Voorjaarsnota 2012
1
Inhoud 1.
Inleiding .....................................................................................................................................................3 1.1 Waar komen we vandaan? ..........................................................................................................3 1.2 Wat hebben we bereikt? .............................................................................................................4 1.3 Wat komt er nu op ons af? .........................................................................................................5 1.4 Vervolg op begroting 2012..........................................................................................................6 1.5 Leeswijzer .......................................................................................................................................6 2. Financiële uitgangspositie ......................................................................................................................7 2.1 Wat was ons perspectief bij de begroting 2012? ...................................................................7 2.2 Welk perspectief hebben we als basis voor de voorjaarsnota 2012? ...............................7 2.3 Hoe is het verloop van de algemene reserve als basis voor de voorjaarsnota 2012?...8 2.4 Welke risico’s verwachten we?..................................................................................................9 2.5 Monitor ombuigingen ................................................................................................................ 11 3. Investeren en Compenseren............................................................................................................. 13 3.1 Inleiding ......................................................................................................................................... 13 3.2 Uitwerking van thema’s uit de voorjaarsnota 2011............................................................ 14 3.3 Investerings- en compensatieagenda ...................................................................................... 16 4. Financieel perspectief.......................................................................................................................... 20 4.1 Welke maatregelen nemen we om de risico’s en aanmeldingen te compenseren?.... 20 4.2 Welk perspectief hebben we na de risico’s en aanmeldingen? ........................................ 22 4.3 Hoe is het verloop van de algemene reserve na de risico’s en aanmeldingen? ........... 23 Bijlage 1: Monitor Ombuigingen ................................................................................................................ 25
2
1. Inleiding Deze voorjaarsnota komt op een belangrijk moment. Belangrijk omdat op dit moment de onderhandelingen in het Catshuis afgebroken zijn en het kabinet haar ontslag heeft ingediend. Onzeker blijft nu welke maatregelen in de Rijksbegroting voor 2013 worden opgenomen en wat de gevolgen hiervan zijn voor onze gemeentebegroting. Belangrijk vanwege het feit dat we precies op het midden in de zittingsperiode van dit gemeentebestuur zijn. Zowel raad als college zijn op het midden van hun termijn. Een moment om te kijken waar Doetinchem nu staat. Een moment om terug te kijken en vooruit te kijken. En een moment om de keuzes die we hebben gemaakt aan te scherpen. Onze keuzes beginnen met het coalitieprogramma, waarin het college heeft aangegeven welke ambities zij in de periode van 2010-2014 willen realiseren. De economische crisis met gevolgen voor de grondexploitaties, de oplopende kosten in het sociale domein en de kortingen vanuit het rijk vroegen om een intensief ombuigingentraject. College en raad zijn dit ombuigingentraject begonnen door heel fundamenteel te kijken naar de taken en functies die de gemeente had en zou moeten hebben.
1.1 Waar komen we vandaan? De Trendnota 2010 biedt hiervoor een theoretisch kader. De overheid is de laatste decennia gegroeid en is met de ontwikkeling van de verzorgingsstaat steeds meer verantwoordelijkheden van haar inwoners en sociale netwerken gaan overnemen. Om een fundamentele kerntakendiscussie te kunnen voeren hebben we een drietal pijlers opgesteld. Deze vormen de kern bij het bekijken van het basisniveau dat wij op alle onderdelen zien voor Doetinchem. Of er iets af kan, of eigenlijk iets bij moet, is afhankelijk van de volgende pijlers. Eigen verantwoordelijkheid en gerichte solidariteit Tegengaan van ingewikkeldheid Toekomstvaste keuzes We geven richting aan de uitwerking van deze pijlers in de ombuigingen met een aantal uitgangspunten. We doen dit door slimme verbindingen te maken. Niet voor iedereen hetzelfde, maar afhankelijk van behoefte, dus specifiek. We willen dit dichtbij de mensen organiseren, nabij en gebiedsgericht. Een laatste belangrijk uitgangspunt is dat het een bijdrage moet leveren aan de economie. In de voorjaarsnota 2011 hebben we hier een uitwerking aan gegeven. Wat betekenen deze uitgangspunten nu voor wat wij zien als de basistaken voor de gemeente? Wat is het minimum aan kwaliteit voor onze stad? Waar kan nog iets af en waar moeten we juist iets investeren? Met deze Voorjaarsnota heeft de raad vastgesteld wat de Doetinchemse basis nu eigenlijk is. Op welke onderdelen deze sterk genoeg is en waar wat weggehaald kan worden, en op welke onderdelen we moeten investeren. We zijn tot deze uitwerking gekomen door voor alle taken van de gemeente opnieuw te kijken of we nog steeds vinden dat de uitvoering hiervan echt van ons is. Zijn dit dingen die alleen de gemeente Doetinchem kan doen of kunnen inwoners of instellingen dit eigenlijk beter of goedkoper zelf doen? 3
Met de voorjaarsnota 2011 hebben we een ombuigingenpakket van € 13,5 miljoen vastgesteld. Hierin zijn de financiële gevolgen van de crisis op de grondexploitaties opgelost en is in totaal voor bijna € 4 miljoen aan korting op de ambtelijke organisatie gehaald. Daarnaast hebben we de eerste ombuigingen gerealiseerd op onder andere cultuur, de bijdragen aan GGD, Regio Achterhoek, budget peuterspeelzalen en op verkeer. Dit is allemaal vertaald in de begroting van 2012. Het realiseren van het totale ombuigingenpakket loopt door t/m 2015.
1.2 Wat hebben we bereikt? Naast ombuigingen hebben we in ons coalitieprogramma 2010-2014 ook duidelijk gemaakt waar we voor staan als lokale overheid en wat we willen bereiken. In het coalitieprogramma hebben we de basis gelegd om te komen tot een nieuwe koers op basis waarvan we de ombuigingendiscussie hebben gevoerd met partijen in de Doetinchemse samenleving. We wilden afmaken waar we aan begonnen waren en vonden dat nog niet overal het basisniveau op orde was. Hieronder vermelden we in een korte opsomming een deel van de resultaten van de afgelopen twee jaar. In onze jaarverslagen over 2010 en 2011 staat de volledige terugmelding van onze activiteiten in de huidige bestuursperiode. Zo hebben we geïnvesteerd in het winkelcentrum, door het aantrekkelijker maken van de straten en het starten met het opknappen van het gebied de Veentjes. Met de IG&D zijn we een pilot gestart om sociaal economische afspraken tussen gemeente en ondernemers tot uitvoering te brengen. We hebben het Werkplein Doetinchem gerealiseerd waar de afdeling werk & inkomen van de gemeente Doetinchem, UWV WERKbedrijf, het jongerenloket Jouw Unit en het Werkgeversservicepunt onder één dak gevestigd zijn. We hebben ingezet op een versterkt gevoel van veiligheid in Doetinchem door meer in te zetten op zichtbaarheid van handhaving. Het wijkwachten project is structureel gemaakt, en wordt een gezamenlijke organisatie met het nachtwachtenproject en het wijkveiligheidsteam. Het integraal handhavingsplan brengt zichtbaarheid, overleg, samenwerking en betrouwbaarheid samen. Op het regionale A18 bedrijvenpark hebben we de eerste kavels verkocht. In regioverband hebben we afspraken gemaakt om gezamenlijk te komen tot het bouwen van minder woningen in verband met de demografische ontwikkeling in de regio Achterhoek. We zijn gestart met de bouw van betaalbare starterswoningen. We hebben het herstructureringsproject Oosseld afgerond, woningbouwprojecten Loo- kwartier en de Veemarkt opgeleverd en in de dorpen Wehl en Gaanderen is gestart met respectievelijk Heideslag en het Pelgrimterrein. Op het gebied van mobiliteit hebben we het bestemmingsplan Oostelijke randweg vastgesteld en de provinciale bijdrage veilig gesteld. We hebben een nut- en noodzaakstudie westelijke randweg gedaan en de nodige verkeersmaatregelen in Doetinchem noord uitgevoerd, na een intensief proces met de bewoners hierover. Op 21 mei 2011 hebben we de Ruimzichtlaan geopend en inmiddels hebben we in Doetinchem ook een parkeerroute informatiesysteem. Bestuurlijk is de afgelopen periode geïnvesteerd in een sterkere samenwerking binnen de Regio Achterhoek. Zo is de Regio Achterhoek Agenda 2020 vastgesteld en is landelijk veel aandacht voor de manier van samenwerking binnen de Achterhoek. Bijzonder daarin is de nauwe samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers. 4
We hebben besloten een jongerencentrum te realiseren in De Gruitpoort. Hierdoor hebben we een slimme verbinding gemaakt tussen cultuur en jeugd en tussen het realiseren van voorzieningen en de opdracht om te bezuinigen. Op het gebied van jeugd is verder in alle dorpen en wijken een CJG gerealiseerd. Dit CJG is ook digitaal beschikbaar. Om al in een vroeg stadium bij te kunnen sturen wanneer kinderen onvoldoende bagage hebben, is vroeg schoolse educatie als speerpunt benoemd en is nieuw peuterspeelzaalbeleid vastgesteld. Cultuurhistorie en cultuur hebben we met elkaar verbonden door de nieuwe invulling van ’t Brewinc met de bibliotheek en het Oude postkantoor met het stadsmuseum. Met sportverenigingen hebben we het Sportservicepunt in de lucht gebracht. Hiermee helpen we sportverenigingen hun essentiële rol in de binding van de samenleving te kunnen blijven vervullen. We zijn gestart met de uitwerking van Wijkwerk nieuwe stijl. Hier wordt zorg en welzijn in de buurt beter verbonden waardoor mensen met minder hulpverleners te maken krijgen. Bovendien wordt hiermee een bezuiniging gehaald. Met zeer strakke sturing zijn de financiën van de WMO weer onder controle gebracht. Er is een flink aantal beheersmaatregelen genomen, daarmee zijn alle budgetoverschrijdingen ongedaan gemaakt. Vanuit onze regionale verantwoordelijkheid hebben we een opvangvoorziening gerealiseerd voor dak- en thuislozen. We hebben hiervoor een veiligheidsanalyse gedaan en een beheersplan opgesteld. Medewerkers van de gemeente werken voor het grootste deel weer op één locatie. Bijna iedereen is naar het vernieuwde stadhuis teruggekeerd. Volgens de principes van het nieuwe werken wordt papierloos gewerkt, op flexibele werkplekken.
1.3 Wat komt er nu op ons af? Deze begroting is het uitgangspunt, zowel financieel als inhoudelijk. Toch verwachten we een aantal nieuwe ontwikkelingen en risico’s die van invloed zijn op onze begroting, ook zonder dat we hierin beleidsinhoudelijke keuzes kunnen maken. Verwerking van de september- en decembercirculaire leidt al tot een uitgangspositie waarin we licht moeten bijsturen om het financieel meerjarenperspectief sluitend te krijgen. Door de recente val van het kabinet en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen in september 2012 is er veel onzekerheid over diverse aangekondigde rijksmaatregelen en de (financiële) consequenties daarvan. Zo lijkt de kans groot dat de invoering van de Wet Werken naar Vermogen en de overheveling van de AWBZ een jaar worden uitgesteld. De afspraken zoals zijn gemaakt door de samenwerkende fracties in het Kunduz- akkoord zijn vertaald in het Stabiliteitsprogramma Nederland (april 2012). Voor zover we nu weten hebben we met deze Voorjaarsnota voldoende gereserveerd om dit te kunnen opvangen voor de komende jaren. Decentralisaties Een andere belangrijke ontwikkeling het komende jaar is de komst van de decentralisaties. In 2013 komen zowel de decentralisatie van de AWBZ als de WWnV naar gemeenten toe. De jeugdzorg komt per 2015. Rondom de WWnV wordt overigens nog wel een lobby gevoerd vanuit de VNG en het PMG om deze per 2014 over te laten komen. De decentralisaties hebben grote gevolgen voor onze gemeentebegroting. We verwachten een toename met ruim € 25 miljoen. Maar vooral hebben de decentralisaties grote gevolgen voor onze inwoners. 5
1.4 Vervolg op begroting 2012 Met het ombuigingentraject willen we op onderdelen echt een andere manier van denken en doen bereiken. Binnen het gemeentebestuur, met onze partners, de gemeentelijke organisatie en onze inwoners. Er is tijd voor nodig samen te bepalen hoe deze nieuwe koers er precies uitziet, en wat de gevolgen zijn van de keuzes die we maken. Voor Wijkwerk nieuwe stijl en het Strategisch Personeelsplan (SPP) was het bij de programmabegroting 2012 nog te vroeg om al een concrete uitwerking te geven. Beiden kennen ook een eigen besluitvormingtraject en zijn in verschillende fasen van uitwerking. Wijkwerk Nieuwe Stijl is in voorbereiding, binnenkort wordt getart met het Wijkbedrijf. De raad heeft met het vaststellen van de kaders voor het SPP vijf strategische uitgangspunten benoemd voor de organisatie. Hieraan wordt door college en gemeenteraad gezamenlijk invulling gegeven in de periode tot augustus 2012. Hiervoor wordt een raadswerkgroep ingesteld.
1.5 Leeswijzer In de inleiding keken we kort terug op de afgelopen twee jaar. Wat hebben we gedaan, welke keuzes hebben we gemaakt en wat betekent dat voor de stad op dit moment? In het tweede hoofdstuk vindt u onze financiële uitgangspositie na de verwerking van de decembercirculaire en een analyse van de risico’s en ontwikkelingen die we verwachten. Hier vindt u ook een overzicht van de monitor van de ombuigingen. Het derde hoofdstuk bevat de compensaties en investeringen die we willen en moeten doen. Hier wordt ook uitwerking gegeven aan een aantal inhoudelijke onderwerpen vanuit de begroting 2012. Dit gaat om de strategische thema’s, het sociaal economisch contract en Welzijn nieuwe stijl in relatie tot het cWc en de decentralisaties. Het laatste hoofdstuk geeft een overzicht van het financieel meerjarenperspectief. In bijlage 1 vindt u de wijzigingen ten opzichte van de monitor ombuigingen zoals deze in de Programmabegroting 2012 is opgenomen. Hier vindt u dus alle verschillen.
6
2. Financiële uitgangspositie 2.1 Wat was ons perspectief bij de begroting 2012? Bij de programmabegroting 2012 heeft de raad het financieel meerjarenperspectief 2011-2015 vastgesteld. U leest dat op blz. 28 van boek 1 en op blz. 22 van boek 2 van de begroting 2012. Dat perspectief zag er als volgt uit: Meerjarenperspectief Doetinchem (bedragen x € 1.000)
2011
Totaal structureel saldo begroting
2012
233
Saldo begroting t.g.v./t.l.v. algemene reserve Tabel 2.1
-5.137
75
-1.186
2013
2014
2015
317
966
754
423
1.072
362
Hoe was het verloop van de algemene reserve in de begroting 2012? Op basis van het hierboven genoemde perspectief is in de begroting 2012 het volgende verloop van de algemene reserve opgenomen: Prognose algemene reserve (bedragen x € 1.000)
10. afroming voor Grex (bedrag boven € 13 miljoen) Stand per 31 december
2010
2011
2012
2013
2014
2015
16.324
-5.611 13.000
-322 13.000
-5.231 13.000
-2.005 13.000
-6.587 13.000
Tabel 2.2
2.2 Welk perspectief hebben we als basis voor de voorjaarsnota 2012? De saldi over de verschillende jaren zijn inmiddels beïnvloed door met name de gevolgen van de septembercirculaire en de decembercirculaire 2011 over de Algemene uitkering van het rijk. Ook zijn enkele financieel technische mutaties gepleegd en is de jaarschijf 2016 toegevoegd. De mutaties in de algemene uitkering vormen de hoofdoorzaak van de verandering van het perspectief ten opzichte van de begroting 2012. Het leidt tot verslechtering van het structurele saldo van de begroting in de jaren 2012 (van € 75.000 voordelig naar € 412.000 nadelig) en 2013 (van € 317.000 voordelig naar € 62.000 nadelig). Vanaf 2014 zijn er slechts beperkte wijzigingen op de saldi. Meerjarenperspectief Doetinchem (bedragen x € 1.000)
Totaal structureel saldo begroting Saldo begroting t.g.v./t.l.v. algemene reserve
2012
2013
2014
2015
2016
-412
-62
1.054
847
1.931
-1.673
44
1.160
455
1.931
Tabel 2.3
Op het nadelig saldo van 2012 wordt bijgestuurd in de financiële monitoren en de jaarrekening 2012. Over de saldi van het meerjarenperspectief en de algemene reserve vanaf 2013 dient de raad via deze voorjaarsnota en later in de begroting 2013 te besluiten. We geven een korte toelichting op de ontwikkeling van de algemene uitkering. Omdat de overige mutaties beperkte invloed hebben op het perspectief lichten we die nu niet 7
afzonderlijk toe. Zoals gewoonlijk, nemen we in de begroting 2013 een uitgebreide analyse op van de blokken in het financieel meerjarenperspectief. Gevolgen september-/decembercirculaire 2011 Algemene uitkering De algemene uitkering uit het gemeentefonds stijgt en daalt mee met een vooraf bepaalde groep van uitgaven van het rijk. We noemen dat wel: samen de trap op en samen de trap af. Voor de verdeling van het gemeentefonds hanteert het rijk een aantal basisgegevens van de gemeente: aantallen inwoners, woningen, WOZ-waarden, leerlingen, etc. De som van deze ontwikkelingen zorgt ervoor dat de algemene uitkering voor onze gemeente groeit of krimpt. Deze ontwikkelingen kunnen wij als gemeente niet of nauwelijks beïnvloeden. Uit het totale bedrag waarmee de algemene uitkering groeit of krimpt moeten de gemeenten alle loon- en prijsstijgingen betalen die niet uit bijvoorbeeld leges kunnen worden gedekt. En ook de kosten van uitbreiding of gebiedsontwikkelingen. Bijvoorbeeld de infrastructuur voor een nieuwe woonwijk of bedrijventerrein. Wat dan overblijft zorgt voor nieuwe ruimte of juist voor tekorten in het financieel meerjarenperspectief van de gemeentebegroting. De septembercirculaire 2011 leidde tot nadelige gevolgen voor de uitkeringsjaren 2012 (-€ 528.000) en 2013 (-€ 319.000). Vanaf 2014 stijgt de algemene uitkering weer. De decembercirculaire 2011 leidt tot een eenmalig voordeel in 2012 van € 71.000. De gevolgen van de september- en decembercirculaire zijn verwerkt in het financieel meerjarenperspectief en in de algemene reserve.
2.3 Hoe is het verloop van de algemene reserve als basis voor de voorjaarsnota 2012? Het nieuwe perspectief beïnvloedt uiteraard de algemene reserve in de loop van de jaren. Na het vaststellen van de begroting 2012 heeft bovendien ook de jaarrekening 2011 de algemene reserve beïnvloed. Dit gebeurt op drie punten: 1. Onttrekking voor voorziening grex versus opbrengst-ineens van Nuon aandelen. In de jaarrekening 2011 vond een onttrekking van € 17,4 miljoen plaats uit de algemene reserve ten gunste van de voorziening grondexploitatie (€ 15 miljoen) en de bestemmingsreserve omzettaakstelling taskforce grondexploitatie (€ 2,4 miljoen). Deze bedragen zijn onderdeel van de risicoreserve Grondexploitatie van € 29 miljoen. De onttrekking van € 17,4 miljoen uit de algemene reserve is mogelijk uit het totaal van de onderdelen van de algemene reserve zoals die in de jaarrekening wordt verantwoord. In het raadsvoorstel bij de jaarstukken 2011 lichten we deze wijziging toe. 2. Gedeeltelijke invulling ombuigingstaakstelling op gebouwen. In het meerjarenperspectief van de algemene reserve zijn verschillende taakstellingen opgenomen die betrekking hebben op verkoop van panden: Uit begroting 2006 de taakstelling “coach+” verkoop peuterspeelzalen van € 540.000. Uit jaarrekening 2008 de compensatie “Onttrekking reserve kunstwerken”van € 40.000. Uit begroting 2010 de taakstelling verkoop panden de Schil van € 1,75 miljoen. Omdat alle taakstellingen betrekking hebben op verkoop van panden zijn ze bij elkaar gevoegd tot een totaal van € 2,3 miljoen. In 2011 zijn een aantal gebouwen verkocht. Daarmee is een deel van deze taakstellingen ingevuld: € 1,2 miljoen. Vanaf 2012 resteert er nog een taakstelling op de verkoop van panden van ruim € 1,1 miljoen. De taakstellingen “coach+ peuterspeelzalen” van € 540.000 en de “Onttrekking reserve kunstwerken”van € 40.000 en de “verkoop panden de Schil”van € 1,75 miljoen zijn bij elkaar gevoegd. De totale taakstelling is deels ingevuld. Er resteert vanaf 2012 nog een taakstelling van ruim € 1,1 miljoen. 8
3. Toevoeging van het resultaat 2011 aan de algemene reserve. De jaarrekening 2012 heeft een resultaat na bestemmingen van € 2,1 miljoen dat wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De hierboven genoemde mutaties zijn in onderstaand overzicht verwerkt. Deze algemene reserve vormt de basis voor deze voorjaarsnota 2012. Prognose algemene reserve (bedragen x € 1.000)
e. Toevoeging aan AR grexen Totaal algemene reserve Tabel 2.4
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
-12.550 16.324
-17.400 17.886
-3.265 13.000
-661 13.000
-1.778 13.000
-1.073 13.000
-2.549 13.000
2.4 Welke risico’s verwachten we? Voor de afweging van de financiële ruimte die we hebben in de komende jaren is allereerst de doorrekening van de decembercirculaire 2012 naar het financieel meerjarenperspectief van belang. Hierbij is direct een vertaling gemaakt van de resultaten van de jaarrekening 2011 op de positie van de Algemene Reserve. Daarnaast is het belangrijk te kijken naar dat wat we de komende jaren nog verwachten. Deze risico’s zijn bovendien grotendeels niet door ons te beïnvloeden. Zo is het kabinet op dit moment nog druk in onderhandeling over een nieuwe bezuinigingsronde. Op dit moment kunnen we nog niet berekenen wat de gevolgen hiervan zullen zijn voor onze gemeente. Dit zal op zijn vroegst duidelijk worden op het moment dat de meicirculaire uitkomt. Ditzelfde geldt voor een aantal andere posten. In de risicoparagraaf zullen we deze risico’s benoemen, ze vormen een onderdeel van de integrale afweging die we nu maken in de voorjaarsnota. Risico’s nauwelijks beïnvloedbaar: Algemene uitkering gemeentefonds Afhankelijk van de hoogte van de rijksbezuinigingen die het kabinet overeenkomt zal hiervan een deel bij gemeenten terecht komen via het gemeentefonds en zo doorwerken in de Algemene Uitkering. De hoogte hiervan is op dit moment onzeker. We vinden wel dat we hiervan een inschatting moeten maken. We zijn immers zeker dat het rijk nog een bezuinigingsslag gaat maken. Een korting van € 1 miljard vanuit het rijk betekent een korting van ongeveer € 250.000 voor de gemeente Doetinchem. Uitgaande van een rijksbezuiniging van € 2 miljard in 2013 en € 4 miljard in 2014 betekent dit voor ons een korting van ongeveer € 0,5 miljoen in 2013 en € 1 miljoen in 2014. Vanaf 2014 gaat het dan structureel om € 1,5 miljoen euro die wij minder in het gemeentefonds binnen zullen krijgen. Uitvoering Wet Werk en Bijstand (WWB) Op het moment dat de crisis uitbrak bleken de rijksmiddelen niet toereikend voor het financieren van de Wet Werk en Bijstand (WWB). Vanuit de trendnota 2010 is destijds € 3,5 miljoen extra vrijgemaakt in de begroting. Vanaf 2011 is dit gehalveerd naar ruim € 1,7 miljoen. Voor 2012 verwachten we hier ondanks deze reservering een tekort van € 1,2 miljoen. Dit onderwerp komt uitgebreid terug bij de behandeling van de jaarstukken en wordt aangemeld als afwijking bij de eerste financiële monitor. Vanaf 2013 is dit echter een fors risico. 9
In 2012 krijgen we inzicht in de gevolgen van de decentralisatie van de WWnV voor deze budgetten. Op dat moment kunnen we een inschatting maken voor de langere termijn. Dit zal echter geen groot voordeel opleveren. De decentralisatie van de WWnV komt immers naar verwachting ook nog eens met een korting naar gemeenten toe. We nemen voor 2012 en 2013 een extra reservering op om dit te kunnen opvangen. ABP herstelpremie (incidenteel) De ABP herstelpremie heeft een relatie met het gemeentefonds. Wanneer het APB de premies verhoogt, werkt dit via het werkgeversdeel door in de kosten die gemeenten hebben per inwoner. Het gaat hierbij om een incidentele kostenpost. Een eerste inschatting komt hiervan op eenmalig € 350.000. Premie ZVW In 2006 is de Zorgverzekeringswet ingevoerd. De financiering van de zorgverzekering vindt plaats door een deel nominale premie, een inkomensafhankelijke bijdrage en een algemene rijksbijdrage. De werkgever of uitkeringsinstantie is verplicht de inkomensafhankelijke bijdrage aan de werknemer te vergoeden. Nu is per 1 januari 2012 het maximum waarover het inkomensafhankelijk deel wordt vergoed fors verhoogd. Dit betekent dat we als werkgever over een groter deel van het inkomen verplicht zijn onze werknemers te vergoeden. Dit betekent voor de gemeente Doetinchem een structureel nadeel van € 150.000. Van een andere orde zijn risico’s die (beperkt) beïnvloedbaar zijn: Gelders Stedelijk Ontwikkelingsgeld (GSO, incidenteel) Uw raad is op 2 februari 2012 op de hoogte gesteld van het nieuwe stadscontract dat de gemeente Doetinchem met de provincie voor de periode 2012 – 2015 zal sluiten. In dit nieuwe stadscontract zijn de volgende programma’s opgenomen: wijkwerk nieuwe stijl, natuur in de stad, therapiebad zwembad Rozengaarde, bouwen rondom de basisschool in Noord, stationsomgeving “Poort naar de Achterhoek”, Hamburgerbroek en vitaal stadscentrum. Deze programma’s laten Doetinchem voorsorteren op de toekomst en geven een grote impuls aan een vitaal Doetinchem in een krachtige Achterhoek. In mei 2012 wordt vastgesteld hoe wij deze programma’s de komende jaren zullen gaan uitvoeren. Belangrijk te melden is dat wij voor bovenstaande programma’s een subsidiebedrag van € 11,1 miljoen van de provincie ontvangen. Daar staat een ongeveer even grote co-financiering tegenover. Co-financiering is het bedrag dat we zelf, samen met derden, aan de programma’s moeten bijdragen. In het voorstel wat uw raad op 2 februari 2012 heeft vastgesteld, hebben wij meegedeeld dat we de verplichte co-financiering binnen de huidige (meerjaren)begroting zullen oplossen. Daar kunt u ons in beginsel aan houden. Bij grote infrastructurele projecten als het aanpakken van de stationsomgeving of de binnenstad is het echter moeilijk in de toekomst te kijken. Vandaar dat niet voor 100% is uit te sluiten dat wij de komende jaren extra geld voor de co-financiering beschikbaar zullen moeten stellen. Bij het beschikbaar stellen van extra geld voor co-financiering zal het overigens niet gaan om miljoenenbedragen. Hierover zal altijd aparte besluitvorming aan u worden voorgelegd. We nemen geen risicobedrag op in het meerjarenperspectief omdat dit risico beïnvloedbaar is. Ditzelfde geldt overigens bij de aanvraag van extra middelen uit de Brede Doel Uitkeringen. RUD De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft een korting op de RUD (regionale omgevingsdiensten) doorgevoerd via de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Dit bedrag wordt door het rijk gereserveerd om indien nodig in 2015 eenmalig uit te keren bij 10
nadelen in de sociale sector. Tijdens het VNG-congres 2011 hebben de gemeenten ingestemd met de voorstellen van het kabinet, met uitzondering van het onderdeel Wet Werken naar Vermogen. Dit heeft ertoe geleid dat er geen bestuursakkoord is overeengekomen maar bestuursafspraken zijn gemaakt tussen het rijk en de VNG. We hebben als gemeente wel invloed op het risico dat we lopen. Toch is het niet zeker of gemeenten de korting op de RUD helemaal kunnen opvangen door besparing op het product omgevingsdiensten. In Achterhoeks verband wordt heel hard gewerkt om te zorgen dat dit risico geen werkelijkheid wordt. Het maximale risico dat we hier lopen zou € 319.000 kunnen zijn. We gaan er echter vanuit dat we dit budgetneutraal kunnen oplossen. Doorwerking van realisering minder woningen jaarlijks in AU In onze prognoses zijn we altijd uit gegaan van een gestage groei van het aantal woningen en inwoners in Doetinchem. Dit is een aantal jaren geleden bijgesteld maar dit lijkt nu opnieuw nodig. We gaan nu uit van een groei van 250 jaarlijks. Terwijl een aantal van 200 realistischer is. Een bijstelling van 50 woningen leidt tot een bijstelling van de inkomsten van de Algemene Uitkering van € 50.000 jaarlijks cumulatief.
2.5 Monitor ombuigingen Met de voorjaarsnota van 2011 is een pakket van ombuigingsmaatregelen vastgesteld. Deze ombuigingen zijn gefaseerd voor de jaren 2012 t/m 2015. Om de voortgang hiervan te kunnen blijven monitoren komt deze ieder jaar twee keer terug met de eerste en de tweede financiële monitor. De nadruk in de financiële monitoren zal liggen op de financiële kant van de ombuigingen. Halen we de taakstellende bedragen, waar verwachten we afwijkingen en hoe lossen we dit op? Voor 2012 verwachten we de volgende afwijkingen op de financiële monitor; 1. Niet invoeren Toeristenbelasting € 77.500 2. Korting op Euregio een jaar uitstellen € 1.995 1. Toeristenbelasting Een van de onderdelen uit het totale ombuigingenpakket van de voorjaarsnota 2011 was de invoering van toeristenbelasting. Begin 2012 is de discussie opgelaaid over de wenselijkheid hiervan. De heffing van de toeristenbelasting brengt namelijk onevenredig hoge uitvoeringskosten (administratie, controle, bezwaar en beroep etc.) met zich mee bij een relatief bescheiden opbrengst. De volgende argumenten zijn reden om af te zien van de invoering van toeristenbelasting: een grote administratieve belasting; hoge uitvoeringskosten; een lage opbrengst. De raad heeft hiertoe besloten in haar vergadering van maart 2012. 2. Korting op de Euregio Een heel kleine afwijking is het uitstellen van de korting op de Euregio met een jaar. De Euregio heeft aangegeven de ombuiging niet in 2012 te kunnen realiseren maar wel in 2013. Hiervoor was een begrotingswijziging van de Regio Achterhoek nodig, daarvoor is toestemming van alle raden nodig. De gemeenteraad heeft hiertoe besloten in haar vergadering van maart 2012. 11
Zie voor deze afwijkingen op het ombuigingenpakket bijlage 1. Betreffende afwijkingen zijn verwerkt in het Financieel Meerjarenperspectief en meegenomen in de integrale afweging in deze Voorjaarsnota 2012. In hoofdstuk 4 gaan we verder in op de maatregelen die we nemen om het Financieel Meerjarenperspectief sluitend te houden.
12
3. Investeren en Compenseren 3.1 Inleiding Met de voorjaarsnota 2011 hebben we een meerjarig pakket samengesteld van ombuigingen, compensaties en investeringen. Dit hebben we gedaan op basis van trends en ontwikkelingen binnen de vijf programma’s: 1. Centrum van de Achterhoek 2. Duidelijk en veilig 3. Nabij en Zorgzaam 4. Toekomstverantwoordelijk 5. Organisatie van de toekomst In deze Voorjaarsnota hebben we in de voorgaande hoofdstukken de keuzes die we vorig jaar hebben gemaakt kort en kernachtig vermeld. Ontwikkelingen en trends als de aanstaande bevolkingssamenstelling en –krimp hebben een geldigheid langer dan een jaar. Hiervan geven we niet opnieuw een uitgebreide beschrijving. De inhoudelijke beschrijving van de programma’s nemen we in deze voorjaarsnota niet opnieuw op. De vertaling van de kaders en keuzes zoals in 2011 per programma zijn bepaald komt terug in de programmabegroting 2013. In dit hoofdstuk gaan we in op de ontwikkelingen voor de investerings- en compensatieagenda, zoals we die met de voorjaarsnota 2011 hebben vastgesteld. De investeringsagenda hebben we opgesteld vanuit de gedachte dat we een stevig fundament voor Doetinchem in stand willen houden en willen versterken. Een belangrijke bouwsteen voor de Doetinchemse samenleving is de economie; zonder bedrijvigheid geen vitaliteit. We zien economie en werk als motor voor een gezonde en vitale gemeenschap. Hiervoor is een goede bereikbaarheid noodzakelijk. We willen voorzieningen voor iedereen toegankelijk houden en spelen in op vergrijzing. Tegelijkertijd willen we dat mensen zich veilig voelen in Doetinchem. Vorig jaar hebben we besloten te investeren in: Economisch contract (sociaal economische afspraken) en actieplan Mobiliteit Ouderenontmoetingspunten (2) Onderwijshuisvesting MFA Jeugd De compensatieagenda hebben we opgesteld omdat er de komende jaren vanuit het rijk veel op ons af komt. In het regeerakkoord van de huidige regeerperiode is een veelheid aan maatregelen aangekondigd die gevolgen heeft voor de gemeenten. We krijgen niet alleen te maken met een korting op de algemene uitkering gemeentefonds, maar ook met kortingen op specifieke uitkeringen als de WWB, de WMO, enzovoort. Daarbij komen er grote transities in het sociale domein met een uitbreiding van taken en verantwoordelijkheden voor de gemeente. Vorig jaar was slechts op onderdelen in te schatten wat de exacte financiële gevolgen zullen zijn van dit alles en om een reserve te hebben voor de financiële risico’s die we hierdoor lopen, hebben we de compensatieagenda ingericht. De volgende onderwerpen hebben we vorig jaar op de compensatieagenda gezet:
13
WMO Wijkwachten Vluchtelingenwerk Risicoreservering
3.2 Uitwerking van thema’s uit de voorjaarsnota 2011 Strategische thema’s De afwegingen in de strategische thema’s hangen we op aan de 3 K’s: kwaliteit, kosten en kwetsbaarheid. Met het uitwerken van de strategische thema’s naar de verschillende beleidsvelden zullen we een afweging maken naar het onderlinge belang van deze 3 K’s. Op het gebied van veiligheid bijvoorbeeld vinden we kwaliteit van groter belang dan kosten. 1. Samenwerking om de positie van de gemeente te versterken We werken samen om onze kwetsbaarheid te verminderen, kosten te drukken en de kwaliteit te verbeteren. Randvoorwaarde voor samenwerking is voor ons dat vanuit alle partijen de bereidheid bestaat om te investeren. In principe zetten we in op volledige integratie van ambtelijke taakvelden. We gaan in 2012 samen met Oude IJsselstreek onderzoeken of beide gemeenten kunnen fuseren. 2. Centrumfunctie Doetinchem is de centrumgemeente van de Achterhoek. De ons omliggende gemeenten zijn kleiner van omvang en hebben een kleinere organisatie. Dit leidt ertoe dat vaker naar Doetinchem gekeken wordt, bijvoorbeeld in het geval van de decentralisaties. We willen hier ruimte voor vrijmaken en gaan ervan uit dat we ongeveer 10 fte moeten reserveren voor extra taken vanuit Doetinchem. 3. Niveau van dienstverlening waarborgen Op het gebied van dienstverlening willen we niet inboeten op de kwaliteit die we nu leveren richting de burger. Zowel op het gemeentehuis als in de gesprekken bij mensen thuis houden we de front- office bij onszelf en lokaal. De back- office kan wat ons betreft prima georganiseerd worden met andere gemeenten of andere overheden. Uitvoerende taken willen we alleen uit handen geven wanneer het niet ten koste gaat van de ogen en oren in onze stad. We organiseren dit dus liever ook voor andere gemeenten en drukken hiermee de kosten terwijl we de kwaliteit kunnen behouden. 4. Voor- en nadelen uitbesteden We willen uitbesteden waar dit kostenvoordelen oplevert. Daarbij willen we het basisniveau aan kwaliteit niet loslaten. Op het gebied van veiligheid en van de zorg is wat ons betreft bewezen dat uitbesteding naar de markt ten koste gaat van de kwaliteit, we verliezen er teveel mogelijkheden mee om te sturen. Het kostenaspect is dus niet de enige afweging die we hier meenemen. 5. Investeren in nieuw talent De eisen die gesteld worden aan de ambtelijke organisatie worden steeds hoger. We willen inspelen op de grotere mate aan flexibiliteit die gevraagd wordt. Onze basistaken willen we blijven doen met eigen mensen. Inhuur bij bureaus is altijd duurder, en het is moeilijk de opgedane kennis binnen je organisatie te houden. Vooral op het sociaal domein zien we een 14
groei door de decentralisaties. We willen inspelen op de vraag die alle gemeenten over een paar jaar hebben en nu vast investeren in talenten op dat gebied. Procesmatig De strategische thema’s moeten worden vertaald in een concrete opdracht van de raad aan het college, op basis waarvan de strategische koers binnen de organisatie kan worden geïmplementeerd. Op aangeven van de raad streven we ernaar om voor 30 augustus 2012 een kader voor de implementatie van de strategische thema’s te hebben uitgewerkt. Ook heeft de raad aangegeven betrokken te willen zijn bij deze concretisering. Hiervoor is afgesproken dat raadsleden deelnemen aan een werkgroep die in een aantal sessies de thema’s inhoudelijk uitwerkt. Andere betrokkenen die vertegenwoordigd zullen zijn in de werkgroep zijn: college, directie, management, ondernemingsraad en ondersteuning bedrijfsvoering (P&O en financiën). Om de sessies inhoudelijk vorm te geven wordt onder andere gebruik gemaakt van bestaande literatuur en voorbeeld van de andere gemeenten. Het resultaat van de sessies bestaat uit een vastgesteld kader met als criteria dat de huidige kwaliteit van dienstverlening moet worden gewaarborgd, kwetsbaarheden worden beperkt en kosten worden beheerst (de drie K’s). De uitwerking van de strategische koers geldt voor alle beleidsterreinen. Per thema zal hierbij wel een fasering en prioritering in taakvelden worden uitgewerkt, evenals de te verwachten resultaten en effecten. cWc, wijkwerk nieuwe stijl, economisch contract en wijkwachten De gemeenteraad heeft besloten een raadswerkgroep in te stellen om het cWc invulling te geven. Hiermee is het cWc losgekoppeld van de uitwerking van Wijkwerk nieuwe stijl. In deze voorjaarsnota doen we een voorstel om het cWc ook financieel te borgen. Conform het aangenomen amendement bij de vaststelling van de voorjaarsnota 2011, zou vanaf 2013 een investeringsbedrag beschikbaar gesteld worden van € 500.000 voor twee jaar. De dekking van dit bedrag moest voortkomen uit de budgetten: - Economisch contract ( € 150.000); nu sociaal economische afspraken - Wijkwachten (€ 200.000) - Oormerken van € 150.000 uit de resterende middelen t.b.v. wijkwerk nieuwe stijl In de begroting 2012 zijn deze budgetten blijven bestaan voor de genoemde onderdelen. Wanneer we het amendement cWc uitvoeren betekent dit dat er in de jaren 2013 en 2014 geen middelen zijn voor de sociaal economische afspraken en de wijkwachten. En we moeten een extra bezuiniging realiseren op Wijkwerk nieuwe stijl. Tussen raad en college is uitgewisseld dat dit niet wenselijk is. We stellen daarom voor de bovengenoemde bedragen, zoals opgenomen in de begroting, voor de sociaal economische afspraken en voor de wijkwachten samen te voegen en er een egalisatiereserve van te maken. Dit noemen we het cWc fonds. Concreet betekent dit dat de bedragen die in een jaar niet benut worden voor de posten wijkwachten en sociaal economische afspraken doorgesluisd worden naar het cWc fonds. Financieel technisch zullen we voor de besteding van dit fonds spelregels opstellen. Daarnaast blijven we de ontwikkeling van het wijkbedrijf en de verbreding daarvan beschouwen als het instrument binnen wijkwerk nieuwe stijl, die tevens de beoogde maatschappelijke effecten van het cWc zal realiseren.
15
Vastgoedfonds Om het maatschappelijk rendement van onze gemeentelijke gebouwen te verhogen hebben we een aantal jaren geleden een huurharmonisatietraject ingezet. Ook brengen we in kaart welke gebouwen we allemaal in bezit hebben en wat we op de langere termijn, ook met het oog op krimp, nodig lijken te hebben. In dit traject nemen we nadrukkelijk de tekorten in het planmatig onderhoud gemeentelijke gebouwen (pogg) mee. Over het in te stellen Vastgoedfonds vindt in de raad aparte besluitvorming plaats.
3.3 Investerings- en compensatieagenda Ten opzichte van de investering- en compensatieagenda zoals vastgesteld in 2011, geven we hier een overzicht van de onderwerpen die nog een uitwerking vereisen en de nieuwe aanmeldingen vanaf 2012.
Onderwijshuisvesting Integraal huisvestingsplan, Nieuwbouw St. Martinus en Augustinus Met de Voorjaarsnota 2011 is een pakket aan investeringen in onderwijs vastgesteld. Zo wordt in Noord een MFA gebouwd en wordt de huisvesting voor Iselborg uitgebreid. Voor Gaanderen is ook een investering in de onderwijshuisvesting vastgesteld. Om hiermee een duurzame investering te kunnen doen willen we voorzieningen koppelen en de St. Martinus en Augustinus een plek geven bij de Pol. Verbouw is waarschijnlijk duurder dan nieuwbouw, waardoor er een extra aanmelding nodig is. Deze afweging stellen we uit tot de Voorjaarsnota 2013, deze middelen hebben we immers op zijn vroegst in 2014 nodig. Huisvesting Rietveldlyceum Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs 2009 is vastgesteld in de raadsvergadering van 9 juni 2009. Elk jaar wordt dit plan geëvalueerd, met de gemeenteraad besproken en wordt de voortgang bepaald. Eén van de onderwerpen waaraan de afgelopen jaren aandacht is besteed is de groei van het Rietveld Lyceum. Vanaf ongeveer 2005 is het aantal leerlingen van deze school explosief gestegen. In eerste instantie is gezocht naar een oplossing in de vorm van 6 noodlokalen. Deze zijn in de onmiddellijke nabijheid van de school geplaatst. In tweede instantie is voor deze school het gebouw Raadhuisstraat 26/28, Doetinchem, beschikbaar gesteld. De gemeenteraad heeft voor de renovatie van dit gebouw in totaal een krediet van € 340.000 beschikbaar gesteld. Hiervan is het gebouw geschikt gemaakt voor onderwijs. Na ingebruikname door het Rietveld Lyceum is één tegenvaller geconstateerd. De dakpannen zijn over het merendeel in slechte staat. Deze moeten worden vervangen. Als er nu geen maatregelen worden genomen zal dit leiden tot nog meer schade en op den duur tot verval van het gebouw. Dit is zonde en zal de tot dusver gedane investering teniet doen. Het gebouw is nu uitermate geschikt voor het onderwijs en zal zoals het zich nu laat aanzien ook nog vele jaren als zodanig in gebruik blijven. Het gebouw is een gemeentelijk monument en blijft in eigendom van de gemeente. We hebben dit gebouw voorlopig nodig als school. Ook gezien de investering die we eerder in dit monument hebben gedaan is het wenselijk dit gebouw als onderwijslocatie bruikbaar te houden. Deze aanmelding voldoet aan de 3 O’s (onvoorzien, onuitstelbaar, onvermijdelijk). Binnen het MOP (meerjarig onderhoudsprogramma onderwijs) kunnen we dit oplossen, zonder dat dit extra druk legt op de begroting.
16
Sport Investering subsidie clubaccommodaties Aanleiding voor deze aanmelding is dat deze uitvoeringsregeling destijds is vastgesteld zonder daar een financiële vertaling voor op te nemen in de begroting. Door het verplichtend karakter van de uitvoeringsregels leidt dit ertoe dat we de kosten verplicht te nemen hebben wanneer er een aanvraag binnenkomt. Aanvragen kunnen worden gedaan tot een maximum van € 5.000, de waarderingsbijdrage is d.m.v. een plafond gemaximeerd op een bedrag van € 15.000 jaarlijks. Subsidie op grond van deze regeling kan worden verstrekt aan verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk op het terrein van sport, cultuur of vrijetijdsbesteding die investeren in nieuwbouw, verbouw of grootschalige inrichting van hun accommodatie. Deze subsidie is inhoudelijk helemaal in lijn met de koers die we hebben ingezet met het coalitieprogramma, de trendnota en de voorjaarsnota 2011. Verenigingen die zelf investeren in hun eigen accommodatie worden door ons gestimuleerd. We stellen voor om conform andere plafondsubsidies hiervoor een bedrag van € 15.000 op te nemen in de begroting.
Organisatie van de Toekomst Investeren in talent, anticyclisch denken De gemeente zal in ieder geval moeten investeren om op termijn het kennis- en capaciteitsverlies op te kunnen vangen en flexibiliteit (weerbaarheid) en duurzame inzetbaarheid van medewerkers te bevorderen. Van belang hierbij is te investeren om zittende medewerkers klaar te stomen voor de toekomst, waarbij interne mobiliteit moet worden bevorderd. Dit betekent dat extra moet worden geïnvesteerd in om-, her- en bijscholingsprogramma’s, coaching, training en begeleiding en assessments. Om te anticiperen op de toekomstige uitstroom en het daarmee gepaard gaande kennisverlies, is het daarnaast van belang om te investeren in nieuwe instroom. Er is geen objectieve maatstaf om hiervan de omvang te bepalen. Wij zetten in op 1,2% van de loonsom (circa € 300.000) structureel per jaar. Vanwege de beperkte ruimte in het meerjarenperspectief is deze aanmelding gefaseerd over een aantal jaren. Dit is een harde uitbreiding van de loonsom. 1. € 100.000 per jaar voor het ‘klaarstomen’ van zittende medewerkers voor de toekomst. Er is extra budget nodig voor onder andere bevorderen van vaardigheden en competenties: resultaatgericht werken, zakelijkheid, ondernemerschap en digitaal werken. Medewerkers moeten weerbaar zijn en flexibel om kunnen gaan met veranderingen in taken, functies en de werksituatie. Daarnaast is de verwachting dat de komende jaren door een stijging van de gemiddelde leeftijd van het personeel meer maatwerk nodig is in het kader van duurzame inzetbaarheid. En omdat veel medewerkers gaan uitstromen als gevolg van pensionering moet ook worden geïnvesteerd in ‘pensioen in zicht’. 2. € 200.000 per jaar voor het aantrekken van 4 trainees die t.z.t. indalen op vacatures die ontstaan als gevolg van pensionering. Hierbij wordt uitgegaan van een gemiddelde loonsom van 50.000. Toelichting: Als we ervan uit gaan dat vier trainees na 1 jaar indalen, komen er over de jaren 2012, 2013, 2014 en 2015 dus 4 x 4 is 16 trainees.
17
Professionalisering ICT In de huidige situatie kan de servicedesk net voldoen aan een basis dienstverlenging. Gelet op nieuwe verzoeken en vragen uit de organisatie gecombineerd met deze visie kunnen we hier niet meer aan voldoen. Door dit extra stuk dienstverlening aan te bieden stijgt de waardering van de dienstverlening naar het gewenste niveau. Naast de ontwikkeling van kwaliteit van dienstverlening zijn er de afgelopen periode diverse ontwikkelingen geweest binnen de servicedesk. Deze ontwikkelingen vragen om structurele capaciteitsvergroting. Onderstaande structurele en tijdelijke ontwikkelingen zorgen voor een extra druk op de servicedesk: 1. Kwaliteit van dienstverlenging 2. Proces samenvoeging Doetinchem en Oude IJsselstreek 3. Coördinator rol servicedesk 4. Administratieve ondersteuning 5. Toename hoeveelheid te beheren techniek Deze ontwikkelingen maken dat er onvoldoende servicedesk capaciteit beschikbaar is. Vraag is nu de formatie zo snel mogelijk structureel uit te breiden met 1 FTE. De kosten hiervan zijn € 60.000 per jaar. Samenwerking zou uiteindelijk geld moeten opleveren. De kosten gaan echter voor de baten uit. We willen om deze reden niet structureel maar voor een periode van drie jaar geld reserveren. Beveiliging webapplicaties Na een aantal beveiligingsincidenten stelde het NCSC (National Cyber Security Centre) eind 2011nieuwe, verscherpte richtlijnen op voor de beveiliging van webapplicaties. De overheid adviseert nadrukkelijk om de beveiligingsrichtlijnen van het NCSC na te leven voor alle webapplicaties van gemeenten. Voor applicaties die aan DigiD gekoppeld zijn is het verplicht aan deze richtlijnen te voldoen. Indien wij niet voldoen krijgen wij geen aansluiting of worden wij afgesloten. Voor de overige systemen is het risico voor de gemeente. Het rijk is niet bevoegd hier sancties voor op te leggen, het is immers onze eigen bedrijfsvoering. De risico’s van onvoldoende beveiliging zijn echter hetzelfde als voor systemen die DigiD gebruiken. Immers als gegevens uitlekken of gewijzigd worden door onbevoegde derden levert dat veel imagoschade op en het kan de bedrijfsvoering ernstig verstoren. Eind 2011 is gebleken hoe groot de impact is van een hack-poging. Om weer aangesloten te worden op DigiD en onze digitale dienstverlening te kunnen voortzetten, hebben onze leveranciers grote aanpassingen moeten doen. Ook de imagoschade kan groot zijn. De burger vertrouwt erop dat de overheid goed met zijn gegevens omgaat. Daarom willen we onze technische infrastructuur en alle webapplicaties van de gemeente Doetinchem onderzoeken om te zien of zij voldoen aan deze nieuwe richtlijnen. Daar waar het nodig is zullen wij aanpassingen laten doorvoeren. Dit leidt tot extra kosten, zowel eenmalig als een structurele verhoging van de onderhoudslasten. Voor eind 2012 zal de rijksoverheid controleren door middel van een audit vanuit de Rijksoverheid of de gemeenten aan deze verplichting voldoen. Een jaarlijkse audit wordt verplicht. De kosten hiervoor zijn voor de gemeente. Absolute beveiliging is niet te garanderen en daarom is het voor een gemeente als informatieverwerkende organisatie belangrijk om zorgvuldigheid aan te kunnen tonen. We stellen een structurele investering van afgerond € 20.000.
18
WMO Risicokaarten sociaal Via de compensatieagenda blijven we structureel een bedrag reserveren voor mogelijke tekorten op de Wmo budgetten. De afgelopen jaren was voortdurend sprake van een tekort op deze budgetten. Hiervoor hebben we maatregelen getroffen waardoor we de ontstane tekorten hebben weggewerkt en meer grip hebben op de ontwikkeling van deze budgetten. Het punt van stabilisatie van deze budgetten is echter nog niet bereikt. De Wmo blijft een open einde regeling en met de nieuwe ontwikkelingen zoals de decentralisatie van meer onderdelen van de Awbz, is het de vraag of stabilisatie van deze budgetten op korte termijn mogelijk is. Om meer grip op en beheersing van deze budgetten te bereiken willen we in 2012 extra investeren in het risicomanagement voor het sociale domein. Vergelijkbaar met de risicokaarten zoals we deze ontwikkeld hebben voor de grondexploitaties willen we ook voor het sociaal de domein de risico’s inzichtelijk maken. Zeker in relatie tot de decentralisaties van het rijk. De risico’s op dat gebied gaan we kwantificeren en we nemen zo nodig verdere beheersmaatregelen. 2012 Aanmelding Risico’s Algemene uitkering gemeentefonds Uitkering WWB Uitvoering WWB ABP herstelpremie Premie ZVW Aanmeldingen Doorwerking realisering minder woningen jaarlijks in AU Investering subsidie clubaccommodaties Investeren in talent Professionalisering ICT Beveiliging webapplicaties Risicokaarten sociaal Tabel 3.1
500.000 incidenteel 300.000 incidenteel
2013
2014
500.000
1.000.000
1.000000 incidenteel 300.000 incidenteel 350.000 incidenteel 150.000 50.000
2015
2016
50.000
50.000
50.000
150.000 60.000 incidenteel
50.000 60.000 incidenteel
300.000 incidenteel
15.000 100.000 60.000 incidenteel 20.000 35.000 incidenteel
Overzicht van alle opgenomen risico’s en aanmeldingen
19
4. Financieel perspectief 4.1 Welke maatregelen nemen we om de risico’s en aanmeldingen te compenseren? De risico’s en aanmeldingen beïnvloeden het financieel meerjarenperspectief 2013-2016. Zonder compenserende maatregelen zouden ze leiden tot forse tekorten in het financieel meerjarenperspectief. Ook de algemene reserve zou fors onder het minimum vastgestelde niveau van € 11 miljoen komen. Daarom stellen wij verschillende maatregelen voor die zorgen dat het perspectief weer sluit en dat de algemene reserve weer op het gewenste niveau komt. De risico’s en aanmeldingen die we eerder hebben genoemd zorgen voor een fors tekort in het financieel meerjarenperspectief. Ook de algemene reserve daalt fors onder de minimale norm van € 11 miljoen. Om de tekorten op het financieel meerjarenperspectief en de algemene reserve te compenseren moeten we een aantal maatregelen nemen: 1. Sparen voor de risicoreserve grondexploitatie doen we zoveel mogelijk uit de algemene reserve in plaats van uit de exploitatiebegroting. 2. Vertragen van uitgaven voor de investeringsagenda. 3. Enkele aanmeldingen betalen uit de compensatieagenda. 4. Actualiseren BTW kosten in legestarieven. Ad 1. Sparen risicoreserve grondexploitatie uit algemene reserve in plaats van uit exploitatiebegroting In de begroting 2012 is de wijze van sparen van de € 29 miljoen risicoreserve grondexploitatie beschreven. Zie het overzicht op blz. 30 in boek 1 van de begroting 2012. Daarin leest u dat de risicoreserve wordt gevoed door afroming van de algemene reserve en door een structurele bijdrage uit de exploitatiebegroting. De keuze tussen de beide componenten is vooral ingegeven door het verloop van het financieel meerjarenperspectief en de algemene reserve in de begroting 2012. Bij deze voorjaarsnota zien we dat na verwerking van de risico’s en aanmeldingen het verloop van het meerjarenperspectief aanzienlijk verslechtert. Dit werkt door in de algemene reserve. Om die reden stellen wij deze financieel technische maatregel voor. Daarbij sparen we voor de risicoreserve grondexploitatie zoveel mogelijk uit de algemene reserve of uit overschotten op een bestemmingsreserve. Daardoor hoeven we minder dan geraamd en later dan gepland in de begroting 2012, structurele bijdragen aan de exploitatiebegroting te onttrekken. Het sparen uit de reserves doen we op twee manieren: Restant Nuon reserve bestemmen voor risicoreserve Grondexploitatie In de voorjaarsnota 2011 is als financieel technische maatregel voorgesteld om € 12,5 miljoen uit de bestemmingsreserve Nuon- aandelen ineens af te lossen op investeringen in maatschappelijk nut. Dit zou leiden tot een jaarlijkse besparing van € 1 miljoen op de kapitaallasten. De berekening voor de benodigde € 12,5 miljoen is gebaseerd op een afschrijvingstermijn van 40 jaar. Bij de aflossing ineens in 2011 bleek dat de werkelijke investeringen veelal een afschrijvingstermijn van 25 jaar hebben. Daardoor is slechts € 9,5 miljoen nodig om de taakstellende besparing van 1 miljoen te halen. In de bestemmingsreserve Nuon- aandelen blijft nu nog € 3 miljoen over. 20
We stellen voor om dit bedrag te bestemmen voor de risicoreserve Grondexploitatie. Daarmee vullen we met voorrang een deel van de € 29 miljoen die de raad wilde sparen om de geraamde verliezen in de grondexploitatie te dekken. Hoe eerder we dit bedrag bij elkaar hebben gespaard, hoe eerder we renteopbrengsten krijgen over het gespaarde bedrag en hoe sneller we het benodigde bedrag bij elkaar hebben. Sneller sparen voor risicoreserve grondexploitatie uit de algemene reserve Om die reden stellen we ook voor om vanaf 2012 met voorrang het restant van de € 29 miljoen te sparen in de risicoreserve grondexploitatie. Bij de voorjaarsnota 2011 heeft de raad bepaald dat de algemene reserve boven de maximum norm van € 13 miljoen wordt afgeroomd om te sparen voor de risicoreserve grondexploitaties. Dat is ook vertaald in de begroting 2012. We zouden echter meer kunnen sparen door te accepteren dat we een aantal jaren de algemene reserve houden boven de minimumnorm van € 11 miljoen. Vanuit deze reserve doneren we dan aan de risicoreserve grondexploitatie in 2012 € 3 miljoen, in 2013 € 1 miljoen, in 2014 en in 2015 € 0,5 miljoen en in 2016 € 1 miljoen. Uitgaande van deze bedragen hebben we een herberekening gemaakt van de prognose risicoreserve grexen die op blz. 30 van boek 2 van de begroting 2012 is vermeld. De structurele bijdragen uit de begroting hebben we vertraagd naar een bijdrage van € 0,5 miljoen per jaar van 2015 tot en met 2021. Zo kunnen we de structurele bijdragen uit de begroting in de jaren 2013 en 2014 schrappen en de bijdragen 2015-2017 verlagen van € 2 miljoen naar € 0,5 miljoen per jaar. Dit levert een deel van de benodigde ruimte in het financieel meerjarenperspectief op. Ad 2. Vertragen van uitgaven voor de investeringsagenda De investeringen die we doen op het gebied van mobiliteit en onderwijshuisvesting zijn investeringen voor de lange termijn. Deze investeringen bestaan uit een kapitaalslast en een rentelast. In de Programmabegroting van 2012 hebben we dit beiden laten ingaan op het moment van start bouw, terwijl we dit ook later kunnen laten ingaan nadat de gebouwen danwel wegen in gebruik zijn genomen. Deze boekhoudkundige wijziging levert een voordeel op. Daarnaast kiezen we voor fasering van de bouw van de nieuwe school in Gaanderen. De planvoorbereiding hiervoor moet nog plaatsvinden. Zie voor het overzicht van deze wijzigingen ten opzichte van de programmabegroting pagina 26. Ad 3. Enkele aanmeldingen betalen uit de compensatieagenda We hebben vorig jaar de compensatieagenda ingesteld om in te kunnen spelen op veranderingen in het sociaal domein. We stellen voor het beschikbare deel van de risicoreservering sociaal (€ 249.000) in 2013 in te zetten voor het dekken van het tekort op de loonsom WWB. Dit wordt immers veroorzaakt door de crisis. Het benodigde restant van € 51.000 dekken we vanuit de WMO reserve. Dit omdat deze ruimte er is in 2013. Dit leidt tot het volgende: Loonsom WWB (€ 300.000 incidenteel in 2012, 2013 en 2014) zoveel mogelijk dekken vanuit risicoreservering sociaal. In 2012 is dit € 249.000, restant (€ 51.000) dekken uit WMO reserve In 2012 vanuit reservering WMO € 35.000 inzetten voor het maken van de risicokaarten sociaal. Voor 2012 blijft over in WMO reservering € 415.000. De risicoreservering sociaal minder snel te voeden in 2013. In 2014 de € 125.000 alsnog toevoegen aan de risicoreservering sociaal. 21
Vanaf 2014 het hele bedrag van de extra aanmelding loonsom WWB te onttrekken aan de risicoreservering sociaal. Hiermee is vanaf 2014 de risicoreservering weer op het oorspronkelijke niveau van 2014. Beschikbaar in Compensatieagenda WMO (Was in Begroting 2012) Hieruit financieren we: Risicokaarten sociaal Loonsom WWB Wijkwachten Sporten in de wijk Vluchtelingenwerk Risicoreservering (Was in Begroting 2012) Hieruit financieren we: Loonsom WWB Minder voeding risicoreservering Tabel 4.1
2012
2013
2014
2015
2016
Totaal uiteindelijk
€ 415.000 € 501.000
€ 450.000 € 501.000
€ 501.000 € 501.000
€ 501.000 € 501.000
€ 501.000 € 501.000
€ 501.000 € 501.000
€ 51.000 € 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 200.000
€ 50.000 € 25.000 € 399.000
€ 50.000 € 249.000 € 549.000
€ 50.000 € 894.000 € 894.000
€ 894.000 € 894.000
€ 50.000 € 894.000 € 894.000
€ 249.000 € 125.000
€ 300.000
€ 35.000 € 51.000 € 200.000 € 50.000 € 249.000 € 249.000
Ad 4. Actualiseren BTW kosten in legestarieven Bij de berekeningen voor de legestarieven zijn met de invoering van het BTWcompensatiefonds in 2003 de BTW kosten berekend. Nadien is deze kostenpost nooit herberekend. Het is reëel om deze component te actualiseren en te baseren op de werkelijke BTW kosten voor 2012. Deze herberekening levert voor de afvalstoffenheffing € 100.000 op. Voor inwoners betekent dit een stijging van de tarieven van afgerond 1,8%. De herberekening voor het tarief rioolrecht levert € 150.000 op. Dit betekent een stijging van het tarief rioolrecht van 3,2%. Totaal levert dit een bedrag van € 250.000.
4.2 Welk perspectief hebben we na de risico’s en aanmeldingen? De maatregelen die we nemen om de tekorten door de risico’s en de aanmeldingen te compenseren, leiden tot een meerjarenperspectief 2013-2016 met een structureel sluitend saldo. Zie hiervoor het onderstaande overzicht.
22
Tabel 4.2
4.3 Hoe is het verloop van de algemene reserve na de risico’s en aanmeldingen? Een sluitend meerjarenperspectief heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van de algemene reserve in de komende jaren. Toch heeft de hiervoor genoemde financieel technische maatregel gevolgen voor de algemene reserve. We sparen nu namelijk eerder én meer uit de algemene reserve voor de risicoreserve grondexploitatie. Dat, in plaats van structurele bijdragen uit de exploitatiebegroting. In de begroting 2012 heeft de raad de bandbreedte voor de algemene reserve vastgesteld op een minimum van € 11 miljoen en een maximum van € 13 miljoen. Boven de maximum norm van € 13 miljoen wordt afgeroomd om te sparen voor de risicoreserve grondexploitaties. We hebben nu voorgesteld om meer en sneller te sparen voor de grondexploitatie uit de algemene reserve. Om dat te realiseren laten we de algemene reserve in dit meerjarenperspectief een aantal jaren onder de € 13 miljoen dalen. Wel blijven we nadrukkelijk boven de benedengrens van € 11 miljoen. Daarmee handhaven we één van onze voorwaarden van ons gezonde financieel beleid. Die hebben we vastgesteld in de begroting 2012 (blz. 21 boek 2). Argumenten hiervoor zijn dat we in het nieuwe perspectief rekening houden met forse structurele risico’s in de algemene uitkering (€ 1,5 miljoen structureel!). Ook zijn verschillende incidentele risico’s ingecalculeerd. Bovendien zorgen we hiermee voor een structureel sluitend meerjarenperspectief zonder dat we opnieuw een energieverslindende en pijnlijke bezuinigingsronde moeten ingaan. Alles afwegend vinden wij het volledig verantwoord en geheel in lijn met ons financieel beleid van de afgelopen jaren om de onderstaande ontwikkeling van de algemene reserve aan u voor te leggen. Met de risicokaarten sociaal maken we inzichtelijke wat we aan risico’s verwachten de komende jaren in het sociale domein. De decentralisaties maken hiervan nadrukkelijk onderdeel uit. Deze risicokaarten helpen ons te bepalen wat op langere termijn de positie van de Algemene Reserve zou moeten zijn.
23
Tabel 4.3
24
Bijlage 1: Monitor Ombuigingen
25
Wijzigingen ten opzichte van monitor uit de Programmabegroting 2012 2011 raming
1
3
4
2
2
1
AANPASSINGEN INVESTERINGSAGENDA Mobiliteitsprojecten: Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
1
6
2012 raming
realisatie
2013 raming
realisatie
2014 raming
realisatie
2015 raming
realisatie
2016 raming
realisatie
onbekend (raming)
totaal raming
-€ 68.000 -€ 75.000 € 7.000
-€ 150.000 -€ 150.000 €0
-€ 168.000 -€ 250.000 € 82.000
-€ 68.000 -€ 291.000 € 223.000
-€ 312.000 -€ 312.000
-€ 766.000 -€ 766.000 €0
-€ 110.000 -€ 110.000
-€ 15.000 -€ 125.000 € 110.000
€0
€0
€0
-€ 125.000 -€ 125.000 €0
Onderwijshuisvesting Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
€0 -€ 43.000 € 43.000
-€ 43.000 -€ 100.000 € 57.000
-€ 100.000 -€ 100.000 €0
-€ 100.000 -€ 100.000
€0
-€ 243.000 -€ 243.000 €0
TOTAAL AANPASSINGEN INVESTERINGSAGENDA
-€ 60.000
€ 167.000
€ 82.000
€ 123.000
-€ 312.000
€0
-€ 501.000 -€ 501.000
€ 125.000 €0
-€ 125.000 €0
-€ 501.000 -€ 501.000
-€ 125.000
€0
Ouderenontmoetingspunt Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
1
realisatie
realisatie
AANPASSEN COMPENSATIEAGENDA 3
2
4
Korting specifieke rijksuitkering WMO Begroting 2012 TOTAAL AANPASSINGEN COMPENSATIEAGENDA
€0
€0
€ 125.000
€0
VOORTGANG OMBUIGINGEN 4
1
6
Korting op budget peuterspeelzalen Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
5
3
2
Regio Achterhoek Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
5
4
5
Leges en belastingen Toeristenbelasting Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 Verschil
a
TOTAAL VOORTGANG OMBUIGINGEN
€ 110.000 € 110.000 € 51.000 € 53.000 -€ 2.000
incidenteel 1e monitor 2012
€ 49.000 € 159.000 -€ 110.000
€ 159.000 € 159.000 €0
€ 2.000
€ 53.000 € 53.000 €0
€ 2.000
€0 € 75.000 -€ 75.000
€0 € 2.000 -€ 2.000
€0 € 1.000 -€ 1.000
€0 € 78.000 -€ 78.000
€ 108.000
-€ 183.000
-€ 2.000
-€ 1.000
-€ 78.000
€ 3.700.000 € 3.700.000 €0
€0 -€ 500.000 € 500.000
€0 -€ 250.000 € 250.000
-€ 500.000 -€ 1.250.000 € 750.000
€ 3.200.000 € 1.700.000 € 1.500.000
VERLAGEN BIJDRAGEN BEGROTING AAN RISICORESERVE GREX
5
4
1
Opplussen en afromen algemene reserve Voorjaarsnota 2012 Begroting 2012 TOTAAL VERLAGEN UIT BEGROTING
26
27