VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2012-2013
NR.1
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 7 januari 2013 INHOUD
Blz. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 58,3) Guy Vanhengel, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting ............................................................................................................................ 2 Brigitte Grouwels, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium ........................................................................................................... 13 Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken .............................................................................................................. 28
REGISTER
2
GUY VANHENGEL, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, VORMING EN BEGROTING
Vraag nr.1 van 6 november 2012 van mevrouw Greet Van Linter Onderwijs: Onderwijsaspecten en het taalbeleid in de Beleidsverklaring 2012-2013 Tijdens de bespreking van de Beleidsverklaring 2012-2013 stelde mevrouw Greet Van Linter een aantal vragen waarop zij geen antwoord kreeg. Ingevolge het nieuwe institutionele akkoord krijgt Brussel via de herfinanciering onrechtstreekse onderwijsbevoegdheid. De VGC en de Cocof krijgen immers 10 miljoen euro vanaf 2012 om te investeren in de noden van het onderwijs. Die middelen worden verdeeld volgens de 80/20-regel, waarbij 20% van het geld naar de VGC gaat. Het bedrag groeit aan tot 40 miljoen in 2015. Wat is de stand van zaken en het bedrag voor 2013? Op welke wijze zullen deze middelen worden gebruikt? Voor 2013 zijn er verbouwingen en aanpassingen gepland aan de Brede School Nieuwland. Welke maatregelen zullen er worden genomen? Hoe gaat de Brede School Nieuwland er concreet uitzien? In de Beleidsverklaring wordt gesteld dat het aantrekken en behouden van gemotiveerde lesgevers een prioritaire opdracht is. Voorts wordt aangekondigd dat de reeds geleverde inspanningen worden aangevuld met nieuwe acties. Wat zijn die acties? Een ander heikel onderwerp in de onderwijssector is het vraagstuk van de leerbedreigde jongeren. Hieraan tracht het beleid door allerhande maatregelen het hoofd te bieden. Er zijn preventieve acties, aangepaste trajecten en er wordt actief gewerkt aan een spijbelbeleid. Wordt dit alles geëvalueerd? Zijn er recente cijfers over deze evolutie en de invloed van de genomen acties? Men start een project in Zaveldal, een intensief en flexibel traject. Wanneer dit positief geëvalueerd wordt, zullen ook andere scholen kunnen instappen. Wanneer wordt het resultaat positief genoemd en wat is het concrete doel? De Beleidsverklaring stelt: "De transversale visietekst 'Taalbeleid' zal worden uitgedragen naar de organisaties op het terrein die een band hebben met de VGC." Kan men hier dan uit afleiden dat organisaties op het terrein momenteel dat taalbeleid niet voeren? Wordt er controle gedaan bij gesubsidieerde instellingen over de correcte naleving van dat taalbeleid? Antwoord De uitvoering van de zesde staatshervorming en de bijbehorende financiering is nog niet afgerond. Het is alvast zeker dat deze middelen ongekleurd – waarbij de invulling ervan niet opgelegd wordt door een andere overheid – aan de VGC en de Cocof zullen worden overgemaakt. Collegevoorzitter Guy Vanhengel hoopt hier zelf de komende maanden meer duidelijkheid over te krijgen. Er worden verbouwingswerken gepland voor het kinderdagverblijf ‘Nieuwkinderland’. Dit kinderdagverblijf is opgestart in tijdelijke lokalen in blok B van de site Nieuwland, maar het
3
is de bedoeling dat het verhuist naar blok D. De bouwvergunning voor deze verbouwingen in blok D werd reeds verkregen. Het dossier zal begin 2013 worden gegund. De gelijkvloerse verdieping van blok B zal definitief worden ingericht voor welzijnsdoeleinden nadat het kinderdagverblijf ‘Nieuwkinderland’ verhuisd is. Volgende organisaties krijgen er hun definitieve stek: Baboes Nieuwland, het Consultatiebureau Nieuwland, de Opvoedingswinkel en de kantoren van de vzw Opvoeden in Brussel. Het voorontwerp van de verbouwingswerken aan blok B is momenteel in opmaak. In 2013 zal ook de Sint-Joris-Basisschool haar gebouwen verder verbouwen en renoveren, in blok F en G, terwijl grondige infrastructuurwerken aan blok B de inrichting voor het Deeltijds Kunstonderwijs van Brussel Stad moet mogelijk maken. Overzicht van de huidige site ter illustratie:
In 2011 startte de VGC (algemene directie Onderwijs en Vorming) in samenwerking met vzw Br(ik een campagne over lesgeven in Brussel. Doel van de campagne is het werven en behouden van leerkrachten. Aan de ene kant wil men huidige leerkrachten en studentleerkrachten overtuigen van de meerwaarde van Brussel en van het Brussels Nederlandstalig onderwijs, alsook leerlingen van het secundair onderwijs warm maken voor de lerarenopleiding. Aan de andere kant is het van belang dat de leerkrachten van het Brussels Nederlandstalig onderwijs gemotiveerd en enthousiast blijven. Drie doelgroepen staan centraal: - Huidige leerkrachten in Brussel en, bij uitbreiding, werkzoekende leerkrachten in Vlaanderen; - Student-leerkachten uit de lerarenopleidingen; - Leerlingen van de derde graad secundair onderwijs. De affichecampagne ‘Word jij de leerkracht van mijn ketje’ en andere promotieacties zijn ondertussen goed ingeburgerd geraakt. In 2013 zet de VGC expliciet in op deze 3 doelgroepen. Met een groep enthousiaste, gemotiveerde leerkrachten wordt een on-line boardroom opgericht om het community-gevoel
4
onder de leerkrachten uit te bouwen. Het is de bedoeling dat leerkrachten onderling en met het Onderwijscentrum Brussel (OCB) expertise delen. Voor de doelgroep “student-leerkrachten” wordt naast de standaard promotiekanalen een digitaal, multimediaal, educatief spel ontworpen dat de studenten verder betrekt bij en vertrouwd maakt met het Brussels Nederlandstalig onderwijs en met de Brusselse omgeving. Er wordt ook een project uitgewerkt voor de doelgroep “leerlingen van de derde graad Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs”. Zij worden warm gemaakt voor het leerkrachtenberoep door hen interactieve opdrachten te laten uitvoeren met behulp van leerlingen uit het basisonderwijs. Voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs bestaan verschillende spijbelpreventieve acties of programma’s die spijbelaars re-integreren in de school. Een aantal acties wordt ook actief ondersteund door de VGC, en dus geëvalueerd. Vanuit de algemene directie Onderwijs en Vorming worden middelen vrijgemaakt voor de spijbelcoaches (intensieve opvolging van jongeren in de scholen), korte en lange time-out (individuele begeleiding van jongeren die even uit het schoolmilieu worden gehaald) en Extra Time. Eind april 2012 startte Time-Out Brussel (Projectencentrum Don Bosco) in samenwerking met de school Zaveldal, het Centrum Leerlingenbegeleiding (CLB) voor gemeentelijk en stedelijk onderwijs en Groep Intro (regio Brussel) een proefproject ‘Extra Time’ op. Extra Time wil een methodiek ontwikkelen om jongeren uit het buitengewoon – en op termijn ook het gewoon - secundair onderwijs een oplossing te bieden ten einde hun schooluitval tot een minimum te beperken. Voor een aantal jongeren is er naast de reguliere time-out-projecten immers nood aan een intensiever en meer flexibel time-out-traject. Het gaat om jongeren die omwille van frequent negatief gedrag op school niet meer kunnen meedraaien in de schoolcontext, en uit de boot dreigen te vallen door definitieve schorsing. De aanmelding bij Extra Time gebeurt steeds door het CLB en op basis van aftoetsing aan doelgroepindicatoren. Het project wil jongeren terug aansluiting doen vinden bij onderwijs. Het traject dat de jongere loopt, is niet residentieel en vangt de jongere zo lang als nodig en zo kort als mogelijk op, steeds met het oog op een herintroductie in een onderwijsaanbod en/of een gepaste tewerkstellingsmogelijkheid. De jongeren volgen binnen Extra Time een individueel traject op maat dat is opgedeeld in een aantal fasen: intensieve individuele begeleiding, opname van de jongere in een kleine gesloten groep, geleidelijke terugkeer naar de school en klas, participatie via stagemomenten om succeservaringen te creëren. Dit pilootproject wordt in een eerste fase opengesteld voor jongeren uit andere scholen voor buitengewoon secundair onderwijs, om in een volgende fase te worden uitgebreid naar jongeren uit alle secundaire scholen in Brussel. De Vlaamse Gemeenschapscommissie en de organisaties die zij subsidieert, voeren een taalbeleid met als opzet:
5
-
een positieve houding tegenover het Nederlands in een meertalige omgeving te stimuleren; het gebruik van het Nederlands in Brussel te versterken; een positieve houding tegenover meertaligheid in het algemeen te ondersteunen; de kwaliteit van het taalgebruik te verbeteren.
Het onderschrijven van deze visie over taalbeleid maakt integraal deel uit van iedere overeenkomst die de VGC sluit met organisaties in het kader van subsidiëring. Organisaties rapporteren aan de VGC in het kader van deze overeenkomst over het door hen gevoerde taalbeleid. De VGC biedt verschillende mogelijkheden tot ondersteuning van het werkveld. Naast de huidige inspanningen, zal de VGC dit jaar extra inzetten op het vulgariseren van en de communicatie over deze visietekst en de voorhanden zijnde ondersteuning. Vraag nr.2 van 16 november 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Inkomende Erasmusstudenten in de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten in het Brussels hoofdstedelijk gewest In navolging van haar schriftelijke vraag nr.39 van 5 juli 2011 vraagt mevrouw Bianca Debaets voor de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 bijkomende informative. Hoeveel buitenlandse studenten volgden een Erasmusprogramma aan de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten van het Brusselse hoofdstedelijk gewest, dit opgesplitst per onderwijsinstelling? Is het mogelijk om eveneens mee te delen uit welke landen deze studenten afkomstig zijn? Welke studierichtingen trekken het hoogst aantal buitenlandse Erasmusstudenten aan? Antwoord Het is de Vlaamse Gemeenschap die bevoegd is voor het Hoger Onderwijs en de uitwisselingsprojecten van studenten in het Nederlandstalig Hoger Ondewijs. De administratie kan volgende gegevens van EPOS vzw – ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’ aanreiken. Men kan bij hen altijd terecht voor alle informatie betreffende de Europese uitwisselingsprogramma’s. Inkomende Erasmusstudenten per land, per instelling, 2010-2011 AANTAL STUDENTEN Bulgaria Denmark Germany Greece Spain
VRIJE UNIVERSITEIT HUB-KUB BRUSSEL
5 2 12 2 38
HOGESCHOOL
HOGESCHOOL HUB EHSAL SINT-LUKAS BRUSSEL
0 0 0 0 1
0 0 6 5 38
VOOR WETENSCHAP EN KUNST
0 0 2 0 4
4 0 3 2 21
ERASMUS HOGESCHOOL BRUSSEL
0 0 0 0 0
6
France Ireland Italy Luxembourg The Netherlands Austria Portugal Finland Sweden United Kingdom Czech Republic Estonia Cyprus Latvia Lithuania Hungary Malta Poland Romania Slovenia Slovak Republic Iceland Liechtenstein Norway Turkey Croatia Tot EU 27 Tot EEA Totaal
2 0 16 0 4 3 3 2 0 0 7 4 0 8 1 6 2 21 1 1 6 0 0 4 1 0 146 4 151
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 1
16 3 13 0 14 2 5 6 3 4 2 1 0 2 7 6 0 6 3 0 0 0 2 4 9 0 142 6 157
2 0 4 0 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 17 0 17
5 4 1 0 5 0 10 3 1 9 9 3 0 0 1 1 0 15 4 0 7 0 2 0 13 0 108 2 123
De studierichtingen die het hoogst aantal buitenlandse studenten aantrekken binnen de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten van het Brussels hoofdstedelijk gewest, zijn: Architectuur, Stedebouw en Ruimtelijke Ordening (95); Bedrijfskunde/Beheerswetenschappen (121); Sociale wetenschappen (52); Kunst en Vormgeving (48). Vraag nr.3 van 16 november 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aantal uitgaande Nederlandstalige Brusselse Erasmusstudenten Erasmus kent beurzen toe aan studenten die tussen 3 en 12 maanden gaan studeren aan een hogeronderwijsinstelling in een ander Europees land. In navolging van haar schriftelijke vraag nr. 39 van 5 juli 2012 vraagt mevrouw Bianca Debaets bijkomende informatie.
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
7
Wat is het aantal studenten verbonden aan een Brusselse hogeschool of universiteit dat tijdens de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 een Erasmusprogramma volgde in het buitenland? Graag deze cijfers opgesplitst per thuisinstelling in Brussel. Bereiken de NL Brusselse onderwijsinstellingen daarmee het streefdoel van 20 procent (EU-streefdoel 2020) van het aantal studenten dat een Erasmus programma volgt? Meer dan 6 op 10 Vlaamse Erasmusstudenten verkiezen Spanje, Frankrijk, Duitsland, Italië of Nederland als trekpleister. Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel voor de laatste 2 academiejaren de bestemmingen geven waarvoor in het kader van de Erasmusprogramma’s door de Brusselse studenten wordt gekozen? Antwoord Het is de Vlaamse Gemeenschap die bevoegd is voor het Hoger Onderwijs en de uitwisselingsprojecten van studenten in het Nederlandstalig Hoger Ondewijs. De administratie kan volgende gegevens van EPOS vzw – ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’ en van het Erasmusprogramma van de EU aanreiken. Men kan bij hen altijd terecht voor alle informatie betreffende de Europese uitwisselingsprogramma’s, alsook bij de Europese Commissie/ Education & Training/ Erasmus –portaalsite. http://ec.europa.eu/education/erasmus/statistics_en.htm
Studenten per gastland en thuisinstelling 2010-2011 Land
Austria Cyprus Czech Republic Germany Denmark Estonia Spain Finland France Greece Hungary Ireland Iceland Italy Liechtenstein Lithuania Latvia Malta
VRIJE HUBUNIVERSITEIT KUB BRUSSEL
HOGESCHOOL
HOGESCHOOL SINT-LUKAS BRUSSEL
HUBEHSAL
ERASMUS
VOOR WETENSCHAP EN KUNST
4
TOTAAL
HOGESCHOOL BRUSSEL
2
3
1 2 9 1
8 5 1 26 1 13 1
11
35 3 28 4 3 4 17 2 3
2
1 1 1
5 5 2 11 3 13
2 1 1
7
1 5 3 30 4 7 1 3 1 1 2
2 2
2
4
9 1 3 29 14 3 103 12 62 6 6 7 2 38 2 3 2 8
8
Netherlands Norway Poland Portugal Sweden Slovenia Slovakia Turkey United KingdomTotaal
3
1 2 3 1 1 8 87
1 2
5
1
4
14
27
2 1 4 6
1
2
1
1
4 5 1
2 2
5 13 86
4 17 105
6 1 12 15 4 1 12 51 439
2 9 146
3 13
Studenten per gastland en thuisinstelling 2011-2012
Land
Austria Switzerland Czech Republic Germany Denmark Estonia Spain Finland France Greece Croatia Hungary Ireland Italy Liechtenstein Lithuania Latvia Malta Netherlands Norway Poland Portugal Sweden Slovenia Turkey United Kingdom Totaal
Vrije Universiteit HUBBrussel KUB
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst
Hogeschool HUBSint-Lukas EHSAL Brussel
8 6 2 13 9 3 24 3 19
6 1 2 10 2 26 5 35 2
3
1 2
Erasmus hogeschool Brussel 1 3 2 7 2 4 11 3 14
1 2 8 5 28 6 3
1 6 2 6
9
1 6 1 1
4 1 3 10 1 3 4 3 1 4 4 130
4 3 5 3 10 1 1 2 2
9 142
3 3
7
10 3 2 2 14 94
2 3
3 4 5 2 1 8 81
Totaal
15 11 8 41 18 7 89 15 73 2 1 6 5 24 1 5 1 10 20 9 6 29 9 4 7 37 453
9
Over specifieke cijfers over het aantal afgestudeerden die een Erasmus of ander uitwisselprogramma hebben gevolgd, moet de VGC doorverwijzen naar de Vlaamse Gemeenschap. Vraag nr.4 van 16 november 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Docentenmobiliteit in de Nederlandstalige Brusselse hoger onderwijsinstellingen Erasmus biedt docentenmobiliteit aan in het kader van lesopdrachten. Daarnaast zijn er nog 3 andere vormen van stafmobiliteit: (1) docenten kunnen zich bijscholen in een buitenlands bedrijf of organisatie; (2) administratief personeel kan zich bijscholen bij een partneruniversiteit of hogeschool; (3) een Vlaamse universiteit of hogeschool kan een personeelslid uit een buitenlands bedrijf uitnodigen om studenten te laten kennis maken met de praktijk. In navolging van haar schriftelijke vraag nr.40 van 5 juli 2011 vraagt mevrouw Bianca Debaets bijkomende informatie. Hoeveel docenten verbonden aan een Brusselse hogeschool of universiteit maakten tijdens de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 deel uit van een docentenmobiliteitsprogramma? Graag deze cijfers opgesplitst per thuisinstelling in Brussel. Kan collegevoorzitter Guy Vanhengel de bestemmingen geven die in het kader van de docentenmobiliteit werden gekozen, dit voor de 2 laatste academiejaren? Antwoord Het is de Vlaamse Gemeenschap die bevoegd is voor de uitwisselingsprojecten van leerkrachten van het Nederlandstalig onderwijs. De administratie kan volgende gegevens van EPOS vzw – ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’ aanreiken. Men kan bij hen altijd terecht voor alle informatie betreffende de Europese uitwisselingsprogramma’s. Docenten per thuisinstelling 2010-2011 17 3
2011-2012 12 0
24
35
4
2
Hogeschool voor Wetenschap en Kunst
28
29
Erasmushogeschool Brussel
29
27
105
105
Vrije Universiteit Brussel HUB-KUB HUB-EHSAL Hogeschool Sint-Lukas Brussel
Totalen
10
Docenten per gastland Austria Bulgaria Switzerland Czech Republic Germany Denmark Estonia Spain Finland France Greece Hungary Ireland Italy Lithuania Latvia Malta Netherlands Norway Poland Portugal Romania Sweden Slovenia Turkey United Kingdom Totalen
2010-2011
2011-2012
2
4 1 1 1 5 5 1 19 5 5 1 3
2 6 3 5 18 6 5 4 1 8 2 1 9 10 5 1 5 1 5 6 105
13 2 1 1 7 1 7 2 1 3 3 3 10 105
Vraag nr.5 van 16 november 2012 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Aantal studenten Erasmus België Erasmus Belgica, een initiatief gesteund door het Prins Filipfonds, steunt op dezelfde principes als Erasmus, maar mikt op een interne samenwerking tussen de verschillende gemeenschappen in België. Door een hogere studentenmobiliteit tussen de Franstalige, Vlaamse en Duitstalige Gemeenschappen kan de diversiteit in taal en cultuur die ons land kenmerkt, actief worden geïntegreerd in de opleiding. In 2008-2009 maakten 108 studenten uit Vlaamse universiteiten en hogescholen er gebruik van. In navolging van haar schriftelijke vraag nr.41 van 7 juli 2011 vraagt mevrouw Bianca Debaets bijkomende informatie. Wat is het aantal studenten verbonden aan een Brusselse NL hogeschool of universiteit dat in de academiejaren 2010-2011 en 2011-2012 gebruik maakte van Erasmus Belgica? Graag deze cijfers opgesplitst per Brusselse thuisinstelling.
11
Met welke Franstalige en Duitstalige hoger onderwijsinstellingen werden er uitwisselingen opgestart? Is het mogelijk mee te delen voor welke hoger onderwijsinstellingen door de NL Brusselse studenten in het kader van Erasmus Belgica in de bovenvermelde academiejaren werd geopteerd? Antwoord Het is de Vlaamse Gemeenschap die bevoegd is voor het Hoger Onderwijs en de uitwisselingsprojecten van studenten in het Nederlandstalig Hoger Onderwijs. De administratie kan volgende gegevens van EPOS vzw – ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’ aanreiken. Men kan bij hen altijd terecht voor alle informatie betreffende de Europese en Belgische uitwisselingsprogramma’s. Erasmus Belgica aantal studenten per thuisinstelling Thuisinstelling Vrije Universiteit Brussel HUB-EHSAL Hogeschool voor Wetenschap en Kunst Erasmushogeschool Brussel Totalen
2010-2011 9 3 4 3 19
Erasmus Belgica studenten per gastinstelling Gastinstelling
2011-2012 9 2 4 3 18
2010-2011 2011-2012
ECOLE ROYALE MILITAIRE UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES CONSERVATOIRE ROYAL DE BRUXELLES ECOLE COMMUNALE D'ENSEIGNEMENT SUPERIEUR DES ARTS DE L'IMAGE "LE 75" INSTITUT SUPERIEUR D’ARCHITECTURE DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE – LA CAMBRE HAUTE ECOLE COMMUNAUTE FRANCAISE BRUXELLES HAUTE ECOLE EPHEC HAUTE ECOLE GALILEE HAUTE ECOLE 'GROUPE ICHEC-ISC SAINT LOUIS-ISFSC' UNIVERSITE DE LIEGE UNIVERSITE CATHOLIQUE DE LOUVAIN UNIVERSITÉ DE MONS FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX, NAMUR Totalen
7
1 8 2
2
2
2 1 1 2 1 2
1
1
1 1 1 1
19
18
Elke instelling voor Hoger Onderwijs die een EUC (Erasmus University Charter) ondertekende, is een potentiële kandidaat als gastinstelling. Hieronder vindt u een overzicht van deze instellingen van de andere gemeenschappen. - AUTONOME HOCHSCHULE IN DER DEUTSCHSPRACHIGEN GEMEINSCHAFT - HAUTE ECOLE CATHOLIQUE DU LUXEMBOURG BLAISE PASCAL
12
- HAUTE ECOLE ROBERT SCHUMAN - ECOLE ROYALE MILITAIRE - FACULTES UNIVERSITAIRES SAINT-LOUIS - UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES - ACADEMIE ROYALE DES BEAUX-ARTS DE BRUXELLES, ECOLE SUPERIEURE DES ARTS - CONSERVATOIRE ROYAL DE BRUXELLES - ECOLE NATIONALE SUPÉRIEURE DES ARTS VISUELS DE LA CAMBRE - ECOLE COMMUNALE D'ENSEIGNEMENT SUPERIEUR DES ARTS DE L'IMAGE "LE 75" - INSTITUT SUPERIEUR D'ARCHITECTURE SAINT-LUC DE BRUXELLES - INSTITUT SUPERIEUR D’ARCHITECTURE DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE LA CAMBRE - INSTITUT SUPERIEUR D'ARCHITECTURE INTERCOMMUNAL - HAUTE ECOLE COMMUNAUTE FRANCAISE BRUXELLES - HAUTE ECOLE EPHEC - HAUTE ECOLE FRANCISCO FERRER - HAUTE ECOLE GALILEE - HAUTE ECOLE LIBRE DE BRUXELLES ILYA PRIGOGINE ASBL - HAUTE ECOLE 'GROUPE ICHEC-ISC SAINT LOUIS-ISFSC' - HAUTE ECOLE LEONARD DE VINCI - HAUTE ECOLE LUCIA DE BROUCKERE - HAUTE ECOLE PAUL-HENRI SPAAK - ECOLE SUPERIEURE DES ARTS SAINT-LUC BRUXELLES - ERG-ESA (ECOLE DE RECHERCHE GRAPHIQUE – ECOLE SUPERIEURE DES ARTS) - UNIVERSITE DE LIEGE - ACADEMIE ROYALE DES BEAUX-ARTS DE LIEGE (ECOLE SUPERIEURE DES ARTS DE LAVILLE DE LIEGE) - CONSERVATOIRE ROYAL DE LIEGE - ECOLE SUPERIEURE DES ARTS SAINT-LUC DE LIEGE - INSTITUT SUPERIEUR D'ARCHITECTURE SAINT-LUC DE WALLONIE - HAUTE ECOLE LIBRE MOSANE (HELMO) - HAUTE ECOLE DE LA PROVINCE DE LIEGE - HAUTE ECOLE DE LA VILLE DE LIEGE - HAUTE ECOLE CHARLEMAGNE - UNIVERSITE CATHOLIQUE DE LOUVAIN - INSTITUT DES ARTS DE DIFFUSION (IAD) - FACULTES UNIVERSITAIRES CATHOLIQUES DE MONS - CONSERVATOIRE ROYAL DE MONS - ECOLE SUPERIEURE DES ARTS PLASTIQUES ET VISUELS DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE - HAUTE ECOLE DE LA COMMUNAUTE FRANCAISE EN HAINAUT - UNIVERSITÉ DE MONS - FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX - HAUTE ECOLE DE NAMUR (HENAM) - HAUTE ECOLE ALBERT JACQUARD - ACADEMIE DES BEAUX-ARTS DE LA VILLE DE TOURNAI
13
BRIGITTE GROUWELS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN, MEDIA EN PATRIMONIUM
Vraag nr.1 van 19 oktober 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Welzijn: Nood aan dagcentra voor ongeneeslijk en terminaal zieke mensen in Brussel Begin 2010 opende in Sint-Pieters-Woluwe het eerste Brusselse dagcentrum voor ongeneeslijk en terminaal zieke mensen. Dagcentrum Oase wil deze mensen ‘verwendagen’ aanbieden in een sfeer van rust, ontspanning en geborgenheid. Het biedt hen de kans om eens een dag in het gezelschap van anderen door te brengen in een andere omgeving dan de thuisomgeving waarin zij zich elke dag bevinden. Tegelijkertijd kunnen ook hun mantelzorgers een dagje op adem komen. Een team van vrijwilligers (‘gewone’ en ‘professionele’ zoals verpleegkundigen, kinesisten en psychologen) zorgt ervoor dat alles in goede banen loopt. Het dagcentrum is een kleinschalig en huiselijk initiatief van een verpleegkundige op pensioen, mevrouw Bernadette Marescaux. Ondertussen is het dagcentrum in zijn derde werkingsjaar steeds volzet, hetgeen duidelijk aantoont dat de nood aan zulke centra in Brussel groot is. Ook dagcentrum Topaz in Wemmel, dat zich eveneens richt tot mensen met een ernstige levensbedreigende aandoening, draait trouwens op volle toeren. Oase is tot stand kunnen komen dankzij de steun van het OCMW die het huis ter beschikking stelde, de gemeente Sint-Pieters-Woluwe die de inrichtingskosten op zich nam, een sympathiserende vzw, de Koning Boudewijnstichting en giften van privé-personen. Dergelijke initiatieven die een uitstekende werking hebben uitgebouwd en waar duidelijk nood aan is, verdienen de nodige ondersteuning. Welke zorgorganisaties die zich bezighouden met de (dag)opvang van ongeneeslijk en terminaal zieke mensen worden momenteel ondersteund door de VGC? Zal de VGC in de nabije toekomst andere gelijkaardige zorgorganisaties ondersteunen? Heeft de VGC plannen om middelen uit te trekken voor een structurele ondersteuning van dagcentrum Oase? Antwoord Mevrouw Carla Dejonghe haalt een thema aan dat collegelid Brigitte Grouwels heel belangrijk vindt. Ongeneeslijke of terminaal zieke mensen hebben recht op zorg en dagactiviteiten in een sfeer van geborgenheid, ontspanning en rust. Reeds jaren subsidieert de VGC, vanuit het beleidsdomein Gezondheid, de Vrije Universiteit Brussel voor een aanvulling op de algemene werking van het dagcentrum Topaz in Wemmel. Dit dagcentrum, opgestart in 1997, werkt met professionelen en vrijwilligers en biedt polyvalente zorg op maat aan vanuit een supportief en palliatief zorgmodel. Momenteel wordt de mogelijkheid van een satellietenwerking in Brussel centrum onderzocht.
14
De basisfinanciering van Topaz gebeurt met RIZIV-middelen van de Vlaamse Gemeenschap. Net omwille van deze Vlaamse erkenning, ontvangt het centrum een beperkte, nietstructurele, aanvullende subsidie vanuit de VGC. Om in aanmerking te komen voor een financiële ondersteuning door de VGC voor dit type van dagopvang, is de beschikbaarheid van middelen een voorwaarde en een Vlaamse erkenning een pluspunt. Vraag nr.2 van 19 oktober 2012 van mevrouw Greet Van Linter Gezondheid: Brussels Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Midden september 2012 maakte Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen, bekend dat hij op jaarbasis 680.000 euro wilde besteden aan de uitbreiding van de ouderenteams in de Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG). De minister wil op die wijze de zorgverlening van de ouderenteams versterken en meer ouderen met geestelijke problemen bereiken. In Vlaanderen bieden 20 Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg (CGG), waarvan 1 centrum in Brussel, professionele begeleiding en behandeling aan kinderen, volwassenen en ouderen met psychosociale, psychische of psychiatrische problemen. Jaarlijks worden er zo'n 50.000 mensen behandeld. In 2010 waren er slechts 9% 60-plussers, terwijl 23,3% van de Vlamingen ouder zijn dan 60 jaar. Tegen 2020 is ongeveer 1/3 van de Vlaamse bevolking ouder dan 60 jaar. Deze ontwikkeling zal gepaard gaan met toenemende en gewijzigde zorgvragen. Het beschikbare behandelaanbod voor deze ouderen wil minister Jo Vandeurzen nu uitbreiden via een subsidie van 680.000 euro, bestemd voor de loon- en werkingskosten van extra personeel. Hoeveel personen werden er in 2010 en 2011 behandeld in het Brusselse Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg? Welke soort hulp werd er geboden? Hoeveel van de behandelde personen waren 60-plussers? Welke soort hulp werd verleend? Hoeveel personen zijn werkzaam in welke functies in het voornoemde centrum? Hoeveel bedroegen de personeelskosten en de werkingskosten van het centrum in 2011? Graag een gedetailleerd overzicht ter zake. Uit hoeveel personen bestaat momenteel het ouderenteam van het Brusselse centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg? Welke concrete gevolgen heeft de subsidie van 680.000 euro voor het ouderenteam van het Brusselse centrum? Antwoord Activiteiten In 2011 werden 1.846 personen behandeld, waarvan 740 nieuwe dossiers. In 2010 werden 1.879 personen behandeld, waarvan 770 nieuwe dossiers. Deze registratiecijfers gaan over de eerste kernopdracht van het CGG nl. de directe hulpverlening.
15
Het CGG Brussel biedt volgende hulp: Individuele -, relatie- of gezinstherapie; Medisch - psychiatrische behandeling (diagnosestelling, medicatieverstrekking, ...); Groepstherapie; Sociale begeleiding; Psychiatrische thuiszorg; Informatieverstrekking of adviesverlening. Naast de directe hulpverlening, heeft het Brussels CGG tal van projecten (Lila, BrOes, Steunpunt Cultuursensitieve Zorg, Buddywerking, Yot, Eerstelijn psychologische hulp enz..). CGG Brussel heeft ook preventieve activiteiten (suïcide- en verslavingspreventie). De preventiewerkers bieden vorming, ondersteuning en coaching aan intermediairen. Tenslotte werkt het CGG Brussel in Brussel samen met andere diensten in de welzijnswereld en gezondheidszorg om tot een goede getrapte zorg te komen. Dit kadert in de hervormingen binnen de geestelijke gezondheidszorg (art. 107), waar het CGG actief is in functie 1,2 en 3 in het project Hermes Plus. Specifiek naar senioren, gebeurden er 138 behandelingen in 2011. In 2010 was 15% ouder dan 60 jaar. Volgende hulp wordt geboden: psychotherapie, medisch-psychiatrische begeleiding, psychosociale begeleiding, relatie- en gezinstherapie, psychologische permanentie, huisbezoek, groepswerkingen en gespreksgroepen (‘Tien tips voor een goede oude dag’, ‘Op zoek naar zin’, ‘Verder na verlies’, ‘Een slaap om van te dromen’, Coming Home...), psychoeducatie, vorming op maat, zorgtraject, zorg op maat, intervisie en supervisie, coaching,ondersteuning mantelzorger en familie, sensibilisering i.v.m. vroegdetectie en vroegsignalering. Personeel Op dit ogenblik werken 110 personen in het CGG Brussel of 72,29 VTE. Deze personen zijn werkzaam in volgende functies: Cliëntwerking: Psychiatrische functie: 5,81 VTE Psychologische functie: 18,11 VTE Maatschappelijk Werk functie: 13,66 VTE Administratieve Kracht (Onthaal):7,97 VTE Preventie: 3,18 VTE Projecten: 8,01 VTE Overhead (directie, leidinggevenden, boekhouding, personeelsadministratie, ICT, registratie, logistiek): 15,55 VTE Kosten In 2011 bedroegen de werkingskosten 463.206 euro, de personeelskosten 4.997.042,15 euro. In bijlage 1 staat een gedetailleerd overzicht van de desbetreffende kosten. Ouderenteam Ouderen kunnen terecht in elk van de 6 volwassenenteams waar multidisciplinaire zorg verschaft wordt. Er bestaat binnen het CGG Brussel een interne regeling: Brussel is verdeeld
16
in 6 zorgregio’s en elk team is verantwoordelijk voor één zorgregio (aantal gemeenten) zodat personen met ernstige psychische en/of psychiatrische problematiek zo dicht mogelijk bij hun woon- en/of verblijfplaats terecht kunnen. Er is minstens ¾ VTE per team die de ouderen behandeld. Daarnaast wordt een Steunpunt Ouderenzorg (1,5 VTE) verder ontwikkeld dat als opdracht heeft de hulpverlening zo kwalitatief en ouderenvriendelijk mogelijk te maken. Het Steunpunt Ouderenzorg richt zich op 3 pijlers: Ondersteuning van hulpverleners, Netwerking en Expertise –ontwikkeling. Binnen dit Steunpunt situeren zich ook de projecten BrOes (1,5 VTE), Narratieve Zorg (2 VTE) en de activiteiten van preventie en dienstverlening die gericht zijn op intermediairen. Van de subsidie van 680.000 euro van de Vlaamse Gemeenschap, zal 34.000 euro naar het CGG Brussel gaan. Hiermee wordt een halftijdse medewerker voor de ouderenwerking aangeworven. Vraag nr.3 van 26 oktober 2012 van mevrouw Greet Van Linter Welzijn: Transitieplan voor Franstalige kinderdagverblijven uitgewerkt tussen Kind&Gezin en ONE In 2010 waren er 6.511 Vlaamse kinderopvangplaatsen in Brussel. 3.175 van die 6.511 opvangplaatsen waren gesubsidieerd én erkend door Kind&Gezin, en 3.336 werkten onder toezicht van Kind&Gezin en waren zelfstandig. 2.420 van die 3.336 zelfstandige opvangplaatsen waren louter Franstalig en slechts 916 waren Nederlandstalig. Ook bij de 3.175 erkende en gesubsidieerde opvangplaatsen was 38% niet-Nederlandstalig: 1.206 opvangplaatsen waren Franstalig of anderstalig. Als we deze 1.206 Franstalige erkende opvangplaatsen tellen bij de 2.420 Franstalige zelfstandige opvangplaatsen dan komen we op een totaal van 3.626 Franstalige opvangplaatsen: in 2010 waren dus in Brussel 3.626 of 55,70% van de 6.511 Vlaamse opvangplaatsen de facto Franstalig (of anderstalig). Tijdens de bespreking van de Beleidsverklaring 2012-2013 verklaarde collegelid Brigitte Grouwels het volgende over de Franstalige kinderdagverblijven: “Aan mevrouw Greet Van Linter wil ik zeggen dat wij ook niet gelukkig waren met de Franstalige kinderdagverblijven die erkend zijn door Kind&Gezin. In het nieuwe decreet van de Vlaamse Gemeenschap wordt daarop een sluitend antwoord gegeven. De Franstalige werkingen met een attest van Kind&Gezin zullen in de toekomst niet meer door Kind&Gezin erkend worden en er wordt een transitieplan uitgewerkt tussen Kind&Gezin en ONE. Het is zeker niet de bedoeling van Kind&Gezin en de Vlaamse overheid om hier bruusk mee om te gaan, want die Franstalige initiatieven zijn ook nodig. Er wordt hierover samen met ONE zeer grondig overlegd.” Hoeveel Vlaamse zelfstandige kinderopvangplaatsen waren er in 2012 in Brussel? Hoeveel waren er Nederlandstalig en Franstalig?
17
Hoeveel Vlaamse erkende en gesubsidieerde kinderopvangplaatsen waren er in 2012 in Brussel? Hoeveel waren er Nederlandstalig en Franstalig? Hoeveel Franstalige opvanginitiatieven hebben te kennen gegeven over te schakelen naar een Nederlandstalige werking? Waar zijn deze juist gelegen? Om hoeveel plaatsen gaat het concreet? Zullen deze overgeschakelde plaatsen voldoen om de behoefte te dekken? Worden op deze wijze alle Brusselse gemeenten gedekt? Wat houdt het voornoemde transitieplan concreet in? Wat is het vooropgestelde tijdschema om Franstalige organisaties vlot te laten overschakelen naar een Nederlandstalige werking? Antwoord De erkende en gesubsidieerde kinderopvang en de kinderdagopvang van het Gemeenschapsonderwijs zijn Nederlandstalig. Het betreft 92 vestigingsplaatsen met een totale capaciteit van 3.368 kindplaatsen. Voor de overige zelfstandige voorzieningen met attest van toezicht van Kind&Gezin is de situatie anders. Het betreft 37 onthaalouders met een totale capaciteit van 226 kindplaatsen en 146 zelfstandige kinderdagverblijven met een totale capaciteit van 3.948 kindplaatsen. In die cijfers zijn de 6 Europese kinderdagverblijven met een totale capaciteit van 1.145 kindplaatsen inbegrepen. De Europese kinderdagverblijven zijn niet Nederlandstalig. Van de overige zelfstandige kinderopvang is naar schatting 916 plaatsen o.a. Nederlandstalig, waaronder de 5 zelfstandige kinderdagverblijven die door Kind&Gezin worden gesubsidieerd voor inkomensgerelateerde ouderbijdragen (152 kindplaatsen).* Er is wel omzichtigheid geboden met deze cijfers van de zelfstandige kinderopvang, gelet op het grote verloop en de sterke schommelingen. Kind&Gezin maakt, samen met ONE, werk van een transitieplan voor Brussel, met als uitgangspunt een maximaal behoud van kwalitatieve kinderopvangplaatsen. Kind&Gezin en ONE zullen een gemeenschappelijke begeleidingscel opzetten om voorzieningen te ondersteunen in de transitie. Kind&Gezin beschikt op dit moment niet over cijfers met betrekking tot overstappers. Eens de uitvoeringsbesluiten van het nieuwe decreet zijn goedgekeurd, zullen de overstappers systematisch worden geregistreerd. De uitvoeringsbesluiten zullen ook duidelijkheid brengen over overgangsmaatregelen en –termijnen.
Zie: Cartografie van de Brusselse Nederlandstalige kinderopvang 2: evoluties 2005-2010, UGent, 2011, pag. 39 http://www.vgc.be/NR/rdonlyres/6515D440-161E-4A18-B54F4D9665D009E8/0/2011_cartografie_Brusselse_Nederlandstalige_kinderopvang2.pdf
18
Vraag nr.4 van 31 oktober 2012 van mevrouw Bianca Debaets Gezondheid: Zorgzoeker Zorgzoeker is een gezamenlijk initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC), en wil de Nederlandskundige zorgverleners uit Brussel en de Vlaamse Rand bundelen in een toegankelijke databank. Zo kunnen Nederlandstalige patiënten in Brussel in hun eigen taal terecht bij zorgverleners. Daarnaast bevat Zorgzoeker een aantal informatiepagina’s. Zowel binnen welzijn als gezondheid worden vaak specifieke termen gebruikt die niet voor iedereen duidelijk zijn. Via deze informatiepagina’s wil Zorgzoeker daaraan tegemoet komen. Hoeveel bezoekers telde Zorgzoeker de voorbije 3 jaar? Kan het collegelid dit cijfer opsplitsen voor het Brussels hoofdstedelijk gewest en voor de Rand? Op welke wijze wordt de toegang naar Zorgzoeker gepromoot? Hoeveel ziekenhuizen van het Brussels hoofdstedelijk gewest en de Rand hebben momenteel ingetekend op Zorgzoeker? Hoe worden de ziekenhuizen aangemoedigd de gegevens over hun Nederlandskundige zorgverleners door te geven aan Zorgzoeker? Welke drempels/redenen geven de ziekenhuizen aan om hun data niet aan Zorgzoeker door te geven? Wordt er onderscheid gemaakt tussen geconventioneerde en ongeconventioneerde zorgverleners? Zo nee, waarom niet? Hoe worden zorgzoekers hierover geïnformeerd? Kunnen zorgzoekers informatie terugvinden over de tarieven die zorgverleners hanteren? Zo ja, wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen geconventioneerde zorg en ongeconventioneerde zorg? Zo nee, waarom niet? Is er op de website van Zorgzoeker ruimte gereserveerd voor preventieve maatregelen? Met andere woorden wordt er op Zorgzoeker aandacht besteed aan het meegeven van informatie, tips, aanbevelingen voor de zorgzoekende? Zo nee, waarom niet? Antwoord De voorbije 3 jaar telde Zorgzoeker in totaal 251.062 unieke bezoekers (oktober 2009 – oktober 2012). Een gedetailleerd overzicht per maand sinds het ontstaan van Zorgzoeker vindt men in onderstaande tabel:
2008
2009
2010
2011
2012
januari
5.601
5.406
5.542
6.731
9.078
februari
4.610
4.581
5.345
6.552
9.048
maart
4.819
4.950
6.251
6.587
8.420
april
4.455
4.159
6.916
6.031
7.344
mei
3.882
3.977
6.867
7.087
7.794
19
juni
4.092
4.830
5.859
6.897
7.328
juli
3.252
5.520
4.792
5.877
7.295
augustus
3.255
6.301
6.021
7.277
7.710
september
3.661
6.920
5.432
8.927
8.273
oktober
3.840
4.275
5.666
7.613
9.816
november
4.113
5.793
6.045
7.391
/
december
4.410
3.953
5.676
7.553
/
49.990 60.665 70.412
84.523
82.106
totaal
De huidige statistieken laten het niet toe om een onderscheid te maken tussen de bezoekers uit het Brussels hoofdstedelijk gewest en de Rand. In de toekomst zal een uitgebreide regionale en sectorale analyse mogelijk zijn. De toegang naar zorgzoeker wordt op verschillende manieren gepromoot: Zorgzoeker bemant steeds een stand op evenementen waarbij zorgverleners en zorgvragers uit Brussel en de Rand aanwezig zijn. vb: Jobhoppen, Nieuwjaarsreceptie Huis voor Gezondheid, Gezondheidsmeeting, Congres Arts worden in Brussel, Verwijzer-avonden, Netwerkstages, Brussellessen, bijscholingen,… vb: Artsencongres in Halle, Informatiesalon ‘Mijn geheugen laat me in de steek’, Kinesitherapeutenbeurs ‘Diabetes en Bewegen’,… Via een google adwords campagne worden meer bezoekers naar de website geleid. Het Huis voor Gezondheid tracht via linken en informatie op haar eigen websites www.huisvoorgezondheid.be, www.zorgtrajectbrussel.be en www.h-team.be meer bezoekers naar Zorgzoeker te leiden. Ook andere websites zoals die van de Brusselse artsenkringen (BHAK.be, MGBru.be), BWR, Kenniscentrum woonzorg Brussel, … verwijzen naar Zorgzoeker. De ziekenhuizen worden aangemoedigd om de gegevens over hun Nederlandstalige zorgverleners door te geven aan Zorgzoeker. Vijf Brusselse ziekenhuizen tekenden in op Zorgzoeker: Europa Ziekenhuizen (site St-Michel en St-Elisabeth), Kliniek Sint Jan (site Kruidtuin en Middaglijn), Universitair Ziekenhuis Brussel, Iris Ziekenhuizen (site Bracops) en St-Anna/St-Remi Kliniek. De gegevens die worden ontsloten zijn de verschillende diensten van het ziekenhuis en hun Nederlandskundige specialisten. Dankzij overleg tussen huisartsen en specialisten georganiseerd door het Huis voor Gezondheid worden de gegevens per specialisme aangevuld. Dit zorgde intussen ook voor
20
gegevens van artsen uit UVC Brugmann, CHIREC, UMC Sint-Pieter en UCL Saint Luc. Deze ziekenhuizen geven echter niet op structurele basis de gegevens aan Zorgzoeker door. De algemene en medische directie en de voorzitter van de medische raad van alle Brusselse ziekenhuizen kregen één maal een schriftelijke en één maal een telefonische uitnodiging tot samenwerking. Zorgzoeker zorgt voor toeleiding van patiënten naar de eerstelijnszorgverleners. Volgens deze missie van Zorgzoeker en de afspraken met de betreffende ziekenhuizen is de zichtbaarheid van de specialisten in de ziekenhuizen slechts relevant voor eerstelijnszorgverleners. De huidige Zorgzoekerstructuur maakte het echter niet mogelijk om de specialisten zichtbaar te maken voor deze geregistreerde zorgverleners. In het kader hiervan werd een nieuwe knop aangemaakt waarbij specialisten zelf te kennen kunnen geven bij welk ziekenhuis en op welke afdeling zij werkzaam zijn. Slechts de specialisten die zich via deze weg kenbaar maken, geven de toestemming om zichtbaar te zijn voor het grote publiek. Wat betreft geconventioneerde zorgverleners, deed het Huis voor Gezondheid in 2011 een update-actie en vroeg de Brusselse huisartsen naar hun conventiestatus. Deze informatie werd toegevoegd op de website (voor de artsen die antwoordden) en is zichtbaar voor alle zorgzoekers. Momenteel wordt geen informatie over de tarieven van de zorgverleners weergegeven. Deze gegevens zijn onderhevig aan zeer veel wijzigingen en zijn afhankelijk van plaats en tijdstip van de activiteit. Ten slotte is op Zorgzoeker informatie beschikbaar over ruimere thema’s uit de gezondheidsen welzijnssector om de bezoekers, zowel zorgvragers als zorgverleners, te informeren. Deze themapagina’s worden opgebouwd in nauwe samenwerking met partners uit het werkveld en worden ook actief verstuurd naar de geregistreerde zorgverleners en zorgzoekers dankzij de maandelijkse Zorgzoekernieuwsbrieven. Het Huis voor Gezondheid zorgt via www.zorgtrajectbrussel.be voor een preventieve aanpak rond diabetes en chronische nierinsufficiëntie en werkte mee aan communicatiecampagnes rond preventie door deze via nieuwsbrieven en activiteiten bekend te maken op www.zorgzoeker.be. Onderstaande thema’s verschenen op Zorgzoeker: Alcohol en drugs
Kraamzorg
Suïcidepreventie
Armoede
Levenseinde
Taal en zorg
Dementie
Medische Hulp
Thuiszorg
Diabetes
Ouderenmisbehandeling Valpreventie
Dieetkunde
Palliatieve zorg
Vrijwilligerswerk
21
Gezondheid
Partnergeweld
Woningaanpassing
Griep
Patiëntenrechten
Woonzorg
HIV/aids
Schooluitval
Zwangerschap
Integrale Jeugdhulp
Stoppen met roken
Vraag nr.5 van 6 november 2012 van mevrouw Greet Van Linter Welzijn: Welzijnsaspecten in de Beleidsverklaring 2012-2013 Tijdens de bespreking van de Beleidsverklaring 2012-2013 stelde mevrouw Greet Van Linter een aantal vragen waarop ze geen antwoord krteeg. Welke belangrijke infrastructurele maatregelen zijn gepland voor het kinderdagverblijf Nieuw Kinderland? Een van de doelstellingen van de VGC en de Vlaamse Regering is dat ouderen zolang mogelijk in hun vertrouwde omgeving en thuis moeten kunnen blijven. Omdat mensen steeds ouder en meer hulpbehoevend worden, is thuisblijven voor veel hoogbejaarden dan ook geen optie meer. Op dat moment moet er de keuze en de mogelijkheid zijn tot residentiële zorg. Er moeten voldoende rusthuizen en serviceflats zijn. Dat aanbod is in Brussel te klein en onvoldoende uitgebouwd voor Nederlandstaligen, zodat de senioren vertrekken naar woongelegenheden in de rand rond Brussel. Hoe zal het bevoegde collegelid in 2012-2013 hierop een antwoord bieden. Antwoord Kinderdagverblijf Nieuwkinderland is dit jaar met een gesubsidieerde capaciteit van 45 plaatsen opgestart in tijdelijke lokalen in Blok B op de site Nieuwland. In 2013 zal de definitieve huisvesting worden gerealiseerd in Blok D, met een maximale capaciteit van naar schatting 60 plaatsen. De nieuwe lokalen zullen toegankelijk zijn door middel van een hellend vlak en een buitenlift. Het bouwproject omvat grondige renovatiewerken aan het bestaande gebouwdeel met de oprichting van een buitenterras op het niveau van de leefruimten. Om senioren de kans te geven langer thuis te blijven wonen enerzijds en het aanbod in de residentiële zorg te versterken anderzijds, werden de voorbije jaren reeds belangrijke inspanningen geleverd in het kader van dagverzorgingscentra, lokale dienstencentra, zorgregisseurs, protocol 3-projecten, … en de programmering van de woonzorgvoorzieningen. Deze inspanningen worden regelmatig geëvalueerd en desgevallend geheroriënteerd telkens binnen de krijtlijnen van de begroting en het Vlaams Welzijnsbeleid. Vzw Home-Info ontvangt jaarlijks 65.000 euro ter ondersteuning van haar werking en helpt ouderen, hun familie en professionelen bij het zoeken naar een rusthuis door het geven van informatie, advies en oriëntatie over alle rusthuizen in het Brussels hoofdstedelijk gewest en in het arrondissement Halle-Vilvoorde. Home-Info nodigt de mensen uit voor een persoonlijk
22
gesprek zodat ieder element van de zorgvraag kan bekeken worden en het zorgaanbod zo efficiënt mogelijk aansluit op de zorgvraag. In het kader van de woonzorgvoorzieningen worden voor de werking van de lokale dienstencentra, de Vlaams erkende diensten thuiszorg, de klusjesdiensten, sociaal vervoer, … in totaal 2.242.400 euro begroot in 2013. In het kader van aanvullende investeringssubsidies op VIPA zal de VGC dit werkjaar opnieuw middelen toekennen aan lokale dienstencentra met verbouwingswerken. Zoals de cijfers van het aanbod aan residentiële voorzieningen in Brussel aantonen heeft slechts 1% van de rusthuizen een erkenning bij de Vlaamse Gemeenschap. Via het Kenniscentrum Woonzorg Brussel werkt men aan de implementatie van meer Vlaamse bedden in Brussel. Er zijn heel wat projecten lopende zodat in de toekomst het aanbod aan Nederlandstalige opvang uitgebreid zal worden. Vooreerst is er de semi-residentiële zorg, de tussenvorm tussen thuiswonen en de puur residentiële zorg. Zo kreeg het dagverzorgingscentrum (DVC) Terranova een uitbreiding van 15 naar 20 plaatsen. Het DVC heeft momenteel een 45-tal zwaar zorgbehoevende cliënten die nog worden verzorgd door hun eigen network, maar enkele dagen per week langskomen om de nodige zorg en ondersteuning te krijgen en de mantelzorger te ontlasten, zodat die op adem kan komen. Momenteel wordt er in de Oorlogskruisenlaan te Neder-Over-Heembeek een nieuw Vlaams vooraf vergund- woonzorgcentrum gebouwd, dat bij volledige capaciteit plaats zal bieden aan 150 ouderen. Naar alle verwachting zullen medio 2013 de eerste 15 zorgbehoevenden er hun intrek kunnen nemen en zal er eind 2013 al plaats zijn voor 60 ouderen. De overige woongelegenheden worden vanaf 2014 vrijgegeven. Ter bekendmaking van dit initiatief en de andere op stapel staande woonzorgprojecten werd er op 8 november 2012 op initiatief van het Kenniscentrum Woonzorg Brussel een informatiesessie gehouden naar de Nederlandstalige ouderen in Neder-Over-Heembeek. Er daagden zo’n 80 geïnteresseerden op. Eind 2012 worden de werken gegund voor de bouw van het woonzorgcentrum Sint-Jozef te Evere, dat opvang zal bieden aan 30 dementerenden. Dit jaar nog starten de werkzaamheden van het woonzorgcentrum in de August De Boeckstraat op de grens van Evere en Schaarbeek, waar ruimte zal zijn voor 110 woongelegenheden woonzorgcentrum, 10 plaatsen kortverblijf en 32 serviceflats/assistentiewoningen. Samengevat kan men stellen dat 2013 nog een moeilijk jaar wordt wat de beschikbaarheid van het aantal residentiële plaatsen betreft, maar in 2014 mag een consistente toename van de residentiële capaciteit worden verwacht en die uitbreiding zal de jaren nadien worden verdergezet. Tot slot moet nog opgemerkt worden dat op 13 december 2012 de Staten-Generaal Woonzorg Brussel plaatsvindt. Nauw verwante thema’s zoals: “Wat zijn de woonzorgnoden van de Nederlandstalige Brusselaars? Hoe kunnen de Vlaams erkende Brusselse woonzorgactoren hierop tegen 2020 een kwalitatief en performant antwoord bieden? Welke zijn de kritische succesfactoren om dit doel te bereiken?”, zullen besproken worden met mensen uit het werkveld, wetenschappers en beleidsmakers.
23
Vraag nr.6 van 7 november 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Gezondheid: Diabetespreventie Diabetes is wereldwijd aan een grote opmars bezig en neemt zelfs epidemische proporties aan. Momenteel lijdt 1 op 12 Belgen aan een van de vormen van diabetes. Minstens 600.000 Belgen lijden aan diabetes type 2 waarbij het lichaam te weinig insuline vrijlaat. Men verwacht dat tegen 2030 1 op 10 volwassenen diabetes type 2 zal hebben. De vergrijzing, een toename van het aantal mensen met overgewicht en een inactieve levensstijl werken de toename van diabetes in de hand. Diabetes type 2 kan echter vertraagd en zelfs voorkomen worden door een gezonde levensstijl. Bovendien is het erg belangrijk om de aandoening zo vroeg mogelijk te detecteren opdat er snel een behandeling op maat kan worden opgestart. Diabetes type 2 wordt immers vaak pas vastgesteld als gevolg van een complicatie, dus wanneer er reeds gezondheidsschade is opgetreden. Brussel beschikt over Belgiës eerste geïntegreerde diabeteskliniek in het UZ Brussel. Onze hoofdstad heeft zeker de nodige expertise inzake diabetes. Sinds kort kan men ook met allerlei vragen over de ziekte terecht bij de diabetesinfopunten die zijn ingebed in de lokale dienstencentra. Het is echter belangrijk dat er in de eerste plaats massaal wordt ingezet op diabetespreventie en dat de inwoners en de huisartsen de symptomen van de ziekte tijdig leren herkennen. Beschikt de VGC over cijfers inzake de evolutie van de verschillende vormen van diabetes bij de Brusselse bevolking? Indien ja, hoe evolueren deze cijfers doorheen de laatste jaren en hoe verhouden deze cijfers zich ten opzichte van de rest van België? Op welke manier werden de recent gelanceerde diabetesinfopunten bekendgemaakt bij de Brusselse bevolking? Welke inspanningen levert de VGC momenteel al met betrekking tot de preventie en het detecteren van diabetes? Welke maatregelen plant de VGC nog in de nabije toekomst? Op welke manier sensibiliseert de VGC rond een gezonde levensstijl in het algemeen bij de verschillende leeftijdsgroepen? Welke initiatieven en campagnes plant de VGC hieromtrent in de nabije toekomst? Antwoord 1. Evolutie van diabetes bij de Brusselse bevolking Voor Brussel zijn er geen aparte gegevens beschikbaar per type diabetes. De enige vindplaats voor deze onderscheiden gegevens is het Belgische Diabetesregister dat voorlopig geen statistieken genereert per gewest.
24
Cijfers voor de Brusselse bevolking: In 2008 verklaarde 4,5% van de Brusselaars aan diabetes te lijden (4,4% van de mannen en 4,5% van de vrouwen). Dit aandeel is groter dan in de andere gewesten (Vla: 3,3% en Wal: 3,6%) en grote steden van het land. Er wordt een toename vastgesteld in de diabetescijfers in de loop van de laatste jaren: 2,8% in 2001, 3,6% in 2004 en 4,5% in 2008. In beide andere gewesten zien we een gelijkaardige evolutie. Deze toename heeft betrekking op alle leeftijdsgroepen boven 45 jaar. Het gewicht van diabetes in het geheel van de overlijdens steeg eveneens toe in de loop van de voorbije 10 jaar (7,2% van de overlijdens bij mannen en 6,1% van de overlijdens bij vrouwen tijdens de periode 2003-2007). Diabetes treft vooral de minst gegoede bevolkingsgroepen: in 2008 leed 15% van de bevolking met maximaal een diploma lager onderwijs aan diabetes, terwijl bij de gediplomeerden van het hoger onderwijs slechts 2,4% wordt getroffen. Er is een duidelijke sociale gradiënt, zowel bij mannen als bij vrouwen. Het voorkomen van diabetes zou in 2008 met 40% worden gereduceerd indien alle Brusselaars in dezelfde situatie zouden verkeren als de Brusselaars met een diploma van het hoger onderwijs (PAR=0,40). Diabetes komt ook vaker voor bij vrouwen met de Turkse of Marokkaanse nationaliteit en de diabetesmortaliteit ligt hoger bij deze groep vrouwen. Bij de mannen zien we deze verschillen niet. Deze verschillen tussen de nationaliteitsgroepen kunnen goeddeels worden verklaard door de verschillen in opleidingsniveau (bij gelijk opleidingsniveau zijn de verschillen niet meer statistisch significant). Het Belgische Diabetesregister registreert de nieuwe gevallen van diabetes type 1, die vooral mensen jonger dan 40 treft. Er wordt hierbij geen toename vastgesteld van de incidentie maar wel een verjonging. Dit betekent dat diabetes type 1 zich op steeds jongere leeftijd voordoet. Er bestaan geen cijfers specifiek voor Brussel maar wanneer we veronderstellen dat de incidentie in Brussel gelijk loopt met deze in het hele land kunnen we het aantal nieuwe gevallen per jaar bij Brusselaars jonger dan 15 op 27 schatten en 37 nieuwe gevallen tussen 15 en 39 jaar. Pistes voor preventie: Primaire preventie voor diabetes kan bestaan uit het verbeteren van het voedingspatroon en een verhoging van de fysieke activiteit. Het betreft hier dus geen ‘verticale’ maatregelen die specifiek zijn voor de aanpak van diabetes. Deze primaire preventiemaatregelen zijn immers eveneens effectief voor het voorkomen van andere gezondheidsproblemen (cardiovasculaire aandoeningen, obesitas, bepaalde kankers, enz.). Om een gedragsverandering te bewerkstelligen volstaat het niet om de bevolking te informeren over de te nemen maatregelen. Het is noodzakelijk dat de globale omgeving aanspoort tot een gezonde voeding en voldoende beweging voor alle Brusselaars, ongeacht hun sociaal statuut.
25
Primaire preventie moet dus verschillende domeinen aanpakken: inrichting van de publieke ruimte zodat verplaatsingen per fiets of te voet aantrekkelijk worden gemaakt en die uitnodigt tot het beoefenen van sport of actieve vrijtijdsbesteding, een voor iedereen toegankelijk aanbod van actieve vrijetijdsactiviteiten, meer sport op school, een kwaliteitsvol en evenwichtig voedingsaanbod op school en op het werk, toegankelijke prijzen van kwaliteitsvoeding, enz. Een heleboel verenigingen proberen deze preventie in het gewest te implementeren (verenigingen gezondheidspromotie, sportclubs, culturele organisaties). Het Huis voor Gezondheid publiceerde een bijdrage in een internationale wetenschappelijke publicatie (zie bijlage 2). Hierin is sprake van een verhoogd risico op type 2 diabetes bij sociaal lagere klassen en personen afkomstig uit mediterrane gebieden. 2. Bekendmaking diabetesinfopunt bij de Brusselse bevolking De bekendmaking van de infopunten gebeurde door: Publicatie op de websites en sociale media van het Huis voor Gezondheid: http://zorgtrajectbrussel.be/Zorgverlener/zoekzorgverlener/Diabetesinfopunten.aspx http://zorgtrajectbrussel.be/Patient/ZoekZorgverlener/Informatiepuntdiabetes.aspx www.zorgzoeker.be www.facebook.com/huisvoorgezondheid https://twitter.com/HuisGezondheid Bekendmaking via de zorgverleners betrokken bij diabetes: Alle huisartsen, diabeteseducatoren, thuisverpleegkundigen en diëtisten ontvingen alle info over het diabetesinfopunt in hun buurt Bekendmaking via de Vlaamse Diabetesvereniging (www.diabetes.be) aan hun leden Duidelijke zichtbaarheid in de LDC’s: affiches, brochures, flyers werden verspreid bij de start van de infopunten Perscommuniqué dat werd opgepikt door alle lokale media Informatie- en vormingsmoment op 20 september 2012 3. Inspanningen VGC met betrekking tot de preventie en het detecteren van diabetes Via de diabetesinfopunten in de lokale dienstencentra geeft de VGC de mogelijkheid om algemene, laagdrempelige en kwaliteitsvolle informatie, op een laagdrempelige manier te geven aan de mensen uit te buurt. Het Huis voor gezondheid voert een aantal opdrachten inzake diabetes in het kader van de meerjarenconvenant met de VGC en de Vlaamse gemeenschap:
zorgaanbod en behoeften rond diabetes type 2 in kaart brengen bevorderen van de multidisciplinaire samenwerking in een regiohuis de patiënt of zijn vertegenwoordigers ondersteunen in de interactie met zijn zorgverleners
Op initiatief van de VGC en het Huis voor Gezondheid werd een werkgroep experten in diabetes opgericht. De werkgroep werd samengesteld uit verschillende actoren actief in de Brusselse diabeteszorg of experts in het werken met kansengroepen. De werkgroep kwam tussen oktober 2010 en januari 2012 vijf keer samen.
26
De VGC subsidieert vzw MediKuregem voor het project ‘Gezonde voeding en beweging: de buurt en de eerste lijn in actie’. De rode draad van het project is expertiseopbouw op het vlak van eet- en voedingsgewoonten bij diverse culturen en kansengroepen. Het dieetadvies aan patiënten van MediKuregem met overgewicht en metabool syndroom (o.a. jongvolwassenen) kan zowel gaan om individueel advies als over groepssessies (i.s.m. de gezondheidspromotor en diabetesverpleegkundige). Hierbij worden ook een aantal opdrachten vanuit secundaire preventie opgenomen (o.a. diabetespreventie). 4. De VGC sensibiliseert rond een gezonde levensstijl in het algemeen bij de verschillende leeftijdsgroepen Inhoudelijk sterke projecten van scholen die betrekking hebben op Gezondheid en waarvan de activiteiten/initiatieven passen binnen de beleidsnota Welzijn, Gezondheid en Gezin kunnen door het beleidsdomein Gezondheid van de VGC worden gesubsidieerd. De VGC subsidieert het project Ratatouille van de vzw Centrum voor Etnische Minderheden en Gezondheid (CEMG). Het centraal uitgangspunt in dit project is de sterke link tussen opvoeding en voeding. De vormingsreeks Ratatouille is een 7-delige reeks waarbij een diëtiste uitleg geeft over gezonde voeding, de ouders samen koken en (op)voedingsproblemen worden besproken. Daarnaast bestaat het project Ratatouille ook uit de maandelijkse terugkommomenten (Ratatouille Bis), de vormingen in het kader van gezondheidspromotie en de samenwerkinitiatieven met andere organisaties (bv. Beweegmaatjes). Logo Brussel heeft vanuit haar Vlaamse opdrachten niet specifiek de taak om rond de preventie van diabetes te werken. De opdrachten situeren zich op de brede sensibilisering van het belang van gezonde voeding en beweging naar de algemene bevolking. Logo Brussel verspreidt de Vlaams ontwikkelde methodieken rond gezonde voeding en beweging in Brussel. Voor het werkjaar 2012 richten de acties zich naar:
Organisaties die met kansengroepen werken en jongeren bereiken: deze organisaties worden ondersteund om structureel hun beleid rond voeding en beweging aan te passen. Gezinnen met kinderen die beginnend overgewicht vertonen via het project ‘Beweegmaatjes’. In dit project werken de 3 Brusselse CLB’s samen met Buurtsport Brussel en een aantal partners die een oudertraining rond voeding en opvoeding organiseren (Huis der Gezinnen, Link=Brussel en Solidariteit voor het Gezin). Ook de intercultureel bemiddelaars van De Foyer, de sportdienst van de VGC en de diëtiste van MediKuregem werken mee. In 3 wijken wordt er, vertrekkend van een aantal scholen, een aanbod uitgewerkt. Scholen: via het jaarlijks project ‘Tutti Frutti’ en andere materialen rond voeding en beweging. Logo Brussel volgt het voedingsproject van wijkgezondheidscentrum MediKuregem op waarbij er activiteiten rond voeding en beweging in de buitenschoolse opvang ontwikkeld worden. Daarnaast speelt Logo Brussel in op ad hoc vragen naar ondersteuning, bv. van diensten uit de Bijzondere Jeugdzorg, dienstencentra enz.
27
Vraag nr.7 van 21 november 2012 van mevrouw Greet Van Linter Gezondheid: HopiTAAL De Brusselse openbare ziekenhuizen en het Brusselse Huis van het Nederlands hebben HopiTAAL gelanceerd. Dat project moet het ziekenhuispersoneel aanmoedigen om het Nederlands beter onder de knie te krijgen. Wat is het doel van het project? Wat houdt het project concreet in? In welke mate is de VGC bij het project betrokken? Is er een financiering van de VGC voorzien? Antwoord Een goede, tweetalige dienstverlening in de gezondheidszorg is letterlijk levensbelangrijk. Van patiënten kan namelijk niet verwacht worden dat ze vlot de medische terminologie in de andere landstaal kennen. Bovendien grijpt men in stresssituaties automatisch terug naar de moedertaal. Het project HopiTAAL heeft als doel de Nederlandskundige dienstverlening te verzekeren en uit te breiden, waarbij de verwerving van het Nederlands door ziekenhuispersoneel via een webapplicatie wordt georganiseerd. De elektronische leeromgeving reikt via haar webplatform een zeer flexibele tool aan die, aanvullend op de traditionele methodes, taalbegeleiding en taalvorming stimuleert. Het laat de gebruiker toe om via het web Nederlandstalige vragen te beluisteren en deze vragen vervolgens schriftelijk te beantwoorden. Het is een flexibel en alomvattend systeem dat cursisten op een ludieke en interactieve manier uitdaagt hun kennis te verbreden en te verdiepen. Het wordt ook op verschillende kennisniveaus aangeboden; beginners, gevorderden en experts. HopiTaal bestaat bovendien uit verschillende modules, afhankelijk van de doelgroep die het zal gebruiken. Elke doelgroep heeft immers een ander jargon. Zo heeft een onthaalmedewerker van een ziekenhuis andere behoeftes dan een verpleger op de geriatrie of een spoedarts. Het hele systeem is zowel vanaf de werkplek als van thuis uit vlot toegankelijk voor de duizenden medewerkers van onze Brusselse ziekenhuizen. Dit project is het resultaat van een 3-jarige samenwerking tussen Huis van het Nederlands en de Irisziekenhuizen en het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest (CIBG), dat sinds 2010 via een subsidie van 233.000 euro HopiTaal mee mogelijk maakte. De VGC is gezien haar bevoegdheden niet betrokken bij dit project. Weliswaar zijn dankzij de vele sensibiliseringsacties van de VGC het draagvlak voor en de bereidheid tot inspanningen om Nederlands te verwerven als noodzakelijk onderdeel van kwaliteitsvolle dienstverlening toegenomen.
28
BRUNO DE LILLE, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN AMBTENARENZAKEN Vraag nr.1 van 19 oktober 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Cultuur: Herdenking van 200 jaar Sax in 2014 Antoine-Joseph (Adolphe) Sax, een Belgische muziekinstrumentenbouwer die zijn bekendheid voornamelijk te danken heeft aan de uitvinding van de saxofoon, werd geboren in 1814 en bracht een groot deel van zijn leven door in Brussel. Zijn vader was eveneens instrumentenbouwer en had een fabriek voor blaasinstrumenten in Brussel. Sax begon zijn muzikale opleiding in 1828 aan de Brusselse Koninklijke Muziekschool. In 1841 gaf hij een eerste officiële auditie van zijn creatie, de saxofoon, op de Brusselse industrietentoonstelling. Het is duidelijk dat Brussel een belangrijke plaats innam in het leven van deze getalenteerde instrumentenbouwer. Daarom zou 2014, de 200ste verjaardag van de geboorte van Sax, een mooie gelegenheid zijn om hem en zijn wereldbekende uitvinding te herdenken aan de hand van één of meerdere evenementen. In deze context denken we bijvoorbeeld aan een concert met alle saxofonisten van de Brusselse muziekacademies of een evenement met de Brusselse harmonieën. Uiteraard zijn dit slechts ideeën die andere initiatieven ter herdenking van Sax niet uitsluiten. Heeft de VGC reeds plannen om in 2014 vanuit het departement Cultuur initiatieven op poten te zetten ter herdenking van 200 jaar Sax? Indien ja, om welke initiatieven gaat het precies? Indien neen, heeft de VGC de intentie om dit te doen? Antwoord Brussel kent een rijke geschiedenis waarin de historische figuur van Adolphe Sax een interessant gegeven vormt. De erfgoedcel Brussel ziet echter momenteel geen directe aanknopingspunten met de doelstellingen in het beleidsplan 2012-2016 van de erfgoedcel en de concrete werking. Momenteel heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) geen initiatieven gepland rond het 200ste herdenkingsjaar van Adolphe Sax in 2014. De VGC kan als subsidiërende overheid eventueel wel initiatieven ondersteunen die vanuit het werkveld genomen worden rond deze figuur. Wanneer er zich gelegenheden of kansen vanuit het erfgoedveld zouden voordoen die passen bij de doelstellingen van de VGC zal de erfgoedcel dit aftoetsen aan het huidige beleidskader en zal er worden bekeken welke diensten hierin initiatieven kunnen nemen. Vraag nr.2 van 7 november 2012 van mevrouw Carla Dejonghe Cultuur: Herwerking van de websites van de gemeenschapscentra In de Beleidsverklaring van 2012-2013 is opgenomen dat de websites van de 22 gemeenschapscentra zullen worden herwerkt. Mevrouw Carla Dejonghe had graag bijkomende informatie ontvangen over de manier waarop men deze digitale vernieuwing zal aanpakken.
29
De VGC streeft met de lancering van ‘Cultuurcentrum Brussel XXL’ een intensieve samenwerking tussen de 22 gemeenschapscentra na. ’s Lands grootste cultuurcentrum zal het bovenlokale programma van alle gemeenschapscentra promoten. Het is evenwel belangrijk dat het verschil tussen het ‘Cultuurcentrum Brussel XXL’ enerzijds en de 22 gemeenschapscentra anderzijds duidelijk is, ook voor mensen die online op zoek gaan naar informatie over het cultureel aanbod in hun buurt. Met andere woorden, de herwerking van de websites van de gemeenschapcentra is een opportuniteit om digitale cultuurzoekers wegwijs te maken in het grote aanbod aan culturele activiteiten die door de VGC-instellingen georganiseerd worden. Heden is bijvoorbeeld de verscheidenheid tussen de verschillende websites van de gemeenschapscentra groot, ook al heeft ieder gemeenschapscentrum natuurlijk het recht op zijn eigenheid. Slechts enkele websites voorzien informatie in het Frans en Engels en ook de opbouw en content van de website varieert. Welke middelen trekt de VGC uit voor de herwerking van de websites van de 22 gemeenschapscentra? Welke voornaamste veranderingen zullen de websites van de gemeenschapscentra ondergaan? Zullen de websites bijvoorbeeld allemaal worden geüniformiseerd? Zullen alle websites voortaan meertalige informatie aanbieden? Krijgt het ‘Cultuurcentrum Brussel XXL’ een eigen website? Indien ja, wanneer wordt deze gelanceerd en op welke manier zal deze verschillen van de websites van de gemeenschapscentra? Antwoord De Vlaamse Gemeenschapscommissie (Entiteit Gemeenschapscentra) werkt aan de realisatie van een flexibel en eigentijds digitaal platform, dat bestaat uit 22 afzonderlijke websites voor de gemeenschapscentra en een portaalsite voor Cultuurcentrum Brussel (het netwerk van de 22 gemeenschapscentra). De nieuwe websites worden ontwikkeld ter vervanging van de vorige generatie websites van de afzonderlijke gemeenschapscentra en de overkoepelende website gemeenschapscentra.be. De portaalsite speelt binnen het geheel een overkoepelende en doorverwijzende functie. Op cultuurcentrumbrussel.be, kunnen de bezoekers doorklikken naar de websites van de individuele gemeenschapscentra. Het grootste verschil tussen cultuurcentrumbrussel.be en de 22 afzonderlijke sites, situeert zich op het niveau van de inhoud. Cultuurcentrum Brussel bundelt het aanbod van de 22 gemeenschapscentra, terwijl de verschillende individuele websites informatie verstrekken over het gemeenschapscentrumspecifiek aanbod. De portaalsite speelt hiermee in op de 'centrumoverschrijdende' vragen van de gebruikers, en promoot tegelijk het netwerk van de 22 gemeenschapscentra als één coherent geheel. Wat betreft de opbouw zijn de sites van de gemeenschapscentra gebaseerd op die van de portaalsite cultuurcentrumbrussel.be, maar kunnen ervan afwijken. De sites van de afzonderlijke gemeenschapscentra zullen immers niet alle functionaliteiten van de portaalsite
30
aanbieden. Dit geldt ook omgekeerd: de portaalsite zal niet alle functionaliteiten van elk gemeenschapscentrum aanbieden. Op de individuele sites van de gemeenschapscentra zal de informatie over de activiteiten van de lokale gemeenschap ter beschikking worden gesteld. De nieuwe websites spelen op deze manier een ondersteunende rol in het omgevingsgericht werken, één van de basisopdrachten van de gemeenschapscentra. Wat betreft de vormgeving is het noodzakelijk dat elk gemeenschapscentrum zich kan profileren met een eigen huisstijl en dus ook met een aangepaste vormgeving van de website. Het digitaal platform biedt een standaard template dat flexibel en gebruiksvriendelijk is, zodat elk centrum de eigen vormgeving en keuzemodules kan toepassen. De 23 nieuwe websites worden voorzien van een gebruiksvriendelijk Content Management System (CMS). Het CMS vereist geen technische voorkennis. Dit systeem biedt de mogelijkheid om snel en gemakkelijk informatie in te voeren en om digitale nieuwsbrieven te verzenden naar verschillende doelgroepen. De adressenbestanden kunnen worden opgedeeld in segmenten, waardoor doelgroepencommunicatie mogelijk wordt. Hiernaast bieden de nieuwe sites de mogelijkheid om meer audiovisueel materiaal te gebruiken. Er wordt ingezet op een actievere benadering van de gebruiker, en op een aantrekkelijke look en feel. Deze aandachtspunten werden geformuleerd tijdens een bevraging van de medewerkers uit de centra, en zijn opgenomen in het lastenboek. Op dit ogenblik worden zij omgezet in concrete toepassingen. Conform het referentiekader voor het omgaan met vreemde talen in de externe communicatie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (goedgekeurd op het College van 25 november 2010), blijft het Nederlands de hoofdtaal. Het Frans en/of Engels kunnen aanvullend worden gebruikt om tegemoet te komen aan de behoeftes van de Brusselaars in het kader van het omgevingsgericht werken. Een (gedeeltelijk) meertalige communicatie getuigt van hoffelijkheid ten aanzien van andere taalgemeenschappen, en draagt bij aan de positieve uitstraling van de VGC. Of de centra hier in meerdere of mindere mate op inzetten, hangt af van de lokale context, en van de financiële en personele middelen die ze ter beschikking hebben. Technisch gezien, is het CMS volledig uitgerust om meertalige communicatie te ondersteunen. Cultuurcentrumbrussel.be gaat online einde 2012. Er is een lanceringscampagne voorzien van december 2012 tot en met juni 2013. Deze zal inzetten op het bekend maken van de naam en het concept van Cultuurcentrum Brussel, en op het toeleiden van een breed publiek naar de nieuwe website. De go-live van de 22 afzonderlijke sites wordt gespreid over 2013. Einde 2013 wordt de implementatiefase afgerond, en is het tijd voor evaluatie. De VGC zal een bedrag van 100.000 euro geïnvesteerd hebben in de analyse, ontwikkeling en implementatie van het digitaal platform. De loonkosten van de medewerkers die binnen de administratie het project beheren, werden hier niet bij gerekend. Vraag nr.3 van 20 november 2012 van de heer Jef Van Damme Divers: Adviesraden Onlangs werden 2 verordeningen goedgekeurd die een belangrijke impact zullen hebben op het culturele leven in Brussel, de verordening ‘gemeenschapscentra’ en de verordening
31
‘sociaal-cultureel werk’. Om een beleid te voeren dat gedragen wordt door het werkveld, is het cruciaal de vertegenwoordigers van dat werkveld te betrekken bij de totstandkoming van nieuwe wetgeving. Verschillende sociaal-culturele verenigingen hebben aangeklaagd dat de nieuwe verordening ‘sociaal-cultureel werk’ niet passeerde langs de adviescommissie sociaal-cultureel werk. Collegelid Bruno de Lille antwoordde hierop dat het niet nodig is aangezien deze zich enkel met concrete subsidiedossiers bezighouden. Nochtans lijkt het de heer Jef Van Damme aangewezen een verordening die zo gevoelig ligt bij het werkveld ook door deze groep experten te laten evalueren. Deze nieuwe verordening passeerde dan weer wel langs de Cultuurraad, te onderscheiden van de gemeentelijke cultuurraden. Het is goed dat er duidelijkheid is over de verschillende organen die bij de opmaak van nieuwe wetgeving betrokken worden, alsook over hun samenstelling. Ook de verenigingen op het terrein vragen meer duidelijkheid. Welke zijn de verschillende adviesorganen die worden betrokken bij de opmaak van nieuwe wetgeving? Welke adviesorganen moeten verplicht betrokken worden? Op basis van welke regelgeving worden de adviesorganen samengesteld? Hoe wordt de Cultuurraad samengesteld? Welke culturele sectoren zijn hierin vertegenwoordigd? Om de hoeveel tijd wordt de samenstelling van de Cultuurraad vernieuwd? Worden de adviezen van de Cultuurraad publiek gemaakt? Worden de adviescommissies betrokken bij de opmaak van nieuwe wetgeving? Antwoord Binnen het beleidsdomein Cultuur werd in uitvoering van het collegebesluit nr. 05/263 van 19 mei 2005 een overkoepelende adviesraad geïnstalleerd die adviseert over de belangrijke en transversale thema’s inzake het algemene cultuurbeleid. Op grond van artikel 4 van dit collegebesluit wordt deze adviesraad vanuit haar beleidsvoorbereidende en beleidsadviserende rol geconsulteerd bij de opmaak van nieuwe wetgeving. In de schoot van deze adviesraad werden 3 werkgroepen opgericht: Kunsten, Sociaal-cultureel werk en Erfgoed. Deze werkgroepen zijn adviesorganen die werden ingesteld om het College/Collegelid te adviseren over concrete dossiers binnen specifieke beleidssectoren. Deze werkgroepen kunnen worden betrokken bij de opmaak van nieuwe regelgeving indien deze sectorspecifiek is. Regelgeving die zich richt naar een meer transversale werking in het cultuurbeleid wordt voorgelegd aan de Adviesraad. De regelgeving bij de gemeenschapcentra is het voorwerp van een participatief proces. Zo worden de overlegfora Centrumverantwoordelijken en Vrijwillige Bestuurders betrokken bij de opmaak van de nieuwe regelgeving, en ook de voorzitters van de gemeenschapscentra
32
worden geconsulteerd. De leden van de overlegfora en de voorzitters koppelen terug naar de bestuursorganen van de vzw's. Dit participatief proces is nu structureel vastgelegd in de nieuwe verordening. Na dit participatief traject kan ook de adviesraad Cultuur nog een advies uitbrengen. Binnen het beleidsdomein Jeugd bestaat een analoge structuur, met enerzijds de jeugdraad als adviesraad en anderzijds twee werkgroepen: ‘subsidies’ en ‘vakantiebeleid en speelpleinen’. Het is een decretale verplichting om de jeugdraad om advies te vragen over alle aangelegenheden inzake het jeugdwerkbeleid en de uitvoering van het jeugdbeleidsplan. Dit gebeurt afhankelijk van het thema, door de jeugdraad zelf of samen met een van haar werkgroepen. Binnen het beleidsdomein Sport wordt de VGC-sportraad geconsulteerd bij de opmaak van nieuwe regelgeving en meer algemeen bij het sportbeleid. Dit is een decretale verplichting. Daarnaast - facultatief, afhankelijk van het soort regelgeving – kunnen ook de werkgroep ‘subsidies’ of andere overlegstructuren betrokken worden zoals Opas Brussel (het VGCoverlegplatform 'aangepast sporten'), stuurgroep Schoolsport Brussel, stuurgroep seniorensport, ... De regelgeving waarop de adviesorganen worden samengesteld gaat terug tot 2005. Op 19 mei van dat jaar keurde het College van de VGC het nieuwe reglement (collegebesluit nr. 05/263) goed inzake de oprichting, samenstelling en werking van de adviesraden en werkgroepen Cultuur, Onderwijs en Welzijn en Gezondheid (zie bijlage 3).
33
Bijlage 1
Kosten 31/12/2011
.
34
REGISTER
Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz.
GUY VANHENGEL, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, VORMING EN BEGROTING
1 2
3
06.11.2012 16.11.2012
16.11.2012
Greet Van Linter Bianca Debaets
Bianca Debaets
4
16.11.2012
Bianca Debaets
5
16.11.2012
Bianca Debaets
Onderwijsaspecten en het taalbeleid in de Beleidsverklaring 2012-2013 Inkomende Erasmusstudenten in de Nederlandstalige hogescholen en universiteiten in het Brussels hoofdstedelijk gewest Aantal uitgaande Nederlandstalige Brusselse Erasmusstudenten Docentenmobiliteit in de Nederlandstalige Brusselse hoger onderwijsinstellingen Aantal studenten Erasmus België
2
5 6 9 10
BRIGITTE GROUWELS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN, MEDIA EN PATRIMONIUM
1 2 3 4 5 6 7
19.10.2012 19.10.2012 26.10.2012 31.10.2012 06.11.2012 07.11.2012 21.11.2012
Carla Dejonghe Greet Van Linter Greet Van Linter Bianca Debaets Greet Van Linter Carla Dejonghe Greet Van Linter
Nood aan dagcentra voor ongeneeslijk en terminaal zieke mensen in Brussel Brussels Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg Transitieplan voor Franstalige kinderdagverblijven uitgewerkt tussen Kind&Gezin en ONE Zorgzoeker Welzijnsaspecten in de Beleidsverklaring 2012-2013 Diabetespreventie HopiTAAL
13 14 16 18 21 23 27
BRUNO DE LILLE, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN AMBTENARENZAKEN
1
19.10.2012
Carla Dejonghe
2 3
07.11.2012 20.11.2012
Carla Dejonghe Jef Van Damme
Herdenking van 200 jaar Sax in 2014 Herwerking van de websites van de gemeenschapscentra Adviesraden
28 28 30