27 oktober 2015 Corr.nr. 2015-46.491, OM Zaaknr. 600103
Nummer 69/2015
Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen ter vaststelling van de wijziging van de Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen
1. Samenvatting Deze voordracht heeft tot doel het tarief van de nazorgheffing voor nietbedrijfsgebonden stortplaatsen genoemd in artikel 7 van de Verordening nazorgheffing Groningen vast te stellen voor het jaar 2016. Ook wordt de nazorgheffing voor baggerspeciedepots opnieuw vastgesteld. 2. Doel en wettelijke grondslag Op grond van de nazorgbepalingen in de Wet milieubeheer is de provincie bestuurlijk, organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de nazorg van stortplaatsen en baggerspeciedepots, waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. Vanaf het moment dat ons college een stortplaats of een baggerspeciedepot gesloten heeft verklaard, is de provincie verantwoordelijk voor de uitvoering van maatregelen, die waarborgen dat deze geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaakt. De nazorg wordt gefinancierd uit de opbrengsten van de nazorgheffing, die wordt opgelegd aan de vergunninghouders van de betrokken stortplaatsen en baggerspeciedepots. De opbrengsten hiervan en de daarop te behalen rendementen worden gestort in een door ons beheerd nazorgfonds. Uit dit fonds betalen wij de kosten voor de uitvoering van de nazorg en het fondsbeheer. Nu moet het tarief van de nazorgheffing voor het heffingsjaar 2016 worden vastgesteld. 3. Procesbeschrijving en planning Aanleiding voor het opstellen van deze voordracht is de jaarlijkse vaststelling van het tarief van de nazorgheffing. Hiertoe moet de Verordening nazorgheffing Groningen worden gewijzigd. Deze wijziging moet met ingang van 1 januari 2016 in werking treden. 4. Begroting Niet van toepassing. 5. Inspraak/participatie Niet van toepassing. 6. Nadere toelichting Doelvermogen en nazorgheffing Binnen het IPO is een kader ontwikkeld, dat wordt gebruikt bij de uitvoering van de provinciale nazorgtaken. Het gaat hierbij onder meer om checklisten voor de beoordeling van nazorgplannen van stortplaatsen en baggerspeciedepots en een model voor het berekenen van de nazorgkosten. De checklisten hebben tot doel het waarborgen van volledigheid van nazorgplannen en gelijke behandeling van vergunninghouders. Met het rekenmodel worden de doelvermogens berekend. Dit is het voor de nazorg benodigde vermogen dat bij de start van de nazorg moet zijn opgebracht, dit op basis van het door ons goedgekeurde nazorgplan. Bij de berekening van de doelvermogens hanteren wij de volgende uitgangspunten: De "Checklist nazorgplannen stortplaatsen" en de "Checklist nazorgplannen baggerdepots" (conform de Beleidsregel nazorg gesloten stortplaatsen Wet milieubeheer 2010) en het rekenmodel RINAS 3.0 zijn gehanteerd voor respectievelijk de toetsing van nazorgplannen en de berekening van de doelvermogens.
69-1
De nazorgplannen zijn zo nodig geactualiseerd. De hierin opgenomen activiteiten, frequenties en kosten vormen de basis voor de berekening van de doelvermogens. De levensduur van de bovenafdichting voor stortplaatsen, voor een groot deel bepalend voor de hoogte van de doelvermogens, is binnen IPO bepaald op 75 jaar. Gerekend wordt met een rente van 5,06 % (effectieve rente van 3 % bij een inflatie van 2 %). Onder 9. Landelijke ontwikkelingen wordt hierop nader ingegaan. De kosten zijn gebaseerd op het prijspeil 2008. Ten aanzien van de risico-opslag is een standaardtoeslag van 5 % gehanteerd. De heffing voor de stortplaatsen wordt jaarlijks geïnd tot aan de start van de nazorg en wordt geheven naar het aantal tonnen gestort afval per jaar. De heffing voor de baggerspeciedepots wordt een maand voor sluiting opgelegd.
Niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen De doelvermogens voor de stortplaatsen Kloosterlaan, Woldjerspoor en Veendam zijn definitief vastgesteld. Op de stortplaatsen Kloosterlaan en Woldjerspoor is de provincie inmiddels belast met de uitvoering van de nazorg. De nazorgwerkzaamheden zijn uitbesteed. De sluiting van de stortplaats Veendam wordt momenteel voorbereid. De start hiervan is voorzien op 1 januari 2016. De contante waarde van de doelvermogens voor de stortplaatsen bedraagt per 1 januari 2016 circa € 21,5 miljoen. Het verwachte saldo van het nazorgfonds bedraagt eind 2015 circa € 24,5 miljoen. Dit betekent dat ook in 2016, evenals in voorgaande jaren, geen afdracht van Afvalverwerking Stainkoeln B.V. aan de provincie hoeft plaats te vinden. Voor 2016 kan de nazorgheffing dan ook worden vastgesteld op € 0,--. Het positieve verschil tussen de contante waarde van de doelvermogens en de waarde van het fonds per 1 januari 2016 (circa € 3,0 miljoen) wordt in het fonds gelaten. Wij presenteren u hierbij de geactualiseerde tarieventabel voor de niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen. Tabel 1. Overzicht van nazorgkosten, stortingen en heffingen in € (per ton afval, exclusief BTW) Datum Omschrijving
1-1-1999 1-1-2000 1-1-2001 1-1-2002 1-1-2003 1-1-2004 1-1-2005 1-1-2006 1-1-2007 1-1-2008 1-1-2009 1-1-2010 1-1-2011 1-1-2012 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015
1-1-2016
Start nazorg Doelvermogen Afkoopsom Storting afkoopsom volgens overeenkomst Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Raming rente Raming uitn.specifiek Raming uitn.algemeen Raming kosten OM Verwacht saldo
Heffing in €
4,18 4,26 4,35 4,43 4,52 4,61 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,00
Kloosterlaan 2008 4.121.142 2.241.144 2.241.144 2.353.201 2.470.862 2.594.405 3.079.289 3.347.331 3.584.603 3.770.559 4.077.426 4.235.309 4.400.330 4.453.274 4.391.513 4.307.495 4.225.876 4.166.438 4.093.515 25.266 -90.000 -1.838 -5.000 4.021.943
Stortplaats Totaal Stainkoeln Usquert Veendam Woldjerspoor 2027 2017 2016 2011 7.649.552 3.242.948 5.597.406 3.197.626 23.808.674 2.965.907 1.147.892 3.319.052 2.164.503 11.838.498 2.965.907 1.147.892 3.319.052 2.164.503 11.838.498 3.114.202 3.269.913 3.433.409 4.075.099 4.429.823 4.743.827 4.989.918 5.396.025 5.604.965 5.831.557 6.048.274 6.178.276 6.238.944 6.291.745 6.354.702 6.390.273 39.442
1.205.287 1.265.552 1.328.830 1.577.183 1.714.471 1.835.999 1.931.243 2.088.418 2.169.283 2.256.980 2.340.865 2.391.190 2.414.671 2.435.107 2.459.473 2.473.241 15.265
3.485.004 3.659.254 3.842.218 4.560.312 4.957.271 5.308.664 5.584.058 6.038.519 6.272.337 6.525.908 6.768.397 6.913.907 6.981.797 7.040.885 7.111.338 7.151.146 44.137
-2.869
-1.111
-3.211
6.426.846 2.487.395 7.192.072
2.272.728 2.386.365 2.505.683 2.973.985 3.232.860 3.462.018 3.641.615 3.937.988 4.090.471 4.255.836 4.414.007 4.508.880 4.535.375 4.487.677 4.454.805 4.389.001 27.090 -60.000 -1.971 -8.500 4.345.620
12.430.423 13.051.948 13.704.545 16.265.868 17.681.756 18.935.111 19.917.393 21.538.376 22.372.365 23.270.611 24.024.818 24.383.766 24.478.281 24.481.290 24.546.756 24.497.175 151.200 -150.000 -11.000 -13.500 24.473.875
Objectgebonden baggerspeciedepots De doelvermogens voor de provinciale baggerspeciedepots Driebond, Winschoterzijl en Zuidwending zijn definitief vastgesteld. Ook hier is de provincie inmiddels belast met de uitvoering van nazorg. De nazorgwerkzaamheden worden door de provincie zelf uitgevoerd.
69-2
In tabel 2 zijn de nazorgkosten en doelvermogens van genoemde provinciale depots weergegeven. Ook is aangegeven welk bedrag is gereserveerd voor de toekomstige heffing van de overige nog niet gesloten provinciale depots Dorkwerd, Warvenweg en Zuidbroek. Tabel 2. Overzicht van nazorgkosten en stortingen provinciale baggerspeciedepots Datum
1-1-2010 1-1-2011 1-1-2012 1-1-2013 1-1-2014 1-1-2015
1-1-2016
Omschrijving Start nazorg Doelvermogen Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Saldo Raming rente Raming kosten prov.depots Raming uitname spec. Raming kst.OM Verwacht saldo
Nazorg Driebond Winschoterzijl Zuidwending 2010 2010 2010 100.445 22.420 60.115 100.445 22.420 60.115 102.616 22.905 61.414 103.449 22.636 61.671 104.818 22.786 62.359 105.430 22.701 62.556 105.908 22.635 62.610 996 213 589 -1.487 -1.050 104.367
-1.395 -210 21.243
totaal 182.980 182.980 186.935 187.756 189.963 190.687 191.153 1.798
-636 -3.518 -420 -1.680 62.143 187.753
Provinciale Totaal depots nazorg en prov.dep. 583.351 766.331 583.351 770.286 533.051 720.807 857.870 1.047.833 823.986 1.014.672 818.555 1.009.709 7.702 9.500 -10.000 -10.000 -3.518 -1.680 816.257 1.004.011
De geactualiseerde heffingentabel voor de overige nog niet gesloten depots, waarin de heffing gelijk is aan het doelvermogen, vindt u hieronder. De doelvermogens zijn gebaseerd op de meest recente door ons goedgekeurde nazorgplannen. Zoals hierboven aangegeven, wordt de heffing een maand voor sluiting opgelegd. Tabel 3. Overzicht van nazorgkosten en heffingen in € (inclusief BTW) Start nazorg Heffing/doelvermogen
Heveskeslaan 2020 1.421.848
Oterdumerwarven 2030 1.527.281
Heveskes Oost 2030 1.925.908
Start nazorg Heffing/doelvermogen
Dorkwerd 2016 103.891
Warvenweg 2019 594.539
Zuidbroek 2022 115.926
Driebondsweg 2016 382.625
Nazorgheffing Gebruikmakend van tabel 1 en 3 stellen wij voor de tarieven van de nazorgheffing voor de nietbedrijfsgebonden stortplaatsen en de baggerspeciedepots voor 2016 vast te stellen via een wijziging van de Verordening nazorgheffing Groningen. 7. Beleggingen Verwacht wordt dat de provincie Groningen op 1 januari 2016 voor de nazorg gesloten stortplaatsen € 24,5 miljoen en voor de baggerspeciedepots € 1,0 miljoen (totaal € 25,5 miljoen) zal hebben uitgezet. De gelden voor de nazorg zijn uitgezet middels garantieproducten en een spaarrekening. De garantieproducten zijn in 2010 afgesloten en hebben een looptijd van respectievelijk 7 en 13 jaar. De producten bestaan uit een vastrentend deel en een vrij belegbaar deel. De vastrentende delen zijn uitgezet via obligaties van de Rabobank. Het vrij belegbare deel is belegd in een duurzaam fonds van OVE. De spaarrekening loopt bij de ABN AMRO Bank. De rente van deze rekening is variabel. 8. Provinciale ontwikkelingen Er zijn initiatieven vanuit de markt om zonneparken te realiseren op de stortplaatsen Kloosterlaan en Woldjerspoor. Wij ondersteunen deze ontwikkelingen. De aanleg en de aanwezigheid van een zonnepark op een gesloten stortplaats mag echter de uitvoering van de nazorg niet belemmeren en de nazorgvoorzieningen (waaronder de bovenafdichting, hemelwater- en gasdrainage, peilbuizen etc.) niet beschadigen. Deze nazorgvoorzieningen moeten bereikbaar zijn en blijven voor onderhoud, reparaties of vervanging. Ook zijn er diverse ontwikkelingen op gesloten baggerspeciedepots, zoals de realisatie van het project P&R Meerstad op het provinciale depot Driebondsweg.
69-3
9. Landelijke ontwikkelingen Actualisatie checklisten De geactualiseerde IPO-checklisten voor de beoordeling van nazorgplannen van stortplaatsen en baggerspeciedepots en het rekenmodel RINAS 4 hebben wij als beleidsregel in ons nazorgbeleid opgenomen. De provinciale Beleidsregel nazorg gesloten stortplaatsen Wet milieubeheer 2010 bepaalt dat ter beoordeling van nazorgplannen de meest recente IPO-checklisten worden gehanteerd. De verordening nazorgheffing Groningen bepaalt dat het doelvermogen wordt berekend op basis van het rekenmodel RINAS, zoals deze geldt op het moment van vaststelling van het doelvermogen. Beleidsregel en verordening behoeven dan ook geen aanpassing. Aanpassing rekenrente In 2013 heeft een aantal provincies de rekenrente verlaagd. Dit is voor de Vereniging Afvalbedrijven aanleiding geweest om de provincies dringend te verzoeken de te hanteren rekenrente vooralsnog te houden op of terug te brengen naar de basiswaarde van 5,06 %. Dit in afwachting van de evaluatie van de nazorgbepalingen van de Wet milieubeheer. Verlaging van de rekenrente heeft grote financiële gevolgen voor de stortsector (verhoging doelvermogens). Wij zijn vooralsnog niet voornemens om de rekenrente, die wij hanteren bij de berekening van de doelvermogens en die is vastgesteld op 5,06 %, aan te passen. Belangrijkste argument is dat het totaal van de contante waardes van de doelvermogens lager is dan de omvang van het nazorgfonds gesloten stortplaatsen provincie Groningen. Wel willen wij binnen het IPO zo mogelijk aankoersen op een meer gemeenschappelijke aanpak voor wat betreft het renteniveau. De rekenrente wordt meegenomen in de landelijke evaluatie van de nazorgparagraaf in de Wet milieubeheer. Introductie Duurzaam Stortbeheer Reeds eerder hebben wij u geïnformeerd over het project Introductie Duurzaam Stortbeheer. Duurzaam stortbeheer is een innovatieve en nieuwe methode voor het omgaan met stortplaatsen. Hierbij wordt het afval in een stortplaats met water en lucht behandeld, waardoor schadelijke stoffen worden afgebroken of zich binden aan het afval. Naar verwachting zullen de stoffen niet of nauwelijks uit de stortplaats komen, waardoor de bodem en het grondwater beschermd blijven. Deze processen duren naar verwachting circa 10 jaar. Daarna heeft de stortplaats echter geen bijzondere aandacht meer nodig. Actieve nazorg kan dan komen te vervallen. Het experiment wordt uitgevoerd op stortplaatsen in de provincies Noord-Brabant, Noord-Holland en Flevoland. Daarnaast komt nog een aantal andere stortplaatsen in aanmerking om na afloop van het experiment ook te worden verduurzaamd, de zgn. potentiële uitstellocaties. De voorbereidingen zijn afgerond. Betrokken provincies, brancheorganisatie, afvalbedrijven en de ministeries van IenM en EZ hebben de hele opzet vastgelegd in een Green Deal. Ondertekening hiervan heeft op 6 oktober 2015 plaatsgevonden. De uitvoering van de pilots kan nu starten. Overigens hebben wij de Green Deal niet ondertekend, aangezien in onze provincie geen pilot wordt uitgevoerd en er ook geen stortplaatsen zijn aangemeld als potentiële uitstellocatie. Voor verdere informatie over het project Introductie Duurzaam stortbeheer mogen wij u verwijzen naar de website www.duurzaamstortbeheer.nl. 10. Voorstel Wij stellen u voor het in ontwerp bij deze voordracht gevoegde besluit vast te stellen. Groningen, 27 oktober 2015. Gedeputeerde Staten van Groningen:
M.J. van den Berg
, voorzitter.
H.J. Bolding
, secretaris.
69-4
Behandeld door : S.H. Rozema Telefoonnummer : 050-316 4201 e-mail :
[email protected] Bijlagen bij de voordracht Geen.
69-5
Nr.
69/2015
Provinciale Staten van Groningen: Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van 27 oktober 2015, nr. 2015-46.491, OM; Gelet op artikel 220 van de Provinciewet en artikel 15.44 van de Wet milieubeheer; Besluiten: het volgende vast te stellen: ARTIKEL I De Verordening op de instelling en invordering van de nazorgheffing stortplaatsen provincie Groningen wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 7, eerste lid, komt te luiden als volgt: 1. De nazorgheffing voor niet-bedrijfsgebonden stortplaatsen wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel. heffingsjaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016
heffing in € 4,35 4,43 4,52 4,61 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
B Artikel 7, tweede lid, komt te luiden als volgt: 2. De nazorgheffing voor baggerspeciedepots wordt geheven naar de tarieven opgenomen in de hieronder geplaatste tarieventabel. Heveskeslaan Start nazorg Heffing
2020 1.421.848
Oterdumerwarven 2030 1.527.281
Start nazorg Heffing
Dorkwerd 2016 103.891
Warvenweg 2019 594.539
Heveskes Oost 2030 1.925.908 Zuidbroek 2022 115.926
Driebondsweg 2016 382.625
69-6
ARTIKEL II Artikel I treedt in werking met ingang van 1 januari 2016. Groningen, Provinciale Staten voornoemd:
, voorzitter.
, griffier.
69-7