-1OPENBARE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD OP MAANDAG 8 MAART 2004. voorzitter: drs. A.B. SAKKERS: burgemeester griffier: drs. J. VERHEUGT, griffier secretaris: K. Langerwerf. aanwezig 44 leden. mevr. A.C. VAN ALPHEN DE VEER-PAULEN (VVD) mevr.mr.dr. G.J.M. VAN DEN BIGGELAAR (PvdA) J.G.J.M. VAN DEN BIGGELAAR (PvdA) mevr.drs. J.G.C.L. BREUERS (GL) mevr. S. BULUT-KAPUCU (PvdA) W.J. BUREMA (PvdA) M.J.A.M. VAN BUSSEL (Leefbaar Eindhoven) mevr. L.M.P. VAN DOOTINGH-HEIJUNG (D66) H.W.A. van DIJCK (Leefbaar Eindhoven) G.J.H. DIJSSELBLOEM (D66) B.J.M. GERARD (SP) mevr.drs. M.C.T. FIERS (PvdA) A.J.W.M. GEERTS (Leefbaar Eindhoven mevr. H.J.M.C. VAN HERK (CDA) A.F.W. HOUBEN (OAE) J.A.G. VAN HOUT (CDA) F. VAN IERSEL (SP) mevr. H.M.E. JACOBS-VAN NISSELROOIJ (VVD) drs. H.M.F. JANSSEN (PvdA) mevr. E.M.H. JOOSTEN (CDA) mevr. M.T. KAMPHORST (SP) mevr. P.J.F. VAN KESSEL-JANSEN (PvdA) R.M. KERKWIJK (GL) mevr. N.G.E.C. KEUNEN-HABETS (Leefbaar Eindhoven) drs. H.J. KIELENSTIJN (Leefbaar Eindhoven) K.T. KOCAK (CDA) mr. P.H.A. LEENDERS (CDA) P.J. VAN LIEMPD (PvdA) J.J. VAN DER MEER (PvdA) mevr. S.E. DE NIET (GL) mevr. J.A. OOMEN (Leefbaar Eindhoven) S. PANCHOE (CDA) mevr. A.A.H.M. PAX (Leefbaar Eindhoven) J.B.W.M. PETERS (Leefbaar Eindhoven)
-2mevr. R.B. DOS RAMOS-VERSTRAETEN (CDA) A.J.A. RENNENBERG (OAE) ing. R.A.M. ROOIJAKKERS (Leefbaar Eindhoven) ir. J. ROZENDAAL (VVD) mr. M.C.J. DE SCHEPPER (D66) J.C. SCHUT (VVD) N.H. STOEVELAAR (CDA) P.H.F.G. VERHAEGH (Liberaal Eindhoven) J.P.A. VERVOORT (Leefbaar Eindhoven) A.H.C. VESTJENS (CDA) J.M. VLEESHOUWERS (Stadspartij) Afwezig: de heer M.F. OOSTERVEER (VVD). Wethouders: W. CLAASSEN P.J.C. VAN DER GRINTEN mevr. G.M. MITTENDORFF A. PASTOOR mevr.drs. M. SCHREURS
OVERZICHT VAN HET BEHANDELDE
VERSLAG VAN HET GESPROKENE I.
Opening en mededelingen.
De Voorzitter opent om 15.00 uur de vergadering. Herdenking van oud-leden van de raad, de heren J. van der Heijden en H. Sanders.
-3De Voorzitter: Twee personen zijn van ons heengegaan, die sommigen uwer nog hebben gekend in hun functie als raadslid of hebben meegemaakt in de Eindhovense samenleving. Op 17 februari overleed 'Jantje' van der Heijden, een gerenommeerde figuur in het Eindhovense, overal bekend door zijn zang, dans en levenskunst. Hij was raadslid voor de Katholieke Democraten tussen 10 december 1968 en 1 september 1970. Hij stond altijd klaar met een woord, een opvatting of een mening. Hoewel hij slechts twee jaar lid van de raad was, is er toch op enig moment speciale aandacht aan hem geschonken, omdat hij 25 jaar lang de raadsvergaderingen had gevolgd. Voorwaar, een memorabele belangstelling! Op de plek waar hij werkte is veel gesproken over alles wat Eindhoven aanging. Wij gedenken naast hem ook de heer Sanders, lid van de raad voor de fractie PK, de Progressieve Kombinatie, tussen 3 januari 1977 en 1 september 1978. Hugo Sanders werd 88 jaar. Ik gebruik deze gelegenheid om anderen moed in te spreken op een moment waarop zij dat nodig hebben. Als in een land, Marokko, waarvan veel oud-burgers inmiddels Nederlanders zijn en waar velen van hen familieleden, vrienden en kennissen hebben, zo'n zware aardbeving plaatsvindt, die gevolgen heeft tot in de Nederlandse samenleving, past het, als wij mensen gedenken die dicht bij ons stonden, mensen een steuntje in de rug te geven als zij treuren of onzeker zijn over familie of vrienden. Vervolgens neemt de raad ter herdenking enkele ogenblikken stilte in acht. De Voorzitter: Wethouder Van der Grinten zal later ter vergadering komen omdat hij een belangrijke verplichting heeft in Sittard. Wethouder Kuppens is als gevolg van ziekte verhinderd. Het is verheugend dat wij met onze woorden en daden niet alleen zichtbaar zijn in Kenniswijk, maar ook breder op internet. Waak voor afkortingen waarbij de burger zich moet afvragen wat in vredesnaam wordt bedoeld. Ik zal u er af en toe aan herinneren, opdat voor iedereen begrijpelijk is wat wij hier doen in het belang van onze prachtige gemeente. Vanavond hebben wij ook de televisie. Ik maak van de gelegenheid gebruik onze nieuwe gemeentesecretaris, de heer Kees Langerwerf, aan u voor te stellen. U krijgt straks nog alle gelegenheid met hem kennis te maken. Weliswaar heeft hij in de raad niets te zeggen, maar ik ben blij dat hij er is, zodat ik af en toe ook even naar rechts kan buigen en aan weerskanten advies kan vragen. De heer Langerwerf zal de komende jaren het college bijstaan en daarbij mede zijn geweten vormen. Brief van de heer mr. P.H.F.G. Verhaegh met het verzoek om de eenmansfractie aan te duiden met de naam Liberaal Eindhoven. De Voorzitter: De inhoud van de brief zal u duidelijk zijn. Als een raadslid zich afzondert van de partij waarbinnen hij de verkiezingen heeft meegemaakt, behoudt hij alle rechten van een raadslid, aangezien hij door de burgers is gekozen. In die zin kan hij de belangen van de burgers vertegenwoordigen. Het is niet ordentelijk, not done, de naam te blijven voeren van de partij die betrokkene heeft verlaten. Het is hoogstens een theoretische mogelijkheid, maar in feite is dat
-4onmogelijk. Kiest hij geen nieuwe naam, dan is het gebruikelijk dat hij, in dit geval, als fractieVerhaegh wordt aangeduid. Verzoekt hij expliciet een bepaalde naam te mogen gebruiken, dan is het aan de raad om daarmee in te stemmen. De Kieswet spreekt zich er niet over uit, zij spreekt over vorming van nieuwe partijen en de vraag of dat tijdig gebeurt voor verkiezingen, enz.. Daarvoor bestaan formele procedures. Als het gaat om het dagelijks gebruik van een naam in de raad, is het aan de raad om er afspraken over te maken. In allerlei gemeenten zien wij daarbij allerlei varianten. In Eindhoven hebben wij er in de afgelopen vijftien jaar meerdere voorbeelden van gezien. Toen bijvoorbeeld de heer Pastoor zich van de VVD afscheidde, is de raad akkoord gegaan met de benaming VDB Eindhoven. Daaraan is geen Kieswet te pas gekomen, de raad heeft dat in zijn huishouding geregeld. In die zin dient u om te gaan met dit verzoek. Ik heb met de heer Verhaegh gesproken over het feit dat bij afkorting van Liberaal Eindhoven een misverstand kan ontstaan met de naam van Leefbaar Eindhoven, dan zou twee maal de afkorting LE worden gebruikt en dat lijkt erg vervelend. Hij heeft daarop duidelijk gemaakt dat hij de naam van zijn beweging zonder afkorting wil gebruiken. De heer Kielenstijn: Voorzitter. Met de nieuwe fractie van de heer Verhaegh hebben wij nu een derde liberale partij in onze raad. Wij vinden dat op zich een aardige ontwikkeling. Wij trachten de afkorting LE voor Leefbaar Eindhoven zo min mogelijk te gebruiken, maar in de praktijk gebeurt het wel. Wij maken ons er ongerust over dat dat ook kan gebeuren met de naam die de heer Verhaegh heeft aangekondigd. Wij verzoeken de heer Verhaegh kennis te nemen van dit bezwaar en de naam zo aan te passen dat in elk geval een andere afkorting ontstaat. Denkbaar is Liberale Partij Eindhoven of Liberale Fractie Eindhoven. Wij verwachten dat bij gebruik van de naam Liberaal Eindhoven verwarring gaat ontstaan, daarom zullen wij niet instemmen met het voorliggende verzoek. De heer Kerkwijk: Voorzitter. De vorige keer hadden wij te maken met het feit dat de heer Verhaegh zat op de plaats waar hij nu ook zit, toen is over dat politieke feit geen politiek debat gevoerd. Toch kan een aantal opmerkingen worden gemaakt naar aanleiding van wat in die vorige vergadering speelde. Op zichzelf betreur ik dat de heer Verhaegh uit de VVD-fractie is gestapt. Weliswaar ga ik er niet over, maar als er geen inhoudelijk meningsverschil is geweest tussen de heer Verhaegh en zijn fractie, zou geen reden moeten zijn om uit de fractie te stappen. Ik heb nog steeds de indruk dat er geen inhoudelijk meningsverschil was. Formeel heeft de heer Verhaegh het recht zijn zetel te behouden, hij kiest er nu voor de naam Liberaal Eindhoven te hanteren. Ook daartegen heb ik geen bezwaar, al zal ik hem waarschijnlijk het meest als 'mijnheer Verhaegh' aanspreken. De heer Kielenstijn sprak over drie liberale partijen, dat zou een aardige ontwikkeling zijn. Ik help hem graag te waken tegen het ontstaan van nog meer liberale partijen, dan vallen nog meer partijen uit elkaar. Dat is bepaald niet mijn doel en ik hoop dat ook de heer Kielenstijn dat niet wil. De Voorzitter: Gaat u, mijnheer Gerard, vertellen dat de SP de liberaalste partij is?
-5-
De heer Gerard; Bepaald niet, wij zijn ook zeker niet van plan het te worden. Wij zullen tegen het verzoek stemmen. Wie een fractie verlaat, ongeacht het verschil van mening dat daarvoor de aanleiding is, dient de gemeenteraad te verlaten en plaats te maken voor een nieuwe vertegenwoordiger van de partij waar hij uit komt, zeker als betrokkene vrijwel zonder voorkeurstemmen is gekozen. Het is mij uiteraard bekend dat er formeel geen bezwaren zijn tegen de huidige gang van zaken, maar de politieke mores zouden anders moeten zijn. Mevrouw Joosten: Voorzitter. De fractiediscipline in andere fracties is hun zaak, het CDA wil daar niet in treden. Wij hebben vaker meegemaakt dat iemand zelfstandig verder wil gaan en een eigen naam kiest, wij hebben ook meegemaakt dat fracties in de loop van een periode van naam veranderen. Wij zullen het verzoek van de heer Verhaegh inwilligen en hem aanspreken als 'de heer Verhaegh' als hij namens zijn fractie optreedt. De heer Van den Biggelaar: Voorzitter. Hier spreekt de Kieswet en wij hebben daaraan weinig af te doen. Ik ben het in feite eens met de heer Gerard, maar wij kunnen die opvatting niet afdwingen. Als de heer Verhaegh hier onder de naam Liberaal Eindhoven wil optreden, heb ik er geen bezwaar tegen. Ook met de afkorting zal het wel meevallen. Erger is dat de commissie Bestuurlijke Pijler weer met een lid wordt uitgebreid waardoor daar en in de raad spreektijd verder wordt verdund. Het is blijkbaar mogelijk met minder dan 100 voorkeurstemmen een nieuwe partij te vormen, waarna wij opnieuw klagen over de ingewikkelde raad met zijn vele partijen. De heer Schut: Voorzitter. In Eindhoven is genoegzaam bekend hoe liberaal de VVD-fractie in de Eindhovense raad is. Het is een gotspe te horen dat het meest rechtse element uit die fractie zich in de toekomst liberaal wil noemen. Dat is voor mijn fractie voldoende reden om tegen te stemmen. De heer Dijsselbloem: Voorzitter. Er is al op gewezen dat de Kieswet zich niet tegen deze move verzet, wij kunnen er dan ook geen bezwaar tegen maken. Als de heer Verhaegh de naam Liberaal Eindhoven wil voeren, zullen wij ons daartegen niet verzetten. De heer Rennenberg: Wij stemmen in met het verzoek van de heer Verhaegh, het is tenslotte zijn keuze. De heer Verhaegh: Voorzitter. In feite heb ik nog een vraag aan de heer Schut. Kan hij mij uitleggen waarom de achterban van de VVD mij in 2002 op de vijfde plaats van de lijst heeft gezet als ik niet liberaal zou zijn? Tenslotte was dat ook bij een slechte uitslag absoluut een verkiesbare plaats. Is die achterban van lotje getikt of hoe zit het in de achterban van de VVD? De heer Schut: De uitdrukking die de heer Verhaegh gebruikt, heb ik niet gekozen. De besluitvorming binnen de afdeling Eindhoven van de VVD staat in deze vergadering niet ter discussie.
-6-
Het verzoek van de heer Verhaegh wordt bij handopsteken ingewilligd. De heer Verhaegh: Ik zie dat sommige fracties tegen zijn terwijl leden ervan toch voor stemmen. De Voorzitter: U weet dat ieder hier zijn eigen verantwoordelijkheid heeft. De heer Verhaegh: De heer Van den Biggelaar sprak namens zijn fractie, ik had niet verwacht dat zij verdeeld zou stemmen. De Voorzitter: Ieder raadslid zal, als hij er aanleiding toe ziet, zeker het woord vragen. II.
Vaststellen van de volgorde van de agenda.
De Voorzitter: Het college stelt voor het voorstel onder VIII.6 inzake vorming van een bestemmingsreserve vandaag niet te behandelen. Het zal in een later stadium eventueel alsnog aan de orde komen. Aldus wordt besloten. De heer Schut: Voorzitter. Mijn fractie heeft vragen bij het voorstel inzake kinderopvang onder VIII.3. en wil daarbij enkele onduidelijkheden aan de orde stellen. Ik weet niet of het nodig is het daarvoor te verplaatsen naar rubriek VI. Het zal niet veel tijd vergen, maar wij zullen er wel op ingaan. De heer Gerard: Voorzitter. Wij zouden het voorstel onder VIII.3 graag willen verplaatsen naar rubriek VI, ik heb na de commissievergadering nieuwe informatie gekregen, die inderdaad nieuw is en niet in de commissievergadering kon worden gegeven. Zonder dat er in de commissie over is gesproken, wordt ons gevraagd EUR 2,3 miljoen te steken in de opwaardering van het busstation Neckerspoel. Voor dit voorstel hier in discussie komt, zou ik het in de commissie willen bespreken. Het gaat om een dermate groot bedrag dat dit niet eenvoudig als begrotigingswijziging kan worden afgedaan. Ik stel dan ook voor begrotingswijziging 21 niet nu te behandelen, maar eerst aan de commissie Ruimtelijke Pijler voor te leggen. De heer Kerkwijk: Ik ondersteun het verzoek van de heer Gerard van harte. De heer Van den Biggelaar: Ik heb er geen bezwaar tegen punt 8.3 te verplaatsen naar categorie VI. Voor ik inga op het ordevoorstel over Neckerspoel, zou ik eerst een reactie van de wethouder willen horen.
-7Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. Het gaat om een aardig bedrag, maar de raad weet dat wij geen geld uitgeven zonder zijn toestemming. Het gaat hier om een uitgave op projectniveau en het geld is eerder aan de voorkant beschikbaar gesteld. Als de raad het van voldoende belang acht om er nog eens over te praten, heb ik daar geen bezwaar tegen, want het gaat echt om een belangrijk punt, maar wij gaan hiermee niet aan de raad voorbij. De Voorzitter: De wethouder zegt in feite dat deze begrotingswijziging een technisch punt is, waarbij een discussie over de inhoudelijke aspecten alsnog kan plaatsvinden. De heer Kerkwijk: Als de wethouder kan uitleggen op welke moment in het voortraject wij dit bedrag hebben gereserveerd, kan zij gelijk hebben. Als wij kijken naar de subsidielijnen die hier achter liggen, kan ik mij niet herinneren dat wij voor het opwaarderen en verfraaien van Neckerspoel een dergelijk bedrag hebben weggezet. De heer Gerard: Ik kan mij niet herinneren dat het in het NPS was opgenomen. Wethouder mevrouw Schreurs: Er is een herziening van het NPS geweest, maar de raad heeft het volste recht om een degelijk inzicht te vragen voor hij de uitgave fiatteert. De Voorzitter: Ik stel voor het voorstel onder 8.14, wijziging 21, nu van de agenda af te voeren. De onzekerheid is duidelijk. Aldus wordt besloten. Overigens worden geen wijzigingen in de agenda voorgesteld. III.1. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de Adviescommissie Seniorenbeleid. (voorstel 04.R002.041). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. III.2. Voorstel tot het benoemen van een lid van de raadscommissie Sociale Pijler. (voorstel 04.R002.042). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
-8III.3. Voorstel tot het benoemen van een lid van de raadscommissie Bestuurlijke Pijler. (Voorstel 04.R002.043). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. III.4. Voorstel tot het benoemen van een lid van de raadscommissie Ruimtelijke Pijler. (voorstel 04.R002.044). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. III.5. Voorstel tot het ontheffen van een lid van het voorzitterschap en tevens lidmaatschap van de stadsdeelcommissie Gestel. (voorstel 04.R002.045). De heer Gerard: Voorzitter. Ik heb kennisgenomen van het standpunt van de heer Dijsselbloem. Als hij deze stap wil doen, moeten wij daarmee instemmen, maar de gang van zaken en de manier waarop het is verdedigd, vond ik opmerkelijk. Ik zou de heer Dijsselbloem de vraag willen voorleggen of zijn stap puur is gebaseerd op persoonlijke omstandigheden en meningen dan wel of er een gebrek aan waardering, dus een politiek oordeel, over het functioneren van stadsdeelcommissies of specifiek de stadsdeelcommissie Gestel uit spreekt. De heer Dijsselbloem: Voorzitter. Het laatste is absoluut niet het geval. Het managen van een stadsdeelcommissie stelt bepaalde eisen aan de voorzitter. Ik heb in de afgelopen twee jaar bemerkt dat ik de kwaliteiten, die daarvoor nodig zijn, niet bezit. Het is daarom in het belang van Gestel en de stadsdeelcommissie dat ik het voorzitterschap neerleg. De heer Vleeshouwers: Ik had dezelfde vraag willen stellen. Daar voeg ik nu de vraag aan toe wanneer wij een nieuwe voorzitter krijgen, het komt mij voor dat de commissie zonder voorzitter aardig onthand is. Wordt dit door het presidium geregeld? Eigenlijk weet ik niet wie het moet doen. De heer Van Bussel: Woensdag komt de commissie bijeen. Ik neem aan dat zij zich op de situatie zal beraden en een voorstel zal doen voor het aanwijzen van een voorzitter. Mevrouw Joosten: In het voorstel staat onder IV dat zal worden voorzien in de vacature en dat zij daartoe in het presidium aan de orde zal worden gesteld. Dit punt zal ook worden betrokken bij de evaluatie van de stadsdeelcommissies die in de eerstvolgende vergadering van de commissie
-9Bestuurlijk Pijler aan de orde zal komen. Het komt mij voor dat wij eerst over de toekomst van de stadsdeelcommissies moeten spreken voor wij nieuwe mensen benoemen. De Voorzitter: Daarmee zijn de antwoorden gegeven. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr. III.6. Voorstel tot het ontheffen van het lidmaatschap van de raadscommissie Ruimtelijke Pijler en het benoemen in de raadscommissie Financiële Pijler. (voorstel 03.R002.046). De heer Schut: Voorzitter. Uit de fractie Leefbaar Eindhoven hebben de heren Van Bussel en Kielenstijn zitting in de commissie Financiële Pijler. Komt de heer Wernink erbij of gaat iemand eruit? De heer Kielenstijn: Wij gaan ervan uit dat het voorstel duidelijk is. Dat wil zeggen dat de heer Wernink erbij komt. De heer Schut: Dan zitten er drie leden namens Leefbaar Eindhoven in deze commissie, volgens mij kunnen het er maar twee zijn. De heer Kielenstijn: Ik heb dat niet paraat, maar als uw stelling juist is, zal ik terugtreden. De heer Schut: Kunnen wij iemand benoemen als het niet kan? De Voorzitter: Gezien de onduidelijkheid die kennelijk is ontstaan, stel ik voor dat wij dit in de komende tijd netjes regelen, zodat dan in de volgende raadsvergadering de beslissing wordt genomen. Wij moeten bij beslissingen over het lidmaatschap van commissies onzekerheid voorkomen. De heer Kielenstijn: Wij hechten eraan dat de heer Wernink nu wordt benoemd in verband met de behandeling van de komende voorstellen. Als u dat bedoelt en vervolgens wordt bekeken of ik lid kan blijven, kunnen wij met uw voorstel instemmen. De Voorzitter: Als wij nu een besluit nemen, benoemen wij de heer Wernink tot lid van de commissie en treedt u terug. De heer Kielenstijn: Dan verlaat ik nu de commissie.
- 10 De Voorzitter: Nu ligt dus het voorstel voor de heer Wernink te benoemen in de commissie Financiële Pijler en de heer Kielenstijn van het lidmaatschap te ontheffen. De heer Janssen: Ik heb al eerder aandacht gevraagd voor het benoemingenbeleid in commissies, met name waar het gaat om niet rechtstreeks gekozen raadsleden. Het is blijkbaar mogelijk dat een raadslid midden in een periode besluit zich door iemand anders, die wel op de lijst staat, te laten vervangen. Ik zou willen weten wat daarvoor de redenen zijn. Ik proef hier een ad hoc aanpak. Ik vind het benoemingenbeleid, waarvoor ik eerder aandacht heb gevraagd, een janboel. De Voorzitter: Wij hebben voor het toetreden van personen, die geen lid zijn van de raad, tot commissies een vaste afspraak. Dat is meteen ook de voorwaarde waaronder de heer Wernink kan toetreden. Hij wordt onderworpen aan de normale procedure voor het onderzoek van de geloofsbrieven, zodat voor het besluit van de raad wordt uitgevoerd, de geloofsbrieven zijn goedgekeurd. Daarbij komt dat die leden moeten worden ingezworen, daarvoor organiseer ik tussentijds een bijeenkomst in kleine kring. Wij hebben het in het verleden steeds op die manier gedaan en ik stel voor daarmee door te gaan. Ik begrijp dat de heer Janssen bedoelt te vragen in het presidium nader te spreken over het benoemingenbeleid, met name ook over dit geval. Wij zullen de vraag aan het presidium voorleggen en er in een later stadium in de raad op terugkomen. De heer Van den Biggelaar: De heer Janssen sprak meteen ook een oordeel uit over de verantwoordelijkheid van politieke partijen voor de voortgang. Ik onderschrijf dat van harte. Ik meen dat wij de lijn moeten doortrekken die steeds is gevolgd. Iemand wordt voorgedragen, vervolgens worden de geloofsbrieven onderzocht en dan wordt betrokkene ingezworen. Ik ben bereid in de eerstvolgende raadsvergadering mee te werken aan het inzweren van de heer Wernink. Op dit moment stem ik tegen zijn benoeming. De heer Kerkwijk: Voorzitter. Volgens mij kunnen wij nergens tegen stemmen, omdat u het voorstel even hebt teruggenomen, zij het dat ik niet tegen het ontslag van de heer Kielenstijn zal stemmen. Ik heb er bezwaar tegen dat de opmerkingen van de heer Janssen worden verwezen naar het presidium. Het presidium heeft volop werk, het gaat hierbij echt om een verantwoordelijkheid van de politieke partijen. Ik begrijp het appel van de heer Janssen, maar het hoort op het bordje van de politieke partijen. De heer Schut: Voorzitter. De heer Van den Biggelaar heeft in feite ook onze benadering verwoord. Wij kunnen op dit moment niet iemand toelaten, als het normale voortraject niet is afgewerkt. In de volgende raadsvergadering gaan wij akkoord met de benoeming nadat de geloofsbrieven zijn onderzocht en betrokkene is ingezworen. De heer Gerard: Ik deel die opvatting.
- 11 De heer Kielenstijn: Ik hoop dat u niet staande de vergadering de procedureafspraken verandert. U gaf de lijn aan die tot nu toe is gevolgd. Onderzoek van geloofsbrieven en inzweren kunnen in een kleinere kring plaatsvinden. Wij hechten eraan de heer Wernink zo snel mogelijk te laten participeren in de commissie. Ik verzoek de raad daaraan mee te werken. Omdat wij van de griffie niets anders hebben gehoord, meenden wij dat drie leden van mijn fractie in de commissie Financiële Pijler zitting konden nemen. Nu het anders blijkt te zijn, heb ik er geen bezwaar tegen terug te treden. De Voorzitter: Er ligt een concrete vraag voor. Ik ben bereid om aan het verzoek van Leefbaar Eindhoven tegemoet te komen onder de voorwaarde dat de geloofsbrieven zo snel mogelijk worden onderzocht en de heer Wernink daarna wordt ingezworen. De raad kan ervoor kiezen deze benoeming af te werken in de volgende raadsvergadering, daar treed ik niet in. Ik vraag u dan ook een uitspraak te doen over de benoeming van de heer Wernink onder de genoemde voorwaarde of over aanhouden van de benoeming tot de volgende raadsvergadering. De heer Verhaegh: Ik vraag mij af of uw voorstel juridisch mogelijk is. De Voorzitter: Het kan, wij hebben dat goed uitgezocht want wij vertellen geen fabels. Ik stel voor dat u zich uitspreekt over de vraag de benoeming uit te stellen tot de volgende vergadering. De raad besluit bij handopsteken de benoeming uit te stellen tot de volgende raadsvergadering. De Voorzitter: Ik verzoek de heer Kielenstijn tot dat moment het lidmaatschap te blijven vervullen. Ik begrijp dat hij daartoe bereid is. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten tot ontheffen van een lid van het lidmaatschap van de raadscommissie Ruimtelijke Pijler. Zie besluit nr. IV.
Vaststellen van de notulen van de openbare vergadering van 8 december 2003. (het ontwerp heeft voor de leden van de raad ter inzage gelegen).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de notulen van de openbare vergadering van 8 december 2003 ongewijzigd vastgesteld. V.
Vragenhalfuur ex artikel 44 van het Reglement van orde van de raad.
Het voorzitterschap wordt overgenomen door mevrouw Joosten. Vragen van de CDA-fractie inzake hulp aan Eindhovense familie van slachtoffers van de aardbeving in Marokko.
- 12 -
De heer Van Hout: Voorzitter. In het Noorden van Marokko heeft een aardbeving plaatsgevonden, waardoor zeker zes dorpen zijn getroffen en honderden doden zijn gevallen. De media hebben hieraan uitgebreid aandacht besteed. Familieleden van de getroffenen, die in Nederland leven, zijn erg ongerust, er bestaat grote behoefte de familie in het gebied op te zoeken en te helpen. Dat geldt mogelijk ook voor een aantal inwoners van Eindhoven en het is denkbaar dat voor sommigen van hen een bezoek te kostbaar is. Inmiddels bieden de gemeenten Rotterdam en Den Haag hun inwoners, die op bijstandsniveau leven en familie hebben in het rampgebied, de mogelijkheid een vliegticket naar Marokko te kopen. Daarbij gaat het om schenkingen uit de bijzondere bijstand. Ook zou kunnen worden gedacht aan een soort lening. Hebt u er zicht op of inwoners van Eindhoven familie hebben in het rampgebied, die als gevolg van de kosten hun familie niet kunnen bezoeken. Hebben zich inwoners met dit probleem gemeld bij de gemeente? Hoe gaat het college ermee om als inwoners zich bij de gemeente melden, bijvoorbeeld bij de Sociale Dienst? Wethouder Claassen: Voorzitter. Wij hebben slechts een beperkt inzicht, in feite alleen doordat familieleden zich bij de gemeente hebben gemeld. In totaal gaat om het zes families, van wie er twee ondersteuning hebben gevraagd en vier informatie vroegen. Gezien het beperkte aantal bewoners van Eindhoven met familie in het gebied, gaan wij ervan uit dat misschien tien of hoogstens twintig families gebruik zouden kunnen maken van een regeling. Wij zijn voornemens om Eindhovenaren op minimumniveau, met familieleden in het rampgebied die zijn omgekomen, vermist of gewond, de mogelijkheid te bieden hen te bezoeken. Morgen wordt een tijdelijke regeling voor deze minima in het college behandeld, die uit het gemeentelijke minimabeleid zal worden gefinancierd. De heer Van Hout: Wij zouden graag zien dat de regeling uit de saldireserve zou worden gefinancierd. Wethouder Claassen: Het gaat om een beperkt bedrag. Het lijkt ons het beste die kosten te bestrijden uit de middelen voor het minimabeleid. Mevrouw Van Alphen de Veer-Paulen: Denkt het college aan een schenking of een lening? Wethouder Claassen: In de kosten wordt tegemoetgekomen uit de bijzondere bijstand op grond van declaraties. U zoudt het een schenking kunnen noemen, in ieder geval behoeft de tegemoetkoming niet te worden terugbetaald. De heer Gerard: Ik neem aan dat deze regeling ook zal zijn bedoeld voor alle toekomstige situaties van vergelijkbare aard. Daarmee wordt zij blijvend gemeentelijk beleid en is zij geen eenmalige voorziening in verband met de aardbeving in Marokko.
- 13 Mevrouw Van den Biggelaar: De vragen van de heer Van Hout zijn sympathiek, ik heb precies dezelfde vragen voorgelegd aan het ambtelijk apparaat. Daarbij kreeg ik ten antwoord dat iets dergelijks in het verleden niet is gedaan en dat dat de reden was om het nu ook niet te doen. Ik ben blij dat de wethouder het verandert. Evenals de heer Gerard zou ik graag willen weten wat de implicaties hiervan zijn voor de toekomst. Wat worden de criteria van de bijzondere bijstand in verband met de noodzakelijke kosten van het bestaan? Wethouder Claassen: De regeling komt morgen in het college aan de orde. Zij kan niet zonder meer worden betaald uit de bijzondere bijstand, de nieuwe Wet Werk en Bijstand voorziet daar niet in. Daarom moeten wij een andere oplossing gebruiken. Wij zullen de criteria morgen bespreken en bezien of wij een regeling kunnen formuleren die ook in de toekomst toepasbaar is. Nu hebben wij te maken met een acute kwestie, waarvoor wij een tijdelijke regeling vaststellen. Wij zullen u daarover informeren. Vragen van de PvdA-fractie over studentenhuisvesting. Mevrouw Fiers: Voorzitter. De afgelopen maanden hebben wij in de raad veel gesproken over de noodzaak van het realiseren van extra studentenhuisvesting. Ook de wethouder heeft meerdere malen aangegeven dat zij het een topprioriteit vindt. De laatste tijd horen en lezen wij regelmatig over mogelijke initiatieven, zoals de vorige week over studententorens op het parkeerterrein van Philips Lighting. Dat zijn mooie kansen die wij voortvarend zouden moeten aanpakken. Er doet zich een uitgelezen kans voor om twee studententorens te bouwen aan het spoor, vlak bij de TU. Zij zouden honderden studenten woonruimte kunnen bieden. Wij zouden die kans snel moeten aangrijpen. Uit de krant vernamen wij dat uw college de besluitvorming hierover enkele maanden heeft uitgesteld. Dat leidt tot de volgende vragen. Bent u het met ons eens dat dit een uitgelezen kans is om een aanzienlijk aantal studentenwoningen te realiseren en bent u bereid daarvoor te gaan? Wat zijn de beren op de weg waardoor het college nog geen groen licht heeft gegeven voor deze ontwikkeling? Ziet u mogelijkheden om het proces te versnellen en welke zijn dat? Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. U hebt het niet meegemaakt, maar in de vorige raadsperiode heb ik een plan gelanceerd voor een Ponte Vecchio met twee studententorens aan beide zijden van het spoor. U mag van mij verwachten dat ik in het kader van een consistent streven de genoemde mogelijkheid een goed idee vind, maar er zijn ongelofelijk veel beren op de weg. De meest voor de hand liggende houdt verband met de externe veiligheid, die op het ogenblik vrijwel elke ontwikkeling langs het spoor blokkeert. Het wordt tijd dat er meer duidelijkheid komt, wij overleggen daarover met VROM, maar zo lang dat niet het geval is, is het buitengewoon lastig iets op te starten. Daarnaast is er een simpel probleem. De ene helft van de grond is van ons, de andere helft niet en de eigenaar daarvan wil niets. Daardoor zou een situatie ontstaan dat er maar één toren kan komen met een kansje op een tweede.
- 14 In het eerdere concept zat er een brug tussen de torens en dat was niet voor niets. Niet alleen de externe veiligheid, maar de veiligheid überhaupt is een probleem. Het zou moeten gaan om een menging met andere faciliteiten voor studenten en daarin zou ook de TU een rol moeten spelen. De rol van de TU bij de ontwikkeling van faciliteiten voor studenten, ook aansluitend bij de TU, getuigt niet van gedrevenheid. Wij mogen mensen, als het donker is, gebruik van het huidige tunneltje eigenlijk niet aandoen. Wij zoeken naar een oplossing, maar eigenlijk zouden wij tot een fundamenteel andere oplossing moeten komen. Een geïsoleerde woonflat is, gezien het belang van de hele leefomgeving, eigenlijk niet aanvaardbaar. Naast deze problemen zijn er nog enige kleine bezwaren. Als wij een flat realiseren aan de Noordzijde speelt ook de Dommel een belangrijke rol. Een analyse heeft uitgewezen dat niet gemakkelijk is te voorkomen dat er rare dingen gebeuren. Het is een technische kwestie, maar zij kan grote financiële en andere consequenties hebben. Op het moment waarop wij zo'n toren neerzetten, zetten wij meteen ook een markeringspunt neer voor de ontwikkeling in de richting van het Wasven en het Wasven zelf. Het lijkt niet erg, het lijkt erop dat wij alleen maar een mooi gebouw behoeven neer te zetten, maar zo is het niet, want dit is de laatste plek in het Eindhovense waar nog een grootschalige ontwikkeling kan plaatsvinden. Het is daarom van het grootste belang dat wij, als wij daar iets doen, ervoor zorgen dat het goed is. Gevraagd is of het mogelijk is het proces te versnellen. Wij trekken er zo hard mogelijk aan, maar het heeft geen topprioriteit, omdat wij in de studentenhuisvesting vooral voor snelle winst gaan. Daarvan is hier geen sprake, maar het heeft onze aandacht. Wij hebben de partij, die het idee wil uitvoeren, laten weten hoe het in elkaar zit, zij heeft de blik ook vooral gericht op direct haalbare oplossingen. Mevrouw Fiers: Ik begrijp de bezwaren. De vraag is nog of de wethouder kan inschatten hoe lang het proces zal duren. Wethouder mevrouw Schreurs: Daarmee vraagt u mij in feite in te schatten hoe snel het rijk is. Wij hopen binnen zes maanden veel meer duidelijkheid te hebben over de externe veiligheidssituatie. Ik verwacht dat er over een jaar een plan kan liggen. Vragen van de D66-fractie over HOME. De heer Dijsselbloem: Voorzitter. Het voorstel van het college over de cultuursector beoogt onder andere intrekken van de subsidie voor het Historisch Openluchtmuseum Eindhoven. In het stuk staat dat het college op zoek is naar andere financieringsbronnen, dus buiten de cultuursector. Kan intrekken van de subsidie voor HOME leiden tot faillissement? Als HOME failliet gaat, ontstaat dan een verplichting eerder toegekende Europese subsidies terug te betalen? Over welke bedragen gaat het dan? Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. Als HOME failliet gaat, moet geld worden terugbetaald en daarbij gaat meerdere honderdduizenden euro's.
- 15 -
Het voorzitterschap wordt weer overgenomen door de burgemeester. De heer Verhaegh: Wie moet dan terugbetalen? Wethouder mevrouw Schreurs: De gemeente. De Voorzitter: Ik wil verder graag vasthouden aan de afspraak dat tijdens het vragenhalfuurtje niet wordt geïnterrumpeerd. Wethouder mevrouw Schreurs: In de ogen van het college is HOME een ongelofelijk goede voorziening voor Eindhoven, het trekt 50.000 bezoekers per jaar en is dus de moeite van het in stand houden waard. Het college zoekt dan ook actief naar een andere dekking, niet voor niets ligt de vraag bij het GMT. Wij zetten echt in op behoud van HOME. Vragen van de D66-fractie inzake verkoop boerderij Celebeslaan. Mevrouw Dootingh-Heijungs: Voorzitter. In de vergadering van de commissie Ruimtelijke Pijler van 1 oktober 2003 heeft na inspraak van belangengroep SMS De Beuk Erin over de verkoop van de boerderij aan de Celebeslaan een uitgebreide discussie plaatsgevonden. Toen is afgesproken dat deze organisatie tot 31 december de tijd zou krijgen om concrete plannen in te vullen. Deze werkgroep van zeer actieve wijkbewoners heeft de uitdaging aangenomen en op 31 december de plannen overhandigd. Deze vrijwilligers hebben in korte tijd enorm veel werk verzet, maar nu, twee maanden later, is er nog geen enkele reactie van de gemeente. Dat leidt tot de volgende vragen. Bent u met ons van mening dat een reactie op haar plaats zou zijn geweest en dat nog steeds is? Op welke termijn denkt u te reageren op de door de groep uitgewerkte plannen? Kunt u een eerste reactie geven op de inhoud ervan? Wilt u eerst het plan beoordelen en het met de SMS-groep bespreken en vooralsnog niet overgaan tot verkoop? Wethouder Pastoor: Voorzitter. De werkgroep De Beuk Erin heeft inderdaad in korte tijd gigantisch veel werk verzet, tegen het professionele niveau aan, gezien het ondernemingsplan. Het dossier heeft voor 2 maart op de agenda van het college gestaan. Een belangrijk onderdeel bij de beoordeling van het plan is de vraag naar de marktwaarde van de boerderij. Inmiddels is een taxatie uitgevoerd, waarvan het resultaat in gesloten couvert is aangeboden. Dat is gebeurd omdat prijzen van objecten, waarover onderhandelingen kunnen plaatsvinden, vertrouwelijk moeten blijven. Morgen zal het college het couvert openen en bekijken of de prijs haalbaar is voor De Beuk Erin, gezien het ondernemingsplan. Ik kan daarop niet vooruitlopen. Ik heb een bepaald gevoel bij het ondernemingsplan, maar er moet een objectieve taxatie tegenover staan. Zodra duidelijk is of het plan en de taxatie met elkaar overeenstemmen of niet overeenstemmen, nemen wij contact op met de heer Van Kempen, de initiatiefnemer namens De Beuk Erin. Dan zullen wij duidelijk maken of de plannen naar ons oordeel al dan niet haalbaar zijn. Als de plannen
- 16 haalbaar zijn, kan De Beuk Erin de boerderij kopen tegen een marktconforme prijs. Mocht een en ander niet haalbaar zijn, dan zullen wij dat mededelen en ook de raad daarvan op de hoogte stellen. Vervolgens wordt de boerderij dan openbaar verkocht. Mevrouw Dootingh-Heijungs: De groep stelt zich voor de boerderij tegen een marktconforme prijs van de gemeente te huren met een optie voor koop. Bestaat die mogelijkheid ook in uw plannen? Wethouder Pastoor: Die mogelijkheid is er niet, de groep kan geen marktconforme huur betalen. De heer Van den Biggelaar: Voorzitter. Ik ben benieuwd of het maatschappelijk belang van het plan zal worden meegewogen. Als wij alleen de marktwaarde naast de vraag leggen of de initiatiefgroep dat aan kan, komt de vraag op of de gemeente niet op een heel rare manier omgaat met haar panden. De wethouder die het vastgoed beheert, is toch geen projectontwikkelaar? Hij moet helpen de stad te ontwikkelen. Wethouder Pastoor: Voorzitter. Ik heb het ondernemingsplan gezien. Als ik dat afzet tegen de kosten van de boerderij, kan de groep geen marktconforme huur betalen. De heer Van den Biggelaar heeft gelijk. Het is niet aan de afdeling vastgoed te bepalen of De Beuk Erin maatschappelijk goed en verantwoord werk doet. Dat is een eigenstandig aspect dat binnen de portefeuille welzijn moet worden beoordeeld. De situatie is als volgt. Wij hebben hier vastgoed dat in onze opvatting geen functie heeft binnen het gemeentelijke beleid. Als het in de komende vijftien of twintig jaar daarin geen bestemming heeft, stoten wij het af, maar ons vastgoed is altijd ondersteuning voor de functies en beleidsdoelen die de raad bepaalt. Als de raad oordeelt dat De Beuk Erin een belangrijke organisatie is, die hij financieel wil steunen, zal hij met het college, in feite collega Kuppens, aan de slag moeten om binnen de welzijnsmiddelen een subsidie te zoeken. Voor de wethouder vastgoed zijn uitsluitend beheer, koop en verkoop van vastgoed ten dienste van de gemeentelijke functies in beeld. Bij het vastgoed is geen sprake van een eigenstandig beleid. Vragen van de PvdA-fractie over smog en maatregelen daartegen. Mevrouw De Niet: Voorzitter. De vragen betreffen de hoge concentratie fijn stof in Eindhoven. Op 12 en 13 februari is in België een waarschuwing voor smog uitgegaan via radio en TV. In Eindhoven was op dat moment de ernst van de smog vergelijkbaar, maar hier is niet gewaarschuwd. Eindhoven overschrijdt regelmatig de plandrempel voor fijn stof, het gebeurt volgens de gegevens van de LML, het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit, ongeveer 80 maal per jaar. De waarden zijn hier regelmatig hoger dan in de rest van het land. Vooral voor mensen, die problemen hebben met de luchtwegen, lijkt ons dat een ernstige ontwikkeling. Er zijn vooral 's avonds regelmatig meetwaarden die in België zouden leiden tot een alarm, dus meer dan een waarschuwing. Daarover maken wij ons zorgen en willen wij de volgende vragen stellen.
- 17 Heeft de gemeente Eindhoven of het SRE een plan van aanpak om te voorkomen dat de plandrempel voor fijn stof wordt overschreden? Bij welke drempelwaarde wordt het draaiboek gehanteerd en welke acties worden dan ondernomen? Wethouder mevrouw Mittendorff: Voorzitter. Als vervangsters van mevrouw Kuppens zou ik een betoog kunnen opzetten over de situatie van uit het Ruhrgebied, de files op onze snelwegen en dergelijke. Uit de vraagstelling blijkt dat de gegevens in elk geval voor een deel al precies bekend zijn. Daarom lijkt het mij goed niet globaal te antwoorden, maar alle gegevens precies op te zoeken en er in de commissie op terug te komen. Ik zal mevrouw Kuppens vragen de gegevens heel precies op schrift aan te leveren, zodat men er verder aandacht aan kan besteden en op basis daarvan de discussie in de commissie kan aangaan. Daarbij zal men meer zijn gebaat dan met het globale antwoord dat ik op dit moment kan even. Mevrouw De Niet: Is de gemeente bezig met een plan of een draaiboek om, wanneer het nodig is, de waarden te verlagen of zijn wij er nog helemaal niet mee bezig? De heer Gerard: Voorzitter. Ik vind behandeling in de commissie een uitstekend idee. Wethouder mevrouw Mittendorff: Wij zullen de gegevens schriftelijk aanreiken, zodat u er verder aandacht aan kunt besteden. Vragen van de PvdA-fractie over subsidiemogelijkheden voor bestrijding van wateroverlast. De heer Burema: Voorzitter. Ik heb een korte, bondige vraag; het antwoord kan even kort en bondig zijn, misschien zelfs korter en bondiger. Gemeenten met problemen als gevolg van wateroverlast kunnen per 1 april bij het rijk aankloppen om financiële hulp. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat wil er EUR 100 miljoen voor uittrekken. Het gaat om een regeling op grond waarvan het rijk 30% bijdraagt aan projecten. Omdat het een eenmalige subsidie is en wij er snel bij moeten zijn is de vraag of het college kennis heeft genomen van deze mogelijkheid en of de gemeente er gebruik van gaat maken. Wethouder mevrouw Schreurs: Het college draagt geen kennis van deze mogelijkheid, dat behoeft ook niet, want wij hebben onze ambtenaren de opdracht gegeven gebruik te maken van alle subsidiemogelijkheden die zich voordoen. De Voorzitter: Er zijn nog vragen van de heer Gerard over de brandveiligheid van schoolgebouwen. Wij hebben geconstateerd dat dit onderwerp in de eerstvolgende vergadering van de commissie Sociale Pijler aan de orde zal komen onder 4.2, de raadsnotitie inzake de pilot kosten brandveiligheidsvoorzieningen onderwijsgebouwen. Ik stel de heer Gerard voor de gelegenheid te baat te nemen nog even te blijven broeden
- 18 De heer Gerard: Ik zal het warm houden. De Voorzitter: Gezien de boeiende conferentie over dualisme en het streven naar zakelijkheid, zal ik straks bij punt VIII het voorstel doen alle voorstellen, behalve VIII.3, als hamerstukken af te doen. U hebt in de voorbereiding de voorstellen verdeeld over de categorieën VI en VIII en ik ben benieuwd of de poging lukt de voorstellen onder VIII op deze manier af te doen, behalve waar voortschrijdend inzicht bij voorbaat uitwijst dat het anders moet. De heer Gerard: Ik heb bij VIII.5 wel een amendement. Indien als hamerstukken afdoen betekent dat geen amendementen kunnen worden ingediend, wil ik sommige voorstellen naar de categorie discussiestukken verplaatsen. Wat mij betreft hoeft het niet, maar ik probeer te begrijpen wat u precies bedoelt. Het was gebruikelijk dat wij bij de voorstellen onder VIII wel korte verklaringen konden geven of moties en amendementen konden indienen. Als dat niet kan omdat u ze als hamerstukken wilt afdoen, moet het anders. De Voorzitter: Als een amendement de enige reden is om een voorstel niet als hamerstuk af te doen, is verder geen discussie nodig. Bij het begin van de behandeling van categorie VIII zal ik er nog even op terugkomen. U kunt er dus nog even over nadenken om uzelf te helpen hierin een slag te maken. VI.1. Voorstel tot het vaststellen van de Structuurvisie Genneper Parken 2004. (voorstel 03.R664.001). De heer Van Dijk: Voorzitter. De voordelen van een uniek natuurgebied als Genneper Parken, dat als de punt van een Limburgse vlaai in Eindhoven steekt, liggen voor een stedelijke omgeving als Eindhoven voor het oprapen. De Voorzitter: Is het even lekker? De heer Van Dijk: Lekkerder en zeker groter! Een zorg bij dit gebied is dat het niet zijn identiteit verliest als cultuurhistorisch natuurgebied en locatie waar kleinschalige milieuvriendelijke initiatieven een plaats kunnen hebben. De structuurvisie omarmt de waarde van dit gebied voor Eindhoven. Samen Stad betekent naast het samen leven en beleven van mensen, ook dat private initiatieven moeten kunnen samengaan met visies die door de gemeente worden ontwikkeld. Wat dat betreft wil Leefbaar Eindhoven op enkele punten verder gaan dan de visie van het college voorziet. In de commissie hebben wij ons standpunt al weergegeven. Het komt erop neer dat hier best activiteiten mogen plaatsvinden die bijdragen aan de beleving van het gebied. Te denken valt aan culturele activiteiten die leerzaam zijn en de ogen openen voor de natuur. Wanneer valkenier Frans Wenders van Falcon Crest meeslepend praat over zijn werk met valken, is dat leerzaam. Het gaat daarbij om 30 jaar ervaring die hij aan zijn zoon heeft doorgegeven. Het houden van dieren brengt
- 19 mensen ook tot diepere inzichten, ook de Stichting Oktober en kunstenaars houden zich bezig met deze diepte door de relatie kunst en cultuur. Uit de vele steunbetuigingen kunt u opmaken dat het niet de minste kunstenaars zijn. De organisaties hebben een internationale reputatie en netwerk opgebouwd. Ook de aanwezigheid van een kleine midgetgolfbaan beschouwen wij niet als een bedreiging voor het gebied, maar een aanvulling die mensen zal uitnodigen van Genneper Parken als natuur-, cultuur en recreatiegebied gebruik te maken. De meerwaarde van het gebied voor de stad kan hierdoor groter worden. Leefbaar Eindhoven kan niet instemmen met de visie die nu voorligt en zal om te voorkomen dat het gebied wordt dichtgetimmerd het volgende amendement indienen: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2003 en 17 februari 2004 over de structuurvisie Genneper Parken; gehoord de ter zake gevoerde discussies in de vergadering van 8 maart 2004; stelt voor het ontwerpbesluit, behorende bij voormeld voorstel, als volgt gewijzigd vast te stellen: de Structuurvisie Genneper Parken 2004 vast te stellen met inachtneming van de volgende wijzigingen: 1.
de laatste drie diamantjes van paragraaf 8.4. worden verplaatst naar hoofdstuk 11, de programma's;
2.
de in paragraaf 8.2. gepresenteerde visie dat in de zones 1, 2 en 3 geen nieuwe activiteiten worden toegelaten tenzij er zwaarwegende maatschappelijke belangen zijn, wordt vervangen door: in de zones 1, 2 en 3 van het gebied worden nieuwe activiteiten toegelaten indien het activiteiten betreft die passen bij of aansluiten op de in deze structuurvisie gepresenteerde functie van Genneper Parken. Het gaat hierbij om activiteiten waarbij de natuur centraal staat of om vanuit de historie gegroeide activiteiten die een verband hebben met zaken die nu in het gebied geschieden en die de natuur in het gebied niet onevenredig belasten. De toetsing of nieuwe activiteiten in het gebied kunnen worden toegelaten, zal aan de raad ter besluitvorming worden voorgelegd." (amendement nr. 1).
In onze toelichting bij dit amendement is te lezen wat onze overwegingen zijn. Tenslotte dien ik de volgende motie in: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gehoord de gevoerde discussies in de vergadering van 8 maart 2004 over de structuurvisie Genneper Parken; overwegende dat: in de structuurvisie wordt vastgelegd dat in Genneper Parken de natuurfunctie voorop staat; in het gebied diverse gemeentelijke panden aanwezig zijn die mogelijk op termijn kunnen worden verhuurd of verkocht; bestemming van de panden niet in strijd mag zijn met de structuurvisie Genneper Parken;
- 20 stelt de raad voor te besluiten burgemeester en wethouders te verzoeken om randvoorwaarden op te stellen waaronder gemeentelijk onroerend goed in Genneper Parken kan worden verkocht of verhuurd als waarborg, zodat de bestemming in overeenstemming is met de structuurvisie Genneper Parken en deze randvoorwaarden ter besluitvorming voor te leggen aan de raad." (motie nr. 1). De Voorzitter: Ik hoop dat iedereen weet wat de laatste drie diamantjes van paragraaf 8.4 zijn. De tekst van het amendement moet eenduidig zijn, de leden van de raad moeten weten wat deze diamantjes inhouden. De heer Rozendaal: Voorzitter. Wij hebben in de commissie Ruimtelijke Pijler een uitgebreide discussie aan deze visie gewijd, waarbij is naar voren gekomen dat een aantal punten er niet in thuis hoort. Daarom zijn wij blij dat het college heeft besloten ze uit het voorstel te halen. Daardoor komt de visie steeds dichter bij wat wij willen, maar zij gaat ons niet ver genoeg. Wij moeten in onze bestuurlijke uitgangspunten duidelijker uitspreken wat wij willen met het gebied. Dat betekent dat wij niet alleen moeten bepalen dat wij geen activiteiten zullen toevoegen die er niet thuishoren. Tevens moet dan worden bepaald dat terugdraaien van dingen, die in het verleden zijn toegevoegd, maar er eigenlijk niet thuishoren, een bestuurlijk uitgangspunt is. Dat past in een visie, het gaat daarbij niet om een specifieke ontwikkeling, hiermee wordt niets als ongewenst benoemd, maar wordt alleen gezegd dat een bestuurlijk uitgangspunt is dat wij, als er een ontwikkeling is die niet past in het natuurgebied, bekijken of de mogelijkheid bestaat haar terug te draaien. Om dat te verwoorden dien ik het volgende amendement in: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2003 betreffende de Structuurvisie Genneper Parken; gehoord de ter zake gevoerde discussies in de vergadering van 8 maart 2004; stelt voor het ontwerpbesluit, behorende bij voormeld voorstel aan te vullen als volgt: bij de bestuurlijke uitgangspunten in hoofdstuk 8.1 na het derde uitgangspunt toevoegen: waar
zich
mogelijkheden
voordoen
ongewenste
ontwikkelingen
uit
het
verleden
terugdraaien." (amendement nr. 2). Dit amendement maakt voor ons de visie heel wat duidelijker en beter, wij hopen dat het college dat met ons eens is. Wij hebben bij Genneper Parken gesproken over allerlei gegevenheden die zich er bevinden. In sector 4 bevinden zich de sportaccommodaties. Nu is mij ter ore gekomen dat er in dat gebied ook een bedrijf is gevestigd, tijdens de commissievergadering was mij dat nog niet bekend, namelijk het liftenbedrijf Kohne. Past het bedrijf in dit gebied, zou het moeten worden verwijderd? Het wordt nergens genoemd en misschien kunt u er meer duidelijkheid over geven.
- 21 De heer De Schepper: Voorzitter. In de commissie waren wij dicht bij consensus over een ding, namelijk dat in Genneper Parken, een belangrijk natuurgebied in Eindhoven, in het verleden te veel is toegelaten. Om die reden is "neen, tenzij" uitgangspunt in het stuk, er mag niets nieuws in het natuurgebied, tenzij er een zwaarwegend maatschappelijk belang is en het niet op een andere plaats kan. Dat zijn de twee belangrijkste criteria. Wij achten het van belang dat een goed beheer van natuur en landschap bepalend is voor de vraag wat wij in Genneper Parken toestaan. Dat moeten wij vandaag vaststellen, dat is in het dualistisch systeem het kader dat wij vandaag bepalen. Over Falcon Crest en de Stichting Oktober hoor ik best goede dingen en aspecten die de moeite waard zijn, maar ook daarvoor geldt dat zij moeten passen binnen het kader dat wij vandaag vaststellen. Als men daar iets wil huren of kopen, mag het geen geld kosten. Willen wij er geld voor uitgeven, dan hoort het in de Cultuurnota. Als wij er iets willen en natuur- en milieubeheer voorop staan, moeten wij niets toelaten zonder een deugdelijke milieu-effectrapportage, voor Falcon Crest bijvoorbeeld rond de vraag hoeveel toeschouwers er komen en welke gevolgen dat heeft. Het is een prachtig instituut, ik ben er zeker niet tegen, maar de vraag is wel of wij het willen in Genneper Parken. Om die vraag te beantwoorden is een degelijke milieu-effectrapportage nodig. Zo'n rapportage ligt vandaag niet voor, daarom kunnen wij initiatieven in die richting nu beslist niet steunen. Ik vraag de raad deze benadering te steunen. Als wij iets willen toestaan, stel dan eerst de eis dat een deugdelijke milieu-effectrapportage wordt uitgebracht. Het voorstel van de VVD om een opening te maken om activiteiten, die wij in het verleden hebben toegestaan en die wij nu eigenlijk jammer vinden, heeft onze steun, daarom hebben wij het amendement mede ondertekend. De heer Burema: Hebt u kennis genomen van een van de moties die wij wilden indienen en die betrekking heeft op een aantal initiatieven, waaronder Falcon Crest? Ik beluisterde daaruit dat u, na een nader onderzoek, met de vestiging van Falcon Crest kunt instemmen en onze motie beoogt dat ook. Betekent dit dat u zo'n motie kunt steunen of bedoelt u het tegengestelde? De heer De Schepper: Ik heb onze opmerkingen erbij geschreven, wij vinden de insteek niet slecht. Als wij een kader stellen, verwachten wij van het college dat het bekijkt of er redenen zijn om uitzonderingen te maken. Wij behoeven het college niet op te roepen dat huiswerk te doen. Wil het college een uitzondering maken, dan dient het, conform zijn toezegging, terug te komen naar de raad. Als het iets niet wil toestaan, is daarvoor eigenlijk geen reden, maar de raad kan het dan niettemin op de agenda zetten als hij zich in verband met zijn controlerende taak afvraagt of het college binnen de kaders juist te werk gaat. Niets doen past binnen het beleid en is dus prima, maar het is denkbaar dat een uitzondering wordt gemaakt als het om een zwaarwegend belang gaat en het nergens anders kan. De raad kan zoiets zelf op de agenda zetten, maar wij verwachten niet dat dat snel zal gebeuren. Wij vinden de denkrichting van de PvdA goed, maar menen niet dat wij het college hiertoe behoeven op te roepen. Wij steunen het amendement van de VVD, maar het gaat hier om een beleidskader. Als het college iets wil terugdraaien en dat geld kost, zullen wij ons moeten afvragen waar onze financiële
- 22 prioriteiten liggen. Wij hebben meer wensen, als het college iets uit Genneper Parken wil weghalen, zullen wij, als het geval zich voordoet, bekijken of wij er prioriteit aan willen geven. De heer Gerard: Voorzitter. Terecht is in de commissie langdurig gesproken over Groen Gennep, het gebied verdient het. Daardoor zijn nadere toezeggingen gedaan, die samen met het voorstel ertoe leiden dat wij met het voorstel als geheel zullen instemmen. Nu rest een bespreking van de moties en amendementen... De Voorzitter: Voor zover zij zijn ingediend. De heer Gerard: Enkele zijn formeel ingediend en andere informeel. De Voorzitter: Een motie is pas ingediend als dat feitelijk in de raad is vastgesteld. De heer Gerard: In amendement nr. 1 van Leefbaar Eindhoven lijkt het eerste punt mij overbodig, aangezien het al bij de toezeggingen van het college staat, maar het kan overigens geen kwaad. Er zit iets in de gedachtegang dat wij het beleid niet alleen negatief, maar ook positief zouden kunnen formuleren. Er is een goede balans nodig tussen wat kan en niet kan, daarbinnen kan men kiezen voor het idee dat af en toe iets moet kunnen. Dat staat in feite in het tweede punt van dit amendement. Vervolgens wordt er een uitweiding aan gegeven die mij te ruim in de oren klinkt. Ik wil wel wat, maar niet zo gemakkelijk als Leefbaar Eindhoven het zegt. Ik hoor graag hoe ik dat precies moet lezen. Eventueel heeft de SP een amendement dat min of meer hetzelfde beoogt, maar iets terughoudender is, maar het zou mij iets waard zijn als ik het niet zo behoeven in te dienen, want het is een beetje haarkloverij. De heer De Schepper: Ik zou graag willen weten of u het eens kunt zijn met de gedachte dat er eerst een milieu-effectrapportage zou moeten zijn voor een uitzondering wordt toegestaan. De heer Gerard: Ik zou daarop willen ingaan in de nasleep van het voorstel van de PvdA, daar is het het meest logisch. De SP is het van harte eens met amendement nr. 2, waarin wordt voorgesteld te proberen ongewenste ontwikkelingen terug te draaien. Wij hebben daarbij het VOC genoemd en toegezegd is dat dat zal worden uitgezocht. De moties nr. 1 en 2 beogen grenzen te stellen aan de vrije verkoop van onroerend goed in Groen Gennep. Dat lijkt ons een uitstekend idee, wij zullen ze dus steunen. De motie van de PvdA is iets concreter, maar beide zijn een stap vooruit. In motie nr. 3... De Voorzitter: De PvdA heeft nog geen motie ingediend. Wij bedienen uw raad soms heel bijtijds om de mogelijkheid te bieden vlot te vergaderen, maar een motie is pas ingediend als dat door de
- 23 indienende partij in de vergadering is gedaan. Ik stel u voor uw kruit nog even droog te houden, u krijgt later de gelegenheid erop in te gaan. De heer Gerard: Dat lijkt mij een nogal formeel standpunt. De Voorzitter: U moet mij niet kwalijk nemen dat ik misschien ietwat formeel reageert. Laten wij te werk gaan zoals het behoort, dat betekent dat het gesproken woord telt. Dat betekent dat de PvdA nog geen moties heeft ingediend. De heer Gerard: Ik zal tot het betuigen van mijn instemming met nog in te dienen moties wachten tot de tweede instantie. De heer Stoevelaar: Voorzitter. De structuurvisie Genneper Parken 2004 heeft de gemoederen echt beziggehouden, ook als wij de belangstelling op de publieke tribune zien. Dat zijn wij hier eigenlijk niet gewend. Er zijn zeker 75 reactie op het eerste ontwerp binnengekomen, waaruit blijkt dat veel mensen zich hierbij echt betrokken voelen. De Voorzitter: Wij hebben vandaag veel gasten van de raad die hiervoor, maar ook voor andere onderwerpen belangstelling hebben. De heer Stoevelaar: Ik zou willen vragen wie is gekomen als gevolg van zijn belangstelling voor Genneper Parken. De Voorzitter: Het is duidelijk dat u aardig scoort! De heer Stoevelaar: Genneper Parken is een heel kwetsbaar gebied, zeker voor toekomstige ontwikkelingen en ook als gevolg van ontwikkelingen in het recente verleden. De visie heeft tot doel de ontwikkelingen in de hand te houden en te voorkomen dat de natuur- en landschapswaarden verder worden aangetast. Natuurlijk is er een spanning tussen die waarden en de behoefte aan meer recreatie en educatie in het gebied. Het visiedocument geeft een balans daartussen. Het CDA kan zich goed vinden in de methode van aanpak voor het totale gebied door het op te splitsen in vier sectoren, namelijk landschappelijk gebied met milieu-educatiewaarden, landschappelijk gebied met een recreatieve waarde, sportpark met binnen- en een sportpark met buitenaccommodaties. Door deze indeling is het mogelijk per deel specifieke doelstellingen mee te geven, waardoor wordt voorkomen dat het geheel een wazige doelstelling krijgt waar alles of niets kan. Dat bij de verdere ontwikkeling gebruik wordt gemaakt van het groenbeleidsplan 2001 spreekt vanzelf. Het is niet voorstelbaar dat wij elke drie jaar een andere visie voor een bepaald gebied ontwikkelen. In de nota van toelichting wordt duidelijk aangegeven wat de kansen en bedreigingen van het gebied zijn. Dat daaraan een gedegen onderzoek van Alterra ten grondslag ligt, is alleen maar toe te juichen. Het resultaat moet een evenwicht tussen beheren en een beheerste ontwikkeling van het gebied zijn. Daarbij gaat het om een beheerste ontwikkeling van het sportpark
- 24 met binnenaccommodaties, voor de andere drie zones zal de nadruk liggen op conserveren. Samengevat komt dat neer op verder uitwerken van het groenbeleidsplan 2001 en niet toelaten van nieuwe activiteiten, tenzij. Het groenbeleidsplan wordt uitgewerkt in natuur, multifunctioneel groen, structureel stadsgroen en stadsgroenbepalend en vooral in 'geen nieuwe activiteiten, tenzij'. Door doorvoeren van het groenbeleidsplan voor de overige drie sectoren zal een aantal ongewenste ontwikkelingen, die in het verleden hebben plaatsgevonden, mogelijk kunnen worden teruggedraaid. Wij onderschrijven het amendement van de VVD waarin wordt voorgesteld daarnaar te streven. Van heel andere orde is een aantal nieuwe ontwikkelingen. In de laatste weken zijn wij min of meer gebombardeerd met voorstellen, tegenvoorstellen en reacties. Ik zal ze langslopen en onze meningen erover geven. Voor ons is 'geen nieuwe activiteiten, tenzij' een duidelijk uitgangspunt. Het amendement van Leefbaar Eindhoven ondergraaft de doelstelling van de visie, waarin het gaat om het groenbeleidsplan en het tegengaan van nieuwe activiteiten. Het amendement haalt 'geen nieuwe activiteiten, tenzij' uit de visie en zegt in feit dat, zij het beheerst, van alles mogelijk is. Wij zijn daar absoluut niet voor, wij moeten stoppen met nieuwe activiteiten. Wij zullen dit amendement dan ook niet steunen. De heer Van Bussel: Als HOME, dat er nu is gevestigd, ten behoeve van de commerciële exploitatie een hoekje met wat vogels of valken wil ontwikkelen, is dat geen nieuwe activiteit. Een andere organisatie met een valkenier zou een nieuwe activiteit zijn. Daaruit volgt de vraag waar u de grens van nieuwe activiteiten trekt. De heer Stoevelaar: Het is eigenlijk heel simpel. Wij stellen een visie vast en eventuele nieuwe activiteiten worden aan die visie getoetst. Dan blijkt vanzelf of zij er al dan niet in passen. Als wij die vraag nu beantwoorden, zijn wij voorbarig bezig, omdat wij de plannen niet kennen. Wij zullen eventuele vragen te zijner tijd aan de visie moeten toetsen. De heer Van Bussel: U draait de zaak om. U gaat nu een visie vaststellen en u wilt later bekijken hoe zij uitpakt. De heer Stoevelaar: Wij stellen een visie vast, vervolgens kunnen wij bekijken of activiteiten en programma's daarbinnen passen. Wij moeten niet eerst programma's of projecten aankaarten en dan een visie bepalen. De heer Van den Biggelaar: Uw opstelling is volkomen helder. Hoe kijkt u vanuit die opstelling aan tegen verkoop van panden in het gebied? De heer Stoevelaar: Daarbij gaat het om activiteiten die niet direct met de visie samenhangen. In verband met de visie is die vraag niet relevant. De enige reactie die ik uit de losse pols kan geven, houdt in dat verkoop van panden een zaak is van het college.
- 25 De heer Van den Biggelaar: Naar mijn idee laat u het daarmee vrij, wat mij in tegenspraak lijkt met uw eerdere opmerkingen. De heer Stoevelaar: Volgens mij is dat niet het geval. Mevrouw Breuers: Voorzitter. Wij hebben in de commissie duidelijk gesteld dat GroenLinks kiest voor versterking van milieu, ecologie en landschap in Groen Gennep, wat in de visie ook redelijk is verwoord. Ik heb de indruk dat de visie redelijk in dezelfde richting wil als wij, zeker na het gestoei over de tekst 'neen, tenzij'. In de toelichting wordt het oordeel daarover telkens naar de raad gebracht en dat lijkt mij een extra voorwaarde om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen. Wij hebben ook opgemerkt dat wij er sterk voor zijn ernaar te streven om vreemde activiteiten, die zijn genoemd in het rapport van Alterra, te schrappen. Daarom hebben wij aan het einde van de commissievergadering de heer Rozendaal uitgedaagd een amendement te formuleren dat wij zouden kunnen steunen. Hij heeft dat gedaan en uiteraard steunen wij het. In de nadere toelichting bij het raadsvoorstel staat dat alle partijen een stevig betoog hebben gehouden over de verkoop van panden. GroenLinks heeft dat niet gedaan. Wij hebben nadrukkelijk betoogd dat het gaat om een visie, die bepalend is voor de vraag wat met de panden kan worden gedaan. Wij dringen er dan ook op aan de woorden 'alle partijen' te schrappen, want wij hebben andere partijen duidelijk gemaakt dat het daarover niet zou moeten gaan. Het amendement van Leefbaar Eindhoven geeft een volstrekt verkeerd signaal. Wij willen de deur dicht houden en dit amendement zet de deur open voor alles wat wenselijk is. In de commissie heeft Leefbaar ook aangegeven dat een natuurgebied weliswaar mooi is, maar dat er van alles bij kan. Ik doe een beroep op de raad dit amendement niet te steunen, want de visie ligt juist op tafel om te bepalen wat wel en niet mag. Laten wij de deur nu eindelijk dicht gooien. Wij hebben geen behoefte aan motie nr. 1. De randvoorwaarden blijken automatisch uit de visie en verkoop en verhuur hebben wij, misschien, helaas gedelegeerd aan het college. De heer Verhaegh: Voorzitter. Ik was niet in de gelegenheid in de commissie aan de discussie deel te nemen, dat is reden om deze gelegenheid iets uitgebreider te benutten. De Voorzitter: Ik wil u wel verzoeken te proberen het debat te voeren op strategische hoofdlijnen. Wij proberen met elkaar het onderscheid tussen commissie en raad in acht te nemen zo niet heilig te verklaren. De heer Verhaegh: Ik begrijp uw opmerkingen, maar wie geen zitting heeft in de commissie kan in de raad spreken alsof hij de commissie was. Ook in commissies spreek ik in het algemeen niet te veel over details. Het Reglement van orde biedt mij de gelegenheid dit voorstel te behandelen zoals het mij goed dunkt. De Voorzitter: Het ligt iets genuanceerder. Een raadslid mag het woord voeren, u mag hier alles zeggen zolang dat binnen de normale fatsoensregels valt. In verband met het dualisme hebben wij
- 26 echter afgesproken dat de techniek vooral in de commissies aan de orde moet komen en de strategische en politieke weging vooral in de raad. Ik zal ieder steeds oproepen die regel zo veel mogelijk te respecteren. De heer Verhaegh: Het is jammer dat u al bij voorbaat achterdochtig bent. De Voorzitter: Ik ben niet achterdochtig van aard, ik heb alleen uiteengezet welke gedragslijn wij in de raad proberen te volgen. De heer Verhaegh: Ik neem het woord 'achterdocht' terug, ik beschouw het als schot voor de boeg. Het gebied Genneper Parken vormt een van de groene longen van Eindhoven. Wij hebben er niet veel, Genneper Parken is een van de mooiste. In een tijd waarin in deze gemeente verdichting de norm is, waarbij wij steeds dichter bouwen om meer mensen in de stad te huisvesten, krijgen de groene longen een steeds groter belang. In het verleden is wel eens anders omgegaan met Groen Gennep, toen werd er niet gekeken op een project meer of minder. Ik herinner mij de discussie over de artikel 19-procedure over de uitbreiding van Cortogno, waarbij Frans Backhuijs, de toenmalige wethouder, er geen been in zag de vestiging van een industriële keuken toe te staan. Ik heb toen als enige van mijn toenmalige fractie tegen gestemd, wat mij vervolgens binnen de fractie enige tijd spitsroeden lopen opleverde. Gelukkig mag ik vandaag constateren dat ook mijn oude fractie een andere visie heeft gekregen. De heer Van den Biggelaar: Kunt u ons de spinsels binnen de liberale fracties niet besparen? Ik heb er eigenlijk geen boodschap aan. De heer Verhaegh: Ik verwachtte dat de heer Van den Biggelaar dit zou zeggen, het was geen interne kwestie, het gebeurde in de raad. Groen Gennep is niet alleen een groene long, maar ook een cultuurhistorisch bezit van de stad. Het doet mij dan ook deugd dat de structuurvisie aandacht heeft voor het groen en de cultuurhistorie. Wat mij betreft gaat het gebied niet op slot, Eindhoven en Genneper Parken mogen geen openluchtmuseum worden. Wel is het van belang uitgangspunten te formuleren en te handhaven, deze uitgangspunten zitten in de structuurvisie, namelijk natuur, natuur- en milieueducatie, sport en recreatie. Ik onderschrijf deze uitgangspunten en stel daarbij vast dat in het gebied bepaalde dingen mogelijk moeten zijn en andere niet. Daarbij staat ook vast dat het wenselijk zou zijn dat bepaalde dingen, die er nu gebeuren, daar verdwijnen. Valkenhouderij, zoals in Falcon Crest, zou mogelijk moeten zijn, ik maak mij sterk dat er in het verleden bij de heer Wenders verwachtingen zijn gewekt, die door de gemeente dienen te worden nagekomen. De heer Stoevelaar: Als Falcon Crest er volgens u precies past, hoe verhoudt zich dat dan tot het uitgangspunt 'niet toelaten, tenzij' terwijl in het bedrijfsplan wordt uitgegaan van 100.000 à 150.000 extra bezoekers?
- 27 De heer Verhaegh: Ik heb zoëven al gezegd dat Genneper Parken niet op slot moet, inpassen is iets anders dan het idee dat iets er precies past. De precieze uitwerking zal natuurlijk nader moeten worden bekeken. De heer De Schepper: Ik zou graag willen weten of u ook van mening bent dat wij, voor wij beoordelen of zoiets kan worden toegestaan, een milieu-effectrapportage moeten laten opstellen. De heer Verhaegh: Bij mijn weten is zo'n rapportage alleen voor bepaalde projecten voorgeschreven. De heer De Schepper: De vraag is of u het wenselijk acht. De heer Verhaegh: Ik vraag mij af of zo'n rapportage iets toevoegt, kunnen wij zelf niet beoordelen of iets wenselijk is? In elk geval sta ik er niet afwijzend tegenover. De zorgboerderij past er uitstekend, kleinschalige cultuuruitingen en de manege zouden wat mij betreft niet behoeven te verdwijnen. Wel zouden alle niet-sportieve en niet-natuurgebonden activiteiten moeten verdwijnen, met name het VOC is op deze locatie niet op zijn plaats. Wij moeten op basis van deze structuurvisie verder werken aan de ontwikkeling van Genneper Parken, want de ontwikkeling mag niet stil blijven staan. Wat mij betreft mogen panden worden verkocht, maar er moeten wel waarborgen zijn voor het gebruik ervan in lijn met de visie. Hoe het college dat wil regelen, door middel van het bestemmingsplan of civielrechtelijk, maakt mij niet uit. Ik zou graag meer duidelijkheid willen hebben over de horeca-ontwikkeling. In de nota van toelichting wordt op de pagina's 28 en 29 gesproken over horeca-activiteiten. Uit de commissiebehandeling heb ik begrepen dat de nota van toelichting geen deel meer uitmaakt van de structuurvisie. Toch wil ik er iets van zeggen. Horeca-activiteiten zouden in Genneper Parken slechts in beperkte mate moeten worden toegestaan ter ondersteuning van andere activiteiten, zoals sport en recreatie. De horeca mag op zichzelf geen trekker worden in het gebied. Deelt het college die mening? Een ander punt is het geluidsniveau. Betekent deze structuurschets dat mogelijkheden ontstaan om het geluidsniveau te beperken, zodat men, als in het zuidelijk deel van het gebied sportevenementen plaatsen, niet in het noordelijke deel van de muzikale omlijsting behoeft mee te genieten? Te zijner tijd zal het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd om de structuurvisie concreet te maken. Een bestemmingsplan is daarvoor het klassieke gereedschap van de gemeente. Ik kijk met belangstelling daarnaar uit. Ik zal zorgvuldig bekijken of de wijzigingen in overeenstemming zijn met de visie, dat is typisch een controlemoment waarover wij donderdag hebben gesproken. Ik kan mij verenigen met de amendementen nrs. 1 en 2. De heer Burema: Voorzitter. Het bijzondere karakter van Genneper Parken is iedereen duidelijk, in Eindhoven als geheel en zeker in de gemeenteraad. Het bleek bij de behandeling in de commissie, er bestaat in feite consensus over de wenselijkheid het karakter zo veel mogelijk te behouden.
- 28 Algemeen is men ook van mening dat ongewenste ontwikkelingen, die zich helaas hebben voorgedaan, zouden moeten worden teruggedraaid en dat het groenbeleidsplan, dat eerder is vastgesteld, met name in dit gebied optimaal moet worden uitgevoerd. Wij moeten absoluut voorkomen dat verdere verliezen aan natuur optreden. Dan komen wij bij de geroemde woorden 'geen nieuwe activiteiten, tenzij'. Het is verbazend dat bij een structuurvisie, die twee dikke boekwerken en een onderliggend wetenschappelijk rapport omvat, zo veel discussie ontstaat over deze ene zin. Het is overigens wel begrijpelijk, want deze woorden vatten de kern samen. Nu is er een amendement van Leefbaar Eindhoven dat deze zin omkeert, door in plaats van een negatieve een positieve formulering voor te stellen. Dan ontstaat onmiddellijk discussie over de vraag wat het verschil is tussen 'neen, tenzij' en 'ja, mits'. Ik heb wel de indruk dat iedereen het erover eens dat elke activiteit, die hier zou kunnen plaatsvinden, moet passen in de structuurvisie. Zij geeft alle handvatten om vast te stellen of een activiteit past. De PvdA kan zich in de structuurvisie vinden en vindt het terecht dat er veel werk van is gemaakt. Een en ander had iets korter en bondiger mogen worden geformuleerd, maar dat neemt niet weg dat het belang van het gebied het rechtvaardigt een en ander zo uitgebreid op te schrijven. Wij hebben wel eens vaker moeite met de vraag hoe wij met visie, programma, projecten moeten omgaan, veel onduidelijkheid ontstaat bij de vraag wat wij in een visie moeten vastleggen. Het college is de raad tegemoetgekomen door de toezegging dat elke activiteit met een zwaarwegend maatschappelijk belang uiteindelijk aan de raad wordt voorgelegd. Dan is het aan de raad te beoordelen of zij overeenstemt met de visie. Dat is een voldoende garantie dat goed wordt beoordeeld of een activiteit toelaatbaar is. Dit is voor de PvdA een garantie waardoor zij met een gerust hart met het voorstel akkoord kan gaan. Het amendement van Leefbaar Eindhoven draait het uitgangspunt om. In onze ogen maakt het weinig verschil, ook daarin wordt de garantie gevraagd dat elk voorstel aan de raad wordt voorgelegd zodat hij zich erover kan uitspreken. Dan maakt het niet uit of de negatieve formulering 'neen, tenzij' of de positieve 'ja, mits' wordt gekozen. Vanuit dat oogpunt zouden wij met het amendement kunnen instemmen, maar er is enige verwarring ontstaan. Er zijn inmiddels vragen aan de indiener gesteld over de schriftelijke toelichting bij het amendement. Die antwoorden
- 29 wachten wij af en laten het van de interpretatie van Leefbaar Eindhoven afhangen of wij voor stemmen.
Mevrouw Breuers: De PvdA vindt dit een goede visie en is het eens met het uitgangspunt 'neen, tenzij'. Als Leefbaar Eindhoven dan eigenlijk zegt 'ja, doe maar' zijn dat toch twee heel verschillende dingen. Dat laatste lees ik heel nadrukkelijk in het amendement. Het draait de boel niet op slot, maar wil telkens als iets voorbij komt dat bekijken om te besluiten of het al dan niet kan. Ik meen dat ook in de ogen van de PvdA het gebied moet worden beschermd en verbeterd en dat ons besluit niet moet voorzien in uitbreiding van allerlei activiteiten.
De heer Burema: U gebruikt de woorden 'op slot', blijkbaar verbindt u die conclusie aan 'neen, tenzij'. Wij trekken die conclusie niet, het gebied behoeft niet helemaal op slot. Wij moeten bij elke individuele activiteit bekijken of zij past binnen de structuurvisie. Eerder is in de raad al eens geconstateerd dat visies op verschillende wijzen kunnen worden geïnterpreteerd. Ik heb de indruk dat uw interpretatie stringenter is dan de onze, dat geldt ook voor formuleringen als 'neen, tenzij' en 'ja, mits'.
De heer Gerard: Het probleem lijkt mij dat de formulering 'geen nieuwe activiteiten, tenzij zwaarwegend maatschappelijk belang of gebrek aan een alternatieve locatie' zaken buiten houdt, tenzij zij belangrijk zijn en dan kunnen zij ook heel negatief uitpakken. Zij staat geen activiteiten van bescheiden aard ten gunste van het gebied toe. De vraag is dus of mevrouw Breuers het niet mij eens is dat er een mogelijkheid moet zijn om activiteiten toe te staan die het gebied kunnen verrijken.
Mevrouw Breuers: Ik heb zoëven en ook in de commissie al aangegeven dat wij niet voor uitbreiding van activiteiten zijn. Er kan discussie zijn of activiteiten tot een versterking leiden, maar wij willen geen enkele uitbreiding van activiteiten.
- 30 De heer Stoevelaar: De heer Burema gaat ervan uit dat 'neen, tenzij' een heel negatieve benadering inhoudt. Dat is bepaald niet het geval, de formulering geeft blijk van een positieve benadering van het gebied. De wijze waarop hij nieuwe activiteiten benadert, wekt de indruk dat daar de prioriteit ligt, maar het gaat om het gebied en dat willen wij niet verder aantasten. Dat is de basis van dit voorstel.
De heer Burema: Ik ben het met de heer Stoevelaar eens, ik zie niet precies waar het meningsverschil ligt, tenzij wij een semantische discussie beginnen over de vraag naar het taalkundige verschil tussen 'neen, tenzij' en 'ja, mits'. In de praktijk zijn wij het volstrekt met elkaar eens.
De heer De Schepper: Het amendement van Leefbaar Eindhoven laat activiteiten toe als zij passen of aansluiten bij wat al in Genneper Parken gebeurt. Het oorspronkelijke voorstel stelt daarbij twee belangrijk eisen, namelijk het zwaarwegend maatschappelijk belang en het ontbreken van een alternatieve locatie. Is het ontbreken van een alternatieve locatie een criterium waarin de heer Burema zich kan vinden?
De heer Burema: U stelt een vraag op basis van iets wat ik niet heb gezegd, maar ik wil best een antwoord geven. Bedoelt u dat er geen uitbreiding van het openluchtmuseum mag plaatsvinden als er een alternatieve locatie is? Hetzelfde geldt voor de ecologische boerderij.
De heer De Schepper: Dat zijn voorbeelden en dan is de vraag of het amendement van Leefbaar Eindhoven dan nog kan worden gesteund.
De heer Burema: Ik wacht de nadere toelichting van Leefbaar Eindhoven af. Mij lijkt het dat ik nu voldoende over dat amendement heb gezegd. Mijn fractie zal twee moties indienen. Wij stemmen in met de structuurvisie, onze moties staan los van het voorstel, maar hebben er wel mee te maken. Het gaat dan om drie activiteiten die in de pen zitten of waarover in ieder geval vragen zijn gesteld. Het gaat om de ecologische boerderij, die
- 31 heeft aangegeven dat op termijn voor een sluitende exploitatie wellicht extra huisvesting nodig is en op termijn een zorgboerderij wil vestigen. De tweede betreft de valkenhouder. Verschillende bestuurders, wethouders en burgemeesters, hebben mondeling en schriftelijk te kennen gegeven dat zou worden meegewerkt aan vestiging in Groen Gennep. De derde is de Stichting Oktober, die bij de inspraak in de commissie een vergelijkbaar verhaal heeft gehouden. Er zouden toezeggingen zijn gedaan en zij vraagt zich af wat er nu van terecht komt. Dat is reden te vragen na te gaan wat in het verleden is gebeurd en wat vestiging van een of meerdere activiteiten kan inhouden. Daartoe dient de volgende motie: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2003 en 17 februari 2004, tot het vaststellen van de structuurvisie Genneper Parken; overwegende dat: 1.
de in Genneper Parken gevestigde ecologische boerderij op afzienbare termijn voor haar exploitatie extra huisvesting denkt nodig te hebben en in samenwerking met een zorginstelling de mogelijkheden van een zorgboerderij wil onderzoeken;
2.
de firma Falcon Crest in het verleden door meerdere bestuurders van Eindhoven mondeling en schriftelijk is toegezegd dat medewerking zal worden gegeven bij vestiging van Groen Gennep van haar roofvogelbroederij en de ambachtelijke werkplaats voor valkeniersbenodigdheden, eventueel gecombineerd met een openbaar park met roofvogelvolières op de plaats van de sportvelden tussen de Boutenslaan en de Genneperweg;
3.
de Stichting Oktober reeds een aantal jaren een zinvolle culturele bijdrage levert aan Genneper Parken en op grond hiervan wellicht voor een permanente vestiging in aanmerking zou kunnen komen;
stelt de raad voor te besluiten burgemeester en wethouders uit te nodigen het bovenstaande zo spoedig mogelijk te onderzoeken op zowel haalbaarheid als wenselijkheid en de afweging om een of meerdere van deze ontwikkelingen al dan niet toe te staan in een nader voorstel voor te leggen aan de raad." (motie nr. 3).
- 32 In het voorstel zou ook kunnen worden aangegeven wat toelaten van een of meerdere van deze activiteiten gaat kosten.
De heer Verhaegh: Uit de commissiebehandeling heb ik begrepen dat de PvdA uitermate positief tegenover deze activiteiten staat. Neemt zij nu gas terug?
De heer Burema: Dat ziet u verkeerd. Zo lang er geen voorstel is, kunt u niet weten wat wij ervan vinden. Uit de commissie kunt u hebben begrepen dat wij positief staan tegenover ten minste een van de ontwikkelingen, maar daarbij gelden allerlei randvoorwaarden. Nu vragen wij het college een voorstel te doen waarover wij een oordeel kunnen geven.
De heer Verhaegh: De motie spreekt over wenselijkheid en haalbaarheid, dat lijkt mij een dubbele slag om de arm.
De heer Burema: Als het gaat om ontwikkelingen in dit gebied zijn wij inderdaad voorzichtig. De tweede motie betreft de drie panden die de gemeente in eigendom heeft. Zij vraagt te wachten met de verkoop ervan, want wij hebben begrepen dat het college voornemens is ze zo snel mogelijk te verkopen en dat lijkt ons niet verstandig, ook gezien de ontwikkelingen die wij in de andere motie hebben genoemd. Als motie nr. 3 wordt aangenomen, wat ik van harte aanbeveel, dient eigenlijk ook motie nr. 2 te worden aangenomen, aangezien de panden een belangrijke rol spelen. Zij kunnen altijd nog worden verkocht, eerst moeten wij uitzoeken of een of meerdere ervan in de plannen passen.
De heer Rozendaal: U koppelt de panden aan de drie mogelijke ontwikkelingen. Voor Falcon Crest noemde u een plaats. Misschien moet die aanduiding worden geschrapt, want wellicht zijn er binnen Genneper Parken andere mogelijkheden.
- 33 De heer Burema: Dat lijkt mij een zinvolle aanpassing, die wij zeker in overweging willen nemen. Als het leidt tot steun van de VVD-fractie zal ik mijn fractie van het nut van een aanpassing in die zin kunnen overtuigen. Ik dien over de panden de volgende motie in: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2003 en 17 februari 2004 tot vaststellen van de structuurvisie Genneper Parken; overwegende dat de gemeente Eindhoven drie panden in Groen Gennep in bezit heeft die van strategisch belang zijn voor het gebied en daar gevestigde of te vestigen activiteiten; stelt de raad voor te besluiten burgemeester en wethouders uit te nodigen de panden Genneperweg 169, 171 en 142 te beschouwen als panden waarvan de verkoop ingrijpende gevolgen zou kunnen hebben en de verkoop tot nadere besluitvorming van de gemeenteraad op te schorten." (motie nr. 2). Er is heel wat discussie over de vraag waar de bevoegdheid ligt bij de verkoop van gemeentelijke panden. De gemeenteraad heeft in 1999 de verkoop van panden gemandateerd aan het college. Daarbij zijn criteria geformuleerd, het belangrijkste is dat het college panden kan verkopen zo lang dat niet is begrepen in een eerder besluit, op voorwaarde dat de commissie Stadsontwikkeling en Beheer, thans de commissie Ruimtelijke Pijler, heeft ingestemd met in acht te nemen randvoorwaarden en kaders. De vraag is nu of de mandatering van 1999 nog steeds correct is dan wel is achterhaald door wijzigingen in de Gemeentewet.
De Voorzitter: Voor de handelingen is het goed te vermelden dat de heer Pastoor knikte.
De heer Burema: In de wet wordt in elk geval gezegd dat een verkoop, wanneer dat ingrijpende gevolgen kan hebben, door het college aan de raad moet worden voorgelegd. Het is een interpretatie en er kan dus verwarring over ontstaan. In ieder geval beoogt motie nr. 2 dat vast te leggen. Waar de Gemeentewet ruimte laat voor interpretaties, legt motie nr. 2 vast dat de raad zich
- 34 dient uit te spreken over de wenselijkheid van de verkoop van de panden, met name tot nadere besluitvorming over het gebied heeft plaatsgevonden.
De Voorzitter: Terwille van de zuiverheid lijkt het mij juist dat straks eerst het college op de amendementen en moties reageert, dan kan de raad er in tweede termijn op ingaan.
De heer Vleeshouwers: Voorzitter. Ik hoop dat u mij niet kwalijk neemt dat ik al in eerste termijn iets over de amendementen en moties zeg, omdat daarin een kern van de discussie ligt. Wij hebben hier een visie op Genneper Parken die een stapje verder gaat dan de benadering van de gemeente tot dusverre. De gemeenteraad heeft vaker geconstateerd dat dit een belangrijk gebied is voor Eindhoven en dat wij er zorgvuldig mee moeten omgaan. In deze visie wordt het scherper gezegd, waardoor er ruimte komt voor het verwijderen van een aantal activiteiten die niet in het gebied thuishoren. Daarmee zijn wij blij, wij zullen de visie dan ook steunen. Wij zijn heel benieuwd naar de activiteiten van het college die erop zijn gericht een aantal gebiedsvreemde activiteiten uit het gebied weg te halen. Ik denk daarbij aan het VOC. Ik ben benieuwd of het het college zal lukken het VOC elders in Eindhoven een plaats te geven. Ook het baggerterrein naast het VOC hoort er niet thuis, ik zou graag zien dat het elders zou komen. Wij hebben ook al vaker geklaagd over de activiteiten van Peter Langhout op het parkeerterrein bij de Tongelreep, ook zij horen daar niet thuis. Het blijkt moeilijk deze activiteiten te weren, maar deze visie zegt nogmaals dat de bussen daar weg moeten.
De heer Van Bussel: Als wij het VOC weg krijgen en vervangen door een valkenierscentrum, acht u dat dan een goede ontwikkeling?
De heer Vleeshouwers: Het een zou niet aan het ander moeten worden gekoppeld. Ik kom er nog op bij de motie van de PvdA. Wij zijn blij dat in de visie de afsluiting van de Velddorenweg is opgenomen, de weg was ons al lang een doorn in het oog.
- 35 In verband met amendement nr. 1 merk ik nogmaals op dat Eindhoven al langer heeft uitgesproken dat het zorgvuldig wil omgaan met dit gebied. Toch zijn er allerlei dingen gebeurd, die niet hadden moeten gebeuren. Daarom vind ik het niet erg in de visie te formuleren dat er niets meer bij komt, tenzij er zware maatschappelijke belangen zijn. Op grond daarvan kies ik voor een negatieve in plaats van een positieve formulering. Toch zijn er in het gebied nog dingen mogelijk, wij moeten het niet doen voorkomen dat er helemaal niets meer kan. Uitgangspunt moet zijn dat initiatieven die zich aandienen heel zorgvuldig worden bekeken. In dat perspectief is de formulering in de visie beter dan de benadering die door Leefbaar Eindhoven wordt voorgesteld. Amendement nr. 2 gaat in de goede richting. Als er mogelijkheden zijn om activiteiten te verwijderen, zullen wij daaraan met plezier meewerken. Motie nr. 1 is sympathiek, maar motie nr. 2 geeft iets duidelijker weer wat wij graag zouden zien. Daarom gaat mijn voorkeur uit naar motie nr. 2. Wij steggelen voortdurend over de verkoop van gebouwen, het is onhandig dat de wet het college deze bevoegdheid heeft gegeven, terwijl de raad eigenlijk de kaders moet stellen. In dit geval lijkt het kader mij duidelijk, het zou verstandig zijn als het college zou toezeggen dat het, als het wil verkopen, dat aan de raad zal voorleggen. Het zou van het college nog verstandiger zijn motie nr. 3 uit te voeren, dan krijgen wij actuele plannen voorgelegd waardoor wij kunnen afwegen of zij binnen de visie passen. De ideeën zijn sympathiek, maar ik kan op dit moment de strekking niet overzien. Nader onderzoek lijkt mij gewenst, zoals het ook gewenst is dat de resultaten aan de raad worden voorgelegd.
De heer Houben: Voorzitter. Primair zijn de cultuurhistorische en landschappelijke aspecten tussen en langs de twee rivieren van belang, daardoor is het van belang de zones 1, 2 en 3 zo veel mogelijk te laten wat zij zijn. Dat het VOC daar in de weg ligt, is iedereen duidelijk. Er wordt aan gewerkt, maar dat kost veel tijd en veel geld. Het zal een hele klus zijn een aantal zaken te realiseren, zoals blijkt in de nota van toelichting, vooral in hoofdstuk 9, maar deze nota maakt geen deel uit van het raadsbesluit. Wij hebben belangstelling voor het initiatief van Falcon Crest, dat eventueel ten behoeve van MEC en HOME een rol kan spelen. In het eerste stenen huis van Eindhoven en het kasteel van
- 36 Eindhoven waren valkeniers. De Archeologische Dienst heeft botten en belletjes van valken gevonden, dat zijn overblijfselen uit de Middeleeuwen. Wij hebben ook kennis genomen van ideeën milieu- en dierenbeschermingsorganisaties, ik lees daaruit een pleidooi om uitbreiding van roofvogelshows en valkenhouderij aan banden te leggen en deze dieren vrij in de natuur te laten. Het plan dat wij hebben gezien, vinden wij erg grootschalig. Misschien kan het plan in een kleinere opzet hier een rol spelen. In Genneper Park komen roofvogels als de havik, de torenvalk, de buizerd en de sperwer voor, maar als het grote plan van Falcon Crest doorgaat vrezen wij dat een te grote drukte in het gebied ontstaat. In de huidige tijdgeest wordt alles gedaan om dieren te koesteren in de natuurlijke staat, laat dat zo blijven. Wij zijn natuurlijk te vinden voor een ecologische boerderij met een zorgfunctie waar mensen werken die daardoor willen genezen van hun levensproblematiek. De visie houdt veel toetsingsmogelijkheden in, zodat wij akkoord kunnen gaan met het voorstel.
Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. Het is heel belangrijk dat wij deze visie nu vaststellen, wij weten allemaal hoe het gebied in het verleden is verworden. Om dat niet te laten voortgaan, maar juist terug te draaien, dient deze visie. Ik vind het verheugend dat niemand in de raad is bezweken voor de verleiding nu ad hoc iets te regelen voor een instelling, dat zou de manier van doen uit het verleden terughalen, met insteken op ontwikkelingen waarvan de consequenties niet goed zijn te overzien. De vraag is dan wel hoe wij op basis van deze visie met het gebied omgaan. Het college vraagt daarbij vast te houden aan het principe 'neen, tenzij'. Er gebeurt in het gebied niets, tenzij er een zwaarwegend maatschappelijk belang is dat nergens anders een plaats kan vinden. Ik heb geen idee wat het kan zijn, maar soms zijn er zwaarwegende maatschappelijke belangen, waarbij de vraag ontstaat of daarvoor ruimte kan worden geboden. Onderwijl hebben wij te maken met het gebied zoals het nu is. Het amendement van de VVD vraagt actief in te zetten op weghalen van activiteiten die feitelijk vreemd zijn aan de visie. Dat staat met zoveel woorden vermeld in het stuk bij de uitgangspunten, maar het kan geen kwaad dat nog eens expliciet bij de besluitpunten te vermelden. Dat geeft de helderheid waarom wij met ons allen vragen.
- 37 Het andere amendement is interessanter, dat geldt, ook gezien de discussie in de commissie, zeker de intentie, maar het kiest de verkeerde weg. Op dit moment moeten wij het gebied vooral beschermen. Dat betekent niet dat het gebied op slot gaat. De portee van de eerdere discussie is dat dingen, die de beleving van het gebied versterken en daarbij aansluiten, mogelijk moeten zijn. Daarbij wordt dus geredeneerd vanuit de visie op het gebied. Natuurlijk rijst dan de vraag hoe dat moet worden ingevuld en of de raad daarin wordt gekend. Dat is natuurlijk het geval, want volgend op de visie komt het programma. Daarbij ligt het voor de hand meteen het antwoord te formuleren op de vragen die in de motie van de PvdA zijn neergelegd. Het college zal de drie punten in het programmavoorstel meenemen, het is uiteindelijk aan de raad daarin de afweging te maken.
De heer Burema: Betekent dat dat u de motie overneemt?
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik zeg alleen dat wij de drie punten in het programma zullen meenemen. Het college hecht eraan dat de afweging integraal zal zijn, wij zullen niet met aparte stukjes komen inzake een zorgboerderij en dergelijke. Wij zullen zulke onderwerpen meenemen in het programma, ik heb al toegezegd dat wij heel snel na de visie met het programma zullen komen.
De heer Burema: Dan moet ik de motie handhaven.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik neem haar niet over omdat u vraagt naar separate stukken, terwijl wij dat integraal onderdeel van het programma willen maken.
De heer Burema: Wij vragen het per motie, omdat wij menen dat een separaat stuk veel beter is dan meenemen in het programma.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik heb de indruk dat u de intentie van het programma niet hebt doordacht. De motie voorziet in beslissingen ad hoc.
- 38 De heer Burema: Wij hebben een belangrijke reden waarom wij het willen. Wij willen dat vaart wordt gemaakt en duidelijkheid wordt geschapen, met name voor Falcon Crest, dat nu al vijf of zes jaar van de ene naar de andere toezegging holt. Daarom stellen wij voor een apart stuk te produceren waarin de drie onderwerpen worden afgewogen. Wethouder mevrouw Schreurs: Als u dat wilt, moet u erop aandringen dat het programma op korte termijn verschijnt. Dat heb ik al toegezegd. Dan kan een integrale afweging worden gemaakt.
De heer Burema: Het blijft een kwestie van interpretatie. In die redenering zoudt u de motie kunnen overnemen.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ja, maar met inachtneming van die kanttekening.
De heer Gerard: Ik wil vragen of de wethouder het overnemen van de in de motie genoemde activiteiten verenigbaar acht met het uitgangspunt neen, tenzij.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik heb gezegd dat bij het programma een antwoord zal worden gegeven op de gedachten die in de raad leven rond de vraag of zulke activiteiten passen. Ik zeg niet toe dat die activiteiten in het programma zullen worden overgenomen. De onderbouwing van de intentie een zorgboerderij in te richten is een op de exploitatie gericht verhaal. Ik vind dat absoluut geen reden de stichting van een zorgboerderij toe te staan. Het strookt bovendien, en dat is belangrijker, op geen enkele wijze met de visie op Groen Gennep. Als wij hieraan gevolg geven, moeten wij alle door zuiver intern economische redenen ingegeven uitbreidingen toestaan. Dat past niet binnen de visie. Dingen kunnen worden toegevoegd als zij zijn gericht op een verbetering van de beleving van het gebied en het niet aantasten. Dat heeft ook te maken met allerlei bewegingen die daardoor ontstaan. Daarom moet goed worden geanalyseerd en die analyse zal aan de raad worden voorgelegd.
De heer Gerard: Wij kunnen de overweging 'neen, tenzij een zwaarwegend maatschappelijk belang' opvatten zoals zij hier staat. Dan kan zelfs worden geweigerd een dergelijke ontwikkeling in
- 39 overweging te nemen. Het gaat dus om de reikwijdte van 'een zwaarwegend maatschappelijk belang en geen alternatieve locatie'. Wethouder mevrouw Schreurs: In principe is op geen van de drie voorstellen het uitgangspunt 'een zwaarwegend maatschappelijk belang en geen andere plaats' van toepassing. Als de vraag wordt beantwoord of die activiteiten in dit gebied kunnen plaatsvinden, moet een heel goede analyse worden gemaakt van de precieze betekenis. Dan is het uitgangspunt voor de toetsing dat de activiteit de beleving van het gebied verbetert. Uitgangspunt in de eerste drie sectoren is eenvoudig dat het groen prioriteit heeft. Als de kwaliteit daarvan verbetert, kan het en anders niet.
De heer Burema: Bij het vaststellen van visies komen wij vaker op een punt waarop wij van mening verschillen over de vraag wat er staat. Als de wethouder de exploitatie van de ecologische boerderij geen zwaarwegend maatschappelijk belang acht, verschillen wij van mening. De boerderij levert een waardevolle bijdrage aan de beleving van het gebied en de manier waarop met groen kan worden omgegaan. Als de boerderij terwille van de exploitatie gebruik moet maken van stallingsmogelijkheden in een van de gemeentelijke panden of een zorgboerderij wil exploiteren, kan dat wel degelijk worden geformuleerd als een zwaarwegend maatschappelijk belang. Om die reden wil ik dat graag in een separaat voorstel afwegen.
Wethouder mevrouw Schreurs: Het wordt een ietwat moeilijke discussie, het komt naar u toe en dan kunt u er een eigen interpretatie onder leggen. Het college is niet van plan het hele concept onder het vloerkleed te vegen. Ik heb alleen gezegd dat op het moment waarop de exploitatie van de ecologische boerderij het enige argument is, dat geen reden is om uitbreidingen of veranderingen toe te staan. Dat probleem kan ook op een andere manier worden opgelost. Wij behoeven het gebied daarmee niet te belasten. Het gemak waarmee een functie die er is, mag vragen om allerlei aanpassingen, zonder dat de effecten voor het gebied worden gewogen, opent een heel gevaarlijke weg. Daarom stel ik expliciet dat dat niet aan de orde kan zijn, uitgangspunt is steeds het belang van het gebied. Daarbinnen kan van alles worden toegestaan. Het gebied zit daarmee niet op slot, maar ook hier is het 'neen, tenzij'.
- 40 Overigens is dit niet het enige onderwerp bij het programma. Er worden koppelingen gemaakt tussen het bezit van de gemeente in het gebied en de dingen die daarin kunnen plaatsvinden. Het college heeft er dan ook geen enkele moeite mee de verkoop van de boerderijen op te schorten tot het programma is gepresenteerd. Los daarvan wil ik het volgende meegeven. Verkoop van bezit van de gemeente is geen particuliere hobby van het college, het dient een zwaarwegend maatschappelijk belang, bijvoorbeeld de financiering van de Spilcentra. Dat is de reden waarom wij bezit, dat wij niet actief inzetten, op de markt brengen. U kent onze financiële positie, mevrouw Mittendorff zal u vrijdag niet vrolijk hebben gemaakt. Allerlei manieren om aan geld te komen, staan zwaar onder druk. Als additionele financiering nodig is voor functies in het gebied, kan ik op een briefje geven dat wij in het geweld van de noodzakelijke afwegingen daarvoor niet zullen kiezen.
De heer Van Dijk: Mag een visie worden aangepast om te bereiken dat noden bij bijvoorbeeld onderwijsinstellingen worden gelenigd? Ik heb de indruk dat de panden in het verleden om strategische redenen zijn aangeschaft omdat er een verband was met de omgeving. Nu kunnen ze worden verkocht, maar bij een visie moeten wij heel consequent zijn en de belangrijke aspecten overeind houden.
Wethouder mevrouw Schreurs: De panden vormen geen integraal onderdeel van de visie, maar de functies, die erin passen, wel. In principe worden de randvoorwaarden in de structuurvisie geformuleerd en daarna keihard vastgelegd in het bestemmingsplan, zoals de heer Verhaegh terecht opmerkte. De raad behoeft die randvoorwaarden niet separaat vast te stellen, omdat dat doorloopt in het traject. Het gaat nu om de vraag wat wij met die panden willen. In het verleden hadden zij een functie als boerderij, nu hebben zij die functie verloren en een functie als boerderij is ook niet meer mogelijk. Dat betekent dat er iets anders in moet. Voor het gebruik ervan gelden behoorlijke restricties, gezien deze structuurvisie. Als de raad er iets actief mogelijk wil maken, krijgt hij een ongelofelijk probleem als hij er geld bij wil stoppen. Dan wordt een integrale afweging tegen alle andere zaken in de stad verwacht en dat zal niet gemakkelijk zijn, los van het feit dat u die panden dan onttrekt aan het vastgoedbeleid, waarbij ervoor wordt gezorgd door verkoop
- 41 andere dingen in de stad mogelijk te maken. Bovendien zou er dan sprake zijn van een verkapte subsidie; in het nieuwe vastgoedbeleid zullen wij dat inzichtelijk maken en de rekening neerleggen waar zij thuishoort. Als u panden wilt gebruiken voor cultuur, zult u daarvoor ruimte moeten maken in de cultuurvisie, anders is er geen geld voor.
De heer Van Bussel: Het stellen van randvoorwaarden voor te verkopen gebouwen, drukt de prijs. Ik heb de indruk dat dat uw zorg is. Eerder is wel vastgesteld dat het stellen van randvoorwaarden de kwaliteit van onze stad ten goede komt. U stond daar toen ten volle achter en ik neem aan dat dat nu ook het geval is.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik sta er nog steeds ten volle achter. Nu stel ik alleen dat in de visie is aangegeven wat de randvoorwaarden moeten zijn. Het is de taak van het college dat vast te leggen in fatsoenlijke regels als wij verkooprocedures ingaan. De raad behoeft zich geen zorgen te maken over de vraag of randvoorwaarden worden gesteld, want hij stelt ze vast op het moment waarop hij de structuurvisie vaststelt. D66 heeft voorgesteld in voorkomende gevallen degelijke milieu-effectrapportages te laten doen, wij waren het niet van plan, maar wij kunnen ons wel in het idee vinden. De heer Verhaegh kan uit mijn antwoord hebben begrepen dat horeca niet zelfstandig als trekker mag fungeren, zelfs als het aanvullend is staan horeca-activiteiten nog redelijk ter discussie. De vraag over het geluid kan ik niet direct beantwoorden, ik zal er in de commissie over berichten.
De heer Rozendaal: Ik heb gevraagd naar het liftenbedrijf. Wat weet u ervan en wat is de bedoeling ermee?
Wethouder mevrouw Schreurs: Het zit in vak 4, bij de sportvoorzieningen. Het is niet echt vreselijk dat het daar is gevestigd, maar het mag beslist niet uitbreiden.
De heer Burema: Voorzitter. In wezen zegt de wethouder dat de programma's op komst zijn en dat de punten, die wij in de motie hebben genoemd, daarin zullen worden beantwoord. Nu is de vraag
- 42 of wij de motie handhaven. Wij zijn in feite verplicht een van de genoemde punten nauwkeuriger te bekijken om te zien wat wel en
niet mogelijk is. Na toezeggingen van niet minder dan vijf
wethouders en minstens een burgemeester verdient Falcon Crest de gelegenheid op een fatsoenlijke manier met de gemeente om de tafel te gaan zitten om de mogelijkheden te bekijken. Daarbij zal duidelijk moeten worden wat de firma wil. Op dit moment is het een ambachtelijk bedrijf en een broederij, het heeft vogels in verschillende vogelparken in het buitenland. Is het misschien te combineren zodat wij een toeristische attractie extra krijgen? Dat hoeft niet in Genneper Parken, maar het kan wellicht een mooie aanvulling zijn bij het historisch openluchtmuseum. Wat is Middeleeuwser dan een valkenier? Alleen al om die reden zou ik een separaat raadsvoorstel willen, gecombineerd met een voorstel over de andere afwegingen in het gebied, onder andere over de ecologische boerderij. Als er in de voorzienbare toekomst exploitatieproblemen ontstaan, hebben wij een dringend maatschappelijk probleem dat wij moeten oplossen, misschien niet in Groen Gennep, maar wel ergens anders. Aan de Stichting Oktober zijn toezeggingen gedaan. Ik wil dat boven water houden om voor het huidige en toekomstige colleges en raadsleden duidelijk te maken dat wij niet ad hoc allerlei toezeggingen moeten doen, als wij niet weten waarover wij het eigenlijk hebben. Aangezien toezeggingen zijn gedaan, is het alleszins gerechtvaardigd een voorstel te formuleren waarin zij boven water komen. Het college heeft toegezegd dat het dat in een programma zal doen, maar daarbij is geen termijn genoemd. Dat hoor ik nog graag. Als de termijn te lang wordt, wil ik overwegen een initiatiefvoorstel te doen.
De heer Stoevelaar: Ik begrijp u niet helemaal. Probeert u de motie erdoor te krijgen opdat voor deze drie activiteiten een separaat voorstel komt of wil u het programma afwachten waardoor een integrale afweging kan plaatsvinden?
De heer Burema: Om de vraag te beantwoorden moet ik mijzelf herhalen. De wethouder heeft toegezegd dat zij deze punten zal meenemen in het programma, maar zij heeft daarbij geen termijn genoemd. Als het te lang gaat duren, overweeg ik een initiatiefvoorstel te doen, waardoor deze
- 43 punten apart op tafel komen. In feite wil ik een apart voorstel, maar als de behoefte daaraan kan worden bevredigd door een fatsoenlijk programma, is het niet nodig, maar dan moet het wel op korte termijn.
De Voorzitter: Mag ik begrijpen dat u de motie niet handhaaft?
De heer Burema: Dan hebben wij elkaar niet goed begrepen. Ik ben blij met de toezegging dat het college met een programma zal komen, maar ik handhaaf de motie omdat geen termijn is genoemd en ik niet kan overzien of het programma precies voldoet aan de inhoud van de motie. Motie nr. 2 is de facto door het college overgenomen en daarmee ben ik erg blij.
De Voorzitter: Motie nr. 3 gaat over de drie overwegingen. Ik stel vast dat u op dat punt tevreden bent gesteld, zodat u haar intrekt.
De heer Burema: Dat is niet het geval. Ik ben blij met de toezegging dat het college met een programma zal komen waarin de drie punten aan de ode komen, maar ik wil nog steeds een separaat voorstel. Als de raad de motie aanneemt, kunnen wij altijd nog zien of het college haar in het programma heeft uitgevoerd. Is dat niet het geval, dan overweeg ik een initiatiefvoorstel op basis van de uitspraak van de raad. Het amendement van Leefbaar Eindhoven wekt verwarring. Ik wacht een nadere toelichting graag af en ik moet dus nog even met mijn fractie overleggen. Met amendement nr. 2 van de VVD gaan wij akkoord.
De heer De Schepper: Voorzitter. Ik leg er de nadruk op dat wij vandaag een kader vaststellen op basis van een heel goed stuk. Van daaruit merk ik op dat wij meer dan in het verleden erop moeten zijn gericht goed te overleggen met de partijen die willen wat dit stuk bedoelt, namelijk veel aandacht voor milieu en beheer. Dan is goed overleg met het Centraal Milieu-overleg belangrijk. Als wij overwegen iets in het gebied toe te laten, zou een milieu-effectrapportage op haar plaats zijn, daarin voorzien de moties en amendementen niet. Zij bieden te weinig waarborgen voor
- 44 natuur- en milieubeheer. Het amendement van de VVD zullen wij steunen omdat het erop is gericht terug te draaien wat in het verleden in strijd met de doelstelling is gebeurd. Het geeft een bestuurlijk kader, wij zullen te zijner tijd financieel de nodige afwegingen moeten maken.
De heer Rozendaal: Voorzitter. In grote lijnen zijn wij het eens met de heer Burema waar hij zegt dat drie partijen en één van hen in het bijzonder recht hebben op een spoedig antwoord. De wethouder zegt min of meer dat zij dat antwoord snel zal geven, het is dan ook van belang dat zij aangeeft wanneer dat antwoord zal worden gegeven. Wanneer ligt het programma bij ons? Gebeurt dat op een redelijke termijn, dan zou ik de heer Burema willen adviseren daarop te wachten. Dan bekijken wij met hem of het een reëel voorstel is waarmee wij het eens kunnen zijn. Mocht het te lang op zich laten wachten, dan kunnen wij alsnog een initiatiefvoorstel doen. Laten wij geen motie aannemen waarin iets wordt gevraagd, terwijl de wethouder al heeft gezegd dat zij het zal doen. Doet zij het niet, dan regelen wij het zelf.
De heer Van Dijk: Voorzitter. Leefbaar Eindhoven heeft veel respect voor de natuur, maar in onze ogen is een biotoop in Lapland iets anders dan een gebied in Eindhoven. Genneper Parken maakt deel uit van een stedelijk milieu, wat als gevolg heeft dat er dingen kunnen gebeuren. Als het gebied moet worden beschermd, heeft de heer Burema gelijk als hij constateert dat er geen verschil is tussen 'neen, tenzij' en 'ja, mits'. Wij kiezen voor een positieve benadering. De activiteiten in het gebied geven onze inwoners de mogelijkheid op een aangename manier te recreëren. Het gebied zou geen luxe achtertuin moeten zijn. Wij willen ons amendement aanpassen, zodat het zegt dat nieuwe activiteiten kunnen worden toegelaten, indien het activiteiten zijn die passen bij of aansluiten op de in de structuurvisie gepresenteerde functie en indien zij een duidelijke verrijking voor het gebied betekenen. Het gaat hier om een groen gebied binnen een stedelijk gebied, dat feit kunnen wij niet loslaten.
De heer Stoevelaar: Krijgen wij de wijziging op papier zodat wij haar precies kunnen nalezen?
De heer Van Dijk: De heer Van Bussel reikt haar aan aan de griffie.
- 45 -
Mevrouw Breuers: Voorzitter. Uit de woorden van Leefbaar Eindhoven blijkt dat het de deur open zet voor alle activiteiten. Omdat het gebied nu eenmaal in de stad ligt, moet in Groen Gennep alles kunnen. Wij betreuren dat zeer. Wij vinden de opstelling van de PvdA jammer. Het is een gemiste kans nu enkele losse punten apart te nemen als wij straks een integraal inzicht krijgen. Mijn laatste opmerking doet niet ter zake, maar ik wil haar toch maken. Vandaag blijkt weer hoe hard de gemeenteraad wacht op een door hemzelf vastgesteld vastgoedbeleid. Ik verwacht nu eindelijk actie van wethouder Pastoor.
De heer Gerard: Voorzitter. Het gebied Groen Gennep is een oud cultuurgebied met een natuurwaarde, het kent van oudsher een beperkte dynamiek. Om die reden moet het gebied niet op slot. Wij hebben nadrukkelijk geformuleerd dat er te veel mogelijk is geweest en dat er een rem op moet, maar niet dat er niets meer mag. Daarmee komen wij in een discussie over de waarde van een gebied in zichzelf en de waarde van een gebied voor het omliggende stedelijke gebied. Leefbaar Eindhoven noemt dat punt terecht. Weliswaar is de woordkeus in de motivering niet geheel de mijne, maar er is een spanningsveld. De formulering 'neen, tenzij' zegt niet alles. Als onder Groen Gennep olie wordt gevonden, die alleen binnen het gebied kan worden gewonnen, is het exit Groen Gennep. In dat geval biedt deze formulering geen bescherming. Als er een zinvol plan is -- vooralsnog lijkt het plan voor de valkenhouderij zinvol -- maar waarmee geen zwaarwegend maatschappelijk belang is gediend, dat ook in een ander natuurgebied kan worden gerealiseerd en daar precies dezelfde voor- of nadelen heeft, maar voor Groen Gennep een verrijking kan betekenen, komt het strikt genomen niet door deze zeef. Niet voor niets heb ik bij interruptie de wethouder gevraagd hoe ver de rek van haar standpunt gaat. Dit leidt ertoe dat wij het amendement van Leefbaar Eindhoven in de nieuwe formulering zullen steunen. Het is beter dat wij precies zeggen wat wij bedoelen, te weten dat er activiteiten kunnen worden toegevoegd als wij ze wenselijk vinden en als zij goed zijn voor het gebied. Dan moeten wij dat niet met oneigenlijk taalgebruik toch goed vinden. Overigens is het verschil heel subtiel.
- 46 Als de raad de formulering van het amendement afwijst, is de andere formulering ruim genoeg om haar te accepteren. Wij zullen niet tegen de visie stemmen, het gaat om een heel precieze afbakening. Het komt mij voor dat een interessante museale cluster kan ontstaan als HOME, het MEC, de educatieve boerderij, de heemtuin en een valkenhouderij er blijven en eventueel worden uitgebreid. Dat geheel is misschien een zwaarwegend maatschappelijk belang. In elk geval ben ik blij dat de raad daarbij uiteindelijk het laatste woord heeft. Ik mocht eerder niets zeggen over de moties van de PvdA omdat zij nog niet waren ingediend. Motie nr. 2 heeft onze instemming, wij wachten met smart op een vastgoedbeleid dat inhoud heeft. In motie nr. 3 wordt alleen gevraagd om een onderzoek en dat lijkt mij zinvol. Ik steun haar graag. Punt 1 verdient serieuze overweging, de voor- en nadelen en de vraag in hoeverre zij exclusief voor dit gebied gelden, zijn niet direct te overzien. De belangen van de ecologische boerderij verdienen onze aandacht. Wij wilden daar een ecologische boerderij en wij moeten ervoor zorgen dat hij kan blijven bestaan. In het verleden is de initiatiefnemer van Falcon Crest niet erg netjes behandeld door de dienst. Het is niet aardig om het te zeggen, maar wie met onze dienst Kunst en Cultuur een gesprek aangaat, doet er verstandig aan een officiële notulist mee te nemen en van elk gesprek een bevestiging te vragen. Ik heb niet echt een mening, maar vooralsnog wordt alleen een onderzoek gevraagd, zodat het ons vrij staat later voor of tegen voorstellen op grond daarvan te stemmen. Daardoor lijkt dit mij een heel aanvaardbare motie.
De heer Houben: Voorzitter. De zaken die de beleving van het gebied versterken, zullen worden aangegeven in het programma en de projectvoorstellen. Groen heeft daarbij een hoge prioriteit. De afweging van oude en eventuele nieuwe activiteiten zal integraal gebeuren. De tekst van amendement nr. 1 wordt veranderd, daarover kan ik nu nog niets zeggen. Amendement nr. 2 zullen wij steunen. Motie nr. 1 wijzen wij af omdat wij eerst het programma willen afwachten. Met motie nr. 2 gaan wij akkoord. Ten aanzien van motie nr. 3 ben ik het eens met de heer Gerard. De mensen hebben recht op antwoord zodat wij deze motie steunen.
- 47 De heer Verhaegh: Voorzitter. De moties nrs. 1 en 2 zijn door de toezegging van wethouder Schreurs in feite overbodig. Motie nr. 3 is iets te voorzichtig geformuleerd. Vroegere bestuurders hebben aan Falcon Crest toezeggingen gedaan waardoor er sprake is van gewekt vertrouwen, dat is een belangrijk gegeven. Los daarvan heb ik vrede met de toezegging dat een integrale afweging zal volgen. Daardoor kunnen wij de activiteiten in een totaal kader plaatsen, de heer Burema zegt juist dat wij ons niet voor allerlei clubjes moeten inspannen als wij het geheel niet kunnen overzien. Dat is het beste argument om deze motie niet te steunen. Amendement nr. 1 wordt gewijzigd, ik weet niet of dat een verbetering betekent. Het belangrijkste is de uitspraak dat de gemeenteraad moet besluiten, daar ligt een geweldige kans om de controletaak waar te maken en elkaar de oren te wassen als fracties van de structuurvisie willen afwijken.
De heer Stoevelaar: Voorzitter. Ik snap enkele dingen niet en vooral snap ik Leefbaar Eindhoven niet. Wij proberen een visie vast te stellen waarmee wij willen voorkomen dat het gebied verder wordt aangetast. Nu krijgen wij een amendement waardoor toch een aantal ontwikkelingen kan worden toegestaan. De originele visie van het college met de formulering 'neen, tenzij' geeft alle mogelijkheden om heel beheerst te bekijken of activiteiten kunnen worden toegelaten die in de visie passen. Dat is iets heel anders dan het uitgangspunt dat alles kan, tenzij. Wij gaan uit van het groen en willen het gebied niet verder aantasten. Wij zullen schorsing vragen om het gewijzigde amendement nr. 1 goed te bekijken. Ik heb begrepen dat de wethouder de moties nrs. 1 en 2 heeft overgenomen en dat zij ook motie nr. 3, waarin de drie activiteiten zijn benoemd, overneemt. Deze kunnen dan integraal worden afgewogen.
Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. Het vastgoedbeleid lag de vorige week al in het college voor, maar aangezien de portefeuillehouder toen ontbrak, vonden wij het prettiger de behandeling even uit te stellen om de discussie met hem te kunnen voeren. Het heeft dus niet aan de portefeuillehouder gelegen dat dit beleid nog niet is vastgesteld en naar de raad onderweg is. Het
- 48 is een heel goed stuk dat wij hard nodig hebben om in de stad integrale afwegingen te kunnen maken.
De heer Van den Biggelaar: Dan was het dus heel verstandig om het niet te bespreken.
Wethouder mevrouw Schreurs: In het programma gaat het om integrale afwegingen, wat wij hier proberen te doen is niet niets. De heer Gerard gaf al aan dat het moeilijk is de dingen concreet te maken, in het programma proberen wij dat handen en voeten te geven. Daarom dring ik erop aan geen separate trajecten te gaan volgen, wij doen ons best het programma zo snel mogelijk aan de raad voor te leggen. In principe gaan wij uit van juni, maar wij zouden elkaar enige ruimte moeten gunnen. In elk geval zal het voor de zomervakantie aan de commissie worden voorgelegd, zodat er ruimte is om het te beoordelen en het na de zomer in de raad te behandelen. De opmerkingen over het ambtelijk apparaat moet ik tegenspreken. U weet zo goed als ik dat communicatie zo ongeveer het moeilijkste is wat denkbaar is. Als niet is genotuleerd heeft iedereen zijn eigen ideeën over wat precies is gebeurd. Misschien zouden wij voortdurend overal camera's erbij moeten hebben om alles goed te registreren. De intenties van alle betrokken waren erop gericht om dingen mogelijk te maken en dat kan verwarring scheppen. Bij een positieve insteek valt het extra tegen als de dingen niet lukken. Het is vooral van belang te proberen in de toekomst misverstanden te voorkomen. Bij het nieuwe amendement van Leefbaar Eindhoven heb ik de indruk dat de fractie, evenals de rest van de raad, aan het gebied activiteiten wil toevoegen die een verrijking betekenen. Als zij dat wil, is het handig de eerste formulering te handhaven. Daarmee zeggen wij tegen veel ontwikkelingen 'neen', in heel veel gevallen moet er echt een maatschappelijk belang zijn en moet het niet elders kunnen. Ideeën die niet binnen de visie passen, kunnen hiermee direct terzijde worden geschoven. Dat geeft veel gemak bij het afwenden van bedreigingen voor het gebied. Daar staat naast dat wij positieve ontwikkelingen voor het gebied niet willen remmen. De formulering van het amendement brengt dat naar voren. Wij hebben hier niet te maken met een geïsoleerd natuurgebied, maar een cultuur-natuur-gebied. Daarbij hoort ook bebouwing. In de visie is heel goed verwoord dat wij een zuiver ecologisch deel hebben in de rivierendelta en daarnaast
- 49 een deel met een cultuuraccent, waarin wij proberen tot versterkingen te komen. Daarbij gaat het om een weging die in het programma naar voren moet komen. Vanuit die gedachte moet worden geredeneerd. Leefbaar Eindhoven stelt in feite dat wij zulke gegevens in de afwegingen moeten kunnen betrekken en dat is ook onze lijn, maar als het gaat om dingen die daarbinnen niet passen, moeten wij de deur keihard dicht kunnen slaan. In zulke gevallen moet direct duidelijk zijn dat wij er niet aan beginnen. Een tweede VOC moet zelfs niet bespreekbaar zijn. Daarom gaat het. Over ontwikkelingen, waarbij de vraag rijst of zij al dan niet kunnen, moet discussie mogelijk zijn, niet op grond van een vaag idee, maar op grond van een concreet plan met een concrete doorrekening van de vraag of het een verrijking voor het gebied betekent. Dat deel van het amendement neem ik over. Ontwikkelingen die een verrijking van het gebied betekenen, worden meegenomen, de raad mag verwachten dat dat ook in het programma naar voren zal komen, maar laten wij gewoon keihard 'neen, tenzij' formuleren. De Voorzitter: Wij hebben enkele amendementen en moties, het lijkt mij goed na te gaan of het betoog van de wethouder reden geeft om bepaalde voorstellen niet langer ter besluitvorming aan de orde te houden. Over het gewijzigde amendement nr. 1 heeft de wethouder een uitspraak gedaan. De vraag is dus of Leefbaar Eindhoven het amendement niettemin in stemming wil brengen.
De heer Van Dijk: Wij zijn nog in gesprek over de vraag wat wij ermee zullen doen.
De heer Kielenstijn; Bij ons bestaat enige verwarring. De wethouder zegt enerzijds dat zij het amendement overneemt, dan behoeven wij het niet in stemming te brengen. Tegelijkertijd houdt zij vast aan het keiharde 'neen, tenzij'. Als dat inderdaad het geval is, brengen wij het amendement in stemming.
Wethouder mevrouw Schreurs: 'Neen, tenzij' is een slot op de deur voor alle activiteiten en ontwikkelingen die echt niet in het gebied thuishoren, waarmee geen enkel zwaarwegend maatschappelijk belang is gediend en die ook op allerlei andere plaatsen in de stad passen.
- 50 Opgemerkt is dat ontwikkelingen een daadwerkelijke verrijking voor het gebied moeten zijn, die intentie neem ik over. Voor het overige moet volstrekt duidelijk zijn dat het niet kan.
De heer Kielenstijn: U neemt het amendement dus integraal over.
Wethouder mevrouw Schreurs: Neen, want het stelt voor 'neen, tenzij' te schrappen en daarmee wordt de deur opengezet voor allerlei argumentaties die wij niet willen. Dat is in het verleden gebleken en het blijkt ook uit de huidige inhoud van het gebied.
De Voorzitter: Wat doet de VVD met haar amendement?
De heer Rozendaal: De wethouder heeft aangegeven dat zij het met de voorgestelde beslissing eens is, maar het lijkt mij goed het door de raad te laten bekrachtigen. Derhalve vraag ik stemming over dit amendement.
De heer Van Dijk: Wij trekken motie nr. 1 in.
Motie nr. 1 is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit.
De heer Burema: Motie nr. 2 is overgenomen, het college erkent dat verkoop van de panden ingrijpende gevolgen kan hebben en schort de verkoop op tot de raad nadere besluiten heeft genomen. Ik wil een uitspraak van de raad over de drie initiatieven die in motie nr. 3 zijn genoemd, zodat wij haar handhaven. Het college kan bepalen of het die punten meeneemt in het programma of op een andere manier wil aanpakken. Gebeurt er niets, dan volgt een initiatiefvoorstel.
De heer Verhaegh: De vraag is of de tekst 'tussen Genneperweg en Boutenslaan' nog in de motie zit, aangezien dat inhoudelijk relevant is.
- 51 De heer Burema: Het woord 'eventueel' heeft tot gevolg dat die tekst even goed kan worden geschrapt. Als u eraan hecht, doen wij dat.
Motie nr. 2 is overgenomen en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit.
De heer Stoevelaar: Ik heb zoëven al gezegd dat wij ons nog even willen beraden. Leefbaar Eindhoven wil dat blijkbaar ook, daarom verzoek ik u de vergadering even te schorsen.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering.
Schorsing. De Voorzitter: Ik heropen de vergadering.
De heer Kielenstijn: Voorzitter. Ook al voelen wij dat wellicht een meerderheid is te vinden voor het gewijzigde amendement nr. 1, lijkt het antwoord van de wethouder ons voldoende om vast te stellen dat zij het amendement overneemt en daarbij haar eigen interpretatie kan volgen. Daarmee heeft zij manoeuvreerruimte. Wij trekken het amendement dus in als de wethouder het met die interpretatie eens is.
De Voorzitter: Er is geen ruimte meer voor discussie. U moet nu zelf kiezen of u het amendement handhaaft. Ik stel vast dat u naar genoegen bent beantwoord en daarom het amendement intrekt.
De heer Kielenstijn: Dan moet ik het toch in stemming brengen. Wij hebben over de interpretatie overlegd met de wethouder en ik wil dat in de notulen precies wordt weergegeven wat de conclusie is.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik heb in de schorsing uitgelegd dat ik 'neen, tenzij' absoluut nodig heb om alle ontwikkelingen tegen te houden die wezensvreemd zijn voor het gebied
- 52 In het amendement wordt voorgesteld 'neen, tenzij' te vervangen door 'ja, mits'. In de raad wordt het idee breed gedragen dat ontwikkelingen mogelijk moeten zijn die een verrijking van het gebied betekenen, maar het college heeft een instrument nodig waarmee het ontwikkelingen, die geen verrijking van het gebied tot gevolg hebben, direct kan afwijzen. De benadering van Leefbaar Eindhoven is zeer honorabel, maar een beetje naïef waar het gaat om de manier waarop de processen hier lopen. Wij kunnen het beste direct aan de voorkant duidelijk aangeven wat in elk geval niet kan. Het is ongelofelijk handig, ook voor de raad, dat wij niet telkens worden overvallen met plannen die hier werkelijk niet thuishoren. De inzet op verrijking van het gebied is goed, maar dat kan niet zonder 'neen, tenzij'. Wij nemen de intentie over. De heer Kielenstijn: Wij trekken het amendement in.
Het gewijzigde amendement nr.1 is ingetrokken en maakt geen onderwerp van de beraadslagingen meer uit.
Amendement nr. 2 wordt met algemene stemmen aangenomen.
De Voorzitter: In motie nr. 3 is een wijziging aangebracht doordat een bijzin in het tweede punt, beginnend met 'eventueel' is geschrapt.
De heer Rozendaal: Wij beschouwen deze motie als een stok achter de deur bij eventuele voornemens van de wethouder. Als zij er niet in slaagt deze punten tijdig in een overzichtelijk geheel aan de raad voor te leggen, vragen wij dit in een apart voorstel op te nemen.
De heer Stoevelaar: De wethouder heeft toegezegd dat zij rond de zomervakantie met een programma zal komen. Dat is voor ons voldoende, daarom hebben wij geen behoefte aan deze motie.
De heer Verhaegh: Ik steun de intentie van de motie, maar ik acht haar overbodig.
- 53 Motie nr. 3 wordt bij handopsteken aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
De Voorzitter: Voor de pauze wil ik nog twee punten bespreken. Het eerste betreft de voorstellen onder VIII, want ik wil nagaan of wij elkaar goed begrijpen. Over punt VIII.3 willen de VVD en de SP enkele opmerkingen maken. Alleen als bij een van de andere punten amendementen of moties worden ingediend, is het zinvol erover te beraadslagen, overigens stel ik voor de voorstellen als hamerstukken af te doen.
De heer Gerard: Dat betekent dus dat er ook geen stemverklaringen kunnen worden afgelegd, maar ik heb een stemverklaring bij VIII.11 om duidelijk te maken waarom wij tegen stemmen. Dat geldt eveneens voor begrotingswijziging nr. 20.
De Voorzitter: Van de voorstellen onder VIII 1 t/m 13 wordt nr. 3 besproken, zoals al eerder duidelijk is geworden. Zijn er overigens punten waarbij u meer wilt dan stemverklaringen afleggen?
De heer Gerard: Bij punt VIII.5 willen wij een amendement indienen.
De heer De Schepper: Over punt VIII.1 is een toelichting gegeven die aanleiding geeft om een vraag te stellen. Ik begrijp dat u het strak wilt houden, maar niettemin wil ik de vraag stellen.
De Voorzitter: Bij de voorstellen onder VIII zal bij 1 een vraag worden gesteld door D66, bij 3 zal enige discussie plaatsvinden, bij 5 wordt door de SP een amendement ingediend en bij enkele punten zullen stemverklaringen worden afgelegd. Het speelveld is duidelijk. Gehoord de discussie in het college over de Voorjaarsnota en belangrijke thema's en dilemma's in dat verband, gehoord de discussie over de Wet Werk en Bijstand en de ID-banen, lijkt het mij zinvol een informatiebijeenkomst te beleggen voor de fractievoorzitters of de woordvoerders van de
- 54 fracties. Deze bijeenkomst zou aansluitend aan de vergadering van vanavond kunnen plaatsvinden. Onze ambtenaren zijn er klaar voor, als u het zinvol acht, doen wij het. Als u het overbodig acht, wil ik dat graag van u weten. In het laatste geval kan ik onze mensen laten weten dat zij een vrije avond hebben.
De heer Schut: Vraagt u het aan de hele raad of aan de fractievoorzitters? De Voorzitter: Ik vraag het aan de fractievoorzitters, ik heb begrepen dat er binnen de fracties al overleg over is geweest.
Het voorstel van de Voorzitter wordt bij handopsteken aangenomen.
De Voorzitter: Ik schors de vergadering.
Pauze.
De Voorzitter: Ik heropen de vergadering. Wij zijn vanavond niet alleen. U weet dat Eindhoven groeit naar 210.000 inwoners, van wie een redelijk groot aantal toekijkt wat de raad vanavond zal besluiten. Voor wij verder gaan met de behandeling van de agenda, hebben wij een presentatie door professionals van de dienst Stadsontwikkeling over de visie op onze stad.
Wethouder mevrouw Schreurs: Wij hebben ongelofelijk goed nieuws voor u, u zult dat zelf ook ten volle beseffen. Deze stad is de stad van de toekomst. Wij zitten hier op een zeer solide economische basis, niet alleen door de kenniseconomie, maar ook door innovatie. Wij zijn de toekomst van niet alleen Nederland, maar ook van een groot deel van Europa. Dat betekent dat wij een structuurvisie moeten hebben. In een stad die kan worden beschouwd als een sterfhuis, behoeft men zich geen zorgen te maken over de vraag waar men de dingen moet neerzetten omdat er niets is om neer te zetten. Bij ons gaat het voortdurend om de vraag hoe wij het meeste kunnen maken van onze ruimte en de kansen die worden geboden. Economisch gaat het op dit
- 55 moment niet optimaal, wij kunnen alleen maar omhoog gaan. Daarom is het woord nu aan Carel van Dijk, hoofd strategie van DSOB.
De heer C. van Dijk: Dames en heren. Enige tijd geleden bracht de nieuwe burgemeester een bezoek aan DSOB, hij kwam kennismaken en wij lieten hem in onze keuken kijken. Wij vertelden hoe wij bezig waren met de contouren voor de nieuwe structuurvisie voor de stad. Hij was daarover zo enthousiast dat het hem goed leek de raad al in dit stadium te confronteren met de eerste ideeën. In het duale stelsel is het van groot belang dat de raad zich op hoofdlijnen uitspreekt over de vraag wat wij met Eindhoven willen. Dat kan het beste in een interactief proces, waaraan wij eigenlijk nu beginnen. U hebt een voorbode gehad in de nota Aangenaam Kennismaken, het daadwerkelijke planproces voor de periode tot 2030 komt nu op gang. Daarbij willen wij u uitdrukkelijk betrekken. Ik wil het waarom van een structuurvisie in een historische context plaatsen. Collega Beekman zal dat toelichten. In het begin van de jaren '90 werd Eindhoven in de vierde nota aangewezen als stedelijk knooppunt. Gevraagd werd na te denken over de positie die Eindhoven in het internationale concurrentieveld van stedelijke gebieden zou willen innemen. Wij schetsten daarop een profiel van Eindhoven waarin wij drie strategische projecten definieerden. Allereerst de Westcorridor, de as van het centraal station naar Eindhoven Airport, die wij beschouwden als de belangrijkste economische ontwikkelingsas. U weet welke projecten daar in voorbereiding zijn genomen en steeds meer vorm krijgen. Als tegenhanger daarvan kozen wij voor een rustige Dommelzone, die symbolisch zou zijn voor het rustige wonen en leven in de stad. Wij zijn bezig die zone in ecologisch opzicht met inrichting van het landschap sterk te verbeteren. Zoëven hebt u een besluit genomen over de structuurschets Genneper Parken, die daarvan een belangrijk onderdeel zijn. Tenslotte was er aandacht voor het centrumgebied, omdat het centrum niet representatief werd geacht voor de economische en culturele kracht van Eindhoven en wij vonden dat daar fundamentele verbeteringen nodig waren.
- 56 Wij zijn hard aan de slag gegaan, maar de tijd schreed voort en in 1999 definieerden wij in een gesprek met de stad de Stadsvisie 2010. Daarin werden opnieuw speerpunten geformuleerd, waarbij verbetering van het centrum heel hoog op de agenda bleef staan. Daarnaast werd gekozen voor Eindhoven, innovatieve kennisstad, een terecht keuze, gezien de kwaliteiten die op dit gebied in de stad aanwezig zijn. Ook werd gekozen voor de sociaal actieve stad met aanzetten tot integrale wijkvernieuwing, een operatie die nu volop loopt en impulsgebieden waarin directe maatregelen worden genomen om het woon- en leefklimaat te verbeteren. Tenslotte werd Eindhoven aangemerkt als sterk bestuurlijk centrum met de stadsdeelkantoren en het stadsdeelgericht werken. Toen werd ook de discussie over de gemeentelijke herindeling nog volop gevoerd. Daarna kwam het nieuwe college met Samen Stad, waarin het gaat om veiligheid, duurzaamheid, participatie en bereikbaarheid. Dat zijn accenten die wij in het thematische beleid, dat wij ontwikkelden, en het gebiedsgerichte beleid proberen een plaats te geven. Nu is er de stap naar de nieuwe structuurvisie, omdat wij verder vooruit willen kijken en de omstandigheden zijn veranderd. Wij zijn in een economische dip gekomen, weliswaar zijn er tekenen dat er verbetering komt, maar dit vraag toch een andere kijk op de werkelijkheid. De gemeentelijke herindeling is niet doorgegaan, wij moeten antwoord vinden op de vraag wat dat voor ons betekent. Wij worden geconfronteerd met een heel actief handhavingsbeleid, er zijn vragen in de woningmarkt, die zich anders ontwikkelt dan wij eerder verwachtten. Tevens worden wij geconfronteerd met financiële risico's, waarop wij in de lange-termijnplanning een antwoord moeten vinden. Ik denk aan de teruglopende inkomsten van het Grondbedrijf, de discrepantie tussen de bedragen die wij nodig hebben voor het beheer van de stad en het aantal nieuwe wijken. Het verschil wordt steeds groter en er zijn meer problemen die een substantiële afweging vragen. Om daarvoor munitie aan te dragen, zijn wij bezig met de nieuwe structuurvisie. Deze structuurvisie zal u op dit moment nog niet helpen bij de afwegingen die u bij de Voorjaarsnota moet maken voor 2005. Wij moeten dit jaar nog aanmerken als overgangsjaar, maar wij verwachten dat de visie voor 2006 en volgende jaren een heel belangrijke rol zal spelen.
- 57 Mevrouw S. Beekman: Dames en heren. Het is de bedoeling dat ik u een blik gun in de keuken van de dienst Stadsontwikkeling en Beheer. Het werk bij de dienst kent stroomversnellingen, het is hectisch en dynamisch en heeft veel kleuren. Als wij daarbij niet uitkijken, vallen wij uit de boot en dat mag een stad als Eindhoven niet gebeuren. Daarom werkt de dienst aan een structuurvisie, die in eerste instantie een ruimtelijke benadering kent. Daarbij kijken wij naar 2030. Wij zijn begonnen met het boekje Aangenaam Kennismaken, waarin de situatie in 2010 is aangeduid. Het is in december van het vorig jaar in de commissie Ruimtelijke Pijler aan de orde geweest. Nu zijn wij bezig met een wensbeeld voor 2030. Als wij de stad van 2010, bij ongewijzigd beleid en de stad van 2030, als een soort droombeeld, naast elkaar leggen, moet daaruit duidelijk worden wat wij moeten doen om op een goede manier in 2030 uit te komen. Natuurlijk varen wij met allerlei zaken die al gaande zijn. Het structuurplan uit 1991 toont de activiteiten- en rustzones en apart het centrumgebied. Daarna hebben wij de stadsvisie gekregen en Samen Stad als programma. Daarbij voeren wij heel veel thematisch beleid, dat gebiedsgericht kan zijn, zoals de centrumvisie, maar ook strikt thema's in de stad betreft, zoals de woonvisie. De laatste jaren hebben wij veel van zulke producten gemaakt, het doel van de structuurvisie is daar een paraplu boven te zetten. Daarbij komt dat wij een structuurvisie niet in het luchtledige maken. Wij hebben te maken met een Vijfde nota ruimtelijke ordening en binnenkort met de nota Ruimte. Eindhoven staat met stip in de agenda van het Ministerie van Economische Zaken als een van de economische bronpunten, naast Schiphol-Amsterdam en Haven-Rotterdam. Wij hebben voorts het streekplan van verleden jaar en een regionaal structuurplan, waarvan u zaterdag in het Eindhovens Dagblad hebt kunnen genieten. Er stond een prachtige kaart bij die laat zien hoe de ontwikkelingen in Zuidoost-Brabant gaan verlopen. Het plan beslaat de periode tot 2020. Daarin is Eindhoven de centrumstad en wij moeten dus een verhaal hebben op basis van deze stukken. Wij zijn daarmee bezig en de eerste stap was het boekje Aangenaam Kennismaken. Daarin is de stad van 2010 beschreven. Kern is dat Eindhoven in 2010 twee belangrijke eigenschappen heeft. Eindhoven heeft een bijzonder sterke ruimtelijke structuur, een dooradering met allerlei waterlopen, zoals het kanaal, de Dommel, de Gender en de Tongelreep. De stad heeft een heel bijzonder groen netwerk, met allerlei verschillende soorten parken, zoals de Genneper
- 58 Parken, het Henri Dunantpark in het Noorden en de Karpendonkse plas en omgeving, die als groene wiggen tot in het centrum reiken. Een ander onderdeel van de structuur is de cultuurhistorie. Men kan zich afvragen of Eindhoven als jonge stad veel historie heeft, maar Eindhoven
heeft
ontzettend
veel
cultuurhistorie.
Dan
gaat
het
niet
alleen
over
de
ontstaansgeschiedenis uit een aantal dorpen met een centrumdorp, die aan elkaar zijn gegroeid. Het gaat ook om PSV, het Philipsdorp en de stationsomgeving, als relicten uit het verleden waaraan is te zien hoe de stad is gegroeid. Belangrijk in de ruimtelijke structuur, de motor van ontwikkelingen, zijn de 'nieuwe' verbindingen. Daarbij horen het rijkswegennet, dat nog niet compleet is en waarover de visie een uitspraak doet. Aan het Fellenoord hebben wij ook een financiële knoop en wij zijn bezig Eindhoven digitaal perfect te ontsluiten met breedband. Er ontstaat een prachtig nieuw HOV-systeem waarvan de eerste lijn binnenkort in gebruik wordt genomen. Bovendien hebben wij een vliegveld. Dat zijn gegevens die wij scharen onder de ruimtelijke structuur, zij geven de stad kwaliteit. Eindhoven verenigt, als een van de weinige steden in Nederland, zowel ruimtelijk als in de beleving twee werelden in zich. De eerste is die van de rust. De stad is waarschijnlijk al in 2010 een thuis voor 210.000 inwoners, in 2030 moeten het er 230.000 zijn. Zij beschouwen de stad als hun thuis, zij willen thuis komen, in de tuin werken, boodschappen doen, de kinderen naar school sturen, enz.. Dat alles moet worden gecombineerd in een herkenbare wereld, met veel groen en een reikwijdte tot de stad een de regio. Daarnaast is er de dynamische wereld, waarin mijnheer Philips, ASML en andere een rol spelen. Daar is de stad een knoop in internationale netwerken. Die wereld is specifiek gericht op de toekomst, daar gaat het om versnelling en economische groei. Daar doemt het beeld op van Strijp S, voorheen een bedrijvenlocatie die een compleet nieuwe woonwijk moet worden, waarin ook de dynamiek een rol speelt. Wij zijn nu bezig met de tweede stap. Er zijn verschillende manieren om naar de toekomst te kijken. Wij hadden onze blik kunnen richten op 2030 en kunnen besluiten dat Eindhoven de grootste containerhaven van Nederland voor de binnenvaart moet krijgen. Dan zouden wij in 2030 zijn gaan staan met het idee dat alles maakbaar is en zouden wij hebben teruggeredeneerd naar de vraag wat wij nu zouden moeten doen om in 2030 de containerhaven te hebben. Dat past niet
- 59 bij Eindhoven. De stad heeft zo veel kwaliteit en is zo rijk aan potenties, dat de aanpak zich erop moet richten de krachten van de stad uit te buiten en op basis daarvan naar de toekomst te kijken. Dat betekent dat wij geen vastomlijnd ruimtelijk eindbeeld zullen schetsen, dus geen kaart waarop staat wat in 2030 precies waar ligt. Dat hangt samen met het feit dat de stad voornamelijk wordt bepaald door sociaal-maatschappelijke en economische ontwikkelingen die wij niet kunnen voorzien en waarvan wij de ruimtelijke gevolgen zeker niet kunnen inkleuren. U kunt van ons een toekomstvast kader verwachten, dat zo goed mogelijk recht doet aan zo veel mogelijk relevante kansen en feite van de stad. Daarbij krijgt u een verhaal dat ruimte biedt om bij bijvoorbeeld economische tegenslagen of sociaal-maatschappelijke veranderingen na te denken en de route aan te passen. Wij zoeken naar een meer dynamisch perspectief voor de stad. Dat toekomstvaste kader hebben wij al in handen. Dat heeft te maken met de trots op een kennistraditie van meer dan 100 jaar. Kennis is mensenwerk, daarin staan de mensen centraal. Die mensen hebben behoefte aan een prikkelende en ontspannen omgeving, die Eindhoven heeft te bieden. Daarbij zouden wij graag in 2030 het beste van die twee werelden willen hebben. Die twee werelden en een begrip als kennis hebben vooralsnog geen ruimtelijke dimensie. Als ik, als planoloog, daarover een uitspraak moet doen, weet ik niet waarover ik het heb. Wij moeten dan ook verder zoeken. Wij hebben de dynamiek vertaald in enerzijds de gedachte dat de stad rijk moet zijn aan broedplaatsen en stedelijke ontmoeting, de ontspannen sfeer betekent dat de stad daarnaast moet uitblinken in woonmilieus en vooral ook de groene stadslandschappen. De stad is al heel goed in deze laatste kwaliteiten, maar in de broedplaatsen zou best meer variatie kunnen worden aangebracht. Broedplaatsen of incubatiemilieus zijn plekken in de stad met clusters van kennis, talent en creatief vermogen; dat leidt tot de innovatie waarvoor wij gaan. Die broedplaatsen liggen overal in de stad. Wij hebben niet alleen bedrijventerrein De Hurk, maar ook veel kleine plekjes waar wij veel meer kunnen bereiken. Het gaat dan niet alleen om een Philips High Tech Campus, de internationale broedplaats, maar ook om een binnenwijks bedrijventerrein in Woensel-Noord. Bij de stedelijke ontmoeting stellen wij ons voor dat er centra van stedelijkheid ontstaan met een krachtige eigen identiteit. Het kan IKEA zijn, waar wij elkaar op zaterdag tegenkomen, de binnenstad en andere punten. De stad heeft verschillende plekken. Ruimtelijk-fysiek moet u zich
- 60 dat voorstellen als een druppel die op de kaart valt en uiteenspat. Elke plaats waar een spettertje neerkomt, kan een plek voor stedelijke ontmoeting zijn. Er staat dus Gulbergen bij, zo goed als een congrescentrum in Veldhoven, het stadscentrum van Eindhoven of winkelcentrum Woensel, het Evoluon en de sportconcentratiegebieden. Eindhoven is sterk in gedifferentieerde en contrastrijke woonmilieus, maar er is ook zoiets als wijkeconomie, brede scholen, Spilcentra en een cluster in Civic Center. Doorontwikkeling is nodig en zij zit erin. Daarbij moeten wij niet vergeten dat woonwijken ook veilige plekken van rust moeten zijn, leefbaar, schoon en heel, waar handhaving nodig is. Het collegeprogramma heeft er 'fleurig' aan toegevoegd. Verbeelden wij de wijken in een tekening, dan ontstaat een bloem met de kelkblaadjes als wijken en het hart als stadscentrum. Halen wij er een blaadje uit, dan klopt het niet meer, dan is er geen bloem meer. De blaadjes zijn allemaal even waardevol en reiken over de stadsgrenzen heen. De woningmarkt is regionaal. Daarbij hebben wij de vergrijzing die zorgzones vraagt en de opgave van de verdichting die in de woonvisie is genoemd. Als Eindhoven in de ogen van toeristen van buiten een duidelijke kwaliteit heeft, is dat, naast het Van Abbemuseum, vooral het groene landschap. Wij hebben prachtige groene wiggen die tot in het stadscentrum reiken zoals de omgeving van de Dommel en landelijk Strijp. Die gebieden zijn er voor de stadsbewoners. Als een stadsbewoner behoefte heeft aan natuur, moet hij de fiets kunnen nemen en via de langzame routestructuur van de groene gebieden in de stad naar de randen, de Stabrechtse Heide, de Grote Heide, de Oirschotse Heide of de Nieuwe Heide. Daar kan hij van de natuurgebieden genieten, maar ook de groene gebieden in de stad hebben een meerwaarde. Bepaalde functies van de stad passen bij uitstek in die gebieden, die de bewoners rust geven en soms sensatie. Voor deze vier dimensies van de stad gelden drie basisvoorwaarden die het college heeft geformuleerd. De incubatiecentra, de woonmilieus, de ontmoetingscentra en de groene landschappen moeten zichtbaar, bereikbaar en toegankelijk zijn. Nu is de vraag aan de ruimtelijke wetenschappers daaraan een draai te geven. Wij zijn in staat de ruimtelijke hoofdstructuur te benutten om de vier dimensies in hun ruimtelijke ontwikkeling te stimuleren en te faciliteren. Het
- 61 raamwerk, dat bijzondere kwaliteiten en eigenschappen van Eindhoven bevat, willen wij optimaliseren. Bovendien willen wij die structuur bruikbaar maken en dan gaat het bijvoorbeeld om dynamisch verkeersmanagement en de dienstregeling van het openbaar vervoer. U kunt wel een prachtige HOV-lijn aanleggen als onderdeel van de ruimtelijke structuur, maar als de bus niet rijdt, hebt u er niets aan. U kunt breedband aanleggen, maar als mensen niet weten wat zij ermee kunnen, werkt het niet. Daarom is Kenniswijk belangrijk. Er zijn nog heel wat locaties in de stad voor verdichting, maar als de bodem is vervuild, kunnen wij er niets mee of zijn wij althans beperkt in onze mogelijkheden. Voor ons is het belangrijk u te laten zien hoe het ruimtelijke structuurbeeld is. Wij zien daarin een belangrijke ecologische hoofdstructuur langs de Dommel en een belangrijk netwerk van verbindingen met een OV-netwerk Brabantstad, maar het beeld is niet klaar. Eindhoven is een stad van mensen die behoefte hebben aan rust en dynamiek. Wij hebben dat ruimtelijk en fysiek vertaald in vier dimensies: woonmilieus, groene stadslandschappen, de broedplaatsen of incubatiemilieus en de stedelijke ontmoetingsplekken. Deze worden ondersteund of in stand gehouden door het ruimtelijk structuurbeeld. Dan is de vraag wat u van mij als strateeg mag verwachten. U mag eisen dat ik goed op de hoogte ben en weet wat de ontwikkelingen zijn tussen de vier dimensies onderling en binnen deze dimensies. Ik moet weten dat wij het hebben over zorgzones binnen woonmilieus. Ik moet weten wat de verschillende ontwikkelingen vragen van de ruimtelijke structuur van de stad, maar ik weet, als planoloog, tevens wat de ruimtelijke structuur heeft te bieden. Van u als bestuurders, in het duale stelsel zeker de raad, verwacht ik dat u afwegingen maakt. U moet aangeven wat wij op de korte en de lange termijn gaan doen, zowel binnen de rust, als binnen de dynamiek en vooral moet u kijken naar optimalisering binnen het ruimtelijke structuurbeeld, dus de onderkant, de drager van de wipwap, anders slaan wij door. Om het nog ingewikkelder te maken, herinner ik eraan dat ik alleen het ruimtelijke verhaal vertel, maar de wipwap heeft nog een pijler, die ligt in het sociale verhaal van de dienst Maatschappelijke Ontwikkeling en Sociale Zaken. Deze staat ernaast, samen dragen zij de wipwap.
- 62 Als wij in staat zijn aan het einde van het jaar u dit verhaal te vertellen, met veel meer voorbeelden en bovendien veel dichter bij de grond, zullen wij, met u aan het roer, allemaal in de boot blijven. (applaus).
De Voorzitter: Ik mag zeggen dat ik zeer veel waardering heb voor uw betoog, u hebt mij niet teleurgesteld. Ook de vorige keer, bij de dienst, was ik erg onder de indruk, ook van de manier waarop jullie het verhaal vertellen. Er straalt een grote motivatie uit. U hebt hiermee veel mensen uitgedaagd om samen met uw dienst aan de slag te gaan om straks de bestuurlijk klap te geven als u de vervolgslag hebt voltooid. Het gaat niet alleen om informatie, maar ook om de manier waarop wij denken over onze stad. Dank u wel.
VI.2. Voorstel inzake het Buurtverkeersplan Villapark. (voorstel 04.R699.001).
De heer Rooijakkers: Voorzitter. Na deze fantastische uiteenzetting over de toekomst, keren wij terug naar de orde van de dag met het verkeersplan Villapark. Een aantal jaren geleden heeft de raad zich geconformeerd aan het programma Duurzaam Veilig. Gebleken is dat het geen eenvoudig programma is, want Eindhoven weet niet goed hoe het ermee moet omgaan. Diverse reconstructies worden teruggedraaid, dan zijn wij weer terug bij af. Wij willen dat nu voorkomen. Verkeersveiligheid is heel belangrijk, zeker voor druk bewoonde wijken met veel kinderen. In zulke wijken is een gematigde snelheid wenselijk en noodzakelijk, ontsluitingswegen moeten voorkomen dat veel verkeer door de wijken heenraast. Uit het voorstel en het onderliggende programma leiden wij af dat goed is overlegd met de wijk, maar er zijn verbeterpunten te vinden. Ongeremd aanleggen van drempels vinden wij een kwalijke zaak. Een snelheid van 30 km per uur is prima, maar stapvoets rijden afdwingen met drempels die bijna onneembaar is, is onacceptabel. De aanrijtijden van ambulances en brandweer worden door Duurzaam Veilig zwaar onder druk gezet. Drempels veroorzaken gezondheidsklachten bij beroepschauffeurs, vooral taxichauffeurs. Dan is nog niet gesproken over het aanleggen van knippen in de weg.
- 63 -
Mevrouw Breuers: In april staat de evaluatie van Duurzaam Veilig op de agenda, nu gaat het om maatregelen waarop men in het Villapark al heel lang wacht. Misschien kunnen wij het daarover hebben.
De heer Rooijakkers: Ik heb het daarover, ik houd dit plan tegen het licht van duurzaam veilig. Het ligt ermee in lijn, het is de bedoeling Duurzaam veilig te volgen, maar deze opmerkingen staan er los van.
De heer Janssen: Ik ben het met mevrouw Breuers eens. Hier wordt een relatie gelegd met Duurzaam Veilig waar het nu niet om gaat. De heer Rooijakkers zou een relatie moeten leggen met het Mobiliteitsplan. De raad heeft in hoofdlijnen aangegeven hoe het moet met de mobiliteit, de verschillende soorten wegen met verschillende maximumsnelheden. Daarbij is afgesproken dat wij voor twee gebieden een VCP zouden ontwikkelen. Voor deze wijk en Strijp binnen de Ring zijn wij nog niet aan uitvoering toegekomen. U legt een relatie met Duurzaam Veilig en daar gaat het nu niet om.
De heer Rooijakkers: Ik heb het over het Buurtverkeersplan Villapark, het zal moeten voldoen aan Duurzaam Veilig en aan het Mobiliteitsplan. Ik heb gekozen voor Duurzaam Veilig. Ik heb nog niet gesproken over het aanbrengen van een knip, een proefknip, waarbij midden in de weg een onderbreking wordt aangebracht waardoor doorgaand verkeer onmogelijk wordt. Alleen fietsers wordt doorgang geboden. Wij verwachten dat de knip de buurt zal belasten met verkeer, omdat het andere wegen zal zoeken. Het gebeurt bij een school waar een aantal malen per dag kinderen worden gehaald en gebracht. Dat verkeer zal rond moeten gaan, door de aanleg van de knip wordt dat onmogelijk. Daarbij is de buurt niet gebaat. In de inspraak gaven bewoners duidelijk aan dat zij er niet van zijn gediend. De onderbouwing is zwak en gebaseerd op verouderde informatie. Het onderzoek loopt al sinds 1998. Er is voldoende ervaring met aanbrengen van een knip in zulke straten in andere steden, in de commissiestukken is daarnaar verwezen.
- 64 Wij vinden dat wij ons die kosten kunnen besparen, zeker in deze tijd. Het gaat al gauw om EUR 50.000,-- en misschien meer. Het bedrag is niet geheel gespecificeerd, maar alleen de voorbereidingskosten bedragen al EUR 25.000,--. Wij zien geen toekomst in deze knip en zeker niet op de voorgestelde plaats.
De heer Rozendaal: U refereert aan voorbeelden in andere steden, maar wij kennen ook in onze stad situaties waarin de knip is toegepast. Voor een aantal ervan geldt dat zij zeker aan het gestelde doel voldoen. U kunt niet volhouden dat een knip per definitie niet aan het doel beantwoordt.
De heer Rooijakkers: Daarin hebt u gelijk, daarom is het niet nodig een proef te doen. Breng de knip aan of doe het niet, maar noem het geen proef. Reconstrueren en naderhand de oude situatie herstellen, is echt weggegooid geld.
De heer Rozendaal: Een aantal mensen heeft twijfels, anderen vinden het een goed idee. U zegt nu eigenlijk dat u niet wilt onderzoeken of het werkt. In feite legt u daarbij een aantal mensen een beslissing op en luistert u niet naar wat zij willen.
De heer Rooijakkers: Dan hebt u het niet goed begrepen. De buurt en de school hebben geen zin in een knip. De enige partij die zin heeft in het aanbrengen van een knip is het bestuur. Het doel is niet helemaal duidelijk of zelfs achterhaald, want de verkeerssituatie is gewijzigd doordat de school een andere ingang heeft gekozen. Het onderzoek hiernaar heeft zes jaar gelopen en dat is zonde van de tijd geweest. Nu is het tijd voor een doelmatig plan waarop de wijk al lang wacht. De bewoners hebben aangegeven dat zij niet zitten te wachten op een knip en dat willen wij hier graag duidelijk maken. In de commissie hebben wij er al aandacht aan besteed, daar is ook niet duidelijk geworden wat het doel van de knip is. Wij zullen in verband hiermee een amendement en een motie indienen. Het amendement luidt: De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven;
- 65 gehoord de beraadslagingen in de vergadering van 8 maart 2004 inzake het Verkeersplan Villapark; overwegende dat: aanrijtijden van ambulances en brandweer niet zijn meegenomen in de afweging; de situatie rond de school is gewijzigd; in de buurt draagvlak ontbreekt; het rapport gedateerd is; de gemeente Eindhoven voldoende ervaring heeft met aanleggen en weer weghalen van verkeersremmende maatregelen; in andere steden ervaringen met aanbrengen van een knip zijn opgedaan; een besparing op de reconstructie- en intensiteitsonderzoekskosten kan worden bereikt; besluit de proef-knip uit het plan te schrappen." (amendement nr. 5). Hierbij is het motto: houd de knip in de knip! De motie luidt: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gehoord de beraadslagingen in de vergadering van 8 maart 2004 inzake het Verkeersplan Villapark; overwegende dat: drempels gezondheidsklachten veroorzaken bij beroepschauffeurs; ambulance en brandweer patiënten en personeel niet kunnen ontzien bij het nemen van obstakels; de aanrijtijden niet worden gehaald; alternatieve verkeersremmende maatregelen een gunstiger totaaleffect hebben; stelt voor het aanleggen van een drempel in de Reigerlaan niet mee te nemen in het buurtverkeersplan." (motie nr. 4).
- 66 De heer Leenders: Voorzitter. U hebt het ontwerpraadsbesluit aangepast op de manier die wij hebben gevraagd, zodat wij er nu alleen maar mee kunnen instemmen. Het enige discutabele punt is misschien de knip in de Fazantlaan. Uit de toelichting blijkt dat de positieve en negatieve effecten ervan nog niet goed zijn te bepalen, laat staan tegen elkaar af te wegen. Ik begrijp daarom het standpunt van de heer Rooijakkers niet, wat ons betreft ligt een proef met een knip voor de hand. In de buurt was voldoende draagvlak voor deze maatregel, ons is niet gebleken dat het draagvlak is verdwenen. In de commissie is aangegeven dat de school tegen is, maar de inspreker had zelf geen standpunt.
Mevrouw Dootingh-Heijungs: Voorzitter. Mijn fractie stemt in met het voorstel, maar ik heb nog enkele vragen aan de heer Rooijakkers. Waarop baseert hij zijn stelling dat de buurt de knip niet wil? Dat is niet zo gezegd, de buurt wil de kans geven dit te proberen. Ik heb een gesprek gehad met de directeur van de school, toen ik hem uitlegde waarom het ging, constateerde hij dat hij dit als proef heel acceptabel acht. Ik stel voor, mede op voorstel van de directeur, een parkeerverbod of stopverbod in te stellen op de twee kleine stukjes van de Fazantlaan voor auto's die kinderen ophalen. Dan behoeft niet achteruit te worden gereden en heeft de school een veiliger uitgang. De Fazantlaan zal een sluiproute worden tussen de Tongelresestraat en het Stationsgebied. Op de Nachtegaallaan wordt eenrichtingsverkeer ingevoerd, als de Fazantlaan sluiproute wordt, wordt het daar vele malen onveiliger dan het nu al is. De drempel en de knip lijken dan ook goede voorzieningen.
Mevrouw Van Kessel-Jansen: Voorzitter. Wij zijn blij met de aanpassingen in het besluit in verband met de rare financiële kronkel met betrekking tot de Boschdijk. Wij zouden nog wel willen weten wanneer de proef met de knip geslaagd wordt geacht. Wij vinden het nogal mager dat een periode van een jaar wordt genoemd, maar niet wordt aangegeven wat de effecten van de knip moeten zijn om de proef geslaagd te noemen. U behoeft het antwoord niet vandaag te geven, maar wij stellen er wel prijs op als wij het voor afloop van de proef zouden krijgen.
- 67 -
De heer Rozendaal: Voorzitter. Ook wij zijn blij dat de financiële omleiding is aangebracht, maar twee andere punten in het voorstel verbazen mij nog steeds. In de commissie hebben wij erop gewezen dat het besluit niet zegt dat wij het Verkeersplan voor het Villapark gaan uitvoeren. Als eerste zou er moeten staan dat de raad besluit het Verkeersplan uit te voeren, waarna vervolgens wordt aangegeven dat daarvoor geld wordt vrijgemaakt. Wij hebben gevraagd een planning te maken waaruit blijkt wanneer een en ander gaat gebeuren. Nu is er een planning, waarin veel interne activiteiten zijn opgenomen, zoals het startoverleg, de nulmeting, voorlopig en definitief ontwerp, overleg over de ontwerpen, enz.. Ik neem aan dat het college zal besluiten tot uitvoering, maar het verbaast ons dat niet is aangegeven wanneer de uitvoering van het plan klaar zal zijn. Mevrouw Van Kessel stelde een heel terechte vraag en ook ik vraag mij af wanneer de proef als geslaagd wordt beschouwd. Wat zijn de meetpunten voor succes bij het aanbrengen van de knip? Als u die vragen beantwoordt en aangeeft dat u het voorstel daaraan aanpast, zijn wij heel gelukkig.
Mevrouw Breuers: Voorzitter. Mijn collega heeft in de commissie al geconstateerd dat er genoeg is gepraat en dat wij nu gewoon moeten beginnen. Laten wij de wijze inzichten die Leefbaar Eindhoven ter tafel heeft gebracht even in de ijskast leggen en beginnen met uitvoering van het plan, zodat de problemen worden aangepakt.
De heer Van Iersel: Voorzitter. Ook wij zijn blij met de toezeggingen van het college in verband met de financiële aspecten. Wij zijn het eens met de proef met de knip, de gevolgen ervan kunnen wij nog niet overzien. Daarom steunen wij het voorstel.
De heer Verhaegh: Voorzitter. In het algemeen ben ik van oordeel dat wij geen doorgaande wegen moeten afsluiten. Hier gebeurt het wel en ik begrijp de reden daarvoor. Verkeersveiligheid in woonwijken is van belang, zeker in woonwijken waar scholen zijn gevestigd. Ik wil niet zomaar een
- 68 mening geven over de kwaliteit van deze oplossing, een raadslid moet niet vanaf zijn zetel in de raad allerlei deskundigheid pretenderen. Ik zou op dit gebied mijn mening niet in de plaats van het oordeel van verkeerskundigen willen stellen. Het is terecht dat een proef wordt genomen, wij moeten de maatregel kunnen terugdraaien als blijkt dat de oplossing niet werkt. Op verschillende plaatsen in de stad worden drempels weer weggehaald, waaruit blijkt dat de gemeente haar ongelijk kan bekennen als blijkt dat een maatregel niet werkt. Ik sluit mij aan bij de opmerkingen over de meetbaarheid, daarbij speelt het controleaspect van ons werk mee. Ik ben van mening dat de knip niet kan worden aangebracht, voor er meetbare criteria zijn. Ik verzoek het college dan ook om, als de raad straks met deze maatregel instemt, niet met de uitvoering te beginnen voor de meetcriteria aan de raad zijn medegedeeld.
De heer Houben: Voorzitter. Dit plan is bedoeld om de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in dit woongebied te verbeteren. Er is grote behoefte aan een aantal ingrepen. De communicatie met de buurt is, zoals het college erkent, niet steeds optimaal geweest, maar dat wordt in orde gemaakt. Via het Meerjareninvesteringsplan komt geld vrij voor het intensiteitsonderzoek, daarbij gaat het om onderzoek voor en na de knip en de uitvoering van de verkeersmaatregelen. De knip heeft voor- en tegenstanders, zoals bij de inspraak is gebleken. Ik heb mij afgevraagd of niets anders zou zijn te bedenken en hoe zo'n knip eruit ziet. Wordt het een versmalling, een versmalling met een bult of iets anders? Men gaat ervan uit dat de knip een gunstig effect zal hebben op de verkeersveiligheid bij de school. Een proefperiode van een jaar moet uitwijzen welke gunstige en ongunstige effecten optreden en wij zullen de evaluatie daarvan afwachten. Daarbij deel ik de vraag van de heer Rozendaal bij welk effect de proef als geslaagd wordt aangemerkt. Een collega in de commissie gaf nog een tip, waarop u niet direct behoeft te antwoorden. Is het mogelijk de knip pas aan te brengen als op de Nachtegaallaan eenrichtingsverkeer is ingevoerd?
Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. Er is voor mij niet veel meer te antwoorden, aangezien de leden van de raad elkaar onderling hebben beantwoord, zoals het in een democratie eigenlijk hoort.
- 69 Bij verkeersmaatregelen is niet precies te voorspellen wat de effecten zullen zijn. Dat is de reden waarom wij uitgaan van een proef, hoewel dergelijke maatregelen elders in de stad al zijn getroffen. Het extra stuk dat de raad heeft gekregen, is pijnlijk eerlijk, omdat erin wordt aangegeven dat op andere plekken onverwachte nadelen kunnen ontstaan. Daarmee wordt meteen ook een voorschotje genomen op de resultaten waaraan wordt getoetst. Wij hebben de criteria niet expliciet geformuleerd, maar wij moeten dat aan de voorkant regelen en ik zal er dan ook voor zorgen dat de commissie die informatie binnenkort wordt toegestuurd. De heer Rozendaal merkte op dat in het besluit niet precies is aangegeven dat het om een reconstructie gaat. In punt 3 is impliciet geformuleerd dat dat wel het geval is, maar als ik hem gelukkig kan maken door het in punt 1 expliciet te melden, doe ik het graag. Aangegeven is hoe lang het interne proces zal duren. Als de opdracht eenmaal is verleend, kan het ongelofelijk snel gaan, maar de voorafgaande procedure heeft een duur die een bureaucratie waardig is. De heer Rozendaal: Ik wilde niet zeggen dat u niet behoeft aan te geven hoe lang het interne proces duurt, maar het is voor een raad, die op hoofdlijnen wil sturen, niet echt van belang welk intern overleg nodig is. Als u aangeeft dat u tien maanden nodig hebt, moet de raad daarmee tevreden zijn.
Wethouder mevrouw Schreurs: Ik denk dat u niet echt gelukkig bent met tien maanden interne procedures, daarom hebben wij dat expliciet aangegeven. Daaruit mag blijken hoe moeilijk het is een en ander goed te regelen. Integraal onderdeel ervan is ook de afstemming met de maatregelen voor de Nachtegaallaan, het OAE heeft daarop terecht gewezen. Ik durf niet te zeggen hoe lang het nog zal duren, maar ik zal ervoor zorgen dat daarover duidelijkheid komt. Ik kan Leefbaar Eindhoven beloven dat wij niet onnodig drempels zullen aanleggen, maar dat was altijd al gebruikelijk. Er is al terecht op gewezen dat het betoog vooral thuishoort bij de bespreking van Duurzaam Veilig. Deze maatregelen kunnen op een enorm draagvlak in de buurt rekenen, het is dan ook de aangewezen weg om ze gewoon uit te voeren. Het heeft allemaal al veel te lang geduurd. Ik hoop ook dat met de school vervolgafspraken kunnen worden gemaakt, zij staat bij ons
- 70 in de tweede tranche van veiligheid rond scholen. Wij moeten niet alleen de infrastructuur regelen, er zijn ook aanvullende maatregelen in de school nodig. Wij hebben grote verwachtingen van een samenwerking met de school, ouders en leerlingen als het erom gaat de veiligheid te verbeteren.
De heer Rooijakkers: Voorzitter. Over de knip bestaat verdeeldheid, uit de stukken blijkt dat dat ook tijdens de inspraakavond is gebleken. Er zijn drie bezwaarschriften uit de wijk gekomen, ook het bestuur van de school is er niet onverdeeld voor. Men is vooral bang voor de kans dat het verkeer een weg gaat zoeken door de woonwijk. Dat zou ongewenste situaties opleveren.
De heer Janssen: Dat is juist de bedoeling. Wie het twee keer probeert en bemerkt dat hij er niet door kan, weet dat hij niet door het Villapark moet rijden. Ik begrijp niet hoe Leefbaar Eindhoven een wijk verkeersluw kan maken als het daarvoor niet de nodige maatregelen wil treffen. Er is lang over nagedacht, de plannen sporen met het Mobiliteitsplan en wij moeten nu eindelijk iets doen. Nu hebben wij het geld ervoor. Er is een relatie met de Nachtegaallaan, bij de evaluatie van de binnenring hebben wij gezien dat verkeer in toenemende mate via die laan naar de binnenring gaat. Nu de Nachtegaallaan wordt ingericht voor eenrichtingsverkeer, ontstaan effecten voor het Villapark die wij willen voorkomen.
De heer Rooijakkers: Het is echt wishful thinking. De wegen rond het Villapark zijn al verstopt. Als in de Fazantlaan een knip wordt aangebracht, zullen de verstoppingen alleen maar groter worden. Mensen willen rijden en zoeken een weg, zij gaan dan kris kras door de wijk en het is een utopie te menen dat zij dat maar eenmaal zullen doen. Op dit moment is dit inderdaad een sluiproute, wij zijn dan ook bepaald niet tegen het afremmen van het verkeer op deze route, maar daarvoor zijn andere maatregelen denkbaar. Het aanbrengen van een knip is bepaald te rigoureus, verkeersremmende maatregelen zijn meer op hun plaats. Te denken valt aan wegversmallingen...
De heer Vleeshouwers: Begrijp ik de heer Rooijackers goed als ik opmerk dat hij voor sluipverkeer is op de Fazantlaan?
- 71 -
De heer Rooijakkers: Dat begrijpt u verkeerd. Ook wij willen sluipverkeer tegengaan, maar dat behoeft niet met een rigoureuze maatregel als een knip. Daardoor dwingen wij het sluipverkeer door de wijk. Het doel is afremmen, maar niet weren van het verkeer. Daarmee zijn wij in Eindhoven al veel te veel bezig.
Mevrouw Dootingh-Heijungs: Het gaat hier om weren van verkeer dat er niet thuishoort. Ik ben er herhaaldelijk geweest en ik heb gezien dat er nu al doorgaand verkeer is dat de route gebruikt om een hoek af te snijden. Als op de Nachtegaallaan eenrichtingsverkeer is ingevoerd, zal er steeds meer sluipverkeer komen. Het verkeer dient in de stad routes te volgen die wij bepalen, het moet niet door de wijken. In deze wijk treedt 's ochtends en 's middags, dus twee maal per dag, een vrij grote concentratie van auto's op.
De heer Rooijakkers: Als wij nog even doorfilosoferen -- ik neem aan dat niet iedereen daarop zit te wachten -- dan...
De Voorzitter: Zeker uw voorzitter niet, dit zijn vragen die in de commissie thuishoren om duidelijkheid te krijgen over de dilemma's die hier spelen. Laten wij met interrupties wachten tot politieke elementen aan de orde zijn.
De heer Rooijakkers: Het sluipverkeer dient te worden aangepakt, maar wij moeten dat het liefst meteen goed doen. Wij zijn tegen het nemen van proeven, waarvoor veel kosten moeten worden gemaakt.
De Voorzitter: Ik begrijp dat u in het betoog van de wethouder geen aanleiding vindt om de motie en het amendement in te trekken.
De heer Rooijakkers: Neen, wij zien geen reden om ze in te trekken.
- 72 Mevrouw Dootingh-Heijungs: Voorzitter. Ik zou nog graag van de wethouder horen hoe zij denkt over het invoeren van een parkeer- of stopverbod op de Fazantlaan bij de school. Als zij die mogelijkheid wil overwegen, ben ik heel tevreden.
De heer Rozendaal: Voorzitter. Als de wethouder als punt 1 in het besluit wil toevoegen dat wij besluiten de reconstructie in het Villapark uit te voeren, is het besluit duidelijk. Ik acht het principieel juist om zoiets helder vast te leggen. Ik vind het jammer dat zij niet kan aangeven wanneer de maatregelen klaar zijn, maar het is voor ons voldoende als zij in de eerstvolgende commissievergadering mededeelt wat de meetpunten zijn en wanneer de aanpassingen zullen zijn gerealiseerd.
De heer Verhaegh: Voorzitter. De heer Rooijakkers heeft mij niet kunnen overtuigen. Ik zal noch de motie, noch het amendement steunen.
Mevrouw Van Kessel-Jansen: Voorzitter. Ook wij zullen het amendement en de motie niet steunen.
Wethouder mevrouw Schreurs: Voorzitter. De suggestie die mevrouw Van Dootingh formuleerde zal in het project worden meegenomen, daarmee nemen wij meteen ook alle mogelijkheden en bezwaren mee. Ik ben heel content met de wijze waarop de raad de discussie heeft gevoerd, dat maakt het mij gemakkelijker. Ik wil nu nog een misverstand uit de wereld helpen. Het is bepaald niet de bedoeling dat doorgaand verkeer door onze binnenstad trekt. Als wij dat niet willen, is een knip bijzonder effectief, want daardoor kan het verkeer er letterlijk niet doorheen. Het beleid is erop gericht het verkeer via aangewezen routes door de stad te laten trekken en woonwijken horen daar niet bij. De routering in het Villapark is daarvan een expliciet uitvloeisel. Leefbaar Eindhoven constateert dat niet alles dicht zit, dat is een gevolg van het feit dat de routes nog niet voldoende afdwingbaar zijn aangelegd. Impliciet ondersteunt Leefbaar Eindhoven daarmee het beleid.
- 73 De Voorzitter: Nu komen eerst het amendement en de motie in stemming, waarbij ik erop wijs dat de motie ook op een amendement lijkt.
Amendement nr. 5 wordt bij handopsteken verworpen.
Motie nr. 4 wordt bij handopsteken verworpen. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de fractie van Leefbaar Eindhoven geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd. Zie besluit nr.
VII. Behandeling van actuele moties.
De Voorzitter: Naar aanleiding van de vorige vergadering hebben wij nagegaan hoe het ten principale met het stemgedrag van raadsleden behoort te gaan. Een raadslid dient zich niet te onttrekken aan stemmingen, tenzij het gaat om een aangelegenheid die hem of haar rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij of zij als vertegenwoordiger is betrokken. Een tweede reden kan zijn de vaststelling van een begroting of rekening van een lichaam waaraan hij of zij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij of zij behoort. Deze beide gevallen geven een raadslid reden om aan te geven dat hij of zij zich van stemming onthoudt. Als een raadslid overigens grote moeite heeft met een stemming, dan is er nog maar een mogelijkheid, te weten dat hij of zij, als de stemming plaats vindt, elders een kopje koffie haalt.
Motie betreffende de verkiezing van de burgemeester, ingediend door de heer Kerkwijk.
De heer Kerkwijk: Voorzitter. Het is niet de bedoeling het hele debat over te doen, want wij zijn bezig met een motie waarover opnieuw moet worden gestemd. De motie vraagt uit te spreken hoe wij onze burgemeester zouden willen benoemen nu landelijk de discussie over de gekozen burgemeester gaande is. Er zijn diverse redenen om te kiezen voor de
- 74 oplossing waarin de burgemeester door de gemeenteraad wordt gekozen. Een van die redenen is dat conflicten zouden kunnen ontstaan tussen de diverse rollen, aangezien de burgemeester, die door de inwoners van de stad wordt gekozen, een eigen programma meebrengt, terwijl de gemeenteraad ook op basis van programma's of een samenwerkingsprogramma wordt gekozen. Dan is de vraag welk programma leidend is. Om zulke conflicten te voorkomen, hebben diverse raden uitgesproken dat de voorzitter van de raad door de raad dient te worden gekozen. De heer Gerard: Voorzitter. De SP beschouwt de gemeenteraad als het hoogste orgaan binnen de gemeente en hij kan dus niet op gelijke hoogte naast een burgemeester staan, terwijl zij elk zijn gekozen op een eigen programma.
De heer Verhaegh: Voorzitter. Als wij het dualisme willen afmaken, dient de burgemeester door de burgers en niet door de raad te worden gekozen, dat laatste is een vorm van monisme. Derhalve zal ik tegen de motie stemmen.
De heer Dijsselbloem: Mijn fractie is er sterk voor de raad zijn eigen voorzitter te laten kiezen, maar de burgemeester zou door de bevolking moeten worden gekozen. Wij zullen het voorstel van de heer Kerkwijk dan ook niet steunen.
De heer Van Liempd: Voorzitter. De vorige keer heb ik namens mijn fractie al gezegd dat er binnen de PvdA een debat plaatsvindt over de vraag hoe de burgemeester zou moeten worden gekozen. Voorlopig volgen wij ons verkiezingsprogramma waarin staat wat de motie uitspreekt, namelijk dat de burgemeester door de raad dient te worden gekozen.
Mevrouw Joosten: Evenals in de vorige vergadering wijs ik erop dat er geen fractiestandpunt is. Alle leden zijn vrij een eigen standpunt over de motie te bepalen.
De heer Rennenberg: Ook ik herhaal wat ik de vorige keer heb gezegd. Je kunt je eigen vader niet kiezen, maar de burgervader wel. De inwoners van de stad moeten de burgemeester kiezen.
- 75 De heer Kielenstijn: Wij wachten met belangstelling de landelijke ontwikkeling af. Leefbaar Eindhoven is een lokale partij, gericht op lokale onderwerpen. Ieder lid van de fractie is vrij zijn stem te bepalen.
De motie, ingediend door de heer Kerkwijk, wordt bij handopsteken aangenomen.
De Voorzitter: Er is nog een actuele motie, ingediend door mevrouw Van Dootingh. Zij luidt: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gehoord de antwoorden van wethouder Pastoor op de vragen over het plan van De Beuk erin; stelt de raad voor te besluiten: het college op te roepen om met de werkgroep De Beuk Erin te overleggen over het voorliggende plan; het college op te roepen een integrale afweging te maken waarin ook een financiële vertaling wordt gemaakt van het maatschappelijk belang van het plan; het college op te roepen het resultaat van deze bespreking en de integrale afweging voor te leggen aan de commissie Ruimtelijke Pijler en tot dat moment de boerderij aan de Celebeslaan niet te verkopen." (motie nr. 5)
Mevrouw Dootingh-Heijungs: De motie is ontstaan na het vragenhalfuurtje, mede namens de stadsdeelcommissie Tongelre, de heer Leenders en mevrouw Fiers en de overige raadsleden die aanwezig waren bij de voorlichtingsbijeenkomst van woensdag, waarin wij uitgebreid hebben kennisgenomen van de plannen van deze groep. U hebt onvoldoende antwoord gegeven en dat heeft geleid tot deze motie.
De Voorzitter: Ik stel voor om de discussie over deze motie even uit te stellen totdat ieder haar heeft en zich een oordeel heeft gevormd.
- 76 De verdere behandeling van de motie wordt aangehouden tot een later tijdstip in de vergadering.
De Voorzitter: De punten 2, 4, 7 en 8 t/m 13 kunnen wij direct afdoen. Daarna zullen wij aan de punten 1, 3 en 5 apart aandacht schenken. De begrotingswijzigingen zal ik apart aan de orde stellen. het is goed daaraan speciaal aandacht te besteden.
VIII.2. Voorstel tot het onttrekken van een gedeelte van de Benoitstraat, gelegen tussen de Holststraat en de Bayeuxlaan, alsmede de parkeerstrook langs de Willem Pijperstraat aan de openbaarheid. (voorstel 04.R698.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.4. Voorstel inzake het intrekken van de Verordeningen inzake de bestuurscommissies en vaststellen Verordening inzake adviescommissies. (voorstel 04.R702.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.7. Voorstel inzake het vaststellen van de Verordening kinderopvang, peuterspeelzalen en Spilcentra 2004. (voorstel 04.R706.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten.
- 77 Zie besluit nr.
VIII.8. Voorstel Rechtmatigheid po forma kredieten jaarrekening 202. (voorstel 04.R707.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.9. Voorstel inzake realisatie van het Spilcentrum Beppino Sarto. (voorstel 04.R708.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.10.
Voorstel inzake realisatie van het Spilcentrum De Bennekel (Gestel). (voorstel 04.R709.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.11.
Voorstel tot het (herhaald) nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het terrein van Eindhoven Airport aan de Luchthavenweg 25. (voorstel 04.R718.001).
- 78 De heer Gerard: Voorzitter. De SP is tegen grootschalige investeringen in Eindhoven Airport, omdat de SP nog steeds hoopt dat Eindhoven Airport ooit zal worden gesloten. Wij hebben dat al eerder gezegd, ons standpunt vloeit voort uit een eerder negatief standpunt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de SP-fractie geacht wenst te worden tegen te hebben gestemd. Zie besluit nr.
VIII.12.
Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het perceel hoek Gebroeders Ganslaan/Jaap Hamminglaan in Acht. (voorstel 04.R724.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.13.
Voorstel tot het (herhaald) nemen van een voorbereidingsbesluit voor een gedeelte van het bedrijventerrein Goederendistributiecentrum (GDC) Acht. (voorstel 04.R727.001).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.14.
Nr. 20.
Voorstel tot het wijzigen van de begroting 2004.
- 79 De heer Vleeshouwers: Voorzitter. Ik heb mij afgevraagd in hoeverre wij hier geld in een bodemloze put gooien. Ik zou daarop graag een antwoord hebben voor ik deze begrotingswijziging verwerp.
De heer Gerard: Volgens mij gooien wij inderdaad geld in een bodemloze put en daar zijn wij tegen.
Wethouder Claassen: Dit is beslist geen bodemloze punt, eerder vanavond is al duidelijk gemaakt dat wij hier investeren in het niveau dat wij in 2030 willen bereiken. Wij moeten vooruitkijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten, onder aantekening dat de fracties van de SP en de Stadspartij geacht wensen te worden te hebben gestemd tegen wijziging nr. 20. Zie besluit nr.
Voortzetting van de behandeling van de actuele motie, ingediend door mevrouw Van Dootingh.
De heer Rozendaal: Voorzitter. Ik vond de motivering van mevrouw Van Dootingh heel duidelijk. Als zij naast de heer Leenders ook mij zou hebben gevraagd, zou ik de motie graag mede hebben ondertekend.
Mevrouw Kamphorst: Voorzitter. Werkgroep De Beuk Erin heeft recht op een gedegen overleg, daarom zullen wij de motie steunen. Dat wil niet zeggen dat wij het bij voorbaat eens zijn met een plan of het resultaat van het overleg.
De heer Leenders: Voorzitter. Ik behoef er niet veel van te zeggen, aangezien wij de motie mede hebben ondertekend. Ik had begrepen dat ook de PvdA haar zou ondertekenen, blijkbaar is er op het laatste moment iets misgegaan.
- 80 Mevrouw Dootingh-Heijungs: Na de presentaties was iedereen steeds in gesprek, daardoor heb ik geen kans gehad nog even rond te lopen om handtekeningen te vragen.
De Voorzitter: Er blijven dus verrassingen mogelijk.
De heer Kerkwijk: Voorzitter. In de motie is ook sprake van een financiële vertaling. Als daarmee wordt geïmpliceerd dat wij er eventueel geld voor willen uittrekken, hoop ik dat men dat aspect meeweegt met de komende Voorjaarsnota in gedachten. Als een financiële vertaalslag niet denkbaar is, moeten wij er vandaag volstrekt duidelijk over zijn.
Mevrouw Fiers: Voorzitter. Wij vinden dit een sympathieke motie. Ik kan mij aansluiten bij de opmerking van de SP dat De Beuk Erin een serieuze reactie van de gemeente verdient.
De heer Verhaegh: Voorzitter. Eigenlijk zouden wij van deze motie moeten zeggen dat wij het resultaat niet aan de commissie zouden moeten voorleggen, omdat wij ons met kaders zouden moeten bezig houden. Toch lijkt het mij een goed idee hieraan aandacht te besteden, want het gaat hierbij om de vraag hoe wij met het Eindhovense erfgoed omgaan. In het verleden hebben wij op dit gebied nogal eens gezondigd. Zondigen kan leuk zijn, maar hier gaat het om zonden waar weinig mensen met plezier aan terugdenken. Om die reden steun ik de motie van harte.
Mevrouw Joosten: Voorzitter. Ik zou de heer Verhaegh erop willen wijzen dat het erom gaat hoe wij met de mensen omgaan. Daarna pas komt het erfgoed. In dit geval gaat het erom dat de communicatie niet goed was.
De heer Verhaegh: Ik vind de motie ook overigens terecht. Uit mijn steun aan de motie mag mevrouw Joosten afleiden dat ik het met haar eens ben. Wij zijn nu ook bezig met onroerend goed, misschien kunnen wij in de commissie ook bekijken of wij daarvoor kaders kunnen stellen en hoe de communicatie met de burger in dit verband gestalte moet krijgen.
- 81 Wethouder Pastoor: Voorzitter. Het bestemmingsplan waarin de Celebeslaan ligt, geeft aan dat er uitsluitend mag worden gewoond, eventueel in combinatie met een kleine aan huis gebonden praktijk. Voor andere activiteiten zou het bestemmingsplan moeten worden gewijzigd. Eind verleden jaar hebben wij al gesproken over de verkoop van de boerderij, het college wil hem verkopen omdat wij hem niet nodig hebben voor onze eigen bedrijfsvoering. Wij verwachten bovendien niet dat dat in de komende twintig jaar zal veranderen. Wij moeten panden, die wij niet nodig hebben, uitponden. Wij hebben, gelet op onze financiële zorgen, een opbrengst van EUR 10 miljoen uit vastgoed ingeboekt. Als wij geen vastgoed verkopen kunnen wij naar die opbrengst fluiten. Uit de Voorjaarsnota zullen ook de nodige zorgen blijken. De motie voorziet erin een traject dat de gemeente samen met De Beuk Erin heeft ingezet verder door te zetten. De groep heeft tot eind december van het vorig jaar de gelegenheid gehad een plan met een ondernemingsplan te maken, waarop wij zullen reageren. Ik heb vanmiddag al medegedeeld dat die reactie de vorige week in het college aan de orde is geweest, hopelijk kan het college morgen een finaal besluit nemen als ook de taxatie bekend wordt. Dan kan worden geconcludeerd of De Beuk Erin de boerderij al dan niet kan kopen, de middelen van deze groep zijn beperkt. Morgen staan wij dus voor de keuze de boerderij al dan niet aan De Beuk Erin te verkopen of het pand te veilen. De veiling is deels gebaseerd op de voorwaarden van 1999. De Gemeentewet geeft aan dat het om een beheersaspect gaat dat tot de bevoegdheden van het college hoort. De tweede alinea van het besluit van de motie stelt eigenlijk een incidentele ingreep voor, terwijl de raad juist de kaders moet stellen en bewaken. De randvoorwaarden zitten in het bestemmingsplan en als Stichting De Beuk Erin niet voldoende middelen kan genereren om het pand te kopen, terwijl de raad het heel belangrijk vindt dat zij wordt geholpen, let niemand hem een voorstel te doen voor de wethouder Welzijn. Bij beheer van vastgoed gaat het niet om de inhoudelijkheid. Als een pand voor geen van de portefeuilles een functie heeft, stoten wij het af, ook gelet op de begroting. Als de raad iets anders wil, komt in dit geval collega Kuppens in beeld en dient u dit punt in de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling te brengen.
- 82 In de buurt van de boerderij ligt op 200 meter een Spilcentrum en nog 200 meter verder het oude raadhuisje. Als het dan gaat om efficiënt investeren voor maatschappelijke doeleinden, voor zover er overheidsgeld bij moet, moet u die gegevens ook meenemen.
Mevrouw Dootingh-Heijungs: Voorzitter. Deze motie gaat niet over geld, zij dringt erop aan met deze groep van gedachten te wisselen, haar plannen met haar te bespreken om duidelijk te krijgen waarom het al dan niet kan doorgaan. Wij kennen de financiële aspecten, maar wij kunnen niet volstaan met de conclusie dat de groep het niet kan betalen, zodat het niet kan doorgaan. Wij dienen de mogelijkheden serieus te bespreken en daar hoor ik het college niet over.
De heer Rozendaal: Voorzitter. Het is niet alleen een kwestie van fatsoenlijk overleggen met mensen die zich zo veel inspanningen hebben getroost om iets te bereiken wat zij graag willen. Het is een kwestie van fatsoen dat het college serieus met deze mensen praat. Het verbaast mij ook dat nu ineens naar het bestemmingsplan wordt verwezen. Als het college ergens iets graag wil, ziet het altijd mogelijkheden om een bestemmingsplan daarvoor aan te passen. Nu het het college niet uitkomt, gebruikt het het feit dat het gebruik niet past in het bestemmingsplan als argument om het niet te laten doorgaan. Ik hoor uit het antwoord dat het college niet van plan is hierover serieus te praten, dat is het schrijnendste punt in het antwoord.
De heer Leenders: Voorzitter. Mijn fractie had de indruk dat wij eind verleden jaar een traject in gang hadden gezet, waarin bewonersgroep De Beuk Erin een serieuze kans kreeg plannen te ontwikkelen. Ik begrijp nu van de wethouder dat het voor het college om een puur financiële afweging gaat. Dat is niet de goede weg, als dit de hoofdrol speelt hadden wij verleden jaar meteen moeten zeggen dat wij het niet zouden doen. Er is een plan uitgewerkt, De Beuk Erin heeft eerder in de commissie duidelijk gemaakt dat de groep de dialoog met de gemeente zoekt. Ik begrijp dat er de afgelopen twee maanden geen contact is geweest en dat contact moet nu gewoon plaatsvinden. Doen wij dat niet, dan nemen wij onze inwoners niet serieus.
- 83 Mevrouw Kamphorst: Voorzitter. De raad is niet alleen kaderstellend bezig, raadsleden zijn ook volksvertegenwoordigers. Als het gemeentebestuur een groep als De Beuk Erin de kans geeft een plan te maken, moet zij ook verder met respect worden behandeld, ook door goed over zulke plannen te overleggen. Het is van de gekke dat nu opzij te schuiven, omdat wij al lang weten dat de boerderij wordt verkocht. Wij steunen de motie en hopen dat de raad er nog eens goed over nadenkt.
Mevrouw Breuers: Voorzitter. Voor de zomervakantie hebben wij enkele malen nadrukkelijk over de Celebeslaan gesproken. Toen is afgesproken dat De Beuk Erin voor eind december met een plan en een financieel plaatje zou komen. Toen hebben wij al vastgesteld dat het de gemeente geld zou kosten als wij ervoor zouden kiezen het pand op deze manier te ontwikkelen. GroenLinks heeft zich toen afgevraagd of de commissie dat geld beschikbaar zou willen stellen, dan wel of de mensen voor de gek hield door hen onderzoek te laten doen in de wetenschap dat er geen geld voor is. In de motie lees ik hetzelfde. Natuurlijk moeten wij met de bewoners communiceren over hun plan, maar wij moeten duidelijk zijn. Willen wij daar drie Spilcentra, willen wij een andere bestemming? Dat kan gemakkelijk worden geregeld, maar in de commissie hebben wij al gezegd dat in dit gebied de ontwikkeling van het groenbeleidsplan het belangrijkst is. Als het pand wordt verkocht, is die ontwikkeling de randvoorwaarde. Dat is ook meegenomen in verkoopplannen. Het wordt ons nu steeds moeilijker gemaakt om de lijn te volgen die wij eigenlijk hebben afgesproken. Panden, waarmee wij niets kunnen, worden verkocht ter financiering van andere belangrijke voorzieningen in de stad. Toch komen wij als volksvertegenwoordigers in de knel als bewoners iets willen. Laten wij nu eindelijk eens helder vaststellen welke keuzen wij maken. Wij moeten de bewoners niet opnieuw aan het lijntje houden door financiële vertalingen te vragen en wat niet al. Het college zal morgen een beslissing nemen, zij zal met de bewoners worden gecommuniceerd en dan moeten wij op korte termijn de Stichting De Beuk Erin uitsluitsel geven. Deze mensen verdienen het niet aan het lijntje te worden gehouden, wij weten dat zij heel hard hebben gewerkt en wij moeten hen niet steeds weer met een kluitje in het riet sturen.
- 84 De heer Van Bussel: Voorzitter. Mevrouw Breuers vroeg duidelijkheid en ik zal proberen duidelijk te zijn. Wij benaderen deze kwestie niet anders dan in het geval van panden aan de Keizersgracht of in Genneper Parken. Wij kunnen randvoorwaarden stellen, in dit geval is daarin voorzien in het bestemmingsplan. De motie is vooral in de tweede alinea een beetje vaag, waar het college wordt opgeroepen een integrale afweging te maken, waarin een financiële vertaling wordt gemaakt van het maatschappelijk belang van De Beuk Erin. Er moet dus een financiële waardering van een maatschappelijk belang worden gegeven. Volgens mij is dat niet te doen, ieder heeft daarbij een andere beleving, zodat ieder tot een andere uitkomst zal komen. Doen wij dat, dan krijgen wij 45 verschillende rekensommen. In deze alinea wordt in feite gewoon voorgesteld geld te geven. Wij moeten in de nabije toekomst over heel wat instellingen nare beslissingen nemen, dat is voor ons reden ons niet te verzetten tegen het voornemen van het college. Wij zullen de motie dan ook niet steunen.
Mevrouw Kamphorst: Ik zou nog even willen reageren op een opmerking van mevrouw Breuers. Ik vraag mij af of mevrouw Breuers de motie steunt. Eerder heb ik al gezegd dat het nu niet gaat om de inhoud, maar alleen om plegen van overleg. De mensen hebben daar recht op en dat zegt de motie.
Mevrouw Breuers: De motie zegt ook dat overleg moet worden gepleegd. Wij zijn niet tegen overleg en vinden dat het besluit naar de betrokkenen moet worden teruggekoppeld, maar wij willen niet de suggestie wekken dat er ruimte zou zijn om voor de bewoners en de buurt iets te financieren. De motie wekt die suggestie wel en daarom zullen wij haar niet steunen.
Mevrouw Fiers: Voorop staat dat de werkgroep een uitdaging heeft opgepakt die door de wethouder is geopperd. Zij heeft dat heel voortvarend gedaan. Wij kunnen het niet maken nu met een simpel 'ja' of 'neen' het werk van drie maanden af te doen. Het college is verplicht die bal goed op te pakken en daarover met de werkgroep de discussie aan te gaan. De eerste alinea van de motie zegt dat ook.
- 85 De tweede alinea is bepaald niet vaag. Er wordt gevraagd een integrale afweging te maken en dat betekent niet dat wij er bergen geld bij zullen doen, want wij kennen allemaal de zorgelijke financiële situatie. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat de wethouder alleen aandacht heeft voor het financiële aspect en dan de bal bij de raad teruglegt door ons voor te houden dat wij of de werkgroep met wethouder Kuppens moeten gaan praten. Zo hoort het volgens mij niet. De bal ligt bij het college en het kan in collegiaal overleg de integrale afweging maken. Gezien het voortraject is het verstandig deze integrale afweging terug te brengen in de commissie Ruimtelijke Pijler omdat daar het proces is gestart. Mevrouw Breuers wees er terecht op dat het van belang is snel duidelijkheid te krijgen, ik heb het idee dat het allemaal niet lang behoeft te duren.
Wethouder Pastoor: Voorzitter. Natuurlijk moet goed worden gecommuniceerd met de betrokkenen bij De Beuk Erin. Dat zal zeker gebeuren. Wij hebben de afgelopen periode nodig gehad voor de ambtelijke voorbereiding en het opstellen van een stuk voor het college. Morgen staat het weer op de agenda, als het college zijn standpunt heeft bepaald, zal contact worden gezocht met de stichting om uit te leggen hoe wij haar ondernemingsplan beoordelen. Wij wilden de boerderij verkopen en om de stichting de kans te geven een haalbaar ondernemingsplan te maken, is afgesproken daarmee te wachten. Zij heeft eind december een goed ondernemingsplan ingediend, wij
hebben
haar
daarmee
gecomplimenteerd.
Nu
dienen
wij
te
beoordelen
of
het
ondernemingsplan voor de beoogde activiteiten financieel haalbaar is. Na morgen zullen wij de stichting van ons oordeel op de hoogte stellen. Ik wil niet oordelen over de inhoud van de welzijnsactiviteiten van de stichting of de vraag of wij ze zouden moeten financieren. Wij moeten de stichting ook niet aan het lijntje houden. Mevrouw Breuers en de heer Van Bussel hebben daar terecht op gewezen. Wij moeten niet tijdens de wedstrijd de spelregels veranderen. De afspraak met de stichting houdt in dat zij, als haar ondernemingsplan haalbaar is, het pand tegen de getaxeerde prijs kan kopen. Is het plan niet haalbaar, dan wordt de boerderij geveild.
- 86 Ik kan mij iets voorstellen bij de ongerustheid over de communicatie, twee maanden is een redelijk lange termijn. Het had sneller mogen gaan, er zijn interne redenen waardoor dat niet is gelukt. Na morgen zal worden gecommuniceerd. Bij dit alles verlies ik niet uit het oog dat wij heel veel geld nodig hebben voor Spilcentra en andere voorzieningen. Als de raad vindt dat de Stichting De Beuk Erin op grond van het prachtige plan voor de buurt een preferentie moet krijgen, zal hij, als het enkele honderdduizenden euro's kost, het geld beschikbaar moeten stellen. Dat heeft niets van doen met de afweging of het ondernemingsplan aantoont dat de stichting het pand kan kopen. Als de raad vindt dat het welzijnsdoel van belang is voor de buurt, moet hij dat op de agenda zetten, maar niet voor de commissie Ruimtelijke Pijler, want daar hoort dat onderwerp niet thuis. In die commissie kunnen eventueel een wijziging van het bestemmingsplan en het groenbeleidsplan aan de orde komen. De raad vraagt nu in een dossier, dat bijna is afgerond, iets heel anders. De verkoopvoorwaarden zijn eerder vastgesteld en ik voel er niets voor de afspraken daarover te veranderen.
Mevrouw Dootingh-Heijungs: Wij handhaven de motie.
De heer Leenders: Ook wij willen de motie handhaven. Motie nr. 5 wordt bij handopsteken aangenomen.
Wethouder Pastoor: Ik zal het college vragen zich te beraden over de motie en daarop later bij de raad terugkomen.
VIII.1. Voorstel inzake het aangepaste Plan van Aanpak Inburgering door Participatie. (voorstel 04.R532.004).
De heer De Schepper: Voorzitter. De Eindhovense fractie van D66 heeft in het afgelopen jaar vaak aandacht gevraagd voor vraagstukken als inburgering en taalverwerving door Eindhovenaren die
- 87 Nederlands wilden leren, maar daarvoor de kans niet kregen. Nu is er een zak geld uit Den Haag gekomen en natuurlijk zijn wij er heel gelukkig mee. Het wordt hiervoor ingezet. In de commissie hebben wij de vraag opgeworpen of scherp wordt ingekocht, of wij voor de middelen uit Den Haag een maximaal aantal cursussen krijgen. Er zou nog worden teruggekomen op de vraag hoe de inkoop zal worden geregeld. Na de commissievergadering hebben wij een toelichting gekregen. Zij is heel politiek geformuleerd, gezegd wordt dat een Europese aanbesteding zou moeten plaatsvinden, maar dat daarop uitzonderingen mogelijk zijn en dat dat hier het geval is. Wij willen graag dat scherp wordt ingekocht. Nu er een zak geld uit Den Haag is gekomen, dient snel te worden gereageerd. Wij vragen van het college dit geld heel effectief te besteden. Ik zou het prachtig vinden als het college vandaag zou aangeven hoe het gebeurt, anders meld ik alvast dat wij de uitvoering van dit kader daarop zullen toetsen. Juist ook bij deze activiteiten is inkoop heel belangrijk. Omdat er zo veel haast bij is en het onderwerp van groot belang is, zal mijn fractie met die aantekening het voorstel steunen.
Wethouder mevrouw Mittendorff: Voorzitter. Het is van groot belang naar de inkoop te kijken. Tot voor kort was er sprake van een soort gedwongen winkelnering, in de toekomst hebben wij veel meer ruimte om hierbij de vinger aan de pols te houden en te bepalen wat wij terugverlangen voor de budgetten die wij hiervoor inzetten. Ik kan mij goed voorstellen dat de raad in zijn controlerende functie oplet hoe het met de inkoop is gegaan. Op dit moment kan ik hem niet precies inlichten omdat nog gesprekken over trajecten plaatsvinden. In het kader van taalverwerving en FAVO vinden gesprekken plaats omdat wij in het kader van inburgering soms meer moeten doen, waardoor wij op andere terreinen wat minder kunnen investeren. De heer De Schepper zegt in feite: er zijn meer mogelijkheden en u kunt scherper inkopen. Dat is het kader dat de raad meegeeft en wij zullen graag in die lijn te werk gaan. In de toekomst zal goed zichtbaar worden hoe wij dit hebben vormgegeven.
De heer De Schepper: Ik ben heel tevreden met deze toelichting.
- 88 -
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VII.3. Voorstel inzake beleidswijziging kinderopvang in het kader van de Wet Basisvoorziening kinderopvang. (voorstel 04.R701.001).
De heer Gerard: Voorzitter. Aan dit voorstel zitten twee kanten. De ene is het doorvoeren van landelijke wetgeving, in belangrijke mate beargumenteerd met het fenomeen marktwerking. Onze partij denkt daar anders over. De eerste gedachten over de wet zijn ontstaan in een periode van hoogconjunctuur, maar zij wordt geïmplementeerd in een tijd van recessie. Het staat nog te bezien of de werkgevers zich zullen schikken in de rol die hen is toebedacht. De onwil daartoe vloeit voort uit dezelfde oorzaak als de sterk afgenomen vraag naar kinderopvang, namelijk de recessie. Ik vrees dat de bedrijven voor kinderopvang verzeild zullen raken in een race to the bottom, een van de gevolgen die marktwerking soms heeft. De door velen toegejuichte versoepeling van de kwaliteitseisen is een toegevoegd risico. Ik zou als college de kwaliteit van de opvangcentra in de toekomst zeer zorgvuldig bewaken. Het heeft niet veel zin op gemeentelijk niveau te mekkeren over landelijke wetgeving. Wij moeten het wel eens zijn met het voorstel, iets anders heeft geen zin, tenzij het een wezenlijke gewetensvraag zou zijn. Dat is echter niet het geval. Er valt meer te zeggen over aspecten die wel binnen het bereik van de gemeente vallen. De cijfers in punt 5 onder financiële gevolgen en risico's geven zoals gebruikelijk bij kinderopvang een onduidelijk inzicht en zijn bovendien verouderd. Dat is mij na de commissievergadering medegedeeld. Als wij daarop voortborduren en nagaan hoe het zit, komt er een erg ongunstig beeld uit. Wij beginnen met EUR 4 miljoen, het bedrag dat er staat. Er gaat EUR 2,2 miljoen af van het rijk, wat ons op zich niets kost omdat dit bedrag er ook bij ons afgaat. Dan zou EUR 1,8 miljoen overblijven, maar de raad heeft recent daarvan EUR 1,2 miljoen wegbezuinigd. Dan blijft voor de
- 89 kinderopvang in Eindhoven EUR 0,6 miljoen over. Dat is bedoeld voor de plusfunctie van de buitenschoolse opvang en de kinderopvang, kortweg Balou. Wij moeten de werkgeversfunctie overnemen voor tien doelgroepen. Men zegt dat dat EUR 300.000,-- kost en dat wij dat bedrag dekkend vergoed krijgen, maar velen in ons apparaat twijfelen daar ernstig aan. Gaat het niet dekkende deel van de compensatie af van het bedrag van EUR 600.000,-- als wij met EUR 300.000,-- de werkgeversfunctie voor de tien doelgroepen betalen? Overigens krijgen deze groepen de compensatie alleen als zij in staat van reïntegratie zijn. Het voorstel over de verordening is inmiddels goedgekeurd. Ook daarbij is het plussen en minnen omdat de cijfers niet duidelijk zijn. Dan blijkt dat de operatie ons EUR 65.000,-- per jaar kost, terwijl niet duidelijk is of en in hoeverre wij dat geld terugkrijgen van het rijk. Gaat dat bedrag af van het geld voor Balou? Gaat Balou straks de GGD betalen voor de controle? De totale bijdrage voor de kinderopvang is ingestort, van EUR 1,8 miljoen naar EUR 0,6 miljoen. GroenLinks zou eens aan zijn achterban moeten uitleggen hoe dit heeft kunnen gebeuren in een college waarin het deelneemt. De raad heeft het zelf gedaan, maar hij wil ook Spilcentra waarvoor kinderopvang nodig is, hij wil brede scholen en een integraal jeugdbeleid. Laat hij zich eens een helder beeld vormen van de aanwending van het schijntje restantmiddelen voor de toekomstige kinderopvang. Dat lijkt mij een goede, maar moeilijke vraag. In die zin neemt de SP een voorschot op beslispunt 2, dat terecht zegt dat een nieuwe kaderstelling nodig is. Zorg ervoor dat zij wordt gebaseerd op niet verouderde, heldere en begrijpelijke cijfers, geef aan waar knelpunten zitten, waar de raad keuzen moet maken en of hij misschien de komende of de volgende Voorjaarsnota geld moet toevoegen voor functies die tot voor kort door een meerderheid essentieel werden beschouwd.
Mevrouw Jacobs-van Nisselrooij: Voorzitter. De heer Gerard heeft veel gras voor mijn voeten weggemaaid, wij hebben hetzelfde probleem met het gegoochel met cijfers in hoofdstuk 5 van het voorstel. Wij wilden daarom de wethouder verzoeken op een A4-tje een duidelijk en begrijpelijk overzicht te geven van de wijze waarop de financiële aspecten van deze beleidswijziging worden
- 90 uitgewerkt. Wij hadden begrepen dat er geld overblijft, maar na de bijdrage van de heer Gerard zet ik er vraagtekens bij.
Wethouder mevrouw Mittendorff: Voorzitter. Het lijkt mij goed eerst in te gaan op de bedoeling van dit stuk. Per 1 januari 2005 hebben wij te maken met de gevolgen van de nieuwe wet en om dan te kunnen acteren, beginnen wij een voorbereidingstraject. Daarop zijn de besluitpunten bij dit voorstel gebaseerd. Het gaat erom een subsidie stop te zetten die moet worden stopgezet, dat kunnen wij niet op het laatste moment doen. Wij hebben te maken met een wet die nog in ontwikkeling is en waarbij wij telkens weer te maken krijgen met andere cijfers. Ik wil best toezeggen dat ik een en ander op een A4-tje zal zetten omdat het nog niet helder is, maar het is goed denkbaar dat het A4-tje dat u deze week krijgt over een maand een ander A4-tje moet zijn, omdat het definitieve wetsvoorstel en de regelingen die erbij horen nog niet gereed zijn. Daardoor verwachten wij op het ene moment dat wij EUR 2,2 miljoen worden gekort en op een ander moment EUR 2,2 of EUR 1,8 miljoen. Er zijn nog allerlei verschillende bedragen in omloop. Ik kan mij voorstellen dat de raad vraagt het helder te maken, maar ik neem aan dat hij zich ook kan voorstellen dat dat lastig is, omdat wij alleen een indicatie kunnen geven. Nu gaat het in feite om de beslispunten die erop zijn gericht het traject zorgvuldig in gang te zetten. De heer Gerard wees er volstrekt terecht op dat op dit moment EUR 4 miljoen subsidie wordt doorgesluisd. Daarvan is EUR 2,2 miljoen afkomstig van de landelijke overheid en EUR 1,8 miljoen van de gemeente. U kent de bezuiniging van de landelijke overheid. Het is van belang daarbij in het oog te houden wat de bedoeling is van de wet, namelijk een andere aanpak dan in het verleden. De ouders krijgen, als gevolg van belastingvoordelen, zelf de mogelijkheid in te kopen. De heer Gerard noemde dat marktwerking. Dat is op verschillende manieren te beoordelen, dit betekent in elk geval een verminderende invloed van de gemeentelijke overheid. Zij heeft hiervoor minder geld nodig, maar kan wel worden aangesproken voor het werkgeversaandeel. Volgen de huidige berichten krijgen wij daarvoor EUR 300.000,-- van de landelijke overheid. De wet zal per 1 januari in werking treden en zal na enige tijd worden geëvalueerd om na te gaan of wat landelijk is bedacht ook op die manier uitwerkt.
- 91 Ik begrijp dat men de cijfers niet helder vindt en ik begrijp de vraag de raad tijdig te informeren. Dit voorstel is er mede voor bedoeld goed en degelijk toe te werken naar de invoering van de WBK. Wij hebben al een verordening. Zij geeft aan hoe wij met de kwaliteit willen omgaan. Wij hebben inderdaad nog te maken met een aantal onduidelijkheden, maar daarmee kan ik u niet echt verder helpen.
De heer Gerard: Voorzitter. Wij zijn het eens over de aanloop van het verhaal. Het grote probleem ligt in de vraag wat de directe en indirecte gevolgen zijn voor het gemeentelijke beleid ten aanzien van de Spilcentra en het integraal jeugdbeleid. Ik neem aan dat u straks niet zult komen met beslispunt 2: kaders kinderopvang, maar dat u dat ruimer zult bekijken. Dan gaat het om de vraag of wij budget hebben om kinderopvang in te kopen bij Spilcentra, voor jeugdhulpverlening, enz.. Mijn opmerkingen zijn ook bedoeld om bij de raad in de aanloop naar de Voorjaarsnota enig gevoel van urgentie op dit beleidsveld teweeg te brengen, zoals ik dat eerder al eens heb gedaan bij onderwijshuisvesting. Dit alles leidt niet tot een stem tegen het voorstel, het is onder de huidige maatschappelijke omstandigheden onontkoombaar, maar wel tot extra aandacht voor de maatschappelijke gevolgen ervan. Ik ben benieuwd naar het standpunt van GroenLinks.
Mevrouw Jacobs-van Nisselrooij: Voorzitter. Natuurlijk zijn wij ook voor dit voorstel, wij kunnen niet anders want wij worden er in feite toe gedwongen. Het zou ons veel tijd hebben gescheeld als bij de financiële gevolgen en risico's zou zijn vermeld dat zij niet zijn te overzien.
Wethouder mevrouw Mittendorff: Op het moment waarop deze cijfers in het stuk werden opgenomen, gingen wij ervan uit dat dat de uiteindelijke cijfers zouden zijn. In de loop van de ontwikkeling van de wet is gebleken dat wij nog met veranderingen rekening moeten houden. Dat onderstreept nog eens de zorg van de heer Gerard. In het vervolg zal ik, als er nog veranderingen kunnen optreden, dat melden.
- 92 Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
VIII.5 Voorstel betreffende advisering over aanwijzing van het voormalig Philips Natuurkundig Laboratorium aan de Kastanjelaan/Schootsestraat als rijksmonument. (voorstel 04.R703.001).
De Voorzitter: De SP-fractie zal hierop een amendement indienen dat luidt: "De ondergetekende, lid van de raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 januari 2004 inzake advisering over aanwijzing voormalig Philips Natlab aan de Kastanjelaan/Schootsestraat als rijksmonument; gehoord de ter zake gevoerde discussie in de vergadering van 8 maart 2004; stelt voor het ontwerpbesluit, behorend bij voormeld voorstel, te wijzigen als volgt: in de beslispunt 1 'mits de aanwijzing ingaat nadat ... vergunning is verleend' vervangen door 'de aanwijzing op zo kort mogelijke termijn ingaat'."
De heer Gerard: Voorzitter. In de commissie is hierover al langdurig gesproken. Nu het mogelijk is minstens een deel van het Natlab aan te wijzen als rijksmonument willen wij dat het een zo groot mogelijk deel zal zijn en dat het zo goed mogelijk wordt veiliggesteld. Na raadpleging van deskundigen menen wij dat de bescherming als rijksmonument sterker is dan de voorbescherming die blijft bestaan als de gemeente haar aanvraag uitstelt. Voor een rijksmonument ligt de toetsing bij het rijk, terwijl de toetsing bij de gemeente ligt zo lang het gebouw nog niet als rijksmonument is aangewezen. Gezien de enorme financiële belangen zou het mij iets waard zijn als de beveiliging van het monumentale karakter wat verder van de gemeente af zou liggen. Het amendement is daarop gericht.
Wethouder Van der Grinten: Voorzitter. In februari 2002 heeft de raad bij de vaststelling van het masterplan Strijp S besloten tot sloop van het Natlab. Gelukkig zijn de ontwikkelingen verder
- 93 gegaan en inmiddels is het de intentie van het college en van de ontwikkelaar de waardevolste delen te behouden. Dat is vastgelegd in een convenant tussen partijen. Als het al een rijksmonument zou zijn, zou de adviesprocedure zwaarder zijn, het is dan ook gemakkelijker de monumentenstatus aan te vragen als het definitieve bouwplan is goedgekeurd. Gezien het feit dat alle betrokken partners het met elkaar eens zijn, acht het college het niet nodig de positie van het monument op dit moment te versterken. Ik adviseer dan ook het amendement niet aan te nemen.
De heer Gerard: De wethouder verwijst naar het convenant dat grossiert in boterzachte termen, waar wij niets aan hebben. De looptijd ervan is twee jaar in een proces dat vijftien jaar zal duren. Er staat bij dat het niet in rechte afdwingbaar is, het bevat vluchttermen als 'beoogd wordt' en 'streven naar behoud'. Er wordt gesproken over essentiële kwaliteiten, wat meteen de vraag oproept wie dat beoordeelt. Vaagheid is troef, als beschermingsmiddel hebben wij niets aan dit convenant. Het bevat goede bedoelingen en niet meer, het overleeft geen zware economische aanslagen. Daarom vraag ik de leden van de raad het amendement te steunen. Wie het goed meent met het monumentale karakter van het Natlab zou voor moeten stemmen.
De heer Van Bussel: Voorzitter. Als wij 2002 virtueel zouden doortrekken, zou er al geen Natlab meer zijn. Als gevolg daarvan krijgt het college enig krediet waar het gaat om de voortgezette bescherming van het pand. Overigens heeft de wethouder niet duidelijk gemaakt wat er tegen zou zijn de normale bescherming te laten doorgaan. Hij acht het niet nodig, maar welke schade ontstaat als de bescherming gewoon doorgaat? Zijn er wellicht bureaucratische belemmeringen en beslommeringen. Waar zit de pijn? Ik had gehoopt dat de wethouder daarover meer duidelijkheid zou geven, zodat wij hem het voordeel van de twijfel zouden kunnen geven in de overtuiging dat de bescherming bij hem in goede handen is. Hij zou toch iets duidelijker over de brug moeten komen.
De heer Burema: Voorzitter. Baat het niet, dan schaadt het niet. Het amendement lijkt mij bepaald zinvol.
- 94 De heer Verhaegh: Voorzitter. Het Natlab is bescherming waard. Ik herinner mij dat het vorige college bij de ontwikkeling van Strijp S voetstoots aannam dat het Natlab eraan zou moeten geloven, nu is het gelukkig anders. Het pleit voor het college dat de wethouder van stadsontwikkeling zich er sterk voor heeft gemaakt, dat getuigt van een andere opstelling op dit gebied dan het vorige college liet zien. Ik sta in dubio bij het amendement. Het draagt het karakter van een motie die een gebrek aan vertrouwen in het college uitspreekt, daar staat tegenover dat ik niet het risico wil lopen dat het Natlab, wellicht door een vergissing, helemaal tegen de vlakte gaat. Ik heb dan ook de vraag wat er tegen zou zijn het amendement aan te nemen. Als er geen bezwaren zijn, kan het worden aangenomen of zou het college het kunnen overnemen.
De heer De Schepper: Voorzitter. Kenmerkend bij dit agendapunt is dat het college nog eens heel actief heeft gezocht naar mogelijkheden om het Natlab of een deel ervan te behouden, waar het vorige college in een overigens prima plan tot de conclusie was gekomen dat dat niet haalbaar was. Door hard aan dit onderwerp te sleuren, omdat veel partijen in de stad en in de raad, waaronder D66, het verrekkens jammer vonden dat het Natlab zou verdwijnen, is het gelukt het plan aan te passen, waardoor belangrijke stukken van het gebouw kunnen worden behouden. Het is denkbaar dat men, als verder wordt gewerkt aan Strijp S, nog een beetje zal moeten sleutelen, maar er is niet vreselijk veel reden om dat te veronderstellen. Tegen de achtergrond van het feit dat het college in afwijking van een eerder plan een mogelijkheid heeft gezocht en gevonden om zo veel mogelijk van het Natlab te behouden, is het niet logisch om, als het college inzet op bescherming, voor de zekerheid een andere weg voor bescherming te kiezen. De conclusie is logisch dat de bescherming bij dit college in goede handen is, dan behoeven wij het niet opnieuw te regelen. Wij zullen het amendement dus niet steunen.
Mevrouw Breuers: Voorzitter. In de commissie hebben wij uitvoerig gesproken over de vraag of het amendement al dan niet zinnig is. Wij zijn overtuigd door de goede intenties van de raad en zeker ook van het college. Wij hebben begrepen dat het amendement enige flexibiliteit, die wij nu nog willen handhaven, uit de plannen kan halen. Daarom zijn wij tegen dit amendement.
- 95 -
Wethouder Van der Grinten: Voorzitter. Als wij van het te behouden deel nu een monument maken, geldt daarvoor een zwaardere adviesprocedure. Dat staat in het stuk en ik heb er in eerste termijn ook op gewezen. In de commissie heb ik de hoop uitgesproken dat de raad het college vertrouwt, het is onze intentie de waardevolste delen te behouden. Een monument is pas goed in stand te houden als wij er een bestemming voor hebben en in verband daarmee hebben wij nog enige speling nodig. Verder kan ik niet gaan. Het is gemakkelijker om pas de monumentenstatus aan te vragen als wij het hele plan hebben. De heer Verhaegh: Ik heb mij door de wethouder laten overtuigen, het college krijgt het voordeel van de twijfel.
De heer Van Bussel: De wethouder heeft precies aangegeven waar bij ons de schoen knelde. Wij sluiten ons aan bij GroenLinks, D66 en Liberaal Eindhoven.
De heer Leenders: Wij hebben in de commissie al vertrouwen uitgesproken. Wij wijzen het amendement af.
Het amendement wordt bij handopsteken verworpen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel besloten. Zie besluit nr.
IX.
Raadsvoorhangbrieven.
geen.
X.
Raadsinformatiebrieven.
De raadsinformatiebrieven worden voor kennisgeving aangenomen.
- 96 -
XI.
Ingekomen stukken.
A1 t/m A9.
De heer Verhaegh: Onder A2 is een kopie van een brief aan u opgenomen. Ik begrijp dat wij hem voor kennisgeving kunnen aannemen, de vraag is of u er wel iets mee doet. Het gaat om een klacht en ik meen dat het college niet kan volstaan met klachten voor kennisgeving aan te nemen.
De Voorzitter: Voor de klachtenbehandeling bestaat een procedure. De brief wordt in dat traject in behandeling genomen.
De heer Verhaegh: Zou het dan niet goed zijn de afzenders daarvan mededeling te doen?
De Voorzitter: Dat kunt u gerust aan de burgemeester overlaten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken onder A1 t/m A9 voor kennisgeving aan te nemen.
B1 t/m B3.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken onder B1 t/m B3 in handen te stellen van burgemeester en wethouders en te doen betrekken bij de inspraakreacties rond de cultuurvisie.
C1.
- 97 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het stuk onder C1 in handen te stellen van burgemeester en wethouders en te doen betrekken bij de inspraakprocedure 18 septemberplein.
D1.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het stuk onder D1 in handen te stellen van de griffier en opdracht te geven hem namens de raad te beantwoorden.
E1 en E2.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken onder E1 en E2 ter afdoening in handen te stellen van burgemeester en wethouders.
F1.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het stuk onder F1 ter afdoening in handen te stellen van burgemeester en wethouders met het verzoek een reactie voor te bereiden ten behoeve van de raadscommissie Sociale Pijler.
G1 t/m G4.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken onder G1 t/m G4 te betrekken bij agendapunt VI.1.
H1.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het stuk onder H1 in handen te stellen van de commissie voor bezwaar en ombudszaken.
- 98 -
J1.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten het stuk onder J1 in handen te stellen van burgemeester en wethouders met het verzoek de beleidsuitgangspunten van de adviescommissie te betrekken bij de verdere ontwikkeling van het seniorenbeleid. XII.
Afscheid van de heer mr. M.C.J. de Schepper als lid van de gemeenteraad.
De Voorzitter: Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om een enkele opmerking te maken bij dit voor ons ietwat verrassende slot van een carrière van een raadslid wiens manier van interrumperen voor een voorzitter een schoolvoorbeeld is van de manier waarop het moet. Wat wil een voorzitter nog meer dan dat wordt gevraagd 'Mijnheer de voorzitter, mag ik een interruptie plaatsen?" Mooier kan het niet, het lijkt dat de voorzitter 'neen' kan zeggen. Namens ons allen spreek ik zeer veel waardering uit voor wat u als raadslid voor de gemeente Eindhoven hebt gedaan. Dat is niet zomaar een cliché, wij hebben elkaar nu een half jaar meegemaakt en ik kan dus ook een beetje op grond van eigen waarneming oordelen over de samenwerking die wij hebben gehad. Ik heb haar steeds ervaren als bijzonder constructief en zeer inhoudelijk, als gedegen en zeer attent. Sommigen realiseren zich het misschien niet helemaal, maar een goed debat met goede interrupties zijn de jeux van de democratie. Ik heb in u een debater ervaren die Eindhoven zal missen, waarom gaat u in vredesnaam verhuizen? Wij praten niet meer over herindeling, wat u als een groot onheil beschouwde omdat u, als zij zou zijn geregeld, gewoon had kunnen blijven, maar het is anders gegaan. Daardoor noodzaakt u ons deze welgemeende woorden tot u te spreken. Ik heb mij eens laten vertellen dat u er niet voor schroomde soms een verrassend pleidooi te houden, raadsleden zullen zich pleidooien herinneren voor het maken van foto's in het kader van de wegsleepregeling. U maakte er een punt van, alsof het het hoofdpunt van een begrotingsdiscussie was. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat het niet is gelukt zoals u het zich voorstelde. Ik weet niet of het u spijt, ik vind dat men nooit spijt moet hebben van wat men als
- 99 raadslid heeft gedaan. In het openbaar leert men als men durft, als men het debat aangaat ten behoeve van de stad. Een foutje hoort bij het spel, het maakt iemand scherper en sterker. Zeer veel dank, ook voor de plezierige contacten en de persoonlijke warmte. Het ga u goed. Vanavond bij de Genneper Parken was u er nog helemaal, alsof u niet zoudt weggaan. Wij zien u ongetwijfeld terug in de politiek. Vervolgens biedt de voorzitter de heer De Schepper een geschenk aan.
De heer De Schepper: Voorzitter. Het spijt mij erg dat ik nu het woord moet voeren bij mijn afscheid. De herindelingsdiscussie is voorbij, ik zou als raadslid dat naar Waalre verhuist er niet op willen aandringen de herindeling te regelen, ik heb ook in Waalre vrienden. Wie in Waalre opgroeit, groeit ook in Eindhoven op. Ik ging hier naar het zwembad of de bioscoop, mijn ouders, die vanavond op de tribune zitten, zijn in Eindhoven opgegroeid. Ik ben hier naar school gegaan, enkele docenten van het Joriscollege zullen zich misschien herinneren dat ik heel veel aan hen heb te danken. Het was voor mij dan ook een grote eer aan Eindhoven te kunnen werken en bij te dragen aan het algemeen belang. Ik beschouw dat als een groot privilege en de kiezers die dat mogelijk hebben gemaakt, wil ik daarvoor dan ook bedanken. Het was spannend bij de verkiezingen, D66 kreeg er warempel een zetel bij. Dat was in de toenmalige politieke situatie niet vanzelfsprekend. Dat vertrouwen vraagt een verantwoording, want ik neem voortijdig afscheid en iemand stelt zich niet zomaar verkiesbaar. Toen ik mij verkiesbaar stelde, stond in Den Haag vast dat de herindeling zou doorgaan. In ieder geval stond vast dat een herindeling zou plaatsvinden, waarin Waalre waarschijnlijk betrokken zou zijn. In dat geval zou ik herkiesbaar kunnen zijn, ik mocht in elk geval verwachten dat ik mijn termijn, die door de verkiezingen bij de herindeling twee jaar zou duren, zou kunnen afmaken. Toen Pim Fortuin opkwam, werden de politieke kaarten opnieuw geschud. Ik stond op de lijst en toen het gebeurde zat ik zelfs al in de raad. Ik ga nu terug naar de plek waar ik opgroeide aan de Dommel, de verbouwingswerkzaamheden zijn al heel ver. Ik neem nu afscheid omdat mijn waarschijnlijke opvolger Ricardo Kamperveen dan mooi de behandeling van de Voorjaarsnota kan meemaken, wat een goede gelegenheid is om meteen
- 100 goed in het politieke spel te komen. Het is voor mij jammer, maar afscheid nemen doet verdriet, ook als het maand later gebeurt. Eindhoven is een stad die het verdient dat wij de schouders eronder zetten. Helaas is het aantal Eindhovenaren, dat dat via de raad wil doen, heel beperkt. Dat was voor mij een reden om het wel te willen doen. Het aantal talentvolle Eindhovenaren dat niet bereid is zich in de politiek beschikbaar te stellen, is groot en dat is jammer. Hoewel de afwegingen steeds heel begrijpelijk zijn, is het jammer. Als mensen het niet meer als een eer beschouwen zich in te zetten voor het algemeen belang en dus voor de politiek, betaalt de stad daarvoor de prijs. Ik roep dan ook alle Eindhovenaren van harte op zich voor Eindhoven in te zetten, via vrijwilligerswerk, waarin wij handen tekort komen, en via de politiek. Mensen mogen zich best afvragen of wij het hier in de raad niet beter kunnen doen, maar ik zou hen de vraag willen tegenwerpen waarom zij niet hier op de tribune zitten. Als zij dan vinden dat het beter kan, hoort men het hier graag. Naarmate meer mensen bereid zijn zich in te zetten voor het algemeen belang, zal de stad meer groeien. Iedereen heeft daarin een eigen weg, het vrijwilligerswerk kan veel mensen gebruiken, het draagt de stad voor een groot deel. Ook de politiek heeft daarin een rol. De mensen die hier aanwezig zijn, zou ik willen vragen te stoeien om vooraan op een lijst te komen. Ik zou de Eindhovenaren willen vragen na te denken over de vraag 'what can you do for your town?', Eindhoven heeft u nodig. Ik zal zien of ik als Waalrese jongen samen met Nuenen, Veldhoven en Son kan bereiken dat wij Eindhoven annexeren, zodat de ontwikkelingen die hier plaatsvinden en die van grote invloed zijn op de dorpen in de omgeving mede door hen kunnen worden gestuurd. Een afscheid is een goed moment om een tussenbalans op te maken. Veel Eindhovenaren oordelen hard over onze stad als het gaat om inrichting en sfeer. De openbare ruimte was het thema van D66 bij de verkiezingen. Wij wilden van een stad met winkels naar een stad met ballen, een ietwat provocerende slogan die precies duidelijk maakt waarop wij willen sturen. Eindhoven kreeg een wethouder met ballen en dat is voor een vrouw bijzonder, maar wij hebben dat in onze stad nodig: hartstochtelijk en actief sturen op de ruimtelijke ontwikkeling van de stad en de functies die daarin een plek moeten vinden. Dat D66 daaraan een bijdrage mag leveren, doet mij heel veel plezier. Ik vind het jammer om weg te gaan, want ik zou mij er nog uitgebreid mee willen bemoeien. Ik stel wel vast dat de Boschdijk eindelijk gewoon is verbouwd, zoals lang geleden was beloofd, dat
- 101 voor het eerst in vele jaren de targets bij de bouw van sociale woningen zijn gehaald en dat hierin een slag wordt gemaakt. De afschaffing van de 10%-regeling, die handhaving bij het ontstaan van overlast bemoeilijkte en het sociale probleem van de woningnood onder jonge mensen, die de stad hard nodig heeft, niet tegenging, was mij ook een pak van hart. Toch zijn wij er nog niet. De voortvarendheid waarmee wethouder Mittendorff de Spilcentra inhoudelijk vorm heeft gegeven, stemt tot grote dankbaarheid. Het is knap allerlei bureaucratische regelingen op hun merites te bekijken, een verordening te ontwerpen en de Minister ervan te overtuigen dat al die verschillende wetten onder de loep moeten worden genomen en dat Eindhoven een voortrekkersrol moet worden gegund. Het is heel belangrijk, niet alleen voor onze stad. Ook het taalonderwijs en het diversiteitsbeleid gingen mij aan het hart. Het moment waarop ik ontdekte dat veel Eindhovenaren Nederlands willen leren, maar de kans niet krijgen, kan ik mij nog heel goed herinneren. Ik was er toen erg boos over. Vandaag hebben wij een besluit mogen nemen dat in de goede richting gaat, maar wij zijn er nog niet. De raad zal er verder vorm aan moeten geven. Het idee van de heer Vestjens hierop eens een verkenning te doen, is heel goed. Verder zal ik het als toeschouwer moeten toejuichen. Ik neem met veel spijt afscheid van het raadswerk dat ik met hartstocht heb gedaan. Inhoud en argumenten waren daarbij voor mij belangrijker dan de vraag welke partij ermee kwam. Ook in de commissie heb ik van voorzitters de ruimte gekregen om inhoudelijke ideeën neer te zetten en ik begin te ontdekken hoe ik dat zo kort mogelijk kan doen. Ik ben heel dankbaar voor het geduld dat men met mij heeft gehad. Je doet het nooit alleen! Ik heb veel waardering gekregen voor mijn mede-raadsleden, voor Gaby van den Biggelaar die steeds heel correct inhoudelijk kan aanwijzen waarom het gaat, voor Bernhard Gerard met zijn ongelofelijke dossierkennis, voor Marcel van Bussel met zijn warme hart voor de stad, voor de eloquentie van de heren Schut en Van Kerkwijk en voor anderen. Mijn fractiegenoot Loek van Dootingh ben ik veel dank verschuldigd. Wij hebben heerlijk samengewerkt, de manier waarop zij steeds de stad in dook was bewonderenswaardig. Mijn tekortkomingen zijn in mijn fractie goed bekend, maar als team vulden wij elkaar goed aan. Wij waren een goed team. Ik dank dan ook Fred Dijsselbloem, ik had veel drang toen ik in de raad kwam en hij heeft mij daarvoor heel liberaal veel ruimte gegeven. Het lijkt vanzelfsprekend, maar
- 102 het is wel eens zoeken. Hij was daarnaast ook een coach, als ik mij afvroeg hoe ik iets over het voetlicht moest brengen dan wel of iets een handige insteek zou zijn. Het is fijn van gedachten te kunnen wisselen over de vraag hoe je iets aanpakt. Ik dank ook het fractieteam van D66 dat mede dank zij de heer Dijsselbloem in de afgelopen periode goed van de grond is gekomen. Wij zitten hier met ons drieën, maar in het fractieoverleg nemen negen personen deel die met veel goede ideeën komen. Ik noem als voorbeeld de heer Mares die ons uitlegde dat wij op inkoopbeleid zouden moeten sturen. Het leek mij nogal abstract, toen wij met voorstellen daarvoor kwamen, vond de wethouder het nogal spannend, maar met steun van de VVD kwam het onderwerp op de agenda van de Rekenkamercommissie. Nu vindt iedereen het terecht dat dit onderwerp veel aandacht krijgt. De eerste kaders zijn bepaald, maar het inkoopbeleid is niet van de agenda. Wij wachten met belangstelling op het college, er zullen verbeteringen moeten worden doorgevoerd en als nadere kaders worden gesteld zullen wij dualistisch optreden. Geef een kader en vertrouwen mee, maar controleer kritisch. Ik noemde de heer Mares, dat illustreert de kwaliteitsimpuls die ontstaat als wij een grote groep Eindhovenaren en partijleden actief kunnen betrekken bij de Eindhovense politiek. Voor de verkiezingen was een aantal grote partijen er niet voor niet-raadsleden in de commissie te laten deelnemen. Ik ben het met de heer Janssen eens als hij aanvoert dat mensen er niet zomaar in- en uit moeten springen, maar het betekent wel een kwaliteitsimpuls. Ik denk aan de heer Oosterveer die zich door activiteiten in de commissie goed heeft kunnen voorbereiden. Het is plezierig te zien dat iemand, die zich heeft ingezet in de commissie, vervolgens ingewerkt in de raad komt. Ik hoop dat die aanpak ook na de komende verkiezingen zal blijven. Raadsleden worden af en toe ietwat karikaturaal afgeschilderd, maar hier lopen zeer veel geëngageerde mensen rond, met een brede belevingswereld, die hun manier zoeken om aan de stad te sleuren en te trekken. Ik vind het leuk om een cadeau te krijgen, maar ik heb samen met Henk van Dijk -- weliswaar van een andere partij, maar het ligt aan de mensen, niet aan de partijen -- een gedichten- en beeldenbundel gemaakt van en voor raads- en collegeleden. Ik zal er een gedicht uit voorlezen en u verder veel succes wensen bij daadkrachtig werken aan een goede stad. Watergevecht. Mijn heerlijkste dag is, denk ik, zo'n zomerdag
- 103 ik juichte toen ik zuslief voorbij rennen zag ik gooide mijn emmer water leeg uit alle macht dat trof, dat had zij niet verwacht. later genoot zij haar zoet wraak, zij zwiepte met een petfles en het was raak daarna werd vader gepakt met een plantenspuit hij dacht na en rolde de tuinslang uit mijn broer met een gieter was snel nat hij trok mij de Dommel in, de rat. wij beloofden plechtig vrede, maar logen en gaven elkaar net genoeg tijd om te drogen met de zinderende zon als bondgenoot werd zo tot de frieten doorgekloot. Daarna gingen wij uitgebreid in bad. (applaus).
De Voorzitter: Ik sluit de vergadering. (22.02 uur).