www.rotterdam.nl 14 010
Rotterdam Jaarstukken 2011 Programmarekening
Beleidsmatige inspanning
Beleidsveld 1 Bestuur en dienstverlening
2 Algemene middelen
Producten
Besluitvorming en ondersteuning Raad
1 2 3 4
Besluitvorming en advisering College
5 College 6 Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming 7 Auditrapportages
Bestuurlijke samenwerking
8 Uitkering deelgemeenten 9 Uitkering gemeenschappelijke regeling
Dienstverlening
10 11 12 13
Belastingen Beheer algemene middelen
Raad Ondersteuning raad/griffie Rapporten rekenkamer Rapporten ombudsman
Publieksdiensten Archivering en beschikbaar stellen van archieven Beveiliging gemeentelijke gebouwen Interne dienstverlening
14 Belastingheffing
5 Beheer algemene middelen 1 16 Financiering 17 Deelnemingen 18 Verzekeringen 19 Personeel opgeheven diensten
Cultureel klimaat
20 Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten 21 Bibliotheek
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
2 2 23 24
Wijkveiligheid
25 Gebiedsgerichte veiligheid 26 Handhaven wet- en regelgeving
Geweld en (jeugd-)overlast
27 Bestrijden geweld en overlast (jeugd)
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
28 Crisisbeheersing en brandweerzorg 29 Handhaven openbare orde 30 Regie en coördinatie maatschappelijke intergriteit
5 Onderwijs
Leer- en schoolprestaties
31 Ondersteuning onderwijskwaliteit 32 Onderwijshuisvesting 33 Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse educatie en Brede School 34 Zorg in en op school 35 Handhaving leerplicht 36 Voortijdig schoolverlaten functie / regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht
6 Volksgezondheid en zorg
Volksgezondheid
37 Bestrijding infectieziekten 38 Medische milieukunde en technische hygiënezorg 39 Brede zorgcoördinatie volwassenen
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
40 Centrum voor jeugd en gezin 41 Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg 42 Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang 43 Jeugdconsul
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
44 Zorg voor kwetsbare personen (LZN, PGA) 45 Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) 46 Bestrijding huiselijk geweld
3 Cultuur, sport en recreatie
4 Veiligheid
Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Inzet voor deelgemeenten Natuur en milieu-educatie
Beleidsmatige inspanning
Beleidsveld 7 Participatie
Producten
Arbeidsparticipatie
47 Werkgelegenheid en participatie Roteb 48 Sociale werkvoorziening SoZaWe 49 Rëintegratietrajecten 50 Inkomensverstrekking
Maatschappelijke participatie
51 Taal- en participatietrajecten 52 Volwasseneducatie 53 Stadsburgerschap 54 Individuele voorzieningen 55 Specifieke doelgroepen
Participatie jeugd
56 Jongerenactiviteiten / faciliteren jongeren participatie 57 Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt
Armoedebestrijding
58 Bijzondere bijstand 59 Schulddienstverlening 60 Kwijtschelding
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
61 Regie stedebouw / planvorming 62 Grondzaken 63 Engineering 64 Inrichten openbare ruimte 65 Monumenten
Wonen
66 Vergunningen 67 Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen 68 Regie op wonen 69 Investeren in wonen en RO
Vastgoed
70 Exploitatie vastgoed MPRV 71 Exploitatie vastgoed niet-MPRV 72 Incidentele opbrengsten vastgoed 73 Erfpacht 74 Doorbelasting economie
Stedelijke bereikbaarheid
75 Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) 76 Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen 77 Exploitatie en beheer parkeren 78 Beleid verkeer en vervoer
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
79 Fiets / openbaar vervoer / schone vervoerswijzen 80 Verkeersveiligheid en leefkwaliteit
10 Economie
Economische structuur en vestigingsklimaat
81 82 83 84
11 Milieu en duurzaamheid
Milieu en duurzaamheid
85 Regie duurzaamheid 86 Regie klassieke milieutaken
12 Fysiek beheer van de stad
Schoon (maken van de stad)
87 Afvalinzameling / verwerking ingezameld en gebracht afval 88 Reiniging openbare ruimte
Heel (maken van de stad)
89 90 91 92
8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
9 Verkeer en vervoer
Versterken economische structuur Versterken vestigingsklimaat Versterken kansenstructuur Beheer markten
Wegen, water en groen Riolering en gemalen Openbare verlichting Beheer begraafplaatsen en crematorium
Jaarstukken 2011
Programmarekening
Inhoudsopgave
pagina 2 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Inleiding en leeswijzer ................................................................................................................................................pag 5 Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
Perspectief in hoofdlijnen................................................................................................................. pag 7 Financiële positie...............................................................................................................................pag 11 Programmaverantwoording............................................................................................................... pag 25 3.1 Beleidsveld Bestuur en dienstverlening...................................................................................... pag 27 3.2 Beleidsveld Algemene middelen................................................................................................. pag 35 3.3 Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie....................................................................................... pag 37 3.4 Beleidsveld Veiligheid................................................................................................................. pag 45 3.5 Beleidsveld Onderwijs................................................................................................................. pag 53 3.6 Beleidsveld Volksgezondheid en zorg......................................................................................... pag 59 3.7 Beleidsveld Participatie............................................................................................................... pag 67 3.8 Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen.......................................................................... pag 79 3.9 Beleidsveld Verkeer en vervoer................................................................................................... pag 89 3.10 Beleidsveld Economie................................................................................................................. pag 95 3.11 Beleidsveld Milieu en duurzaamheid........................................................................................... pag 99 3.12 Beleidsveld Fysiek beheer van de stad....................................................................................... pag 103
Hoofdstuk 4
Paragrafen...........................................................................................................................................pag 111 4.1 Lokale heffingen..........................................................................................................................pag 112 4.2 Weerstandsvermogen................................................................................................................. pag 119 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen...................................................................................................... pag 124 4.4 Verbonden partijen......................................................................................................................pag 134 4.5 Financiering.................................................................................................................................pag 142 4.6 Grondbeleid.................................................................................................................................pag 150 4.7 Bedrijfsvoering............................................................................................................................pag 157
Hoofdstuk 5
Jaarrekening.......................................................................................................................................pag 169 5.1 Inleiding.......................................................................................................................................pag 169 5.2 Waarderingsgrondslagen en grondslagen voor resultaatbepaling.............................................. pag 169 5.3 Balans per 31 december 2011..................................................................................................... pag 174 5.4 Toelichting op de balans per 31 december 2011......................................................................... pag 175 5.5 Programmarekening 2011........................................................................................................... pag 199 5.6 Toelichting op de programmarekening........................................................................................ pag 203 5.7 Overige gegevens.......................................................................................................................pag 267 5.8 SISA-verantwoording.................................................................................................................. pag 268
Controleverklaring.............................................................................................................................pag 284
Bijlagen................................................................................................................................................pag 287 Bijlage 1.......................................................................................................................................pag 287 Bijlage 2.......................................................................................................................................pag 294 Bijlage 3.......................................................................................................................................pag 296 Bijlage 4.......................................................................................................................................pag 301 Bijlage 5.......................................................................................................................................pag 306 Bijlage 6.......................................................................................................................................pag 319 Colofon................................................................................................................................................pag 320 Inhoudsopgave | pagina 3
pagina 4 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Inleiding en leeswijzer
Voor u liggen de Jaarstukken 2011 van de gemeente Rotterdam. Via de jaarstukken legt het College van Burgemeester en Wethouders verantwoording af aan de Gemeenteraad over het gevoerde beleid en beheer in 2011. Daarnaast zijn de jaarstukken bedoeld om burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en overheden inzicht te geven in de beleidsprestaties in 2011. Deze prestaties worden zoveel mogelijk afgezet tegen de voornemens van 2011 en de realisatie van 2010. De jaarstukken zijn opgesteld conform de eisen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) provinciën en gemeenten. De jaarstukken bestaan uit het jaarverslag en de jaarrekening. Onderdeel van het jaarverslag zijn de programmaverantwoording en de paragrafen. De jaarrekening bestaat uit de programmarekening en de toelichting, de balans en de toelichting en de bijlage met de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen. Vanaf 2011 kent de Begroting een indeling naar beleidsvelden, beleidsmatige inspanningen en producten. In de omslag is een overzicht van de relatie tussen deze verschillende onderdelen opgenomen. In hoofdstuk 1 doet ons college verslag van de belangrijkste ontwikkelingen in 2011. Hoofdstuk 2 geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente. Aan de orde komen het financieel resultaat, de ontwikkeling van de reservepositie en investeringen. Hoofdstuk 3 wordt verslag gedaan van de ontwikkelingen en prestaties op de verschillende beleidsmatige inspanningen. De realisatie van de collegetargets neemt hier een prominente plaats in, maar er wordt ook aandacht besteed aan de overige doelstellingen. Hoofdstuk 4 gaat in op de in de BBV verplichte paragrafen. Achtereenvolgens komen aan bod de lokale heffingen, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, verbonden partijen, financiering, grondbeleid en bedrijfsvoering. Hoofdstuk 5 bevat tenslotte de jaarrekening. Overal waar dat niet expliciet is aangegeven, is bij Begroting 2011 bedoeld de door uw raad vastgestelde tweede Bestuursrapportage 2011.
De bedragen in het jaarverslag zijn weergegeven in € 1.000,- tenzij anders weergegeven. Inleiding en leeswijzer | pagina 5
Hoofdstuk
1 pagina 6 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Perspectief in hoofdlijnen
Boekjaar 2011, een kentering binnen de gemeente Rotterdam Donderdag 7 oktober 2010 presenteerde het college van B en W de begroting voor 2011. Op basis van het coalitieakkoord wordt een ongekende bezuinigingsopgave aangekondigd: van € 82 mln in 2011 oplopend tot ruim € 250 mln in 2015. Daarbij hamert het college op investeringen die de economie en het onderwijs in Rotterdam ten goede komen. Andere zaken krijgen minder prioriteit en de eigen organisatie moet goedkoper en kernachtiger. Dat laatste uit zich onder meer in een aangekondigde reductie van 1.000 FTE bij de gemeente Rotterdam. Op dezelfde dag presenteert premier Rutte zijn nieuwe regeringsploeg. Vanaf dat moment wordt ook de omvang en aard van de rijksbezuinigingen duidelijk. Daarnaast wordt in Rotterdam zichtbaar dat het aantal mensen dat om een bijstandsuitkering vraagt stijgt en nog verder zal stijgen, terwijl de rijksbudgetten hiervoor een tegenovergestelde beweging laten zien. In het voorjaar van 2011 laat de eerste bestuursrapportage zien dat de ontwikkelingen in de eerste vier maanden van dien aard zijn, dat de omvangrijke bezuinigingsopgave van een half jaar daarvoor door de actualiteit is ingehaald. Er moet tussentijds wordt bijgestuurd, de teugels moeten nog strakker worden aangehaald. Naast de kortingen die het rijk doorvoert richting de gemeenten en de knelpunten in de WWB, is ook de vertraagde doorwerking van de gevolgen van de economische recessie (grond, bouw, gemeentelijke organisatie) hier debet aan. Ten opzichte van de oorspronkelijke begroting 2011 is er sprake van een negatieve bijstelling van € 86 mln. Naast een groot aantal inhoudelijke ombuigingsmaatregelen heeft het college ook een verplichtingenstop (€ 53,9 mln) en een vacaturestop ingevoerd om zoveel mogelijk binnen de begroting te kunnen blijven. Dat geldt niet alleen voor 2011, maar ook voor de jaren erop. In de kaderbrief van juni 2011 presenteert het college daarom een aanvullend ombuigingspakket, waarmee de totale bezuinigingsopgave in 2015 niet 250 mln maar 507 mln bedraagt. De tweede bestuursrapportage, die het college gelijktijdig met de begroting 2012 in het najaar presenteert, bevat wederom een negatieve bijstelling van € 33 mln voor het jaar 2011. Ook dit heeft consequenties voor de meerjarenbegroting, waarmee de totale bezuigingsopgave uitkomt op € 534 mln in 2015, een ruime verdubbeling van het bedrag dat een jaar eerder werd gepresenteerd. Om de financiële klappen in 2011 op te kunnen vangen op een manier die niet schadelijk is voor de stad, worden de reserves van de stad tijdelijk aangesproken. Daarbij worden afspraken gemaakt dat het weerstandsvermogen en het Investeringsfonds Rotterdam in de komende jaren worden aangevuld, zodat aan het einde van de collegeperiode de reserves weer op niveau zijn gebracht. De dreigende tekorten die zich in de loop van 2011 aftekenden, zijn voor een groot deel ingelopen. Van het totale tekort van € 120 mln (eerste bestuursrapportage € 86 mln, tweede bestuursrapportage € 33 mln) is bijna € 78 mln ingelopen. Zie hiervoor hoofdstuk 2 van de jaarrekening.
Hoofdstuk 1 | Perspectief in hoofdlijnen | pagina 7
Ondanks deze enorme opdracht heeft het college de focus op talent en ondernemen gehandhaafd. Daar waar we als stad zelf een bijdrage kunnen leveren zetten we alle zeilen bij. Onderwijs en economie zijn de sectoren waar Rotterdam het van moet hebben zodra de conjunctuur weer betere cijfers laat zien. Ook Rotterdam Zuid heeft hier speciale aandacht in. De betrokkenheid van het rijk en de aanstelling van een directeur Nationaal Programma Rotterdam Zuid moeten ervoor zorgen dat het potentieel dat op Zuid aanwezig is, wordt aangeboord voor onze economie en voor de Rotterdammers zelf. Alle opdrachten die we onszelf in Rotterdam hebben opgelegd voor de eigen organisatie, liggen op schema. Het college heeft gekozen voor enkele rigoreuze aanpakken, zoals een verplichtingenstop van mei tot en met december 2011 waarmee alleen de hoogst noodzakelijke uitgaven gedaan konden worden. Deze stop is niet in zijn volle omvang structureel vol te houden, maar toch is er voor 2012 een soberheidskorting van € 12 mln ingevoerd. Ook om de oorspronkelijke reductie van 1.000 FTE te realiseren – deze doelstelling is inmiddels toegenomen tot 2.450 – heeft het college harde maatregelen moeten treffen: een vacaturestop en het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen. Met als gevolg dat in 2011 bijna 700 FTE de gemeente hebben verlaten. Bovenstaande maatregelen zijn met gezond verstand gehanteerd. Daar waar de dienstverlening aan Rotterdammers of de bedrijfsvoering op een andere manier in gevaar kwam, zijn uitzonderingen toegepast. De financiële opdracht aan de vooravond van 2011 was al ongekend groot, deze is gedurende het boekjaar verdubbeld en inmiddels is een kentering gaande. De opdracht voor de komende jaren is om deze lijn voort te zetten, met speciale aandacht voor de kerntaken van onze overheid. Wat mogen burgers verwachten van de gemeente Rotterdam en waarvan vinden gemeenteraad en college dat taken toebehoren aan de gemeente, maatschappelijke organisaties of Rotterdammers zelf? Dit alles binnen het kader van een overheidsorganisatie die structureel zorgt voor minder uitgaven, met een kleinere en financieel gezonde organisatie.
pagina 8 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 1 | Perspectief in hoofdlijnen | pagina 9
Hoofdstuk
2 pagina 10 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Financiële positie
2.1
Inleiding
Dit hoofdstuk geeft inzicht in de financiële positie van de gemeente Rotterdam en het financiële resultaat in 2011 per beleidsmatige inspanning. De belangrijkste afwijkingen ten opzichte van de begroting worden verklaard. Voorts komt de ontwikkeling van het eigen vermogen aan bod, inclusief de omvang en het verloop van de voorzieningen. Tot slot worden de investeringen van de gemeente toegelicht.
2.2
Financieel resultaat 2011
In de tweede bestuursrapportage was het tekort over 2011 geprognosticeerd op -/-€ 119,7 mln. Daarnaast was aangekondigd dat een risicoreserve WWB zou worden gevormd van € 56,3 mln en was rekening gehouden met risico’s voor € 15 mln. De prognose van het negatieve resultaat 2011 kwam daarmee uit op € 190 mln. Het resultaat 2011 voor bestemming bedraagt -/-€ 42,1 mln. Dit is exclusief de vorming van de risicoreserve WWB. Deze is niet gevormd vanuit het resultaat van 2011, maar door een overheveling vanuit de bestemmingsreserve IFR. Het verschil van € 77,61 mln positief ten opzichte van de begrotingsstand wordt veroorzaakt door verschillende mee- en tegenvallers. De grote verklaringen zijn: – Afrekening Gemeentefonds over eerdere jaren; € 18 mln, incidenteel. – Financieringsresultaat; € 13,7 mln, incidenteel. – Hogere belastingopbrengsten; € 17 mln, deels structureel, deels incidenteel. – Verkoopresultaat Beurstraverse; € 8,1 mln, incidenteel. – Vorming voorziening verlegregeling; € 21,3 mln incidenteel. – Grondzaken; € 20 mln onder andere door vorming voorziening verlegregeling, incidenteel. Daarnaast heeft de verplichtingenstop in 2011 meer opgebracht dan de in de eerste bestuursrapportage ingeboekte € 53,9 mln. Dit is zichtbaar bij de beleids- en programma-onderdelen van de gemeente, zoals op de beleidsvelden Onderwijs, Volksgezondheid, Ruimtelijke Ontwikkeling en wonen, Verkeer en Vervoer en Economie. De verplichtingenstop heeft er ook toe geleid dat de materiële uitgaven ten behoeve van het apparaat bij verschillende dienstonderdelen meevallen, terwijl er overschrijdingen plaatsvinden op de loonkosten als gevolg van frictie. Op enkele beleidsvelden zijn tegenvallers te melden. Op het beleidsveld Bestuur en dienstverlening is op diverse onderdelen een negatief resultaat gerealiseerd. Grotendeels heeft dit te maken met frictiekosten. Op het beleidsveld Participatie is een negatief resultaat op de inkomensverstrekking gerealiseerd. Dit wordt grotendeels verklaard doordat de ombuigingen op de ketensamenwerking UWV en Incasso SSC niet worden gerealiseerd. Hiervoor zijn geen alternatieve dekkingsmogelijkheden gevonden.
1
€ 119,7 mln – € 42,1 mln. Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 11
Daarnaast zijn per saldo minder programmakosten gemaakt dan begroot. Sozawe is € 5,6 mln extra ingelopen op het tekort inkomensverstrekking bovenop het reeds ingeboekte bedrag van € 10 mln (bovengrens inschatting PWC-rapport). Dit is het effect van de in 2011 genomen maatregelen om de uitkeringslasten te verminderen. De tegenvallers op dit beleidsveld worden daarnaast deels gecompenseerd door een positief saldo op de individuele voorzieningen. Bij het beleidsveld Fysiek beheer van de stad zijn enkele onderhoudsprojecten die volgens planning in 2010 zouden plaatsvinden vanwege slechte weersomstandigheden pas in 2011 afgerond, terwijl vanwege gunstige weersomstandigheden in 2011 geen soortgelijke (geanticipeerde) vertraging heeft opgetreden. Ook is daar sprake van tegenvallende opbrengsten Bedrijfsreinigingsrecht, als gevolg van hoger dan geraamde leegstand vanaf 2009. Baten en lasten voor reservering per beleidsmatige inspanning
Beleidsveld 1 Bestuur en dienstverlening Besluitvorming en ondersteuning Raad Besluitvorming en advisering College Bestuurlijke samenwerking Dienstverlening Beleidsveld 2 Algemene middelen Belastingen Beheer algemene middelen Beleidsveld 3 Cultuur, sport en recreatie Cultureel klimaat Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Beleidsveld 4 Veiligheid Wijkveiligheid Geweld en (jeugd-)overlast Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Beleidsveld 5 Onderwijs Leer- en schoolprestaties Beleidsveld 6 Volksgezondheid en zorg Volksgezondheid Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Kwetsbare personen en huiselijk geweld Beleidsveld 7 Participatie Arbeidsparticipatie Maatschappelijke participatie Participatie jeugd Armoedebestrijding
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten lasten baten lasten baten lasten baten lasten
401 10.049 8.809 72.228 0 332.619 158.742 234.486
627 10.035 10.763 73.019 0 332.685 158.621 240.413
226 -14 1.954 791 0 66 -121 5.927
baten lasten baten lasten
210.188 27.171 1.463.295 326.576
231.527 32.482 1.491.054 223.834
21.339 5.311 27.759 -102.742
baten lasten baten lasten
7.363 135.880 74.028 115.246
10.740 138.589 61.194 96.776
3.377 2.709 -12.834 -18.470
baten lasten baten lasten baten lasten
20.172 60.890 1.192 14.235 1.990 64.321
22.799 57.498 1.115 13.691 2.303 63.314
2.627 -3.392 -77 -544 313 -1.007
baten lasten
52.119 194.614
50.446 190.844
-1.673 -3.770
baten lasten baten lasten baten lasten
13.442 25.777 25.627 53.591 3.940 85.385
13.946 26.058 25.610 53.571 5.282 81.274
504 281 -17 -20 1.342 -4.111
baten lasten baten lasten baten lasten baten lasten
774.632 946.206 22.476 173.421 3.458 13.077 8.493 66.102
773.779 948.729 31.378 176.522 3.646 12.921 9.993 64.141
-853 2.523 8.902 3.101 188 -156 1.500 -1.961
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 12 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld 8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Wonen Vastgoed Beleidsveld 9 Verkeer en vervoer Stedelijke bereikbaarheid Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Beleidsveld 10 Economie Economische structuur en vestigingsklimaat Beleidsveld 11 Milieu en duurzaamheid Milieu en duurzaamheid Beleidsveld 12 Fysiek beheer van de stad Schoon (maken v/d stad) Heel (maken v/d stad)
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten lasten baten lasten baten lasten
611.241 681.227 87.743 121.545 298.474 268.159
739.112 760.038 82.565 115.714 203.715 173.857
127.871 78.811 -5.178 -5.831 -94.759 -94.302
baten lasten baten lasten
102.377 116.871 8.311 16.892
95.685 103.836 6.559 13.636
-6.692 -13.035 -1.752 -3.256
baten lasten
9.837 42.304
32.006 50.732
22.169 8.428
baten lasten
10.664 41.701
7.562 34.261
-3.102 -7.440
baten lasten baten lasten
181.384 192.148 88.907 135.994
181.537 194.048 97.032 145.572
153 1.900 8.125 9.578
baten lasten
4.249.305 4.568.715 -319.410 326.887 127.212 -119.735
4.350.596 4.428.090 -77.494 162.562 127.177 -42.109
101.291 -140.625 241.916 -164.325 -35 77.626
Totaal
Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
Toelichting belangrijkste verschillen per beleidsmatige inspanning 1. Bestuur en dienstverlening Auditservices (-€ 1.000) De interne auditdienst (ASR) heeft als gevolg van de concernbrede reorganisatie minder facturabele opdrachten uitgevoerd, daarnaast heeft deze overschrijding betrekking op externe inhuur (met name om de piekwerkzaamheden van de controle bij de Jaarrekening 2011 op te vangen) en hogere kosten voor de interne dienstverleningsovereenkomsten. CMC (-€ 3.000) Het exploitatieresultaat 2011 van het CMC bedraagt -/-€ 2,9 mln. Dit resultaat wordt gedragen door het concern in het rekeningresultaat. Vanaf 2012 wordt het resultaat in de begroting opgenomen. Interne dienstverlening (-€ 2.000) Deze overschrijding wordt o.a. veroorzaakt door een boete voor niet betaald gebruik van Microsoft en Oracle licenties. Publiekszaken (-€ 1.600) De kosten van telefonie worden door Publiekszaken doorbelast naar de diensten. De kosten van het callcenter zijn in 2011 hoger uitgevallen. Daarnaast wordt het tekort veroorzaakt door frictiekosten en overige bedrijfsvoeringskosten. Beveiliging gemeentelijke gebouwen (-€ 1.500) Om aan de toename van de vraag naar inzet van beveiligers te voldoen moest de formatie worden aangepast (circa 20 fte’s). Daarnaast is er gekort op de rijkssubsidies ID en WSW.
Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 13
Bestuursondersteuning (€ 2.000) In verband met de verplichtingenstop in 2011 zijn veel activiteiten en werkzaamheden niet uitgevoerd, op een laag pitje gezet of doorgeschoven. Dat leidt tot een onderschrijding van per saldo € 2 mln, hoofdzakelijk bij communicatie, Informatiemanagement en bij het HR- en MD-programma. 2. Algemene Middelen Gemeentefonds (€ 18.000) Na het verschijnen van de tweede bestuursrapportage 2011 heeft het rijk haar september- en decembercirculaire Gemeentefonds 2011 gepubliceerd. De hoogte van het Gemeentefonds 2011 is o.a. op de algemene uitkering, door additionele decentralisatie-uitkeringen en op een aantal maatstaven bijgesteld, zoals het aantal minderheden en huishoudens met een laag inkomen. Financiering (€ 13.700) Het grootste deel (€ 11.200) heeft betrekking op een incidenteel agio van het Havenbedrijf. Vrijval verplichte post onvoorzien (€ 4.500) Dit betreft de conform het BBV verplicht aan te houden post onvoorzien, die is vastgesteld op € 4,5 mln. Op deze post is in 2011 geen aanspraak gemaakt. Hogere opbrengsten OZB (€ 12.500) De hogere OZB opbrengsten worden hoofdzakelijk veroorzaakt door meeropbrengsten ozb niet-woningen voor de belastingjaren 2009–2011. De belangrijkste oorzaak hangt samen met de fiscaal-juridische ontwikkelingen omtrent de werktuigenvrijstelling. Recentelijk (27 januari 2012) heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in deze zaak. Gezien de inhoud van het arrest blijkt nu dat het mogelijk nadelig financiële effect lager zal zijn dan waar in de ramingen rekening mee is gehouden. Hogere belasting opbrengsten (€ 3.500) Hogere opbrengsten zijn gemaakt in verband met het eenmalig wegwerken van achterstallige invorderingswerkzaamheden uit oudere belastingjaren. Dit heeft geleid tot incidenteel hogere baten. Daarnaast zijn er hogere perceptieopbrengsten, meeropbrengsten hondenbelasting, en hogere opbrengsten logiesbelasting. Verzekeringen (€ 3.900) Het positieve resultaat van het product verzekeringen is vooral te danken aan een gunstig schadeverloop op de brand-, vaartuigen-, auto- en overige verzekeringen (per saldo € 5,9 mln lagere lasten). Daarnaast heeft zich een ongunstig schadeverloop voorgedaan bij de bedrijfsschadeverzekeringen (€ 0,8 mln hogere lasten) en dient voor de lopende schadeclaims per ultimo 2011 een toevoeging aan de voorziening plaats te vinden van € 0,9 mln. Dividenden (€ 4.000) De uitkering van dividenden is hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van incidenteel hoger interimdividend van Evides NV. 3. Cultuur, sport en recreatie Cultuur (€ 300) Zowel bij de Dienst Kunst en Cultuur als de Bibliotheek is door het stringent volgen van de verplichtingenstop meer gerealiseerd dan de taakstelling verplichtingenstop zoals besloten bij de eerste bestuursrapportage 2011. Daarnaast zijn voorzieningen getroffen voor de frictiekosten Cultuurplan 2013–2016 en Lantaren/Venster. Inzet Sport & Recreatie tbv deelgemeenten (€ 5.100) De lagere lasten hebben voor € 2,0 mln betrekking op een correctie van voorgaande boekjaren. Een bedrag van € 2,0 mln heeft betrekking op het minder uitbesteden van werkzaamheden. Als gevolg van het sluiten van accommodaties in 2011 zijn voor diverse werkzaamheden herplaatsingkandidaten ingezet. Daarnaast is sprake van verminderde vraag van deelgemeenten. Roeibaan (-€ 2.000) Voor de – vanwege het huidige economische klimaat – vermoedelijk niet gerealiseerde externe financiering komen de verwachte toekomstige baten voor de Roeibaan mogelijk lager uit dan de afschrijvingslasten. Dit heeft geleid tot een afwaardering.
pagina 14 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Voetbal Visie Vitaal (€ 1.000) De per saldo hogere baten zijn het gevolg van een boekhoudkundige correctie van de financiering van de Voetbal Visie Vitaal. De ontvangen bedragen over 2010 en 2011, samen € 2,285 mln, moeten nog terug worden gestort in het IFR. 4. Veiligheid Handhaven wet en regelgeving (€ 6.000) Deze meeropbrengsten komen o.a. voort uit hogere opbrengsten uit bonnen in verband met handhaven, besparingen door de verplichtingenstop en lagere overige (materiële) kosten en kapitaallasten. 5. Onderwijs Leer en schoolprestaties (€ 1.500) Het overschot is een resultante van onder andere lagere programmakosten voor Beter Presteren, actielijn professionele school. Ook zijn er extra rijksmiddelen voor het project Nieuwe Kans ontvangen. Bij het product leertijduitbreiding zijn de opstartkosten voor de groepen 0 lager dan begroot. Daarnaast is in 2011 bij tweede bestuursrapportage € 588 toegevoegd aan de begroting van het product leertijduitbreiding in verband met de rijksregeling wachtlijsten 2011 én 2012. Hiervan is in 2011 € 88 besteed. Vandaar € 500 in de kolom bestemming. 6. Volksgezondheid en zorg Kwetsbare groepen en personen (€ 4.900) Het overschot is een resultante van meer baten van de lokale zorgnetwerken, de inzet voor vervuiling casussen, trajectregie, een bijdrage GGD Nederland en ziektewetuitkeringen UWV. Ook de vaststelling van subsidies 2010 en eerder heeft in 2011 geresulteerd in extra baten. In 2011 was de start gepland voor de locatie Westerstaat van de Nico Adriaans stichting (NAS), maar deze is niet doorgegaan. Daarnaast heeft de GGD door het stringent volgen van de verplichtingenstop minder lasten gerealiseerd dan begroot. 7. Participatie Reïntegratietrajecten (€ 300) Hier is sprake van verschuivingen tussen een groot aantal activiteiten en extra inkomsten uit o.a. ESF. De activiteiten betreffen werk, reïntegratie, activering & jongeren, gesubsidieerde arbeid, inburgering & educatie en handhaving & ondersteuning. Inkomensverstrekking (-€ 8.300) De begrote BTW-teruggave op het product Inkomensverstrekking is lager uitgevallen dan voorzien (ca € 5 mln) mede omdat (een deel van) het bedrag ten gunste van het product Re-integratietrajecten is gekomen. Daarnaast liggen de verklaringen voor het verschil tussen begroting en realisatie op het gebied van de bedrijfsvoering. Individuele voorzieningen (€ 5.600) Deze afwijking wordt o.a. veroorzaakt door hogere inkomsten naar aanleiding van de eigen bijdrage Huishoudelijke voorziening. Schulddienstverlening (€ 700) De Kredietbank Rotterdam moet naar 2014 toe een bezuinigingstaakstelling realiseren van 40 fte (-/- 20%). Samen met de reductie van lasten personeel derden, heeft dit geleidt tot minder kosten dan begroot. 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Grondzaken (-€ 20.000) Dit betreft het saldo van de winst- en verliesnemingen en voorzieningen van grondexploitaties waaronder de voorziening verlegregeling. Op 20 december 2011 heeft het Hof in Den Haag uitspraak gedaan in de civiele procedure Machinistenschool. Onderdeel van de uitspraak is dat de veroorzaker van een verlegging de kosten van de verlegging moet betalen. De gemeente gaat tegen deze uitspraak in cassatie. De uitspraak betekent dat de kans groot is dat de gemeente Rotterdam over de periode 1 april 2006 tot 2012 (€ 8,0 mln) en over de periode vanaf 2012 (€ 13,3 mln) voor het verleggen van kabels en leidingen zal moeten betalen. Derhalve is in de grondexploitaties een voorziening voor de verwachte kosten van de verlegregeling getroffen van € 21,3 mln.
Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 15
Engineering (€ 3.700) De toename van de baten komt grotendeels door extra – vanuit de deelgemeenten – verstrekte opdrachten, het niet optreden van ‘onwerkbaar weer’ ultimo 2011 en extra vrijgevallen voorzieningen. Vastgoed (-€ 500) Deze afwijking is het saldo van verschillende mutaties waaronder meer huuropbrengsten dan begroot en is er – als gevolg van de verplichtingenstop – minder onderhoud gepleegd. Verder zijn er extra kosten gemaakt voor het beheer van bedrijventerreinen en er zijn kosten gemaakt om vastgoed te verkopen terwijl er geen verkopen tegenover staan. Leges/vergunningen (€ 1.500) Dit is het saldo van hogere opbrengsten WABO, lagere opbrengsten overige vergunningen en hogere overige opbrengsten bureau vergunningen. Extra opbrengsten verplichtingenstop en extra inkomsten (€ 5.800) Het gaat om hogere inkomsten die niet eerder waren begroot. Daarnaast heeft het stringent toepassen van de verplichtingenstop geleid tot lagere kosten dan begroot. Hier tegenover staat een hogere dotatie aan de voorziening dubieuze debiteuren toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen. 9. Verkeer en vervoer Verplichtingenstop (€ 2.400) Dit wordt grotendeels veroorzaakt door het stringent toepassen van de verplichtingenstop. Daarnaast is sprake van vrijval van middelen als gevolg van de afronding van het programma Duurzaam Veilig fase 1 en begrote kapitaallasten die niet nodig waren. Parkeerbeheer (€ 2.600) Het positieve saldo wordt veroorzaakt door lagere afschrijvingslasten, lagere huurkosten parkeergarages dan geraamd en hoger dan geraamde parkeeropbrengsten. 10. Economie Verkoop Beurstraverse (Consortium Beursplein) (€ 8.100) In 2011 is de deelneming Consortium Beursplein verkocht . Dit heeft een positief nettoresultaat opgeleverd van € 8,1 mln (baten € 19,3 lasten € 11,2). Extra opbrengsten verplichtingenstop en extra inkomsten (€ 6.500) Extra inkomsten als gevolg van het vrijvallen van middelen uit de bestemmingsreserves Kansenzones en Revitalisering winkelgebieden. Verder zijn er EFRO-gelden ontvangen op de OKR-2 (Ondernemersregeling Kansenzones Rotterdam 2)regeling. Daarnaast zijn de lasten lager geworden omdat veel initiatieven zijn stopgezet als gevolg van de verplichtingenstop. Markten (-€ 800) Door het terugdraaien van de tariefstijging zijn de inkomsten uit markgelden achtergebleven ten opzichte van de begroting. Om het beheer van markten kostendekkend te maken, heeft de Raad in 2011 besloten om de markttarieven 2012 boventrendmatig te verhogen. 11. Milieu en Duurzaamheid Regie Klassieke milieutaken (-€ 600) Bij de tweede bestuursrapportage is het budget voor DCMR ten onrechte gekort in het kader van de korting 5% op de gemeenschappelijke regelingen. Deze korting was al verwerkt in de begroting 2011. 12. Fysiek beheer van de stad Wegen water groen (-€ 5.100) Het nadelig resultaat wordt voornamelijk veroorzaakt door het onderhoud van hoofd- en verzamelwegen en door het treffen van een voorziening voor de verlegregeling. Vertraagde projecten uit 2010 zijn in 2011 uitgevoerd. Door gunstige weersomstandigheden is het programma 2011 nagenoeg geheel in 2011 uitgevoerd en zijn er weinig projecten die doorschuiven naar en ten laste komen van 2012. Daarnaast hogere lasten door de vorming van de voorziening verlegregeling.
pagina 16 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Riolen en gemalen (€ 3.000) Ten opzichte van de begrote opbrengst voor 2011 komt de gerealiseerde rioolheffingsopbrengst hoger uit. De afwikkeling van oudere dienstjaren gaf eveneens een voordeel. Lagere opbrengsten BRR (-€ 2.200) De lagere opbrengsten van € 2,2 mln hebben betrekking op lagere opbrengsten vanuit Bedrijfsreinigingsrecht van € 600 over 3 jaar (totaal € 1,8 mln). De oorzaak hiervan is een hogere leegstand van bedrijfs- en winkelpanden dan waar in de raming rekening mee was gehouden. Dit is gecorrigeerd. De overige lagere opbrengsten bedragen € 420 (voornamelijk Afvalstoffenheffing en bedrijfsafvalcontracten). Vrijval voorziening wagenpark (€ 1.000) Het rente-egalisatiefonds heeft als doel de discrepantie tussen de door Roteb ingecalculeerde rente en de daadwerkelijke marktconforme rente over Lease-contracten op te vangen. Gebleken is dat de marge om schommelingen op te vangen kleiner (1,5% i.p.v. 3%) kan zijn, derhalve kan een deel van de voorziening vrijvallen. In de begroting was al rekening gehouden met een vrijval van € 900. Deze vrijval is € 1 mln hoger uitgekomen. Resultaat voor en na reserveringen Conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) maken wij een onderscheid in het resultaat voor- en het resultaat na reservering. In het uiteindelijke resultaat van -/-€ 42,1 mln is rekening gehouden met de toegestane toevoegingen en onttrekkingen aan reserves. De raad heeft deze in een eerder stadium goedgekeurd.
Baten Lasten Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
2.3
Ontwikkeling van de vermogenspositie
2.3.1
Ontwikkeling van het eigen vermogen
Realisatie 2010
Begroting 2011
4.505.504 4.980.830 -475.326 526.600 109.650 -58.376
4.218.479 4.420.724 -202.245 279.329 77.084 0
Bijgestelde begroting 2011 4.249.305 4.568.715 -319.410 326.887 127.212 -119.735
Realisatie 2011
Verschil
4.350.596 4.428.090 -77.494 162.562 127.177 -42.109
101.291 -140.625 241.916 -164.325 -35 77.626
Reserves Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves, bestemmingsreserves en het onverdeelde saldo van baten en lasten van 2011. Het eigen vermogen is in 2011 gedaald van € 1,06 mld naar € 985 mln. Belangrijkste oorzaken zijn de door uw raad besloten toevoegingen en onttrekkingen aan reserves en het negatieve rekeningresultaat 2011. Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo van de rekening Totaal
31–12–2010
Mutatie
01–01–2011
98.491 1.018.605 -58.376 1.058.720
-80.185 10.392 58.376 -11.417
18.306 1.028.997 0 1.047.303
Correctie/ overboeking
Toevoeging
Onttrekking
31–12–2011
15.381
14.286 112.891
20.839 141.723
15.381
127.177
162.562
11.753 1.015.546 -42.108 985.191
De mutatie die tussen 31–12–2010 en 01–01–2011 is doorgevoerd heeft betrekking op: – De overdracht van de reserves (€ 11.417) in verband met de ontvlechting van de ‘kostenplaatsen’ Centrum en Pernis. Het raadsbesluit hiertoe is op 15 december 2011 genomen. – Het ten laste van de algemene reserve brengen van het resultaat na reserveringen van 2010 (€ 58.376). – De vorming van bestemmingsreserves ten laste de algemene reserve (in totaal € 20.136). Algemene reserve De algemene reserve is bedoeld als buffer voor tegenvallers. Dit zijn de vrij aanwendbare middelen die worden ingezet voor het concern wanneer zich onvoorziene financiële risico’s voordoen.
Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 17
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de raad een specifieke bestemming is gegeven. De toevoegingen en onttrekkingen zijn geoorloofd voor zover de raad hiertoe heeft besloten. Onttrekkingen zijn daarnaast uitsluitend toegestaan als dit past binnen het specifieke doel van de reserve. De omvang van de bestemmingsreserves is gedaald van € 1,03 mld naar € 1,02 mld. In verband met het foutherstel van bestemmingsreserves die direct ten laste van de materiële vaste activa zijn gebracht is voor een bedrag van € 15,4 mln gecorrigeerd in de reserves. Voor een bedrag van € 10,3 mln in de bestemmingsreserve Infrastructuur en voor een bedrag van € 5,1 mln in het IFR. Het IFR daalt met circa € 90 mln. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door out of pocket bijdragen aan projecten conform afspraken met uw Raad. Daarnaast wordt ter dekking van het eventuele toekomstige tekort op de WWB-inkomensdeel (€ 47 mln) en de verlaagde rijksuitkering (€ 9,3 mln) is een bestemmingsreserve gevormd. Conform het besluit dat is genomen in de tweedebestuursrapportage is deze voor € 56,3 mln gevormd door een overheveling vanuit het IFR. Bestemmingsreserves
01–01–2011
Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) Bestemmingsreserve Infrastructuur Financieringsreserve Bestemmingsreserve Risicoreserve WWB Bestemmingsreserve Parkeerfonds (ns) Bestemmingsreserve ISV-3 Bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie Bestemmingsreserve Riolen en rioolgemalen Bestemmingsreserve RECP Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds Bestemmingsreserve Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed Bestemmingsreserve Rotterdam Climate Initiative Overige bestemmingsreserves Totaal bestemmingsreserves
646.042 134.129 74.890 0 35.067 0 28.806 0 14.856 9.650 9.792 0 7.038 68.727 1.028.997
Correctie/ overboeking -51.219 10.300 56.300
0 15.381
Toevoeging
Onttrekking
31–12–2011
22.000 0 22.338 0 7.700 27.949 0 17.500 0 0 0 5.278
58.636 0 0 0 11.183 0 2.250 3.137 5.000 181 4.068 0
558.187 144.429 97.228 56.300 31.584 27.949 26.556 14.363 9.856 9.469 5.724 5.278
0 10.126 112.891
1.991 55.277 141.723
5.047 23.576 1.015.546
Weerstandsvermogen In de Beleidsnota Weerstandsvermogen zijn de definities en uitgangspunten omtrent het weerstandsvermogen opgenomen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de meerjarenbegroting is en geeft inzicht in de financiële draagkracht van de gemeente indien zich onvoorziene gebeurtenissen voordoen. Een exact sluitende meerjarenbegroting zonder toereikende buffer betekent dat elke onvoorziene financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen om alsnog een structureel sluitende begroting te houden. In dat geval staat het beleid van de gemeente ook direct onder druk. Daarom heeft de gemeente op elk moment voldoende financiële weerstandscapaciteit nodig. Hoe groot die weerstandscapaciteit moet zijn, is afhankelijk van de risico’s die de gemeente op dat moment loopt. Hiertoe worden strategische risico’s onderscheiden van de reguliere. Bij de laatste groep gaat het om risico’s die zich regelmatig voordoen en die in het algemeen vrij goed meetbaar zijn. Een goed functionerende planning en control en administratieve organisatie zijn voorwaarden om dit soort risico’s te herkennen. Voor deze kwantificeerbare reguliere risico’s worden voorzieningen of verzekeringen afgesloten. Tegenover de benodigde weerstandscapaciteit op basis van een risicoanalyse staat de beschikbare weerstandscapaciteit: het geheel van middelen en mogelijkheden die kunnen worden ingezet om onvoorziene gebeurtenissen op te kunnen vangen. De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit geeft het weerstandsvermogen aan. Het weerstandsvermogen wordt daarom conform de Beleidsnota Weerstandsvermogen uitgedrukt in de ratio;
Weerstandsvermogenratio =
pagina 18 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit 31–12–2011 11.753 97.228 -42.109 303.831 50.000 4.500 0 7.906 433.109
Algemene reserve Financieringsreserve Rekeningresultaat 2011 Bestemmingsreserves exclusief IFR 2 Stille reserves Stelpost onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Begrotingsruimte 2012 Netto Totale beschikbare weerstandscapaciteit per 31–12–2011
Benodigde weerstandscapaciteit Op concernniveau zijn alle gemeentebrede, clusteroverstijgende en clusterspecifieke risico’s die niet op een andere manier kunnen worden afgedekt, geïnventariseerd. Deze risico’s worden periodiek beoordeeld op de mogelijke consequenties voor de financiële positie van de gemeente. De 9 risico’s met de grootste financiële gevolgen zijn in onderstaande tabel weergegeven. Risico-ontwikkeling per 31–12–2011
Minimum bedrag
Maximum bedrag
1 Renterisico 2 Gemeentefonds – bijzondere positie G4 3 Afschaffen precario 4 Onverzekerde brandschade 5 Grondexploitaties 6 WWB 7 Risico-opslag grote projecten 8 Borgstellingen en garanties 9 Risico-opslag Niet kwantificeerbare risico’s Totaal
10.000
Kans op optreden in jaar/jaren
Nieuw / wijziging
44.000
2012 evj
Bestaand
170.000
2013 evj
Bestaand
Getroffen maatregelen verzekering / voorziening Financieringsreserve Geen
2013 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj
Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Wijziging bestaand
Geen Geen Geen Geen Geen Geen Geen
17.000 10.000 48.000 40.000 25.000 14.719 50.000
Kans op risico in %
70
418.719
Ter onderbouwing van de benodigde weerstandscapaciteit heeft een risicosimulatie plaatsgevonden. Het risico-cumulatiemodel werkt met kansinschattingen (kans dat het risico zich voordoet) en inschattingen van de financiële gevolgen als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Daar alle risico’s nooit allemaal tegelijk en met een maximale omvang zullen optreden, wordt uitgegaan van een zekerheidspercentage van 95%. De risico’s in de hiervoor weergegeven tabel zijn opgenomen in het risicocumulatiemodel. Het risico op borgstellingen en garanties wordt niet in het risicocumulatiemodel meegenomen maar separaat bij de uitkomst hiervan opgeteld. Bij 95% zekerheid is de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeentebrede risico’s € 240 mln. Weerstandsvermogenratio = 433.109/240.000 = 1,8 Dit houdt in dat de gemeente op dit moment is ingedekt tegen alle tegenvallers die zich zouden kunnen voordoen in de toekomst. Om te allen tijde meer zekerheid te hebben dat alle risico’s ruim voldoende worden afgedekt moet de norm van 1,4 gehaald worden. Dat is op dit moment het geval. In hoofdstuk 4 Paragrafen, paragraaf 2 Weerstandsvermogen worden beide onderdelen van de ratio ultimo 2011 nader uitgewerkt.
2
Ook de in deze jaarrekening gevormde risicoreserve WWB is niet meegenomen in de totale telling, omdat deze niet vrij beschikbaar is: deze wordt
ofwel aangewend voor het risico WWB ofwel vloeit terug naar het IFR. Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 19
2.3.2 Ontwikkeling van het vreemd vermogen (voorzieningen)
Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen of verwachte verliezen of risico’s. Aan voorzieningen kleeft een verplichting. Voorzieningen zijn daarom onderdeel van het vreemd vermogen en niet vrij aanwendbaar voor de raad. Voorzieningen Voorziening belastinggeschillen Voorziening garantstelling Grondbank Zuidplaspolder Voorziening pensioenen Bestuurders Voorziening Vervangingsinvesteringen riolering Voorziening Verlegregeling Voorziening ID/WIW Voorziening WIN Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
01–01–2011 11.356 12.000 9.276 450 0 21.446 7.942 62.470 25.858 88.328
Toevoeging 4.479 3.500 1.181 29.500 3.754 0 0 42.414 5.756 48.170
Onttrekking 2.226 0 809 24.028 0 21.446 7.942 56.451 4.984 61.435
Vrijval 0 0 0 0 0 0 0 0 7.496 7.496
31–12–2011 13.609 15.500 9.648 5.922 3.754 0 0 48.433 19.134 67.567
De totale omvang van de voorzieningen is gedaald van € 88,3 mln naar € 67,6 mln per ultimo 2011. De daling heeft te maken met de onttrekking aan de voorziening ID/WIW. Voor een nadere toelichting op de opbouw en ontwikkeling van de voorzieningen wordt verwezen naar hoofdstuk 5, Jaarrekening.
2.4
Investeringen
Investeringskader 2011 Conform de verordening Financiële Huishouding stelt uw raad jaarlijks het investeringskader vast. Het investeringskader is het algemene budgettaire kader waarbinnen het college investeringskredieten kan voteren. Het college voteert het krediet meerjarig. De som van alle meerjarige gevoteerde investeringskredieten bedraagt € 1,7 mld. De realisatie tot en met 2011 bedraagt ruim € 1 mld. Beleidsveld 1. Bestuur en dienstverlening 2. Algemene middelen 3. Cultuur, Sport en recreatie 4. Veiligheid 5. Onderwijs 7. Participatie 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 9. Verkeer en vervoer 11. Milieu en duurzaamheid 12. Fysiek beheer van de stad Eindtotaal
Gevoteerd Realisatie t/m t/m 2011 2010 74.358 44.198 62.206 51.567 34.298 8.374 3.637 1.793 750 71 70.264 46.687 1.118.797 356.191 113.428 68.823 23.100 1.786 252.109 104.098 1.752.947 683.588
Raming 2011 20.145 12.429 12.391 513 724 1.000 537.049 24.489 10.657 60.960 680.357
Realisatie Realisatie t/m 2011 2011 15.838 60.036 6.618 58.185 7.151 15.525 198 1.991 211 282 854 47.541 305.414 661.605 7.936 76.759 1.273 3.059 55.347 159.445 400.840 1.084.428
IFR Het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) is in 1999 ingesteld naar aanleiding van de omvangrijke opbrengsten van de verkoop van de deelnemingen in het EZH, de CAI, het Bouwfonds en later ook de AVR. Met de oprichting van het IFR werd invulling gegeven aan de politieke wens dat de opbrengsten van de verkoop van eigendommen moest worden besteed voor de aankoop van andere eigendommen (bezit voor bezit). Er zijn twee categorieën uitgaven die worden gedekt uit het IFR: 1. Out of pocket: betreft uitgaven voor exploitatiekosten of onrendabele toppen. Hierbij neemt de hoofdsom van het IFR af. 2. Afschrijfbare investeringen: betreft kapitaallasten (rentelasten en afschrijvingen) van de investering en worden gedekt uit de rentebaten van de hoofdsom waarbij de hoofdsom zelf in stand blijft. In bijlage 5 wordt een toelichting op deze projecten gegeven.
pagina 20 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Opbouw en verloop IFR meerjarig Onderstaand is het verloop van het IFR weergegeven in de periode 2008–2016. Voor 2008–2011 zijn de realisatiecijfers opgenomen; voor 2012–2016 de begrotingscijfers na omissie.
Bedragen x € 1 mln
Verloop IFR Begin (stand per 1 januari) Toevoegingen Onttrekkingen Foutherstel Overheveling tbv Risicoreserve WWB Eindstand (totaal)
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
816
848
734
646
558
527
526
526
2016 en verder 526
87 -55
10 -124
12 -100
22 -53
29 -30
41 -41
50 -50
50 -50
848
734
646
22 -59 5 -56 558
527
526
526
526
526
Toelichting toevoegingen De toevoeging in 2011 van € 22 mln betreft de afspraak uit het collegewerkprogramma om jaarlijks extra middelen aan het IFR toe te voegen. Deze reeks loopt uiteindelijk vanaf 2015 op naar € 50 mln per jaar en is exclusief de middelen voor het programma Duurzaamheid. Toelichting onttrekkingen Een deel van de projecten uit het investeringsprogramma wordt ‘out-of-pocket’ (a fonds perdu) gefinancierd. Dergelijke projecten zijn niet activeerbaar en de IFR-bijdragen worden dan ook in één keer ten laste van het IFR gebracht. In 2011 leidt dit tot een onttrekking van € 58,3 mln en blijft hiermee achter bij de begroting (€ 125 mln). De niet uitgegeven bedragen blijven binnen het IFR geoormerkt voor de desbetreffende projecten. In de tweede bestuursrapportage 2012 en de Begroting 2013 zullen de begrote onttrekkingen hiervoor worden aangepast. In bijlage 5 wordt een toelichting op deze projecten gegeven. Projecten aanwending IFR (Out of Pocket) Opgenomen in begroting 2011 Voorbereidingsbudget 2011 Buitenruime Binnenstad Sporthal Motorstraat ECC/Rondje Rijn/Maashaven Kadeconstructie Fenixloodsen Groen Gouvernestraat Leonidas Projecten die eerder toegekend zijn Buitenruimte Museumpark Herinrichting Binnenrotte Omgeving Markthal Pact op Zuid Stadshavens Park Zestienhoven Herinrichting Spoor- en Provenierssingel Rotterdamse Stijl Bestaande Voorraad Glazen Maas Herinrichting Zuidplein Stichting Worm Zorgboulevard Stadshavens: rondje Rijnhaven/ECC Subtotaal Verplichtingenstop Ingedaalde bedragen Totaal
Begroting 2011
Realisatie 2011
3,5 16 3,0 3,7 3,3 0,4 0,7 1,8
1,75 16,27 0,07 0,12 0,37 1,80 0,80 0,77 0,30 9,67 0,72 0,19 0,20 1,38 5,71 0,70 1,12 1,14 3,89 0,20 47,1 9,86 1,34 58,3
Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 21
In 2011 is een verplichtingenstop ingevoerd. Dit heeft er toe geleid dat de volgende projecten IFR-middelen hebben ingeleverd ten behoeve van het algemene beeld: – Programma Buitenruimte Binnenstad: € 4 mln. – Rotterdamse Stijl: € 455. – Groen (buitenruimte): € 1,65 mln. – Herinrichting Spoor- en Provenierssingel: € 3,75 mln. Totaal leidt dat tot een aanvullende onttrekking uit het IFR van € 9,86 mln. Tot slot is er ruim € 1 mln ingedaald in dienstbegrotingen. Toelichting Foutherstel In 2010 heeft E&Y geconstateerd dat vanaf 2004 bijdragen vanuit bestemmingsreserves rechtstreeks in mindering zijn gebracht op materiële vaste activa met een economisch nut. Deze verwerkingswijze is in de periode 2004–2009 niet als getrouwheids- en/of rechtmatigheidsfout meegenomen door de accountant bij de certificering van de gemeenterekeningen. Bij de jaarrekeningcontrole 2010 heeft de accountant geconstateerd en gerapporteerd dat dit in strijd is met het BBV. Deze strijdigheid is in 2011 opgeheven door middel van een foutherstel. Het gaat daarbij om de volgende projecten: Bedragen x € 1 mln
Economisch nut
Totale Te corrigeren Toe te voegen bijdrage uit realisatie tm aan de IFR 2011 hoofdsom per 01–01–2012 2,5 2,5 2,5 3,2 0,2 0,2 1,2 1,2 1,2 6,9 3,9 3,9
Schouwburg Cruiseterminal Grondkosten Kindcluster Nesselande Subtotaal economisch nut
Daarnaast is een aantal maatschappelijk projecten gecorrigeerd vanwege consistente gedragslijn. Binnen Rotterdam worden wegen, bruggen en tunnels geactiveerd en afgeschreven. De bruggen en tunnels gefinancierd vanuit het IFR, waren echter als Out of Pocket projecten getypeerd. Het gaat daarbij om de volgende projecten: Bedragen x € 1 mln
Maatschappelijk nut
Weenatunnel Ondergrondsestraat Parkeergarage Rijnhavenbrug Voetgangersbrug Wijnhaveneiland Ontsluitingsweg Heijplaat Subtotaal maatschappelijk nut
Totale Te corrigeren Toe te voegen bijdrage uit realisatie tm aan de hoofdIFR 2011 som per 01–01–2012 10,3 12,3 10,2 1,3 1,0 35,1
10,3 12,3 1,1 23,8
Toe te voegen aan de hoofdsom bij tweede burap 2012 10,3 12,3
1,1
1,1
22,6
In totaal wordt € 5 mln aan de hoofdsom IFR toegevoegd per 1 januari 2012. De IFR bijdragen voor de Weenatunnel en de Ondergrondsestraat zijn via de bestemmingsreserve Infrastructuur gelopen en worden bij foutherstel eerst gecorrigeerd in deze bestemmingsreserve, waarna de middelen worden overgeheveld naar het IFR. Toelichting Overheveling tbv Risicoreserve WWB Conform het besluit dat is genomen in de tweede bestuursrapportage is de Risicoreserve WWB voor € 56,3 mln gevormd door een overheveling vanuit het IFR.
pagina 22 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 2 | Financiële positie | pagina 23
Hoofdstuk
3 pagina 24 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Programmaverantwoording
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | pagina 25
3.1 pagina 26 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 1 Bestuur en dienstverlening
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en ondersteuning Raad Focus van de inspanning: optimaal democratisch functioneren van de gemeente Rotterdam.
Realisatie 2011
De gemeenteraad voert zijn taken op verschillende manieren uit. In raadsvergaderingen stelt de raad kaders vast waarbinnen het college van burgemeester & wethouders het beleid voor Rotterdam moet uitvoeren. Daarnaast neemt de raad besluiten over voorstellen die het college voorlegt. Dat gebeurt door middel van brieven, nota’s en voorstellen. Vervolgens controleert de raad of het college het beleid naar behoren uitvoert en problemen afdoende aanpakt. Het jaar 2011 was voor de gemeenteraad een bijzonder jaar als gevolg van de doorgevoerde bezuinigingen. Fracties hebben dit gemerkt in hun lagere fractiebudgetten. Verder heeft er in 2011 voor het eerst een beleidsonderzoek naar de begroting plaatsgevonden over de wijze van sturing op uitgaven en inkomsten binnen het sociale domein (beleidsveld Participatie) zoals arbeidsparticipatie en armoedebestrijding. Ook heeft de verkiezing van Politicus van het Jaar plaatsgevonden en zijn de aanbestedingen van de accountantscontrole en de webcast afgerond. Tot slot is er voor het tweede jaar in successie een raadsledenconferentie (raad en deelraden) georganiseerd. Over deze en andere voorstellen worden driewekelijks in de raads- en commissievergaderingen besluiten genomen. Er zijn zes verschillende commissies, die zijn ingericht naar beleidssectoren zoals infrastructuur, veiligheid en sociale zaken. Daarnaast is er in 2011 voor de Kwaliteitssprong Zuid een tijdelijke themacommissie ingesteld. De gemeenteraad en de raadscommissies worden inhoudelijk (niet-politiek) en procesmatig ondersteund door de Griffie. Door de in 2011 doorgevoerde bezuinigingen is het personeelbestand van de Griffie van 26 naar 23 medewerkers gereduceerd. De Rekenkamer Rotterdam wil met haar onderzoek het college, de raad en Rotterdammers een spiegel voorhouden over het gevoerde bestuur en de resultaten daarvan. Dit doet zij door onderzoek te doen en de resultaten te publiceren in rapporten en brieven. In 2011 rapporteerde de Rekenkamer Rotterdam over de kosten en baten van grote ICT projecten (‘Baat het niet dan kost het wel’), over de aanbesteding en kwaliteit van inburgeringstrajecten (‘Geen goede papieren’), over de subsidierelatie Get Hoekt (‘Tussen de regels door’), over de effecten van het stadsregionaal beleid op de sociale veiligheid van het openbaar vervoer (‘Veilig op weg’) en over de effecten van het beleid van luchtkwaliteit (‘Een slag in de lucht’). Daarnaast heeft de Rekenkamer nog een aantal brieven geschreven over de ‘controletoren’ (organisatie van het jaarrekeningcontroletraject), over het weerstandsvermogen en over OGOR (Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam). De Rotterdamse Ombudsman beoordeelt als onafhankelijke instelling of de overheid ‘behoorlijk’ heeft gehandeld. Dit doet hij door individuele klachten af te handelen op eigen initiatief onderzoek te doen en toe te zien op het integer handelen van de gemeente.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 1, Bestuur en dienstverlening | pagina 27
Bij klachtbehandelingen beoordeelt de Ombudsman de manier waarop een bestuursorgaan het vertrouwen tussen burger en overheid getracht heeft te herstellen. De Rotterdamse Ombudsman probeert in een vroeg stadium te bemiddelen en klachten zo spoedig mogelijk te verhelpen. Hierbij maakt de Ombudsman gebruik van alle middelen die het begrip tussen overheid en burgers kunnen vergroten, zoals werkinstructies voor ambtenaren en presentaties voor groepen burgers, bestuurders en ambtenaren. In 2011 heeft de Ombudsman 20% meer klachten ontvangen dan in 2010. Naast het uitvoeren van onderzoeken naar aanleiding van klachten kan de Ombudsman ook op eigen initiatief onderzoeken verrichten. De Ombudsman kiest zelf of hij een ambtshalve onderzoek instelt en wat het onderwerp van het onderzoek is. Doel is om het probleem op te lossen, het vertrouwen tussen burger en overheid te herstellen en de betreffende overheid van de zaak te laten leren. In 2011 heeft de ombudsman onderzoek gedaan naar de Kredietbank Rotterdam (‘KBR: een tussenbalans. Een onderzoek naar de maatregelen die de Kredietbank Rotterdam neemt om de dienstverlening te verbeteren’) en de Rotterdamse Interventieteams (‘Onderzoek naar het functioneren van de Rotterdamse interventieteams’). Tot slot is de sectie Integriteit het aangewezen sluitstuk op de behandeling van klachten waarbij een mogelijk niet-integer handelen van bestuurders of ambtenaren. Evenals voorgaande jaren fungeert de sectie Integriteit als expertisecentrum dat gemeentebreed advies verstrekt.
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en advisering College Focus van de inspanning: de gemeentelijke organisatie is zo georganiseerd dat we in staat zijn de prestaties te realiseren die in de stad gevraagd worden. De taken worden en efficiënt en professioneel uitgevoerd.
Realisatie 2011
Onder deze beleidsmatige inspanning vallen de uitvoering van de representatieve en ceremoniële taak, de dagelijkse ondersteuning van ons college en de ondersteuning bij de uitvoering van het collegeprogramma. Audit Services Rotterdam (ASR) Het jaar 2011 was voor de ASR een jaar van transitie. Zo is 2011 het eerste controlejaar geweest waarin de externe accountant volledig de gemeentejaarrekening heeft gecontroleerd zonder certificering van de ASR. 2011 W as ook een jaar van verandering met betrekking tot de audits. Door de gemeentelijke reorganisatie (programma Rotterdam 1) en de bezuinigingen hebben gemeentelijke diensten minder gebruik gemaakt van de financiële en operationele audit services. De ASR heeft wel ondersteund bij de implementatie van IT-programma’s als Oracle Inkoop (1e kwartaal 2011) en Oracle Projects alsmede de voorbereidende activiteiten voor de invoering van Oracle R12 die als basis dient voor de overstap naar één gezamenlijke administratie.
Beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking Focus van de inspanning: heldere afspraken met deelgemeenten en gemeenschappelijke regelingen voor taakuitvoering.
Realisatie 2011
In december 2010 zijn er met 13 deelgemeenten bestuursakkoorden afgesloten. Geen bestuursakkoord kon worden afgesloten met de deelgemeente Rozenburg, wat samenhing met een principieel verschil van inzicht over de financiële regeling voor deze relatief nieuwe deelgemeente. Afgesproken was dat er met de individuele dagelijkse besturen tweemaal per jaar overlegd zou worden over de voortgang van de bestuursakkoorden, te weten eenmaal in het voorjaar (mede in relatie tot de Kadernota) en eenmaal in het najaar (mede in relatie tot de begroting). Door de politieke ontwikkelingen rond de voorjaarsretraite heeft het voorjaarsoverleg in 2011 geen doorgang kunnen vinden. In oktober is er wel een overlegronde geweest, waarin bleek dat de meeste afspraken uit de bestuursakkoorden gewoon uitgevoerd worden. Wel is toen geconstateerd dat er door de financiële ontwikkelingen gedurende deze bestuursperiode wellicht aanleidingen zijn om sommige afspraken nader te bezien. Naast deze individuele overleggen tussen de dagelijkse besturen en ons college hebben wij conform het besluit van ons college, bekrachtigd door de gemeenteraad in de vergadering van 28 juni 2009, in 2011 ook collectief overleg gevoerd met de deelgemeenten. Dit zogeheten ‘maandagmiddagoverleg’ (dat in principe plaatsvindt op de eerste maandagmiddag van de maand) heeft in 2011 negen keer plaatsgevonden.
pagina 28 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Tijdens deze maandagmiddag-overleggen worden door onze wethouders beleidsvoornemens besproken met de portefeuillehouders van de 14 deelgemeenten, of worden er door de portefeuillehouders specifieke hen aangaande onderwerpen aan de orde gesteld. Los van deze reguliere overleggen waren er ook in 2011 nog overleggen tussen leden van het college en enkele of alle portefeuillehouders, bijvoorbeeld in het kader van de verschillende sporen van het project OGOR (Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam), maar ook over andere, vaak deelgemeentespecifieke onderwerpen. Daarnaast heeft ons college (of leden daarvan) een groot aantal werkbezoeken afgelegd waarbij ook de deelgemeentebesturen betrokken waren. Eén van de onderwerpen die in het overleg met de deelgemeentebesturen met enige regelmaat aan de orde komt is het gebiedsgericht werken, en de doorontwikkeling daarvan in relatie tot de concernvorming. In 2011 is met de deelgemeentebesturen afgesproken om de integrale Wijkactieprogramma’s (iWap’s), die in 2010 zijn vastgesteld, in 2011 ongewijzigd te verlengen , dit vanwege de afgesloten bestuurakkoorden en de onzekere financiële situatie. Het is de bedoeling dat begin 2012 bijgestelde iWap’s worden vastgesteld. In ‘We Kunnen Zoveel Beter’ heeft het college aangegeven de deelgemeentebesturen beter te willen betrekken bij de bedrijfsvoering. Daartoe wordt in de Raad van Advies, waarin naast de wethouder Organisatie ook twee portefeuillehouders namens de deelgemeenten zitting hebben, naast escalatiekwesties gesproken over algemene bedrijfsvoeringskwesties. Deze Raad van Advies is in 2011 driemaal bijeengekomen, ondermeer om een geschil tussen de deelgemeenten en de dienst S&R over het doorberekenen van een aantal hogere kosten in de huurprijs te beslechten. Omdat dat geschil een aantal juridisch-technisch complexe componenten bevat, is door de Raad van Advies een opdracht aan de arbitragecommissie SenR vastgesteld. De arbitragecommissie zal begin 2012 aan B&W adviseren. De Raad van Advies toetst vooraf of aan de opdracht voldoende is voldaan. De herindeling van Rozenburg, die op 18 maart 210 plaatsvond, is grotendeels financieel afgewikkeld. De overdrachtsbalans waarin de balans van de voormalige gemeente Rozenburg is verdeeld tussen de stad en de nieuwe deelgemeente Rozenburg, is definitief vastgesteld. De gemeenteraad heeft op hoofdlijnen bepaald welke investeringen uit de Bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg (BIR) kunnen worden bekostigd; het is nu aan de deelraad van Rozenburg dit nader in te vullen, passend bij de omvang van de bestemmingsreserve. Ook is bepaald dat de BIR tot uiterlijk 31 december 2017 zal worden aangehouden. Gelet op het begrotingstekort dat Rozenburg in zijn oorspronkelijke begroting 2011 heeft gepresenteerd, is na ambtelijk onderzoek naar dit tekort besloten om Rozenburg tijdelijk een aanvullende, aflopende uitkering te doen. Begin 2012 wordt besloten of de uitkering die Rozenburg uit het deelgemeentefonds ontvangt, structureel wordt aangevuld. De transformatie op 18 maart 2010 van de voormalige Centrumraad en de Wijkraad voor Pernis tot de deelgemeenten Rotterdam-Centrum en Pernis kon ook in belangrijke mate financieel worden afgewikkeld. Besloten is welke activa en passiva aan de balans van de gemeente Rotterdam zouden worden onttrokken en overgeheveld naar de beginbalans van beide deelgemeenten op 1 januari 2011. Beide deelgemeenten zijn bovendien ingepast in het Verdeelmodel Deelgemeentefonds. Omdat dit voor Pernis financieel nadelig is, ontvangt Pernis tijdelijk een aanvullende uitkering. Begin 2012 wordt bekeken of de uitkering die Pernis uit het deelgemeentefonds ontvangt, structureel wordt aangevuld wegens de kosten die de zogenaamde ‘groengordel’ om Pernis met zich meebrengt. In 2011 is onder de noemer OGOR besloten om vanaf 2012 structureel te bezuinigen op een aantal taken, waarbij zowel de stad als de deelgemeenten een rol vervullen. De gedachte hierachter is dat Rotterdam zijn taken doelmatiger kan uitvoeren, als stad en deelgemeenten de uitvoering anders organiseren: meer gebiedsgericht en meer op zelfredzaamheid gericht. In de Begroting 2012 is het aandeel van de deelgemeenten in de beoogde bezuinigingen meerjarig tot uitdrukking gebracht door een oplopende korting van het Deelgemeentefonds, waarbij zij aangetekend dat de korting uiteindelijk volgens de lijn van de inhoud zal worden bepaald. De verdeling van de korting tussen de deelgemeenten is begin 2012 bepaald. Er is onderzoek gedaan naar de noodzaak tot aanvullende financiering van de deelgemeente Hoek van Holland, gelet op de meerkosten die voortvloeien uit de bijzondere ligging van deze deelgemeente. Deze meerkosten zijn afgezet tegen de extra inkomsten die Hoek van Holland structureel geniet door de verdeelmaatstaf Buitenwater, zoals deze wordt onderscheiden binnen het Verdeelmodel Deelgemeentefonds. Ook is, nog als uitvloeisel van de besluitvorming in 2010 over de herijking van het deelgemeentefonds, onderzoek gedaan naar de noodzaak om bij te dragen in de meerkosten die Hoek van Holland ervaart bij de ontwikkeling van het plangebied Waterwegcentrum. En er is onderzoek gedaan naar enkele andere financiele knelpunten die door de deelgemeenten zijn aangedragen. In eerste instantie is geen aanleiding gevonden om de deelgemeente, al dan niet tijdelijk, aanvullend te financieren. De onderzoeksresultaten zijn echter nog onderwerp van discussie.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 1, Bestuur en dienstverlening | pagina 29
In 2011 zijn voor het vierde achtereenvolgende, doch laatste jaar aanvullende uitkeringen aan deelgemeenten verstrekt ter uitvoering van de motie Mooie Stad (5 mln in totaal). Ook hebben de deelgemeenten Prins Alexander en Charlois incidenteel, op grond van een in 2010 gemaakte afspraak, ieder 0,05 mln ontvangen, met het oog op de meerkosten die zij ervaren vanwege hun stadswinkels L(arge). Vanwege de herijking van het deelgemeentefonds zijn de voormalige doeluitkeringen Extra Veilig, die tot en met 2010 aan deelgemeenten zijn verstrekt, onder voorbehoud van dekking uit rijksmiddelen (de zogenaamde Van Montfransgelden), in 2011 aan de begroting van dit product toegevoegd als onderdeel van de algemene uitkering uit het deelgemeentefonds. Kort nadien is duidelijk geworden dat het Rijk vanaf 2012 geen dekking meer verschaft voor de verstrekking van deze middelen, wat ertoe zal leiden dat deelgemeenten ze vanaf dat jaar niet meer zullen ontvangen.
Beleidsmatige Inspanning Dienstverlening Focus van de inspanning: realiseren van makkelijk bereikbare, goed toegankelijke, vraaggerichte en betaalbare dienstverlening (georganiseerd naar situatie burger/ondernemers). Rotterdam biedt een toegankelijke, gecoördineerde, eigentijdse en kwalitatief hoogwaardige vraaggerichte dienstverlening aan individuele burgers en ondernemers. De burgers en ondernemers zien één overheid, één gemeente.
Realisatie 2011 Gemeentearchief In 2011 stonden de digitale ontwikkelingen centraal. Het digitale depot, het E-depot, is in gebruik genomen, de beherende informatiesystemen voor archieven en collecties zijn geintegreerd en de zoek- en vindfunctionaliteit van de website is verbeterd. Het programma Concern Records Management heeft de basis gelegd voor de kwalitatieve verbetering van de gemeentelijke digitale informatiehuishouding, waardoor volledig digitaal werken straks mogelijk zal zijn. De gemeente kan dan echt paperless werken en informatie actief openbaar maken. In de stad is het verhaal van Rotterdam samen met vele erfgoedpartners, media, onderwijs, marketingorganisaties, bewoners en bestuur op honderden manieren verteld, met als hoogtepunten de première van De Stad die Nooit Rust (1928), de presentatie van De canon van het Rotterdams verleden en het symposium Proeftuin Rotterdam naar aanleiding van het gelijknamige boek. Dankzij het dossier Bedreigde Dragers hebben we bijzondere stukken kunnen redden, zoals een daguerreotype-foto uit het privé-archief van de Rotterdamse familie Van Rijckevorsel. Een andere urgent bedreigde collectie is het radio- en televisiearchief van RTV Rijnmond, waarvoor gezamenlijk met RTV Rijnmond aan een reddingsplan is gewerkt. Reductie balie-uren In 2011 is ingezet op het slimmer organiseren van de stadswinkels. Onder de noemer ‘reductie balie-uren’ is een aantal efficiencymaatregelen uitgevoerd. Deze maatregelen zijn: meer baliecontacten op afspraak, alleen digitaal aanbieden van een aantal producten, aanpassing van de openingstijden van Stadswinkels, overdracht van Stadswinkels vanuit deelgemeenten naar Publiekszaken, inrichten van digitale snelpleinen in Stadswinkels en het inrichten van een verwerkingseenheid die backoffice werkzaamheden efficiënt uitvoert (zoals het verwerken van digitale aanvragen). Uitbreiding dienstverlening 14 010 In 2011 zijn de deelgemeenten Kralingen Crooswijk, Delfshaven en Prins Alexander aangesloten op het telefoonnummer 14 010. Klantbeeld is het klantcontactsysteem voor 14 010 zodat de medewerkers van Ro!Entree één systeem hebben om de vraag van burger te kunnen beantwoorden. In 2011 is Klantbeeld uitgebreid met een aantal functionaliteiten: de status van aanvragen is inzichtelijker gemaakt, het MSB-systeem voor meldingen in de buitenruimte is geïntegreerd en er kan gemakkelijker worden gezocht met delen van zoektermen. Bij Ro!Entree zat de tweedelijns desk voor Sozawe. Deze desk is in 2011 opgeheven, wat betekent dat een klant van Sozawe die belt één keer minder hoeft te worden doorverbonden. Daarnaast zijn de processen aangepast, is de opleiding verbeterd en is het script met de 500 veelgestelde vragen en antwoorden herschreven. De openingstijden van 14 010 zijn vanaf 1 april gewijzigd van 24 uur en 7 dagen per week open, naar open van 8 uur ’s ochtends tot 8 uur ’s avonds. Na achten en op zondag wordt alleen nog de telefoon beantwoord in geval van calamiteiten.
pagina 30 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Kanaalsturing De zelfredzaamheid van burgers neemt toe. Door het uitbreiden van de digitale dienstverlening worden burgers steeds meer gestuurd van loketbezoek of telefonisch contact naar internet en MijnLoket. De uitbreiding van de digitale dienstverlening heeft in 2011 geleid tot een afname van 5% aan telefonische contacten, dit zijn ongeveer 35.000 telefoontjes minder. Prijs- en tijddifferentiatie zijn ook methodes om te sturen op het gebruik van kanalen. Voor een uittreksel uit de Gemeentelijke Basisadministratie geldt inmiddels dat de prijs aan het loket twee maal zo hoog is als de prijs bij aanvraag via internet. Daarnaast is de levertijd van deze producten bij een internetaanvraag korter dan bij een loketaanvraag. Ontwikkeling dienstverlening Event ‘ik heb schulden’ Budgetbeheer online is in april 2011 in gebruik genomen en heeft inmiddels ca. 3.000 gebruikers. Klanten van de Kredietbank Rotterdam kunnen nu actuele informatie over hun eigen schuldbemiddelingstraject en leefgeld inzien. Daarnaast is de informatie voor burgers, verwijzers, ketenpartners en schuldeisers over schulddienstverlening verbeterd. Event ‘ik heb onvoldoende geld om rond te komen’ Het aanvraagproces WWB is versneld van 8 naar 2 weken en de informatie is verbeterd. Event ‘ik wil bouwen’ De aanvraag van de omgevingsvergunning is vereenvoudigd. Er is een online applicatie ontwikkeld die de burger helpt bij het toetsen van zijn/haar bouwplan aan de gemeentelijke regelgeving. Individuele voorzieningen Voor individuele voorzieningen is Klantbeeld ontwikkeld. Drie systemen van Sozawe zijn geïntegreerd binnen Klantbeeld, wat betekent dat medewerkers niet meer in drie aparte systemen hoeven in te loggen en ook thuis kunnen werken. Voor burgers betekent het dat zij sneller geholpen kunnen worden. Digitale aanvraag Akten Burgerlijke Stand Een vraagboom maakt voor burgers inzichtelijk of er in een specifiek geval een akte of een uittreksel nodig is. Daarnaast is het nu mogelijk digitaal een akte aan te vragen. Deze wordt vervolgens per post verstuurd. Verbreding internetdienstverlening Gemeentebelastingen De digitale dienstverlening van gemeentebelastingen is in 2011 uitgebreid met een aantal functionaliteiten. Burgers kunnen voortaan een automatisch incasso aanvragen en intrekken. Kwijtscheldingsaanvragen kunnen nu volledig online ingevuld worden. Taxatieverslagen voor incourante objecten kunnen online worden ingezien. E-mailadressen en telefoonnummers die burgers via een aanvraag verstrekken worden opgeslagen zodat, indien nodig, contact met de burger altijd mogelijk is. Klanten hebben nu de mogelijkheid om online hun rekeningnummer door te geven en die rekeningnummers worden opgeslagen voor gebruik. De bezwaarmodule binnen MijnLoket is vernieuwd. Burgers en bedrijven krijgen bij het indienen van een bezwaar uitgebreidere informatie waardoor ingediende bezwaren beter onderbouwd zijn en efficiënter verwerkt kunnen worden. Herontwerp subsidieproces In 2011 is het plan ontwikkeld om te komen tot één loket en één proces voor subsidies. In 2012 realiseert de gemeente voor de Rotterdammers één gemeentelijke frontoffice en één proces voor het aanvragen van subsidies. Dit subsidieproces geldt in principe voor elke gemeentelijke subsidie en zal administratief eenvoudiger zijn. Hierdoor zal inzicht ontstaan in een voortdurend veranderend landschap van subsidieverstrekking. Op deze wijze kan er beter gestuurd worden in het realiseren van beleidsdoelstellingen, waardoor het sturen op financiële kaders en de verantwoording eenvoudiger wordt. Een goed overzicht helpt aanvragers (instellingen, bedrijven, burgers) op weg om een juiste aanvraag te doen. Voornamelijk voor nieuwkomers met eenmalige activiteiten (incidentele subsidie) is dit nodig. Aanvragers voor terugkerende activiteiten zijn vaak goed op de hoogte, maar hebben nu last van onnodige indieningsvereisten. Daarnaast is er informatie nodig over de status van aanvragen. Beide type aanvragers worden ontlast door hen een deel van het subsidieproces uit handen te nemen en de inspanningen voor hen te minimaliseren. Daarnaast is inzicht gewenst in duidelijke statusinformatie over de aanvraag. Beide type aanvragers (incidenteel en terugkerend) worden ontlast door een deel van het subsidieproces uit handen te nemen en de inspanningen voor hen te minimaliseren.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 1, Bestuur en dienstverlening | pagina 31
Doorontwikkeling van de (generieke) e-dienstverlening Door een koppeling met GBA-V (landelijk GBA) is nu ook “prefill” van webformulieren mogelijk voor dienstverlening aan “niet-Rotterdammers”. E-herkenning voor bedrijven maakt het voor ondernemers mogelijk in een beveiligde omgeving digitaal diensten af te nemen van de gemeente Rotterdam. De applicatiestijlgids maakt het nu mogelijk dat we vanaf één plek het uiterlijk van de website kunnen aanpassen. Hierdoor kunnen wijzigingen in het uiterlijk van applicaties sneller doorgevoerd worden, nieuwe applicaties sneller worden opgeleverd, voldoen we beter aan de webrichtlijnen en neemt de gebruikersvriendelijkheid van de applicaties toe. De betaalmodule is aangepast zodat ook niet-Rotterdammers en bedrijven deze kunnen gebruiken voor betalingen.
pagina 32 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 1, Bestuur en dienstverlening | pagina 33
3.2 pagina 34 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 2 Algemene middelen
Beleidsmatige inspanning Belastingen Focus van de inspanning: een gunstige lastendruk voor de Rotterdamse burgers en ondernemers. Deze doelstelling wordt als volgt uitgewerkt: – een gunstige lastendruk voor burgers en ondernemers. Voor de beleidsmatige toelichting op de beleidsmatige inspanning belastingen verwijzen wij naar hoofdstuk 4, paragraaf Lokale heffingen.
Beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen Focus van de inspanning: een financieel gezonde gemeente zodat doelstellingen van andere beleidsvelden financieel gedekt zijn, opdat deze vervolgens gerealiseerd kunnen worden. Deze doelstelling wordt als volgt gerealiseerd: – een sluitende (meerjaren)begroting, – voldoende weerstandsvermogen om de gemeentelijke risico’s af te kunnen dekken. De uitwerking van de doelstelling ‘Sluitende meerjarenbegroting’ komt aan de orde in hoofdstuk 2 Financiële positie. In hoofdstuk 4, paragraaf Weerstandsvermogen wordt ingegaan op de tweede doelstelling ‘Voldoende weerstandsvermogen om gemeentelijke risico’s af te dekken’. Daarnaast worden op deze beleidsmatige inspanning baten en lasten verantwoord van de producten Deelnemingen en Financiering. Hiervoor verwijzen wij voor de beleidsmatige toelichting naar hoofdstuk 4, paragraaf Verbonden partijen en hoofdstuk 4, paragraaf Financiering.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 2, Algemene middelen | pagina 35
3.3 pagina 36 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 3 Cultuur, sport en recreatie
Beleidsmatige inspanning Cultureel klimaat Focus van de inspanning: het bevorderen van het cultureel klimaat in de gemeente Rotterdam door subsidieverlening aan culturele instellingen, het adviseren aan derden en het ontwikkelen van een samenhangend kunts- en cultuurbeleid.
Realisatie 2011 Voorbereidingen Cultuurplan 2013–2016 In september 2011 heeft de gemeenteraad de nota ‘Midden in de stad, uitgangspunten voor het cultuurbeleid 2013–2016’ vastgesteld. De nota kent drie speerpunten: talentontwikkeling, levendige (binnen)stad en (maatschappelijk) ondernemerschap. Met het oog op de ingrijpende gevolgen van de Rijksbezuinigingen voor een aantal culturele organisaties is in de nota een aantal structuurbepalende uitspraken gedaan per discipline. Het budget voor het nieuwe Cultuurplan ligt met € 77,25 mln 14% lager dan in 2009–2012. Van het beschikbare bedrag is tot nadere besluitvorming € 2,32 mln bestemd voor de dekking van de hogere huurlasten van gemeentelijk vastgoed in de culturele sector en vanaf 2015 € 2,5 mln voor de realisering van het nieuwe depot van Museum Boijmans Van Beuningen. Per 16 december hebben 109 culturele organisaties een cultuurplanaanvraag ingediend voor een totaalbedrag van € 102,2 mln. Bij de totstandkoming van de Uitgangspuntennota zijn vormen van burgerparticipatie toegepast. Via het Digitaal Stadspanel van het COS Rotterdam zijn burgers bevraagd over hun mening over het Rotterdamse kunst- en cultuuraanbod. Daarnaast heeft een serie openbare debatten voor met name jongeren plaatsgevonden onder leiding van de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur, in samenwerking met andere partijen in de stad. Tot slot publiceerde Stichting Rotterdam Festivals een meta-analyse van het (potentiële en toekomstige) publiek van de cultuursector. Depotgebouw Boijmans Van Beuningen De realisatie van een nieuw depotgebouw voor Boijmans Van Beuningen bevindt zich in de definitiefase en daarbinnen de locatiestudie. Naar verwachting zal het college hierover in de eerste helft van 2012 een besluit nemen. In de begroting 2011 is rekening gehouden met de kosten van de tijdelijke maatregelen voor het veiligstellen van de collectie. De kosten van het collectiegebouw komen ten laste van de komende Cultuurplannen. Pop Hoewel het college de wenselijkheid van de aanwezigheid van een grootstedelijk poppodium onderschrijft, is om budgettaire redenen besloten niet op korte termijn daarin te investeren. In plaats daarvan wordt bestaande infrastructuur van podia en organisaties in de Rotterdamse popsector verder ontwikkeld door bijvoorbeeld stimulering van het bandjescircuit in muziekcafés, subsidiëring van grootschalige popconcerten op diverse locaties in de stad en ondersteuning van kleinere podia bij aanpassingen van hun gebouw ter verbetering van de podiumkwaliteit. Met de verhuizing van Worm naar de Witte de Withstraat is het stadscentrum een kleinschalige poplocatie rijker.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 3, Cultuur, sport en recreatie | pagina 37
Cultureel vastgoed Gouvernestraat Het voormalige Lantaren/Venster werd op 31 maart 2011 officieel heropend onder de nieuwe naam De Gouvernestraat. Dit is een plek waar theatermakers van allerlei disciplines de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen. De Gouvernestraat biedt op dit moment ruimte aan de huisgezelschappen Jeugdtheatergroep Max, Productiehuis Rotterdam en Dansateliers en zal zich ontwikkelen tot een centrum voor met name podiumkunsten voor kinderen, jongeren en jongvolwassenen. Urban Culture Podium Het Urban Culture Podium is gerealiseerd en in september van start gegaan in de Maassilo. WORM en HipHopHuis Op 28 oktober 2011 werd WORM in het voormalige Fotomuseum aan de Witte de Withstraat geopend. De verbouwing is binnen het afgesproken budget en volgens planning uitgevoerd. Het HipHopHuis heeft een tijdelijk onderkomen gevonden aan de Delftsestraat. De verbouwing is gestart in het laatste kwartaal van 2011. De verwachte opening is maart 2012. Kostendekkende huur In 2011 is gewerkt aan het berekenen van de kostprijsdekkende huren van de cultuurportefeuille van Maatschappelijk Vastgoed. Over de invoering en gevolgen daarvan zal in het tweede kwartaal 2012 een breed debat in de gemeenteraad plaatsvinden. Verplichtingenstop In mei 2011 werd de algemene verplichtingenstop van kracht. Voor de dienst Kunst en Cultuur (dKC) had dit tot gevolg dat incidentele subsidies stil kwamen te liggen. Worden over het algemeen per jaar 750 tot 800 Incidentele subsidies verleend, in 2011 waren dit er nog geen 450. Mediabeleid In 2011 is de nieuwe nota Lokaal Mediabeleid voorbereid. Lokale omroep SLOR heeft in 2011 een meerjarenbeleidsplan ingediend. Daarnaast hebben gesprekken plaatsgevonden met FunX over de toekomst van deze zender na afloop van de huidige convenantsperiode. Tot slot is de subsidieregeling Lokale Mediaproducties geëvalueerd en aangepast. Metropoolregio De resultaten van het Metropoolonderzoek zijn verwerkt in de uitgangspuntennota’s voor het cultuurbeleid 2013–2016 in Rotterdam en Den Haag. Kunstinstellingen is gevraagd in hun cultuurplanaanvragen aan te geven of en – zo ja – hoe zij in hun praktijk aandacht kunnen besteden aan metropoolregio. Op ambtelijk niveau is gestart met de voorbereiding van een inhoudelijk werkprogramma Cultuur en regelmatig hebben ambtelijke en bestuurlijke gesprekken plaats tussen Rotterdam, Den Haag en de randgemeenten. Programma Cultuurbereik Het Programma Cultuurbereik is in 2011 ongewijzigd gecontinueerd. De verbindingen met het overige op wijken gerichte cultuurbeleid zijn verder versterkt. Eind 2011 is besloten in 2012 de aandacht verder te concentreren op cultuureducatie in het basisonderwijs in verband met de nieuwe Rijksregeling ‘Cultuureducatie met kwaliteit’ die in 2013 van start gaat. Programma Internationalisering In 2011 zijn data en ervaringen verzameld van kunstinstellingen die actief hebben deelgenomen aan Istanbul Culturele Hoofdstad 2010, Ruhr Culturele Hoofdstad 2010 en het Dutch Culture Center in Shanghai, primair om te beoordelen in hoeverre de in 2010 opgebouwde relaties kunnen worden uitgebouwd. Dit heeft onder andere geleid tot de call voor projecten Rotterdam-Istanbul 2012 in het kader van de viering van 400 jaar handelsbetrekkingen met Turkije. Met ondersteuning vanuit het Programma is het RPhO voor het eerst in zijn geschiedenis naar Brazilië afgereisd. Daarnaast is onveranderd aandacht besteed aan de culturele betrekkingen tussen Rotterdam en Antwerpen. Het programma Internationalisering is conform de opzet verder uitgevoerd.
pagina 38 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Cultuur in de wijken De inspanningen met betrekking tot de lokale cultuurcentra (lcc’s, extra programmeringsbijdrage, publieksvriendelijker maken van het interieur, investering in theatertechnische voorzieningen enz.) hebben niet geleid tot een verdere toename van het aantal bezoeken. De verklaringen daarvoor liggen enerzijds in de sluiting van enkele lcc’s in 2010 en anderzijds mogelijk in de landelijke trend van teruglopend theaterbezoek. Niettemin constateren we wel een toename in de intensiteit van het gebruik van de lcc’s (cijfers die niet meetellen in de programmeringsgegevens) en in het gemiddelde bezoek aan voorstellingen in de resterende lcc’s. Music Matters Music Matters mag zich ook in 2011 verheugen in een enorme belangstelling binnen en buiten Rotterdam. De bijdrage van de gemeente is een katalysator voor externe financiering: ook in 2011 heeft de stichting Music Matters de bijdrage van de gemeente meer dan verdubbeld door middel van bijdragen van onder meer het VSB Fonds en het Fonds Cultuurparticipatie. De stichting is actief deelnemer aan het overleg van de Muziekcoalitie Rotterdam, een samenwerkingsverband van grotere culturele muziekinstellingen (Music Matters, SKVR, Doelen, RPhO, WMDC en Codarts) dat de ambitie heeft in 2016 alle Rotterdamse kinderen en jongeren tot en met 18 jaar te voorzien van muziekeducatief aanbod binnen en buiten het onderwijs. Music Matters is in dat kader in 2011 naast de reguliere werkzaamheden onder meer een zangtraject gestart, gericht op docenten en leerlingen in het basisonderwijs. Ieder kind een instrument Het programma ‘Ieder kind een instrument’, dat bekostigd wordt vanuit de middelen voor leertijdverlenging in de Brede School, loopt inmiddels op 18 basisscholen. De belangstelling van Rotterdamse scholen, maar ook vanuit het land, is groot. Het aantal scholen kan in de komende jaren zeker nog uitbreiden. Gewerkt wordt aan een doorlopende leerlijn muziek, als onderdeel van het Masterplan Muziekeducatie (zie hiervoor), waarvan ‘Ieder kind een instrument’ onderdeel zal vormen. In verband hiermee heeft de de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam een methodiek ontwikkeld voor ‘Ieder kind een instrument’ in de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Herstructurering bibliotheek In 2011 is de nota Bibliotheek Rotterdam kijkt vooruit! Herstructurering openbaar bibliotheekwerk Rotterdam 2011–2020 vastgesteld. In 2020 heeft Rotterdam zes bruisende bibliotheken, waar alle bibliotheekfuncties in zijn ondergebracht: uitleen, culturele programmering, studiemogelijkheden en ontmoeting. Het zijn centraal gelegen vestigingen met ruime openingstijden toegankelijk voor elke Rotterdammer; – Voor de jeugd van 0–13 jaar en hun ouders komt de bibliotheek op school: Bibliotheek Rotterdam voorziet in een uitgebreid educatief programma op de basisscholen en voorschoolse instellingen in Rotterdam. Voor wijken die relatief veraf liggen van de zes bibliotheken wordt een aanvulling op de leenfunctie aangeboden met Boeken in de Buurt. – De niet-mobiele Rotterdammer maakt gebruik van de professionele bezorgdienst Boeken aan Huis. – Een toekomstgerichte en klantvriendelijke webbibliotheek ondersteunt deze voorzieningen. In 2020 is deze webbibliotheek alom aanwezig op internet en op het mobieltje van de Rotterdammer. De gemeenteraad heeft op 8 september 2011 ingestemd met het herstructureringsplan. In 2011 is gestart met voorbereidingen voor de verschillende onderdelen: het nieuwe educatieve programma, de bezorgdienst Boeken aan huis en de webbibliotheek. Ter vervanging van en aanvulling op de leenfuncties in afgelegen wijken is in 2011 geëxperimenteerd met de Plug-In bibliotheek. In 2011 was Bibliotheek Rotterdam één van de eerste bibliotheken waar dit innovatieve bibliotheekconcept, een minibibliotheek met zelfbediening, een plek kreeg. De Plug-In is sinds 8 juni van dit jaar in gebruik in bibliotheek Zuidwijk. Eind 2011 zijn als onderdeel van de herstructurering de wijkvestigingen Zuidwijk, Kralingen-Crooswijk en Blijdorp gesloten. Lezen, Leren, Informeren Kinderen kunnen niet vroeg genoeg in aanraking komen met boeken. Leren en lezen gaat gemakkelijker als kinderen gewend zijn aan boeken en plezier beleven aan (voor)lezen. Met het Programma Voorschoolse Instellingen start Bibliotheek Rotterdam de zogenaamde ‘leesloopbaan’ van kinderen. Deze leesloopbaan krijgt een vervolg in de Programma’s Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs. Alle programma’s sluiten aan op leeftijd, niveau en interesses van de leerlingen. Vanzelfsprekend sluiten de programma’s ook aan op de kerndoelen in het onderwijs. De speerpunten van het educatief programma zijn: – Plezier in lezen: leesplezier stimuleert het lezen en heeft een positief effect op de taalvaardigheden. – Mediawijzer worden: mediawijzer worden is kritisch en kundig leren omgaan met alle media. – Participatie: meedoen is gezien en gehoord worden. Dit geldt zowel voor het kind als voor de ouders. Met speciale ouderactiviteiten worden de ouders betrokken bij de school en de leefomgeving van hun kind.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 3, Cultuur, sport en recreatie | pagina 39
Educatief programma In het nieuwe vestigingsbeleid van de bibliotheek verschuift de uitvoering van het educatief programma van de wijkvestiging naar de school. Leerlingen gaan niet meer naar de bibliotheek, maar de bibliotheek komt naar de school toe. Bibliotheek Rotterdam ontwikkelt een nieuw educatief programma voor 0–13 jarigen en hun ouders als aanvulling op het reguliere taal- en leesonderwijs. Doel is leesbevordering te professionaliseren en te borgen in het onderwijs zodat kinderen meer, beter en met meer plezier gaan lezen. In september zijn er pilots met het nieuwe programma gestart. Zestien locaties voor basisonderwijs nemen deel. Een pilot met zes voor- en vroegschoolse instellingen start in het eerste kwartaal 2012. E-centra Het e-centrum is een niet meer weg te denken onderdeel van Bibliotheek Rotterdam waarvan in 2011 ruim 180.000 Rotterdammers gebruik maakten (waarvan 130.000 in de Centrale Bibliotheek). De e-centra dienstverlening ontsluiten digitale informatie en dragen ertoe bij dat Rotterdammers zelfredzamer worden en meer kunnen participeren. Jongeren De jongerenvloer van Bibliotheek Rotterdam is verkozen tot beste jeugdbibliotheek 2011 door Bibliotheekblad, het vakblad van bibliotheken.
Beleidsmatige inspanning Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Focus van de inspanning: Rotterdam versterkt het imago als (Top)sportstad. Meer Rotterdammers sporten en nemen deel aan sportieve, recreatieve en culturele activiteiten.
Target Verhogen sportparticipatie: het verhogen van de sportparticipatie onder Rotterdammers vanaf 6 jaar tot 64% eind van deze college periode.
Meetbare inspanningen gericht op de target Aantal Lekker Fit !- scholen in basisonderwijs Aantal schoolsportverenigingen Vitaliteitscore sportverenigingen (schaal 1-6) Begeleiding Rotterdamse toptalenten Aantal maatschappelijke sportclubs
Rekening 2010
Begroting 2011
58%
60%
Rekening Toelichting 2011 PM Begin 2012 vindt de meting van de sportparticipatie plaats. Over de uitkomsten hiervan zal gerapporteerd worden. Rekening 2010 88 18 4,23 300 n.v.t.
Begroting 2011 88 19 4.15 124 5
Rekening 2011 88 21 4.25 126 8
Realisatie 2011
Uitvoeringsprogramma sport (UP Sport) In 2011 is het Uitvoeringsprogramma Sport 2011–2014 vastgesteld en de uitvoering ter hand genomen Sport wordt ook ingezet als middel om maatschappelijke doelen op het gebied van gezondheid, onderwijs, veiligheid en economie te realiseren. Vanwege de verplichtingenstop hebben we niet alle geplande activiteiten voor 2011 kunnen uitvoeren, maar is een deel doorgeschoven naar 2012. In 2011 is de Lekker Fit!-aanpak verbreed naar de leeftijd 0–6 jaar. Samen met twee koepels van kinderdagverblijven en Nutricia is gestart met het project Makkelijke Moestuinen. In 2011 is gestart met de ontwikkeling van sportplusverenigingen: sportclubs die zich inzetten om, naast de primaire taak als sportvereniging, andere maatschappelijke doelen te bereiken: gezondheid, onderwijs, veiligheid en werk. XerxesDZB is als eerste sportplusvereniging van start gegaan. Het aantal schoolsportverenigingen is in 2011 toegenomen van 18 naar 21. Op 14 oktober 2011 is de officiële aftrap gegeven van Rotterdam Sport op Maat: een servicepunt waar vraag en aanbod voor sporten voor mensen met een beperking bijeenkomen. Via het Jeugdsportfonds hebben in 2011 2.370 kinderen van 4 tot 17 jaar uit gezinnen met een inkomen van maximaal 120% van het wettelijk minimum ondersteuning gekregen voor het lidmaatschap van een sportclub.
pagina 40 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Ook in 2011 hebben weer diverse topsportevenementen in Rotterdam plaatsgevonden: naast de vaste evenementen als de marathon, het ABN AMRO tennistoernooi, de CHIO en de wielerzesdaagse was Rotterdam in 2011 gastheer van het WK tafeltennis, het EK paardendressuur, het EK zitvolleybal en het EK boksen voor vrouwen. Overige inzet op sportgebied Jeugdvakantieland Van 1 tot en met 12 augustus 2011 heeft Ahoy Rotterdam tien dagen lang in het teken gestaan van Jeugdvakantieland 2011. Het programma van Jeugdvakantieland is een mix van sport, spel, fun en educatie en daarmee het grootste speelplein van Rotterdam. In totaal hebben ruim 47.000 bezoekers (kinderen en ouders/begeleiders) het evenement in 2011 bezocht. The Final Op 16 juni 2011 heeft voor de negende maal The Final plaatsgevonden: het sportevenement voor basisschoolleerlingen in de leeftijd van 8 tot en met 12 jaar. Tijdens de finale hebben 4.000 kinderen in dertien takken van sport gestreden om de eerste plaats. Eurogames Van 20 tot en met 24 juli 2011 zijn in Rotterdam de 13e EuroGames georganiseerd. Het evenement bestond uit 21 sporttoernooien (EuroGames) en circa 50 culturele evenementen (Colour Festival). Uiteindelijk hebben 3.543 deelnemers aan het evenement deelgenomen en hebben circa 30.000 bezoekers de evenementen bijgewoond. Olympisch Plan In 2011 is het Rotterdamse thema voor de Olympische Spelen gecreëerd: de Dutch Delta Games. Door de Nederlandse delta centraal te stellen, kunnen de watersector en de deltatechnologie in de etalage worden gezet. De Spelen dienen daarnaast als motor voor diverse ontwikkelingen, waaronder het nationaal programma Zuid. Samen met het Rijk en de G4 zijn een aantal onderzoeken verricht. Met het resultaat hiervan voelt Rotterdam zich gesterkt in zijn Olympische ambitie. Investeringen In 2011 is begonnen met de haalbaarheidsonderzoek van de sportcampus op Varkenoord. Verder zijn in 2011 de voorbereidingen getroffen voor de renovatie van het Oostelijk zwembad, de nieuwbouw van sporthal Motorstraat (als vervanger van sporthal Asterlo) en de bouw van vier nieuwe gymlokalen voor de uitbreiding van Lekker Fit !. Inzet voor deelgemeenten Het grootste deel van de voorzieningen op het gebied van sport, wijkrecreatie en natuur- en milieueducatie valt onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van de deelgemeenten. In 2011 zijn er door de deelgemeenten voor in totaal aan ruim € 9 mln aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. De meest voorkomende bezuinigingsmaatregelen zijn: sluiting van wijkaccommodaties, omzetten van bemande in onbemande wijkaccommodaties, sluiten van schooltuincomplexen of verplaatsen van schooltuinen naar de kinderboerderij, stoppen met of vermindering van NME-lessen aan basisscholen, stoppen met of verlaging van activiteiten sportstimulering en verhoging van de tarieven voor de gebruikers van sportvoorzieningen. Met de deelgemeenten zijn afspraken gemaakt over een nieuwe afbouwkostenregeling bij bezuinigingen. Natuur en milieu educatie In 2011 is het project “Groene schoolpleinen” afgerond. Er zijn in 2011 acht nieuwe groene schoolpleinen opgeleverd, waarmee in totaal tien groene schoolpleinen zijn gerealiseerd (twee schoolpleinen waren al in 2010 gereed). Verder is een ontwerpwedstrijd voor basisscholen gehouden. In 2011 is gestart met de vernieuwing van het NME-aanbod, dat meer aansluit op duurzaamheid. In 2012 moet dit leiden tot een vernieuwd aanbod waar vele partijen in de stad bij betrokken worden. Overig Kerntakenonderzoek sport en recreatie In 2011 heeft een kerntakenonderzoek plaatsgevonden voor de producten op het gebied van sport, recreatie en natuur- en milieueducatie. Per product zijn scenario’s ontwikkeld op basis van de volgende vraagstellingen: – dient dit product nog te worden voorgezet, te worden stopgezet of in een andere vorm te worden gegoten. – wat is de meest effectieve en efficiënte wijze van organisatorische uitvoering: uitvoering door de gemeente, door de markt of door een verzelfstandigde organisatie. In 2012 vindt hierover bestuurlijke besluitvorming plaats in samenhang met de concernbrede kerntakenanalyse.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 3, Cultuur, sport en recreatie | pagina 41
Blijdorp en Plaswijckpark In 2011 heeft het college uitvoering gegeven aan de motie ‘zachte landing bezuiniging Diergaarde Blijdorp’. Conform deze motie is bij de begroting 2012 een bijdrage van € 4,5 mln beschikbaar gesteld voor een investering van de Diergaarde Blijdorp in drie monumentale dierenverblijven. Hiermee kan Blijdorp de komende jaren de attractiviteit van de diergaarde op niveau houden en daarmee ook het aantal betalende bezoekers. In 2011 hebben is € 2,5 mln ter beschikking gesteld aan Plaswijckpark voor de bouw van een binnenspeelplaats. Schoolbuitenhuizen Bij de begroting 2011 heeft de gemeenteraad besloten om de gemeentelijke bijdrage van € 350.000 voor de twee schoolbuitenhuizen in 2011 af te bouwen. Het beheer van buitenhuis “De Stulp” in Baarn is overgedragen aan de private organisatie “Paasheuvelgroep”. De Paasheuvelgroep zal in dit huis schoolwerkweken voor Rotterdamse basisscholen blijven organiseren, maar dan tegen marktconform tarief en dus zonder een gemeentelijke bijdrage. Bijna alle scholen hebben gebruik gemaakt van het aanbod van de Paasheuvelgroep, zodat het product is blijven bestaan. Het buitenhuis “De Ginkel” in Leersum is september 2011 gesloten en de accommodatie zal worden verkocht.
Overige prestatieindicatoren Overige prestatie-indicatoren 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Aantal kinderboerderijen (SenR) Aantal bezoeken kinderboerderijen Aantal zwembaden (SenR) Aantal bezoekers zwembaden Aantal wijkaccommodaties (SenR) Aantal bezoekers wijkaccommodaties Aantal buurtsportactiviteiten
pagina 42 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Rekening 2010 8 934.000 11 1.450.000 25 3.592.000 9.200
Begroting 2011 8 950.000 11 1.480.000 19 2.650.000 5.800
Rekening 2011 8 1.040.821 11 1.415.279 19 2.977.233 9.378
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 3, Cultuur, sport en recreatie | pagina 43
3.4 pagina 44 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 4 Veiligheid
Beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid Focus van de inspanning: wijkveiligheid staat centraal. Het college zorgt ervoor dat er geen onveilige en probleemwijken meer zijn en dat het aantal veilige wijken stijgt. De focus ligt op de wijken Oude Westen, Tarwewijk, Hillesluis en Nieuwe Westen.
Realisatie 2011 Product Gebiedsgerichte Veiligheid Doel Productomschrijving
Doelgroep
Dit product heeft als doel dat er geen onveilige en probleemwijken meer zijn en dat het aantal veilige wijken stijgt. De focus ligt op de wijken Oude Westen, Tarwewijk, Hillesluis en Nieuwe Westen. Bij het bereiken van het doel van dit product speelt de inzet van stadsmariniers in de focuswijken een belangrijke rol. Om direct in te spelen op signalen van bewoners en ondernemers zetten we de Stuurgroepen in de wijk en Buurt Bestuurt in. Daarnaast wordt cameratoezicht ingezet. Inwoners en ondernemers van Rotterdam.
Rotterdam is veiliger geworden en Rotterdammers voelen zich ook veiliger. De Veiligheidsindex is gestegen van een 7,3 (2010) naar een 7,5 (2011). De stad telt 35 veilige wijken. Van de zes ‘probleemwijken’ in 2010 (score lager dan een 5,0) waren er in 2011 slechts twee over. Rotterdam kent geen wijken meer met het predikaat ‘onveilig’. De afgelopen jaren is in zeven wijken intensief gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid. Het gaat om het Oude Westen, Nieuwe Westen, Tarwewijk en Hillesluis (de vier wijken die in de Veiligheidsindex 2009 als ‘focuswijk’ zijn aangewezen en als collegetarget) en om Bloemhof, Zuidplein en Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt. Oude Westen is gestegen van 4,1 (2010) naar 5,9 nu. Nieuwe Westen is gestegen van 5,3 naar 5,4. Tarwewijk is gestegen van 3,9 naar 5,5 en Hillesluis is gestegen van 4,3 naar 4,8. Deze laatste twee wijken hebben daarmee de neerwaartse spiraal waarvan sinds 2006 sprake was doorbroken en laten voor het eerst een stijging zien. De wijken Zuidplein en Cool/Nieuwe Werk/Dijkzigt laten eveneens een stijging zien, respectievelijk van 4,4 naar 5,3 en van 4,7 naar 5,5. Bloemhof is de enige wijk waar sprake is van een daling: van 4,8 naar 4,5.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 4, Veiligheid | pagina 45
De vier focuswijken Hillesluis Speerpunten voor Hillesluis in 2011 waren overlast op straat (geweld, bedreigingen en mishandelingen), schoon en heel, drugsoverlast en jeugdoverlast. Door de nauwe samenwerking met deelgemeente, politie, Stadstoezicht, Roteb en Gemeentewerken is de buitenruimte stevig aangepakt. Mede met behulp van de inzet van Stichting College Hillesluis, een banenprogramma waarbij jongeren werkzaamheden in de buitenruimte verrichten, zijn zowel achterstallige zaken in de buitenruimte (heel) als jeugdoverlast (op pleinen) teruggedrongen. De winkelboulevard Zuid heeft vooral in de late uren last van overlastgevend uitgaanspubliek. Er is extra gehandhaafd op de sluitingstijden van horecagelegenheden en notoire overlastgevers zijn aangepakt. Ook de drugsoverlast op straat is hierdoor verminderd. Overlastgevende horecapanden en woningen werden bezocht door het interventie- of horecateam. Door goede buitenruimteinspectie en monitoring van vuiloverlastlocaties wordt er gerichter ingezet op zwerfvuil en vuil bij containers. Hierdoor is de wijk schoner. Overtreders worden aangepakt door Stadstoezicht. Hennepkwekerijen in woningen zijn een blijvend aandachtspunt. Samen met de woningcorporatie, politie, deelgemeente en alerte bewoners wordt er in 2012 gewerkt aan een nog intensievere aanpak van deze vorm van drugsoverlast. Hiernaast worden bewoners en zelforganisaties actief betrokken bij de aanpak van veiligheid en leefbaarheid in hun wijk Nieuwe Westen Voor 2011 waren de speerpunten van het Nieuwe Westen overlast op straat, overlast van panden en inrichtingen, overvallen en veilig ondernemen. Schoon en heel blijft ook een aandachtspunt. Mede door de inzet van straatcoaches van Stadstoezicht is de jongerenoverlast aanzienlijk teruggedrongen. Jeugd is aanspreekbaar en gedraagt zich aanzienlijk beter. Vanaf 1 juli is er een integrale drugsaanpak gestart onder de noemer Schouder aan Schouder. Overlastgevende horecapanden en woningen werden bezocht door het interventie- of horecateam. Enkele horecapanden zijn gesloten. Daarnaast worden bewoners via Buurt bestuurt actief betrokken bij de aanpak van veiligheid en leefbaarheid in hun wijk. Buurt bestuurt is in alle wijken van het Nieuwe Westen van start gegaan. Buurt bestuurt won de Don Berghuijs veiligheidsaward. Er waren 2 stuurgroepen in de wijk, waarvan 1 in de open lucht. Zowel aangiften als meldingen zijn tot november ten opzichte van 2009 met 17% respectievelijk 18% gedaald. Oude Westen De aanpak heeft zich in 2011 geconcentreerd op de belangrijkste punten uit de veiligheidsindex, te weten drugs, geweld en (jeugd)overlast. Er wordt veel geïnvesteerd in het betrekken van bewoners bij de veiligheidsaanpak in de buurt, o.a. door Drugs in kleur, Stuurgroepen Veilig in de Wijk en de Actiegroep Oude Westen. Daarnaast is in 2011 Buurt Bestuurt succesvol ingevoerd in de Adrianabuurt. In 2012 wordt dit ook in ander buurten ingevoerd. De cijfers met betrekking tot aangiften en meldingen ontwikkelen zich positief. Ook laten bewoners zich in positiever uit over hun eigen wijk. Drugs Het aantal drugsoverlastmeldingen is in 2011 fors gedaald. De afgelopen jaren lag het aantal meldingen tussen de 100 en de 200. In 2011 komt het aantal meldingen rond de 40 uit. De top 10 dealeraanpak is in 2011 door de politie gecontinueerd. De aanpak drugs- en overlastpanden, onder leiding van de deelgemeente, werpt zijn vruchten af. In 2011 zijn circa 5 panden bestuurlijk of strafrechtelijk aangepakt. Het gaat om onder andere hennepkwekerijen. Geweld Op basis van de vorige veiligheidsindex en een uitgevoerde geweldsanalyse is er onder leiding van de stadsmarinier en in samenwerking met de diverse partijen (o.a. politie/STZ/GGD/DV) een actieprogramma geweld opgesteld met diverse repressieve en preventieve maatregelen. Uit de analyse kwam onder andere dat het aantal geweldsdelicten op en rond de Nieuwe Binnenweg hoog is en gerelateerd is aan het uitgaansgeweld vanwege het aantal cafés aldaar. Daarom is het cameratoezicht op de Nieuwe Binnenweg uitgebreid. Naast de repressieve maatregelen zijn er ook een aantal preventieve maatregelen genomen. Zo is het aantal meldingen van mishandeling in de omgeving van de Nieuwe Binnenweg met enkele tientallen afgenomen en ook het aantal straatroven en overvallen is gedaald.
pagina 46 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Alliantie West-Kruiskade In de Tarwewijk gaat het al een aantal jaren om de bestrijding van drugsoverlast, straat- en woonoverlast en schoon & heel. De resultaten zijn inmiddels Tarwewijkbreed zichtbaar. De wijk is aanzienlijk schoner geworden door de nauwe samenwerking tussen Stadstoezicht & Roteb in de zgn. Quick Reaction Force. Maar ook de extra schoonmaak op zondagavond heeft er toe geleid dat er minder zwerfvuil op straat was. Tarwewijk De focuspunten in de Tarwewijk zijn al een aantal jaren drugsoverlast, straat- en woonoverlast en schoon & heel. Deze focuspunten vormen de pilaren van het intensief beheer van de Tarwewijk. De resultaten op dit gebied zijn Tarwewijk-breed zichtbaar. Zichtbaar op straat en in de objectieve cijfers. Een aantal plekken in de wijk hebben specifieke aandacht gehad. De wijk is aanzienlijk schoner geworden door de nauwe samenwerking tussen Stadstoezicht & Roteb in de zgn. Quick Reaction Force. Maar ook de extra schoonmaak op zondagavond heeft er toe geleid dat er minder zwerfvuil op straat was. Resultaten – Overlast bij de Maassilo is verminderd. – Overlast van hangmannen in de Mijnkintbuurt is verdwenen. – Jong BurgerBlauw is gestart, een buurtpreventieteam van jonge bewoners. – Meldingen van drugsoverlast en overlast op straat zijn >10% gedaald. – Meldingen burengerucht ongeveer gelijk gebleven. – Meldingen van bedreiging en mishandeling sterk gedaald. Product Handhaven wet-en regelgeving Doel Productomschrijving
Doelgroep
Verhoging van het veiligheidsgevoel en handhaving van gedragsregels in de openbare ruimte. Het uitoefenen van toezicht op straat; aanspreken op ongewenst gedrag en het toepassen van handhavingsinstrumenten bij geconstateerde overtredingen. Gedragingen van burgers die overlast of onveiligheid veroorzaken, worden gesignaleerd en gecorrigeerd. In de context van de wijkveiligheidsactieprogramma’s worden met de deelgemeenten prestatieafspraken gemaakt. Ook het handhaven van de parkeerverordening en het opleggen van fiscale naheffingen valt onder dit product. De komende jaren zal nadrukkelijk ingezet worden op een toename van de effectiviteit van de geüniformeerde medewerkers van Stadstoezicht. Dit gebeurt door: het ontwikkelen en implementeren van toezichtmodellen; wijkgerichte aanpak; vergroten van inzetbaarheid en productiviteit; bestuurlijke boete en nieuwe vormen van handhaving. Bewoners en bezoekers van Rotterdam.
Ontwikkeldossier “Aan de slag met jongeren”: Vanaf eind 2010 levert Stadstoezicht in de vorm van een pilot in het Nieuwe Westen een bijdrage aan de ketenaanpak jeugdoverlast door de inzet van straatcoaches. Zij treden corrigerend, coachend, sturend en als laatste middel handhavend op tegen jongeren die overlast veroorzaken op straat. Deze stadswachten werken nauw samen met de politie, jongerenwerkers en andere ketenpartners in het Nieuwe Westen. Het vergaren van informatie en het opdoen en delen van kennis over de doelgroep spelen in deze aanpak tevens een grote rol. In de loop van het eerste kwartaal 2012 wordt de formele evaluatie van de pilot afgerond. Ontwikkeldossier “Terrassenbeleid” In 2010 is in het centrum van Rotterdam gestart met toezicht en handhaving op de nieuwe kwaliteitseisen terrassen. De formatie van het terrassenteam is uitgebreid en in 2011 zijn circa 1.200 terrassen gecontroleerd op de vergunningeisen. De bestuursrechtelijke handhaving is medio 2011 door Directie Veiligheid gemandateerd aan Stadstoezicht. Bij 54 exploitanten zijn een of meerdere overtredingen geconstateerd. Begin 2012 zal het terrassenbeleid worden geëvalueerd door de beleidsverantwoordelijke dienst. Gebiedsgericht werken Stadstoezicht sluit ieder jaar jaarcontracten af met in principe alle deelgemeenten. Hierin wordt per wijk vastgelegd hoe Stadstoezicht in de betreffende deelgemeente haar medewerkers inzet; zowel qua aantallen FTE/uren, als op welke problemen of onderwerpen (bijvoorbeeld hotspots) en op welke manieren, dus door welke vormen van toezicht, interventie en handhaving. Daarmee levert Stadstoezicht maatwerk per gebied. Door middel van periodieke rapportages aan de deelgemeente en periodieke overleggen met de deelgemeente (en met andere ketenpartners) vindt overleg plaats over de realisatie van de inzetafspraken en worden aan de driehoek voorstellen gedaan om deze inzetafspraken bij te stellen. In 2012 zal de systematiek van de jaarcontracten, alsmede het onderliggende gezamenlijk verdeel- en financieringsmodel van college en deelgemeenten worden geëvalueerd en waar nodig bijgesteld.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 4, Veiligheid | pagina 47
Beëdiging 120 BOA’s Per 31 december 2011 had STZ (netto) 453 Buitengewoon Opsporingsambtenaren (BOA’s) in dienst, als volgt onderverdeeld: – 423 stadswachten/handhavers in Domein I, die vallen onder de categorale BOA-beschikking van het ministerie van Veiligheid en Justitie van 600 BOA’s, – 30 milieucontroleurs in Domein II, die vallen onder de categorale BOA-beschikking van het ministerie van Veiligheid en Justitie van 45 BOA’s. In 2011 zijn 120 medewerkers beëdigd als BOA en zijn 54 BOA-akten ingetrokken wegens beëindiging functie of dienstverband. Geweld tegen publieke functionarissen In 2009 is Stadstoezicht begonnen met een gerichte aanpak van geweld tegen medewerkers. Training en opleiding in communicatievaardigheden en de-escalerend optreden vormen een prominent bestanddeel van de basisopleiding en de wekelijkse integrale beroepsvaardighedentraining. Tegen daders wordt altijd aangifte gedaan en op alle manieren wordt de schade verhaald. In 2009 moest nog 134 keer aangifte gedaan worden. In 2010 was dit aantal gedaald naar 97 keer en in 2011 is een verdere daling naar 81 gerealiseerd. Cameratoezicht In 2011 werden 34.000 incidenten door het cameratoezicht in de stad waargenomen tegen 27.000 in 2010. Er zijn meer camera’s geplaatst (bijv. aan de Strevelsweg) en operators en supervisors in de uitkijkruimte nemen beter waar. Verder zijn er twee mobiele camera-units aangeschaft die in overleg met de politie tijdelijk geplaatst kunnen worden. De wijkteams van politie hebben meer informatie beschikbaar gesteld over de gebieden waar de camera’s hangen. Hier hebben de operators van Stadstoezicht goed op kunnen inspelen. In 2012 wordt dit proces verder geprofessionaliseerd en wordt er nog meer informatiegestuurd gewerkt.
Beleidsmatige inspanning Geweld en (jeugd-)overlast Focus van de inspanning: geweld ontwricht de samenleving en bedreigt de veiligheid in ernstige mate. Het tegengaan van geweld blijft daarom een van de topprioriteiten van de gemeente Rotterdam. Overlast is een verzamelbegrip voor allerlei andere fenomenen die de (ervaren) veiligheid van de stad verminderen. Door geweld en overlast te beperken dragen we bij aan een veiliger stad.
Realisatie 2011 Product Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Doel Productomschrijving
Doelgroep
Dit product heeft als doel geweld en (jeugd) overlast te laten dalen. Ten aanzien van geweld richten onze inspanningen zich op het beperken van huiselijk geweld, uitgaansgeweld, geweld door jongeren, voetbalgeweld, geweld tegen medewerkers met een publieke functie, veilig ondernemen, veilig openbaar vervoer en een focus op hete plekken, hete daders en hete dadergroepen. Rondom overlast focussen we ons op jeugdoverlast, jeugd, genotsmiddelen en overlast, drugsoverlast, veelplegers, prostitutieoverlast en woonoverlast. Inwoners en ondernemers van Rotterdam.
Aanpak Jeugdoverlast De afgelopen jaren heeft het vorige actieprogramma ‘Aanpak jeugdoverlast Rotterdam’ uit 2007 de basis gelegd voor nieuwe structuren in de aanpak van jeugdoverlast & jeugdcriminaliteit: de aanpak van problematische jeugdgroepen (Groepsaanpak), de DOSA structuur en de hervormingen binnen het jongerenwerk. Met de Groepsaanpak is op lokaal niveau een succesvolle samenwerking tussen (deel)gemeente, politie en Openbaar Ministerie opgezet. De Groepsaanpak heeft tussen 2007 en 2011 geresulteerd in een daling van 88 naar 24 problematische jeugdgroepen in Rotterdam. DOSA heeft de afgelopen jaren een belangrijke plaats veroverd in de sluitende aanpak van complexe probleemgezinnen en probleemjongeren. Hulpverleners in de wijk weten DOSA te vinden en eenmaal onder regie van een DOSA-regisseur wordt een casus niet meer losgelaten. Ook de jongeren die via de Groepsaanpak in beeld komen krijgen bij DOSA een persoonsgerichte aanpak. Het Jongerenwerk heeft vanaf 2007 een verbetertraject doorlopen gericht op zowel meer als beter Jongerenwerk. Vanuit het actieprogramma zijn 50 extra fte’s Jongerenwerk ingezet. Daarnaast bevatte het oude programma een breed spectrum aan maatregelen die gericht zijn op voortijdig schoolverlaten, jeugdwerkloosheid en middelengebruik. Inmiddels zijn op die onderdelen aparte programma’s ontwikkeld. Het percentage van 20% van de Rotterdammers dat aangeeft last te hebben van groepen jongeren is met 20% gelijk gebleven.
pagina 48 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Antillianen en Marokkanenprogramma Het Actieprogramma Aanpak risicojongeren van Marokkanen en Antilliaanse afkomst (2010–2014) heeft als doel het terugdringen van de oververtegenwoordiging op de terreinen criminaliteit, overlast, voortijdig schoolverlaten en werkloosheid. Uitgangspunt is, gelet op de hardnekkigheid en complexiteit van de problemen van Marokkaanse en Antilliaanse Rotterdammers, een meerjarige aanpak bovenop de reguliere voorzieningen. De monitor 2011 laat zien dat de problematiek weerbarstig is en dat er sinds het jaar 2000 een dalende trend te zien is op nagenoeg alle gebieden. Daarnaast laat de landelijke monitor zien dat Rotterdam binnen de 22 Antillianen- en Marokkanengemeenten op alle gebieden beter scoort dan het landelijk gemiddelde. De stedelijke en deelgemeentelijke projecten liggen op schema en de Antilliaanse en Marokkaanse gemeenschappen zijn op velerlei manieren betrokken. Zo is door de jongerencommissie van OCAN (Overlegorgaan Caraïbische Nederlanders) in december nog een gala georganiseerd voor en door de Antilliaanse gemeenschap en heeft de burgemeester een toespraak gehouden. In 2011 is begonnen met de verkenning van de inbedding van de aanpak in reguliere instellingen. Het kabinet wil dat in 2013 de succesvolle instrumenten en interventies geborgd zijn in het generieke beleid van gemeentelijke diensten en maatschappelijke instellingen, zodat zij voldoende in staat zijn om Antilliaanse en Marokkaanse risicogroepen daadwerkelijk te bereiken en te helpen. Een direct gevolg van dit besluit is dat in 2011 begonnen is met een aantal projecten af te bouwen en/of dat projecten versneld worden opgenomen in de reguliere werkwijze. Hierbij zijn drie factoren van belang. 1. De reguliere instellingen moeten alle risicogroepen zo goed mogelijk bereiken. Indien het bereik onder bepaalde risicogroepen lager ligt dan gemiddeld dan wordt onderzocht hoe het bereik beter kan. Dit is vervolgens een aandachtspunt bij de uitvoering van het beleid. 2. Aandacht voor en kennis van problematiek van risicogroepen waaronder Rotterdammers van Antilliaanse en Marokkaanse afkomst en potentiële nieuwe risicogroepen in Rotterdam blijft van belang. 3. De aanpak van de problematiek (bij deze oververtegenwoordigde groepen) vraagt om maatwerk door middel van een persoonsgerichte en outreachende benadering. In 2012 worden de effectieve aanpakken geïnventariseerd en wordt ingezet op de ontwikkeling van deskundigheidsbevordering bij reguliere diensten en instellingen. Uitvoering van Veilig Ondernemen Om de veiligheid in winkelgebieden en op bedrijventerreinen te verhogen, is ervoor gekozen om in de gebieden, die het laagst scoren in de Bedrijvenmonitor, het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) te ontwikkelen. In 2011 zijn 9 gebieden ontwikkeld. In 2012 volgen de laatste gebieden. De keuze om Veilig Ondernemen vooral vorm te geven in KVO’s berust op de verwachting dat de aanpak per winkelgebied op dergelijke wijze een duurzaam karakter krijgt. Immers, de ondernemers stellen in overleg met een tijdelijk projectleider (namens de stadsmarinier Veilig Ondernemen), een projectteam samen, dat ervoor zorgt dat een plan van aanpak wordt gemaakt dat zich richt op verbetering van de buitenruimte op de gebieden schoon, heel en veilig. De deelgemeente houdt het proces in de gaten en treedt faciliterend op. Als het plan en de aanpak van de uitvoering voldoen aan de eisen kan certificering door toekenning van een ster plaatsvinden. Veilig Ondernemen in relatie tot overvallen Het Regionaal Actieprogramma Overvallen wordt verdere vertaald naar een Actieprogramma voor (deel-) gemeenten. Overvallen op woningen en bedrijven worden door vier partijen gezamenlijk aangepakt: gemeente, politie, justitie, en het bedrijfsleven. De aanpak richt zich op de slachtoffers van overvallers, maar houdt ook de ex-gedetineerden scherp in de gaten. Daarnaast wordt ook gewerkt aan het “cashvrij” maken van de ondernemingen en andere preventieve maatregelen. Ten slotte: veilig ondernemen is breder dan overvallen alleen, ook winkeldiefstal, bedreigingen, inbraken e.d. vallen daaronder. Uiteindelijk is een veiliger winkelgebied/bedrijventerrein ook economisch aantrekkelijker.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 4, Veiligheid | pagina 49
Beleidsmatige inspanning Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Focus van de inspanning: crises variëren van lokale branden, waarbij bewoners moeten worden geëvacueerd, tot en met grote stroomstoringen, pandemieën en overstromingen. Een crisis kan leiden tot ontwrichting van de samenleving. De gemeente Rotterdam richt zich daarom op het voorkomen van crises en het aanpakken van de gevolgen.
Realisatie 2011 Product Crisisbeheersing en brandweerzorg Doel Productomschrijving
Doelgroep
Dit product heeft als doel om bij crisis maatschappelijke ontwrichting en incidenten te voorkomen, of hun gevolgen te beperken. Bij het bereiken van dit doel is de inzet van de Veiligheidsregio en de Gezamenlijke Brandweer essentieel. De VRR heeft tot taak het doelmatig organiseren en coördineren van werkzaamheden ter voorkoming, beperking en bestrijding van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede hulpverlening bij ongevallen en rampen. De gezamenlijke Brandweer richt zich op het uitvoeren, onderhouden en vernieuwen van industriële en operationele brandweerzorg, als mede het bestrijden van en verlenen van hulp bij incidenten in de meest ruime zin van het woord. Inwoners en ondernemers van Rotterdam.
In 2011 is de pilot mbt Snelle Interventie Voertuigen (SIV’s) uitgevoerd. Het algemeen bestuur van de VRR heeft daarop besloten de SIV in te voeren. Daarom wordt de kazerne Pottumstraat in Rotterdam Zuid gesloten. Daarvoor in de plaats zullen twee SIV’s in het gebied geplaatst worden, die afhankelijk van de incidentlocatie bij uitrukken gevolgd worden door een tankautospuit van de post Mijnsherenlaan, Groene Tuin, Barendrecht of Albrandswaard. Deze twee SIV’s moeten het dekkingsverlies in het verzorgingsgebied van de huidige post Pottumstraat compenseren en een verbetering opleveren voor de opkomsttijden in de wijken Portland en Heijplaat. Product handhaven Openbare orde Doel Productomschrijving Doelgroep
Dit product heeft als doel het verbeteren van openbare orde en beheersing van crises het voorkomen van radicalisering en het beperken van (de gevolgen van) incidenten. Bij het bereiken van dit doel worden aanvragen van horeca en evenementenvergunningen beoordeeld en (bestuurlijke) ondersteuning geboden mbt openbare orde en veiligheid rond wedstrijden en bij crisis. Inwoners, bezoekers en ondernemers van Rotterdam.
De burgemeester is verantwoordelijk voor het ordelijk laten verlopen van voetbalwedstrijden. Conform het landelijk actieprogramma Voetbal en Veiligheid is het ook een plicht (vanuit het Rijk) voor gemeente om een lokaal actieplan te maken en regie te voeren. Het draagt bij aan het terugdringen van crimineel gedrag, overlast en onveiligheid rondom het betaalde voetbal. Het convenant en actieprogramma dragen bij aan het terugdringen van ongeregeldheden bij voetbalwedstrijden. De Rotterdamse aanpak wordt landelijk als voorbeeld gezien, maar vraagt om aanscherping en doorontwikkeling (bv. de voetbalwet). Daarnaast is Rotterdam een van de pilot steden voor het normalisatietraject betaald voetbal en heeft Rotterdam regionaal een trekkersrol als het gaat om meer samenwerking en verbinding met regiogemeenten. Meldingen en preventie radicalisering/polarisering In de afgelopen jaren is meer kennis en inzicht verkregen over radicalisering. Er zijn de afgelopen jaren weinig meldingen over polarisering en radicalisering binnengekomen en het aantal meldingen is stabiel. De aanpak en voorlichting richten zich niet langer op grote groepen, maar primair op een gerichte en individuele benadering. Samen met andere ketenpartners regisseerde directie veiligheid de persoongerichte aanpak van meldingen. Deze aanpak is erop gericht dat de betreffende persoon of personen niet verder radicaliseert en/of negatieve invloed heeft op anderen. Hiernaast zijn in 2011 drie voorlichtingsbijeenkomsten voor zelforganisaties, professionals en sleutelpersonen georganiseerd.
pagina 50 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Product Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Doel Productomschrijving
Doelgroep
Dit product heeft als doel de verbinding boven- en onderwereld te beperken. Daarbij richten de inspanningen zich vooral op het beperken van mensenhandel, vastgoedfraude, softdrugs en foute bedrijvigheid. Bij het bereiken van dit doel richten de inspanningen zich vooral op het beperken van mensenhandel, vastgoedfraude, softdrugs en foute bedrijvigheid door het nemen van bestuurlijke maatregelen, inclusief maatregelen met betrekking tot de wet BIBOB in nauwe samenwerking met onze partners. Inwoners en ondernemers van Rotterdam.
Aanpak woonoverlast De uitvoering van maatregelen op basis van de beleidsregels Woonoverlast Opiumwet 13B en Gemeentewet 174a heeft het afgelopen jaar plaatsgevonden binnen dit beleidsveld. In 2011 is de werkwijze om te kunnen komen tot een bestuurlijke maatregel aangescherpt door een nauwere samenwerking te bewerkstelligen binnen de diensten, de deelgemeentelijke (woon)overlast coördinatoren, de GGZ en het veiligheidshuis. Hierdoor konden dossiers sneller en efficiënter worden opgepakt en werd beter resultaat behaald ten gunste van het herstel van de openbare orde. Aanpak illegale prostitutie In 2011 is bij het RIEC een speciale functie gecreëerd, “Handhaven op Niveau (HON)” waarbij internetpagina’s waarop dames zich aanbieden nader onder de loep worden genomen. Verdachte omstandigheden worden doorgegeven aan de politie en politie start zo mogelijk een onderzoek. Indien misstanden worden aangetroffen die zich lenen voor een bestuurlijke maatregel, wordt het dossier ingestuurd naar de gemeente. Vervolgens neemt de burgemeester een maatregel. Tevens kunnen hier aanknopingspunten uit volgen inzake mensenhandelcassussen. Controle coffeeshops 10x in 2011 De coffeeshops zijn in 2011 veelvuldig gecontroleerd, echter heeft dit nauwelijks geleid tot maatregelen. Door het strikte coffeeshopbeleid en de verplichte coffeeshop-cursus zijn exploitanten zeer goed op de hoogte van wet- en regelgeving en het strikte handhavingsarrangement en houden zij zich hier over het algemeen keurig aan. De frequentie van de controles wordt in 2012 naar beneden bijgesteld.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 4, Veiligheid | pagina 51
3.5 pagina 52 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 5 Onderwijs
Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties Focus van de inspanning: samen met de onderwijspartners gaan we de onderwijsresultaten in Rotterdam verhogen.
Realisatie 2011
In het collegeprogramma is talentontwikkeling een van de belangrijkste pijlers. In 2011 zijn 3 programma’s gestart zodat het college haar ambities waar kan maken: – Beter Presteren. – Aanval op de uitval. – Taaloffensief. In alle drie programma’s zijn met partners in de stad concrete resultaatafspraken gemaakt voor de collegeperiode. De resultaten worden elk half jaar gemonitord. In het afgelopen jaar zijn de mijlpalen van afgesproken targets uit het collegewerkprogramma behaald. Zo is de CITO-score gestegen van 531,2 naar 531,9. De Staat van het Rotterdams Onderwijs, gepubliceerd in 2011, bevat de nulmeting (over schooljaar 2009–2010 en de eerste resultaten in het schooljaar 2010–2011). Betere onderwijsresultaten De ambitie is om de onderwijsresultaten in Rotterdam te verhogen; we streven naar aantoonbare betere resultaten op taal en rekenen. Van alle Rotterdamse scholen in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs wordt verwacht dat zij in de komende jaren de onderwijsresultaten in Rotterdam verhogen en de kwaliteit verbeteren. Het Rotterdams onderwijsbeleid is een gezamenlijke krachtsinspanning van gemeente, scholen en schoolbesturen. Het programma Beter Presteren is begin 2011 vastgesteld. De structuur van het programma is ingericht en op basis van het programma is de beleidsregel Rotterdams Onderwijsbeleid opgesteld en uitgevoerd. Zo zijn er in 2011 30 groepen 0 gestart, zijn 28 vakantieklassen georganiseerd, zijn de ISO- en topklassentrajecten van start gegaan en is er voor € 17,4 mln aan prestatiegerichte subsidie verleend voor leertijduitbreiding. De eerste verantwoording heeft plaats gevonden in de Staat voor het Rotterdamse onderwijs 2011. De Staat geeft de actuele situatie van het Rotterdams onderwijs weer en de opbrengsten van het programma BP in het schooljaar 2010–2011.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 5, Onderwijs | pagina 53
Meer leertijd Groep nul In 2011 zijn 30 groepen 0 gestart. Voorwaarde voor een groep 0 is dat een gekwalificeerde HBO’er voor de klas staat. Op dit moment draaien 30 groepen 0. In het kalenderjaar 2012 zullen nog 70 groepen starten, 20 meer dan gepland. Voor de nieuwe groepen gelden zwaardere voorwaarden, vooral op het gebied van ouderbetrokkenheid. Deze zwaardere voorwaarden gelden vanaf schooljaar 2012–2013 ook voor de eerste 30 groepen. Meer leertijd In 2011 is aan 138 scholen PO en 46 scholen VO scholen subsidie verleend om in totaal 49.522 uren meer leertijd te organiseren, 20.723 voor PO en 28.798 uur voor VO. Met alle scholen zijn prestatieafspraken gemaakt over de te behalen doelstellingen. In de beleidsregel 2012–2013 is opgenomen dat scholen voor meerjarenafspraken in aanmerking kunnen komen wanneer wordt aangetoond dat de behaalde resultaten op de resultaatcurve liggen van het programma Beter Presteren. Vakantieschool In 2011 zijn 28 vakantieklassen georganiseerd, waarvan 21 in de zomervakantie en 7 in de herfstvakantie. In totaal hebben 272 leerlingen deelgenomen. De eerste ervaringen zijn positief, docenten geven aan vooruitgang in resultaten bij leerlingen te constateren na deelname aan een vakantieschool. Met de Rotterdamse ervaringen wordt een toolbox ontwikkeld die landelijk kan worden ingezet voor de ontwikkeling van vakantiescholen. Professionele school Het is niet gelukt om in 2011 een gezamenlijk plan van aanpak op te stellen, gedragen door alle partijen. In het eerste kwartaal van 2012 zal een nieuw plan van aanpak gereed zijn. Het opstellen van de arbeidsmarktmonitor zal onderdeel van dit plan zijn. Ouderbetrokkenheid Ouderbetrokkenheid vormt een integraal onderdeel van de Groep 0 en de Vakantieschool. Daarnaast is er een menukaart voor scholen ontwikkeld met mogelijke interventies en worden best practices uitgewisseld. Ook in het MBO wordt een startpakket ontwikkeld om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Masterstudenten van de HR voeren een onderzoek uit naar de effecten van verschillende vormen van ouderbetrokkenheid, waarvan de resultaten in de tweede helft van 2012 verwacht worden. Naast de programma-activiteiten krijgt ouderbetrokkenheid ook vorm door de inzet van ouderconsulenten op scholen. Schoolarrangementen Intensieve School Ontwikkeling (ISO) 53 Scholen hebben in 2011 deelgenomen aan een ISO-arrangement. Dit aantal ligt hoger dan in voorgaande jaren. 37 Scholen zijn begonnen, 11 hebben een ISO traject afgerond en 5 gingen hun tweede jaar in. Naast zwakke en zeer-zwakke scholen doen ook scholen mee vanuit preventief oogpunt. In 2012 zal de focus waarschijnlijk nog meer op preventie liggen. Topklassen 50 Scholen zijn gestart met het Topklassen-arrangement, waarin een aantal reflectiegesprekken zijn opgenomen. De scholen hebben hun waardering uitgesproken voor de eerste serie gesprekken vanwege het inhoudelijke karakter en de kritische blik. De uitkomsten van de gesprekken zijn gebundeld in het generiek rapport ‘De Lat gaat omhoog!’. Meetbare voortgang Voor de meetbare voortgang voor de target en onderliggende prestaties en inspanningen, hanteren we dit format (mijlpalen en nulmeting: zie definitieboekje). Om aan te sluiten op het definitieboekje is het format aanpast. Voor overige targets verwijzen wij naar de Staat van het Rotterdams Onderwijs.
Target: Verhogen schoolprestaties PO
Mijlpaal/ planning.
Groep 8 pagina 54 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Realisatie 2010/nulmeting.
2011
Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is 531,2. 531,2
531,9
531,9
2012
2013 Eindwaarde (2014 is afgesproken in BP) 532,6 533,3 Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is ≥ 534,0. 534,0
Aanval op de Uitval Beleidsmatige inspanning Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs) neemt jaarlijks af met 10%. Ambitie Jongeren die voortijdig de school verlaten hebben nu vaak problemen en te weinig maatschappelijk perspectief in de toekomst. Om de ambitie uit het CWP te realiseren is op 20 juni 2011 het programma ‘Aanval op Uitval’ gepresenteerd. Dit programma vormt deel twee van het Rotterdams Onderwijsbeleid. Op 20 juni is ook het bestuursakkoord met het Rotterdams Offensief (BOOR, CVO, LMC, Albeda en Zadkine) ondertekend. Het Rotterdams Offensief is als samenwerkingsverband tussen VO en MBO de partner van de gemeente om de doelstellingen van ‘Aanval op Uitval’ te realiseren. In het bestuursakkoord staan de afgesproken doelstellingen geformuleerd en hieraan zijn alle partijen ook gecommitteerd. Voortgang Het programma ‘Aanval op Uitval’ heeft vanaf september 2011 een vertaalslag gemaakt van beleid naar uitvoering. Het programmamanagement is op orde en voor vrijwel iedere actielijn is een projectleider benoemd. Naast de programmadoelstelling zijn de andere succesfactoren van het programma bepaald. Hiervoor is een meetinstrument ‘Aanval op Uitval’ ontwikkeld. Stimuleren juiste loopbaan- en beroepskeuze gericht op de arbeidsmarkt Samen met het Rotterdams Offensief is gewerkt aan een Rotterdamse aanpak loopbaanoriëntatie. Doel van deze aanpak is jongeren te ondersteunen in hun keuzes voor een vervolgopleiding en beroep. Onderdeel van deze aanpak is jongeren in aanraking te brengen met verschillende beroepen, waaronder de aandachtssectoren, haven, techniek en zorg. De aanpak richt zich op vier doelgroepen: leerlingen, ouders, scholen en werkgevers. De actielijn omvat twee doelstellingen: aanpak loopbaanoriëntatie en opleiden voor de arbeidsmarkt. Naast deze doelstellingen is een derde toegevoegd: het project draagt bij aan de verkleining van de mismatch tussen onderwijs en arbeidsmarkt doordat er sprake zal zijn van ‘geleide’ beroepskeuze met bijzondere aandacht voor de tekort-sectoren techniek en zorg. Vaststelling van het plan van aanpak is voorzien in het eerste kwartaal van 2012. Organiseren betrokkenheid bij en noodzakelijke hulp aan de leerling Samen met de GGD en het Rotterdams Offensief is gestart met het invoeren van een persoonsvolgende aanpak in de zorg voor kwetsbare jongeren op het mbo. Op basis van een scan met behulp van de landelijke Zelfredzaamheid Matrix op enkele mbo-scholen, wordt een raming opgesteld van de zorgbehoefte. De GGD zal samen met onder andere Zorgverzekeraar Achmea de benodigde zorg inkopen en in natura aan de onderwijsinstellingen verstrekken. Deze aanpak gaat van start in januari 2012. Versterken in- en doorstroom naar het mbo Doel van deze actielijn is het risico van uitval tijdens de overgang van vmbo naar mbo te verkleinen. Een belangrijk instrument is Intergrip, een administratief programma waarin de overstap van leerlingen van vmbo naar mbo kan worden gevolgd. Dit programma is in het schooljaar 2011–2012 regionaal, en dus ook in Rotterdam, ingevoerd. Daarnaast wordt overwogen om de tijdspanne in de zomervakantie voor overstappers in te vullen met een zomerschool. Hierbij wordt samenwerking gezocht met de vakantiescholen van het programma Beter Presteren. Afgesproken is dat het Rotterdams Offensief alle beschikbare instrumenten zal inventariseren en beoordelen op effectiviteit. Vakonderwijs voor jongeren die een vak willen leren De werkgeversorganisatie en het onderwijs hebben overeenstemming bereikt over de vormgeving van de vakscholen Techniek en het voornemen uitgesproken hiermee in 2012 van start te gaan. Werkschool: een brug naar de arbeidsmarkt De werkschool wordt een netwerkorganisatie die jongeren, met name uit het praktijkonderwijs, duurzaam begeleidt naar werk. In de huidige situatie vallen veel van deze jongere uit op het mbo of ze belanden in de WAJONG. Binnen de werkschool zullen de verschillende partijen zoals school, gemeente en zorginstellingen afstemmen op welk vlak de jongere ondersteund wordt. De werkschool zorgt als netwerkorganisatie voor de coördinatie van de ondersteuning van de jongere. Verzuimaanpak Er is een sterke relatie tussen verzuim (spijbelen) en voortijdig schoolverlaten. Een stevige aanpak van verzuim is een speerpunt van het programma Aanval op de Uitval. Er zijn afspraken gemaakt met de scholen over het verbeteren van de verzuimregistratie en de handhaving van de verzuimregels. Dit heeft geleid tot een toename van het verzuimmeldingen op het po/vo met circa 20% en een toename op het mbo met circa 70%.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 5, Onderwijs | pagina 55
De verzuimaanpak voor 18–23 jarigen is dezelfde geworden als voor leerlingen jonger dan achttien jaar. Met de Onderwijsinspectie is in september 2011 een samenwerkingsovereenkomst getekend over het toezicht op en de handhaving van het schoolverzuimprotocol. De wetswijziging die hiervoor nodig was is ingegaan op 1 januari 2012. Uitvallers in beeld De prognose voor het schooljaar 2010–2011 wijst uit dat ten aanzien van de doelstelling het aantal uitvallers wordt overschreden. Om de doelstelling achteraf toch te halen, zijn deze jongeren alsnog thuis bezocht. Daarnaast is samen met medewerkers van de dienst Stadstoezicht in 2011 een grote groep van 2.126 oude voortijdig schoolverlaters bezocht en is hen een onderwijsaanbod gedaan. De dienst Stadstoezicht heeft hierbij 881 huisbezoeken voor haar rekening genomen. Een dergelijke actie is in het vierde kwartaal van 2011 ook gedaan bij een groep van 600 nieuwe VSV-ers. Flexibele instroom op het mbo Deze actielijn bevindt zich in de ontwikkelingsfase. Deze actielijn wil verscheidene instroommogelijkheden per schooljaar in het middelbaar beroepsonderwijs bewerkstelligen. Er is in Rotterdam een aantal startcolleges, waar tussentijds instromen nu al mogelijk is. Als gevolg van landelijk beleid worden ook de zogenoemde entree opleidingen in het mbo ingevoerd. Wijkscholen In het collegewerkprogramma is opgenomen dat er aan het einde van deze collegeperiode zeven wijkscholen zijn gerealiseerd. Vanaf januari 2011 zijn de wijkscholen Noord, Feijenoord en IJsselmonde operationeel. In december 2011 is dit aantal uitgebreid met de wijkschool Charlois. Vanwege noodzakelijke bezuinigingen is verdere uitbreiding van de vier wijkscholen op dit moment niet mogelijk. Hierdoor kan de collegetarget waarschijnlijk niet volledig worden gerealiseerd. De Nieuwe Kans De Taskforce Jeugdwerkloosheid constateerde in 2006 dat er ongeveer 40.000 jongeren zijn die niet op school zaten en ook niet aan het werk waren. Zij zouden onder dwang heropgevoed moeten worden. In totaal zijn 9 pilot projecten van start gegaan voor deze doelgroep. De Nieuwe Kans is één van de landelijke pilot projecten voor intensieve scholingstrajecten, gefinancierd door het rijk. De Nieuwe Kans is het enige project dat succesvol is gebleken en zal daarom rijksfinanciering ontvangen tot en met 2014. Meetbare voortgang Het ministerie van OC&W meet jaarlijks het aantal nieuwe VSV-ers. Voor het schooljaar 2008–2009 waren er 2.734 voortijdig schoolverlaters. Dit is 6,3% van de totale populatie. Voor het schooljaar 2009–2010 waren dit er 2.597 of 6% van de totale populatie, volgens de definitieve cijfers van november 2011. Dit is 0,3% hoger dan het geplande percentage.
Target: Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs) neemt jaarlijks af met 10% in deze collegeperiode.
Mijlpaal/ planning
Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties.
Mijlpaal/ planning (datum).
Realisatie 2010/nulmeting 6,3% (realisatie schooljaar 2008–2009).
2011
2012
Eindwaarde (2013/anders)
5,0% (planning schooljaar 2010–2012).
,4% 4 (planning schooljaar 2011–2012).
6,0%
5,7% (planning schooljaar 2009–2010).
Handhaving leerplicht 2011 heeft in het teken gestaan van stroomlijnen van de werkprocessen leerplicht. Er zijn twee Leerplichtteams gevormd (Noord en Zuid) en een team Scholen, met daarin o.a. een schoolcontroleteam. Daarnaast is een Informatiecentrum ingericht als backoffice voor de leerplicht. Met ingang van 1 januari 2012 is het mobiel werken voor leerplicht ingevoerd waardoor meer situatie- en locatiegerichte inzet mogelijk is. Al deze wijzigingen leiden tot een snelle reactietijd en meer flexibiliteit. Huisvestingsprogramma / Integraal Huisvestingsplan Het maken van een plan voor leegstandsreductie is verplicht gesteld bij de aanvraag voor een voorziening Onderwijshuisvesting 2013. In december heeft de gemeenteraad het Huisvestingsprogramma 2012 en het Integraal Huisvestingsplan 2012–2015 goedgekeurd en een motie aangenomen die meer nadruk legt op duurzaamheid. Daarop is besloten tot een herijking van het Integraal Huisvestingsplan 2013–2015 in 2012, waarin duurzaamheid een prominente plek krijgt.
pagina 56 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 5, Onderwijs | pagina 57
3.6 pagina 58 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 6 Volksgezondheid en zorg
Beleidsmatige inspanning Volksgezondheid Focus van de inspanning: verbetering van de gezondheid van de Rotterdammers. Target Het college heeft de volgende target vastgesteld: in 2014 een verbetering van de ervaren gezondheid in twee van de zes targetwijken ten opzichte van 2010
Realisatie 2011 Infectieziekte bestrijding Zowel regionaal als landelijk neemt de GGD het voortouw om de publieke gezondheidssector voor te bereiden op nieuwe volksgezondheidsproblemen. Een nieuwe dreiging in de infectieziektebestrijding is de opkomst van bijzonder resistente micro-organismen (BRMO). De meeste antibiotica werken niet bij dit soort bacteriën waardoor mensen kunnen overlijden aan een infectieziekte. De uitbraak in het Maasstad ziekenhuis heeft laten zien dat dit realiteit is. Ook zijn er nieuwe infectieziekten zoals het Schmallenbergvirus dat in december 2011 voor het eerst in Nederland aangetroffen. Dit virus wordt via insecten (knutten) overgedragen van dier op dier. Bij de afdeling soa&seksualiteit staat afstemming tussen de preventie en de curatie centraal, met als doel de preventie optimaal in te zetten bij het bereiken van mensen >24 die soa-onderzoek en behandeling nodig hebben, en het bereiken van jongeren < 25 jaar die een consult seksuele gezondheid nodig hebben. Een afdeling TBC die een groot contactonderzoek aankan is onmisbaar is in een grote stad als Rotterdam. In de tweede helft van 2011 bleken vier mensen werkzaam bij de rechtbank TBC te hebben, waarvan één de besmettelijke vorm. Na een beperkt contactonderzoek was een contactonderzoek onder ongeveer 1.500 mensen nodig. Prestatie-indicatoren 1. Meldingen infectieziektebestrijding (excl. reizigers en TBC, incl. regiogemeenten)
Rekening 2010 847
Begroting 2011 1.350
Rekening 2011 1.329
Medische milieukunde & technische hygienezorg In 2011 is het collegeprogramma Samen Werken aan Goede Gezondheid (SWGG) goed verbonden met het collegeprogramma Duurzaamheid. Zowel vanuit gezondheid als vanuit milieu wordt gewerkt aan een duurzame leefomgeving, waarbij SWGG de nadruk legt op de wijken met de minst goede gezondheid. De targets met betrekking tot de fysieke leefomgeving van het programma SWGG waar de GGD zelf eerste trekker van is, binnenmilieu woningen en scholen, zijn in een vergevorderd stadium. Het binnenmilieu op scholen kreeg in 2011 (evenals in voorgaande jaren) veel aandacht van de GGD door middel van vele schoolbezoeken met advies-op-maat en deelname aan de werkgroep Frisse scholen Vanwege bezuinigingen is echter besloten om de pro-actieve inzet voor een gezond binnenmilieu in 2012 te verminderen. Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 6, Volksgezondheid en zorg | pagina 59
Bij de overige drie targets op gebied van groen en geluid wordt goed samengewerkt met Stadsontwikkeling, DCMR en de deelgemeenten). In het begin van het jaar heeft Medische milieukunde een belangrijke rol gespeeld in de advisering na de brand bij ChemiePack in Moerdijk. De samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en GGD Zuid-Holland Zuid was hierin goed. Alle instellingen die in 2011 een hygiëne-inspectie behoefden, zijn geïnspecteerd. Dit betreft alle verblijfsinrichtingen en alle tatoe- en piercingstudio’s en seksclubs waarvan de vergunning afliep. Ten behoeve van hygiëne-inspecties op schepen in de Rotterdamse haven is in 2011 een verbeterslag in de kwaliteit voorbereid, om zo in 2012 goed aan de International Health Regulations te voldoen. Brede zorgcoordinatie volwassenen In 2011 zijn de kaders voor de publieke gezondheid in Rotterdam uitgewerkt. Dit is een wettelijke taak. Deze zijn vastgelegd in de “Kadernota Gezondheidsbeleid Rotterdam 2011–2014” (met als titel “Gezonde Stad”) die op 26 januari 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld. Kernpunten binnen deze nota zijn: – het versterken van de gezondheid door inlopen van gezondheidsachterstanden bij sociaaleconomisch zwakkere groepen, – gezondheid is zowel doel als middel, een randvoorwaarde voor een gezonde economie (wie gezond is kan meedoen) en voor een gezonde en goed functionerende Rotterdamse samenleving, – extra ondersteuning aan jeugdigen en hun ouders daar waar een probleemloze ontwikkeling naar volwassenheid minder vanzelfsprekend is, – een vangnet en ketenaanpak voor kwetsbare groepen. Gezondheidswinst is, naast inzet binnen het klassieke gezondheidsdomein, vooral ook te halen buiten het gezondheidszorgdomein, zoals op het gebied van sportparticipatie, onderwijs en leefomgeving. Kern daarin is investeren in een gezonde ontwikkeling van de jeugd. Nadere uitwerking van de uitgangspunten in activiteiten in de kadernota vindt onder meer plaats in een drietal programma’s uit het Collegewerkprogramma met een directe focus op gezondheid: Ieder Kind Wint (kinderen en hun ouders), Samenwerken aan een Goede Gezondheid (mensen met een (dreigende) gezondheidsachterstand vanwege hun sociaal economische situatie) en Kwetsbare Personen. In het meerjaren actieprogramma Samenwerken aan een Goede Gezondheid (SWGG) zetten wij met name in op samenwerking met partners van buiten het klassieke gezondheidsdomein om tot verbetering van de gezondheid te komen, langs de lijnen opleiding en arbeidsparticipatie, een gezonde leefstijl en gedrag (via o.a. de eerstelijns gezondheidszorg), een gezonde fysieke leefomgeving (luchtkwaliteit – binnen en buiten –, geluid, groen, inrichting van de fysieke ruimte) en een gezonde sociale omgeving (veiligheid, participatie, integratie en sociale cohesie). Aanvullend wordt in zes wijken een integrale en wijkgerichte aanpak ontwikkeld waarbij vooral met Rotterdammers zélf wordt samengewerkt; Dit om condities te scheppen die het nemen van verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid vanuit eigen kracht versterkt. De targetwijken zijn: Bloemhof, Afrikaanderwijk, Hillesluis, Tarwewijk, Lombardijen en Nieuwe Westen. Nulmeting Target: aan het eind van deze collegeperiode is Afrikaanderwijk: 32.8 de gemiddelde ervaren gezondheid in ten- Bloemhof: 30.5 minste twee achterstandswijken met 10% Hillesluis: 26.9 verbeterd ten opzichte van 2010 Tarwewijk: 18.8 Nieuwe Westen: 19.1 Lombardijen: 22.0
Mijlpaal/ planning 2011
Realisatie 2011
Twee wijken + 3%
Afrikaanderwijk: 32.5 + 1% Bloemhof: 28.5 + 7% Hillesluis: 26,8 0% Tarwewijk: 23.1 - 23% Nieuwe Westen: 21.6 - 13% Lombardijen: 24.8 - 12%
In het najaar van 2011 is het programma SWGG vastgesteld door het college en daarmee in de uitvoeringsfase gekomen. Gezien de recente start heeft het programma de uitkomst van de tussenmeting over de ervaren gezondheid in de sociale index (SI) over 2011 nog nauwelijks kunnen beïnvloeden. De SI 2012 laat een wisselend beeld zien ten aanzien van de ontwikkeling van de cijfers ervaren gezondheid in de zes target wijken. Twee targetwijken in Feijenoord laten een verbetering zien, één een gelijkblijvende score. De andere drie targetwijken laten een verslechtering zien. In deelgemeente Feijenoord is de inzet vanuit de SWGG-wijkgezondheidmakelaar eerder gestart dan in de andere targetdeelgemeenten. Naast leefstijl hangt hoe mensen zich voelen en dus hun gezondheid ervaren sterk samen met omstandigheden als het hebben van werk, inkomen, opleidingsniveau, leefomgeving en het functioneren van zorg en welzijn. Gezien de algemene trend van verslechtering van de items op de sociale index en de ervaren gezondheid is de achteruitgang van de ervaren gezondheid in de drie laatste targetwijken daarom te verwachten.
pagina 60 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
De uitvoering van alle in SWGG opgenomen doelen ligt op schema. De voortgang hiervan wordt gemonitord en daar waar mogelijk én relevant gemeten op o.a. de invloed op de ervaren gezondheid. Na de zomer van 2012 wordt aan de raad een eerste voortgangsrapportage SWGG toegezonden. Het programma Van Klacht naar Kracht is in 2011 afgerond en mede in samenhang met het programma SWGG wordt nu gewerkt aan de opvolger van VKNK, namelijk ‘Beweegkracht Rotterdam’. Hierin wordt op basis van het Collegewerkprogramma ook gewerkt aan een stedelijke aanpak van Overgewicht. Op het beleidsterrein verslavingszorg is hard gewerkt aan de ontwikkeling van het programma Drugs & Alcohol. Het programma richt zich op het terugdringen van de negatieve effecten van drugs- en alcoholgebruik onder jongeren en draagt bij aan collegeprioriteiten zoals het terugdringen van schooluitval, het terugdringen van geweld en het bevorderen van gezondheid. Vooruitlopend op het programma is in 2011 al gestart met een Aanvalsplan ROC’s omdat daar verslavingsproblematiek onder studenten groot is. Er is aansluiting gezocht bij Europese verslavingsnetwerken, hetgeen heeft geresulteerd in een eerste Europese subsidie. Ook is in diverse deelgemeenten gestart met PvA’s voor drugs & alcohol, hetgeen heeft geresulteerd in het binnenhalen van het Zonmw project “Blowen is niet normaal” in de deelgemeenten Charlois en Delfshaven. Het programma Drugs & Alcohol heeft inmiddels alle adviesgremia doorlopen en wordt in februari 2012 vastgesteld. Bij de Medische Advisering & Indicatiestelling (MA&I) zijn de activiteiten in een businesscase vertaald naar markttaken en naar een werkwijze gericht op het bereiken van een budgettair neutraal niveau. De vaste formatie is sterk teruggebracht en er wordt, afhankelijk van opdrachten, veel meer gewerkt met een flexibele schil door inhuur van derden.
Beleidsmatige inspanning Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Focus van de inspanning: meer kinderen groeien op in een stabiele en kansrijke gezinssituatie.
Realisatie 2011 Centrum voor jeugd en gezin Het CJG heeft in 2011 in afstemming met de GGD Rotterdam–Rijnmond de KIEN methodiek ontwikkeld. KIEN staat voor “Kwaliteit voor Ieder kind door Effectief en Efficiënt Noodzakelijke jeugdgezondheidszorg”. KIEN is een vernieuwende aanpak van het werk van de jeugdgezondheidszorg (JGZ): daar waar nu ieder kind dezelfde 16 individuele contactmomenten aangeboden krijgt, gaat CJG Rijnmond differentiëren op basis van de behoeften van het kind en de ouders. Implementatie van KIEN in Rotterdam is voorzien medio 2012. Het CJG heeft in 2011 een bereikcijfer van 96% behaald. Samenhang/integratie beleid jeugdgezondheidszorg IKW / Decentralisatie Centraal staat het programma IKW2/Decentralisatie Jeugdzorg. In juni 2011 heeft de gemeenteraad het programma “Ieder Kind Wint, zorg voor de toekomst” besproken. U hebt zich achter de ambities van het programma geschaard. Op onderdelen is aanpassing nodig gebleken in verband met de bestuursopdracht OGOR-jeugd (zorgcoördinatie) en de verbreding van de opgave door de decentralisatie jeugdzorg. In het programma IKW is hier reeds op vooruitgeblikt. De decentralisatie bouwt voort op wat met IKW is gestart en biedt de mogelijkheid tot het maken van een extra stap. De ambities vanuit “Ieder kind wint, zorg voor de toekomst” en de decentralisatie Jeugdzorg zijn zodanig met elkaar verbonden dat wij deze in gezamenlijkheid hebben opgepakt. In de laatste maanden van 2011 is gewerkt aan de inhoudelijke verkenning van de decentralisatie-opgaven. Samen met de andere gemeenten binnen de stadsregio Rotterdam is een gemeenschappelijke agenda vastgesteld. Aansluitend hieraan wordt een Rotterdamse Ontwikkelagenda 2012–2015 opgesteld. De ontwikkelopgave voor de stad wordt uitgewerkt langs de volgende programmalijnen: – Sterke basis; kinderen en jongeren groeien gezond en veilig op. – Professionals aan zet; kinderen, jongeren en gezinnen krijgen de zorg die nodig is. – Sturen op zorg voor de jeugd; verankeren van de beoogde effecten in de wijze van sturing. Gezonde School Er zijn, volgens planning, 65 scholen die nu structureel en planmatig aan gezondheidsbevordering werken. Gezondheidsbevordering is hier als verantwoordelijkheid van de school en met begeleiding vanuit Gezonde School in het beleid verankerd. Daarnaast worden alle scholen, po en vo, die ondersteuning op preventieve interventies wensen bediend. Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 6, Volksgezondheid en zorg | pagina 61
Programma Klaar voor een Kind Hier wordt aan gewerkt door zorginterventies en het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de zwangerschapsketen. De uitvoering verloopt volgens plan, rapportages geboorte-uitkomsten en zorgprocessen zijn verschenen. De overdracht van verloskundige zorg naar het CJG is gerealiseerd. 1e en 2e lijns zorgprofessionals, CJG, kraamzorgorganisaties, zorgverzekeraar, Erasmus MC en HRO zijn hierbij nauw betrokken en er zijn verbindingen met de programma’s IKW en SWGG gelegd. Aktieprogramma voeding en Beweging Binnen het actieprogramma Rotterdam Lekker Fit! worden onder meer de volgende projecten uitgevoerd – Gezonde School Kantine en – Lekker Fit 0-4 jaar. Plan van aanpak IKGG (Ieder Kind een Gezond Gezin) Het betreffen hier de Social teams die extra ondersteuning geven aan Rotterdamse huishoudens met kinderen om de basale zaken op orde te brengen. De voorgenomen uitbreiding in fte’s en budget is in het kader van de bezuinigingen stopgezet. Ook de ontwikkeling van een Kenniseenheid gaat niet door. Sisa Sisa staat voor Stadsregionaal instrument sluitende aanpak. Sisa is een signaleringssysteem dat voor professionals risicojeugd in de gehele Stadsregio Rotterdam in beeld brengt. Sociaal Medische Indicatie De aanscherping van het beleid kinderopvang op sociaal-medische indicatie heeft er toe geleid dat in 2011 een goed begin is gemaakt met het bedienen van de doelgroep voor wie de regeling SMI (Sociaal Medische Indicatie) echt noodzakelijk is. Er is een daling ingezet van de aanmeldingen, de looptijd en financiën. Dit heeft er in geresulteerd dat de uitgaven in 2011 binnen het financiële kader zijn gebleven, zoals afgesproken in de voorjaarsretraite. Onzekerheid hierbij zijn de uitkomsten van eventuele bezwaar- en beroepsprocedures tegen: – de duur en omvang van de toegekende opvang, en – de afwijzing van kinderopvang op grond van het bereiken van het subsidieplafond. Inspectie Kinderopvang De Inspectie van het Onderwijs heeft in december vastgesteld dat de gemeente Rotterdam geen achterblijvende gemeente meer is met betrekking tot de handhaving. Dit geldt niet voor het toezicht. Dit is in 2011 meer risico-gestuurd ingevuld. Zo’n 10% van alle locaties kinderdagverblijven en buitenschoolse opvang is niet bezocht. Alle inspecties zijn uitgevoerd binnen de normtijd. Het inspectiebeleid voor 2012 is ontwikkeld mede op basis van het landelijk model risicogestuurd toezicht. Locaties worden ingedeeld naar risicocategorie aan de hand van een landelijk vastgesteld risicoprofiel. Bestuursopdracht OGOR In het najaar heeft het college samen met de deelgemeentebesturen de bestuursopdracht OGOR-jeugd gegeven aan de directeur GGD. Voor deze bestuursopdracht is gewerkt aan het vereenvoudigen van de zorgcoördinatie, ook wel het herontwerp van de jeugdketen genoemd. Verder zijn de interventies van het jeugdbeleid in kaart gebracht, om de noodzakelijke herschikking binnen het jeugdbeleid zoveel als mogelijk op basis van de inhoud vorm te geven. Jeugdconsul De jeugdconsul functioneert als hoogste escalatieniveau in individuele casuïstiek en is adviseur van het college ten aanzien van het functioneren van de jeugdsector. De jeugdconsul heeft de opdracht om crisissituaties in de hulpverlening aan multiprobleemgezinnen en -jongeren op te lossen en stagnerende zorgtrajecten weer in beweging te krijgen. Daartoe wordt ingezet op een integrale, efficiënte en effectieve samenwerking door alle betrokken partijen volgens het principe één kind, één gezin, één plan, één regisseur. De jeugdconsul heeft, binnen wettelijke kaders, doorzettingsmacht om in complexe gevallen een doorbraak te realiseren. Door met alle betrokken partijen casussen te evalueren en leerpunten te formuleren, wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan verbetering van het systeem van zorg- en hulpverlening. Op dit moment worden de mogelijkheden verkend om de functionaliteit jeugdconsul uiterlijk ten einde van deze collegeperiode onder te brengen en te borgen binnen de bestaande organisatie.
pagina 62 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Beleidsmatige inspanning Kwetsbare personen en huiselijk geweld Focus van de inspanning: elke Rotterdamse burger draagt iets bij. aan de samenleving. Daar waar sprake is van belemmeringen bieden we ondersteuning. Target Het college heeft de volgende collegetarget vastgesteld: “Aan het eind van deze collegeperiode is er bij 9.200 zeer kwetsbare Rotterdammers sprake van een stabiele situatie voor leefgebieden zoals wonen, zorg, justitie, dagbesteding (werk, stage, scholing), inkomen en sociaal netwerk”. Realisatie 2011 In 2011 is een wezenlijke bijdrage geleverd aan het programma Kwetsbare Personen. Deze inzet richtte zich op het deelprogramma Maatschappelijke Opvang II (volwassen dak- en thuislozen, zwerfjongeren en chronisch psychiatrisch patiënten met meervoudige problematiek) en op het deelprogramma Kortgestraften/Preventief gehechten (Justitiabelen). De inzet betrof zorgcoordinatie & monitoring (d.m.v. ondermeer trajectregie) en beleidsondersteuning/ketenregie op de samenwerking. Programma Kwetsbare personen Begin 2006 lanceerden het Rijk en de G4 het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang (PvA MO) om gezamenlijk de dak- en thuisloosheid aan te pakken. Het PvA MO was een doorbraak en een inhaalmanoeuvre. Maar zonder inzet op het voorkomen van dakloosheid, ontstaat via ‘natuurlijke aanwas’ opnieuw een groep dak- en thuislozen. Het is dan ook belangrijk om dit te voorkomen. Het programma Kwetsbare personen is een meerjarig programma dat zich richt op de 30.000 kwetsbaarste Rotterdammers. De doelgroepen van het deelprogramma MO II (dak- en thuislozen, meervoudig/GGZ en zwerfjongeren) maken, samen met kwetsbare jeugd, kwetsbare ouderen en justitiabelen, onderdeel uit van deze groep kwetsbare burgers. Hoewel er in het straatbeeld in 2011 nog niet trendmatig wat te merken was van meer dakloosheid, zijn de voortekenen er volgens de experts wel. Ook de rijksmaatregelen in het zorgstelsel komen hard aan bij kwetsbare personen, omdat zij veel gebruik maken van meerdere regelingen uit het zorgstelsel, zorg mijden en bureaucratisch minder vaardig zijn. Dit cumulerende effect kan de aanpak ondermijnen en pakt dan financieel veel duurder uit voor de gemeente. Er is een lobby gestart richting het Rijk om vanuit maatschappelijk effect eventuele ongewenste neveneffecten van de rijksmaatregelen aan te pakken. Plan van aanpak MO II Eind 2011 waren er in totaal 2275 unieke dak- en thuislozen (van 23 of ouder) op enig moment in een stabiele situatie gekomen. Het PvA MO II is oa. gericht op het laten wonen (met zorg) van mensen. Op 12 december 2011 lanceerde de Contractgroep MO het concept ‘Thuishavens – maatschappelijk herstel en welkom voor kwetsbare personen’. Hiermee verbinden de ketenpartners zich aan de gemeentelijke ambitie voor de doelgroep uit de maatschappelijke opvang; de zelfredzaamheid van kwetsbare personen verder brengen. Dakloosheid als gevolg van huisuitzettingen, na detentie of door uitval uit zorg komt bijna niet meer voor. Echter de druk op het Meldpunt preventie huisuitzetting stijgt, maar dit leidt door het vroegtijdig interveniëren vooralsnog niet tot meer dakloosheid. Daarnaast zien we dat de oorspronkelijke langdurig verslaafde doelgroep dak- en thuislozen langzaam verschuift naar een nieuwe instroom van dakloze mensen met andere, maar niet minder complexe, problematiek. Dit is een belangrijk aandachtspunt binnen het deelprogramma MOII. In 2011 is gestart met de implementatie van het meetinstrument ‘Zelfredzaamheidsmatrix’. Hierdoor kan objectiever gemeten worden wat het aangeboden integrale traject voor effecten heeft op de belangrijkste leefgebieden van een kwetsbaar persoon. Er is regie op zwerfjongerentrajecten gerealiseerd en er is een trajecttoewijzingscommissie voor dakloze volwassenen met kinderen opgericht. Realisatie Collegetarget Zelfredzaamheid / kwetsbare personen
3.950
3.044
De target kwetsbare personen geeft aan wat er per 31–12–2013 gerealiseerd moet zijn: 9.200 stabiele situaties. Het aantal stabiele situaties ligt op peildatum (31–12–11) circa 900 onder plan. Het aantal trajecten ligt op peildatum (31–12–11) circa 850 onder plan.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 6, Volksgezondheid en zorg | pagina 63
Dit heeft verschillende oorzaken: 1. De invoering van de persoonsgerichte aanpak voor de doelgroep meervoudig/GGZ heeft eind 2011 haar beslag gekregen. Nieuwe casuïstiek uit de doelgroep meervoudig/GGZ wordt vanaf 1 januari 2012 meegeteld. Bestaande casuïstiek is geijkt op trajecten/stabiele situaties. Op basis van telling ligt het aantal stabiele situaties voor 2011 met 599 ruim boven de geplande 500. 2. Het aantal stabiele situaties van de doelgroep volwassen dak- en thuislozen MOI is per 31 december 2010 bepaald op 2.108. In 2011 kwamen daar volgens de oude definitie 374 stabiele situaties bij. Gekozen is echter om het aantal stabiele situaties volgens de nieuwe definitie op te nemen: 84. Hiermee komt de tussenstand voor MOII/volwassenen op 2.192 (108 onder planning). 3. Voor de doelgroep kwetsbare jongeren op het MBO heeft het herontwerp van de zorgstructuur geleid tot een nieuwe definiëring, omvangschatting en ontwerp voor de doelgroep kwetsbare jongeren. Daardoor is er geen oogst in 2011. In de 1e helft 2012 oogsten we de eerste trajecten en eind 2012 stabiele situaties. 4. Binnen het Plan van Aanpak MO II ligt het aantal zwerfjongeren in traject ver boven verwachting (1.021 om 400). De realisatie ligt met 253 stabiele situaties 53 boven plan. Een groot deel hiervan is te verklaren doordat de trajecten nu voor de eerste keer in de registratie zijn meegenomen. Er vallen twee zaken op binnen dit werkveld. Een hardnekkige groep van moeilijk plaatsbare gedragsgestoorde jongeren uit de pleegzorg (waar ook licht verstandelijk beperkingen een rol spelen) en een laag besef van problematiek bij de jongeren zelf, manifest op het gebied van schulden, werk en scholing, waardoor jongeren moeilijk vroegtijdig in traject komen. Hier wordt ingezet met een geïntegreerde aanpak met diensten en organisaties. LZN De Lokaal Zorgnetwerken hebben 3.077 meldingen ontvangen (waarvan 2.351 voor de gemeente Rotterdam). Hier vallen de LZN-meldingen met als hoofdreden huiselijk geweld buiten, omdat deze meldingen worden opgepakt door het LTHG. In 2011 wordt dit cijfer voor het eerst losgekoppeld van de LZN-resultaten. De LZN’s hebben bijgedragen aan de Convenanten Preventie huisuitzettingen en Aanpak woonoverlast. Met waterbedrijf Evides is een convenant afgesloten om waterafsluitingen te voorkomen en (tijdig) hulp te bieden aan gezinnen waar signalen zijn van multiproblematiek. Het LZN heeft in 2011 in haar werkwijze de aansluiting gemaakt met het nieuwe programma Kwetsbare Personen, onderdeel Maatschappelijke Opvang II. In 2011 is gestart met de voorbereiding van de samenvoeging van de LZN en LTHG om de gewenste efficiencyslag te maken, om tevens bezuinigingen vorm te geven en om vooruit te lopen op de nieuwe vereenvoudigde zorgcoördinatiestructuur binnen de gemeente Rotterdam. Vervuilingaanpak De aanpak vervuiling is gericht op mensen die hun woning en/of hun woonomgeving verwaarlozen en vervuilen omdat ze complexe problemen hebben en daardoor beperkt zijn in hun dagelijks functioneren. Dit uit zich in verwaarlozing, vervuiling, brandgevaar en/of overlast door stank en/of ongedierte. In aanvulling op de aanpak bemoeizorg (LZN) heeft de GGD Rotterdam-Rijnmond hiervoor een aantal specialisten in dienst. De aanpak is tevens gericht op het voorkomen van een recidive en op maatschappelijk herstel van betrokkene(n). In Rotterdam en omgeving zijn er 255 meldingen van vervuiling gedaan in 2011. Huiselijk geweld Actieprogramma Veilig Thuis Het actieprogramma huiselijk geweld en kindermishandeling 2011–2014 “Veilig Thuis” is door het college B&W vastgesteld. Hdet doel is dat ieder kind kan opgroeien en zich kan ontwikkelen in een veilig thuis en (als) volwassenen geweldloos kunnen samenleven. Binnen dit programma heeft de aanpak van kindermishandeling de komende jaren een hoge prioriteit gekregen. Onder de definitie kindermishandeling wordt ook het getuige zijn van huiselijk geweld begrepen. Als belangrijke programma-prestatie-indicator 2014 is opgenomen: voor 80% van de ASHG meldingen wordt een passend zorgaanbod aangeboden. Rekening houdend met een systeemgerichte aanpak op pleger, slachtoffer en kind is het programma zeker ambitieus te noemen. In 2011 is hiervoor een nulmeting gedaan waarbij in 2010 een percentage van 46% is gemeten. De protocollering en uitvoering van het (vaker) inzetten van huisverbod bij kindermishandeling is opgepakt en zal begin 2012 met een pilot zijn beslag krijgen. In 2011 werd wel bezuinigd op de aanpak van Huiselijk geweld en Kindermishandeling. De totale begroting bedroeg in 2011 7,9 mln ( 8,2 mln in 2010) De bezuiniging werd vorm gegeven door het verminderen van de preventie activiteiten, het verlagen van de te verlenen subsidies en de inzet op samenvoeging van LZN en LTHG. ASHG en huisverbod In 2011 is een stijging waarneembaar van de meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling en dat is een goed teken van de effectiviteit van de (Rotterdamse) meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, die inmiddels regionaal is opgepakt. Binnen Rotterdam zijn meer dan 400 organisaties aangesloten en zijn bijna 400 aandachtsfunctionarissen aangesteld.
pagina 64 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
De meldcode krijgt ook landelijke navolging door de invoering van de wet Verplicht meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling in 2012. We krijgen zo meer zicht op de ijsberg die wordt geschat op ongeveer 17.500 gezinnen in de regio Rotterdam. Inmiddels zijn er 5007 unieke casussen (cijfer 2010) in beeld gekomen waar enige vorm van interventies of actie op ondernomen is. De indicatie voor de vrouwenopvang is dit jaar naar het ASHG gegaan, natuurlijk in een goede samenwerking met stichting Arosa. Ook het nog steeds toenemende aantal huisverboden (378 in 2011) voor gemeente Rotterdam legt een forse druk op de uitvoering. De spanning tussen de bezuinigingsopgave en de hoeveelheid meldingen is merkbaar en vraagt om een zorgvuldige balans, goed management en ondersteuning van de medewerkers. Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond De GGD participeert actief in het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond (VHRR). Voor de plegers, slachtoffers en kinderen van huiselijk geweld worden integrale trajecten uitgezet met de ketenpartners (GGD regisseert op zorg en huisverbod). Voor de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling is op verzoek van stuurgroep VHRR namens de gemeente vanuit de GGD een procesregisseur aangesteld die tevens lid is van het MT van het VHRR. Ouderenmishandeling Het stedelijk team ouderenmishandeling heeft in 2011 125 zaken afgehandeld, waarvan in meer dan 60% van de gevallen sprake was van financiële uitbuiting. Landelijk heeft Rotterdam het grootste aandeel gehad in deze doelgroepaanpak, maar ook hier is nog maar een klein deel van de problematiek zichtbaar.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 6, Volksgezondheid en zorg | pagina 65
3.7 pagina 66 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 7 Participatie
Beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie Focus van de inspanning: onze ambitie is het verhogen van de arbeidsparticipatie; we willen dat iedereen iets terug doet voor zijn uitkering.
Realisatie 2011
Inzet om het verhogen van de arbeidsparticipatie in Rotterdam wordt gecombineerd met een grotere eigen inspanning van mensen met een uitkering. De context waarin we dit doen is aan grote veranderingen onderhevig. Onze ambitie is het verhogen van de arbeidsparticipatie. Vanuit de clusters SO en MO is in 2011 een start gemaakt met het herontwerp van de werkgeversaanpak. Hierbij staat de behoefte van de ondernemer/werkgever centraal. Op basis van businesscases worden door strategisch integraal accountmanagement integrale – op de vraag van de ondernemer toegesneden – proposities geformuleerd. Vanaf medio 2012 wordt de werkgever de passende infrastructuur geboden om het arbeidspotentieel van werkzoekende Rotterdammers maximaal te ontsluiten. Betaald werk is het hoogste doel, maar als betaald werk (nog) niet binnen het bereik ligt zijn mensen actief door een nuttige bijdrage aan de stad te leveren. Mensen die meedoen, vergroten hun eigenwaarde, ontwikkelen hun zelfredzaamheid en zijn over het algemeen mentaal en fysiek fitter. Bij het opstellen van de collegetargets is hier rekening mee gehouden. Enerzijds wordt ingezet op de uitstroom naar werk, anderzijds wordt voor klanten die nog niet kunnen uitstromen ingezet op de stijging op de Participatieladder. Begin 2011 is het Meerjarenplan Beleidskader Werk en Re-integratie 2011–2014 en het Activiteitenprogramma Werk en Re-integratie 2011 vastgesteld. Door middel van de tertaalrapportage Werk en Re-integratie is uw commissie MVSP geïnformeerd over de voortgang op het activiteitenprogramma. Collegetargets Als target is vastgesteld dat we in deze collegeperiode 20.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers activeren; – 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk, – 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder. 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk Tabel 1: uitstroom naar werk 2010 Mijlpaal 1.800 Realisatie 2.028 * Saldo 228 * Realisatie target uitstroom naar werk vanaf 1 april 2010
2011 2012 2.500 2.500 2.378 - 122
2013 2.500
2014 700
Totaal 10.000 4.406 5.594
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 67
Volgens het Definitieboekje is er sprake van uitstroom naar werk wanneer de bijstandsgerechtigde Rotterdammer – die een uitkering ontvangt op grond van de WWB (Wet werk en bijstand) of de WIJ (Wet investeren in jongeren) – arbeid in loondienst verricht of werkt als zelfstandige en daardoor niet langer is aangewezen op een uitkering op grond van de WWB of inkomensvoorziening in het kader van de WIJ. Het gaat bij meting van deze target om unieke personen die duurzaam uitstromen. Als een bijstandsgerechtigde Rotterdammer tijdens deze collegeperiode uitstroomt naar werk maar daarna terugvalt in de uitkering dan wordt dit gecorrigeerd op het totaalcijfer totdat deze persoon opnieuw uitstroomt. De realisatie van de uitstroom naar werk is in 2011 licht achter gebleven ten opzichte van de gestelde targets. Het realiseren van de totale collegetarget (over de volledige collegeperiode) verloopt echter volgens planning, doordat er in 2010 een hogere uitstroom is gerealiseerd. De verklaring voor de lagere realisatie in 2011 ligt in de slechte economische situatie en de doorwerking daarvan op de arbeidsmarkt. Uit de cijfers van het CBS (economische groei tegengevallen) blijkt dat de groei van de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2011 verder is vertraagd en zelfs tot stilstand is gekomen. Ook blijkt (CBS, arbeidsmarkt in vogelvlucht) dat het aantal vacatures in het laatste kwartaal van 2011 is gedaald. Waarschijnlijk heeft ook de door de bezuinigingen ingegeven afbouw van het re-integratie instrumentarium effect gehad op de uitstroom naar werk, maar dit is niet te kwantificeren. De extra inspanningen uit het plan van aanpak ‘Beperking tekort op de WWB en de WIJ’ hebben een positieve invloed gehad. 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers ontwikkelen zich omhoog op de participatieladder Tabel 2: indeling op de participatieladder Trede 1, Geïsoleerd Trede 2, Sociale contacten buiten de deur Trede 3, Deelname georganiseerde activiteiten Trede 4, Onbetaald werk Trede 5, Betaald werk met ondersteuning Onderhanden werk Totaal
01–01-2011
31–12–2011
2.720 14.607 9.053 3.505 1.997 948 32.830
2.729 15.755 8.282 3.348 1.779 1.347 33.240
Gestegen in 2011 560 2.267 683 100 51 0 3.661
Gedaald in 2011 0 172 796 492 370 111 1.941
* Nulmeting eind 2010 uitgevoerd
Per 1 januari 2011 is het totale bijstandsbestand gescoord op de participatieladder, waarmee de nulmeting voor deze target heeft plaatsgevonden. Conform de afspraken in het Definitieboekje van het collegewerkprogramma wordt jaarlijks per 31 december gerapporteerd over de mijlpalen3. Voor 2011 is een mijlpaal van 3.000 personen die doorstromen op de participatieladder gedefinieerd. Omdat een dergelijke target voor het eerst was opgenomen en dus geen referentiecijfers beschikbaar zijn is daarbij aangegeven dat eind 2011 de situatie geëvalueerd zou worden. In de tabel worden de nulmeting (1 januari 2011) en de tweede meting op 31 december 2011 gepresenteerd. Dit zijn twee statische metingen die inzicht geven in de trede indeling van het bestand op dat moment. De meting vindt plaatst over het totale bestand. Door de in- en uitstroombewegingen zijn de personen in de twee metingen niet identiek. Vandaar dat de cijfers over stijging en daling dan ook niet de som zijn van het verschil tussen deze twee metingen. Het cijfer ‘gestegen in 2011’ geeft aan hoeveel unieke personen vanaf die treden het afgelopen jaar zijn gestegen. Het cijfer is gecorrigeerd voor personen die gedurende dat jaar weer gedaald zijn. Dus 683 personen die zich op 1 januari 2011 op trede 3 bevonden zijn dit jaar gestegen op de ladder. 796 andere personen zijn vanaf trede 3 gedaald op de ladder. Het is op basis van de beschikbare cijfers niet te bepalen naar welke treden deze personen gestegen dan wel gedaald zijn. De voor 2011 gestelde mijlpaal waarbij 3.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers zich omhoog ontwikkelen op de participatieladder is gerealiseerd. Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er gedurende het jaar in totaal 3.661personen één of meerdere treden zijn gestegen op de participatieladder. Deze stijging is zoals gezegd gecorrigeerd voor mensen die in de loop van het jaar zijn teruggevallen. Ook de uitstroom naar werk (trede 6) wordt niet meegeteld. In 2011 zijn overigens 1.941 personen één of meerdere treden gedaald op de participatieladder. Full engagement / Werken naar vermogen Het doel van full engagement is dat alle mensen met een gemeentelijke uitkering of inkomensvoorziening actief zijn en een tegenprestatie leveren voor de uitkering van minimaal 20 uur per week. Het liefst natuurlijk in de vorm van betaald werk maar als dat niet mogelijk is in de vorm van (onbeloonde) maatschappelijke nuttige werkzaamheden (waaronder vrijwilligerswerk). Het gaat hier dus om meedoen naar vermogen. Primair heeft de uitkeringsgerechtigde hierbij de verantwoordelijkheid om met voorstellen te komen, indien nodig ondersteund, bij het zoeken naar invulling van de tegenprestatie voor de uitkering.
3
Op 3 december 2010 is uw raad geïnformeerd over de collegetargets en bijbehorende difinities.
pagina 68 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
De eigen verantwoordelijkheid van de werkzoekende om aan de slag te gaan via maatschappelijk nuttige werkzaamheden heeft door enkele ontwikkelingen sterk aan betekenis gewonnen. Zo betekenen afnemende middelen vanuit het Participatiebudget dat de mogelijkheden om uitkeringsgerechtigden re-integratiedienstverlening aan te bieden steeds beperkter worden. Deze bezuinigingen hebben met name gevolgen voor klanten die niet op korte termijn kunnen uitstromen uit de uitkering. Daarnaast heeft de gemeente zich voorbereid op wijzigingen in de Wet werk en bijstand (WWB) en de aangekondigde invoering van de Wet werken naar vermogen (WWnV), waarbij van uitkeringsgerechtigde wordt verlangd dat zij een tegenprestatie naar vermogen moeten leveren. Het college heeft dan ook besloten om de aanpak van full engagement in 7 wijken te starten. Na Overschie en Tarwewijk is in september 2011 gestart in nog 5 wijken (Oud-Crooswijk, Tussendijken, Bloemhof-Noord, Pendrecht-Noord en delen van het Oude Noorden). In september 2012 worden de resultaten van full engagement geëvalueerd en zal de gemeenteraad worden geïnformeerd, mede met het oog op de invoering van de Wet werken naar vermogen. Tussentijds ontvangt de Raad via de tertaalrapportages info over de voortgang. Jongeren In de aanpak van jeugdwerkloosheid is conform het algemene beleid de inzet op eigen verantwoordelijkheid, het behalen van de startkwalificatie en het ontzien van het P-budget en I-deel verder versterkt. Voor alle uitkeringsgerechtigden- ook voor jongeren- geldt vanaf 1 juli 2011 een inspanningsperiode. Vanaf 1 juli 2011 is het aantal jongeren met een WIJ-inkomensvoorziening gaan dalen zowel op het Jongerenloket als op de Werkpleinen. Dit lijkt direct verband te houden met de lokale invoering van de inspanningsperiode en de strakkere handhaving/uitvoering van het Schoolfirstprincipe onder andere naar aanleiding van de Match en Werk bijeenkomsten. Er is namelijk geen grond voor deze daling te vinden in de ontwikkeling van de jeugdwerkloosheid in Rotterdam. Over 2011 is het (WIJ) jongerenbestand gedaald met 11% naar 3.231. Per 1 december 2011 is de wijziging van de Verordening Wet investeren in jongeren in werking getreden met betrekking tot de verlaging van de norm voor schoolverlaters gedurende zes maanden. In verband met het vervallen van de WIJ per 1 januari 2012 is deze regeling overgenomen in de nieuwe Verordening toeslagen en verlagingen WWB. WSW In 2011 is het landschap van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) veranderd, door een forse bezuiniging op de uitvoering van de WSW en de aankondiging van de Wet werken naar vermogen (Wwnv). De Rotterdamse taakstelling is negatief bijgesteld. Hierdoor ontstond er in 2011 een overrealisatie die niet in 2011 kon worden ingelopen. De Wsw-realisatie over 2011 is als volgt verdeeld: – Roteb (2398 SE). – Stadstoezicht (81 SE). Binnen Roteb is de verdeling over beschut, groepsdetacheringen, individuele detacheringen en Begeleid Werken als volgt: Beschut Groepsdetachering / “Beschut+” Detacheren indiv. Begeleid Werken Totaal
1.213 650 386 230 2.478
Zoals voor 2011 aangekondigd is de nieuwe WSW-rolverdeling ingevoerd. De uitvoering werd geheel geconcentreerd bij Roteb. Per 1 januari 2011 is Detacheren en Begeleid Werken samengegaan met het bestaande Robedrijf Baan en Markt en de WSW’ers van Stadstoezicht zullen in de loop van 2012 volgen. In het licht van de herstructurering WSW zijn in 2011 verschillende voorbereidende handelingen verricht. Een meerjarenperspectief is uitgewerkt waarin diverse hoofdlijnen benoemd staan om te komen tot herstructurering. Het beleidsmaatregelenpakket is verder uitgewerkt en een uitrol hiervan staat op stapel voor de jaren 2012–2015. Hierbij zal voor de transitie van de WSW-uitvoering aanspraak worden gemaakt op de herstructureringsfaciliteit, zoals deze in december 2011 open is gesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In 2011 is de fietsenfabriek gesloten en zijn alle medewerkers (circa 180) uitgestroomd naar verschillende WSW-bedrijfsonderdelen. Hierbij is het gelukt om een uitstroomverhouding (binnen:buiten) aan te houden van 1:2. Dit is conform de doelstelling om op termijn in ieder geval tweederde van de populatie buiten de beschutte omgeving van Roteb aan het werken te helpen. Verder zijn in 2011 gesprekken aangegaan met marktpartijen om te komen tot het afstoten van de werkvorm Metaal.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 69
Participatiebudget Als gevolg van de rijksbezuinigingen daalt het participatiebudget in deze collegeperiode sterk. Op basis van de laatste berekeningen verwachten we dat het participatiebudget voor Rotterdam daalt van € 201,2 mln in 2011 naar € 61,7 mln in 2014. In het derde tertaal van 2011 hebben wij naar aanleiding van deze bezuinigingen keuzes gemaakt om te komen tot een sluitende begroting van het participatiebudget. Voorzieningen zijn geschrapt of ingeperkt. Leidend principe voor de inzet van het participatiebudget is voor de komende jaren ‘uitstroom centraal’. Voorzieningen worden alleen aangeboden aan werkzoekenden die niet op eigen kracht de stap naar de arbeidsmarkt kunnen maken. Voor diegene die ondersteuning nodig hebben zetten wij in op (kortdurende) vraaggerichte re-integratie, waarin werken en leren worden gecombineerd. Daarbij staat steeds de werkgever en de vraag van de arbeidsmarkt centraal. In het kader van Social Return On Investment (SROI) wordt, bij de inkoop van diensten en producten door de gemeente Rotterdam bij opdrachtnemers, structureel ingezet op het maken van afspraken over de arbeidsinschakeling van werkzoekenden. Per saldo is het gevolg van de afname van het Participatiebudget dat er minder ondersteuning geboden kan worden aan werkzoekenden. Ter compensatie worden er alternatieve arrangementen en verdienmodellen ontwikkeld, waardoor er met externe financiering en door het effectief benutten van bestaande voorzieningen, toch meer dienstverlening aan werkzoekenden kan worden geboden. Vooralsnog houden we vast aan de vastgestelde collegetargets. Verstrekken van uitkeringen De maatregelen die het College medio juni 2011 onder de noemer ‘Beperking tekort op de WWB en de WIJ‘ heeft getroffen om de financiële gevolgen van de toename van het bijstandsbestand op te vangen hebben effect gehad: Op 30 juni 2011 waren 34.795 mensen in Rotterdam bijstandsafhankelijk. Sindsdien is een daling ingezet. Op 31 december 2011 telt het SoZaWe-bestand 33.240 personen. De ontwikkeling laat zich in G4 verband als volgt vergelijken:
107%
Utrecht
106% 105%
Amsterdam Den Haag
104% 103%
Landelijk
102%
Rotterdam
101% 100%
start
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Medio 2011 heeft het college de gemeenteraad nader geïnformeerd over de financiële gevolgen van enerzijds de forse toename van het aantal Rotterdammers die aangewezen zijn op de WWB en de WIJ en anderzijds de verlaging van het WWB-budget middels korting door het Rijk. Aansluitend is onder de titel ‘Beperking tekort op de WWB en de WIJ‘ een pakket maatregelen gepresenteerd om deze situatie te verbeteren. Bij lopende uitkeringen is strenger gecontroleerd op rechtmatigheid van de uitkering. Er wordt nu meer gewerkt met risicoprofielen. Daarnaast wordt er thematisch gehandhaafd op verschillende onderdelen, zoals parttime inkomsten en alleenstaanden die met een ander op een adres wonen. De inkomstensignalen van het Inlichtingenbureau worden steeds accurater en beter benut. Daardoor kon het maandelijkse wijzigingsformulier voor klanten verdwijnen, hetgeen de administratieve druk heeft verlaagd. Om de instroom te beperken is een inspanningsperiode geïntroduceerd. Werkzoekenden gaan eerst zelf 4 weken zoeken naar werk. Eerder is een uitkering niet aan de orde. Als zij zich in die periode onvoldoende hebben ingespannen om werk te vinden, dan wordt een maatregel van 30% toegepast of wordt de uitkering geheel geweigerd. Voor jongeren wordt daarnaast nadrukkelijk bezien of terug naar school mogelijk is. In de eerste helft van 2011 bedroeg de instroom 6.806 en in de tweede helft 4.795. Het aantal toegepaste maatregelen is in 2011 aanzienlijk toegenomen:
Jan-11 255
Feb-11 256
Mrt-11 307
Apr-11 293
Mei-11 268
Maatregelen Jun-11 Jul-11 Aug-11 321 282 359
Aantal Aantal klanten 237 225 270 263 232 289 262 Bedrag (€) 54.534 61.121 68.510 70.201 71.668 72.325 71.256 Tabel: Maatregelen aantal – aantal klanten – bedrag tot en met december 2011
pagina 70 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Sep-11 516
Okt-11 533
Nov-11 509
Dec-11 514
Totaal 4.413
325 446 475 423 409 3.856 91.345 139.099 155.866 144.429 147.356 1.147.711
Om de uitstroom te bevorderen naar tijdelijk en parttime werk kunnen werkzoekenden die niet meteen aan het werk kunnen, worden geplaatst in WerkLoont groepen om de uitstroom uit de uitkering een extra impuls te geven. Daarnaast is er sterk gestuurd op uitstroom van andere uitkeringsgerechtigden, die al langer een uitkering ontvangen. In de zomer is het project Match&Werk gestart. Het project had als doel om zoveel mogelijk WWB-ers uit te laten stromen uit de WWB naar een baan en op die manier een trendbreuk te forceren. Tot 1 juli bedroeg de uitstroom naar werk 1.394. In de tweede helft (1.588) is er sprake van een stijging van 196. Totaal bedroeg de uitstroom 2.998. Landelijke pilot loondispensatie De gemeente Rotterdam is in 2010 door de Minister van SZW geselecteerd voor deelname aan de landelijke pilot loondispensatie. Dit biedt de gelegenheid om ons voor te bereiden op de te verwachten ontwikkeling naar één regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt voor de huidige doelgroepen WWB, Wajong en WSW. Het vorige kabinet besloot om de uitgangspunten voor deze ene regeling, zoals ondermeer geadviseerd door de Commissie De Vries, te testen in een viertal pilots. Doelstelling van de pilot is om deze groep loonvormende arbeid te laten verrichten. Daarnaast is een belangrijke doelstelling: besparen op het verstrekken van WWB-uitkeringen doordat mensen een deel van hun inkomen zelf verdienen. In het kader van deze pilot mogen werkgevers een afgebakende doelgroep belonen beneden het WML. Er is voorzien in een aanvullende uitkering. Het instrument “loondispensatie” kan worden ingezet om WWB- en WIJ-klanten vanaf 23 jaar met een beperking aan de slag te krijgen. De uitvoering van het instrument (begeleiding van de klant bij het vinden van een passende werkplek en het begeleiden op de werkplek) wordt belegd bij Detacheren en Begeleid Werken . Dat werd per 1 januari 2011 onderdeel van Roteb. In het derde tertaal 2011 is het aantal kandidaten dat vanaf de start in de pilot, via preselectie is ingestroomd, opgelopen tot +270. Dit is ongeveer een derde van het aantal dat voor de gehele pilotduur is gepland, hetgeen te verklaren is doordat de eerste 4 maanden van 2011 nog in het teken stond van de organisatorische voorbereidingen. Daarna zijn de eerste kandidaten ingestroomd. In 2012 zullen de resterende kandidaten (2/3 gedeelte) instromen. Het aantal daadwerkelijk op een arbeidsovereenkomst geplaatste werkzoekenden is 11 en het aantal proefplaatsingen 27 in 2011. Daarnaast blijkt dat loondispensatie een bureaucratische regeling is die in deze vorm nog niet zo interessant is voor werkgevers. ID/Wiw Het college heeft in oktober 2011 besloten om de ID en WIW gefaseerd af te bouwen. In november 2011 heeft de Raad de hiervoor benodigde wijziging van de re-integratieverordening vastgesteld. Dit betekent dat in de periode juni 2012 tot juni 2014 beide regelingen geheel worden afgebouwd. Hierdoor kan het sterk teruglopende P-budget de komende jaren meer ten goede komen aan uitstroombevorderende trajecten voor uitkeringsgerechtigden. De ID’ers en Wiw-ers die door de afbouw met ontslag bedreigd worden, door een in januari 2012 opgericht, Mobiliteitscentrum ondersteund bij het vinden van ander werk. Gesubsidieerde arbeid
Stand 2010 1.462 820 € 64,3
ID-werknemers (ultimo) Wiw-werknemers (ultimo) Uitgaven (in miljoenen)
Realisatie 2011 1.321 736 € 59,4
Beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie Focus van de inspanning: het terugdringen van taalachterstanden bij Rotterdammers (van buitenlandse en Nederlandse herkomst) en het verhogen van de participatiegraad.
Realisatie 2011 Taal en participatietrajecten Meer Rotterdammers moeten de Nederlandse taal beheersen en daardoor kunnen werken of een opleiding kunnen volgen. In deze collegeperiode (2010 t/m 2013) starten daarom 11.600 taal- en participatietrajecten.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 71
Target Onze ambitie dat aan het eind van de collegeperiode bij 60% van de afgeronde trajecten een stap op de participatieladder is gezet, is een hoge ambitie. Vooral voor de deelnemers aan trajecten voor maatschappelijke participatie en richting werk. Onder deze groepen bevinden zich veel opvoeders, sociaal geïsoleerden en werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Realisatie 2010/ nulmeting Target In deze collegeperiode zet 60% van de deelnemers aan een taal- en participatietraject één of meerdere stappen op Mijlpaal/ de participatieladder (behaalt het participatieresultaat). planning. Realisatie Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties: Mijlpaal/ In deze collegeperiode starten er 11.600 taal- en planning participatietrajecten. (datum). Realisatie
Realisatie 2010 t/m 2011
2012
Eindwaarde (2013/anders)
60% 41%
55% 11.600 taal- en participatietrajecten.
4.645 trajecten 9.187 trajecten
Eind 2011 heeft de gemeente naar aanleiding van de tweede audit door de Kwaliteitsgroep Inburgering de overeenkomst met een van de taalaanbieders beëindigd. Het herplaatsen van de cursisten van deze aanbieder is in het eerste kwartaal afgerond. De gemeente heeft veel inspanningen geleverd om deze grootschalige operatie tot een goed einde te brengen. In de periode 1 januari 2010 tot 12 december 2011 zijn er 9.187 deelnemers met een traject gestart. Hiervan hebben inmiddels 1.992 deelnemers het examen afgelegd. 1.087 deelnemers hebben een stap op de participatieladder gezet en er zijn 1.477 deelnemers geslaagd voor het inburgeringsexamen. Dit betekent dat tot nu toe 55% van de deelnemers die een traject hebben afgerond (=opgaan voor het examen) ook een stap op de participatieladder hebben gezet. Ten opzichte van de 8-maand-rapportage is dit een daling, welke veroorzaakt is doordat er verhoudingsgewijs meer mensen op examen zijn gegaan dan dat er een stap op de participatieladder is geregistreerd. Dit percentage zal over het jaar 2011 nog stijgen, omdat deze achterstand deels administratief van aard is. De 1.500 nieuwe inburgeringstrajecten die in 2012 worden ingekocht bevatten alleen taalles. Aan deze keuze ligt een bezuinigingsoverweging ten grondslag. Er worden dus geen aparte participatieactiviteiten meer ingekocht waardoor de collegedoelstelling in het komende jaar onder druk komt te staan. In 2011 is ook het programma Taaloffensief vastgesteld. Dit programma heeft als doelstelling dat Rotterdammers in 2014 het Nederlands beter beheersen dan in 2010, en draagt aldus bij aan de realisatie van het collegetarget. Het taalprogramma is onderverdeeld in 4 programmalijnen (ouders/opvoeders met jonge kinderen, mbo-jongeren, werknemers/werkzoekenden en Rotterdam als opdrachtgever). Het programma is tot stand gekomen door consultatie van werkgevers, het maatschappelijk middenveld, het Rotterdams Offensief, de deelgemeenten en de diensten van het cluster MO. Het actieplan richt zich op het stimuleren, initiëren en aanjagen van laagdrempelig taalaanbod voor de benoemde doelgroepen. Contracten 2007–2009 Op basis van cijfers uit ISI (landelijk Informatiesysteem Inburgering waarin alle gegevens ten behoeve van de Wet Inburgering op persoonsniveau worden geregistreerd) van 20 december 2011 is de voortgang van examendeelname gemonitord. De monitor geeft aan dat er in de periode 2007–2009 (meetmoment 20 december 2011) 6.334 van de 9.601 deelnemers het volledige examen hebben afgelegd. Dit is een opkomstpercentage van 64%. Het opkomstpercentage van 64% ligt onder het Rotterdamse streefpercentage 70%. Dit wordt (mede) veroorzaakt door een grote achterstand bij DUO, de landelijke organisatie die de inburgeringsexamens afneemt en registreert. Verwacht wordt dat dit percentage met terugwerkende kracht hoger zal worden vastgesteld. Tevens laat de monitor zien dat het slagingspercentage momenteel op 73% ligt (van de 6.334 examendeelnemers zijn 4.597 deelnemers geslaagd). Volwasseneneducatie In Rotterdam nemen jaarlijks leerlingen deel aan het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) om alsnog een startkwalificatie te behalen. De doelstelling is dat 70% van de deelnemers een resultaat behaalt. In het schooljaar 2011–2012 (deze gegevens hebben betrekking op de 2e helft van 2011) zijn 443 leerlingen met een VAVO opleiding gestart, daarnaast zijn 104 VO 18+ leerlingen een VAVO opleiding gestart en 47 studenten zijn met een schakelopleiding voor hoger opgeleiden (Schor) gestart.
pagina 72 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Het examenrendement is niet voor alle opleidingen behaald. De verklaring die de uitvoerende onderwijsinstelling (VAVO Rijnmond College) hiervoor aandraagt is dat het VAVO in Rijnmond steeds meer te kampen krijgt met “moeilijke leerlingen” (leerlingen met een achterstand, problemen en wonend in een probleemcumulatiegebied). Deze leerlingen zitten vooral in de voorexamenklassen. Het rendement van deze voorexamenklassen drukt op het totale examenrendement waardoor het resultaat lager uitkomt over het schooljaar 2010–2011. Bovengenoemde gegevens hebben betrekking op de eerste helft van 2011. Overige trajecten Wet Educatie en Beroepsonderwijs Er zijn in 2011 de volgende trajecten ingekocht: – niveauverhogend Nederlands voor ouders/opvoeders, werkenden en jongeren. In totaal 200 trajecten, – beroepsgerichte trajecten voor werknemers zonder startkwalificatie ingekocht, in totaal 80, – overbruggingstrajecten voor jongeren met als uitstroomdoel een MBO-opleiding, in totaal 400, – module gezondheid en zwangerschap, in totaal 80, – Nederlandse taal voor pedagogisch medewerkers 1f–2f en 2f–3f, in totaal 130. Deze opleidingen zijn vanaf juni 2011 van start gegaan, met de nadruk op de start in het laatste kwartaal 2011. In november 2011 zijn er 247 trajecten niveauverhogend Nederlands gestart, 51 beroepsgerichte trajecten voor werknemers zonder startkwalificatie. 168 overbruggingstrajecten, 128 modules gezondheid en zwangerschap en 123 trajecten Nederlandse taal voor pedagogisch medewerkers. Het definitieve aantal gestarte trajecten is 1 april 2012 bekend. De meeste trajecten lopen door in 2012. Stadsburgerschap In april 2011 is de beleidsregel Burgerschapsbeleid “Kiezen voor talent (2012–2015)” vastgesteld door het college van B&W. In mei en juni 2011 is de beleidsregel besproken in de commissie MVSP en de gemeenteraad. Betrokken instellingen zijn tijdig geïnformeerd. Hierbij zijn de hoofdlijnen van de nieuwe beleidsregel bekend gemaakt, evenals de forse daling van de beschikbare budgetten. Dit heeft gevolgen voor meerdere instellingen die in 2011 nog subsidie ontvingen. Het maken van keuzes was daarbij onvermijdelijk en noodzakelijk. De beleidsregel richt zich op de aandachtsvelden discriminatie, emancipatie (incl. homo-emancipatie), diversiteit als kracht en non-formele educatie. De middelen zijn als volgt ingezet: – Kennisontwikkeling en -overdracht (2e lijns-werkzaamheden): handhaven en bundelen van in de stad aanwezige kennis. – Het bieden van handreikingen aan burgers (1e lijns-werkzaamheden) binnen genoemde aandachtsvelden. – De burger aan zet: initiatieven van burgers en vrijwilligers. Instellingen die geconfronteerd worden met een substantiële daling van het subsidie, hebben een gemeentelijke bijdrage ontvangen die een ordentelijke afbouw van de werkzaamheden mogelijk maakt. Stadsinitiatief In juni 2011 is een start gemaakt met de eerste ronde van het Stadsinitiatief. Met behulp van ambassadeurs uit de stad zijn tot en met het einde van het jaar 93 plannen ingediend door enthousiaste Rotterdammers met hart voor de stad. Het aantal plannen heeft de verwachtingen overtroffen. Bewonersinitiatieven Het beleid om de straataanpak meer te richten op de problemen in de buurten krijgt duidelijk effect. Zo zijn er 155 initiatieven van bewoners goedgekeurd door deelgemeenten (peildatum oktober 2011). Op de stedelijke website kijken gemiddeld 450 unieke bezoekers per maand en er zijn op de peildatum 110 aanvragen/aanmeldingen binnengekomen. Meer initiatieven binnen de bewonersinitiatieven leveren een bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken o.a. jeugdoverlast, hulp aan ouderen of zieken, etc. Met de bewonersinitiatieven wordt ook aangehaakt bij stedelijke prioriteiten zoals verbindingen met het Taaloffensief en Full-Engagement. Op een na hebben alle deelgemeenten hun Buurtgerichte aanpak ontwikkeld binnen de stedelijke criteria. Woonservicegebieden Woonservicegebieden zijn prettige en toegankelijke wijken of buurten waarin Rotterdammers zelfstandig kunnen wonen ondanks beperkingen en de regie op hun leven kunnen behouden. In het woonservicegebied werken burgers (seniorenraden, bewonersgroepen, zelforganiserende buurtcentra), instellingen en lokale overheden met elkaar samen en is sprake van vraaggestuurde zorg- en serviceverlening. Het meerjaren project “Even Buurten” (ZonMW) waarbij de zelfredzaamheid en het bevorderen van de lokale sociale netwerken voorop staat, in de wijken het Lage Land en Lombardijen, is in juli 2011 van start gegaan. In 2012 en 2013 vindt verdere uitbreiding plaats naar Oude Esten en Vreewijk.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 73
In samenwerking met TNO en de TU Delft is de sociale en fysieke toegankelijkheid onderzocht in 9 wijken en actiepunten zijn geformuleerd om verbeteringen in samenhang met burgers te realiseren. Daarnaast is in 2011 een project gestart om tot een stedelijke monitor en dataset voor toegankelijke woningen te komen en zijn alle seniorencomplexen en woningen in kaart gebracht om de toekomstige vraagdruk te analyseren. Deze analyse dient mede als basis voor de stedelijke monitor waarbij de meetindicatoren met in- en externe stakeholders (o.a. klanten) zijn vastgesteld. In 2012 worden de eerder geselecteerde 16 Rotterdamse woonservicegebieden gemonitord op voortgang en verder ontwikkeld. Daarmee zijn deze een voorbeeld voor het ontwikkelen van de vele nieuwe woonservicegebieden die in ontwikkeling zijn, in totaal nu al zo’n 20 in de gehele stad. Individuele voorzieningen: van individueel naar collectief Wij stimuleren Rotterdammers zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk mee te doen aan de samenleving, ook als ze ouder worden of een beperking hebben. Uitgangspunt hierbij is het bevorderen en benutten van de eigen kracht van mensen. De capaciteiten die iemand heeft of kan verwerven staan centraal en niet de beperkingen die iemand heeft of de belemmeringen die hij daardoor ondervindt. Dit vereist een aanpak waarin – samen met de klant – breed gekeken wordt naar zijn situatie en ondersteuningsvraag. Daarbij wordt tevens bekeken welke mogelijkheden een persoon heeft om zelf in oplossingen te voorzien, bijvoorbeeld door zijn sociaal netwerk in te schakelen, reeds bestaande voorzieningen in de stad of wijk te benutten of door financieel bij te dragen in de kosten van een voorziening. Als blijkt dat iemand niet voldoende in staat is om zelf in oplossingen te voorzien om zijn belemmeringen in het dagelijks leven op te lossen, kan (aanvullend) een individuele voorziening worden verstrekt. Dit sluit aan bij het compensatiebeginsel dat in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is neergelegd. In 2011 is deze bovengenoemde aanpak verder verankerd in beleid en uitvoering 4 en is verdere samenwerking met de Vraagwijzers gerealiseerd. De vormgeving van de omslag van individuele voorzieningen naar collectieve voorzieningen vindt samen met de betrokken ketenpartners in de stad plaats. Hiervoor is onder meer in april 2011 een seminar georganiseerd en in mei en juni 2011 roadshows. In het seminar en de roadshows is met vertegenwoordigers van de deelgemeenten, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en cliënten gekeken hoe de herbezinning op individuele Wmo-voorzieningen verder gestalte kan worden gegeven. Op 23 juni 2011 heeft uw raad ingestemd met het voorstel tot wijziging van de verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam. Met deze wijziging is een aantal maatregelen ingevoerd om de komende jaren binnen het financieel kader te blijven. Specifieke doelgroepen Ouderen en mensen met een beperking Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) richten wij de focus op de groep Rotterdammers die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam is en ondersteuning nodig heeft om dagelijks te kunnen functioneren en participeren. Het gaat om circa 120.000 Rotterdammers. Deze Rotterdammers worden op verschillende manieren ondersteund (o.a. welzijnsactiviteiten, ouderenwerk, maatschappelijk werk, ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers en individuele voorzieningen. Voor wat betreft mantelzorgondersteuning geldt dat hier primair de verantwoordelijkheid bij de deelgemeenten ligt. Met dat oogmerk zijn de steunpunten mantelzorg ondergebracht bij de VraagWijzers. Ook binnen de gebiedsgerichte aanpak Zorg en Welzijn is de ondersteuning en expertise ten aanzien van mantelzorgers een aandachtspunt, Gebiedsgerichte inkoop van Zorg en Welzijn In juni 2011 hebben wij besloten tot nieuwe vormen van samenwerking tussen stad, deelgemeenten, welzijnsorganisaties en zorgaanbieders. Met de deelgemeenten wordt gekeken wat het (collectieve) ondersteuningsaanbod moet zijn en hoe dat met maatschappelijke organisaties kan worden georganiseerd zodat producten en diensten effectief en efficiënt gezamenlijk kunnen worden ingekocht. Dit sluit aan bij de ondersteuning die stad de deelgemeenten biedt bij de uitvoering van het Actieprogramma Vraagwijzer 2010–2014. De gemeenteraad is in september 2011 geïnformeerd over stand van zaken en de onderliggende visie. In het laatste kwartaal 2011 is gewerkt aan een basisbestek. Dit is eind 2011 aan de raad aangeboden. In november 2011 vond een eerste stadsbrede marktconsultatie en een tweetal consultaties met belangengroepen plaats. Deelgemeente Charlois is gestart met het gebiedsgericht inkopen van zorg en welzijn per 1 januari 2012 waarbij het accent ligt op de welzijnscomponent. De opdracht is in november 2011 gegund aan drie organisaties en is geldig voor een jaar. In de tweede helft van 2012 volgt de deelgemeente IJsselmonde met een aanbesteding volgens de zogenaamde 2b-procedure, die meer ruimte biedt om nieuwe samenwerkingsvormen in samenspraak met (nieuwe) aanbieders vorm te geven. Deelgemeente Hoogvliet heeft de integrale organisatie van zorg en welzijn gepland per 1 januari 2013. Met de andere deelgemeenten vindt momenteel periodiek bestuurlijk overleg plaats. Inmiddels hebben 13 van de 14 deelgemeenten toegezegd een aanvang te maken met het voorbereiden op integrale organisatie van zorg en welzijn per 2013. 4
Zie ook de brede discussie over individuele voorzieningen Wmo die op 23 februari 2011 in de commissie MVSP heeft plaatsgevonden.
pagina 74 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Vrijwilligerswerkbeleid In bijna alle prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vervullen vrijwilligers een belangrijke rol. Vrijwilligerswerk is van grote betekenis voor de sociale samenhang in de stad. In aanpalende beleidsvelden speelt vrijwilligersbeleid een belangrijke rol. Zo kan vrijwilligerswerk voor mensen die een uitkering ontvangen, een opstap zijn naar betaald werk (activering) of in het kader van Full engagement een tegenprestatie vormen. Door de wijzigingen in cq bezuinigingen op de AWBZ wordt de rol van de zorgvrijwilliger urgenter en is het van belang dat het aantal (zorg)vrijwilligers op peil blijft. Ondersteuning van vrijwilligers speelt een belangrijke rol bij het zo lang mogelijk zelfstandig laten wonen van o.a. senioren en mensen met een beperking. Collegetarget: Het aantal Rotterdamse vrijwilligers blijft in de periode tot en met 2014 tenminste stabiel op 140.000. Sinds 1995 wordt door het COS onderzoek gedaan naar de deelname aan vrijwilligerswerk onder de Rotterdamse bevolking. Tweejaarlijks verschijnt de Vrijetijds Omnibus Enquête waarin deze cijfers worden gepubliceerd. Doordat in het onderzoek door de jaargangen heen steeds dezelfde vraagstelling wordt gehanteerd zijn de cijfers (groei, afname, stabiliteit) valide. De VTO 2011 is in het 3e tertaal uitgezet. De eerste resultaten worden verwacht in het eerste tertaal van 2012. De resultaten zijn ontvangen in februari 2012. De VTO wijst uit dat het aantal vrijwilligers in 2011 is toegenomen tot 155.000. Stedelijke centrale entree voor vraag, aanbod en ondersteuning van vrijwilligerswerk Het college heeft besloten om te komen tot 1 stedelijke centrale entree voor vraag, aanbod en ondersteuning van vrijwilligerswerk. Dat voorkomt versnippering van menskracht en middelen. Hoofdproducten van de centrale entree zijn: – Ondersteuning van het vrijwilligerswerk voor minder zelfredzame Rotterdammers. – Organisatie van plaatsen van en ondersteuning bij de maatschappelijke stage, die verplicht is voor scholieren van het voortgezet onderwijs. – Aanbod van vacatures onbetaalde arbeid en ondersteuning bij begeleiding van uitkeringsgerechtigden i.h.k.v. werken cq meedoen naar vermogen. Een visiedocument is eind 2011 aan de raadscommissie voorgelegd. De planning is erop gericht, dat de centrale eind 2012 operationeel is. Daartoe worden voorbereidingen getroffen, in samenspraak met de betreffende organisaties.
Beleidsmatige inspanning Participatie jeugd Focus van de inspanning: wij vinden dat Rotterdam als “jonge” stad ervoor moet zorgen dat jongeren meedoen en mee kunnen doen. Jongeren moeten daarvoor op een positieve manier worden aangesproken op hun ideeën en talenten.
Realisatie 2011 Samenhangend jeugdbeleid Jongerenparticipatie De Rotterdamse jongerenraad (RJR) is organisatorisch en financieel op de rails gezet en voert geen projecten meer uit, maar gaat zich louter op haar adviesfunctie richten. Daartoe is erop gestuurd dat de jeugdpanels een sterkere aansluiting hebben met de RJR. Jeugdparticipatie is in 2011 gestimuleerd in samenwerking met jongeren. Voorbeelden hiervan zijn: – de realisatie van 50 grote jongerenprojecten dankzij de jongerenbijdrage regeling bij Thuis op Straat (TOS), – verschillende participatieprojecten op scholen en in wijken, – het Groot Jongerendebat 2011, – betrekken van studenten bij de binnenstad, – betrekken van jongeren bij de oorlogsherdenkingen, – stimuleren van meidenparticipatie in wijken en op de radio, – het mogelijk maken van een festival waarbij intergenerationele participatie in Rotterdam versterkt is. Jongerenwerk Het kwaliteitstraject jongerenwerk is uitgevoerd en is afgerond in 2011. Alle uitvoerende organisaties zijn bekend gemaakt met ontwikkelde instrumenten zoals de ‘Rotterdamse methodiek Jongerenwerk, de Jongerenwerk Applicatie (JWA), ontwikkel- en selectieassessment.’ Ook zijn verschillende trainingen gevolgd ten behoeve van kwaliteitsbevordering van de jongerenwerkers en de eerste lijnsaansturing.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 75
Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt Verbetering onderwijsprestaties Zie beleidsveld onderwijs. Verbetering aansluiting onderwijs op de arbeidsmarkt; Vakscholen De werkgeversorganisatie en het onderwijs hebben overeenstemming bereikt over de vormgeving van de vakscholen Techniek. De verwachting is dat na de zomer van 2012 de eerste leerlingen op een Vakschool Techniek hun opleiding kunnen starten. Loopbaanoriëntatie Samen met het Rotterdams Offensief is gewerkt aan een Rotterdamse aanpak loopbaanoriëntatie. Doel van deze aanpak is jongeren te ondersteunen in hun keuzes voor een vervolgopleiding en beroep. Onderdeel van deze aanpak is jongeren in aanraking te brengen met verschillende beroepen, waaronder de aandachtssectoren, haven, techniek en zorg. Stimuleren van leren door Rotterdammers met werk Eind 2011 zijn aan 150 medewerkers in de zorgsector leercheques toegekend. Ook zijn er afspraken gemaakt over de uitvoering en financiering van de leercheques waardoor vanaf 2012 het aantal per jaar verdubbeld kan worden en er uitgebreid kan worden naar andere sectoren. Terugleiding van jongeren naar school of werk In het afgelopen jaar is de Schoolfirst benadering op het Jongerenloket stevig geborgd. Jongeren die voor dienstverlening bij het Jongerenloket aankloppen krijgen altijd eerst een onderwijsaanbod. Als geconstateerd wordt dat onderwijs geen optie is wordt een jongere naar een leer-werk aanbod, een reïntegratietraject, zorg of werk begeleid. Er wordt bij de intake met een evidence-based instrument gewerkt waardoor een adequate diagnose en verwijzing mogelijk is. Hierdoor werd het nog beter mogelijk jongeren naar onderwijs terug te sturen. Het bestand met uitkeringsgerechtigden is mede als gevolg daarvan met 300 gedaald in de tweede helft van 2011). In de nabije toekomst zal het Jongerenloket de poort worden voor alle jongeren tot 27 jaar om de Schoolfirst benadering voor de hele doelgroep te kunnen uitvoeren. Ondanks een toenemende instroom als gevolg van economische ontwikkelingen wist het Jongerenloket haar bestand drastisch naar beneden te brengen. De implementatie van de nieuwe wet WWNV ligt op schema. Deze wet die ook nadelige effecten op het bereik van jongeren zal hebben heeft als positieve consequentie dat onderwijs een voorliggende voorziening wordt voor alle jongeren.
Beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding Focus van de inspanning: een laag inkomen is voor Rotterdammers geen belemmering mag zijn om actief mee te doen in de samenleving.
Realisatie 2011
In de Notitie Rotterdamse armoedebestrijding 2011–2014 heeft de gemeente de visie op het Rotterdamse armoedebeleid neergelegd en is een pakket aan maatregelen gepresenteerd waarmee de benodigde financiële taakstellingen meerja rig en op een verantwoorde manier worden ingevuld. Het uitgangspunt hierbij is, dat Rotterdammers die de aansluiting met de samenleving zijn kwijtgeraakt, ondersteuning kunnen krijgen om hun leven op orde te krijgen. Tegelijkertijd wordt aan Rotterdammers gevraagd om hun verantwoordelijkheid te nemen, waar dat kan. De visie op het Rotterdamse armoedebeleid rust op de volgende drie fundamenten: – Werk en participatie als beste remedie tegen armoede. – Meer maatwerk, minder generiek. – Speciale aandacht voor kinderen. Bijzondere bijstand In het tweede kwartaal 2011 zijn verdere voorstellen gedaan om de financiële taakstelling meerjarig en op verantwoorde manier in te vullen. Per 1 juli 2011 zijn de vergoedingen voor de kosten van woninginrichting (gemiddeld) met 50% teruggebracht en worden deze als leenbijstand toegekend, in plaats van als gift. Ook verleent Rotterdam geen bijzondere bijstand meer voor de eigen bijdrage en griffiekosten in het kader van de rechtsbijstand, en de eigen bijdrage kinderopvang. Kosten in verband met de komst van een kind worden alleen als leenbijstand verstrekt en alleen voor het eerste kind.
pagina 76 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Medische kosten die de collectieve zorgverzekering wel zou vergoeden, komen niet in aanmerking voor vergoeding vanuit de bijzondere bijstand. In de motie ‘Koopkracht-onderzoek’ (Mo2011–1899) verzoekt de raad het college haar tijdig te informeren over eventuele nadelige gevolgen van de bezuinigingen en tijdig met concrete voorstellen te komen om deze eventueel te kunnen opvangen. Uit de eerste fase van het Koopkrachtonderzoek blijkt dat de nadelige gevolgen van de cumulatie van de rijksbezuinigingen en de gemeentelijke bezuinigingen vooral ten nadele komen van de koopkracht van langdurig uitkeringsgerechtigden, ouderen en gezinnen met kinderen. Om die reden zijn de eerder voorgestelde maatregelen om per 1 januari 2012 de toeslag 65+ af te schaffen en de langdurigheidstoeslag met 15% te verlagen geneutraliseerd. Op basis van de tweede fase van het Koopkrachtonderzoek kan een inhoudelijk debat over het armoedebeleid in Rotterdam plaatsvinden. Schuldhulpverlening De gemeente wil voorkomen dat problematische schulden Rotterdammers belemmeren aan de samenleving deel te nemen. Om dit te bereiken wordt ingezet op preventie: voorkomen dat schulden ontstaan door verkeerd omgaan met geld. Aan ketenpartners, zoals het algemeen maatschappelijk werk (AMW) en het onderwijs is daarom gevraagd een aandeel te leveren op het gebied van gedragsverandering. De samenwerking tussen het AMW en de Kredietbank Rotterdam (KBR) is in alle 14 deelgemeenten onderdeel geworden van het reguliere werkproces en er zijn op 35 scholen voorlichtingen/budgetlessen gegeven. Door daarnaast de samenwerking met schuldeisers te verbeteren kunnen onnodige incassokosten worden voorkomen. Ingezet is op deskundigheidsbevordering bij Vraagwijzer door het aanbieden van een training/voorlichting aan de Vraagwijzerconsulenten. Als gevolg van de bezuinigingen is het noodzakelijk de gemeentelijke visie op schulddienstverlening aan te scherpen. Deze aanscherping is met de raad besproken. Centraal in de visie staat de motivatie van de klant (eigen verantwoordelijkheid), tijdelijkheid van het instrument budgetbeheer en de intensivering van de samenwerking met de ketenpartners. De komende periode worden deze lijnen verder uitgewerkt en aan de gemeenteraad voorgelegd. Hierbij wordt rekening gehouden met de eisen die de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening aan gemeenten stelt, welke nog in voorbereiding is. In 2011 zijn (drie) thuisadministratieprojecten met tijdelijke middelen gefinancierd (tijdelijke extra middelen Rijk). De organisaties gaan in een aangepaste vorm in 2012 door en worden ondersteund vanuit de in 2012 te vormen vrijwilligerscentrale. Kwijtschelding Voor het verlenen van kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing wordt als criterium voor de kosten van bestaan 100% van de normuitkering uit de Algemene Bijstand Wet gehanteerd. Kwijtschelding is in 2011 verleend in ongeveer 44.939 gevallen. Hiermee is een bedrag van in totaal circa € 10,2 mln gemoeid (begroot: € 10,3 mln). Meer dan de helft van de kwijtscheldingsverzoeken (ca. 60%) wordt op geautomatiseerde wijze toegekend. Dit is in het belang van zowel de burger als de organisatie. Immers, hoe meer geautomatiseerde kwijtscheldingen, hoe minder verzoeken binnen komen die handmatig moet worden afgehandeld. De gemiddelde doorlooptijd van de (niet geautomatiseerde) ontvangen verzoeken bedroeg in 2011 148 dagen. Het streven is om met ingang van 2012 de gemiddelde doorlooptijd nog verder terug te brengen.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 7, Participatie | pagina 77
3.8 pagina 78 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Focus van de inspanning: wij willen de ruimtelijke kwaliteit verhogen, en daarmee de gebruiks-, culturele- en toekomstwaarde van de stad. De Stadsvisie blijft het leidend document voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling. We focussen de inzet op de binnenstad, zuid en stadshavens. De inzet in de deelgemeenten op de rechter Maasoever wordt grotendeels bepaald door de bestuurlijke afspraken tussen college, deelgemeenten en corporaties. De noodzakelijke ombuigingen dwingen tot het maken van keuzes en aanbrengen van focus. Kansen die zich door marktinitiatieven voordoen worden geaccommodeerd. Ook blijft er aandacht voor groen. Toename van het groen in de stad heeft een directe relatie op de gebruiks-, culturele- en toekomstwaarde. Zo betekent het versterken van het groene karakter van Rotterdam een verhoging van het woonplezier en de economische waarde van de woningen.
Realisatie 2011 Binnenstad De ambitie voor de binnenstad is dat er meer mensen in de binnenstad gaan wonen en werken. Ook willen we dat er meer mensen de binnenstad bezoeken en er langer blijven en meer besteden. Om dit te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de binnenstad tot een plek waar het aangenaam verblijven is voor bewoners, bezoekers, studenten en bedrijven. Wij zijn verder gegaan met uitvoering van het Binnenstadsplan 2008–2020, de Binnenstad als Citylounge. De inzet voor de binnenstad is gebaseerd op 2 sporen: – Versterken levendigheid, gastvrijheid en imago (software). – Doorgaan met verdichting door bouwen (hardware). Er zijn meer bewoners en bedrijven nodig om een levendige, economisch vitale binnenstad te maken. Wij hebben het Programmaplan Binnenstad 2010–2014 en het Uitvoeringsprogramma 2011 vastgesteld en op 23 juni 2011 aan u aangeboden. In het najaar is de tweejaarlijkse Binnenstadsmonitor (de staat van de binnenstad) door het COS opgesteld. Om ons doel de Citylounge te bereiken moeten partijen in de stad samen aan de slag. Verbetering van de plint en winkels, meer programma op straat, meer werkgelegenheid zijn activiteiten waar marktpartijen aan zet zijn. Van consultatie naar partnership is de gewenste beweging. In de kwartieren Central District Rotterdam en Hoboken zijn we samenwerkingsverbanden met marktpartijen aangegaan. In 2011 is eenzelfde ontwikkeling gestart voor de kwartieren Lijnbaan en Coolsingel, resulterend in het Platform Lijnbaankwartier en de Coolsingelclub. Zuid Bijzondere aanpak Zuid/Kwaliteitssprong Zuid Samen met het rijk en lokale partners hebben wij op 19 september 2011 het Nationaal programma Kwaliteitssprong Zuid getekend. De sociaal-economische ontwikkeling is leidend in het programma, versterkt door de fysieke ontwikkeling van Zuid. Het programma heeft een looptijd van 20 jaar. Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 8, Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 79
In de uitvoering ligt de focus op de zeven wijken in het midden van Zuid waar de problematiek zich het sterkst voordoet. Daar zijn doorbraken noodzakelijk om de ontwikkeling van heel Zuid en Rotterdam verder te brengen. Het Nationaal programma steunt en stuurt op de dwarsverbanden tussen de pijlers talentontwikkeling, economie & arbeidsmarkt en fysieke kwaliteitsverbetering. De pijler talentontwikkeling richt zich met de Children’s Zone,aanval op de schooluitval en aandacht voor vakmanschap op betere prestaties. In de pijler economie & arbeidsmarkt focussen we ons op de economische brandpunten techniek en zorg, door leren en werken te verbinden, de arbeidsparticipatie te verhogen en het ondernemerschap in de wijk te stimuleren. In de pijler fysieke kwaliteitsverbetering zetten we in op de vervanging en verbetering (en beheer) van de particuliere woningvoorraad, van de sociale voorraad (in samenwerking met de corporaties) en spannen we ons in voor het versterken van de leefbaarheid (o.a. bereikbaarheid, buitenruimte en veiligheid). Tot slot wordt in samenwerking met het rijk gewerkt aan wetgeving specifiek voor Rotterdam Zuid. De in 2012 geplande evaluatie van de Rotterdamwet is een natuurlijk moment voor de introductie van gebiedsgerichte wetgeving die helpt bij een effectieve aanpak van de fysieke kwaliteit op Zuid en de aanpak van de talentontwikkeling op Zuid. Halverwege 2012 wordt een uitvoeringsprogramma voor de komende jaren gepresenteerd. Stadionpark Stadionpark: ondanks dat Nederland (en België) niet gekozen zijn voor de organisatie van het WK Voetbal van 2018, wordt er door de ‘Feyenoord-familie’ hard doorgewerkt aan de uitwerking van het nieuwe stadion. De besluitvorming hierover is uitgesteld, omdat het financieel haalbaar maken van de bouw en exploitatie van het nieuwe stadion veel voeten in de aarde heeft. De planvorming voor de Sportcampus is parallel onverminderd doorgegaan, en de verwachting is dat in 2012 het investeringsbesluit wordt genomen. Hart van Zuid In 2011 is het investeringsbesluit voor de gebiedsontwikkeling van Hart van Zuid genomen. Vervolgens hebben we de uitvraag gedaan, zodat geïnteresseerde marktpartijen zich konden melden. We hebben vier aanmeldingen ontvangen, waarvan er drie partijen zijn geselecteerd . Olievlek Kop van Zuid (Wilhelminapier, Kop van Feijenoord, Katendrecht, Afrikaanderwijk/Parkstad): Naast de start van de bouw van enkele kleinere projecten zoals 32 koopwoningen in het project Zuiderspoor in Parkstad in juni 2011, is ook het concept masterplan voor de Kop van Feijenoord begin november 2011 gereed gekomen. De economische crisis zorgde voor vertraging van de oplevering van dit plan, tegelijkertijd kon het plan inhoudelijk op een aantal punten worden aangepast waaronder het woningbouwprogramma. Er komen nu meer grondgebonden woningen en minder appartementen. Zorgboulevard: Maasstad Ziekenhuis en de Medimall vormen samen de Zorgboulevard. In het voorjaar van 2011 is de gehele Boulevard stapsgewijs in gebruik genomen, deze beslaat een bruto-vloeroppervlak van 132.000 vierkante meter. Daarvan zijn er 84.000 bestemd voor het Maasstad Ziekenhuis. Middels de Zorgboulevard wordt het ziekenhuis omgeven door extra voorzieningen die direct of indirect verband hebben met de activiteiten van het ziekenhuis: een zorghotel, psychiatrisch centrum, revalidatiecentra, huisartsenpost en een kraamzorghotel. In de nabije omgeving (bedrijventerrein Hordijk) is voldoende ruimte voor aanvullende gerelateerde programmering. Stadshavens Stadshavens Rotterdam is een programma van de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam N.V. Doel van het programma is om de komende decennia bijzondere woon- en werklocaties in het stadshavensgebied te realiseren. De afgelopen drie jaren is veel geïnvesteerd in samenwerking, planvorming en commitment. Steeds meer marktpartijen en kennisinstellingen zien de potentie en zijn bereid om als partners daadwerkelijk in het gebied te investeren. De publieke partijen, gemeente en Rijk, faciliteren dit. Het Rijk heeft Stadshavens in het kader van Randstad Urgent bestempeld als een programma van nationaal belang. In 2011 is gestart c.q. opgeleverd: de ontwikkeling van het Hakagebouw, de herinrichting Vierhavenstraat en realisatie van het dakpark, het rondje Rijnhaven met de Rijnhavenbrug, de intensivering van het vervoer over water, diverse ontwikkelingen op Sluisjesdijkpier en bij RDM/Heijplaat, en diverse initiatieven voor drijvend bouwen. Eind 2011 is gestart met een onderzoek naar mogelijkheden van een ‘drijvend programma’ voor de Maashaven. In september 2011 heeft u unaniem de Structuurvisie Stadshavens vastgesteld, het publieke kader voor de ontwikkeling van Stadshavens Rotterdam. De structuurvisie vormt een belangrijke mijlpaal in de planvorming voor Stadshavens Rotterdam, omdat deze basis is voor de diverse bestemmingsplannen. Voor de Merwe- en Vierhavens plus Waal- en Eemhaven, heeft u in de tweede helft van 2011 bestemmingsplannen vastgesteld. De structuurvisie Stadshavens Rotterdam is tevens het kader waarbinnen de ontwikkelingsstrategie en publiek-private samenwerking voor het Merwe- en Vierhavensgebied verder vorm krijgen.
pagina 80 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Gebiedsontwikkelingen Werklocaties Het algemene beeld voor de Rotterdamse werklocaties is dat er steeds meer structureel sprake is van een vervangingsmarkt in plaats van een groeimarkt. Dat impliceert een stedelijke ontwikkeling met de focus op kwaliteitsverbetering en niet op volumevergroting. In alle sectoren (kantoren, bedrijven en winkels) is sprake van een lage marktvraag. Dit leidt, ondanks reductie van planaanbod en aandacht voor transformatie van verouderd vastgoed, tot het oplopen van het overaanbod. Per sector (bedrijven, kantoren en winkels) verschilt de analyse en conclusie. Ten aanzien van bedrijventerreinen is er een tekort aan de zuidzijde van de stad. De ontwikkeling van transport/logistieke terreinen en locaties die milieucategorieën 4 en hoger toelaten, dienen conform planning te worden gerealiseerd. In Rotterdam noord is de vraag naar bedrijventerrein een kwalitatieve vraag, geen kwantitatieve. Het overaanbod op de kantorenmarkt heeft nationale en provinciale aandacht. Er is een regionaal kantorenprogramma opgesteld dat voorziet in gerichte kantoorontwikkeling en in actieve transformatie van private partijen. De transformatie opgave is uitgewerkt in een actieprogramma waarin marktpartijen samen met de gemeente en eigenaren pilots hebben opgestart. Voor de aanpak hiervan is in de eerste helft van 2011 door marktpartijen met de gemeente een convenant gesloten. De eerste fysieke resultaten hiervan worden in 2012 zichtbaar. Vergroening De doelstelling was om in 2011 en 2012 jaarlijks 2000 extra (kwaliteit) bomen in de openbare ruimte te planten. In de eerste drie maanden van 2011 zijn in het plantseizoen 296 extra bomen geplant die bovendien van extra kwaliteit waren vergeleken met wat de standaard (maatsoort) is voor nieuw te planten bomen. In verband met de verplichtingenstop zijn in 2011 echter verder geen extra (kwaliteit) bomen meer geplant. In 2012 worden als onderdeel van de vergroeningsopgave, extra (kwaliteit) bomen geplant. De middelen die beschikbaar zijn voor 2012 worden ingezet voor de vergroeningsopgave (door toevoeging bomen, struiken, groene gevels, gras, etc.) van de 10 minst groene wijken zoals benoemd onder de collegetargets. Collegetargets – Aan het einde van deze collegeperiode trekt de binnenstad 5% meer bewoners, 5% meer werknemers en 10% meer bezoekers. – Aan het einde van deze collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in 10 wijken die in 2010 het minst groen zijn. target 1: 5% meer inwoners Peildatum: 1 januari, Bron: GBA 2: 5% meer werknemers Peildatum: 1 januari, Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland. 3: 10% meer bezoekers (bezoekers per week) Peildatum: september, Bron: Locatus 4: Aan het einde van de collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in 10 wijken die in 2010 het minst groen zijn. Meetbare inspanningen gericht op de target Bomen Overige prestatie-indicatoren 1. Bestemmingsplannen 2. Start uitvoering van belangrijke fase in gebiedsontwikkelingen.
Rekening 2010
Begroting 2011
31.305
31.305
80.184
80.184
531.700
549.546
Rekening Toelichting 2011 31.835 (+1,7%) 80.350 (+0,2%) 556.000 (+4,3%) Zie meetbare inspanningen gericht op target.
n.v.t.
2.000
n.v.t. n.v.t.
20 4
296 Zie hierboven 15 6
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 8, Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 81
Toelichting inhoudelijke indicatoren product Targets 1. Target – 5% meer inwoners Inmiddels is 1,7% groei (530 inwoners) bereikt per 01–01–2011. In de binnenstad zijn op dit moment 8 woningbouwprojecten in aanbouw, totaal 1.361 woningen. In 2011 zijn de contouren zichtbaar geworden van de Calypso, De Karel Doorman, de Westerlaantoren en de B-Tower. Wij hebben het masterplan Oude Westen vastgesteld en nu kan de planvorming van de woningbouwontwikkeling in dit deel van de binnenstad verder geconcretiseerd worden. Er zijn momenteel 3 duurzame bouwprojecten in planvorming: Stadskantoor (start bouw 2012), First Rotterdam (start bouw 2012) en Forum Rotterdam (start bouw na 2012) 2.
Target – 5% meer werkgelegenheid
Detailhandel De binnenstadseconomie doorstaat de crisis vooralsnog redelijk; omzetten dalen maar er zit potentie in zowel de groei van het aantal bezoekers als het toevoegen van nieuwe en vernieuwende concepten. Na het dieptepunt in 2008 is het aantal arbeidsplaatsen in 2009 flink gestegen en in 2010 stabiel gebleven (stijging 0,2%). Nog steeds biedt de binnenstad een goed vestigingsklimaat. Het kernwinkelgebied is sterk. Dit blijkt ook uit de expertmeetings die Concire in opdracht van en in samenwerking met een aantal eigenaren voor de Lijnbaan heeft georganiseerd. Er worden kansen gezien voor kwaliteitsverbetering door programmatische, organisatorische en fysieke ingrepen. Er is een grote investeringbereidheid in de binnenstad, maar de context waarbinnen ontwikkelingen plaatsvinden is breder dan voorheen en zet meer in op beleving en verbinding. Investeringen vinden plaats in projecten als de Markthal, the Post, Spinoza, First en Forum Rotterdam. Doorgaan met de ontwikkeling van het gebied, ook fysiek, is daarom essentieel. Acquisitie kan daar een belangrijke bijdrage in leveren. Daarbij gaat het om het aantrekken van de juiste formules, zowel in detailhandel als andere leisure functies, voor de juiste plek. De Detailhandelsnota WNKLN N R RDM geeft richting aan deze inzet. Transformatie Kantoren Hierbij gaat het om nieuwe klanten voor bestaande kantoorgebouwen. De kantorenmarkt in Rotterdam is zorgelijk, ook in de binnenstad is leegstand. In het kader van het convenant ‘aanpak leegstand’ worden momenteel 7 locaties in de binnenstad onderzocht voor transformatie naar andere functies zoals bijvoorbeeld wonen, (duurzame) kantoren, onderwijs en studentenhuisvesting. Inmiddels wordt een leegstaand kantoorpand aan de Calandstraat getransformeerd naar woningen en een leegstaand kantoorpand aan de Wijnhaven wordt geschikt gemaakt voor de Hogeschool Rotterdam. Onderwijs en studentenhuisvesting De Erasmus Universiteit heeft besloten om het University College te huisvesten in de binnenstad van Rotterdam. Het Erasmus University College (EUC) is een topopleiding die op termijn onderwijs moet gaan bieden aan ongeveer 750 nationale en internationale studenten per jaar. Daarnaast levert het Erasmus University College 60 arbeidsplaatsen op, bestaande uit hoogleraren en staf. Maar ook de Hogeschool Rotterdam opent twee nieuwe vestigingen, in Coolhaven en op het Wijnhaveneiland. 3. Target – 10% meer bezoekers In 2011 is een groei van 4.3% gerealiseerd. Vele (culturele) activiteiten worden georganiseerd op het Schouwburgplein, Grote Kerkplein en het heringerichte Museumpark. Maar ook op plekken als de Binnenrotte ontstaat meer levendigheid. Zo werd er in juli jl. Kids Kick It geprogrammeerd, openden nieuwe restaurants hun deuren en werden grote terrassen op het plein toegestaan. Om de bezoekers gastvrij te verwelkomen is de pilot Stadsambassadeurs uitgebreid en zijn deze ambassadeurs ook ingezet tijdens de Roparun, North Sea Jazz, Battle of the drums, Zomercarnaval en de Bavaria City Race. De resultaten van het meerjarenprogramma Buitenruimte worden meer en meer zichtbaar op straat. In 2011 is de herinrichting van het Binnenwegplein, het Leuvehoofd, Westerkade, Museumpark en Kruiskade afgerond. De uitvoering van de Lijnbaan, de Boompjeskade, Het Park en de Weena is in volle gang. Voor de Coolsingel is het Verbeeldend Programma van Eisen vastgesteld. Hierin wordt geschetst hoe de Coolsingel weer als hart van de stad kan functioneren als groene en aantrekkelijke boulevard met aansprekende functies waardoor de verschillende delen van de binnenstad weer worden verbonden. Ook voor het Stadhuisplein werken we in samenspraak met de ondernemers en eigenaren aan een plan voor de herinrichting. Het plan behelst gevels, terrassen en buitenruimte. 4. Target – Toename areaal groen en water In 2011 is het gemiddelde areaal groen en water in de 10 minst groene wijken zeer licht gedaald. In dat jaar was er geen budget beschikbaar voor vergroeningsprojecten (verplichtingenstop). Toename van groen in de wijken Stadsdriehoek, Oude Westen en Carnisse. In andere wijken neemt openbaar groen en/of niet-openbaar groen af. De wijken waarin een toename van groen wordt geconstateerd zijn wijken waarin afgelopen jaren veel is geïnvesteerd in de openbare ruimte. Het aantal bomen in de 10 wijken gezamenlijk is met 67 stuks gestegen. Overige prestatie-indicatoren 1. Bestemmingsplannen Bij vaststelling van de begroting is besloten geen extra middelen ter beschikking te stellen en de productie van bestemmingsplannen terug te brengen naar waakvlamniveau. Op basis hiervan is een jaarlijkse productie van ca 15 vastgestelde gebiedsbestemmingsplannen realistisch. Hiermee wordt voldaan aan het actualiteitsvereiste uit de Wet ruimtelijke ordening. Over het effect van de bezuinigingen op de prioriteitstelling in het meerjarenprogramma bestemmingsplannen heeft wethouder WROVSE in april en oktober 2011 gerapporteerd aan de raadscommissie FIB. Vervolg overzicht zie volgende pagina
pagina 82 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Vervolg overzicht vorige pagina
In 2011 is gewerkt aan 40 gebiedsbestemmingsplannen. Daarvan zijn er 10 onherroepelijk geworden in 2011. 15 plannen zijn door u vastgesteld of zijn in het 4e kwartaal ter vaststelling aangeboden. Met 15 plannen is in 2011 van start gegaan, opdat deze in 2012–2013 kunnen worden vastgesteld. Daarmee is voldaan aan de target voor 2011. 2. Gebiedsontwikkelingen Voor grootschalige gebiedsontwikkelingen als Hart van Zuid, Stadionpark, Oude Westen, Cool, CBD, Bergpolder Zuid en de EUR campus Woudestein hebben wij besluiten genomen m.b.t. het ingaan van een volgende fase conform de Rotterdamse Standaard Projectmatig Werken (RSPW).
Beleidsmatige inspanning Wonen Focus van de inspanning: alle Rotterdammers moeten prettig in Rotterdam kunnen wonen in een goede woning in een aantrekkelijke omgeving. Daarom blijven wij ons richten op verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad, op verkorting van wachtlijsten en op kansen op de woningmarkt voor iedereen. We behouden Rotterdammers voor de stad door woonmilieus en mogelijkheden tot wooncarrière te bieden die aansluiten bij hun behoeften. Studenten, ouderen en gezinnen hebben onze bijzondere belangstelling.
Realisatie 2011 Uitvoeringsprogramma Woonvisie Wij hebben op 22 februari 2011 het uitvoeringsprogramma Woonvisie vastgesteld, dit is op 13 april 2011 in de raadscommissie FIB besproken. Doel van het uitvoeringsprogramma is een betere sturing op het realiseren van de doelen in de bestaande woonvisie en de ambities en targets in het hoofdstuk Woonstad van het Collegewerkprogramma. Realiseren van 3.000 woningen voor gezinnen Onder woningen voor gezinnen wordt verstaan: eengezinswoningen, maisonnettes, beneden-bovenwoningen en gezinsvriendelijke appartementen zoals gedefinieerd in de nota ‘Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam’. Onder realisatie wordt verstaan: in aanbouw genomen (nieuwbouw) en in de voorraad toegevoegd door aanpak van de bestaande voorraad. Voor de aantallen in 2010 en 2011 gestarte woningen zie het schema van meetbare inspanningen. Met 1.371 in 2010 en 2011 gerealiseerde woningen liggen we onder het schema voor het realiseren van de doelstelling. Starten met de uitvoering van ‘Rotterdam Kindvriendelijk’ Uitgaande van de stedenbouwkundige visie ‘Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam’ worden ontwikkelende partijen gestimuleerd om bij nieuwbouw of herstructurering op basis van de Kindvriendelijke wijken (KIWI) bouwstenen te ontwikkelen. In 2011 zijn in 11 wijken zogenaamde KIWI-scans uitgevoerd. Wij voeren regie op de realisatie van kindvriendelijke wijken. Deelgemeenten zijn primair verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. Met hen is afgesproken, dat zij de Rotterdamse buitenspeelnorm realiseren als dat financieel en ruimtelijk haalbaar is. Gekoppeld aan de KIWI-monitor wordt jaarlijks (voor het eerst medio 2012) aan u over de voortgang van de realisatie van kindvriendelijke wijken gerapporteerd. Inrichten van 16 woonservicegebieden In de vorige collegeperiode zijn 16 prioritaire woonservicegebieden aangewezen. Via de ketenregisseur woonservicegebieden voeren we regie op de verdere ontwikkeling van deze gebieden. Ook hier ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering grotendeels bij de deelgemeenten. Per woonservicegebied zijn/worden samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken partijen (gemeente/deelgemeente, corporaties, zorg- en welzijnspartijen etc.) vastgelegd in een convenant. Inmiddels zijn 14 gebieden in ontwikkeling genomen. Start verbetering van 8.000 woningen Deze inspanning bestaat uit de voorgenomen start van de verbetering van 5.000 woningen door de woningcorporaties en 3.000 woningen door particuliere eigenaren. Voor het laatste is het vernieuwde programma Aanpak particuliere woningvoorraad 2010–2014 opgezet. De vernieuwing betreft een verschuiving van gemeentelijke verantwoordelijkheid naar verantwoordelijkheid van de eigenaar, van repressief naar preventief, van subsidiëring naar financiering. Het programma houdt ook rekening met een verminderde rol van de corporaties. Het programma wordt gebiedsgericht verankerd in de Kwaliteitssprong Zuid. De aantallen waarvan de verbetering in 2010 en 2011 is gestart, zijn opgenomen in het schema van meetbare inspanningen.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 8, Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 83
Duurzaamheid: energiereductie in bestaande voorraad Met de Rotterdamse woningcorporaties is afgesproken dat zij in de periode 2010–2014 10% CO2 reductie realiseren en hetzelfde in de periode 2014–2018. In 2010 hebben de meeste corporaties in lijn met de afspraken gepresteerd. Over 2011 is nog geen informatie beschikbaar. De voortgang is conform afspraak onderdeel van de jaarverslagen van de corporaties; de informatie komt in juni beschikbaar. In 2011 is ingezet om samen met de corporaties te komen tot een eenduidig en onderling vergelijkbare monitoring. De verduurzaming in de nieuwbouw (conform de Samenwerkingsovereenkomst duurzaam ontwikkelen Rotterdam) loopt goed voor met name van commercieel vastgoed. Voor woningbouw minder. Dé uitdaging in 2011 was (en blijft) de aanpak en verduurzaming van de bestaande voorraad. Met het rijk is een green deal afgesloten voor het versnellen van energiebesparing in corporatiebezit en bij particulieren eigenaren. Hiervoor is in Rotterdam een consortium opgericht bestaande uit Waifer, VVE010, Warmtebedrijf Rotterdam, Havensteder, Woonstad Rotterdam, Woonbron, Woningbouwvereniging Hoek van Holland en de gemeente Rotterdam. In de samenwerkingsovereenkomst “Duurzame Daden” hebben deze partijen afgesproken dat ca. 2.500 woningen met twee labelstappen worden verbeterd tot tenminste label B niveau. De aanpak moet leiden tot energiereductie en daarmee kostenbesparing voor eigenaren en bewoners. Over het aansluiting van de bestaande woningvoorraad en gebouwen op het warmtenet is in 2011 intensief gesproken met Rotterdamse woningcorporaties, Nuon, Eneco en het Warmtebedrijf Rotterdam. In 2012 wordt de totale keten die nodig is voor de aansluiting van de bestaande bouw in kaart gebracht. Verder heeft Eneco in september jl. met wooncorporaties Havensteder, Vestia, Woonbron en Woonstad een raamovereenkomst gesloten voor de levering van industriële restwarmte aan woningen op de noordoever van Rotterdam. Ook zijn in december jl., gezamenlijk met diverse Europese steden, twee Smart Cities-projecten bij de Europese Commissie ingediend. Voor het project SEE waarin Rotterdam samenwerkt met de steden Berlijn, Londen, Parijs en Stockholm is het doel om, samen met TU Delft, het energiebesparingsconsortium Waifer, Dutch Green Building Council en de Europese investeringsbank, 400 eengezinswoningen van Woningbouwvereniging Hoek van Holland energiezuinig te maken. Voor het project CELSIUS, waarin Rotterdam samenwerkt met Goteborg, Genua, Keulen en Londen is het doel om samen met Warmtebedrijf Rotterdam, Nuon en de TU Delft het warmtenet in Rotterdam-Zuid verder te optimaliseren door integratie van nieuwe lokale warmtebronnen en buffers en uitbreiding van het warmtenet naar afnemers uit de industrie en bestaande bouw. Begin 2012 wordt duidelijk of voor deze projecten Europese middelen beschikbaar komen. Ketenhandhaving De aanpak van het verloederd particulier bezit is onderdeel van de Keten handhaving pand en persoon. In 2011 is de door ons gewenste aanscherping van rijksregelgeving met succes op de rijksagenda gezet. Het betreft vooral de aanpak van malafide pandeigenaren (huisjesmelkers). In 2012 wordt in het kader van de aanpak van Zuid en de evaluatie van de Rotterdamwet het overleg hierover met het rijk voortgezet. De bestuurlijke boete is in 2011 toegevoegd aan het instrumentarium. In samenwerking met het rijk en andere gemeenten met EU-arbeidsmigranten, zijn voorstellen ontwikkeld om te komen tot een betere aanpak, zoals de verscherpte aandacht op malafide uitzendbureaus. Tevens zijn er stappen gezet in de richting van een landelijk meldpunt misstanden arbeidsmigranten. Keten handhaving/ hennepaanpak Centraal in de aanpak staat het bestuurlijk handhaven in samenwerking met ketenpartners politie en Stedin. In 2011 zijn rond 330 hennepkwekerijen in Rotterdam ontmanteld. Hiervan was het in 300 gevallen mogelijk om bestuurlijk te handhaven, waarbij op de overtreder de kosten voor de ontmanteling worden verhaald. Voor drie randgemeenten hebben we, in hun opdracht, bij 25 ontmantelingen bestuursrechtelijk gehandhaafd. In het kader van voorkomen van hennepteelt zijn er afspraken gemaakt met een aantal eigenaren (waaronder ook corporaties) over het nemen van maatregelen. Nieuwe uitspraken van rechters in Rotterdamse zaken hebben hierbij effect gehad. Met de politie zijn afspraken gemaakt over het nu regiobreed doorvoeren van de efficiënte “treintjes- aanpak” met dito resultaat bij de opsporing van hennepkwekerijen en daarop volgende acties, zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk. In Regionaal Informatie en Expertise Centrum-verband is een start gemaakt met een casusgerichte integrale aanpak. Collegetargets – Gedurende deze collegeperiode slagen wij erin meer gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor de stad te behouden. Wij meten dit af aan het aandeel van deze groepen in de verhuisstroom uit de stad: in 2013 is dit aandeel met 10% ten opzichte van 2009 gedaald. –
Met name voor Rotterdam Zuid hebben wij daarin een grote ambitie, omdat we willen dat Zuid op dit punt extra vooruit gaat. Wij meten dit af aan het aandeel van deze groepen in de verhuisstroom uit Zuid: in 2013 is dit aandeel met 15% ten opzichte van 2009 gedaald.
pagina 84 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
–
Aan het eind van deze collegeperiode is het aandeel van de Rotterdammers dat tevreden is met de eigen woonsituatie en geen overlast ervaart (hoge waardering van woning en woonomgeving, buurt en samenleven) met 15% ten opzichte van 2009 gestegen.
In 2011 is een tussenmeting op deze targets uitgevoerd, met het volgende resultaat: Behoud gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor de stad: Aandeel gezinnen met thuiswonende kinderen in uitstroom uit de stad. Aandeel hoge opleiding in uitstroom uit de stad. Aandeel midden en hoge inkomens in uitstroom uit de stad.
Meting 2006 29%
Meting 2009 23%
Mijlpaal 2011 22%
Meting 2011 20%
Target 2013 21%
55% 63%
49% 58%
47% 55%
50% 54%
44% 52%
Meting 2006 29%
Meting 2009 24%
Mijlpaal 2011 22%
Meting 2011 29%
Target 2013 20%
36% 48%
36% 47%
34% 44%
37% 42%
31% 40%
Meting 2004 57%
Meting 2008 66%
Meting 2011 73%
Target 2013 76%
Behoud gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor Zuid:
Aandeel gezinnen met thuiswonende kinderen in uitstroom uit Zuid. Aandeel hoge opleiding in uitstroom uit Zuid. Aandeel midden en hoge inkomens in uitstroom uit Zuid.
Woontevredenheid:
Woontevredenheid
Over de resultaten van deze tussenmeting wordt de raad apart geïnformeerd met een brief van wethouder Wonen, waarin nader wordt ingegaan op de achtergronden van de resultaten. Rekening 2010 Target 1. Behouden gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens. 2. Verhogen woontevredenheid. Meetbare inspanningen gericht op de target 1. Realiseren 3.000 woningen voor gezinnen in periode 2010 t/m 2013.
2. Verbeteren 8.000 woningen in periode 2010 t/m 2013.
Begroting 2011
Rekening Toelichting 2011 Zie toelichting onder Collegetargets. Zie toelichting onder Collegetargets.
845
1.500 cumulatief
1.688
4.000 cumulatief
1.371 Dit aantal heeft betrekking op de in aanbouw cumulatief genomen nieuwe woningen plus de door verbouwing in de bestaande voorraad toegevoegde woningen. PM In 2010 zijn 1.081 woningen van corporaties en 607 woningen van particulieren gestart. In 2011 zijn tot 1 juni 558 woningen van particulieren gestart. Het aantal na 1 juni 2011 gestarte woningen van particulieren en het aantal in 2011 gestarte woningen van corporaties zijn nog niet bekend. Hierover zal in de eerste viermaandsrapportage van 2012 worden gerapporteerd.
Toelichting inhoudelijke indicatoren De voortgang op de targets wordt tweemaal met gericht onderzoek gemeten: een tussenmeting ultimo 2011 en een eindmeting ultimo 2013. De resultaten van de tussenmeting komen begin 2012 beschikbaar en hierover zal in de vier- of achtmaandsrapportage van 2012 en in de Stand van het Wonen worden bericht. De resultaten van de eindmeting zijn begin 2014 beschikbaar.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 8, Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 85
Beleidsmatige inspanning Vastgoed Focus van de inspanning: het gebruik van onze vastgoedportefeuille is gericht op ruimtelijke, economische en maatschappelijke doelen van de gemeente Rotterdam.
Realisatie 2011
Door een efficiënte inzet van vastgoed dragen wij bij aan het vergroten van de ruimtelijke kwaliteit van de stad. Om de bedrijfsvoering verder op orde te krijgen is de “Routekaart naar een professionele vastgoedorganisatie” halverwege 2011 geactualiseerd. Aandachtspunten hierbij waren de verbetering van de incasso en de afrekening van de servicekosten. Naast het verder professionaliseren van de vastgoedbeheerorganisatie, zijn in 2011 o.a. de volgende projecten opgeleverd: Ahoy, de Maassilo (Urban Culture Podium) en de Brienenoordschool, alle in Zuid. De MPRV (Meerjaren perspectief Rotterdams vastgoed) portefeuille bestaat, naast de maatschappelijke objecten als scholen, sportcomplexen, theaters en dergelijke, ook uit de parkeergarages en objecten ten behoeve van concernhuisvesting. Ook de objecten die slechts tijdelijk worden beheerd in in het kader van een gebiedsontwikkeling maken deel uit van de MPRVportefeuille. De doelstelling van deze MPRV-portefeuille is het zo efficiënt mogelijk inzetten van het vastgoed voor de maatschappelijke doelstellingen van de stad, waarbij wordt gestreefd naar een kostendekkende exploitatie. Hiertoe hebben wij onder andere voor het merendeel van de MPRV-portefeuille in 2011 op basis van een conditiemeting per object, een meerjarenonderhoudsprogramma (MOP) opgesteld. Het uitgangspunt is een sober en doelmatig onderhoudsniveau. Op basis van deze MOP’s zijn de kostendekkende huurprijzen geactualiseerd. Voor het deel van het vastgoed dat in 2011 nog niet kostendekkend kon worden verhuurd, is een plan van aanpak opgesteld voor de implementatie ervan per 2013 (dKC) en per 2014 (S&R). Tevens is in 2011 een groot aantal voorzieningenplannen opgesteld. Het voorzieningenplan als gezamenlijk product van de deelgemeenten en het centraal bestuur geeft inzicht in het bestaande aanbod in relatie tot de behoefte aan voorzieningen en bevat tevens de uitvoeringsagenda’s voor een periode van vier jaar. Zodoende wordt duidelijk hoe per deelgemeente de komende jaren wordt gekomen tot een efficiënt en effectief voorzieningenaanbod en het daarbij behorende vastgoed. In het verlengde hiervan wordt ook duidelijk welke accommodaties wanneer en waar afgestoten kunnen worden. Naar verwachting beschikt elke deelgemeente in het 1e kwartaal van 2012 over een voorzieningenplan met bijbehorende uitvoeringsagenda. De voorzieningenplannen worden uiteindelijk onderdeel van de gebiedsplannen. Verduurzaming Vastgoed De aanbesteding van het energiezuinig maken van negen zwembaden is in 2011 afgerond met het sluiten van een contract met Strukton. Vanwege het voorbeeldkarakter van deze aanpak en de grote potentie ervan voor het versnellen van energiebesparing in de bestaande bouw is met het rijk een green deal afgesloten voor het vervolg van deze aanpak. Hierbij wordt vanuit Rotterdam in eerste instantie gekeken naar het meenemen van schoolgebouwen in een volgende aanbesteding. Onderdeel van de green deal is dat wij hierbij minimaal twee andere gemeenten betrekken om zo de kans van opschaling van het de aanpak te vergroten. Concernhuisvesting In 2011 is de opgave voor de herhuisvesting van het concern belegd bij het Programma Concernherhuisvesting. Eind 2011 is het programmaplan samen met de businesscase kantoren opgesteld en heeft u kennisgenomen van ons besluit om het ambtelijk apparaat te huisvesten in vier kantoorpanden. Begin 2012 wordt u nader geïnformeerd over de businesscase kantoren. Niet-MPRV portefeuille De niet-MPRV portefeuille bestaat uit het af te stoten vastgoed en de opbrengsten uit brandstofverkooppunten en reclame. In 2011 stond de niet-MPRV portefeuille in het teken van het verdienvermogen en is gezocht naar opbrengstenverhoging en kostenverlaging. Aan de opbrengstzijde is in de commerciële verhuring geprobeerd tegen zo hoog mogelijke marktconforme huurprijzen te verhuren. Projectmatig is een start gemaakt om verouderde contracten met een te lage huur en ongunstige condities voor eigenaren te vernieuwen. In 2011 is gebleken dat de verhuur van objecten steeds moeilijker wordt door het verslechterde economische klimaat. De kans op leegstand neemt toe. Aan de kostenkant is zeer kritisch gekeken naar de onderhoudskosten. Mede ook door de in 2011 afgekondigde verplichtingenstop, zijn slechts noodzakelijke onderhoudsuitgaven of uitgaven ten behoeve van veiligheid uitgevoerd. De onderhoudskosten zijn hierdoor ruimschoots binnen het budget gebleven. Hierdoor wordt wel een wissel getrokken op de toekomst omdat hierbij sprake is van uitstel, en niet van afstel. Brandstofverkooppunten en reclame In 2011 zijn geen huurrechten van brandstofverkooppunten geveild, maar zijn de resultaten van de voorgaande twee veilingjaren geëvalueerd. Op 13 december 2011 hebben wij het veilingbeleid, zoals vastgelegd in het Veilingbeleid Brandstofverkooppunten Gemeente Rotterdam, definitief vastgesteld. In 2011 is het reclamecontract Europanels opnieuw in de markt gezet. Het nieuwe contract heeft de ingangsdatum in 2012. pagina 86 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Incidentele opbrengsten Het doel van deze productgroep is het zo optimaal mogelijk verkopen van de objecten in de niet-MPRV portefeuille. Het verkoopplan van 2011 is samengesteld op basis van de in 2010 ontstane verkooplijst en door de toepassing van een aantal criteria zoals leegstand of marktvraag. De objecten worden verkocht op basis van het vigerende gemeentelijk verkoopbeleid, dat tot nu toe openbare verkoop voorschrijft en slechts in uitzonderingsgevallen een onderhandse verkoop toestaat. Ondanks de slechte marktomstandigheden is er in 2011 een relatief groot aantal units (159) verkocht, onder andere door de toepassing van het klushuizen concept. Erfpacht In 2011 hebben wij een financiële doelstelling van € 12,5 mln inzake ‘het verdienvermogen Vastgoed’ vastgesteld. Voor het behalen van deze, zo is gebleken, forse doelstelling werd ook ingezet op eenmalige incidentele opbrengsten uit erfpachtconversies. Hoewel door marktpartijen terughoudend werd gereageerd op de gedane aanbiedingen, heeft een bijgesteld marktconform aanbod uiteindelijk in 2011 nog geleid tot een aantal geaccepteerde aanbiedingen. In 2012 worden ten behoeve van het realiseren van de genoemde financiële doelstelling onder andere eventuele verdere conversiemogelijkheden verkend. Op voorhand lijkt te veel optimisme, gezien de recente ervaringen om de verdienopgave van € 12,5 mln te bewerkstelligen, niet realistisch. In 2011 is een vervolg gegeven aan de handhaving van erfpacht- en huurcontracten in de aangewezen gebieden Spaanse Polder en Overschiese Kleiweg. Het project Overschiese Kleiweg (parkeersituatie verbeteren) is in 2011 afgerond. De handhaving in de Spaanse Polder is nog niet afgerond. In 2011 is een 19-tal dossiers een stap verder gebracht of is effectief een einde gemaakt aan ongewenste situaties op het gebied van onder meer incassozaken, overtredingen gebruiksbepalingen, detailhandelsactiviteiten. Voor één dossier is contractbeëindiging in gang gezet. Financieel is er een positief resultaat bereikt van ruim € 105.000,-.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 8, Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 87
3.9 pagina 88 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 9 Verkeer en vervoer
Beleidsmatige inspanning Stedelijke bereikbaarheid Focus van de inspanning: het college richt zich op het vergroten van de bereikbaarheid van de economische centra in Rotterdam. Een goede bereikbaarheid van de Rotterdamse regio is essentieel voor een goede economie en een aantrekkelijke woonstad.
Realisatie 2011 Target De bereikbaarheid wordt op twee manieren gemeten: – in deze collegeperiode blijft de gemiddelde snelheid op de volgende 6 hoofdroutes van en naar het centrum 25 km per uur: Maasboulevard, Dorpsweg, Stadionweg, Tjalklaan, Vaanweg, Stadshoudersweg, – in deze collegeperiode is bij de start van de ombouw van de A15 een reductie van het spitsverkeer bereikt van 20%, die wordt vastgehouden tijdens de ombouwfase. Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Bundels Alle bundels uit de collegetarget halen de gestelde norm van 25 km/u. Er wordt continue gewerkt aan optimalisering van de verkeerslichten en de Groene Golven. Dit heeft in 2011 bijgedragen tot een in het algemeen, licht stijgende trend van de snelheden op de bundels, met uitzondering van de trajecten waar werkzaamheden zijn uitgevoerd. Prestatie-indicator ‘Oplevering Routegeleiding’: In het 2e kwartaal van 2012 worden de software en displays voor Routegeleiding opgeleverd, zoals ook in de prestatie-indicator is aangekondigd. In de loop van 2012 worden de aanpassingen in de statische bewegwijzering doorgevoerd, met prioriteit voor de verwachte routes in verband geplande werkzaamheden.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 9, Verkeer en vervoer | pagina 89
Snelheid hoofdroutes De stand van zaken m.b.t. de targets voor de zes hoofdroutes van naar het centrum is weergegeven in navolgende tabel: Bundels (target: minimaal 25 km/h uitgezonderd bundel E)
Gemiddelde snelheid 2011 per kwartaal
1e Bundel A Groene Kruisweg – Dorpsweg – Maastunnel Bundel B Vaanweg – Pleinweg – Maastunnel Bundel C Stadionweg – Laan op Zuid – Wilhelminaplein Bundel D Maasboulevard – A. van Rijckevorselweg Bundel E Schieweg – Schiekade – Hofplein Bundel F Stadhoudersweg – Statenweg – Statentunnel Bundel G Tjalklaan – Vierhavensstraat – Westzeedijk
Stad in 2e
3e
4e
1e
Stad uit 2e
3e
4e
32,6
33,2
32,8
33,6
33,4
32,7
30,9
30,9
28,0
28,5
28,9
29,1
30,4
29,5
28,2
28,3
29,7
29,5
29,4
29,9#
29,7
29,1
29,3
29,7
36,3
35,8
35,4
35,3
36,0
35,5
34,8
35,1
20,9
21,4
22,3
22,8
21,1
20,5
20,8
21,8
29,0
29,8
29,9
29,6
24,5
25,2
25,1
27,5
27,7
27,7
28,0
29,0
35,1
-
-
-
De gemiddelden per bundel per richting zijn gemiddelden over de laatste vier kwartalen. Waarden met een # geven een gemiddelde over de eerste 3 kwartalen van 2011. Voor het 4e kwartaal zijn geen gegevens beschikbaar. Voor de cellen met een - zijn er geen of onvoldoende betrouwbare meetgegevens. Doorstroming A15 De problematiek op de A15 concentreert zich op de avondspits ‘haven uit’. De overige spitsen en richtingen voldoen aan de doelstelling, de ochtendspits ‘haven in’ wordt zorgvuldig gemonitord maar de genomen maatregelen lijken hier vooralsnog voldoende effectief. De gemiddelde snelheid in de avondspits haven uit is in 2011 een fractie verslechterd van 37,9 minuten naar 39,0. De snelheid voldoet daarmee niet meer aan de doelstelling van 38 minuten. Het totaalbeeld van de reistijden is als volgt: 2011 Vaanplein -> Maasvlakte (Haven in) Maasvlakte -> Vaanplein (Haven uit)
Avond 28,6 39,0
Ochtend 27,8 27,1
De doelstelling voor betrouwbaarheid van de reistijd in de avondspits haven uit over 2011 is 91%. De over 2011 bereikte waarde is nog niet bekend. Het jaargemiddelde zal worden gemeld in de 4-maandsrapportage 2012. Programma mobiliteitsmanagement A15 De Verkeersonderneming Slim Bereikbaar heeft in 2011 met 31 werkgevers mobiliteitsovereenkomsten gesloten, waarmee totaal ca. 400 spitsmijdingen op de A15 worden bereikt en 1.360 spitsmijdingen richting de knopen rond de Ruit. Dit is betekenisvol, maar de doelen (respectievelijk 2.600 en 2.060 spitsmijdingen) worden hiermee nog niet gehaald. In 2012 zal een intensivering en gedeeltelijke wijziging van de aanpak plaatsvinden, met een grotere rol van de mobiliteitsmarkt. Van het project SpitsScoren A15 is in 2011 de performance verhoogd, terwijl bovendien de avondspits als doel is toegevoegd: 900 spitsmijders ’s ochtends en 600 ’s avonds. Via de e-bike en scooterregeling zijn inmiddels ruim 550 mensen (deels) overgestapt van de auto op een tweewieler.
pagina 90 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Programma verkeersmanagement A15 Het is de betrokken wegbeheerders Rijkswaterstaat, Havenbedrijf en gemeenten onder regie van De Verkeersonderneming gelukt in 2011, nog voor de start van de reconstructie van de A15, het DVM-systeem voor benutting van alternatieve routes operationeel te hebben gemaakt. 11 Van de 16 alternatieve routes kunnen nu via dynamische route-informatiepanelen (DRIP) op afstand vanuit de Verkeerscentrale in Rhoon worden ingezet. De noodzakelijke camerabeelden zijn beschikbaar. Daarnaast werd in 2011 een waaier van maatregelen uitgevoerd, zoals het statiegeldwiel, waarmee een gestrande vrachtwagen 45 minuten sneller van de vluchtstrook verwijderd kan worden, en de beperking van de opening van de Botlekbrug in de spits. De gemeente heeft onder regie van De Verkeersonderneming DRIP-panelen geplaatst op wegen op gemeentelijk grondgebied, opdracht verstrekt voor de realisatie van ‘Tovergroen’ op vier kruisingen: een systeem waardoor de vrachtwagenchauffeur bij het naderen van een kruising een signaal krijgt dat het verkeerslicht voor hem nog even op groen gehouden wordt, en van ‘Robugrover’: een optimalisatie van de verdeling van groentijden. Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Exploitatie en beheer parkeren In het kader van de bestuursopdracht Parkeren is in het voorjaar van 2011 de zogeheten “Rapportage Doorkijk Parkeersector” vastgesteld. In deze rapportage wordt beschreven welke ontwikkelingen zich komende jaren in de parkeersector voordoen en welke gevolgen dat financieel heeft. De rapportage biedt een aantal maatregelen en oplossingsrichtingen. Eén van de maatregelen, om de voorziene financiële tekorten in de parkeersector op te vangen, is ‘modernisering straatparkeren’. In december 2011 heeft de gemeente besloten over te gaan tot invoering van kentekenparkeren. In de parkeerrapportage is een tariefscenario benoemd als maatregel om de inkomsten in de parkeersector te verhogen. Wij hebben in november de parkeertarieven voor 2012 vastgesteld. Vanwege de opening van het nieuwe Maasstadziekenhuis en de daarbij verwachte verkeersaantrekkende werking, is na het aanpassen van de gebiedsgrenzen rondom het Maasstadziekenhuis, in mei 2011 betaald parkeren ingevoerd. Daarnaast is in een aantal kleine gebieden betaald parkeren ingevoerd (bijv. Vierhavensstraat parallel, Langepad). In het najaar van 2011 zijn wij akkoord gegaan met het voorstel voor herijking van de parkeernormen en het aanpassen van de afkoopregeling. In de loop van 2012 wordt naar verwachting het raadsvoorstel behandeld in de gemeenteraad. In 2012 werken wij verder aan de herijking van het vergunningenbeleid. De Grote Markt- en de Kruispleingarage zijn in aanbouw. Deze garages zijn onderdeel van het Park+Walk- en Park+Rideprogramma, conform het Verkeersplan Binnenstad dat u eind 2009 heeft vastgesteld. P+R In augustus 2011 is de P+R Beverwaard bovenop de tramremise geopend. Samen met de 500 P+R-parkeerplaatsen bij RandstadRailhalte Meijersplein zijn in de afgelopen twee jaar 1.000 parkeerplaatsen gerealiseerd. Zonder de nieuwe P+R Beverwaard is de gemiddelde bezetting van P+R in de gemeente Rotterdam 81%, welke de gewenste 85% maximale bezetting nadert. In samenwerking met de stadsregio en andere overheden in de Randstad zetten wij de komende periode meer in op een betere benuttig van de P+R-voorzieningen. (Boven)regionale bereikbaarheid Nieuwe infrastructuur In 2011 hebben wij overleg gevoerd met het rijk en de stadsregio over lange termijn investeringen in de rijkswegen. De volgende mijlpalen zijn bereikt: – A13/16: Bestuurlijke principeafspraken tussen portefeuillehouder stadsregio en minister van I&M inzake uitwerking voorkeursvariant in het Ontwerp Tracébesluit. Deze voorzien o.a. in een tunnel op maaiveld door het Lage Bergsche Bos en een geluidswal met ecoduct ter hoogte van de Vlinderstrik. De gemeente draagt financieel bij aan de inpassing. Vanaf 2020 is hiervoor € 40 mln gereserveerd in het IFR. – Nieuwe Westelijke Oeververbinding (NWO). Er is bestuurlijke overeenstemming tussen een meerderheid van de regiogemeenten en de minister van I&M, uitmondend in een voorkeursbeslissing door de minister van I&M voor de Blankenburgtunnel, Krabbeplas-West variant. Deze afspraken zijn in lijn met het standpunt van de gemeente Rotterdam. – A4 Delft – Schiedam: met het ongegrond verklaren van de bezwaren tegen het tracébesluit door de Raad van State is de aanleg onomkeerbaar geworden. Inmiddels heeft de aanbesteding plaatsgevonden. De aanleg start in 2012. Rijksprogramma Beter Benutten In december is overeenstemming bereikt met het ministerie van I&M over een breed pakket aan maatregelen in (onder meer) de regio Rotterdam die gericht zijn op het beter benutten van bestaande infrastructuur. In dit pakket zijn ook maatregelen opgenomen die als aanloopinvesteringen aangemerkt kunnen worden voor de Kwaliteitssprong OV op Zuid en het herontwerp Brienenoordcorridor. In het kader van dit programma zijn middelen beschikbaar gesteld voor onder meer het Stedenbaanstation Stadionpark, personenvervoer over water, het fietsveer Kralingen – Feijenoord en de busverbinding Zuidplein – Stadionpark – Capelsebrug. Voor het kleinschalig wijkvervoer op Zuid (‘flexvervoer op Zuid’) zijn middelen ter beschikking gesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 9, Verkeer en vervoer | pagina 91
Beleidsmatige inspanning Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Focus van de inspanning: we continueren de aanpak om het verkeer veiliger te maken. Om de groei in vervoersbewegingen duurzaam te realiseren is onze strategie gericht op schoon gebruik, schone voertuigen en schone brandstoffen.
Realisatie 2011
Fiets Het budget van gelden in het kader van de RAL voor 2011 en 2012 is in mei vastgesteld, en vervolgens in het najaar definitief beschikt. In de tussentijd zijn de werkzaamheden aan de Goudsesingel en het Vasteland afgerond. De herstructurering van de Oudedijk wordt voorbereid en in 2012 uitgevoerd. Daarnaast wordt gewerkt aan de G.K. van Hogendorpweg met als doel afronding in 2012. De Terletweg wordt begin volgend jaar uitgevoerd. Er wordt gewerkt aan de volgende plannen: Dorpsweg (tweede fase), Marconiplein, Delftweg Noord, Parkhaven/Parkkade, Posthumalaan en delen van de lange afstand fietsroutes naar Den Haag en Dordrecht. Openbaar Vervoer Wij hebben gratis OV voor 65+ in 2011 voortgezet. Daarnaast is overleg gevoerd met de stadsregio over de dienstregeling en uitvoering van het openbaar vervoer in de stad. Wij hebben zienswijzen ingediend op de vervoerplannen 2012, het Programma van Eisen voor de aanbesteding van de busconcessie Rotterdam e.o. 2012–2019 en de Kadernota Openbaar Vervoer. Dit heeft o.a. geresulteerd in de verzachting van een aantal bezuinigingsmaatregelen. Brandstoffen en elektrisch vervoer Met de vaststelling van de herijking Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL) in april 2011, is voor ruim € 20 mln aan rijkssubsidiegelden gereserveerd voor duurzame mobiliteit: mobiliteitsmanagement, aanleg fietspaden en fietsenstallingen, dynamisch verkeersmanagement en stimulering elektrisch vervoer. Van deze middelen is circa € 11,9 mln beschikbaar. Naar verwachting zal het resterende bedrag in het voorjaar 2012 formeel worden toegekend middels de 4e tranche Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Het voorstel voor de verdeling van de 4e tranche middelen is in november 2011 geaccordeerd door het ministerie van I&M. Er hebben zich o.a. de volgende relevante ontwikkelingen voorgedaan: – Het leerlingenvervoer is “schoon”aanbesteed en wordt uitgevoerd met taxi’s op aardgas (niet gefinancierd uit RAL). – ‘Het Nieuwe Rijden I Elektrisch Vervoer Centrum’, een landelijk belevingscentrum waar bedrijven en consumenten in woord en daad worden kennis kunnen maken met elektrisch vervoer, is in augustus geopend. – Er zijn inmiddels ruim 60 oplaadpunten voor elektrische auto’s verspreid door de stad gerealiseerd, deels in samenwerking met stichting e-laad. – De voorbereidingen van een Europese aanbesteding, die in februari 2012 gepubliceerd wordt, voor grootschaliger uitrol van oplaadinfrastructuur is in 2011 gestart. – E-scooterfabrikant QWIC en MAAS Leerfabrieken openden in oktober jl., in samenwerking met de gemeente Rotterdam, een E-scooterleerfabriek op de RDM Campus: ESFA Rotterdam (Electric Scooter Factory). De elektrische scooters van QWIC worden via deze assemblagelijn geproduceerd via het “leren en werken”-concept. – In december heeft BP op het tankstation aan de Abraham van Stolkweg het eerste Rotterdamse snellaadpunt geopend. Elektrische auto’s worden hier binnen een half uur opgeladen. – In 2011 is een grote slag gemaakt met de inzet van elektrische voertuigen in het gemeentelijk wagenpark: er zijn 53 nieuwe elektrische voertuigen in gebruik genomen. Hieronder waren 44 e-scooters ter vervanging van benzine scooters. Een van de projecten is een samenwerking tussen de gemeente Rotterdam, Eneco en Stedin en is onderdeel van de proeftuin “hybride en elektrisch rijden” gesubsidieerd door Agentschap NL. In totaal telt het gemeentelijk wagenpark per eind 2011 101 EV’s. Voorts realisatie 8 nieuwe oplaadpalen (= 15 oplaadpunten) op gemeentelijke locaties, diverse pilots, ondertekening intentieverklaring met BYD, start ontwikkeling tweede hybride vuilniswagen (26 ton) en basis voor proef met Shell GTL in 35 veegmachines van Roteb. – Een consortium van vervoerders, pomphouders en de gemeente heeft in 2011 met een grootschalige pilot ervaring opgedaan met het rijden op biodiesel. Om extra ervaring in winterse omstandigheden op te doen, wordt de pilot voortgezet in het eerste kwartaal van 2012. Verkeersveiligheid Ondanks het teruglopen van investeringsmiddelen, houden de gemeente en de stadsregio de essentiële onderdelen van het verkeersveiligheidbeleid, namelijk de sanering van blackspots en doelgroepgerichte verkeerseducatie, overeind. Er zijn dit jaar negen blackspots aangepakt.
pagina 92 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
In maart 2011 is een verkeersveiligheidsplan opgesteld met een looptijd van twee jaar. In september 2011 zijn de nieuwe ongevallencijfers beschikbaar gesteld. Landelijk is er sprake van een onderregistratie van de ongevallencijfers, waardoor uitsluitend de registratie van dodelijke ongevallen echt betrouwbaar is. Het aantal dodelijke ongevallen van de afgelopen jaren, waarbij de cijfers over 2010 het meest recent zijn, is aanzienlijk gedaald. In 2009 vielen er op het Rotterdamse wegennet 22 dodelijke slachtoffers, in 2010 waren er 13 dodelijke slachtoffers. In september 2011 zijn de financiële middelen voor educatieve verkeersveiligheidsprojecten beschikbaar gesteld. In dit kader heeft de gemeente de volgende projecten uitgevoerd: twee “Stop voor de Zebra” campagnes op de Coolsingel en Bergweg, drie campagnes bij discotheken door Team Alert over alcohol en drugs in het verkeer, ca. 90 middelbare scholen hebben campagnemateriaal ontvangen over fietsverlichting, twee scootmobieldagen voor ouderen, drie zgn ‘broemdagen’ om de rijvaardigheid van ouderen te vergroten.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 9, Verkeer en vervoer | pagina 93
3.10 pagina 94 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 10 Economie
Beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat Focus van de inspanning: de Rotterdamse economie moet over vier jaar krachtiger, weerbaarder en duurzamer zijn.
Realisatie 2011 Acquisitie en Current investor development leiden tot behoud, uitbreiding en nieuwe investeringen en daardoor tot versterking van de economische structuur in de stad. In 2011 zijn er 24 investeringsprojecten gerealiseerd, waarmee de collegetarget voor 2011 gehaald is. De internationale acquisitie heeft zich de afgelopen jaren gericht op potentiële investeerders uit de landen China, Verenigde Staten en uit het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Turkije, Brazilië en India. Net als in 2010 komen de meeste investeringsprojecten uit China (5). Wat opvalt, is dat uit de speerpuntlanden van 2011 – de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland – er geen nieuwe vestigers zijn geland in Rotterdam regio. Uit een een in november 2011 uitgevoerde landenanalyse blijkt dat de Foreign Direct Investment (FDI) vanuit het Verenigd Koninkrijk en Duitsland naar de hele wereld sterk is afgenomen. Echter de FDI vanuit de VS juist niet. De RIA is er nog niet in geslaagd om de netwerken in de VS voldoende te mobiliseren. Naar verwachting genereren de 24 nieuwe vestigers in 3 jaar circa 900 arbeidsplaatsen en ruim € 55,- mln aan investeringen in Rotterdam. In het afgelopen jaar hebben de accountmanagers vanuit current investor development (CID) 226 bezoeken afgelegd op board room niveau. Ruim 30% van deze bezoeken zijn een eerste bezoek geweest vanuit de gemeente aan deze bedrijven in de regio Rotterdam. De bedrijven die zijn bezocht zijn enerzijds grote internationaal georiënteerde bedrijven in de stad en regio, de zogenaamde key accounts, en zijn van groot strategisch belang voor Rotterdam. Zowel op grond van aanzien, werkgelegenheid als economische spilfunctie. Anderzijds zijn diverse bezoeken afgelegd aan de zogenaamde major accounts, bedrijven uit bepaalde sectoren en nieuwkomers die eveneens van belang zijn voor Rotterdam. Van de 226 bezochte bedrijven in 2011 maakt 30% van de bedrijven in 2012 en 2013 opnieuw een strategische (her)afweging of de regio Rotterdam de juiste vestigingslocatie voor hen is. De RIA is in al deze gevallen betrokken om de Rotterdamse propositie goed in te vullen voor de desbetreffende bedrijven. Collegetarget: Het met behulp van de Rotterdam Investment Agency realiseren van 100 investeringsprojecten (succesvolle proposities) in deze collegeperiode.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 10, Economie| pagina 95
Indicator Aantal investerings-projecten (cumulatief, jaarlijks gemeten per 31–12): Meetbare inspanningen gericht op de target 1. Current investor contacten Overige prestatie-indicatoren 1. 15% Administratieve lasten verlichting ultimo 2014.
Rekening 2010 20
Begroting 2011 43
>250 n.v.t.?
- 5%
Rekening Toelichting 2011 44
266 Zie onder verantwoording. n.v.t. Er wordt geen tussenmeting gedaan: er is een nulmeting gedaan in 2010 en er vindt een eindmeting plaats over de gehele collegeperiode. De Administratieve Lasten voor bedrijven zullen in deze collegeperiode met 15% afnemen.
Toelichting inhoudelijke indicatoren product Versterking Economische Structuur De sterke clusters zijn van groot belang voor het behoud en de groei van de werkgelegenheid en de economie. De beleidsinzet is er op gericht de concurrentiepositie van deze clusters te versterken door zo gunstig mogelijke randvoorwaarden te creëren en door gerichte inzet van de instrumenten van het economisch beleid. Versterken Clusters: In het programma Medisch en Zorg zijn de bij het Platform Zorg betrokken partijen (zorg- en onderwijsinstellingen) gestart met de uitvoering van het convenant waarin wordt ingezet op de versterking van de arbeidsmarkt. Het Uitvoeringsprogramma Haven is geëvalueerd en wordt in 2012 opnieuw vormgegeven. Innovatie In lijn met de opgave om het innovatievermogen van de stad te vergroten, is op advies van de OECD (Review Hoger Onderwijs 2010) het netwerk TriDelta opgericht. TriDelta verbindt toegepast en wetenschappelijk onderzoek, kennisvalorisatie en ondernemerschap met elkaar. In dit netwerk werkt de gemeente met het bedrijfsleven en de kennisinstellingen aan de verbetering van de samenwerking op het gebied van innovatie. In 2011 heeft een evaluatie plaatsgevonden van de gemeentelijke inzet in de periode 2006–2010 op het stimuleren van banengroei in de creatieve sector. Op basis van deze evaluatie is eind 2011 een voorstel gedaan voor een beperktere focus van deze inzet. Een belangrijk instrument om het innovatief klimaat te verbeteren is het Valorisatieprogramma Rotterdam. In dit valorisatieprogramma wordt samen gewerkt door onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven uit Rotterdam. De gemeente heeft dit programma in 2011 actief ondersteund door een bijdrage te leveren aan de programmatische invulling en de lobby voor het verkrijgen van subsidie van Agentschap NL. De gemeente Rotterdam gaat in verschillende projecten van het programma deelnemen. In december 2011 heeft de gemeente met de gemeente Delft en de TU Delft als uitwerking van de Innovatieagenda Rotterdam de intentieverklaring voor de innovatiecontract voor de creatieve industrie “Built Environment, Architecture, Urbanism (BEAU)” ondertekend. Het innovatiecontract heeft tot doel om met de samenwerkende partners het rendement en het effect van het innovatievermogen te vergroten. Daarnaast zal het samenwerkingsverband zich inzetten voor open innovatie en kennisdeling. Clean Tech Delta (CTD) Het samenwerkingsverband Clean Tech Delta (CTD) waarin de Gemeente participeert heeft in 2011 een meerjarenvisie en projectenportfolio opgeleverd voor de uitvoering van ca. 40 projecten. Het verband is uitgegroeid tot een netwerk met 10 founding fathers en 30 particpanten. CTD heeft bijgedragen aan: – Duurzame herontwikkeling van het HAKA-gebouw tot living lab door Vestia. – Oplevering visie voor de duurzame ontwikkeling voor het Merwe Vierhavens-gebied (gebaseerd op de ontwikkelde Rotterdamse Energie Aanpak Planning (REAP)) door EUR-Drift i.s.m. Stadshavens. – Start Concept house village (kleinschalige proeftuin voor duurzaam bouwen) door HRO, TUD, Woonbron, Gem. Rotterdam. – Participatie in oprichting Knowledge and Innovation Community (initiatief van EIT) door TUD en Stadshavens. Tevens is participatie van CTD partijen in het Clean Tech Innovatiefonds opgezet. Het duurzame innovatiefonds (fondsmanagement ICOS) is in het voorjaar opgezet om, aansluitend op de markt, het vestigingsklimaat voor investeringen in nieuwe bedrijvigheid en kennis in Rotterdam te faciliteren teneinde onze economische positie duurzaam te versterken. Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 96 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Toelichting inhoudelijke indicatoren product Versterking Vestigingsklimaat Leegstand Kantoren In het project Leegstand Kantoren is inmiddels 40.000 m2 verdeeld over 24 panden. Getransformeerd tot andere gebruiksruimten. Aanpak irritaties ondernemers Naar aanleiding van de Irritatietop 10 voor ondernemers hebben wij in 2011 op de volgende drie punten verbetermaatregelen genomen: – Het doorverwijzen wordt aangepakt door via het algemene telefoonnummer 14 010 een eerste ingang te bieden voor ondernemersvragen. – De gemeentelijke regelgeving of wijzigi ngen daarin zullen uitsluitend op twee vaste momenten per jaar ingevoerd worden. – De gemeentelijke Belastingdienst werkt met een actueler ondernemersbestand (van de Kamer van Koophandel) en zal daardoor in 2012 haar correspondentie efficiënter en sneller kunnen afhandelen. Werklocaties De navigator Werklocaties waarin vraag en aanbod van kantoren, bedrijfsterreinen en winkels wordt geanalyseerd, is inmiddels de maatstaf waarlangs de gemeentelijke gebiedsontwikkelingen worden gelegd en waarop afspraken worden gemaakt met marktpartijen. Regio/Topsectoren Rotterdam en het Rotterdamse bedrijfsleven zijn goed vertegenwoordigd in het Topsectorenbeleid van het ministerie van EL&I: in 7 van de 9 sectoren zijn Rotterdamse projecten of programma’s genoemd. Wijkeconomie – Bedrijven Investeringszones (BIZ): de BIZ regeling is een instrument van, voor en door ondernemers, om gebiedsgerichte samenwerking van de grond te krijgen. De BIZ maakt het mogelijk om zogenaamd ‘free-rider’ gedrag te voorkomen, doordat de bijdrage wordt geïnd via de belastingaangifte. De gemeente heeft de vorming van de BIZ-gebieden gefaciliteerd, zodat ondernemersinitiatieven zijn omgezet in BIZ-verordeningen. In Rotterdam zijn tot nu toe 7 BIZ-initiatieven. – In 2011 heeft het project Revitalisering Nieuwe Binnenweg een grote stap gezet met de opening van 8 nieuwe winkels en het aanpakken van 16 panden. Nieuw is de vestiging van de biologische supermarkt Ekoplaza. De planontwikkeling voor de herinrichting is afgerond. – Winkeltijdenwet: in 2011 is de stadsbrede toeristische regeling voor de openstelling van de winkels op zon- en feestdagen van 12.00 tot 22.00 uur tot stand gekomen. Deze is m.i.v. 1 januari 2012 van kracht. Daartoe is de Winkeltijdenverordening Rotterdam gewijzigd en de bevoegdheid van de deelgemeenten tot het maken van toeristische regelingen voor de openstelling van winkels op zon- en feestdagen teruggenomen. Voor de deelgemeenten waar tot voor kort een ruimere openingstijd op zondag gold is een overgangsregeling van kracht tot 1 januari 2013. De stadsbrede regeling biedt eenduidigheid aan bezoekers, winkeliers en bewoners over de openingstijden van de winkels op de zon- en feestdagen in Rotterdam. Versterken Kansenstructuur Wij werken in het kader van het Programma Economie en Arbeidsmarkt aan een betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Vergroten van de economische veerkracht is een van onze ambities. Binnen het project Carrièrestad wordt ingezet op het binden van hoger opgeleiden aan onze arbeidsmarkt en het aantrekkelijker maken van Rotterdam als carrièrestad voor hoger opgeleiden. De groei van het aantal hoger opgeleiden dat na de opleiding in de stad blijft, is een indicator. Rotterdam Carrièrestad In 2011 is een visie met bijbehorend uitvoeringsprogramma geschreven. Belangrijkste doel is het behoud van afgestudeerde hbo’ers en wo’ers voor de stad. De oorzaken van het vertrek van afgestudeerde hbo’ers en wo’ers is geanalyseerd. Op basis van deze analyse zijn 5 prioriteiten benoemd voor 2012: (1) het ontwikkelen van carrièreperspectief, (2) het verleiden van meer studenten om in Rotterdam te gaan en blijven wonen, (3) de stad als laboratorium, (4) een aantrekkelijke binnenstad en (5) ondernemerschap. Resultaten in 2011: – De ontwikkeling van een traineeship van 2½ jaar voor deze doelgroep bij vier verschillende Rotterdamse bedrijven. – De start van Livable, een bedrijf dat voor vastgoedeigenaren maatschappelijk betrokken studenten werft die tegen een gebruikers vergoeding in leegstaande panden mogen wonen in ruil voor maatschappelijke inzet voor de stad.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 10, Economie| pagina 97
3.11 pagina 98 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 11 Milieu en duurzaamheid
Beleidsmatige inspanning Milieu en duurzaamheid Focus van de inspanning: ambitie van het programma Duurzaam is om – met duurzaamheid als katalysator – Rotterdam te transformeren tot de duurzaamste wereldhaven stad, met de grootste groen-blauwe economie die bijdraagt aan een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Met het programma zetten we met het oog op de economische spin-off in op de thema’s klimaat, energie en water. Ondertussen gaan we door met de klassieke milieutaken (afval, bodem, externe veiligheid, geluid, groen en luchtkwaliteit), waarbij we ons op de grootste knelpunten ten aanzien van lucht en geluid richten.
Realisatie 2011
Op 9 juni jl. heeft de raad “Investeren in duurzame groei”, het programma Duurzaam 2011–2014, besproken. Bij de programmavaststelling was het budget € 31 mln. Het afgelopen jaar is een taakstellende bezuiniging opgelegd van € 3,525 mln t/m 2014. De inspanningen zijn gericht op het bereiken van resultaten terzake van de tien opgaven uit het programma Duurzaam (zie hoofdstuk 3 programma Duurzaam). Naast de bestuurlijke vaststelling en de start van de programma uitvoering, is in 2011 o.a. met het rijk de Klimaatagenda opgesteld; Rotterdam heeft dit traject benut om te lobbyen op diverse duurzaamheiddossiers. Met het rijk zijn bovendien diverse Green Deals gesloten; de hierbij verkregen rijksbijdrage telt op tot € 2,41 mln. Ook is de aanvraag voor de European Green Capital Award ingediend. In het vervolg wordt nader ingegaan op een aantal bereikte duurzame resultaten. Overigens wordt in de overige beleidsvelden eveneens gerapporteerd over de bereikte duurzame resultaten. Dit past in de opdracht om duurzaamheid structureel in alle onderdelen van de gemeentelijke werkwijze en organisatie te borgen. Rotterdam Climate Initiative en Rotterdam Climate Proof Op het gebied van het verminderen van CO2-uitstoot zijn in 2011 de activiteiten met de RCI-partners doorgezet tbv het verduurzamen van stad en haven. O.a. de volgende resultaten zijn geboekt: – De openingen van o.a. Plant One; de grootste raffinaderij voor hernieuwbare biobrandstof van Europa door Neste Oil; de eerste handelsbeurs voor biomassa ter wereld door het Havenbedrijf en APX-Endex hebben plaatsgehad. Rotterdam komt zo dichter bij de ambitie om ‘bioport’ van Noordwest-Europa te worden. Deelname aan de C40-conferentie in Sao Paulo (Brazilië) en het in Rotterdam gehouden jaarcongres ‘Biomass Power and Trade, World Biofuels Markets’ hebben eveneens in dit teken gestaan. – Het project Stoompijp maakt de uitwisseling van stoom tussen industriële bedrijven mogelijk; dit leidt tot energie- en daarmee kostenbesparing. De investeringsbeslissing is uiteindelijk begin 2012 genomen. Met het rijk zijn afspraken gemaakt over grootschalige verduurzaming van ten minste 2.500 woningen bestaande bouw. Verder hebben Eneco, Havensteder, Vestia, Woonbron en Woonstad afspraken gemaakt voor de levering van industriële restwarmte aan woningen op de noordoever van Rotterdam. Deze trajecten leiden tot energiereductie en daarmee kostenbesparing voor bedrijven, eigenaren en bewoners. – Met o.a. de openingen van het ‘Elektrisch Vervoer Centrum’; ESFA Rotterdam (Electric Scooter Factory) en het eerste Rotterdamse snellaadpunt geopend voor elektrische auto’s is een impuls gegeven aan het elektrisch vervoer in Rotterdam. Daarnaast is gestart met de inzet van elektrische voertuigen in het gemeentelijk wagenpark.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 11, Milieu en duurzaamheid | pagina 99
Op het gebied van klimaatadaptatie, de aanpassing van de stad aan de gevolgen van de klimaatverandering en het vermarkten hiervan, zijn o.a. de volgende acties gerealiseerd. – Onder het Kleinpolderplein is een open waterberging in combinatie met een waterplein gerealiseerd. De ondergrondse waterberging (10.000 m3) onder het Museumpark is in gebruikgenomen. Er is gestart met de aanleg van de waterberging (2.300 m3) op de Kruispleinparkeergarage. – De aanleg van groene daken en gevels gaat gestaag door. In 2011 is er ca. 40.000 m2 vanuit het programma gerealiseerd; waarmee het totaal op 100.000 m2 is gekomen. – In het kader van de Rotterdamse Adaptatie Strategie is de opgave voor waterveiligheid, het stedelijk watersysteem en het stadsklimaat grotendeels in beeld gebracht. Ook is vanuit Kennis voor Klimaat het eindrapport over stadsklimaat opgeleverd en zijn de vervolgactiviteiten “Adaptief Bouwen” gestart. – Een consortium van Rotterdamse bedrijven heeft geadviseerd over het klimaatadaptief maken van Ho Chi Min City, een en ander naar Rotterdams model. Klassieke Milieutaken Luchtkwaliteit en geluidhinder zijn de prioritaire milieudossiers in het programma Duurzaam. Hiertoe is het Kader LeefOmgevingsKwaliteit (KLOK) als onderdeel opgenomen in duurzame gebiedsontwikkeling. Verder is de herijking van het uitvoeringsprogramma Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit bestuurlijk vastgesteld. Voor het behalen van Europese doelen op gebied van NO2 en PM10, is inzet van het rijk met generieke maatregelen vereist. Rotterdam blijft hierop aandringen. Ook is bij het rijk de claim van 13 mln neergelegd voor de 4e tranche van de NSL-middelen; de verwachting is dat deze zal worden ingewilligd. Daarnaast is afgesproken dat Rotterdam, de stadsregio en de provincie een programma uitvoeren gericht op het oplossen van de knelpunten. Indicatief is € 3,5 mln toebedeeld aan Rotterdam. Met maatregelen uit de Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL) en het Regionale Actie Programma (RAP) zijn o.a. de volgende resultaten bereikt: – Er zijn nieuwe maatregelen uit de herijking van het uitvoeringsprogramma RAL 2011 opgestart waaronder de aanleg van fietspaden en -stallingen en dynamisch verkeersmanagement. – Er is gestart met een onderzoek om de bouwstromen, waaronder grond, binnen de regio te optimaliseren om zo het aantal vervoersbewegingen te reduceren. – In het havengebied is gestart met de realisatie van walstroom voor een ferryboot en de ombouw van een “gewone” sleepboot naar een hybride sleepboot. De uitvoering van de bodemsanering ligt verder op schema. Een aandachtspunt is geluid; daar wordt in het vervolg apart op ingegaan. Tot slot is vanaf 2011 de opdrachtgeverschap naar de DCMR op de thema’s milieu en duurzaamheid op een centraal punt binnen de gemeentelijke organisatie belegd. Collegetarget: Rekening 2010
Begroting 2011
-
€ 175 mln
Target 13: Duurzame Investeringen Aan het einde van de collegeperiode is in Rotterdam en de haven voor minimaal € 350 mln in duurzaamheid geïnvesteerd.
Rekening Toelichting 2011 € 235 mln Het bereiken van de collegetarget het realiseren van minimaal € 350 mln aan duurzame investeringen ligt op koers. Het gaat hierbij om investeringen in maatregelen die bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen op het gebied van CO2 -reductie en klimaatbestendigheid.
Toelichting inhoudelijke indicatoren product In 2011 eindigde de teller op ruim € 235 mln. De volgende investeringsbeslissingen zijn meegerekend: – Warmtebedrijf: investeringsbeslissing van 145,5 mln. – Afvang van CO2 bij bio-ethanolproducent Abengoa en levering van deze CO2 via het OCAP-netwerk aan de glastuinbouw: totaalinvestering 35-40 mln. – Raedthuys Groep: € 14 mln investeringsbeslissing voor Windpark Suurhoffbrug (Rotterdamse Havengebied, 12 megawatt). – Woningbouwvereniging Hoek van Holland: € 10,9 mln voor verbeteren energieprestatie van woningen. – Vestiging sorteerfabriek van plastic van SITA in Rotterdam, totaalinvestering circa € 10 mln. – Proeftuin elektrisch vervoer: investeringsbeslissing € 5,7 mln. – Uitrusten Stena Line Terminal met walstroomvoorzieningen: investeringsbeslissing € 2,8 mln. – Groene daken: investeringsbeslissingen € 2,7 mln. – Verduurzaming gemeentelijke zwembaden: investeringsbeslissing € 2,6 mln. – Proeftuin intelligente netten Heijplaat: € 1,52 mln aan investeringen (bedrag is inclusief € 0,66 mln investeringsubsidie vanuit EL&I). – Zonnedak nieuwe CS: investeringsbeslissing € 1,5 mln. Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 100 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
– – –
Elektrisch Vervoercentrum: investeringsbeslissing € 1,5 mln. Waterberging Kleinpolderplein € 1,5 mln. Opleidingscentrum Zadkine investeert met steun van o.a. de gemeente Rotterdam en het rijk (Pieken in de Delta) circa € 0,9 mln in een nieuw Kennis- en Expertisecentrum op het gebied van klimaatbeheersing en koude- en installatietechniek.
Rekening 2010
Begroting 2011
0
4.000
Target 14: Geluidshinder 15.000 Rotterdammers hebben eind 2014 in hun woning een geluidsbelasting als gevolg van wegverkeerslawaai die min. 3 decibel lager is tov 2010.
Rekening Toelichting 2011 2.803
Toelichting inhoudelijke indicatoren product Bij de aanpak van geluidhinder ligt de focus op stiller wegdek, geluidschermen en gevelsanering. Stil wegdek is in 2011 aangebracht op de Groene Kruisweg, Brede Hilledijk, Laan van Avant Garde, en Burgemeester Baumannlaan. In het najaar is door het rijk een positief uitvoeringsbesluit voor het plaatsen van geluidschermen langs de A20 genomen. Uiterlijk 2014 zijn de schermen geplaatst. Met Prorail zijn afspraken gemaakt over de gevelsanering in Rozenburg. In 2011 zijn hier 153 woningen voorzien van geluidwerende maatregelen. In het Kleiwegkwartier is ook een aantal gevels geïsoleerd. Verder heeft DCMR opdracht gekregen om in de periode 2011–2014 ruim 380 gevels te isoleren. Het getemporiseerde groot onderhoud en de vervanging van wegen, beiden als gevolg van de bezuinigingsopgave, leidt ertoe dat het behalen van deze collegetarget zeer moeilijk zal worden.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 11, Milieu en duurzaamheid | pagina 101
3.12 pagina 102 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 12 Fysiek beheer van de stad
Beleidsmatige inspanning Schoon (maken van de stad) Focus van de inspanning: in de buitenruimte houden we de basis op orde. Het gemiddeld schoonniveau5 in de wijken is voor alle schoonproducten een 4 6. Dit is een inspanningsverplichting die niet alleen afhankelijk is van de hoogte van de schoonbudgetten, maar ook van de samenwerking met deelgemeenten, burgers en bedrijven en handhaving. Daarom vragen we actieve steun – zowel financieel als qua beleidsinzet – van alle deelgemeentebesturen om voor de hele stad dit niveau te handhaven.
Target Rotterdam heeft een schone en goed onderhouden buitenruimte en is daarmee: – een aantrekkelijke woonstad, – een aantrekkelijke vestigingsplaats voor bedrijven, – een aantrekkelijke stad voor bezoekers, – Daarnaast wordt ingezet op het creëren van diverse vormen van (tijdelijke) banen in de stad.
Realisatie 2011 Reiniging openbare ruimte Collegewerkprogramma In het collegewerkprogramma 2011–2014 is het gemiddelde schoonniveau gesteld op een 4 gemiddeld in alle wijken. Ondanks de druk op budgetten is er in 2011 naar gestreefd om het schoonniveau te handhaven en de stad op orde te houden. De resultaten zijn positief; zowel meetbaar (schouwen), als in de perceptie van de burger. Maar niet kan worden uitgesloten dat het schoonniveau door de druk op de budgetten naar beneden zal gaan. Verder is er veel aandacht in communicatie voor burgerparticipatie en gedragsbeïnvloeding van bewoners en bedrijven. Schoonniveau 4 Eind 2010 scoorden alle 77 (CBS-)wijken een schoonniveau van 4 of hoger. Dit resultaat is ook in 2011 gehaald. Het gemiddelde schoonniveau is een 4,6; de schoondoelstelling is daarmee 0,1 gestegen ten opzichte van vorig jaar. Het schoonniveau wordt bepaald door de uitkomsten van de maandelijkse schouwen in de deelgemeenten.
5 6
Score 1 is slecht, score 5 is uitmuntend. Score 1 is slecht, score 5 is uitmuntend. Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 12, Fysiek beheer van de stad | pagina 103
Meldingensysteem Buitenruimte In het Meldingensysteem Buitenruimte (MSB) worden zogenaamde verstoringen in de buitenruimte gemeld. Dit betreft bijvoorbeeld meldingen van zwerfvuil. In 2011 zijn er minder meldingen ontvangen dan in 2010; 44.926 tegen 32.507. Er is overigens geen direct aantoonbaar verband tussen de stijging van het schoonniveau en de vermindering van het aantal MSBmeldingen. In 2011 is er geëxperimenteerd met het doen van meldingen via smartphones door eigen medewerkers van o.a. Roteb. Daarnaast is het aantal digitale meldingen toegenomen t.o.v. het aantal telefonische meldingen. Op de website kunnen bewoners de status van hun meldingen volgen. Aanpak 5 meest genoemde ergernissen op straat Storingsonderhoud behelst o.a. het opheffen van storingen aan wegen, bebording, kolken, rioolaansluitingen, overhangend groen, boomwortels, het verwijderen van onkruid, vuil, graffiti e.d. en het verwijderen van o.a. fietswrakken, onbeheerd staande auto’s, aanhangwagens. De meldingen (Meldingen Systeem Buitenruimte) moeten binnen 3 werkdagen afgehandeld zijn (gereed gemeld of in behandeling zijn genomen met een reden waarom nog niet afgehandeld kan worden). Hieronder volgt de top 5 van ergernissen in de buitenruimte en het percentage aan klachten dat binnen de afhandelingsnorm is afgehandeld (Uitgangspunt: klachten burgers/klachten anoniem, stand van zaken periode 01–01–2011 tot en met 31–12–2011): – Afval (ROTEB) – In deze periode heeft Roteb een score van 95,8% (servicenorm is 95%), waarbij de gemiddelde afhandelingduur 2,8 werkdagen is. In het aantal MSB-meldingen bestemd voor de reinigingsbedrijven die betrekking hebben op afval is de dalende trend van 2010 ook zichtbaar in 2011. Meldingen over illegaal gedumpt grofvuil en huisvuilzakken naast de ondergrondse container blijven de lijsten aanvoeren (maar laten wel een duidelijke afname zien). In de aanpak om deze vervuiling en verloedering te bestrijden werken op diverse vlakken Stadstoezicht en Roteb al intensief samen om bijvoorbeeld in pilots tot een optimale en effectieve afstemming van inzet van beide diensten te komen. Eén van de prioriteiten bij de inzet van Stadstoezicht blijft de handhaving op verkeerd aangeboden huisvuil en illegaal gedumpt grofvuil. De inzet op verkeerd aangeboden huisvuil is vastgelegd in de jaarcontracten met de deelgemeenten. In de deelgemeenten Feijenoord, Charlois en Delfshaven zijn pilots uitgevoerd waarbij Roteb en Stadstoezicht intensief samenwerken. Naast de verdere verbetering van de intensieve samenwerking is een positief effect op de buitenruimte geweest een duidelijke afname in het aantal meldingen over grofvuil en huisvuilzakken naast de container. – Zwerfvuil (ROTEB) – Het aantal MSB-meldingen in de periode 01–01–2011 tot en met 31–12–2011 over zwerfvuil is duidelijk afgenomen t.o.v. deze zelfde periode 2010. Bijna alle deelgemeenten laten een afname zien in het aantal meldingen over zwerfvuil. De meldingen over zwerfvuil worden in 92,5% binnen drie werkdagen afgehandeld of in behandeling gezet (norm is 95%). Het niet halen van de norm werd tijdelijk veroorzaakt door onvolkomenheden in het systeem. Die onvolkomenheden zijn opgelost waardoor de dienstverlening weer op het normale niveau is teruggebracht. – Defecte Openbare Verlichting (GW) – Van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 is 67,8% van de meldingen over openbare verlichting binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%) in behandeling genomen of afgehandeld. De prestatie van afhandeling wordt beïnvloed door enerzijds de afhandeling van de meldingen door de onderhoudsaannemer van de gemeente en anderzijds door de afhandeling door Stedin. De onderhoudsaannemer van de gemeente heeft met name in de laatste 2 maanden van 2011 niet voldaan aan haar verplichting. De gemeente heeft conform de voorwaarden van het contract de aannemer een boete opgelegd. De laatste paar maanden van 2011 hebben relatief veel netwerkstoringen gekend. De netwerkstoringen welke door Stedin moeten worden verholpen, vergen in het algemeen meer afhandelingstijd dan de servicenorm van 3 dagen. Over de afhandeling van storingen zijn werkafspraken gemaakt met Stedin. Daarbij komt dat dit soort meldingen, waarbij meestal (delen van) hele straten betrokken zijn, veel meervoudige meldingen door burgers betekent omdat van een netwerkstoring veel burgers last hebben. Deze meervoudige meldingen beinvloeden bij overschrijding deze extra het prestatieresultaat. Verlichting wordt vier maal per jaar geschouwd. Hieruit blijkt uit de 4-jaarlijkse schouwen dat gemiddeld 98,5% van de verlichting brandt. – Verzakte wegen (GW) – 92,7% binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%). Het percentage is vanaf 87,2% in 2005 gestaag gestegen tot het huidige niveau. – Wateroverlast (GW) – 90,5% binnen de servicenorm van 3 werkdagen (afspraak is 80%). Het percentage heeft jarenlang geschommeld tussen de 83% en de 86%. In 2011 is voor het eerst de norm van de 90% gehaald. Wijkconciërges Ter uitvoering van het collegewerkprogramma zijn er 2 wijkconciërges aan het werk; 1 in Delfshaven en 1 in Hoogvliet. De wijkconciërge zorgt voor de extra ogen en oren in de wijk op het gebied van schoon, heel en veilig. De wijkconciërge is een samenwerking tussen de drie diensten in het cluster Stadsbeheer (Roteb, Stadstoezicht en Gemeentewerken) en woningbouwcorporaties zoals Woonbron. Een tussenevaluatie in 2011 door de Erasmus Universiteit was positief. In het voorjaar van 2012 volgt een algemene evaluatie over de wijkconciërges die aan de raad zal worden gestuurd Gedragsbeïnvloeding en samenwerking met Agentschap NL Conform het Collegewerkprogramma is in 2010 gestart met een (uitvoerings)programma gedragsbeïnvloeding. Doel is om te komen tot de meest efficiënte inzet van communicatie, handhaving en schoonmaak om bewoners te bewegen eigen verantwoordelijkheid te nemen om de stad schoon te houden.
pagina 104 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
In 2011 is een aantal belangrijke veldexperimenten gestart samen met de Erasmus Universiteit en de Universiteit Tilburg over de gevolgen van af- en aanwezigheid van verschillende vormen van handhaving bij het verkeerd aanbieden van huisvuil bij containers. Ook is geëxperimenteerd met verschillende communicatieboodschappen bij ondergrondse containers en is gekeken welk gedrag dit veroorzaakt bij bewoners. De uitkomsten van alle experimenten worden in 2012 verwacht. De uitkomsten zullen in het voorjaar 2012 aan de raad worden gepresenteerd. De samenwerking met Agentschap NL bestond in 2011 uit de inzet van expertise op het gebied van het ontwikkelen van een maatschappelijke stage op een VMBO en de analyse van reiniging in winkelgebieden. De kosten voor de samenwerking met Agentschap NL zijn laag, zeker in vergelijking tot de extra aandacht die voor het thema ‘schoon en afval’ is gegenereerd. Daarnaast is er in 2011 weer een groot aantal voorlichtingsactiviteiten gehouden. Deze zijn gehouden in met name de deelgemeenten die volgens de Veiligheidsindex minder goed scoorden. Dit betrof onder andere Feijenoord, Charlois, Noord en Delfshaven. Belangrijk voorlichtingsinstrument is het zogenaamde ‘Afvaltribunaal’ waarbij op middelbare scholen jongeren op ludieke wijze worden voorgelicht over het omgaan met afval. In maart is de landelijke Week van Nederland Schoon georganiseerd. In deze jaarlijks terugkerende week wordt aandacht gevraagd voor het schoonhouden van de stad. Er zijn in 6 deelgemeenten voorlichtingsactiviteiten georganiseerd en er zijn bij basisscholen en buurtcentra schoonmaakacties gehouden. Ook hier geldt dat met beperkte middelen door middel van cofinanciering veel extra voorlichting kan worden gegeven Blauwdruk schone stad De reorganisatie ‘Blauwdruk Schone Stad’ heeft in 2011 zijn vruchten afgeworpen: ondanks druk op budgetten, zowel stedelijk als deelgemeentelijk, is het gemiddelde schoonniveau behouden gebleven en zelfs gestegen. Het effect van deze omvangrijke reorganisatie op de bedrijfsvoering is echter groot. Zo zijn de Buurtserviceteams en de reinigingsteams in elkaar geschoven en zijn voor ca. 200 FTE’s de schaal- en functie-indeling gewijzigd, zodat een evenwichtiger organisatiestructuur ontstond. De efficiencyslag als gevolg van deze reorganisatie, waardoor er wijkreinigingsteams zijn ontstaan en meer eenvormigheid in roosters en arbeidsvoorwaarden is gekomen, leidt tot een meer flexibele inzet van mensen en middelen per deelgemeente maar ook tot een inzet die meer.op het gebied is afgestemd. Gladheidsbestrijding De winter van 2010–2011 was extreem te noemen: vooral de eerste helft van de winter (2010) was door frequente sneeuwval in combinatie met langdurige lage temperaturen reden om vaak en langdurig uit te rukken. In de tweede helft van de winter, vanaf begin 2011, is de nasleep van de periode voor 1 januari bestreden en er was dus minder inzet van Roteb noodzakelijk. De evaluatie van de gladheidsbestrijding in de winter 2010–2011 heeft geleid tot een aantal verbeterpunten: wijkreinigingsteams kunnen in het vervolg worden ingezet om (handmatig) te gaan strooien, materieel kan worden omgebouwd als sneeuwschuiver of zoutstrooier en er zal meer op maat gecommuniceerd worden bijvoorbeeld door de beschikbaarheid van actuele digitale strooiroutes. Het gratis beschikbaar stellen van strooizout aan bewoners blijft gehandhaafd. Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Afval In 2009 is het Landelijk afvalbeheerplan van kracht geworden, dat gebaseerd is op de Wet milieubeheer. Dit plan geldt tot 2021. In het LAP zijn nomen neergelegd ten aanzien van de te behalen percentages apart in te zamelen afval. Belangrijkste afvalstromen zijn papier, glas en textiel. Uit de jaarlijkse monitor van Rotterdam blijkt dat de gestelde percentages niet worden gehaald. Dat is voor Rotterdam reden geweest om meer aandacht te besteden aan afvalrecycling. De jaren 2011 en 2012 staan in het teken van het belang van en noodzaak tot gescheiden inzamelen van afval, en met name papier. Ook de komende jaren zal specifieke aandacht worden besteed aan andere grote afvalstromen, te weten glas en textiel. In augustus 2011 heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een brief aan de Tweede Kamer gestuurd over afvalscheiding. In de brief zijn de ambities over afvalscheiding voor de komende jaren opgenomen. In het algemeen moet het hergebruikpercentage van het Nederlandse afval stijgen van 80% naar 83%. Een belangrijk deel van deze verbetering zal moeten worden behaald door de Nederlandse consument of huishoudens. Het hergebruik van het huishoudelijk afval zal moeten stijgen van nu 50% naar 60 à 65% in 2015. In de afvalbeleidsnota die in 2012 verschijnt zal hier aandacht aan besteed worden. Samenstellinganalyse Rotterdams afval In 2011 is de samenstelling van het Rotterdamse afval onderzocht. Gekeken is hoe het afval aan de bron is gescheiden en is gekeken wat de samenstelling is het afval per soort inzamelmiddel (ondergrondse container, minicontainer etc). Gebleken is dat er ten opzichte van 2008 een verbetering is in bronscheiding van glas, papier en textiel. Echter, nog steeds blijken er veel waardevolle (grond)stoffen in het restafval te zitten die gerecycled kunnen worden.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 12, Fysiek beheer van de stad | pagina 105
Afvalaanbod Er bestaat een directe relatie tussen de daling in het economische tij en het afvalaanbod. Het verslechterde economische klimaat heeft er ook in 2011 toe geleid dat er minder afval is aangeboden, ingezameld en verwerkt. Het betreft zo’n 2% vermindering ten opzichte van 2010. Ook op de milieuparken is minder afval ingezameld. In 2011 werd er 47.000 ton afval ingezameld; dat is 10% minder dan in 2010. Dat komt met name door de afname in grof huishoudelijk afval, en meer concreet, burgers stellen verbouwingen en aanschaf van apparaten klaarblijkelijk uit. In 2011 is er veel aandacht besteed aan het apart inzamelen van papier. De inzameling van papier blijft in Rotterdam al jaren achter ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Zo kan er bij sportverenigingen papier ingezameld worden in ruil voor een financiële vergoeding. Verder zijn er communicatieve acties geweest met papiertassen. En tenslotte is de inzameling of dienstverlening geoptimaliseerd, dat wil zeggen zijn inzamelroutes tegen het licht gehouden en worden papiercontainers nog regelmatiger gecontroleerd en wordt er in hoogbouw onderzocht of er (meer) papiercontainers kunnen worden geplaatst. Het resultaat van deze inspanningen is dat de hoeveelheid ingezameld papier in Rotterdam nagenoeg gelijk is gebleven terwijl de landelijk tendens dalend is.
Beleidsmatige inspanning Heel (maken van de stad) Focus van de inspanning: in de buitenruimte houden we de basis op orde. De straat blijft “heel” op niveau 3,5. De buitenruimte wordt beheerd en onderhouden op een kwalitatief goed niveau, zowel in technische staat als in beeldkwaliteit. Bij het vervangen én investeren in de buitenruimte staat de Rotterdamse Stijl centraal. Dit is een inspanningsverplichting die niet alleen afhankelijk is van de hoogte van de heelbudgetten, maar ook van de samenwerking met deelgemeenten, burgers en bedrijven en handhaving. Daarom vragen we actieve steun – zowel financieel als qua beleidsinzet – van alle deelgemeentebesturen om voor de hele stad dit niveau te handhaven.
Realisatie 2011 Heel Onze ambitie is dat de buitenruimte op het heel-niveau 3,5 blijft. Met de deelgemeenten zijn over dit heel-niveau afspraken gemaakt in de bestuursakkoorden. Bij de meeste deelgemeenten heeft een bezuinigingsronde plaatsgevonden. Ook op de centrale ROS-gelden heeft met ingang van 2011 een bezuiniging van € 2 mln plaatsgevonden. Alle deelgemeenten hebben in 2011 de heel-norm minimaal 2x en daar waar deelgemeenten dat wensen nog vaker geschouwd. De resultaten laten zien dat de heel-norm nog op het vereiste niveau zit. Hoofd en verzamelwegen In 2009 is de vernieuwde CROW-systematiek voor wegbeheer ook in Rotterdam ingevoerd. Hierdoor is meer aansluiting verkregen met landelijke ontwikkelingen. Tevens wordt het uitwisselen van gegevens met andere gemeenten beter mogelijk. Vanaf 2011 is de onderhoudsdoelstelling c.q. prestatie-indicator voor de hoofd- en verzamelwegen gewijzigd in minimaal 85% voldoende en/of matig. Eenmaal per jaar (4e kwartaal) wordt de kwaliteitsontwikkeling gemeten op basis van de ingevoerde inspectiegegevens en het uitgevoerde onderhoudsprogramma. Door de verplichtingenstop die in mei 2011 is ingevoerd zijn een aantal projecten uitgesteld naar 2012 of later. Hierdoor is een grote terugval in het aantal ha ontstaan tussen begroting en realisatie van 8 naar 5,4. Desondanks is er sprake van een lichte verbetering van de kwaliteit van het areaal. Dit komt omdat de verslechtering van wegen minder hard is toegenomen en enkele slechte wegen opgeknapt zijn. Het percentage voldoende en/of matig was in 2011 86%. Door de incidentele bezuinigingsopgave zal in 2012 geen groot onderhoud aan de hoofd- en verzamelwegen uitgevoerd worden. Riolen en rioolgemalen Rioolvernieuwing Het effect van bezuinigingen op wegonderhoud en vertragingen in herstructureringen resulteert in een achterblijvend volume rioolvervanging. In plaats van de geplande 40 km is in 2011 31 km riool vernieuwd. De projecten waar riolering integraal met het wegonderhoud wordt vervangen, zijn deels doorgeschoven naar 2012 en verder. Daarnaast participeert rioolvervanging in een groot aantal projecten zoals Weena, herstructureringen op Zuid et cetera, waar Gemeentewerken geen ambtelijke opdrachtgever (conform RSPW) is en daardoor minder tot geen invloed heeft op de planning. Circa 25% van de rioolvervangingsopgave ligt in de herstructureringsgebieden. In 2011 is de stagnatie in de woningbouw dus ook zichtbaar in de prestatie-indicator rioolvernieuwing.
pagina 106 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Om voor de toekomst de doelstellingen te kunnen halen, zullen meer projecten singulier (dus geen werk met werk) moeten worden uitgevoerd. Inzet wordt om de achterstand binnen de periode van het GRP-3 in te lopen. Eventueel niet benutte budgetten blijven in de voorziening beschikbaar. In geval van veel singuliere projecten zal het huidige integratiepercentage (werk met werk maken) lager worden. Hierdoor wordt de rioolvervanging duurder, want als het wegdek niet tegelijkertijd vevangen kan worden, komen de herstelkosten hiervan ten laste van de noodzakelijke rioolvernieuwing. Geïntegreerde uitvoering rioolvernieuwing Het beoogde integratiepercentage met het wegonderhoud en andere projecten in de buitenruimte is vastgelegd in het GRP en is gesteld op 75%. In de praktijk blijkt het vaak hoger te zijn doordat zoveel mogelijk aangesloten wordt op het wegonderhoud. Ten opzichte van 2010 is het integratiepercentage gedaald van 97 naar 80%. Dit laat zien dat de rioolvervanging noodzakelijkerwijs meer een eigen koers vaart. Reinigen riolen Het reinigen van riolen wordt uitgevoerd door de Roteb. Vanwege zachte weeromstandigheden heeft Roteb meer planmatig kunnen reinigen. Gepland was 145 km riool te reinigen, in 2011 is 152 km gereinigd. Reiniging kolken Ook de kolken worden gereinigd door de Roteb. Planmatig wordt elke kolk 1x per jaar gereinigd. Niet in alle gevallen is dit realiseerbaar. Op specifieke locaties worden aan het einde van het jaar de kolken voor een tweede keer gereinigd. Op deze manier kan het storingsonderhoud van reinigen kolken worden beperkt. In 2011 zijn 167.000 kolken gereinigd ten opzichte van 160.000 in 2010. Starten aanleg blauwe verbinding (tussen het Zuiderpark en het Zuidelijk Randpark te Barendrecht) Het inrichtingsplan voor het noordelijk deeltracé is in december vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van deelgemeente Charlois. Daarmee is de gehele planvormingsfase afgerond. Het afgelopen kwartaal is het plan verder technisch gedetailleerd. Het tracé wordt in delen aanbesteed, denk aan bruggen, graafwerkzaamheden en aanbrengen van kunstwerken en recreatievoorzieningen. Het eerste aan te besteden deel is besteksklaar. Voor dit deel is de gemeente Rotterdam begin december verplichtingen aan gegaan. Realiseren 160.000 m2 groene gevels en daken Om deze doelstelling te bereiken zet de gemeente Rotterdam in op de volgende vijf pijlers: – Vergroenen eigen gemeentelijk vastgoed (zelf het goede voorbeeld geven). – Stimuleren aanleg middels een subsidieregeling. – Informeren en communiceren. – Verdere kennisontwikkeling en innovatie. – Incorpereren groene daken in gebiedsgericht stedenbouwkundig beleid. Medio juli 2008 is de gemeentelijk subsidieregeling aanleg groene daken 2008 van kracht geworden. Met deze subsidieregeling stelt de gemeente Rotterdam geld beschikbaar om particulieren, bedrijven en woningbouwcorporaties te stimuleren groene daken aan te leggen (€ 25,=/m2). In 2009 is daar nog € 5/m2 bijgekomen vanuit de Rotterdamse waterschappen (Het hoogheemraadschap van Delfland heeft haar bijdrage vanaf 1 januari 2011 ingetrokken). Tussen juli 2008 en 31 december 2011 zijn in het totaal 173 daken met de subsidieregeling vergroend, met een totaal oppervlak van circa 92.000 m2. Binnen de intentie overeenkomst met het EMC is een groen dak op Sophia Kinderziekenhuis (3.100m2) aangelegd. Daarnaast zijn 11 gemeentelijke gebouwen, met een totaal oppervlak van 7.100 m2, vergroend. Drie gebouwen zijn voorzien van groene gevels: St Jacobskwartier, Parkeergarage West Blaak en de Delftsestraat. Met een totaal oppervlak van circa 5.500 m2. In 2011 is tot en met 31 dec. 2011. circa 56.000 m2 groen dak gerealiseerd. De totaalstand groene daken en gevels staat per 1 januari 2012 op circa 108.000 m2. Pilot PPS: Wensgids Begin november is via diverse (free publicity) kanalen gecommuniceerd over de zogeheten wensgids voor de buitenruimte. Via de website HYPERLINK “http://www.rotterdam.nl/wensgids kunnen geïnteresseerde Rotterdammers (zoals burgers en/of ondernemers) meer informatie krijgen over de mogelijkheden die er zijn omtrent het aanschaffen van objecten in de buitenruimte en om deze te voorzien van een bordje met eigen tekst. Op dit moment loopt het nog niet storm met de aanvragen. Enkele aanvragen zijn in voorbereiding (waarvan we weten dat partijen voornemens zijn de aanvraag in te dienen) en de eerste aanvraag is in behandeling genomen. In december 2011 is het eerste bankje geplaatst.
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 12, Fysiek beheer van de stad | pagina 107
PPS: beheer en onderhoud Hart van Zuid De aanbesteding voor Hart van Zuid is gestart. Onderdeel van de uitvraag aan marktpartijen betreft in principe ook het beheer en onderhoud van de buitenruimte (gedurende de ontwikkelperiode). De marktpartijen krijgen de gelegenheid om de buitenruimte te ontwerpen en in te richten en worden meteen verantwoordelijk voor de kosten van hun eigen ontwerp in termen van beheer en onderhoud. Ontwikkeling ecologische routes en groengebieden rond de stad i.s.m. PZH, stadsregio en natuurbeschermings-organisaties In nauwe samenwerking met de stadsregio, de Provincie Zuid-Holland en natuurbeschermingsorganisaties werken wij aan de ontwikkeling van ecologische routes en groengebieden rond de stad. De dekkingsmogelijkheden hiervan staat echter onder zware druk door de aangekondigde stopzetting van de rijksfinanciering (ILG). Dit najaar is pas een akkoord tussen Rijk en IPO tot stand gekomen over de invulling van de bezuinigingen. Dit akkoord ligt nu ter besluitvorming bij de individuele provincies. In 2012 zal dit tot definitieve keuzes binnen Zuid-Holland leiden. In 2011 is samen met de stadsregio en de provincie gezocht naar versobering van projecten en alternatieve financieringsmogelijkheden. Structurele borging middelen vervanging civiele werken aan het einde levensduur Als onderdeel van de herijking van het deelgemeentefonds (2009) vindt nadere uitwerking plaats van centrale dekking van de vervanging van deelgemeentelijke kapitaalgoederen bij einde technische levensduur. Het systeem voor (vervangings)investeringen voor centrale kapitaalgoederen is opnieuw bezien en waar mogelijk is op korte termijn getemporiseerd. Openbare verlichting In heel 2011 heeft gemiddeld 98,5% van de verlichting gebrand. Doel is dat 98% van de openbare verlichting functioneert. Uit de vierde aan/uit-schouw van 2011, gehouden in week 45, blijkt dat gemiddeld over de gehele stad 98,3% van de openbare verlichting brandt. Duurzaamheid is een van de pijlers van het Lichtplan Rotterdam. In de periode najaar 2009 t/m september 2011 zijn op de doorgaande wegen circa 9.000 armaturen en lampen vervangen door energiezuiniger wit licht. In de nachtelijke uren wordt deze verlichting gedimd. Bij de keuze voor nieuwe armaturen is een voorwaarde dat ze niet of nauwelijks lichtvervuiling veroorzaken. Nieuwe technologie heeft uiteraard onze aandacht; in de wijk Oosterflank in Prins Alexander is in de zomer van 2011 ledverlichting geplaatst; dit zijn 400 armaturen. Realisatie 2010/ nulmeting Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties: Schoonniveau 4 Realisatie Heel niveau Realisatie % Binnen de norm afgehandeld: % Realisatie (norm %) Defecte openbare verlichting Verzakte 2010 = opgave 1e kwartaal 2010. wegen Wateroverlast Afval Zwerfvuil. 2011 = opgave 2011. (getallen cumulatief, van 01–01–2011 tot en met 31–12–2011).
2011
4 3,5
4 4 4,5 4,6 3,5 3,5 3,5 3,5
83,8% (80%)
67,8%
90,2% (80%) 84,4% (80%) 93,6% (95%) 89,5% (95%)
92,7% 90,5% 95,8% 92,5%
Realisatie 2010
2012 Eindwaarde (2013/anders)
2011
2012 Eindwaarde (2013/anders).
Belangrijkste inspanningen & meetbare prestaties: Planten van 2000 bomen in 2011 en 2012 Mijlpalen
Realiseren 160.000 m2 groene daken en gevels 98% openbare verlichting functioneert
pagina 108 | Jaarstukken Begroting 2012 2011 | Gemeente | Gemeente Rotterdam Rotterdam
Realisatie 2011 Mijlpalen Realisatie 2011 Mijlpalen Realisatie
2000 extra (kwaliteit) bomen. 52.000 m2
296 extra bomen 108.000 m2 56.000 m2
120.000 m2
160.000 m2 98% brandt
98,5%
Hoofdstuk 3 | Programmaverantwoording | Beleidsveld 12, Fysiek beheer van de stad | pagina 109
Hoofdstuk
4 pagina 110 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Paragrafen
Inleiding Dit hoofdstuk geeft een dwarsdoorsnede van alle beleidsvelden op beheersmatig gebied. Het levert u een beschrijving van de uitvoering van de in de begroting genoemde onderwerpen. Een aantal concernbrede onderwerpen is vanuit de landelijke regelgeving het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) verplicht gesteld. De verplichte paragrafen zijn: lokale heffingen, weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, verbonden partijen, financiering, grondbeleid en bedrijfsvoering. Hieronder vindt u een korte omschrijving van elk onderwerp.
4.1
Lokale heffingen
4.2
Weerstandsvermogen
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
4.4
Verbonden partijen
4.5
Financiering
4.6
Grondbeleid
4.7
Bedrijfsvoering
Deze paragraaf behandelt de gemeentelijke inkomsten uit de lokale heffingen en het gevoerde beleid daaromtrent. Daarbij behandelen we de lokale lastendruk en het kwijtscheldingsbeleid.
Deze paragraaf geeft weer hoeveel middelen de gemeente (nodig) heeft om de financiële gevolgen van onvoorziene gebeurtenissen op te vangen. Inzicht in het weerstandsvermogen speelt een belangrijke rol bij het beoordelen van de financiële positie van de gemeente.
De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen zoals wegen, riolering, water, groen en gebouwen. In deze paragraaf leest u meer over de uitvoering van het onderhoud van deze kapitaalgoederen.
Het door de gemeente aangaan van banden met derde partijen komt voort uit een publiek belang. Gemeentelijke deelname aan derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Deelnemingen zijn die partijen waarin de Gemeente Rotterdam zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft en bestaan uit vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen.
De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken van de financieringsfunctie. Eén van de belangrijkste onderdelen is het beheersen van de financiële risico’s die gepaard gaan met de financiële stromen, vermogenswaarden en posities.
De paragraaf grondbeleid beschrijft de uitvoering van het grondbeleid. Vanwege het grote financiële belang van het grondbeleid en vanwege de rol die het grondbeleid kan spelen bij de uitvoering van doelstellingen (in de beleidsvelden) is transparantie noodzakelijk.
In deze paragraaf vindt u een verslag van de realisatie van een aantal beleidsvoornemens over onderwerpen als informatisering, automatisering, communicatie, financieel beheer en concernbrede programma’s zoals dienstverlening. Een goede bedrijfsvoering is een voorwaarde voor de verwezenlijking van de beleidsvoornemens uit alle beleidsvelden en voor een rechtmatig, doelmatig en doeltreffend beheer en beleid. Hoofdstuk 4 | Paragrafen | pagina 111
4.1
Lokale heffingen
Inleiding Op 10 november 2011 heeft de raad de Kadernota Lokale Lasten 2011–2014 vastgesteld. De kadernota geeft de kaders en uitgangspunten van de lokale lasten voor deze raadsperiode. In deze paragraaf wordt conform de kadernota ingegaan op: 1. de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in de kadernota, 2. de stand van zaken van de beleidsvoornemens voor begrotingsjaar 2011 (incl. kostendekkendheid van de tarieven), 3. de ontwikkeling woonlasten 2011 en 2012, 4. de relatieve druk woonlasten 2011, 5. de specificatie van de opbrengsten belastingen en heffingen 2011, 6. het kwijtscheldingsbeleid. Ad 1. Beleidsuitgangspunten Richtsnoer voor de lokale lastenheffing in 2011 vormden de uitgangspunten van het uit het Coalitieakkoord “Ruimte voor Talent en Ondernemen’, te weten: – in economisch zware tijden moeten lastenverzwaringen voor burgers en bedrijven worden voorkomen, – ons algemene uitgangspunt blijft dat de ontwikkeling van de tarieven de Consumenten Prijsindex (CPI) niet te boven mag gaan, – OZB voor huiseigenaren en bedrijven zal met 1,5% in 2011 en 3% in 2012 ten opzichte van 2010 dalen, – er wordt afgezien van heffing van precario op kleine terrassen en reclame uitingen, – roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting wordt ingevoerd, – een eerste parkeervergunning voor Rotterdammers wordt voortaan de helft goedkoper, – kostendekkendheid van een aantal tarieven (met name riool- en afvalstoffenheffing) blijft het uitgangspunt. Hoewel in het Coalitieakkoord is aangegeven dat kostenstijgingen niet eerder dan in 2013 gefaseerd in de tarieven terugkomen, is bij Kaderbrief 2011 besloten dat, gezien de financiële situatie van de gemeente, het niet langer verantwoord is dat uitvoerende activiteiten niet kostendekkend zijn. Daarom is besloten om de tarieven riool- en afvalstoffenheffing reeds met ingang van 2012 gefaseerd kostendekkend te maken. Ad 2. Actualisatie beleidsitems Kadernota Lokale Lasten 2011–2014 Naast deze beleidsuitgangspunten is in de kadernota vastgelegd dat in de paragraaf Lokale Lasten van zowel begroting als rekening over de navolgende beleidsvoornemens respectievelijk de realisatie van deze voornemens rond de navolgende beleidsitems op het gebied van lokale lasten wordt gerapporteerd: – kostendekkendheid van tarieven, – voortgang onderzoek naar regionale samenwerking lokale belastingkantoren, – afschaffing precariobelastingen ondergrondse leidingen nutsbedrijven, – verbetering dienstverlening en uitvoering heffings- en invorderingsprocessen, – Horizontaal Toezicht/Samen Waarderen. Per beleidsitem schetsen we u de stand van zaken per ultimo 2011. Kostendekkendheid van tarieven Beleidsuitgangspunt bij de bepaling van de tarieven 2011 was dat de gemeentelijke tarieven, op basis van de CPI-methodiek, in 2011 met 1,75% mochten stijgen ten opzichte van 2010. Omdat de kostendekkendheid van tarieven ook een uitgangspunt was, zijn de tarieven voor leges leidingen en lijkbezorging boventrendmatig gestegen. In 2011 is verder geconstateerd dat de tarieven rioolheffing en afvalstoffenheffing niet kostendekkend zijn. In begroting 2012 evj. is derhalve rekening gehouden met geleidelijk stijgende meeropbrengsten uit verhoogde tarieven. De daarmee samenhangende tariefsvoorstellen zullen uw raad bereiken; in 2012 is het tarief afvalstoffenheffing reeds boventrendmatig gestegen ten opzichte van 2011. Verder zijn de tarieven 2012 voor leges leidingen, marktgelden en Omgevingsvergunningen boventrendmatig gestegen. Daarnaast is de tarievenstructuur bedrijfsreinigingsrecht ingrijpend gewijzigd. De overige tarieven zijn conform het uitgangspunt van het coalitieakkoord met maximaal de CPI-trend (+2,5%) ten opzichte van 2011 verhoogd. Voortgang onderzoek naar regionale samenwerking lokale belastingkantoren Het College heeft de directeur Gemeentebelastingen de opdracht gegeven de mogelijkheden voor regionale samenwerking in stadsregionaal verband verder te onderzoeken, alsook de gevolgen voor de achterblijvende organisatie. Daartoe dient een business case opgesteld te worden. Onderdeel van deze businesscase is het inzicht verschaffen in de integrale kostprijs van de bestaande producten en processen van de dienst. Het proces tot het opstellen van de businesscase loopt momenteel nog.
pagina 112 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Afschaffen precariobelasting infrastructuur nutsbedrijven In november 2010 is een motie ingediend in de Tweede Kamer en aangenomen met als strekking afschaffing van deze heffing per 1 januari 2012. Voor onze gemeente betekent dat een daling van de jaarlijkse opbrengsten precariobelasting met in elk geval € 10 mln. Medio 2011 heeft toenmalig minister Donner een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft met een wetsvoorstel te komen die erin voorziet netwerken van nutsbedrijven vrij te stellen van precariobelasting. In zijn brief geeft de minister aan dat in overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen zal worden gezocht naar een uitwerking van het wetsvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. Gedacht kan worden aan een overgangstermijn voor de decentrale overheden die nu al precariobelasting heffen. Invoeringsdatum is op zijn vroegst per 1 januari 2013. Op dit moment loopt de consultatieprocedure. Het wetsvoorstel wordt voor het zomerreces 2012 verwacht. Mocht de invoeringsdatum 2013 zijn dan ontvangt uw raad bij kaderbrief 2012 een aantal scenario’s hoe op de structurele minderopbrengst te reageren. Verbetering dienstverlening en uitvoering heffings- en invorderingsprocessen Onze gemeente stimuleert en faciliteert burgers en ondernemers steeds beter op het gebied van internetdienstverlening. In het algemeen geldt dat de gemeentelijke dienstverlening toegankelijker is dan ooit, processen continu worden verbeterd en de kwaliteit van de dienstverlening toe blijft nemen. Samen met Rijswijk scoort gemeente Rotterdam volgens de Benchmark digitale dienstverlening van Ernst & Young zelfs als beste van het land. Door de huidige financiële situatie worden alle clusters gedwongen om nog efficiënter te werken. Gemeentebelastingen is in 2007 door middel van een eigen website gestart met het aanbieden van digitale dienstverlening aan burgers en ondernemers. Op deze website kunnen aanslagen worden bekeken en bezwaar tegen de combi worden ingediend. Vanaf januari 2009 is het mogelijk aanslagen via Mijn Loket – het digitale loket van gemeente Rotterdam – te raadplegen. Vanaf januari vorig jaar is de mogelijkheid gecreëerd om een verzoek voor een betalingsregeling en kwijtschelding digitaal in te dienen. Ook kan een wijziging van het bankrekeningnummer van een lopende automatische incasso digitaal worden gemeld en kan digitaal bezwaar worden ingediend tegen de nota lokale lasten. In januari 2012 zijn deze mogelijkheden flink uitgebreid waardoor er nog meer zaken snel en makkelijk geregeld kunnen worden. Zo wordt duidelijk toegelicht in welke situaties men bezwaar kan maken. Kwijtscheldingsverzoeken kunnen volledig digitaal worden ingevuld; vorig jaar moest de vermogenstoets nog schriftelijk worden aangeleverd. Verder kunnen ook taxatieverslagen incourant voor de WOZ-waarde worden ingezien. Een rekeningnummer doorgeven of wijzigen en een automatische incasso aanvragen of beëindigen kan nu ook online. Kortom, tegenwoordig kunnen burgers en ondernemers Gemeentebelastingen voor een heleboel zaken via internet benaderen. Het verder verbeteren van de dienstverlening en besparen van kosten blijven belangrijke speerpunten. Daarom pakken we in 2012 door op het verder uitbreiden van mogelijkheden om digitaal belastingzaken te regelen en het vereenvoudigen van processen. De wens van ons college is dan ook dat zo spoedig mogelijk voor alle bezwaren wél een ontvangstbevestiging verstuurd gaat worden en dat digitaal bezwaar kan worden gemaakt voor parkeeraanslagen. Daarmee zal niet alleen de kwaliteit van dienstverlening verbeteren; ook zullen apparaatskosten bespaard worden. Uw raad zal in de loop van 2012 daartoe een (investerings)voorstel ontvangen. Gemeentebelastingen zet zich niet alleen in op het zo snel mogelijk afdoen van bezwaren, maar ook en vooral op het voorkomen van bezwaren. Daartoe is in 2011 is een onderzoek gestart naar welke methode het beste bijdraagt aan het verminderen van irritaties bij belastingplichtigen. Een deel van de WOZ-beschikkingen roept irritaties op bij belastingbetalers, omdat zij zich niet in de uitkomst herkennen, geen idee hebben hoe tot die uitkomst is gekomen en ook bij bezwaar het gevoel hebben niet gehoord te worden. Op vele plaatsen in het land wordt gewerkt aan het verminderen van die irritaties, bijvoorbeeld door te bellen bij bezwaar, voorafgaande informatie te verstrekken, etc. Binnen de gemeente Tilburg is een pilot opgestart en wordt een module ontwikkeld om de burger interactief bij het waarderingsproces te betrekken. Door Gemeentebelastingen wordt deelgenomen aan deze pilot. De eerste resultaten worden medio 2012 verwacht. Horizontaal Toezicht / Samen Waarderen Samen Waarderen (voorheen Horizontaal Toezicht) is in 2011 geïntroduceerd binnen Rotterdam. Ook deze werkwijze is gericht op het voorkomen van bezwaren door de betrokkenheid van belastingplichtingen te vergroten. Kern van Samen Waarderen is dat met belastingplichtige en diens adviseur afzonderlijk, alsook gezamenlijk, bindende afspraken worden gemaakt over de waardering van de objecten. Tevens worden stringente eisen gesteld aan de boekhouding van de belastingplichtige. Het sleutelwoord voor de aangifte is daarbij “vertrouwen“, waarbij steekproefsgewijs wordt getoetst.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.1 Lokale heffingen | pagina 113
Mocht het vertrouwen aantoonbaar geschaad worden, dan zijn er sancties mogelijk. Voorts dient er voldoende draagkracht te zijn bij alle deelnemende partijen om te komen tot een voor beiden (en wettelijk gezien) juiste WOZ-waarde op voor afgestemde informatie en bijbehorende uitgangspunten. Partijen worden uitgenodigd om deel te nemen aan dit traject op vrijwillige basis, maar wel met dien verstande dat wanneer het vertrouwen wordt geschaad er sancties mogelijk zijn. Uiteraard moet er voor de klant een voordeel inzitten om deel te nemen aan deze vorm van waardering. Het Samenwerkend Waarderen is vooral toepasbaar op industriële objecten in het Botlek-gebied, die niet middels een model kunnen worden gewaardeerd. Naar inschatting zijn dit maximaal 500 WOZ-objecten. Voor alle overige objecten geldt, dat hier geen verbetering te behalen is via enige vorm van Samenwerkend Waarderen. Dit omdat voor deze taxaties de waardebepaling modelmatig (via ontwikkelde geautomatiseerd taxatiesysteem) verloopt. In afstemming met het Havenbedrijf is er een convenant opgesteld dat betrekking heeft op Maasvlakte II. Dit convenant is volledig gestoeld op Samen Waarderen. Ook zijn de eerste bedrijven benaderd om hieraan deel te nemen. Er is een basisconvenant met een bijbehorend uitvoeringsplan opgesteld. Daarnaast is de ontwikkeling Samen Waarderen besproken met een delegatie van Deltalinqs. Begin 2012 ontvangen zij het basisconvenant met daarbij de uitnodiging om deel te nemen aan Samen Waarderen. In de paragraaf Lokale Lasten van Programmabegroting 2011 staat onder het kopje ‘actualisatie beleidsitems’ nog een aantal beleidsvoornemens op dit terrein genoemd. In onderstaande wordt de stand van zaken van de realisatie van deze beleidsvoornemens vermeld. Bedrijven Investeringszones (BIZ-en) Begin april 2011 hebben vijf ondernemersverenigingen een BIZ- aanvraag ingediend. Hiervan hebben drie verenigingen tijdig een BIZ-plan aangeleverd en is de aanvraag verder door de gemeente in behandeling genomen. Het betreft de bedrijventerreinen Distripark Botlek, Bedrijventerrein Schiebroek en het winkelgebied Oudedijk e.o. In september zijn de verordeningen voor deze potentiële BIZ-en door de raad vastgesteld, waarna per BIZ een draagvlakmeting is uitgevoerd. Bij een positieve uitkomst van de draagvlakmeting treden nieuwe BIZ met ingang van 1 januari 2012 in werking. Op 23 november is door de directeur Gemeentebelastingen de uitslag van de draagvlakmeting bekend gemaakt. Rotterdam heeft met ingang van 2012 twee nieuwe BIZ-gebieden er bij gekregen: Distripark Botlek en Bedrijventerrein Schiebroek. De BIZ-verordeningen zijn medio december door het college in werking gesteld. In het eerste kwartaal van 2012 zullen de BIZ-aanslagen worden opgelegd. De afdrachten richting de BIZ-stichting vinden conform de standaard uitbetalingsovereenkomst plaats. De zeven Rotterdamse BIZ-verordeningen zijn gebaseerd op de experimentenwet Bedrijveninvesteringszones. Vanaf 2012 zijn geen nieuwe aanvragen meer mogelijk. De BIZ- initiatieven worden gemonitord in opdracht van het Ministerie van Economisch Zaken, Landbouw en Innovatie. In 2012 wordt de wet geëvalueerd. Daarbij wordt mogelijk besloten tot een definitieve landelijke regeling. Invoering Omgevingsvergunning (WABO) Met ingang van 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) in werking getreden en werden 25 bestaande stelsels van vergunningen, ontheffingen en meldingen op het gebied van de fysieke leefomgeving tot één omgevingsvergunning. In 2011 is de eerste financiële balans opgemaakt. Deze viel slecht uit in die zin dat de kosten die door de gemeente worden gemaakt om alle ingediende aanvragen om omgevingsvergunning af te wikkelen bij lange na niet gedekt kunnen worden uit de daar tegenover staande legesopbrengsten. Omdat kostendekkende tarieven het uitgangspunt is zijn de tarieven voor 2012 boventrendmatig gestegen ten opzichte van 2011. Invoering Roerende Woon- en Bedrijfsruimten Op grond van het vigerende collegeprogramma is deze heffing met ingang van belastingjaar 2011 ingevoerd. De tarieven zijn gelijk aan die van de OZB. Rozenburg Met ingang van 18 maart 2010 maakt de voormalige gemeente Rozenburg als deelgemeente deel uit de onze gemeente. Op grond van de Wet algemene regels herindeling (arhi) bleef een aantal belastingverordeningen van Rozenburg gedurende een bepaalde overgangsperiode van kracht (waaronder rioolheffing en precariobelasting), terwijl voor het overige de Rotterdamse belastingverordeningen onverkort van kracht gingen. Deze overgangsperiode duurt tot 2013. In de begroting en deze rekening 2011 is de komst van Rozenburg in belastingopbrengsten en perceptiekosten verwerkt. Vergroten transparantie voor de burger van aanwending belastinginkomsten Een aantal jaren geleden is begonnen met een voorlichtingscampagne om de burger attent te maken wat met de belastinginkomsten in de stad wordt gedaan. In 2011 is die uitleg in de stadskrant gegeven.
pagina 114 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Effectievere incasso Het invorderingsbeleid binnen onze gemeente is streng maar rechtvaardig. Indien men op grond van het inkomen recht heeft op kwijtschelding, wordt kwijtschelding verleend. Voor het overige moeten burgers aan hun verplichtingen voldoen en na de reguliere stroom van aanmaningen en (post)dwangbevelen worden gericht invorderingsmaatregelen genomen. Binnen het beleid zijn diverse mogelijkheden voorhanden tot het “regelen” van de schuld. Vanaf 2010 is het mogelijk om digitaal via Mijn Loket kwijtschelding of een betalingsregeling aan te vragen. Zo wordt langs de weg van dienstverlening getracht de belastingbetaler te stimuleren vrijwillig aan de verplichtingen te voldoen. Een belangrijke maatregel is de invoering van gespreide betaling via automatische incasso en uitgebreide mogelijkheden voor betalingsregelingen. Dit is een groot succes gebleken voor zowel de burger als de gemeente. Tevens zijn en komen er meer mogelijkheden beschikbaar om digitaal zaken met de gemeente te kunnen doen. De gemeente Rotterdam heeft zich de afgelopen jaren gemanifesteerd op het gebied van de incasso. Dit beleid is ook in 2011 voortgezet. Verbetering van het betaalgedrag begint met handhaving. De Rotterdammer, maar inmiddels ook de mensen buiten de stad, weten dat we op diverse manieren controle uitoefenen op de betalingen. De rondrijdende bus van Gemeentebelastingen uitgerust met speciale scan-apparatuur is hiervan de meest bekende vorm. Daarnaast zijn er stedelijke acties rond de hondenbelasting gevoerd en is er in 2011 door extra inzet incassowerkvoorraden uit oudere belastingjaren weggewerkt. Concentratie van de incasso-functie bij Gemeentebelastingen Gemeentebelastingen is aangewezen als centraal incassobureau binnen de gemeente. Zo verzorgt zij de facturering en/of de incassowerkzaamheden voor zo’n 50 verschillende gemeentelijke belastingen en heffingen. In 2011 is de heffing en inning van de WABO en de erfpacht overgedragen aan Gemeentebelastingen. Ad 3. Ontwikkeling woonlasten De Raad heeft op 10 november 2011 de belastingverordeningen en -tarieven 2012 vastgesteld. Het COELO heeft begin 2012 het overzicht ‘Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2012’ gepresenteerd. Dit is een jaarlijkse publicatie waarin de woonlasten van de grootste gemeenten (in 2012: 35) met elkaar vergeleken worden. De woonlasten omvatten: de onroerende zaakbelasting eigenaar woningen (OZB), het rioolrecht en de afvalstoffenheffing. Onderstaande tabel bevat een vergelijking van de ontwikkeling in woonlasten van Rotterdam 2012 en voorgaande jaren ten opzichte van het gemiddelde van de grootste gemeenten (afgerond in hele euro’s). Bedragen in €
Totale woonlasten Rotterdam Amsterdam Den Haag Utrecht Gemiddelde stijging 35 grote gemeenten Bron: COELO – Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2012
2012 685 642 543 720 659
% stijging + 9,2 + 1,3 - 1,8 + 2,2 + 2,3
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeentelijke tarieven in 2012 ten opzichte van 2011 gemiddeld met 2,3% stijgen tot een gemiddelde woonlast van € 659,00. Daarmee laat Rotterdam in 2012 van de G4-gemeenten de grootste stijging zien, daar waar zij in 2011 de kleinste stijging liet zien. In de rangorde van gemeente met de hoogste woonlasten staat Rotterdam in 2012 op een 18 e plaats (in 2011: 26 e plaats) en binnen G4-verband op een 2e plaats (in 2011: 3e plaats). Zoals uit het overzicht blijkt vertoont de gemeente Rotterdam in 2012 met uitzondering van de afvalstoffenheffing een gematigd beeld (de stijging tarieven OZB en RIO zijn minder de gemiddelden). Stijgingspercentage tarieven 2012 t.o.v. 2011
Rotterdam
Amsterdam
Den Haag
Utrecht
OZB eigenaar + 0,8% Afvalstoffenheffing + 19,7% Rioolheffing + 2,5% Totale woonlasten + 9,2% Bron: COELO – Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2012
+ 2,9% + 0,8% + 1,0% + 1,3%
- 5,3% - 1,0% 0,0% -1,8%
+ 1,0% + 3,9% + 1,5% + 2,2%
Gem. grote gemeenten + 2,3% + 1,9% + 3,1% + 2,3%
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.1 Lokale heffingen | pagina 115
Ad 4. De relatieve druk van de woonlasten 2011 In onderstaande geven we u per buurt inzicht in de gemiddelde waardestijgingen en de gemiddelde aanslag woonlasten 2011. Het jaar 2011 is een herwaarderingsjaar geweest (peildatum 1 januari 2010). De effecten van de herwaardering treft u in onderstaande figuren aan. Gemiddeld aanslagbedrag OZB 2011 woningen Bij Dijkzigt, Struisenburg , Schiebroek en Hillegersberg-Zuid gaan de gemiddelde woonlasten 2011 per buurt “zichtbaar” omhoog. In de meeste gevallen niet alleen door OZB, maar ook door Afvalstofheffing en Rioolheffing. Zo bedraagt het gemiddelde aanslagbedrag OZB voor 2010 in de buurt Struisenburg € 718 (geel) en in 2011 € 736 (oranje).
Gemiddelde woonlasten 2011 per buurt. (OZB, Afvalstoffenheffing en Rioolheffing) voor eigen woningbezitter. (bedragen x € 1) 0 225 425 725 925
– 225 – 425 – 725 – 925 – 1.200
Gemiddelde waardestijging woningen per buurt Het verwachte stijgingspercentage voor woningen voor belastingjaar 2010 was -2%. Het stijgingspercentage van de meeste buurten ligt ook tussen -5% en 1%. Het stijgingspercentage interval verschuift en wordt ook kleiner; in 2010 tussen -6% en 3% en in 2011 tussen -7% en 1%. Een positieve stijgingspercentage zien we alleen maar nog in de buurten Nesselande, Kralingen, Hillegersberg, Stadsdriehoek, Blijdorp en Zestienhoven.
Herwaardering peildatum 01–01–2010 woning. Gemiddelde waardestijging per buurt. -7% tot -5% -5% tot -3% -3% tot -2% -2% tot -0% 0% tot 1%
pagina 116 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
waardestijging waardestijging waardestijging waardestijging waardestijging
Gemiddeld aanslagbedrag OZB 2011 bedrijven Het gemiddelde aanslagbedrag in de buurten CS Kwartier, Nieuw Mathenesse, Waalhaven en Schiemond is gestegen. Bij kleine buurten kunnen verschuivingen veroorzaakt worden door nieuwe (grote) WOZ-objecten, waardoor het gemiddeld aanslagbedrag sneller fluctueert.
Gemiddelde aanslag OZB 2011 voor bedrijven. (bedragen x € 1) Buurten
0 2.500 5.000 7.500
– 2.500 – 5.000 – 7.500 – 10.000 >10.000
Gemiddelde waardestijging bedrijven per buurt Het verwachte stijgingspercentage bedrijven voor belastingjaar 2010 was -1,5%. Het stijgingspercentage van de meeste buurten ligt tussen -3% en 0%. Het stijgingspercentage interval verschuift en wordt groter, in 2010 tussen -14% en 2% en in 2011 tussen -9% en 15%.
Herwaardering peildatum 01–01–2010 bedrijven. Gemiddelde waardestijging per buurt. Buurten -9% -5% -3% 0% 3%
tot -5% waardestijging tot -3% waardestijging tot 0% waardestijging tot 3% waardestijging tot 15% waardestijging
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.1 Lokale heffingen | pagina 117
Ad 5. Specificatie belasting- en heffingsopbrengsten 2011 In onderstaande tabel wordt een specificatie van de opbrengsten van de belasting- en heffingssoorten gegeven: Bedragen x € 1.000,-
Onroerend zaakbelasting Hondenbelasting Logiesbelasting Reclame- en precariobelasting Rioolheffing Bedrijfsreinigingsrecht Afvalstoffenheffing
Rekening 2010 171.453 2.025 1.900 26.383 62.912 4.813 71.501
Begroting 2011 172.590 2.267 2.727 22.561 61.835 4.059 73.225
Rekening 2011 188.699 2.518 3.135 22.146 65.618 2.118 72.889
Voor een toelichting op de opbrengsten verwijzen we u naar de financiële toelichting op betreffende beleidsvelden. Ad 6. Kwijtschelding Afvalstoffenheffing Voor het verlenen van kwijtschelding van de afvalstoffenheffing wordt als criterium voor de kosten van bestaan 100% van de normuitkering uit de Algemene Bijstand Wet gehanteerd. Bij de bepaling wie in aanmerking komt voor geautomatiseerde kwijtschelding wordt GBR ondersteund door het landelijk opererende inlichtingenbureau, die de gegevens over inkomen- en vermogenstoets met diverse bestanden zoals Rijksbelastingdienst en SoZaWe. Overigens betekent dit niet dat burgers die niet of niet langer in aanmerking komen voor geautomatiseerde kwijtschelding geen kwijtschelding kunnen aanvragen. Hiervoor is een handmatige vermogenstoets vereist. Sinds 2012 is het mogelijk deze vermogens- inkomenstoets ook digitaal in te vullen. Burgers worden er met ingang van 2011 op gewezen dat zij in de beslissingen op (administratief) beroep de mogelijkheid hebben om een klacht voor te leggen aan de gemeentelijke ombudsman. Kwijtschelding is in 2011 verleend in ongeveer 44.939 gevallen. Ruim 40.000 gevallen hebben betrekking op belastingjaar 2011; de overige gevallen op eerdere belastingjaren. Hiermee is een bedrag van in totaal circa € 10,2 mln gemoeid (begroot: € 10,3 mln). Hiervan heeft circa € 0,8 mln betrekking op eerdere belastingjaren en wordt gedekt door een onttrekking uit een reeds gevormde voorziening Meer dan de helft van de kwijtscheldingsverzoeken wordt op geautomatiseerde wijze toegekend. Dit is in het belang van zowel de burger als de organisatie. Immers, hoe meer geautomatiseerde kwijtscheldingen, hoe minder verzoeken binnen komen die handmatig moet worden afgehandeld. De gemiddelde doorlooptijd van de ontvangen verzoeken bedroeg in 2011 148 dagen. Het streven is om met ingang van 2012 de gemiddelde doorlooptijd nog verder terug te brengen.
pagina 118 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
4.2
Weerstandsvermogen
Inleiding en definitie In de Beleidsnota Weerstandsvermogen, die op 15 maart 2012 door de Rotterdamse gemeenteraad is vastgesteld, zijn de definities en uitgangspunten omtrent het weerstandsvermogen opgenomen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de meerjarenbegroting is en geeft inzicht in de financiële draagkracht van de gemeente indien zich onvoorziene gebeurtenissen voordoen. Een exact sluitende meerjarenbegroting zonder toereikende buffer betekent dat elke onvoorziene financiële tegenvaller direct dwingt tot bezuinigen om alsnog een structureel sluitende begroting te houden. In dat geval staat het beleid van de gemeente ook direct onder druk. Daarom heeft de gemeente op elk moment voldoende financiële weerstandscapaciteit nodig. Hoe groot die weerstandscapaciteit moet zijn, is afhankelijk van de risico’s die de gemeente op dat moment loopt. Hiertoe worden strategische risico’s onderscheiden van de reguliere. Bij de laatste groep gaat het om risico’s die zich regelmatig voordoen en die in het algemeen vrij goed meetbaar zijn. Een goed functionerende planning en control en administratieve organisatie zijn voorwaarden om dit soort risico’s te herkennen. Voor deze kwantificeerbare reguliere risico’s worden voorzieningen of verzekeringen afgesloten.
Weerstandsvermogenratio =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Tegenover de benodigde weerstandscapaciteit op basis van een risicoanalyse staat de weerstandscapaciteit: het geheel van middelen en mogelijkheden die kunnen worden ingezet om onvoorziene gebeurtenissen op te kunnen vangen. De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit geeft het weerstandsvermogen aan. Het weerstandsvermogen wordt daarom conform de Beleidsnota Weerstandsvermogen uitgedrukt in de ratio; In de volgende paragrafen worden beide onderdelen van de ratio ultimo 2011 nader uitgewerkt. Beschikbare weerstandscapaciteit Beschikbare weerstandscapaciteit zijn de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente kan beschikken om niet begrote substantiële kosten te dekken zonder dat de begroting en het beleid direct aangepast hoeven te worden. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de volgende componenten: –
Algemene reserve De algemene reserve is bedoeld als buffer voor tegenvallers. De omvang van de algemene reserve ultimo 2011 bedraagt € 11,753 mln.
–
Niet bestemd rekeningresultaat Het resultaat 2010 voor reservering bedraagt -/-€ 42,109 mln. Dit komt in beginsel ten laste van de algemene reserve. Uw raad beslist hierover bij de bestemming van het rekeningresultaat in de 1e bestuursrapportage 2012.
– Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan de raad een specifieke bestemming heeft gegeven. Uitgaven kunnen alleen voor het specifieke doel worden aangewend. Daartoe worden onttrekkingen geraamd in de meerjarenbegroting. De omvang van de bestemmingsreserves exclusief IFR bedraagt € 401,059 mln. Op bestemmingsreserve niveau is momenteel geen volledig inzicht in de aangegane juridische verplichtingen. Daarom kiezen we ervoor alle bestemmingsreserves als beschikbare weerstandscapaciteit te beschouwen. Bij de begroting 2013 zal de beschikbare weerstandscapaciteit van de bestemmingsreserves bepaald worden op grond van juridische verplichtingen per bestemmingsreserve. De bestemmingsreserve IFR bedraagt € 558 mln. Hiervan is € 480 mln bedoeld voor de dekking van kapitaallasten van investeringen met een economisch nut. Dit deel telt conform de beleidsnota weerstandsvermogen niet mee voor de weerstandscapaciteit omdat het benodigd is voor de jaarlijkse dekking van de kapitaallasten van de bestaande investeringen. Het andere deel van het IFR is voor out of pocket uitgaven die niet geactiveerd worden. Hierin zitten met name grote projecten als Rotterdam Centraal die al zover in uitvoering zijn (en juridisch verplicht) dat stoppen geen optie is. Om die reden wordt ook dit deel van het IFR niet als beschikbare weerstandscapaciteit beschouwd.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.2 Weerstandsvermogen | pagina 119
–
Stille reserves Het college heeft bij de evaluatie van de deelnemingen (vennootschappen) benoemd bij welke deelnemingen nog nadere besluitvorming noodzakelijk is om een definitief besluit te kunnen nemen over voortzetting van het gemeentelijk aandeelhouderschap. Het belangrijkste argument om een deelneming af te stoten is dat het publiek belang niet langer gediend wordt met voortzetting van het aandeelhouderschap. In beslotenheid is met de raad gewisseld om welke vennootschappen het in kwestie gaat. Voor de opname van een verkoopopbrengst van een deelneming onder de stille reserves gelden de voorwaarden dat een mogelijke verkoopopbrengst van een deelneming binnen 1 jaar te realiseren is en dat de boekwaarde in mindering wordt gebracht op de opbrengst. Voorts geldt dat de begroting meerjarig wordt gecorrigeerd voor het verval van structurele inkomsten voor de gemeente uit de(verkochte) deelneming. Als de gestelde voorwaarden om de verkoopwaarde van deelnemingen onder te brengen onder de stille reserves worden beschouwd,waarbij allereerst bestuurlijk vast zal moeten worden gesteld of het publiek belang ontbreekt, dan voldoen niet alle deelnemingen daaraan. Enerzijds omdat voor enkele deelnemingen die mogelijk wel binnen 1 jaar af te stoten zijn, nog een publiek wordt gediend en anderzijds als al wel een bestuurlijk standpunt ter zake het publiek belang is ingenomen, een verkoop naar waarschijnlijkheid niet volledig binnen 1 jaar te realiseren is. Toch is een beperkte deelverzameling te kwantificeren voor opname onder de stille reserves, met de wetenschap dat dit bedrag alleen geldt voor die deelnemingen, met bestuurlijke concensus om deze af te stoten, met een verwachting om binnen een jaar te verkopen. Voorts geldt dat het om een netto-raming gaat, dat wil zeggen dat rekening is gehouden met de boekwaarden en een correctie van de begroting. Het gaat bij een opgave van een verkoopwaarde om een conservatieveraming en deze geldt alleen voor het betreffende boekjaar. Volgens de definitie kan de stille reserve stijgen als aan de voorwaarden wordt voldaan in dat boekjaar of dalen als een verkoop gerealiseerd is. Voor het boekjaar 2011 gaat het college uit van een stille reserve van maximaal € 50 mln.
–
Stelpost onvoorzien Artikel 8 van het BBV verplicht iedere gemeente om een stelpost onvoorzien op te nemen om eerste onvoorziene, onvermijdbare en onuitstelbare klappen direct te kunnen opvangen zonder andere begrotingsposten te hoeven aanspreken. In de begroting 2012 bedraagt deze stelpost € 4,5 mln.
–
Onbenutte belastingcapaciteit Onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen die gegenereerd kunnen worden door de tarieven van gemeentelijke belastingen of heffingen te verhogen. De limitering van de OZB is afgeschaft, in plaats daarvan is een landelijke macronorm ingesteld die de maximale landelijke opbrengststijging voor een bepaald jaar aangeeft, momenteel 3,5%. Er is dus geen maximum van onbenutte belastingcapaciteit te berekenen voor de OZB. Om die reden zal gezocht moeten worden naar een andere maatstaf zoals bijvoorbeeld vergelijking van de belastingdruk met de G4. Bij deze jaarrekening wordt uitgegaan van een onbenutte belastingcapaciteit van € 0. Bij de begroting 2013 zal een voorstel gedaan worden voor een maatstaf om onbenutte belastingcapaciteit te bepalen. Bedragen x € 1.000,-
Beschikbare weerstandscapaciteit Algemene reserve Financieringsreserve Rekeningresultaat 2011 Bestemmingsreserves exclusief IFR7 Stille reserves Stelpost onvoorzien Onbenutte belastingcapaciteit Begrotingsruimte 2012 Netto Totale weerstandscapaciteit per 31–12–2011
01–01–2011 18.306 74.890 0 308.069 0 4.500 0 0 405.765
31–12–2011 11.753 97.228 -42.109 303.831 50.000 4.500 0 7.906 433.109
Benodigde weerstandscapaciteit (risico-inschatting) Kenmerkend aan risico’s in het kader van het weerstandsvermogen is dat er sprake is van niet of nauwelijks beïnvloedbare (externe) risico’s. Meestal is de kans dat het risico zich voordoet klein, terwijl de financiële gevolgen groot kunnen zijn. Beide zijn moeilijk in te schatten. Dergelijke risico’s kunnen samenhangen met onderwerpen als grondexploitatie, gebiedsuitbreiding en sociale structuur.
7
Ook de in deze jaarrekening gevormde risicoreserve WWB is niet meegenomen in de totale telling, omdat deze niet vrij beschikbaar is: deze wordt ofwel
aangewend voor het risico WWB ofwel vloeit terug naar het IFR.
pagina 120 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
De afgelopen jaren is het risicoprofiel van de gemeente verhoogd en complexer geworden door grote veranderingen in de omgeving. De gemeente neemt door de voortgaande decentralisatie van taken steeds meer verantwoordelijkheden van het rijk over. Met het overhevelen van deze taken zijn ook de risico’s en de financiële verantwoordelijkheid voor die risico’s overgenomen. Te denken valt aan de Wet Werk en Bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast zijn door conjuncturele veranderingen risico’s vergroot en zijn de extra bezuinigingen die het Rijk zal doorvoeren op de algemene of specifieke uitkeringen nog niet kwantificeerbaar. Deze risico’s werken door in het weerstandsvermogen. De risico’s worden groter waardoor de benodigde weerstandscapaciteit toeneemt. De beschikbare weerstandscapaciteit wordt echter aangesproken door het optreden van de risico’s. De clusters hebben alle risico’s bepaald die niet anderzijds afgedekt kunnen worden. Tevens zijn op concernniveau alle gemeentebrede en clusteroverstijgende risico’s geinventrariseerd. Deze risico’s worden periodiek beoordeeld op de mogelijke consequenties voor de financiële positie van de gemeente, in elk geval bij begroting, bestuursrapportages en jaarrekening. De 9 risico’s met de grootste financiële gevolgen zijn in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht: isico-ontwikkeling R per 31–12–2011
Minimum bedrag
1 Renterisico
2 3 4 5 6 7 8 9
Gemeentefonds – bijzondere positie G4 Afschaffen precario 10.000 Onverzekerde brandschade Grondexploitaties W WB Risico-opslag grote projecten Borgstellingen en garanties Risico-opslag Niet kwantificeerbare risico’s Totaal
Maximum bedrag
Kans op risico in %
44.000 170.000 17.000 10.000 48.000 40.000 25.000 14.719 50.000 418.719
70
Kans op optreden in jaar/jaren
Nieuw/ wijziging
2012 evj
Bestaand
2013 evj 2013 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj 2012 evj
Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Wijziging bestaand
Getroffen maatregelen verzekering / voorziening Financieringsreserve Geen Geen Geen Geen Geen Geen Geen Geen
Toelichting Risico Omschrijving Beleidsveld Risico Omschrijving Beleidsveld Risico Omschrijving
Beleidsveld Risico Omschrijving
Beleidsveld
1. Renterisico Het risico dat de werkelijke rente op het moment van afsluiten van nieuwe leningen of bijstelling van de rente op bestaande leningen afwijkt van de geraamde rente. Algemene middelen 2. Bijzondere positie G-4 Momenteel is er discussie over het loslaten van de bijzondere positie van de G4. Rotterdam ontvangt ca. € 165 mln extra uit het Gemeentefonds. Algemene middelen 3. Afschaffen precariobelasting In november 2010 is een motie ingediend in de Tweede Kamer aangenomen met als strekking de vrijstelling van precariobelasting ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven per 1 januari 2012. Vlak voor het zomerreces 2011 heeft minister Donner een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft met een wetsvoorstel te komen die erin voorziet netwerken van nutsbedrijven vrij te stellen van precariobelasting. Voor onze gemeente betekent dat een daling van de jaarlijkse opbrengsten precariobelasting met in totaal € 16 mln. Algemene middelen 4. Onverzekerde brandschade In het door Willis B.V. in december 2004 opgestelde rapport ‘Reservetoetsing verzekeringen’ is de benodigde omvang van de reserve in verband met risico’s vastgesteld op € 10 mln. Met ingang van 2008 is de reserve verzekeringen op de kostenplaats ORM komen te vervallen en komen de risico’s van de verzekeringen ten laste van het weerstandsvermogen. Algemene middelen Vervolg tabel Toelichting zie volgende pagina
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.2 Weerstandsvermogen | pagina 121
Vervolg tabel Toelichting vorige pagina
Risico Omschrijving
Beleidsveld Risico Omschrijving
Beleidsveld Risico Omschrijving
Beleidsveld Risico Omschrijving
Beleidsveld Risico Omschrijving Beleidsveld
5. Grondexploitaties In de tweede helft van 2010 heeft een grootschalige herziening van de grondexploitatieportefeuille plaatsgevonden. Bij de jaarafsluiting van 2010 is in totaal voor € 195,5 mln aan verlies genomen en voorzieningen getroffen. Met deze grootschalige herziening zijn alle grondexploitaties aangepast aan de recente marktomstandigheden en is het risicoprofiel van de portefeuille aanzienlijk verlaagd. Naast directe verliesnemingen is voor een aantal potentiële risico’s een voorziening op portefeuilleniveau aan gelegd die een groter deel van de risico’s afdekt. De omvang van deze voorziening bedraagt € 78 mln en is opgebouwd uit risico’s op het gebied van marktomstandigheden en -afzet, verliesgevende plannen in de portefeuille en risico’s op het gebied van vastgoedbeheer en engineering. Bij de vaststelling van de bovenstaande voorziening is geen rekening gehouden met de, na balansdatum, naar buiten gekomen financiële situatie bij de woningcorporatie Vestia. Inmiddels staat vast dat voor enkele grondexploitaties hierdoor grotere risico’s ontstaan. Zowel Vestia zelf als de gemeente voeren intensief overleg met geïnteresseerde partijen teneinde de betreffende projecten voort te kunnen zetten. Of, en zo ja in welke mate, de resultaten hiervan financiële gevolgen hebben voor betreffende grondexploitaties zal in de loop van 2012 duidelijk worden. In augustus 2011 is weer gestart met het opstellen van het meerjarenperspectief Rotterdamse grondexploitaties (MPRG). Als onderdeel hiervan is een uitgebreide risicoanalyse van de grondexploitatieportefeuille gemaakt. Hierbij zijn alle potentiële risico’s binnen de grondexploitaties in kaart gebracht, waar mogelijk financieel vertaald en risicoscenario’s opgesteld. Ook de project specifieke risico’s zoals sanering en archeologie èn de reguliere vastgoedmarktrisico’s zoals vertraging van productie en (grond)prijsontwikkelingen zijn hierin meegenomen. Het benodigde weerstandsvermogen is in deze analyse voor het product grondexploitaties gecalculeerd op € 48 mln. Om deze risico’s te minimaliseren en te voorkomen worden er meerdere beheersmaatregelen toegepast. Voorbeelden hiervan zijn monitoren van de markt voor werklocaties (op basis van de visie werklocaties) en een actieve projectcontrol zoals vastgelegd in de Rotterdamse standaard voor projectmatig werken. Ruimtelijke gebiedsontwikkeling en Wonen 6. WWB Van de verwachte ‘opbrengst’ van de ombuigingen 2012 (€ 87 mln) is de bandbreedte een resultaat tussen € 40 en € 80 mln. In de expertmeeting met de raad op 7 sept. jl. is dit beeld bevestigd. De kans dat de maximale opbrengst gehaald wordt zal gering zijn. Dit vormt aanleiding om een risicoreserve in de begroting op te nemen en tegelijkertijd vast te houden aan de ingezette maatregelen. Participatie 7. Opslag grote projecten Voor de grote investeringsprojecten waarover in de monitor grote projecten wordt gerapporteerd is in de berekening rekening gehouden een post onvoorzien. Voor deze vastgoed- en infrastructurele projecten wordt in het risicocumulatiemodel een risico opslag meegenomen voor onvoorziene ontwikkelingen die de post onvoorzien te boven gaan. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Borgstellingen en garanties De borgstellingen en garanties die de gemeente is aangegaan zijn in beeld gebracht. In totaal staat de gemeente borg ten behoeve van natuurlijke en rechtspersonen voor € 184 mln. Als maatstaf is de door banken algemeen gehanteerde dekking dekkingsgraad van 8% genomen. Dat betekent dat de benodigde weerstandscapaciteit voor borgstellingen en garanties € 14,7 mln bedraagt. Algemene middelen 9. Opslag voor Niet kwantificeerbare risico’s Voor de hierna genoemde niet kwantificeerbare risico’s wordt een opslag van € 50 mln in het risicocumulatiemodel opgenomen om ze mee te kunnen nemen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Algemene middelen
pagina 122 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Niet-kwantificeerbare risico’s Nr Beleidsveld
Omschrijving risico
10 Cultuur, sport en recreatie 11 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 12 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 13 Algemene middelen 14 Algemene middelen 15 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen
Risico op schade aan gemeentelijke kunstcollectie Risico’s als gevolg van de Gemeente-garantieverordening Eigen Woningen 1995
Nieuw/ bestaand bestaand bestaand
Risico’s achtervang door Waarborgfonds Eigen Woningen verstrekte garanties
bestaand
Bezuinigingen op specifieke uitkeringen door het Rijk Uitkomsten Rijk inzake Decentralisatie, herverdeling en herindeling Vastgoed portefeuille Panden die langdurig leeg staan kunnen in de huidige markt structureel in waarde verminderen. Is er sprake van een duurzame waardevermindering, dan moet deze waardevermindering verwerkt worden in de boekwaarde. In de reguliere begroting is er geen ruimte voor dergelijke afwaarderingen, waardoor mogelijk aanspraak gedaan moet worden op het weerstandsvermogen. Gemeentelijke bijdrage aan gemeenschappelijke tuinen. Grondexploitaties. De financiële situatie bij Vestia raakt haar ontwikkelcapaciteit. In de meeste gevallen betreft het plannen met een particuliere grondexploitatie maar met name bij Parkstad ontstaan hierdoor ook risico’s voor de gemeentelijke grondexploitatie. Met name speelt dit ten aanzien van de overeenkomst die gesloten is rondom de Concessie Parkstad/ Afrikaanderwijk en rondom het recht op voorreservering dat Vestia heeft op enkele vervolglocaties. De risico’s uiten zich in mogelijk hogere rentelasten over verwervingen en (grond)prijsrisico’s. Deels betreft het een risico dat inherent is aan de aard en inhoud van de binnen de betreffende grondexploitaties gesloten (voor)eserveringsovereenkomsten. Voorzover daar sprake van is, kunnen deze worden gedekt uit het weerstandsvermogen. De gemeente voert zowel met Vestia als met andere geinteresseerde partijen intensief overleg gericht op voortzetting van de ontwikkelingen. De uitkomsten hiervan zullen in de loop van 2012 duidelijk worden, zodat eventuele gevolgen verwerkt kunnen worden in de begroting of rekening over 2012.
bestaand bestaand bestaand
16 Fysiek beheer van de stad 17 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen
nieuw nieuw
Ter onderbouwing van de weerstandscapaciteit heeft een risicosimulatie plaatsgevonden. Het risicocumulatiemodel werkt met kansinschattingen (kans dat het risico zich voordoet) en inschattingen van de financiële gevolgen als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Daar alle risico’s nooit allemaal tegelijk en met een maximale omvang zullen optreden, wordt uitgegaan van een zekerheidspercentage van 95%. De risico’s in de hiervoor weergegeven tabel zijn opgenomen in het risicocumulatiemodel. Het risico op borgstellingen en garanties wordt niet in het risicocumulatiemodel meegenomen maar separaat bij de uitkomst hiervan opgeteld. Bij 95% zekerheid is de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeentebrede risico’s € 240 mln. Weerstandsvermogen Het streven is om over ruim voldoende weerstandscapaciteit te beschikken. Met een adequate buffer kan flexibeler worden gereageerd op tegenvallende ontwikkelingen. Vanaf de jaarrekening 2011 zal in overeenstemming met de beleidsnota weerstandsvermogen, het weerstandsvermogen uitgedrukt worden in een ratiocijfer. Een normratiocijfer van 1,4 voldoet aan het criterium ruim voldoende voor het weerstandsvermogen.
Weerstandsvermogenratio =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogenratio =433.109/240.000 = 1,8 Dit houdt in dat de gemeente op dit moment is ingedekt tegen alle tegenvallers die zich zouden kunnen voordoen in de toekomst. Om te allen tijde meer zekerheid te hebben dat alle risico’s ruim voldoende worden afgedekt moet de norm van 1,4 gehaald worden. Dat is op dit moment het geval.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.2 Weerstandsvermogen | pagina 123
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
Inleiding De gemeente heeft een groot aantal onderhoudsgevoelige kapitaalgoederen zoals wegen, riolering, water, groen en gebouwen. In deze paragraaf worden de beleidsuitgangspunten en de systematiek omtrent het onderhoud uiteengezet. Met dit onderhoud is een substantieel deel van de begroting gemoeid. De lasten van het onderhoud beschrijven we per beleidsveld. Beschrijving per categorie De kapitaalgoederen vindt u hieronder per categorie. Onder het kopje beleidskader geven we aan welke doelen en beleidsplannen zijn vastgesteld. Ook vermelden we de onderhoudsplannen. Daarna beschrijven we de stand van zaken en relevante beleidsontwikkelingen. Om een relatie te kunnen leggen tussen de beleids- en onderhoudsplannen en de ramingen in de begroting vermelden we wat de beschikbare middelen voor onderhoud en investeringen waren. Categorie Beleidskader
Beleids- ontwikkelingen & -voornemens
Wegen – Beheerplan voor Hoofd- en verzamelwegen 2008–2012 – Onderhoud: Meerjarenplan 2008–2012 – Kwaliteitsmeting: 2 jaarlijkse inspectie op schadebeelden In 2007 is het beheerplan van de hoofd- en verzamelwegen voor de periode 2008–2012 opgesteld. Op basis van voortzetting van het huidige beleid en inspecties is aangegeven welke maatregelen er in de komende 5 jaar nodig zijn om de hoofd- en verzamelwegen op een technisch kwaliteitspeil van minimaal 75% goed/ matig te houden. Daarbij werden de onderstaande prestatie-indicatoren gehanteerd: – Kwaliteit hoofd- en verzamelwegen: maximaal 25% slecht. – Jaarlijks onderhoud hoofd- en verzamelwegen: minimaal 8 ha. – In 2010 zijn alle fietspaden langs hoofd- en verzamelwegen in rood asfalt uitgevoerd. – Technische kwaliteit van de fietspaden: maximaal 25% slecht. Met ingang van 2009 is het wegbeheersysteem voor stedelijke en deelgemeentelijke wegen vernieuwd. Hierdoor kunnen er landelijk meer en beter kwaliteitsontwikkelingen vergeleken worden. Ook zijn daarbij de prestatie-indicatoren vernieuwd. Zowel het areaal van de hoofd- en verzamelwegen en de fietspaden heeft als streefwaarde 85% voldoende tot matig gekregen. Met ingang van 2012 is het budget structureel verlaagd met € 2 mln en incidenteel met € 1,5 mln. Dit heeft tot gevolg dat de vernieuwde prestatiedoelstelling (streefwaarde 85% voldoende of matig) moeizaam gerealiseerd zal worden in de komende jaren. Hierdoor neemt het risico om aansprakelijk gesteld te worden door weggebruikers als gevolg van onveilige wegverhardingen toe. Hiervoor bestaat een voorziening (€ 2,3 mln) Door het minder uitvoeren van grootschalig onderhoud (maar meer kleine en specifieke maatregelen) zullen de asfaltwegen een lappendeken worden. Ook de doelstelling om meer stil asfalt toe te passen t.b.v. geluidsreductie zal door kortingen op het onderhoudsbudget vertraagd gerealiseerd worden. Om inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand van de hoofd- en verzamelwegen wordt minimaal één keer in de twee jaar het totale areaal geïnspecteerd. Aan het einde van elk jaar wordt de kwaliteitsontwikkeling a.g.v. het uitgevoerde onderhoud gemeten. Onderstaande tabellen geven het onderhoudsbeeld en de actuele stand van zaken weer. Onderhoud hoofd- en verzamelwegen Omschrijving Onderhouden wegenareaal (in ha) Onderhouden wegenareaal (in %)
totaal areaal 342 100
rekening 2010 8,0 2,3
begroting 2011 8,0 2,3
rekening 2011 5,4 1,6
Door de verplichtingenstop van mei 2011 zijn een aantal onderhoudsprojecten uitgesteld naar 2012 of later. Hierdoor is een grote terugval in het aantal hectare ontstaan tussen begroting en realisatie. Kwaliteitsbeeld wegen (in % van het totaal) Omschrijving
Hoofd- en verzamelwegen Fietspaden langs h- en v- wegen
areaal (ha) rekening 2010 rekening 2011 minimaal 85% minimaal 85% voldoende of voldoende of matig matig 342 ha 84% 86% 19 km 90% 93% Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 124 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Ondanks het niet kunnen realiseren van de begrootte hectare is er sprake van een lichte verbetering van het areaal hoofd- en verzamelwegen. Dit komt enerzijds omdat de verslechtering van wegen minder hard is toegenomen en anderzijds omdat enkele zeer slechte wegdelen zijn verbeterd. Door subsidiebijdragen van de Stadsregio is het wegareaal in de voorbije jaren ook functioneel (veiligheid en verkeersdoorstroming) verbeterd. Het areaal fietspaden is in de voorbije jaren sterk verbeterd door het vernieuwen met rood asfalt. Met kleine onderhoudsmaatregelen kan de kwaliteit momenteel vastgehouden worden. Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Omschrijving
rekening 2010 6.752 0
begroting 2011 3.608 0
rekening 2011 7.126 0
Programmatisch onderhoud Investeringen Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen. De lastenoverschrijding wordt veroorzaakt door de afwikkeling van projecten uit 2010 (uitvoering deels in 2011). Deze zijn als frictiekosten bij de invoering van de verplichtingenstop gemeld. Daarnaast is ook het programma 2011, dat vóór de verplichtingenstop in gang was gezet, als gevolg van gunstige weersomstandigheden nagenoeg volledig uitgevoerd. Ook zijn extra asfaltreparaties (spoed) uitgevoerd om snelle degeneratie van wegvakken te voorkomen. Rioleringen – Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015 (GRP-3) – Onderhoud: Aansluitplan Rotterdam – Onderhoudsbeleidsplan Gemalen en Persleidingen 2003–2017 – Kwaliteitsmeting: Inspectie en benchmark Beheer en onderhoud vindt plaats zoals aangegeven in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015 (GRP-3). Het plan geeft de Rotterdamse invulling van de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Hierbij wordt voldaan aan de Europese-, nationale- en lokale wet- en regelgeving. De rioleringszorg draagt bij aan de realisatie van een aantrekkelijke stad onder het motto: droge voeten, gezonde stad. Prestatie-indicatoren Omschrijving Rioolvernieuwing in km Geïntegreerde uitvoering rioolvervanging in % Reinigen riolen in km Reinigen kolken aantal x 1.000
rekening 2010 39 98 145 150
begroting 2011 40 75 145 170
rekening 2011 31 80 152 167
Rioolvernieuwing Het effect van bezuinigingen op wegonderhoud en vertragingen in herstructureringen resulteert in een achterblijvend volume rioolvervanging. In plaats van de geplande 40 km is in 2011 31 km riool vernieuwd. De projecten waar riolering integraal met het wegonderhoud wordt vervangen, zijn deels doorgeschoven naar 2012 en verder. Daarnaast participeert rioolvervanging in een groot aantal projecten, zoals het Weena en de herstructureringen op Zuid. Hierin is Gemeentewerken geen ambtelijke opdrachtgever (conform RSPW) waardoor men tevens minder tot geen invloed heeft op de planning. Circa 25% van de rioolvervangingsopgave ligt in de herstructureringsgebieden. In 2011 is de stagnatie in de woningbouw dus ook zichtbaar in de prestatieindicator rioolvernieuwing. Dit exogene effect kon niet direct worden opgevangen middels alternatieve projecten. De voorbereiding van projecten neemt gemiddeld een jaar in beslag. Om voor de toekomst de doelstellingen te kunnen halen, zullen meer projecten singulier (dus geen werk met werk) moeten worden uitgevoerd. Inzet wordt om de achterstand binnen de periode van het GRP-3 in te lopen. Eventueel niet benutte budgetten blijven in de voorziening beschikbaar. In geval van veel singuliere projecten zal het huidige integratiepercentage (werk met werk maken) lager worden. Hierdoor wordt de rioolvervanging duurder, want als het wegdek niet tegelijkertijd vervangen kan worden, komen de herstelkosten hiervan ten laste van de noodzakelijke rioolvernieuwing. Geïntegreerde uitvoering rioolvernieuwing Het beoogde integratiepercentage met het wegonderhoud en andere projecten in de buitenruimte is vastgelegd in het GRP en is gesteld op 75%. In de praktijk blijkt het vaak hoger te zijn doordat zoveel mogelijk aangesloten wordt op het wegonderhoud. Ten opzichte van 2010 is het integratiepercentage gedaald van 97 naar 80%. In 2011 zijn er minder hectares aan wegen onderhouden (zie categorie wegen), hierdoor kon men in mindere mate rioolvernieuwing toepassen en integreren met de onderhoudsprojecten van wegen. Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen | pagina 125
Vervolg tabel vorige pagina
Reinigen riolen Het reinigen van riolen wordt uitgevoerd door de Roteb. Vanwege zachte weeromstandigheden heeft Roteb meer planmatig kunnen reinigen. Gepland was 145 km riool te reinigen, in 2011 is 152 km gereinigd. Reiniging kolken Ook de kolken worden gereinigd door de Roteb. Planmatig wordt elke kolk 1x per jaar gereinigd. Niet in alle gevallen is dit realiseerbaar. Op specifieke locaties worden aan het einde van het jaar de kolken voor een tweede keer gereinigd. Op deze manier kan het storingsonderhoud van reinigen kolken worden beperkt. In 2011 zijn 167.000 kolken gereinigd ten opzichte van 150.000 in 2010. Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Omschrijving
rekening begroting rekening 2010 2011 2011 11.882 22.217 22.560 0 -704 -1.116 6.448 10.942 9.280 33.502 28.864 24.028
Beheer en onderhoud Onderhoudsbijdrage derden Investeringen Investeringen tlv voorziening Fysiek beheer van de stad Riolering en gemalen De investeringen bedragen de kosten voor de Blauwe Verbinding en het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP-3 2011–2015: renovatie van gemalen en persleidingen, waterkwaliteitsspoor en zorgplicht grondwater, hemelwater en afvalwater). De toename van de beheer- en onderhoudskosten ten opzichte van het resultaat in 2010 komt door de overgang van het GRP-2 naar het GRP-3. Ten opzichte van het GRP-2 loopt meer onderhoud aan persleidingen en gemalen via de exploitatie in plaats van de voorzieningen op de balans (€ 3,7 mln). Daarnaast is in 2010 voor een bedrag van € 5,1 mln rechtstreeks ten laste van de bestemmingsreserve uitgevoerd. Tot slot is een bedrag van € 3,3 mln aan onderhoud gemalen niet meegenomen in 2010. Bomen – Bomenstructuurplan 2007–2011 – Onderhoud: Onderhoudsplan 2007–2011 – Kwaliteitsmeting: Monitoring Het onderhoud van openbaar groen en bomen is een taak van deelgemeenten. Aanvullend zijn er stedelijke middelen beschikbaar voor het duurzaam in stand houden en verbeteren van de hoofdbomenstructuur door groeiplaatsverbetering en snoeien, het voorkomen en bestrijden van ziektes (zoals iepenziekte, bloedingsziekte kastanje-bomen, etc), het inspecteren van monumentale bomen en het vervangen van onveilige boomsoorten in het kader van de wettelijke zorgplicht. Ook is, als tijdelijke opslagplaats, een bomendepot in gebruik voor het hergebruiken van verplantbare grote bomen. De uitvoering van het Bomenstructuurplan wordt jaarlijks afgestemd met stedelijke en deelgemeentelijke onderhouds- en vernieuwingsplannen. Met ingang van 2011 is het budget structureel met eenderde verlaagd (niveau 2008) en daalt de prestatie-indicator ‘aantal verbeterde bomen’ van 1.090 naar 550. Het bomenstructuurplan wordt vernieuwd voor de planperiode 2013–2016.
De incidentele bezuiniging in 2012 betekent dat er alleen middelen beschikbaar zijn ter voorkoming en bestrijding van ziektes en inspecteren en vervangen van onveilige boomsoorten. Onderhoud bomen Omschrijving rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Verbeterde bomen (in stuks) 1.152 550 545
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Door de bezuinigingsopgave is vanaf 2011 de prestatiedoelstelling inzake het verbeteren van bomen verlaagd van 1090 naar 550 stuks. Het werkelijk aantal verbeterde bomen in de hoofdstructuur bedroeg 545 stuks. Het verschil wordt veroorzaakt door de indicatieve berekening van het begrotingsaantal. Daarnaast zijn er ook nog eens 665 bomen geïnspecteerd op vitaliteit, ziekten en onveilige situaties. Omschrijving rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Onderhoud 1.449 530 1.026 Investeringen 0 0 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen De lastenoverschrijding wordt veroorzaakt door de afwikkeling van projecten uit 2010 die reeds waren opgestart en nog als verplichting (bijvoorbeeld aan deelgemeentebesturen) in 2011 uitgevoerd zijn. Dit kan voorkomen omdat het plantseizoen loopt van oktober tot april. Onwerkbaar weer in de wintermaanden kan ervoor zorgen dat projecten over het jaareinde getild worden. Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 126 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Water – Waterplan 2 Rotterdam – Deelgemeentelijke (meerjaren)plannen – Kwaliteitsmeting: Schouw De klimaatverandering zal resulteren in grotere neerslaghoeveelheden, perioden met meer droogte, een hogere zeespiegel en grotere rivierafvoeren. Hierdoor zal onder andere de behoefte aan meer waterberging toenemen. In het Waterplan 2 Rotterdam is gewerkt aan een totaalvisie om te bezien of de benodigde waterberging (de stedelijke wateropgave) kan worden gerealiseerd. In 2009 is gestart met de uitvoering van maatregelen uit het Waterplan 2, zoals de Blauwe verbinding en diverse studies in het kader van waterveiligheid. Naar aanleiding van nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van bodembeheer en de nieuwe situatie na afronding van de subsidieregeling Subbied is in samenwerking met de waterschappen gestart met het opstellen van een nieuw uitvoeringsplan baggeren. Belangrijk aandachtspunt in het nieuwe plan is de lokale verwerking van bagger waardoor kan worden bespaard op transport en verwerkingskosten. De gemeente en de waterschappen voeren een aantal pilots uit om tot een zo efficiënt mogelijke werkwijze te komen bij het baggeren. Het betreft dan vooral het combineren van baggerwerk in hoofd- en overige watergangen en de taakverdeling bij de voorbereiding en de uitvoeringsbegeleiding. Het resultaat van de pilots is, dat in het deelgebied van HHSK het baggerwerk gezamenlijk wordt voorbereid en uitgevoerd. Waterschap Hollandse Delta houdt het baggeren van de hoofdwatergangen in eigen hand. De kostentoewijzing van het baggerwerk blijft vooralsnog ongewijzigd. Wel wordt de interne kostenverdeling tussen deelgemeentelijke en centrale middelen, die nu 50/50 bedraagt, op termijn heroverwogen. Onderhoud open watergangen Omschrijving
rekening begroting rekening 2010 2011 2011 55.000 54.000 62.000 Baggeren (slib in m3) In verband met de Flora- en Faunawet loopt het baggerseizoen globaal van september tot maart. Bij het opstellen van de begroting is niet altijd te voorzien of de uitvoering in het betreffende of het volgende jaar zal plaatsvinden. Die uitvoering ligt zowel bij de deelgemeenten in de vorm van projecten (stedelijk gebied) als de waterschappen (grensgebied) waarvoor de gemeente een ontvangstplicht kent. In 2011 bedraagt het baggervolume uiteindelijk 8.000 m3 meer dan begroot. Dit is het gevolg van werkzaamheden, die reeds in 2010 waren opgedragen, maar pas in 2011 zijn uitgevoerd. Een nieuwe ontwikkeling betreft de aanleg van lokale doorgangsdepots binnen de stadsgrenzen, waardoor in de toekomst de gerijpte bagger in deze depots kan worden opgeslagen en worden hergebruikt als aanvulgrond. In 2011 zijn hiervoor vergunningen aangevraagd bij de DCMR. Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Omschrijving
rekening begroting 2010 2011 2.263 3.073 777 600 0 0
rekening 2011 2.107 767 0
Beheer en onderhoud Baggeren Investeringen Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen De werkzaamheden rondom de Kralingse Plas hebben enige vertraging ondervonden door een gering aanbod van materiaal voor de natuurvriendelijke oevers. De gemeente is volgend in het herstelprogramma van de boezemkaden door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). Deels door de financiële beperkingen binnen HHSK en deels door vertragingen in het programma zijn de uitgaven voor de gemeente in 2011 lager dan begroot. Wat betreft baggeren zijn werkzaamheden, die reeds in 2010 waren opgedragen, pas in 2011 zijn uitgevoerd. De financiële consequentie hiervan is dat 2011 een overschrijding kent van € 167 (€ 767 i.p.v € 600). Deze overschrijding wordt gecompenseerd door een onderschrijding op het budget voor waterschapsprojecten waarin de gemeente participeert (zoals dijkophogingen).
Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen | pagina 127
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten) – Beheerplan Bruggen en Viaducten (2008–2012) – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan Bruggen en Viaducten – Kwaliteitsmeting: Periodieke inspectie – Ontwerp investeringsplan Bruggen en Viaducten – Onderhoud: Meerjarenplan 2009–2012 – Kwaliteitsmeting: Technische inspecties (o.a. constructieve veiligheid) – Beleidsplan ter instandhouding van het Maastunnelcomplex 2010–2014 – Onderhoud: Veiligheidsplan Maastunnel – Kwaliteitsmeting: Periodieke inspectie In het beheerplan Bruggen en Viaducten 2008–2012 is het kader voor het planmatig beheren en onderhouden van stedelijke bruggen en viaducten beschreven. Deze vormen een cruciaal onderdeel in de fysieke infrastructuur van Rotterdam. In het beheerplan zijn aan de hand van scenario’s ambities geformuleerd waaraan de objecten kwalitatief moeten voldoen. Er is gekozen voor het 3e scenario waarbij alle objecten zowel in de stedelijke hoofdinfrastructuur als in de overige infrastructuur technisch redelijk in orde zijn maar dat de beeldkwaliteit van een lager niveau is. Ondanks de gemeentelijke bezuinigingen in de openbare ruimte is de technische staat van bruggen, tunnels en viaducten niet in het geding. Er was een bedrag € 10,4 mln beschikbaar voor het beheer en onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels. Hierop is per 1 januari 2011 structureel € 0,6 mln bezuinigd. Incidenteel wordt er in 2012 een bedrag van € 0,7 mln gekort. Het is van groot belang dat objecten die niet meer voldoen, tijdig vervangen of grondig gerenoveerd kunnen worden. Voor het vervangen van bruggen is een investeringskrediet van € 50 mln tot en met 2015 beschikbaar. Het Beleidsplan ter instandhouding van het Maastunnelcomplex 2010–2014 bevat maatregelen op het gebied van veiligheid die uitgevoerd moeten worden om de Maastunnel per 1 mei 2014 te laten voldoen aan vigerende tunnelwetgeving. Aan deze wetgeving moet voldaan worden wil de Maastunnel na deze datum in gebruik mogen zijn als tunnel voor autoverkeer. Tijdens de grondige inspectie die na de asbest-sanering van de ventilatiekanalen van de westbuis kon worden uitgevoerd, bleek de betonschade aan de tunnelbodem groter te zijn dan kon worden aangenomen. In samenwerking met TNO is een nader onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen hiervan. Een voorstel om deze schade te herstellen is inmiddels in de vorm van een basisvariant gepresenteerd aan het College. Voor het onderhoud van bruggen, tunnels en viaducten zijn nog geen prestatie-indicatoren ontwikkeld.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Omschrijving
rekening begroting rekening 2010 2011 2011 12.920 11.903 12.564 253 0 516 0 0 598 2.622 7.299 8.320
Onderhoud Ontvangen schadepenningen Onderhoudsbijdrage derden Investeringen Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen De lastenoverschrijding op het onderhoud van bruggen, tunnels en viaducten wordt veroorzaakt door herstelwerkzaamheden van schades. Op schades wordt in beginsel niet begroot aangezien deze pas in de loop van het jaar ontstaan. Indien er sprake is van verhaalbare schade, wordt deze via schadepenningen geëind en verrekend. De kosten voor schadeherstel worden in de totale onderhoudskosten meegenomen (€ 12,6 mln), waarna dit bedrag voor € 1,1 mln is gecompenseerd door ontvangen schadepenningen (verhaalbare schade) en bijdragen van derden (Stadsontwikkeling en RET) die eveneens een belang hebben bij het onderhoud van civiele kunstwerken. De toename van de investeringen is het gevolg van het combineren van gepland onderhoud met het reinigen van de ventilatiekanalen in de Maastunnel (asbestsanering). Dit levert een besparing op in het volgende jaar.
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 128 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Overig (kademuren en glooiingen) – Beheerplan kademuren 2013–2016 (Concept) – Onderhoud: Uitvoeringsplan – Kwaliteitsmeting: Handboek inspecties kademuren – Beheerplan glooiingen i.v.m. over te dragen havens – Onderhoud: Projectplannen – Kwaliteitsmeting: Inspecties De gemeente Rotterdam is sinds 2003 verantwoordelijk voor ca. 15 km kademuren. Met ingang van 2011 heeft het HbR nog eens 13 km kademuren in stedelijk gebied overgedragen. Het (concept) beheerplan wordt nog aangepast met deze overdracht. In het beheerplan worden kwaliteitsdoelen geformuleerd. Aan de hand van inspecties (visuele inspecties, duikonderzoek, deformatiemetingen en conditiemeting) wordt de kwaliteitsontwikkeling gevolgd. Afhankelijk van deze inspecties wordt onderhoud uitgevoerd. Voor de huidige collegeperiode zijn de knelpunten in beeld gebracht en opgenomen in het vervangingsinvesteringsprogramma. Omschrijving rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Onderhoud 1.247 997 1.837 Investeringen 0 0 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen De lastenoverschrijding wordt veroorzaakt door onvermijdelijke reparaties aan verouderde kademuren van zowel het bestaande areaal als het overgedragen HbR- areaal. Door deze maatregelen worden het degeneratieproces vertraagd en onveilige situaties hersteld. De reparatiekosten aan de voormalige HbRkademuren bedroegen ruim € 400. De verantwoordelijkheid voor het onderhoud van de waterbekkens lag in 2011 nog bij Stadsontwikkeling. In het kader van Bestuursopdracht-7 is door GW het achterstallig onderhoud geïnventariseerd en de onderhoudsbehoefte voor de komende jaren berekend. Tijdens de inventarisatie zijn er onveilige situaties geconstateerd en meteen ook verholpen. Deze kosten betreffen het restant van de lastenoverschrijding. Overig (begraafplaatsen en crematorium) – Beleidsplan begraafplaatsen en crematorium 2008–2011 – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan – Kwaliteitsmeting: Schouw De primaire lijkbezorging (begraven, cremeren en gedenken) dient bij 3.055 uitvaarten tegen een 100% kostendekkende exploitatie uitgevoerd te worden. Voor het parkbeheer wordt in het beleidsplan de gewenste beeldkwaliteit als volgt voorgesteld: – Beeldkwaliteit “Hoog” (goed onderhouden) is bestemd voor grafvakken en bijbehorende verhardingen. – Beeldkwaliteit “Basis” (matig onderhouden) is bestemd voor verstrooiing (strooivelden), singels en groen buiten de grafvakken. – Beeldkwaliteit “Laag” (slecht onderhouden, weinig tot geen onderhoud, die geen gevaar oplevert voor de gebruikers/bezoekers) is bestemd voor de reserve-capaciteit op de begraafplaatsen. Om deze gewenste beeldkwaliteit te behalen moet een te grote inspanning geleverd worden. Daarom streven we voorlopig naar het bereiken van 50% van de gewenste beeldkwaliteit. Dit betekent extra periodiek onderhoud. Het gewenste kwaliteitsniveau wordt daarmee weliswaar niet bereikt, maar verder verval wordt vertraagd. De huidige kwaliteit van de parken zal niet verder afnemen en er is voldoende aandacht voor de veiligheid op de begraafplaatsen (te denken valt aan wegen, paden, watergangen maar ook aan de bomenzorgplicht). Prestatie-indicatoren Omschrijving rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Totaal aantal uitvaarten 3.208 3.099 3.095 Kostendekkingsgraad in % 98 98 101,6 Het gerealiseerde aantal uitvaarten is conform de verwachting verlopen. Maar er zijn ontwikkelingen die het aantal uitvaarten negatief kunnen beïnvloeden: – De opening van crematorium Delft op 14 april 2011 betekent dat uitvaartondernemer “De Laatste Eer” minder uitvaarten zal laten verzorgen. – Per 1 maart heeft DELA de aandelen van Crematoriagroep Best overgenomen met onder andere crematorium Spijkenisse en crematorium Capelle aan den IJssel. Ten gevolge van de overkomst van de nadelige exploitatie van de begraafplaats Rozenburg is het kostendekkingspercentage in de begroting gedaald van 100 naar 98 in het jaar 2011. Als gevolg van een hogere opbrengst van verkoop van graven, meer verlengingen en uitgebreidere dienstverlening is er toch uiteindelijk een voordeel ontstaan op de primaire lijkbezorging. Vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen | pagina 129
Vervolg tabel vorige pagina
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleids- ontwikkelingen & -voornemens
Omschrijving
rekening begroting 2010 2011 5.074 5.151 1.781 1.674 27 171
rekening 2011 5.013 1.668 119
Primair onderhoud Secundair onderhoud Investeringen Fysiek beheer van de stad Beheer begraafplaatsen en crematorium (primair) Wegen, water en groen (secundair) Het primair onderhoud bevat de lasten voor begraven, cremeren en gedenken. Deze zijn kostendekkend. De kosten voor het parkbeheer komen ten laste van het secundair onderhoud en worden niet gedekt uit de lijkbezorgingsrechten. In 2011 zijn een aantal noodzakelijke maatregelen uitgevoerd ter verbetering van de aulavoorzieningen op de begraafplaatsen. Deze investeringen komen ten laste van het Beleidsplan 2008–2011.
Overig (beeldende kunst en gebouwen) – Beheerplan Beeldende Kunst en Gebouwen (2008–2012) – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan – Kwaliteitsmeting: Inspecties De onderhoudsstaat van de objecten (huizen, torens, poorten, standbeelden en gedenkmonumenten) wordt bepaald en gevolgd door middel van periodieke technische inspecties. In het Beheerplan Beeldende Kunst en Gebouwen (2008–2012) zijn de uitgangspunten voor het technisch beheer en onderhoud van de beeldende kunstwerken en gebouwen opgenomen. Het culturele erfgoed wordt op een voldoende basisveiligheidsniveau onderhouden. Voor de hogere onderhoudsambities van het stedelijk cultureel erfgoed zijn onvoldoende middelen beschikbaar. Om de onderhoudskosten van beeldende kunst te verlagen is in 2011 onderzoek gedaan naar de mogelijke verkoop van vier molens of deze onder te brengen in een stichting . Na het bepalen van de taxatiewaarde zal het definitieve besluit aan het bestuur worden voorgelegd. Voor het onderhoud van beeldende kunst en gebouwen zijn geen prestatie-indicatoren ontwikkeld.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Omschrijving
rekening 2010 1.114 2.428
begroting rekening 2011 2011 764 858 2.183 1.607
Onderhoud Investeringen Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen De lastenoverschrijding wordt veroorzaakt door de restauratie van een molen in Rozenburg. Bij de restauratie is achterstallig onderhoud geconstateerd, dit heeft tot spoedreparaties en daarmee in 2011 tot extra kosten geleid. De renovatie van de Laurenstoren is in 2011 (investeringskrediet) bijna helemaal afgerond. In 2012 worden nog enkele kleine renovaties uitgevoerd.
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 130 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleids-ontwikkelingen & -voornemens
Openbare Verlichting – Beheerplan openbare verlichting in Rotterdam 2008–2012 – Onderhoud: Stedelijk onderhoudsplan Deelgemeentelijke (her)investeringsplannen – Kwaliteitsmeting: Inspecties Het beheer en onderhoud van de openbare verlichtingsinstallaties is vastgelegd in het ‘Beheerplan Openbare Verlichting 2008–2012’. Het plan bevat de volgende onderdelen: – De bestuurlijke verantwoordelijkheden. – De organisatie van het beheer en onderhoud. – Het huidige en toekomstige beleid met betrekking tot het beheer en onderhoud. – De noodzakelijke maatregelen, zowel technisch als functioneel, in relatie tot het toekomstige beleid. In het plan zijn de volgende beleidsdoelen opgenomen: – Sneller oplossen van storingen. – Meer masten vervangen. – Minder soorten masten en armaturen. – Meer duurzaamheid. Jaarlijks worden met deelgemeenten onderhoudsplannen en herinvesteringen afgesproken om tot de bovenstaande beleidsdoelen te komen. Deelgemeenten zijn voor het merendeel van de openbare verlichting budgethouder. Onderhoud openbare verlichting Omschrijving rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Vervangen palen (aantal) 1.474 3.000 3.404 Vervangen armaturen (aantal) 7.990 4.500 5.660 Brandende lampen (%) 98 98 98,5 De prestatie-indicator ‘vervangen palen en armaturen’ is het resultaat van deelgemeentelijke vervangingsplannen (zgn. herinvesteringen), herinrichtingsplannen en de duurzaamheidsmaatregel bestrijding economische crisis. Herinvesteringsplannen De plannen voor het vervangen van de openbare verlichting als gevolg van einde levensduur of herinrichting worden door de deelgemeentebesturen vastgesteld. Het vervangen van palen en armaturen wordt zoveel mogelijk geïntegreerd uitgevoerd met onderhoudsprojecten (wegenbouw). Jaarlijks kunnen gemiddeld 1.500 palen en armaturen vervangen c.q. vernieuwd worden ten laste van herinvesteringsbudgetten. Bij herinrichtingsplannen komen de kosten ten laste van het projectbudget. Daarnaast was er bij de eigendomsoverdracht van de openbare verlichting aan de gemeente sprake van grote achterstanden in de vervanging einde levensduur. Via de herinvesteringsprojecten wordt dit ingelopen. Naar verwachting zal deze achterstand in 2012 ingelopen zijn. In 2011 zijn meer palen en armaturen vervangen dan begroot. Duurzaamheidsmaatregel bestrijding economische crisis. Om de economische crisis te bestrijden is vanaf 2009 extra geïnvesteerd in energiezuinige openbare verlichting. Het gele licht op hoofd- en verzamelwegen wordt omgebouwd naar wit licht en voorzien van een diminstallatie. Alleen de projecten Goudsesingel en omgeving Zuidplein worden nog in 2012 afgerond. De schouw van brandende lampen wordt vier keer per jaar uitgevoerd en iedere keer na ongeveer duizend branduren. Met de deelgemeenten en het stadsbestuur is afgesproken dat gemiddeld 98% van de openbare verlichting brandt. In 2011 brandde gemiddeld 98,5% van alle lampen. Door het toepassen van ‘longlife’ lampen is de uitval verminderd.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Omschrijving
rekening begroting rekening 2010 2011 2011 Onderhoud 7.639 6.626 4.537 Investeringen 6.090 4.045 3.509 Genoemde bedragen voor onderhoud zijn exclusief de kosten voor energie en netbeheer. Deze kosten worden verantwoord door de deelgemeenten. Fysiek beheer van de stad Openbare Verlichting De bovenstaande bedragen voor onderhoud zijn exclusief de kosten voor energie en netbeheer. Deze kosten worden verantwoord door de deelgemeenten. De lastenonderschrijdingen op het onderhoud en investeringen worden veroorzaakt door vertragingen in de uitvoering van wegenbouwprojecten en problemen met materiaalleveranties. Desondanks zijn meer palen en armaturen vervangen dan begroot. Dit komt omdat een deel van de kosten nog ten laste van de investeringsbudgetten 2010 zijn gebracht en omdat een deel van de kosten bij integrale projecten ten laste van externe bijdragen komen. Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen | pagina 131
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleids- ontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Vastgoed Het Meerjaren Perspectief Rotterdams Vastgoed (MPRV). In het Meerjaren Perspectief Rotterdams Vastgoed dat na akkoord van de raad is vastgesteld door het college is opgenomen dat voor alle objecten die van strategisch of van maatschappelijk belang zijn een conditiemeting wordt verricht op basis van de NEN 2767 norm en voor terreinen (bijv. volkstuinen) op basis van de CROW systematiek. Het uitgangspunt is dat de objecten op een sober en doelmatig kwaliteitsniveau (niveau 3 of 4) worden onderhouden. Op basis van dit uitgangspunt wordt voor elk object een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) gemaakt. Deze gaan uit van een onderhoudstermijn van minimaal 20 jaar. Aan de hand van een MOP wordt de gemiddelde onderhoudskosten van elk afzonderlijk object vastgesteld. Dit bedrag wordt meegenomen in de berekening van de kostendekkende huur. In 2011 zijn 165 conditiemetingen verricht. Voor 70% van de objecten in de kernportefeuille is nu een Meerjarenonderhoudsplan (MOP) op basis van een conditiemeting beschikbaar. Naar verwachting is eind 2012 elk object in de kernportefeuille, excl. inhuurpanden, claimrechtpanden en ‘grex-panden’, voorzien van een conditiemeting en een MOP. Halverwege 2011 is door het concern een verplichtingenstop ingevoerd. Dit had voor het gemeentelijk vastgoed de consequentie dat een groot deel van het planmatig onderhoud is verschoven naar 2012. Om afbreukrisico’s en calamiteiten te voorkomen zijn het storingsonderhoud, onderhoud volkstuinen, onderhoud n.a.v. contractuele verplichtingen en noodzakelijke vervangen zijn wel uitgevoerd. Tenslotte is in maart 2011 in het kader van het project Rotterdamse Groene Gebouwen een contract afgesloten met een externe partij over het uitbesteden van het beheer en onderhoud van zwembaden. Dit is een pilotproject. Het doel is om door uitbesteding energiereductie te realiseren en de directe conditieen kwaliteitsverbetering van gebouwen en installaties te verbeteren. In 2012 zijn de eerste resultaten van deze pilot bekend. Vanwege de financiële positie van de gemeente en de wens tot versobering is in 2011 het planmatig onderhoud kritisch bekeken en voor een deel doorgeschoven naar volgende jaren. In totaal is in 2011 € 32,4 mln aan onderhoud van gemeentelijk vastgoed uitgegeven. Voor 2012 is de onderhoudsbegroting gekoppeld aan het huurniveau van een object: Als de huurinkomsten dekking geven voor het uitvoeren van onderhoud en vervangingen, dan zijn de onderhoudsuitgaven zodanig begroot dat het object op het in het huurcontract afgesproken functionele niveau in stand kan worden gehouden (sober en doelmatig). Als de huurinkomsten geen of onvoldoende dekking geven voor het uitvoeren van onderhoud en vervangingen, dan zijn enkel klachten- en storingen en calamiteitenonderhoud begroot. Grote onderhoudsuitgaven worden in dat geval alleen gedaan als de huurder daar een additionele bijdrage voor verstrekt. Nadere toelichting op bovenstaande kan worden gevonden in de financiële toelichting op het resultaat van het ‘Vastgoed-producten’ MPRV en niet-MPRV. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Vastgoed Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 132 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen / -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen / -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Concernsystemen (KCR) – Afschrijvingen vinden conform de collegebesluitvorming over 10 jaar plaats. – Door de Accountant worden nieuwe investeringen niet als levensduurverlengend gezien, waardoor een korte afschrijvingstermijn gehanteerd moet worden. – In een brief aan de Raad medio 2009 zijn verschillende concernontwikkelingen geschetst. In plaats van zelforganiserende diensten is onder andere de beweging in gang gezet naar concernbrede ontwikkeling van bedrijfsvoering en bedrijfsvoeringssystemen. – In samenwerking met DMC proberen de afschrijvingstermijn voor alle investeringen in concernsystemen naar 10 jaar terug te brengen. Om dit te realiseren heeft DMC op dit moment een agendapost in voorbereiding. – Begin 2011 is geconstateerd dat Rotterdam Out of Compliance was met betrekking tot Oracle (zowel EBS als overige licenties)), als gevolg hiervan heeft Rotterdam voor € 4,7 mln licenties Oracle moeten bijkopen. De bijbetaling is er overigens op gebaseerd, dat Rotterdam voldoende schoont in 2011–2012. Als dit schonen onvoldoende gebeurt, kan er in 2012 een tweede factuur voor Out of Compliance van Oracle volgen. Er loopt momenteel een proefmeting; IDR hoop deze op korte termijn af te ronden, op basis daarvan worden mogelijk nog een aantal maatregelen genomen. Daarna volgt de eindmeting die rond 1 mei 2012 moet zijn afgerond.Het gewenste resultaat moet uit de metingen blijken. Kortom tot 1 mei 2012 blijft het risico van 1 mln bijbetalen bestaan. Dit alles door de keuze om R12 verlaat in te voeren en GW voorlopig niet aan te sluiten. – Alle investeringen in Concernsystemen worden van balans van de kostenplaats Concern Financiën overgeboekt naar de SDR. – DMC draagt zorg voor dekking van de deels nog ongedekte kapitaalslasten. De oorspronkelijke investering in Orcale FIN-HR is in 2006 gedaan en bedraagt € 10,5 mln. De investering in Concernsystemen (inclusief het Oracle na de oorspronkelijke investering ontwikkelde onderdelen) gaat uit van een totale investering van € 41,8 mln over de jaren 2007 t/m 2010. Dit gedeelte is in beheer overgedragen aan ICT Diensten. De investeringen gedaan in 2011 zullen aan het begin van het boekjaar 2012 aan ICT Diensten overgedragen worden. Het exacte bedrag is nog niet bekend, maar de laatste raming gaat uit van een bedrag ad € 5,3 mln, waardoor de totale investering onder de noemer “Concernsystemen” uit komt op € 47,1 mln. De onderhoudskosten zijn evenals de kapitaallasten voor de oorspronkelijke investering in Oracle verwerkt in het kostprijsmodel en worden in de tarieven doorberekend aan de klanten van IDR. Voor de investering in Concernsystemen is niets verwerkt in de tarieven. De dekking hiervoor is vanaf 2013 een risico, aangezien voor 2012 dekking op concernniveau geregeld is. Daarnaast dient nog besluitvorming plaats te vinden over de afschrijvingstermijnen. Bestuur en dienstverlening Interne dienstverlening ICT - infrastructuur en werkplekapparatuur – Één geïntegreerde en geüniformeerde ICT infrastructuur voor het Concern Rotterdam, dat geschikt is voor circa. 15.000 werkplekken. – Alles op de nieuwe ICT infrastructuren. Oude ICT infrastructuren zijn uitgefaseerd. – Werkplekapparatuur alleen vervangen als deze technisch is afgeschreven en reparatie niet economisch verantwoord is. – Uitgangspunt zijn de formeel vastgestelde afschrijvings-termijnen en de aanvullende richtlijnen van de accountant en de directie Middelen en Control. – Vervangingsinvestering van de Concern ICT infrastructuur zal vanaf 2013 geleidelijk gaan plaatsvinden. Tevens zal het dan mogelijk worden gemaakt om tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijk te werken. Hier zal een investeringsplan voor worden opgesteld. – Vanwege de toenemende vraag naar digitale opslagruimte (E-depot, ONS, e.d.) vindt uitbreiding van de opslagruimte plaats volgens een oplossing voor diverse storage varianten, waardoor een eenduidig beheer mogelijk wordt, de oplossing schaalbaar is en de kostprijs per GB lager wordt. – Doelstelling is om de aanschaf van desktops zoveel mogelijk te beperken, door slim beheer en inzet van desktop en thin clients. – Voor werkplekapparatuur zal meer worden ingezet op standaardisatie en zal uitfasering van het verouderde desktop bestand overeenkomstig het verloop van het schuifplan van de concernhuisvesting (HNW010) gaan plaatsvinden. Hierdoor kan de investeringsvervanging van de werkplekapparatuur geminimaliseerd worden. De investering zoals geraamd in het investeringsplan gaat uit van een totale investering van € 25,5 mln over de jaren 2009 t/m 2013. De onderhoudskosten zijn evenals de kapitaallasten verwerkt in het kostprijsmodel en worden in de tarieven doorberekend aan de klanten van IDR. Bestuur en dienstverlening Interne dienstverlening
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.3 Onderhoud kapitaalgoederen | pagina 133
4.4
Verbonden partijen
Inleiding Het college is verplicht op grond van het Besluit Bestuurlijke Verantwoording (BBV) om de gemeenteraad inzicht te geven in de relaties met derde rechtspersonen, waarin bestuurlijke invloed wordt uitgeoefend én waarmee financiële belangen zijn gemoeid. Dit zijn de zogeheten verbonden partijen. Het college legt verantwoording af over het uitgevoerde beleid en maatregelen ter zake de aan de gemeente verbonden partijen in een aparte paragraaf in het jaarverslag. De verantwoording over verbonden partijen vindt plaats op basis van het Beleidskader, verzelfstandiging, aangaan en beheer van deelnemingen, richtinggevend voor de raadsperiode 2011–2014. Deelnemingen vormen echter een deelverzameling van de verbonden partijen, aangezien een deelneming naar de gangbare definitie beperkt is tot vennootschappen waarin de gemeente deelneemt in het aandelenkapitaal. In de jaarrekeing, op het product Deelnemingen staan dan ook louter vennootschappen van de gemeente ter verantwoording van de winstuitkeringen. Voor het jaarverslag dient de voorgeschreven en formeel juiste benaming van verbonden partijen gehanteerd te worden. De gemeente heeft verbonden partijen in de vorm van vennootschappen, stichtingen, gemeenschappelijke regelingen en verenigingen. Indien het financieel belang bij derde rechtspersonen uitsluitend is gebaseerd op een subsidierelatie met onze gemeente, dan is de betreffende stichting geen verbonden partij, maar behoort deze tot de gesubsidieerde instellingen. Als het financieel belang van de gemeente uitsluitend in de vorm is van een lening of garantstelling, dan wordt dit volgens de BBV niet aangemerkt als financieel belang in het kader van een verbonden partij. Leningen en garantstellingen worden in een separate paragraaf verantwoord. Onderstaand lichten we allereerst de beleidsuitgangspunten nader toe. Vervolgens gaan wij in op de verantwoording over het beheer van onze verbonden partijen. Voor de verantwoording hebben we de verbonden partijen ingedeeld naar de private en publieke rechtsvorm, respectievelijk de vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. We houden bij de beschrijving een indeling aan zoals opgenomen onder de beleidsuitgangspunten. Beleidsuitgangspunten Beleidsdoelstelling De algemene beleidsdoelstelling is als volgt geformuleerd. Het behartigen van het publiek belang door deelneming in een organisatie met een private of publieke rechtsvorm, onder voorwaarde dat: – de risico’s in redelijke verhouding staan tot het publiek belang, zowel financieel als beleidsmatig, – de deelneming het meest efficiënte, effectieve en minst risicovolle instrument is om het beoogde beleidsdoel te realiseren, – het publiek belang en het toezicht daarop niet al op een andere wijze is geborgd. Evaluatie Verbonden Partijen De bestaande verbonden partijen worden periodiek geëvalueerd. Dit betekent dat al deze derde rechtspersonen één keer per vier jaar worden geëvalueerd volgens een rollend schema. De in 2011 geëvalueerde verbonden partijen staan opgenomen in de onderstaande beleidsverantwoording. In 2012 worden de vennootschappen die in aanmerking komen voor centralisatie van het beheer met voorrang geëvalueerd. Aan het einde van de voorgaande raadsperiode zijn de vennootschappen geëvalueerd. Voor enkele vennootschappen hebben we nog geen uitspraak gedaan of deze gecontinueerd of afgestoten kunnen worden. Daarover voeren wij het debat met uw raad. Na onderzoek nemen wij ook een nader besluit over deze deelnemingen in 2012. Voor de gemeenschappelijke regelingen en stichtingen hebben we besloten om die verbonden partijen separaat te evalueren voor het einde van de huidige raadsperiode. Actualisering van het beleidskader Deelnemingen Begin 2011 heeft de raad deze actualisering vastgesteld als toetskader voor het aangaan, afstoten en beheer van deelnemingen voor de raadsperiode tot 2014. Het beleidskader is aangepast aan de nieuwste beleidsinzichten, maatschappelijke ontwikkelingen en wet- en regelgeving en wordt bovendien uitgewerkt in een handboek om het beheer van deelnemingen verder te professionaliseren en uniformeren. Voor de stichtingen en gemeenschappelijke regelingen wordt voor ieder van deze rechtsvormen een separaat, parallel traject gevolgd. Voor de stichtingen is nog geen beheerkader vastgesteld, maar deze wordt uitgewerkt naar bevind van zaken bij de evaluatie van de stichtingen. De gemeenschappelijke regelingen worden separaat geëvalueerd omdat de bestuurlijke component bijzondere aandacht vraagt en niet iedere gemeenschappelijke regeling ook een verbonden partij is.
pagina 134 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Jaaroverzicht De beleidsuitgangspunten en -uitkomsten beschrijven we aan de hand van de volgende indeling: – Welke nieuwe verbonden partijen zijn aangegaan? – Welke verbonden partijen zijn geëvalueerd? – Welke verbonden partijen zijn beëindigd? – Welke doelstellingen van verbonden partijen zijn gewijzigd? – Welke fusies of integratieprocessen van verbonden partijen zijn ingezet of afgerond? – Overige ontwikkelingen. De verbonden partijen hebben wij ingedeeld volgens onderstaande verschijningsvormen, c.q. rechtspersonen. Vennootschappen Een vennootschap betreft een besloten of naamloze vennootschap waarin onze gemeente aandelen heeft en op deze wijze deelneemt in het aandelenkapitaal. Een dergelijke relatie met een derde rechtspersoon is ook een verbonden partij. Gemeenschappelijke regelingen Naast vennootschappen kunnen gemeenschappelijke regelingen ook verbonden partijen zijn. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt de mogelijkheid voor openbare lichamen om een deel van hun bestuurstaken over te dragen aan een gezamenlijk verband waaraan ook andere partijen, meestal andere gemeenten, meedoen. Zo kunnen we gezamenlijk bepaalde belangen behartigen Dit wordt verlengd lokaal bestuur genoemd. Er zijn ook gemeenschappelijke regelingen die niet kwalificeren als verbonden partij, dit zijn de zogeheten lichte regelingen, waar geen bestuurlijke zeggenschap is vastgelegd. Deze gemeenschappelijke regelingen worden niet vermeld in de paragraaf verbonden partijen, maar worden wel betrokken bij de evaluatie van de verbonden partijen. Stichtingen Een stichting kan ook een verbonden partij zijn. Alleen die stichtingen waarin we een bestuurlijk en financieel belang hebben, niet zijnde een subsidierelatie, vallen in dit kader onder de term verbonden partij. Als we een stichting in overwegende mate subsidie verstrekken, dan valt die stichting onder de gesubsidieerde instellingen en is het geen verbonden partij. Verenigingen Ook de derde rechtspersoon in de vorm van de vereniging, waaronder de coöperatieve vereniging en de onderlinge waarborgmaatschappij, is aan te merken als een verbonden partij. Ook daar gelden de vereisten dat zowel een bestuurlijk belang als een financieel belang voor de gemeente is verbonden aan de vereniging. Vennootschappen Hieronder is het overzicht van de vennootschappen ingedeeld naar beleidsveld opgenomen: Naam Vennootschap
Dienst
Beleidsveld
Bank Nederlandse Gemeenten NV Beurs Rotterdam NV Gemeenschappelijk Bezit Evides BV Commandiet Rotterdam BV
Kpl CF Kpl CF Kpl CF OBR
ENECO Holding NV Erasmus MC Biomedical Fund BV Gemeentewerken Holding NV Havenbedrijf Rotterdam NV
Kpl CF Kpl Economie GW Kpl CF
Algemene middelen Algemene middelen Algemene middelen Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Algemene middelen Economie Algemene middelen Algemene middelen
Icos Cleantech Earlystage fund II BV Multidiensten Rotterdam BV SSC FLEX BV NV Luchthaven Schiphol NV Stadsvastgoed
KPBG ROTEB SDR Kpl CF KPBG
Participatiemaatschappij ondernemersfonds Rotterdam BV Kpl Economie Regionale OntwikkelingsMaatschappij Drechtsteden Kpl Economie Beheer NV Regionale OntwikkelingsMaatschappij Drechtsteden CV Kpl Economie
Economie Participatie Participatie Algemene middelen Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Economie Economie Economie
Boekwaarde Bestuurlijke 31–12–2011 zeggenschap * (€ 1.000,-) 97 ja 53 ja 848 ja 0 ja 536 2.556 45 198.611 Agio 128.533 483 18 18 1.164 0
ja ja ja ja ja ja ja ja ja
0 6
ja ja
561
ja
Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.4 Verbonden partijen | pagina 135
Vervolg tabel vorige pagina
Naam Vennootschap
Dienst
Beleidsveld
RET Infrastructuur BV (incl. RET Railgebonden Materieel BV) RET NV Science Port Holland NV
Kpl CF
Algemene middelen
Kpl CF Kpl Economie
Stadsherstel Historisch Rotterdam NV
Kpl Economie
Warmtebedrijf NV Tower Hotel Rotterdam BV Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) Tarwewijk beheer CV/BV Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) Vastgoed BV
Kpl Economie Kpl Economie Kpl Economie
Algemene middelen Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Milieu en duurzaamheid Economie Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen Economie
Kpl Economie
Boekwaarde Bestuurlijke 31–12–2011 zeggenschap * (€ 1.000,-) 0 ja 0 15
ja ja
1.125
ja
20.145 2.061 31
ja ja ja
0
ja
Welke nieuwe vennootschappen zijn aangegaan? ICOS Cleantech Fund II In 2011 heeft de gemeente Rotterdam besloten om voor een bedrag van € 2 mln risicodragend deel te nemen in het ICOS Cleantech Fund II, dat wordt beheerd door ICOS Capital in Badhoevedorp. Dit is een investeringsfonds dat zich richt op startende ondernemingen in schone en duurzame technologie. Met de participatie wordt beoogd om meer van dit soort bedrijvigheid in de regio Rotterdam te stimuleren. Welke vennootschappen zijn geëvalueerd? Regionale OntwikkelingsMaatschappij (ROM) Drechtsteden CV/NV In 2011 is gestart met evaluatie van de ROM Drechtsteden. Wij verwachten in 2012 de raad hierover te kunnen informeren. De evaluatie van de NV Stadsvastgoed is gecommuniceerd met de raad in 2011. Science Port Holland NV Vanwege een voorgenomen herpositionering (Stadshavens en regionale economie) van deze vennootschap is de evaluatie gestart om te bezien hoe deze vennootschap past in de regionale economische ontwikkeling. De evaluatie zal in 2012 worden afgerond voor nadere besluitvorming. Welke vennootschappen zijn beëindigd? BV Sparta Stadion In december 2011 heeft de gemeente de rechtspersoon BV Sparta Stadion afgestoten aan Sparta Beheer BV. Alle financiële verplichtingen van de gemeente ter zake deze deelneming zijn beëindigd, zodat de gemeente daarop niet meer aanspreekbaar is. De nieuwe eigenaar ziet mogelijkheden om de exploitatie van het stadion in samenhang te voeren en structureel te verbeteren. De gemeente had daar als lokale overheid niet de mogelijkheden toe. Consortium Beursplein VOF In december 2011 heeft de gemeente haar belang van 10% in het consortium Beursplein verkocht aan de resterende consortiumleden, waarmee deze deelneming is afgestoten. De opbrengst is onder verrekening van de boekwaarde betrokken in het rekeningresultaat van de gemeente en zal volgens voorstel aan het IFR worden toegevoegd. Geriatrische Inrichting Beekbergen NV Deze deelneming is beëindigd. Het (beperkte) liquidatieoverschot is overgemaakt naar onze gemeente en verwerkt in de rekening 2011. Maassilo BV In deze vennootschap worden geen activiteiten meer uitgevoerd. Wij verwachten de rechtspersoon in 2012 op te heffen. NV Stadsvastgoed Het aandeel van de gemeente in de vennootschap wordt gefaseerd afgebouwd zodat deze in het jaar 2014 zal zijn afgestoten.
pagina 136 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Welke doelstellingen in vennootschappen zijn gewijzigd? Geen. Welke fusies of integratieprocessen van vennootschappen zijn ingezet of afgerond? Geen. Overige ontwikkelingen Bank Nederlandse Gemeenten NV De BNG heeft de marktpositie in de publieke sector weten te behouden. De uitstekende kredietwaardigheid van de bank en de triple A-rating zijn wederom bevestigd, zodat de toegang voor lokale overheden tot de financieringsmarkt tegen een zo laag mogelijk tarief gewaarborgd is. Vanaf 2011 zal de bank consequenties ondervinden van een aanpassing van de internationale toezichtregelgeving voor de bancaire sector. Deze regelgeving wordt aangepast als gevolg van de kredietcrisis en voorziet in strengere eisen aan de vermogensdekking van banken bij financiering. De BNG heeft aangegeven dat vanaf het boekjaar 2011 (rekening 2012) het dividendbeleid wordt aangepast met naar verwachting een lagere dividenduitkering voor de aandeelhouders. Beurs Rotterdam NV Bij de evaluatie van de vennootschappen hebben wij vastgesteld dat nog nadere besluitvorming nodig is om vast te stellen, of en zo ja, in welke vorm wij het aandeelhouderschap in deze deelneming zullen voortzetten. In 2012 verwachten wij de raad daarover nader te kunnen informeren. Gemeenschappelijk Bezit Evides BV (Evides NV) In 2011 is de nieuwe Drinkwaterwet van kracht geworden. Deze wet behelst ondermeer dat de winst van de drinkwaterbedrijven in de toekomst wordt gereguleerd en wel zodanig dat een maximum geldt voor het jaarlijks rendement op het eigen- en vreemd vermogen dat behaald mag worden door deze bedrijven. Hiervoor wordt de WACC gehanteerd, het gewogen gemiddelde van de kosten van vreemd en eigen vermogen. Als de winst uitkomt boven het vastgestelde maximale rendement, dan wordt het surplus geacht terug te vloeien naar de consument door een tariefsverlaging. Deze regulering geldt niet voor het industriewaterbedrijf van Evides. Nog onduidelijk is of het resultaat en de dividenduitkering van het bedrijf onder druk komen te staan door de wettelijke normering. Als het resultaat van het industriewaterbedrijf van Evides zich gunstig ontwikkelt, dan kunnen de gevolgen voor resultaat en dividend van het gehele bedrijf beperkt blijven. Eneco Holding NV In 2011 heeft de Hoge Raad geen uitspraak gedaan over de wettelijke splitsing van Eneco. In het verslagjaar heeft Eneco als geïntegreerd bedrijf verder gebouwd aan een zelfstandige toekomst. Het bedrijf heeft zijn strategie wel kritisch bezien en aanpassingen doorgevoerd. Zo zal Eneco investeren in het merk Eneco. In het verslagjaar werd een concurrent (Oxxio) gekocht. Daarnaast blijft het bedrijf investeren in duurzame produktiecapaciteit. De aandeelhouders Rotterdam, Den Haag en Dordrecht voeren op een geregelde basis verkennende gesprekken met het bestuur van Eneco, ondermeer over de toekomst van het publiek aandeelhouderschap. Dit heeft nog niet geleid tot concrete voorstellen aan het college en de gemeenteraad. Havenbedrijf Rotterdam NV De gemeenteraad heeft in december 2011 de Havenvisie 2030 vastgesteld, waarmee HbR NV beschikt over een nieuw kader voor de toekomstige ontwikkeling van het haven- en industriecomplex. Op het gebied van logistieke innovaties en het verduurzamen van energie en chemie zal in de komende jaren sprake zijn van een grote wisselwerking tussen de haven en de stedelijke economie. De overslag in de haven bereikte in 2011 met 435 mln ton een nieuw record (tegenover 430 mln ton in 2010), ondanks een duidelijke daling in het laatste kwartaal. Het aantal zeeschepen dat de haven aandeed nam af van 34.404 in 2010 naar 33.681 in 2011. De aandeelhouders keurden eind 2011 een investering van € 146 mln goed voor de ontwikkeling van de Tank Terminal Europoort West. De voorzitter van de raad van Commissarissen de heer A. Scheepbouwer trad in het voorjaar van 2011 terug vanwege een verschil van inzicht met de aandeelhouders over het beloningsbeleid voor de directie. Hij werd opgevolgd door de heer R. van Slobbe. Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie met betrekking tot de RDM-garanties (Residex) kon besloten worden tot vrijval van de Commerz voorziening, waardoor in 2012 een extra dividend van € 25 mln aan de gemeente Rotterdam wordt uitgekeerd. Dit bedrag is in begroting 2012 verwerkt.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.4 Verbonden partijen | pagina 137
Luchthaven Schiphol NV NV Luchthaven Schiphol (NVLS) is eigenaar/exploitant van Rotterdam The Hague Airport (RtHA). De afgelopen jaren hebben wij de mogelijkheden verkend meer zeggenschap te verkrijgen over de ontwikkeling van onze regionale luchthaven. Wij zijn doende de afspraken die daarover in de afgelopen jaren zijn gemaakt met Schiphol te evalueren en eventueel aanvullende afspraken te maken. Multidiensten BV en SSC Flex BV (voorheen Multiflex BV) In 2011 is de directievoering van SSC Flex overgedragen door de Roteb aan de SDR. Multiemployment Rotterdam BV (dochter van Multidiensten BV) is opgegaan in SSC Flex. De governance en de statuten bij Multidiensten BV worden in 2012 gewijzigd. RET NV en RET Infrastructuur BV/RET RGM BV Sinds 1 juni 2011 is de gemeente Rotterdam weer volledig eigenaar van RET. Met ingang van die datum zijn de aandelen op verzoek van de Stadsregio Rotterdam gedecertificeerd. De komende jaren zullen de Rijksbezuinigingen in het openbaar vervoer hun beslag krijgen. Dit kan grote gevolgen krijgen voor de bedrijfsvoering van de RET en het voorzieningenniveau voor de OV-reizigers in de stad. De gemeente verwacht dat over de wijze waarop de bezuinigingen worden uitgevoerd meer duidelijkheid volgt in de loop van 2012. In het voorjaar van 2012 zal bekend worden welke vervoersonderneming de busconcessie in onze regio vanaf 2013 gaat uitvoeren. Wij hebben als aandeelhouder van RET besloten dat een bieding niet onder de kostprijs mag worden uitgebracht en dat actief op de risico’s gestuurd moet worden als de concessie aan RET wordt gegund. Bij de opstelling van de paragraaf was nog niet bekend aan wie de concessie is gegund. Warmtebedrijf Infra NV en Exploitatie NV In 2011 is de financieringsovereenkomst gesloten tussen Warmtebedrijf Infra NV en Exploitatie NV enerzijds en de banken (Rabobank en BNG) anderzijds. Daarnaast is de aanbesteding van de aanleg van de warmtetransportinfrastructuur vanaf de AVI Rozenburg naar Zuidplein en het Maasstadziekenhuis gestart. De aanbesteding is maart 2012 afgerond. Gemeenschappelijke regelingen De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt openbare lichamen de mogelijkheid om een deel van hun bestuurstaken te verplaatsen naar een andere bestuurslaag. Dit wordt ook verlengd lokaal bestuur genoemd. Gemeenten kunnen een openbaar lichaam instellen. Een dergelijk openbaar lichaam is een rechtspersoon en kent drie organen: een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Alleen de Gemeenschappelijke Regelingen die kwalificeren als verbonden partij staan opgenomen in deze paragraaf. Daaronder zijn niet begrepen de zogeheten lichte regelingen, omdat daar de bestuurlijke component ontbreekt. Dit zijn samenwerkingsverbanden zonder bestuursorganen. Hieronder volgt het overzicht van de regelingen waarin de gemeente Rotterdam participeert: Naam Gemeenschappelijke Regeling
Dienst
Beleidsveld
Stadsregio Rotterdam Rijnmond Instandhouding en beheer DCMR Koepelschap Buitenstedelijk Groen Natuur- en recreatiegebied IJsselmonde Recreatieschap Midden-Delfland Recreatieschap Rottemeren Recreatiegebied Voorne-Putten-Rozenburg GR Nieuw Reijerwaard Grondbank RZG Zuidplas Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas (ROZ) Openbaar lichaam Openbare Gezondheidszorg Rotterdam Rijnmond (OGZRR) Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Gemeenschappelijke regeling HALT Rotterdam Rijnmond Volwasseneneducatie Rijnmond
BSD KPBG KPBG KPBG KPBG KPBG KPBG Kpl Economie Kpl Economie Kpl Economie GGD
Bestuur en dienstverlening Milieu en duuzaamheid Fysiek beheer van de stad Fysiek beheer van de stad Fysiek beheer van de stad Fysiek beheer van de stad Fysiek beheer van de stad Economie de stad Fysiek beheer van de stad Fysiek beheer van de stad Volksgezondheid en zorg
BSD BSD STZ JOS
Veiligheid Veiligheid Veiligheid Onderwijs
pagina 138 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bestuurlijk zeggenschap ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
Hieronder volgt een overzicht van de financiële bijdragen die in 2011 zijn verstrekt aan de gemeenschappelijke regelingen. Bedragen x € 1.000,-
Naam Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Rotterdam Rijnmond Recreatieschappen (totaal) DCMR Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
Financiële bijdrage 2011 4.535 4.800 15.700 4.589 51.684
Welke nieuwe gemeenschappelijke regelingen zijn aangegaan? Op 24 november 2011 heeft de raad besloten akkoord te gaan met de oprichting van de Gemeenschappelijke Regeling Nieuw Reijerwaard. De gemeente Rotterdam werkt in dit verband samen met de gemeenten Barendrecht en Ridderkerk voor de ontwikkeling van havengerelateerde bovenregionale bedrijventerreinen in de Nieuw Reijerwaard en de Dordtse oever. Onze gemeente neemt risicodragend deel in de ontwikkeling van bedrijventerreinen op basis van een business case en een risicoanalyse en met subsidietoekenningen door het Rijk, Stadsregio en de Provincie Zuid-Holland. Op 1 januari 2012 is de gemeenschappelijke regeling formeel opgericht. Welke gemeenschappelijke regelingen zijn geëvalueerd? Geen. Welke fusies of integratieprocessen van gemeenschappelijke regelingen zijn ingezet of afgerond? Geen. Welke gemeenschappelijke regelingen zijn beëindigd? De Stadsregio Rotterdam zal met ingang van 1 januari 2013 worden beëindigd. Het voornemen bestaat om taken van deze gemeenschappelijke regeling onder te brengen bij de op te richten Metropool Regio. De gemeenschappelijke regeling Halt zal per 31 december 2012 worden beëindigd. De activiteiten gaan vanaf 1 januari 2013 over naar Halt Nederland. Overig De gemeente voert voor andere gemeenten de organisatie van publieke taken en levert in dat kader producten en diensten tegen betaling aan die gemeenten in een gemeenschappelijke regeling als uitvoeringsorganisatie. Dat is het geval bij de OGZRR en Openbaar lichaam Volwasseneductie Rijnmond (Oliver). Rotterdam brengt vanuit de uitvoeringsorganisatie een bedrag per inwoner in rekening bij de overige tot het samenwerkingverband behorende gemeenten. Stichtingen Stichtingen vormen de derde vorm van deelneming. Alleen die stichtingen waarin we een bestuurlijk en een financieel belang hebben anders dan een subsidierelatie beschouwen we als deelneming. Stichtingen waarmee we in overwegende mate een subsidierelatie hebben, zien we in dit verband niet als deelneming. In de onderstaande tabel is de geactualiseerde lijst van stichtingen opgenomen: Naam stichting
Dienst
Beleidsveld
Stichting Durban
KPBG
Stichting FBNR Stichting Fonds instandhouding Laurenskerk Stichting BOOR Stichting R-iX Stichting VvE-010 Stichting Verkeersonderneming
Sozawe K&C BSD SO KPBG KPBG
Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Participatie Cultuur, sport en recreatie Onderwijs Economie Fysieke beheer van de stad Verkeer en Vervoer
Bestuurlijke zeggenschap ja ja ja ja ja ja ja
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.4 Verbonden partijen | pagina 139
Welke nieuwe stichtingen zijn opgericht? Stichting Rotterdam Internet Exchange (R-iX) De stichting R-iX is eind 2007 opgericht als onafhankelijke stichting voor de stimulering van breedband- en internetgerelateerde bedrijven in de Rotterdamse regio. Met de borgstelling van onze gemeente hebben wij ook een financieel belang bij deze stichting, echter daarmee kwalificeert deze stichting niet als verbonden partij. Vanwege de voorgenomen herpositionering wordt de stichting wel opgenomen in deze paragraaf. Welke stichtingen zijn geëvalueerd? Stichting BOOR In 2011 is de evaluatie gestart van de verzelfstandiging van de dienst openbaar onderwijs. De evaluatie is eerder gestart dan destijds was voorgenomen vanwege de tegenvallende resultaten in de jaarrekening 2009 en 2010 van de Stichting. Tevens is aan Stichting BOOR een Plan van Aanpak gevraagd voor de verbetering van de bedrijfsvoering. De evaluatie is aan de raad ter beschikking gesteld. Het Openbaar Ministerie was een onderzoek gestart naar mogelijke fraude in de organisatie van de stichting. Dit onderzoek is nog niet afgerond. Uw raad is wel in kennis gesteld van ons eigen onderzoek. De stichting heeft ook zelf onderzoek gedaan, daarover wordt uw raad in 2012 geinformeerd. In 2011 is het beheer van de stichting intern binnen de gemeente overgedragen aan wethouder FBOV. In 2011 is de laatste tranche uitbetaald van de bruidsschat aan de stichting, zoals bij de verzelfstandiging was overeengekomen. Vanaf 2012 verstrekken wij deze financiële bijdrage niet meer. De stichting zal daarmee rekening moeten houden in de exploitatie. Stichting VvE-010 Deze stichting is in 2011 geëvalueerd. De evaluatie heeft geleid tot wijziging van de doelstelling. De stichting voert geen eigen projecten meer, dat scheelt in risico en kosten. In 2012 zullen de beoordelingscriteria opnieuw worden geformuleerd. Hierna zal de stichting weer worden beoordeeld. Welke fusies of integratieprocessen in stichtingen zijn ingezet of afgerond? Geen. Welke stichtingen zijn beëindigd? Geen. Verenigingen Ook verenigen kunnen een vorm zijn van een deelneming. In het geval van een Coöperatieve Vereniging geldt dat het doel zich strekt tot het voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden. Hierbij kan in tegenstelling tot de gewone vereniging de aansprakelijkheid van de leden worden beperkt of uitgesloten. Bij onderstaande Commanditaire Vereniging geldt dat de leden uitgesloten zijn van aansprakelijkheid (UA). Bij een gewone vereniging zijn de leden hoofdelijk aansprakelijk. Naam Vereniging CV UA Wigo4it
Welke nieuwe deelnemingen in verenigingen zijn aangegaan? Geen. Welke deelnemingen in verenigingen zijn beëindigd? Geen.
pagina 140 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Dienst SoZaWe
Beleidsveld Participatie
Bestuurlijke zeggenschap Ja
Deelgemeenten In artikel 53 lid 2 van de Deelgemeenteverordening 2010 8 is bepaald dat de begroting en de jaarstukken van de deelgemeenten niet worden geïntegreerd in de begroting en de jaarstukken van de gemeente. Derhalve worden de deelgemeenten op grond van artikel 6 lid 2 van de BBV als verbonden partijen beschouwd. Voor de inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar de Beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking in hoofdstuk 3, Jaarverslag. Onderstaand is de reservepositie inclusief het saldo van de rekening per ultimo 2010 weergegeven. Bedragen x € 1.000,-
Deelgemeente
Charlois Delfshaven Feijenoord Hillegersberg-Schiebroek Hoek van Holland Hoogvliet IJsselmonde Kralingen-Crooswijk Noord Overschie Pernis Prins Alexander Rotterdam-Centrum Rozenburg
8
Stand reserves 31–12–2010 Algemene reserve 1.850 571 303 363 408 1.251 554 722 846 3.320 182 9.527 836 1.642
Bestemmingsreserves 4.880 2.155 7.248 4.028 1.248 2.086 3.716 2.689 2.842 437 2.785 9.494 6.959 3.066
Saldo van de rekening 2010
0 -146 0 1.545 142 476 7.909 1.513 515 1.228 347 6.374 303 -476
Deelgemeenteverordening 2010 (raadsstuknummer 2010-320)
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.4 Verbonden partijen | pagina 141
4.5
Financiering
Inleiding In deze paragraaf staat de gemeentelijke financieringsfunctie centraal. Onder de financieringsfunctie verstaan we alle activiteiten die voorzien in de vermogensbehoefte van de gemeente. Naast het aantrekken van geldleningen en het uitzetten van tijdelijk overtollige geldmiddelen valt hieronder het beheersen van de financiële risico’s die gepaard gaan met de geldstromen, de financiële posities en de vermogenswaarden. Het beleid is erop gericht om de rentekosten te beheersen en te verlagen en de renteopbrengsten risicomijdend te optimaliseren. Beleidsuitgangspunten Algemeen Ingevolge artikel 212 van de Gemeentewet is de gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie vastgelegd in de verordening Financiële huishouding 2006. Deze verordening vormt de kapstok voor de verdere regelgeving waarin het geldstromenbeheer, het geld- en kapitaalmarktverkeer en het garantiebeleid is vastgesteld. Dit instrumentarium regelt de voorwaarden van de financieringsfunctie. Daaraan wordt invulling gegeven door de begroting en rekening (hoeveel geld en waarvoor) en door mandaten en volmachten (wie mag wat met het geld doen en onder welke voorwaarden). Gemeenten mogen uitsluitend geldleningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen ten behoeve van de publieke taak. We spreken van een publieke taak wanneer overheidsingrijpen noodzakelijk is om een maatschappelijk belang te realiseren. De raad bepaalt wat tot de publieke taak behoort. Bij het verstrekken van geldleningen en garanties is een voldoende motivering van de overwegingen vereist, zodat de raad en de toezichthouder dit kunnen toetsen. Beleid verstrekking leningen en garanties Verstrekking van leningen en garanties vindt op dit moment nog decentraal plaats. Gezien de grote bedragen die gepaard gaan met de verstrekking van geldleningen en garanties en de lange looptijd van de aangegane verplichtingen is een centrale risicobeheersing gewenst. In 2012 wordt er een Beleidskader leningen en garanties opgesteld dat het kader geeft voor het centrale risicobeheer. Naar verwachting kan in de tweede helft van 2012 worden gestart met de uitvoering van dit beleidskader. Rentebeeld Begin 2011 leek het sentiment op de financiële markten zich te verbeteren. Beleggers durfden weer meer risico’s te nemen en verlegden de aandacht van obligaties naar aandelen en grondstoffen. Zowel de korte als de lange rente9 liepen geleidelijk op. Met het oog op prijsstabiliteit besloot de Europese Centrale Bank (ECB) zelfs om de beleidsrente in april en juni met stappen van 0,25% te verhogen tot 1,5%. Tegelijkertijd bleef de situatie met betrekking tot de Zuid-Europese landen zorgelijk. Deze landen hebben te maken met stevige begrotingstekorten en een gebrek aan vertrouwen onder de beleggers. Door macro-economische tegenvallers in de Eurozone en de VS sloeg het sentiment halverwege het jaar om. De tweede helft van 2011 stond volledig in het teken van de redding van het financiële stelsel in de Eurozone. Waar de lange rente voor de meer kredietwaardige landen daalde, steeg de rente voor de risicovollere zuidelijke Euro-landen tot grote hoogtes. Met name de financiële situatie in Griekenland bleek onhoudbaar, maar ook Italië werd geconfronteerd met afnemend vertrouwen. De ECB zag zich gedwongen om actief in te grijpen. Dit gebeurde onder andere door het opkopen van staatsobligaties en het op ongekende schaal verstrekken van liquiditeitssteun aan banken. Ondertussen werd de eerdere verhoging van de beleidsrente door de ECB met twee renteverlagingen in november en december teruggedraaid. De lange rente daalde weer tot historisch lage niveaus.
9
Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen korte en lange rente. Met korte rente wordt bedoeld de rente die geldt voor leningen met een looptijd tot
1 jaar, met de driemaands rente als referentie. Het begrip lange rente heeft betrekking op leningen met een looptijd van 1 jaar of langer, waarbij hier de tienjaars rente als referentie wordt gebruikt. pagina 142 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Renteverloop in 2011
5% 4% 3% 2% 1%
01 -01 -20 11 01 -02 -20 11 01 -03 -20 11 01 -04 -20 11 01 -05 -20 11 01 -06 -20 11 01 -07 -20 11 01 -08 -20 11 01 -09 -20 11 01 -10 -20 11 01 -11 -20 11 01 -12 -20 11 01 -01 -20 12
0%
Korte rente
Lange rente
Rentebeleid De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met interne middelen (reserves en voorzieningen) en met extern aangetrokken geldleningen. De rentelasten van deze financieringsmiddelen worden intern toegerekend aan de gemeentelijke investeringen via de omslagrente. Deze omslagrente is vanaf begin jaren ’90 gedaald tot 4%. De oorzaken zijn een dalende marktrente en een gewijzigd intern rentebeleid. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de schommelingen in de marktpercentages gematigd en vertraagd doorwerken in de omslagrente. Dit komt met name doordat de herfinanciering van de leningenportefeuille geleidelijk verloopt.
Omslagrente versus kapitaalrente 9% 8% 7% 6% 5% 4%
92 19 93 19 94 19 95 19 96 19 97 19 98 19 99 20 00 20 01 20 02 20 03 20 04 20 05 20 06 20 07 20 08 20 09 20 10 20 11 20 12
91
19
19
19
90
3%
Lange rente
Verwachting
Omslagrente
Ontwikkeling financieringsbehoefte De behoefte aan nieuwe financieringsmiddelen is afhankelijk van de ontwikkeling van de gemeentelijke investeringen, de ontwikkeling van de interne financieringsmiddelen, de ontwikkeling van de bestaande portefeuille met opgenomen geldleningen en de mutaties in het gemeentelijke werkkapitaal. Als we de ontwikkelingen van de afgelopen jaren in beschouwing nemen, zien we een toename van de materiële vaste activa en een daling van de financiële vaste activa. De stijging is met name toe te schrijven aan intensivering van investeringen en de stimuleringsmaatregelen in het kader van de kredietcrisis. De daling van de financiële activa hangt samen met de afname van de portefeuille verstrekte geldleningen aan woningcorporaties en de afname van de verstrekte geldleningen aan deelnemingen.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.5 Financiering | pagina 143
Ontwikkeling activa (stand per 1 januari) € x 1 mln 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2008
2009
2010
Materiële vaste activa
2011
2012 Vlottende activa
Financiële vaste activa
De laatste jaren is er sprake van een duidelijke wijziging van de financieringsmix. De interne financieringsmiddelen nemen af en de externe langlopende financieringsmiddelen nemen toe.
Ontwikkeling passiva (stand per 1 januari) € x 1 mln 5.000 4.500 4.000 3.500 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2008 Reserves
pagina 144 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
2009 Voorzieningen
2010
2011
Langlopende schulden
2012 Vlottende passiva
De behoefte aan externe financieringsmiddelen is in 2011 afgenomen met € 166 mln. Dit valt af te leiden uit de onderstaande vereenvoudigde staat van herkomst en besteding van middelen. Hierbij leidt een toename van de activa tot een hogere financieringsbehoefte, een afname van de activa leidt tot een lagere financieringsbehoefte. Omgekeerd leidt een toename van de passiva tot een lagere financieringsbehoefte en een afname van de passiva tot een hogere financieringsbehoefte. Bedragen x € 1 mln
Mutatie externe financieringsbehoefte 2011 Ontwikkelingen activa Materiële vaste activa – Toename investeringen met economisch nut – Toename investeringen met maatschappelijk nut Totale mutatie materiële vaste activa Financiële vaste activa – Toename kapitaalverstrekking – Afname verstrekte geldleningen – Toename bijdragen in activa derden Totale mutatie financiële vaste activa Afname vlottende activa (exclusief rekening-courantsaldi) Ontwikkelingen passiva Interne financieringsmiddelen – Afname reserves – Afname voorzieningen Totale mutatie interne financieringsmiddelen Toename overige vaste schuld Afname vlottende passiva (exclusief rekening-courantsaldi en kasgeldleningen) Mutatie externe financieringsbehoefte
143 76 219 2 -401 10 -389 -91
62 21 83 -92 104 -166
De toename van de materiële vaste activa wordt voornamelijk verklaard door investeringen in bedrijfsgebouwen. Daarnaast heeft er in 2011 een wijziging plaatsgevonden in de presentatie van de afgekochte erfpachtcontracten. Waar de afgekochte erfpachtcontracten eerst werden verrekend met de post gronden en terreinen in erfpacht aan de actiefzijde van de balans, worden deze nu opgenomen onder de overige vaste schuld. Het gevolg van deze correctie is dat de boekwaarde van de materiële vaste activa is toegenomen evenals de boekwaarde van de overige vaste schuld. Per saldo heeft deze boekhoudkundige verschuiving geen invloed op de financieringsbehoefte. De belangrijkste reden voor de sterke daling van de boekwaarde van de financiële activa was de voortijdige afkoop van aan het Havenbedrijf Rotterdam verstrekte geldleningen. In combinatie met de reguliere aflossingen legden de financiële activa minder beslag op de financieringsmiddelen. De afname van de interne financieringsmiddelen leidt wel tot nieuwe financieringsbehoefte, evenals de afname van de vlottende passiva. De externe lange financieringsmiddelen zijn in 2011 per saldo toegenomen met € 40 mln. Enerzijds is er voor € 408 mln aan langlopende leningen afgelost, maar anderzijds is er voor € 448 mln aan nieuwe langlopende leningen aangetrokken. Combineren we de hierboven genoemde afname aan externe financieringsbehoefte met de toename van de langlopende leningen, dan verklaart dit de afname van de kortlopende schuld. Bedragen x € 1 mln
Invulling financieringsbehoefte 2011 Mutatie externe financieringsbehoefte Aflossingen langlopende leningen Stortingen langlopende leningen Mutatie kortlopende schuld
-166 408 -448 -206
De onderstaande grafiek toont het verloop van de externe financieringsmiddelen in 2011. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de netto vlottende schuld in de vorm van saldi in rekening-courant en kasgeldleningen en de lange financiering via langlopende geldleningen. Duidelijk waarneembaar is de voortijdige afkoop van de aan het Havenbedrijf verstrekte geldleningen. Door deze afkoop kreeg de gemeente in oktober in een keer de beschikking over een groot bedrag aan rente, aflossing en agio. Een kortstondige overliquiditeit was het gevolg. Aan het einde van het jaar maakte de gemeente weer gebruik van kortlopende financiering.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.5 Financiering | pagina 145
Ontwikkeling externe schuldpositie € x 1 mln 2.500 2.000 1.500 1.000 500
01 -01 -20 11 01 -02 -20 11 01 -03 -20 11 01 -04 -20 11 01 -05 -20 11 01 -06 -20 11 01 -07 -20 11 01 -08 -20 11 01 -09 -20 11 01 -10 -20 11 01 -11 -20 11 01 -12 -20 11 01 -01 -20 12
0
Langlopende leningen og
Netto vlottende schuld
Netto vlottende schuld De gemeente financiert een deel van haar financieringsbehoefte in de vorm van rekening-courantkrediet of kortlopende leningen. Hierdoor kan geprofiteerd worden van de lage korte rentetarieven. De gemiddelde rente over de kortlopende schuld in de vorm van banksaldi en kasleningen was 0,84%. De gemeente kan zich niet onbeperkt met kort geld financieren. In de Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) is de kasgeldlimiet opgenomen, waarmee een maximum wordt gesteld aan de kortlopende schuld. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, dan dient de gemeente de provincie daarover te berichten met daarbij een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet. Het doel van de kasgeldlimiet is om het renterisico op de korte schuld te beperken. Hierdoor kan een onverwachte stijging van de korte rente het begrotingsevenwicht niet in gevaar brengen. De kasgeldlimiet is gelijk aan een bepaald percentage (8,5%) van het begrotingstotaal (€ 4,5 mld) en bedroeg in 2011 € 381 mln. Gemiddeld over geheel 2011 bedroeg de korte schuld € 254 mln. In de onderstaande tabel wordt de gemiddelde kortlopende schuld vergeleken met de kasgeldlimiet. In het eerste kwartaal werd de ruimte onder de kasgeldlimiet bijna geheel gebruikt. De daaropvolgende kwartalen nam de ruimte onder de kasgeldlimiet toe. Bedragen x € 1 mln
Renterisico op de kortlopende schuld 1. Gemiddelde netto kortlopende schuld 2. Kasgeldlimiet 3. Ruimte (+) / Overschrijding (-) / kasgeldlimiet (2.-1.)
Kwartaal 1 372 381 9
Kwartaal 2 252 381 129
Kwartaal 3 262 381 119
Kwartaal 4 131 381 250
Opgenomen langlopende geldleningen De nadruk bij het aantrekken van nieuwe financiering in 2011 lag op de herfinanciering van de aflossingen op de bestaande schuld. Het totale volume aan nieuw aangetrokken geldleningen in 2011 bedroeg ruim € 448 mln. Hiervan was € 408 mln bestemd voor het doen van aflossingen op de bestaande leningen, zodat de netto toename van lange schuld uitkwam op € 40 mln. De stijging van de opgenomen langlopende geldleningen was in 2011 wel aanzienlijk minder dan in de twee voorgaande jaren.
pagina 146 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Opgenomen langlopende geldleningen (stand per 1 januari)
€ x 1 mln 2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 2008
2009
2010
2011
2012
Als onderdeel van het renterisicomanagement wordt op beperkte schaal gebruik gemaakt van renteswaps. Renteswaps zijn instrumenten waarmee de lange rente kan worden vastgelegd. De renteswaps hadden in 2011 betrekking op een financieringsvolume van € 200 mln. Ter beperking van risico’s zijn deze swaps alleen afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. Op deze renteswaps drukken geen onderpandverplichtingen. Bij een rentedaling heeft de gemeente dan ook geen verplichting om liquide middelen te storten. Een deel van de onderliggende financieringsbehoefte is ingevuld met een 20-jarige geldlening van € 100 mln. Het resterende deel van de financieringsbehoefte wordt ingevuld met jaarlijks aan te trekken geldleningen. Door een mix van geldleningen af te sluiten met looptijden variërend van 1 jaar tot 40 jaar is de gemiddelde rentetypische looptijd van de lange schuld in 2011 verlengd van 8 naar 9 jaar. Doordat we konden profiteren van lage rentetarieven is de gemiddelde rente over de portefeuille opgenomen geldleningen in 2011 gedaald van 4,43% naar 3,76%. Bij het aantrekken van de langlopende geldleningen moeten we rekening houden met de renterisiconorm. Deze heeft als doel om het toekomstig renterisico op de lange financiering te beperken en kijkt daarom een aantal jaren vooruit. Een renterisico doet zich voor wanneer nieuwe leningen moeten worden aangetrokken of wanneer voor bestaande leningen een renteherziening aan de orde is. In beide gevallen kan de dan geldende rente afwijken van de in de begroting geraamde rente. Voorkomen moet worden dat er in enig jaar een te grote concentratie plaatsvindt van aflossingen en renteherzieningen. De Wet Fido geeft voorschriften hoe dit renterisicobedrag moet worden berekend, namelijk als de som van de renteherzieningen en de aflossingen. Dit bedrag mag niet groter zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Met behulp van renteswaps kunnen de renterisico’s op de onderliggende financiering aanzienlijk beperkt worden, maar niet geheel uitgesloten. Er blijven altijd zeer beperkte renterisico’s bestaan bij de daadwerkelijke invulling van de financieringsbehoefte. Hoewel de Wet Fido dit niet verplicht, tellen wij deze risico’s wel volledig mee bij de bepaling van het renterisicobedrag. Op deze wijze limiteren wij via de renterisiconorm tevens de maximale omvang van de swapposities die de gemeente kan aangaan. Het renterisicobedrag op de lange schuld kwam in 2011 uit op € 408 mln en bleef ruim onder de gestelde norm. Ook in de komende jaren blijft het totale volume waarover renterisico wordt gelopen ruim onder de norm. Bedragen x € 1 mln
Renterisico op de lange schuld 1. Renteherzieningen 2. Aflossingen 3. Totaal renterisicobedrag (1+2) 4. Renterisiconorm 5. Ruimte (+) / overschrijding (-) / renterisiconorm (4.-3.)
2011 0 408 408 896 488
2012 0 430 430 896 466
2013 0 315 315 896 581
2014 0 336 336 896 560
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.5 Financiering | pagina 147
Verstrekte langlopende geldleningen Gemeenten kunnen leningen verstrekken voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij wordt door de gemeente Rotterdam grote terughoudendheid betracht. De geldleningen zijn in het verleden voornamelijk verstrekt aan woningbouwcorporaties en voormalige gemeentelijke organisaties, zoals het Havenbedrijf Rotterdam en de RET.
Verstrekte langlopende geldleningen (stand per 1 januari)
€ x 1 mln 2.500
2.000
1.500
1.000
500
0 2008
2009
2010
2011
2012
Tot 1994 heeft de gemeente aan woningbouwcorporaties leningen verstrekt. In 1994 is de gemeente een overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aangegaan. Het WSW waarborgt de leningen die de woningcorporaties aantrekken. Sinds dat moment trekken de woningbouwcorporaties zelfstandig hun leningen aan op de kapitaalmarkt. Het saldo aan uitstaande leningen aan woningcorporaties loopt jaarlijks verder terug. Als gevolg van reguliere en vervroegde aflossingen daalde de omvang van de aan woningcorporaties verstrekte leningen in 2011 met € 52 mln tot € 250 mln. Bij de omvorming van gemeentelijke organisaties in deelnemingen wordt de bestaande (interne) kapitaalverstrekking omgezet in (externe) leningen. In principe worden deze leningen op een relatief korte termijn terugbetaald en dient de deelneming zichzelf op de kapitaalmarkt te financieren. Bij de verzelfstandiging van de RET is echter besloten dat de financiering van de RET Infrastructuur BV via de gemeente blijft verlopen. Genoodzaakt door de kredietcrisis heeft de gemeente in 2010 ook de financiering van het railgebonden materieel van de RET op zich genomen. Dit materieel is ondergebracht in een nieuwe vennootschap, RET Railgebonden Voertuigen BV, waar de gemeente indirect via RET Infrastructuur BV alle aandelen in houdt en ook alle stemrecht in heeft. Dit railgebonden materieel wordt aan de RET NV verhuurd. In 2011 is voor een bedrag van € 18 mln aan nieuwe leningen verstrekt aan RET Railgebonden Voertuigen BV en € 25 mln aan RET Infrastructuur BV. In het najaar van 2011 heeft het Havenbedrijf Rotterdam het verzoek ingediend om een aantal achtergestelde geldleningen met een schuldrestant van € 235 mln te mogen afkopen. De gemeente heeft ingestemd met deze afkoop onder de voorwaarde dat het Havenbedrijf een agio (boeterente) zou betalen. Voorgesteld wordt om deze vergoeding van € 11,2 mln te reserveren om wegvallende rentebaten in de komende jaren te kunnen opvangen. Daarmee is deze afkoop voor de gemeente budgettair neutraal verlopen. Bij de integratie van de voormalige gemeente Rozenburg is een bestaande belegging van € 25 mln conform de gemeentelijke regelgeving overgenomen door de gemeente Rotterdam. Destijds is deze afkoopsom via BNG Vermogensbeheer belegd in een 30-jarige pandbrief. Deze pandbrief is uitgegeven door de Deutsche Pfandbriefbank AG. Deze belegging wordt door de kredietbeoordelaars als zeer kredietwaardig beschouwd. Moody’s geeft de hoogste rating (AAA) en Standard and Poor’s de één na hoogste rating (AA+). Daarmee voldoet deze belegging aan de voorwaarden die zijn gesteld in de Wet Fido. Het saldo aan uitstaande geldleningen is in 2011 met € 402 mln gedaald en bedraagt per ultimo 2011 bijna € 1,1 mld. De onderstaande tabel toont het verloop van de schuldrestanten van de bestaande portefeuille uitgezette geldleningen per categorie.
pagina 148 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1 mln
Woningcorporaties Deelnemingen Waarvan – RET Rail – RET Infra – HbR – Overig Financiële instellingen Overig Totaal
Schuldrestant per 01–01–2011 302 1.112 401 204 505 2 25 35 1.474
Aflossingen in 2011
Stortingen in 2011
52 400 53 26 320 1
0 43 18 25
452
7 50
Schuldrestant per 31–12–2011 250 755 366 203 185 1 25 42 1.072
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.5 Financiering | pagina 149
4.6
Grondbeleid
Deze paragraaf bestaat uit drie delen: het eerste deel geeft inzicht in de marktontwikkelingen in 2011, deel 2 geeft een de beleidsmatige toelichting op het grondbeleid. Het derde deel geeft een toelichting op de algemene risico’s en financiën. 1. Marktontwikkelingen in 2011 Op de Nederlandse vastgoedmarkt zijn in 2011 weinig ruimtelijke projecten van start gegaan. Ook de perspectieven voor de korte en middellange termijn zijn niet gunstig. Het economisch herstel laat langer op zich wachten, de euro staat onder druk, het consumentenvertrouwen is op het laagste punt ooit, investeerders zijn terughoudend en de financieringsmogelijkheden beperkt. Al deze ontwikkelingen hebben direct effect op de afzetmogelijkheden van woningen, kantoren, bedrijventerreinen, etc. Met het wegvallen van het weerstandsvermogen in de dienstbegroting van het toenmalige OBR, hebben negatieve effecten op de grondportefeuille directe gevolgen voor de concernbegroting. Om de grondportefeuille opnieuw toekomstbestendig te maken heeft ons college in 2010 een herijking van de totale grondexploitatieportefeuille uitgevoerd. Hierbij zijn de uitgangspunten in de portefeuille aangepast aan de destijds geldende marktinzichten. Dit heeft bij de jaarrekening van 2010 geleid tot een verliesneming van € 195,4 mln waarvan voor € 78,8 mln aan voorzieningen is getroffen. De financiële consequenties kwamen voornamelijk voort uit het verder in de tijd zetten van bouwplannen, het zogenaamde faseren en door het stopzetten van enkele projecten. Gedurende 2011 is beoordeeld of de aannames over de marktontwikkeling, zoals herstel van de woningbouwproductie in 2015 en een vraaguitval op het gebied van werklocaties van gemiddeld 30% over een periode van 20 jaar, nog steeds toekomstbestendig zijn. In onze brief van 8 februari 2012 over onder andere het Meerjarenperspectief Rotterdamse Grondexploitaties (MPRG) hebben wij aangegeven dat op basis van het scenario lichte vertraging van productie het gewenste weerstandsvermogen voor de portefeuille bepaald. Daarbij hebben wij aangegeven dat de economische situatie op dit moment onzeker en aan snelle verandering onderhevig is. Het leek daarom minder waarschijnlijk te worden dat de in 2010 doorgevoerde uitgangspunten zouden optreden. In het kader van de jaarrekening hebben wij begin 2012 op basis van de nu beschikbare cijfers een analyse uitgevoerd op de marktvraag- en ontwikkelingen. Dit hangt samen met de toekomstbestendigheid van de portefeuille. Hieruit is gebleken dat ons college opnieuw tot fasering van woningbouwplannen en werklocaties moest overgaan. Dit heeft geleid tot een voorstel aan voorzieningen die wij voor 2012 nodig achten om de effecten van de marktontwikkeling op te kunnen vangen. Een toelichting op deze voorzieningen wordt bij product Grondzaken in Hoofdstuk 5 gegeven. 2. Beleidsmatig Beleidskader en doelstellingen De doelstelling in Rotterdam een duurzaam en kwalitatief aantrekkelijk ruimtelijk vestigingsmilieu te bevorderen, blijft onverkort van kracht. Samen met marktpartijen blijven we inzetten op “het faciliteren, initiëren, investeren en werken aan een sterke ruimtelijk economische ontwikkeling van Rotterdam”. Voor het gebruik van een actieve grondpolitiek met risicodragend participeren door de gemeente is door de financiële omstandigheden niet veel ruimte meer. In de loop van 2011 zijn daarom samen met marktpartijen mogelijkheden verkend voor andere vormen van gebiedsontwikkeling, werkvormen die uiteindelijk moeten bijdragen aan de kwaliteit van het stedelijk vestigingsmilieu én aan de veiligheid in de stad voor bedrijven en inwoners. Ondanks de veranderde markt en moeilijkheden bij financiering van projecten en de afname van producten, wil zowel de gemeente Rotterdam, als ook de marktpartijen blijven investeren in de stad. Hierbij is meer en meer aandacht voor investeren in de woonomgeving, onder meer door bijdragen vanuit de markt aan de vergroening van de stad en het doorgaan met de aanpak van de transformatie van leegstaande kantoren. Omdat de uitvoering van grondbeleid instrumenteel is aan het bredere gemeentelijke beleid, wordt het grondbeleid steeds aangepast aan de actuele situatie. Onder druk van de economische crisis is daarbij sprake van het zoeken naar stimuleringsmaatregelen enerzijds en het vrijwel permanent (her)overwegen van projecten anderzijds. De crisis maakt scherpe keuzes noodzakelijk. Prioritering kan niet uit blijven. Kern van het beleid blijft dat afhankelijk van de specifieke gebiedsontwikkeling en de daar aanwezige belangen de mogelijke grondbeleid-instrumenten in steeds wisselende samenstelling worden toegepast. Maatwerk is het uitgangspunt. Wijze waarop uitvoering aan grondbeleid gegeven wordt De huidige omstandigheden vragen een andere opstelling van de overheid: minder regisseren, meer faciliteren, flexibel en vraaggericht ontwikkelen. De ruimte voor grootschalige investeringen is weggevallen en traditionele financieringsmodellen schieten te kort. Veel partijen bezinnen zich op hun kerntaken. Het accent zal voor de gemeente meer en meer moeten verschuiven naar de rol van “publiek ontwikkelaar”. Het gaat dan om ondersteunen en entameren van marktpartijen bij het nemen van initiatieven voor de toekomst van Rotterdam gewenste ontwikkelingen. Er zullen andere samenwerkingsverbanden ontstaan met (markt)partijen, zoals beleggers, projectontwikkelaars en gebruikers van maatschappelijk vastgoed. pagina 150 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Door hiermee te experimenteren en te innoveren ontstaan nieuwe werk- en samenwerkingsverbanden, bijvoorbeeld gericht op value capturing en slim investeren in projecten. Samen met marktpartijen wordt gezocht naar mogelijkheden toekomstige ontwikkelingen financieel mogelijk te maken. Deze zoektocht naar nieuwe financieringsconstructies leidt tot nu toe nog niet tot “de” oplossing. In dit kader heeft het college van B&W opdracht gegeven begin 2011 een instrumentarium te ontwikkelen ter onderbouwing van de keuze voor nieuwe samenwerkingsverbanden bij gebiedsontwikkeling. Vervolgens heeft in 2011 onder de werktitel ‘Van Grondbeleid naar Gebiedsontwikkeling’ een inventarisatie plaatsgevonden van ervaringen met nieuwe samenwerkingsvormen. In 2012 zal worden gezocht naar invulling van deze nieuwe samenwerkingsvormen voor gebiedsontwikkeling met behulp van pilots. Met diverse stakeholders in de stad, zoals die verenigd in het Platform Marktsector, is reeds in de tweede helft van 2011 het gesprek gestart over mogelijke pilots voor gebiedsontwikkeling nieuwe stijl, met daarbij diverse gradaties van gemeentelijke betrokkenheid. Hierbij wordt rekening gehouden met de financiële situatie van de gemeente en de voortdurende crisis. Als mogelijke nieuwe werkvormen voor gebiedsontwikkeling zijn hierbij aan de markt de volgende scenario’s voorgelegd: – Gebiedsconcessies, hierbij wordt via vooraf afgesproken kaders een ontwikkeling door marktpartijen voor eigen rekening en risico door hen uitgevoerd en na oplevering in beheer overgedragen aan de gemeente. – Aanbesteding, hierbij wordt een gebiedsontwikkeling door de gemeente in zijn geheel aanbesteed. Eind 2011 is de aanbesteding van het Hart van Zuid als eerste voorbeeld van deze manier van ontwikkelen opgestart. – ‘Placemaking’, dit heeft als doel door tijdelijk gebruik een positief imago om ontwikkelingspotentie te creëren. – Eindgebruikers en beleggers aan zet: Omdat een groot deel van de ontwikkelingen in de toekomst zal worden geïnitieerd en uitgevoerd door eigenaren en/of gebruikers, zal van de kant van de gemeente de vraag moeten worden gesteld wat er nodig is in Rotterdam om bewoners en anderen te verleiden tot ontwikkelingen en participatie. – ‘Vliegwielvariant’, deze ligt min of meer in het verlengde van ‘placemaking’. Met de ‘vliegwielvariant’ wordt door middel van investeringen in omgevingsfactoren een grotere ontwikkeling in gang gezet, bijvoorbeeld door als gemeente in een vroeg stadium te investeren in openbare ruimte en/of maatschappelijk vastgoed. Zowel voor inwoners als voor bedrijven is de omgeving namelijk net zo belangrijk als de woning of het kantoor. – De ontwikkelingsvariant ‘risicodragend participeren’ zal in het huidige tijdsgewricht door de gemeente slechts bij hoge uitzondering nog kunnen worden toegepast. De werkvoorraad is hierop het afgelopen jaar verder aangepast door nog scherper te prioriteren. Van grondbeleid naar gebiedsontwikkeling Met het maken van de dynamische ‘reiswijzer’ Gebiedsontwikkeling, trekken we lering uit ervaringen met nieuwe vormen van gebiedsontwikkeling. Kern van dit traject is hoe we een werkwijze kunnen ontwikkelen die aansluit op de veranderende context en extern duidelijk maakt hoe we als gemeente handelen en welke afwegingen we daarbij maken. Aan de inventarisatie in 2011 is nog geen vervolg gegeven. De eerste prioriteit is gelegd bij de actie ‘grondexploitaties op orde’. Vervolgens wordt er gewerkt aan een nota Grondbeleid, onderdeel van deze nota is de Kaderbrief Grondprijzen. Na afronding van deze activiteiten wordt in de periode 2e kwartaal tot en met 4e kwartaal van 2012 vormgeven aan een ‘dynamische’ reiswijzer gebiedsontwikkeling. Kostendekkend grondbedrijf Ons college heeft de gemeenteraad op de hoogte gebracht van de besluitvorming omtrent de uitwerking van de bestuursopdracht om te komen tot een kostendekkend grondbedrijf. Hierbij is aangegeven dat de gemeente Rotterdam een actieve grondpolitiek van voornaam belang acht voor de uitoefening van de regisserende, faciliterende en aanjagende rol van de gemeente bij de ruimtelijk economische ontwikkelingen van de stad. Wij vinden echter dat de gemeentelijke activiteiten ten behoeve van grondexploitaties geen aanvullende gemeentelijke middelen mag vergen. Dit maakt onderdeel uit van een zuivere kostentoerekening aan grondexploitaties die ons college voorstaat. Hiertoe heeft ons college besloten een genormeerd uurtarief te hanteren dat mag worden toegeschreven aan grondexploitaties. Met dit uurtarief worden activiteiten die niet primair aan het grondexploitatieproces zijn toe te schrijven niet in de portefeuille opgenomen. De activiteiten die niet meer ten laste kunnen komen van de grondexploitaties worden meegenomen in het afwegingskader van het opdrachtenpakket van Stadsontwikkeling. In steeds mindere mate zal de gemeente eigen grondexploitaties voeren. Ruimtelijke ontwikkelingen worden steeds vaker gerealiseerd op grond dat in het bezit is (semi)private partijen. Voor deze ontwikkelingen maken de private partijen met regelmaat gebruik van de gemeentelijke expertise op het gebied van grondexploitaties. De kosten die hieraan verbonden zijn worden doorbelast aan de ontwikkelende partijen. Afspraken hierover worden in zogenaamde anterieure overeenkomsten vastgelegd. De verwachting is dat in 2014 25% van het werkpakket uit dergelijke opdrachten zal bestaan. Het huidige werkpakket anterieure overeenkomsten bedraagt 10% van het totale opdrachtenpakket. Voor het toewerken naar een kostendekkend grondbedrijf is een omvangrijke reorganisatie ingezet binnen de directie Gebiedsontwikkeling van het cluster Stadsontwikkeling. Hierbij wordt gefaseerd toegewerkt naar een kostendekkend organisatieonderdeel. In 2014 is deze doelstelling gerealiseerd. Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.6 Grondbeleid | pagina 151
Afname verdienvermogen De afgelopen tientallen jaren heeft Rotterdam, zoals eerder aangegeven, een actief grondbeleid gevoerd. Actief, dat wil zeggen dat de gemeente zelf gronden verwerft, bouwrijp maakt en weer verkoopt. Op deze manier kon direct de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de stad worden aangestuurd en geregisseerd door als gemeente grootschalige, risicodragende ontwikkelingen te initiëren. Onder invloed van de marktsituatie is het programma en daarmee het verwachte saldo van de grondexploitaties (negatief) veranderd. Hieronder worden enkele oorzaken genoemd van de afname van het verdienvermogen. Fasering gronduitgiften Bij het ‘faseren’ van gronduitgiften worden ook de opbrengsten uit woningbouw en werklocaties uitgesteld. Een vertraging van bijvoorbeeld één jaar leidt dan tot één jaar extra rentelasten over de al gemaakte kosten. Een andere inkomstenderving ontstaat als de geprognosticeerde opbrengst niet binnenkomt. In de nabije toekomst neemt de opbrengst uit uitgifte sowieso af door de beperkte en afnemende grondposities van de gemeente. Minder opbrengsten uit programma’s De huidige marktomstandigheden leiden niet alleen tot aanpassing van de fasering van gronduitgiften. Er worden steeds minder grondgebonden koopwoningen op uitleglocaties gebouwd, terwijl er tegelijkertijd minder uitleglocaties beschikbaar zijn. Ook in de herstructurering wordt er op jaarbasis minder woningen gebouwd. De verwachtingen voor de markt van bedrijfsmatig vastgoed, met name kantoren, zijn evenmin rooskleurig. Beide leiden tot een structurele daling van de opbrengsten uit gronduitgifte (en mogelijk tegen lagere opbrengsten per m2). Daarnaast is voor enkele projecten al bekend dat er lagere grondprijzen zullen worden gerealiseerd dan in het verleden ingeschat. Effect wegvallen subsidies op grondexploitaties De focus voor de ruimtelijke ontwikkeling zal de komende jaren liggen op binnenstedelijke herstructurering. Op dit moment is 85% van de grondexploitaties alleen sluitend te krijgen met behulp van subsidies. Los van eventueel economisch herstel, zal er geen herstel plaatsvinden van het verdienvermogen, en daarmee is het merendeel van de grondexploitaties zonder subsidies niet sluitend. Tegelijker is de subsidiestroom vanuit Rijk, provincies, etc. ook eindig. Hiermee komt de uitvoerbaarheid van gebiedsontwikkelingen in de toekomst onder druk te staan. Verliesnemingen op gemeenschappelijke grondexploitaties Naast eigen grondexploitaties, heeft de gemeente een aandeel in een aantal gemeenschappelijke grond-exploitaties. Dit betreft samenwerkingsverbanden met andere gemeenten, woningbouwcorporaties en marktpartijen. Voorbeelden van dergelijke deelnemingen zijn: Fascinatio, WOM Tarwewijk en de Grondbank Zuidplaspolder. Net als bij de gemeentelijke grondexploitaties moet bij deze grondexploitaties rekening worden gehouden met de verslechterde marktomstandigheden. Om een eventuele waardevermindering van de gronden te kunnen ondervangen is in het kader van de herijking van de grondexploitaties vooralsnog een voorziening getroffen van € 15,5 mln (voorziening Deelnemingen). Oplossingsrichtingen Gebiedsontwikkelingen vinden plaats binnen een vastgesteld bestuurlijk en maatschappelijke kader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het zoeken is naar mogelijkheden om, ook al is er geen vanzelfsprekende dekking vanuit grondexploitaties meer, toch de voor de ontwikkeling van de stad benodigde inzet vanuit de gemeente te kunnen leveren. Onze strategie, werkwijze en omgang met andere partijen is bepalend voor de kansen om toch deze ontwikkelingen te faciliteren of door te zetten. Onderdeel van de vitalisering grondexploitaties betreft het scherp krijgen van bredere oplossingsrichtingen. Deze worden hieronder nader toegelicht. Aanpassen fasering werklocaties De ontwikkeling van de markt voor kantoren, bedrijven en winkels wordt gepresenteerd via de Navigator Werklocaties. Het algemene beeld is dat er steeds meer structureel sprake is van een vervangingsmarkt in plaats van een groeimarkt. Dat impliceert een stedelijke ontwikkeling met de focus op kwaliteitsverbetering en niet op volumevergroting. Bij een stagnerende toename van een gekwalificeerde (beroeps)bevolking en een lage economische groei, gaat het om behoud en zo mogelijk vergroting van het marktaandeel in de (boven)regionale marktvraag. De prijs-kwaliteit verhouding van het locatieaanbod moet daarvoor vergelijkbaar of beter zijn dan van concurrerende regio’s. Aanpassen fasering woningbouw Rotterdam kent een voor Nederlandse begrippen zwakke vastgoedmarkt, in het bijzonder voor woningen. Dit heeft een drukkend effect op de inkomsten en waardeontwikkeling; waar de bouwkosten van een nieuwbouwwoning in heel Nederland op ongeveer hetzelfde niveau liggen, en derhalve ook in Rotterdam, brengt een dergelijke woning bij verkoop in Rotterdam beduidend minder op dan in vergelijkbare situaties elders.
pagina 152 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
De afgelopen jaren zijn de omstandigheden op de woningmarkt sterk veranderd. De invloed van de crisis leidt tot nadrukkelijk negatieve afwijkingen ten aanzien van alle eerdere verwachtingen met betrekking tot de woningbouwproductie en de daarbij behorende uitgifte van grond. Werden er in 2010 in Rotterdam nog 798 nieuwbouwwoningen gestart, in 2011 was dat 767. De gevolgen van de kredietcrisis lijken een meer structureel gevolg te hebben voor de toekomstige vraag naar woningen. Inkomensontwikkeling en financieringsmogelijkheden voor initiatiefnemers en woonconsumenten zijn daarbij sterk bepalende factoren. Het aantal te starten nieuwbouwwoningen kan dientengevolge de komende jaren verder terugvallen. Ook voor de middellange termijn moeten we uitgaan van een zeer voorzichtige inschatting van woningbouwaantallen. De marktomstandigheden zorgen er dan ook voor dat een kwantitatieve target voor de start bouw per jaar niet realistisch is. We verwachten bovendien geen volledig herstel van de behoefte, maar wel een verandering in vraag. Zo leidt de beperktere verhuisgeneigdheid en financieringsmogelijkheden voor consumenten tot meer aandacht bij de inzet van de bestaande voorraad aan woningen. De hoge ambities van de Stadsvisie in combinatie met de beperkte middelen van zowel markt als overheid, noodzaakt tot selectief investeren. Daarvoor moeten kansen worden gezocht en gepakt, m.a.w. er moet meer vraaggericht ontwikkeld worden. De gemeente zal zich hierbij meer en meer opstellen als publiek ontwikkelaar. De aandacht verschuift de komende jaren naar de kwalitatieve opgave in plaats van de kwantitatieve. Daarbij richten we ons op de verbetering van kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad. Zo is er de al genoemde ambitie 3.000 woningen voor gezinnen te realiseren, zowel als grondgebonden woningen, maar ook als meergezinswoning. Een belangrijk aandachtspunt is dat de omstandigheden (in verband met de aangescherpte hypotheeknormen, de discussie over afschaffen van de overdrachtsbelasting, de hypotheekaftrek en de daling van het consumentenvertrouwen) hierbij zeer onzeker zijn. Dit heeft invloed op de hardheid van de cijfers. Gebiedsprogramma’s Een gebiedsprogramma bevat een analyse van en een visie op het gebied, een uitwerking van de doelen die per gebied behaald moeten worden, de inspanningen die gedaan worden om die doelen te bereiken en tenslotte de daarmee gepaard gaande inzet van mensen en ruimtelijk- economische investeringen/middelen. Het bevat dus het gehele pakket van investeringen en ontwikkelingen van Stadsontwikkeling in het desbetreffende gebied. In gebiedsprogramma’s wordt enerzijds de stedelijke beleidskaders en -prioriteiten, zoals vastgelegd in collegewerkprogramma, de Stadsvisie, Woonvisie en dergelijke, uitgewerkt. Anderzijds vindt de vanuit een betreffend gebied geformuleerde opgave er zijn plaats in. Sinds eind 2010 tot nu is er intensief gewerkt aan de gebiedsprogramma’s door diverse betrokkenen. Deze gebiedsprogramma’s leiden tot tot een nog scherpere prioritering gericht op kansrijke projecten voor zowel woningen als werklocaties. Specifieke aandacht is hierbij voor de financiële implicaties voor de gemeente van het wel of niet doorgaan van projecten. De effecten van de gemaakte keuzes voor prioritering en fasering zijn verwerkt in de betreffende grondexploitaties. De eventuele negatieve financiële gevolgen hiervan zijn vervolgens teruggekomen in de genomen en voorgestelde voorzieningen, zoals die ook aan het college zijn gepresenteerd. Plan van Aanpak ‘grondexploitaties structureel in control’ Ter optimalisering van de sturing en beheersing van de grondexploitaties is een Plan van Aanpak 2012–2013 opgesteld. De grondexploitatieportefeuille is veranderd van een gemeentelijke cash cow met een zelfstandig eigen vermogen naar een portefeuille met risico’s die een directe relatie hebben met de begroting van de gemeente Rotterdam. De fundamenteel veranderde marktsituatie vergt een andere manier van sturing van de portefeuille; van aanbod- naar vraaggericht en veel scherpere aansluiting op de marktvraag. Sturing op de programmatische uitgangspunten voor gebiedsontwikkelingen dient veel meer op stedelijk- of portefeuilleniveau te gebeuren, onder andere om onderlinge concurrentie tussen projecten te voorkomen. Portefeuillesturing is daarom meer dan een optelling van de individuele grondexploitaties, en vergt het maken van scherpe keuzes om prioriteiten in ontwikkeling van projecten aan te brengen. Verscherpte sturing op en verantwoording over grondexploitaties is om deze reden van nog groter belang geworden. De besluitvorming over het plan van aanpak vindt plaats in het voorjaar 2012. De Crisis en Herstelwet Het doel van de Crisis en Herstelwet was het bieden van een aantal maatregelen die effectief helpen de bouwproductie ondanks de crisis aan de gang te houden. De aangeboden maatregelen boden echter geen mogelijkheden om vraaguitval te voorkomen, maar maakten wel een verbetering mogelijk van een aantal juridische mogelijkheden om de wetgeving rondom de Ruimtelijke Ordening soepeler toe te kunnen passen en eventuele beroepsprocedures tegen verleende vergunningen sneller af te wikkelen. Een van de mogelijkheden die de wet biedt is een intensiever gebruik van het projectbesluit (oude artikel 19 WRO). Door het weghalen van de wettelijke verplichting om bij het toepassen van een projectbesluit binnen een jaar een nieuw bestemmingsplan te hebben vastgesteld, wordt het projectbesluit nieuw leven ingeblazen. Daarnaast is ook het projectuitvoeringsbesluit geïntroduceerd. Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.6 Grondbeleid | pagina 153
Tot slot zijn er twee specifiek Rotterdamse projecten opgenomen in de wet: Stadshavens is aangewezen als Gebiedsontwikkelingsplan en Rotterdam Central District als locaal project van nationaal belang. Alleen bij Central District wordt, onder verwijzing na ar het nationale belang van dit project, gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de Crisis en Herstelwet biedt.
3. Financiën en risico’s In deze paragraaf wordt achtereenvolgens ingegaan op het verdienvermogen (A), de parameters met betrekking tot kosten- en opbrengstenstijging en rente die gebruikt worden in de grondexploitaties (B), het actualiseren van de projecten en de in de portefeuille aanwezige risico’s (C). A. Verdienvermogen Om blijvend te kunnen investeren in stedelijke kwaliteit, bijvoorbeeld voor de realisatie van hoogwaardige woonmilieus voor midden- en hogere inkomensgroepen, is (de afname van) de winstgevendheid van grondexploitaties een belangrijk punt van zorg. De stortlocatie DOP NOAP (Definitieve Opslagplaats Noord-Oost Abtspolder) en de uitbreidingslocaties vormden in het verleden een bron van inkomsten die weer konden worden gebruikt voor stedelijke investeringen op andere plekken. Tegenwoordig bevindt het merendeel van de projecten zich op locaties in de stad die nauwelijks “eigen opbrengsten” genereren. Deze projecten kunnen pas in ontwikkeling worden genomen, indien subsidies beschikbaar worden gesteld. Voor de in uitvoering zijnde grondexploitaties was bij 85% aanvullende subsidie nodig om de projecten te kunnen uitvoeren. Verloop verdienvermogen 2011 Het verdienvermogen van de grondexploitatieportefeuille bedraagt ultimo 2011 € 101,4 mln. Dit is de som van de verwachte projectresultaten van de grondexploitaties in uitvoering (BIE). Ten opzichte van het jaarverslag 2010 is het verdienvermogen toegenomen met € 46,7 mln. In het jaarverslag 2010 was de voorziening verliesgevende plannen ter hoogte van € 17,1 mln niet tot het verdienvermogen gerekend wat daar wel onderdeel vanuit maakt. In onderstaande tabel is het verloop weergegeven. Bedragen x € mln
Verloop Verdienvermogen 2011 Jaarverslag Voorzieningen verliesgevende plannen 31–12–2010 Verdienvermogen 31–12–2010 Wijzigingen grondexploitaties gedurende 2011 Resultaatnemingen 2011 Verhoging voorziening verliesgevende plannen 2011 Verdienvermogen 31–12–2011
37,6 17,1 54,7 49,1 -7,2 4,8 101,4
Het verdienvermogen van de grondexploitaties in uitvoering is per saldo met € 46,7 mln toegenomen. Deze toename bestaat uit een verbetering (€ 49,1 mln) die wordt veroorzaakt door aanpassingen in projecten, een verslechtering ten gevolge van de resultaatnemingen 2011 van per saldo een winst van € 7,2 mln en per saldo een dotatie aan de voorziening verliesgevende plannen van € 4,8 mln. De resultaatnemingen zijn verwerkt in de projecten. Het resultaat van € 7,2 mln is opgebouwd uit een winstneming van € 16,2 mln een verliesneming van € 9,0 mln. De nog te verwachten winst heeft vooral betrekking op de uitbreidingslocatie Nesselande. De binnenstedelijke locaties die in ontwikkeling zijn of nog moeten worden gebracht, dragen nauwelijks bij aan het resultaat. In veel gevallen verlopen deze ontwikkelingen uiterst moeizaam en zijn ze slechts met behulp van subsidies rendabel te krijgen. Gezien het feit dat de projecten met een verwacht positief resultaat eindig zijn en omdat nauwelijks positieve projecten aan de portefeuille zullen worden toegevoegd, zal het verdienvermogen de komende jaren naar verwachting teruglopen. B. Parameters grondexploitaties Het maken van een betrouwbare prognose van de portefeuille is niet eenvoudig. Dit komt onder andere omdat de projecten vaak nog jaren doorlopen en er dus veel onzekerheden zijn. Zo worden aannames gedaan over kostenstijging, opbrengstenstijging en renteontwikkelingen. Een wijziging van de parameters heeft grote invloed op de uitkomst van de berekeningen. In 2011 zijn de parameters gewijzigd ten opzichte van de percentages die in 2010 zijn gehanteerd. Parameters grondexploitaties Rente Opbrengstenstijging Kostenstijging
pagina 154 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
2010 4,0% 1,6% 2,0%
2011 4,0% 1,5% 2,5%
Eind 2011 is vanwege de huidige economische situatie en stagnatie in productie van o.a. woningbouw de parameter “opbrengstenstijging” verlaagd tot 1,3% voor de jaren 2012 en verder. Hieronder wordt een toelichting gegeven op deze aanpassing. Opbrengstenstijging Bij het bepalen van het meerjarenindexcijfer voor de grondopbrengsten is aangesloten bij de werkwijze welke reeds vorig jaar is gehanteerd. Met dien verstande dat er, met uitzondering van de prijsontwikkeling voor bedrijventerreinen, vanuit wordt gegaan dat er in alle vastgoedmarkten tot het jaar 2015 geen sprake zal zijn van een stijging van de grondprijzen. Ten aanzien van de parameter van vorig jaar, betekent dat voor de grondprijsontwikkeling op de woningmarkt en de winkelvastgoedmarkt een bijstelling naar beneden; waar in 2010 nog werd uitgegaan van een grondprijsstijging op de woningmarkt met ingang van 2014 en op de winkelvastgoedmarkt met ingang van 2013, wordt er nu vanuit gegaan dat deze stijging pas in 2016 respectievelijk 2015 op zal treden. De gevolgen van de schuldencrisis en, specifiek voor de winkelvastgoedmarkt, de verschuiving naar e-shopping zijn hieraan debet. Effect wijziging parameters De wijzigingen van de parameters zijn verwerkt in de grondexploitaties. Het effect op de grondexploitaties in uitvoering is een verslechtering van het verwachte resultaat op de grondexploitaties van ca. € 6 mln. Uitzonderingen De parameters worden gebruikt voor bijna alle projecten. De (drie) uitzonderingen zijn de projecten Nesselande, Fascinatio en Rotterdam Central District (RCD). Voor grondexploitatie Nesselande wordt een afwijkend opbrengstenpercentage van 0% gehanteerd. Deze grondexploitatie heeft zulke specifieke kenmerken met betrekking tot de grondopbrengsten dat de parameter voor opbrengstenstijging is aangepast. De grondexploitatie van de deelneming Fascinatio wordt door de gemeente Capelle aan de IJssel gevoerd. In dit plan worden de parameters van de gemeente Capelle aan de IJssel gehanteerd. Voor het plan buitenruimte RCD wordt een opbrengsten- en kostenstijging van 0% gehanteerd. De bijdragen van financiers vormen de inkomsten voor dit project. Omdat de eindafrekening met de financiers op basis van werkelijk gerealiseerde kosten zal geschieden, zal de werkelijk gerealiseerde inkomstenstijging gelijk zijn aan de werkelijk gerealiseerde kostenstijging. De index voor kosten en opbrengsten is dus gelijk. C. Actualiseren grondexploitaties De grondexploitaties worden gelijktijdig met de viermaandelijkse bestuursrapportages geactualiseerd. De opgetreden verschillen worden verklaard. Reserve en Risico’s Vanwege de lange looptijd en daarbinnen veranderende marktomstandigheden brengt de uitvoering van grondexploitaties grote risico’s met zich mee. Het resultaat van de exploitaties is sterk afhankelijk van economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Ook hebben gemeentelijke en landelijke wet- en regelgeving invloed op de toekomstige resultaten. Dit is bij de jaarafsluiting van de grondexploitatieportefeuille in 2010 duidelijk zichtbaar geworden toen er een afwaardering van geprognosticeerde resultaten op de grondexploitaties heeft plaatsgevonden. Om deze financiële risico’s te beperken, investeert de gemeente niet eerder dan wanneer een redelijke mate van zekerheid over de realisatie van het betreffende project bestaat. Daarnaast worden bij de uitvoering van de grondexploitaties de regels uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) nauwgezet toegepast. Om te voorkomen dat een cumulatie van financiële risico’s voor de gemeente plaatsvindt binnen de portefeuille, wordt ieder jaar beoordeeld of op eventueel ontstane verliezen op plannen moeten worden ingegrepen. Waar nodig wordt een verlies genomen of wordt een voorziening getroffen. Ieder jaar wordt een risicoanalyse op de individuele grondexploitaties en de totale portefeuille uitgevoerd om te bepalen welke risicoreserve nodig is om de meest voorkomende risico’s op te vangen. De basis hiervoor zijn de grondexploitaties met de dan geldende uitgangspunten. Bij deze risicoanalyse wordt onderscheid gemaakt tussen projectspecifieke risico’s en portefeuillebrede risico’s. Onder de projectspecifieke risico’s worden risico’s verstaan zoals het slagen van een bestemmingsplanprocedure of de kans dat ergens bodemvervuiling wordt aangetroffen. Voor deze risico’s wordt in de individuele grondexploitaties een voorziening getroffen. Onder de portefeuille brede risico’s worden zaken verstaan zoals marktontwikkeling en risico’s met betrekking tot de ontwikkeling van kosten en opbrengst indices. Omdat Stadsontwikkeling vanaf 2010 geen eigen algemene reserve meer heeft, worden deze risico’s afgedekt op concernniveau. Voor deze risico’s is binnen het concern Rotterdam een weerstandsvermogen beschikbaar. De uitkomsten van de risico analyses worden beschreven in het Meerjaren Perspectief Rotterdamse Grondexploitaties (MPRG). In dit document worden de uitkomsten van de projectspecifieke risico’s benoemd en worden de portefeuillebrede risico’s in beeld gebracht en financieel vertaald. Omdat de uitkomst van deze analyses bepaalt welk weerstandsvermogen op concernniveau beschikbaar moet zijn voor het product grondexploitaties, zijn deze analyses in september 2011 opnieuw uitgevoerd. Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.6 Grondbeleid | pagina 155
De inschatting op basis van deze gegevens was een benodigd weerstandscapaciteit van € 48 mln om de meest voorkomende risico’s ten aanzien van grondexploitaties op te kunnen vangen. Hiervoor was € 24 mln opgenomen voor projectspecifieke risico’s die niet in de betreffende grondexploitaties waren opgenomen en € 24 mln voor portefeuillebrede risico’s die niet specifiek benoemd konden worden omdat ze het gevolg zijn van externe, niet beïnvloedbare factoren. Bij jaarrekening zijn de grootste grondexploitaties volledig opnieuw bekeken, en is zonodig een onzekerheidsreserve opgenomen dan wel aangepast. Verder is voor het risico van verdere vertraging in de woningmarkt een voorziening getroffen op portefeuilleniveau, waardoor wordt aangesloten bij het op dit moment meest realistische scenario. We zien daarom nu geen reden het weerstandsvermogen te verhogen. Vanwege de grote marktrisico’s die op dit moment aanwezig zijn, is er ook geen reden om het weerstandsvermogen van € 48 mln op dit moment te verlagen. De druk op de prijzen van huizen en daarmee op de grondwaarde die is opgenomen in de grondexploitaties brengen nog grote risico’s met zich mee. De frequentie van het opstellen van de MPRG zal worden verhoogd naar twee keer per jaar. Aanstaande zomer zal t.b.v. de begroting 2013 een nieuw MPRG worden opgesteld, waarin de recente marktontwikkelingen en de effecten van het project “Grex op Orde” zullen worden meegenomen. Op basis hiervan zal ook een nieuwe berekening worden gemaakt van het dan benodigde weerstandsvermogen. Bij jaarrekening 2012 vindt er vervolgens een actualisatie plaats. Naast deze voorzieningen (op concernniveau en binnen de grondexploitaties) is er bij de jaarafsluiting 2010 ook een aantal specifieke voorzieningen gevormd om risico’s op te kunnen vangen. Voor deze voorzieningen vindt jaarlijks een update plaats. Voor 2011 betekent dit dat een deel van de in 2010 getroffen voorzieningen is ingezet, een deel is vrijgevallen en nieuwe voorzieningen zijn getroffen. Op dit moment wordt als voornaamste portefeuillebreed risico de marktontwikkeling onderkend. De gevolgen van de verslechterde economische situatie hebben een negatieve invloed op de afzetbaarheid van het programma in de Rotterdamse grondexploitaties. Zaken als de stagnerende economische ontwikkeling, afname van het consumenten vertrouwen, de terughoudendheid van banken en de moeizame hypotheek verstrekking, een sterke stijging van de bouwkosten en negatieve prijsontwikkeling van woningen zijn hier onder andere debet aan. Door deze ontwikkelingen staat de kostendekkendheid van projecten onder druk en bestaat een redelijke kans dat de gebiedsontwikkelingen en productie verder vertragen. Als deze vertragingen al feitelijk aan de orde zijn, dan zijn deze bij de jaarafsluiting 2011 reeds verwerkt in de grondexploitaties. Afhankelijk van de economische ontwikkelingen en ontwikkelingen op de vastgoedmarkt kan deze vertraging verder doorzetten. Dit vertragingsrisico is de belangrijkste basis geweest voor het bepalen van de dit jaar opgenomen portefeuillebrede voorziening voor woningbouw. Omdat er een zeer sterke relatie bestaat tussen aanbod en vraag op de vastgoedmarkt komen door deze ontwikkelingen ook de woningprijzen onder druk te staan. Omdat de gemeente Rotterdam de residuele grondwaardebenadering hanteert kan dit op termijn ook effect hebben op de grondprijzen in de exploitaties. Bij het bepalen van het noodzakelijke weerstandsvermogen is dan ook rekening gehouden met een stagnatie van de grondprijsontwikkeling voor de komende paar jaar.
pagina 156 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
4.7
Bedrijfsvoering
Inleiding In deze paragraaf vindt u een weergave van de realisatie van onze beleidsvoornemens over 2011 op het brede gebied van bedrijfsvoering. Hieronder vallen de onderwerpen personeel & organisatie, ICT en financieel beheer en beleid. Personeel & Organisatie In 2011 hebben de organisatorische en personele ontwikkelingen in het teken gestaan van het realiseren van de bezuinigingstaakstelling en het – tegelijkertijd – zorgen voor een organisatie, die in de toekomst in staat is haar taken voor de stad goed uit te blijven voeren. In deze paragraaf een schets van die ontwikkelingen. Concernontwikkelingen De omgeving van Rotterdam wordt steeds dynamischer. De maatschappelijke eisen volgen elkaar snel op. De samenleving kan en wil meer zelf doen. De steeds verdergaande digitalisering verkleint de informatieafstand tussen gemeente en haar burgers meer en meer. Dit alles vraagt om het versterken van de externe oriëntatie van de gemeentelijke organisatie. Niet het aanbod maar de vraag staat centraal. Rotterdam vraagt om een overheid die ruimte geeft aan initiatieven in de stad, beter samenwerkt en vertrouwen geeft. Een organisatie die denkt als één concern, die vraagstukken snel aanpakt en zo goed als mogelijk oplost. Die makkelijk en goed bereikbaar is, uitstekende dienstverlening biedt en afspraken nakomt. In 2011 zijn belangrijke stappen gezet om aan deze ontwikkeling verdere invulling te geven. Deze stappen en het tempo waarmee ze worden gezet dienen ook bij te dragen aan het realiseren van omvangrijke bezuinigingen. De organisatie dient niet alleen meer extern georiënteerd, wendbaarder, flexibeler en kwalitatief beter te worden. Tevens dient de formatie te krimpen en dient de bedrijfsvoering efficiënter te zijn. De structuur van de ambtelijke organisatie De ambitie om als één concern te opereren ligt ten grondslag aan veranderingen die in 2011 zijn opgestart cq aangebracht in de hoofdstructuur van de ambtelijke organisatie: – Concerndirectie In februari 2011 is een nieuwe concerndirectie geïnstalleerd onder leiding van de algemeen directeur. De belangrijkste opdracht van de nieuwe concerndirectie is te sturen op de concernbrede bedrijfsvoering, de integraliteit te bewaken van programma’s en projecten, te sturen op gebiedsgericht werken en op de realisatie van de doelstellingen van het collegeprogramma. – Inrichting clusters Eveneens in februari 2011 is besloten de organisatie in te richten naar clusters. Eind 2011 zijn er 5 clusters in wording Maatschappelijke Ontwikkeling, Stadsbeheer, Stadsontwikkeling, Dienstverlening en Werk & Inkomen) plus een Serviceorganisatie en een Concernstaf. De clustervorming brengt kennis, ervaring, producten en diensten onder één dak die in de dienstverlening aan burgers nauw verweven zijn. De verwachting is dat dit synergie oplevert. Herinrichting van de bedrijfsvoering Een belangrijk onderdeel van de organisatorische veranderingen is de centralisatie van de (generieke) bedrijfsvoeringstaken bij de Rotterdamse Serviceorganisatie. Dit maakt het mogelijk om schaarser wordende middelen beter toe te wijzen, een kwaliteitsslag in de uitvoering te maken en te voorkomen dat dezelfde taken door verschillende organisatieonderdelen worden uitgevoerd (doublures). De doorontwikkeling van de Shared Service Centers is hier een integraal onderdeel van. Voor de inrichting van de bedrijfsvoering gelden de volgende principes: – De bedrijfsvoering is gericht op optimale ondersteuning aan primaire processen op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau. – De norm is ‘centraal, tenzij… – Focuspunt in de bedrijfsvoering is: flexibele inzet van capaciteit en kwaliteit. – Inrichting van de bedrijfsvoering aan de hand van een drietal afgebakende rollen (zie onderstaande afbeelding: sturende rol, vraagrol en aanbodrol c.q. uitvoerende rol). – Integrale sturing, norm- en kaderstelling concernbreed vanuit één centrale organisatorische plaats.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 157
Sturende rol: Concerndirectie – – – –
Beleid vaststellen en evalueren Budget vaststellen Toezien op naleving Ketenregie
Vraagrol: Clusters – Behoeften aangeven – Evalueren dienstverlening – Business partner (vraagarticulatie, Strategisch advies, etc)
Uitvoerende rol: Service organisatie – Uitvoeren van afgesproken dienstverlening – Afstemming met gebruikers – Adviseren over procesinrichting – Beleidsvoorbereiding
De volgens bovenstaande principes ingerichte bedrijfsvoering versterkt de ontwikkeling naar operational excellence met een maximale standaardisatie van producten en diensten (70%-80%) en van onderliggende processen. Maatwerk wordt alleen geleverd als het echt nodig is, bijvoorbeeld vanwege specifieke eisen voortkomend uit het primair proces. Deze principes en uitgangspunten vormen de basis voor de veranderingen in de bedrijfsvoering en zijn in 2011 nader uitgewerkt in kaders, ontwerpen en normeringen. In 2012 wordt de herinrichting in lijn met deze uitwerking geëffectueerd. De centralisatie van bedrijfsvoeringstaken gaat ook gepaard met vermindering van de binnengemeentelijke administratieve lasten door centralisatie van budgetten. In 2011 heeft, volgens plan, de eerste centralisatie van budgetten voor de generieke dienstverlening plaatsgevonden. Scherpe budgettaire en formatieve kaders vormen de ruimte waarbinnen de focus gericht is op de kwaliteit van en flexibiliteit in de dienstverlening. In 2012 zullen ook de budgetten voor de kantoorhuisvesting van het concern worden gecentraliseerd. Basisprincipes organisatie Bij de concernontwikkelingen is de blik van buiten naar binnen uitgangspunt. Hierbij zijn vier basisprincipes gekozen die aan alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie raken. Te weten: – Gebiedsgericht werken Eén van de pijlers van dit college is gebiedsgericht werken. In 2011 is doorgegaan met de doorontwikkeling en verdere implementatie. Zo is gestart met OGOR, Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam, een traject waarbij op een zevental onderwerpen (sporen) de taakverdeling tussen stad en deelgemeenten wordt herzien. De doorontwikkeling van gebiedsgericht werken is geborgd in de clustervorming. Tezamen met de deelgemeenten wordt hieraan vorm gegeven. – Dienstverlening De logica van de Rotterdamse overheid is niet langer de logica van de Rotterdamse samenleving. Met de organisatieontwikkeling wordt de logica van de samenleving weer terug in onze organisatie gebracht. Zoveel mogelijk producten en diensten worden geleverd via ‘gebundelde’ loketten. Hierbij heeft digitale dienstverlening de voorkeur. Bestaande loketten worden waar mogelijk geïntegreerd, ook met die van maatschappelijke partners. Zo bereikt de gemeente efficiency voordelen. Dezelfde bundeling geldt voor de activiteiten in de uitvoering waar geen loket geldt, zoals bij schoon, heel en veilig. Medewerkers op die gebieden ‘kijken breed’ en wisselen onderling meer informatie uit. Zo krijgt de gemeente veel meer ‘ogen op straat’, met hetzelfde aantal medewerkers. – Handhaving en toezicht Binnen het kader van wat wettelijk kan, wordt zoveel mogelijk gezocht naar bundeling van activiteiten op het gebied van toezicht en handhaving. Dat betekent voor de buitenwereld dat er minder verschillende soorten toezichthouders en handhavers komen, en dat taken waar mogelijk gecombineerd worden. Die toezichthouders maken gebruik van gedeelde informatiebestanden en voeren een breed takenpakket uit. In 2011 zijn hier de eerste stappen ingezet. Dit wordt in 2012 verder uitgewerkt. – Relatiebeheer Dit is nodig waar burgers, bedrijven of instellingen in hun relatie met de gemeente meer vragen dan eenvoudige producten of diensten en waarin de gemeente toch zoveel mogelijk via een ingang toegankelijk is.
pagina 158 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Verbinding Het aanpassen van de gemeentelijke organisatie aan de eisen van de tijd, vraagt ook om een andere cultuur, andere werkwijzen en aansturing binnen het concern. Zo is het organisatieperspectief ontwikkeld, wat nu op clusterniveau verder inhoud gegeven wordt. Ook wordt veel meer samengewerkt in ketens en worden de werkprocessen veel meer gestandaardiseerd. Ook Het Nieuwe Werken (HNW010) sluit hierbij aan. Al deze ontwikkelingen die al ingezet zijn in 2011 (en deels ook daarvoor), lopen in 2012 door en zorgen ervoor dat met elkaar op een andere manier samengewerkt wordt in het concern. Doel hiervan is het beter kunnen bedienen van de burger met een organisatie die kleiner is en efficiënt werkt. Personele speerpunten In lijn met het collegewerkprogramma, ligt in deze collegeperiode de nadruk op het realiseren van een reductie op het ambtelijk apparaat en vergroten van de flexibiliteit en mobiliteit van medewerkers. Tot de reguliere aandachtspunten behoren de ontwikkeling van de loonkosten, overhead, externe inhuur, uitbestede werkzaamheden en ziekteverzuim. Reductie van de personele bezetting In de begroting 2011 is aangegeven dat meer centrale grip op de (ontwikkeling) van de formatie en de bezetting noodzakelijk is om de financiële taakstelling van de gemeente te kunnen realiseren. In het collegewerkprogramma is de financiële opgave vertaald in een meerjarige personele krimpdoelstelling van 1.071 fte. Deze opdracht vormt het kader waarbinnen de sturing en bewaking van de ontwikkeling van de bezetting plaatsvindt. Om voortvarend te kunnen sturen op de realisatie van deze opgaven en de voortgang periodiek te monitoren is, in navolging van de opgenomen ambitie in de begroting 2011, mede ingezet op een versterking van de HR Control. Dat heeft mede geresulteerd in een periodieke bezettings- en mobiliteitsrapportage aan de concerndirectie. In de onderstaande tabel wordt de bezetting voor 2011 gepresenteerd. Bezetting Totaal
* Begroting 2011 is de stand zoals is vastgesteld bij de behandeling van de 2de bestuursrapportage.
Realisatie 2010 12.990
Begroting 2011* 12.568
Realisatie 2011 12.293
Aan het einde van 2010 had de gemeente Rotterdam een bezetting van 12.990 fte. In 2011 is de bezetting met 697 fte gedaald naar 12.293 fte. Daarmee is de krimpdoelstelling van 427 fte voor 2011 ruimschoots gehaald en is de feitelijke bezetting eind 2011 lager dan begroot. De sterke afname van de bezetting in 2011 is vooral het gevolg van aanvullende maatregelen die het college op 31 mei 2011 heeft genomen: – een algemene externe vacaturestop voor alle functies, – verdere inperking van de inhuur van derden, – het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen en het in beginsel niet omzetten van proeftijdaanstellingen in een vast dienstverband. In de loop van 2011 werd de gemeente geconfronteerd met nieuwe financiële tegenvallers. Dit, in combinatie met vraaguitval en een toename van de (structurele) overcapaciteit, maakte een versnelling van de afslanking van de organisatie noodzakelijk. Om de voortgang van het primaire proces te waarborgen is een procedure ingesteld voor die gevallen waarin strikte toepassing van de maatregelen zou leiden tot onacceptabele stagnatie in de uitvoering van de gemeentelijke taken. Volgens deze escalatieprocedure kan in bepaalde situaties, de casuïstiek ter besluitvorming worden voorgelegd aan de concerndirectie. Ontwikkeling van de loonkosten In de onderstaande tabel worden de loonkosten voor 2011 gepresenteerd. Bedragen x € 1.000,-
Loonkosten Totaal
* Begroting 2011 is de stand zoals is vastgesteld bij de behandeling van de 2de bestuursrapportage.
Realisatie 2010 748.939
Begroting 2011* 742.264
Realisatie 2011 741.733
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 159
In 2011 is de tendens van een steeds stijgende loonsom doorbroken. De totale loonkosten bedroegen € 741,7 mln en zijn hiermee nagenoeg gelijk aan de vigerende begroting van 2011 (€ 742,3 mln). De gerealiseerde loonkosten zijn ten opzichte van 2010 gedaald met € 7 mln (-1%). Er is veelal voor gekozen om de flexibele schil af te bouwen. De uitgaven inhuur externen zijn gedaald met € 47 mln ten opzichte van 2010. De daling van de loonkosten van eigen personeel is minder groot dan de krimp van de bezetting. De verklaring hiervoor is dat de personele krimp voor een groot deel pas in de tweede helft van het jaar heeft plaatsgevonden. Voor de medewerkers die aan het eind van het jaar niet meer meetellen voor het bezettingsoverzicht, zijn in het jaar 2011 nog wel kosten gemaakt. De totale loonkosten zijn daardoor in 2011 beperkt gedaald. Daar komt bij dat medewerkers die uit dienst gaan bij de gemeente een eindafrekening ontvangen, waarin onder andere de opgebouwde vakantietoelage en de verkoop van overgebleven verlofdagen wordt meegenomen. De in 2011 gerealiseerde krimp van de bezetting zal vanaf 2012 wel volledig doorwerken in de loonkosten. Het salaris en de eindejaarsuitkering zijn beide met 0,5% gestegen. Ook de pensioenpremie is in 2011 door het ABP verhoogd. Verder zijn de loonkosten gestegen als gevolg van periodieke verhogingen en door bevorderingen. Overhead De onderstaande grafiek schetst de ontwikkeling in de totale overhead van de gemeente Rotterdam.
Figuur 1. Ontwikkeling totale overhead 2009–2011 (inclusief vergelijking met 100.000+ gemeenten) 40,00% 35,00% 30,00% 25,00%
3,29%
3,84%
4,21%
3,23%
3,56%
3,87%
25,33%
25,04%
25,28%
36,50%
Rotterdam (stand 2009)
Rotterdam (stand 2010)
Rotterdam (stand 2011)
Gemiddeld 100.000+
Toebedeeld vanuit SDR
Totale overhead gem. 100.000+
20,00% 15,00% 10,00% 5,00% 0,00%
Dienst eigen overhead
Dienst overstijgende overhead
Het overheadpercentage voor de gemeente Rotterdam komt ultimo 2011 uit op 33,35%10. Dat betekent dat van elke honderd fte 33,35 fte tot de overhead behoren. Het overheadpercentage is daarmee met 0,91% gegroeid ten opzichte van 2010 (van 32,44% naar 33,35%). De verklaring voor deze procentuele groei van de totale overhead is gelegen in de uitbreiding van de Shared Service Centers. In absolute zin (fte) laat de overhead wel een daling zien. Daarnaast zijn de uitgaven externe inhuur in de niet uitvoerende beleidscategorieën aanzienlijk gedaald. De gemiddelde overhead van de 100.000+ gemeenten binnen de benchmarkdatabase van Berenschot bedraagt 36,50%11. In vergelijking met overige gemeenten kent de gemeente Rotterdam daarmee een relatief lage overhead.
10
In de methodiek van Berenschot, die de gemeente sinds 2009 hanteert, worden de WSW-ers buiten beschouwing gelaten (om de vergelijking met
overige gemeentes mogelijk te kunnen maken). Dit geldt ook voor herplaatsingskandidaten. Zij zorgen echter wel voor extra werklast voor de overhead- functies binnen de diensten. Het overheadpercentage zou lager uitvallen wanneer deze medewerkers wel in de benchmark meegenomen zouden zijn.
11
Externe benchmarkgegevens stammen uit benchmarkonderzoek van begin 2009.
pagina 160 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Voor 2012 heeft het college in het collegewerkprogramma de ambitie opgenomen om de ondersteunende functies (PIJOFIACH) te reduceren met 150 fte, oplopend tot 370 fte in 2015 en verder. De realisatie van deze reductie krijgt zijn beslag in de centralisatie van de bedrijfsvoeringsfuncties naar de Rotterdamse Serviceorganisatie. Dit zal van invloed zijn op de ontwikkeling van de overhead in 2012 en verder. Externe inhuur Per 1 januari 2010 zijn de Regels Inhuur Externen van kracht, waarmee het college nog strakker kan sturen op het beperken van externe inhuur. Daarnaast is, zoals eerder benoemd, per juni 2011 een aantal maatregelen van kracht om een extra impuls te geven aan de reductie van de bezetting. Eén van die maatregelen betreft de verdere inperking van de inhuur. Dit heeft de sturing op het beperken van externe inhuur in 2011 nog verder vergroot. De definitie voor externe inhuur, gebaseerd op de definitie van het Rijk, die in de Regels Inhuur Externen wordt gehanteerd, luidt: “Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de gemeente Rotterdam in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst dan wel aanstelling tussen opdrachtgever en private organisatie aan ten grondslag ligt.” In de onderstaande tabel wordt het resultaat inhuur externen voor 2011 gepresenteerd. Bedragen x € 1.000,-
Lasten inhuur externen
Realisatie 2010 Totaal 98.254 * Begroting 2011 is de stand zoals is vastgesteld bij de behandeling van de 2de bestuursrapportage.
Begroting 2011* 60.761
Realisatie 2011 51.259
De uitgaven aan externe inhuur zijn 15,6% lager uitgevallen ten opzichte van de vigerende begroting. Dit betekent dat de taakstelling in 2011 is gerealiseerd. De sturing op het beperken van externe inhuur en een afnemende vraag in 2011 heeft geresulteerd in een daling van 47,8% (€ 47 mln) ten opzichte van de realisatie in 2010. In 2010 zijn de uitgaven gedaald met € 37,6 mln. De ingezette daling van externe inhuur is daarmee in 2011 nog verder doorgezet. De totale lasten voor externe inhuur mogen, op basis van een concernplafond, maximaal 15% van de totale loonsom inclusief externe inhuur bedragen (conform de regels Inhuur Externen). In 2011 bedragen de totale lasten voor externe inhuur 6,4% van de loonsom inclusief externe inhuur. Dit betekent een daling ten opzichte van de 11,7% in 2010 en een realisatie die ruimschoots binnen de gestelde norm blijft. In de onderstaande grafiek staat de externe inhuur uitgesplitst naar beleidscategorie.
Externe inhuur naar beleidscategorie 7%
3%
3%
3%
2%
1%
59%
21%
3%
Interim Mgt
Org. adv.
Beleidsadv.
Comm. adv.
Jur. adv.
ICT
AO en Fin.
Uitzendkrachten
Overig Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 161
De verdeling van de uitgaven inhuur externen naar beleidscategorie is vergelijkbaar aan 2010. Het merendeel van de externe inhuur valt in de categorie uitzendkrachten (59%). Van de andere beleidscategorieën neemt ICT een belangrijk deel van de uitgaven voor zijn rekening. De categorie ‘Overig’ betreft inhuur door diensten voor een andere opdrachtgevende dienst en inhuur voor projecten. Uitbestede werkzaamheden In de onderstaande tabel worden de totale uitgaven aan uitbestede werkzaamheden voor 2011 gepresenteerd. Bedragen x € 1.000,-
Uitgaven uitbestede werkzaamheden
Realisatie 2010 Totaal 488.900 * Begroting 2011 is de stand zoals is vastgesteld bij de behandeling van de 2de bestuursrapportage.
Begroting 2011* 337.068
Realisatie 2011 437.434
De totale uitgaven aan uitbestede werkzaamheden in 2011 bedragen € 437 mln. De uitgaven zijn ten opzichte van 2010 gedaald met € 51 mln. De overschrijding ten opzichte van de begroting is voornamelijk gelegen in de systematiek van doorbelasten aan het participatiebudget. De uitgaven waren onder een andere economische categorie begroot. De totale uitgaven aan externen, bestaande uit externe inhuur en uitbestede werkzaamheden, laten een daling zien van 16,8% (€ 98,5 mln) ten opzichte van 2010. In 2010 bedroeg de daling 9,3%. Mobiliteit Aanvang 2011 lag de focus op het stimuleren van de vrijwillige mobiliteit. In de eerste helft van het jaar bleek dat dit onvoldoende bijdroeg aan de gewenste reductie van de bezetting. Daarom is vanaf mei meer de nadruk gelegd op het van werk naar werk begeleiden c.q. doen uitstromen van herplaatsers. Een cruciale rol hierin wordt vervuld door het Concern Mobiliteitscentrum (CMc),dat (ex)medewerkers van de gemeente begeleidt naar (ander) werk. Hierbij gaat het zowel om mensen die gedwongen mobiel zijn, zoals herplaatsingskandidaten en voormalig medewerkers met een WW-uitkering, als vrijwillig mobiele medewerkers. Daartoe wordt onder andere een netwerk ontwikkeld met andere gemeenten en het Rijk. Daarin wordt samengewerkt op het gebied van vacaturevervulling en de begeleiding van medewerkers, met het doel externe werving en inhuur zoveel mogelijk te voorkomen. De gemeente maakt daarnaast ook gebruik van outplacementbureaus. Ziekteverzuim Het totaal verzuim in 2011 komt uit op 6,5%. Dat is iets hoger dan in 2010 (6,3%). Het kort en middellang verzuim zijn nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van 2010. De stijging is met name veroorzaakt door een toename van het lang verzuim (+0,18%), dat naar oorzaak en aard moeilijk te beïnvloeden is. De verzuimfrequentie is met 1,5 gelijk gebleven aan 2010 en correspondeert met de gestelde norm. Integriteit Aantal meldingen In 2011 zijn 142 meldingen gedaan van (vermoedelijke) integriteitsschendingen, een daling van 40% ten opzichte van 2010. Bijna de helft van het aantal meldingen had betrekking op misdragingen, diefstal/verduistering en fraude/corruptie. Tegenover de afname van totaal aantal meldingen valt het op dat er wel sprake is van een toename van het aantal meldingen van belangenverstrengeling, verspilling/misbruik van gemeentelijke eigendommen en misbruik/manipulatie van informatie (van 11 in 2010 naar 29 in 2011).
pagina 162 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Meldingen van (vermoedelijke) integriteitschendingen Aard van de melding
2010
2011
1. Fraude en corruptie 21 2. Diefstal en verduistering 27 3. Geweld en intimidatie 20 4. Belangenverstrengeling, onverenigbare functies/activiteiten 3 5. Verspilling en misbruik gemeentelijke eigendommen 5 6. Misdragingen (binnen én buiten werktijd) 77 7. Misbruik en manipulatie van informatie 3 8. Ongeoorloofde afwezigheid* 40 9. Overige/categorie onbekend 39 Lopende onderzoeken Totaal 235 Aantal meldingen: Dat tot een onderzoek heeft geleid* 213 Waarbij heimelijk cameratoezicht is toegepast 5 Waarbij een extern onderzoeksbureau is ingeschakeld 6 * niet elke melding blijkt (soms pas na/tijdens het onderzoek) betrekking te hebben op een daadwerkelijke integriteitsschending.
13 16 12 8 12 44 10 9 13 10 147 121 3 3
Integriteitsonderzoeken In totaal zijn drie integriteitsonderzoeken door externe onderzoeksbureaus uitgevoerd. Naar aanleiding van een integriteitsmelding is zesmaal aangifte gedaan en is drie keer heimelijk cameratoezicht ingezet. Dit laatste geschiedt alleen met in achtneming van het hiervoor vastgestelde protocol. Aantal ontslagen Voor het eerst in vijf jaar is het aantal ontslagen o.b.v. een integriteitsschending12 gestegen van 23 in 2010 naar 30 in 2011. Hiervan heeft de helft te maken met ongeoorloofde afwezigheid (tienmaal) en met misdragingen binnen/buiten werktijd (vijfmaal). Ontslagen o.b.v. een integriteitschending Stadsbeheer Stadsontwikkeling Maatschappelijke ontwikkeling Dienstverlening Totaal
2010
2011
18 1 4
22
23
3 1 26
2011 (voorwaardelijk) 3
Totaal 2011
1
4 1 30
4
25
Toekomst Integriteit blijft onverminderd belangrijk voor de gemeente. In lijn met de recente concernontwikkelingen zullen verantwoordelijkheden helder toebedeeld zijn en blijven. Voor de zomer zal een kort nieuw beleidskader 2012 en verder worden opgesteld. Een nadere analyse naar bovenstaande trendbreuken zal daarin worden meegenomen. HNW010 Resultaten voor het Nieuwe Werken Steeds vaker werken medewerkers in wisselende verbanden en locaties. HNW010 stelde zich ten doel de voorwaarden te creëren voor een werkomgeving met faciliteiten voor tijd- en plaatsonafhankelijk werken, kennisdeling en informatieuitwisseling. De HNW010 beweging is nu een jaar op gang, en de eerste resultaten zijn behaald. Daarbij gaat het om de bricks: huisvesting, de bytes: de ICT mogelijkheden en behavior: het gedrag, zoals het maken van resultaatafspraken met medewerkers. De volgende resultaten zijn behaald. Samenwerking – Verbinding en samenwerking op gebied van de bricks is op gang gebracht, HNW is onderdeel van programma (organisatie) concernherhuisvesting. – Verbinding en samenwerking op gebied van de bytes is gestart, ICT is onderdeel van het HNW010 kernteam, en de Rotterdamse Serviceorganisatie is aangesloten. – Samenwerking met de HR verantwoordelijken is gestart op het gebied van behavior.
12
Een ontslag komt niet altijd voort uit een melding.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 163
Beweging – 70% naamsbekendheid HNW010 in 2011. – Communicatie ingezet om de beweging op gang te brengen, vooral via de concernmedia: Sjaan, PakAan, Stadswerker, met de nieuwsbrief Buzz en door actief te zijn op social media. – Breed intern en extern netwerk opgebouwd en daarmee veel kennis gedeeld. Met de hierboven geschetste inzet heeft het college invulling gegeven aan de volgende moties: – Motie Schonk – Motie Voortvarend reorganiseren (2010–2846). – Motie Molenaar – Motie Heldere doelstellingen ambtenarenapparaat (2010–2881). – Motie Simons – Motie Benoem en prioriteer kerntaken (2010–2884). – Motie Schonk – Motie Kiezen voor kwaliteit (2011–1885). – Motie Schonk – Motie Voortvarend reorganiseren deel II (2011–1886). Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictiekosten Vanaf de begroting 2011 is ten behoeve van de besparingen uit het collegewerkprogramma (255 mln) en daarbinnen de structurele besparingen op de concernbrede bedrijfsvoering (72 mln) een bestemmingsreserve gevormd voor flankerend beleid, aanloopverliezen op besparingen (voorzichtigheidsprincipe), de programmakosten van O&F en andere tijdelijke kosten in het kader van de concernvorming. Het verloop van deze reserve is opgenomen in hoofdstuk 5 Jaarrekening, toelichting op de balans. Bij de afhandeling van motie inzicht Frictiekosten Reorganisatie13 is een eerste inzicht gegeven in de verwachte bestedingen in 2011. Het beroep op de bestemmingsreserve in 2011 is beperkt gebleven tot een bedrag van 3,1 mln bestaande uit de vastgestelde programmakosten van O&F, een kerntakenonderzoek van S&R, de aanpak van procesanalyse bij SoZaWe en frictiekosten i.v.m. de halverwege 2011 stopgezette Europese aanbesteding van flexibele arbeid. Aangezien het zwaartepunt van de transitie van het concern, de (gedwongen) uitstroom van personeel, het herontwerp van de concernprocessen en het verbeterplan Financiële huishouding (Rdam1) in 2012 en 2013 zal komen te liggen, is de verwachting dat de tot nu toe gereserveerde middelen in ieder geval volledig noodzakelijk zijn. De uitvoering van de bij de begrotingsbehandeling 2012 aangenomen motie 31 (Rotterdam, de beste gemeente van Europa) zal naar verwachting zorgen voor een herziening van het niveau van de bestemmingsreserve. ICT Inhoudelijk beeld Het CIO programma is eind 2011 afgerond. De eindrapportage is in 2011 opgesteld en aan het college aangeboden. Definitieve inbedding van de CIO binnen DMC heeft plaatsgevonden conform het in de eindrapportage opgenomen advies. Begin 2011 is de motie ‘Weten wat er gebeurt’14 afgedaan middels een overzicht van belangrijke informatiesystemen en de gegevens die erin omgaan. In april is het Rekenkamerrapport “Baat het niet, dan kost het wel” uitgebracht. De raad heeft de meeste aanbevelingen overgenomen (raadsbesluit 2011–1651) en het college opgedragen hierover te rapporteren. Dit is gebeurd in de door de CIO opgestelde eindrapportage (raadsbrief d.d. 18–11–2011). In 2011 is de realisatie van het Informatiebeleid 2010–2014 langs 3 lijnen uitgevoerd. 1. Verbeteren van sturing en opdrachtgeverschap Op dit punt heeft in 2011 heeft de control op ICT projecten definitief vorm gekregen. De uitvoering van de Monitor Omvangrijke Automatiseringsprojecten is overgedragen aan de CIO. Vanaf de 4-Maandsrapportage 2011 rapporteert de CIO over de status en voortgang van risicovolle ICT projecten in lijn met de monitor grote projecten. Het projectmanagementcurriculum is in het kader van de professionalisering projectmanagement uitgebreid met workshops voor business cases. Tevens is de uitvoering begeleid van bestuursopdrachten rondom ICT-problemen bij Columbus / Grex en Wabo. 2. Versterken van basiskwaliteit van informatie en ICT In 2011 is de ICT basis voor de concernvorming verder vormgegeven door migratie van een tiental diensten naar het SSC ICT en de overgang van alle dienstspecifieke mailadressen naar het concernmailadres rotterdam.nl. Er zijn verkenningen uitgevoerd ten aanzien van het gebruik van eigen apparatuur, nieuwe apparatuur en papierloos vergaderen.
13 14
Motie Schonk – ‘Motie inzicht in Frictiekosten Reorganisatie’ (2011–2883). Motie Reijkersz - Motie ‘Weten wat er gebeurt’ (2009–3711).
pagina 164 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
3. Vernieuwing van processen door verbeterde inzet van informatie en ICT De Vernieuwingsagenda is in 2011 opgesteld. In de loop van 2011 zijn diverse projecten gestart. Gerealiseerd zijn o.a. een digitale samenwerkingsomgeving (Alfresco), een informatiesysteem (zgn. Business Intelligence) voor gebiedsgericht werken dat model zal staan voor een concerntoepassing, en spelregels voor R&D. Er is een CIO-congres “Een andere manier van werken” georganiseerd, waarin de ontwikkelde procesaanpak en Het Nieuwe Werken zijn gepositioneerd. De samenwerking op het gebied van proces, informatie en ICT is in G4 verband doorgezet. Tussen Rotterdam en Den Haag is deze geïntensiveerd, hetgeen o.a. heeft geresulteerd in een verkenning naar hergebruik door Den Haag van het door Rotterdam ontwikkelde belastingsysteem en onderdelen van de Rotterdamse concerninformatiearchitectuur. Rotterdam heeft zich geprofileerd als OpenData gemeente door een succesvolle pilot bij Stadsontwikkeling en door actieve participatie in het samenwerkingsverband “Rotterdam Open Data”, dat op initiatief van de Hogeschool Rotterdam is gestart. Er is een belangrijke bijdrage geleverd aan het onder auspiciën van KING ontwikkelende concept van de Basisgemeente dat in 2012 in een business case wordt uitgewerkt. Financieel beeld De totale exploitatie uitgaven 2011 inclusief kapitaallasten bedragen circa € 112 mln, hetgeen in lijn is met de begroting 2011 van € 110 mln. Dit bedrag is circa € 5 mln lager dan de prognose zoals gerapporteerd bij de 8-Maandsrapportage. Dit wordt veroorzaakt doordat de effecten van de genomen maatregelen om kosten te beperken (o.a. vacature- en verplichtingenstop) nog niet volledig doorvertaald waren naar deze prognose. In 2011 is een benchmark uitgevoerd waarbij de ICT kosten van 2010 van de gemeente Rotterdam zijn vergeleken met 100.000+ gemeenten zoals opgenomen in de benchmark van Berenschot. Door Berenschot is geconstateerd dat de ICT kosten van Rotterdam in lijn liggen met de overige G3-gemeenten en vergelijkbaar zijn met het gemiddelde van de 100.000+ gemeenten. Krediet Concern Bedrijfsvoering Systemen (CBS) Voor de ontwikkeling van de Concern Bedrijfsvoering Systemen (CBS) is een krediet van € 53,4 mln beschikbaar gesteld (in twee tranches bij de begroting 2006 (€ 38,6 mln) en bij de begroting 2008 (€ 14,8 mln). De uitvoering van de nog lopende projecten is eind 2011 afgerond en het krediet is ultimo 2011 afgesloten. Afsluiting van de programma’s en projecten heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de desbetreffende opdrachtgevers. Rapportage over het verloop van de individuele projecten aan de raad heeft plaatsgevonden middels de bestuursrapportages en de Monitor Omvangrijke Automatiseringsprojecten.15 Alle afgesloten projecten zijn in de lijn belegd. Van het beschikbaar gestelde budget van ca. € 53,4 mln is ca. € 51,71 mln gebruikt. Voor het programma Basis- en Kernregistraties – gefinancierd uit het krediet CBS – is het noodzakelijk om nog enkele optimalisatie maatregelen door te voeren voordat tot verdere ontsluiting van nieuwe gegevensbronnen wordt overgegaan. Voorgesteld wordt voor deze investering een bedrag van € 0,30 mln te reserveren uit beschikbare ruimte van € 1,69 mln middels goedkeuring van de gemeenterekening 2011. Deze reservering zal worden omgezet in een separaat krediet. Op basis van de ervaringen met het krediet CBS en de aanbevelingen uit het rapport van de Rekenkamer Baat het niet dan kost het wel zal niet meer gewerkt worden met verzamelkredieten. Om de beheersbaarheid te waarborgen zullen alleen separate kredieten worden aangevraagd. Financieel beheer en beleid Verbeterplan Financiële huishouding Medio 2011 is het Verbeterplan Financiële Huishouding gestart waarin de basis wordt gelegd om tot één gezamenlijke financiële huishouding te komen: betrouwbaar, transparant en doelmatig. Het verbeterplan maakt onderdeel uit van het programma Organisatie & Financiën. Ook alle acties uit het programma Verbetering Verantwoording en Controle (de controletoren) zijn hierin ondergebracht. Aanleiding De opdracht van het college richt zich op de verbetering van de gehele financiële huishouding van de gemeente. In aansluiting op het jaarverslag 2009 werd een project ‘controletoren’ gestart dat nu onderdeel is van het Verbeterplan. Bij de behandeling van de jaarrekening 2010 diende de raad twee moties in waarin, kort samengevat, werd geconstateerd dat: “de discipline in het financieel beheer beter moet, het proces en de controle erop centraal moeten plaatsvinden, en de verantwoording beter en tijdig moet worden opgeleverd”. 15
Vanaf de 4-Maandsrapportage 2011 middels de Monitor ICT Projecten.
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 165
De opdracht was dan ook om noodzakelijke verbeteringen in de concernbedrijfsvoering en -verantwoording aan te brengen. Het zwaartepunt verschuift daarbij van controle achteraf naar beheersing van de financiële processen vooraf. Bovendien moeten de verbeteringen aansluiten op de nieuwe organisatie van het concern (zie de paragraaf over de concernontwikkelingen), centraal georganiseerd en gestandaardiseerd, met heldere regels en afspraken. Doel Het programma, kortweg Rdam1, richt zich op de versterking van de financiële functie en van de administratieve processen. Resultaat moet onder meer zijn dat het rapporteren over financiële uitkomsten een stuk eenvoudiger wordt. Het doel is om te komen tot een standaardwerkwijze voor het concern in plaats van per dienst, en uiteindelijk een organisatie die ‘in control’ is. Dit doel kan worden bereikt als de organisatie: – effectief, doel- en resultaatgericht handelt, – inrichting, instrumentarium en werkprocessen op orde heeft, – over adequate (bij)sturingsinformatie beschikt, – risico’s beheerst, – voldoet aan wet- en regelgeving. Als resultaat van deze efficiencyslag beoogt het college een personele krimp, als onderdeel van de bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Verbeteraanpak De aanpak is gericht op het bereiken van zorgvuldig financieel beheer, naleving van wet- en regelgeving en een betrouwbare, transparante verantwoording daarover. Centraal hierin staat het grip krijgen op de organisatie. De inrichting van de bedrijfsvoering zal volledig aansluiten op de vorming van één concern. In de aanpak zijn drie sporen onderscheiden, die de goedkeurende ondersteuning hebben gekregen van de externe accountant. De Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) sloot zich daar bij aan. Het programma is dan ook in goed overleg met alle partijen tot stand gekomen, hetgeen ook past bij een dergelijke complexe opgave. Deze werkwijze was reeds ingezet en is door het college voortgezet in 2011. Resultaten 2011 De financiële functie maakt onderdeel uit van de bedrijfsvoering van het concern, en daarin hebben we het afgelopen jaar als gemeente flinke stappen gezet. Zoals beschreven in de paragraaf over de concernontwikkelingen, werken we nu in toenemende mate als één concern, zowel in het primaire proces als in de ondersteuning. Bedrijfsvoering die is ingericht op basis van het principe: ‘centraal, tenzij …’ levert een belangrijke bijdrage om in control te zijn. Een voorbeeld daarvan is de drastische vermindering van de interne factuurstroom, en een nieuwe begrotingsopzet. Daarnaast is in 2011 het besluit genomen om de sturing op alle budgetten zodanig te veranderen dat afzonderlijke baten en lasten per produkt zichtbaar worden, in plaats van de saldi, zoals bij afdrachtdiensten het geval is. Daarmee wordt ook voorzien in de behoefte aan betere sturingsinformatie van de raad. Voor de ASR, Audit Services Rotterdam, werd in 2011 een reorganisatieplan vastgesteld. Door het college is het principebesluit genomen de ASR om te vormen naar een Internal Auditfunctie. Het besluit van de raad om een externe accountant aan te trekken, die zowel werkzaam is voor de raad als voor het college van B en W, maakte de functie van de interne accountantscontrole door de Auditservice Rotterdam (ASR) overbodig. Het management is voortaan zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bedrijfsvoering. Een Internal Audit afdeling, direct onder de gemeentesecretaris/ algemeen directeur moet het management voortaan gaan ondersteunen in het treffen van beheersmaatregelen waar het de risico’s in de bedrijfsvoering betreft. In 2011 is het globaal ontwerp voor de nieuwe financiële functie vastgesteld. Daarin is een adequate inrichting van het financiële speelveld qua rollen, functies en bezetting vastgesteld. Adequaat zowel in omvang, als in kwaliteit. Het onderliggende model is ontleend aan het programma Best in Finance, dat door meerdere grote organisaties wordt gebruikt en waarin zes rollen worden onderkend. Dit houdt in dat een groot deel van de financiële medewerkers vanuit een centrale organisatie, de Serviceorganisatie, zal worden aangestuurd. Met de invoering van het SSC Financiën is daar al een start mee gemaakt voor wat betreft de financiële administratie. Benchmark en normering geven de richting aan op welke rollen versterking dan wel reductie plaats moet vinden en een opleidingsplan zorgt ervoor dat medewerkers de kennis, kunde en vaardigheden hebben die nodig zijn.
pagina 166 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
In het kader van het jaarrekeningtraject zijn 16 kritische verantwoordingsprocessen als uitgangspunt benoemd. Op elk van deze processen wordt actie ondernomen om vast te stellen of aanpassing aan de concernstandaard nodig is, een duidelijke procesbeschrijving aanwezig is, de regelgeving onder de loep genomen moet worden, IT-systemen het proces goed ondersteunen en voldoende beveiligd zijn, risico’s worden onderkend en beheerst en de kennis en kunde van medewerkers volstaan. De uitkomst van de herinrichting leidt tot een nieuw financieel verantwoordingsproces, tussentijds zowel als aan het einde van het jaar. De jaarrekening is daarvan het sluitstuk maar is niet het enige doel; ook in andere tussentijdse rapportages kan beter en sneller worden voorzien. De inrichting van een versterkte Concerncontrol heeft tot doel heldere kaders en richtlijnen te stellen. De toetsing en controle worden aangescherpt. De aanbevelingen die in dit verband door de Commissie Onderzoek van de Rekening zijn gedaan, worden meegenomen in de veranderaanpak De volgende moties zijn hieraan gerelateerd: – Motie Coşkun – Motie Voortgang controle jaarrekening (2010–610) – Motie Bruijn – Motie Renovatie financiële huishouding gemeente (2010–1794) Betaalgedrag van het concern Naar aanleiding van de motie Van der Waarde16 is verzocht om het betaalgedrag van de gemeente onder de loep te nemen en te streven naar een maximale betalingstermijn richting opdrachtnemers van 30 dagen en hierover te rapporteren. Begin 2009 was de gemiddelde betalingstermijn van het concern bijna 40 dagen. In de jaarstukken 2010 is aangegeven dat de gemiddelde betaaltermijn in het kalenderjaar 2010 verder is teruggebracht en binnen de norm van 30 dagen valt. Dit is ook over het jaar 2011 het geval, zoals blijkt uit de in 2011 uitgebrachte bestuursrapportages, nl. eerste bestuursrapportage gemiddeld 25 dagen en tweede bestuursrapportage gemiddeld 24 dagen.
16
Motie Van der Waarde – ‘Motie om het betaalgedrag van de gemeente Rotterdam te verbeteren’ (2008–3581).
Hoofdstuk 4 | Paragrafen | 4.7 Bedrijfsvoering | pagina 167
Hoofdstuk
5 pagina 168 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Jaarrekening
5.1
Inleiding
De jaarrekening bestaat uit de balans met toelichting en de programmarekening met toelichting. Daarnaast biedt de jaarrekening een overzicht van de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen opgenomen volgens het principe van ‘Single Information, Single Audit’ (SISA). Via de balans en de programmarekening wordt financiële verantwoording afgelegd over het in 2011 gevoerde beleid. In de SISA-verantwoording is de besteding van specifieke uitkeringen weergegeven ter verantwoording aan het Rijk.
5.2
Waarderingsgrondslagen en grondslagen voor resultaatbepaling
De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft.
5.2.1 Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden.
5.2.2 Algemene grondslagen voor consolidatie Onderlinge leveringen De programmarekening van de gemeente Rotterdam is opgesteld inclusief de onderlinge leveringen tussen gemeentelijke onderdelen. Dit betekent dat per beleidsmatige inspanning de baten en lasten vóór en na reservemutaties worden gepresenteerd inclusief de onderlinge leveringen. In bijlage 3 wordt per beleidsmatige inspanning inzicht gegeven in de netto-rekening. Dat wil zeggen dat de onderlinge leveringen zijn geëlimineerd. Foutherstel Waardering erfpachtgronden Tussen 2004 en 2010 is de gemeente Rotterdam doorgegaan met het afschrijven op tijdelijk in erfpacht uitgegeven gronden overeenkomstig hetgeen was opgenomen in de afschrijvingstabel in de toenmalige uitvoeringsregels activeren, waarderen en afschrijven bij de Regeling financiële huishouding 2006. Dit was naar achteraf bleek niet in overeenstemming met het BBV. Deze verwerkingswijze is gedurende deze periode uiteengezet in de (toelichtingen op de) balans. In 2011 is de waardering van de in tijdelijke erfpacht uitgegeven gronden in overeenstemming gebracht met de BBV-voorschriften. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 169
Dit foutherstel is verwerkt door het met terugwerkende kracht activeren van de erfpachtgronden in de balanspost ‘Gronden en terreinen in erfpacht’ en het opnemen van de reeds ontvangen toekomstige erfpachtgelden in de balanspost ‘Vooruitontvangen afkoopsommen erfpacht’ bij de vaste schulden op de balans. Aangezien het exploitatie-effect van dit foutherstel op de (begin)balans van de gemeenterekening 2011 zich beperkt tot per saldo € 7,703 mln en ten opzichte van balans- en exploitatietotaal zeer beperkt is, is geconcludeerd dat sprake is van niet-fundamenteel foutherstel, waardoor is volstaan met aanpassing van de balans naar de stand van 1 januari 2011.Het exploitatie-effect is verwerkt in de beleidsmatige inspanning Vastgoed. Bestemmingsreserves direct ten laste van de materiële vaste activa Tussen 2004 en 2010 heeft de gemeente Rotterdam bijdragen vanuit bestemmingsreserves rechtstreeks in mindering gebracht op materiële vaste activa met een economisch nut. Dit was naar achteraf bleek niet in overeenstemming met het BBV. In 2011 heeft de gemeente Rotterdam beoordeeld in hoeverre onttrekkingen aan de bestemmingsreserves in de periode 2004–2010, met name die uit de bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR), in strijd met het BBV rechtstreeks in mindering zijn gebracht op de materiële vaste activa. De uitkomst van deze analyse heeft geleid tot een foutherstel, hetgeen is verwerkt door het met terugwerkende kracht opnemen van investeringen onder de materiele vaste activa (€ 39,8 mln), het toevoegen aan de bestemmingsreserves IFR en Infrastructuur (€ 15,4 mln) en het verhogen van de vooruitontvangen bijdragen (€ 25,1 mln). Aangezien het exploitatie-effect van dit foutherstel op de (begin)balans van de gemeenterekening 2011 zich beperkt tot per saldo € 0,7 mln en ten opzichte van balans- en exploitatietotaal zeer beperkt is, is geconcludeerd dat sprake is van niet-fundamenteel foutherstel, waardoor is volstaan met aanpassing van de balans naar de stand van 1 januari 2011. Het exploitatie-effect is verwerkt in de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen. Baten en lasten voorgaande jaren Abusievelijk zijn in 2011 in beperkte mate facturen verwerkt die betrekking hebben op het voorgaande boekjaar. De hiermee gemoeide bedragen zijn niet materieel. Stelselwijziging De meerjarige investeringsprojecten niet zijnde grondexploitaties zijn vanaf 2011 niet meer gepresenteerd als onderdeel van de Voorraden, maar conform het BBV als materiële vaste activa in uitvoering (projecten) met maatschappelijk nut. Vergelijkende cijfers 2010 In de balans wordt de stand van de beginbalans 2011 gepresenteerd. Ten opzichte van de balans per 31 december 2010, opgenomen in de jaarstukken 2010, wijkt deze door de volgende oorzaken af: – verwerking van de resultaatbestemming 2010, – ontvlechting van de ‘kostenplaatsen’ Centrum en Pernis. In de raadvergadering van 15 december 2011 is namelijk het besluit genomen de balans van de Centrumraad en de Wijkraad voor Pernis met ingang van 2011 uit de stedelijke balans te ontvlechten. Daarnaast heeft in 2011 een uitgebreide analyse van de borgstellingen en garanties plaats gevonden. Om beter inzicht te geven in het risico dat de gemeente loopt en het bedrag waarover het risico gelopen wordt, is besloten in de buiten balanstelling onderscheid te maken tussen gewaarborgde geldleningen waarvoor de gemeente de achtervang is en directe borgstellingen en garanties aan natuurlijke en rechtspersonen. De vergelijkende cijfers over 2010 zijn hierop aangepast. In 2011 is de indeling van de Begroting gewijzigd. Was er tot en met 2010 nog sprake van een indeling naar Beleidsvelden vanaf 2011 is de Begroting ingedeeld naar Beleidsvelden en beleidsmatige inspanningen. De vergelijkende cijfers over 2010 zijn hierop aangepast.
5.2.3 Waarderingsgrondslagen Vaste activa Materiële vaste activa met economisch nut Materiële vaste activa met economisch nut zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. De afschrijving vindt volgens de gemeentelijke voorschriften plaats op basis van de geschatte economische levensduur en op lineaire basis. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. De ‘Bedrijfsgebouwen’ bestemd voor de verhuur worden niet lineair maar annuïtair afgeschreven naar gelang de verwachte levensduur met een maximum van 40 jaar. Hiervoor is vanaf 2010 gekozen, zodat de huuropbrengsten gelijk lopen met de kosten (afschrijving en rente). pagina 170 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Gehanteerde afschrijvingstermijnen in hoofdlijnen (in jaren) Gebouwen Infrastructuur Installaties Voer- en vaartuigen Hulpmateriaal
10-40 10-50 5-20 5-30 5-15
Voor een nadere specificatie van de afschrijvingstermijnen wordt verwezen naar de afschrijvingstabel zoals vermeld in de Uitvoeringsregels resultaat en vermogen, activeren en waarderen. De afschrijving start het jaar na ingebruikname van het actief. Voor de ‘Vervoermiddelen’ (lease-auto’s) geldt dat direct bij ingebruikname afschrijving plaats vindt. Dit houdt verband met het feit dat in de leasetermijnen (opbrengst) ook het afschrijvingsdeel is gedekt. Door deze systematiek zijn de afschrijvingskosten gelijk aan de dekking die in de leasetermijnen zit. Voor software geldt een afschrijvingstermijn van 5 jaar. De concernbrede bedrijfsvoeringsystemen hebben echter een langere afschrijvingstermijn van 10 jaar ,omdat zij door hun complexiteit niet binnen een termijn van 5 jaar buiten gebruik zullen worden gesteld. Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Materiële vaste activa met maatschappelijk nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreffende gebiedsontwikkeling worden zonder voorafgaande toestemming niet geactiveerd. Hiervoor is derhalve geen generieke afschrijvingstermijn bepaald. De afschrijvingstermijnen die gelden voor bruggen, tunnels, wegen, viaducten, sluizen, monumenten, kunst, kademuren en glooiingen zijn opgenomen in de afschrijvingstabel zoals vermeld in de Uitvoeringsregels resultaat en vermogen, activeren en waarderen. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Zonodig is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd als zij voldoen aan artikel 61 van de BBV. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met afschrijvingen. Afschrijving vindt plaats overeenkomstig de Uitvoeringsregels resultaat en vermogen, activeren en waarderen. De afschrijving start het jaar na ingebruikname van het actief.
Vlottende activa Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of lagere marktwaarde. De ‘Niet in exploitatie genomen bouwgronden’ zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs en vermeerderd met de vervaardingingskosten voor zover de totale boekwaarde niet hoger is dan de marktwaarde. De ‘Bouwgronden in exploitatie’ zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. De richtlijnen voor het nemen van winsten en verliezen uit de grondexploitaties zijn opgenomen in de grondslagen voor resultaatbepaling. Genomen resultaten zijn in de waardering verdisconteerd. Dit kan bij het verwachten van toekomstige verliezen leiden tot een negatieve stand van de activa, aangezien de verliesvoorziening verwerkt wordt als een correctiepost.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 171
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de boekwaarde van vorderingen verrekend. Liquide middelen De liquide middelen worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de algemene, bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming volgens de programmarekening. Bestemmingsreserves waarop sinds 3 jaar niet is gemuteerd vallen conform de ‘Kadernota accountantscontrole 2010–2013 vrij ten gunste van het resultaat. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen of verwachte verliezen of risico’s waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten op balansdatum of kan worden geschat. Verder worden de van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden opgenomen onder de voorzieningen. Uitzondering hierop vormden de van Europese en Nederlandse overheidslichamen verkregen middelen. Deze worden gepresenteerd bij de ‘Overlopende passiva overheidsmiddelen’. De voorzieningen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders is echter tegen de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd. Voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (bijvoorbeeld reorganisaties) dient wel een verplichting opgenomen te worden. Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Borg- en Garantstellingen
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten opgenomen.
5.2.4 Grondslagen voor resultaatbepaling Baten en lasten In de programmarekening worden de baten en lasten per beleidsmatige inspanning gepresenteerd vóór en na werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. Personeelslasten Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume, worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Dividend Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt en hiermee opeisbaar is.
pagina 172 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Resultaatneming grondexploitaties Winstnemingen grondexploitaties Voorwaarden voor winst nemen – Indien een plan voor minimaal 70% van de begrote kosten en 70% van de begrote opbrengsten is gerealiseerd wordt beoordeeld of winst kan worden genomen en zo ja, hoeveel. – Er wordt alleen winst genomen als de geboekte opbrengsten de geboekte kosten overstijgen. De te nemen winst is maximaal gelijk aan de (negatieve) stand van de boekwaarde. Berekenen van de te nemen winst – Als het realisatiepercentage groter is dan 70% wordt maximaal dit percentage van het plansaldo als winst genomen. Hierop wordt uit voorzichtigheid eerst nog een voorziening in mindering gebracht van 20% voor de nog te realiseren kosten en opbrengsten. – In individuele gevallen kan op basis van planspecifieke omstandigheden hierop beargumenteerd worden afgeweken. Verliesnemingen grondexploitaties Verliesneming op bouwgronden in exploitatie (BIE) – Bij projecten met een verwacht negatief resultaat wordt verlies genomen, tenzij: 1. Vermijdbaarheid van kosten nog reëel is en kan worden aangetoond. 2. Deze kosten nog direct beïnvloedbaar zijn door de projectorganisatie zelf (door aanpassing van de uitgangspunten van het plan). 3. Door het projectteam aan een optimalisatie van het plan en de grondexploitatie wordt gewerkt. 4. Het plan nog een lange looptijd heeft (minimaal 7 jaar) en het verlies niet groter is dan 10% van de nog te realiseren kosten. – Ten aanzien van de punten 1 t/m 3 moet het verlies in maximaal één jaar zijn weggewerkt (door optimalisatie of verliesneming). – Onvermijdbare verliezen worden verwerkt in het plan. Voor waarschijnlijke, maar qua financiële omvang onzekere verliezen (afhankelijk van toekomstige economische ontwikkelingen) wordt een voorziening getroffen. Verliesneming op niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) worden gewaardeerd tegen de marktwaarde indien deze lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het verschil wordt dan als verlies genomen. Erfpacht De vooruitontvangen afkoopsommen bij tijdelijk in erfpacht uitgegeven gronden vallen vrij ten gunste van het resultaat naar gelang de looptijd van het erfpachtcontract. Voor de erfpachtcontracten die onderdeel uitmaken van het foutherstel is de periode van vrijval gesteld op 50 jaar. Gebruik van schattingen Bij het opstellen van de jaarrekening doet het College van Burgemeester en Wethouders schattingen en veronderstellingen die medebepalend zijn voor de opgenomen bedragen. Dit gebeurt in overeenstemming met algemeen geldende grondslagen.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 173
5.3
Balans per 31 december 2011 Alle bedragen zijn x € 1.000, tenzij anders is vermeld
Vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
31–12–2011
01–01–2011
2.067.843 210.447
1.924.553 134.151
2.278.290
2.058.704
373.861 1.014.211 81.519 1.469.591 3.747.881
372.139 1.422.518 64.443 1.859.100 3.917.804
-152.167 383.744 8.924 187.713 428.214
-137.787 398.814 12.880 249.318 523.225
4.176.095
4.441.029
31-12-2011
01-01-2011
11.753 1.015.546 -42.108 985.191
18.306 1.028.997 0 1.047.303
Voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Totaal vaste passiva
67.567 2.042.025 3.094.783
88.328 1.910.283 3.045.914
Vlottende passiva Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Overlopende passiva Totaal vlottende passiva
469.502 611.810 1.081.312
747.294 647.821 1.395.115
TOTAAL PASSIVA
4.176.095
4.441.029
13.691.138 128.945 289.285
11.914.003 133.582 180.764
Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen Leningen Overige financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Liquide middelen Overlopende activa Totaal vlottende activa TOTAAL ACTIVA Vaste passiva Eigen Vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Resultaat na reserveringen
Buiten balanstelling Gewaarborgde geldleningen achtervang WSW/WEW Hypotheekgaranties (50% contragarantie rijk) Overige borgstellingen en garanties ten behoeve van natuurlijke en rechtspersonen
pagina 174 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.4
Toelichting op de balans per 31 december 2011
In de balans wordt de stand van de beginbalans 2011 gepresenteerd. Ten opzichte van de balans per 31 december 2010, opgenomen in de jaarstukken 2010, wijkt deze door de volgende oorzaken af: – Verwerking van de resultaatbestemming 2010. Dit heeft geleid tot een herlabeling van bedragen binnen het Eigen vermogen. – Ontvlechting van de ‘kostenplaatsen’ Centrum en Pernis, voornamelijk overheveling van reserves en liquide middelen. In de raadvergadering van 15 december 2011 is namelijk het besluit genomen de balans van de Centrumraad en de Wijkraad voor Pernis met ingang van 2011 uit de stedelijke balans te ontvlechten. De correcties in de beginbalans zijn in totalen: Correcties beginbalans
31–12–2010
Vaste activa Vlottende activa TOTAAL ACTIVA
3.917.804 523.535 4.441.339
Ontvlechting Centrum en Pernis 0 -310 -310
Eigen vermogen Voorzieningen Vaste schulden Vlottende passiva TOTAAL PASSIVA
1.058.720 88.397 1.910.283 1.383.939 4.441.339
-11.417 -69 0 11.176 -310
01–01–2011
1.047.303 88.328 1.910.283 1.395.115 4.441.029
3.917.804 523.225 4.441.029
De vergelijkende cijfers in de toelichting op de balans zijn niet voor alle posten beschikbaar als gevolg van een herziene indeling. Dit geldt met name voor de vlottende activa en passiva. Deze herziene indeling is vanaf 2011 gemaakt om het inzicht te vergroten.
5.4.1
Materiële vaste activa 01–01–2011
Investeringen met een economisch nut Gronden en Terreinen 228 Gronden en terreinen in erfpacht 268.951 Bedrijfsgebouwen 1.209.254 Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken 50.207 Vervoermiddelen 82.968 Machines, apparaten en installaties 86.179 Overige materiele vaste activa 73.852 Materiele vaste activa in uitvoering (projecten) 152.914 Totaal investeringen met een economisch nut 1.924.553
Correctie/ overboeking
Investering
Desinvestering
Afschrijving
Bijdrage van derden
Duurzame waardevermindering
31–12–2011
0
126
27
7
0
0
320
100.199 101.132
1.500 14.349
16.982 10.561
0 50.288
0 4.368
0 0
353.668 1.259.518
0 0
8.928 24.703
1.668 2.839
2.339 22.072
0 0
0 0
55.128 82.760
0
21.093
2.817
19.560
0
0
84.895
2.616
6.368
249
11.950
0
0
70.637
-76.660
138.702
21.131
2.511
28.517
1.880
160.917
127.287
215.769
56.274
108.727
32.885
1.880
2.067.843
0
41
0
0
2.358
17.749
12.818
0
0
173.948
46.984
0
20.647
0
34.141
64.733
12.859
20.647
0
210.447
121.007
121.586
53.532
1.880
2.278.290
Investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut Gronden en Terreinen 0 0 2.399 Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken 134.151 34.692 35.672 Materiele vaste activa in uitvoering (projecten) 0 16.066 85.706 Totaal investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut 134.151 50.758 123.777 Totaal materiële vaste activa
2.058.704
178.045
339.546
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 175
Investeringen met een economisch nut Gronden en terreinen in erfpacht Tot en met 2010 zijn de in tijdelijke erfpacht uitgegeven gronden gewaardeerd tegen de opbrengstwaarde bij uitgifte verminderd met de afschrijvingen. In 2011 heeft een foutherstel plaats gevonden waarmee de afschrijvingen die in het verleden ten onrechte zijn gedaan zijn teruggedraaid voor € 100 mln. Vanaf 2011 vindt afschrijving op de in erfpacht uitgegeven gronden niet meer plaats. Daarnaast is in verband met de verkoop van erfpachtrechten en de uitgifte in eeuwigdurende erfpacht over 2011 voor een bedrag van € 17 mln gedesinvesteerd. Bedrijfsgebouwen Deze post betreft de vastgoedportefeuille, die in permanent beheer is van de gemeente. De portefeuille bestaat uit Maatschappeljjk Vastgoed, Commercieel Vastgoed en Bijzonder Vastgoed. Het vastgoed dat is bestemd voor de verkoop wordt verantwoord onder de voorraden. Voor een bedrag van € 80 mln is overgeboekt vanuit de post ‘Materiële vaste activa in uitvoering (projecten)’ en voor € 21 mln vanuit de post ‘Voorraden’, in verband met ingebruikname. Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken Het betreft de investeringen in riolering en gemalen. Vervoermiddelen De vervoersmiddelen betreffen de voertuigen in eigen beheer. Het betreft hier zowel gemeentelijke voertuigen, waaronder afvalinzamelwagens en overige voertuigen voor externe klanten. De voertuigen worden na afloop van de leaseperiode vervangen. Er is een continue stroom van vervanging. Dit maakt dat de balanswaarde nagenoeg constant is. Machines, apparaten en installaties Het betreft voornamelijk investeringen in het plaatsen en vervangen van onderlossende containers (afvalinzameling) en harden software. Overige materiele vaste activa Het betreft onder andere in langlopende bedrijfsvoeringssystemen. Materiele vaste activa in uitvoering (projecten) Deze post bevat de materiële vaste activa (projecten) die nog niet in gebruik zijn genomen. Voor een bedrag van € 80 mln is overgeboekt naar de post ‘Bedrijfsgebouwen’ in verband met ingebruikname. De bijdragen van derden zijn ontvangen voor een groot aantal vastgoedontwikkelingsprojecten. De belangrijkste bijdragen van derden zijn ontvangen voor de projecten Inrichting Hal Rdam CS (€ 10,3 mln), Transferium Kralingse Zoom (€ 5,8 mln), Parkeergarage Hoogvliet Stadshart (€ 1,9 mln), Erasmus University College (€ 1,8 mln), Parkeergarage Beverwaard (€ 1,7 mln) en Fort Hoek van Holland (1,1 mln). Investeringen in de openbare ruimten met een maatschappelijk nut Grond-, weg-, en waterbouwkundige werken Het betreft investeringen in verkeersinstallaties en infrastructuur. De correctie houdt verband met het foutherstel van bestemmingsreserves die direct ten laste van de materiële vaste activa zijn gebracht. De post is met een bedrag van € 35 mln verhoogd. Materiele vaste activa in uitvoering (projecten) Deze post bevat de materiële vaste activa (projecten) die nog niet in gebruik zijn genomen. Vanaf 2011 worden de meerjarige investeringsprojecten niet zijnde grondexploitaties gepresenteerd als materiële vaste activa in uitvoering (projecten). Een correctie van -€ 2 mln heeft betrekking op de overheveling van de post ‘Voorraden’, Onderhanden werk. Daarnaast is er € 17 mln overgeboekt naar deze post vanuit de Bouwgronden in exploitatie. De bijdragen van derden zijn ontvangen voor de projecten Rotterdam CS (€ 19,3 mln) en Aquarel (€ 1,3 mln).
pagina 176 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.4.2
Financiële vaste activa 01–01–2011
Kapitaalverstrekkingen aan: Deelnemingen Overige verbonden partijen Totaal kapitaalverstrekkingen Leningen aan: Woningbouwcorporaties Deelnemingen Overige verbonden partijen Totaal leningen Overige financiële vaste activa Overige langlopende leningen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal overige financiële vaste activa Totaal financiële vaste activa
351.219 20.920 372.139
301.864 1.110.693 9.961 1.422.518
Correctie/ overboeking
VermeerReguliere dering vermindering
Buitengewone vermindering
31–12–2011
-2.616 -2.616
16.844 284 17.127
0 1.651 1.651
11.139 0 11.139
356.924 16.937 373.861
0
0 43.500 0 43.500
52.275 164.063 344 216.682
0 235.125 0 235.125
249.589 755.005 9.617 1.014.211
20.718
5.278
124
92
25.780
29.367
2.500
244
0
31.623
14.358
10.050
292
0
24.116
64.443
0
17.828
660
92
81.519
1.859.100
-2.616
78.455
218.993
246.356
1.469.590
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen Het betreft voornamelijk de kapitaalverstrekking aan het Havenbedrijf Rotterdam NV van € 327 mln. In 2011 is er voor € 15,6 mln geïnvesteerd in het Warmtebedrijf. Warmtebedrijf Exploitatie NV heeft als doel de handel in warmte en het exploiteren van de infrastructuur behorend tot een warmtetransportsysteem in het kader van CO2-beperking. De totale kapitaalverstrekking aan de deelneming Warmtebedrijf bedraagt per ultimo 2011 € 20 mln. Daarnaast is in 2011 de deelneming Consortium Beursplein verkocht. Hierdoor is de post met € 11 mln verlaagd. Kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen Het betreft voor het grootste deel (€ 17 mln) de kapitaalverstrekking aan voormalige gemeentelijke (kunst)instellingen. Leningen aan woningcorporaties Tot begin jaren ‘90 heeft de gemeente leningen verstrekt aan woningcorporaties ten behoeve van de bouw en renovatie van woningen. Op deze leningen betalen de woningcorporaties jaarlijks rente en aflossing. De mutatie van de post heeft betrekking op de aflossing. Leningen aan deelnemingen Op 1 januari 2004 is er bij de verzelfstandiging van het Gemeentelijk Havenbedrijf Rotterdam voor een totaalbedrag van € 1,2 mld aan interne kapitaalverstrekking omgezet in externe geldleningen aan Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR). HbR heeft in 2011 de achtergestelde leningen afgekocht. De restantschuld van de leningen bedraagt per 31–12–2011 € 184,7 mln. Per 1 januari 2007 is het gemeentelijke vervoerbedrijf RET verzelfstandigd en is de interne kapitaalverstrekking omgezet in externe geldleningen aan de RET Infrastructuur BV en de RET Railgebonden Voertuigen BV. Per ultimo 2010 bedroeg de restantschuld circa 600 mln. In 2011 is aan beide BV’s een aanvullende lening verstrekt, € 25 mln aan RET Infrastructuur BV en € 18,5 mln aan de RET Railgebonden Voertuigen BV. De restantschuld van de leningen bedraagt per 31–12–2011 voor RET Infrastructuur BV € 203 mln en voor de RET Railgebonden Voertuigen BV € 366 mln. Overige langlopende leningen De vermeerdering betreft onder andere leningen aan sportverenigingen, sport- en welzijnsorganisaties om investeringen te kunnen financieren. In 2011 bijvoorbeeld voor de nieuwbouw van het CHIO van € 2 mln. Daarnaast bevat het saldo van de post een lening aan het Warmtebedrijf van € 5,7 mln, waarop ten opzichte van 2010 geen mutatie heeft plaats gevonden, en aan derden verstrekte leningen via het Rotterdams Restauratie Fonds en het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 177
Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Het betreft voor een bedrag van € 25,3 mln een belegging van de voormalige gemeente Rozenburg. die conform de gemeentelijke regelgeving is overgenomen door de gemeente Rotterdam. Ten opzichte van 2010 heeft er geen mutatie plaats gevonden. Daarnaast betreft het leningen aan derden inzake schuldhulpverlening. Bijdragen aan activa in eigendom van derden Het betreft voor een bedrag van € 24 mln de gemeentelijke bijdrage aan de RET in het kader van het project Randstadrail. Het project is eind 2011 in gebruik genomen.
5.4.3 Voorraden 01–01–2011
Grond- en hulpstoffen Niet in exploitatie genomen bouwgronden Grond- en hulpstoffen Totaal grond- en hulpstoffen
Correctie/ Investering Desoverboeinvestering king
WaardeBijdrage verminde- van derden ring
Genomen 31–12–2011 resultaat
3.428 1.920
7.610 0
20.840 29
7.312 0
0 0
0 0
-73 0
24.493 1.949
5.348
7.610
20.869
7.312
0
0
-73
26.442
81.034 0
0 0
19.740 0
-17.246 0
-178.040 -7.798
81.034
0
19.740
-17.246
-185.838
13.498
3.442
0
0
7.358
0 101.844
0 3.442
0 19.740
0 -17.319
-129 -152.167
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Bouwgronden in exploitatie -171.817 -28.083 139.880 Onderhanden werk -12.280 2.044 2.438 Totaal onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie -184.097 -26.039 142.318 Gereed product en handelsgoederen 41.091 -16.923 130 Voorziening incourante goederen -129 0 0 Totaal voorraden -137.787 -35.352 163.317
Niet in exploitatie genomen bouwgronden In 2011 is voor een bedrag van € 11 mln overgeboekt vanuit de Bouwgronden in exploitatie in verband met kodewijziging. Daarnaast is voor € 4 mln overgeboekt naar de post ‘Bedrijfsgebouwen’. De waardering van de niet in exploitatie genomen gronden heeft geleid tot een zeer beperkte resultaatneming. Voor een specificatie van de winst- en verliesnemingen en de getroffen voorzieningen wordt verwezen naar de financiële toelichting van de beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling. Bouwgronden in exploitatie De overboeking heeft betrekking op overheveling naar de Niet in exploitatie genomen bouwgronden (€ 11 mln) en voor € 17 mln overboeking naar de post ‘Materiële vaste activa in uitvoering (projecten)’. De waardering van de bouwgronden in exploitatie heeft geleid tot een resultaatneming van € 17 mln. Voor een specificatie van de winst- en verliesnemingen en de getroffen voorzieningen wordt verwezen naar de financiële toelichting van de beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling.De bijdragen van derden zijn ontvangen voor een twintigtal grondexploitaties. De grootste bijdragen zijn ontvangen voor de grondexploitaties Revitalisering bedrijventerrein Hordijk (€ 4,4 mln), Revitalisering bedrijventerrein Spaanse Polder (€ 3,8 mln) en het Motorstraatgebied ( € 2,2 mln). Onderhanden werk In verband met de gewijzigde presentatie van de meerjarige investeringsprojecten niet zijnde grondexploitaties heeft een correctie van € 2 mln plaats gevonden naar de Materiele vaste activa in uitvoering (projecten), maatschappelijk nut. Gereed product en handelsgoederen Voor een bedrag van € 17 mln is overgeheveld naar de post ‘Bedrijfsgebouwen’.
pagina 178 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.4.4 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
01–01–2011 Vorderingen op openbare lichamen Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen Overige vorderingen Totaal uitzettingen
147.948 11.037 239.829 398.814
Nominaal bedrag 158.785 8.243 347.060 514.088
Voorziening oninbaarheid
-130.344 -130.344
31–12–2011 158.785 8.243 216.716 383.744
Vorderingen op openbare lichamen De vorderingen openbare lichamen bestaat voornamelijk (€ 94,2 mln) uit een vordering op het Ministerie van Financiën in het kader van het BTW compensatiefonds. Vorderingen op deelgemeenten belopen een bedrag van € 56,0 mln. Deze vordering betreffen met name gefactureerde werkzaamheden in de buitenruimte voor deelgemeenten. Rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen De post rekening-courant verhoudingen met niet-financiële instellingen heeft grotendeels, voor een bedrag van € 7,1 mln, betrekking op het RRF (Rotterdams Restauratie Fonds) en het SVN (Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten). Overige vorderingen Onder de balanspost overige vorderingen is een grote verscheidenheid aan vorderingen opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten. Belastingaanslagen Bijstandvorderingen Huren en exploitatiekosten Erfpachten Parkeerboetes Bedrijfsreinigingsrecht Overige vorderingen kleiner dan € 5 mln Totaal
31–02–2011 65.472 45.173 23.388 10.722 10.392 6.375 55.194 216.716
–
Opgelegde gemeentelijke belastingaanslagen van € 65,5 mln betreffen aanslagen van € 81,2 mln minus een voorziening die is gevormd van € 15,8 mln voor oninbaarheid. De voorziening voor oninbaarheid inzake gemeentebelastingen wordt gevormd op basis van analyse van de openstaande vorderingen en beoordeling van historische cijfers omtrent de ontwikkeling van het oninbaarheidspercentage voor de verschillende producten en belastingjaren. Het doel is om de voorziening op het niveau te handhaven dat nodig wordt geacht op basis van de verrichte analyses.
–
Bijstandsvorderingen van € 45,2 mln. De uitstaande bijstandsvorderingen bedragen totaal € 127,7 mln. Van dit bedrag is € 82,6 mln als oninbaar voorzien. Ter bepaling van de voorziening inzake vorderingen op bijstandsgerechtigden wordt de volgende methodiek gehanteerd. Vorderingen zijn per jaar gerubriceerd. Voor vorderingen die in enig jaar zijn ontstaan is op basis van de gerealiseerde ontvangsten een logaritmische berekening gemaakt naar de te verwachten ontvangst over een termijn van 10 jaar. Voor oudere vorderingen is een realistische inschatting gemaakt op basis van het historische verloop. Bij vorderingen uit een recenter jaar kan minder gesteund worden op historische gegevens. Na een inningsperiode van 10 jaar kunnen vorderingen nog inbaar zijn. De inschatting van het te verwachten bedrag dat geínd kan worden is bepaald aan de hand van logaritmisch programmeren waarbij voor periode van 10 jaar rekening is gehouden met de inning van het volledige bedrag en de periode erna voor 50% is ingeschat. De keuze voor 50% heeft te maken met het feit dat vanaf 10 jaar de vordering kan worden kwijtgescholden, de keuze voor 50% kan nog niet worden onderbouwd met historische gegevens.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 179
5.4.5 Liquide middelen Het betreft de kas- en banksaldi. Kasgelden bestaan uit chartaal geld en andere waardepapieren zoals vervoersbewijzen. 01–01–2011 184 0 12.696 12.880
Kas Kruisposten Bank Totaal liquide middelen Bank ING
31–12–2011 403 410 8.111 8.924 31–12–2011 8.111
5.4.6 Overlopende activa Nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Vooruitbetaalde en nog te ontvangen bedragen Totaal overlopende activa
01–01–2011
31–12–2011
32.668 216.650 249.318
30.791 156.922 187.713
Nog van Europese en Nederlandse overheidslichamen te ontvangen voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Kansen voor West (OBR en ECO) Subsidie ESF aanvragen (SZW) Subsidie Wet Inburgering Nieuwkomers (SZW) Kansen voor Rotterdam (OBR) Min I&M, brede doeluitkering wegen (KP ORM) Regio gemeenten (GGD) Nog te ontvangen van het Rijk inzake aanpak onwillige jongeren over de jaren 2007 t/m 2010 (JOS) Overige gemeenten (GGD) Pensioen Rozenburg (BSD) Rijkswaterstaat Zuid Holland (KPBG) Stadsregio (KPBG) Nog te ontvangen van het Rijk inzake Pilot Campus 2011 (JOS) Hoogheemraadschap (KPBG) Capelle a/d IJssel, bijdrage wegen (KP ORM) Nog te ontvangen van het Rijk inzake Geestelijke bedienaren (JOS) Urban II Nieuw-voor-Noord (OBR) Gemeente Schiedam (KPBG) Senternovem (GAR) Deelgemeente Prins Alexander (DSV) Deelgemeente Overschie (DSV) Deelgemeente Noord (DSV) Deelgemeente Charlois (DSV) Deelgemeente Delfshaven (DSV) Deelgemeente Feijenoord (DSV) Deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek (DSV) Deelgemeente Hoek van Holland (DSV) Deelgemeente Hoogvliet (DSV) Deelgemeente IJsselmonde (DSV) Deelgemeente Kralingen Crooswijk (DSV) Rijkswaterstaat Zuid-Holland (DSV) Stadsregio (DSV) Rijksdienst v.h. wegverkeer, exceptionele (KP ORM) HHS Delfland, subsidie IBA’s (KP ORM)
01–01–2011 3.443 4.875 9.739 1.080 5.459 1.363
Toevoeging 50.186 4.946 0 6.803 236 0
Onttrekking 37.952 651 9.739 6.022 5.459 259
31–12–2011 15.677 9.170 0 1.861 236 1.104
971 416 0 67 3.408 0 0 0 0 142 0 37 107 -18 56 146 110 171 -43 180 88 -2 235 42 81 77 167
0 377 352 133 0 122 62 52 14 -72 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 3.246 0 0 0 0 60 0 37 107 -18 56 146 110 171 -43 180 88 -2 235 42 81 77 167
971 793 352 198 162 122 62 52 14 10 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vervolg tabel zie volgende pagina pagina 180 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Deelgemeente Rozenburg, afrekening riool (KP ORM) Min M&I, Wbb bedrijvenregeling (KP ORM) ISV-3, bodemsanering (KP ORM) Nog te ontvangen van het Rijk inzake tijdelijke stimuleringsregeling leren en werken 2009-2010 (JOS) Centrumraad Rotterdam (KPBG) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (KPBG) Totaal
01–01–2011 18 168 54
Toevoeging 0 0 0
Onttrekking 18 168 54
31–12–2011 0 0 0
194 -210 47 32.668
0 210 0 63.427
194 0 47 65.303
0 0 0 30.791
Kansen voor West/Kansen voor Rotterdam Inleiding In Nederland lopen vier Europese structuurfondsenprogramma’s tussen 2007–2013. Het college van B&W van Rotterdam is managementautoriteit van één van deze programma’s, “Kansen voor West”. Dit programma is een samenwerking van de G4 en de vier Randstadprovincies. Tevens heeft het college van Rotterdam verantwoording voor haar eigen programmadeel “Kansen voor Rotterdam”. Voor de versterking van de economische en sociale cohesie stelt de EC € 310,6 mln uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) beschikbaar. Aanvullend heeft het rijk € 81,6 mln aan extra cofinanciering beschikbaar gesteld. Met de overige cofinanciering komt het totale budget hiermee op ruim € 850 mln. Voor de toepassing van middelen wordt streng gekeken naar de cofinanciering, het behalen van Lissabon doelstellingen en inhoudelijke indicatoren. Verantwoording van uitgaven in het programma is in lijn met verordening EC 1083/2006, en loopt via de managementautoriteit, de certificeringsautoriteit en auditautoriteit. Dit is verder uitgewerkt in het Beheer- en controlesysteem. De managementautoriteit beoordeelt en accepteert uitgaven volgens de daarvoor geldende regelgeving. De certificeringsautoriteit certificeert de door de managementautoriteit geaccepteerde uitgaven op subsidiabiliteit, en stuurt deze gecertificeerde uitgaven vervolgens naar de EC. Kansen voor Rotterdam Kansen voor Rotterdam kan aanspraak maken op ongeveer € 50 mln EFRO en € 8 mln van de rijksmiddelen. Voor de directe middelen van Kansen voor Rotterdam worden de taken en verantwoordelijkheden ook doorgedelegeerd aan het college van B&W van Rotterdam. Subsidie Wet Inburgering Nieuwkomers Het betreft hier om rijkssubsidie die is verstrekt als vergoeding voor het uitvoeren van trajecten t.b.v. inburgering nieuwkomers. Min I&M, brede doeluitkering wegen Per 1 januari 2005 is de Wet Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU) in werking getreden. Het doel van de BDU is het op regionaal niveau uitvoeren van verkeers- en vervoersbeleid. Via de Stadsregio Rotterdam wordt subsidie verstrekt voor het verbeteren van de verkeersveiligheid. In 2011 heeft de afwikkeling plaats gevonden van verleende subsidies uit voorgaande jaren. Van enkele beschikkingen vindt de afwikkeling plaats in 2012. Doelstelling 2 Het programma Doestelling 2 hielp steden projecten uit te voeren in de jaren 2000–2006. Deze projecten kwamen ten goede aan de economische versterking van steden. De eindafrekening van het programma Doelstelling 2 is in 2011 vastgesteld. De definitieve afrekening zal in 2012 plaatsvinden. Vooruitbetaalde en nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Totaal vooruitbetaalde en nog te ontvangen bedragen
31–12–2011 25.060 131.862 156.922
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 181
De volgende detaillering geeft nader inzicht in de samenstelling hiervan: Vooruitbetaalde bedragen Vooruitbetaalde huren Vooruitbetaald aan schoolbesturen inzake meerjarenonderhoudsplannen Contributie Veiligheidsregio Rotterdam Overige vooruitbetaalde bedragen kleiner dan 5 mln Totaal
31-12-2011 7.926 5.301 5.267 6.566 25.060
Nog te ontvangen bedragen Te ontvangen rente en aflossing Gemeentebelastingen Te verrekenen BTW Projectensaldi Te factureren erfpacht Terug te vorderen / te ontvangen subsidies Nog te factureren aan deelgemeenten Overige nog te ontvangen bedragen kleiner dan 5 mln Totaal
31–12–2011 25.248 22.206 17.091 8.720 7.627 6.772 5.247 38.951 131.862
– Te ontvangen rente en aflossing heeft grotendeels betrekking op de te ontvangen rente en aflossing op leningen met een vervaldatum 31 december 2011, welke in 2012 zijn ontvangen. – Gemeentebelastingen betreft de ramingen van nog op te leggen aanslagen. Als gevolg van de inhaalslag die in 2011 is geweest op het versneld opleggen en definitief maken van aanslagen voor de nog openstaande belastingjaren zijn de ramingen van nog op te leggen aanslagen van nagenoeg alle belastingen ten opzichte van 2010 sterk afgenomen. – De te verrekenen BTW is voor het grootste deel betaalde BTW op projecten die nog in rekening gebracht wordt aan opdrachtgevers. – Projectensaldi betreffen debetsaldi van lopende projecten. Dit hangt samen met de balanspost materiële vaste activa (projecten) maatschappelijk nut. – Te factureren erfpacht heeft betrekking op opbrengsten Erfpacht 2011 die in januari 2012 zijn verwerkt. – Terug te vorderen/ te ontvangen subsidies betreffen aan derden verstrekte subsidies die teruggevorderd worden. – Nog te factureren aan deelgemeenten betreffen eindfacturen aan deelgemeenten van verrichte prestaties in 2011 die nog niet gefactureerd zijn.
5.4.7 Eigen Vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve, bestemmingsreserves en het resultaat na bestemming volgens de programmarekening (saldo van de rekening). Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves Saldo van de rekening Totaal
31–12–2010
Mutatie
01–01–2011
98.491 1.018.605 -58.376 1.058.720
-80.185 10.392 58.376 -11.417
18.306 1.028.997 0 1.047.303
Correctie/ overboeking
Toevoeging
Onttrekking
31–12–2011
15.381
14.286 112.891
20.839 141.723
15.381
127.177
162.562
11.753 1.015.546 -42.108 985.191
De mutatie die tussen 31–12–2010 en 01–01–2011 is doorgevoerd heeft betrekking op: – de overdracht van de reserves (€ 11.417) in verband met de ontvlechting van de ‘kostenplaatsen’ Centrum en Pernis. Het raadsbesluit hiertoe is op 15 december 2011 genomen, – het ten laste van de algemene reserve brengen van het resultaat na reserveringen van 2010, – de vorming van bestemmingsreserves ten laste de algemene reserve (in totaal € 20.136). Algemene reserve De algemene reserve is bedoeld als buffer voor tegenvallers. Dit zijn de vrij aanwendbare middelen die worden ingezet voor het concern wanneer zich onvoorziene financiële risico’s voordoen. De algemene reserve maakt onderdeel uit van de weerstandscapaciteit. Voor het totale overzicht van de weerstandscapaciteit wordt verwezen naar hoofdstuk 4, paragraaf Weerstandsvermogen.
pagina 182 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves zijn reserves waaraan door de raad een specifieke bestemming is gegeven. De toevoegingen en onttrekkingen zijn geoorloofd voor zover de raad hiertoe heeft besloten. Onttrekkingen zijn daarnaast uitsluitend toegestaan als dit past binnen het specifieke doel van de reserve. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) Bestemmingsreserve Infrastructuur Financieringsreserve Bestemmingsreserve Risicoreserve WWB Bestemmingsreserve Parkeerfonds (ns) Bestemmingsreserve ISV-3 Bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie Bestemmingsreserve Riolen en rioolgemalen Bestemmingsreserve RECP Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds Bestemmingsreserve Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed Bestemmingsreserve Rotterdam Climate Initiative Bestemmingsreserve Fysieke woonvoorziening maatschappelijke opvang Bestemmingsreserve Verkeer & Vervoer 2011 Bestemmingsreserve Bommenregeling Bestemmingsreserve Ahoy en Markthal Bestemmingsreserve Masterplan Dienstverlening Bestemmingsreserve PVA MO/ Overdracht van SoZaWe Bestemmingsreserve Ontwikkeling SSC’s Bestemmingsreserve Groeifonds Bestemmingsreserve Combinatiefuncties Bestemmingsreserve Impuls WWI Bestemmingsreserve Onderwijsgebouwen Rozenburg Bestemmingsreserve Intensiveringen OBR Bestemmingsreserve Uitbreiding begraafplaats Rozenburg Bestemmingsreserve innovatiefonds Bestemmingsreserve Kralingse Plas Bestemmingsreserve Voeding en Beweging Bestemmingsreserve Uitbreiding cameratoezicht Bestemmingsreserve RCP Groene Daken Bestemmingsreserve Cultuurparticipatie Bestemmingsreserve Werkplan Integriteit Bestemmingsreserve C2000-systeem Bestemmingsreserve Rekenkamer Bestemmingsreserve Deltaplus Bestemmingsreserve Ombudsman Bestemmingsreserve Korte klappe Bestemmingsreserve Verbouwing Stadhuis Bestemmingsreserve Ombudsman derdengelden Bestemmingsreserve Eurogames Bestemmingsreserve Klokkenluidersregeling Bestemmingsreserve Actualisatie B+I 2010 Bestemmingsreserve Allemaal mensenwerk Bestemmingsreserve Antillianenbeleid Bestemmingsreserve CED-activiteiten Bestemmingsreserve Deelgemeentelijke middelen Bestemmingsreserve Fit 4 Work Bestemmingsreserve Fonds Stadsverfraaiing Bestemmingsreserve Fort Hoek van Holland Bestemmingsreserve Frictiekosten opheffing Marktwezen
01–01–2011 646.042 134.129 74.890 0 35.067 0 28.806 0 14.856 9.650 9.792 0 7.038 8.186 0 1.500 2.000 4.215 4.143 1.298 2.699 1.457 0 1.309 7.140 628 2.138 847 714 1.146 323 385 300 2.650 143 488 88 172 733 20 465 10 4.500 25 570 906 25 965 202 1.259 199
Correctie / overboeking -51.219 10.300 56.300
Toevoeging
Onttrekking
31–12–2011
22.000 0 22.338 0 7.700 27.949 0 17.500 0 0 0 5.278 0 0
58.636 0 0 0 11.183 0 2.250 3.137 5.000 181 4.068 0 1.991 3.392
558.187 144.429 97.228 56.300 31.584 27.949 26.556 14.363 9.856 9.469 5.724 5.278 5.047 4.794
3.540 5.700 0 0 0 0 0 0 684 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 202 0 0
0 5.173 0 2.567 3.143 313 1.724 597 0 683 6.528 32 1.638 389 305 819 0 87 111 2.473 0 356 0 98 666 0 448 0 4.500 25 570 906 25 965 404 1.259 199
3.540 2.027 2.000 1.648 1.000 985 975 860 684 626 612 596 500 458 409 327 323 298 189 177 143 132 88 74 67 20 17 10 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 183
Vervolg tabel vorige pagina
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve Implementatie Masterplan Dienstverlening Bestemmingsreserve Innovatiefonds WMO Bestemmingsreserve Jeugdwerkloosheid Bestemmingsreserve Kansenzones Bestemmingsreserve Marokkanenbeleid Bestemmingsreserve Nieuwbouw en Verbetering Bestemmingsreserve Nieuwe wet RO Bestemmingsreserve Onderhoud en vervanging Wijkbibliotheken Bestemmingsreserve Ouderenbeleid Bestemmingsreserve Plan van aanpak kredietcrisis Bestemmingsreserve Pooierboys Bestemmingsreserve Proef gratis openbaarvervoer 65-plussers Bestemmingsreserve Programma Sociaal Bestemmingsreserve Project Brandgrens Bestemmingsreserve Reguliere exploitatie SSC Bestemmingsreserve Revitalisering winkelgebieden Bestemmingsreserve Rotterdam fietst Bestemmingsreserve Sociaal Raadslieden Rotterdam Bestemmingsreserve Stadshavens Bestemmingsreserve Stadswinkels Bestemmingsreserve Tekort dekking vanwege vertraging SSC Bestemmingsreserve Verzelfstandigde TvD Bestemmingsreserve Voormalige Stichting Luchthaven Bestemmingsreserve Wet maatschappelijke Opvang Bestemmingsreserve Wijken en Buitenruimte Bestemmingsreserve WMO Rozenburg Totaal bestemmingsreserves
01–01–2011
Toevoeging
Onttrekking
31–12–2011
440 105 1.022 382 550 635 400
0 0 0 0 0 0 0
440 105 1.022 382 550 635 400
0 0 0 0 0 0 0
229 23 1.500 125
0 0 0 0
229 23 1.500 125
0 0 0 0
340 2.264 126 347 590 500 299 271 717 1.658 14 892 1.224 110 120 1.028.997
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 112.891
340 2.264 126 347 590 500 299 271 717 1.658 14 892 1.224 110 120 141.723
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.015.546
15.381
Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie In het collegewerkprogramma zijn maatregelen afgesproken die leiden tot besparingen op de bedrijfsvoering, oplopend tot € 72 mln in 2015. Deze maatregelen op de bedrijfsvoering maken deel uit van een totaalpakket aan ombuigingen dat oploopt tot € 255 mln in 2015. Voor flankerend beleid, frictiekosten, de kosten van het collegeprogramma Organisatie & Financiën (O&F) en aanloopverliezen op de besparingen (voorzichtigheidsprincipe) zijn in de begroting voor de gehele planperiode middelen opgenomen via een bestemmingsreserve aanloopverliezen en frictie. Dotaties en onttrekkingen aan bestemmingsreserves worden conform het BBV ter goedkeuring aan uw raad voorgelegd. Toevoeging is conform begroting, onttrekking is ter hoogte van de werkelijk gerealiseerde uitgaven. Bestemmingsreserve Bommenregeling De bestemmingsreserve Bommenregeling is bij de 3 e bestuursrapportage 2010 vastgesteld. In 2011 is, mede in het kader van de verplichtingenstop, een deel van deze reserve vrijgevallen. Voor deze specifieke regeling met een specifieke verantwoording, dient het overige beschikbaar te blijven voor uitgaven in een later stadium. Bovendien staan wel de baten vast, echter de lasten kunnen afhankelijk van de op enig moment noodzakelijke munitieruiming fluctueren. De jaarlijks ontvangen middelen worden toegevoegd en conform werkelijke realisatie onttrokken. Deze regeling geldt tot 2014. Voor het ruimen van blindgangers zijn in de toekomst nog aanzienlijke bedragen nodig (16-20 mln). Hoe de regeling er vanaf 2014 uit gaat zien is nog niet bekend. Bestemmingsreserve Fysieke woonvoorziening maatschappelijke opvang De bestemmingsreserve Fysieke woonvoorziening maatschappelijke opvang is ter afdekking van de kosten van de uitbreiding van het aantal fysieke woonvoorzieningen. Bestemmingsreserve Infrastructuur De bestemmingsreserve Infrastructuur is in boekjaar 2002 gevormd en wordt aangewend ten behoeve van grootschalige infrastructurele projecten en is specifiek bestemd voor de dekking van de ontwikkeling van Rotterdam CS. Dit project kent een tekort. De afgelopen jaren is deze reserve vanuit de resultaatbestemming aangevuld.
pagina 184 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
In verband met het foutherstel van bestemmingsreserves die direct ten laste van de materiële vaste activa zijn gebracht is voor een bedrag van € 10,3 mln gecorrigeerd in de reserve. Per balansdatum kende het project Rotterdam Centraal een negatieve boekwaarde door de storting van een grote subsidie, waardoor in 2011 geen onttrekkingen hebben plaatsgevonden. Bestemmingsreserve Intensiveringen OBR De hoogte van de reserve is afgestemd op de nog openstaande verplichtingen. Werkelijke uitgaven ten laste van deze reserve bedroegen in 2011 € 414, het overige kon vrijvallen omdat hier geen verplichtingen meer tegenover stonden. Naar verwachting wordt deze reserve in 2012 beëindigd. Bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg Per 18 maart 2010 is de gemeente Rozenburg een deelgemeente van de gemeente Rotterdam geworden. Deze reserve dekt de investeringen in de voormalige deelgemeente Rozenburg. Dit is onderwerp van overleg met de deelraad van Rozenburg. Bestemmingsreserve Investeringsfond Rotterdam (IFR) Deze reserve dient ter dekking van de gemeentebrede investeringen. Het fonds wordt onder meer gevoed uit verkoopopbrengsten van deelnemingen en bespaarde omslagrente. Uitgangspunt is ‘bezit voor bezit’. Door instandhouding van de hoofdsom is een structurele rente-inkomst gegarandeerd 4% (omslagrente). Deze wordt gebruikt voor de financiering van kapitaallasten (rente- en afschrijvingen) van nieuwe investeringen. In verband met het foutherstel van bestemmingsreserves die direct ten laste van de materiële vaste activa zijn gebracht is voor een bedrag van € 5,1 mln gecorrigeerd in de reserve. Daarnaast is conform de 2e bestuursrapportage de Bestemmingsreserve Risicoreserve WWB gevormd ten laste van deze bestemmingsreserve. De toevoeging aan de reserve is conform begroting, de onttrekking is gerelateerd aan de werkelijke realisatie op projectniveau. Bestemmingsreserve ISV-3 De bestemmingsreserve ISV-3 dekt de lasten van het Investeringsprogramma Stedelijke Vernieuwing. De reserve is bij de 2e bestuursrapportage 2011 ingesteld ten behoeve van een rijksbijdrageregeling, waarvan de inkomsten nu via het Gemeentefonds worden verkregen. Bestemmingsreserve Parkeerfonds De reserve wordt ingezet door de jaarlijkse actualisatie van baten en lasten in de parkeersector. Er is sprake van een lagere onttrekking van € 3,9 mln. De lagere onttrekking is het gevolg van lagere onderhoudskosten van de parkeergarages als gevolg van de verplichtingenstop. Bestemmingsreserve Risicoreserve WWB Ter dekking van het eventuele toekomstige tekort op de WWB–inkomensdeel (€ 47 mln) en de verlaagde rijksuitkering (€ 9,3 mln) is een bestemmingsreserve gevormd. Conform het besluit dat is genomen in de 2e bestuursrapportage is deze gevormd door een overheveling vanuit de Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam. Bestemmingsreserve RECP De bestemmingsreserve RECP is in 2007 ingesteld om de doelstelling van een CO2 arme stad te realiseren. De aanwending van het thans resterende beschikbare bedrag (voor het Warmtebedrijf) is conform besluitvorming. Bestemmingsreserve Rotterdam Climate Initiative De onttrekking is ter financiering van het project Rotterdam Climate Initiative. Bestemmingsreserve Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed Als gevolg van de stelselwijziging afschrijving met ingang van 2010 zijn de kapitaallasten de eerste jaren lager dan begroot. Deze middelen worden gereserveerd in de reserve om toekomstige knelpunten die zich voordoen bij de invoering van de kostprijsdekkende huur te dekken. Financieringsreserve Met deze reserve kunnen schommelingen in de renteresultaten worden opgevangen, waardoor ingrijpende veranderingen van de omslagrente worden voorkomen. Positieve en negatieve renteresultaten worden toegevoegd of onttrokken. In het geval van een gematigde rentestijging kan een beroep worden gedaan op de Financieringsreserve om de omslagrente op het gewenste niveau te handhaven. Op basis van het meerjarenperspectief wordt bij de Kaderbrief besloten tot aanpassing van de omslagrente of afroming van de Financieringsreserve.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 185
5.4.8 Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor verplichtingen of verwachte verliezen of risico’s. Voorzieningen Voorziening belastinggeschillen Voorziening garantstelling Grondbank Zuidplaspolder Voorziening pensioenen Bestuurders Voorziening Vervangingsinvesteringen riolering Voorziening Verlegregeling Voorziening ID/WIW Voorziening WIN Overige voorzieningen Totaal voorzieningen
01–01–2011 11.356 12.000 9.276 450 0 21.446 7.942 62.470 25.858 88.328
Toevoeging 4.479 3.500 1.181 29.500 3.754 0 0 42.414 5.756 48.170
Onttrekking 2.226 0 809 24.028 0 21.446 7.942 56.451 4.984 61.435
Vrijval 0 0 0 0 0 0 0 0 7.496 7.496
31–12–2011 13.609 15.500 9.648 5.922 3.754 0 0 48.433 19.134 67.567
Voorziening belastinggeschillen De voorziening belastinggeschillen is bedoeld ter volledige afdekking van risico’s in de OZB, in de toepassing van de werktuigenvrijstelling en risico’s als gevolg van de lopende procedure omtrent de precariobelasting op ondergrondse leidingen. De voorziening moet steeds toereikend zijn en daarmee mag er ook geen verschil tussen een maximum en een minimum drempelbedrag zijn. Voor wat betreft het deel dat betrekking heeft op geschil OZB havengebied en precario- en reclamebelastinggeschillen bestaat er momenteel in dit opzicht geen risico. Deze zienswijze wordt onderschreven door onze raadsman in dit dossier. Voorziening garantstelling Grondbank Zuidplaspolder De gemeente Rotterdam neemt voor 40% deel in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas. Ultimo 2010 is een voorziening gevormd voor een mogelijke afboeking van de gronden van de grondbank. Als de gronden niet binnen afzienbare tijd ontwikkeld kunnen worden, zal de huidige boekwaarde moeten worden afgeboekt naar de marktwaarde op basis van het bestemmingsplan. De afboeking bij de grondbank bedraagt dan ongeveer € 31 mln. Op dit moment wordt er onderzocht of de Grondbank dit verlies kan wegwerken of beperken. Omdat de gemeente Rotterdam voor 40% aan de gemeenschappelijke regeling deelneemt, is ultimo 2010 een voorziening getroffen van € 12 mln. In 2011 is € 3,5 mln gedoteerd aan de voorziening. Voorziening pensioenen Bestuurders De voorziening pensioenen Bestuurders is gevormd om aan de (toekomstige) pensioenverplichtingen van politiek ambtsdragers te kunnen voldoen. De toevoeging wordt bepaald aan de hand van regelmatig uitgevoerde actuariële berekeningen. In 2011 is er niet alleen voor de huidige collegeleden maar ook voor de huidige gepensioneerden van zowel Rotterdam als oud gemeente Rozenburg een nieuwe actuariële waardeberekening gemaakt. De onttrekking betreft de werkelijke pensioenlast. Voorziening Vervangingsinvesteringen riolering Ten gevolge van de stelselwijziging in de verantwoording van vervangingsinvesteringen bij de riolering met ingang van 2007 komen de op het GRP-3 gebaseerde jaarlijkse toevoeging aan de voorziening ten laste van de exploitatie. De werkelijke investerings-uitgaven worden gedekt door een onttrekking aan deze voorziening. In 2011 is een bedrag van € 29,5 mln aan de voorziening toegevoegd en is er voor een bedrag van € 24 mln aan projecten ten laste van de voorziening uitgevoerd. Voorziening Verlegregeling Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005 / Verlegregeling Rotterdam 2006 bestaat een geschil tussen Eneco en Rotterdam. Eneco heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de aanwijzingsbesluiten die genomen zijn en is na uitspraak ten voordele van de gemeente zowel een civielrechtelijke als bestuursrechterlijke procedure aangegaan. Op 20 december is Eneco in de civielrechtelijke procedure in het gelijk gesteld. Ten gevolge hiervan dient er een voorziening getroffen te worden, waarbij tevens rekening gehouden moet worden met een toerekening op basis van de wettelijke rente. Het bedrag dat betrekking heeft op de grondexploitaties (€ 8 mln) is voorzien in de post ‘Voorraden’, Bouwgronden in exploitatie. Voorziening ID/WIW Voor de gefaseerde afbouw van de ID en WIW is een voorziening op de balans gevormd van € 21,4 mln ten laste van het Participatiebudget. De motivering voor het vormen van de voorziening was dat er met de vermindering van het Participatiebudget er onvoldoende middelen waren om het staande beleid te continueren. Het Rijk heeft de vorming van de voorziening ten laste van het Participatiebudget niet geaccepteerd. pagina 186 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Ondertussen heeft de gemeente als doel gesteld om vanaf 2013 binnen Rijksbudget te blijven. Daarmee is de grondslag voor de vorming van de voorziening op dit moment niet opportuun en wordt het bedrag onttrokken. De onttrekking van de voorziening wordt ingezet om te voldoen aan de terugvordering door het Rijk, waardoor het risico van deze terugvordering op het resultaat 2011 wordt afgedekt. Voorziening WIN Bij de afrekening brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV, GSBIII 2005–2009) is door het agentschap het aantal trajecten WIN conform de wettelijke normen vastgesteld. Dit betekent dat de door SoZaWe gedeclareerde trajecten met een startdatum vóór 2005 niet zijn gehonoreerd. Niet alleen Rotterdam had hierover een dispuut met het ministerie, maar ook de andere 3 G4 gemeenten. Na een reeks van overleggen met het ministerie, zowel ambtelijk als bestuurlijk, en het ontbreken van juridische grondslagen is besloten om niet in bezwaar te gaan tegen de vaststelling van het agentschap. Om de opgenomen vordering op het Rijk van € 8 mln te vereffenen is de voorziening onttrokken.
5.4.9 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Obligatieleningen Onderhandse leningen van: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Overige binnenlandse sectoren Buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Totaal onderhandse leningen Door derden belegde gelden Waarborgsommen Vooruitontvangen afkoopsommen erfpacht Totaal vaste schulden
01–01–2011 58
31–12–2011 58
6.944 1.833.441 15.000 54.766 1.910.151 59 15 0 1.910.283
30.741 1.853.871 15.000 50.399 1.950.011 28 916 91.012 2.042.025
Onderhandse leningen van binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Ultimo 2011 bestaat het saldo voor € 25,1 mln uit onderhandse leningen van pensioenfondsen en voor € 5,6 mln uit onderhandse leningen van verzekeringsinstellingen. Onderhandse leningen van banken en overige financiële instellingen De behoefte aan nieuwe financieringsmiddelen is afhankelijk van de ontwikkeling van de gemeentelijke investeringen in vaste activa en onderhanden werk, de ontwikkeling van de interne financieringsmiddelen en de ontwikkeling van de bestaande portefeuille met opgenomen geldleningen. De onderhandse leningen worden gehouden door de volgende banken en overige financiële instellingen: 01–01–2011 859.482 609.384 239.748 10.000 50.000 25.000 25.000 14.827 1.833.441
BNG Nederlandse Waterschapsbank Rabobank Robeco ASN Bank Staalbankiers Achmea ING-Lease Totaal
31–12–2011 946.814 550.485 238.046 35.000 50.000 25.000 0 8.526 1.853.871
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren Het betreft de onderhandse lening van VVV Nederland. Onderhandse leningen van buitenlandse fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Het betreft de onderhandse lening van de Europese Investeringsbank.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 187
Vooruitontvangen afkoopsommen erfpacht In 2011 heeft foutherstel plaats gevonden in de waardering van de gronden en terreinen in erfpacht. De vooruitontvangen bedragen bij tijdelijk in erfpacht uitgegeven gronden minus de vrijval over de reeds verstreken jaren is met terugwerkende kracht voor een bedrag van € 92,5 mln opgenomen op de balans. Daarnaast is er voor een bedrag van € 0,5 mln aan bedragen in 2011 vooruitontvangen. De vrijval ten gunste van het resultaat 2011 is € 2 mln. Foutherstel Vrijval voorgaande jaren
102.915 -10.420 92.495 579 -2.062 91.012
Vooruitontvangen afkoopsommen 2011 Vrijval 2011 31–12–2011
5.4.10 Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Kasgeldleningen Banksaldi Overige schulden Totaal netto-vlottende schulden
01–01–2011 439.000 144.712 163.582 747.294
31–12–2011 255.000 118.891 95.611 469.502
01–01–2011 0 269.000 50.000 85.000 0 35.000 0 439.000
31–12–2011 50.000 50.000 0 0 50.000 0 105.000 255.000
Kasgeldleningen Het betreft de opgenomen kasgeldleningen bij: Aegon Bank BNG Eureco Interpolis BTL Aegon Levensverzekering SNS Bank Delta Lloyd Treasury Totaal
Banksaldi Het betreft de banksaldi. Daarnaast zijn ook de betalingen onderweg opgenomen. Per bank zijn de gemeentelijke bankrekeningen georganiseerd in een rente- en saldocompensabel stelsel. Dit betekent dat de saldi van de diverse bankrekeningen worden getotaliseerd voordat rente afrekening plaats vindt. Bank BNG ABN/AMRO (inclusief voormalig Fortis) Totaal
31–12–2011 87.005 31.886 118.891
Overige schulden Onder de balanspost overige schulden is een grote verscheidenheid aan schulden opgenomen, waarvan onderstaand de grootste posten. Nog te betalen facturen Crediteuren Kredietbank Af te dragen loonheffing en ZFW uitkeringen bijstandscliënten Schuld aan Rijk inzake debiteuren bijstandscliënten Overige schulden kleiner dan 5 mln Totaal
–
31–12–2011 40.098 14.475 10.351 5.181 25.506 95.611
Nog te betalen facturen heeft betrekking op nog te betalen facturen, grotendeels ontvangen eind 2011 met een vervaldatum in 2012.
pagina 188 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
– –
Crediteuren Kredietbank zijn schulden aan derden die overgenomen zijn van particulieren inzake de schuldhulpverlening. Schuld aan Rijk voortvloeiend uit debiteuren bijstandscliënten betreft de terug te betalen gelden die eerst ontvangen zijn van het Rijk.
5.4.11 Overlopende passiva Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Vooruitontvangen en nog te betalen bedragen Totaal overlopende passiva
01–01–2011
31–12–2011
259.477 388.344 647.821
221.222 390.588 611.810
Van Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen, nog te besteden voorschotbedragen op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel Min. VROM (KPBG) Subsidie WWB werkdeel (SZW) Provincie Zuid Holland (KPBG) Stadshavens (OBR) ISV 2 - Bodemsubsidie (OBR) Stimulering HIC Projecten (OBR) Kansenzones (OBR) Deelgemeenten, onderhoud openbare verlichting (KP ORM) Onderwijsachterstandbeleid 2011 (JOS) Kansen voor West (ECO) HBR Stadshavens (OBR) Deelgemeenten, meerjarige budgetten (S&R) Rijksbijdrage Blauwe Verbinding (KP ORM) RIEC (BSD) Music (OBR) Voorziening Meld - en Coördinatiefunctie RMC (JOS) Clean Tech Delta (OBR) Min I&M, brede doeluitkering wegen (KP ORM) Subsidie BVG (SZW) Gehandicaptenregeling (KPBG) Overige gemeenten (GGD) Pardonregeling (BSD) Marokkanen (BSD) Reg. Stimulering aanp. Hv BS (JOS) Subsidie Inburgering (SZW) Kennisfundament jeugd (BSD) Ministerie van Binnenlandse zaken (KPBG) Music Matters (DKC) CTOV (BSD) Subsidie nalatenschap oude Vw (SZW) Antillianen (BSD) Rijk vooruit ontvangen bijdrage SOA/HIV (GGD) Deelproject WoZ-Multimedia dg. Charlois (Bibl) Kostenplaats Raad (KP Raad) Metamorfoze Kon. Bibl. (GAR) My generation (OBR) Rijkssubsidie conferentie Integratie, Burgerschap en Sociale stabilitiet 2012 (JOS) Oude Kinderboeken OCW (Bibl) Deelgemeente (GGD) Deelgemeenten, af te dragen BDU subsidie (KP ORM) Youth (OBR) Ministerie van Verkeer en Waterstaat (KPBG) DCMR, subsidie wegen (KP ORM)
01–01–2011 139.020 40.905 24.698 0 7.104 3.988 5.403 1.464 0 0 23 977 657 434 262 612 1.053 959 329 0 0 466 0 169 156 0 0 0 1.234 114 0 368 0 0 117 18 0 184 0 0 4 0 0
Toevoeging 784 8.233 6.680 18.764 0 286 0 2.074 1.341 1.294 1.068 945 0 156 514 89 1.632 337 0 293 256 7.387 188 0 0 147 145 145 238 0 87 0 62 58 63 162 36 0 24 7 0 3 3
Onttrekking 24.436 15.997 3.588 0 375 516 1.757 1.443 0 0 0 921 0 122 321 330 2.324 959 0 0 0 7.637 0 0 120 0 0 0 1.344 0 0 285 0 0 139 140 0 158 0 0 0 0 0
31–12–2011 115.291 33.141 27.790 18.764 6.729 3.758 3.646 2.095 1.341 1.294 1.091 1.001 657 468 455 371 361 337 329 293 256 217 188 169 36 147 145 145 128 114 87 83 62 58 41 40 36 26 24 7 4 3 3
Vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 189
Vervolg tabel vorige pagina
ISV 3 (OBR) Metamorfoze Kon. Bibliotheek (Bibl) Boek4you deelgemeente Delfshaven (Bibl) Grote Steden Beleid “oude GSB - Urban” (OBR) Nieuwe Europese Consortia (OBR) Urbact (OBR) Min I&M, Wbb kwaliteitsimpuls (KP ORM) Min I&M, geluidprogramma’s (KP ORM) ISV-3 Luchtkwaliteit (KP ORM) Ontvangen gelden LNV Groene schoolpleinen (S&R) Convenant VSV (JOS) Inburgering Pardonregeling (JOS) Voortijdig Schoolverlaten (JOS) Wet Inburgering (JOS) Binnenklimaat (JOS) Opvangvoorziening MBO (JOS) Binnenmilieu Rozenburg (JOS) ISPR (BSD) Sustainable City (BSD) Klimaatneutraal Heijplaat (BSD) Rijk vooruit ontvangen projectgelden (GGD) Subsidie KBR (SZW) Subsidie jeugdwerkloosheid (SZW) Schuldhulpverlening (SZW) Subsidie Rozenburg (SZW) ISV 3 - Bodemsubsidie (OBR) Totaal
01–01–2011 358 -12 13 88 17 77 39 32 6 649 241 942 1.177 19.036 1.620 808 67 66 680 358 540 498 760 12 687 0 259.477
Toevoeging 943 12 0 0 40 0 0 0 0 0 0 0 0 0 232 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 54.728
Onttrekking 1.300 0 13 88 57 77 39 32 6 649 241 942 1.177 19.036 1.852 808 67 66 680 358 540 498 760 12 687 10 92.787
31–12–2011 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -10 221.222
Ministerie van VROM Het bedrag, dat vermeld is onder Ministerie van VROM, heeft betrekking op diverse regelingen, te weten Bestaand Rotterdams Gebied (onderdeel van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam), Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing, milieugelden en de Stimuleringsregeling Woningbouw. Het betreft lopende regelingen, waaruit projecten worden gefinancierd, terwijl er tevens nog bijdragen ontvangen worden. Subsidie WWB werkdeel Het spaarsaldo WWB zijn middelen die uitsluitend ingezet kunnen worden voor de re-integratie van mensen. De reserve is opgebouwd in de jaren waarin er voldoende Rijksmiddelen beschikbaar werden gesteld. Inmiddels liggen de uitgaven die worden gedaan ruim boven de rijksinkomsten. In 2011 is er € 16 mln meer uitgegeven dan er ontvangen is. De op de balans nog resterende reserve is nodig om de uitgaven in 2012 te dekken. Provincie Zuid Holland Het bedrag van de provincie Zuid-Holland betreft het Programma Luchtkwaliteit. Het betreft lopende regelingen, waaruit projecten worden gefinancierd, terwijl er tevens nog bijdragen ontvangen worden. Het actieprogramma Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit bevat concrete, uitvoerbare maatregelen en wordt jaarlijks geactualiseerd en aangevuld met nieuwe, innovatieve maatregelen. In 2008 is door het indienen van het Regionaal Samenwerkingsprogramma Lucht (RSL) een claim gedaan op de luchtmiddelen van het Rijk. Dit heeft geresulteerd in een toekenning van circa € 30 mln. Stadshavens Gemeente Rotterdam heeft bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (v/h EZ) en de provincie ZuidHolland subsidies aangevraagd ten behoeve van herstructuerering van bedrijventerreinen. Voor de projecten Heijsehaven en RDM Oost zijn subsidies verstrekt door het ministerie van EZ (nu EL&I) in het kader van het programma Topprojecten. Voor de projecten Heijsehaven en RDM West fase 1 is door de provincie Zuid-Holland subsidie verstrekt in het kader van het Ontwikkelfonds bedrijventerreinen (OFB); voor de projecten RDM Oost en Waalhaven Zuid is door de provincie subsidie verstrekt in het kader van de Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen (UHB). De Toppersubsidies zijn inmiddels gedecentraliseerd en worden via het Gemeentefonds uitbetaald.
pagina 190 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Het bedrag van € 18,7 mln betreft een voorschot uit het Nota Ruimte budget (project Nederland verandert – Rotterdam Stadshavens). De reden dat er nog geen onttrekkingen zijn geweest, is dat het Havenbedrijf in deze projecten nog onvoldoende uitgaven heeft gedaan om een declaratie van een deel van de subsidie te rechtvaardigen. ISV 2 - Bodemsubsidie Gemeente Rotterdam heeft van het Ministerie van VROM voor de periode 2005–2010 budget gekregen voor het uitvoeren van bodemonderzoeken en bodemsaneringen. Het ISV2 bodemsubsidie budget wordt ingezet voor de aanpak van vervuilde bodem in het binnenstedelijk gebied bij planontwikkeling. Circa 90 nieuwbouwprojecten (woningbouw) zijn voor deze periode aangemeld voor een bijdrage bodemsubsidie. Kansenzones Het programma Economische Kansenzones Rotterdam bestaat uit 2 actielijnen: Actielijn 1 bestaat uit de Ondernemersregeling Kansenzones Rotterdam (OKR 1) en wordt gefinancierd door het Rijk. Actielijn 2 wordt gefinancierd door de gemeente en bestaat uit de gemeentelijke inbreng in het programma. Het programma is in 2005 gestart met een budget van maximaal € 24 mln van de kant van het Rijk en eveneens € 24 mln van de kant van de gemeente. Eind 2008 is de OKR 1 gestopt vanwege de verwachte maximale benutting van het budget op in behandeling zijnde aanvragen. In 2011 zijn de laatste aanvragen van OKR I tot uitkering gekomen. In totaal hebben dan meer dan 800 ondernemers van Zuid gebruik kunnen maken van de 50% investeringspremie. Tezamen hebben zij voor ruim € 50 mln geïnvesteerd in het opknappen en verbeteren van hun bedrijf of in de start van hun bedrijf. Daarmee is met Kansenzones een omvangrijk economisch investeringsprogramma door ondernemers op Zuid gerealiseerd, zijn starters zich op Zuid gaan vestigen en zijn gevestigde ondernemers juist vanwege Kansenzones op Zuid blijven ondernemen in plaats van te vertrekken. Ministerie I&M, Wbb uitvoeringsprogramma Gemeente Rotterdam is bevoegd gezag in het kader van de Wet Bodembescherming verantwoordelijk voor de aanpak van de bodemverontreiniging op haar grondgebied. Het Rijk stelt hiervoor budget ter beschikking. Een van de financieringskaders is het restbudget Wbb (wet bodembescherming) uit de periode 2005 tot 2010. Kenmerkend is dat er weliswaar bestedingsvrijheid voor de gemeente is, maar dat er zonder repercussies niet voorbijgegaan kan worden aan de specifieke uitgangspunten van het rijk. De resultaatverplichtingen voor bodem komen voort uit wet- en regelgeving. Ze zijn vastgelegd in het convenant “Bodemontwikkelingsbeleid en Aanpak Spoedlocaties”, in de afspraken over de Programmatische Aanpak Gasfabrieksterreinen en in de afspraken over de woningbouwdoelstellingen. Van het per 1 januari 2011 vooruitontvangen bedrag van € 7,2 mln is € 1,2 mln in het 1e halfjaar besteed. Het restant van € 6 mln is per 1 juli overgedragen aan KPBG. Wet Inburgering In de Wet inburgering staan de regels voor inburgeren in Nederland. Immigranten die naar Nederland komen of al in Nederland wonen zijn verplicht om in te burgeren. Om in te kunnen burgeren moet de Nederlandse taal geleerd worden en moet je weten hoe de Nederlandse samenleving in elkaar zit. De kennis wordt getoetst aan de hand van het inburgeringsexamen. Het onttrokken bedrag van € 19.036 betreft de regeling BDU/SIV Inburgering 2007–2009. Dit betrof inburgeringstrajecten die gestart zijn in de jaren 2007, 2008 en 2009. Deze regeling wordt op basis van het aantal inburgeraars afgerekend waarbij een deel van het normbedrag bij de start van een inburgeringstraject en een deel bij het eind (examendeelname) wordt afgerekend. De startende deelnemers zijn middels SiSa 2009 met het rijk afgerekend. Gestarte deelnemers mochten echter tot en met ultimo 2011 aan het inburgeringexamen deelnemen. Op basis van cijfers uit het landelijke registratiesysteem ISI is de realisatie berekend. Omdat 2011 het laatste jaar is dat realisatie plaats kan vinden zijn de resterende middelen van het ontvangen voorschotbedrag overgeboekt naar de balanspost ‘terugbetalen aan rijk’. Pardonregeling Tegemoetkoming in de financiering van de begeleiding van ex-alleenstaande minderjarige vreemdelingen (ex-AMV). Met deze gelden worden de leefgelden en begeleidingskosten voor de ex-AMV’s gefinancierd. Uitvoering Tijdelijke Regeling voor kosten ter afwikkeling nalatenschap oude vreemdelingenwet In 2007 is er een overeenkomst gekomen tussen VNG en de Ministerie van Justitie. Over een tijdelijke regeling om de financiële nalatenschap van de oude vreemdelingenwet af te handelen. Basis van de overeenkomst is dat de gemeenten per gevestigde huishouden een vast bedrag krijgen in het volgende jaar. De periode bestrijkt 2007 t/m 2009 en de laatste betaling is in 2010 afgerond.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 191
Vooruitontvangen en nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen Nog te betalen bedragen Totaal vooruitontvangen en nog te betalen bedragen
31–12–2011 70.679 319.908 390.587
De volgende detaillering geeft nader inzicht in de samenstelling hiervan: Vooruitontvangen bedragen Vooruitontvangen ruimtelijke projecten Subsidieverleners Overige vooruitontvangen kleiner dan 5 mln Totaal
31–12–2011 27.898 31.844 10.937 70.679
Nog te betalen bedragen Rente en aflossing Te ontvangen facturen Lonen, ABP en loonheffing Partners inzake re-integratie Aan deelgemeenten te betalen BTW Compensatiefonds Terug te betalen wet inburgering Te verlenen verminderingen inzake gemeentebelastingen Subsidies RET, Randstadrail Reparatie- en onderhoudsfonds Leasebedrijf Overige nog te betalen bedragen kleiner dan 5 mln Totaal
31–12–2011 53.917 50.401 49.490 32.596 22.983 12.522 13.934 13.187 10.050 5.348 55.480 319.908
–
– – – – –
– –
Vooruitontvangen bedragen subsidieverleners zijn de ten behoeve van subsidieprojecten reeds ontvangen gelden, die nog besteed moeten worden in latere jaren.In verband met het foutherstel van bestemmingsreserves die direct ten laste van de materiële vaste activa zijn gebracht, zijn ook de vooruitontvangen bedragen gecorrigeerd voor € 25,1 mln. Te betalen rente en aflossing is overlopende rente vanaf vervaldatum van de lening tot ultimo 2011 en rente en aflossing van leningen met een vervaldatum van 31 december 2011 die begin 2012 zijn verrekend. Voor diverse afgenomen prestaties, waarvoor nog geen factuur is ontvangen in 2011, wordt de post te ontvangen facturen als nog te betalen opgenomen. Te betalen aan partners inzake re-integratie betreft opgaven van re-integratiebedrijven van nog te verwachten claims op basis van geleverde prestaties in 2011 of eerder. De claims van deelgemeenten op het BTW compensatiefonds lopen via Concern Financiën van de gemeente Rotterdam. De terug te betalen post inzake wet Inburgering wordt veroorzaakt doordat het budget hiervoor was gebaseerd op ruim 15.000 deelnemers en de target later is bijgesteld naar 8.500 deelnemers aan inburgeringstrajecten. Het teveel ontvangen bedrag dient terugbetaald te worden. Te betalen subsidies betreffen subsidieverleningen die zijn gedaan, maar waarvan nog niet het volledige subsidiebedrag is uitbetaald. Te betalen RET, Randstadrail: ten aanzien van de totale financiering van het project Randstadrail wordt door RET een tekort verwacht, welke op grond van de afgesloten overeenkomsten ten laste van gemeente Rotterdam zal komen. Hiervoor is per ultimo 2010 opgenomen en verrekend € 13,9 mln. Op basis van de 4e kwartaalrapportage 2011 wordt een aanvullend tekort verwacht van € 10,1 mln. Het bedrag aan de RET moet nog worden overgemaakt na de definitieve afwikkeling.
5.4.12 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 5.4.12.1 Algemeen De niet uit balans blijkende verplichtingen zijn: de langlopende overeenkomsten waaruit één of meerdere verplichtingen voortvloeien. Hiertoe rekenen we ook de verplichtingen die slechts voor één jaar of minder zijn aangegaan en die in de loop van het jaar zijn ontstaan en per ultimo van dat betreffende jaar nog voortduren. Er dient gerapporteerd te worden over alle contracten die boven het drempelbedrag liggen van de Europese aanbestedingsregels. De meerjarige contracten nemen we op voor het volle bedrag waarover het contract is gesloten. pagina 192 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
De volgende verplichtingen worden onderscheiden: – garantieverplichtingen, – leaseverplichtingen, – inkoop- en afnameverplichtingen, – huurverplichtingen, – verplichtingen uit hoofde van personeelslasten, – subsidieverplichtingen, – leveringsverplichtingen. Onderstaand volgt de beschrijving van garanties en borgstellingen zoals wordt voorgeschreven in artikel 57 van het BBV. Vervolgens geven we u, conform artikel 53 van het BBV, een beschrijving van de belangrijkste overige financiële verplichtingen.
5.4.12.2 Garanties en borgstellingen Geldnemer
Garanties WEW (achtervang) Garanties WSW (achtervang) Totaal 1. Gewaarborgde geldleningen achtervang WSW/WEW Hypotheekgaranties (50% contragarantie rijk) Totaal 2. Hypotheekgaranties (50% contragarantie rijk) Garantie NRF-leningen Garantie SVn-leningen Totaal garanties tbv particulieren Gemeenschappelijke regeling grondbank RZG Zuidplas NV Stadsvastgoed Warmtebedrijf NV Wijkontwikkelingsmaatschappij Vastgoed BV Totaal garanties tbv rechtspersonen, deelnemingen Albeda College ROC B.V. Recreatiecentrum Oostervant Centrale van Buurtverenigingen en Speeltuinverenigingen De Boog groep, Stichting gezondheidscentrum Beverwaard De Boog groep, Stichting gezondheidscentrum Zuiderkroon Hefgroep Stichting Ressort Wonen (Rozenburg) Risc Fire & Safety Training B.V. (Falck Nuteck BV) Sportvereniging De Waterweg Stadion Feijenoord NV Startende ondernemers (via Rotterdamse Ondernemersschool ROS) Stichting “de Stromen” Stichting Argos Zorggroep Stichting Betaald Voetbal Excelsior Stichting Gezondheidscentrum Tarwezigt Op Zuid Stichting Horizon Stichting Humanitas Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde Stichting KunstAccomodatieRotterdam Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam Stichting Laurens Stichting Lelie Zorggroep Stichting Meekers Stichting Perspect Stichting Rotterdam Internet Exchange Stichting theaterproduktie Rotterdam (RO Theater)
Hoofdsom
%
145.400 1.200 104.000 3.458 254.058 9.461 771 1.815 1.248 200 200 1.995 5.989 4.538 57 5.300 2.000 5.801 13.968 1.180 100 1.420 27.021 36.087 1.807 4.146 2.155 15.297 816 136 363 4.200 1.588
40 18,49 100 100 45,4 100 100 100 50 100 100 100 100 100 100 5 100 100 100 100 100 100 100 100 100 33,33 100 100 100 100 100 100
Schuldrestant 01–01–2011 5.036.000 6.878.003 11.914.003 133.582 133.582 13.495 1.111 14.606 105.000
105.000 4.777 885 954 50 63
16 2.208 100 4.265 9.248 849 37 603 6.973 14.232 140 2.575 794 6.512 387 77 2.700 541
Schuldrestant 31–12–2011 6.189.000 7.502.138 13.691.138 128.945 128.945 13.388 620 14.008 105.300 222 104.000 3.458 212.980 3.963 141 780 698 38 38 1.413 5.989 605 13 2.650 100 0 8.648 697 27 568 5.826 12.430 1.048 2.342 681 5.905 368 61 254 4.200 468
Vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 193
Vervolg tabel vorige pagina
Geldnemer
Stichting tot Instandhouding van het Tennispark Plaswijck Stichting Woonbron Stichting Zeemanshuis Rotterdam Stichting Zorgcompas Watersportvereniging Aegir Woonvereniging De Nieuwe Blauwen Woonwerkvereninging de Lelie Totaal garanties tbv rechtspersonen, geen deelnemingen Totaal 3. Overige borgstellingen en garanties ten behoeve van natuurlijke en rechtspersonen Eindtotaal
Hoofdsom
%
68 385 3.743 159 68 555 817 155.454
100 100 100 100 100 100 100
Schuldrestant 01–01–2011
864 34 48 422 804 61.158 180.764 12.228.349
Schuldrestant 31–12–2011 13 277 819 47 399 791 62.297 289.285 14.109.368
Inleiding Eind 2011/begin 2012 is de administratie van de garantstellingen door de gemeente Rotterdam grondig geanalyseerd. Hieruit is gebleken dat deze administratie niet meer geheel up-to-date was. Leningen waren al vervroegd afgelost, of waren in sommige gevallen (nog) niet opgenomen in de administratie. Hieronder worden een aantal garanties nader toegelicht. Garantieverplichtingen uit hoofde van volkshuisvesting Verplichtingen aan garanties zijn per 31 december 2011 gemeentebreed € 14,1 mld. Deze bestaan grotendeels (voor 98%) uit garanties voor leningen in de volkshuisvestingssector. Per 31 december 2011 bedroegen deze verplichtingen € 13,8 mld. Dit bedrag bestaat uit: 1. 2. 3. 4. 5.
Hypotheekgaranties eigen woning, verstrekt via het WEW (achtervang) Gewaarborgde leningen instellingen bij het WSW (achtervang) Hypotheekgaranties (50% contragarantie Rijk) Garantielening NRF-leningen Garantie Stimuleringsfonds Woningbouw Nederlandse Gemeenten (SVn)
6.189.000 7.502.138 128.945 13.388 620
Ad 1/2 WEW/WSW Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) borgt leningen, die door woningcorporaties worden aangetrokken. De liquiditeitspositie en het eigen vermogen van de deelnemende corporatie vormen de primaire zekerheid. Het WSW stelt bij het beoordelen van (aspirant-)deelnemers eisen aan hun kredietwaardigheid. De corporatie moet dan ook in eerste instantie zelf aan haar financiële verplichtingen kunnen voldoen. Als de financiële middelen van de corporatie niet toereikend zijn, kan ze onder voorwaarden (sanerings)steun krijgen van het Centraal Fonds Volkshuisvestiging (CFV). De borgstellingsreserve van het WSW vormt de secundaire zekerheid. Wanneer een corporatie haar rente- en aflossingsverplichtingen niet nakomt dan kan de financier voor die bedragen het WSW aanspreken. Hiertoe beschikt het WSW over een borgstellingsreserve van ruim € 471 mln (eind 2010). Komt het eigen vermogen van het WSW onder 0,25% van het geborgde schuldrestant, dan heeft het WSW de plicht obligo’s op te vragen bij de WSW-deelnemers. Een obligo is een voorwaardelijke verplichting van de deelnemer om aan het WSW een bedrag over te maken. De hoogte is afhankelijk van het bedrag aan geborgde leningen. Het totale vermogen waarover het WSW kan beschikken om aan betalingsverplichtingen te voldoen, bedraagt € 3,74 mld (ultimo 2010). Wanneer het WSW wordt aangesproken, dan krijgt het een vordering op de desbetreffende deelnemer (regresrecht). De deelnemer heeft zich verplicht de onroerende zaken die hij bij het WSW in onderpand heeft gegeven vrij van hypotheek te houden en hierbij op verzoek van het WSW een hypotheekrecht te vestigen voor het WSW. Daarnaast kan het WSW ook een aanspraak doen op het overige bezit. De achtervangpositie van rijk en gemeenten vormen de tertiaire zekerheid. Kan het WSW na het uitoefenen van het regresrecht en het vorderen van de obligo’s nog steeds niet voldoen aan de verplichting, dan moeten rijk en gemeenten op verzoek van het WSW renteloze leningen aan het WSW verstrekken. Dat gebeurt op basis van zogeheten achtervangovereenkomsten, waarbij rijk en gemeenten fungeren als achtervangers. De verdeling van de verstrekking van deze renteloze leningen is als volgt: – de schadegemeenten gezamenlijk voor 25%, – alle gemeenten gezamenlijk 25%, – het rijk 50%. pagina 194 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Het feitelijke risico voor de gemeente bestaat dus uit de rentederving op deze renteloze leningen. Ad 3. Garanties eigen woningbezit De Garanties “eigen woningbezit” zijn rechtstreeks door de gemeente ten behoeve van particulieren verstrekte garanties. Ook hier neemt het rijk 50% voor zijn rekening. Deze regeling is in 1995 gestopt en is dus een aflopende zaak. Bedrag en aantal zijn in werkelijkheid lager, omdat pas later in het jaar alle gegevens van banken over de situatie per 31 december 2011 bekend zijn. Het risico voor de gemeente is hier zeer klein; de waarde van de woningen is in de meeste gevallen hoger dan het schuldrestant. Ad 4. Garantielening NRF-leningen In 1992 is de Samenwerkingsovereenkomst en de Overeenkomst inzake Zekerheidsfonds tussen de gemeente Rotterdam en de Stichting Nationaal Restauratiefonds (NRF) getekend. Hierbij heeft de gemeente Rotterdam zich garant gesteld voor door het NRF/RRF uitgegeven geldleningen aan particulieren. Garantieverplichtingen ten behoeve van deelnemingen Het totaal garantieverplichtingen ten behoeve van deelnemingen bedraagt € 213 mln. De gemeente Rotterdam heeft een deelname van 40% in de rechten en verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas. Dit betekent dat de gemeente een risico loopt op het moment dat de grond wordt afgezet tegen een waarde lager dan de boekwaarde. De garantstelling door de gemeente bedraagt maximaal 40% van € 125,3 mln = € 50,1 mln. Ultimo 2011 bedraagt de boekwaarde van de aangekochte gronden € 108 mln. De minimale verkoopwaarde van de grond is de agrarische waarde ad € 45. Het maximale risico is dus 40% x (€ 108 mln minus € 45 mln) = € 25,2 mln. Ultimo 2011 heeft de Grondbank voor € 105,3 mln aan gelden opgenomen. Uit hoofde van deze garantiestelling is in 2010 een voorziening van € 12 mln getroffen. De garantieverplichting voor het Warmtebedrijf is in juli 2011 aangegaan. De lening waarop de borgstelling betrekking heeft zal pas in 2012 daadwerkelijk gestort worden. In december 2009 is de Gemeente Rotterdam met Rabobank een overeenkomst aangegaan voor de garantstelling van het aan de Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) Vastgoed BV verstrekte financiering voor de registergoederen. Bij vaststelling van de overeenkomst bedroeg het krediet € 3,5 mln. Afgesproken is dat na iedere vervreemding van een pand door de WOM een bedrag op het krediet wordt afgelost van maximaal de taxatiewaarde. In 2010 zijn geen panden verkocht en in 2011 is voor een bedrag van € 62 aan panden verkocht. Door de WOM worden geen nieuwe panden meer verworven. Overige garantieverplichtingen Ten behoeve van de Stichting Koninklijke Rotterdamse Diergaarde is een aantal garanties afgegeven. Het totale schuldrestant van desbetreffende leningen bedraagt € 12,4 mln (ultimo 2010 € 14,2 mln). Als zekerheidsstelling heeft de gemeente hypotheek gevestigd op de grond en de als onroerend goed aan te merken opstallen van de Diergaarde. Het Albeda College heeft een hypothecaire lening afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten. De gemeente Rotterdam staat borg voor deze lening. De oorspronkelijke borgstelling (2001) bedroeg € 9.461. De einddatum van de lening is 2015; het Albeda College heeft tot op heden altijd aan haar betalingsverplichtingen voldaan. Het schuldrestant bedraagt per ultimo 2011 € 3,963 mln. De garantstelling voor de woningcorporatie Ressort Wonen is initieel afgegeven door de voormalige gemeente Rozenburg. In 2012 wordt bekeken of het mogelijk is deze alsnog bij het WSW onder te brengen. De Rabobank ondersteunt leerlingen van de Rotterdamse Ondernemersschool met een aanbod van een microkredietregeling waarbij bijna € 2 mln aan kredieten kan worden verstrekt aan circa 120 starters via de ROS. Het Ontwikkelingsbedrijf ondersteunt deze regeling met een borgstelling (onder voorwaarden) om een zo groot mogelijke kredietverlening (economische hefboomwerking) mogelijk te maken. Rabobank Rotterdam is bereid vanuit de eigen organisatie te investeren in de regeling door jaarlijks middelen te reserveren uit de jaarwinst voor het afdekken van eventuele op microkredieten geleden verliezen. De borgstelling bedraagt maximaal € 100. De looptijd van de borgstelling is maximaal zes jaar (2006–2012).
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 195
De Stichting Rotterdam Internet Exchange (R-iX) is eind 2007 opgericht met als doel een stimulans te geven aan breedbanden internet gerelateerde bedrijvigheid in Rotterdam. Sinds de oprichting heeft de R-iX een jaarlijkse groei laten zien en is gebleken dat de R-iX voldoet aan de groeiende vraag naar internet koppelingen in Rotterdam. Een nieuwe, voor een aantal grote Rotterdamse instellingen belangrijke, investering kon wegens de kredietcrisis niet op eigen kracht gefinancierd worden. De BNG wilde financiering aan de R-iX verstrekken onder de voorwaarde van borgstelling door de gemeente Rotterdam. Dit heeft geleid tot een borgstelling door de Gemeente Rotterdam van € 2,7 mln. Inmiddels is de tweede lening van € 1,5 mln gefinancierd door de BNG en is hiervoor de aanvullende garantiestelling in 2011 afgegeven. De garantstellingen ten behoeve van de zorginstellingen stichting Humanitas, Stichting Argos Zorggroep en stichting Laurens betreffen in totaal 20 leningen van verschillende omvang en looptijd. Het totale schuldrestant bedraagt € 21 mln. De garantstelling ten behoeve van Risc Fire & Safety Training B.V. betreft een garantstelling die bij de verzelfstandiging van de dienst Havenbedrijf abusievelijk niet is overgegaan naar het Havenbedrijf Rotterdam NV. Op grond van de verzelfstandigingsbesluiten kan de gemeente het eventueel inroepen van deze garantie door de schuldeiser op het Havenbedrijf verhalen, zodat deze garantie geen financieel risico oplevert voor de gemeente Rotterdam.
5.4.12.3 Overige niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen met vergelijkbaar volume Zoals aangekondigd in de derde bestuursrapportage van 2009 heeft ons college een eenduidige gedragslijn ontwikkeld voor zogenoemde “arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume”. Voor de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen wordt door de gemeentelijke onderdelen geen voorziening getroffen. Uitgangspunt hierbij is het BBV waarin wordt voorgeschreven dat voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen met een jaarlijks vergelijkbaar volume geen verplichting mag worden opgenomen. Uitzonderingen vormen specifieke posten voor pensioenen van bestuurders. De gemeentelijke onderdelen verstrekken jaarlijks bij de rekening een opgave van de arbeidskosten gerelateerde verplichtingen (met onderbouwing). Op grond van de onderbouwing beoordelen we op concernniveau of de verplichtingen leiden tot een verstorend effect. Er is sprake van een verstorend effect indien de mutaties in de omvang van de totale verplichtingen, of de lasten voor arbeidskostengerelateerde verplichtingen, over een periode van 4 jaar meer dan 2% bedraagt van het totaal aan personele lasten van de jaarrekening (t-1). De personele lasten betreffen de economische categorieën 1110, 1150 en 1200. Indien sprake is van een verstorend effect op concernniveau, dan is sprake van een ‘niet vergelijkbaar volume’. In dat geval wordt in de concernrekening een voorziening gevormd voor het deel dat de norm van 2% overschrijdt. Indien het risico zich voordoet, dan beslist ons college bij de respectievelijke bestuursrapportages over de budgettaire consequenties. De totale omvang van de aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen in de periode 2011 tot en met 2014 bedraagt € 10,982 mln. De tolerantienorm voor 2011 bedraagt € 16,866 mln. We blijven zo ruim onder de tolerantienorm. Renteswap De gemeente past op beperkte schaal renteswaps toe om toekomstige renterisico’s te beperken. In 2009 zijn renteswaps afgesloten om de rente tot een volume van € 100 mln te fixeren. In 2010 is het toekomstig renterisico voor een additioneel volume van € 100 mln beperkt. Het totale volume van de lange financieringsbehoefte dat door middel van swaps tegen toekomstige renterisico’s is beschermd bedraagt per ultimo 2011 € 200 mln. Verder is er een uitgestelde swap afgesloten waarmee een renterisico voor een volume van € 85 mln vanaf 2012 wordt gefixeerd. Al deze swaps zijn afgesloten bij de Bank Nederlandse Gemeenten, een van de meest veilige banken ter wereld. Op deze renteswaps drukt geen onderpandverplichting. De gemeente kan bij een rentedaling dan ook niet verplicht worden om liquide middelen te storten. Dividend Havenbedrijf In april 2012 heeft de Algemene Vergadering van Aandeelhouders ingestemd met de uitkering van € 24,5 mln ‘extra’ dividend. Dit hangt samen met de vrijval van de voorziening die bij het havenbedrijf werd aangehouden inzake de lopende garantieclaim. Het bedrag wordt in 2012 betaalbaar gesteld. Derhalve wordt de bate in 2012 verantwoord. Huurverplichtingen Ten behoeve van de vastgoedexploitatie huurt het OBR een aantal vastgoedobjecten meerjarig. De volgende tabel toont de inhuurkosten 2011.
pagina 196 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Huurverplichtingen Inhuurcontract voor: Galvanistraat 15 Blaak 16–18 Blaak 34 Benthemstraat 30 Dynamostraat 16 Rochussenstraat 198 Wilhelminakade 83–99 Dwarsdijk 4 Coolsingel 6 Prins Alexanderplein 6–22 Dantestraat 363 Wilhelminakade 68–330 Beursplein 37 Schiekade 830 L. Vuylstekeweg 5 Hoofdweg 488–490 Prins Hendrikkade 45–50 vd D v Maasdamweg 11 Wijnhaven 110 Westzeedijk 507 O. Reuchlinweg 996 Wijnhaven 69 Wijnbrugstraat Marconistraat 1–11 Vasteland 80 Overige contratcen (jaarhuur < € 500.000 per object) Totaal
Jaarhuur 2011 8.834 2.309 1.692 1.656 1.529 1.435 1.296 1.238 1.234 1.076 966 910 843 838 776 746 685 672 646 636 626 582 567 525 518 13.434 46.269
Maastoren In 2005 heeft het Ontwikkelingsbedrijf een ontwikkelovereenkomst gesloten met OVG Projecten voor de realisatie van de Maastoren (Laan op Zuid/Stieltjesstraat). Vanuit stedenbouwkundige overwegingen eiste de gemeente een grotere toren dan de ontwikkelaar wilde realiseren. Om de ontwikkelaar tegemoet te komen heeft de gemeente een verplichting tot huur afgegeven voor 5.500 m2 bvo17 voor 10 jaar, welke inmiddels is omgezet in een huurovereenkomst inzake huur- en servicekosten. De projectontwikkelaar OVG heeft aangegeven de huurkosten voor 1.000 m2 bvo voor haar rekening te nemen. Dit houdt dus in dat de gemeente een risico loopt wat betreft de huur voor 4.500 m2 bvo en wat betreft de servicekosten voor 5.500 m2 bvo. Van de huurverplichting resteert eind 2011 nog circa 465 m2 bvo. Het gebouw is per december 2009 opgeleverd en in verhuur. De huur bedraagt ongeveer € 1 mln per jaar. In 2009 is ter afdekking van deze risico’s een voorziening in de grondexploitatie opgenomen van € 2,4 mln. Een deel van deze voorziening is reeds ingezet om opgetreden kosten mee af te dekken. Er resteert momenteel nog een bedrag van € 400 van deze voorziening. De schatting is dat dit voldoende is om de resterende risico’s mee op te vangen. De Rotterdam C.V. “De Rotterdam C.V.”, een commanditaire vennootschap van OVG Projectontwikkeling en Rabo Bouwfonds, is eind 2009 gestart met de bouw van het gebouw de Rotterdam aan de Wilhelminakade. Dit project betreft woningen, winkels, horeca, hotelkamers, kantoren en parkeerruimte, verdeeld over diverse verdiepingen en torens. De bouwtijd wordt geschat op 4 jaar, zodat eind 2013 / begin 2014 het gebouw zal worden opgeleverd. De Gemeente heeft een gebruiksovereenkomst gesloten voor de afname van 40.000 m2 en 220 parkeerplaatsen voor een periode van minimaal 15 jaar. De overeengekomen huisvestingsprijs bedraagt € 195,- per m2 vvo18, prijspeil 2009 minus een afgesproken huurkorting. De huisvestingsprijs is inclusief de opslag van 2% voor het gebruik van de algemene ruimten voor de kantoren. Voor de parkeerplaatsen bedraagt de jaarlijkse waarde circa € 400. Omdat de gemeente Rotterdam zelf afnemer/gebruiker zal worden van deze m2 bvo en parkeerplaatsen is hiervoor in de grondexploitatie geen voorziening getroffen.
17
b.v.o, staat voor bruto-vloeroppervlak
18
v.v.o. staat voor verhuurbaar vloeroppervlak Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 197
Leerlingenvervoer Ten behoeve van de uitvoering van de taak inzake aangepast leerlingenvervoer is een contract afgesloten met drie vervoersmaatschappijen. Dit contract loopt tot het einde van het schooljaar 2015–2016; daarnaast is er een vervoerscontract afgesloten voor vervoer van leerlingen naar tyltylscholen en mytylscholen. Deze overeenkomst loopt door tot eind 2015. Leerlingvolgsysteem K2O Het meerjarig service en onderhoudscontract voor Key2Onderwijs bedraagt € 95 per jaar en heeft een looptijd tot december 2012. Inkoopverplichtingen Onderstaand worden de lopende contracten vermeld, waarvan de Servicedienst contracteigenaar is. Leverancier Greenchoice (INK) Centric IT Solutions B.V. (INK) Oce Nederland B.V. (INK) TNT Post (INK) ISS Nederland B.V. (INK) Hago Nederland B.V. (INK) Sodexo B.V. (INK) Ordina B.V. (INK) Autobar Holland B.V. (INK)
Begindatum 01–01–2010 21–12–2010 01–11–2009 01–01–2010 01–12–2007 01–12–2007 01–01–2007 01–07–2007 01–02–2010
Vervaldatum 31–12–2013 30–09–2014 31–12–2014 31–12–2012 01–04–2012 01–04–2012 31–12–2012 31–08–2013 31–01–2015
Overeenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst concernbreed raamovereenkomst
De contracten op zowel ICT als facilitair gebied alsmede die van het Kenniscentrum Concernsystemen hebben als grondslag dat hier opdrachten van klanten aan ten grondslag liggen. Voorbeelden zijn de printers via Océ-Nederland (€ 4 mln, lopend tot en met 2014) en de Autobar koffieautomaten(€ 3,6 mln lopend tot januari 2015). Licenties & hosting Servicedienst betaalt aan Oracle € 2,2 mln voor support op licenties van alle diensten met Oracle. Het contract is gesloten door DMC en Servicedienst. Voor de hosting van Oracle EBS heeft in 2010 een aanbesteding plaatsgevonden voor een periode van 3 jaar voor circa € 1,2 mln per jaar.
pagina 198 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.5
Programmarekening 2011
In de programmarekening worden de baten en lasten per beleidsmatige inspanning gepresenteerd vóór en na werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. De in de tabellen opgenomen ‘begroting 2011’ betreft de begrotingsstand na verwerking van de ommissieregeling.
5.5.1
Totaal
De programmarekening is in overeenstemming met de begroting opgesteld, met inbegrip van onderlinge leveringen.
Baten Lasten Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
Realisatie 2010
Begroting 2011
4.505.504 4.980.830 -475.326 526.600 109.650 -58.376
4.218.479 4.420.724 -202.245 279.329 77.084 0
Bijgestelde begroting 2011 4.249.305 4.568.715 -319.410 326.887 127.212 -119.735
Realisatie 2011
Verschil
4.350.596 4.428.090 -77.494 162.562 127.177 -42.109
101.291 -140.625 241.916 -164.325 -35 77.626
Het resultaat na reserveringen van de gemeente Rotterdam bedraagt -/-€ 42,1 mln. Het resultaat is daarmee € 77,6 mln positiever dan begroot bij de tweede bestuursrapportage 2011 (-/-€ 119,7 mln).
5.5.2 Incidentele baten en lasten In de onderstaande tabel zijn de belangrijkste incidentele baten en lasten vanuit de realisatie 2011 weergegeven: Bedragen x € 1 mln
Omschrijving Verkoop beurstraverse Aanwending algemene reserve Aanwending bestemmingreserves muv IFR Extra dividenden Grondexploitaties Correctie technische fout gemeentefonds Specifieke rijksuitkering Greendeal en Bestaand Rotterdams Gebied Foutherstel bestemmingsreserves (out of pocket naar investeringen) Foutherstel erfpacht Out of pocket uitgaven IFR Wegwerken achterstallige invorderingswerkzaamheden Vorming voorziening verlegrekening agv gerechtelijke uitspraak Agio Havenbedrijf Kansen voor West Conversie erfpacht Totaal
Baten 19,3 20,8 83,1 4,4 46,1 10,8 3,5 15,4 7,7 58,6 5,5
Lasten 11,2 14,3 90,9 76,9
58,6 3,7
11,2 57,0 1,0 344,4
57,0 9,3 321,9
5.5.3 Onderlinge leveringen Onderlinge leveringen zijn alle onderlinge dienstverlening binnen het concern met een financieel effect. De financiële transacties worden in separate kostencategorieën gepresenteerd. Het betreft alle baten en lasten in de economische categorieën die met een ‘6’ beginnen. In onderstaande tabel zijn de baten en de lasten opgenomen exclusief: de reserves, de voorzieningen en de afschrijvingslasten. Omschrijving Kosten voor inhuur Omslagrente Overige kosten Overige verrekeningen Overige verrekeningen van kostenplaatsen Rente kort geld Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten Totaal
Baten 44.488 130.894 229.155 329.437
Lasten 24.277 131.727 422.831 103.853
314.300 5.217 0 1.053.491
121.251 1.724 0 805.663
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 199
Binnen het concern zijn een aantal taken gecentraliseerd. Aangezien het budget/de financiering voor deze dienstverlening niet geheel is gecentraliseerd levert dit een grote stroom onderlinge leveringen op. Financieel meest omvangrijk zijn de onderlinge leveringen voor het fysieke beheer van de stad, huisvestingslasten, interne financiering en de facilitaire en ICTondersteuning dienstverlening. Deze posten komen in bijna iedere beleidsmatige inspanning terug. Er zijn drie bijzonderheden te onderscheiden waarmee bij de onderlinge leveringen rekening moet worden gehouden; – Het toepassen van op- en toeslagen op interne dienstverlening heeft tot gevolg dat een relatie tussen interne verrekeningen en oorspronkelijk / externe lasten niet één op één te maken is. – Administratieve toerekeningssystematieken worden gemeentebreed niet eenduidig gehanteerd. – Investeringprojecten, waar eerder middelen voor zijn gereserveerd, in de vorm van kredieten, reserves en voorzieningen op de balans worden vaak onderling uitbesteed. Voor deze uitbesteding worden interne baten bij de uitvoerder opgenomen maar worden de lasten bij de opdrachtgever en geactiveerd op de balans. Dit betekent dat interne baten en lasten niet in evenwicht zijn, omdat zij deels in de exploitatie en deels via de balans worden verwerkt. Ook interne financiering levert een onbalans tussen baten en lasten. De onderlinge leveringen worden extracomptabel per beleidsmatige inspanning toegelicht in bijlage 3.
5.5.4 Algemene dekkingsmiddelen In de programmarekening zijn de volgende algemene dekkingsmiddelen verantwoord.
Lokale heffingen Algemene uitkeringen Dividend Saldo financieringsfunctie Totaal
Rekening 2010 340.987 1.189.777 63.425 4.581 1.598.770
Begroting 2011 339.264 1.159.500 92.767 -17.877 1.573.654
Rekening 2011 357.123 1.179.703 97.152 -15.292 1.618.686
Lokale heffingen Een onderdeel van de algemene dekkingsmiddelen zijn de niet bestedingsgebonden lokale heffingen. In de hoofdstuk 4, paragraaf Lokale heffingen is een toelichting opgenomen. De baten zijn verantwoord in de beleidsmatige inspanning Belastingen. Lokale heffingen Onroerend zaakbelasting Hondenbelasting Logiesbelasting Reclame- en precariobelasting Rioolheffing Bedrijfsreinigingsrecht Afvalstoffenheffing Totaal
Rekening 2010 171.453 2.025 1.900 26.383 62.912 4.813 71.501 340.987
Begroting 2011 172.590 2.267 2.727 22.561 61.835 4.059 73.225 339.264
Rekening 2011 188.699 2.518 3.135 22.146 65.618 2.118 72.889 357.123
Algemene uitkeringen De verantwoorde algemene uitkering uit het Gemeentefonds heeft voornamelijk betrekking op het uikeringsjaar 2011. Ook zijn daaronder enkele bedragen begrepen die betrekking hebben op oudere uitkeringsjaren. De verantwoorde algemene uitkering uit het Gemeentefonds is gebaseerd op de de circulaires Gemeentefonds 2011 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. De algemene uitkering is verantwoord in de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen. Dividend In 2011 is door een aantal deelnemingen dividend uitgekeerd. Het dividend van het Consortium Beursplein VOF is verantwoord in de beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat. De overige ontvangen dividenden zijn verantwoord in de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen.
pagina 200 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Dividend
Rekening 2010 759 1.020 8.173 1.074 28.121 22.592 1.421 265 0 63.425
Bank Nederlandse Gemeenten NV Beurs Rotterdam NV BV Gemeenschappelijk Bezit Evides Consortium Beursplein VOF ENECO Holding NV Havenbedrijf Rotterdam NV Luchthaven Schiphol NV Overig, waaronder NV Stadsherstel Historisch Rotterdam RET NV Totaal
Begroting 2011 500 450 6.371 793 22.341 45.677 1.000 635 15.000 92.767
Rekening 2011 740 900 10.626 661 22.336 45.177 1.677 35 15.000 97.152
Saldo financieringsfunctie Het saldo van de financieringsfunctie betreft het saldo van de betaalde rente over de leningen, rekening-courant en de ontvangen rente over uitzettingen. De baten zijn verantwoord binnen de beleidsmatige inspanning Wonen en in de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen. Op laatstgenoemde beleidsmatige inspanning zijn ook de lasten verantwoord. Saldo financieringsfunctie
Rekening 2010 80.728 76.147 4.581
Baten Lasten Totaal
Begroting 2011 75.617 93.494 -17.877
Rekening 2011 73.841 89.133 -15.292
Doordat reserves en voorzieningen worden gebruikt voor interne financiering zijn er minder externe leningen nodig. De hiermee bespaarde rente is in 2011 reeds geheel begroot, derhalve valt er in de jaarrekening geen bedrag meer vrij.
5.5.5 Per beleidsmatige inspanning
Beleidsveld 1 Bestuur en dienstverlening Besluitvorming en ondersteuning Raad Besluitvorming en advisering College Bestuurlijke samenwerking Dienstverlening Beleidsveld 2 Algemene middelen Belastingen Beheer algemene middelen Beleidsveld 3 Cultuur, sport en recreatie Cultureel klimaat Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Beleidsveld 4 Veiligheid Wijkveiligheid Geweld en (jeugd-)overlast Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Realisatie 2010
Begroting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten lasten baten lasten baten lasten baten lasten
956 10.141 21.799 108.263 5.356 354.032 214.865 255.364
403 9.519 10.555 84.469 0 332.010 197.038 218.737
401 10.049 8.809 72.228 0 332.619 158.742 234.486
627 10.035 10.763 73.019 0 332.685 158.621 240.413
226 -14 1.954 791 0 66 -121 5.927
baten lasten baten lasten
215.036 32.769 1.468.661 276.883
213.528 27.147 1.465.444 306.669
210.188 27.171 1.463.295 326.576
231.527 32.482 1.491.054 223.834
21.339 5.311 27.759 -102.742
baten lasten baten lasten
6.471 142.447 61.596 110.063
4.285 137.368 56.503 98.794
7.363 135.880 74.028 115.246
10.740 138.589 61.194 96.776
3.377 2.709 -12.834 -18.470
baten lasten baten lasten baten lasten
19.284 66.443 635 12.927 1.634 66.480
15.302 50.170 0 11.350 1.990 66.058
20.172 60.890 1.192 14.235 1.990 64.321
22.799 57.498 1.115 13.691 2.303 63.314
2.627 -3.392 -77 -544 313 -1.007
Vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 201
Vervolg tabel vorige pagina
Realisatie 2010
Begroting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten lasten
18.083 194.556
45.007 184.866
52.119 194.614
50.446 190.844
-1.673 -3.770
baten lasten baten lasten baten lasten
17.519 31.506 28.675 61.661 11.493 89.012
14.513 28.368 25.734 50.185 5.617 98.091
13.442 25.777 25.627 53.591 3.940 85.385
13.946 26.058 25.610 53.571 5.282 81.274
504 281 -17 -20 1.342 -4.111
baten lasten Maatschappelijke participatie baten lasten Participatie jeugd baten lasten Armoedebestrijding baten lasten Beleidsveld 8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling baten lasten Wonen baten lasten Vastgoed baten lasten Beleidsveld 9 Verkeer en vervoer Stedelijke bereikbaarheid baten lasten Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad baten lasten Beleidsveld 10 Economie Economische structuur en vestigingsklimaat baten lasten Beleidsveld 11 Milieu en duurzaamheid Milieu en duurzaamheid baten lasten Beleidsveld 12 Fysiek beheer van de stad Schoon (maken v/d stad) baten lasten Heel (maken v/d stad) baten lasten Totaal baten lasten Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
869.407 1.005.144 34.369 190.222 2.955 14.276 4.431 56.187
798.691 845.089 14.449 174.340 2.727 12.965 2.134 62.798
774.632 946.206 22.476 173.421 3.458 13.077 8.493 66.102
773.779 948.729 31.378 176.522 3.646 12.921 9.993 64.141
-853 2.523 8.902 3.101 188 -156 1.500 -1.961
699.667 922.418 101.052 120.739 291.977 279.052
625.056 712.760 73.571 125.321 294.952 271.042
611.241 681.227 87.743 121.545 298.474 268.159
739.112 760.038 82.565 115.714 203.715 173.857
127.871 78.811 -5.178 -5.831 -94.759 -94.302
103.545 113.155 7.213 15.487
67.017 98.090 3.035 10.682
102.377 116.871 8.311 16.892
95.685 103.836 6.559 13.636
-6.692 -13.035 -1.752 -3.256
17.701 57.374
8.505 41.078
9.837 42.304
32.006 50.732
22.169 8.428
9.769 46.461
0 27.655
10.664 41.701
7.562 34.261
-3.102 -7.440
174.129 194.869 97.226 152.899
184.701 200.714 87.722 134.389
181.384 192.148 88.907 135.994
181.537 194.048 97.032 145.572
153 1.900 8.125 9.578
4.505.504 4.980.830 -475.326 526.600 109.650 -58.376
4.218.479 4.420.724 -202.245 279.329 77.084 0
4.249.305 4.568.715 -319.410 326.887 127.212 -119.735
4.350.596 4.428.090 -77.494 162.562 127.177 -42.109
101.291 -140.625 241.916 -164.325 -35 77.626
Beleidsveld 5 Onderwijs Leer- en schoolprestaties Beleidsveld 6 Volksgezondheid en zorg Volksgezondheid Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Kwetsbare personen en huiselijk geweld Beleidsveld 7 Participatie Arbeidsparticipatie
pagina 202 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.6
Toelichting op de programmarekening
In de toelichting op de programmarekening wordt het verschil tussen de realisatie en de bijgestelde begroting 2011 per beleidsmatige inspanning toegelicht. Daarbij is aangegeven in welke gevallen sprake is van een begrotingsonrechtmatigheid. Het kader hiervoor wordt gevormd door de Kadernota accountantscontrole, de tweede bestuursrapportage 2011 en de ‘Beleidsregels begroten en verantwoorden Rotterdam’. In bepaling 6 van deze beleidsregels is opgenomen dat afwijkingen van de begroting boven het geautoriseerde bedrag per beleidsmatige inspanning voorafgaande instemming van de raad behoeven. Derhalve zijn deze uitgaven in beginsel niet rechtmatig. Uitzondering vormen uitgaven die gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten en uitgaven die ten onrechte zijn gedaan maar waarbij dit pas is gebleken na het verantwoordingsjaar, zodat deze niet eerder konden worden gerapporteerd aan de raad.
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en ondersteuning Raad Financieel resultaat Besluitvorming en ondersteuning Raad
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Raad Ondersteuning raad/griffie Rapporten Rekenkamer Rapporten Ombudsman Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Raad Ondersteuning raad/griffie Rapporten Rekenkamer Rapporten Ombudsman Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Raad Ondersteuning raad/griffie Rapporten Rekenkamer Rapporten Ombudsman
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
956 465 48 203 240 10.141 5.080 2.248 1.513 1.300 0
-9.185 -4.615 -2.200 -1.310 -1.060
403 0 0 152 251 9.519 4.335 2.401 1.493 1.290 0 0 0 0 -9.116 -4.335 -2.401 -1.341 -1.039
Baten 45 45 60 60 0 153 106 47 -32 -32 226
Lasten -153 -153 -94 0 -94 100 91 9 133 133 -14
0
Bijgestelde begroting 2011 401 0 0 151 250 10.049 4.867 2.396 1.492 1.294 0 0 0 0 -9.648 -4.867 -2.396 -1.341 -1.044
Realisatie 2011
Verschil
627 45 60 304 218 10.035 4.714 2.302 1.592 1.427 0 0 0 0 -9.408 -4.669 -2.242 -1.288 -1.209
226 45 60 153 -32 - 14 -153 -94 100 133 0 0 0 0 240 198 154 53 -165
Onttrekking 0 0 0
Toevoeging 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
0
Toelichting afwijkingen Raad 1. Diverse afwijkingen product Raad Ondersteuning raad/griffie 2. Detachering medewerker 3. Lagere lasten als gevolg van sober beleid Rapporten Rekenkamer 4. Extra onderzoeken Rekenkamer 5. Overig Rapporten Ombudsman 6. Diverse afwijkingen product Rapporten Ombudsman Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Saldo 198 198 154 60 94 53 15 38 -165 -165 240
Raad 1. Diverse afwijkingen product Raad De onderschrijding van de lasten wordt veroorzaakt doordat er geen specifieke raadsonderzoeken zijn uitgevoerd (€ 100) en er minder wachtgeld is uitgekeerd (€ 53). Tot slot is de hogere baat opgebouwd uit enkele meevallers uit voorgaande jaren (€ 45).
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 203
Raad/Griffie 2. Detachering medewerker De hogere baten hebben betrekking op de detachering van een medewerker. 3. Lagere lasten als gevolg van sober beleid In 2011 is er een sober beleid gevoerd m.b.t. de uitgaven. Zo hebben er in 2011 geen commissiereizen plaatsgevonden en is er minder gebruik gemaakt van faciliteiten. Rekenkamer 4. Extra onderzoeken Rekenkamer In 2011 heeft de Rekenkamer diverse extra onderzoeken voor derden uitgevoerd, deze onderzoeken hebben geleid tot extra opbrengsten van € 106. Daar staan hogere kosten tegenover van € 91. 5. Overig In 2011 is er sprake geweest van enkele meevallers (€ 47) uit voorgaande jaren. De extra kosten zijn gemaakt ten behoeve van het opschonen en opzetten van het nieuwe archief van de Rekenkamer. Ombudsman 6. Diverse afwijkingen product Rapporten Ombudsman De opbrengsten zijn lager dan begroot omdat een tweetal omliggende gemeenten geen dienstverlening meer hebben afgenomen van de Ombudsman. In 2011 heeft de Ombudsman te maken gehad met een reorganisatie, dientengevolge zijn er frictiekosten gemaakt, die tot hogere lasten hebben geleid. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en advisering College Financieel resultaat Besluitvorming en advisering College
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) College Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming Auditrapportages Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) College Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming Auditrapportages Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Antillianenbeleid Bestemmingsreserve Werkplan Integriteit Bestemmingsreserve Verbouwing Stadhuis Bestemmingsreserve Marokkanenbeleid Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen College Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming Auditrapportages
pagina 204 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
21.799 1 14.436 7.362 108.263 3.435 97.853 6.975 514
10.555 25 3.642 6.888 84.469 3.446 74.959 6.064 0 0 0 0 0 0 0 -73.914 -3.421 -71.317 824
0 -85.950 -3.434 -82.903 387
Bijgestelde begroting 2011 8.809 25 6.146 2.638 72.228 3.346 63.080 5.802 1.936 570 150 666 550 0 0 -61.483 -3.321 -54.998 -3.164
Realisatie 2011
Verschil
10.763 24 8.612 2.127 73.019 3.211 63.505 6.303 1.897 570 111 666 550 0 0 -60.359 -3.187 -52.996 -4.176
1.954 -1 2.466 -511 791 -135 425 501 - 39 0 -39 0 0 0 0 1.124 134 2.002 -1.012
Toelichting afwijkingen College 1. Onderbesteding Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming 2. Salariskosten 3. Programma Organisatie en Financiën 4. Onderbesteding/diverse Auditrapportages 5. Reorganisatie Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten -1 -1 2.466 928 1.800 -262 -511 -511 1.954
Lasten -135 -135 425 937 1.800 -2.312 501 501 791
Onttrekking 0 0 -39 0 0 -39 0
Toevoeging 0 0 0 0 0
-39
0
0
Saldo 134 134 2.002 -9 0 2.011 -1.012 -1.012 1.124
1. Onderbesteding In het kader van de algemene bezuinigingen en de motie “eigen vlees eerst” in het bijzonder is de inhuur van externe werkzaamheden tot het minimum beperkt en is zeer terughoudend omgegaan met het aangaan van verplichtingen. 2. Salariskosten Als gevolg van diverse reorganisaties zijn er binnen het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming eind 2011 26 medewerkers met een herplaatsingsstatus. De hiervoor genoemde medewerkers zijn ‘boven formatief’ en zorgen op die manier voor een overschrijding op de salariskosten. Door het actieve herplaatsingsbeleid zijn veel personen gedetacheerd. Op voorhand zijn dergelijke opbrengsten lastig te begroten. Per saldo levert dit een nadelig resultaat op van € 9. 3. Programma Organisatie en Financiën Het collegeprogramma Organisatie en Financiën wordt gefinancierd door een hiervoor gevormde bestemmingsreserve bij de beleidsmatige inspanning Beheer Algemene Middelen. De regie op dit programma vindt plaats vanuit de Bestuursdienst. 4. Onderbesteding/diverse In verband met de verplichtingenstop in 2011 zijn veel activiteiten en werkzaamheden niet uitgevoerd, naar beneden bijgesteld of doorgeschoven. Dat leidt tot een onderschrijding van per saldo € 2 mln, hoofdzakelijk bij communicatie, Informatiemanagement en bij het HR- en MD-programma. 5. Reorganisatie De interne auditdienst (ASR) heeft als gevolg van de concernbrede reorganisatie minder facturabele opdrachten uitgevoerd. Dit verklaart de batenafname van € 500. De lasten zijn eveneens gestegen met € 500. Deze overschrijding had betrekking op externe inhuur (met name om de piekwerkzaamheden van de controle bij de Jaarrekening 2011 op te vangen) en hogere kosten voor de interne dienstverleningsovereenkomsten. Reserve Werkplan Integriteit De lagere onttrekking van € 39 aan de reserve Werkplan Integriteit is het gevolg van een onderbesteding in 2011. De werkzaamheden worden in 2012 uitgevoerd. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 0,8 mln). Deze worden volledig gecompenseerd door hoger dan begrote directe of intern gerelateerde baten. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 205
Beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking Financieel resultaat Bestuurlijke samenwerking
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Uitkering deelgemeenten Uitkering gemeenschappelijke regeling Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Uitkering deelgemeenten Uitkering gemeenschappelijke regeling Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Programma Sociaal Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Uitkering deelgemeenten Uitkering gemeenschappelijke regeling
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
5.356 5.356 0 354.032 354.032 0 2.756
0 0 0 332.010 332.010 0 0 0 0 0 -332.010 -332.010 0
2.082 -348.002 -348.002 0
Bijgestelde begroting 2011 0 0 0 332.619 332.619 0 0 0 0 0 -332.619 -332.619 0
Realisatie 2011
Verschil
0 0 0 332.685 332.685 0 0 0 0 0 -332.685 -332.685 0
0 0 0 66 66 0 0 0 0 0 - 66 -66 0
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Toelichting afwijkingen Uitkering deelgemeenten 1. Beheer en uitkering Deelgemeentefonds 2. Realisatie ten laste van WWI-gelden Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 0
0
Lasten 66 -59 125 66
Saldo -66 59 -125 -66
1. Beheer en uitkering Deelgemeentefonds In 2011 is nagenoeg conform begroting € 332,5 mln aan uitkeringen aan de Rotterdamse deelgemeenten verstrekt. Op het budget voor het beheer van het Deelgemeentefonds is verder een kleine onderschrijding gerealiseerd. 2. Realisatie ten laste van WWI-gelden In 2011 is € 125 gerealiseerd op projecten die gemeente Rotterdam in opdracht van de deelgemeenten uitvoert ten laste van intern vooruitbetaalde rijksmiddelen WWI. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 0,1 mln). De lasten worden niet gecompenseerd door hoger dan begrote baten en waren voorzienbaar. De (begrotings)onrechtmatigheid op deze beleidsmatige inspanning is derhalve € 0,1 mln.
Beleidsmatige inspanning Dienstverlening Financieel resultaat Dienstverlening
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Publieksdiensten Archivering en beschikbaar stellen van archieven Beveiliging gemeentelijke gebouwen Interne dienstverlening Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Publieksdiensten Archivering en beschikbaar stellen van archieven Beveiliging gemeentelijke gebouwen Interne dienstverlening
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
214.865 20.182 2.160 10.683 181.840 255.364 47.508 10.450 11.254 186.152
197.038 14.430 1.365 10.568 170.675 218.737 25.425 9.958 10.539 172.815
Bijgestelde begroting 2011 158.742 17.075 1.365 10.503 129.799 234.486 38.584 9.531 10.481 175.890
Realisatie 2011
Verschil
158.621 18.275 1.676 11.236 127.434 240.413 39.983 10.148 12.680 177.602
-121 1.200 311 733 -2.365 5.927 1.399 617 2.199 1.712
Vervolg tabel zie volgende pagina pagina 206 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Dienstverlening
Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Ontwikkeling SSC’s Bestemmingsreserve Tekort dekking vanwege vertraging SSC Bestemmingsreserve Stadswinkels Bestemmingsreserve Allemaal mensenwerk Bestemmingsreserve Besparing SSC Bestemmingsreserve Implementatie Masterplan Dienstverlening Bestemmingsreserve Masterplan Dienstverlening Bestemmingsreserve Reguliere exploitatie SSC Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Publieksdiensten Archivering en beschikbaar stellen van archieven Beveiliging gemeentelijke gebouwen Interne dienstverlening
Realisatie 2010
Begroting 2011
5.165
300 -35.634 -26.269 -8.149 -571 -645
Realisatie 2011
Verschil
1.850 510 1.148 0 25 167 0
Bijgestelde begroting 2011 8.450 1.298 1.658 717 25 0 440
6.067 313 1.658 717 25 0 440
-2.383 -985 0 0 0 0 0
0 0 0 0 -19.849 -10.995 -8.568 29 -315
3.965 347 0 0 -67.294 -16.387 -8.141 22 -42.788
2.567 347 0 0 -75.725 -17.984 -8.447 -1.444 -47.850
-1.398 0 0 0 -8.431 -1.597 -306 -1.466 -5.062
Lasten 1.399 310 685 0 404 617 303 314 2.199 1.193 1.006
Onttrekking -1.398
Toevoeging 0
1.712 1.490 -4.962
Toelichting afwijkingen Publieksdiensten 1. Telefonie 2. Frictiekosten 3, Programma dienstverlening 4. Overig Archivering en beschikbaar stellen van archieven 5. Projectsubsidies en doorbelastingen 6. Overig Beveiliging gemeentelijke gebouwen 7. Personeelskosten 8. Inhuur externen 9. Minder subsidie 10. Meer beveiligers ingezet Interne dienstverlening 11. Salarislasten personeel 12. Inhuur externen 13. Concernmobiliteitscentrum 14. Opschoning balans en nagekomen lasten 15. Toevoeging voorziening dubieuze debiteuren 16. Lagere onttrekking bestemmingsreserve 17. Dubbel geboekte energiefee facilitair 18. Boete Microsoft 19. Oracle 20. Versneld afschrijven concernsystemen 21. Overig Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 1.200 -60 0 1.398 -138 311 311 0 733
-340 1.073 -2.365
-2.955 2.246
271 428 -985
-1.398 0
0
0
0
-985
0
-985
800 -1.100 -1.500 144 -121
2.600 1.100 1.770 5.927
-2.383
0
Saldo -1.597 -370 -685 0 -542 -306 8 -314 -1.466 -1.193 -1.006 -340 1.073 -5.062 -1.490 4.962 -2.955 1.975 -428 0 800 -2.600 -2.200 -1.500 -1.626 -8.431
Publieksdiensten 1. Telefonie De kosten van telefonie worden door Publiekszaken doorbelast naar de diensten, een klein gedeelte heeft betrekking op telefoongesprekken voor Publiekszaken zelf. De lagere baten zijn het gevolg van € 222 hogere doorbelastingen naar de diensten (vanwege hogere kosten callcenter) en € 282 lagere baten omdat de kosten van telefonie niet worden doorbelast naar deelgemeenten. Daarnaast zijn de kosten van het callcenter hoger wat leidt tot hogere lasten.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 207
2. Frictiekosten Doelstelling voor het jaar 2011 was een formatiereductie van 24 fte. Deze doelstelling is gedurende het jaar behaald. Door een hogere gemiddelde bezetting dan gebudgetteerd leidt dit tot frictiekosten. 3. Programma Dienstverlening De onttrekking aan de bestemmingsreserve programma dienstverlening is lager dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door een aantal projecten dat niet in 2011 maar in 2012 zal worden afgerond. 4. Overig De lagere baten worden o.a. veroorzaakt door meer interne werkzaamheden ipv externe baten. Hogere beheerkosten van frontoffice-applicaties (o.a. Mijn Loket) en hogere kosten Servicedienst veroorzaken hogere lasten. Archivering en beschikbaar stellen van archieven 5. Projectsubsidies en doorbelastingen Door een aantal verkregen projectsubsidies en doorbelastingen zijn de baten hoger dan geraamd. Tegenover deze extra baten staan extra lasten voor de uitvoering van deze projecten. 6. Overig De hogere lasten worden veroorzaakt door hogere salariskosten o.a. door het project E-depot en E-dienstverlening (€ 604). Ook worden er extra kosten gemaakt voor extra terabyte aan opslagcapaciteit (€ 560). Hiertegenover staan lagere kapitaallasten als gevolg van vertraging in de investeringen € 607 en werd in het kader van de verplichtingenstop een bedrag van € 243 bespaard. Beveiliging gemeentelijke gebouwen 7. Toename personele- en apparaatslasten Om aan de toename van de vraag naar inzet van beveiligers te voldoen moest de formatie worden aangepast (circa 20 fte’s). Overigens is dit vóór de vacaturestop in 2011 gerealiseerd. Tevens betreft dit toename van de apparaatskosten, door vervanging uniformen en kosten ondersteuning extra aangetrokken beveiligers. 8. Inhuur externen Gedurende het jaar 2011 is het aantal uren beveiliging dat geleverd wordt uitgebreid. Om aan de vraag te kunnen voldoen wordt (zoals gebruikelijk binnen dit product) gebruik gemaakt van inhuurkrachten. Dit om variabele werkdruk gemakkelijker te kunnen opvangen. Tegenover deze stijging van inhuurlasten staat een stijging van de omzet, daar de inhuurkrachten direct productief worden ingezet. Zie 12. 9. Minder subsidie ID en WSW De korting op de rijkssubsidies ID en WSW en natuurlijk verloop leidt voor dit product tot € 340 lagere baten. 10. Meer beveiligers ingezet De hogere vraag naar beveiligers binnen de gemeente heeft voor dit product geleid tot meer omzet. Interne dienstverlening 11. Salarislasten personeel In het laatste kwartaal van 2011 zijn de personele lasten als gevolg van de migratie van 10 FTE van SoZaWe naar Juridische Diensten, verwerkt. Dit bracht een lastenverhoging van € 711 met zich mee. Deze lastenverhoging is in de vastgestelde begroting niet opgenomen. Daarnaast is als gevolg van de levensloopregeling in december een niet geraamde last van ca. € 579. 12. Inhuur externen Als gevolg van de bezuinigingen, taakstellingen, vacaturestop en stop op inhuur is het merendeel van de inhuurcontracten opgezegd. Hierdoor vallen de kosten van inhuur binnen de begroting. 13. Concernmobiliteitscentrum Het exploitatieresultaat 2011 van het CMC bedraagt -/-€ 2.955. Deze lagere baat wordt gedekt uit de gereserveerde middelen ten behoeve van de uitvoering van Motie Moti in de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen.
pagina 208 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
14. Opschoning balans en nagekomen lasten In de maanden november en december 2011 zijn uitgebreide analyses gedaan op de ouderdom van balansposten van de verschillende business units. Het betrof hier met name opgenomen transitorische posten waar geen facturen meer voor binnen zijn gekomen. Besloten is om saldi die gevormd zijn in de boekjaren 2010 en eerder, vrij te laten vallen ten gunste dan wel te boeken ten laste van het resultaat. 15. Toevoeging voorziening dubieuze debiteuren In de begroting 2011 is geen rekening gehouden met een eventuele toevoeging aan deze voorziening, gezien het karakter van deze voorziening. Door toenemende openstaande vorderingen (>90 dagen) is de voorziening verhoogd. 16. Lagere onttrekking bestemmingsreserve Door uitstel naar 2012 van de ICT-migratie van Stadstoezicht naar het concernbrede netwerk vinden de lasten en de onttrekking plaats in 2012 in plaats van in 2011. 17. Dubbel geboekte energiefee Per abuis is op twee plaatsen in de begroting rekening gehouden met baten t.a.v. de heffing op energie. Enerzijds als baten welke budgettair zijn ingeboekt via een taakstelling en anderzijds baten welke als opslag op de energienota worden gerealiseerd. 18. Boete Microsoft Boete voor niet betaald gebruik van Microsoft licenties. De Microsoft licenties zijn al afgeschreven, de boete wordt derhalve ineens afgeschreven. 19. Oracle De lagere baten betreft niet in rekening te brengen werkzaamheden Oracle voor het concern. De hogere last betreft een boete voor gebruik Oraclelicenties waar niet voor was betaald. De boete is betaald en als activum op de balans gezet. De boete op de licenties wordt in 6 jaar afgeschreven. Dit is de eerste afschrijving. 20. Versneld afschrijven concern ict systemen Op aangeven van de accountant is de afschrijvingstermijn voor een aantal concern ict systemen verkort. Daardoor wordt sneller afgeschreven. De begroting was hier nog niet voor aangepast, in afwachting van nieuw beleid omtrent de afschrijving van concernsystemen. In 2012 komt hiervoor een nieuw voorstel naar uw raad. 21. Overig De overige post bestaat grotendeels uit nagekomen kosten door onterecht afgesloten inkooporders, niet geraamde kosten voor bouwrente, en kosten van door de migratie van het ict netwerk overgekomen contracten. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 5,9 mln). Vanuit de hoger dan begrote baten is € 2,7 mln als direct of intern gerelateerd aan te merken en compenseert rechtmatig de hoger dan begrote lasten. Tevens was een bedrag van € 0,3 mln niet eerder voorzienbaar. Per saldo resteert op de beleidsmatige inspanning een overschrijding van de begrote lasten van € 2,9 mln, hetgeen als (begrotings)onrechtmatig dient te worden aangemerkt.
Beleidsmatige inspanning Belastingen Financieel resultaat Belastingen
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Belastingheffing Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Belastingheffing Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Belastingheffing
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
215.036 215.036 32.769 32.769 0
213.528 213.528 27.147 27.147 0 0 0 0 186.381 186.381
0 182.267 182.267
Bijgestelde begroting 2011 210.188 210.188 27.171 27.171 0 0 0 0 183.017 183.017
Realisatie 2011
Verschil
231.527 231.527 32.482 32.482 0 0 0 0 199.045 199.045
21.339 21.339 5.311 5.311 0 0 0 0 16.028 16.028
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 209
Toelichting afwijkingen Belastingheffing 1. Invorderingsrente 2. Hogere OZB opbrengsten 3. Hogere vervolgkosten en overige baten 4. Lagere salariskosten 5. Hogere opbrengsten belastingen 6. Bedrijfsvoeringskosten Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 21.339 559 16.109 3.822 0 849 0 21.339
Lasten 5.311 1.070 3.379 1.557 -744 0 49 5.311
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Saldo 16.028 -511 12.730 2.265 744 849 -49 16.028
1. Invorderingsrente Invorderingsrente is de rente die de belastingschuldige dient te betalen als hij een aanslag niet op tijd betaalt. Dit zijn voor de gemeente dus renteopbrengsten. Anderzijds dient de gemeente invorderingsrente te vergoeden als een betaalde aanslag naderhand wordt verminderd danwel vernietigd. De aan belastingplichtigen betaalde invorderingsrente voor 2011 bedraagt € 1,1 mln; de aan belastinglichtingen doorbelaste rente € 559. 2. Hogere OZB opbrengsten De hogere OZB opbrengsten ad € 16,1 mln worden hoofdzakelijk veroorzaakt door meeropbrengsten ozb niet-woningen voor de belastingjaren 2009–2011. De belangrijkste oorzaak hangt samen met de fiscaal-juridische ontwikkelingen omtrent de werktuigenvrijstelling. Recentelijk (27 januari 2012) heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan in deze zaak. Gezien de inhoud van het arrest blijkt nu dat het mogelijk nadelig financiële effect lager zal zijn dan waar in de ramingen rekening mee is gehouden. Op grond van de van toepassing zijnde boekhoudregels is de gunstige uitspraak van de Hoge Raad verwerkt in de jaarrekening 2011 ook al is er hier sprake van een gebeurtenis na balansdatum. Aangezien de zaak nog verder wordt behandeld door het gerechtshof blijft er een risico bestaan waar een voorziening voor is gevormd welke de hogere lasten verklaart. 3. Hogere vervolgkosten en overige baten De vervolgingskosten en overige baten zijn in totaal € 3,8 mln hoger dan geraamd. Hogere opbrengsten zijn gemaakt i.v.m. het eenmalig wegwerken van achterstallige invorderingswerkzaamheden uit oudere belastingjaren. Dit heeft geleid tot incidenteel hogere baten. Daartegenover staan hogere invorderingskosten. 4. Lagere salariskosten De totale salarislasten over 2011 bedragen € 14 mln. De salarislasten zijn daarmee met € 744 achtergebleven bij de begroting. Dit verschil wordt veroorzaakt door het niet vervullen van vacatures en het strakker sturen op arbeidsvoorwaarden en overwerk. 5. Hogere opbrengsten belastingen Het totale resultaat 2011 voor reclame- en precariobelasting is € 415 lager dan begroot. Daar tegenover staan € 1,3 mln aan meeropbrengsten (o.a. hogere opbrengsten honden- en logiesbelasting). 6. Bedrijfsvoeringskosten De overschrijding is grotendeels toe te rekenen aan hogere Oracle licentiekosten en hogere kosten Ro-Entree. Daartegenover staan lagere huisvestings- en opleidingskosten als gevolg van de verplichtingenstop. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 5,3 mln). Een deel van € 3,7 mln heeft betrekking op niet voorzienbare kosten. Het restant van de hoger dan begrote lasten wordt volledig gecompenseerd door hoger dan begrote directe of intern gerelateerde baten. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
pagina 210 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen Financieel resultaat
Bedragen x € 1.000,-
Beheer algemene middelen
Realisatie 2010
Begroting 2011
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Beheer algemene middelen Financiering Deelnemingen Verzekeringen Personeel opgeheven diensten Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Beheer algemene middelen Financiering Deelnemingen Verzekeringen Personeel opgeheven diensten Onttrekkingen aan de reserves Algemene Reserve Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) Bestemmingsreserve Groeifonds Bestemmingsreserve Intensiveringen OBR Bestemmingsreserve Ahoy en Markthal Bestemmingsreserve Programma Sociaal Bestemmingsreserve RECP Bestemmingsreserve Taakmutaties Gemeentefonds Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie Bestemmingsreserve Plan van aanpak kredietcrisis Bestemmingsreserve Bommenregeling Bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg Toevoegingen aan de reserves Algemene Reserve Bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam (IFR) Financieringsreserve Bestemmingsreserve Concernsystemen Bestemmingsreserve Aanloopverliezen en frictie Bestemmingsreserve Bommenregeling Bestemmingsreserve Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed Resultaat na reserveringen Beheer algemene middelen Financiering Deelnemingen Verzekeringen Personeel opgeheven diensten
1.468.661 1.229.423 158.258 62.674 16.016 2.290 276.883 135.928 108.092 13.553 13.380 5.930 472.150
56.737
1.607.191 1.318.897 41.566 247.732 2.636 -3.640
Realisatie 2011
Verschil
1.465.444 1.206.199 159.747 84.163 14.000 1.335 306.669 151.970 126.244 9.940 14.000 4.515 164.754 17.840 146.914 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 68.852 13.789 22.000 15.683 380 17.000 0 0 1.254.677 1.165.814 17.820 74.223 0 -3.180
Bijgestelde begroting 2011 1.463.295 1.188.709 166.947 91.929 14.000 1.710 326.576 168.195 122.253 18.065 14.000 4.063 196.924 20.839 125.402 2.699 6.999 2.000 2.264 181 5.340 17.500 1.500 7.200 5.000 87.102 14.286 22.000 22.338 0 17.500 5.700 5.278 1.246.541 1.152.493 22.356 74.045 0 -2.353
1.491.054 1.204.176 174.762 96.512 13.964 1.640 223.834 74.798 116.320 18.815 10.081 3.820 106.300 20.839 58.636 1.724 6.528 0 2.264 181 4.068 3.137 1.500 5.173 2.250 87.102 14.286 22.000 22.338 0 17.500 5.700 5.278 1.286.418 1.170.733 36.104 77.878 3.883 -2.180
27.759 15.467 7.815 4.583 -36 -70 -102.742 -93.397 -5.933 750 -3.919 -243 -90.624 0 -66.766 -975 -471 -2.000 0 0 -1.272 -14.363 0 -2.027 -2.750 0 0 0 0 0 0 0 0 39.877 18.240 13.748 3.833 3.883 173
Lasten -93.397
Onttrekking -90.624
Toevoeging 0
-3.808 -62.022 -4.500 -14.363 -8.349 -740 734 -349
-1.272 -66.766
Toelichting afwijkingen Beheer algemene middelen 1. Algemene uitkering Gemeentefonds 2. Decentralisatie uitkeringen Gemeentefonds 3. Investeringsfonds Rotterdam 4. Post onvoorzien 5. Bestemmingsreserve aanloopverliezen en frictie 6. Overige bestemmingsreserves 7. Concernbrede projecten 8. Frictiekosten Rozenburg 9. Overig
Bedragen x € 1.000,-
Baten 15.467 9.828 5.650
-11
-14.363 -8.223
Saldo 18.240 9.828 8.186 -4.744 4.500 0 126 740 -734 338
Vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 211
Vervolg tabel vorige pagina
Financiering 10. Agio havenbedrijf 11. Financieringsresultaat Deelnemingen 12.Dividenden Verzekeringen 13. Resultaat schadeverloop 14. Meldpunt vernielingen Personeel opgeheven diensten 15. Personeelskosten als gevolg van uitstroom 16. Overig Totaal
Baten 7.815 11.237 -3.422 4.583 4.583 -36 -36 -70 -51 -19 27.759
Lasten -5.933 -5.933 750 750 -3.919 -4.176 257 -243 -103 -140 -102.742
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0
0
-90.624
0
Saldo 13.748 11.237 2.511 3.833 3.833 3.883 4.140 -257 173 52 121 39.877
1. Algemene uitkering Gemeentefonds Na het verschijnen van de tweede bestuursrapportage 2011 heeft het rijk haar september- en decembercirculaire Gemeentefonds 2011 gepubliceerd. Ten opzichte van de begrote algemene uitkering bij de tweede bestuursrapportage, is de hoogte van het Gemeentefonds 2011 met € 9,8 mln bijgesteld. Dit komt voornamelijk door een fout van het ministerie van BZK bij de financiële vertaling van de “Begroting Gemeentefonds”. Deze technische fout is in de septembercirculaire 2011 gecorrigeerd is vanaf 2012. In de decembercirculaire 2011 is uitsluitsel gegeven dat voor de jaren 2009, 2010 en 2011 ook compensatie wordt gegeven. Deze compensatie leidt samen met het uitkeren van de verdeelreserve tot een meevaller van € 10,8 mln. Verder is een aantal maatstaven bijgesteld, zoals het aantal minderheden, het aantal huishoudens met een laag inkomen en de waarde van de stad. Voor Rotterdam leidt dit per saldo tot een tegenvaller van € 1,0 mln. 2. Decentralisatie uitkeringen Gemeentefonds Naast de bijstelling van de algemene uitkering Gemeentefonds is de Rotterdamse uitkering 2011 in de september- en de decembercirculaire ook bijgesteld (€ 5,7 mln positief) door additionele decentralisatie-uitkeringen, waaronder Bestaand Rotterdams Gebied, Herstructurering bedrijventerreinen en Greendeal. Voor het Nationaal Uitvoeringsprogramma en Pieken in de Delta zijn in 2011 geen bestedingen gerealiseerd (lagere lasten € 2,9 mln). Van de begrote lasten voor bodemsanering pilot Botlekgebied is minder uitgeven (lagere lasten en lagere onttrekking € 1,3 mln). Tenslotte zijn de middelen voor WWI intern verrekend (€ 0,4 mln lagere lasten). 3. Investeringsfonds Rotterdam Over 2011 wordt € 66,8 mln minder onttrokken aan de bestemmingsreserve Investeringsfonds Rotterdam als gevolg van lagere uitgaven. Dit was deels het gevolg van een te optimistische raming van de uitgaven op de out of pocket projecten voor 2011, deels heeft de verplichtingenstop tot lagere uitgaven geleid. De achtergebleven realisatie wordt in komende jaren ingelopen. Daarnaast is in verband met het foutherstel van de Out of pocket bijdrage 2011 voor de Rijnhavenburg ad € 4,7 mln gecorrigeerd. De Rijnhavenburg dient namelijk als investeringsproject, niet als Out of Pocket project behandeld te worden. In hoofdstuk 2 wordt nader ingegaan op de IFR projecten en het foutherstel. Voor 2011 was € 6,0 mln begroot voor te vergoeden kapitaallasten. Over 2011 bleken de werkelijk te vergoeden kapitaallasten echter € 4,7 mln hoger. Dit is deels veroorzaakt door een hogere kapitaallastendeclaratie voor de containerisatie (€ 1,5 mln). Daarnaast was voor 2011 nog geen rekening gehouden met de kapitaallasten voor het Topsportcentrum (€ 1,2 mln) en het oude Luxor (€ 600). Ook heeft het foutherstel geleid tot inhaalafschrijving voor De Weenatunnel die in 2009 in gebruik is genomen (€ 0,7 mln voor 2010 en 2011, totaal € 1,4 mln). 4. Post onvoorzien Dit betreft de conform het BBV verplicht aan te houden post onvoorzien, die is vastgesteld op € 4,5 mln. Op deze post is in 2011 geen aanspraak gemaakt. 5. Bestemmingsreserve aanloopverliezen en frictie In 2011 is € 3,1 mln uitgegeven in het kader van de concernontwikkelingen. Het betreft de programmakosten Organisatie en Financiën (€ 1,8 mln), uitvoeringskosten voor de procesoptimalisatie SoZaWe (€ 300) en de eerste fase van kerntakenonderzoek Sport en recreatie (€ 500) en aanloopkosten flexibele arbeid (€ 500). Deze lasten worden op declaratiebasis gedekt vanuit de Bestemmingsreserve aanloopverliezen en frictie. In totaal is het beroep op de Bestemmingsreserve aanloopverliezen en frictie daarmee € 14,4 mln lager dan begroot. Dit bedrag is in de komende jaren nodig, aangezien het zwaartepunt van de transitie van het concern, de (gedwongen) uitstroom van personeel, het herontwerp van de concernprocessen en het verbeterplan Financiële huishouding (Rdam1) in 2012 en 2013 ligt. pagina 212 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
6. Overige bestemmingsreserves De lagere lasten en de daaraan verbonden lagere onttrekking is ontstaan bij de Bestemmingsreserves: Ahoy en Markthal (€ 2 mln); Bommenregeling (€ 2 mln); Intensivering OBR (€ 500) Investeringen Rozenburg (€ 2,7 mln). Voor het Groeifonds zijn de lasten € 1,1 mln lager. Voor één van de projecten is een externe dekkingsbron aangeboord, waardoor € 0,1 mln kon vrijvallen. 7. Concernbrede projecten Als gevolg van de verplichtingenstop is € 0,4 mln minder besteed aan o.a. concernbrede opleidingen. Daarnaast was een bedrag van € 0,4 mln geraamd voor niet te activeren kosten gerelateerd aan de investeringen voor de concernbrede bedrijfsvoeringssystemen. Dit bedrag is vanaf 2011 niet langer nodig omdat inmiddels alle concernbrede bedrijfsvoeringsprojecten zijn afgerond. Hiermee is bij het opstellen van de begroting 2012 rekening gehouden. 8. Frictiekosten Rozenburg Het Rijk draagt bij in de frictielasten Herindeling Rozenburg. Dit doet zij volgens een vaststaand uitkeringsschema: 40% in 2010 en 20% in de jaren 2011 t/m 2013. De omvang van de bijdrage is o.a. afhankelijk van de hoogte van de uitkeringsfactor die het Rijk hanteert bij de verdeling van het Gemeentefonds 2010. Deze zal naar verwachting pas eind 2012 definitief door het Rijk worden vastgesteld. Vooralsnog wordt aangenomen dat de rijksbijdrage € 4,5 mln zal bedragen. Zoals gemeld in ons raadsvoorstel ‘Financiële afwikkeling herindeling Rozenburg’ d.d. 22 november 2011 zal deze bijdrage helaas onvoldoende zijn om de totale frictielasten op te vangen. In het raadsvoorstel werd melding gemaakt van een overall tekort van tenminste € 450. Op basis van de laatste inzichten wordt verwacht dat het overall tekort € 800 zal bedragen. Voor 2011 komt dit neer op een tekort van € 700. 9. Overig Het saldo wordt veroorzaakt doordat, mede als gevolg van de verplichtingenstop, minder is besteed aan onderzoeken en opdrachten. 10. Agio havenbedrijf In het najaar heeft het Havenbedrijf Rotterdam het verzoek ingediend om een aantal achtergestelde geldleningen met een schuldrestant van € 235 mln te mogen afkopen. Het college heeft besloten in te stemmen met deze afkoop onder de voorwaarde dat het Havenbedrijf een agio (boeterente) zou betalen. Deze agio van € 11,2 mln is een bedrag dat bovenop de nominale waarde en de opgelopen rente betaald wordt als vergoeding voor toekomstig misgelopen rentebaten. In dit licht zal ons college voorstellen deze agio te storten in de financieringsreserve om de wegvallende rentebaten in de komende jaren te kunnen opvangen. 11. Financieringsresultaat De lagere baten zijn met name het gevolg van de afkoop van de leningen van het Havenbedrijf (€ 2,2 mln minder externe rentebaten). De bouwrente over de netto-investeringen was € 1,7 mln lager dan begroot. Daartegenover bleken de rentebaten over de interne kapitaalverstrekking € 300 hoger dan begroot en was de rente die moest worden betaald over het IFR en overige geldmiddelen waarvoor hogere regelgeving rentevergoeding voorschrijft, € 100 lager dan begroot. Door de lage rente zijn de externe rentelasten op langlopende geldleningen € 4,4 mln en op de kortlopende geldleningen € 1,1 mln lager uitgevallen dan geraamd. Verder was er een voordeel op de overige lasten van € 500 als gevolg van lagere juridische kosten en overige ondersteuningskosten. 12. Dividenden De uitkering van dividenden is € 4,6 mln hoger dan begroot. Dit is met name het gevolg van incidenteel hoger interimdividend van Evides NV (€ 4,3 mln). Daarnaast zijn de kosten die samenhangen met de deelnemingen over 2011 € 800 hoger dan begroot als gevolg van enkele incidentele mee- en tegenvallers. 13. Gunstig schadeverloop verzekeringen Het positieve resultaat van het product verzekeringen is vooral te danken aan een gunstig schadeverloop op de brand-, vaartuigen-, auto- en overige verzekeringen (per saldo € 5,9 mln lagere lasten). Daarnaast heeft zich een ongunstig schadeverloop voorgedaan bij de bedrijfsschadeverzekeringen (€ 800 hogere lasten) en dient voor de lopende schadeclaims per ultimo 2011 een toevoeging aan de voorziening plaats te vinden van € 900. 14. Meldpunt vernielingen De kosten voor het meldpunt vernielingen zijn uitgekomen op € 300.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 213
15. Uitgestroomd personeel Door de in 2011 gerealiseerde uitstroom van (voormalig) personeel dalen zowel de loonbetalingen en sociale premies, als de vergoedingen. 16. Overig Naast de financiële effecten van de hoger dan begrote uitstroom van (voormalig) personeel, is er op dit product sprake van een aantal mee- en tegenvallers. Per saldo levert dit een meevaller op van € 100, die voornamelijk het gevolg is van lagere apparaatskosten. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Cultureel klimaat Financieel resultaat Cultureel klimaat
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Bibliotheek Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Bibliotheek Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Onderhoud en vervanging Wijkbibliotheken Bestemmingsreserve Fonds Stadsverfraaiing Bestemmingsreserve Nieuwbouw en Verbetering Bestemmingsreserve Verzelfstandigde TvD Bestemmingsreserve Cultuurparticipatie Toevoegingen aan de reserves Bestemmingsreserve Fonds Stadsverfraaiing Resultaat na reserveringen Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Bibliotheek
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
4.285 958
Bijgestelde begroting 2011 7.363 3.450
6.471 2.669
10.740 6.078
3.377 2.628
3.802 142.447 114.902
3.327 137.368 111.035
3.913 135.880 110.679
4.662 138.589 112.717
749 2.709 2.038
27.545 2.062
26.333 93 93
25.201 1.667 229
25.872 1.369 229
671 - 298 0
-134.116 -111.651
0 0 0 0 202 202 -133.192 -110.279
404 635 14 385 202 202 -127.052 -106.628
404 635 14 87 202 202 -126.682 -106.336
0 0 0 -298 0 0 370 292
-22.465
-22.913
-20.424
-20.346
78
Baten 2.628
Lasten 2.038
Onttrekking -298
Toevoeging 0
-298 700 1.400 900 -800
-298
202
Toelichting afwijkingen Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten 1. Bestemmingsreserve cultuurparticipatie 2. Voorzieningen 3. Rotterdam Festivals 4. Ieder Kind een instrument 5. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling 6. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren 7. Huur popverzamelgebouw en Maassilo 8. Overig Bibliotheek 9. Niet gerealiseerde concernbezuinigingen 10. Hertaxatie bibliotheek Hoogstraat 11. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling 12. Contributies 13. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren 14. Overig Totaal pagina 214 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
1.400 900 328
749
-259 494 514 3.377
429 -293 671 530 -115 -330 -27 613 2.709
0
0
-298
0
Saldo 292 0 -700 0 0 800 328 -429 293 78 -530 115 330 -259 521 -99 370
1. Bestemmingsreserve cultuurparticipatie De lasten voor Cultuurparticipatie zijn lager dan begroot waartegenover ook een lager beroep is gedaan op de bestemmingsreserve. Diverse projecten en onderzoeken die uit het programma worden bekostigd vinden in 2012 plaats. 2. Voorzieningen Voorziening frictiekosten cultuurplan 2013–2016 Voor het Cultuurplan 2013–2016 zal er meer dan € 10 mln minder beschikbaar zijn dan in het huidige Cultuurplan. Het is onvermijdelijk dat er structureel gesubsidieerde instellingen niet meer of tegen een veel lagere subsidie in het Cultuurplan 2013–2016 worden opgenomen. Op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht is de gemeente verplicht structureel gesubsidieerde instellingen een ‘redelijke termijn’ te gunnen voor het afbouwen van de subsidie. De kosten voor het afbouwen zouden ten laste komen van het Cultuurplan 2013–2016 waardoor er nog meer structurele cultuurplan subsidies moeten worden beëindigd. Om het nieuwe niet zwaarder te belasten en gelet op de beschikbare middelen is het noodzakelijk om een voorziening te vormen ten behoeve van de frictiekosten voor het Cultuurplan 2013–2016. Voorlopig worden de lasten geraamd op € 0,5 mln. Voorziening exploitatie Lantaren/Venster (LV) Met de verhuizing van Lantaren/Venster naar de Kop van Zuid is overeengekomen tussen gemeente en LV dat, indien door ongunstige marktomstandigheden het aantal bezoekers niet uitkomt op de streefprognose, er extra subsidie wordt verleend voor maximaal € 200. Omdat een en ander moet worden bepaald aan de hand van de jaarrekening 2011 van Lantaren/ Venster, die ultimo 2011 nog niet beschikbaar is, is het noodzakelijk genoemd bedrag te voorzien. 3. Rotterdam Festivals Ten behoeve van Rotterdam Festivals is van Stadsontwikkeling een bedrag van € 1,4 mln. Ontvangen van het beleidsveld Economie. Dit bedrag is gesubsidieerd aan Rotterdam Festivals waardoor ook de lasten met eenzelfde bedrag zijn toegenomen. Er is geen sprake van een beleidsmatig effect, omdat deze subsidie voorheen door Economie zelf aan Rotterdam Festivals werd betaald. 4. Ieder Kind een Instrument Van de beleidsmatige inspanning leer- en schoolprestaties is een bedrag van € 900 ontvangen voor Ieder Kind een Instrument (IKEI)/ Brede School. Ook hier zijn de lasten met eenzelfde bedrag toegenomen. Met dit bedrag zijn subsidies verleend waarmee in schooljaar 2010–2011 14 scholen (199 groepen) en in schooljaar 2011–2012 16 scholen, deelnemen aan het programma Ieder Kind een Instrument. 5. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling Na de taakstelling van de verplichtingenstop van € 1,928 mln (1e bestuursrapportage 2011) waren een aanzienlijk aantal incidentele subsidieaanvragen in behandeling. Na toetsing en advisering door de subsidiecommissies is een deel van deze aanvragen niet of tegen een lager bedrag toegekend. 6. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren Het betreft betalingsverplichtingen uit voorgaande jaren, waarvan eind 2011 duidelijk is geworden dat deze kunnen vervallen. 7. Huur pop verzamelgebouw en Maassilo In 2010 heeft Waterfront de huur opgezegd voor het pand aan de Boompjes. Omdat dit een culturele verhuring is, komen de gederfde huurinkomsten voor rekening van cultuur. Bovendien is de boekwaarde van een lening die Stadsontwikkeling aan Waterfront had verstrekt gefactureerd. Tevens heeft Stadsontwikkeling de gederfde huurinkomsten vanwege bouwvertraging van de aanpassingen ten behoeve van de ruimte van De Nieuwe Oogst (Urban Culture Podium) in rekening gebracht. 8. Overig De post overig bestaat uit diverse lasten verschillend van aard. 9. Niet gerealiseerde concernbezuinigingen De Bibliotheek heeft de concernbezuinigingen bedrijfsvoering niet geheel gerealiseerd. Dit komt doordat de Bibliotheek ook verplichtingen heeft jegens de landelijke bibliotheek ontwikkelingen. Het onderwerp komt terug bij het voorstel voor verzelfstandiging. 10. Hertaxatie Bibliotheek Hoogstraat Door een herttaxatie van de Bibliotheek Hoogstraat zijn de jaarlijkse lasten lager geworden. 11. Verplichtingenstop hoger dan taakstelling Ook de Bibliotheek heeft door het stringent volgen van de verplichtingenstop minder lasten gerealiseerd dan begroot. De taakstelling verplichtingenstop was € 337 (1e bestuursrapportage 2011), gerealiseerd is € 667. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 215
12. Contributie Al enige jaren is er sprake van teruggang in de opbrengsten voor contributie en boetes. Er waren acties gepland om deze teruggang in 2011 deels te compenseren door nieuwe vormen van contributie te introduceren. Doordat de gebruikerspas nog niet in 2011 kon worden ingevoerd en de verplichtingenstop (met name evenementen) effect had op de toeloop van nieuw publiek naar de Bibliotheek is hier niet het gewenste resultaat bereikt. 13. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren Er waren in 2011 twee redenen om extra kritisch alle grootboekrekeningen te beoordelen. De administratie is per 1 maart 2011 overgedragen aan het SSC-FIN en ten behoeve van de verwachte verzelfstandiging was het gewenst om nog in 2011 de balans volledig op orde te hebben. 14. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 2,7 mln). Vanuit de hoger dan begrote baten is € 2,3 mln als direct of intern gerelateerd aan te merken en compenseert rechtmatig de hoger dan begrote lasten. Tevens was een bedrag van € 0,5 mln niet eerder voorzienbaar. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Financieel resultaat Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Inzet voor deelgemeenten Natuur en milieu-educatie Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Inzet voor deelgemeenten Natuur en milieu-educatie Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Voeding en Beweging Bestemmingsreserve Combinatiefuncties Bestemmingsreserve Eurogames Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Inzet voor deelgemeenten Natuur en milieu-educatie
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
61.596 8.267 52.739 590 110.063 38.565 68.661 2.837 586
56.503 4.323 51.993 187 98.794 35.875 60.822 2.097 1.804 305 1.034 465 0 0 -40.487 -29.748 -8.829 -1.910
0 -47.881 -30.219 -15.420 -2.242
Bijgestelde begroting 2011 74.028 14.115 58.024 1.889 115.246 40.890 70.631 3.725 1.865 305 1.095 465 0 0 -39.353 -24.910 -12.607 -1.836
Realisatie 2011
Verschil
61.194 5.786 55.057 351 96.776 32.355 62.554 1.867 1.350 305 597 448 0 0 -34.232 -25.219 -7.497 -1.516
-12.834 -8.329 -2.967 -1.538 -18.470 -8.535 -8.077 -1.858 - 515 0 -498 -17 0 0 5.121 -309 5.110 320
Onttrekking -515
Toevoeging 0
Toelichting afwijkingen Stimulering topsport, breedtesport en recreatie 1. Roeibaan 2. Visie Voetbal Vitaal 3. Programma Voeding en Beweging 4. Bestemmingsreserve combinatiefuncties 5. Bestemmingsreserve eurogames 6. Subsidies 7. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling 8. Overig
Bedragen x € 1.000,-
Baten -8.329 -10.508 3.308 -600
-529
Lasten -8.535 -8.628 2.285 0 -498 -17 -211 -455 -1.011
-498 -17
Saldo -309 -1.880 1.023 -600 0 0 211 455 482
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 216 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Inzet voor deelgemeenten 9. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren 10. Uitbesteding 11. Groene zwembaden 12. Bedrijfsvoering 13. Vraag deelgemeenten 14. Huur 15. Voorziening deelgemeenten Natuur en milieu-educatie 16. Groene schoolpleinen 17. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren 18. Overig Totaal
Baten -2.967 0 0 0 -67 -2.200 -700 0 -1.538 -1.100 0 -438 -12.834
Lasten -8.077 -2.000 -2.000 -500 -252 -2.900 -700 275 -1.858 -1.100 -400 -358 -18.470
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
-515
0
Saldo 5.110 2.000 2.000 500 185 700 0 -275 320 0 400 -80 5.121
1. Roeibaan De lagere baten en lasten worden voor € 10,508 mln verklaard door de investering in de Roeibaan. De investering is in de exploitatie begroot, maar moet in de balans worden verwerkt. Daarnaast is een waardevermindering van € 1,88 mln ingeboekt De roeibaan is een activum met economisch nut, waarbij er afgeschreven wordt over de gebruiksduur. Voor de – vanwege het huidige economische klimaat – vermoedelijk niet gerealiseerde externe financiering komen de verwachte toekomstige baten mogelijk lager uit dan de afschrijvingslasten. Hierdoor wordt in de rekening 2011, door een bijzondere waardevermindering, het actief lager gewaardeerd. Indien externe baten alsnog voldoende dekking bieden in de komende jaren, zal deze waardevermindering gecorrigeerd worden. 2. Visie Voetbal Vitaal (VVV) De hogere baten en lasten zijn het gevolg van een boekhoudkundige correctie van de financiering van de VVV. Bij aanvang van de VVV werd de aanleg van de velden direct verrekend met de baten van de ingeleverde velden en de overige eenmalige baten. Na aanvang is echter gebleken dat conform de BBV regelgeving de velden geactiveerd dienen te worden en de kosten via de huur aan het product sport moet worden doorberekend. Het effect hiervan is dat de compensatie door Stadsontwikkeling voor het inleveren van oude (gras) voetbalvelden moet worden toegevoegd aan het Investering Fonds Rotterdam (IFR) en dat er jaarlijks een kapitaalvergoeding wordt toegekend voor de huur van de velden VVV. Dat laatste is reeds in de meerjarenbegroting verwerkt. De ontvangen bedragen over 2010 en 2011, samen € 2,285 mln, moeten nog terug naar het concern in casu het IFR. 3. Programma Voeding en Beweging In 2011 zijn € 600 minder baten ontvangen van het beleidsveld onderwijs voor het programma Voeding & Beweging. Deze baten betreffen de dekking voor de kosten van vakleerkrachten. De lasten worden in het beleidsveld onderwijs verantwoord. 4. Bestemmingsreserve combinatiefuncties Door in 2011 minder dan het begrote aantal combinatiefunctionarissen aan te stellen, als gevolg van de vacaturestop, wordt € 498 minder onttrokken aan de bestemmingsreserve. Het aanstellen van combinatiefunctionarissen zal in 2012 gebeuren. Een combinatiefunctie is een door het Rijk gesubsidieerde functie waarbij een werknemer werkzaam is voor twee of meer maatschappelijke sectoren; onderwijs en sport en/of cultuur. De combinatiefunctionaris organiseert activiteiten voor de jeugd tot 18 jaar. Met de combinatiefunctie wordt de samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur versterkt. 5. Bestemmingsreserve eurogames Begin 2010 heeft het college van B&W besloten tot een bijdrage aan de organisatie van de Eurogames in 2011. Een bedrag van € 635 werd in de eerste bestuursrapportage 2010 toegekend als bijdrage in de kosten voor 2010. Dit bedrag is conform aanvraag in 2010 besteed. Bij de derde bestuursrapportage 2010 is een bijdrage van € 465 toegekend voor 2011 en direct verwerkt in een bestemmingsreserve. De besteding 2011 bedraagt € 448 en is onttrokken aan de bestemmingsreserve. Het restant van € 17 wordt in het eerste kwartaal 2012 ingezet ten behoeve van de afhandeling van de subsidiebeschikking. 6. Subsidies Naar aanleiding van lager vastgestelde subsidies van voorgaande jaren en verleende subsidies 2011 zijn de lasten in 2011 € 211 lager dan begroot.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 217
7. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling Bovenop de taakstelling van de verplichtingenstop van € 2,735 mln (1e bestuursrapportage 2011) is er terughoudend omgegaan met het aangaan van nieuwe verplichtingen. 8. Overig Het overige verschil in baten en lasten wordt verklaard door een aantal financiële effecten van het uitvoeringsprogramma Sport, projecten, evenementen, jeugdbeleid en sportaccommodaties. 9. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren De lagere lasten hebben voor € 2 mln betrekking op correctie voorgaande boekjaren. 10. Uitbesteding Een bedrag van € 2 mln heeft betrekking op het minder uitbesteden van werkzaamheden. Als gevolg van het sluiten van accommodaties in 2011 zijn voor diverse werkzaamheden herplaatsingkandidaten ingezet. 11. Groene zwembaden Als gevolg van de uitbesteding door Stadsontwikkeling aan een externe partij, zijn de onderhoudskosten met betrekking tot het project Groene Zwembaden met € 500 gedaald. 12. Bedrijfsvoering Voor een bedrag van € 200 zijn naar aanleiding van het opschonen van de ICT diensten (o.a. gerelateerd aan gebruiker/ accounts) minder stedelijke ICT kosten gemaakt. 13. Vraag deelgemeenten Door het minder verlenen van opdrachten van de deelgemeenten is voor € 2,2 mln minder baten en € 2,9 mln minder lasten gerealiseerd. De opdrachten die niet verleend zijn, hebben met name te maken met sportstimulering en het sluiten van wijkaccommodaties. De lagere baten zijn inclusief € 500 minder horecaverkopen als gevolg van sluiting van accommodaties. Zoals ook in de beleidsmatige toelichting is aangegeven, hebben de deelgemeenten aangekondigd voor circa € 9 mln te willen bezuinigen op de producten van de beleidsmatige inspanning sport en recreatie. Een deel van deze bezuinigingen zijn dus al in 2011 gerealiseerd. Met de deelgemeenten zijn gesprekken gestart om invulling te geven aan de aangekondigde bezuinigingen. 14. Huur Dit heeft betrekking op de huur van (sport) voorzieningen van de deelgemeenten bij Stadsontwikkeling. 15. Voorziening deelgemeenten Voor per saldo een bedrag van € 275 zijn hogere lasten opgenomen vanwege het treffen van een voorziening voor de vorderingen op de deelgemeenten. Op basis van de mutaties over voorgaande jaren en de bij de deelgemeenten ingediende productbegroting 2011, de toekenningen van de deelgemeenten, het moment van het vaststellen van de bezuinigingen en de mogelijkheden om deze gedurende het jaar nog te realiseren, is ingeschat welke vorderingen zeer waarschijnlijk oninbaar zullen zijn. De voorziening komt hiermee ultimo 2011 op € 3,983 mln. 16. Groene schoolpleinen In de exploitatie zijn de volledige baten en lasten begroot voor een bedrag van € 1,1 mln voor het totale project Groene schoolpleinen, terwijl dit conform wet- en regelgeving via de balans verwerkt moet worden. Aan het einde van het jaar is dit in de realisatie gecorrigeerd. 17. Vrijval transitorische posten voorgaande jaren De vrijval van transitorische posten hebben betrekking op voorgaande boekjaren. Hierin is in begrepen een bedrag van € 300 voor de verplaatsing Kwekerij Horvathweg. 18. Overig Het overige verschil in baten en lasten wordt verklaard door een aantal financiële effecten als gevolg van terughoudendheid met betrekking tot het aangaan van nieuwe verplichtingen en deze ook niet gefactureerd kunnen worden. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
pagina 218 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid Financieel resultaat Wijkveiligheid
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Gebiedsgerichte veiligheid Handhaven wet- en regelgeving Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Gebiedsgerichte veiligheid Handhaven wet- en regelgeving Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Uitbreiding cameratoezicht Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Gebiedsgerichte veiligheid Handhaven wet- en regelgeving
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
-46.661 -9.438 -37.223
15.302 0 15.302 50.170 8.375 41.795 235 235 0 0 -34.633 -8.140 -26.493
Bijgestelde begroting 2011 20.172 0 20.172 60.890 5.937 54.953 820 820 0 0 -39.898 -5.117 -34.781
19.284 727 18.557 66.443 10.183 56.260 748
22.799 298 22.501 57.498 6.953 50.545 819 819 0 0 -33.880 -5.836 -28.044
2.627 298 2.329 -3.392 1.016 -4.408 -1 -1 0 0 6.018 -719 6.737
Baten 298
Lasten 1.016
Onttrekking -1
Toevoeging 0
Saldo -719
298 0 0 0 2.329 -833 3.162 0
0 345 150 521 -4.408 0 0 -941
-1 0 0 0 0
0 0 0 0
298 -345 -150 -522 6.737 -833 3,162 941
0 2.627
-3.467 -3.392
0 -1
0 0
3.467 6.018
250
Toelichting afwijkingen Gebiedsgerichte veiligheid 1. Extra vergoedingen voor detachering personeel, huur en ICT 2. Vertraagde facturatie Politie 3. Extra doeluitkering aan deelgemeente Charlois 4. Inhaalafschrijvingen camera’s Handhaven wet- en regelgeving 5. Lagere vergoeding van derden 6. Opbrengsten uit bonnen i.v.m. handhaving 7. Totaal Personeelslasten (loon werknemers, interne & e xterne inhuur) 8. Overige (materiele) kosten en kapitaallasten Totaal
Bedragen x € 1.000,-
1. Extra vergoedingen voor detachering personeel, huur en ICT De extra vergoedingen voor detacheringen waren niet begroot. Vooraf was voor deze personen nog geen detachering overeenkomst getekend, deze komen veelal pas gedurende het lopende boekjaar. Hetzelfde geldt voor de doorbelastingen van huur- en ICT-kosten door een Stadsmarinier. 2. Vertraagde facturatie Politie De overschrijding betreft een verlate facturatie uit 2009 van de Politie Rotterdam Rijnmond. De factuur (incidenteel) heeft betrekking op de uitbreiding van de cameratoezichtcapaciteit. 3. Extra doeluitkering aan deelgemeente Charlois Medio 2011 is besloten in verband met de extra druk op de veiligheidsaanpak in de deelgemeente Charlois om een incidentele doeluitkering ter hoogte van € 150 toe te kennen. 4. Inhaalafschrijvingen camera’s Om een toekomstig meerjarig knelpunt in verband met afschrijvingen van de in de stad geplaatste en geactiveerde camera’s te voorkomen, zijn afschrijvingen (€ 521) in een keer ten laste van het resultaat 2011 gebracht. Dit omdat eenmaal geplaatste camera’s vrijwel geen bedrijfseconomische restwaarde hebben. 5. Lagere personeelsvergoeding van derden Bij de begroting 2011 werd de omvang van de personeelsvergoedingen van derden geraamd op € 5 mln. Door de bezuinigingen zijn de baten € 833 lager uitgevallen door kortingen op de ID-subsidie, Uszo-uitkeringen en lagere inkomsten uit contracten met de deelgemeente. Deze vermindering is structureel.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 219
6. Opbrengsten uit bonnen i.v.m. handhaven De meeropbrengsten uit bonnen is allereerst een nabetaling van de belastingdienst van € 1,1 mln die de inning verzorgt. Deze nabetaling is het gevolg van een nieuwe belastingsystematiek bij de belastingdienst, waardoor over de periode 2008 t/m 2010 een vereffening is ontvangen. Het restant (€ 2 mln) van de meeropbrengsten bestaat uit baten door fiscale naheffingen, milieu- en Mulderbonnen. Daarnaast wordt omzet van derden ontvangen, zoals: Havenbedrijf Rotterdam, gemeente Schiedam, gemeente Ridderkerk en het DUO. 7. Personeelslasten: loon werknemers, interne en externe inhuur Op het gebied van handhaven wet- en regelgeving (stadswachters) heeft de opgelegde personeelsreductie sneller vormgekregen dan aanvankelijk gepland (Begroting 2011). In totaal is met vier handhavingteams gekrompen (-72 FTE). en deel hiervan is als beveiliger herplaatst (zie Product Beveiliging gemeentelijke gebouwen). Hierdoor zijn de loonlasten met € 1,4 mln gedaald. Daar staan extra kosten voor interne en externe inhuur van € 539 tegenover (specifieke deskundigheid en ondersteuning ten behoeve van de Keten pand & Persoon), waardoor per saldo de lasten met € 941 dalen. 8. Overige (materiele) kosten en kapitaallasten De afname van de overige kosten betreft met name de besparing door de verplichtingenstop op materiele kosten (€ 2,589 mln), en lagere kapitaallasten (€ 878) door inhaalafschrijvingen op de inrichting- en verbouwingskosten van panden die in 2010 zijn afgestoten door de herhuisvestingsoperatie. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Geweld en (jeugd-)overlast Financieel resultaat Geweld en (jeugd-)overlast
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Bestrijden geweld en overlast (jeugd)
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
635 635 12.927 12.927 0
-12.292 -12.292
0 0 11.350 11.350 0 0 0 0 -11.350 -11.350
Baten -77 -413 336 0 0 -77
Lasten -544 -413 0 10 -141 -544
0
Bijgestelde begroting 2011 1.192 1.192 14.235 14.235 0 0 0 0 -13.043 -13.043
Realisatie 2011
Verschil
1.115 1.115 13.691 13.691 0 0 0 0 -12.576 -12.576
- 77 -77 - 544 -544 0 0 0 0 467 467
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Toelichting afwijkingen Bestrijden geweld en overlast (jeugd) 1. Lagere doorbelasting keten partners 2. Extra baten uit Rijksbijdrage 3. Salarislasten en externe inhuur 4. Onderuitputting Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Saldo 467 0 336 -10 141 467
1. Lagere doorbelasting keten partners Er is € 413 minder doorbelast aan de ketenpartners van het Veiligheidshuis in verband met, voor de gemeente Rotterdam, lagere uitgaven dan begroot. De uitgaven zijn betreffende het Veiligheidshuis wel gedaan, echter ze zijn voor het overgrote deel niet geboekt ten laste van het budget van Rotterdam, maar ten laste van Reclassering Nederland. Dit leidt tot lagere lasten dan begroot. 2. Extra baten uit Rijksbijdrage Dit betreft een extra bijdrage van het ministerie Veiligheid en Justitie waarvan € 200 bestemd is voor het programma Veilig Ondernemen die bij het opstellen van de begroting nog niet bekend was.
pagina 220 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
3. Salarislasten en externe inhuur Bij Persoon- en Fenomeengerichte Aanpak was behoefte aan extra specialisten. Er is voor € 285 aan extra expertise ingehuurd. Dat de lasten ultimo 2011 met € 10 stijgen komt door de compensatie vanuit de onderbesteding op interne inhuur (-€ 117) en salarislasten(-€ 158). 4. Onderuitputting De onderuitputting van € 141 betreft voornamelijk enkele niet ingevulde vacatures bij de deelgemeenten waardoor uitkeringen aan deelgemeenten zijn getemporiseerd. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Financieel resultaat Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Crisisbeheersing en brandweerzorg Handhaven openbare orde Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Crisisbeheersing en brandweerzorg Handhaven openbare orde Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Crisisbeheersing en brandweerzorg Handhaven openbare orde Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
1.634 0 985 649 66.480 58.670 7.402 408 41
-64.805 -58.670 -6.376 241
1.990 0 1.203 787 66.058 57.161 6.169 2.728 0 0 0 0 -64.068 -57.161 -4.966 -1.941
Baten 0 0 0 270 -257 527 43 43 313
Lasten -884 -500 -384 354 0 354 -477 -477 -1.007
0
Bijgestelde begroting 2011 1.990 0 1.203 787 64.321 57.161 5.594 1.566 0 0 0 0 -62.331 -57.161 -4.391 -779
Realisatie 2011
Verschil
2.303 0 1.473 830 63.314 56.277 5.948 1.089 0 0 0 0 -61.011 -56.277 -4.475 -259
313 0 270 43 -1.007 -884 354 -477 0 0 0 0 1.320 884 -84 520
Onttrekking 0 0 0 0
Toevoeging 0
0 0 0
0 0 0
Toelichting afwijkingen Crisisbeheersing en brandweerzorg 1. Onderuitputting programma Sociale Veiligheid OV 2. Correctie facturen Levensloopregeling Handhaven openbare orde 3. Afname legesopbrengsten Horecavergunningen 4. Detachering Personeel Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit 5. Onderuitputting Totaal
Bedragen x € 1.000,-
0 0
Saldo 884 500 384 -84 -257 173 520 520 1.320
1. Onderuitputting programma Sociale Veiligheid OV Het programma Sociale Veiligheid OV is in de loop van 2011 gestart. Hierdoor zijn de beschikbare middelen door de RET op een later tijdstip benut, hetgeen in een onderuitputting resulteert van € 500. 2. Correctie facturen Levensloopregeling De Veiligheidsregio Rotterdam heeft op basis van berekeningen van het ABP hun kosten voor levensloop regelingen herzien. Deze correctie levert een voordeel op van € 384. 3. Afname legesopbrengsten Horecavergunningen De gerealiseerde legesopbrengsten omtrent de uitgegeven horecavergunningen blijven met € 311 achter ten opzichte van de begroting. Hierdoor zijn minder horecavergunningen afgegeven dan geraamd. De oorzaak is voornamelijk de financieeleconomische crisis. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 221
4. Detachering Personeel De opbrengsten uit detachering van personeel zijn in 2011 € 527 hoger dan oorspronkelijk geprognosticeerd. Deze opbrengsten compenseren de overschrijding van € 354 op de salarislasten. Oorzaak is dat de uitplaatsing van herplaats-kandidaten achterblijft bij de begroting. Eind 2011 zijn er van de negen herplaatskandidaten nog drie over. 5. Onderuitputting Bij Stadszaken BIBOB/Kenniscentrum is een onderuitputting van circa € 200 waarneembaar. De oorzaak van deze onderschrijding is uitstel van de eerder aangekondigde BIBOB wetswijzigingen naar 2012. Het budget was gereserveerd om de wetswijzigingen te kunnen vertalen naar beleid. Bij Maatschappelijke Integriteit is er een onderschrijding van ruim € 100. Dit komt doordat rechtsuitspraken voor de gemeente Rotterdam minder nadelig zijn uitgepakt waardoor het beroep op gemeentelijke middelen beperkt is gebleven. Het restant van € 177 aan onderschrijding en € 44 aan extra baten betreffen voornamelijk meevallers uit voorgaande boekjaren bij het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC). Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties Financieel resultaat Leer- en schoolprestaties
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Ondersteuning onderwijskwaliteit Onderwijshuisvesting Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School) Zorg in en op school Handhaving leerplicht Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Ondersteuning onderwijskwaliteit Onderwijshuisvesting Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School) Zorg in en op school Handhaving leerplicht Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve CED-activiteiten Bestemmingsreserve Deltaplus Bestemmingsreserve Onderwijsgebouwen Rozenburg Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Ondersteuning onderwijskwaliteit Onderwijshuisvesting Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School) Zorg in en op school Handhaving leerplicht Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht
pagina 222 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
45.007 1.696 2.414
Bijgestelde begroting 2011 52.119 0 3.681
18.083 67 8.451
50.446 82 3.869
-1.673 82 188
1.245 470 38
28.612 8.537 0
39.719 544 0
36.889 1.283 94
-2.830 739 94
7.812 194.556 15.215 72.100
3.748 184.866 13.449 66.666
8.175 194.614 13.398 73.889
8.229 190.844 13.077 73.399
54 -3.770 -321 -490
50.490 30.071 3.642
64.523 20.417 7.430
63.446 21.404 6.039
60.328 21.375 6.043
-3.118 -29 4
23.038 2.411
-174.062 -14.416 -63.649
12.381 290 0 290 0 0 0 -139.569 -11.463 -64.252
16.438 2.589 906 374 1.309 0 0 -139.906 -13.024 -68.899
16.622 1.945 906 356 683 0 0 -138.453 -12.639 -68.847
184 - 644 0 -18 -626 0 0 1.453 385 52
-49.195 -27.972 -3.604
-35.911 -11.880 -7.430
-23.727 -19.954 -6.039
-23.439 -19.186 -5.949
288 768 90
-15.226
-8.633
-8.263
-8.393
-130
0
Toelichting afwijkingen Ondersteuning onderwijskwaliteit 1. Programma Beter Presteren 2. Wijziging subsidiemethodiek 3. Bestemmingsreserve Deltaplus 4. Overig Onderwijshuisvesting 5. Bestemmingsreserve onderwijsgebouwen Rozenburg 6. Meerjaren onderhoudsplannen 7. Voorziening dubieuze debiteuren 8. Annulering MFA Zalmplaat 9. Afwaardering portefeuille vastgoed 10. Spoedaanvragen 11. Overig Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School) 12. Wijziging subsidiemethodiek 13. Groepen 0 14. Rijksregeling wachtlijsten 15. Participatiefonds 16. Voorziening 17. Rijksmiddelen Lekker FIT 18. Scholen Lekker FIT 19. 0verig Zorg in en op school 20. Project Nieuwe Kans 21. Wijziging subsidiemethodiek 22. Overig Handhaving leerplicht 23. Overig Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht 24. Programma Aanval op Uitval 25. Praktijkschool Roteb 26. Overig Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 82
82 188
188 -2.830 -1.855
-900 483 -800 175 67 739 700 39 94 94 54
54 -1.673
Lasten -321 -453 -145 -18 295 -490 -626 -4.270 1.720 640 1.000 811 235
Onttrekking -18
-626 -626
0
-3.118 -1.855 -400 -500 -900 483
0
0
0
0
0
0
0
0
-644
0
54 -29 -91 62 4 4 184 -231 245 170 -3.770
Toevoeging 0
-18
Saldo 385 453 145 0 -213 52 0 4.270 -1.720 -640 -1.000 -811 -47 288 0 400 500 0 0 -800 175 13 768 700 91 -23 90 90 -130 231 -245 -116 1.453
1. Programma beter presteren De programmakosten voor Beter Presteren, actielijn professionele school, zijn € 453 lager dan begroot, doordat het project professionele school is vertraagd. Ook is er sprake van een verschuiving van de kosten begeleidingsgesprekken ISO Topklassen naar 2012 vanwege gewijzigde planningsafspraken met de scholen. Dit heeft de voorgenomen beleidsvoornemens echter niet negatief beïnvloed. De doelstelling van de topklassen is immers wel behaald. 2. Wijziging subsidiesystematiek De lagere lasten hebben betrekking op een wijziging van de verleningsystematiek. Hierdoor is geen 6/12 maar 5/12 deel toegerekend aan 2011. Het verleende bedrag aan subsidies is niet aangepast maar voor 1/12 deel doorgeschoven naar 2012. E.e.a. heeft invloed op de realisatie van de beleidsvoornemens. 3. Bestemmingsreserve Deltaplus Vanwege de wijziging van de subsidiesystematiek (5/12 deel in plaats van 6/12 deel is toegerekend aan 2011) zijn de lasten lager bij Deltaplus. De begrote onttrekking was derhalve niet geheel nodig. 4. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 5. Bestemmingsreserve onderwijsgebouwen Rozenburg Vanwege lagere lasten achterstallig onderhoud onderwijsgebouwen Rozenburg was de begrote onttrekking niet geheel nodig. Een deel van de werkzaamheden wordt in 2012 uitgevoerd.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 223
6. Meerjaren onderhoudsplannen De onderuitputting op de meerjaren onderhoudsplannen wordt veroorzaakt door dat de schoolbesturen € 4,270 mln aan onderhoudsmiddelen niet hebben besteed in 2011. Dit ondanks het feit dat de gemeente bij de schoolbesturen heeft aangedrongen op uitvoering conform de overeengekomen planning. 7. Voorziening dubieuze debiteuren De gemeente financiert kosten als water, gas en elektriciteit en een deel van het onderhoud voor. Later worden deze kosten in rekening gebracht bij de schoolbesturen. Vanwege betwiste vorderingen uit voorgaande jaren moet volgens de BBV regelgeving een voorziening dubieuze debiteuren worden gevormd. De bestaande voorziening wordt verhoogd met € 1,720 mln tot € 2,956 mln. Waar mogelijk zijn in 2011 de nuts contracten naar de schoolbesturen overgezet, zodat er nog slechts een minimale voorfinanciering is. Terecht gefactureerde bedragen zullen niet worden kwijtgescholden en na afwikkeling van de disputen worden geïnd bij de schoolbesturen. 8. Annulering MFA Zalmplaat Door annulering van de MFA Zalmplaat kunnen de voorbereidingslasten niet worden geactiveerd en komen ten laste van de exploitatie. Het bestaande schoolgebouw wordt gerenoveerd. 9. Afwaardering portefeuille vastgoed Door de sloop van enkele schoolgebouwen is door Stadsontwikkeling een afboeking op de waardering van de portefeuille vastgoed gerealiseerd. De lasten komen voor rekening van het Onderwijs. 10. Spoedaanvragen In 2011 is er voor € 811 besteed aan spoedaanvragen voor onderwijshuisvesting. Uitvoering is wettelijk verplicht. 11. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 12. Wijziging subsidiesystematiek De lagere lasten hebben betrekking op een wijziging van de verleningsystematiek. Hierdoor is geen 6/12 maar 5/12 deel toegerekend aan 2011. Het verleende bedrag aan subsidies is niet aangepast maar voor 1/12 deel doorgeschoven naar 2012 waardoor dit geen invloed heeft op de realisatie van de beleidsvoornemens. 13. Groepen 0 De werkelijke opstartkosten voor de groepen 0 zijn € 400 lager dan begroot. 14. Rijksregeling wachtlijsten Door het rijk zijn de middelen voor de rijksregeling wachtlijsten kinderopvang in z’n geheel toegevoegd aan de gemeentefondsuitkering 2011, terwijl deze rijksregeling betrekking heeft op 2011 én 2012. In 2011 is bij 2e bestuursrapportage € 588 toegevoegd aan de begroting van het product leertijduitbreiding. Hiervan is in 2011 € 88 besteed. 15. Participatiefonds Met de 2e bestuursrapportage 2011 zijn baten en lasten van € 900 beschikbaar gesteld uit het Participatiefonds voor de Wijkschool. Deze middelen zijn echter abusievelijk toegevoegd aan het product Leertijduitbreiding terwijl de realisatie van de wijkschool onder het product VSV valt. Hierdoor valt de realisatie binnen het product Leertijduitbreiding € 900 lager uit in baten en lasten. Binnen het product VSV wordt de realisatie pas in 2012 verwacht. 16. Voorziening Onder het product leertijduitbreiding is een toevoeging van € 483 opgenomen voor de vorming van een voorziening Beroep Stichting de Meeuw. Deze voorziening wordt noodzakelijk geacht omdat de uitspraak van de rechtbank op het ingediende bezwaar mogelijk zal resulteren in een betalingsverplichting ten lasten van het product Leertijduitbreiding. Alle voor- en vroeg schoolse educatie (VVE) middelen worden verantwoord aan het rijk, daar staan dus ook rijksbaten tegenover. 17. Rijksmiddelen Lekker Fit In de begroting van de beleidsmatige inspanning leer- en schoolprestaties is abusievelijk bij het product leertijduitbreiding € 800 aan WWI - middelen opgenomen. 18. Scholen Lekker Fit De scholen dragen 1/3 van de kosten vakleerkrachten Lekker Fit bij. De bijdrage kan bestaan uit eigen inzet eigen vakleerkrachten, of uit een financiële bijdrage. De uiteindelijke ontvangen financiële bijdragen zijn hoger dan begroot.
pagina 224 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
19. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 20. Project Nieuwe Kans De extra baten zijn het gevolg van extra rijksmiddelen voor het project Nieuwe Kans. Hierdoor konden ook in de 2e helft van 2011 70 (MBO) jongeren met een grote afstand tot de arbeid- en onderwijsmarkt worden opgevangen. Oorspronkelijk zou het project medio 2011 stoppen. Voor de afbouw waren gemeentelijke middelen begroot. Deze hoefden dus niet te worden ingezet. 21. Wijziging subsidiemethodiek De lagere lasten hebben betrekking op een wijziging van de verleningsystematiek. Hierdoor is geen 6/12 maar 5/12 deel toegerekend aan 2011. Het verleende bedrag aan subsidies is niet aangepast maar voor 1/12 deel doorgeschoven naar 2012 waardoor dit geen invloed heeft op de realisatie van de beleidsvoornemens. 22. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 23. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 24. Programma Aanval op Uitval De programmakosten voor Aanval op de Uitval zijn lager dan begroot vanwege de late start van het uitvoeringsprogramma. 25. Praktijkschool Roteb Door een bijdrage aan de Praktijkschool van Roteb vallen de lasten € 245 hoger uit. De praktijkschool van de ROTEB zorgt ervoor dat jongeren worden opgeleid en een startkwalificatie halen, zodat ze gemakkelijker een baan vinden op de arbeidsmarkt. 26. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Volksgezondheid Financieel resultaat Volksgezondheid
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Bestrijding infectieziekten Medische milieukunde en technische hygiënezorg Brede zorgcoördinatie volwassenen Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Bestrijding infectieziekten Medische milieukunde en technische hygiënezorg Brede zorgcoördinatie volwassenen Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Bestrijding infectieziekten Medische milieukunde en technische hygiënezorg Brede zorgcoördinatie volwassenen
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
17.519 9.257 1.330 6.932 31.506 15.164 4.153 12.189 829
14.513 9.169 790 4.554 28.368 14.125 2.129 12.114 0 0 0 0 -13.855 -4.956 -1.339 -7.560
0 -13.158 -5.907 -2.823 -4.428
Bijgestelde begroting 2011 13.442 9.364 838 3.240 25.777 12.706 1.909 11.162 0 0 0 0 -12.335 -3.342 -1.071 -7.922
Realisatie 2011
Verschil
13.946 10.152 1.109 2.685 26.058 13.927 2.060 10.071 0 0 0 0 -12.112 -3.775 -951 -7.386
504 788 271 -555 281 1.221 151 -1.091 0 0 0 0 223 -433 120 536
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 225
Toelichting afwijkingen Bestrijding infectieziekten 1. SOA 2. Transitorische posten voorgande jaren 3. Overig Medische milieukunde en technische hygiënezorg 4. Regiogemeenten 5. Overig Brede zorgcoördinatie volwassenen 6. Samenwerken aan een Goede Gezondheid (SWGG) 7. Van Klacht naar Kracht 8. Onderwerp Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 788 500 344 -56 271 240 31 -555 -622 67 504
Lasten 1.221 500 721 151 151 -1.091 -113 -676 -302 281
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0
0
Saldo -433 0 344 -777 120 240 -120 536 113 54 369 223
1. SOA De hogere baten en lasten hebben betrekking op de afrekening van inkomsten met het rijk (RIVM) die samenhangen met hogere lasten voor de SOA-bestrijding. 2. Transitorische posten voorgaande jaren De hogere baten hebben betrekking op de afrekening van inkomsten met het rijk (RIVM) die samenhangen met hogere uitgaven voor SOA-bestrijding in voorgaande jaren. 3. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 4. Regiogemeenten Dit verschil is ontstaan door meer betaalde inzet in regiogemeenten, waarbij met een beperkte inzet van extra personeel kon worden volstaan. 5. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 6. Samenwerken aan een Goede Gezondheid (SWGG) Het programma Samen werken aan een Goede Gezondheid (SWGG) verkeerde in 2011 nog grotendeels in de fase van planvorming, waardoor de betreffende budgetten niet zijn besteed. 7. Van Klacht naar Kracht Het preventieprogramma Beweegkuur is in de oorspronkelijke opzet niet doorgegaan vanwege een bezuiniging door het rijk op de basisverzekering, hetgeen resulteerde in lagere baten en lasten. De doelstelling ten aanzien van het bereik van de leefstijltrajecten werd desondanks ruimschoots gehaald. Inmiddels is een nieuw programma in afgeslankte vorm van start gegaan. 8. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 0,3 mln). Deze worden volledig gecompenseerd door hoger dan begrote directe of intern gerelateerde baten. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
pagina 226 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsmatige inspanning Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Financieel resultaat Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Centrum voor jeugd en gezin Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Jeugdconsul Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Centrum voor jeugd en gezin Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Jeugdconsul Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Centrum voor jeugd en gezin Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Jeugdconsul
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
28.675 2.132 24.755 1.788 0 61.661 6.170 48.976 5.975 540 254
25.734 15.155 9.510 865 204 50.185 24.980 17.308 7.194 703 0 0 0 0 -24.451 -9.825 -7.798 -6.329 -499
0 -32.732 -4.038 -23.967 -4.187 -540
Bijgestelde begroting 2011 25.627 13.611 11.233 779 4 53.591 27.233 18.080 7.575 703 0 0 0 0 -27.964 -13.622 -6.847 -6.796 -699
Realisatie 2011
Verschil
25.610 13.678 10.444 1.438 50 53.571 27.140 18.887 6.838 706 0 0 0 0 -27.961 -13.462 -8.443 -5.400 -656
- 17 67 -789 659 46 - 20 -93 807 -737 3 0 0 0 0 3 160 -1.596 1.396 43
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting afwijkingen Centrum voor jeugd en gezin 1. Overig Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg 2. Ieder Kind een Gezond Gezin (IKGG) 3. Klaar voor een Kind en Gezonde ROC 4. Indexering BDU uitkering 5. Programma decentralisatie jeugdzorg 6. Gezonde school 7. Overig Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang 8. Regiogemeenten voorgaande jaren 9. Regiogemeenten 10. Kinderopvang Plus 11. Medisch geïndexeerde kinderopvang 12. Overig Jeugdconsul 13. Overig Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 67 67 -789 -1.200 220 250
-59 659 186 369
104 46 46 -17
Lasten -93 -93 807 220 320 176 91 -737
-366 -455 84 3 3 -20
Saldo 160 160 -1.596 -1.200 0 250 -320 -176 -150 1.396 186 369 366 455 20 43 43 3
1. Overig Het verschil op dit product is beperkt. Bij de eerste bestuursrapportage is het begrote bedrag voor subsidie aan het CJG met € 3 mln verhoogd. 2. Ieder Kind een Gezond Gezin (IKGG) De middelen voor IKGG zijn abusievelijk begroot op het product regie op kwetsbare groepen binnen de inspanning kwetsbare personen en huiselijk geweld. Dat wordt nu gecorrigeerd. 3. Klaar voor een Kind en Gezonde ROC De baten en lasten hebben betrekking op Klaar voor een kind en Gezonde ROC. 4. Indexering BDU uitkering De baten hebben betrekking op een niet voorziene indexering van de brede doeluitkering. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 227
5. Programma decentralisatie jeugdzorg Er is € 320 uitgegeven aan de programmakosten voor de voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg. Deze kosten konden ten tijde van de opmaak van de begroting 2011 nog niet worden voorzien. 6. Gezonde school De bezuiniging op het programma Gezonde School is niet geheel gerealiseerd. 7. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 8. Regiogemeenten voorgaande jaren Dit betreft incidentele extra baten van regiogemeenten voor toezicht kinderopvang in 2010. 9. Regiogemeenten Dit betreft incidentele extra baten van regiogemeenten voor toezicht kinderopvang in 2011. 10. Kinderopvang Plus Voor de kinderopvang Plus zijn lagere subsidies verstrekt. 11. Medisch geïndexeerde kinderopvang In het 1e kwartaal van 2011 ontstond een sterke stijging in het aantal aanvragen voor medisch geïndexeerde kinderopvang (SMI). Bij de 1e bestuursrapportage is het budget met € 1 mln verhoogd. Om de overschrijding op dit budget een halt toe te roepen is ook de regeling in 2011 aangepast. De duur van de kinderopvang en het aantal dagen per week is beperkt. In 2012 moet dit er toe leiden dat de overschrijdingen tot het verleden behoren. Van het verhoogde budget is € 455 niet besteed doordat de ingezette maatregelen ook al in 2011 hun effect hadden. 12. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 13. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Kwetsbare personen en huiselijk geweld Financieel resultaat Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) Bestrijding huiselijk geweld Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) Bestrijding huiselijk geweld Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve PVA MO/ Overdracht van SoZaWe Bestemmingsreserve Fysieke woonvoorziening maatschappelijke opvang Bestemmingsreserve Pooierboys Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) Bestrijding huiselijk geweld pagina 228 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
11.493 4.179 7.094 220 89.012 9.095 66.515 13.402 1.167
0 -76.352 -4.916 -58.254 -13.182
Realisatie 2011
Verschil
5.617 1.303 3.126 1.188 98.091 11.713 78.734 7.644 9.960 4.143 5.692
Bijgestelde begroting 2011 3.940 1.188 2.316 436 85.385 9.186 67.720 8.479 6.660 3.143 3.392
5.282 1.835 2.492 955 81.274 9.017 63.837 8.420 6.660 3.143 3.392
1.342 647 176 519 -4.111 -169 -3.883 -59 0 0 0
125 0 0 -82.514 -10.410 -65.773 -6.331
125 0 0 -74.785 -7.998 -58.869 -7.918
125 0 0 -69.332 -7.182 -54.810 -7.340
0 0 0 5.453 816 4.059 578
Toelichting afwijkingen Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) 1. Straatdokter 2. Deelgemeenten en regio Lokaal Zorg Netwerk 3. Overig Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) 4. Subsidies voorgaande jaren 5. Westerstraat 6. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling 7. Decentralisatieuitkering MO-VB-OGGZ 8. Ieder Kind een Gezond Gezin (IKKG) 9. Overig Bestrijding huiselijk geweld 10. RIJK VWS 11. Regiogemeenten 12. Overig Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 647 94 553 176
176 519 120 297 102 1.342
Lasten -169
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0
0
-169 -3.883 -719 -574 -354 -508 -1.200 -528 -59
-59 -4.111
Saldo 816 94 553 169 4.059 719 574 354 508 1.200 704 578 120 297 161 5.453
1. Straatdokter Na overleg met de zorgverzekeraar en een aanpassing in het geautomatiseerd systeem werd het mogelijk nog met terugwerkende kracht over meerdere jaren bepaalde verrichtingen van de straatdokter te declareren. 2. Deelgemeenten en regio Lokaal Zorg Newerk Er werden meer baten ontvangen van de lokale zorgnetwerken, de inzet voor vervuiling casussen, trajectregie, bijdrage GGD Nederland en ziektewetuitkeringen UWV. 3. Overig De lagere lasten komen voort uit anticiperen op een krimp van de organisatie door afgesproken bezuinigingen in 2012. Vacatures die zijn ontstaan in 2011 zijn vooruitlopend op deze krimp al niet meer vervuld. 4. Subsidies voorgaande jaren Vaststelling van subsidies 2010 en eerder heeft in 2011 geresulteerd in extra baten. 5. Westerstraat Een bedrag van € 574 stond in 2011 gepland voor de locatie Westerstaat van de Nico Adriaans Stichting (NAS). Vanwege vertragingen in het proces, is het niet gelukt in 2011 met deze locatie te starten. 6. Verplichtingenstop hoger dan de taakstelling Ook de GGD heeft door het stringent toepassen van de verplichtingenstop minder lasten gerealiseerd dan begroot. In casu minder verleningen van incidentele subsidies. 7. Decentralisatie uitkering MO-VB-OGGZ Deels niet uitgegeven accres van de decentralisatie uitkering MO-VB-OGGZ die is toegekend bij de 2e bestuursrapportage. 8. Ieder Kind een Gezond Gezin (IKGG) De middelen voor IKGG zijn abusievelijk begroot op het product regie op kwetsbare groepen binnen de inspanning kwetsbare personen en huiselijk geweld. De realisatie is bij het product samenhang/integratie beleid jeugdgezondheidszorg, beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding. 9. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 10. Rijk VWS Uiteindelijk werd een subsidiebeschikking door VWS hoger vastgesteld dan verwacht. 11. Regiogemeenten Het voordeling saldo op dit product hangt samen met extra baten van regiogemeenten. Hier stonden geen extra lasten tegenover.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 229
12. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie Financieel resultaat Arbeidsparticipatie
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Werkgelegenheid en participatie Roteb Sociale werkvoorziening SoZaWe Reïntegratietrajecten Inkomensverstrekking Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Werkgelegenheid en participatie Roteb Sociale werkvoorziening SoZaWe Reïntegratietrajecten Inkomensverstrekking Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Sociaal Raadslieden Rotterdam Bestemmingsreserve Deelgemeentelijke middelen Bestemmingsreserve Voormalige Stichting Luchthaven Bestemmingsreserve Jeugdwerkloosheid Bestemmingsreserve Fit 4 Work Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Werkgelegenheid en participatie Roteb Sociale werkvoorziening SoZaWe Reïntegratietrajecten Inkomensverstrekking
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
869.407 106.575 73.055 240.519 449.258 1.005.144 106.948 73.642 277.799 546.755 494
0 -135.243 103 -587 -37.280 -97.479
Realisatie 2011
Verschil
798.691 120.501 17.155 200.946 460.089 845.089 119.092 18.000 222.141 485.856 0 0 0 0 0 0 0 0 -46.398 1.409 -845 -21.195 -25.767
Bijgestelde begroting 2011 774.632 120.861 685 208.458 444.628 946.206 134.846 1.530 227.780 582.050 3.203 299 25 892 1.022 965 0 0 -168.371 -13.093 -845 -18.300 -136.133
773.779 122.116 791 228.022 422.850 948.729 131.900 1.318 246.918 568.593 3.202 298 25 892 1.022 965 0 0 -171.748 -8.892 -527 -17.874 -144.455
-853 1.255 106 19.564 -21.778 2.523 -2.946 -212 19.138 -13.457 -1 -1 0 0 0 0 0 0 -3.377 4.201 318 426 -8.322
Lasten -2.946
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
Toelichting afwijkingen Werkgelegenheid en participatie Roteb 1. Bijdrage uit het Participatiebudget 2. Technische verschuiving BW-subsidie 3. Lagere ID-subsidie 4. Correctie pensioenpremie 5. Lagere salarissen / hogere inhuur 6. Bijdrage uit het Participatiebudget inzake WSW 7. Hogere bijdrage WIW 8. Hogere omzet SW 9. Overig Sociale werkvoorziening SoZaWe 10. Overig Reïntegratietrajecten 11. Overdracht WIW aan Roteb 12. ESF en overige inkomsten 13. Vrijval voorziening WIW/ ID 14. Inzet inkomensdeel
Bedragen x € 1.000,-
Baten 1.255 3.100 -3.700 -200
1.500 300 505 -250 106 106 19.564 7.850 1.781 23.424 -7.500
-3.700 844 -850 1.500 60 -800 -212 -212 19.138 7.850 0 23.424 0
Saldo 4.201 3.100 0 -200 -844 850 0 300 445 550 318 318 426 0 1.781 0 -7.500
Vervolg tabel zie volgende pagina pagina 230 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
15. Inzet Spaarsaldo, WSW 16. Inkomsten ministerie,activiteiten werk, re-integratie en activering & jongeren 17. Gesubsidieerde arbeid 18. Inburgering en educatie 19. Handhaving en ondersteuning 20. Overplanning Inkomensverstrekking 21. Uitvoeringskosten en overigen 22. Programmakosten 23. Claim IAU 24. Hogere lasten uitvoering en niet begrote baten 25. Correctie economische categorie doorbelasting Participatiebudget Totaal
Baten -3.049
Lasten 1.500
-2.942 0 0 0 0 -21.778 0 0 20.316 14.616
-25.113 5.741 -7.773 5.232 8.277 -13.457 15.308 -9.086 20.316 16.715
-56.710 863
-56.710 2.523
Onttrekking
Toevoeging
0
0
0
0
Saldo -4.549 22.171 -5.741 7.773 -5.232 -8.277 -8.321 -15.308 9.086 0 -2.099 0 -3.376
1. Bijdrage uit het Participatiebudget In de begroting was nog geen rekening gehouden met de € 1,5 mln dekking met betrekking tot de uitvoering van de wet Sociale Werkvoroziening (WSW) vanuit het Participatiebudget. De bijdrage voor WerkDirect is € 1,9 mln hoger, de bijdrage voor Ro-trajecten € 300 lager dan waar in de begroting rekening mee was gehouden. 2. Technische verschuiving BW-subsidie De subsidie voor Begeleid Werken is in de realisatie opgenomen voor € 3,7 mln. In de begroting was deze post echter opgenomen onder kosten van de omzet. 3. Lagere ID-subsidie De lagere ID-subsidie komt door een lagere bezetting. 4. Correctie pensioenpremie WSW In 2009, 2010 en 2011 is de bij WSW-ers ingehouden pensioenpremie te laag uitgevallen door een fout in de berekening. Dit betreft het verschil tussen de ingehouden en afgedragen premies. 5. Lagere salarissen/hogere inhuur Vooral de bezetting bij de WSW-ers is sneller gedaald dan waarmee rekening was gehouden. Op diverse plaatsen zijn vacatures niet ingevuld. Per saldo heeft dit geresulteerd in een voordeel van € 1,25 mln. Hier staat tegenover dat de inhuur ook € 400 hoger is. Vooral ten behoeve van het detacheren zijn tijdelijk jobcoaches ingehuurd waarvan de salarislasten in de begroting waren opgenomen. 6. Bijdrage uit het participatiebudget voor de uitvoering van de WSW In de begroting was nog geen rekening gehouden met de € 1,5 mln dekking voor de kosten van uitvoering van de wet Sociale Werkvoorziening (WSW) vanuit het Participatiebudget. 7. Hogere bijdrage WIW De bijdrage met betrekking tot de Wet Inschakeling Werkzoekenden is € 300 hoger uitgevallen. De verhoging van de programmakosten was al wel in de begroting meegenomen, maar de opbrengst niet. 8. Hogere omzet SW Per saldo hogere omzet bij de SW, ondanks teruggelopen gemeentelijke opdrachten. 9. Overig De kosten zijn € 800 lager uitgekomen vanwege de verplichtingenstop. De lagere baat van € 250 wordt veroorzaakt door lagere omzet bij het Educatiecentrum. 10. Overig Dit is een combinatie van meer en minder intern doorbelaste kosten.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 231
11. Overdracht WIW aan Roteb Roteb voert taken uit op het gebied van begeleid werken en draagt kosten voor de inzet van WIW’ers. Tot op heden werden de budgetten hiervoor geadministreerd bij de dienst SoZaWe. Met de Tweede bestuursrapportage 2011 is het baten- en een lastenbudget van SoZaWe naar Roteb overgeheveld. In verband met de administratieve verantwoording over het participatiebudget heeft Roteb de voor de inzet van WIW’ers gemaakte kosten alsnog bij SoZaWe in rekening gebracht. Hiertegenover staan baten uit het Participatiefonds. Dit betreft interne omzet. 12. ESF en overige inkomsten Van de rijksbelastingdienst is € 2,4 mln BTW op re-integratietrajecten terugontvangen. In de begroting zijn de verwachte baten uit teruggave BTW (in totaal € 5,7 mln) op het product Inkomstenverstrekking opgenomen. Voor het product Re-integratie leidt dit tot incidenteel € 2,4 mln hogere baten. Daarnaast is sprake van € 300 hogere inkomsten uit inleenvergoedingen van de re-integratiebureaus dan begroot. De oorzaak ligt het hogere aantal gewerkte uren. Hiertegenover staan extra kosten van € 9,0 mln. 13. Vrijval voorziening WIW/ID Eind oktober 2011 heeft het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenhdie (SZW) de gemeente Rotterdam geïnformeerd over het besluit over de SiSa-verantwoording (Single information Single audit) van het Participatiebudget 2009. Het ministerie van SZW vordert in totaal € 39,6 mln terug. De betaling is ten laste van de in 2010 voorzichtigheidshalve aangelegde balansposten gegaan. Het restant van € 2,8 mln is ten laste van de exploitatie gebracht. Dit past binnen de begroting. De reden van terugvordering is drieledig: het niet accepteren van opgevoerde lasten van ROC-contracten in 2008–2009, het niet toestaan van het ten laste van het Participatiebudget brengen van een voorziening voor de gefaseerde afbouw van WIW/ ID en het (daardoor) overschrijden van de maximale meeneemregeling Participatiebudget. De balansposten die vrijvallen betreffen de in 2010 aangelegde voorziening WIW/ID van € 23,4 mln (zichtbaar in de baten en de lasten) en de in 2010 opgenomen schuld aan het ministerie ad € 13,4 mln. Deze laatste vrijval is niet zichtbaar in de exploitatierekening. 14. Inzet inkomensdeel (Participatiebudget) In de begroting is rekening gehouden met een bijdrage van € 7,5 mln uit het inkomensdeel van het BUIG-budget voor full engagement Tarwewijk. Mede in verband met de grote tekorten op het Inkomensdeel is besloten af te zien van het instrument verlonen. Dit leidt tot incidenteel lagere baten van € 7,5 mln. 15. Inzet spaarsaldo, WSW overhead Het spaarsaldo is “sluitpost” op dit product en daarmee een afgeleide van de overige verschillen in begrote en werkelijke baten en lasten. Per saldo is er € 3 mln minder onttrokken aan het spaarsaldo van het participatiebudget (begroot is € 18,9 mln, werkelijk € 15,9 mln). Daarnaast zijn er € 1,5 niet begrote lasten voor een bijdragen aan de kosten van uitvoering van de WSW (zie ook de toelichting bij 6 hierboven. 16. Inkomsten ministerie, activiteiten werk, re-integratie en activering & jongeren De bijdrage die de gemeente Rotterdam van het ministerie van SZW ontvangt voor educatie is verhoogd met € 0,5 mln. Dit was niet begroot. De overige minderinkomsten vloeien voort uit onder meer niet opgenomen kosten van CAK, vrijval OMIJ ID-banen, interne vorderingen en correctie van Web-contracten. Voor het onderdeel Werk zijn er minder uitzendkrachten ingezet om de kosten van inhuur terug te brengen en is de begeleiding van de klanten in de klantgroepen Werkloont door minder klantmanagers uitgevoerd. Doordat het instrument Werkloont in opbouw is, is de bezetting nog niet volledig. Dit leidt tezamen tot € 9,6 mln incidenteel lagere kosten dan begroot. Bij het onderdeel Re-integratie is de aanbesteding voor vraaggerichte re-integratie vanwege de afname van het Participatiebudget uitgesteld. Er worden bijna geen trajecten met loonkostensubsidie ingezet omdat dit instrument relatief duur is. Daarnaast zijn er meer Rotterdamse Individuele Overeenkomsten (RIO’s) gestart dan begroot omdat de klanten dit product vanwege de mogelijkheid van zelfsturing aantrekkelijk vinden. De kosten die worden gemaakt voor de pilot Tarwewijk blijven fors beneden het begrote bedrag doordat de pilot later van start is gegaan en een lange aanloopperiode. Door een aanmeldstop zijn er minder klanten (470) aangemeld dan begroot (600). Dit leidt tezamen tot € 9,9 mln incidenteel lagere lasten. Bij het onderdeel activering zijn de beschikbare middelen ingezet voor diegenen die een mogelijkheid hebben in hun eigen levensonderhoud te voorzien conform het geldende beleidskader Werk en Re-integratie. Er wordt minder ingezet voor activeringsklanten vanwege de afname van het Participatiebudget. Zo is de geplande aanbesteding voor Sociale Activering (Vrijwilligersplaatsen/OK-klassiek) teruggetrokken en is de inzet op participatieplaatsen en andere activeringstrajecten gestaakt. De kosten die zijn gemaakt, zijn gemaakt voor de klanten die al geruime tijd een traject volgen. De groei van het aantal jongeren die een uitkering krijgen is afgezwakt en er wordt stevig gestuurd op terugkeer naar school. Hierdoor worden er minder trajecten om jongeren het in het kader van de wet WIJ verplichte aanbod te doen ingezet. Daarnaast zijn de kosten van ROC’s voor de extra begeleiding van risicojongeren door onderhandeling lager dan begroot. Dit leidt voor activering en jongeren tot € 5,6 mln incidentele lagere lasten. pagina 232 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
17. Gesubsidieerde arbeid In de Programmabegroting 2011 is als taakstellende bezuiniging op de kosten van ID werknemers 10% opgenomen. Omdat de subsidiebeschikking niet tijdig kon worden aangepast, zijn de kosten toch gemaakt. Dit leidt tot een incidentel € 5,7 mln hogere lasten dan begroot. 18. Inburgering en educatie Voor het jaar 2011 zijn 4.600 vastgestelde inburgeringstrajecten begroot. In werkelijkheid waren dit er 3.880 omdat er minder deelnemers zijn ingestroomd. Daarnaast zijn de kosten afhankelijk van de lengte van het traject en het bijbehorende betaalregime. Het betaalritme van de daadwerkelijk ingekochte trajecten wijkt af van de raming. Dit leidt tot incidenteel € 7,8 mln lagere kosten in 2011. 19. Handhaving en ondersteuning Om de uitstroom naar werk te stimuleren is aan WerkDirect incidenteel € 1,5 mln meer uitgegeven dan begroot. Een groter beroep op kinderopvang leidt tot een overschrijding van € 3,7 mln. Deze regeling heeft een open eindkarakter. 20. Overplanning van re-integratietrajecten In de begroting is rekening gehouden met onderuitnutting van ingekochte trajecten. Deze heeft zich niet voorgedaan. Dit leidt tot incidenteel € 8,3 mln hogere kosten. 21. Uitvoeringskosten Inkomensverstrekking en overige Een groot aantal verklaringen voor het verschil tussen begroting en realisatie ligt op het gebied van de bedrijfsvoering. Omdat het UWV zich heeft teruggetrokken op een veel kleiner aantal locaties is de oorspronkelijk voorziene samenwerking met het UWV op de werkpleinen (ketensamenwerking) niet tot stand gekomen. Ook het via de gemeentelijke belastingdienst laten incasseren van openstaande vorderingen bleek niet mogelijk. Hierdoor zijn de in de begroting verwerkte bezuinigingen van respectievelijk € 2,7 mln en € 1,6 mln niet gerealiseerd. Dit leidt structureel tot navenant hogere kosten. Daarnaast kan een deel van de gemaakte kosten (€ 700) voor Wigo4it niet worden geactiveerd. Dit was wel begroot. Het budget voor Sociale teams bij SoZaWe is met € 1,2 mln verlaagd voor de invulling van de verplichtingenstop op de sociale teams. Deze bezuiniging is bij de GGD gerealiseerd. Dit leidt tot € 1,2 mln niet begrote kosten. De begrote bezuiniging op huisvesting van € 600 is niet gerealiseerd door kosten van leegloop. De begrote BTW-teruggave op het product Inkomensverstrekking is circa € 5 mln lager uitgevallen dan voorzien omdat (een deel van) het bedrag ten gunste van het product Re-integratietrajecten is gekomen. Dit leidt tot een overschrijding. Doordat de in 2011 gemaakte kosten meer meetellen dan begroot voor het domein Inkomen dan voor het domein Werk zijn er minder kosten aan het begrotingsproduct Re-integratie afgerond (€ 2 mln) doorbelast dan begroot. Ook dit leidt tot een overschrijding. Tot slot zijn er per saldo € 1,5 mln meer kosten gemaakt dan begroot doordat de taakstelling op de uitvoeringskosten van de WWB/WIJ en de bijzondere bijstand niet is gehaald. 22. Programmakosten Inkomensverstrekking In de Programmabegroting 2011 is aan uitkeringslasten een bedrag van € 507 mln begroot. Dit bedrag wordt voor € 410 mln gedekt door het Rijksbudget (BUIG) en voor € 93 mln aan gemeentelijke middelen. De € 507 mln is de resultante van a) de oorspronkelijke raming van de uitkeringslasten ad € 517 mln (begin 2011), b) de taakstellende besparing ad € 28,5 mln (Eerste bestuursrapportage 2011), en c) de bijstelling van de taakstellende besparing naar aanleiding van het zogeheten PWC-rapport ad € 18,5 mln (Tweede bestuursrapportage 2011). De raming van € 507 mln ging uit van een gemiddeld aantal uitkeringen van 35.150 uitkeringsgerechtigden en een gemiddelde prijs per uitkering van € 14.443. Gerealiseerd is een gemiddeld aantal van 34.999 uitkeringsgerechtigden (inclusief 130 van Rozenburg en andere uitkeringsregelingen (Ioaw, Ioaz, Bbz en Wwik)) tegen een prijs van € 14.324 per uitkering. Hierdoor zijn de uitkeringslasten op € 501,4 mln zijn uitgekomen. Dit leidt incidenteel tot € 5,6 mln lagere lasten. Voorts is het definitieve BUIG-budget 2011 € 1,9 mln hoger vastgesteld. Op de kosten is € 1,5 in mindering gebracht vanwege brutering van cliénten uit het jaar 2011. 23. Claim IAU Op basis van de definitieve toekenning van het BUIG-budget en de werkelijke kosten is de claim op de Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) herberekend. Dit leidt tot het ophogen van de met de Eerste bestuursrapportage 2011 aangelegde vordering op het ministerie van SZW met € 20,3 mln. Hieruit vloeit een navenante ophoging van de baten uit voort. Hetzelfde bedrag is toegevoegd aan de uit hoofde van het voorzichtigheidsbeginsel aangelegde voorziening. Hieruit leidt tot een navenante ophoging van de lasten. Honorering van de aanvraag is onzeker. Wij hebben 15 december 2011 besloten een overschrijding van de lasten op deze beleidsmatige inspanning van maximaal € 20 mln niet als onrechtmatig te worden aan te merken, indien dit wordt veroorzaakt door een aanvullende toevoeging aan de voorziening IAU na de Eerste bestuursrapportage 2011. Tezamen met de al met de Eerste bestuursrapportage 2012 in de begroting opgenomen vordering en voorziening ad € 29.8 mln brengt dit de totale claim op de IAU-middelen op € 50,1 mln.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 233
24. Hogere lasten uitvoering Inkomensverstrekking en niet begrote baten Er is sprake van hogere uitvoeringskosten dan begroot vanwege de niet gerealiseerde taakstellingen SoZaWe en een gewijzigde toerekening van de indirecte kosten (overhead) aan het product Inkomensverstrekking. In totaal leidt dit tot € 14 mln hogere lasten. De hier tegenover staande extra baten hebben betrekking op extra inkomsten uit hoofde van vergoedingen van de Uitvoeringsinstelling Sociale Zekerheid voor Overheid en Onderwijs (USZO), baten uit voorgaande jaren, bijdragen van derden, vergoedingen voor detacheringen en rijkssubsidies. Deze baten (€ 14 mln) waren niet voorzien. Tot slot zijn er € 2,7 mln niet begrote lasten omdat onder andere kosten van de Kredietbank Rotterdam aan het Participatiebudget doorbelast konden worden. 25. Correctie economische categorie doorbelasting Participatiebudget Dit betreft een correctie van de economische categorie van een doorbelasting van werkgerelateerde kosten aan het Participatiebudget. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 2,5 mln). Een hogere last van € 23,4 mln was niet eerder voorzienbaar. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie Financieel resultaat Maatschappelijke participatie
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Taal-en participatietrajecten Volwasseneducatie Stadsburgerschap Individuele voorzieningen Specifieke doelgroepen Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Taal-en participatietrajecten Volwasseneducatie Stadsburgerschap Individuele voorzieningen Specifieke doelgroepen Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Ouderenbeleid Bestemmingsreserve Wet Maatschappelijke Opvang Bestemmingsreserve Innovatiefonds WMO Bestemmingsreserve WMO Rozenburg Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Taal- en participatietrajecten Volwasseneducatie Stadsburgerschap Individuele voorzieningen Specifieke doelgroepen
pagina 234 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
34.369 13.057 10 79 15.635 5.588 190.222 7.869 3.574 17.002 133.892 27.885 5.563
14.449 1 0 0 6.799 7.649 174.340 7.261 3.265 20.019 118.656 25.139 0 0 0 0 0 0 0 -159.891 -7.260 -3.265 -20.019 -111.857 -17.490
0 -150.290 5.188 -3.564 -14.668 -115.241 -22.005
Bijgestelde begroting 2011 22.476 10.408 1.885 0 6.799 3.384 173.421 12.417 4.969 14.928 118.204 22.903 1.444 23 1.196 105 120 0 0 -149.501 -2.009 -3.084 -14.823 -111.285 -18.300
Realisatie 2011
Verschil
31.378 10.745 3.141 50 13.700 3.742 176.522 12.674 6.230 14.863 119.530 23.225 1.472 23 1.224 105 120 0 0 -143.672 -1.929 -3.089 -14.708 -105.710 -18.236
8.902 337 1.256 50 6.901 358 3.101 257 1.261 -65 1.326 322 28 0 28 0 0 0 0 5.829 80 -5 115 5.575 64
Toelichting afwijkingen Taal- en participatietrajecten 1. Inburgering taaltrajecten 2. Overig Volwasseneducatie 3. Educatie 4. Overig Stadsburgerschap 5. Welzijn en wijkaanpak 6. Overig Individuele voorzieningen 7. Baten eigen bijdrage HV, nagekomen baten BTW en debiteuren 8. Programmakosten 9. Uitvoeringslasten Specifieke doelgroepen 10. Taalplein 11. Stedelijk welzijn 12. Vrijval reserve Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 337 309 28 1.256 1.249 7 50 0 50 6.901 6.829
Lasten 257 309 -52 1.261 1.248 13 -65 -151 86 1.326 0
72 0 358 13 345
2.025 -699 322 -639 961
8.902
3.101
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0 0
0
28
0
28 28
0
Saldo 80 0 80 -5 1 -6 115 151 -36 5.575 6.829 -1.953 699 64 652 -616 28 5.829
1. Inburgering taaltrajecten De baten en lasten hebben betrekking op de door het Rijk bekostigde taaltrajecten uit de periode 2007–2009 waarvan de laatste groepen vóór 1 januari 2012 examen moeten hebben gedaan. 2. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 3. Educatie De afspraken met de ROC’s over de Volwasseneneducatie zijn later tot stand gekomen dan bij de 8-maandsrapportage en waren hierdoor niet begroot. 4. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 5. Welzijn en wijkaanpak De verlaging van de lasten welzijn en wijkaanpak vanwege de verplichtingenstop hebben weinig beleidsmatige gevolgen gehad. Een aantal zaken, zoals de toolbox/website en de monitor, zijn goedkoper, dan wel om niet uitgevoerd. 6. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 7. Baten eigen bijdrage Huishoudelijke voorziening, nagekomen baten BTW en debiteuren Er is sprake van € 6,8 mln niet begrote baten. Deze bestaan uit afgerond € 4,5 mln inkomsten eigen bijdragen geïnd door het Centraal Administratie Kantoor (CAK), afgerond € 1,3 baten voorgaande dienstjaren uit hoofde van BTW verrekening over 2009, vervallen verplichtingen uit voorgaande jaren en onder meer een vrijval uit de post Debiteuren Persoonsgebonden budgetten van afgerond € 850. De inkomsten uit eigen bijdrage zijn moeilijk te begroten omdat de gemeente Rotterdam maar gedeeltelijk invloed heeft op het proces van het opleggen en innen van de eigen bijdragen door het CAK. 8. Programmakosten Individuele voorzieningen De programmakosten worden in totaal met € 2 mln overschreden. Dit bestaat uit € 400 meer kosten dan begroot op hulpmiddelen door een hogere gemiddelde indicatie, € 800 meer kosten dan begroot op Vervoer op Maat vanwege het hogere aantal ritten per klant en meer (dure) rolstoelritten, en € 0,8 mln meer kosten dan begroot van huishoudelijke verzorging (Zorg in natura).
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 235
9. Uitvoeringslasten Individuele voorzieningen Er zijn afgerond € 700 minder uitvoeringskosten gemaakt door lagere uitgaven dan begroot voor de automatisering en lagere kosten dan begroot van externe adviseurs. 10. Taalplein Bij het onderdeel Taalplein is sprake van afgerond € 650 lagere kosten. De oorzaak hiervan ligt in lagere personeelslasten, de afname van het aantal afgesproken trajecten tussen de dienst JOS en het ministerie van SZW. minder kosten van inhuur personeel om de kosten van externe inhuur terug te brengen, niet begrote incidentele baten van het USZO en nagekomen lasten van de in 2009 afgestoten ROA panden zoals afrekeningen Eneco. 11. Stedelijk welzijn Bij het onderdeel Stedelijk welzijn is sprake van per saldo afgerond € 350 hogere baten en per saldo afgerond € 950 hogere lasten. De belangrijkste oorzaak van de hogere baten is een positief verschil in de afrekening van subsidies. De belangrijkste verklaring van de hogere lasten is het niet kunnen realiseren van een voorgenomen subsidieafbouw doordat deze gekoppeld was aan externe baten. 12. Vrijval reserve Aan de bestemmingsreserve Maatschappelijke omvang is € 272 minder onttrokken dan begroot, aan de bestemmingsreserve Wet maatschappelijke omvang is € 300 meer onttrokken dan begroot. Per saldo een verschil van € 28. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 3,1 mln). Deze worden volledig gecompenseerd door hoger dan begrote directe of intern gerelateerde baten. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Participatie jeugd Financieel resultaat Participatie jeugd
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt
2.955 796 2.159
Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt
14.276 7.940 6.336 152 0 -11.169 -6.992 -4.177
Realisatie 2011
Verschil
2.727 0 2.727
Bijgestelde begroting 2011 3.458 731 2.727
3.646 477 3.169
188 -254 442
12.965 2.519 10.446 0 0 0 0 -10.238 -2.519 -7.719
13.077 3.143 9.934 0 0 0 0 -9.619 -2.412 -7.207
12.921 2.899 10.022 0 0 0 0 -9.275 -2.422 -6.853
- 156 -244 88 0 0 0 0 344 -10 354
Lasten -244 -125 -119
Onttrekking 0
Toevoeging 0
88
0
0
88 -156
0
0
Toelichting afwijkingen Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie 1. Jongerenwerk veiligheid 2. Jongerenwerk Pact op Zuid 3. Overig Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt 4. ESF subsidie 5. Overig Totaal
pagina 236 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Baten -254 -125 -119 -10 442 210 232 188
Saldo -10 0 0 -10 354 210 144 344
1. Jongerenwerk veiligheid In verband met bezuinigingen bij de beleidsmatige inspanning veiligheid is minder gedaan dan begroot. 2. Jongerenwerk Pact op Zuid Aan de deelgemeente IJsselmonde is een financiële bijdrage verleend in het kader van Pact op Zuid. Aangezien één van de activiteiten niet is uitgevoerd, is een deel van de bijdrage teruggevorderd. 3. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 4. ESF subsidie In december 2011 werd duidelijk dat het jongerenloket een ESF subsidie zou ontvangen voor het uitvoeren van een deel van de activiteiten. 5. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding Financieel resultaat Armoedebestrijding
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Bijzondere bijstand Schulddienstverlening Kwijtschelding Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Bijzondere bijstand Schulddienstverlening Kwijtschelding Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Bijzondere bijstand Schulddienstverlening Kwijtschelding
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
4.431 995 3.436 0 56.187 36.345 10.041 9.801 0
-51.756 -35.350 -6.605 -9.801
2.134 168 1.966 0 62.798 35.136 14.842 12.820 0 0 0 0 -60.664 -34.968 -12.876 -12.820
Baten 1.382 1.003 547 -168 0 118 691
Lasten 1.006 1.003 156 -168 15 -2.856 724
-573 0 0 0 1.500
-2.265 -1.315 -111 -111 1.961
0
Bijgestelde begroting 2011 8.493 168 8.325 0 66.102 34.536 21.246 10.320 0 0 0 0 -57.609 -34.368 -12.921 -10.320
Realisatie 2011
Verschil
9.993 1.550 8.443 0 64.141 35.542 18.390 10.209 0 0 0 0 -54.148 -33.992 -9.947 -10.209
1.500 1.382 118 0 -1.961 1.006 -2.856 -111 0 0 0 0 3.461 376 2.974 111
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Toelichting afwijkingen Bijzondere bijstand 1. Basisvoorziening persoonsgerichte aanpak 2. Programmakosten 3. Bedrijfsvoeringskosten 4. Overig Schulddienstverlening 5. Overname vorderingen Zilveren Kruis Achmea 6. Minder structurele baten en correctie belasting Participatiebudget 7. Ombuigingen en verplichtingenstop Kwijtschelding 8. Minder kwijtscheldingen Totaal
Bedragen x € 1.000,-
0
0
0
0
Saldo 376 0 391 0 -15 2.974 -33 1.692 1.315 111 111 3.461
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 237
1. Basisvoorziening persoonsgerichte aanpak Bij BPN (basisvoorziening persoonsgerichte aanpak volwassenen en nazorg detentie) is sprake van € 1 mln hogere lasten dan begroot. Het betreft hier per abuis niet begrote uitvoeringskosten van het bureau. De hiermee samenhangende extra baten (verhuur en rijkssubsidie) zijn ook niet begroot. 2. Programmakosten Bijzondere bijstand De programmalasten worden per saldo met afgerond € 150 onderschreden. Dit bestaat uit € 2,7 mln hogere lasten van voorzieningen voor wonen door meer aanvragen, € 3,2 mln lagere kosten in verband met de invoering van leenbijstand voor woonvoorzieningen, € 150 hogere lasten van kindertoelage door meer aanvragen en € 500 nagekomen lasten van de collectieve zorgverzekering. Hiertegenover staan € 550 extra baten uit hoofde van met name een correctie op de voorschotten. Deze vloeit voort uit een administratieve opschoning. 3. Bedrijfsvoeringskosten Bijzondere bijstand De baten en lasten bedrijfsvoering zijn € 170 lager door een wijziging in de doorbelasting. 4. Overig De post overig bestaat uit diverse baten en lasten verschillend van aard. 5. Overname vorderingen Zilveren Kruis Achmea Tussen Zilveren Kruis Achmea (ZKA) en SoZaWe is overeengekomen dat de vorderingenportefeuille die ZKA heeft op 2.500 klanten van SoZaWe, door de gemeente Rotterdam wordt overgenomen voor een lumpsum bedrag van € 700. Dit bedrag zal in 2012 en verder op de klanten worden verhaald. Voorzichtigheidshalve is de Voorziening debiteuren opgehoogd. 6. Minder structurele baten Schulddienstverlening Er zijn € 570 minder baten uit rente-inkomsten en opbrengst bewindvoering dan begroot. De daling van de rente-inkomsten is al in 2006 ingezet. De lagere opbrengsten uit bewindvoering worden veroorzaak door minder aanvragen van soociale kredieten bij de Kredietbank Rotterdam (KBR). De KBR is geen voorliggende voorziening meer voor de Bijzondere (leen-) bijstand. In tegenstelling tot voorgaande jaren kan een deel van de kosten van de KBR niet aan het Participatiebudget doorbelast worden. Dit is als negatieve last verantwoord (€ 2,3 mln). 7. Ombuigingen en verplichtingenstop Schulddienstverlening en correctie belasting Participatiebudget De Kredietbank Rotterdam moet naar 2014 toe een bezuinigingstaakstelling realiseren van 40 fte (-/- 20%). Samen met de hogere reductie van lasten personeel derden dan begroot, heeft dit geleidt tot € 1,3 mln minder kosten dan begroot. 8. Minder kwijtscheldingen De gerealiseerde kwijtscheldingslasten over belastingjaar 2011 en oudere jaren zijn afgerond € 100 lager dan begroot. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordering en gebiedsontwikkeling Financieel resultaat Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Regie stedebouw / planvorming Grondzaken Engineering Inrichten openbare ruimte Monumenten Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Regie stedebouw / planvorming Grondzaken Engineering Inrichten openbare ruimte Monumenten
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
699.667 40.404 168.169 485.038 4.861 1.195 922.418 51.377 360.072 472.328 34.760 3.881
625.056 16.423 139.900 447.959 20.774 0 712.760 25.008 226.872 430.759 29.950 171
Bijgestelde begroting 2011 611.241 50.634 138.774 389.717 31.104 1.012 681.227 65.406 202.893 375.213 35.576 2.139
Realisatie 2011
Verschil
739.112 56.031 240.809 416.853 23.842 1.577 760.038 65.215 264.712 398.595 29.032 2.484
127.871 5.397 102.035 27.136 -7.262 565 78.811 -191 61.819 23.382 -6.544 345
Vervolg tabel zie volgende pagina pagina 238 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Infrastructuur Bestemmingsreserve Korte klappe Bestemmingsreserve Stadshavens Bestemmingsreserve Nieuwe wet RO Bestemmingsreserve Project Brandgrens Bestemmingsreserve Fort Hoek van Holland Toevoegingen aan de reserves Bestemmingsreserve Impuls WWI Resultaat na reserveringen Regie stedebouw / planvorming Grondzaken Engineering Inrichten openbare ruimte Monumenten
Realisatie 2010
Begroting 2011
2.401
12.710 -233.060 -10.973 -191.665 0 -28.682 -1.740
Realisatie 2011
Verschil
84.516 84.429 0 0 87 0 0 0 0 -3.188 -8.498 -2.543 17.200 -9.176 -171
Bijgestelde begroting 2011 62.228 60.000 172 271 400 126 1.259 719 719 -8.477 -14.372 -3.848 14.504 -4.174 -587
2.154 0 98 271 400 126 1.259 684 684 -19.456 -8.784 -23.632 18.258 -4.966 -332
-60.074 -60.000 -74 0 0 0 0 -35 -35 -10.979 5.588 -19.784 3.754 -792 255
Lasten -191
Onttrekking 0
Toevoeging 0
2.666 -2.857 61.819
-60.000
0
Toelichting afwijkingen Regie stedebouw / planvorming 1. Hogere baten a.g.v. hogere declarabele uren 2. Overbezetting 3. Extra verplichtingenstop Grondzaken 4. Winstnemingen 5. Verliesnemingen 6. Gemeentelijke bijdragen 7. Voorzieningen 8. Grondverkopen 9. Overig 10. Kansen voor West Engineering 11. Omzet Engineering en aanneemsommen 12. Personeelslasten 13. Huisvestingslasten 14. Kosten productiemiddelen & automatisering 15. Overige lasten Inrichten openbare ruimte 16. Lagere baten en lasten projecten inrichten openbare ruimte 17. Dubbele korting gemeenschappelijke regeling Koepelschap Buitenstedelijk Groen 18. Bestemmingsreserve Korte Klappen 19. Voorziening verlegregeling 20. Overig Monumenten 21. Fort Hoek van Holland 22. Bestemmingsreserve impuls WWI 23. Monumentenbudget 24. Hogere baten en lasten projecten Monumenten Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 5.397 5.397
102.035 11.303 14.481 26.200 -17.379 10.468 56.962 27.136 27.136 0 0 0 0 -7.262
-53.246 14.481 51.241 -17.379 9.760 56.962 23.382 21.832 -450 -514 -798 3.312 -6.544
-7.291
-7.291
-60.000
0
0
-74
0
0
272 -74 29 565
410 65 345 -165
0
-35 -35
565 127.871
-55 565 78.811
Saldo 5.588 5.397 -2.666 2.857 -19.784 11.303 -6.754 0 -25.041 0 708 0 3.754 5.304 450 514 798 -3.312 -792
-60.074
-35
-272 -74 -410 -36 255 165 35 55 0 -10.979
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 239
Regie stedebouw en planvorming 1. Hogere baten Het betreft vnl. hogere baten op projecten. De baten waren bij de 8-maandsrapportage nog onzeker. Het gaat met name om de baten bij Hart van Zuid, Stadshavens en Duurzaam. Daarnaast heeft er overheveling van baten plaatsgevonden bij het Projectmanagementbureau van OBR naar dS+V als gevolg van de vorming van het cluster Stadsontwikkeling. 2. Overbezetting De overbezetting wordt veroorzaakt doordat de teruggang in het opdrachtenpakket niet gelijk loopt met de terugloop van de bezetting. 3. Extra verplichtingenstop Door stringente toepassing van de verplichtingenstop zijn de lasten lager dan begroot. Grondzaken Algemeen Eind 2011 is geconstateerd dat de grondexploitatiedossiers niet voldoen aan de normen van de de accountantscontrole. Besloten is om 26 dossiers, die de grootste projecten en ongeveer 80% van de waarde vertegenwoordigen, volledig op orde te brengen. Deze projectdossiers zijn systematisch geactualiseerd en daar waar nodig bijgesteld en vervolgens gecontroleerd. Er is voor deze projecten een standaard digitaal dossier ingericht, de in de plannen opgenomen posten onvoorzien zijn beoordeeld en de ramingen van de belangrijkste kosten- en opbrengstenposten zijn op uniforme wijze opgesteld en onderbouwd. Alle voorzieningen zijn beoordeeld en geactualiseerd en er is beoordeeld of gerealiseerde investeringen in vastgoed nog wel zullen leiden tot een grondexploitatie of dat wellicht overgegaan moet worden tot verkoop. Dit laatste heeft ertoe geleid dat een deel van het aangekochte onroerend goed anders wordt gepresenteerd op de balans; de voornemens om een grondexploitatie te gaan voeren zijn in die gevallen niet concreet genoeg om verantwoording als ‘grondexploitatie in voorbereiding’ langer te rechtvaardigen. Verantwoording vindt nu plaats als een materieel vast actief. Bij deze aanpassing is de waardering van het onroerend goed opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot een afboeking op de materiële vaste activa. De financiële effecten zijn opgenomen in deze jaarrekening 2011. Doordat alleen de top-26 grondexploitaties op orde is gebracht resteert er een onzekerheid betreffend de waardering van de overige 75 grondexploitaties in uitvoering die zo’n 20% van de totale waarde representeren. Derhalve zijn, om te bepalen of er voor de hele portefeuille in uitvoering nog tegenvallers zijn te verwachten, de resultaten van de top-26 projecten geëxtrapoleerd voor alle grondexploitaties in uitvoering, waarbij de restgebieden en de bij deze jaarrekening te liquideren plannen zijn uitgezonderd. Deze extrapolatie is uitgevoerd met behulp van een extern ingehuurde deskundige op het gebied van data-analyse en wiskundige betrouwbaarheid. De in de 26 dossiers aangetroffen statistische verbanden tussen in- en output zijn toegepast op de overige 75 dossiers. Deze extrapolatie zou leiden tot een totale verbetering van € 6,8 mln (nominaal). Op grond van deze uitkomst is voor deze 75 dossiers geen extra aanvullende voorziening getroffen. Omdat er zowel plussen als minnen zijn, is er ultimo boekjaar een onzekerheid in de waardering van per saldo 4,6 mln. Het vervolg van onze doorlichting van de overige 75 dossiers in 2012 laat eenzelfde patroon zijn als de 26 dossiers, hetgeen de betrouwbaarheid van de extrapolatie bevestigd. De financiële situatie bij Vestia raakt haar ontwikkelcapaciteit. In de meeste gevallen betreft het plannen met een particuliere grondexploitatie maar met name bij Parkstad ontstaan hierdoor ook risico’s voor de gemeentelijke grondexploitatie. Met name speelt dit ten aanzien van de overeenkomst die gesloten is rondom de Concessie Parkstad/Afrikaanderwijk en rondom het recht op voorreservering dat Vestia heeft op enkele vervolglocaties. De risico’s uiten zich in mogelijk hogere rentelasten over verwervingen en (grond)prijsrisico’s. Deels betreft het een risico dat inherent is aan de aard en inhoud van de binnen de betreffende grondexploitaties gesloten (voor)eserveringsovereenkomsten. Voorzover daar sprake van is, kunnen deze worden gedekt uit het weerstandsvermogen. De gemeente voert zowel met Vestia als met andere geïnteresseerde partijen intensief overleg gericht op voortzetting van de ontwikkelingen. De uitkomsten hiervan zullen in de loop van 2012 duidelijk worden, zodat eventuele gevolgen verwerkt kunnen worden in de begroting of rekening over 2012. 4. Winstnemingen Bij begroting 2011 zijn de winstnemingen op grondexploitaties, ruimtelijke projecten, studie- en bestuurshulpplannen geraamd op € 8,6 mln. In 2011 is € 19,9 mln winst genomen. Op de volgende pagina is een tabel opgenomen met een specificatie van de winstnemingen. Na de tabel worden de winstnemingen groter dan € 1,0 mln toegelicht.
pagina 240 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Product Grondzaken - Winstnemingen 2011 Plannr Plannaam 7702 Zuidelijke Tuinsteden Pendrecht 3902 Capelle/Fascinatio 4406 Prinsenland 2de Fase 2105 Convenant Botu 4904 Lageland Passtrook 9103 Pernis Verdichting 6204 Lage Limiet 4106 Wolleblaar 4110 Rehoboth 5104 Centrumplan Overschie 5709 Restgebied Kralingen-Crooswijk 6018 Asserweg 8705 Feijenoord. 3105 Insulindeplein 3506 Zaagmolendrift-Roteb 1013 Boompjes/Leuvehaven E.O. 6401 Nieuw Terbregge 6203 110-Morgen (Afbouw) 6004 Bedr. Terr Schiebroek 6402 Nieuw Terbregge Geluidswal 217 Hoek Van Holland Centrum 9204 Tussenwater 7413 Frans Bekker 2004 Stadswerf 4906 Lageland 2E Fase 2704 Oud-Mathenesse Niet-Swa 6205 110-Morgen Verdichting 6308 Selma Lagerlofweg 51 6307 Binnenhof/Hesseplaats 8302 Beverwaard Noordrand 2405 Kop Binnenweg Overige Plannen
Winstneming 2011 3.332 2.066 1.791 1.154 1.143 1.029 658 703 593 570 559 492 472 451 343 312 307 253 237 208 189 178 175 181 156 156 142 139 105 109 101 443 18.747
Projecten 66 Hoge Nessepolder 48 Dop-Locaties Algemeen Overige projecten
958 123 99 1.180 19.927
Totaal winstnemingen 2011
De grootste winstneming is van boekhoudkundige aard. Dit betreft een winstneming op het plan 7702, Zuidelijke Tuinsteden Pendrecht ad € 3,3 mln en is het gevolg van een overboeking van een wijkstallingsgarage van de directie Gebiedsontwikkeling naar Vastgoed tegen de boekwaarde. Deze opbrengst was niet in de begroting van het plan opgenomen. Op het plan 3902, Fascinatio is een winst gerealiseerd van € 2,1 mln. De gemeente Rotterdam neemt voor 51% deel in deze grondexploitatie, die wordt uitgevoerd binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Capelle a/d IJssel. Na het opstellen van de begroting 2011, waarin geen winstneming voor dit plan opgenomen was, bleek het mogelijk deze winst te nemen. In overleg met de gemeente Capelle a/d IJssel is besloten dit te doen. Het plan 4904, Lageland Passtrook is in 2011 afgerond waarna dit plan bij het jaarverslag 2011 geliquideerd is en het resterende resultaat als winst is genomen. Voor de overige plannen met een winstneming groter dan € 1,0 mln geldt dat de richtlijnen voor resultaatneming zoals opgenomen in de paragraaf grondbeleid zijn gehanteerd en dat op grond hiervan tussentijds (de projecten zijn nog niet afgerond) winst is genomen. 5. Verliesnemingen Bij begroting 2011 zijn de verliesnemingen op grondexploitaties, ruimtelijke projecten, studie- en bestuurshulpplannen geraamd op € 3,9 mln. In 2011 is € 10,7 mln verlies genomen.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 241
Daarnaast heeft er geen onttrekking aan de Bestemmingsreserve Infrastructuur (t.b.v. project Rotterdam CS) plaatsgevonden. Hiervoor was een onttrekking begroot van € 60 mln die dan als verliesneming was gepresenteerd. Deze onttrekking was in 2011 niet nodig als gevolg van een niet voorziene ontvangen bijdrage van de Stadsregio en foutherstel in de bestemmingsreserve Infrastructuur waardoor de ondergrondse straat niet uit de bestemmingsreserve Infrastructuur hoeft te worden gedekt maar wordt opgenomen onder de materiele vaste activa op de balans. Hieronder is een tabel opgenomen met een specificatie van de verliesnemingen. Na de tabel worden de verliesnemingen groter dan € 1,0 mln toegelicht. Verliesnemingen 2011 Plannr. Plannaam Grondexploitaties 1308 Ontw.Locaties Rdam Centr.Distr 5506 Park Zestienhoven 9209 Hoogvliet Noord West 9208 Herstr. Oudeland 4108 Aegidiusstraat 2705 Horvathweg 5711 Restgebied Overschie 5144 Kluswoningen 4E Ronde Ev 5701 Restgebied Centrum 8313 Stofkam Brandaanstraat 2307 Restjes Hotspot Spangen 5707 Restgebied Hoogvliet 5705 Restgebied H’Berg-Schiebroek 222 Scheepvaartplein Overige plannen
Projecten 7703 Pendrecht Proj.Adm Algemeen Overige plannen Bijdrage Bestemmingsreserve Infrastructuur aan Rotterdam CS Totaal verliesnemingen 2011
Verliesneming 2011 3.046 2.266 1.165 1.022 329 277 241 234 225 192 176 159 145 110 796 10.383
217 54 271 0 10.654
PL 1308 Ontwikkellocaties Rotterdam Central District (verliesneming € 3,0 mln) De verliesneming bedraagt € 3,0 mln. Dit is het gevolg van aanpassing van de langjarige indexering van de uitgifte en het schrappen van de indexering van uitgifte over 2011 (samen € 1,9 mln). Daarnaast heeft een aantal besluiten betreffende buitenruimte Calypso, bouwrijpwerkzaamheden en de coördinatie van vergunningverlening als gevolg van de Crisis en Herstelwet, geleid tot een totaal van € 1,1 mln onvoorziene kosten. PL 5506 Park Zestienhoven (verliesneming € 2,3 mln) Er is een tekort ontstaan als gevolg van aanpassen van de indexering en fasering van de uitgifte. De totale verliesneming bedraagt € 2,3 mln. PL 9209 Hoogvliet Noord West (verliesneming € 1,2 mln) Na planoptimalisaties blijft een restant verlies over van € 2,0 mln, waarvan € 900 wordt gedekt door het inzetten van de vorig jaar getroffen voorziening. De verliesneming bedraagt dus € 1,2 mln. Het tekort binnen het plan is veroorzaakt door de verslechterde marktomstandigheden. In 2010 en 2011 is er gewerkt aan optimalisaties om het plan financieel sluitend te krijgen. Optimalisaties zijn gevonden in het stopzetten van de ontwikkelingen As van Westpunt en Waaiereiland. Besluitvorming over deze optimalisaties moet echter nog plaatsvinden. PL 9208 Herstructurering Oudeland (verliesneming 1,0 mln) Het tekort op grondexploitatie bij het jaarverslag 2010 is in het afgelopen jaar door middel van optimalisaties teruggebracht naar € 1,0 mln. Er zijn nu geen mogelijkheden meer om het tekort verder terug te dringen, zodat het verlies wordt genomen.
pagina 242 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
6. Gemeentelijke bijdragen De gemeentelijke bijdragen uit onder andere het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) worden conform de BBV in de exploitatie verwerkt. Het betreft de volgende projecten: Plannr. 871600 891600 760200 515700 103300
code PR GU PR PD PR
190800 892000 516500 516000 850600 550600 850600 850700 516100 516200
GU PO GU PD GU GU GU PD PD PD
plannaam Rijnhavenbrug Spoorzone Zuid Tijd. Maatr. Busstation Zuidplein Rozenburg (toekomstige Deelgemeente) Inv. Progr. Buitenr. Laurenskwartier Museumpark Parkeergarage Stadionpark Raadhuisplein Nieuwe Schans Pols Van Katendrecht Park Zestienhoven Pols Van Katendrecht Rijnhaven (Stadshavens) Zwembadlocatie Sporthallocatie Totaal
Gem. bijdrage in € 4.666.818 3.888.000 1.120.000 1.078.448 1.063.693
Grex/project projecten grondexploitaties projecten projecten projecten
800.000 565.427 515.095 255.453 200.000 194.191 65.000 49.027 18.006 1.628 14.481.497
grondexploitaties projecten grondexploitaties projecten grondexploitaties grondexploitaties grondexploitaties projecten projecten projecten
7. Voorzieningen Bij het jaarverslag 2010 zijn voor de grondexploitaties en projecten vijf voorzieningen (A t/m E) getroffen. Bij het jaarverslag 2011 zijn twee nieuwe voorzieningen (F+G) getroffen. A. B. C. D. E. F. G.
Voorziening Werklocaties. Voorziening Engineering Gemeente Werken. Voorziening Verliesgevende grondexploitaties. Voorziening Tijdelijk beheer. Voorziening Deelnemingen. Voorziening Woningbouw. Voorziening Verlegregeling.
Product Grondzaken - Verloop voorzieningen A. Voorziening Werklocaties B. Voorziening Engineering Gemeente Werken C. Voorziening Verliesgevende grondexploitaties D. Voorziening Tijdelijk beheer E. Voorziening Deelnemingen F. Voorziening Woningbouw G. Voorziening Verlegregeling Totaal
Saldo 01–01–2011 22.150 18.290 17.103
Vrijval
Dotatie *) 1.077 0 18.363
Overgeboekt naar plannen 0 -6.020 -1.929
Saldo 31–12–2011 23.227 0 21.867
0 -12.270 -11.670
8.000 12.750 0 0 78.293
-2.260 0 0 0 -26.200
0 3.500 9.600 21.340 53.880
-5.740 0 0 0 -13.689
0 16.250 9.600 21.340 92.284
*) waarvan € 2.639 toevoeging rente.
A. Voorziening Werklocaties 2012 (€ 23,2 mln) In de herijking van de grondexploitatieportefeuille in 2010 is een reservering meegenomen om de verwachte effecten van het schrappen van te ontwikkelen voorraad te kunnen opvangen. In het destijds gehanteerde lange termijn marktvraagscenario is uitgegaan van een structurele uitval van de nieuwbouwbehoefte met gemiddeld 30% over een periode van 20 jaar. De in 2011 uitgevoerde marktvraaganalyses laten relatief veel transacties zien bij zowel kantoren, bedrijven als winkels. Veel van deze transacties leiden echter niet tot een nieuwbouwvraag. Zoals verwacht zien we een duidelijke omslag van focus op nieuwbouw naar focus op bestaande bouw. Met het oog op de toename van leegstand in de stad, een gunstige ontwikkeling. Gezien de verder verslechterde economische situatie en het uitblijven van de vraag naar nieuwbouw zien wij dat de komende 5 jaar het aanbod aan kantoor- en winkelruimte hoger is dan de te verwachte ruimtebehoefte. Deze ontwikkelingen passen vooralsnog binnen de aannames van het gehanteerde scenario. Bij de jaarrekening 2010 is naast een verliesneming ook een voorziening getroffen van € 22 mln, omdat voor een deel van het werklocatie-aanbod nog onduidelijk was op welke plekken in de stad de vraaguitval effecten zou hebben. Nu wij constateren dat er noch sprake is van een aantrekkende marktvraag, noch duidelijk is waar de vraaguitval op termijn zal plaatsvinden, stelt ons college voor opnieuw een voorziening te treffen van € 23,3 mln. De stijging van de voorziening met € 1,3 mln ten opzichte van vorig jaar is een gevolg van de verslechterde marktsituatie. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 243
Metrages Werklocaties 2030+ & effect van omzetten van dit programma naar maatsch. voorzieningen Behoedzaam scenario (incl. aanpassing komende 5 jaar) metrage nominaal NCW 2030+ 1024 Laurenskwartier (wi) 3.927 € 1.075.998 € 661.000 1308 RCD (ka) 58.988 € 40.878.684 € 25.128.000 5506 Park Zestienhoven (be) 13.627 € 3.066.075 € 1.885.000 6802 Nesselande (ka) 6.783 € 1.356.600 € 657.000 Nesselande (be) 27.256 € 6.132.600 € 2.968.000 8409 Hordijk (ka) 2.000 € 450.000 € 277.000 8506 Pols van Katendrecht (wi) 9.086 € 4.624.774 € 2.843.000 Pols van Katendrecht (be) 46.298 € 10.648.540 € 6.546.000 8713 Kop van Zuid (wi) 8.000 € 2.752.000 € 1.692.000 Kop van Zuid (ka) 44.190 € 15.718.383 € 9.662.000 8905 Veranda (ka) 3.500 € 533.400 € 328.000 SOM 223.655 € 87.237.054 € 52.647.000 Benodigde voorziening: € 52.647.000 -€ 29.420.000 = € 23.227.000
Maatschappelijke voorziennig nominaal NCW € 840.378 € 12.623.432 € 2.916.178 € 1.451.562 € 5.832.784 € 428.000 € 1.944.404 € 9.907.772 €1.712.000 € 9.456.660 € 749.000 € 47.862.170
€ 517.000 € 7.760.000 € 1.793.000 € 892.000 € 3.585.000 € 263.000 € 1.195.000 € 6.090.000 € 1.052.000 € 5.813.000 € 460.000 € 29.420.000
B. Voorziening Engineering Gemeentewerken 2012 (€ 0 mln) De inspanning (engineeringkosten) van het ingenieursbureau werd begroot op basis van een vast percentage van 19% van de geprognosticeerde bouwsommen. Dit percentage is gebaseerd op afspraken in het verleden met het Rijk over subsidies voor stadsvernieuwing. Door toenemende complexiteit van hedendaagse gebieds- en projectontwikkeling volstaat dit percentage nog maar slechts in een beperkt aantal gevallen. Deze wijze van begroten was sterk onbetrouwbaar en zorgde voor een structurele overschrijding van budgetten en daarmee verslechtering van het resultaat van de grondexploitatieportefeuille. Om te komen tot een betrouwbare raming is besloten over te gaan op een andere methodiek. Deze houdt in dat niet meer wordt uitgegaan van een vast percentage maar dat per project een inschatting wordt gemaakt van de feitelijke verwachte kosten. In 2011 is deze methodiek uitgewerkt en zijn de ramingen toegepast. De uitkomst hiervan is dat een deel van de voorziening, namelijk € 6 mln is ingezet om de budgetverhogingen in de plannen te compenseren. De resterende voorziening ter hoogte van € 12,3 mln is niet meer nodig en kan vrijvallen. C. Voorziening Verliesgevende grondexploitaties 2012 (€ 21,9 mln) Bij de jaarafsluiting 2010 is voor een groep grondexploitaties op basis van de BBV-regels een voorziening getroffen. In 2011 is voor deze grondexploitaties het “mogelijke” tekort middels planoptimalisaties teruggebracht waardoor een deel van de voorziening (€ 11,7 mln) kan vrijvallen. Daartegenover staat dat op basis van de stand ultimo 2011 de voorziening is opgehoogd (€ 18,4 mln) vanwege nieuwe verwachte mogelijke tekorten op andere projecten. Vanuit de voorziening is € 1,9 mln overgeboekt naar plannen waarvan het tekort niet meer te optimaliseren is. De herzieningen zoals aangekondigd in het jaarverslag van 2010 voor de projecten Herstructurering Oudeland, Hoogvliet Noordwest en Stadshart zijn inmiddels uitgevoerd. Besluitvorming hierover wordt in de zomer van 2012 verwacht. Product Grondzaken – Voorziening verliesgevende grondexploitaties Plannr. Plannaam 8713 Kop Van Zuid 2604 Parklane 2B 9209 Herstruturering Hoogvliet noord-west 8905 Veranda 8919 Groenenhagen/Tuinenhoven 1090 Herontw.Postkantoor Coolsingel 302 Oranjebuitenpolder 2603 Vierhavenstrip 2904 Machinistenschool 5506 Park Zestienhoven 7808 Zuiderpark Fase 1 103 Waterwegcentr. Hoek V Holland 9905 Maasranden 8916 Spoorzone Zuid 9203 Gadering Zuid Bedrijfsterrein
voorziening 6.702 3.522 3.000 2.704 2.356 532 515 445 428 368 355 268 190 161 149 Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 244 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Product Grondzaken – Voorziening verliesgevende grondexploitaties Plannr. Plannaam 5702 Restgebied Charlois 9907 Mc Boomgaardshoek 9305 Wijde Blick 3102 Kleine Projecten Bergpolder 5709 Restgebied Kralingen-Crooswijk 8406 Zuidel.Tuinsteden Lombardijen 1212 Baankwartier 5163 Elzenlaan 5714 Restgebied Havens Totaal per 31–12–2011
voorziening 76 65 15 5 4 4 1 1 1 21.867
D. Voorziening Tijdelijk beheer (€ 0 mln) Objecten die in het kader van een actieve grondexploitatie tijdelijk moeten worden aangehouden, worden tijdelijk beheerd. Het exploitatieresultaat op deze objecten wordt ten laste of ten bate van de grondexploitatie gebracht. Op de objecten wordt niet afgeschreven. De exploitatielasten betreffen dan voornamelijk: kosten leegstandsbeheer, zakelijke lasten, instandhoudingsonderhoud, en apparaatskosten. Daartegenover staan (huur)inkomsten die op de betreffende objecten kunnen worden gerealiseerd. Dit leidt tot een saldoverandering op de grexen. In 2011 is een inschatting gemaakt van de meerjarige resultaten van dit tijdelijke beheer en is dit doorgevoerd in de grexen. Op de grondexploitaties waar dit nadelig uitpakt, is het plansaldo met in totaal € 3,97 mln verslechterd. Deze verslechtering is gecompenseerd door een bijdrage vanuit de getroffen voorziening. Daarnaast zijn uit de voorziening de resultaten van tijdelijk beheer als ook de afdelingskosten van de afdeling Tijdelijk Beheer gecompenseerd. Deze bedragen zijn respectievelijk € 1 mln en € 800. Ondanks dat er op dit moment nog een redelijke kans aanwezig is dat verdere vertraging zal optreden en de verlenging van de beheerperiode, laten we de resterende middelen uit de voorziening van € 2,3 mln vrijvallen. Er is momenteel nog onvoldoende onderbouwing aanwezig om conform BBV-regels hiertoe een voorziening te vormen. E. Voorziening Deelnemingen (€ 16,3 mln) Naast eigen grondexploitaties heeft de gemeente Rotterdam ook nog enkele exploitaties in uitvoering die zij samen met andere partijen is aangegaan. Deze zijn net zo vatbaar voor een veranderende marktsituatie als de gemeentelijke grondexploitaties. Het betreft hier de Grondbank Zuidplas en de WOM Tarwewijk. Voor de WOM Tarwewijk geldt dat de verkoop van reeds opgeknapte woningen de afgelopen periode sterk is teruggelopen en er nog geen zicht is op verbetering. Voor de deelneming WOM Tarwewijk bestaat er onzekerheid over de ontwikkeling van woningen en commerciële voorzieningen aan de Wevershoekstraat. Hiervoor is binnen de WOM een netto opbrengst opgenomen van € 4 mln. Vanwege de focus op de ontwikkeling van Hart van Zuid en de kans dat afgezien wordt van de voorgenomen ontwikkeling aan de Wevershoekstraat is hiervoor een aanvullende voorziening getroffen. Aangezien de gemeente voor 32% participeert in deze deelneming, maar ook de grootste veroorzaker is van het mogelijk stoppen van de ontwikkeling is de voorziening verhoogd met € 2 mln. Voor de deelneming Grondbank Zuidplaspolder is vastgesteld dat het ophogen van de boekwaarde met de gemaakte rentekosten de komende jaren waarschijnlijk niet mogelijk is. Hierdoor zou de boekwaarde hoger worden dan de marktwaarde. De voorziening voor de deelneming Grondbank Zuidplaspolder is als gevolg hiervan verhoogd met de verwachte rentelasten van 2012 zijnde € 1,5 mln. F. Voorziening Woningbouw (€ 9,6 mln) Sinds 2009 is de woningmarkt sterk verzwakt. Waar in 2006 en 2007 nog gemiddeld 3.300 woningen werden gebouwd, waren dit er in 2009 2.501, in 2010 1.419 en in 2011 757 woningen. In 2011 is het planaanbod van woningen flink in de tijd gefaseerd en gereduceerd om de mismatch tussen vraag en aanbod terug te dringen. Desondanks verkeert de woningmarkt momenteel in dusdanig zwaar weer dat wij voor 2012, en mogelijk ook enkele jaren daarna, verwachten dat de productie niet zal stijgen ten opzichte van 2011. De financiële consequenties van deze vertraging van de productie komen voor een beperkt deel ten laste van gemeentelijke grondexploitaties. Het stedelijk aanbod bestaat namelijk voor circa 50% uit particuliere projecten en voor circa 50% uit projecten met een gemeentelijke grondexploitatie. Het aandeel gemeentelijke grondexploitaties neemt bovendien af. De gebieden waar het planaanbod voor 2012 en 2013 als te hoog wordt ingeschat zijn Feijenoord, Charlois, Hoogvliet en het Stadscentrum. Voor Charlois en het Stadscentrum geldt dat de gemeente slechts beperkt financieel risico loopt, omdat het hier voornamelijk particuliere exploitaties betreft.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 245
De verwachte vertraging in de plannen in de deelgemeenten Feijenoord en Hoogvliet leveren wel financiële consequenties op voor de gemeente omdat het hier voor een groot deel gemeentelijke grondexploitaties betreft. Aangezien het op dit moment nog niet duidelijk is binnen welke projecten de vertraging precies optreedt, is op basis van een financiële doorrekening op de totale woningbouwportefeuille een potentieel negatief effect berekend van € 9,6 mln. Om dit risico op te kunnen vangen, treffen we hiervoor een voorziening van € 9,6 mln. G. Voorziening Verlegregeling (€ 21,3 mln) Op 1 april 2006 is de Leidingverordening (LV) in werking getreden. In de LV is een regeling vastgelegd omtrent de aanleg, het houden, het onderhoud, de exploitatie en het verwijderen en verleggen van leidingen in de openbare ruimte. Op dezelfde datum is de Verlegregeling (VR) in werking getreden. De VR is een nadeelcompensatieregeling. Die regelt de vergoeding van schade van leidingexploitanten, wanneer die een leiding moet verwijderen of verleggen ten behoeve van een werk. Sinds de inwerkingtreding van de LV en VR bestaat er tussen de leidingexploitanten en de gemeente discussie over de toepasselijkheid en de toepassing van de LV en VR. De discussie heeft geleid tot een civiele- en bestuursrechterlijke procedure tussen Eneco en de gemeente Rotterdam. Daarnaast heeft Eneco op alle aanwijzingsbesluiten van de gemeente bezwaarschriften ingediend. Op 20 december 2011 heeft het Hof in Den Haag uitspraak gedaan in de civiele procedure Machinistenschool. Onderdeel van de uitspraak is dat de veroorzaker van een verlegging de kosten van de verlegging moet betalen. De gemeente gaat tegen deze uitspraak in cassatie. De uitspraak betekent dat de kans groot is dat de gemeente Rotterdam over de periode 1 april 2006 tot 2012 (€ 8,0 mln) en over de periode vanaf 2012 (€ 13,3 mln) voor het verleggen van kabels en leidingen zal moeten betalen. Derhalve is een voorziening voor de verwachte kosten van de verlegregeling getroffen van € 21,3 mln. 8. Grondverkopen Op grond van de BBV worden de baten van grondverkopen in de exploitatie verwerkt met een gelijktijdige tegenboeking als last naar de balanspost Onderhanden Werk. De lagere grondopbrengst is veroorzaakt door de verslechterde marktomstandigheden. Vooral het achterblijven van de verkoop van woningen is hier debet aan. 9. Overige De overige mutaties zijn de apparaatkosten, de studie- en bestuurshulpplannen, de rente, de verbonden partijen en Stadshavens. Daarnaast is een aantal specifieke (“bijzondere”) posten benoemd. Hieronder worden de belangrijkste elementen kort toegelicht. De apparaatkosten worden deels (€ 5,8 mln) gedekt uit de grondexploitaties of projecten. Het resterende deel komt ten laste van het resultaat. Voor studie- en bestuurshulpplannen is in de begroting een bedrag van € 3,0 mln opgenomen. In 2011 is hier € 5,0 mln op verantwoord. Een aanzienlijke component (€ 2,7 mln) betreft de afwaardering van de materiële vaste activa. Onder bijzondere mutaties is onder andere de niet-begrote afschrijving op Columbus verantwoord (€ 1,6 mln). Hier tegenover staat een aantal niet begrote meevallers en voordelen ad € 2,5 mln. Dit betreft o.a. de vrijval uit het BTWcompensatiefonds, het resultaat op het project Groeibriljant en het resultaat van diverse fondsen. Het resultaat op de rente bedraagt € 2,0 mln. Het verschil tussen de begrote rente en de werkelijke rente zit vooral in de toerekening. Dit verschil wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door de afwijking tussen de begrote en werkelijk gerealiseerde (des)investeringen. De kasstromen van Stadsontwikkeling worden vooral bepaald door transacties met marktpartijen. Deze laten zich moeilijk begroten. 10. Kansen voor West De aan derden uitbetaalde subsidies van uit de Fondsen Kansen voor West en Kansen voor Rotterdam worden ten laste van het product Grondzaken gebracht. Hier staat een vrijval van hetzelfde bedrag tegenover. Engineering 11. Omzet Engineering en aanneemsommen De toename van de baten komt grotendeels door extra – vanuit de deelgemeenten – verstrekte opdrachten, het niet optreden van ‘onwerkbaar weer’ ultimo 2011, extra vrijgevallen voorzieningen en een bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam hoger uitgevallen gefactureerde omzet (totaal +€ 51,5 mln). In 2010 werden facturen aan het Ontwikkelingsbedrijf die betrekking hadden op bouw- en aanneemsommen op de post onderhanden werk gezet (niet gefactureerde omzet). In 2011 is besloten deze bouw- en aanneemsommen wel in rekening te brengen en als gefactureerde omzet te bestempelen. Gevolg hiervan is dat de omzet weliswaar met € 52,9 mln is gestegen maar dat de post onderhanden werk met € 25,1 mln is gedaald. Daardoor komt de bate per saldo uit op € 27,8 mln. De aanneemsommen zijn door deze ontwikkelingen gestegen, wat resulteert in hogere lasten van € 22 mln. Deze aanneemsommen zijn deels doorbelast aan de opdrachtgever. 12. Personeelslasten De personeelslasten zijn ten opzichte van de begroting 2011 met € 450 afgenomen door de in 2010 ingezette FTE- reductie. De afname in FTE’ s is gerealiseerd door natuurlijke uitstroom en vertrek van werknemers naar andere organisaties. pagina 246 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
13. Huisvestingslasten De huisvestingskosten zijn ten opzichte van de begroting 2011 met € 514 afgenomen. De afname heeft voornamelijk betrekking op lagere kosten voor de DVO (Dienst Verlening Overeenkomst) alsmede lagere energie-, onderhouds- en telefoniekosten. 14. Kosten productiemiddelen & automatisering De kosten voor productiemiddelen zijn ten opzichte van de begroting 2011 met € 395 toegenomen als gevolg van door Roteb doorbelaste kosten voor lease van bedrijfswagens. Daarnaast zijn in 2011 meer projecten uitgevoerd waardoor ook meer vervoerskosten zijn gedeclareerd. Tot slot zijn de automatiseringskosten € 1,2 mln lager uitgevallen door lagere aanschaf- en onderhoudskosten voor datacommunicatie en computers. Per saldo zijn de kosten voor productiemiddelen en automatisering € 798 lager uitgevallen. 15. Overige lasten De overige lasten zijn met € 3 mln gestegen door het niet kunnen invullen van de taakstelling (€ 2,7 mln) waardoor het bedrag ten laste van de exploitatie valt. Tot slot zijn extra voorzieningen getroffen in verband met te verwachten verliezen op het onderhanden werk (werk in uitvoering waarbij facturen nog niet door opdrachtgevers zijn voldaan) en dubieuze debiteuren (openstaande posten). Inrichten Openbare ruimte 16. Lagere baten en lasten projecten inrichten openbare ruimte Het gaat om projecten betreffende het inrichten van de openbare ruimte die worden gedekt uit rijksmiddelen of uit het IFR. De grootste afwijkingen hebben betrekking op Buitenruimte binnenstad (€ 3,7 mln), Rotterdamse Stijl (€ 1,4 mln), Spoor- en Provenierssingel (€ 1,0 mln) en Bestaand Rotterdams Gebied (€ 1,0 mln). De afwijking is ontstaan doordat de uitvoering vertraging heeft opgelopen en de kasstroom is vertraagd. De projecten zijn inmiddels juridisch verplicht. De projecten zullen in 2012 worden afgerond. 17. Dubbele korting gemeenschappelijke regeling Koepelschap buitenstedelijk groen Bij de 2e bestuursrapportage is het budget voor het Koepelschap buitenstedelijk groen ten onrechte extra gekort in het kader van de korting 5% op de Gemeenschappelijke regelingen. Dit was namelijk al in de begroting 2011 verwerkt. 18. Bestemmingsreserve Korte klappen Deze bestemmingsreserve is gevormd voor diverse buitenruimte projecten in de binnenstad. Het verschil tussen begroting en realisatie is met name ontstaan door de lange doorlooptijd van het deelproject Erasmus/Hoboken. Streven is dit project in 2012 af te ronden. 19. Voorziening verlegregeling Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005 / Verlegregeling Rotterdam 2006 bestaat een geschil tussen Eneco en Rotterdam. Eneco heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de aanwijzingsbesluiten die genomen zijn en is na uitspraak ten voordele van de gemeente zowel een civielrechtelijke als bestuursrechterlijke procedure aangegaan. Op 20 december is Eneco in de civielrechtelijke procedure in het gelijk gesteld. Ten gevolge hiervan dient er een voorziening getroffen te worden, waarbij tevens rekening gehouden moet worden met een toerekening op basis van de wettelijke rente. Het bedrag dat betrekking heeft op de projecten Buitenruimte binnenstad. 20. Overig Kleine afwijkingen als gevolg van indexatie en een nagekomen verrekening op een al afgesloten project. Monumenten 21. Fort Hoek van Holland Het project is afgerond. De nog resterende gereserveerde middelen voor het project vallen hierdoor vrij. 22. Bestemmingsreserve WWI De ‘Impuls WWI herbestemming aandachtswijken’ is een onderdeel van de speerpunt “Herbestemming en herontwikkeling” uit de visie Architectuur en Ruimtelijk Ontwerp. De bijdrage is voor het stimuleren van herbestemming van waardevol en karakteristiek erfgoed in de veertig aandachtswijken. Er is in 2011 uiteindelijk meer besteed dan eerder verwacht, de toevoeging aan de reserve is hierdoor lager. 23. Monumentenbudget Bij het monumentenbeleid is minder gebruik gemaakt van het structurele budget, doordat er minder aanvragen binnengekomen zijn. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 247
24. Hogere baten en lasten projecten Monumenten In 2011 zijn er meer uitgaven geweest in het kader van toezeggingen op basis van regelingen als Attractieve Stad en ISV/ monumenten. Deze laatste regelingen worden gedekt vanuit respectievelijk het groeifonds en rijksmiddelen. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 78,8 mln). De hoger dan begrote lasten worden als volgt gecompenseerd door hoger dan begrote baten: – Programma Kansen voor West voor € 57,0 mln. – Gemeentelijke bijdrage voor projecten Grondzaken voor € 14,5 mln. – Aanneemsommen Engineering voor € 22 mln. Tevens waren een tweetal toevoegingen aan voorzieningen niet bekend bij de laatste mogelijkheid tot begrotingswijziging. Dit betreft de toevoeging aan de voorziening verlegregeling van € 21,3 mln en de toevoeging aan de voorziening verliesgevende grondexploitaties van € 18,4 mln. De hogere lasten op deze beleidsmatige inspanning zijn hiermee rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Wonen Financieel resultaat Wonen
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Vergunningen Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Regie op wonen Investeren in wonen en RO Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Vergunningen Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Regie op wonen Investeren in wonen en RO Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Rotterdams restauratiefonds Bestemmingsreserve taakstelling 2007 Toevoegingen aan de reserves Bestemmingsreserve Rotterdams restauratiefonds Bestemmingsreserve ISV-3 Resultaat na reserveringen Vergunningen Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Regie op wonen Investeren in wonen en RO
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
101.052 18.796 4.996 3.105 74.155 120.739 22.569 16.344 7.545 74.281 3.311
0
-16.376 -3.774 -11.347 -4.440 3.185
Realisatie 2011
Verschil
73.571 20.315 5.578 1.026 46.652 125.321 15.101 11.084 12.176 86.960 606 600 6 330 330 0 -51.474 5.214 -5.506 -11.150 -40.032
Bijgestelde begroting 2011 87.743 11.209 12.983 2.151 61.400 121.545 23.541 20.355 4.612 73.037 0 0 0 27.949 0 27.949 -61.751 -12.332 -7.372 -2.461 -39.586
82.565 12.742 10.005 3.431 56.387 115.714 22.891 18.982 5.732 68.109 0 0 0 27.949 0 27.949 -61.098 -10.149 -8.977 -2.301 -39.671
-5.178 1.533 -2.978 1.280 -5.013 -5.831 -650 -1.373 1.120 -4.928 0 0 0 0 0 0 653 2.183 -1.605 160 -85
Lasten -650
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Toelichting afwijkingen Vergunningen 1. Hogere opbrengsten WABO 2. Lagere opbrengsten overige leges 3. Hogere overige opbrengsten Vergunningen 4. Extra Verplichtingenstop Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen 5. Lagere baten en lasten projecten 6. Voorziening dubieuze debiteuren
Bedragen x € 1.000,-
Baten 1.533 1.359 -541 715 -2.978 -2.978
-650 -1.373 -2.957 1.584
Saldo 2.183 1.359 -541 715 650 -1.605 -21 -1.584
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 248 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Regie op wonen 7. Hogere opbrengsten projecten 8. Woonwagenbeleid 9. Overige verrekeningen Investeren in wonen en RO 10. Lagere baten en lasten projecten 11. Niet begrote kosten Totaal
Baten
Lasten
Onttrekking
Toevoeging
Saldo
1.280 1.280
1.120 1.280 -663 503 -4.928 -5.013 85 -5.831
0
0
0
0
0
0
160 0 663 -503 -85 0 -85 653
-5.013 -5.013 -5.178
1. Hogere opbrengsten WABO Door de algemene economische crisis en in het bijzonder de bouw zijn de ramingen van het aantal bouwaanvragen lopende het boekjaar 2011 naar beneden bijgesteld. Deze ramingen zijn bij de tweede bestuursrapportage in de begroting aangepast naar € 7 mln. De verwachting dat de aanvragen omgevingsvergunning geen ander beeld voor 2012 geeft, is de aanleiding om maatregelen te treffen voor een kostendekkende vergunningverlening. De uitwerking van deze maatregelen hebben zich vertaald in nieuwe legestarieven omgevingsvergunning die in het najaar van 2011 door de Gemeenteraad is vastgesteld. De tarieven voor 2012 zijn substantieel gestegen ten opzichte van de tarieven 2011. De laatste twee maanden van het jaar laten een stijging zien in het aantal bouwaanvragen en grootte van de aanvragen ten opzichte van de trend die voor het hele jaar werd verwacht. Een mogelijke verklaring van de toename van de aanvragen en de hierbij gerealiseerde meeropbrengsten is dat de aanvragen ‘naar voren zijn gehaald’ om nog onder het lagere prijsregime te vallen. 2. Lagere opbrengst overige leges De lagere opbrengsten zijn toe te wijzen aan splitsingsvergunningen die achterblijven als gevolg van afname van bouwactiviteiten en het achterblijven van het aantal aanvragen voor de straathandel. Dit is bij de laatste bestuursrapportage als risico gemeld. 3. Hogere overige opbrengsten Vergunningen In 2011 is getracht om de overschrijding op de loonkosten zoveel mogelijk te dekken door inkomsten. Dit heeft geleid tot hogere baten detacheringen voor verschillende projecten. 4. Extra verplichtingenstop Door stringente toepassing van de verplichtingenstop zijn de lasten lager dan begroot. 5. Lagere baten en lasten projecten Door de verplichtingenstop zijn er minder projecten gerealiseerd, hierdoor zijn zowel de baten als de lasten lager. 6. Voorziening dubieuze debiteuren Deze voorziening dubieuze debiteuren heeft betrekking op vorderingen voor de kosten van het ontmantelen van hennepkwekerijen, dwangsommen die worden opgelegd voor een overtreding uit de Gemeente, Huisvesting of Woningwet, of als een eigenaar zijn bezit niet op de juiste wijze onderhoud en de gemeente genoodzaakt is deze werkzaamheden te laten uitvoeren en deze kosten vervolgens op de eigenaar worden verhaald. De dotatie wordt jaarlijks vastgesteld op basis van afgesproken regels, de dotatie voor 2011 is hoger dan begroot. 7. Hogere opbrengsten projecten De hogere opbrengsten worden voornamelijk veroorzaakt door declarabele uren op projecten waarvoor budgetten waren gereserveerd zoals: Klushuizen, Particuliere Woningverbetering en ISV3-projecten. Hier staan hogere kosten tegenover. 8. Woonwagenbeleid De onderschrijding wordt deels verklaard doordat activiteiten zijn getemporiseerd als gevolg van de verplichtingenstop. Anderzijds zaten in het budget bedragen die echter geen exploitatie zijn, maar worden geactiveerd. 9. Overig Sommige kosten zijn niet rechtstreeks toe te wijzen aan producten, maar worden verdeeld op basis van verdeelsleutels. Door deze methodiek zijn de kosten bij het product Wonen hoger. 10. Lagere baten en lasten projecten Het gaat om projecten wonen en ruimtelijke ontwikkeling die worden gedekt uit rijksmiddelen of uit het IFR. De grootste afwijkingen hebben betrekking op de Stimuleringsregeling Woningbouw en ISV1-en ISV2 projecten.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 249
11. Niet begrote kosten Het betreft abusievelijk niet begrote kosten voor startersleningen, funderingsherstel en Millinxparkhuis, in totaal € 344. Als gevolg van de financiële krapte is geprobeerd dit op te lossen binnen de begroting. Dit is voor € 85 niet gelukt. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Vastgoed Financieel resultaat Vastgoed
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Exploitatie vastgoed MPRV Exploitatie vastgoed niet-MPRV Incidentele opbrengsten vastgoed Erfpacht Doorbelasting Economie Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Exploitatie vastgoed MPRV Exploitatie vastgoed niet-MPRV Incidentele opbrengsten vastgoed Erfpacht Doorbelasting Economie Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Exploitatie vastgoed MPRV Exploitatie vastgoed niet-MPRV Incidentele opbrengsten vastgoed Erfpacht Doorbelasting Economie
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
291.977 166.512 35.370 25.077 50.333 14.685 279.052 180.487 39.850 22.700 21.330 14.685 1.438
-14.640 -12.537 -4.480 2.377 0 0
294.952 218.029 0 50.726 26.197 0 271.042 210.186 0 45.705 15.151 0 0 0 0 0 23.910 7.843 0 5.021 11.046 0
Baten 11.234 11.234 0 0 0 0 0 0 -1.016 -1.016 0 0 0 0 -19.111 -19.111 0
Lasten 6.807 0 2.007 -1.614 -2.514 2.805 3.600 2.523 1.861 0 1.037 -4.608 -747 6.179 -16.924 -17.639 715
29.003
Bijgestelde begroting 2011 298.474 171.792 36.767 45.735 44.180 0 268.159 171.130 36.561 45.704 14.764 0 0 0 0 0 30.315 662 206 31 29.416 0
Realisatie 2011
Verschil
203.715 183.026 35.751 26.624 -41.686 0 173.857 177.937 38.422 28.780 -71.282 0 0 0 0 0 29.858 5.089 -2.671 -2.156 29.596 0
-94.759 11.234 -1.016 -19.111 -85.866 0 -94.302 6.807 1.861 -16.924 -86.046 0 0 0 0 0 - 457 4.427 -2.877 -2.187 180 0
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
Toelichting afwijkingen Exploitatie vastgoed MPRV 1. Opbrengsten (huur + overig) 2. Huurkosten 3. Onderhoud vastgoed MPRV 4. Zakelijke lasten 5. Apparaatskosten 6. Servicekosten 7. Overige kosten (incl rente, afschrijving, verzekering) Exploitatie vastgoed niet-MPRV 8. Opbrengsten (huur+ overig) 9. Kapitaallasten en verzekering 10. Onderhoud vastgoed niet-MPRV 11. Apparaatskosten 12. Overige kosten (incl huurkosten en zakelijke lasten) Incidentele opbrengsten vastgoed 13. Verkoopresultaat 14. Onderhoud bedrijfsterreinen
Bedragen x € 1.000,-
Saldo 4.427 10.234 -2.007 1.614 2.514 -2.805 -2.600 -2.523 -2.877 -1.016 -1.037 4.608 747 -6.179 -2.187 -1.472 -715
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 250 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Erfpacht 15. Erfpachtcanons 16. Correctie waardering erfpachtgronden 17. Afkoopsommen 18. Conversieopbrengsten 19. Overige mutaties Totaal
Baten -85.866 5.090 -90.433 1.229 -943 -809 -94.759
Lasten -86.046 3.336 -100.199 1.326 9.294 197 -94.302
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
Saldo 180 1.754 9.766 -97 -10.237 -1.006 -457
Exploitatie vastgoed MPRV 1. Opbrengsten De opbrengsten (uit de huur en overige opbrengsten zoals voorschotten servicekosten) zijn hoger uitgevallen. Dit komt enerzijds door hogere huuropbrengsten door nieuw afgesloten huurcontracten bij S&R en JOS die minimaal kostendekkend zijn (€ 8,4 mln). Verder is bij het IFR een bijdrage in de kapitaalslasten geclaimd voor het Topsportcentrum (€ 1,2 mln) en het Oude Luxor (€ 600). 2. Huurkosten De uitgaven voor huurkosten is € 2,0 mln hoger dan verwacht. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het langer doorhuren van het WTC en de Blaak 16. Daarnaast heeft met terugwerkende kracht vanaf 1 augustus 2010 tot 1 juli 2011 een eenmalige huurverrekening met Woonbron plaatsgevonden voor achterstallige huur peuterspeelzaal in het Educatief Centrum Lombardijen (ECL). 3. Onderhoud vastgoed MPRV Aan het gemeentelijke MPRV-vastgoed is in 2011 € 24 mln besteed, tegenover een begroting van € 25,6 mln. Het betreft een besparing van € 1,6 mln als gevolg van de verplichtingenstop. 4. Zakelijke lasten In 2011 zijn er € 2,5 mln minder zakelijke kosten gemaakt dan begroot. Onder de zakelijke lasten vallen de aanslagen onroerend zaakbelasting en rioolheffing. In 2010 heeft Vastgoed bezwaar gemaakt tegen aanslagen onroerend zaakbelasting als gevolg van te hoge WOZ-waardes. In 2011 zijn deze bezwaren gegrond verklaard en heeft er een restitutie van de onroerend zaakbelasting plaatsgevonden (€ 1,9 mln). Daarnaast is een voordeel behaald van € 600 vanwege het niet of te laat declareren van onroerend zaakbelasting door schoolbesturen bij Vastgoed. De verwachting is dat schoolbesturen deze declaraties alsnog in 2012 zullen indienen. 5. Doorbelaste apparaatskosten De apparaatskosten zijn in 2011 € 2,8 mln hoger, deels als gevolg van uitbreiding taken (bijv. beheer panden grondexploitatie, parkeergarages en concernhuisvesting) en dus uren. Daarnaast heeft er een verschuiving plaatsgevonden binnen de producten MPRV en niet-MPRV. Deze worden voor een deel weer gecompenseerd door lagere apparaatskosten bij product niet-MPRV. 6. Servicekosten In 2011 zijn de uitgaven aan servicekosten € 3,6 mln hoger dan verwacht. Er heeft een inhaalslag plaatsgevonden met betrekking tot het afrekenen van servicekosten over de jaren 2009 en 2010. Voor een deel zijn deze kosten echter doorbelast aan de gebruikers via de post overige opbrengsten (€ 1,0 mln). 7. Overige kosten Dit is een verzamelpost voor mutaties op het gebied van rente, afschrijving, verzekering en de post overige kosten zelf. In het 4e kwartaal is het verkoopplan 2011 aangepast naar een actueel en realistisch verkoopplan. Vastgoed is in 2011 gestart met de versnelling van de verkopen, maar helaas heeft dit door de marktomstandigheden niet geleid tot meer verkoopresultaat, het verkoopplan 2011 is lopende het jaar aangepast aan de marktomstandigheden. Vanwege het aangepaste verkoopplan 2011 zijn objecten uit de voorraad overgeboekt naar de materiële vaste activa. Op deze objecten wordt volgens de richtlijnen van de BBV afgeschreven (en niet op objecten in de voorraad). Het gevolg is dat met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2011 op teruggeboekte objecten de afschrijving heeft plaats gevonden. Deze extra afschrijvingskosten waren in de 2e Bestuursrapportage nog niet voorzien, waardoor de afschrijvingskosten hoger zijn dan begroot. In de overige kosten is de afrekening met de Grondexploitaties (€ 700) opgenomen. Deze kosten zijn via de post overige opbrengsten doorbelast aan Gebiedsontwikkeling. Tot slot zijn de rentelasten € 300 hoger dan begroot vanwege het activeren van onderwijsprojecten.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 251
Exploitatie Vastgoed niet-MPRV 8. Opbrengsten (huur en overige) De gerealiseerde opbrengsten uit huur en overige zijn in 2011 € 1 mln lager dan begroot. In de 2e Bestuursrapportage is namelijk een inschatting gemaakt van de opbrengsten op basis van de realiteit voor de nog te factureren huuropbrengsten tot en met het einde van het jaar. Maar helaas blijkt dat dit te hoog is geweest. 9. Kapitaallasten en verzekering De afschrijvingskosten zijn hoger dan verwacht als gevolg van het terugboeken van objecten die in de voorraad waren opgenomen naar de materiële vaste activa, waarop de afschrijving met terugwerkende kracht is hervat. Zie ook de toelichting onder punt 7. 10. Onderhoud vastgoed niet-MPRV Vanwege de verplichtingenstop is in 2011 slechts het hoogst noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Aan het gemeentelijke niet-MPRV-vastgoed is in 2011 € 8,4 mln besteed, tegenover een begroot bedrag van € 13 mln. Dit leidt tot lagere lasten van € 4,6 mln. 11. Apparaatskosten De doorbelaste apparaatskosten zijn te hoog ingeschat. Hierdoor is in 2011 een voordeel behaald van € 747. Het betreft een verschuiving tussen de producten MPRV en niet-MPRV. 12. Overige kosten (inclusief zakelijke lasten en huurkosten) De overige mutaties kostensoorten zijn in 2011 hoger (€ 6,2 mln). Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door: – € 1,1 mln: afboeking en kwijtschelding huuropbrengsten Ahoy. Aan de huurder is een kwijtschelding van een deel van de huuropbrengsten verleend omdat zij tijdens de verbouwing last hebben ondervonden van de werkzaamheden wat hun bedrijfsvoering heeft beïnvloed, – € 1,0 mln: afrekening reclamegelden voor de ontvangen huren onder aftrek van beheerskosten voor het exploitatierecht van lichtbakken aan lichtmasten en RET spanmasten en twee- en drievlaksborden aan lichtmasten en RET spanmasten, – € 2,4 mln: er is ruim € 2,4 mln aan servicekosten geboekt in 2011 inclusief de afrekening voor 2010. Voor een deel zijn deze kosten doorbelast aan de gebruikers via de post overige opbrengsten, – € 900 mln: de zakelijke lasten, waaronder waterschapslasten, onroerende zaakbelasting, rioolheffing en zuiveringsheffing, zijn hoger omdat er in 2011 aanslagen betaald zijn voor 2010, – € 800 mln: diverse kostenstijgingen op het gebied van beheervergoeding klachtenonderhoud en servicekosten, courtage kosten verhuur, bijdrage winkeliersverenigingen en bijdrage VVE. Incidentele opbrengsten vastgoed 13. Verkoopresultaat De baten zijn € 1,9 mln lager uitgevallen omdat de verkoop in 2011 niet tot beoogd resultaat heeft geleid. Het Bureau Stadsmakelaar is in 2011 gestart met de versnelling van de verkopen. Helaas heeft dit door de marktomstandigheden nog niet geleid tot meer verkoopresultaat. In 2011 zijn er een aantal milieurapportages uitgevoerd teneinde een groot aantal dossiers op de verkoop voor te bereiden. Deze worden alleen uitgevoerd indien direct noodzakelijk, maar brengen wel een aanzienlijke kostenpost van € 888 met zich mee. Er zijn echter al wel kosten (€ 200) gemaakt in de aanloop naar de diverse verkopen. Tot slot heeft er een afboeking op het object Beukelaarstraat plaatsgevonden. Dit object was reeds in 2010 verkocht. Abusievelijk was de boekwaarde nog niet afgeboekt. Dit is alsnog in 2011 gebeurd. Dit leidt tot hogere lasten van € 385. 14. Onderhoud bedrijfsterreinen Betreft de kosten ter hoogte van € 715 ten aanzien van het beheer van de bedrijfsterreinen Noord-West en Spaanse Polder. Vanaf 2012 is het de bedoeling dat deze onder Beleidsmatige Inspanning Openbare Werken valt. De lasten voor 2011 zijn echter nog wel ten laste van Vastgoed gekomen. Erfpacht 15. Erfpachtcanons De baten ter hoogte van € 5,1 mln betreffen de extra inkomsten canon door de kredietcrisismaatregelen. Door deze extra inkomsten zijn tegelijkertijd ook de lasten hoger (€ 3,3 mln) geworden als gevolg van de toegerekende rente. Deze maatregelen zijn erop gericht om de bouwsector een extra impuls te geven. Hiertoe worden erfpachtgronden uitgegeven waarop door de ontwikkelaars en beleggers gebouwd kan worden. Door het onzekere karakter van deze maatregelen worden de extra opbrengsten van de erfpachtcanons niet meegenomen in de begroting.
pagina 252 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
16. Foutherstel waardering erfpachtgronden In aansluiting op de bevindingen van de accountant uit 2010 heeft een correctie plaatsgevonden op de waardering erfpachtgronden. Op uitgegeven erfpachtgronden mag niet worden afgeschreven en ontvangen afkoopsommen voor tijdelijke afkoop van erfpacht dienen te worden gepassiveerd, waarna jaarlijks een gedeelte vrijvalt ten gunste van de programmarekening op basis van de looptijd van het contract. In het boekjaar 2011 is deze correctie met terugwerkende kracht vanaf 2004 doorgevoerd. In de jaarrekening 2011 van het product Erfpacht leidt deze correctie op de boekjaren 2004–2010. De impact van dit foutherstel op het boekjaar 2011 zelf was nog niet meegenomen in de begroting, dit was bij de laatste bestuursrapportage nog niet zeker genoeg om de begroting op aan te passen. Het effect van het foutherstel over 2011 is € 2,1 mln. Dit heeft het volgende effect op het resultaat: Lagere opbrengsten a.g.v. correctie t/m 2010 Vrijval afkoopsom erfpachten 2011 Lagere opbrengsten a.g.v. correctie Lagere kosten a.g.v. correctie Totaal resultaat correctie waardering erfpachtgronden
-92,5 2,1 -90,4 - 100,2 9,8
17. Afkoopsommen eeuwigdurende erfpachten In aansluiting op de bevindingen de accountant EY uit 2010 worden de ontvangen afkoopsommen voor eeuwigdurend erfpachtrechten met ingang van boekjaar 2004 overeenkomstig het BBV volledig afgeschreven in het jaar van ontvangst. Tegenover de ontvangen afkoopsommen staan daarom meer lasten dan begroot. 18. Conversieopbrengsten Het saldo van de conversieopbrengsten bestaat uit de volgende onderdelen: a. Omzetten in eigendom van contracten die eerder afgekocht zijn. Omdat de boekwaarde op deze gronden nihil is, staan er geen lasten tegenover deze opbrengsten. Er was een groot bedrag incidentele erfpachtconversies geraamd om het verdienvermogen te realiseren. Uiteindelijk is er eind 2011 een aantal forse conversieaanbiedingen geaccepteerd, maar per saldo is er sprake van minder afgekochte (grote) erfpachtconversies dan begroot over 2011 (-€ 9,29 mln). Unibail en NDU hebben de aanbieding geaccepteerd en hebben getransporteerd in 2011. b. Omzetten in eigendom van contracten die nog niet afgekocht zijn. Dit heeft € 8,3 mln opbrengsten opgeleverd waartegenover aan lasten € 9,3 meer is gerealiseerd. Dit komt omdat er relatief veel niet-afgekochte rechten zijn verkocht die nog maar relatief kort geleden zijn afgesloten. Dit leidt dan tot hoge afschrijvingen. B -9.292 8.349 -943
a. Eigendom van afgekochte contracten b. Eigendom van niet-afgekochte contracten Subtotaal
L 0 9.294 9.294
19. Overige mutaties Er zijn meer opbrengsten gerealiseerd als gevolg van ontheffingsvergoeding benzinepompen (€ 100). Daarnaast zijn in 2011 minder sociale huurwoningen verkocht dan aanvankelijk werd verwacht. Als gevolg hiervan is de opbrengst afkoopsom functiewijziging uitponden met € 900 lager uitgevallen. De verlenging functiewijziging uitponden (afkoop erfpachtrecht tot 50 jaar) heeft geleid tot hogere opbrengsten met € 100. Tot slot is in 2011 meer lasten voor overige kosten contractbeheer gemaakt (€ 200). Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 253
Beleidsmatige inspanning Stedelijke bereikbaarheid Financieel resultaat Stedelijke bereikbaarheid
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Exploitatie en beheer parkeren Beleid Verkeer en Vervoer Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Exploitatie en beheer parkeren Beleid Verkeer en Vervoer Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Parkeerinvesteringen Bestemmingsreserve Parkeerfonds (ns) Bestemmingsreserve Actualisatie B+I 2010 Bestemmingsreserve C2000-systeem Toevoegingen aan de reserves Bestemmingsreserve Parkeerfonds (ns) Bestemmingsreserve Verkeer & Vervoer 2011 Resultaat na reserveringen Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Exploitatie en beheer parkeren Beleid Verkeer en Vervoer
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
103.545 18.330 9.339 63.395 12.481 113.155 26.279 11.129 59.515 16.232 11.678
67.017 60 8.283 53.235 5.439 98.090 13.422 12.373 61.070 11.225 14.383 2.828 11.555 0 0 7.700 7.700 0 -24.390 -13.362 -235 -5.007 -5.786
8.200
-6.132 -8.236 -1.103 6.958 -3.751
Bijgestelde begroting 2011 102.377 9.546 9.280 74.200 9.351 116.871 20.018 16.358 67.115 13.380 22.084 0 15.111 4.500 2.473 11.240 7.700 3.540 -3.650 -14.012 7.306 7.085 -4.029
Realisatie 2011
Verschil
95.685 6.397 9.385 70.349 9.554 103.836 16.263 12.611 62.234 12.728 18.156 0 11.183 4.500 2.473 11.240 7.700 3.540 - 1.235 -13.406 7.230 8.115 -3.174
-6.692 -3.149 105 -3.851 203 -13.035 -3.755 -3.747 -4.881 -652 -3.928 0 -3.928 0 0 0 0 0 2.415 606 -76 1.030 855
Lasten -3.755 -3.680 -371 129 -202 369 -3.747
Onttrekking 0
Toevoeging 0
-3.928
0
-3.928
-3.928
Toelichting afwijkingen Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) 1. Lagere baten en lasten projecten 2. Extra verplichtingenstop 3. Afhandeling van lopende BDU-projecten 4. Onterecht begrote bouwrente/kapitaallasten 5. Voorziening verlegregeling Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen 6. Onttrekking Parkeerfonds 7. Vrijval voorziening lopende BDU-projecten 8. Overig Exploitatie en beheer parkeren 9. Minder kapitaallasten 10. Minder overige kosten gemeentelijk 11. Meer baten overige goederen en diensten 12. Lagere verrekening B&I-garages Beleid Verkeer en Vervoer 13. Eindafrekening programma Duurzaam Veilig Fase 1 14. Overbezetting 15. Extra verplichtingenstop 16. Minder externe opdrachten Totaal
pagina 254 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Baten -3.149 -3.406 257
105
222 -117 -3.851 -195 893 -4.549 203 1.045
-842 -6.692
181 -4.881 -2.754 -2.127
0
0
-652
0
0
128 -40 -740 -13.035
-3.928
0
Saldo 606 274 371 128 202 -369 -76 0 222 -298 1.030 2.754 1.932 893 -4.549 855 1.045 -128 40 -102 2.415
Autobereikbaarheid 1. Lagere baten en lasten projecten De lagere baten en lasten worden m.n. veroorzaakt door vertraging van de aanbesteding van H6-weg Hoek van Holland 1e fase als gevolg van de verplichtingenstop. 2. Extra verplichtingenstop Door stringente toepassing van de verplichtingenstop zijn de lasten lager dan begroot. 3. Vrijval voorziening afwikkeling lopende BDU-projecten In 2010 is een voorziening gevormd voor de afwikkeling van BDU-projecten. In 2011 is de afwikkeling afgerond. Het resterende deel van de voorziening is niet meer nodig en valt vrij. 4. Onterecht begrote bouwrente en kapitaallasten Er was bouwrente begroot, deze bouwrente komen echter conform de spelregels niet ten laste van de exploitatie maar worden geactiveerd. Daarnaast zijn er kapitaallasten begroot voor projecten die niet op dit product zijn begroot. 5. Voorziening verlegregeling Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005 / Verlegregeling Rotterdam 2006 bestaat een geschil tussen Eneco en Rotterdam. Eneco heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid bezwaar aan te tekenen tegen de aanwijzingsbesluiten die genomen zijn en is na uitspraak ten voordele van de gemeente zowel een civielrechtelijke als bestuursrechterlijke procedure aangegaan. Op 20 december is Eneco in de civielrechtelijke procedure in het gelijk gesteld. Ten gevolge hiervan dient er een voorziening getroffen te worden, waarbij tevens rekening gehouden moet worden met een toerekening op basis van de wettelijke rente. Het bedrag dat betrekking heeft op de projecten Tjalklaan en Groene Kruisweg. Investeren in parkeren/ realiseren parkeervoorzieningen 6. Parkeerfonds Er is sprake van een lagere onttrekking van de Bestemmingsreserve Parkeerfonds van € 3,9 mln. De lagere onttrekking is het gevolg van lagere onderhoudskosten van de parkeergarages als gevolg van de verplichtingenstop. 7. Vrijval voorziening afwikkeling lopende BDU-projecten In 2010 is een voorziening gevormd voor de afwikkeling van BDU-projecten. In 2011 is de afwikkeling afgerond. Het resterende deel van de voorziening is niet meer nodig en valt vrij. 8. Overig Het betreft het saldo van een groot aantal kleinere posten. Exploitatie en beheer parkeren 9. Kapitaallasten Er is sprake van minder kapitaallasten van € 2,8 mln, voornamelijk omdat een inhaalafschrijving in 2010 in de begroting 2011 niet was verwerkt 10. Diverse afwijkingen parkeren De lagere last wordt grotendeels veroorzaakt doordat de huur van met name de nieuwe B&I garages te ruim was begroot. Aangezien deze kosten rechtstreeks worden verrekend met het Parkeerfonds is de verrekening van de B&I garages navenant lager. Op het resultaat van Parkeren heeft dit geen effect. De lagere baat wordt veroorzaakt door minder ontvangen ID-subsidies door Rijksbezuinigingen. 11. Meer parkeerbaten De feitelijke overwinst van € 1 mln is ontstaan door de hogere parkeerbaten dan begroot (€ 893) en per saldo € 100 lagere uitvoeringskosten dan begroot . 12. Lagere verrekening B&I garages Er is sprake van een lagere onttrekking van de Bestemmingsreserve Parkeerfonds. De lagere onttrekking is het gevolg van lagere onderhoudskosten van de parkeergarages als gevolg van de verplichtingenstop. De lagere onttrekking heeft een lagere baat tot gevolg bij exploitaite en beheer Parkeren. Er is sprake van een verschil met punt 5 omdat in de begrotingen van de diensten Stadstoezicht en Stadsontwikkeling is uitgegaan van verschillende begrotingsbedragen.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 255
Beleid Verkeer en Vervoer 13. Eindafrekening programma Duurzaam Veilig Fase 1 In 2011 heeft de definitieve afrekening plaatsgevonden van het Programma Duurzaam Veilig Fase 1. Dit resulteert in een meevaller van € 1,045 mln en bestaat uit enerzijds ontvangsten van deelgemeenten en Stadsregio ad € 500. en vrijval uit een risico-voorziening ad € 540 die niet geheel nodig bleek te zijn. Het overschot bedraagt 5-10% van de totale programmaomvang. Het is een complex gefinancierd programma, dat in de afgelopen tien jaar geleden is uitgevoerd. De doelstellingen, o.a. de aanleg 30 km-gebieden, zijn gerealiseerd. 14. Overbezetting De overbezetting (€ 340) is deels gecompenseerd door een lagere inhuur derden (-€ 212). 15. Verplichtingenstop Door stringente toepassing van de verplichtingenstop zijn de lasten lager dan begroot. 16. Minder externe opdrachten Er zijn minder lasten gemaakt voor extern gefinancierde projecten. Dit heeft tot gevolg dat ook de baten voor deze projecten lager zijn. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Financieel resultaat Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen Verkeersveiligheid en leefkwaliteit Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen Verkeersveiligheid en leefkwaliteit Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Proef gratis openbaarvervoer 65-plussers Bestemmingsreserve Rotterdam Fietst Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen Verkeersveiligheid en leefkwaliteit
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
7.213 6.837 376 15.487 14.331 1.156 0
166 -8.440 -7.660 -780
Realisatie 2011
Verschil
3.035 3.035 0 10.682 9.565 1.117 0 0
Bijgestelde begroting 2011 8.311 8.261 50 16.892 15.671 1.221 840 340
6.559 6.412 147 13.636 12.849 787 840 340
-1.752 -1.849 97 -3.256 -2.822 -434 0 0
0 0 0 -7.647 -6.530 -1.117
500 0 0 -7.741 -6.570 -1.171
500 0 0 -6.237 -5.597 -640
0 0 0 1.504 973 531
Lasten -2.822 20 -2.364 -478 -434
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
Toelichting afwijkingen Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen 1. Gratis OV 65 plus 2. Lagere baten en lasten projecten 3. Overige administratieve verschillen Verkeersveiligheid en leefkwaliteit 4. Hogere bijdrage Stadsregio 5. Lagere afschrijvingen en bouwrente Totaal
pagina 256 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Baten -1.849 18 -1.734 -133 97 97 -1.752
-434 -3.256
Saldo 973 -2 630 345 531 97 434 1.504
Fiets / OV/ Schone vervoersbewijzen 1. Gratis OV 65 plus Een klein verschil t.o.v. de begroting. 2. Lagere baten en lasten projecten Er zijn ten gevolge van zowel de verplichtingenstop als vertragingen bij bijvoorbeeld het project Oudedijk lagere lasten gerealiseerd. Doordat er veelal sprake is van externe financiering heeft dit tevens lagere baten tot gevolg gehad. 3. Overige administratieve verschillen Het gaat om niet gedeclareerde middelen bij het IFR (€ 133) en begrote bouwrente die volgens de spelregels echter niet ten laste van de exploitatie komen maar zijn geactiveerd op de betrokken investeringsprojecten (€ 478). Verkeersveiligheid en leefkwaliteit 4. Hogere bijdrage Stadsregio Bij de begroting was nog niet volledig duidelijk in hoeverre de Stadsregio zou bijdragen aan bepaalde werkzaamheden. 5. Lagere afschrijvingen en bouwrente De rente en afschrijving zijn lager, doordat er nog geen activeringen hebben plaatsgevonden, terwijl er tevens rekening was gehouden met de bouwrente in de exploitatie, die moeten volgens de spelregels echter worden geactiveerd. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
Beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat Financieel resultaat Economische structuur en vestigingsklimaat
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Versterken economische structuur Versterken vestigingsklimaat Versterken kansenstructuur Beheer markten Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Versterken economische structuur Versterken vestigingsklimaat Versterken kansenstructuur Beheer markten Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Kansenzones Bestemmingsreserve Frictiekosten opheffing Marktwezen Bestemmingsreserve Innovatiefonds Bestemmingsreserve Revitalisering winkelgebieden Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Versterken economische structuur Versterken vestigingsklimaat Versterken kansenstructuur Beheer markten
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
17.701 5.762 8.855 12 3.072 57.374 19.378 33.548 760 3.688 68
-39.605 -13.548 -24.693 -748 -616
Realisatie 2011
Verschil
8.505 2.260 1.923 839 3.483 41.078 16.640 18.189 2.317 3.932 627 0 199 428 0
Bijgestelde begroting 2011 9.837 2.104 4.250 0 3.483 42.304 17.944 18.987 1.441 3.932 2.809 382 199 1.638 590
32.006 21.728 7.440 0 2.838 50.732 25.897 19.990 749 4.096 2.809 382 199 1.638 590
22.169 19.624 3.190 0 -645 8.428 7.953 1.003 -692 164 0 0 0 0 0
0 -31.946 -14.380 -15.838 -1.478 -250
0 -29.658 -14.202 -13.765 -1.441 -250
0 -15.917 -2.531 -11.578 -749 -1.059
0 13.741 11.671 2.187 692 -809
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 257
Toelichting afwijkingen Versterken economische structuur 1. Consortium Beursplein 2. Evenementenfonds en uitvoeringsprogramma Haven 3. Verschuiving Apparaatskosten Versterken vestigingsklimaat 4. Diverse uitvoeringsprojecten 5. Verschuiving Apparaatskosten Versterken kansenstructuur 6. Rotterdam Carrièrestad 7. Verschuiving Apparaatskosten Beheer markten 8. Minder opbrensten marktgelden 9. Salarislasten 10. Lasten uit voorgaande jaren en dubieuze debiteuren Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 19.624 19.353 271 0 3.190 3.190 0 0 0 0 -645 -645 0 0 22.169
Lasten 7.953 11.231 -1.709 -1.569 1.003 -1.125 2.128 -692 -246 -446 164 0 -204 368 8.428
Onttrekking 0
Toevoeging 0
0
0
0
0
0
0
0
0
Saldo 11.671 8.122 1.980 1.569 2.187 4.315 -2.128 692 246 446 -809 -645 204 -368 13.741
1. Consortium Beursplein In 2011 is de deelneming Consortium Beursplein verkocht. Dit heeft een positief nettoresultaat opgeleverd van € 8,1 mln (baten € 19,3 - lasten € 11,2) in 2011. 2. Evenementenfonds en uitvoeringsprogramma haven Het evenementenfonds heeft minder kosten gemaakt dan begroot (onderbesteding € 700). Het aantal aanvragen verschilt per jaar, evenals de hoogte van de aanvragen. Het Uitvoeringsprogramma Haven heeft minder kosten gemaakt dan begroot (onderbesteding € 700). In 2011 is gewerkt aan een nieuwe havenvisie en een bijbehorend uitvoeringsprogramma. Het programma komt in 2012 e.v. tot uitvoering. Dan wordt ook weer beroep gedaan op de begrote budgetten. 3. Verschuiving apparaatskosten Versterken economische structuur De totale begrote apparaatskosten voor de kostenplaats Economie bedragen voor 2011 € 13,3 mln en de realisatie bedraagt € 13,4 mln. Totale overbesteding van € 100. Binnen de diverse producten zijn er wel afwijkingen. Zo zijn er binnen het product ‘Versterken economische kansenstructuur’ minder uren geschreven dan begroot. In het kader van het in 2011 vastgestelde Programma Economie en Arbeidsmarkt is het uitvoeringsprogramma haven (UP) geëvalueerd. Tijdens de evaluatie zijn er minder uren aan de uitvoering van het programma zelf besteed. 4. Diverse uitvoeringsprojecten De in 2011 vrijgevallen bestemmingsreserves Kansenzones en Revitalisering winkelgebieden waren hoger dan de kosten die op deze projecten gemaakt zijn (-€ 900). Verder zijn er EFRO-gelden ontvangen op de OKR-2 (Ondernemersregeling Kansenzones Rotterdam 2). Bij de 2e bestuursrapportage was nog geen zekerheid te geven over de certificering van de te declareren kosten. Ultimo 2011 zijn ook de investeringen van de ondernemers zelf in aanmerking gekomen voor vergoeding uit EFRO. Aantal uren zijn uitgefactureerd binnen de projecten Onderhoud Netwerken (RIA) en Pact op Zuid. Deze inkomsten ( -€ 0,5 mln) zijn niet begroot. Tevens heeft de WOM geen subsidie aangevraagd in 2011 waardoor er minder kosten gemaakt zijn (€ 210). Er zijn minder Incentives verstrekt (€ 350). Het is het beleid van de RIA om terughoudend om te gaan met de inzet van incentives om bedrijven binnen te halen. De uitgaven voor incentives zijn als gevolg daarvan afgelopen jaren gedaald. Het budget Incentives voor 2011 was € 450 en de kosten € 102. 5. Verschuiving apparaatskosten Versterken vestigingsklimaat De totale begrote apparaatskosten voor de kostenplaats Economie bedragen voor 2011 € 13,3 mln en de realisatie bedraagt € 13,4 mln. Totale overbesteding van € 100. Binnen de diverse producten zijn er wel afwijkingen. Zo zijn er binnen het product ‘Versterken vestigingsklimaat’ meer uren geschreven dan begroot. Het zwaartepunt van de inzet voor het Programma Economie en Arbeidsmarkt, lag in 2011 ook met name op dit product. De projecten en programma’s in dit product waren snel uitvoeringsgereed en konden ook tijdens de verplichtingenstop worden uitgevoerd. Met name op het project Kantorenleegstand is mede als gevolg van de bestuurlijke aandacht zwaarder ingezet. Daarnaast is extra inzet gepleegd op het ondersteunen van ondernemersverenigingen in het opzetten van bedrijven investeringszone’s (BIZ).
pagina 258 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
6. Rotterdam carrièrestad Van het budget 2011 voor het project Rotterdam Carrièrestad van € 340 is € 20 uitgegeven aan “Studenten maken de stad” (ontwikkeling van plannen om meer studenten in de stad te laten wonen). Andere initiatieven zijn stopgezet als gevolg van de verplichtingenstop. 7. Verschuiving apparaatskosten Versterken kansenstructuur De totale begrote apparaatskosten voor de kostenplaats Economie bedragen voor 2011 € 13,3 mln en de realisatie bedraagt € 13,4 mln. Totale overbesteding van € 100. Binnen de diverse producten zijn er wel afwijkingen. Zo zijn er binnen het product ‘Versterken kansenstructuur’ minder uren geschreven dan begroot omdat de projecten pas in de loop van 2011 in uitvoering zijn gegaan. De beleidsmatige ontwikkeling van de projecten die daaraan vooraf ging, heeft uiteindelijk minder tijd gekost. Een voorbeeld hiervan is het project Carrièrestad dat in de tweedehelft van het jaar in uitvoering is genomen. Met name in het eerste deel van het jaar zijn daardoor minder uren geschreven. 8. Minder opbrengsten marktgelden Door het terugdraaien van de tariefstijging zijn de inkomsten uit marktgelden met € 645 achtergebleven ten opzichte van de begroting. Om het beheer van de markten toch kostendekkend te krijgen, heeft de Raad in 2011 besloten de markttarieven 2012 boventrendmatig te verhogen (30%). 9. Salarislasten De loonkosten zijn met € 204 onderschreden omdat door de bezuinigingen enkele vacatures niet meer mogen worden ingevuld (structureel). 10. Lasten uit voorgaande jaren en dubieuze debiteuren De lasten zijn ultimo 2011 met € 368 toegenomen. Dit wordt veroorzaakt door een extra toevoeging aan de voorziening dubieuze debiteuren (€ 158). Tevens zijn er nagekomen kosten uit voorgaande jaren van € 210. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 8,4 mln). Vanuit de hoger dan begrote baten is € 19,3 mln als direct of intern gerelateerd aan te merken en compenseert rechtmatig de hoger dan begrote lasten. De hogere lasten zijn derhalve rechtmatig. Beleidsmatige inspanning Milieu en duurzaamheid Financieel resultaat Milieu en duurzaamheid
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Regie duurzaamheid Regie klassieke milieutaken Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Regie duurzaamheid Regie klassieke milieutaken Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Rotterdam Climate Initiative Bestemmingsreserve RCP Groene Daken Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Regie duurzaamheid Regie klassieke milieutaken
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
9.769 3.189 6.580 46.461 15.453 31.008 8.106
0 0 0 27.655 8.898 18.757 0 0 0 0 0 -27.655 -8.898 -18.757
0 -28.586 -4.158 -24.428
Bijgestelde begroting 2011 10.664 1.131 9.533 41.701 14.925 26.776 7.361 7.038 323 0 0 -23.676 -6.433 -17.243
Realisatie 2011
Verschil
7.562 593 6.969 34.261 9.435 24.826 1.991 1.991 0 0 0 -24.708 -6.851 -17.857
-3.102 -538 -2.564 -7.440 -5.490 -1.950 -5.370 -5.047 -323 0 0 -1.032 -418 -614
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 259
Toelichting afwijkingen Regie duurzaamheid 1. Vertraging in projecten 2. ICOS Innovatiefonds Regie klassieke milieutaken 3. Pilot Botlek 4. Dubbele korting DCMR 5. Lagere realisatie programma’s Lucht en Bodem Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten -538 -538 -2.564 -1.272 -1.292 -3.102
Lasten -5.490 -3.490 -2.000 -1.950 -1.272 616 -1.294 -7.440
Onttrekking -5.370 -3.370 -2.000 0
Toevoeging 0
-5.370
0
0
Saldo -418 -418 0 -614 0 -616 2 -1.032
Regie duurzaamheid 1. Lagere realisatie van lopende projecten De lagere realisatie heeft vnl. betrekking op vertraging in de projecten a.g.v. de verplichtingenstop en een langere looptijd van projecten uit het RCI-programma 2007–2010. Dit door de aard van de projecten en de daarbij behorende verplichtingen (bijv. restanten op subsidies die na vaststelling worden uitgekeerd). Hierbij gaat het om projecten als Woonbron “stimuleren duurzame energie bestaande bouw”, Laddermill “onderzoek en duurzame energie dichter bijelkaar brengen”, Kennis voor Klimaat “ontwikkelen van de Rotterdamse adaptatiestrategie”, Groene daken en Waterpleinen. De lagere lasten voor Groene daken zijn vnl. het gevolg van de mogelijkheid om de kosten te activeren. De lagere lasten Waterpleinen door vertraging in de aanbouw Waterpleinen. De uitgaven zullen alsnog plaatsvinden binnen de looptijd van het Programma Duurzaam. 2. ICOS Innovatiefonds € 2 mln van de bestemmingsreserve dient gereserveerd te blijven voor de deelneming in het ICOS Innovatiefonds. Ten tijde van de 2e bestuursrapportage werd er nog vanuit gegaan dat deze middelen rechtstreeks in het fonds zouden worden gestort. De overdracht van de deelneming is echter (nog) niet geëffectueerd. Regie klassieke milieutaken 3. Pilot Grondwaterbeheer Botlek Pas laat in 2011 is het definitieve besluit genomen om deze pilot te gaan doen. De aard van het project speelt ook een rol, omdat sprake is van een pilot is er nog niet veel ervaring mee opgedaan en moet er nog veel worden uitgezocht. Het project wordt gedekt uit Rijksmiddelen. 4. Dubbele korting DCMR Bij de 2e bestuursrapportage is het budget voor de DCMR ten onrechte € 880 extra gekort in het kader van de korting 5% op de Gemeenschappelijke regelingen. Dit was nl. al in de begroting 2011 verwerkt. 5. Lagere realisatie Programma Lucht en Bodem De uitgaven voor projecten van de programma’s Lucht en Bodem blijven achter bij de begroting. Hierdoor zijn zowel de kosten als de bijbehorende baten lager dan begroot. De kosten doordat minder opdrachten zijn verstrekt, de baten zijn lager doordat minder subsidie ten gunste van de exploitatie gebracht kon worden, omdat de daarvoor benodigde kosten (nog) niet gemaakt waren. Voor zowel Lucht als Bodem zijn meerjarige programma’s opgezet, omdat deze omvangrijke en veelal langjarige projecten bevatten (zoals de aanpak van oude gasfabriekterreinen). Dit maakt het voorafgaand aan een bepaald jaar begroten van de lasten in dat jaar moeilijk. Ten aanzien van Bodem is vooraf bovendien niet exact te voorspellen hoeveel nieuwe locaties er nog worden gevonden en hoe omvangrijk deze locaties zullen zijn. De programma’s Bodem en Luchtkwaliteit lopen beiden tot en met 2015 en de verwachting is dat op beide terreinen de achterstand volledig wordt ingelopen. Begrotingsrechtmatigheid De lasten passen binnen de door uw raad vastgestelde budgettaire kaders en zijn derhalve rechtmatig.
pagina 260 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Beleidsmatige inspanning schoon (maken van de stad) Financieel resultaat Schoon (maken v/d stad)
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Reiniging openbare ruimte Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Reiniging openbare ruimte Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Reiniging openbare ruimte
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
-20.740 7.911 -28.651
184.701 133.810 50.891 200.714 123.989 76.725 0 0 0 0 -16.013 9.821 -25.834
Bijgestelde begroting 2011 181.384 134.186 47.198 192.148 120.976 71.172 0 0 0 0 -10.764 13.210 -23.974
174.129 125.766 48.363 194.869 117.855 77.014 0
181.537 133.028 48.509 194.058 121.261 72.787 0 0 0 0 -12.511 11.767 -24.278
153 -1.158 1.311 1.900 285 1.615 0 0 0 0 -1.747 -1.443 -304
Baten -1.158
Lasten 285
Onttrekking 0
Toevoeging 0
Saldo -1.443
-2.220 1.054
0 0
0 0
0 0
-2.220 1.054
-38 46 1.311 1.311 0 0 153
866 -581 1.615 394 334 887 1.900
0 0 0 0 0 0 0
-904 627 -304 917 -334 -887 -1.747
0
Toelichting afwijkingen Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval 1. Afname opbrengsten Afvalstoffenheffing, Bedrijfsreinigingsrecht en -afvalcontracten 2. Vrijval voorziening Rente- egalisatiefonds 3. Hogere kosten en toerekening bouwrente bedrijfsonderdeel Lease 4. Salarislasten Reiniging openbare ruimte 5. Hogere omzet (Riool) Reinigingsbedrijven 6. Salarislasten 7. Hogere kosten huisvesting en gladheidbestrijding Totaal
Bedragen x € 1.000,-
0 0 0 0 0
1. Afname opbrengsten Afvalstoffenheffing, Bedrijfsreinigingsrecht en -afvalcontracten De lagere opbrengsten van € 2,2 mln hebben betrekking op lagere opbrengsten vanuit Bedrijfsreinigingsrecht van € 600 over 3 jaar (totaal € 1,8 mln). De oorzaak hiervan is een hogere leegstand van bedrijfs-en winkelpanden dan waar in de raming rekening mee was gehouden. Dit is gecorrigeerd. De overige lagere opbrengsten bedragen € 420 (voornamelijk Afvalstoffenheffing en bedrijfsafvalcontracten . 2. Vrijval voorziening Rente- egalisatiefonds Het Rente- egalisatiefonds heeft als doel de discrepantie tussen de door Roteb ingecalculeerde rente en de daadwerkelijke marktconforme rente over Lease-contracten op te vangen. Gebleken is dat de marge om schommelingen op te vangen kleiner kan zijn, derhalve kan een deel van de voorziening vrijvallen. In de begroting was al rekening gehouden met een vrijval van € 900. Deze vrijval is € 1 mln hoger uitgekomen. 3. Hogere kosten en toerekening bouwrente bedrijfsonderdeel Lease De hogere lasten hebben voor een bedrag van € 451 betrekking op niet-verhaalbare kosten van schadereparaties aan voertuigen. Daarnaast wordt met ingang van 2011 bouwrente toegerekend aan voertuiginvesteringen gedurende het boekjaar. In de begroting 2011 was nog geen rekening gehouden met deze bouwrente, hetgeen de extra lasten van € 473 verklaart. 4. Salarislasten De lagere salarislasten (-€ 314) worden veroorzaakt door uitstroom van personeel en het niet invullen van vacatures. Het restant van de lagere lasten wordt veroorzaakt door lagere kosten op de bedrijfsvoering voortkomend uit de verplichtingenstop (-€ 267). Hierdoor komt de lastenreductie per saldo op € 581.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 261
5. Hogere omzet (Riool) Reinigingsbedrijven De omzet (€ 1,3 mln) van de (Riool) Reinigingsbedrijven is hoger uitgekomen vanwege extra opdrachten vanuit de deelgemeenten, en intern gemeentelijk. Daarnaast is er in de maanden november en december geen oponthoud vanwege vorst geweest. Door meer uit te voeren worden ook meer kosten gemaakt waardoor tegenover de hogere omzet een relatieve kostenstijging staat (€ 394). 6. Salarislasten Door de reorganisatie Blauwdruk Schone Stad zijn er frictiekosten ontstaan. Dit betreft voornamelijk een evenwichtigere schaal- en functie- indeling voor ca. 200 FTE’s . Dit leidt tot hogere loonkosten van € 334. 7. Hogere kosten huisvesting en gladheidbestrijding De structurele kosten voor gladheidbestrijding zijn met € 295 gestegen door het aanhouden van een hogere standaard voor materieel en zout. De huisvestingskosten komen met name hoger uit vanwege incidentele herinrichtingskosten (€ 592) ten behoeve van de Wijkreinigingteamlocaties. Deze locaties zijn aangepast naar aanleiding van de Reorganisatie Reinigingsbedrijven, waardoor Reinigingsmedewerkers en de voormalige Buurt Service Teams beter samenwerken en de stad efficiënter en effectiever schoonhouden. Dit levert structurele besparingen op. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 1,9 mln). Vanuit de hoger dan begrote baten is € 0,9 mln als direct of intern gerelateerd aan te merken en compenseert rechtmatig de hoger dan begrote lasten. Per saldo resteert op de beleidsmatige inspanning een overschrijding van de begrote lasten van € 1,0 mln, hetgeen als (begrotings)onrechtmatig dient te worden aangemerkt.
Beleidsmatige inspanning Heel (maken van de stad) Financieel resultaat Heel (maken v/d stad)
Baten (exclusief onttrekkingen aan de reserves) Wegen, water en groen Riolering en gemalen Openbare verlichting Beheer begraafplaatsen en crematorium Lasten (exclusief toevoegingen aan de reserves) Wegen, water en groen Riolering en gemalen Openbare verlichting Beheer begraafplaatsen en crematorium Onttrekkingen aan de reserves Bestemmingsreserve Wijken en Buitenruimte Bestemmingsreserve Kralingse Plas Bestemmingsreserve Riolen en rioolgemalen Bestemmingsreserve Uitbreiding begraafplaats Rozenburg Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen Wegen, water en groen Riolering en gemalen Openbare verlichting Beheer begraafplaatsen en crematorium
pagina 262 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Realisatie 2010
Begroting 2011
97.226 8.942 71.345 10.177 6.762 152.899 78.359 57.874 10.177 6.489 4.706
87.722 9.872 62.539 9.442 5.869 134.389 63.530 55.483 9.442 5.934 211 0 211 0 0 0 0 -46.456 -53.447 7.056 0 -65
0 -50.967 -69.218 18.606 0 -355
Bijgestelde begroting 2011 88.907 11.057 62.539 9.442 5.869 135.994 64.449 56.119 9.442 5.984 6.007 110 847 5.000 50 0 0 -41.080 -52.435 11.420 0 -65
Realisatie 2011
Verschil
97.032 14.549 67.612 8.388 6.483 145.572 72.607 58.166 8.388 6.411 5.531 110 389 5.000 32 0 0 -43.009 -57.559 14.446 0 104
8.125 3.492 5.073 -1.054 614 9.578 8.158 2.047 -1.054 427 - 476 0 -458 0 -18 0 0 -1.929 -5.124 3.026 0 169
Toelichting afwijkingen Wegen, water en groen 1. Leges leidingen 2. Niet-gesprongen Explosieven 3. Hoofdwegen en overig wegen 4. Bruggen, tunnels, viaducten, waterkeringen, afwatering 5. Kralingse plas 6. Bomen en groen 7. Verlegregeling 8. Overig Riolering en gemalen 9. Riolen voorziening 10. Riolen, kolken en gemalen 11. Rioolheffing / verhaalde invorderingskosten 12. Voorziening verlegregeling 13. Overig Openbare verlichting 14. Vooruit ontvangen bedragen reclameopbrengst 15. Reclameopbrengst 16. Schadeverhaal Beheer begraafplaatsen en crematorium 17. Beheer en onderhoud 18. Lijkbezorgingsrechten 19. Bestemmingsreserve Rozenburg Totaal
Bedragen x € 1.000,-
Baten 3.492 -488 -2.027 2.959
Lasten 8.158 -528 -2.027 6.982
Onttrekking -458 0 0 0
Toevoeging 0 0 0 0
Saldo -5.124 40 0 -4.023
2.931
2.812 -458 322 1.603 -548 2.047 342 576 0 1.373 -244 -1.054 -517 -844 307 427 445 0 -18 9.578
0 -458 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 -18 0 0 -18 -476
0 0 0 0 0 0 0
119 0 -341 -1.603 684 3.026 0 -224 4.309 -1.373 314 0 6 -6 0 169 -445 614 0 -1.929
-19 0 136 5.073 342 352 4.309 0 70 -1.054 -511 -850 307 614 0 614 8.125
Wegen, water en groen 1. Leges leidingen Veel bouwplannen hebben door de economische crisis vertraging of stagnatie opgelopen. Het aantal verstrekte leidingvergunningen is in 2011 echter nagenoeg ongewijzigd gebleven ten opzichte van 2010. Wel is de hoeveelheid verstrekte meters per vergunning flink gedaald. Hierdoor worden minder kosten gemaakt en is de omzet ook lager uitgevallen. 2. Niet- gesprongen Explosieven Het opruimen van Niet Gesprongen Explosieven uit de Tweede Wereldoorlog heeft vertraging opgelopen omdat veel bouwplannen stagneren als gevolg van de economische omstandigheden. In 2011 is een bedrag van € 1,7 mln besteed aan het detecteren en ruimen van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. Er is voor € 2 mln minder kosten gemaakt, die derhalve ook niet zijn gedeclareerd uit de beschikbare Rijksmiddelen (doeluitkering niet- gesprongen explosieven) bij de beleidsmatige inspanning beheer algemene middelen. 3. Hoofdwegen en overig wegen Het nadelig resultaat op het onderhoud van hoofd- en verzamelwegen heeft meerdere oorzaken. Een aspect van dit nadelig resultaat van € 3,9 mln op hoofdwegen betreft te hoog geraamde subsidies vanuit o.a. de Stadsregio en het Rijk voor ISV- projecten (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing). Doordat de daadwerkelijke investeringen lager zijn uitgevallen dan geraamd, moet worden afgewaardeerd en het resterende bedrag van circa € 1,9 mln worden terugbetaald aan de betrokken instanties (Rijk en Stadsregio). Daarnaast leverde de afwikkeling van projecten uit 2010 een nadeel op van € 2,0 mln. Door gunstige weersomstandigheden is het programma 2011 nagenoeg geheel in 2011 uitgevoerd en zijn er weinig projecten die doorschuiven naar en ten laste komen van 2012. Er is voor € 650 aan milieuschades geleden zoals olielekkages. Dit is voor € 606 verhaald op de veroorzaker. De schaderegeling voor ingravingen heeft € 2 mln aan baten en € 1,8 mln aan lasten opgeleverd. Daarnaast zijn de meerkosten van het aanleggen van invalideparkeerplaatsen gedekt. De kosten van het meldingensysteem buitenruimte leveren een voordelig saldo door € 150 aan lagere kosten bij de inname en verwerking van meldingen/klachten over de buitenruimte. De formatiesterkte van de werven kan minder snel de opbrengstdaling leges leidingen volgen. Met de vrijkomende capaciteit worden ongedekte activiteiten betreffende het beheer van de wegen uitgevoerd. De lasten (€ 271) worden daardoor verantwoord op het onderdeel hoofdwegen. De kosten voor het niet planbare dagelijks onderhoud aan hoofden verzamelwegen waren € 62 hoger dan begroot. Met name zijn vele kleine asfaltreparaties uitgevoerd om een snelle degeneratie van het wegvak te voorkomen.
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 263
Hoofdwegen en Overig wegen a. Hoofdwegen b. Schades en retributie c. Schaderegeling Ingravingen Rotterdam d. Invalideparkeerplaatsen e. Meldingensysteem buitenruimte f. Beheervergoeding wegen g. Overig onderdeel wegen Totaal
Baten +167 +606 +2.084 +82 0 0 +20 2.959
Lasten +4.118 +650 +1.838 +193 -150 +271 +62 6.982
Saldo -3.951 -44 +246 -111 +150 -271 -42 -4.023
4. Bruggen, tunnels, viaducten, waterkering en afwatering De hogere lasten worden met name veroorzaakt door de ingeboekte kapitaallasten van € 1,4 mln ten behoeve van de Weenatunnel. De Weenatunnel zou in eerste instantie in één keer ten laste van de exploitatie worden gebracht, nu wordt de Weenatunnel geactiveerd (op de balans gezet) en in 50 jaar afgeschreven. De huidige afschrijvingen betreft zowel boekjaar 2010 als 2011. Verder zorgen schadeherstel en de toenemende onderhoudskosten voor het Maastunnelcomplex (onder andere onderzoekskosten betonrot, wegafzettingen, tijdelijke verkeersmaatregelen) voor een toename in de lasten. Tot slot zijn de lasten overschreden door het uitvoeren van noodreparaties aan verouderde kademuren en zijn gevaarlijke objecten in de waterbekkens verwijderd. De hogere baten bestaan voornamelijk uit de dekking van de kapitaallasten uit het IFR voor de investeringen omtrent de Weenatunnel en de vrijval voorziening Erasmusbrug. De reeds benoemde kapitaallasten zullen uit het IFR worden gedekt. Zowel de baten (IFR- dekking) als lasten (kapitaallasten) van € 1,4 mln stijgen evenredig en zijn daarmee per saldo neutraal. Inzake de vrijval voorziening Erasmusbrug is door het gerechtelijke vonnis bepaald dat de kosten voor de reparatie aan de cilinderbuizen onder de garantie vallen. Hierdoor is niet de gemeente, maar de aannemer financieel verantwoordelijk. 5. Bestemmingsreserve kralingse plas De werkzaamheden rondom de Kralingse Plas hebben enige vertraging ondervonden door een gering aanbod van materiaal voor de natuurvriendelijke oevers. De gemeente is volgend in het herstelprogramma van de boezemkaden door het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK). Deels door financiële beperkingen binnen HHSK en deels door procedurele perikelen is het programma vertraagd en zijn de uitgaven voor de gemeente in 2011 lager dan begroot. 6. Bomen en groen Een aantal projecten uit het bomenstructuurplan hebben eind 2010 door het optreden van vorst vertraging opgelopen. Deze verplichtingen ten laste van het Bomenstructuurplan zijn in 2011 alsnog uitgevoerd wat de verklaring is voor de overschrijding. 7. Verlegregeling Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005 / Verlegregeling Rotterdam 2005 bestaat een geschil tussen gemeente en Eneco. Op 20 december is Eneco in de civielrechtelijke procedure in het gelijk gesteld. Ten gevolge hiervan dient er een voorziening getroffen te worden. De gemeente Rotterdam is op grond van deze uitspraak in cassatie gegaan. Van het totale risico voor de gemeente komt binnen de beleidsmatige inspanning Heel voor € 1,6 mln ten laste van het product wegen, water en groen en €1,4 mln ten lasten van het product riolering en gemalen (zie 12). 8. Overig De formatiesterkte van het leidingenbureau kan minder snel de opbrengstdaling leges leidingen volgen. Met de vrijkomende capaciteit worden ongedekte activiteiten betreffende het beheer van de ondergrond uitgevoerd. De lasten (€ 262) worden daardoor op deze post verantwoord. Als gevolg van vertraging in de uitvoering van investeringsprojecten in 2010 is er in 2011 een meevaller van € 949 op de kapitaallasten. De molen van Rozenburg is in 2011 grondig gerestaureerd, waarbij achterstallig onderhoud tot spoedreparaties en daarmee extra kosten heeft geleid. Samen met het onderhoud aan standbeelden en monumenten zorgt dit voor een kostenoverschrijding van € 84. De lastenoverschrijding wordt verder veroorzaakt door hogere waterschapslasten en hogere juridische kosten van een aantal rechtszaken betreffende de verlegregeling leidingen. Tot slot waren er in 2011 bij verschillende evenementen meer kosten voor beveiliging (Oud&Nieuw, Zomercarnaval en Sinterklaas) als gevolg van strengere veiligheidseisen (meer afzethekken of tijdelijke aanpassingen van de buitenruimte) en schadeherstel. Deze kosten zijn vooraf niet altijd raambaar, daarentegen is gemeente wel eindverantwoordelijk en verplicht deze kosten te dragen. Met het opstellen van de jaarrekening heeft accountant Ernst & Young bepaalt dat de voorziening Zandsuppletie (middelen voor het opspuiten van de stranden) wordt opgeheven en voortaan uit de exploitatie wordt gedekt. De onderhoudskosten zijn per jaar ongelijk, maar wel terugkerend (cyclisch). Conform wet- en regelgeving is een voorziening dan niet noodzakelijk. Hierdoor valt het restant ad € 120 vrij en wordt de geraamde toevoeging ad € 39 teruggedraaid. pagina 264 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Overig a. Leidingenbestand b. Kapitaallasten c. Beeldende kunst en gebouwen d. Overig Totaal
Baten 0 0 12 4 16
Lasten 262 -949 94 84 -509
Saldo -262 949 82 -80 525
Riolering en gemalen 9. Riolen voorziening Voor een aantal projecten, die ten laste van de voorziening zijn uitgevoerd, zijn bijdragen van derden ontvangen. 10. Riolen, kolken en gemalen De overschrijding is het gevolg van de in 2009 opgestarte en in 2011 geïntensiveerde uitvoering van de eerste fase van het inspectieprogramma voor collecteurriolen (lasten +€ 1,7 mln). Vanaf 2012 worden de inspecties gefaseerd uitgevoerd. Op gebied van planmatig reinigen van kolken is de prestatie achtergebleven dit komt doordat de reiniging van kolken synchroon loopt met wegwerkzaamheden (onderhoud & openbrekingen). Doordat deze in 2011 minder plaatsvonden konden er tegelijkertijd ook minder kolken gereinigd worden. Dit levert een onderschrijding op van € 188. Een aantal geplande werkzaamheden binnen het groot onderhoud gemalen is als gevolg van een langer benodigde voorbereidingstijd doorgeschoven naar 2012 (lasten -€ 759). De bijdrage in de exploitatielasten van waterschappen en omliggende gemeenten komt € 343 hoger uit dan begroot. Elk jaar wordt specifiek grondwateronderzoek uitgevoerd ter voorkoming van grondwateroverlast. Naast deze informatie wordt in toenemende mate bij rioolvervanging gebruik gemaakt van drainage (nieuwe systematiek) waardoor de plaatselijke grondwaterproblematiek wordt opgelost. In 2011 hebben de locatie-specifieke grondwateronderzoeken nog geen aanleiding gegeven tot de aanleg van drainage, waardoor de lasten € 219 lager uitvallen dan geraamd. Riolen, kolken en gemalen 2. Riolen exploitatie 3. Persleidingen 4. Kolken en lijngoten 5. Gemalen 6. Grondwater Totaal
Baten +1 +8 0 +343 0 352
Lasten +1.729 +13 -188 -759 -219 576
Saldo -1.728 -5 +188 +1.102 +219 -224
11. Rioolheffing Ten opzichte van de begrote opbrengst voor 2011 komt de opgave van Gemeentebelastingen Rotterdam € 1,1 mln hoger uit. Uit de controle van Gemeentebelastingen bleken er 4.000 meer aansluitingen zijn. Dit wordt met de eerstvolgende begroting bijgesteld. De afwikkeling van oudere dienstjaren gaf eveneens een voordeel te zien van € 2,7 mln. Daarnaast heeft Gemeentebelastingen € 500 aan invorderingskosten weten te verhalen. Deze opbrengsten komen ten goede aan het product rioleringen. 12. Voorziening verlegregeling Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005 / Verlegregeling Rotterdam 2005 bestaat een geschil tussen gemeente en Eneco. Op 20 december is Eneco in de civielrechtelijke procedure in het gelijk gesteld. Ten gevolge hiervan dient er een voorziening getroffen te worden. Van het totale risico voor de gemeente komt voor € 1,4 mln ten laste van het product riolering en gemalen. 13. Overig In de begroting is een bijdrage in de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater (WVO) aan Rijkswaterstaat opgenomen. Door de komst van de Waterwet is deze bijdrage komen te vervallen. Openbare verlichting 14. Vooruit ontvangen bedragen reclameopbrengsten Reclame-inkomsten van reclame-uitingen aan lichtmasten blijven bestemd ten gunste van de openbare verlichting. De lagere lasten van per saldo € 500 zijn enerzijds het gevolg van vertraging van wegenbouwprojecten en problemen met materiaal leveranties (1,5 mln). Anderzijds is sprake van hogere lasten door extra uitgaven van € 1 mln die zijn aangewend voor openbare verlichting-gerelateerde zaken. Voorbeelden hiervan zijn pilotprojecten op het gebied van energiebesparingen en de dekking van kapitaallasten van de herinvesteringsprogramma’s per deelgemeente. Het budget is derhalve niet volledig besteed, het restant wordt verantwoord als vooruit ontvangen bedrag op de balans. Het overzetten naar de balans verklaart de lagere baat. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 265
15. Reclameopbrengst De lagere reclameopbrengst is het gevolg van het faillissement van een van de reclame-exploitanten. Deze baat wordt normaalgesproken gebruikt voor de dekking van extra onderhoud op lichtmasten en armaturen. Dat valt nu lager uit, waardoor er tegelijk sprake is van lagere lasten. Dit heeft geen nadelig effect op de doelstellingen op het gebied van onderhoud openbare verlichting. 16. Schadeverhaal De hogere baten en lasten hebben betrekking op de ontvangen schadebedragen en het hieraan verbonden onderhoud. Begraafplaatsen en crematorium 17. Beheer en onderhoud De overschrijding is het gevolg van een toename van de lijkbezorgingsactiviteiten. Deze overschrijding wordt gecompenseerd door een hogere opbrengst aan lijkbezorgingsrechten. 18. Lijkbezorgingsrechten De hogere baat wordt grotendeels verklaard door meer verkoop particuliere graven. 19. Bestemmingsreserve Rozenburg De voorbereidende werkzaamheden voor de uitbreiding van de begraafplaats Rozenburg zijn gestart en zullen in 2012 worden voortgezet. Begrotingsrechtmatigheid De gerealiseerde lasten zijn hoger dan begroot (€ 9,6 mln). Vanuit de hoger dan begrote baten is € 3,0 mln als direct of intern gerelateerd aan te merken en compenseert rechtmatig de hoger dan begrote lasten. Tevens was een bedrag van € 5,0 mln niet eerder voorzienbaar. Per saldo resteert op de beleidsmatige inspanning een overschrijding van de begrote lasten van € 1,6 mln, hetgeen als (begrotings)onrechtmatig dient te worden aangemerkt.
pagina 266 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
5.7
Overige gegevens
Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens Op 9 februari 2006 is de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) ingevoerd. Op grond van deze wet moet de gemeente het belastbaar loon, de voorzieningen ten behoeve van beloningen en de functie melden van alle medewerkers van wie de som van het loon en de voorzieningen hoger is dan het gemiddelde loon van de ministers (normbedrag 201119: € 193) Dit geldt naar evenredigheid voor deeltijders. In het onderstaande schema geven we u een overzicht van de functies 2011 – en (ter vergelijking) 2010 – waarvoor een meldingsplicht bestaat op grond van de WOPT. De onderstaande beloningscomponenten zijn begrepen in het normbedrag: – Belastbaar loon (bedrag zoals op jaaropgaaf vermeld). – Pensioenafdracht (werkgevers én werknemersdeel). – Overige voorzieningen betaalbaar op termijn (denk hierbij aan zaken als levensloop, financiële afspraken mbt sabbatical etc.). – Ontslagvergoedingen voor zover deze niet zijn opgenomen in het belastbaar loon (indien van toepassing). Bedragen x € 1.000,-
Functie in 2011
Belastbaar loon
Plv. ombudsman Functie in 2010
76 Belastbaar loon
Afdelingshoofd
0
19
Pensioenafdracht (werkgevers- en werknemersdeel) 0 Pensioenafdracht (werkgevers- en werknemersdeel) 0
Overige voorzieningen betaalbaar op termijn 0 Overige voorzieningen betaalbaar op termijn 0
Uitkering i.v.m. beëindiging dienstverband 204 Uitkering i.v.m. beëindiging dienstverband 387
Duur dienstverband 2011 12 mnd Duur dienstverband 2010 12 mnd
Het gemiddelde belastbare loon van ministers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wopt, over het jaar 2011 bedroeg € 193. Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 267
5.8
SISA-verantwoording
Specifieke uitkering
Departement V&J
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren
A1 Verzamel-uitkering Veiligheid & Justitie. Regeling verzameluitkering
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Gemeenten
Aard controle R € 650.840
BZK
C1 Verzameluitkering BZK (incl. oud WWI). Regeling verzameluitkering.
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Gemeenten
Aard controle R € 1.088.950
BZK
C3 Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV). Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (SIV) en Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.
Resultaat ultimo 2011 Afspraak van in 2010 en 2011 alsnog te realiseren doelstellingen en prestatieafspraken in aantallen die met het Rijk zijn overeengekomen o.b.v. het stedelijk meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP), die zijn vastgelegd in het GSB-convenant per stad (prestatielijst) en in de GSB IIIperiode (deels) niet zijn gehaald.
Realisatie
Toelichting afwijking
Hieronder per regel één doelstelling / prestatieafspraak / (sub) indicator invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsGemeenten G31
Aard controle n.v.t. 1 18a1. Open doelstelling: Het verminderen van oververtegenwoordiging van Marokaanse jongeren (12 –24 jaar) in de criminaliteit.
Aard controle D1 Minimaal 100 jongeren van de 200 die in begeleiding zaten hebben binnen 1 jaar niet gerecidiveerd.
Aard controle D1
Aard controle n.v.t. 131 “In plaats van 200 trajecten zijn er 131 gerealiseerd; de inspanning is gerealiseerd. Dit komt door de fors lagere instroom van Marokkaanse jongeren in De Hartelborgt in met name de jaren 2008 en 2009. Op basis van de aantallen in het verleden was gerekend op een jaarlijkse instroom van minimaal 50 jongeren. Van de 105 jongeren die in de periode 20062008 vastzaten hebben er 48 niet binnen een jaar gerecidiveerd. Zie toelichting voor de recidivecijfers over 2009. De namen van de 26 jongeren die in 2009 begeleiding kregen zijn niet meer beschikbaar.”
2 18a2. Open doelstel-
ling: Het verminderen van oververtegenwoordiging van Marokkaanse jongeren (12 –24 jaar) in de criminaliteit.
Minimaal 120 jongeren van de 240 jongeren die een intensief programma hebben gevolgd staan na een half jaar passief in het Dosa-systeem.
121 121 jongeren van de 273 jongeren die een intensief programma hebben gevolgd staan na een half jaar passief in het Dosa- Systeem. Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 268 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger Onderdeel inburgering BDU SIV: Regeling inburgering G31.
Indicatoren Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgerings-voorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Totaal aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr. 2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
5.623 Besteding 2011 (inclusief inburgering) ten laste van de Rijksmiddelen.
391 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Aard controle R Aard controle R Zie Nota baten-lastenstelsel.
€ 7.488.922 BZK
C6 Wet inburgering (Wi) Wet inburgering, Besluit inburgering en Regeling vrijwillige inburgering niet-G31.
586 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
3
Toelichting bij de hiervoorgaande 5 inburgerings-indicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting betrekking heeft.
0
Toelichting bij de hiervoorgaande 3 bestedingenindicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting betrekking heeft.
€ 0 Ja
0
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 (gepardonneerden).
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr. 2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inbugeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Gemeenten niet-G31 en gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
15
10
Aard controle D1 6
Aard controle D1 3
Aard controle D1 6
5
Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 269
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een duale inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een taalkennisvoorziening is vastgesteld.
Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
11 OCW
D1 Regionale meld- en coördinatie-centra voortijdig schoolverlaten.
Besteding 2011
0 Opgebouwde reserve ultimo 2010
OCW
D4 Regeling brede scholen 2009. Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen.
Gemeenten
0
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota baten-lastenstelsel.
Besluit regionale melden coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten. Gemeenten
Aard controle D1 0
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 7.796.615
€ 2.327.788
€0
Hieronder per regel één referentienummer van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
Besteding 2011
Project afgerond in 2011? Ja / Nee
Aard controle n.v.t. 1 BRIN 05WN
Uitgaven van vóór 2010, Besteding 2011 waarvan besteding in (gedeeltelijk) 2011 plaatsvindt. verantwoord o.b.v. voorlopige toekenZie Nota baten-lastenningen? Ja / Nee. stelsel. Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Aard controle R
Aard controle D1
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€0
Nee
€0
Nee
Toelichting niet afgeronde projecten.
Er is bezwaar aangetekend door omwonende bij de RVS tegen de vergunningsaanvraag. Hierop is door het ministerie van OCW uitstel van verantwoording verleend tot 27 maanden na de afgifte van de vergunning. Als de aanpassing niet plaatsvindt, wordt het geld teruggestort aan het ministerie. Om deze reden is er geen geld overgemaakt naar het schoolbestuur. Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 270 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement OCW
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren
D5 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009.
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen.
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee.
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009.
Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mogen verantwoord worden.
Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Gemeenten
Aard controle R € 1.034.647 Ja Brinnummer
Aard controle n.v.t.
Alle activiteiten afgerond Ja/Nee?
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen.
Aard controle D2
Aard controle n.v.t.
1 05WN
Ja
9.902
2 24PB
Ja
75.184
3 05WM
Ja
21.887
4 11VO
Ja
5.068
5 00AW
Ja
35.994
6 01BS
Ja
20.695
7 04AD
Ja
44.654 20.884
8 10MZ
Ja
9 04TT
Ja
5.369
10 11CJ
Ja
19.214
11 21JR
Ja
98.786
12 17JA
Ja
46.588
13 28AH00
Ja
68.534
14 09DH
Ja
33.415
15 08CM
Ja
1.949
16 03WW
Ja
75.184
17 08CC
Ja
42.042
18 17TU
Ja
44.108
19 17DF
Ja
7.819
20 05JC
Ja
3.564
21 17EI
Ja
110
22 16YW
Ja
21.319
23 17UF
Ja
1.225
24 17TF
Ja
56
25 16WZ
Ja
21.891
26 16WJ
Ja
20.452
27 20KH
Ja
17.574
28 16UW
Ja
11.244
29 16YU01
Ja
16.171
30 14CE
Ja
23.064 23.861
31 09CV
Ja
32 10MY
Ja
28.974
33 13RP
Ja
32.900
34 02XM
Ja
13.790
35 05YM
Ja
21.536
36 13CO
Ja
23.697
37 12GJ
Ja
21.369
38 09YO
Ja
27.690
39 09TP
Ja
26.886 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 271
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement OCW
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren
D9 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) 2011–2014.
Gemeenten
Besteding 2011 aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO).
Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO).
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) .
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 18.018.260 I&M
E2 Stimuleringsregeling stille wegdekken.
Besteding 2011 t.l.v. rijksmiddelen
€ 17.650.057 Overige bestedingen 2011.
€0 Eindverantwoording Ja/Nee.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Stimuleringsregeling stille wegdekken.
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Gemeenten I&M
E3 Subsidieregeling sanering verkeerslawaai (incl. bestrijding spoorweglawaai).
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
€0
€0
Ja
€0
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
Besteding 2011 t.l.v. rijksmiddelen.
Overige bestedingen 2011
Eindverantwoording Ja/Nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt, zie Nota baten-lastenstelsel.
Kosten ProRail tot en met 2011 als bedoeld in artikel 25 lid 4 van deze regeling t.l.v. rijksmiddelen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Subsidieregeling sanering verkeerslawaai. Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr). I&M
1
BSV2011045008
E5 Verzameluitkering I&M (incl. oud VROM).
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Regeling verzameluitkering. Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
€ 27.794
€ 38.764 Nee
€0
€ 4.560.963
Aard controle R
€ 821.629 I&M
E7A Innovatieprogramma Klimaatneutrale Steden (Proefprojecten). Regeling eenmalige uitkering planstudies en proefprojecten IKS. Gemeenten
Besteding 2011 tlv rijksmiddelen (zoals bedoeld in artikel 11 van de Regeling ten behoeve van het proefproject).
Eindverantwoording ja/nee.
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota baten-lastenstelsel.
Aard controle R
€ 283.185 Nee I&M
E10 Tijdelijke subsidieregeling Innovatieprogramma Mooi Nederland.
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen.
Eindverantwoording ja/nee.
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Tijdelijke subsidieregeling innovatieprogramma Mooi Nederland. Provincies en gemeenten
€0 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€ 200.000 Nee
Aard controle R €0 Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 272 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement I&M
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren
E11B Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Besteding 2011 tlv eigen middelen.
Besteding 2011 tlv bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente).
Provinciale beschikking en/of verordening.
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden).
Aard controle R
Aard controle R
€0
Aard controle n.v.t. 1 PZH-2007-319040
Aard controle R
€0
Aard controle R
Eindverantwoording ja/nee.
€ 388.632
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€0
Nee
2 PZH -2009-136897025
€0
Nee
€ 3.587.935
Nee
Bijdrage particuliere grondeigenaren.
Verwachte einddatum project afspraak.
Besteding 2011.
Aard controle n.v.t.
€0
E25 Beleidsregeling subsidies Budget Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit (BIRK).
Aard controle R
Aard controle R
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen excl. Bestedingen uit baten exploitatie.
Verwachte einddatum project realisatie.
Eindverantwoording ja/nee.
Aard controle R € 0 31–12–15
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
31–12–15
Nee
Aard controle R €0
Aantal gerealiseerde projecten.
Aantal gerealiseerde kwaliteitsdragers.
Eindverantwoording ja/nee.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Alleen in te vullen na afloop project.
Alleen in te vullen na afloop project.
Alleen in te vullen na afloop project.
Aard controle n.v.t.
Zie Nota batenlastenstelsel.
Aard controle R
Aard controle D1
Aard controle D1
Nee
Aard controle R
Aantal afgeronde projecten.
Aantal afgeronde projecten.
Eindverantwoording ja/nee.
Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen.
Afspraak.
Realisatie.
Gemeenten
Aard controle R
Provincies en gemeenten
Aard controle R € 1.106.346
E26 Spoorse doorsnijdingen.
Nee
Aard controle R 2
I&M
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Berekende bate boven drempelwaarde ten behoeve van benefit sharing.
Beleidsregeling subsidies budget investeringen ruimtelijke kwaliteit (BIRK).
I&M
€0
Zie Nota batenlastenstelsel.
€0 I&M
Aard controle R
Nee
Wet Ruimtelijke Ordening. Besluit Ruimtelijke Ordening. Gemeente Rotterdam
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Eindverantwoording ja/nee.
Besteding 2011 t.l.v. provincie.
3 PZH-2010-163838991 E22 Nota Ruimte project Stadshaven Rotterdam.
Teruggestort/verrekend in 2011 in verband met niet uitgevoerde maatregelen.
Zie Nota batenlastenstelsel.
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
I&M
Besteding 2011 uit rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL.
E32 Taxibeleid G4.
Besteding 2011
€0
Aard controle n.v.t. 0 Nee
Eindverantwoording Ja/Nee
Taxiconvenant G4 2008–2009.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota baten-lastenstelsel.
Gemeenten
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
€ 58.538 Ja
Aard controle R €0 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 273
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement EL&I
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren
F3 Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV).
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Regeling verzameluitkering. Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr).
Aard controle R
€ 825.000 EL&I
F4B Deelproject 750 hectare natuur- en recreatiegebied (Project Mainportontwikkeling Rotterdam).
Besteding 2011 ten laste van provinciale middelen.
Eindverantwoording Ja/Nee.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Uitwerkingsovereenkomst tussen het rijk en de provincie ZuidHolland, de gemeente Rotterdam en de stadsregio Rotterdam. Stadsregio (Wgr+) Rotterdam en gemeente Rotterdam.
€ 520.630 Nee EL&I
F7 Subsidieregeling sterktes in de regio (Pieken in de delta). Subsidieregeling sterktes in de regio.
Hieronder per regel één (gebiedsgericht) projectkenmerk en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
Gemeenten
Aard controle n.v.t. 1 Clean Tech Delta Innovatiecluster
SZW
G1C-1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
G1C-2 Wet sociale werkvoorziening (Wsw). Wet sociale werkvoorziening (Wsw).
Aard controle R
Aard controle R
Ja
Toelichting afwijking.
Aard controle n.v.t.
€ 267.763 nvt
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2010,
Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen.
Eindverantwoording Ja/Nee.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota batenlastenstelsel.
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2011,
3.041,00 SZW
€0
Voldoet aan beschikking ja/nee?
Aard controle n.v.t. Nee
Aard controle R €0
179,05 Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren,
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren,
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren,
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar inclusief geldstroom inclusief geldstroom inclusief deel openbare inclusief deel openbare lichaam uit SiSa 2010 openbaar lichaam. openbaar lichaam. lichamen. lichamen. regeling G1B + deelgemeente uit 2010 Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R regeling G1C-1). 3.128,25 150,10 2.355,59 176,05 Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 274 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement SZW
Juridische grondslag Nr Ontvanger G2C-1 I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand.
Indicatoren Besteding 2011 algemene bijstand,
Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk),
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011. € 453.531.337
€ 17.497.061
I.2 Wet investeren in jongeren (WIJ)
Besteding 2011 WIJ,
Baten 2011 WIJ (excl. Rijk),
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 50.019.092 l.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW).
€ 1.240.942
Besteding 2011 IOAW,
Baten 2011 IOAW (excl. Rijk),
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011. € 6.676.198 l.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
€ 223.864
Besteding 2011 IOAZ,
Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk.),
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011. € 773.639
€ 5.017 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 275
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger l.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen (Bbz 2004). Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
Indicatoren Besteding 2011 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen,
Baten 2011 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 516.564 l.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK). Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
Baten 2011 WWIK (excl. Rijk),
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 4.366.745 G2C-2 I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB. I.1 WWB: algemene bijstand.
€ 13.749
Besteding 2011 WWIK,
€ 186.406
Besteding 2010 algemene bijstand,
Baten 2010 algemene bijstand (excl. Rijk),
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Wet werk en bijstand (WWB). Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1).
€ 441.960.005 l.2 Wet investeren in jongeren (WIJ).
Besteding 2010 WIJ,
Gemeenten die inclusief deel openbaar uitvoering in 2010 lichaam. geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1). Aard controle n.v.t. € 32.130.508
€ 18.875.647 Baten 2010 WIJ (excl. Rijk), inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t. € 546.437 Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 276 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger l.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW).
Indicatoren Besteding 2010 IOAW,
Baten 2010 IOAW (excl. Rijk),
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1). € 6.579.271 l.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ).
€ 214.830
Besteding 2010 IOAZ,
Baten 2010 IOAZ (excl. Rijk),
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1). € 693.114 l.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen (Bbz 2004).
€ 10.064
Besteding 2010 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen,
Baten 2010 Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen,
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1). € 784.784
€ 2.288 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 277
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger l.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK).
Indicatoren Besteding 2010 WWIK,
inclusief deel openbaar Gemeenten die lichaam. uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G2B + deel gemeente uit 2010 regeling G2C-1) Aard controle n.v.t. € 3.635.585 SZW
G3C-1 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen). Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004.
Baten 2010 WWIK (excl. Rijk), inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle n.v.t. € 149.461
Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob),
Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob),
Baten 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk),
Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob), (excl. Rijk).
Besteding 2011 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob),
Besteding 2011 Bob,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011. € 1.932.868
€ 696.367
Baten 2011 Bob (excl. Rijk),
Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
€ 206.443 G3C-2 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levens-standigen 2004 (exclusief levens-onderhoud beginnende zelfstandigen).
€ 928.800
€ 506.725
€ 766.085
€ 420.330
€0
Besteding 2010 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob),
Besteding 2010 kapitaalverstrekking (excl. Bob),
Baten 2010 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk),
Baten 2010 kapitaalverstrekking (excl. Bob) (excl. Rijk),
Besteding 2010 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob),
Besteding 2010 Bob,
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004. Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G3B + deel gemeente uit 2010 regeling G3C-1) Aard controle R € 1.642.581
€ 501.948
€ 633.985
€ 534.715
€ 845.357
€ 149.708
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 278 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren Baten 2010 Bob (excl. Rijk),
Besteding 2010 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004,
Bestedingen van vóór 2010, waarvan de uitgave in of na 2010 plaatsvindt,
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2010 plaatsvindt,
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 108.504 SZW
G5C-1 Wet participatiebudget (WPB). Wet participatiebudget (WPB).
€ 11.552
€0
€0
Besteding 2011 participatiebudget,
Waarvan besteding 2011 van educatie bij roc’s,
Baten 2011 (niet-Rijk) participatiebudget,
“Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011. Aard controle R
Aard controle R
€ 217.051.877
Aard controle R
€ 5.712.715
Aard controle R
Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven.
“Besteding 2011 Regelluw.
Dit onderdeel moet door alle gemeenten worden ingevuld. Indien ingevuld met een nul, dan bestaat er voor 2012 geen recht op regelluwe bestedingsruimte.
Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden door de gemeenten die in 2010 duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R
€ 12.642.396
Aard controle R
€0
0
€0
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen,
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
659 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald,
3.225 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
2.309 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten vavo.
2.256 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavodiploma’s.
exclusief geldstroom openbaar lichaam. Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
2.510
2.465
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
235
900
997
173
36 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 279
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger G5C-2 Wet participatiebudget (WPB).
Wet participatiebudget (WPB).
Indicatoren Besteding 2010 participatiebudget,
Waarvan besteding 2010 van educatie bij roc’s,
Baten 2010 (niet-Rijk) participatiebudget,
Waarvan baten 2010 van educatie bij roc’s,
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G5B + deel gemeente uit 2010 regeling G5C-1).
Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van 2010 naar 2011. Omvang van het in het jaar 2010 nietbestede bedrag dat wordt gereserveerd voor het participatiebudget van 2011. Dit bedrag is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft besteed aan educatie bij een roc; hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten onrechte niet-bestede wordt teruggevorderd door het rijk).
Terug te betalen aan rijk. Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil zeggen het in het jaar 2010 niet-bestede bedrag voor zover dat de reserveringsregeling overschrijdt, alsmede het in het jaar 2010 ten onrechte nietbestede bedrag aan educatie bij roc’s.
óf Omvang van het in het jaar 2010 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2011 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld). Aard controle R
Aard controle R
€ 259.082.802
Aard controle R
€ 6.253.982
Aard controle R
€ 11.776.088
Aard controle R
Aard controle R
€0
€ 42.004.644
€0
Het aantal in 2010 gere- Besteding 2010 aliseerde duurzame Regelluw. plaatsingen naar werk van inactieven. Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld Dit onderdeel moet te worden door de door alle gemeenten gemeenten die in 2009 worden ingevuld. Indien duurzame plaatsingen ingevuld met een nul, van inactieven naar dan bestaat er voor werk hebben gereali2011 geen recht op seerd en verantwoord regelluwe bestedingsaan het Rijk, ruimte,
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2010 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen,
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2010 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle R
inclusief deel openbaar lichaam.
Aard controle R 0
€0
356
5.146
2.720
2.661
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 280 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement
Juridische grondslag Nr Ontvanger
Indicatoren Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald,
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2010 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald,
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
inclusief deel openbaar lichaam.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
2.880 SZW
G6 Schuldhulpverlening
2.817
161
Besteding 2011
Kaderwet SZW-subsidies Gemeenten
Aard controle R € 6.305.800
SZW
G7 Verzameluitkering SZW Regeling verzameluitkering
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Gemeenten
Aard controle R € 450.000
VWS
H1 Ministeriële regeling heroïne-behandeling Regeling heroïnebehandeling
Gerealiseerde behandelplaatsen 2011.
Gerealiseerde behandelplaatsen 2011.
Afspraak
Realisatie
Besteding 2011.
Eindverantwoording Ja/Nee.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota batenlastenstelsel.
Gemeenten
Aard controle D1
Aard controle D1 140
VWS
H3 Seksualiteits-coördina-
tie- en hulpverlening + Aanvullende curatieve SOA bestrijding.
Aard controle R 140
Aard controle n.v.t.
€ 2.406.680 Ja
Aantal consulten 2011 seksualiteitshulpverlening in het verzorgingsgebied.
Aantal gevonden SOA’s Aantal SOA- onder2011 in het verzorzoeken 2011 in het gingsgebied. verzorgingsgebied.
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle R €0
Subsidieregeling publieke gezondheid. Gemeenten
2.742
Aard controle D1 1.929
10.822 Vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 281
Vervolg tabel vorige pagina Specifieke uitkering
Departement VWS
Juridische grondslag Nr Ontvanger H5 Vrouwenopvang incl. advies- en steunpunt huiselijk geweld.
Indicatoren Stand reserve per ultimo 2010.
Besteding 2010
Besteding (gedeeltelijk) Uitgaven van vóór 2010, verantwoord o.b.v. voor- waarvan besteding in lopige toekenningen? 2011 plaatsvindt. Ja / Nee.
Besluit maatschappelijke ondersteuning.
Gemeenten
Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2010 kunnen opnemen. Aard controle R
Aard controle R €0
VWS
H10 Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG). Tijdelijke regeling CJG.
Gemeenten
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Aard controle R
Aard controle R
pagina 282 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Aard controle R
€ 5.180.047 Nee
Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
€ 18.457.277
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Zie Nota baten-lastenstelsel.
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee.
€0 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee. Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Aard controle D1 € 0 Ja
Ja
Hoofdstuk 5 | Jaarrekening | pagina 283
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de gemeenteraad van de gemeente Rotterdam
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in deze jaarstukken opgenomen jaarrekening 2011 van gemeente Rotterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de programmarekening over 2011 met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen, alsmede de SISA-bijlage. Verantwoordelijkheid van het College van Burgemeester en Wethouders Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. De relevante wet- en regelgeving is vastgesteld op 15 maart 2012 bij Raadsbesluit 2012-250. Het College van Burgemeester en Wethouders is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Besluit accountantscontrole decentrale overheden en de Kadernota accountantscontrole 2010–2013 zoals vastgesteld op 27 januari 2011 bij Raadsbesluit 2010-3182. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede voor de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de gemeente. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten en toevoegingen aan reserves. Op basis van artikel 2 lid 7 Besluit accountantscontrole decentrale overheden is deze goedkeuringstolerantie door de Gemeenteraad bij raadsbesluit van 27 januari 2011 bij Raadsbesluit 2010-3182 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel met beperking te bieden. Onderbouwing van ons oordeel met beperking betreffende de rechtmatigheid Voor een aantal transacties in 2011 was het ons niet mogelijk de overeenstemming met de van toepassing zijnde criteria voor de financiële rechtmatigheid vast te stellen. Het totaalbedrag van geconstateerde onzekerheden met betrekking tot de rechtmatigheid bedraagt € 137,7 miljoen. Daarnaast hebben wij voor een totaalbedrag van € 32,5 miljoen aan rechtmatigheidsfouten geconstateerd. Zowel met betrekking tot de fouten alsmede de onzekerheden is de goedkeuringstolerantie van 1% respectievelijk 3% overschreden, rekening houdend met verwachte niet ontdekte fouten. Dit leidt tot een beperking van ons oordeel omtrent de rechtmatigheid. De beperking in het rechtmatigheidsoordeel is als volgt te specificeren: 1. Het ten onrechte niet Europees aanbesteden van een aantal contracten heeft geleid tot € 12,3 miljoen aan rechtmatigheidsfouten. Daarnaast bestaat, als gevolg van het niet beschikbaar komen van contracten en documentatie in combinatie met niet sluitende procedures bij een onderdeel van de gemeente, een onzekerheid in de controle inzake de rechtmatigheid voor een bedrag van € 30,4 miljoen. 2. De uitvoering van de sociale regelingen (bijstandsverlening en WSW) heeft geleid tot € 6,8 miljoen aan rechtmatigheidsfouten inzake verstrekte uitkeringen en overschrijding van termijnen. Daarnaast bestaat, als gevolg van het niet beschikbaar komen van passende onderbouwing en documentatie in combinatie met niet sluitende procedures inzake het verstrekken van uitkeringen, een onzekerheid in de controle inzake de rechtmatigheid van de uitvoering van de sociale regelingen voor een bedrag van € 29,4 miljoen. pagina 284 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
3.
De uitvoering van de WMO heeft geleid tot € 3,0 miljoen aan rechtmatigheidsfouten in het proces van de toekenning van de WMO en het afrekenen van kosten inzake huishoudelijke verzorging en persoonsgebonden budgetten. Daarnaast bestaat, als gevolg van het niet beschikbaar komen van passende onderbouwing en documentatie in combinatie met niet sluitende procedures, een onzekerheid in de controle inzake de rechtmatigheid van de uitvoering van de WMO voor een bedrag van € 24,1 miljoen. 4. De waardering van grondexploitaties is gebaseerd op een belangrijk aantal aannames en veronderstellingen. De gemeente heeft deze toegelicht in paragraaf 4.6 Grondbeleid en in paragraaf 5.6 toelichting op het product Grondzaken van de programmarekening 2011. In verband met onzekerheid omtrent een aantal aannames is onvoldoende controleerbare informatie beschikbaar, waardoor sprake is van een onzekerheid in de controle met betrekking tot de waardering van de grondexploitaties voor een bedrag van € 19,6 miljoen. 5. De afrekening van de SVR-subsidies heeft geleid tot een onzekerheid in de controle vanwege het ontbreken van onderbouwing en documentatie van de rechtmatige besteding van de SVR-subsidies voor een bedrag van € 4,3 miljoen. 6. Bij de uitvoering van de begroting zijn fouten uit hoofde van begrotingsonrechtmatigheden gemaakt. Bij de realisatie van de beleidsmatige inspanningen zijn de lasten met € 5,6 miljoen overschreden zonder voorafgaande toestemming van de raad en de onttrekking uit de reserves is € 0,1 miljoen hoger dan door de raad is begroot. 7. De afstemming van interne vorderingen en schulden tussen de diensten is een intensief proces. Na afstemming en correctie van een groot deel van de geconstateerde verschillen resteert ultimo 2011 een niet nader door de gemeente verklaard verschil van € 4,7 miljoen. Als gevolg van het ontbreken van noodzakelijke informatie bestaat een onzekerheid in de controle met betrekking de juistheid van de interne vorderingen en schulden van een bedrag van € 4,7 miljoen. 8. De dienst Gemeentewerken voert naast werkzaamheden voor externe cliënten ook werkzaamheden uit voor eigen gemeentelijke diensten. In het kader van de consolidatie van het concern ‘gemeente Rotterdam’ zijn in 2011 geactiveerde winstopslagen zoveel mogelijk gecorrigeerd. Voor een bedrag van € 4,3 miljoen heeft de gemeente niet inzichtelijk kunnen krijgen of deze in rekening gebrachte winstopslag is geactiveerd dan wel in de exploitatie is verantwoord en heeft derhalve geen correctie plaatsgevonden. Als gevolg van het ontbreken van noodzakelijke informatie bestaat een onzekerheid in de controle met betrekking tot de juistheid van de intern in rekening gebrachte winstmarge van € 4,3 miljoen. 9. Op de balans zijn onder kortlopende schulden diverse tussen- en bewakingsrekeningen inzake de bijstandsuitkeringen verantwoord. De bewaking van deze tussen- en bewakingsrekeningen heeft in 2011 en de afgelopen jaren onvoldoende aandacht gehad. Vanaf maart 2012 is de administratie gestart met het uitzoeken en specificeren van deze tussen- en bewakingsrekeningen. Als gevolg van het ontbreken van onderbouwing en documentatie inzake de juistheid en het bestaan van deze schulden bestaat een onzekerheid in de controle voor een bedrag van € 10 miljoen ten aanzien van de getrouwheid en de rechtmatigheid. 10. De overige rechtmatigheidsfouten bedragen € 4,7 miljoen en zijn onder andere opgebouwd uit te laag verantwoorde opbrengsten inzake bouwleges 2011 voor een bedrag van € 3,1 miljoen, te laag verantwoorde voorzieningen voor € 1,2 miljoen en diverse overige posten voor € 0,4 miljoen. 11. De overige onzekerheden inzake de rechtmatigheid vanwege het niet kunnen verkrijgen van toereikende controledocumentatie bedragen € 10,9 miljoen. Dit bedrag is onder andere opgebouwd uit een onzekerheid inzake de hoogte van de verantwoorde schadeloosstellingen voor € 3,1 miljoen, een onzekerheid omtrent de waardering van diverse vorderingen van € 2,9 miljoen, een onzekerheid omtrent de hoogte van in rekening gebrachte bedragen bij gronduitgifte voor € 2,1 miljoen, onzekerheden omtrent verantwoorde kosten voor € 2,5 miljoen en een onzekerheid omtrent een schuld van de kredietbank voor € 0,3 miljoen. Oordeel betreffende de getrouwheid van de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de gemeente Rotterdam een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2011 als van de activa en passiva per 31 december 2011 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Oordeel met beperking betreffende de rechtmatigheid Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties over 2011, uitgezonderd de gevolgen van de fouten en mogelijke effecten van de onzekerheden zoals beschreven in de paragraaf ‘onderbouwing van ons oordeel met beperking betreffende de rechtmatigheid’, in alle van materieel belang zijnde aspecten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen. Benadrukking van een risico in de jaarrekening Wij vestigen de aandacht op de toelichting in de jaarrekening op bladzijde 240 betreffende grondzaken. Hier heeft de gemeente de door haar gehanteerde uitgangspunten bij de waardering van bouwgronden in exploitatie nader toegelicht. De waardering van de bouwgronden in exploitatie per 31 december 2011 is gebaseerd op de inzichten van begin 2012 zoals verwerkt in de herziene grondexploitatie en de uitkomsten van de bijbehorende risicoanalyse. Uiteraard betreft dit een inschatting die omgeven is door de nodige risico’s die periodiek moeten worden herzien en waarbij de hoogte van de voorziening zowel positief als negatief zal moeten worden bijgesteld.
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen
Ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Den Haag, 5 juni 2012 Ernst & Young Accountants LLP w.g. drs. M.E. Westerhout-van Kimmenade RA MGA Controleverklaring | pagina 285
Bijlagen
pagina 286 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bijlage 1 Baten en lasten per beleidsmatige inspanning en product Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
1. Bestuur en Besluitvorming en dienstondersteuning Raad verlening
Besluitvorming en advisering College
Bestuurlijke samenwerking
Dienstverlening
Product
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
Raad
baten
465
0
0
45
45
lasten Ondersteuning raad/griffie baten lasten Rapporten Rekenkamer baten lasten Rapporten Ombudsman baten lasten College
5.080
4.335
4.867
4.714
-153
48 2.248
0 2.401
0 2.396
60 2.302
60 -94
203 1.513
152 1.493
151 1.492
304 1.592
153 100
240 1.300
251 1.290
250 1.294
218 1.427
-32 133
baten 1 25 lasten 3.435 3.446 Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming baten 14.436 3.642 lasten 97.853 74.959 Auditrapportages baten 7.362 6.888 lasten 6.975 6.064 Uitkering deelgemeenten baten 5.356 0 lasten 354.032 332.010 Uitkering gemeenschappelijke regeling baten 0 0 lasten 0 0 Publieksdiensten baten 20.182 14.430 lasten 47.508 25.425 Archivering en beschikbaar stellen van archieven baten 2.160 1.365 lasten 10.450 9.958 Beveiliging gemeentelijke gebouwen baten 10.683 10.568 lasten 11.254 10.539 Interne dienstverlening baten 181.840 170.675 lasten 186.152 172.815
25 3.346
24 3.211
-1 -135
6.146 63.080
8.612 63.505
2.466 425
2.638 5.802
2.127 6.303
-511 501
0 332.619
0 332.685
0 66
0 0
0 0
0 0
17.075 38.584
18.275 39.983
1.200 1.399
1.365 9.531
1.676 10.148
311 617
10.503 10.481
11.236 12.680
733 2.199
129.799 175.890
127.434 177.602
-2.365 1.712
Vervolg tabel zie volgende pagina Bijlagen | pagina 287
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Product
2. Algemene middelen
Belastingen
Belastingheffing
Beheer algemene middelen
3. Cultuur, sport en recreatie
Cultureel klimaat
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten 215.036 213.528 210.188 231.527 lasten 32.769 27.147 27.171 32.482 Beheer algemene middelen baten 1.229.423 1.206.199 1.188.709 1.204.176 lasten 135.928 151.970 168.195 74.798 Financiering baten 158.258 159.747 166.947 174.762 lasten 108.092 126.244 122.253 116.320 Deelnemingen baten 62.674 84.163 91.929 96.512 lasten 13.553 9.940 18.065 18.815 Verzekeringen baten 16.016 14.000 14.000 13.964 lasten 13.380 14.000 14.000 10.081 Personeel opgeheven diensten baten 2.290 1.335 1.710 1.640 lasten 5.930 4.515 4.063 3.820 Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten
21.339 5.311
baten lasten
2.669 114.902
Bijgestelde begroting 2011
15.467 -93.397 7.815 -5.933 4.583 750 -36 -3.919 -70 -243
958 111.035
3.450 110.679
6.078 112.717
2.628 2.038
baten 3.802 3.327 lasten 27.545 26.333 Stimulering topsport, breedtesport en recreatie
3.913 25.201
4.662 25.872
749 671
baten 8.267 lasten 38.565 Inzet voor deelgemeenten baten 52.739 lasten 68.661 Natuur en milieu-educatie baten 590 lasten 2.837 Gebiedsgerichte veiligheid baten 727 lasten 10.183 Handhaven wet- en regelgeving baten 18.557 lasten 56.260 Bestrijden geweld en overlast (jeugd) baten 635 lasten 12.927 Crisisbeheersing en brandweerzorg
4.323 35.875
14.115 40.890
5.786 32.355
-8.329 -8.535
51.993 60.822
58.024 70.631
55.057 62.554
-2.967 -8.077
187 2.097
1.889 3.725
351 1.867
-1.538 -1.858
0 8.375
0 5.937
298 6.953
298 1.016
15.302 41.795
20.172 54.953
22.501 50.545
2.329 -4.408
0 11.350
1.192 14.235
1.115 13.691
-77 -544
baten 0 0 lasten 58.670 57.161 Handhaven openbare orde baten 985 1.203 lasten 7.402 6.169 Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit baten 649 787 lasten 408 2.728
0 57.161
0 56.277
0 -884
1.203 5.594
1.473 5.948
270 354
787 1.566
830 1.089
43 -477
Bibliotheek
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
4. Veiligheid
Wijkveiligheid
Geweld en (jeugd-)overlast
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Vervolg tabel zie volgende pagina pagina 288 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Product
5. Onderwijs
Leer- en schoolprestaties
Ondersteuning onderwijskwaliteit baten 67 1.696 0 82 82 lasten 15.215 13.449 13.398 13.077 -321 Onderwijshuisvesting baten 8.451 2.414 3.681 3.869 188 lasten 72.100 66.666 73.889 73.399 -490 Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School) baten 1.245 28.612 39.719 36.889 -2.830 lasten 50.490 64.523 63.446 60.328 -3.118 Zorg in en op school baten 470 8.537 544 1.283 739 lasten 30.071 20.417 21.404 21.375 -29 Handhaving leerplicht baten 38 0 0 94 94 lasten 3.642 7.430 6.039 6.043 4 Voortijdig Schoolverlaten functie/Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht baten 7.812 3.748 8.175 8.229 54 lasten 23.038 12.381 16.438 16.622 184 Bestrijding infectieziekten
6. Volks- Volksgezondheid gezondheid en zorg
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Kwetsbare personen en Huiselijk geweld
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten 9.257 9.169 lasten 15.164 14.125 Medische milieukunde en technische hygiënezorg baten 1.330 790 lasten 4.153 2.129 Brede zorgcoördinatie volwassenen baten 6.932 4.554 lasten 12.189 12.114 Centrum voor jeugd en gezin
9.364 12.706
10.152 13.927
788 1.221
838 1.909
1.109 2.060
271 151
3.240 11.162
2.685 10.071
-555 -1.091
baten 2.132 15.155 lasten 6.170 24.980 Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg baten 24.755 9.510 lasten 48.976 17.308 Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang baten 1.788 865 lasten 5.975 7.194 Jeugdconsul baten 0 204 lasten 540 703 Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA)
13.611 27.233
13.678 27.140
67 -93
11.233 18.080
10.444 18.887
-789 807
779 7.575
1.438 6.838
659 -737
4 703
50 706
46 3
1.188 9.186
1.835 9.017
647 -169
2.316 67.720
2.492 63.837
176 -3.883
436 8.479
955 8.420
519 -59
baten 4.179 1.303 lasten 9.095 11.713 Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) baten 7.094 3.126 lasten 66.515 78.734 Bestrijding huiselijk geweld baten 220 1.188 lasten 13.402 7.644
Vervolg tabel zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 289
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
7. Participatie Arbeidsparticipatie
Maatschappelijke participatie
Product
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
Werkgelegenheid en participatie Roteb baten lasten Sociale werkvoorziening SoZaWe baten lasten Reïntegratietrajecten baten lasten Inkomensverstrekking baten lasten Taal-en participatietrajecten
106.575 106.948
120.501 119.092
120.861 134.846
122.116 131.900
1.255 -2.946
73.055 73.642
17.155 18.000
685 1.530
791 1.318
106 -212
240.519 277.799
200.946 222.141
208.458 227.780
228.022 246.918
19.564 19.138
449.258 546.755
460.089 485.856
444.628 582.050
422.850 568.593
-21.778 -13.457
baten lasten
13.057 7.869
1 7.261
10.408 12.417
10.745 12.674
337 257
baten lasten
10 3.574
0 3.265
1.885 4.969
3.141 6.230
1.256 1.261
baten 79 0 lasten 17.002 20.019 Individuele voorzieningen baten 15.635 6.799 lasten 133.892 118.656 Specifieke doelgroepen baten 5.588 7.649 lasten 27.885 25.139 Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie baten 796 0 lasten 7.940 2.519 Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt baten 2.159 2.727 lasten 6.336 10.446 Bijzondere bijstand baten 995 168 lasten 36.345 35.136 Schulddienstverlening baten 3.436 1.966 lasten 10.041 14.842 Kwijtschelding baten 0 0 lasten 9.801 12.820
0 14.928
50 14.863
50 -65
6.799 118.204
13.700 119.530
6.901 1.326
3.384 22.903
3.742 23.225
358 322
731 3.143
477 2.899
-254 -244
2.727 9.934
3.169 10.022
442 88
168 34.536
1.550 35.542
1.382 1.006
8.325 21.246
8.443 18.390
118 -2.856
0 10.320
0 10.209
0 -111
Volwasseneducatie
Stadsburgerschap
Participatie jeugd
Armoedebestrijding
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 290 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Product
8. Ruimtelijke ontwikke ling en wonen
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Regie stedebouw/
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
baten lasten
40.404 51.377
16.423 25.008
50.634 65.406
56.031 65.215
5.397 -191
baten lasten
168.169 360.072
139.900 226.872
138.774 202.893
240.809 264.712
102.035 61.819
baten 485.038 lasten 472.328 Inrichten openbare ruimte baten 4.861 lasten 34.760 Monumenten baten 1.195 lasten 3.881 Vergunningen baten 18.796 lasten 22.569 Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen baten 4.996 lasten 16.344 Regie op wonen baten 3.105 lasten 7.545 Investeren in wonen en RO baten 74.155 lasten 74.281 Exploitatie vastgoed MPRV baten 166.512 lasten 180.487 Exploitatie vastgoed niet-MPRV baten 35.370 lasten 39.850 Incidentele opbrengsten vastgoed baten 25.077 lasten 22.700 Erfpacht baten 50.333 lasten 21.330 Doorbelasting Economie baten 14.685 lasten 14.685
447.959 430.759
389.717 375.213
416.853 398.595
27.136 23.382
20.774 29.950
31.104 35.576
23.842 29.032
-7.262 -6.544
0 171
1.012 2.139
1.577 2.484
565 345
20.315 15.101
11.209 23.541
12.742 22.891
1.533 -650
5.578 11.084
12.983 20.355
10.005 18.982
-2.978 -1.373
1.026 12.176
2.151 4.612
3.431 5.732
1.280 1.120
46.652 86.960
61.400 73.037
56.387 68.109
-5.013 -4.928
218.029 210.186
171.792 171.130
183.026 177.937
11.234 6.807
0 0
36.767 36.561
35.751 38.422
-1.016 1.861
50.726 45.705
45.735 45.704
26.624 28.780
-19.111 -16.924
26.197 15.151
44.180 14.764
-41.686 -71.282
-85.866 -86.046
0 0
0 0
0 0
0 0
Grondzaken
Engineering
Wonen
Vastgoed
Vervolg tabel zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 291
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
9. Verkeer en Stedelijke bereikbaarheid vervoer
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
10. Economie
11. Milieu en duurzaam heid
Economische structuur en vestigingsklimaat
Milieu en duurzaamheid
Product
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
9.546 20.018
6.397 16.263
-3.149 -3.755
9.280 16.358
9.385 12.611
105 -3.747
74.200 67.115
70.349 62.234
-3.851 -4.881
9.351 13.380
9.554 12.728
203 -652
3.035 9.565
8.261 15.671
6.412 12.849
-1.849 -2.822
0 1.117
50 1.221
147 787
97 -434
5.762 19.378
2.260 16.640
2.104 17.944
21.728 25.897
19.624 7.953
8.855 33.548
1.923 18.189
4.250 18.987
7.440 19.990
3.190 1.003
12 760
839 2.317
0 1.441
0 749
0 -692
3.072 3.688
3.483 3.932
3.483 3.932
2.838 4.096
-645 164
3.189 15.453
0 8.898
1.131 14.925
593 9.435
-538 -5.490
6.580 31.008
0 18.757
9.533 26.776
6.969 24.826
-2.564 -1.950
Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) baten 18.330 60 lasten 26.279 13.422 Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen baten 9.339 8.283 lasten 11.129 12.373 Exploitatie en beheer parkeren baten 63.395 53.235 lasten 59.515 61.070 Beleid Verkeer en Vervoer baten 12.481 5.439 lasten 16.232 11.225 Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen baten 6.837 lasten 14.331 Verkeersveiligheid en leefkwaliteit baten 376 lasten 1.156 Versterken economische structuur baten lasten Versterken vestigingsklimaat baten lasten Versterken kansenstructuur baten lasten Beheer markten baten lasten Regie duurzaamheid
baten lasten Regie klassieke milieutaken baten lasten
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 292 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
12. Fysiek Schoon (maken v/d stad) beheer van de stad
Heel (maken v/d stad)
Product
RealisaBegrotie 2010 ting 2011
Bijgestelde begroting 2011
Realisatie 2011
Verschil
133.810 123.989
134.186 120.976
133.028 121.261
-1.158 285
50.891 76.725
47.198 71.172
48.509 72.787
1.311 1.615
9.872 63.530
11.057 64.449
14.549 72.607
3.492 8.158
62.539 55.483
62.539 56.119
67.612 58.166
5.073 2.047
9.442 9.442
9.442 9.442
8.388 8.388
-1.054 -1.054
5.869 5.934
5.869 5.984
6.483 6.411
614 427
4.505.504 4.218.479 4.249.305 4.350.596 4.980.830 4.420.724 4.568.715 4.428.090 -475.326 -202.245 -319.410 -77.494
101.291 -140.625 241.916
Afvalinzameling/ verwerking ingezameld en gebracht afval baten 125.766 lasten 117.855 Reiniging openbare ruimte baten 48.363 lasten 77.014 Wegen, water en groen baten 8.942 lasten 78.359 Riolering en gemalen baten 71.345 lasten 57.874 Openbare verlichting baten 10.177 lasten 10.177 Beheer begraafplaatsen en crematorium baten 6.762 lasten 6.489
Totaal baten lasten Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
526.600
279.329
326.887
162.562
-164.325
109.650 -58.376
77.084 0
127.212 -119.735
127.177 -42.109
-35 77.626
Bijlagen | pagina 293
Bijlage 2 Baten en lasten per economische categorie Econ. Categ.
6000 6000
Omschrijving Baten Lasten Exploitatieresultaat Onttrekkingen aan de reserves Toevoegingen aan de reserves Resultaat na reserveringen
Baten
Omschrijving
0000 2100 2110 2120 2130 2210 2290 3000 3210 3220 3310 3320 3400 4010 4020 4110 4120 4210 4220 4230 4310 4320 5600 5700 6000 6010 6110 6120 6130 6210 6220 6221 6222 6300
Baten Niet in te delen baten Baten Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen Baten Werkelijk ontvangen rente langlopende leningen Baten Werkelijk ontvangen rente kortlopende leningen Baten Winstuitkeringen Baten Rente rekening courant Baten Overige toegerekende rente Baten Vergoeding voor personeel Baten Huren Baten Pachten Baten Opbrengst van grondverkopen Baten Overige verkopen duurzame goederen Baten Overige goederen en diensten Baten Belasting op producenten Baten Belasting op inkomen van gezinnen Baten Inkomstenoverdrachten van het Rijk Baten Vermogensoverdrachten van het Rijk Baten Baten m.b.t. vergoeding en verhaal sociale uitkeringen Baten Overige-inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk) Baten Overige inkomensoverdrachten Baten Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten van overheid (niet-Rijk) Baten Overige investeringsbijdrage en overige kapitaaloverdrachten Baten Langlopende leningen Baten Aandelen en overige deelnemingen Baten Reserveringen Baten Voorzieningen Baten Omslagrente Baten Rente kort geld Baten Afschrijving Baten Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten Baten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Baten Vergoeding voor inhuur Baten Overige kosten Baten Overige verrekeningen Totaal baten
Rekening 2010 4.505.504 4.980.830 -475.326 526.600 109.650 -58.376
Begroting 2011 4.249.305 4.568.715 -319.410 326.887 127.212 -119.735
Rekening 2011 4.350.596 4.428.090 -77.494 162.562 127.177 -42.109
Rekening 2010 435 0 79.663 1.065 63.425 0 366 22.177 53.201 59.272 56.260 25.251 598.578 175.961 54.865 2.003.949 11.208 39 91.229 151.539 0 806 227 54 526.600 29.290 125.224 5.928 554 719 354.647 173.913 59.984 305.675 5.032.104
Begroting 2011 -35.477 0 74.806 811 77.767 0 0 30.670 64.308 40.900 84.539 42.495 517.496 178.069 54.974 1.922.681 4.733 10 75.731 142.753 1.960 15.934 227 0 326.887 1.221 138.660 0 467 0 284.981 56.675 144.025 327.889 4.576.192
Rekening 2011 10 559 71.346 1.963 97.152 2 62 28.222 61.037 45.568 -36.241 26.624 512.991 192.501 58.293 1.942.376 6.017 41 69.664 190.301 0 962 227 19.353 162.562 7.521 130.894 5.217 554 0 314.300 44.488 229.155 329.437 4.513.158
Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 294 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina
Lasten
Omschrijving
0000 1110 1150 1200 2100 2110 2120 2290 2300 3000 3010 3020 3100 3310 3311 3312 3320 3330 3331 3332 3410 3420 3430 3431 3432 4110 4120 4210 4220 4230 4240 4250 4310 4320 5600 5700 6000 6010 6100 6110 6120 6130 6210 6220 6221 6222 6300
Lasten Niet in te delen lasten Lasten Loonbetalingen en sociale premies Vergoeding personeel ca Lasten Sociale uitkeringen (voormalig) personeel Lasten Werkelijk betaalde rente Lasten Werkelijk betaalde rente langlopende leningen Lasten Werkelijk betaalde rente kortlopende leningen Lasten Overige toegerekende rente Lasten Normale afschrijving Lasten Personeel van derden Lasten Uitzendkrachten Lasten Overige inhuur personeel van derden Lasten Energie Lasten Kosten algemene plannen Lasten Kosten algemene plannen van derden Lasten Kosten algemene plannen overig Lasten Aankoop gronden Lasten Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen Lasten Uitbestede werkzaamheden Lasten Overige kosten Lasten Betaalde belastingen Lasten Betaalde pachten en erfpachten Lasten Aankopen niet duurzame goederen en diensten Lasten Uitbestede werkzaamheden Lasten Overige kosten Lasten Inkomstenoverdrachten aan het rijk Lasten Vermogensoverdrachten aan het rijk Lasten Subsidies aan marktproducenten Lasten Sociale uitkeringen in geld Lasten Sociale uitkeringen in natura aan personen Lasten Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Lasten Overige inkomensoverdrachten Lasten Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Lasten Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten Lasten Langlopende leningen Lasten Aandelen en overige deelnemingen Lasten Reserveringen Lasten Voorzieningen Lasten Kapitaallasten Lasten Omslagrente Lasten Rente kort geld Lasten Afschrijving Lasten Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten Lasten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Lasten Kosten voor inhuur Lasten Overige kosten Lasten Overige verrekeningen Totaal lasten
Rekening 2010 22 834.574 0 8.792 0 71.978 4.169 6.114 237 99.386 0 31.793 0 0 0 3.138 0 5.374 11.507 14.978 0 0 483.526 583.480 28.182 0 89.916 513.524 119.172 449.809 474.160 0 41 0 0 109.650 59.944 0 126.003 6.039 119.837 0 158.487 35.274 386.636 254.738 5.090.480
Begroting 2011 30.625 828.897 7.427 8.915 0 88.203 5.291 0 4.610 10 61.972 0 42.466 0 0 0 0 0 1.300 3.972 12.515 0 0 335.768 451.798 1.624 0 16.719 574.926 6.391 426.441 662.343 0 0 96 0 127.212 64.079 -1.120 142.173 0 152.637 0 116.457 15.623 310.910 195.647 4.695.927
Rekening 2011 0 828.387 7.306 8.678 1.070 83.736 4.327 0 4.709 38 51.556 291 35.762 0 0 0 0 0 88 1.917 9.453 0 0 421.827 426.043 2.612 0 38.607 545.800 107.984 446.251 439.410 0 0 0 0 127.177 98.333 0 131.727 1.724 58.242 0 121.251 24.277 422.831 103.853 4.555.267
Bijlagen | pagina 295
Bijlage 3 Netto rekening Inleiding Naar aanleiding van een motie bij de kaderbrief 2009 wordt met ingang van de begroting 2011 inzicht gegeven in de interne verrekeningen. In deze bijlage zijn de effecten van de interne leveringen per beleidsmatige inspanning weergegeven. Interne verrekeningen Interne verrekeningen betreft alle onderlinge dienstverlening binnen het concern, tussen de verschillende organisatorische onderdelen, met een financieel effect. Binnen het concern zijn een aantal taken gecentraliseerd. Aangezien de budgetten/ financiering voor deze dienstverlening niet is gecentraliseerd levert dit een stroom aan interne facturen op waarmee prestaties onderling worden doorbelast. Financieel meest omvangrijk zijn de interne verrekeningen van Gemeentewerken voor het fysieke beheer van de stad, de huisvestingslasten die door alle diensten aan het Ontwikkelingsbedrijf worden betaald, de dienstverlening van de Servicedienst voor voornamelijk facilitaire en ICT gerelateerde lasten. Deze posten komen bij bijna iedere beleidsmatige inspanning terug. Bijzonderheden Er zijn drie bijzonderheden te onderscheiden die het beeld van de interne verrekeningen bemoeilijken: – Het toepassen van op- en toeslagen op interne dienstverlening heeft tot gevolg dat een relatie tussen interne verrekeningen en oorspronkelijk / externe lasten niet één op één te maken is. – Administratieve toerekeningssystematieken worden gemeentebreed niet eenduidig gehanteerd. – Investeringprojecten, waar eerder middelen voor zijn gereserveerd, in de vorm van kredieten, reserves en voorzieningen op de balans worden vaak onderling uitbesteed. Voor deze uitbesteding worden interne baten bij de uitvoerder opgenomen maar worden de lasten bij de opdrachtgever vaak geactiveerd op de balans. Dit betekent dat interne baten en lasten niet in evenwicht zijn, omdat zij deels in de exploitatie en deels via de balans worden verwerkt. Ook interne financiering levert een onbalans tussen baten en lasten. Definities De financiële transacties worden in separate kostencategorieën gepresenteerd. In bijlage 2 zijn deze voor het concern gepresenteerd. Het betreft alle baten en lasten in de economische categorieën die met een ‘6’ beginnen. In onderstaande tabellen zijn deze baten en lasten opgenomen exclusief: de reserves (6.000), de voorzieningen (6.010) en de afschrijvingslasten (6.130). Interne verrekeningen Besluitvorming en ondersteuning Raad Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Bedragen x € 1.000,-
Begroting 2011 Rekening 2011 0 54 1.325 1.108 -1.325 -1.054
De lasten zijn voor HR-dienstverlening, ICT dienstverlening, facilitaire dienstverlening van de Servicedienst en huurlasten van de vastgoedorganisatie (OBR). Bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en advisering College Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 1.707 8.336 19.613 19.877 -17.906 -11.541
De baten zijn doorberekeningen aan andere diensten als gevolg van huur, externe betrekkingen en portikosten. De lasten zijn het gevolg van gecentraliseerde diensten van de Servicedienst zoals; de dienstverleningsovereenkomst Juridische Service, ICT dienstverlening, facilitair en huurlasten van de vastgoedorganisatie. pagina 296 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Bestuurlijke samenwerking Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 0 0 0 125 0 -125
Dienstverlening Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 130.049 129.863 32.619 33.845 97.430 96.018
Bedragen x € 1.000,-
De baten zijn voornamelijk het gevolg van doorberekeningen van de diensten van de Servicedienst. De voornaamste producten van de Servicediensten zijn: Facilitaire dienstverlening en ICT dienstverlening. De lasten zijn voor huisvesting zijn verrekeningen met de vastgoedorganisatie. Bedragen x € 1.000,-
Belastingen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 11.440 4.306 7.134
Rekening 2011 14.845 7.271 7.574
De baten bestaan uit belastingheffingen (OZB) binnen eigen diensten. Verder, baten voor rente (kort geld) en wat overige verrekeningen. De lasten bestaan voornamelijk uit doorberekeningen voor ICT dienstverlening met de Servicedienst. Bedragen x € 1.000,-
Beheer algemene middelen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 146.559 143.204 107.695 123.599 38.864 19.605
De baten en lasten zijn voornamelijk het gevolg van doorberekeningen voor (omslag) rente. Bedragen x € 1.000,-
Cultureel klimaat Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 105 4.913 3.627 6.226 -3.522 -1.313
De lasten bestaan uit doorberekeningen voor juridische, facilitaire en ICT dienstverlening van de Servicedienst. Bedragen x € 1.000,-
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 4.716 10.301 19.837 17.892 -15.121 -7.591
De baten zijn overige verrekeningen van eigen kostenplaatsen. De lasten worden voornamelijk verklaard door huurlasten aan het Ontwikkelingsbedrijf.
Bedragen x € 1.000,-
Wijkveiligheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 421 958 14.253 12.947 -13.832 -11.989
De baten worden verklaard door verhuur van de toezichthouders aan andere diensten. De lasten bestaan voornamelijk uit perceptiekosten (aan de belastingdienst) en huurlasten aan het Ontwikkelbedrijf en ICT en facilitaire lasten van de Servicedienst. Bijlagen | pagina 297
Bedragen x € 1.000,-
Geweld en (jeugd-)overlast Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 0 139 1.199 1.262 -1.199 -1.123
De lasten zijn het gevolg van overige lasten. Bedragen x € 1.000,-
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 0 555 1.165 1.037 -1.165 -482
De lasten zijn het gevolg van detacheringen en overige lasten. Bedragen x € 1.000,-
Leer- en schoolprestaties Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 1.294 482 56.663 74.957 -55.369 -74.475
De lasten betreffen voornamelijk vergoedingen voor onderwijshuisvesting aan het vastgoedbedrijf, leeftijduitbreiding en ICT dienstverlening van de Servicedienst. Bedragen x € 1.000,-
Volksgezondheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 1.370 2.813 -1.443
Rekening 2011 939 2.278 -1.339
De baten worden gerealiseerd door detacheringen en enkele overige verrekeningen. De lasten betreffen verrekeningen met de Servicedienst voor facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten. Bedragen x € 1.000,-
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 4.002 2.593 1.821 2.319 2.181 274
De baten zijn het gevolg van diverse overige verrekeningen. De lasten betreft verrekeningen met de Servicedienst waaronder: facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten. Bedragen x € 1.000,-
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 245 565 5.423 4.686 -5.178 -4.121
De baten zijn het gevolg van diverse overige verrekeningen. De lasten betreffen verrekeningen met de Servicedienst voor facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten. Bedragen x € 1.000,-
Arbeidsparticipatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 8.173 26.409 25.440 -1.419 -17.267 27.828
De baten zijn het gevolg van inleenvergoedingen en ICT dienstverlening van de Servicedienst. De lasten worden voornamelijk verklaard door doorberekeningen voor ruimtelijk ontwikkeling en wonen en verrekeningen voor het inkoopbureau, huurlasten aan het vastgoedbedrijf en communicatie, facilitaire en HR dienstverlening van de Servicedienst. pagina 298 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bedragen x € 1.000,-
Maatschappelijke participatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 1.885 3.616 1.850 7.557 35 -3.941
De lasten zijn het gevolg van doorberekeningen uit de exploitatie van vastgoed. Bedragen x € 1.000,-
Participatie jeugd Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 3.281 3.373 3.481 5.147 -200 -1.774
De lasten betreft interne detacheringen en doorberekeningen voor overige lasten. Bedragen x € 1.000,-
Armoedebestrijding Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 0 72 1.086 292 -1.086 -220
De lasten zijn doorberekeningen voor de exploitatie van vastgoed. Bedragen x € 1.000,-
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 397.479 449.715 146.818 151.026 250.661 298.689
De baten worden voornamelijk verklaard door beheer en onderhoud/milieu. De lasten zijn verrekeningen voor omslagrente, belasting (OZB) en detacheringen. Bedragen x € 1.000,-
Wonen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 30.595 45.476 55.661 54.711 -25.066 -9.235
Baten zijn verrekeningen voor diensten, vergoedingen voor huisvestingslasten en ontvangen declaraties voor subsidieprojecten. De lasten betreffen verrekeningen voor ICT-dienstverlening, facilitaire lasten en detacheringen met de Servicedienst. Bedragen x € 1.000,-
Vastgoed Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 145.645 148.573 66.070 73.634 79.575 74.939
De baten betreffen vergoedingen voor huisvesting. Vanuit de centrale vastgoed organisatie worden alle diensten belast voor huurlasten. De lasten zijn het gevolg van verrekeningen voor erfpacht, assurantiepremie, belasting (OZB) en overige interne toerekeningen binnen het Ontwikkelbedrijf. Bedragen x € 1.000,-
Stedelijke bereikbaarheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 Rekening 2011 29.443 25.293 55.250 48.427 -25.807 -23.134
De baten zijn verrekeningen voor het parkeerfonds en dekking van kapitaallasten. De lasten zijn verrekeningen voor: ICT en facilitaire dienstverlening met de Servicedienst, huurlasten met het vastgoedbedrijf en verrekeningen voor verkeersprojecten en de publiekswinkel. Bijlagen | pagina 299
Bedragen x € 1.000,-
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 633 6.513 -5.880
Rekening 2011 615 5.396 -4.781
De lasten zijn verrekeningen met de Servicedienst voor ICT dienstverlening en huurlasten met het vastgoedbedrijf. Bedragen x € 1.000,-
Economische structuur en vestigingsklimaat Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 811 8.719 -7.908
Rekening 2011 1.537 9.089 -7.552
De baten en lasten worden verklaard door overige interne verrekeningen. Bedragen x € 1.000,-
Milieu en duurzaamheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 4.861 21.366 -16.505
Rekening 2011 886 18.228 -17.342
De lasten zijn verrekeningen voor beheer en onderhoud, dienstverlening van Roteb. Bedragen x € 1.000,-
Schoon (maken v/d stad) Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 21.275 16.312 4.963
Rekening 2011 23.399 22.778 621
Baten zijn interne verrekeningen voor facilitair en onderhoud voor transportmiddelen. De lasten het gevolg van verrekeningen met de Servicedienst voor ICT, HR, facilitaire en communicatie dienstverlening en detacheringen. Bedragen x € 1.000,-
Heel (maken v/d stad) Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Begroting 2011 6.241 98.765 -92.524
Rekening 2011 6.780 101.368 -94.588
De baten zijn onder andere verrekeningen voor reclame. De lasten bestaan uit vooral verrekeningen voor beheer en onderhoud, omslagrente en uitvoering ten laste van investeringen.
pagina 300 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bijlage 4 Investeringen per beleidsveld
Bijlagen | pagina 301
pagina 302 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vervanging kantoorautomatisering Bedreigde dragers AV en Papier E-depot GAR Vervanging GBA Renovatie vergaderzaal SH7 Beveiliging & veiligheid SH en SK (2e fase) Verbouwing wethouderkamers Renovatie SH 7 Verbouwing Coolsingel Aanpassing entree/trappenhuis en aanleg gebouwbeheerssysteem Automatiseringskosten SDR Herhuisvesting SDR Reguliere vervanging ICT Activeren uren sequencen Electronisch personeelsdossier Migratie IR2 naar IR3 Oracle licenties Oracle Licenties (beheer)
1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening 1. Bestuur en dienstverlening Totaal 1. Bestuur en dienstverlening 2. Algemene middelen 2. Algemene middelen 2. Algemene middelen Totaal 2. Algemene middelen 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie 3. Cultuur, Sport en recreatie Totaal 3. Cultuur, Sport en recreatie 4. Veiligheid 4. Veiligheid Totaal 4. Veiligheid
Cameratoezicht Ketensysteem Pand en Persoon
Overschie Lombardijen Automatisering jaarschijf 2006 bedrijfsplan Bibliotheek IJsselmonde Bibliotheek ‘t Slag Innameapparatuur en sorteerrobots Vervanging huisvesting Restyling huisvesting Vernieuwing Theaterzaal en Foyer Roeibaan Eendragtspolder Gymlokalen lekker fit Investeringen sportaccommodaties 2011 (SenR)
Raadplegen Aanslagen 3 (internetdienstverlening) Concernsystemen Oracle 12
Omschrijving
Beleidsveld
Gevoteerd t/m 2011 150 600 2.640 1.700 521 1.633 115 250 9.575 150 5.016 5.300 32.782 6.170 737 1.345 4.900 774 74.358 335 53.400 8.471 62.206 893 995 1.320 348 1.129 1.700 1.551 834 1.428 15.200 5.900 3.000 34.298 1.807 1.830 3.637
Realisatie t/m 2010 147 554 1.363 0 47 1.208 74 139 9.645 0 1.723 4.308 24.990 0 0 0 0 0 44.198 0 49.442 2.125 51.567 707 248 868 68 7 1.681 870 552 2 3.371 0 0 8.374 1.431 362 1.793
Realisatie 2011 2 1 810 0 0 0 0 0 57 69 55 588 3.282 5.229 0 222 4.749 774 15.838 246 2.267 4.105 6.618 2 5 313 233 112 0 0 54 166 3.429 0 2.837 7.151 161 37 198
Realisatie t/m 2011 149 555 2.173 0 47 1.208 74 139 9.702 69 1.778 4.896 28.272 5.229 0 222 4.749 774 60.036 246 51.709 6.230 58.185 709 253 1.181 301 119 1.681 870 606 168 6.800 0 2.837 15.525 1.592 399 1.991 Vervolg tabel zie volgende pagina
Raming 2011 3 46 677 0 198 425 41 111 480 150 910 359 7.350 3.150 0 1.345 4.900 0 20.145 0 3.958 8.471 12.429 80 430 452 280 900 19 50 20 400 9.760 0 0 12.391 275 238 513
Bijlagen | pagina 303
Vervanging leerlingregistratiesysteem door nieuw Leerlingvolgsysteem
5. Onderwijs Totaal 5. Onderwijs 7. Participatie 7. Participatie 7. Participatie Totaal 7. Participatie 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Renovatie dienstgebouw KPP Museumparkgarage Renovatie Deliplein Renovatie Stadhuis Parkeergarage Grote Markt P+R Kralingse Zoom Erfpacht faciliteit maatregelen (krediet)crisis brief aan de raad van 10 februari 2009 Voorbereidingskrediet Vredehofweg Versneld uitvoeren renovatiewerkzaamheden gemeentelijk vastgoed Nieuwbouw Werf Charlois Huisvesting Stichting WORM Verbouwing Oude Luxor Zwembad Noord (binnen acc) van Maanen Oosterlijk zwembad Pact op Zuid Kunstgrasveldjes Nieuwbouw Vierambacht, De Jagerstraat 22 03.4274a DE JAGERSTRAAT 22 06.1149A BRONGRAS 7 Aanpassing Duikerstraat 29-31 Rotterdamse Schouwburg Aanschaf gronden NS Poort Rijnhavenbrug Voorbereidingskrediet De Rotterdam Nieuw Reijerwaard Kadeconstructie fenixloodsen Stadshavens Leonidas Investeringen grondexploitaties 2011 Vastgoed Parkeergarage Hoogvliet Stadshart C2000app.in parkeergarages Parkeergarage Lusthofstraat Renovatie Sportpaleis Ahoy Kunstgrasveld SV Ommoord
Reguliere vervanging huisvesting Huisvesting Reguliere vervanging ICT / vnl. activering Wigo4it
Omschrijving
Beleidsveld
Vervolg tabel vorige pagina
Gevoteerd t/m 2011 750 750 1.000 64.664 4.600 70.264 7.800 117.275 2.800 49.500 64.927 48.870 200.000 180 2.400 2.800 4.400 7.700 8.000 3.000 625 3.040 172 443 198 4.200 16.000 10.400 500 90.000 3.330 1.800 233.500 3.000 9.231 2.650 8.562 2.400 500
Realisatie t/m 2010 71 71 0 46.080 607 46.687 2.566 114.348 4.944 36.022 33.033 14.639 102.413 -140 0 721 0 2.779 1.064 170 790 311 0 218 0 5.213 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Realisatie 2011 211 211 0 570 284 854 3.130 -1.199 162 4.757 13.528 6.251 1.410 12 0 2.148 -12 381 516 265 -120 2.529 0 0 0 642 4.000 6.662 371 0 165 0 231.168 0 2.638 529 4.586 0 0
Realisatie t/m 2011 282 282 0 46.650 891 47.541 5.696 113.149 5.106 40.779 46.561 20.890 103.823 -128 0 2.869 -12 3.160 1.580 435 670 2.840 0 218 0 5.855 4.000 6.662 371 0 165 0 231.168 0 2.638 529 4.586 0 0 Vervolg tabel zie volgende pagina
Raming 2011 724 724 0 0 1.000 1.000 2.234 -5.948 556 13.478 12.000 14.000 97.587 320 2.400 2.079 4.400 4.921 6.936 2.830 -165 2.729 172 225 198 -1.013 16.000 10.400 500 90.000 3.330 1.800 233.500 0 0 0 0 0 0
pagina 304 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Voorbereidingskosten ‘s-Gravendijkwal Hart van Zuid Wabo BOSO Kruispleingarage
8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Totaal 8. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer
Investering Portofoonnetwerk Parkeerautomaten 2009 Herhuisvesting Roosterapplicatie Nieuwe PMS Nieuwe handcomputer Parksaver Stelpost straatparkeren 2011 DVM Doorstroming Slimme ingrepen in het wegennet 2005 Kwaliteit leefomgeving 2006 Slimme ingrepen in het wegennet 2006 3-in-1 Westland HvH Verkeerslichten 2006 Alexanderknoop Oost Fietsroutes UVV Autobereikbaarheid UVV lokale leefomgeving UVV Programma black spots Slimme ingrepen in het wegennet 2007 Vervanging verkeerslichten Verkeersonderneming 2009 P+R bewegwijzering DVM dynamisch verkeersmanagement DVM routegeleiding Hoek van Holland P+R Lombardijen P+R Noordrand Meijersplein Noord Tunnel randstadrail Meijersplein Noord Dijkverzwaring (H6-weg Hoek van Holland) Vervanging verkeerslichten kredietcrisis Bushaltetoegankelijkheid Verkeersonderneming 2010
Omschrijving
Beleidsveld
Vervolg tabel vorige pagina
Gevoteerd t/m 2011 3.900 106.000 2.489 2.205 94.000 1.118.797 1.300 1.200 4.000 275 480 1.514 2.000 2.000 3.342 1.139 1.296 1.212 1.426 5.070 6.025 1.400 10.000 3.500 5.200 4.000 6.050 20.550 1.000 200 3.000 300 2.400 750 7.400 7.000 2.700 1.469 1.000
Realisatie t/m 2010 319 0 2.703 0 34.078 356.191 589 1.102 3.935 244 212 854 1.110 0 3.148 1.135 1.137 1.199 1.351 5.070 4.582 1.393 8.844 2.529 3.988 2.045 3.945 13.987 845 0 390 81 0 513 1.708 439 1.366 0 0
Realisatie 2011 -319 1.724 0 144 19.346 305.414 20 76 -329 16 156 671 1.153 365 105 0 139 13 55 0 264 7 -1.669 271 -139 269 1.343 3.588 35 0 508 156 0 18 232 288 17 2 253
Realisatie t/m 2011 0 1.724 2.703 144 53.424 661.605 609 1.178 3.606 260 368 1.525 2.263 365 3.253 1.135 1.276 1.212 1.406 5.070 4.846 1.400 7.175 2.800 3.849 2.314 5.288 17.575 880 0 898 237 0 531 1.940 727 1.383 2 253 Vervolg tabel zie volgende pagina
Raming 2011 80 0 0 0 21.500 537.049 0 98 -398 19 218 660 890 0 194 4 159 13 75 0 643 7 1.156 971 1.212 1.455 2.105 4.063 155 150 1.500 119 2.400 237 1.000 2.500 234 50 1.000
Bijlagen | pagina 305
Kostenstijging proj. 3-in-1 Hoek van Holland Fysieke maatregelen verkeersveiligheid 2011 Projecten en opstartkosten verkeersregiekamer
9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer 9. Verkeer en vervoer Totaal 9. Verkeer en vervoer 11. Milieu en duurzaamheid 11. Milieu en duurzaamheid 11. Milieu en duurzaamheid Totaal 11. Milieu en duurzaamheid 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad 12. Fysiek beheer van de stad Totaal 12. Fysiek beheer van de stad Eindtotaal
Bruggen en tunnels Boulevardbakken Milieubrengstation BST-locatie Hoek van Holland Containerisatie Resterende Zakkenwijken Rotterdambak Lease voertuigen/werktuigen 2011 Vervanging Inzamelmiddelen 2011 Containers Reinigingsbedrijven 2011 Containers Service 2011 Machines en Installaties MBR 2011 ICT/Bedrijfsvoering 2011 Bruggen en tunnels (inkomsten) Deelgemeentelijke bruggen Beleidsnotitie Openbare verlichting 2008-2011 Beeldende Kunst en Gebouwen Gemeentelijke rioleringsplan 2006-2010 Beleidsnotitie Lijkbezorging 2008-2011 Gemeentelijk rioleringsplan 2011-2015 Blauwe verbinding
Rotterdam Climate Proof (RCP) Waterpleinen Rotterdam Climate Proof (RCP) Groene Daken Rotterdam Climate Proof (RCP) Drijvend Paviljoen
Omschrijving
Beleidsveld
Vervolg tabel vorige pagina
Gevoteerd t/m 2011 2.800 130 300 113.428 10.500 7.600 5.000 23.100 32.740 600 560 20.300 4.620 28.000 3.150 400 200 600 600 -4.475 10.769 23.534 5.622 58.207 800 59.621 6.261 252.109 1.752.947
Realisatie t/m 2010 1.082 0 0 68.823 118 1.104 564 1.786 15.939 494 36 16.485 4.465 0 0 0 0 0 0 -4.007 4.197 13.652 3.687 48.521 629 0 0 104.098 683.588
Raming 2011 1.600 0 0 24.489 4.054 1.969 4.634 10.657 5.116 106 0 3.815 155 28.000 2.650 400 200 600 600 -468 2.183 4.045 1.935 1.815 171 9.127 510 60.960 680.357
Realisatie 2011 29 24 0 7.936 752 761 -240 1.273 6.441 109 126 3.481 162 25.168 2.602 314 0 349 260 -486 1.878 3.505 1.607 1.815 119 7.465 432 55.347 400.840
Realisatie t/m 2011 1.111 24 0 76.759 870 1.865 324 3.059 22.380 603 162 19.966 4.627 25.168 2.602 314 0 349 260 -4.493 6.075 17.157 5.294 50.336 748 7.465 432 159.445 1.084.428
Bijlage 5 Overzicht projecten IFR
Voorbereidingsbudget Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
Niet van toepassing Algemeen / Stedelijk Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2011 Kosten voor de voorbereiding van projecten die zijn opgenomen in de investeringsplanning (MIP of LTIP) kunnen gedekt worden uit dit voorbereidingsbudget. Jaarlijks wordt invulling gegeven welke projecten beroep op dit budget kunnen doen. 2011 2012 Uitvoering € 3,5 mln € 3,5 mln niet van toepassing niet van toepassing € 1,75 mln € 1,75 mln 2012: € 1,75 mln (NB voor 2012 is bij begroting 2012 ook € 1,1 mln toegekend, het restant betreft niet-bestede middelen uit 2011) 2013: pm 2014: pm Geregeld In 2011 vielen hier onder andere de voorbereiding op de A13/16, Stadionpark, Hart van Zuid en diverse ingrepen in de Binnenstad onder. In totaal is er voor € 1,75 mln aan voorbereidingskosten gerealiseerd. Het restant schuift door naar 2012.
pagina 306 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Buitenruimte Binnenstad Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-009 Binnenstad Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2009, 2010, 2011 Doel van Buitenruimte Binnenstad is het realiseren van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte waar het voor bezoekers en bewoners aangenaam toeven is (City Lounge gedachte). Gebouwen, plinten, buitenruimte en gebruik moeten in balans zijn. Die kwalitatieve verbetering wordt mede tot stand gebracht door een goed netwerk van openbare plekken en verbindingen. De wens is die volgens ruimtelijke kaders, zoals de Rotterdamse stijl, de centrumstijl, het verkeersplan, het groenplan, en het lichtplan, in te richten. De ambities voor de binnenstad in de periode 2010–2014 zijn: 5% meer inwoners, 5% meer werknemers en 10% meer bezoekers in kernwinkelgebied 2008 2020 Vertraagd € 180 mln € 68 mln (incl. buitenruimte EMC, Korte klappen, Visie openbare ruimte, e.d.) € 5,4 mln onbekend € 43,3 mln € 43,3 mln 2012: € 24,5 mln (NB voor 2012 is bij begroting 2012 € 3,0 mln toegekend) 2013: € 3,0 mln + pm 2014: pm Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 is € 16 mln toegekend aan buitenruimte binnenstad, waarvan € 1,1 mln bestemd was voor noodzakelijk beheer. De toegekende middelen zijn toegevoegd aan het resterende budget voor buitenruimte binnenstad (toegekend bij eerdere begrotingen). Bij de kaderbrief 2011 is € 4 mln vrijgevallen ten gunste van het algemene beeld. In totaal is er in 2011 € 16,3 mln gerealiseerd.
Sporthal Motorstraat Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-082 Zuid Cultuur, sport en recreatie 2011 De bouw van een multifunctionele sportaccommodatie in de Motorstraat te Rotterdam. De locatie waar de sportvoorziening komt, biedt naast het programma voor de sport ook een commercieel programma. 2011 2013 Vertraagd € 14,7 mln € 3,04 mln € 7,5 mln € 4,2 mln € 0,0 mln € 0,0 mln 2012: € 2,04 mln 2013: € 1,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 is hieraan € 3,04 mln toegekend. Door vertraging in de fase van het Voorlopig Ontwerp zijn er in 2011 geen kosten gerealiseerd. Gereserveerde middelen schuiven door naar 2012. Bijlagen | pagina 307
ECC / Rondje Rijnhaven / Maashaven Algemeen Nummer IFR-027 Gebied Stadshavens Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Jaar van toekenning 2011 Korte projectomschrijving Het ECC is een integraal gebiedsconcept voor bedrijfsruimten, kantoren, hotel, woningen en overige commerciële voorzieningen. Het ECC is een gezamenlijk initiatief van Volker Wessels Vastgoed, de Shanghai Construction Group en de Gemeente Rotterdam. Het project wordt ondersteund door de Nederlandse regering en de Chinese Ambassade in Nederland. Projectonderdelen zijn: verwerven van vastgoed en grond, uitplaatsen bestaande bedrijven, slopen vastgoed, bouw- en woonrijp maken van de grond voor de bouw van het Europese Chinese Centrum (ECC). Planning Startdatum 2009 Einddatum 2014 Status planning Vertraagd Financiering Totale investering € 76,8 mln IFR t/m 2011 € 3,7 mln Gemeente (overig) € 10,6 mln Derden € 62,5 mln (bouwkosten ontwikkelaar) Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 € 11,7 mln Realisatie IFR t/m 2011 € 0,2 mln Prognose uitgaven IFR 2012: € 1,4 mln 2013: € 1,7 mln 2014: € 0,4 mln Status financiën Gemeentelijke dekking is rond Toelichting realisatie 2011 In 2011 is aan het ECC € 3,7 mln toegekend. Het project is vertraagd omdat volledige financiering voor de bouw van het centrum door de ontwikkelaar nog niet rond is.
Kadeconstructie Fenixloodsen Algemeen Nummer IFR-027 Gebied Stadshavens Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Jaar van toekenning 2011 Korte projectomschrijving Constructief herstel van de kades rondom de Fenixloodsen. De kades rondom de Fenixloodsen op Katendrecht zijn ongekeurd overgekomen van het Havenbedrijf. Nader onderzoek heeft uitgewezen dat de kades constructief niet meer in voldoende goede staat zijn. Planning Startdatum 2012 Einddatum 2014 Status planning Cf planning Financiering Totale investering € 3,3 mln IFR t/m 2011 € 3,3 mln Gemeente (overig) € 0,0 mln Derden € 0,0 mln Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 € 0,065 mln Realisatie IFR t/m 2011 € 0,065 mln Prognose uitgaven IFR 2012: € 1,25 mln 2013: € 1,5 mln 2014: € 0,517 mln Status financiën Geregeld Toelichting realisatie 2011 In 2011 is € 3,3 mln toegekend aan de aanpak van de kadeconstructie en de buitenruimte op de kades. Het project loopt op schema. In 2011 zijn alleen voorbereidingskosten gedeclareerd bij het IFR (€ 65). In 2012 t/m 2014 wordt het restant gerealiseerd.
pagina 308 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Vergroeningsopgave Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR- 092 Algemeen / Stedelijk Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2011 Vergroenen van de 10 minst groene wijken in Rotterdam. 2012 2013 Vertraagd € 3,35 mln € 2,35 mln € 0,0 mln onbekend € 0,106 mln € 0,106 mln 2012: € 2,24 mln (NB voor 2012 is bij begroting 2012 € 2,0 mln toegekend) 2013: € 1,0 mln 2014: € 0,0 mln Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 is hier € 2,0 mln aan toegekend, waarvan bij de verplichtingenstop in 2011 € 1,65 mln is ingeleverd. Hierdoor zijn in 2011 alleen voorbereidingskosten gerealiseerd voor een bedrag van € 106 en was er geen budget voor de aanplant van bomen en overig groen. Voor 2012 is € 2,0 mln toegekend. Hiervoor worden middelen vanuit het programma Duurzaam vrijgemaakt (€ 1,0 mln in 2012 en € 1,0 mln in 2014) en toegevoegd aan het IFR.
Gouvernestraat KT Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-098 Binnenstad Cultuur, sport en recreatie 2011 Het behoud van het pand, waarin voormalig Lantaren/venster huisvestte, in de Gouvernestraat als culturele functie. 2011 2011 Uitvoering € 700 € 700 € 0,0 mln € 0,0 mln € 365 € 365 2012: € 335 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 is hier € 700 aan toegekend. Verwerving was medio 2011 en de verbouwing is eind december 2011 afgerond. Realisatie in 2011 is € 365. In 2012 vindt de financiële afrekening plaats.
Bijlagen | pagina 309
Leonidas Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-069 Buiten prioritair gebied Cultuur, sport en recreatie 2010, 2011 Verplaatsing van de hockeyvelden naar het sportveldencomplex aan het Toepad en de herontwikkeling van de locatie als grondgebonden woningbouwlocatie in de vrije sector waarbij gekozen is voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap. Verkoop van de kavels in verschillende fases start naar verwachting per 01–01–2013. 2010 2013 Uitvoering € 4,5 mln € 2,9 mln € 0,0 mln € 1,6 mln € 2,9 mln € 2,9 mln 2012: € 0,0 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 is hieraan € 1,8 mln toegekend. Deze middelen zijn toegevoegd aan het resterende budget en in 2011 is een beschikking voor het volledige bedrag afgegeven aan Leonidas. Het project is hiermee financieel afgerond. De feitelijke uitvoering loopt nog.
Buitenruimte Museumpark Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-012 Binnenstad Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007 Herinrichting van het Museumpark als gevolg van de bouw van de ondergrondse Museumparkgarage. 2010 2011 Gereed € 4,8 mln € 0,8 mln € 2,3 mln € 1,7 mln € 2,1 mln € 0,8 mln 2012: € 0,0 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 is het volledige bedrag van € 800 gerealiseerd. Het project is hiermee afgerond.
pagina 310 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Herinrichting Binnenrotte Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-015 Binnenstad Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007 De tijdelijke verplaatsing van de Grote Markt ten behoeve van de ontwikkeling van de Martkhal en de herinrichting van de Binnenrotte en de markt. Het project kent een lange voorbereidingstijd. 2008 2015 Cf planning € 20,9 mln (incl. buitenruimte Blaak 31 en Omgeving Markthal) € 5,3 mln pm € 0,0 mln € 4,329 mln € 4,329 mln 2012: 0,971 + pm 2013: pm 2014: pm Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 was de realisatie € 767.
Omgeving Markthal Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-019 Binnenstad Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007 Herinrichting van de omgeving Markthal in het kader van de gebiedsontwikkeling Laurenskwartier. Het project kent een lang planproces door de vele betrokken partijen in het gebied. 2010 2013 Cf planning € 20,9 mln (incl. buitenruimte Blaak 31 en Herinrichting Binnenrotte) € 4,1 mln pm € 0,0 mln € 0,412 mln € 0,412 mln 2012: € 0,3 mln 2013: € 3,4 mln + pm 2014: pm Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 was de realisatie € 297.
Bijlagen | pagina 311
Pact op Zuid Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-023 Zuid Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007, 2009, 2010 Het programma Pact op Zuid helpt mee aan het wegwerken van de achterstand op het gebied van sociale, economische en fysieke infrastructuur van Rotterdam Zuid ten opzichte van de rest van de stad. Het programma wordt in de loop van 2012 afgesloten en gaat over in het Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid. 2006 2012 Uitvoering € 105,4 mln € 76,6 mln € 19,6 mln onbekend € 73,8 mln € 59,9 mln 2012: € 9,76 mln (NB voor 2012 is bij begroting 2012 € 1,0 mln toegekend) 2013: € 2,24 mln 2014: € 0 mln Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 was de realisatie € 9,7 mln
Stadshavens Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-027 Stadshavens Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007 Transformatie van het Rijn- en Maashavengebied door diverse projecten. 2007 2012 Cf planning pm € 27,0 mln onbekend onbekend € 10,25 mln € 10,25 mln 2012: pm 2013: pm 2014: pm Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 was de realisatie € 5,39 mln en had betrekking op de Rijnhavenbrug, pontons in de Rijnhaven en de Climate Campus.
pagina 312 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Park Zestienhoven Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-042 Buiten prioritair gebied Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2008 Inrichting van de nieuwe woonwijk conform Rotterdamse Stijl en verhoging van de kwaliteit van het Park Zestienhoven. 2008 2014 Vertraagd € 40,0 mln € 4,1 mln € 35,9 mln € 0,0 mln € 2,59 mln € 2,59 mln 2012: € 0,95 mln 2013: € 0,5 mln 2014: € 0,0 mln Vrijval van € 50.000 door afrondingsverschil Een deel van het project is vertraagd als gevolg van marktomstandigheden en besluitvorming in de deelgemeente Overschie. In 2011 was de realisatie € 195.
Herinrichting Spoor- en Provenierssingel Algemeen Nummer IFR-053 Gebied Binnenstad Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Korte projectomschrijving Herinrichting van gevel tot gevel van bestrating, meubilair, verlichting, natuurvriendelijke oevers, bruggen, aangevuld met kunst. In combinatie met onderhoud (ophoging, rioolvervanging, beplanting, leidingvervanging). Verbeterde en veiliger verkeersafwikkeling. Planning Startdatum 2011 Einddatum 2013 Status planning Uitvoering Financiering Totale investering € 8,43 mln IFR t/m 2011 € 6,45 mln Gemeente (overig) € 2,11 mln Derden € 0,15 mln Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 € 1,3 mln Realisatie IFR t/m 2011 € 0,6 mln Prognose uitgaven IFR 2012: € 3,4 mln 2013: € 2,25 mln 2014: € 0 mln Status financiën Vrijval van € 200.000 door gunstige raming Toelichting realisatie 2011 In 2011 was de realisatie € 204
Bijlagen | pagina 313
Rotterdamse Stijl Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-060 Algemeen / Stedelijk Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2009, 2010 De ontwikkeling van de Rotterdamse Stijl heeft als doel de kwaliteit van de buitenruimte te verbeteren om de stad aantrekkelijker te maken voor bewoners, bedrijven en bezoekers. 2009 (start versnelde uitrol) 2011 Uitvoering € 19,55 mln € 19,55 mln € 0,0 mln € 0,0 mln € 19,55 mln € 16,97 mln 2012: € 2,58 mln 2013: € 0 mln 2014: € 0 mln Geregeld In 2012 wordt de Rotterdamse Stijl geïmplementeerd in de staande organisatie. Hierdoor is de Rotterdamse Stijl in 2011 als project afgerond en wordt het voortaan als beleid c.q. kader gehanteerd bij de inrichting en het beheer van de buitenruimte. In 2011 was de realisatie € 1,38 mln. Eindafrekening vindt in 2012 plaats.
Bestaande Voorraad Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-063 Zuid Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2007, e.v. Verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de bestaande woningvoorraad door het stimuleren van woningeigenaren om in beweging te komen en hun bezit te onderhouden. 2007 2009 Gereed € 70 mln € 26,7 mln € 31,3 mln € 0,0 mln € 22,3 mln € 20,9 mln 2012: € 5,7 mln (NB voor 2012 is bij begroting 2012 € 3,0 mln toegekend) 2013: € 3,1 mln + pm 2014: pm Tekort (aanvraag IFR 2013) In 2011 was de realisatie € 5,7 mln.
pagina 314 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Glazen Maas Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-066 Algemeen / Stedelijk Economie 2009 Collegeprogramma met als doel om Rotterdam als internationale vestigingsplaats te voorzien van een moderne toekomstvaste ICT infrastructuur. Stimuleringsprogramma om glasvezel infrastructuur door de markt te laten aanleggen, het vestigingsklimaat voor bedrijven te verbeteren alsook het stimuleren van innovatieve dienstverlening op deze infrastructuur. 2010 2012 Vertraagd € 9,0 mln (incl. Glasvezel) € 9,0 mln € 0,0 mln onbekend € 9,0 mln € 7,3 mln 2012: € 1,7 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 was de realisatie € 0,7 mln
Herinrichting Zuidplein Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-067 Zuid Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 2010 Het herinrichten van het busstation Zuidplein zodat het busstation weer voldoet aan de huidige eisen qua sociale en verkeersveiligheid. 2011 2011 Gereed € 2,1 mln € 1,12 mln € 0,0 mln € 1,0 mln € 2,1 mln € 1,12 mln 2012: € 0,0 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 is het bedrag van € 1,12 mln gerealiseerd. Het project is hiermee afgerond.
Bijlagen | pagina 315
Stichting Worm Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-073 Buiten prioritair gebied Cultuur, sport en recreatie 2010 Herhuisvesting van de culturele instelling Worm naar de binnenstad. 2011 2011 Gereed € 1,7 mln € 1,4 mln € 0,13 mln € 0,17 mln € 1,7 mln € 1,3 mln 2012: € 0,1 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 was de realisatie € 1,1 mln. Eindafrekening volgt in 2012.
Zorgboulevard Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-076 Zuid Ruimtelijke ontwikkeling en wonen / Verkeer en vervoer Optimaliseren van de bereikbaarheid en parkeersituatie van het Maasstad ziekenhuis door de aanleg van een nieuwe ontsluitingsweg, en het verbeteren van de verbinding tussen het ziekenhuis en het bedrijventerrein Hordijk. En ontsluiting van voorplein Maasstad creëren. 2008 2011 Uitvoering € 8,6 mln € 4,4 mln € 2,9 mln € 1,3 mln € 8,4 mln € 3,9 mln 2012: € 0,5 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Geregeld In 2011 was de realisatie € 3,9 mln. Eindafrekening volgt in 2012.
pagina 316 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Gymlokalen Lekker Fit! Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving
Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR t/m 2011 Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-095 Zuid Cultuur, sport en recreatie 2011 Om in 2014 het actieprogramma Lekker Fit! Op zes nieuwe scholen te kunnen invoeren, moeten er vier nieuwe gymzalen gebouwd worden. In 2011 is hieraan € 5,9 mln toegekend. Afgelopen jaar heeft de verkenning van de bouwlocaties plaatsgevonden. Start bouw staat gepland voor 2013. 2011 2013 Cf planning € 5,9 mln € 5,9 mln € 0,0 mln € 0,0 mln € 0,014 mln € 0,0 mln 2012: € 0,0 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) 2013: € 0,0 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) 2014: € 0,3 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) Geregeld Dit project betreft een activeerbare investering met kapitaallasten. Pas na de afronding van het project worden de kapitaallasten gedekt uit het IFR.
A15 Blauwe Verbinding Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-077 Zuid Verkeer en vervoer / Milieu 2011 Aanleg van een open watergang tussen het Zuiderpark en het Zuidelijk Randpark. In 2011 is hier € 3,6 mln toegekend. Het gaat hier om het noordelijke deel van het project Blauwe Verbinding. 2012 2013 Cf planning € 5,67 mln € 3,57 mln € 0,0 mln € 2,1 mln € 0,8 mln € 0,0 mln 2012: € 0,0 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) 2013: € 0,0 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) 2014: € 0,3 mln (kapitaallasten na ingebruikname van project) Geregeld In 2011 is hier € 3,6 mln toegekend. Het gaat hier om het noordelijke deel van het project Blauwe Verbinding. Voorbereidingen zijn nagenoeg afgerond en realisatie staat gepland voor 2012. Dit project betreft een activeerbare investering met kapitaallasten. Pas na de afronding van het project worden de kapitaallasten gedekt uit het IFR. De uitgaven worden uiteraard wel eerder gedaan.
Bijlagen | pagina 317
Topsportcentrum Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-002 Zuid Cultuur, sport en recreatie 2006, 2008, 2009 De realisatie van de uitbreiding van het Topsportcentrum op Rotterdam Zuid is afgerond en het nieuwe Topsportcentrum is al meer dan een jaar open. 2006 2011 Gereed € 35,3 mln € 23,7 mln € 0 mln € 11,6 mln € 35,3 mln € 23,7 mln 2012: € 0,0 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Afgerond Het project is in 2011 financieel afgerond.
Verbouwing Oude Luxor Algemeen Nummer Gebied Beleidsveld Jaar van toekenning Korte projectomschrijving Planning Startdatum Einddatum Status planning Financiering Totale investering IFR Gemeente (overig) Derden Realisatie Totale uitgaven t/m 2011 Realisatie IFR t/m 2011 Prognose uitgaven IFR
Status financiën Toelichting realisatie 2011
IFR-074 Binnenstad Cultuur, sport en recreatie 2010 Maatregelen om het Oude Luxor voor een periode van 5 jaar in stand te houden. 2010 2011 Gereed € 3,2 mln € 3,2 mln € 0,0 mln € 0,0 mln € 3,2 mln € 3,2 mln 2012: € 0,0 mln 2013: € 0,0 mln 2014: € 0,0 mln Afgerond In 2011 is de verbouwing afgerond.
pagina 318 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
Bijlage 6 Overzicht Grondexploitatie
Bedragen x € 1000,-
Balansgegevens jaarrekening 2011 Totale boekwaarde in exploitatie genomen grond *) Totale boekwaarde nog niet in exploitatie genomen grond Voorziening nadelige complexen *)
31–12–10 -82.849 3.429 78.292
31–12–11 -92.985 24.493 78.294
*) Brutobedragen, d.w.z. dat de voorziening nadelige complexen niet mag worden verrekend met de boekwaarden
Algemene reserve grondexploitaties Het totaal van de overige aan grondexploitatie gerelateerde reserves
Overige gegevens op basis van art. 70 BBV Totaal verwacht eindresultaat alle complexen Eindresultaten berekend op contante waarde? (keuze maken) Totaal resultaat complexen met een negatief saldo (neg. bedrag invullen)**) Totaal nog te maken kosten Totaal nog te realiseren opbrengsten
Overige informatie Aantal inwoners (conform CBS) 1. Zijn de kostprijsberekeningen actueel (keuze maken + jaar invullen) 2. Wordt aandacht besteed aan PPS constr. (o.a. in § verbonden partijen) 3. Zijn de risico’s inzichtelijk (incl.PPS, garanties en andere overeenk.) 4. Is het weerstandsvermogen voldoende ter afdekking risico’s grondexpl. 5. Andere risico’s, beschrijvend
0 78.292
0 78.294
31–12–10 37.551
31–12–11 101.447
ja 0 934.335 920.885
01–01–11 610.386 2011 ja ja ja (zie paragraaf Weerstandsvermogen) (zie paragraaf Grondbeleid, waarin de risico’s worden toegelicht).
**) De netto contante waarde van de BIE plannen (Bouwgronden in Exploitatie) hebben rekening houdend met de voorziening verliesgevende plannen geen tekort.
Bijlagen | pagina 319
Colofon
De ‘Jaarstukken 2011’ is een uitgave van de Gemeente Rotterdam Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Redactie: Bestuursdienst Gemeente Rotterdam, Directie Middelen en Control Tel.: 14 010 Fotografie*: Hannah Anthonysz: pag 88, 98 Daarzijn: cover voorzijde, cover binnenflap uiterst rechts en uiterst links, pag 2, 168 Claire Droppert: cover binnenflap rechts van voorzijde pag 22, 34, 64, 110 Ossip van Duivenbode: pag 1, 78 Beelden van Enith: pag 26 i Fotografie: pag 10 Marc Heeman: cover achterzijde, pag 6, 44 Zoe Khouw: pag 52 Ramon Mangold: pag 286 Jan van der Ploeg: pag 34 T. Trommel: pag 58 Rotterdam Festivals: pag 94, 102 Rotterdam Image Bank : pag 4 * Alle foto’s zijn geselecteerd uit de Rotterdam Image Bank (http://www.rotterdamimagebank.nl/) Grafisch ontwerp en productiebegeleiding: Studio Drijvers (
[email protected] | 010 340 26 07) Drukwerk: Veenman Drukkers, Rotterdam Oplage: 250 Datum: mei 2012 Het jaarverslag is verkrijgbaar bij de bibliotheek van het Stadhuis à € 15,- zolang de voorraad strekt. Telefoon: 14 010 pagina 320 | Jaarstukken 2011 | Gemeente Rotterdam
2011