Programmarekening 2011
8 mei 2012
INHOUDSOPGAVE 1
PROGRAMMAREKENING IN ÉÉN OOGOPSLAG ......................................................................................... 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Inleiding .......................................................................................................................................3 Jaarresultaat ................................................................................................................................5 Voorstellen voor resultaatbestemming .....................................................................................11 Saldireserve................................................................................................................................14 Investeringsagenda....................................................................................................................17 Ontwikkelingen grondexploitatie ..............................................................................................18 Balans op hoofdlijnen ................................................................................................................21
2
RESULTATENREKENING........................................................................................................................... 23
3
PROGRAMMAVERANTWOORDING......................................................................................................... 27 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12
4
Bestuur.......................................................................................................................................29 Openbare orde en Veiligheid .....................................................................................................31 Beheer en Leefomgeving ...........................................................................................................35 Cultuur .......................................................................................................................................43 Jeugd ..........................................................................................................................................47 Onderwijs...................................................................................................................................49 Sport...........................................................................................................................................55 Participatie, Zorg en Inkomen....................................................................................................59 Duurzame Ruimtelijke ontwikkeling ..........................................................................................71 Economische ontwikkeling ........................................................................................................83 Dienstverlening ..........................................................................................................................89 Financiën en Bedrijfsvoering......................................................................................................93
PARAGRAFEN .......................................................................................................................................... 99 4.1
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Weerstandsvermogen..............................................................................................................100 4.1.1 Risico’s algemene dienst .........................................................................................102 4.1.2 Risico’s grondexploitaties .......................................................................................104 Onderhoud kapitaalgoederen..................................................................................................107 Financiering..............................................................................................................................119 Lokale heffingen.......................................................................................................................122 Bedrijfsvoering.........................................................................................................................125 Verbonden partijen..................................................................................................................130 Subsidiebeleid..........................................................................................................................132 Grondbeleid .............................................................................................................................134 4.8.1 Gerealiseerd vermogen/harde buffer.....................................................................138 4.8.2 Nog te realiseren vermogen ...................................................................................142 4.8.3 Benodigd vermogen................................................................................................143 4.8.4 Risicokapitaal grondexploitaties .............................................................................143 4.8.5 Niet in exploitatie genomen gronden .....................................................................143
5
BALANS EN TOELICHTING ..................................................................................................................... 145 5.1 Waarderingsgrondslagen.........................................................................................................147 Balans per 31 december 2011 ...............................................................................................................150 Toelichting op de balans per 31 december 2011...................................................................................152 5.1.1 Toelichting vaste activa...........................................................................................152 5.1.2 Toelichting vlottende activa....................................................................................158 5.1.3 Toelichting vaste passiva.........................................................................................163 5.1.4 Toelichting vlottende passiva..................................................................................174 5.1.5 Niet uit de balans blijkende verplichtingen ............................................................176
6
SINGLE INFORMATION, SINGLE AUDIT (SISA) ....................................................................................... 177 6.1
7
pag. 4
Tekstuele toelichting................................................................................................................179
AFKORTINGENLIJST ............................................................................................................................... 181
Programmarekening 2011
1
Programmarekening in één oogopslag
1.1 Inleiding De programmarekening 2011 is de financiële en beleidsmatige afronding van het begrotingsjaar 2011. Het brengt in beeld wat het resultaat is van de voornemens voor 2011, zoals vastgelegd in de najaarsnota 2011‐ 2015 (vastgesteld op 2 december 2010). De verantwoording over de resultaten is per programma en paragraaf opgenomen. In deze inleiding geven we eerst een algemeen beeld, met korte vermelding van de belangrijkste resultaten. De algemene lijn is dat we belangrijke stappen hebben gezet in het op orde brengen van de ge‐ meentelijke financiën en dat we zichtbaar de omslag hebben ingezet van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ zonder dat onze dienstverlening aan inwoners en bedrijven daaronder te lijden heeft gehad. Het jaarresultaat komt uit op een tekort van € 0,7 miljoen. Gemeentelijke financiën Het einde van de economische crisis, die omstreeks 2009 begon, is nog niet in beeld. De gevolgen voor de ge‐ meentefinanciën zijn omvangrijk: een toename van het aantal bijstandsgerechtigden van 3.400 in 2008 naar bijna 4.900 in 2011, achterblijvende grondverkopen en daardoor ook teruglopende bouwleges van € 10 miljoen in 2008 naar € 4 miljoen in 2011, tegenvallende parkeerinkomsten en leegstand van gebouwen. Zonder uitputtend te kunnen zijn geeft de onderstaande tabel wel een beeld van de grootste effecten van de crisis op de algemene dienst en het grondbedrijf in 2011. Dit betekent dat we over het afgelopen begrotings‐ jaar ruim € 23 miljoen aan tegenvallers hebben opgevangen, ruim € 12 miljoen méér dan geraamd. Cumulatief over de periode 2008‐2011 bedragen de verliezen circa € 148 miljoen. Tabel 1‐1
tekort bijstandverlening tekort leges WABO (bouwleges) leegstand onroerend goed tekort parkeerexploitatie harde buffer grondexploitaties
Bedragen x € 1 miljoen
begroting 2011 5,5
werkelijk 2011 14,8
3,0
4,0
1,0
15,9
0
0,8
0,8
0,8
2,5
3,6
1,1
7,8
‐
‐
‐
62,0
verschil cumulatief effect jaarrekening 2008‐2011 9,3 62,0
11,0
23,2
12,2
148,5
In 2009 hebben wij € 30 miljoen vrijgespeeld binnen het GIP om de eerste effecten van de crisis op te vangen. Vanaf 2011 zijn de tekorten veelal structureel afgedekt in de begroting door: efficiencytaakstelling gemeentelijke organisatie van € 0,6 miljoen in 2011 (oplopend tot € 2,5 miljoen in 2013) via de najaarsnota 2010; directe ingrepen van € 4,4 miljoen in 2011 (oplopend tot € 6,4 miljoen in 2015) via de najaarsnota 2011; extra budget voor bijstandverlening, bouwleges, parkeerexploitatie en leegstand onroerend goed in 2011 voor in totaal € 11 miljoen (programmabegroting 2011); maatregelen om de waardering van grondexploitaties te verbeteren (programmabegroting 2012). Dit heeft geleid tot een positieve bijstelling van de harde buffer opgebouwd uit de buffer ter dekking van het nulsce‐ nario (€ 32,6 miljoen) en de voorziening negatieve grondexploitaties (€ 29,3 miljoen). Het resultaat van de diverse maatregelen is dat het tekort van deze jaarrekening beperkt blijft tot € 0,7 miljoen.
Programmarekening 2011
pag.3
Van zorgen voor naar zorgen dat Net zoals het op orde brengen van de gemeentefinanciën door alle programma’s heen loopt, is ook de veran‐ dering in onze rol op verschillende plaatsen herkenbaar. In de stedelijke ontwikkeling spreekt de introductie en uitbouw van het particulier opdrachtgeverschap voor zich. In 2011 hebben we gezien dat de institutionele bouw verder terugviel, en hebben we het particulier initiatief verder gestimuleerd en gefaciliteerd. Ook de ‘Kanteling’ in de WMO is al enkele jaren geleden ingezet, met een meer regisserende en bemiddelende rol voor de gemeente, in plaats van een aanbiedende en oplossende rol. Deze werkwijze hebben we in 2011 verder versterkt en verbreed naar onder andere de re‐integratie en schuldhulpverlening. Ook de werkwijze in het economisch domein, met de EDBA en businesscases, is een goed voorbeeld van hoe we anderen de gelegen‐ heid bieden hun eigen ideeën te formuleren, en op basis daarvan de passende ondersteuning bieden. De com‐ binatiefunctionarissen geven op vergelijkbare wijze ruimte aan verenigingen, scholen en inwoners om tot (ge‐ zamenlijke) activiteiten te komen. Met het instellen van het expertisecentrum Participatie en Actief Burger‐ schap hebben we de basis gelegd voor verdere uitbreiding, ook naar het beheer en onderhoud en –later‐ kunst&cultuur. Onderzoek toegankelijkheid jaarrekening Het afgelopen najaar hebben wij een aantal leden van uw raad gevraagd hoe de toegankelijkheid van de jaar‐ rekening zou kunnen worden verbeterd. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek was dat de meeste raadsleden goed met de huidige jaarstukken uit de voeten kunnen. Er werd vooral aandacht gevraagd voor de zelfstandige leesbaarheid van hoofdstuk 1. Daarom hebben we nu dit hoofdstuk uitgebreid met de belangrijk‐ ste beleidsmatige resultaten van het afgelopen jaar en een globale analyse van de balans. Hiermee geeft dit hoofdstuk een compleet beeld van de belangrijkste beleidsmatige en financiële ontwikkelingen over het afge‐ lopen jaar; ‘de programmarekening in één oogopslag’. Een ander verzoek van de geïnterviewde raadsleden was om in de programmaverantwoording als het ware de spiegel van de begroting aan te treffen. Dit hebben we vormgegeven door per programma systematisch aan te geven wat onze doelstellingen waren en wat onze resultaten zijn (‘wat wilden we bereiken’ en ‘wat hebben we gedaan’). Onderzoek reserves en voorzieningen Uw raad heeft, bij de besluitvorming over de programmarekening 2010, besloten om zelf onderzoek te doen naar de reserves en voorzieningen van de gemeente. De gemeenteraad heeft in januari 2012 met ons college de uitkomsten van het onderzoek besproken. Hierbij hebben wij toegezegd dat wij de aanbevelingen van de werkgroep zouden verwerken in de jaarrekening. Een en ander is nu in de cijfers verwerkt. De totale vrijval van reserves en voorzieningen bedraagt € 3,1 miljoen. Dit is ten gunste van de saldireserve gebracht. We hebben u in een raadsbrief toegezegd dat we bij de voorjaarsnota een voorstel zullen doen over de inzet van deze midde‐ len. De vrijval van de reserves en voorzieningen is nodig om de saldireserve op peil te houden en de begroting 2012 en 2013 sluitend te maken. Mogelijk ontstaat er bij de programmabegroting 2013 of voorjaarsnota 2014 alsnog ruimte door meevallers in de Incidentele aanvullende uitkering op de doeluitkering van bijstandverle‐ ning (zie toelichting hierna). Op dat moment kan alsnog een bestedingsvoorstel worden gedaan van deze mid‐ delen. Opvolging aanbevelingen “Rapport van bevindingen” externe accountant PWC inzake jaarrekening 2010 In het “rapport van bevindingen” van PWC (mei 2011) zijn opmerkingen en aanbevelingen gemaakt over de verantwoording van bepaalde onderdelen uit de programmarekening 2010 die ook deels van toepassing zijn voor de programmarekening 2011. Bij het opstellen van deze programmarekening 2011 hebben wij specifieke aandacht besteed aan de toezegging van het college om bijsturingsmaatregelen in 2011 te treffen voor de waardering van de grondexploitaties. Hierdoor is het risicoprofiel eind 2011 aanzienlijk verbeterd. Daarnaast is aandacht besteed aan de verantwoording participatiebudget 2009 en 2010 en de rijksregeling onderwijsachterstandenbeleid 2010. Deze zijn beiden in het resultaat van de jaarrekening 2011 verwerkt.
pag. 4
Programmarekening 2011
1.2 Jaarresultaat Belangrijkste doelstellingen Het jaar 2011 is het eerste volledige jaar in deze bestuursperiode. Met het Oostvaardersakkoord in 2010 is een koers ingezet die grofweg samen te vatten is met het op orde brengen van de gemeentefinanciën en het ge‐ richt met partijen in de samenleving samenwerken aan concrete vraagstukken. In de begroting 2011 is gecon‐ cretiseerd op welke wijze we hier invulling aan wilden geven. Per programma verantwoorden we nu welke resultaten we daarin hebben weten te halen. Voor het algemene beeld verwoorden we in dit hoofdstuk kort de resultaten en doelstellingen. Een nadere toelichting is telkens bij betreffend programma te vinden. Bestuur Het contactwethouderschap heeft vorm en inhoud gekregen via aanwezigheid en aanspreekbaarheid bij uit‐ eenlopende gebeurtenissen in elk van de stadsdelen, alsmede via themabijeenkomsten. De concretisering van de bezuinigingsmaatregelen hebben we, binnen kaders, in dialoog met maatschappelijke partners en raad gedaan. De aanvankelijk voorgenomen betrokkenheid van inwoners en medewerkers bleek hier bij nader inzien niet bij te passen. Via een in 2011 opgezette monitor kunnen we in beeld brengen en hou‐ den wat het gecombineerde maatschappelijke effect van bezuinigingen is, zodat we later waar nodig op maat‐ regelen kunnen bijsturen. In bestuurlijke voorstellen kan nog meer expliciet aandacht besteed worden aan de bestaande en gewenste gemeentelijke rol. Openbare orde en Veiligheid Met inzet van verschillende instrumenten, waaronder de Keurmerken Veilig Wonen en Veilig Ondernemen, parkmanagement op Lagekant, voorlichting op scholen en Cashless Almere, hebben we aandacht besteed aan de veiligheid (‐sbeleving) van de woon‐, werk en leefomgeving. De jeugdoverlast en –criminaliteit hebben we via jeugdinterventieteams, straatcoaches en het Veiligheidshuis aangepakt. Onze geïntensiveerde aanpak van hennepteelt heeft regionaal navolging gekregen. In 2011 hebben we de invoering van Burgernet en de vorming van het Toezichtsbedrijf voorbereid. De komen‐ de periode zullen de resultaten hiervan zichtbaar worden. Beheer en leefomgeving Het aantal meldingen openbare ruimte is door verbeterde inzet op ‘schoon, heel en veilig’ sterk teruggedron‐ gen. De introductie van aparte inzameling plastic afval heeft geleid tot een aanzienlijke daling van de tarieven afvalstoffenheffing. Met de integrale wijkaanpak, het groot onderhoud en de leefbaarheidaanpak hebben we de verschillende wijken van Almere de passende aandacht gegeven. We hebben de waterrecreatie gestimu‐ leerd via onder andere nieuwe aanlegpunten en picknickbanken in Stad en Haven. Het beheer en onderhoud van de stad willen we op een andere manier organiseren. Met de introductie van de uitvoeringsorganisatie Almere Werkt! en een meer flexibele opdrachtformulering richting aannemers hebben we daar in 2011 een basis voor gelegd. Dit leidt tot meer ruimte voor eigen initiatief in de komende periode. De beoogde uitwerking van de groenstructuur zoals opgenomen in de concept Structuurvisie Almere 2.0. is door andere prioriteitstelling achterwege gebleven. Ten aanzien van actief burgerschap zijn we nog op zoek naar de juiste vorm waarmee inwoners en verenigingen meer inhoud kunnen geven aan de vrijetijdsbesteding in buurten en wijken. Cultuur In 2011 hebben we een visie op cultuur voorbereid conform de afspraken die gemaakt zijn in het IAK, en ter voorbereiding op afspraken daarover met de rijksoverheid. De afronding en besluitvorming vindt in 2012 plaats. De filmhuisfunctie is gerealiseerd in Haven en in Stad, vestiging van de landelijke veiligheidsexpo komt steeds dichterbij en de komst van een kunstgebouw Buiten is in gang gezet. Jeugd Op verschillende niveaus stemmen we alle activiteiten die met jeugd te maken hebben op elkaar af. Programmarekening 2011
pag.5
Onderwijs Met de start van Windesheim is het aantal opleidingen en studenten hoger onderwijs is fors toegenomen. We hebben een overeenkomst gesloten met Besse La Salle. Ten aanzien van het middelbaar onderwijs hebben we nadere afspraken gemaakt over de aansluiting van ver‐ schillende schoolsoorten op elkaar en op de arbeidsmarkt. In het basisonderwijs is het aantal zwakke scholen afgenomen en hebben we het leerling‐vervoer beter geor‐ ganiseerd. Sport Op FBK‐park is de schaats‐/skeelerbaan geopend en is de ontwikkeling van een multifunctioneel sportcluster voorbereid. Binnen de stad zijn méér combinatiefunctionarissen actief die voor een betere verbinding tussen onderwijs en sport zorgen. Participatie, zorg en inkomen Met het “Actieplan Gezond Almere!” en de Wmo‐coalitie hebben we in steeds meer situaties invulling gegeven aan het principe “iedereen doet mee”. Ook de kaders voor het nieuwe armoedebeleid gaan daar van uit. De ontwikkelingen rondom de bijstand volgen we op de voet en sturen daar waar mogelijk in bij. Belangrijk daarin is de rol die de “Almeerse Werkorganisatie” vervult in de uitstroom uit de bijstand. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling De thema‐uitwerkingen Groenblauw, Economie, Stedelijke bereikbaarheid , alsmede de 1e Almere Tafel rondom Almere 2.0 zijn afgerond en hebben de benodigde basis gelegd voor besluitvorming in 2012. De overi‐ ge onderdelen – waaronder de drie werkmaatschappijen voor de gebiedsontwikkelingen ‐ zullen volgens plan‐ ning in de 1e helft van 2012 tot afronding komen. De minister heeft een besluit genomen over de verbreding van de A6 en de Flevolijn, nadere overeenkomsten over de inpassing volgen in 2012. De ontwikkeling van Almere Poort vordert gestaag met de verschillende vormen van zelfbouw, de concrete vestiging van enkele bedrijven en het contract met TCN voor een Retail Park. Voor Nobelhorst hebben we de nodige overeenkomsten gesloten en kunnen we in 2012 daadwerkelijk starten met de realisatie. Met de Bouw‐ fabriek, de doorontwikkeling van IBBA en de inzet van stimuleringsmaatregelen hebben we antwoord weten te vinden op verdere stagnatie in de markt, en blijven we de ruimte voor zelfbouw vergroten. Met de vaststelling van het MPGA op hoofdlijnen hebben we richting gegeven aan het gezond houden (deels maken) van de grondexploitaties. De Duurzaamheidswinkel is geopend en voorzien van een ondernemingsplan voor een duurzame bedrijfsvoe‐ ring in de komende jaren. Economische ontwikkeling Het Ondernemersloket is gestart, met stroomlijnen van achterliggende werkprocessen. De position paper “Al‐ mere Werkt!” is mede ondertekend door de rijksoverheid. We hebben in overleg met marktpartijen een nieu‐ we detailhandelsnota opgesteld die méér ruimte aan (door‐) starters biedt. Dienstverlening De tevredenheid van de inwoners over onze dienstverlening is hoger dan we als doel hadden gesteld. Financiën en bedrijfsvoering Op basis van onderzoek onder raadsleden verbeteren we steeds de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de financiële documenten. Rondom de verbonden partijen en subsidies hebben we betere kaders gesteld en de transparantie verhoogd.
pag. 6
Programmarekening 2011
Jaarresultaat Het jaarresultaat over 2011 komt uit op € 0,7 miljoen negatief. Het resultaat is als volgt opgebouwd: Tabel 1‐2
Bedragen x € 1 miljoen
programma
begroting
werkelijk
verschil
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
saldo
Bestuur
13,3
1,1
‐12,1
12,5
0,6
‐11,9
0,2
Openbare orde en veiligheid
20,7
0,9
‐19,7
20,7
1,9
‐18,7
1,0
Beheer en leefomgeving
137,1
88,9
‐48,2
136,9
89,7
‐47,2
1,1
31,8
14,5
‐17,2
31,5
13,6
‐17,8
‐0,6
7,1
1,6
‐5,5
7,1
1,7
‐5,4
0,1
Onderwijs
63,8
15
‐48,8
67,5
22,3
‐45,2
3,6
Sport
13,9
4
‐9,9
13,0
4,5
‐8,5
1,3
Participatie, zorg en inkomen
197,9
116,5
‐81,4
197,0
107,6
‐89,4
‐8,0
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
167,6
202,2
34,7
171,2
206,5
35,3
0,6
15,3
11,6
‐3,7
15,1
11,6
‐3,5
0,2
9,8
4,3
‐5,5
10,8
5,0
‐5,8
‐0,3
95,4
312,9
217,4
131,3
348,8
217,5
0,1
813,9
‐0,7
Cultuur Jeugd
Economische ontwikkeling Dienstverlening Financiën en bedrijfsvoering
773,5
773,5
0,0
814,6
‐0,7
NB: Door afronding kunnen er verschillen ontstaan in de totaaltellingen
Voor de bepaling van dit resultaat is de wijze hoe is omgegaan met de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) voor de wet Werk en bijstand van essentieel belang. Het tekort op de bijstandverlening bedraagt € 14,5 mil‐ joen. In de begroting zijn we er vanuit gegaan dat hiervan € 9,3 miljoen alsnog wordt vergoed door het Rijk, door middel van de IAU. Gezien de strenge voorwaarden die worden gesteld aan de toekenning van de IAU is uit voorzichtigheidsoverwegingen het tekort op de bijstand volledig ten laste van het jaarresultaat gebracht. Inzet algemene dekkingsmiddelen Van de totale omzet van € 819 miljoen bedragen de algemene dekkingsmiddelen € 217 miljoen (programma financiën en bedrijfsvoering). Dit bedrag kan door de gemeente vrij worden ingezet over de diverse program‐ ma’s. Dit is als volgt verdeeld: Bestuur Openbare orde en veilgheid Beheer en leefomgeving
Cultuur Jeugd Onderwijs
Sport Participatie, zorg en inkomen
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling Economische ontwikkeling Dienstverlening
Programmarekening 2011
pag.7
Analyse op hoofdlijnen Het resultaat is vooral bepaald door de volgende oorzaken: Tabel 1‐3
Bedragen x € 1 miljoen
jaarrekening
belangrijkste financiële afwijkingen
bijstandsverlening en incidentele aanvullende uitkering
9,1 N
participatiebudget
6,0 N
parkeerexploitatie
1,1 N
bouwvergunningen
1,0 N
leegstand
0,8 N
bonus inburgering en alleenstaande ouders
2,5 V
gemeentefonds
2,3 V
overige financiële afwijkingen
12,5 V
concernresultaat ná mutatie reserves
0,7 N
Hierboven hebben we aangegeven op welke begrotingsonderdelen de gemeente het meest geconfronteerd wordt met de effecten van de economische crisis. Hieronder geven wij een overzicht van de belangrijkste mee‐ en tegenvallers ten opzichte van de begroting (vóór voorstellen resultaatbestemming). Belangrijkste financiële afwijkingen Bijstandverlening en incidenteel aanvullende uitkering (9,1 N) Door een sterke toename van het aantal bijstandklanten in 2011, schiet de basis van de algemene rijksuitkering aan de gemeente op de bijstandverlening tekort voor een bedrag van € 14,6 miljoen. Daar hadden we in de begroting al rekening meegehouden. We hebben er ook rekening meegehouden dat de gemeente zelf een tekort moet dragen van € 5,5 miljoen. Voor het resterende bedrag van € 9,1 miljoen wordt een aanvullende uitkering (IAU) aangevraagd. Tabel 1‐4
Bedragen x € 1 miljoen
werkelijk 2011
begroting 2011
baten
56,0
65,3
lasten
70,5
70,8
saldo
‐14,5
‐5,5
Of de aanvraag daadwerkelijk wordt toegekend is nog onzeker. Hiervoor zijn twee redenen te noemen: 1. Het is niet zeker of we voldoen aan de toetsingscriteria 2. Overschrijding van het landelijke budget voor de IAU 1. Het is niet zeker of we voldoen aan de toetsingscriteria Ook wanneer ervan wordt uitgegaan dat de criteria niet veranderen, bestaat nog geen volledige zekerheid over de toekenning van de IAU 2011. Gebaseerd op de aanvraag en toekenning van de IAU 2010 bestaat de ver‐ wachting dat de gemeente ook voor de aanvraag 2011 zal voldoen aan de criteria, met één uitzondering: Alme‐ re moet kunnen aantonen dat sprake is van uitzonderlijke arbeidsmarktomstandigheden. Dit is op dit moment niet vast te stellen omdat landelijke cijfers over werkloosheid en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hier onder andere bepalend voor zijn. Deze cijfers komen naar verwachting pas in juli 2012 beschikbaar. Daarnaast ver‐ wachten wij dat de toetsingscommissie nog kritischer om zal gaan met de beoordeling van de aanvragen. Het totale tekort van de gemeentes is veel groter dan het op de rijksbegroting gereserveerde budget. Bovendien is er bij het Rijk sprake van een begrotingstekort, waardoor het Rijk aanvullende maatregelen moet nemen. pag. 8
Programmarekening 2011
2. Overschrijding van het landelijke budget van de IAU Naast de benoemde onzekerheden speelt het volgende nog een rol: binnen de rijksbegroting is in 2011 voor de IAU € 28,5 miljoen gereserveerd. Indien de aanvragen het beschikbare budget overschrijden wordt dit waar‐ schijnlijk door het Rijk verrekend met het macrobudget WWB 2013. De huidige verwachting is dat het tekort van alle gemeentes over 2011 tenminste € 500 miljoen bedraagt (bron VNG). Hierdoor zou het macrobudget voor de bijstand in 2013 fors naar beneden bijgesteld kunnen worden. Het aandeel van Almere in het macro‐ budget bedraagt ongeveer 1,6%. Dit betekent dat Almere zo’n € 8 miljoen minder zou ontvangen indien de IAU volledig in 2013 wordt verwerkt.
Conclusie Ondanks de verwachting dat we met succes een beroep kunnen doen op de IAU 2011, hebben we uit voorzich‐ tigheidsoverwegingen in de jaarrekening geen rekening gehouden met inkomsten uit de IAU. Uiteraard gaat de gemeente wel een aanvraag indienen, omdat de ontwikkeling van de bijstand in Almere over 2011 zorgwek‐ kend is. De aanvraag wordt in juli opgesteld. Uiterlijk 31 december 2012 neemt de staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid een definitief standpunt in. Participatiebudget (6,0 N) We hebben een verschil van inzicht met het rijk over de kosten die onder het participatiebudget mogen wor‐ den gebracht. Het Rijk heeft inmiddels onze declaratie over 2009 met € 4,6 miljoen verlaagd. We verwachten dat dit voor 2010 ook het geval zal zijn (€ 1,4 miljoen). Er loopt momenteel een beroepsprocedure met het Rijk, maar we zijn (vanuit het voorzichtigheidsprincipe) verplicht om dit nadeel nu in de boeken te verwerken. Parkeerexploitatie (1,1 N) Voor ongeveer de helft heeft dit nadeel betrekking op tegenvallende parkeeropbrengsten. Daarnaast hebben we te maken met het betalen van een afkoopsom voor blok 17 van Almere Buiten en hogere OZB en verzeke‐ ringspremie. Eerder heeft al een bijstelling van € 2,5 miljoen plaatsgevonden van de parkeerexploitatie. De parkeerexploitatie staat, ondanks alle tot nu toe genomen maatregelen, onder grote druk. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de realisatie en begroting 2011. Tabel 1‐5
Bedragen x € 1 miljoen
werkelijk 2011
begroting 2011
baten
9,3
9,7
lasten
13,0
12,8
2,6
3,1
dekking egalisatiereserve saldo
‐1,1
0,0
Bouwvergunningen/WABO (1,0 N) Ondanks het feit dat de opbrengstenraming tussentijds al is verlaagd, blijkt dat het aantal bouwaanvragen nog verder is afgenomen. Ook hier heeft al een eerdere bijstelling van de ramingen plaatsgevonden met een bedrag van € 3 miljoen. Onderstaande tabel geeft een beeld van de realisatie en begroting 2011. Tabel 1‐6
Bedragen x € 1 miljoen
werkelijk 2011
begroting 2011
opbrengst bouwleges
3,6
4,7
kosten
7,6
7,7
effect perspectief
Programmarekening 2011
‐4,0
‐3,0
pag.9
Leegstand (0,8 N) Als gevolg van leegstand van de Voetnoot, de strategische ruimte van de nieuwe Bibliotheek en de popzaal hebben wij € 0,9 miljoen minder huurbaten ontvangen. Verder hebben wij € 0,1 miljoen minder besteed aan curatief onderhoud, doordat er veel minder meldingen hebben plaats gevonden dan was voorzien. In de paragraaf weerstandsvermogen (saldireserve) is rekening gehouden met dit leegstandsrisico. Bonus inburgering en alleenstaande ouders (2,5 V) Er is een eenmalige bonus van € 2,5 miljoen het Rijk ontvangen voor het goede resultaat op het gebied van inburgering en het experiment alleenstaande ouders. De bonus inburgering wordt voor een klein deel ingezet voor de afronding van inburgeringtrajecten over de jaren 2013 t/m 2016. Hiervoor doen wij een voorstel voor resultaatbestemming van € 0,4 miljoen. Het restant valt dus vrij. Zowel inburgering als alleenstaande ouders zijn maatregelen die vallen binnen de doelstelling van de participatiebudgetten. De bonus betreft echter een aparte geldstroom (decentralisatie‐uitkering) en is niet geoormerkt. Dat wil zeggen dat (in tegenstelling tot de participatiebudgetten) het surplus mag vrijvallen in de algemene middelen. Gemeentefonds (2,3 V) Dit betreft een nabetaling over voorgaande jaren. Als gevolg van een administratieve omissie van het rijk was een bedrag van € 117 miljoen aan gemeenten over de jaren 2009‐2011 nog niet uitgekeerd. Dit levert ons nog € 1,5 miljoen op. Tevens hebben wij, als gevolg van het uitkeren van de verdeelreserve ad € 50 miljoen door het Rijk, nog € 0,5 miljoen nabetaald gekregen over voorgaande jaren. Vooruit ontvangen wet inburgering 2006‐2009 In deze jaarrekening vindt de afrekening plaats van de oude wet inburgering middels SISA. De gemeente heeft nog € 8,5 miljoen aan middelen gereserveerd om de afrekening met het ministerie DUO af te dekken. Op basis van de meest recente informatie van het ministerie DUO is deze reservering € 2,5 miljoen hoger, dan waar‐ schijnlijk nodig. Vanuit het voorzichtigheidsbeginsel, is deze lagere verplichting niet verwerkt. Zodra de defini‐ tieve beschikking in de loop van 2012 is ontvangen zal de resterende reservering ten gunste van het resultaat worden gebracht. Overige financiële afwijkingen Tabel 1‐7
overige financiële afwijkingen, bestaande uit: leerlingenvervoer
Bedragen x € 1 miljoen
jaarrekening
0,7 N
renteresultaat
1,5 V
voordeel bijstand voorgaande jaren
1,3 V
gladheidbestrijding en afvalinzameling
1,0 V
sport
1,0 V
voorzieningen voor gehandicapten in het kader van de WMO
0,9 V
impulsgelden onderwijs en veiligheid
0,8 V
maatschappelijke begeleiding en advies
0,7 V
ICT budget
0,6 V
sociaal cultureel werk
0,5 V
overige voor en nadelen
4,9 V
totaal
12,5 V
De bovenstaande financiële afwijkingen worden bij de programmaverantwoording in hoofdstuk 3 nader toege‐ licht.
pag. 10
Programmarekening 2011
1.3 Voorstellen voor resultaatbestemming In het rekeningsresultaat bevinden zich middelen, waarvan de uitvoering is gestagneerd. In principe vallen deze middelen vrij ter integrale afweging. Het college kan via de resultaatbestemming van de programmarekening voorstellen doen om bepaalde activiteiten in 2012 af te ronden. Hierbij gelden wel de volgende voorwaarden: Het betreft eenmalige budgetten, terwijl er geen sprake van is dat ook in een volgend jaar middelen zijn opgenomen voor dezelfde activiteit. Er moet sprake zijn van vergevorderde uitwerking van de activiteiten. Het niet afronden van de werkzaamheden zou onaanvaardbare politieke of financiële consequenties heb‐ ben, c.q. de betrouwbaarheid van de gemeente schaden. Alle overige wensen of nieuwe initiatieven worden afgewogen bij de voorjaarsnota. Gezien het negatieve resultaat (€ 0,7 miljoen) kan overwogen worden de voorstellen voor resultaatbestem‐ ming niet te honoreren. Aangezien het niet afronden van de werkzaamheden leidt tot onaanvaardbare politie‐ ke of financiële consequenties én wij hoopvol gestemd zijn op het ontvangen van de Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU), wordt nu voorgesteld om de volgende voorstellen bij resultaatbestemming te honoreren ten laste van de saldireserve: Tabel 1‐8
Bedragen x € 1.000
nr.
aanvragen regulier
1
belijning sporthallen
200
2
verbreding A6
409
3
combinatiefunctionarissen
608
4
ICT‐projecten
575
5
uitvoeringskosten inburgering
400
6
onderwijsimpuls middelen 2011
379
7
klantprofielen SHV
267
8
kanteling Wet maatschappelijke ondersteuning
260
9
continuering "preventie woninginbraken"
237
10
regionale coördinatie nazorg ex‐gedetineerden
154
11
voorstel Archeologie
153
12
uitvoering cultuurbeleid
95
13
voorstel grondbeleid
74
14
pilots schuldhulpverlening
74
15
inhaalslag kinderopvang
59
16
programma Eigen kracht
50
17
stadsfonds
40
18
project verdubbeling Flevolijn
27
19
Wabo
totaal reguliere aanvragen
1.
Belijning sporthallen
bedrag
127 4.188
200
In 2011 zijn middelen beschikbaar gesteld om de belijning van de basketbalvelden aan te passen aan de nieuwe regels. Omdat deze middelen pas eind juni beschikbaar waren heeft de aanpassing nog niet plaatsgevonden. Dit zal nu alsnog in de zomer van 2012 plaatsvinden.
Programmarekening 2011
pag.11
2.
Verbreding A6
409
Het budget wordt gebruikt voor het leveren van de gemeentelijke inbreng bij de contractvorming en uitvoering van de verbreding van de snelweg door RWS. De werkzaamheden lopen door in 2012. 3.
Combinatiefunctionarissen
608
Vanuit de Impuls Brede Scholen zijn eenmalige rijksmiddelen ontvangen ter financiering van combinatie‐ functionarissen. De kosten hiervan lopen door in 2012. 4.
ICT‐projecten
575
Er resteert nog een overschot op onze reguliere ICT budgetten van € 0,6 miljoen. Door een aantal netwerksto‐ ringen en problemen bij de ICT‐leverancier zijn diverse projecten vertraagd. Dit heeft geleid tot een onder‐ schrijding binnen de bedrijfsvoering. Deze middelen zijn nodig om diverse upgrades van het systeem te realise‐ ren tijdens de transitie die in 2012 zal plaatsvinden. 5.
Uitvoeringskosten inburgering
400
In 2010 heeft de gemeente een bonus ontvangen voor het aantal inburgeringtrajecten dat zou worden gereali‐ seerd. Een aanzienlijk deel van deze bonus valt nu vrij in de jaarrekening 2011. Een deel dient nog gereserveerd te blijven voor de uitvoeringskosten over 2013 t/m 2016 om de resterende inburgeringtrajecten af te ronden. 6.
Onderwijsimpulsmiddelen 2011
379
In 2011 zijn diverse beschikkingen voor subsidies afgegeven in het kader van het convenant onderwijsimpuls 2011‐2014. Omdat de subsidies nog niet volledig zijn uitbetaald resteert nog een bedrag van € 379.000. Deze worden uitbetaald zodra door de schoolbesturen verantwoording heeft plaatsgevonden over de behaalde resultaten in het schooljaar 2011‐2012. 7.
Klantprofielen schuldhulpverlening
267
Om de bezuiniging op schuldhulpverlening te realiseren zijn in 2010 extra middelen beschikbaar gesteld voor het opstellen en invoeren van klantprofielen. Het invoeren van de klantprofielen loopt door in 2012. 8.
Kanteling Wmo
260
In 2011 zijn middelen beschikbaar gesteld om de kanteling van de Wmo mogelijk te maken. Hiermee worden de herindicaties uitgevoerd van onder andere vervoersvoorzieningen en huishoudelijke hulp. De werkzaamhe‐ den lopen deels door in 2012. 9.
Continuering preventie woninginbraken
237
Vanuit de impulsmiddelen veiligheid 2011 zijn middelen beschikbaar gesteld voor subsidies ten behoeve van preventie woninginbraken en preventie winkelovervallen. Doordat de voorbereidingen meer tijd in beslag heb‐ ben genomen dan was voorzien en doordat de gelden relatief laat beschikbaar zijn gesteld, is hiervan nog € 0,23 miljoen beschikbaar. Het beeld is dat de aanvragen voor het keurmerk Veilig Wonen gestaag doorlopen (in tegenstelling tot de aanvragen preventie winkelovervallen). Om de actie “preventie woninginbraken” te continueren in 2012 wordt voorgesteld deze middelen te reserveren. 10. Regionale coördinatie nazorg ex‐gedetineerden
154
In 2011 heeft de gemeente via het gemeentefonds middelen ontvangen voor de regionale coördinatie van de nazorg ex‐gedetineerden. Deze middelen worden, in overleg met de partnergemeenten in 2012 en 2013, met dit doel ingezet.
pag. 12
Programmarekening 2011
11. Voorstel Archeologie
153
In 2011 zijn middelen beschikbaar gesteld voor het digitaal toegankelijk maken van archeologische informatie en materiaal (project Basis op Orde). Door een organisatiewijziging is het project in 2011 nagenoeg stil komen te liggen. Bij de projecten “Monitoring Poort de Green” en “Zuiderzeeproject” is in 2011 vertraging opgetreden. Om de projecten in 2012 te kunnen voltooien, stellen wij voor € 0,153 miljoen te reserveren. 12. Uitvoering cultuurbeleid
95
Voor 2011 zijn middelen beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het vastgestelde cultuurbeleid. Een deel van de voorgenomen activiteiten wordt pas in 2012 uitgevoerd. (o.a. internationale architectuurbiënnale). 13. Voorstel grondbeleid
74
De eerste versie van het grondbeleid is in concept gereed en wordt binnenkort aan het bestuur aangeboden. De verwachting is dat er in 2012 nog ambtelijke uren dan wel externe adviezen ingewonnen moeten worden. Om deze reden wordt verzocht het restantbudget over te hevelen. 14. Pilots schuldhulpverlening
74
Een aantal pilots, waaronder workshop administratie en de belastingadviseur lopen nog door in 2012. Elf ande‐ re pilots hebben volgens planning al in 2011 plaatsgevonden. 15. Inhaalslag kinderopvang
59
Het toezicht op locaties waar kinderen worden opgevangen is middels de wetgeving aangescherpt. In 2012 zullen meerdere inspecties plaatsvinden om de wettelijke verplichtingen te voldoen. Hiervoor worden de reste‐ rende middelen 2011 gereserveerd. 16. Programma Eigen kracht
50
Via het gemeentefonds is in 2011 t/m 2013 € 50.000 beschikbaar gesteld voor het programma eigen kracht, gericht op de activering van niet uitkeringsgerechtigde vrouwen. In 2011 is samen met de Schoor een plan van aanpak opgesteld. Deze zal in de periode 2012 t/m 2014 worden uitgevoerd. 17. Stadsfonds
40
In 2011 zijn al toezeggingen gedaan voor projecten in 2012. Door het vervallen van de reserve bij de jaarreke‐ ning ontstaat een tekort van € 40.000 in 2012. Dit zou in eerste instantie als knelpunt bij de voorjaarsnota wor‐ den aangedragen. Omdat er nog middelen over 2011 resteren wordt voorgesteld deze nu alsnog bij de jaarre‐ kening te reserveren. 18. Verdubbeling Flevolijn
27
Dit budget is bestemd voor het project verdubbeling Flevolijn. Een aantal onderdelen van dit project heeft iets vertraging opgelopen in verband met de druk binnen ProRail op andere werkzaamheden binnen het project. De werkzaamheden lopen door in 2012. 19. WABO
127
Nog niet alle activiteiten hebben plaatsgevonden op het gebied van de WABO. Activiteiten worden alsnog in 2012 uitgevoerd. Voorgesteld wordt de resterende middelen via resultaatbestemming beschikbaar te houden voor afronding van de werkzaamheden in 2012.
Programmarekening 2011
pag.13
1.4 Saldireserve De saldireserve is bestemd voor het opvangen van tegenvallers in de exploitatie. De stand van de saldireserve was eind 2011 € 24,7 miljoen. Door het resultaat van het onderzoek reserves en voorzieningen is hier nog € 3,1 miljoen aan toegevoegd waardoor de stand per 31 december € 27,8 miljoen bedraagt. Hieronder geven wij een overzicht van de afspraken en toekomstige verplichtingen die ten laste van de saldire‐ serve komen: Tabel 1‐9
stand reserve per 31‐12 voor verwerking resultaat onderzoek reserves en voorzieningen
1
resultaat onderzoek reserves en voorzieningen
stand eind 2011
Bedragen x € 1 miljoen
24,7 3,1 27,8
afspraken / toekomstige verplichtingen:
2
bij: rentebijschrijving saldireserve (5%)
3
af: programmabegroting 2012 dekking onvoorzien
‐0,4
4
af: amendement raadsgriffie 190/ 2011 in stand houding 2 jongerencentra stad
‐0,1
5
af: afspraak voorjaarsnota 2012‐2015: dekking tekort 2012
‐2,6
af: afspraak programmabegroting 2012‐2015: dekking tekort 2012
‐1,7
bij: afspraak programmabegroting 2012‐2015: storting vrije ruimte GIP
6
af: afspraak programmabegroting 2012‐2015: vrijval reservering OAB ten gunste van perspectief
‐0,9
7
af: concernresultaat 2011 na mutaties reserves
‐0,7
8
af: voorstellen resultaatbestemming 2011
‐4,2
stand ultimo 2012
9
af: afspraak programmabegroting 2012‐2015 dekking tekort 2013
‐3,6
stand na afspraken meerjaren perspectief
18,9
10
benodigd voor afdekking risicoprofiel weerstandvermogen / norm € 90 euro per inwoner
‐17,1
restant saldireserve*
1,1
4,2
22,5
1,8
* In de digitale versie is de saldireserve gecorrigeerd op de afspraken uit de voorjaarsnota. Daardoor is de stand van de saldireserve € 1,4 miljoen hoger dan in de gedrukte versie.
Conform de kadernota moet de saldireserve minimaal een omvang hebben van € 90 per inwoner ofwel ten‐ minste € 17,1 miljoen bevatten om de risico’s binnen de algemene dienst op te kunnen vangen. De saldireserve moet worden aangevuld indien we onder deze norm komen. De saldireserve is op dit moment, na aftrek van de verplichtingen, nog toereikend om de geïnventariseerde risico’s op te vangen. Wel moet hierbij de kanttekening worden gemaakt dat de vrijgevallen middelen van het onderzoek reserves en voorzieningen zijn betrokken bij de stand van de reserve.
pag. 14
Programmarekening 2011
1. Resultaat onderzoek reserves en voorzieningen Het college heeft in de politieke markt toegezegd dat de aanbevelingen van de raadswerkgroep reserves en voorzieningen onverkort zouden worden opgevolgd. De bevindingen uit het rapport reserves en voorzieningen zijn bij de jaarrekening verwerkt in de administratie. Dit heeft geleid tot vrijval, opheffen en herbenoemen van diverse reserves en voorzieningen. Tabel 1‐10
totaal vrijval reserves en voorzieningen
Bedragen x € 1 miljoen
geraamd
werkelijk
afwijking
vrijval reserves
2,0
2,7
0,7
vrijval voorzieningen
0,3
0,4
0,1
ten gunste van de saldireserve
2,3
3,1
0,8
De vrijval is groter dan voorzien De raadswerkgroep is bij het onderzoek uitgegaan van de beginstand per 1 januari 2011. Het resultaat van het onderzoek zou leiden tot een vrijval van circa € 2,3 miljoen. De eindstand bij de jaarrekening 2011 ligt bij een aantal reserves en voorzieningen echter hoger. Dit leidt vooralsnog tot een verschil van € 0,8 miljoen. Het re‐ sultaat ad. € 3,1 miljoen is volledig toegevoegd aan de saldireserve, volgens afspraak met de gemeenteraad. De specificatie van de reserves en voorzieningen die zijn vrijgevallen bij de jaarrekening zijn vermeld in het hoofd‐ stuk “toelichting op de balans” (pag. 146).
2. Rentebijschrijving saldireserve Jaarlijks wordt 5% rente toegevoegd over de beginstand van de reserve.
3. Dekking onvoorzien € 2,27 per inwoner Jaarlijks wordt € 2,27 per inwoner onttrokken aan de saldireserve ten behoeve van de post ‘onvoorzien’. Deze begrotingspost is bedoeld voor onvoorziene incidentele uitgaven die zich in de loop van het begrotingsjaar voor kunnen doen.
4. Amendement RG190 / 2011 in stand houden van 2 jongerencentra stad Bij de Programmabegroting 2012 is een amendement ingediend voor het in standhouden van een tweetal jon‐ gerencentra in Almere Stad. De lasten voor 2012 worden afgedekt uit onvoorzien; voor de jaren na 2012 wordt bij de voorjaarsnota 2013‐2015 een oplossing gevonden.
5. Begrotingstekort 2012 Bij de Voorjaarsnota 2012‐2015 is besloten om een bedrag van € 2,6 miljoen vanuit de saldireserve in te zetten voor het sluitend maken van de begroting 2012. Voorts is Bij de Programmabegroting 2012 besloten om bo‐ venop dit bedrag nog eens € 1,7 miljoen in te zetten vanuit de saldireserve. Dit is afgedekt vanuit de vrijvallen‐ de GIP‐exploitatiebudgetten 2011 en 2012. Hierover bent u bij de programmabegroting 2012 geïnformeerd.
6. Vrijval reservering onderwijsachterstandenbeleid t.g.v. perspectief Bij de programmarekening 2010 was een reservering getroffen voor een eventuele terugbetalingsverplichting. Omdat de afrekening over 2010 is goedgekeurd, is de volledige reservering vrijgevallen. Conform besluitvor‐ ming is dit bedrag in 2012 ingezet ten gunste van het perspectief.
7. Concernresultaat na mutatie reserves 2011 Zoals in hoofdstuk 1.2 is toegelicht, komt het jaarresultaat over 2011 uit op € 0,7 miljoen negatief. Dit resultaat komt ten laste van de saldireserve.
8. Voorstellen resultaatbestemming 2011 De voorstellen resultaatbestemming over 2011 bedraagt in totaal € 4,2 miljoen. Gezien het negatieve concern‐ resultaat wordt de resultaatbestemming ten laste van de saldireserve gebracht. Programmarekening 2011
pag.15
9. Begrotingstekort 2013 Bij de Programmabegroting 2012‐2015 is besloten om een bedrag van € 3,6 miljoen vanuit de saldireserve in te zetten voor het sluitend maken van de begroting 2013.
10. Risicoprofiel weerstandvermogen / norm € 90,‐ per inwoner Conform de kadernota weerstandsvermogen bedraagt de minimale omvang van de saldireserve € 90,‐ per inwoner (€ 17,1 miljoen). In de paragraaf weerstandsvermogen is aangegeven dat voor het afdekken van de risico’s € 11,5 miljoen nodig is.
pag. 16
Programmarekening 2011
1.5 Investeringsagenda Inleiding In de programmabegroting 2012 is aangegeven dat (maatschappelijke) investeringen in de ‘Investeringsagenda’ worden behandeld. Hiermee is de benaming “Gemeentelijk Investeringsplan” (GIP) komen te vervallen. In de voorjaarsnota 2012 is besloten dat toekomstige investeringen niet langer met incidentele middelen wor‐ den afgedekt. Dit past binnen de afspraken van het coalitieakkoord, waarin is aangegeven dat nieuwe investe‐ ringen in vastgoed alleen worden gedaan als ook in de structurele dekking is voorzien. Het volgende beleid is in 2011 gevolgd: Investeringen worden geactiveerd en over de levensduur afgeschreven. De kapitaallasten worden structu‐ reel in het perspectief opgenomen. De reserve GIP wordt in alleen nog gebruikt ter dekking van eenmalige uitgaven die op termijn niet hoeven te worden vervangen. De exploitatiebudgetten voor bevolkingsvolgende voorzieningen, zoals die nu in het perspectief zijn gere‐ serveerd, zijn ook beschikbaar voor de dekking van de kapitaallasten van bevolkingsvolgende voorzienin‐ gen. Verder worden incidentele middelen zoveel als mogelijk omgezet in structurele dekking. Eenmalige middelen investeringsagenda In 2011 is € 27,2 miljoen ten laste van het GIP gebracht. De belangrijkste onttrekkingen zijn hieronder opgeno‐ men. Daartegenover staan toevoegingen aan de reserve voor een bedrag van € 11,4 miljoen. Tabel 1‐11
saldo 01‐01‐2011
Bedragen x € 1 miljoen
71,4
investeringen dekking impulsen economie, veiligheid en onderwijs
3,0
herinrichting Grote Markt
1,8
aanleg sportvelden
1,3
afrondende werkzaamheden bibliotheek centrum
0,6
actieplan Jeugdwerkloosheid
0,6
gymnastiekzaal van Eesterenplein
0,5
overige projecten
1,7
overige onttrekkingen inzet saldireserve GIP t.b.v. perspectief
8,3
overboeking naar reserve onderwijsleerpakketten
6,4
overboeking naar reserve huisvesting
3,0
totaal onttrekkingen
27,2
stortingen toevoeging rente
2,1
storting t.l.v. exploitatie
9,3
totaal stortingen
11,4
saldo 31‐12‐2011
55,6
Programmarekening 2011
pag.17
1.6 Ontwikkelingen grondexploitatie MPGA op hoofdlijnen (koersdocument) In de programmabegroting 2012 hebben wij u voor het laatst een prognose gegeven van het weerstandsver‐ mogen per ultimo 2011. Die cijfers waren gebaseerd op het MPGA 2011 op hoofdlijnen en de daarbij herbere‐ kende winst tot en met 2010. Hierin waren, op basis van een globale voorcalculatie, ondermeer de volgende maatregelen verwerkt: De negatieve ontwikkelingen op de grondopbrengsten door het herzien van de actuele inzichten over ver‐ koop van woningen, kantoren en bedrijventerreinen, alsmede de daaraan gerelateerde bijstelling van het 0‐ scenario. Positieve ontwikkelingen door verlaging van de rekenrente van 6% naar 5%, het beëindigen van de BCF afdracht aan het GIP en taakstellende bezuinigingen. Dit alles om per saldo te komen tot reëlere en noodzakelijke verbeterde rendementen op de grondexploitaties. Tevens is daarbij afgesproken dat jaarlijks gelijk met de jaarrekening, de jaarlijkse herziening van de grondex‐ ploitaties (MPGA) aan de raad zal worden aangeboden. Actualisatie MPGA bij huidige jaarrekening Naar aanleiding van de jaarcijfers over 2011 hebben wij nu de grondexploitaties geactualiseerd. Alle bij de begroting 2012 door uw raad vastgestelde maatregelen zijn verwerkt in de grondexploitaties. Daarnaast gaan we uit van aangescherpte afzetverwachtingen. Dit leidt in deze programmarekening 2011 tot het meest actueel beeld van de grondexploitatie. Twee scenario’s Binnen het MPGA worden twee scenario’s gehanteerd voor de toekomstige ontwikkeling van het resultaat op grondexploitaties: 1. De grondexploitaties; deze gaan uit van het ambitie scenario: dit scenario is de beste inschatting van de afzet van het College. 2. Het 0‐scenario; dit is een gematigder scenario, waarbij de fasering van de afzet is aangepast (vertraagd). De organisatie hanteert de door uw raad vastgestelde grondexploitatie om kansen te benutten. Mocht het meer gematigde 0‐scenario uitkomen, dan is voor de lagere resultaten in principe een reserve/buffer voor beschikbaar. Grondverkopen 2011 In onderstaande tabel geven wij een beeld van de geraamde en de werkelijke grondverkopen over 2011. Zoals hiervoor is aangegeven is bij het MPGA op hoofdlijnen (oktober 2011) de verwachting fors neerwaarts bijge‐ steld. De werkelijke grondverkopen lopen in de pas met deze bijstelling. Tabel 1‐12
programma woningbouw (aantallen) kantoren (m² bvo) bedrijven (ha)
oorspronkelijke raming 2011 1.224
bijstelling MPGA op hoofdlijnen 899
realisatie 2011 883
30.311
2.500
0
16,6
5,2
4,2
Daar waar in Nederland de productie in alle programma’s ernstig stagneert, lijkt in Almere in ieder geval het woningbouw programma, weliswaar op een wat lager peil, toch gestaag voortgang te vinden Woningbouw Ten opzichte van 2010 is er sprake van een sterke verbetering; toen werden er slechts 484 woningen verkocht. Met de voor Almere belangrijke contractuele vervolgafspraken, gemaakt met Amvest en Ymere over de ont‐ wikkeling van respectievelijk Kustzone Poort en Almere Hout‐Noord en de verdere PO vraag, ligt er voor de komende jaren een goede basis voor in ieder geval een gemiddelde continuering van circa 800/900 woningen tot en met 2014. pag. 18
Programmarekening 2011
Kantoren en bedrijventerreinen De algemene economische vooruitzichten voor de kortere termijn zijn somber. De maatregelen en de daaruit voortvloeiende economische effecten uit het eerste pakket bezuinigingen van het kabinet moeten de komende jaren nog indalen, terwijl het kabinet al een aanvullend pakket in voorbereiding heeft. Vooralsnog loopt de werkloosheid verder op en loopt de koopkracht terug. Deze vooruitzichten geven aan dat ook de markt voor nieuwe kantoren (nog steeds oplopende leegstand) en bedrijfsterreinen (betrekkelijk weinig investeringen in uitbreiding/nieuwbouw) de komende jaren nog weinig aanleiding tot optimisme geven. 0 scenario Met het instellen van een reservering voor het nulscenario binnen het grondbedrijf, heeft de gemeente de financiële middelen gereserveerd om lagere productiecijfers op te vangen. Wij hebben dit terugval scenario (nul scenario) verder aangescherpt. Uit de omzetgegevens van de afgelopen 12 jaar (2000‐2011) valt op te maken dat de gemiddelde opbrengststroom over alle programma’s € 85 miljoen heeft bedragen. Het bestaan‐ de nulscenario kwam tot een omzetbecijfering van ruim € 108 miljoen gemiddeld voor de komende 12 jaarpe‐ riode 2012‐2023. Wij hebben het 0‐scenario nu naar die realistischer € 85 miljoen (prijspeil 1‐1‐2012) omzet bijgesteld. Omzet en resultaat 2011 De realiteit voor 2011 hebben wij afgezet tegen de meest recente prognose voor het jaar 2011 uit het MPGA 2011 op hoofdlijnen. Kosten In het jaar 2011 zijn voor de totale grondexploitatie van Almere € 110,8 miljoen aan kosten geboekt, geprog‐ nosticeerd waren € 152,4 miljoen. Een belangrijkste afwijking aan de kostenkant betreft de naar 2012 doorge‐ schoven verwerving in Poort‐Pampushout en de Kustzone. Daarnaast zijn de kosten lager door actieve sturing op de cashflow. Voor een verdere toelichting van de verschillende kostensoorten verwijzen wij u naar de para‐ graaf grondbeleid. Omzet De gerealiseerde opbrengsten voor 2011 bedroegen € 99,4 miljoen terwijl in de laatste prognose nog werd uitgegaan van € 71,8 miljoen. De hogere opbrengst is te danken aan de verkoop van een Mede opdrachtgeverschap gebied in Homeruskwar‐ tier en een afrekening voor een gebied in de Noorderplassen. Resultaat In het MPGA op hoofdlijnen raamden we een resultaat van € 15,6 miljoen. Dit was het effect van de voorge‐ stelde maatregelen waarover vorig najaar is besloten. Het resultaat over de grondverkopen van 2011 bedraagt € 16,2 miljoen. Het totale resultaat bedraagt derhalve € 31,8 miljoen.
Programmarekening 2011
pag.19
Totaalbeeld grondexploitatie: Scherp aan de wind In de paragraaf grondbeleid wordt uitgebreider stil gestaan bij de opbrengstverwachting van ons grondbedrijf. In deze tabel vermelden wij enkele belangrijke kengetallen. Tabel 1‐13
Bedragen x € 1 miljoen
sturingsvoorstel
jaarrekening 2011
voorziening negatieve grondexploitaties
48
29
buffer ter dekking van het nulscenario (na afdracht aan het concern)
18
33
harde buffer
66
62
nog te verdienen vermogen
151
156
risico’s
‐80
‐90
benodigd ten behoeve van 0 scenario
‐27
‐52
op termijn beschikbaar
44
14
Harde buffer De harde buffer in deze jaarrekening 2011 blijft per saldo nagenoeg gelijk aan de harde buffer zoals opgeno‐ men in het sturingsvoorstel uit het tweede halfjaar 2011. Het volume aan voorzieningen voor negatieve grondexploitaties is gedaald met € 19 miljoen als gevolg van actualisatie van de grondexploitaties. De genomen maatregelen met betrekking tot de rente en BTW hebben hierop een belangrijk effect. In de paragraaf grondbeleid zijn de mutaties hierin toegelicht. De buffer ter dekking van het 0‐scenario is gestegen met € 15 miljoen en heeft vooral te maken met het feit dat we de grondverkoop van het 0 scenario hebben bijgesteld. Voor de woningbouw is uitgegaan van 1.000 wonin‐ gen per jaar (was 1.200); voor de kantoren wordt nog steeds uitgegaan van 10.000 m² per jaar; voor de bedrij‐ ven wordt uitgegaan van 8,5 hectare per jaar (was 10 ha.). Op termijn beschikbaar De winstpotentie van het grondbedrijf blijft vrijwel gelijk. De risico’s nemen toe en ook de benodigde middelen ter afdekking van het 0 scenario nemen toe. Dit betekent dat het bedrag wat op termijn beschikbaar is slechts € 14 miljoen bedraagt. De nog te realiseren lasten bedragen € 1,1 miljard; de nog te realiseren opbrengsten bedragen circa € 1,9 miljard. Ontwikkeling Boekwaarde De totale boekwaarde, exclusief de getroffen voorzieningen, is opgelopen naar € 454,6 miljoen, een toename van € 43,2 miljoen. Voor het volgen van het ambitiescenario zijn de komende jaren forse investeringsvolumes geraamd. Hieronder zijn begrepen de investeringen die het onvoorwaardelijk gevolg zijn van de contracten die wij zijn aangegaan. De kost gaat hier concreet voor de baat uit. Zoals hiervoor al aangegeven hebben wij het 0‐scenario aangescherpt. Wij hebben die afgezet tegen het voor‐ genomen investeringsprogramma van het ambitieuze scenario. Uit dit model loopt de boekwaarde meer op dan kan worden terugverdiend. Dit moet worden omgebogen door alleen investeringen uit het ambitie pro‐ gramma te doen als hier op korte termijn realistische opbrengsten tegenover staan. Doelstelling is om te voor‐ komen dat de boekwaarde nog veel gaat oplopen de komende jaren. Dit zal de komende maanden worden uitgewerkt.
pag. 20
Programmarekening 2011
1.7 Balans op hoofdlijnen Tabel 1‐14
Bedragen x € 1 miljoen
31‐12‐2011
VASTE ACTIVA
31‐12‐2010
31‐12‐2011
31‐12‐2010
VASTE PASSIVA
materiële vaste activa
506
financiële vaste activa
kortlopende verstrekte leningen
597
631 totaal vaste passiva
426
370
37
overlopende activa
15
totaal vlottende activa TOTAAL GENERAAL
43
106
6
20 overlopende passiva
129
125
436 totaal vlottende passiva
172
1.082
835
40 kortlopende leningen
232
1.067 TOTAAL GENERAAL
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
69 388
485
80
8
378
442 910
VLOTTENDE PASSIVA
liquide middelen
389
voorzieningen 129 langlopende leningen
VLOTTENDE ACTIVA voorraden
502 eigen vermogen
91
totaal vaste activa
1.082
1.067
1.614
1.658
NB: Door afronding kunnen er verschillen ontstaan in de totaaltellingen
Activa Uit de balans blijkt dat de financiële vaste activa met € 38 miljoen afnemen. Dit heeft te maken met het aflos‐ sen van verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties van € 32 miljoen. Onze voorraden, met name gronden, zijn in 2011 toegenomen met € 56 miljoen. Dit heeft te maken met inves‐ teringen in de grondexploitaties. Passiva Ondanks een aflossing van woningbouwleningen is het totaal volume aan langlopende leningen toegenomen met € 54 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door aflossing van de kortlopende schulden en door investeringen in grondexploitaties. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Dit betreffen vooral gegarandeerde geldleningen aan woningbouwcorporaties en de huisvuilcentrale.
Programmarekening 2011
pag.21
2
Resultatenrekening
Tabel 2‐1
Bestuur resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Openbare orde en veilgheid resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Beheer en leefomgeving resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Cultuur resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Jeugd resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Onderwijs resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Sport resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Participatie, zorg en inkomen resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Duurzame ruimtelijke ontwikkeling resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Economische ontwikkeling resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Dienstverlening resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Financiën en bedrijfsvoering resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal concernresultaat voor mutaties reserves mutaties reserves concernresultaat na mutaties reserves
werkelijk 11,1 1,5 12,5 19,4 1,3 20,7 128,4 8,5 136,9 31,5 0,0 31,5 7,1 0,0 7,1 58,3 9,2 67,5 13,0 0,0 13,0 196,0 1,0 197,0 161,3 10,0 171,3 15,1 0,0 15,1 10,8 0,0 10,8 25,3 106,0 131,3 677,3 137,4 814,6
lasten geraamd 11,8 1,5 13,3 19,8 0,9 20,7 129,7 7,4 137,1 31,8 0,0 31,8 7,1 0,0 7,1 59,9 3,8 63,8 13,9 0,0 13,9 196,9 1,0 197,9 143,3 24,3 167,6 15,2 0,1 15,3 9,8 0,0 9,8 26,8 68,6 95,4 665,9 107,5 773,5
primitief 11,3 0,9 12,2 18,5 0,0 18,5 114,3 5,4 119,7 20,2 0,0 20,2 6,6 0,0 6,6 50,7 0,4 51,1 11,4 0,0 11,4 171,8 0,7 172,5 193,2 0,0 193,2 7,8 0,4 8,2 8,1 0,1 8,2 22,5 6,4 28,9 636,5 14,3 650,8
werkelijk 0,1 0,5 0,6 0,6 1,3 1,9 73,6 16,1 89,7 3,8 9,9 13,6 1,2 0,5 1,7 9,8 12,5 22,3 2,1 2,3 4,5 105,6 2,1 107,6 186,4 20,1 206,5 10,4 1,2 11,6 5,0 0,0 5,0 289,3 59,5 348,8 687,8 126,1 813,9
baten geraamd 0,0 1,1 1,1 0,4 0,6 0,9 74,8 14,1 88,9 4,7 9,8 14,5 1,0 0,5 1,6 9,2 5,7 15,0 1,9 2,1 4,0 114,7 1,8 116,5 149,0 53,2 202,2 10,2 1,4 11,6 4,3 0,0 4,3 284,8 28,0 312,9 655,0 118,5 773,5
primitief 0,0 0,0 0,0 0,2 0,3 0,5 64,0 10,5 74,6 2,4 0,4 2,8 0,4 0,0 0,4 18,9 2,7 21,6 1,9 0,1 2,0 100,0 0,2 100,2 182,8 3,1 185,9 3,7 0,7 4,4 4,1 0,0 4,1 238,4 16,0 254,4 616,9 34,0 650,9
NB: Door afronding kunnen er verschillen ontstaan in de totaaltellingen
pag. 24
Programmarekening 2011
Bedragen x € 1 miljoen
Bestuur resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Openbare orde en veilgheid resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Beheer en leefomgeving resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Cultuur resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Jeugd resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Onderwijs resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Sport resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Participatie, zorg en inkomen resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Duurzame ruimtelijke ontwikkeling resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Economische ontwikkeling resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Dienstverlening resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal Financiën en bedrijfsvoering resultaat voor bestemming mutaties reserves totaal concernresultaat voor mutaties reserves mutaties reserves concernresultaat na mutaties reserves
saldo werkelijk ‐11,0 ‐1,0 ‐11,9 ‐18,7 0,0 ‐18,7 ‐54,8 7,7 ‐47,2 ‐27,7 9,9 ‐17,8 ‐6,0 0,5 ‐5,4 ‐48,5 3,3 ‐45,2 ‐10,9 2,3 ‐8,5 ‐90,4 1,1 ‐89,4 25,1 10,1 35,3 ‐4,7 1,1 ‐3,5 ‐5,8 0,0 ‐5,8 263,9 ‐46,4 217,5 10,6 ‐11,4 ‐0,7
verschil geraamd ‐11,8 ‐0,3 ‐12,1 ‐19,4 ‐0,3 ‐19,7 ‐55,0 6,7 ‐48,2 ‐27,0 9,8 ‐17,2 ‐6,1 0,5 ‐5,5 ‐50,7 1,9 ‐48,8 ‐12,0 2,1 ‐9,9 ‐82,2 0,8 ‐81,4 5,7 28,9 34,7 ‐5,0 1,3 ‐3,7 ‐5,5 0,0 ‐5,5 258,0 ‐40,6 217,4 ‐11,0 11,0 0,0
0,8 ‐0,6 0,2 0,7 0,3 1,0 0,1 0,9 1,1 ‐0,7 0,1 ‐0,6 0,1 0,0 0,1 2,2 1,4 3,6 1,1 0,2 1,3 ‐8,2 0,3 ‐8,0 19,4 ‐18,8 0,6 0,3 ‐0,2 0,2 ‐0,2 0,0 ‐0,3 5,9 ‐5,8 0,1 21,5 ‐22,2 ‐0,7
NB: Door afronding kunnen er verschillen ontstaan in de totaaltellingen
Programmarekening 2011
pag.25
3
Programmaverantwoording
3.1 Bestuur Terugblik op het jaar In het afgelopen jaar hebben we de focus verlegd van (nieuw) beleid maken naar het uitvoeren ervan. Daarbij hebben we (fors) ingezet op participatie en betrokkenheid vanuit de samenleving aan de voorkant van proces‐ sen. Op verschillende dossiers is dit zichtbaar geworden, bijvoorbeeld rondom de WMO, het onderwijs en de economische ontwikkeling. Bij het vormgeven van de ombuigingsvoorstellen hebben we de maatschappelijke partners actief betrokken. Transparantie en gerichte communicatie waren kernbegrippen. Permanente dialoog Wij hebben ons gerealiseerd dat de beoogde ombuigingsvoorstellen grote impact zullen hebben op de samen‐ leving. Bij het opstellen van de ombuigingsvoorstellen, voorjaar 2011, is mede daarom een maatschappelijk effecten analyse gemaakt om de impact van de voorstellen zichtbaar te maken. Deze analyse was onderdeel van het keuzeproces en uw besluitvorming. In het proces van concretisering van de ombuigingsvoorstellen en het hierin samen optrekken heeft in 2011 regelmatig afstemming en dialoog plaatsgevonden met de maatschappelijke partners. Dit waren zowel ge‐ sprekken in kleiner verband, als gezamenlijke bijeenkomsten met alle maatschappelijke partners. Er is in dit kader ook uitvoering gegeven aan een communicatieplan gericht op de maatschappelijke partners, inwoners, raad en medewerkers. Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ In de gemaakte keuzes vanuit de ombuigingsopgave is ook een herijking en verandering van onze rol opgeno‐ men. Dat betekende ook vanuit het bestuur de neiging onderdrukken om initiatieven zelf vorm te willen geven, en als moderne overheid ruimte te geven vanuit principes als eigen kracht en actief burgerschap. De praktijk in Almere heeft ons geleerd dat daar waar de overheid ruimte geeft, ook nieuwe inzichten en opbrengsten ont‐ staan. Mensen maken immers de stad – zelf! Het toenemende gebruik van digitale kanalen in de dienstverle‐ ning heeft dit ondersteund en verder versterkt.
Programmarekening 2011
pag.29
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Nauwe samenwerking zoeken met maatschappelijke partners bij het tot stand komen van de ombui‐ gingsvoorstellen. De consequenties van de ombuigingsopgave goed inzichtelijk maken voor inwoners, maatschappelijke partners en medewerkers.
Maatschappelijke effecten analyse van de ombuigingsvoorstel‐ len. De dialoog met maatschappelijke partners en raad.
Invulling contactwethouderschap. Themabijeenkomsten met als thema ‘jeugd’ en ‘beheer’. Vertaling in gemaakte keuzes ombuigingsvoorstellen.
Een nieuwe rolopvatting voor de gemeentelijke dienstverlening en bijbehorende andere wijze van werken ontwikkelen, vanuit het gedachtegoed van een centrale rol voor de eigen verantwoordelijkheid van inwoners, bedrijven en maatschappelijke part‐ ners.
Wat heeft programma 1 gekost Tabel 3‐1
Bedragen x € 1 miljoen
Bestuur
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
11,8
0,0
‐11,8
11,1
0,1
‐11,0
0.8
1,5
1,1
‐0,3
1,5
0,5
‐1,0
‐0,6
13,3
1,1
‐12,1
12,5
0,6
‐11,9
0,2
voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐2
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor
afwijking
resultaat na
bestemming
reserves
Bestemming
001
bestuursbudgetten
0,1
0,1
002
reserve strategische activiteiten
0,6
‐0,6
0,0
006
bestuursondersteuning raad
0,1
0,1
001 bestuursbudgetten
0,8
‐0,6
0,2
0,1 V
Dit betreft het niet invullen van een functie van politiek assistent en reductie van de inzet van de wethouder‐ potjes. 002 Reserve strategische activiteiten
0
Er zijn voor € 0,6 miljoen minder uitgaven gedaan omdat in 2011 een aantal projecten, gericht op de strategi‐ sche ontwikkeling van de organisatie en de diensten, (deels) niet tot uitvoering is gekomen. Dit heeft geleid tot een lagere onttrekking aan de reserve van € 0,6 miljoen. 006 Bestuursondersteuning raad
0,1 V
Door vacatureruimte is een voordeel ontstaan van € 0,1 miljoen. pag. 30
Programmarekening 2011
3.2 Openbare orde en Veiligheid Terugblik op het jaar Ook in 2011 hebben we hard gewerkt aan onze ambitie, namelijk dat onze inwoners zich veilig voelen en ook feitelijk veilig kunnen wonen, werken en leven. Deze ambitie kan alleen gehaald worden door aanhoudende gezamenlijke inspanningen van alle partners in de stad, zoals politie en OM, maatschappelijke partners, het bedrijfsleven en niet in de laatste plaats onze inwoners. Concreet krijgt de samenwerking vorm in het Veilig‐ heidshuis, de Stuurgroep Veiligheid, de driehoek en de vijfhoek, Als gemeente voeren we de regie op de sa‐ menwerking. In 2011 lag de focus vooral op het terugdringen van de woninginbraken en de straatroven. De aanpak kon wor‐ den gestimuleerd door het inzetten van de impulsgelden voor het Keurmerk Veilig Wonen. Een positieve ont‐ wikkeling was de daling van geweld, jeugdoverlast en vandalisme. Verder speelden de invoering van de natio‐ nale politie, de nieuwe gerechtelijke kaart en het toezicht op straat. Actieprogramma veiligheid Op basis van het actieprogramma Veiligheid 2010‐2014 zijn een jaarplan en zes gebiedsplannen gemaakt. Over de inhoudelijke voortgang rapporteren we twee keer per jaar (de eerste rapportage verscheen in november 2011).
Directe ingrepen De voor 2011 afgesproken besparing is gerealiseerd. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Impulsgelden Aan Veiligheid is voor 2011 een impulsbedrag toegekend van € 400.000 dat geheel ten goede gekomen is aan de uitvoering van het Actieprogramma (specifiek preventie woninginbraken en winkelovervallen). Tevens hebben we in 2011 gezocht naar een oplossing voor het wegvallen van de ‘Van Montfransmiddelen’. In de Programmabegroting 2012‐2015 is hiervoor structureel budget gevonden, waarmee nadere inzet van im‐ pulsgelden hiervoor niet meer nodig is.
Programmarekening 2011
pag.31
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Veiligere woon‐, werk‐ en leefomgeving
We hebben flink ingezet op het tegengaan van inbraken, met name via het Keurmerk Veilig Wonen (meer dan 400 aanvragen) en een Keur‐ merk Veilig Ondernemen. We hebben de invoering van Burgernet per 15 december en de vorming van het Toezichtbedrijf voorbereid. Aan het Raaltepad zijn we een pilot gestart met tijdelijk cameratoezicht.
Met als doel de straatroven (vooral smartphones) terug te dringen hebben we samen met de politie de scholen benaderd in het kader van preventie en voorlichting. Ook hebben we verder gewerkt aan het project “Cashless Almere”, hebben we onderzoek gedaan naar het verhogen van het aantal tijdelijke huisverboden en werd een evaluatie gehouden naar het cameratoezicht.
Er heeft een doorontwikkeling plaatsgevonden van het JIT (Jeugd Interventie Team). Het JIT richt zich nu geheel op de groepsaanpak en de individuele aanpak is verder in het Veiligheidshuis geborgd. Verder hebben we een nieuw preventiemodel ontwikkeld voor scholen. Ook hebben we een evaluatie gehouden naar de straatcoaches. Het con‐ tract met de straatcoaches is met een jaar verlengd en de aanbevelin‐ gen worden verwerkt in een plan van aanpak.
In juni zijn de resultaten gepresenteerd van ons onderzoek naar de aard en omvang van prostitutie in de stad, ‘Almere door een rode bril’. De aanbevelingen zijn meegenomen in de voorbereiding op een nieuw prostitutiebeleid. Verder heeft de minister van BZK besloten de rijksfi‐ nanciering voor het Antillianenbeleid 2010‐2013 al na 2012 te beëin‐ digen. De gevolgen hiervan worden in kaart gebracht. Ook heeft onze succesvolle hennepaanpak regionale opvolging gekregen.
Het regionaal beleidsplan‐ en crisisplan zijn vastgesteld. Verder stond ook 2011 in het teken van opleiding en het trainen en oefenen van de processen. Verder werken we samen met de hulpdiensten aan het veilig organiseren van evenementen in onze stad en werken we mee aan de komst van Operationeel Centrum Midden Nederland.
Door de invoering van een nieuw dienstrooster, met permanente bemanning, is het gebied dat binnen acht minuten te bereiken is aanzienlijk vergroot. Hiervoor zijn ongeveer 60 vrijwilligers geworven. Ook zijn de kazernes in Haven en Buiten verbouwd en zijn de voorbe‐ reidingen getroffen voor de nieuw te bouwen kazerne aan de Veluw‐ sekant in 2014.
Minder geweld
Minder jeugdoverlast en ‐criminaliteit
Bestuurlijke aanpak/overige aandachtsvelden Bestuurlijke aanpak Overige aandachtsvelden: – Terugdringen oververtegenwoordiging Antillianen in criminaliteit. – Terugdringen recidive 24 plussers
Betere preparatie op crises en rampen
Adequate brandweerzorg
pag. 32
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 2 gekost Tabel 3‐3
Bedragen x € 1 miljoen
Openbare orde en Veiligheid
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
19,8
0,4
‐19,4
19,4
0,6
‐18,7
0,7
0,9
0,6
‐0,3
1,3
1,3
0,0
0,3
20,7
0,9
‐19,7
20,7
1,9
‐18,7
1,0
voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐4
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor
afwijking
resultaat na
bestemming
reserves
bestemming 0,1
120
brandweer en rampenbestrijding
0,1
140
openbare orde en veiligheid
0,4
‐0,1
0,3
140
impulsgelden veiligheid
0,2
0,2
0,4
0,4
onderzoek reserves en voorzieningen
120 Brandweer en rampenbestrijding
0,7
0,3
1,0
0,1 V
In de programmarekening 2010 is een tekort verantwoord op massavaccinatie van € 0,2 miljoen. Ultimo 2010 liep de bezwaarprocedure bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport om een deel van de kosten van massavaccinatie alsnog vergoed te krijgen. Begin maart 2011 is dit bezwaar niet ontvankelijk verklaard. Vanwege de coördinerende rol van de GGD met betrekking tot massavaccinatie is bij de GGD een claim neergelegd ter hoogte van het tekort. Medio april heeft de GGD besloten € 0,1 miljoen te vergoeden aan gemeente Almere. 140 Openbare orde en Veiligheid
0,3 V
Subsidies (0,1 V) Door het niet nakomen van prestatieafspraken zijn voor 2010 verstrekte subsidies aan met name de GGD te‐ ruggevorderd. Doordat ook het reguliere subsidiebudget voor 2011 licht is onderschreden, is er sprake van een klein positief resultaat op dit product. Overige (0,2 V) Het voordeel ontstaat met name door minder uitgaven aan drukwerk brochures, stickers regelgeving, kosten bestuurshandhaving, bekendmakingen en hondenkaarten. 140 Impulsgelden Veiligheid
0,2 V
Doordat de voorbereidingen voor de maatregelen preventie woninginbraken en winkelovervallen meer tijd in beslag hebben genomen dan was voorzien, en doordat de gelden relatief laat beschikbaar zijn gesteld, is hier‐ van nog € 0,23 miljoen beschikbaar. Het beeld is dat met name de aanvragen ter preventie van woninginbraken gestaag doorlopen. Het voorstel is om de resterende middelen ad € 0,23 miljoen over te hevelen naar 2012 door middel van een voorstel voor resultaatbestemming, zodat de actie ‘preventie woninginbraken’ gecontinu‐ eerd kan worden.
Programmarekening 2011
pag.33
3.3 Beheer en Leefomgeving Terugblik op het jaar Nog altijd weten we Almere veilig, heel en schoon te houden. Hoewel dit zo langzamerhand een vanzelfspre‐ kendheid is, vergt dit jaarlijks een forse inspanning. Op het schoon houden van de stad hebben we succes ge‐ boekt met de plasticinzameling. Met de vorming van Almere Werkt! als uitvoeringsorganisatie combineren we het schoon houden van de stad met de zorg voor langdurig werklozen. Heel en veilig koppelen we aan leefbaar: we streven naar wijken waarin men graag verblijft. Leidend voor onze inspanningen daarvoor waren de integra‐ le wijkaanpakken en de gebiedsplannen. De gebiedsplannen zijn in 2011 aanzienlijk lichter en meer gericht ingestoken, met aandacht voor het verdelen van trekkerschap bij initiatieven: meer en meer zijn partners in de stad (mede)verantwoordelijk en trekker. Dit hebben we doorgetrokken naar de Agenda van de Stad. Deze heb‐ ben we, samen met de besturen van de partnerorganisaties in de stad, in december vastgesteld. De agenda beschrijft de vraagstukken waar we de komende periode (tot 2015) gezamenlijk aan werken. Ook zijn we ge‐ start met het expertisecentrum Participatie en Actief Burgerschap. Benut de kracht in de samenleving: actief burgerschap In 2011 hebben we in diverse wijken eerste ervaringen opgedaan met Wijkactieplannen. In de 5 pilotwijken zijn we op zoek gegaan naar de energie in de wijk om vervolgens bewoners in de lead te zetten om vast te stellen om welke acties de wijk vraagt. De eerste ervaringen laten een waaier zien van zowel vorm en inhoud. De bij‐ vangst van de genomen initiatieven (meer sociale cohesie, meer contacten binnen de wijk) is waardevol. Over de pilots 2011 is een beeldverslag beschikbaar. De stad is nooit af In 2011 lag het accent in de stad op de versterking van de leefbaarheid en vitaliteit van wijken. Zo is in Almere Stad in de laatste fase uitvoering integrale wijkaanpak Stedenwijk verbreed naar delen van het centrum, Staats‐ liedenwijk en Kruidenwijk (40+ gebied) en zijn de leefbaarheidsaanpakken in Danswijk, Tussen de Vaarten en Waterwijk. De aanpak in laatstgenoemde wijk is omgebogen naar een Wijk Actie Plan en aangevuld met een specifieke aanpak om de wijk seniorenproof te maken. Ter voorkoming van mogelijke negatieve effecten als gevolg van de groei van Almere, op de sociaal‐ economische situatie in de bestaande stad, wordt de ontwikkeling van de bestaande stad actief gemonitord. In maart 2011 hebben gemeente en ministerie afspraken gemaakt over het opzetten van een Early Warning Sys‐ tem. Hiermee wordt het mogelijk om vroegtijdig opkomende problematiek te signaleren en preventief actie te ondernemen in overleg en samenwerking met de partners van de stad. Wijkbudget In 2011 is het wijkbudget weer ingezet om kleinschalige maatregelen en initiatieven van bewoners, die zicht‐ baar bijdragen aan de uitstraling en sociale samenhang in de wijken te ondersteunen. De bijdragen vormen een belangrijk instrument bij het aantrekkelijk, vitaal en weerbaar maken en/of houden van de leefomgeving. Het wijkbudget draagt daarmee bij aan het programmadoel ‘vitale woonwijken’. Over de inzet van het wijkbudget volgt een separate evaluatie. Contactwethouderschap In 2011 zijn alle wethouders actief geweest in het bezoeken van hun stadsdeel, variërend van specifieke projec‐ ten of ontmoetingen met actieve bewoners(verenigingen). Op de themabijeenkomsten zijn bewoners in ge‐ sprek gegaan met de collegeleden door middel van het speeddaten. Vooral de themabijeenkomst Beheer – met aandacht voor zelfbeheer en eigen initiatieven – leverde drukbezochte avonden op.
Programmarekening 2011
pag.35
40+ leefbaarheidsaanpak Met inzet van specifiek rijksbudget voor oude wijken (40+ budget) werkt de gemeente samen met verschillen‐ de partners actief aan het vergroten van de leefbaarheid. In 2011 liepen in totaal zeventien projecten, zoals ondersteunen van ondernemers(netwerk), professionaliseren van Integraal Netwerk voor Multi probleemge‐ vallen, organiseren van culturele activiteiten in de wijken, bezoeken van langdurige minima en 70+ ers, inzetten van extra opbouwwerk en jongerenwerk. De andere actieve organisaties zijn onder andere de Schoor, de Kunstlinie, , de Kamer van Koophandel en de vrijwilligerscentrale. Vermeldenswaardig is de inzet van het Bewonersbudget Zelf Bedacht Zelf Gedaan. Dit gemeentelijk budget hebben we ook echt overgedragen aan een groep bewoners die dit op goede wijze beheert. Wijkambassadeurs helpen bij de aanvragen uit deze financieringsbron en zorgen voor extra bekendheid. Stadscentrum Voor het versterken van het economisch functioneren en het aantrekken van stedelijke voorzieningen in het Stadscentrum zijn diverse slagen gemaakt. Zo is er de komst van het Veiligheidsexpo, hebben we Windesheim mogen verwelkomen en wordt op dit moment het pand verbouwd waar Primark zich zal vestigen. In samenwerking met partners is er een Marketingconvenant ondertekend waarbij een gezamenlijke visie is ondertekend die de leidraad zal worden voor alle (marketing)plannen in de toekomst. Er is hard gewerkt aan de bereikbaarheid van het Stadscentrum door de verhoging van de busbaan en het aan‐ passen van de verkeerstromen op de Krakeling. Met de Stadsdialoog/ Weerwaterdialoog hebben inwoners en ondernemers kunnen aangeven wat voor hen de ideale omgeving is om te verblijven en recreëren. Deze input vormt de basis voor toekomstplannen. Openbare ruimte veiliger en aantrekkelijker In 2011 hebben we gewerkt aan vervangingsinvesteringen, maatschappelijke investeringen en groot onder‐ houd aan de wijken met als doel met als doel een belangrijke bijdrage te leveren aan een veilige, hele en scho‐ ne stad. De maatschappelijke investeringen worden voor een groot deel ingezet als een plus op het groot on‐ derhoud. Bewoners, maatschappelijke partners en ondernemers hebben daarin een belangrijke stem en bij‐ drage geleverd. Concreet ging het in 2011 om een bijdrage aan het groot onderhoud in De Wierden en in Ste‐ denwijk, en enkele kleine projecten in Almere Buiten.
Directe ingrepen De voor 2011 afgesproken besparing is ingeboekt. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
pag. 36
Programmarekening 2011
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Schoner, heler, veiliger Het beheer van de directe leefomgeving kent als credo 'schoner, heler en veiliger'. De kwaliteit van de leefomgeving gaat over stenen en over de interactie tussen mensen.
We zijn gestart met groot onderhoud in Waterwijk, De Wierden en Stedenwijk Noord. Door extra inzet in de afgelopen jaren op het gebied van Dage‐ lijks en Verzorgend Onderhoud hebben we in 2011 het aantal meldingen sterk terug kunnen dringen. In het kader van “Mijn afval maakt winst” kan iedere inwoner in 2011 zijn plastic dicht bij huis kwijt. Hierdoor wordt beduidend meer Almeers afval gerecycled en hergebruikt. Voor het schoon houden van de stad zijn o.a. opdrachten gegund aan Almere Werkt!, de organisatie voor inwoners met een af‐ stand tot de arbeidsmarkt. De opdrachten kennen een vaste component (basisniveau, zoals legen prullenbakken) en een flexi‐ bele component (gerichte inzet, met ruimte voor initiatieven Burgerparticipatie).
Voor de uitvoering van de uitvoeringsagenda zijn de middelen van het Fonds bestaande stad aangewend. Deze zullen separaat in de paragraaf kapitaalgoederen toegelicht worden. Onderzoek naar mogelijkheden voor uitbreiding van particulier opdrachtgeverschap naar de bestaande stad. Almere Centrum In 2011 is het centrum verrijkt met de uitbreiding van Windes‐ heim Flevoland in het nieuwe gebouw de Landdrost. Andere grootstedelijke voorzieningen zijn in voorbereiding en zullen vol‐ gend jaar in het centrum landen, zoals het VeiligheidsExpo aan het Schipperplein en Primark in de Stationsstraat. De sfeer en uitstraling van het openbaar gebied is verbeterd door plaatsing van bloembakken, de herinrichting van de Grote Markt en het Belfort en de oplevering van het Mandelapark. De voorbe‐ reidingen voor de overkapping zijn in volle gang. Het veiligheidsplan stationsgebied is opgesteld De eerste maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid zijn genomen. De busbaan is verhoogd en de ontsluiting van de Hos‐ pitaalgarage en de Krakeling zijn verbeterd. Marktinitiatieven voor omkleuring van onrendabele kantoorruim‐ tes naar studentenhuis vesting zijn ondersteund en gefaciliteerd. In overleg met corporaties en hogescholen is de voorraad aan studentenhuisvesting uitgebreid. Het marketingconvenant is ondertekend en de gezamenlijke marketingvisie is in voorbereiding. Voor de herziening van het bestemmingsplan is een startdocu‐ ment gemaakt waarin ook ondernemers hun input hebben kun‐ nen geven. Bewoners en ondernemers hebben tijdens de Stadsdialoog hun ideeën kenbaar gemaakt voor de doorontwikkeling van de zone rond het Weerwater
De stad is nooit af De stad is nooit af. De stadsdelen moeten zich op evenwichtige wijze kunnen doorontwikkelen. Kansen benutten, stimuleren van de onderne‐ merszin, versterken van kracht van wijken, bur‐ gerschap, alsmede transformatie en herontwikke‐ ling vormen de centrale thema's. Tevens wordt in de programmaplannen voor de verschillende gebieden nadrukkelijk aandacht gegeven aan de verbindingen en relaties tussen deze gebieden, zodat de eenheid van de stad nog meer wordt versterkt. Opstellen van integrale meerjaren‐ gebiedsprogramma’s Het actualiseren van de gebiedsprogramma’s Het jaarlijks opstellen van uitvoeringsplannen op basis van gebiedsprogramma’s Met maatschappelijke partners worden geza‐ menlijke inspanningen en investeringen ge‐ formaliseerd in contracten, samenwerkingsaf‐ spraken, convenanten etc.
Programmarekening 2011
pag.37
Programmadoelen Stad en stadscentrum: 1) Een Populair en bruisend stadscentrum. 2) Vergroten stedelijke dynamiek 3) Verbeteren leefbaarheid aandachtswijken 4) Versterken vitaliteit woonwijken en bedrij‐ venterreinen 5) Benutten potentie groen en blauw
Almere Stad Integrale wijkaanpak (IWA) Stedenwijk Voortzetting IWA met coöperaties en partners met focus op ontwikkelen en meedoen. Leefbaarheidsaanpakken Danswijk: focus op Danswijk ontmoetingspunt; buurthuis met activiteiten door en voor bewoners Staatsliedenwijk: extra inzet jongeren en armoedehotspots en opening buurthuis “ ’t startblock” 40+ wijken: inzet op 17 projecten waarbij de focus ligt op jonge‐ ren met als thema meedoen en ontwikkelen, w.o. extra bewo‐ nersbudget “zelf bedacht, zelf gedaan” Vitale woonwijken Waterwijk “seniorproof”. Stedelijke dynamiek Doorontwikkeling FBK‐park als stedelijk sportpark Wijkactieplannen Op basis van gesprekken met bewoners en partners zijn WAPs in ontwikkeling voor waterwijk, Muziekwijk‐Zuid, Noorderplassen‐ West en Centrum.
Almere Buiten Centrum Buiten Het Centrumplan is volop in uitvoering en samen met partners wordt gewerkt aan gastvrijheid centrum, bereikbaarheid en veilig‐ heid. Voor het kunstengebouw, Extravert werd eerste paal geslagen, voor Veilig Ondernemen werd 2e certificering bereikt. Integrale wijkaanpak (IWA) Bouwmeesterbuurt: Opzetten leerwerkbedrijf in samenwerking met ROC Uitbreiding naschoolse activiteiten brede school Start nieuwbouw Van Eesterenplein Ondersteuning bewonersinitiatieven via ‘Doen’ Leefbaarheidsaanpak Molenbuurt: Uitvoering groot onderhoud parkstrook en ontwikkeling tot ontmoetingsplek Bij armoedebestrijding: budgetteringsprojecten Culturele zondagen met workshops Wijkactieplannen (WAP) In de Eilanderbuurt is een WAP uitgevoerd waarbij bewoners zich niet alleen verantwoordelijk voelen maar ook zaken oppakken om te veranderen Indische Buurt (3kns) Verschillende koopovereenkomsten gesloten (Hindoetempel, be‐ schermd wonen) en verschillende projecten opgeleverd (Montessori Lyceum); organisaties worden deel van het Buiten netwerk.
Programmadoelen Buiten: 1) Ontwikkel de eigen identiteit en het imago van Almere Buiten 2) Versterken van de eigen kracht van de buur‐ ten en het stadsdeel 3) Benutten specifieke blauw‐groene kansen 4) Ontwikkel kansrijke zones en binnenstedelij‐ ke locaties 5) Versterk de bereikbaarheid en mobiliteit
pag. 38
Programmarekening 2011
Programmadoelen Haven: 1) Benutten kansen water 2) Op peil hoeden commerciële en maatschap‐ pelijke ontwikkelingen 3) Verbeteren leefbaarheid aandachtswijken 4) Versterken concurrentiekracht werk‐ en woonmilieu
Almere Haven Stadsdeelcentrum Haven Uitvoeringsagenda is opgesteld en in 2011 is begonnen met de uitvoering. Herontwikkeling van de Hulk, verbetering bewegwijze‐ ring naar en in stadsdeelcentrum. In 2012 herontwikkeling Corrosia, toevoeging discounter en herinrichting parkeerhoven Integrale wijkaanpak (IWA) De Wierden: Projecten opgestart : kansen voor kinderen, participatie, econo‐ mische zelfstandigheid en De Wierden; een gewilde wijk. Opstellen Stijlboek van De Wierden, input voor herziening be‐ stemmingsplan Leefbaarheidsaanpak De Werven, De Hoven en centrumrand Voortzetting leefbaarheidsaanpak In 2011 is het wijkactieplan De Hoven opgesteld In 2012 zal gestart worden met het wijkactieplan De Werven. Wijkactieplannen (WAP) In de Hoven en De Gouwen zijn wijkactieplannen ingezet. In 2012 zullen WAP gestart worden in De Werven en De Meenten.
Opening fietsbruggen over de Buitenring , voor nog toegankelij‐ ker Oostvaardersplassen. Bereikbaarheid Natuurbelevingcentrum verbeterd door bewegwijzering op ANWB‐borden. Samen met kinderen ontwerp Speeleiland voor de Meridiaan ontworpen. Het bestemmingsplan Meridiaan is herzien. Het gebruik van het haventje aan het Schippersplein is nadrukke‐ lijk betrokken bij de komst van de Veiligheidsexpo. Verbeteren sanitaire voorzieningen Havenkom Almere Haven Stimuleren waterrecreatie door opknappen Hengelokade (Ste‐ denwijk), tijdelijke steiger Stadswetering, aanlegpunten Esplana‐ de en plaatsen picknickplekken in Haven. Verder was er de stads‐ dialoog over de ontwikkeling van Centraal Almere, waarbij recre‐ atie op en rond het Weerwater cruciaal is.
Water en groen Binnen het thema 'stenen en mensen' wordt gekozen voor het sterker inzetten op water en groen ten behoeve van woonmilieus, stedelijkheid en recreatief gebruik. Dit betekent dat keuzes worden gemaakt in investeringen ten behoeve van bijvoorbeeld beheer en omvang van water en groen. Hierbij wordt ook gekeken naar de 'men‐ senwensen'. Zo wordt water en groen hoogwaar‐ diger en attractiever voor bewoners en bezoekers, terwijl de bestaande ecologische en waterfuncties worden behouden en versterkt.
Programmarekening 2011
pag.39
Wat heeft programma 3 gekost Tabel 3‐5
Bedragen x € 1 miljoen
Beheer en leefomgeving
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
129,7
74,8
‐55,0
128,4
73,6
‐54,8
0,1
7,4
14,1
6,7
8,5
16,1
7,7
0,9
137,1
88,9
‐48,2
136,9
89,7
‐47,2
1,1
mutatie reserves na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐6
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
002
bestuursondersteuning
0,3
‐0,1
0,2
210
straten, wegen en pleinen
0,4
‐0,2
0,2
211
verkeersmaatregelen
0,2
0,2
212
openbaar vervoer
0,3
‐0,3
0,0
214
parkeren
‐0,5
‐0,4
‐0,9
215
baten parkeerbelasting
‐0,2
‐0,2
221
binnenhavens en waterwegen
0,2
‐0,1
0,1
0,4
0,4
722/726 riolering en waterzuivering
0,2
‐0,2
0,0
723
0,1
0,1
721/725 afval Milieubeheer
822/823 Wabo vergunningen
‐0,9
‐0,9
onderzoek reserves en voorzieningen
‐0,3
2,2
1,9
0,2
0,9
1,1
De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 002 Vastgoed en huisvesting
0,2 V
In 2011 heeft een extra schoonmaakronden plaatsgevonden voor het verwijderen van graffiti, met een bijdrage uit de van Montfrans middelen. Achteraf konden we de schoonmaakkosten volledig verhalen op de eigenaren (€ 0,1 voordeel). Daarnaast is er een voordeel door het niet invullen van een vacature. 210 Straten, wegen en pleinen
0,4 V
De gladheidbestrijding is € 0,4 miljoen voordeliger, omdat er 19 strooiacties minder zijn geweest in 2011. Daarnaast is het project Wet informatie‐uitwisseling ondergrondse netten (WION) € 0,1 miljoen voordeliger. Vorig jaar is een inschatting gemaakt voor afrondende werkzaamheden; via resultaatbestemming was hier geld voor gereserveerd. Het grootste deel van dit bedrag bleek niet nodig te zijn. Er is een nadeel van € 0,1 miljoen in verband met juridische kosten voor begeleiding van de verkoop van E‐net stations in het stadscentrum aan de NUON. Verder zijn er relatief kleine nadelen (schoon woongebied en stadshart; vernielingen; tuinvergrotingen en Almere werkt) en voordelen (vergunningen aan kabelexploitanten).
pag. 40
Programmarekening 2011
211 Verkeersmaatregelen
0,2 V
Diverse elektrische installaties ten behoeve van het regelen van het verkeer zijn later opgeleverd dan gepland. Dit heeft ertoe geleid dat de onderhoudstermijnen met de daarbij behorende kosten eveneens naar achteren geschoven zijn. Hierdoor ontstaat een incidenteel voordeel van € 0,1 miljoen op het onderhoud. Binnen Almere is in 2010/2011 het Dynamisch Reisinformatie Systeem (DRIS) bij de bushaltes geïnstalleerd. Hierop kunnen reizigers actuele reisinformatie, zoals mogelijke vertragingen e.d., aflezen. Hiervoor is een niet begrote bijdrage ontvangen van € 0,1 miljoen (zie tevens onderstaand product 212 openbaar vervoer). 212 Openbaar vervoer
0
In 2010 is er vanuit het MIPA (Meerjaren Infrastructuur Programma Almere) € 0,18 miljoen cofinanciering ter beschikking gesteld voor het DRIS (zie ook bovenstaand product 211 verkeersmaatregelen). Omdat er in 2011 vanuit de stichting BonRoute (doel is het verbeteren van de bereikbaarheid van de Noordelijke Randstad) een aanvullende subsidiebijdrage is vastgesteld was deze cofinanciering niet meer benodigd. Daarnaast heeft zich een voordeel van € 0,13 miljoen voorgedaan in de uitvoering van de voorbereiding en toezicht bij het aanleggen van het digitaal reisinformatie systeem. Het behaalde voordeel van € 0,3 miljoen is teruggestort in de reserve MIPA. 214/215 Parkeren
1,1 N
De parkeerexploitatie is € 1,1 miljoen nadelig en wordt ten laste van het resultaat gebracht. De egalisatiereser‐ ve is reeds volledig ingezet bij de begroting 2012 om het tekort van 2012 af te dekken. De belangrijkste nadelen bestaan uit: € 0,4 lagere opbrengsten van de parkeergarages. Zowel het aantal parkeerders in garages als de verkochte parkeertijd is afgenomen t.o.v. 2010. Ook het aantal abonnementhouders is afgenomen. € 0,3 miljoen nadeel door een afkoopsom voor het niet bouwen van blok 17 in Almere Buiten. In 2006 was met de projectontwikkelaar al een afspraak gemaakt om deze parkeergarage te bouwen. De projectontwik‐ kelaar had hiervoor inmiddels kosten gemaakt en ook de potentiële ontwikkelwinst zou niet kunnen wor‐ den gerealiseerd. Met de projectontwikkelaar is in dit verband een afkoopsom overeengekomen. € 0,2 miljoen lagere opbrengsten op het straatparkeren en de naheffingen. € 0,2 miljoen nadeel op de te betalen bedragen voor OZB en verzekeringspremies. € 0,1 miljoen nadeel voor dagelijks onderhoud (meer inhuur ) en schoonmaak (extra schoonmaak in Bui‐ ten). Ondanks de inhaalslag die in de laatste maanden van 2011 heeft plaats gevonden, is het niet gelukt het geplan‐ de onderhoud voor 2011 uit te voeren. De onderuitputting (€ 0,4 miljoen) wordt gereserveerd, zodat het on‐ derhoud in 2012 alsnog kan worden uitgevoerd. Voorts hebben we een niet begroot bedrag van € 0,2 miljoen ontvangen voor de schades aan de garages. De parkeerexploitatie staat, ondanks alle tot nu toe genomen maatregelen, onder grote druk. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de realisatie, en de prognose voor 2012 en 2013: Tabel 3‐7
Bedragen x € 1 miljoen
werkelijk
begroting
2010
2011
2012
2013
baten
8,6
9,3
13,2
14,2
lasten
12,1
13,0
15,7
16,1
3,5
2,6
‐
‐
egalisatiereserve (per saldo baten) saldo
0
‐1,1
‐2,5
‐1,9
Programmarekening 2011
pag.41
De geraamde opbrengsten stijgen ten opzichte van 2011 met bijna € 4 miljoen vooral als gevolg van de start van Almere Buiten. De kosten stijgen, eveneens als gevolg van de start van Almere Buiten, met bijna € 3 mil‐ joen. Gelet op de werkelijke opbrengsten van 2011, moet rekening worden gehouden met tegenvallende op‐ brengsten in 2012. Bij de voorjaarsnota zal worden beoordeeld of aanvullende maatregelen nodig zijn. 221 Binnenhavens en waterwegen
0,1 V
Het voordeel is ontstaan doordat we minder inspecties hebben uitgevoerd. We hebben in plaats hiervan werk‐ zaamheden verricht voor het waterschap. Deze werkzaamheden zijn door het waterschap vergoed. 721/725 Afval
0,4 V
Het resultaat op het huishoudelijk afval is € 0,3 miljoen voordeliger door een beter scheidingsgedrag. Dit leidt tot lagere verwerkingskosten van restafval en hogere opbrengsten van grondstoffen uit het afval. Daarnaast is er een incidenteel voordeel van € 0,1 miljoen veroorzaakt door opgelegde heffingen over voor‐ gaande jaren (2005 – 2010). 822/823 Wabo vergunningen
0,9 N
In de programmabegroting 2012‐2015 is gewezen op de teruglopende (bouw) leges. De begrote opbrengst voor 2011 is toen bijgesteld naar € 4,7 miljoen. Sindsdien zijn de opbrengsten verder teruggelopen. Aan het einde van het jaar zijn nog enkele grote plannen ingediend en gefactureerd. Conform de al jaren gehanteerde systematiek hebben we van de totale inkomsten van € 4,1 miljoen een bedrag gereserveerd, ter dekking van de kosten die gemaakt worden tijdens de bouwperiode bij grote projecten (toezicht en constructie). De in de re‐ kening opgenomen inkomsten ad € 3,6 miljoen betreffen dus de inkomsten na verrekening met de reserverin‐ gen en vrijval naar en van de balanspost voor grote projecten. Het nadeel op de inkomsten bedraagt derhalve € 1,1 miljoen. Verder is er een nadeel ontstaan van € 0,1 miljoen door digitalisering van het vergunningenproces. Tegenover deze nadelen is er een voordeel op de personele kosten van € 0,2 miljoen. Onderstaande tabel geeft een historisch beeld van de ontwikkeling van de bouwleges, alsmede een vooruitblik voor de jaren 2012 en 2013. Tabel 3‐8
Bedragen x € 1.000
werkelijk
begroting
2008
2009
2010
2011
2011
2012
2013
bouwleges
9.600
7.300
4.000
3.600
4.700
5.500
5.950
kosten
9.100
8.900
8.400
7.600
7.700
7.700
6.500
‐1.600
‐4.400
‐4.000
‐3.000
‐2.200
effect perspectief
500
‐550
Uit de tabel blijkt dat we voor 2012 rekening houden met een stijging van de bouwleges ten opzichte van de werkelijkheid van 2011 met bijna € 2 miljoen. De uitgaven stabiliseren zich. In 2013 wordt nog een nadere bezuiniging op de organisatiekosten doorgevoerd. Bij de voorjaarsnota zullen we opnieuw bekijken of de opbrengstraming 2012 en latere jaren realistisch is en of aanvullende maatregelen nodig zijn ter reductie van de kosten.
pag. 42
Programmarekening 2011
3.4 Cultuur Terugblik op het jaar In 2011 hebben wij de cultuurnota grotendeels kunnen uitvoeren. Belangrijke stappen zijn genomen op het gebied van laagdrempelig cultuuraanbod in de wijken. Er is voortgang geboekt met de realisatie van Kunstge‐ bouw Almere Buiten (nu ‘Extravert’) en een satelliet van de bibliotheek daarin. We zoeken nog naar andere culturele huurders voor dit gebouw. Partners in de stad hebben plannen ontwikkeld voor een culturele invul‐ ling van gebouw Corrosia, waarin meerdere culturele organisaties onderdak zullen vinden, waaronder de bibli‐ otheek. Ten slotte hebben wij gewerkt aan de kanteling van de cultuureducatie in deze stad. Uitgangspunt is ook hier dat deze in de wijken (scholen) moet plaatsvinden. Alleen het zorgen voor een breed cultureel aanbod op de Esplanade en het versterken van de podiumkunsten zijn vanwege gebrek aan dekking niet uitgevoerd Rondom archeologie hebben verschillende publieksactiviteiten plaatsgevonden, zoals de Archeologiedag op De Kemphaan, de Koggedag en de Zuiderzeedag in Almere Poort. De reizende exposities zijn wederom op verschil‐ lende locaties ingezet. Verder zijn er archeologielessen gegeven op een aantal Almeerse scholen voor basis‐ en voortgezet onderwijs, en cultureel erfgoed lessen aan nieuwe Almeerders. Tezamen met de Plusbibliotheek is een drukbezochte excursie naar Schokland en Omgeving georganiseerd, als onderdeel van de volwassenenedu‐ catie archeologie/cultureel erfgoed. De samenwerking met Stadsarchief en de Nieuwe Bibliotheek en Plusbi‐ bliotheek is verder versterkt en uitgebouwd. Het Stadsarchief heeft met de verwerving van de grote en waardevolle archieven van de persfotografen Bob Friedländer en Jos Jongerius het fotoalbum van de stad kunnen aanvullen. Om deze en andere archieven ook in de toekomst veilig elektronisch te kunnen bewaren is een onderzoek e‐depot uitgevoerd. De schoolkinderen van Almere hebben meer over de stad kunnen leren door de les Almere en het Water. Voor het Almere gevoel is een les ontwikkeld over Ik en Almere en in een fotografieles worden middelbare school kinderen opgeroepen mee te helpen aan het fotoalbum van de stad. Op basis van de motie Linhard (d.d. 1 december 2009) en het cultuurconvenant (d.d. 8 april 2009) stelt de ge‐ meente Almere met partners een visie voor cultuurvoorzieningen op. Deze visie is erop gericht dat Almere haar positie als grote stad in het nationaal cultuur bestel zo snel mogelijk kan innemen. Op basis van deze visie ma‐ ken Almere, de provincie Flevoland en het ministerie van OCW afspraken over de realisatie. In 2011 hebben bijeenkomsten plaats gevonden met ongebonden creatieve ondernemers in de stad (het crea‐ tieve MKB) en directies van een groot aantal maatschappelijke organisaties. Op grond van deze inbreng zijn de hoofdlijnen van de visie opgesteld. Begin 2012 is de conceptvisie gereed en wordt deze met diverse gremia besproken. Vervolgens wordt met de partners besproken hoe de visie uitvoering krijgt in concrete maatregelen en afspraken (het uitvoeringsplan).
Directe ingrepen Zoals aangegeven in de begroting zijn in 2011 geen directe ingrepen in het culturele domein gepleegd.
Programmarekening 2011
pag.43
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Vrijetijdsvoorzieningen en ‐activiteiten Ten behoeve van een sociale en krachtige samen‐ leving het aanbod van vrijetijdsvoorzieningen en ‐activiteiten beter afstemmen op de vraag.
Er is een filmhuisfunctie gerealiseerd in Haven (Corrosia) en in Stad (de nieuwe bibliotheek). Ook hebben we de eerste stappen gezet in het realiseren van laagdrempelig aanbod van cultuur in de wij‐ ken.
Regionale vrijetijdsvoorzieningen en ‐activiteiten Ten behoeve van een sociale en krachtige samen‐ leving een sterkere regionale functie van de vrije‐ tijdsvoorzieningen in Almere. Het beste uit twee werelden: het stedelijke enerzijds (uitgaan en winkelen) en de kwalitatieve suburbane ruimte anderzijds (wandelen en watersport).
Het landelijk veiligheidsmuseum heeft in 2011 besloten zich, onder de titel Veiligheidsexpo te vestigen in Almere. Ook is gewerkt aan een visie op cultuur in relatie tot het IAK. Met de creatieve en culturele sector, provincie en Rijk zijn meerdere gesprekken ge‐ voerd, die leiden tot een conceptvisie. Als onderdeel daarvan is gesproken over een specifieke museale invulling en een landelijk orkest. Beide hebben helaas niet tot resultaten geleid.
Meer Almeerders doen mee: vrijetijdsbesteding in eigen stad Meer Almeerders nemen deel aan vrijetijdsactivi‐ teiten in eigen stad
In 2011 is wederom een cultuurparticipatieonderzoek uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de Almeerders actieve cultuurliefhebbers zijn, en dat de cultuurparticipatie sinds 2008 gemiddeld met 10% is geste‐ gen. Dit gebeurt echter in toenemende mate buiten de eigen stad omdat men in Almere niet het aanbod vindt wat men zoekt. Dit gegeven nemen we mee in de visie op cultuur in het kader van het IAK en onze gesprekken met het Rijk daarover.
Beeldende kunst in de openbare ruimte Meer kwaliteit van de leefomgeving door beel‐ dende kunst. Beeldende kunst draagt bij aan de kwaliteit van de openbare ruimte, maar ook aan de kwaliteit van de samenleving
Wij hebben de opdracht verleend voor een kunstwerk aan de Wandellaan, op basis van een schenking van de provincie. In het voortraject heeft de bevolking kunnen kiezen welke kunstenaar de opdracht kreeg. De Almeerse kunstenaar Siemen Bolhuis is nu aan het werk en neemt daarbij de Stadskogge van Almere als inspira‐ tiebron.
pag. 44
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 4 gekost Tabel 3‐9
Bedragen x € 1 miljoen
Cultuur
begroting
voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
31,8
4,7
‐27,0
31,5
3,8
‐27,7
‐0,7
0,0
9,8
9,8
0,0
9,9
9,9
0,1
31,8
14,5
‐17,2
31,5
13,6
‐17,8
‐0,6
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐10
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving 510/540 leegstand
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
‐0,6
‐0,6
0,1
0,1
‐0,2
‐0,2
0,1
0,1
540
kunst
541
oudheidkunde / musea
onderzoek reserves en voorzieningen
‐0,7
0,1
‐0,6
‐0,7
0,1
‐0,6
De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 510/540 Leegstand
0,6 N
Als gevolg van leegstand van de Voetnoot, de strategische ruimte van de nieuwe Bibliotheek en de popzaal hebben wij € 0,7 miljoen minder huurbaten ontvangen. Verder hebben wij € 0,1 miljoen minder besteed aan curatief onderhoud, doordat er veel minder meldingen hebben plaats gevonden dan was voorzien. In de paragraaf weerstandsvermogen (saldireserve) is rekening gehouden met dit leegstandsrisico. 540 Kunst
0,1 V
Cultuurbeleid (0,1 V) Bij de Najaarsnota 2011‐2014 is besloten voor de jaren 2011 en 2012 een budget van € 0,15 miljoen per jaar beschikbaar te stellen voor maatregelen uit de Cultuurnota. Doordat de activiteiten niet gelijkmatig over beide jaren plaatsvinden is het budget 2011 met € 0,1 miljoen onderschreden. Zo vindt de architectuurbiënnale begin 2012 plaats. Voor de uitvoering van de activiteiten in 2012 leggen wij een voorstel tot resultaatbestemming aan u voor. Verder zijn er diverse kleinere niet nader toegelichte voordelen. 541 Digitalisering archeologie/andere oudheidkundige projecten
0,2 N
Projecten archeologie (0,1 V) In 2011 is € 0,14 miljoen beschikbaar gesteld voor het digitaal toegankelijk maken van archeologische informa‐ tie en materiaal. Door een organisatiewijziging is het project in 2011 nagenoeg stil komen te liggen. Bij resul‐ taatbestemming stellen we voor de middelen ad € 0,12 miljoen te reserveren, zodat het project in 2012 alsnog kan worden voltooid.
Programmarekening 2011
pag.45
Het project “Monitoring Poort de Green” is een onderzoek wat uitsluitsel moet bieden over de vraag hoe ar‐ cheologische bodemschatten het beste kunnen worden bewaard. Het project is vertraagd. Hetzelfde geldt voor het educatieve Zuiderzeeproject. Bij resultaatbestemming stellen we voor om de beschikbare middelen (€ 34.000) te reserveren. Archeologie (0,2 N) Voor het wegwerken van achterstanden in het informatiebeheer en een onderzoek naar archeologiebesparend bouwen is in 2010 incidenteel € 0,25 miljoen beschikbaar gesteld. Van dit budget resteerde ultimo 2010 nog € 0,2 miljoen. Dit bedrag is ten onrechte vrijgevallen in het resultaat 2010. Omdat het echter een wettelijke taak betrof is het project in 2011 alsnog afgerond. Dit leidt tot een nadeel. Afwikkeling oude jaren (0,1 N) Verder leidt de afwikkeling van balansposten uit oude jaren nog tot een nadeel van afgerond € 0,1 miljoen.
pag. 46
Programmarekening 2011
3.5 Jeugd Terugblik op het jaar Het programma Jeugd zet in op een aantal speerpunten, waarvan de uitwerking en uitvoering terug te vinden is in meerdere programma’s in de gemeentebegroting, te weten Onderwijs (3.6), Sport (3.7), Cultuur (3.4), Parti‐ cipatie, zorg en inkomen (3.8), Openbare orde en veiligheid (3.2) en Beheer en leefomgeving (3.3. inzet van de wijkbudgetten). Dit is het integraal jeugdbeleid. De inzet op onderdelen van deze programma’s versterken beschermende factoren bij het opgroeien van kinderen en verminderen risicogedrag van jongeren en volwas‐ senen. De keten‐ en netwerksamenwerking onder regie van de gemeente heeft in 2011 geresulteerd in een aanscher‐ ping van de speerpunten jeugdbeleid. Het gaat daarbij om het bieden van een doorlopende leer‐ en ontwikkel‐ lijn, waarmee uitval en criminaliteit wordt voorkomen. We zorgen ervoor dat alle kinderen klaar zijn voor school, dat de scholen klaar zijn voor de kinderen, dat de overgangen binnen de onderwijskolom goed zijn, dat geen kind of jongeren zomaar thuis zit en dat er waar nodig passende hulp is. Centraal hierin staat de ontwikkeling van integrale kindcentra. In deze kindcentra werken onderwijs en opvang echt samen zodat kinderen alle kans krijgen zich te ontwikkelen. Door vroegtijdig in kinderen te investeren wordt voorkomen dat er later meer zorginspanningen nodig zijn om problemen op te lossen. Met deze aanpak sluiten we aan bij het transitieprogramma waarin een integrale benadering van de mens en dus ook het kind centraal staat. Slimme verbindingen De kerngroep jeugd is in 2011 uitgebreid met de kinderopvang, bureau jeugdzorg en een afgevaardigde vanuit de jeugdzorgaanbieders. Ook in de adviesgroep jeugd en werkgroep OKé‐punt zijn op deze wijze uitgebreid. Hiermee kan nog beter de verbinding gelegd worden tussen lokaal jeugdbeleid en geïndiceerde zorg, en kan voorkomen worden dat kinderen in een kwetsbare positie terecht komen. Met deze uitbreiding hebben we geanticipeerd op de komende transitie (decentralisatie) jeugdzorg. Eind 2011 is gestart met de ontwikkeling van het concept Alert4you, een interessante methodiek om de kennis van pedagogische medewerkers van kinderdagverblijven en peuterspeelzaal te vergroten met behulp van de expertise van jeugdzorg Focus op talent en Regie en samenwerking Vanuit de focus op talent is geïnvesteerd aan de voorkant; talentontwikkeling, vroegsignalering en effectieve hulp wordt zichtbaar in nieuwe programma’s als Samen starten en het Zorg Advies Team (ZAT) 0‐4 jaar. Dit is een overleg, waarbij in een zeer vroeg stadium vragen van ouders en zorgen om kinderen besproken worden en de juiste ondersteuning geboden wordt vanuit een nauwe samenwerking tussen de ketenpartners.
Directe ingrepen De voor 2011 afgesproken besparing is gerealiseerd. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Programmarekening 2011
pag.47
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Er groeien meer kinderen zonder al te grote pro‐ blemen op. Geleidelijk vergroten we deze groep richting 90% van alle jongeren.
De stuurgeroep, kerngroep en adviesgroep zijn uitgebreid en zor‐ gen voor brede afstemming en regie. Op verschillende niveaus stemmen we alle activiteiten die met jeugd te maken hebben op elkaar af, er is een verbinding gelegd tussen lokaal jeugdbeleid en geïndiceerde jeugdzorg. Wij zijn gestart met de uitwerking van een doorlopende ontwikkelingslijn voor kinderen vanaf 0 jaar en de speerpunten jeugdbeleid zijn vanuit de netwerksamenwerking aangescherpt. Er is geïnvesteerd in preventieve programma's voor jonge kinderen"
Wat heeft programma 5 gekost Tabel 3‐11
Bedragen x € 1 miljoen
Jeugd
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
7,1
1,0
‐6,1
7,1
1,2
‐6,0
0,1
mutatie reserves
0,0
0,5
0,5
0,0
0,5
0,5
0,0
7,1
1,6
‐5,5
7,1
1,7
‐5,4
0,1
na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐12
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving 650
kinderopvang
650 Kinderopvang
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
0,1
0,1
0,1
0,1
0, 1V
Er is een licht voordeel ontstaan op de budgetten voor kinderopvang. Middels een voorstel resultaatbestem‐ ming wordt voorgesteld de middelen beschikbaar te houden voor 2012 voor inspectie van locaties waar kinde‐ ren worden opgevangen.
pag. 48
Programmarekening 2011
3.6 Onderwijs Terugblik op het jaar De gemeente heeft zich intensief ingezet voor de snelle verbetering van de onderwijskwaliteit. In samenwer‐ king met de Almeerse schoolbesturen is de Impuls onderwijs ingevuld en is met de uitvoering begonnen. Ge‐ meente en schoolbesturen werken effectief samen; de diverse projecten werpen hun vruchten af, nieuwe zijn opgezet. Inzet op kwaliteitsverbetering In Almere is er sprake van achterblijvende onderwijsresultaten in het (primair en voortgezet) onderwijs. Inzet is om de kwaliteit binnen vijf jaar tenminste op het landelijk gemiddelde te brengen. Hierbij wordt bezien hoe gedurende de groei de onderwijskwaliteit op aanvaardbaar niveau wordt gehouden. Een onderzoek naar de achterblijvende onderwijsresultaten in Almere is in 2011 van start gegaan. De achter‐ blijvende onderwijsresultaten worden vanuit verschillende invalshoeken onderzocht en verklaard. De resulta‐ ten van het onderzoek moeten begin 2012 aanbevelingen opleveren, met het oog op de toekomstige groei van de stad, zodat voorkomen kan worden dat een dergelijke situatie opnieuw ontstaat bij een volgende versnelde groei van Almere. Mede om deze reden is de reeds bestaande LEA inzet met de Impuls Onderwijs uitgebreid naar de LEA plus. Op alle onderdelen van de LEA en de onderwijs Impuls is resultaat geboekt. De kwaliteitsaanpak van de basisscho‐ len had prioriteit en heeft geleid tot een daling van het aantal (zeer) zwakke scholen van 32 tot 18 (ultimo 2011). Met een groot aantal scholen is een proef voor verlengde schooldagen opgezet. De zomerschool VMBO‐ MBO is nog niet in 2011 gerealiseerd (wordt 2012). In 2011 is de komst van de Weekend Academie naar Alme‐ re verkend. Deze zal in 2012 van start gaan. In nauwe samenwerking met de Pabo en de schoolbesturen is in de tweede helft van 2011 geïnvesteerd in de onderwijsinfrastructuur vanuit de actielijn Goed Onderwijspersoneel: De betrokkenheid bij de school wordt versterkt met o.a. de leesimpuls en het project Educatief Partnerschap. Als onderdeel van de actielijn ‘de feiten op tafel’ is de tweede ‘lokale staat van het onderwijs’ gepubliceerd. Door de schoolbesturen is, aanvullend op Vensters voor Verantwoording in het VO, een eerste versie van Ven‐ ster voor verantwoording voor het basisonderwijs ontwikkeld. Deze website maakt voor ouders de kwaliteit van alle basisscholen inzichtelijk. In 2012 wordt de website operationeel. Voortijdig schoolverlaten en leerplicht In 2011 heeft de Taskforce Voortijdig Schoolverlaten Almere haar activiteiten afgerond en haar eindverslag met aanbevelingen gepresenteerd. De activiteiten van de Taskforce hebben in de laatste jaren stevig bijgedragen aan de daling van het aantal voortijdig schoolverlaters, 8,2% per begin 2011 (ruim beneden de vastgestelde maximale norm van 10%). Zorgelijk is dat het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters per schooljaar in Flevo‐ land nog steeds hoger ligt dan elders in ons land. Met de minister van OCW zijn afspraken gemaakt om dit, gezamenlijk met de overige partners in Flevoland, nog intensiever aan te pakken. De werkstructuur binnen de regio is daarom aangepast van een ambtelijke overlegstructuur naar een sturingsmodel, waarbij de sturing door de gezamenlijke portefeuillehouders in Flevoland is geborgd. Leerplicht Door een nieuwe aanpak, en bespreking van concrete casussen tussen verschillende betrokkenen, weten we inmiddels 80% van de groep 18‐21 jaar die van school blijft te bereiken, waar dit eerder 40% was. Vervolgme‐ tingen moeten uitwijzen hoeveel van deze jongeren terug keren naar school. Er is een nieuwe werkprocedure voor absoluut verzuim ingevoerd, waarmee we sneller kunnen achterhalen waar leerplichtigen zonder schoolinschrijving zich bevinden. We gaan vaker en sneller op huisbezoek. In 2011 is de samenwerking met het Openbaar Ministerie geïntensiveerd. Er is een periodiek overleg tussen leerplicht‐ ambtenaren en parketsecretaris op het veiligheidshuis gestart waar in casuïstiek in een vroeg stadium geza‐ menlijke beslissingen kunnen worden genomen over handhaving of verwijzing naar vrijwillige hulpverlening. Programmarekening 2011
pag.49
Leerlingenvervoer Na vaststelling van de nieuwe verordening Leerlingenvervoer en een intensieve voorbereiding is m.i.v. het schooljaar 2011‐2012 begonnen met de gewijzigde beoordeling‐ en toewijzingsregels voor het leerlingenver‐ voer. Meer maatwerk op basis van de mogelijkheden van het individu en verhoging van de drempel voor leer‐ lingenvervoer naar 6 km betekenden een verzwaring van de beoordeling van de aanvragen. Door de gewijzigde regels is er nu daadwerkelijk een afname te zien van het aantal toegekende aanvragen en lijkt de beoogde besparing te worden bereikt. Toch vallen de kosten van het leerlingenvervoer ten opzichte van de begrote bedragen tegen. In de meerjaren raming is op basis van andere ontwikkelingen een daling van het aantal gebruikers verondersteld, die zich in de praktijk niet heeft voorgedaan.. Ontwikkeling kindcentra De gemeente Almere beoogt versterking van de samenwerking van basisscholen en kinderopvang organisaties om de ontwikkeling van kinderen van 2 tot 6 jaar te bevorderen. Doel is te komen tot de vorming van integrale kindcentra op termijn. Het gesprek hierover is in 2011 goed op gang gekomen en de ontwikkeling van tenmin‐ ste vier Integrale Kindcentra wordt in 2012 ter hand genomen. De kinderopvang is met een aantal vertegenwoordigers opgenomen in de overlegstructuur tussen de gemeen‐ te en haar partners (kerngroep Jeugd en Adviesgroep Jeugd) en zal in 2012 ook worden betrokken bij de ont‐ wikkeling van Integrale Kindcentra. Hiermee wordt onderlinge organisatie en afstemming gestimuleerd en kan de kinderopvang als volwaardig partner participeren in deze belangrijke ontwikkeling. Hoger onderwijs Het programma Hoger Onderwijs ontwikkelt zich voorspoedig. Windesheim Flevoland heeft ruim 700 eerste‐ jaars mogen verwelkomen en daarmee kunnen oogsten wat zij met de 12 nieuwe opleidingen in Almere be‐ oogden. De CAH Almere heeft in haar twee jaar ruim 70 eerstejaars mogen verwelkomen en zo haar basis in Almere versterkt. Met de hoger onderwijsinstellingen is intensief samengewerkt bij de verbreding en verdie‐ ping van hun netwerk in Almere. De gemeente heeft de studentenhuisvesting en campus ontwikkeling verder ter hand genomen. Eind 2011 is een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Business Engineering School La Salle. Ook is er in 2011 een Summerschool gerealiseerd.
Directe ingrepen De beoogde bezuiniging op leerlingenvervoer is in 2011 niet geheel gerealiseerd. Door de verscherpte regels is vaker de hardheidsclausule toegepast en de complexere beoordeling van aanvragen heeft het nodig gemaakt dat in sommige gevallen tijdelijke beschikkingen moesten worden afgegeven. De Bezuinigingsmonitor, opge‐ nomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Impulsgelden Aan onderwijs is in 2011 € 2,3 miljoen toegekend. In april 2011 is tussen de schoolbesturen en de gemeente het convenant Onderwijsimpuls 2011‐2014 getekend, met afspraken over de inzet van de impulsmiddelen. De inhoud en voortgang hiervan worden in mei 2012 middels een tussenrapportage Impuls 2011‐2014 afzonder‐ lijk met de raad gedeeld. Omdat scholen werken met schooljaren is een aantal projecten pas na de zomer ge‐ start en loopt nog door tot de zomer 2012.
pag. 50
Programmarekening 2011
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Hoger onderwijs in Almere
Uitbreiding van aantal opleidingen en aantal HBO studenten in Almere tot resp. 18 en 1500. Samenwerkingsovereenkomst met BES Lasalle. Marketing Almere studiestad, portal ‘ikstudeerinalmere.nl’. Plan van aanpak studentenhuisvesting. Locatiekeuze Voetnoot ivm nieuwbouw Windesheim Flevoland Summerschool 2011
Geen kind/jongere meer thuis
We hebben omstreeks 100 thuiszitters in beeld gebracht die korte of langere tijd thuiszitten of thuisgezeten hebben, zowel met als zon‐ der schoolinschrijving.
Iedere school voldoende kwaliteit
De kwaliteit van scholen is via LEA plus gericht verbeterd. Wij zijn een onderzoek gestart naar de achterblijvende onder‐ wijsresultaten in Almere. Er zijn minder zwakke scholen. Er is een traject gestart met verlengde schooldagen. De verkenning naar de komst van de Weekend Academie naar Almere is afgerond, deze start in 2012. Er zijn voor de drie grote besturen opleidingsscholen ingericht of verder doorontwikkeld, met een “inductieprogramma” voor be‐ ginnende leerkrachten en een masteropleiding. De Voorleescampagne is opgezet.
Goede overgangen/doorlopende lijnen in de gehele onderwijs‐ en educatiekolom
De overdrachtskalender (overgang VO‐MBO) is door onderwijsveld en leerplicht uitgevoerd. Leerplicht heeft in de zomer alle jongeren benaderd waarvan vervolgonderwijs onbekend of onduidelijk was.
De planningssystematiek is aangepast aan de meer organische groei van Almere
Er is een project opgezet gericht op structurele verbetering van de integriteit van de gegevens.
Meer maatwerk en kwaliteit in de onderwijs‐ voorziening ‘leerlingenvervoer’
Verordening Leerlingenvervoer aangepast Werkproces behandeling aanvragen LLV aangepast Intensieve voorlichtingscampagne uitgevoerd Verbetering bedrijfsvoering in gang gezet.
Borgen van de onderwijsvoorziening ‘onder‐ wijshuisvesting’
Verder professionaliseren van de onderwijs‐ voorziening ‘leerlingenadministratie’
Programmarekening 2011
pag.51
Wat heeft programma 6 gekost Tabel 3‐13
Bedragen x € 1 miljoen
Onderwijs
begroting
voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
59,9
9,2
‐50,7
58,3
9,8
‐48,5
2,2
3,8
5,7
1,9
9,2
12,5
3,3
1,4
63,8
15,0
‐48,8
67,5
22,3
‐45,2
3,6
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐14
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving 421
openbaar basisonderwijs, huisvesting
480
gemeensch. lasten en baten van het onderwijs
480 482
afronding
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
1,2
‐1,1
0,1
‐0,1
‐0,3
‐0,4
impuls onderwijs
0,6
0,6
volwasseneneducatie
0,3
0,3
0
‐0,1
‐0,1
0,2
2,9
3,1
onderzoek reserves en voorzieningen
421 Openbaar basisonderwijs, huisvesting
2,2
1,4
3,6
0,1 V
Investeringen onderwijsleerpakket ( 1,2 V) Door schoolbesturen zijn in 2011 minder (spoed)aanvragen voor meubilair/inventaris ingediend (€ 1,0 mln. V). Verder zijn reeds aan schoolbesturen toegekende middelen teruggevorderd wegens het niet realiseren van schoollokalen (€ 0,2 mln. V). Afwijking reserves (1,1 N) De investeringen voor het onderwijsleerpakket (1e inrichting scholen) worden gedekt uit de hiervoor ingestelde reserve Onderwijsleerpakket. Door de onderuitputting op de uitgaven is ook minder aan de reserve onttrok‐ ken. Bij de voorjaarsnota wordt het bestedingsplan voor deze reserve geactualiseerd.
pag. 52
Programmarekening 2011
480 Gemeenschappelijke lasten en baten van het onderwijs
0,4 N
In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de afwijkingen op dit product Tabel 3‐15
Bedragen x € 1 miljoen
omschrijving
lasten
1
subsidie schoolbegeleiding
0,2 V
2
leerlingenvervoer
0,7 N
3
hoger onderwijs
0,3 V
overige
0,2 N
totaal afwijking lasten
baten
4
onderwijsachterstandenbeleid totaal afwijking baten
mutatie reserves;
3
reserve Hoger onderwijs
0,4 N 0,1 V 0,1 V 0,3 N
totaal product
1.
afwijking
0,4 N
Subsidie schoolbegeleiding (0,2 V)
In het overleg met de schoolbesturen is afgesproken 4 startgroepen te beginnen; waarvan 2 gefinancierd uit rijksmiddelen en 2 uit het gemeentelijk budget voor schoolbegeleiding. Meerjarenfinanciering van deze projec‐ ten bleek echter subsidietechnisch niet mogelijk te zijn. Alternatieve financiering van de door de gemeente gefinancierde startgroepen is gevonden in het budget van de wet OKE. Hierdoor valt het gemeentelijke budget schoolbegeleiding vrij. 2.
Leerlingenvervoer (0,7 N)
Op het leerlingenvervoer is er sprake van een tekort van € 0,7 miljoen. Doordat de nieuwe verordening op het leerlingenvervoer met daarin de aanpassingen om te komen tot bezuinigingen, pas in het najaar 2011 is vastge‐ steld, konden de voor 2011 reeds ingeboekte besparingen niet worden gerealiseerd (€ 0,2 N). Naar aanleiding van het positieve resultaat van € 0,2 miljoen bij de programmarekening 2010 is het budget leerlingenvervoer structureel afgeraamd. Het was de verwachting dat het aantal leerlingen dat gebruik maakt van het vervoer zou afnemen. Dit blijkt echter niet het geval. Het resterende nadeel is veroorzaakt door diverse andere mutaties. 3.
Hoger onderwijs (0,3 V)
Door vertraging in de ontwikkeling van het beleid inzake studentenhuisvesting en de campus zijn de uitgaven voor hoger onderwijs vertraagd. Verder is minder subsidie verstrekt aan de Summerschool Almere door een kleinere deelname aan dit project. Tenslotte heeft genoemde vertraging er ook toe geleid dat minder gebruik gemaakt is van externe advisering en inhuur voor dit programma. Dit heeft ook geleid tot een lagere onttrek‐ king aan de reserve van € 0,3 miljoen. 4.
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) (0,1 V)
Het terugvorderen van subsidies over voorgaande jaren in verband met het niet voldoen aan de prestatieaf‐ spraken, heeft geleid tot een incidentele bate. 480 Impuls middelen onderwijs
0,6 V
De beschikbare impulsmiddelen voor 2011 van € 2,3 miljoen zijn met € 0,4 miljoen onderschreden omdat een aantal projecten nog doorloopt tot de zomer 2012. Wij doen hiervoor een voorstel tot resultaatbestemming. Een bedrag van € 0,2 miljoen is niet aangesproken en valt vrij ten gunste van het resultaat.
Programmarekening 2011
pag.53
482 Volwasseneneducatie
0,3 V
Afrekening subsidies voorgaande jaren (0,3 V) De afwikkeling van een tweetal oude balansposten voor subsidies voor volwasseneneducatie over 2008 en 2009 aan het ROC Flevoland, heeft geleid tot een eenmalig voordeel van € 0,3 miljoen.
pag. 54
Programmarekening 2011
3.7 Sport Terugblik op het jaar Sport heeft betekenis omdat bijdraagt aan het actief burgerschap en de leefbaarheid en veiligheid van onze stad. Investeren in sport betekent daarmee ook investeren in een gezond Almere. Het project “Gezond Almere” is daarvan een goede illustratie. Hierin werkt de gemeente samen met AGIS en de GGD om inwoners bewust te maken van gezonde voeding en beweging. Ook de Nationale Sportweek laat de betekenis van sport goed zien. In de organisatie hiervan zijn diverse verenigingen in Almere actief betrokken geweest, met gemeentelijke begeleiding vanuit zowel de sportieve als de sociale en fysieke domeinen. Andere successen zijn de eerste Beursvloer “Sport en Bedrijfsleven” en koppeling tussen het Univé gymgala, bedrijfsleven en de minder draag‐ krachtige gezinnen uit Almere. Meer samenwerken sport en bedrijfsleven De hoofddoelstelling is versterking van de sport en daardoor ook van de sociale kracht en aantrekkelijkheid van de stad. Dit doen wij door jaarlijks een aantal momenten (onder andere Beursvloer en sportevenementen) te organiseren waar sport en bedrijfsleven elkaar ontmoeten. Van beleid naar activiteiten De combinatiefunctionarissen vervullen een belangrijke rol in het zichtbaar en concreet maken van activiteiten. Zij hebben via een breed sportief en cultureel aanbod op de basis‐ en voortgezet onderwijsinstellingen circa 12.000 kinderen kennis laten maken met sport en cultuur. We hebben ons (landelijk) hard gemaakt voor voort‐ zetting van de financiering van combinatiefunctionarissen. Ook de eigen krachten inzet van verenigingen draagt bij aan het concreet maken van activiteiten. We hebben in (financiële) samenwerking met een hockeyvereniging een nieuw waterveld kunnen realiseren en de toplaag van kunstgrasvelden vervangen. We hebben sportverenigingen in aanraking met elkaar en actuele thema’s gebracht via sportcafés. We hebben een succesvolle Nationale Sportweek georganiseerd met meer dan 140 sportactiviteiten. Op sportpark FBK is een schaats‐skeelerbaan gerealiseerd. Dit alles met nauwe betrokkenheid van verschillende verenigingen. IAK Sport 2.0 In 2011 hebben we samen met het ministerie, de provincie en NOC*NSF gewerkt aan het concept van een nieuwe sportinfrastructuur tot 2030, waarbij sport als “way of life” geïntroduceerd zal worden. De onderzoeks‐ fase heeft in 2011 plaats gevonden. Hieruit volgen enkele trends, kansen en knelpunten in de huidige sportin‐ frastructuur. Op basis hiervan hebben we een concept visie voor een innovatieve sportieve infrastructuur in Almere opgesteld. Met deze visie streven partijen ernaar om begin 2012 vervolgafspraken over de implemen‐ tatie te maken.
Directe ingrepen De voor 2011 beoogde bezuiniging is gerealiseerd door het versoberen van de Sportverkiezingen, het terug‐ dringen van overwerk, versobering organisatie sportcafé, verlagen budget voor onderzoeksgelden en extra zomersluiting sporthal Haven. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐ 2016, geeft nader inzicht.
Programmarekening 2011
pag.55
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Vrijetijdsvoorzieningen en ‐activiteiten Ten behoeve van een sociale en krachtige sa‐ menleving het aanbod van vrijetijdsvoorzienin‐ gen en ‐activiteiten beter afstemmen op de vraag.
Voor de herontwikkeling van sportpark De Wierden is een defi‐ nitief stedenbouwkundig plan uitgewerkt en is gestart met het opstellen van het bestemmingsplan. De ontwikkeling van Buitenhout is opgestart. Op het FBK sportpark is de schaats‐skeelerbaan aangelegd en zijn onderhandelingen gaande met ROC met betrekking tot een multifunctioneel sportcluster. Vooruitlopend op de bezuinigingstaakstelling op het beheer van sportaccommodaties zijn mogelijke zoekrichtingen onderzocht.
Regionale vrijetijdsvoorzieningen en ‐ activiteiten Ten behoeve van een sociale en krachtige sa‐ menleving een sterkere regionale functie van de vrijetijdsvoorzieningen in Almere. Het beste uit twee werelden: het stedelijke enerzijds (uitgaan en winkelen) en de kwalitatieve suburbane ruimte anderzijds (wandelen en watersport).
Met sportbonden zijn afspraken gemaakt waardoor het topsport‐ centrum Almere als thuisbasis dient voor nationale en internatio‐ nale wedstrijden en evenementen (onder andere op het gebied van volleybal, basketbal en handbal). Onderzocht is hoe wij de commerciële kansen van het topsportcentrum beter kunnen be‐ nutten. Er zijn twee Regionale trainingscentra gerealiseerd. De samenwerking binnen de metropool Amsterdam is versterkt.
Meer Almeerders doen mee: vrijetijdsbesteding in eigen stad Meer Almeerders nemen deel aan vrijetijdsacti‐ viteiten in eigen stad
Het aantal combinatiefunctionarissen is gegroeid van 18 naar 23. Hierdoor beschikken scholen en wijken over een groter aan‐ bod aan sportieve en culturele activiteiten. Ter stimulering van de eigen kracht van sportverenigingen, en daarmee ter verhoging van deelname aan sportactiviteiten, hebben vier verenigingen een kernsportsubsidie ontvangen met als doel het hoogst landelijke niveau te halen. Verenigingen hebben door de Nationale sportweek nieuwe leden geworven. Om de kwaliteit van de sportvelden te waarborgen in relatie tot de bespeelbaarheid heeft Almere als een van de eerste gemeen‐ ten in Nederland een aantal toplagen van kunstgrasvelden ver‐ vangen.
pag. 56
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 7 gekost Tabel 3‐16
Bedragen x € 1 miljoen
Sport
begroting
voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
13,9
1,9
‐12,0
13,0
2,1
‐10,9
1,1
0,0
2,1
2,1
0,0
2,3
2,3
0,2
13,9
4,0
‐9,9
13,0
4,5
‐8,5
1,3
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐17
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
sport
1,0
1,0
onderzoek reserves en voorzieningen
0,1
0,2
0,3
530
1,1
0,2
1,3
De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 530 Sport
1,0 V
Vervangingsinvesteringen kunstgrasvelden (0,1 V) Doordat de vervanging van zes kunstgrasvelden in 2011 is uitgevoerd in plaats van in 2010, is het budget voor kapitaallasten onderschreden. Subsidie sportmenukaart/talentontwikkeling ( 0,1 V) Door het achterblijven van het aantal aanvragen is het subsidiebudget voor sportmenukaart / talentontwikke‐ ling niet volledig aangesproken. OZB sportaccommodaties (0,1 N) In 2011 is een OZB‐aanslag voor sportaccommodaties (o.a. topsportcentrum) over voorgaande jaren ontvangen waarvoor geen reservering was getroffen. Combinatiefunctionarissen (0,6 V) Vanuit de Impuls Brede Scholen is in de jaren 2009 t/m 2011 rijkssubsidie ontvangen bestemd voor het aanstel‐ len van combinatiefunctionarissen. In het najaar 2009 is hiervoor ook een uitvoeringsplan inclusief de cofinan‐ ciering vanuit eigen gemeentelijke budgetten vastgesteld. Dit plan loopt door tot en met 2012. Ter financiering van de uitvoeringskosten in 2012 dient daarom het restant van de ontvangen rijkssubsidie beschikbaar te blij‐ ven. Hiervoor doen wij dan ook een voorstel tot resultaatbestemming. Belijning sporthallen (0,2 V) Bij de Voorjaarsnota 2012‐2015 is een incidenteel budget van € 0,2 miljoen beschikbaar gesteld voor het aan‐ passen van de belijningen in de (top)sporthallen, teneinde te voldoen aan de nieuwe richtlijnen van de Neder‐ landse BasketbalBond (NBB) voor officiële wedstrijden. Voor het uitvoeren van de aanpassingen kunnen de sporthallen 2 weken niet worden verhuurd. Uitvoering dient dus plaats te vinden in de rustigere zomerperiode. Doordat het moment tussen besluitvorming en geplande uitvoering in de zomer 2011 te kort bleek te zijn, is deze doorgeschoven naar de zomerperiode 2012. Om die reden doen wij dan ook voor de niet bestede midde‐ len een voorstel tot resultaatbestemming.
Programmarekening 2011
pag.57
Verhuur sportaccommodaties (0,1 V) In 2011 is een positief resultaat gerealiseerd op de verhuurinkomsten van (binnen)sportaccommodaties. Dit komt met name door de incidentele verhuur van zaalruimte aan sportverenigingen in het vierde kwartaal 2011.
pag. 58
Programmarekening 2011
3.8 Participatie, Zorg en Inkomen Terugblik op het jaar Het sociale domein en dus het programma PZ&I is enorm in beweging. Het woord ‘Kanteling’ staat daarin cen‐ traal. Dit behelst een veranderende werkwijze, waarbij niet langer het aanbod van voorzieningen centraal staat in de zorgverlening naar de burger, maar de individuele behoeften van de burger als uitgangspunt gelden. Van invloed zijn verder zowel lokale bezuinigingen als bezuinigingen die door het rijk worden opgelegd. Ook de aankondiging van een aantal decentralisaties in het kader van de AWBZ, de Jeugdzorg en de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) heeft er toe geleid dat de gemeente in 2011 is gestart met een andere manier van werken. Het gaat niet langer om ‘zorgen voor’, maar om ‘zorgen dat’. Uitgangspunt hierbij is het ‘Eigen Kracht’ principe waarbij meer nadruk wordt gelegd op mogelijkheden van inwoners zelf. De gemeente pakt steeds meer de regierol. Dit vertaalt zich in het opzoeken en aangaan van samenwerkingsverbanden met inwoners en partners in de stad. Het tot stand brengen van de “Agenda van de Stad” is een belangrijke stap geweest. De voorbereiding op de taken die vanuit het Rijk en Provincie naar de gemeente zullen komen is programma‐ tisch en onder directe aansturing van het college vorm gegeven. Hiervoor is in 2011 een ambtelijk transitie‐ team samengesteld. De Rijksbezuinigingen sociale zekerheid, volwasseneneducatie en de stelselwijziging in‐ burgering hebben geleid tot een vermindering van de middelen van het Participatiebudget. Dit heeft zich ver‐ taald in aanpassingen van het inburgerings‐ en re‐integratiebeleid. Onderdeel van de stelselwijziging is ook een herziening van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Transities sociaal domein In de periode 2012‐2016 staan de decentralisaties van de AWBZ, de Jeugdzorg en de WWnV gepland. Ter voor‐ bereiding daarop zijn we gestart een visie te vormen op het gehele sociale domein. In november 2011 heeft een stadsconferentie plaatsgevonden met 200 deelnemers. In een speciale raadsconferentie is ook de raad geïnformeerd en zijn visie en programmalijnen aan de raad voorgelegd. Voor de overgang van jeugdzorg van provincie naar gemeente zijn in 2011 de voorbereidingen reeds gestart, gericht op vernieuwende aanpakken in de combinatie van het huidige preventieve jeugdbeleid met jeugdzorg. In 2011 zijn binnen het jeugdbeleid bestaande en nieuwe preventieve programma's binnen de keten‐ en net‐ werksamenwerking van het Oké‐punt uitgevoerd. Extra versteviging van de burgerkracht is als nieuwe ontwik‐ keling, vooruitlopend op de transitie, gestart. Iedereen doet mee Doelstelling is iedereen zoveel mogelijk te laten participeren vanuit zijn eigen kracht. Daar waar nodig wordt een individueel passend aanbod van maatschappelijke ondersteuning aangeboden. In Almere wordt steeds meer gebruik gemaakt van de Eigen Kracht Wijzer (EKW). Burgers kunnen met behulp van een digitale vragen‐ lijst zelf hun behoefte aan ondersteuning onderzoeken. Een publiciteitscampagne in het voor‐ en najaar van 2011 heeft hieraan bijgedragen. Uit enquête blijkt dat bijna 70% van de gebruikers de EKW een kwalificatie ‘uitstekend’ of ‘goed’ geeft. Het effect van de EKW en andere maatregelen in het kader van de kanteling wor‐ den momenteel onderzocht in een herijking van de Business case kanteling Wmo Almere. We hebben inhoud gegeven aan het ‘Actieplan Gezond Almere!’, een samenwerking met Windesheim en zorgaanbieders gericht op het trainen van professionals met een (post) HBO‐opleiding in een gekantelde ma‐ nier van werken. Ook hebben we ingezet op verdere ondersteuning aan mantelzorgers en vrijwilligers. Het aantal mantelzorgers is toegenomen.
Programmarekening 2011
pag.59
Invoering gekantelde werkwijze WMO/Servicepunt Z(org) De gemeentelijke afdeling ‘Servicepunt Z’ is medio 2011 “gekanteld” gaan werken. Het aanbod van voorzienin‐ gen staat niet langer centraal in de zorgverlening naar de burger, maar de individuele behoeften van de burger gelden als uitgangspunt. Medewerkers van de gemeente hebben voorafgaand aan de Kanteling een uitgebreide training gevolgd. Voor de Kanteling in zijn volle omvang is een periode van 2 tot 3 jaar uitgetrokken. Een concreet voorbeeld van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’ is de collectieve uitleen scootmobielen (CUS) ge‐ weest. Inmiddels is het mogelijk om op 16 plekken in de stad een scootmobiel te lenen. Rekenkameronderzoek Kanteling Wmo De rekenkamer heeft in 2011 een onderzoek naar de Kanteling van de Wmo in Almere verricht. De uitkomsten van dit onderzoek bieden de gemeentelijke organisatie inzicht in het uitvoeringsproces rondom de Kanteling. Het betreft een complex proces. Het college zal de raad vanaf 2012 jaarlijks twee maal informeren over de voortgang van het proces. Ook overweegt het college of het beoordelingskader van de rekenkamer als leidraad voor het gesprek gebruikt kan worden voor de Kanteling en de transities sociaal domein. Gebiedsgerichte aanpak en ‘zorgen dat’ / Sociaal cultureel werk De Schoor De gebiedsgerichte aanpak heeft geleid tot uitbreiding en implementatie van de Integrale Netwerken, die nu functioneren in Almere Haven, Stedenwijk en Tussen de Vaarten. Het principe ‘zorgen dat’ is ook uitgewerkt in de rol van het opbouwwerk. De gemeente organiseert niet langer, maar faciliteert en ondersteunt bewo‐ ners(groepen) om hun doelen op sociaal gebied te verwezenlijken. De Schoor heeft vier gebiedsgerichte bijeenkomsten georganiseerd met als resultaat een verbetering van sa‐ menwerking tussen gemeente, Zorggroep Almere en de Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale Almere (VMCA). Grote Stedenbeleid De toetreding van Almere tot de G32 heeft geleid tot verhoging van de kwaliteit en de effectiviteit van het beleid ten aanzien van armoede, jeugdbeleid en maatschappelijke opvang. Het stedennetwerk voorziet in ken‐ nisopbouw, het delen en uitwisselen van ervaringen en het behartigen van belangen van grote steden bij het rijk en zo nodig bij maatschappelijke partijen. Binnen de G32 vindt ook afstemming plaats over de lobby rondom het borgen van goede condities voor de uitvoering van de rijkstaken rondom Jeugdzorg en WWnV. Daarbij wordt ook zoveel mogelijk de lijn van de VNG gevolgd. Almere heeft mede bijgedragen aan de nieuwe agenda voor stedelijke vernieuwing. Almere participeert vanaf 2010 samen met vier andere Ortega gemeenten en het ministerie van Binnenlandse Zaken / Wonen, Wijken, Integratie (BZK/WWI) in het New Towns traject. In dit traject worden preventiestrate‐ gieën voor het nieuwe stedenbeleid ontwikkeld. In 2011 zijn zes businesscases rond de vier thema’s veiligheid, sociale stijging, fysieke preventie en bruisende centrumvoorzieningen, geconcretiseerd in 34 (overwegend) sociale projecten. De projecten zijn in samenwerking met de maatschappelijke partners vormgegeven en wor‐ den gezamenlijk uitgevoerd. Vijf Almeerse projecten op het gebied van zelfbeheer, die geïnitieerd en uitge‐ voerd worden door maatschappelijke partners, zijn opgenomen in het programma van BZK/WWI. De partners ontvangen elk maximaal 10.000 euro ontvangen mits zij zelf c.a. 6.000 euro bijdragen aan hun project. Sociale zekerheid De economische ontwikkelingen hebben in 2011 ook in Almere effect gehad. Almere heeft een relatief hoge werkloosheid. Het aantal mensen dat een beroep doet op de bijstand (instroom) is toegenomen. De uitstroom is echter op hetzelfde niveau als in 2010 gebleven. Daarmee hebben we het beroep op de bijstand kunnen beperken binnen de grenzen die voor de begroting 2011 waren geschat. Belangrijke doelen van het re‐integratiebeleid zijn gerealiseerd, zoals het bevorderen van uitstroom, het voor‐ komen van werkloosheid en het tegengaan van onnodig maar ook oneigenlijk beroep op uitkering. Dit zeer goede resultaat is mede te danken aan de succesvolle aanpak van de jeugdwerkloosheid in de regio via het “Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid Flevoland”, dat onder verantwoordelijkheid van Almere samen met alle gemeenten in de provincie, het bedrijfsleven en het onderwijsveld vanaf 2009 tot en met 2011 is uitge‐ voerd. Vanaf 2012 moet de jeugdwerkloosheid binnen het reguliere re‐integratiebeleid worden opgevangen. pag. 60
Programmarekening 2011
Ondanks de relatief goede resultaten blijven de kosten van de bijstand hoger dan de daarvoor ontvangen Rijks‐ vergoeding en blijven wij aangewezen op een tegemoetkoming op grond van de regeling IAU (Incidentele Aan‐ vullende Uitkering). Recht op deze uitkering bestaat alleen wanneer tekorten niet te wijten zijn aan een onvol‐ doende (uitvoering van het) re‐integratiebeleid en sprake is van bijzondere arbeidsmarktomstandigheden. We verwachten dat dankzij onze inspanningen ons re‐integratiebeleid als effectief en goed uitgevoerd beoordeeld zal worden, we voor 2011 succesvol een beroep op de IAU kunnen doen en daarmee de financiële gevolgen kunnen beperken tot het “eigen risico” (10% van het budget voor uitkeringen). Re‐integratie: Het re‐integratiebeleid is in 2011 mede gekenmerkt door de teruglopende middelen in het Participatiebudget (P‐budget). Dit heeft geleid tot het terugbrengen van het aantal verschillende re‐integratievoorzieningen en van het gebruik van instrumenten zoals loonkostensubsidies. Experimenten zoals de pilot persoonsgebonden re‐integratiebudget en de pilot één‐oudergezinnen zijn in 2011 afgerond. Op basis van de ervaring die daarmee is opgebouwd zijn de daarbij geteste instrumenten en interventies structureel doorontwikkeld. De omstandig‐ heden dwingen steeds meer om scherp te sturen op de effectiviteit en efficiëntie van de dienstverlening en de toegepaste interventies, voorzieningen en instrumenten. Dat geldt zowel voor activiteiten die derden (al dan niet “in opdracht”) verrichten als de voor de werkzaamheid van de “eigen organisatie”. Een belangrijk voor‐ beeld is de pilot “Werkgevers Service team” (WST) waarin de Almeerse werkgeversbenadering vorm is gege‐ ven. Het WST is succesvol gebleken en strategisch van groot belang, en vraagt om meer structurele inbedding en verbetering van efficiëntie en effectiviteit. In 2011 is een start gemaakt met structurele inbedding door inzet en ontwikkeling van diagnose‐instrumenten en koppeling daarvan aan de “Almeerse participatieladder”. We zijn daarmee voorbereid op de volgende stap, het koppelen aan de “loonwaardebepaling”. Dit wordt in het kader van de invoering van de WWnV een belang‐ rijk instrument om de arbeidsproductiviteit van werklozen daadwerkelijk lonend te maken. Ook op samenwer‐ king met het Ondernemersloket van de gemeente zijn we voorbereid. Het concept van de “Almeerse Werk Organisatie”, werklozen zo veel mogelijk loonvormend laten werken, heb‐ ben we in 2011 uitgewerkt in een volwaardig re‐integratie instrument onder de naam “Almere Werkt!”. Bij‐ standsgerechtigden werken onder deze vlag inmiddels aan werkopdrachten die door de gemeente zijn inbe‐ steed, zoals het schoonhouden van de stad en in de groenvoorziening. Ook is een verbinding aangebracht met werk voor De Schoor. Verdere uitwerking hiervan zal stapsgewijs in 2012 en daarna plaatsvinden, waarbij ook wordt gestreefd naar verbreding van de werkzaamheden en het gebruik maken van “contractcompliance” bij niet in te besteden opdrachten. Deze uitwerking vindt plaats in samenhang met de herstructurering van de WSW en daarmee van Tomingroep, waarmee in 2011 een begin is gemaakt. Per 1 januari 2012 is ook het onderbrengen van de organisatie en werkzaamheid van de Stichting Kompaan bij Tomingroep gerealiseerd. De besluitvorming over de daarvoor overeengekomen voorwaarden is op 14 novem‐ ber 2011 afgerond. De stichting Kompaan blijft nog wel voortbestaan voor de afronding van de liquidatie. Inburgering: In verband met het centraliseren en herstructureren van het inburgeringsbeleid op Rijksniveau heeft onze inspanning in 2011 zich gericht op het afronden van de gemeentelijke inburgeringstaken. De met de Raad afge‐ sproken beperkte doelen voor 2011 zijn gerealiseerd.
Programmarekening 2011
pag.61
Armoedebeleid, inkomensvoorzieningen en schuldhulpverlening: Door de economische ontwikkelingen is in 2011 ook een toegenomen beroep op bijzondere bijstand geweest. Het aantal hulpvragen in de schuldhulpverlening is stabiel gebleven. In oktober 2011 heeft uw raad de herijking van het armoedebeleid vastgesteld. Implementatie hiervan is per 1 november 2011 gerealiseerd voor de maatregelen die tot besparingen moeten leiden. Er is in 2011 een armoe‐ deconferentie georganiseerd waarbij verschillende partners uit de stad bij betrokken waren. Er zijn in 2011 nog geen zichtbare effecten van de herijking van het armoedebeleid geweest. De verwachting is dat er vanaf 2012 een besparingseffect zal zijn. Over het Woonlastenfonds is in 2011 niet besloten. Uitwerking en invoering van de maatregelen die, door afstemming met ander beleid, preventief en activerend moeten werken vindt in 2012 plaats. In de schuldhulpverlening en schuldpreventie is het beleid bijgesteld op basis van eigen verantwoordelijkheid, eigen kracht en ondersteuning waar dat nodig en effectief is. We hebben onderzocht hoe we het bijbehorende werkproces kunnen optimaliseren. We hebben het Platform Schuldhulpverlening 2013 opgericht voor informa‐ tie‐uitwisseling en afstemming tussen ketenpartners. Dit zal in 2012 verder vorm krijgen en bijdragen aan de feitelijke bijstelling van het beleid.
Directe ingrepen De beoogde bezuiniging is in 2011 is deels gerealiseerd. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Wat hebben we bereikt
Wat wilden we bereiken?
Wat hebben we gedaan
Iedereen doet mee Een ieder, ongeacht zijn of haar beperkingen zoveel mogelijk laten meedoen, onder andere door een passend aanbod van maatschappelijke ondersteuning. Concreet beogen we stijging op de participatieladder.
In het "Actieplan Gezond Almere!" hebben we prioriteit gegeven aan ouderenzorg (dementie) en wijkgericht werken (kwetsbare groepen). We hebben activiteiten voor 2012 voorbereid. In samenwerking tussen Windesheim, gemeente en de aanbie‐ ders van zorg en welzijn is een nieuwe (post) Hbo‐opleiding ont‐ wikkeld. Professionals worden getraind in de gekantelde manier van werken. De Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale Almere levert een bood‐ schappenservice, maaltijdservice en vervoer‐van‐deur‐tot‐deur. Ter re‐integratie van uitkeringsgerechtigden is het eerste project in het kader van Wmo meets Wwb voorbereid in 2011. Méér leerlingen in het VO volgen een maatschappelijke stage bij (vrijwilligers‐) organisaties met maatschappelijke doelstellingen. In het kader van het Europees jaar van het Vrijwilligerswerk is het Samenwerkingsverband Almeers Vrijwilligerswerk opgericht.
Sneller passende hulp voor jongeren Bij problematiek met jongeren sneller hulp kunnen bieden, waarbij hulp in de gezinnen ook een onderdeel is.
pag. 62
In 2011 zijn de fysieke inloopspreekuren van het OKé‐punt ge‐ stopt, omdat hiervan nauwelijks gebruik gemaakt werd. De in‐ formatie en advies functie van het OKé‐punt blijft voortgezet. Programma’s als ‘OKé op school’ en ‘homestart’ zijn voortgezet. Als nieuw programma is gestart “sterk in de klas”. Door samen‐ brengen van jeugdzorg en professionals die preventieve pro‐ gramma’s uitvoeren voorkomen we dure geïndiceerde jeugdzorg. Ook gestart als nieuw programma is ‘samen starten’ dat beoogt om risico’s bij jonge baby’s snel te onderkennen en hun ouders de juiste ondersteuning te bieden. In het kader van het verstevigen van de burgerkracht is gestart met programma’s gericht op de civil society bv ‘mama weet al‐ les’. Programmarekening 2011
Initiatieven in de buurt door bewoners voor jeugd Meer betrokkenheid van de gemeenschap (school, buurt, gezin) om risicogedrag van jeug‐ digen, maar ook volwassenen te voorkomen en beschermende factoren in de opvoeding te bevorderen.
Bestrijding grootstedelijke problematiek Een voldoende effectief vangnet voor burgers die niet meer zelfstandig de sociale problema‐ tiek van zichzelf of hun gezin kunnen managen en het verminderen van de schuldenproblema‐ tiek.
In 2011 zijn er vanuit jongerenparticipatie budgetten ingezet op activiteiten voor en door jongeren; Het programma Jeugd faciliteert de eindredacteur en de Jonge‐ renredactie van JongIn Almere, de Almeerse website voor en door jongeren; Inzet van het preventief Oké‐aanbod om de eigen kracht van het gezin en hun omgeving, (o.a. buurt en school) te versterken; dit draagt bij aan beschermende factoren in de opvoeding; Inzet van de wijkbudgetten.
Almere is centrumgemeente maatschappelijke opvang (incl. zwerf‐ jongeren), verslavingsbeleid, openbare geestelijke gezondheidszorg en aanpak huiselijk geweld. In samenspraak met de vijf Flevolandse gemeenten wordt het beleid opgesteld en uitgevoerd. In 2011 is het beleid geëvalueerd en bijgesteld. De focus is meer inzet op preventie‐ ve, wijkgerichte aanpakken ter voorkoming van huisuitzetting.
Re‐integratie Voorkomen instroom, bevorderen van door‐ stroom en duurzame uitstroom uit de bij‐ stand Uitkeringsdichtheid Almere volgt het lande‐ lijk gemiddelde Maximale ontplooiing richting arbeidsmarkt: stijging op de participatieladder, benutten en optimaliseren van de loonwaarde Participatie naar vermogen met als uit‐ gangspunt werk Passende ondersteuning waar nodig Terugdringen van de jeugdwerkloosheid en ingezette samenwerking op dit terrein bor‐ gen. Inburgering en vreemdelingenzaken Onder de term ‘inburgering’ worden alle inburgerings‐ en taalcursussen georgani‐ seerd voor inburgeringsplichtigen en vrijwil‐ lige inburgeraars. Via trajecten die geba‐ seerd zijn op de individuele ambitie, willen we het niveau van taal en participatie van Almeerders verhogen Noodopvang voor asielzoekers
Schuldhulpverlening Hanteerbare schulden voor alle inwoners van Almere: iedere inwoner de hoogst haalbare mate van financiële zelfredzaamheid
Preventie heeft ondermeer vorm gekregen door samenwerking met het UWV (voorkomen instroom vanuit WW) en de uitvoering van het regionaal actieplan Jeugdwerkloosheid Flevoland (RAJF). Inzet van instrumenten als Almere Werkt en werkgeversservice‐ team bevorderen zowel doorstroom als uitstroom. Daardoor is het aantal uitkeringen in de pas is gaan lopen met de uitgangs‐ punten van de begroting en eind 2011 op 4.989 is uitgekomen. De uitkeringsdichtheid van Almere is van 2,36 in 2010 gestegen naar 2,51 in 2011 en vergelijkbaar met die in andere grote ste‐ den. In 2011 zijn 4 Activeringscentra werkzaam geworden en is Alme‐ re Werkt operationeel geworden. Het regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid Flevoland is eind 2011 afgerond. De voorlopige resultaten laten zien dat het actie‐ plan een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan het voorkomen en op peil houden van de jeugdwerkloosheid in de regio. Gegeven de afbouw van de inburgering en de ingeperkte midde‐ len is het aantal doelgroepen waaraan nog een inburgeringsvoor‐ ziening kon worden geboden teruggebracht tot 3. Het doel in 2011 was om niet meer dan 300 trajecten te starten. Er zijn uiteindelijk 260 trajecten gestart. In 2011 is verder gefocust op het handhaven van de inburge‐ ringstermijnen die in 2011 afliepen. Dankzij intensieve monito‐ ring heeft 80 % van alle gestarte trajecten tot deelname aan het examen geleid, en heeft weer 80 % tot een diploma geleid. De noodopvang asielzoekers wordt juridisch afgerond. De doelstelling van schuldhulpverlening is aangescherpt. Het werkprocesonderzoek schuldhulpverlening en onderzoek meest geschikte organisatievorm zijn afgerond. Via 9 pilots is gezocht naar optimalisering schuldhulpverlening en schuldpreventie. Het contract met PLANgroep voor financiële schuldhulpverlening is verlengd tot 31 december 2012. Er is een Platform Schuldhulpverlening 2013 opgericht.
Programmarekening 2011
pag.63
Armoedebeleid Huidige doelen van het armoedebeleid zijn dat mensen kunnen meedoen aan de samenleving en dat de financiële problemen bij de minima worden verminderd. Opdracht voor 2011 is om naar andere wegen te zoeken om armoede en sociale uitsluiting te bestrijden en daarbij hetzelfde of meer effect te realiseren met, waar mogelijk, minder inzet van middelen. Het bevorderen van de zelfredzaam‐ heid en maatschappelijke stijging van de burger zijn daarbij het uitgangspunt Uitkeringen en voorzieningen Potentiële zelfstandige ondernemers onder de uitkeringsgerechtigden effectiever worden begeleid naar de Besluit Bijstandsverlening Verzelfstandigen
In 2011 is het armoedebeleid herijkt met de nota ‘Van vangnet naar uitweg’. De doelstellingen en uitgangspunten zijn gezamenlijk met de organisaties vormgegeven en besloten in de raad. In 2012 worden de verdere uitwerkingen van de herijkte uitgangspunten en doelstel‐ lingen vormgegeven
In 2011 is er een andere aanbieder (via een aanbestedingstraject) dit re‐integratietraject gaan uitvoeren. Dit heeft het gewenste effect waarbij uitkeringsgerechtigden op een effectieve en efficiënte ma‐ nier waar mogelijk naar zelfstandig ondernemerschap worden bege‐ leid.
pag. 64
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 8 gekost Tabel 3‐18
Bedragen x € 1 miljoen
Participatie, zorg en inkomen
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
196,9
114,7
‐82,2
196,0
105,6
‐90,4
‐8,2
1,0
1,8
0,8
1,0
2,1
1,1
0,3
197,9
116,5
‐81,4
197,0
107,6
‐89,4
‐8,0
mutatie reserves na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐19
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
610
bijstandsverlening
‐7,8
‐7,8
614
gemeentelijk minimabeleid
0,4
0,4
620
maatschappelijke ondersteuning
1,2
‐0,1
1,1
622
huishoudelijke verzorging
0,2
0,2
‐6,0
‐6,0
620/623 participatiebudget 623
bonus inburgering/ alleenstaande ouders
2,5
2,5
630
sociaal cultureel werk
0,5
0,5
652
voorzieningen gehandicapten
822
woonlastenfonds
afronding
0,9
0,9
‐0,2
0,1
‐0,1
0,1
0,1 0,3
onderzoek reserves en voorzieningen
0,3
‐8,2
0,3
‐7,9
De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 610 Bijstandsverlening
7,8 N
Bijstandverlening en incidenteel aanvullende uitkering (9,1 N) Door een sterke toename van het aantal bijstandklanten in 2011, schiet de basis van de algemene rijksuitkering aan de gemeente op de bijstandverlening tekort voor een bedrag van € 14,6 miljoen. Daar hadden we in de begroting al rekening meegehouden. We hebben er ook rekening meegehouden dat de gemeente zelf een tekort moet dragen van € 5,5 miljoen. Voor het resterende bedrag van € 9,1 miljoen wordt een aanvullende uitkering (IAU) aangevraagd. Tabel 3‐20
Bedragen x € 1 miljoen
werkelijk
begroting
2011
2011
baten
56,0
65,3
lasten
70,6
70,8
saldo
‐14,6
‐5,5
Programmarekening 2011
pag.65
Of de aanvraag daadwerkelijk wordt toegekend is nog onzeker. Hiervoor zijn twee redenen te noemen: 3. Het is niet zeker of we voldoen aan de toetsingscriteria 4. Overschrijding van het landelijke budget voor de IAU
1. Het is niet zeker of we voldoen aan de toetsingscriteria Ook wanneer ervan wordt uitgegaan dat de criteria niet veranderen, bestaat nog geen volledige zekerheid over de toekenning van de IAU 2011. Gebaseerd op de aanvraag en toekenning van de IAU 2010 bestaat de ver‐ wachting dat de gemeente ook voor de aanvraag 2011 zal voldoen aan de criteria, met één uitzondering: Alme‐ re moet kunnen aantonen dat sprake is van uitzonderlijke arbeidsmarktomstandigheden. Dit is op dit moment niet vast te stellen omdat landelijke cijfers over werkloosheid en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt hier onder andere bepalend voor zijn. Deze cijfers komen naar verwachting pas in juli 2012 beschikbaar. Daarnaast verwachten wij dat de toetsingscommissie nog kritischer om zal gaan met de beoordeling van de aanvragen. Het totale tekort van de gemeentes veel groter is dan het op de rijksbegroting gereserveerde bud‐ get. Bovendien is er bij het Rijk sprake van een begrotingstekort, waardoor het Rijk aanvullende maatregelen moet nemen.
2. Overschrijding van het landelijke budget van de IAU Naast de benoemde onzekerheden speelt het volgende nog een rol: binnen de rijksbegroting is in 2011 voor de IAU € 28,5 miljoen is gereserveerd. Indien de aanvragen het beschikbare budget overschrijden wordt dit waar‐ schijnlijk door het Rijk verrekend met het macrobudget WWB 2013. De huidige verwachting is dat het tekort van alle gemeentes over 2011 tenminste € 500 miljoen bedraagt (bron VNG). Hierdoor zou het macrobudget voor de bijstand in 2013 fors naar beneden bijgesteld kunnen worden. Het aandeel van Almere in het macro‐ budget bedraagt ongeveer 1,6%. Dit betekent dat Almere zo’n € 8 miljoen minder zou ontvangen indien de IAU volledig in 2013 wordt verwerkt.
Conclusie Ondanks de verwachting dat we met succes een beroep kunnen doen op de IAU 2011, hebben we uit voorzich‐ tigheidsoverwegingen in de jaarrekening geen rekening gehouden met inkomsten uit de IAU. Uiteraard gaat de gemeente wel een aanvraag indienen, omdat de ontwikkeling van de bijstand in Almere over 2011 zorgwek‐ kend is. De aanvraag wordt in juli opgesteld. Uiterlijk 31 december 2012 neemt de staatssecretaris van Sociale zaken en Werkgelegenheid een definitief standpunt in. Overige afwijkingen (1,3 V) Tegenover het tekort op de bijstand staat een voordeel van € 1,25 miljoen. Dit voordeel is opgebouwd uit de volgende bedragen: toekenning van de IAU ‐ aanvraag 2010, voor een bedrag van € 0,75 miljoen; de eindafrekening besluit bijstand zelfstandigen 2009 is voordelig uitgevallen voor de gemeente, dit levert een incidentele bate op van € 0,5 miljoen. 614 Gemeentelijk minimabeleid
0,4 V
Er is een voordeel ontstaan door vrijval van gereserveerde middelen voor kwijtschelding over de jaren 2008 t/m 2010. Door een betere toetsingssystematiek is gebleken dat een deel van de aanvragen niet voor kwijt‐ schelding in aanmerking kwam. Dit levert over deze “oude” jaren een voordeel op van € 0,3 miljoen. Wel is het aantal aanvragen over 2011 gestegen waardoor het resultaat op kwijtschelding uiteindelijk € 0,2 miljoen be‐ draagt. Daarnaast zijn nog diverse kleine meevallers te melden waaronder een bijdrage van € 0,1 miljoen voor armoedehotspots en € 0,1 miljoen door een gunstige uitkomst van een geschil tussen Agis en de gemeente.
De reserve van het stadsfonds is eind 2011 komen te vervallen. Vanaf 2012 moeten aanvragen passen binnen de regulier beschikbare middelen. Omdat voor 2012 al toezeggingen waren gedaan voor een bedrag van € 265.000 ontstaat een tekort van € 40.000. Hiervoor zou een knelpunt worden ingediend bij de voorjaarsnota maar vanwege het positieve resultaat op minimabeleid wordt nu voorgesteld deze middelen al bij de jaarreke‐ ning via resultaatbestemming toe te kennen.
pag. 66
Programmarekening 2011
620 Maatschappelijke ondersteuning
1,2 V
980 Mutatie reserves
0,1 N
In onderstaande tabel zijn de afwijkingen op dit product weergegeven Tabel 3‐21
Bedragen x € 1 miljoen
omschrijving
lasten
1
maatschappelijke stages
0,1 V
2
sneller passende hulp
0,1 V
3
maaltijdvoorzieningen
0,1 V
4
vrouwenopvang
0,1 V
5
Wmo integrale wijkaanpak
0,1 V
6
digitalisering klantprocessen WMO
0,1 V
7
schuldhulpverlening
0,4 V
8
diverse afwijkingen
0,1 V
totaal afwijking lasten
1,1 V
baten
9
bestuurlijk arrangement Antilianen
0,1 V
totaal afwijking baten
1,2 V
afwijking reserves
0,1 N
totaal product
1.
afwijking
1,1 V
Maatschappelijke stages (0,1 V)
Niet alleen omdat 2011 een pilotjaar was, maar ook door het goede functioneren van de makelaarsfunctie van het VMCA is het aantal maatschappelijke stages beperkt gebleven. Ook zijn aanvullende projecten die maat‐ schappelijke stages genereren in kleinere vorm uitgevoerd of niet nodig gebleken. 2.
Sneller passende hulp (0,1 V)
Doordat het moeilijk bleek voor de projecten “Sterk in de klas” en “Gezinsmanager Licht Verstandelijk Beperkt” tijdig goed gekwalificeerd personeel aan te trekken, zijn deze later gestart. Voor 2011 heeft dit geleid tot een onderbesteding. 3.
Maaltijdvoorzieningen (0,1 V)
In 2009 en 2010 zijn minder maaltijden verstrekt. Hierdoor is reeds verstrekte subsidie teruggevorderd. 4.
Vrouwenopvang (0,1 V)
In afwachting van de plannen en mogelijkheden om vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld in de eigen regio op te kunnen vangen (i.p.v. in Amsterdam) is terughoudend om gegaan met het budget 2011. Dit heeft geleid tot een onderbesteding. 5.
Wmo integrale wijkaanpak (0,1 V)
In oktober 2011 hebben wij een verklaring met het Rijk ondertekend om de komende 3 jaar deel te nemen aan het Programma Eigen Kracht, dat is gericht op activering van niet‐uitkeringsgerechtigde vrouwen. Voor 2011 heeft het Rijk hiervoor € 0,05 miljoen beschikbaar gesteld. Omdat dit pas laat in het jaar bekend werd zijn er in 2011 nog geen uitgaven gedaan. Wel is in samenspraak met De Schoor een uitvoeringsplan opgesteld. In ver‐ band hiermee doen wij voor de middelen die in 2011 niet besteed konden worden een voorstel tot resultaat‐ bestemming.
Programmarekening 2011
pag.67
6.
Digitalisering klantprocessen WMO (0,1 V)
Doordat het project digitalisering klantprocessen WMO (onderdeel DMS) is vertraagd zijn de uitgaven onder‐ schreden. Omdat deze uitgaven worden gedekt uit de hiervoor ingestelde reserve is ook minder uit de reserve onttrokken. 7.
Schuldhulpverlening (0,4 V)
In 2011 zijn minder aanmeldingen schuldhulpverlening geweest dan verwacht. Hierdoor is een licht voordeel ontstaan op de uitvoeringskosten. In 2011 zijn incidentele middelen beschikbaar gesteld voor de voorbereiding en implementatie van de ombuiging op schuldhulpverlening. Dit betreft onder andere het opstellen van klant‐ profielen, aanpassing van de organisatie (€ 267.000) en het uitvoeren van pilots (€ 74.000). De uitvoering van de pilots loopt nog deels door in 2012. Voorgesteld wordt om deze bij resultaat bestemming te reserveren. 8.
Diversen (0,1 V)
Dit betreft diverse kleine niet nader toegelichte afwijkingen. 9.
Bestuurlijk arrangement Antilianen (0,1 V)
Doordat het bezwaarschrift van de gemeente tegen het Rijk met betrekking tot de financiële afwikkeling van het Bestuurlijk Arrangement Antilliaanse‐ Nederlandse risicogroepen 2005‐2008 is gehonoreerd, heeft er een nabetaling plaatsgevonden. 622 Huishoudelijke verzorging
0,2 V
Hulp in de huishouding (0,1 V) Het voordelig saldo op dit product is veroorzaakt door een verschuiving van duurdere vormen van hulp in de huishouding (HH2) naar goedkopere (HH1), alsmede een lichte daling van het aantal geïndiceerde uren. Verder is er een meevaller bij de kosten voor het Persoons Gebonden Budget (PGB) door een scherpe aanbesteding en een achterblijvende groei. Afwikkeling balansposten (0,1V) De afwikkeling van balansposten uit voorgaande jaren heeft geleid tot een voordelig resultaat. 620/623 Participatiebudget
6,0 N
Afwikkeling participatiebudget 2009 en 2010 In 2009 was door de accountant een onzekerheid geconstateerd in de toerekening aan het participatiebudget van € 4,6 miljoen. Het ministerie SZW heeft hieruit geconcludeerd dat deze toerekening ten onrechte ten laste van het participatiebudget is gebracht en heeft de middelen teruggevorderd. De gemeente heeft hiertegen bezwaar ingediend omdat de activiteiten wel pasten binnen de voorwaarden van het participatiebudget. Deze toerekening kon echter onvoldoende worden onderbouwd om dit met zekerheid vast te stellen. Uiteinde‐ lijk is het bezwaar afgewezen en moeten de uitgaven 2009 nu alsnog in het resultaat worden verwerkt. De gemeente had hiervoor een risicoreservering opgenomen in het weerstandsvermogen van € 2,6 miljoen. In 2012 wordt met andere gemeenten alsnog onderzocht of in beroep wordt gegaan tegen de uitspraak van het ministerie. In de verantwoording 2010 zijn ook onzekerheden en fouten geconstateerd in de verantwoording van het par‐ ticipatiebudget met een totale omvang van € 1,4 miljoen. Voor een aantal projecten en uitgaven over 2010 in het kader van Algemeen Maatschappelijk Werk kan niet met zekerheid worden vastgesteld dat deze terecht ten laste van het participatiebudget zijn gebracht. Aange‐ zien het ministerie van SZW in geval van onzekerheid de middelen niet toewijst, brengen wij deze uitgaven uit 2010 alsnog ten laste van het resultaat. De afboeking wordt nader toegelicht bij publiekszaken.
pag. 68
Programmarekening 2011
Om het bovengenoemde probleem in 2011 voor te zijn, zijn er geen uitgaven Algemeen Maatschappelijk Werk ten laste van het participatiebudget 2011 gebracht; deze zijn gedekt uit de algemene middelen (€ 0,5 N). Hier‐ tegenover staat dat diverse uit algemene middelen gedekte projecten in het kader van maatschappelijke parti‐ cipatie e.d. voor een totaal bedrag van € 0,6 miljoen ten laste van het participatiebudget zijn gebracht (€ 0,6 V). Resultaat participatiebudget 2011 Het participatiebudget 2011 bedroeg circa € 25 miljoen. De gemeente heeft de mogelijkheid maximaal 25% van het jaarbudget (€ 6,2 miljoen) mee te nemen naar een volgend jaar. In de jaarrekening wordt nu een bedrag van € 5,4 miljoen middels de reserveringsregeling overgeheveld naar 2012. Deze middelen zijn betrokken bij de begroting van het participatiebudget 2012. Dit betreffen geoormerkte middelen die alleen binnen dit beleids‐ terrein kunnen worden ingezet. 623 Bonus inburgering en alleenstaande ouders
2,5 V
Er is een eenmalige bonus van € 2,5 miljoen het Rijk ontvangen voor het goede resultaat op het gebied van inburgering en het experiment alleenstaande ouders. De bonus inburgering wordt voor een klein deel ingezet voor de afronding van inburgeringtrajecten over de jaren 2013 t/m 2016. Hiervoor doen wij een voorstel voor resultaatbestemming van € 0,4 miljoen. Het restant valt dus vrij. Zowel inburgering als alleenstaande ouders zijn maatregelen die vallen binnen de doelstelling van de participatiebudgetten. De bonus betreft echter een aparte geldstroom (decentralisatie‐uitkering) en is niet geoormerkt. Dat wil zeggen dat (in tegenstelling tot de participatiebudgetten) het surplus mag vrijvallen in de algemene middelen. 630 Sociaal Cultureel werk
0,5 V
Subsidie De Schoor (0,1 V) In de begroting was rekening gehouden met extra subsidie‐uitgaven voor De Schoor als gevolg van het actuali‐ seren/vernieuwen van huurovereenkomsten voor door hen gehuurde buurthuizen e.d. Doordat deze vernieu‐ wing langer op zich heeft laten wachten is het subsidiebudget onderschreden. Nazorg ex‐gedetineerden (0,3 V) Voor de regionale coördinatie nazorg ex‐gedetineerden is in 2011 een rijksbijdrage van € 0,15 miljoen ontvan‐ gen. Omdat de betreffende uitgaven al uit de reguliere begroting zijn afgedekt, leidt dit tot een eenmalig voor‐ deel. In 2011 is voor ditzelfde doel eveneens een rijksuitkering van € 0,15 miljoen ontvangen voor de jaren 2012 en 2013. Dit betekent dat deze middelen gereserveerd moeten worden voor de uitvoering in genoemde jaren. Hiertoe doen wij een voorstel tot resultaatbestemming. Verder zijn er enkele niet nader toegelichte afwijkingen. 652 Voorzieningen gehandicapten
0,9 V
Woningaanpassingen (0,3 V) De uitvoeringskosten voor woningaanpassingen zijn lager uitgevallen doordat de werkwijze voor afhandeling van aanvragen is aangescherpt. Zo is ondermeer een calculatieprogramma geïntroduceerd voor de beoordeling van offertes van aannemers en is een limitatieve lijst ingevoerd met woningaanpassingen die voor vergoeding in aanmerking komen. Vervoersvoorzieningen (0,1 V) In 2011 was er sprake van een afname van het beroep op vervoersvoorzieningen. Als voornaamste oorzaken hiervoor zijn aan te merken de invoering van de eigen bijdrage regeling voor scootmobielen en de verdere uitrol van de zgn. ‘uitleen scootmobielen ‘(CUS) over een groter deel van de stad. Verder zijn als gevolg van herindicaties voor scootmobielen en collectief vervoer toekenningen beëindigd.
Programmarekening 2011
pag.69
Kanteling Wmo (0,3 V) Bij de Voorjaarsnota is een incidenteel budget van € 0,7 miljoen beschikbaar gesteld voor met name het uitvoe‐ ren van herindicaties die nodig zijn om de ‘kanteling’ binnen de Wmo van claimgericht werken naar een maat‐ werkaanpak te kunnen realiseren. Deze herindicaties konden ondermeer door de benodigde voorbereidingstijd pas in de loop van 2011 worden gestart en zijn nog niet afgerond. Het budget is met € 0,3 miljoen onderschre‐ den. Voor de afronding in 2012 doen wij een voorstel tot resultaatbestemming. Diversen (0,2 V) Diverse kleinere afwijkingen, waaronder de afwikkeling van balansposten uit voorgaande jaren, leiden in totali‐ teit tot een voordeel van afgerond € 0,2 miljoen.
pag. 70
Programmarekening 2011
3.9 Duurzame Ruimtelijke ontwikkeling Terugblik op het jaar Vanzelfsprekend had de economische crisis gevolgen ook voor de ruimtelijke ontwikkeling in Almere. Belangrij‐ ker zijn enkele onmiskenbare lichtpunten. Zo is in december nog een deal gesloten met Amvest over de ont‐ wikkeling van Plan Duin (Kustzone Poort). Ook hebben we in het voorjaar een contract gesloten met Ymere over de vernieuwende ontwikkeling van Nobelhorst. Zo zijn, in crisistijd, nog twee van onze grootste ontwik‐ keldeals tot dusverre bewerkstelligd. Ook de PO‐kavelverkoop levert een stabiel beeld op, vergelijkbaar met voorgaande jaren. Bij de kavelverkoop voor eilandwoningen in Noorderplassen hebben zelfs meerdere kopers dagenlang voor het stadhuis gebivak‐ keerd, in deze tijd met recht een unicum. De inspanningen om deze verkopen te realiseren zijn wel geïntensi‐ veerd. Als vrijwel de enige gemeente in Nederland lijken we hiermee toch een gedeeltelijk antwoord te hebben gevonden op de malaise in de huidige woningmarkt. Een verdere stap richting organische stedenbouw is gezet, waarbij vele initiatiefnemers via een veelvoud aan kleine initiatieven de wijk bouwen. In de bestaande stad zit voortgang in de ruimtelijke projecten. Bij 3KNS zijn verschillende projecten opgeleverd. Het stadscentrum is nagenoeg afgerond met de oplevering van het kantorengebied bij het station, de inrichting rond de Landdrost en de busbrug over de Stadswetering. Alles bij elkaar is, ondanks de recessie, voor € 12,8 miljoen verkocht en zijn diverse (maatschappelijke) voorzieningen toegevoegd. Plannen voor de resterende gebieden als Oostkavels, het zuidelijk blok tussen ziekenhuis en Forum, maar ook plan Hoogtij (kustzone Haven) zijn gezien de recessie voorlopig stopgezet. Bij de Laren in Haven is de planont‐ wikkeling juist versneld, waardoor eind 2012 de verkoop van kavels kan starten. Ook het plan voor de Water‐ hoven (Stripheldenbuurt) is versneld zodat de kavelverkoop in 2013 kan starten. Met de opzet van het excellent gastheerschap en het gericht samenwerken in de gebieden hebben we ons voorbereid op ontwikkelingen in de komende jaren. We zien al vermindering van vraag naar kantoren en grote woonprojecten, en meer vraag naar voorzieningen en kleinschalige woonconcepten. Concreet hebben we de volgende acties opgepakt om duurzame ontwikkeling in de bestaande stad te bevorderen: Het opstellen van kavelpaspoorten voor de resterende 50 bedrijfskavels en een promotieplan om deze kavels versneld te kunnen verkopen om zo de gebieden en grondexploitaties af te ronden. Het in beeld brengen van enkele financieel kansrijke plekken voor kleine PO locaties in bestaand gebied. Het voorbereiden van een werkwijze waarmee we wensen, ideeën en initiatieven uit de wijken een (tijdelij‐ ke) plek geven op reststroken, veldjes of braakliggend terrein in de buurt van die wijk. Duurzame doorgroei van de stad De activiteiten binnen de drie werkmaatschappijen hebben redelijk conform planning plaatsgevonden. De rap‐ portages voor de Werkmaatschappij Almere Centrum Weerwater (WACW) en de Werkmaatschappij Almere Oosterwold (WAO) zijn eind 2011 in concept gereed gekomen. De Werkmaatschappij Almere Amsterdam (WAA), zal conform planning in de eerste helft van 2012 zijn rapportage afronden. Conform afspraken daartoe binnen het IAK hebben we een financieel kader opgezet waarin de (tussen‐) resultaten van de deelproducten van Almere 2.0, waaronder de werkmaatschappijen, worden opgenomen. Hiermee ontstaat er zicht op het financiële perspectief van Almere 2.0. Dit heeft geleid tot tussentijdse bijsturingen, vooral gericht op organi‐ sche groei als uitgangspunt. Eind 2011 is gestart met een hernieuwde, integrale doorrekening die uitgaat van organische ontwikkeling. In het eerste kwartaal van 2011 heeft de 1e Almere tafel plaatsgevonden met de minister van Binnenlandse Zaken (BZK). In het laatste kwartaal van 2011 heeft bestuurlijke besluitvorming plaats gevonden voor de the‐ ma’s Groenblauw, Stedelijke Bereikbaarheid en Economie. De werkzaamheden rond de thema’s ’Duurzaam‐ heid, Cultuur en Sport hebben vertraging opgelopen en worden in de 1e helft van 2012 afgerond. Wij hebben een brief gestuurd aan minister Donner om onze zorg te uiten over het uitblijven van specifiek conclusies over de structurele financiële problematiek van Almere (aanpassing gemeentefonds in kader van Almere 2.0). Dit heeft geleid tot nader overleg met het ministerie over hoe hier alsnog invulling aan te geven. De raad heeft elk kwartaal een Kwartaalbericht Almere 2.0 ontvangen met de resultaten in detail. Programmarekening 2011
pag.71
Uitvoeren woonvisie Voor de uitvoering van de Woonvisie zijn in 2011 diverse zaken opgestart, zowel op het gebied van beleidsont‐ wikkeling als van uitvoering. Voorbeelden hiervan zijn het beleidstraject met betrekking tot kamerverhuur en het beleids‐ en uitvoeringstraject rond studentenhuisvesting. Ook zijn bij de planontwikkeling in de gebieden waar woningbouw werd geprogrammeerd de uitgangspunten van de Woonvisie nadrukkelijk betrokken. Activi‐ teiten als de Bouwfabriek en de doorontwikkeling van PO gaven invulling aan ons streven naar flexibele, orga‐ nische ontwikkeling. Hiermee zijn tevens ‐ tegen de achtergrond van de voortdurende economische, financiële en bouwmalaise ‐ relatief gunstige resultaten geboekt. Het jaar 2011 stond tevens in het teken van de Huisvestingsverordening, die eind juni door de raad is vastge‐ steld. Vervolgens is de koers voor de uitvoering uitgezet, allereerst via het sluiten van een samenwerkingsover‐ eenkomst met de woningcorporaties. Daarnaast is gestart met een technisch‐juridische uitwerkingsagenda die moet zorgen voor een soepele uitvoering van de verordening voor alle betrokken partijen. Ontwikkelen instrumentarium Met de afronding en implementatie van het AROMA hebben we ervoor gezorgd dat het ontwikkelproces meer resultaatgericht, gestroomlijnd, afgestemd en financieel gezond wordt. Ook de uitwerking van het grondbeleid en de actualiseringen voor Poort en Hout hebben daaraan bijgedragen. Floriade In de eerste helft van 2011 hebben de gemeenten Almere en Zeewolde, de provincie Flevoland en het Rijks‐ vastgoed‐ en Ontwikkelingsbedrijf (RVOB) een ambtelijke verkenning uitgevoerd omtrent de organisatie van de Floriade 2022. In deze verkenning zijn conceptuele, ruimtelijke, organisatorische en financiële consequenties op hoofdlijnen in kaart gebracht. Gebleken is dat het bedrijfsleven, het onderwijs, land‐ en tuinbouworganisa‐ ties en Flevolandse partnerbesturen enthousiast zijn over de kandidaatstelling van Almere. Op 1 december 2011 hebben wij ons kandidaat gesteld. De NTR heeft eind januari 2012 bekendgemaakt dat Almere is uitgeno‐ digd om een bidbook uit te brengen voor Floriade 2022. Duurzame gebiedsontwikkeling Stichtsekant In 2011 is het ruimtelijke plan voor Stichtsekant herzien, vanwege de inpassing van 23 archeologische vind‐ plaatsen. Hierbij is de kans gepakt het gebied nog nadrukkelijker te ontwikkelen als duurzaam bedrijventerrein vanuit het gedachtegoed van de Almere Principles. De hoofdstructuur binnen het gebied is vastgelegd (groen, water, infrastructuur, globaal programma). Binnen dit raamwerk is de invulling flexibel en gericht op wensen vanuit de markt. Dit kan ook in de vorm van tijdelijke functies, waaronder windenergie. Ondernemers worden van begin af aan betrokken bij de inrichting en beheer van de groen‐blauwe structuur. Verder is in 2011 de duurzaamheidscan ontwikkeld. Ondernemers krijgen deze duurzaamheidscan aangeboden om hun bouwplannen en/of bedrijfsprocessen verder te verduurzamen. Rijksstructuurvisie Eind 2011 is met de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen de analytische fase van het proces richting een Rijks‐ structuurvisie Amsterdam ‐ Almere ‐ Markermeer afgerond. In de Notitie Kansrijke Oplossingsrichtingen is uit alle mogelijke oplossingsrichtingen een beperkt aantal integrale alternatieven geselecteerd. In de eerste helft van 2012 worden de geselecteerde alternatieven beoordeeld. Op basis van verschillende effectenonderzoeken (MKBA, PlanMER) wordt een beoordelingskader opgesteld.
Directe ingrepen De directe ingrepen zijn gerealiseerd middels een taakstelling op alle onderdelen van dit programma, met uit‐ zondering van het onderdeel Particulier Opdrachtgeverschap. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onder‐ deel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
pag. 72
Programmarekening 2011
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken?
Wat hebben we gedaan
Almere 2.0 De groei van de stad biedt nieuwe kansen. Wij werken samen met de rijksoverheid aan een aan‐ tal grootschalige gebiedsontwikkelingen; Almere‐Amsterdam in het westen van de stad, gekoppeld aan een verbetering van de bereik‐ baarheid (IJmeerverbinding) en een ecologische impuls van het Markermeer en IJmeer, Almere Centrum‐Weerwater in het hart van de stad, inclusief de inpassing van de verdubbelde A6, en Almere Oosterwold aan de oostzijde. Daarnaast werken we aan de versterking van ons groenblauw casco, en een verbetering van de (interne) bereik‐ baarheid. De Concept Structuurvisie Almere 2.0 en het IAK vormen de basis voor deze plannen en activiteiten.
De werkmaatschappijen aangaande de gebiedsontwikkeling zijn in concept gereed en de thematische uitwerkingen 1e Almere tafel, Groenblauw, economie, Stedelijke bereikbaarheid zijn in samenwerking met partners op rijks‐, regionaal en lokaal niveau afgerond. Hiermee is de basis gelegd voor de besluitvorming in 2012.
Goede inpassing maatregelen Flevolijn Almere wil dat er voldoende capaciteit is om haar inwoners per trein te kunnen vervoeren en wil dat de maatregelen die genomen worden veilig, op een goede manier en van de juiste kwaliteit zijn. Daar‐ toe heeft zij een kader ontwikkeld: de ontwikkelvi‐ sie Flevolijn 2010 – 2030.
Al eind 2010 is met bewoners gesproken over de ‘Ontwikkelvisie Flevolijn 2010‐2030’. Wij hebben deze in februari 2011 vastgesteld. In maart hebben de gemeente, ProRail en NS vastgelegd dat zij deze ontwikkelvisie als richtinggevend kader beschouwen voor de inpassing van de Flevolijn. In december 2011 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu het Tracébesluit voor de Flevolijn vastge‐ steld. Verdere afspraken en uitwerkingen volgen in 2012.
Verbreding A6 (SAA) De A6 doorsnijdt Almere over een lengte van 20 km. Het is daarmee een bepalend element in de ruimtelijke structuur van de stad. De A6 moet op een zodanige manier verdubbeld worden, dat het de stad versterkt, verbindt en een natuurlijk on‐ derdeel van de stad wordt. De gemeente zet in op een optimale inpassing.
Het Tracébesluit voor de verbreding , waarin grotendeels tege‐ moet is gekomen aan onze zienswijze, is in maart 2011 genomen. We hebben de criteria voor en het ontwerp van de aansluitende gemeentelijke infrastructuur verscherpt. In 2011 hebben we nog geen overeenkomsten met Rijkswater‐ staat kunnen sluiten. Dit heeft te maken met de nog lopende gesprekken over de inpassing bij het Zilverstrand. Hierover, en over de criteria gemeentelijke infrastructuur, zullen in 2012 over‐ eenkomsten worden gesloten.
Ter aftronding van de activiteiten van het DuurzaamheidsLab is de Uitvoeringsagenda Almere Principles 2010 geëvalueerd. Op 11 november 2011, de dag van de duurzaamheid, heeft de winkel DuurzaamAlmere.nl (Duurzaamheidswinkel) zowel fysiek als digitaal haar deuren geopend. Voor het faciliteren van kennisdeling binnen de gemeentelijke organisatie is een intranetsite ontwikkeld ‐ die onderdeel is van een provinciale virtuele kennis‐ en leeromgeving ‐ en zijn bijeen‐ komsten gehouden en materialen ontwikkeld. Via een verkenning is zicht gekregen op de wijze waarop de Duur‐ zaamheidswinkel meer op eigen benen kan gaan staan, hetgeen is vertaald in een ondernemingsplan voor 2012‐2015.
Duurzaamheid Medio 2008 heeft de gemeenteraad de Almere Principles vastgesteld. Dit betreft zeven funda‐ mentele en principiële richtlijnen voor een ecolo‐ gisch, sociaal en economisch duurzaam Almere. De komende periode wordt doorgewerkt aan het verder praktisch uitwerken en inhoud geven aan deze ambities in concrete projecten in en met de stad. Uitwerking vindt enerzijds plaats via de duurzaamheidsagenda van Almere 2.0 en ander‐ zijds via een verankering van de duurzaamheids‐ principes in de organisatie en in de stad: D‐Lab wordt Duurzaamheidswinkel.
Programmarekening 2011
pag.73
Uitvoering Woonvisie ‘In elk stadsdeel zorgen we voor 30% sociale wo‐ ningbouw die beschikbaar komt voor de doelgroep door afspraken met corporaties te maken, een nieuwe woonruimteverordening toe te passen, scheefwonen tegen te gaan en te zorgen voor nieuwbouw.’ (Oostvaardersakkoord p. 9). De Woonvisie heeft een uitgebreide uitvoerings‐ agenda opgeleverd die in de komende periode wordt uitgewerkt. Elementen zijn onder meer: particuliere woningverbetering, kamerverhuurbe‐ leid, Invoering huisvestingsverordening en realisa‐ tie van voldoende aangepaste en aanpasbare woningen. Daarnaast wordt een beleidsbrief Wonen opge‐ steld die de stand van zaken van de uitvoering van de Woonvisie weergeeft
Rondom kamerverhuur en studentenhuisvesting is een uitvoe‐ ringstraject gestart. Activiteiten als de Bouwfabriek en de door‐ ontwikkeling van PO gaven invulling aan ons streven naar flexibe‐ le, organische ontwikkeling. De Huisvestingsverordening is eind juni door de raad vastgesteld. Vervolgens is de koers voor de uitvoering uitgezet, primair door het sluiten van een samenwer‐ kingsovereenkomst met de woningcorporaties. Dit traject loopt door in 2012. Ondertussen is de bestaande urgentieregeling in lijn gebracht met de nieuwe verordening. Daarnaast is gestart met een technisch‐juridische uitwerkingsagenda die moet zorgen voor een soepele uitvoering van de verordening voor alle betrokken partijen.
In 2011 zijn verschillende verkoopstimulansen ingezet, een con‐ gres voor en door zelfbouwers, een verkoopmanifestatie, de bouwfabriek waar zowel particulieren als kleine ontwikkelaars kunnen bouwen en gratis duurzaamheidadvies voor het eigen ontwerp van een duurzame woning. De kavelwinkel is een echt expertisecentrum geworden, waar optanten geadviseerd worden in ontwikkelproces en een zelf‐ bouwcursus vier maal per jaar. In tijden van recessie kost het veel meer tijd om een kavel te verkopen dan voorheen, het financiële advies is belangrijk geworden, hierin heeft de kavelwinkel zich aangepast. Van de ibbA (ikbouwbetaalbaarinAlmere) regeling is na evaluatie het financiële deel veranderd. Tijdens deze revisie zijn geen nieu‐ we ibbA kavels geproduceerd. Het idee is dat met de hernieuwde regeling de verkoop in 2012 extra aangezet kan worden.
Particulier Opdrachtgeverschap De rol van de overheid verandert. Mensen partici‐ peren vaker actief in de maatschappij. De groei van het particulier opdrachtgeverschap is illustra‐ tief voor deze ontwikkeling: de mensen bepalen zélf hun eigen woning en woonomgeving.
pag. 74
Programmarekening 2011
Poort: de nieuwe strandstad Almere Poort is de nieuwe strandstad van de Randstad: een economisch duurzaam stadsdeel dat nieuwe doelgroepen aan Almere bindt en ruimte biedt aan een regionaal economisch pro‐ gramma
In Almere Poort heeft Almere de volgende stap gemaakt naar organische stedenbouw, waarbij vele initiatiefnemers via een veelvoud van kleinschalige initiatieven de wijk bouwen. In februari is de ‘Bouwfabriek’ geopend:. door particulieren, aannemers, architecten en institutionele bouwers in Europakwartier gelijke kansen te geven kavels af te nemen en te bouwen ontstaat de ‘economie van onderop’. In maart kwamen meer dan 230 mensen een aantal opgeleverde IbbA huizen (‘IkbouwbetaalbaarinAlmere’) in het Homeruskwartier bezichtigen. Tevens startte toen de tweede groep IbbA kavelko‐ pers met de bouw van hun eigen huis. Zaterdag 9 april stond Almere Poort in het teken van de landelijke Nieuwbouwdag. Tij‐ dens het 1e Zelfbouwfestival kon men zich laten rondleiden door Almere Poort met behulp van de I‐Tourtelefoon. In Poort zijn in 2011 652 woningen opgeleverd en is voor circa 530 woningen grond verkocht. Eind mei openden Bipharma en Clindia Benelux hun nieuwe be‐ drijfspand op het bedrijventerrein Lagekant. Met de komst van de Christelijke Agrarische Hogeschool, Lexro en Nice to Meat is Lage‐ kant nu voor een kleine 25 % uitgegeven en gereserveerd. Bijzonder was de opening van het KlokHUIS op 8 juni door prinses Maxima. In september is de nieuwe locatie van de International School Almere officieel geopend, met plaats voor 300 leerlingen en een volledig Engelstalig lespakket. Ook zijn vorderingen gemaakt met de realisatie van het Warmte Overdracht Station. Met de ingebruikname van dit gebouw kan de restwarmte afkomstig van de Nuon‐centrale in Diemen gebruikt worden in het stadsverwarmingssysteem in Poort. In totaal is in 2011 voor circa 1,7 hectare bedrijventerrein verkocht en ongeveer 12.700 m2 grond voor voorzieningen. Er is helaas geen grond verkocht voor kantoren. Verder is in februari een contract gesloten met TCN voor de bouw van thematische detailhandel (‘Retail Park Almere Poort’) in het Olympiakwartier. In december hebben wij van de raad toestem‐ ming gekregen een overeenkomst aan te gaan met Amvest voor de ontwikkeling van de Kustzone. In 2011 is ook de ontsluiting van Poort sterk verbeterd. Na de realisatie van de westelijke ontsluitingsweg, de Poortdreef, is Almere Poort nu ook vanaf de Hoge Ring, via de noordkant, de Godendreef, te bereiken.
Begin 2011 is de gemeenteraad akkoord gegaan met het "Akkoord op Hoofdlijnen" waarin gemeente en Ymere de financiële uit‐ gangspunten op hoofdlijnen hebben vastgelegd. Eind augustus is in vervolg hierop de Koop‐ en Realisatieovereenkomst gesloten, waarmee Ymere zich heeft vastgelegd voor de afname van de bouwgrond voor de eerste 1.000 woningen en de intentie voor het vervolg. Hiermee is een belangrijke stap gezet naar realisatie van de wijk en een bewijs van vertrouwen vanuit de markt. Ymere zal voor zowel de koop‐ als huurwoningen een aantal extra duurzaamheidmaatregelen uitvoeren, waarmee weliswaar geen EPC van 0,4 bereikt wordt, maar wel een aantoonbaar lagere waarde dan de huidige wettelijke eis van 0,6. De gemeente zal de kavelkopers op haar beurt stimuleren door specifieke duurzaam‐ heidadviezen te verstrekken tijdens de bouwontwikkeling.
Nobelhorst: Wijk voor Initiatieven Binnen Almere Hout Noord wordt Nobelhorst ontwikkeld door de gemeente Almere en Ymere. Onder de noemer ‘Wijk voor Initiatieven’ wordt een sociaal duurzame wijk gerealiseerd, waar op termijn 4.300 woningen en circa 4.000 arbeids‐ plaatsen worden gerealiseerd. De Almere Princi‐ ples liggen ten grondslag aan het ontwikkelings‐ plan.
Programmarekening 2011
pag.75
Uitwerking grondbeleid De Kadernota Grondbeleid schept kaders voor het grondbeleid van de gemeente Almere en geeft opdracht voor het uitvoeringsbeleid hiervan. In 2010 is een begin gemaakt met de uitwerking van het gronduitgiftebeleid, grondprijsbeleid, beleid ter zake uitgifte maatschappelijk en sociaal vast‐ goed en strategisch verwervingsbeleid. Deze gaan wij afronden en implementeren. Het opstellen van het Meerjaren Perspectief Grondexploitaties (MPGA) en het stimuleren van duurzame ontwik‐ kelingen via het grondbeleid blijven ook belangrij‐ ke activiteiten de komende jaren.
In 2011 is het gronduitgiftebeleid in concept gereed gekomen. Dit geldt ook het uitgiftebeleid maatschappelijk en sociaal vastgoed. Het grondprijsbeleid is afgestemd en aangepast op de veranderin‐ gen van de vastgoedmarkt en is gereed voor bestuurlijke besluit‐ vorming in 2012. Duurzaamheid is hierin verweven in alle verschil‐ lende onderdelen van het Grondbeleid. Op 7 juli 2011 heeft de raad het besluit genomen voor het strate‐ gisch verwervingsbeleid. Er is € 10 miljoen krediet ter beschikking gesteld voor de aankopen en € 5 miljoen uit het GIP vrijgemaakt om een revolverend fonds voor de kosten op te richten. Belangrijke stap was het opstellen van het MPGA op hoofdlijnen, waarbij een bestuurlijk akkoord is gekomen op een stelsel‐ wijziging. Dit betekent dat de MPGA in het vervolg meeloopt in de P&C‐cyclus met de jaarrekening.
In 2011 is het door de raad vastgestelde AromA uitgewerkt in ambtelijke procesafspraken. Ook is op het gemeentelijke Intranet een AromA‐webmodel ingericht als hulpmiddel voor de gemeen‐ telijke diensten. Medewerkers zijn getraind en/of gecoacht in het gebruik van AromA, onder andere via processimulaties. Ook zijn de voorbereidingen gestart voor de evaluatie voor de raad; deze zal volgen in 2012.
In 2011 is weer een stap gezet in de reductie van het aantal be‐ stemmingsplannen. Was er in 2006 nog sprake van 230 stuks en in 2010 van 210; in 2011 is dit aantal verder gereduceerd tot 187. In 2012 gaat deze reductie verder met naar verwachting nog eens 27 bestemmingsplannen tot 160 stuks. Alle recente bestemmingsplannen zijn in te zien zijn op ruimtelij‐ keplannen.nl. Elke bewoner, die in een buurt woont waarvan het bestemmingsplan is geactualiseerd, kan van achter zijn computer thuis inzien welke bouw‐ en gebruiksregels er gelden voor zijn eigen huis en natuurlijk dat van de buren. Daarbij zorgen we er‐ voor dat de nieuwe bestemmingsplannen regelarm zijn met in‐ achtneming van de rechtsbescherming van de betrokkenen. De interne procedure is vereenvoudigd en de mandaten geregeld. De aanvrager voor een ontheffing van afwijkingen van het bestem‐ mingsplan (Wabo) wordt gevraagd zelf een ruimtelijke onderbou‐ wing te maken. De gemeente zorgt voor een checklist en adviseert bij het opstellen van de onderbouwingen en toetst de onderbou‐ wing voor de besluitvorming. Ook is het ruimtelijk relevante beleid gescreend en wordt waar nodig geactualiseerd met inachtneming van de toepasbaarheid in bestemmingsplannen.
AromA 2e fase De Raad heeft het Algemeen Ruimtelijk Ontwikke‐ lingsmodel Almere vastgesteld (AromA). In 2010 is tevens een start gemaakt met de verdere uitwer‐ king en doorvertaling naar werkprocessen in de organisatie. Afgesproken in de Raad is tevens dat er een evaluatie na een jaar zal plaatsvinden.
Reductie bestemmingsplannen Het streven naar een evenwichtige ruimtelijke ontwikkeling vraagt om bestemmingsplannen die kunnen inspelen op het ruimtelijk beleid. Het aspect ‘klantvriendelijkheid’ dient nadrukkelijk te worden meegenomen bij de actualisatie van be‐ stemmingsplannen. Dit uit zich in: meer helderheid aan burgers inzake bouw‐ en/of gebruiksmogelijkheden van gronden en opstallen thuis digitaal raadplegen van bestemmings‐ plannen zo regelarm mogelijk
pag. 76
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 9 gekost Tabel 3‐22
Bedragen x € 1 miljoen
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
143,3
149,0
5,7
161,3
186,4
25,1
19,4
24,3
53,2
28,9
10,0
20,1
10,1
‐18,8
167,6
202,2
34,7
171,3
206,5
35,3
0,6
mutatie reserves na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐23
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor
afwijking
resultaat na
bestemming
reserves
bestemming
1,3
‐0,5
0,8 ‐0,1
810
ruimtelijke ordening
822
overige volkshuisvesting
‐0,6
0,5
830
bouwgrondexploitatie
18,8
‐18,9
‐0,1
afronding
‐0,1
‐0,1
0,1
0,1
onderzoek reserves en voorzieningen
19,4
‐18,8
0,6
De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 810 Almere 2.0
0
De totale kosten van Almere 2.0 over 2011 bedroegen € 6,3 miljoen. Het betreft een project waarin Almere samenwerkt met het Rijk en andere decentrale overheden. De kosten worden over de verschillende partijen verdeeld. Voor de bijdrage van de partners is een totaal afspraak gemaakt voor de gehele periode 2010 ‐ 2012. De uitsnede voor 2011 is een boekhoudkundige benadering voor een deel van de totale afspraak. Voor 2011 was het gemeentelijk aandeel geraamd op € 1,9 miljoen. Per saldo valt de gemeentelijke bijdrage over 2011 € 0,3 miljoen lager uit. Dit leidt tot een voordeel. Hier staat echter tegenover dat ook € 0,3 miljoen minder wordt onttrokken aan de projectreserve. De totale gemeentelijk bijdrage aan het project voor de peri‐ ode 2010 – 2012, geraamd op € 4 miljoen, verandert hiermee niet. 810 Ruimtelijke ordening
0,8 V
Energiefonds Poort
0,0 V
Er is in 2011 vanuit NUON een bijdrage van € 1,8 miljoen ontvangen. De middelen komen beschikbaar voor het bevorderen van duurzaamheid in Almere Poort. In 2011 is er € 0,13 miljoen besteed aan een duurzaamheids pakket voor PO‐ers en aan het participatieproces Cascadepark. In 2012 worden uitgaven verwacht ten behoeve van Cascadepark, energie speel‐ en beleefeiland, meer zonne‐ panelen en voorbereidingskosten voor windmolens. We hebben dit bedrag in een voorziening gestort.
Programmarekening 2011
pag.77
Project A6 zone
0,4 V
De verdubbeling van de snelweg A6 heeft ook gevolgen voor de aansluitende gemeentelijke infrastructuur. In 2011 is een forse inspanning geleverd aan het verfijnen van het ontwerp en het opstellen van criteria voor de gemeentelijke infrastructuur die binnen het werk van Rijkswaterstaat wordt aangepast. Gepland was dat deze werkzaamheden in 2011 werden afgerond. Het werk loopt echter door in 2012. Voor het resterende budget van € 0,4 miljoen is een resultaatsbestemming aangevraagd. Flevolijn
0
Een aantal onderdelen van het project Verdubbeling Flevolijn heeft iets vertraging opgelopen. Binnen ProRail was er druk op andere werkzaamheden binnen het project. Hierdoor ontstaat in 2011 een klein voordeel. In 2012 zal met Prorail een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten. Voor het resterende budget van €0,03 miljoen is daarom een resultaatbestemming aangevraagd. Overige
0,4 V
Door het niet vervullen van een vacature en het geen gebruik maken van de begrote inhuur wordt het pro‐ gramma minder belast. Hierdoor ontstaat een onderschrijding van € 0,2 miljoen. Daarnaast zijn nog diverse kleine voordelen ontstaan die gezamenlijk resulteren in een voordeel van € 0,2 miljoen. 822 Overige volkshuisvesting
0,1 N
Subsidies woningbouwcorporaties
0,0 V
De woningbouwcorporaties hebben vertraging opgelopen bij het opleveren van woningbouw. In 2011 is deze vertraging ingelopen. Hierdoor heeft de gemeente extra subsidie (€ 0,5 miljoen) moeten verstrekken. De hogere subsidie wordt afgedekt uit de BWS‐reserve. Woningmarktonderzoek
0,1 V
In 2011 is het periodieke woningmarktonderzoek uitgevoerd. Naast de hiervoor geoormerkte reserve is hier‐ voor een bijdrage van de drie woningbouwcorporaties ontvangen. Hierdoor ontstaat een onderschrijding van € 0,1 miljoen. Particulier opdrachtgeverschap Afwikkeling stimuleringsubsidie
0,2 N
De gemeente Almere heeft over de periode 2006‐2009 een stimuleringssubsidie particulier opdrachtgever‐ schap ontvangen. Met het ministerie van VROM is discussie ontstaan over de hoogte van de subsidie. Als ge‐ volg hiervan wordt de subsidie over de jaren 2007 en 2008 nu als oninbaar ten laste van het resultaat gebracht. Particulier opdrachtgeverschap 2011
0
Het doel van Particulier Opdrachtgeverschap is gevarieerder bouwen, dat mensen de stad maken, dat de woonconsument een woonproducent wordt en dat er een omslag in de Almeerse bouwcultuur plaatsvindt. Dat zijn de eerste ingrediënten en het vertrekpunt voor organische stadsontwikkeling. De PO team taken laten zich samenvatten in: verkopen van de kavels (kavelwinkel), coördinatie overall kavel‐ programmering, conceptontwikkeling, communicatie, marketing, het organiseren van verkoopmanifestaties, monitoring, kennisopbouw inclusief een kenniskring, beleidsonderwerpen en faciliteren van kennis voor de kavelkopers. Er wordt nauw samengewerkt met de projecten voor de productie van kavels.
pag. 78
Programmarekening 2011
De eerste fase PO is letterlijk zichtbaar geworden in Noorderplassen West en Homeruskwartier. In 2011 is ge‐ werkt aan drie stimulansen: aanjagen IbbA (IkbouwbetaalbaarinAlmere), versteking verkoopmanagement bouwgroepen en versterking van bestaand stedelijk gebied met behulp van PO. Tabel 3‐24
jaren
indicatoren
Bedragen x € 1 miljoen
contracten getekend
2007
begrote aantallen
notarieel gepasseerd grondopbrengsten PO
PO % v.h. totaal grond‐ opbrengsten in Almere
155
57
12,8
2008
600
331
179
30,7
17%
2009
600
290
252
36,3
48%
2010
600
324
225
25,4
54%
2011
600
180
328
30,7
40%
Uit het bovenstaand overzicht is goed te zien dat, ondanks de recessie, nog steeds sprake is van een aanzienlij‐ ke afzet in het particulier opdrachtgeverschap. Ondanks een lagere afzet dan oorspronkelijk verwacht, blijft onze omzet rond de 45% van het totaal aan grondopbrengsten te Almere. Verkoop 2011 Er is in 2011 een relatief klein aantal nieuwe kavels in verkoop gegaan. Europakwartier West is tijdens een manifestatie in verkoop gegaan en naast dit grote project zijn een aantal kleine herverkavelingprojecten in verkoop gegaan. Het beschikbare budget 2011 is – naast de kavels in verkoop genomen in 2011 – aangewend voor de voorbereiding van projecten die in 2012 in verkoop gaan. In 2011 is bijvoorbeeld gewerkt aan de voorbereiding van Nobelhorst, extra IbbA kavels, velden J en L in Home‐ ruskwartier, herontwikkelde kavels in Columbuskwartier, de Waterhoven in Almere Buiten en de Laren in Al‐ mere Haven. Al die diverse projecten gaan in 2012 in verkoop. De hoeveelheid en diversiteit aan kavels zullen van invloed zijn op een voortvarende verkoop. Tabel 3‐25
Particulier Opdrachtgeverschap.
Bedragen x € 1 miljoen
begroting
realisatie
programmateam PO
0,4
0,3
0,1
bouwbegeleiding
0,2
0,1
0,1
verkoop en marketing
1,0
1,0
PO collectief
0,1
0,1
totaal lasten
1,7
1,5
0,2
bijdrage grondexploitaties
‐0,9
‐0,5
‐0,4
Bijdrage ministerie ‘Corsini Due’
‐0,3
0,3
PO collectief
totaal baten
‐0,9
‐0,8
‐0,1
mutatie reserves en voorzieningen
saldo
‐
‐
bouwbegeleiding
‐0,2
‐0,1
0,1
acquisitie woningbouw
‐0,1
‐0,1
0,5
0,5
0
structureel budget
‐0,6
‐0,6
0
saldo
‐0,1
‐0,1
0
subsaldo
Programmateam PO Halverwege 2011 bleek dat het aantal geproduceerde kavels achterop de planning begon te lopen. Omdat de bijdrage vanuit de grondexploitaties onlosmakelijk samenhangt met de geproduceerde kavels is er op de bud‐ getten van het programmateam PO en de kavelwinkel bijgestuurd. Hierdoor blijft er € 0,05 miljoen over en wordt deze negatieve ontwikkeling gecompenseerd.
Programmarekening 2011
pag.79
Bouwbegeleiding Subsidie voor bouwbegeleiding wordt alleen verstrekt aan IbbA‐bouwers. In 2011 zijn er minder subsidieaan‐ vragen geweest dan voorzien. Hierdoor wordt het budget onderschreden met € 0,06 miljoen. Bijdrage Grondexploitaties In 2011 zijn 365 kavels geproduceerd (begroot 600 kavels) á € 1.000 per kavel. Dit levert een bijdrage van € 0,365 miljoen op. Tevens zijn er 328 kavels notarieel getransporteerd (begroot 600 kavels) á € 500 per kavel. Dit levert een bijdrage van € 0,164 miljoen op. Eveneens is er een stimuleringssubsidie ter grootte van € 0,26 miljoen vanuit het ministerie inzake project Corsini Due ten gunste van Particulier opdrachtgeverschap verant‐ woord. Door de lagere aantallen geproduceerde en getransporteerde ontstaat een onderschrijding van € 0,1 miljoen. Dit is opgevangen door bij te sturen aan de kostenkant en een meevaller in de vorm van de stimule‐ ringssubsidie. Mutaties reserves In verband met een lager aantal uitgekeerde subsidieaanvragen aan de IBBA‐bouwers is de reserve PO met € 0,05 miljoen minder belast. Ik bouw betaalbaar in Almere (IbbA en IbbA plus) In 2009 is gestart met het project “ik bouw betaalbaar in Almere”. Het project heeft als doelstelling om het eigen woningbezit voor de lagere inkomens mogelijk te maken. De deelnemers moeten ten minste 60% van de woning zelf financieren. Een door de gemeente en de woningbouwcorporatie “De Key” opgerichte rechtsper‐ soon (VOF IbbA) treedt op als gedeeltelijke financier voor de rest (maximaal 40%). Het voordeel voor de deel‐ nemers is, dat zij over de lening van VOF geen rente hoeven te betalen. De rente wordt bijgeschreven op de lening. Als het inkomen stijgt, of als de woning met meerwaarde wordt verkocht, dient het door de VOF gefi‐ nancierde deel te worden afgelost. De gemeente loopt 50% risico over het door de VOF uitgeleende bedrag. De Key neemt ook 50% van het risico voor haar rekening. Het project bestaat uit IbbA‐start (inkomens tot € 36.500) en IbbA plus (€ 36.500‐€ 46.000). Het project is in het najaar van 2011 voor het eerst geëvalueerd. In deze periode zijn 346 kavels in ontwikkeling genomen (IbbA start 267, IbbA plus 79). Van deze kavels liggen er 262 in Almere Poort op drie locaties en 84 in het gebied Noorderplassen op twee locaties. Voor IbbA start zijn alle beschikbare woningen verkocht. Het programma IbbA plus is sinds oktober 2010 op de markt. Van de 79 kavels is ca. 33% uitgegeven. Dit programma moet nog verder op gang komen. Dit hogere prijssegment slaat nog niet aan in de markt. Naar de oorzaken zal nader onderzoek worden verricht. Op dit moment lijkt het een mix van: onbekendheid met het product, veel meer keuze in de markt voor deze doel‐ groep met een iets hoger inkomen, en de noodzaak om eerst de huidige eigen woning te verkopen. In ruim twee jaar zijn met de IbbA regeling (IbbA start, IbbA plus en Corsini Due) 291 kavels verkocht. Gemid‐ deld wordt er door de VOF een lening verstrekt van € 52.000 per woning. De totale uitstaande schuld bedraagt circa € 15 miljoen. 830 Bouwgrondexploitatie
0,1 N
Bouwgrondexploitatie/storting in de reserve structurele middelen
0
Het behaalde resultaat op grondexploitaties heeft geen invloed op het gemeentebrede resultaat. Een positief resultaat wordt conform de vigerende winstnemingsystematiek uiteindelijk afgedragen aan het GIP een nega‐ tief resultaat komt ten laste van het GIP.
pag. 80
Programmarekening 2011
Bij de programmabegroting 2012 hebben wij het “Meerjarenperspectief Grondexploitaties op Hoofdlijnen” vastgesteld. Hierbij zijn diverse maatregelen getroffen om ons grondbedrijf gezond en crisisbestendig te ma‐ ken. Het betreft ondermeer het verlagen van de rekenrente en het stoppen van de afdracht van compensabele BTW aan het GIP. Hierdoor zijn de lasten van het grondbedrijf structureel verlaagd. Dit leidt tot een verlaging van het risicoprofiel. Als gevolg hiervan kan de risicobuffer met € 41 miljoen worden verlaagd gebaseerd op de bedragen in de begroting. Bij oplevering van het MPGA zal het bedrag definitief worden vastgesteld. In de begroting is aangegeven dat deze middelen in een nieuw te vormen reserve worden gestort, de “reserve structurele middelen”. De over de reserve te ontvangen rente (€ 2 miljoen per jaar) is in de begroting ten gun‐ ste van het perspectief gebracht. Grondbeleid
0,1V
De eerste versie van het grondbeleid is in concept gereed en wordt binnenkort aan het bestuur aangeboden. De verwachting is dat er in 2012 nog ambtelijke uren dan wel externe adviezen ingewonnen moeten worden. Bij resultaatbestemming stellen we voor om de beschikbare middelen (€ 74.000) re reserveren. Overige
0,2 N
Op dit product zijn diverse kleinere nadelen behaald, die gezamenlijk resulteren in een nadeel van € 0,2 mil‐ joen.
Programmarekening 2011
pag.81
3.10 Economische ontwikkeling Terugblik op het jaar In 2011 zijn we begonnen met een realistische, middellange termijn aanpak voor de economische ontwikkeling van Almere door in te zetten op excellent gastheerschap, focus op kansrijke clusters en partnership. We kun‐ nen een jaar later constateren dat we samen met vele partners in EDBA‐verband businesscases ontwikkelen, dat samen met rijk en provincie voortvarend is gewerkt aan het Economisch Programma 'Almere Werkt!', dat de eerste kwaliteitskaarten voor bestaande werklocaties zijn ontwikkeld en enthousiast zijn ontvangen, dat er marktconsultaties voor gebiedsontwikkelingen en beleidskaders zijn gehouden, dat het Ondernemersloket is geopend en dat de nieuwe acquisitieaanpak operationeel is. Economisch programma 2.0 Het Ministerie EL&I, de provincie Flevoland en de gemeente Almere hebben de position paper ‘Almere Werkt’ vastgesteld. Hierin wordt de gezamenlijke ambitie van 100.000 arbeidsplaatsen bekrachtigd. Het position paper vormt het startpunt voor een structurele samenwerking van de drie overheden. Wij hebben ‐ samen met Ge‐ deputeerde Staten van Flevoland ‐ eind november 2011 ingestemd met het programma voor het economisch offensief ‘Almere Werkt!’. Centraal in de aanpak staat het optimaal ruimte bieden aan initiatieven van onder‐ nemers. Het programma richt zich in eerste instantie op de periode 2012‐2015. Nieuwe energieke aanpak in de Metropoolregio Om in een moeilijke markt succesvol te kunnen opereren zijn wij aan de slag gegaan met een nieuwe aanpak op het gebied van samenwerking in de regio en het inspelen op de kansen van Almere als jonge, marktgerichte en servicegerichte stad. In metropoolverband is intensief overlegd met onze partners met als resultaat een toenemende focus op het Almeerse belang in het grotere geheel van de MRA en samenwerking tussen onze EDBA en de Board van Amsterdam. Medio 2011 is het Ondernemersloket van start gegaan met daarachter het mid‐office met vergaande bevoegd‐ heden om knopen door te hakken vanuit de basisgedachte ‘Het kan in Almere’. Voorbereidingen zijn getroffen voor de doorgroei naar een Ondernemersplaza, samen met onder andere de Kamer van Koophandel. In 2011 heeft de wethouder Economische Ontwikkeling ingestemd met het acquisitieoffensief “Naar een doel‐ gerichte acquisitie”. Er zijn twee acquisitiedoelen geformuleerd: werkgelegenheid en grondinkomsten. Op grond van deze nota is een impuls gegeven aan de nationale acquisitie (industrie, logistiek, herkomstgebieden, kantoren). Werkplannen zijn in samenspraak met de gebiedsteams Poort, Hout en Stad opgesteld en vormen de basis voor hun activiteiten. Er zijn veel gesprekken gevoerd met logistieke en industriële bedrijven, met bedrijven uit de herkomstgebieden (Gooi, Eem‐ en Vechtstreek) en met brancheorganisaties en bedrijven in Almere. De eerste resultaten zijn hoopgevend. Een ontwerp marketingcommunicatieplan was eind 2011 bijna gereed. Rode draad is dat we concernbreed denken vanuit de behoefte van de klant en daarop inspelen (‘Door goed te luisteren hoor je zoveel meer ‘). Voor de internationale acquisitie is meer focus gebracht in de samenwerking in de metropoolregio en is meer aandacht gevraagd en gekregen voor Almeerse belangen. Op het gebied van vastgoedevenementen is deelge‐ nomen aan MIPIM, Provada en Expo Real. We organiseerden in regionaal verband een acquisitiereis naar Tai‐ wan en legden contacten in verband met een mogelijk samenwerkingsverband met de Chinese miljoenenstad Shenzen.
Programmarekening 2011
pag.83
Verbinden van partners In 2011 is de EDBA echt van start gegaan en zijn de toegezegde middelen beschikbaar gesteld. De tafels voor de kansrijke sectoren zijn volop in bedrijf waarmee zo’n 100 bedrijven meewerken aan de economische ontwikke‐ ling van Almere. Een website is operationeel en inmiddels is een aantal businesscases uitgehard: Proeftuinen Zorg, Fabrics for Fabrics, Almere Data Capital, Almere Smart Society, Biobank). Relaties zijn gelegd met de Mayors League en met de Board voor de Metropoolregio. De afdeling EZ steunt de EDBA door o.a. het beschik‐ baar stellen van secretarissen voor de tafels. Op het gebied van Health is onder andere het Jan van Es Instituut operationeel geworden en het KlokHUIS geopend in Poort. De activiteiten in het kader van Duurzaam Almere zijn sterk opgevoerd, onder andere is een recycling project voor denim veelbelovend. Op ICT gebied is een Smart City visie uitgewerkt met de naam ‘Almere Smart Society 2.0’ en is via de ICT‐tafel een programma ‘Al‐ mere Data Capital’ ontwikkeld. Eind 2011 was een veelheid aan businesscases in voorbereiding of in ontwikke‐ ling. De samenwerking met het georganiseerde bedrijfsleven is uiteraard gecontinueerd en zo nodig geïntensiveerd. De Mayors League had twee succesvolle bijeenkomsten. De Taiwandag vond voor het laatst in de huidige vorm (Drakenbootrace) plaats, gezocht wordt naar een nieuwe opzet. In 2011 is door EZ een koppeling gelegd met de beleidsvelden onderwijs en arbeidsmarkt. We hebben met partners binnen en buiten de gemeente gesproken over de versnipperde aanpak op dit gebied en betere sa‐ menwerking. Beleidskaders ontwikkeling bedrijventerreinen en kantoorparken We zijn gestart met de ontwikkeling van kwaliteitskaarten voor de bestaande bedrijventerreinen. Een pilot voor De Vaart is enthousiast ontvangen door het college en het bedrijfsleven. De afronding van de detailhan‐ delsvisie vond plaats in december 2011 en het voorstel voor de winkelopenstelling op zondag is nog in de raad van december behandeld en goedgekeurd. Bij de ontwikkeling van deze beleidsvoorstellen en van de planvor‐ ming voor bijv. De Steiger en Stichtsekant is het bedrijfsleven via marktconsultaties betrokken. Wijkeconomie is één van de speerpunten in de ontwikkeling van Nobelhorst en parkmanagementconcepten zijn ontwikkeld voor Stichtsekant en Poort. Citymarketing In maart 2011 is de nota ‘Citymarketing Almere 2011‐ 2015, Samenhang en Focus’ verschenen en door de Ge‐ meenteraad op hoofdlijnen vastgesteld. Deze nota voorziet in een beschrijving van het merk Almere, een uit‐ voeringsagenda en een duidelijke taakverdeling tussen gemeente, de Stichting Almere Citymarketing, de Eco‐ nomic Development Board Almere en de vele andere partners in de stad. De gemeente heeft in dit plan de focus verlegd van algemene citymarketing en imagomanagement naar marketing van een duidelijk aanbod op het gebied van zelfbouw (PO), winkelen (Almere Centrum), wonen (Almere Poort), ondernemen (bedrijfsterrei‐ nen) en studeren (hoger beroepsonderwijs). In het verlengde van het nieuwe citymarketingplan is in juli het evenementenbeleid positief geëvalueerd en voor 2012 t/m 2015 vrijwel ongewijzigd vastgesteld. Ook in juli heeft de stad een nieuwe stadsportal gekregen (www.almere.nl) afgestemd op de doelgroepen van de stad: bewoners, bedrijven, studenten, bezoekers en zelfbouwers. In 2011 is bezuinigd op zowel de apparaatskosten van ACM (‐€ 75.000 euro) als op het evenementenbudget (‐€ 50.000) als eerste stap van de totale bezuiniging van respectievelijk € 238.000 (‐40%) en € 189.000 (‐26%) op beide budgetten vanaf 2012.
Directe ingrepen De beoogde bezuiniging is in 2011 gerealiseerd. Beleidsonderzoek en beleidsadviezen van externe adviesbu‐ reaus zijn minder nodig geweest. Op de apparaatskosten van Almere City Marketing (ACM) is extra gekort in de subsidiebeschikking van 2011. Op het evenementenbudget is bezuinigd. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
pag. 84
Programmarekening 2011
Impulsgelden Aan Economische Ontwikkeling is voor 2011 een impulsbedrag toegekend van € 2,3 miljoen ten behoeve van de Economic Development Board Almere en een andere werkwijze bij Economische Zaken. Tabel 3‐26
Bedragen x € 1 miljoen
begroting
werkelijk
EDBA businesscases
1,0
1,0
EDBA bedrijfsvoering
0,3
0,3
financiering EZ
1,0
1,0
2,3
2,3
EDBA businesscases In de programmabegroting 2011 is € 1 miljoen opgenomen voor de ontwikkeling van businesscases binnen de geselecteerde kansrijke clusters, door innovatieve samenwerking tussen partners in de Economic Development Board Almere. De EDBA rapporteert en informeert zelf hierover halfjaarlijks de Raad. EDBA bedrijfsvoering In de programmabegroting 2011 is € 0,3 miljoen opgenomen voor de bedrijfsvoering van de EDBA. Hierover rapporteert en informeert de EDBA eveneens zelf halfjaarlijks de Raad. Financiering Economische zaken Met de toekenning van de impulsgelden a € 1,0 miljoen in 2011 kon een stevige aanzet worden gegeven aan het uitrollen van Excellent Gastheerschap, gerichte acquisitie voor de geselecteerde gebieden en kansrijke clusters (Stichtsekant, kantoren Poort, Vaart 4‐6, ICT & media, handel & logistiek, health & wellness, duurzaam Almere), organisatie‐ en communicatiekosten EDBA en de ontwikkeling van marktgerichte werklocaties.
Programmarekening 2011
pag.85
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Uitwerking van het IAK op het gebied van Eco‐ nomie Maken van sluitende afspraken met Rijksoverheid over de versterking van de economische structuur (100.000 arbeidsplaatsen tussen nu en 2030) via het Economische Offensief Almere (Economisch Programma 2.0). Implementatie Gemeentelijke Vestigingsvisie Implementatie van de door de raad vastgestelde Gemeentelijke Vestigings Visie met als doel kwali‐ tatief en kwantitatief bedrijven, in iedere fase van hun ontwikkeling, passende ruimte te kunnen bieden (van starter tot multinational).
De position paper “Almere Werkt!” is vastgesteld door het rijk, provincie Flevoland en de gemeente Almere tijdens het BO MIRT op 9 november 2011. Deze bevat een herbevestiging van de ambi‐ tie voor een economisch offensief Almere 2.0 en afspraken voor een structurele samenwerking tussen de 3 overheden voor de uitvoering. Centraal in de aanpak staat het optimaal ruimte bieden aan initiatieven van ondernemers. Het programma richt zich in eerste instantie op de periode 2012‐2015.
In 2011 is gestart met de ontwikkeling van kwaliteitskaarten van de bestaande bedrijventerreinen (pilot voor De Vaart 1‐3). Hierbij is intensief gecommuniceerd met de VBA, bedrijfskring De Vaart en de Kamer van Koophandel. In verband met de nieuwe archeologiewet is voor Stichtsekant een nieuw ontwikkelingsplan opgesteld. Speciaal daarvoor zijn twee marktconsultaties gehouden. Voor De Steiger is in het kader van de ontwikkeling van de Weerwaterzone een perspectief voor de lange termijn opgesteld. Ook dit is in samenspraak met het georgani‐ seerd bedrijfsleven gedaan. In Hout wordt in Nobelhorst, wijk der initiatieven, een programma wijkeconomie ontwikkeld in samen‐ werking met Ymere. Voor de ontwikkeling van marktconforme werkgebieden wordt een uitgebreid netwerk met de vastgoedsector onderhouden en is actief geparticipeerd in vastgoedbeurzen (Provada, MIPIM, Expo Real). De norm voor Werken in de Wijk (tot 50% werken aan huis) wordt successievelijk in alle bestemmingsplannen opgenomen. Onderdeel van de GVV zijn locaties voor detailhandel. Daarvoor is een geactu‐ aliseerd detailhandelsnota vastgesteld door B&W in december 2011. Het geeft meer ruimte voor (startende) detailhandel in woonwijken en andere werklocaties. Voorgesteld is om winkels aan huis tot 25 m2 op te nemen.
pag. 86
Programmarekening 2011
Ontwikkelen bestaand bedrijfsleven Minder regels, meer service en gerichte contacten met het bestaande bedrijfsleven. Intensieve samenwerking met maatschappelijke en private partners.
Medio 2011 is het Ondernemersloket van start gegaan met daar‐ achter het mid‐office met de bevoegdheid om knopen door te hakken vanuit de basisgedachte ‘Het kan in Almere’. Alle initiatie‐ ven voor vestiging en uitbreiding komen hier samen en worden afgehandeld via het proces Intake en Vestigen. De ontwikkeling naar een breder Ondernemersplaza (samen met Kamer van Koop‐ handel en andere externe partners) is in gang gezet. In 2012 wordt hiervoor een businessplan ontwikkeld. We hebben deelgenomen aan de procedures Keurmerk Veilig Ondernemen voor Poldervlak en Randstad. De Mayors League had twee succesvolle bijeenkomsten. De Taiwandag vond voor het laatst in de huidige vorm plaats (Drakenbootrace Weerwater); gezocht wordt naar een nieuwe opzet. In de gebieden Poort (Lagekant) en Hout (Stichtsekant) zijn plannen voor een pilot parkmanagement opgesteld. Voor Lagekant is een vereniging van eigenaren in de oprichtingsfase en worden afspra‐ ken gemaakt over onderhoud en beveiliging. In 2011 is een koppeling gelegd tussen de beleidsvelden economie, onderwijs en arbeidsmarkt. We hebben met partners binnen en buiten de gemeente gesproken over de versnipperde aanpak op dit gebied en mogelijkheden voor integratie. Eind 2011 hebben gede‐ puteerde staten besloten om geen IFA‐bijdrage meer te verstrek‐ ken aan het WTC. In 2011 is geen landelijk benchmarkonderzoek gehouden. Als de G32 hiervoor alsnog het initiatief neemt, zullen wij serieus overwe‐ gen om mee te doen. In 2011 is een onderzoek voorbereid naar de behoefte aan ruimte bij het lokale bedrijfsleven, in kwalitatieve en kwantitatieve zin (‘ruimtemonitor’).
In juni 2011 is een geactualiseerde uitvoeringsstrategie 2010‐2040 van het Platform Bedrijven en Kantoren in de Metropoolregio Amsterdam vastgesteld. Daarin zijn afspraken gemaakt over de programmering van nieuwe kantoorlocaties en bedrijventerreinen, de aanpak van bestaande kantorenvoorraad en de aanpak van verouderde bedrijventerreinen. Ook heeft de provincie Flevoland de structuurvisie Werklocaties Flevoland vastgesteld. Beide documenten sluiten aan op de Ge‐ meentelijke Visie op het Vestigingsbeleid Almere.
Regionale Programmering Inzetten op regionale programmering voor werk‐ gebieden met de partners uit de Metropoolregio Amsterdam en Flevoland.
Programmarekening 2011
pag.87
Wat heeft programma 10 gekost Tabel 3‐27
Bedragen x € 1 miljoen
Economische ontwikkeling voor mutatie reserves mutatie reserves na mutatie reserves
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
15,2
10,2
‐5,0
15,1
10,4
‐4,7
0,3
0,1
1,4
1,3
0,0
1,2
1,1
‐0,2
15,3
11,6
‐3,7
15,1
11,6
‐3,5
0,2
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐28
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving 310
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
0,3
‐0,3
0,0
0,2
0,2
handel en ambacht
onderzoek reserves en voorzieningen*
0,3
‐0,2
0,2
*De uitkomsten per programma van het onderzoek reserves en voorzieningen wordt nader gespecificeerd bij programma 12. 310 Handel en ambacht
0
Kansrijke clusters, Acquisitie en Marketing, werkgebieden en beleidskaders
0,1 V
In de loop van het jaar is er meer aandacht besteed aan Kansrijke Clusters. Dit heeft geleid tot een lichte over‐ schrijding bij deze clusters en een lichte onderschrijding bij Acquisitie en Marketing én werkgebieden en be‐ leidskaders. Voor de vijf kansrijke clusters zijn businesscases ontwikkeld binnen de Economic Development Board Almere. Acquisitie en Marketing
0,1 V
Eind 2011 zijn nog drie externe partijen bereid gevonden om een deel van de gemaakte kosten van Economi‐ sche Zaken te financieren. Economische zaken Amsterdam heeft ca. € 0,06 miljoen bijgedragen inzake de geor‐ ganiseerde evenementen en reizen door EZ Almere. Citymarketing Lelystad en OMALA hebben samen ca. € 0,07 miljoen betaald van de gemaakte kosten inzake de PROVADA. Tezamen levert dit een voordeel van € 0,13 miljoen op. Overige
0,1 V
Op dit product zijn diverse kleinere voordelen behaald, die gezamenlijk resulteren in een voordeel van € 0,1 miljoen. Mutaties reserves
0,3 N
Het positieve resultaat van dit programma heeft erin geresulteerd dat er minder wordt onttrokken uit het Eenmalig Nieuw Beleid “Ontwikkelen van kansrijke marktsegmenten”, dan dat er was begroot.
pag. 88
Programmarekening 2011
3.11 Dienstverlening Terugblik op het jaar Van excellente naar goede dienstverlening We hebben in december 2010 en april 2011 met de raad gesproken over de koers van dienstverlening de ko‐ mende jaren en geconstateerd dat maatregelen mogelijk zijn die goede dienstverlening behouden en deze tegelijk efficiënter maken. Onze ambitie op klanttevredenheid blijft onverminderd van kracht, maar we hebben ook keuzes gemaakt in wat we wel en niet (meer) doen. Daarom is het credo “excellente dienstverlening” ge‐ wijzigd in “goede dienstverlening tegen aanvaardbare kosten”. Verbeteren van de toegankelijkheid Het Digitaal Loket is vernieuwd; het is overzichtelijker en gebruiksvriendelijker geworden. Ook is Ally –de virtu‐ ele medewerker van de gemeente Almere‐ nu op het Digitaal Loket te vinden. Dit levert een goede bijdrage aan efficiënte dienstverlening. Almeerders kunnen via het Digitaal Loket zaken snel regelen. Dit scheelt een bezoek aan het stadhuis of het plegen van een telefoontje.
Directe ingrepen De beoogde bezuiniging is in 2011 gedeeltelijk gerealiseerd. Op de openingstijden van de balie en het beperken van niet opdagen is nog niet de volledige besparing gehaald, mede door de korte voorbereidingstijd. De Bezui‐ nigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Programmarekening 2011
pag.89
Wat hebben we bereikt We hebben in 2011 de eerste stappen gezet in het verbeteren van de efficiency op het gebied van dienstverle‐ ning. Aan de hand van de indicatoren wordt de klanttevredenheid maandelijks gemeten en bijgestuurd indien nodig. We kunnen constateren dat de invoering van de directe ingrepen geen invloed heeft gehad op de klant‐ tevredenheid. De score op klanttevredenheid, in 1x goed en bejegening is in 2011 ten opzichte van 2010 zelfs iets toegenomen. Dit hangt ook samen met de verdere aansluiting van gemeentelijke diensten op het Klant Contact Centrum (KCC). De klant krijgt hierdoor sneller en –voor zover mogelijk‐ direct en in 1x goed antwoord op zijn vraag. Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
Algemene tevredenheid Minimaal 80% van de klanten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de dienstverlening Klanttevredenheid Balie Minimaal 80% van de klanten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de dienstverlening Klanttevredenheid Callcenter Minimaal 80% van de klanten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de dienstverlening Klanttevredenheid Digitaal Loket Minimaal 80% van de klanten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de dienstverlening
De klant krijgt in 1x het goede antwoord Minimaal 80% van de klanten wordt in 1x juist geholpen. De klant wordt juist behandeld Minimaal 90% van de klanten geeft aan tevreden tot zeer tevreden te zijn over de bejegening door de gemeente.
De klanttevredenheid (Klant Contact Centrum) wordt maandelijks gemeten en bijgestuurd waar nodig. Algemene tevredenheid 2011: 85% Klanttevredenheid Balie 2011: 92% Klanttevredenheid Callcenter 2011: 79% Klanttevredenheid Digitaal loket: 88% De klant krijgt in 1x het goede antwoord 2011: 86% De klant wordt juist behandeld 2011: 91%
pag. 90
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 11 gekost Tabel 3‐29
Bedragen x € 1 miljoen
Dienstverlening
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
9,8
4,3
‐5,5
10,8
5,0
‐5,8
‐0,2
mutatie reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
9,8
4,3
‐5,5
10,8
5,0
‐5,8
‐0,3
na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐30
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving 002
bestuursondersteuning
003
burgerzaken
afronding
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
0,1
0,1
‐0,3
‐0,3
‐0,1
‐0,2
‐0,3
002 Bestuursondersteuning
0,1 V
003 Burgerzaken
0,3 N
Het project Almere Direct is in 2011 volledig afgerond. Een deel van de resterende kosten (€ 0,2 miljoen) is ten laste van het resultaat gekomen. Hiervoor was een reserve beschikbaar maar deze is abusievelijk komen te vervallen bij de voorjaarsnota. Daarnaast is een overschrijding ontstaan bij het c@llcenter door extra capaciteit die ingezet moet worden op piekmomenten. Dit heeft geleid tot hogere inhuurkosten en kosten voor extra werkplekken.
Programmarekening 2011
pag.91
3.12 Financiën en Bedrijfsvoering Terugblik op het jaar Vanuit het Oostvaardersakkoord hebben we twee thema’s benoemd die aansluiten op de ontwikkelingen in de stad en de organisatie: 1. Bij een nieuwe stijl van besturen horen ook ‘passende verantwoordingsmechanismen’. Horizontale ver‐ antwoording zal waar mogelijk de plaats innemen van verticale lijnen. 2. Ons handelen wordt gekenmerkt door ‘transparantie’. Hier gaan wij nader in op horizontale verantwoording en de indicator “Tweejaarlijkse toetsing van tevreden‐ heid raad over transparantie en werking begroting‐ en budgetcyclus”. Wat er gedaan is op het gebied van de verbonden partijen en op het gebied van de indicator “Jaarlijkse toet‐ sing van de opvolging van de aanbevelingen van de accountant “ rapporteren wij in de paragraaf verbonden partijen respectievelijk de paragraaf bedrijfsvoering. Passende Verantwoordingsmechanismen ‘Loslaten’ betekent vertrouwen in afspraken over een passend verantwoordingsinstrumentarium. Minder re‐ geldruk aan de voorkant door verantwoordingseisen en toezichtinstrumenten aan de achterzijde. We werken hieraan met onze partners in de stad, zoals bij de verkenning van publieke verantwoording. Een eerste stap daarin is het subsidieregister dat is uitgewerkt. Een tweede stap is dat we inzicht willen bieden in de resultaten van partnerschap. In 2011 hebben we bijvoorbeeld een bijeenkomst georganiseerd over publieke verantwoor‐ ding met onze partners. Zie ook de paragraaf subsidies. Ook de gemeente zelf legt op vernieuwende wijze verantwoording af aan de belastingdienst. Zoals reeds eer‐ der aan u is meegedeeld hebben wij met de belastingdienst een convenant Horizontaal Toezicht gesloten. Hier‐ in hebben wij de intentie uitgesproken om te werken vanuit vertrouwen. Het toezicht kan dan plaatsvinden op systeemniveau. In 2011 is gewerkt aan de nadere invulling van dit convenant. Met de Belastingdienst hebben diverse gesprekken plaatsgevonden over de verbeterde borging van toepassing van fiscale regelgeving in de organisatie. Steeds meer fiscale aandachtsgebieden worden in kaart gebracht en indien nodig afgestemd met de Belastingdienst. Toepassing van fiscale regelgeving wordt vaker vroeg in het proces verankerd. De gemeente beheerst de toepassing van fiscale regelgeving beter. Transparantie Passende verantwoordingsmechanismen zijn onlosmakelijk verbonden met transparantie. In het tweede half‐ jaar 2011 zijn er twee deelonderzoeken uitgevoerd over de transparantie en werking begroting en budgetcy‐ clus. Het eerste deelonderzoek gaat over het verbeteren van de toegankelijkheid van de jaarrekening en het tweede betreft een enquête gehouden onder de raadsleden betreffende de leesbaarheid en begrijpelijkheid van de begroting. De programmarekening dient de afspiegeling te zijn van de programmabegroting. In de be‐ groting staan de voornemens, in de rekening de realisatie. Beide onderzoeken vullen elkaar aan. De uitkomsten van beide onderzoeken zullen in één rapport gecombineerd gepresenteerd worden en op korte termijn aan de raad worden aangeboden. Op verschillende plekken in de organisatie is gewerkt aan een betere archivering door invoering van een Do‐ cumentManagmentSysteem. Dit systeem ondersteunt ook het digitale werken en vergroot daarmee de trans‐ parantie van processen o.a. vergunningsverlening en de besluitvorming.
Programmarekening 2011
pag. 93
Directe ingrepen De beoogde bezuiniging is in 2011 gerealiseerd. De Bezuinigingsmonitor, opgenomen als onderdeel van de Voorjaarsnota 2013‐2016, geeft nader inzicht.
Wat hebben we bereikt Wat wilden we bereiken
Wat hebben we gedaan
De twee kernthema’s (passende verantwoor‐ dingssystemen en transparantie) hanteren als een toetsingkader voor het bestuurlijk handelen van het College.
Tweejaarlijkse toetsing van tevredenheid raad over transparantie en werking begroting‐ en budgetcyclus Jaarlijkse toetsing van de opvolging van de aanbevelingen van de accountant. U kunt kennis nemen van de opvolging van de aan‐ bevelingen van de accountant in zijn rapport van bevindingen bij de jaarrekening.
Uiting geven aan het uitgangspunt vertrouwen in partnerschap en afspraken maken over een passend verantwoordingsinstrumentarium, met een systeem van horizontale verantwoording en toezicht.
Kaders opstellen voor de inrichting van planning‐ & controlin‐ strumenten bij verbonden partijen en overige partners (opge‐ nomen in paragraaf verbonden partijen). Nadere invulling convenant Horizontaal toezicht met Belasting‐ dienst. Verkenning publieke verantwoording subsidies. Samenhang brengen in het planning‐ & controlinstrumentarium van de gemeente en ruimte geven aan ontwikkeling van kwali‐ teitszorg (opgenomen in bedrijfsvoeringsparagraaf).
pag. 94
Programmarekening 2011
Wat heeft programma 12 gekost Tabel 3‐31
Bedragen x € 1 miljoen
Financiën en bedrijfsvoering
begroting
jaarrekening
resultaat
lasten
baten
saldo
lasten
baten
saldo
voor mutatie reserves
26,8
284,8
258,0
25,3
289,3
263,9
5,9
mutatie reserves
68,6
28,0
‐40,6
106,0
59,5
‐46,4
‐5,8
95,4
312,9
217,4
131,3
348,8
217,5
0,1
na mutatie reserves
Afwijkingen ten opzichte van de begroting Tabel 3‐32
Bedragen x € 1 miljoen
product omschrijving
resultaat voor Bestemming
afwijking reserves
resultaat na Bestemming
002
bestuursondersteuning college van burgemeester en weth.s
0,5
‐0,2
0,3
913
garantstelling provisie HVC
0,2
0,2
921
algemene uitkering uit gemeentefonds
2,3
2,3
922
algemene baten en lasten
0,1
0,4
0,5
932
baten OZB‐eigenaren
0,5
0,5
940
lasten heff./invord.belastingen
0,1
0,1
960
verschillen kostenplaatsen (incl. langlopende leningen)
2,3
0,2
2,5
980
mutatie reserves
‐0,4
‐0,4
onderzoek reserves en voorzieningen
‐5,9
‐5,9
6,0
‐5,9
0,1
002 Bestuursondersteuning college van burgemeester en wethouders
0,5 V
980 Onttrekking uit de reserve
0,2 N
Het resultaat op dit product wordt met name veroorzaakt door: Minder uitgaven op het concern opleidingsbudget ad € 0,2 miljoen een incidenteel resultaat op de afronding van de implementatie van het Document Management System ad € 0,13 miljoen; De concernbrede kosten voor de mobiliteit van medewerkers zijn lager uitgevallen. Dit levert een voordeel op van € 0,15 miljoen. Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan de mobiliteitsreserve. 913 garantstellingprovisie HVC
0,2 V
Wij hebben € 0,2 miljoen meer garantstellingprovisie ontvangen van de HVC. De provisie is gebaseerd op de hoogte van de schuldpositie binnen de HVC. Deze kan jaarlijks fluctueren. 921 Algemene uitkering uit het gemeentefonds
2,3 V
Een van de belangrijkste algemene inkomstenbron voor de gemeente is de algemene uitkering uit het gemeen‐ tefonds. De raming van deze uitkering hebben wij bij de Programmabegroting 2012‐2015 nog aangepast op de financiële effecten van de maatregelen uit de ‘Mei‐ en Septembercirculaire Gemeentefonds 2011’. Nadien is nog een ‘Decembercirculaire’ verschenen. De effecten uit deze circulaire zijn betrokken bij deze rekening. Kortweg valt de uitkering hoger uit door:
Programmarekening 2011
pag. 95
Decembercirculaire 2011 (€ 2,0 V) Op de rijksbegroting was – over de jaren 2009 t/m 2011 ‐ nog een bedrag van € 117 miljoen aan gemeente‐ fondsgeld geraamd. Als gevolg van een administratieve omissie van het rijk was dit bedrag nog niet uitgekeerd aan de gemeenten. In december is dit bedrag alsnog uitgekeerd; hierdoor hebben wij € 1,5 miljoen extra ont‐ vangen. Voorts heeft het CBS in de loop van 2011 het merendeel van de verdeelmaatstaven over voorgaande jaren definitief vastgesteld. Hierop is de bevoorschotting aan de gemeenten aangepast. Omdat dit niet geleid heeft tot forse nabetalingen, is de verdeelreserve van € 50 miljoen (risicobeperking door Rijk) alsnog uitge‐ keerd. Hierdoor is eind december nog € 0,5 miljoen nabetaald over voorgaande jaren aan Almere. Uitkeringsjaar 2011 Uit opgave van de afdeling belastingen blijkt dat onze WOZ waarde woningen/ niet woningen op 1‐1‐2011 circa € 225 miljoen hoger uitvalt dan oorspronkelijk geraamd (woningen € 65 miljoen; niet‐woningen € 160 miljoen). Omdat onze belastingcapaciteit hogere uitvalt, ontvangen wij € 240.000 minder aan algemene uitkering. Verder heeft CBS een aantal (verdeel)maatstaven definitief vastgesteld; hierdoor ontvangen wij een hogere uitkering over 2011 (ca € 230.000). Voorgaande jaren 2009‐2010 (€ 0,3 V) In de loop van 2011 heeft het CBS het merendeel van onze verdeelmaatstaven definitief vastgesteld; op grond hiervan heeft een nabetaling plaatsgevonden van € 0,2 miljoen. Ook voor de maatschappelijke opvang in 2010 hebben wij hierdoor nog € 0,2 miljoen ontvangen. 922 Algemene baten en lasten
0,1 V
980 Onttrekking uit de reserve
0,4 V
Onvoorzien In de begroting was een bedrag van € 0,5 miljoen geraamd voor onvoorziene uitgaven. Daarvan hebben wij bij de voorjaarsnota al € 0,3 miljoen laten vrijvallen. Ook het restant van € 0,2 miljoen is in de resterende maan‐ den van 2011 niet aangewend. Conform afspraak onttrekken wij jaarlijks de rentebijschrijving op de saldireserve ter dekking van de post on‐ voorzien. Omdat het restant niet is aangewend; is ook € 0,3 miljoen minder onttrokken aan de saldireserve. Hierdoor ontstaat er geen resultaat op onvoorzien. Rechtszaak bouwvertraging bibliotheek De rechtszaak over de bouwvertraging van de bibliotheek is onlangs beëindigd met een getroffen schikking tussen betrokken partijen. De hiervoor in totaal gemaakte advocaatkosten ad € 0,4 miljoen zijn nu in het resul‐ taat verantwoord en gedekt uit de onttrekking van de bijhorende reserve. 932 Baten OZB‐eigenaren
0,5 V
De OZB‐inkomsten zijn in 2011 hoger uitgevallen dan verwacht. Dit hangt samen met een hogere WOZ‐waarde van nieuw opgeleverde woningen (met name vrijstaand) en een sterke toename van het volume aan niet‐ woningen. Ook de uitvoering WOZ viel iets voordeliger uit. Tegenover de hogere opbrengsten staat een korting op het gemeentefonds van circa € 0,2 miljoen. 940 Lasten heffing & invordering belastingen
0,1 V
De opbrengsten van heffing en invordering vallen iets hoger uit dan geraamd.
pag. 96
Programmarekening 2011
960 Basisdienstverlening
1,0 V
De afdeling ICT heeft een incidenteel voordeel op de structurele projectenbudgetten ad € 0,58 miljoen. Dit is ontstaan doordat verschillende projecten stil zijn gelegd in het tweede halfjaar van 2011. Dit is ondermeer te wijten aan problemen bij onze ICT leverancier en door de ICT storingen van dit najaar. In 2012 vindt de aanbesteding van onze ICT plaats. Wij hebben een voorstel voor resultaatbestemming gedaan, om de middelen beschikbaar te houden. Deze middelen zijn nodig om diverse upgrades van het systeem te realiseren tijdens de transitie in 2012. Er is een voordeel ad € 0,11 miljoen gerealiseerd doordat premie is terug ontvangen in verband met de Werk‐ hervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Op de onderhoudskosten van het financieel systeem is een voordeel gerealiseerd van € 0,15 miljoen. Tenslotte is er nog een besparing gerealiseerd op onze facilitaire dienstverlening van € 0,1 miljoen. 960 renteresultaat
1,5 V
In de begroting is rekening gehouden met een rentepercentage van 2,4 voor opgenomen kortlopende geldle‐ ningen. Door de huidige economische omstandigheden is de marktrente echter beduidend lager. Het gemid‐ delde rentepercentage over 2011 voor dit type leningen bedroeg ca. 1%. Dit heeft geleid tot lagere rentekosten (0,8 mln. V). Verder is in 2011 voor een bedrag van € 120 miljoen aan langlopende financieringsmiddelen aangetrokken, waarvan € 60 miljoen nodig was voor herfinanciering van bestaande leningen. Deze geldmiddelen hebben wij door de bankencrisis tegen zeer gunstige condities aan kunnen trekken, waardoor onze rentekosten op langlo‐ pende leningen lager zijn uitgevallen. Dit heeft geleid tot een aanvullend rentevoordeel van € 0,6 miljoen. Bij de voorjaarsnota wordt het verwachte renteresultaat 2012 opnieuw doorgerekend op basis van de uitkomsten van de jaarrekening. Voor de volledigheid merken wij op dat bij de voorjaarsnota (conform afspraak) een her‐ zien beleidskader rente wordt voorgelegd.
Programmarekening 2011
pag. 97
Onderzoek reserves en voorzieningen De uitkomsten van het onderzoek reserves en voorzieningen zijn verwerkt op de betreffende programma’s maar zijn daar niet nader toegelicht. Hieronder zijn de belangrijkste wijzigingen per programma gespecificeerd. Tabel 3‐33
Bedragen x € 1 miljoen
progr
product
omschrijving
resultaat voor bestemming
afwijking reserves
resultaat na bestemming
2
120
reserve Kapitaallasten VeiligheidsRegio (VRF)
0,4
0,4
programma veiligheid
0,4
0,4
3
002
Innovatiereserve WABO
0,1
0,1
3
002
toevoeging aan voorziening onderhoud stadhuis
‐0,4
0,4
0,0
3
210
vrijval restantmiddelen Fiber to the home
0,1
0,1
3
210
samenvoeging wijkbudgetten met FBS
0,2
0,2
3
560
kinderboerderij den Uylpark
0,4
0,4
3
722
vrijval egalisatiereserve Riolen en drainage
1,0
1,0
3
822
diversen
0,1
0,1
programma beheer en leefomgeving
‐0,3
2,2
1,9
4
540
vrijval voorziening onderhoud beeldende kunst
0,1
0,1
programma cultuur
0,1
0,1
6
421
grondkosten SB naar reserve eigen vermogen
2,8
2,8
6
480
vrijval voorziening Business School Almere
0,2
0,2
programma onderwijs
0,2
2,8
3
7
530
vrijval nabestaandenpensioenen
0,3
0,3
7
530
grondkosten DMO naar reserve eigen vermogen
0,1
0,1
programma sport
0,1
0,3
0,4
8
614
vrijval Stadsfonds
0,2
0,2
8
630
vrijval Bos impuls
8
822
vrijval Woonlastenfonds
0,1
0,1
programma Participatie, zorg en inkomen
0,3
0,3
9
810
vrijval MIPA
0,1
0,1
programma duurzame ruimtelijke ontwikkeling
0,1
0,1
10
310
vrijval Alnovum
0,1
0,1
10
310
vrijval Kiosk Busplein (Schoutgarage)
0,1
0,1
programma economie
0,2
0,2
totaal vrijval programma’s
0,0
6,4
6,4
toevoeging aan reserve rente eigen vermogen
kapitaallasten kinderboerderij den Uijlpark
‐0,4
rentekosten gronden DMO
‐0,1
‐0,1
rentekosten gronden SB
‐2,8
‐2,8
totale vrijval reserves en voorzieningen
0,0
3,1
‐0,4
3,1
pag. 98
Programmarekening 2011
4
Paragrafen
4.1 Weerstandsvermogen Inleiding Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Voor de waardering van het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de financiële risico’s van belang. Het beleid rond risico’s en weerstandsvermogen is vastgelegd in de kadernota Weerstands‐ vermogen. De weerstandscapaciteit moet voldoende zijn om de risico’s te kunnen dekken. Deze paragraaf gaat in op de geïnventariseerde risico’s, de weerstandscapaciteit en een confrontatie tussen beiden. Beleid ten aanzien van het weerstandsvermogen In de kadernota weerstandsvermogen is ondermeer voorgeschreven hoe risico’s geïnventariseerd en beschre‐ ven moeten worden en is er beleid geformuleerd omtrent de omvang van de weerstandscapaciteit. Concreet komt het erop neer dat de omvang van de weerstandscapaciteit (saldireserve) zodanig moet zijn dat het risico‐ profiel wordt afgedekt. De omvang wordt bepaald door: een vaste ondergrens (aantal inwoners per 1 januari x € 90); dit minimum wordt aangepast als de risico’s langdurig in omvang toenemen of afnemen; de saldireserve wordt tijdelijk verhoogd indien de omvang van de risico’s incidenteel meer dan 125% van de saldireserve bedraagt; de saldireserve wordt in principe niet aangepast indien de omvang van de risico’s incidenteel minder be‐ draagt dan 125% van de saldireserve. In deze paragraaf is een onderscheid aangebracht tussen de risico’s voortvloeiend uit de algemene dienst en risico’s voortvloeiend uit grondexploitaties. In de inventarisatie voor de algemene dienst zijn alleen risico’s opgenomen waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen en die hoger zijn dan € 200.000. Confrontatie weerstandcapaciteit en risico’s In de onderstaande tabel zijn de risico’s van de algemene dienst en grondexploitaties afgezet tegen de be‐ schikbare weerstandscapaciteit. Tabel 4‐1
Bedragen x € 1 miljoen
saldireserve: weerstandscapaciteit algemene dienst saldireserve: vrijval onderzoek reserves en voorzieningen
15,9 3,0
totaal saldireserve
18,9
benodigde weerstandscapaciteit algemene dienst conform risico inventarisatie
‐14,6
ruimte saldireserve t.o.v. risico‐inventarisatie verdiencapaciteit grondexploitaties
4,3 156,4
risicokapitaal grondexploitaties
‐90,0
benodigd ten behoeve van Nulscenario (zacht)
‐52,5
ruimte verdiencapaciteit
13,9
Conclusie De saldireserve is op dit moment toereikend om de geïnventariseerde risico’s op te vangen. Ook wordt voldaan aan de ondergrens van € 17,1 miljoen (€ 90 euro per inwoner) voor de risicobuffer algemene dienst. Bij de grondexploitaties is nog sprake van een beperkt overschot na afdekking van de risico’s en het nulscenario.
Programmarekening 2011
pag. 101
Belangrijkste ontwikkelingen 2011 De saldireserve is sterk gewijzigd ten opzichte van de programmabegroting. Bij de jaarrekening zijn de risico’s geactualiseerd en in een aantal gevallen ten laste van het resultaat gebracht. Ook zijn de resultaten van de raadswerkgroep reserves en voorzieningen opgenomen in de saldireserve. De vertrouwelijke risico’s zijn afge‐ nomen door een schikking met Heijmans inzake de bouwvertraging van de bibliotheek. Er zijn echter ook weer nieuwe vertrouwelijke risico’s toegevoegd. Voor een specificatie van de vertrouwelijke risico’s verwijzen wij u naar de geheime bijlage. In onderstaande tabel zijn de belangrijkste wijzigingen in het risicoprofiel opgenomen. Tabel 4‐2
onderwerp stand bij programmabegroting 2012‐2015 verlies ten laste van het resultaat 2011:
Bedragen x € 1 miljoen
risico's 15,5
participatiebudget 2009/2010,
‐2,6
Wwb incidentele aanvullende uitkering
‐2,0
leegstandsrisico gebouwen 2011
‐1,0
overige wijzigingen leegstandsrisico commercieel vastgoed noodlokalen vertrouwelijke risico’s (bouwvertraging Bibliotheek) overige risico's stand na jaarrekening 2011
4,8 1,4 ‐2,2 0,7 14,6
Onderzoek reserves en voorzieningen Zoals reeds in hoofdstuk 3 is toegelicht heeft de vrijval van reserves en voorzieningen uiteindelijk geleid tot een resultaat van € 3,0 miljoen. Deze middelen zijn conform de afspraak tussen college en raad aan de saldireserve toegevoegd.
pag. 102
Programmarekening 2011
4.1.1 Risico’s algemene dienst In zowel de klasse hoog, matig en laag zijn risico’s algemene dienst ’s opgenomen. De belangrijkste risico’s worden hieronder toegelicht. Tabel 4‐3
algemene dienst
Bedragen x € 1.000
geldgevolg
reken %
a
b
hoog (50% tot 75%)
vertrouwelijke risico's leegstandsrisico commercieel vastgoed convenant VROM, woningproductie waterproblematiek stadscentrum subtotaal risico's ‘hoog’ matig (25% tot 50%) vertrouwelijke risico's particulier opdrachtgeverschap BLS‐subsidie 2009 participatiebudget 2009 en 2010 Parkeerexploitatie Almere‐Buiten maximering tarief rijbewijs en gratis ID‐kaarten Noodlokalen scholenbouw subtotaal risico's ‘matig’ laag (10% tot 25%) vertrouwelijke risico's
risicobedrag
risicobedrag
(a*b) oud (begr '12)
331
60%
199
199
8.000
60%
4.800
994
1.000
60%
600
600
0
60%
p.m.
p.m.
9.331
5.599
2.792
5.488
40%
2.195
2.080
231
40%
92
180 2.400
0
40%
0
3.000
40%
1.200
0
0
40%
0
p.m
3.560
40%
1.424
12.279
4.911
4.660
0
20%
0
2.300
12.177
20%
2.435
2.432
3.800
20%
760
760
p.m.
20%
p.m.
asbestverwijdering VO scholen
1.700
20%
340
340
schuldhulp Stadsbank Midden Nederland
1.119
20%
224
271
Sterrenschool; exploitatierisico Wwb Incidentele aanvullende uitkering
1.900
20%
380
0
0
20%
0
1.980
herindicering klanten Wet werken naar vermogen
p.m.
20%
p.m.
p.m.
CV Omala
p.m.
20%
p.m.
subtotaal laag
20.696
4.139
8.083
totaal risicobedrag
42.306
14.649
15.536
gemeentegaranties sociaal, cultureel, onderwijs, sport gemeentegaranties verbonden partijen (incl. Tomin) bezuiniging individuele WMO voorzieningen
Risicoprofiel algemene dienst In de laatste kolom ‘risicobedrag oud’ geven wij ter vergelijking de stand ten tijde van de programmabegroting 2012. Dit is het laatste moment waarop wij u hebben geïnformeerd over de stand van zaken. Vertrouwelijke risico’s In de klassen hoog en matig zijn vertrouwelijke risico’s opgenomen. Het openbaar maken van deze risico’s kan de gemeente Almere schaden in de onderhandelingspositie. Conform de gangbare procedure bent u hierover middels een geheime bijlage geïnformeerd.
Programmarekening 2011
pag. 103
Toelichting risico’s algemene dienst ‘hoog’ Leegstandsrisico commercieel vastgoed Het leegstandsrisico van gemeentelijke gebouwen (o.a. popzaal, Alnovum, strategische ruimte bibliotheek en de Voetnoot) is geraamd op een geldgevolg van € 8 miljoen. De hoogte van het risicobedrag wordt ondermeer bepaald door een mogelijke waardevermindering van het gebouw Alnovum. Op dit moment vinden besprekin‐ gen plaats met potentiële huurders. Bij de programmabegroting wordt de totale marktwaarde van ons com‐ mercieel vastgoed opnieuw bepaald. Woningproductie Voor de jaren 2005 tot en met 2009 is een rijksbijdrage van € 5,25 miljoen toegekend op grond van een conve‐ nant. In dit convenant is geregeld dat 8.000 woningen in voornoemde periode aan de woningvoorraad worden toegevoegd. Indien dit aantal niet wordt gehaald, dient de rijksbijdrage naar rato terugbetaald te worden. Er wordt over een bedrag van € 1 miljoen risico gelopen voor terugbetaling aan het Rijk. Waterproblematiek stadscentrum In het stadscentrum is een probleem rondom waterafvoer en grondwaterstroming. Vanuit diverse gebouwen zijn er klachten over wateroverlast in garages en kelders. Het is door de complexe eigendomsverhoudingen (als gevolg van het boven en onder elkaar liggen van openbare ruimte en private eigendommen) in het Stadscen‐ trum niet duidelijk wie juridisch aansprakelijk is voor deze waterproblematiek. Er wordt onderzoek gedaan naar zowel de eigendomsverhoudingen als de oorzaken van de inhoudelijke problematiek. De financiële omvang van de feitelijke problematiek is nog niet bepaald. Toelichting risico’s algemene dienst ‘matig’ Particulier opdrachtgeverschap Over de opgenomen BLS subsidies is een geschil ontstaan met het Ministerie VROM over het aantal woningen. Ondertussen is gebleken dat de claim over 2007/2008 niet meer zal worden toegekend door het ministerie. Dit leidt tot een nadeel van € 220.000. Voor de resterende claim van € 231.000 over 2009 blijft voorzichtigheids‐ halve de risicoreservering gehandhaafd. Participatiebudget 2009 en 2010 In 2009 was door de accountant een onzekerheid geconstateerd in de toerekening aan het participatiebudget van € 4,6 miljoen. Het ministerie SZW heeft hieruit geconcludeerd dat deze toerekening ten onrechte ten laste van het participatiebudget is gebracht en heeft de middelen teruggevorderd. De gemeente heeft hiertegen bezwaar ingediend omdat de activiteiten wel pasten binnen de voorwaarden van het participatiebudget. Deze toerekening kon echter onvoldoende worden onderbouwd om dit met zekerheid vast te stellen. Uiteinde‐ lijk is het bezwaar afgewezen en zijn de uitgaven 2009 nu alsnog in het resultaat verwerkt. Ook in de verant‐ woording 2010 zijn ook onzekerheden en fouten geconstateerd in de verantwoording van het participatiebud‐ get met een totale omvang van € 1,4 miljoen. We hadden voor de jaren 2009 en 2010 een risicoreservering opgenomen in het weerstandsvermogen van € 2,6 miljoen. Deze komt nu te vervallen. Parkeerexploitatie Almere Buiten 2012/2013 In Almere Buiten is per 1 januari 2012 betaald parkeren ingevoerd. De geschatte inkomsten zijn een prognose op basis van generieke verkeerskundige modellen en ervaringen in het Stadscentrum, maar konden nog niet worden toegespitst op specifieke ervaringscijfers over bezoekersaantallen en dergelijke in Almere Buiten. Dit betekent dat de geraamde opbrengsten, zeker in de eerste jaren, nog onzeker zijn. Derhalve wordt voor deze jaren een risicoreservering opgenomen. Maximering tarief rijbewijzen De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft besloten het tarief van een rijbewijs te maxi‐ meren. De leges zullen hierdoor € 0,4 miljoen lager uitvallen. Aangezien het een structureel knelpunt oplevert voor de begroting vervalt het risico en wordt deze meegenomen bij de voorjaarsnota 2013. pag. 104
Programmarekening 2011
Noodlokalen scholenbouw Tot op heden is in de planning voor scholenbouw rekening gehouden met een jaarlijks terugkerende investe‐ ring van € 1,78 miljoen voor 8 noodlokalen. In het jaar zelf wordt beoordeeld of deze investering ook echt (vol‐ ledig) noodzakelijk is. Door de stagnerende groei en leegstand in bestaande schoolgebouwen, verwachten wij voor de komende jaren geen extra noodlokalen nodig te hebben. Gelet hierop is de jaarlijkse reservering voor noodlokalen geschrapt. Aangezien het risico bestaat dat extra noodlokalen onverwacht toch nodig zijn, hebben wij voorzichtigheidshal‐ ve voor de jaren 2015 en 2016 een risicobedrag van € 1,4 miljoen (2x € 1.780 á 40%) opgenomen. Toelichting risico’s WWB ‘laag’ Risicoreservering Sterrenschool In het Homeruskwartier in Poort is een initiatief om een integraal kindcentrum te realiseren. Hierin worden naast een school ook ondermeer kinder‐ en buitenschoolse opvangactiviteiten gehuisvest. De kinder‐ en bui‐ tenschoolse opvang is geen gemeentelijke taak en zal worden uitgeoefend door een commerciële exploitant. Omdat de gemeente gevraagd wordt om extra te investeren in dit gebouw (meer m2 en duurzaamheid) voor commerciële activiteiten ontstaat een exploitatierisico. Hiervoor dient een reservering getroffen te worden. Deze wordt geclassificeerd in de risicoklasse laag (rekenpercentage 20%). Op basis van een extra investerings‐ bedrag van € 1,9 miljoen betekent dit een risicobedrag van afgerond € 0,4 miljoen. WWB/ Incidentele aanvullende Uitkering (IAU) Op basis van het voorzichtigheidsprincipe wordt de aanvraag van de aanvullende uitkering niet als risico maar als tekort in de jaarrekening verwerkt. Hierdoor vervalt het risicobedrag van € 2,3 miljoen maar wordt wel € 9,4 miljoen tekort op de bijstand ten laste van het jaarrekeningresultaat 2011 gebracht. Voor 2012 staat een be‐ perkte aanvraag voor de incidentele aanvullende uitkering geraamd. Bij de programmabegroting 2013 zal op basis van de ontwikkelingen in de bijstand bepaald worden of een eventuele IAU‐aanvraag over 2012 als knel‐ punt of als baat wordt geraamd. Wij gaan er vanuit dat er vanaf 2013 geen beroep meer op de IAU hoeft te worden gedaan. Herindicering klanten wet werken naar vermogen (Wwb/wajong/Wsw) Klanten dienen vanaf 2013 naar loonwaarde te worden geïndiceerd. Verwacht wordt dat er extra middelen vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld om de extra kosten voor de indicering grotendeels af te dekken.
4.1.2 Risico’s grondexploitaties Risicoprofiel grondexploitaties Het risicoprofiel van de grondexploitaties is ten opzichte van de programmabegroting 2012 met circa € 10 mil‐ joen toegenomen. Dit komt voornamelijk veroorzaakt door ontwikkelingen in met name Kruidenwijk Zuidoost, Hout Noord, NOGW Hout en Olympiakwartier in Poort.
Programmarekening 2011
pag. 105
Tabel 4‐4
grondexploitaties 1.A.2 Bombardon 1.B.2 Tuinderswerf De laren/ De Wierden openbaar gebieden Almere Haven ALMERE ‐ HAVEN 2A2/2Z6 Stadscentrum Noord‐Zuid 2A2 Stadscentrum Oost‐Zuid (Oostkavels) 2.Z.7 Kruidenwijk Zuidoost 2.P.2 Fanny Blankers‐Koen Park 2.X. Noorderplassen West openbaar gebieden Almere Stad ALMERE ‐ STAD 3.A.1 Centrum Almere Buiten 3.C.07 Van Eesterenplein 3.O.9 De Rederij 3.K/N/S De Evenaar 3.R. Sieradenbuurt 3.T. Stripheldenbuurt 3.V. Buitenhout 3.Q. Meridiaanpark 3.Z.4 De Vaart IV/VI 3.Z.7 Glastuinbouwgebied 3e fase verspreide percelen Almere Buiten ALMERE ‐ BUITEN 1.P. Overgooi Hout Noord 1.R. Stichtsekant 5.B.3 Vogelhorst 2e fase Boswachterij Almeerderhout NOGW Hout ALMERE ‐ HOUT 4.E Europakwartier 4.H Columbuskwartier 4.C.3 Cascadepark Oost 4.A. Olympiakwartier 4.K Pampus 2 4.F Homeruskwartier 4.G. Kustzone Poort NOGW Poort NOSP Overall Poort ALMERE ‐ POORT niet kunnen/anders ontwikkelen i.v.m. ar‐ cheologische vindplaats calamiteiten (bv bodemverontreiniging) bodemvervuiling onder oude polderwegen hogere kosten dan reserveringen naheffing A‐gebieden ALGEMEEN TOTAAL
pag. 106
Bedragen x € 1.000
geldgevolg 2012 1.200.000 1.600.000 1.850.000 48.000 4.698.000 2.000.000 500.000 9.700.000 0 22.300.000 501.000 35.001.000 1.100.000 1.160.000 0 3.152.898 300.000 1.000.000 150.000 0 0 0 676.384 7.539.282 9.558.247 71.050.000 8.250.610 0 11.800.000 88.858.857 2.680.625 712.250 1.570.000 23.100.000 3.190.000 1.338.319 0 0 32.591.194 5.000.000 2.000.000 2.000.000 3.000.000 12.000.000 180.688.333
reken% div 20% 40% 60% 20% 60% 60% div div 40% div div 20% 20% 40% 60% div div div 40% div 60% 20% Div Div 60% 20% 40% 40% 20%
risico MPGA 2012 280.000 320.000 740.000 28.800 1.368.800 400.000 300.000 5.820.000 0 13.180.000 293.400 19.993.400 440.000 256.000 0 837.739 60.000 200.000 60.000 0 0 0 405.830 2.259.569 5.501.088 29.910.000 3.695.955 0 520.000 4.720.000 44.347.043 1.488.375 427.350 314.000 10.340.000 1.766.000 802.991,4 0 1.800.000 1.900.000 18.838.716,4 1.000.000
risico Programmabegr. 2012 987.601 290.000 ‐80.000 0 1.197.601 249.000 317.000 360.000 40.000 12.772.853 0 13.738.853 136.000 60.000 126.000 0 140.000 200.000 95.800 100.000 720.000 504.000 0 2.081.800 2.590.647 22.600.000 4.406.049 3.040.000 520.000 0 33.156.696 2.400.000 0 19.000.000 3.600.000 0 0 2000000 27.000.000 1.000.000
800.000 800.000 600.000
800.000 800.000 600.000
3.200.000 90.007.529
3.200.000 80.374.950
Programmarekening 2011
Het risicokapitaal is bij de technische herziening geactualiseerd. In vergelijking met het laatst opgestelde risico‐ profiel (Programmabegroting 2012) is het volume van de grondexploitaties toegenomen met € 9,6 miljoen. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt door een viertal ontwikkelingen. In de Kruidenwijk Zuidoost wordt nog voor 45.000 m2 BVO aan kantoren geraamd. Interne marktconsultatie geeft aan dat een dergelijke dicht‐ heid gelet op de algemene ontwikkelingen op de kantorenmarkt en de projectspecifieke omstandigheden niet afzetbaar is. Er zal nader onderzoek plaatsvinden naar een andere ontwikkeling, vooralsnog is een risicobedrag van circa € 5,8 miljoen. Voor Hout Noord zijn twee risico’s toegevoegd voor een risicobedrag van € 6,6 miljoen. Voor grondverwerving en het vervallen van een subsidie. Voor de NOGW van Hout is de aan Hout 2e fase toegerekende kosten als een risico opgenomen. Zoals bij de voorzieningen al toegelicht, hebben wij een deel met hard geld afgedekt. Voor het restant is vooralsnog een risicobedrag van € 5,2 miljoen opgenomen. Voor Olympiakwartier in Poort is het risicobedrag verlaagd met € 8,7 miljoen, omdat een deel van de risico’s (volumes kantoren) in de grondexploi‐ taties zijn verwerkt.
Programmarekening 2011
pag. 107
4.2 Onderhoud kapitaalgoederen Beheer openbare ruimte en riolering Beleidskader Beheervisie openbare ruimte De beheervisie voor het beheer van de openbare ruimte is eind 2011 voor consultatie afgerond. Begin 2012 vindt de raadsconsultatie plaats. Afrondende besluitvorming over de beheervisie vindt plaats in het tweede kwartaal van 2012. Gemeentelijk Waterhuishouding Plan (GWHP) In 2011 is het nieuwe verbrede gemeentelijk rioleringsplan, ook wel Gemeentelijk Waterhuishoudingplan 2011 ‐ 2015 genoemd, vastgesteld. In dit plan zijn onder andere de nieuwe zorgplichten van de gemeente met be‐ trekking tot grondwater en hemelwater ondergebracht. Uitvoering Binnen het onderhoud maken we onderscheid tussen het regulier onderhoud dat jaarlijks wordt uitgevoerd, grotendeels vanuit de voorziening dagelijks verzorgend onderhoud (DVO) en het groot onderhoud dat over een grote periode wordt uitgevoerd vanuit de voorziening Algemeen Onderhoud. Zo is voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen in 2011 een bestedingsplan gemaakt. De uitvoering van dit bestedingsplan loopt nog door in 2012. In deze paragraaf wordt vanuit de drie producten groen, water & infra hierover gerapporteerd. In 2011 is veel werk verzet zowel vanuit het dagelijks verzorgend onderhoud als vanuit het groot onderhoud. Wij streven er naar om constant te verbeteren en te vernieuwen. Waarbij veiligheid, kostenbewustzijn en duurzaamheid hoog in het vaandel moet staan. Een klein doorzicht op het onderhoud in 2011 met een blik vooruit: Naar aanleiding van de discussie over de toetsing van het resultaat van het DVO groen zijn de bestekken hierop aangepast. Risico op claims naar aanleiding van interpretatieverschillen op het resultaat op het DVO zullen hierdoor aanzienlijk worden beperkt. De evaluatie van de Veluwedreef heeft helderheid verschaft in de communicatie rondom ingrijpende (infra‐ structurele)werken. Communicatie en verkeersmaatregelen zullen in voorkomende projecten hierop wor‐ den aangepast. Mobiliteit in de stad zullen hierdoor minder hinder ondervinden. Met name de verkeers‐ maatregelen kunnen een belangrijke kostenfactor vormen. Op de themadagen heeft Stadsbeheer heel veel facetten van het beheer aan de burger kunnen uitleggen. Dit heeft ook weer input opgeleverd om te verbeteren. AIB gaat ook in de toekomst, via gebiedsgericht be‐ heer, de band met de burger intensiveren. De regionale busroute is voorzien van nieuwe, comfortabele abri's met een rode “hanenkam”. In de ko‐ mende jaren zal de abri, zonder “hanenkam”, ook geïntroduceerd worden op de lokale haltes. Tegelijkertijd wordt de toegankelijkheid verbeterd. Hierdoor heeft het comfort en de veiligheid van het openbaar vervoer in Almere een belangrijke stap voorwaarts gemaakt. De recreatieve waarde van het water wordt verbeterd door groot onderhoud aan de sluizen, aanleg van natuurvriendelijke oevers en het onderhoud aan steigers en aanlegvoorzieningen. Dit kan op het water tot enige hinder leiden maar is belangrijk om de belevingswaarde van Almere op het water te behouden. Het Groot onderhoud woonwijken gaan we zoveel mogelijk met maatwerk uitvoeren waarbij veiligheid natuurlijk boven alles gaat. We zijn hiermee in de Kruidenwijk gestart en zullen dit in toekomstige projecten voortzetten. Door meer naar de belevingswaarde te kijken kan het groot onderhoud met een optimaal ren‐ dement worden ingezet.
pag. 108
Programmarekening 2011
Met openbare verlichting en (verkeers)regelinstallaties is Almere vooraanstaand op het gebied van innova‐ tie en duurzaamheid. Wij zijn zeker van plan om deze positie te behouden en hierdoor optimale veiligheid, kostenbewustzijn en duurzaamheid te kunnen combineren”.
Verantwoording voorziening voor groot onderhoud en vervangingsinvesteringen Voor vervangingsinvesteringen en groot onderhoud is in 2011 per saldo € 19,7 miljoen omgezet aan projecten. Dit betreft voor een groot deel de projecten die in de bestedingsplannen 2009 en 2010 zijn aangevraagd. Daar‐ naast zijn projecten uit het bestedingsplan 2011 voorbereid en in sommige gevallen ook al uitgevoerd. Per saldo resteert nog € 21,7 miljoen in de voorziening. Dit geld is nodig om de projecten die in genoemde beste‐ dingsplannen zijn genoemd uit te voeren en af te ronden. Onderstaande tabel geeft een financieel totaal over‐ zicht. Tabel 4‐5
Bedragen x € 1.000
budget 2011
besteed 2011
inkomsten 2011
saldo 31‐12‐2011
totaal projecten blauw
2.428
1.440
‐437
3.179
totaal projecten grijs
9.018
10.117
‐47
5.750
totaal projecten groen
1.775
2.512
‐139
1.975
totaal projecten overig
2.702
3.238
‐679
1.577
totaal projecten woonwijken
5.141
5.632
‐1.878
9.172
21.064
22.939
‐3.180
totaal projecten groot onderhoud Tabel 4‐6
21.653 Bedragen x € 1.000
opbouw budget 2011 bestedingsplan 2011 DSO Halteplan voorziening bloedingziekte
19.500 1.534 30
totaal toevoegingen
21.064
verloop voorziening 2011 stand per 1 januari 2011 dotatie/toevoeging 2011 kosten 2011 inkomsten 2011
20.349 21.064 ‐22.939 3.180
stand per 31 december 2011
21.653
Blauw: Water Beschoeiing In verband met de taakoverdracht naar het waterschap worden beschoeiingen op orde gebracht of natuurlijke oevers gerealiseerd. De projecten die in 2010 zijn voorbereid, zijn allemaal in 2011 in uitvoering gegaan en hiervan is een viertal projecten in Almere Haven afgerond. Financiële afronding vindt voor een drietal andere projecten in januari en februari 2012 plaats. De resterende projecten in Almere Stad en Almere Buiten lopen nog door in 2012. De meeste projecten zijn voordeliger aanbesteed dan geraamd. In 2011 is gestart met de voorbereiding van oeverherstel in de Kruidenwijk en een deel van de Waterwijk.
Programmarekening 2011
pag. 109
Natuurlijke oevers Natuurvriendelijke oevers zijn oevers waarbij naast de waterkerende functie vooral rekening gehouden wordt met natuur en landschap. Ecologisch gezien is deze oever een dynamische zone. Natuurvriendelijke oevers hebben een basis in het landelijk beleid voor natuur‐, milieu‐ en waterbeheer. Ook in 2011 heeft Almere samen met het waterschap natuurvriendelijke oevers gerealiseerd. We hebben de natuurlijke oevers aan de Lange Wetering en in Almere Buiten gerealiseerd. De natuurlijke oevers aan de Stadswetering zijn in 2011 voorbereid en wordt de realisatie in het eerste kwartaal van 2012 gestart. Sluizen De renovatie werkzaamheden aan de Havenkomsluis zijn eind 2011 aanbesteed. De renovatie van de Kromme Weteringsluis is nog aangehouden vanwege de mogelijkheid om deze werkzaamheden met de verbreding van de A6 samen te laten vallen. Deze sluis zal dan worden verplaatst met de verbreding van de A6. In 2012 wordt duidelijk welke kansen hiervoor ontstaan. De overige 2 sluizen Beatrixsluis en Leeghwatersluis zijn in 2011 nader geïnspecteerd. Uit de inspectie blijkt dat deze aan groot onderhoud toe zijn en niet voldoen aan huidige wet‐ en regelgeving. Daarom worden de hoogst noodzakelijke werkzaamheden in het groot onderhoud van 2012 uitgevoerd Beheer recreatieve functie van watergangen Ten behoeve van de waterrecreant zijn sluizen en steigers aangelegd. Het beheer heeft tot doel om minimaal het wettelijke of vereiste functioneel‐ en veiligheidsniveau te behouden. Basis hiervoor is het gemeentelijk beleid en wet en regelgeving. Grijs: Infra, wegen & woonwijken Busbanen In 2011 is de busbaan Faunabuurt aangepakt. Verder zijn de verzakte stootplaten bij de brug van de busbaan Muziekwijk hersteld. De huidige bushaltes van lokale lijnen zijn in de jaren negentig geplaatst en zijn aan het eind van hun levens‐ duur. Dit houdt in dat alle huidige bushaltes in de komende jaren vervangen worden. In samenwerking met BonRoute hebben we in 2011 95 abri’s op de haltes van de regionale busroute (MRA haltes) vervangen. Tegelij‐ kertijd is de toegankelijkheid van de haltes verbeterd. Door o.a. de betere verlichting en verbeterde transpa‐ rantie van de halte door gebruik van glas rondom, zijn de sociale veiligheid en het comfort van nieuwe bushal‐ tes aanzienlijk verbeterd. Om vandalisme zoveel mogelijk in te perken, wordt gekeken naar de toepassing van bijvoorbeeld polycarbonaat panelen in haltes op vandalismegevoelige plaatsen. Dreven, overige asfaltwegen, fietspaden De Veluwedreef is wat betreft planning, uitvoering en communicatie voorspoedig verlopen. Ook wordt de ver‐ keershinder ten gevolge van goede (extra) communicatie als aanzienlijk minder ervaren. Bij voorbereiding van de toekomstige projecten op de dreven wordt de communicatieaanpak van de Vel‐ wedreef als onderlegger gebruikt. De mobiliteit in de stad is belangrijk. Door een goed circulatieplan met bijbe‐ horende verkeersmaatregelen vast te leggen moeten de kosten beter inzichtelijk en beheersbaar worden ge‐ maakt. Er wordt nog onderzocht of het afzonderlijk aanbesteden van de verkeersmaatregelen voordeel kan opleveren, financieel en/of kwalitatief. In 2011 hebben we ook de verzakte stootplaten van vier bruggen van de Polderdreef en de Spectrumdreef hersteld. De verbetering van hoofdfietspaden is met de aanpak van het Strawinskypad/Cadzandpad en Geu‐ zenpad in 2011 voortgezet.
pag. 110
Programmarekening 2011
Civieltechnische kunstwerken In 2011 zijn uit het programma voor 2009 4 houten kunstwerken vervangen. De Paalbrug, Blauwbrug, Langs‐ brug in Almere Haven en de Meppelbrug in Almere Stad. Voorts is de Archerbrug gerepareerd. Deze bruggen zijn in november 2011 opgeleverd. Verder zijn in 2011 voor het grootonderhoud 3 bestekken aanbesteed: het vervangen van 6 houten bruggen in Almere Haven; het vervangen van 2 houten bruggen in Almere Buiten; het aanbrengen van coating op kunstwerken in Almere. De uitvoering van deze bestekken zal voor het grootste deel in 2012 plaatsvinden Openbare verlichting en verkeersregelinstallaties Door het optimaliseren van verkeersregelinstallaties (vri’s) wordt de doorstroming en verkeersveiligheid aan‐ zienlijk verbeterd. In 2011 zijn twee vri’s in de Regenboogbuurt en twee vri’s langs de Noorderdreef vervangen. Daarnaast loopt nog een aantal activiteiten in diverse locaties op het gebied van het vervangen van armaturen, het vervangen van software en verkeersonderzoek. In 2011 zijn armaturen bij de volgende locaties onderhouden/ vervangen: 1) FBK park – Muziekwijk noord‐ Landgoederenbuurt – Almere hout. 2) Audioweg‐Cinemadreef – Veluwedreef – Buitenhoutsedreef. 3) Havendreef/Paralleldreef‐ Paralleldreef/Hogering‐ Paralleldreef/Oorweg. Groen & Speelvoorzieningen Aanbesteding DVO‐bestekken Groen In het voorjaar 2011 is het bestek Haven succesvol aanbesteed. In december 2011 is volgens planning het be‐ stek voor Stad West gegund. Dit laatste bestek is inbesteed bij Almere Werkt. Beide bestekken zijn in overeen‐ stemming met het beschikbare budget vergund. DVO Groen Stadcentrum. In het stadscentrum zijn 250 bloembakken aangebracht voor meer eenheid, herkenbaarheid, kleur en gezellig‐ heid. De invulling van de bakken wordt drie keer per jaar ververst. We werken hiervoor samen met vastgoedei‐ genaar Unibail Rodamco die bovendien nog eens 67 bakken extra heeft toegevoegd. Goodwillprojecten groen Boomplantdag 2011 De boomplantdag 2011 is opnieuw in samenwerking met de stichting Stad en Natuur georganiseerd. Het eve‐ nement heeft een publicitair effect en er hebben 30 schoolkinderen van één school actief aan meegedaan. Groenplatform Eetbaar Groen In september 2011 heeft een groenplatformbijeenkomst plaatsgevonden met als thema Eetbaar Groen. Doel van de bijeenkomst was om mensen bij elkaar te brengen en initiatieven tot verdere ontwikkeling te brengen. Buurtbeheerbedrijven Met de buurtbeheergroep in de Hoekwierde, genaamd Experiment Zelfbeheer Hoekwierde, zijn concrete on‐ derhandelingen gaande. Naar verwachting worden de werkzaamheden begin 2012 formeel vastgelegd. Naar elkaar toe is uitgesproken dat we samen een leertraject ingaan waarin, waar noodzakelijk, bijsturing mogelijk is. Programmarekening 2011
pag. 111
De ontwikkeling van het buurtbeheerbedrijf in de Bouwmeesterbuurt waar de gemeente nauw samenwerkt met Ymere ligt stil. De beoogde partner Tomin lijkt vooralsnog niet duidelijk te kiezen om hiermee verder te gaan. De hierdoor optredende vertraging in het proces is belet ons om te starten op 1 januari 2012. In 2012 wordt een nieuwe partner voor het buurtbeheerbedrijf gezocht. Schoolpleinen en spelen De gemeente is wettelijk verplicht het onderhoud van speelvoorzieningen bij te houden. In 2011 zijn 3 functio‐ nele inspecties uitgevoerd. De jaarlijkse veiligheidsinspectie is in december 2011 opgestart. In 2011 hebben de scholen meer bijgedragen aan het beheer en onderhoud rondom de schoolpleinen. Woonwijken: Groot onderhoud (GO) Grootonderhoud in Waterwijk betreft het ophogen en aanbrengen van nieuwe bestrating, speeltoestellen, groen, hekwerken en openbare verlichting. De fasen 1 en 2 zijn nagenoeg afgerond. Op 19 januari 2012 vindt de aanbesteding van fase 3 plaats. Dit is de laatste fase welke in uitvoering komt. De start van de uitvoering is voorzien medio maart 2012. GO de Wierden Grootonderhoud uitgevoerd in de Wierden. Het ophogen en aanbrengen van nieuwe bestrating, speeltoestel‐ len, vissteigers, groen, hekwerken en openbare verlichting. Het asfalteren van de toegangswegen en de het inplanten van het laatste groen wordt opgeleverd begin 2012. In fase 3 worden de werkzaamheden en bewo‐ nerswensen, gefinancierd uit de integrale wijkaanpak uitgevoerd. Ook deze werkzaamheden moeten voor de zomer van 2012 zijn afgerond. Er is per wijk €21.000 vrij gemaakt voor bewonersinitiatieven zoals geveltuintjes, bloembakken, keien tegen wild parkeren, bloemkorven aan lichtmasten, etc. Stadbeheer en PBS zijn in gesprek met bewoners om dit verder uit te werken. GO Van Eesterenplein/Bouwmeesterbuurt Grootonderhoud uitgevoerd in de Bouwmeesterbuurt betekent het ophogen en aanbrengen van nieuwe be‐ strating, speeltoestellen, vissteigers, groen, hekwerken en openbare verlichting. In oktober 2011 is gestart met de uitvoering in het zuidwestelijke deel van de wijk. De voorbereiding van het zuidoostelijke deel is eind janua‐ ri gereed. Voor het noordelijke deel worden 9 januari en 6 maart 2012 inloopavonden voor de bewoners gehouden, waar de aangepaste inrichting gepresenteerd wordt. In januari 2012 wordt gestart met de besteksvoorbereiding van het noordelijk deel. GO Stedenwijk Noord De aanbesteding heeft in de zomervakantie 2011 middels een Opdracht Met Open Posten (OMOP) bestek plaatsgevonden. Hierin worden marktconforme eenheidsprijzen afgesproken met de aannemer zodat er tijdens de uitvoering meer flexibiliteit wordt ingebouwd. De realisatie van fase 1 is in 2011 gestart. Fase 2 is in voorbe‐ reiding. GO Kruidenwijk Grootonderhoud in Kruidenwijk betekent het ophogen en aanbrengen van nieuwe bestrating, speeltoestellen, groen, hekwerken en openbare verlichting. Het project is verdeeld in 4 fasen. De eerste fase wordt opgeleverd in oktober 2012, de volgende steeds 9 maanden later opvolgend. De 1e twee fasen worden integraal in zijn geheel aangepakt, de laatste twee worden maatwerk omdat er een groot kwaliteitsverschil aanwezig is in deze delen van de wijk.
pag. 112
Programmarekening 2011
Riolering Het dagelijks onderhoud van de riolering in 2011 is volgens plan uitgevoerd. Reiniging en inspectie van riolen en gemalen is volgens planning uitgevoerd. In 2011 is meer aandacht besteed aan het onderhoud van kolken en kolkleidingen. Vooral in oudere wijken, zoals de meeste wijken in Almere Haven en de Stedenwijk in Almere Stad, zijn er veel problemen met boomwortels. Deze groeien de leidingen in en verhinderen de afstroming van regenwater. Een werkploeg van een aannemer is fulltime bezig om gemelde verstoringen te verhelpen. De verwachting is dat deze problematiek in de komende jaren nog zal toenemen.
Gemeentelijk vastgoed (gebouwen en terreinen) Algemeen De gemeente Almere is in het bezit van een uitgebreide vastgoedportefeuille. Het gemeentelijke vastgoed vervult een belangrijke rol bij de realisatie van maatschappelijke doelstellingen, stedelijke ontwikkeling en gemeentelijke bedrijfsvoering. Vanuit een efficiënte inzet van vastgoed worden ontwikkelingen gestimuleerd, kunnen middelen vrijgespeeld worden en wordt voorzien in huisvestingsbehoefte. Eigendom van vastgoed is daarmee één van de sturingsinstrumenten die ingezet worden om maatschappelijke doelen te bereiken. De vastgoedportefeuille van de gemeente Almere omvat permanente scholen voor het primair, het voortgezet en het speciaal onderwijs, tijdelijke onderwijs huisvesting, gymlokalen en sportzalen, buurt‐ en wijkcentra, jongerencentra, bibliotheken, brandweerkazernes, parkeergarages, zwembaden, sporthallen, de Kemphaan, gebouwen voor natuur‐ en milieueducatie, ateliers voor kunstenaars en kunstbeoefening, kerktorens, het ge‐ bouw De Kunstlinie, kantoren en bedrijfsverzamelgebouwen en tot slot gebouwen voor ambtenarenhuisves‐ ting. Onderhoudslasten Binnen het onderhoud maken we onderscheid in planmatig groot onderhoud en het (dagelijks) curatief onder‐ houd. Het cyclisch karakter van het planmatig onderhoud brengt met zich mee dat er jaarlijkse grote fluctuaties kunnen optreden in het uitgavenpatroon. Om deze kosten te egaliseren wordt daarom met een voorziening planmatig onderhoud onderwijspanden en met ingang van 2012 met een voorziening voor de niet‐ onderwijspanden (inclusief stadhuis) gewerkt. Het onderhoudsniveau wat hierbij sinds jaar en dag gehanteerd wordt is gebaseerd op de zogenaamde Londo‐ normen: ‘sober en doelmatig’. Gebaseerd op landelijke en eigen ervaringen en inspecties worden de onder‐ houdcycli van de verschillende bouwdelen voor alle gemeentelijke gebouwen conform de onderhoudsnorm ‘sober en doelmatig’ ingevoerd in het onderhoudbeheersysteem KRAAN en uitgedrukt in geld.
Programmarekening 2011
pag. 113
De Vastgoedportefeuille In onderstaand overzicht wordt inzicht gegeven in de diverse waarden van het gemeentelijk vastgoed onder‐ verdeeld naar de desbetreffende programma’s. Tabel 4‐7
programma
Bedragen x € 1.000
aantal objecten 3
m2 BVO
boekwaarde
WOZ waarde
8.200
2.602
7.111
verzekerde waarde 10.886
Beheer en Leefomgeving
52
166.900
65.402
87.819
173.407
Cultuur
13
45.500
84.050
95.975
120.347
Jeugd
37
18.100
4.552
15.044
25.723
184
347.100
205.654
270.721
462.583
17
44.300
20.237
55.518
68.453
Participatie, Zorg en Inkomen
2
2.400
1.153
2.615
4.251
Economische ontwikkeling
3
16.300
17.212
20.812
22.186
Financiën en Bedrijfsvoering
1
46.700
16.740
49.539
78.143
Openbare orde en Veiligheid
Onderwijs Sport
312
695.500
417.602
605.154
965.979
Overzicht werkelijke lasten Tabel 4‐8
Bedragen x € 1.000
programma
kapitaal‐ lasten 212
huur exploitatie‐ planmatig lasten onderhoud 75 123 19
totale lasten 429
baten werkelijk ‐
02
Openbare orde en Veiligheid
03
Beheer en Leefomgeving
107
2
890
parkeren
6.649
110
1.602
51
1.050
401
234
8.595
04
Cultuur
9.276
‐
1.395
49
‐
10.720
3.353
05
Jeugd
06
Onderwijs
07
Sport
08
Participatie, Zorg en Inkomen
10
Economische ontwikkeling
12
financiën en Bedrijfsvoering
708
‐
642
227
1.577
603
15.070
1.046
7.302
1.767
25.185
3.757
151
‐
‐
‐
151
‐
4
‐
76
‐
80
110
772
‐
942
‐
1.714
1.511
1.294
‐
715
679
2.688
7
34.243
1.233
13.687
3.026
52.189
9.742
Verantwoording Fonds Initiële Ontwikkelingen Het Fonds Initiële Ontwikkelingen is bedoeld voor stedenbouwkundige doorontwikkeling, waarbij moet worden voldaan aan de volgende criteria: Er is sprake van een ruimtelijk/stedenbouwkundig project, gericht op exploitatie van grond. Er is sprake van een externe initiatiefnemer dan wel een bestuurlijke wens op stedelijk gebied. Er zijn geen andere dekkingsmiddelen om de initiële kosten van het project af te dekken. Er bestaat een redelijke verwachting dat het projectuiteindelijk leidt tot grondverkoop of –exploitatie.
pag. 114
Programmarekening 2011
Onderstaand is opgenomen een bestedingsoverzicht van het fonds initiële ontwikkelingen over 2011: Tabel 4‐9
Bedragen x € 1.000
stand van het fonds per 1 januari 2011
378
rente toevoeging dotatie in 2011 sub totaal uitgaven in 2011
11 200 589 ‐ 162
stand van het fonds per 31 december 2011
427
Naast de jaarlijkse rentetoevoeging heeft er in 2011 een dotatie van € 200.000 plaats gevonden vanuit Fonds Bestaande Stad. De uitgaven van het Fonds Initiële Ontwikkelingen worden hieronder kort omschreven: Blocq van Kuffeler
35
Rondom de mogelijkheden van een loskade en de politieke behandeling daarvan zijn in 2011 diverse werk‐ zaamheden uitgevoerd. Deze werkzaamheden bestonden hoofdzakelijk uit het opstellen van een quick scan, overleggen met de initiatiefnemers en de politieke behandeling van het startbesluit. Centraal Stedelijk Gebied
52
Deze kosten zijn gemaakt om een samenhangend gebiedsontwikkelingsplan op te stellen voor het Centraal Stedelijk Gebied. Hierbij is een inventarisatie gedaan van de reeds lopende en geplande projecten rond het Weerwater. Bij daadwerkelijke realisatie van het ontwikkelingsplan wordt er een Grondexploitatie geopend, waarna deze kosten terugvloeien naar het Fonds. Sportschool Be Active
12
De in Almere gevestigde sportschool Be Active heeft de wens geuit om binnen Almere Haven een sportschool in nieuwbouw te realiseren. In een eerste verkenning is een locatie op sportpark de Marken, langs de Ooster‐ dreef, als voorkeurslocatie naar voren gekomen. De gemaakte kosten betreffen plankosten voor het voorbereiden van een realisatiebesluit en zijn in totaal geraamd op €25.000. Bij uitgifte van de grond zullen deze kosten naar het Fonds terugvloeien. Een en ander zal verlopen via de Grondexploitatie. Het voorstel om de Kosten Baten Analyse voor Be Active op te nemen in de Grondexploitatie zal onderdeel zijn van het realisatiebesluit. Startup woningen Hagevoortdreef
19
Dit betreffen kosten voor het opstellen van de programmering, stedenbouwkundige randvoorwaarden en een plan van aanpak voor de realisatie van ca. 15 woningen en minimaal 300m2 bedrijfsruimte op de locatie Hage‐ voortdreef. Hiervoor is een startnotitie opgesteld. Daarnaast is ook een reserveringsovereenkomst afgesloten en er is een proefverkaveling gemaakt. Het project zal in 2012 in de realisatiefase gaan, wat betekend dat er een Grex voor dit project zal worden geopend. De gemaakte initiële kosten zullen dan weer terug vloeien naar dit fonds. Locatie Onderzoek Verblijf Arbeidsmigranten
10
Dit betreft een locatiescan voor de vestiging van een verblijfsvoorziening voor kennis‐ en arbeidsmigranten. Hiervoor heeft er een inventarisatie van de locaties plaatsgevonden en een toetsing van deze locaties aan rele‐ vante criteria en beleidskaders. Daarnaast is een globale financiële haalbaarheidsscan gemaakt. Op basis van deze gegevens is een selectie gemaakt tot 2 a 3 locaties. Dit is met de aanvrager gecommuniceerd. Zodra blijkt dat de initiatiefnemer verder gaat met de locaties en met de grondprijs wordt een startnotitie opgesteld en aan het bestuur gevraagd om het project te starten. De investering zal via een dan op te stellen grex verevend wor‐ den. Programmarekening 2011
pag. 115
Rekenen Tekenen PO locaties Stad
32
Deze kosten zijn gemaakt voor het rekenen en tekenen en planologische advisering van maximaal 8 kansrijke locaties voor de ontwikkeling van Particulier Opdrachtgeverschap in de Bestaande Stad. Hiervoor zijn gebieden verkend, globale verkavelingschetsen gemaakt en een kosten‐ en batenraming per locatie opgesteld. Ook is er juridisch planologisch advies gegeven ten behoeve van de realisatie van PO in de bestaande Stad. De resultaten van de studie worden voorgelegd aan het bestuur. In 2012 wordt met de wijken gecommuni‐ ceerd over de concrete vraag en maatwerk, waarbij de locaties worden ingebracht. In de tweede helft van 2012 moeten locaties worden uitgewerkt, waarbij een grex wordt geopend. Eerdere kosten (de voorfinanciering) worden verrekend met dit fonds. Windesheim
2
Dit betreft de verdieping van de locatiekeuze voor de vestiging van Hogeschool Windesheim als vervolg op het in het voorjaar van 2011 opgesteld visiedocument "De stad is de campus”. Het grootste deel van de kosten werd betaald uit de Reserve Hoger Onderwijs. Echter nog een klein deel is in 2011 onttrokken uit het Fonds voor de afronding van de bestuurlijke besluitvorming betreffende de locatiekeuze van Windesheim voor de Voetnoot en het hieruit volgend overleg met betrokkenen.
Verantwoording Fonds Bestaande Stad In de najaarsnota 2011‐2015 (oktober 2010) zijn de doelstellingen, wat de Gemeente Almere met de inzet van het fonds bestaande stad wil bereiken, opgenomen. Daarnaast is in 2011 gewerkt aan de voorgenomen maat‐ schappelijke investeringen welke zijn opgenomen in het investeringsplan 2009‐2011. Onderstaand is opgenomen een bestedingsoverzicht van het fonds bestaande stad over 2011. Tabel 4‐10
Bedragen x € 1.000
stand van het fonds per 1 januari 2011 rente bijschrijving dotatie in 2011
4.914 147 4.902
dotatie door opheffing bestemmingsreserve Wijkbudgetten
209
dotatie door opheffing bestemmingsreserve Omkleuren Kleinschalige Winkels
399
subtotaal
10.571
project uitgaven in 2011
‐ 3.423
stand van het fonds per 31 december 2011
7.148
Het saldo van het fonds ad. € 7,1 mln. is voornamelijk ontstaan door het achterblijven van de uitgaven van een aantal maatschappelijke investeringsprojecten. Op het bestedingsplan van het fonds vanaf 2011 e.v. zal in de komende voorjaarsnota nader worden ingegaan.
pag. 116
Programmarekening 2011
Onderstaand een overzicht van de bestedingen in 2011 ad. € 3.422.526 onderverdeeld naar maatschappelijke investeringen en de uitvoeringsplannen/leefbaarheidaanpakken per stadsdeel met toelichting. Tabel 4‐11
omschrijving
Bedragen x € 1.000
krediet restant 2010
aanvulling 2011
maatschappelijke investeringen Almere Buiten hoofdstedenbuurt / Molenbuurt / Bloemenbuurt aanpassen openbare ruimte Bouwmeesterbuurt
aanpassen openbare ruimte d. Wierden
255
210
11
73
147
1.260
1.260
0
0
1.260
75
75
0
0
75
2.700
1.560
0
1.023
537
Almere Haven herinrichting Stadswerfpark 2
besteed restant 2011 2011
1)
Almere Stad
2)
herinrichting Alkmaargracht / Botplein / Al Iman
500
385
‐200
0
185
herinrichting ‘s Hertogenboschplein
500
500
‐100
0
400
3)
1.500
1.486
0
883
603
4)
aanpassen openbare ruimte Stedenwijk/Waterwijk aanpassen openbare ruimte Kruidenwijk subtotaal maatschappelijke investeringen
500
460
0
0
460
7.290
5.936
‐289
1.979
3.667
uitvoeringsplannen en leefbaarheids aanpakken
totaal Almere
200
200
0
200
0
totaal Buiten
673
492
24
231
285
totaal Centrum
412
172
87
172
87
totaal Haven
846
645
‐57
337
251
totaal Stad
824
813
‐10
504
300
2.955
2.323
44
1.444
923
10.245
8.258
‐245
3.423
4.591
te realiseren projecten 2010
354
te realiseren projecten 2011
681
benut voor projecten 2012
915
beschikbaar vanuit Wijkbudgetten
209
5)
beschikbaar vanuit Omkleuren Kleinschalige Winkels
399
5)
subtotaal uitvoeringsplannen en leefbaarheid totaal
7.148
Maatschappelijke investeringen Bij maatschappelijke investeringen gaat het om continue kwaliteitsverbeteringen door aanpassing en/of ver‐ vanging van de openbare ruimte. Voor de uitvoering van maatschappelijke investeringen gelden de volgende criteria: De gewenste vervanging vindt plaats vóór het verstrijken van de economische levensduur. Uitvoering vindt plaats in combinatie met groot onderhoud, omdat dit een natuurlijk moment is en het principe werk‐met‐werk‐maken van toepassing is. Er is een extra kwaliteitsimpuls in de openbare ruimte ‐naast ‘sociale’ investeringen en investeringen in de woningvoorraad ‐ nodig. Voor het doen van maatschappelijke investeringen is de randvoorwaarde gesteld, dat deze alleen kunnen plaatsvinden op basis van een door het college goedgekeurd investeringsplan.
Programmarekening 2011
pag. 117
De maatschappelijke investeringen zoals in het investeringsplan voor de periode 2009‐2011 opgenomen, zijn in uitvoering. De fase van uitvoering verschilt per project. Inmiddels is wel duidelijk dat van een aantal projecten (zie onderstaand 1 t/m 4) een onderbesteding kan worden geconstateerd. Per eind 2011 is voor het realiseren van maatschappelijke investeringen nog beschikbaar een bedrag van € 3.667.389, hiervan zal circa € 2.2 daad‐ werkelijk benodigd zijn. Per saldo blijft voor maatschappelijke investeringen in 2012 beschikbaar. In de voor‐ jaarsnota zullen we hiervoor met voorstellen komen. 1.
Bouwmeesterbuurt
Oorspronkelijk budget € 1.260.000 Het groot onderhoud en de maatschappelijke investeringen voor de Bouwmeesterbuurt is in 2011 aanbesteed. De verstrekte opdracht is in meerderde deelopdrachten opgedeeld. Voor het zuidelijk deel van de Bouwmees‐ terbuurt is een opdracht versterkt voor circa € 500.0000 van het beschikbare krediet. In 2012 zal opdracht worden verstrekt voor het noordelijk deel ten bedrage van € 320.000. Per saldo blijft er vanuit het oorspronke‐ lijke budget dan € 440.000 over voor nog benoembare andere maatschappelijke investeringen. 2.
De Wierden
Oorspronkelijk budget € 2.700.000 De maatschappelijk investeringen welke in de Wierden waren voorzien zijn, gelijktijdig met het groot onder‐ houd, gerealiseerd. Voor deze extra werkzaamheden was een bedrag van 2,7 miljoen beschikbaar. Inmiddels is gebleken dat het programma voor € 2,5 miljoen kon worden gerealiseerd. Het voordeel is ontstaan door een aanbestedingsvoordeel van € 0,5. Daarnaast zijn er werkzaamheden uitgevoerd die bij de integrale wijkaanpak waren begroot hierdoor is indirect ook onderuitputting ontstaan bij het budget beschikbaar voor de integrale wijkaanpak de Wierden ad. € 0,2. 3.
’s Hertogenboschplein
Oorspronkelijk budget € 400.000 Voor volledige herontwikkeling 's Hertogenboschplein, onderdeel uitwerking Ruimtelijke Visie Stedenwijk is destijds ruimte gereserveerd bij de maatschappelijke investeringen. Tot grootschalige herontwikkeling is het in overleg met de eigenaren aan het plein niet gekomen o.a. door verschillende vastgoedposities en belangen. Wel wordt er door zorggroep gekeken naar eigenstandige uitbreiding en aanpassing van het zorgcentrum. Een deel van de ca. € 400.000 investeringen blijft hierdoor nodig om kleinschalige verbeteringen door te kunnen voeren. Ook is het wenselijk om een deel van de investeringen in Stedenwijk Midden bovenop het (25%) groot onderhoud in 2012 en 2013 te benutten voor bewonerswensen in de openbare ruimte. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat circa € 200.000 voor andere maatschappelijke investeringen kan worden aangewend. 4.
Stedenwijk
Oorspronkelijk budget € 1.400.000 In Stedenwijk Noord is in 2011 begonnen met groot onderhoud en daarmee is het grootste deel (ca € 900.000) van het budget besteed i.c. uitgegeven. Parallel wordt er voor het resterende deel nu met bewoners een defini‐ tief plan gemaakt voor herinrichting Arnhemplein (Stedenwijk Midden) als ontmoetingsplek en voor een beter gebruik van het Stedenwijk Strand. Beiden leiden in 2012 tot een uitvoeringsvoorstel en uitgaven. Toelichting Uitvoeringsplannen en leefbaarheids aanpakken In 2006 zijn voor elk stadsdeel programmaplannen vastgesteld door de gemeenteraad. Om deze doelen te kunnen bereiken zijn in 2011 een groot aantal projecten uitgevoerd, waar mogelijk samen met de maatschap‐ pelijke partners en de bewoners van het stadsdeel. In de verantwoording over het programma ‘Beheer en leefomgeving’ (paragraaf 3.3) is op hoofdlijnen aangegeven welke projecten dit betreft.
pag. 118
Programmarekening 2011
5.
Beschikbaar vanuit Wijkbudgetten/ Omkleuren Kleinschalige Winkels
In het rapport van de raadswerkgroep Reserves en Voorzieningen is voorgesteld om de saldi van de bestem‐ mingsreserves Wijkbudgetten (€ 209.000) en Omkleuren Kleinschalige Winkels (€ 399.000) toe te voegen aan het Fonds Bestaande Stad.
Programmarekening 2011
pag. 119
4.3 Financiering Algemeen De financieringsparagraaf vloeit voort uit de Wet financiering decentrale overheden (Wet FIDO). De Wet FIDO stelt regels voor het financieringsgedrag van gemeentes. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in het door de gemeenteraad vastgestelde treasurystatuut. De financieringsparagraaf is in samenhang met het treasurystatuut een belangrijk instrument voor het transpa‐ rant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de treasuryfunctie van de gemeente. De treasuryfunctie heeft kortweg betrekking op het tijdig beschikbaar hebben van financieringsmiddelen tegen zo gunstig mogelijke prijzen, rekening houdend met de randvoorwaarden (kasgeldlimiet) en de aard van de financieringsbehoefte (kort versus lang). Voorts heeft het betrekking op het adviseren over en het scheppen van randvoorwaarden voor een zo goedkoop mogelijk betalingsverkeer. Risicobeheer financieringsportefeuille Renterisico Dit is het risico dat de gemeente wordt geconfronteerd met sterke rentestijgingen voor geldleningen. In zijn algemeenheid wordt dit risico beperkt door het gespreid over de lopende jaren afsluiten van langlopende geld‐ leningen met een vast rentepercentage. Voor het beheersen van het renterisico wordt gebruik gemaakt van de financieringsstrategieën, die worden bepaald in het periodiek te houden treasuryberaad. Kredietrisico Van een kredietrisico is sprake indien de gemeente geldleningen verstrekt aan rechtspersonen die in financiële problemen kunnen komen. In het treasurystatuut is, in lijn met de Wet FIDO 2001, afgesproken dat de ge‐ meente – uit hoofde van de treasuryfunctie ‐ alleen geld mag uitlenen aan de financiële instellingen met mi‐ nimaal de zogenaamde AA‐rating. Liquiditeitsrisico Het risico dat de gemeente op de korte termijn niet genoeg geld beschikbaar heeft of kan krijgen om aan haar korte termijnverplichtingen te voldoen, noemen we het liquiditeitsrisico. Om een goed inzicht te krijgen in de vraag hoeveel moet worden geleend en met welke looptijd, wordt veel aandacht geschonken aan de liquiditeitenprognose. Debiteurenrisico Debiteuren kunnen hun rekeningen niet (op tijd) betalen. Dit zgn. debiteurenrisico wordt beperkt door debi‐ teuren vooraf te laten betalen, opbrengsten tijdig te innen en het in kaart brengen van de dubieusheid van vorderingen en tegenpartijen conform de richtlijnen op dit gebied. Met het verder aanscherpen van het invor‐ deringstraject wordt gestreefd naar het terugdringen van het debiteurenrisico. Eisen wet FIDO Publieke taak en prudent beleggen Conform het treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen.
pag. 120
Programmarekening 2011
Kasgeldlimiet Ter beperking van het renterisico is bij de wet FIDO een norm opgelegd ten aanzien van de maximale omvang van de korte schuld (korter dan 1 jaar), de zogenaamde kasgeldlimiet. Deze limiet wordt berekend naar een vast percentage (8,5%) van het begrotingstotaal ad circa € 660 miljoen per 1 januari van het dienstjaar. Voor 2011 bedraagt deze limiet circa € 56,1 miljoen. (Voor berekening zie bijlagenboek). Als blijkt dat de kasgeldli‐ miet wordt overschreden, wordt een deel van de kortlopende schuld omgezet in een langlopende schuld (geld‐ lening langer dan 1 jaar). De gemeente is op grond van de gewijzigde wet FIDO niet meer verplicht om per kwartaal aan de provincie Flevoland te rapporteren over de vraag of de gemeente de kasgeldlimiet wel of niet overschrijdt. Als 3 kwarta‐ len achtereen de kasgeldlimiet wordt overschreden dient de provincie Flevoland op de hoogte te worden ge‐ steld. In 2011 is de kasgeldlimiet in de eerste 2 kwartalen overschreden, waarna langlopende geldleningen zijn aan‐ getrokken. Voor de laatste 2 kwartalen heeft dit geresulteerd in een onderschrijding van de kasgeldlimiet. Tabel 4‐12
ruimte onder c.q overschrijding van de kasgeldlimiet ruimte (+)/ Overschrijding (‐)
Bedragen x € 1.000 e
e
1 kw
2 kw
3e kw
4e kw
‐41.367
‐31.153
30.566
26.871
Renterisiconorm De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen. Deze norm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begro‐ tingstotaal. De volledige berekening treft u aan in het bijlagenboek. Tabel 4‐13
Bedragen x € 1.000
renterisiconorm
2011
renterisiconorm
131.944
renterisico ruimte onder risiconorm
66.233 65.711
Uit bovenstaande blijkt dat in 2011 het maximale renterisico lager was dan de renterisiconorm en er derhalve geen sprake was van een overschrijding. Bij het aantrekken van nieuwe langlopende leningen wordt ervoor gezorgd dat zodanige modaliteiten worden gekozen dat de renterisiconorm niet overschreden wordt. Het blijft echter mogelijk dat in een bepaald jaar meer langlopende leningen moeten worden aangetrokken dan voorzien (meer dan maximaal nodig is om binnen de norm te blijven). In dat geval vindt vooroverleg met de provincie plaats. In/externe ontwikkelingen Rentebeleid Een visie omtrent de renteontwikkeling van de korte en de lange termijn rente is een voorwaarde om de treas‐ uryfunctie te kunnen uitoefenen. Het in beschouwing nemen van macro‐economische ontwikkelingen met betrekking tot ondermeer de econo‐ mische groei, inflatie, consumentenvertrouwen, politieke spanning en met name de rentevisie van grootban‐ ken leidt tot een rentevisie waarop financierings‐ en beleggingsbeslissingen worden gefundeerd.
Programmarekening 2011
pag. 121
De Europese Centrale Bank (ECB) voert het monetaire beleid uit voor het Euro gebied. De belangrijkste taak is het in de hand houden van de inflatie. Hiervoor heeft de Europese Centrale Bank verschillende instrumenten tot zijn beschikking. Een belangrijk instrument is het rente‐instrument. Op het moment dat er gesproken wordt over "de rente van de ECB" gaat het meestal over de herfinancieringsrente. De ECB kan dus door een mutatie hiervan de marktrente beïnvloeden. In 2011 heeft de ECB vier keer de herfinancieringsrente aangepast. Sinds 14 december bedraagt deze 1%. Het Eonia tarief (maatstaf voor de rekening courantrente) is gedaald van 0,82% begin januari naar 0,63% eind december. Dit tarief is ver onder het ECB tarief van 1% is komen te liggen. In de jaren voor de kredietcrisis lag het EONIA tarief altijd een fractie boven het ECB tarief. Dit heeft alles te maken met het gebrek aan onderling vertrouwen tussen de banken, waarbij banken liever overtollige middelen bij de ECB stalden tegen 0,25% dan bij elkaar. De 10 jarige swaprente daalde van een niveau van 3,24% naar een niveau van 2,39%. Onder normale omstandigheden was dit het niveau waarop een gemeente 10 jarige leningen kan aantrekken. Echter als gevolg van de kredietcrisis wordt door de banken op dit tarief een liquiditeitspremie gezet De gemeente heeft in 2011 fors leningen opgenomen. Door de relatief lage swaprente zijn de negatieve gevolgen van deze opslag beperkt gebleven. Naar verwachting zal er voorlopig wel sprake blijven van een opslag op de swaptarieven. Ten behoeve van een stabiel begrotingsbeeld houden wij vast aan de bestendige gedragslijn van interne rente‐ verrekening. De ontwikkeling van bovengenoemde percentage´s hebben dan ook geen directe invloed op alle afzonderlijke rentegevoelige begrotingsposten (reserves, voorzieningen, geactiveerde kosten). Financieringsbehoefte Onze vaste schuld ten behoeve van algemene financiering bedraagt per 1 januari 2012 € 400 miljoen. In het kader van de woningbouw heeft de gemeente Almere in 1990 en volgende jaren aan de woningbouw‐ verenigingen geldleningen verstrekt. De geldleningen werden verstrekt voor 20 jaar, af te lossen op basis van een 50 jarige annuïteit en renteherziening na 10 jaar. Voor de financiering ervan werden conforme geldlenin‐ gen aangetrokken bij diverse geldgevers. De stand van de leningen die wij hebben aangetrokken ten behoeve van de woningbouwverenigingen bedraagt per 1 januari 2012 € 41,4 miljoen. Deze leningen hebben we doorgeleend aan de woningbouwverenigingen. In 2011 zijn er een 8‐tal langlopende geldleningen met diverse looptijden aangetrokken: Tabel 4‐14
Bedragen x € 1,‐
hoofdsom
looptijd
rente
soort
15.000.000
21 februari 2011 tot 21 februari 2019
3,824%
Fixe
15.000.000
21 februari 2011 tot 21 februari 2020
3,954%
Fixe
15.000.000
21 februari 2011 tot 22 februari 2021
4,074%
Fixe
15.000.000
21 februari 2011 tot 21 februari 2022
4,219%
Fixe
15.000.000
30 juni 2011 tot 30 juni 2015
2,709%
Fixe
15.000.000
30 juni 2011 tot 30 juni 2016
3,004%
Fixe
15.000.000
06 juli 2011 tot 06 juli 2017
3,290%
Fixe
15.000.000
01 september 2011 tot 01 september 2018
3,550%
Fixe
pag. 122
Programmarekening 2011
4.4 Lokale heffingen Algemeen De gemeentelijke heffingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeenten. In deze paragraaf schetsen wij u een beeld van de uitkomsten hiervan op rekeningbasis. Het beleid ten aanzien van de lokale heffingen in Almere is gebaseerd op de in het Oostvaardersakkoord 2010‐2014 vastgelegde uitgangspun‐ ten, te weten: kostendekkende tarieven en lokale belastingen worden – binnen de wettelijke norm – geïndexeerd met de inflatie. Jaarlijks bij de begroting worden de lokale heffingen door uw raad vastgesteld; in deze paragraaf schetsen wij u slechts een beeld van de uitkomsten hiervan. De financieel beleidsmatige effecten die uit de analyse van de programmajaarrekening voortkomen, zullen wij – zo nodig – betrekken bij de tariefsvoorstellen voor 2013. Uit onderstaande tabel blijkt dat de opbrengsten € 1,2 miljoen lager zijn dan begroot, vooral veroorzaakt door de bouwleges. Tabel 4‐15
algemene dekkingsmiddelen onroerende zaakbelasting, woningen en niet‐woningen hondenbelasting
Bedragen x € 1.000
begroting
rekening
verschil
33.280
33.736
456
1.293
1.272
‐21
heffingen met bestemming
afvalstoffenheffing *(incl. reinigingsrechten)
25.200
25.201
1
bouwleges
4.717
3.595
‐1.122
rioolheffing
8.395
8.492
97
leges burgerzaken (incl. rijksleges)
2.694
2.686
‐8
parkeertarieven (privaat‐ en publiekrechtelijk)
9.738
9.307
‐431
buitenreclame
1.953
1.709
‐244
marktgelden
341
333
‐8
precariorechten
138
152
14
87.749
86.483
totaal
‐1.266
* maar exclusief de opbrengst van huishoudelijk afval
Programmarekening 2011
pag. 123
Onroerende zaakbelasting Over 2011 is per saldo € 0,4 miljoen meer aan OZB ontvangen. Hiervan heeft € 0,1 miljoen betrekking op “wo‐ ningen” en € 0,3 miljoen op “niet woningen”. Uitgangspunten voor de bepaling van het OZB tarief Bij de bepaling van de hoogte van de OZB gelden de volgende uitgangspunten: Als de totale WOZ‐waarde in Almere daalt door marktomstandigheden dan wordt het tarief verhoogd. Als de WOZ‐waarde stijgt, door de marktomstandigheden, dan wordt het OZB tarief verlaagd. Dit wordt ook wel het weegschaalprincipe genoemd. Het weegschaalprincipe is wettelijk vastgelegd, om te voorkomen dat huiseigenaren bij stijgende woningprijzen, automatisch een hogere OZB aanslag krijgen. Als de totale WOZ‐waarde stijgt doordat gebouwen worden uitgebreid (voorbeeld ziekenhuis) of doordat er nieuwe gebouwen bij komen, spreken we van een volumestijging. In dat geval wordt het weegschaal princi‐ pe niet toegepast. De gemeente ontvangt dus meer OZB als er huizen bij komen. Uit deze hogere OZB wordt een deel van de groei van de stad bekostigd. Zoals hieronder wordt toegelicht is de meeropbrengst voor de OZB vrijwel geheel te danken aan een volume‐ stijging. Weegschaalprincipe 2011 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de geraamde en de werkelijke waarde ontwikkeling van de onroe‐ rende zaken (WOZ) in Almere. Tabel 4‐16
Bedragen x € 1,‐
object
raming
werkelijk
correctie
niet‐woningen
‐2,90%
‐2,90%
woningen
‐1,37%
‐1,00%
0,37%
bedrag 60.000
Bij de begroting hebben wij de ozb‐tarieven voor 2011 bijgesteld op de verwachte marktontwikkeling (hertaxa‐ tie). De waarderingskamer komt op grond van nauwkeurigere becijfering uit op andere percentages. Achteraf valt de waardecorrectie € 40 miljoen lager uit dan bij de begroting geraamd. Dat betekent dat het tarief ozb eigenaar woningen te hoog is vastgesteld. Dit effect – voor in totaal € 60.000 wordt bij de tarieven voor 2013 verrekend. In 2013 ontvangt ieder huishouden (waarde woning € 200.000) € 0,14 terug. Volume ontwikkeling 2011 De OZB wordt berekend over de waarde per 1 januari 2011. In het bouwjaar 2010 is een aantal grote bedrijfs‐ panden opgeleverd. Dit betreffen bijvoorbeeld het Flevoziekenhuis en het Van der Valk Hotel in Almere Stad; het recyclingperron Argonweg en diverse bedrijfspanden. Hierdoor is de opbrengst hoger uitgevallen dan ge‐ raamd. Heffingen met bestemming Bouwleges In de programmabegroting 2012‐2015 is al gewezen op de teruglopende (bouw) leges. De begrote opbrengst voor 2011 was toen bijgesteld naar € 4,7 miljoen. Sindsdien zijn de opbrengsten verder teruggelopen. Uiteinde‐ lijk is de opbrengst € 1,2 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Op grond van deze ontwikkelingen hebben wij bij de Programmabegroting 2012 om een pakket aan maatregelen voorgesteld om de uitvoering weer kosten‐ dekkend te maken. Bij de Voorjaarsnota 2013‐2016 worden deze voorstellen verder uitgewerkt.
pag. 124
Programmarekening 2011
Inzameling van huishoudelijk afval In de loop van 2010 zijn wij gestart met het apart inzamelen van plastic verpakkingen, zoals flessen, plastic tassen, bakjes folies, tubes enz. en het verbeteren van papier‐ en GFT –inzameling. Omdat vanuit dit afval weer nieuwe producten kunnen worden gemaakt, levert plasticafval geld op. In 2011 heeft het huishoudelijk afval € 3,9 miljoen opgeleverd; waarvan ca € 1,2 miljoen voor plastic. Dit is conform onze ramingen. Als gevolg van het betere scheidingsgedrag zijn de verwerkingskosten voor het restafval lager uitgevallen dan geraamd. Zoals wij bij de begroting 2012 al hebben geschetst, werpt dit beleid vruchten af. Daarom hebben wij – bij die begro‐ ting ‐ de afvalstoffenheffing verlaagd en de budgetten voor 2011 bijgesteld. Op rekeningbasis zijn de verwer‐ kingskosten € 0,3 miljoen lager uitgevallen dan geraamd. Parkeertarieven Omdat zowel het aantal parkeerders in garages als de verkochte parkeertijd is afgenomen ten opzichte van 2010 ontstaat een nadeel van € 0,4 miljoen. Kwijtscheldingsbeleid Mensen die weinig te besteden hebben, kunnen kwijtschelding van gemeentelijke belastingen aanvragen. De kwijtschelding wordt verleend voor de OZB, afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (voor de eerste hond). Over belastingjaar 2011 is voor € 1,8 miljoen aan gemeentelijke belastingen kwijtgescholden, waardoor de uitgaven voor kwijtscheldingsbeleid € 0,2 miljoen lager uitvallen dan geraamd.
Programmarekening 2011
pag. 125
4.5 Bedrijfsvoering Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken ten aanzien van de bedrijfsvoering. Bedrijfsvoering bestaat traditioneel uit de PIJOFACH‐onderdelen: Personeel; Informatievoorziening; Juridisch; Organisatie; Financiën; Administratieve Organisatie, Communicatie, en Huisvesting. Bedrijfsvoering is ondersteunend aan de uitvoering van het gemeentelijk beleid (primaire processen) en de programmadoelen, waaronder goede dienstverlening aan onze inwoners en de ontwikkeling van de organisa‐ tie. Jaarlijks houden wij u op de hoogte van de stand van zaken op het gebied van bedrijfsvoering met deze paragraaf.
Personeel en Organisatie Personeelsbestand De gevolgen van de economische crisis, taakstellingen en verminderde budgetten hebben in 2011 effect gehad op de werkgelegenheid in de organisatie. Ten eerste, zijn in 2011 de eerste € 0,5 miljoen van de structurele bezuinigingen (spoor 1 van het vorige college oplopend tot € 2,5 miljoen in 2013) op het gemeentelijk apparaat doorgevoerd. Ten tweede, hebben de ombuigingen voortkomend uit de bestuursopdrachten uit het collegeak‐ koord 2010‐2014 effect op ons personeelsbestand en de bedrijfsvoering. Tot slot, zijn er Rijksbudgetten die zijn verminderd, zoals het Participatiebudget. Tegelijkertijd zijn er enkele terreinen waar we meer werk hebben gehad of meer werk verwachten, zoals bij de aanvragen van uitkeringen, de begeleiding naar werk en de decentralisatie van Rijkstaken. De balans opmakend zien we dat vanaf 1 januari 2010 tot en met 1 januari 2012 de totale gemeentelijke formatie met 137 fte is afgenomen. De daling van het personeelsbestand wordt veroorzaakt door een afname van het inhuurperso‐ neel. De eigen formatie toont vanaf 2010 een stabiel beeld. Inhuur Recent hebben wij meegedaan aan 1.889 de benchmark ambtelijk apparaat 1.831 1.806 van het bureau Berenschot. In het 1.800 1.752 onderzoek van Berenschot zijn de Totale formatie resultaten gebaseerd op de peilda‐ tum 1 januari 2011. Om ook de trend te kunnen laten zien presenteren wij 1.577 1.567 1.600 hiernaast de ontwikkeling vanaf 2009 1.542 tot 1 januari 2012. In de grafiek heb‐ 1.470 ben wij het verloop van inleenperso‐ Formatie exclusief inhuur neel (inhuur) afzonderlijk inzichtelijk 1.400 gemaakt. 2009 2010 2011 2012 Uit de grafiek blijkt dat vanaf 2010 onze formatieomvang, als gevolg van de crisis is gaan dalen. De grafiek geeft weer dat onze inhuur (het verschil tussen de blauwe en de oranje lijn) vanaf 2010 van 347 fte is gedaald tot 185 fte op 1 januari 2012. De inhuur is de flexibele schil van onze organisatie. In tijden van crisis, als er minder werk is voor onze ontwik‐ keltaken, kan deze flexibele schil snel kleiner worden. Dat is nu ook gebeurd. Daarnaast is inhuur ook nodig voor specifieke werkzaamheden, waarvoor bijzondere kennis noodzakelijk is. Dit betekent dat de gemeente altijd voor een deel gebruik zal maken van tijdelijk personeel.
pag. 126
Programmarekening 2011
Organisatieontwikkeling In 2010 is een organisatieontwikkelingstraject gestart dat in 2011 heeft geresulteerd in een visie op de organi‐ satie en medewerkers voor de komende jaren. Tot 2015 koersen we op vier ontwikkellijnen in combinatie met een vertaling van de Almere Principles naar organisatieprincipes. We noemen hier ter illustratie bij elke ontwikkellijn twee voorbeelden: ‘de basis op orde’: – We hebben een verbeterslag in onze managementinformatie gemaakt. – In 2011 hebben wij de bestuurlijke‐ en ambtelijke cyclus verder ontwikkeld, met als doel om deze trajec‐ ten beter op elkaar te laten aansluiten. ‘talentontwikkeling’: – In 2011 is geïnvesteerd in een organisatiebrede vlootschouw en de Personeelsmonitor. Op deze manier is beter inzicht verkregen op potentieel en personeelsplanning op organisatieniveau. – In 2011 waren er 57 stagiaires aan de slag en waren we een van de eerste gemeenten die zijn gestart met een werkschooltraject. ‘partnerschap’: – We werken samen met partners in de regio op HRM gebied en verdere samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering met de gemeente Lelystad wordt verkend. – In 2011 is het programma ‘Excellent gastheerschap’ gestart met als doel samenwerking optimaal te faci‐ literen. ‘het goede behouden’: – We zetten maximaal in op het eigen talent van medewerkers in relatie tot mobiliteitsaanpak. – We maken best practices zichtbaar. Naast de vier ontwikkellijnen hebben is ook gewerkt aan ‘Anders Werken’. In het najaar van 2011 is een 4‐ daagse brainstorm over Anders Werken georganiseerd. De uitkomsten hiervan zullen als input dienen om met diensten, afdelingen, teams te komen tot een passend flexibeler werkplekconcept. Visie op personeelsbeleid: Van werk naar werk begeleiden en loopbaan‐ en talentontwikkeling We vragen van medewerkers om mee te bewegen met de maatschappelijke‐ en organisatieveranderingen en daartoe hun talenten blijvend te ontwikkelen en in te zetten. Regie op eigen loopbaan leidt tot beweging, per‐ soonlijk en organisatorisch. Dit doen wij vanuit de gedachte van goed werkgeverschap en voor de ontwikkeling en behoud van talent ook in tijden van crisis. We bieden daarvoor kansen door onder andere opleidingsmoge‐ lijkheden. De Tamowerkgroep (Talentontwikkeling en Mobiliteit) heeft in 2011 sturing gegeven aan het intern invullen van vacatures 134 vacatures. Daarvan zijn er 93 intern ingevuld. In 2012 worden de taken van de Tamowerk‐ groep geleidelijk overgezet in Almere Morgen. Almere Morgen is de nieuwe naam voor het Werktransferium, het centrum voor talentontwikkeling en mobiliteit. Dit om te komen tot een integrale mobiliteitsaanpak voor alle medewerkers en het matchen van kennis en talent aan het werk dat we hebben. Op het gebied van strategisch Human Resource Management wordt samengewerkt met partners in de regio. In het jonge HRM netwerk van de Metropool Regio Amsterdam (MRA) en het Flevonetwerk hebben we concrete afspraken gemaakt over het vormgeven van een traineepool en opleidingen. In 2011 is een inzetbaarheid van 95% bereikt ten opzichte van 94% in 2010.
Programmarekening 2011
pag. 127
Informatievoorziening In 2011 is gewerkt aan verbetering van de verbinding tussen diensten op ICT gebied en de voorbereiding op toekomstige ontwikkelingen. Dit vindt onder andere zijn uitwerking in het traject naar de nieuwe aanbesteding (ICT 2013). Hiervoor zijn alle huidige en toekomstige ICT‐projecten in beeld gebracht. Ook is gewerkt aan het formuleren van het Concern InformatieBeleid dat de contouren schetst voor onder andere gemeentelijke in‐ formatie‐ en gegevensarchitectuur en informatiebeveiliging. Dit biedt de basis om gestructureerd te kijken naar wat de organisatie in de toekomst nodig heeft. De ervaringen van de diverse pilots die in 2010 en 2011 zijn gestart (zoals draadloos netwerk en thuiswerken) krijgen een plek bij de aanbesteding (ICT 2013) en het verder concretiseren van het “Anders Werken”. Er zijn in het najaar van 2011 een aantal ICT storingen geweest. De storing van begin oktober raakte de gehele organisatie en heeft ruim vier dagen geduurd. Tijdens de storing hebben we een crisisorganisatie ingericht en is met enorme inzet van onze medewerkers gewerkt aan het beheersbaar houden van de problemen en is priori‐ teit gegeven aan onze dienstverlening naar inwoners en bedrijven. De leerpunten van de storing nemen we mee richting de volgende aanbesteding en tot die tijd monitoren we de ontwikkelingen scherp. Naast de verstoring van productie en dienstverlening heeft de storing ook de ver‐ vanging van applicaties en besturingssystemen vertraagd. Een deel van deze geplande projecten zal daarom het komende jaar en in de periode van de nieuwe aanbesteding uitgevoerd moeten worden. DocumentManagementSysteem In 2011 zijn voor DMS een aantal processen gedigitaliseerd, zoals het subsidieproces waarbij de aanvragen digitaal worden afgehandeld. Het project heeft niet volledig volgens planning kunnen verlopen omdat de tech‐ nische aanpassingen van het systeem(software aanpassingen) meer tijd vragen dan gepland en de leverancier niet optimaal presteert. Het project wordt in 2012 afgerond. Daarmee worden nog niet alle documenten digi‐ taal verwerkt. De doorontwikkeling hiervan wordt na het beëindigen van het project voortgezet vanuit de be‐ heerorganisatie ICT.
Juridisch In 2011 is met veel inzet gewerkt aan het verbeteren van de juridische kwaliteit conform het plan juridische kwaliteitszorg 2.0. Er is in 2011 ingezet op de versterking van de juridische functie en het Juridisch Huis waar‐ door voor een ieder de juridisch adviseurs binnen de organisatie herkenbaar zijn neergezet. Klachtencoördinatie In 2011 zijn er bij de gemeente 660 klachten ingediend. Op het aantal klachten en de klachtafhandeling (ge‐ grond/ongegrond incl. de afhandeltermijnen) zal in de trendrapportage ‘interne klachten 2011’ ingegaan wor‐ den. Dat jaarverslag zal, net als over 2010 is gebeurd, worden aangeboden aan de raad.
Financiën Aanpassing budgetcyclus In het coalitieakkoord is aangegeven dat gestreefd wordt naar een verdere vereenvoudiging van de budgetcy‐ clus. In het voorjaar wordt verantwoording afgelegd via de programmarekening en wordt er via de voorjaars‐ nota vooruitgekeken. In 2011 hebben wij de bestuurlijke‐ en ambtelijke cyclus verder ontwikkeld, met als doel om deze trajecten beter op elkaar aan te laten sluiten. Versterken van de controlfunctie In 2011 is begonnen met het opstellen van een lange termijnvisie op het gebied van de inrichting van de con‐ trolfunctie. In 2012 zal intensief worden ingezet op risicomanagement, administratieve organisatie, kwaliteits‐ zorg, interne controles en auditing, governance en compliance. pag. 128
Programmarekening 2011
Risicomanagement en interne controles Eén van de belangrijke elementen in het versterken van de controlfunctie is risicomanagement. Er is een ex‐ pertmeeting gehouden waarmee een impuls is gegeven aan het bestuurlijke en ambtelijke draagvlak voor risi‐ comanagement. Uw raad is geïnformeerd in februari 2012 dat een risicomanager is aangesteld. Interne controle is gedurende het proces onafhankelijk toetsen of de doelstellingen van de organisatie behaald worden. De accountant heeft in zijn boardletter aangegeven dat de interne controles in de eerste helft van 2011 tijdig zijn afgerond, maar dat ze effectiever en efficiënter uitgevoerd kunnen worden. De accountant adviseert om de interne controles meer risicogestuurde uit te gaan voeren. Hier wordt in 2012 aan gewerkt. Administratie In 2011 is de landelijk verplichte 10% norm voor het digitaal ontvangen van facturen gerealiseerd. Ten aanzien van crediteurenbeheer is extra inspanning gepleegd op het verlagen van de gemiddelde betaal termijn. Op het gebied van partnerschip wordt ook steeds meer gezocht naar samenwerking met externe partners en het aanbieden van onze diensten aan derden. Zo zijn in 2011 voorbereidingen getroffen om de gemeente Lely‐ stad per 1 januari 2012 te ondersteunen met haar Treasury taken. Inkoop en Aanbestedingen In 2010 is een hernieuwd inkoopbeleid vastgesteld. In 2011 is op het gebied van Inkoop & Aanbesteding ge‐ werkt aan verdere ontwikkeling van de uitvoeringsregels inkoopbeleid. Er is ingezet op structurele aandacht voor duurzaamheid en Social Return on Investment. Er is een inkoopplan opgesteld en er is een nieuwe appli‐ catie ontwikkeld ‘de Inkoopcoach’ om het inkoopproces concernbreed te faciliteren. Dit is instrument wordt in 2012 ingezet.
Communicatie In 2011 is gewerkt aan de uitrol van ‘Factor C’, een methode om aan de voorkant van beleid en uitvoering het communicatievraagstuk scherp te krijgen. Ons uitgangspunt in de publieksvoorlichting werd in 2011 meer dan ooit: ‘digitaal tenzij’, niet alleen dankzij meer technologische mogelijkheden, maar ook vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie. Wij zetten in op een gecoördineerde en samenhangende inzet van internet en social media naast onze overige traditionele communicatiekanalen. In 2011 is op dit terrein veel tot stand gekomen: een elektronisch gemeenteblad met een koppeling aan het landelijke overheid.nl, de ontwikkeling van de stadsportal almere.nl, diverse eigen twit‐ teraccounts (bijvoorbeeld rond de aanpak van de Veluwedreef) en het digitaal loket is vernieuwd en gebruiks‐ vriendelijker gemaakt. Tegelijkertijd is het aantal Stadhuis‐aan‐huispagina’s gehalveerd en zijn de gebieds‐ nieuwsbrieven begin 2012 gestopt. In 2011 is er een nieuw citymarketingplan gemaakt voor de jaren 2011‐2015, waarin meer samenhang en focus is aangebracht en waarin de nadruk ligt op de samenwerking met het bedrijfsleven en de partners in de stad. Verder is er in 2011 een eerste bezuiniging op citymarketing, evenementen en VVV doorgevoerd.
Programmarekening 2011
pag. 129
Facilitaire Zaken en Huisvesting Het jaar 2011 stond in het teken van samenwerking met partners, talentontwikkeling en inzetbaarheid van de medewerkers, duurzaamheid, contractmanagement en de invulling van de ombuigingen. Besparingen zijn gerealiseerd door enerzijds het versoberen van aanbod en anderzijds het uitbreiden van aan‐ bod in huis op taken die eerst extern belegd werden. Het aanbod van de catering, kantoorartikelen en meubi‐ lair is aangepast. Het aanbod van drukwerk is uitgebreid en de koeriersdiensten en de BedrijfsHulpVerlening is in eigen beheer genomen. Met goed contractmanagement en nieuwe aanbestedingen zijn ook besparingen gerealiseerd. In het contract‐ management wordt ook gekeken naar duurzaamheid, leveranciers moeten voldoen aan de Maatschappelijk Ondernemen eis. Daarnaast is het Social Return On Investment principe ingebed in 2011. Er wordt samenge‐ werkt met Almere Werkt op het gebied van beveiliging, schoonmaak en catering en Facilitaire Zaken heeft als eerste afdeling het jeugdwerkloosheid project ondersteund. Tot slot is verder gewerkt aan samenwerking met partners in de stad het verlenen van diensten aan hen. Zo levert de gemeente bijvoorbeeld BHV trainingen aan de Bibliotheek, het Flevo Ziekenhuis, het WTC en Hoge‐ school Windesheim. Contacten met eventuele nieuwe partners zijn gelegd, zoals de Gemeente Lelystad en de Alliantie.
Huisvesting Bij de Voorjaarsnota 2012‐2015 zijn de plannen met betrekking tot de noodzakelijke aanpassingen en verbete‐ ringen van het stadhuis vastgesteld. In 2011 is gewerkt aan de voorbereidingen voor de eerste verhuisbewe‐ gingen in 2012.
pag. 130
Programmarekening 2011
4.6 Verbonden partijen Algemeen Een verbonden partij wordt gedefinieerd als een privaatrechterlijke‐ of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft. Van een bestuurlijk belang is sprake in geval van zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging, het zij uit hoofde van stemrecht. Van een financi‐ eel belang is sprake als aan een verbonden partij financiële middelen beschikbaar zijn gesteld, die niet verhaal‐ baar zijn in geval van faillissement van de verbonden partij. Gemeentelijk beleid Het gemeentelijk beleid is er op gericht het aantal verbonden partijen beperkt te houden, enerzijds uit het oogpunt van transparantie van bestuur, anderzijds uit het oogpunt van risicobeheersing‐ en beperking. Er kun‐ nen echter altijd goede redenen aanwezig zijn voor het aangaan van een verbonden partijconstructie. In dat geval is een expliciete goedkeuring van uw raad noodzakelijk. Kadernota In 2010 hebben wij onderzocht op welke wijze verbonden partijen door de gemeente worden opgericht en door de gemeente worden aangestuurd. Bij de najaarsnota 2011‐2015 hebben wij u toegezegd dat er invulling zal worden gegeven aan de belangrijkste constatering van het onderzoek, namelijk dat er een gemeentebreed kader aangaande verbonden partijen ontbreekt. Dit nieuwe kader heeft u op 2 december 2010 vastgesteld. Er zijn vijf relevante hoofdpunten in de relatie en aansturing van een verbonden partij benoemd en uitgewerkt: aangaan van een relatie met een verbonden partij; bestuurlijke verantwoordelijkheid en vertegenwoordiging; ondersteuning; beheers‐ en toezichtinstrumentarium; informatievoorziening. Opvolging kadernota Om nieuwe‐ en bestaande relaties in lijn met de kadernota te brengen hebben wij medio 2011 een actieplan opgesteld. Het doel van deze aanpak is een scherpere sturing, beheersing, toezicht en verantwoording op de verbonden partijen, zodat wij beter in staat zijn onze beleidsdoelstellingen zo effectief mogelijk te realiseren. De acties zijn in de planning & control cyclus ingebed, waardoor het een dynamisch proces wordt. Diverse ac‐ ties zijn reeds uitgevoerd. De resultaten van deze nieuwe werkwijze hebben wij in het bijlagenboek van de programmabegroting opgenomen. Het betreft o.a.: het optimaliseren van de informatiestroom vanuit de verbonden partij naar de gemeente; het toewijzen van een accountmanager aan een verbonden partij; het opnemen van rapportage afspraken in het bijlagenboek van de begroting; het beter in beeld brengen van de bestuurlijke en financiële risico; het beter in beeld brengen van de nieuwe beleidsvoornemens.
Programmarekening 2011
pag. 131
Overzicht verbonden partijen Voor iedere verbonden partij is een relatie gelegd tussen wat we willen bereiken met het programma en het middel (de rol) dat deze verbonden partij daarin speelt. In onderstaande tabel is het financieel‐ en bestuurlijk belang weergegeven. In het bijlagenboek van de programmabegroting is een nadere toelichting op de afzon‐ derlijke verbonden partijen opgenomen. Tabel 4‐17
Bedragen x € 1,‐
nr prog verbonden partij
Is er sprake van zeggenschap?
financieel belang
1
3
NV Huisvuilcentrale Noord‐Holland
6,5% aandelen + stemrecht
risicodragende deelneming € 38 miljoen
2
9
Kunstgoed BV
ja, 100% aandeelhouder
€ 0,5 miljoen
3
9
Gooise Poort BV
ja
€ 1,1 miljoen
4
10
Technofonds Flevoland BV
Ja
€ 2 miljoen
5
12
Vitens NV
ja in aandeelhoudersvergadering € 15.196.965 (7,29% belang)
6
12
Alliander
ja, 0,595% aandelen
7
8
GGD Flevoland
ja
Jaarlijkse bijdrage, circa € 3,5 miljoen
8
2
Veiligheidsregio Flevoland
Ja
Jaarlijkse bijdrage, circa € 9,5 miljoen
9
2
Stichting Veiligheidszorg Almere
Ja
jaarlijkse bijdrage
Tomingroep (gemeenschappelijke regeling) Tomingroep BV
Ja
€ 3,7 miljoen (= 40% garantie)
10 8 11 8 12 8 13 8
Stichting Kompaan (m.i.v. 2012 geli‐ quideerd) Stichting Werkpartners
14 10 15 12
€ 40.000
ja, via gemeenschappelijke rege‐ via gemeenschappelijke regeling ling Middels Raad van Toezicht jaarlijkse bijdrage Ja
zie Kompaan
NV Omala
Ja
risicodragende deelneming € 1,4 miljoen
Bank Nederlandse Gemeenten NV
Ja, 0,006% aandelen
€ 139.000
16 9
IBBA VOF
50% vennoot
17 10
EDBA economic development board Almere Nuon Energy Arnhem
ja
Direct € 2.000 per kavel, voorziening van € 8.000,‐ per kavel. € 1,3 miljoen
18 12
19 12
Ja, tot 2015 aandeelhouder
CV Ontwikkeling Maatschappij Airport Commanditaire vennoot met Garden City gemeente Lelystad en prov. Flevoland
Aandelenkapitaal wordt in tranches aan Vattenfall verkocht. Laatste tranche wordt uiterlijk 2015 overgedragen. Inleg € 1 miljoen
Gemeenschappelijke regelingen Voor deelname in gemeenschappelijke regelingen worden de regels gevolgd die zijn vastgelegd in de Wet Ge‐ meenschappelijke Regeling. De belangrijkste bepaling is dat de raden, colleges van B&W, en de burgemeesters van twee of meer gemeenten afzonderlijk of samen, ieder voor zover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn, een gemeenschappelijke regeling kunnen treffen ter behartiging van één of meerdere belangen van die ge‐ meenten.
pag. 132
Programmarekening 2011
4.7 Subsidiebeleid Algemeen kader De algemene kaders voor het subsidiebeleid van de gemeente Almere zijn vastgesteld in de Algemene Subsi‐ dieverordening 2011. “Meer vertrouwen, minder controle”. In de Algemene Subsidieverordening is onder meer vastgelegd dat subsidie kan worden verstrekt voor de activiteiten die passen in het gemeentelijk beleid op het terrein van: internationale betrekkingen, kunst en cultuur, media, natuur en milieu, onderwijs, personeel, soci‐ ale zaken, sport, recreatie en toerisme, stedelijk beheer, stimulering van het economisch klimaat, veiligheid, verbetering van de arbeidsmarkt, verkeer en vervoer, welzijn en zorg. Minder regeldruk, meer vertrouwen De nieuwe verordening is opgebouwd rondom 3 arrangementen, waardoor er een vermindering van regeldruk is ontstaan. Bijvoorbeeld subsidies lager dan € 10.000 (47% van het totaal aantal subsidies, 1% van het budget) worden direct vastgesteld. Subsidies tussen € 10.000 en € 50.000 (29% van het totaal aantal subsidies, 6% van het budget) worden direct verleend, maar later vastgesteld. Subsidies met een bedrag groter dan € 200.000 heeft eenzelfde controleregiem behouden als voorheen. De nieuwe verordening houdt dus niet alleen rekening met een verlaging van administratieve druk, maar geeft daardoor ook meer vertrouwen aan de subsidieont‐ vanger. Subsidiebureau Het expertisecentrum op het gebied van subsidieverlening –en afhandeling is het subsidiebureau. Bij het pro‐ ces van subsidieverlening speelt dit bureau een belangrijke adviserende‐ en ondersteunende rol. Het subsidiebureau heeft zich met name gericht op het tijdig, rechtmatig en juist afhandelen van subsidies. Daarnaast op de volledigheid van het subsidiedossier in het kader van voortgang, controle en rechtmatigheid. Het interne werkproces is hiermee sterk verbeterd. Het resultaat hiervan is dat de subsidiebeschikkingen voor 2012 snel en juist zijn geregistreerd, binnen de gestelde termijnen ontvangstbevestigingen zijn gestuurd en/of gebruik is gemaakt van de mogelijkheid tot uitstel, en tot slot tijdig zijn betaald. Het subsidiebureau heeft een start gemaakt met het registreren en afhandelen van andere gemeentelijke (niet alleen DMO) subsidies. De eerste bevindingen en resultaten zijn positief. Tenslotte is eind 2011 gestart met de ontwikkeling van een subsidieregister welke informatie rondom die ver‐ strekking van gemeentelijke subsidies ontsluit (openbaar op 1 februari 2012) . Het is belangrijk om aan te kun‐ nen geven in hoeverre effecten worden bereikt met subsidiebudget. Dit met het doel om voor uw Raad inzich‐ telijk te kunnen aangeven in hoeverre beoogde doelstellingen worden bereikt. Om deze andere manier van verantwoorden te kunnen gaan ontwikkelen is gestart met een verkenning naar een meer publieke wijze van verantwoording door onze partners. Hiervoor is een expertmeeting gehouden over publiek verantwoorden waarbij nut en noodzaak van een andere transparante manier van verantwoorden duidelijk is gemaakt. In 2012 zal een Almeerse systematiek worden geïmplementeerd.
Programmarekening 2011
pag. 133
Onderstaand is een overzicht op programmaniveau opgenomen met in 2011 verstrekte subsidiebedragen. Voor een uitgebreide overzicht wordt verwezen naar het bijlagenboek. Tabel 4‐18
programma
1
Bestuur
2
Openbare orde en veiligheid
3
Beheer en leefomgeving
4
Cultuur
5
Jeugd
6
Onderwijs
7
Sport
8
Participatie, zorg en inkomen
9
Duurzame ruimtelijke ontwikkeling
10
Economische ontwikkeling
12
Dienstverlening
totaal
Bedragen x € 1.000
subsidielasten
Inkomsten Rijk Provincie etc 0
gemeentelijk aandeel 146
11.198
11.198
15.020
‐13.417
1.603
16.849
16.849
146
2.371
‐75
2.296
10.076
‐4.525
5.551
1.414
0
1.414
56.392
‐18.975
37.417
4.138
‐976
3.162
5.588
‐2.546
3.042
18
18
123.210
‐40.514
82.696
pag. 134
Programmarekening 2011
4.8 Grondbeleid Inleiding In de programmabegroting 2012 hebben wij u voor het laatst een prognose gegeven van het weerstandsver‐ mogen per ultimo 2011. Die cijfers waren gebaseerd op het MPGA 2011 op hoofdlijnen en de daarbij herbere‐ kende winst tot en met 2010. Hierin waren op basis van een grove voorcalculatie de maatregelen verwerkt, zoals de negatieve ontwikkelingen op de grondopbrengsten en de positieve ontwikkelingen op grond van de renteverlaging, de BCF omslag en de taakstellende bezuinigingen. Dit alles om per saldo te komen tot reëlere en noodzakelijke verbeterde rendementen op de grondexploitaties. Tevens is daarbij afgesproken dat jaarlijks gelijk met de jaarrekening, de jaarlijkse herziening van de grondexploitaties (MPGA) aan de raad zal worden aangeboden. Naar aanleiding van de jaarcijfers over 2011 hebben wij nu de grondexploitaties geactualiseerd, alle genoemde maatregelen tot op grondexploitatieniveau verwerkt en doorgerekend, de winstuitnames tot en met 2010 gecorrigeerd en over 2011 becijferd, het risicoprofiel van de grondexploitaties bijgesteld en de effecten van een aangepast nulscenario in beeld gebracht. Dit alles leidt in deze programmarekening 2011 tot een actueel beeld van het weerstandsvermogen. In deze paragraaf worden in hoofdlijnen de belangrijkste afwijkingen over het weerstandsvermogen weergege‐ ven. In het MPGA 2012 worden de effecten en analyses op grondexploitatieniveau en per gebied gepresen‐ teerd en ter vaststelling aan uw raad voorgelegd. Resultaat 2011 en tendens volgende jaren. In november 2011 heeft u het kader document, het MPGA op hoofdlijnen vastgesteld. In dat koersdocument is de stand van de totale projectenportefeuille doorgerekend, inclusief de op dat moment verwachte afzetver‐ wachtingen in 2011. Tabel 4‐19
programma
MPGA op hfdlijnen 2011 programmarekening 2011 A
B
verschillen A‐B
woningbouw (aantallen)
899
883
‐16
bedrijven (ha)
5,2
4,2
‐1,0
2.500
0
‐2.500
kantoren (m² bvo)
Daar waar in Nederland de productie in alle programma’s ernstig stagneert, lijkt in Almere in ieder geval het woningbouw programma, weliswaar op een wat lager peil, toch gestaag voortgang te vinden. De circa 900 woningen vertonen over de periode sinds de crisis niet een verdere negatieve spiraal naar beneden. Integen‐ deel de verkochte kavels voor 484 woningen in 2010 wordt als het absolute dieptepunt gezien. Met de voor Almere belangrijke contractuele vervolgafspraken, gemaakt met Amvest en Ymere over de ontwikkeling van respectievelijk Kustzone Poort en Almere Hout‐Noord en de verdere PO vraag, ligt er voor de komende jaren een goede basis voor in ieder geval een gemiddelde continuering van circa 800/900 woningen tot en met 2014. Evenals in de afgelopen crisisjaren dient over 2011 gezegd te worden dat ook in Almere woningbouwplannen nog steeds moeilijk tot stand komen. Contractvorming is moeilijker en vergt veel tijd en geduld. Hoewel de vraagzijde vanuit de overheid wordt geprikkeld (o.a. korting overdrachtbelasting) heeft dat voor‐ alsnog geen grote effecten van doorstroming op de bestaande markt. Ook de constante stroom aan publiciteit over de aftrek van hypotheekrente, de verscherpte NHG normen en de steeds striktere bankeisen doen de kopersmarkt geen goed. Een van belang zijnde opleving op korte termijn moet dan ook vooralsnog worden uitgesloten.
Programmarekening 2011
pag. 135
De algemene economische vooruitzichten voor de kortere termijn zijn somber. De maatregelen en de daaruit voortvloeiende economische effecten uit het eerste pakket bezuinigingen van het kabinet moeten de komende jaren nog indalen, terwijl het kabinet al een aanvullend pakket in voorbereiding heeft. Vooralsnog loopt de werkloosheid verder op en loopt de koopkracht terug. Deze vooruitzichten geven aan dat ook de markt voor nieuwe kantoren (nog steeds oplopende leegstand) en bedrijfsterreinen (betrekkelijk weinig investeringen in uitbreiding/nieuwbouw) de komende jaren nog weinig aanleiding tot optimisme geven. Met het instellen van een reservering voor het nulscenario binnen het grondbedrijf, heeft de gemeente de financiële middelen gereserveerd om lagere productiecijfers op te vangen. Wij hebben dit terugval scenario ( nul scenario) verder aangescherpt. Waar wij tot nu toe uitgingen van alleen een puur programmatische bena‐ dering hebben wij die nu ook aan historische omzetgegevens getoetst. Uit de soms sterk wisselende omzetge‐ gevens van de afgelopen 12 jaar (2000‐2011) valt op te maken dat de gemiddelde opbrengststroom over alle programma’s € 85 miljoen heeft bedragen. Het bestaande nulscenario kwam tot een omzetbecijfering van ruim € 108 miljoen gemiddeld voor de komende 12 jaarperiode 2012‐2023. Wij hebben het 0‐scenario nu naar die realistischer € 85 miljoen (prijspeil 1‐1‐2012) omzet bijgesteld. Bij de toelichting over de ontwikkeling van de “harde buffer” komen we hierop terug. Analyse belangrijkste afwijkingen 2011 De laatst vastgestelde MPGA dateert van 2010. Het vergelijken van de jaarschijf 2011 ten opzichte van de prognose in dat document geeft beperkt informatie. Daarom hebben wij hier de realiteit voor 2011 afgezet tegen de meest recente prognose voor het jaar 2011 in de grondexploitatie, en wel zoals die zijn geprognosti‐ ceerd voor het MPGA 2011 op hoofdlijnen. In het jaar 2011 zijn voor de totale grondexploitatie van Almere € 110,8 miljoen aan kosten geboekt, geprognosticeerd waren € 152,4 miljoen. De gerealiseerde opbrengsten voor 2011 bedroegen € 99,4 miljoen terwijl in de laatste prognose nog werd uitgegaan van € 71,8 miljoen. Tabel 4‐20
Kosten
Bedragen x € 1 miljoen
begroot
realisatie opbrengsten
begroot
realisatie
verwerving
24,9
2,3 verkopen
53,5
76,2
investeringen
57,3
51,1 subsidies
4,5
plankosten
24,9
23,1 bijdragen
3,9
4,8
BTW/BCF
10,7
5,1
Overig
9,6
6,5
Rente
23,1
22,7
subtotaal winstneming/afsluiting totale kosten
152,4 15,6 168,0
110,8 subtotaal 31,8 bijdrage WVM afsluiting 142,6 totale opbrengsten
57,4
85,5
14,4
13,9
71,8
99,4
Een belangrijkste afwijking aan de kostenkant betreft de naar 2012 doorgeschoven verwerving in Poort‐ Pampushout en de Kustzone. De infrastructurele investeringen bleven mede door cashflowsturing met € 51,1 miljoen binnen de ramingen van € 57,3 miljoen. Ook zijn er aanbestedingsvoordelen behaald. Deze zijn in de boekwaarden opgenomen en in de actualisatie van de grondexploitaties verwerkt. Voor een aantal gebieden zijn ook de toekomstige investe‐ ringen in de grondexploitaties aan het structureel gewijzigd kostenniveau aangepast. De planontwikkelingskosten en kosten van voorbereiding en toezicht (VTU) bleven met € 23,1 miljoen binnen de raming. Hiervan bedroegen de VTU kosten, € 6,1 miljoen. De contractvorming vergt aanzienlijk meer tijd. Dit kan in verschillende grondexploitaties leiden tot overschrijdingen op de totale plankosten.
pag. 136
Programmarekening 2011
In de rente voor 2011 is nog geen rekening gehouden met de bij de programmabegroting 2012 in het kader van de strategische kostenbeheersing besloten afdekking van rente van de zogenoemde stille componenten in grondexploitaties ten laste van de winstafdracht van Grondbedrijf. Voor zover de winst het toelaat wordt deze jaarlijks betrokken bij de resultaatbestemming, voor 2011 is de afdekking becijferd op € 6,6 miljoen. Zie ook de toelichting bij gerealiseerd vermogen/harde buffer in deze paragraaf. Verder is een hogere winstuitname gerealiseerd omdat ook de realisatiecijfers 2011 in de winstberekening betrokken zijn. Terwijl in de begrote cijfers alleen rekening was gehouden met de herziene winstuitname tot en met 2010 als gevolg van de verbeteringsmaatregelen Het verschil ten opzichte van de raming bij de verkopen is te verklaren door de verkoop op de valreep van 2011 van een MO veld in Homeruskwartier ad € 8,6 miljoen en een afrekening conform de realiseringsovereenkom‐ sten met de CV Noorderplassen ad € 13,5 miljoen. Ontwikkeling Boekwaarde De totale boekwaarde, exclusief de getroffen voorzieningen, is opgelopen van € 411,4 miljoen op 1 januari 2011 naar € 454,6 miljoen op 31 december 2011, een toename van € 43,2 miljoen inclusief de winstneming en afsluitingen. Zonder de winstneming en afsluitingen is door cashflowsturing de oploop beperkt gebleven tot € 25,3 miljoen, daar waar geraamd de boekwaarde in 2011 nog met circa € 95,0 had kunnen oplopen. Dit heb‐ ben wij vooral gerealiseerd door zoveel mogelijk investeringen in de tijd naar achter te schuiven. In het ambi‐ tiescenario zijn de komende jaren echter investeringsvolumes geraamd gekoppeld aan grote opbrengststromen in de daaropvolgende jaren. Hierdoor zal de boekwaarde bij achterblijvende opbrengsten in dat scenario meer oplopen dan kan worden terugverdiend. Wij gebruiken de periode tot de zomer om nadere beheersmaatregelen te treffen die het verloop van de boek‐ waarde, bij globale opbrengstramingen conform het nulscenario, zo beperkt mogelijk laten stijgen. Gelet op de reeds aangegane verplichtingen (juridisch en maatschappelijk) of strategische overwegingen hebben wij onze handen hierin niet geheel vrij. Bij de programmabegroting voor 2013 zullen wij de financiële gevolgen en de mogelijke ontwikkelingseffecten in hoofdlijnen aan uw raad voorleggen, zodat deze in het MPGA 2013 in de grondexploitaties kunnen worden verwerkt.
Programmarekening 2011
pag. 137
Actuele situatie weerstandsvermogen Bij de programmarekening 2011 is een afname van het zachte weerstandsvermogen zichtbaar. Zoals blijkt uit onderstaande tabel is de resterende zachte buffer wel toereikend om het risicokapitaal van de grondexploita‐ ties af te dekken. De aanwezige veiligheidsmarge van € 44 miljoen bij de programmabegroting 2012 is nu te‐ ruggelopen naar € 14 miljoen. Het verschil van € 30 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door de toegeno‐ men risico’s met € 9,6 miljoen en de toename van de benodigde buffer voor het nulscenario met € 25,5 mil‐ joen. Na de in de programmabegroting 2012 voorgenomen inzet van de harde buffer resteerde geen vrije mid‐ delen meer. De vrij aanwendbare harde buffer bij deze programmarekening 2011 is nu € 0,2 miljoen. In onderstaande tabel is het weerstandsvermogen in componenten weergegeven per 31 december 2011. Tabel 4‐21
Bedragen x € 1 miljoen
paragraaf
4.8.1
gerealiseerd vermogen/harde buffer
4.8.2
gerealiseerd resultaat tbv negatieve grondexploitaties (Poort)
begroot vermogen voor aftrek reguliere grexen en risicokapitaal
4.8.3
benodigd vermogen reguliere grexen
4.8.4
grondexploitaties PR11
PB12
verschil
0,2
0,0
0,2
nog te realiseren vermogen
198,6
175,1
23,5
winstuitname 2011
‐29,5
‐15,6
‐13,9
‐6,8
‐2,0
‐4,8
162,3
157,5
4,8
‐6,0
‐6,2
0,2
begroot op termijn voor aftrek risicokapitaal
156,4
151,3
5,1
risicokapitaal grondexploitaties
‐90,0
‐80,4
‐9,6
benodigd ten behoeve van Nulscenario (zacht)
‐52,5
‐27,0
‐25,5
op termijn beschikbaar/zachte buffer
pag. 138
13,9
43,9
‐30,0
Programmarekening 2011
4.8.1 Gerealiseerd vermogen/harde buffer Het netto gerealiseerde vermogen van de reguliere grondexploitaties is ten opzichte van de programmabegro‐ ting 2012 per saldo nauwelijks gewijzigd, wel hebben er een aantal grote mutaties plaatsgevonden. Onder‐ staand worden de mutaties ten opzichte van de programmabegroting 2012 gepresenteerd en de belangrijkste ontwikkelingen daarna toegelicht. Tabel 4‐22
Bedragen x € 1 miljoen
PR11
PB12
stand 31‐12‐2010 programmarekening 2010 (waarvan €2,3 reeds bestemd)
54,4
54,4
reeds bestemd bij najaarsnota 2010: IBBA +
‐1,6
‐1,6
reeds bestemd bij najaarsnota 2010: ontwikkeling mpga
‐0,4
‐0,4
mutaties hard vermogen
verschil
rente berekening 2011 reserves
3,3
3,3
berekening winstuitname 2011
29,5
15,6
13,9
positieve afsluitingen VP/OG
2,3
0,8
1,3
tenderbijdragen NPW
2,4
2,4
70% van de gecompenseerde BTW op art. 17 lid 4 gronden in 2011
3,1
3,1
vrijval reserve OZB
0,3
0,3
‐3,6
‐3,6
mutaties voorziening negatieve grondexploitaties + afwikkeling boekwaardes pb12 mutaties voorzieningen tov pb 2012 afgewikkelde boekwaarden en negatieve afsluitingen negatieve afsluitingen og
18,7
18,7
‐13,7
‐2,1
‐0,2
‐0,2
kosten zwerfvuil/handhaving Ovk beheersfase, etc.
‐0,2
‐0,2
subtotaal harde Buffer
94,3
66,0
benodigde buffer tbv Nulscenario
‐32,6
‐18,3
subtotaal buffer na nulscenario
61,7
47,7
resultaat bestemming
‐11,6
‐14,3
stimuleringsmaatregelen
‐6,0
‐6,0
bijdrage parkeeroplossing Homeruskwartier
‐0,5
‐0,5
bidboek Floriade 2012
‐0,2
‐0,2
strategische kostenbeheersing
‐6,6
0,0
‐6,6
‐7,2
0,0
‐7,2
‐41,0
‐41,0
e
dekking NOGW Hout 2 fase particulieren afdracht concern totaal stand buffer
0,2
0,0
Winstname 2011 grondexploitaties De jaarlijks tussentijdse winstuitname vindt plaats conform de systematiek van de financiële voortschrijding van de complexen. Bij de programmabegroting 2012 begrootte wij als gevolg van de gewijzigde kosten, op‐ brengsten en positieve resultaat ramingen van de grondexploitaties prijspeil 2011, een extra winstuitname van € 15,6 miljoen over de gerealiseerde periode tot en met 2010. In de berekening bij de Programmarekening 2011 zijn nu ook de feitelijke mutaties in de voortgang van de projecten in 2011 betrokken. Dit leidt per ultimo 2011 tot een toename van de gecumuleerde winst uitname met € 29,5 miljoen. Het verschil t.o.v. de program‐ mabegroting 2012 is derhalve € 13,9 miljoen. Tenderbijdrage In 2011 is een tenderbijdrage ontvangen. Het betreft de tenderbijdrage van de supermarkt in Noorderplassen ad € 2,4 miljoen.
Programmarekening 2011
pag. 139
70% gecompenseerd BTW grondexploitaties Zoals op basis van het Oostvaardersakkoord is afgesproken wordt 70% van de gecompenseerde BTW (met betrekking tot de zgn. artikel 17 lid 4 gronden) toegevoegd aan de te vormen harde buffer. De gecompenseer‐ de BTW/BCF component bedroeg circa € 4,4 miljoen. Hiervan is nu € 3,1miljoen aan de reserve toegevoegd. Conform de besluitvorming over het koersdocument wordt vanaf 2012 deze BTW component volledig binnen de betreffende grondexploitaties verwerkt. Vrijval OZB In verband met wijzigingen in de uitvoeringbepalingen van de WOZ wetgeving in 2007 zijn met terugwerkende kracht aan een aantal gronden alsnog OZB heffingen opgelegd. In 2007 is ten laste van het weerstandsvermo‐ gen de reserve OZB gevormd om de nabetalingen van OZB van de al afgesloten complexen te bekostigen. Die oude OZB aanslagen zijn volledig afgewikkeld waardoor de reserve kan worden opgeheven. Het restant bedrag van € 0,3 valt vrij ten gunste van het weerstandsvermogen. Afsluiting VP/OG Eind 2011 zijn delen van de werkzaamheden bij de verspreide percelen en openbare gebieden afgerond. De financiële afsluiting hiervan leidt per saldo tot een positief resultaat van € 2,3 miljoen. Mutaties negatieve voorziening grondexploitaties Door herziening van de grondexploitaties wijzigt de netto contante waarden. Het volume aan voorzieningen voor negatieve grondexploitaties is ten opzichte van programmabegroting 2012 gedaald van € 48 miljoen naar € 29,3 miljoen. De mutaties worden hierna toegelicht. Tabel 4‐23
Bedragen x € 1 miljoen
grondexploitaties
PR 2011
PB 2012
PR 2010
1.A.2 Bombardon
1,6
1,3
1,4
Tuinderswerf
0,1
0,1
0,5
De Laren/De wierden Kustzone Haven
6,5
4,0
4,1
0,8
2,2
2A3/2A4 Stadscentrum Midden
0,8
0,8
2.P.2 Fanny Blankers‐Koen Park
5,1
5,2
5,1
verspreide Percelen Almere Stad
2,2
2,2
2,2
3.C.07 Van Eesterenplein
0,3
0,1
0,1
3.K/N/S De Evenaar
2,9
6,5
0,2
3Q Meridiaanpark
4,6
4,3
4,9
3Z4 Glastuinbouwgebied 3e fase
3,5
3,6
1P Overgooi
3,2
Hout Noord
4,7
1R Stichtse Kant
4,5
Windesheim
5,8
5,8
5,4
afwaardering Hout Noord 2e fase
1,4
1,7
1,6
2,8
2A2 Stadscentrum Oostkavels 2A2 stadscentrum Zuid
deels afwaardering Ecudorp en 2F7 technische wijziging NOGW Hout 2e fase gemeente rente 2011 totaal
pag. 140
1,3
2,3
29,3
48,0
1,5 2,5 44,4
Programmarekening 2011
De grondexploitaties van Kustzone Haven, Stadscentrum Zuid, Stadscentrum Midden en Glastuinbouwgebied 3e fase zijn in deze jaarrekening afgesloten en de negatieve boekwaardes tegen de hiervoor bestemde voorzie‐ ningen afgewikkeld. Verder hebben wij de boekwaarde van Ecudorp en 2F7 (reservelocatie stadscentrum) con‐ form het besluit bij de programmabegroting 2012 teruggebracht tot de verwervingskosten. Hierdoor nemen de voorzieningen met € 14,4 miljoen af. Voor 3KNS is een gewijzigd plan aan uw raad voorgelegd, waardoor het bij de programmabegroting nog voorziene tekort met € 3,6 miljoen kan worden verlaagd. De overige voorzienin‐ gen kunnen als gevolg van de actualisatie per saldo met € 2,0 miljoen worden verlaagd. NOGW 2e fase gemeente Er is 1 voorziening aan het volume toegevoegd. Dit betreft een voorziening van € 1,3 miljoen voor de Nota omslag grote werken voor Almere‐Hout. Bij de vaststelling van de grondexploitatie in 2009 van Hout‐Noord heeft uw raad ook de exploitatie van de NOGW Hout‐Noord vastgesteld. Dit betreffen zogenaamde bovenplan‐ se investeringen die ondermeer ook voor andere (toekomstige) gebiedsexploitaties van belang zijn. Een belang‐ rijk deel van de kosten van deze omslag zijn naar rato van het toekomstig profijt toegerekend aan een nog niet in exploitatie genomen gebied, te weten Hout‐Noord 2e fase. Hiervoor bestaat nog geen exploitatie. Een con‐ crete dekking voor dit deel van deze investeringen ontbreekt nog. Omdat er tot nu geen kosten zijn gemaakt die aan dat gebied moesten worden toegerekend heeft dat tot nu toe niet tot een dekkingsprobleem geleid. Vanaf 2012 worden echter wel investeringen gedaan die naar rato aan dit gebied zijn toe te rekenen. Daarbij hebben wij een reeds eerder verworven grondpositie in de 2e fase, die als een Niegg (niet in exploitatie geno‐ men gronden) is te beschouwen. Vanaf 2012 zijn de BBV regels verder aangescherpt inzake de voorwaarden waaronder kosten nog mogen worden geactiveerd ten behoeve van nog niet in exploitatie genomen gronden. Zo mogen investeringen bij niet in exploitatie genomen gronden alleen worden geactiveerd als een reëel en stellig voornemen bestaat dat de locatie in de nabije toekomst zal worden bebouwd. Deze verwachting moet zijn gebaseerd op een raadsbesluit, waarin inhoud wordt gegeven aan ambitie en planperiode. Om te kunnen bepalen in hoeverre de kosten dan mogen geactiveerd worden, dient ondermeer duidelijkheid te bestaan over de nadere invulling van de toekomstige bouwlocatie en de daartoe te maken kosten. Die duidelijkheid kan op dit moment nog niet worden gegeven, en dus mag het aandeel aan dit gebied toe te rekenen NOGW kosten (nog) niet worden geactiveerd op dit gebied. Afgewikkelde boekwaarde In totaal wordt € 13,7 miljoen boekwaarde afgewikkeld. Het betreft de boekwaarde van de complexen Kustzo‐ ne Almere Haven (€ 7,2 miljoen), glastuinbouwgebied (€ 3,4 miljoen), Ecudorp (€ 0,8 miljoen) en 2F7 (€ 0,3 miljoen), Stadscentrum Zuid (€ 0,8 miljoen), Stadscentrum Midden (€ 0,9 miljoen) en de rente afboeking op Hout‐Noord 2e fase (€ 0,3 miljoen).
Programmarekening 2011
pag. 141
Strategisch kostenbeheersing Bij de programmabegroting 2012 is besloten de boekwaarde van complexen die pas op (lange) termijn tot ontwikkeling zullen komen te beperken, door het bedrag van de reguliere rentebijschrijving jaarlijks af te trekken van de winstafdracht van het grondbedrijf. In de onderstaande tabel zijn de complexen, de bij‐ behorende boekwaarde en de rente gepresenteerd. Tabel 4‐24
grondexploitaties
Bedragen x € 1 miljoen
boekwaarde
rente
Overgooi
29,7
1,8
Hout Noord (A6‐park)
10,2
0,6
Stichtse Kant
19,3
1,2
De Vaart IV‐VI
7,1
0,4
44,3
2,6
Almere Poort (Voortuin, Middenkant, Pampushout I‐III, Pampus Hout II, Olympiakwartier) totaal
110,6
6,6
Dekking NOGW Hout 2e fase particulieren De particuliere grondeigenaren zijn niet verplicht ontwikkelingen te realiseren. Daarmee bestaat het risico dat het benodigd kostenverhaal niet wordt behaald. Vooralsnog mogen de investeringen niet onafgedekt worden geactiveerd. Er is voor de komende paar jaar voor het aan Hout‐noord 2e fase toe te rekenen deel van de NOGW‐investeringen een reserve van € 7,2 miljoen (€ 8,5 miljoen – € 1,3 miljoen) gevormd. Hiermee kunnen de noodzakelijke investeringen en aan te gane verplichtingen (ondermeer ter ontsluiting Hout‐Noord 1e fase) doorgaan vinden. De toe te rekenen nominale investeringen worden over de periode 2012 tot en met 2025 begroot op € 20,7 miljoen (netto contante waarde = € 18,2 miljoen). Uiteraard werken wij aan meer duidelijk‐ heid voor de komende jaren voor dit gebied, zodat de reserve in latere jaren alsnog (deels) kan vrijvallen. Bijstelling buffer ten behoeve van nul scenario Bij de becijfering van de buffer van het nul scenario (financieel terugval scenario) gingen wij bij de programma‐ begroting 2012 nog uit van de volgende globale programmering: via een aanloopje in de jaren 2012 en 2013 naar structureel vanaf 2014: Woningbouw: verkoop grond voor gemiddeld 1.200 woningen per jaar (ambitie = 1.800 p.j.). Kantoren: verkoop grond voor gemiddeld 10.000 m2 bvo kantoren per jaar (ambitie = 25.000 m2 p.j.). Bedrijven: verkoop grond voor gemiddeld 10 ha bedrijventerrein per jaar (ambitie = 17 ha p.j.). Om de robuustheid van de buffer te testen hebben wij de omzet uit het nulscenario afgezet tegen de histori‐ sche omzetten. De doorrekening van dit programma geeft een 25% hogere opbrengstraming te zien dan het gemiddelde van de omzetgegevens over de afgelopen 12 jaar (magere en vette jaren). Wij hebben de afzet in het nulscenario daarom bijgesteld naar dat gemiddelde. Het nieuwe nulscenario is nu als volgt geprogram‐ meerd: via een aanloopje in 2012 en 2013 naar structureel vanaf 2014: Woningbouw: verkoop grond voor gemiddeld 1.000 woningen per jaar. Kantoren: verkoop grond voor gemiddeld 10.000 m2 bvo kantoren per jaar. Bedrijven: verkoop grond voor gemiddeld 8,5 ha bedrijventerrein per jaar De financiële effecten vallen in twee onderdelen uiteen. Zo is er een effect voor de harde buffer. Deze moet worden verhoogd omdat de negatieve grondexploitaties, negatiever zullen worden en enkele vooralsnog posi‐ tieve grondexploitaties negatief zullen worden. Indien het nulscenario werkelijkheid wordt dienen we hiervoor voorzieningen te treffen. Op dit moment achten we dit nog niet noodzakelijk en reserveren de risico's in de harde en zachte buffer. De verslechtering van deze exploitaties t.o.v. het vorige nulscenario bedraagt € 14,3 miljoen, zodat nu een harde buffer noodzakelijk is van € 32,6 miljoen.
pag. 142
Programmarekening 2011
Maar er is ook een effect voor de zogenaamde zachte buffer. Door het teruglopen van de winstgevendheid van de positieve grondexploitaties neemt ook het volume van de zachte buffer af waardoor er minder resteert om de toekomstige risico’s af te dekken. Het negatieve effect op de toekomstige winstgevendheid bedraagt in dit nieuwe nulscenario € 52,5 miljoen, wat een verslechtering is van € 25,5 miljoen ten opzichte van het vorige nulscenario. Afdracht Concern Bij de Programmabegroting 2012 heeft uw raad besloten maatregelen te nemen teneinde de financiële positie van het grondbedrijf te versterken. In de herziene grondexploitaties zijn de maatregelen nu verwerkt, dan wel wordt dit bij de resultaatbestemming voorgesteld. Zoals uit de ontwikkeling van de harde buffer blijkt heeft de versterking inderdaad de geprognosticeerde vrijval van € 41 miljoen uit de buffer mogelijk gemaakt. In deze jaarrekening is deze dan ook afgedragen. Het grondbedrijf is versterkt, maar zoals uit de stand van de buffer ook blijkt zijn er op dit moment geen andere middelen voor handen om verdere tegenvallers op te vangen. Aanvullend op het nulscenario zijn er mogelijke ontwikkelingen, die op termijn er toe kunnen leiden dat moet worden teruggevallen op een hard vermogen. Voor de beleidsnotitie MPGA 2013 ( tegelijk met programmabegroting 2013) worden gevoeligheidsanalyses uitgevoerd naar de veranderingen in zowel de grondwaardering als het programma. Hierdoor kan beter inge‐ schat worden wat de financiële effecten zijn als de crisis op de markt nog langer aanhoudt. Nu reeds meer concreter is de afdekking van de risico’s. Zo worden de risico’s uit alle grondexploitaties tot nu toe afgezet tegen de zachte buffer. Praktisch leidt een risico in een negatieve grondexploitatie, dat tot een financieel gegeven ontwikkelt direct tot het treffen van een voorziening voor dat financiële gevolg. Het volume van het risicobedrag verbonden aan negatieve risico’s in het 0 scenario bedraagt ongeveer € 60 miljoen. Als 25% hiervan niet met maatregelen kan worden bestreden en dus uitkomt, moet er de komende jaren € 15 miljoen extra aan voorzieningen worden getroffen. Een andere ontwikkeling betreft de volle programmatische invulling van Olympiakwartier. Hoewel al op be‐ perkte schaal bijsturing heeft plaatsgevonden op het kantoorvolume kent het Olympiakwartier grote gebieden met een floorspace‐index van meer dan 4 bouwlagen kantoren en duurdere appartementen, inclusief gebouwd parkeren. Het uitblijven van grootschalige projectmatige bouw en een tendens naar kleinere eenheden maakt de realisatie van de begrootte FSI risicovol. Een verlaging met 33% van de floorspace‐index leidt in grondexploi‐ tatie tot een verslechtering van circa € 20 miljoen NCW. Als door de aanhoudende woningbouwcrisis de komende twee jaar de grondprijzen niet met de gecalculeerde indexering van 2% kan stijgen, maar stabiel blijft leidt dit het treffen van extra voorzieningen ter grootte van € 20 miljoen bovenop het 0 scenario.
4.8.2 Nog te realiseren vermogen Het nog te realiseren vermogen van reguliere grondexploitaties neemt per saldo toe met € 22,5 miljoen ten opzichte van het MPGA 2011 op hoofdlijnen. De mutatie komt onder andere door op prijspeil brengen van de grondexploitaties van 2011 naar 2012 (€ 10 miljoen) en het toegenomen resultaat van Poort (€ 9 miljoen) als gevolg van structureel verwerkte aanbestedingsvoordelen.
Programmarekening 2011
pag. 143
4.8.3 Benodigd vermogen Het benodigde vermogen is ten opzichte van de programmabegroting nagenoeg niet gewijzigd. De werkelijk gemaakte kosten in 2011 voor zwerfvuil en de kosten voor de handhaving van de diverse overeenkomstkom‐ sten tezamen € 0,2 miljoen, zijn ten laste van het weerstandsvermogen gebracht. De resterende ramingen zijn daarom met deze bedragen verlaagd. Naar verwachting zal in 2012 tot overeenstemming worden gekomen met Domeinen over de hoogte van de naheffing van de zgn. A‐gebieden. Tabel 4‐25
Bedragen x € 1 miljoen
PB 2012
reguliere grondexploitaties
PR 2011
zwerfvuil
‐0,7
‐0,6
nog in de grondexploitaties te verwerken naheffing A‐gebieden
‐0,6
‐0,6
gevolgen Habitatrichtlijnen
‐1,0
‐1,0
nog toe te rekenen archeologisch vooronderzoek
‐3,0
‐3,0
handhaving overeenkomsten beheerfase
‐0,9
‐0,8
‐6,2
6,0
4.8.4 Risicokapitaal grondexploitaties Het risicokapitaal is bij de technische herziening geactualiseerd. In vergelijking met het laatst opgestelde risico‐ profiel (Programmabegroting 2012) is het volume van de grondexploitaties toegenomen met € 9,6 miljoen. Voor het totaal van de risico’s op de grondexploitaties verwijzen wij naar de paragraaf weerstandsvermogen en voor de individuele risico’s wij naar het MPGA 2012.
4.8.5 Niet in exploitatie genomen gronden Een aantal gronden zijn nog niet in exploitatie genomen. Aan al deze gebieden waren tot nu toe (historische) kosten toegevoegd. In 2010 hebben wij de grondwaarde van het gebied Hout Midden teruggebracht tot de verwervingsprijs en gemaakte ophogingkosten. De boekwaardes voor Stadscentrum Oost‐Noord en Ecudorp zijn dit jaar conform het voornemen bij de programmabegroting 2012 verder teruggebracht tot de oorspronke‐ lijke verwervingskosten van de gronden. Onderstaand een overzicht van de gronden. Tabel 4‐26
niet in exploitatie genomen gronden
Bedragen x € 1 miljoen
boekwaarde 31‐12‐2011
bruto oppervlakte m²
661.500
149.627
4,40
Hout Midden 2e fase
4.314.024
140.000
30,80
OG Hout (Ecudorp)
1.260.153
127.648
9,87
stadscentrum Oost‐Noord (2F7)
prijs per m²
pag. 144
Programmarekening 2011
5
Balans en toelichting
5.1 Waarderingsgrondslagen In dit hoofdstuk schenken wij aandacht aan de waarderingsgrondslagen zoals die in acht zijn genomen bij het opstellen van de programmarekening per 31 december 2011. Wettelijke voorschriften De gehanteerde waarderingsgrondslagen zijn in overeenstemming met het Besluit Begroting en Verantwoor‐ ding (BBV). Voor een nadere uitwerking van de BBV‐regels heeft de gemeenteraad op 17 maart 2005 de Kader‐ nota Vaste Activa beleid en in de Kadernota Reserves & Voorzieningen vastgesteld. De toepassing voor de Bouwgrondexploitatie is nader uitgewerkt in de Kadernota Grondbeleid. Daarnaast is vanaf verslagjaar 2006 voldaan aan de eisen ingevolge de ministeriële regeling Single Information Single Audit. Op basis van deze laatste regeling legt de gemeente via een bijlage bij de jaarrekening verant‐ woording af over een aantal specifieke uitkeringen. Deze bijlage maakt deel uit van de jaarrekening en valt daarom ook onder de strekking van de accountantsverklaring. Immateriële vaste activa Immateriële activa worden niet geactiveerd tenzij hiertoe een expliciet raadsbesluit wordt genomen. Waarde‐ ring vindt plaats tegen de verkrijgingsprijs dan wel de vervaardigingsprijs. Materiële vaste activa Materiële vaste activa met een economisch nut Materiële vaste activa met een economisch nut moeten worden geactiveerd, met uitzondering van kunstvoor‐ werpen met een cultuurhistorische waarde en geïsoleerde incidentele investeringen met een waarde kleiner dan € 5.000. Op de materiële vaste activa met een economisch nut worden geen bijdragen uit reserves in mindering gebracht. Deze bijdragen worden afzonderlijk op de balans vermeld onder een bestemmingsreserve waaruit de jaarlijkse kapitaallasten bekostigd worden. Eventuele investeringsbijdragen van derden worden op de boekwaar‐ de in mindering gebracht. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. Gronden in tijdelijke erfpacht worden gewaardeerd tegen de eerste uitgifteprijs. Overige materiële vaste activa met een economisch nut worden gewaardeerd op basis van verkrijgings‐ of vervaardigingsprijs. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut, welke in het verslagjaar zijn aangeschaft worden niet geactiveerd. Bijdragen uit reserves en investeringsbijdragen van derden worden direct in mindering gebracht op genoemde activa. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen en leningen worden opgenomen tegen nominale waarde, eventueel verminderd met een voorziening voor oninbaarheid. Participaties in het aandelenkapitaal van een NV of een BV (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de bijdrage, vermin‐ derd met afschrijvingen.
Programmarekening 2011
pag. 147
Afschrijvingen De gehanteerde afschrijvingsmethoden zijn lineaire afschrijvingen en annuïtaire afschrijvingen. Op gronden wordt niet afgeschreven. De afschrijvingstermijnen voor vaste activa bedragen: Tabel 5‐1
afschrijvingstermijn
schoolgebouwen
60 jaar
noodlokalen
10‐30 jaar
overige bedrijfsgebouwen
40‐50 jaar
grond‐, weg‐ en waterbouwkundige werken
5‐15 jaar
vervoermiddelen
10‐15 jaar
ICT‐hardware
3‐10 jaar
ICT‐software
5‐10 jaar
kantoorinventaris
5‐10 jaar
machines, apparaten en installaties
3‐10 jaar
overige materiële vaste activa
3‐10 jaar
gronden en terreinen
geen afschrijving
bijdragen aan activa in eigendom van derden
gebruiksduur investering
kosten van onderzoek & ontwikkeling
maximaal 5 jaar
kosten verbonden aan geldleningen
maximaal looptijd van de lening
saldo van agio en disagio
maximaal looptijd van de lening
Voorraden De gronden van de gebieden met en zonder exploitatiebegroting zijn gewaardeerd tegen de inbrengwaarde, vermeerderd met de bestede bedragen en verminderd met de opbrengsten wegens uitgifte, gecorrigeerd met het voorlopig resultaat (bij gronden met exploitatiebegroting). De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings‐ prijs verminderd met de opbrengsten van de verkopen. Op de grondexploitaties wordt niet afgeschreven. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Voor de openstaande vorderingen wegens teruggevorderde uitkeringen, wordt direct 100% oninbaarheid voor‐ zien. Gezien de aard van de vorderingen op particulieren uit (onterechte) uitkeringen, wordt vervolgens de waardering bepaald op hetgeen verwacht wordt nog te ontvangen in de komende jaren afgaande op de erva‐ ringscijfers van de afgelopen jaren. De bedragen, die de komende 4 jaar nog als ontvangst worden verwacht inzake de opboekingen van de afgelopen 4 jaren, zijn als vordering opgenomen en leiden tot bijstelling van de voorziening. Liquide middelen en overlopende activa Liquide middelen en overlopende activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserve en bestemmingsreserves. De reserve voorlopige resulta‐ ten is gebaseerd op de verschillen tussen de opbrengstprijs bij uitgifte en de daarvoor vastgestelde standaard‐ kostprijs per complex. Rentebaten en –lasten worden via de resultatenbestemming jaarlijks bij‐ c.q. afgeschre‐ ven. Na afsluiting van een complex wordt het voorlopig resultaat overgeboekt naar het gerealiseerd weer‐ standsvermogen.
pag. 148
Programmarekening 2011
Voorzieningen Voorzieningen worden in principe gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. In afwijking van deze algemene regel worden de pensioenverplichting ten behoeve van de wethouders op de contante waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaar‐ deerd. De voorzieningen zijn gebaseerd op de jaarlijkse dotaties via resultaatbepaling vermeerderd met een jaarlijkse inflatiecorrectie en verminderd met onttrekkingen gedurende het boekjaar. Tevens worden de voorzieningen ten aanzien van grondexploitaties gewaardeerd tegen contante waarde. Langlopende schulden Langlopende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met de aflossingen. Kortlopende schulden Overlopende passiva De overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Verplichting voortvloeiende uit leasing De waardering van de verplichting uit hoofde van Financial lease van vervoermiddelen vindt plaats tegen con‐ tante waarde van de contractueel verschuldigde leasetermijnen. Borg‐ en garantstellingen Borg‐ en garantstellingen zijn opgenomen onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen en zijn gewaar‐ deerd tegen de waarde waarvoor een borg‐ of garantstelling is verstrekt. Grondslagen voor resultaatbepaling Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als gerealiseerd kunnen worden beschouwd. De batenrealisatie bij goederen is het jaar van levering en bij dien‐ sten het jaar waarin de diensten zijn verricht. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Bij de Bouwgronden in exploitatie wordt de tussentijdse winstneming bepaald op basis van de rekenregel voor‐ calculatorische winst x mate van voortgang opbrengsten x mate van voortgang kosten. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn.
Programmarekening 2011
pag. 149
Balans per 31 december 2011 Activa
Bedragen x € 1.000
VASTE ACTIVA immateriële vaste activa
31‐12‐2011
31‐12‐2010
kosten verbonden aan sluiten van geldleningen en saldo agio en disagio
0
0
kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief
0
0
0
0
totaal immateriële vaste activa materiële vaste activa investeringen met een economisch nut ‐ waarvan, in erfpacht investeringen in openbare ruimte met een maatschappelijk nut totaal materiële vaste activa financiële vaste activa
505.925
501.955
3.788
3.538
0
0
505.925
501.955
kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen kapitaalverstrekkingen aan concern kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen subtotaal kapitaalverstrekkingen leningen aan woningbouwcorporaties leningen aan deelnemingen leningen aan overige verbonden partijen subtotaal leningen overige langlopende leningen overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer bijdragen aan activa in eigendom van derden
15.288
15.288
0
0
0
0
1.000
0
16.288
15.288
41.930
73.513
0
1.000
2.253
0
44.183
74.513
26.689
34.936
0
0
3.774
3.957
subtotaal overige financiële vaste activa
30.463
38.893
totaal financiële vaste activa
90.934
128.694
totaal vaste activa
596.859
630.649
VLOTTENDE ACTIVA
voorraden
974
2.315
grond–en hulpstoffen niet in exploitatie genomen bouwgronden grond‐ en hulpstoffen overige onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie gereed product en handelsgoederen vooruitbetalingen totaal voorraden uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar
81
73
0
0
425.693
369.944
27.055
rekening courant verhoudingen met niet‐financiële instellingen overige vorderingen totaal uitzettingen
30.018
‐4
160
9.861
9.593
36.912
39.771
liquide middelen overlopende activa totaal vlottende activa TOTAAL GENERAAL
0 367.556
vorderingen op openbare lichamen
0 424.638
7.715
6.202
14.799
20.153
485.119
436.070
1.081.978
1.066.719
pag. 150
Programmarekening 2011
Passiva
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
VASTE PASSIVA
eigen vermogen
reserves
81.367
77.572
algemene reserve tariefegalisatiereserve
0
593
bestemmingsreserves
308.057
296.643 374.808
totaal reserves
389.424 ‐700
resultaat na bestemming totaal eigen vermogen
388.724 79.596
voorzieningen
3.360 378.168 68.958
vaste schulden met een looptijd van één jaar of langer
binnenlandse banken en overige financiële instellingen
426.456
372.589
15.000
15.000 387.589
buitenlandse instellingen, banken, bedrijven en overigen totaal onderhandse leningen
441.456
waarborgsommen
89
465
totaal vaste schulden
441.545
totaal vaste passiva
909.865
VLOTTENDE PASSIVA
388.054 835.180
netto‐vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar
kasgeldleningen
34.300
93.000
overige schulden
8.645
13.432 106.432
totaal netto‐vlottende schulden
42.945
overlopende passiva
129.168
totaal vlottende passiva
125.107
172.113
231.539
TOTAAL GENERAAL
1.081.978
1.066.719
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
1.614.100
1.658.200
Programmarekening 2011
pag. 151
Toelichting op de balans per 31 december 2011 5.1.1 Toelichting vaste activa De vaste activa en de belangrijkste mutaties hierop in 2011 zullen hieronder nader worden toegelicht. De vaste activa zijn onderverdeeld in: immateriële vaste activa; materiële vaste activa; financiële vaste activa. Immateriële vaste activa Per balansdatum heeft de gemeente geen immateriële vaste activa. Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: Tabel 5‐2
Bedragen x € 1.000
boekwaarde ultimo investeringen met een economisch nut ‐ waarvan gronden in erfpacht materiële vaste activa met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte totaal
2011
2010
505.925
501.955
3.788
3.538
0
0
505.925
501.955
Investeringen met een economisch nut Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde weer: Tabel 5‐3
gronden en terreinen bedrijfsgebouwen
Bedragen x € 1.000
boekwaarde 01‐01‐2011 39.733
vermeer‐ deringen 5.340
vermin‐ afschrijvingen boekwaarde deringen 31‐12‐2011 45.073
396.530
3.265
grond‐, weg‐, waterbouw
8.771
1.964
871
9.864
vervoermiddelen
2.924
502
943
2.483
machines, apparaten en installaties
35.279
7.495
400
5.829
36.545
overige materiële vaste activa
18.718
5.839
21.566
totaal
501.955
24.405
187
9.214
2.992
587
19.849
390.394
505.925
De gronden, terreinen en gebouwen zijn tot een boekwaarde van € 417,1 miljoen in beheer bij het Vastgoed‐ bedrijf. Deze objecten hebben een WOZ‐waarde van € 605,1 miljoen. De overige gronden, terreinen en gebou‐ wen zijn elders binnen de gemeentelijke organisatie in beheer.
pag. 152
Programmarekening 2011
Vermeerderingen In de volgende tabel wordt een opsomming gegeven van de belangrijkste vermeerderingen Tabel 5‐4
bibliotheek Stad, herrubricering
Bedragen x € 1.000
gronden en bedrijfs grond‐, weg‐ terreinen gebouwen waterbouw 1.331
bibliotheek Stad, investering bibliotheek/AMKU Almere Buiten
2.564
vervoer middelen
‐9.310
machines, overige totaal apparaten en materiële installaties vaste activa 5.342
scholen
646
sportaccommodaties ijs‐ en skeelerbaan
0
‐4.575
23
99 ‐4.453
1.923
230
4.717
596
596
parkeren Almere Stad parkeren Almere Buiten
2.637
7.052
1.063
8.115
7.974
83
8.703
1.309
1.360
643
51 435
afvalcontainers
1.078
2.683
2.683
bedrijfs‐ en personenauto's
162
vuilnisauto overig
279
279 420 1.165
364
150
12
61
158
5.340
3.265
1.964
502
7.495
totaal vermeerderingen
162
5.839 24.405
Nieuwe Bibliotheek Almere Stad, herrubricering Gedurende de realisatie van de Nieuwe Bibliotheek Almere Stad, zijn alle investeringen verantwoord onder de categorie bedrijfsgebouwen. In 2011 zijn deze investeringen toegerekend aan de categorieën waar ze betrek‐ king op hebben. Deze herrubricering is verwerkt bij de vermeerderingen. Nieuwe Bibliotheek Almere Stad, investering Tot 2010 is de bouwrente (€ 4.690.000) meegenomen in het investeringsbedrag. Bij de overige activa s geen bouwrente geactiveerd. Daarom is de activering voor de Nieuwe Bibliotheek Almere Stad gelijk getrokken met de overige activa en dit bedrag op de vermeerderingen in mindering gebracht. De netto investeringen in de bedrijfsgebouwen komen daarmee op € 115.000. Verminderingen De verminderingen bij de bedrijfsgebouwen hebben betrekking op afboekingen van een tijdelijke onderwijs‐ huisvesting en een buurtcentrum. Onder de verminderingen bij machines, apparaten en installaties is de afstoting van installaties opgenomen wegens verkoop. Materiële vaste activa in erfpacht Het verloop van de boekwaarde is als volgt: Tabel 5‐5
gronden en terreinen totaal
Bedragen x € 1.000
boekwaarde 01‐01‐2011
vermeer‐ dering
vermin‐ boekwaarde dering 31‐12‐2011
3.538
250
3.538
250
3.788 3.788
De vermeerdering betreft de uitgifte in erfpacht van gronden in Almere Stad.
Programmarekening 2011
pag. 153
Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2011 wordt in onderstaand overzicht weergege‐ ven: Tabel 5‐6
kapitaalverstrekkingen aan: deelnemingen
Bedragen x € 1.000
boekwaarde 01‐01‐2011 15.288
overige verbonden partijen
15.288
1.000
73.513
31.583
1.000
100
1.000
100
0
2.153
2.153
34.936
958
9.205
26.689
3.957
183
3.774
4.211
41.971
overige langlopende leningen bijdragen aan activa in eigendom van derden totaal
boekwaarde 31‐12‐2011
leningen aan: deelnemingen
vermin‐ dering
1.000
overige verbonden partijen woningbouwcorporaties
vermeer‐ dering
128.694
41.930
90.934
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen De kapitaalverstrekking bestaat uit aandelen: Tabel 5‐7
Vitens NV (366.175 aandelen, 6,3%) Alliander NV (794.720 aandelen) BNG NV ( 3.432 aandelen, 0,006%)
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
15.196
15.196
41
41
8
8
Kunstgoed BV
18
18
OMALA NV (25 aandelen, 33,3%)
25
25
Gooise Poort BV
‐
‐
Technofonds Flevoland BV
‐
‐
totaal
15.288
15.288
Vitens NV In 2011 heeft de provincie Friesland een aanzienlijk pakket aandelen gekocht, waardoor het aandelenbezit van de overige aandeelhouders, waaronder Almere, is verwaterd. Het deelnemingspercentage is daardoor gedaald van 7,3% naar 6,3%. Kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen De kapitaalverstrekkingen aan overige verbonden partijen zijn: Tabel 5‐8
C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City totaal
pag. 154
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
1.000
0
1.000
0
Programmarekening 2011
C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City In 2011 is de C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City opgericht, waarin de Provincie Flevoland en de gemeenten Lelystad en Almere optreden als commanditaire vennoot en OMALA NV als beherend vennoot. Bij de oprichting van de C.V. is door de gemeente Almere € 1 miljoen ingebracht als kapitaal. Leningen aan woningbouwcorporaties De boekwaarde van de leningen aan de woningbouwcorporaties bedraagt per 31 december 2011 € 41,9 miljoen. Op deze leningen is in 2011 € 31,6 miljoen afgelost. Leningen aan deelnemingen De verstrekte leningen aan deelnemingen zijn: Tabel 5‐9
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
Kunstgoed BV
0
0
OMALA NV
0
1.000
totaal
0
1.000
Kunstgoed BV Dit betreft een verstrekte lening aan Kunstgoed BV ten behoeve van Kunstuitleen. Op deze lening is een bedrag van € 50.000 afgelost in 2011, waarmee het nominale bedrag van de openstaande lening komt op € 0,4 miljoen. Er is een voorziening getroffen ter afdekking van het terugbetalingrisico. OMALA NV In 2010 hebben de aandeelhouders afgesproken risicodragend kapitaal te verstrekken in de vorm van leningen. De verstrekte lening van € 1 miljoen uit 2010 is in 2011 als kapitaal ingebracht in de C.V. Ontwikkeling Maat‐ schappij Airport Garden City. Leningen aan overige verbonden partijen De verstrekte leningen aan overige verbonden partijen zijn: Tabel 5‐10
C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City totaal
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
2.253
0
2.253
0
C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City In 2011 is de C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City opgericht, waarin de Provincie Flevoland en de gemeenten Lelystad en Almere optreden als commanditaire vennoot. In die hoedanigheid heeft de gemeen‐ te Almere leningen verstrekt van € 2,253 miljoen voor plankosten en de aankoop van grond. De gemeente Almere is juridisch eigenaar van een deel van de grond en de C.V. Ontwikkeling Maatschappij Airport Garden City is economisch eigenaar.
Programmarekening 2011
pag. 155
Overige langlopende leningen Het openstaande bedrag betreft de volgende leningen: Tabel 5‐11
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
48
57
20.629
29.224
geldleningen aan personeel Vattenfall Escrow ‐lening claims NUON
0
0
krediethypotheken cliënten
300
251
stimuleringsfonds Bereikbare Koopwoningen Almere
3.413
3.416
fonds Opstapwoningen Almere
1.999
1.988
0
0
120
0
80
0
100
0
lening IBBA lening Garantiefonds Achtervang Bouwgroepen lening Garantiefonds Plankosten Bouwgroepen lening Stichting Kinder Casla Klokhuis Almere totaal
26.689
34.936
Geldleningen aan personeel Dit betreft verstrekte hypothecaire leningen aan medewerkers van de gemeente Almere. Er heeft een aflossing van € 9.000 plaatsgevonden op deze leningen. Vattenfall De gemeente Almere was aandeelhouder in NV NUON. Deze aandelen zijn in 2009 verkocht aan het Zweedse Vattenfall. De levering van de aandelen vindt in vier tranches plaats, te weten 1 juli 2009 (49%), 1 juli 2011 (15%), 1 juli 2013 (15%) en 1 juli 2015 (21%). Van de totale verkoopopbrengst van € 57,6 miljoen (incl. Escrow‐ vordering van € 2,3 miljoen) resteert nog een te ontvangen bedrag van in totaal € 20,6 miljoen (exclusief Escrow‐vordering). Hiervan is in 2011 € 8,6 miljoen ontvangen en de resterende aflossingen vinden plaats in 2013 (€ 8,6 miljoen) en 2015 (€ 12 miljoen). Vattenfall heeft de aandeelhouders voorgesteld om de levering en betaling van de 3e tranche een jaar te ver‐ vroegen naar 1 juli 2012. Deze vervroeging is afhankelijk van de besluitvorming in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Escrow‐lening claims NUON Bij de verkoop van de Nuon‐aandelen in 2009 (€ 28,4 miljoen) is een bedrag van € 2,3 miljoen op een aparte bankrekening (Escrow) weggezet als reservering voor eventuele claims. Dit bedrag dekt garanties af die aan‐ deelhouders aan Vattenfall geven. Eventuele claims van Vattenfall worden uit deze Escrow betaald. Tegelijkertijd wordt een voorziening van gelijke omvang gevormd. In 2011 is op deze Escrow‐vordering een bedrag ontvangen van € 0,6 miljoen. Bij de beoordeling van de uitstaande claimrisico’s is geconcludeerd dat het bedrag in de voorziening met dit bedrag kon worden verlaagd. Daarmee volgt de gemeente Almere de voorgestelde werkwijze van de commissie BBV. Het nominale saldo van deze lening bedraagt ultimo 2011 € 0,6 miljoen. Krediethypotheken cliënten Dit zijn de verstrekte krediethypotheken aan de cliënten van de dienst Publiekszaken. In 2011 is voor een totaalbedrag van € 66.000 aan nieuwe krediethypotheken verstrekt en is voor € 17.000 aan aflossingen ontvangen.
pag. 156
Programmarekening 2011
Stimuleringsfonds Bereikbare Koopwoningen Almere Uit dit fonds worden Starterleningen verstrekt aan huishoudens met lagere inkomens die op het moment van aanvraag in Almere een huurwoning bewonen of aan nog thuis wonende jongeren die in Almere een nieuwe of bestaande koopwoning willen kopen waarvan de verwervingskosten niet hoger zijn dan € 160.000. Op deze leningen is in 2011 € 3.000 afgelost. Fonds Opstapwoningen Almere Ook dit fonds is bedoeld voor huishoudens met lagere inkomens. Hierbij wordt een aantal woningen gereser‐ veerd voor kopers die de verkoopprijs niet “in de markt” gefinancierd kunnen krijgen. Deze kopers kunnen voor het bedrag dat zij tekort komen een starterlening afsluiten. Het uitstaand bedrag is in 2011 vermeerderd met € 11.000. Lening IBBA Dit betreft een lening aan IBBA v.o.f. van € 2.000 per kavel om een eventueel verschil tussen waardestijging van de woning en het rentepercentage te kunnen afdekken. Tegelijkertijd is een voorziening van gelijke omvang gevormd vanwege het risicoprofiel van deze lening. Het nominale bedrag van deze lening is in 2011 toegeno‐ men met € 232.000. Lening Garantiefonds Achtervang Bouwgroepen Na het knelpunt van de voorfinanciering is voor Bouwgroepen de financiering van een eventueel onverkocht deel van het totaal aantal woningen van de bouwgroep een knelpunt. Een onverkocht deel dient wel gebouwd te worden en gefinancierd door de bouwgroep. De financiering hierbij is vaak geen probleem, omdat er een onderpand is, maar de rentelasten dienen door de bouwgroep zelf te worden betaald. Dit gaat de draagkracht van bouwgroepen en hun individuele leden te boven. Het garantiefonds, waarin drie partijen participeren (Gemeente Almere, Alliantie Flevoland en Rabobank Almere), stelt zich garant voor de betaling van rentekos‐ ten tijdens de bouwfase voor woningen met stichtingskosten van maximaal € 181.000. Elk van de drie samen‐ werkende partijen heeft hiertoe € 120.000 ingebracht in het fonds. Lening Garantiefonds Plankosten Bouwgroepen Vanuit de gemeente Almere is € 80.000 ingebracht in Het Fonds Voorfinanciering Plankosten ten behoeve van Bouwgroepen. Dit fonds is bedoeld voor de zogenaamde Bouwgroepen (collectief particulier opdrachtgever‐ schap). In de planfase, die loopt van de start van het initiatief tot het moment dat de bouwvergunning wordt verleend of de grond wordt geleverd, maakt een bouwgroep al behoorlijke kosten zonder dat deze (vanwege het ontbreken van een onderpand) al door een hypotheek kunnen worden gefinancierd. Dit fonds voorziet hierin. Lening stichting Casla Vanuit het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten is een lening verstrekt aan Stichting Casla. Met deze lening wordt een deel van de initiële investeringen voor het Klokhuis in het Cascadepark in Almere Poort gefinancierd. Het Klokhuis is een bijzonder educatief centrum voor kinderen op het gebied van bouwen, wonen, leven, duurzaamheid en gezondheid. Voor de financiering van deze lening heeft de gemeente een lening aangetrokken bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn). Bijdragen aan activa in eigendom van derden Dit betreft een van het Oostvaarderscollege overgenomen lening. Voor de bouw van de eerste fase van de school heeft het schoolbestuur in 1995 een externe geldlening aangetrokken. Voor rente‐ en aflossingsverplich‐ tingen kreeg het schoolbestuur van het ministerie een jaarlijkse huurvergoeding voor een periode van 30 jaar. In verband met de decentralisatie ingaande 1997 is deze huurvergoeding gestopt en is de lening door de ge‐ meente overgenomen. In plaats van het betalen van een jaarlijkse huurvergoeding heeft de gemeente nu de gehele lening overgenomen en daarmee de huurvergoeding over de gehele looptijd afgekocht.
Programmarekening 2011
pag. 157
5.1.2 Toelichting vlottende activa De op de balans opgenomen vlottende activa zijn nader onderverdeeld naar: voorraden; uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan een jaar; liquide middelen; overlopende activa. Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: grond‐ en hulpstoffen niet in exploitatie opgenomen bouwgronden; onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie; gereed product en handelsgoederen. Grond‐ en hulpstoffen niet in exploitatie opgenomen bouwgronden Voor een aantal gronden is nog geen exploitatiebegroting vastgesteld. Van deze niet in exploitatie opgenomen bouwgronden kan van het verloop in 2011 het volgende overzicht worden weergegeven: Tabel 5‐12
Bedragen x € 1.000
toename
Almere Haven
boekwaarde 01‐01‐2011 0
200
boekwaarde 31‐12‐2011 ‐200
Stadscentrum
882
89
309
662
6.224
‐391
259
5.574
‐4.791
‐271
‐5.062
Almere Hout overig
overige afname
totaal
2.315
‐573
768
974
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Van de bouwgronden in exploitatie kan van het verloop in 2011 het volgende overzicht worden weergegeven: Tabel 5‐13
bestaande Stad Almere Hout Almere Poort overig
Bedragen x € 1.000
boekwaarde 01‐01‐2011
toename
afname
mutatie voorziening
boekwaarde 31‐12‐2011
‐35.803
73.478
59.577
‐1.341
‐20.561
216.973 186.020
28.457
4.047
49.561
43.363
‐11.320
252.703 192.219
89
277
107.076
‐12.661
424.638
29.228
366
totaal hierop in mindering gebrachte voorzieningen
367.556 41.890
151.496
De boekwaarde van de voorraad van gronden waarvoor een exploitatiebegroting is opgesteld, is in 2011 met € 57 miljoen toegenomen. De gerealiseerde opbrengsten bedroegen in 2011 € 107 miljoen en de investeringen € 151 miljoen.
pag. 158
Programmarekening 2011
In de opbrengsten zijn getransporteerde grondverkopen opgenomen voor een bedrag van € 76 miljoen en het resterende bedrag (€ 31 miljoen) bestaat uit ontvangen subsidies en bijdragen in o.a. de Nota Omslag Grote Werken (NOGW) en Nota Omslag Structuurkosten Hout (NOSH). De investeringen bestaan onder meer uit ren‐ tebijschrijving (€ 22 miljoen), planontwikkeling (€ 21 miljoen), uitvoering van civieltechnische werkzaamheden (€ 52 miljoen), algemene kosten en belastingen (€ 12 miljoen) en fondsvorming (€ 11 miljoen). Voor de complexen, waarvan de boekwaarde vermeerderd met de te verwachten kosten en verminderd met de te verwachten opbrengsten negatief is, is een voorziening getroffen. Deze voorziening is in mindering ge‐ bracht op de boekwaarde. De hoogte van de voorziening bedraagt ultimo 2011 € 29,2 miljoen. Meerjarenprognose Grondexploitaties Almere (MPGA) Hierbij geven wij een gecomprimeerd overzicht van de geraamde nog te maken kosten, de geraamde opbreng‐ sten en het begrote eindresultaat van de bouwgronden in exploitatie. De ramingen zijn gebaseerd op de herziening 2012 met prijspeil 1‐1‐2012. De geraamde nog te maken kosten De nog te maken kosten in de lopende grondexploitaties zijn geraamd op € 1,08 miljard. De grootste compo‐ nenten betreffen de civieltechnische investeringen (bouw‐ en woonrijp maken) € 665 miljoen, de plankosten tot een bedrag van € 182 miljoen en de verwerving € 77 miljoen. De geraamde opbrengsten Naar verwachting zal nog € 1,93 miljard aan opbrengsten worden gerealiseerd. Dit bedrag bestaat uit op‐ brengsten voor woningbouw € 1,23 miljard, voor bedrijventerreinen € 290 miljoen, voor kantoren € 233 mil‐ joen en voor maatschappelijke voorzieningen € 147 miljoen. Het begrote eindresultaat en wijze waarop de nadelige resultaten zijn opgevangen Het geraamde eindresultaat van alle lopende grondexploitaties heeft een netto contante waarde van € 162,3 miljoen. De voorziening voor negatieve grondexploitaties is hierop niet in mindering gebracht. Een meer uitgebreide toelichting is opgenomen in de paragraaf grondbeleid en in het MPGA 2012. Gereed product en handelsgoederen De overige voorraden bedragen per 31 december 2011 € 81.000 en hebben betrekking op eigen verklaringen, VVV‐bonnen en de aanwezige hoeveelheid brandstof bij het gebouw de Steiger.
Programmarekening 2011
pag. 159
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecifi‐ ceerd worden: Tabel 5‐14
Bedragen x € 1.000
saldo 31‐12‐2011
soort vordering
nominaal
rekening‐courant Zelfstandigen loket Flevoland vorderingen op openbare lichamen
saldo 31‐12‐2010
waarvan inbaar
nominaal waarvan inbaar
‐4
‐4
160
160
27.255
27.055
30.018
30.018
overige vorderingen
gemeentelijke belastingen
leenbijstand, terugvordering uitkeringen etc.
rest
overige vorderingen
4.532
2.637
4.900
21.241
2.076
18.600
2.100
6.642
5.148
5.909
4.493
32.215
9.861
29.409
9.593
3.000
totaal
59.466
voorziening oninbaarheid
22.554
36.912
59.587
39.771
19.816
De openstaande vorderingen op debiteuren bedragen per 31 december 2011 nominaal € 59,5 miljoen. Onder de vorderingen op openbare lichamen is een bedrag opgenomen van € 25,0 miljoen voor de declaratie bij de Belastingdienst op het BTW compensatiefonds. Ook staat nog een declaratie open bij het ministerie van Infrastructuur & Milieu in het kader van IAK Almere 2.0 van € 1,2 miljoen. Bij de post overige vorderingen – rest (€ 6,4 miljoen nominaal) is rekening gehouden met het risico van (ge‐ deeltelijke) terugbetaling van betwiste, reeds betaalde vorderingen. Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Tabel 5‐15
kassaldi banksaldi totaal
Bedragen x € 1.000
2011
2010
6
4
7.709
6.198
7.715
6.202
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderverdeeld worden: Tabel 5‐16
vooruitbetaalde bedragen nog te ontvangen bedragen voorschotten totaal
Bedragen x € 1.000
2011
2010
1.416
1.174
12.874
18.326
509
653
14.799
20.153
Vooruitbetaalde bedragen In de volgende tabel zijn de belangrijkste vooruitbetaalde bedragen nader uiteengezet.
pag. 160
Programmarekening 2011
Tabel 5‐17
verzekeringspremies VNG contributie 2011
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
323
221
WMO Kantoor
791
onderhoud Oracle JD Edwards
133
0
diverse huren
133
0
overige
359
630
totaal
1.416
1.174
Nog te ontvangen bedragen Onder de nog te ontvangen bedragen zijn vorderingen verantwoord, voor geleverde prestaties waarvoor nog geen factuur is verzonden. Ook zijn hier de subsidies en bijdragen verantwoord, waarvoor in 2011 nog geen vaststellings‐ of uitbetalingsbeschikking zijn ontvangen. Tabel 5‐18
opbrengst parkeren afvalverwijdering en verwerking reinigingsrechten en afvalstoffenheffing nog op te leggen aanslagen 2009/2010 OZB Alnovum onderhoud scholen huishoudelijke verzorging diverse subsidies collectief heien IFA subsidies algemene uitkering rijksvergoeding bijstandsverlening Wwb‐IAU Participatiebudget 2009 NUON
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
800
731
2.355
1.205
1
40
907
295
452
232
210
382
351
1.094
2.366
105
188
2.127
6.851
783
1.135
1.214
748
p.m.
p.m. 485
rente uitstaande leningen
1.104
1.933
overige
1.750
1.355
totaal
12.874
18.326
Nog te ontvangen IFA‐subsidies Voor diverse projecten heeft de provincie Flevoland gelden beschikbaar gesteld in het kader van de IFA‐ regeling. Voor de projecten in de volgende tabel, financiert de gemeente Almere de uitvoering van de projec‐ ten voor.
Programmarekening 2011
pag. 161
Tabel 5‐19
Almere Health City (MSP Zorg) project internationalisering economie
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011 856
ontvangen bedragen 856
vrijgevallen bedragen 478
saldo 31‐12‐2011 478
822
551
330
601
project AKS/Innovatiefonds
2.364
2.330
11
45
project Exser
1.113
1.113
0
project TIA
948
502
439
885
New Town
748
748
0
0
0
118
118
6.851
6.100
1.376
2.127
busbaan Oostkavels totaal
Nog te ontvangen WWB‐IAU Gemeentes hebben de mogelijkheid om een incidentele aanvullende uitkering (IAU) aan te vragen indien de werkelijke kosten van de bijstand meer bedragen dan 110% van het budget gebundelde uitkering (WWB/WIJ/‐ IOAW/IOAZ/BBZ starters). In 2010 zijn de kosten hoger uitgevallen enerzijds door een stijgend aantal klanten en anderzijds door het neerwaarts bijstellen van het macrobudget. Omdat de overschrijding in 2010 hoger is uitgevallen dan de 110%‐grens heeft de gemeente Almere een IAU aanvraag ingediend. Het bedrag dat voor deze aanvullende uitkering in aanmerking komt bedraagt ruim € 1 miljoen. Omdat de hoogte van het uitke‐ ringspercentage ultimo 2010 nog moest worden vastgesteld, was het nog te ontvangen bedrag als P.M. opge‐ nomen. Inmiddels is bekend dat het om een bedrag van € 0,75 miljoen gaat. Dit bedrag is begin 2012 ontvan‐ gen. in 2011 is een tekort ontstaan op de bijstand van circa € 14,8 miljoen. Hiervan was reeds € 5,5 miljoen afgedekt in de begroting als zijnde eigen risico van de gemeente. Voor het resterende tekort van € 9,3 miljoen wordt een aanvraag gedaan bij het Rijk middels een incidentele aanvullende uitkering (IAU). Omdat er momenteel nog geen zekerheid is dat wordt voldaan aan de voorwaarden die aan deze uitkering worden gesteld is de vordering op € nihil gewaardeerd. Omdat de gemeente in 2010 wel aan de voorwaarden voldeed van de aanvullende uitkering bestaat de kans dat deze alsnog in 2012 wordt toegewezen. Nog te ontvangen Participatiebudget 2009 in 2011 is de gemeente zonder succes in bezwaar gegaan tegen de terugvordering van het Rijk over het parti‐ cipatiebudget 2009. Het ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid is van mening dat de uitgaven die als onzeker waren bestempeld door de accountant onrechtmatig waren. Dit heeft geleid tot een terugvordering van € 4,6 miljoen in 2011. De gemeente is in beroep gegaan tegen de uitspraak omdat ze van mening is dat de uitgaven rechtmatig zijn en passen binnen de wetgeving van het participatiebudget. Gelet op de onzekerheid van de uitkomst, is deze vordering is dan ook op € nihil gewaardeerd. Voorschotten De voorschotten bestaan uit: Tabel 5‐20
uitkeringen overige totaal
Bedragen x € 1.000
31‐12‐2011
31‐12‐2010
474
643
35
10
509
653
pag. 162
Programmarekening 2011
5.1.3 Toelichting vaste passiva Verwerking rapport Raadswerkgroep Reserves en Voorzieningen 2011 In 2011 heeft een raadswerkgroep de reserves en voorzieningen doorgelicht. In de Rapportage werkgroep re‐ serves en voorzieningen d.d. 3 november 2011 (hierna ‘Rapport R&V’) zijn voorstellen opgenomen voor het opheffen of samenvoegen van reserves en voorzieningen. De behandeling van het ‘Rapport R&V’ is afgerond in de raadsvergadering van 2 februari 2012. De overgenomen aanbevelingen zijn verwerkt in deze jaarrekening. De saldi van de op te heffen reserves en voorzieningen zijn toegevoegd aan de saldireserve. Eigen vermogen Het in de balans opgenomen eigen vermogen bestaat uit de reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten 2011. De reserves zijn als volgt opgebouwd: Tabel 5‐21
algemene reserves
Bedragen x € 1.000
saldo per resultaat stortingen 01‐01‐2011 & vrijval 77.571 973 17.602
tariefegalisatiereserve
593
bestemmingsreserves
296.642
resultaat na bestemming
3.360
‐973
onttrekking onttrek‐ saldo per afschrijving king overig 31‐12‐2011 14.779 81.367
414
1.007
0
118.376
7.183
99.778
308.057
‐700
2.387
‐700
7.183
117.951
totaal eigen vermogen
378.166
135.692
388.724
Algemene reserves De algemene reserves bestaan uit: Tabel 5‐22
saldireserve
Bedragen x € 1.000
saldo per 01‐01‐2011 23.178
resultaat 2010 973
rente 1.208
storting overig 4.823
onttrek king 2.401
saldo per 31‐12‐2011 27.781
voorlopig resultaat
127.890
7.673
‐29.507
165.070
gerealiseerd weerstandsvermogen
‐73.497
‐4.410
8.308
41.885
‐111.484
4.471
13.131
14.779
totaal algemene reserves
Programmarekening 2011
77.571
973
81.367
pag. 163
saldireserve In onderstaande tabel zijn de mutaties in de saldireserve opgenomen Tabel 5‐23
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011
23.178
storting niet‐bestemd rekeningsaldo 2010
973
toevoeging rente stortingen overig
1.208
vrijval OAB‐reservering
944 vrijval reserveringen
vrijval Egalisatiereserve Riolen en drainage
vrijval reserve Aanvulling Nabestaandenpensioenen
4
vrijval reserve Kiosk PG Regisseurstraat
25
vrijval reserve Gebiedsprogramma Stadscentrum
2
vrijval reserve Subsidie ROC Flevoland
5
vrijval reserve Innovatie/WABO‐Huisvesting
152
vrijval reserve Kleurverschieten
3
vrijval reserve Woonlastenfonds
70
vrijval Egalisatiereserve Tuinvergrotingen
39
vrijval reserve Vervangingsfonds investeringen
356
vrijval reserve Alnovum
72
vrijval reserve MIPA
133
vrijval reserve Kiosk Busplein (Schoutgarage)
119
vrijval reserve Experiment Speciaal Onderwijs
17
vrijval reserve Onderhoud beeldende kunst
110
vrijval reserve Stadsfonds vrijval reserve ENB (projecten C01, C05, C08 en C42)
944
1.007
151 1.201 vrijval reserves Rapport R&V
vrijval voorziening Cultuur en School
3.466
8
vrijval voorziening Werkbudget BSA
209
vrijval voorziening Fiber to the Home
123
vrijval voorziening Bos Impuls
17
vrijval voorziening Veldonderhoud buitensport
56
413
totaal stortingen
7.004
onttrekkingen
dekking onvoorzien (primitieve begroting 2007)
209
najaarsnota 2011‐2015 (primitieve begroting 2011)
1.200
voorjaarsnota 2012‐2015 (10e wijziging 2011)
800
A6 (2e wijziging 2011)
500
lagere onttrekking (17e wijziging 2011)
‐1.040
vrijval voorzieningen Rapport R&V
inzet tekort ENB (rapport raadswerkgroep reserves en voorzieningen)
732
totaal onttrekkingen
2.401
saldo 31‐12‐2011
27.781
voorlopige resultaten/gerealiseerd weerstandsvermogen De reserve voorlopige resultaten wordt gevoed door grondverkopen. Bij de afsluiting van een grondexploitatie wordt het resultaat overgeheveld naar de reserve ‘gerealiseerd weerstandsvermogen’.
pag. 164
Programmarekening 2011
Het totaal van deze beide reserves bedraagt ultimo 2011 € 53,6 miljoen. Dit eigen vermogen wordt gereser‐ veerd als buffer voor het afdekken van het 0 scenario. Voor een nadere toelichting hierop wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid. Bij de programmabegroting 2012 is besloten dat de rekenrente voor de grondexploitatie wordt verlaagd van 6% naar 5%. Hiermee is een deel van buffer niet meer nodig. Dit bedrag (€ 41 miljoen) is onttrokken aan de reserve gerealiseerd weerstandsvermogen en gestort in de nieuwe reserve Structurele rente eigen vermogen. Tariefegalisatiereserve Tabel 5‐24
Bedragen x € 1.000
saldo per
resultaat &
rente
01‐01‐2011
vrijval
593
18
396
593
18
396
1.007
egalisatie riolen & drainage totaal
storting onttrekking
saldo per
31‐12‐2011 1.007
0 0
egalisatie riolen & drainage Deze reserve was ingesteld om schommelingen in de tarieven op te vangen en wordt gevoed door eventueel voordelige resultaten op de riolering. Het voordelige resultaat van 2011 bedroeg € 0,4 miljoen en is toegevoegd aan deze reserve. Conform het ‘Rapport R&V’ wordt deze reserve opgeheven en het saldo toegevoegd aan de saldireserve. Bestemmingsreserves Voor de aard en de reden van bestemmingsreserves wordt verwezen naar het bijlagenboek. De belangrijkste mutaties van de bestemmingsreserves worden hieronder in beeld gebracht en toegelicht. Tabel 5‐25
bestemmingsreserve Gemeentelijk investeringsplan (GIP) afschrijving investeringen compensatie derving dividend NUON grond 1999 ‐2006 rentelasten
Bedragen x € 1.000
saldo per 01‐01‐2011 71.375
storting rente 2.141
121.506
1.151
26.648
211
3.100
155
storting onttrekking onttrekking overig afschrijving overig 9.238 27.193 2.113
saldo per 31‐12‐2011 55.561
6.563
5.943
112.264
26.859
0
3.255
0
structurele Rente Eigen Vermogen
0
70.735
70.735
invoering BTW‐compensatiefonds
8.556
19
2.269
6.306
nieuw beleid 2007 (ENB)
8.170
1.734
7.568
2.336
onderwijs leerpakketten
1.231
6.425
88
7.568
schaalsprong/Almere 2.0
2.973
400
1.923
1.450
MIPA
1.333
350
198
1.485
mobiliteitsreserve
5.413
1.200
5.606
1.007
0
2.189
2.189
158
839 10.113
Almere Morgen acquisitie woningbouw BWS nieuwbouw/bestaande bouw
968
29
12.543
377
3.254
163
12.774
639
fonds bestaande stad
4.914
147
5.509
3.422
7.148
onderwijs, welzijn, cultuur
1.385
20
1.830
1.000
2.234
10.498
258
9.177
6.810
13.123
296.642
5.291
113.085
7.183
99.778
egalisatiefonds parkeren ondergronds Afval Transportsysteem
overige bestemmingsreserves
2.166
totaal overige bestemmingsreserves
2.808
4.105
1.479
620
573
12.220
308.057
Programmarekening 2011
pag. 165
Gemeentelijk investeringsplan (GIP) In 2011 is € 27,1 miljoen ten laste van het GIP gebracht. De belangrijkste onttrekkingen zijn hieronder opgeno‐ men. Daartegenover staan toevoegingen aan de reserve voor een bedrag van € 11,4 miljoen. Tabel 5‐26
saldo 01‐01‐2011
Bedragen x € 1.000
71.375
stortingen toevoeging rente
2.141
storting t.l.v. exploitatie
9.238
totaal stortingen
11.379
onttrekkingen inzet Saldireserve GIP
8.287
aanschaf Onderwijsleerpakketten
6.425
huisvesting publieksruimten
3.000
impulsgelden
3.000
herinrichten Grote Markt
1.765
sportvelden
1.312
bibliotheek
623
actieplan Jeugdwerkloosheid
610
gymnastiekzaal van Eesterenplein
462
overige projecten
1.709
totaal onttrekkingen
27.193
saldo 31‐12‐2011
55.561
De belangrijkste afwijkingen worden nader toegelicht bij desbetreffende programma’s. Afschrijving investeringen Een deel van de kapitaallasten van investeringen met een economisch nut worden afgedekt uit de reserve afschrijving kapitaallasten. Bij de ingebruikname van deze investeringen wordt het bedrag van de aanschaf‐ waarde gestort in deze reserve. Naar rato van de afschrijvingstermijn wordt een bijdrage uit deze reserve aan‐ gewend ter dekking van de jaarlijkse kapitaallasten. Tabel 5‐27
saldo 01‐01‐2011
Bedragen x € 1.000
121.506
stortingen rentetoevoeging
1.151
lopende en opgeleverde investeringsprojecten totaal stortingen
2.113 3.264
onttrekkingen dekking rentelasten
5.943
dekking afschrijvingslasten
6.563
totaal onttrekkingen
12.506
saldo 31‐12‐2011
pag. 166
112.264
Programmarekening 2011
Structurele Rente Eigen Vermogen Bij de Najaarsnota 2011‐2015 is besloten tot de instelling van deze reserve. Doel van deze reserve is structurele rentebaten te genereren voor de exploitatierekening. De reserve is op aangeven van de raadswerkgroep Reser‐ ves en Voorzieningen 2011 gevoed uit een aantal bestaande reserves, die daarmee worden opgeheven. Tabel 5‐28
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011
0
stortingen weerstandsvermogen rente Grondkosten 1999‐2006
41.020 3.100
kinderboerderij den Uylpark rentederving NUON totaal stortingen
165 26.450 70.735
onttrekkingen
0
saldo 31‐12‐2011
70.735
Compensatie derving dividend NUON Uit de verkoop van de aandelen NUON volgt dat de structurele derving dividend € 1,1 miljoen zal bedragen vanaf 2016. Een gedeelte van de verkoopopbrengst (€ 26,9 miljoen) is gestort in de “reserve compensatie der‐ ving dividend NUON”. Hiermee kan een gemiddeld rendement worden verkregen van 4% waardoor de inkom‐ stenderving wordt gecompenseerd. In ‘Rapport R&V’ is voorgesteld deze reserve op te heffen en om het saldo toe te voegen aan de nieuwe reserve Structurele rente Eigen Vermogen Invoering BTW compensatiefonds Deze reserve is ingesteld ter afdekking van nagekomen heffingen van de BTW aangifte, de uitname uit het gemeentefonds en de bijdrage van 5% ten behoeve van nadeelgemeenten. Het saldo van de reserve bedraagt ultimo 2011 € 6,3 miljoen. Onderstaand wordt het verloop van de reserve weergegeven. Tabel 5‐29
saldo 01‐01‐2011
Bedragen x € 1.000
8.556
stortingen afwikkeling oude posten
19
onttrekkingen inzet BTW conform najaarsnota 2011‐2015 overig
2.137 132
saldo 31‐12‐2011
6.306
afspraken: afdracht aan GIP‐reserve incl. correctie buitensport
3.250
BCF‐afdracht grondexploitatie 2010 t.b.v. impulsen
1.870
reservering naheffing en fiscale advisering
1.185
vrij beschikbaar na afspraken
Programmarekening 2011
0
pag. 167
BTW op maagdelijke gronden In 2011 is afgezien van de toevoeging van 30% van de gerealiseerde btw op maagdelijke gronden zoals die t/m boekjaar 2010 gebruikelijk was. Impulsgelden De compensabele BTW die via de grondexploitaties is afgedragen wordt ingezet voor de impulsen. Fiscale adviezen, ondersteuning en belastingcontrole In 2011 is veel aandacht besteed aan fiscale vraagstukken en controle op de BTW‐verwerking. Hierdoor is bin‐ nen de organisatie meer behoefte aan fiscaal advies en ondersteuning dan voorheen. Om de kosten van nahef‐ fing en fiscale advisering af te dekken is nog een bedrag van € 1,2 miljoen gereserveerd. Nieuw beleid 2007(ENB) In overeenstemming met diverse raadsbesluiten hebben de mutaties plaatsgevonden in de reserve eenmalig nieuw beleid. In onderstaande tabel zijn deze opgenomen. Tabel 5‐30
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011 stortingen storting t.l.v. exploitatie C42 speeltuin Almere Buiten (Rapport R&V) aanvulling tekort (Rapport R&V) totaal stortingen
8.170 1.000 2 732 1.734
onttrekkingen t.g.v. Saldireserve (Rapport R&V) C01 onderwijs/kwaliteit LEA
300
C05 verbetering sportaccommodaties/kunstgrasvelden
900
C08 taalles voor geïsoleerde vrouw
3
onttrekkingen overig C01 onderwijs/kwaliteit LEA
323
C02 Hoger Onderwijs in Almere
1.481
C57 maatschappelijke investeringen
3.400
C49 overbruggingsbijdrage Paviljoens
300
C38 imagocampagne
275
C16 ontwikkelen van kansrijke markten
238
overige projecten
348
totaal onttrekkingen
7.568
saldo 31‐12‐2011
2.336
Onderwijsleerpakketten Omdat de gemeente geen verplichting heeft zorg te dragen voor vervangingen van onderwijsleerpakketten (OLP) en meubilair van scholen is bij de begroting 2007 besloten om nieuwe investeringen OLP/meubilair in een keer af te boeken. In 2011 zijn vanuit de reserve GIP bedragen van resp. € 2,595 miljoen en € 3,83 miljoen toegevoegd aan deze bestemmingsreserve. Hiermee zijn alle voor onderwijsleerpakketten en meubilair gere‐ serveerde middelen samengevoegd in deze reserve. In 2011 zijn bestedingen tot een bedrag van € 88.000 ten laste van deze reserve gebracht.
pag. 168
Programmarekening 2011
Schaalsprong/Almere 2.0 Het doel van de programmaorganisatie Almere 2.0 in de periode 2010‐2012 is om in samenwerking met het Rijk, de drie betrokken provincies en de andere betrokken partners uitwerking te geven aan de afspraken in het Integraal afspraken kader (IAK) met als doel voortgezette besluitvorming over de realisatie van Almere 2.0. De bijdrage van Almere in deze proceskosten van het Integraal afspraken kader (IAK) bedraagt over de gehele periode 2010‐2012 € 4 miljoen. Het rijk en de regionale partners leveren een bijdrage van € 8,8 miljoen aan het programma. In 2011 is € 0,4 miljoen toegevoegd aan deze reserve en zijn bestedingen tot een bedrag van € 1,9 miljoen ten laste van deze reserve gebracht. Mobiliteitsreserve De mobiliteitsreserve is ingesteld om organisatorische ontwikkelingen en mobiliteit voor personeel te bevorde‐ ren. Deze is aan te wenden daar waar de doelstellingen van de organisatorische ontwikkelingen en mobiliteit van personeel bij elkaar komen. Tabel 5‐31
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011 stortingen
5.413
storting conform Najaarsnota 2010
1.200
totaal stortingen
1.200
onttrekkingen inzet voor DMS
500
storting in Frictievoorziening
2.628
storting in reserve Almere Morgen
2.189
overig
289
totaal onttrekkingen
5.606
saldo 31‐12‐2011 afspraken:
1.007
vernieuwing medezeggenschap
231
DMS
250
ontwikkeling kwaliteitszorg
400
overig
126
Almere Morgen Almere Morgen is de plek waar alle vraag en aanbod van werk bij elkaar komt. Dit organisatieonderdeel is eind 2011 opgericht en zal vanaf 2012 worden ingezet voor sturing, regie, ondersteuning en facilitering van de in‐, door‐ en uitstroom van personeel. De instelling van de reserve Almere Morgen wordt via deze jaarrekening voorgesteld ten einde de budgetten voor Almere Morgen goed te kunnen beheren. Het betreft de budgetten voor mobiliteit/werkbegeleiding en de organisatiekosten voor Almere Morgen. Het bestedingsplan is opgeno‐ men in de programmabegroting 2012, onder het programma ‘Financiën en bedrijfsvoering’. Acquisitie woningbouw Acquisitie en relatiebeheer behoren tot onderdeel van de uitgifte van de gronden. Enkele activiteiten omtrent verkoop en acquisitie kunnen niet direct worden toegerekend aan een concrete grondexploitatie. De kosten van deze activiteiten worden uit deze reserve afgedekt.
Programmarekening 2011
pag. 169
BWS nieuwbouw/bestaande bouw De reserve is gevormd door het tempoverschil tussen de ontvangsten van het Rijk en de uitbetalingen aan sociale verhuurders en kopers van sociale koopwoningen en is noodzakelijk om aan de uitgestelde betalings‐ verplichtingen te kunnen voldoen. Wanneer een woning wordt verkocht vervalt voor de gemeente de verplich‐ ting tot subsidiering, voor het Rijk vervalt deze verplichting echter niet. De gelden die hiermee vrijkomen en de rente zijn vrij besteedbaar. Per 1 september 2009 heeft het Rijk de regeling afgekocht en de openstaande bijdrage in één keer aan de gemeente Almere betaald. Deze bijdrage is in deze reserve gestort voor afdekking van alle betalingsverplichtin‐ gen tot het eind van de regeling in 2017. De nog openstaande verplichtingen zijn berekend op € 9,5 miljoen. De betaalde bijdragen worden ten laste van deze bestemmingsreserve gebracht. Fonds bestaande stad De beleidsmatige toelichting op de besteding van dit fonds is opgenomen in de paragraaf Onderhoud Kapitaal‐ goederen. Overige bestemmingsreserves Voor de overige reserves wordt verwezen naar de in het bijlagenboek opgenomen overzichten met bijbeho‐ rende toelichtingen. Resultaat na bestemming Aan het rekeningresultaat 2010 is de volgende bestemming gegeven: Tabel 5‐32
onderwerp inzet begroting 2011 toevoeging saldireserve totaal resultaat 2010
pag. 170
Bedragen x € 1.000
bedrag 2.387 973 3.360
Programmarekening 2011
Voorzieningen De voorzieningen zijn als volgt nader te specificeren: Tabel 5‐33
omschrijving
Bedragen x € 1.000
saldo per 01‐01‐2011
inflatie correctie
pensioenvoorziening (voormalig) Wethouders
5.208
208
frictievoorziening
2.450
overig arbeidskosten gerelateerd
1.070
20
totaal arbeidskosten gerelateerd
8.728
228
arbeidskosten gerelateerd
onderhoud
overige onttrekking saldo per storting 31‐12‐2011 1.053
121
6.348
2.628
2.187
2.891
391
188
1.293
4.072
2.496
10.532
20.349
24.140
22.836
21.653
onderhoud lange termijn (herstraat 7‐10 jaar)
4.619
139
699
2.168
3.289
onderhoud lange termijn (Stadshart)
1.256
38
73
1.367
0
lang Cyclisch onderhoud stadhuis
3.385
102
3.487
0
461
1.749
1.341
869
0
6.155
6.155
algemeen onderhoud
groot onderhoud onderwijsgebouwen groot onderhoud overige gebouwen dagelijks verzorgend onderhoud AIB
937
9.244
7.200
2.981
rioolherstel projecten
1.446
2.425
2.322
1.549
overig onderhoud
1.348
916
362
1.902
totaal onderhoud
33.801
279
45.401
41.083
38.398
538
17.200
13.884
512
631
0
1.800
132
1.668
overig verplichting, risico’s en bijdragen
2.977
25
869
1.667
2.204
totaal verplichting, risico’s en bijdragen
26.429
563
19.869
16.195
30.666
69.343
59.774
verplichting, risico’s en bijdragen Windesheim
22.309
Crrescendo
1.143
energiefonds Poort
totaal
68.958
1.070
26.163
79.596
Alle lasten die gedekt worden uit de daarvoor gevormde voorzieningen worden conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) rechtstreeks in de balans gemuteerd. In 2011 is aan de voorzieningen naast de infla‐ tiecorrectie een bedrag van € 71,2 miljoen toegevoegd. Op een aantal van deze voorzieningen zal kort worden ingegaan. Frictievoorziening De voorziening is bijgesteld aan de hand van nieuwe verplichtingen ontstaan in 2011. Dit heeft geleid tot een dotatie van € 2,6 miljoen. De verplichtingen eind 2011 bedragen € 2,9 miljoen. Dit betreffen diverse regelingen met oud medewerkers, de FPU regeling, de bruidschat van de vroegere bestuurscommissie openbaar onderwijs en nieuwe verplichtingen uit 2011 waarvan de onttrekking in 2012 zal plaats vinden. De frictievoorziening is toereikend voor de lopende verplichtingen. Algemeen beheer en onderhoud Voor het in stand houden van de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte is het noodzakelijk om periodiek groot onderhoud te plegen. Door middel van een meerjarenplanning worden de werkzaamheden gefaseerd uitgevoerd. Momenteel wordt er binnen Stadsbeheer gewerkt aan een verfijning van het groot onderhouds‐ programma 2007‐2020. Het programma Groot onderhoud woonwijken 2008‐2011 is goedgekeurd. De beleidsmatige toelichting op de besteding van deze voorziening is opgenomen in de paragraaf Onderhoud Kapitaalgoederen.
Programmarekening 2011
pag. 171
Onderhoud Lange Termijn Deze voorziening is gevormd om de eerste herstraat na 7‐10 jaar te realiseren. Dagelijks verzorgend Onderhoud AIB De voorziening is ingesteld ten behoeve van de Dagelijks Verzorgend Onderhoud Bestekken (DVO‐bestekken). In 2011 is in totaal een bedrag van € 9,2 miljoen in de voorziening gestort vanuit de budgetten beheer en on‐ derhoud en via bijdragen vanuit de grondexploitatie voor nog niet aan de beheerder overgedragen gebieden. De bestedingen hebben betrekking op de uitgevoerde werkzaamheden in het kader van de DVO‐bestekken Groen, Civiel en Schoon. Windesheim In 2010 is het Integraal Afspraken Kader (IAK) ondertekend. Een van de onderdelen van dit IAK is de vestiging van Hoger Onderwijs in Flevoland. Dit is verder uitgewerkt in een convenant tussen de Rijksoverheid, de pro‐ vincie Flevoland, de Hogeschool Windesheim en de gemeenten Lelystad en Almere. Op basis van een uitgewerkte businesscase hebben de partijen geld beschikbaar gesteld, waarbij het streven is dat de Hogeschool vanaf 2021 zelfstandig kan zijn. De gemeente Almere is aangewezen om deze gelden te beheren. Voor zover de gelden niet zijn besteed, mag de gemeente Almere deze gebruiken voor haar eigen financiering. De gemeente Almere heeft een inspanningsverplichting voor het te behalen rendement, passend binnen de kaders van het Treasurystatuut. Dit behaalde rendement wordt toegevoegd aan de te besteden middelen. De Hogeschool Windesheim krijgt de beschikking over de middelen door indiening van een begroting. De afre‐ kening vindt plaats op basis van een goedgekeurde jaarrekening. De besteding van de middelen in 2011 heb‐ ben betrekking op bekostiging van de activiteiten 2011 en is gebaseerd op de ingediende begroting 2011 van Windesheim Flevoland .Afhankelijk van de titel waaronder de gelden beschikbaar zijn gesteld, vindt verant‐ woording op de balans plaats. Voor het overzicht is de toelichting opgenomen onder de voorzieningen. Tabel 5‐34
partij gemeente Almere
Bedragen x € 1.000
toegezegd bedrag 12.000
saldo per 01‐01‐2011
10.000
rijk – ministerie VROM
17.000
verantwoord bij voorzieningen
39.000
22.309
provincie Flevoland
20.000
8.547
gemeente Lelystad
3.000
3.043
23.000
11.590
62.000
17.200
538
13.884
26.163
9.117
432
18.096
154
3.197
586
21.293
1.124
13.884
17.200
33.899
saldo per 31‐12‐2011
9.117
totaal
rente besteding
rijk – ministerie OCW*
verantwoord bij overlopende passiva
storting
26.317
47.456
* Naast de bijdrage aan de gemeente Almere, is in het convenant afgesproken dat het ministerie van OCW ook direct aan Windesheim een bijdrage verstrekt van € 10 miljoen. Daarmee komt het totaalbedrag voor de vestiging van Hoger Onderwijs op € 72 miljoen.
De bijdrage van het ministerie van VROM (thans Infrastructuur en Milieu) heeft plaatsgevonden via een eenma‐ lige verhoging van de Algemene Uitkering. De beschikking op grond van de nota Ruimte is in 2011 ingetrokken. De oorspronkelijke toezegging uit het IAK is verhoogd met een vergoeding van € 0,2 miljoen voor rentederving als gevolg van latere betaalbaarstelling van deze gelden. Over deze bijdrage is geen afzonderlijke verantwoor‐ ding meer nodig. Ook in de ontvangen bijdrage van de provincie Flevoland is een vergoeding wegens renteder‐ ving ontvangen. Hierbij gaat het om een bedrag van € 117.000. Alle toegezegde bijdragen van derden zijn ultimo 2011 aan de gemeente Almere voldaan. Overige Een gedetailleerde toelichting op de voorzieningen is opgenomen in het bijlagenboek van de jaarrekening. Hierin wordt nader ingegaan op de aard, omvang, voeding en bestemming van de voorzieningen. pag. 172
Programmarekening 2011
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Tabel 5‐35
Bedragen x € 1.000
onderhandse leningen: binnenlandse banken en overige financiële instellingen buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige totaal onderhandse leningen waarborgsommen
2011
2010
426.456
372.589
15.000
15.000
441.456
387.589
89
465
totaal
441.545
388.054
Het verloop van de vaste schulden is als volgt: Tabel 5‐36
leningen woningbouw overige binnenlandse leningen buitenlandse leningen waarborgsommen
Bedragen x € 1.000
saldo 01‐01‐2011 72.589
opname
300.000
120.100
aflossing 31.233
saldo 31‐12‐2011 41.356
rentelast 2011 3.165
35.000
385.100
14.119
15.000
567
15.000 465
3
379
89
388.054
120.103
66.612
441.545
totaal
17.851
Programmarekening 2011
pag. 173
5.1.4 Toelichting vlottende passiva Onder de vlottende passiva zijn opgenomen: Netto‐vlottende schulden met een looptijd korter dan 1 jaar Tabel 5‐37
kasgeldleningen overige schulden (crediteuren)
Bedragen x € 1.000
2011
2010
34.300
93.000
8.645
13.432
totaal
42.945
106.432
Onder de kasgeldleningen is een kasgeldlening ad € 34,3 miljoen met een looptijd van 30 december 2011 tot 2 januari 2012 opgenomen. De kasgeldlening is verstrekt door Delta Lloyd. Overlopende passiva De in de balans opgenomen overlopende passiva kunnen als volgt worden gespecificeerd: Tabel 5‐38
Bedragen x € 1.000
2011
2010
nog te betalen bedragen
37.784
42.769
vooruit ontvangen bijdragen Rijk
21.677
19.770
vooruit ontvangen bijdragen overheid, niet‐Rijk
40.990
32.836
overige vooruit ontvangen bedragen
28.717
29.732
totaal
129.168
125.107
De overlopende passiva bestaan uit verplichtingen die in het verslagjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot uitbetaling komen. Nog te betalen bedragen De voornaamste nog te betalen bedragen bestaan uit nog te betalen rente over opgenomen geldleningen (€ 10,6 miljoen), arbeidskostengerelateerde verplichtingen (salaris en afdracht loonheffing en sociale premies (€ 6,6 miljoen), afdracht loonheffing uitkeringen (€ 1,5 miljoen,) verwachte kwijtschelding belastingen (€ 0,4 miljoen), restant toegezegde subsidies (€ 2,9 miljoen).
pag. 174
Programmarekening 2011
Vooruit ontvangen bedragen Onder de vooruit ontvangen bedragen zijn uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel verantwoord, waar‐ van de ontvangen bedragen nog niet geheel zijn besteed. De besteding van deze middelen zal plaatsvinden in 2012 en volgende jaren. In de volgende tabel is het verloop per regeling opgenomen. Tabel 5‐39
regeling vooruit ontvangen bijdragen Rijk onderwijshuisvestingsbudgetten asielzoekers inburgeringsbudget centra Jeugd & Gezin 2008‐2011 gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid 2011–2014
Bedragen x € 1.000
saldo toevoegingen vrijgevallen 01‐01‐2011 bedragen
saldo 31‐12‐2011
1.587
1.587
10.076
1.586
8.490
985
5.560
6.545
0
0
2.959
2.939
20
participatiebudget
991
23.349
20.358
3.982
verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs
313
39
274
Crrescendo
4.395
1.844
6.239
IAK‐ALM2.0 Rijk
1.423
3.220
3.558
1.085
19.770
36.932
35.025
21.677
IAK‐ALM2.0 Andere overheden
478
1.340
1.167
651
convernantsgelden Archeologie
33
‐11
‐16
38
totaal vooruit ontvangen bijdragen Rijk vooruit ontvangen bijdragen niet‐Rijk
Nationaal Programma Ouderenzorg 2010‐2012
105
200
303
2
11.590
9.703
0
21.293
‐
890
0
890
17.294
1.464
1.263
17.495
3.311
0
2.690
621
25
0
25
0
totaal vooruit ontvangen bijdragen niet‐Rijk
32.836
13.586
5.432
40.990
totaal
52.606
50.518
40.457
IFA‐Windesheim snelwegbus Almere‐Utrecht BDU Verkeer en Vervoer subsidie stimulering Woningbouw EPD 2000‐2006 gelden
62.667
Vooruit ontvangen wet inburgering 2006‐2009 In deze jaarrekening vindt de afrekening plaats van de oude wet inburgering middels SISA. De gemeente heeft nog € 8,5 miljoen aan middelen gereserveerd om de afrekening met het ministerie DUO af te dekken. Op basis van de meest recente informatie van het ministerie DUO is deze reservering € 2,5 miljoen hoger, dan waar‐ schijnlijk nodig. Vanuit het voorzichtigheidsbeginsel, is deze lagere verplichting niet verwerkt. Zodra de defini‐ tieve beschikking in de loop van 2012 is ontvangen zal de resterende reservering ten gunste van het resultaat worden gebracht. Vooruit ontvangen IFA‐windesheim Bij de toelichting op de voorzieningen wordt ingegaan op de ontwikkeling in de bijdrage IFA‐Windesheim. Vooruit ontvangen BDU Verkeer en Vervoer In de toevoeging BDU Verkeer en Vervoer is een bedrag van € 0,2 miljoen opgenomen wegens verplichte ren‐ tebijschrijving. Overige vooruit ontvangen bedragen In post overige vooruit ontvangen bedragen is € 24,2 miljoen verantwoord voor reeds ontvangen gelden we‐ gens gecontracteerde grondverkopen, waarvan het notarieel transport nog niet heeft plaatsgevonden. De verantwoording in de exploitatie van deze verkopen vindt pas plaats op het moment dat het notarieel transport heeft plaatsgevonden. Programmarekening 2011
pag. 175
5.1.5 Niet uit de balans blijkende verplichtingen De niet uit de balans blijkende verplichtingen zijn opgebouwd uit: Tabel 5‐40
Bedragen x € 1 miljoen
gegarandeerde geldleningen
2011
2010
1.587,0
1.626,0
27,1
32,2
langlopende financiële verplichtingen
totaal
1.614,1
1.658,2
Gegarandeerde geldleningen De gemeente Almere staat per 31 december 2011 voor de volgende geldleningen garant: Tabel 5‐41
Bedragen x € 1 miljoen
2011
tertiaire achtervang woningbouw
1.534,3
1.573,4
39,4
38,2
1,1
1,4
0,1
12,2
13,0
0,1
borgstelling huisvuilcentrale Alkmaar schuldhulpverlening onderwijsaccommodaties, (sport)verenigingen en welzijnsinstellingen
totaal
2010 betaling 2011
1.587,0
1.626,0
0,2
In de kolom betaling 2011 is het bedrag opgenomen, waarvoor de gemeente Almere in 2011 is aangesproken op de garantiestelling. De garantstelling geldleningen woningbouw vindt plaats via een zogenaamde tertiaire achtervang. Het Waar‐ borgfonds Sociale Woningbouw (WSW) verstrekt de borgstelling en heeft hiervoor garantievermogen beschik‐ baar. Als dit garantievermogen niet toereikend blijkt te zijn, dan zal het WSW bij het Rijk en de gemeenten aankloppen voor de verstrekking van renteloze leningen aan het WSW. De verdeling van deze leningsverplich‐ ting is: 25% de gemeente waar de lening betrekking op heeft, 50% Rijk, de gezamenlijke gemeenten 25%. Langlopende financiële verplichtingen De gemeente is naast de hiervoor genoemde gemeentegaranties ook voor een aantal toekomstige jaren ver‐ bonden aan diverse financiële verplichtingen. Dit betreft de volgende onderwerpen: Toegekende verhuisvergoeding Ultimo 2011 staat voor een bedrag van ruim € 0,2 miljoen open voor toegekende verhuiskostenvergoeding WMO. Een cliënt kan gedurende twee jaar gebruik maken van het beschikte bedrag. Verplichtingen lopende grondexploitaties Ultimo 2011 bedraagt het saldo van verstrekte opdrachten, voor werkzaamheden in lopende grondexploitaties die nog moeten worden uitgevoerd, € 25,9 miljoen. Leaseverplichtingen camera’s Dit is een overeenkomst met VCS Observation omtrent het cameratoezicht in het centrum voor € 0,9 miljoen per jaar. De looptijd van het contract is tot 1 april 2013.
pag. 176
Programmarekening 2011
6
Single information, Single audit
(SiSa)
6.1 Tekstuele toelichting Toelichting SISA 2011 WEB indicatoren De verantwoording van de indicatoren heeft plaatsgevonden per boekjaar, dat het tweede deel van schooljaar 2010/2011 en het eerste deel van schooljaar 2011/2012 bevat. In Almere wordt ingekocht per deelnemer waarbij er per kwartaal gefactureerd wordt. Per deelnemer is be‐ kend hoeveel vakken zij volgen. Het aantal vakken is de basis geweest voor de verantwoording van de VAVO indicator trajecten. Het aantal VAVO diploma’s betreft volwassenen, de zogenaamde "Rutte‐leerlingen" (16‐ en 17‐jarigen met een VAVO‐traject) zijn niet meegenomen. Voor wat betreft de indicator van het aantal NT2 certificaten geldt dat deze certificaten aan deelnemers indivi‐ dueel worden verstrekt, de ROC’s kunnen hier geen compleet beeld van hebben. De overzichten van DUO zijn op postcodegebied beschikbaar en DUO heeft aangegeven dat, vanuit het oogpunt van de privacywetgeving, er geen nominatieve staten aangeleverd worden. De certificaten geregistreerd op postcode 1300 zijn niet meege‐ nomen om dubbeltellingen te voorkomen met grote instellingen die landelijk examens inkopen (hieronder ook mensen die geen inwoner van Almere zijn) en de inburgeraars die een certificaat hebben behaald via de ge‐ meente (wel inwoner maar al gefinancierd Door de Wet Inburgering).
Programmarekening 2011
pag. 179
BZK
C1
Verzameluitkering BZK (incl. oud WWI)
BZK
C6
Wet inburgering (Wi)
Ontvanger
Verzameluitkering Veiligheid & Justitie
Juridische grondslag
Nummer A1
Specifieke uitkering
Departement V&J
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder Regeling verzameluitkering verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Gemeenten Aard controle R
€ 165.694 Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder Regeling verzameluitkering verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Gemeenten Aard controle R
Wet inburgering, Besluit inburgering en Regeling vrijwillige inburgering niet-G31
€ 1.129.506 Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld
Gemeenten niet-G31 en gemeenschappelijke regelingen (Wgr)
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) Systeem Inburgering (ISI)
Aard controle D1
Aard controle D1 Aard controle D1
624 Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen,
393 146 Aantal geestelijke bedienaren voor wie in de jaren 2007 en 2008 een inburgeringsvoorziening is vastgesteld en die in het jaar 2009 of 2010 hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
665 Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een taalkennisvoorziening is vastgesteld.
Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) Systeem Inburgering (ISI) gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1
1098
5
1
Pagina 1 van 7
1
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 én die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inbugeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
Verantwoorden o.b.v. Verantwoorden o.b.v. gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI) gegevens in Informatie Systeem Inburgering (ISI)
Aard controle D1
833 Aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2008 t/m 2009 voor het eerst een duale inburgeringsvoorziening is vastgesteld.
Aard controle D1
Aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr.2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 (gepardonneerden).
Aard controle D1
Aard controle D1
123
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer C7C
Specifieke uitkering
Departement BZK
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Investering stedelijke vernieuwing (ISV) Provinciale beschikking en/of verordening
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 ten laste Overige bestedingen 2011 Toelichting afwijking van provinciale middelen
Eindverantwoording Ja/Nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle n.v.t. Project-gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
Aard controle R Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t. Zie Nota batenlastenstelsel
1 ISV Bombardon Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen) Afspraak
€0 €0 Activiteiten stedelijke Activiteiten stedelijke Besteding (gedeeltelijk) vernieuwing (in aantallen) vernieuwing (in aantallen) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Realisatie Ja / Nee
Alleen in te vullen na afloop project
Alleen in te vullen na afloop project
Alleen in te vullen na afloop project Toelichting afwijking
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle n.v.t.
Ja
Aard controle R €0
Alleen in te vullen na afloop project Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
1 BZK
C9
Excellente gebieden innovatieve energiebesparing in de nieuwbouw Begroting WWI Brief van de Minister voor WWI van 22-12-2009, kenmerk SB2009066621
Toelichting
In 2011 gestart met Hieronder per regel één referentienummer (EG09….) project ja/nee? van het betreffende project invullen en in de kolommen Aard controle D1 ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten
OCW
D2
1 EG09010034 Onderwijsachterstandenb Correctie in de besteding eleid niet-GSB 2006-2010 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de (OAB) besteding 2010 voor overige of coördinerende activiteiten Besluit vaststelling doelstelling en bekostiging inzake Onderwijsachterstandenbel onderwijsachterstandenbeleid opgenomen voorlopige eid 2006-2010 (art 4 t/m toekenning. 10) Schakelklassen, artikel 166 van de Wet op het primair Onderwijs Besluit basisvoorwaarden Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag kwaliteit voorschoolse opnemen, bij een hogere educatie vaststelling een positief bedrag opnemen. Gemeenten, niet G-31 Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Nee Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan voorschoolse educatie opgenomen voorlopige toekenning.
regeling is uitgesteld voor Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan schakelklassen educatie opgenomen voorlopige toekenning.
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden. Aard controle R
Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan vroegschoolse educatie educatie opgenomen voorlopige toekenning.
Correctie in de besteding 2010 ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 aan voorschoolse educatie voor verlaging ouderbijdrage van doelgroepkinderen op de peuterspeelzaal opgenomen voorlopige toekenning.
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Wanneer er in 2010 geen voorlopige toekenningen verantwoord zijn kan een 0 ingevuld worden.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Toelichting correctie Alleen invullen wanneer er bij de indicatoren 1 t/m 5 iets anders dan een 0 is verantwoord.
Aard controle R
OCW
D4
Regeling brede scholen 2009 Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen
€ 30.179 -€ 87.551 Besteding 2011 Hieronder per regel één referentienummer van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
€0 -€ 3.390 Project afgerond in 2011? Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 Ja / Nee plaatsvindt Zie Nota batenlastenstelsel
Aard controle n.v.t. Aard controle R
Gemeenten Aard controle R
Aard controle D1
€0 Toelichting niet Besteding 2011 (gedeeltelijk) verantwoord afgeronde projecten o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Aard controle n.v.t.
1 Vrije School Raphael
€ 342.235
Ja Pagina 2 van 7
€0
Nee
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer D5
Specifieke uitkering
Departement OCW
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 ten laste van Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. rijksmiddelen voorlopige toekenningen? Ja / Nee Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de Zie Nota batenperiode vóór 4 september lastenstelsel. Indien 2011 mogen verantwoord beantwoord met ja, zal de worden. medeoverheid in 2012 nog een correctie op de Aard controle R besteding 2011 kunnen opnemen.
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009 Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009 Gemeenten
OCW
D9
I&M
E9B
€ 263.663 Brinnummer
Nee Alle activiteiten afgerond Ja/Nee?
Aard controle n.v.t.
Aard controle D2
12 PM De Ark
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)
1 2 17 BP De Zeetuin 3 29 XX Shri Ganesha 4 06 RM Raphaël 5 24 RK Waterspiegel 6 15 ZL Trinoom / Marionet 7 05 RN Buitenburcht 8 24 UN Lettertuin 9 12 QK Lichtboei 10 23 EY Cresendo 11 23 ZV Olijfboom 12 23 ZU Zonnewiel 13 13 IU Loofhut Onderwijsachterstandenb Besteding 2011 aan voorzieningen voor eleid (OAB) 2011-2014 voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Gemeenten
Aard controle n.v.t.
€ 2.171.000 € 692.393 Toelichting correctie Correctie in de besteding 2010 ten laste van provinciale middelen ivm een hogere/lagere vaststelling van een in de besteding 2010 opgenomen voorlopige toekenning.
Programma Externe Veiligheid (EV) Provinciale beschikking en/of verordening Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) € 75.996
Bij een lagere vaststelling een negatief bedrag opnemen, bij een hogere vaststelling een positief bedrag opnemen. Aard controle R I&M
E11B
€0 Besteding 2011 tlv eigen Nationaal Samenwerkingsprogramm middelen a Luchtkwaliteit (NSL)
Besteding 2011 tlv bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding 2011 uit rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Teruggestort/verrekend in 2011 in verband met niet uitgevoerde maatregelen
Eindverantwoording ja/nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt Zie Nota batenlastenstelsel
Provinciale beschikking en/of verordening Aard controle R Aard controle R
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden)
€0 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
Aard controle n.v.t.
€0 Besteding 2011 t.l.v. provincie
€0 €0 Eindverantwoording ja/nee
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle R 1 I&M
E26
Spoorse doorsnijdingen Regeling eenmalige uitkeringen spoorse doorsnijdingen
994821 Aantal afgeronde projecten
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 81.600 Aantal afgeronde projecten
Ja Eindverantwoording ja/nee
Afspraak Realisatie Aard controle n.v.t.
Aard controle R Aard controle R
Gemeenten Pagina 3 van 7
Ja
€0
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer E27B
Specifieke uitkering
Departement I&M
Brede doeluitkering verkeer en vervoer Provinciale beschikking en/of verordening
1 Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie
I N D I C A T O R E N Nee 0 Besteding 2011 ten laste Overige bestedingen 2011 Toelichting afwijking van provinciale middelen
Eindverantwoording Ja/Nee
Zie Nota batenlastenstelsel
Aard controle n.v.t. Gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)
EL&I
SZW
F3
G1C-1 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
Aard controle R
Aard controle R Aard controle R
1 1119863 2 967518 3 1119863 4 1053749 5 564732 6 765875 7 863244 8 1167639 9 1076670 10 625694 11 625700 12 1073168 Besteding 2011 (incl. Verzameluitkering EL&I besteding 2009 en 2010 voor (incl. oud LNV) zover nog niet eerder Regeling verzameluitkering verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30) Provincies, gemeenten en Aard controle R gemeenschappelijke regelingen (Wgr) € 46.186 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2011; exclusief geldstroom openbaar lichaam
Aard controle n.v.t.
€ 9.293.591 € 898.266 € 3.167.955 € 1.038.026 € 149.375 € 411.186 € 90.676 € 10.325 € 69.045 -€ 133.501 € 11.671 € 378.873
€ 378.873
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief geldstroom openbaar lichaam Aard controle R
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
70,75
5,33
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2010;
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier inclusief geldstroom het totaal 2010. openbaar lichaam (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 Aard controle R regeling G1B + deel gemeente uit 2010 regeling G1C-1) 662,25
inclusief geldstroom openbaar lichaam
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbare lichamen
inclusief deel openbare lichamen
Aard controle R
Aard controle R
431,56
19,35
Aard controle R
41,67
Pagina 4 van 7
Aard controle n.v.t. Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Aard controle R
SZW G1C-2
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer G2
Specifieke uitkering
Departement SZW
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.2 Wet investeren in jongeren (WIJ)
I N D I C A T O R E N Besteding 2011 algemene bijstand
Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.
€ 58.632.185 Besteding 2011 WIJ
Gemeenten verantwoorden Aard controle n.v.t. hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
€ 1.317.395 Baten 2011 WIJ (excl. Rijk) Aard controle n.v.t.
€ 9.957.292 Besteding 2011 IOAW
€ 125.560 Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 1.215.961 Besteding 2011 IOAZ
€ 7.783 Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 273.459 Besteding 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
€ 1.688 Baten 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
€ 507.211 I. 6 Wet werk en inkomen Besteding 2011 WWIK kunstenaars (WWIK)
€ 24.125 Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
Gemeenten verantwoorden Aard controle n.v.t. hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle n.v.t.
€0
€0
Pagina 5 van 7
Ontvanger
Juridische grondslag
Nummer G3
Specifieke uitkering
Departement SZW
I N D I C A T O R E Besteding 2011 Baten 2011 Besluit bijstandverlening Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking (excl. levensonderhoud zelfstandigen 2004 Bob) gevestigde zelfstandigen zelfstandigen (excl. Bob) (exclusief (excl. Bob) (excl. Rijk) levensonderhoud Aard controle R beginnende Aard controle R zelfstandigen) Aard controle R Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004
N Baten 2011 Besteding 2011 aan Besteding 2011 Bob kapitaalverstrekking (excl. onderzoek als bedoeld in Bob) (excl. Rijk) artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob)
Aard controle R
Aard controle R
€ 460.300
€ 524.964
Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s
Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van 2011 naar 2012
Aard controle R
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
€ 690.996 Baten 2011 Bob (excl. Rijk)
€ 1.069.661 € 30.230 Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Aard controle R Aard controle R
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB) Wet participatiebudget (WPB)
€0 Besteding 2011 participatiebudget
€0 Waarvan besteding 2011 van educatie bij roc's
Baten 2011 (niet-Rijk) participatiebudget
Aard controle R Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Terug te betalen aan rijk Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil zeggen het in het jaar 2011 nietbestede bedrag voor zover dat de reserveringsregeling overschrijdt, alsmede het in het jaar 2011 ten onrechte niet-bestede bedrag aan educatie bij roc’s
Omvang van het in het jaar 2011 niet-bestede bedrag dat wordt gereserveerd voor het participatiebudget van 2012. Dit bedrag is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft besteed aan educatie bij Aard controle R een roc; hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten onrechte niet-bestede wordt teruggevorderd door het rijk) óf omvang van het in het jaar 2011 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2012 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle R € 21.853.212 Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven
€ 1.572.232 € 268.223 Besteding 2011 Regelluw Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in Dit onderdeel dient 2011 een uitsluitend ingevuld te inburgeringsvoorziening worden door de heeft vastgesteld, dan wel Dit onderdeel moet door alle gemeenten die in 2010 met wie het college in dit gemeenten worden ingevuld. duurzame plaatsingen Indien ingevuld met een nul, van inactieven naar werk jaar een inburgeringsvoorziening is hebben gerealiseerd en dan bestaat er voor 2012 verantwoord aan het Rijk. overeengekomen. geen recht op regelluwe bestedingsruimte
€0 Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen. Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle R
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in Aard controle D1 het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle R
€ 4.102.333 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
€0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1 Aard controle D1
0
€0
131
Pagina 6 van 7
Aard controle D1
132
529
542
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
I N D I C A T O R E Het aantal personen uit Het aantal personen uit Het aantal personen uit de de doelgroep in de de doelgroep in de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de gemeente dat in 2011 het gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II kennis van de Nederlandse praktijkdeel van het inburgeringsexamen, heeft behaald. samenleving, bedoeld in bedoeld in artikel 3,7, artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald. inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1
N Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in Indicator verantwoorden het Informatie Systeem op basis van gegevens in Inburgering (ISI). het Informatie Systeem Inburgering (ISI). Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle D1
565 600 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
136
613
Aard controle D1 SZW
G6
Schuldhulpverlening
79 Besteding 2011
Kaderwet SZW-subsidies
Aard controle R
Gemeenten VWS
H5
Vrouwenopvang incl. advies- en steunpunt huiselijk geweld
€ 1.417.000 Stand reserve per ultimo 2010
Besteding 2010
Aard controle R
Aard controle R
€ 455.043 Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
€ 1.470.462 Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Aard controle R
Aard controle R
Uitgaven van vóór 2010, Besteding (gedeeltelijk) waarvan besteding in 2011 verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? plaatsvindt Ja / Nee Zie Nota batenlastenstelsel Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de Aard controle R medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2010 kunnen opnemen.
Besluit maatschappelijke ondersteuning Gemeenten
VWS
H10
Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG) Tijdelijke regeling CJG Gemeenten
€ 6.382.667
Zie Nota batenlastenstelsel
€0
0 Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
€0 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Aard controle D1
Zie Nota batenlastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
Ja
Ja
Pagina 7 van 7
Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten vavo.
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavodiploma's.
Aard controle D1
Aard controle D1
764
24
7
Afkortingenlijst
ACM ActaPabo APL Aroma AWBZ BBV BBZ BCF BLS bvo CAH Almere CJG D‐lab DMO DSO DUO dvo ECB EDBA EONIA‐tarief ESAR Escrow ESF‐subsidie/‐gelden fte GIP GO grex IAK IAU‐aanvraag IBBA IFA‐gelden Inti JIT‐aanpak LEA Ministerie van SZW/VROM en OCW Ministerie van VWS MIPA MIS MPGA Mupi’s MSP OAB OLP OMALA OMFL OTB OVC OZB p.m. Programmarekening 2011
Almere City Marketing Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam en de PABO Almere Almeerse Participatieladder Algemeen Ruimtelijk Ontwikkelingsmodel Almere Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Besluit Begroting en Verantwoording Besluit Bijstand Zelfstandigen BTW Compensatie Fonds Besluit Locatiegebonden Subsidies bruto‐netto vloeroppervlakte Christelijke Agrarische Hogeschool Almere Centra voor Jeugd en Gezin Duurzaamheidslab Dienst Maatschappelijke Ondersteuning Dienst Stedelijke Ontwikkeling Dienst Uitvoering Onderwijs dienstverleningsovereenkomst Europese Centrale Bank Economy Development Board Almere Maatstaf voor de rekening‐courantrente Elektronisch Signaleringssysteem overeenkomst onder voorwaarde Europese Subsidie Flevoland formatie Gemeentelijk Investeringsplan Gemeentelijk overleg grondexploitatie Integraal Afspraken Kader Almere Incidentele Aanvullende Uitkering Ik Bouw Betaalbaar in Almere Investeringsimpuls Flevoland Almere International New Town institute Jeugd Interventie Team Almere Lokaal Educatieve Agenda Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Verkeer, Ruimtelijke Ordening en Milieu/ Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Volksgezondheid, Welzijn en Sport Meerjaren Infrastructuurprogramma Almere Management Informatie Systeem Meerjarenplan Grondexploitatie Almere levensgroot reclamebord met twee kanten Markt Segment Plan Onderwijs Achterstanden Beleid Onderwijs Leerpakket Ontwikkelingsmaatschappij Airport Lelystad‐Almere Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland Ontwerp Tracébesluit Oostvaarderscollege Onroerende Zaken Belasting pro memorie (ter herinnering) pag. 183
PBS PDCA‐cyclus PIJOFACH PO PWC PZ RAAM RRAAM Ruddo SB SBV SBZ SiSa SRG indeling SROI Tamowerkgroep VSBA VSV VVnE Wabo Wajong WEB Wet Fido Wet OKÉ WGA WI Wij WION Wmo Wsw WVG‐voorzieningen Wwb WWnV ZZP‐er
pag. 184
Programma Bureau Stad kwaliteitszorg instrument Personeel, Informatievoorziening, Juridisch, Organisatie, Financiën, Administratieve organisatie, Communicatie, Huisvesting Particulier Opdrachtgeverschap PricewaterhouseCoopers Accountants NV Publiekszaken Rijksbesluiten‐Amsterdam‐Almere‐Markermeer Rijksregio‐programma ‐Amsterdam‐Almere‐Markermeer Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden Stadsbeheer Stafdienst Bedrijfsvoering Stafdienst Bestuurszaken Single information Single audit Richtlijnen voor de Statistiek Re‐integratie door Gemeenten Social Return on Investment Talentontwikkeling en mobiliteit Verbetering Stedelijke Bereikbaarheid Almere Voortijdig Schoolverlaten Van Veelvoud naar Eenvoud Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet arbeidsongeschiktheid voor jong gehandicapten Wet Educatie Beroepsonderwijs Uitvoeringsregeling Financiering decentrale overheden Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten Wet Inburgering Wet investeren in jongeren Wet Informatie‐uitwisseling Ondergrondse Netten Wet maatschappelijke ondersteuning Wet sociale werkvoorziening Wet Voorzieningen Gehandicapten Wet werk en bijstand Wet Werken naar Vermogen Zelfstandige Zonder Personeel
Programmarekening 2011
Colofon De Programmarekening 2011 is samengesteld door: de gemeente Almere Postbus 200 1300 AE Almere Vormgeving gemeente Almere Foto’s: Marian Steenvoorden