STUK 631 (2015-2016) – Nr.1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD
ZITTING 2015-2016
21 JUNI 2016
BELEIDSNOTA CULTUUR 2014-2019
ingediend bij het Vlaams Parlement door de heer Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
SAMENVATTEND VERSLAG uitgebracht namens de Samenwerkingscommissie met de Vlaamse volksvertegenwoordigers gekozen in het Brussels hoofdstedelijk gewest, door mevrouw Annemie MAES (VGC)
Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: VGC: mevrouw Carla Dejonghe, voorzitter, de heer René Coppens, de heer Stefan Cornelis, de heer Paul Delva, mevrouw Hannelore Goeman, mevrouw Brigitte Grouwels, mevrouw Annemie Maes, mevrouw Cieltje Van Achter, de heer Jef Van Damme, mevrouw Khadija Zamouri Verontschuldigd: de heer Dominiek Lootens-Stael 1432
-2Dames en heren, Op dinsdag 21 juni 2016 was de heer Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, te gast in de Samenwerkingscommissie van de VGC-raadsleden en de Vlaamse volksvertegenwoordigers gekozen in het Brussels hoofdstedelijk gewest. De minister lichtte zijn Beleidsnota Cultuur 2014-2019 [Stuk 126 (2014-2015) nr.1 – Vlaams Parlement] toe. Mevrouw Annemie Maes (VGC) wordt aangeduid als verslaggever. 1.
Inleiding door Raadsvoorzitter Carla Dejonghe
Voorzitter Carla Dejonghe heet de aanwezigen van harte welkom op deze Samenwerkingscommissie. Het is een traditie geworden dat de Vlaamse ministers van de Vlaamse Regering hier hun beleid komen toelichten. Vandaag is het de tweede maal dat Vlaams minister van Brusselse Aangelegenheden, Media en Cultuur, de heer Sven Gatz, aanwezig is. Vorige keer heeft hij zijn Brusselbeleid toegelicht. Vandaag zal hij zijn Beleidsnota Cultuur 2014-2019 voorleggen. Ook al schreef hij zijn boek ‘Over de media heb ik niets te zeggen’, dit onderwerp zal misschien een volgende keer worden behandeld. De Raad is hem zeer dankbaar dat hij op de uitnodiging is ingegaan. Hij kent het huis uiteraard en het huis kent hem nog. Een nauwe samenwerking tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Gemeenschapscommissie is en blijft noodzakelijk om de problemen waarmee dit gewest te kampen heeft, grondig aan te pakken. Maar het is natuurlijk wel zo dat zowel de Vlaamse Gemeenschap als de Vlaamse Gemeenschapscommissie elk hun eigen accenten hebben. Dat is ook een goede zaak. Laten we hopen dat dat vandaag tot een interessante discussie zal leiden. Voor alle duidelijkheid geeft de voorzitter nog even de spreektijden mee. Er is een toelichting van de beleidsnota van 20 minuten voorzien. Elke fractie, zowel de Brusselse als de Vlaamse, krijgen nadien 10 minuten tijd voor hun interventie en vragen, waarna er 40 minuten repliek kan volgen. 2.
Toelichting door de heer Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel
De heer Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel zal vandaag de legislatuuroverspannende beleidsbrief, beleidsnota, wat betreft cultuur en jeugd toelichten aan de hand van de verschillende onderdelen die onder cultuur en jeugd vallen. Hij zal niet zozeer de beleidsnota of beleidsbrief toelichten, maar een stand van zaken geven van een aantal elementen die vanuit de Vlaamse overheid binnen het domein cultuur en jeugd in Brussel gebeuren en die men in de toekomst nog wil doen. Mevrouw Annemie Maes (Groen) vraagt of er geen misverstand is. Ze ging ervan uit dat het enkel over cultuur zou gaan vandaag. De Vlaamse minister kan zijn toelichting doen, maar het zou jammer zijn als we niet op een ander moment over jeugd kunnen spreken. De voorzitter bevestigt dat enkel de beleidsnota cultuur geagendeerd werd. De bespreking met betrekking tot zijn jeugdbeleid kan desgevallend op een later moment geagendeerd worden.
-3Voor de heer Sven Gatz, Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel is dit geen enkel probleem. Iedereen weet dat hij resoluut wil inzetten op samenwerking omdat hij van mening is dat samenwerken in een federaal land een na te streven doel is. Dit lukt natuurlijk niet altijd naadloos, maar het is toch wel belangrijk om de instellingen te kunnen doen werken. Bij het overlopen van de verschillende cultuuraspecten zal eveneens worden stilgestaan bij de Brusselnorm en de Brusseltoets in het cultuurbeleid. Men weet dat door de Brusselnorm, los van de na te streven doelgroep van 1/3 van de Brusselse bevolking, 5% van de Vlaamse middelen in Brussel moeten worden geïnvesteerd ook voor cultuur. De Vlaamse cultuurmiddelen voor Brussel zitten hier ruimschoots boven. Dit is niet de verdienste van de minister alleen. Er is een goed opgebouwde erfenis door voorgangers. Wanneer men het in een bepaald klassement zou bekijken, en niet dat dit op zichzelf moet, dan is er maar één beleidsdomein dat op dit ogenblik qua aangewende middelen hoger zit dan het beleidsdomein cultuur, nl. inburgering. Voor cultuur wordt op dit moment meer dan 9% van de Vlaamse middelen uitgegeven aan het Brussels cultuurbeleid of aan het cultuurbeleid in Brussel. Dit is goed en heeft te maken met de centrumfunctie van bepaalde instellingen. Door de subsidie vanuit de Kunsten zijn er een aantal Brusselse instellingen die ondersteuning krijgen. Ze werken natuurlijk niet alleen voor de Brusselaars, maar oefenen een centrumfunctie uit over een brede regio. Ze bereiken ook steeds meer een internationaal publiek. Enkele dagen geleden stond in Le Soir een interessant overzicht van de Vlaamse culturele kunstinstellingen. Daar waar men 20 jaar geleden sommige van die instellingen nog zag als Brussel-vreemde instellingen, is dit nu niet meer zo. De ambtelijke taskforce Brussel heeft een rapport opgesteld. De opvolger van deze taskforce gaat vandaag van start en zal dit verder verfijnen. Men weet uit de monitoring van de cijfers voor cultuur dat er in elk geval geen grote verschillen op zitten over de jaren heen, en dat is goed. Naast het Kunstenbeleid zijn er een aantal sectorale decreten zoals bv. het Lokaal Cultuurbeleid en het Vlaams Cultureel Erfgoedbeleid. Deze laatste twee hebben een Brusseltoets wat wil zeggen dat zij wel degelijk over de specifieke rol van Brussel en de VGC in het bijzonder spreken binnen het geheel. Dat geldt minder voor het Kunstendecreet. Er is niet altijd een relatie tussen de toets, de norm en het effectief besteed bedrag. Soms is er van Brussel of de VGC bijna geen sprake zoals in het Kunstendecreet, maar zijn er toch meer middelen. In het Kunstendecreet wordt de VGC, net zoals de andere centrumsteden, wel meegenomen als een gesprekspartner voor de Vlaamse overheid. Ook in de hervorming van het Erfgoeddecreet, zal erover worden gewaakt dat de VGC heel uitdrukkelijk een partner blijft in het beleidsgeheel. Kunsten De spreker zal de aanwezigen geen primeur geven over hoe de werkingssubsidies de volgende 5 jaar worden verdeeld over alle kunstenorganisaties. Hij kan enkel zeggen dat men nu in de
-4laatste rechte lijn zit om de werkingssubsidies te verdelen over de verschillende kunstenorganisaties én ook voor grote culturele instellingen, waarvan de AB en Brussels Philharmonic de twee Brusselse instellingen zijn. De aanvragen en ook de geadviseerde subsidiebedragen voor kunstorganisaties uit Brussel zitten ergens tussen de 25 à 27%. Hieraan kan men zien dat dit heel fel de rest van het cultuurbeleid in Brussel naar boven trekt. De details van de ambtelijke gemengde commissie moeten nog worden afgewacht, maar in het totaalplaatje zijn het vooral de kunsten die het gemiddelde naar boven halen. Naast de ondersteuning aan deze instellingen in het kader van het Kunstendecreet, worden er ook inspanningen gedaan voor Flagey en Bozar. Dit is in het kader van de samenwerking met de andere taalgemeenschap in Brussel. Verder gaan er ook een deel projectmiddelen, uit de Vlaamse projectenpot die de minister zelf beheert, naar kunstorganisaties in Brussel. Deze middelen worden eerder als start- of impulsmiddel gebruikt. Ook voor wat betreft het Brusselfonds zal het in de toekomst de bedoeling zijn te investeren in infrastructuur. Tijdens de vorige Samenwerkingscommissie bij de bespreking van de beleidsbrief Brusselse Aangelegenheden, heeft de spreker toegelicht dat het de bedoeling was de middelen uit het Brusselfonds in de toekomst voor de helft te verdelen over culturele initiatieven (vnl. infrastructuur) én Welzijn & Gezondheid. Naast het Kunstendecreet, en de samenwerking hierin met de VGC, wordt ook de afstemming met de Franse Gemeenschap en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gezocht. Er wordt getracht dit zo vlot mogelijk te laten verlopen. Er is een hele weg afgelegd sinds Brussel 16 jaar geleden culturele hoofdstad was. Er zijn nu een aantal nauwe samenwerkingsverbanden op het terrein gegroeid tussen een aantal culturele actoren. Samen met, tot voor kort mevrouw Milquet en nu mevrouw Greoli, en collegelid Pascal Smet wordt getracht de nodige ondersteuning te geven aan het Brussels Kunstenoverleg / Le Réseau des Arts à Bruxelles. Binnenkort zal er een overleg plaatsvinden met een aantal ministers die zich over een gezamenlijke cultuurcommunicatie in Brussel zullen buigen. Er is ook het Cultureel Samenwerkingsakkoord, afgesloten door de voorganger van de spreker. In opvolging hiervan heeft de minister het genoegen gehad om met zijn Franstalige tegenhanger een aantal projecten te kunnen subsidiëren. Er zijn 22 projecten goedgekeurd, waarvan 6 in Brussel. De evaluatie van het eerste jaar zal zich wellicht na de zomer afspelen. Er kunnen dan eventueel bijsturingen gebeuren aan de oproep. Erfgoed Naast Kunsten is er Erfgoed, dat soms op minder aandacht kan rekenen. Het Erfgoedbeleid in Brussel steunt op de erfgoedconvenant met de VGC en de subsidie aan het AMVB als erfgoedinstelling. In het huidige erfgoeddecreet van 6 juli 2012 is er een lokaal cultureel-erfgoedbeleid dat naar de gemeenten en de Vlaamse Gemeenschapscommissie gaat. De bedoeling is om aan een lokale erfgoedcel een aantal opdrachten te geven:
-5 de zorg voor en de ontsluiting van lokaal cultureel erfgoed, vanuit een integrale en geïntegreerde visie; de ontwikkeling en uitwisseling van kennis en expertise binnen het lokale cultureelerfgoedveld; de ontwikkeling en uitwisseling van geïntegreerde cultureel erfgoedpraktijken; het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor cultureel erfgoed; het ontwikkelen van een depotbeleid voor het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, dat tegemoetkomt aan de behoeften van de lokale besturen, de Nederlandstalige cultureel erfgoedorganisaties en het cultureel erfgoed dat aanwezig is op het grondgebied. Er werd een werkingssubsidie toegekend aan de VGC voor 2012-2015. Wat er juist met dit bedrag werd gedaan, is een vraag voor collegelid Pascal Smet. Momenteel wordt bekeken hoe de cultureel erfgoedconvenant voor 2016-2020 eruit kan zien. Het is evident dat het er zal komen. De beslissing zal de komende weken of maanden worden genomen. Ook het nieuwe cultureel erfgoeddecreet - dat, als alles goed gaat, nog voor het zomerreces door de Vlaamse Regering wordt besproken en in het najaar in het parlement komt - zal zijn uitvoering krijgen vanaf 2018 (uitvoering) en 2019 (nieuwe beleidsperiode). Het Archief en Museum van het Vlaamse leven te Brussel (AMVB) zal steun blijven krijgen. Naast zijn gewone werking, speelt het een belangrijke rol voor depotbeleid. Binnen de hervorming van de Nederlandstalige culturele archiefinstellingen over het gehele Vlaamse grondgebied, is het AMVB een buitenbeentje ten overstaan van wat men de kleurarchieven noemt. Er wordt nu nagekeken hoe het AMVB, binnen een afgebakende juridische context, verder ondersteund kan worden. Concreet betekent dit dat de kans groot is dat het via een nominatieve financiering binnen de Brusselbegroting zal gebeuren. Dit staat volledig los van het feit dat de middelen die ze nu krijgen hen ook verder in de toekomst zullen toekomen. Er zijn wel discussies over de verbreding van hun rol. Men merkt wel dat een verbredende rol van een huis zoals het AMVB eigenlijk te maken heeft met de wens van zowel de actoren op het terrein als van de overheid, om erfgoed ook te verbreden en tot een groter publiek te brengen. Lokaal cultuurbeleid Vlaanderen ondersteunt het lokaal cultuurbeleid in de hoofdstad via een convenant met de VGC en rechtstreeks via de Brusselse gemeenten. Brusselse gemeenten In Vlaanderen is heel wat te doen omtrent het feit dat de middelen voor het lokaal cultuurbeleid van elke gemeente in het Gemeentefonds zijn ondergebracht. Dat is niet het geval voor Brussel. Die worden nog steeds verder gezet binnen het decreet zoals het al bestond. Elke Brusselse gemeente met een gemeentelijke Nederlandstalige bibliotheek kan subsidie krijgen voor de organisatie van een bibliotheek. De gemeente maakt hiervoor een bibliotheekbeleidsplan op. Als de Brusselse gemeente naast een bibliotheek ook nog beschikt over culturele infrastructuur en een cultuurbeleidscoördinator in dienst heeft, dan kan de
-6gemeente een subsidie krijgen voor de uitvoering van een cultuurbeleidsplan. Dit beleid heeft de voorbije 15 jaar zijn vruchten afgeworpen, zeker in Vlaanderen, maar ook in Brussel. Bijna elke Brusselse gemeente heeft die fameuze driehoek van de lokale infrastructuur (gemeenschapscentrum, bibliotheek en een cultuurbeleidscoördinator binnen de muren van het gemeentehuis). De enige gemeente die nog geen actieve ondersteuning heeft, maar toch al binnen die driehoek functioneert, is Sint-Lambrechts-Woluwe. VGC-convenant Daarnaast is er ook het convenant met de VGC. Er is een vast bedrag dat voor 2014 tot 2018 inzet op de rol die de VGC speelt als coördinator voor het lokale cultuurbeleid. De VGC maakt ook een beleidsplan op. Hiermee ondersteunt men concreet het volgende: een kwalitatief en duurzaam lokaal cultuurbeleid; de werking van Muntpunt vzw als grootstedelijke bibliotheek; de werking van het cultuurcentrum Brussel, concreet vormgegeven in de 22 gemeenschapscentra in de Brusselse gemeenten. De VGC is de inrichtende overheid van deze gemeenschapscentra; een gevangenisbibliotheek in Brussel; een streekgericht bibliotheekbeleid: ondersteuning van de negentien erkende Brusselse bibliotheken en de hoofdstedelijke bibliotheek Muntpunt. Het is de bedoeling het sectordecreet lokaal cultuurbeleid te laten inkantelen in de algemene dotatie aan de VGC. De minister ontving hierover een brief van het College en er wordt momenteel aan gewerkt. De VGC is voorstander van de inkanteling in de dotatie. Tegelijkertijd moeten er wel afspraken worden gemaakt over: het behoud van het oormerk, de regie over de beleidskaders die bij de VGC worden gelegd, de VGC die verder de samenwerking met de lokale besturen invult, meerdere jaren zekerheid krijgen over de financiële middelen en de planlast voor de VGC om die richting Vlaamse Gemeenschap af te bouwen. Kunsten, erfgoed en lokaal cultuurbeleid zijn de grote assen. Er zijn nog een aantal decreten die een culturele impact hebben op Brussel. Er is een circusdecreet dat in het najaar licht wordt herzien. In Brussel is er het atelier Circus Zonder Handen vzw. Deze vzw krijgt steun via jeugdmiddelen en Brusselmiddelen. Circus Zonder Handen heeft een sociaal-inclusieve werking en ze is actief in 9 Brusselse wijken. Er is het Participatiedecreet. De relatie met het sociaal-werkdecreet wordt herzien. Met betrekking tot het Participatiedecreet zijn er een 7-tal werkingen in Brussel die hieronder ressorteren en subsidies ontvangen. Het gaat om: vzw Les Gazelles de Bruxelles - Sint-Jans-Molenbeek; Globe Aroma - Brussel; vzw LINK - Brussel; Gezinssportfederatie - Brussel; KIYO ngo kinderrechten - Anderlecht; Vlaamse Atletiekliga vzw - Brussel; Hakuna vzw - Brussel.
-7Dit zijn een aantal projecten die inzetten op moeilijk bereikbare en kwetsbare mensen. Ten derde is er het decreet Sociaal-Cultureel volwassenenwerk. Via dit decreet wordt de regionale volkshogeschool voor het Brussels-Hoofdstedelijk gewest gesubsidieerd: Vormingplus - Citizenne. Er worden momenteel gesprekken gevoerd om deze vzw nog beter te kunnen ondersteunen. Tot slot is er Het Vlaams Huis voor Amateurkunsten, Zinnema, waarvoor er een aparte beheersovereenkomst is tussen de Vlaamse Gemeenschap, de VGC en de vzw zelf. Het is een doorgetrokken werking waarbij de volgende jaren via een meerjarenplan, weldra voorgesteld door Zinnema, de beleidsperiode wordt verlengd van 2016 tot 2020. Zinnema heeft een aantal beleidslijnen uitgezet: een beleid rond participatie en diversiteit; Zinnema biedt professionele dienstverlening en advies aan amateurkunstenaars en is het aanspreekpunt voor Brussel en de Rand; Zinnema begeleidt en ontwikkelt talent; Zinnema werkt aan de zichtbaarheid en promotie van amateurkunstenaars met een aantrekkelijk programma en werkt een doelgroepenbeleid uit met het oog op participatie.
3.
Bespreking
Mevrouw Annemie Maes (Groen) is een beetje teleurgesteld omdat de minister niet gesproken heeft over een paar concrete dossiers. Bovendien is 10 minuten te kort om te reageren op de voorliggende beleidsbrief. De minister wil met betrekking tot de werkingssubsidies niet vooruit lopen op de beslissing van de Vlaamse Regering van 30 juni. In de beleidsbrief staat dat de minister bij de adviesprocedure voor de 5-jarige werkingssubsidie, desgevallend de VGC kon bevragen. Welke dossiers zijn er concreet ter sprake gekomen bij de bespreking met de VGC? Kwamen De Vaartkapoen, de dansgezelschappen zoals Ultima Vez en Rosas en het Kaaitheater, dat zijn statuut als kunstinstelling is kwijtgeraakt, aan bod? Kaaitheater heeft nooit het statuut van kunstinstelling gehad zegt Vlaams minister Sven Gatz. Raadslid Annemie Maes (Groen) is vorige week met de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport op studiebezoek geweest naar de Vooruit in Gent in het kader van de verduurzaming, zijnde het ecologischer maken van de gebouwen, infrastructuur en werking. De commissieleden kregen een interessante uitleg over Greentrack vzw. Deze vzw is actief in Gent, Antwerpen, maar ook in kleinere steden. Het is een heel interessant project in die mate dat het de verzoening is van ecologie, infrastructuur, financieel beheer, … In de beleidsbrief is nergens sprake van dergelijke initiatieven. Kan dit ook niet ter sprake worden gebracht? Er zijn immers verbouwingswerken gepland voor het Kaaitheater. Hoe kadert dit in het project van de Brusselse Regering met betrekking tot de Citroëngarage? Met betrekking tot de verbouwing van Zinnema is het misschien ook interessant na te gaan hoe de verduurzaming kan gebeuren.
-8-
Er zijn een aantal co-communautaire dossiers waar de minister ook niets over heeft gezegd, maar waarover wel in de pers van alles te lezen valt bv. Daarkom, Flagey, Het Koninklijk Muziekconservatorium, ... Wat is hier de stand van zaken? In de beleidsbrief was er ook sprake van de oprichting van een nieuwe cultuurtempel, congrescentrum in Vlaams-Brabant met bovenlokale uitstraling. De cultuursector heeft serieus moeten besparen, maar blijkbaar is er hiervoor dan wel geld beschikbaar. Men kan zich de vraag stellen of er wel nood is aan dergelijk project. Op basis van welke studies kan men staven dat er nood is in dergelijk project te investeren? De bovenlokale functie wordt toch al vervuld door de Brusselse instellingen. De spreker is blij te horen dat er 6 van de 22 projecten plaats hebben in Brussel. Over welke projecten gaat het? Er zijn al jaren prachtige co-communautaire initiatieven zoals KunstenFESTIVALdesarts. Op welke manier kan er nog verder gewerkt worden aan dergelijke initiatieven? Brussel is de stad bij uitstek voor de uitwisseling van auteurs van de verschillende gemeenschappen. In welke mate kan worden samengewerkt met de Franstaligen? Volgens de minister kan een vaste boekenprijs gevolgen hebben voor de Nederlandstalige boekenwinkels. Er zijn niet zoveel Nederlandstalige boekenwinkels in Brussel. Hopelijk komen er in Brussel geen neveneffecten van de vaste boekenprijs in Vlaanderen. Is het niet mogelijk om ook de Brusselse kunstenaars te promoten in het buitenland? De spreker denkt bv. aan Stromae, Arno, de dansgezelschappen, enz. De spreker vindt het verrassend dat er niets over de streetart-kunstenaars in de beleidsbrief staat. Dit is echter iets dat een extra publiek aantrekt. De spreker denkt bijvoorbeeld aan kunstenaar Bonhomme. Hoe zit het met de koepelstructuur? De minister was hier zelf pleitbezorger van, naar het Berlijnse model. Er zijn heel wat ministers bevoegd voor één of ander aspect van cultuur in Brussel. De minister sprak in zijn toelichting over het oormerken van subsidies voor lokaal cultuurbeleid. De spreker vindt dat men hierover zeer waakzaam moet zijn, opdat deze subsidies niet verdwijnen in de algemene gemeentefinanciën. In welke mate zal de aanpassing van het kunstenaarsstatuut een invloed hebben op de Brusselse kunstenaars? Gaan Brusselaars in de problemen komen als het statuut alleen aangepast wordt voor de Vlaamse kunstenaars? In welke mate zijn er topevenementen gepland in Brussel? De spreker denkt dan aan bv. het Bruegeljaar. Binnen de VGC werd er al meermaals over gesproken. Collegelid Pascal Smet is hier niet warm voor te krijgen. Nochtans is er wel duidelijk een link tussen Brussel en Bruegel. In welke mate gaat de heer Gatz, als Vlaams minister, topevenementen in Brussel laten plaatsvinden? De minister wilt nagaan wat de economische waarde is van de culturele sector. Zal Brussel ook gemonitord worden? Het zijn vooral de Brusselse culturele instellingen, naast de andere
-9sectoren, die zwaar zijn getroffen door de aanslagen van 22 maart 2016 en de eerdere lockdown. In welke mate gaat er een monitoring zijn? Is de minister bereid om naar analogie van wat er in Parijs is gebeurd, een speciaal rampenfonds op te richten? Enkele dagen na de aanslagen in Parijs was er een fonds van 4 miljoen euro, gespijsd door zowel overheid als privé-initiatieven, om specifiek de getroffen sector te ondersteunen. Deze vraag werd ook gesteld aan collegelid Pascal Smet, maar die heeft de boot afgehouden door te zeggen dat de VGC de kleinste speler is en dit niet kan doen. Heeft de minister dit besproken met zijn collega’s? De minister heeft het niet uitdrukkelijk gehad over het filmbeleid. Er werd wel verwezen naar het succesvolle regisseursduo Adil en Bilal. In welke mate zal het Vlaams audiovisueel fonds meer een rol kunnen spelen samen met Bruxellimage? Mevrouw Khadija Zamouri (Open Vld): Open Vld gelooft heel sterk in de notie van cultuur als sleutel tot verbondenheid en wederzijds begrip, vooral in een superdiverse context zoals Brussel vandaag is. Cultuur brengt mensen samen en dit blijkt ook heel duidelijk uit de beleidsnota. Open Vld vindt het goed dat Vlaams minister Sven Gatz daar veel belang aan blijft hechten. Hij wil mensen dichter bij elkaar brengen, komaf maken met de holle notie van “samenleven” en via cultuur mensen werkelijk rond gedeelde waarden verenigen en de samenhorigheid versterken. De minister heeft ook oog voor de kansengroepen in onze samenleving. De toegankelijkheid en vooral de consumeerbaarheid van cultuur moet onbelemmerd en laagdrempelig zijn. Zoveel mogelijk mensen moeten van cultuur genieten. Hij heeft dit gedaan met de ontwikkeling van het burgerkabinet waarmee hij een totaal nieuwe invulling wil geven aan cultuurparticipatie. Een fantastisch initiatief waar burgers betrokken worden in het vormgeven van het cultuurbeleid van morgen. Burgerschap bekleedt ook een belangrijke rol in de visie van de minister op cultuur als verbindmiddel. De spreker vernam via de pers dat er verschillende projecten lopende zijn waaronder ‘Mixity’, alsook het project ‘Straatburgerschap’ om burgerschap en diversiteit in onze stad te versterken en toenadering tussen de burgers uit alle geledingen te bevorderen. Wat houden deze twee projecten concreet in? Wanneer mogen we de concretisering / uitwerking van deze projecten verwachten? Welke doelen heeft de minister voor ogen met deze projecten? De rode draad doorheen de nota is de internationalisering van onze kunsten, erfgoed, film, theater en muziekfestivals. Open Vld gelooft zelf sterk in de troeven van de Vlaamse en Brusselse talenten en ze moeten daarom ook op internationaal vlak bekender worden gemaakt. Het raadslid denkt spontaan aan het regisseursduo Adil en Bilal, die momenteel in het verre Los Angeles vertoeven. Een duo dat hier in eigen land op de nodige steun kon rekenen, ook beleidsmatig, om uit te groeien tot incontournable in de Vlaamse, Brusselse filmindustrie. Zij zijn het voorbeeld bij uitstek dat ons cultureel veld, en in het bijzondere onze filmindustrie, bruist van talent en dat ook jonge mensen de kansen biedt om zich te ontplooien. Mede dankzij hun internationale carrière krijgen jonge lokale talenten een internationaal forum. Hoe kan men er voor zorgen dat andere jonge talenten bekendheid verwerven in het buitenland? Collega’s hebben destijds geopperd om culturele events of actoren te linken aan economische missies. Wat vindt u hiervan?
- 10 -
Naast internationalisering, maakt de minister ook intra muros werk van meer samenwerking met de Franstalige partners om, zoals hij zelf zei, de uitstraling van Brussel als culturele metropool te vergroten. Brussel is geen eentalige homogene stad, maar bruist van diversiteit en meertaligheid. Daarom staat Open Vld volledig achter de initiatieven om de samenwerking met de Franstalige partners te bevorderen en het gedeeld Brussels cultuurpatrimonium te versterken. Ooit was Brussel het centrum van vele kunstambachten en een smeltkroes van vernieuwende stromingen. In de 16de eeuw werkten al 16.000 mensen in de kunstambachten. Hoeveel dit er vandaag zijn, weet de spreker niet. Ook op architecturaal vlak was de hoofdstad toonaangevend. Denken we maar aan de vele artnouveau gebouwen die ons straatbeeld sieren. Brussel stond aan de wieg van het surrealisme, het symbolisme en de CoBrA-beweging. En dan gaat het enkel nog maar over de beeldende kunsten. Onze hoofdstad wordt echter vaak onderschat en miskend op cultureel vlak en in zijn culturele identiteit. De kunstcollecties in de meer dan 80 Brusselse musea, moeten daarom ook meer zichtbaarheid krijgen. Komen er initiatieven om onze kunstcollecties de nodige zichtbaarheid te geven die ze verdienen? Tot slot feliciteert de spreker de minister met zijn ambitieuze beleidsnota waarvan reeds een aanzienlijk deel gerealiseerd werd. Het verheugt haar ook dat hij steeds oog heeft voor Brussel in de uitwerking van zijn beleid en dat hij in de VGC een gelijkwaardige partner ziet om toekomstgericht Brussel, en vooral onze culturele instellingen, op de kaart te zetten. De heer René Coppens (Open Vld) wil in de eerste plaats Vlaams minister Sven Gatz feliciteren met zijn beleidsnota waarin hij concrete doelstellingen definieert. De beleidsnota is positief, optimistisch en toekomstgericht. De doelstellingen zijn ook realistisch. Het raadslid is ervan overtuigd dat de minister zal blijven investeren in ons cultuurpatrimonium. Hij heeft gezien dat de minister niet enkel oog heeft voor vernieuwing en renovatie, maar ook voor duurzaamheid, energiezuinigheid en toegankelijkheid. Hij is er ook van overtuigd dat de minister ook de kindvriendelijkheid van de infrastructuur en de gebruiksvriendelijkheid ten overstaan van mindervaliden en ouderen, niet zal vergeten. In datzelfde register maakt hij ook de interessante denkoefening over hoe leegstaande religieuze gebouwen een nieuwe invulling kunnen krijgen. Dit is een zeer goed idee. Een tweede leven als cultuur- of gemeenschapshuis, zou de spreker zeker toejuichen. De spreker waardeert ten volle de presentatie van de beleidsnota die volledig in het teken stond van de Brusselse situatie. Van een echte Brusseleir had de spreker ook niets anders verwacht. Hij onthoudt uit de toelichting, dat er meer dan ooit wordt ingezet op samenwerking; niet alleen tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC, maar ook met de Franse Gemeenschap
- 11 en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Dit benadrukt wederom het belang van Brussel als culturele hoofdstad en vergroot eveneens haar uitstraling in binnen- en buitenland.
Wat de spreker ook bijgebleven is, en wat hem verblijdt, is de aandacht voor de circuskunsten in Brussel. Het circus werd lange tijd stiefmoederlijk behandeld, maar draagt in niet onbelangrijke mate bij tot sociale cohesie, zelfontplooiing en maatschappelijke betrokkenheid. De heer Coppens kan er echter niet genoeg voor pleiten om de muren van regels en betutteling zoveel mogelijk te slopen. Creativiteit laat zich niet onderwerpen en participatie kan nooit afdwingbaar zijn. Voor cultuurmakers en -consumenten is vrijheid een absolute voorwaarde. Veel succes gewenst met de verdere uitvoering van het beleidsplan. Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA) dankt vooreerst de minister om zijn beleidsnota te komen toelichten. Zijn presentatie was heel duidelijk over wat hij met cultuur wenst te bereiken, zeker met de nodige aandacht voor Brussel. Het is een ambitieuze beleidsnota die N-VA ook steunt, maar de spreker heeft nog een aantal specifieke vragen. De minister gaf aan dat hij niet vooruit wil lopen op de moeilijke en delicate beslissingen in het kader van het Kunstendecreet. 25% à 27% van het geadviseerde budget is voor Brusselse kunstinstellingen. Dat was ook het aanvoelen van de spreker. Ze denkt dat veel culturele instellingen in Brussel een goed advies hebben gekregen. De minister heeft gezegd dat er nog ergens een ruimtemarge is die hij voor zichzelf neemt. Hoe neemt de minister deze marge? Kan dit belangrijk zijn voor de Brusselse kunstorganisaties? Sinds de 6de Staatshervorming zijn de gemeenschappen bevoegd voor de filmkeuring. De Vlaamse Gemeenschap wilt duidelijk inzetten op een modernisering van de filmkeuring. Ze wil evolueren naar een model gebaseerd op de Nederlandse Kijkwijzer. Niet alleen voor de film, maar ook voor tv-programma’s. De Franstalige Gemeenschap wilt tot nu toe niet instappen in dit verhaal. Ook de GGC zou moeten instappen in dit verhaal als de spreker het juist voor heeft. Mevrouw Van Achter heeft vernomen dat de sp.a van oordeel is dat deze materie ‘geherfederaliseerd’ moet worden, ook al is dit een federale wet uit 1920. Weet de minister of collegelid Pascal Smet hetzelfde oordeel is toegedaan? Hoe verlopen de gesprekken met hem hierover? Is er al vooruitgang geboekt? De minister wil ook inzetten op de Arthouse cinema - het filmvertoningsbeleid, de wijkbioscopen. In Brussel is er Cinematek. In hoeverre wordt de Brusselse filmscène hierbij betrokken? In de beleidsnota is er aandacht voor het galeriewezen waarbij private spelers een rol kunnen spelen bij de verspreiding en promotie van kunst. De galerieën kunnen ook als een soort van
- 12 tussenpersoon tussen verzamelaars en kunstenaars optreden. In Brussel zijn er veel galerieën. Heeft de minister hier al verdere stappen in ondernomen? De cultuurcommunicatie werd ook even aangehaald. Dat is een ballonnetje waarover in de Raad wordt gesproken. Waar wordt juist op ingezet? Er is een culturele agenda die vervat zal worden in Bruzz, wat een goed instrument is dat de Vlaamse Gemeenschap financiert. Wat is juist de bedoeling van de cultuurcommunicatie? Is het de bedoeling dat de Franse Gemeenschap mee deze agenda gaat financieren of waar wil de minister ermee naartoe gaan? De Vlaamse minister wil de nodige aandacht schenken aan een aantal gebouwen in Brussel, zoals het Kaaitheater en de Ancienne Belgique. Dit staat letterlijk in de beleidsnota. Het raadslid denkt dat deze instellingen inderdaad terecht zijn aandacht verdienen. Met betrekking tot het Kaaitheater had de spreker graag vernomen hoever het staat met de onderhandelingen voor de vernieuwing van de erfpachtovereenkomst. Is hierin al vooruitgang geboekt? Wat wordt er juist gedaan om tegemoet te komen aan hun vraag voor uitbreiding en renovatie? Er wordt gewerkt aan een eengemaakt bibliotheeksysteem voor heel Vlaanderen. Worden de Brusselse bibliotheken mee in dit verhaal opgenomen? De cultuurspreidingsnota is eigenlijk een eerste aanzet om cultuurproducties te verspreiden over Vlaanderen. De spreker denkt dat dit zich ook kan uitstrekken naar de gemeenschapscentra in Brussel. Is dit inderdaad zo? Heeft de minister hier al concrete stappen in gezet die ook van belang zijn voor Brussel? Er hebben blijkbaar gesprekken plaats om het Sint-Lukasarchief te doen overgaan in het Brusselse CIVA. Het Sint-Lukasarchief bevat een schat aan Brussels en Vlaams architecturaal en stedenbouwkundig cultureel erfgoed. Het raadslid denkt dat ze ook een kwaliteitslabel hebben aangevraagd voor hun depot. Wat vindt u ervan dat een Vlaams cultureel architectuurarchief overgaat naar het Brussels hoofdstedelijk gewest? Bent u betrokken in deze mogelijke overstap naar het CIVA? Zijn er garanties om verder de band met de Vlaamse Gemeenschap te behouden? Is daar al een antwoord op? Wat is de stand van zaken? Wat vindt de minister van deze eventuele overgang? Is hij hierbij betrokken? Zijn er garanties om de band met de Vlaamse Gemeenschap te behouden van zodra dit zich zou voordoen? Als afsluiter wenst de spreker te informeren naar het project Vlaamse meesters. Ze heeft zelf collegelid Pascal Smet meermaals aangespoord om met de VGC te werken rond het Bruegeljaar. Ze heeft onlangs de opinie van de adviseur van VisitBrussels, de heer Roel Jacobs, gelezen over het Bruegeljaar. Ze viel haast van haar stoel over de toonzetting. Helaas is collegelid Pascal Smet niet echt warm te krijgen om daar ook echt mee op in te zetten. Welke rol ziet de heer Gatz in dit mooie project voor de culturele instellingen in Brussel? De heer Jef Van Damme (sp.a) vindt het een rare manier van werken om een hele waslijst van vragen vandaag in deze commissie te stellen. Bijna alle partijen zijn in het Vlaams Parlement vertegenwoordigd, dus kunnen ze daar de nodige vragen stellen. Op het moment dat er een nieuwe Vlaamse Regering werd aangesteld, zaten velen in zak en as, maar waren velen toch blij dat er één progressieve minister in de Vlaamse Regering was binnengeslopen. Sp.a was blij met de heer Gatz als Vlaams minister, als tegengas voor de
- 13 rechtse regering die op de been werd gebracht. Sp.a had er goede hoop in, maar is ondertussen wel al een beetje met de voeten op de grond geland. In die zin dat er al een paar beslissingen werden genomen of klappen zijn gekomen die minder leuk waren, vooral voor Brussel. In het kader van het Kunstendecreet hangen er een aantal belangrijke beslissingen in de lucht. Een aantal collega’s van minister Gatz hebben de afgelopen maanden beslissingen genomen die juist het tegenovergestelde impliceren dan wat van Vlaanderen wordt verwacht, nl. het herinvesteren, investeren in Brussel. Net om tegengas te geven aan die toenemende radicalisering, maar ook de conflicten en het misverstand. De spreker denkt dat het heel waardevol is om voor elke euro die in veiligheid wordt geïnvesteerd, ook één te investeren in cultuur. Minister Gatz heeft in het begin van deze legislatuur al 10% moeten besparen via het kaasschaafsysteem, van 96 naar 86 miljoen euro voor het nieuwe kunstendecreet. Langs de andere kant werd er voor 106 miljoen euro gesubsidieerd. Er zit een gap van bijna 20 miljoen euro. Dit zal ergens opgelost moeten worden. De spreker hoopt van harte dat dat niet zal zijn in de meest kwetsbare gebieden waar juist investeringen in cultuur het belangrijkste zijn en het meest fundamenteel een onderscheid maken in de bouw van de stad die de minister ook lief is. De heer Van Damme hoopt vurig dat de minister een oplossing kan vinden voor projecten als bv. Ultima Vez, De Vaartkapoen, ... Het tegendeel zou moeilijk te verkopen zijn. Vlaams minister Hilde Crevits heeft besparingen doorgevoerd in de concentratiescholen. Vlaams minister Philippe Muyters heeft bespaard op een aantal projecten die de culturele en sociale context aan de kanaalzone versterken bv. de Foyer, Atelier Groot Eiland. Hopelijk trapt Vlaams minister Sven Gatz niet in dezelfde val. De spreker is ervan overtuigd dat minister Gatz zijn best zal doen om dat te vermijden, maar weet ook dat hij niet alleen beslist. Hopelijk kan hij wat tegengewicht bieden voor de beslissingen die door andere Vlaamse ministers worden doorgedrukt. De aanslagen in Parijs en in Brussel hebben iedereen aangegrepen. Theaters, musea en concertzalen werden hierdoor ook geraakt en het heeft een financiële weerslag op hun werking gehad. Collega Annemie Maes had het hier al over. De spreker dacht dat Vlaams minister Gatz al beloofd heeft financiële steun te voorzien. Hoever staat het hiermee? Is die steun al berekend, al opzij gezet? Over welke bedragen gaat het? Er zijn ook nog 3 andere grote uitdagingen. Ten eerste cultuurcentrum Ruysbroek. Volgens het raadslid wordt het steeds moeilijker om dit te blijven verkopen, zeker in de huidige context waarbij er overal moet worden bespaard. Blijft de minister dit project steunen? Zit het project op schema of komt de Vlaamse Regering op haar stappen terug en ziet zij in dat dit in de huidige context geen goede beslissing en geen goede investering is? De tweede belangrijke uitdaging is de infrastructurele uitdaging binnen de sector. De minister sprak hier al kort over. Gaat hij ook financiële inspanningen doen rond infrastructuur? De heer Van Damme denkt dan specifiek aan het café van De Beursschouwburg dat een goede aanvulling zou zijn op wat er gebeurt in de voetgangerszone. Daar wordt nu volop op ingezet. Als daar nu een infrastructureel verlengstuk zou bijkomen, zou dit een heel sterk signaal zijn. De minister heeft het uitgebreid gehad over de samenwerking met de Franstaligen. Dit is zeer positief. Er werd gesproken over 6 concrete projecten? Kunnen ze aan de bijlage worden toegevoegd? Zitten er nog ander concrete projecten in de pijnlijn?
- 14 De heer Paul Delva (CD&V): Vlaams minister Sven Gatz zei in het begin dat de Brusselnorm ruim wordt behaald in de culturele sector in Brussel. Dit komt niet zomaar uit de lucht gevallen, maar is het gevolg van de uitstekende keuzes die werden gemaakt door opeenvolgende regeringen. De aanwezige minister doet dit nog steeds en hiervoor wenst de CD&V-fractie hem te feliciteren. Het culturele aanbod in Brussel vanuit Vlaanderen is zeer goed verankerd in de stad, leeft ook organisch in de stad en geniet heel veel appreciatie van mensen met een andere taal en cultuur. Dit is iets wat gekoesterd moet worden. In de beleidsnota valt te lezen dat de minister dit ook wil blijven doen. Vlaams minister Sven Gatz wil met betrekking tot de kunsten graag afstemmen met de Franstalige Gemeenschap en met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er werden een aantal voorbeelden gegeven zoals bv. de steun aan BKO/RAB, samenwerking rond cultuurcommunicatie en in het kader van het culturele samenwerkingsakkoord. Is er buiten deze 3 aangehaalde voorbeelden nog een andere manier van samenwerken, een meer structurele werking? Heeft de minister structurele overlegmomenten met zijn collega’s van de Franse Gemeenschap om op een ruimere manier die samenwerking gestalte te geven wat het cultuurbeleid betreft. Flagey is belangrijk in Brussel. Kan de minister een tip van de sluier oplichten over de manier waarop Flagey de komende jaren verder zou kunnen werken? Zijn er momenteel een aantal moeilijkheden met partners die mee subsidiëren? Hoe ziet de minister dit verder evolueren? De heer Delva vindt het niet eenvoudig om het erfgoedbeleid in Brussel concreet gestalte te geven. Als hij het goed heeft, gaat het over het roerend erfgoedbeleid. Hoe ziet de minister op dit vlak de samenwerking met de Franse Gemeenschap? Is dat iets wat hij nastreeft? Hoe moet dit in de praktijk gebeuren? Aan welke pistes denk de minister om het erfgoedbeleid in Brussel verder uit te bouwen? Welke partners krijgen hier een plaats in? Het participatiedecreet wou de participatie aan cultuur bevorderen. Het heeft een hele lange, gecompliceerde weg afgelegd. De werking van een aantal verenigingen wordt nog gesubsidieerd zoals bv. Globe Aroma. Het cultuurparticipatiedecreet heeft het moeilijk gehad omdat er, volgens studies, 2 grote vectoren zijn om jongeren naar cultuur te lokken nl. het onderwijs en de gezinsomgeving. Welke specifieke acties onderneemt de minister om cultuurparticipatie, onder andere voor kansengroepen, te stimuleren in Vlaanderen en Brussel? Er is een prachtig cultureel aanbod in Brussel. De culturele huizen zien erg af ingevolge de aanslagen van 22 maart 2016. Ziet de minister, in zijn hoedanigheid van minister van Cultuur en van Brussel, een mogelijkheid om bijkomend zijn schouders te zetten onder een nog sterkere communicatie rondom alles wat er in Brussel gebeurt op cultureel vlak richting Vlaanderen. De spreker sluit zich aan bij de heer René Coppens inzake de vraag naar minder betutteling. Hij sluit zich ook aan bij de vraag van mevrouw Van Achter betreffende het Bruegeljaar. Er is hier meer enthousiasme voor binnen de Raad van de VGC dan bij het bevoegde collegelid. Wat is de mening van de Vlaamse minister hierover?
- 15 Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V) wil het net zoals de heer Coppens hebben over het investeren in de kwaliteit van de cultuurinfrastructuur met betrekking tot toegankelijkheid. Zijn er op dit ogenblik projecten in Brussel op vlak van toegankelijkheid? Hoe werkt de aanwezige minister hiervoor samen met de Vlaamse Gemeenschapscommissie? Er is een akkoord over een andere organisatie van de Vlaams-Marokkaanse culturele samenwerking. De minister spreekt ook over een andere locatie. Hopelijk blijft dit een locatie binnen Brussel. Kan de minister hier vandaag iets meer over vertellen? Opmerkelijk in dit dossier is ook dat de VGC er tot nu toe geen enkele link mee heeft. Kan er in de toekomst een rol worden weggelegd voor de VGC? Dergelijk centrum is zeker op zijn plaats in Brussel. Een band met de VGC is misschien ook de moeite waard. Bestaat de kans dat dit project op termijn kan uitgroeien tot een ‘meerculturenhuis’? Graag een stand van zaken hierover. De Citroënsite is eind 2015 aangekocht door de Brusselse Hoofdstedelijk Regering met de bedoeling er een museum voor moderne en hedendaagse kunst in onder te brengen. Heeft de aanwezige minister interesse om hierbij betrokken te worden, bv. via het ter beschikking stellen van kunst uit de Vlaamse kunstcollecties? Of is er misschien een andere manier van betrokkenheid bij de culturele ontwikkeling van dit pand? Deze site is zeer cruciaal in de stadsontwikkeling van Brussel. Vlaams minister Sven Gatz zal, zoals de werking van de Samenwerkingscommissie het voorschrijft, de vragen informatief beantwoorden. Enkele raadsleden stelden vragen over de rol van de VGC in het Kunstendecreet en daarom wordt de procedure uitgelegd. Organisaties konden vorig najaar hun dossier indienen. Dat is altijd een spannend moment voor de sector. Het is een soort catch-22 situatie waarbij de sector meerjarenzekerheid, voor 5 jaar, wil krijgen. De talrijk ingediende dossiers werden voorgelegd aan de beoordelingscommissies. De beoordeling gebeurde op basis van het decreet waarop de organisaties intekenden, maar ook op basis van de visienota die vorig voorjaar door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd. Deze visienota legt de nadruk op onder andere de regionale spreiding en de disciplinaire spreiding. Men vreesde dat deze insteek tot bepaalde scheeftrekkingen in de disciplines zou leiden. Dit bleek echter niet uit de ingediende dossiers. In feite is het evenwicht tussen de verschillende disciplines dat blijkt uit de ingediende dossier, zeer gelijklopend met de huidige situatie op het terrein. Los van het feit dat het zwaartepunt in de 3 grote steden blijft liggen, ontwikkelt zich in positieve zin een bepaalde culturele- of kunstscène in andere centrumsteden. Dat is een vrij recente ontwikkeling. Er werd naar gestreefd om de beoordelingscommissies gedifferentieerd samen te stellen zodat kritiek op het feit dat men enkel door hypergespecialiseerden beoordeeld werd, vermeden werd. Dossiers worden nog steeds door experten en gelijken beoordeeld. Elke kunstdiscipline heeft een aantal commissieleden of juryleden die tot zijn groep behoorden. Er waren eveneens beoordelaars uit het breder kunstenveld.
- 16 Er werd een dubbel mechanisme ingesteld. Men kon een eerste beoordeling krijgen naargelang het ingediende dossier. Indieners kregen de kans na de eerste beoordeling een repliek te geven indien hun dossier niet in orde was. Ze konden vervolgens een tweede beoordeling krijgen. Dit is toegepast door veel instellingen. Na het indienen van dossiers door de kunsteninstellingen kwamen de steden en de VGC aan bod. De minister dacht in het begin dat de gesprekken met de steden teveel een “verplicht intermediair gedeelte” zouden zijn, maar ze waren zeer zinvol. De minister acht het belangrijk dat in een uiteindelijke afweging men rekening houdt met accuraat beoordelingswerk én dat het primaat van de politiek kan spelen. Dat is een zeer moeilijk, maar niet onmogelijk evenwicht. Het was zeker zinvol dat de VGC de blinde vlekken aanduidde die na het advies nog overbleven. De minister zal het verslag van dat gesprek na 30 juni 2016 bezorgen. Dat behoort tot de openbaarheid van bestuur. De Vaartkapoen is zeker ter sprake gekomen, maar er waren ook nog andere. Alles werd zinvol becommentarieerd. De minister kan de definitieve beslissingen in deze vergadering nog niet meedelen uit respect voor de sector. Het Kaaitheater werd nooit erkend als grote kunstinstelling. Het zal misschien voor een volgende keer zijn. Het is voormalig minister Paul Van Grembergen die de logica voor de erkenning als grote kunstinstelling heeft vastgelegd. Zo moet bv. de basisinfrastructuur een bepaald niveau hebben. Op dit moment zijn er 7 grote kunstinstellingen erkend. Als de minister een getal moet plakken op het aantal organisaties die erkend zouden kunnen zijn, komt hij op 15. Het Kaaitheater was sterk ontgoocheld en was een goede kandidaat, maar bij deze procedure moet men zich niet zelf kandidaat stellen. Men wordt uitgekozen. Er is echter geen groot verschil als men door de Vlaamse Gemeenschap is erkend. Die erkenning betekent niet dat alles in kannen en kruiken is. Integendeel, de verantwoordelijkheden worden groter. Als erkende instelling moet men zich o.a. meer openstellen ten aanzien van kleinere spelers. Er werden ondertussen 2 stappen gezet om aan te geven dat het Kaaitheater een zeer sterke Brusselse speler is op kunstvlak. Ten eerste werd snel ingespeeld op de mogelijke verlenging van de erfpacht waardoor het Kaaitheater zekerheid krijgt voor het komende decennium. Daarnaast worden een aantal specifieke vragen van het Kaaitheater onderzocht. De vragen hebben o.m. betrekking op theatertechnieken en de toneeltoren, de incorporatie van een klein gebouwgedeelte dat behoort tot de Citroënsite waardoor een betere logistieke binnenweg wordt gecreëerd, een grotere zaal met een capaciteit van 200 personen. Deze vragen worden onderzocht en de voorstudie verloopt gunstig. Voor de vraag met betrekking tot de Citroënsite zou men zich moeten richten tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het is nu wachten op hun Masterplan om nadien concreter aan de vraag te kunnen voldoen. Minister Gatz heeft het zo niet begrepen dat het Sint-Luckasarchief in het CIVA opgaat. Men zoekt wel een fysieke hergroepering van beide instellingen op een nieuwe plek waar de autonome werking van beide instellingen verder gehandhaafd kan blijven. Dat kan het Citroëngebouw worden. Over de aanvraag van het kwaliteitslabel van het depot heeft de minister geen actuele informatie.
- 17 -
Er werden al informele contacten gevoerd met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest over deze en andere instellingen, maar het is wachten op het Masterplan. Wat de Beursschouwburg betreft, rees inderdaad de vraag om het Beurscafé naar de voorkant over te brengen. Daarnaast stond tevens een uitschuifbare tribune in de grote zaal op de verlanglijst. De minister heeft geopteerd om voorrang te geven aan de laatste vraag omdat de uitvoering sneller gerealiseerd kan worden. Het kan ook de algemene artistieke flexibiliteit ten goede komen. Het beschikbaar stellen van de Vlaamse kunstcollectie voor een museum voor Moderne Kunst in Brussel, is zeker de moeite waard, maar eerst moet de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering worden afgewacht m.b.t. de Citroënsite. De Vlaamse Gemeenschap is in ieder geval wel bereid om tot bepaalde samenwerkingen te kunnen komen. Er wordt vanuit het beleidsdomein Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap, steun gegeven aan Pulse, een overkoepelende vzw die alles wat met ecologie te maken heeft in de kunstensector, ondersteunt. Momenteel wordt nagegaan aan welke initiatieven/instellingen de 15 miljoen euro middelen voor cultuur in 2017 kunnen worden besteed. Dit totaalbedrag is bestemd voor Vlaanderen en Brussel. Het moet wel gaan om projecten die minder klimaatbelastend zijn. Er is een principieel akkoord met de eigenaar van het gebouw waarin Daarkom is gehuisvest. Hierdoor kan de Vlaamse Gemeenschap zich, tegen minder belastende voorwaarden dan oorspronkelijk voorzien, terugtrekken uit het gebouw. Het zal de Vlaamse Gemeenschap nog geld kosten, maar minder. De spreker bedankt de eigenaar voor zijn inschikkelijkheid. De doelstelling is nog steeds het project per 1 september 2016 stop te zetten. De minister weet niet of dit helemaal zal lukken. In het najaar volgt de doorstart van Daarna, dat een meer bescheiden onderdak zou kunnen vinden in de Steenstraat, naast de AB. Er is wat renovatiewerk nodig want het pand beschikt enkel over een receptiezaal. De grootste bekommernis betreffende Daarkom is dus eerst de correcte liquidatie van de vzw, zodat dit jaar nog met een aantal projecten kan gestart worden die de inhoudelijke werking verderzetten. In de loop van volgend jaar kan gekeken worden of de VGC bepaalde projecten of een bepaald partnerschap daarin kan opnemen. Dit is zeker bespreekbaar. Daarna is de beste uitvalbasis voor wat de Vlaamse Gemeenschap wil uitbouwen als project. De Vlaamse Regering zal veel minder middelen in bestaffing en centrale werking steken waardoor meer geld ter beschikking komt voor projecten in Brussel en Vlaanderen. Flagey doet het zeer goed en profiteert van de dynamiek die ontstaan is uit de samenwerking met het Brussels Philharmonic. Momenteel is de Vlaamse Gemeenschap in nauw overleg met de Federale Overheid over Flagey en is er enige waakzaamheid geboden. In de pers stond te lezen dat er een aantal middelen teruggetrokken zullen worden. Dat gebeurde al gedeeltelijk. De Federale Overheid heeft wel naar de argumenten van de Vlaamse Gemeenschap geluisterd, maar men moet ervoor zorgen dat dat de volgende jaren zo blijft. De concrete aanvatting van het dossier van het Koninklijk muziekconservatorium nadert. Er wordt een planning voorzien voor de aanvang van de werken. De spreker zal hier schriftelijk informatie over geven.
- 18 -
Voor het mogelijke nieuwe cultuurcentrum in Ruisbroek loopt er een haalbaarheidsstudie, die niet onmiddellijk zal afgerond zijn. Wat de literaire samenwerking betreft, is Passa Porta een aangewezen mogelijke partner. Voorlopig is er geen sprake van een vaste boekenprijs. Er is wel een gereglementeerde boekenprijs in aantocht. Dit betekent dat een korting bij verkoop niet hoger mag zijn dan 10% gedurende 6 maanden. Dit is kort samengevat de kern van het ontwerp dat nu bij de Raad van State en naar de Strategische Adviesraad van de Vlaamse Gemeenschap voor cultuur ligt. Ondertussen is hierover ook overleg met de Franse Gemeenschap, om tot een werkbaar vergelijk te komen. Het aantal gekochte boeken in Nederlandstalige boekenwinkels in Brussel is nog niet de hoogte ingegaan. De effecten van de gereglementeerde boekenprijs moeten worden afgewacht. De gereglementeerde boekenprijs treedt in januari in werking en zal worden geëvalueerd. De grootwarenhuizen zijn echter minder tevreden over de aanpak van dit dossier. De spreker neemt de opmerkingen van de aanwezigen over het meer inzetten op, of meer zichtbaar maken van Brusselse kunstenaars in het buitenland, zeker mee. Hij verwijst naar de studie die Kunstenpunt heeft gedaan over Brussel als kunstenstad. Dit kan bij het verslag worden gevoegd. Er waren ook vragen over de overlegkoepelstructuur van alle ministers bevoegd voor Cultuur in Brussel. De minister heeft regelmatig bilaterale contacten met zijn collega’s. Daarnaast vinden er ook interministeriële vergaderingen tussen deze ministers plaats. Een overleg met de 8 samen kwam nog niet zo vaak voor. Soms worden vergaderingen uitgebreid tot het federale niveau bv. als het gaat over het kunstenaarsstatuut. Hier is de Vlaamse Gemeenschap niet voor bevoegd. Het Bruegeljaar kwam ook aan bod. De Vlaamse overheid wenst met de heropening van het KMSK actief in te zetten op het herdenkingsjaar. Er wordt ook nagegaan welke rol het Kasteel van Gaasbeek daar mogelijk in zou kunnen spelen. Uit contacten met minister Sleurs blijkt dat de federale instellingen onderzoeken wat er voor de herdenking van Bruegel kan gebeuren. De minister wil zich wel ter beschikking stellen als bemiddelaar om de programma’s onderling af te stemmen. Voorlopig loopt de voorbereiding niet van een leien dakje. De leiding van de federale wetenschappelijke instelling staat bovendien enigszins ter discussie. Hopelijk krijgt de viering van Bruegel een goede uitstraling. De spreker begrijpt wel het standpunt van collegelid Pascal Smet. Het VGC-collegelid kan een aantal dingen doen als tussenpersoon, maar als cultuurverantwoordelijke binnen de VGC is hij iets minder gevat in deze aangelegenheid. Met betrekking tot de lock down en de aanslagen in Brussel volgt de Vlaamse Regering momenteel een procedure die een gelijkenis vertoont met de werking van het Rampenfonds. Op basis van dossiers wordt geraamd wat het inkomstenverlies is en welke schade werd geleden. Dit is niet gemakkelijk uit de jaarrekeningen en jaarverslagen te halen. Er moet ook een bepaalde tegensprekelijke procedure zijn voor de grotere Vlaams Brusselse instellingen om de omvang van de schade te bepalen.
- 19 Inzake het filmbeleid loopt een vlotte samenwerking. Het Vlaams Audio Visueel Fonds (VAF) onderhoudt goede contacten met Bruxellimage. Na een reeks administratieve overlegvergaderingen staan we voor wat betreft de filmkeuring nu aan de vooravond van een concept dat mediaplatform-neutraal is zodat er niet enkel aan een film- of bioscoopkeuring an sich wordt gedacht. Met de kijkwijzer iconografie kan duidelijk worden gemaakt voor wie de film is geschikt. Het Kenniscentrum mediawijsheid wil ouders de nodige info en tools geven. Men wil de filmliefhebbers meer autonomie geven in wat ze wensen te zien. Ze krijgen wel een bepaalde waarschuwing. Maar ouders hebben natuurlijk de eindverantwoordelijkheid in de opvoeding. Minister Greoli zit hierover op dezelfde lijn als de spreker. Het heeft er alle schijn van dat er goede stappen kunnen worden gezet in het eerder beschreven systeem. De GGC zit op dezelfde lijn. Er zijn geen principiële bezwaren. In de Franse Gemeenschap twijfelt men of men het eerst voor bioscopen alleen operationeel zal maken en daarna pas voor het geheel. De Vlaamse Gemeenschap gaat dadelijk voor het geheel. Het samenwerkingsmechanisme wordt hier op zijn uiterste limieten getest. De administratie van de Vlaamse Gemeenschap heeft de verschillende werkwijzen in kaart gebracht en vastgelegd in een powerpoint-presentatie die aan de VGC-raadsleden kan worden bezorgd. De minister begrijpt wat de heer Delva wil zeggen als hij het heeft over erfgoed en de samenwerking met de Franstaligen. Misschien kan het een optie zijn, wel te bespreken met de VGC, om bij de ondersteuning die de VGC nu krijgt voor het convenant, de Franse Gemeenschap te betrekken. De minister dankt de heer Delva voor de suggestie. Binnen het Participatiedecreet zijn er 7 projecten op Brussels grondgebied die worden ondersteund. Daarnaast is er het Paspartoe-debat. De minister blijft een believer. Dergelijk instrument kan aangepast of uitgebreid worden. Het kan ook nog evolueren want het heeft zijn volledige doelstelling nog niet bereikt in alle sectoren. De discussies over de groepsmogelijkheden zijn aan de orde in het Vlaams Parlement. De Paspartoe is in ieder geval een goed instrument voor het bereiken van kwetsbare mensen. De communicatiestrategie na de aanslagen is een tweeledig verhaal. Er zijn heel veel grote en kleine campagnes die de voorbije maanden het licht hebben gezien. De sterke campagnes blijven over. Nu ligt er een combinatie van 2 communicatiecampagnes voor die volgens de minister het verschil kunnen maken. Sprout to be Brussels lijkt een langer leven beschoren te zijn dan de andere campagnes. We zullen dit na de zomer zien. De Vlaamse overheid heeft ook middelen gegeven aan deze campagne. Het is een campagne die duidelijk appelleert aan wat er nu is gebeurd, maar tegelijkertijd het potentieel heeft om in normalere omstandigheden verder te kunnen evolueren. Daarnaast is er het door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Cocof, de Franse en Vlaamse Gemeenschap aangekondigde “Mixity-jaar”. Dat heeft eerder een inhoudelijke grondslag en is niet alleen gericht op Brusselaars. Het gaat evenzeer over het uitdiepen van wat diversiteit in
- 20 Brussel allemaal is en kan zijn. VisitBrussels zal vanaf een bepaald stadium deze thematiek buiten België proberen te vermarkten. Zolang we in de 1 op 1 situatie zitten, is een meerculturenhuis minder evident. Na de oproep van nieuwe projecten, kan er misschien gekeken worden wat er kan veranderen. De minister staat hier niet afkerig tegenover, maar hij is gebonden aan een bepaalde verdragstekst met Marokko. De informatie rond het straatburgerschap is fel gekoppeld aan het jeugdthema. Aangezien het vandaag niet gaat over jeugd, zal hier niet verder op worden ingegaan. Mevrouw Zamouri sprak over de koppeling van culturele events of actoren aan economische missies. Dit gebeurt nu al gedeeltelijk en kan nog verder worden uitgewerkt. Er moet wel een goed evenwicht worden gevonden ten opzichte van de culturele autonomie van gezelschappen of kunstenaars. De minister gelooft ook dat de plannen van de Federale Regering over de tax shelter van de podiumkunsten kunnen helpen. De fiscale aftrekbaarheid van externe private financieringen bij het voorbereiden van podiumkunsten en podiumproducties, zal normaal gezien een realiteit zijn vanaf 2017. Dit heeft een invloed op de uitstraling en speelreeksen verspreid over Vlaanderen. Met het nieuwe erfgoeddecreet zet Vlaanderen in op een meer gezamenlijk beheer van de kunstcollecties. De verzelfstandigingsplannen van minister Sleurs ten aanzien van de Koninklijke Wetenschappelijke instellingen gaan in dezelfde richting. Er moet worden nagegaan welke bruggen kunnen gebouwd worden. Als men alle publieke collecties over de gemeenschappen en gewesten heen bekijkt, is dit gigantisch. België staat in de top 3 van grote kunstlanden. De vraag is hoe men alles beter op mekaar afgestemd krijgt. Deze oefening is gestart in Vlaanderen en zal enkele jaren duren. De minister kijkt ook altijd naar Brussel voor samenwerking. De herbestemming van religieuze gebouwen is een gewestelijke aangelegenheid. Binnen de Vlaamse Regering is minister-president Geert Bourgeois bevoegd en worden momenteel gesprekken gevoerd. Over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan de minister zich niet uitlaten. De regeldruk naar beneden krijgen door de inkanteling van de sectordecreten in de VGC– dotatie om daardoor de planlast te verminderen, is een streefdoel Er is een tussentijdse rapportage om het vrijwilligerswerk in Vlaanderen, en voor een deel in Brussel, eenvoudiger te maken. Er wordt geprobeerd de regels te verminderen en het statuut eenvoudiger te maken. Er lopen gesprekken met de federale overheid. Dit project wordt samen met minister-president Geert Bourgeois gecoördineerd. De positionering van alles wat er gebeurt na de eerste release van films in grote bioscopen, wordt momenteel met het VAF bekeken. Er werden een aantal studies uitgevoerd. Er wordt gezegd dat Vlaanderen minder actief is voor het Art House cinema circuit in vergelijking met Groot-Brittannië en Nederland. Dit klopt wel. Er wordt onderzocht hoe deze cinema’s kunnen geholpen worden. In tegenstelling tot Nederland en Groot-Brittannië hebben wij wel een uitgebreid netwerk van culturele centra en gemeenschapscentra. Het tweede vertoningscircuit neemt eigenlijk de plaats van deze Art House cinema’s in. Er wordt zeker niet minder film gekeken.
- 21 -
De minister heeft nog geen bijkomende informatie over zijn voornemens inzake het galeriewezen. Dit zal eerder voor 2017 zijn. Op het vlak van cultuurcommunicatie in Brussel volgt nog voor de zomer een overleg met de cultuurverantwoordelijken van de 2 gemeenschapscommissies en VisitBrussels. Dit overleg is tweeledig. Men wil enerzijds de uitwisseling van culturele data over wat er allemaal te doen is op gebied van cultuur in Brussel vanuit het perspectief van VisitBrussels en CultuurNet vergroten en volledig maken. Dit geldt eveneens langs Franstalige kant. Belangrijk is om een uitwisseling van gegevens te realiseren die groter is dan vandaag. In 2de instantie wordt ook nagedacht over wat de overheden nog gezamenlijk kunnen ondernemen op het vlak van cultuurcommunicatie in Brussel. De omvorming van de Agenda van Bruzz zit hier ook in vervat. De minister is hier niet rechtstreeks voor verantwoordelijk. Dat behoort tot de autonomie van de vzw. De bedoeling is hopelijk te komen tot een nieuw evenwicht met minstens een even grote uitstraling van het gezamenlijk cultuuraanbod zoals het vandaag is. Men mag niet vergeten dat de Vlaamse Gemeenschap ooit een initiatief heeft genomen via Agenda van Brussel Deze Week. Dat was heel nobel vanuit het Vlaams voluntarisme. De nieuwe situatie moet beter zijn dan de huidige, die zeker niet slecht is. Wat de minister betreft kan een eengemaakt bibliotheeknetwerk worden uitgebouwd samen met Brussel. Het bibliotheeknetwerk is een gemeenschapsaangelegenheid. Inzake cultuurspreiding werkt de Vlaamse overheid aan een traject samen met de vereniging van de Vlaamse cultuurcentra. In 2017 zal gekeken worden wanneer de inkanteling van de provinciale bevoegdheden in de Vlaamse overheid kan gebeuren. In Vlaanderen is er een streekgebonden cultuurbeleid. Concreet betekent dit dat het lokaal cultuurbeleid in Vlaanderen naar de gemeenten werd overgeheveld. De komende jaren zal er tevens een regionaal cultuurbeleid worden uitgebouwd. Waar men een regionaal cultuurbeleid wilt voeren, heeft dit een grotere impact in nietstedelijke gebieden. In Brussel is er echter al een samenwerking via Cultuurcentrum Brussel en de 22 gemeenschapscentra. Hier wordt al een bepaalde complementariteit nagestreefd. Minister Gatz zal zijn uiterste best doen om Brussel te geven wat Brussel toekomt met betrekking tot het Kunstendecreet. Voorlopig ziet dit er niet te slecht uit. Meer kan de minister hierover nog niet vertellen. De situatie van Brussel ten aanzien van Antwerpen en Gent zal zeker niet worden gewijzigd. De spreker wil zeker tegenspreken dat de Vlaamse overheid niet investeert in Brussel. De Vlaamse overheid investeert in cultuur, inburgering, onderwijsinfrastructuur, enz. De investeringen vanuit Vlaanderen in Brussel zijn zeker niet stilgevallen. In het kader van de culturele samenwerkingsakkoorden zal de minister een lijst van 22 projecten bezorgen. Raadslid Annemie Maes (Groen) dankt de minister voor zijn uitvoerige antwoorden. Het was belangrijk dat de raadsleden een aantal detailvragen konden stellen. De beleidsbrief
- 22 bestrijkt een periode van 5 jaar en er is toch een aanzienlijk financiële input vanuit Vlaanderen in Brusselse culturele instellingen. De spreker kijkt uit naar de bijlagen en zal in het volgende Uitgebreid Bureau voorstellen om ook de Beleidsbrief Jeugd en de Beleidsbrief Media in een Samenwerkingscommissie te bespreken. Ze is ook blij te horen dat de contacten met de Franstaligen goed verlopen. Belangrijk is ook dat de minister steun geeft aan projecten van BKO/RAB. BKO en RAB hebben vanuit de sector een aantal jaren geleden aanbevelingen gedaan in hun Cultuurplan. In dit plan werd aangehaald dat communicatie, net zoals de minister zei, essentieel is. De sector vraagt om in Brussel op een meer gecoördineerde, eenvoudigere manier aan cultuur te kunnen doen. De spreker moedigt de minister aan om hierin verdere concrete stappen te zetten. Ten slotte is de spreker verbaasd dat er beleidsmatig weinig aandacht en interesse is voor street art. Hoe kan vanuit Vlaanderen de street art in Brussel worden ondersteund? Mevrouw Cieltje Van Achter (N-VA) wil de minister uitdrukkelijk bedanken voor zijn antwoorden. Ze is blij dat ze al haar vragen heeft kunnen stellen en verduidelijkende antwoorden heeft gekregen. Collega Van Damme mag de belevenis van vandaag als goed voorbeeld gaan doorvertellen aan collegelid Pascal Smet. Naar aanleiding van een vraag om uitleg in de Commissie voor Cultuur, Jeugd en Sport in het Vlaams Parlement kan minister Sven Gatz een overzicht bezorgen van street art initiatieven. Mevrouw Brigitte Grouwels (CD&V) wil eveneens de minister bedanken voor zijn heel concrete, uitvoerige en soms informele antwoorden. Kan de minister duiden in welke Brusselse cultuurhuizen werd geïnvesteerd inzake toegankelijkheid? Vlaams minister Sven Gatz zal een schriftelijk antwoord bezorgen.
De verslaggevers, Annemie MAES
De voorzitter, Carla DEJONGHE