ZANDLO PER
Colofon
informatiebulletin van en voor de
De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sportorganisatie KL Jaargang 17 - Nummer 1 - Februari 2010 Kopij-Redactieadres Aooi Richard Wichhart LO/Sportorganisatie Redactie Zandloper Bernhardkazerne MPC 53 B Postbus 3003 3800 DA Amersfoort Tel: PTT 033-4661213 MDTN *06-500-61213 Mob: 06-22412928 E-mail internet (werk):
[email protected] E-mail internet (privé):
[email protected] Kopij/brieven volgende uitgave dienen uiterlijk 26 april 2010 bij het kopijadres te zijn. Vormgeving & lay-out Grafische Dienst Audiovisuele Dienst Defensie Den Haag Druk OBT b.v. Schiedam Oplage 800 stuks
Redactieraad Hoofdredacteur Eindredacteur Redacteur Personeel Redacteur Nieuws Redacteur Nieuws Redacteur Nieuws Redacteur Opleiden & Trainen Redacteur Kennisproductie Redacteur Materieel Redacteur Sport Redacteur Opleidingen Redacteur Uitzendingen Redacteur
C-LO/Sportorganisatie Stoff Ost / EC CS / Plv C C-Regio M-NL C-Regio N-NL C-Regio Z-NL H-BO&TO Hfd Kenniscentrum Hfd Sie Ost Secretaris Sportcommissie C-LO/Sportschool Stafadjudant Medezeggenschapscommissie
Fit
sportorganisatie 1 - 10
n o i t c for A
De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van de C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen overgenomen worden, mits de bron wordt vermeld. Om in de toekomst nog beter gebruik te kunnen maken van jullie schrijverstalent wil de hoofd-/eindredacteur dat er meer duidelijkheid komt over het schrijven van artikelen en de criteria die we hanteren. Deze zijn te vinden op Intranet: http://Intranet.mindef.nl/kl.lo_sport/actueel/defensie_ bladen/Zandloper mei 2008
Incidenteel is personeel, maar eveneens de achterblijvers bedreigd via post en internet. Defensie heeft redacteuren verzocht foto’s en (e-mail)adressen niet meer te vermelden. Wij betreuren dit, maar zijn uiteraard van oordeel dat veiligheid van onze collega’s en gezinsleden boven alles gaat. Onderstaande informatie maakt het mogelijk om via de buddy aan zijn of haar e-mailadres te komen. Bovendien is deze informatie ook bekend bij de redactie van de Zandloper.
Uitgezonden personeel Smi Rob (buddy kap Johan Bouman) Amersfoort, MDTN *06-500-61223
Sgt1 Rob (buddy smi Roel Cuppen) Vredepeel, MDTN *06-494-8861
Sgt1 Edgar (buddy smi Oscar Prins) Steenwijk, MDTN *06-531-048160
Sgt1 Wijnand (buddy kap Henri van der Linde) Amersfoort, MDTN *06-500-61245
Sgt1 Luuk (buddy sgt1 Wouter Westphaal) Weert, MDTN *06-578-62754
Sgt Lars (buddy sgt1 Arnoud Hagen) Ermelo, MDTN *06-533-77146
Laat eens iets van je horen!
Oefening Curaçao Interview Leen Pfrommer Skike-hype in ‘t Harde
ZANDLOPER 1
ZANDLOPER 1
Koninklijke Landmacht
Van uw commandant
Inhoud februari 2010
Foto omslag: Leen Pfrommer op de Weissensee.
Het jaar 2010 is inmiddels twee maanden oud. Onderzoek heeft aangetoond dat van alle goede voornemens (bij aanvang nieuwe jaar) die men zichzelf ten doel heeft gesteld (bijvoorbeeld afvallen, stoppen met roken enzovoort) na twee maanden vrijwel niets meer over is en de handdoek in de ring is gegooid. Men vervalt weer in het oude patroon.
10 Oefening Curaçao
Genoeg reden om elkaar scherp te houden en aan te spreken op doelen die we ons als organisatie hebben gesteld. Gelukkig leggen we het een en ander vast in documenten. We plannen, geven uitvoering aan de planning, checken regelmatig of we nog op koers liggen en sturen desgewenst een beetje bij. Ook in dit nieuwe jaar hebben we dat goede voornemen... Intern Bedrijfsplan C-OTCo geeft jaarlijks in zijn Uitvoerings Opdracht (UO) aan welke doelen bereikt moeten worden. Hierin staat beschreven wat de LO/Sportorganisatie dient te realiseren in het jaar 2010. Naast deze opdracht stellen we ons zelf nog een aantal doelen. Het geheel wordt tenslotte uiteengezet in een Intern Bedrijfsplan (IBP). Tijdens de commando-overdracht in september 2009 heb ik aangegeven dat investeren in de pijlers: bedrijfsvoering, vakmanschap en professionaliteit de essentie vormt.
verder in dit nummer... Van uw commandant VTO-bijeenkomsten Gastcolumn
24 Skike-hype in ‘t Harde 3 4 6
Het IBP LO/Sportorganisatie
6
Medezeggenschapscommissie
8
Stipnotering Personeelsaangelegenheden Berichten uit het uitzendgebied
8 14 18
Interview Leen Pfrommer
20
SMAT wordt SMR
Vakmanschap Voor de verdere implementatie van de LOT en het HBFV blijft ons bureau O&TO de regie voeren, waarbij in samenwerking met de LO/Sportgroepen en OTCa een bijdrage wordt geleverd aan het ontwikkelen van OTPn en TSPn ten behoeve van de eenheden. Naast de jaarlijkse bijscholingen en legalisaties worden er dit jaar ook workshops verzorgd. Een projectgroep wordt belast met het ontwikkelen van competentieprofielen van functies binnen de LO/Sportorganisatie. Het personeel kan daardoor nog gerichter worden voorbereid op huidige- en toekomstige functies. Professionaliteit Een juiste beroepshouding waarin blijk gegeven wordt van een hoge taakvolwassenheid, het tonen van een dienstverlenende instelling en het leveren van maatwerk naar alle klanten, blijft uiterst belangrijk. Het mogen geen mooie woorden zijn zonder daadwerkelijke inhoud. De IKZ-rapportages geven mij een prima beeld van de situatie op de LO/Sportgroepen. Tevens zal (een deel van) de staf een interne audit ondergaan. Een aantal speerpunten zal een uitwerking krijgen door projectgroepen (zie elders in deze Zandloper). Door werkbezoeken wil ik meer beeld en geluid krijgen bij wat er leeft bij het personeel.
9
Beroeps Praktijkvorming
Bedrijfsvoering De PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) zal nadrukkelijker worden begeleid. De koppeling tussen behaalde resultaten en hetgeen is afgesproken in het IBP dient scherper gehanteerd te worden. Hierin speelt de Planning en Control (P&C) een belangrijke rol. Het planningsproces krijgt meer aandacht. Gedurende de realisatie dient op vastgestelde momenten verantwoording te worden afgelegd over het verloop van het proces en dient na afloop het (tussentijds)resultaat inzichtelijk te zijn. Het IBP en de Intern Managementrapporten (IMR) zullen geagendeerd worden in het formele overleg.
26
28 Help!
We moeten...
Sport In 2009 is deelname van CLAS-militairen aan de Sportkalenderactiviteiten met 20 procent gestegen ten opzichte van 2008. Het
open kampioenschap schaatsen was vorig jaar een zeer geslaagde primeur. Uit eigen (deelname)ervaring kan ik vaststellen dat het ook dit jaar een prima kampioenschap is geweest. Na een winter met veel sneeuwval zit een toertocht op natuurijs er wellicht niet meer in. De mogelijkheid op het 5 km lange kunstijsparcours in Biddinghuizen is een goed alternatief voor de schaatsliefhebber. Uit registratiegegevens blijkt dat deelname aan Sportkalenderactiviteiten van manschappen nog steeds onder de maat is. Veel kaderleden vinden wel hun weg naar de Sportkalenderactiviteiten. Dit jaar zullen de inspanningen er op gericht zijn om de achterblijvende doelgroep (manschappen) vaker en meer aan de start te krijgen. Maar er is natuurlijk meer dan alleen de Sportkalenderactiviteiten. Deelname aan vrijwillige sportbeoefening in de avonduren of op andere momenten van de dag is een belangrijk product van de LO/Sportorganisatie. Niet voor niets vermeldt onze missie “stimulering tot blijvende sportbeoefening” en “het bieden van sportieve ontplooiingsmogelijkheden”. Het is een van de aspecten die de KL tot een aantrekkelijk werkgever maakt. Helaas moeten we vaststellen dat de realisatie (als vervolg op de zogenaamde Staalmaatregelen) achter blijft bij de verwachtingen. Dit jaar zal hier opnieuw een impuls aan gegeven worden (speerpunt). In de Defensiekrant (28 januari jl.) is veel aandacht besteed aan de Sport in de breedste zin van het woord. Een prima initiatief van het BIMS om het fenomeen Sport in al haar verschijningsvormen binnen Defensie voor het voetlicht te brengen. Personeel Medio 2010 zullen twee LO/Sportofficieren hun opleiding aan de NLDA afronden en instromen bij de LO/Sportorganisatie als C-LO/Sportgroep. In 2010 zullen vier LO/Sportinstructeurs starten aan de officiersopleiding op de NLDA om aansluitend (begin 2011) te beginnen aan de VTO. Plaatsing zal medio 2011 plaatsvinden. Daarnaast zal worden getracht 44 personen te werven om de vacatures bij de sergeanten LO/Sportinstructeurs te vullen. We zijn daarbij wel afhankelijk van beschikbare opleidingsplaatsen op de KMS. Het tekort aan sergeant-majoors blijft voorlopig bestaan. Twee functieplaatsen zullen worden aangeboden in het kader van het project “van werk naar werk”. Dit biedt voor oudLO/Sportinstructeurs de mogelijkheid om weer bij de LO/Sportorganisatie aan de slag te gaan. In oktober 2010 zitten veel personeelsleden drie jaar op functie en bereiken daarmee hun DEF (Datum Einde Functievervulling). De nodige functiewisselingen liggen dus in het verschiet. Verder kan worden gemeld dat lkol Jan van den Dool officieel, met terugwerkende kracht, de functie van H-OTK is toegewezen. Maj Johan Groen is de opvolger van maj Rudy Dominicus als C-LO/Sportregio Noord. Hoofd LO/Sport NLDA is voor drie jaar toegewezen aan de KLu. Kap Verstege zal deze functie met ingang van 1 april 2010 vervullen en wordt bevorderd tot majoor. Kol Henk Stuut
3
Vervolgtraject
Doorlopende fysiek leerlijn:
In de tweede ring zaten de C-LO/Sportgroepen, LOSS en Commandanten LO/S Regio als toehoorders. Aan de toehoorders werd gevraagd, vanuit hun functie, te kijken naar het proces en de rol van de deelnemers om, als coach de coach, in het vervolgtraject de deelnemers te ondersteunen.
KMS VTO FUNCTIONELE FORMERENDE EENHEID EENHEID MOD I MOD II MOD III MOD IV ALG FO NIV II NIV III NIV 1V NIV IV NIV V VI AMO
1e JAAR
Aandachtspunten
VTO-bijeenkomsten “Uitdagingen en knelpunten worden kansen als de juiste mensen elkaar ontmoeten” Met bovenstaande zin eindigde smi Herold Dat zijn artikel in de vorige zandloper. Een zin die past bij opleidings- en trainingsontwikkelingen binnen het OTCO. Volop in beweging. Zo kun je de
In 2009 werden twee bijeenkomsten georganiseerd ten behoeve van de VTO/ opleidingen met als doel aan te sluiten bij de IVO/opleiding. De eerste bijeenkomst was op 19 mei 2009 met aooi/elnt P&P O&TO. Tijdens deze bijeenkomst is uitleg gegeven over de volgende onderwerpen: Nieuwe systematiek vanuit LOT en HBFV. IVO opleiding KMS door zorg van smi Hennie Kennis en smi Herold Dat. (Lees artikel vorige zandloper VTO/opleidingen LOSS, smi Arno Heg).
ontwikkelingen in het O&T Proces Ontwikkelen
benoemen.
ZANDLOPEr 1-2010
Hierna heeft iedere LO/Sportgroep, belast met een VTO-opleiding, haar stand van zaken ten aanzien van de VTO-opleiding gepresenteerd. De middag werd afgerond met de volgende opdracht: • Wat is mijn rol in het ontwikkelen van de doorlopende fysieke leerlijn? • Hoe sluiten wij aan bij de IVO opleiding?
• Wat zijn de aanpassingen in de huidige opleiding? • Wat is de rol van de LO/Sportinstruc- teur in de vernieuwde opleiding? • Hoe geeft BOTO OTC invulling aan de veranderde visie opleiding en training? • Hoe is de samenwerking met BOTO LO/Sport als het gaat om de fysieke eindleerdoelen?
Commandanten LO/S Regio naar de C-LO/Sportgroepen. C-LO/Sportgroepen naar aooi/elnt P&P/O&TO. aooi/elnt P&P / O&TO naar hoofdinstructeur smi LO/Sport en sgt LO/Sportinstructeur. De tafelgasten hadden de gelegenheid, door middel van presentaties, aan te geven hoe op dit moment de opleidingen worden gegeven. Dit naar aanleiding van de vragen uit de vorige bijeenkomst. In de discussies die daaruit ontstonden, werd gekeken naar mogelijkheden om de opleidingen te verbeteren. Aandachtspunten: • Ontwikkelingen bij de BOTO OTCa en BOTO LO/Sport. • Vernieuwde opleidingen bij COLUA, OTCVUST, OTCGn, IDGO, EODD en OTCLog. • Ontwikkelingen bij eenheden op niveau II/III. Brigades, Genie, 103 ISTAR. • Inzicht in de samenhang van de fysieke doorlopende leerlijn. Wat is de begin- situatie en het einddoel per fase? Effec- tief en efficiënt in tijd tot realiseren van fysieke einddoelen. • Uitwisseling van elkaars ervaringen en vernieuwingen (effectief/efficiënt).
2e JAAR
NLDA 3e JAAR
MISSIE
FO
4e JAAR
ALG FO
V A H VATH VATH VATH VATH VATH VATH VATH VATH VATH VATH
T/
LEREN BEOEFENEN
TRAINEN
Algemeen
Specifiek
Voorwaardelijk / basis
Taakspecifiek
Operationele inzet
Bijeenkomst
Einde VTO is basis Fit; DCP/FIT, zo ook de recuperatiefase. Instroom van militairen naar beginniveau functionele eenheid. Einddoelen functionele eenheid (OG) en formerende eenheid (IG) is afhankelijk van de operationele inzet. O&T doelen worden omschreven naar aanleiding van een Missie systeem functie analyse. (MSFA) Hierin zijn ook de fysieke taakelementen omschreven.
Voor 2010 zijn wederom twee bijeenkomsten gepland. In het voorjaar, medio april en najaar, medio oktober. De eerste bijeenkomst is gericht op de ontwikkelingen, naar aanleiding van de aandachtspunten uit de bijeenkomst van 17 november 2009. Bureau O&TO, LO/Sportorganisatie
“Sport aan tafel” Op 17 november 2009 heeft een tweede bijeenkomst plaatsgevonden. In de setting “sport aan tafel” is gesproken over de voortgang naar aanleiding van de eerste bijeenkomst op 19 mei. Aooi Hans Wakelkamp verzorgde een presentatie ten aanzien van de ontwikkelingen bij Veiligheid & Vakmanschap. De sprekers aan tafel waren de aooi/elnt P&P O&TO en/of smi belast met O&TO van de VTO opleidingen.
5
LIFESTYLE TIP VAN DE MAAND
Gastcolumn
Een prettige ‘workflow’
Druk, druk, druk! Zie je drukte als excuus of als uitdaging? Naar schatting is 95 procent van al ons gedrag volledig geautomatiseerd. De missende schakel tussen starten en volhouden is: gedragsverandering. Hoe? Inventariseer en prioriteer: wat is op dit moment het belangrijkste en waarom? Maar nog belangrijker is om tijdens zware periodes te zorgen voor veel tussendoelen die in het begin gemakkelijk te halen zijn. Het behalen van deze doelen zorgt ervoor dat er gelukshormonen als Serotonine, Endorfine en het hormoon DHEA worden aangemaakt, waardoor je in een prettige ‘workflow’ terechtkomt. Anabole (= opbouwende) processen zullen op gang komen in je lichaam. De tussendoelen zullen in het begin voornamelijk bestaan uit gedragsverandering. Houd je bij datgene dat je redelijkerwijs onder controle kunt houden. En dat is je eigen gedrag in
situaties. Het zorgt ervoor dat je al snel een historie hebt van succes, die je kunt inzetten als je motivatie terugloopt. Stress zorgt voor de aanmaak van het stresshormoon Cortisol. Dit beïnvloedt de eerdergenoemde Serotonine-, Endorfine- en DHEA-niveaus. Die dalen namelijk. Bij de aanmaak van het stresshormoon Cortisol zullen katabole (= afbrekende) processen op gang komen in je lichaam. Voorkom daarom zoveel mogelijk stress met de volgende tips: werk niet boven je competenties, probeer een overzicht te houden, beweeg, ontspan en neem voldoende nachtrust. De weg naar een prettige ‘workflow’ en eventueel stressherstel is het verwerpen van irreële denkbeelden, het leren plannen en vervolgens leren ontspannen. Besef dat gedragsverandering ook resultaat is en beloon dit ook! Werkse! Leontien Lobbe
Het Interne Bedrijfsplan LO/Sportorganisatie Elk jaar geeft C-LO/Sportorganisatie het Intern Bedrijfsplan (IBP) uit, waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven wat onze organisatie in het betreffende jaar wil realiseren. In dit artikel wordt aan de hand van de volgende indeling het hoe en wat van het IBP uitgelegd: 1. Oorsprong 2. Doel 3. Inhoud 4. Gevolgen 5. Toekomst Oorsprong In de taakstelling van Defensie dient C-LAS aan te geven welke bijdrage het CLAS hierin gaat leveren. Via een algemene (meerjaren) doelstelling, wordt de planning voor de korte termijn steeds concreter. Ook C-OTCo gaat als
ZANDLOPEr 1-2010
ondercommandant mee in deze cyclus. Algemeen wordt in blokken van drie jaar vooruit gekeken, wat concreet betekent dat in 2009 plannen zijn gemaakt voor de jaren 2010 tot en met 2012. Vorig jaar heeft C-OTCo dus verwoord wat hij de komende jaren van alle OTCa verwacht. Voor het jaar 2010 is in een Uitvoerings Opdracht bekend gesteld wat Staf OTCo en de OTCa gaan realiseren. In deze opdracht staat dus ook welk bijdrage van de LO/Sportorganisatie in 2010 wordt verwacht. Het bureau K&P (Kwaliteitszorg en Procesinformatie) adviseert vervolgens C-LO/Sportorganisatie welke gevolgen deze opdracht heeft voor onze organisatie. Om het gehele planningsproces te kunnen beheersen, maakt onze organisatie gebruik van een Intern Bedrijfsplan (IBP). Doel Het beoogde doel van het IBP is als volgt: a. Inzicht krijgen en behouden in het planproces van het
lopende jaar. Deels komt dit voort uit de uitvoerings- opdracht van C-OTCo en daarnaast heeft C-LO/Sport- organisatie de verantwoordelijkheid om invulling te (blijven) geven aan onze missie. b. Inzicht verkrijgen in het totaal aan geplande activiteiten e n de daarvoor benodigde middelen, om de gestelde doelen van het betreffende jaar te kunnen behalen. Zoals voor elk plan geldt, dient ook het IBP “SMART” te zijn, waarbij het Meetbaar zijn van de gestelde doelen niet altijd eenvoudig te omschrijven is. c. Duidelijkheid verschaffen voor het personeel, wat de LO/ Sportorganisatie zich voor het lopende jaar tot doel heeft gesteld. Het opstellen van gemeenschappelijke doelen en deze communiceren binnen de organisatie, geeft duidelijk- heid voor elke functionaris. Tevens kan een ieder zich een beeld vormen van de bijdrage die van hem/haar verwacht wordt. Inhoud Het IBP bestaat uit twee hoofdstukken en een aantal bijlagen. Hoofdstuk 1 is het Commanders Assessment, waarin C-LO/ Sportorganisatie in hoofdlijnen de doelstellingen voor het betreffende jaar aangeeft. In hoofdstuk 2 worden de diverse deelaspecten, die door de stafafdelingen moeten worden gerealiseerd, verwoord. In de bijlagen is informatie opgenomen, die relevant is of invloed heeft op het realiseren van het IBP. Een vaste bijlage is een overzicht van de productietargets van de LO/Sportgroepen. Deze geeft inzicht in de verwachte omvang van onze dienstverlening, uitgedrukt in instructeursuren ten behoeve van de klant. Gevolgen Het kunnen beschikken over een IBP geeft C-LO/Sportorganisatie de mogelijkheid zijn oogmerk voor het betreffende jaar kenbaar te maken. Door het breed te communiceren ontstaat er duidelijkheid op alle niveaus van de organisatie en heeft iedereen beeld bij de gevraagde bijdrage. Door een frequente terugkoppeling, door middel van een Intern Management Rapport (IMR), kan het verwachte verloop van het proces bewaakt worden. Indien noodzakelijk kunnen deelplannen bijgesteld worden en alternatieven worden
ontwikkeld. Door concreet aan te geven wat er verwacht wordt, is ook de daarbij behorende verantwoordelijkheid afgebakend. Verantwoordelijke functionarissen spelen dan ook een belangrijke rol in het terugkoppelen van behaalde resultaten. Met het verspreiden van het IBP binnen de organisatie hoopt C-LO/Sportorganisatie dat het nut en belang van dit document een breder draagvlak krijgt binnen onze organisatie. Het IBP zal in de maand februari op onze site verschijnen, waardoor het voor eenieder eenvoudig te benaderen is. Toekomst In de komende jaren zal het planningsproces een belangrijke rol blijven spelen in de bedrijfsvoering van organisaties, niet in de laatste plaats vanwege het schaarser worden van benodigde middelen (personeel, materieel). Het ontwikkelen van doordachte plannen en het in kaart brengen van de daarvoor benodigde middelen is dan ook van toenemend belang voor het bestaansrecht van een organisatie. De sluitende factor vormt het kunnen aantonen van behaalde resultaten (en daaruit voortkomende effecten), waarmee de bekende cirkel wordt gesloten. Met het uitgeven van het IBP beoogt de LO/Sportorganisatie duidelijkheid te scheppen in de na te streven doelen voor het lopende jaar. Tevens wordt gestreefd naar een situatie waarin het invulling geven aan het IBP gemeengoed wordt voor al het personeel van de LO/Sportorganisatie. Maj Arnold Hofsté, H-Bureau K&P Overzicht speerpunten 2010
ONDERWERP IKZ Output Kwaliteit personeel Integrale samenwerking Dienstverlening Informatie Sportstimulering
Kwaliteitsprofiel Handboekkwaliteitszorg Integrale werkwijze Medewerker Klant P&C cyclus IDU Competentieprofielen irt coaching Borgen van een doorlopende fysieke leerlijn Paarse samenwerking Operationaliseren ost O&T klant Producten irt klantvraag AO/BIV + Vaste Orders Communicatieplan Lokale activiteiten Family-support Sportkalenderactiviteiten
2010 Q-profiel elke LO/Sgp + Regio + Staf Actualiseren Handboek Input Staf + integraal auditplan Uitvoering PICTURE Implementatie systematiek KTO Afstemmen IBP-IMR Herijken + implementatie IDU Instellen PT Competentieprofielen Optimaliseren Q-impuls + contacten Verkennen mogelijkheden KOLOS Monitoring belasting O&T + Missies Instellen PT Dienstverlening Actualiseren Doelstellingen + implementatie Verhoging deelname Verkennen mogelijkheden Evaluatie produkten & deelname
7
mede zeggenschaps commissie
Van de voorzitter De eerste vergadering van 2010 is alweer achter de rug. Daar is een aantal zaken met de C-LO/Sportorganisatie besproken, onder andere: • • • • •
De visie van de Commandant ten aanzien van het In-, Door- en Uitstroombeleid (IDU), voornamelijk de problematiek van fase 2 naar fase 3 De mogelijkheden met betrekking tot de huidige regeling “studiefaciliteiten” Het interne P-formulier ten aanzien van verlengen/ verkorten, welke naar alle lijnmanagers/bureauhoofden gemaild wordt Stand van zaken verhuizing PPS KHK Problematiek ten aanzien van belasting “loopbaanlint”
Aan het einde van de vergadering is het “convenant MC” door C-LO/Sportorganisatie en voorzitter MC ondertekend.
Website De MC-LO/Sportorganisatie heeft geen geheimen. We willen zo transparant mogelijk onze achterban informeren. Als MC hebben we daarom een jaarplan en een vergaderschema 2010 opgesteld. Om u goed te informeren, wordt er nu door de MC procesmatig aan een verbetering “website MC gewerkt. De eerste resultaten zijn al zichtbaar op de basis homepage MC. Er moet nog een vervolg gegeven worden aan de verdieping van deze homepage. Ideeën Ga naar de startpagina van de LO/Sportorganisatie en daar staat onder snelle toegang een link naar de medezeggenschapscommissiesite. Mocht u nog ideeën/suggesties hebben dan horen we dat graag. Mail dit aan de secretaris MC.
personeel s aangelege nheden Bevorderingen Maj Jan van den Dool Elnt Richard Borecki Smi Peter Jansen
m.i.v. 1 november 2009 m.i.v. 1 februari 2010 m.i.v. 1 februari 2010
tot luitenant-kolonel, H-OTK tot kapitein, Stoff Ext Betr/Comm tot adjudant, GHK Arnhem
op 3 februari 2010 op 16 februari 2010
Bronzen medaille Bronzen medaille
Ambtsjubileum Nieuwe leden De MC is en blijft op zoek naar nieuwe leden. Omdat we de belangen van de gehele LO/Sportorganisatie behartigen is het wenselijk dat alle groepen (dames, heren, noord, midden en zuid) en rangen (onderofficieren, officieren en burgers) zo breed mogelijk vertegenwoordigd zijn. Daarom zijn we nog op zoek naar een dame, een burger, een sergeant-majoor en iemand uit het Zuiden. Indien u graag iets meer wilt weten, benader dan een MC-lid om informatie te krijgen. De LO/Sportorganisatie kan uw inbreng goed gebruiken. Aooi Kees Jaket
Sgt1 Joyce Philippa Smi Kees Visserman
Eervol ontslag Sgt Rick Zwart Smi Maikel Vergunst Sgt1 Michel Buijck
per 1 januari 2010 per 1 februari 2010 per 1 februari 2010
Terug van uitzending Sgt1 Raimond van der Boom Kap Ab Agterbos Sgt1 Jeroen van den Top Sgt Kim van Waversveld
november 2009 december 2009 januari 2010 januari 2010
Bevordering Richard Borecki
Overplaatsing
notering
AIB-premie Er komt jammer genoeg een einde aan de AIB-premie. Dit is de premie die aan collega’s werd uitgekeerd wanneer zij waren geslaagd voor het AIB (Algemene Instructie Bekwaamheid). Ondanks de lobby vanuit OTCo heeft de CLAS geen budget meer kunnen vrijmaken om de categorie instructeurs, de collega’s met een instructeurskroontje, door middel van deze premie te waarderen, om zo het vak van “instructie geven” te stimuleren. De collega’s die nog voor 1 april 2010 beginnen aan het AIB-traject, hebben nog wel recht op de premie. Discipline Door C-OTCo wordt wederom aandacht gevraagd voor de discipline. Iedereen kent uit zijn of haar naaste omgeving voldoende voorbeelden om te begrijpen waar het over gaat. Eind vorig jaar heeft de C-LAS hier nog expliciet aandacht voor gevraagd. Hierbij ging het vooral om het uiterlijk voorkomen en werd verzocht om anderen, indien nodig, hierop aan te spreken.
ZANDLOPEr 1-2010
Voorbeeld Uit eigen ervaring, te weten; CONTCo-adjudant in Afghanistan van november 2008 tot maart 2009, weet ik dat men snel is geneigd om discipline te delegeren naar een oudere onderofficier of naar de stafadjudant, maar de commandanten van de eenheden, ieder op eigen niveau, spelen hier een belangrijke rol in. Zij moeten niet alleen zelf het goede voorbeeld geven, maar ook de mensen van hun eenheid hierin aansturen.
Sgt Kim van Waversveld Kap Ab Agterbos Aooi Robert Wanders Elnt Richard Borecki Sgt1 Joyce Philippa Mevrouw Leontine Patje Lkol drs. Ronald Hagénus MSn
op 1 januari 2010 op 18 januari 2010 op 28 januari 2010 op 1 februari 2010 op 1 februari 2010 op 1 februari 2010 op 7 april 2010
LO/Sportgroep BHK loopbaanbegeleider Persco loopbaanbegeleider Stoff Ext Betr/Comm Sie Ost LO/Sport LO/Sportgroep KMA RPD Stroe Centrale Directie DVD Den Haag
op 1 januari 2010 op 1 januari 2010 op 1 april 2010
LO/Sportgroep SK (herintreder) Lo/Sportgroep SK (burgersportinstr.) C-LO/Sportregio Noord
Nieuw geplaatst Sgt Miriam van Gog Dhr. Joost van Kuijl Maj Johan Groen
Geboren Handhaven Dit projecterend op onze LO/Sportorganisatie, vraag ik de aandacht van de commandanten van de LO/Sportgroepen om bij het handhaven van de regels, dus ook discipline, het initiatief te nemen.
Op 8 januari 2010 Armin, zoon van sgt1 Ivor Holtz en partner Ellita Kraan, broertje van Quinty. Op 21 januari 2010 Robynn, zoon van sgt1 Aagje van de Broek en partner David. Op 1 februari 2010 James, zoon van René en Martine Verkade, broertje van Charleen. Allen wensen wij veel geluk met de kleine.
Overleden Aooi Theo Hunck
Op 28 januari 2010 Nina, dochter van John de Graaf en partner Karin. Wij wensen ze veel sterkte met dit verlies.
9
Terugkijkend op deze oefening kan ik zeggen dat we een mooi vak hebben. Als instructeur, adviseur en met de nodige sportkennis heb ik de 108 commando troepen compagnie (108 cotrcie) in de periode van 6 november tot en met 10 december ondersteund tijdens de “oefening Curaçao 2009”.
Voordat ik verder ga met het geven van een korte impressie van de oefening zal ik in het kort uitleggen welke taken de 108 cotrcie heeft. De 108 cotrcie is één van de operationele compagnieën die het Korps Commando Troepen (KCT) heeft. De 108 cotrcie heeft zich gespecialiseerd in het uitvoeren van operaties op OWG (optreden waterrijke gebieden) gebied. Alle militaire bewegingen op en rondom het water zoals; duiken, oppervlakte zwemmen, kajakken en watermobility.
Overeenkomsten Aangezien Curaçao qua klimatologische omstandigheden veel overeenkomsten heeft met huidige en toekomstige missie-
ZANDLOPEr 1-2010
gebieden biedt Curaçao goede trainingsmogelijkheden op voertuig en water mobility. Verder zijn er goede life fire mogelijkheden. Ook op het gebied van DA (Direct Action, dit zijn offensieve acties) en SR (Special Reconnaissance, speciale verkenningen), wat voor een groot deel het werk van een Commando operator is, zijn er tal van trainingsmogelijkheden.
Uitdagingen Curaçao is een ideaal oefeneiland. Het klimaat en de sterk wisselende kustlijnen bieden tal van mogelijkheden om vaardig-
heden onder andere omstandigheden toe te passen. Zo merken de duikers dat je veel rustiger moet zwemmen, omdat je lichaam in warm water niet afkoelt. Maar het gebied biedt met een sterke wind, hoge temperaturen en het ruige landschap nog meer uitdagingen.
Voorbereidingen Wij houden van uitdagingen. De LO/ Sportgroep EvN is uitstekend geïntegreerd binnen het KCT. Het nut en belang om een LO/Sportinstructeur mee te nemen op oefeningen is daarom vanzelfsprekend. Het voordetachement dat op 6 november
vertrok naar Curaçao heeft in de eerste week de voorbereidingen gedaan. Zoals bij iedereen bekend is, zijn we druk bezig geweest om verschillende locaties in te richten, verkenningen uit te voeren en de nodige voorbereidingen treffen om alles start klaar te maken voor het programma.
Oefening Curaçao
11
Hieronder een indruk van wat de oefenen trainingsdoelstellingen waren: • Bijhouden technische duikvaardigheden • Bijhouden tactische duikvaardigheden • Cross training op de DPD (Diving Propulsion Device) • SR/DA optreden tot niveau 3 • OWG aspecten zoals water-mobility. Met Rhib’s, Mibs en kajak • Oppervlakte water OWG en klim- technieken • Mobility met voertuigen. Zoals; voertuig procedures, life fire met alle wapensystemen en rijvaardigheid onderhouden • Voetoptreden
ZANDLOPEr 1-2010
Sleutelfunctionarissen
Scenario’s
Mooi werk…
De gehele oefening is gedraaid volgens het MDMP (Military Decision Making Proces) tot en met niveau 3. Zo ook om de OPS (operation staff) te trainen en alle sleutelfunctionarissen die een functie hadden binnen deze oefening. In de tweede week is het hoofddetachement aangekomen. Deze week stond in het teken van saamhorigheid, acclimatisatie, sportlessen en theorielessen.
In de derde week hebben de ploegen hun technieken en tactieken beoefend en getraind. Zodat dit in de vierde week op niveau 3 in verschillende eindscenario’s uitgevoerd kon worden.
Het gevoel dat je op operationeel niveau werkt en dat je betrokken bent bij het opwerken richting een missie geeft een goed gevoel. Mooi werk…
Persoonseigenschappen
Smi Gerard Machielse, LO/Sportgroep EvN Roosendaal
Als LO/Sport is het noodzakelijk om diep in de materie te duiken. Zelfstandigheid, creativiteit en flexibiliteit zijn erg belangrijke persoonseigenschappen om een degelijk programma aan te bieden. Op het juiste moment je vinger opsteken, op het juiste moment de commandant overtuigen, op het juiste moment “het” werk zien.
13
berichten uit het uitzendgebied
Nieuwjaarsduik FSE Mirage Op vrijdag 1 januari 2010 om negen uur was het dan eindelijk zover… De voorpret van de voorbereidingen voor de Serieuze Unox Duik waren al in Oirschot begonnen. Bijna iedereen van 1(NLD) FSE Mirage Det 4 was er, met uitzondering van diegenen die door werkzaamheden op een bepaalde locatie moesten zijn. Die baalden natuurlijk enorm.
IJsklontjes De ‘kokkies’ hadden de snert en worsten opgewarmd. Dat stond allemaal al lekker te pruttelen. Na een korte inleiding en warming-up van mij als LO/Sportinstructeur ging onze Detachementcommandant als eerste te water. Maar natuurlijk niet voordat onze Kiwi-vrienden nog snel een koelbox met ijsklontjes het zwembadje in lieten glijden! Watertemperatuur: negen graden.
Watercontainer Eén voor één gingen de mannen en vrouwen van Det 4 het water in. Al springend, glijdend, duikend of gewoon met een bommetje. De door de Nieuw-Zeelanders tot zwembad omgebouwde watercontainer was een ideale vervanger voor het koude Scheveningse zeewater.
‘Smile’ Oranje muts op de kop, een lach op het gezicht. Klein grimasje op het gezicht. Uit het badje klimmen. En met een grote ‘smile’ de soep en broodje worst naar binnenschuiven!
Geslaagd Voor mij als ‘Landmacht sportspier’ een lekkere binnenkomer in dit overwegend met Luchtmachtpersoneel gevulde Detachement. Het was een super gezellig en geslaagd evenement waar men het nu nog over heeft. Sgt1 Luuk Nissen, FSE Mirage
Uruzgan, Tarin Kowt, Kamp Holland Vanaf 10 november nadat we de Nederlandse bodem verlieten, tot nu ik dit bericht aan het schrijven ben voor de Zandloper, heb ik het nog steeds ontzettend naar mijn zin. Soms heb je zelfs het idee dat dit gewoon een kazerne is en is er van de dreiging in het gebied weinig te merken. Totdat het kamp weer wordt beschoten met 107 ’s. Dan sta je direct weer met beide benen in de zandbak. Als LO/Sportinstructeur heb je hier op Kamp Holland echt een super job. Je bent C LO/Sportgroep, planner, materiaal man, instructeur en entertainer. Ik kan hier dus echt mijn ‘ei’ kwijt. Wat me hier gelijk opviel is de saamhorigheid onder elkaar. Dit is voor ons als LO/Sportinstructeur (individualist op het kamp) ideaal. Je komt bij iedereen binnen en krijgt ook alles voor elkaar.
T-shirt Ik hoorde al wel van collega’s die hier voor mij waren dat sport echt belangrijk is hier in het uitzendgebied. Dit ervaar ik ook zo. De fitness wordt van vijf uur ‘s morgens tot één uur ’s nachts druk bezocht. Als er evenementen georganiseerd worden, doen er erg veel mensen aan mee. Eén keer in de twee weken is het vaste prik om op de zondag een base run te organiseren. De deelnemers kunnen dan twee afstanden lopen, een 5- en een 10 mile. Nadat de deelnemers gelopen hebben, krijgen ze eenmalig een T-shirt uitgereikt. Ik heb, nu ik hier zit, nog niet minder dan 150 lopers per keer gehad. Dat is het organiseren dubbel en dwars waard.
je ook aan het aantal reparaties dat we moeten uitvoeren. Afgelopen 5 januari heb ik een big clean up georganiseerd in de fitness. Vrijwilligers en specialisten geregeld en met elkaar de hele dag aan de klus. Het resultaat mocht er wezen. Alle apparaten draaiden weer. Alle gewichten waren weer genummerd met de kilo’s erop. Het zag er weer tip top uit.
Discipline Reparaties Een groot nadeel van dit gebied is het stof. Zelf kun je er wel snel aan wennen, maar de audioapparatuur niet. Dat merk
Als de militairen hier op de base nu ook nog een goede intrinsieke discipline hadden, was dat nu nog steeds het geval. Gewichten worden meegenomen naar de kamers of zelfs naar de buitenposten, flesjes water zijn overal te vinden behalve in de koelkast en als je mensen op hun discipline wijst, is het altijd de ander die het gedaan heeft.
Vervangingsplan Je merkt wel dat de cardioapparaten steeds meer aandacht nodig hebben. Van drie crosstrainers één inzetbare maken, begint de gewoonte van de dag te worden. Ik heb een goed gesprek met de G8 van de TFU staf gehad en heb bij hem het voorstel neergelegd om een vervangingsplan te schrijven voor Kamp Holland en zijn buiten posten. Hopelijk dat mijn opvolgers hiervan profiteren. Sgt1 Wijnand Veen
ZANDLOPEr 1-2010
15
Deh Rawod Vanaf november zit ik in Deh Rawod, Afghanistan. Op de basis zitten eenheden uit Oirschot, Ermelo, Schaarsbergen en Assen. De buitenlandse eenheden zijn de Franse OMLT en de Slovaakse Guard.
Compagnie in de West
Camp Hadrian heeft een oppervlakte van 150 bij 200 meter. Ondanks dat het allemaal zo klein is, heb ik het enorm naar mijn zin en ben constant bezig. Iedere dag organiseer ik twee tot drie fysieke momenten. Dat varieert van PT’en, looptraining, vechtsport, survivalruntraining tot sporttoernooien.
Sinds november 2009 ben ik geplaatst op MB Parera te Willemstad in Curaçao. Voor een periode van vier maanden draag ik zorg voor het sportprogramma van de A “Boeaja” compagnie van het 45 Painfbat uit Ermelo.
Uitersten
Als LO/Sportinstructeur maak ik deel uit van deze compagnie. Deze situatie is ideaal om je eigen compagnie beter te leren kennen. Op deze wijze zit je dicht bij de eenheid en kan het sportprogramma nog beter aansluiten op het programma van de eenheid. Ik geef hier dan ook pelotons- in plaats van compagnieslessen. In overleg met de opc’n hebben we per peloton invulling gegeven aan het sportprogramma.
Tot nu toe heb ik gemerkt dat het uitvoeren van mijn werkzaamheden hier wordt gekenmerkt door uitersten. Sinterklaas, Kerst en Oud en Nieuw worden hier wel gevierd, maar hebben voor mij weinig betekenis. Het is omdat de kalender het aangeeft, want anders sla je deze dagen gewoon over. De dagen lijken allemaal op elkaar. De ene dag is het 25 graden en een paar dagen later kan het 10 graden zijn met enorme regenbuien. Het ene moment geef je les aan acht man, de keer daarna zijn het er veertig (dit is afhankelijk van de eenheden die binnen zijn).
Sleur Zwemmen Ook draag ik zorg voor activiteiten buiten werktijd. Dit is erg lastig omdat alles natuurlijk geld kost. De jongens hebben vaak weinig te besteden of de interesses liggen op een ander vlak. Ook probeer ik hier juist lessen te geven die in Nederland niet mogelijk zijn, zoals waterhindernisbaan. We zijn dan ook veel in het zwembad te vinden. Zwemmen is een belangrijk onderdeel voor de mannen, dit komt in het programma veel naar voren.
Viert een regiment z’n verjaardag en plan je voor 100-120 man een sportdag, zijn er uiteindelijk maar 25 deelnemers. Dit zorgt er wel voor dat je je flexibel moet opstellen om er toch het beste van te maken. Sta je met het PMT (police mentoring team) in de overwatch dan heb je de aandacht van veel kinderen, twee dagen later krijg je na een aanslag veel slachtoffers binnen. Door zulke momenten blijft het altijd een uitdaging om van elke les het beste te maken. Dit voorkomt natuurlijk ook dat het een sleur wordt.
Instructiekaart
Activiteiten
Ook ben ik veel met vorming bezig, wat bij deze eenheid nog niet veel bewuste aandacht heeft gehad. Ik maak dan ook veel gebruik van de instructiekaart (IK 2-16) en ondersteun daarin de kaderleden van de eenheid.
In deze periode vragen sommige eenheden om fysiek zwaardere lessen. De eenheid uit Ermelo komt regelmatig PT’en
‘Paars’ Mijn werkplek is op de sportschool Blou Blou van de mariniers. Hier heb ik een eigen werkplek met computer. Hier kan ik naast administratieve zaken, ook mijn lessen en organisaties voorbereiden. De mariniers hebben op Blou Blou twee sportinstructeurs zitten en één sportofficier. Een goed voorbeeld van een ‘paarse’ sportgroep. Ik heb het hier echt helemaal naar mijn zin, zowel met de A-compagnie, sportcollega’s van de mariniers als privé. Eind maart kom ik weer terug naar Nederland en zal door smi Max Sibbald worden afgelost.
ZANDLOPEr 1-2010
Sgt Lars Houthuijzen
Met het PMT in de overwatch
en kan dan lekker aan de bak. Ieder op z’n eigen niveau. De survivalruntrainingen zijn vooral in trek bij de kerels uit Assen. Heerlijk om ook zelf mee te doen en hard aan de bak te gaan.
Heuveltraining met scherfvest
Voorbereidingen Afgelopen week hadden we een vier kilometer speedmars. Hier ging het er hard aan toe. Het was mooi om te zien hoe de fysieke- en mentale componenten naar voren kwamen. Momenteel ben ik bezig met de voorbereidingen van de survivalrun en een parcours militair.
Dit is best nog wel een uitdaging op zo’n klein kamp. Al met al heb ik het hier uitstekend naar mijn zin en ga ook vol goede moed mijn laatste periode in. Sgt1 Edgar de Gunst
Evenementen Ook hebben we voor 1GNC de Conditieproef georganiseerd. Door allerlei omstandigheden waren er maar zes deelnemers, maar ook hier kregen we weer prima reacties op. Na deze evenementen weer terug naar de dagelijkse bezigheden. Dat houdt in dat we als PTI’s acht maal spinning en vier maal een circuittraining verzorgen in een week. Daar buiten is er eenmaal in de week een toernooi in de avonduren. Op elke vrijdag organiseren we een run. Deelnemers kunnen dan kiezen voor vijf of tien kilometer.
HQ in Kabul Aangezien er hier van 1 GNC een aardig contingent Nederlanders zit wilden we natuurlijk de Kerst en de Nieuwjaarswisseling niet zomaar voorbij laten gaan. We hebben daarom na een brainstormsessie de organisatie van de Kerstloop opgepakt en Unox aangeschreven voor deelname aan de Nieuwjaarsduik. Twee evenementen waar de rest van de populatie op dit kamp toch wel een beetje vreemd tegenover stond, met name dan de Nieuwjaarsduik. De kerstloop met daaraan een verloting gekoppeld, was een groot succes. Ruim 120 deelnemers die de eerste ronde op het kamp keurig achter de Kerstman aanliepen en de volgende vijf rondes zelf het tempo mochten bepalen.
Vreemd Gezien de vele reacties een mooi succes. Niet veel later natuurlijk de Nieuwjaarsduik wat voor velen toch een vreemd evenement was. Gelukkig kenden de Engelsen het fenomeen ook en de meeste sporty buitenlanders konden we overhalen om ook een duik te nemen.
Varianten Verder zit de hal elke avond vol gepland voor diverse spelen. Van floorhockey (voornamelijk Canadese militairen) tot en met basketball, futsal, volleyball en badminton. Elke vrijdag hebben we ook de beschikking over een veldje waar normaal het ANA op traint. Dan worden er veel varianten op rugby gespeeld, met name door Aussies, Engelsen en Fransen.
Test Als sportgroepje vermaken we ons best en zijn we lekker zelfstandig in het organiseren van evenementen. Nu zijn we bezig met de organisatie van de World Gym Challenge. Dit tweedaagse evenement is de ultieme test waar kracht en cardio goed zijn gecombineerd. De volgende keer meer hierover.
Uitlaatklep Toch is het niet altijd feest hier. Ook wij hebben te maken met dreigingsgevaar, aanslagen vlakbij, en verhoogde staat van paraatheid. Dan word je ineens weer met je neus op de feiten gedrukt. je merkt dan dat de sport een erg belangrijke uitlaatklep voor velen is. Dat is ook te merken aan de aantallen. Elke dag maken tussen de 600 en 800 mensen gebruik van onze faciliteiten. Even de zinnen verzetten. Voor deze mensen heel belangrijk. Wat dat betreft doen we dus prima werk hier. Groeten uit Kabul, de Robbies
Snert Ook Unox werkte mee dus op 1 januari 2010 trok een bonte stoet richting het volleybalveld waar we twee badjes hadden laten vollopen met water. Erg veel bekijks en een grandioos succes. Zelf denken we dat de Hollandse snert en de Unox worsten wijdverspreid gaan worden want iedereen zat er van te smullen.
17
Beroeps Praktijkvorming Mijn naam is Jeroen Jansen, 19 jaar en loop momenteel stage op de LO/Sportgroep BLK te Vught. Ik zit in het derde jaar van mijn CIOS-opleiding welke ik volg in Goes. Ik heb gekozen voor het profiel Sport Coördinator Geüniformeerde Beroepen (SCUB) omdat ik denk dat deze richting het best bij mij als persoon past. Het is mijn ambitie om LO/Sportinstructeur bij Defensie te worden.
In het derde jaar CIOS-opleiding dien je een Beroeps Praktijkvormingstage (BPV) te doorlopen. Omdat mijn ambitie binnen Defensie ligt, is het voor de hand liggend dat ik daar ook mijn stage wil doorlopen. Er is echter maar een beperkt aantal stageplekken binnen Defensie en het is dus niet vanzelfsprekend dat je daar ook zomaar stage kunt lopen.
Advies Op het CIOS in Goes is dit onder andere afhankelijk van je motivatie en je cijferlijst; voor mij was dit oké. Mijn voorkeur ging uit naar een stage bij LO/Sportgroep KCT. Om hiervoor in aanmerking te kunnen komen, moest er eerst een test gedaan worden op het KCT. Na de test kreeg ik het advies dat ik, in verband met mijn leeftijd van 18 jaar, nog wat te jong was en dat ik beter ervaring op kon doen bij een andere LO/Sportgroep.
Superblij Omdat op dat moment alle stageplekken al bezet waren, was dit nog even een uitdaging. Na wat onderhandelingen via mijn mentor op het CIOS (Marlon Beekman, voormalig LO/Sportinstructeur bij LO/Sportgroep BLK) is het toch gelukt een stageplek te bemachtigen. Ik was hier superblij mee en erg enthousiast om op mijn stageadres LO/Sportgroep BLK in Vught te beginnen.
groep maar er gebeurt van alles. Ik word erg veel betrokken bij allerlei werkzaamheden en krijg de kans om bij alle lessen mee te lopen. Af en toe geef ik zelf ook een gedeelte van een les.
Uitdagend In het begin van mijn stage waren ze op de LO/Sportgroep bezig om een bestaande survivalbaan uit te breiden. Ik heb hier heel wat uurtjes aan meegeholpen om zo samen met de andere LO/Sportinstructeurs er een gaaf en uitdagend baantje van te maken. We hebben allerlei ideeën bedacht en uitgewisseld. Zodoende hebben we hindernissen weten te bedenken die niet alleen fysiek zwaar zijn maar ook om een stukje handig-heid en techniek vragen.
Begeleider Ik loop op vaste dagen stage; dit is op maandag en op dinsdag. Elke dinsdag staat er een training gepland voor de loopgroep (OTC-Genie Runners) waarbij ik ook een gedeelte van de begeleiding verzorg. Ik probeer zoveel mogelijk ervaring op te doen waardoor ik de gehele dag bezig ben met lessen voorbereiden of deel te nemen aan lessen. Het uitwerken van de lessen die ik gegeven heb en die teruggekoppeld zijn door mijn begeleider doe ik over het algemeen thuis.
Aandachtspunten De andere drie dagen van de week moet ik gewoon naar school. Op de vrijdag hebben we een programma waarbij er in sneltreinvaart door vakgebieden als MZV, AZV, (Militaire) Zelfverdediging, indoorklimmen en terreinwerk gegaan wordt. We moeten op school dan les aan elkaar geven over bovenstaande onderwerpen en worden hierop beoordeeld. Je krijgt bij de terugkoppeling aandachtspunten aangedragen waarmee je jezelf kunt verbeteren. Door deze verbeterpunten toe te passen, kun je op je stageadres een zo goed mogelijk product proberen neer te zetten. Verder kan ik op het CIOS een extra ‘klein keuzevak’ kiezen. Voor dit jaar is dat het keuzevak “Buitensportinstructeur”. De totale opleiding van SCUB duurt vier jaar. Indien ik deze periode voldoende afsluit, heb ik een MBO niveau 4 diploma.
Maximaal genieten Mijn stageperiode hier op de LO/Sportgroep te Vught is erg leuk en leerzaam. Ik ben blij dat ik hier volop de ruimte krijg om mezelf te ontwikkelen en dat ik daar optimaal in begeleid word. Ik ga dan ook maximaal genieten van mijn stageperiode tot het einde van dit schooljaar! Jeroen Jansen, Stagiaire LO/Sportgroep BLK te Vught
Gebak Op 6 oktober 2009 was het zover. Ik had vooraf contact gehad met de C-LO/Sportgroep en werd maandagochtend om half acht verwacht op de BLK. Ik moet met het openbaar vervoer reizen en heb de eerste reisgelegenheid genomen om op tijd aanwezig te kunnen zijn. Helaas is dat niet gelukt en zodoende was ik direct aan de beurt om op gebak te trakteren, wat de gewoonte is voor diegenen die te laat komen.
Kans Dit was meteen de eerste uitdaging voor mij om voor de rest van mijn stageperiode ervoor te zorgen niet meer te laat te komen. Tot op heden is dat ook gelukt. Ik heb het erg naar mijn zin op de LO/ Sportgroep. Het is een kleine LO/Sport-
ZANDLOPEr 1-2010
19
De droom om Johan Neeskens te zijn, werd begin jaren ‘70 aan het eind van de herfst geleidelijk ingewisseld voor de wens net zo goed te zijn als Ard Schenk. De bal en voetbalschoenen maakten in mijn jeugd ook met mooi weer al regelmatig plaats voor rolschaatsen, maar zodra de winters in zicht kwamen raakte heel Nederland in die tijd compleet in de ban van Ard & Keessie. De eind vorig jaar, vanwege zijn 65e verjaardag, verschenen biografie over zijn sportcarrière en een compleet aan de blonde god van voorheen gewijde uitzending in het fantastische sportprogramma Holland Sport, rakelde alle jeugdherinneringen van vroeger weer op.
Professioneel De biografie is echter meer dan een beschrijving van het leven van Ard Schenk, veel meer. Het lezen ervan kan beschouwd worden als krachttraining, want het 592 pagina’s tellende boek weegt enkele kilo’s. Maar bovenal is het een beschrijving van een periode waarin Nederland van een amateuristisch sportend land langzaamaan een professionele sportcultuur ontwikkelde. De trainer/coach Leen Pfrommer, toentertijd in dienst bij de LO/Sportorganisatie van de Koninklijke Landmacht, heeft daar een zeer belangrijke bijdrage aan geleverd.
Talent Voordat Ard Schenk in aanraking kwam met Leen Pfrommer, was de boerenzoon uit het Noord-Hollandse Anna Pauwlona al een ruwe diamant met veel talent in meerdere takken van sport. In de winter van 1965-1966 werd hij, zomaar uit het niets, eerst Nederlands- en vervolgens Europees kampioen allround schaatsen, terwijl hij in de zomer ook nog afwisselend keeper of spits was in het eerste van de voetbalvereniging Wieringenwaard en ook nog eens verdienstelijk lid was van een atletiekvereniging. Een multi-talent wiens successen ogenschijnlijk kwamen aanwaaien, wat nog waar was ook.
met de opkomst van de televisie, ongekend. Wat vooral aan de humor en cabareteske optredens van Verkerk te danken was, Schenk was vooral een stille volger maar wel weer gezegend met een Hollywood-uiterlijk. Niet voor te stellen dat in een weekend van een EK of WK het complete programma van de eredivisie uitgesteld werd ten faveure van het schaatsen. Ook de verkoop van schaatsen en de karakteristieke schaatsmutsen maakte een explosieve groei door, in het economisch dan nog niet rijke Nederland.
Trukendoos In de jaren ‘50 en begin ‘60 was schaatsen in de winters vooral een sociale bezigheid in Nederland. Op trainingstechnisch gebied deed iedereen maar wat, zonder academische achtergrond en zonder toekomstvisie. Het bestuur van de KNSB werd gevormd door halve bejaarden die vooral genoten van de macht. Zo kon het ook gebeuren dat de trainer waar Schenk vertrouwen in had, en die aan de basis stond van zijn successen in ’65 en ‘66, aan de kant geschoven werd omdat hij meer te zeggen wilde hebben over de samenstelling van de selectie. Schenk viel de jaren daarna ver terug in zijn ontwikkeling en had gezien zijn karakter erg te lijden onder de psychologische trukendoos die zijn vriend maar ook concurrent Verkerk steeds vaker open trok. Verkerk, hoe vrolijk voor de camera’s, was eigengereid met betrekking tot zijn eigen trainingsaanpak en stond er om bekend dat hij het leven van trainers niet gemakkelijk maakte.
Schaatscoach Op dit dieptepunt in de carrière van Schenk maken we even een zijstap naar Leen Pfrommer, want met diens aanstelling als schaatscoach zou alles veranderen. Het is overigens te kort door de bocht om het slechts over de Ard&Keessie-tijd te hebben, want ook Harm Kuipers, Hans van Helden en Piet Kleine werden later onder zijn vleugels wereldkampioen en/of wonnen belangrijke medailles voor Nederland op de Olympische Spelen. En misschien een futiel feit: hij stimuleerde ene Henk Stuut om te solliciteren als sportofficier...
Zuipschuit Het klinkt onwaarschijnlijk, maar Schenk was bijna aartslui en vond al te fanatiek trainen maar niets. Daarbij was hij zeer verlegen, stug in de omgang, voor zijn prestaties gevoelig voor sfeer in de groep en had zichtbaar moeite met plichtplegingen en huldigingen. Maar bovenal was hij in zijn vroege jeugd én tijdens zijn topsportcarrière een waar feestbeest (op de achtergrond). Met weinig fantasie zou hij tegenwoordig een zuipschuit genoemd worden. Met verschillende andere boerenzonen werden de in die tijd beruchte kermissen in Noord-Holland afgestruind en midden in de nacht ladderzat beëindigd, meestal in de berm. Een imago wat alle latere trainers angstvallig verborgen probeerden te houden.
Schaatsmutsen Ard Schenk wordt, nadat hij voor de kernploeg geselecteerd is, bevriend met de zoon van een cafèhouder uit Puttershoek: Kees Verkerk. In de beginjaren van Schenks opmars was Verkerk al eens wereldkampioen geweest, en de twee worden jarenlang elkaars slapies tijdens trainingskampen en toernooien en een onafscheidelijk duo. De populariteit van Schenk en Verkerk, koosnaam Ard&Keessie, was in die jaren,
ZANDLOPEr 1-2010
interview
Leen Pfrommer 21
Vitaal
Sportief
Gezien het belang dat Pfrommer voor Nederland betekende -schaatsen groeide onder zijn leiderschap uit tot een wereldsport in Nederland-, is het een tikje schrijnend dat er op Youtube slechts één hit gevonden wordt op zijn naam: betrokkenheid bij de mogelijke oprichting van een kunstijsbaan in Amersfoort nota bene. Geen enkele verwijzing naar de jaren als succescoach van 1968 tot en met 1972. Aangezien er op internet weinig te vinden viel, belde ik op woensdag 20 januari aan bij zijn woning in Ermelo. De inmiddels 74-jarige Pfrommer blijkt een fysiek sterke, vitale en energieke man en ook nog over een ijzersterk geheugen te beschikken. Allerlei feiten uit het verleden dreunt hij op alsof het gisteren gebeurde.
Andere herinneringen van Pfrommer zijn makkelijker te onthouden, want dateren van recentere datum. Leen is namelijk nog steeds een sportief baasje en is in Ermelo lid van een clubje ‘oude mannen’ die op maandagavond spinnen, op donderdagavond schaatsen en op woensdag en zaterdag hardlopen. Vroeger deed Leen aan voetbal, schaatsen en turnen, in latere jaren kwamen daar hardlopen en fietsen bij. Leen loopt naar de boekenkast en haalt daar het boek “de Kale Berg” uit te voorschijn. ‘De Mont Ventoux, twee jaar geleden nog beklommen’, klinkt het trots. ‘En vorig jaar de Amstel Gold Race gefietst en in november de Zevenheuvelenloop nog gelopen’. En natuurlijk blijft zijn eindtijd over 15 kilometer niet onvermeld: 1 uur en 20 minuten! In vroeger tijden kon hij trouwens ook al aardig lopen, want in de zeventigerjaren nam hij tweemaal deel aan het NMK Marathon in Middelburg. ‘Liep je twee keer een halve marathon rondom Walcheren en startte je met 600 man, waarvan er ongeveer 70 vlak voor de finish omgeleid werden voor een tweede rondje’. Eindtijd: beide keren 3 uur en 15 minuten.
Sprinter De voorganger van de latere topcoaches Henk Gemser en Gerard Kemkers weet zich bijvoorbeeld nog te herinneren dat hij, als jonge sprinter, zijn beste prestatie in 1960 neerzette door tijdens het NK Sprint aan het eind van de eerste dag een zevende plaats te bezitten in het tussenklassement. Helaas werd het toernooi hierna afgelast vanwege invallende dooi. Kunstijsbanen waren er nog niet in die tijd en het woord ‘trainen’ bestond al helemaal niet. Zodra er ijs kwam te liggen werden er direct wedstrijden georganiseerd en daar deed je dan relatief ongetraind aan mee. Het persoonlijke record van Leen op de 500 meter was overigens 43:06 seconden.
Diploma’s De overste b.d. heeft de gang nu aardig te pakken en loopt naar een kast aan de andere kant van de kamer. Een diplomaboek. In de tachtigerjaren organiseerde de LO/Sportgroep van de GSK te Ermelo in opdracht van Pfrommer -hij was in die tijd regionaal sportofficier Oost (gestationeerd in Apeldoorn)- een aantal 1/3-triathlons in het buitenbad van Putten. De 1250 meter zwemmen was niet zijn sterkste punt maar lukte meestal wel binnen het half uur, de 60 kilometer fietsen, blijft onbenoemd maar de 14 kilometer hardlopen ging altijd dik binnen het uur. Beste eindtijd: 3 uur en 35 minuten. Met het laatste diploma komen we weer terug bij het schaatsen, want Leen Pfrommer bleek ook langer dan 500 meter te kunnen schaatsen: in 2002 wist hij de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee uit te rijden.
Reclame Terug naar de Ard&Keessie-tijd. Leen Pfrommer was (voordat hij door lkol De Wijk aangewezen werd voor de KMA) docent aan de SMLO in Hooghalen en had in 1968 als trainer van het gewest Drenthe tijdens het NK drie man bij de beste twaalf van Nederland afgeleverd, ondanks de beperkte trainingen en mogelijkheden in een gewest. Toppunt was de eerste plek van Jan Bols op de 10 kilometer. De bestuurders van de KNSB weten dat ze met Pfrommer een prima trainer kunnen binnenhalen. Komt bij dat in ’66 en ’67 niet alleen de verwachte successen van Schenk en Verkerk uitbleven maar er ook nog zeer slecht gepresteerd werd.
Kernploeg De toenmalige kapitein Pfrommer had, toen hij door de KNSB werd benaderd, net te horen gekregen dat hij als LO/Sportofficier bij de KMA werd geplaatst en hield de boot af. Dacht hij. Koud in functie wordt hij bij de gouverneur, luitenantgeneraal Van den Wall Bake, ontboden. Ingefluisterd door de minister van Defensie dat Pfrommer de gedroomde schaatscoach van Nederland is, vond de gouverneur het wel een
ZANDLOPEr 1-2010
mooie reclame dat een van zijn officieren een landelijke functie bekleedde. ‘Als je denkt dat je een paar extra sportinstructeurs nodig hebt, dan zeg je het maar en regelen we dat.’ Pfrommer wordt dus toch de nieuwe coach van de Nederlandse kernploeg.
Interval Pfrommer blijkt een vernieuwer. Als LO/Sportofficier op het SROI in Ermelo was hij (als pilot) in aanraking gekomen met de Duitse sportfysiologen Reindell en Geschler. De militairen in Ermelo krijgen ineens niet meer een duurtraining middels een veldloop maar een intervaltraining. Daarnaast verslond Leen de (in het Duits geschreven!) boeken van de WestDuitse atletiektrainer Toni Nett. Leen concentreerde zich op de beschreven manier van trainen van de 400 tot en met de 5000 meter hardlopen en bracht deze revolutionaire manier van trainen over op het schaatsen. En met succes. Ard Schenk profiteerde hier het eerst van en kwam niet alleen uit zijn “inzinking” maar werd een absolute wereldtopper met successen die later slechts geëvenaard zouden worden door de Amerikaanse allrounder Eric Heiden. Uiteraard heeft Leen ook een exemplaar van de biografie van Ard Schenk staan en heeft deze geparafeerd met de woorden: “je was een keerpunt in mijn carrière”. In het boek de geschiedenis van de LO/Sport, geschreven door de maj Ruud Kuitems, staat overigens geschreven dat ‘… de luitenant Pfrommer heeft de interval in het leger geïntroduceerd.’ Waardering Als je succes hebt in Nederland wordt je al snel op een voetstuk geplaatst en Leen Pfrommer werd dan ook een Bekende Nederlander. Op de KMA gaf dat nooit een probleem, binnen de LO/Sportorganisatie proefde Pfrommer soms wel iets van jaloezie. ‘Zou hij zijn werk wel goed doen?’, kwam hem wel eens ter ore. Wat collega’s echter niet zagen, waren de nadelen van zijn succesjob. Na afloop van het werk gelijk in de auto springen en anderhalf uur rijden naar een van de drie kunstijsbanen die Nederland toen bezat (Heerenveen, Deventer of Amsterdam). Altijd rennen en vliegen om beide functies goed uit te voeren en altijd ’s avonds pas heel laat thuis. Gelukkig liep de sport op de KMA als een trein, want Pfrommer had fantastische instructeurs en in de persoon van Anton Jonkers een prima tweede man. Leen had in de tussentijd onder andere een roeitrainer en een atletiektrainer gekregen om in de avonduren de sportverenigingen te ontplooien, wat erg goed aan sloeg. ‘Je moet echt opschrijven dat ik grote waardering heb voor en genoten heb van mijn instructeurs.’
“hakjes tegen elkaar”, maar als het programma eenmaal definitief was dan wilde ik wel dat het helemaal gevolgd werd. Een keer geen zin om te trainen was er bij mij dan niet bij.’ Tot slot wil Leen Pfrommer melden dat hij een geweldige tijd binnen de LO/Sportorganisatie heeft gehad.
Wereldster Terug naar Ard Schenk, want hij was tenslotte degene die het meest profiteerde van de (militaire) aanpak van Pfrommer, en gestaag transformeerde tot een persoonlijkheid die besefte dat hij niet slechts kon teren op zijn talent. De trainingsaanpak van Leen en het feit dat hij door hem gescheiden werd van Kees Verkerk - Schenk werd vanaf dat moment de vaste slapie van de rustige, introverte Jan Bols, een vroege pupil van Pfrommer -, maakte van Ard Schenk een wereldster.
Hoogtepunt Waardering Leen Pfrommer werd niet slechts op een voetstuk geplaatst, maar ook bestempeld als de trainer die succes had vanwege zijn militaire aanpak. Zodra een journalist dat een keer genoemd had, kwam hij daar niet meer vanaf. ‘Maar ik was juist een coach met een vriendschappelijke benadering van Ard&Keessie. Het door mij bedachte programma legde ik aan het begin van het seizoen aan hen voor en vroeg dan ‘wat vinden jullie er van’? Het programma werd uitvoerig besproken en waar nodig aangepast. Ik was geen militair van
De omslag in de ontwikkeling van Ard Schenk kreeg zijn hoogtepunt in de jaren 1970 tot en met 1972. Diverse EK- en WK-titels, 18 wereldrecords, een wereldkampioenschap allround waarbij (uniek) alle vier de verschillende afstanden gewonnen werden met als hoogtepunt 3 gouden medailles op de Olympische Spelen van Sapporo in Japan (’72) en een Ard&Keessie-gekte in Nederland die later slechts overtroffen zou worden door successen in het voetbal. Door Paul Lindeboom
23
skikes, een welkome aanvulling
Skike hype in ’t Harde Het is 4 januari 2010 en ik sta inmiddels na een mooie kluuntocht op mijn skikes, een soort skeeler, boven op de “Knobbel”. Ik ben erg benieuwd hoe de afdaling zal verlopen... Op de LO/Sportgroep hadden we al prachtige beelden opgeroepen hoe dit er in werkelijkheid uit zou kunnen zien en dit maakte dat mijn verwachtingen hoog gespannen waren.
ZANDLOPEr 1-2010
De eerste meters gemaakt, de grote wielen met luchtbanden rolden gewillig mee, maar de snelheid valt in eerste instantie enigszins tegen. Dan maar mijn stokken inzetten en via een lekker ritme voer ik de snelheid op…
LMC In ’t Harde hebben we een actieve Locatie Medezeggenschapscommissie (LMC), waarbij alle eenheden 25 euro per persoon afdragen om gezamenlijk te investeren in een gezond werk- en leefklimaat. Bij ons zijn de hoofdrolspelers die activiteiten uitvoeren vooral O&O en de LO/Sportgroep. De invulling die wij er aan geven, gebeurt vooral via clinics, lokale sportcompetitie, kaartjes voor onder andere Flevonice, squash, enzovoort en materiaal aanschaf ten behoeve van zelf te houden activiteiten (spinning, surfen, enzovoort).
Idee Smi Ronald Dohmen had het idee om skikes aan te gaan schaffen die we voor diverse activiteiten konden inzetten (tijdens SMAT, recreatiesport, afvallen, oefening, als voorbereiding op Bad Reichenhall, enzovoort). Voordeel van skiken is ook de lage orthopedische en hoge energetische belasting waardoor dit een uitstekend trainingsmiddel is. Al met al voldoende redenen om enthousiast te raken en na wat schuiven binnen budgetten en overleg met het LMC, konden we overgaan naar de aanschaf tot een twaalftal skikes met poles en een instructeurcursus voor zes personen.
Skikes Skikes lijken het meest op skeelers, maar dan met luchtbanden en een lager zwaartepunt (frame zit halverwege wielhoogte). Door het gebruik van de luchtbanden heb je wat minder schokbelasting en kun je ook bij regen skiken zonder daarbij weg te glijden. Je kunt zelfs “off-road”, waarbij je wel beperkt wordt tot harde ondergrond (schelpenpaden of verharde zandpaden).
Clinic Zo kon het dus zijn dat wij binnen defensie de eerste afnemer waren van skikes en Marcel Snippe (namens importeur) voor ons op woensdag 25 november een introductie-clinic verzorgd heeft. Een clinic waarin vooral materiaalgebruik en basistechnieken centraal stonden. Marcel Snippe is naast deeleigenaar Bathoo ook werkzaam als docent op het CIOS Overveen en zelf ook enthousiast buitensportinstructeur.
Gebruiksgereed We zijn begonnen met een introductie skiken, over het ontstaan ervan (continueren langlauftraining in de zomer) en hebben daarna uitgebreid ingezoomd op het in gebruik nemen van de skikes, het gebruiksgereed maken en het onderhoud. Voordelen van skikes zijn dat ze niet maatgebonden zijn en je daardoor niet tientallen maten op voorraad nodig hebt, je ze met allerlei schoeisel kunt combineren (van sportschoen tot bergschoen) en ze vrijwel onderhoudsvrij zijn.
Kortom, ideaal voor gebruik in onze situatie; eenvoudig en degelijk.
Zelfstandig Het tweede deel van de clinic zijn we naar buiten gegaan om verschillende basistechnieken door te nemen, waaronder het al “prikkend” voortbewegen alleen door gebruik van poles, de remtechniek en daarna de schaatstechniek in combinatie met 2-1 ritme van de poles. De schaatsers onder ons hadden de techniek snel te pakken en voordat we het wisten zaten we in de “eindvorm”. Het aanleren van skiken kun je wel vergelijken met een les skeeleren, de één pakt het snel op en de ander heeft wat meer tijd nodig voordat ze lekker zelfstandig aan de gang kunnen.
Cursus Op 6 januari hadden we nog een instructeurscursus staan die in verband met de weersomstandigheden geen doorgang kon vinden. Deze cursus wordt op een ander tijdstip ingehaald.
Ervaring We zijn in ieder geval erg enthousiast geworden in zowel de toepassing als in het gebruikersgemak en zien de aanschaf van de skikes daardoor als welkome aanvulling binnen ons pallet aan mogelijkheden op de LO/Sportgroep. Voor meer informatie, in welke vorm dan ook, zijn jullie van harte welkom… Tot ziens op de LO/Sportgroep ‘t Harde
25
SMAT wordt SMR
Oude wijn in nieuwe zakken?
Eind 2007 is er in opdracht van de Directeur Operationele Ondersteuning een Werkgroep ”Herijking SMAT procedure” opgericht die de huidige procedure van het SMAT moest actualiseren. Nadat de werkgroep er redelijk snel uit was hoe het nieuwe SMAT er uit zou moeten zien, duurde het in de besluitvorming nog ruim twee jaar voordat C-LAS zijn handtekening onder de vernieuwde procedure kon zetten. Om verwarring te voorkomen, wordt de term SMAT verlaten en spreken we nu over de Sport Medische Revalidatie (SMR). Deze procedure zal tegelijk met de invoering van het nieuwe zorgmodel (2502-10) ingevoerd worden. SMR omvat een samenhangend pakket van activiteiten in het kader van sportmedische begeleiding bij een militair met fysieke inzetbaarheidsbeperkingen.
Wat verandert er? Het SMR traject van de revalidant verandert in principe niet veel ten opzichte van de oude situatie. In de meeste gevallen meldt de militair zich bij de arts met een blessure. De arts
Kap Bart Steenge
zal hem doorverwijzen naar de fysiotherapeut en hem bij de commandant voordragen voor opname in het SMR traject. Wanneer de commandant hiermee akkoord gaat, tekent hij het instemmingsformulier en krijgt de revalidant een beschermde status. Dit houdt in dat de revalidant niet mee gaat op oefening en niet meedoet met de reguliere sportlessen van de eenheid.
De fysio-fit fase De revalidant krijgt nu een logboekje uitgereikt en start met de fysio-fit fase bij de fysiotherapeut. Dit logboekje is universeel en kan op iedere kazerne, zowel door de fysiotherapeut als door de LO/Sportinstructeur, worden gebruikt. Het einddoel van de fysio-fit fase is het halen van de Defensie Conditieproef (DCP). De praktijk zal zijn dat de LO/Sportinstructeur al tijdens de fysio-fit fase een adviserende rol heeft naar de fysiotherapeut met betrekking tot het opwerken naar de DCP. Het afnemen van de DCP is ons werk.
De sport-fit fase Formeel gaat de revalidant na het behalen van de DCP over naar de sport-fit fase. Tijdens deze fase staat hij onder begeleiding van de LO/Sportinstructeur. Middels een standaard protocol maakt de LO/Sportinstructeur een trainingsprogramma om de revalidant op te werken naar de minifit voor zijn/ haar geldend cluster. Tijdens deze lessen zit men zo weinig mogelijk in de fitnessruimte maar traint men zoveel mogelijk functioneel op de hindernisbaan, omloopbaan, met de VDKset (Veelzijdige Doelgerichte Krachttraining) en Verplaatsen Te Voet. Van iedere training wordt een aantekening gemaakt in het eerder genoemd logboekje. Het voordeel van dit LO/Sportprotocol is dat er straks op iedere LO/Sportgroep mee gewerkt wordt. Dit komt de continuïteit van het revalidatieproces ten goede. Immers, een revalidant die tijdens de sport-fit fase bijvoorbeeld twee weken op cursus moet, kan van zijn LO/Sportinstructeur zijn trainingsprogramma in hardcopy meekrijgen. De LO/Sportinstructeur op de locatie van de cursus, is bekend met het programma en kan de revalidant optimaal begeleiden. De LO/Sportgroepen kunnen zelfs de gegevens via de mail uitwisselen.
De functie-fit fase Nadat de revalidant met goed gevolg de minifit heeft afgelegd, gaat hij over naar de functie-fit fase en stopt formeel het SMR traject. De revalidant keert terug naar de eenheid, doet mee met eenheidssport en kan weer mee op oefening. Dit wil niet zeggen dat de revalidant weer honderd procent fit is om alles op niveau van de eenheid mee te doen! Hier
ZANDLOPEr 1-2010
ligt een belangrijke taak voor de LO/Sportinstructeur van de eenheid. Hij wordt door de SMR verantwoordelijke LO/Sportinstructeur geïnformeerd dat een militair van zijn eenheid klaar is met het SMR, terugkeert naar de eenheid, maar nog begeleid moet worden in het optrainen naar het fysieke niveau van de eenheid. Ook de pelotons- en de groepscommandant zijn belangrijke spelers om te zorgen dat de revalidant niet overbelast wordt en weer met terugval te maken krijgt.
Overleg Eens in de 4-6 weken vindt er onder verantwoordelijkheid van de eenheidscommandant een Uitvoeringsoverleg plaats. Hierin zitten: • de commandant (of een vertegenwoordiger), • de arts, • de fysiotherapeut, • de LO/Sportinstructeur. Hier worden de voortgangsresultaten van de revalidanten besproken. Naast het Uitvoeringsoverleg vindt er onder verantwoordelijkheid van de brigadecommandant eenmaal per kwartaal een Coördinatieoverleg plaats. Om praktische redenen wordt dit overleg slechts georganiseerd door C-11 LMB, C-13 Mechbrig, C-43 Mechbrig en C-OTCo. Bij dit overleg zitten: • de brigadecommandant (of een vertegenwoordiger), • de ondercommandanten, • van elk Uitvoeringsoverleg uit het brigaderessort één bedrijfsarts (om praktische redenen kunnen deze elkaar laten vertegenwoordigen), • één van de fysiotherapeuten waar het overleg plaatsvindt, • de C-LO/Sportgroep waar het overleg plaats vindt. Tijdens dit overleg wordt het verloop van het SMR proces geëvalueerd. Op deze wijze krijgt de brigadecommandant inzicht in de aspecten van de operationele inzetbaarheid van zijn brigade.
Workshops In de maand februari worden er drie workshops georganiseerd, waarin instructeurs van de LOSS de nieuwe procedure bij de LO/Sportinstructeurs introduceren. Per LO/Sportgroep zullen 1-2 collega’s de kennis en ervaring opdoen en zij zullen deze verspreiden binnen hun eigen LO/Sportgroep. Zo hopen we dat SMR van toegevoegde waarde zal zijn om uitval te verminderen en geblesseerde militairen zo snel mogelijk weer inzetbaar te krijgen. Meer informatie over Sport Medische Revalidatie is te vinden op intranet: http://intranet.mindef.nl/kl/lo_sport/ doctrine_opleiding_training/kennis_doctrine/Kennis_kenniscentra/Regelgeving_Voorschriften_en_Doctrine/Diversen/ Sport_Medische_Revalidatie.aspx Kap Bart Steenge, Kenniscentrum LO/Sportorganisatie
27
HELP! we moeten Competentie gericht opleiden Het belang van competentiegericht opleiden voor een organisatie, is dat de medewerkers voortdurend blijven ontwikkelen (de zogenaamde doorlopende leerlijn). Als de medewerkers zich ontwikkelen, ontwikkelt het bedrijf zich ook. Ook zullen de medewerkers door de ontplooiingsmogelijkheden die competentiegericht opleiden biedt, zich meer gewaardeerd voelen omdat ze als medewerker beter tot hun recht komen in de organisatie. Voor de medewerker is het van belang dat zij tijdens hun werk aan de eigen loopbaan kunnen werken. De essentie van competentiegericht opleiden is dat de medewer ker/cursist kennis, vaardigheid en houding in diverse contexten kan toepassen met het doel om een taak naar tevredenheid uit te voeren.
ZANDLOPEr 1-2010
Opleiden & Trainen
In onze organisatie is een aantal jaren geleden de verbouwing van het bekende onderwijs naar het competentie gericht onderwijs ingezet, dit was een fundamentele kanteling van het onderwijs binnen de LO/Sportorganisatie. Op dit moment worden door opleidingsontwikkelaars (OTO) competentiebouwwerken gedegen ontwikkeld en in elkaar gezet, daarna is het aan de docenten om de bouwwerken om te zetten in onderwijsleeractiviteiten. Zoals wij het competentiegericht onderwijs meemaken, zetten we in het onderwijs al een hele stap voorwaarts. Ons perspectief op leren is anders dan voorheen. De resultaten zijn op de werkvloer merkbaar, we leveren andere mensen af. Toch moet wij concluderen: we zijn er nog niet.
Het kantelproces van traditioneel naar competentie gericht Tijdens het kantelproces van het opleidingsbouwwerk wordt regelmatig de vraag gesteld wat competenties zijn. Het is op zijn minst meer dan de som der delen kennis, vaardigheden en attitudes nodig in een professie. Er wordt dan ook veelvuldig gewerkt met competentie ijsbergen die duidelijk maken dat kennis en vaardigheden makkelijker beïnvloedbaar zijn dan de gewenste persoonseigenschappen; deze liggen dan onder de waterspiegel.
Functieprofiel Ontwikkeling coachen
ZACV verwerven in eigen werkomgeving Praktisch toepassen van het geleerde
Overgave
Begeleiden
Ontwikkelen inzicht en samenhang
coachen
Kennis
tijdens de
Opdoen kennis en vaardigheid
Leertijd
Gedrag
opleiding
Competentie niveau
Eén van de vele competentie ijsbergen (Kruijd, 2004)
(= doen)
Kennis
Vaardigheden
(= weten)
(= kunnen)
Normen & Eigenschappen Motivatie waarden & vermogens (= willen) (= vinden)
Competentie ontwikkeling
Praktijk
Fysieke mogelijkheden liggen het verst onder de waterspiegel omdat deze het minst veranderbaar zijn. Wel is het goed om te weten dat de Titanic door een aanvaring met het onderste gedeelte van een ijsberg is gezonken, reden genoeg om ook alert te zijn voor die onderwaterwereld.
(= zijn)
Fysieke mogelijkheden (= kunnen)
In de optiek van de Koninklijke Landmacht spreek je van competenties waar we duiden op “denkend handelen” van een persoon. Een handelen waar iemand tevens bouwt aan zijn professionaliteit en zijn “zijn” als professional. Een competent iemand gebruikt zijn kennis met verstand. In het verleden is er bij de KL vooral aandacht geweest voor de gemakkelijk beïnvloedbare zaken zoals kennis, vaardigheden. Dit is gemakkelijk voor de opleidingen (cursus gedrag), het korte termijn resultaat, maar het doet een tekort aan een benadering van competenties als handelen met verstand, als een denkend, holistisch (kijken naar het geheel), relationeel en praktijk ontwikkelend concept. Tot 2004 zijn de meeste militairen, dus ook de huidige militaire instructeurs opgeleid met Skinners operante conditionering, het concept van stimulus en respons, het vertellen, voorbeelden geven, kortom lesgeven als overdracht van kennis van docent naar student. Is dit dan (behaviorisme) geen goede theorie voor het aanleren van vaardigheden? Feedback en beloning zijn middelen die krachtig blijven maar als het perspectief wijzigt, zodat de situatie en dus ook het denken iets verandert, dan kom je tot een andere didactiek, leer en onderwijsactiviteiten. Zoals we ook anders tegen de wereld
aankijken nu we weten dat deze niet plat is maar rond is. Die wereld is nog steeds zoals die was. Alleen kijken we wel heel anders tegen de horizon als een gedeelte van een bol geheel. Dit perspectief heeft geleid tot heel andere inzichten, en in de praktijk weer tot heel anders handelen en andere producten. Als je op een bepaald moment ziet dat er naast het “trucje of het copieren van gedrag” ook nog kennis gebouwd wordt in een vaardigheid, dan denk je vervolgens ook anders over het leren en didactiek. Zo geven we nu vaker een “waarom”of een grotere context van een vaardigheid. De leeractiviteiten blijven dus wel werken, maar waarom ze werken, heeft wel een andere basis gekregen.
Wat verandert er nu voor ons, de werkvloer Als we antwoord willen geven op deze vraag moeten we ons continue afvragen voor wie en in welke rol kijk je naar competentie gericht leren. Als we de primaire taak van een LO/Sportinstructeur op een LO/ Sportbureau of docent op de LOSS (LO/ Sportschool) in relatie tot lesgeven gaan belichten, verandert er eigenlijk niets voor deze functionarissen. Waar is al die ophef dan over? Dat vragen wij ons ook wel eens af. Onze doctrine en de systematiek zorgen ervoor dat al ons functionele handelen op een bepaalde manier plaatsvindt dat het past bij competentie gericht opleiden. Wat doen we dan al?
Het kopiëren van gedrag.
anders alleen zal de opdracht (missie) waarin hij zijn taken moet uitvoeren (de context) in de analyse moeten worden meegenomen.
Probleem gestuurd onderwijs en syndicaten
Als voorbeeld gaan we een paar populaire kretologieën vertalen naar onze dagelijkse werkzaamheden: • In de context • Probleem gestuurd onderwijs • Syndicaten • Ervarend leren • Frontaal lesgeven is toch ook goed? • Van instructeur naar leerling gericht • Reflectie • Coachen
Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) is een actieve en zelfstandige manier van leren. De kenmerken van probleemgestuurd onderwijs zijn: • De leerstof wordt aangeboden in de vorm van “open-einde” probleem- stellingen; • Leerlingen werken samen in kleine groepen; • Instructeurs nemen een ondersteunende rol aan bij het leerproces. Hiermee wordt beoogd dat leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor hun groep en het organiseren ervan, en richting geven en behouden aan het leerproces met ondersteuning van een instructeur. PGO kan worden gebruikt om kennis van de inhoud te verrijken en ontwikkeling van communicatie, probleemoplossende vermogen en zelfgestuurde leervaardigheden te bevorderen. Deze wijze leent zich dan ook prima voor de LO/Sportschool en in mindere mate voor de LO/Sportles.
In de context
Ervarend leren versus frontaal les geven
Het periodisering model VATH en het 6 stappenplan zorgen ervoor dat wij altijd vanuit de doelstelling redeneren. De doelstelling is bij opleidingen vaak terug te vinden in de functie, competentie of ontwikkelprofiel van de betreffende functionaris(sen). Bij parate eenheden is dit niet
Onder leeractiviteiten wordt verstaan de wijze waarop de leerling tracht zich de leerstof eigen te maken. Soorten leeractiviteiten(bij motorisch leren)zijn: luisteren-kijken-observeren-oefenen-vragenantwoorden-experimenteren ontdekken/ uitvoeren/doen.
29
Situationeel leidinggeven VEEL
Frontaal les geven is in het algemeen een adequate instructiemethode zolang het gaat om het overdragen van kennis. Voor het integreren en toepassen van kennis zijn andere werkvormen veel geschikter. Instructeurs die de doceervorm hanteren om de leerlingen aan te zetten tot integreren en toepassen van kennis, gebruiken de verkeerde werkvorm. Immers, integreren en toepassen van kennis kan een leerling alleen door zelf actief bezig te zijn, zich de leerstof eigen te maken en uit te proberen of de verworven kennis hem helpt bij het hanteren van de complexe situatie van training en begeleiding. Iedere keer opnieuw zal je jezelf moeten afvragen of je de juiste werkvorm hanteert, zo kan dus ook ervarend leren de verkeerde werkvorm zijn.
Van instructeur naar leerling gericht Tijdens de voorbereiding van een instructieles vraag je jezelf af wat er tijdens de les moet gebeuren en op welke wijze dat moet gebeuren. In instructieles kan het accent op leren, trainen of vormen liggen; dit samen met de periode waar de training plaats vindt zet ons al in de richting van een aantal werkvormen en het mogelijke aanpakgedrag van de instructeur. Onze VATH samen met onze doctrines zorgen er samen met het vakmanschap van de instructeur voor dat dit op een natuurlijke wijze verloopt. Wanneer je van de voorbereidingsperiode naar de aanpas
ZANDLOPEr 1-2010
periode gaat zal er ook steeds meer functie en taak gericht getraind worden, wat er voor zorgt dat de leerling meer en meer vanuit zijn benodigde competentie ingezet gaat worden (leerling gericht). Als we de
doctrine kracht er als voorbeeld bijpakken zie je dat deze van maximaal krachttraining tot taak specifieke krachttraining is weg gezet en daardoor de leerling steeds meer in context van de toepassingsperiode.
TREFWOORDEN BETEKENIS Belangstelling Interesse opwekken en behouden. Enthousiasme tonen voor de leerstof. Aansluiten bij de actualiteit. Motivatie van het waarom de leerling de leer- stof moet leren. Activiteit Leerlingen stimuleren tot meedenken en mee handelen. Ruimte scheppen voor zelfstandige activiteiten door de leerlingen. Leerlingen laten oefenen. Aanschouwelijkheid: Leerlingen moeten met de zintuigen (zien, horen, voelen, ruiken, proeven) waarnemen wat ze moeten (her)kennen, begrijpen, kunnen toepassen en kunnen beoordelen. Integratie Logisch aansluiten van de nieuwe leerstof op de vooraf verworven kennis, inzichten en vaar digheden. Voorkomen van systeemscheiding (het leren van losse brokken leerstof) door het leggen van verbanden met leerstof uit komende lessen en de toekomstige functie. Herhaling Voldoende herhalen om blijvend resultaat te bereiken. Veelvuldige korte herhalingen zijn effectiever dan een langdurige herhaling. Toepassen in verschillende situaties. Individualisatie/ differentiatie Rekening houden met individuele verschillen tussen de leerlingen. Individuele mogelijkheden en moeilijkheden. Goed persoonlijk contact. Beperking en geleidelijkheid Leerstof en stappen beperken tot datgene dat noodzakelijk is om de Functie te vervullen waar- voor wordt opgeleid. Opklimmend in moeilijkheidsgraad van enkel- voudig naar samengesteld. Van eenvoudig naar gecompliceerd. Schema grondregels voor het didactisch handelen
Foutanalyserende aanpak De leerling registreert en expliceert niet alleen de fouten bij de uitvoering zelf, maar hij trekt bovendien op grond hiervan conclusies voor de volgende poging. De leerling met dit aanpakgedrag zal bij het maken van een fout bijvoorbeeld het in het net serveren bij het volleybal zich afvragen hoe dit komt. Hij denkt na over hoe hij de bal geraakt heeft, in welke richting de zwaaiarm bewoog, of zijn houding te ver voorover of achterover was, enzovoort.
Gras groeit niet sneller door er aan te trekken.
Veel ondersteuning Weinig sturing
Veel ondersteuning Veel sturing
N NE EU ST
S3
S2
S1
LEG
ER
EN
S4
LEIDEN
DE
gedrag ondersteunend
Het effect van de keuze van de juiste didactische werkvorm is niet exact aan te geven. Inzicht en intuïtie, voortkomend uit de bereidheid tot voortdurend kritisch evalueren van het trainingsproces door de instructeur, zijn hierbij van groot belang. Een pasklaar antwoord op de vraag: ‘wanneer en waar welke didactische werkvorm?’ is moeilijk te geven.
Momentaanpak De leerling met moment aanpakgedrag legt geen of praktisch geen verband tussen de verschillende pogingen, maar is gericht op het directe resultaat. De leerling is vooral gericht op het behalen van het doel van de vaardigheid.
Het functioneren van de LO/Sportinstructeur kent vele facetten. De instructeur is daarom naast docent ook regisseur, collega, leerling, leider enzovoort. Dit is niet eenvoudig en zal door de instructeur als zodanig ook niet onderschat moeten worden. We doen ons werk al heel erg goed, het zijn meestal de termen die ons in verwarring brengen. Maar van de Commandant tot de Sergeant zal dit veel van ons vragen, omdat naast kennis veel geïnvesteerd moet worden in de overige competenties.
CHEN
Schema leeractiviteit en didactische werkvorm
De volgende leerstrategieën zijn te onderscheiden: • momentaanpak: • foutanalyserende aanpak
Competentie gericht opleiden en dan…
COA
Leeractiviteit Didactische werkvorm Gedrag instructeur Luisteren , nadenken, kijken , observeren Voordrachtsvorm Instrueren, demonstreren Nadenken, antwoorden, verklaren, uitleggen Gespreksvorm Vragen Uitvoeren oefenen, oefenen toepassen Opdrachtsvorm Commandovorm, oefenvorm, wedstrijdvorm Uitproberen, onderzoek, experimenteren Opdrachtsvorm Bewegingsprobleem stellen Interactie, experiment, situatief handelen Opdrachtsvorm Spelvorm
Reflectie en coachen tijdens de instructie les
Weinig sturing Weinig ondersteuning Weinig ondersteuning Veel sturing
WEINIG
STUREND GEDRAG
HOOG O4
GEMIDDELD O3
Ontwikkeld
O2
VEEL
LAAG O1
In ontwikkeling
LO/Sportschool Het ontwikkelingsniveau van de militair
Trainen in de context van het toekomstig functioneren.
Het ombuigen van het aanpakgedrag Het is gebleken dat de leerstrategie van de foutanalyserende aanpak het meest effectief is. Dit kan verkregen worden door leerlingen zoveel mogelijk te confronteren met het eigen resultaat. Door al vragend de leerling bewust te maken van zijn fouten dwingt de instructeur de leerling na te denken over de uitvoering van de poging. Middels reflectie en coaching dwing je leerling tot een foutanalyserende aanpak.
Positioneren van coachen We moeten een onderscheid maken tussen motorisch leren (het vaardig kunnen bewegen) en leren als een blijvende verandering in gedrag of in een mentaal proces. Als we praten over leren als gevolg van bepaalde ervaringen die het doel hebben om een taak naar tevredenheid uit te voeren moeten we coachen in een ander daglicht zetten. In het schema situationeel leiding geven, zie je de verschillende ontwikkelingsfases waar iedere leerling doorheen loopt, ook wordt hier het meest logische aanpak gedrag van de leidinggevende (coach) aan gekoppeld.
31