ZANDLOPER Koninklijke Landmacht
Colofon De Zandloper is een uitgave van en voor de LO/Sportorganisatie KL. Redactie(raad) Voorzitter kap Ron Gits (MDTN *06-500-61484) Hoofd-/eindredacteur aooi Richard Wichhart (MDTN *06-500-61213) Redacteur smi Mike Becker (MDTN *06-529-73610) smi Richard Hesterman (MDTN *06-566-5303) smi Jan Welling (MDTN *06-500-61839) smi André Wijnberger (MDTN *06-500-61161) sgt Sibyl Gassner (MDTN *06-529-73610) dhr Taco Visser - TGTF (MDTN *06-557-66418) dhr Paul Lindeboom (MDTN *06-500-61013) Redactie-Kopijadres LO/Sportorganisatie KL Redactie Zandloper Bernhardkazerne MPC 53 B Postbus 3003 3800 DA Amersfoort
Tel: PTT 033-4661213 MDTN *06-500-61213 Mobiel 06-22412928 Mail defensienetwerk: Wichhart, REM LOSPORT BDFPL E-mail internet (werk):
[email protected] E-mail internet (privé):
[email protected] Kopij/brieven volgende uitgave dienen uiterlijk 9 mei 2005 bij het kopijadres te zijn. Vormgeving & lay-out Sectie Grafische Vormgeving Frederikkazerne Den Haag Druk PlantijnCasparie Zwolle De inhoud van dit blad weerspiegelt niet noodzakelijk de mening van de C-LO/Sportorganisatie. De redactie behoudt zich het recht voor ingediende kopij niet of gedeeltelijk te plaatsen. De inhoud van ingezonden brieven en artikelen blijft voor rekening van de schrijver. Artikelen uit dit blad mogen overgenomen worden mits de bron wordt vermeld.
Informatiebulletin van en voor de LO/Sportorganisatie Nummer 3, april 2005
Fit for Action ZANDLOPER 1
ZANDLOPER 1
LO/Sportorganisatie
Inhoudsopgave Jaargang 12, nummer 2, april 2005
3. ‘Vernieuwingen laten beklijven’
8. Tijden veranderen
‘Vernieuwingen laten beklijven’
3
Van uw Medezeggenschapscommissie
7
De Pen
8
Van uw personeelsdienst
9
Uitbreiding LO/Sportorganisatie
10
Bezoek C-OTCO aan LO/Sportorganisatie
11
Uit het oog, “niet” uit het hart
12
Flexibiliteit LO/Sportinstructeurs
14
K&OC krijgt steun van de werkvloer
15
Nee, ik wilde gewoon graag...
16
Nee zeggen en keuzes maken
18
Landmachtdagen
22
LO/Sport kort
23
Wens gaat in vervulling
24
Omvang of Intensiteit?
26
Het verlangen naar vrijheid weegt zwaarder...
30
Bedankt allemaal!!!
34
Een zucht van verlichting gaat er door de gelederen van de aangetreden militairen van het dienstvak LO/Sport heen wanneer ze uit de mond van hun nieuwe commandant kolonel Nico Spreij horen: ‘Niet nieuw, wel beter.’ Dus wel blijven investeren. We moeten namelijk blijven excelleren en dingen doen, die anderen niet kunnen of niet zo goed doen als wij.
24. Wens gaat in vervulling
Van de redactie 34. Bedankt allemaal!!!
Het personeelsblad de Zandloper valt maandelijks bij u in de bus, met uitzondering van de maanden januari en augustus. Vanwege de griepgolf die ook de Grafische Vormgeving in een rap tempo uitschakelde verscheen het februarinummer in de maand maart. Om die reden is besloten om het maartnummer niet te laten verschijnen en ligt nu voor u het aprilnummer. Het feit dat velen van u informeerden of zij van de verzendlijst waren afgehaald doet ons deugd, aangezien dat aangeeft dat zij het blad graag ontvangen en missen als het ritme onderbroken wordt. Wij wensen u veel leesplezier.
‘Vernieuwingen laten beklijven’
Orde van de dag Na het indrukwekkende symposium over vorming in 2001 gingen velen over tot de orde van de dag. “De LO/Sport is met de mentale component aan de slag gegaan maar we moeten niet denken dat het na een symposium of een paar lezingen bij alle commandanten tussen de oren zit. Zo snel gaat het dus niet. Dat zou wel erg makkelijk zijn. Het is een hele goede ontwikkeling dat het vormen nu fundamenteel opgepakt wordt en de regie nu in handen is van C-OTCO en niet bij de LO/Sportorganisatie. De KL gaat de mentale component vastleggen in de leidraad opleiden en trainen. Er komt een instructiekaart ‘de mentale component’ waar wij een belangrijke bijdrage aan hebben geleverd. Maar ook zo’n matrix is niet voldoende om een andere manier van werken te implementeren. Het zal nog wel een aantal jaren duren om dit goed weg te zetten. De commandanten kunnen gebruik maken van de voortrekkersrol die we nog steeds hebben. Maar ook zullen we in onszelf moeten blijven investeren.” Samen met Rob Zimmermann, de architect van het dienstvak LO/Sport, heeft hij de kar getrokken en mede de koers bepaald. Hij vindt het een uitdaging om onze verworven positie binnen de KL de komende jaren te handhaven De huidige missie geeft volgens hem voldoende richting. “Wat we willen is duidelijk maar we gaan te snel over tot de waan van alle dag. We verzinnen iets, zetten het op papier, roepen dat het hartstikke goed is en vervolgens zijn we met het volgende bezig. We laten veranderingen niet goed beklijven. Is het bij iedereen wel duidelijk? Zien we met zijn allen ergens de meerwaarde van? Wat is er van al onze plannen terechtgekomen, wat heeft het de KL opgeleverd en zijn er aanpassingen gewenst?” Veranderingen “Als ik terugkijk naar mijn eigen fantastische tijd op de sportgroep dan is er sinds die tijd toch wel wat veranderd. Dat heeft alles te maken met de professionele ontwikkelingen in ons vakgebied. Toen het personeel midden jaren tachtig voor het eerst een verplichte bijscholing fitness moest volgen was er nogal wat weerstand. Ook de verplichte kennismaking in theorie en praktijk met het fenomeen GVA begin jaren negentig werd in eerste instantie met gemengde gevoelens ontvangen. Ik denk hier aan het ondergaan van het programma op de Rilland brug vlak bij het OCLO. Met name de ouderen stonden nu niet direct te trappelen voor al dit soort verplichte activiteiten. Nu is het heel logisch om jaarlijks bijgeschoold te worden, een symposium te bezoeken of een opleiding te volgen. Je investeert in jezelf, je toekomst en je wordt ook voor de organisatie waardevoller. De kwaliteit van het personeel en onze producten is er een stuk beter door geworden. Het ongewapend gevecht van vroeger staat bijvoorbeeld in geen verhouding tot de militaire zelfverdediging van tegenwoordig. We kunnen het in de LO/Sportorganisatie niet meer af met uitsluitend algemeen opgeleide LO/Sportinstructeurs. Verdieping in diverse richtingen is een must. Als militair specialist over-
leggen we intensief met de eenheden, adviseren de commandant op het gebied van belasting en belastbaarheid en ondersteunen hem, met de uitvoering. Dat is een gouden stap geweest.” Toch kunnen we er in zijn ogen nog veel meer uithalen. Helder beeld creëren In vele publicaties zie en lees je dat de fysieke en mentale component een belangrijke schakel is in het militaire optreden. Commandanten onderschrijven dat maar hebben nog niet allemaal een helder beeld bij de taken en verantwoordelijkheden van fysieke en mentale training. C-LO/Sportorganisatie wil het raamwerkbeleid Fysieke Opleiding & Training en Sport (FOTS) beter onder de aandacht brengen. “Dit is een prima leidraad, maar we kunnen winst boeken door de commandant op diverse niveaus nog bewuster te maken wat het een en ander betekent voor zijn O&T programma. Dat wil ik oppakken. Je kan wel verwijzen naar het raamwerkbeleid, maar mensen lezen die te globaal. Vaak hebben ze er de tijd niet voor. Het is dan aan ons om er een praktische vertaalslag van te maken zodat het ook bij hen gaat leven.” Vorming In gedachten gaat hij even terug naar zijn periode als sportofficier op het Korps Commando Troepen en terugkijkend concludeert hij nu dat hij toen niet bewust bezig was met de mentale vorming: “We waren acht weken aan de gang en de sterkste bleven over. Mentale scenario’s waren er volop in de ECO (elementaire commando opleiding - red), maar we verzonnen er veel ter plekke. We zijn nu al een stuk verder. Nu worden er veel meer dingen bewuster in scène gezet om een bepaald gedrag te ontlokken bij mensen. Net zoals we de gewone trainingen plannen moeten we ook de vorming plannen. Hier is nog heel veel winst te behalen voor ons en daarmee ook voor de eenheden / individuen. ”
ZANDLOPER 04
Tijd beter benutten Tegenwoordig lijkt tijd een steeds schaarser wordend artikel. Betere integrale samenwerking kan dan uitkomst bieden. “Eenheden en LO/Sport groeien steeds dichter naar elkaar. Een goede onderlinge afstemming van het programma kan leiden tot een coproductie, waarbij een kaderlid en een LO/Sportinstructeur gezamenlijk een training verzorgen vanuit het eigen specialisme. Een intensieve hindernisbaan les in combinatie met handelingen aan het wapen is hier een sprekend voorbeeld van. Als we met zijn allen creatief zijn valt hier ook nog heel winst te behalen. Integrale samenwerking kan niet alleen voor betere besteding van de tijd zorgen, maar levert in ieder geval een beter getrainde militair op.” Samenwerking tussen wetenschap en trainers van de LO/Sport is ook nodig voor het maken van een maximale winst bij een minimale inspanning. Hierbij is een heel belangrijke rol weggelegd voor de onderzoekers van de trainingsgeneeskunde en trainingsfysiologie (TGTF): “Zij kunnen onderzoeken hoe we de efficiëntie van onze trainingen kunnen verbeteren. Maar ook wat de daadwerkelijke fysieke belasting is tijdens uitzendingen. Wat de invloed is van de verschillende weeren terreinomstandigheden op het opwerkingsprogramma, maar ook voor het fysieke programma ter plaatse. De opgedane kennis en ervaringen van reeds eerder uitgezonden LO/Sportpersoneel gaan we ook beter gebruiken. Niet alleen bij terugkeer, maar ook tijdens zijn uitzending.”
militaire eenheid gaat dienen kan later prima op die locatie, als LO/Sportinstructeur, instromen Dat heeft als voordeel dat hij naar alle waarschijnlijkheid een uitzending achter de rug heeft en precies weet wat er in die eenheid leeft. Daardoor wordt hij ook volledig geaccepteerd als gesprekspartner. Als hij wordt overgeplaatst neemt hij zijn militaire ervaring mee die op een andere plaats weer van pas komt. Dat betekent dat we de CIOS-kandidaten in plaats van een drie-, vierjarig ook een achtjarig contract kunnen aanbieden. Beginnen op de KMS, aansluitend een gevechtsfunctie en dan gloort de LO/Sportorganisatie. Maar ook voor de zittende LO/Sportinstructeurs ziet hij kansen om meer militaire ervaring op te doen. “Laat hem als tiende groepslid maar eens ervaren wat het betekent om met je scherfwerende vest en uitrusting een oefening te doorlopen. Dan gaat er een wereld voor hem open, wat leidt tot nog betere trainingsprogramma’s. Kijk wij adviseren commandanten vaak, in het kader van voorbeeldfunctie, om mee te sporten met de mannen. Maar andersom kunnen wij dat voorbeeld ook geven. Heb als C-LO/Sportgroep het lef om mensen als deelnemer mee op oefening te sturen. Je bent de instructeur misschien een week kwijt, maar je krijgt er enorm veel voor terug.
Militaire ervaring De LO/Sport en eenheden smelten steeds meer samen en ook het personeel van onze organisatie beweegt zich steeds dichter naar het militaire werkveld. “Ik hecht eraan om, in het belang van de organisatie, in de toekomst met LO/Sportinstructeurs te gaan werken die militaire ervaring hebben. Iemand die van het CIOS afkomt en via de KMS op een LO/Sportgroep wordt geplaatst kan uitstekend functioneren maar ik denk dat het voor onze organisatie goed is om meer militair geschoold te zijn. Iemand die na zijn CIOS bij een
ZANDLOPER 05
anisatie andant LO/Sportorg 4 begint hij zijn Kol Nico Spreij, Comm ammerdam. In januari 197 Zw in 3 195 ber em dec 28 te Ermelo. Na acht op n erie Nico Spreij is gebore erve Officieren Infant Res ool Sch de op e htig nstplic Commando Troepen. militaire carrière als die voortgezet bij het Korps ing eid opl de ft hee en weken is hij gestopt pelotonsht als plaatsvervangend vervult hij zijn dienstplic ing ig leid ndr Op vaa o als and hij ft mm nie. De ECO hee Na de Elementaire Co niet s- en Verkenningscompag n ing epe em Tro arn o Wa and mm 104 Co bij commandant leiding van het Korps t ve karakter was ook de tructiegroep. Na een ach afgesloten. Zijn sportie mmandant LO/Sportins Co van aan in de ctie tijd fun nst de die hem zijn en hij gd bod ontgaan en ze in Hooghalen vervol . ing tot LO/Sportofficier g van tweede-luitenant maanden durende opleid lliger (KVV’er) in de ran jwi Vri d ban Ver rt Ko als rps Ko het nieuwe functie bij Onbepaalr de categorie Beroeps ient om over te gaan naa ind k een zoe ien ver gez een aan n hij eze dat zoek wordt afgew Dit bevalt zo goed van een berg /Sportorganisatie. Het ver n LO me de lim nen bek t bin He r) s. T’e wa de Tijd (BO meer mogelijk r BOT’er in die tijd niet gepaard gaande overgang van KVV’er naa mando’s, en de daarmee com a leg col drie nog t me en grote verbazing 7, eig 197 i zijn jun tot in cht nc) (Mont Bla klijke Landmacht bra nin Ko de r voo n Haag om te eit De licit in hij een week later positieve landelijke pub er uit Chamonix stond gke Centrum teru s Na ing . eer leid ink Op tot het de beslissers n als korporaal op demie voor ember 1977 zal instrome Aca de nov 1 op per die hij stu de dat d en hor direct gevolg en (OCOSD) in Breda, Officier Speciale Dienst ag. Ha n De g in Lichamelijke Opvoedin rne in Breda en wordt in structiegroep Seeligkaze rtin Spo O/ in 1991 C-L als 1 198 /Sportofficier Utrecht en Na zijn studie start hij in 1989 wordt hij rayon LO In . r ant naa iten hij t -lu ste trek eer ver 4 1982 bevorderd tot sieke Training. In 199 Lichamelijke Oefening/Fy ings Centrum plaatsvervangend Hoofd s Zaken van het Opleid ing leid Op ofd Ho van ctie van de LO?Sportfun de staf r Ossendrecht om daa er een plaatsing op de we gt vol 6 199 In . len te vervul en Opleidingscentrum. Lichamelijke Oefening vult binnen het Kennisver s ctie fun nde ille met ingang van sch 3 tevens Chef Staf om organisatie, waar hij ver de functie Hoofd Sectie hij t vul ver 4 200 ber Per 1 septem atie over te nemen. van C-LO/Sportorganis 30 maart 2005 de functie aan voor het Bureau enwerkzaamheden ged nev 8 197 af van am hij ft hee s ale Militaire Zaalvoetbalte Naast de reguliere functie en trainer van het Nation ler spe als rt 8. Spo 197 ire in lita Internationale Mi ivoetbalshow in Ahoy winnen van de NCRV min met als hoogtepunt het
Voorbeeld Nico Spreij is zelf ook iemand die graag aan den lijve ervaart wat een ander ondervindt. Ondanks zijn rang slaapt hij bij een bezoek aan bijvoorbeeld een GVA/AT oefening liever in een iglo met de instructeurs dan in een kamer op de kazerne. “Ik zou geen dingen weten die we in gang hebben gezet die ik zelf niet aan den lijve heb ondervonden. Ik zie en ervaar graag van dichtbij wat mijn mensen meemaken en doen met anderen om daar een oordeel over te hebben. Het zelf hebben ervaren heb ik altijd als winst ervaren in de
discussies met de mensen uit de praktijk en bij het nemen van beslissingen.” “Ik zou het een geweldige prestatie vinden als we datgene wat we hebben bereikt minimaal weten te handhaven. We zijn er door al onze inspanningen in geslaagd om van een aantal LO/Sportinstructeurs in een blauw pak, een serieuze partner van de KL te worden. Het is aan ons om die relatie verder te verbeteren.”
LO/Sportorganisatie
Koninklijke Landmacht
sie s i m scom
p a h c s ggen
ze e d e M
Op 10 maart is de Medezeggenschapscommissie van de LO/Sportorganisatie weer bijeengeweest. Zoals gebruikelijk hier een samenvatting van de punten die tijdens deze bijeenkomst ter tafel zijn gekomen. Wat is er zoal besproken? • Zoals reeds eerder in de Zandloper heeft gestaan zijn er in 2005 weer verkiezingen voor de MC van de LO/Sportorganisatie. Aooi Bart Smits schrijft hiervoor het gebruikelijke tijdsplan uit. De verkiezingen zullen rond oktober plaatsvinden. U zult hierover ruimschoots op tijd worden geïnformeerd. We roepen u nogmaals op om na te denken of zitting nemen in de MC iets voor u is. • Op 30 en 31 mei hebben de MC leden een tweedaagse bijeenkomst in Doorn. Deze dagen zijn bedoeld als scholing voor de leden.
• De MC heeft gesproken over de toekomst van de personeels piramide in de organisatie. We willen dit onderwerp graag eens met de nieuwe commandant bespreken en hierbij een proactieve rol spelen. • Ook het beleid rond Dibel (gedifferentieerde beloningen) wil de MC bij de commandant bespreekbaar maken. • Op dit moment heeft de MC nog geen inzage in het uitzendbeleid zoals de organisatie dit in de toekomst wil gaan hanteren. Het is niet heel veel nieuws en wellicht zal ook dit reeds zijn achterhaald wanneer deze Zandloper bij u op de mat valt. De volgende bijeenkomst van de Medezeggenschaps Commissie is gepland voor 10 mei 2005. Wilt u in contact komen met één of meerdere leden van de commissie dan verwijs ik u naar de poster zoals die op alle LO/Sportgroepen aanwezig is.
Smi Jan Wenning (l) en Smi Richard Borecki.
Kap Ron Gits, Voorzitter Redactieraad De Zandloper
ZANDLOPER 06
ZANDLOPER 07
Sie 1 LO/Sportorganisatie, Kap Peter van Heeringen
De Pen Van uw personeelsdienst
Tijden veranderen, vormen doen we al jaren Raoul Majoie bedankt voor het krijgen van de ‘pen’, wat ik trouwens niet ervaar als terugpakken maar meer als een compliment om deze te krijgen. Nou; even terug in de tijd. Ik, Hans Talboom mag zich als dienstplichtige samen met 49 andere dienstplichtige LO/ Sportinstructeurs in september 1995 melden op het OCLO in Ossendrecht. Daar waar we opgeleid en gevormd zouden worden tot militaire LO/Sportinstructeurs. Zittend in de bak van een viertonner werden wij verplaatst van het station in Roosendaal naar de kazerne in Ossendrecht waar onze introductieperiode begon. Tijdsdruk Openingspraatje kort maar duidelijk, een voorstellingsronde van de instructeurs, winkelwagentje in je handen en we waren begonnen. Maten opmeten, kleding passen en een wagentje vol met spullen waar je de naam, laat staan de functie, niet van wist. Verzamelen onder een luifel en een sergeant-majoor in het groen begon te blèren wat we in welke tas moesten stoppen en wat achter kon blijven. De gehele zooi op je bult en met tijdsdruk instijgen in de viertonners die al klaar stonden met draaiende motor. IP-bivak Na een hectisch begin van de dag reden we de kazerne af, het bos in, en werden we naar heel wat gehots en geknots afgezet op een open zandvlakte in de middle of nowhere. Spullen uitladen en beginnen met het inrichten van het bivak, tenten opzetten, kachel erin, veldbedden uitlijnen en dat alles op tijdsdruk met vijftig eigenwijze leidertjes afkomstig van een CIOS of een sportacademie, dus je begrijpt wel dat dat niet geheel vlekkeloos verliep. De noemers “samenwerken” en “discipline” stonden in die periode hoog in het vaandel. De eerste kennismaking met militaire basisvaardigheden en andere AMO-stof kwam deze periode voorbij; touwbaan, oriënteren, knopen, camoufleren, douche gelegenheid creëren, exercitie, marsen, les en leidinggeven, les in rangen en standen en natuurlijk ochtend sport enzovoort. Nederigheid Het weekend kwam inzicht en al snel werd ons duidelijk dat we die niet thuis door zouden brengen; dit noemden ze ‘om gaan met teleurstellingen’. We mochten nog wel een telefoontje plegen maar dan moesten we wel doorgeven hoelang we wilden bellen; dit bellen was niet via de KPN maar met een touw in je hand minuten lang trekken aan een bel die in
een boom bevestigd was (goed voor de nederigheid). Terug op de kazerne aangekomen was het je kast inrichten, onderhoud en inspectie en werd het een latertje want de allereerste inspectie hebben ze altijd wel iets te zeiken. Buitenstaand op appèl, nog even het geintje met de bus, die op de verkeerde locatie stond en wij vier keer op en neer moesten lopen voordat we huiswaarts konden. De toon was gezet… Kazerneperiode Het strakke regiem hield ook op de kazerne aan. Maandagmorgen, appèl van die vriendelijke sergeant-majoor die van je verwacht dat je rechtop staat, borst vooruit, kin omhoog en al liep er een mier door je pisbuis omhoog je nog steeds stil moest blijven staan. In deze periode kregen we steeds meer “verantwoordelijkheid” en de mate van “zelfstandigheid” werd ook onder de loep genomen. In je beurt als GO en PO (een van de vele wazige afkortingen) mocht je dit laten zien. Lessen voorbereiden en uitvoeren in deelgebieden waar je nog niet zoveel vanaf wist, AMOstof en vakinhoudelijke zaken werden getest. God? Hier werd voor ons ook duidelijk dat onze instructeurs geen god waren, want tijdens de les organisatiekunde had betrokkene wat problemen om drie gelijke groepen te maken als je in totaal vijftien personen hebt; twee groepen van vijf en één van…? Gevechtsbereidheid Ook je eigenvaardigheid werd getest; hindernisbaan, touwbaan, marsen, MLV, ZMV, BGHW, GMZ, MZV en één kilometer zwemmen om er zomaar een paar te noemen. Een bezoek aan het Korpscommandotroepen maakte het plaatje compleet, en werd het duidelijk hoe het met eenieders “doorzettingsvermogen“ en “gevechtsbereidheid“ was en hoe jij acteerde in een groep. Het einde van de opleiding kwam in zicht en we mochten ons met 49 goed gevormde instructeurs, titulair sergeant LO/Sportinstructeur noemen. Van duidelijkheid naar onduidelijkheid De eerste plaatsing als LO/Sportinstructeur was op de Cort Heyligers kazerne in Bergen op Zoom waar ik me op de eerste dag in DT (dagelijks tenue, red) op correcte wijze moest melden bij de C-LO/Sportgroep. Mijn introductieperiode bestond uit voorstellen van jezelf, loopbriefje en meelopen met lessen en daarnaast klusjes op de LO/Sportgroep waardoor je je plaats weet als nieuwkomer. Na een mooie
ZANDLOPER 08
periode op deze LO/Sportgroep maakte ik de overstap als BBT’er naar de Genm Kootkazerne in Garderen waar hetzelfde ritueel als nieuwkomer begon. Andere regio en andere mentaliteit behoefde voor mij de nodige aanpassingen. Spreekt hem aan met majoor Na twee en een half jaar kreeg ik de gelegenheid om de overstap te maken naar de mooiste LO/Sportgroep van de KL namelijk LO/Sportgroep RvS waar ik tot nu toe heb mogen werken. Maar ook daar werd het me al heel snel duidelijk dat je als nieuweling niet te hoog van de toren moest blazen en dat je je plekkie binnen deze hechte groep moest verdienen. Dit alles was me niet vreemd, want op het OCLO hadden ze me zo gevormd dat ik niet beter wist en ook op de andere LO/Sportgroepen hielden ze van deze manier van werken wat niet vreemd is binnen ons bedrijf en je als individu duidelijkheid geeft waar je aan toe bent. (Want voor een regiocommandant die op bezoek komt ga je staan, je kijkt hem aan geeft hem een hand en spreekt hem aan met majoor) dat is toch duidelijkheid en niks nieuws of vreemds aan.
Uitgezonden personeel wordt niet meer gepubliceerd in de Zandloper. Incidenteel is personeel, maar eveneens de achterblijvers bedreigd via post en internet. Defensie heeft redacteuren verzocht foto’s en (e-mail)adressen niet meer te vermelden. Wij betreuren dit, maar zijn uiteraard van oordeel dat veiligheid van onze collega’s en gezinsleden boven alles gaat. Onderstaande informatie maakt het mogelijk om via de buddy aan zijn of haar e-mailadres te komen. Bovendien is deze informatie ook bekend bij de redactie van de Zandloper. Uitgezonden personeel Sgt 1 Robbie (buddy smi William Verploegen) Smi Louwie (buddy aooi Hennie Huybregts) Sgt 1 Gerard (buddy smi René Dekkers) Laat eens iets van je horen!
Bevorderingen
Tijden veranderen, maar het OCLO was zo slecht nog niet! Mijn periode in Oirschot loopt naar het einde en in juli word ik overgeplaatst naar een andere mooie LO/Sportgroep namelijk de KMA. De periode Oirschot heeft mij veel geleerd en gevormd en ik heb naast een aantal hele goede collega’s ook een aantal goede vrienden overgehouden. Een daarvan is Sgt1 Patrick de Ronde alias de Biels waar ik goede tijden afwisselend met minder goede mee beleefd heb. Patrick is iemand die in mijn ogen ook al veel heeft meegemaakt binnen ons bedrijf en daarom wil ik hem de ‘Pen’ overdragen. Pat succes met het schrijven van jouw stuk.
Bevordering van Berry Manders tot kapitein.
Sgt1 Hans Talboom, LO/Sportgroep RvS te Oirschot
Bevordering van Henk Stuut tot overste.
ZANDLOPER 09
Uitbreiding LO/Sportorganisatie ontmoette hij zijn huidige vrouw. Pieter vertelt een leuke anekdote die ik u niet wil onthouden. “In Oostenrijk vertelde Irma mij dat ze in Delft-Zuid woonde en dus goed bereisbaar vanuit Haarlem-Noord. Alle ingrediënten waren aanwezig voor een lang en gelukkig leven. DelftZuid bleek Delfzijl te zijn, op ruim tweehonderd kilometer afstand. Echter lang leve de OV-Jaarkaart, is onze relatie uitgegroeid tot een hecht gezin met twee dochters.” Tewerkstellingen De LO/Sportorganisatie had mogelijk al eerder van Pieter kunnen profiteren want de dienstplicht riep hem op en de meldingsinstructies voor het OCLO lag al op zijn deurmat. Echter hij solliciteerde bij de Luchtmacht als BBT-sportofficier en werd aangenomen. Op dat moment kreeg hij al zijdelings te maken met onze organisatie. Naast de opleiding op de KMA en tewerkstellingen (stage), volgde hij ook enkele modules VTO bij onze LO/Sportorganisatie. Maj Pieter van der Peet heeft met ingang van 1 april 2005 onze LO/Sportorganisatie versterkt. Pieter is door de LO/Sportorganisatie benaderd om zo de tekorten in de rangen van majoor op te lossen, door zijn Luchtmachtstatus te ruilen voor die van de Koninklijke Landmacht met als startfunctie Hoofd Sie LO/Sport KMA te Breda. Pieter werkte en behoorde tot die datum als sportofficier bij de Luchtmacht. Toch was hij niet helemaal een vreemde in onze LO/Sportorganisatie. Gedurende vierenhalf jaar was hij plv C-LO/Sportgroep op de KMA, onder bewind van lkol Kees Meijll en later maj Hans van der Kaaden en dus al redelijk ingeburgerd bij onze organisatie. Over het voorstel hoefde hij dan ook niet lang na te denken, want de functie C-LO/Sportgroep KMA stond boven aan zijn verlanglijstje. All-rounder Als Haarlemmer en als jongste uit het gezin, bezocht Pieter de MAVO, aansluitend de VHBO (Vooropleiding Hoger Beroepsonderwijs) en eindigde op kamers in Den Haag om de studie op de Academie Lichamelijke Opvoeding te volgen. Sport heeft altijd een belangrijke rol in zijn leven gespeeld. Volgens eigen zeggen een all-rounder. Honkbal en karate hebben een lange tijd deel uitgemaakt van zijn studententijd, nu vind je Pieter regelmatig terug op de tennisbaan.
Lang leve de OV-Jaarkaart Zijn studiekosten werden bekostigd door allerlei bijbaantjes, van aerobics tot ski-instructeur/reisleider, maar hadden allemaal wel enige betrekking op sport. In Oostenrijk
Uitdaging Na zijn BBT-tijd op de KMA, vond, na sollicitatie, aanneming en plaatsing plaats naar Gilze Rijen (Tactische Helikoptergroep). Dit was op een BOT-functie met een sportgroep van zes man. Nog geen jaar later werd het Woensdrecht. Het walhalla van de Luchtmacht, waar alle opleidingen plaatsvinden en waar ruim drie duizend man gelegerd zijn. De sportloopbaan bij de Luchtmacht is niet te vergelijken met de LO/Sportorganisatie en eigenlijk liep de uitdaging van de nu 34-jarige Pieter al ten einde of hij moest tot zijn FLO (Functioneel Leeftijd Ontslag) genoegen nemen met een beperkt aantal sportfuncties, of zijn heil halen bij algemene functies bij de Luchtmacht. Gedurende een periode heeft hij zo’n algemene functie vervuld. Hij werd door de Commandant Vliegbasis Woensdrecht gevraagd om een halfjaar de functie van Squadron Commandant van het Basis-Squadron waar te nemen. Cultuurshock Nadelen van deze overstap kan hij niet echt noemen. Pieter wil gewoon zijn werk zo goed mogelijk doen. Natuurlijk kun je de ‘sportorganisatie’ van de Luchtmacht niet vergelijken met de LO/Sportorganisatie. Pieter heeft altijd al ‘groen gewerkt en gedacht’ dus de overstap is voor hem geen cultuurshock en met de lijfspreuk van zijn vrouw: “brood bakken ze overal”, ziet Pieter de toekomst rooskleurig tegemoet. “Mocht de LO/Sportorganisatie ooit ‘paars’ gaan werken dan voldoe ik aan alle eisen”, merkt Pieter op. Wij wensen Pieter een prettige tijd toe in onze LO/Sportorganisatie.
Bezoek C-OTCO aan LO/Sportorganisatie Maandag 14 maart kwam bgen Smit in zijn hoedanigheid van C-OTCo, samen met zijn stafzijn stafadjudant, op bezoek bij de LO/Sportorganisatie. Na de ontvangst met koffie en thee, was aooi Nico Spierenburg als eerste spreker in de spotlights. Hij bracht zijn publiek op de hoogte van de lopende pilots in Bad Reichenhall. Voor degene die dit allemaal als nieuw klinkt: er is al een aantal weken pilots in Zuid Duitsland geweest, waarbij personeel uit met name Seedorf in winterse omstandigheden getraind werden. Van langlaufen tot skiën, van klimmen tot speleologie, alles kwam aan bod in een weekje tijd. Aooi Nico Spierenburg gaf hier een vlammend betoog over. Nadat hij wat was warm gedraaid, kwam zijn welbekende enthousiasme en liefde voor ons vak weer heel duidelijk naar voren. Niet toereikend Een presentatie doorspekt met fraaie foto’s van de situatie daar in metershoge sneeuw en leuke woordspelingen maakten dat zijn spreektijd van een dik uur voorbij zijn gevlogen. Competenties, triggers en indicatoren, alles is de revue gepasseerd en met name C-OTCo liet uit zijn vragen blijken het zeer interessant te vinden. Aan de hand van praktijkvoorbeelden heeft Nico weer eens heel duidelijk gemaakt hoe wij “samen” met het onderdeelkader de mannen en vrouwen van de Koninklijke Landmacht op het goede (vormings)spoor kunnen zetten. Duidelijk was ook dat we wel een voortrekkersol hebben in dit geheel, maar dat we het alleen niet kunnen redden, want die paar uurtjes in de week dat wij met ze bezig zijn, is lang niet toereikend!
Zoals hij gebekt is Na de koffiebreak was het woord aan onze commandant kol Rob Zimmermann. In zijn inleiding gaf hij aan dat het niet mee zou vallen om de presentatie van Nico te overtreffen, maar gelukkig zong ook deze ‘vogel’ zoals hij gebekt is: goed dus! Als opening was daar de ontwikkeling van onze organisatie vanaf 1990 tot het heden. Globaal komt dat hier op neer: van vier regio’s met ongeveer vijftien rayons en vijftig LO/Sportgroepen naar twee regio’s met ongeveer 25 LO/Sportgroepen in 2007. Daarnaast werden de taken en de werkwijze van onze LO/Sportorganisatie toegelicht. Uiteraard kwam ons model met de bekende pijlers naar voren en werden alle items apart onder de loep genomen. Toekomstperspectief Vervolgens kwamen de knelpunten en de ontwikkelingen naar voren. Buiten wat veel sergeant-majoors en hun toekomstperspectief plus hier en daar een veiligheidsincident waren er weinig knelpunten binnen de organisatie. Uiteraard kwam de trots van onze kolonel over onze LO/Sportorganisatie hier over de tafel en dit werd ook goed ontvangen door C-OTCo. Na de mogelijkheid tot vragen stellen ging het gezelschap richting lunch en aansluitend was er nog de mogelijkheid voor onze stafadjudant Lion de Frel en daarna de MC tot een onderhoud met C-OTCo. U begrijpt dat dit door onderstaande verslaggever niet meer bijgewoond mocht worden. Smi André Wijnberger
Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 10
ZANDLOPER 11
Uit het oog “niet” uit het hart De LO/Sportorganisatie ben ik (Jeffrey Bignell, red) nog steeds niet vergeten. Het aanbod van een nieuwe baan kwam heel onverwacht van oud-collega Maurice Houben. André Koolhof ook een oud LO/Sportinstructeur en collega van Maurice kreeg een aanbod bij de KNVB. André heeft inmiddels de baan bij de KNVB geaccepteerd, wat zijn grote droom was. Voor mij was de aangeboden baan een uitgelezen kans om wederom een leuke day-job als sportinstructeur te hebben. Door het niet kunnen bijtekenen en geen BOT-contract in het verschiet was de keuze uiteindelijk zo gemaakt. Met pijn in mijn hart nam ik afscheid van de organisatie waar ik vele vrienden heb gemaakt. Public Relation Ik ben blij deel uit te hebben mogen maken van de LO/Sportorganisatie. Ik heb zeer veel geleerd tijdens mijn bijna twaalf jarig verblijf bij deze organisatie. De LO/Sportorganisatie heeft mij de mogelijkheden geboden om mijn sport op hoog niveau te kunnen bedrijven. In de periode als LO/Sportinstructeur bij Defensie heb ik twaalf nationale titels weten te vergaren. Bij deze wil ik nogmaals de kol Zimmermann bedanken voor de mogelijkheden die hij voor mij gecreëerd en geboden heeft. Hopelijk heb ik de Public Relation (PR) aandacht een beetje waar kunnen maken voor de LO/Sportorganisatie. Natuurlijk zijn dit soort dingen altijd moeilijk te meten. Een ding is zeker een sportieve, uitdagende uitstraling voor een sportieve organisatie is sowieso belangrijk. Ondanks mijn vertrek heb ik op de valreep toch nog wat reclame kunnen maken voor de LO/Sportorganisatie. In een van de skimagazine’s van dit jaar stond nog een leuk stuk als Soldierboy. Medewerker of een patiënt Inmiddels ben ik al aardig ingewerkt in mijn nieuwe baan in het Forensisch en Psychiatrisch Instituut ofwel TBS kliniek “de Rooyse Wissel” in Oostrum en heb ik het goed naar mijn zin. Ik moet zeggen dat ik veel anders tegen deze mensen cq patiënten aan ben gaan kijken. Dat wil niet zeggen dat ik hun daden goed praat, maar ik had toch heel andere gedachten bij patiënten in een TBS kliniek. Grote gouden kettingen, veel tatoo’s en allochtonen. Niets is minder waar. In het begin moest ik zelfs goed kijken of ik met een medewerker of een patiënt aan het praten was. Hoe raar het ook klinkt voor een buitenstander die nooit een kliniek van binnen heeft gezien; dit zijn ook mensen die er als mensen uit zien. Mijn taken in de kliniek zijn voornamelijk het begeleiden van sportlessen zoals volleybal, voetbal, badminton en fitness. Je speelt vaak zelf mee met de patiënten. Buiten het lesgeven en begeleiden organiseren we ook verschillende evenementen. De evenementen kunnen enorm variëren. Zo hebben we tijdens de kerst onder andere een dierendag georganiseerd met allerhande exotische dieren. Skicarrière Sommigen vragen zich af: “stop je nu met skiën?“ Uiteraard krijg ik de mogelijkheden die ik bij de LO/Sportorganisatie had nergens meer. Toch geef ik niet zomaar op. Door mijn opgebouwde vakantiedagen bij Defensie kon ik bij mijn nieuwe werkgever nog een aantal dingen doen. Zo heb ik onder andere een aantal World Cups gedaan in Frankrijk, Japan en Italië. Japan blijft mijn favoriete plek, die Jappen zijn helemaal gek van Freestyle. Ik wil Nederland uiteindelijk gewoon gek maken met en voor Freestyle skiën”. Sgt1 bd Jeffrey Bignell
ZANDLOPER 12
ZANDLOPER 13
Flexibele LO/Sportinstructeurs
“Hoe moest die nieuwe exercitie ook alweer?” Het was schokkend nieuws op de kazerne dat twee LO/Sportinstructeurs (sgt1 Claudia van Kleeff en sgt Eric van Os) gedurende drie maanden werden overgeplaatst naar het schoolbataljon om daar als AMO-instructeur te werken. Mensen keken me aan alsof ze water zagen branden, om vervolgens te vragen of ik überhaupt wel een groen pak had. Het merendeel moest gewoon hard lachen en vonden het een geweldige grap, dat kwam goed uit want dat vond ik zelf namelijk ook. We kregen het ook wel erg kort van tevoren te horen, namelijk op donderdagmiddag werden we geïnformeerd dat we maandagmorgen moesten beginnen. Zeg niet dat we niet flexibel zijn! Spijkerbroekjes Daar stonden ze dan, dertien verse spijkerbroekjes (waarvan sommige met een te grote spijkerbroek). Allemaal klaar om een nieuwe weg in te slaan en een flitsende carrière te maken bij de Koninklijke Landmacht. Hoopvol en overtuigd dat ze goed worden opgeleid door ervaren instructeurs. Ik zette mijn meest ervaren blik op en dacht: “hoe moest die nieuwe exercitie nou ook alweer?” Boven de stof Vanaf de eerste dag is alles in sneltreinvaart gegaan, Diemaco, ZHKH, NBC, GOBS, GIO zoveel lessen en militaire vaardigheden. In het begin probeer je alles te volgen en is het net alsof je zelf opnieuw de AMO (Algemene Militaire Opleiding, red) doet alleen moet je de leerlingen ook nog wat bijbrengen terwijl je nauwelijks boven de stof staat. Het is dan ook niet mogelijk om bepaalde lessen te geven omdat je dat minstens één keer gezien moet hebben wil je een beeld hebben van het geheel. Zelf heb ik mij verdiept in de ZHKH-lessenreeks en geprobeerd daar mijn steentje bij te dragen door die lessen te verzorgen.
Thuisbasis Het weinig bewegen zie ik als een groot nadeel, op bivak, op de schietbaan, in de simulator en als je naar huis gaat sta je stil… in de file. Het schijnt de instructeurs niet te deren, alleen ik heb afkickverschijnselen “geen koffie meer voor Claudia” luidt dan ook het motto. Af en toe moest ik echt even naar het LO/Sportbureau om gezellig met z’n allen (voor mij geen) koffie te drinken en over niets te praten, heerlijk … Regelmatig trof ik daar ook Eric van Os aan die net als ik in dezelfde situatie zat, we zagen elkaar bijna niet op het schoolbataljon dus konden we mooi op onze thuisbasis de verhalen uitwisselen. Grijze muizen Naarmate de opleiding vordert gaat het steeds beter, krijg je wat meer tijd om bijvoorbeeld te sporten en zit je ook steeds beter in je nieuwe rol. Nog drie weken te gaan… er beginnen links en rechts wat leerlingen af te vallen. Sommige mensen zijn heel anders dan je verwacht had en de grijze muizen komen ineens goed uit de verf. Leuk om ze van dichtbij mee te maken, je begint echt met ze mee te leven. Er is echt te veel om te vertellen maar ik kan het iedereen aanraden als de kans zich voordoet. Waardering De LO/Sportorganisatie wil hiervoor waken natuurlijk voordat je het weet ben je constant een deel van je personeel kwijt. Ondanks dat is dit natuurlijk wel het toppunt van integrale samenwerking, tijdens de bijscholing hebben we het hier ook uitgebreid over gehad. De waardering is dan ook groot en de kloof tussen de ‘groene’ militairen en ons is een stuk kleiner dan voorheen. Eigenlijk wist ik niet zoveel meer van het militair zijn, het is echt een andere cultuur waarvan je de taal nauwelijks meer spreekt. Ik had het niet willen missen, wat een leuke ervaring… Claudia van Kleeff, LO/Sportgroep GSK Ermelo
Vergaderen Ook waren we allebei goed in de gelegenheid om het fysieke deel van de opleiding dagelijks te volgen en hebben we allebei al wat bijles gegeven in de avonduren (touwklimmen en touwbaan). Buiten dat zag ik mezelf meer als mentalcoach dan echt als AMO-instructeur, daar heb je toch echt een paar lichtingen meer voor nodig. Wat wel een nadeel is, is dat je bijna geen gelegenheid hebt om te sporten omdat daar simpelweg geen tijd voor is, zeker niet in het begin. Je bent met hele andere zaken bezig, zoals: administratie, voorbereiden van lessen, bijhouden leerlingenvoortgang, vergaderen daar gaat heel veel tijd in zitten.
K&OC krijgt steun van de werkvloer Aagje van den Broek, werkzaam bij de LO/Sportgroep Kootkazerne te Garderen, heeft voor het K&OC de database met lessen gevuld en daarmee een lang gekoesterde wens van de werkvloer in vervulling laten gaan. Haar bovenstaande inbreng was voor mij gelijk een reden om achter de persoon Aagje te kijken. Lees over de ervaring waarmee deze jongedame haar ‘rugzak’ al gevuld heeft. Zij is geboren in Nijmegen en getogen in Groningen, maar zeker niet groot gebracht onder moeders vleugels. Alhoewel Groningen in haar leven steeds als basis heeft gefungeerd, trok Aagje al vroeg de wijde wereld in. Israël Na haar basis- en middelbare onderwijs verdween Aagje voor één jaar naar Israël en nestelde zich daar in de Kibboets in de bananen- en dadelsplantage. Met haar achttien jaar was ze de jongste van het stel. Het avontuur trok haar. Na terugkomst maakte zij de HAVO- en VWO af en koos daarna voor de ALO (Academie voor Lichamelijke Opvoeding) Groningen. Bekakt In het laatste jaar, mits bij voldoende studiepunten, mocht er ook stage gelopen worden in het buitenland en u raadt het al, Aagje verdween naar Engeland om daar op een privé-school (The King’s School) sportles te geven. De leerlingen waren kleuters en kinderen tot en met vijftien jaar en ‘ontzettend bekakt’, aldus Aagje. Naast deze stage volgde zij enkele modules aan de Engelse universiteit in Worcester. Op safe “Deze stage was voor mij een zware periode. Engelsen doen alles statisch en op safe. Een trampoline komt er niet aan te pas en wanneer een kind net watervrij is, moet er al de borstcrawl aangeleerd worden. Van de vorderingen van het kind moest ik rapporten bij houden voor ouders en docenten. Sportleraren daar blinken vaak in een bepaalde sport uit en kunnen vrijwel niets anders. Meestal is het voor de heren voetbal of rugby en voor de dames hockey.” Hun stijl van didactisch onderwijs is duidelijk niet dat van Aagje. Thuisbasis In de zomervakanties en weekeinden was Aagje werkzaam bij C&P België. Na de ALO werkte ze bij Outdoor International en later bij Ergo Control voor de herintegratie van WAO’ers. Uiteindelijk solliciteert Aagje in november
ZANDLOPER 14
2003 bij de LO/Sportorganisatie. Na het doorlopen van het opleidingstraject wordt zij tewerkgesteld in Garderen. Binnenslapen dus en als thuisbasis wederom Groningen. Met Simone van Schie was het goed toeven. Na haar overplaatsing is ze de enige LO/Sportdame in Garderen en tussen mannelijke collega’s is dat niet altijd even gemakkelijk. “Het voelt erg goed” Kort geleden heeft zij een huis gekocht in Amersfoort want op een kazerne met voornamelijk jonge mensen bloeien liefdes op en zo ook voor Aagje. Ondank het voornemen geen militair te trouwen, straalt het geluk uit haar ogen en ziet zij de toekomst met David wel zitten. “het voelt erg goed”, aldus Aagie. Uitzending David wordt met ingang van augustus overgeplaatst naar Schaarsbergen. Hij is BOT’er, voor zover deze kreet nog gebruikt mag worden. Over hoe zij over uitzending denkt geeft ze een diplomatiek antwoord: “wat moet, dat moet.” Het liefste zou ze samen gaan, want zij verzorgt de eenheid waar David werkt, maar je hebt het niet altijd voor het kiezen. Medical Fitness Instructeur Aagje heeft een contract tot november 2006. Ze is net herstellende van een blessure waar het overigens heel goed mee gaat. Tijdens Bounchebal scheurde ze haar voorste kruisband en beschadigde haar meniscus. Na een operatie (mei 2004) en een half jaar in Doorn is zij weer volop bezig en gaat in augustus de opleiding Medical Fitness Instructeur gaan volgen. Gevulde rugzak Na haar revalidatie mocht zij beperkt lesgeven en werd haar hulp gevraagd door het Kennis- en Opleidingscentrum om de database lessen te vullen. Een actiepunt (lees: wens) die al ontstaan is in het jaar 1984. Aagje is hiermee aan de slag gegaan. Niet alleen ‘typepoes’ spelen, maar ook bronnen aanboren, uitwerken en verwerken. Natuurlijk volgens de aangedragen richtlijnen. Deze zijn in het Accessprogramma opgenomen en worden uiteindelijk in GOAL gestopt. Ruim driehonderd lessen zijn ingevoerd volgens een standaardformulier volgens de huidige L-T-V (Leren, Trainen en Vorming) uitgangspunten. Aagje heeft het als zeer leerzaam ervaren en haar gevulde rugzak verder uitgebreid. Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 15
Flexibiliteit? Nee, ik wilde gewoon graag... ‘s Maandags om vier uur in de middag belde aooi Lion de Frel mij op. Hij vroeg me of ik nog steeds interesse had om op uitzending te gaan, ik had mij immers een half jaar geleden op de ‘vrijwilligerslijst’ laten zetten. Natuurlijk had ik interesse… ik moest alleen voor de volgende ochtend negen uur het definitieve antwoord aan hem doorbellen. De uitzending zou namelijk binnen vier weken starten. Ja, euh, VOLO (Voortgezet Opleiding Lichamelijke Opleiding, red). Wat zou ik daarmee gaan doen, was het mogelijk die in het uitzendgebied voort te zetten? Voortraject uitzending, had ik daar niet al vijf maanden van gemist? Oké, alles op een rij gezet wat voor mij het belangrijkste zou zijn, verstand op nul behalve bij alles wat met de uitzending te maken had. En er helemaal voor gaan… super. Van huis En hier zit ik dan. Inmiddels drie maanden achter de rug en nu redelijk in de smiezen krijgend wat een uitzending echt inhoud. Hoewel, spannend is het hier niet meer, maar de faciliteiten, je collega’s, het weg zijn van huis, het is toch een omschakeling. Hier zie je nog beter hoe belangrijk het contact is met de mensen die je lesgeeft. Dit is dan ook één van de dingen die mij aan het denken zet, en een vergelijk laat maken met hoe ‘het thuis is’ op de LO/Sportgroep. Jong tot oud Leuk is het te zien dat zowel de Engelsen als de Nederlanders je toch vaker ‘nodig hebben’ dan ik verwacht had. Zo had ik net één voet op het kamp gezet of men kwam al vragen wanneer ik met aerobiclessen kon beginnen. En na een kleine terugloop van deelname knallen de lessen nu weer uit elkaar van het aantal deelnemers. Mannen en vrouwen van jong tot oud. Het gebeurt eigenlijk zelden dat ik door te weinig deelname de activiteiten moet cancelen. Zo zit mijn weekprogramma dan ook vol met zwemmen, spinning, badminton, aerobic, skiën, volleybal, hardlopen, tennis, circuittraining en ga zo maar door. Ook is er veel vraag naar persoonlijke trainingsschema’s, welke meestal gericht zijn op gewichtsafname. Ook leuk voor mij om te doen, daar ik direct mijn kennis over voeding er op los kan laten! Feest De Engelsen doen werkelijk zoveel mogelijk feestjes fancy dressed, voor jullie is de kerstviering daar een geweldig voorbeeld van. Ik heb op verzoek van de Engelsen dan
ook een fancy dress aerobic workout gedaan in Springfield ops, de heli hangaar. De PTI’s (Physical Trainer Instructor) en ik verkleed als elfjes, en de rest als… je kunt het zo gek niet bedenken. Natuurlijk de PTI’s zover gekregen een spetterende demo te doen als opening op een liedje van Louis Armstrong (extra traag anders kwamen ze er niet meer uit). Daarna heb ik de zaal aan het bewegen (en lachen) gekregen. Via de Engelsen had ik een headset aan mogen schaffen. Gevolg was dat de muziek extra hard kon zolang ik de headset ook maar open gooide. En dan is de kans groot dat ze je buiten de hangaar ook woordelijk kunnen verstaan. Maar het was wel weer een feest! Bosnië tot Engeland Op 13 januari hebben we het sporten gekoppeld aan een actie voor de weeskinderen uit een Bosnische en een Brits weeshuis. De BLMF (Banja Luka Metal Factory, red) Gym heeft ervoor gezorgd dat in de factory acht roeiers stonden. Ons doel was de afstand van Bosnië tot Engeland in kilometers aan geld bij elkaar te krijgen binnen twaalf uur. In een aangename temperatuur (min. 5), is er tijdens deze dag geen moment geweest dat geen van onze roeiers bezet was. Kregen wij niemand zo gek deel te nemen aan deze actie, ja dan waren we op zo’n moment zelf aan de beurt… (hield me trouwens wel lekker warm). Ook hier was ik blij dat de mensen mij kennen en andersom. Je trekt gewoon iedereen aan z’n shirt en zegt bijvoorbeeld: “goede morgen overste, u kunt nu vast beginnen met roeien hoor…” (om zeven uur ‘s ochtends!). En dan krijg ik weer zo’n ‘smile’ terug... en trouwens, we hebben ons doel uiteindelijk natuurlijk wel gehaald! Thuisfront Voor die momenten waarop ik verwacht had mij toch nog te gaan vervelen heb ik voor een goede invulling gezorgd, de activiteitencommissie. Zo ben ik dit jaar zwarte klaas geweest (ik werd geassisteerd door twee witte pieten), en organiseer ik met hulp van vier collega’s elk feestje dat er voor de Nederlanders is. Met andere woorden: voor vervelen heb ik geen tijd… en ja, het thuisfront missen gebeurt dan tussendoor nog wel eens. Maar wat is het dan super leuk om mailtjes te krijgen met de beste wensen en mailtjes met gewoon de vraag hoe het met je gaat. En ook mijn corimec hangt echt vol kaarten van thuis en van collega’s van de LO/ Sportorganisatie. Ik wil die personen hiervoor nog bedanken! Sgt Irene de Vreede, Banja Luka Metal Factory
ZANDLOPER 17
N
ee zeggen en keuzes maken
Kort geleden zocht ik Marcel Meeuwsen op in zijn fysiotherapiepraktijk in het centrum van Elst. Ooit begon hij in 1991 als afgestudeerde CIOS’er bij de LO/Sportorganisatie en gaat nu als zelfstandige ondernemer door het leven.
De tijd bij de LO/Sportorganisatie is hij zeker nog steeds niet vergeten. Met een big smile opent Marcel de kast in zijn praktijk en toont mij vol trots ons LO/Sporttenue. Hij heeft veel te danken aan onze LO/Sportorganisatie want tijdens zijn BBT-tijd behaalde hij op kosten van defensie zijn fysiotherapie diploma. Natuurlijk kwam dit diploma niet aanwaaien. Gedurende vier jaar werden er veel privé- en studie-uren ingestoken, maar Marcel wist wat hij wilde en verliet op 28 oktober 1998 na het verlopen van zijn contract, de LO/Sportorganisatie. Vooruitstrevend BOT’er worden was geen optie. Marcel wilde verder, zich ontplooien en eruit halen wat in hem zit. De werkgelegenheid als fysiotherapeut in Nederland zat in een diep dal, waardoor Marcel uitweek naar Duitsland (Neukirchen-Vluyn en Klevelaar). Vol enthousiasme en ideeën ging hij daar aan de slag. Het opzetten van groepstrainingen in een door hem omgebouwde kelder was zijn initiatief. Marcel was echter te vooruitstrevend, ondervond weerstand en was niet tevreden met de samenwerking.
Omgebouwde schuur Hij kreeg een aanbod om in de straat de Wuurde, in Elst, een (solo) praktijk over te nemen. In 2002 ging dit uiteindelijk in vervulling door deze praktijk met alles erop en eraan over te nemen, inclusief het patiëntenbestand, inventaris, goodwill, enzovoort. Het voordeel van een praktijk overnemen is, dat je ook ziekenfondspatiënten kunt behandelen, want hiervoor moet je toestemming hebben en ingeschreven staan bij een verzekeringsmaatschappij. De praktijkruimte was, lomp samengevat, een grote omgebouwde schuur. Tegenwoordig zit Marcel in het centrum van Elst, waar een nieuw Gezondheidscentrum is ontstaan. Gezondheidscentrum Dit nieuwe Gezondheidscentrum was een oude boerenschuur uit 1912 die helemaal leeggehaald (gestript) is en geheel naar wens van de klant (huurder) ingericht is. Marcel was de eerste van de reeks huurders en mocht zijn praktijk naar eigen wens inrichten. In deze opzet is hij zeer zeker geslaagd. De ruimte voldoet aan de nieuwste (modernste) aanpassingen. Nu is Marcel met zijn fysiotherapeutenpraktijk een van de
ZANDLOPER 18
ZANDLOPER 19
vele ondernemers in dit Gezondheidscentrum, waar een logopediste, verloskundige, tandarts, podotherapeut, huisartsenpraktijk tot een complete beautyfarm te vinden zijn.
“Je moet flexibel zijn” Op deze locatie heeft hij het goed naar zijn zin. Vijftig uur is hij minimaal in de week bezig met zijn praktijk. “Op de eerste plaats ben je fysiotherapeut, daarnaast ben je;
boekhouder, secretaresse, schoonmaker, begeleid je stagiaires en heb je een freelance medewerker in dienst. Er is duidelijk meer nodig dan kennis van het menselijk lichaam. Over tips and tools voor de jonge LO/Sportinstructeur is hij heel duidelijk. “Je moet flexibel zijn, voldoende kennis vergaren, inzet tonen en over een ondernemende geest bezitten. Vooral dit laatste is een must en behoort overigens al tot het vakkenpakket in de fysiotherapieopleiding.” Daarnaast moet je nee kunnen zeggen en keuzes maken.
Kortom, een druk baasje, maar zijn glimlach verraadt dat hij zich er happy bij voelt en er plezier in heeft. ‘Onderhoud eigenvaardigheid’ Op mijn vraag waarmee hij dan zijn vijftig uur in de week invult, roept hij zonder na te denken: “Fysiotherapie, zwangerfit training, begeleiding van een groep rugpatiënten, voetbalclub (onder andere: loop- en hersteltraining), huisbezoeken en wat misschien bekend in de oren klinkt: ‘onder-
houd eigenvaardigheid’. Want elke woensdagmiddag trekt hij trots zijn/ons trainingspak aan en zorgt dat hij zelf ook aan de noodzakelijke zweeturen komt. Allerbelangrijkste In het weekeinde is hij bezig met sporten en het allerbelangrijkste, zijn gezin. Tijdens het interview komt een paar keer duidelijk naar voren: “Zonder mijn vrouw Mona, had ik dit in deze zeer korte tijd niet uit de grond kunnen stampen.” Mona helpt Marcel waar mogelijk, maar heeft zelf ook nog een 32 urige werkweek en daarnaast hun trots, zoontje Rhoderick. Daarnaast doet zij de noodzakelijke administratie van de fysiotherapiepraktijk. Achterstandswijken Over de ophef over de fysiotherapievergoeding heeft hij geen last, want het is eerder drukker geworden, aldus Marcel. Dit heeft naar zijn mening te maken met het bijverzekeren. In Elst, als groeigemeente gebeurt dat, maar hij kan zich voorstellen dat fysiotherapeuten in bepaalde achterstandswijken hier wel nadeel van hebben. Over zijn toekomst is Marcel heel duidelijk. Deze geweldige praktijk is zeker niet zijn eindstation. En hij begint hardop te dromen. Diverse warme landen komen voorbij, zoals Italië en Frankrijk, maar ook namen van bekende buitenlandse sportclubs. Concrete contouren zijn nog niet zichtbaar. ‘Special Cycling Team’ Het dagelijkse sporten mist hij nog steeds. Deze behoefte aan endorfine stamt nog uit het LO/Sporttijdperk. Zijn climax bereikte hij vorig jaar met het volbrengen van de zwaarste fietsmarathon van Europa. Een tocht in Oelzthaler (Oostenrijk) van 238 kilometer met 5500 hoogtemeters. Samen met vrienden heeft hij een vereniging opgericht. Trots laat hij zijn licentie zien, verstrekt door de KNWU, met daarop B-amateur. Het ‘Special Cycling Team (SCT)’ zoals zij zich noemen, claimt de overige schaarse uren van Marcel. Zij worden gesponsord, maar ook Marcel draagt zijn sponsorgedeelte bij. Zo zal het mogelijk kunnen zijn dat we het ‘Special Cycling Team’ bijvoorbeeld bij de ronde van Gelderland tegen kunnen komen. Vorming Kortom; volgens Marcel is er leven na de LO/Sportorganisatie en heeft deze tijd een belangrijke bijdrage geleverd in de vorming van Marcel. Mooie herinneringen zijn tijdens dit gesprek aan de orde gekomen en met diverse collega’s heeft hij nog contact. Wij wensen Marcel en zijn gezin veel geluk en gezondheid toe. Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 20
ZANDLOPER 21
LO/Sport kort Even voorstellen... Ik (Roy Tamaëla) ben 42 jaar en getrouwd met Cherry. Samen hebben wij drie kinderen, twee meiden en één jongen. Sinds 1 oktober 2004 ben ik werkzaam bij de LO/Sportorganisatie in Amersfoort als Mdw Admostgp (medewerker Administratief Ondersteuningsgroep). Mijn loopbaan bij defensie is in 1989 begonnen bij de Luchtmacht, waar ik werkzaam was in het bedrijfsrestaurant van de vliegbasis Soesterberg. Hier heb ik zes jaar gewerkt en daarna heb ik twee jaar op het Vormingscentrum “Beukbergen” in Huis ter Heide gewerkt. Na het vormingscentrum “Beukbergen” ben ik naar de Dumoulinkazerne gegaan om achter de bar te gaan werken. Dit heb ik met heel veel plezier gedaan, alleen begonnen de avonddiensten mij op het laatst op te breken ook in verband met de thuissituatie, dus kwam deze functie als geroepen. Dit was zo’n beetje in het kort mijn loopbaan bij defensie tot nu toe. Tot slot hoop ik een positieve bijdrage te kunnen leveren in deze LO/Sportorganisatie Roy Tamaëla, Mdw Admostgp LO/Sportorganisatie
Belgisch bezoek
Materiaal-gebruikersoverleg Voor de laatste keer onder leiding van H-Sie S4 maj Anne Heikoop was er in Amersfoort het jaarlijkse materiaal-gebruikersoverleg. Anne heeft overigens tijdens de BIMS jaarvergadering de Maassen prijs uitgereikt gekregen, vanwege bijzondere inspanningen voor de BIMS in het algemeen en de Oriënteringsport in het bijzonder. Namens de redactie gefeliciteerd Anne! Natuurlijk was het facilitaire bedrijf (zoals het voorheen heette), op bijna volle ‘oorlogssterkte’ aanwezig, alleen Sam Bakarbessy was niet van de partij. Ook de nieuwe man in onze organisatie, maj Cees van Ommeren, gaf acte de presence. Heldere taal Met een kleine twintig toehoorders werden de diverse materiaalstromen doorgenomen, waarbij het duidelijk werd (of al was) dat het MatLog peloton een hernieuwde belangrijke rol in gaat nemen. Verder was er tijd voor vragen aan de Sie S4 over allerlei praktische zaken, zoals de cont(r)acten met Jansen & Fritsen, Technogym, Move 2 Life enzovoort. Voor een aantal zaken waren pasklare oplossingen, andere items moesten maar even ‘opgezouten’ worden, heldere taal van Anne, zoals we hem inmiddels hebben leren kennen. Met korte pauzes werd de vaart er wel weer ingehouden, al moest Anne zijn publiek wel tot actie manen, met de kreet: “anders gaan we tot halfzes door”. Dit bleek niet nodig te zijn, want het middagprogramma verliep voorspoedig. Rond drie uur kon iedereen de aftocht blazen en achter de Paashaas aangaan. Smi André Wijnberger
“Gaat Anne dit vraagteken nog oplossen?”
ZANDLOPER 22
ZANDLOPER 23
Een weddenschap bracht Roel Hessing op de schaatsen en reed hij in 1985 de elfstedentocht uit in ruim zestien uur, niet wetende dat dit de start was van een opmerkelijke sportcarrière. Op 37-jarige leeftijd verruilde hij het windsurfen voor het schaatsen en behoort nu, acht jaar later, tot de top honderd waarmee een ultieme wens in vervulling gaat. Dat het Roel goed afging met schaatsen is in de Zandloper regelmatig aan bod geweest. Ook heeft u kunnen lezen hoe Roel ten val kwam en met zijn opgelopen blessure zijn plaats bij de beste tien van de B-categorie verloren zag gaan en daarmee het vooruitzicht naar mogelijke promotie naar de A-categorie (de top honderd van de beste schaatsers). Ook deze topsport is keihard en het woord dispensatie kwam niet ter sprake. Beste schaatsers Om op het niveau van B-status te komen, dan praat je over honderd personen die knokken voor een plaats bij de honderd beste schaatsers, moet je eerst de nodige Regionale en Gewestelijke competities hebben doorlopen. Waar iedere keer slechts drie personen promoveren. Acht jaar lang doorliep onze ‘oude’ collega deze uitdaging, van recreant tot B-rijder om vervolgens te sneuvelen in de strijd om de A-status. Oogkleppen Het zou geen afgang zijn geweest als je op 44 jarige leeftijd afhaakt en de schaatsen aan de wilgen hangt en verder teert op behaalde roem van weleer, maar dat is bij Roel niet het geval. Roel trainde als een echte cavalerist, oogkleppen voor en gaan met die banaan. Gelukkig zag Hans Verstappen onze collega trainen, maande hem tot rust en gingen gestructureerd aan de gang.
Wens gaat in vervulling
Promotie naar de A-categorie
Consolideren Een seizoen telt 25 wedstrijden waar punten te behalen zijn. Aan het eind worden deze opgeteld en de beste tien promoveren. Naast de begeleiding van Hans, kwam ook het mentale aspect om de hoek kijken, want na 21 wedstrijden stond Roel op de achtste plaats. Tijdens een tocht in Oostenrijk werd Roel ziek en had vier dagen koorts. Zo slap als een vaatdoek verscheen hij aan de start. Rick van Trigt stelpte het aanvallend temperament van Roel, met zijn ervaring uit de triatlonwereld overtuigde hij hem dat hij moest consolideren en wist zijn hoofd helder te krijgen. Vertrouwen Op 12 maart jl. ging zijn wens in vervulling en is Roel gepromoveerd naar de A-categorie en kan zich meten met de wereldtop. Nog niet eerder vond er op deze leeftijd zo’n overstap plaats. Roel ziet de toekomst met veel vertrouwen tegemoet. Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 24
ZANDLOPER 25
Wat is voor marstraining de beste keuze:
Omvang of Intensiteit? In de Zandloper (nr 8, november 2004) heeft een artikel gestaan over een marstrainingsonderzoek op de Koninklijke Militaire Academie (KMA). Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het ‘Soldier Modernisation Program’ door TNO Technische Menskunde (TNO TM) en de afdeling Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie (TGTF) van de Landmacht, in nauwe samenwerking met de sectie LO/Sport van de KMA. In dit artikel worden de resultaten en voorlopige conclusies beschreven, maar eerst volgt een samenvatting van de onderzoeksopzet.
Samenvatting opzet onderzoek Lopen met bepakking vormt een vast onderdeel van het militaire takenpakket en de militaire training. Het wordt traditioneel getraind door lang te lopen met bepakking van wisselende zwaarte. Deze training is tijdrovend en levert relatief veel blessures op. De vraag is dan ook terecht of korter en intensiever trainen misschien hetzelfde trainingseffect op kan leveren, met een gelijk aantal of zelfs minder blessures. Als men daarbij in beschouwing neemt dat een commandant vaak een beperkte voorbereidingstijd heeft voor een uitzending, dan is dit zeker de moeite van het onderzoeken waard. De belangrijkste onderzoeksvragen zijn dan ook: Is er een verschil in effectiviteit tussen marstraining gebaseerd op omvang of op intensiteit en is er een verschil in effectiviteit tussen wekelijks of tweewekelijks marsen?
2. Marstest. Op een 400-meterbaan is een protocol gebruikt waarbij het gewicht van de rugzak elke kilometer toenam (mannen: startgewicht 25 kg en stappen van 12.5 kg tot en met 62.5 kg; vrouwen startgewicht 15 kg en stappen van 10 kg en vervolgens 12.5 kg t/m 62.5 kg). De marssnelheid was 6 km/uur. Als deelnemers de laatste stap uitliepen werd vervolgens de snelheid elke kilometer verhoogd met 1/2 km/uur tot falen. 3. Shuttle-run test voor het vaststellen van het uithoudingsvermogen. 4. Krachttest op vier trainingstoestellen van Technogym (‘selection line’). Hierbij is een opklimmend 3RM (‘Repetition Maximum’) protocol gebruikt. 5. Lichaamsmaten (lengte, gewicht, vetpercentage door bioimpedantiemeting). Daarnaast zijn tijdens de trainingsperiode blessures vastgelegd en zijn trainingslogboeken bijgehouden.
Om deze vragen te kunnen beantwoorden zijn vier trainingsgroepen gemaakt. In een schema ziet het onderzoek er als volgt uit:
Groep 1 (omvang & wekelijks) • 1 keer per week marsen • gewicht rugzak: mannen: 25 40 % lichaamsgewicht vrouwen: 20 32 % lichaamsgewicht • omvang: 90 180 minuten
Groep 3 (intensiteit & wekelijks) • 1 keer per week marsen • gewicht rugzak: mannen: 45 67.5 % lichaamsgewicht vrouwen: 35 55 % lichaamsgewicht • omvang: 45 60 minuten
Groep 2 (omvang & tweewekelijks) • 1 keer per 2 weken marsen • gewicht rugzak: mannen: 25 40 % lichaamsgewicht vrouwen: 20 32 % lichaamsgewicht • omvang: 90 180 minuten
Groep 4 (intensiteit & tweewekelijks) • 1 keer per 2 weken marsen • gewicht rugzak: mannen: 45 67.5 % lichaamsgewicht vrouwen: 35 55 % lichaamsgewicht • omvang: 45 60 minuten
Aan het onderzoek is deelgenomen door de derdejaars cadetten van de KMA. Zij zijn eerst getest op hun uithoudingsvermogen, kracht en marsprestatie. Vervolgens zijn ze in vier trainingsgroepen verdeeld, die acht weken lang elk een verschillend marstrainingsprogramma volgden. Daarnaast kregen deze vier groepen twee keer per week een training, gericht op verbetering van kracht en uithoudingsvermogen. De trainingen stonden onder leiding van de LO/Sportinstructeurs van de KMA. Na acht weken trainen zijn de cadetten opnieuw getest en kon worden vastgesteld, welk marsprogramma de grootste prestatieverbetering heeft opgeleverd. Testbatterij De volgende tests zijn voor en na het acht weken durende trainingsprogramma afgenomen: 1. Speedmars. Op een 400-meterbaan moest 3200 meter zo snel mogelijk worden afgelegd (tenue: GVT + wapen + rugzak (15 kg). Hierbij diende wel een vast protocol van afwisselend 2 minuten hardlopen en 1 minuut wandelen gevolgd te worden.
ZANDLOPER 27
Resultaten Het onderzoek is gestart met 76 cadetten. De resultaten voor de marsprestaties zijn uiteindelijk gebaseerd op gegevens van 42 cadetten (33 mannen en 9 vrouwen). Door de volgende redenen is een vrij grote groep cadetten afgevallen voor analyse: minder dan 75% van de marstrainingen gevolgd, blessure opgelopen, gestopt met opleiding, niet op beide testmomenten aanwezig of niet een maximale prestatie geleverd op een van beide testmomenten. Test Lichaamsgewicht Vetpercentage Vetvrije massa Shuttle-run Krachttest Leg-press Chest-press Vertical-traction Shoulder-press Totaal Speedmars Marstest
Na 79.0 kg 13.8 % 68.1 kg trap 12.0
n=44 n=45 n=46 n=43 n=43 n=47 n=42
157 kg 77 kg 85 kg 43 kg 360 kg 20’02” 4466 meter
171 kg 81 kg 92 kg 47 kg 390 kg 18’59” 4903 meter
6,2 intensiteit
In de bovenstaande grafiek is omvang (groep 1 en 2 samen, n=20) vergeleken met intensiteit (groep 3 en 4 samen, n=22). De cadetten die kort met zware rugzakken trainden gaan 13,3 procent vooruit en de cadetten die lang met lichtere rugzakken trainden gingen 6,2 procent vooruit. Met een betrouwbaarheid van 90 procent is intensief marsen effectiever dan marsen op omvang.
tweewekelijks
wekelijks
Blessures door marstraining 4 2 7 4 17
Blessures door eigen sportbeoefening 5 5 2 2 14
Uitval door marstraining 2 1 2 1 6
Uitval door eigen sportbeoefening 4 1 1 2 8
In de bovenstaande grafiek is wekelijks marsen (groep 1 en 3 samen, n=17) vergeleken met tweewekelijks marsen (groep 2 Significant verschillend ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
en 4 samen, n=25). De cadetten die wekelijks marsen gaan ongeveer twee keer zoveel vooruit (14% versus 7,1%). Met een betrouwbaarheid van 85 procent is wekelijks marsen effectiever dan tweewekelijks. Als de resultaten op de marstest uitgesplitst worden naar de vier marsgroepen dan zien we het volgende: Vooruitgang op marstest in % 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
13,3
omvang
7,1
Voor 78.3 kg 14.5 % 66.9 kg trap 11.2
Vooruitgang in marstest in %
Groep 1 (n=17) Groep 2 (n=21) Groep 3 (n=19) Groep 4 (n=19) Totaal (n=76)
14,0
Aantal personen n=43 n=43 n=43 n=42
Bij de start van het onderzoek heeft 14 procent van de mannen en 5 procent van de vrouwen matig overgewicht (vetpercentage voor mannen meer dan 17.5 procent voor vrouwen meer dan 27.5 procent). Voor de totale groep geldt dat het lichaamsgewicht toeneemt en het vetpercentage afneemt tijdens de trainingsperiode. Dit betekent dus dat de vetvrije massa (spiermassa) is toegenomen met 1.2 kilogram. Zowel het uithoudingsvermogen (7.1%) als de kracht (gemiddeld 8.3%) nemen toe. Ook scoren de cadetten beter op de speedmars (5.5%) en op de marstest (9.8%).
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Vooruitgang in marstest in % 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Trainingstijd in uren: groep 1: 18 groep 2: 9 groep 3: 7 groep 4: 3 1 2
7,3 omvang & wekelijks
4. De groep die het minste tijd (3 1/2 uur) heeft geïnvesteerd in marstraining gaat minstens evenveel vooruit (8,9%) als de groep die het meeste tijd (18 uur) heeft gestopt in marstraining (7,3%). 5. Blessures: - wekelijks trainen lijkt te leiden tot meer blessures - er is geen verschil in uitval tussen marstraining op omvang of op intensiteit
Kanttekeningen De resultaten zijn opmerkelijk en vragen om bijstelling van onze marstrainingsdoctrines in de KL. Wel vind ik het belangrijk om twee kanttekeningen bij het onderzoek te plaatsen: • De groepen en met name groep 1 (wekelijks, omvang) zijn niet groot • De gebruikte marstest is een test waarbij het gewicht van de rugzak telkens toeneemt. Dit geeft aan de ene kant aan dat specifiek met zware rugzak trainen effect heeft. Aan de andere kant meet dit onderzoek niet of de cadetten beter gaan marsen op een lange mars met een rugzak van bijvoorbeeld 25 kilogram. Belangrijkste conclusies De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek zijn:
Aanbevelingen voor de praktijk Als ik in een paar punten aan zou moeten geven wat dit onderzoek voor de praktijk kan betekenen dan zijn deze: • Bekijk altijd eerst welke marsvaardigheid getraind moet worden (lang met lichte last of kort met zware last of speedmars, enzovoort.). Kortom trainingswet van specificiteit: train datgene wat je wilt verbeteren. Als een eenheid alles moet beheersen train dan ook gevarieerd. • Kies voor een progressieve opbouw van de marstraining (FITTeR bouwstenen). • Ondersteun de marstraining met het trainen van kracht en uithoudingsvermogen. • De optimale marsfrequentie zit waarschijnlijk tussen 1 en 2 weken in (10 dagencyclus). Dit geeft evenwicht tussen progressie en niet geblesseerd raken.
1. Structureel trainen van kracht en uithoudingsvermogen is effectief, ook binnen deze KMA-populatie.
Taco Visser, werkveld Opleiding en Training Trainingsgeneeskunde en Trainingsfysiologie
17,9 8,9
2. Speedmars:
- duidelijke vooruitgang voor de totale groep - geen verschillen tussen de marsgroepen - trainen van kracht en uithoudingsvermogen verbetert speedmarsprestatie
3. Marstest:
- progressieve marstraining geeft een duidelijke vooruitgang in marsprestatie - met een betrouwbaarheid van 90% is intensief marsen effectiever dan marsen op omvang. - met een betrouwbaarheid van 85% is wekelijks marsen effectiever dan tweewekelijks marsen.
5,7 omvang & tweewekelijks
intensiteit & wekelijks
intensiteit & tweewekelijks
In de bovenstaande grafiek valt vooral groep 3 (intensiteit en wekelijks) op die 17,9 procent vooruitgaat. Verder is in de grafiek de trainingstijd voor het marsen aangegeven. De groep die het minst marst (groep 4, 3 1/2 uur) gaat minstens evenveel vooruit als de groep die het meest marst (groep 1, 18 uur). Blessures Blessures die zijn ontstaan tijdens het onderzoek zijn vastgelegd. Er is onderscheid gemaakt tussen blessures die veroorzaakt zijn door het marstraining en blessures die door eigen sportbeoefening zijn ontstaan. Daarnaast is aangegeven hoeveel cadetten daadwerkelijk door deze blessures zijn uitgevallen en de trainingsstudie niet hebben afgemaakt.
ZANDLOPER 28
Als we kijken naar blessures ontstaan door de marstraining, dan valt op dat cadetten die wekelijks marsen (groep 1 en 3) een grotere kans hebben op het krijgen van een blessure. De groep die wekelijks met een zware rugzak traint (groep 3) heeft de meeste blessures (7). Blessures hoeven echter niet te leiden tot uitval. Uitval in deze groep (2 cadetten) is hetzelfde als in de wekelijkse groep die omvang traint (2 cadetten in groep 1). Statistisch zijn deze verschillen niet significant.
ZANDLOPER 29
Het verlangen naar vrijheid weegt zwaarder… Kort voor de commando-overdracht had ik met kol Rob Zimmermann nog een terugblik op zijn carrière. Ooit als dienstplichtige sergeant bij het 17e Pantserinfanterie bataljon Chassé in Oirschot begonnen om na ruim 36 jaar zijn loopbaan als kolonel en commandant van de LO/Sportorganisatie te beëindigen. Deze geboren en getogen Eindhovenaar komt uit een gezin van vier kinderen. Zijn jeugd stond toen al voornamelijk in het teken van de sport. Na drie jaar bij het 17e als dienstplichtig sergeant en vaandrig Kort Verband Vrijwilliger is hij op 8 november 1971 opgekomen en opgeleid tot LO/Sportofficier aan de School Militaire Lichamelijke Oefening (SMLO) in Hooghalen en wordt hij aansluitend in 1972 geplaatst in Nunspeet. Driemaal volgde hij met zijn gezin zijn functie en woonden zij vervolgens in Elburg (1972-1975) en Alphen aan de Rijn (1975-1978) om zich uiteindelijk definitief te vestigen in Roosendaal. Niet de meest centrale plaats om te wonen, maar zeker de moeite waard (vooral voor Truus).
ZANDLOPER 30
ZANDLOPER 31
Verschillende functies Van 1975 tot en met 1978 volgde hij samen met maj Ton de Vaan De ALO (Academie Lichamelijke Opvoeding) te Amsterdam. Na deze opleiding waren er tweefuncties te verdelen. Ton ging naar de Staf en Rob naar het Opleidingscentrum Lichamelijke Oefening (OCLO) in Ossendrecht. Een keuze die de persoonlijke ontwikkeling en carrière zou bepalen. Op het OCLO heeft hij negen jaar (1978-1987) gewerkt en de volgende functies vervuld: instructeur, vakgroephoofd, opleidingsontwikkelaar en hoofd opleidingszaken. Zoals het lot van elke LO/Sportofficier heeft ook Rob zijn plaatsing op het Rayon en latere District niet kunnen ontlopen en volgde uiteindelijk zijn plaatsing in 1994 op de Staf. Hier heeft hij zijn verdere loopbaan in diverse functies doorgebracht, waaronder Controller, Bedrijfsvoering, Chef Staf, plaatsvervangend Commandant en uiteindelijk Commandant. Geen toekomstperspectief Zes jaar geleden was Rob nog majoor. In die periode werkten we nog met blokbevordering en waren er minder toekomstperspectieven dan nu. Ondanks zijn flitsende carrière is hij er nooit bewust mee bezig geweest. Natuurlijk heeft hij veel energie gestoken in de LO/Sportorganisatie en vele functies doorlopen. Daarnaast zegt hij toch ook geluk te hebben gehad dat er op het juiste moment vacatures ontstonden. Hij is de Koninklijke Landmacht dankbaar voor de geboden kansen en het vertrouwen in hem. Nieuwsgierig Op de vraag welke persoonseigenschappen je moet hebben om je te ontwikkelen van een ‘gewone’ LO/Sportofficier tot manager is Rob heel duidelijk: “Nieuwsgierig zijn en de overtuiging hebben dat je ideeën goed zijn en daarnaast voldoende twijfel hebben om door goede argumenten van mening te veranderen.” Topmanagers komen in zijn familie niet voor. Pa Zimmermann (93) was gereedschapsmaker bij Brabantia en Ma Zimmermann (80) had de zorgen over vier kinderen; beiden leven zij nog. Op de vraag wat voor type manager Rob Zimmermann is, geeft hij het diplomatieke antwoord: “dat moeten de mensen zelf maar bepalen.” Toch begint hij aansluitend te praten. “Ik ben wel gedreven en betrokken. Het belang van de LO/Sportorganisatie stel ik voorop, maar maakt persoonlijk belang zeker niet ondergeschikt. Tenslotte moeten we toch blijven proberen 320 gezinnen aan het eten te houden.” Ter verduidelijking geeft Rob regelmatig en ook nu weer een kretologie: “Als het de organisatie goed gaat, gaat het ook de mensen goed en andersom.” Zijn voorkeur gaat uit naar de werkvloer. Mijn vraag of zijn onderofficierperiode zijn denkwijze hierover heeft beïnvloed antwoordt hij bevestigend. “Het is een cliché, maar de onderofficieren zijn de ruggengraat van de Koninklijke Landmacht en zeker van de LO/Sportorganisatie en ik heb ook zelf gezien en ervaren dat deze mensen ontzettend hard werken en belangrijk zijn.”
“Ik droom over mijn werk” “Mijn hoofd zit altijd vol en maalt 24 uur per dag door. “ik droom vaak over mijn werk, dit hoort bij mij. Ik verzin in mijn slaap vaak oplossingen en helaas soms ook nieuwe
problemen. Overigens zijn wel meer mensen hiermee belast, ook de voormalige commandant kol b.d. Wil Maaswinkel is zo’n persoon met een nooit stilstaande “kop”. Overigens iets wat wel bij meer creatieve mensen voorkomt. De kans op een ‘vastloper’ is dan toch wel aanwezig? “Twee keer is er een moment geweest dat in die 36 jaar dat ik er even doorheen zat en dit een te zware belasting was, maar niets schokkends en maar van korte duur”, aldus Rob. Details Over het woordje ‘talent’ zegt Rob het volgende: “Talent is er, maar moet ook de kans krijgen om te groeien. Albert Einstein schrijft hierover: “ik heb geen bijzonder talent, maar ben onbevredigbaar nieuwsgierig.” Natuurlijk wil Rob zich niet met Albert Einstein vergelijken, wel neemt hij informatie (kennis) gemakkelijk op, maar dat is niet uniek. Wat hij wel heel gemakkelijk ziet, is verbanden. Rob houdt zich in de ogen van anderen bezig met details. Toch houdt Rob zich negen van de tien keer in door zich op de tong te bijten als hij ziet dat het naar zijn mening sneller en beter kan. “Hoofdlijnen ziet iedereen, maar het effect op detail zien velen vaak over het hoofd”, aldus Rob. Nog zo’n one-liner: “alle beslissingen zijn goed zolang ze maar samenhang vertonen”. Draak De verschuiving van blauw naar groen is ook onder zijn bewind verder doorgevoerd. “Heel simpel; als we dat niet hadden gedaan, hadden we nu geen bestaansrecht meer gehad. Dus het was noodzakelijk en is ook zeer succesvol gebleken. Alle lof hiervoor gaat naar de werkvloer. ‘je kunt het misschien wel leuk vertellen, maar de mannen en vrouwen op de LO/Sportgroepen moeten het waarmaken’. Een Dienstvak is zeker geen garantie. In 1994 heeft het er nog om gehangen of wij geen burgers zouden worden.” Hij ziet de Koninklijke Landmacht als een draak. Deze is er in principe om vuur te spuwen, maar kan ook met zijn staart kwispelen. Met vuur spuwen verwijst hij b.v. naar Afghanistan en risicovolle operaties in Irak. De vraag is welke plek je wilt innemen. Wil je alleen kwispelen en blauw blijven of wil je alert blijven, bijdragen aan de primaire taak en dus groen doen en denken. Rob is er van overtuigd dat de reorganisaties nog niet over zijn. “Niet alleen de LO/Sportorganisatie moet zijn bijdrage blijven leveren, maar ook de opleidingen en andere ondersteunende eenheden. Bij de schoolset van het 17e leidden wij de spijkerbroeken zelf op. Nu doen de opleidingscentra dat. Dat zou zo teruggedraaid kunnen worden. “De grootste uitdaging zit in het iets goed en aantoonbaar beter kunnen dan anderen om zo je steentje bij te dragen.” Waan van de dag De geografisch verspreide LO/Sportgroepen bezocht hij met geplande werkbezoeken. “Ik hecht daar veel waarde aan, want ik haalde altijd veel informatie uit die werkbezoeken. Belangrijk, want van de werkvloer heb ik een hoge pet op.” Als laatste heeft hij zijn afscheidstournee gehouden door het land. Gepland want ook hij wordt geleefd door de waan van de dag. Aandelen van de NS (Nederlandse Spoorwegen) heeft Rob nooit gekocht. Misschien wel jammer want Rob en de NS hebben meer uren met elkaar doorgebracht dan
ZANDLOPER 32
Rob met zijn Truus. “In het begin van mijn carrière behoorde ik tot die sukkels die met zijn werk (laptop) op schoot naar huis ging (visa versa); later werd dat lezen maar langzaam ging het kaarsje uit en werd het een tukje doen”, aldus Rob. Wereldbedrijf De hobby’s van Rob hebben zich beperkt tot het spelletje handbal en op veertigjarige leeftijd heeft hij zich toegelegd op golfen. Helaas heeft hij daar vooral de laatste jaren te weinig tijd voor gehad, en bleef het beperkt tot maximaal een rondje per week op de golfbaan Tijdens deze vier uur staat zijn hersenactiviteit op een laag pitje en vergeet hij even de wereld- en LO/Sportproblematiek. Aan de handbaltijd denkt hij met plezier terug. Hij heeft wereldervaringen opgedaan en is als chef de equipe in verschillende landen geweest. “Wat een wereldbedrijf hebben we toch.” De jaloezie heeft hij wel eens gevoeld, maar dat zegt meer over die mensen. Het klinkt als een cliché maar: “ons werk is onze hobby en dat is tevens onze kracht.” Jeugdliefde Op Hemelvaartsdag, 4 mei 1967, ontmoette hij Truus tijdens een prijsuitreiking, hoe kan het ook anders, van het handballen. Hij vroeg aan haar of zij een ijsje wilde. Ondanks dat zij, naar mijn mening, niets van vreemde jongens mocht aannemen wilde ze deze graag en de liefde bloeide op. Zijn jeugdliefde is nog steeds alles voor hem. Over Truus spreekt Rob met veel lof. Zij heeft Rob geaccepteerd zoals hij is. Gedreven, waarbij zijn prioriteit (volgens haar) bij het werk ligt. Zijn inzet en gedrevenheid was niet anders geweest als hij directeur van een bandenfabriek was geweest. Toch zijn er tijden geweest dat zijn karakter spanningen met zich meebracht en zijn er maanden geweest dat hij Truus, vanwege de lange werkdagen, niet bij daglicht heeft kunnen aanschouwen. Rob is Truus dankbaar en gaat de schade inhalen.
“Je moet emotioneel en rationeel scheiden” Als commandant moet je beslissingen nemen en dat doet soms pijn. Je moet door die functionele bril blijven kijken en dat schaadt soms persoonlijke relaties en vriendschappen. Je moet emotioneel en rationeel kunnen en durven scheiden. Ook Rob is eigenlijk een emotionele man en laat zijn tranen soms de vrije loop bij indringende gebeurtenissen, zowel van verdriet als vreugde. Als voorbeeld noemt hij grote sportprestaties, zoals van Leontien van Moorsel, toen zij na haar val uiteindelijk toch op het podium kwam te staan. “Dat deed mij zeker wat.” Bezuinigingsmaatregelen Over ‘paars’ worden heeft Rob wederom een duidelijke mening. Paars worden is in 2003 en 2004 tot in details bestudeerd, maar de tijd was hiervoor nog niet rijp. Dit had te maken met de verschillen in cultuur, kwaliteitsniveau, dienstverlening en organisatiestructuur van de LO/Sportorganisaties van de diverse Krijgsmachtdelen. Om slechts vanwege bezuinigingsmaatregelen samen te gaan zou de LO/Sport van de KL zeker in het begin zwakker zijn geworden. Eén en één is geen twee, maar anderhalf. Rob
is er wel van overtuigd dat dit in de toekomst, zeker als de verschillen worden weggewerkt, een optie is, die wel tot een sterke krijgsmachtsportorganisatie kan leiden. Erkenning Hoogtepunten. Zonder na te denken heeft hij er twee. Het symposium / reünie (zeker vanuit strategisch oogpunt) en de Dienstvakdag. Hij is trots op zijn Koninklijke onderscheiding, maar ziet dat niet als een hoogtepunt: “het is me overkomen”. Emotioneel noemt hij een bijzondere LO/Sportvergadering in 1998, waarbij toenmalig C-COKL (maj Roosendaal) de rang van C-LO/Sportorganisatie opschroefde tot kolonel. Deze emotie had niet zo zeer met de rang te maken, maar vooral met de erkenning van onze organisatie. Zijn dieptepunt is een inkopbal. Dat is duidelijk het overlijden van collega en sportvriend Arno Budel. Gebleken is maar weer eens dat verdriet en vreugde vlak bij elkaar liggen. Misschien niet toepasselijk, maar aangetoond is dat zowel bij hoogte- als de dieptepunten de saamhorigheid binnen onze organisatie ontzettend sterk is. Draagvlak Over zijn opvolger maakt Rob zich geen zorgen en hij heeft er veel vertrouwen in. Ook dit onderwerp heeft meerdere malen in zijn hoofd plaatsgevonden. Hij is hier heel duidelijk en resoluut in: “Nico heeft een groot draagvlak binnen onze organisatie en als ik geen vertrouwen in hem had gehad en dat vertrouwen niet was gedeeld door de KL leiding, dan had hier een gebrevetteerde kolonel rondgelopen.”
“Verlangen naar de vrijheid weegt zwaarder dan de hechting aan de LO/Sportorganisatie” Velen zien het afscheid van Rob als een probleem. En dan bedoelt men ook dat ze Rob in een gigantisch ‘gat’ zien vallen, immers de LO/Sportorganisatie is het leven van Rob. Zelf ziet hij dit probleem niet. “Ik verlang naar de vrijheid en dat weegt zwaarder dan de hechting aan de LO/Sportorganisatie.” Vooral het niet moeten, maar mogen is een prettig vooruitzicht. Daarbij hebben vele collega’s die al met Functionele Leeftijdontslag zijn hem hierop gewezen. Na zijn afscheid doet hij nog een paar kleine projecten: het uitwerking van een visie op Bedrijfsvoering, het huidige personeelsbeleid (‘up and out’ systeem) en de traditie handhaving van de LO/Sportorganisatie. Tevreden en met gepaste trots Rob neemt tevreden en met gepaste trots afscheid van de LO/Sportorganisatie. Rob ziet dit niet als afscheid, maar als een nieuwe geboorte. Hierbij neem ik de vrijheid om hem namens de LO/Sportorganisatie te bedanken voor zijn inzet en wensen hem, zijn gezin en al zijn dierbaren veel geluk en gezondheid in de toekomst. Aooi Richard Wichhart
ZANDLOPER 33
De dag van je afscheid “behoort” een dag te zijn met gemengde gevoelens. Weemoed omdat het nu echt voorbij is en vooral omdat je nu de sfeer en de omgang met je collega’s, maar ook de ‘wedstrijdspanning’ moet gaan missen.
diep geraakt. De talloze geschenken (bloemen, boeken, bonnen, muziek, uro-tjes, rondjes golf en natuurlijk een fantastisch mooie golfset, eigenlijk te veel om op te te noemen), maar vooral ook de fijne gebaren en warme woorden zullen altijd bij ons blijven.
Aan de andere kant is er het tevreden gevoel van het min of meer afgerond hebben van een klusje en het terugkrijgen van veel vrije tijd om allerlei leuken dingen te doen. Een niet onaantrekkelijk vooruitzicht, kan ik melden. Op dit moment is echter nog in het geheel geen sprake van gemengde gevoelens. Daarvoor is het nog allemaal te kort geleden. De gevoelens van trots en tevredenheid, maar vooral dankbaarheid voor de manier waarop ik afscheid heb mogen nemen, overheersen en ik hoop dat dit nog lang zo zal blijven.
Persoonlijk Gebleken is maar weer dat een warme hand (of twee), even oogcontact, een fraai moment van stilte, een klap op je schouders of mooie woorden veel kunnen aanrichten in de ziel van de ontvanger en het was mooi te zien en te voelen dat dit bij vele zenders ook het geval was. Het is bijna niet mogelijk om op de vele (tientallen) reacties en geschenken persoonlijk in te gaan. Daarom willen we dan ook via De Zandloper iedereen van harte dank zeggen voor dit alles. Het was in één woord grandioos… BEDANKT!
Het ‘gat’ bestaat inderdaad, maar gelukkig bepaal je zelf de kleur Truus en ik kijken met heel veel plezier terug op 30 maart 2005. De hele dag – minisymposium, commando-overdracht, receptie en diner – sidderen nog na in onze herinnering. De vele tekenen van oprechte warmte hebben ons behoorlijk
Rob en Truus Zimmermann P.S.: Nog even een lesje na een paar weken FLO. Nu al blijkt dat het ‘gat’ inderdaad bestaat, maar gelukkig bepaal je wel zelf de kleur. Op dit moment bevalt het ons dan ook prima “achter de geraniums…”
Bedankt allemaal!!! ZANDLOPER 34
ZANDLOPER 35