STUK 568 (2014-2015) – Nr.1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD
ZITTING 2014-2015
22 APRIL 2015
HOORZITTING VLAAMSE SCHOLIERENKOEPEL
SAMENVATTEND VERSLAG uitgebracht namens de Commissie voor Onderwijs en Vorming door de heer Bruno DE LILLE
Hebben aan de werkzaamheden deelgenomen: Vaste leden: de heer Bruno De Lille, voorzitter, de heer Fouad Ahidar, de heer Paul Delva mevrouw Liesbet Dhaene, mevrouw Khadija Zamouri 1337
2
Dames en heren, Op woensdag 22 april 2015 ontving de Commissie voor Onderwijs en Vorming de Vlaamse Scholierenkoepel vzw. De Commissie maakte kennis met de doelstellingen, de werking en de prioriteiten opgenomen in het Memorandum van de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK) en besloot de vergadering met een gedachtewissel. De heer Bruno De Lille, commissievoorzitter verwelkomt de vertegenwoordigers van de Vlaamse Scholierenkoepel. Voor de Vlaamse Scholierenkoepel voerden het woord: mevrouw Anneleen Vermeire en de heer Jort Ory, stafmedewerkers onderwijsbeleid en de heer Jordy Mankasi-Kiaku, scholierenbestuurder en leerling van het Sint-Pieterscollege Jette. Zij bedankten de Raad omdat ze werden uitgenodigd voor een hoorzitting en drukten de hoop uit dat het niet bij deze ene ontmoeting zou blijven.
I.
Presentatie
1. Inleiding VSK wil ervoor zorgen dat àlle scholieren betrokken worden in het onderwijs(beleid) en werkt daarom steeds meer in Brussel en met Brusselse scholieren. Omdat de Vlaamse Gemeenschapscommissie met onderwijs bezig is, en meer bepaald verantwoordelijk is voor het Nederlandstalig onderwijs in Brussel, vindt VSK het belangrijk om goede contacten met de Brusselse politici te onderhouden. Daarom stel VSK graag zijn werking voor. Omdat in hun memorandum ook de vragen van duizenden scholieren staan, zullen ze ook daar kort naar verwijzen. Want die vragen van scholieren worden voor hen belangrijke uitgangspunten de komende jaren. VSK gelooft dat ze voor politici eveneens interessant zijn. 2. Werking van VSK De heer Jordy Mankasi-Kiaku stelt eerst en vooral de Vlaamse Scholierenkoepel graag even voor. Wie zijn zij? De Vlaamse Scholierenkoepel vzw (VSK) is de netoverschrijdende koepel van leerlingenraden en de officieel erkende spreekbuis van de scholieren. VSK is een vereniging voor en door scholieren uit het secundair onderwijs en wil ervoor zorgen dat scholieren betrokken worden in het onderwijs(beleid). VSK is ervan overtuigd dat goed onderwijs wordt gerealiseerd met jongeren. Leerlingenparticipatie is erg belangrijk voor de Vlaamse Scholierenkoepel. Leerlingenparticipatie versterken is hun missie. VSK zet elke dag alles op alles om de stem van jongeren in ons onderwijs sterker te maken en doet dat op 3 manieren. - Omdat ze geloven in jongeren ligt het bestuur van de eigen organisatie volledig in handen van scholieren - ze versterken de stem van leerlingen op school en op lokaal niveau - ze zorgen ervoor dat leerlingen een sterke stem hebben bij het onderwijsbeleid
3 2.1 Participatie in de eigen organisatie. Omdat VSK gelooft in leerlingenparticipatie, trekken ze dit principe volledig door naar hun eigen werking. Om het in eenvoudige woorden te zeggen: jongeren zijn baas bij VSK. 3 keer per jaar nemen 28 verkozen leerlingen van de Algemene Raad beslissingen over de organisatie: bv. over de financiën, de beleidsplanning en de groei van de organisatie. Ze komen dan een hele zaterdag samen om te vergaderen. Jordy Mankasi-Kiaku mag als lid van de Algemene Raad mee beslissingen nemen voor de organisatie. Een 9-tal zaterdagen op een jaar is voorzien voor de RADAR. RADAR verenigt scholieren vanuit heel Vlaanderen en Brussel uit verschillende studierichtingen en onderwijsvormen. Dat is ook zo bij de Algemene Raad. Op de RADAR-vergaderingen is iedereen welkom en wordt gediscussieerd over onderwijsthema’s. VSK gaat 3 keer per jaar op weekend met de RADAR. Het startweekend in oktober organiseren ze altijd in Brussel, bij JES vzw in Molenbeek. Dat doen ze bewust. Ze werken als organisatie letterlijk middenin Brussel en ze vinden het belangrijk dat hun vrijwilligers Brussel van dichtbij leren kennen. 6 leerlingen worden verkozen als vertegenwoordigers van de Raad van Bestuur. Zij vergaderen om de drie weken samen. Lora Hasenbroekx is de voorzitster en gaat in het KA Koekelberg naar school. 2.2 Participatie op school en op lokaal niveau De tweede manier waarop VSK de stem van leerlingen in het onderwijs sterker wil maken, is door de participatie van jongeren op school en op lokaal niveau te verstevigen. Ook op deze manier wordt specifiek naar Brusselse scholieren gewerkt. De leden van VSK zijn leerlingenraden. Er zijn ongeveer 1100 Nederlandstalige scholen, daarvan zijn 750 leerlingenraden aangesloten bij VSK. 33 daarvan zijn Brusselse leerlingenraden. Dat is een mooi aantal. Elke leerlingenraad is anders, elke school pakt het op een verschillende manier aan. VSK speelt daarop in. Waarom is leerlingenparticipatie zo belangrijk voor VSK? Een school die leerlingen betrekt bij zijn of haar beslissingen een beter gedragen beleid heeft en leerlingen heeft die liever naar school gaan. Leerlingen veel leren door te participeren. Dat is interessant voor nu en later. Zo worden ze betrokken burgers. Verandering van onderuit moet komen. Daarom wil VSK leerlingen sterker maken zodat ze echt dingen in gang kunnen zetten op school. VSK heeft een heel eigen visie op leerlingenparticipatie. VSK doet zelf dan ook al heel wat om leerlingenparticipatie op school en op lokaal niveau te versterken: vormingen geven aan verschillende leerlingenraden, trajecten begeleiden, sessies geven op pedagogische studiedagen, lokale overlegmomenten organiseren … Hoe doet VSK dat, inspraak van leerlingen op school verhogen? Twee medewerkers gaan voortdurend naar scholen en geven vormingen en workshops aan leerlingen. Dat kan gaan over leren vergaderen, plannen, onderhandelen, maar ook over teambuilding, meningen vragen... Ook als een school geen leerlingenraad heeft of als dit niet de juiste formule is, dan komt VSK ter hulp. - Evenementen organiseren Zo organiseert VSK Actiedagen: dat zijn 4 dagen waar telkens 100 leerlingen uit de leerlingenraad bij mekaar komen voor vormingen en uitwisselingsmomenten. Leerlingen die in de schoolraad zitten krijgen ook een vormingsdag. Hier komen ook zo’n 60 leerlingen met
4 hun begeleiders naartoe. VSK organiseert eveneens uitwisselingen tussen begeleiders van de leerlingenraad (leerkrachten). Voor alle vormingen en evenementen werken ze met ellenlange wachtlijsten. Ze vrezen dat die wachtlijsten in de toekomst nog langer zullen worden. - Vormingen en trajecten organiseren VSK gaat naar de scholen voor specifieke begeleiding. Deze vormingen variëren van vormingen van 1 dag tot trajecten waarbij 6 keer naar de school wordt gegaan om de inspraak van leerlingen te verhogen. Zo bouwt VSK iets duurzaams op, in heel Vlaanderen en Brussel. VSK bereikt heel wat Brusselse scholen via vormingen, trajecten en evenementen. Ze ondersteunden de voorbije 3-4 jaar op die manier een 20-tal Brusselse scholen voor gewoon deeltijds en voltijds en voor buitengewoon secundair onderwijs. - Steeds meer focussen op Brussel Maar dat mocht natuurlijk nog een pak meer zijn. En dat is waar VSK dan ook probeert op in te zetten. VSK zoekt meer en meer naar manieren om nog actiever aan de slag te gaan rond leerlingenparticipatie in Brussel. Waarom? VSK merkt dat jongeren met een andere nationaliteit minder actief participeren op school. Allochtone meisjes blijken zelfs het minst te participeren op school. VSK krijgt vaak vragen van leerlingen uit Brusselse scholen over het gebrek aan inspraak. Ook het ‘samenleven in diversiteit’ zorgt voor vraagtekens. Scholieren getuigen bovendien over het gebrek aan ontmoeting en dialoog tussen jongeren uit verschillende groepen of van verschillende afkomst op de scholen. Jongeren vertellen ook over frustraties, spanningen en conflicten, niet alleen tussen leerlingen en leerkrachten, maar ook tussen leerlingen onderling. Er zijn getuigenissen van racisme en discriminatie. Diversiteit is bij VSK altijd een grote prioriteit geweest. Met die prioriteit wil VSK echt aan de slag gaan. Hoe doen ze dat? VSK zet momenteel alles op alles rond 2 specifieke projecten in Brussel en met Brusselse scholen en scholieren: ‘trajectbegeleidingen’ en ‘lerend netwerk’. Trajectbegeleidingen Begin 2015 startte een projectmedewerker van VSK met trajectbegeleidingen rond leerlingenparticipatie in 11 scholen voor gewoon secundair onderwijs in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het geld voor 2015 voor dit project komt van het Federaal Impulsfonds voor het Migrantenbeleid. Wat de middelen voor 2016 betreft, is het koffiedik kijken. Via deze trajectbegeleidingen wil VSK leerlingenparticipatie vorm geven, helemaal op maat van de school en op maat van de leerlingenpopulatie. De bedoeling is dat er op elke school op het einde van het jaar (2015) een of andere vorm van leerlingenparticipatie structureel aanwezig is en dat in de scholen alle leerlingen echt de kans krijgen om te participeren, wat hun achtergrond of nationaliteit ook is. Voor VSK als organisatie is het interessant om via deze trajecten de eigen kennis en vaardigheden rond leerlingenparticipatie – en dan in het bijzonder in scholen in de grootstad – te versterken en hun contacten in Brussel te verbeteren.
5 De resultaten van de 11 trajectbegeleidingen zullen ze samenbrengen in een eindproduct, waar nog over wordt nagedacht. Ze willen uitgebreid verslag uitbrengen van de trajecten en van de methodieken die ze binnen de trajectbegeleidingen gebruikt en uitgewerkt hebben. Ze geloven dat zijzelf en anderen er op die manier heel erg veel uit kunnen bijleren. Ze wisselden hierover ook al informatie uit met het OCB. Lerend netwerk VSK zet volgend schooljaar 2015-2016 in op de uitbouw van een lerend netwerk over leerlingenparticipatie en diversiteit met een aantal Brusselse scholen. Dat traject is volop in voorbereiding samen met het Onderwijscentrum Brussel en het Agentschap Integratie en Inburgering. Waarom zo’n leertraject? VSK las in recent onderzoek dat 1 op 3 Brusselse jongeren een moslimachtergrond heeft. De school komt bijgevolg op verschillende manieren onder druk te staan vanuit religieus-culturele overwegingen. Ook door wat scholieren zelf vertellen, merkte VSK dat diversiteit in Brusselse scholen een veelbesproken onderwerp is, maar dat de problemen niet altijd even bespreekbaar zijn op school zelf. VSK wil met dit leertraject diversiteit bespreekbaar maken. En dat willen ze doen door mensen, zowel leerlingen als anderen op school, effectief samen te brengen en met elkaar in gesprek te laten gaan. De deelnemers aan deze gesprekken zijn twee scholieren per school en één begeleider die zicht heeft op het schoolbeleid (dat kan gaan over een ervaren leerkracht, de pedagogisch directeur, de graadcoördinator, een leerlingenbegeleider …). VSK wenst een zicht te krijgen op hoe scholen in een grootstad het samenleven in diversiteit vorm geven en wil ontdekken wat de ervaringen en ideeën van leerlingen rond leerlingenparticipatie en diversiteit op school zijn. VSK opteert ervoor thema’s te bespreken die in Brussel aanwezig en zichtbaar, maar vaak niet bespreekbaar zijn. Het kan dan gaan over onder andere levensbeschouwing op school, ontmoeting tussen jongeren op school, discriminatie en racisme, thuistaal op school. Zo hopen ze dat de deelnemers aan het leertraject van elkaar kunnen leren en dat leerlingen zelf kansen krijgen om te groeien en om sterker te worden. Uiteraard leven deze thema’s evenzeer in scholen in andere (groot)steden. De conclusies van het leertraject wil VSK via een eindrapport aan alle scholen van het Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel bezorgen. - VSK ondersteunt ook leerlingenparticipatie op lokaal niveau Op lokaal niveau ondersteunt VSK de leerlingen in een aantal LOP’s, zowel rechtstreeks – via een leerlingenwerking op maat – als onrechtstreeks, via contacten zoals bv. met een jongerenwerking die deel uitmaakt van het LOP. De engagementsverklaring ‘diversiteit als meerwaarde’ zorgt er immers voor dat leerlingen een stem krijgen in de Lokale Overlegplatformen wanneer het gaat over gelijke onderwijskansen. Elk LOP moet op zoek gaan naar een methode die ervoor zorgt dat de stem van
6 leerlingen gehoord wordt. De begeleiding en ondersteuning van de participatie van leerlingen aan de LOP-werking is daarom onmisbaar. VSK zorgt voor deze ondersteuning via een begeleider diversiteit. De begeleider maakt in het LOP van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werk van onrechtstreekse vertegenwoordiging van scholieren door de ondersteuning van een vertegenwoordiger van D’Broej vzw in het LOP. De begeleider organiseert tevens regelmatig ontmoetingen met de vertegenwoordigers van de niet-onderwijspartners in het LOP secundair van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Op die manier zorgt hij ervoor dat de deelname en de participatie van deze niet-onderwijspartners in het LOP versterkt wordt en dat er afgestemd wordt over specifieke dossiers, zoals bijvoorbeeld de inschrijfregels en de capaciteit van Brusselse scholen. Als er in de toekomst beslist wordt over het vorm geven van lokaal overleg en lokaal beleid, moet de garantie van leerlingenparticipatie blijven bestaan. 2.3 Participatie aan het beleid VSK is de officieel erkende spreekbuis van alle scholieren secundair onderwijs in Vlaanderen en Nederlandstalig secundair onderwijs in Brussel. Als VSK over een bepaald thema een standpunt wil innemen dan trekt het naar scholen – toertertoe’s. Ze vragen gedurende een of twee lesuren de meningen van leerlingen over een specifiek onderwerp. Ze gaan ook regelmatig in gesprek met de leerlingen in de LOP’s en zorgen ervoor dat ze steeds een representatieve groep leerlingen spreken. Er wordt ook langsgegaan in Brusselse scholen, onder meer in de aanloop van de opmaak van het memorandum. Daarnaast kan een leerling zijn/haar mening kwijt aan VSK op de jaarlijkse Inspraakdag waar 100 scholieren in dialoog gaan met belangrijke onderwijsverantwoordelijken. Dit schooljaar zorgde VSK ervoor dat Brusselse leerlingen en leerlingen die minder snel participeren omdat de drempel om hun mening te geven vaak te hoog is, konden deelnemen aan de inspraakdag. VSK werkte samen met Time-Out Brussel. In totaal waren er leerlingen van 28 scholen aanwezig waarvan 5 Brusselse. Het Scholierencongres is een plek waar leerlingen met mekaar in gesprek gaan over onderwijs. In 2013 organiseerde VSK een scholierencongres in het halfrond van het Brussels Parlement met 100 scholieren over het thema ‘onderwijs en de toekomst’. VSK bundelde nadien de meningen van scholieren in een visietekst. Op dit evenement waren leerlingen uit 4 Brusselse scholen vertegenwoordigd. Soms organiseert VSK in Brussel jongerenwerkgroepen om een specifiek thema te bespreken, bv. op een woensdagnamiddag. Zo gingen scholieren van VSK begin dit jaar in gesprek met jongeren van Time-Out Brussel over racisme en discriminatie. Met dergelijke initiatieven proberen VSK en Time-Out Brussel niet alleen jongeren te horen over belangwekkende thema’s, maar ze eveneens op een duurzame manier met elkaar samen te laten werken. Hoe brengt VSK deze meningen naar buiten? De meningen van scholieren worden samengebracht in standpunten en adviezen voor het onderwijsbeleid. Het is essentieel dat deze standpunten tot bij de juiste mensen komen. VSK zetelt in de VLOR en doet hard zijn best om de stem van scholieren door te drukken. VSK gaat op bezoek bij minister Guy Vanhengel en zijn kabinet, bij minister Hilde Crevits en bij
7 haar kabinetsmedewerkers, bij politici (we gaan dan langs bij de politieke partijen of worden uitgenodigd voor een hoorzitting in het Vlaams Parlement of bij de VGC), bij beleidsmakers, de onderwijsinspectie. Er wordt gepraat met vakbonden, inrichtende machten, pedagogische begeleidingsdiensten, schepenen van onderwijs … Om de stem van scholieren ook tot bij de Brusselse beleidsmakers te brengen, kreeg deze hoorzitting vorm. Op studiedagen geeft VSK lezingen en TED-talks. Dat is dé ideale manier om haarfijn uit te leggen hoe leerlingen het zien. Uiteraard worden deze presentaties gegeven door leerlingen zelf. En last but not least: VSK haalt geregeld de pers en is actief op de sociale media. Zo wordt een breed publiek bereikt. Het is van cruciaal belang dat leerlingen op de hoogte zijn van hun rechten en plichten. Omdat niet alle informatiekanalen toegankelijk en verstaanbaar zijn voor scholieren, richtte VSK www.rechtenopschool.be op, waar leerlingen hun rechten en plichten kunnen terugvinden. Decreten en bepalingen worden vertaald in jongerentaal. De site wordt vaak bezocht. Jaarlijks krijgt VSK een 150-tal rechtenvragen binnen. In het eerste kwartaal van 2015 merkte men zelfs een verdubbeling ten opzichte van het jaar voordien. 3. De prioriteiten van scholieren: het VSK-memorandum VSK bevroeg vorig schooljaar meer dan 3000 scholieren met de vraag ‘waar moeten de nieuwe minister van Onderwijs en andere beleidsmakers echt werk van maken na de verkiezingen’? Die vraag werd besproken op de VSK-Inspraakdag in het Vlaams Parlement, tijdens klasdiscussies, en op de speelplaatsen, op het Scholierencongres, op vergaderingen met de scholieren van VSK. VSK vroeg de meningen van scholieren in een online-enquête en nam ook alle klanken en vragen van scholieren van de afgelopen jaren mee. Het resultaat van al die momenten werd neergeschreven in het memorandum. Dit memorandum telt 6 hoofdstukken: de 6 thema’s die scholieren het belangrijkste vinden als het gaat over onderwijs. Bij elk thema horen concrete vragen van scholieren, zowel voor beleidsmakers als voor scholen. Het memorandum is gericht aan de minister, de Vlaamse Regering en het Vlaams Parlement. Het kan ook een boeiende inspiratiebron kan zijn voor het beleid in Brussel. Thema 1: de leerkracht De leerkracht is een cruciale persoon voor scholieren. Sterk onderwijs kan niet zonder sterke leerkrachten. Scholieren vragen gemotiveerde leerkrachten, want de leerkrachten maken het of kraken het. Als de lat voor leerlingen hoog moet liggen, mogen zij van de leerkrachten toch hetzelfde verwachten. Scholieren vragen uitdrukkelijk dat de school naar hen luistert als het gaat over de evaluatie van leerkrachten. Zij zijn ervaringsdeskundigen. Zij komen dag in dag uit met leerkrachten in contact en willen het vertrouwen krijgen om hun zegje te doen over hoe ze de leerkrachten en hun lessen ervaren. Hoe dat moet gebeuren is voer voor overleg, want het moet ook eerlijk gebeuren. Thema 2: pesten De helft van de leerlingen geeft aan minstens af en toe gepest te zijn. Voor scholieren is het genoeg geweest. Het is hoog tijd om van pesten echt een topprioriteit te maken. Veel scholen werkten een gezondheidsbeleid uit, met regels rond snoep en frisdrank. Maar dit beleid houdt te weinig rekening met de mentale en persoonlijke aspecten. Scholieren vragen dat scholen evenzeer focussen op hun mentaal welbevinden. Samen met leerlingen een antipestbeleid op poten zetten, past perfect in een gezondheidsbeleid. Anti-pestacties moeten
8 aansluiten bij de leefwereld van de scholieren en op maat zijn van hun school. Grote, geldverslindende campagnes met een polsbandje en een poster zijn onpersoonlijk en werken niet in elke school. Het moet anders. Scholieren willen een krachtige en persoonlijke aanpak. Thema 3: inspraak Inspraak is echt een topprioriteit voor scholieren. Een school waar geluisterd wordt naar leerlingen en waar leerlingen ook écht iets te zeggen hebben, is een school waar leerlingen zich goed voelen. Leerlingen hebben recht op inspraak. Maar het frustreert hen dat vaak praten zonder dat er oprecht naar hen geluisterd wordt. Of, dat ze hun mening niet mogen geven over de plaats waar ze zoveel uur per dag doorbrengen. Nochtans hebben leerlingen meer dan genoeg suggesties om het schoolgebeuren in te vullen. Zij zijn de experts als het gaat over dingen die op hen betrekking hebben, zij zien vaak wat directeurs en leerkrachten niet zien. Maar het recht op inspraak van scholieren is te vaak een recht dat enkel op papier bestaat en niet in de praktijk wordt omgezet. Een cruciale schakel voor jongeren is de directeur. Het is de persoon die er voor zorgt dat inspraak voor jongeren op school ook echt iets te betekenen heeft. De directeur moet mee willen. De persoonlijkheid en ingesteldheid van de directeur spelen een doorslaggevende rol. Wil de directie niet mee? Dan is inspraak meer schijninspraak dan echte invloed op wat er op school gebeurt. VSK benadrukt in het memorandum sterk de rol van directies. Directies hebben al heel lang wettelijke participatieverplichtingen maar zien dit vaak niet als een prioriteit. Thema 4: schoolregels en straffen Dit gaat over 3 dingen: bespreekbare schoolregels, preventie en bemiddeling en duidelijkheid van de wetgeving. 1. Scholieren hechten veel belang aan goede schoolregels en -afspraken. Sommige regels bestaan al heel lang en worden door directie en leerkrachten niet meer in vraag gesteld. Bij een vraag erover, krijg je vaak te horen dat “dat gewoon zo is”. Willen scholieren regels bespreekbaar maken, dan horen ze vaak van de directie dat het niet mogelijk is. Hier stellen scholieren zich vragen bij. Er moet ruimte zijn voor verandering. 2. Bij grote conflicten, bijvoorbeeld bij het overtreden van de leefregels of conflicten over een evaluatiebeslissing, vragen scholieren correctie informatie over hun rechten. Ze willen eerlijk behandeld worden en de kans krijgen hun verhaal te doen bij een neutrale persoon. Als het escaleert, grijpen scholen vaak naar schorsingen. Scholieren betwijfelen of een schorsing leerlingen echt helpt en de juiste oplossing is op lange termijn. Zij geloven meer in een preventieve aanpak en in bemiddeling. 3. Het decreet over de rechtspositie van de leerlingen werd vorig jaar aangepast. VSK merkt ook dat er nog heel wat onduidelijkheid is over de preventieve schorsingen. De wetgeving is onvoldoende bekend en dat baart zorgen.
Scholieren vragen inspraak bij het opstellen en bijsturen van schoolregels en informatie over hun rechten en plichten. Scholieren geloven ook dat bemiddeling als manier om met conflicten om te gaan, verder onderzocht moet worden. Thema 5: Diversiteit op school Het 5e thema vertrekt van de vaststelling dat jongeren de diversiteit in de samenleving wel op straat ervaren, maar niet altijd in de klas. Er zijn scholen met veel kansarme en weinig kansarme leerlingen, scholieren merken dat er weinig ontmoeting en dialoog is tussen jongeren uit verschillende groepen, van verschillende afkomst of sociale klasse op de scholen.
9 Er is vaak een mentale en soms zelfs fysieke scheiding tussen leerlingen van de verschillende onderwijsvormen en studierichtingen. Jongeren vertellen ook over frustraties, spanningen en conflicten, niet alleen tussen leerlingen en leerkrachten, maar ook tussen leerlingen onderling. Er zijn getuigenissen van racisme en discriminatie. Scholieren vragen om werk te maken van ontmoeting, van dialoog en om thema’s als levensbeschouwing, thuistaal, racisme en discriminatie aan bod te laten komen op school en ook een plaats te geven op school. VSK heeft zelf al een eerste stap gezet en nam met de website www.sfeeropschool.be een waardevol initiatief. Die site werd ontwikkeld met betrokkenheid van scholieren en werd vorig schooljaar voorgesteld aan het grote publiek. De site kan inspiratie bieden voor het beleid om werk te maken van sfeer en ontmoeting op school. Thema 6: leren op school Ambitieus onderwijs voor iedereen is voor alle jongeren uit alle onderwijsvormen een prioriteit. Leerlingen willen hun eigen leren in handen nemen en willen lessen met een link met de realiteit en de praktijk. Scholieren vragen dan ook naar keuzevakken en praktijkervaringen voor alle richtingen. De leerkracht in de klas heeft hier een taak. Er moet ook ruimte zijn voor de ondersteuning van scholen die het moeilijk hebben om leerwinst te realiseren en kwaliteitsvol, ambitieus onderwijs te bieden. Bovendien moeten ook leerlingen die de kans krijgen om hun leerloopbaan zelf mee in handen te nemen, ondersteund worden. Keuzes aanbieden is een ding, leerlingen keuzevaardig en zelfbewust maken is iets anders. Nu kan niet iedereen daarvoor rekenen op dezelfde mogelijkheden en ondersteuning. VSK hoopt dat ook in Brussel de ideeën van scholieren betrokken worden als er gewerkt wordt aan initiatieven rond leeradvies en –begeleiding. Een gesprek met de inspectie staat op het verlanglijstje.
II.
Bespreking
De heer Fouad Ahidar dankt de sprekers voor de boeiende uiteenzetting en het uitstekende Memorandum dat ze opstelden. Hij herkent er soms zijn eigen kinderen in. Eén van zijn kinderen is lid van de VSK. De spreker heeft een aantal vragen en opmerkingen. Een eerste over de motivatie van de leerkrachten. VSK zegt dat gemotiveerde leerkrachten cruciaal zijn. Heeft VSK een zicht op het aantal leerkrachten dat uitvalt omwille van allerhande problemen? De spreker las dat 10% van alle leerkrachten (130.000 in totaal) niet actief is omwille van zeer uiteenlopende (gezondheids)redenen. Het gaat dus over 13.000 mensen en dat is heel veel. Vaak gaan zij om financiële redenen te vroeg terug aan de slag in hun school en dat is problematisch. Een tweede bemerking gaat over pesten. Pesten blijft een probleem. De spreker zal opnieuw collegevoorzitter Guy Vanhengel interpelleren om te zien wat de resultaten zijn van de initiatieven die voor een paar jaar werden genomen om het pesten in te dijken. Het VGCcollege ziet de ernst van het probleem zeker en vast in en zette al verschillende stappen in de vorige legislatuur om dit aan te pakken. Vervolgens vraagt de heer Ahidar naar een concreet voorbeeld van wat VSK met scholieren besprak en kon veranderen in een (of meerdere) scholen. Is dat al gelukt of niet? De heer
10 Ahidar denkt dat het niet gemakkelijk is om de methodes die een directie van een school al vele jaren hanteert, te veranderen/verbeteren. Ook al komt VSK misschien met plezantere, hippere, modernere en constructieve ideeën, echt iets veranderen moet niet gemakkelijk zijn. Tot slot heeft de spreker nog een vraag over diversiteit. Heel wat meisjes hebben problemen met het hoofddoekenverbod op school. Is daar over al een gesprek geweest tussen VSK en de minister of de sector? Mevrouw Khadija Zamouri bedankt op haar beurt de vertegenwoordigers van VSK. Zij kreeg in het Vlaams Parlement vaker de kans om jongeren vanuit VSK mee te kunnen begeleiden, onder meer in commissies. Nu krijgt ze de ruggengraat te zien van VSK. VSK is blijkbaar een goed georganiseerde vzw, maar de kracht van vrijwilligers is enorm soms en mag toch ook niet worden onderschat. Ze zal de vragen van collega Ahidar niet opnieuw stellen, want toevallig hebben ze vaak dezelfde vragen. Ze herhaalt toch nog even de eerste vraag van collega Ahidar: op welk domein heeft VSK een doorbraak kunnen forceren en effectief iets kunnen veranderen? Het is altijd leuk om een succesverhaal te horen. Daaraan gekoppeld wil ze weten wat de huidige advieskracht van VSK is, in het licht van het juist gehoorde pleidooi voor adviesrecht. Blijkbaar heeft VSK geen adviesrecht. De uiteenzetting begon met de naam van de organisatie: Vlaamse Scholierenkoepel. En direct werd gezegd: maar wij werken ook in Brussel. Dat is de eeuwige doodsteek. Maak niet dezelfde fouten als de politici, want het moet later toch gerectificeerd worden. Kan dit nu niet van in het begin de Vlaamse en Brusselse Scholierenkoepel heten? Er werd gezegd dat van de 750 VSK-leden er 33 Brusselse zijn. Heeft VSK een overzicht van de variatie van die 33 scholen inzake onderwijsaanbod en spreiding? Dat zou interessante informatie zijn om na te gaan of de participatie evenredig is. De foto’s van VSK-activiteiten die in de powerpoint-presentatie opgenomen werden, waren in het begin, toen het over de verkozen scholieren in VSK-structuren ging, geen toonbeelden van diversiteit. Maar het werd beter naarmate het over grotere activiteiten ging: inspraakdag, scholierenparlement… Dit noopt mevrouw Zamouri tot de vraag naar het profiel van de verkozen scholieren. Wie zijn dat meestal? Slagen de verkozen scholieren er in om maximaal de leerlingen te beluisteren? Alle leerlingen? Of hoeveel procent? Er zijn natuurlijk altijd betrokkenen die geen interesse hebben. Bij de passage over diversiteit in de presentatie, was de spreker verbaasd. Mevrouw Khadija Zamouri zou graag weten welk 11 scholen de trajectbegeleiding volgen. Dat kan nadien worden toegevoegd aan het verslag. De middelen zijn afkomstig van het Federaal Impulsfonds voor Migranten. Zijn dat dan 11 scholen met een migrantenconcentratie? Tegelijk wordt gezegd dat er een terugkerende vraag is van scholieren die diversiteit belangrijk vinden. Zij zeggen: wat we op straat zien is niet wat in onze scholen zit. Dat is bizar. Het is interessant dat de jongeren willen dat daar wordt over gesproken. Bij wijze van anekdote zegt mevrouw Zamouri dat ze ooit was uitgenodigd door een school voor een voordracht over diversiteit. Zij was bij die activiteit de enige persoon van allochtone origine. En dat in een school die zich bevond middenin een migrantenbuurt. Dat moet je kunnen. De aandacht voor pesten is zeer terecht.
11 Verder is de spreker blij dat de VSK-voorzitter een scholier van het KA Koekelberg is, de school waar ze vroeger les gaf en de gemeente waar ze woont. De link met Time-Out is super, evenzeer dat er één persoon lid werd. Het gaat om jongeren die uit de boot vallen en die een harde boodschap krijgen. Ook de samenwerking met OCB verdient lof. De heer Paul Delva heeft een aantal vragen, waarvan er enkele aansluiten bij die van mevrouw Zamouri. Hij begreep het volgende : inspraak en participatie zijn cruciaal voor VSK en er dan zijn er een aantal leerlingen die interesse hebben voor die dingen, soms vanuit leerlingenraden, en van daaruit de stap zetten naar VSK. De spreker kan zich inbeelden dat tal van leerlingen geen hoge pet op heb hebben over inspraak en participatie. Wat doet VSK om ook die leerlingen warm te maken voor participatie in de waardevolle zaken die hier werden opgesomd? De verleiding zou kunnen bestaan om te werken met het geïnteresseerde groepje leerlingen dat in elke school aanwezig is. De spreker veronderstelt dat VSK een zo breed mogelijk spectrum voor ogen heeft en zoveel mogelijk scholieren wil bereiken. Achteraan in het Memorandum leest de heer Delva dat er dik 700 leerlingenraden zijn aangesloten bij VSK. Hoeveel leerlingenraden zijn niet aangesloten bij VSK? Waarom niet? Wie bepaalt of een leerlingenraad zich aansluit of niet: leerlingenraad, directie, inrichtende macht? Stijgt het aantal VSK-leden? Wat is de geografische spreiding over Vlaanderen en Brussel van die 700 leerlingenraden? Zijn alle onderwijstypes ongeveer evenredig verdeeld? Tot slot merkt de heer Delva op dat zowel hij als mevrouw Zamouri voordien zetelden als Vlaams parlementslid en de kriebels kregen als het ging over activiteiten in de 5 provincies. Hij noteert dat met het VSK-project Switch naar de 5 provincies werd getrokken en hij hoopt dat ze ook naar Brussel zijn gegaan. Het is allemaal niet belangrijk en futiel, maar het moet van in het begin duidelijk zijn dat er naast de 5 provincies ook nog een fantastische stad bestaat: Brussel. De heer Bruno De Lille, commissievoorzitter benadrukt dat het gevraagde cijfermateriaal mag nagestuurd worden en dan later wordt toegevoegd aan het verslag. Mevrouw Liesbet Dhaene onderstreept dat zij het waardeert dat VSK zijn werking wilde komen voorstellen aan de VGC. Zij is onder de indruk van de gedrevenheid en de professionele aanpak. Hoe ziet VSK het om concreet te kunnen werken aan de mentale gezondheid van de scholieren? De vraag naar gemotiveerde leerkrachten is terecht, maar de aanpak is complex. Heeft VSK concrete voorstellen? Hetzelfde voor de externe bemiddeling. Hoe ziet VSK dat in de praktijk? Wie zou dan bemiddelen? Hoe breed ziet VSK de leerlingenparticipatie op school? Gaat het enkel over beslissingen die de leerlingen aanbelangen of gaat het ook over de schoolorganisatie? Voor de rest sluit de spreker zich aan bij de vragen gesteld door de collega’s. De heer Bruno De Lille, commissievoorzitter, voegt er nog een aantal vragen aan toe. Hoe wordt VSK in de scholen ontvangen door directiecomité en lerarenkorps? Is dat met open
12 armen? Of wordt de VSK aanwezigheid als iets vervelends ervaren, in de stijl van ‘die leerlingen gaan nu nog meer van hun tak maken en we hebben het al zo lastig ’? Hoe staan de scholen tegenover VSK en merkt men daar een evolutie in? Hoe wordt er voor gezorgd dat de VSK-aanwezigheid niet als een bedreiging wordt gezien, maar als iets waar de school beter van wordt? Een volgende vraag spitst zich toe op de Brusselse situatie. De VGC heeft beperkte onderwijsverantwoordelijkheid in Brussel. Wat zijn de specifieke vragen voor Brussel die op de agenda zouden moeten geplaatst worden en waar de commissie VSK zou kunnen mee helpen? Mevrouw Anneleen Vermeire, stafmedewerker VSK, zegt dat ze geen concreet zicht hebben op het aantal leerkrachten dat thuiszit of toch voor de klas staat met depressie, burnout…. Er werden hierover inderdaad al cijfers gepubliceerd in de media. Wat VSK weet, is dat leerlingen heel vaak melden dat er leerkrachten buiten strijd zijn omwille van burn-out e.d. of uitgeblust voor de klas staan. Het was echter een krachtig signaal dat VSK niet kon negeren. VSK doet zijn best zoveel mogelijk leerlingen kwantitatief te bevragen, daar kunnen de VGC-raadsleden op vertrouwen. Vandaar dat het probleem opgepikt werd. Natuurlijk doen tal van leerkrachten het goed voor de klas, dat beseffen de scholieren ook, maar de uitzonderingen hebben wel gevolgen voor hen. Hoe gaat VSK concreet tewerk in verband met de motivatie van leerkrachten? VSK probeert een gesprek te laten tot stand komen tussen leerlingen en schooldirecties over een probleem en gaat na of er kan geleerd worden van anderen, bv. van bedrijven. Hoe kan coachend gewerkt worden met mensen, wat met de carrièreperspectieven? Het zijn dergelijke thema’s die overlopen worden. Het bespreekbaar maken van het betrekken van leerlingen bij de evaluatie van leerkrachten is ook een punt. Via de koepels probeert VSK de directies nog meer te bereiken om dit uit te dragen. Het is natuurlijk heel schoolafhankelijk. De anti pestmaatregelen zijn inderdaad belangrijk. Het thema kwam aan bod in het recente gesprek met collegevoorzitter Guy Vanhengel die de problematiek erkent. Mogelijk komt er in het najaar een gesprek tussen scholieren en de heer Vanhengel. Het is fijn te ervaren dat de VGC-raadsleden de prioriteit van het bestrijden van pestgedrag delen. Wat de concrete realisaties van VSK betreft, is een mooi voorbeeld dat VSK vorig jaar een wijziging aan het decreet inspraak en participatie uit de brand sleepte. Daar is VSK fier op. Het ging gepaard met veel strijd en lobbywerk. Er wordt hard gewerkt om ook andere aspecten bespreekbaar te maken en te verbeteren: evaluaties, huiswerkbeleid, werkdruk, examenroosters, toetsdata… Het staat in een onderzoeksrapport dat VSK schreef. Dit wordt ook besproken met schooldirecties. Het gaat over kleine dingen die het leven van de scholieren aangenamer maken. VSK is inderdaad professioneel bezig en telt 9 personeelsleden. Zij verzetten zoveel werk als mogelijk en proberen zaken in beweging te brengen. Het gaat natuurlijk over heel veel scholen. Een volgend thema is diversiteit. Wat het debat over al of niet een hoofddoekenverbod betreft, kunnen rondetafels over levensbeschouwelijke kentekens op school het debat aanzwengelen. Dit werd al doorgepraat met de Vlaamse minister en met de koepels. De diverse onderwijs-
13 partners zouden daarover in gesprek moeten gaan, zowel op schoolniveau als op beleidsniveau. Voorlopig wordt gefocust op Brussel, maar er wordt stilaan ook verder gedacht. De heer Jort Ory, VSK-stafmedewerker, antwoordt op de vragen inzake de representativiteit van VSK. Het is een hele uitdaging om met een kleine organisatie zoveel mogelijk scholieren te bereiken, die vanzelfsprekend diverse interesses hebben. Om niet alleen de happy few geëngageerde leerlingen te bereiken, komt VSK uit zijn kantoor in Brussel en gaan de medewerkers de baan op. VSK probeert op zoveel mogelijk manier zoveel mogelijk verschillende participatievormen te introduceren, niet enkel in grote mooie zalen, maar ook in de klas, op de speelplaats… Vorig jaar werden tentjes opgezet op speelplaatsen om de jongeren op een laagdrempelige manier te kunnen ontmoeten. Het profiel van de Algemene Raad van VSK is divers. Niet onmiddellijk qua kleur, maar dat is slechts 1 aspect van diversiteit. Dat de leerlingen zeer verschillende achtergronden hebben is natuurlijk niet op een foto te zien. Ze hebben echt hun eigen profiel. Ook dat is diversiteit. Dat is niet altijd gemakkelijk. BSO-leerlingen zijn bv. minder gemakkelijk te engageren in het weekend want ze moeten vaak stage lopen. Daarom wordt er voor gezorgd dat de vergadermomenten zo open mogelijk zijn. Geografisch is de spreiding redelijk, alleen ligt het in Limburg en West-Vlaanderen iets moeilijker om lokaal iets op te zetten. Maar het wordt wel geprobeerd. Als de pure ledencijfers geanalyseerd worden, dan komen we uit op 755 leerlingenraden die lid zijn op 1.100 scholen. Het zijn de leerlingenraden zelf die om aansluiting vragen, misschien soms wat aangemoedigd door de directie. De scholen die niet via een leerlingenraad zijn aangesloten bij VSK vormen een blinde vlek. Vermoedelijk zijn daar leerlingenraden, want er sluiten zich nog altijd leerlingenraden aan die VSK niet kent. Wat er in die scholen gebeurt, daar heeft VSK geen zicht op. VSK is vragende partij voor een algemeen onderzoek ten gronde naar de inspraak en participatie in de middelbare scholen in Vlaanderen en Brussel, 10 jaar na het eerste participatiedecreet. Wie wordt betrokken in Brussel? De 11 Brusselse scholen van de trajectbegeleiding zijn het resultaat van een open oproep. Het is een divers pakket, zowel qua onderwijstype als geografisch. De overzichtslijst zal worden bezorgd aan de griffie. De goodwill van de directie is onontbeerlijk om dit te laten slagen. Dat klinkt fatalistisch, maar bij trajectbegeleiding is de eerste vereiste dat de directie er achter staat. Wat de vraag in verband met de externe bemiddeling betreft, is het de bedoeling dat dit een conflict kan ontmijnen voor het ontspoort. VSK is volop bezig na te gaan wat er onder de term ‘extern’ valt. Kan de bemiddelaar iemand van de school zijn om laagdrempelig te zijn? Maar eigenlijk mag hij/zij er niet in dienst zijn, want dan is het niet meer extern. Dat is niet evident. Het Kinderrechtencommissariaat neemt dit nu al op, voor zover dit kan. Over de naam Vlaamse Scholierenkoepel, die al 15 jaar bestaat, is intern al veel gedebatteerd. Misschien kan het gewoon Scholierenkoepel worden, wie weet. De heer Fouad Ahidar vraagt of in verband met het aanpakken van pestgedrag een pestwijzer werd ingesteld op de site van VKS. Wordt er ook rond Facebook gewerkt? Facebook kan zowel positief als negatief werken. Veel scholieren worden via Facebook gepest.
14 De heer Jort Ory, stafmedewerker VSK, antwoordt dat in de gesprekken met scholieren dat het pesten via de sociale media een item is dat heel erg leeft. Via de site van VKS kunnen scholieren hun mening of klacht kwijt. Er werd reeds over gedebatteerd met het bestuur, maar er worden meerdere discussiemomenten gepland. Op het digitale luik wordt zeker verder ingezet. Mevrouw Anneleen Vermeire, stafmedewerker VSK, geeft tekst en uitleg over de opbouw van de inspraak op scholen, die zich afspeelt op 3 niveaus: informeren, nadenken, doen. Dat verloopt volgens een piramidale structuur: informeren is voor de brede basis, minder leerlingen willen nadenken over hoe verandering kan teweeg worden gebracht op school en een heel kleine groep wil ook iets doen om de verandering gestalte te geven. VSK probeert op elk van deze 3 echelons te werken. De leerlingenraad is niet de enige insteek om rond participatie te werken. Soms wordt aan alle leerkrachten tegelijk gevraagd een kwartier van hun lesuur vrij te houden voor het behandelen van 1 vraag en een korte discussie. Een klein groepje leerlingen verzamelt deze meningen en gaat er verder mee. Maar zo hebben ze wel de mening van eenieder op school. Er wordt gezocht naar manieren om iedereen te betrekken. VSK vindt het zijn taak om mogelijkheden te bieden om te participeren. Tot slot zegt de spreker dat VSK meestal met open armen worden ontvangen op school. Scholen kunnen op een aanbod intekenen, maar VSK vraagt ook om leerlingen te kunnen bevragen en zelden wordt hun vraag afgewimpeld. Alle onderwerpen kunnen besproken worden, ook de inrichting van schoolgebouwen bv. Collegevoorzitter Vanhengel wil de leerlingen betrekken bij de bouwplannen van 2 nieuwe middelbare scholen in Brussel. Het gaat dus ver. Maar er is geen gegarandeerd adviesrecht voor leerlingen in de scholen. VSK weet dat naast de 5 provincies ook Brussel bestaat. Dat tonen ze aan door hun verzoek om gehoord te worden in de VGC en door hun specifieke trajecten in Brussel. Concreet vraagt VSK aan Brusselse politici om hun trajecten in Brussel, die stoppen eind 2015, nadien verder te kunnen zetten. Een discussie met leerlingen over leerlingenbegeleiding, Brede School, bestrijden van schooluitval, Time-out… kan een meerwaarde bieden. VSK heeft daar een advies over zelfs. Een overleg met scholieren waar ook raadsleden aan deelnemen zou zeker interessant zijn, o.m. over capaciteit. De heer Bruno De Lille polst of er contacten zijn met een Franstalige tegenhanger. Of bestaat die niet? Mevrouw Anneleen Vermeire, stafmedewerker VSK, meldt dat er contacten zijn. Langs Franstalige kant zijn 2 eerder kleine organisaties actief. De ene houdt zich met de belangenbehartiging bezig en de andere met het vormingswerk. De heer Paul Delva komt nog eens terug op de niet-leden van VSK. Op 1.100 scholen wordt 1 op 3 niet bereikt omdat ze niet zijn aangesloten. Dat is vrij veel. De heer Jort Ory, stafmedewerker VSK, zegt dat dit juist is met betrekking tot de koepelfunctie die VSK opneemt. Op het vlak van spreekbuis van alle scholieren, worden alle scholen via meerder wegen benaderd. Wie via de school/directie de weg naar VSK niet vond, vindt hem misschien wel als individuele leerling via Facebook. Het blijft in elk geval een aandachtspunt.
15 Mevrouw Khadija Zamouri begreep uit de uitleg dat VSK in het LOP zit. Kan de organisatie daar wegen? Of zit ze er bij voor spek en bonen, gelet op het feit dat er geen adviesrecht is ? Kunnen ze mee discussiëren en krijgen ze serieuze feedback? Het LOP is niet te onderschatten. Een andere vraag: pesten leerlingen soms leerkrachten? Mevrouw Anneleen Vermeire, stafmedewerker VSK, bevestigt dat er mee wordt gediscussieerd en dat de LOP-vergaderingen worden voorbereid, in een 10-tal regio’s is dit het geval. In Brussel gebeurt het onrechtstreeks via D’Broej. En ja, leerlingen pesten soms leerkrachten. De heer Fouad Ahidar is blij dat VSK bestaat. Hij wijst er op dat een kind dat problemen heeft met een leerkracht vaak de ouders tegenhoudt om met de leerkracht te spreken uit angst om gebuisd te worden. Die machteloosheid is voor een jongere heel erg. De moeilijkheid kan natuurlijk langs 2 kanten liggen: bij leerkracht en leerling. Er moet een evenwicht gezocht worden.
De voorzitter, Bruno DE LILLE