ZANDLOPER Koninklijke Landmacht
Colofon De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sportorganisatie KL. Redactie(raad) Voorzitter kap Ron Gits (MDTN *06-500-61484) Hoofd-/eindredacteur aooi Richard Wichhart (MDTN *06-500-61213) Redacteur smi Mike Becker (MDTN *06-529-73610) smi Richard Hesterman (MDTN *06-566-5303) smi Jan Welling (MDTN *06-500-61839) smi André Wijnberger (MDTN *06-500-61161) sgt Sibyl Gassner (MDTN *06-529-73610) dhr Taco Visser - TGTF (MDTN *06-557-66418) dhr Paul Lindeboom (MDTN *06-500-61013) Redactie-Kopijadres LO/Sportorganisatie KL Redactie Zandloper Bernhardkazerne MPC 53 B Postbus 3003
3800 DA Amersfoort Tel: PTT 033-4661213 MDTN *06-500-61213 Mobiel 06-22412928 Mail defensienetwerk: Wichhart, REM LOSPORT BDFPL E-mail internet (werk):
[email protected] E-mail internet (privé):
[email protected] Kopij/brieven volgende uitgave dienen uiterlijk 30 mei 2005 bij het kopijadres te zijn. Vormgeving & lay-out Sectie Grafische Vormgeving Frederikkazerne Den Haag Druk PlantijnCasparie Zwolle De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van de C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen overgenomen worden mits de bron wordt vermeld.
Uitgezonden personeel wordt niet meer gepubliceerd in de Zandloper. Incidenteel is personeel, maar eveneens de achterblijvers bedreigd via post en internet. Defensie heeft redacteuren verzocht foto’s en (e-mail)adressen niet meer te vermelden. Wij betreuren dit, maar zijn uiteraard van oordeel dat veiligheid van onze collega’s en gezinsleden boven alles gaat. Onderstaande informatie maakt het mogelijk om via de buddy aan zijn of haar e-mailadres te komen. Bovendien is deze informatie ook bekend bij de redactie van de Zandloper.
Uitgezonden personeel Sgt 1 Robbie (buddy smi William Verploegen, Ede, MDTN *06-678-81639) Smi Louwie (buddy aooi Hennie Huybregts, Breda, MDTN *06-529-73612) Sgt 1 Gerard (buddy smi René Dekkers, Roosendaal, MDTN *06-589-58462) Laat eens iets van je horen!
Informatiebulletin van en voor de LO/Sportorganisatie Nummer 3, mei 2005
Fit for Action ZANDLOPER 1
ZANDLOPER 1
LO/Sportorganisatie
Van de commandant
Inhoudsopgave Jaargang 12, nummer 3, mei 2005
4. Cursus Krav Maga
18. Fight Night Oranjekazerne
22. Militaire Vijfkamp Vaardigheidsproeven
Omslag: De eerste hindernis van de zwemproef Militaire Vijfkampkruis wordt genomen.
Van uw Commandant
3
Cursus Krav Maga
4
De Pen
8
Van uw Medezeggenschapscommissie
9
Effecten van NBC-drank en cafeïne op een speedmars
10
Wedstrijd- en Spelorganisatie
12
Van uw personeelsdienst
15
LO/Sport kort
16
In Memoriam
17
Fight Night Oranjekazerne
18
Militaire Vijfkamp Vaardigheidsproeven
22
Vaststellen Fysieke Belastbaarheid
26
Even voorstellen
28
Begrijpen we het nog...?
30
Colofon / Uitgezonden personeel
36
Na de commando-overdracht werd een dag later al weer overgaan tot de orde van de dag. Ik was aanwezig bij het Symposium over Professionals in P&Ogebied op de KMA. Vele commandanten waren op deze bijeenkomst afgekomen. Naast verschillende lezingen was er toch met name een hoofdrol weggelegd voor Hoofd Directie Personeel, dhr Volkers. Hij probeerde bij het aanwezige publiek draagvlak te creëren voor de nieuwe koers (van decentraal naar centraal) op Personeels gebied. Pogingen vanuit de zaal om meer duidelijkheid te krijgen over wat de staatssecretaris in een eerder stadium heeft geroepen over de personeelsopbouw, werden direct afgehouden. Ook op het moment van dit schrijven verzeker ik u dat het gissen blijft naar het exacte tijdstip van úp or out, de FLO-leeftijd of de datum van ingang van de nieuwe FLO regeling enzovoort. Ondanks die onzekerheden verwacht ik dat we professioneel onze taken blijven uitvoeren en de dingen blijven doen, die van ons gevraagd worden. Sportkalender Naast alle dagelijkse reguliere zaken zijn er ook nu weer een aantal die eruit springen waaronder de sportkalender activiteiten. In de periode tot op heden is het aantal deelnemers aan de evenementen beduidend hoger dan in 2004. Het onlangs gehouden KL-Kampioenschap Schieten was een daverend succes en krijgt volgend jaar misschien zelfs een internationaal tintje. Sinds vorig jaar spelen we ook een belangrijke rol bij de Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht (TMPT). De door ons geïntroduceerde nieuwe opzet was een groot succes en dat bleek niet eenmalig. Ook dit jaar is er deelgenomen door een vooraf vastgesteld maximum aantal teams. In juni organiseren we het kampioenschap Nationale Militaire Vijfkamp. Deze vervangt de Zware Militaire Vaardigheid (ZMV). Erica Terpstra reikt de eerste Militaire Vijfkampkruizen uit aan hen die voldoen aan de gestelde eisen. Ik hoop dat we hier ook kunnen rekenen op een grote deelname. GVA/AT weer begroot Tijdens de GVA/AT in Bad Reichenhall heeft de LO/Sportorganisatie zich op uitstekende wijze geprofileerd. Enkele jaren geleden besloot C-OPCo om geen geld meer beschikbaar te stellen voor GVA/AT. Totdat hij in maart de pilot GVA/AT in Bad Reichenhall bezocht. Samen met aooi Nico Spierenburg informeerde ik hem over de opzet en inhoud van deze pilot. C-OPCo was zeer te spreken over de kwaliteit van ons personeel en de uitvoering van het programma en heeft het voornemen GVA/AT activiteiten structureel op te nemen in de jaarplanning. Dit is een compliment voor een ieder die keihard heeft gewerkt om de pilots, ondanks een
korte voorbereidingsperiode, zo succesvol te maken. Na de zomerpilots hebben we, mits de faciliteiten aanvraag door OPCO wordt goedgekeurd, voor volgend jaar de uitdaging om de GVA/AT Bad Reichenhall nog beter weg te zetten. Intranet Voor de diverse redacteuren in het land en het bureau Marketing en Externe Betrekkingen (MEB) was het behoorlijk aanpoten om aan de opdracht van OTCo te voldoen om op 1 mei online te gaan. De intranetsite van de LO/Sportorganisatie is geopend en daarmee is de eerste stap gezet. Nu is het zaak om onze site verder te vullen en actueel te houden. Als je pretendeert een professionele organisatie te zijn, dan mag een professionele site niet ontbreken. Hiervoor is een belangrijke taak weggelegd voor bureau MEB van de Sie 3. Database Als laatste wil ik de onlangs beschikbaar gestelde database voor de lessen noemen. Een geweldig middel bij het voorbereiden van de les. De reacties tijdens de introductie van de database op de bijscholingen en ook de reactie van de huidige leerlingen van de VTO-2 waren zeer positief. Kortom, bovenstaand een aantal prima ontwikkelingen ten gunste van onze LO/Sportorganisatie. Kol Nico Spreij
ZANDLOPER 03
Cursus Krav Maga MZV (Militaire Zelfverdediging) is een prima middel om te trainen en te vormen. Ook leren we binnen het MZV de eenheden gevechtstechnieken aan die in het verlengde van hun operationele taakstelling ligt. Toen het MZV ontwikkeld was (1992) zat de krijgsmacht in een periode waar er vooral peace keeping missies op de rol stonden. Uiteraard is toen ook geprobeerd zo goed mogelijk daarop aan te sluiten. Meer gewelddadigere scenario’s zoals bijvoorbeeld mesvechten zijn toen niet verder meer uitgewerkt. De kans dat de eenheden in dit soort situaties terecht zouden kunnen komen stond niet in verhouding met de trainings-inspanningen.
ZANDLOPER 04
ZANDLOPER 05
Sinds een aantal jaren worden we met missies geconfronteerd die wat hoger op de geweldladder staan. Ook wordt er verwacht dat de krijgsmacht in een hoger geweldspectrum zal gaan acteren, kortom er is een verschuiving voelbaar. Als de taakstelling of de omgeving waarin je hem uitvoert, verandert, is het voor commandanten en ons zaak te bewaken dat onze MZV-technieken daarop aan blijven sluiten. Zowel LO/Sportgroepen als de eenheden uiten de behoefte aan meer en andere technieken die beter aansluiten bij de huidige opdrachten. Kortom het werd tijd om de MZV-materie onder de loep te nemen. Dit alles resulteerde onder andere in het volgen van de cursus Instructeur Militaire Krav Maga, door achttien LO/Sportinstructeurs (zes van de KMar en twaalf van de KL).
Ontwikkeld in en door oorlog Krav Maga (vertaling contactgevecht), is een beproefd Israëlisch systeem van de ongewapende strijd. Dit zelfverdedigingssysteem is ontwikkeld door Imi Lichtenfeld die als instructeur de grondlegger van het man tot man gevecht in het Israëlische leger was. Daar heeft hij de instinctieve menselijke reacties (onder stress) bij verschillende aanvalsvormen geanalyseerd en onderzocht waarbij dingen als weinig trainingstijd en weinig vechtervaring ook belangrijke uitgangspunten waren. Verder is het systeem getest en ontwikkeld in en door de oorlog en is het een moderne, praktische en vooral zeer effectieve zelfverdedigingsmethode. In eerste instantie dus voor de militair bedoeld en in een later stadium ook bruikbaar gemaakt voor andere doelgroepen. Gewapende en ongewapende aanvallen Krav Maga is geen competitiesport, mix fight, Thai boxing of zogenaamde ultimate fight. Wel kunnen bepaalde elementen van de genoemde disciplines herkend worden in het technische repertoire van het Krav Maga systeem. Het systeem kent geen regels want in de strijd op leven en dood is alles toegestaan om te overleven. In het systeem worden vaak handelingen toegepast op een aanvallers kruis, zijn ogen of zijn strot. Krav Maga is dus een zelfverdediging tegen (on)verwachte gewapende en ongewapende aanvallen zoals bijvoorbeeld verdedigingen tegen verschillende soorten wurggrepen, omvattingen (statisch en dynamisch), stoten, trappen, aanvallen op de grond, mes-, stok- en vuurwapenaanvallen enzovoort. Dit mondt uit in een gevechtstraining waar een grote verscheidenheid aan scenario’s worden opgevoerd. Hierbij staan middelen als vechten tegen meerdere tegenstanders en MZV-banen centraal. Het laatste vaak in een OVGsituatie (Optreden Verstedelijk Gebied) met en zonder wapen en met en zonder losse munitie. Hierbij worden wapenhandelingen als bijvoorbeeld storingreactie, het laden,
herladen enzovoort gecombineerd met aanvallen van tegenstanders. De cursus Na een hoop voorwaarden scheppende taferelen was het dan zo ver. Op 15 november 2004 begonnen de eerste twee weken van de cursus gevolgd, door nog een afsluitende week eind januari 2005. De instructiegroep bestond uit Eyal Yanilov uit Israël. Hoofd van de IKMF (International Krav Maga Federation), tevens instructeur en cursusleider. Hij werd in de tweede en derde week van de cursus opgevolgd door de Israëliër Amnon Darsa. Verder bestond de groep uit de Zweed Tommy Blom, de Pool Tomasz Adamczyk en de Nederlander Franklin Hartkamp. Deze personen waren belast met de instructie en zijn tevens directeur van de IKMF in het land van hun herkomst. Aan het lesrooster hadden we al wel gezien dat deze mannen niet voor half werk kwamen en dat hebben ze ook waar gemaakt. Zij waren zeer gemotiveerd om ons de Krav Maga stof eigen te laten maken; soms tot vervelens toe. Waar wij didactisch bij sommige instructeurs van de ene verbazing in de andere vielen en de verschillende Engelstalige accenten ook goed op de lachspieren werkten, werd er ondertussen ook flink getraind. Na een paar dagen voelden de meesten zich een paar jaartjes ouder en was er her en der al behoorlijk wat Krav Maga ‘make up’ te herkennen (blauwe plekken, rode striemen en verdikkingen).
daar men vaak de enige was op een LO/Sportbureau die met deze materie bezig was. Daarnaast vroeg de orde van de dag ook weer de nodige aandacht. Toch zat iedereen weer snel in het plaatje toen de laatste week van start ging. Qua structuur zat de laatste week hetzelfde in elkaar als in voorgaande weken. Er werd nog wel nieuw materiaal aangeleerd, maar er werd ook veel oefenstof herhaald. De laatste dag werd het technische examen afgenomen, waarbij we nagenoeg alle aangeleerde technieken weer moesten demonstreren aan de instructeurs. De laatste dag werd ‘s ochtends ingevuld met een parcours op het ISK (Oostdorp), waarbij aangeleerde technieken gecombineerd werden met Simmunition. Dit is een systeem, waarbij de C7 met behulp van een speciale loop en afsluiter omgebouwd wordt tot een wapen waarmee verfmunitie kan worden verschoten. Uiteraard werden de deelnemers beschermd met een speciaal pak en kregen ze een briefing van het personeel van het ISK. Deze wijze van trainen gaf weer een nieuwe dimensie aan het oefengebied ‘ongewapend gevecht’. In de middag werd het geheel afgesloten met een diploma-uitreiking en kon een ieder zijns weegs gaan.
Toekomst Uiteraard is deze cursus geëvalueerd en zijn de uitkomsten verwerkt. Om een tipje van de sluier op te lichten, zijn we (de werkgroep ‘up date’ MZV) het er over eens dat het huidige MZV niet slecht is, doch te kort schiet op met name de operationele toepasbaarheid. Tijdens deze Krav Maga cursus hebben we een aantal zaken ervaren, dat ons heeft doen besluiten het MT (Managementteam) van onze organisatie te adviseren het huidige MZV aan te passen op een aantal punten. Als deze wijzigingen geaccordeerd worden, zal het een en ander gaan wijzigen in doctrine en (bij)scholing. Er wordt hard aan gewerkt om in de toekomst onze eenheden nog beter te kunnen bedienen wat betreft het ongewapend vechten, waarbij de insteek operationeler zal zijn dan het huidige MZV. Namens de werkgroep ‘up date’ MZV Elnt Michel Ham en smi Johan Sanders
Gevechtsbereidheid De belasting varieerde behoorlijk. Over het algemeen werd de meeste tijd besteed aan het inslijpen van nieuwe bewegingen en het aanleren daarvan. Vervolgens werden deze technieken toegepast in het duister en/of buiten of verweven in een soort ‘MZV-baan’ op de hindernisbaan of in een gebouw, waarbij de ene groep situaties (‘problemen’) creëerde voor een andere groep. Ook werden technieken gecombineerd met wapens in parcoursen waarbij met losse munitie gevuurd werd. Het vormen geschiedde met name in de ‘pingpong’ oefeningen waarin de gevechtsbereidheid getest werd op meerdere tegenstanders, waarbij in ieder geval een van de twee tegenstanders een kussen vasthield, zodat in ieder geval op die persoon voluit geslagen en getrapt kon worden. Het probleem bij deze oefeningen was het feit dat nagenoeg niemand twee minuten voluit kon gaan, daar dit fysiek te zwaar was. Deze oefeningen waren dan ook tevens de zwaardere fysieke momenten in de cursus. Al met al een goede leerzame eerste twee weken, die meer mentaal (hoeveelheid nieuw aan te leren oefenstof) dan fysiek belastend waren. Nieuwe dimensie In de tijd tussen de eerste twee weken en de laatste week was niet iedereen in staat de nieuwe stof verder in te slijpen,
ZANDLOPER 06
ZANDLOPER 07
De Pen “Wat gaat de tijd toch snel” Ik heb de eer om een stuk in de Zandloper te schrijven nadat ik, de ‘Pen’ van collega en vriend sgt1 Hans Talboom heb mogen ontvangen. Ik zal me zelf eerst eens voorstellen voor de mensen die mij nog niet kennen. Mijn naam is Patrick de Ronde en ik ben geboren op 4 juli 1974 te Rotterdam. Daar heb ik een hele tijd gewoond, bijna 25 jaar en ben en blijf ook een echte Rotterdammer. Daar kan ik niks aan doen, dat weet ik, maar daar ‘word’ je mee geboren. Op dit moment ben ik ‘omgeburgerd’ tot Brabander en woon ik samen met mijn vriendin Ellen, mijn dochter Jamie en mijn hond Spike (Rhodesian Ridgeback) in Veldhoven. In de jaren dat ik nu bij de LO/Sportorganisatie werk, kennen de meeste mensen mij wel als de Bokser; snap ik niks van. Opleiding In 1998(/2) ben ik opgekomen op de KMS, nadat ik eerst een aantal jaren na mijn Cios als zwemonderwijzer had gewerkt. De rest van mijn leven in de chloorlucht staan, nee, daar had ik niet zo’n zin in. Nadat ik mijzelf bij de Banenwinkel had laten informeren, kon ik mij op 16 februari 1998 melden in Weert. De eerste dag leek erg hectisch, omdat je continue met of zonder spullen over de kazerne liep te slenteren. Na alle spullen in ontvangst te hebben genomen, begon de opleiding dan echt. Veel geleerd, niet altijd veel gelachen, maar na vijf maanden was het certificaat van sergeant-titulair eindelijk binnen en konden we ons verplaatsen richting Amersfoort, waar onze functie-opleiding zou gaan beginnen. De cursusleiders waren toen, de smi Emiel Klaassen, inmiddels elnt en de aooi bd Hans Westerduin. Het was een mooie opleiding omdat je eindelijk weer eens stof onder de neus kreeg die je op het Cios had geleerd, maar nu moest toepassen binnen de Koninklijke Landmacht. Het trainen van de eigenvaardigheid en het onderling instructie geven stonden voornamelijk centraal tijdens deze twee maanden. Op functie Na blessurevrij te zijn gebleven en met het diploma op zak ging ik in oktober 1998 richting de RvS in Oirschot. Hier heb ik Hans Talboom leren kennen (zie vorige Zandloper). Nadat ik was rondgeleid, voorgesteld en ingewerkt, konden we eindelijk beginnen. Denkend dat je alles al wist, begon ik met mijn eerste les, een prognoseloop voor 17 Painfbat met als
LO/Sportorganisatie
Koninklijke Landmacht
planning ongeveer vijftien personen. Geen lesvoorbereiding gemaakt, lekker slim, stonden er 70 à 80 sporters op de stoep, oeps en nu? “Help!”. Gelukkig waren er collegae die mij op dat moment uit de brand hielpen. Ronald Tielemans alsnog bedankt, en wat later werd het een en ander terug gekoppeld. Eenzijdig dan. Mijn commandant destijds wasde kap bd Wim Hoogendoorn, een boom van een kerel, die je een hand gaf alsof hij een sinaasappel wilde fijnknijpen. Dit bleek achteraf een blijk van eerste indruk te zijn. Cursussen Na een tussenstop te hebben gemaakt ben ik uiteindelijk in Vught beland, waar het OTC Genie zit. Tja, Genisten, ze zijn hard, direct, je moet ze leren kennen, en ze lusten wel een sapje. De klassen die ik hier voornamelijk draai zijn de ABOO-klassen, opleiding tot onderofficier en de VTO KMA klassen, het zegt het al, de officieren. In mijn periode als LO/ Sportinstructeur, kan ik wel zeggen dat ik mooie cursussen heb gevolgd; de mooiste twee zijn voor mij nog steeds de ATB-cursus, die twee weken lang in Italië werd gegeven, wat voor mij toch wel afzien is geweest, en de MZV-2 cursus. Afsluiting Ik zou nog ontzettend veel willen en kunnen vertellen over wie ik ben, maar dan wordt de oplage van de Zandloper wel heel erg dik. Terugkijkend op de afgelopen jaren en de namen die ik heb genoemd, kun je wel zeggen dat de tijd verschikkelijk snel is gegaan. Een mooie tijd met positieve- en negatieve kanten voor mezelf, die iedereen wel meemaakt, maar uiteindelijk hebben wij een fantastische baan, waarbij we zelf elke dag bijleren. Ik wil de ‘Pen’ graag doorgeven aan een man, van wie ik ontzettend veel heb geleerd tijdens en na mijn Oirschot-periode, en die ik al heb genoemd, namelijk de smi Ronald Tielemans. Ronald, in ieder geval bedankt voor de tijd die ik ooit met jou heb doorgebracht en ik wens jou veel plezier en succes bij het schrijven van jouw stukje in de Zandloper. Sgt1 Patrick de Ronde, LO/Sportgroep BLK
ZANDLOPER 08
sie s i m scom
p a h c s ggen
ze e d e M
Op 10 mei jl. is de Medezeggenschapscommissie van de LO/Sportorganisatie wederom bijeengeweest voor overleg over allerlei zaken die onze organisatie betreffen. Zoals u van ons inmiddels gewend bent hier een kort verslag van de punten die we hebben besproken. Verslagen en vergaderingen van de MC zijn meestal openbaar, via de intranet site van de organisatie kunt u binnenkort de (goedgekeurde) verslagen in het geheel lezen. Waarover ging het op 10 mei: • We hebben wederom gesproken over DIBEL gelden (gedifferentieerde beloningen) Met de vorige Commandant zijn hierover afspraken gemaakt. Met de huidige Commandant willen we over de besteding van deze gelden ook van gedachten wisselen. • Het laatste cRM (realisatie memorandum) is al in werking getreden, met de Commandant willen we graag de voortgang van dit memorandum bespreken. • Het is voor MC leden niet altijd gemakkelijk om alle MC werkzaamheden goed uit te voeren naast de dagelijkste werkzaamheden. Het is goed te constateren dat commandanten van de betreffende LO/Sportgroepen of secties de leden medewerking verlenen om het werk te kunnen blijven doen. • De MC zal de Commandant en de GMC OTCo adviseren om dit jaar de kerstpakketten weer decentraal aan te schaffen. Een beslissing hierover wordt echter door Commandant OTCo genomen. • De verkiezingen voor de MC liggen keurig op schema, bonden en bureau TROM (gaat oa over de medezeggenschap) zijn geïnformeerd, net als de stemgerechtigden. Nogmaals roepen we u op om eens na te denken over een over een eventueel verkiesbaar stellen voor UW MC.
•
•
•
•
•
•
•
Elders in deze Zandloper uitgave vindt u hierover een bijdrage van MC lid Tjerk Susan. Richard Borecki neemt de functie van voorzitter verkiezingscommissie over van Bart Smits, die de MC moet verlaten i.v.m. zijn overplaatsing naar TGTF. De werkgroep functionele kleding, waarin de MC ook vertegenwoordigd was, heeft een advies bij de Commandant neergelegd over het ‘updaten’ van het kledingpakket. Het Management Team zal hierover een beslissing nemen. Ongetwijfeld zult u hierover t.z.t. verder worden geïnformeerd. Er zit weer enig schot in het uitzendbeleid en het beleid rondom de gravendienst, de MC volgt dit onderwerp op de voet. De MC is wel van mening dat t.a.v. het beleid rondom de gravendienst snelheid is geboden m.b.t. het aanwijzen, opleiden etc. naar de organisatie. De Commandant heeft een enquête gehouden m.b.t. het personeelsbeleid richting 2020. Dit om te weten wat er leeft als hij de gevolgen voor ‘up or out’ moet vertalen voor de LO/Sportorganisatie. De MC volgt ook dit onderwerp op de voet. Met het oog op de invulling van het Bad Reichenhall in 2006 blijft de MC ook de belasting voor de instructeurs volgen. Dit is ook een punt dat de aandacht heeft van onze Commandant. De MC is van mening dat Bad Reichenhall alleen een succes is / wordt door de inzet en ondersteuning van de hele LO/Sportorganisatie en niet alleen door de instructeurs ter plekke. De MC zal de uitvoering van de aanbevelingen uit het Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) rapport uiteraard ook nauwgezet volgen. In het gesprek met de Commandant bleek ook dat zij, die recht hebben op de Landmachtmedaille èn deze hebben aangevraagd, de medaille binnenkort tegemoet kunnen zien. (of inmiddels hebben ontvangen) Meer informatie over deze medaille is te vinden op de intranet servicepagina van het Persco, te bereiken via de KL startpagina op intranet.
Tot zover voor deze keer. Mocht u vragen / opmerkingen hebben voor uw Medezeggenschapscommissie: kijk op de posters wie u kunt aanspreken!
ZANDLOPER 09
Effecten van NBC-drank en cafeïne op een speedmarsprestatie Een van de vraagstellingen binnen het omvangrijke Soldaat Modernisatie Programma (SMP) luidt: “welke voedingscomponenten helpen het (trainen voor) militair optreden te bevorderen en versnellen, en het cognitief functioneren tijdens en na inspanning te optimaliseren” Uit een literatuurstudie die in dit verband door TNO is uitgevoerd, kan worden afgeleid dat de ‘soldaat te voet’ baat heeft bij een optimale inname van ondermeer koolhydraten en cafeïne.
Afgelopen maart heeft op de Oranjekazerne een veldstudie plaatsgevonden naar de effecten van koolhydraten/cafeïne-toediening op prestaties tijdens een speedmarstest. De studie is uitgevoerdbij 24 militairen van de Bravocompagnie van 11 Infanteriebataljon en werd gecoördineerd door TGTF en TNO-Voeding. Hiernaast een korte weergave vanhet onderzoek. Resultaten worden in het najaar verwacht.
ZANDLOPER 10
Effecten van koolhydraten en cafeïne Van koolhydraten (suikers) is al langer bekend dat ze uitgeputte energievoorraden in het lichaam weer snel kunnen aanvullen: denk aan de vele sportdranken die op de markt verkrijgbaar zijn. Hét adagium in de duur- en intervalsport hedentendage zorgt dat tijdens en direct na fysieke inspanningen, die langer dan pakweg een uur duren, snel opneembare suikers en vocht worden genuttigd, zodat het spier- en leverglycogeen op peil blijft en spierherstel daarmee bevorderd wordt. Van cafeïne in bijvoorbeeld koffie is het ‘oppeppende’ effect genoegzaam bekend. Onderzoek wijst uit dat, naast dit cognitieve effect, ook een glycogeensparende werking uitgaat van cafeïne, door stimulatie van de vetoxidatie. Met andere woorden: door de vetverbranding op te jagen, wordt meer vet en minder koolhydraten gebruikt om energie te leveren, waardoor de fysieke inspanning langer kan worden volgehouden. Tot slot zou cafeïne ook via demping van de vermoeidheidsprikkels tot gevolg hebben dat inspanningen langer volgehouden kunnen worden. Veldstudie En nu de praktijk. Neem een inzetactie van een luchtmobiele infanterist, bijvoorbeeld: snelle verplaatsing van 50 minuten, aansluitend een aanvalsactie van 25 minuten waarbij ook cognitieve (beslissings-)taken moeten worden uitgevoerd, gevolgd door snelle verplaatsing terug. In hoeverre zou aanvulling met vocht, koolhydraten en cafeïne invloed kunnen uitoefenen op een dergelijk scenario? Kan de verplaatsing en/ of actie langer worden volgehouden? Blijft de militair mentaal scherper tijdens het uitvoeren van zijn taken? Is er sprake van sneller herstel na de inspanning? Om deze vragen te beantwoorden is voor de veldstudie het volgende protocol bedacht: 1. De deelnemende militair moest een 60 minuten durende, uitputtende inspanningstest ondergaan -ook wel
‘depletietest’ genoemd- waarbij zijn volledige glycogeenvoorraad zou worden aangesproken. Om niet een te zware wissel te trekken op het bewegingsapparaat van de deelnemer, werd gekozen voor een steptest: de deelnemer moest hierin zo lang mogelijk steppen op respectievelijk. 90, 85, 75 en 65 procent van de maximale intensiteit op de (eerder afgelegde) KL-steptest, in blokken van 2 minuten die werden afgewisseld met 2 minuten steppen op op 50 procent. 2. Vervolgens kreeg de militair 3 uur pauze, waarin hij alleen drank (NBC-drank óf water met een vergelijkbare smaak) en pillen (met cafeïnepoeder of neutrale poeder) kreeg verstrekt; de deelnemer wist zelf overigens niet wat hij toegediend kreeg! 3. Na de pauze werd een speedmarstest afgelegd, die bestond uit zo snel mogelijk een afstand van ruim 4 kilometer afleggen door afwisselend 90 seconde te rennen en 30 seconde snel te wandelen (’scheuren’) met 10 kilogram bepakking. Daarnaast werd bij de deelnemers diverse malen gedurende de testdag bloed afgenomen en werd na beide inspanningstests een sprongtest (anaërobe power) en een geheugen-/ reactietest op de PC uitgevoerd. Luchtmobiel Zoals gezegd was de Bravo-compagnie, aangevuld met enkele Bevo-militairen, bereid gevonden om de 24 benodigde onderzoeksdeelnemers te leveren. De LO/Sportgroep van de Oranjekazerne heeft de studie mogelijk gemaakt door het ruimhartig aanbieden van hun faciliteiten en materieel en door personele ondersteuning. De studie heeft afgelopen maart op de Oranjekazerne zijn beslag gekregen, waarbij de deelnemende luchtmobielers zich zondermeer van hun beste kant hebben laten zien: vooral de depletie-step-test had een hoog verstand-op-nul-en-blik-op-oneindig-gehalte! Momenteel is TNO bezig met de verwerking van de gegevens. Verwacht wordt dat de uitkomsten van de studie rond september gerapporteerd worden. We houden u uiteraard op de hoogte van deze uitkomsten. Pieter Helmhout, werkveld Preventie & Gezondheid Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie
ZANDLOPER 11
Tijdens de Dienstvakdag van de LO/Sportorganisatie waren veel ‘oud’ gedienden aanwezig, waaronder Hans Wedel. Zoals kol Rob Zimmermann die dag aangaf, heeft een ieder aandeel geleverd aan het realiseren hiervan. Hans Wedel heeft het nodige betekend in het tot stand komen en ontwikkelen van organisatievormen. Vormen die heden ten dag nog steeds gebruikt worden, dus actueel zijn. Hieronder volgt zijn ingezonden verhaal.
Wedstrijd- en Spelorganisatie: een gemis bij de meeste LO/Sportopleidingen Op het WK-voetbal 2004 konden ploegen, die zich al geplaatst hadden voor de volgende ronde dan wel al uitgespeeld waren, andere ploegen in de groep benadelen, door niet hun sportieve plicht te doen. Dat men op dat niveau niet een systeem kan bedenken waarbij zoiets is uitgesloten, zegt veel over de gebrekkige kennis op dit gebied. Het WK is echter niet de aanleiding tot dit artikel, die vond plaats ergens in juni 2004. Mijn kleinzoon had 4-VWO afgesloten en het einde van het schooljaar werd gevierd met een sportdag voor de gehele scholengemeenschap. De familieleden werden (voor het eerst) uitgenodigd een kijkje te komen nemen en daar werd dankbaar gebruik van gemaakt. Chaos Omdat het voor mij, zeg maar als specialist, niet redelijk is kritisch te zijn, nam ik mij voor er onbevangen naar toe te gaan en niet te scherp naar het geheel te kijken. Maar helaas: daar kwam weinig van terecht, om de eenvoudige reden dat ik in korte tijd getuige was van een niet te beschrijven chaos. Hier hadden twee gymnastiekleraren zich kunnen presen-
teren naar hun collega’s op school en naar de aanwezige familieleden. Frustratie Dat werd echter een gemiste kans. Aan enthousiasme en werklust ontbrak het de betrokkenen niet: het was duidelijk dat zij de elementaire kennis misten om een dergelijke mega sportdag goed te laten verlopen. Of, wat ik gezien heb symptomatisch is, weet ik niet zeker, ik vermoed het eigenlijk wel. Een reuze frustratie mijnerzijds omdat ik over dit onderwerp een boek schreef (1966) met de bedoeling kennis, die toch wel uniek mag worden genoemd, over te dragen. Mij is wel gevraagd hoe ik er toe kwam om over dit onderwerp te publiceren. Omdat het geheel zijn oorsprong vindt bij de Koninklijke Landmacht, acht ik het relevant in dit artikel uiteen te zetten hoe het gekomen is.
Die hal confronteerde mij met veel koeien, stro en koeienstront We gaan daarvoor terug naar het jaar 1958. De Sportcommissie van de KL bestond in het begin van dat jaar nog slechts op papier. De secretaris van de Sportcommissie KL, maj Gerrit Storm, besloot de Sportcommissie van de KL leven in te blazen en, om te beginnen, een KL-volleybalkampioenschap te organiseren. Ingeschreven kon worden op het niveau van een bataljon of overeenkomstig onderdeel. Na sluiting van de inschrijving werden 46 opgegeven ploegen geteld. Op dat moment was ik sinds een paar jaar bij de Inspectie der Opleidingen (bureau LO/Sport) en pas twee jaar LO/Sportinstructeur. Ik had nog nooit iets georganiseerd. Mijn kennis op gebied van de wedstrijdorganisatie beperkte zich tot wat in 1956 tijdens mijn opleiding op de sportschool in Hooghalen werd aangereikt en dat was toen nog niet veel. Niettemin werd mij opgedragen dit KL-kampioenschap te organiseren en dat betekende vele slapeloze nachten. Een groot probleem in die tijd was het vinden van een geschikte accommodatie want sporthallen waren er nog niet. Een tip bracht mij bij een veehal in Doetinchem. Op een woensdag om 12.00 uur bezocht ik die hal en schrok mij een hoedje. Ik werd geconfronteerd met veel koeien, stro en koeienstront. Omdat er ’s avonds een handbaltoernooi zou zijn, ging ik om 20.00 uur terug. De hal bleek een metamorfose te hebben ondergaan; kortom het zag er goed uit en besloten werd hier het eerste KL-kampioenschap te houden. Wedstrijdorganisatie Op 3 december 1958 vond dat plaats; we begonnen ’s morgens om tien uur en ’s avonds om acht uur werden
ZANDLOPER 12
ZANDLOPER 13
Sie 1 LO/Sportorganisatie, Kap Peter van Heeringen
3 december 1958: het eerste KL-volleybalkampioenschap. Links majoor de Wijk en tweede van links Hans Wedel.
Sloeg in als een bom Vijftien jaar later, in 1981, kwam er toch een doorbraak. Op de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Den Haag studeerde een aantal LO/Sportofficieren, aanvankelijk opgeleid in de KL, voor de akte MOp. Een van de laatsten onder hen was Nico Spreij. Hij schreef als afsluiting een sublieme scriptie over wedstrijd- en spelorganisatie en dat sloeg in als een bom. De vermelding van mijn boek als bron, had een telefoontje van de rector aan mij tot gevolg met het verzoek om een gesprek. Men voelde er op de academie veel voor wedstrijd- en spelorganisatie te laten doceren. De vraag aan mij was of ik een docent zou willen/kunnen opleiden. Vele avonden bracht ik daarna in Voorschoten door in het huis van Ronald Lingeman (docent DLO) ten einde hem wegwijs te maken. Daarna was ik enkele malen een stilzwijgende gast bij zijn colleges. Tot op de dag van vandaag wordt op de academie in Den Haag WO gedoceerd, voor zover mij bekend als enige opleiding in Nederland. Van het boek is in 1996 de 6e druk verschenen; in elke nieuwe druk kon ik verbeteringen en aanvullingen opnemen.
“Ik ben trots deel te hebben uitgemaakt van de LO/Sportorganisatie”
de prijzen uitgereikt. Het toernooi was goed verlopen, maar tijdens de voorbereiding had het mij wel verbaasd dat er op het gebied van de wedstrijdorganisatie geen publicatie te vinden was, waar je wat aan had. In hoog tempo volgden de KL-kampioenschappen zich daarna op: achtereenvolgens zwemmen, atletiek, schaatsen, judo, schermen, boksen, lawntennis, -tafeltennis, badminton, ZMV-proeven en diverse (team)balsporten. Het waren alle mega organisaties met grote aantallen deelnemers en vaak met een ploegen (onderdeels)klassement bij de individuele sporten. Bij elke nieuwe organisatie was het zwoegen om er achter te komen hoe de vork aan de steel zat. Allengs vergaarde ik wel een enorme kennis op dit gebied en het liet me niet meer los. Enthousiast Gewapend met pen, papier en stopwatch was ik te vinden bij elk civiel toernooi van enige importantie en dat was meestal in de weekeinden. Ik noteerde alles: het gevolgde competitiesysteem, de netto- en bruto speeltijden, wisseltijden, totale tijdsduur toernooi, de personele bezetting qua arbitrage en administratief/organisatorisch, de samenstelling van het programmaboekje, enzovoort. Toen ik meende voldoende gegevens te hebben, begon ik te combineren, reduceren en verbeteren. Gaande weg werden structuren zichtbaar: toernooiorganisaties van de (team)balsporten verliepen meestal langs hetzelfde patroon; de individuele balsporten (lawntennis, -tafeltennis en badminton) ook; atletiek, zwemmen en schaatsen (door mij ‘seriewedstrijden’ genoemd) evenzeer, zo ook de zelfverdedigingsporten (behalve schermen) en de zogenaamde ‘puntenbeoorde-
lingssporten’ (turnen, kunstzwemmen en schoonspringen). Ik besloot alles op papier te zetten en te zien wat de KL er mee kon. Het toenmalige hoofd van de sectie LO/Sport was zo enthousiast over het manuscript, dat hij me adviseerde een uitgever te zoeken en aldus geschiedde. Mijn opzet was diverse boekjes te maken volgens een vast patroon; drie steeds weer terugkerende hoofdstukken, te weten; 1. ‘Wedstrijd-organisatie in het algemeen’, 2. ‘Competitiesystemen en hun toepassingen en 3. Specifieke organisaties’ per tak van sport en/of van sporten met meerdere gelijksoortige organisaties.
Tot zover de geschiedenis over het samenstellen van het ‘Wedstrijd- en spelorganisatie’ boek. Tot slot: zoals ik trots ben deel te hebben uitgemaakt van de LO/Sportorganisatie, zo hoop ik dat men binnen de LO/Sportorganisatie ook een beetje trots is op dit standaard werk, dat, zoals beschreven, zijn oorsprong vindt in de Koninklijke Landmacht. Het zou geweldig zijn als een ieder, werkzaam in het dienstvak LO/Sport hiervan kennis kan (blijven) nemen. Mogelijk dat men, dit gelezen hebbende, bereid is eens terug te koppelen naar de opleiding waarvan hij of zij afkomstig is met de pregnante vraag waarom deze materie nog steeds niet in de opleiding is opgenomen.
Van uw personeelsdienst Medailles Aooi Hessing Smi van Trigt Smi Kuiper
Functioneel Leeftijd Ontslag Maj. de Vaan 01-05-2005
ZANDLOPER 14
zilveren medaille zilveren medaille zilveren medaille
FLO
Nieuw BOT personeel binnen LO/Sportorganisatie Maj v. Ommeren 01-04-2005 Kap v.d. Peet 01-04-2005 VTO 1/nieuw BBT personeel Sgt Niemeijer Sgt Philippa Sgt Suijs Sgt v.d. Boom Sgt de Jong Sgt v.d. Top Sgt v. Keulen Sgt Westphal Sgt Oprins Sgt Nissen Sgt Gog Sgt v. Zanten Overgeplaatst buiten LO/Sportorganisatie Maj Heikoop 01-04-2005
Elnt Frans Bultink is met ingang van 1 april 2005 bevorderd tot kapitein.
Door Hans Wedel Geen belangstelling Deze opzet was voor de uitgever in eerste instantie te kostbaar zodat werd besloten te beginnen met een boek, waarin opgenomen de bovenstaande algemene hoofdstukken, alsmede de organisatie van de teambalsporten en de individuele balsporten. Ten behoeve van sommige schoolsportdagen voegde ik er de van Hooghalen (Frits Oldenburger) afkomstig vaardigheids- en spelklokwedstrijden aan toe. Na het verschijnen waren de verwachtingen hoog gespannen! Nou, dat viel bar tegen. Het bleek dat bij de opleidingen in Nederland geen enkele belangstelling was voor het onderwerp, zelfs op de CIOS’en werd nauwelijks iets aan wedstrijden spelorganisatie gedaan en men had er geen behoefte aan dit te veranderen. Individueel was het wel een succes; er waren in de praktijk genoeg mensen die behoefte hadden aan meer kennis op dit gebied. Toch was het gevolg dat bij mij vele mappen met kostbare organisatorische kennis op de plank bleven liggen.
18-04-2005 11-05-2005 13-05-2005
‘Het organiseren van Wedstrijden en Spelen’ Uitgeverij De Vrieseborch, Haarlem ISBN 90-60676-419-6 J.G. Wedel. Smi Rik van Trigt, werkzaam op de LOSS (LO/Sportschool) in Amersfoort, heeft op 11 mei jl. zijn medaille voor 24 jaar eerlijke en trouwe dienst ontvangen uit handen van klo Nico Spreij. Aooi Roel Hessing heeft op 18 april jl. zijn medaille voor 24 jaar eerlijke en trouwe dienst ontvangen uit handen van kol Nico Spreij.
ZANDLOPER 15
LO/Sport kort Wij zijn heel blij met de geboorte van onze dochter
De auto maakte water
Eva Sanne 29 april 2005
IN MEMORIAM
Sander en Suzanne Flier-Bosselaar
In de ochtend van maandag 9 mei 2005 overleed onze oud-collega
De 57ste TMPT
Collega sgt Niels van Woerkum reed eind februari op een zaterdagmiddag op de A58 van Tilburg naar Eindhoven. Samen met een vriend kwam hij van school gereden (VOLO-opleiding), toen er plotseling een auto voor hen in de slip geraakte. Deze bestuurder verloor de macht over het stuur, schoof van de snelweg af en kwam tot stilstand in de naastgelegen sloot. De auto lag op zijn kant en maakte water. Onmiddellijk hebben zij hun auto aan de kant gezet om te kijken wat er aan de hand was. Er bleken twee personen van middelbare leeftijd in de auto te zitten. Aangezien zij als eerste bij de auto waren zijn ze beiden in de sloot gesprongen en op de auto geklommen. Na wat handelingen aan het portier kregen zij het portier open en konden ze de twee inzittenden eruit halen.
De 57ste TMPT (Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht) is gehouden op 12 en 13 mei 2005. Op onderstaande foto staan twee LO/Sportinstructeurs: Sgt Annemarie van Dongen, met links van haar, haar vriend sgt1 Peter van der Molen en sgt Edgar de Gunst met rechts zijn vader aooi Peter de Gunst. Zij hebben aan de eisen voldaan en ontvingen de door de KVNRO ingestelde en ministerieel goedgekeurde TMPTmedaille, uitgevoerd als verzilverd achtarmig leliekruis met kroon aan rood-blauw verticaal gestreept lint. De Tweedaagse Militaire Prestatie Tocht is een sportieve militaire prestatie voor alle militairen van de Krijgsmacht, die in teams van twee militairen moet worden uitgevoerd. De TMPT wordt veelal vergeleken met de vierdaagse, maar dan als een meer gevarieerde en fysiek minder belastende sportieve prestatie. Sommigen zien de TMPT als een ideale voorbereiding op de vierdaagse, waarbij echter niet alleen sprake is van lopen, maar van een gevarieerde veelheid aan fysieke en militaire vaardigheden.
Erik van de Donk Ik heb Erik leren kennen toen hij, rond 1992, zijn opleiding volgde op het toenmalige OCLO te Ossendrecht. Hij kwam van het Korps Mariniers en zag in de functie van LO/Sportinstructeur bij de Koninklijke Landmacht een nieuwe uitdaging. Nog beter leerde ik hem kennen op de LO/Sportgroep van de Johannes Postkazerne te Steenwijk/Havelte. Erik was een rustige, harde werker die het ‘groene’ werk niet schuwde. Hij had een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en was een fijne ‘team player’. Als routeleider bij de KL kampioenschappen Parcours Militair was hij bijzonder in zijn element en kon hij zijn creativiteit en inventiviteit volledig benutten. Erik was een erg prettige collega, die regelmatig voor de vrolijke noot zorg droeg. Hij had zijn plek gevonden in onze organisatie, alsook in zijn privé leven. Toch werd het rond 1998 tijd voor een nieuwe uitdaging voor Erik. Hij verliet onze organisatie als Sergeant der Eerste klasse en begon als sportinstructeur bij justitie aan de nieuwe uitdaging. Daar heeft hij tot zijn overlijden gewerkt.
Shocktoestand Het was duidelijk dat de personen in een shocktoestand verkeerden. Nadat de slachtoffers uit de auto waren getild, werden zijn op de vluchtstrook gelegd en bedekt met dekens. Na nog wat eerstenhulp verlening was de politie en brandweer snel ter plaatse en namen ze het van hen over.
Erik werd bijna 37 jaar. Na een zeer indrukwekkende herdenkingdienst in park Rams Woerthe te Steenwijk, waarin de liefde in het gezin en Erik’s liefde voor zijn gezin centraal stond, is hij naar zijn laatste rustplaats begeleid. Erik, rust maar! We wensen zijn Hilda, de kinderen en de verdere nabestaanden de kracht toe om dit verlies te dragen.
Jan Welling
ZANDLOPER 16
ZANDLOPER 17
“Train mee en maak kennis met...”
Fight Night Oranjekazerne Alle militairen van de Luchtmobiele Brigade te Schaarsbergen werd de mogelijkheid geboden om vier weken lang verschillende vechtsporten te volgen. Iedereen die maar wat wilde weten over Krav Maga, Karate, Kick boksen en K-1 was van harte welkom om op de dinsdagavond een introductieles te volgen. ,
ZANDLOPER 18
ZANDLOPER 19
Doel van de lessen was invulling te geven aan de vrije avonduren van de militairen om zo het leefklimaat op de kazerne te verbeteren. Bijkomend voordeel was dat het fysieke trainingsmoment ook meteen werd ingevuld. Krav Maga De eerste week gingen we van start met Krav Maga, wat betekent: “contact fight”. Het is een moderne en praktische vorm van zelfverdediging afkomstig van de Israël Defense Forces (IDF) en de Israëli National Police. Krav Maga bestaat eigenlijk uit twee componenten: self-defense en hand-tohand combat. Makkelijk gezegd: eerst jezelf verdedigen en direct en effectief overgaan om de tegenstander uit te schakelen. Erg doeltreffend dus. Zeer waarschijnlijk worden bepaalde technieken ook in de MZV-doctrine opgenomen. Alle deelnemers waren erg enthousiast over Krav Maga en konden niet wachten tot de volgende les.
Karate De les karate werd verzorgd door drie fanatieke militairen van de kazerne. De drie mannen beoefenen deze sport al jaren en wisten dus alles op dit gebied. Uiteraard allemaal zwarte band dragend. Zelf ben ik niet aanwezig geweest tijdens deze les, maar uit betrouwbare bron vernomen dat het lekker pittig was. Bijna drie uur discipline en incasseren. Het borstbeen van de smi Leon Kluitenberg zat bijna op zijn rug. Een week later waren de blauwe plekken nog zichtbaar. Ook een nuttige en zinvolle avond met een ruim deelnemersaantal. Kickboksen De derde week was het weer de beurt aan ons. Die avond stond het kickboksen centraal als voorbereiding op de laatste avond van de periode. Kickboksen is ook redelijk vergelijkbaar met het MZV (Militaire Zelfverdediging). Dus eigenlijk niet nieuw voor de deelnemers. De avond werd gevuld met een
lekkere les stoten, trappen, combineren en sparren. Prestatiemotivatie, gevechtsbereidheid, gehardheid enzovoort werden flink getest bij de deelnemers. Uiteraard weer een heerlijke avond. Iedereen was klaar om de laatste avond goed door te komen. K1 De laatste avond hadden we een speciale gast uitgenodigd om het programma voor de mannen te verzorgen. Niemand minder dan Remy Bonjasky kwam opdraven om zijn verhaal te vertellen en zijn training te geven. Remy Bonjasky is tweevoudig winnaar K-1 en in de ring een geweldige vechter. Spierbundels als Bob Sapp gaan redelijk snel “KO” na een “flying knee” van hem. Zijn lezing duurde ongeveer een uur en als je onze vormingsmatrix er naast legt, zie je behoorlijk veel componenten terug komen in zijn verhaal. Aansluitend gaf hij nog een demonstratietraining. De kreet “volle zalen”
was van toepassing. Deelnemers en publiek vermaakten zich geweldig. De avond werd afgesloten met een feest onder leiding van O&O. Samenvattend Alle avonden zijn georganiseerd door smi Leon Kluitenberg en mij in samenwerking met O&O, waarbij de Krav Maga les ondersteund werd door sgt Freek Vermulst. De hele periode van vechtsporten was geweldig. Iedereen was erg enthousiast en tevreden over de verschillende soorten vechtsporten. De laatste avond was ook de Brigadegeneraal Gijsbers aanwezig. Ook hij was zeer te spreken over de activiteiten en hij vond dat het zeker van toegevoegde waarde en voor herhaling vatbaar was. In het tweede deel van het jaar staat er weer een nieuwe periode op het programma en wie weet komt er weer een “grote jongen” uit de vechtsportwereld. Sgt Gerwin Bregman, LO/Sportbureau Oranjekazerne
ZANDLOPER 20
ZANDLOPER 21
Militaire Vijfkamp Vaardigheidsproeven Op 22 en 23 juni 2005 organiseert de LO/Sportorganisatie, op de Ruyter van Steveninckkazerne te Oirschot, voor de eerste maal het KL/Nationaal Militair Kampioenschap (KL/NMK) Militaire Vijfkamp (MVK). De MVK is de opvolger van de Zware Militaire Vaardigheidsproeven (ZMV). In dit artikel wordt dit toegelicht. Voorts wordt de inschrijfprocedure van het kampioenschap mede in verband met de uiterlijke inschrijfdatum aangegeven.
ZANDLOPER 22
ZANDLOPER 23
d. 4000 wedstrijdpunten geeft recht op het MVK diploma + gouden insigne; e. > dan 4200 wedstrijdpunten geeft recht op het Nationale Vijfkampkruis NOC/NSF Op deze wijze wordt bijvoorbeeld de deelnemer die in 2005 het bronzen insigne heeft gehaald, gestimuleerd door te groeien naar het hoogst haalbare: het Vijfkampkruis. Inschrijfprocedure KL/NMK MVK 2005 De inschrijfprocedure voor het kampioenschap Militaire Vijfkamp 2005 is dezelfde als u gewend bent. U dient een door uw commandant goedgekeurd VRA in bij uw lokale LO/Sportgroep. Op het VRA staat aangegeven: a. het wapen waarmee geschoten wordt (Diemago of Glock); b. voor de hoeveelste maal u deelneemt cq fotokopie van het laatst behaalde ZMV-diploma; c. uw categorie (actief dienend, Natres). U kunt zich voor het KL/NMK MVK op 22 en 23 juni 2005 2005 opgeven. Achtergrondinformatie 1. Als onderdeel van de herziening van het decoratiestelsel in 2001 heeft de Secretaris Generaal een aparte commissie ingesteld die de vier sportonderscheidingen die de krijgsmacht kent en die op het uniform gedragen mogen worden op hun merites moest gaan beoordelen. 2. Deze Commissie “toekomst onderscheidingen voor fysieke prestaties” (TOF) hanteerde hiervoor de volgende uitgangspunten: a. het niveau van de prestatie moet in brede kring respect afdwingen; b. de prestatie moet een wezenlijke relatie hebben met de militaire sportbeoefening en gericht zijn op functionele basiselementen van de militaire opleiding en training. Daartoe werden de eisen van de Vierdaagse, NOC*NSF Vaardigheidsproeven, de Nationale Vijfkamp en de Tweedaagse Militaire Prestatietocht (TMPT) meer in overeenstemming gebracht met de fysieke en mentale eisen die aan de huidige professionele militair mogen worden gesteld. (voor verdere informatie hierover kunt u uiteraard contact opnemen met uw LO/Sportbureau). Waarom werd ZMV omgedoopt tot MVK? 1. De term “Militaire Vijfkamp” geeft veel beter de relatie aan met de bestaande internationale militaire vijfkampwedstrijden. De vijf wedstrijdonderdelen (schieten, handgranaatwerpen, hindernisbaan, zwemmen met hindernissen en de afsluitende cross) zijn nagenoeg identiek aan de vijf onderdelen van de internationale Militaire Vjfkamp. Alleen het schieten wijkt iets af aangezien de nationale vijfkampequipes met wedstrijdwapens schieten in plaats van de gevechtswapens Diemaco en Glock waar-
De voorzitter van de NOC*NSF organisatie mevrouw Erica Terpstra is uitgenodigd om de eerste Nationale Vijfkampkruizen NOC*NSF voor de MVK uit te reiken. Of zij daadwerkelijk komt blijft natuurlijk nog even een verrassing. K&OC LO/Sportorganisatie
mee de MVK afgenomen wordt. MVK-wedstrijden werden al net na deTweede Wereldoorlog gehouden door de Engelse luchtlandingstroepen die op de Nederlandse stormschool Bloemendaal werden opgeleid. 2. Voorts appelleert de MVK in het bijzonder aan de door de commissie gehanteerde uitgangspunten. En aangezien er al een Vijfkampkruis bestond heeft de Commissie de Sportbond Moderne Vijfkamp dan ook verzocht het Nationale Vijfkampkruis ook ter beschikking te stellen aan de deelnemer aan de MVK die een uitmuntende prestatie levert (zie tabellen in het reglement). De Sportbond Moderne Vijfkamp heeft hiermee ingestemd. Dit houdt in dat het Nationale Vijfkampkruis NOC*NSF thans in twee varianten te behalen is. Voor het voldoen aan de minimumeisen van de Moderne Vijfkamp (een Olympisch nummer bestaande uit paardrijden/springparcours, degenschermen, pistoolschieten/luchtdruk, zwemmen en een cross) en nu dus ook voor de Militaire Vijfkamp. Waarin wijkt de nieuwe MVK nu af van de oude ZMV? Naast wat reglementaire aanpassingen is het meest opvallende verschil dat de oude ZMV maar één insigne kende; ongeacht of men net de limiet haalde of de topper was met meer dan 5000 wedstrijdpunten. De nieuwe MVK geeft wel een differentiatie in insignes te zien. Voor bijvoorbeeld de jongste categorie deelnemers (tot en met 30 jaar) betekent dit het volgende: a. 2800 wedstrijdpunten geeft recht op een certificaat; b. 3200 wedstrijdpunten geeft recht op het MVK diploma + bronzen insigne (komt overeen met de oude ZMV eis); c. 3600 wedstrijdpunten geeft recht op het MVK diploma + zilveren insigne;
ZANDLOPER 24
ZANDLOPER 25
Optreden
Taaktest
VFB-test
(herhaald tillen)
(tiltest)
(dynamische tiltest)
Vaststellen Fysieke Belastbaarheid Eigenlijk zou dit artikel gaan over een nieuwe fysieke test binnen de KL: de veldtest IOKL. Dit is een test die leerlingen uit de instroomopleidingen KL selecteert op hun fysieke capaciteiten. Al schrijvende kwam het besef dat voor uitleg van deze nieuwe test, inzicht in het bestaande selectiesysteem wellicht nuttig is. In dit artikel wordt dus ingegaan op de achtergronden van het selectie-instrument voor fysieke belastbaarheid: de VFB-test. In de volgende Zandloper komt de veldtest IOKL aan bod.
De eerste aanzet voor de huidige selectiesystematiek werd gegeven in de jaren tachtig. De werkgroep FUSO (Functiegram / Somagram) werd opgericht en had als opdracht een systeem te ontwikkelen dat de fysieke belasting van een militaire functie koppelde aan fysieke fitheid (=belastbaarheid) van militairen. Dit vanuit het besef dat de belastbaarheid van een werknemer in evenwicht dient te zijn met de belasting die het werk oplegt. De werkgroep Functiegram heeft alle functies binnen de KL beschouwd op fysieke belasting en ondergebracht in een aantal fysieke functieclusters. Dit is de basis geweest voor de later opgestelde Fysieke Profielen. Momenteel is de werkgroep Indelingseisen KL (WIKL) verantwoordelijk voor het actueel houden van deze indeling. De werkgroep Somagram (soma = lichaam) heeft een selectiesysteem ontwikkeld waarmee individuen ingedeeld kunnen worden in deze fysieke functieclusters. Van militair optreden naar fysieke tests De methode die de werkgroep Somagram heeft gebruikt om tot de uiteindelijke VFB-test te komen, is in de basis gelijk aan de methode die landen als Engeland, Canada en de VS gebruiken. De eerste stap is het in kaart brengen van de fysieke aspecten binnen het militaire optreden. Vervolgens gaat een zogenaamd ‘expert panel’ definiëren wat de kritieke taken zijn binnen dit optreden. Deze kritieke taken zijn de meest fysiek belastende taken die voorkomen. De volgende stap is het ontwikkelen van taaktests, die het mogelijk maken prestaties op de kritieke taken te meten. Omdat het afleggen van taaktests vaak tijdrovend is en veel ondersteuning vraagt, is de laatste stap het selecteren van eenvoudig af te nemen tests die de score op de taaktest kunnen voorspellen.
militairen. Later heeft de KL de taak “Klimmen en Klauteren” toegevoegd bij het opstellen van de Fysieke Profielen. Taaktests Voor elke kritieke taak werd vervolgens een taaktest ontwikkeld. Alle taaktests hebben tot doel het maximale prestatievermogen van het individu op de betreffende taak te meten. Deelnemers van de tests gaan dus tot falen of totdat het hele protocol is doorlopen. Hieronder staat kort beschreven hoe de tests er uit zien. 1) Marstest. Deelnemers lopen met een snelheid van 6 km/u op een loopbaan. Het gewicht van hun rugzak begint op 25 kg en wordt stapsgewijs (per 12,5 kg) opgehoogd tot 62,5 kg. Als de deelnemers dit nog kunnen volhouden, wordt de snelheid verhoogd naar 6,5 en eventueel 7 km/u. De marstest duurt maximaal 55 minuten. 2) Tiltest. Hierbij worden munitiekisten getild van de vloer tot de laadbak van een viertonner (140 cm). Elke kist wordt 9 keer op de viertonner gezet. Begeleiders zetten de kist weer op de grond. Het gewicht van de kist begint op 12 kg en neemt in stapjes van 4 kg toe tot maximaal 60 kg. 3) Graaftest. In deze test wordt 1 m3 zand zo snel mogelijk verplaatst van de ene helft van een bak naar de andere. Het graven gebeurt met een pionierschop. 4) Draagtest. Deelnemers hebben in elke hand een jerrycan en leggen in elke stap 90 meter af. Het gewicht van één jerrycan is 15 kg, oplopend per 4 kg tot maximaal 35 kg.
Kritieke taken De volgende taken zijn in NATO verband benoemd als kritieke taken binnen het militaire optreden: 1) lopen met bepakking 2) herhaald tillen 3) graven 4) dragen van lasten
Idealiter zou elke sollicitant voor de KL deze vier taaktest moeten afleggen om zo te bepalen voor welke functies hij/zij in aanmerking komt. Het afleggen van deze vier tests, die allemaal een maximale inspanning vragen, is in de praktijk echter niet haalbaar. Factoren als benodigde tijd, veiligheid en het feit dat voor een aantal taaktests enige gewenning vereist is (denk bijvoorbeeld aan ingelopen laarzen), maken het noodzakelijk een andere methode te vinden om snel en eenvoudig het prestatievermogen op deze taaktest te kunnen bepalen.
Naast deze vier concrete taken werd onderkend dat algemeen uithoudingsvermogen een belangrijke voorwaarde was voor
Voorspellen in plaats van meten Gekozen is om de prestaties op de taaktests te voorspellen in
ZANDLOPER 26
plaats van daadwerkelijk te meten. In een groot onderzoek is de rekenkundige relatie tussen de taaktests en allerlei andere fysieke tests vastgesteld. Zo zijn bijvoorbeeld diverse lichaamsmaten, lichaamskracht van verschillende spiergroepen en het uithoudingsvermogen tijdens verschillende bewegingsvormen gemeten. In dit onderzoek is vastgesteld in hoeverre de scores op de taaktests voorspeld kunnen worden uit de scores van de andere tests. Hierbij bleek dat het moeilijk is om de prestatie op graaftest en de draagtest met een voldoende nauwkeurigheid te kunnen voorspellen. Voor de marstest tiltest bleekt dit wel goed mogelijk. VFB-test De uiteindelijke VFB-test bestaat uit de volgende onderdelen: antropometrie (lichaamsgewicht, lichaamslengte en vetpercentage), een fietsergometertest en een statische krachtmeting. De eindscore van de VFB-test (het VFB-cluster) wordt bepaald door drie variabelen: 1. fietswattage
direct gemeten
2. marsscore mannen:
berekend uit: vetpercentage, fietswattage, statische kracht beenstrekkers en rompstrekkers fietswattage, statische kracht armstrekkers en rompbuigers
vrouwen:
3. tilscore mannen: vrouwen:
berekend uit: vetvrije massa, statische kracht armbuigers lichaamsgewicht, statische kracht armbuigers, armstrekkers en rompstrekkers
Clusterindeling De laatste stap is het omzetten van deze drie variabelen naar het VFB-cluster. Hiervoor wordt de score op de fietstest ingedeeld in drie niveaus: “onvoldoende”, “2” en “1” (van laag naar hoog) en de scores op de marstest en de tiltest in vier niveaus: “onvoldoende”, “3”, “2” en “1”. In het schema staat per cluster de vereiste niveaus aangegeven. Voor het behalen van bijvoorbeeld cluster 4, het zwaarste fysieke cluster, moet voor elk van de drie onderdelen dus het hoogste niveau worden gescoord.
Eisen per cluster Cluster 1 Cluster 2 Cluster TFO Cluster 3 Cluster 4
Fietswattage 2 2 1 1 1
marsscore 3 3 2 2 1
tilscore 3 2 2 1 1
Alle functies binnen de KL zijn ook ingedeeld in één van de bovenstaande vijf clusters. Op deze manier wordt de belastbaarheid van de sollicitant gerelateerd aan de fysieke belasting van de functie. Aanpassing aan de VFB-test In 2005 zal de manier waarop lichaamskracht wordt gemeten tijdens de VFB-test veranderen. Waar nu de lichaamskracht nog op een statische manier wordt gemeten, zal binnenkort een dynamische meting worden gebruikt. Deze wijziging zal leiden tot een meer nauwkeurige voorspelling van het prestatievermogen op de taken “lopen met bepakking” en en “herhaald tillen”. Spin-off van het selectiesysteem De ontwikkeling van het systeem van functieclusters en de VFB-test heeft ook invloed gehad op de manier waarop binnen de KL getraind en getest wordt. Het sterke verband dat werd gevonden tussen lichaamskracht en de prestatie op militaire taken heeft er bijvoorbeeld mede toe geleid dat er KL doctrines voor krachttraining ontwikkeld zijn en dat er binnen de KL structureel getraind wordt op lichaamskracht. Ook zijn de kritieke taken uit het VFB-systeem richtinggevend geweest bij de ontwikkeling van de FIT en de Fysieke Profielen. Volgende maand Voor een specifieke groep sollicitanten, namelijk de jongeren die een van de instroomopleidingen van de KL hebben gevolgd, zal de VBF-test worden vervangen door een speciaal voor hen ontwikkelde test: de veldtest IOKL. Hierover in het volgende nummer dus meer. Voor overige sollicitanten blijft de VFB-test vooralsnog het selectie-instrument. Bertil Veenstra, werkveld Selectie, Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie
ZANDLOPER 27
E
ven voorstellen
Maj Cees van Ommeren is de opvolger van maj Anne Heikoop (Hoofd Sectie S 4). Cees komt niet uit de LO/Sportorganisatie, maar de Zandloper is voor hem geen onbekend blad. Bij het bekijken van de Zandloper mist hij ons embleem en vindt het jammer dat deze niet gevoerd mag worden.
In 1973 begint Cees zijn militaire loopbaan in Ede als dienstplichtig vaandrig bij de verbindingsdienst. Aansluitend werd hij op de toenmalige Wittenberg in Garderen geplaatst.
Herhalingsoefeningen Na zijn dienstplicht, toen nog achttien maanden, gaat Cees als leraar aan de slag in het Basisonderwijs. Na elf jaar heeft Cees het wel gezien en verruilt hij het ‘stoffige’ imago van leraar om carrière te maken bij Defensie. Een bewuste keuze van Cees en zijn gezin, welke waarschijnlijk onderbouwd is door zijn positieve ervaringen van de minimaal drieweekse herhalingsoefeningen die hij jaarlijks na zijn dienstplicht vervulde, na omscholing in Tilburg naar de AAT Verkeer & Vervoer.
Golfoorlog In 1986 zijn er twee ‘horizontale’ instroom klassen; burgers die in één jaar worden opgeleid op het OCOSD in Breda en aansluitend de SMO. Cees zit hierbij en na deze opleiding begint zijn opmerkelijke carrière. Zijn eerste plaatsing is in Den Haag, bij de Landmacht Staf, afdeling Verkeer en Vervoer (1987-1991). Aansluitend Plv commandant bij Regionaal VVC West 812 Transportgroep, wederom in Den Haag. Deze functie ervaart hij als de mooiste periode. Hier was hij verantwoordelijk, in de functie van C-Zeehaven Detachement, voor de doorstroom en later de afvoer van onder andere duizend ton munitie ten behoeve van de eerste Golfoorlog. Amsterdam, Vlissingen en Eemshaven, waren de doorstroomhavens. In Amsterdam en Rotterdam bracht hij tien maanden door, die je gelijk kunt stellen aan tien maanden oefening. Vervolgens wordt hij na de VMV geplaatst als S3 bij 812 Transportgroep (de voorloper van DVVO) Verkeersleiding In september 1994 komt Bosnië in beeld. Ook daar levert Cees zijn bijdrage in de functie van Chef Convoy Operations (HQ Sector North East). Hier is hij belast met de verkeersen vervoersleiding. Deze functie moet je in de ruimste zin van het woord opvatten: transportregelingen, -aanvragen, sneeuwruimplan maken, transportcoördinatie, routes vrijmaken en houden, enzovoort.
ZANDLOPER 28
Oefeningen en uitzenddruk Na terugkomst wordt Cees als Hoofd Sectie 2/3 bij 200 Bevoorrading Transport in Nunspeet geplaatst. Een eenheid met veel oefeningen en uitzenddruk. In deze periode ging thuis letterlijk de kreet op: “wie is die man die ‘s zondags af en toe het vlees aansnijdt”. In 1998 werd Cees wederom bij de Landmacht Staf geplaatst, nu bij de afdeling Logistiek beleid, in Den Haag. Deze periode was een contrast met voorgaande functies. Want in deze functie moest hij schrijven, vergaderen, reizen en kamervragen beantwoorden. Veel generaals heeft hij langs zien komen en heeft hij bovendien in deze periode op de Rijks Universiteit in Leiden een jaargang Bestuurskunde voor Defensiemedewerkers gevolgd. Budgetbeheersing Van 2001 tot en met 1 april 2005 was hij werkzaam in Amersfoort bij LBB (Landelijk Bevoorradings Bedrijf ) bij het BOSCO-bedrijf als Hoofd Afdeling Behoeftebepaling en Vervulling voor wat betreft BOSCO-artikelen (Brandstof, Olie, Smeermiddelen, Chemicaliën en Onderhoudsmiddelen). In totaal circa 650 artikelen, van aanschaf tot budgetbeheersing. Laatste functie Zijn laatste functie bij Defensie is bij de LO/Sportorganisatie. Zeker niet gekozen om zijn sportieve sportverleden alhoewel het niet onwaarschijnlijk is dat u in de winter de familie Van Ommeren op de ski’s tegenkomt. Daarnaast is wandelen (in de bergen) een grote hobby. Zijn functie bij de LO/Sportorganisatie ziet hij wel zitten. Ondanks de centralisatie is er nog voldoende werk om de uitgave van de belastingcenten correct te begeleiden. Het nadeel zal voornamelijk zitten in de doorlooptijden, omdat Utrecht en deels Den Haag als ‘tussenschijven’ fungeren. Zijn eerste indruk van de Sie 4 is goed en treft hij een enthousiast en goed team aan, dat hart voor de zaak heeft. Denk niet dat hij hier zijn laatste functie ‘stoffig’ gaat uitzitten, dan was hij waarschijnlijk wel leraar gebleven. Wij wensen Cees veel plezier en succes in het vervullen van zijn functie. Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 29
Interval-duur, interval-tempo, tempo-duurloop, bloktraining, extensieve of intensieve herhalingen... (begrijpen we het nog…?) In het najaar 2005 zal bundel 5 (Trainen van de Fysieke Fitheid) een update ondergaan waarin nieuwe ontwikkelingen en lessons learned (o.a. koud- en warmweer optreden, indeling straat krachttraining met de nieuwe apparaten, trainen van het uithoudingsvermogen) een plaats krijgen. Een van die update zaken volgt echter nu al, aangezien het als zodanig ook besproken wordt tijdens de bijscholing aan de VTO 1 leerlingen. Het betreft in deze: “trainen van het het uithoudingsvermogen”. Tijdens mijn bezoeken aan verschillende LO/Sportgroepen heerst er bij LO/Sportinstructeurs nogal wat verwarring over de omschrijving en dus de uitvoering van trainingsdoelen. Dit geldt met name voor de interval- en de duurtrainingen. Een hindernisbaanles met als trainingsdoel: ‘een rustige intervaltraining’, of een terreinwerkles met als trainingsdoel: ’60 minuten intervalduur tempo’. Wat bedoelt de ontwikkelaar nu met deze les? Voer jij hem zo uit zoals de ontwikkelaar de les gepland heeft, of geef je er je eigen invulling aan? Doelstelling Met dit artikel wil ik duidelijkheid scheppen over: 1) De omschrijving en de uitvoering van duur- en intervaltrainingen; de trainingsmethodes. Ik zal me in de tekst beperken tot de training- en trainingsmethodes uit de bundel 5 zoals wij die binnen de LO/Sportorganisatie hanteren. 2) Het toepassen van de term Intervalprincipe bij omschrijven van trainingsdoelen. 3) De opmaak en het omschrijven van trainingsdoelen in de nieuwe database. Trainen Even een stapje terug in de tijd. Hoe was het ook alweer? Over trainen spreken we als we systematisch en doelgericht prikkels plannen met als doel prestatieverbetering. In het
6-stappenmodel plan je de prikkels doelgericht en systematisch. Naast deze systematiek moet je ook de noodzakelijke kennis hebben van stofwisselingprocessen en van de fysiologische werking van trainingen. In de systematiek van de LO/Sportorganisatie is dat als volgt opgebouwd: De Macrocyclus. De ontwikkeling van het O&T plan over een ‘langere’ periode. De Mesocyclus. Het systematisch en doelgericht ontwikkelen van lessen in een ‘korte’ periode. De filosofie, de gedachten achter deze geordende lessen is gebaseerd op jouw kennis en ervaring. Het zijn lessen in een opbouwende cyclus met een duidelijk einddoel.
De instructieaanwijzing. Vervolgens worden vanuit de mesocyclus de trainingsdoelen in de Instructie Aanwijzing (IA) omschreven. Trainingsdoelen omschrijven De ontwikkelaar omschrijft de trainingsdoelen op de instructieaanwijzing. Met deze omschrijving gaat de instructeur zijn les geven. We kennen vanuit de trainingsleer het volgende onderscheid: 1. Duurtraining: Een ‘langdurige’ aaneengesloten training, met als doelstelling het verbeteren van het aëroob uithoudingsvermogen en anaërobe drempeltraining. Dit kan kort of lang, zelfs ultralang zijn. Er bestaat bij de omschrijving dus geen herstelperiode tijdens een duurtraining. 2. Intervaltraining: Een relatief korte periode, afgewisseld met herstelperiodes, met als doelstelling vergroten van het slagvolume en het hartminuutvolume. De lonende pauze is hier kenmerkend. Kort midden of lang, met de keuze uit een actief of een passief herstel. Spraakverwarring Tot zover is er hoop ik nog geen vuiltje aan de lucht. Een duidelijke scheiding tussen duurtraining en intervaltraining. Nu even wat praktijkvoorbeelden van omschrijvingen van trainingsdoelen op de IA.
ZANDLOPER 30
1. Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren aëroob uithoudingsvermogen Methode: Piramideloop, interval-duur per minuut Middel: VCO
2. Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren aëroob uithoudingsvermogen Methode: Piramideloop, intensiteit 2 en 3 per minuut Middel: VCO
3. Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren aëroob uithoudingsvermogen Methode: Piramideloop, HF 150-180 Middel: VCO
In deze drie voorbeelden zijn steeds hetzelfde trainingsdoel en middel geformuleerd: ontwikkelen aëroob uithoudingsvermogen en VCO. De problemen ontstaan bij de omschrijving van de trainingsmethode. De les die volgens de ontwikkelaar gegeven moet worden is: een piramideloop met intensiteit 2 en 3. Per minuut op- en aflopend tot en met vijf vijf minuten, herstel steeds een minuut. Wat is nu de juiste omschrijving? Beter nog; met welke omschrijving wordt de les zo gegeven zoals de ontwikkelaar hem gepland heeft? Hier gaan we een eenvoudige oplossing voor geven.
ZANDLOPER 31
ZANDLOPER 32
Verbeterde glycogeenverbranding
Verbeterde vetverbranding
2
3
Biochemisch Toename myoglobine 1
is slechts indicatie Pols/arbeid
Zoladzmethode: Hf max - waarde( 10,20 etc)= trainingszone
energiesystemen
Hersteltijd onvolledig i.v.m. het opnieuw opstarten
Hf is indicator afhankelijk lft, sekse, getraindh. Etc Zwaar hijgen Hard 95 - 100%
Zwaar hijgen Snel
Praten stokt af en toe door versn ademh. Vlot
85 - 95%
* = indicatie / uitgangspunt is de 12' loop
*** = Hersteltijd interval onvolledig: Ongest. Praten, ademh. versneld Gemiddeld 60 - 70%
75 - 85%
Gemakkelijk praten
Ademhaling Eigen beoord
Rustig
% HF reserve Toename ademminuutvolume
Gotere cappilaire dichtheid 5
Effectieve longventilatie
Toename bloedvolume 4
7
Verlaagde slagfreq.i.r.t. HF rust 3
6
Groter slagvolume 2
Verbetering loopeconomie 3
Verandering grootte hart
Krachtorthopedische belasting !!!!!!!!!!!!!!!! 2
1
Vergroting VO2 max 1
Trainingseffecten
Frequentie
ZANDLOPER 33
Hart, bloedsomloop en ademhaling
HMV= sv x sf
Int
50 - 60%
Intensiteitsschaal
Snelkrachtuithoudingsvermogen
Snelkracht
intervalprincipe bij intensieve duurmethode
4 5
1 2 3 4 5
Snelkracht
Snelkrachtuithoudingsvermogen Slagvolume
Hartminuutvolume
* * = 1 : 3 = arbeid - rustverhouding
+/- 15 slagen lager
Opmerkingen
+/- 15 slagen lager
Schaatsen
+/- 15 - 20 slagen lager
+/- 15 - 20 slagen lager
+/- 10 slagen lager
+/- 10 slagen lager
+/- 10 slagen lager
Inline skate
Aqua-joggen
Zwemmen
Steppen
Schwinnfiets
Roeiergometer
100%
+/- 10 slagen lager Ventrikelwand
1 2 3
Aeroob / Anaeroob
Lonende pauze Algemeen
Aeroob
Aeroob / Anaeroob overgangsgebied Aeroob
1 Duur Afstand Herhaling Hersteltijd HF herstel Series Seriepauze
Variabelen
Verbetering melkzuursysteem
Anaeroob
1 2 3 4
Verbetering fosfaatsysteem
lact
***
Lonende pauze
Onvolledig 120 / 130
***
1 geen
8 - 15 min 2 - 4 km 2-4 2 - 4 min 2 - 8 min 600 - 2 km 2-6 1 - 3 min 40 - 120S 200 - 600 3-8 30 - 90 S > 20 minuten
variabelen gebruiken van extensieve interval
1 geen
4 - 12 min 1 - 3 km 2-4 1 : 1 **
Lang
Fietsen
Hardlopen
Hf max i.r.t.
Aeroob / Anaeroob a- lact / lact
1
Volledig
Meer - gelijk of minder dan de wedstrijd
145 / 180+
Lang Midden
Intervalmethode
Kort Intervalprincipe
Bij trainingen met intervalprincipe
Intervalprincipe 1 De Nederlandse hartstichting, Runnersworld, revalidatiecentra, ons schoolbataljon, rempelotons, allerlei eenheden, enzovoort ontwikkelen trainingsprogramma’s die niet voldoen aan de omschrijving van de duur- of de intervalmethode. De omvang en/of intensiteit van die trainingen wordt aangepast aan de doelstelling en het niveau van de deelnemer. Een voorbeeld: 1. Een hartpatiënt loopt kleine stukjes tegelijk met een lage HF; 200 meter dribbelen / 200 meter wandelen; 2. Opbouwprogramma’s voor looptraining beginnen vaak met minutenloopjes met intensiteit een of twee, afgewisseld met wandelen.
Indeling
Daarnaast is de HF middels de intensiteitschaal ook gekoppeld aan de trainingsmethodes. Verbeteren van het aëroob uithoudingsvermogen betekent dus met name trainen volgens de duurmethode; herstel (lang), extensief of intensief. Verbeteren van het anaëroob uithoudingsvermogen betekent dus met name trainen volgens de intervalmethode.
Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren anëroob anaëroob uhv. Methode: Extensieve intervalmethode 6 x 5 hindernissen, herstelpauze 2 min of HF 120/130 Middel: Hiba loophindernissen
Intensiteit % 12' Loop Melkzuur mmol % HF reserve Zoladzmethode Pols/arbeid
Omschrijving trainingsdoelen Het trainingsdoel komt uit de Mesocyclus en wordt omschreven in doel, methode en middel. Als je bijvoorbeeld het aëroob uithoudingsvermogen wilt verbeteren, dan moeten de trainingsprikkels in de lessen ook dat energieleverende systeem aanspreken wat van invloed is op het aëroob uhv. Trainingsmethodes zijn gebaseerd op energieleverende systemen. (schema2)
Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren anëroob uhv. Methode: Extensieve duurmethode 35’. Middel: Hardlopen
Duurmethode DL 2 DL 3 EXT INT LDZPP/HRSTDL 1 2 3 60-75% 75-90% 90-100% +/- 1,5 2-3 3,5 - 5 60-75% 75-85% 50-60% Hf max - 50 Hf max - 40 Hf max - 30 140-150 < 175
De literatuur kent een grote verscheidenheid aan trainingsmethodes en zoals ze het ook wel noemen trainingsmiddelen; Hollowtrainingsmethode, Ins en outs, interval-sprintmethode, interval-duurmethode, enzovoort. Vanuit de militaire doctrine gebruiken wij maar twee trainingsmethodes; de DUURMETHODE en de INTERVALMETHODE. In trainingsprogramma’s voor topsporters, wedstrijdteams en militaire ploegen, wordt ook gebruik gemaakt van de andere trainingsmethodes. Ik wil me beperken tot de twee methodes die we hoofdzakelijk gebruiken in onze periodisering: de duur- en de intervalmethode. (schema1)
Enkele voorbeelden van omschrijven van trainingsdoelen op een oude en een nieuwe instructieaanwijzing.
DL 1
lang
Soort arbeid
MIDDEN INTENSIEF
1 of 2 6 - 8 min Anaeroob lact lact Afhankelijk van: atleet, leeftijd, sporttak, periode, omstandigheden etc.
EXTENSIEF
HERHALINGSMETHODE
Wanneer je met je trainingsdoelstelling binnen het gebied van een trainingsmethode blijft, is de omschrijving en de uitvoering van de les eenvoudig en effectief.
1-3 4 - 6 min
KORT
Onvolledig 120 / 130 en volledig 90 / 100
INTENSIEF
1 geen Anaeroob
INTERVALMETHODE
2 - 4 min 600 - 1 km 2-6 1 : 2 **
INTERVALMETHODE
40 - 120S 200 - 600 3-4 1 : 3 **
EXTENSIEF
5
Kort
intensief
(ERSTELLANG
4
5 110 - 120% 6-8 95 - 100% HF max -10 180+
ANAEROOB GEBIED
3
4 100 - 110% 5-7 85 - 95% Hf max - 20 175 +
extensief
AEROOB/ANAE ROOB GEBIED
Intensief
intensief
Onderverdeling van methodes:
DUURMETHODE
Wedstrijdmethode 2
extensief
duurmethode intervalmethode
DUURMETHODE
1
3 3 - 6 min
AEROOB GEBIED
Intensiteit schaal
Midden
herstel
5 75 - 90% / 110 - 120% 2-8+ 60 - 75% / 95 - 100%
Doelstelling Energieleverend systeem
Intervalmethode
Vanuit de analyse van het militaire optreden is gekozen voor twee trainingsmethodes; te weten de duur- en intervalmethode.
(Schema 2) Relatie trainingsmethode – energiesysteem – intensiteitschaal
Extensief
(Schema 1) Allereerst een eenduidig beeld over de geldende opvattingen ten aanzien van trainingsmethodes: De trainingsleer noemt vijf verschillende trainingsmethoden:
3. In onze reguliere trainingsprogramma’s en lessenreeksen maken wij ook gebruik van trainingen waar de omvang en/of intensiteit afwijkt; ladderen op de hindernisbaan, intensiteit drie, terug wandelen.
1.
Drie voorbeelden van een duurmethode met intervalprincipe en daar tegenover de intervalmethode.
Zijn dit nu trainingen volgens de duurmethode of de intervalmethode? Hoe omschrijf ik deze trainingen? Voert de LO/Sportinstructeur deze trainingen uit zoals de ontwikkelaar ze bedoelt? Trainingen met intensiteit 1, 2 of 3 die niet aaneengesloten maar in korte periodes uitgevoerd worden krijgen de term intervalprincipe mee! Intervalprincipe 2 Voorbeeld: een intervaltraining met duurtempo: piramideloop extensieve duurmethode opbouwend per minuut,1 t/m 4 minuten en steeds één minuut pauze. Omschrijf dit met de aanvulling ‘intervalprincipe’
2.
1. Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren aëroob uhv Methode: Extensieve duurmethode intervalprincipe; piramideloop per minuut omhoog, 1 t/m 4 minuten. Herstelpauze 1 minuut. Middel: Hardlopen
Nog een voorbeeld: een hindernisbaantraining intensieve duurmethode; 5 blokken van 3 à 4 hindernissen met 90 seconde herstel. 2. Instructieaanwijzing Doel: Verbeteren aëroob anaëroob uhv. Methode: Intensieve duurmethode intervalprincipe; 5 maal 3 à 4 hindernissen, herstelpauze 90 sec. of terug wandelen. Middel: Hiba hindernissen 2 t/m 8.
Trainingen moeten zo omschreven worden dat het voor de uitvoerder helder is wat de ‘bedoeling’ van de training is. Je geeft met de aanvulling ‘Intervalprincipe’ duidelijk aan dat je met de intensiteit van de duurmethode werkt. Daarnaast kies je de variabelen die jij nodig acht om het trainingsdoel te halen: omvang, series, aantal herhalingen, enzovoort. De LO/Sportinstructeur die de les geeft kan met een duidelijke omschrijving van het trainingsdoel die les zo geven zoals hij bedoeld is! Gebruik daarbij de twee trainingsmethodes al dan niet in combinatie met het ‘Intervalprincipe’. Tot slot nog wat voorbeelden in de opmaak van de nieuwe database: een training van 4 x 5 minuten intensieve duurtraining (int 3) met het intervalprincipe op de hiba en tijdens VCO.
Afsluiting Met de aanwijzing ‘Intervalprincipe’ in de trainingsdoelomschrijving kunnen er veel misverstanden weg genomen worden. Daarnaast geeft het periodiseren in de Mesocyclus met gebruik van twee duidelijk omschreven trainingsmethodes; Duurmethode en Intervalmethode een duidelijke richting aan het invullen van de Instructieaanwijzing. Het gebruik van de term ‘Intervalprincipe’ geeft de ontwikkelaar nog meer mogelijkheden om die prikkel op dat moment en op die manier toe te passen. Toepassing van het gestelde voorkomt spraakverwarring en interpretatieverschillen. Kortom: ‘’Duidelijkheid voor alle partijen’’ Aooi Nico Spierenburg Literatuurlijst: • Bundel 5 trainen van fysieke fitheid training uithoudingsvermogen; • Training melkzuur hartfrequentie van Peter G.J.M. Janssen; • Fysiologie voor lichamelijke opvoeding, sport en revalidatie van Edward L. Fox, Richard W. Bowers en Merle L. Foss; • Optimale training van J. Weineck.
ZANDLOPER 34
ZANDLOPER 35