Voorjaarsnota 2014‐2017
25 april 2013
INHOUDSOPGAVE 1
INLEIDING.................................................................................................................................................. 1
2
LEESWIJZER ............................................................................................................................................... 5
3
FINANCIËLE POSITIE .................................................................................................................................. 9 3.1 3.2 3.3
4
BEZUINIGINGEN ...................................................................................................................................... 17 4.1 4.2
5
Grondexploitatie ........................................................................................................................11 Perspectief .................................................................................................................................12 Weerstandscapaciteit ................................................................................................................15
3% bezuinigingen .......................................................................................................................20 De bezuinigingsmonitor .............................................................................................................21
PROGRAMMAPLAN................................................................................................................................. 23 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
Bestuur.......................................................................................................................................27 Openbare orde en Veiligheid .....................................................................................................31 Beheer en leefomgeving ............................................................................................................35 Cultuur .......................................................................................................................................43 Jeugd ..........................................................................................................................................47 Onderwijs...................................................................................................................................51 Sport...........................................................................................................................................55 Participatie, Zorg en Inkomen....................................................................................................57 Duurzame Ruimtelijke ontwikkeling ..........................................................................................63 Economische ontwikkeling ........................................................................................................71 Dienstverlening ..........................................................................................................................73 Financiën en Bedrijfsvoering......................................................................................................77
6
BIJLAGE BEZUINIGINGSMONITOR........................................................................................................... 85
7
AFKORTINGENLIJST ................................................................................................................................. 95 7.1
Begrippenlijst ...........................................................................................................................101
1
Inleiding
Nieuwe stap noodzakelijk Voor u ligt de derde Voorjaarsnota van deze collegeperiode en het bijbehorende meerjarenperspectief (2013 t/m 2017). Deze Voorjaarsnota is een weerspiegeling van de aanhoudende internationale financieel‐ economische crisis, die ook Almere in haar greep houdt. Het einde van de financieel‐economische crisis lijkt nog niet in zicht. Iedere Almeerder kan dagelijks lezen, horen en steeds vaker aan den lijve ondervinden hoe de crisis onze samenleving blijft beheersen. Het aantal werklozen in onze provincie neemt toe, evenals onze kosten voor de bijstand. De woningmarkt zit nog steeds op slot en ook de extra rijksbezuinigingen uit het nieuwe regeerakkoord raken onze stad en onze inwoners. Juist in deze economisch onzekere tijd, staat het Almeerse college voor een solide financieel beleid. We hou‐ den vast aan onze ingezette koers: niet door problemen voor ons uit te schuiven maar door te anticiperen op mogelijke ontwikkelingen. Dankzij dit prudente begrotingsbeleid hebben we afgelopen jaren telkens de juiste stap, op het juiste moment gezet. Om ook de komende periode financieel gezond te blijven, is een nieuwe stap noodzakelijk. Najaar 2012: vruchten plukken prudent beleid In het najaar van 2012 presenteerden wij een begroting met een nagenoeg sluitend perspectief. We plukten de vruchten van onze gezamenlijk ingezette koers van prudent begrotingsbeleid. Zo stelden we onder meer een moratorium op bevolkingsvolgende voorzieningen in, boden we alleen ruimte voor noodzakelijk nieuw beleid en anticipeerden we op financiële ontwikkelingen. Dit resulteerde afgelopen november in een robuuste begro‐ ting inclusief een crisisbuffer voor de toekomst. Daarnaast was er zelfs ruimte om te investeren in de stad via de Impulsgelden voor Economie, Veiligheid en Onderwijs. Dit alles zonder de lokale lasten te verhogen. Voorjaar 2013: grillige tijden Hoe grillig deze tijden zijn, blijkt nu in het voorjaar 2013. Het meerjarenperspectief 2013‐2017 is ondanks de ingebouwde crisisbuffer verslechterd. Het kabinet ging in oktober 2012, bij het opstellen van het nieuwe re‐ geerakkoord, nog uit van een licht economisch herstel in 2013. Helaas houdt de crisis aan en treft het huidige regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ met extra bezuinigingsopgaven onze gemeente. Tegelijkertijd loopt het werkloosheidscijfer landelijk en in onze provincie op. Acht procent van de beroepsbe‐ volking in Flevoland heeft op dit moment geen baan. De kosten voor de bijstand stijgen opnieuw, wat direct invloed heeft op het lopende begrotingsjaar. Daarnaast zorgt de afwachtende houding van mensen op de woningmarkt en de afname in de vraag naar kan‐ toren en winkels voor een verdere vertraging in de bouwproductie en verkoop van bouwgrond. Dit heeft direc‐ te gevolgen voor ons Meerjaren Perspectief Grondexploitaties Almere (MPGA). Zowel het eerder vastgestelde ambitiescenario als het nulscenario is daarom bijgesteld. Dit alles bij elkaar opgeteld heeft niet alleen consequenties voor de stad en haar inwoners, maar ook voor de gemeentelijke organisatie. Bezuinigen en investeren Om de gevolgen van de aanhoudende crisis op de Almeerse samenleving zo gering mogelijk te houden, zetten we ons begrotingsbeleid ook in deze Voorjaarsnota voort. Dat doen we zoals we in het coalitieakkoord hebben vastgelegd: bezuinigen waar het moet en investeren waar het kan. We streven naar een stad waar ruimtelijke en sociaal‐culturele kwaliteit en economische vitaliteit met elkaar worden verbonden. Ons lange termijn perspectief voor de stad is Almere 2.0 en de Floriade in 2022. Daarom blijven we investeren in infrastructuur, projecten in Haven, Poort en Hout, stimuleren we de uitgifte van bouw‐ grond en geven we impulsen aan veiligheid, onderwijs en economie. Investeringen waar gemeente, inwoners, ondernemers en partners baat bij hebben. We spelen in op de transities in het sociaal domein. Hier ligt een grote kans en uitdaging voor ons en onze partners in de stad.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 3
Vanaf 2010, de start van deze collegeperiode, heeft de gemeente al bijna € 30 miljoen bezuinigd. Bij de Voor‐ jaarsnota 2013‐2016 zijn we gestart met het in kaart brengen van een gemeentebrede 3% bezuinigingsoperatie van in totaal € 7 miljoen. We hebben er verstandig aan gedaan om deze mogelijke maatregel in kaart te bren‐ gen, want op dit moment moeten we deze bezuinigingsoperatie volledig inzetten om financieel gezond te blij‐ ven. Sterker nog, een aantal van deze maatregelen moeten we al in het lopende jaar nemen. En we kiezen ervoor om het moratorium op de bevolkingsvolgende voorzieningen te verlengen tot en met 2017. Bovendien effectueren we in deze voorjaarsnota ook de ingebouwde crisisbuffer. Extra maatregelen Met bovengenoemde bezuinigingsmaatregelen alleen zijn we er nog niet. We moeten een extra stap zetten om onze stad door crisis te loodsen. De grondverkoop blijft achter, waardoor we het MPGA hebben moeten bijstellen. Om de consequenties van de verder verslechterde woningmarkt en terugloop in grondexploitaties op te vangen, zijn we genoodzaakt de buffer van €40 miljoen uit de algemene middelen in te zetten. Deze buffer is bij de programmabegroting 2012 gevormd als achtervang voor tegenvallende resultaten van het grondbedrijf. Het inzetten van de buffer heeft tot gevolg dat de rente inkomsten over de buffer vanaf 2014 wegvallen uit het perspectief. De inkrimping van de woningmarkt heeft haar weerslag op de werkgelegenheid binnen onze gemeentelijke organisatie. We hebben er bewust voor gekozen om de mobiliteits‐ en frictiekosten binnen de organisatie ‐ via Almere Morgen ‐ op te vangen. Uitwerkingsopdrachten De bezuinigingen dwingen ons kritisch te kijken naar onze rol als gemeente. We blijven onszelf de vraag stellen, doen we de goede dingen, en doen we die dingen goed. Binnen een aantal programma’s hebben we daarom enkele uitwerkingsopdrachten benoemd. Een aantal van de opdrachten raakt aan de kern van wat we doen en hoe we dat doen. De uitwerkingsopdrachten zijn binnen de programma’s beschreven. De uitkomsten ervan verwachten we bij de Programmabegroting 2014 te kunnen betrekken. De komende periode staat in het teken van het uitkristalliseren van de bezuinigingsopgaven en uitwerkingsop‐ drachten om in het najaar de juiste afweging te kunnen maken. De opgave waar we voor staan, is geen gemak‐ kelijke maar een noodzakelijke interventie op het juiste moment. Tot slot We bevinden ons in financieel‐economisch roerige tijden. We beseffen als bestuur dat dit veel vraagt van in‐ woners, ondernemers en partners in de stad. Vooral voor mensen die hun baan (dreigen te) verliezen en voor ondernemers die hun omzet verder zien teruglopen. We geloven echter in een gezond Almere en de kracht binnen onze samenleving. Daarom zetten we ons pru‐ dente begrotingsbeleid consistent voort. We schuiven problemen niet vooruit, maar anticiperen op financieel‐ economische ontwikkelingen, investeren waar dat mogelijk is en zetten bezuinigingsopgaven voort. De opgave waar we de komende maanden voor staan, zal ook dit keer geen gemakkelijke zijn. We vertrouwen er echter op dat we, net als voorgaande jaren, samen met u de juiste stap, op het juiste moment zetten.
pag. 4
Voorjaarsnota 2014‐2017
2
Leeswijzer
In deze Voorjaarsnota 2014‐2017 brengen we achtereenvolgens onze financiële positie, de bezuinigingen en onze belangrijkste beleidsinhoudelijke doelstellingen in beeld. Financiële Positie Bij de programmabegroting 2013 hebben wij u een meerjarenperspectief gepresenteerd met een structureel tekort van € 1 miljoen vanaf 2016. Dit perspectief hebben we moeten bijstellen. In het najaar van 2012 heeft het huidige kabinet het regeerakkoord gepresenteerd. In hoofdstuk 3 vertalen we het huidige regeerakkoord en overige ontwikkelingen naar een financieel perspectief voor onze gemeentefinanciën voor de jaren 2013 tot en met 2017. Bezuinigingen We zijn in 2012 met aanvullende (Rijks)bezuinigingen geconfronteerd. Om hier tijdig op te kunnen reageren, hebben we aanvullende bezuinigingen in beeld gebracht. Deze bezuinigingen tellen binnen de verschillende programma’s op tot circa € 7 miljoen. In hoofdstuk 4 brengen we per programma in beeld wat er aanvullend bezuinigd moet worden. Daarnaast geven we aan in hoeverre de bezuinigingsvoorstellen concreet en operatio‐ neel zijn. In hoofdstuk vier staan we ook stil bij de voortgang van de ingezette bezuinigingen. We brengen in beeld wat er van de structurele bezuinigingsopgave is gerealiseerd en welke bezuinigingen extra aandacht behoeven. Programmaplan Binnen deze Voorjaarnota lichten we onze keuzes op hoofdlijnen zoals gebruikelijk toe naar consequenties per programma. De programma’s zijn beschreven in hoofdstuk 5. Per programma geven we ook een extra toelich‐ ting op de aanvullende 3% bezuinigingenvoorstellen. Daar waar van toepassing informeren we u bovendien over de voorgestelde uitwerkingsopdrachten. Tot slot zijn als bijlagen de integrale bezuinigingsmonitor, een afkortingenlijst en verklarende begrippenlijst opgenomen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 7
3
Financiële positie
In dit hoofdstuk gaan we in op de hoofdlijnen van de financiële positie van de gemeente. Bij de Programmare‐ kening 2012 is het MPGA geactualiseerd. Aangezien dit grote impact heeft op het perspectief, gaan we eerst in op de grondexploitatie. Daarna wordt het perspectief beschreven. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een schets van de effecten van zowel de actualisatie van de grondexploi‐ tatie als de actualisatie van het perspectief op onze weerstandscapaciteit (reservepositie).
3.1 Grondexploitatie 3.1.1 Voorgeschiedenis Vanaf het begin van de vastgoedcrisis is stapsgewijs gewerkt aan het financieel beheersbaar houden van de ontwikkelingen binnen de grondexploitaties. Dit is zes jaar geleden begonnen met het introduceren van het MPGA als sturingsinstrument. Ook daarna zijn maatregelen genomen, zoals het aanscherpen van de winstne‐ mingsystematiek en het introduceren van een 0‐scenario en een ambitiescenario binnen de grondexploitaties. Bij de Programmabegroting 2012 zijn opnieuw stappen gezet, zoals: het verlagen van de interne rekenrente van 6% naar 5%; het beëindigen van afdracht van compensabele BTW aan het Gemeentelijke Investeringsplan (GIP); het doorvoeren van ‘strategische kostenbeheersing’. Dit wil zeggen dat op de boekwaarde van de langlo‐ pende grondexploitaties ad € 100 miljoen geen rente meer wordt bijgeschreven. De rente wordt direct af‐ gedekt uit het weerstandsvermogen (de gerealiseerde winst) van het grondbedrijf. Door deze maatregelen werd niet alleen de financiële positie van het Grondbedrijf versterkt, maar kon binnen de algemene dienst ook de reserve ‘rente structurele middelen’ met € 40 miljoen worden verhoogd. De rente op deze reserve wordt ten gunste van het perspectief gebracht. Daarnaast geeft deze reserve extra weer‐ standscapaciteit aan de gemeente. Bij de Programmabegroting 2013 heeft uw Raad aanvullende maatregelen geaccordeerd zoals het implementeren van cashflowsturing en het strakker sturen op de budgettering. Door laatstgenoemde maatregel hebben we de post ‘onvoorzien’ kunnen verlagen en zijn er budgetten in verband met aanbestedingsvoordelen afgeraamd.
3.1.2 Actuele situatie De stappen waren steeds passend bij de toenmalige economische omstandigheden en vooruitzichten. De aan‐ houdende economische crisis op de vastgoedmarkt dwingt ons opnieuw verdergaande maatregelen te treffen. Dit heeft onder meer te maken met de sombere verwachtingen voor de ontwikkeling van de grondwaarde en afzet in de komende drie tot vijf jaar. Het herstel laat langer op zich wachten dan gehoopt. 1.500 In de Programmarekening 2012 worden maatre‐ gelen getroffen om het grondbedrijf financieel 1.200 gezond te houden. 900 Het 0‐scenario is neerwaarts bijgesteld: De gemiddelde woningproductie daalt in de per‐ 600 spectiefperiode van 950 woningen naar 750 wo‐ ningen per jaar. 300 Ook wordt er ruimte gecreëerd om de grondprij‐ 2013 2014 2015 2016 2017 zen te verlagen of te differentiëren. Om dit finan‐ oud nieuw cieel af te dekken is vanuit de reserve ‘structurele rente eigen vermogen’ € 40 miljoen nodig. In deze Voorjaarsnota worden voorstellen gedaan om de plankosten sterk terug te dringen. Daarnaast worden er uitwerkingsopdrachten geformuleerd op het gebied van cashflowsturing, programmering, organisatieont‐ wikkeling, rentebeleid en winstnemingsystematiek om de maatregelen daadwerkelijk te kunnen doorvoeren.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 11
3.2 Perspectief 3.2.1 Voorgeschiedenis Bij de Programmabegroting 2013 hebben wij u een meerjarenperspectief gepresenteerd met een structureel tekort van € 1 miljoen vanaf 2016. Binnen het perspectief was echter wel al een buffer van € 5 miljoen opge‐ nomen om de gevolgen van de toen nog onzekere rijksbezuinigingen op te kunnen vangen. In het najaar van 2012 heeft het Kabinet het regeerakkoord gepresenteerd. Over de doorwerking van dit akkoord op de gemeen‐ tefinanciën hebben wij u in december 2012 via een raadsbrief geïnformeerd. De belangrijkste consequenties uit het regeerakkoord worden hieronder beschreven. Een korting op het gemeentefonds In de Miljoenennota 2013 werd er nog vanuit gegaan dat het gemeentefonds zou groeien als gevolg van stij‐ gende rijksuitgaven. Deze groei bestaat deels uit inflatie en deels uit reële groei. Door de bezuinigingen komt de reële groei te vervallen. Een omvangrijke opgave met betrekking tot de decentralisaties in het sociaal domein Het gaat hierbij om een drietal grote (decentralisatie) taken: de invoering van de Participatiewet (was 2014, wordt 2015); de begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO (vanaf 2015); de totale Jeugdzorg (2015) waarbij ook de samenhang met passend onderwijs. De decentralisaties gaan plaatsvinden nadat eerst forse kortingen zijn doorgevoerd door het Rijk. In bepaalde gevallen gaat dat gepaard met een aangepast takenpakket; gemeenten moeten beleid maken waarin nieuwe keuzes worden gemaakt. Almere krijgt voor circa € 110 miljoen aan taken over van het Rijk. Op dat budget worden (efficiency)kortingen doorgevoerd van circa 25%. De gemeente zal het dus taakstellend met circa € 80 miljoen moeten doen. Over de decentralisaties in het sociaal domein is nog veel onduidelijk. Inmiddels is bekend geworden dat de Participatiewet pas in 2015 zal ingaan. Of het uitstel van de Participatiewet gevolgen heeft voor de andere decentralisaties, is nog niet bekend. Het afschaffen van het BTW compensatiefonds en de consequenties hiervan op onze grondexploitaties Zoals wij in de raadsbrief hebben aangegeven had het Kabinet het voornemen om het BTW compensatiefonds af te schaffen. Hierdoor zou de BTW weer een kostenpost voor de gemeente worden. Het verlies op de alge‐ mene dienst zou worden gecompenseerd door een hogere uitkering uit het gemeentefonds. Het verlies op de grondexploitatie zou niet worden gecompenseerd. We hielden rekening met een nadeel van € 60 miljoen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Kabinet hebben dit voorjaar een financieel akkoord bereikt, met als uitkomst dat het BTW compensatiefonds gehandhaafd blijft. Hierdoor is ook een aanzienlijk tekort voor de grondexploitaties vermeden. Conclusie raadsbrief Op basis van bovenstaande informatie uit het regeerakkoord hadden wij in december jongstleden aangegeven dat deze bezuinigingen mogelijkerwijs zouden resulteren in een extra bezuiniging op het gemeentefonds.
pag. 12
Voorjaarsnota 2014‐2017
3.2.2 Actuele situatie Dit voorjaar hebben diverse ontwikkelingen geleid tot een verslechtering van het perspectief. Tabel 3‐1
Bedragen € 1.000
2013
2014
vertrekpunt
rijksbezuinigingen
oplossingen Rijksbezuinigingen actualisatie perspectief effecten grondverkoop en woningproductie
2015
2016
‐5.306
‐663
‐6.164
‐7.094
1.000
3.000
6.820
7.820
7.820
‐413
927
‐304
‐3.033
‐4.388
‐3.800
‐3.300
‐3.200
‐3.400
tijdelijke kosten
‐7.900
‐9.400
‐5.100
‐3.400
‐7.313
‐9.273
‐7.190
‐8.957
5.805
7.022
1.104
2.936
848
245
‐574
‐929
inzet incidentele middelen t.b.v. tijdelijke organisatiekosten rentederving inzet incidentele middelen 3% bezuinigingen
‐7.725 ‐1.076
660
2.006
6.660
6.950
6.950
7.313
9.273
7.190
8.957
5.874
2017
‐980
‐1.851
Rijksbezuinigingen Het Ministerie van Financiën heeft het regeerakkoord doorgerekend en de uitkomsten daarvan opgenomen in de ‘Startnota’. Deze nota is in december vorig jaar gepubliceerd. Uit deze startnota blijkt dat de doorwerking van de bezuinigingen op de gemeente begroting oploopt tot € 7 miljoen. Bij de meicirculaire krijgen we hier‐ over nadere informatie. Oplossingen rijksbezuinigingen inclusief inzetten buffer Om de rijksbezuinigingen op te vangen zetten we de bij de programmabegroting 2013 gevormde buffer van € 5 miljoen in. Verder wordt er door het Rijk een korting van € 256 miljoen op het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting doorgevoerd. Dit komt voort uit het regeerakkoord, hierin is aangegeven dat het Rijk deze middelen gaat over hevelen naar de schoolbesturen. Voor Almere betekent dit een korting op de onderwijshuisvesting van € 2,8 miljoen. Dat kan ingevuld worden door het verlagen van de kosten van het onderwijs; in de vorm van een financiële bijdrage van de schoolbesturen aan de gemeente of door de bestaande afspraken over het onder‐ houd te herzien. Actualisatie perspectief Er zijn dit voorjaar diverse knelpunten manifest geworden. Dit leidt tot een structureel tekort van € 4,4 miljoen. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de bijstellingen van de ramingen van het gemeentefonds en de Onroe‐ rende zaakbelasting (OZB) (in totaal circa € 2 miljoen); het opnieuw ramen van de kosten van toezicht en hand‐ having (€ 0,9 miljoen) en een toename van de uitvoeringskosten van sociale zaken (€ 0,7 miljoen). Verder is uit onderzoek gebleken dat, om een adequaat niveau van dienstverlening te kunnen garanderen, het nodig is de organisatie met € 1,6 miljoen uit te breiden. Effecten grondverkoop en woningproductie op het perspectief Door verminderde gronduitgifte daalt het resultaat op de grondexploitatie. Zoals hiervoor aangegeven zijn er in de Programmarekening 2012 buffers vanuit de algemene dienst ingezet. Daarnaast zullen er rentemaatregelen worden genomen om de financiële druk op de grondexploitatie te verlichten. Als gevolg hiervan verslechtert het perspectief met € 3,4 miljoen structureel. Tijdelijke kosten We krijgen de komende jaren te maken met tijdelijke kosten die het gevolg zijn van het aanpassen van de or‐ ganisatie en een tijdelijk dekkingsverlies op de Wet Werk en Bijstand (WWB). Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 13
Tijdelijke kosten (aanpassen) organisatie Door de verminderde gronduitgifte neemt de omzet van het grondbedrijf af waardoor er een structureel dek‐ kingstekort op de organisatie ontstaat. Omdat er op korte termijn geen herstel van de gronduitgifte wordt verwacht, is het noodzakelijk om de organisatie aan te passen. Dit kan niet worden afgedekt uit de grondex‐ ploitatie of uit tarieven. Deze kosten moeten dus op een andere wijze worden afgedekt. Hiervoor moeten extra (tijdelijke) middelen worden vrijgemaakt. Voor het aanpassen van de organisatie wordt gebruik gemaakt van Almere Morgen. Dit organisatieonderdeel bemiddelt de medewerkers in het traject van werk naar werk. Het begeleiden van medewerkers zal naast de loonkosten (inclusief beëindigingskosten) ook tijdelijke opleidings‐ en begeleidingskosten met zich meebren‐ gen. Door deze maatregel loopt het tekort aan het eind van de perspectiefperiode weer terug en wordt dit knelpunt structureel opgelost. Tijdelijk dekkingsverlies WWB Het ministerie van Sociale zaken en Werkgelegenheid aangegeven dat door een beperktere groei van het aan‐ tal bijstandsgerechtigden, het macrobudget voor de bijstand met 4% zal worden verlaagd. Dit leidt voor Almere tot € 2,5 miljoen lagere inkomsten in 2013 en 2014. In totaal gaat het om € 5 miljoen aan tijdelijke problema‐ tiek. Onderstaande tabel geeft een beeld van de tijdelijke kosten en het beslag op de algemene dekkingsmiddelen. Tabel 3‐2
Bedragen € 1.000
2013
2014
organisatie
2015
2016
2017
totaal
Dienst Stedelijke Ontwikkeling, grondexploitatie
‐2.100
‐2.000
‐4.100
Dienst Stedelijke Ontwikkeling, algemene dienst
‐1.300
‐1.300
Stadsbeheer
‐2.000
‐2.000
Almere Morgen
‐5.100
‐4.900
‐13.400
‐5.000
tijdelijk dekkingsverlies WWB
‐2.500
‐2.500
totaal tijdelijke kosten
‐7.900
‐9.600
‐4.900
‐3.400
‐25.800
2.095
2.578
3.796
464
8.933
tijdelijke kosten afgedekt uit perspectief
‐3.400
inzet incidentele middelen
5.805
7.022
1.104
2.936
16.867
Oplossen tijdelijke problematiek De totale tijdelijke problematiek bedraagt € 25,8 miljoen. Een deel van de tijdelijke problematiek kan binnen de structurele begroting worden afgedekt, bijvoorbeeld door de bezuinigingen. Het restant van € 16,9 miljoen dekken we af uit de reserve ‘structurele rente eigen vermogen’. Deze reserve is gevormd uit de opbrengst van NUON aandelen en uit in het verleden gerealiseerde resultaten van de grondexploitatie. De rente op deze reserve komt ten gunste van het perspectief. Door het deels inzetten van deze reserve vervalt ook een deel van de oorspronkelijk geraamde renteopbrengst. Structu‐ reel verslechtert het perspectief hierdoor met € 1,1 miljoen. 3% bezuinigingen Het perspectief voor oplossingen vertoont een tekort van € 7,7 miljoen in 2017. Bij de vorige Voorjaarsnota hebben wij afgesproken om, ten opzichte van de bezuinigingen uit het Oostvaardersakkoord, een aanvullend pakket van € 7 miljoen aan bezuinigingen te inventariseren. Dit is 3% van de beïnvloedbare begrotingsruimte. In deze Voorjaarsnota zijn deze bezuinigingen doorgevoerd. Tekort meerjarenperspectief Vanaf 2017 wordt er een tekort geraamd van € 1,9 miljoen. Bij de Programmabegroting zullen we aanvullende maatregelen nemen om het perspectief structureel sluitend te maken.
pag. 14
Voorjaarsnota 2014‐2017
3.3 Weerstandscapaciteit In de paragraaf weerstandsvermogen van de programmabegroting is een inventarisatie opgenomen van de risico’s. De risico’s worden afgedekt uit de saldireserve. De saldireserve vormt in principe de weerstandscapaci‐ teit van de gemeente. Door de tekorten op de grondexploitatie is de saldireserve echter niet meer toereikend om de effecten op de grondexploitatie op te kunnen vangen. Daarom wordt nu ook de reserve ‘structurele rente eigen vermogen’ betrokken bij onze weerstandscapaciteit. Onderstaande tabel geeft een beeld van het verloop van beide reserves: Tabel 3‐3
stand 1 januari 2013 bij: concernresultaat 2012; respectievelijk renteresultaat 2013
Bedragen € 1.000
saldireserve
rente e.v.
totaal
25.100
73.770
98.870 10.500
4.600
5.900
af: afspraken bij eerdere begrotingen
‐6.453
‐900
‐7.353
weerstandscapaciteit voorafgaand aan voorjaarsnota
23.247
78.770
102.017
af: nodig voor dekking risicoprofiel af: nodig voor aanvullen harde buffer grondexploitatie af: nodig voor egaliseren perspectief subtotaal maatregelen voorjaarsnota
‐22.044
‐22.044
7.500
‐40.000
‐32.500
‐16.867
‐16.867
‐14.544
‐56.867
‐71.411
vrije buffer
8.703
21.903
30.606
Zoals uit de tabel blijkt is er na verwerking van het rekeningresultaat 2012 en diverse afspraken nog een weer‐ standscapaciteit van circa € 102 miljoen beschikbaar. Hiervan is € 22 miljoen nodig om het risicoprofiel van de algemene dienst af te dekken, daardoor resteerde er voorafgaand aan de voorjaarsnota nog een vrij buffer van € 80 miljoen. Door de problematiek uit de voorjaarsnota is hiervan € 49 miljoen ingezet om tijdelijke tekorten af te deken en de harde buffer van de grondexploitatie aan te zuiveren. Hierna resteert nog een ‘vrije buffer’ van € 31 miljoen. Gelet op de onzekere economische situatie moet dit bedrag beschikbaar worden gehouden voor eventuele aanvullende risico’s of maatregelen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 15
4
Bezuinigingen
In het Oostvaardersakkoord hebben we afspraken gemaakt over de bezuinigingen die al vanaf 2012 op de or‐ ganisatie en de programmakosten worden doorgevoerd. Over deze bezuinigingen wordt u jaarlijks via de moni‐ tor geïnformeerd. Door de financiële crisis en de, destijds verwachtte, rijksbezuinigingen was bij de Voorjaarsnota 2013‐2016 al een vooraankondiging gedaan van mogelijke extra bezuinigingen. In de zomer van 2013 heeft het college op‐ dracht gegeven aanvullende bezuinigingen te inventariseren die optellen tot 3% van de beïnvloedbare ruimte. Dit zijn de zogenoemde 3% bezuinigingsopdrachten. Deze bezuinigingen komen bovenop de eerder opgelegde bezuinigingen. De totale bezuinigingsopgave be‐ draagt, inclusief deze nieuwe 3% bezuinigingen, € 37,7 miljoen. De grafiek laat zien hoe deze bezuinigingsopga‐ ve is opgebouwd. Voor 2013 bedraagt de bezuinigingsopgave € 22,9 miljoen. De bezuinigingen lopen dus de komende jaren nog met bijna € 15 miljoen op. 40 In dit hoofdstuk geven wij inzicht in de voortgang met betrekking tot het invullen van het totale pakket aan 30 bezuinigingen. Hierbij wordt eerst ingegaan op de haalbaarheid van de nieuwe 3% bezuinigingen en 20 vervolgens op de naleving van de 10% bezuinigingen en de eerdere bezuinigingen zoals die zijn ingezet 10 door het vorige college. 0
2013
2014
2015
2016
3% bezuinigingen 10% bezuinigingen Spoor 1: Bezuinigingen vorig college
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 19
4.1 3% bezuinigingen De afgelopen maanden hebben we gewerkt aan het in beeld brengen van aanvullende bezuinigingsmaatrege‐ len. Per programma worden de bezuinigingsvoorstellen inhoudelijk beschreven. Op dit moment zijn nog niet alle maatregelen concreet uitgewerkt en te operationaliseren. Vooral op het beleidsterrein van het sociale domein is nog veel onduidelijk. Hierdoor vergt de concretisering van de voorstellen op het programma partici‐ patie, zorg en inkomen meer tijd. Bij de programmabegroting zullen we een businesscase presenteren voor de invulling van de bezuinigingen van dit programma. Dit speelt ook bij andere beleidsterreinen. In aanloop naar de Programmabegroting 2014 worden ook deze voorstellen nader uitgewerkt. In onderstaande tabel is onderscheid gemaakt tussen bezuinigingen die concreet zijn uitgewerkt en voorstellen die nog nader moeten worden uitgewerkt. Tabel 4‐1
programma Bestuur Openbare orde en veiligheid
Bedragen x € 1.000
concreet uitgewerkt
nog uit te werken
totaal
281
281
440
440
1.705
65
1.770
Cultuur
390
100
490
Jeugd
140
140
Onderwijs
450
450
Sport
250
250
Participatie, zorg en inkomen
982
1.327
2.309
9
181
190
90
90
100
100
271
169
440
Beheer en leefomgeving
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Economische ontwikkeling Dienstverlening Financiën en bedrijfsvoering eindtotaal
5.008
1.942
6.950
Na de besluitvorming zullen de bezuinigingen worden toegevoegd aan de bezuinigingsmonitor, waarin per bezuinigingsopgave de invulling en naleving wordt gevolgd.
pag. 20
Voorjaarsnota 2014‐2017
4.2 De bezuinigingsmonitor De voortgang van de bezuinigingen vanuit het Oostvaardersakkoord en de bezuinigingen die zijn ingesteld door het vorige college volgen we sinds 2012 door middel van de bezuinigingsmonitor. Om duidelijkheid te geven over de status van de verschillende bezuinigingsopgaven, zijn deze onderverdeeld in de volgende vier kleurca‐ tegorieën: kleur
status
Blauw
reeds ingevuld (wordt in het vervolg niet meer toegelicht in de monitor)
Groen
loopt op schema
Oranje
behoeft aandacht
Grijs
ten laste van perspectief, uit de monitor
Uitgangspunt is dat alle bezuinigingsopgaven ingevuld dienen te worden. Dit betekent dat als een bezuinigings‐ opdracht niet meer haalbaar blijkt, er alternatieve maatregelen geïnventariseerd moeten worden. Een uitzon‐ dering hierop is de nieuwe categorie ‘grijs’. Dit zijn bezuinigingen die niet langer haalbaar zijn, omdat het Rijk op hetzelfde onderwerp bezuinigingen gaat doorvoeren. Voorgesteld wordt dat deze taakstellingen niet meer hoeven te worden ingevuld. De resulterende nadelen worden laste van het perspectief gebracht. Stand van zaken De belangrijkste conclusie uit de monitor is dat de bezuinigingen, zoals die zijn opgelegd bij de start van dit college, op schema lopen. Hierbij merken we op dat de totale bezuinigingsopgave structureel naar beneden is bijgesteld met € 2,2 miljoen, omdat de bezuinigingen op de huishoudelijke hulp niet meer haalbaar zijn. Dit komt doordat het Kabinet heeft besloten om de huishoudelijke hulp vanaf 2015 te beëindigen, onder gelijktij‐ dige verlaging van het gemeentefonds. Hierdoor is een deel van de taakstelling in de grijze categorie terecht gekomen. De resterende taakstelling van € 31 miljoen is grotendeels (structureel voor € 21 miljoen) ingevuld, zoals uit onderstaande grafiek is af te lezen. Hier komt bij dat bezuinigingsopgaven ten bedrage van bijna € 8 miljoen op schema lopen. € 1,7 miljoen van de bezuinigingen behoeft nog extra aandacht. Ook is uit onderstaande grafiek af te lezen dat er nog een behoorlijke oploop van de bezuinigingen plaatsvindt na 2013. Het totaal aan 3% bezuinigingen en bezuinigingen op de organisatie bedraagt in 2013 € 22,5 miljoen, maar zal nog verder oplopen tot structureel bijna € 30,7 miljoen. Hier komen nog 3% bezuinigingen ten bedra‐ ge van circa € 7 miljoen bovenop. 35
30
25 20
15
10 5
0 2013
Gerealiseerd
2014 Op schema
2015 Behoeft aandacht
2016 Tlv perspectief, uit monitor
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 21
Voortgang bezuinigingsmonitor Wanneer deze bezuinigingsmonitor naast de vorige editie gelegd wordt, valt op dat een bezuiniging van € 2,2 miljoen niet meer kan worden gerealiseerd. Hier staat tegenover dat er inmiddels € 6 miljoen extra aan bezuinigingen is gerealiseerd. Het totaal aan bezuinigingsopgaven dat aandacht behoeft is met € 1 miljoen gedaald. Bezuinigingsmonitor PB 2013
Bezuinigingsmonitor VJN 2014
2,2 1,7
2,7 15,1
15,1
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
7,9
21,2
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
Tlv perspectief, uit monitor
Besparingsvoorstellen die aandacht vragen We lopen, voor de bezuinigingen die nu in de monitor gevolgd worden, dus nog een risico van in totaal € 1,7 miljoen. Enerzijds doordat nog onvoldoende zekerheid bestaat of invullingen structureel kunnen worden inge‐ boekt, anderzijds omdat de invulling soms nog onvoldoende concreet is. De reden dat de verschillende bezuinigingen niet gerealiseerd zijn, wordt hieronder per bezuinigingsmaatregel toegelicht. Ook geven we, waar mogelijk, oplossingsrichtingen aan waardoor we de bezuinigingen wel denken te realiseren. a.
WMO
Doordat het kabinet heeft besloten om de huishoudelijke verzorging te beëindigen, kunnen de bezuinigingen van in totaal €2,2 miljoen vanaf 2015 niet meer gerealiseerd worden. Dit nadeel wordt vanaf 2015 betrokken bij het perspectief (zie actualisatie perspectief). Deze maatregelen zijn nu in de grafiek als ‘grijs’ aangemerkt. b.
Faciliteiten gemeenteraad
Bij de Voorjaarsnota 2011 is een bedrag van € 300.000 opgenomen als bezuiniging. Bij de Voorjaarsnota 2013‐ 2016 bleek de bezuinigingsopgave niet haalbaar en is deze verlaagd naar € 220.000 structureel. Voor de invul‐ ling zijn nog geen bezuinigingsmaatregelen aangedragen. De bezuiniging is dan ook oranje. c.
Anders inkopen
De taakstelling anders inkopen bedroeg vanuit de bestuursopdrachten € 200.000 structureel. Bij de voorjaars‐ nota 2013‐2016 is besloten om € 150.000 van de bezuiniging verzelfstandigingen met inkoopvoordelen in te vullen. De totale taakstelling bedraagt nu dus € 350.000. De taakstelling is tot en met 2015 ingevuld. Dit komt met name door incidentele aanbestedingsvoordelen op het leerlingenvervoer van circa € 300.000 en op de schulddienstverlening. Vanaf 2016 en verder zullen er nog inkoopbesparingen moeten worden geïnventari‐ seerd om de taakstelling structureel in te vullen. De bezuiniging blijft daarom op oranje staan. d.
Efficiency op de organisatie
In de bezuinigingsmonitor bij de programmabegroting 2013 bent u geïnformeerd over de voortgang van de verzelfstandigingsopdrachten. Van de taakstelling ter grootte van€ 1, 5 miljoen was destijds € 0,5 miljoen inge‐ vuld. Besloten is om de resterende taakstelling in te vullen door efficiencymaatregelen op de bedrijfsvoering. Momenteel zijn er besparingsmaatregelen in kaart gebracht, deze zijn echter nog niet hard. De bezuinigingsop‐ gave blijft daarom op oranje staan. Bij de programmabegroting 2014 zullen wij u nader informeren over de invulling van de bezuinigingsopgave pag. 22
Voorjaarsnota 2014‐2017
5
Programmaplan
In dit hoofdstuk beschrijven we onze belangrijkste beleidsinhoudelijke doelstellingen. De Programmabegroting 2013 is hierbij ons vertrekpunt. In deze voorjaarsnota brengen we per programma de stand van zaken van de huidige begroting in beeld. De programma’s zijn opgebouwd langs de lijn van ambitie, speerpunten en wat mag het kosten. De actualisatie van het perspectief zoals dit wordt beschreven onder de noemer ‘wat mag het kos‐ ten’, geeft een toelichting op de financiële en beleidsinhoudelijke wijzigingen ten opzichte van de Programma‐ begroting 2013. Vaak hebben deze wijzigingen een effect op meerdere begrotingsjaren. Daar waar van toepas‐ sing worden wijzigingen daarom voor de perspectiefperiode tot en met 2017 nader toegelicht. Verloop netto lasten Binnen alle programma’s is een grafiek opgenomen waarin we het verloop van de netto lasten in beeld bren‐ gen. De netto lasten zijn de bedragen die vanuit de algemene middelen ter beschikking worden gesteld aan de verschillende programma’s. Er is per programma te zien op welke wijze het budget zich vanaf 2007 heeft ont‐ wikkeld. Binnen de grafieken worden twee lijnen onderscheiden. De groene lijn volgt de prognose zoals we die bij de Programmabegroting 2013 hadden geschat. De roze lijn is een actualisatie van deze prognose. Daar waar de roze lijn afwijkt van de oorspronkelijke groene lijn is dit een gevolg van ontwikkelingen die zich sinds de Programmabegroting 2013 hebben voorgedaan. Aanvullende bezuinigingen / 3% bezuinigingen We worden in 2013 met aanvullende (Rijks)bezuinigingen geconfronteerd. Om hier tijdig op te kunnen reage‐ ren, hebben we aanvullende bezuinigingen in beeld gebracht. De bezuinigingen tellen binnen de verschillende programma’s op tot ca € 7 miljoen. Dit bedrag is 3% van de beïnvloedbare ruimte. Binnen de programma’s wordt daarom onder de noemer ‘3% bezuinigingen’ een toelichting gegeven op deze aanvullende bezuinigings‐ voorstellen. Uitwerkingsopdrachten De bezuinigingen dwingen ons kritisch te kijken naar onze rol als gemeente. Daarin gaan we niet over één nacht ijs. We blijven onszelf de vraag stellen, doen we de goede dingen en doen we de dingen goed. Binnen een aantal programma’s hebben we daarom enkele uitwerkingsopdrachten benoemd. De insteek van de opdrachten is divers. Een aantal van de opdrachten raakt aan de kern van wat we doen en hoe we dat doen. Een voorbeeld hiervan is de vraag op welke wijze we in de toekomst omgaan met het beheer van de openbare ruimte. Daarnaast kijken we ook naar een andere manier van werken. Er wordt bijvoorbeeld gezocht naar een manier om de verkoop van grond te vergroten. De uitwerkingsopdrachten zijn binnen de programma’s beschreven. De uitkomsten ervan verwachten we bij de Programmabegroting 2014 te kunnen betrekken. Daar waar deze opdrachten leiden tot concrete bezuinigin‐ gen, zullen we die net als eerder ingezette bezuinigingen, via de bezuinigingsmonitor blijven monitoren.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 25
5.1 Bestuur Ambitie De weg zoals we zijn ingeslagen bij de start van ons college zetten we ook in 2013 voort. We hebben aandacht voor de doorontwikkeling van de stad, waarbij we uitgaan van de eigen kracht van inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
Speerpunten Moderne samenleving Bij een moderne en een veranderende samenleving past een nieuwe manier van communiceren. Inwoners, bedrijven en partners van de gemeente communiceren steeds meer op een digitale manier. Ze zoeken hun informatie op het internet en regelen veel van hun zaken online. Vaak worden zaken die betrekking hebben op de gemeente en het gemeentebestuur op digitale platforms besproken. Als het gaat om overheidscommunica‐ tie vraagt dit andere specialisaties, digitale specialisten, moderators, omgevingsanalisten enzovoort. Dit maakt dat we positie, rol en taken van de afdeling communicatie opnieuw tegen het licht houden. Permanente dialoog Het contactwethouderschap waarmee we in 2010 gestart zijn, zetten we ook in 2013 voort. Steeds vaker com‐ bineren we bezoeken van vakwethouders met contactwethouders. We gaan het gesprek met inwoners van de stad aan, leren van burgerinitiatieven en werken samen daar waar we kunnen. Eigen kritisch vermogen creëren Bij de veranderende rolopvatting van de overheid, passen ook andere verantwoordingsmechanismen. In 2013 werken we verder aan de implementatie van de Intentieovereenkomst Publiek Verantwoorden die in samen‐ spraak met onze partners in de stad is opgesteld. Het uitgangspunt is een verantwoordingsarrangement dat tegemoet komt aan de wens om meer inzicht te krijgen in de resultaten en maatschappelijke effecten van ver‐ strekte subsidies. Uiteraard blijven jaarrekeningen van de betreffende organisaties beschikbaar. Instellingen bepalen daarnaast zelf op welke wijze zij de gemeente en haar inwoners infomeren over behaalde resultaten. Realiseren en monitoren ombuigingsopgave Alle portefeuillehouders streven naar een juiste invulling van de bezuinigingsvoorstellen. We blijven de voort‐ gang monitoren in de bezuinigingsmonitor. Zoals in de vorige paragraaf is toegelicht, wordt de monitor in deze Voorjaarsnota 2014‐2017 opnieuw integraal opgenomen. Internationaal beleid De komst van de Floriade in 2022, de enige internationaal erkende Wereldtentoonstelling die Nederland rijk is, toont opnieuw het belang voor Almere om internationale activiteiten te ondernemen. Om tot echte innovaties voor de stad en de tuinbouwsector te komen, is een internationaal netwerk van steden noodzakelijk. Enerzijds voor kennisuitwisseling anderzijds voor het presenteren van showcases op de Floriade zelf. Daarnaast moet het internationaal beleid een bijdrage leveren aan de economische groei van de stad en de groei van het voorzie‐ ningenniveau, vooral op het gebied van hoger onderwijs. Om dit te kunnen bewerkstelligen, plegen we de komende periode een extra inzet op het internationaal beleid.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 27
Wat mag het kosten Tabel 5‐1
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
2014
2015
2016
2017
baten startbegroting
lasten startbegroting
‐13.610
‐13.318
‐12.879
‐12.879
‐12.879
totaal netto lasten
‐13.610
‐13.318
‐12.879
‐12.879
‐12.879
actualisatie perspectief
1
terugdraaien bezuiniging gemeenteraadsleden
2
internationaal beleid
2 3
‐100
‐100
‐100
‐170
‐290
internationaal beleid uit impulsgelden
170
290
gemeenteraadsverkiezingen 2014
‐10
‐50
4
rekenkameronderzoek investeringsimpuls Flevoland Almere
‐15
totaal actualisatie perspectief
‐25
3% bezuinigingen
5
bedrijfsvoeringsmaatregelen
70
6
strategische activiteiten (rsa)
30
totaal 3% bezuinigingen
eindtotaal
‐50
‐100
‐100
‐100
100
251
251
300
30
30
30
100
400
281
281
281
‐13.535
‐12.968
‐12.698
‐12.698
251
‐12.698
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen
16
13
10
2007
2009 2011 inclusief mutaties
2013 2015 2017 beginstand Voorjaarsnota
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Actualisatie perspectief 1.
Beperken van het aantal gemeenteraadsleden
Het vorige kabinet ging nog uit van een besparing van het aantal raadsleden met 25%. Hiervoor was een bezui‐ niging van € 0,3 miljoen ingeboekt. Het huidige kabinet wil het aantal raadsleden beperken tot het niveau van voor de dualisering in 2002. Omdat hierdoor slechts € 0,2 miljoen kan worden bespaard, leidt dit tot een na‐ deel van € 0,1 miljoen.
pag. 28
Voorjaarsnota 2014‐2017
2.
Internationaal beleid
Het internationaal beleid moet een bijdrage leveren aan de economische groei van de stad en de groei van het voorzieningenniveau, vooral op het gebied van hoger onderwijs. Zoals aangegeven in het programmaplan zorgt daarnaast de komst van de Floriade voor een impuls aan internationale activiteiten. Door een goede veranke‐ ring van de internationale activiteiten in de organisatie en door de juiste aansluiting bij de verschillende be‐ leidsterreinen, is er veel gerealiseerd met een kleine bezetting en klein programmabudget. Er is sprake van een toename van werkzaamheden waardoor de bestaande capaciteit en financiële middelen niet meer toereikend zijn. Het gaat om de volgende werkzaamheden: werkzaamheden voor de Europese structuurfondsen; de uitbreiding van het internationale netwerk door ontwikkelingen als Growing Green Cities en de Floriade; de ontvangst van het groeiend aantal bezoeken van buitenlandse delegaties; de doorontwikkeling van de huidige activiteiten. Samenwerking Shenzhen Als een van de onderdelen van de uitvoering van het internationaal beleid is een start gemaakt met de verken‐ ning naar en het opzetten van een relatie met de stad Shenzhen in China. Met deze samenwerking willen we een relatie opbouwen met de overheid in Shenzhen op de terreinen van stedelijke planning, (hoger) onderwijs en cultuur. Daarnaast streven we, in aanloop naar de Floriade naar sa‐ menwerking met Shenzhen op het gebied van Growing Green Cities. De relatie met deze stad geeft ook de mogelijkheid om de Metropoolregio Amsterdam te presenteren als inte‐ ressante vestigingslocatie en in contact te komen met bedrijven en universiteiten, die een internationalise‐ ringswens hebben. Ook zullen we bedrijven uit Almere/Flevoland introduceren in Shenzhen om bedrijfsactivi‐ teiten daar te ondernemen. De kosten voor 2013 worden afgedekt binnen de reeds toegekende middelen voor de impuls Veiligheid, Eco‐ nomie en Onderwijs. De kosten voor 2014 zullen worden betrokken bij de aanvraag voor de impulsen 2014. 3.
Gemeenteraadsverkiezingen 2014
In 2014 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Voor opkomstbevorderende maatregelen wordt in 2013 extra budget beschikbaar gesteld. In 2014 wordt een uitslagenavond georganiseerd en vinden er coalitieonderhande‐ lingen plaats. Ook hiervoor wordt budget beschikbaar gesteld. 4.
Rekenkameronderzoek investeringsimpuls Flevoland Almere
We gaan een rekenkameronderzoek instellen naar de besteding van IFA gelden.
3% bezuinigingen 5.
Bedrijfsvoeringmaatregelen
Dit betreffen meerdere organisatorische ingrepen, waaronder het taakstellend bijstellen van formatie‐ en afde‐ lingsbudgetten. 6.
Strategische activiteiten (RSA)
Het budget voor strategische activiteiten wordt structureel verlaagd met € 30.000. In 2014 kan ook (eenmalig) de vrije ruimte binnen de reserve (ad € 0,3 miljoen) ten gunste van het perspectief worden gebracht
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 29
5.2 Openbare orde en Veiligheid Ambitie We willen dat inwoners in Almere veilig kunnen wonen, werken en leven. Verder dient het gevoel van veilig‐ heid verbeterd te worden. Naast een veilige woon‐, werk‐ en leefomgeving in het algemeen richten we ons specifiek op geweld, jeugd en veiligheid, georganiseerde criminaliteit en crisisbeheersing, rampenbestrijding en brandweerzorg. Dit vereist een aanhoudende gezamenlijke inspanning van alle partners in de stad, waarover we als gemeente de regie voeren. Doel van de inspanningen is dat aan het eind van de looptijd van het Actie‐ programma Veiligheid 2010‐2014 geweld, criminaliteit en overlast met 15% is gedaald en de inwoners het rapportcijfer voor veiligheid verhogen van een 6,6 naar een 7,0.
Speerpunten Uw raad wordt halfjaarlijks geïnformeerd over de voortgang van het Actieprogramma. Hieruit blijkt dat het met veel van onze speerpunten de goede kant opgaat en we op schema liggen. Dit geldt voor onderwerpen als vandalisme, de bedrijfsinbraken, (brom)fiets‐ en scooterdiefstallen, overvallen en jeugdoverlast. Ook het vei‐ ligheidsgevoel is verbeterd. De gevoelens van onveiligheid zijn in Almere ook forser gedaald dan in andere gemeenten. Maar we moeten hard blijven werken om te zorgen dat ook de andere doelen gehaald worden. Zo willen we de dalende lijn van de woninginbraken, straatroven en jeugdcriminaliteit vasthouden en ook de stij‐ ging van de auto‐inbraken tegengaan.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 31
Wat mag het kosten Tabel 5‐2
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
lasten startbegroting
‐20.767
baten startbegroting
545
totaal netto lasten
actualisatie perspectief
1
2014
2015
2016
‐18.461
‐18.822
‐18.816
281
276
270
270
‐20.222
‐18.180
‐18.546
‐18.546
‐18.546
toezicht budget gezinsmanagers
121
121
121
121
121
totaal actualisatie perspectief
121
121
121
121
121
3% bezuinigingen
2
bijdrage aan de veiligheidsregio
413
413
413
413
3
programmabudget veiligheid
27
27
27
totaal 3% bezuinigingen
440
440
440
eindtotaal
‐17.985
‐17.985
413 ‐20.101
‐17.646
2017 ‐18.816
‐17.985
Verloop netto lasten
netto lasten x € 1 miljoen 22
17
12 2007
2009
2011 inclusief mutaties
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Actualisatie perspectief 1.
Toezicht budget gezinsmanagers
Bij de Programmabegroting 2012 zijn – als onderdeel van het actieprogramma veiligheid en cameratoezicht ‐ structurele middelen beschikbaar gesteld voor straatcoaches en gezinsmanagers. Deze gezinsmanagers worden vanuit het veiligheidshuis ingezet bij gezinnen waar een of meerdere gezinsleden criminele feiten op hun naam hebben staan. Voor de gezinsmanagers uit het veiligheidshuis was al dekking geregeld binnen de reguliere budgetten. Hierdoor valt vanaf 2013 € 121.000 vrij. Overigens worden er ook via de zogenaamde zorgpiramide gezinsmanagers ingezet. In deze situaties is door‐ gaans geen sprake van criminaliteit. Deze gezinsmanagers worden bekostigd via het programma Participatie Zorg en Inkomen.
pag. 32
Voorjaarsnota 2014‐2017
3% bezuinigingen 2.
Bijdrage aan de veiligheidsregio
We hanteren het uitgangspunt dat bezuinigingen die van uit het rijk worden opgelegd ook worden doorver‐ taald naar onze partners. In dit kader wordt de bijdrage aan de Veiligheidsregio met € 413.000 verlaagd. 3.
Programmabudget veiligheid
Op het programmabudget Veiligheid wordt € 27.000 bezuinigd.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 33
5.3 Beheer en leefomgeving Ambitie Een goed beheer van de publieke ruimte is een van de kernopdrachten van de gemeente. Die publieke ruimte is groot, variërend van de spreekwoordelijke stoeptegel tot onze schoolgebouwen, van het zichtbare op straat tot het minder zichtbare onder de grond, van ons groen tot ons afval. Op al die fronten verricht de gemeente een enorme inspanning, elke dag weer. Dat doet ze niet alleen. In de uitvoering van deze opdracht werkt de gemeente samen met actieve bewoners, ondernemers en instellingen. Het expertisecentrum participatie en actief burgerschap speelt in dit proces en de verdere ontwikkeling van de stad een centrale rol. Zij adviseert de gemeentelijke organisatie bij participatieprocessen, bundelt en ontsluit kennis over dit onderwerp en stimu‐ leert nieuwe innovatieve initiatieven. Daarnaast stelt het huidige financiële klimaat de samenleving voor het dilemma om ingrijpende keuzes te ma‐ ken. Voor elk stadsdeel worden prioriteiten gesteld waardoor inzet van mensen en middelen kunnen worden gebundeld. Het gaat hierbij onder om keuzes in de doorontwikkeling van en de kwaliteit van de eigen woon‐ en leefomgeving en de centragebieden. Ook hierin zien we een toenemende wens en bereidheid bij bewoners en ondernemers om hierin zélf de keuzes te maken. De bezuinigingen versnellen daarmee de maatschappelijke ontwikkelingen. Op dit programma worden de budgetten van het beheer en onderhoud van de stad verantwoord. Daarnaast worden binnen dit programma de parkeerexploitatie, de kosten en opbrengsten van de bouwvergunningen (Wabo), de afvalinzameling en het rioolbeheer geraamd.
Speerpunten De ruimte, het groen en het water in de stad vormen een stabiele basis voor de inwoners, bedrijven en (maat‐ schappelijke) organisaties. Het gebiedsgericht werken vormt hiervoor de basis. Vanuit de gebiedsteams in de stadsdelen willen wij zo veel mogelijk aansluiten bij initiatieven van burgers, bij natuurlijke vernieuwing die ontstaat vanuit de samenleving. Die eigen kracht van de samenleving levert (bottom‐up) veel op. We koesteren dat en geven het de ruimte. We versterken de positie van onze frontlijnmedewerkers in de gebieden en facili‐ teren hen om kansrijke initiatieven een vervolg te kunnen geven. Doorontwikkeling stadsdelen en wijken, meer focus Naast deze bottum‐up benadering vanuit de wijk focussen wij onze eigen inzet in de stad op die zaken waar extra inspanning van de gemeente noodzakelijk. Voor de stadsdelen zijn de volgende speerpunten benoemd: Almere Buiten: de voortzetting van de integrale wijkaanpak en groot onderhoud in de Bouwmeesterbuurt; het vergroten van de leefbaarheid in de Molenbuurt door onder andere omvorming parkstrook tot ontmoe‐ tingsplek en houden van werkconferentie voor koers van komende jaren; de (door)ontwikkeling van het centrum van Almere Buiten en de Evenaar‐west. Almere Stad: het vergroten van de leefbaarheid in de Stedenwijk‐Noord, Kruidenwijk, Staatsliedenwijk en Almere Cen‐ trum (40+ wijken); de pilot Waterwijk Seniorenproof. In deze pilot verkennen we de opgave die de relatief grote vergrijzing in Almere met zich meebrengt en waar veel nieuwe initiatieven vandaan komen. Almere Haven: de ingezette vernieuwing in de Wierden en de Laren; het vergroten van de leefbaarheid in de binnenring (Werven, Hoven en centrumrand). Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 35
Almere Centrum: met partners uitvoering geven aan de opgestelde visie ‘Almere Centrum, kloppend hart door vernieuwende beleving’; gezamenlijk invulling geven aan centrummanagement. Almere Poort: het ontwikkelen van een netwerk van bewoners en frontlijners; het in staat stellen van bewoners om hun initiatief te nemen. Bij de uitvoering van projecten en activiteiten die in deze focus tot uiting komen blijft actief burgerschap, ge‐ deelde verantwoordelijkheid en partnership onze leidraad. Komend jaar zal de coördinatie en borging van de thema’s actief burgerschap en participatie in de organisatie vanuit het expertisecentrum plaatsvinden Monitoring Via bundeling van de bekende onderzoeken zoals de wijkpeiling, de veiligheidsmonitor, het early warning sys‐ teem en rode draden uit signalen van frontlijnwerkers willen wij onze monitoring van de stad het komende jaar versterken. Vroegtijdig onderkennen van trends en ontwikkelingen in onze samenleving stelt ons samen met onze partners in de stad in staat om tijdig te reageren op ontwikkelingen in de stad. Zo kunnen problemen worden voorkomen en kunnen we met bewoners en ondernemers inspelen op kansen die zich voordoen.
pag. 36
Voorjaarsnota 2014‐2017
Uitwerkingsopdrachten Opgave beheer openbare ruimte In de periode 2005‐2010 is het budget voor beheer van de openbare ruimte in Almere fors toegenomen tot € 550, ‐ per woning. De nota groot onderhoud en vervangingsinvesteringen vormde hiervoor de basis. Hierin werd de onderhoudsbehoefte voor de komende jaren in financiële termen inzichtelijk gemaakt. De afgelopen jaren is als gevolg van de economische crisis het beschikbare budget voor beheer van de openbare ruimte af‐ genomen. Terwijl de groot‐onderhoudsbehoefte toeneemt als gevolg van het ouder worden van de stad en de slijtage van de fysieke elementen in de openbare ruimte. Door de gemaakte keuzes is de afname van de kwali‐ teit minder zichtbaar. Echter de financiële gevolgen uitgedrukt in onderhoudsachterstanden en in financiën zijn er wel degelijk. We willen deze achterstand zichtbaar maken voor de nieuwe raadsperiode. Daarom willen we de nota groot onderhoud en vervangingsinvesteringen eind 2013 actualiseren. Dit resulteert in het financieel zichtbaar maken van de onderhoudsbehoefte voor het beheer van de openbare ruimte in Almere voor de langere termijn. WABO Voor het zomerreces wordt een principiële discussie voor het college voorbereid met betrekking tot ontwikke‐ lingen in het stelsel van Wabo‐vergunningverlening in relatie tot de Almeerse groeiopgave en de daarbij ho‐ rende dienstverlening. De uitwerkingsopdracht WABO moet, binnen de in deze Voorjaarsnota gegeven financiële kaders, een ant‐ woord geven op twee ontwikkelingen. De eerste ontwikkeling is de lage bouwproductie in de komende jaren (als gevolg van de crisis in de bouw, waardoor minder en kleiner wordt gebouwd dan voorheen) en de nog steeds actuele Almeerse groeiopgave van 60.000 woningen op de middellange termijn. De tweede ontwikke‐ ling is dat het toetsen van de technische kwaliteit van gebouwen mogelijk niet meer voorbehouden blijft aan gemeenten maar in de toekomst wellicht ook door bedrijven kan worden uitgevoerd (de zogenaamde privati‐ sering). Op dit moment wordt deze denkrichting op nationaal niveau verder uitgewerkt. Het college vindt het gewenst om voor de zomer haar positie in dat nationale debat te bepalen, en zich daar‐ mee ook voor te bereiden op de mogelijke scenario’s (waaronder eventuele privatisering) die zich uiteindelijk kunnen voordoen. Afhankelijk van die positiebepaling en de analyse van de scenario’s, kan dan worden be‐ paald welke inzet van de gemeente, op het terrein van bouw‐ en woningtoezicht, zowel in taken als in tijdsbe‐ steding, in de toekomst nodig is, en in welk tempo daarop kan worden geanticipeerd. Centrale vraag die daarbij hoort is welke minimale gemeentelijke bezetting nodig is om de verwachte stedelijke ontwikkeling van Almere ook vergunningstechnisch te ondersteunen, indien een (gedeeltelijk) publiek stelsel gehandhaafd blijft. Bij deze uitwerkingsopdracht WABO komt nog een derde element aan de orde: het gewenste dienstverlenings‐ niveau dat de gemeente wil hanteren. In financiële termen kan het aantrekkelijk zijn om de gemeentelijke inzet tot een minimum te beperken; vanuit het perspectief van goed gastheerschap is het wenselijk om meer tijd en energie (en dus kosten) te steken in het mogelijk maken dat (vaak lastige en bijzondere) aanvragen kunnen worden vergund.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 37
Wat mag het kosten Tabel 5‐3
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
2014
baten startbegroting
75.793
82.536
lasten startbegroting
‐124.035
‐127.289
totaal netto lasten
‐48.242
‐44.753
actualisatie perspectief
1
actualisatie wabo
2
toezicht en handhaving
3
opheffing stichting veiligheidszorg Almere (SVA)
475
4
fietsparkeren
‐50
‐175
‐175
5
hvc garantstellingsprovisie
165
165
165
6
vrije ruimte fonds bestaande Stad tgv perspectief
250
7
beheer en onderhoud ‐ autonome groei
8
begeleiding infrastructurele projecten
9
overlast waterplanten
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
75.817
77.170
2017 77.170
‐118.911 ‐120.446 ‐120.219 ‐43.094
‐43.276
‐43.049
‐903
‐871
250
‐871
‐871
165
165
57
180
278
327
‐16
‐60
‐165
‐165
‐165
‐115
‐25
‐80
‐100
11 voorinvestering bezuiniging seats to meet
2016
‐2.000 ‐820
10 evenementen
2015
‐128 ‐2.236
‐80
‐728
‐80
‐848
‐80
‐624
‐917
12 natuur en milieu
50
50
13 verminderen groot onderhoud en vervangingen
1.560
1.560
1.560
14 bedrijfsvoeringsmaatregelen
70
145
145
160
160
70
145
1.705
1.770
1.770
eindtotaal
‐42.237
‐42.130
‐50.408
‐45.336
‐42.196
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 55
45
35
2007
pag. 38
2009 2011 inclusief mutaties
2013 2015 beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Voorjaarsnota 2014‐2017
Actualisatie perspectief 1.
Actualisatie opbrengst WABO
Tabel 5‐4
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
2016
2017
opbrengsten (raming zomerretraite)
5.344
5.394
5.494
5.494
5.494
nieuwe opbrengsten
3.344
3.394
3.394
3.394
3.894
‐2.000
‐2.000
‐2.100
‐2.100
daling inkomsten WABO
‐1.600
De raming van de opbrengsten van de WABO hebben wij bijgesteld op de geactualiseerde uitgangspunten van het MPGA. Dit leidt tot een nadeel in het perspectief van € 2 miljoen in 2013, aflopend naar € 1,6 miljoen in 2017. Naast een daling van het aantal bouwvergunningen wordt dit deels ook veroorzaakt door een daling van de bouwsommen per woning/project. Bovenstaande leidt ertoe dat een deel van de organisatie niet meer kan worden afgedekt uit de WABO‐leges. Dit leidt tot een dekkingstekort. De overcapaciteit kan worden verminderd door werkzaamheden te gaan ver‐ richten voor andere gemeenten en uitstroom van medewerkers. Daarnaast zouden eventuele tariefsverhogin‐ gen het dekkingstekort ook nog kunnen reduceren. Het zwaartepunt zal komen te liggen bij uitstroom van medewerkers. Daarom hebben we dit in de onderstaande tabel verder uitgewerkt. Aanpassen organisatie aan gewijzigde opgave Tabel 5‐5
Bedragen x € 1.000
toelichting teveel aan capaciteit ten laste van Almere Morgen
uitstroom medewerkers naar ander werk
eindtotaal
2013
2014
2015
2016
‐2.000
‐2.000
‐2.100
‐2.100
2.000
1.000
1.100
2017 ‐1.600
2.100
1.600
‐2.000
De organisatie zal in 2013 in tact blijven. Het tekort wordt afgedekt ten laste van de algemene dienst. Vanaf 2014 worden de medewerkers die als boventallig worden aangemerkt overgeplaatst naar Almere Mor‐ gen. De loonkosten komen dan ten laste van de begroting van Almere Morgen. Dit betekent uiteraard dat de opzet voor Almere Morgen moet worden uitgebreid en dat hiervoor ook extra middelen nodig zijn. Over de opzet en dekking van Almere Morgen wordt u geïnformeerd op het programma financiën en bedrijfsvoering. Vanaf 2015 zullen er medewerkers geleidelijk uitstromen naar ander werk. 2.
Toezicht en handhaving
In de programmabegroting 2013 zijn abusievelijk de budgetten voor toezicht en handhaving afgeraamd. Dit moet worden gecorrigeerd. 3.
Opheffing Stichting Veiligheidszorg Almere (SVA)
In 2013 wordt de stichting Veiligheidszorg Almere opgeheven. De stichting heeft een reservering opgenomen om de kosten van het sociaal plan af te dekken. Na verrekening van deze kosten resteert nog een bedrag van € 475.000. Dit bedrag kan, als alle zaken zijn afgehandeld en liquidatie daadwerkelijk kan worden voltrokken, vrijvallen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 39
4.
Fietsparkeren
Bij de behandeling van de begroting heeft u een amendement aangenomen over continuering van het gratis bewaakt fietsparkeren. Voor de eerste helft van 2013 is daartoe een bedrag van € 180.000 beschikbaar gesteld met het verzoek om met een voorstel voor structurele financiering te komen. Daarbij moet gebruik gemaakt worden van de mogelijkheid om mensen in te zetten met een afstand tot de arbeidsmarkt. Inmiddels zijn met de Tomingroep gesprekken gaande over het fietsparkeren. Zij hebben de opdracht ‐ inclusief het personeel ‐ van SVA overgenomen voor het eerste half jaar en er wordt nu bekeken hoe een structurele exploitatie eruit kan zien. Voor de exploitatie is in 2013 een extra bedrag nodig van € 50.000. Voor 2014 en 2015 is jaarlijks € 175.000 extra nodig. Vanaf 2016 dient het fietsparkeren te worden afgedekt binnen de parkeerexploitatie. 5.
HVC garantstellingsprovisie
De gemeente ontvangt jaarlijks achteraf als aandeelhouder een vergoeding van de huisvuilcentrale in Alkmaar (HVC) voor garantstelling van geldleningen van de HVC. Wij gaan dit nu jaarlijks ramen. 6.
Vrije ruimte fonds bestaande stad t.g.v. perspectief
Van de beschikbare middelen in het fonds bestaande stad is een bedrag van € 0,5 miljoen nog niet met projec‐ ten belegd. Zowel in 2013 als in 2014 valt € 250.000 vrij. 7.
Beheer en onderhoud ‐ autonome groei
Jaarlijks ramen wij de autonome groei. Dit leidt tot een toename van de budgetten van beheer en onderhoud. Zoals hiervoor is toegelicht hebben wij onze woningprognoses neerwaarts bijgesteld. Daardoor is er minder budget nodig voor beheer en onderhoud van de openbare ruimte. 8. Begeleiding infrastructurele projecten De gemeente krijgt in de komende jaren te maken met de uitvoering van de verdubbeling van de A6 en werk‐ zaamheden aan het Flevospoor. Het is van belang om als beheerder van de openbare ruimte toezicht te hou‐ den op de werkzaamheden van derden, hiertoe zijn\worden overeenkomsten met de uitvoeringsvoorwaarden gesloten met deze partijen, zodat de inpassing van deze projecten geen nadelige effecten oplevert voor de gemeente. Voor de begeleiding van de A6 worden de kosten geraamd op € 115.000 per jaar en voor de werkzaamheden aan de Flevospoorlijn op € 50.000 per jaar. 9.
Bestrijden overlast waterplanten binnenwater en Gooimeer
Voor het bestrijden van de waterplantenoverlast om de Almeerse vaarroutes bevaarbaar te houden is vanaf 2014 een structureel bedrag van € 80.000 nodig. Deze problematiek speelt ook op het Gooi‐ en Eemmeer; we gaan er samen met de andere gemeenten wat aan doen. Almere stelt hiervoor in 2013 een eenmalige bijdrage van € 25.000 beschikbaar. 10. Evenementen Sinds de crisis is een tweetal grote evenementen niet meer teruggekeerd naar Almere‐Poort en zijn enkele grote evenementen samengevoegd. Hierdoor worden de inkomsten niet gerealiseerd. 11. Voorinvestering bezuiniging ‘Seats to Meet’ In het kader van de bezuinigingen worden de stadsdeelkantoren omgevormd tot gebiedskantoren. Hiermee is een besparing van € 106.000 vanaf 2014 gemoeid. Om deze besparing te realiseren moet een flexibel werkcon‐ cept wordt doorgevoerd. Dit vraagt een voorinvestering van € 128.000.
pag. 40
Voorjaarsnota 2014‐2017
3% bezuinigingen 12. Verminderen groot onderhoud en vervangingen Onlangs heeft de raad de beheervisie vastgesteld. De beheervisie is de leidraad bij de keuzes die we dagelijks maken bij het uitvoeren en plannen van het beheer. Twee van de vier thema's uit de beheervisie, ‘excellent partnerschap’ en ‘kwaliteit op maat’ beschrijven hoe we het beheer ‐ aanvullend op de technische noodzaak ‐ een plek geven in zijn maatschappelijke omgeving. Naast de zorg voor de stad op lange termijn, leveren we maatwerk in kwaliteit waar nodig en doen we dat samen met onze partners (de burgers) in de stad. Dat er in tijden van schaarste keuzes gemaakt moeten worden is onvermijdelijk. Het adagium ‘veilig, heel, schoon’ vertelt hoe we bij het maken van deze keuzes, prioriteren. Het ‘veilig’ gebruik van de openbare ruimte staat dus voorop bij de keuzes die we maken. Hierin bepalen onze burgers hoe de openbare ruimte wordt ge‐ bruikt en zorgen wij, veelal op de achtergrond, voor de borging van de veiligheid. De maatregelen op straat en in de wijk die daarvoor nodig zijn laten zich uitsplitsen in een lange en korte ter‐ mijn. Inzet die we elke dag in de stad plegen dus die van de korte termijn, sluit het meest aan bij de maat‐ schappelijke vraag en het bevorderen van het gebruik en de uitstraling. Hierbij staat het ‘schoon’ centraal. De lange termijn investeringen, dus die in het groot onderhoud, zijn bedoeld om het ‘heel’ in de toekomst te bor‐ gen. Door deze lange termijn investeringen gedeeltelijk te beperken en uit te stellen zal de stad er niet direct onveilig en slordig bij liggen maar kan er toch een bijdrage worden geleverd aan de noodzakelijke bezuinigin‐ gen. 13. Bedrijfsvoeringsmaatregelen Dit betreffen meerdere organisatorische ingrepen, waaronder het taakstellend bijstellen van budgetten voor externe inhuur, inflatiecorrectie en overhead. 14. Natuur en milieu Dit betreft een bezuiniging op de budgetten natuur en milieu educatie waarvoor bij de programmabegroting nog nadere voorstellen worden gedaan.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 41
5.4 Cultuur Ambitie In 2012 hebben we de visie Cultuur 2.0 gepresenteerd. Deze is geschreven in het kader van het Integraal Af‐ spraken Kader. In de door het college vastgestelde Cultuurbrief 2013‐2016, hebben we aangegeven dat we voor de komende vier jaar prioriteit leggen bij de volgende programmalijnen: ‘Het koppelen van nationale voorzieningen aan Almeerse kwaliteiten’, ‘Het versterken van het cultureel middenveld’ en ‘Het investeren in cultuureducatie en talentontwikkeling’. Een stad met een levendig en inspirerend cultureel leven is aantrekkelijk, inspirerend voor een brede groep bewoners en bezoekers, toegankelijk en laagdrempelig. Verrassend, interactief en flexibel. Het college heeft de ambitie om een dergelijk inspirerend cultureel leven te stimuleren. Cultuur als aanjager voor onze economie. Cultuur als een aantrekkelijke vestigingsfactor voor het bedrijfsleven en voor inwoners. Onze inwoners genie‐ ten veel en graag van cultuur, maar doen dat vaak in een andere stad, omdat ze naar eigen zeggen in Almere niet vinden wat ze zoeken. Wij streven naar een betere aansluiting van het aanbod op de vraag van de Almeer‐ ders. In het huidige tijdsgewricht, met de druk op economie en financiën en de inhoudelijke discussie over de beste‐ ding van overheidsgeld, ligt het niet voor de hand dat we op korte termijn de culturele infrastructuur fors uit‐ breiden. We kijken scherper naar de efficiency waarmee we de verschillende culturele functies in de stad orga‐ niseren. Waar nodig nemen we afscheid van wat niet toekomstbestendig bleek. Het gaat er om binnen de hui‐ dige budgetten een zo optimaal mogelijk cultuuraanbod voor de Almeerders te realiseren.
Speerpunten Het koppelen van nationale voorzieningen aan Almeerse kwaliteiten Onze visie op cultuur in Almere willen we tot uitdrukking laten komen in een nieuw en innovatief concept voor gebouw De Kunstlinie. Dit gebouw is één van de mooiste cultuurgebouwen in het land, en heeft alle potentie een veel groter en breder publiek te bereiken dan tot op heden, met een veelheid aan activiteiten. Vormge‐ ving, locatie en het enorme formaat van 100x100 meter, een hectare, maken het per definitie een bovenlokaal fenomeen. Het college heeft een duidelijke ambitie: deze Hectare Cultuur wordt het culturele brandpunt van de stad en trekt publiek vanuit de regio. Dat vergt echter een andere aanpak en het loslaten van bestaande concepten. Het college beoogt meer synergie van cultuuraanbod en verstrekte cultuursubsidies te laten ontstaan en door betere samenwerking en meer gastvrijheid cultuur beter te laten floreren. In de Hectare Cultuur willen we verschillende disciplines onder één dak brengen: (a) programmering van muziek, cabaret, toneel en concoursen en festivals; (b) productie van theater, muziek en masterclasses voor talenten, en (c) presentatie van beeldende kunsten, landschapskunst, architectuur en stedenbouw. Een uitgebreide beschrijving is reeds gegeven in de Cultuurbrief 2013‐2016. In de programmabegroting was de verwachting dat wij de verdere kosten gemoeid met het overgangsjaar en de realisatie van de Hectare Cultuur inzichtelijk zouden kunnen maken in de Voorjaarsnota. Zover is het op dit moment nog niet. Op 11 december 2012 hebben we met een raadsbrief een toelichting gegeven op de ontwikkeling van dit concept en de beoog‐ de planning. Eind januari is opdracht gegeven aan een onderzoeker om een ondernemingsplan op te stellen voor de Hectare Cultuur. In april 2012 is dit plan opgeleverd en besproken met de Stuurgroep Hectare Cultuur. Bij het verschijnen van deze voorjaarsnota worden bestuurlijke overleggen met de betrokken instellingen ge‐ voerd.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 43
We verwachten begin mei uitsluitsel van de besturen, teneinde een go/no go besluit te kunnen nemen over de volgende fase: die van kwartiermaken en daadwerkelijke opbouw van de nieuwe organisatie Hectare Cultuur in de tweede helft van 2013. Dit betekent dat we begin juni een collegebesluit nemen en u voor de zomer zullen consulteren over de resultaten van de verkenningsfase en de vervolgstappen. Dan kunnen we ook inzage geven in de financiële aspecten van de Hectare Cultuur. Daarnaast onderzoeken we de mogelijkheden van herbe‐ stemming van de paviljoens en Casa Casla. Op grond van positieve besluitvorming zullen we in de tweede helft van 2013 overgaan tot realisatie van één nieuwe organisatie, die in 2014 operationeel zal moeten zijn. Naast deze ontwikkeling, die een belangrijk aspect zal zijn van de programmalijn ‘Het koppelen van nationale voorzieningen aan Almeerse kwaliteiten’, hebben we de landelijk optredende theatergezelschappen Bonte‐ Hond, Vis à Vis en Suburbia. Deze organisaties ontvangen meerjarige rijkssubsidie via het Fonds Podiumkun‐ sten, gekoppeld aan een matchingsbedrag van de gemeente. De huisvesting van Vis à Vis zal in 2013 onze spe‐ ciale aandacht hebben, omdat de ontwikkeling van DUIN betekent dat de huidige locatie onder druk komt te staan. Het versterken van het cultureel middenveld Almere heeft een tiental (structureel) gesubsidieerde culturele instellingen. Of het nu Corrosia, Schouwburg of bibliotheek is, de Meester, Casla of een van de theatergezelschappen: zij leveren allen een bijdrage aan de culturele infrastructuur van Almere. Almeerders houden van cultuur, zij bezoeken vaak voorstellingen en expo‐ sities en doen ook zelf veel aan cultuur. Toch blijkt dat meer dan de helft van de bezoeken in andere steden wordt afgelegd. Hier ligt nog een uitdaging. In de komende periode kiest dit college er voor die instellingen te steunen die inspirerend zijn voor een brede groep Almeerders door hun toegankelijkheid en laagdrempeligheid. We kiezen voor organisaties die flexibel kunnen inspelen op de stad en het publiek. In onze opdrachten zullen we scherp sturen op maatschappelijk draagvlak, binding met de stad, ondernemerschap en eigen inkomsten. Verder houden we vast aan het eerder ingezette beleid van het beschikbaar stellen van betaalbare ruimte aan de niet‐gesubsidieerde cultuuraanbieders, zoals particuliere docenten, dansscholen en kleine creatieve onder‐ nemers. De Glasbak, Extravert en de Voetnoot zijn daar voorbeelden van. Cultuureducatie en talentontwikkeling De kanteling van de cultuureducatie in onze stad, die een aantal jaren geleden is ingezet, krijgt in 2013 zijn beslag. Van rijkswege wordt sterker ingezet op cultuureducatie in het curriculum van het primair onderwijs. Dat is voor veel scholen lastig. Daarom hadden wij het kunstencentrum opdracht gegeven zich te ontwikkelen tot expertisecentrum dat de scholen helpt de kunsteducatie op te zetten en uit te voeren. Het huidige les‐ en cur‐ susaanbod zou niet meer gesubsidieerd worden met ingang van de zomer van 2013. Het bestuur van het kun‐ stencentrum heeft inmiddels onverwacht besloten alle activiteiten te stoppen per 1 augustus 2013. Wij willen nu de oorspronkelijke opdracht aan het kunstencentrum laten uitvoeren door een of meer andere aanbieders op dit gebied. Naast deze kanteling zal in 2013 ook het programma ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ voor het eerst vorm krijgen. BonteHond en De Paviljoens bieden aan scholen een speciaal programma aan. Behalve de cultuureducatie binnen het onderwijs zien wij ook talentontwikkeling als onze taak. Almere heeft veel jeugd en daaronder veel cultureel talent. De talentklassen van Suburbia, Theaterschool Almere, het AJSO en muziek talentklassen zullen de komende jaren worden voortgezet en uitgebreid met talentklassen in andere discipli‐ nes.
pag. 44
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐6
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
2014
baten startbegroting
13.911
13.552
13.552
13.552
13.552
lasten startbegroting
‐30.847
‐30.593
‐29.934
‐29.934
‐29.934
totaal netto lasten
‐16.936
‐17.041
‐16.382
‐16.382
‐16.382
actualisatie perspectief
1
inventaris culturele instellingen
‐206
‐217
‐225
‐225
2
dubbel geraamde ozb gebruikers Kunstlinie
100
100
100
100
totaal actualisatie perspectief
‐117
‐125
‐125
3% bezuinigingen
3
commerciële exploitatie 4e etage extravert
100
4
bibliotheek
100
100
100
5
corrosia
100
100
100
6
stadsbeiaardier
25
50
50
7
bedrijfsvoeringsmaatregelen
40
40
40
140
140
totaal 3% bezuinigingen
40
40
265
490
490
eindtotaal
‐16.234
‐16.017
100 100
‐16.796
‐106
‐17.107
2015
2016
2017
100
‐16.017
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 18
16
14 2007
2009
2011
inclusief mutaties
2013
2015
2017
beginstand Voorjaarsnota
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Actualisatie perspectief 1.
Inventaris culturele instellingen
Eind 2005 is besloten om de inventaris van de Kunstlinie en de Schouwburg eenmalig te financieren uit het beschikbaar gestelde krediet. Aanvullend is besloten dat de middelen voor vervanging op een later tijdstip beschikbaar zouden worden gesteld. Ondertussen zijn delen van de inventaris aan vervanging toe. Via deze voorjaarsnota stellen wij budgetten beschikbaar voor de vervanging van inventaris tot en met 2017. Na de perspectiefperiode loopt de investeringsbehoefte verder op. In de aanloop naar de programmabegroting wor‐ den nadere afspraken gemaakt met de Schouwburg en de Bibliotheek over de vervangingsbehoefte, waardoor de oploop van de investeringsbehoefte wordt beperkt. 2.
Dubbel geraamde OZB gebruikers Kunstlinie
Het gebruikersdeel van de OZB wordt in rekening gebracht bij de Kunstlinie (de huurder); in de subsidie is hiermee rekening gehouden. Ten onrechte was dit ook in de gemeentebegroting geraamd. Daarom kan dit bedrag nu vrijvallen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 45
3% bezuinigingen 3.
Commerciële exploitatie 4e etage extravert
Bij volledige verhuur van de 4e etage van het gebouw Extravert aan commerciële huurders kan circa € 0,1 mil‐ joen worden bezuinigd op het budget. Dit levert zowel een voordeel op voor de afbouw van de 4e etage waar‐ voor nog middelen in het GIP zijn gereserveerd, als in de exploitatie van het gebouw. Door de bezuiniging ver‐ valt wel de mogelijkheid om culturele huurders tegen een lager tarief te huisvesten. 4.
Bibliotheek
De bibliotheek is een grote partner in de stad. De subsidie aan de bibliotheek beslaat de helft van de gemeen‐ telijke cultuurbegroting. Uit dien hoofde heeft de bibliotheek al een forse taakstelling gehad in het verleden. Niettemin denken wij dat de verdiencapaciteit van de bibliotheek verhoogd zou kunnen worden (bijv. door verhoging van de tarieven en dienstverlening). 5.
Corrosia
De stedelijke functies op het gebied van beeldende kunst, landschapskunst, stedenbouw, architectuur en podi‐ umkunsten wordt in de Hectare Cultuur samengebracht. Daarom wordt de bovenregionale beeldende kunstac‐ tiviteiten van Corrosia (Almere Haven) verplaatst naar de Hectare Cultuur. In de begroting van Corrosia is € 0,15 miljoen beschikbaar voor deze kunstactiviteiten. Hierop kan € 0,10 miljoen worden bespaard. 6.
Stadsbeiaardier
Wij gaan de handmatige carillonbespelingen vervangen door geautomatiseerde bespelingen. Hierdoor kan vanaf 2015 € 50.000 worden bespaard; maar om dit mogelijk te maken is wel een voorinvestering van € 25.000 nodig. 7
Bedrijfsvoeringmaatregelen
Stadsarchief, archeologie en monumentenzorg, onderzoek en ontwikkelingbudget theater Binnen dit taakgebied kan op de bedrijfsvoering € 40.000 worden bespaard. Vanaf 2016 komen de budgetten onderzoek en ontwikkelingbudget theater te vervallen. Dit betekent dat vanaf 2016 € 140.000 kan worden bespaard.
pag. 46
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.5 Jeugd Ambitie Wij streven naar een maatschappij waarin alle kinderen en jongeren ontplooiingskansen hebben. We zien het als onze taak dat er in de volle breedte voldoende mogelijkheden en kansen voor hen zijn. Gezin, buurt en school worden integraal en zo vroeg mogelijk betrokken bij het gezond en veilig opgroeien en de ontwikkeling van alle minderjarigen. Wij zetten in op preventie en vroegsignalering, geven tijdig de juiste ondersteuning en willen hiermee het aantal voortijdig schoolverlaters en de hoge instroom in jeugdzorg verminderen. We willen voorkomen dat er kinderen thuis zitten en niet naar school gaan. Daarbij hebben we specifiek aandacht voor de talentontwikkeling vanuit de eigen kracht van kinderen en hun omgeving. Wij willen graag dat het goed blijft gaan met de Almeerse jeugd. Voor de kinderen en jongeren die wat extra’s nodig hebben bij hun ontwikkeling organiseren we een effectieve ondersteuning. Hierbij volgen we de nieuwe werkwijze van het sociale domein: één gezin, één plan, één aanpak, ook op school en in de kinderopvang. In dit programma wordt een bijdrage geleverd uit veel programma's zoals uit onderwijs, participatie en werk en inkomen, sport en veiligheid. De integrale samenwerking van de gemeente met de maatschappelijke partners blijft geborgd in de kerngroep jeugd.
Speerpunten Welzijn, sport en cultuur Wij blijven aandacht besteden aan laagdrempelig kinder‐ en jongerenwerk, zodat kinderen zich dicht bij huis en in een veilige omgeving in hun vrije tijd kunnen ontplooien en hun talenten verder kunnen ontwikkelen. Priori‐ teit van het werk ligt bij de meest kwetsbare (groepen) jongeren. Daar waar gewenst met gebruik van de jon‐ gerenaccommodaties. Er wordt blijvend ingezet op het inzichtelijk maken van overlastgevende en hinderlijke groepen jongeren en het beperken van overlast, door een gerichte aanpak en gerichte jongerenactiviteiten. Bij jongerenwerk is er steeds meer sprake van wederkerigheid, waarbij jongeren hun talenten eveneens moeten inzetten ten behoeve van sociaal culturele activiteiten voor andere bewoners. Het motto is van, voor en door jongeren. Uit onderzoek blijkt dat cultuur en sport van groot belang zijn voor de sociale ontwikkeling van kinderen en bijdraagt aan betere leerprestaties. Sport levert een bijdrage door middel van de vele sportclubs in de stad en sport in de buurt. De buurtsportcoaches vormen een verbinding tussen sportinfrastructuur en welzijn. Ook zetten we in op de ontwikkeling van culturele talenten in de stad. Vanuit een versterking van cultuuredu‐ catie ondersteunen wij de scholen met cultuuractiviteiten en in het formuleren en uitvoeren van cultuureduca‐ tieplannen op scholen. Ten slotte ondersteunen we poppodium De Meester en festivals op het gebied van popmuziek. Bij de inrichting van de openbare ruimte hebben wij aandacht voor goede, uitdagende en veilige speelplekken. OKé‐punt en OKé netwerksamenwerking In 2014 zal helder zijn hoe de functies van het OKé‐punt uitgevoerd worden binnen de wijkgerichte aanpak van de werkwijze sociaal domein. En hoe de OKé netwerksamenwerking gaat functioneren binnen deze werkwijze. De werkwijze sociaal domein blijft een belangrijk onderwerp van de kerngroep jeugd. De OKé netwerksamenwerking gaat door met realiseren van doelen zoals ze geformuleerd zijn in de speerpun‐ ten van het jeugdbeleid. De aanbevelingen uit het rapport coördinatie van zorg en de aanbevelingen van het rekenkameronderzoek naar het OKé‐punt, werken we uit in 2013 en implementeren we in 2014 conform de principes van de transitie sociaal domein
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 47
Doorlopende ontwikkelingslijn We zetten in op doorgaande ontwikkeling van kinderen van 0‐12 jaar waarin ook de rol en functie van de jeugdgezondheidszorg 0‐19 jaar geïntegreerd wordt. De ontwikkeling hiervan volgt het traject betreffende de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en een doorgaande ontwikkelingslijn, vooral voor kinde‐ ren met een ontwikkelingsachterstand. De gemeente is ondersteunend hierbij en de partners hebben de groot‐ ste rol. De verbinding tussen preventieve programma’s als ‘Oké op school’, ‘Sterk in de klas’ en ‘Sterk in de kinderop‐ vang’ krijgt verder vorm en deze programma’s worden uitgerold over de stad. Per 2012 is het stedelijke plan voor‐ en vroegschoolse educatie (VVE) opgesteld. De focus ligt op een door‐ gaande ontwikkellijn van jonge kinderen, het betrekken van kinderopvang bij de beleidsuitvoering en wijkge‐ richte samenwerking tussen de partners van de VVE. Vanuit Rijksmiddelen wordt ook in 2014 ingezet op de kwaliteitsverbetering in de VVE door de inzet van Hbo’ers, het invoeren van opbrengstgericht werken, het verhogen van het taalniveau van de pedagogisch medewerkers en het vergroten van ouderbetrokkenheid. Verbinding zorg en onderwijs Er is door de Raad flink geïnvesteerd in de kwaliteit van het Almeerse onderwijs. De kwaliteit is al in grote mate verbeterd. Dit is een belangrijke voorwaarde om kinderen en jongeren optimale ontplooiingskansen te bieden. Dit begint zo vroeg mogelijk. De verbinding van de voorschoolse voorzieningen en het onderwijs met de zorg zijn van essentieel belang bij de realisatie van een doorlopende leer‐ en ontwikkelingslijn. Wij gaan door met de thema’s van de voorlopersaanpak ‘Aansluiting onderwijs en zorg’ en zetten de bijbeho‐ rende programma’s, waar mogelijk, op grotere schaal in: 1. De vernieuwende arrangementen, ‘Sterk in de klas’ en ‘Sterk in de kinderopvang’, worden integraal vanuit de doorlopende ontwikkelingslijn ingezet. De inzet in het voortgezet onderwijs geven we vorm in nauwe afstemming met programma’s vanuit ‘OKé‐op‐school’. 2. Bij ontwikkeling van de integrale zorgtoewijzing in de praktijk wordt aansluiting gezocht bij de ondersteu‐ ningsplannen van de scholen in het kader van passend onderwijs. In de ontwikkeling is de werkwijze soci‐ aal domein leidend. 3. De overgang van school naar werk krijgt vorm in de uitwerking van de sluitende aanpak jongeren, waarbij een sterke verbinding wordt gemaakt tussen publiekszaken, onderwijs en arbeidsmarkt. Veiligheid jongeren en preventie jeugdcriminaliteit Almere is een jonge stad met een oververtegenwoordiging van jongeren onder de 23. Als bewoners overlast ervaren, wordt dat vaak toegeschreven aan jongeren, maar jongeren zijn ook regelmatig slachtoffer van over‐ last en/of geweld. Een combinatie van jeugd en veiligheid is dan ook onontbeerlijk. De inzet vanuit de gemeente richt zich in eerste instantie op preventie: zo veel mogelijk voorkomen en ombui‐ gen van de neerwaartse spiraal. Hier draagt het jongerenwerk in hoge mate aan bij. Daar waar nodig worden ook repressieve maatregelen ingezet. Vaak vinden de problemen met jongeren hun grondslag binnen het gezin. Door vroegtijdige signalering en snelle passende hulp wordt een vangnet gecreëerd om erger te voorkomen. Voor de meeste kinderen en ge‐ zinnen verloopt de ondersteuning bij vragen en problemen goed. In een klein aantal gezinnen stapelen de pro‐ blemen zich op en zijn de gezinnen niet in staat om de problemen te overzien en aan te pakken (multipro‐ bleemgezinnen). Wij werken aan het ontwikkelen van een stadsbrede visie en regie op de aanpak van multi‐ probleemgezinnen vanuit de pilots die in 2013 zijn gestart. Armoede Door de kredietcrisis is er meer financiële druk bij gezinnen. Voor de kinderen uit deze gezinnen heeft dat vaak vergaande gevolgen. Gezinnen staan onder grote druk waardoor er minder aandacht is voor opvoeding en ontplooiing. Daarnaast kunnen de kinderen vaak niet meedoen aan basale activiteiten als sportclubs, schooluit‐ jes, cadeautjes bij verjaardagen en dergelijke. We zoeken met partners naar mogelijkheden om deze kinderen blijvend te laten participeren op elk gewenst gebied.
pag. 48
Voorjaarsnota 2014‐2017
Anders werken Vanuit het jeugdbeleid gaan we door met een meer vraaggerichte manier van werken, waarbij nadrukkelijk aansluiting wordt gezocht bij de ontwikkelingen op beleidsterreinen als participatie, zorg en inkomen (transitie sociaal domein), openbare orde en veiligheid en onderwijs (vroeg‐ en voorschoolse educatie) en sport, welzijn en cultuur. Concrete voorbeelden hierbij zijn de aanpak van multiprobleem gezinnen en de uitvoering van de sluitende aanpak jongeren. Het bereiken van maatschappelijke effecten conform de resultaatgestuurde subsidieverle‐ ning gaan we verder uitbreiden naar meer subsidiedossiers.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 49
Wat mag het kosten Tabel 5‐7
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
2.408
2.408
2.585
2.585
2.585
lasten startbegroting
‐6.780
‐6.966
‐7.428
‐7.428
‐7.428
totaal netto lasten
‐4.372
‐4.558
‐4.843
‐4.843
‐4.843
3% bezuinigingen
1
kinderopvang
100
100
100
2
onderuitputting budget jeugd en vrije tijd
40
40
40
40
40
totaal 3% bezuinigingen
40
40
140
140
140
eindtotaal
‐4.703
‐4.703
‐4.332
2014
‐4.518
2015
2016
2017
‐4.703
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 10
5
0 2007
2009
2011
inclusief mutaties
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
3% bezuinigingen 1.
Kinderopvang
Door de Wet Kinderopvang zijn de taken van de gemeente teruggebracht tot informatieverstrekking aan de belastingdienst. De vergoeding voor specifieke gemeentelijke doelgroepen is als taak komen te vervallen. De organisatie kan hierdoor vanaf 2014 worden afgebouwd. 2.
Jeugd en vrije tijd
Op het budget voor Jeugd en Vrije Tijd kan € 40.000 bezuinigd worden door structurele onderbesteding van het budget.
pag. 50
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.6 Onderwijs Ambitie Onderwijs is voor de stad Almere van groot belang. Goed onderwijs biedt huidige en toekomstige bewoners van Almere kansen om een plek in de maatschappij te vinden die bij hen en hun talenten past. Het stelt mensen in staat hun bijdrage te leveren aan de economische, culturele en sportieve ontwikkeling van de stad Almere. Onderwijs levert een aandeel in de vorming van een aantrekkelijke stad voor mensen en bedrijven om zich te vestigen en zich te ontwikkelen.
Speerpunten Harmonisatie Peuterspeelzaalwerk & Kinderopvang/Voor‐ en Vroegschoolse Educatie/Werken aan Kindcentra Wij vinden het van belang de ontwikkeling van Integrale Kind Centra (IKC) te stimuleren. Dit is een ontwikkeling die betrokken partijen in het veld (kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en basisscholen) realiseren. Wij zijn in het licht van deze ontwikkeling zeer content met de huidige Brede Scholen en andere ontstane samenwer‐ kingsverbanden tussen basisscholen en opvangvoorzieningen, die in voortdurende ontwikkeling zijn naar de realisering van een doorgaande ontwikkelingslijn voor kinderen van 0‐12 jaar. In vier pilots proberen we de totstandkoming van een IKC daadwerkelijk te bevorderen. Er wordt verder ge‐ bouwd aan de ontwikkeling van IKC’s in Almere Poort, De Laren en Almere Hout. De harmonisatie van peuterspeelzaalwerk en kinderopvang inclusief de uitvoering van VVE in Almere wordt in 2013 wijkgericht uitgewerkt. Realisatie van een doorgaande lijn tussen de voorschoolse periode en de eerste jaren van de basisschool vin‐ den wij van zeer groot belang. We maken hiertoe resultaatsafspraken met de voorschoolse organisaties en de schoolbesturen in de wijk. We zetten in op de kwaliteit van deze voorschoolse voorzieningen, en zorgen voor programma’s voor kinderen met taal‐ en ontwikkelingsachterstanden. Hiervoor wordt onder meer een ‘VVE expertisecentrum’ in het leven geroepen. Speciale aandacht gaat nu uit naar de technische, juridische en finan‐ ciële uitwerking van de harmonisatie. Kwaliteitslag in het Almeerse onderwijs: Lokaal Educatieve Agenda ‐ Plus Samen met onze onderwijspartners hebben we een cultuurverandering binnen het onderwijs gerealiseerd: de focus ligt ten volle op de kwaliteitsverbetering. Wij verbeteren de kwaliteit van het onderwijs in nauwe sa‐ menwerking met onze partners, met name dat deel van het onderwijs dat nu als (zeer) zwak gekwalificeerd is. Ook investeren we in scholen die ‘zwak’ dreigen te worden. Dat doen we niet alleen voor primair (PO) en voortgezet onderwijs (VO) maar ook voor het Middelbaar Beroeps Onderwijs (MBO). De inzet op de verbete‐ ring van en het behouden van de kwaliteit van het onderwijs vergt een langdurige aanpak en heeft voortdu‐ rende aandacht nodig. We stimuleren en helpen met het verhogen van de kwaliteit van het onderwijspersoneel. Hiervoor zetten schoolbesturen in op onder andere een verdiepingstraject voor interne begeleiders en de continuering van de training ‘Schoolleiders die er toe doen’. We kiezen voor ondersteuning van het onderwijsproces onder meer door uitbreiding van onderwijstijd. Dit gebeurt door het opstellen van een stedelijk plan voor onderwijstijdverlenging. Ook ondersteunen we het on‐ derwijs door middel van projecten die kinderen de kans bieden om buiten schooltijd te werken aan het ontwik‐ kelen van hun leerprestaties (bijvoorbeeld de continuering van de zomerscholen). We zetten in op het vergro‐ ten van de betrokkenheid van de omgeving bij het onderwijs door de stedelijke voorleescampagne en het on‐ dersteunen van projecten voor ouderbetrokkenheid in het onderwijs. We blijven de verbinding leggen tussen de voorleescampagne, de Brede Leesimpuls en Laaggeletterdheid.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 51
Voorkomen Voortijdig Schoolverlaten (VSV) We richten onze aandacht vooral op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het MBO. In het nieuwe (rijks)beleid met betrekking tot VSV zal ook aandacht besteed worden aan de positie van Leerplicht en het Regionaal Meld‐ en Coördinatiepunt (RMC) binnen de jeugdzorgketen. Leidend is dat het ‘kind centraal staat’ en dat vanuit een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid alle betrokken partijen hieraan vormgeven. De meest kwetsbare jongeren, waarvoor langzaam maar zeker alle vangnetten afbrokkelen door wettelijke ont‐ wikkelingen (de participatiewet) en gebrek aan financiële middelen gaan we helpen hun persoonlijke startkwa‐ lificatie in te zetten voor de toekomst. Dit alles wordt uitgewerkt in de beleidsnota ‘Sluitende aanpak jongeren’. Hoger Onderwijs We consolideren en versterken het Hoger Onderwijs en zoeken naar mogelijkheden om nog verder uit te bou‐ wen. We gaan werken aan een doorstroom bevordering tussen MBO –Hoger Beroeps Onderwijs (HBO), mede in relatie tot de lokale arbeidsmarkt, de campusontwikkeling, studentenhuisvesting en de marketingcampagne Almere Studentenstad. Voor de doorlopende leerlijn MBO‐HBO wordt deelgenomen in de bestuursopdracht onderwijs/ arbeidsmarkt. Op internationaal niveau blijven we gebruik maken van het International New Town Institute (INTI) voor de samenwerking met Shenzhen en investeren we in de samenwerking met Bes la Salle. Daarnaast zullen wij ook doorgaan met het onderzoeken van nieuwe initiatieven, nationaal en internationaal. De businesscase Windesheim Flevoland wordt herijkt. De ontwikkeling en groei van de CAH blijven we stimule‐ ren. We zetten ook in op samenwerking met nieuwe onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven binnen de ont‐ wikkeling van de Floriade. Kwaliteitsagenda MBO Vanaf januari 2013 verkennen we hoe een kwaliteitsslag in het MBO kan worden gerealiseerd. Hiervoor wordt een bestedingsplan gemaakt. Doel is het initiëren en stimuleren van een kwaliteitsverbetering van het MBO, nodig voor de (toekomstige) beroepsbevolking in Almere. We zoeken aansluiting bij de regionale arbeidsmarkt, en betrekken hierbij ook het HBO. We zetten in op drie thema’s: Duurzame aanpak Entreeopleiding: voor die leerlingen die niet altijd op eigen kracht een plek op de ar‐ beidsmarkt weten te verwerven of een startkwalificatie weten te behalen. Verbeteren doorlopende leerlijnen MBO plus – HBO: door de kwaliteit van het MBO onderwijs te verbete‐ ren wordt de kans voor jongeren om een HBO‐diploma in de eigen stad te halen vergroot. Op termijn zal er daardoor voldoende aanbod aan hoog gekwalificeerde werknemers voor zowel het bestaande als nieuwe bedrijfsleven zijn. (Her)inrichten onderwijskolom Techniek: Techniek is een kansrijke sector in de arbeidsmarkt. Doel is het opzetten van een duurzame infrastructuur onderwijs/ arbeidsmarkt met een doorlopende leerlijn Voorbe‐ reidend (Middelbaar Beroeps ) Onderwijs (VMBO)‐MBO‐HBO op het gebied van Techniek, met daarbij een duidelijke koppeling tussen de opleidingen en de vraag uit de markt. Er wordt hiervoor deelgenomen aan de bestuursopdracht onderwijs/ arbeidsmarkt.
pag. 52
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐8
Bedragen x € 1.000
onderwerp
2013
netto lasten
baten startbegroting
11.571
11.100
6.222
5.252
5.252
lasten startbegroting
‐42.651
‐41.222
‐37.009
‐35.939
‐35.939
totaal netto lasten
actualisatie perspectief
1
bezuiniging onderwijshuisvesting
2
actualisatie onderwijshuisvesting
3
harmonisatie peuterspeelzaalwerk
450
4
Almere onderwijsstad 2013‐2014
‐100
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
5
harmonisatie peuterspeelzaalwerk
90
90
90
6
voortijdig schoolverlaten
360
360
360
totaal 3% bezuinigingen
450
450
450
eindtotaal
‐27.393
‐27.295
2014
‐31.080
‐30.122
19
2016
‐30.787
‐30.687
‐29.996
102
2.944
2.820
122
126
‐30.687
2.820
124
2017
2.820
126
369
‐30.711
2015
2.942
2.922
‐27.315
Verloop netto lasten
netto lasten x € 1 miljoen 36
29
22 2007
2009
2011
inclusief mutaties
2013
2015
2017
beginstand Voorjaarsnota
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Actualisatie perspectief 1.
Bezuiniging onderwijshuisvesting
Het kabinet heeft in het regeerakkoord besloten om het gemeentefonds te verlagen omdat landelijk is gecon‐ stateerd dat gemeenten minder € 256 miljoen minder uitgeven aan onderwijshuisvesting dan het Rijk hiervoor in het gemeentefonds beschikbaar stelt. Besloten is om deze middelen te korten op het gemeentefonds en over te hevelen naar de schoolbesturen. Schoolbesturen zijn vrij om deze middelen in te zetten. Landelijk is er nog discussie over deze maatregel, omdat deze indruist tegen de principes van het gemeentefonds en de daar‐ bij behorende vrijheid van gemeentes om eigen beleid te bepalen. Daarnaast hebben niet alle gemeentes een voordeel op onderwijshuisvesting. In Almere is er sprake van een jaarlijks tekort van circa € 1 miljoen. Indien deze maatregel wordt doorgezet, zal de gemeente met de schoolbesturen in overleg treden om een passende oplossing te zoeken. Dit kan bijvoorbeeld door een bijdrage van de schoolbesturen te vragen van € 2,8 miljoen of door de bestaande afspraken over het onderhoud te herzien. Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 53
2.
Actualisatie onderwijshuisvesting
Er zijn nog geen nieuwe besluiten genomen die aanpassing van de investeringsplanning noodzakelijk maken. Wel heeft een actualisatie plaatsgevonden van de reeds gevoteerde kredieten voor onderwijshuisvesting. De reservering voor tijdelijke onderwijshuisvesting in Almere Poort (Columbuskwartier) verschuift van 2013 naar 2017. Dit levert een licht voordeel op ten opzichte van de begroting. 3&5 Harmonisatie peuterspeelzaalwerk In 2013 worden voorbereidingen getroffen om vanaf 1 januari 2014 de harmonisatie van peuterspeelzaalwerk mogelijk te maken. Dit betreft de integratie van het peuterspeelzaalwerk (ook VVE) met de kinderopvang. Vanuit het Rijk zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor Voor‐ en Vroegschoolse Educatie.(VVE‐middelen). Dit leidt in 2013 tot een voordeel van circa € 1,1 miljoen. Vanuit deze middelen wordt € 0,7 miljoen ingezet voor de voorbereiding van de harmonisatie van het peuterspeelzaalwerk. Het restant komt ten gunste van het perspectief. Bij de programmabegroting 2014 worden de consequenties voor de jaren 2014 en verder in beeld gebracht. Vooruitlopend hierop is vanaf 2014 een bezuiniging van € 0,09 miljoen opgenomen in het perspec‐ tief. 4.
Almere Onderwijsstad
Almere is gekozen tot gekozen tot Onderwijsstad van het schooljaar 2013/2014. Daarvoor vinden er in dat schooljaar diverse activiteiten plaats in Almere. Deze worden samen met de (onderwijs)partners ontwikkeld en vorm gegeven. Hiervoor stellen wij in 2013 € 0,1 miljoen beschikbaar.
3% bezuinigingen 6.
Voortijdig schoolverlaten
Wij gaan het gemeentelijk budget van € 0,6 miljoen terugbrengen naar € 0,24 miljoen. Dit is mogelijk omdat de inzet op het voorkomen en terugdringen van Voortijdig Schoolverlaten (VSV) zeer succesvol is geweest de afge‐ lopen jaren. Bij de start van de ‘aanval op de uitval’ was het percentage jongeren tussen de 16 en 23 jaar dat voortijdig de school had verlaten zonder startkwalificatie in Almere ruim 20%, op dit moment is dat tussen de 8 en 9%. Daarnaast is voor dit beleidsterrein nog € 0,7 miljoen aan Rijksmiddelen beschikbaar.
pag. 54
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.7 Sport Ambitie Sport levert een bijdrage aan een gezond Almere, aan actief burgerschap en aan de leefbaarheid en veiligheid van onze stad. Almere is een sportieve stad. We kennen dan ook veel sportinitiatieven, zowel in verenigings‐ verband, in buurten, op scholen en bij commerciële instellingen. Onze eigen gemeentelijke inzet is voorname‐ lijk gericht op de uitwerking van bestaande plannen, bijvoorbeeld de Visie Sport 2.0 ‘Almere, stad van talent’ (IAK). Hiermee is een stip op de horizon gezet op het gebied van sport en bewegen in Almere. Samenwerking met andere thema’s als onderwijs, bedrijfsleven en gezondheid is hierbij van wezenlijk belang. De visie is tot stand gekomen met onze partners, VWS, provincie en NOC*NSF, die ook bij de uitvoering betrok‐ ken blijven. In 2012 is de sportnota geactualiseerd voor de periode 2013‐2016.
Speerpunten Meedoen in de wijk Dit houdt in dat er op wijkniveau laagdrempelige voorzieningen voor meervoudig gebruik aanwezig moeten zijn. Het stedelijke sportvoorzieningenniveau zal versterkt worden door het opzetten van sportclusters ver‐ deeld over de stad. Buurtsportcoaches, werkzaam bij een sport‐ en beweegaanbieder en onderwijs, welzijn of cultuur, stimuleren en organiseren sport‐ en beweegaanbod in de buurt. Ondersteunen en versterken Met gesubsidieerde verenigingen worden afspraken gemaakt over de bijdrage die zij leveren aan de Almeerse doelen van het sportbeleid. Wij gaan de rol van sport, onderwijs, buurt en welzijn als maatschappelijk bind‐ middel verder versterken door onder andere activiteiten op de playgrounds in samenwerking met sportvereni‐ gingen en combinatiefunctionarissen aan te bieden. De ondersteuning en versterking van sportverenigingen heeft prioriteit gekregen door onder meer het inzetten van een verenigingsondersteuner. Deze ondersteuner helpt verenigingen om hun eigen kracht beter te herkennen en te benutten. Talentontwikkeling De Visie Sport 2.0 ‘Almere, stad van talent’ biedt het richtinggevende kader. Daarnaast worden randvoorwaar‐ den geschept voor initiatieven ten aanzien van Regionale en Nationale Trainingscentra. Ontwikkeling en begeleiding van talenten is vanuit de gemeente vooral gericht op het versterken van de struc‐ tuur waarbinnen talenten zich optimaal kunnen ontplooien. Een aantal combinatiefunctionarissen is gericht ingezet op de relatie sport en onderwijs en draagt daarmee bij aan de talentherkenning en –ontwikkeling. Verbinding sport en economie Door actief in te zetten op samenwerking tussen sport en het bedrijfsleven kunnen wij de verbinding stimule‐ ren. Daarbij delen we kennis en maken gebruik van elkaars netwerk. In het Topsportcentrum komen sportwed‐ strijden, (sport)evenementen en bedrijfsleven samen. Volwaardige stad in de regio Samen met VWS, de provincie en NOC*NSF geven wij uitvoering aan de Visie Sport 2.0: ‘Almere, stad van ta‐ lent’. Ook onderhouden we contacten met sportbonden waardoor Almere een thuisbasis is voor nationale en internationale wedstrijden (o.a. volleybal en basketbal). Tenslotte werken we samen in de metropoolregio Amsterdam en promoten we daarin elkaars evenementen. De komende jaren zal een verkenning plaatsvinden naar de mogelijkheid om grote (buiten)sportevenementen naar Almere te halen of in Almere te organiseren. Daarnaast biedt Almere kansen aan ontwikkelingen en plannen voor nieuwe (top)sportaccommodaties.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 55
Wat mag het kosten Tabel 5‐9
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
3.859
3.859
3.859
3.859
3.859
lasten startbegroting
‐13.084
‐14.090
‐13.817
‐15.437
‐15.437
totaal netto lasten
‐9.225
‐10.231
‐9.958
‐11.578
‐11.578
actualisatie perspectief
1. tegelvloer zwembad Almere Stad
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
2. exploitatie binnen‐ en buitensport
48
176
176
176
3. sportbeleid
53
74
74
74
totaal 3% bezuinigingen
100
250
250
250
eindtotaal
‐9.708
‐11.328
2014
‐9.225
2015
‐10.131
2016
2017
‐11.328
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 13
9
5 2007
2009 inclusief mutaties
2011
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
Actualisatie perspectief 1.
Tegelvloer zwembad Almere Stad
De afgelopen maanden zijn er steeds problemen met de tegelvloer in het zwembad in Almere Stad. Doordat tegels spontaan los kunnen knappen is er sprake van een gevaarlijke situatie. Gezien het risico voor de bezoe‐ kers en het personeel is er een noodreparatie uitgevoerd van € 26.000, die vooralsnog is gedekt uit de onder‐ houdsvoorziening. In totaliteit worden de herstelkosten geraamd op een totaalbedrag van € 133.000. Deze kosten komen ten laste van het GIP.
3% bezuinigingen 2.
Exploitatie binnen‐ en buitensport
Door een versobering van de exploitatie (o.a. onderhoud en beheer) van gemeentelijke binnen‐ en buiten‐ sportaccommodaties kan een bezuiniging worden gerealiseerd van € 47.500 in 2014 en vanaf 2015 structureel € 176.000. 3.
Sportbeleid
Op de beleidsbudgetten kan een bezuiniging worden gerealiseerd van € 52.500 in 2014 en een structurele bezuiniging van € 74.000 vanaf 2015. Dit heeft ondermeer betrekking op het beperken van sportonderzoeken en subsidiemiddelen. pag. 56
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.8 Participatie, Zorg en Inkomen Ambitie Gemeenten moeten meer gaan doen met minder geld en (nog meer) de eigen kracht van burgers aanspreken. Dit vraagt om een fundamentele omslag in denken en doen. Daarom is er de afgelopen jaren in het sociaal domein ingezet op een verandering. De Kanteling en een toenemend beroep op de eigen kracht van mensen staat daarbij centraal. De komende jaren valt er in het sociaal domein nog veel meer werk te verzetten door gemeente, maatschappelijke partners en burgers. Met de transities in het sociaal domein komen nog veel gro‐ tere uitdagingen op de gemeente af. Niet alleen komen er nieuwe taken op ons af, de bijbehorende bezuinigin‐ gen zijn fors. Zo wordt het beroep op de bestaande huishoudelijke hulp in de WMO voor nieuwe cliënten in 2014 en bestaande cliënten in 2015 geminimaliseerd. Alleen mensen die het echt nodig hebben kunnen ge‐ bruik maken van de maatregel en zelfs voor hen wordt ondersteuning minimaal. Gemeenten behouden 25% van het budget voor deze maatwerkvoorziening. Dit betekent voor Almere dat we voor huishoudelijke verzor‐ ging nog slechts een zeer beperkt budget hebben. Al met al een roerige tijd in het sociaal domein. De ambities ten aanzien van het programma Participatie, Zorg en Inkomen blijven echter overeind staan; kinderen groeien gezond en veilig op en alle bewoners kunnen mee‐ doen naar vermogen. Daarnaast treffen wij gedegen voorbereidingen om de Participatiewet en decentralisaties van Jeugdzorg en AWBZ naar de gemeente goed en tijdig te implementeren. Hierover leest u meer bij de hier‐ onder genoemde speerpunten.
Speerpunten Transitie Sociaal Domein In het programma Transitie Sociaal Domein wordt sinds oktober 2011 gewerkt aan de invoering van drie grote (decentralisatie) taken. De invoering van de Participatiewet (2015), de begeleiding en dagbesteding van de AWBZ naar de WMO (vanaf 2015), en de totale Jeugdzorg (2015) waarbij ook de samenhang met passend on‐ derwijs. De invoering van deze omvangrijke taken geeft de gemeente de verantwoordelijkheid over bijna de gehele maatschappelijke ondersteuning van inwoners. Met de vaststelling van het ‘Beleidskader voor de transi‐ tie sociaal domein in Almere: Naar een nieuwe sociale infrastructuur in Almere’ is besloten dat we werken met een programma‐aanpak die het mogelijk moet maken om integraal de decentralisatietaken binnen het sociaal domein uit te voeren en de implementatie daarvan voor te bereiden en te begeleiden. Het programma functi‐ oneert tot de realisatie van de drie taken is bereikt. De huidige ondersteuningsstelsels WMO, WWB en AWBZ gaan gepaard met gescheiden financieringsstromen en gescheiden verantwoordingseisen. Door de stelsels met elkaar te verbinden ontstaat de mogelijkheid tot ontschotting van geldstromen, waardoor efficiency bereikt kan worden. Een klein deel van de forse bezuinigingen kan daardoor worden opgevangen. We zien ook kansen. Voor het eerst krijg één partij, de gemeente, zeggenschap over praktisch het hele sociale domein. De decentralisaties maken het gemeenten mogelijk verbanden te leggen tussen de WMO/AWBZ, de jeugdzorg en het domein van werk en inkomen. Dat betekent: inzetten op preventie, participatie, het bieden van perspectief en ondersteuning bundelen en efficiënter aanbieden. En vooral met meer maatwerk voor de burger De gemeente en de maatschappelijke partners werken samen aan de invulling van de nieuwe sociale infra‐ structuur waarin alle wijzigingen een plek vinden. Naast de verschillende veranderingen wijzigen nog steeds de randvoorwaarden vanuit het Rijk. Dit geeft veel onzekerheden in de nadere uitwerking.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 57
Participatiewet Door forse bezuinigingen op het participatiebudget is de organisatie genoodzaakt om op zoek te gaan naar dwarsverbanden en keuzes te maken. Ook voor het uitvoering geven aan de taken van sociale zaken betekent het anders denken, de decentralisaties en de invoering van de Participatiewet een omslag, want ook zij zijn regelmatig actief in dezelfde wijken en bij dezelfde gezinnen als hun collega‐professionals van zorginstellingen. Sociale Infrastructuur Bovenstaande schetst de opgave waar we voor staan en de onzekerheden die daarmee samenhangen. Ook voor inwoners verandert er veel en dat leidt ook voor hen tot (financiële) onzekerheden. Eerder ingezette be‐ zuinigingen in het programma PZI (vanuit het Oostvaardersakkoord) en de huidige bezuinigingsronde hakken hard in op de bestaande sociale infrastructuur van Almere. En het is juist diezelfde infrastructuur, weliswaar afgeslankt en anders vormgegeven, die de decentralisaties op moet vangen. Door de bezuinigingen staat wel‐ zijnswerk zoals sociaal cultureel werk, opbouwwerk, ondersteuning van vrijwilligerswerk en mantelzorg onder druk. Deze functies zijn juist onmisbaar op het moment dat wij een groter beroep willen doen op sociale net‐ werken, burgerkracht en informele zorg. Er ontstaan risico’s wanneer Rijks‐ en gemeentelijke bezuinigingen gestapeld worden.
Uitwerkingsopdrachten Transitie Sociaal Domein In het kader van de transities in het sociaal domein wordt bij de begroting inzichtelijk gemaakt (op basis van de meicirculaire en zo mogelijk de septembercirculaire) welke middelen en taken van het Rijk op welk moment precies overkomen. Voor het eerst wordt dan voor de programmabegroting (voor zover bekend) inzichtelijk gemaakt wat de budgettaire kaders voor de decentralisaties zijn, wat daarvan programmageld is en wat daar van gerekend kan worden tot apparaatskosten. De apparaatskosten worden geraamd op basis van de thema’s van het programma Transities Sociaal Domein. Bij de programmabegroting wordt op basis van de dan beschik‐ bare informatie tevens inzichtelijk gemaakt welke kosten de gemeente nog moet maken voor de decentralisa‐ ties en welke invoeringsbudgetten van het Rijk daar tegen over staan. Tot slot kan met het verkregen inzicht ook verder invulling worden gegeven aan de 3% bezuinigingen in het programma Participatie, Zorg en Inkomen, de zachte onderdelen die nu worden voorgesteld kunnen hard worden gemaakt. Bestandssamenstelling WWB Er wordt nader onderzoek gestart naar de bestandssamenstelling van de WWB en eventueel te komen met bijstelling van de lange termijn verwachtingen (aantallen en prijs). Hierbij worden de veranderingen in beïn‐ vloedingsmogelijkheden in kaart gebracht. Daarbij betrekken wij ook een nadere analyse van de gevolgen van de invoering van de nieuwe Participatiewet bij dit onderzoek. Wij maken de gevolgen (voor zover bekend) van de nieuwe regelingen met betrekking tot beschut werk en het verkrijgen van loonwaarde inzichtelijk voor het budget dat benodigd is voor de WWB.
pag. 58
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐10
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
109.473
110.975
lasten startbegroting
‐185.554
‐187.716
totaal netto lasten
‐76.081
‐76.741
actualisatie perspectief
1
wet werk en bijstand
2
uitvoeringskosten sociale zaken
3
transitie sociaal domein
4
bezuiniging WMO ‐ huishoudelijke verzorging
5
bussinescase kanteling WMO
300
5
formatieproblematiek servicepunt Z
‐300
6
schulddienstverlening zelfstandigen
‐100
7
bijdrage GGD en extra budget medische verrichtingen
8
afschaffen maatschappelijke stages
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
9
maatschappelijke begeleiding en advies
2014
‐3.568
‐135
‐1.288
‐105
‐41
11 armoedebeleid
100
‐743
6.051
6.051
‐135
‐135
270
270
270
3.595
4.408
5.443
‐135
937
937
937
200
200
200
192
192
192
12 huisvesting servicepunt z
190
190
190
13 re‐integratie wsw
165
165
165
14 jeugdgezondheidszorg
138
138
138
15 bedrijfsvoeringsmaatregelen
450
450
450
16 nog te concretiseren maatregelen
37
37
37
2.309
2.309
totaal 3% bezuinigingen
eindtotaal
115
‐570
‐74.638
‐1.208
4.789
‐2.853 256
111.175
‐74.995
‐3.708
111.175
‐75.870
‐135
30
2017
‐188.445 ‐186.170 ‐185.813
‐3.906
10 3% bezuiniging GGD
112.575
1.095
2016
‐103
2015
138
130
509
2.309
‐79.857
‐79.085
‐69.966
‐68.278
‐66.886
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 90
60
30 2007
2009
2011 inclusief mutaties
Voorjaarsnota 2014‐2017
2013
2015
2017
beginstand Voorjaarsnota
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
pag. 59
Actualisatie perspectief 1.
Wet Werk en Bijstand
Ontwikkeling van het aantal uitkeringsgerechtigden Het aantal cliënten eind 2012 is, conform de verwachting, uitgekomen op 5.200 cliënten. We verwachten dat het aantal uitkeringsgerechtigden zich verder zal ontwikkelen zoals geprognosticeerd. Dit houdt in dat we ver‐ wachten dat het cliëntenaantal verder zal groeien naar 5.800 aan het einde van 2015, waarna het weer zal dalen. Tabel 5‐11
aantal cliënten
2013
2014
2015
2016
2017
gemiddeld aantal cliënten WWB/WIJ
5.300
5.600
5.700
5.600
5.400
110
110
110
110
110
gemiddeld aantal cliënten
5.410
5.710
5.810
5.710
5.510
ultimo standen
5.600
5.800
5.800
5.600
5.400
gemiddeld aantal cliënten IOAW/IOAZ
Hogere kosten per bijstandsgerechtigde De samenstelling van het bestand uitkeringsgerechtigden is gewijzigd. Er zijn relatief minder alleenstaanden, relatief meer gezinnen en alleenstaande ouders. Het normbedrag van deze twee laatste groepen is hoger. In onderstaand overzicht hebben we de kosten hier op aangepast. Hierdoor zijn de kosten per bijstandsgerechtig‐ de met € 500 toegenomen (van € 14.400 naar € 14.900). Lager budget Onlangs is er nieuwe informatie beschikbaar gekomen van het Centraal Planbureau over de macro economi‐ sche verwachtingen. Hieruit blijkt dat het aantal cliënten landelijk 15.000 lager is dan oorspronkelijk geraamd. Het betreft een daling van 4%. Dit werkt door in een lagere raming van de inkomsten van € 2,5 miljoen in 2013 en 2014. Tabel 5‐12
Bedragen x € 1.000
Voorjaarsnota
2013
2014
2015
2015
2017
‐80.068
‐84.508
‐85.988
‐84.508
‐81.548
‐600
‐600
‐600
‐500
‐500
‐80.668
‐85.108
‐86.588
‐85.008
‐82.048
BUIG (rijksbijdrage bijstandsuitkeringen)
78.100
82.000
83.600
82.200
80.448
bijstelling macro budget
‐2.500
‐2.500
PM
PM
PM
1.600
1.600
1.600
1.600
1.600
baten
77.200
81.100
85.200
83.800
82.048
over (+) of tekort (‐)
‐3.468
‐4.008
‐1.388
‐1.208
0
‐100
300
100
0
0
‐3.568
‐3.708
‐1.288
‐1.208
lasten BBZ starter lasten
inkomsten uit verhaal
tekort afgedekt in perspectief saldo
2.
0
Uitvoeringskosten sociale zaken
De raming voor de uitvoeringskosten wordt bijgesteld aan de hand van de nieuwe raming van het aantal uitke‐ ringsgerechtigden. Voor de organisatiekosten van sociale zaken geldt een norm van 1 fte per 100 cliënten. Omdat bovengenoemde norm niet meer actueel is, gaan wij een onderzoek doen naar de benodigde personele capaciteit. De uitkomsten hiervan zullen wij betrekken bij de programmabegroting 2014.
pag. 60
Voorjaarsnota 2014‐2017
3.
Transitie sociaal domein
Zoals bij de speerpunten is toegelicht gaan wij de komende periode werken aan de transitie Sociaal Domein. Voor het uitvoeren van deze activiteiten in 2013 is € 851.000 beschikbaar, terwijl de kosten € 1.039.000 bedra‐ gen. Het tekort van € 103.000 komt ten laste van het perspectief. Voor 2014 en 2015 zijn er nog veel onduidelijkheden over de precieze inhoud van de participatiewet, de over‐ dracht AWBZ en de Jeugdzorg. Ook zijn de rijksbijdragen voor de invoeringsbudgetten nog niet bekend. Ver‐ wacht wordt dat in de gemeentefondscirculaires van mei of september 2013 hierover meer bekend wordt. 4.
Bezuiniging WMO ‐ huishoudelijke verzorging
Tabel 5‐13
Bedragen x € 1.000
2014
budget was
2015
2016
2017
8.311
8.101
8.249
8.249
korting budget i.v.m. bezuinigingen rijk
‐1.095
‐4.789
‐6.051
‐6.051
inzetten voor uitvoeringskosten AWBZ
‐600
‐600
‐600
7.216
2.712
1.598
blijft beschibkaar voor huishoudelijke verzorging
1.598
Het Kabinet heeft besloten om te bezuinigen op de huishoudelijke verzorging. Het Rijk verlaagt de integratie‐ uitkering vanaf 2014 met 85%. Dit heeft als gevolg dat de huishoudelijke hulp voor nieuwe cliënten in 2014 wordt beëindigd. Voor bestaande cliënten wordt dat een jaar later. Door de bezuinigingen worden de budget‐ ten met € 6 miljoen verlaagd. Dan resteert er nog een budget van € 2,2 miljoen structureel. Van het resterende budget moet € 0,6 miljoen worden aangewend voor het uitvoeren van de nog te decentraliseren AWBZ func‐ ties begeleiding en persoonlijke verzorging. De resterende budgetten blijven beschikbaar voor maatwerkvoor‐ zieningen in de huishoudelijke verzorging (zowel uitvoeringskosten als programmakosten). 5.
Formatieproblematiek Servicepunt Z/ businesscase kanteling WMO
Servicepunt Z is de gemeentelijke afdeling die zorg draagt voor uitvoering van de WMO. Door toegenomen werkdruk is uitbreiding van de formatie noodzakelijk. Hiervoor is vooralsnog eenmalig € 0,3 miljoen nodig. Verder blijkt dat de projecten die zijn ingezet in het kader van de kanteling hun vruchten afwerpen. De bespa‐ ring hierop wordt ingezet voor de dekking van de formatie. 6.
Schulddienstverlening zelfstandigen
De afgelopen jaren maakten veel ondernemers gebruik van de schulddienstverlening gespecialiseerd in (ex)‐ zelfstandigen. Hiervoor is € 100.000 extra nodig. 7.
Bijdrage GGD en extra budget medische verrichtingen
Voor het doen van medische verrichtingen wordt € 50.000 extra beschikbaar gesteld. Het gaat dan bijvoorbeeld om het inschakelen van een forensisch arts bij een onnatuurlijke dood (bijvoorbeeld doodslag, moord, zelfdo‐ ding, ongeval), maar het kan ook gaan om het afgeven van een medische verklaring inzake mishandeling, medi‐ sche zorg voor arrestanten of het geven van uitstel voor een begrafenis en euthanasie beoordelingen. Het kabinet heeft vorig jaar de BTW verhoogd van 19% naar 21%. Daarnaast zijn diverse activiteiten, waarvan voorheen de BTW kon worden gecompenseerd, nu als kostprijsverhogend aangemerkt als gevolg van Europese richtlijnen. Hierdoor is in totaal € 85.000 nodig. 8.
Afschaffen maatschappelijke stages
Op dit moment zijn de maatschappelijke stages en vrijwilligerswerk nog wettelijk verplicht. Het kabinet heeft besloten om dit met ingang van het schooljaar 2015/2016 af te schaffen. Daardoor kan het budget vrijvallen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 61
3% bezuinigingen 9.
Maatschappelijke begeleiding en advies
Voor de bezuiniging op de maatschappelijke begeleiding en advies worden in 2013 worden een drietal scena‐ rio’s uitgewerkt. Dat zal tot een besparing leiden van € 650.000: integrale aanpak aangaande Algemeen Maatschappelijk Werk + opbouwwerk, formele zorg en informele zorg (in de wijk); integrale afweging kinderopvang en jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0‐19 jaar. Daarnaast wordt nog een besparing gerealiseerd via diverse maatregelen. Door de kanteling van de WMO kan er € 83.000 worden bespaard op maaltijdvoorzieningen. Bij de verslavingszorg is er sprake van onderbenutting van de budgetten. Hierdoor kan € 50.000 vrijvallen. Verder worden er diverse kleinere bezuinigingen doorge‐ voerd op maatschappelijke voorzieningen. 10. Bezuiniging op de GGD We hanteren het uitgangspunt dat bezuinigingen die van uit het rijk worden opgelegd ook worden doorver‐ taald naar onze partners. In dit kader wordt de bijdrage aan de GGD verlaagd. 11. Armoedebeleid Wij gaan besparen op armoedebeleid door: minder ondersteunend materiaal aan te schaffen, bv materiaal voor budgetcursussen; samenvoeging van cliënt‐ en adviesraden; de methodiek van armoedehotspots onder te brengen bij het maatschappelijk middenveld en onderbesteding op collectieve verzekeringen voor de minima. 12. Huisvesting servicepunt Z Wij gaan de huisvesting van servicepunt Z op de huidige locatie (Muziekwijk) beëindigen en deze overplaatsen naar het stadhuis. 13. Re‐integratie WSW De WSW wordt geherstructureerd. Hierdoor kunnen een aantal gemeentelijke bijdragen vrijvallen. 14. Jeugdgezondheidszorg Door alternatieve financiering van de jongerencoach en de integrale scholing vanuit het Oké punt kan er vanaf 2014 bespaard worden op de jeugdgezondheidszorg. 15. Bedrijfsvoeringmaatregelen Door heroverweging van bestaande taken bij de organisatie van Publiekszaken en DMO kunnen op termijn 4 a’ 5 formatieplaatsen worden bespaard. 16. Nog te concretiseren maatregel Bij de Programmabegroting wordt deze post geconcretiseerd.
pag. 62
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.9 Duurzame Ruimtelijke ontwikkeling Ambitie Almere is een Growing Green City. Iedereen beschouwt de groenblauwe structuur als dé kwaliteitsdrager van de gemeente Almere. Almere is en blijft óók een stad in ontwikkeling. Vanwege de crisis stagneert deze ont‐ wikkeling. Naar verwachting wordt 2013 het jaar met de laagste woningproductie sinds jaren. De verwachte uitgifte van bedrijventerreinen zal minder achter lopen bij de planning. Tekenen van herstel in de woning‐ en kantorenmarkt zijn echter nog nauwelijks aanwezig. Op basis van de marktontwikkelingen zijn wij helaas ge‐ noodzaakt onze scenario’s voor de woningbouw voor de komende jaren neerwaarts bij te stellen. Daarom geven wij prioriteit aan projecten die de meeste kans van slagen hebben en zullen we alles op alles zetten om de grondverkoop te stimuleren. Het Rijk brengt op 25 april 2013 het ontwerp van de Rijksstructuurvisie Amsterdam‐Almere‐Markermeer uit. Op basis daarvan zullen we nadere afspraken met de rijksoverheid maken over de duurzame doorgroei van de stad. Houvast hiervoor zijn de Almere Principles, de concept Structuurvisie Almere 2.0 en de reeds bestaande afspraken met het Rijk (IAK). Wij werken onverminderd verder aan een nieuwe strategie van stedelijke ontwikkeling vanuit de overtuiging dat zeggenschap over wonen en werken primair bij de burgers en ondernemers zelf moet liggen. Deze innova‐ tieve strategie is gericht op een nieuwe relatie tussen burger en stad. De overheid heeft blijvend een funda‐ menteel andere rol in het ruimtelijk ontwikkelingsproces. De motor achter deze nieuwe strategie is de ver‐ schuiving naar actief burgerschap in combinatie met een veranderende rol van instituties en een terugtreden‐ de overheid. Deze nieuwe strategie voor de stad is geworteld in een tweetal pijlers: organische en duurzame stedelijke ontwikkeling en excellent partnerschap.
Speerpunten Centraal staat het maken van goede afspraken met de rijksoverheid en regionale partners over de duurzame doorgroei van de stad. Wij gaan met het Kabinet en de provincie Flevoland afspraken maken over de uitvoering van de Rijksstructuurvisie Amsterdam‐Almere‐Markermeer. Dit krijgt vorm in een Bestuursovereenkomst en een Uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0. Hierin gaat beschreven worden op welke manier de groei van Alme‐ re op een verantwoorde manier kan plaatsvinden. Wij maken een start met het opstellen van een Structuurvisie Almere ‘Light’. Hiervoor vormt de concept Struc‐ tuurvisie Almere 2.0 een stevige basis. Inbedding van het Ontwikkelingskader GroenBlauw ligt daarbij voor de hand. Ook stellen we de Intergemeentelijke Structuurvisie Oosterwold op en zullen we voorstellen doen om‐ trent uitnodigingsplanologie. Wij gaan door met de voorbereidingen die voortvloeien uit de grote contracten met Amvest (Duin) en Ymere (Nobelhorst) opdat verkoop van gronden gaat plaatsvinden. Wij zetten vol in op contractvorming met nieuwe partners voor de realisering van nieuwe woonvormen en het uitgeven van bedrijfskavels door het inzetten van de stimuleringsmaatregelen. In Poort gaan wij ook in 2013 door met verkoopmanifestaties (PO/IbbA). Voor het domein wonen ligt het accent op woon‐zorgcombinaties, ouderenhuisvesting en studenten‐ huisvesting en de implementatie van de urgentieregeling en de huisvestingsverordening. Ook gaan we invulling (vorm en inhoud) geven aan het nieuwe Welstandsbeleid. Extra aandacht is er voor het grondbedrijf als het gaat om de ontwikkeling van de prijzen. De grondexploitaties in de gebieden wordt vormgegeven in het MPGA 2013. Wij komen met een voorstel voor een marketing‐ strategie voor de verkoop van gronden. Tegelijkertijd promoten we braakliggende (bouw‐)gronden en specifie‐ ke plekken in openbaar gebied om te verhuren voor tijdelijk gebruik. Door tijdelijke uitgifteregels willen we initiatieven van inwoners, gebruikers en ondernemers vlot afhandelen om aanvragers aan een geschikte locatie te helpen. Specifiek zijn de activiteiten van belang die verbonden zijn aan de gebiedsontwikkeling Almere Centrum Weer‐ water. Gerelateerd aan de voorbereiding voor de Floriade 2022. Zoals de ruimtelijke inpassing van de A6 en de uitwerking van specifieke ontwikkelingen (Het Rondje Weerwater, de transformatie van De Steiger en de marktoriëntatie van De Schakel). Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 63
Het thema Growing Green City wordt verder uitgewerkt, onder meer via stadslandbouw. Stadslandbouw ver‐ bindt meerdere functies (agrarische voedselproductie, siergewassen en energieproductie) met de stedelijke behoefte aan zorg en welzijn, recreatie, afvalverwerking en het beheren van (stedelijk) groen. Daarmee kan stadslandbouw bijdragen aan een optimaal ruimtegebruik in de stad. De ontwikkeling van de stad is een continue proces. Waar nodig werken we het onderliggende instrumentari‐ um bij, zodat deze ontwikkeling resultaatgericht, gestroomlijnd, afgestemd en financieel gezond plaatsvindt.
Uitwerkingsopdrachten Vanaf het begin van de vastgoedcrisis is stapsgewijs gewerkt aan het financieel beheerbaar houden van de ontwikkelingen binnen de grondexploitaties. De stappen waren steeds passend bij de toenmalige economische omstandigheden en vooruitzichten. De aanhoudende economische crisis op de vastgoedmarkt dwingt ons om opnieuw verdergaande maatregelen te treffen. Dit heeft onder meer te maken met de negatieve verwachtin‐ gen ten aanzien van de ontwikkeling van de grondwaarde. Belangrijk is dat er ruimte blijft om te investeren in de ruimtelijke ontwikkeling van de stad, anderzijds is het noodzakelijk om financieel de situatie te beheersen. Op basis van nader onderzoek willen wij een aantal systeemwijzingen doorvoeren. Het financiële perspectief voor de komende jaren noodzaakt ons tot het formuleren van diverse, stevige uitwerkingsopdrachten om de negatieve trend het hoofd te bieden en te keren. Op hoofdlijnen zijn deze uitwerkingsopdrachten als volgt geformuleerd: 1. Op korte termijn vergroten van de grondverkoop, waarbij aandacht besteed zal worden aan nieuwe partij‐ en, contractvormen en financiële voorwaarden en naar aanpassing van het programma. 2. Opstellen van een adequate set specifieke maatregelen met betrekking tot het prijsniveau en het aange‐ boden programma om de verkoop van grond zo veel mogelijk te bevorderen. Geef aan wat de consequen‐ ties hiervan zouden zijn voor de grondexploitaties en hoe deze opgevangen zouden kunnen worden. 3. Vinden van manieren hoe – op korte termijn – kosten kunnen worden vermeden of uitgesteld en aangeven wat de kwalitatieve en financiële consequenties zouden zijn ten opzichte van de vastgestelde grondexploi‐ taties. 4. Onderzoeken in hoeverre de winstnemingsystematiek aangepast zou moeten worden. 5. Onderzoeken op welke wijze de boekwaarde van (langlopende) grondexploitaties beheersbaar kan worden gehouden de komende jaren door verlaging van de toegerekende rente volgens alternatieve rentescena‐ rio’s. Er zal een ‘second opinion’ over de uitkomsten hiervan worden gevraagd. 6. Het verlagen van plankosten zal consequenties hebben voor de omvang van het ambtelijk apparaat, met name voor de Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Dit betekent dat onderzocht moet worden op welke wijze de organisatie van DSO naar omvang, structuur en werkwijze kan worden aangepast op een zodanige wijze dat de kwaliteit en continuïteit van de taakuitoefening duurzaam is gewaarborgd, passend binnen de fi‐ nanciële kaders (de genormeerde plankosten) op een zodanige manier dat de benodigde kwaliteit op een duurzame manier geleverd kan blijven worden. De uitwerking van deze opdrachten zullen wij betrekken bij de totstandkoming van de Programmabegroting 2014 die komend najaar vorm zal krijgen.
pag. 64
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐14
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
113.454
89.772
87.292
87.292
86.330
lasten startbegroting
‐123.599
‐98.627
‐94.297
‐96.297
‐92.295
totaal netto lasten
‐10.145
‐8.855
‐7.005
‐9.005
actualisatie perspectief
1
organisatie DSO
2
actualisatie MPGA
‐2.000
‐2.000
‐2.000
‐2.000
3
beheersing boekwaardes grondexploitatie
‐1.800
‐1.300
‐1.200
‐1.400
4
huisvestingsverordening
5
programma Groenblauw 2.0
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
6
bedrijfsvoeringsmaatregelen
9
190
190
190
totaal 3% bezuinigingen
9
190
190
190
eindtotaal
‐10.115
‐12.015
2014
‐3.400
‐45
‐3.300
‐14.851
‐205 ‐6.005
‐5.965
2017
‐2.000
‐3.445
2016
‐13.590
2015
‐3.200
‐3.400
‐9.175
Verloop netto lasten
netto lasten x € 1 miljoen 20
15
10
5 2007
2009
2011
inclusief mutaties
2013
2015
2017
beginstand Voorjaarsnota
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft een beeld van de afwijking ten opzichte van de voorjaarsnota. Uit de grafiek blijkt dat de lasten in de voorjaarsnota toenemen ten op‐ zichte van de begroting. Dit heeft vooral te maken met de maatregelen die worden genomen binnen het MPGA. Tegenover de toename van het beslag op de algemene dienst staan sterke kostendalingen binnen de grondexploitaties.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 65
Actualisatie perspectief In het kader van de Programmarekening 2012, is ook het MPGA geactualiseerd. Uit de actualisatie komen di‐ verse ontwikkelingen naar voren die negatief uitwerken op de financiële positie van het grondbedrijf. Er wor‐ den diverse maatregelen genomen om de nadelen op te vangen. Een en ander wordt nader toegelicht in de paragraaf grondbeleid van de jaarrekening en het MPGA. Omdat dit alles ook doorwerkt in het perspectief, lichten we hieronder de hoofdlijnen en de effecten op het perspectief nader toe. In onderstaande matrix is de problematiek voor het MPGA weergegeven en het effect op het perspectief. Tabel 5‐15
problematiek/maatregel MPGA
effect op het perspectief
1. organisatie dienst stedelijke ontwikkeling: beperken plankosten
tekort afdekken ten laste van perspectief
2. actualisatie MPGA: knelpunten grondexploitatie
rentederving door het vrijspelen van € 38 miljoen uit de re‐
bijstelling 0 scenario’s
serve structurele rente eigen vermogen
grondwaardeontwikkeling 3. beheersing boekwaarde grondexploitatie door:
1.
verlaging civieltechnische kosten
geen effect voor perspectief
rentemaatregelen
leidt tot een verlaging van het renteresultaat
Organisatie Dienst Stedelijke Ontwikkeling
Door de aanhoudende economische crisis zijn ook de werkzaamheden van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling sterk afgenomen. Dit betreft zowel de werkzaamheden voor het grondbedrijf als voor de algemene dienst. In de afgelopen jaren is de organisatie al zo goed als mogelijk aangepast aan de economische situatie. Het totale budget van de dienst bedraagt € 27,7 miljoen. Door wegvallende werkzaamheden en de daarbij behorende dekkingsmiddelen is de volgende besparing noodzakelijk: Tabel 5‐16
Bedragen x € 1.000
externe kosten
subtotaal
algemene dienst
totaal
organisatie
organisatiekosten DSO
10.100
3.000
13.100
14.600
27.700
beperken kosten
‐4.100
‐2.000
‐6.100
‐2.000
‐8.100
plankosten grondexploitatie
kader voor nieuwe organisatie
6.000
1.000
7.000
12.600
19.600
Het afbouwen van de organisatie kost vier jaar. De grafiek geeft een beeld van het verloop van de lasten. Uit de grafiek blijkt dat de organisatie terugloopt met 27%. lasten x € 1 miljoen Uitgangspunt is om de medewerkers zo veel mogelijk 30 van werk naar werk te begeleiden. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van Almere Morgen. Als eerste zal er in 2013 een plan worden gemaakt hoe 20 de organisatie er naar omvang, structuur en werkwijze uit moet komen te zien. We hebben hiervoor in het programmaplan een uitwerkingsopdracht geformuleerd. Na het opstellen van dit plan kan daadwerkelijk een 10 2013 2014 2015 2016 2017 begin worden gemaakt met het omvormen van de orga‐ nisatie en het herplaatsen van medewerkers. We gaan er hierbij vanuit dat dit in 2014 en 2015 in twee stappen mogelijk zal zijn, en dat 2013 moet worden overbrugd met incidentele middelen. Ten aanzien van de financiële consequenties maken we onderscheid tussen de activiteiten die samenhangen met de grondexploitatie en de algemene dienst.
pag. 66
Voorjaarsnota 2014‐2017
Grondexploitatie De plankosten bestaan uit personeelskosten van de organisatie en externe advieskosten. Het is noodzakelijk om de plankosten terug te dringen tot € 7 miljoen; dit is een taakstelling van € 6,1 miljoen. De kosten en de dekking ontwikkelen zich als volgt: Tabel 5‐17
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
2016
2017
huidig budget plankosten
‐13.100
‐13.100
‐13.100
‐13.100
‐13.100
nieuw budget plankosten
7.000
7.000
7.000
7.000
7.000
tijdelijk ten laste van de grondexploitatie
3.000
1.000
‐3.100
‐5.100
‐6.100
‐6.100
‐6.100
1.000
1.000
2.000
2.000
2.000
2.100
3.000
1.000
1.100
3.100
tekort daling externe kosten Almere Morgen uitstroom van medewerkers naar ander werk ten laste van perspectief
‐2.100
‐2.000
4.100
De organisatie zal in 2013 in tact blijven. Voor 2013 wordt het tekort voor € 3 miljoen afgedekt ten laste van de grondexploitatie. De dekking van het restant van € 2,1 miljoen vindt plaats ten laste van de algemene dienst. Vanaf 2014 wordt een deel van de medewerkers die als boventallig zijn aangemerkt overgeplaatst naar Almere Morgen. De loonkosten komen dan ten laste van de begroting van Almere Morgen. Dit betekent uiteraard dat de opzet voor Almere Morgen moet worden uitgebreid en dat hiervoor ook extra middelen nodig zijn. Over de opzet en dekking van Almere morgen wordt u geïnformeerd in het programma financiën en bedrijfsvoering. Vanaf 2015 zullen medewerkers geleidelijk uitstromen naar ander werk. Organisatiekosten die zijn afgedekt binnen de Algemene dienst De taakstelling voor dit deel van de organisatie bedraagt € 2 miljoen. Uitgangspunt is dat de kosten tot 2016 maximaal € 12,6 miljoen mogen bedragen. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe die taakstelling ad € 2 miljoen wordt ingevuld. Tabel 5‐18
Bedragen x 1.000
2013
2014
2015
2016
2017
huidig budget algemene dienst
‐14.600
‐14.600
‐14.600
‐14.600
‐13.300
nieuw budget algemene dienst
12.600
12.600
12.600
12.600
‐11.300
tekort
‐2.000
‐2.000
‐2.000
‐2.000
‐2.000
700
700
700
700
700
tijdelijk ten laste van Almere Morgen
1.000
500
uitstroom van medewerkers naar ander werk
300
800
1.300
1.300
maatregelen/dekking oplossen binnen de bedrijfsvoering van DSO
ten laste van perspectief
‐1.300
In 2013 zal vanuit de bedrijfsvoering van DSO een bedrag van structureel € 700.000 worden bespaard. Omdat aan de invulling van deze maatregel onzekerheden bevat, hebben wij in de risicoparagraaf een reservering opgenomen ten bedrage van € 300.000 met een risicokans van 20%. Het restant van € 1,3 miljoen komt ten laste van het perspectief. Vanaf 2014 gaan de boventallige medewerkers over naar Almere Morgen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 67
Tijdelijke inzet medewerkers Doordat er minder werk is en omdat er sprake is van een geleidelijke afbouw zit er enige ruimte in de capaci‐ teit. Deze capaciteit wordt in 2013 en 2014 onder andere ingezet voor de voorbereiding van de Floriade. De komst van de Floriade en de tijdige aanbesteding van de A6 door Rijkswaterstaat maakt een doorstart in de activiteiten van Almere Centrum Weerwater noodzakelijk. Vooruitlopend op te zijner tijd te starten grondex‐ ploitaties moeten ‐ als uitwerking van het raadsbesluit over het concept Gebiedsontwikkelingsplan Almere Centrum Weerwater ‐ plankosten worden gemaakt voor de planologische borging van het gebiedsontwikke‐ lingsplan, de uitwerking van de plannen voor het Rondje Weerwater en voortzetting van de stadsdialoog (raadsprioriteit). 2.
Actualisatie MPGA
Knelpunten grondexploitatie Bij de actualisatie van het MPGA zijn diverse knelpunten verwerkt in de grondexploitatie. Dit betreft onder andere de gevolgen van het faillissement van Eurocommerce, naheffing A gebieden, waardering niet in exploi‐ tatie genomen gronden, naheffing teveel gedeclareerde BTW, het opruimen van het gronddepot aan de Trek‐ weg, etc. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de paragraaf grondbeleid in de programmarekening 2012. Bijstelling 0‐scenario Het MPGA is opgebouwd uit een ambitiescenario en een 0‐scenario: Het ambitiescenario is de beste inschatting van de afzet door ons college. Het 0‐scenario is een gematigder scenario, waarbij de fasering van de afzet is aangepast (vertraagd). Mocht het meer gematigde 0‐scenario uitkomen dan is voor de lagere resultaten in principe een reserve/buffer beschikbaar. Onderstaande tabel geeft ten aanzien van de woningbouw aan wat de huidige uitgangspunten zijn. Tabel 5‐19
aantal kavels
2013
2014
2015
ambitiescenario oorspronkelijk scenario (begroting 2013) bijgesteld scenario 0‐scenario oorspronkelijk scenario (begroting 2013) bijgesteld scenario
2016
2017 gemiddeld
1.100
1.100
1.225
800
750
1.000
880
1.265
1.217
1.224
1.268
1.171
1.020
1.000
1.160
810
740
950
650
700
750
800
855
751
In het MPGA treft u ook de scenario’s aan van de kantoren en bedrijven. In 2013 zijn in het ambitiescenario meer harde contracten meegenomen dan in de begroting. Het ambitiesce‐ nario stijgt hierdoor van gemiddeld 1.000 woningen per jaar naar 1.171 woningen. Voor de omvang van de reserve/buffer is echter vooral van belang dat enerzijds het 0‐scenario is gedaald van 950 woningen gemiddeld naar 751 woningen. De tweede bijstelling heeft vooral te maken met de huidige voor‐ uitzichten op grondverkopen en de gerealiseerde grondverkoop in 2012 (430 woningen). De later in de tijd gefaseerde gronduitgifte leidt ertoe dat de doorlooptijd van de plannen langer wordt. Daar‐ door stijgen de rentekosten en de plankosten van de projecten en daalt het resultaat van de grondexploitatie. Om meer inkomsten te genereren gaan we middels een aparte uitwerkingsopdracht aangeven wat in de lopen‐ de en het volgende jaar kan worden gedaan om de verkoop van grond te vergroten. Hierbij kijken we naar het betrekken van nieuwe partijen, vernieuwende contractvormen en financiële voorwaarden en naar aanpassing van het programma. Hierbij worden naar alle inkomstensoorten gekeken en wordt in kaart gebracht wat de kwalitatieve en financiële consequenties zouden zijn ten opzichte van de vastgestelde grondexploitaties.
pag. 68
Voorjaarsnota 2014‐2017
Grondwaardeontwikkeling We hebben een uitwerkingsopdracht geformuleerd die nader inzicht moet geven in de toekomstige grond‐ waardeontwikkeling, alsmede maatregelen om het verlies aan waarde op te vangen. We verwachten dat de grondwaarde de komende jaren verder onder druk komt te staan. Dit heeft deels te maken met druk op de grondprijzen. Er staat ook druk op de programma’s binnen de grondexploitaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor appartementen en kantoorlocaties. Omkleuren van programma’s zal in een aantal gevallen leiden tot een verdere daling van de grondwaarde. Naast deze grondwaardeontwikkeling is bij de jaarrekening 2012 een voorziening van € 34 miljoen getroffen ter afdekking van de prijsontwikkeling. Dit komt voort uit de gevoeligheidsanalyse op de prijsontwikkeling die reeds vorig jaar bij het MPGA 2012 is uitgevoerd. Effect bovenstaande maatregelen Na het verwerken van de actuele mutaties in het weerstandsvermogen (inclusief de € 34 miljoen voorziening) en geactualiseerde Nul‐scenario ontstaat in het harde vermogen binnen het Grondbedrijf een tekort van € 30 miljoen. Dit tekort moet worden aangevuld vanuit de algemene middelen. Binnen de Algemene Dienst is als achtervang voor de grondexploitatie nog een buffer aanwezig van € 40 miljoen binnen de reserve ‘structurele rente eigen vermogen’. De rente over deze reserve is ingezet in het perspectief. Door het overhevelen van de reserve naar grondbedrijf, ontstaat er dus een tekort binnen de algemene dienst door het wegvallen van € 2 miljoen aan rentebaten. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar de paragraaf grondbeleid in de programmarekening en het MPGA. 3.
Beheersing boekwaardes grondexploitatie
Op dit moment (programmarekening 2012) bedraagt de boekwaarde van onze gronden € 530 miljoen. De boekwaarde is het afgelopen jaar toegenomen met € 76 miljoen toegenomen. Voorkomen moet worden dat ook de komende jaren de boekwaarde sterk toeneemt. Dit zou leiden tot een onbeheersbare situatie. Naast het beperken van de plankosten en het onderzoeken van de grondwaardeontwikkeling onderzoeken we ook nog andere maatregelen om de boekwaardes verder te beheersen: Verlaging civieltechnische kosten (cashflowsturing) We gaan door middel van een uitwerkingsopdracht op zoek naar manieren hoe ‐ op korte termijn ‐ kosten kunnen worden vermeden of uitgesteld. Hierbij wordt naar alle kostensoorten gekeken en wordt in kaart ge‐ bracht wat de kwalitatieve en financiële consequenties zouden zijn ten opzichte van de vastgestelde grondex‐ ploitaties. Verlaging van de aan de grondexploitaties toegerekende rente In dit kader wordt onderzocht wat de effecten zijn van de volgende alternatieve rentescenario’s: 1. lagere rentetoerekening aan langlopende grondexploitaties, of 2. algehele verlaging rentetoerekening aan grondexploitatie, of 3. een combinatie van 1. en 2. Lagere rentetoerekening aan de grondexploitatie leidt tot een lagere renteopbrengst voor de algemene dienst. We hebben in het kader van de voorjaarsnota een eerste analyse gemaakt van de consequenties van deze maatregel voor de renteopbrengst voor de algemene dienst. Het betekent in alle scenario’s dat de renteop‐ brengst voor de algemene dienst gaat teruglopen. Hiermee hebben we nu in het perspectief rekening gehou‐ den. 4.
Huisvestingsverordening
Op 23 juni 2011 heeft uw raad de Huisvestingsverordening Almere 2011 vastgesteld. Voor de implementatie is eenmalig € 770.000 nodig. Deze kosten worden afgedekt uit de beschikbare reserves voor dit beleidsterrein
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 69
5.
Programma Groenblauw 2.0
Almere is een Green City. De groenblauwe structuur wordt door iedereen beschouwd als de kwaliteitsdrager van de gemeente Almere. De verantwoordelijkheid voor de groene (her)ontwikkeling, het beheer en de pro‐ grammering is verdeeld over meerdere diensten. Inzet is om vanuit het programmamanagement de regie‐ en coördinatierol op de groenblauwe (door)ontwikkeling van de stad verder in te vullen. Hierbij zal zowel met externe partners als interne diensten worden opgetrokken en samengewerkt. Voor de werkzaamheden wordt voor 2013 en 2014 € 205.000 per jaar gevraagd. Tabel 5‐20
Bedragen x € 1.000
2013
2014
benodigd
‐205
‐205
reeds gedekt uit reserve strategische activiteiten en uit programmabegroting 2013
160
extra nodig
‐45
‐205
3% bezuinigingen 6.
Bedrijfsvoeringsmaatregelen
Op het programma Duurzame Ruimtelijke Ontwikkeling moet € 179.000 bezuinigd worden. Gezien de druk die nu is ontstaan op de organisatie, wordt het erg moeilijk om deze besparing te realiseren. Bij de programmabe‐ groting zullen we beoordelen of deze bezuiniging nog haalbaar is, of dat deze moet worden overgeheveld naar andere programma’s.
pag. 70
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.10 Economische ontwikkeling Ambitie Doelstelling van het Economisch Offensief Almere Werkt! is het realiseren van nieuwe en het behouden en uitbreiden van bestaande economische bedrijvigheid in Almere. Zodat er voldoende werkgelegenheid is voor de Almeerse inwoners. Het Economisch Offensief is een nieuwe wijze van samenwerken met onze partners in stad en regio en gaat uit van de eigen kracht van de stad en ondernemers. Ondanks de moeilijke economische omstandigheden werken we eraan om Almere een complete en vitale stad te maken. Het is essentieel dat we vertrouwen houden, koersvast blijven, volhouden en doorpakken. Stimulering van economische ontwikkeling is een zaak van lange adem en moet jarenlang consistent uitgevoerd worden om daadwerkelijk succesvol te kun‐ nen zijn.
Speerpunten Ondanks de economische crisis scoort Almere nog relatief goed in termen van economische groei. En naast het verlies van werkgelegenheid in de bestaande bedrijven zijn er gelukkig ook successen te melden. Er komen nieuwe bedrijven, er zijn actieve ZZP’ers en er zijn bestaande bedrijven die uitbreiden. Wij geloven in de potentie van Almere om economische groei te faciliteren. De reguliere middelen hiervoor zijn niet voldoende. Met behulp van de beschikbaar gestelde impulsmiddelen is een fundamenteel andere werkwij‐ ze in gang gezet via Excellent Gastheerschap, focus op kansrijke clusters, intensieve acquisitie en samenwerking met onze partners in de markt en in de regio. In 2013 moet het Ondernemersplein met een aantal externe partners, waaronder de Kamer van Koophandel, geopend worden. Deze uiting van Excellent Gastheerschap gaat gepaard met een cultuurveranderingstraject binnen de organisatie waarbij initiatieven vanuit de markt actief opgepakt worden, de vraag van de klant cen‐ traal staat en er een gestroomlijnde samenwerking binnen de gemeentelijke organisatie plaatsvindt. Naast de samenwerking voor internationale acquisitie in noordvleugelverband hebben wij de nationale marke‐ ting en acquisitie sterk geïntensiveerd en het uitvoeringsprogramma wordt voortgezet in 2013. De verkoop van bedrijventerreinen loopt relatief gezien het minst achter op de planning. We werken via drie sporen: werkge‐ bieden (o.a. Stichtsekant, Lagekant, Vaart 4), herkomstgebieden (o.a. Gooi) en kansrijke clusters (o.a. datacen‐ ters). Daarnaast richten we ons ook op de non‐profit sector, zoals zorginstellingen en overheidsinstellingen. Wat betreft de focus op Almere 2.0 zetten we samen met onze regionale partners in op versterking van het economisch offensief met specifieke aandacht voor nieuwe financieringsconstructies, free investment zones en de doorontwikkeling van de Luchthaven Lelystad en OMALA. Aan Paul de Krom is opdracht gegeven om in overleg met detailhandels partners (winkeliersorganisaties, beleggers, vastgoedsector en deskundigen) te ko‐ men tot een voorstel voor een toekomstbestendige detailhandelsstructuur voor Almere. Dit in aanvulling op de in 2012 vastgestelde detailhandelsnota. De werkwijze via de EDBA is een moderne wijze van samenwerking met onze economische partners en wordt voortgezet. De initiatieven van de EDBA richten zich op de vijf kansrijke clusters: ICT&Media, Health&Wellness, Logistiek en Handel, Luchthaven Lelystad en Duurzaam Almere. Stimulering van economische ontwikkeling is een zaak van lange adem en moet jarenlang consistent uitgevoerd worden om daadwerkelijk succesvol te kun‐ nen zijn.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 71
Wat mag het kosten Tabel 5‐21
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
6.980
5.418
5.540
5.540
5.540
lasten startbegroting
‐10.688
‐9.688
‐9.688
‐9.688
‐8.388
totaal netto lasten
‐3.708
‐4.270
‐4.148
‐4.148
3% bezuinigingen
1
Almere citymarketing
30
30
30
2
bedrijfsvoeringsmaatregelen
60
60
60
totaal 3% bezuinigingen
90
90
90
eindtotaal
‐4.058
‐4.058
2014
‐3.708
2015
‐4.270
2016
2017
‐2.848
‐2.758
Verloop netto lasten netto lasten x € 1 miljoen 6
3
0 2007
2009
2011 inclusief mutaties
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
3% bezuinigingen 1.
Almere City Marketing (ACM)
Een aanvullende ombuiging van € 33.000 wordt ingeboekt op het evenementenbudget van ACM. Het effect is dat er minder, danwel in kleiner omvang evenementen worden gehouden. 2.
Bedrijfsvoeringsmaatregelen
Dit betreffen meerdere organisatorische ingrepen, waaronder het taakstellend bijstellen van formatie‐ en afde‐ lingsbudgetten.
pag. 72
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.11 Dienstverlening Ambitie De gemeente Almere wil een toegankelijke en dienstbare overheid zijn. Onze inwoners vragen een servicege‐ richte organisatie die zorgvuldig is en adequate informatie levert. Deze ambitie staat door verschillende ont‐ wikkelingen onder druk. Desondanks streven we ernaar de dienstverlening aan onze klanten (burgers, bedrij‐ ven en instellingen) op het afgesproken niveau te houden. We blijven ons inzetten voor goede dienstverlening, die leidt tot tevredenheid van onze klanten op gebied van kwaliteit, afhandeltijden en bejegening. Klanten kunnen kiezen via welk kanaal (e‐mail, internet, post, telefonisch of persoonlijk via de balie) zij met de gemeen‐ te in contact willen treden. Wel gaan we, vanuit efficiencyoverwegingen, steeds meer (standaard) producten en diensten aanbieden via de digitale kanalen. Dit is een voordeel voor de klant: het digitale kanaal is 24 uur per dag vanuit huis of plaats naar keuze bereikbaar. Dat biedt ruimte om de andere kanalen (balie en telefoon) vooral in te zetten voor de beantwoording van de meer complexe (meervoudige) vragen, die de klanten via de digitale kanalen nog lastig kunnen stellen.
Speerpunten Capaciteit Dienstverlening De laatste maanden is duidelijk geworden dat de beschikbare capaciteit voor het leveren van een adequate dienstverlening krap is. Alle beschikbare capaciteit werd zoveel mogelijk ingezet op de directe dienstverlening aan klanten. Dit heeft zich onder meer geuit bij de verandering van wetgeving inzake de Identiteitsbewijzen. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de krapte van de capaciteit een structureel karakter heeft en er ook een kwaliteitsslag nodig is. Er moet ook aandacht worden besteed aan de kwaliteitszorg op de GBA en de Bur‐ gerlijke Stand, de kennis van medewerkers moet op niveau blijven en noodzakelijke procesverbeteringen moe‐ ten worden doorgevoerd. Inmiddels is het tekort inzichtelijk gemaakt en zijn investeringen gewenst. Hiermee kan de dienstverlening op een goede wijze worden voortgezet en kan voldoende aandacht worden besteed aan de wettelijke taken op het gebied van kwaliteit van de basisregistraties, het op peil houden van kennis en vaardigheden van de me‐ dewerkers en het doorvoeren van noodzakelijke procesverbeteringen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 73
Uitwerkingsopdracht Dienstverlening Ten behoeve van het programma dienstverlening is bij deze voorjaarsnota een extra structureel bedrag ge‐ vraagd van circa € 1,9 miljoen vanaf 2014. Een groot deel van dit bedrag is bestemd voor het op orde krijgen van de capaciteit ten behoeve van dienstverlening in het KCC en bij Burgerzaken. Daarbij is aannemelijk dat: er qua efficiency in het KCC naar verwachting niet veel meer is te winnen en dat verdere maatregelen effect zullen hebben op het door de klant ervaren niveau van dienstverlening; de mogelijkheden voor verdere bezuinigingsmaatregelen veel meer liggen op het terrein van het verbete‐ ren van de aansluiting tussen voorkant (KCC) en achterkant (backoffice gemeentebreed) van de dienstver‐ leningsprocessen. Er worden scenario’s van maatregelen opgesteld. In eerste instantie in de frontoffice en vervolgens in de front‐ en backoffice. Waarbij duidelijk wordt welk effect de maatregelen hebben op het door klanten te ervaren ni‐ veau van dienstverlening en het kostenniveau. Daartoe zal een quick‐scan worden uitgevoerd, die meer inzicht zal moeten opleveren in de mogelijkheden en de effecten. Op basis van de uitkomsten van deze quick‐scan kunnen het college en de raad de discussie voeren over het niveau van dienstverlening.
pag. 74
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐22
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
4.036
4.114
4.190
4.190
4.190
lasten startbegroting
‐10.814
‐9.428
‐9.449
‐9.470
‐9.470
totaal netto lasten
‐6.778
‐5.314
‐5.259
‐5.280
‐5.280
actualisatie perspectief
1
capaciteit dienstverlening
2
verkiezingen
3
daling gemeentelijke leges (afname aantal producten)
4
uitstel maximering leges rijbewijzen
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
5
bedrijfsvoeringsmaatregelen
100
100
100
totaal 3% bezuinigingen
100
100
100
eindtotaal
2014
‐287
2015
‐1.484
‐314
200 ‐401
‐7.179
‐314
‐2.035
‐1.609
‐314
‐1.923
‐7.349
‐1.609
2017
‐1.609
‐237 ‐314
2016
‐314
‐1.923
‐1.923
‐7.082
‐7.103
‐7.103
Verloop netto lasten
netto lasten x € 1 miljoen 8
5
2 2007
2009
2011
inclusief mutaties
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft een beeld van de afwijking ten opzichte van de voorjaarsnota.
Actualisatie perspectief 1
Capaciteit Dienstverlening
Onder ‘speerpunten’ is reeds toegelicht waarom de huidige capaciteit bij dienstverlening structureel te laag is en gerepareerd moet worden. Voor 2013 is in afwachting van nader onderzoek een éénmalig budget beschik‐ baar gesteld. Uit nader onderzoek door een extern adviesbureau blijkt dat de capaciteit met een bedrag van € 1.285.000 structureel moet worden uitgebreid. De middelen worden ingezet bij het Klant Contact Centrum en bij Burgerzaken. Verder is er sprake van een uitbreiding voor het continueren van de uitvoering van handhavingstaken op ge‐ bied van Burgerzaken met € 244.000. Voor 2012 en 2013 is hiervoor budget toegekend. Dit handhavingsbeleid moet bijdragen aan een betere kwaliteit van de GBA. Recent is een tussenrapportage opgesteld waaruit blijkt dat de uitvoering van deze taken succesvol is. Deze tussenrapportage is aan de raad ter beschikking gesteld. Het college stelt voor om het bedrag van € 244.000 nu in de voorjaarsnota op te nemen en bij de programma‐ begroting, op basis van de eindevaluatie van het project, tot eventuele structurele toekenning te komen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 75
Tenslotte wordt ook de formatie bij belastingen uitgebreid. Door de economische crisis worden er steeds meer bezwaarschriften ingediend, staan steeds meer panden leeg en verkeren steeds meer debiteuren in staat van faillissement en krijgen moeite met het betalen van hun belastingen. Het kost meer inspanning om deze ont‐ wikkelingen te beheersen. Er moet daarom de komende jaren meer ingezet worden op vooroverleg tijdens het waarderingsproces en op (dwang)invordering. Hiermee is € 80.000 gemoeid. 2.
Verkiezingen
Bij de laatste verkiezingen (2012) zijn de nodige wijzigingen doorgevoerd. De organisatie is op een aantal pun‐ ten geprofessionaliseerd. Dit heeft geleid tot een goed verlopen verkiezingsdag. Voor de organisatie van de aankomende verkiezingen, vier in totaal, is een meerjarenbegroting 2013‐2016 opgesteld. Het huidige budget dient te worden bijgesteld in verband met het groter dan verwachte aantal verkiezingen. In 2014 zal daarom een extra bedrag worden gereserveerd van € 237.000. Het effect op latere jaren is nog afhankelijk van ontwik‐ kelingen op het gebied van digitaal stemmen en mogelijke samenwerking met het waterschap. 3. Daling gemeentelijke leges (afname aantal producten) Er wordt een dalende trend in de afname van de producten (uittreksel, rijbewijzen, paspoorten, etc.) voorzien. Dit is onder andere het gevolg van het invoeren van de basisregistratie personen. Zo is er niet langer een uit‐ treksel nodig voor het afrijden bij het CBR, voor het inschrijven bij een onderwijsinstelling en zal medio 2013 het uittreksel vervallen voor het huren van een sociale huurwoning bij de drie grootste woningcorporaties. Deze afname leidt tot € 314.000 minder inkomsten. De effecten van deze terugloop op de benodigde capaciteit is overigens ook meegenomen in het capaciteitsonderzoek. 4. Uitstel maximering leges rijbewijzen: hogere inkomsten In de vorige voorjaarsnota hebben wij u geïnformeerd over het plan van het kabinet om een maximering tarief voor het rijbewijs in te gaan voeren. De invoering van deze maatregel kost ons structureel € 0,4 miljoen aan inkomsten. De besluitvorming hierover heeft inmiddels al plaatsgevonden, maar nog niet duidelijk is wanneer dit ingaat en tegen welk tarief. Vorig jaar gingen wij er nog vanuit dat invoering zou plaatsvinden per 1 januari 2013; nu is de verwachting dat dit op zijn vroegst per 1 juli zal gebeuren. Als gevolg hiervan valt de opbrengst € 0,2 miljoen hoger uit.
3% bezuinigingen 5.
Bedrijfsvoeringsmaatregelen
Door de dienstverleningsprocessen nog verder te optimaliseren en dus efficiënter te maken kan een aanvullen‐ de besparing van € 100.000 worden gerealiseerd. Deze bezuiniging komt bovenop de besparing die reeds is verrekend op het onderdeel dienstverlening in het KCC en Burgerzaken.
pag. 76
Voorjaarsnota 2014‐2017
5.12 Financiën en Bedrijfsvoering Ambitie Ons handelen is erop gericht om onze financiële huishouding gezond te houden, ondanks de financieel‐ economische crisis. De basis is op orde en daar waar nodig zorgen we voor de juiste ordening en sturen we bij. Onze ambitie vertalen we in de volgende speerpunten: financiën op orde, de doorontwikkeling van de control‐ functie en de organisatieontwikkeling. De financieel economische crisis heeft ook haar weerslag op de werkgelegenheid binnen onze gemeentelijke organisatie. Omdat er op korte termijn geen herstel van gronduitgifte wordt verwacht is het noodzakelijk om de organisatie hierop aan te passen. Hierin speelt Almere Morgen een belangrijke rol.
Speerpunten Financiën op orde Ook dit jaar wordt opnieuw duidelijk dat bezuinigingen van het Rijk van grote invloed zijn op onze gemeentelij‐ ke begroting. We hanteren een prudent begrotingsbeleid, waarbij we structurele uitgaven afdekken met struc‐ turele inkomsten. Ook structurele bezuinigingen die vanuit het Rijk naar de gemeente komen, dekken we af met structurele besparingen. De maatregelen die tot deze besparingen leiden, brengen we in beeld met de bezuinigingsmonitor. Hierdoor kunnen we de concrete invulling van de bezuiniging volgen, bewaken en waar nodig bijsturen. We hebben toegezegd de raad hier twee keer per jaar bij Voorjaarsnota en Programmabegro‐ ting over te informeren. De bezuinigingsmonitor is daarom ook integraal onderdeel van deze Voorjaarsnota 2014‐2017. We zijn in 2013 met aanvullende Rijksbezuinigingen geconfronteerd. We hebben aanvullende bezuinigingen in beeld gebracht, die binnen de verschillende programma’s optellen tot ca € 7 miljoen dat is 3% van de beïn‐ vloedbare ruimte. Deze zogenoemde 3% bezuinigingsvoorstellen zijn in de programma’s opgenomen. Doorontwikkeling van de controlfunctie Eén van de belangrijkste doorontwikkelingen in de controlfunctie is de aanstelling van een risicomanager ge‐ weest. Op dit moment ontwikkelt de risicomanager, samen met medewerkers die binnen onze organisatie werken aan risicoanalyses, aan een gemeentebrede risicoradar. Het uitgangspunt van deze radar is een over‐ zicht waarin we strategisch belangrijke risico’s toelichten. Het gaat bij de risicoradar om meer dan alleen de financiële risico’s. Daar waar mogelijk of noodzakelijk leggen we een verband met de paragraaf weerstandver‐ mogen. Ook is het van belang aansluiting te zoeken bij de programma’s waarin de risico’s zich voordoen. Om risicomanagement succesvol in te kunnen zetten, is het van belang dat kennis over risico’s en risicomana‐ gement bewaard blijft en gedeeld wordt, waardoor een lerende organisatie ontstaat. De risicomanager zal hierin een rol spelen. Ook als het gaat om het transparant maken en het delen van de risico’s. Het voornemen is om de raad twee keer per jaar in de Voorjaarsnota en de Programmabegroting over de voortgang van risico‐ management te informeren. Bij de Programmabegroting 2014 verwachten we een eerste risicoradar te kunnen presenteren. Organisatieontwikkeling/Almere Morgen Zoals reeds in deze voorjaarsnota is gemeld stagneren de woningproductie en de grondverkopen. Door deze ontwikkeling daalt de workload voor de dienst stedelijke ontwikkeling, het Almeers ingenieursbureau en de afdeling Vergunning, Toezicht en Handhaving. Voor de korte termijn wordt hierin geen herstel verwacht. Om de gemeentefinanciën en de grondexploitatie gezond te houden dienen er maatregelen te worden genomen om de kosten te reduceren. Een van deze maatregelen is het geleidelijk aanpassen en afstemmen van de be‐ treffende organisatieonderdelen op de bouwopgaaf.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 77
Naast de teruggang in werkzaamheden binnen het bouwdomein vindt er ook een organisatieontwikkeling plaats binnen het sociaal domein waarmee een efficiencyslag wordt gemaakt. Op deze organisatieontwikkeling zal uiteindelijk ook de organisatie van de basisdienstverlening moeten worden aangepast. Als gevolg hiervan zullen er de komende jaren tussen de 110 en 150 formatieplaatsen boventallig worden. Hier staat tegenover dat momenteel een deel van de werkzaamheden met inhuurpersoneel wordt uitgevoerd (de zgn. flexibele schil). Dit personeel kan relatief eenvoudig afvloeien. Verder komen er in het sociaal domein ook nieuwe werkzaamheden bij. Deze ontwikkelingen bieden, naast het natuurlijk verloop van het personeelsbe‐ stand, kans om het boventallige personeel naar nieuw werk te begeleiden. Uitgangspunt is namelijk dat wij de boventallige medewerkers zo veel als mogelijk naar ander werk begeleiden. Voor deze bemiddeling zal Almere Morgen ingezet worden. Almere Morgen is een organisatieonderdeel van de gemeente dat in 2012 is opgezet om de vrijwillige mobiliteit te bevorderen en de gestuurde mobiliteit te bege‐ leiden. De afgelopen periode zijn er goede resultaten bereikt. In het kader van de extra opdracht zullen HRM en Almere Morgen zich naast hun huidige werkzaamheden bezig gaan houden met de volgende activiteiten: omscholen en bijscholen van medewerkers; begeleiding en coaching; matching van vacatures en (boventallige) medewerkers binnen en buiten de organisatie; begeleiding van het reorganisatieprocessen. De medewerkers worden tijdens de afbouw‐ en matchingsfase zoveel mogelijk ingezet voor werkzaamheden elders in de organisatie. Hiermee zullen ze tijdens de afbouw‐ en matchingsperiode een deel van de loonkosten terugverdienen. Nog in 2013 zullen plannen worden opgesteld hoe de organisatieonderdelen er de komende jaren qua omvang, structuur en werkwijze uit moeten komen te zien. Na het opstellen van deze plannen kan gestart worden met het omvormen van de organisatieonderdelen en het herplaatsen van medewerkers. We gaan er hierbij vanuit dat dit vanaf 2014 gefaseerd gaat plaats vinden, waarbij eind 2016 iedereen van werk naar werk is begeleid. In de paragraaf ‘wat mag het kosten’ is de herijkte begroting van Almere Morgen opgenomen. De begroting bestaat uit de loonkosten (inclusief beëindigingskosten) van de medewerkers die tijdelijk bij Almere Morgen worden geplaatst, de opleidings‐ en begeleidingskosten om medewerkers waarnodig om te scholen en de ei‐ gen organisatiekosten van Almere Morgen.
pag. 78
Voorjaarsnota 2014‐2017
Wat mag het kosten Tabel 5‐23
Bedragen x € 1.000
onderwerp
netto lasten
2013
baten startbegroting
264.194
266.688
260.682
268.805
lasten startbegroting
‐23.795
‐33.305
‐31.911
‐38.166
‐38.166
totaal netto lasten
240.399
233.383
228.771
230.639
226.032
actualisatie perspectief
1
rijksbezuinigingen inclusief aanvullende bezuiniging 2014
2
2014
2015
2016
2017
264.198
1.970
5.689
‐3.327
‐6.354
‐9.385
algemene uitkering uit het gemeentefonds
‐150
1.461
1.108
829
423
3
onroerende zaakbelasting inc. dubieuze debiteuren
‐432
‐566
‐731
‐776
‐346
4
dividend Vitens/Alliander
400
400
400
400
5
surplus taakstelling inkoop
783
625
263
6
correctie perspectief begrotingsomissies
7
tijdelijke kosten aanpassen organisatie
8
rompkrediet gemeentelijk vastgoed
‐211
‐202
‐175
‐4.900
‐5.100
2.360
‐175
‐175
‐3.400
totaal actualisatie perspectief
3% bezuinigingen
9
bedrijfsvoeringsmaatregelen
30
100
440
440
440
totaal 3% bezuinigingen
30
100
440
440
440
inzet incidentele middelen
10a
inzet incidentele middelen t.b.v.tijdelijke organisatiekosten
10b
rentederving inzet incidentele middelen
totaal inzet incidentele middelen
eindtotaal
‐7.562
2.507
400
‐9.476
‐9.083
5.805
7.022
1.104
2.936
848
245
‐574
‐929
‐1.076
6.653
7.267
530
2.007
‐1.076
222.179
223.610
249.442
243.257
216.313
Verloop netto lasten
netto lasten x € 1 miljoen 250
200
150 2007
2009
2011
inclusief mutaties
Voorjaarsnota 2014‐2017
2013
2015
beginstand Voorjaarsnota
2017
De grafiek geeft het verloop van de netto uitgaven van dit programma weer. De paarse lijn geeft het beeld van de voorjaarsnota weer.
pag. 79
Actualisatie perspectief 1.
Rijksbezuinigingen inclusief aanvullende bezuinigingen in 2014
Afgelopen december hebben wij u via een afzonderlijke raadsbrief geïnformeerd over de financiële gevolgen van de rijksbezuinigingen voor onze begroting. In onderstaande tabel hebben wij de effecten hiervan1 op de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor u in beeld gebracht. Op voorhand merken we op dat er nog veel onzeker is. De bedragen zijn afgeleid vanuit de rijksbegroting. Dit zijn globale cijfers, die nog in concrete beleidsmaatregelen moeten worden vertaald. Pas dan zal definitief duidelijk worden wat de precieze impact is. We hebben de cijfers uit het regeerakkoord op basis van verhoudingscijfers doorvertaald naar de begroting van de gemeente Almere. De werkelijke verdeling is sterk afhankelijk van de verdeelsleutels die door het Rijk zullen worden gebruikt. Eerst bij de komende meicirculaire van het gemeentefonds zal hierover meer duidelijkheid ontstaan.
Zoals uit de tabel blijkt wordt onze uitkering uit het gemeentefonds vanaf 2017 met € 14,4 miljoen2 gekort. Via bezuinigingen op de huishoudelijke verzorging, onderwijshuisvesting en de maatschappelijke stages en de buffers uit de programmabegroting 2013 kan dit bedrag grotendeels worden opgevangen. Op de diverse pro‐ gramma’s hebben wij u hierover al geïnformeerd. Bij het opstellen van het Regeerakkoord ging het kabinet er nog vanuit dat de Nederlandse economie zich in de loop van 2013 weer voorzichtig zou gaan herstellen. Sinds‐ dien loopt de (jeugd)werkloosheid weer fors op en voorspelt het CPB voor 2013 en 2014 een hoger tekort. Omdat het tekort in 2014 oploopt naar ‐ 3,4%, heeft het kabinet besloten tot extra bezuinigingen in 2014. Voor Almere gaat het om een extra korting van € 2 miljoen. Deze korting kan door het schrappen van een deel van de loon‐ en prijscompensatie worden opgevangen. Tabel 5‐24
Bedragen € 1.000
bezuiniging door het rijk: geen reële groei Integratie uitkering WMO: bezuiniging op de huishoudelijke verzorging korting onderwijshuisvesting schaalvergroting gemeenten verplicht hergebruik scootmobielen en rolstoelen terugdraaien bezuiniging gemeenteraadsleden afschaffen maatschappelijke stages subtotaal beschikbare buffer
2013 970
2014 3.784 ‐1.095
970 1.000
2.689 3.000
1.970
5.689
2015 2.938 ‐7.355 ‐2.820 ‐660 ‐170 1.010 ‐270 ‐7.327 4.000 ‐3.327
2016 1.031 ‐8.705 ‐2.820 ‐1.320 ‐280 1.010 ‐270 ‐11.354 5.000 ‐6.354
2017 ‐1.070 ‐8.705 ‐2.820 ‐1.980 ‐550 1.010 ‐270 ‐14.385 5.000 ‐9.385
Onderstaand lichten wij de mutaties uit de tabel toe. Bezuinigingen door het rijk: geen reële groei In de Miljoenennota 2013 werd er nog vanuit gegaan dat het gemeentefonds zou groeien als gevolg van stij‐ gende rijksuitgaven. Door de bezuinigingen komt de reële groei te vervallen. Bovendien ontstaan door de rijks‐ bezuinigingen forse schommelingen in de netto gecorrigeerde rijksuitgaven; deze werken op grond van de normeringsystematiek ‘samen de trap op, samen de trap af’ door naar het gemeentefonds. Op de effecten hiervan hebben wij onze ramingen aangepast. Bezuiniging WMO ‐ huishoudelijke verzorging Het Kabinet heeft besloten om drastisch te bezuinigen op de huishoudelijke verzorging. Het Rijk verlaagt de integratie‐uitkering vanaf 2014 met 85%. Dit heeft als gevolg dat de huishoudelijke hulp voor nieuwe cliënten in 2014 wordt beëindigd. Voor bestaande cliënten een jaar later. Op het programma Participatie, Zorg en In‐ komen bent u hierover geïnformeerd. 1
Op basis van het regeerakkoord heeft het Ministerie van Financiën de Startnota opgesteld. De doorrekening van de maatregelen in de Startnota heeft hier en daar nog geleid tot een aanscherping van het beeld. In onze becijferingen zijn de uitkomsten van de startnota (en het regeerakkoord verwerkt. 2 Betreft de uitkomsten van het regeerakkoord vóór de verrekening van de beschikbare buffer van € 5 miljoen pag. 80
Voorjaarsnota 2014‐2017
Korting onderwijshuisvesting Het Rijk heeft geconstateerd dat de gemeenten in Nederland samen minder uitgeven aan onderwijshuisvesting dan waarmee in de verdeling van het gemeentefonds rekening wordt gehouden. In het Gemeentefonds zit € 1,3 miljard voor onderwijshuisvesting. Uit onderzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat gemeenten hierop landelijk € 256 miljoen minder uitgeven. Dit bedrag wordt nu gekort op het gemeentefonds. Voor Almere resulteert dit in een lagere uitkering van € 2,8 miljoen. Op het programma Onderwijs bent u hier‐ over geïnformeerd. Schaalvergroting gemeenten In het regeerakkoord wordt voorgesteld om voor gemeenten een minimale schaalgrootte te hanteren van 100.000 inwoners. Omdat dit tot efficiencyvergroting leidt voor alle gemeenten wordt het gemeentefonds voor Almere gekort met € 2 miljoen. Het regeerakkoord gaat er vanuit dat de efficiencyvoordelen na 2017 verder zullen oplopen tot € 10 miljoen. Verplicht hergebruik scootmobielen en rolstoelen In het kader van de WMO worden scootmobielen en rolstoelen verstrekt. Hiervoor geldt voortaan een plicht tot hergebruik. Omdat dit al staand beleid is in Almere, kan hierop geen extra besparing meer plaatsvinden. De bezuiniging komt dus ten laste van het perspectief. Terugdraaien bezuiniging gemeenteraadsleden Zoals in het programma bestuur is aangegeven wordt het aantal gemeenteraadsleden teruggebracht naar het niveau van voor de dualisering in plaats van een korting van 25%. Per saldo verbetert het perspectief hierdoor met € 0,9 miljoen. Afschaffen maatschappelijke stages Op dit moment zijn de maatschappelijke stages en vrijwilligerswerk nog wettelijk verplicht. Met ingang van het schooljaar 2015/2016 worden deze stages afgeschaft. Hierover bent u op het programma Participatie, Zorg en Inkomen geïnformeerd. Beschikbare buffer Bij de Programma begroting 2013‐2016 hadden wij al (indicatief) aangegeven dat de mogelijke bezuinigingen van het nieuwe kabinet zouden leiden tot een korting op het gemeentefonds van € 5 miljoen in 2017. 2.
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
Daarnaast is de raming van de algemene uitkering uit het gemeentefonds ook nog bijgesteld op de gevolgen van de lagere woningbouw productie; de actualisatie van de verdeelmaatstaven (inwoners, woningen, bij‐ standsontvangers, leerlingen, bedrijfsvestigingen etc.) die hieruit voortvloeien en de financiële effecten van allerlei (landelijke) ontwikkelingen uit de circulaires op onze uitkering. 3.
Onroerende zaakbelasting (OZB) inclusief dubieuze debiteuren
Ook de ramingen van de opbrengst OZB zijn bijgesteld. Als gevolg van de economische crisis worden er de ko‐ mende jaren minder woningen opgeleverd dan gepland. Hierdoor valt de opbrengst OZB lager uit. Bovendien staan door de crisis steeds meer winkels, kantoorgebouwen en bedrijventerreinen leeg. Uit de rekeningcijfers blijkt dat het leegstandspercentage in 2012 is opgelopen van 9,2% naar 11,6%. Omdat door de leegstand geen aanslag voor het gebruikersdeel van de onroerende zaakbelasting kan worden opgelegd, neemt deze vorm van inkomstenderving toe. Daarnaast is jaarlijks ook nog eens 0,8% van de netto belastingopbrengst oninbaar. Om dit nadeel af te dekken groeit de storting in de voorziening (weer) mee met de ontwikkeling van de opbrengst ozb. Deze ontwikkelingen resulteren in lagere opbrengsten onroerende zaakbelasting. 4.
Dividend Vitens/Alliander
De gemeente ontvangt als aandeelhouder van deze bedrijven jaarlijks dividend. Op basis van de rekeningcijfers van de afgelopen jaren hebben wij de opbrengstraming voor beide deelnemingen structureel verhoogd. Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 81
5.
Surplus taakstelling inkoop
In de jaren 2013 t/m 2015 zijn er meer inkoopbesparingen gerealiseerd dan benodigd om de taakstelling in‐ koop in te vullen. Het surplus wordt ten gunste gebracht van het perspectief. Voor een nadere toelichting ver‐ wijzen wij naar de bezuinigingsmonitor. 6.
Correctie perspectief begrotingsomissies
Eind 2012 zijn wij bezig geweest met het herindelen en opschonen van onze begroting. Hieruit kwamen een aantal omissies naar voren. In de begroting waren er onterecht onttrekkingen aan reserves structureel ge‐ raamd die of niet meer bestaan, of waarvan het saldo ontoereikend is. Deze omissies zijn gecorrigeerd. 7. Tijdelijke kosten aanpassen organisatie Zoals in het programmaplan is toegelicht moet tijdelijke dekking worden gevonden voor de inkrimping van de organisatie. Om dit te realiseren zal Almere Morgen worden ingezet. De kosten van Almere Morgen bestaan uit loonkosten van boventallig personeel, opleidingsbudgetten en eigen organisatiekosten. Een deel van de sala‐ riskosten van het boventallig personeel kan worden terugverdiend, door deze medewerkers elders in de orga‐ nisatie in te zetten. Hiervoor is in de begroting een “terugverdientaakstelling” van € 4,2 miljoen opgenomen. Onderstaand treft u de begroting aan: Tabel 5‐25
Bedragen x € 1.000
2013
2014
beschikbaar budget
1.800
3.500
benodigd budget
loonkosten terugverdientaakstelling
2015
2016
totaal
5.300
‐1.100
‐7.200
‐4.800
‐2.600
‐15.700
400
1.200
1.700
900
4.200
opleidingskosten
‐200
‐700
organisatiekosten Almere Morgen
‐900
‐1.700
‐1.700
‐1.700
‐6.000
‐1.800
‐8.400
‐5.100
‐3.400
‐18.700
‐4.900
‐5.100
‐3.400
totale kosten
Extra ten laste van het perspectief
‐300
‐1.200
‐13.400
Risico: langere doorlooptijd uitstroom medewerkers In totaal wordt er over de jaren 2014‐2016 € 13,4 miljoen aan extra middelen ingezet. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de medewerkers binnen 1,5 jaar doorstromen naar regulier werk. Dankzij deze aanpak hoeven we slechts in geringe mate uit te gaan van afkoop van medewerkers. We hebben ook een scenario opgesteld, waarbij de doorlooptijd langer is en er meer budget nodig is voor afkoop van medewerkers. In het ongunstigste geval loopt het extra benodigde budget op tot € 21,6 miljoen. Het extra risico bedraagt dan € 8,3 miljoen. Dit hebben we afgedekt door middel van een risicoreservering in de paragraaf weerstandsver‐ mogen van de programmarekening 2013. 8.
Rompkrediet voor gemeentelijk vastgoed
Eind 2012 heeft u de kadernota Vastgoedbeleid 2013‐2020 vastgesteld. Hierin is ondermeer bepaald dat jaar‐ lijks bij de programmabegroting voor investeringen in gemeentelijke gebouwen die gedekt worden via een huurverhoging een rompkrediet van € 0,5 miljoen beschikbaar wordt gesteld. Dergelijke investeringen zijn vaak moeilijk voorspelbaarheid en hebben vaak een redelijk acuut karakter i.v.m. onderhandelingen met potentiële huurders. Daarom is het wenselijk op voorhand te beschikken over een rompkrediet zodat snel kan worden gehandeld. De lasten die uit deze investeringen voortvloeien worden terugverdiend uit (een verhoging van) de huuropbrengst. Omdat genoemde kadernota echter pas na vaststelling van de programmabegroting 2013 aan u is voorgelegd, is voor 2013 nog geen rompkrediet gevoteerd. Hierin wordt nu voorzien.
pag. 82
Voorjaarsnota 2014‐2017
3% bezuinigingen 9.
Bedrijfsvoeringmaatregelen
Op de bedrijfsvoering worden diverse bezuinigen doorgevoerd. Dit betreffen onder andere formatie‐ en alge‐ mene afdelingsbudgetten.
Inzet incidentele middelen 10. Reserve ‘structurele rente eigen vermogen’ a.
Egaliseren perspectief via de reserve structurele rente eigen vermogen
In deze Voorjaarsnota is bij de programma’s Beheer en Leefomgeving, Duurzame Ruimtelijke ontwikkeling en Participatie, Zorg en Inkomen tijdelijke problematiek geschetst van in totaal € 25,8 miljoen (dekkingstekort organisatie Stadsbeheer en Dienst Stedelijke Ontwikkeling en WWB). Een deel van de tijdelijke problematiek kan met structurele midden worden afgedekt; bijvoorbeeld door de bezuinigingen. Het restant ad € 16,9 miljoen dekken we af uit de reserve ‘structurele rente eigen vermogen’. b.
Rente over de reserve
De rente over deze reserve wordt ingezet ten gunste van het perspectief. Door het deels inzetten van deze reserve vervalt ook een deel van deze renteopbrengst. Structureel verslechtert het perspectief hierdoor met € 1,1 miljoen.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 83
6
Bijlage bezuinigingsmonitor
College en raad hebben in 2010 en 2011 afgesproken welke bezuinigingen deze perspectiefperiode noodzake‐ lijk zijn. U wordt over de voortgang van de bezuini‐ gingsopgave via de bezuinigingsmonitor op transpa‐ rante wijze geïnformeerd. Hieronder treft u een geac‐ 1,7 2,2 tualiseerd overzicht aan van alle lopende bezuinigin‐ gen per categorie. Het zijn allen bezuinigingen waar‐ 7,9 over eerder besloten is. De 3% bezuinigingsopgave is 21,2 hierin dus niet meegenomen. Gerealiseerde bezuinigingen In de tabel hieronder ziet u de bezuinigingen die reeds zijn gerealiseerd. Zoals uit het diagram blijkt gaat het om een bedrag van circa € 21 miljoen
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
Tlv perspectief, uit monitor
Tabel 6‐1
Bedragen x € 1.000
bezuinigingsopdracht 1. Bestuur
2013
reserve strategische activiteiten
2014
2015
2016 ev
300
300
300
300
25
25
25
25
Stadhuis‐aan ‐huispagina’s inclusief de terugdraaiing in de VJN
100
100
100
100
direct:faciliteiten en bestuursondersteuning college en communicatie
396
531
673
673
subtotaal
821
956
1.098
1.098
interne/externe communicatie inclusief de aanvulling VJN
2. Openbare orde en veiligheid
rol ketenpartners in het Veiligheidshuis
30
30
30
30
rampenbestrijding/crises beheersing inclusief aanvulling VJN
20
20
20
20
164
300
300
300
efficiency maatregelen brandweer en veiligheidsregio samenvoegen subsidies loverboys en weerbaarheid
40
40
40
40
formatie veiligheid
20
20
20
20
inzet toezicht en handhaving
13
20
20
20
subtotaal 3. Beheer en leefomgeving
287
wijkbudgetten maatschappelijke investeringen (eenmalig)
430
100
beheer recreatieve functie van watergangen
430
200
430
200
200
200
200
200
200
subsidies waar geen wettelijke taken tegenover staan
50
95
95
95
sluis havenkom naar provincie
50
50
50
50
ongediertebestrijding overlaten aan de marktpartijen
50
50
50
50
stimuleren natuurlijk spelen en verminderen kleine speelplekken
50
50
50
50
straatbomen
30
40
40
40
620
620
620
620
29
29
29
29
tariefverhoging abonnementhouders
300
450
463
477
verhoging dagtarief
213
220
226
233
niet realiseren blok 17 (buiten)
218
213
209
optimalisering kostentoerekening rioolheffing omvang/frequentie gebiedsnieuwsbrieven
niet realiseren blok 5.2 stad
aanpassing van de betaaltijden en opname van de feestdagen
204
3.380
72
74
77
79
anders bewaakt fietsparkeren
365
545
545
545
gebiedsgericht werken
214
214
214
214
subtotaal
2.561
3.050
3.068
6.466
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 87
bezuinigingsopdracht 4. Cultuur
2013
subsidie aan de bibliotheek
2014
2016 ev
548
730 400
400
153
230
307
307
stimuleringsbudget voor culturele activiteiten in Haven
77
77
77
77
subsidies op gebied van amateurkunst
60
60
60
60
subsidie voor museum De Paviljoens
39
39
39
39
anders inzetten communicatie met de burger i.h.k.v. archeologie
36
36
36
36
theater de Roestbak
anders organiseren kunst en cultuureducatie
548
2015
subsidie schouwburg
730
10
17
17
17
architectuurcentrum Casla
8
8
10
10
subsidie voor Cultuurnacht en Eindig laagland
5
5
5
5
10
10
10
uitvoering en handhaven Archiefwet regiefunctie cultuur
10
subtotaal 5. Jeugd
946
1.030
9
9
1.700
1.700
inzet op fysieke en/of soc. maatregelen bij incidenten
64
64
64
64
kinderactiviteiten
22
22
22
22
aanpak voortijdig schoolverlaten
20
20
20
20
subsidie jongerenomroep Airpeace
19
19
19
19
bundeling inzet voor vrijetijdsactiviteiten jongeren
11
19
24
24
inzet van jeugdmaatschappelijk werkers in Jit's verminderen
20
20
20
20
efficiency door gezamenlijk opdrachtverstrekking jeugd aan De Schoor subtotaal 6. Onderwijs
10
15
20
20
166
179
189
189
gemeentelijke inzet leerling‐ en schoolbegeleiding
600
600
600
600
subtotaal
600
600
600
600
7. Sport
verhogen tarieven
25
25
25
25
project combinatiefunctionarissen
17
50
50
50
project basisscholen sport, bewegen en gezondheid
10
20
20
20
5
10
10
10
doelgroepsubsidie
10
15
15
15
verenigingsondersteuning gebruikers Toekomstgroep
15
30
30
30
onderhoud buitensport
10
15
15
15 65
subsidies EHBO
verzamelgebouw Annapark, inclusief formatie
65
65
regulier en deels specialistisch onderh. natuurgrasvelden zelf oppakken
25
50
75
75
beheerdersfuncties omzetten naar assistent‐beheerders
40
55
70
70
kennismaking SOK budget verlagen
10
10
10
10
onderzoeksgelden inclusief aanvulling uit VJN
20
25
25
25
5
5
5
5
opzeggen businessclubcontracten organisatie sportcafés
5
5
5
5
overwerk terugdringen
25
25
25
25
sporthal Haven in zomermaanden extra sluiten
20
20
20
20
sportverkiezingen niet meer organiseren
40
40
40
40
tijdens VO schoolgebruik geen beheer in sporthallen
50
75
75
75
332
540
580
580
subtotaal
pag. 88
Voorjaarsnota 2014‐2017
bezuinigingsopdracht 8. Participatie, zorg en inkomen
2013
versnelde herijking minimabeleid
2014
500
efficiënter werken bij uitvoering WMO
2015
500
2016 ev
500
500
50
50
50
50
openbare gezondheidszorg (OGZ)
200
200
200
200
algemeen maatschappelijk werk en sociaal raadslieden
100
200
300
300
sneller passende hulp
70
70
90
90
verlaging uitvoeringskosten ZLF met 10%
75
75
75
75
maatschappelijke stages
60
60
60
60
ESAR
40
40
40
40
antidiscriminatiebureau\bureau gelijke behandeling
40
40
40
40
9
9
9
9
minder onderzoek logopedie
100
200
400
400
jeugdgezondheidszorg, maatwerk deel
78
78
78
78
incidentele projecten
45
45
45
45
collectieve preventie GGZ\zorg
45
45
45
45
opleidingsbudget\flankerend beleid
35
35
35
35
community that cares
32
32
32
32
schuldhulpverlening
500
500
500
500
st. Vluchtelingen en vreemdelingen
100
100
204
204
gezondheidsbeleid
50
50
50
50
emancipatieraad/emancipatiecentrum Avanti/ diversiteit
43
43
43
43
schuldhulpverlening (aanvraag PB 2013) subtotaal 9. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
500
500
500
500
2.672
2.872
3.296
3.296
herijking procedures bestemmingsplannen
128
128
128
128
initiatieven verstedelijking
55
55
55
55
overhead
28
28
28
28
overige volkshuisvesting bestaande stad
77
77
77
77
strategische activiteiten
59
59
59
59
wettelijke milieutaken subtotaal 10. Economische ontwikkeling
53
53
53
53
400
400
400
400
EZ bedrijfsbezoeken en contacten
180
180
180
180
CityMarketing subsidie ACM (apparaatskosten)
158
158
158
158
CM subsidie
165
165
165
165
Citymarketing: subsidie evenementen
50
50
50
50
EZ ontwikkeling kansrijke marktsegmenten
50
50
50
50
EZ ontwikkeling werklocaties en ondersteunende beleidskaders
100
100
100
100
subtotaal
703
703
703
703
11. Dienstverlening
dienstverlening via het meest efficiënte kanaal
50
105
160
160
telefonisch contact
25
25
25
25
niet komen opdagen van klanten op afspraak
50
50
50
50
openingstijden van de balie
50
50
50
50
openingstijden van het c@llcenter
25
25
25
25
25
25
25
280
335
335
beperken inkomend belverkeer
subtotaal
200
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 89
bezuinigingsopdracht 12. Financiën en bedrijfsvoering
2013
apparaatskosten: HRM, JZ en FB accountantskosten
2014
2015
2016 ev
172
258
344
344
7
10
13
13
overige kosten
10
15
20
20
HRM diversen
94
94
94
94
risicobeheer (verlaging post onvoorzien)
160
160
160
160
verzelfstandiging organisatieonderdelen t/m 2013
250
250
250
250
subtotaal
693
787
881
881
bezuinigingen op de organisatie (spoort 1)
bedrijfsvoering DMO: niet vervullen van vacatures bedrijfsvoering DMO: uitbreiding met 3 fte bij het subsidiebureau
275
275
275
275
bedrijfsvoering DMO: via U‐bocht constructies
115
115
115
bedrijfsvoering DSO: achtervang stelpost loon en prijscompensatie
240
240
240
240
bedrijfsvoering PBS: vacatureruimte/persoonsgerelateerde kosten
120
120
120
120
0
0
0
0
bedrijfsv. PZ: 5 fte bezuiniging via natuurlijk verloop/40 fte omkleuring bedrijfsvoering PZ: eenmalige Bezuiniging arbeidsvoorwaardenbudget
115
0
0
0
0
bedrijfsvoering PZ: efficiënter inrichten aanvraagprocessen LO en BB
100
100
100
100
bedrijfsvoering PZ: efficiënter inrichten van processen backoffices
100
100
100
100
bedrijfsvoering PZ: fusie DMO en PZ, overhead/aansturing
100
100
100
100
bedrijfsvoering PZ: inkrimping formatie bedrijfsvoering
bedrijfsvoering PZ: inkrimping formatie belastingen en burgerzaken
bedrijfsvoering PZ: inkrimping formatie handhaving en intake
bedrijfsvoering PZ: inkrimping formatie werk zorg en inkomen
bedrijfsvoering PZ: invoering van automatische datadistributie
50
50
50
50
bedrijfsvoering PZ: reductie van werkplekken binnen PZ
75
75
75
75
bedrijfsvoering SB: formatie Directie & bedrijfsvoering
37
37
37
37
bedrijfsvoering SB: G&G formatie
222
222
222
222
bedrijfsvoering SB: omkleuring bij AIB
227
227
227
227
18
18
18
18
107
107
107
107
30
30
30
30
bedrijfsvoering SB: stadsreiniging formatie bedrijfsvoering SB: VTH formatie bedrijfsv. SBC: inspanningsverplichting op AD (opbrengsten, overhead) bedrijfsv. SBC: inzet formatie Crises en rampenbestrijding voor de VRF
0
0
0
0
bedrijfsvoering SBC: Inzet loon & prijscompensatie
0
0
0
0
60
60
60
60
bedrijfsv. SBC: samenvoegen en ombuigen van bureau evenementen bedrijfsv. SBC: secretariaat (ombuigen functie vertrokken secretaresse)
10
10
10
10
bedrijfsvoering SBC: via natuurlijk verloop
100
100
100
100
bedrijfsvoering SBV: inleveren openstaande vacatures
157
157
157
157
bedrijfsvoering SBV: natuurlijk verloop a.g.v. vut/pensioen
142
142
142
142
bedrijfsvoering SBV: reductie formatie CIA
bedrijfsvoering SBV: reductie formatie Financieel Beheer
inspanningsverpl. DSO: verhogen prod.norm + beperken inzet proj.leiders inspanningsverplichting PBS Afroming loon‐ en prijscompensatie inspanningsverplichting PZ: bezuiniging d.m.v. CLEAN acties
680
680
680
10
10
10
680 10
inspanningsverpl.PZ: centraliseren van BackOffice met andere gemeenten
25
25
25
25
inspanningsverplichting PZ: efficiënter inrichten van processen backoffices
40
40
40
40
inspanningsverplichting PZ: fusie DMO en PZ, overhead/aansturing
25
25
25
25
inspanningsverplichting SB: directie & bedrijfsvoering formatie
58
58
58
58
inspanningsverplichting SB: G&G formatie
61
61
61
61
inspanningsverplichting SB: omkleuring fte bij AIB
248
248
248
248
inspanningsverplichting SB: stadreiniging formatie
289
289
289
289
inspanningsverplichting SB: VTH formatie
305
305
305
305
pag. 90
Voorjaarsnota 2014‐2017
bezuinigingsopdracht
2013
2014
2015
2016 ev
inspanningsverplichting SBC: via natuurlijk verloop
80
80
80
80
inspanningsverplichting SBV: inleveren openstaande vacatures
63
63
63
63
inspanningsverplichting SBV: natuurlijk verloop a.g.v. vut/pensioen
58
58
58
58
inspanningsverplichting SBV: reductie formatie CIA
69
69
69
inspanningsverpl. SBV: verkleinen team risicomanagement en auditing bedrijfsvoering PZ: nog te concretiseren maatregelen bedrijfsvoering SBC: verkleinen team risicomanagement en auditing subtotaal
69
105
105
105
81
81
81
81
4.482
4.482
4.482
4.482
14.863
16.309
17.762
totaal gerealiseerde bezuinigingen
105
21.160
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 91
Bezuinigingen die op schema lopen In de tabel hieronder ziet u de bezuinigingen die op schema lopen. Zoals uit het diagram blijkt gaat het om een bedrag van circa € 8 miljoen.
1,7
2,2
7,9
21,2
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
Tlv perspectief, uit monitor
Tabel 6‐2
bezuinigingsopdracht
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
indirect: faciliteiten en bestuursondersteuning college en communicatie
177
237
300
300
subtotaal
177
237
300
300
1. Bestuur
3. Beheer en leefomgeving de Almeerder houdt zijn eigen straatje schoon eigen uitvoeringsorganisatie dagelijks onderhoud gebiedskantoren
2016 ev
600
810
810
810
250
250
250
106
106
106
264
376
464
464
600
600
600
gazononderhoud (was chemische onkruidbestrijding)
110
220
330
440
groot onderhoud (was reclamemogelijkheden)
476
476
476
476
anders bewaakt fietsparkeren niet ingevuld ivm bemenste bewaking
175
175
175
175
diverse organisatorische maatregelen bezuiniging groot onderhoud hoofdinfrastructuur
groot onderhoud watergangen
150
210
210
210
groot onderhoud woonwijken
2.000
2.000
2.000
2.000
subtotaal
3.775
5.223
5.421
5.531
6. Onderwijs
kilometergrenzen leerlingenvervoer naar 6 km ophogen
300
300
300
300
meer individueel maatwerk in beoordeling noodzaal leerlingenvervoer
300
300
300
300
inzet aanbestedingsvoordeel leerlingenvervoer tgv taakstelling 02, 03 incidentele dekking vanuit budget schoolbegeleidingsdienst subtotaal 8. Participatie, zorg en inkomen sociaal cultureel werk: De Schoor
600
600
600
600
50
125
500
500
kanteling WMO (voorzieningen gehandicapten)
400
684
884
884
verstrekkingen Individuele voorzieningen WMO, t/m 2014
600
600
kanteling WMO (huishoudelijke verzorging), t/m 2014
1.500
1.516
subtotaal
2.550
2.925
1.384
1.384
11. Dienstverlening dienstverlening via het meest efficiënte kanaal
50
50
50
50
subtotaal
50
50
50
50
12. Financiën en bedrijfsvoering anders inkopen t/m 2013
250
subtotaal
250
9.035
7.755
totaal bezuinigingen die op schema lopen
7.402
7.865
pag. 92
Voorjaarsnota 2014‐2017
1,7 2,2
Bezuinigingen die aandacht behoeven In de tabel hieronder ziet u de bezuinigingen die aandacht behoeven. Zoals uit het diagram blijkt gaat het om een bedrag van circa € 2 miljoen.
7,9
21,2
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
Tlv perspectief, uit monitor
Tabel 6‐3
Bedragen x € 1.000
bezuinigingsopdracht 1. Bestuur
2013
2014
faciliteiten gemeenteraad
120
subtotaal
220
120
12. Financiën en bedrijfsvoering
anders inkopen vanaf 2014
2015 220
220
2016ev 220
220
220
299
350
350
efficiency op de organisatie
100
600
1.100
1.100
subtotaal
100
899
1.450
1.450
1.119
1.670
totaal bezuinigingen die aandacht behoeven
220
Bezuinigingen ten laste van het perspectief In de voorjaarsnota zijn de bezuinigingen op de huishoudelijke verzorging ten laste van het perspec‐ tief gebracht. Deze bezuinigingen vervallen en zul‐ len in de monitor bij de programmabegroting 2014 niet meer worden meegenomen. In de tabel hier‐ onder zijn de betreffende bezuinigingen opgeno‐ men. Zoals uit het diagram blijkt gaat het om een bedrag van circa € 2 miljoen
2,2 1,7 7,9
21,2
Gerealiseerd
Op schema
Behoeft aandacht
Tlv perspectief, uit monitor
Tabel 6‐4
bezuinigingsopdracht
1.670
Bedragen x € 1.000
2013
2014
2015
8. Participatie, zorg en inkomen
2016ev
verstrekkingen Individuele voorzieningen WMO, vanaf 2015
600
600
kanteling WMO (huishoudelijke verzorging), vanaf 2015
1.616
1.616
subtotaal
2.216
2.216
2.216
totaal ten laste van het perspectief
2.216
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 93
7
Afkortingen‐ en begrippenlijst
ACM ActaPabo AiB AK AMK AO AOW APL Aroma ASG ASV AWBZ BBL BBV BBZ BCF BIBOB BLS BOA BOR BUIG bvo BWS CAH Almere Casla CIO CJG CKV CMS CPB CROW‐beeldmaatlatten De‐on D‐lab DMO DMS DSO DUO DVO ECB EDBA EFRO EMU EONIA‐tarief ESAR Escrow ESF‐subsidie/‐gelden EV EZ FCP FIO fte
Voorjaarsnota 2014‐2017
Almere City Marketing Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam en de PABO Almere Advies en ingenieursbureau Aandelenkapitaal Meldpunt Kindermishandeling Administratieve Organisatie Algemene Ouderdomswet Almeerse Participatieladder Algemeen Ruimtelijk Ontwikkelingsmodel Almere Almeerse Scholen Groep Algemene Subsidieverordening Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Black Box Logistics BV Besluit Begroting en Verantwoording Besluit Bijstand Zelfstandigen BTW Compensatie Fonds Bevordering Integriteitbeoordeling Openbaar Bestuur) Besluit Locatiegebonden Subsidies Bevoegd Opsporingsambtenaar Beheer Openbare Ruimte Rijksbijdrage bijstandsuitkeringen bruto vloeroppervlakte Besluit Woninggebonden Subsidies Christelijke Agrarische Hogeschool Almere Centrum voor Architectuur, Stedenbouw en Landschap van Almere Chief Information Officer Centra voor Jeugd en Gezin Culturele en kunstzinnige vorming Content Management Systeem Centraal Planbureau visueel waarneembare kwaliteit Duurzame Energie‐ en Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland Duurzaamheidslab Dienst Maatschappelijke Ondersteuning Document Management Systeem Dienst Stedelijke Ontwikkeling Dienst Uitvoering Onderwijs dienstverleningsovereenkomst Europese Centrale Bank Economic Development Board Almere Europees Fonds Ruimtelijke Ontwikkeling Europees Monetaire Unie Maatstaf voor de rekening‐courantrente Elektronisch Signaleringssysteem Alle Risicojongeren overeenkomst onder voorwaarde Europese Subsidie Flevoland Eigen vermogen Economische Zaken Fonds voor Cultuur Participatie Fonds Initiële Ontwikkelingen formatieplaats
pag. 97
GAR GBA GF GFT GIP GO GR grex GSB GWHP HCA IAK IAU‐gelden IbbA IC IFA‐gelden IKC IMP INTI IOAW IOAZ IWA JIT‐aanpak LEA LEN LOOT‐school KCC Ministerie van EL&I Ministerie van SZW/VROM en OCW Ministerie van VWS MIPA MIS MPGA MRA Mupi’s MSP NCW NIK NGRU NOGW NTR OAB OAT ministerie van OCW OFGV OGGz OLP OMALA OMFL OTB pag. 98
garantie Gemeentelijk Basisadministratie Persoonsgegevens Gemeente Fonds Groente, Fruit en Tuinafval Gemeentelijk Investeringsplan Gemeentelijk overleg Gemeenschappelijke Regeling grondexploitatie Grote Stedenbeleid Gemeentelijk Waterhuishouding Plan Human Capital Agenda Integraal Afspraken Kader Almere Incidentele Aanvullende Uitkering (bijstand) Ik bouw betaalbaar in Almere Interne Controle Investeringsimpuls Flevoland Almere Integrale Kind Centra impuls International New Town Institute Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelf‐ standigen Integrale Wijk Aanpak Jeugd Interventie Team Almere Lokaal Educatieve Agenda leningen Landelijke Organisatie Onderwijs en Topsport Klanten Contact Centrum Economische zaken, Landbouw en Innovatie Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu/ Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Volksgezondheid, Welzijn en Sport Meerjaren Infrastructuurprogramma Almere Management Informatie Systeem Meerjarenplan Grondexploitatie Almere Metropool Regio Amsterdam levensgroot reclamebord met twee kanten Markt Segment Plan Netto Contante Waarde Nederlandse Identiteitskaart Netto gecorrigeerde Rijksuitgaven (gemeentefonds) Nota Omslag Grote Werken Nederlandse Tuinbouwraad Onderwijs Achterstanden Beleid Ondergronds Afval Transportsysteem Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Omgevingsdienst, Flevoland, Gooi‐ en Vechtstreek Openbare Geestelijke Gezondheidszorg Onderwijs Leerpakket Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad‐Almere Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland Ontwerp Tracébesluit Voorjaarsnota 2014‐2017
OVC OV SAAL OZB Paja p.m. PBS PDCA‐cyclus pgb PIJOFACH Plabeka PO PWC PZ RAAM RIEC ROSA RRAAM RSA Ruddo SB SBA SBC SBV SBZ SCW SiSa SOK SRG indeling SROI SVA SVn SZW Tamowerkgroep UWV VNG VO school VRI VSBA VSO school VSV VTH VVE VVnE VWS Wabo Wajong WAP WEB Wet Fido Wet OKÉ WGA
Voorjaarsnota 2014‐2017
Oostvaarderscollege Openbaar Vervoer Schiphol ‐ Amsterdam ‐ Almere ‐ Lelystad Onroerende Zaken Belasting Participatie audit jongeren ja pro memorie (ter herinnering) Programma Bureau Stad kwaliteitszorg instrument persoonsgebonden budget Personeel, Informatievoorziening, Juridisch, Organisatie, Financiën, Administratieve organisatie, Communicatie, Huisvesting regionale programmering van werklocaties Particulier Opdrachtgeverschap PricewaterhouseCoopers Accountants NV Publiekszaken Rijksbesluiten‐Amsterdam‐Almere‐Markermeer Regionaal Informatie‐ en Expertisecentrum Ruimtelijke Ontwikkelingsstrategie Almere Rijksregio‐programma ‐Amsterdam‐Almere‐Markermeer Reserves Strategische Activiteiten Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden Stadsbeheer Stedelijke Bereikbaarheid Almere Stafdienst Bestuur en Control Stafdienst Bedrijfsvoering Stafdienst Bestuurszaken Sociaal Cultureel Werk Single information Single audit Sport Oriëntatie Keuze Richtlijnen voor de Statistiek Re‐integratie door Gemeenten Social Return on Investment Stichting Veiligheidszorg Almere Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten Sociale Zaken en Werkgelegenheid Talentontwikkeling en mobiliteit Uitvoeringsinstituut Werknemers Verzekeringen Vereniging Nederlandse Gemeenten Voortgezet onderwijs school Verkeersregelinstallatie Voorbereiding Stedelijke Bereikbaarheid Almere Voortgezet speciaal onderwijs school Voortijdig Schoolverlaten Vergunning, Toezicht en Handhaving Voor‐ en Vroegschoolse Educatie Van Veelvoud naar Eenvoud Volksgezondheid, Welzijn en Sport Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet arbeidsongeschiktheid voor jong gehandicapten Wijk Actie Plannen Wet Educatie Beroepsonderwijs Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten
pag. 99
WI Wij WION WMO WOB WOZ WSW WVG WWB WWnV ZAT ZZP‐er
pag. 100
Wet Inburgering Wet investeren in jongeren Wet Informatie‐uitwisseling Ondergrondse Netten Wet maatschappelijke ondersteuning Wet Openbaarheid Bestuur Wet waardering onroerende zaken Wet Sociale Werkvoorziening Wet Voorzieningen Gehandicapten Wet werk en bijstand Wet Werken naar Vermogen Zorgadvies Team Zelfstandige Zonder Personeel
Voorjaarsnota 2014‐2017
7.1 Begrippenlijst Algemene (dekkings)middelen Begrotingstekort
Uitkering uit het gemeentefonds en de gemeentelijke belastingen. Een begrotingstekort treedt op wanneer de lasten hoger zijn dan de baten. Beïnvloedbare ruimte Begrotingsruimte waar de raad invloed op heeft. Besluit Begroting en Verantwoording Provinciale en gemeentelijke wetgeving in zake besluiten, begroten (BBV) en verantwoorden. Bevolkingsvolgende voorzieningen Voorzieningen waarvan de realisatie direct gerelateerd is aan de groei/samenstelling van de bevolking. BTW Compensatie Fonds (BCF) Fonds bij het Rijk waar provincies en gemeenten betaalde btw kun‐ nen terugvorderen. Economy Development Board Almere Organisatie met tot doel het creëren van werkgelegenheid in het (EDBA) kader van het economisch offensief. Egalisatie reserve Reserve om tot een gelijkmatige lastenverdeling te komen. Exogene factoren Factoren/ontwikkelingen van buitenaf waar geen invloed op uitgeoe‐ fend kan worden Exploitatie(begroting) Begroting van lasten en baten. Gemeentefonds Rijksfonds waaruit gemeenten jaarlijks de algemene uitkering ont‐ vangen. LEAN‐traject Is een methodologie voor het verbeteren van efficiency en het elimi‐ neren van verspillingen en activiteiten zonder toegevoegde waarde. Macrobudget WWB Landelijk budget voor de Wet Werk en Bijstand. Moratorium (tijdelijke) uitgavenstop. Netto budget/lasten De lasten na aftrek van de baten die worden afgedekt vanuit de al‐ gemene (dekkings)middelen (zie toelichting algemene dekkingsmid‐ delen). Onrendabele top Het gedeelte van de kapitaallasten van een investering die niet uit de exploitatie kan worden afgedekt. OKé op school Biedt verschillende trainingen aan die zich richten op het verminde‐ ren van sociaal‐emotionele of gedragsproblemen. Saldireserve Reserve voor het opvangen van financiële tegenvallers (risico’s) bin‐ nen de algemene dienst. Single information Single audit (SiSa) Systematiek voor het verantwoorden van onder andere specifieke uitkeringen tussen overheidsinstanties. Social Return on Investment (SROI) Methodiek om het maatschappelijke rendement van een investering in beeld te brengen. Verbonden Partij Een privaat of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk‐ als financieel belang heeft. Weerstandsvermogen Het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen. Wrap Arround Care methodiek Methodiek waarbij de jongere centraal staat en het eigen netwerk (familie, vrienden etc. en de professionals) om de jongere heen staat.
Voorjaarsnota 2014‐2017
pag. 101
Colofon De Voorjaarsnota 2014‐2017 is samengesteld door: de gemeente Almere Postbus 200 1300 AE Almere Vormgeving gemeente Almere Beeldmateriaal geleverd door: Irma Rijpkema van Zanden