacht te zijn of een op te richten fonds als een bestuursorgaan gezien moet worden. 5. Het op te richten fonds moet voorzien zijn van een transparante governance. 6. Bepaal datum start activiteiten (i.c. wanneer moet het fonds operationeel zijn). 7. Bepaal vooraf looptijd fonds (o.a. noodzakelijk i.v.m. meerjarige liquiditeitsplanning provincie/treasury). 8. De opzet/inrichting van het fonds moet fiscaal getoetst worden (fiscale optimalisatie is een vereiste). 9. Bepaal vooraf limitatief de financieringsinstrumenten van het fonds (bijv. participatie, lening, garantie etc.) en bepaal -indien (beleidsmatig) gewenst- maxima (vanzelfsprekend rekening houdend met vigerende wet- en regelgeving omtrent staatssteun) en 'vertaal' deze in een investeringsreglement. 10. Het op te richten fonds moet voldoen aan de vigerende wet- en regelgeving omtrent staatssteun- en aanbestedingsaspecten. Specifiek dient in de fondsdocumentatie aangegeven te worden op welke algemene en specifieke vrijstellingen beroep gedaan kan worden indien sprake is van steun. 11. Periodiek en passend binnen onze eigen P&C-cyclus dient het risicoprofiel van het fonds gemonitord te worden. 12. Periodiek dient het fonds geëvalueerd te worden. Ten minste één keer in de vier jaar. Duurzaamheid 13. Duurzame ontwikkeling is hoofddoelstelling van het provinciale beleid. Kern van duurzame ontwikkeling is dat steeds weer een afweging plaats vindt van zowel sociale, ecologische als 1 economische aspecten ten opzichte van elkaar: People, Planet en Prosperity (PPP) . Deze aspecten dienen bovendien in het perspectief van hier en nu, later en elders te worden bekeken Ook bij een investering die vanuit een revolverende fonds wordt gefinancierd moet deze afweging plaatsvinden. Financieel 14. Uitgangspunt voor het fonds is dat minimaal het nominaal ingelegde vermogen aan het einde van de looptijd van het fonds terugvloeit naar de provincie. Is dit niet zo, dat dient hiervoor aanvullende financiële dekking geregeld te zijn. 15. Vooraf dient bepaald te worden of het fondsrendement minimaal gelijk is aan het begrote rendement op ons vermogen (rentederving dient voorkomen te worden). Is dit niet zo, dat dient hiervoor aanvullende financiële dekking geregeld te zijn. 16. Vooraf dient een inschatting van het risicoprofiel van het op te richten fonds gemaakt te worden en dienen de financiële consequenties afgedekt zijn binnen de begroting van de provincie (huidige lijn is 20% gereserveerd binnen weerstandsvermogen). 17. Maak vooraf een reële inschatting van de apparaatskosten gemoeid met het fondsbeheer. 18. Alleen apparaatskosten direct gerelateerd aan het fondsbeheer mogen ten laste van het fonds komen, mits aannemelijk gemaakt kan worden dat deze -binnen de looptijd van het fonds- uit het rendement van het fonds "terugverdiend" zullen worden. Is dit niet zo, dan dient hiervoor aanvullende financiële dekking geregeld te zijn.
1
People: gebruik van lokale werkgelegenheid, mensen krijgen meer kans tot de arbeidsmarkt toe te treden, lokale betrokkenheid en participatie; Planet: de uitgangspunten van de circulaire economie, de ketengedachte en het duurzaam gebruik van grondstoffen en energie; Prosperity: innovatieve economische ontwikkelingen waarbij welvaart en welzijn onlosmakelijk zijn verbonden.
25-5
Fondsbeheer 19. Voor het fondsbeheer zijn in principe 2 opties beschikbaar: intern of extern beleggen. Intern is alleen een optie als intern voldoende expertise aanwezig is. De vraag die dus beantwoord moet worden is: Beschikken wij over voldoende interne expertise voor fondsbeheer? a. Ja, fondsbeheer intern is een optie; b. Nee, fondsbeheer uitbesteden (extern). Intern fondsbeheer (geen aparte entiteit) 20. Indien fondsbeheer intern gebeurt, wordt geen aparte entiteit opgericht. 21. Gedeputeerde Staten stellen het investeringsreglement van het fonds vast. 22. Het oprichten van een interne klankbord/adviesgroep is een vereiste. Deze groep adviseert Gedeputeerde Staten bij de besluitvorming over de toekenning van financiering. 23. De besluitvorming dient aan te sluiten bij het mandaatbesluit. 24. Sturing en verantwoording (zowel financieel als qua resultaten) middels de reguliere P&C-cyclus, waarbij vooraf heldere afspraken zijn gemaakt over periodieke rapportage (voorwaarde is dat de periodiciteit van deze rapportages zoveel mogelijk aansluit bij onze reguliere P&C-cyclus). In deze rapportage dient nadrukkelijk gerapporteerd te worden over de (prestatie)indicatoren zoals gedefinieerd onder punt 1. Extern fondsbeheer (aparte entiteit) 25. Bij uitbesteding van het fondsbeheer wordt voor het op te richten fonds een aparte entiteit opgericht of wordt aansluiting gezocht bij een bestaand of samen met (een) derde(n) op te richten fonds (zie ook Nota Verbonden Partijen). 26. Een op te richten fonds dient in ieder geval te beschikken over een onafhankelijke investeringscommissie op het moment dat het aangaan van participaties één van de instrumenten van het fonds is. 27. Gedeputeerde Staten stellen het investeringsreglement en/of de aandeelhoudersinstructie van het fonds vast. 28. Verantwoording (zowel financieel als qua resultaten) door de externe fondsbeheerder geschiedt o.a. middels periodieke rapportages van fondsbeheerder richting college van Gedeputeerde Staten (voorwaarde is dat de periodiciteit van deze rapportages zoveel mogelijk aansluit bij onze reguliere P&C-cyclus) en middels een jaarrekening voorzien van een controleverklaring van een registeraccountant. In de rapportage dient nadrukkelijk gerapporteerd te worden over de (prestatie)indicatoren zoals gedefinieerd onder punt 1.
25-6