STUK 551 (2014-2015) – Nr.1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD
ZITTING 2014-2015
10 FEBRUARI 2015
INTEGRAAL VERSLAG
VRAGEN OM UITLEG Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport van dinsdag 10 februari 2015
Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: de heer René Coppens (voorzitter), de heer Stefan Cornelis, mevrouw Annemie Maes, mevrouw Cieltje Van Achter Plaatsvervanger: mevrouw Khadija Zamouri Ander lid: de heer Paul Delva Verontschuldigd: de heer Jef Van Damme
1316
INHOUD
1.
Bericht van verhindering
2.
Regeling van de werkzaamheden
3.
Vragen om uitleg (R.v.O., art. 60) -
Vraag om uitleg van mevrouw Khadija Zamouri aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid met betrekking tot het promoten van de stadsklassen door JES
-
Vraag om uitleg van mevrouw Annemie Maes aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de zwembaden van Brusselse scholen
3 1.
Bericht van verhindering
De heer Jef Van Damme, voorzitter, is verontschuldigd voor de vergadering. De heer René Coppens, ondervoorzitter, zal de vergadering voorzitten.
2.
Regeling werkzaamheden
Gezien de afwezigheid van de commissievoorzitter wordt de bespreking over een eventueel studiebezoek verplaatst naar een volgende commissievergadering.
3.
Vragen om uitleg
Vraag om uitleg van mevrouw Khadija Zamouri aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid met betrekking tot het promoten van de stadsklassen door JES Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Door de recente actualiteit reageren veel scholen jammer genoeg terughoudend om een bezoek te brengen aan onze hoofdstad. We lazen dat een klas zelfs haar bezoek annuleerde uit angst voor terreurdreiging. We zijn er ons allemaal van bewust dat angst een hele slechte raadgever is. Kinderen moeten de stad leren kennen en een kort verblijf in de stad is daar een heel goed middel voor. Daar zijn we van overtuigd. JES Brussel, de organisator van de stadsklassen zit of zat met de zaak verveeld. Omdat een school heeft afgehaakt, komt hun jeugdverblijfcentrum De Waterman in de Brusselse Werkhuizenstraat vrij te staan van 11 tot 13 februari 2015. Als tegenreactie op al de negatieve berichtberichtgeving stelt JES voor om een 3-daags verblijf in Brussel weg te geven aan de school die het eerst reageert. Een heel goed idee, dat volgens ons navolging verdient om Brussel te promoten. Waarom niet als tegenreactie op de huidige beeldvorming assertief vanuit de VGC een wedstrijd uitschrijven waar een school per provincie een schoolreis voor een klas naar Brussel kan winnen. Hoe is de evolutie van scholen die met JES Brussel onze hoofdstad komen bezoeken? Is het mogelijk om tijdelijk als promotie en in het belang van een betere beeldvorming een campagne op te zetten waarbij klassen een reis naar Brussel kunnen winnen? Het is misschien een ludiek idee dat wel een goede promotie kan zijn voor de hoofdstad. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): De vragen van mevrouw Zamouri zijn zeer interessant en ze kunnen misschien wat opengetrokken worden. Op welke manier communiceert de VGC met scholen die Brussel willen bezoeken? Zijn er nog andere manieren, los van JES Brussel, om scholen buiten Brussel te bereiken en warm te maken om Brussel te bezoeken? Hoe stelt men scholen gerust naar aanleiding van de scholen die afhaken om naar Brussel te komen? Het is immers belangrijk om hierop in te zetten. Heeft de VGC een idee over het aantal Vlaamse scholen dat Brussel bezoekt?
4
Is er nog ruimte om meer scholen te ontvangen? Worden hiervoor middelen voorzien? De heer Paul Delva (CD&V): Ik sluit me aan bij de interessante vragen van mevrouw Zamouri. Ik heb hierover reeds in het verleden in het Vlaams Parlement met het collegelid over gedebatteerd aangezien ik een groot voorstander ben van stadsklassen. Stadsklassen vormen al een drempel omdat dan gedacht wordt aan meerdaagse bezoeken. Er zijn echter nog andere initiatieven om Vlaamse kinderen met Brussel kennis te laten maken bv. Studio Globo, Brukselbinnenstebuiten, … Is de VGC van plan extra initiatieven te nemen naar jongeren toe die buiten Brussel wonen met betrekking tot het imago van Brussel? Wordt hiervoor samengewerkt met de Vlaamse Gemeenschap? Zou het opportuun zijn om, in het kader van de actualiteit die mevrouw Zamouri heeft geschetst, extra maatregelen te nemen voor organisaties zoals JES, Studio Globo enz.? Ik refereer ook even naar de Beleidsbrief Brussel van Vlaams minister Sven Gatz waarin staat dat hij initiatieven zoals stadsklassen verder wil blijven promoten. Ik steun hem hierin en ik hoop dat de VGC dit ook doet. Mevrouw Annemie Maes (Groen): De annulatie van een bezoek aan Brussel is reeds meerdere malen in het nieuws geweest. Telkens werd erop gereageerd door Vlaams minister Sven Gatz. Hij heeft de betrokken scholen gecontacteerd. Werd er ook een initiatief genomen vanuit de VGC-administratie naar deze specifieke scholen toe? Hoeveel keer heeft een Vlaamse school een bezoek aan Brussel omwille van de terreurdreiging geannuleerd? Collegelid Pascal Smet: Ik denk dat JES inderdaad op een goede manier reageerde op de onterechte angst die er bij Vlaamse scholen lijkt te bestaan voor onze hoofdstad. De stadsklassen die JES organiseert zijn een goede manier om jongeren uit Vlaanderen te laten proeven van wat deze stad te bieden heeft. Daar hoef ik jullie, collega’s, hopelijk niet van te overtuigen. Het aanbod van JES vzw wordt vanuit verschillende overheden en beleidsdomeinen ondersteund, ook binnen de VGC vanuit zowel Jeugd, Onderwijs als Welzijn. Ik zal als bevoegd collegelid voor jeugd gecoördineerd op deze vraag antwoorden. Het aanbod van JES naar Brusselse, Nederlandstalige scholen enerzijds en Vlaamse scholen anderzijds bestaat uit 2 grote pijlers, die volledig los staan van elkaar. De “Stadsklassen” zijn scholen die inschrijven op een uitgewerkt pedagogisch pakket, gericht op een kennismaking met de troeven van de stad. Binnen dit pakket krijgen leerkrachten begeleiding van de vzw JES in voorbereiding en uitvoering. Er wordt samen met leerkrachten een evenwichtig programma uitgewerkt dat past binnen de eindtermen en leerdoelen. Vooraf krijgt de school een didactische handleiding en ook ter plaatse worden leerkrachten ondersteund. Dit past binnen de doelstellingen van het jeugdverblijfcentrum de Waterman, maar hier worden naast de reguliere middelen die het als jeugdverblijfcentrum ontvangt, geen extra middelen gegeven voor de organisatie van deze stadsklassen.
5 De afgelopen schooljaren steeg het bereik van de stadsklassen. Waar in 2012, 18 groepen, samen goed voor 562 leerlingen en 81 leerkrachten deelnamen, zien we in 2014 dat er al 30 groepen goed voor 1.125 leerlingen en 125 leerkrachten deelnamen. We zien dat het aandeel van de Brusselse scholen in deze stabiel bleef de afgelopen 3 schooljaren op 2 Brusselse scholen, wat uiteraard logisch is. Voor alle duidelijkheid, gaat het hier over de cijfers van groepen die georganiseerd op stadsklassen komen, niet over alle schoolgroepen die blijven overnachten in jeugdverblijfcentrum de Waterman. Daarnaast is er ook nog de “stadsverkenning Brussel”, wat een pakket is aan activiteiten ter ontdekking van de stad voor leerlingen en leerkrachten uit het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. Dit pakket wordt gefinancierd vanuit het beleidsdomein Onderwijs en Vorming van de VGC. Wat de stadsverkenningen of buurtontdekkingen betreft, kunnen we een opsplitsing maken in de stadsverkenningstochten met leerlingen, waarvan er in het schooljaar 2013-2014, 45 doorgingen, goed voor 1.168, Brusselse, Nederlandstalige leerlingen en de stadsverkenningstochten voor Brusselse leerkrachten uit het Brussels Nederlandstalig onderwijs waarvan er 15 doorgingen, goed voor 306 leerkrachten. Vaak gebeuren de wandelingen op vraag van Brede Schoolcoördinatoren, individuele leerkrachten of directies en de wandelingen specifiek met leerkrachten gebeuren vaak in samenwerking met de schoolondersteuners van het OCB. Dit vanuit de expliciete vraag om leerkrachten op een positieve manier hun buurt te laten ontdekken want het overgrote deel van de Brusselse leerkrachten woont niet in Brussel. De terughoudendheid van de Vlaamse scholen heeft dus enkel betrekking op de stadsklassen. In de populaire maanden voor de openluchtklassen (september – oktober en maart – juni) zijn de plaatsen traditioneel snel volzet. Ook voor het komende schooljaar wordt die tendens verder gezet met reeds een twintigtal boekingen in de vooropgestelde periode. JES merkt op dat zij altijd al een zekere terughoudendheid gezien hebben bij directies, leerkrachten en ouders om stadsklassen te organiseren. Vaak is er één voortrekker die de rest van het team meeneemt in het verhaal. Eens deze koudwatervrees overwonnen is, blijven scholen echter terugkomen. Vandaag merkt de organisatie wel dat de terughoudendheid sterk toeneemt, in het bijzonder bij de groepen die voor het eerst op stadsklassen komen. Daarnaast krijgt vzw JES voor het eerst van verschillende groepen vragen naar annulatievoorwaarden. Deze vragen zijn vooral geïnspireerd door vragen en opmerkingen van ongeruste ouders. Het VGC-College is de stadsklassen zeer genegen. Ik heb geen cijfers over hoeveel scholen naar Brussel op bezoek komen. Dit wordt ook niet bijgehouden. Het is wel belangrijk dat de VGC samen met Vlaams minister Sven Gatz de banden tussen Brussel en Vlaanderen probeert te versterken. Ik zal hem een brief schrijven zodat we samen met collegevoorzitter Guy Vanhengel, bevoegd voor communicatie en media, kunnen kijken of er geen pakket uitgewerkt kan worden om de vriendelijkheid van de stad ingang te doen vinden in Vlaanderen. Ik zal het initiatief nemen om dit idee uit te werken.
6
Ik heb niet gereageerd op de artikels over de annulatie van de scholen omdat de Vlaamse minister bevoegd voor Onderwijs en de Vlaamse minister bevoegd voor Brussel dit reeds goed deden. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Ik heb niet persé aanvullende vragen want ik heb de nodige antwoorden gekregen. Ik hoopte wel dat ik geen gelijk zou hebben. Dat er geen annulaties zouden zijn. Het is jammer dat scholen annulatievoorwaarden vragen. Ik ben wel verheugd dat het collegelid het zich aantrekt en Vlaams minister Sven Gatz zal aanschrijven om een specifiek pakket te laten opmaken. Hoe het er zal uitzien, zullen we nog wel horen. Hopelijk gebeurt dit zo snel mogelijk. Het is belangrijk onmiddellijk op een positieve manier te reageren en mensen zo vlug mogelijk opnieuw warm te maken om Brussel te bezoeken. Collegelid Pascal Smet: Bij het opmaken van het pakket kan de Raad misschien zelfs betrokken worden. Scholieren in contact brengen met parlementsleden lijkt me interessant. Zeker om de vooroordelen weg te werken. Ieder jaar brengt een klas van de middelbare school waar ik school liep een bezoek aan Brussel. De klas verblijft 1 week in Brussel en verkent Brussel. Ze komen in contact met daklozen enz. Ieder jaar trek ik 2 uur uit om met de leerlingen te praten. En telkens weer komen de vooroordelen over Brussel naar boven. Vaak worden deze vooroordelen na het bezoek ook bevestigd. Deze leerlingen vinden dat Brussel druk, groot en vreemd is. Dit is niet ongewoon van studenten die onder de beschermde kerktoren opgroeien. Alles is relatief. Parijs, Londen, Rio, enz. zijn ook niet te vergelijken met Brussel. Brussel is dan ook maar een kleine stad. Belangrijk is in contact komen met mensen die in de stad wonen. Dit kunnen politici, kunstenaars, artiesten enz. zijn. Er wordt getracht nog deze maand te vergaderen met Vlaams minister Sven Gatz. Collegevoorzitter Guy Vanhengel zal hiervoor ook uitgenodigd worden. De bedoeling is dat dat pakket er zeker dit jaar komt. De heer Stefan Cornelis (Open Vld): Je kan de leerlingen in het Atomium laten slapen. Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Aangezien het collegelid een interessante anekdote vertelt, denk ik dat het heel belangrijk is dat het pakket dat voorbereid wordt niet altijd hetzelfde is. Het is niet de bedoeling enkel Sint-Jans-Molenbeek te bezoeken. Sint-JansMolenbeek is Brussel niet. Brussel is groter. Mensen hebben te vaak het gevoel dat Brussel bestaat uit het Noordstation, Sint-Jans-Molenbeek en met veel geluk Jette. Mensen moeten
7 alles van Brussel te zien krijgen zowel armoede, rijkdom, cultuur, toerisme, enz. Het moet een gevarieerd, maar volledig pakket zijn. Het incident is gesloten.
***
Vraag om uitleg van mevrouw Annemie Maes aan de heer Pascal Smet, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Stedelijk beleid, betreffende de zwembaden van Brusselse scholen Mevrouw Annemie Maes (Groen): We weten allemaal dat er een structureel probleem is met de zwembaden in Brussel. Een heel aantal scholen gaat niet of nauwelijks meer naar het zwembad, ondanks het feit dat zwemmen tot de eindtermen behoort. Onlangs kwam in het nieuws dat de werking van zwemclub ‘De Eendjes’ in het gedrang komt als dat zwembad volgend jaar sluit voor renovatie. Hoewel de oplossingen voor dit probleem zich vooral op gewestniveau situeren, kan de VGC ook stappen ondernemen om de nood enigszins te lenigen. Het is niet toevallig dat het een Schaarbeekse zwemclub was die onlangs in het nieuws kwam omdat hun werking bedreigd werd door het sluiten van hun zwembad. De problemen met zwembaden stellen zich immers vooral in het noorden van Brussel: Schaarbeek, Sint-JansMolenbeek, Ganshoren, Sint-Joost-ten-Node, … Laat het nu toevallig ook zo zijn dat er in het noorden van Brussel 2 scholen zijn met een eigen zwembad: het Sint-Pieterscollege in Jette en het Jan-Van-Ruusbroeckollege in Laken. Hoe worden deze zwembaden nu gebruikt? Is dat exclusief door de genoemde scholen of staan ze ook open voor andere organisaties en de buurt? Is er onderzocht hoe deze scholen hun zwembaden tijdens en buiten de schooluren makkelijker kunnen openstellen voor andere gebruikers (andere scholen, zwemclubs, buurtbewoners, …)? Een zwembad open stellen vraagt natuurlijk meer dan de deur open zetten. Voorziet de VGC ondersteuning voor deze scholen in het beschikbaar stellen van hun zwembad voor andere gebruikers? Kan dit bijvoorbeeld in het kader van een ‘Brede School’-werking gestimuleerd worden? Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Ik sluit me aan de vragen van mevrouw Maes. Er is inderdaad een tekort aan zwembaden en er zijn zwembaden in een aantal scholen. Ik herinner me dat collegevoorzitter Guy Vanhengel in 2013 een bevraging heeft georganiseerd bij Nederlandstalige scholen over de benutting van hun zwembad. Op dat moment werden deze zwembaden al maximaal benut. Ik stel me echter de vraag of het wel effectief de VGC is die de verantwoordelijkheid moet nemen aangezien de zwembaden zich op verschillende niveaus bevinden. Iemand moet
8 inderdaad de coördinerende rol op zich nemen, maar is dit wel iets voor de VGC? Is dit niet eerder iets voor het gewest of de gemeenten? De heer Paul Delva (CD&V): Enkele maanden geleden werd in deze commissie reeds de discussie over zwembaden gevoerd. Toen was al duidelijk dat de VGC de problematiek van de Brusselse zwembaden niet kan oplossen. Vlaanderen voorziet middelen voor gemeenten zodat deze kunnen investeren in sportinfrastructuur. Tot op heden laten de Brusselse gemeenten dit Vlaams geld links liggen bij gebrek aan kennis van de mogelijkheden die zich aanbieden vanuit Vlaanderen. Tijdens een eerdere commissievergadering gaf collegelid Pascal Smet aan dat hij een brief zou sturen naar Vlaams minister bevoegd voor sport, de heer Muyters. Is dit reeds gebeurd? Wat is de stand van zaken? Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA): Tijdens de vorige discussie over de zwembaden werd de rol van de VGC op tafel gelegd. Ik heb toen gepleit voor een actievere rol van de VGC in dit zwembaddossier. Omdat er subsidies uit Vlaanderen komen voor de zwembaden en er infrastructuur moet zijn die bovengemeentelijk is, is er een bovengemeentelijke instantie nodig die zich dit aantrekt. Er moeten binnen Brussel duidelijke afspraken gemaakt worden over de verschillende dossiers. Deze bovengemeentelijke functie is misschien een rol die weggelegd is voor de VGC om samen met het gewest en de gemeenten te bekijken wie wat waar doet. Er moet ingespeeld worden op de subsidies die er gaan komen voor zwembaden. Collegelid Pascal Smet: Het zwembad Sint-Pieterscollege in Jette en het Jan-vanRuusbroeckcollege worden beiden zowel overdag als ’s avonds gebruikt. Overdag maken tal van scholen gebruik van het zwembad, ’s avonds tal van organisaties. Het zwembad Sint-Pieters-Woluwe is in beheer van de Franstalige school Saint-Pierre. Het naschools gebruik is hoofdzakelijk door Franstalige organisaties. Openstelling naar organisaties lukt, in zoverre zij zelf voor een redder instaan. Openstelling voor publiek is om die reden geen evidente zaak. De VGC stuurt al jarenlang organisaties door naar deze baden en heeft zelf ook al een aanbod voorzien in het zwembad van het Jan-van-Ruusbroeckcollege. Jaarlijks organiseert de VGCsportdienst bijscholingen redder om de pool van redders voldoende groot te houden. Tevens maakt de VGC promotie voor nieuwe cursussen ‘Hoge Redder’. Momenteel wordt onderzocht in welke mate domotica ertoe kan bijdragen om nog een grotere (naschoolse) openstelling te bewerkstelligen. De VGC-sportdienst is op de hoogte van de problematiek van “de Eendjes” en zoekt proactief mee naar oplossingen. In dit kader zal nagekeken worden of er momenteel nog mogelijkheden zijn in de zwembaden van beide scholen. Ook mogelijkheden in andere bestaande zwembaden worden bekeken. Spijtig genoeg moet geconstateerd worden dat er te weinig zwemwater is in Brussel om alle scholen, organisaties en publieke zwemmers te bedienen. Zeker op dit moment, waar nog een aantal gemeentelijke zwembaden voor verbouwingen gesloten zijn of gaan sluiten.
9
Het zwembad van Laken, dat vermoedelijk in de loop van augustus 2015 opnieuw opengaat, zou de beste optie zijn. In de loop van april komt er duidelijkheid rond de mogelijkheden en de uren die ter beschikking zouden kunnen gesteld worden. Daar waar mogelijk, neemt de VGC(-sportdienst) initiatieven om meer zwemwater ter beschikking te stellen van haar doelpubliek. In het gerenoveerd zwembad van Ganshoren werden interessante uren voor een Nederlandstalige zwemwerking geclaimd. Dit zorgde ervoor dat een nieuwe Nederlandstalige zwemclub opgericht werd (tevens met de steun van de VGC-sportdienst) en de club al meer dan 300-leden telt. De VGC ondersteunt de renovatie van het bestaande zwembad en de bouw van een nieuw instructiebad op de campus van de Vrije Universiteit Brussel. Hierbij zijn waarborgen ingebouwd voor openstelling, zowel tijdens als na de schooluren. We blijven de mogelijkheden onderzoeken voor gebruik van verschillende bestaande zwembaden van de NAVO, de Europese school en een aantal privé-instellingen. We rekenen op een reële invulling van de Brusselnorm voor de investeringen in sportinfrastructuur van deze Vlaamse Regering, en hebben daarvoor een brief gestuurd naar de Vlaamse minister bevoegd voor sport om ervoor te zorgen dat dit kan op maat van Brussel. Er werd eveneens verwezen naar mevrouw Cieltje Van Achter. In de brief werden punten opgelijst en achtergrondinformatie gegeven die een leidraad kunnen zijn voor het gesprek. Tot op heden hebben we nog geen antwoord gekregen. Verder gaan we overleggen met mijn Franstalige collega-minister mevrouw Lanaan om een onderdeel van het Regeerakkoord, namelijk de schaalvergroting, te realiseren bij het beheer van de publieke zwembaden. De zesde staatshervorming biedt daarvoor een perspectief, al is de omschrijving van dat perspectief zelf erg beperkend. Het lijkt me evenwel onvermijdelijk dat vroeg of laat een agentschap op gewestelijke schaal het beheer van de gemeentelijke zwembaden overneemt, en zo alvast kan zorgen voor meer synergie op het vlak van de openingsuren en een eenduidiger prijzenbeleid. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Het is positief dat de Vlaamse minister bevoegd voor sport werd aangeschreven en dat samen met de Franstalige collega’s wordt gewerkt om voluit te gaan voor de 6de staatshervorming. Verder is het positief dat de nieuwe Nederlandstalige zwemclub in Ganshoren reeds meer dan 300 leden telt. Dit toont ook aan dat de nood zeer hoog is. Mijn enige vraag is of het correct is dat er zwemclubs uit Dilbeek komen zwemmen in het zwembad van het Sint-Pieterscollege? Ik vind het raar dat als de noden zo hoog zijn in Brussel, clubs uit Vlaanderen, waar de noden misschien ook groot zijn, naar een Brussels zwembad komen. De beschikbare plaats in dit zwembad wordt dan ingenomen door kinderen uit Vlaanderen (discussie). Klopt deze info?
10
Brusselse kinderen die willen gaan zwemmen in Huizingen betalen veel meer inkomgeld dan kinderen uit Vlaams-Brabant. Er is enige reflectie vanuit Vlaams-Brabant want ze willen geen Brusselaars in hun zwembaden. Collegelid Pascal Smet: Ik weet niet of deze info correct is. We leven al of niet in een metropolitaan gebied. In een metropolitaan gebied zijn er uiteraard grenzen. Maar Brusselaars die vlak bij de Rand wonen, nemen misschien vaker deel aan activiteiten in de Rand omdat dit voor hen dichterbij is. Het omgekeerde geldt voor inwoners uit de Rand die deelnemen aan Brusselse activiteiten. Ik begrijp de opmerking van mevrouw Maes, maar ik zou toch oppassen dat we niet in een “eigen volk eerst” strategie belanden. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Ik wil mijn redenering afmaken want ik werd onderbroken. Het is de vaststelling dat er vanuit Vlaanderen al jaren, eigenlijk door de bevoegde minister Muyters, geen geld wordt geïnvesteerd in sportinfrastructuur Brussel. Dit is op geen enkele manier gebeurd. Voor alle duidelijkheid zeg ik dat ik er geen probleem mee heb dat er mensen vanuit de Rand naar Brussel komen, maar het moet ook wederkerig zijn. Tot op heden is dit niet zo. (discussie) Ik heb op dit moment niet het gevoel dat het wederkerig is. Ik heb niet het gevoel dat er vanuit Vlaanderen andere inspanningen worden gedaan om goed te doen voor Vlaams-Brabant en de Noordrand van Brussel op vlak van sportinfrastructuur, waaronder de zwembaden. Ik denk dat het collegelid deze boodschap ook kan geven aan Vlaamse minister Muyters. Het collegelid kan zeggen dat vastgesteld wordt dat er kinderen vanuit Dilbeek komen zwemmen in Jette. Daarom is het logisch dat vanuit Vlaanderen ook wordt geïnvesteerd in Brusselse sportinfrastructuur omdat daar zowel Brusselaars als Vlaams-Brabanders gebruik van maken. Dit was mijn punt. Bovendien stoort het me enorm dat in Huizingen Brusselaars precies geweerd worden. Collegelid Pascal Smet: Dit heeft destijds te maken met het openluchtzwembad. Mevrouw Annemie Maes (Groen): Dit heeft niets met het openluchtzwembad te maken. Het is gewoon de mentaliteit die er is. Er moet openheid zijn van beide kanten. Het incident is gesloten.
_________