STUK 459 (2011-2012) – Nr. 1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD ZITTING 2011-2012
17 NOVEMBER 2011
VOORSTEL VAN RESOLUTIE – van mevrouw Elke ROEX – betreffende het waarborgen van het recht op kinderopvang in Brussel
1127
Stuk 459 (2011-2012) – Nr. 1
2 TOELICHTING
Ieder kind heeft recht op beschikbare, toegankelijke, betaalbare en kwaliteitsvolle voorschoolse kinderopvang in zijn buurt. De doelstelling van het beleid op korte en lange termijn moet zijn om dit recht zo volledig mogelijk te implementeren. Volgens de Brusselnorm neemt de Vlaamse Gemeenschap in Brussel 30% van de bevolking – in dit geval 15.250 kinderen onder de drie jaar – als doelgroep. In de toekomst zal dit aantal verder toenemen door de sterke demografische groei. Voor de exacte cijfers verwijzen we naar de Discussienota “Het recht op kinderopvang in Brussel” (Stuk 446 (2010-2011) - Nr. 1) en naar de “Cartografie van de Nederlandstalige Brusselse Kinderopvang 2: evoluties 20052010”. Beschikbaarheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en kwaliteit zijn instrumenten om het recht op kinderopvang te realiseren. Een kinderopvang die aan deze kenmerken voldoet, vervult immers een belangrijke sociale, economische en pedagogische functie, en is op zijn beurt een essentieel instrument in het gezins-, welzijns-, tewerkstellings- en gelijke kansenbeleid. Zeker in de Brusselse grootstedelijke context is het essentieel deze functies te optimaliseren als motor voor maatschappelijke ontplooiing. Ook het kind heeft belang bij een kwaliteitsvolle kinderopvang. De opvangomgeving moet veilig zijn en aandacht moet gaan naar verzorging, voeding, rust en pedagogische ondersteuning van de kinderen. De initiatieven inzake kinderopvang moeten het ook mogelijk maken voor beide ouders om zich te ontwikkelen, te gaan werken, in de stad te blijven wonen, zich te ontspannen. Kinderopvang is de perfecte schakel tussen het recht op een gezinsleven, het recht op werk en het recht op maatschappelijke ontplooiing. Het aanbod moet daarom voldoende flexibel zijn, en afgestemd op maat van de gebruiker. Elk Brussels kind heeft evenveel recht op voorschoolse kinderopvang. Daarom is het belangrijk een globale visie te ontwikkelen in overleg met de 2 Gemeenschappen. Het implementeren van het recht op kinderopvang in Brussel veronderstelt dan ook een nauwe samenwerking tussen de verschillende overheden. In de Discussienota “Kinderopvang”, ingediend op 14 maart 2011 in de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, en in de “Cartografie van de Nederlandstalige Brusselse Kinderopvang 2: evoluties 2005-2010”, detecteren we een aantal knelpunten om in de grootstedelijke Brusselse context het recht op kinderopvang te kunnen garanderen. Dit resulteert in de volgende beleidsaanbevelingen aan het College.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 459 (2011-2012) – Nr. 1
3
VOORSTEL VAN RESOLUTIE De Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, – gelet op het voorontwerp van decreet Voorschoolse Kinderopvang en de Visienota “Kinderopvang” van de Vlaamse Regering ; – gelet op de Cartografie van de Brusselse Nederlandstalige kinderopvang 2: evoluties 2005-2010; – gelet op de demografische uitdagingen waar Brussel voor staat; – gelet op het tekort aan Nederlandstalige opvangplaatsen om vandaag aan de Barcelonanorm te voldoen; – gelet op de behoefte aan opvangplaatsen met een inkomensgebonden tarief in Brussel, met een evenwichtige spreiding over alle wijken; – gelet op de behoefte aan flexibele en occasionele kinderopvang; – gelet op het feit dat een 3.500-tal opvangplaatsen onder het toezicht van Kind&Gezin de facto Franstalig zijn; – gelet op de afwezigheid van een streefcijfer en een groeipad op het vlak van kinderopvang in Brussel; – gelet op de nood aan samenwerking tussen de verschillende overheden actief in Brussel op het vlak van kinderopvang; – gelet op de studie van MAS Research in opdracht van Kind&Gezin over het zoekproces van de ouders en de ervaringen van het Centrum voor Kinderopvang (CKO) in Brussel; – gelet op de knelpunten op het vlak van infrastructuur en personeel in de Brusselse grootstedelijke context; – gelet op het terreinbezoek van de Commissie voor Welzijn, Gezondheid en Gezin van de Raad aan het initiatief Tinkelbel, centraal meldpunt kinderopvang in Gent; vraagt aan het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie: 1. Samen met de Vlaamse én de Franse Gemeenschap te zorgen voor een behoeftedekkend aanbod om de sociale, economische en pedagogische functie van de kinderopvang te maximaliseren. Hiertoe wordt: – De behoefte aan kinderopvang in Brussel gedefinieerd en het streefcijfer vastgelegd, rekening houdend met factoren als de nataliteit, de tewerkstellingsgraad, het effectief en verwacht gebruik, de gezinssituatie, om aldus te komen tot een nieuwe norm die moet leiden tot de effectieve implementatie van het recht op kinderopvang in Brussel. – Een groeipad opgesteld om zo snel mogelijk de achterstand tegenover de 33%-doelstelling weg te werken en tegen 2016 een aanbod te voorzien voor de helft van de kinderen jonger dan 3 jaar. Deze doelstelling blijft evolueren in functie van de demografische groei en de behoefte aan kinderopvang na 2016. Dat groeipad moet worden overlegd en afgestemd tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 459 (2011-2012) – Nr. 1
4
– Het aanbod aan Nederlandstalige kinderopvang in Brussel per wijk in kaart gebracht, zodat bij de verdere uitbouw van een fijnmazig en behoeftedekkend Nederlandstalig aanbod, prioriteit kan gegeven worden aan de wijken met een grote concentratie aan kinderen onder de drie jaar en weinig beschikbaar Nederlandstalig aanbod. – De specifieke Brusselse behoefte aan occasionele en flexibele kinderopvang op korte termijn in kaart gebracht met het oog op het vastleggen van een groeipad om het aanbod van deze vormen van opvang te verhogen. 2. Op het vlak van de organisatie van de kinderopvang: – Een oplossing te zoeken voor de 3.500 opvangplaatsen die vandaag onder toezicht staan van Kind&Gezin en hun attest van toezicht dreigen te verliezen naar aanleiding van het nieuw Vlaams kaderdecreet kinderopvang. Hiertoe wordt overleg georganiseerd tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap. – Een overleg op te starten met de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in het kader van de door de Minister-President aangekondigde kadernota, die voor de eerstkomende jaren de prioriteiten vastlegt inzake kinderopvang en in hoofdzaak als doel heeft de samenwerkingsverbanden met de Gemeenschappen te versterken. – De Vlaamse Regering te verzoeken om de minimale bezettingsgraad voor Nederlandstalige kinderopvang in Brussel gelijk te schakelen met de Vlaamse norm. Door het optrekken van deze norm zal de beschikbare capaciteit immers verhogen. – De infrastructuurnormen die Kind&Gezin toepast in Brussel te screenen op toepasbaarheid in een grootstedelijke context en daarover overleg op te starten met Kind&Gezin. Het is daarbij aan te bevelen ook afstemming te hebben tussen Kind&Gezin en ONE. – Na de (waarschijnlijke) opname van het beroep van Nederlandstalige kinderverzorger in de jaarlijkse lijst van knelpuntberoepen, de nodige maatregelen te treffen inzake opleiding en aantrekkelijkheid van het beroep. – De specifieke knelpunten voor het inrichten van kinderopvang in een grootstedelijke context vast te leggen samen met grote steden als Gent, Antwerpen, Namen en Luik; samen met deze steden een “best practice”-databank aan te leggen van initiatieven die het inrichten van kinderopvang in een grootstedelijke context vergemakkelijken. 3. Op het vlak van de toegankelijkheid van de kinderopvang: – Een lokaal loket kinderopvang op te richten om het beschikbare aanbod in de buurt zichtbaar te maken, de zoektocht van de ouders te vereenvoudigen, het gebruik van de beschikbare capaciteit te optimaliseren en de niet bereikte en/of kwetsbare gezinnen actief toe te leiden naar het beschikbare aanbod. – Een instrument te ontwikkelen dat een centrale en permanente monitoring van de beschikbare opvangplaatsen in Brussel toelaat. – Een overleg op te starten tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap om het inschrijvingsbeleid van ONE en Kind&Gezin beter op elkaar af te stemmen.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Stuk 459 (2011-2012) – Nr. 1
5
4. Om de betaalbaarheid van de kinderopvang te verbeteren: – Samen met de Vlaamse én de Franse Gemeenschap een specifiek groeipad vast te leggen voor voldoende én voldoende gespreide inkomensgebonden kinderopvang, met een bijzondere aandacht voor de wijken binnen de “arme sikkel” in het Brussels hoofdstedelijk gewest. – De zelfstandige kinderdagverblijven die binnen het toepassingsgebied van het toekomstig kader van de Vlaamse Gemeenschap vallen, proactief aan te moedigen om met hun volledige capaciteit toe te treden tot het IKG-systeem. 5. Om de kwaliteit in de kinderopvang te bewaken: – Een minimale pedagogische standaard te definiëren voor alle vormen van kinderopvang met specifieke aandacht voor de talige ontwikkeling van het kind. Elke ROEX _______________
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE