Programmarekening
2 0 11
Gemeente Schiedam
Inhoudsopgave Inleiding 3 Kerngegevens 7 Jaarverslag I Programmaverantwoording 9 • Bestuur en dienstverlening 10 • Ruimtelijke ontwikkeling 22 • Sociale infrastructuur 44 • Stadseconomie 86 • Veiligheid 106 • Woonmilieu 128 • Financiën 144 • Wijkontwikkeling 152 II Paragrafen 161 • Bedrijfsvoering 162 • Financiering 173 • Grondbeleid 179 • Lokale heffingen 183 • Onderhoud kapitaalgoederen 187 • Verbonden partijen 195 • Weerstandsvermogen 206 • Stedenbeleid 214 • Investeringsplannen 216 • Verstrekte subsidies 222
Jaarrekening III Programmarekening en toelichting • Per programma de realisatie van de baten en lasten en saldo met toelichting • Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen • Resultaat incidentele baten en lasten • Analyse afwijkingen begroting ná wijziging en rekening • Vermogensvergelijking • WOPT • Mutaties onvoorzien • Stortingen en onttrekkingen aan reserves per programma • Toevoegingen en vrijval voorzieningen per programma IV Balans en toelichting • Geconsolideerde balans • Toelichting op de balans • Staat van de reserves en voorzieningen • Toelichting op de staat van reserves en voorzieningen • Borg- en garantstellingen • Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties V Bijlagen • Overzicht van gerealiseerde baten en lasten per product • Overzicht SISA • Afkortingenlijst
231 232 233 234 237 249 249 250 251 253 255 256 258 272 276 294 302 305 306 308 320
ProgrammaREKENing
1
2
Inleiding
ProgrammaREKENing
3
Inleiding Voor u ligt de Programmarekening 2011 van de gemeente Schiedam, waarin het college aan de raad verantwoording aflegt over het gevoerde beleid in 2011. Met de behandeling en goedkeuring door de raad verleent de Raad decharge aan het college voor het gevoerde beleid in 2011. De programmarekening bestaat uit twee delen: een beleidsmatig deel (jaarverslag) en een financieel deel (jaarrekening). De Programmabegroting 2011 is uitgangspunt geweest voor de opstelling van deze programmarekening. Jaarverslag 2011 is te karakteriseren als een moeilijk jaar in velerlei opzichten. Bij het opstellen van de programmabegroting 2011 werden forse bezuinigingen voorzien; enerzijds als gevolg van de mondiale economische crisis, anderzijds omdat het in 2010 nieuw aangetreden college een stevige ambitie had om te investeren in de stad, en om het achterstallig onderhoud in de buitenruimte weg te werken. Forse taakstellingen op het terrein van cultuur, welzijn, sport maar ook de bedrijfsvoering waren het gevolg. Deze taakstellingen zijn vertaald in uitwerkingsopdrachten, die in het jaar 2011 voor het eerst hun beslag moesten krijgen. Dat betekent dat 2011 voor een groot deel in het teken heeft gestaan van voornoemde taakstellingen. De raad is tussentijds geïnformeerd over de taakstelling door de zogenaamde KTA-monitor. (Kerntakenanalyse) Verder heeft het onderzoek van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) zijn sporen nagelaten: na het vertrek van de toenmalige burgemeester hebben naar aanleiding van dit rapport alle wethouders hun portefeuille neergelegd. Eind september is een nieuw college aangetreden. De raad heeft een motie aangenomen, waarin het (nieuwe) college wordt opgeroepen om de nodige maatregelen te treffen om de cultuur in de organisatie te normaliseren. Tegen deze achtergrond is de voorliggende programmarekening opgesteld.
4
Programma’s In deel I van het jaarverslag, de programmaverantwoording, geeft het college antwoord op de vragen: • Wat wilden we bereiken? • Wat hebben we gedaan? • Wat hebben we bereikt? • Wat hebben we daarvoor extra ingezet? • Wat heeft het gekost? Daarnaast worden in ieder programma de financiële afwijkingen tussen de gewijzigde begroting en de realisatie toegelicht. Deze toelichting per programma is gericht op de belangrijkste afwijkingen op zowel baten als lasten. Bovendien bevat iedere programmatekst een overzicht van het totaal van baten en lasten van de producten in het betreffende programma. Paragrafen In de paragrafen komen de onderwerpen aan de orde die van belang zijn om inzicht te krijgen in de bedrijfsvoering en de financiële positie van de gemeente Schiedam. Ze geven vanuit diverse perspectieven een dwarsdoorsnede van de programmarekening. De focus is daarbij gericht op de belangrijke beheerprocessen en het beleid dat daaraan ten grondslag ligt. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft gemeenten voor welke paragrafen verplicht zijn. Aanvullend op de verplichte paragrafen heeft het college drie paragrafen opgenomen te weten Stedenbeleid, Investeringsplannen en Verstrekte subsidies. In de paragraaf Bedrijfsvoering is voor het eerst een verantwoording opgenomen over het CollegeWerkProgramma en over de uitwerkingsopdrachten in het kader van de KTA. Jaarrekening Programmarekening Het jaarrekeningresultaat over 2011 bedraagt € 23,9 miljoen nadelig voor bestemming. Door middel van hoger dan geraamde onttrekking aan reserves van per saldo € 29,6 miljoen bedraagt het resultaat na bestemming € 5,7 miljoen voordelig. De grote omvang van de onttrekking aan de reserves wordt voor € 12,6 miljoen verklaard uit onttrekking van de algemene reserve voor de budgetoverheveling; € 6,1 miljoen uit de reserve dekking meerjarentekort 2011-2014 en € 5,4 miljoen uit de reserve herstel openbare infrastructuur.
Baten en lasten per programma (bedragen x € 1.000)
Rekening 2011 Lasten
Baten
Saldo
Resultaat voor bestemming Bestuur en dienstverlening
-14.980
1.736
-13.244
Ruimtelijke ontwikkeling
-35.278
4.227
-31.051
-148.734
82.559
-66.175
-73.632
65.479
-8.152
Sociale infrastructuur Stadseconomie Veiligheid
-10.057
364
-9.694
Woonmilieu
-35.454
21.482
-13.972
Financiën
-4.072
-5.863
-9.935
Wijkontwikkeling
-4.068
699
-3.369
-326.276
170.683
-155.592
Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen
-4.478
8.642
4.164
0
127.518
127.518
-330.754
306.843
-23.910
Bestuur en dienstverlening
-1.158
972
-186
Ruimtelijke ontwikkeling
Algemene dekkingsmiddelen Totaal resultaat voor bestemming Mutaties reserves
-2.682
9.615
6.932
Sociale infrastructuur
-982
5.679
4.698
Stadseconomie
-483
4.675
4.192
0
1.127
1.127
Woonmilieu
-7.282
11.879
4.597
Financiën
-8.166
16.328
8.161
Wijkontwikkeling
-2.999
3.109
110
-23.752
53.382
29.631
-16.138
2.708
-13.430
Veiligheid
Totaal mutaties reserve Resultaat na bestemming Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling Sociale infrastructuur
-37.960
13.842
-24.118
-149.716
88.238
-61.477
Stadseconomie
-74.114
70.154
-3.961
Veiligheid
-10.057
1.490
-8.567
Woonmilieu
-42.736
33.361
-9.374
Financiën
-12.239
10.464
-1.774
-7.067
3.808
-3259
-350.027
224.066
-125.962
-4.478
8.642
4.164
0
127.518
127.518
-354.505
360.226
5.720
Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Totaal resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
5
De verschillen worden in de verschillenanalyse per programma verder toegelicht. 6
11 -1
2-
20
10 31
-1
2-
20
09 31
20 2-1 31
31
-1
2-
20
07
08
bedrag in miljoenen euro’s
40 35 30 25 20 15 10 5 0
20
Daarnaast is er sprake van een aantal grote afwijkingen op de begroting. Dit betreft de volgende posten: • Een negatief resultaat vanwege een extra dotatie aan de voorziening grondexploitatie van € 1,1 miljoen. Daarbij dient bedacht te worden dat bij de Berap nog uitgegaan werd van een geraamd risico van € 5-10 miljoen. • Overschrijdingen op budgetten voor onderhoud openbare ruimte en onderhoud groen van samen € 0,8 miljoen; waar mogelijk zal dit bedrag in 2012 in mindering worden gebracht op de beschikbare budgetten; • Hogere uitgaven van € 0,5 miljoen vanwege het op orde brengen van de formatie van het KCC, waar geen besparingen elders in de formatie tegenover staan; • Door gedeeltelijke vrijval 0,8 miljoen van de voorziening omslagbijdrage regio; • Door de aflossing door Woonplus van leningen die de gemeente had verstrekt, ontving de gemeente € 0,6 miljoen minder aan rentebaten; • De voorziene afwaardering van de Wijkontwikkeling Groenoord (WOG) leidt tot een nadeel in de jaarrekening van € 1,9 miljoen; de afwaardering is aangekondigd in de risicoparagraaf van de Berap; • De decembercirculaire 2011 bevatte nog een voordeel in de algemene uitkering van € 2,2 miljoen.
Verloop algemene reserve (standen ultimo december exclusief resultaatbestemming)
2-
Het resultaat na bestemming impliceert dat dit resultaat vrij besteedbaar is voor de gemeente. Echter bij het resultaat na bestemming wordt geen rekening gehouden met (incidentele) programmabudgetten en investeringen die in 2011 niet geleid hebben tot lasten of verplichtingen, maar waarvoor wel bestuurlijke besluitvorming heeft plaatsgevonden. De verwachting is dat de betreffende uitgaven in 2012 alsnog zullen plaatsvinden. Het grootste deel van het positieve resultaat van € 5,7 miljoen wordt veroorzaakt door onderbestedingen. Voor een beperkt aantal onderbestedingen is budgetoverheveling aangevraagd. Hiervoor zal het college separaat een voorstel doen aan de raad.
06
€ 5,7 miljoen positief
-1
Resultaat na bestemming
20
€ 29,6 miljoen positief
31
€ 23,9 miljoen negatief
Onttrekkingen reserves
2-
Resultaat voor bestemming
-1
Overzicht resultaat 2011:
Financiële positie Algemene reserves De algemene reserve is in 2011 afgenomen met € 12,6 miljoen en bedraagt ultimo 2011 € 11,3 miljoen. Dit is exclusief het voordelig resultaat 2011 van € 5,7 miljoen en inclusief de verwerking van het voordelig resultaat van 2010 van € 13,4 miljoen.
31
Financieel resultaat 2011 en resultaatbestemming
bedrag in miljoenen euro’s
In de paragraaf weerstandsvermogen wordt nader ingegaan op het vermogen. Bestemmingsreserves en voorzieningen: De overige reserves (inclusief Berckenrode Groep Schiedam BGS) zijn afgenomen met € 17,1 miljoen. Het saldo van de voorzieningen is in 2011 toegenomen met € 0,6 miljoen. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een dotatie aan de voorziening groot onderhoud voor € 5,2 miljoen, een onttrekking van € 5,4 miljoen aan de voorziening voor verliezen op de grondexploitaties, een gedeeltelijke vrijval van de voorziening omslagbijdrage Stadsregio en een storting in een voorziening voor de aankoop van grond en opstallen aan de Makkerstraat van € 1,8 miljoen. De bedragen in de programmarekening zijn weergegeven in € 1.000, tenzij anders aangegeven. Wanneer bij bedragen in tabellen een ‘-‘ teken wordt gebruikt is sprake van een nadeel, namelijk een hogere last of een lagere bate. Wanneer geen ‘-‘ teken wordt gebruikt is sprake van een voordeel.
Kerngegevens
ProgrammaREKENing
7
Kerngegevens Sociale structuur
Rekening 2011
Aantal inwoners
75.707
Inwoners 0 - 19 jaar
17.111
Inwoners 20 - 64 jaar
47.070
Inwoners 65 jaar en ouder
11.526
Fysieke structuur Oppervlakte gemeente (ha) Oppervlakte binnenwater (ha) Oppervlakte historische kern (ha) Aantal woningen
1.989 186 33 35.586
Oppervlakte wegen (in m2)
1.898.635
Oppervlakte fietspaden en -stroken (in m2) incl. wandelpaden
1.080.788
Gemeentelijke wegen (km) Rijkswegen (km) Lengte waterwegen (in m1)
211 21 98.500
Financiele structuur (bedragen x € 1.000) Totaal uitgaven (incl. toevoegingen aan reserves en voorzieningen)
354.505
Algemene uitkering gemeentefonds
101.462
Boekwaarde geactiveerde kapitaaluitgaven
580.203
Eigen financieringsmiddelen Opgenomen langlopende leningen
8
54.905 257.315
Jaarverslag I Programmaverantwoording
Bestuur en dienstverlening Ruimtelijke ontwikkeling Sociale infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Financiën Wijkontwikkeling ProgrammaREKENing
9
Bestuur en dienstverlening 1. Doelstelling Het gemeentebestuur staat voor een daadkrachtig bestuur van de wijken, de stad en de regio. Daarin staan de Schiedamse burgers en ondernemers centraal. Schiedam is immers ‘een
stad die het waard is om in te wonen en te werken’. Om dit te bereiken wil de gemeente haar prestaties permanent verbeteren. Ook streeft de gemeente naar een open bestuurscultuur die alle Schiedammers stimuleert om initiatieven te nemen.
Bestuur en dienstverlening
Speerpunten
Algemene doelstelling
Verbeteren dienstverlening middels: • Strategische opgave dienstverlening: • realisatie KCC • realisatie Antwoord© • Verbeteren digitale dienstverlening door: • vergroten aanbod diensten en producten • verankering van KCC en Antwoord© in organisatiecultuur en -structuur • Vergroten van burgerparticipatie in beginfase van beleids- en planvorming • Versterken bestuurlijke positie in de regio • Vergroten bekendheid van het gemeentebestuur. Beleidsonderdeel
Bestuur
Vraag- en antwoordgericht, daadkrachtig bestuur van de wijken, de stad en de regio, die participatie en betrokkenheid van burgers en ondernemers meer faciliteert, initiatieven stimuleert, bureaucratie wegneemt en voor wie dienstverlening aan burgers, ketenpartners en ondernemers centraal staat.
10
Doelstellingen 1. Goede bereikbaarheid van college- en raadsleden; 2. Vergroting van de participatie en beginspraak bij beleids- en planvorming; 3. Verbetering van de bekendheid met en profileren van de gemeenteraad en haar rol als algemeen bestuur van de stad.
Dienstverlening
1. Uitbreiding digitale dienstverlening aan de burgers; 2. Snellere dienstverlening aan de burgers; 3. Kwalitatief betere dienstverlening. 4. Vergroten bereikbaarheid, aanspreekbaarheid en laagdrempeligheid organisatie; 5. Vermindering regeldruk.
Gemeentearchief
1. Beheer en beschikbaarheid informatie.
2. Context en achtergrond 2011: een roerig jaar In deze jaarrekening wordt verantwoording afgelegd over de prestaties in 2011 van de gemeente Schiedam en haar dagelijks bestuur. In deze verantwoording kan niet worden voorbij gegaan aan de twee zaken die dit jaar beheerst hebben: de financiële uitdagingen waarvoor de gemeente zich gesteld ziet en de opgetreden bestuurlijke beroering, die het BINGrapport en een bestuurswissel tot gevolg had. De politiekbestuurlijk-ambtelijke opgaven voor de komende jaren zijn helder: het normaliseren van de verhoudingen, lering trekken uit het verleden en het herstellen van het vertrouwen. Dit college van burgemeester en wethouders vindt dat zij aan dit proces effectief leiding geeft en regie voert. In 2011 is veel bereikt, ondanks alle energie die is besteed aan het boven tafel krijgen van de misstanden en problemen. Het jaar 2011 is dan ook zeker geen verloren jaar geweest.
dienstverlening van de gemeentelijke organisatie. Uitgangspunten zijn dat de inwoners centraal staan en dat ze de gemeente via diverse kanalen kunnen bereiken. Gemeenten dienen voor 2015 de volgende zaken te realiseren: • Gemeenten werken vraaggericht: de inwoner staat centraal. • Gemeenten bieden inwoners keuzevrijheid tussen vier klantcontactkanalen (telefonisch, mondeling, schriftelijk en per e-mail). Gemeenten creëren de mogelijkheid dat inwoners zoveel mogelijk digitaal zaken kunnen doen. • Gemeenten werken optimaal samen met zowel publieke als private ketenpartners. • Gemeenten zijn transparant en aanspreekbaar. • De gemeente wil haar hulpvaardigheid vergroten en – in het belang van haar inwoners – slimmer gaan werken. Deregulering levert daaraan een grote bijdrage.
Terugdringen bureaucratie De gemeente Schiedam wil regelgeving, onnodige bureaucratie en administratieve lastendruk te verminderen. Ingezet wordt op integraal werken over de hele breedte en de belevingswereld van de klant staat centraal. Dit vereist niet alleen een wijziging in de bedrijfsvoering, maar ook verdere ontwikkeling van de organisatiecultuur, waarin vraag- en antwoordgericht denken en handelen centraal staan. Het Klant Contact Centrum en de implementatie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) worden verder ontwikkeld. Daarin worden 25 vergunningen omgevormd tot één geïntegreerde vergunning voor bouwen, slopen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Hierdoor hebben burgers en bedrijven minder administratieve lasten, krijgen zij betere dienstverlening door de overheid en krijgen zij geen tegenstrijdige voorschriften aangeleverd.
Schiedam geeft Antwoord© De kwaliteit van de dienstverlening zoals de klanten – dat wil zeggen de Schiedamse burgers, bedrijven en instellingen – die ervaren, is in hoge mate bepalend voor het imago van de gemeente. Om die kwaliteit te ontwikkelen en te borgen past de gemeente Schiedam het landelijke strategische ontwikkelkader voor gemeentelijke dienstverlening Antwoord© toe. Hoewel de Nederlandse gemeenten verplicht zijn zich hierbij aan te sluiten, bestaat er los van deze verplichting in Schiedam de nadrukkelijke wens de klant sneller en beter te bedienen. Het binnen Schiedam in 2011 gerealiseerde KCC voert de regie over steeds meer klantprocessen in de gemeente en verbetert in een continu proces de dienstverlening, ook op de vakafdelingen. Dit vergt ontwikkeling van medewerkers, organisatie, processen, informatiehuishouding en ondersteunende (informatie)systemen. In 2011 is de realisatie van de projecten op grond van het Masterplan Dienstverlening verder verankerd in de lijnorganisatie. Hierdoor wint het dienstverleningsconcept aan bekendheid, draagvlak en commitment.
Bestuurlijke samenwerking Het Schiedams bestuur positioneert zich sterker in de regio en verdedigt zijn belangen sterk en daadkrachtig. Met de omringende (deel)gemeenten wordt gesproken over nadere samenwerking. Het gaat om efficiënter werken door schaalvergroting, maar zeker ook om het vergroten van de effectiviteit. Ook heeft de gemeente Schiedam er baat bij wanneer ze op het gebied van bestuurlijke dienstverlening de best practices van andere gemeenten bestudeert en kennis deelt. Dienstverlening aan de burger Het programmaonderdeel Dienstverlening omvat de externe
Benchmarking: het vergelijken van prestaties Om de ontwikkeling van de gemeentelijke dienstverlening te volgen in relatie met andere gemeenten en om een grotere mate van transparantie te bieden, neemt Schiedam deel aan Benchmarking Publiekszaken. Deze jaarlijkse benchmark is een – deels openbare – vergelijking van de dienstverleningsprestaties van de deelnemende gemeenten wat betreft klanttevredenheid en bedrijfsvoering. De uitkomsten worden
ProgrammaREKENing
11
gebruikt om de gemeentelijke dienstverlening verder te verbeteren. Ook worden ‘good practices’ uitgewisseld met andere gemeenten: werkwijzen die zich in de praktijk hebben bewezen. Digitalisering dienstverlening en informatievoorziening Sinds maart 2011 heeft Schiedam een gemoderniseerde website. Meer dan het geval was, is de website gericht op eenduidige beantwoording van vragen van burgers. Eind 2011 konden ruim twintig producten via het digitale worden besteld. Dit aantal groeit gestaag. De website kan ook worden gebruikt bij raadplegingen en inspraak. Het kennisbeheer is stevig in de organisatie verankerd. Zo kan de gemeente ook steeds meer complexe vragen eenduidig, helder en vooral integraal beantwoorden, zonder de klant door te verwijzen van het ene naar het andere loket. De gemeentelijke organisatie neemt de coördinatie voor de burger over: voor de burger is er één duidelijk aanspreekpunt. Een dergelijke werkwijze stelt eisen aan de organisatie: flexibel, dynamisch, korte communicatielijnen, resultaatgericht en verantwoordelijkheid op uitvoeringsniveau. Het college bekijkt daarom de processen, procedures en de bedrijfsvoering kritisch om te bezien hoe deze herijkt moeten worden. Verbouwing en herinrichting publieksruimten Stadskantoor De verbeterde dienstverlening komt fysiek tot uiting in de tot KCC verbouwde Stadswinkel. Met de verbouwing sluit dit visitekaartje van de gemeente aan bij de vereisten van een laagdrempelige, vraaggerichte gemeente. In de twaalf jaar dat de Stadswinkel dienst heeft gedaan, zijn de wettelijke vereisten inzake veiligheid (voor bezoekers en personeel), beveiliging (van reisdocumenten en privacygevoelige informatie) en bouwfysische normen (arborichtlijnen over inrichting werkplekken, verlichting en luchtkwaliteit) flink aangescherpt. Bovendien is in de twaalf voorgaande jaren slechts sporadisch onderhoud gepleegd. De vervuilde en slecht onderhouden voormalige Stadswinkel had hierdoor, met haar vierhonderd bezoekers per dag, een negatief effect op het imago van de gemeentelijke organisatie en haar bestuur. Op 4 oktober vond een feestelijke opening plaats. In oktober en november is ook de backoffice van het KCC verbouwd. Het laatste deel van de verbouwing, bestaande uit de realisatie van een multifunctionele vergaderruimte en een lounge annex pantry tegenover de Aleidazaal, loopt door tot in 2012.
12
3. Relatie met andere programma’s CollegeWerkProgramma De kwaliteit van de dienstverlening wordt bepaald aan de hand van de tevredenheid van de klanten. Deze punten van het coalitieakkoord vormen de basis voor het CWP 2010-2014. Programma Veiligheid Waar mogelijk zal het programma Veiligheid aansluiten op het Masterplan Dienstverlening. Dit gebeurt door actuele overzichten van de vergunde evenementen op de website te plaatsen of aanvragen voor horeca- en evenementenvergunningen digitaal mogelijk te maken. Programma Wijkontwikkeling De gemeente hanteert de volgende uitgangspunten voor de eigen prestaties: open, transparant, proactief, met meer maatwerk. Dit geldt voor zowel het bestuur en de dienstverlening als voor de wijkontwikkeling. Programma Stadseconomie Het ondernemersloket is geïncorporeerd in het KCC, waardoor ondernemers op één punt terecht kunnen met al hun vragen op het gebied van het starten van een onderneming, economische ontwikkeling, ruimte- en bestemmingsplannen. Op deze wijze worden ondernemers en hun ketenpartners begeleid in hun contacten met de gemeente. Door open communicatie kunnen op deze wijze hindernissen voor ondernemers en ondernemingen worden weggenomen: door actief relatiebeheer en door vraag- en antwoordgerichte dienstverlening. Er wordt hierbij samengewerkt met de stichting Mentor, de Kamer van Koophandel, het werkgeversservicepunt en de werkmakelaars. Programma Sociale infrastructuur Een efficiënte en effectieve uitvoering van de Wmo wordt bewerkstelligd met actieve inbreng van de betrokkenen. De Wmo-balie, waar klanten terecht kunnen met vragen en voor informatie, is ondergebracht in het KCC. 4. Kaderstellende beleidsnota’s • coalitieakkoord 2010-2014; • CollegeWerkprogramma; • protocol Interactieve Beleidsvorming; • protocol Actieve Informatievoorziening; • notitie Beter Vergaderen; • Masterplan Dienstverlening 2009-2015 met daarvan afgeleid:
• projectplan Digitale Dienstverlening; • dienstverleningsconcept KCC; • communicatie: een factor van belang 2010-2015; • beleidsplan Gemeentearchief 2011-2014 Bewaren om te laten gebruiken; • tussenstand Kerntakenanalyse (zomer 2010). 5. Beleidsonderdeel Bestuur Het huidige college heeft als centrale ambitie de kwaliteit van (beleids)processen te verbeteren door burgers vaker en vroeger in die processen te betrekken. De onderliggende veronderstelling is dat deze professionele interactie met de stad bijdraagt aan het vertrouwen van burgers in het gemeentebestuur. De gemeente streeft ernaar een betrouwbare partner te zijn voor haar bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Dit doet zij allereerst door helder te communiceren over de plannen en keuzes die worden gemaakt. In de tweede plaats beseft de gemeente dat de stad ‘met elkaar’ wordt gemaakt. Ze gaat daarom uit van samenwerking met anderen. Dat kan alleen wanneer ze openstaat voor goede ideeën en creativiteit van inwoners: een voorwaarde voor draagvlak en betrokkenheid. Op steeds meer terreinen wordt zichtbaar dat de gemeente de verantwoordelijkheid voor vraagstukken in de stad deelt: met professionele organisaties, met bedrijven en met bewoners. Centraal voor de gemeente staat dat ze niet alleen het vertrouwen van inwoners en ondernemers wil herstellen en vergroten, maar ook de tevredenheid van de inwoners over de dienstverlening. Alle geledingen binnen de gemeente streven ernaar een betrouwbare partner te zijn voor bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. In essentie streeft de gemeente op dit terrein de volgende doelen na: Doel 1: goede bereikbaarheid van college- en raadsleden; Doel 2: vergroting van de participatie en beginspraak bij beleids- en planvorming; Doel 3: verbetering van de bekendheid met en profileren van de gemeenteraad en haar rol als algemeen bestuur van de stad. De realisatie van deze doelen vindt plaats op basis van een pakket aan samenhangende activiteiten: • Bestuursstijl en communicatie – In de bestuursstijl en communicatie wil de gemeente open, zichtbaar, resultaatgericht en klantgericht haar werk doen. Door duidelijk te maken waar ze staat en waar ze naar toe wil, vergroot de gemeente
Schiedam haar transparantie. Desbetreffende transparantie kan dienen ter verbetering van de politiek-bestuurlijke rolverdeling en processen en vergroot de accountability. • Communicatie – Een belangrijk aspect van de kwaliteit van dienstverlening is de communicatie: de gemeente wil helder communiceren over de plannen en keuzes die gemaakt worden. • Tevredenheidsonderzoek – Belangrijke factoren die het vertrouwen doen vergroten zijn de kwaliteit van de dienstverlening én periodieke meting van de tevredenheid over de mogelijkheden tot burgerparticipatie en over de effectiviteit van burgerparticipatie. • Participatie – Er is in 2011 gewerkt aan het kader voor burgerparticipatie, aan de ‘toolbox participatie’ en aan een andere verhouding tussen burgers en gemeente: • Het kader voor burgerparticipatie is in concept gereed en wordt op korte termijn aan de raad aangeboden. Het is een actualisatie en uitbreiding van het bestaande Protocol interactieve besluitvorming. Het wordt het nieuwe uitgangspunt voor alle participatieactiviteiten die door de gemeente worden geïnitieerd. • De toolbox is in ontwikkeling en wordt inmiddels gevuld met de instrumenten die relevant zijn voor de werkpraktijk in Schiedam, inclusief criteria en richtlijnen om te bepalen welke ‘tool’ wanneer wordt gebruikt. • Er is in 2011 veel aandacht besteed aan ‘eigen kracht’ (individuele burgers) en ‘burgerkracht’ (groepen burgers). Hoe kunnen burgers meer het stuur in handen nemen en gaat de gemeente waar nodig faciliteren? De ‘Buurtalliantiebijeenkomsten’ hebben hierin een inspirerende rol gespeeld. Naast een aantal concrete initiatieven die wordt uitgewerkt, o.a. het eigen beheer van activiteiten en ruimtes in de verschillende buurten, betreft het een andere invalshoek in veel contacten met groepen burgers en instellingen in de stad, een andere houding van alle betrokkenen. • Er is een begin gemaakt met ‘outcomesturing’. Hoe zorgen we dat vooraf zo goed mogelijk in beeld wordt gebracht wat de beoogde effecten zijn, en hoe deze inzichtelijk worden gemaakt? Vooral bij complexe doelstellingen (bijv. het vergroten van sociale cohesie) zijn er geen concreet meetbare oorzakelijke verbanden. Hoe krijg je toch een zo goed mogelijk beeld van de beoogde en bereikte effecten? • In 2010/2011 is de zogenaamde ‘sociale index’ ontwikkeld; deze geeft een goed inzicht in de outcome van alle inspanningen tezamen: op welke onderdelen gaat een
ProgrammaREKENing
13
wijk of buurt erop vooruit of achteruit? De sociale index is eind 2011 gereed gekomen. • Best practices – De gemeente heeft best practices van andere steden in de Schiedamse situatie toegepast en zal dit blijven doen. Een voorbeeld is de totstandkoming van het overhevelen van klantprocessen naar het KCC. Ook kunnen innovatieve en experimentele wijzen van interactieve beleids- en planvorming in samenwerking met andere steden ontwikkeld worden. Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten De gemeenteraad heeft het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) opdracht gegeven onderzoek te doen naar bestuurlijk en ambtelijk handelen binnen de gemeente. Dit is gebeurd naar aanleiding van berichten in de media over vermeend niet-integer handelen en belangenverstrengeling van de Schiedamse burgemeester, niet integer handelen door de ambtelijke organisatie en het niet functioneren van de klokkenluidersregeling. Het bureau heeft negentien dossiers onderzocht, waarvan in een groot aantal is vastgesteld dat is gehandeld in strijd met de beginselen van integer en behoorlijk bestuur. Het onderzoek heeft uiteindelijk geresulteerd in de ontslagaanvraag door de burgemeester en later in het neerleggen van de functie door de wethouders. Het nieuwe college van burgemeester en wethouders dat hierna aantrad, heeft zich nadrukkelijk tot doel gesteld regie te voeren over het cultuurhersteltraject. Het college beseft terdege dat zijn eigen handelen onberispelijk dient te zijn en het een voorbeeldfunctie heeft op het gebied van transparantie, openheid en het normaliseren van de verhoudingen. Inmiddels is een Meldpunt Beschadigde Medewerkers ingesteld, is een nieuwe mandaatregeling vastgesteld en heeft een diagnostische check van de organisatiecultuur plaatsgevonden door een extern bureau met veel expertise op dit vlak. Door deze check zijn alle problemen niet alleen benoemd en geduid, ook wordt hiermee het traject naar herstel inzichtelijk. Een continue proces van zelfreflectie en zelfcorrectie is een vereiste voor alle betrokkenen, tot het gewenste gedrag een tweede natuur wordt. Benadrukt dient te worden dat, om te komen tot volledige normalisering van de cultuur en de verhoudingen, er nog veel inspanning en inzet door alle actoren benodigd is. Echter, de eerste stappen op weg naar herstel zijn genomen. Communicatieve opgaven gemeenteraad Sinds de invoering van het dualisme kan de gemeenteraad in grotere onafhankelijkheid het college beoordelen en zo een duidelijker, zelfstandiger gezicht laten zien. Dat moet de in-
14
zichtelijkheid van het bestuur bevorderen: • geen rolverwarring, omdat de verantwoordelijkheden van college en gemeenteraad uit elkaar zijn gehaald; • meer levendigheid in de debatten, omdat fracties zich onafhankelijker kunnen opstellen; • meer duidelijkheid en hopelijk meer aantrekkingskracht van de politiek. In goede samenwerking tussen griffie en Communicatie krijgt dit permanent aandacht. Maar het kan altijd nóg beter. Vanwege de bijzondere bestuurlijke omstandigheden is ervoor gekozen het onderzoek Imago en Dienstverlening in 2011 niet plaats te laten vinden. De resultaten zouden immers hierdoor significant worden beïnvloed, hetgeen een heldere analyse bemoeilijkt had. Om deze reden kan de tabel ‘Imago van het gemeentebestuur’ niet geactualiseerd worden weergegeven. 6. Beleidsonderdeel Dienstverlening Doelstelling 1: uitbreiding van de dienstverlening aan de burgers De gemeente wil de tevredenheid over haar dienstverlening vergroten. Hoewel de gemeente simultaan moet presteren in verschillende rollen van dienstverlener tot handhaver, terwijl burgers niet altijd als klant kunnen worden gezien, verwachten de Schiedammers wel dat de gemeente haar meest basale ‘prestaties’ op orde heeft. Als dit niet het geval is, heeft dit consequenties voor beeldvorming en imago en de betrouwbaarheid van het bestuur. Om de tevredenheid over de dienstverlening door de gemeente te vergroten, zijn twee ambities geformuleerd: 1. Antwoordgericht functioneren Niet de interne organisatie is leidend, maar de beantwoording van de vraag van de klant. Omdat klantprocessen dwars door clusters, afdelingen en functies snijden, moeten bedrijfsprocessen zodanig worden vormgegeven dat vragen van burgers effectief en efficiënt kunnen worden behandeld en beantwoord. Dit stelt eisen aan de bereikbaarheid van kennis, integraliteit en flexibiliteit. Met korte communicatielijnen en de nieuwe Mandaatregeling 2011 waarbij de mandaten op een lager niveau zijn belegd, kan kennis adequaat worden beheerd en gedeeld, ook binnen de gemeentelijke afdelingen. 2. Schiedam als één van de best dienstverlenende gemeenten Het onderzoek Imago en Dienstverlening heeft in 2011 niet plaatsgevonden, maar het tevredenheidsonderzoek van Benchmarking Publiekszaken wel. Daaruit blijkt dat de tevredenheid is toegenomen, zowel voor het baliekanaal als
het telefonische kanaal (zie de tabel onder ‘Klanttevredenheid’). Van het digitale en het postkanaal bevat de benchmark geen klantevredenheidsscores. In vergelijking met andere gemeenten scoort Schiedam goed op informatievoorziening en tarieven. Schiedam doet het relatief minder goed wat betreft levertijden, vooral van producten anders dan de traditionele Stadswinkelproducten. Op dit punt kan een goede voortgangsbewaking en regiefunctie verbetering brengen. Om haar ambities te verwezenlijken zet de gemeente in op het volgende: • Klantgerichte benadering – De informatievoorziening via de website wordt overzichtelijk en in heldere taal gepresenteerd. Ook kan de klant steeds meer zaken zelf regelen via het digitale loket, op elk tijdstip en op elke plaats waar internet beschikbaar is. De klant heeft één aanspreekpunt in de vorm van het KCC, dat voor die klant intern de regie voert op de verdere afhandeling. • Wensen- en tevredenheidsonderzoeken – Met enquêtes, klanttevredenheids- en benchmarkonderzoeken worden de wensen van burgers en ondernemers ten aanzien van dienstverlening gepeild. In 2011 heeft in samenwerking met de afdeling Onderzoek en Statistiek een onderzoek plaatsgevonden onder bezoekers van het KCC en onder het internetpanel van de gemeente Schiedam naar de openingstijden, het werken op afspraak en de voorkeuren voor de verschillende kanalen. Samenvatting van het onderzoek naar openingstijden en kanalen Bezoekers van het KCC beoordelen de gemeentelijke baliedienstverlening met ruime voldoendes, variërend van een 7,1 tot een 8,1. De balie is dan ook het populairste dienstverleningskanaal, vooral vanwege de betrouwbaarheid en de service die klanten daar ervaren. Voor klanten zonder afspraak is de balie altijd het voorkeurskanaal, terwijl klanten met afspraak vaak eerst de website checken en liever de telefoon pakken als ze weinig tijd hebben. Het overgrote deel van de respondenten heeft toegang tot internet: 85% van de respondenten zonder afspraak, 89% van de respondenten met afspraak en 100% van de leden van het internetpanel. Ook heeft een ruime meerderheid al een DigiD: 56% van de respondenten zonder afspraak, 70% van de respondenten met afspraak en 84% van de leden van het internetpanel. Toch blijft het gebruik van het digitale loket tot nu toe laag. Ongeveer tweederde van de klanten geeft aan wel gebruik te gaan maken
van het digitale loket, indien hiervoor een korting wordt geboden. Een ander deel overweegt dit, afhankelijk van de korting. Van de respondenten zonder afspraak beoordeelt 10% de wachttijden als ‘kort’ tot ‘zeer kort’, 49% als ‘niet kort, niet lang’ en 41% als ‘lang’ tot ‘zeer lang’. Van de respondenten met afspraak beoordeelt 47% de wachttijden als ‘kort’ tot ‘zeer kort’, 38% als ‘niet kort, niet lang’ en 15% als ‘lang’ tot ‘zeer lang’. Het oordeel van de leden van het internetpanel over de wachttijden zit precies tussen dat van bezoekers met en zonder afspraak in. Maar liefst 63% van de respondenten zonder afspraak geeft aan niet te weten dat op afspraak een maximale wachttijd van vijf minuten geldt (servicenorm). De overige 37% was wel bekend met deze norm en 11% geeft aan daadwerkelijk eerder een afspraak te hebben gepland via internet. Naar aanleiding van de uitkomsten van deze onderzoeken is meer ingezet op kanaalsturing en zijn de openingstijden van het KCC aangepast. • Rolwisselingen – In elk van haar zes rollen (dienstverlener, ontwikkelaar, uitvoerder, handhaver, beheerder en politieke organisatie) legt de gemeente zich toe op het zo goed mogelijk presteren in die rol. • Open structuur en cultuur – Om de meer open cultuur te bewerkstelligen die noodzakelijk is voor antwoordgericht werken, is de mandaatregeling aangepast, een klantcontactsysteem in gebruik genomen en een kennisbank ingericht. Ook wordt bij het overhevelen van werkprocessen naar het KCC, waarover in 2011 harde afspraken zijn gemaakt, het hele proces tegen het licht gehouden om deze efficiënter en effectiever te maken. • Digitale dienstverlening – Sinds maart 2011 heeft Schiedam een gemoderniseerde website, die overzichtelijker is, frisser oogt en betere zoekmogelijkheden biedt. Medewerkers vormen letterlijk en figuurlijk het gezicht van de gemeente op de website. Steeds meer producten kunnen via het digitale loket worden besteld. De afzet via het digitale kanaal is vergeleken met de afzet via de balie nog niet zo groot, maar groeit wel gestaag. Digitale media hebben de voorkeur voor dienstverlening, vanwege de snelheid en efficiëntie. Onderstaande tabel toont welke producten en diensten inmiddels via het digitale loket verkrijgbaar zijn en welke in 2011 zijn voorbereid om in 2012 geïmplementeerd te worden. De formulieren met een asterisk (*) zijn toegevoegd in 2011. De betere digitale informatievoorziening en de mogelijkheid om online producten en diensten te bestellen moet in de loop van 2012 leiden tot een verdere verschuiving in klantcontacten van balie en post naar de relatief snelle en efficiënte kanalen telefoon en internet. ProgrammaREKENing
15
Tabel gemeentelijke producten die via www.schiedam.nl worden aangeboden (stand eind 2011) Elektronische producten Klacht indienen
X
2
Contact opnemen met de gemeente
X
3
Melding doorgeven
X
4
Uittreksel Burgerlijke Stand aanvragen (diverse varianten)
X
5
Uittreksel GBA aanvragen (diverse varianten)
X
6
Aan- of afmelden van de hond voor hondenbelasting
X
7
Verhuizing doorgeven
X
8
Vertrek buitenland doorgeven
X
9
Verzoek tot geheimhouding persoonsgegevens indienen
X
10
Naamgebruik veranderen
X
11
Bewijs van in leven zijn aanvragen
X
12
Bewijs van Nederlanderschap aanvragen
X
13
Standplaatsvergunning aanvragen
X
14
Marktplaatsvergunning aanvragen
X
Gereed in 2012
Anders, namelijk
Is uittreksel GBA
15
Parkeervergunning aanvragen
Direct klaar via balie
16
Gehandicaptenparkeervergunning aanvragen
Direct klaar via balie
17
Gehandicaptenparkeerkaart aanvragen
Direct klaar via balie
18
Gehandicaptenparkeerplaats aanvragen
19
Kapvergunning aanvragen
20
Evenementenvergunning aanvragen
X
21
Bezwaar gemeentelijke belastingen indienen
X
22
Kwijtschelding aanvragen
X
23
Automatisch betalen aanvragen of wijzigen
X
24
Vakantie of verblijf in het buitenland melden*
X
25
Gevonden of verloren voorwerpen melden*
X
26
Kopie OZB-aanslag, WOZ-beschikking of WOZ-taxatieverslag aanvragen*
X
27
Eigen verklaring rijbewijs aanvragen*
X
28
Graafwerkzaamheden melden*
X
29
Afspraak maken
X
Fysiek dienstverleningskanaal: avondopenstellingen KCC Sinds 3 mei 2010 heeft het KCC nieuwe openingstijden met drie avondopenstellingen per week. In de herfst van 2011 is deze nieuwe werkwijze geëvalueerd aan de hand van bedrijfsvoeringsgegevens en enquêtes onder klanten en medewerkers. Naar aanleiding van de evaluatie is besloten de openstelling op maandagavond te laten vervallen, omdat de animo op die avond gering was: veel klanten verschenen niet op hun afspraak. De capaciteit die hierdoor vrij komt, wordt ingezet op andere, drukke momenten in de week om zodoende de wachttijden te beperken en een goede dienstverlening te realiseren.
16
Gereed
1
X Via Omgevingsloket
Doelstelling 2: Snelle dienstverlening aan de burgers Fysiek dienstverleningskanaal: werken op afspraak Sinds mei 2010 werkt de Stadswinkel ’s middags en ’s avonds uitsluitend op afspraak. Dit biedt verschillende voordelen. Zo zijn de wachttijden zeer kort en is er voldoende tijd om de klant goed te helpen en te informeren over eventueel over te leggen bescheiden. De evaluatie van de openingstijden en het werken op afspraak geeft geen aanleiding om verdere wijzigingen aan te brengen: het KCC blijft ’s ochtends open op vrije inloop en ’s middags en ’s avonds op afspraak.
voor registratie (afhankelijk van de inhoud). Binnen deze tien minuten wordt tevens een ontvangstbevestiging verstuurd. Indien de mail naar DIV wordt doorgestuurd voor registratie, draagt de afdeling zorg voor de ontvangstbevestiging. Er is sprake van een aanzienlijke verbetering van de situatie ten opzichte van de periode voor de invoering van het centrale e-mailadres.
Telefonisch dienstverleningskanaal: 14 010-nummer Schiedam is sinds half november 2010 aangesloten op het algemene telefoonnummer 14 010. Dit nummer is voortaan het enige algemene telefoonnummer in de externe communicatie. Voor de klant betekent dit eenvoud: bellers hoeven niet eerst zelf uit te zoeken bij welke afdeling zij moeten zijn. Voor alle vragen kunnen zij bij 14 010 terecht. In 2011 werd het servicelevel precies behaald: 80% van de telefoontjes werd binnen 30 seconden beantwoord (zie ook onder ‘Servicenormen’).
Servicenormen Op de nieuwe website zijn de Schiedamse servicenormen gepubliceerd. De servicenormen beschrijven wat klanten mogen verwachten van de gemeentelijke dienstverlening. Voor intern gebruik zijn de servicenormen voorzien van streefwaarden, die – voor zover mogelijk met de huidige informatiesystemen – maandelijks worden gemeten en gerapporteerd via intranet. De aandacht van het management voor de servicenormen heeft in de loop van 2011 geleid tot een geleidelijke verbetering van de maandelijkse scores voor het afhandelen van post en in mindere mate het terugbellen op verzoek. Maar, de streefwaarden worden in de meeste gevallen nog niet behaald. Een potentieel vertragende factor bij de afhandeling van brieven is de hoeveelheid mensen die een brief moeten zien, voordat deze verstuurd kan worden (parafencultuur). Wanneer, in overeenstemming met het Antwoord©-concept, verantwoordelijkheden lager in de organisatie worden belegd, zullen de processen efficiënter kunnen worden ingericht en zal de behandeltijd afnemen. Tevens cruciaal in het verbeteren van de scores is sturing door en betrokkenheid van het management. Om dit te bevorderen worden sinds kort de scores per afdeling elke maand via intranet gepubliceerd. Het voltallige college heeft zich gecommitteerd aan de verbetering van de dienstverlening, overeenkomstig het Coalitieakkoord en het CWP.
Telefonisch dienstverleningskanaal: eigen callcenter De inrichting van het eigen callcenter is een succes. Tot begin 2011 beantwoordde een extern callcenter het telefoonverkeer op het algemene nummer en waren er veel klachten van klanten over de telefonische dienstverlening. Sinds een jaar verzorgt het eigen callcenter de eerste opvang op het algemene telefoonnummer en beantwoordt daarbij zo veel mogelijk vragen direct inhoudelijk. Als dat niet mogelijk is, verbinden de callcentermedewerkers de beller door met een vakspecialist of maken zij een terugbelverzoek. Centraal e-mailadres:
[email protected] Met de introductie van dit centrale e-mail heeft de gemeente meer greep gekregen op zowel de inkomende e-mails, als op de afhandeling hiervan. Alle per e-mail gestelde vragen komen centraal binnen, zodat een snelle afhandeling kan plaatsvinden. Gemiddeld komen er op
[email protected] 85 e-mails per dag binnen. Het proces van doorgeleiding en behandeling is ingericht op efficiëntie en klantgerichtheid. Binnen kantoortijden worden alle e-mails binnen tien minuten ter behandeling doorgestuurd naar een vakafdeling of naar het team Documentaire Informatievoorziening (DIV) Tabel servicenormen beleidsonderdeel Dienstverlening Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Resultaat 2011
Streefwaarde
Wachttijd balie vrije inloop, < 30 minuten
P
Lamson-Q
50% (2011)
50%
90%
Wachttijd balie afspraak, < 5 minuten
P
Lamson-Q
80% (2011)
80%
90%
Afhandeling brieven < 6 weken
P
Corsa
66% (2011)
66%
90%
Telefoon beantwoorden < 30 seconden
P
ACD
80% (2011)
80%
80%
Terugbellen op verzoek < 2 werkdagen
P
KCS
59% (2011)
59%
90%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
ProgrammaREKENing
17
Doelstelling 3: Kwalitatief betere dienstverlening Doorontwikkeling afdeling Frontoffice tot Klant Contact Centrum (KCC) In januari 2011 is de reorganisatie van afdeling Frontoffice (Stadswinkel) naar KCC gestart conform het reorganisatieplan ‘Klaar voor het Klant Contact Centrum’. Er is een nieuw functiegebouw geïmplementeerd, uitgaande van allround medewerkers in multidisciplinaire teams. Ook is er een nieuwe teamindeling gemaakt, met als resultaat twee gelijkwaardige, evenwichtige teams. Met de vakbonden heeft een inspraakronde plaatsgevonden en met de ondernemingsraad een adviesronde. Een commissie heeft de uitvoering van de reorganisatie getoetst. • Al in 2010 werd het proces rond parkeervergunningen vereenvoudigd: de parkeervergunning werd, behoudens uitzonderingen, een direct-klaarproduct. Ook werd het aanvragen van een omgevingsvergunning vereenvoudigd met de implementatie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en zijn dankzij de gegevensuitwisseling tussen gemeenten steeds minder uittreksels nodig. Toch is Schiedam in vergelijking met veel andere gemeenten nog niet zo ver met het overhevelen van taken. In 2011 werden voorbereidingen getroffen voor de volgende producten: • registreren meldingen buitenruimte; • belastingloket (informatie, contante betalingen, aanvragen kwijtschelding); • aanvragen gehandicaptenparkeerplaats; • klachtafhandeling via midoffice. • Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) Op 1 april 2007 is de GBA dé basisregistratie voor personen geworden. Vanaf 1 januari 2010 zijn overheden met een publieke taak verantwoordelijk voor het afnemen en gebruiken van persoonsgegevens uit deze basisregistratie. Gebruik van authentieke gegevens uit één basisregistratie
leidt tot betere informatie voor beleid en bestuur, effectievere handhaving en fraudebestrijding, en administratieve lastenverlichting voor burgers en bedrijven. Deze voordelen worden versterkt nu de basisregistraties met elkaar gekoppeld worden. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties laat driejaarlijks door aangewezen audit-instellingen controleren of gemeenten de GBA op orde hebben. Hierbij worden beveiliging, veiligheidprocedures, privacy en de inhoudelijke kwaliteit gecontroleerd. In 2011 is Schiedam glansrijk geslaagd voor het laatste onderdeel: de inhoudelijke kwaliteit. In 2010 waren de procedures en de privacyborging al ruimschoots in orde bevonden. • Koppeling Basisadministratie Adressen en Gebouwen en de GBA In mei 2011 heeft Schiedam als derde grotere gemeente in Nederland een koppeling tot stand gebracht tussen de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) en de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA). Dankzij de koppeling beschikken alle afdelingen binnen de gemeente op elk moment over actuele gegevens en kan de kwaliteit van de gegevens beter worden gegarandeerd. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de gemeente Schiedam gecomplimenteerd met de vlotte realisatie. Klanttevredenheid De klanttevredenheid is in 2011 onderzocht door het onafhankelijke onderzoeksbureau TNS NIPO in het kader van Benchmarking Publiekszaken, net als in 2010. De belangrijkste uitkomst is dat de klanttevredenheid gestaag toeneemt, zowel voor het baliekanaal, als het telefonisch kanaal. Voor het digitale kanaal waren er helaas nog te weinig respondenten en voor het postkanaal bevatte de benchmark geen tevredenheidsonderzoek. De cijfers zijn gebaseerd op vraaggesprekken onder baliebezoekers en een telefonische enquête onder klanten die de gemeente op een eerder moment hadden gebeld.
Tabel tevredenheid burgers over gemeentelijke dienstverlening (rapportcijfers) Wijze van contact
2010
2011
Mondeling
7,5
7,7
Telefonisch
7,3
7,4
Bron: Benchmarking Publiekszaken/TNS NIPO
18
Doelstelling 4: vergroten bereikbaarheid, aanspreekbaarheid en laagdrempeligheid organisatie • Afhandeling klachten De eerste stap in het terugbrengen van het aantal klachten, is inzicht verkrijgen in alle klachten die bij de gemeente binnenkomen. Hiertoe is in januari 2010 een centrale registratie van klachten gerealiseerd. Met de lancering van de nieuwe website in maart 2011 is ook het digitaal indienen van een klacht makkelijker en laagdrempeliger gemaakt. Er is meer gestuurd op de tijdige behandeling van klachten en er is een aanvang gemaakt met het verankeren van de voortgangsbewaking. De aanbevelingen van de Schiedamse Ombudsman, als weergegeven in het jaarverslag 2010 zijn hiermee voor een groot deel reeds geïmplementeerd. • Herijken werkprocessen In alle werkprocessen zal een ‘knip’ moeten worden aangebracht, die de taakverdeling markeert tussen KCC en vakafdelingen. Waar deze knip ligt, kan van proces tot proces verschillen. In sommige gevallen kan het KCC producten ‘direct klaar’ aanbieden aan de klant. In andere gevallen zal het KCC zich beperken tot het verstrekken van informatie of alleen de intake verzorgen, waarna de vakafdeling de aanvraag beoordeelt en een beslissing neemt. Het overhevelen van de taken naar het KCC vormt meteen een uitgelezen kans om de werkprocessen te herijken en zo efficiëntiewinst te boeken. Die efficiëntiewinst kan worden gerealiseerd door gebruik te maken van de schaalvoordelen als gevolg van het concentreren van klantcontacten bij
één afdeling, door verder te automatiseren, door processen te stroomlijnen, door ‘webselfservice’ (klanten regelen zelf hun zaken via internet) en doordat KCC-medewerkers lager zijn ingeschaald dan hun specialistische collega’s van vakafdelingen. In 2011 zijn harde procesafspraken gemaakt om tot de overheveling te komen en zijn de voorbereiding hiervoor begonnen. • De behandeling van bezwaarschriften Het percentage bezwaarschriften dat in 2011 binnen de termijn werd afgehandeld, is gemiddeld 85%. Ten opzicht van 2010 is een stijging gerealiseerd. Enerzijds door meer dan voorheen met indieners van bezwaarschriften in overleg te bezien of gezamenlijk tot een oplossing van een geschil kan worden gekomen (informele afhandeling van bezwaarschriften). Anderzijds door nog sterkere sturing op planning en realisatie dan voorheen). Doelstelling 5: vermindering administratieve lasten Door het overhevelen van taken van vakafdelingen naar het KCC – de ‘knip’ – moet de dienstverlening eenvoudiger voor de klant en efficiënter worden. De klant heeft één aanspreekpunt, waar hij zo veel mogelijk direct wordt geholpen. KCC-medewerkers kunnen met behulp van een goed gevulde kennisbank routinevragen immers goed en klantgericht beantwoorden; daarvoor is geen specialistische kennis vereist. Binnen de organisatie zijn in 2011 bindende afspraken gemaakt over de overheveling van (klant)taken naar het KCC, alsmede over het daaraan verbonden tijdpad.
Prestatietabel Dienstverlening Omschrijving (speerpunten)
Bron
2009
2010
2011
E-mails en brieven die geen aanvragen zijn voor uitkeringen, vergunningen en/of subsidies, krijgen binnen twee werkdagen een ontvangstbevestiging met de naam van de behandelaar. Tachtig procent van deze mails en brieven wordt binnen drie weken afgehandeld.
Corsa
58%
64%
69%
Klachten over bestuurlijk en ambtelijk optreden handelt de gemeente binnen zes weken (42 dagen) af. Klagers krijgen in dat geval de gelegenheid hun klacht persoonlijk toe te lichten.
Corsa
68%
74%
87%
Het in het KCC aangevraagde reisdocument of rijbewijs kan men na vijf werkdagen afhalen bij het snelloket in het KCC.
Schatting
100%
100%
100%
Aangiften van verhuizing binnen de gemeente Schiedam worden binnen vijf werkdagen verwerkt. Aansluitend ontvangt men een schriftelijke bevestiging.
Schatting
100%
70%
90%
ProgrammaREKENing
19
Omschrijving (speerpunten) (vervolg)
Bron
Bezwaarschriften worden binnen de wettelijke termijn afgehandeld.
Corsa
Rapportcijfer van burgers over de gemeentelijke dienstverlening
Onderzoek & Statistiek, onderzoek, Imago & Dienstverlening
Score Benchmarking Publiekszaken
Benchmarking Publiekszaken
7. Beleidsonderdeel gemeentearchief Doelstelling: beheer en beschikbaarstelling van de historische informatie, bewaard in het gemeentearchief Schiedam De gemeente handhaaft de dienstverlening via de studiezaal Omschrijving
E/P
2009
2010
2011
Awb 58% WWB 58% WOZ 90% Belastingen 90%
Awb 78% WWB 78% WOZ 99% Belastingen 99%
Awb 85%* WWB 85%* WOZ 99% Belastingen 99%
7,0
6,9
Niet gemeten
Niet gemeten
61
59
en zorgt voor uitbreiding van de digitale dienstverlening via de webpagina’s van het gemeentearchief Schiedam en het verder uitdragen van de historische identiteit van de stad. In 2011 is een begin gemaakt met het online beschikbaar stellen van bouwvergunningen.
Nulmeting (jaar)
Realisatie 2011
Streefwaarde 2011
2012
2013
2014
Openstelling studiezaal per week
P
36 (2010)
32
32
32
32
32
Bezoeken studiezaal
P
4.029 (2009)
2.747
2.900
2.800
2.700
2.600
Bezoeken webstek
P
54.152 (2008)
61.441
80.000
90.000
100.000
110.000
Deelnemers educatieve projecten
P
717 (2008)
921
1260
1375
1465
1545
Percentage online beschikbare bouwvergunningen
P
0
0
4
34
66
100
De streefwaarden zijn in overeenstemming gebracht met de beleidsnota Bewaren om te laten gebruiken (VR 63/2011), vastgesteld op 30 juni 2011. 8. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-14.641
-15.096
-15.908
-14.980
116
1.918
1.728
2.257
1.736
8
-12.723
-13.368
-13.652
-13.244
124
Toevoeging aan reserves
-1.158
-1.158
-1.580
-1.158
0
Onttrekking aan reserves
1.183
1.564
1.757
972
-592
25
406
177
-186
-592
-12.698
-12.963
-13.475
-13.430
-468
Saldo reservemutaties Resultaat na bestemming
20
Begroting primair 2011
9. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Bestuur en dienstverlening Lasten Product Burgerzaken -465
Overschrijding wordt veroorzaakt door de systematiek van doorverrekeningen. Bij tussentijdse begrotingswijzigingen wordt de verrekening begroot op functie fcl 6960000 (financiën), doch de daadwerkelijke doorbelasting vindt functioneel plaats. Kort gezegd: deze overschrijding wordt elders gecompenseerd met een onderschrijding. De kosten voor verkiezingen zijn gestegen, o.a. door het openen van extra stemlokalen.Dit zorgt ervoor dat vergoedingen aan medewerkers en vrijwilligers niet meer gedekt kunnen worden uit het budget voor goederen en diensten. Naar het zich laat aanzien is dit een terugkerend onderwerp in een verkiezingsjaar.
-32
In de afgelopen jaren is geconstateerd dat de afdrachten (secretarieleges) aan het Rijk structureel hoger zijn dan geraamd. Inmiddels is het verschil teruggebracht tot binnen de rapportagemarge, maar valt deze niet verder terug te brengen. Naar het zich laat aanzien is dit een structureel knelpunt.
-31
Door terughoudendheid met de uitgaven, temporisering (van het Masterplan Dienstverlening) in enkele projecten en het lager uitvallen van de loonkosten is er sprake van een forse onderschrijding in het budget. Financiering vindt plaats vanuit een reserve.
515
Overige verschillen programma Bestuur en dienstverlening:
137
Totaal saldo programma Bestuur en dienstverlening
124
10. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000)
Begroting 2011 Lasten
Baten
1001 Bestuurszaken college
-5.114
349
1002 Bestuurszaken raad
-1.752
0
1003 Bestuurszaken toezicht
Rekening 2010 Saldo
Rekening 2011
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-4.765
-5.737
778
-4.959
-5.041
349
-4.692
-1.752
-1.619
7
-1.612
-1.745
0
-1.745
-208
34
-174
-216
18
-199
-212
0
-212
1004 Burgerzaken
-5.000
1.342
-3.658
-5.118
1.395
-3.723
-5.491
1.350
-4.141
1007 Dienstverlening
-1.417
0
-1.417
-1.632
0
-1.632
-902
0
-902
1008 Archief
-1.605
3
-1.602
-1.586
59
-1.527
-1.589
37
-1.552
-15.096
1.728
-13.368
-15.908
2.257
-13.652
-14.980
1.736
-13.244
-1.158
1.564
406
-1.580
1.757
177
-1.158
972
-186
-16.254
3.292
-12.963
-17.488
4.014
-13.475
-16.138
2.708
-13.430
Resultaat voor bestemming 1999 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
21
Ruimtelijke ontwikkeling 1. Doelstelling Het algemeen doel van het programma Ruimtelijke ontwikkeling is het realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad. Het programma wil dit bereiken door kaders te
stellen voor een goede inpassing van ruimtelijk-functionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Ook wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Programma Ruimtelijke ontwikkeling
Speerpunten
• Samenwerking met regiogemeenten met betrekking tot grensoverschrijdende projecten • Uitwerken Stadsvisie Schiedam 2030; • Opstellen en uitwerken visies (waaronder Harga, Beatrixpark, Oost); • Begeleiden en beoordelen plannen (Stedenbaan, bouwplannen, etc.); • Actualisatie bestemmingsplannen 2007-2013; • Opstellen en uitwerken milieubeleid.
Algemene doelstelling
Realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad door kaders te stellen voor een goede inpassing van ruimtelijkfunctionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Ook wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Beleidsonderdelen
Aspecten
Ruimtelijke ontwikkeling
1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling; 2. Versterking ruimtelijke kwaliteit; 3. Mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen; 4. Behoud van archeologisch erfgoed.
Milieu
1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen; 2. Versterking van het integrale milieubeleid; 3. Verbeteren van de bodemkwaliteit; 4. Bereiken van een duurzaam, schoon, heel en veilig watersysteem; 5. Afname aantal geluidgehinderden; 6. Realiseren van voorzieningen ter verbetering van luchtkwaliteit en geluidsbelasting.
Algemeen
Verkeer en Vervoer Gemotoriseerd vervoer
22
Doelstellingen
1. Een duurzaam mobiliteitssysteem; 2. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling. 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur; 2. Verbeteren verkeersveiligheid: minder slachtoffers in het autoverkeer; 3. Verbeteren ruimtelijke kwaliteit; 4. Afname belasting van leefmilieu en gezondheid (geluidshinder, luchtkwaliteit fijnstof, NOx en CO2) van buitenruimte en gebouwde omgeving.
Programma Ruimtelijke ontwikkeling (vervolg) Algemene doelstelling
Beleidsonderdelen
Verkeer en Vervoer Realiseren van een goed functionerende, bereikbare en vitale stad door kaders te stellen voor een goede inpassing van ruimtelijk-functionele ontwikkelingen met de bijbehorende infrastructuur. Daarnaast wil het programma de milieu- en ruimtelijke kwaliteiten bevorderen.
Aspecten
Doelstellingen
Langzaam verkeer
1. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam; 2. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer; 3. Verbeteren kwaliteit voorzieningen fietsers (onder andere fietspaden en stallingen); 4. Versterken kwaliteit voor voetgangers; betere toegankelijkheid openbaar gebied voor mindervaliden.
Openbaar Vervoer
1. Groei van het ov-gebruik; 2. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor mindervaliden; 3. Schone bussen: minder uitstoot NOx door bussen.
Mobiliteitsmanagement
Parkeren
Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte
1. Een goede en duurzame bereikbaarheid van bedrijventerreinen en instellingen; 2. Verschuiving vervoerswijze: keuze van auto naar openbaar vervoer en fiets en carpoolen; 3. Mijden van de spits. 1. Optimaliseren gebruik van de schaars beschikbare parkeerruimte; 2. Verminderen van de overlast in woonwijken door geparkeerde auto´s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum; 3. Een zo breed mogelijk onder belanghebbenden gedragen beleid. 1. Continueren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming; 2. Burgers ervaren de beeldkwaliteit positief, voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening positief; 3. Instandhouding/verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte; 4. Meer kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad.
ProgrammaREKENing
23
2. Context en achtergrond Ruimtelijke ontwikkelingen De gemeente richt zich op drie niveaus om antwoord te vinden op nieuwe maatschappelijke trends/behoeften en wetgevende kaders: Op rijksniveau – Het gaat om de toepassing van het nieuwe • planologische en juridische instrumentarium, dat voortvloeit uit de wetgeving die de afgelopen paar jaar van kracht is geworden, zoals Crisis- en Herstelwet, de Wabo, de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (nWro) en wetgeving op het gebied van milieu. De Wabo wordt in de gemeentelijke organisatie verankerd en brengt wijzigingen met zich mee in instrumenten en procedures. Voortaan zijn alle Schiedamse bestemmingsplannen digitaal beschikbaar en uitwisselbaar en via internet raadpleegbaar voor de burgers. • Op provinciaal niveau – Op regionaal niveau is meegewerkt aan de Regionaal Strategische Agenda van de stadsregio, en aan de herijking van het regionaal groen structuurplan. Ook is samengewerkt – vaak met Rijk, provincie, stadsregio, hoogheemraadschap en andere gemeenten – op grensoverschrijdende thema’s. Dat geldt bijvoorbeeld voor het overleg over de A4. Daarnaast is ingezet op versterking van de (inter)regionale samenwerking voor de aanpak van Nieuw Mathenesse/Waterfront in relatie tot Stadshavens, het Platform Rechter Maasoever en het opstellen van een geluidruimteverdeelplan voor Havens Noord. In het kader van het Convenant Geluidruimte Waal-/Eemhaven vindt regulier overleg plaats met alle partijen, die het convenant ondertekend hebben. Daarnaast draaide Nieuw Mathenesse mee in het Sisco-project, een Europees samenwerkingsproject gericht op duurzaamheid, dat afgelopen jaar is afgesloten. Er is overleg gevoerd over thema’s als de tweede westelijke oeververbinding, de bochtafsnijding van de Schie, de herstructurering Spaanse Polder en Hof van Delfland. Schiedam neemt deel in de Hof van Delflandraad, die dit jaar officieel is opgericht. Verder is Schiedam lid van de CMLR (Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam) en neemt Schiedam deel aan het vervolgtraject van de Commissie Van Heijningen, welke als doel heeft (geluids)hinder van Rotterdam The Hague Airport te verminderen. • Op stedelijk niveau –Afgelopen jaar is onder andere gewerkt aan de uitwerking van de nota Openbare Ruimte West en stadsassen, het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan, de herijking van het masterplan Nieuw Mathenesse en het woningbouwplan Parkweg Noord, en de gebiedsprofielen voor Nieuw Mathenesse.
24
In 2009 is na een intensief interactief proces de Stadvisie Schiedam 2030 vastgesteld, die ook dient als structuurvisie conform de nieuwe Wro. In het verlengde daarvan is verder gewerkt aan de uitwerking in verschillende beleidsvelden, zoals voor openbare ruimte, economie en verkeer en vervoer. De Stadsvisie Schiedam 2030 is de grondslag van het CollegeWerkProgramma 2010-2014 dat de start van de uitvoering van de stadsvisie inkadert. Actualisatie Bestemmingsplannen 2007-2013 In 2009 is begonnen met de actualisatie van de bestemmingsplannen. Alle Nota’s van Uitgangspunten (NvU) en visies voor de verschillende plangebieden zijn vastgesteld. De NvU’s en visies stonden aan de basis van de verschillende voorontwerp-bestemmingsplannen, welke in de wijken zijn voorbesproken op verschillende inloopavonden. Vanuit de wijken kwamen positieve reacties op de toegankelijkheid van het planproces. De bestemmingsplannen zijn naar aanleiding van de ingekomen reacties verder uitgewerkt en in 2011 als ontwerp ter inzage gelegd. Een deel van de bestemmingsplannen is in het laatste kwartaal van 2011 vastgesteld door de raad, (Kethel e.o., Spaland en Oost), de rest in februari 2012 (Zuid en Woudhoek). In deze periode zijn ook de op ontwikkeling gerichte bestemmingsplannen Schieveste en A4 Schiedam vastgesteld. De geactualiseerde bestemmingsplannen zijn in navolgende figuur in wit aangegeven. Voor de in het figuur in geel aangegeven gebieden geldt dat de bestemmingsplannen nog moeten worden geactualiseerd. Deze plannen worden in de eerste helft van 2012 opgewerkt tot voorontwerp en in het tweede deel van 2012 in procedure gebracht. Dit betreft de bestemmingsplannen Polderwetering en het gebied Harga-Bijdorp. In deze periode vindt ook de voorbereiding plaats van de bestemmingsplannen voor de havengebieden (Nieuw-Mathenesse en Havens). Met name de milieucontouren maken dit proces complex. De overige gebieden behoeven niet voor 2013 geactualiseerd te worden. Voor deze gebieden, zoals de binnenstad, geldt dat deze na afloop van de planperiode van tien jaar geleidelijk worden herzien.
ProgrammaREKENing
25
Bereikbaarheid De thema’s bereikbaarheid en milieu hebben grote invloed op de ruimtelijke en economische ontwikkeling en de aantrekkelijkheid van de stad. Dit maakt een integrale benadering van de betrokken beleidsterreinen een vereiste. Het verkeersbeleid is voor een belangrijk deel gericht op het beïnvloeden van de mobiliteitsontwikkeling op lokaal niveau door goede alternatieven voor de auto te bieden, zoals fietsvoorzieningen, openbaar vervoervoorzieningen en mobiliteitsmanagement. Hiermee kan voor de auto een blijvend goede bereikbaarheid worden gerealiseerd. Ook voor vrachtverkeer streeft de gemeente naar duurzaamheid: een goede bereikbaarheid met slimme logistieke oplossingen, die zorgen voor kostenbesparingen, betere bereikbaarheid en milieuwinst. Een en ander komt terug in het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP), dat in 2011 is vastgesteld. Goede bereikbaarheid versterkt de (economische) ontwikkeling in Schiedam. Dit is gebeurd met Schieveste en Vijfsluizen. Omgekeerd zorgen ruimtelijke ontwikkelingen weer voor (nieuwe) verkeers- en vervoersstromen. Het toevoegen van woningen, arbeidsplaatsen en voorzieningen leidt tot meer mobiliteit, bovenop de autonome groei. Deze wisselwerking stelt randvoorwaarden aan grotere en kleinere gebiedsontwikkelingen en geeft extra druk op het beïnvloeden van de mobiliteitsontwikkeling. Op buurt- en straatniveau is er wisselwerking tussen de verkeerskundige en de stedenbouwkundige inrichting, die grote invloed heeft op de aantrekkelijkheid van de stad. De uitstraling (in relatie tot parkeren), de verkeersveiligheid en de verblijfskwaliteit zijn daarbij belangrijke thema’s bij het onderhoud en de (her)inrichting van het openbaar gebied. Milieu Vanwege zijn invloed op ruimtelijke en economische ontwikkelingen vereist ook het thema milieu een integrale aanpak. Geluidoverlast, bodemverontreinigingen, stankoverlast en luchtverontreinigingen moeten worden verminderd voor een aangename leefomgeving. Dit is noodzakelijk voor een goed functionerende en vitale stad. • Hogere Waarden voor Geluid – De gemeente streeft naar minimale geluidsoverlast. Nieuw in dit beleid is dat het onderwerp geluid verankerd is in de planvorming, zodat waar mogelijk geluidshinder geminimaliseerd of zelfs voorkomen kan worden. In 2011 zijn voor het eerst “Hogere waar-
26
den” voor geluid verleend, waarbij het nieuwe gemeentelijke beleid is toegepast. In dit beleid zijn randvoorwaarden vastgelegd, waaraan voldaan moet worden bij het verlenen van “Hogere waarden”. • Rotterdam Airport – Milieu, vervoersontwikkelingen en ruimtelijke ontwikkelingen komen samen bij het onderwerp Rotterdam Airport. De gemeente Schiedam ondervindt hiervan veel overlast. Sinds 2010 neemt de gemeente deel aan het ‘Vervolgproces Commissie Van Heijningen’, waarin oplossingsrichtingen worden uitgewerkt die mogelijk kunnen worden ingezet om de hinder te beperken. In 2011 is het concept uitvoeringsplan “Maatregelen beperken geluidshinder Rotterdam The Hague Airport” uitgebracht. • Geluidskaart en Actieplan Geluid – Schiedam is volgens de EU-richtlijn Omgevingsvergunning verplicht een geluidskaart en actieplan op te stellen om de geluidssituatie in kaart te brengen. Dit is vooral gericht op het geluidsniveau in de leefomgeving. In lijn met het Actieplan Geluid 20102014 is in 2011 een plan opgesteld, waarbij is vastgelegd, welke wegen in de komende jaren van stil wegdek worden voorzien. Verder is een start gemaakt met de werkzaamheden voor de vervaardiging van de geluidskaarten voor 2012. • Actieplan Luchtkwaliteit – Als voortzetting van het Actieplan luchtkwaliteit 2007-2010 is het afgelopen jaar het Actieplan luchtkwaliteit 2012-2015 opgesteld, dat nu ter vaststelling aan de raad is verzonden. De subsidieaanvraag is gehonoreerd voor de realisatie van walstroomvoorzieningen, welke bij de stadsregio Rotterdam was ingediend. Voorts zijn de eerste drie oplaadpalen (zes aansluitingen) voor elektrisch aangedreven voertuigen geplaatst. • Visie Externe Veiligheid – In 2011 is de Visie Externe Veiligheid (in concept) opgesteld, conform het ‘Milieubeleidsplan 2009-2012. Archeologie In 2008 heeft het college de Beleidsnota Archeologische Monumentenzorg gemeente Schiedam 2008-2011, de Archeologische Waarden- en Beleidskaart en de Archeologische Kenmerkenkaart vastgesteld. Aanleiding hiervoor was de verplichting die is opgenomen in de gewijzigde Monumentenwet van 1 september 2007. Uitgangspunt van het beleid is dat de aanwezige archeologische waarden zoveel mogelijk in situ worden bewaard. Om dit te kunnen waarborgen moeten grondroerende activiteiten worden getoetst aan het bestemmingsplan. Hiervoor is het
noodzakelijk dat bij actualisering van bestemmingsplannen een archeologieparagraaf wordt opgenomen. Omdat niet alle bestemmingsplannen op korte termijn geactualiseerd kunnen worden, is ervoor gekozen de Monumentenverordening aan te passen. De Archeologische Waarden- en Beleidskaart die onderdeel is van de aangepaste verordening, is dan het toetsingskader voor grondroerende werkzaamheden die uitgevoerd worden in gebieden waarvoor nog geen archeologieparagraaf in het bestemmingsplan is opgenomen. Hiermee wordt het gehele archeologische erfgoed van de gemeente Schiedam beschermd. Archeologie is een jong beleidsterrein. Omdat het beleid pas in 2008 is vastgesteld, zijn er geen cijfers/prestaties voor dit jaartal bekend. De jaren 2009 en 2010 zijn dan ook gebruikt als nulmeting. Ook zijn deze jaren gebruikt om het onderwerp archeologie uit te dragen naar de diverse afdelingen en organisaties en om het onderwerp te integreren in hun werkprocessen. Daarom zijn de cijfers uit 2009 en 2010 indicatief. Voor 2011 is het uitgangspunt dat het onderwerp archeologie voldoende in de gemeentelijke werkprocessen is geïntegreerd. Vanaf 2011 zijn de cijfers/prestaties niet meer indicatief maar geven ze een reëel beeld van de werkelijke situatie. In 2009 is eveneens een begin gemaakt met het actief uitdragen (promotie) van het archeologiebeleid. Tijdens de Open Monumentendag organiseerde de gemeente voor het eerst een archeologische wandeling langs archeologische highlights. Deze wandeling was een groot succes en kreeg in 2010 een vervolg. Folders en inter- en intranetpagina’s zijn in 2010 ontwikkeld en werden in 2011 gelijktijdig met de nieuwe website van de gemeente Schiedam (www.schiedam.nl) gelanceerd. Hiermee wordt het archeologisch erfgoed en het gemeentelijk archeologiebeleid van Schiedam voor een groot publiek toegankelijk gemaakt. Naast het periodiek actualiseren van de website zijn voor 2012 op het communicatieve vlak, geen verdere acties gepland. De Beleidsnota Archeologische Monumentenzorg gemeente Schiedam heeft een doorlooptijd van 2008 tot en met 2011. In 2012 wordt de nota in overleg met de stadsarcheoloog geactualiseerd.
Monumenten De gemeenteraad heeft de beleidsnota Monumenten 20082012 en het hieraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma Monumenten 2008-2012 vastgesteld. Daarin zijn onder andere beleidsvoornemens geformuleerd ten aanzien van het benutten van cultuurhistorie bij ruimtelijke ontwikkelingen om zo de identiteit van de leefomgeving te versterken. In dit kader heeft de sectie monumenten enkele onderzoeken uitgevoerd naar ontwikkellocaties, zoals de omgeving van het Gat van Bolmers/Mak en de Makkerstraat. In 2011 zijn de resultaten van het onderzoek naar de architectuur en stedenbouw uit de Wederopbouwperiode in Schiedam breed onder de aandacht gebracht, onder andere door een presentatie in het Stadserf, in een ambtelijke bijeenkomst en door diverse publicaties. De resultaten van de onderzoeken geven een goed beeld van de betekenis van de Wederopbouwperiode in Schiedam. Met het onderzoek verwezenlijkt de gemeente twee doelstellingen: • meer aandacht geven aan de naoorlogse bebouwing om zo de waardering en kennis van deze periode te vergroten en indien nodig gebouwde objecten een beschermde status te verlenen; • de cultuurhistorische waarde en betekenis van de naoorlogse wijken in kaart brengen zodat die een volwaardige afwegingsfactor kunnen worden bij het opstellen van herstructurerings- en ontwikkelingsprogramma’s bij stedelijke vernieuwing. In 2011 is gestart met de inventarisatie en actualisatie van de gemeentelijke monumentenlijst. De resultaten leiden naar verwachting tot aanpassingen in de lijst en zullen worden benut bij de inbreng van cultuurhistorie in bestemmingsplannen. Vanaf 1 januari 2012 is het verplicht om in bestemmingsplannen rekening te houden met ruimtelijk erfgoed, op eenzelfde wijze als geldt voor archeologie. De rapportage van de resultaten van de actualisatie en de besluitvorming daarover, vindt plaats in 2012.
ProgrammaREKENing
27
3. Beleidsonderdeel Ruimtelijke ontwikkeling 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Ruimtelijke ontwikkeling Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling
1.1 Stadsvisie en belangrijke uitwerkingsthema’s; 1.2 Vormen ruimtelijke visies ten behoeve van bestemmingsplannen; 1.3 Stedenbouwkundige planvorming op wijkniveau.
2. Versterking ruimtelijke kwaliteit
Ruimtelijke ontwikkeling
3. Mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen
4. Behoud van archeologisch erfgoed.
3.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: verbetering van de ruimtelijke en economische ontwikkeling 1.1 Stadsvisie en uitwerkingsthema’s – De raad heeft in september 2009 de Stadsvisie Schiedam 2030 vastgesteld. En verder: • In het verlengde daarvan heeft ook het nieuwe college de Stadsvisie gehanteerd als grondslag voor het CollegeWerkProgramma 2010-2014. • Het GVVP is in 2011 vastgesteld; het Uitvoeringsprogramma GVVP volgt in 2012.1 • Voor Schieveste is gewerkt aan herijking van het masterplan en aan het bestemmingsplan. • Voor Nieuw Mathenesse is gewerkt aan de rol die duurzaamheid kan spelen (onder andere in het Ciscoproject). • Op de procedures en planvorming voor de A4 is veel inzet gepleegd; en er is een begin gemaakt met de verdere projectmatige uitwerking. 1
28
2.1 Opstellen kadernota’s en omgevingsplannen; 2.2 Een versterkte groenstructuur; 2.3 Een verbeterde kwaliteit van de openbare ruimte en stedelijke hoofdroutes. 3.1 Toewerken naar een actueel ruimtelijk kader; 3.2 Juridisch en procedureel faciliteren van gewenste ruimtelijke ontwikkelingen; 3.4 Een grotere betrokkenheid van burgers bij de totstandkoming van bestemmingsplannen. 4. Uitvoeren archeologisch beleid.
1.2 Ruimtelijke visies ten behoeve van bestemmingsplannen – De visievorming voor Harga is inmiddels ondergebracht bij het project A4. 1.3 Stedenbouwkundige planvorming op wijkniveau – In 2011 heeft stedenbouwkundige planvorming plaatsgevonden over onder andere bouwplannen in Nieuwland (herijking plan Parkweg Noord),West (locatie oude ziekenhuis, Toernooiveld, Rembrandtlaan en enkele inbreidingsplannen), en over diverse plannen in Centrum. Doelstelling 2: versterking ruimtelijke kwaliteit 2.1 Visies en omgevingsplannen – In het kader van een verbeterde stedenbouwkundige kwaliteit (architectuur) is voor Nieuw Mathenesse in 2011 gewerkt aan gebiedsprofielen. 2.2 Versterkte groenstructuur – De volgende resultaten zijn bereikt: • De gemeenteraad heeft begin 2010 de visie Beatrixpark vastgesteld. Deze wordt, net als Perspectief Kethelpoort, projectmatig uitgewerkt.
Inmiddels is besloten een Uitvoeringsprogramma op te werken en deze samen met het GVVP vast te stellen.
• De Hof van Delfland Raad is officieel geïnstalleerd. De raad is bezig met de uitwerking van de Visie Hof van Delfland die in 2011 tot stand is gekomen. 2.3 Kwaliteit openbare ruimte en stedelijke hoofdroutes – De Visie Openbare Ruimte wordt verder uitgewerkt. De Kadernota Openbare Ruimte Binnenstad is uitgewerkt en komt begin 2011 tot besluitvorming. Een vergelijkbare kadernota voor de wijk West is in voorbereiding. Daarnaast is gewerkt aan projecten, zoals de Plantage, de Maasboulevard, en de openbare ruimte van Schieveste. Doelstelling 3: mogelijk maken van diverse gewenste ruimtelijke ontwikkelingen 3.1 Actueel ruimtelijk kader – De resultaten waren: • In 2011 zijn zeven bestemmingsplannen voorbereid (Woudhoek, Spaland, Zuid, West, Oost, Schieveste en A4 Schiedam). De Stadsvisie 2030 is vastgesteld als gemeentelijke structuurvisie in het kader van de nieuwe Wro. • De provincie Zuid-Holland heeft een provinciale structuurvisie en verordening vastgesteld in het kader van de nieuwe Wro. 3.2 Juridisch en procedureel faciliteren – In 2011 ging het om het volgende: • Juridisch advies en ruimtelijke onderbouwing is gegeven voor de beoordeling van bouwaanvragen en ontwikkelingsplannen.
2
• Afwijkingsprocedures zijn gevoerd ten behoeve van diverse bouwplannen. • Beleidsregels zijn vastgesteld voor de toepassing van de afwijkingsbevoegdheid voor kleinere bouwwerken, waardoor vergunningverlening versneld kan plaatsvinden; Er is gewerkt aan het afdoen van planschadeverzoeken. 3.4 Betrokkenheid burgers – Bij de totstandkoming van bestemmingsplannen is een grotere betrokkenheid van burgers gerealiseerd dankzij interactieve communicatie, onder andere via inloopavonden. Doelstelling 4: behoud van archeologisch erfgoed 4.1 Archeologisch beleid – Dit betekende concreet: • opstellen van een archeologieparagraaf voor bestemmingsplannen, projectbesluiten en ruimtelijke verkenningen; • alle vergunningsaanvragen toetsen aan archeologieparagraaf, die is opgenomen in het bestemmingsplan of de Archeologische Waarden- en Beleidskaart; • opstellen/toetsen van archeologische vooronderzoeken; • beoordelen van archeologische rapportages: nemen van selectiebesluiten; • adviezen over de noodzaak voor het uitvoeren van een archeologisch onderzoek om bij graafwerkzaamheden het archeologisch erfgoed te beschermen; • uitdragen van archeologiebeleid middels exposities, nieuwsbrieven en dergelijke.
In de begroting is als product opgenomen ‘Toetsen en adviseren bij gronduitgiften’. Tijdens de nulmeting in 2009 en 2010 is geconstateerd dat dit voor het beschermen van het archeologisch erfgoed geen product is, omdat bij uitgifte geen grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd. In plaats hiervan is tijdens de nulmeting in 2009 en 2010 geconstateerd dat ‘Adviezen in verband met de noodzaak van het uitvoeren van een archeologisch onderzoek ter bescherming van het archeologisch erfgoed bij graafwerkzaamheden’ wel een product is dat hier opgenomen moet worden.
ProgrammaREKENing
29
3.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Ruimtelijke ontwikkeling, archeologisch erfgoed Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Opstellen, actualiseren archeologieparagraaf
P
Planning Bestemmingsplannen
2007
6
5
Beoordelen vergunningaanvragen in verband met behoud archeologisch erfgoed, bijbouw & sloop
P
Aantal bodemadviezen, afdeling Ruimtelijk Gebruik
2009/2010
150
43
Opstellen archeologisch vooronderzoek
P
Inschatting stadsarcheoloog
2009/2010
5
3
Beoordelen van archeologische rapportages/nemen van selectiebesluiten
P
Inschatting stadsarcheoloog
2009/2010
6
8
Adviezen over de noodzaak voor het uitvoeren van een archeologisch onderzoek om bij graafwerkzaamheden het archeologisch erfgoed te beschermen
P
Aantal bodemadviezen, afdeling Ruimtelijk Gebruik
2009/2010
-**)
106
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Gedurende de nulmeting in 2009/2010 is dit als nieuw product gedefinieerd en niet opgenomen in de begroting. Om deze reden is in de begroting geen streefwaarde opgenomen.
4. Beleidsonderdeel Milieu 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Milieu Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen
1.1 Opstellen van een milieuparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; 1.2 Opstellen van een waterparagraaf bij ieder nieuw bestemmingsplan; 1.3 Integrale milieuadvisering bij alle overige ruimtelijke procedures.
2. Versterking van het integrale milieubeleid Milieu
3. Verbeteren van de bodemkwaliteit
4. Bereiken van een duurzaam, schoon en veilig watersysteem
30
2.1 Opstellen van en uitvoering geven aan het Milieu-uitvoeringsprogramma (MUP); 2.2 Jaarlijks opstellen van een Milieujaarverslag; 2.3 Opstellen van een Actieplan luchtkwaliteit; 2.4 Monitoren van de voortgang van het beleid op basis van indicatoren. 3.1 Evalueren Bodembeleid ultimo 2010; 3.2 Ontwikkelen van een nieuw Bodembeheersplan eind 2008/begin 2009; 3.3 Uitvoeren Bodemprogramma 2005-2009; 3.4 Opstellen prestatie- en bestedingsverantwoording over de periode 2005-2009; 3.5 Opstellen Bodemprogramma 2010-2014.
Doelstellingen en activiteiten Milieu Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
5. Afname aantal geluidgehinderden
Milieu
6. Realiseren van voorzieningen ter verbetering van en luchtkwaliteit en geluidsbelasting
4.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: integratie van milieuaspecten in alle ruimtelijke ontwikkelingen • Er zijn milieuparagrafen (inclusief waterparagrafen) gemaakt dan wel aangepast voor de bestemmingsplannen Polderwetering, Nieuw-Mathenesse, West, Zuid en Schieveste en voor diverse postzegelbestemmingsplannen en projectbesluiten. • Voor diverse bestemmingsplannen en bouwplannen zijn tevens milieuadviezen opgesteld. • Er is deelgenomen in de projectgroepen Oranjeburgh, Spaanse Polder/’s-Graveland Zuid, Nieuw-Mathenesse, Binnenstad en Westmolenstraat. Doelstelling 2: versterking van het integrale milieubeleid • Het Actieplan Luchtkwaliteit 2012-2015 is opgesteld en ter vaststelling aan de raad aangeboden. • Het Milieubeleidsplan 2009-2012 is op 8 juli 2009 vastgesteld. • De nulmeting Milieumonitor is begin 2010 aan de raad aangeboden. Doelstelling 3: verbeteren van de bodemkwaliteit Waar herinrichtingsplannen zijn uitgevoerd is de bodemkwaliteit door bodemsanering geschikt gemaakt of door middel van bodemonderzoek geschikt verklaard voor het beoogde bodemgebruik.
5.1 Treffen van maatregelen die de geluidsdruk door lokaal verkeer doen afnemen; 5.2 Ten aanzien van industrielawaai is geluid aangemerkt als speerpunt bij bedrijfsgerichte milieutaken; 5.3 Bij nieuwe planontwikkeling en planvorming reeds in een zo vroeg mogelijk stadium aandacht aan geluidsoverlast schenken. 6.1 Het plaatsen van walstroomkasten langs de Maasboulevard, Voorhaven en Buitenhaven. 6.2 Het gebruik van elektrische auto’s stimuleren door een start te maken met een netwerk van oplaadpunten.
De behaalde prestaties op het gebied van verbeteren/saneren en beheersen van gevallen van bodemverontreiniging zijn in lijn met de doelstellingen zoals vastgelegd in: • het Convenant Bodemontwikkelingsbeleid en Aanpak Spoedlocaties zoals die op 10 juli 2009 is getekend door IPO, VNG, de Unie van Waterschappen en de minister van VROM (mede namens de staatssecretaris van V&W); • het Uitvoeringsprogramma Bodem van Schiedam voor de periode 2010-2014 als nadere invulling van het Convenant voor het onderdeel bodemkwaliteit. Uitgevoerd nader bodemonderzoek heeft alle milieuhygiënisch spoedeisende gevallen van bodemverontreiniging in beeld gebracht die uiterlijk 2015 moeten zijn beheerst/gesaneerd. Ook is er sprake van een evenredige afname in de werkvoorraad tot 2030 in aantallen zoals vermeld in navolgende tabel. In 2030 moeten alle gevallen van ernstige bodemverontreiniging zijn gesaneerd/worden beheerst. Het bodemsaneringsbeleid is in samenspraak met de andere bevoegde overheden in Zuid-Holland geactualiseerd. De procedure tot vaststelling van dit beleid vindt plaats in 2012. Het evalueren van de financieringssystematiek (juridisch instrumentarium) om stagnatie van ruimtelijke en economische ontwikkelingen door bodemverontreiniging te voorkomen, is daarin niet meegenomen. In 2011 heeft Schiedam in haar rol als bevoegd gezag slechts in twee gevallen financieel moeten
ProgrammaREKENing
31
bijspringen en van deze systematiek gebruik gemaakt (plangebied Westmolenkwartier en Noordeinde 29). Dit is feitelijk te weinig om het juridisch instrumentarium te kunnen evalueren en om dit beleidsaspect als prioriteit te beschouwen. Er heeft een kwalitatieve verbetering op het gebied van grondverzet plaatsgevonden doordat: • in alle gevallen is aangetoond dat op kritische momenten toezicht is gehouden op grondstromen (op het moment van toepassing); • In meer dan 67% is aangetoond dat op kritische momenten toezicht is gehouden op bodemsaneringen (op het moment van start, einddiepte en einde sanering); • In meer 90% van gevallen is aangetoond dat adviezen inzake bodemkwaliteit en archeologie voor bouw- en sloopvergunningen, ruimtelijke ordening, gronduitgiftes of -transacties en voor graafwerkzaamheden in het openbaar gebied zijn nageleefd. Doelstelling 4: bereiken van een duurzaam, schoon en veilig watersysteem Er heeft in 2011 overleg plaatsgevonden met het Hoogheemraadschap van Delfland over de regionale waterkeringen waarbij een leggerwijziging gaat plaatsvinden die bijdraagt aan een duurzaam, schoon en veilig watersysteem. Doelstelling 5: afname aantal geluidgehinderden • De procedure om zeventig woningen van de A-lijst (Nieu-
32
we Haven, Broersvest en Rotterdamsedijk) en negentien woningen van de ‘Eindmelding sanering railverkeerslawaai’ (Van der Duyn Maasdamstraat) af te voeren, is uitgevoerd. • In het kader van ISV-3 (2010-2014) is de gemeente Schiedam bezig met de fysieke dan wel juridische sanering van woningen aan de Oranjestraat, Broersvest en Rotterdamsedijk. • Er is een voorlopige lijst opgesteld van wegen, die in het kader van het Actieplan Geluid 2010-2014 van stil wegdek voorzien worden: (delen van) Burgemeester Knappertlaan, Nieuwe Haven, Hoofdstraat en Scheepvaartweg; • Er zijn acht “Hogere waarden” procedures gevoerd op basis van het “Hogere waarden beleid”. • Ten aanzien van industrielawaai is (naast klimaatbeleid) geluid aangemerkt als speerpunt bij bedrijfsgerichte milieutaken (vergunningverlening en handhaving). • Er is een begin gemaakt met het opstellen van de geluidskaarten voor 2012. Doelstelling 6: realiseren van voorzieningen ter verbetering van én luchtkwaliteit én geluidsbelasting • De in het kader van het Actieplan Luchtkwaliteit 2007-2010 bij de stadsregio Rotterdam ingediende subsidieaanvraag voor walstroomvoorzieningen (kenmerk 10UIT17891) is gehonoreerd. • De eerste drie oplaadpalen (zes aansluitingen) voor elektrische voertuigen zijn geplaatst.
Tabel effect- en prestatie-indicatoren Milieu Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Aantal opgestelde milieuparagrafen
P
Bestemmingsplannen
2 (2007)
6
5
Aantal opgestelde waterparagrafen
P
Bestemmingsplannen
2 (2007)
6
5
Aantal “Hogere waarden” procedures
P
Hogere waarden procedures
Aantal meldingen van grondverzet op basis van het Besluit Bodemkwaliteit
P
Jaarrapportage Bodem
75 (2005)
50
40
Aantal interne adviezen bodemkwaliteit (bij bouwen, slopen, gronduitgiftes, etc.)
P
Jaarrapportage Bodem
100 (2005)
100
265
Aantal adviezen bodemkwaliteit aan makelaars
P
Jaarrapportage Bodem
1000 (2005)
700
409***
Aantal locaties afgerond door middel van bodemonderzoek of sanering
P
Jaarrapportage Bodem
45 (2005)
40
49
Afname werkvoorraad uitgedrukt in bodemsaneringsprestatie-eenheden (bpe)**
P
Jaarrapportage Bodem
650.000 (2005)
500.000 (zacht)
62.454 (hard) 546.136 (zacht)
Bodemoppervlak dat vrijkomt voor het economische verkeer (in m2)
P
Jaarrapportage Bodem
30.000 (2005)
20.000
30.153
8
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** bpe= (m2 oppervlakte*1) + (m3 verwijderde grond*3) + (m3 gezuiverd grondwater*0,4); (hard) is gebaseerd op uitgevoerde bodemsanering en (zacht) is gebaseerd op aantal afgeronde locaties. *** er volgen steeds minder adviesaanvragen doordat ook steeds meer informatie digitaal beschikbaar is (o.a. op grond van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen)
4.3 Doelrealisatie Waterplan (uitvoeringsplan) Het geld is nog niet besteed. Het hoogheemraadschap en de gemeente hadden in 2010 geen capaciteit om samen het Waterplan op te stellen. De bijdrage van het hoogheemraadschap aan het plan is noodzakelijk.
Beschoeiingen In 2010 is totaal 2.125 m1 beschoeiingen vervangen op zeven locaties. De oever van de Oreliosingel is over de gehele lengte natuurvriendelijk gemaakt door middel van ingezaaide kokosrollen, die op ongeveer een halve meter uit de oever zijn geconstrueerd, waardoor een extra moerasvegetatie ontstaat en een paaiplaats voor vissen en amfibieën.
ProgrammaREKENing
33
5. Beleidsonderdeel Verkeer en Vervoer 5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Verkeer en Vervoer Beleidsonderdeel
Doelstellingen Gemotoriseerd verkeer: 1. Optimale afwikkeling van het autoverkeer op de hoofdwegenstructuur.
34
1.1 Bevorderen alternatieven voor autogebruik; 1.2 Realisering ontsluiting Schieveste, aanpassing ’s-Gravelandseweg; 1.3 Aansluiting Vijfsluizen (studie) en havenroute; 1.4 Aanpak verkeersafwikkeling Stadsas; 1.5 Uitvoering beleidsnotitie verkeersregelinstallaties.
2. Minder slachtoffers in het autoverkeer.
2.1 Realisatie rotondes; 2.2 Uitvoering beleidsnotitie verkeersregelinstallaties.
3. Beperken milieubelasting: geluid, luchtkwaliteit.
3.1 Milieuzonering binnenstad en andere knelpunten; 3.2 Verbetering doorstroming hoofdwegennet; 3.3 Duurzaam goederenvervoer. Zie: 1.1, 3.1, 3.3.
4. Bijdrage klimaatdoelstelling CO2. Verkeer en Vervoer
Activiteiten
Langzaam verkeer: 5. Groei van het langzaam verkeer binnen Schiedam.
5.1 Aanleg nieuwe fietspaden en ontbrekende schakels; 5.2 Asfaltering fietspaden; 5.3 Vergroten aantal buurtfietsenstallingen en stallingsmogelijkheden bij (nieuwbouw)woningen; 5.4 Uitbreiden fietsparkeerplaatsen centrum en stations; 5.5 Bevorderen ketenmobiliteit met openbaar vervoer.
6. Minder slachtoffers in het langzaam verkeer.
6.1 Uitvoeren maatregelen fietsbeleid (fietsstructuur, bebording, antidiefstal, fietsparkeerplaatsen); 6.2 Inrichten schoolzone Schoolstraat.
7. Betere toegankelijkheid openbaar gebied voor mindervaliden.
7.1 Uitvoeringsprogramma toegankelijkheid.
Doelstellingen en activiteiten Verkeer en Vervoer (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen Openbaar Vervoer: 8. Groei van het OV-gebruik.
Verkeer en Vervoer
Activiteiten
8.1 IC-status Schiedam Centrum; 8.2 Aanleg station Kethel; 8.3 Aantakking Hoekse metro; 8.4 Uitvoering Tramplus; 8.5 Verbeteren van de mogelijkheden tot ketenmobiliteit door vergroten P&R-capaciteit en fietsenstallingen en OV-fiets.
9. Behoud en versterken lokale OV.
9.1 Overleg met concessiehouder busvervoer.
10. Betere fysieke toegankelijkheid van bussen voor mindervaliden.
10.1 Aanleg verhoogde bushalteperrons; 10.2 Onderzoek naar gratis OV voor doelgroepen.
11. Schone bussen: minder uitstoot NOx door bussen.
11.1 Lobby bij Stadsregio.
Mobiliteitsmanagement: 12. Een goede en duurzame bereikbaarheid van bedrijventerreinen en instellingen. 13. Verschuiving vervoerswijze: keuze van auto naar openbaar vervoer, fiets en carpoolen. 14. Mijden van de spits. Parkeren: 15. Optimaliseren gebruik van de schaars beschikbare parkeerruimte.
16. Verminderen van de overlast in woonwijken door geparkeerde auto’s van woon-werkverkeer en bezoekers van het centrum. 17. Een zo breed mogelijk onder belanghebbenden gedragen beleid.
12.1 Afspraken met bedrijven over vervoersmanagement op de bedrijventerreinen; 12.2 Bevorderen gebruik alternatieve vervoerswijzen bij evenementen; 12.3 Ondersteunen verbeteren van informatievoorziening over vervoerswijzekeuze; 12.4 Ondersteunen Week van de Vooruitgang. 15.1 Uitvoering Parkeerbeleidsplan 2009-2013; 15.2 Uitbreiden fysieke parkeerruimte in wijken met met een piekparkeerdruk van meer dan 95%: 15.3 Vergroten gebruik parkeergarages; 15.4 Parkeerbeleid uitwerken en invoeren in nauwe samenspraak met belanghebbenden; 15.5 Nadere uitwerking haalbaarheidsonderzoek parkeergarage westzijde binnenstad.
ProgrammaREKENing
35
5.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstellingen gemotoriseerd verkeer • Na het besluit van het bevoegd gezag, waarbij is gekozen voor de A4, is overlegd met het Rijk over inpassing, waarbij de afspraken uit 2006 zoveel mogelijk zijn nagekomen. • In het kader van Rotterdam VooRuit zijn nieuwe plannen ontwikkeld voor de stadsregio voor de periode vanaf 2020. Op deze voorstellen is ambtelijk gereageerd. • Het beleidsdeel van het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoersplan (GVVP) is in 2011 vastgesteld (het uitvoeringsprogramma volgt in 2012). • Eind 2010 is het overleg gestart met Connekt, TLN, EVO, Stichting Schiedam Centrum, stadsregio en DCMR over duurzaam goederenvervoer en stedelijke distributie. Dit is verder vorm gegeven in 2011. • In het kader van het Beleidsplan Verkeersregelingen zijn de eerste werkzaamheden (onderzoeken/berekeningen) voor de aanpak van 5 verkeerslichtregelingen aan de Churchillweg in 2010 gestart. De uitvoering is in 2011 gestart en zal in 2012 worden afgerond. Doelstellingen langzaam verkeer • In 2011 zijn delen van de fietsroute Scheepvaartweg – Slimme Watering aangepakt. Doel: komen tot een herkenbare, logische en rechtstreekse fietsverbinding. • Voor de fietsroute Poldervaart (tussen Beneluxtunnel en Groeneweg) is een totaalplan gemaakt. Doel: een herkenbare, logische en rechtstreekse fietsverbinding voor zowel de utilitaire als de recreatieve fietser. In 2011 zijn de eerste werkzaamheden gestart. • Voor de Van Deventerstraat, Nieuw Mathenessestraat en Maasdijk is in 2011 een plan gemaakt voor een tweerichtingen fietspad. Uitvoering is in 2012. • Ter hoogte van de St. Jozefschool in de Schoolstraat is in 2011 een schoolzone ingericht. In 2012 zal het project worden afgerond. • In 2011 is verder gewerkt aan het asfalteren (comfortabel maken) van de hoofdfietsroutes. Alle andere fietspaden – die dus geen deel uitmaken van het hoofdfietsnet- zullen zo nodig, en ook altijd meeliftend met ander werk, worden geasfalteerd. • Voor de drie Lanen in Oost zijn in 2011 – in nauwe samenwerking met de buurt – nieuwe uitgangspunten voor de inrichting opgesteld. In 2012 zal naar een definitief ontwerp worden toegewerkt. Door nieuwe, extern bepaalde ontwikkelingen zal in 2012 vooral naar de planning van de 3
36
uitvoering moeten worden gekeken. • In Woudhoek en Sveapark is – samen met de betreffende scholen- de verkeersveiligheid rond de scholen onderzocht. Hert onderzoek heeft geleid tot een aantal; voorstellen voor maatregelen, welke in 2012 zullen worden uitgevoerd. • In de Schoolstraat en Willem de Zwijgerlaan zijn in 2011 fietsstroken gerealiseerd. • Voor de woongebieden Schiedam-West en -Oost is een nieuwe uitvraag gedaan voor fietstrommels. In overleg met de beide buurten is gestart met het maken van een plan voor het plaatsen van de trommels. In 2012 zal een aantal trommels geplaatst gaan worden. • In 2011 is gewerkt aan een inrichtingsplan voor de Rembrandtlaan. Onder andere zal op de laan een aantal fietstrommels worden bijgeplaatst (2012). • Op de Vlaardingerdijk is in 2011 een plan ontwikkeld voor een grotere fietsenstalling voor bewoners. Deze zal in 2012 geplaatst gaan worden. Doelstellingen openbaar vervoer • De planstudie voor de uitbreiding van de spoorcapaciteit, het Programma Hoogfrequent Spoor, is in juni afgesloten met een voorkeursbesluit3 dat verder wordt uitgewerkt. De minister heeft de realisatie van station Schiedam Kethel in 2011 afgeblazen. De IC-status van station Schiedam-Centrum is eind 2011 hersteld. • In 2011 is weer begonnen met het ontwerpen aan het toegankelijk maken van openbaar vervoerhaltes. In het eerste kwartaal van 2012 wordt een voorstel voor de aanpak van een aantal haltes voorgelegd. Afhankelijk van de financiële ruimte zullen prioriteiten worden gesteld. In het kader van werk-met-werk maken zal steeds worden bezien of bij andere werkzaamheden in de openbare ruimte ook de aanpak van de haltes direct kan/moet worden meegenomen. • In 2012 zal een studie worden gestart naar de wenselijkheid en mogelijkheid van fietsenstallingfaciliteiten bij (de grotere) openbaarvervoerknooppunten en haltes. Doelstellingen mobiliteitsmanagement • De plannen voor mobiliteitsmanagement zijn gestart, onder meer voor bedrijventerrein Nieuw Mathenesse. Op aandrang van de gemeente is de aanpak van mobiliteitsmanagement verbreed naar alle Schiedamse bedrijventerreinen, in het kader van Slim Bereikbaar. De stadsregio is hierin trekker.
waarbij de totale inrichting van de buitenruimte wordt mee gewogen. • In 2011 is onderzocht wat de mogelijkheden zijn van het invoeren van de wielklem in Schiedam. In 2012 zal een voorstel dienaangaande de raad aangeboden worden. • In 2011 is onderzocht of het mogelijk is bedrijfsbusjes uit woonwijken (met een extreem hoge parkeerdruk) te weren. Overleg met het Openbaar Ministerie over een toegespitste wetgeving is nu nog gaande. • De uitwerking van het Parkeerfonds is in voorbereiding. Dit zal in het eerste kwartaal van 2012 tot een voorstel leiden. • In 2009 is onderzoek gedaan naar de haalbaarheid van extra parkeervoorzieningen aan de westzijde van de binnenstad. In 2010 is in vervolg daarop onderzocht welke mogelijkheden er zijn om een gebouwde parkeervoorziening in het gebied Westmolenstraat te realiseren. Tevens worden de mogelijkheden onderzocht voor aanvullende bebouwing op het vlak van wonen en bedrijven. Dit onderzoek is in volle gang.
Doelstellingen parkeren • In 2009 is de Kadernota Parkeerbeleid 2009-2013 vastgesteld en is een begin gemaakt met de uitvoering. In 2010 is in het kader hiervan gereguleerd parkeren ingevoerd in een deel van de wijk Oost. In het overige deel van de wijk hadden de bewoners eerder met een zeer krappe meerderheid aangegeven géén gereguleerd parkeren te willen hebben. Eind 2010 bleek flinke parkeeroverlast te ontstaan in dat deel van Oost. Hierop heeft de gemeenteraad besloten ook hier gereguleerd parkeren in te voeren, zonder daaraan voorafgaand (nogmaals) een draagvlakmeting te houden. Uitvoering van dit besluit heeft in 2011 plaats gevonden. • In Oost is onder de bewoners tevens een inventarisatie gehouden naar de uitbreidingsmogelijkheden van de fysieke parkeerruimte. Hierop zijn tientallen reacties ontvangen die worden uitgewerkt tot concrete voorstellen. Realisatie zal plaatsvinden in 2012, waarbij zoveel mogelijk werkmet-werk wordt gemaakt. • In andere wijken wordt bij geplande werkzaamheden zoveel mogelijk de bestaande parkeerruimte uitgebreid, 5.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect en prestatie-indicatoren Verkeer en Vervoer Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2010
Werkelijke waarde 2010
Aantal slachtoffers alle verkeer (dodelijk en ziekenhuisletsel)
E
Viastat Ongevallenstatistiek/Stadsregio
16 (2007)
-
24*****
Aantal slachtoffers langzaam verkeer (dodelijk en ziekenhuisletsel)
E
Viastat Ongevallenstatistiek/Stadsregio
3 (2007)
-
*
Aantal bushaltes toegankelijk voor mindervaliden **
P
Gemeente / RET
5 (2007)
14
14
Aantal CBS-buurten met een piekparkeerdruk van > 90%***
E
Gemeente
14 (2007)
-
-
Aantal scholen (inclusief dependances) dat deelneemt aan een verkeerseducatieproject****
E
Gemeente
15 (2007)
-
-
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Er zijn in 2011 geen toegankelijke bushaltes aangelegd. In 2012 zal een aantal halten worden aangepakt. Hier zijn financiële middelen voor beschikbaar. *** Gezien de hoge kosten van een gemeentebrede parkeerdrukmeting wordt deze eens per 3 à 4 jaar gehouden. Wegens de relatief geleidelijke verandering in parkeerdruk bij gelijkblijvende omstandigheden is dat voor analytische doeleinden voldoende. Bij gewijzigde omstandigheden (bijvoorbeeld in functie, bebouwingsgraad of parkeerbeleid) wordt een tussentijdse meting van beperkte omvang gehouden. **** Omdat er budget beschikbaar was voor de subsidie van deze projecten tot en met 2010, zijn er geen doelstellingen voor na dat jaar ingevuld. Per 2012 is er geen geld meer beschikbaar gesteld vanuit de gemeentelijke begroting. In 2011 heeft zich slechts één school aangemeld voor een verkeerseducatieproject. ***** De cijfers over 2010 zijn flink gedaald t.o.v. 2009 (toen 34 letselslachtoffers). In 2010 waren er geen dodelijke slachtoffers te betreuren. De afgelopen 10 jaar waren dat er gemiddeld 2 per jaar. Uit het ongevallenbeeld is evenwel geen trend herkenbaar. De cijfers over van 2011 worden in april /mei 2012 verwacht.
ProgrammaREKENing
37
6. Beleidsonderdeel Beheer openbare ruimte 6.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Beheer Openbare Ruimte Beleidsonderdeel
Doelstellingen
1. Continueren van de objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming in het kader van de ‘Stuurvariant’.
Beheer openbare ruimte
2. Burgers ervaren de beeldkwaliteit positief. Burgers voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening positief.
3. Instandhouding dan wel een verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte.
38
Activiteiten 1.1 Sturen op beeldkwaliteit; 1.2 Toepassen/hanteren van strikte kwaliteitsnormen; 1.3 Inzetten van toezichthouders ten behoeve van het toetsen en bewaken van de kwaliteit van de buitenruimte; 1.4 Doorontwikkelen van de opbouw van een afdeling Beheer en Onderhoud Openbare Ruimte; 1.5 Monitoren van de kwaliteit van de openbare ruimte; 1.6 Inzet wijkserviceteams. 1.7 Groot onderhoud uitvoeren conform Meerjaren Beheer Programma (periode van 5 jaar t/m 2015). 2.1 Communicatie en participatie; 2.2 Invoeren communicatieplan en het verbeteren van de communicatie met de burger over uitvoeringsprojecten in de openbare ruimte, met name door directer contact met de omwonenden; 2.3 Deelnemen aan het wijkoverleg; 2.4 Houden van buurtschouwen; 2.5 Doen van statistisch onderzoek naar beheer openbare ruimte; 2.6 Aansluiten bij dienstverleningsconcept, onder andere ontwikkelen en vaststellen servicenormen. 3.1 Uitvoering geven aan de Meerjarige Beheer- en OnderhoudsPlannen (MBOP) met als motto:’Alles in één keer goed’ (nastreven naar een integrale benadering); 3.3 Bestrijden van graffiti; 3.4 Uitvoeren Speelruimteplan door het aanleggen van en zorgen voor veilige speelgelegenheden; 3.5 Werken met het handboek Kwaliteit Openbare Ruimte voor projecten in de openbare ruimte; 3.6. Toepassen verordening kabels en leidingen.
Doelstellingen en activiteiten Beheer Openbare Ruimte (vervolg) Beleidsonderdeel
Beheer openbare ruimte
Doelstellingen
Activiteiten
4. Toename van de kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad.
4.1 Onderzoek doen naar de mogelijkheden van realisatie van een natuurspeeltuin; 4.2 Jaarlijks minimaal 150 bomen vervangen of extra aanplanten en gemiddeld 10 ha. Groen renoveren; 4.3 Actualiseren van het Groenstructuurplan; 4.4 Omvormen van “versleten” groen tot groen van goede kwaliteit, en lage onderhoudskosten; 4.5 Uitvoering geven aan verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP); 4.6 Uitvoering geven aan het Bomenbeheerplan.
6.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: continueren objectieve beeldkwaliteit in de stad op basis van de besluitvorming 1.1 Beeldkwaliteit – Het afgelopen jaar is gestuurd op beeldkwaliteit. Hiervoor is een contract afgesloten met Irado. In 2011 is gestart met een herziening van dit contract. Nadere afspraken over schadeafhandeling, het niet voldoen aan de gestelde eisen en de invoering van “social return” als contractvoorwaarde zijn gemaakt. Bij projecten die in voorbereiding zijn gegaan in 2011 is extra aandacht besteed aan de integrale afstemming van de werkzaamheden tussen de diverse vakdisciplines, waarbij de inrichting en materialisatie van de openbare ruimte een belangrijk uitgangspunt was. 1.2 Toepassen kwaliteitsnormen – In 2010 is gestart met een onafhankelijke kwaliteitsmeting van de buitenruimte. Deze onafhankelijke metingen zijn in 2011 doorgezet. De kwaliteit van straatreiniging (zwerfafval en onkruidbestrijding op verharding) voldoet op onderdelen nog niet aan de gestelde kwaliteitsnormen. Het hogere onderhoudsniveau van het centrum en winkelcentrum blijkt op onderdelen lastig realiseerbaar. Voor 2012 is het ambitieniveau in verband met de beperkte beschikbare middelen naar beneden bijgesteld. De wijktoezichthouders – die de kwaliteit en de werkafspraken van Irado toetsen – speelden in 2011 voor de buiten-
ruimte een belangrijke rol bij het signaleren van afwijkingen zowel op beeldkwaliteit als veiligheid. 1.4 Doorontwikkeling van de opbouw van een afdeling BOR – In 2011 is gestart met het opstellen van een organisatieplan. 1.5 Monitoren – Hiervoor is de buitenruimte elke maand geschouwd. De kwaliteit is op onderdelen wat verbeterd. 1.6 Handboek – In 2011 is gewerkt aan het opstellen van een handboek voor de openbare ruimte. Dit zal in 2012 worden afgerond. 1.7 In 2011 is gestart met uitvoering van groot onderhoud conform het Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma 2011-2015. Een aanzienlijk deel van de werkzaamheden die waren gepland voor 2011 zijn niet uitgevoerd. Hierdoor is een achterstand ontstaan in de uitvoeringsplanning van het MBOP. In 2012 wordt een herprioritering van de werkzaamheden en herschikking van de beschikbare financiële middelen uitgevoerd. Uitgangspunt blijft dat het voorgenomen programma in 2015 wordt afgerond. Een aantal belangrijke projecten die vertraging hebben opgelopen zijn de Proveniersbrug, kademuur Oostzijde van de Buitenhaven, Ophogen Kethel Oost, en Prinses Beatrixlaan met parkeerterrein zwembad. Veel grote projecten zijn momenteel in voorbereiding of komen in uitvoering, zoals een stuk kademuur aan de Nieuwe Haven, Kop van de Plantage, Prinses Beatrixlaan met parkeerterrein zwembad; de grootste uitgaven ProgrammaREKENing
39
hiervan zijn daardoor niet in 2011 maar in 2012 aan de orde. In 2011 is – om de kwaliteit van de kadeconstructies in de Binnenhavens van Schiedam in beeld te brengen – een quickscan uitgevoerd van deze constructies. Naast de functionaliteit/veiligheid van de constructies is hierbij tevens gelet op de beeldkwaliteit. Doelstelling 2: burgers ervaren beeldkwaliteit positief, voelen zich betrokken bij de leefomgeving en ervaren de serviceverlening als positief 2.1 Communicatie en participatie – Op de gemeentelijke website en in de wijkplannen zijn de werkzaamheden die in uitvoering kwamen aangegeven en de bijbehorende omrij-routes gepubliceerd. Tevens werden i.s.m. de afdeling communicatie persberichten opgesteld. Participatie – Via beginspraak, inloop en inspraakavonden bij herstructurering en herstructureringsprojecten hebben bewoners/ondernemers veel mogelijkheden gehad om mee te praten, denken en te beslissen over de vernieuwde inrichting van hun directe leefomgeving. Bij de voorbereiding van de werkzaamheden voor 2012 worden ook de wijkprocesmanagersen de wijktoezichthouders betrokken. Zij brengen kennis in – inclusief vragen/knelpunten die leven bij de bewoners – bij de prioritering van de werkzaamheden. Via het KCC zijn met regelmaat burgers in contact gebracht met de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR). De ervaringen vanuit BOR zijn hierover positief. Indien doorverbinden niet mogelijk was zijn de meldingen in het systeem opgenomen en in een later stadium door BOR afgehandeld. Als gevolg van werkdruk blijven vragen soms langer liggen dan gewenst. De verwachting is dat door de bezuinigingen het aantal meldingen in 2012 sterk zullen toenemen. Diverse medewerkers van de afdeling BOR hebben een communicatie training gevolgd. Voor grote projecten zijn bewonersavonden gehouden. Ook zijn er bij de projecten informatieborden geplaatst. 2.3 Deelnemen aan wijkoverleg – De wijktoezichthouders vertegenwoordigden de afdeling BOR op het wijkoverleg. In enkele wijken zijn kleine werkgroepjes voor de buitenruimte gevormd. Deze worden betrokken bij zaken die in de buitenruimte aan de orde zijn. Op de wijkoverleggen zijn door de procesmanagers presentaties gegeven van de MBOP plannen. 2.4 In maart hebben diverse bewonersgroepen deel geno-
40
men aan de landelijke opschoondag. In de zomer is in het Beatrixpark informatie verstrekt over de regels met betrekking tot barbecueën. In november is tijdens de landelijke zwerfvuil-handhavingsdag de aandacht gevestigd op overlast van sigarettenpeuken. Doelstelling 3: instandhouding dan wel verbetering van de functionaliteit van de inrichting van de openbare ruimte Als eerste prioriteit worden die plekken aangepakt waar de veiligheid in het geding is, zoals kades, bruggen en verzakte wijken. 3.1 Uitvoering geven aan het MBOP met als motto “Alles in één keer goed”. In het kader “Alles in één keer goed” is de scope van veel projecten zoals het project “Proveniersbrug” breder getrokken. Naast het aanbrengen van een nieuw rijdek wordt de inrichting van het Overschieseplein opnieuw beschouwd, wordt de flessenhals in de toeloop naar de brug (van Plein 1940-1945, richting van het centrum) opgeheven, wordt het zicht op de molen “De Kameel” en het water versterkt en wordt de onderbeplanting meer transparant zodat er meer zicht ontstaat op/vanuit de lager gelegen woningen en winkels. Voor de kademuurconstructies aan de Nieuwe Haven en de Buitenhaven is besloten aanvullend funderingsonderzoek te laten uitvoeren op de aansluitende kademuurconstructies. Dit omdat een aantal buitenruimte-projecten in de directe nabijheid bij andere afdelingen in voorbereiding zijn. Het vervangen van overige delen van deze kademuren – binnen een aantal jaar – zou een aanzienlijke kapitaalvernietiging van die projecten tot gevolg kunnen hebben. Op een aantal plaatsen zijn tijdelijke hekwerken op enige afstand van de kademuren geplaatst om de omgeving veilig te stellen als gevolg van verzakkingen. Deze hekwerken blijven staan tot herstelwerkzaamheden aan de kademuurconstructies zijn uitgevoerd. Omdat ook in deze gevallen breder wordt gekeken dan alleen de lokale deformaties wordt niet direct tot het uitvoeren van herstelwerkzaamheden overgegaan. Als gevolg hiervan zullen enkele afzettingen langer blijven staan dan dat in het verleden het geval was. 3.3 Verwijderen graffiti – Gebleken is dat de actieve bestrijding van graffiti een effectief ontmoedigingsbeleid is. Met ingang van 2012 maakt graffitibestrijding structureel onderdeel uit van het dagelijks onderhoud. 3.4 Speelgelegenheid – Alle speelgelegenheden worden volgens het Attractiebesluit geïnspecteerd. Daarmee wordt
de veiligheid gewaarborgd. De aanleg van speelplaatsen is gebeurd in het kader van integrale plannen en reconstructies. 3.5 Speelruimteplan – De uitvoering in Woudhoek en West is in 2011 vrijwel gereed gekomen. De wijken Woudhoek,West en Kethel zijn in voorbereiding genomen. Doelstelling 4: hogere kwaliteit van water, groen en stadsnatuur in de stad 4.3 Groenstructuurplan – Het Groenstructuurplan is geëvalueerd. Dit is vastgelegd in een nota waarin alle ge-
noemde maatregelen worden belicht. Vervolg hierop is een nieuw groenplan, waarin de nadruk zal liggen op beheer. De Natuurmonitor is begin 2011 gereed gekomen en wordt jaarlijks bijgehouden. In 2011 heeft in het zuidelijke deel van de stad een monitor op vleermuizen plaatsgevonden. 4.5 Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) – De uitvoering van het GRP loopt. 4.6 Bomenplan – Het Bomenplan is in 2011 met het schrijven van het derde deel van dit drieluik, het Bomenbeheerplan, afgerond.
6.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect en prestatie-indicatoren Beheer Openbare Ruimte Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Mate waarin de openbare buitenruimte voldoet aan het vastgestelde beeldkwaliteitsprofiel stuurvariant
P
Kwaliteitsplan OR
81% (2007)
90%
96%
% waarin de kwaliteitswaarde D voorkomt in onderhoud
P
Kwaliteitsplan OR
4% (2007)
<1%
4%**
Mate waarin bewoners tevreden zijn over de kwaliteit van het onderhoud (wegen en fietspaden)
E
Omnibusonderzoek
28% (2008)
70%
48%
% klachten en meldingen die verholpen kunnen worden binnen de gestelde behandeltermijnen
P
Melddesk Irado
2008
80%
94%
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
7. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-28.782
-34.701
-46.440
-35.278
-577
3.523
4.842
9.705
4.227
-615
-25.259
-29.859
-36.735
-31.051
-1.192
Toevoeging aan reserves
-1.803
-2.277
-1.637
-2.682
-405
Onttrekking aan reserves
948
8.663
4.904
9.615
952
Resultaat voor bestemming
Saldo reservemutaties Resultaat na bestemming
-855
6.385
3.266
6.932
547
-26.114
-23.473
-33.469
-24.118
-645
ProgrammaREKENing
41
8. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Ruimtelijke ontwikkeling Baten Product Parkeren Betreft meer ontvangen baten in 2011 door uitbreiding van parkeerautomaten in wijk Oost. Deze baten worden gestort in de reserve Parkeren op basis van werkelijke baten.
79
Product Zeehavens Betreft meer ontvangen aan havengelden dan begroot (zeehavens).
50
LASTEN Product Beheer openbare ruimte Betreft kapitaallasten. De extra kapitaallasten komen – door afboeking op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut – terecht in het programma Ruimtelijke ontwikkeling, terwijl de stelpost voor de extra afschrijving was geraamd in het programma Financiën.
-1.690
Hogere uitgaven op diverse reguliere werkzaamheden beheer openbare ruimte o.a. als gevolg van schades, contractuele verplichtingen Irado en onvoorziene werkzaamheden
-261
Hogere uitgaven wegen straten en pleinen. Deze hogere lasten worden onttrokken uit de reserve Onderhoud Infrastructuur op basis van werkelijke uitgaven.
-980
In 2011 zijn diverse ISV- projecten beheer openbare ruimte niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
672
Voor specifieke projecten (hondenbeleid, realiseren buurtfietsenstalling, Straatmeubilair, Wion en speeltuinen en speelvoorzieningen) zijn eenmalige middelen beschikbaargesteld. De projecten zijn nog niet geheel gerealiseerd en worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
383
Project extra inzet Bruggen is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP.
254
Betreft minder uitgaven degeneratiekosten kabels en leidingen.
155
Minder aanvragen ingravingen kabels en leidingen.
-55
Product Verkeer Betreft gemaakte lasten ombouw VRI. Deze lasten worden onttrokken uit de reserve Onderhoud Verkeersregelsinstallaties op basis van werkelijk uitgaven, derhalve geen invloed op het totale resultaat. Betreft een lagere doorbelasting van de kostenplaats afdeling Beheer openbare ruimte.
-261 56
Product Openbaar vervoer Het project “geschikt maken voor bushalten minder validen” is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP.
79
Voor het beschikbaarstellen van Gratis openbaar vervoer 65+,is extra geld beschikbaar gesteld. Niet alle middelen zijn in 2011 ingezet en.Het restant van de beschikbaar gestelde middelen voor gratis openbaar vervoer zal worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
52
Product Planontwikkeling In 2011 zijn diverse projecten binnen het budget planontwikkeling uitgevoerd zoals Houthaven, Rivieroever Stad en Schieveste fase 5 stad. Van het beschikbaar gesteld budget is in 2011 € 53.000 niet uitgegeven
53
Product Parkeren Betreft hogere lasten onderhoud Parkeerautomaten. Dit komt o.a. door hogere bankkosten en de vele storingen aan de parkeerautomaten. Deze lasten worden onttrokken aan de reserve Parkeren op basis van werkelijke uitgaven. Voor het Parkeren Oost duurt de aanschaf langer dan gepland. Voor de uitvoering wordt voor het resterende budget voorgesteld dit te betrekken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
-160 24
Product Zeehavens Project (MBOP Zeehavens) is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP. Overige verschillen programma Ruimtelijke ontwikkeling Totaal saldo programma Ruimtelijke ontwikkeling
42
200 158 -1.192
9. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000) 2001 Beheer openbare ruimte
Begroting 2011 Lasten
Rekening 2010
Rekening 2011
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-21.756
454
-21.303
-32.923
6.365
-26.559
-23.061
253
-22.808
2002 Verkeer
-1.441
156
-1.285
-1.282
2
-1.280
-1.602
123
-1.479
2003 Openbaar vervoer
-1.141
578
-563
-2.165
410
-1.755
-878
443
-434
2004 Ruimtelijke ontwikkeling
-1.963
0
-1.963
-2.025
11
-2.014
-1.910
0
-1.910
2005 Planontwikkeling
-3.876
495
-3.381
-2.754
181
-2.574
-3.394
204
-3.189
-937
2.133
1.196
-781
1.478
698
-1.096
2.210
1.114
2007 Havens
-2.420
976
-1.444
-1.208
1.066
-143
-2.067
942
-1.124
2008 Waterbeheer
-1.168
51
-1.117
-3.301
192
-3.109
-1.271
51
-1.220
-34.701
4.842
-29.859
-46.440
9.705
-36.735
-35.278
4.227
-31.051
2006 Parkeren
Resultaat voor bestemming 2999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-2.277
8.663
6.385
-1.637
4.904
3.266
-2.682
9.615
6.932
-36.978
13.505
-23.473
-48.077
14.608
-33.469
-37.960
13.842
-24.118
ProgrammaREKENing
43
Sociale infrastructuur 1. Doelstelling Het programma Sociale Infrastructuur richt zich op ontwikkeling, deelname en welbevinden van alle Schiedammers. Hierbij is het belangrijk dat participatie wordt bevorderd en achterstand en sociaal isolement worden voorkomen. De gemeente zet het beleid breed in: van stimulering van de
ontwikkeling van de allerkleinsten tot en met de zorg voor de oudste Schiedammers. Centraal staat het zo lang mogelijk zelfstandig functioneren en deelnemen aan de samenleving. Ook ziet de gemeente Schiedam toe op het bevorderen van dierenwelzijn.
Programma Sociale infrastructuur
Speerpunten
Doelstelling
44
• Centrum voor Jeugd & Gezin; • Aanpak Voortijdig Schoolverlaten; • Multifunctionele accommodaties onderwijs (MFA); • Onderwijsachterstandenbeleid; • Maatschappelijke ondersteuning (Wmo); • Jeugd in de eigen wijk naar school; • Minimabeleid in uitvoering; • Sociale activering; • Versterken (re)integratie; • Meer deelnemers aan sportactiviteiten. Beleidsonderdelen
Doelen
Onderwijs
1. Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen, samen en in overleg met het onderwijsveld; 2. Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, vooral bij de overgang van vmbo naar mbo, en in het mbo; 3. Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs; 4. Een impuls aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs; 5. Stimulering van brede schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs; 6. Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen waarin meerdere functies zijn verenigd, en in een veilige omgeving; 7. Aandacht voor de gemeentelijke plustaken ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (natuur- en milieueducatie, cultuureducatie, schoollogopedie en schoolzwemmen).
Integraal jeugdbeleid
1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar; 2. Versterken van de opvoedingsondersteuning.
Programma Sociale infrastructuur (vervolg) Doelstelling
Beleidsonderdelen
Doelen
Maatschappelijke ondersteuning
1. Zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning; 2. Het realiseren van een integraal activerend wijkzorgaanbod voor kwetsbare Schiedammers; 3. Schiedammers met een beperking kunnen zolang mogelijk zelfstandig blijven wonen met behulp van compenserende voorzieningen; 4. Het voorkomen van maatschappelijk isolement door het versterken van sociale bindingen.
Gezondheidszorg
1. Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers.
Integratie & diversiteit
1. Bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij en op een harmonieuze manier samenleven; 2. Emancipatie en participatie van alle categorieën Schiedammers (zie ook punt 3 bij Werk en Inkomen).
Sport
1. Verhogen van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt; 2. Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen.
Werk en Inkomen
1. Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk; 2. Financiële ondersteuning ter stimulering van participatie voor mensen in Schiedam die daarop recht hebben; 3. Maatschappelijke participatie en ondersteuning voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen.
Dierenwelzijn
1. De gezondheid van huisdieren, hobbyen productiedieren en vrij levende dieren bevorderen.
Middels de speerpunten, de beleidsonderdelen, de beleidsdoelen en de uitgevoerde activiteiten sluit het Programma Sociale Infrastructuur aan bij de uitgangpunten, doelstellingen zoals deze genoemd staan in het de Stadsvisie 2030. De Stadsvisie heeft een nadere uitwerking gekregen in het CollegeWerkProgramma “Schiedam, een stad die het waard is” De in het programma Sociale Infrastructuur beschreven acti-
viteiten dragen met name bij aan de onderstaande strategische lijnen van het CollegeWerkProgramma: 1. Werken en onderwijs; 2. Mee (kunnen) doen; 3. Een voorzieningenniveau dat op de Schiedamse maat geschoeid is; 4. Investeren in lokale economie en mensen (Social return op eigen investeringen).
ProgrammaREKENing
45
2. Context en achtergrond Onderwijs Belangrijke uitgangspunten zijn kwaliteitsverbetering van het onderwijs, een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen en een veilige omgeving. Het spreekt voor zich dat hierbij de integratie moet worden bevorderd, segregatie en voortijdig schoolverlaten moeten worden tegengegaan en onderwijsachterstanden bestreden. Andere vanzelfsprekende elementen zijn: Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE), doorlopende leerlijnen, schakelklassen. Bij lokaal maatwerk is er in ieder geval ook gedacht voor antwoorden op vragen als: • Zit elke leerling op de juiste plek? • Is er een relatie tussen school en omgeving? Daarbij komt ook de kwaliteit van het onderwijs aan de orde en is er veel aandacht voor thema’s als de brede school, veiligheid, zorgstructuren in en rond de school, de relatie tussen onderwijs- en jeugdbeleid en de relatie tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Voor wat betreft de kwaliteitsverbetering van het onderwijs is in 2011 het onderwijs-achterstandenbeleid voortgezet. Het integraal peuterspeelzaalwerk (VVE) is volledig ingevoerd. Op twee scholen zijn interne schakelklassen georganiseerd, waarin kinderen een jaar lang intensief taalonderwijs konden volgen. In de wijk Oost is een verlengde schooldagvariant van de schakelklas uitgevoerd. Ook is de capaciteit van de Centrale Opvang Nieuwkomers (CON) uitgebreid naar zestig plaatsen. Bovendien is de CON omgebouwd van halve naar hele dagopvang. Scholen zijn gestimuleerd extra aandacht te besteden aan burgerschap. Daarnaast is veel aandacht geschonken aan een aantal plustaken binnen het lokaal onderwijsbeleid. Belangrijke onderdelen zijn natuureducatie, cultuureducatie, schoollogopedie en schoolzwemmen. Bij het vaststellen van de gemeentebegroting 2011 heeft de raad besloten het schoolzwemmen terug te brengen tot één jaar (voor het basisonderwijs) en twee jaar (voor het speciaal (basis)onderwijs). Deze bezuiniging is daadwerkelijk van kracht geworden met ingang van het schooljaar 2011/2012. Met betrekking tot cultuureducatie is de gemeente aan het einde van 2011 geconfronteerd met een aangekondigde liquidatie van Stichting De Teerstoof, een belangrijke uitvoerder van cultuureducatie. Plustaken geven een waardevolle bijdrage aan de hiervoor genoemde doelstellingen en uitgangspunten. Een aantal van deze plustaken (schoollogopedie en cultuureducatie) wordt in samenwerking met en via cofinanciering door de schoolbesturen gerealiseerd.
46
Het Steunpunt Jongeren Nieuwe Waterweg Noord is sinds 1 januari 2009 operationeel binnen de Stichting Zorg Nieuwe Waterweg Noord. De belangrijkste taak van het Steunpunt Jongeren is het oproepen van voortijdig schoolverlaters en hen terug te begeleiden naar een opleiding of een leerwerkplek. De plusvoorziening voor overbelaste jongeren bij het Lentiz LIFE College is in 2011 verder doorontwikkeld, dankzij de stimuleringssubsidie overbelaste jongeren. In dit zogenoemde ‘New LIFE’ project krijgen jongeren met gestapelde problematiek veel extra zorg en begeleiding op alle leefgebieden, zodat zij ondanks hun persoonlijke problemen toch een startkwalificatie kunnen halen. In 2011 is er een project voor begeleid wonen en een stagebureau aan de voorzieningen toegevoegd en is het aantal plekken uitgebreid van 100 naar 150 leerlingplaatsen. Binnen dit project is er speciale aandacht voor de doelgroep jonge moeders. Integraal jeugdbeleid Het streven is om alle in Schiedam woonachtige kinderen optimale mogelijkheden te bieden tot welbevinden en tot ontplooiing. Ze moeten allemaal kunnen opgroeien tot zelfstandige, gezonde en gelukkige volwassenen. De gemeente gaf voorrang aan jeugdigen die dreigen te ontsporen of uit te vallen. Hiervoor is eind 2008 de regisseur Gemeentelijke Oorlog Sluiten en Aanpak (GOSA) bij de gemeente aangesteld. De GOSA-regisseur was, net als in 2009 en 2010, ook in 2011 een duidelijke aanvulling op het aanbod. Het aantal casussen waarbij de GOSA-regisseur in 2011 betrokken was, bedroeg 240. Op 9 september 2009 is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) geopend. De CJG-manager (1 fte) en de beide baliemedewerkers (1,6 fte) zijn in gemeentelijke dienst. Schiedam heeft hiervoor bewust gekozen om qua regie dicht op de uitvoering van een sluitende aanpak te kunnen zitten. In het CJG is de gezondheidszorg voor de 0-19-jarigen ondergebracht en de vrijwillige jeugdhulpverlening en opvoedingsondersteuning. Hiermee wordt de sluitende aanpak voor de jeugd versterkt. In 2011 zijn 214 gezinnen met pedagogische hulpverlening bereikt. Het CJG Schiedam is in 2011 doorontwikkeld; de samenwerking tussen de ketenpartners is verder geïntensiveerd. In het jaarverslag verschijnen meer cijfers met betrekking tot de hulpverlening. Er zijn in de hoofdvestiging enkele fysieke aanpassingen gerealiseerd en de facelift van de dependance is gestart; deze wordt begin 2012 voltooid. De samenwerking in de keten met partners als het Veiligheidshuis, GOSA en het onderwijs is inmiddels sterk geïn-
tensiveerd en wordt verder uitgebouwd. In 2010 heeft de regering aangekondigd dat de jeugdzorg gedecentraliseerd wordt naar de gemeenten. Over de ontwikkelingen vindt overleg plaats op diverse niveaus (stadsregionaal, in G32verband en met de VNG). In deze stelselherziening wordt een hoofdrol toebedeeld aan de lokale Centra voor Jeugd en Gezin als frontoffice voor alle jeugdzorg. In 2011 is intensief gewerkt aan de voorbereidingen op deze transitie: er moeten beslissingen worden genomen ten aanzien van onderdelen, die lokaal dan wel subregionaal (NWN), of stadsregionaal georganiseerd gaan worden. 2012 wordt verder een ontwikkeljaar, vervolgens wordt in 2013 geëxperimenteerd, zodat de implementatie in 2014 kan plaatsvinden. De decentralisatie van de jeugdzorg staat niet op zich: ontwikkelingen op het vlak van onderwijs, werk en inkomen, de AWBZ en de Wmo lopen hiermee parallel, zij het verschillend in tempo. Het is van groot belang samenhang tussen deze ontwikkelingen aan te brengen. Op lokaal niveau wordt daarvoor een programma ingericht. De jeugd in de buitenruimte kreeg in 2011 de nodige aandacht. De realisatie van een jongerenvoorziening in Noord is vertraagd. In 2011 is onderzoek verricht naar de financiële haalbaarheid van het jongerencentrum en naar mogelijke alternatieve bestaande accommodaties. Er zijn vooralsnog geen alternatieve locaties gevonden en er vindt een heroverweging plaats op basis van de financiële paragraaf. Verder speelt het ambulante jongerenwerk in op actuele situaties, waarbij extra inzet is gerealiseerd voor Noord. Het Jeugdinterventieteam was een succesvolle interventie. In deze methodiek werken jongerenwerkers met jeugdhulpverleners samen om tot een laagdrempelige vorm van jeugdhulpverlening te komen. Jeugdoverlast wordt actief bestreden met de aanpak van overlastgevende groepen. Als uit de analyse van een overlastgevende groep blijkt dat ook individuele problemen een rol spelen, dan wordt adequaat doorverwezen naar jeugdhulpverlening en indien nodig naar de GOSAregisseur. Maatschappelijke ondersteuning Met ingang van 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) van kracht geworden. Het doel van de wet is om het voor alle burgers mogelijk te maken mee te doen aan de samenleving. In de visie van de gemeente Schiedam zijn burgers daarvoor in eerste instantie zelf verantwoordelijk. De gemeente biedt een vangnet aan burgers die het voor korte of langere tijd niet zelf redden. Bij de uitvoering van de wet werkt Schiedam samen met
Vlaardingen en Maassluis. Voor het verstrekkingenbeleid is ROGplus de uitvoeringsorganisatie. In 2008 zijn het verstrekkingen-beleid en de werkwijze van de Wmo-loketten geëvalueerd. In 2010 is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van het Wmo-beleid naar wijkniveau. Gekeken is of spreekuren op locatie, bijvoorbeeld in de huisartsenposten, drempelverlagend werken. Hieruit blijkt dat het ene spreekuur in de wijk beter wordt bezocht dan het andere. Door te experimenteren moet duidelijk worden wat de beste locaties zijn voor spreekuren. Er is geëxperimenteerd met een avondopenstelling van het Wmo-loket, maar dat heeft in eerste instantie nog niet de gewenste aanloop gehad. Daarom wordt het avondspreekuur nu op afspraak aangeboden. Als bezoekers dat wensen kunnen zij ook ’s avonds een afspraak maken, maar er zit niet standaard een medewerker aan het loket met het risico dat er geen aanloop is. Tot slot worden huisbezoeken aangeboden aan inwoners die niet in staat zijn zelf naar het Wmo-loket te komen. Hiervan wordt geregeld gebruik gemaakt. Volksgezondheid In het kader van de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) is de nieuwe Nota Volksgezondheid voor de periode 2009-2012 door de raad vastgesteld. Deze nota geeft in de eerste plaats een Schiedamse invulling van de landelijke speerpunten: roken, schadelijk alcoholgebruik, overgewicht (bewegen en voeding), diabetes en depressie. De analyse van de GGD-cijfers leert dat deze problemen in Schiedam gelijk zijn aan het landelijk gemiddelde of zelfs sterker. Zo is het aantal Schiedammers met matig en zwaar overgewicht hoger dan in de regiogemeenten en roken Schiedammers meer dan inwoners van de regiogemeenten. Tien procent van de Schiedammers is te scharen onder de categorie ‘overmatige drinker’. Geen landelijk speerpunt, maar een duidelijk probleem voor de Schiedammers zelf is eenzaamheid. Volgens de gezondheidsenquête van de GGD is 39% van de Schiedammers matig tot ernstig eenzaam, en dat is hoog in vergelijking met de regiogemeenten. Het is dan ook niet vreemd dat Schiedammers de eigen gezondheid vaker als ondermaats ervaren dan de andere inwoners van deze regio: een op de drie Schiedammers vindt de eigen leefstijl in meer of mindere mate ongezond. De gezondheidsnota geeft handvatten om de gezondheid van de Schiedammers te verbeteren. Belangrijke speerpunten zijn: • Genotmiddelenpreventie, waaronder schadelijk alcoholgebruik, bij jongeren en bij ouderen die een nieuwe kwetsba-
ProgrammaREKENing
47
re groep zijn. Zorgen over het alcoholgebruik in Schiedam leidden tot een lokaal alcoholactieplan. Dit actieplan gaat zowel in op het gezondheidsaspect als het openbareordevraagstuk. • Aanpak van overgewicht en diabetes door het uitvoeren van programma’s als de ‘Gezonde school’, waarbij voeding en beweging aan de orde komen. • Weerbaarheidtrainingen in het onderwijs om psychisch welbevinden te bevorderen. • Zorg toegankelijk maken voor kwetsbare allochtone groepen, door inzet van de allochtone zorgconsulent als intermediair. • Wijkplannen opstellen op het gebied van gezondheidsbevordering, omdat blijkt dat bepaalde gezondheidsproblemen niet in dezelfde mate in alle wijken voorkomen. • Bevorderen van een gezonde leefstijl van ouderen in samenwerking met de huisartsen. • Voorkomen van eenzaamheid bij ouderen door in te zetten op ouderenadviseurs. • Aanbod van bewegingsprogramma’s voor ouderen, die gericht zijn op ontmoeting (tegen de eenzaamheid) èn beweging (tegen overgewicht en diabetes). Participatie Het participatiebudget is op 1 januari 2009 in werking getreden. Hierin zijn de middelen vanuit het werkdeel Wet werk en bijstand (Wwb), de middelen vanuit de Wet inburgering en de middelen vanuit volwasseneneducatie samengevoegd in één budget vanuit de Rijksoverheid. Schiedam kan hiermee maatwerk leveren voor haar inwoners en een samenhangende aanpak realiseren op het gebied van participatie. Schiedam heeft hierbij gezocht naar innovatieve oplossingen en nieuwe verbindingen in het beleid. Van de mogelijkheden om de doelgroepen van het participatiebeleid uit te breiden, is zoveel mogelijk gebruik gemaakt. Schiedam heeft hierdoor nieuwe groepen kunnen bereiken en nieuwe methoden kunnen ontwikkelen. Een ander aspect van participatie is verbonden met het beleid op het gebied van integratie en de Wmo. Omdat integratie van allochtone bewoners ook onder de prestatievelden van de Wmo valt, is gezocht naar verbinding met het Schiedamse integratiebeleid, waarin participatie en acceptatie de sleutelbegrippen zijn. De aanpak van homo-intolerantie in het onderwijs is hiervan een voorbeeld. Ook is gekeken hoe allochtone groepen kunnen worden bereikt binnen de verschillende prestatievelden van de Wmo. De Beleidsnota Wmo, die in 2008 is vastgesteld, is richtinggevend geweest bij die beleidsontwik-
48
keling. Bij de subsidie aan de zelforganisaties wordt deze nota als uitgangspunt gehanteerd. In dat kader zijn sportactiviteiten georganiseerd voor de gezondheidsbevordering. 2011 is op het gebied van participatie een beleidsarm jaar geweest. Dit houdt in dat er weinig nieuw beleid is geformuleerd en de focus heeft gelegen op het uitvoeren van beleid en beleidsplannen. De uitgangspunten die voor het participatiebeleid in de begroting 2011 zijn opgenomen, zijn de leidraad geweest bij de uitvoering van het beleid. • Geen belemmeringen – Dit uitgangspunt heeft zich erop gericht dat culturele achtergrond, seksuele voorkeur, leeftijd of geslacht geen belemmering mogen zijn om te participeren in onze stad. • Afstemming overig beleid – Ook in 2011 lag de focus op het afstemmen van verschillenden beleidterreinen binnen het sociale domein. De afstemming was vooral gefocust op afstemming in de praktijk. Een belangrijke stap in dit proces is het inrichten van een programmabureau om de verschillende decentralisaties binnen het sociale domein integraal op te pakken. • Klantgerichte dienstverlening – In 2012 is de dienstverlening klantgerichter, efficiënter en effectiever geworden. Dit betekent ook dat de gemeente kritisch afweegt of, en zo ja, met welke dienstverlening de klant het meeste gebaat was. Waar het nodig is, werd de klant integraal ondersteund. • Doelgroep met korte afstand arbeidsmarkt – Vanaf augustus 2011 heeft Werk en Inkomen de organisatie op orde gekregen. Dit betekent dat er meer tijd en aandacht geweest is voor re-integratie. Mensen die snel aan het werk konden, moesten aan het werk. Mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zijn ondersteund en in hun kracht gezet om de afstand te verkleinen. • Samenwerking – De gemeente heeft de samenwerking met haar partners versterkt. Hier zijn verschillende aanleidingen voor waarvan noodzakelijke bezuinigingen de belangrijkste zijn. Bij verschillende projecten heeft de focus gelegen op het overdragen van taken en functies aan vrijwilligers in de wijk of organisaties met een gedeeld of wederzijds belang. • Wijkgerichte aanpak – Ook in 2011 heeft Schiedam ingezet op een wijkgerichte aanpak: hierdoor konden meer verbindingen met andere gebiedsgerichte activiteiten worden gelegd. Door kennis van de wijk op te doen, konden voorzieningen worden aangeboden die meer aansloten bij de directe leefomgeving.
Sport De gemeente Schiedam wil voor elke Schiedammer een passend sportaanbod creëren door intensief samen te werken met alle partijen, zodat iedereen een leven lang kan sporten en bewegen. Hierbij is nadrukkelijk samenwerking gezocht met welzijn, onderwijs, sportverenigingen, sportbonden en sporten buurtwerk. Om bovenstaande doelen te bereiken, is naast het reguliere aanbod extra aandacht gegeven aan: • sportkennismakingstrajecten voor de jeugd; • een sportaanbod voor bijzondere doelgroepen; • een sportplatform voor ouderen; • breder sportaanbod voor de doelgroep oudere jeugd; • vitalisering van de sportverenigingen. Daarnaast hebben aansprekende evenementen in Schiedam plaatsgevonden om de aandacht voor sport te vergroten, zoals de landelijke opening van de Nationale Sport Week en het Sportgala. De ontwikkelingen met betrekking tot de A4 hebben geleid tot nieuwe mogelijkheden voor het accommodatiegebruik. In juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten door te gaan met de stedelijke inpassing van de A4 en het casco Park A4 onder meer met sportvoorzieningen in te richten. De ontwikkeling van een nieuw sportpark leidt tot een herschikking van de huidige sportaccommodaties in de stad. In de uitwerking van het besluit van juni 2011 is in december 2011 het rapport ‘Prognose behoefte sportaccommodaties’ vastgesteld. Dit rapport geeft, rekening houdend met trends en ontwikkelingen, inzicht in de toekomstige behoefte aan binnen- en buitensportaccommodaties in Schiedam. Het rapport fungeert als bouwsteen van de in 2012 op te stellen visie op de te realiseren drie moderne sportparken in Schiedam. In 2012 wordt met de sportverenigingen een start gemaakt met een participatieproces, waarin de schuifoperatie van sportvoorzieningen en de optimalisatie van het gebruik van de sportvoorzieningen onderwerp van gesprek zullen zijn. Aan de hand van de meerjarenonderhoudsplannen is een kwaliteitsimpuls gegeven aan het (achterstallig) onderhoud van de binnensportaccommodaties, vooral bij de gymnastieklokalen. Ook is uitvoering gegeven aan (achterstallig) onderhoud van de buitensportaccommodaties. Met betrekking tot zwembad Zuid heeft de gemeenteraad besloten dat het zwembad moet worden gerenoveerd en voor minstens tien jaar open moet blijven. Een klein deel van deze renovatie vindt in de zomer van 2012 plaats, het grootste
deel van de renovatie volgt in de zomer van 2013. Wat het zwembad Groenoord betreft, is met Sportfondsen Nederland een nieuw verbeterd (een financiële besparing en het exploitatierisico ligt nu bij de exploitant) contract overeengekomen voor de komende twee jaar, om in deze tijd te komen tot een toekomst visie op de zwemsport in Schiedam. Werk en Inkomen Al drie jaar achtereen heeft de gemeente te maken met de gevolgen van de crisis. Er zijn voorzichtige tekenen van herstel geweest, maar deze hebben in 2011 nog niet doorgezet. In de begroting 2011 een aantal specifieke onderwerpen benoemd waarop in deze jaarrekening wordt ingegaan. In 2011 is het klantenbestand van Werk en Inkomen gestegen naar 2397 klanten. De doelstelling is hiermee niet behaald. Toch is er ook goed nieuws. De laatste maanden is er sprake van een dalend klantenbestand. Ook is Werk en Inkomen in staat geweest om meer mensen bij de poort al tegen te houden. In 2011 leidde aan aanvraag vaker ook daadwerkelijk tot een uitkering. Dit betekent dat er minder onterechte aanvragen zijn ingediend en meer mensen al voor de aanvraag aan het werk zijn geholpen of af hebben gezien van een uitkeringsaanvraag. Tegelijkertijd is de uitstroom uit de uitkering in 2011 aanzienlijk hoger geweest dan in 2010: er zijn met 1.050 ruim 300 meer mensen uitgestroomd dan in 2010. • Toeleiding naar werk – De toeleiding naar werk heeft in 2011 onder zware druk gestaan. Niet alleen als gevolg van forse bezuinigingen op het participatiebudget maar mede als gevolg van de reorganisatie binnen werk en inkomen, waardoor met steeds minder medewerker steeds meer werk verzet moest worden (zie ook paragraaf organisatieverandering W&I). In paragraaf 9.2 wordt verder op de toeleiding naar werk ingegaan. Belangrijke mijlpaal ten aanzien van de bezuinigingen op het participatiebudget is het besluit tot afbouw van de gesubsidieerde arbeid. Door te kiezen voor een gefaseerde afbouw worden gevolgen van de afbouw zoveel mogelijk beperkt en worden de kansen voor doorstroom van werknemers vergroot. • Aanpak Jeugdwerkloosheid – In 2011 is Startpunt Go voor jongeren opgericht. Jongeren moeten aan het werk of naar school om een startkwalificatie te halen. In het startpunt wordt samengewerkt door het UWV Werkbedrijf en de gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen. Go Startpunt is de eerste plek waar jongeren zich melden met vragen over Leren en Werken (en inkomensondersteuning).
ProgrammaREKENing
49
Vanuit dit startpunt worden jongeren gecoacht om zelfstandig hun plek binnen het onderwijs of op de arbeidsmarkt te verwerven. Daarvoor worden verschillende instrumenten (speedmeets, workshops, Bus/Stip-project) ingezet en ontwikkeld. Go Startpunt heeft veelal ook te maken met multi probleemjongeren. Het startpunt is steeds beter in staat om jongeren terug naar school of aan het werk te krijgen. Door de inzet van het Startpunt is het aantal jongeren in de uitkering gedaald met 19% • Organisatieverandering W&I – Begin 2011 is de organisatieverandering Werk en Inkomen voltooid. Binnen alle wijken zullen participatiecoaches vanuit multidisciplinaire teams integrale dienstverlening aanbieden aan de doelgroep. Steeds meer wordt gekozen voor een projectmatige aanpak waarbij invulling wordt gegeven aan de onderstaande doelstellingen: • instroom beperken • doorstroom versnellen • uitstroom bevorderen De uitwerking van de projecten heeft ertoe geleid dat de processen op basis waarvan de achterstanden zijn geminimaliseerd, geheel nieuw zijn ingericht er veel minder voorschotten worden verstrekt en de beslistermijn op aanvragen in bijna alle gevallen is teruggebracht naar minder dan vier weken. Tevens is in samenwerking met UWV, Vlaardingen en Maassluis een gezamenlijke klantherkenning ingericht en volgen klanten na melding bij het UWV een workshop waarbij de focus op het vinden van werk voorop staat. Door deze samenwerking werden klanten in 2011 beter doorverwezen en werden minder onterechte intakes uitgevoerd. • Verkenning mogelijkheden regionale samenwerking – De gemeenten Maassluis, Schiedam en Vlaardingen hebben een haalbaarheidsonderzoek uit laten voeren naar de vorming van een regionale sociale dienst (RSD). De uitkomsten van dit onderzoek, dat is uitgevoerd door Berenschot, bieden voldoende aanknopingspunten om de volgende fase van het proces in te gaan, namelijk het opstellen van een bedrijfsplan. In dit bedrijfsplan moeten de hoofdlijnen van de samenwerking verder worden uitgewerkt in een integraal ontwerp van de nieuwe organisatie. Op basis van dit bedrijfsplan moet er een definitief besluit worden genomen door de drie colleges van BenW en de gemeenteraden om in 2014 over een RSD te beschikken. • Beleidsnota Inburgering – In 2011 was het inburgeringsbeleid gericht op mensen met een inburgeringsplicht. Als gevolg van een korting op het budget is terughoudend omgegaan met zogenoemde vrijwillige inburgering.
50
• Op 15 december 2011 is in de gemeenteraad de Nota ‘Armoedebeleid werkt!’ vastgesteld. Met deze nota is uitvoering gegeven aan de opdracht uit het collegewerkprogramma om de doelmatigheid van het beleid te vergroten. Een aantal voorzieningen is ingewisseld voor een transparante, eenvoudig toepasbare systematiek van inkomenstoeslagen. Met de invoering van de inkomenstoeslag is invulling gegeven aan de inkomensondersteuning voor mensen die niet meer aan het werk kunnen, maar deze voorziening heeft ook een activerend karakter. De toeslag is namelijk ook beschikbaar voor mensen met een laag inkomen die aan het werk zijn. De voorzieningen in het armoedebeleid die gericht zijn op maatschappelijke participatie zijn in stand gelaten. Dit zijn in ieder geval het Jeugdfonds, regeling gratis computers, Rotterdampas, vrijwilligerspremie en de sportactiviteiten voor volwassenen. Dierenwelzijn Ook in 2011 is, zij het beperkt, uitvoering gegeven aan de Nota Dierenwelzijn, die in 2008 is vastgesteld. De rol van de gemeente ligt vooral in de voorwaardenscheppende en de voorlichtende sfeer. Wat betreft de voorwaardenscheppende rol, kan worden opgemerkt dat de gemeente allereerst ervoor wil zorgen dat het onderwerp dierenwelzijn in de andere beleidsterreinen integraal wordt meegewogen. Verder wil Schiedam dat de omstandigheden voor dieren in de gemeente zo optimaal mogelijk zijn, zowel voor vrijlevende dieren als voor huisdieren en hobby- en productiedieren. Voor het opvangen van zwerfdieren, een wettelijke taak, heeft het college op 4 januari 2011 besloten voor de periode 2011 tot en met 2013 weer een overeenkomst af te sluiten met de Dierenbescherming, afdeling Schiedam. Ook is in 2011 opnieuw subsidie verleend aan de dierenambulance Maasstad. Op 10 mei 2011 is de nulmeting Natuurmonitor 2010 vastgesteld in het college van burgemeester en wethouders. Omdat uit deze monitor bleek dat de gemeente nog nauwelijks gegevens had over het voorkomen van vleermuizen in de gemeente, is als vervolgstap een vleermuisonderzoek uitgevoerd in de zuidelijke helft van Schiedam. Het lag in de bedoeling om in 2012 de vleermuizenpopulatie in de noordelijke helft van de gemeente te onderzoeken, maar aangezien bij de laatste bezuinigingsronde is besloten om het totale budget voor dierenwelzijn te schrappen, krijgt dit onderzoek waarschijnlijk geen vervolg. Ook het hondenbeleid is opgenomen in de Nota Dierenwelzijn. In april 2010 is het hondenbeleid vastgesteld. In 2011 is
verder gegaan met de uitvoering van het hondenbeleid. Naar aanleiding van klankbordgroepbijeenkomst en een enquête onder zowel hondenbezitters als niet-hondenbezitters heeft dit allereerst geleid tot een aanpassing van het beleid voor het onderdeel voorzieningen. Verder is de procedure gestart
voor het aanwijzen van hondentoiletten en losloopgebieden. Deze was eind 2011 nog niet afgerond. Daarnaast zijn de hondentoiletten opgeknapt en zijn de hondenpoepafvalbakken besteld. Het is de bedoeling dat in 2012 het hondenbeleid volledig in uitvoering is.
3. Beleidsonderdeel Onderwijs 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Onderwijs Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen samen en in overleg met het onderwijsveld.
1.1 Een sluitende registratie van jongeren tussen 2,5 en 23 jaar. Bekend moet zijn of zij deelnemen aan voorschoolse activiteiten, op school zitten en of zij een startkwalificatie hebben behaald. 1.2 Leerlingen in Schiedam die op basis van de vervoersverordening in aanmerking komen voor leerlingenvervoer, ontvangen een passend vervoersaanbod. 1.3 Vijfjarige kinderen worden logopedisch onderzocht. Leerkrachten en ouders van deze groep krijgen vervolgens voorlichting over de eventuele aanpak. 1.4 Schoolmaatschappelijk werk op alle scholen voor primair onderwijs. 1.5 Zorg Advies Teams (ZAT’s) in het voortgezet onderwijs worden gecontinueerd. Pilot schoolgebonden ZAT’s in het basisonderwijs.
2. Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, vooral bij de overgang van vmbo naar mbo, en in het mbo.
2.1 Voortijdige schoolverlaters worden teruggeleid naar het onderwijs. 2.2 Begeleiding van jongeren die dreigen voortijdig het onderwijs te verlaten. 2.3 Er wordt een preventieplan voor mboschoolverlaters ontwikkeld. 2.4 Voorlichting aan ouders over onderwijsmogelijkheden voor hun kinderen. 2.5 Een actief Steunpunt Jongeren dat het behalen van een startkwalificatie bevordert. 2.6 Er worden leerwerkbanen voor jongeren gerealiseerd. 2.7 Aanbod van mentoraattrajecten aan kwetsbare groepen.
Onderwijs
ProgrammaREKENing
51
Doelstellingen en activiteiten Onderwijs (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen
3. Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaalculturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs.
Onderwijs
4. Een impuls aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs.
52
Activiteiten 3.1 De deelname van doelgroepkinderen aan educatieve programma’s in de voor- en vroegschoolse periode wordt vergroot; 3.2 Brede scholen primair onderwijs; 3.3 Brede scholen voortgezet onderwijs; 3.4 Voortzetten van schakelklassen en uitbreiden van de eerste opvang voor nieuwkomers van halve naar hele dagopvang; 3.5 Er komen combinatiefuncties in het onderwijs, de sport- en de cultuursector. Doel is om zo meer kinderen en jongeren te laten deelnemen aan sportieve en culturele activiteiten; 3.6 Tegengaan van segregatie en bevorderen van integratie, zodat in 2010 de instroom van kinderen in het basisonderwijs een beter afspiegeling is van het verzorgingsgebied van de desbetreffende school; 3.7 Pilot Verlengde Leertijd: op drie basisscholen en twee vmbo-scholen in Nieuwland. 4.1 Jaarlijks wordt een kwalitatief goed lokaal (cultuur)educatief aanbod gerealiseerd, gericht op primair en voortgezet onderwijs; 4.2 Het NME-centrum Harre Wegh realiseert projecten op het gebied van natuur- en milieuonderwijs; 4.3 Zwemles in het vierde leerjaar. Sommige specifieke doelgroepen krijgen ook zwemles in het vijfde en/ of zesde leerjaar. Bovendien is er de vangnetregeling, bedoeld om alsnog het diploma te behalen; 4.4 Het muziekonderwijs wordt toegankelijk gemaakt voor jongeren in het onderwijs en allochtone doelgroepen. Dit gebeurt door in de subsidievoorwaarden hierop te sturen; 4.5 Uitdragen van (historische) identiteit van Schiedam door: publicaties, exposities, lesprogramma’s wijkgerichte activiteiten; 4.6 Deelname aan het Cool+ onderzoek, waarin de resultaten op cognitief en sociaal/emotioneel gebied driejaarlijks worden gemonitord.
Doelstellingen en activiteiten Onderwijs (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen
5. Stimulering van brede schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs.
Onderwijs
6. Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen waarin meerdere functies verenigd zijn, en in een veilige omgeving.
7. Aandacht voor de gemeentelijke plustaken ter verbetering van de kwaliteit van het onderwijs (natuur- en milieueducatie, cultuureducatie, schoollogopedie en schoolzwemmen).
Activiteiten 5.1 Aanbieden van vaste uren schoolmaatschappelijk werk op alle Schiedamse scholen voor basisonderwijs (25); 5.2 Zorgen voor een doorgaande leerlijn van 2,5 tot 6 jaar door het aanbieden van integraal peuterspeelzaalwerk, waarbij aan alle scholen een peuterspeelzaal is gekoppeld; 5.3 Koppelen van buitenschoolse opvang aan elke basisschool; 5.4 Versterken van de buurtfunctie van scholen door het openstellen van scholen voor buurtbewoners en organiseren van activiteiten op scholen waaraan ook buurtbewoners aan kunnen deelnemen; 5.5 Subsidiëren van 15 basisscholen met een hoog percentage achterstandsleerlingen om extra activiteiten uit te voeren voor kinderen en hun ouders. Hierdoor verbeteren de leerprestaties en worden de sociale competenties van kinderen versterkt; 5.6 Subsidiëren van de twee vmbo-scholen in Schiedam om extra activiteiten uit te voeren die een optimale brede ontwikkeling bevorderen, de binding met de school versterken, leerlingen voorbereiden op het meedoen in de samenleving, voorkomen van schooluitval en bevorderen van de binding en de betrokkenheid met de wijk. 6.1 Voorbereiding en realisatie nieuwbouw van een vmbo-school in Schieveste, obs De Singel, Schravenlant, multifunctionele accommodaties in Nieuwland en Groenoord; 6.2 Vervolg van bouwkundige aanpassingen brede-buurtscholen op eerdere regelingen; 6.3 Promoten van het convenant Veilige School, voor scholen van voortgezet onderwijs. Om deze doelstelling te bereiken, onderneemt de gemeente het volgende: • schoollogopedie; • cultuureducatie; • natuur- en milieueducatie; • schoolzwemmen.
ProgrammaREKENing
53
3.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: goede school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen Registratie – Alle peuters die op de wachtlijst staan 1.1 voor, of deelnemen aan integraal peuterspeelzaalwerk, zijn geregistreerd in het softwareprogramma Flexkids. De gemeente heeft hierin inzage. De organisaties die in Schiedam kinderopvang verzorgen, geven elk jaar op de peildatum van 1 oktober hun totale bezetting aan de gemeente door. Alle jongeren van 4 tot 23 jaar staan via een rechtstreekse koppeling met het GBA in het leerplichtadministratiesysteem van de gemeente (Key2Onderwijs). De jongeren van 12 tot 23 jaar zijn geregistreerd in het jeugdvolgsysteem van het Steunpunt Jongeren. In dit systeem is ook te zien of zij een startkwalificatie hebben en welke schoolinschrijving(en) zij hebben (gehad). De gemeente heeft hierdoor zowel alle voortijdige schoolverlaters in beeld als alle jongeren die een opleiding volgen of een startkwalificatie hebben. 1.2 Vervoersaanbod – Er is een passend vervoersaanbod gerealiseerd voor alle leerlingen die hiervoor in aanmerking komen volgens de gemeentelijke Verordening Leerlingenvervoer. In 2010 is een Europese aanbesteding voor een nieuw contract leerlingenvervoer, in samenwerking met Vlaardingen en Maassluis, succesvol afgesloten. Hoewel dit een besparing opleverde op de uitgaven voor het leerlingenvervoer, groeit het aantal leerlingen dat in aanmerking komt voor het leerlingenvervoer. Het aantal indicaties voor speciaal onderwijs neemt toe. Dat is vooral het geval bij cluster 4 leerlingen; kinderen die vanwege hun gedragshandicap of psychiatrische problemen een structurele beperking in hun onderwijsparticipatie ondervinden. Aan de andere kant wordt er binnen het speciaal onderwijs steeds meer individueel gewerkt. Hierdoor moet ook het leerlingenvervoer anders worden geregeld. Denk aan afwijkende begin- en eindtijden en toename van stageverplichtingen van leerlingen. Ook is er een toename van het aantal aanvragen voor vervoer naar het speciaal basisonderwijs. Uitsluitend onder bepaalde voorwaarden kunnen deze verzoeken (vaak tijdelijk) worden gehonoreerd door gebruik te maken van de hardheidsclausule in de verordening leerlingenvervoer. Tenslotte zijn er extra kosten gemaakt door de kostenontwikkeling in het taxivervoer. In de overeenkomst die de gemeente Schiedam met Connexxion heeft afgesloten, is opgenomen dat de tarieven jaarlijks worden geïndexeerd op basis van de door NEA
54
vastgestelde kostenontwikkeling voor het taxivervoer. In 2011 is de kostenstijging vastgesteld op 3,2%. 1.3 Logopedisch onderzoek – Op alle basisscholen in Schiedam is een logopedische screening uitgevoerd bij alle vijfjarigen die hiervoor in aanmerking komen. De verfijnde screening door de schoollogopedisten vindt plaats na een meer grofmazige screening door de groepsleerkrachten/interne begeleiders. School en logopedist bepalen in overleg welke leerlingen in aanmerking komen voor de uitgebreide screening. Naast screening zijn de schoollogopedisten actief in het begeleiden en professionaliseren van het onderwijzend personeel en het adviseren van ouders/verzorgers in oudergesprekken. In toenemende mate doet de voorschoolse educatie (VE) een beroep op de expertise van en advisering door schoollogopedisten. Met de uitbreiding van de VVE-voorziening wordt de vroegtijdige onderkenning van spraak/taalproblematiek van peuters steeds belangrijker. Dit vraagt een heroverweging van de inzet van schoollogopedie eerder dan de nu van toepassing zijnde screening van kleuters. 1.4 Schoolmaatschappelijkwerk – Alle basisscholen beschikken over vaste uren school-maatschappelijk werk. Tweejaarlijks wordt bepaald of de uren over de scholen opnieuw moeten worden verdeeld. In 2009-2010 is op vijf scholen begonnen met een tweejarige pilot Schoolgebonden Zorgadviesteams. In 2011 is besloten om de ZAT’s gefaseerd in te voeren op alle basisscholen. 1.5 ZAT in voortgezet onderwijs – Alle scholen voor voortgezet onderwijs in Schiedam hebben een vast Zorgadviesteam (ZAT). Doelstelling 2: voorkomen van uitval in het voortgezet onderwijs en de toeleiding naar werk 2.1 Voortijdige schoolverlaters – Alle voortijdige schoolverlaters die worden aangemeld bij het Steunpunt Jongeren, zijn opgeroepen en begeleid. Voortijdige schoolverlaters die via de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en het jeugdvolgsysteem van het Steunpunt Jongeren worden geregistreerd, zijn actief benaderd door het Steunpunt Jongeren. Jongeren die niet via schriftelijke en telefonische oproepen bereikt konden worden, zijn actief opgespoord. De helft van de jongeren die zo opgespoord is, blijkt aan het werk te zijn. De overige jongeren hebben een aanbod voor begeleiding gekregen. In november 2011 is de gegevensuitwisseling met het SUWI-netwerk van het UWV gestart. Steunpunt Jongeren weet hierdoor niet alleen van alle jongeren tot 23 jaar of zij een op-
leiding volgen of een startkwalificatie hebben, maar ook of zij werken, een WIJ- of Wajong-uitkering krijgen. Hierdoor kunnen voortijdig schoolverlaters efficiënter worden benaderd en kan prioriteit worden gegeven aan jongeren zonder dagbesteding. Het Steunpunt Jongeren heeft in 2011 een bijdrage geleverd aan het opzetten van een structuur van Zorg Advies Teams in het mbo op alle mbo-locaties in NWN. Hierbij is veel aandacht geweest voor deskundigheidsbevordering van docenten en teamleiders en het aansluiten van het mbo op de lokale zorgstructuur. In 2011 is veel aandacht geschonken aan het snel en adequaat behandelen van verzuimmeldingen door leerplicht, de kwalificatieplichtconsulent en het Steunpunt Jongeren. De kwalificatieplichtconsulent roept leerlingen van de mbo-scholen tot hun achttiende jaar zonder startkwalificatie op voor begeleiding als zij verzuimen of zijn uitgevallen. Goede begeleiding bij studie en beroepskeuze is hierbij vaak de oplossing. De consulent probeert deze jongeren weer op een mbo te plaatsen. Als jongeren (en/ of hun ouders) onvoldoende meewerken, kan de kwalificatieplichtconsulent de jongere melden bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente. Deze zorgt als dat mogelijk en noodzakelijk is voor handhaving. Naast het proces-verbaal kan sinds 2010 een melding worden gedaan voor het stopzetten van kinderbijslag. De gemeente Schiedam heeft daartoe, evenals de andere gemeenten in ons land, een overeenkomst gesloten met de Sociale Verzekeringsbank. Ook de, eventueel zelfs preventieve, inzet van leerplicht is een belangrijk instrument om schoolverlaten tegen te gaan. In 2010 was de leerplichtformatie zodanig dat er werd voldaan aan de landelijke normen en kon er extra aandacht worden besteed aan luxeverzuim. 2.2 Risicoleerlingen – Via de zorgstructuur van de scholen zijn risicoleerlingen gesignaleerd. Het Steunpunt Onderwijs en het Steunpunt Jongeren hebben gezorgd voor preventieve en curatieve begeleiding van de jongeren. Er is voorlichting gegeven over schoolkeuze, studiekeuze en beroepsperspectieven. Leerplichtambtenaren en het Steunpunt Jongeren hebben gezamenlijk voorlichtingslessen verzorgd over de kwalificatieplicht, het belang van het halen van een startkwalificatie en de mogelijkheden tot advies en begeleiding voor leerlingen. Rond de overstap van het voortgezet onderwijs naar het mbo zijn jongeren begeleid door de decaan van hun ei-
gen school en het Decanenadviesteam, zodat alle jongeren een geschikte vervolgopleiding kunnen vinden. In samenwerking met de mbo-opleidingen in de regio is in september een ‘no-show actie’ gehouden door de RMC-coördinator en het Steunpunt Jongeren. Jongeren die bij hun nieuwe opleiding niet zijn komen opdagen, zijn gemeld bij Steunpunt Jongeren. Deze jongeren zijn onmiddellijk actief opgespoord en (indien mogelijk) naar school begeleid. In 2011 is ook voor het eerst gewerkt met het systeem ’Intergrip’ waarin alle leerlingen uit Schiedam zijn gevolgd bij de overstap van vmbo (of ook soms havo) naar het mbo. 2.3 Steunpunt Jongeren – In 2011 is het Steunpunt Jongeren ook preventief ingezet dankzij de mogelijkheden van het landelijke verzuimloket van DUO. Binnen regio Rijnmond is een protocol opgesteld voor het melden en behandelen van verzuim in het mbo, waardoor ook leerlingen van 18 tot 23 bij verzuim worden gemeld door de scholen en begeleid door Steunpunt Jongeren. Hierbij is veel aandacht voor het signaleren van problematiek. Er is in 2011 extra aandacht besteed aan loopbaanoriëntatie en de overstap van vmbo naar mbo. Ook neemt sinds september 2011 een medewerker van Steunpunt Jongeren deel aan een pilot waarbij een dagdeel per week spreekuren worden gehouden op een mbo-locatie. Hierbij wordt ook een koppeling gemaakt met de ZAT-structuur in het mbo. 2.4 Voorlichting aan ouders over de onderwijsmogelijkheden voor kinderen – Het Steunpunt Onderwijs verzorgt jaarlijks samen met de scholen voor voortgezet onderwijs een schoolkeuzegids, die onder alle ouders van kinderen in groep acht van de basisschool wordt verspreid. Voor kinderen met speciale onderwijsbehoeftes en moeilijk plaatsbare leerlingen biedt het Steunpunt Onderwijs begeleiding en advies aan ouders en kinderen. Ook is het mogelijk om getest te worden op leerproblemen, gedragsproblemen en studie- en beroepskeuzetesten. De uitkomsten van deze testen worden samen met de ouders en de leerling besproken, waarna een advies kan worden gegeven voor (vervolg)onderwijs. Ook voor kinderen die vanuit het buitenland naar Schiedam verhuizen, is het mogelijk toetsen en begeleiding naar schakelklassen mogelijk. 2.5 Zoals al genoemd bij punten 2.1 t/m 2.3 verricht het Steunpunt Jongeren tal van preventieve en curatieve activiteiten om zoveel mogelijk jongeren aan een startkwalificatie te helpen. Er is in 2011 ook veel aandacht besteed aan voorlichting op scholen over het belang van een start-
ProgrammaREKENing
55
kwalificatie en de kwalificatieplicht. Door aan te sluiten bij de structuur van Zorg Advies Teams en spreekuren op locatie in het mbo kan er via het netwerk nog beter worden ingezet op het binnenboord houden van alle jongeren in het mbo. 2.6 Leerwerkbanen – Bij Careyn zijn twaalf leerwerkbanen huishoudelijke hulp voor jongeren gerealiseerd. Daarnaast is Watch Out met vijf leerwerkbanen uitgebreid (zie ook beleidsonderdeel 9). 2.7 Mentoraat – Voor 2011 is voor het project Jongeren aan Zet als prestatie opgenomen, dat minimaal 81 Schiedamse jongeren worden bereikt. Het project wordt met ingang van 2012 beëindigd. Doelstelling 3: gericht beleid op doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs 3.1 Vroeg- en voorschoolse educatie – Op 1 januari 2011 werden 27 doelgroeppeuters bereikt met voorschoolse educatie bij Stichting Kinderdagopvang Mundo en 294 met voorschoolse educatie in de peuterspeelzalen. In 2011 is de pilot VVE in de kinderdagopvang uitgebreid naar alle locaties voor kinderdagopvang van Mundo. Hierdoor worden 51 doelgroeppeuters bereikt. Op december 2011 is het aantal peuterspeelzaalgroepen uitgebreid naar 40,5 en worden 357 doelgroeppeuters bereikt met voorschoolse educatie in de peuterspeelzalen. In totaal waren op 31 december 2011 408 doelgroeppeuters bereikt. 3.2 Brede scholen primair onderwijs – Alle Schiedamse basisscholen ontwikkelen zich tot brede buurtschool. In deze scholen wordt integraal peuterspeelzaalwerk, buitenschoolse opvang en schoolmaatschappelijk werk aangeboden. In 2011 is besloten om het aantal basisscholen dat extra middelen ontvangt om zich verder tot brede buurtschool te ontwikkelen, uit te breiden van vijftien naar zeventien. 3.3 Brede scholen voortgezet onderwijs – De raad heeft in februari 2010 besloten om de pilot Brede school vmbo in de periode 2010 tot en met 2013 voort te zetten. Scholen bieden extra activiteiten aan leerlingen en ouders die bijdragen aan een optimale ontwikkeling, de versterking van de binding met de school, en de wijk, het in de samenleving meedoen en voorkomen van uitval. 3.4 Schakelklassen – In 2011 zijn op twee scholen interne schakelklassen gehouden waarin kinderen een jaar lang intensief taalonderwijs hebben gevolgd. In de wijk Oost is een verlengde schooldagvariant van de schakelklas uit-
56
gevoerd. De capaciteit van de Centrale Opvang Nieuwkomers (CON) is uitgebreid naar zestig plaatsen. Bovendien is de CON overgegaan van halve naar hele dagopvang. Op de peildatum van 1 oktober 2011 zaten er 108 leerlingen in een schakelklas. De deelname aan de verschillende schakelklasvarianten is als volgt verdeeld: • centrale opvang nieuwkomers: 63; • verlengde schooldagvariant: 12; • schoolgebonden schakelgroepen: 33. 3.5 Combinatiefuncties – De combinatiefuncties in sport, onderwijs en cultuur zijn gerealiseerd. De combinatiefunctionarissen sport en onderwijs organiseren extra sportactiviteiten onder en na schooltijd, samen met de sportsector. De combinatiefunctionaris cultuur wordt ingezet om op wijkniveau de vraag en het aanbod af te stemmen, zoals opgenomen in de visie op cultuureducatie. 3.6 Geen segregatie maar integratie – Het overleg met de schoolbesturen over integratie en segregatie is structureel opgenomen in het bestuurlijk overleg Lokale Educatieve Agenda (LEA). De schoolbesturen hebben ingestemd met de afspraken in de vervolgnotitie Integratie en segregatie in het basisonderwijs 2012-2014. De gemeente zet in de komende periode in op voorlichting aan ouders gericht op een bewuste keuze voor het basisonderwijs, bij voorkeur in de buurt. Scholen kunnen een bijdrage ontvangen voor projecten waarbij kinderen vanuit verschillende culturen elkaar ontmoeten. 3.7 Pilot Verlengde Leertijd – In 2011 is de pilot verlengde leertijd op vijf scholen in Nieuwland voortgezet: drie basisscholen en twee vmbo-scholen. Doelstelling 4: verbeteren van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs 4.1 Lokaal educatief aanbod – Er is een kwalitatief goed lokaal educatief aanbod gerealiseerd, gericht op zowel het primair als voortgezet onderwijs. Het aanbod (de ‘plus op het Schiedams onderwijs’) bestaat uit schoollogopedie, natuur- en milieueducatie, schoolzwemmen en cultuureducatie. Een groot deel van het aanbod is gebundeld op de website www.paradeschiedam.nl. Naast de ‘eigen disciplines’ van de afdeling Onderwijs & Welzijn presenteren deze organisaties lokaal educatief aanbod: • de Griffie; • Perspectief Schiedam; • het team Verkeer en Geo-informatie van de gemeente Schiedam; • de zwembaden in Schiedam;
• GGD Rotterdam Rijnmond; • Regiopolitie Rotterdam Rijnmond district Schiedam; • Halt Rotterdam Rijnmond locatie Schiedam; • een aantal culturele instellingen in Schiedam. Aan het aanbod verkeerseducatie van het team Verkeer en Geo-informatie van de gemeente Schiedam is met ingang van het schooljaar 2011/2012 een einde gekomen. Aan het einde van 2011 is Stichting De Teerstoof weggevallen als belangrijke aanbieder van cultuureducatieve projecten. 4.2 Natuur- en milieuonderwijs – Het Natuur- en Milieueducatief Centrum De Harre Wegh heeft in 2011 een groot aantal projecten, excursies en leskisten aangeboden om natuur- en milieueducatie in het onderwijs te ondersteunen. Het Natuur Milieueducatief Centrum heeft actief geparticipeerd in de ontwikkeling van Kethelpoort. Bij de portefeuilleverdeling is natuur – en milieueducatie onderdeel van het takenpakket van de wethouder Milieu. 4.3 Zwemonderwijs – Alle Schiedamse leerlingen in leerjaar vier en een deel van de leerlingen in leerjaar vijf volgden wekelijks 45 minuten zwemonderwijs in schooltijd. Hierna kunnen leerlingen tot het einde van leerjaar acht nog voldoende zwemvaardig worden (tenminste diploma A, zo mogelijk B) via naschoolse zwemvangnetten. Door effectuering van de bij de vaststelling van de gemeentebegroting 2011 aangekondigde bezuiniging op het schoolzwemmen is de organisatie van het gemeentelijke schoolzwemonderwijs en de daarbij behorende doelstellingen vanaf de start van het schooljaar 2011/2012 aangepast. 4.4 Muziekonderwijs – Samen met muziekcentrum OpMaat is muziekonderwijs geboden aan individuele leerlingen en aan leerlingen van de scholen in Schiedam. Door laagdrempelige lessen op de scholen zijn ook kinderen bereikt die van huis uit wellicht geen muziekeducatie aangeboden zouden krijgen. De reorganisatie van stichting OpMaat is in 2011 voltooid. 4.5 Cultuureducatie – Begin 2010 is de Visie Cultuureducatie Gemeente Schiedam 2010-2014 door de gemeenteraad vastgesteld. Daarna is gestart met de implementatie. Er is een tweejarig convenant gesloten met de schoolbesturen over cofinanciering en door extra middelen is het cultuureducatieve aanbod voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs uitgebreid (extra muzikale vorming en erfgoededucatie). Het aanbod voor het voortgezet onderwijs heeft voor twee jaar gemeentelijke financiering gekregen na het wegvallen van externe middelen (van fondsen en/ of van de provincie/het Rijk).
4.6 Monitoring – In het Cool+ onderzoek, dat eens in de drie jaar wordt afgenomen in de groepen twee, vijf en acht, worden op de Schiedamse scholen de resultaten gemonitord op cognitief en sociaal-emotioneel gebied. Het eerste onderzoek is uitgevoerd in het schooljaar 2007-2008. Het tweede onderzoek is in het eerste kwartaal van 2011 afgenomen. Door deelname aan dit onderzoek is het mogelijk de resultaten van de stad Schiedam en van de individuele scholen te vergelijken met landelijke resultaten. Doelstelling 5: stimuleren van bredeschoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs 5.1 Schoolmaatschappelijk werk – Alle basisscholen beschikken over vaste uren schoolmaatschappelijk werk, gemiddeld zes uur per school/per week. 5.2 Doorgaande leerlijn 2,5 - 6 – Alle basisscholen werken in het kader van de voor- en vroegschoolse educatie samen met een peuterspeelzaal. Alle peuterspeelzalen in Schiedam bieden integraal peuterspeelzaalwerk aan, waaraan doelgroepkinderen en niet doelgroepkinderen samen deelnemen. 5.3 Buitenschoolse opvang – Elke basisschool heeft een overeenkomt met (een of meer) instellingen voor buitenschoolse opvang. 5.4 Versterken van de buurtfunctie van scholen – De brede scholen die extra middelen ontvangen voor de brede schoolontwikkeling bieden activiteiten aan voor ouders en buurtbewoners. Vooral in Nieuwland en Groenoord zijn wijkgerichte inburgeringcursussen aangeboden op de basisscholen. 5.5 Subsidiëren van vijftien basisscholen om extra activiteiten te organiseren – De middelen zijn besteed aan activiteiten binnen het onderwijsleerproces, zorgverbreding, schoolklimaat, ouders, vrije tijd en schoolomgeving. Door onder meer intensiever met de bibliotheek in de servicepluspunten samen te werken, wordt aan het verbeteren van het lezen gewerkt. 5.7 Brede school in het vmbo – Twee vmbo-scholen in Schiedam (Lentiz LIFE en college VOS Schiedam) hebben extra activiteiten uitgevoerd, die een optimale brede ontwikkeling bevorderen, de binding met de school versterken, leerlingen voorbereiden op het meedoen in de samenleving, schooluitval voorkomen en de binding en de betrokkenheid met de wijk bevorderen. Hierbij gaat het vaak om activiteiten die aansluiten bij het reguliere programma, of er integraal deel van uitmaken. Zo wordt een verdiepingsslag gemaakt.
ProgrammaREKENing
57
Doelstelling 6: voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen in een veilige omgeving 6.1 Nieuwbouw – De realisatie van nieuwbouw voor het vmbo van de Lentiz Onderwijsgroep is in de tweede helft van 2009 gestart. De nieuwbouw is in het voorjaar van 2011 opgeleverd. De huidige schoolgebouwen van de Lentiz Onderwijsgroep aan de Mgr. Nolenslaan en de Nieuwe Damlaan zijn aan de gemeente overgedragen. Het gebouw aan de Mgr. Nolenslaan wordt gebruikt voor tijdelijke huisvesting voor het openbaar Lyceum Schravenlant en het gebouw op de locatie aan de Nieuwe Damlaan wordt voor een deel gesloopt. Het deel aan de Nieuwe Damlaan wordt gebruikt voor tijdelijke huisvesting van de openbare basisschool De Taaltuin. Het bestuur van Stichting Primo Schiedam heeft een locatiestudie uitgevoerd naar vervangende nieuwbouw voor basisschool De Singel. Uitkomst van dit onderzoek is, dat de huidige locatie van de school de meeste kansen biedt voor vervangende nieuwbouw. Tijdens het slopen van het huidige schoolgebouw en de realisatie van de nieuwbouw, wordt de school gehuisvest in een tijdelijke, nog te realiseren school aan de Buitenhavenweg. Het bestuur van de stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS) heeft een plan voor vervangende nieuwbouw voor scholengemeenschap Schravenlant ontwikkeld. In dit plan is rekening gehouden met de uitgangspunten voor duurzaam bouwen. De sloop van het huidige gebouw is eind 2011 begonnen. De start van de nieuwbouw vindt in het eerste kwartaal van 2012 plaats. Tijdens de bouw wordt het schoolgebouw aan de Mgr. Nolenslaan gebruikt als tijdelijke huisvesting van de school. Voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie in Nieuwland is onderzocht of het mogelijk is de basisscholen De Wieken, De Taaltuin en Ababil onder één dak te huisvesten, in combinatie met aanvullende voorzieningen. Het ministerie van OCW heeft een afwijzend standpunt ingenomen over de verplaatsing van basisschool De Wieken naar de locatie Nieuwe Damlaan. Hierdoor heeft de raad besloten op de locatie Nieuwe Damlaan (vervangende) nieuwbouw voor de basisscholen Ababil en De Taaltuin met aanvullende voorzieningen te realiseren. En voor basisschool De Wieken (vervangende) nieuwbouw
58
met aanvullende voorzieningen op de huidige locatie zelf of in de nabijheid daarvan te realiseren. Op dit moment worden de plannen voor beide kindcentra verder uitgewerkt. Verwacht wordt dat in 2012 de bouw van beide kindcentra kan worden gestart. De centra worden naar verwachting in 2014 in gebruik genomen. Voor de realisatie van een multifunctionele accommodatie in Groenoord moet duidelijkheid komen over het voortbestaan van betrokken basisscholen, die onder de opheffingsnorm verkeren. Inmiddels is een visietraject gestart, waarin de positie van alle basisscholen wordt betrokken die onder de opheffingsnorm verkeren c.q. komen. 6.2 Bouwkundige aanpassingen – In het kader van de regeling ‘Stimulering aanpassing huisvesting brede scholen 2009’ zijn op grond van het collegebesluit van 16 juni 2009 voor vier scholen aanvragen ingediend bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Het ministerie heeft voor twee scholen middelen beschikbaar gesteld. De hiermee gemoeide kosten zijn in deze jaarrekening verantwoord. 6.3 Convenant Veilige School – Op basis van het in 2009 afgesloten convenant hebben alle scholen voor voortgezet onderwijs een veiligheidsplan opgesteld. Doelstelling 7: aandacht voor de gemeentelijke plustaken voor het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs (natuur- en milieueducatie, cultuureducatie, schoollogopedie en schoolzwemmen). Binnen het lokaal onderwijsbeleid kunnen we veel verschillende beleidsterreinen onderscheiden. Een aantal hiervan is verplicht en een aantal niet. In het laatste geval kan de lokale overheid invloed uitoefenen op onderdelen van het onderwijs en de kwaliteit hierdoor positieve impulsen geven. Dit gebeurt vanuit de uitgangspunten van het collegewerkprogramma. Ze zorgen mede voor de realisering hiervan. Deze gemeentelijke taken kunnen rekenen op veel waardering in het onderwijs. Zowel bij het formuleren van beleid als het toezicht op de uitvoering werken de lokale overheid en het onderwijs samen. De begeleidingscommissies logopedie, schoolzwemmen en cultuureducatie bestaan uit vertegenwoordigers van alle betrokken partijen.
3.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Onderwijs Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Doelstelling 1: Het realiseren van een kwalitatief goede en veilige school- en leeromgeving voor zorg- en risicoleerlingen, in overleg met het onderwijsveld Aantal scholen voor voortgezet onderwijs dat het Convenant Veilige School onderschrijft
Veiligheid
6 (2009)
6
6
Aantal overlegmomenten gemeente/schoolbesturen
MO-O&W
5 (2009)
5
5
Doelstelling 2: Extra inzet op het voorkomen van voortijdig schoolverlaten in het voortgezet onderwijs, vooral bij de overgang van vmbo naar mbo en in het mbo Aantal onderwijslocaties in Schiedam (vavo en mbo) waar een ‘no showactie’ wordt uitgevoerd
P
MO-O&W
6 (2009)
6
6
Aantal begeleide zorgleerlingen bij het Steunpunt Onderwijs (16-)
P
MO-O&W
2010
600
562
Aantal begeleide zorgleerlingen bij het Steunpunt Jongeren (16+)
P
MO-O&W
2010
400
611
Aantal begeleidingstrajecten RMC (18–23 jaar)
P
2010
640
1119
Aantal overbelaste jongeren in de plusvoorziening New Life
P
50 (2010)
50
73
Doelstelling 3: Een gericht beleid op de doelgroepleerlingen die door sociaal-culturele factoren een achterstand hebben in het onderwijs Aantal deelnemende scholen aan de pilot Verlengde Leertijd
P
MO-O&W
0 (2009)
5
5
Aantal deelnemers schakelklassen
P
MO-O&W
93
100
108
P
MO-O&W
5 (2010)
5
15
P
MO-O&W
100% 2
100% 2
P
MO-O&W
0 (2010)
0
2
P P P P
MO-O&W
1200 (2010) 1000 (2010) 9000 (2010) 7500 (2010)
1200 1000 9000 7500
1200 1000 9000 7500
Doelstelling 4: Een impuls aan het verhogen van de kwaliteit van het Schiedamse onderwijs Aantal deelnemende scholen pilot Schoolgebonden ZAT Primair Onderwijs Doelstelling 5: Stimulering van brede- schoolontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs Aantal brede scholen primair onderwijs Aantal brede scholen voortgezet onderwijs Doelstelling 6: Een aanbod van voldoende onderwijsvoorzieningen in goede schoolgebouwen waarin meerdere functies verenigd zijn Aantal multifunctionele accommodaties Doelstelling 7: Aandacht voor de gemeentelijke ‘plustaken’ ter verbetering van het onderwijs Aantal deelnemende leerlingen schoolzwemmen Aantal gescreende leerlingen schoollogopedie Aantal deelnemende leerlingen cultuureducatie Aantal deelnemende leerlingen natuur- en milieueducatie * E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
ProgrammaREKENing
59
4. Beleidsonderdeel Integraal Jeugdbeleid 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Integraal Jeugdbeleid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
1. Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar.
Integraal jeugdbeleid
2. Versterken van de opvoedingsondersteuning.
60
Activiteiten 1.1 Toezicht houden op de kwaliteit van de Kinderopvang; 1.2 Het peuterspeelzaalwerk wordt versterkt door het stellen van kwaliteitseisen; 1.3 Toezicht op de kwaliteit van het peuterspeelzaalwerk; 1.4 Deelname aan integraal peuterspeelzaalwerk wordt verruimd; 1.5 Onderhouden van speelvoorzieningen; 1.6 Jongeren krijgen mentoraattrajecten aangeboden; 1.7 Er is een adequaat aanbod op het gebied van begeleiding en vrijetijdsbesteding: door onder andere ambulant jongerenwerk, buurtsportwerk. Doel is overlast van jongeren te voorkomen en te bestrijden; 1.8 Vergroten van deelname jeugd aan (georganiseerde) sport; 1.9 Jongerencentrum in Noord; 1.10 Schoolmaatschappelijk werk wordt aangeboden als laagdrempelige en toegankelijke vorm van zorg; 1.11 Voorkomen van jongerenoverlast (zie ook programma Veiligheid); 1.12 Opzet van één elektronisch dossier. Doel is om ervoor te zorgen dat kinderen/jongeren over wie zorg bestaat, door de juiste hulpinstantie worden geholpen; 1.13 Jeugdparticipatie; 1.14 Jeugdmonitor; 1.15 Elektronisch Jeugddossier; 1.16 Aanbod van (licht) pedagogische hulpverlening; 1.17 Versterken van sluitende aanpak door de GOSA-regisseur; 1.18 Inzet van Jeugd Interventie Teams (JIT) die jongeren op een laagdrempelige wijze individueel begeleiden; 1.19 Opvang van jongeren na detentie.
2.1 Vroegtijdig signaleren van opvoedrisico’s; 2.2 Versterken van het aanbod aan opvoedingsondersteuning; 2.3 Realiseren van een passend aanbod en bereik op het gebied van opvoedingsondersteuning ten behoeve van opgroeiende jongeren; 2.4 Face-lift satelliet van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Schiedam Noord; 2.5 Informeren van ouders en jeugd over opvoeden en opgroeien. 2.6 Inzetten van zorgcoördinatie op lokaal niveau, bijvoorbeeld via gezinscoaching; 2.7 Voor gezinnen met complexe problemen wordt ‘bemoeizorg’ georganiseerd; 2.8 De voorschoolse educatie in de kinderopvang wordt uitgebreid; 2.9 Het aanbod voor- en vroegschoolse educatie (vve) is bestemd voor alle kinderen die dit nodig hebben (doelgroepkinderen); 2.10 Inspanningsverplichting om alle voorschoolse doelgroepkinderen te bereiken met vve. Dit gebeurt via kinderopvang en peuterspeelzalen.
4.2 Uitgevoerde activiteiten Doelstelling 1: sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar 1.1 Kinderopvang – In 2011 zijn alle locaties voor kinderopvang en gastouderopvang geïnspecteerd. 1.2/1.3 Peuterspeelzaalwerk – In 2011 zijn alle peuterspeelzalen geïnspecteerd. 1.4 Peuterspeelzaalwerk – Alle peuterspeelzalen werken met een VVE-programma en een dubbele bezetting van pedagogisch medewerkers op een groep van maximaal veertien peuters per dagdeel. Basisscholen en peuterspeelzaalwerk: – In 2011 wordt de pilot VVE in de kinderdagopvang gecontinueerd en uitgebreid. In totaal namen op 1 oktober 2011 719 peuters deel aan het integraal peuterspeel-zaalwerk. Dit is 57% procent van de 1265 Schiedamse 2,5- tot en met 3-jarigen. 1.5 Onderhouden van speelvoorzieningen – Het onderhoud van de speelvoorzieningen wordt wegens beperkte inzet van middelen getemporiseerd uitgevoerd. Jaarlijks wordt bekeken waar de inzet het meest noodzakelijk is. 1.6 Bieden van mentoraattrajecten aan jongeren – Aan minimaal 81 jongeren wordt in het kader van het mentoraatprogramma ‘Jongeren aan Zet’ een traject aangeboden. De prestaties over 2011 zijn nog niet bekend. 1.7 Ambulant jongerenwerk – Stichting Welzijn Schiedam (SWS) heeft in de verschillende Schiedamse wijken ambulant jongerenwerk aangeboden. De locaties van het ambulante aanbod worden mede bepaald door de overlast die de omgeving ervaart. 1.8 Jeugd en sport – Door verschillende kortingsregelingen aan te bieden, zoals de Schiedamse jeugdpas en de Rotterdampas, is sport zo laagdrempelig mogelijk aangeboden. Ook in het kader van het ambulante jongerenwerk zijn sportactiviteiten aangeboden. 1.9 Jongerencentrum – Bij de begrotingsbehandeling in november 2010 is in het kader van de bezuinigingen besloten de bouw van het jongerencentrum uit te stellen tot 2013 en in de tussentijd een quickscan uit te voeren naar alternatieve mogelijkheden om het centrum vorm te geven. In 2011 heeft de quickscan plaatsgevonden; er zijn geen alternatieve accommodaties gevonden die geschikt zijn voor een jongerenvoorziening. Ook is de financiële paragraaf geactualiseerd, zodat een gedegen afweging kan worden gemaakt op welke wijze dit traject wordt voortgezet. 1.10 Schoolmaatschappelijk werk – Op alle Schiedamse ba-
sisscholen is schoolmaatschappelijk werk uitgevoerd. Op vijftien scholen zijn ZorgAdviesteams (ZAT’s) gerealiseerd, die vanuit een multidisciplinaire invalshoek de zorg op de scholen vormgeven. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) participeert hier nadrukkelijk in. 1.11 Jongerenoverlast – De GOSA-regisseur is binnen de groepsaanpak ‘Beke’ eindverantwoordelijk voor de procesregie op de individuen, die voortkomen uit geprioriteerde groepen. In 2011 betroffen dit de individuen van twee geprioriteerde groepen, met in totaal 47 jongeren. 1.12 Opzet van één elektronisch dossier – Zie 1.15 1.13 Jeugdparticipatie – Jong Geluid heeft in 2011 weinig tot geen activiteiten georganiseerd. In overleg met de subcommissie Jeugd hebben zij besloten Jong Geluid in zijn huidige vorm op te heffen. Er is een start gemaakt met de ontwikkeling van een vernieuwde vorm van jongerenparticipatie. Daarbij zijn leden van Jong Geluid uitgenodigd om mee te denken. Hiernaast is met ingang van september 2011 een kindergemeenteraad actief. 1.14 Jeugdmonitor – Met ingang van 2011 is de Jeugd Monitor Rotterdam (JMR) onder invloed van de bezuinigingen omgevormd tot het instrument ‘Jeugd Rijnmond in Beeld’. Deze monitor richt zich met de vragenlijsten niet meer op scholen, maar rechtstreeks op ouders en hun kinderen. De eerste resultaten zijn in januari 2012 beschikbaar. 1.15 Elektronisch jongerendossier – Eind 2009 is stadsregionaal breed een convenant gesloten tussen de gemeenten en de bovenlokaal werkende hulpverleningsinstanties over de invoering van het SISA-systeem (Single Information, Single Audit). De implementatie is in 2010 verder ter hand genomen, maar het systeem is nog niet overal volledig ingevoerd. In 2010 is ook lokaal ingestemd met een overeenkomst en privacyreglement CJG-GOSA met betrekking tot gegevensuitwisseling. In 2011 is het gebruik van het systeem – na training van de hulpverleners – aanzienlijk toegenomen. 1.16 Pedagogische hulpverlening – De gemeente faciliteert verschillende vormen van laagdrempelige (lichte) pedagogische hulpverlening. Vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin is veelvuldig laagdrempelige hulp aangeboden en zijn gezinscoaches ingezet. 1.17 Versterken van sluitende aanpak door de GOSA-regisseur in gemeentelijke dienst – In 2010 is voor de optimalisatie van de sluitende aanpak de directe samenwerking versterkt met het CJG, Veiligheidshuis
ProgrammaREKENing
61
NWN, Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en Lokaal Zorgnetwerk (LZN). Dit wordt geborgd via het regisseursoverleg dat eens in de maand plaatsvindt. Daarin wordt naast het delen van kennis, het bespreken van ontwikkelingen en het signaleren van knelpunten, ook een vertaalslag gemaakt van uitvoering naar beleid. In 2011 is deze samenwerking gecontinueerd en verder uitgebouwd. Vooral de totstandkoming van een integrale gemeentelijke visie op regie binnen de hiervoor genoemde onderdelen is hierbij een belangrijk aandachtspunt en onderdeel van nader te ontwikkelen beleid. 1.18 Inzet van Jeugd Interventie Teams (JIT) om jongeren op laagdrempelige wijze individueel te begeleiden – De gemeente faciliteert verschillende vormen van laagdrempelige (lichte) pedagogische hulpverlening. Net als in 2009 en 2010 is het Jeugdinterventieteam actief geweest. Het JIT is aan de slag gegaan met individuele jeugdigen en hun ouders. In 2011 zijn hiermee 62 jongeren bereikt. 1.19 Opvang van jongeren na detentie – Er is een plan van aanpak ontwikkeld voor nazorg aan ex-gedetineerde jongeren. Hierbij is aangesloten bij de succesvolle aanpak van (jeugdige) veelplegers. Het plan wordt uitgevoerd vanuit het Veiligheidshuis door de coördinator Jeugd in nauwe samenwerking met partners zoals het Steunpunt Jongeren en het CJG. Doelstelling 2: versterken van de opvoedingsondersteuning 2.1 Vroegtijdig signaleren van opvoedrisico’s – Het CJG blijkt een laagdrempelige plaats te zijn waar ouders met hun opvoedingsvragen terechtkomen. Het CJG heeft in korte tijd veel gezinnen weten te bereiken. 2.2 Overzicht aanbod – Eind 2010 is in het kader van het CJG-communicatieplan een apart bezorgde huis-aanhuiskrant ontwikkeld met veel informatie over de diverse mogelijkheden, over aanbieders én met een overzicht van het aanbod opvoedingscursussen. Deze eerste editie was gericht op ouders en hun kinderen. In 2011 is een tweede editie huis-aan-huis bezorgd, die specifiek op jongeren was gericht. Zij behoren ook tot de doelgroep van het CJG, maar zijn moeilijker bereikbaar. Daarnaast is in 2011 verder gewerkt aan de CJGwebsite. In 2012 wordt deze vervolmaakt. 2.3 Aanbod opgroeiende jongeren – Binnen het CJG worden vraag en aanbod in beeld gebracht. In 2011 zijn
62
deze verder op elkaar afgestemd. Deze verbetering van afstemming is voortdurend een aandachtspunt, dus ook in de komende jaren. 2.4 Samenwerking borgen – Het CJG is al in 2009 in een snel tempo een belangrijke speler geworden in de samenwerking in de jeugdhulpverleningsketen. De samenwerking is formeel geborgd in convenanten. Daarnaast zijn informele verbanden overigens eveneens van groot belang. 2.5 Informatie aan ouders en jeugd – Het CJG is een laagdrempelige informatiebron voor ouders. Het bereiken van jeugdigen moet nog verder vorm krijgen. Door samenwerking met het Ouder en Kind Centrum (OKC) is extra ingezet op het bereiken van allochtone ouders. Zie ook 2.2 2.6 Zorgcoördinatie – Aan ouders die hieraan behoefte hebben, wordt gezinscoaching aangeboden. Om te voorkomen dat hulpverleners in een zelfde casus langs elkaar heen werken, is coördinatie nodig. Uitgangspunt is één kind en/of gezin, één plan, één casusregisseur. Een elektronisch zorgcoördinatiedossier dient ter ondersteuning hiervan. In de NWN-gemeenten is afgesproken, dat de drie gemeenten voor hun CJG’s hetzelfde systeem gebruiken. Dit wordt in de loop van 2012 ingevoerd. 2.7 Bemoeizorg – Ouders die een grote opvoedingsonmacht kennen, kunnen zo nodig dwingend opvoedingsondersteuning opgelegd krijgen via een zogenoemd VIG-traject (Vroegtijdige Interventie in Gezinnen). Het ontvangen van een uitkering wordt dan afhankelijk gemaakt aan actieve deelname aan de opvoedingsondersteuning. 2.8 Pilot voorschoolse educatie in de kinderopvang – In 2011 wordt de pilot VVE in de kinderdagopvang gecontinueerd en uitgebreid. Op 1 januari 2011 werden 27 doelgroeppeuters bereikt met voorschoolse educatie bij Stichting Kinderdagopvang Mundo. In 2011 is de pilot VVE in de kinderdagopvang uitgebreid naar alle locaties voor kinderdagopvang van Mundo. Op 31 december 2011 was het doelgroepbereik 51 peuters. 2.9 Het aanbod voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is bestemd voor alle kinderen die dit nodig hebben (doelgroepkinderen). 2.10 Inspanningsverplichting om alle voorschoolse doelgroepkinderen te bereiken met vve. Dit gebeurt via kinderopvang en peuterspeelzalen. In 2012 wordt gestreefd naar uitbreiding van de voorschoolse educatie in de kinderdagopvanggroepen van KomKids.
4.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Integraal Jeugdbeleid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Inspectie aantal locaties kinderopvang
P
Aanbod VVE-plaatsen
P
MO-EW
80% (2009)**
90%
100%
MO-EW
279
334
408
Bereik aantal ouders met pedagogisch hulpverlening
P
MO-EW
(2008)
75
214
Zorgcoördinatie op lokaal niveau; aantal bereikte gezinnen
P
MO-EW
(2008)
50
94
Bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen
P
MO-EW
8 gezinnen (2007)
10
54
Bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen
P
MO-EW
8 gezinnen (2007)
10
12
Doelstelling 1: Sluitende aanpak jeugd van 0 tot 23 jaar
Doelstelling 2: Versterken van de opvoedingsondersteuning
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Het betreft op jaarbasis ongeveer 60 locaties, waarbij elk type opvang apart geteld wordt (hele dagopvang, buitenschoolse opvang, gastouderbureau, peuterspeelzaal)
5.
Beleidsonderdeel Maatschappelijke ondersteuning
5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Maatschappelijke Ondersteuning Beleidsonderdeel
Doelstellingen
1. Zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning.
Maatschappelijke ondersteuning
2. Het bieden van wijkgerichte ondersteuning gericht op zorg en activering
Activiteiten 1.1 Verhogen van cliëntenparticipatie; 1.2 Houden van klanttevredenheids- en benchmarkonderzoeken; 1.3 Eventueel het aanbod aanpassen naar aanleiding van klanttevredenheidsonderzoeken; 1.4 Het tegengaan van onderbenutting van voorzieningen door het inzetten van de formulierenbrigade. 2.1 Op basis van de ervaringen met het Wijkzorgteam Nieuwland bezien aan welke vormen van ondersteuning in de wijken Oost en Noord behoefte is; 2.2 Regisseur Maatschappelijke Ondersteuning heeft de mogelijkheid tot het inzetten van voorzieningen (waaronder de gezinscoach) en bemoeizorg.
ProgrammaREKENing
63
Doelstellingen en activiteiten Maatschappelijke Ondersteuning (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen
3. Zolang mogelijk zelfstandig functioneren van alle inwoners.
Maatschappelijke Ondersteuning
4. Voorkomen van maatschappelijk isolement.
64
Activiteiten 3.1 Verbeteren van de advies- en informatiefunctie voor zorgvragen en die tegelijkertijd meer naar de wijken brengen; 3.2 Het verstrekken van hulpmiddelen volgens de methode ‘De kanteling’ waarbij gekeken wordt naar de vraag achter de vraag om zo beter op maat te kunnen ondersteunen; 3.3 Ondersteuning van mantelzorgers; 3.4 Handhaven voorzieningenaanbod (wijkcentra, dienstencentra etc.); 3.5 Aanbieden van maatschappelijk werk en maatschappelijke dienstverlening; 3.6 Organiseren van bemoeizorg voor gezinnen met complexe problemen; 3.7 Inzet van gezinscoaches; 3.8 Verhogen van de sluitende aanpak door de inzet van de regisseur Maatschappelijke Ondersteuning; 3.9 Het ontwikkelen van beleid waarbij zoveel mogelijk uitgegaan wordt van reguliere en collectieve voorzieningen om de specifieke en individuele voorzieningen te ontlasten. 4.1 Bevorderen vrijwillige inzet van onder meer bewoners, door hen te betrekken bij het voorkomen en bestrijden van maatschappelijk isolement; 4.2 Versterken van maatschappelijke opvang en het voorkomen ervan door intensivering van het aanbod voor woonbegeleiding; 4.3 Faciliteren van ouderenadviseurs, visiteclubs et cetera; 4.4 Extra aandacht voor zorg in probleemwijken onder andere door de inzet van het wijkzorgteam Nieuwland; 4.5 Bieden van maatschappelijke opvang: sociaal pension en lokaal zorgnetwerk Grotestedenbeleid (GSB). 4.6 Versterken samenwerking met de regio op het gebied van Maatschappelijke opvang.
5.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning 1.1 Cliëntparticipatie – De cliëntparticipatie wordt onder meer geborgd door de Wmo-adviesraad. Hierin zijn Schiedammers vertegenwoordigd, die op basis van hun eigen ervaring of die van hun achterban de gemeente kan adviseren. De Schiedamse Wmo-adviesraad is zeer actief en betrokken. In 2011 is de raad tienmaal bijeen geweest. In 2011 is er één bestuurlijk overleg gevoerd met de wethouder. Het tweede geplande overleg is van de zijde van het bestuur geannuleerd. Dit in verband met de perikelen rond de burgemeester. De Wmo-adviesraad heeft in 2011 adviezen uitgebracht over de beleidsregels tegemoetkoming kosten kinderopvang op grond van sociaal medische indicatie; bezuinigingen op de collectieve voorzieningen; bezuinigingen individuele Wmo-voorzieningen en de doorontwikkeling Wmo-loket. De Wmo-adviesraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris en krijgt een vergadervergoeding. 1.2 Benchmark – Het onderzoeksbureau SGBO voert jaarlijks een aantal benchmark-onderzoeken naar het brede Wmo-beleid uit. Daarnaast evalueert de ROGplus regelmatig de eigen dienstverlening. Over 2011 zijn nog geen benchmarkgegevens van SGBO bekend. De meest recente benchmark gaat over 2010 en daarin valt een aantal zaken op: In het totale Wmo-beleid (70%) scoort gemeente Schiedam hoger dan het gemiddelde van dezelfde gemeentegrootteklasse en hoger dan het gemiddelde van de benchmark op de acht thema’s. De acht thema’s zijn: 1. Participatie (47%); 2. Leefbaarheid en sociale samenhang – Prestatieveld 1 (70%); 3. Jeugd – Prestatieveld 2 (64%); 4. Toegang tot en levering van individuele ondersteuning – Prestatieveld 3 en 6 (78%); 5. Mantelzorg – Prestatieveld 4 (83%); 6. Vrijwilligerswerk – Prestatieveld 4 (98%); 7. Wonen, zorg en toegankelijkheid – Prestatieveld 5 (88%); 8. Opvang – Prestatievelden 7, 8 en 9 (56%) – Schiedam is een regiogemeente. De coördinatie van aanbod en ondersteuning is de verantwoordelijkheid van Vlaardingen, de centrumgemeente.
Op eenzaamheid scoort de gemeente Schiedam, die in de GGD-bevolkingsenquête wordt gehanteerd, opvallend hoog. Tussen 19 en 65 jaar (39%) en 65 jaar en ouder (46%). 1.3 Aanpassen aanbod: In de benchmark Wmo komt naar voren dat de gemeente op een aantal onderdelen minder goed scoort dan andere gemeenten. Vooral het hoge cijfer van eenzaamheid onder de Schiedammers valt hierbij op. Om die reden is in samenwerking met Seniorenwelzijn bekeken hoe ouderen hierin beter kunnen worden ondersteund. De uitkomsten van deze interventies worden op de langere termijn duidelijk. 1.4 Formulierenbrigade – De formulierenbrigade stimuleert gerechtvaardigd gebruik van voorzieningen en is een groot succes. De doelgroep weet de brigadiers goed te vinden en maakt daardoor beter gebruik van voorzieningen. Bovendien stromen de brigadiers regelmatig uit naar reguliere banen. Doelstelling 2: het bieden van wijkgerichte ondersteuning gericht op zorg en activering 2.1 Ondersteuning in de wijken Oost en Noord: het wijkzorgteam is in de oorspronkelijke opzet onvoldoende uit de verf gekomen. Aan de hand van de evaluatie van het wijkzorgteam wordt bekeken hoe deze vorm van laagdrempelige hulp beter kan worden ingericht, waarbij ook wordt gekeken naar de wijken Oost en Noord. 2.2 MO-regisseur: de MO-regisseur beschikt over doorzettingsmacht en kan methodieken als de gezinscoach inzetten of de VIG-methode toepassen. In de praktijk wordt er meer gewerkt door te overtuigen dan door dwang- en drangmiddelen in te zetten. Doelstelling 3: zolang mogelijk zelfstandig functioneren van alle inwoners 3.1 Adviseren en informeren over zorgvragen – Het Wmoloket houdt spreekuur in de wijk, onder meer bij de huisartsencentra en het Zimmerje. Ook leggen de medewerkers huisbezoeken af om zo dichter bij de vraag te komen. Daarnaast is het mogelijk een afspraak in de avonduren te maken met het Wmo-loket. 3.2 Hulpmiddelen – De hulpmiddelen in het kader van de Wmo worden verstrekt door de ROGplus. Bij het verstrekken van de hulpmiddelen wordt dieper doorgevraagd naar alternatieve vormen. Dat is een omslag in denken bij de medewerkers van de ROGplus en bij de klanten. De medewerkers van de ROGplus zijn getraind
ProgrammaREKENing
65
om deze vragen op een andere wijze te stellen. 3.3 Ondersteuning mantelzorg – De Stichting Mantelzorg ondersteunt de mantelzorgers. In 2009 is een Impuls mantelzorggelden beschikbaar gekomen die ook in 2011 is ingezet. Deze gelden zijn ingezet om groepen te bereiken die buiten beeld vallen. Hierbij is specifieke aandacht voor allochtone mantelzorgers, waar overbelasting een groot probleem is. Ook is er speciale aandacht voor jonge mantelzorgers. Kinderen en tieners kunnen – tegen wil en dank – in de rol van mantelzorger belanden. Zij hebben specifieke vragen en problemen, zoals de gevolgen voor hun eigen ontwikkeling. 3.4 Voorzieningenaanbod – In 2011 zijn bezuinigingen doorgevoerd op verschillende gesubsidieerde instellingen zoals SWS Welzijn en Seniorenwelzijn. Nadrukkelijk is hierbij gekozen om het voorzieningenaanbod zoveel mogelijk in stand te houden en op voorhand geen locaties te sluiten. In 2011 is intensief ingezet op het bundelen van krachten van instellingen onderling en van instellingen met bewoners. Door deze samenwerking hoopt de gemeente met minder middelen een volwaardig aanbod kunnen blijven aanbieden in de stad. De gemeente vraagt alle gesubsidieerde instellingen in welke mate ze samenwerken en welke nieuwe verbindingen ze leggen. 3.5 Maatschappelijk werk en maatschappelijke dienstverlening: de gemeente subsidieert het maatschappelijk werk in onze stad. Dit voorziet in een stevige behoefte. Zeker in tijden van economische crisis komen gezinnen onder druk te staan door minder inkomsten. Schulden, huiselijk geweld en echtscheiding kunnen het gevolg zijn. Het maatschappelijk werk adviseert in dergelijke situaties. 3.6 Bemoeizorg – Ouders met een grote opvoedingsonmacht kunnen dwingend opvoedingsondersteuning opgelegd krijgen via een VIG-traject. Hun uitkering is afhankelijk van actieve deelname aan de opvoedingsondersteuning. 3.7 Inzet gezinscoaches: Door de GOSA-regisseur, de MOregisseur en het CJG kunnen gezinscoaches worden ingezet in gezinnen waar dat wenselijk is. Dit aanbod voorziet in een duidelijke behoefte. 3.8 Sluitende aanpak door inzet MO-regisseur: de MOregisseur is de tegenhanger van de GOSA-regisseur die zich richt op de jeugdigen. Samen bestrijken ze de gehele groep kwetsbare Schiedammers. 3.9 Versterken collectieve aanbod: het versterken van het collectieve aanbod vindt plaats in een tijd van bezuinigingen. Dat betekent dat er gezocht moet worden naar andere vormen van aanbod, want het is niet betaalbaar
66
om het op de zelfde voet voort te kunnen zetten. In 2011 is hiermee een begin gemaakt. Hiermee wordt in 2012 verder gegaan. Doelstelling 4: voorkomen van maatschappelijk isolement 4.1 Vrijwilligerswerk – De Nota ‘Werk maken van Vrijwilligers’ is in 2009 vastgesteld. In 2010 is de implementatie van deze nota ter hand genomen. 4.2 Maatschappelijke opvang – In 2009 is de voorziening voor maatschappelijke opvang ‘De Elementen’ in Vlaardingen geopend. Dit sociaal pension kende destijds een dagopvang en een nachtopvang. Centrumgemeente Vlaardingen zag zich in 2010 geconfronteerd met snel oplopende kosten voor de maatschappelijke opvang. De dagopvang is daarom gesloten. De nachtopvang staat niet ter discussie en is toereikend: er zijn ook in de winterperiode geen gebruikers de deur gewezen. 4.3 Faciliteren ouderenadviseurs, etc. – Geconstateerd wordt in de gezondheidsenquête van de GGD dat eenzaamheid een groot maatschappelijk probleem is in Schiedam. Vooral bij de oudere groep Schiedammers is dat het geval. In dat kader subsidieert de gemeente de ouderenadviseurs en de visiteclubs. Ook hebben de ouderenadviseurs een belangrijke taak in het ondersteunen van de zelfredzaamheid van de oudere Schiedammers. Met adviezen en doorverwijzingen van de ouderenadviseurs moeten ouderen in staat zijn langer zelfstandig te blijven wonen. 4.4 Zorg in probleemwijken – In april 2009 is in de wijk Nieuwland de pilot van het wijkzorgteam van start gegaan. De start van het wijkzorgteam was positief: er werden veel cases aangemeld en er was geen probleem met de bekendheid van het team. Echter, de inhoudelijke samenwerking tussen de deelnemende organisaties verliep stroef. Het wijkzorgteam is daarom geëvalueerd op zowel de proceskant als de mate waarin het wijkzorgteam een meerwaarde vormt in de hulpverlening. Aan de hand van deze evaluatie wordt het wijkzorgteam verder doorontwikkeld. 4.5 Maatschappelijke opvang – Het Lokaal Zorgnetwerk is eind 2010 onder gemeentelijke regie gekomen. Tot en met 2010 voerde de GGD de coördinatie van het Lokaal Zorgnetwerk uit. De gemeente wil in het kader van de eigen regietaak hierop meer zelf kunnen sturen en doet dit door zelf de coördinatie ter hand te nemen. Ook is hiermee een bezuiniging gerealiseerd. Deze coördinatie
wordt uitgevoerd door de regisseur MO, die ook een taak heeft in het vlottrekken van hulp die vastloopt. 4.6 Versterken maatschappelijke opvang: Vlaardingen is centrumgemeente voor de maatschappelijke opvang. Het versterken van het aanbod moet in samenspraak met
Vlaardingen gebeuren. Omdat ook Vlaardingen moet bezuinigen, zijn de ambities op dat vlak vaak hoger dan wat er kan worden gerealiseerd. De basisvoorzieningen zijn echter niet in het gedrang: bij kou hoeven mensen niet buiten te slapen.
5.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel Effect- en prestatie-indicatoren Maatschappelijke ondersteuning Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
E
ROG+
8 (2007)
8
7,7
Aantal aanvragen
P
ROG+
3.796 (2007)
3.800
3.092
Verstrekken van hulpmiddelen
P
ROG+
9.642 (2007)
9.700
8.347 (=NWN) 3.619 (= Schiedam)
P
MO-EW
2 activiteiten per week
2
2 activiteiten per week
Doelstelling 1: zicht op de vraag naar maatschappelijke ondersteuning Rapportcijfer Klanttevredenheidsonderzoeken Doelstelling 2: zolang als mogelijk zelfstandig functioneren van alle inwoners
Doelstelling 3: voorkomen van maatschappelijk isolement Ondersteuning van mantelzorgers * E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
ProgrammaREKENing
67
6. Beleidsonderdeel Gezondheidszorg 6.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Gezondheidszorg Beleidsonderdeel
Gezondheidszorg
68
Doelstellingen
Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers.
Activiteiten 1.1 Aandacht voor de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Hiertoe is een aparte kadernota opgesteld over alcohol in Schiedam; 1.2 Aandacht voor eenzaamheid onder de Schiedamse bevolking, net name onder de ouderen; 1.3 Aanpak overgewicht jongeren door alle jongeren tussen de 0 en 19 jaar te screenen op overgewicht; 1.4 Extra aandacht voor genotmiddelenpreventie door scholen het project ‘De Gezonde School – genotmiddelenpreventie’ aan te bieden; 1.5 Financiering ouder/kindzorg (bijvoorbeeld consultatiebureaus); 1.6 Monitoring jeugdgezondheidszorg; 1.7 Extra aandacht voor bestrijding van depressie; 1.8 Inzetten van vaccinatieprogramma’s voor besmettelijke ziekten; 1.9 Specifieke aandacht gezondheidszorg ouderen, allochtonen en andere kwetsbare doelgroepen.
6.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling: bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers 1.1 Overmatig alcoholgebruik. In het voorjaar van 2011 is het Lekker Fris Festival in het Wennekerpand georganiseerd. Doel van het festival was ouders en tieners op een toegankelijke wijze voor te lichten over de risico’s van alcoholgebruik. In het najaar 2011 is het tijdschrift ‘Dus’ over alcohol verschenen, dat op de scholen is verspreid. Dit tijdschrift heeft zelfs het Jeugdjournaal gehaald. 1.2 Eenzaamheid: De gezondheidsenquête van de GGD constateert dat eenzaamheid een groot maatschappelijk probleem is in Schiedam. Dit is vooral het geval bij de oudere groep Schiedammers. In dat kader subsidieert de gemeente de ouderenadviseurs en de visiteclubs. Ook hebben de ouderenadviseurs een belangrijke taak in het ondersteunen van de zelfredzaamheid van de oudere Schiedammers. Met adviezen en doorverwijzingen van de ouderenadviseurs moeten ouderen in staat zijn langer zelfstandig te blijven wonen. 1.3 Aanpak overgewicht jongeren – De GGD screent het overgewicht bij scholieren. Zo nodig worden deze jongeren doorverwezen voor een gerichte aanpak. Voor de groep nul- tot vierjarigen biedt de gemeente voorlichting aan over voeding en beweging (beweegkriebels) aan ouders en aan professionals in de kinderopvang. In het basisonderwijs wordt het lespakket ‘Lekker Fit’ aangeboden aan de groep vier- tot twaalfjarigen. Het voortgezet onderwijs besteedt aandacht aan de gezonde schoolkantine en het project ‘Stay Slim’. Dit zijn drie consulten van elk 24 minuten aan ouders en kinderen waarin adviezen worden gegeven om beter te bewegen en bewuster met voeding om te gaan. 1.4 Extra aandacht voor genotmiddelenpreventie – In het kader van de gezonde school wordt een gezamenlijk aanbod gedaan door de GGD en de Bouman GGZ (kliniek voor
verslavingsbehandeling) over genotmiddelenpreventie. In het voorjaar van 2011 is voor het eerst het ‘Lekker Fris Festival’ in het Wennekerpand georganiseerd. Hierbij werd informatie over de risico’s van alcoholgebruik afgewisseld met entertainment. De doelgroepen waren middelbare scholieren en hun ouders. De opkomst was minder hoog dan gehoopt, maar alle aanwezigen prezen de opzet en vonden de activiteit voor herhaling vatbaar. Door Tante Yo is speciaal voor Schiedam een tijdschrift ontwikkeld over genotmiddelenpreventie. Dit tijdschrift is zeer positief ontvangen en heeft zelfs het Jeugdjournaal gehaald. 1.5 Financiering ouder-kindzorg – De gemeente financiert de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) voor 0- tot 19-jarigen; deze is ondergebracht in de CJG-vestiging aan de Noordvest 20. Voor Schiedam-Noord is de JGZ 0-4 (voorheen het consultatiebureau) gehuisvest aan de Kerklaan. 1.6 Monitoring – Met ingang van 2011 is de JMR onder invloed van de bezuinigingen omgevormd tot het instrument Jeugd Rijnmond in Beeld. Deze monitor richt zich met de vragenlijsten niet meer op scholen, maar rechtstreeks op ouders en hun kinderen. 1.7 Bestrijding van depressie – Dit onderwerp is als aandachtspunt opgenomen in de nota Gezondheidsbeleid. In 2011 is hieraan nog geen verdere specifieke uitvoering gegeven vanwege de beperkte middelen voor het gezondheidsbeleid. 1.8 Vaccinatieprogramma’s – In 2011 zijn de reguliere vaccinaties uitgevoerd. 1.9 Specifieke aandacht gezondheidszorg kwetsbare doelgroepen: In de HOED Damzicht werkt de allochtone zorgconsulent die adviseert over de specifieke gezondheidsvragen van de allochtone patiënten in de praktijk. In Nieuwland wordt ook gewerkt met een wijkverpleegkundige: de ‘zichtbare schakel’.
ProgrammaREKENing
69
6.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel Effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Gezondheidszorg Omschrijving
E/P*
Bron
nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Percentage kinderen uit groep 2 en 7 in het basisonderwijs dat gescreend wordt op overgewicht
P
GGD
100% (2008)
100%
Cijfers 2011 nog niet bekend
Aantal basisscholen dat oudervoorlichting geeft over voeding en beweging
P
GGD
(2008)
6
5
Aantal basisscholen dat voorlichting geeft over jeugdtandzorg
P
GGD
10 (2008)
10
20
Aantal basisscholen met weerbaarheidstraining
P
GGD
24 (2008)
alle
Cijfers 2011 nog niet bekend
Aantal scholen voor voortgezet onderwijs die aandacht besteden aan preventie van depressie
P
GGD
2 (2008)
4
Cijfers 2011 nog niet bekend
Aantal ouderen dat bereikt wordt in het kader van preventie depressie en bestrijding sociaal isolement
E
MO-O&W
600 (2008)
600
525 (met slag om arm voor definitieve jaarcijfers)
Doelstelling: Bescherming en bevordering van de gezondheid van de Schiedammers
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator
70
7. Beleidsonderdeel Integratie 7.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Integratie Beleidsonderdeel
Integratie
Doelstellingen
Activiteiten
Bevorderen dat alle bevolkingsgroepen volwaardig deelnemen aan de maatschappij (participatie) en op een harmonieuze manier samenleven.
7.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: één diversiteitsprogramma per 01-012014 op de terreinen wonen, weten, werken, welzijn en inburgering 1.1 Taal en inburgering – In 2011 is het project Taalcoaches voortgezet: vrijwilligers die inburgeraars helpen bij het leren van de Nederlandse taal, bijvoorbeeld door samen te oefenen met de taal en/of samen culturele of sportieve activiteiten te ondernemen. De taalcoach is een extra ondersteuning voor inburgeraars op weg naar het inburgerexamen. Verder is in 2011 in Nieuwland uitvoering gegeven aan de afronding van het innovatietraject Wijkgerichte Inburgering. In dit kader is een combinatie van inburgering en kinderopvang gestart en zijn taallessen gegeven op de brede school ’t Meesterwerk. 1.2 Projecten voor specifieke doelgroepen zoals Mi Kas Nobo voor de Antilliaanse groepen – In 2010 heeft de Gemeenteraad besloten het project Mi Kas Nobo te be-
Om deze doelstelling te bereiken heeft de gemeente in de periode 2005-2009 uitvoering gegeven aan de Integratieagenda 2005-2010. Deze integratieagenda is in 2010 geëvalueerd en zal de basis vormen voor het nieuwe integratiebeleid vanaf 2011. Het uitgangspunt hierbij is dat culturele achtergrond, seksuele geaardheid, leeftijd of geslacht geen belemmering mogen vormen om te participeren in onze stad. In uitvoeringsprogramma’s wordt vastgelegd wat het ambitieniveau is voor wonen, werken, welzijn en inburgering. Een integrale afstemming van deze taken is een belangrijke opdracht van het college. Het college wil dit bereiken door in te zetten op: • één diversiteitsprogramma per 01 januari 2014 op de terreinen wonen, weten, werken, welzijn en inburgering • homo- en vrouwenemancipatie komen hierin ook nadrukkelijk aan bod.
ëindigen. In de eerste helft van 2011 is dit project afgebouwd. Uiteindelijk waren alle negentien jongeren die op 1 januari 2011 nog in het project zaten op 1 juli elders ondergebracht. Voor twee van hen zijn extra inspanningen gepleegd, omdat zij met dusdanig veel problemen kampten dat ze niet in staat was zelfstandig te wonen. 1.3 Opzetten en uitvoeren van projecten, gericht op de emancipatie en educatie van allochtone vrouwen en meisjes, vooral het bevorderen van sportdeelname, activiteiten rond conversatie, opvoeding en werk en op het gebied van bestrijding van psychische problemen bij meisjes. Door Dona Darioa zijn activeiten opgezet die gericht zijn op de empowerment van allochtone meisjes. 1.4 Specifieke aandacht voor de rol van allochtonen in de Wmo (mantelzorg) – Stichting Mantelzorg besteedde met de impulsgelden voor Mantelzorgers extra aandacht aan de allochtone mantelzorger. Deze loopt het risico om meer overbelast te worden omdat de sociale druk groot
ProgrammaREKENing
71
is. Stichting Mantelzorg heeft activiteiten aangeboden om deze groepen te ontlasten en meer weerbaar te maken. 1.5 Uitvoeren van projecten om overbewoning in verband met arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europa tegen te gaan – Uitvoeren van projecten om overbewoning in verband met arbeidsmigratie uit Midden- en Oost-Europa tegen te gaan - In het kader van het project overbewoning, huisvesting tijdelijke arbeidsmigranten, heeft de gemeente specifieke aandacht voor de tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa. Het college van BenW heeft in april 2011 de aangescherpte regels rond kamerverhuur vastgesteld. Voortaan geldt er onder meer een maximumpercentage voor het aantal vergunningen dat per straat wordt uitgegeven. Tevens is in juli 2011 tijdelijk voor een half jaar een extra fte aan handhavingscapaciteit ingezet. Dit heeft geresulteerd in een duidelijke toename van de handhavingsresultaten, te weten beëindiging van 137 kamerverhuurpanden in zes maanden tijd, in met name Oost en West. Ook zijn meer dan twintig handhavingstrajecten gestart in deze periode met een focus op Oost en West. Tevens zijn ruim dertig vergunningstrajecten gestart, met een focus op West. In
2011 is deze tijdelijke extra inzet structureel in de begroting opgenomen. De handhaving werkt intensief samen met het interventieteam. Voor het flankerend beleid hebben in 2011 diverse projecten plaatsgevonden, waaronder het project ‘Welkom in Oost’ van SWS Welzijn. Doel van het project is arbeidsmigranten te ondersteunen en te begeleiden met betrekking tot informatieverstrekking en een activiteitenaanbod. De raad is in december 2011 geïnformeerd over de totstandkoming van het integrale uitvoeringsplan ten aanzien van arbeidsmigranten. Dit plan wordt in 2012 opgeleverd. Doelstelling 2: in het bovengenoemde diversiteitsprogramma komen nadrukkelijk ook homo- en vrouwenemancipatie aan bod. 2.1 Schiedam is in 2011 aangewezen als koplopergemeente voor het beleid op het gebied van homo-emancipatie. Hiervoor zijn extra middelen van het rijk ontvangen. Er is in 2011 een plan van aanpak opgesteld, dat in 2012 en navolgende jaren wordt uitgevoerd.
7.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Integratie Omschrijving
E/P*
Bron
Aantal inburgeraars op traject
P
MO-EW
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
422 (2008)
200
198
Aantal koppelingen Taal op Maat
P
MO-EW
50 (2007)
50
50
Aantal Antilliaanse jongeren in Mi Kas Nobo
P
MO-EW
20 (2007)
20
20
Inzet betere beheersing Nederlandse taal: percentage cursisten dat één niveau of meer hoger komt
E
MO-EW
50% (2005)
60%
**
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Het meten van de resultaten van inburgering op basis van het aantal cursisten dat één niveau of meer hoger komt, is met de invoering van de Wet inburgering (2007) losgelaten. In de Wet inburgering (Wi) wordt gekeken naar het aantal deelnemers dat het inburgeringsexamen succesvol afrondt.
72
8. Beleidsonderdeel Sport 8.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Sport Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Vergroten van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt.
Sport
2. Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen.
8.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: vergroten van het aantal deelnemers aan sportactiviteiten 1.1 Intensiveren sportkennismakingstrajecten op scholen – In 2011 is het aanbod van kennismakingsmogelijkheden op scholen gecontinueerd. In totaal hebben 3234 kinderen met negen sporten kennis kunnen maken. Daarnaast zijn elf schoolsporttoernooien voor het basisonderwijs georganiseerd voor 2653 kinderen, één sportdag voor de groepen 7 met 861 kinderen en het project Aangepast Sporten waaraan 927 kinderen hebben deelgenomen.
1.1 Intensiveren sportkennismakingstrajecten op scholen; 1.2 Intensiveren sportkennismakingstrajecten in wijken; 1.3 Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor ouderen; 1.4 Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor speciale doelgroepen (mensen met een beperking, allochtonen); 1.5 Sport- en beweegaanbod voor kinderopvang, naschoolse en buitenschoolse opvang; 1.6 Sport- en beweegaanbod voor oudere jeugd en jong volwassenen; 1.7 Inzetten nieuwe beweeginterventies Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB); 1.8 Revitalisering sportverenigingen; 1.9 Participatie in uitvoering armoedebeleid; 1.10 Inzetten van combinatiefuncties ten behoeve van de sport; 1.11 Omvormen van buurtlocaties en schoolpleinen naar wijksportlocaties en sportpleinen. 2.1 Uitwerking geven aan Toekomstvisie sportvelden; 2.2 Uitvoering geven aan onderhoud sportaccommodaties op basis van meerjarenonderhoudsplannen.
Nieuw in 2011 was het project schooljudo. Aan dit project deden 719 kinderen deel waarvan 77 kinderen deelnamen aan de naschoolse lessen. 65 kinderen zijn uiteindelijk daadwerkelijk lid geworden van een judoschool. Op het voortgezet onderwijs zijn acht kennismakingstrajecten van verschillende sporten aangeboden. Er zijn vijf sporttoernooien en twee beweegweken georganiseerd. 1.2 Intensiveren sportkennismakingstrajecten in wijken – In 2011 is ingezet op activiteiten die de kennisma-
ProgrammaREKENing
73
kingsmogelijkheden van sport in de wijk vergroten. Zo is er onder meer per 1 februari 2011 gestart met een wijksportvereniging in Nieuwland. In 2011 is gestart met het onderzoek naar een tweede wijksportvereniging in Oost. Binnen de wijksportvereniging Nieuwland zijn in totaal 251 trainingen van zes verschillende sporten uitgevoerd, plus twee wijksportdagen waarbij kinderen van de vier basisscholen kennis konden maken met het aanbod binnen de wijksportvereniging. 1.3 Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor ouderen – In 2010 is onder meer het platform ‘Beweeg SVP’ opgericht. Dit platform is een samenwerking tussen verschillende partijen met als doel ouderen aan het sporten en bewegen te krijgen. Daarnaast hebben activiteiten als het Senioren Fit en de Fittest plaatsgevonden. Het platform ‘Beweeg SVP’ heeft in 2011 geleid tot een toename van deelnemers bij de verschillende 50+-activiteiten. Bij de activiteit ‘Bewegen 50+’ van S&R is een toename van 51,1%. Bij ‘Sporten 50+’ een toename van 19%. Bij Senioren Welzijn is een verhoging van deelnemers van 7,5% geconstateerd. 1.4 Intensiveren van sport- en beweegaanbod voor speciale doelgroepen (mensen met een beperking, allochtonen) – Voor deze doelgroep zijn verschillende activiteiten als kennismakingstrajecten bij het speciaal onderwijs aangeboden. Tevens is het revalidatietraject ‘Revalidatie Sport en Bewegen’ gestart. Daarbij is samenwerking gezocht met het Vlietland ziekenhuis, Rijndam Revalidatie, Sportservice Zuid Holland en de gemeente Vlaardingen. Sport wordt hierbij ingezet als middel om de revalidatie te bevorderen. In 2011 zijn 95 revalidanten bemiddeld naar sportaanbieders. 1.5 Sport- en beweegaanbod voor kinderopvang, naschoolse en buitenschoolse opvang – Samenwerking is gezocht met de kinderopvangorganisaties KomKids en Mundo om naschoolse en buitenschoolse sportactiviteiten op te zetten. De kinderopvang heeft zich gecommitteerd aan de Wijksportvereniging Nieuwland. Daarnaast zijn combinatiefunctionarissen actief in het naschoolse sportaanbod. 1.6 Sport- en beweegaanbod voor oudere jeugd en jong volwassenen – Voor deze doelgroepen hebben verschillende activiteiten plaatsgevonden, zoals de Nationale Sport Week in Schiedam. In 2011 is het project Start to Run twee keer georgani-
74
seerd. Samenwerkende partijen zijn atletiekvereniging Fortuna en de atletiekbond KNAU. In totaal hebben zestig volwassenen deelgenomen aan de cursus. Voor Schiedammers vanaf zestien jaar is het mogelijk om een cursus Leider Sportieve Recreatie niveau 2 of 3 (Sportcoach) te volgen. Na diplomering ondertekenen de Sportcoaches een vrijwilligerscontract en worden zij tweehonderd uur per jaar ingezet bij sportactiviteiten, evenementen in de wijk en/of bij sportverenigingen en scholen. De Sportcoaches krijgen hiervoor een maandelijkse vergoeding van € 100 zakgeld. In 2011 zijn 24 deelnemers gestart met de cursus. In februari 2012 krijgen de cursisten een diploma. 1.7 Inzetten op nieuwe beweeginterventies NASB – In 2011 zijn in vanuit het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB) de volgende beweeginterventies opgestart in het kader van de campagne dertig minuten bewegen: • 0-12 jaar: onder meer een wijksportvereniging in Nieuwland, activiteiten op Krajeck Playground en verschillende schoolsporttoernooien; • 12-23 jaar: onder meer activiteiten op het Cruijff Court, sportweek op Life college en ProNova, Meedoen leren winnen project en diverse sportevenementen • 23+: onder meer Beweeg SVP, Start to Run, Waterweg beweegt! en Revalidatie Sport en Bewegen. 1.8 Revitalisering sportverenigingen – In 2011 is mede in relatie tot de ontwikkelingen Park A4 & Ontwikkellocaties de visie op vitale sportverenigingen vastgesteld. De revitalisering van de sportverenigingen krijgt vanaf 2012 op basis van deze visie gestalte. Verder zijn in 2011 de subsidieregels voor sport herijkt, waardoor de subsidies vanaf 2012 een betere bijdrage kunnen leveren aan de revitalisering va sportverenigingen. 1.9 Participatie in uitvoering armoedebeleid – Voor gezinnen met een inkomen tot 120% van het minimumloon was een voucher beschikbaar voor de kinderen ter waarde van € 180. De voucher kon ingezet worden voor deelname aan sport. Output met betrekking tot vouchers via afdeling Werk & Inkomen. Daarnaast zijn projecten als Lady Fit en Senioren Fit in 2011 gecontinueerd. Het beschikbare budget hiervoor vanuit het armoedebeleid is echter tijdens de begrotingswijziging van 11 november 2010 gereduceerd tot € 30.000 voor 2012 (was € 50.000). Er is bij Ladyfit in twee wijken (Nieuwland en Oost) een groep vrouwen actief geweest. Wekelijks is in beide wijken een sportactiviteit gehouden.
1.10 Inzetten van combinatiefuncties voor de sport – Op tien basisscholen zijn combinatiefunctionarissen aangesteld. Deze functionarissen vormden de schakel tussen de school, buurt en de sport en waren voor 60% van hun uren actief in het naschoolse sportaanbod. Ook binnen Sport en Recreatie (S&R) is een combinatiefunctionaris (CF) aangesteld. Deze CF is ingezet bij de sportverenigingen Juventus (basketbal) en Scyedam (tafeltennis). De coördinatie tussen de combinatiefunctionarissen binnen de wijk Nieuwland (Wijksportvereniging) is in 2011 verbeterd. Hierdoor vindt meer afstemming plaats tussen de vele naschoolse activiteiten. In samenwerking met de combinatiefunctionarissen heeft S&R van vijf verschillende sporten kennismakingstrajecten georganiseerd met in totaal 67 trainingen. 1.11 Omvormen van buurtlocaties en schoolpleinen naar sportpleinen – In 2010 is één schoolplein omgevormd tot sportplein (Krajicek Playground). Daarnaast is er in de wijk Nieuwland een Cruijff Court aangelegd. In 2011 is in Schiedam Zuid (Gorzen) een beweegtoestel voor senioren geplaatst. Doelstelling 2: op peil houden van sportvoorzieningen 2.1 Uitwerking geven aan toekomstvisie sportvelden – In juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten door te gaan met de stedelijke inpassing van de A4 en het casco Park A4 in te richten met onder meer sportvoorzieningen. De ontwik-
keling van een nieuw sportpark leidt tot een herschikking van de huidige sportaccommodaties in de stad. In de uitwerking van het besluit van juni 2011 is in december 2011 het rapport ‘Prognose behoefte sportaccommodaties’ vastgesteld. Dit rapport geeft, rekeninghoudend met trends en ontwikkelingen, inzicht in de toekomstige behoefte aan binnen- en buitensportaccommodaties in Schiedam. Het rapport fungeert als bouwsteen van de in 2012 op te stellen visie op de te realiseren drie moderne sportparken in Schiedam. In 2012 wordt met de sportverenigingen een start gemaakt met een participatieproces, waarin de schuifoperatie van sportvoorzieningen en de optimalisatie van gebruik van sportvoorzieningen onderwerp van gesprek zullen zijn. 2.2 Uitvoering geven aan onderhoud sportaccommodaties op basis van meerjaren-onderhoudsplannen – In 2011 is uitvoering gegeven aan het meerjarenonderhoudsplan voor sportaccommodaties. Het meerjaren beheer en onderhoud voor sportaccommodaties heeft betrekking op uit te voeren renovaties of vervangingen om te voldoen aan wet- en regelgeving en de door NOC*NSF en overkoepelende sportbonden gestelde inrichtings- en kwaliteitseisen van sportaccommodaties. Op basis van de uitgevoerde nulmeting in 2008, de huidige inzichten in de staat van de accommodaties en het daaruit voortvloeiende toekomstperspectief van de sportaccommodaties is het onderhoud uitgevoerd.
ProgrammaREKENing
75
8.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Sport Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Aantal inwoners dat voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB)
P
S&R
64% (2011)
+ 1%
n.n.b.
Percentage Schiedamse bevolking dat minimaal twaalf keer per jaar aan sport doet
P
S&R
56% (2011)
+ 1%
n.n.b.
Burgertevredenheid sportaanbod
E
S&R
6,9 (2011)
Doelstelling 1: Verhogen van het aantal Schiedammers dat voldoende sport en/of beweegt
Aantal sportpleinen
P
S&R
2009
+1
+1
Aantal wijksportverenigingen
P
S&R
2010
1
1
Percentage verenigingen waarbij de vitaliteit verbeterd is
E
S&R
2011
60%
Nulmeting 2012
Zwemvaardigheid: diploma eind groep 8
P
S&R/ MO-EW
95% (2007)
98%
98%
Organiseren van sportevenementen in Schiedam welke een bijdrage leveren aan de profilering van Schiedam sportstad
P
S&R
2010
3
3
S&R
2009
Volgens plan
Volgens plan
Burgertevredenheid sportaccommodaties
E
S&R
6,8 (2011)
Bezettingsgraad sportaccommodaties
P
S&R
2010
58%
58%
Doelstelling 2: Op peil houden en optimaal benutten van sportvoorzieningen Uitvoeren MOP sportaccommodaties
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
8.4 Toelichting op afwijkingen in kengetallen In 2011 heeft er een nulmeting plaatsgevonden naar de sportdeelname, het aantal inwoners dat voldoet aan de NNGB en
76
de burgertevredenheid over het sportaanbod en de sportaccommodaties in Schiedam. Na een éénmeting kan pas worden aangegeven in hoeverre aan de doelstellingen is voldaan.
9. Beleidsonderdeel Werk en Inkomen 9.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Werk en Inkomen Beleidsonderdeel
Werk en Inkomen
Doelstellingen
Activiteiten
1. Zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk.
1.1 Plaatsen van werkzoekenden op reguliere of gesubsidieerde banen; 1.2 Creëren van maatschappelijke nuttige (betaalde) banen; 1.3 Creëren van participatieplaatsen (werken met behoud van uitkering); 1.4 Aanbieden van werkgeversarrangementen (Leerwerktrajecten).
2. Financiële ondersteuning ter stimulering van participatie voor mensen in Schiedam die daar recht op hebben.
2.1 Uitvoeren van het nieuwe armoedebeleid, waardoor mensen een voldoende besteedbaar inkomen hebben en volwaardig maatschappelijk kunnen participeren; 2.2 Verder vormgeven van hoogwaardig handhaven van de Wet werk en bijstand, waardoor die mensen kunnen worden ondersteund die de hulp ook daadwerkelijk nodig hebben.
3. Maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen.
3.1 Realiseren van zorgtrajecten; 3.2 Realiseren van inburgeringstrajecten; 3.3 Trajecten volwasseneneducatie 3.4 Uitvoeren van het aanvalsplan laaggeletterdheid; 3.5 Ontwikkelen van duale trajecten (werk en scholing & werk en taal); 3.6 Uitbreiden van de (vooral preventieve) schuldhulpverlening; 3.7 Uitbreiden van vrijwilligerswerk.
9.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk De activiteiten (1.1 tot en met 1.4) bestonden in 2011 uit het plaatsen op reguliere en gesubsidieerde banen, het creëren van maatschappelijk nuttige banen, het werken met behoud van uitkering en het bieden van werkgeversarrangementen. Hier is in 2011 op onderstaande wijze invulling aan gegeven: • Bgs Arbeidsintegratie (Bgs/Ai) – In 2011 is een nieuw traject voor jongeren ingevoerd. In dit traject worden jongeren gestimuleerd zelf keuzes te maken over opleiding en werk. Daarnaast voert Bgs/Ai Work First, First Train
en Succesbuffet uit. Succesbuffet is een zwaardere vorm van sociale activering waarbij vooral stabilisering van de woon-, leef- en financiële situatie een essentiële rol speelt. Waar mogelijk wordt binnen de trajecten werkervaring opgedaan bij regulier werkgevers. • Trajecten Work First zijn bestemd voor cliënten die niet geschikt zijn om via de werkmakelaar te worden bemiddeld, maar die wel in staat zijn om te werken. First Train is een lichte vorm van sociale activering in combinatie met arbeidsgerichte activiteiten. In 2011 zijn 578 mensen bij Bgs/ Ai aangemeld voor een traject en zijn er 62 uitgestroomd naar werk.
ProgrammaREKENing
77
Aanmeldingen
Intakes
Werk
Work-First
95
77
9
First Train
129
113
8
I-Train
244
217
44
Succesbuffer
110
87
1
Totaal
578
494
62
2011 heeft verder in het teken gestaan van het voeren van gesprekken over het verhogen van het uitstroomrendement van Bgs/Ai. • Werkmakelaars – De gemeente heeft werkmakelaars in dienst die actief bemiddelen tussen werkgevers en werkzoekenden. Werkgevers stellen de persoonlijke benadering bijzonder op prijs. De werkmakelaars hebben in 2011 51 werkzoekenden (WWB, WIJ) op een reguliere baan geplaatst. Daarnaast hebben de werkmakelaars 21 personen op leerwerkstages bij een werkgever geplaatst. • Social Return – Vanaf 1 juli 2011 is bij alle gemeentelijke opdrachten van diensten en werken boven € 225.000 Social Return van toepassing. Met bedrijven worden afspraken gemaakt om werkzoekenden in dienst te nemen of een stageplek aan te bieden. Inmiddels hebben tien bedrijven via dergelijke werkgeversarrangementen werkzoekenden in dienst genomen. • Werkgelegenheidsprojecten – Met de werkgelegenheidsprojecten worden verschillende maatschappelijke effecten bereikt. Dit is belangrijk voor de stad. Ten eerste zijn Wwb’ers aan het werk, waardoor de maatschappelijke participatie stijgt en problemen op het gebied van wonen, zorg en welzijn makkelijker kunnen worden opgelost. Ten tweede helpen deze personen mee aan het realiseren van gemeentelijke doelstellingen in het kader van ‘Wijkaanpak, Schoon, Heel en Veilig’, zoals de Groene Brigades en Watch Out. Bij Het Goed worden gemeentelijke milieudoelstellingen gecombineerd met werk gelegenheidsbeleid. Nadeel van de projecten is dat zij relatief duur zijn. Als gevolg van de bezuinigingen zijn in 2011 bij deze werkgelegenheidsprojecten de open gevallen werkplekken ingevuld met werkstageplaatsen. Om continuering van de bedrijfsvoering van voornoemde projecten in 2012 mogelijk te maken wordt naar samenwerkingspartners gezocht om het financiële draagvlak hiervoor te vergroten. • Bij de Groene Brigade Nieuwland en Oost Wwb’ers de mogelijkheid bieden om werkervaring op te doen en zich te scholen. Het uitstroompercentage bedraagt 25%.
78
Vanaf 1 januari 2012 is een nieuw contract met Irado en Randstad afgesloten. In dit nieuwe contract wordt het uitstroomrendement vergroot naar 50% en kan er ander werk worden aangeboden dan alleen groenvoorziening. De werkzaamheden van de Groene Brigade maken overigens wel deel uit van dit nieuwe contract. • Watch Out: dit project wordt door de Licht Blauwe Brigade aangestuurd in samenwerking met bureau SDW/ Enter Werk uit Rotterdam. Door dit project wordt het toezicht op de openbare buitenruimte in Nieuwland vergroot. De doelgroep bestaat uit werkloze Wwb-ers Het uiteindelijke doel is doorstroom naar een reguliere baan. Het project is met een uitstroompercentage van 55% succesvol. • Het Goed: het kringloopbedrijf biedt in de vorm van 25 werkplekken werkgelegenheid voor wwb’ers met een afstand tot de arbeidsmarkt. Op deze werkplekken kunnen werklozen werkervaring opdoen en vakkennis en vaardigheden verwerven; doel is reguliere uitstroom. Het uitstroompercentage bedraagt 25%. Doelstelling 2: financiële ondersteuning voor het stimuleren van participatie voor mensen in Schiedam die daarop recht hebben 2.1 Armoedebeleid – Ook in 2011 lag het bereik van het armoedebeleid rond de 50% van de doelgroep (dit zijn huishoudens met een inkomen tot maximaal 120% van het sociaal minimum). De streefwaarde voor 2011 is hiermee behaald. In de doorlooptijden van de aanvragen bijzondere bijstand zijn belangrijke stappen gezet omdat er een Snelbalie is ingericht voor het versneld afhandelen van eenvoudige aanvragen. Inmiddels wordt meer dan de helft van alle aanvragen bijzondere bijstand via de Snelbalie afgehandeld. De gemiddelde doorlooptijd van deze aanvragen is vijf werkdagen. Eind 2011 is de nieuwe beleidsnota voor armoedebeleid (‘Armoedebeleid werkt!’) vastgesteld in de gemeenteraad. Dit activerende armoedebeleid legt de nadruk op werk als de beste manier om armoede te voorkomen. Bijkomend effect is dat een stapeling van allerlei regelingen niet meer mogelijk is. Verschillende minimaregelingen die de gemeente voorheen uitvoerde zijn vervangen door één transparante regeling (de inkomenstoeslag). 2.2 Handhaven – Naast de reguliere controleonderzoeken zijn handhavingprojecten, zoals grijswerk (onderzoek naar deels wel en deels niet opgegeven inkomsten uit arbeid) en retourpost (onderzoek naar reden van onbe-
stelbare post), voortgezet. Ook is eind 2011 een uitgebreid onderzoek gestart naar vermogen in het buitenland. Doelstelling 3: maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen 3.1 Zorgrajecten – In 2011 zijn, als gevolg van landelijke bezuinigingen op het participatiebudget, geen nieuwe zorgtrajecten meer ingekocht. 3.2 Inburgeringstrajecten – In 2011 zijn 198 inburgeringstrajecten uitgevoerd. Als gevolg van de bezuinigingen op het budget is dit aanzienlijk minder dan in 2010. In 2011 zijn ook de projecten in het kader van Wijkgerichte inburgering gestopt. Samen met SWS en Vluchtelingenwerk is in 2011 gestart om te bekijken of projecten ook zonder professionele ondersteuning in de wijken kunnen blijven draaien. Een goed voorbeeld hiervan is het project taalcoach. Na ondersteuning vanuit de gemeente is dit project overgedragen aan een taalaanbieder en een scholingsinstelling die aanvullende belangen hebben om het project voor te zetten.
3.3 & 3.4 Volwasseneneducatie – Door budgetkortingen en een nieuwe verdeelsleutel van de kosten voor Vavo zijn in 2011 praktisch geen nieuwe trajecten volwassenen educatie gestart. De activiteiten hebben zich beperkt tot afronding van de trajecten die in 2010 zijn gestart en dertien nieuwe alfabetiseringstrajecten in 2011. 3.5 Als gevolg van de korting op het inburgeringsbudget zijn er in 2011 geen aanvullende activiteiten voor duale trajecten taal en werk uitgevoerd. Wel heeft 80% van de reguliere inburgeringstrajecten een duale component, gericht op werk en participatie. 3.6 Schuldhulpverlening – Het aantal hulpvragen is in 2011 licht gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor (van 1.297 aanmeldingen in 2010 naar 1.194 in 2011). Ook in 2011 is het gelukt om wachtlijsten te voorkomen. De gemeente voert namelijk strak regie op het klanttraject, waarbij de eigen verantwoordelijkheid van de klant voorop staat. 3.7 Vrijwilligerswerk – In 2011 is gewerkt aan de doelstelling uit de Nota ‘Werk Maken van Vrijwilligers’ (uit 2009).
9.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Werk en Inkomen Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (2008)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Toeleiding aantal cliënten naar werk (inclusief trajecten BGS Arbeidsintegratie Work First, First Train, Succesbuffet, werkmakelaars, Fith)
P
MO-W/I
850 (2008)
900
1.023
Aantal beëindigde uitkeringen in verband met werkaanvaarding
P
MO-W/I
263 (2008)
250
214
Aantal uitkeringen Wwb >27 <65-
P
MO-W/I
1884 (2009)
2.100
2.397
Percentage huishoudens met een laag inkomen dat gebruik maakt van het gemeentelijk minimabeleid
P
MO-W/I
30% (2009)
40%
Doelstelling 1: zoveel mogelijk Schiedammers aan het werk
Doelstelling 2: financiële ondersteuning voor mensen in Schiedam die daar recht op hebben
Doelstelling 3: maatschappelijke participatie en zorg voor mensen in Schiedam die niet aan het werk kunnen Aantal te starten inburgeringstrajecten
P
MO-W/I
622 (2010)
200
198
Percentage duale trajecten
P
MO-W/I
26% (2008)
60%
80%
Aantal koppelingen taalcoaches
P
MO-W/I
100 (2009)
175
162
Aantal trajecten laaggeletterden (niet inburgeringsplichtig)
P
MO-W/I
160 (2008)
75
13
Percentage vrijwilligersorganisaties met voldoende vrijwilligers
P
MO-W/I
24% (2008)
30%
**
Aantal mensen dat via het Steunpunt Vrijwilligerswerk Schiedam wordt bemiddeld naar vrijwilligerswerk
P
MO-W/I
100 (2008)
120
290
* E = Effectindicator en P = Prestatie-indicator ** Percentage wordt op basis van het beleidsplan 2012 opnieuw gemeten
ProgrammaREKENing
79
9.4 Toelichting op afwijkingen in kengetallen Het aantal uitkeringen van personen tot 65 jaar is in 2011 gestegen naar 2.397. Dit betekent een overschrijding met
14% van het aantal waarmee in de begroting 2011 rekening is gehouden. De stijging is toe te schrijven aan de economische recessie.
10. Beleidsonderdeel Dierenwelzijn 10.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Dierenwelzijn Beleidsonderdeel
Dierenwelzijn
80
Doelstellingen
Activiteiten
1. Schiedammers bewustmaken van diervriendelijkheid; 2. Schiedammers informeren over lokale instanties voor dierenwelzijn; 3. Informatie-uitwisseling en samenwerking tussen verschillende instanties bevorderen; 4. Dierenwelzijn meewegen in beslissingen; 5. Voorwaarden scheppen voor een gezond leefklimaat voor dieren
10.1 Meer aandacht voor voorlichting en educatie om Schiedammers bewust te maken van diervriendelijkheid; 10.2 Gemeentelijke website krijgt in 2011 een webpagina over dierenwelzijn: informatie over hoe men met dieren dient om te gaan (huisdieren en in het wild levende dieren) en over wat te doen als men een gewond dier aantreft of te maken krijgt met een dierenplaag. De webpagina bevat ook nieuwsfeiten en links naar verschillende dierenwelzijnsorganisaties; 10.3 Jaarlijkse netwerkbijeenkomst voor lokale organisaties op het gebied van dierenwelzijn; 10.4 Vanaf 2011 jaarlijkse meting faunastand. Eind 2010 is een nulmeting afgerond; deze bepaalt de streefwaarden voor de komende jaren. 10.5 In 2011 zal de nota dierenwelzijn worden geëvalueerd. 10.6 De Nota “Naar een integraal hondenbeleid; een beleid op hoofdlijnen” is op 8 april 2010 in de raad vastgesteld. De uitvoering van deze nota zal voornamelijk in 2011 plaatsvinden. Na een jaar zal de uitvoering worden geëvalueerd.
2011-2013. Deze is op 4 januari 2011 vastgesteld in het college van BenW.
10.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten In januari 2008 is de Nota Dierenwelzijn vastgesteld. 2010 was het derde jaar van uitvoering van de nota. Het blijkt dat als gevolg van de economische crisis, de uitvoering van deze niet wettelijke taak steeds meer onder druk komt te staan. In 2011 heeft de uitvoering van het onderwerp dierenwelzijn zich noodzakelijkerwijs steeds meer gericht op de wettelijke taken. Dit betekent dat besloten is de jaarlijkse netwerkbijeenkomst niet meer te organiseren. Dit had ook te maken met teruglopende belangstelling van de dierenwelzijnsorganisaties voor zo’n dag. Ook is de gemeentelijke website over dierenwelzijn niet gerealiseerd en is er ook geen extra voorlichting en educatie geweest op het gebied van dierenwelzijn.
Verder kan gemeld worden dat van bovengenoemde activiteiten uitvoering is gegeven aan de activiteiten 4 en 6: 4 Nulmeting faunastand – De nulmeting faunastand is op 10 mei 2011 in het college vastgesteld en is ter kennisname aan de raad aangeboden. Als vervolg hierop is in 2011 een onderzoek uitgevoerd naar het voorkomen van vleermuizen in Schiedam. Het onderzoek beperkte zich in 2011 tot het zuidelijk gedeelte van Schiedam. 6 Integraal hondenbeleid – Op 8 april 2010 is het hondenbeleid met als titel ‘Naar een integraal hondenbeleid; een beleid op hoofdlijnen’ vastgesteld in de raad. Deze nota is besproken in klankbordgroepavonden en er is een onderzoek gedaan onder, zowel hondenbezitters als niethondenbezitters. Dit heeft geleid tot een beleidsaanpassing inzake de voorzieningen. Op 5 juli 2011 heeft het college met deze aanpassing ingestemd en is de procedure gestart tot het aanwijzen van hondentoiletten en losloopgebieden. Deze procedure was eind 2011 nog niet afgerond. In 2011 zijn wel al de hondentoiletten opgeknapt en zijn de hondenpoepafvalbakken besteld en de locaties bepaald.
Er is in 2011 vooral uitvoering gegeven aan doelstelling 5: voorwaarden scheppen voor een gezond leefklimaat voor dieren. In dit kader zijn in 2011 de volgende wettelijke taken uitgevoerd: • Dierenambulance – Er is subsidie verleend aan de dierenambulance voor het jaar 2012. • Opvang van zwerfdieren – Er is samen met de Dierenbescherming een nieuwe dienstverleningsovereenkomst voor de opvang van zwerfdieren ondertekend voor de periode
11. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming Toevoeging aan reserves
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-136.554
-150.243
-142.456
-148.734
1.509
72.904
82.995
78.018
82.559
-436
-63.651
-67.248
-64.438
-66.175
1.073
-60
-536
-1.833
-982
-446
Onttrekking aan reserves
966
5.770
844
5.679
-90
Saldo reservemutaties
906
5.234
-990
4.698
-536
-62.745
-62.014
-65.428
-61.477
537
Resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
81
12. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Sociale infrastructuur Baten Product Onderwijsbeleid Met Weer Samen Naar School (WSNS) is overeengekomen, dat de inhuur van schoolmaatschappelijk werk gecombineerd wordt. De hiermee gemoeide kosten worden door WSNS aan de gemeente vergoed. Met ingang van 2012 zijn de kosten en baten hiervan in de begroting opgenomen.
83
Product inkomensvoorzieningen Aan bijzondere bijstand is € 320.000 meer aan uitkeringen verstrekt; hiertegenover staat dat er meer verstrekte bijstand is teruggevorderd (€ 180.000).
180
LASTEN Product Onderwijsbeleid Jaarlijks worden door schoolbesturen op grond van de huisvestingsverordening onderwijs voorziening aangevraagd. Nog niet alle toegewezen aanvragen zijn door de schoolbesturen gedeclareerd. Op grond van raadsbesluit VR 119-2010 is het verschil tussen het geraamde bedrag en de werkelijke uitgaven (158) in de reserve onderwijs gestort. Aan het project Impuls brede scholen, sport en cultuur heeft geen toerekening van de kostenplaats Sport & Recreatie plaatsgevonden. Vanuit het Rijk is de pilot gemengd basisonderwijs in 2011 beëindigd. Hierdoor zijn ook de uitgaven gestopt.
158
38 42
De kosten voor het leerlingenvervoer zijn ondanks een scherpe aanbesteding (in 2010) evenals in voorgaande jaren gestegen door de toename van het aantal leerlingen dat wordt verwezen naar een vorm van speciaal onderwijs. Daarnaast zien we dat de scholen voor speciaal (voortgezet) onderwijs doorgaan op de weg om ‘onderwijs op maat’ te bieden wat vaak leidt tot individuele lesroosters en aangepaste stagetrajecten. Hierdoor is er een onverminderde toename voor het aantal incidentele ritten.
-40
Van het Rijk is een bijdrage ontvangen voor verbetering van het binnenklimaat in basisscholen. Deze bijdrage bedraagt 60% van de hiermee gemoeide kosten. De overige 40% wordt door de gemeente als cofinanciering verstrekt. Eén van de schoolbesturen heeft aangegeven het project niet volledig te kunnen uitvoeren, waardoor een deel van de rijksmiddelen niet benut en terug betaald dient te worden. Het aandeel van de gemeente daalt hierdoor.
47
Product Voortgezet onderwijs Op grond van de Verordening Voorzieningen huisvesting onderwijs kunnen schoolbesturen de kosten van Onroerendzaakbelasting declareren. In 2011 is een declaratie ontvangen die betrekking had op voorgaande jaren. Hierdoor is een overschrijding van de geraamde post ontstaan. Tevens zijn op deze post kosten van tijdelijke huisvesting van het Lyceum Schravenlant geboekt. Deze kosten komen ten laste van de reserve onderwijs op grond van het raadsbesluit VR 119/2010. Daarnaast is een overschrijding ontstaan op schade als gevolg van diverse inbraken in scholen.
-178
Product Sport en recreatie In 2010 is de Verklaring deelname Impuls Nationaal Actieplan Sport en Bewegen ondertekend.De looptijd van de Impuls NASB bedraagt vier jaren vanaf de 2e helft 2010 t/m de 2e helft 2014. De Rijksbijdrage loopt vanaf de 2e helft 2010 t/m de 1e helft 2012. Vanaf de 2e helft 2012 t/m de 2e helft 2014 zet de gemeente eigen middelen (cofinanciering) in. (Om gemaakte kaderstellende afspraken uit de Verklaring deelname van de Impuls NASB na te komen, is overheveling van 2011 naar 2012 noodzakelijk.)
82
130
Bedrag x € 1.000 LASTEN (vervolg) Product Sportaccommodaties Door energiebesparende maatregelen (o.a. het vervangen voor lampen voor ecolampen) zijn aanzienlijk minder energiekosten gemaakt. Tevens zijn minder opdrachten verstrekt dan van te voren gepland. Wel is er meer doorberekend vanuit de kostenplaats en niet begrote huur vanuit Vastgoed. Vooral door een tegenvallende badhuur zijn de baten lager uitgevallen. Doordat het bad door calamiteiten een aantal dagen dicht is geweest en doordat sluiting van het zwembad boven het zwembad bleef hangen is de verhuur tegengevallen. Daarnaast is er geen personeel uitgeleend aan zwembad Groenoord. Doordat uit een nieuwe analyse van het onderhoud van zwembad Groenoord bleek dat bepaalde onderhoudswerkzaamheden nog niet gedaan hoefde te worden is minder uitgegeven op het werkzaamheden uit het MBOP. Daarnaast was reeds met Sportfondsen Schiedams bv (de exploitant) overeengekomen dat deze posten over een aantal jaar wel onderhouden dienen te worden. Hier grootste verschil (circa €55.000) komt voort uit het uitstellen van de renovatie van het hoofdveld van Hermes DVS. Doordat het plantechnisch niet mogelijk was om voor aanvang van de competities klaar te zijn met de renovatie is dit uitgesteld naar 2012. Hiervoor diende het budget overgeheveld te worden, echter is dit niet op de juiste manier verlopen waardoor deze overheveling niet heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn minder opdrachten verstrekt dan van te voren gepland. Product Sociaal cultureel werk In het begrotingsjaar 2011 werd gestart met een batig saldo nog niet uitgegeven deelnemersbijdragen (convenantsmiddelen onderwijs) van het schooljaar 2010/2011. In 2011 werd duidelijk dat Stichting De Teerstoof de uitvoering van activiteiten cultuureducatie zou stopzetten. De Teerstoof wilde vooruitlopend hierop de uitvoering van een aantal activiteiten niet effectueren. Hierdoor is dit jaar incidenteel met een voordeling saldo afgesloten. Betreft lagere subsidiebedragen seniorenwelzijn, waarderingssubsidies ouderenbonden en ontwikkelen nieuwe woonvoorzieningen. Voor het realiseren van het jongerencentrum in Noord is € 193.967 begroot. Daarvan is € 115.000 uitgegeven aan extra inzet van het jongerenwerk in Noord. Het resterende bedrag valt vrij in 2011. Voor ‘Jong Geluid’ (Jongerenparticipatie) is € 20.000 begroot waarvoor geen activiteiten hebben plaatsgevonden wegens inactiviteit. In verband met onderzoek naar alternatieve accommodaties en financiële haalbaarheid is de verdere procedure m.b.t. bouw tijdelijk stopgezet ( RO procedure). Derhalve geen verdere uitgaven in 2011 voor dit project. De niet uitgegeven middelen worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. Product Maatschappelijk werk De oorzaak van de onderschrijding is tweeledig: doordat de eerste tranche eenmalige stimuleringsmiddelen voor mantelzorg voor € 34.810 opnieuw niet besteed is en de beschikbare subsidiemiddelen voor vernieuwing in de Wmo in het algemeen zijn onderbesteed voor ongeveer € 64.000. Product inkomensvoorzieningen Het betreft hogere uitgaven voor bijstandsuitgaven ( € 230.000); en lagere rijksbijdragen (€ 230.000). Daarnaast zijn er meer inkomsten terugvervordering ( € 380.000), lagere stortingen in de voorziening (€ 250.000) en voordelige overige verrekeningen (€ 430.000). In de vergadering van B en W van 26 oktober 2010 pt. 6 is door het college een bedrag van afgerond € 786.000 beschikbaar gesteld voor het Programma het nieuwe werken. Het restantbedrag eind 2011 van afgerond € 175.000 wordt betrokken in de procedure budgetoverheveling jaarrekening 2011. Aan bijzondere bijstand is € 320.000 meer aan uitkeringen verstrekt; hiertegenover staat dat er meer verstrekte bijstand is teruggevorderd (€ 180.000). Product Vormingswerk Voor de Stichting Muzikale Vorming NWN zijn in verband met reorganisatie frictiekosten geraamd. In 2011 is de reorganisatie afgerond zonder dat aanspraak gedaan hoefde te worden op deze frictiekosten.
50
-30
51
101
55
32 83 20 74
98
587
175
-316
133
ProgrammaREKENing
83
Bedrag x € 1.000 LASTEN (vervolg) Product Volksgezondheid In de afwikkeling afrekening GGD 2010 in dienstjaar 2011: € 76.000 terug ontvangen en tevens zijn de kosten 2011 € 27.200 lager. In de CJG-begroting 2011 is tot een bedrag van € 330.000 rekening gehouden met diverse uitgaven: investeringen in de ICT (€ 150.000), investeringen in aanschaf beamer en digiboards (€ 20.000), communicatietrajecten (€ 10.000), trainingen (€ 50.000), aanschaf zorgcoördinatiedossier (€ 20.000) en onvoorzien (aanpassing CJG-satelliet Kerklaan). Hiervan zijn de ICT-investeringen in 2011 niet doorgegaan ivm de fusie van Careyn met de regionale organisatie CJG Rijnmond met betrekking tot de JGZ 0-4 jarigen. Deze investeringen staan nu voor 2012 gepland. Ook de aanschaf van het zorgcoördinatiedossier is in verband hiermee uitgesteld. Beide posten betreffen éénmalige investeringen. Het voordelige verschil in de lasten is daarmee verklaard. De overschotten zijn inmiddels in de reserve(s) CJG gestort. Product Kwijtschelding In 2011 is de werkwijze voor het verlenen van kwijtschelding gewijzigd. Er wordt nu gewerkt met het Inlichtingenbureau Het Inlichtingenbureau is een samenwerkingsverband van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De gemeente kan via het Inlichtingenbureau een geautomatiseerde kwijtscheldingstoets laten uitvoeren maar dan is het wel noodzakelijk dat de gemeente éénmalig een kwijtscheldingsverzoek heeft getoetst en dat deze is toegewezen. Hiertoe dienen belastingschuldigen (eenmalig) zelf een verzoekschrift om kwijtschelding indienen. Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken ligt ruim 400 lager dan in voorgaande jaren, waarin er nog sprake was van zgn. pro-actieve kwijtschelding voor bijstandsgerechtigden. Een verklaring voor deze daling kan zijn dat belastingschuldigen nu zelf een kwijtscheldingsverzoek moeten indienen en hiervan bewust of onbewust hebben afgezien en/of dat een verzoek om kwijtschelding na toetsing is afgewezen. Product Dierenwelzijn Het bedrag van € 67.000 was bedoeld voor een uitgebreide voorlichtingscampagne voor alle inwoners van de gemeente nadat de voorzieningen gerealiseerd zouden zijn. Aangezien de uitvoering is vertraagd is dit in 2011 niet uitgegeven en valt dit budget vrij ten gunste van de algemene middelen. Product Participatiebudget Doorbelaste uitgaven BGS, (fietsenstalling) van 2010 en 2011 zijn niet begroot. Deze lasten worden wel verrekend. Op begrotingsbasis was sprake van een tekort op het participatiebudget van ruim € 2,9 miljoen. De rekening eindigt met een overschot op het participatiebudget van ruim € 1,3 miljoen. Een verschil van € 4,2 miljoen. voordelig. Dit voordelig verschil wordt veroorzaakt door € 3,5 miljoen aan lagere uitgaven en € 0,8 miljoen aan hogere inkomsten. Het overschot op het participatiebudget wordt (via beklemde midellen) in 2012 ingezet. In 2010 is een bedrag van € 4.425.798 uit de BDU- SIV inburgering 2007-2009.beschikbaar gesteld. Dit om de verplichtingen te kunnen voldoen die nog voortvloeien uit de contracten/trajecten van vóór 1 januari 2010. Vanaf 1 januari 2010 geldt het participatiebudget. Voor de activiteiten BDU- SIV is sprake van een tekort van € 2.480.632,77 -/- € 1.650.109,26 = € 830.523,51. Daartegenover staat dat van de uitgaven een bedrag ad € 970.000 betrekking heeft op een bijdrage aan de afdeling Veiligheid. Daar is, als gevolg van deze bijdrage, sprake van een voordeel van € 970.000. Bij B en W besluit van 13 december 2011 nr. A3 is besloten vanuit de resterende middelen inburgering BDU-SIV een bedrag van € 229.417 in te zetten voor bevordering van taalondersteuning door vrijwilligers, de afbouw van Taal op Maat en voor een integrale aanpak MOE-landers. Het saldo van de resterende gelden zal worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. Met ingang van 1 januari 2011 is bezuinigd op de loonkostensubsidie en opstapbanen. Daarvoor in de plaats zijn werkstages gekomen, met behoud van uitkering. Deze laatste kosten kunnen niet verantwoord worden op het participatiebudget. De onderhavige overschrijding van € 253.914 betreft een bijdrage aan bijstandsuitgaven. Het bedrag is gebaseerd op de bijstandskosten van clienten die met behoud van uitkering werkstages volgen bij de projecten Watchout, Groene Brigade en Het Goed. Betreft grotendeels toerekening vanuit de kostenplaats afdeling Werk en Inkomen. Dit betreft een aandeel in de (aan de afdeling Werk en Inkomen doorberekende) overheadkosten. Met betrekking tot de Wet inburgering nieuwkomers is een bezwaarschrift ingediend m.b.t. ten onrechte niet door de gemeente geclaimde betaalde btw bij het BCF (btw compensatiefonds) over de jaren 2009 en 2010.Dit bedrag wordt waarschijnlijk gecompenseerd als een claim bij de Belastingdienst van ruim € 100.000 wordt gehonoreerd. Overige verschillen programma Sociale infrastuctuur: Totaal saldo programma Sociale infrastuctuur:
84
108 303
143
63
-261 -
-830
81
-253
-143 -94
383 1.073
13. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (bedragen x € 1.000)
Lasten
Begroting 2011 Baten
Rekening 2010 Saldo
Lasten
Baten
Rekening 2011 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
3001 Onderwijsbeleid
-10.380
4.875
-5.505
-9.165
1.619
-7.546
-10.153
5.021
-5.132
3002 Primair onderwijs
-4.578
104
-4.474
-4.613
104
-4.509
-4.531
98
-4.433
3003 Voortgezet onderwijs
-1.804
76
-1.728
-1.448
69
-1.378
-2.027
121
-1.907
-27
15
-12
-6
9,375
3
-1
0
-1
3005 Milieu educatie 3006 Sport en recreatie
-1.993
22
-1.971
-1.784
88
-1.695
-1.923
72
-1.852
3007 Sportaccommodaties
-6.605
1.667
-4.938
-6.476
1.697
-4.779
-6.419
1.653
-4.765
3008 Bibliotheekwerk
-2.991
0
-2.991
-3.211
11
-3.200
-2.991
5
-2.986
3010 Culturele activiteiten
-1.553
31
-1.522
-946
116
-831
-1.518
52
-1.466
3011 Sociaal cultureel werk
-5.839
85
-5.754
-5.739
286
-5.453
-5.559
93
-5.466
3012 Maatschappelijk werk
-17.136
22
-17.115
-15.108
211
-14.897
-16.975
3
-16.972
-1.038
0
-1.038
-874
169
-705
-1.190
111
-1.079
-50.251
36.830
-13.421
-49.252
35.932
-13.320
-51.824
39.062
-12.762
-600
0
-600
-561
0
-561
-465
0
-465
3013 Kinderopvang 3014 Inkomensvoorziening 3016 Vormingswerk
-4.553
1.999
-2.554
-3.793
1.986
-1.807
-4.270
2.142
-2.128
3018 Wet op de lijkbezorging
3017 Volksgezondheid
-89
4
-85
-90
4
-86
-112
0
-112
3019 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
-707
0
-707
-782
0
-782
-563
0
-563
3020 Dierenwelzijn 3021 Participatiebudget Resultaat voor bestemming 3999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-204
0
-204
-151
0
-151
-141
0
-141
-39.897
37.266
-2.631
-38.457
35.715
-2.742
-38.071
34.126
-3.945
-150.243
82.995
-67.248
-142.456
78.018
-64.438
-148.734
82.559
-66.175
-536
5.770
5.234
-1.833
844
-990
-982
5.679
4.698
-150.779
88.765
-62.014
-144.289
78.861
-65.428
-149.716
88.238
-61.477
ProgrammaREKENing
85
Stadseconomie 1. Doelstelling De gemeente Schiedam wil met het programma Stadseconomie de sociale en sociaal-economische structuur versterken, zoals deze past bij de stad. Dit geldt voor de stad als geheel: de bedrijventerreinen, winkelcentra en de binnenstad, maar ook voor de afzonderlijke wijken. Hiermee geeft Schiedam uitvoering aan één van de acht outcome-doelstellingen uit het CollegeWerkProgramma 2010-2014. Het is belangrijk dat er voldoende en gevarieerde werkgelegenheid is, omdat dit leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Een goed cultureel klimaat ademt
een sfeer uit waarin werkgelegenheid en bedrijvigheid zich optimaal kunnen ontwikkelen. Een van de randvoorwaarden om de kwaliteit van de werkgelegenheid te verhogen is het in stand houden en ontwikkelen van voldoende culturele voorzieningen. Ook door het versterken van de ruimtelijke en economische kwaliteiten van de stad kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtigere bevolking aan zich binden, waardoor het vestigingsklimaat verbetert en werkgelegenheid wordt gecreëerd. Dit komt de economische structuur en vitaliteit van de stad ten goede.
Programma Stadseconomie
Speerpunten
Algemene doelstelling De gemeente wil de sociaaleconomische structuur versterken van de bedrijventerreinen, winkelcentra, binnenstad, en van de afzonderlijke wijken. Voldoende en gevarieerde werkgelegenheid leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Door de ruimtelijke en economische kwaliteiten van de stad te versterken kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtigere bevolking aan zich binden. Hierdoor verbetert het vestigingsklimaat en dat bevordert de werkgelegenheid.
86
• Herstructurering bedrijventerreinen; • Ontwikkelen bedrijfslocaties; • Wijkeconomie; • Cultuur in de wijk; • Doorpakken op de binnenstad; • Kwaliteitsverbetering toeristisch en cultureel product; • Regie voeren op culturele instellingen; • Een rol voor kunst en cultuur bij ruimtelijke ontwikkeling; • Stadspromotie/citymarketing. Beleidsonderdelen
Ruimte voor economische ontwikkeling
Werkgelegenheid
Doelstellingen 1. Versterken van het ondernemersklimaat; 2. Verbeteren van het stedelijk imago; 3. Vergroten van de externe oriëntatie: Rijk (G32), provincie, regio, Europa; 4. Versterken van de detailhandel in de binnenstad; 5. Bedrijventerreinen aantrekkelijk houden en maken voor ondernemers; 6. Nieuwe bedrijfslocaties ontwikkelen; 7. Stimuleren van de wijkeconomie; 8. Stimuleren uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen (in het kader van de groei van het aantal zzp’ers). 1. Groei van de werkgelegenheid en een afname van de werkloosheid.
Programma Stadseconomie (vervolg) Algemene doelstelling
De gemeente wil de sociaaleconomische structuur versterken van de bedrijventerreinen, winkelcentra, binnenstad, en van de afzonderlijke wijken. Voldoende en gevarieerde werkgelegenheid leidt tot een dynamische vitale omgeving waarin mensen graag verblijven. Economie en cultuur gaan hier hand in hand. Door de ruimtelijke en economische kwaliteiten van de stad te versterken kan Schiedam bedrijven en een koopkrachtigere bevolking aan zich binden. Hierdoor verbetert het vestigingsklimaat en dat bevordert de werkgelegenheid.
Beleidsonderdelen
Doelstellingen In de nieuw te ontwikkelen cultuurvisie worden de volgende uitgangspunten voor het cultuurbeleid geformuleerd: 1. Cultuur bevordert de sociale cohesie; 2. Cultuur is goed voor de economie; 3. Cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad.
Ruimte voor cultuur en toerisme
Doelstellingen toerisme: 4. Een sterk (toeristisch) imago van de stad; 5. Meer toeristen naar de stad trekken die langer in Schiedam verblijven. Doelstelling cultuur en toerisme: 6. De trots van Schiedammers op hun stad vergroten.
Binnenstad
2. Context en achtergrond Om de economische ontwikkeling en het ondernemersklimaat in Schiedam te stimuleren zijn in 2009 de Bedrijventerreinennota, de Detailhandelsnota 2010-2020 en de Nota Wijkeconomie 2010-2015 vastgesteld. Deze beleidsnota’s hebben betrekking op de bredere economische ontwikkeling van de stad, ook tegen de achtergrond van de Stadsvisie 2030. Op deze manier is een goede basis gelegd om het economische beleid van de stad in de komende jaren gestructureerd uit te voeren. Bij de uitvoering speelt de economische crisis nog steeds een belangrijke rol. De crisis is een externe factor waarop de gemeente geen invloed heeft, maar waardoor wel het belang wordt onderstreept van een gefundeerd economisch beleid. De crisis heeft onder andere effect op de wijze waarop en de hoeveelheid middelen die kunnen worden ingezet. Speerpunten Het programma Stadseconomie heeft een aantal speerpunten: • Herstructurering bedrijventerreinen – De verouderde bedrijventerreinen Nieuw-Mathenesse, ’s-Graveland-Zuid en Spaanse Polder worden de komende jaren omgevormd
1. Toename van het winkelend publiek en langere verblijfsduur in de binnenstad; 2. Verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door leegstand te beperken en de kwaliteit van de openbare ruimte te verhogen.
naar moderne multifunctionele bedrijventerreinen. Het herstructureren van deze bedrijventerreinen is een langetermijnproces en gebeurt in nauw overleg met de ondernemers in het gebied. • Ontwikkelen bedrijvenlocaties – Het aantal vierkante meters uit te geven grond in Schiedam is nog zeer beperkt. Op bestaande bedrijventerreinen, zoals Vijfsluizen en ’sGraveland, zijn nog enkele kavels beschikbaar. Schieveste is een locatie waar nog behoorlijk wat grond te ontwikkelen is. Met name de ontwikkeling van dit gebied kan de werkgelegenheid een impuls geven. • Wijkeconomie – Een ander speerpunt is het versterken van de sociaal-economische structuur in de wijken. Dit gebeurt door de aandacht te richten op de economie in de wijk: bijvoorbeeld door de invoering van winkelstraatmanagers, microfinanciering en het stimuleren van creatieve economie. • Cultuur in de wijk – De gemeente heeft de afgelopen jaren beleid voor cultuur in de wijken geformuleerd. Uitvoering vindt plaats met inzet van cultuurscouts. In het CollegeWerkProgramma ‘Mensen maken Schiedam!’ is opgenomen dat het aanbod op maat van cultuur in de wijk wordt
ProgrammaREKENing
87
voortgezet. Het is gebleken dat dit bijdraagt aan een goede sfeer in de wijk. • Doorpakken op de binnenstad – Om de stadseconomie te ontwikkelen is een economische stimulans voor de binnenstad essentieel. Met het programma ‘Binnenstad’ voert de gemeente diverse activiteiten uit waarmee ze het investeringsklimaat verbetert en nieuwe ondernemers, investeerders en bezoekers aantrekt. Dit gebeurt door: • structuurversterking van de detailhandel; • herontwikkelen van grote monumenten; • kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte; • uitbouw van het culturele en toeristische product; • het stimuleren van aansprekende evenementen. Uitgangspunt is dat een aantrekkelijke binnenstad het visitekaartje is voor (nieuwe) ondernemers en bezoekers aan de stad. • Kwaliteitsverbetering toeristisch en cultureel product – Met een volwaardig toeristisch product wil de gemeente meer bezoekers naar Schiedam trekken en hun verblijfsduur verlengen. Het groeiend bezoekerspotentieel moet een economische impuls geven aan de stad. Dit is een opgave waar de gemeente in moet investeren, maar waarbij ook verwacht wordt dat het bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen, zowel financieel als organisatorisch, hun steentje bijdragen. In de toeristische beleidsontwikkeling legt Schiedam de nadruk op de unique selling points van de stad. Het gaat met name om de mogelijkheden van de jenever, molens, water, stadshavens, kunst en Liduina. Mede op basis hiervan kiest de gemeente jaarlijks een thema, waarmee de marketingcommunicatie gericht kan worden ingezet. Ook evenementen spelen een belangrijk rol bij het trekken van meer bezoekers naar de stad. In 2011 is een concept van de cultuurvisie aan het college aangeboden. Er heeft echter nog geen besluitvorming plaatsgevonden. De cultuurvisie omvat een langetermijnvisie (tien jaar) en daaronder een uitvoeringsprogramma (vier jaar). In de conceptvisie worden vier argumenten onderscheiden waar het ondersteunen van cultuur in het belang is van de maatschappij: 1. Cultuur kan zorgen voor binding en integratie van mensen, binnen hun groep, binnen hun wijk, binnen de stad, in dit land. Cultuur kan leiden tot samenhang. Culturele activiteiten, cultuur in de wijk en community art versterken de sociale cohesie in de stad. 2. Er kunnen economische motieven zijn voor het stimule-
88
ren en ondersteunen van cultuur. 3. Cultuur versterkt de identiteit van stad en wijk. Schiedam kenmerkt zich vooral door haar cultureel erfgoed, maar ook door haar relatie met beeldende kunst. Dit zijn belangrijke aspecten waaruit het DNA van Schiedam is opgebouwd. 4. Een vierde reden voor cultuurbeleid richt zich op de taak van de overheid. Overheidsbeleid houdt zich bezig met het creëren van gelijke kansen voor iedereen. Dat betekent ook: zorgen dat alle (jonge) bewoners in contact kunnen komen met cultuur, zodat ze zelf kunnen beslissen over datgene wat hun leven verrijkt. • Regie voeren op culturele instellingen – De aantrekkingskracht van Schiedam, voor zowel inwoners als bezoekers van de stad, wordt versterkt door de goede culturele voorzieningen. Daarom is het belangrijk dat de stad een goede culturele basisinfrastructuur onderhoudt. Omdat de gemeente beleidsbepalend is voor de instellingen die grotendeels van subsidie afhankelijk zijn, is het belangrijk om met hen goede prestatieafspraken te maken, gericht op het gemeentelijke cultuurbeleid. De gemeente verbetert de komende jaren de zakelijke relatie met alle culturele instellingen die jaarlijks een budgetsubsidie ontvangen. Zie verder de paragraaf ‘Verstrekken van Subsidies’. Vanwege de bezuinigingsopgave van de gemeente, is een kerntakenanalyse uitgevoerd. Ongeacht de exacte uitkomst zal de culturele sector de gevolgen van de financiële crisis gaan voelen. Om de schade voor het culturele klimaat zo veel mogelijk te beperken is onderzocht of de bedrijfsvoering van de structureel gesubsidieerde culturele instellingen efficiënter kan. De uitkomsten van deze onderzoeken worden in de komende collegeperiode geëffectueerd. Het in het CollegeWerkProgramma aangekondigde onderzoek naar de mogelijkheid om de geschiedenis van de jenever, molens, historische collectie en scheepsbouw samen te brengen tot een integrale presentatie, kan directe gevolgen hebben voor enkele culturele instellingen. • Een rol voor kunst en cultuur bij ruimtelijke ontwikkeling – De gemeente wil de kwaliteit van de leefomgeving en de identiteit van locaties versterken door cultuur op te nemen in ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Het inschakelen van beeldend kunstenaars en vormgevers bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen vergroot bovendien het draagvlak voor ruimtelijke ontwikkeling, omdat het belang van de culturele waarden van een bepaald gebied zichtbaar wordt. • Stadspromotie/citymarketing – Om het imago van de stad te verbeteren wordt de marketingcampagne Ontdekschie-
dam.nu gecontinueerd en waar mogelijk gekoppeld aan het jaarthema. Primair is de campagne bedoeld om meer bezoekers naar de stad te trekken en bewoners een positiever beeld van de stad te geven. Deze campagne wordt
verder uitgebouwd naar een citymarketingbeleid, dat ook aandacht besteedt aan het verbeteren van het imago van de stad op het gebied van wonen en werken. De eerste stappen zijn gezet door het DNA van de stad te benoemen.
3. Beleidsonderdeel Ruimte voor economische ontwikkeling 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Ruimte voor Economische Ontwikkeling Doelstellingen en activiteiten Ruimte voor economische ontwikkeling Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Versterken van het ondernemersklimaat.
1.1 Relatiebeheer met bedrijven; 1.2 Ondernemersondersteuning door microfinanciering, starterstimulering, startersavond, BIZ en ondernemersfonds, koopzondagenbeleid.
2. Verbeteren van het stedelijk imago.
Ruimte voor economische ontwikkeling
2.1 Verbetering van het imago door citymarketing, samenwerking NS en themajaren.
3. Vergroten van de externe oriëntatie: Rijk (G32) provincie, regio, Europa.
3.1 Versterking van de netwerken ten behoeve van onderlinge afstemming van economische ontwikkelingen: Rijk, provincie, regio, Europa.
4. Versterken van de detailhandel in de binnenstad.
4.1 Zie beleidsonderdeel binnenstad.
5. Bedrijventerreinen aantrekkelijk maken voor ondernemers.
5.1 Herstructurering bedrijventerreinen; 5.2 Creatieve economie; 5.3 Bestrijding criminaliteit.
6. Nieuwe bedrijfslocaties ontwikkelen.
6.1 Stationsplein en omstreken; 6.2 Schieveste.
7. Stimuleren van de wijkeconomie.
7.1 Aanpak toegesneden op iedere wijk afzonderlijk: Oost, Nieuwland.
8. Stimuleren uitbreiding van aantal bedrijfsverzamelgebouwen
8.1 Aanpak in het kader van de groei van de zzp’ers.
ProgrammaREKENing
89
3.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: versterken van het ondernemersklimaat De gemeente investeert in haar relatie met ondernemers. Goede contacten met bedrijven zijn onontbeerlijk voor het goed economisch functioneren van de stad en voor het behoud van werkgelegenheid. De gemeente heeft het relatiebeheer met bedrijven versterkt: • Accountmanagers die verantwoordelijk zijn voor een eigen gebiedsdeel, hebben een zogenaamde één-loketfunctie vervuld. • In 2011 zijn regelmatig bedrijfsbezoeken afgelegd. Met name bedrijven in herstructureringsgebieden zijn bezocht. • Door het mede organiseren van de netwerkbijeenkomst ‘Business op het Water’. • Door deelname in ondernemersbijeenkomsten zoals Open Coffe, Loose Tie Drink en Businesspoint Schiedam. • Door het organiseren van een halfjaarlijks bestuurlijk overleg met het georganiseerde bedrijfsleven. • De accountmanager heeft een adviserende rol binnen de Stichting Mentor. • Het voeren van het secretariaat van de Sociaal Economische AdviesRaad Schiedam. De SEARS adviseerde in 2011 over het beleid voor koopzondagen. Voorts heeft deze raad haar rol geëvalueerd en besloten een nieuw plan op te stellen voor haar rol in de toekomst. Voorts ondersteunt de gemeente ondernemers door: • Microfinanciering – In 2011 is besloten dat in Schiedam geen aparte stichting voor microfinanciering wordt opgericht. De activiteiten worden ondergebracht bij Stichting Mentor. De gemeente Schiedam is aangewezen als microfinanciering ondernemerspunt. Ondernemers kunnen zich hier melden om in aanmerking te komen voor microfinanciering. Zij kunnen ook terecht bij de landelijke organisatie voor microfinanciering, Qredits. Deze organisatie verzorgt de screening van de aanvragen. In 2011 heeft Qredits 31 aanvragen vanuit Schiedam ontvangen. Slecht één hiervan is gehonoreerd. Drie zijn nog in behandeling. De andere 27 aanvragen zijn afgewezen. • Starterstimulering – De gemeente Schiedam heeft in 2011 geparticipeerd in het project Startop (een vervolg op Droomstart uit 2010). Dit is een initiatief van verschillende organisaties en bedrijven uit Schiedam en Vlaardingen, om startende ondernemers te stimuleren hun ‘ondernemersdroom’ te realiseren. Vierendertig deelnemers hebben zich aangemeld. Na twee voorrondes zijn zes kandidaten geselecteerd om deel te nemen aan masterclasses, waarbij de
90
kandidaten werden klaargestoomd om zich zo goed mogelijk te presenteren tijdens de slotavond. Drie finalisten kwamen uit Schiedam, maar de uiteindelijk winnaar kwam uit Vlaardingen, een onderneemster die themakleding ontwerpt. • Startersavond – In samenwerking met de Kamer van Koophandel is in 2011 een startersavond gehouden in het Wennekerpand. Het ondernemersloket van de gemeente Schiedam was hierbij vertegenwoordigd. • BI-zone – De Bedrijven Investeringszone Vijfsluizen bestaat sinds januari 2010. Op basis van een uitvoeringsovereenkomst die is gesloten tussen gemeente en de Stichting Ondernemers Vijfsluizen voert de stichting verschillende activiteiten uit op het bedrijventerrein in het kader van de BI-zone. Het gaat onder andere om het instellen van een onderzoek naar collectieve beveiliging en mobiliteitsmanagement. De gemeente int de belasting, die op basis van de BI-zone is ingesteld, en draagt deze over aan de stichting. De stichting legt verantwoording af aan de gemeente over de besteding van het geld. • Ondernemersfonds – Sinds begin 2011 is het Ondernemersfonds voor de binnenstad een feit. In de loop van 2011 is een centrummanager in dienst getreden van de Stichting centrummanagement Schiedam. In gezamenlijk overleg met de ondernemers in de binnenstad stelt het centrummanagement een jaarprogramma op voor besteding van het geld. • Koopzondagenbeleid: dit beleid is aangepast en vormgegeven in de Verordening Winkeltijden Schiedam 2012. Dit beleid is met name gericht op een ruimere keuzevrijheid voor ondernemers ten aanzien van de openstelling op zondagen. Door het aanwijzen van Schiedam als toeristisch gebied mogen de winkels iedere zondagmiddag open. Doelstelling 2: verbetering van het stedelijk imago De gemeente Schiedam wil dit doen door: • Citymarketing – Een gestructureerd citymarketingbeleid is een belangrijk instrument om de beeldvorming over de stad positief te beïnvloeden. De marketingcampagne Ontdekschiedam.nu is gecontinueerd. Het verkrijgen van met name een financiële bijdrage van het bedrijfsleven verloopt nog erg moeizaam. In 2011 werd Schiedam genomineerd voor de Eden Award. Deze prijs, ingesteld door het ministerie van EL&I en VVV Nederland, was in 2011 gericht op het behoud en herbestemming van cultureel erfgoed. Schiedam heeft
haar jeneververleden en het herontwikkelen van het hierbij behorende cultureel erfgoed ingebracht voor deze Award. Schiedam was één van de vijf genomineerden van 48 inzendingen. Uiteindelijk leidde deze nominatie niet tot het winnen van de prijs, maar Schiedam is hierdoor wel erkend als toeristische bestemming. • Samenwerking met de NS – De Stichting Promotie Schiedam zette een kortingsactie op met de NS. Deze bijzondere actie was gericht op het versterken van het imago en gekoppeld aan het themajaar ‘Molens en Jenever’. 398 reizigers leverden hun kortingscoupon voor minimaal twee personen in. De actie leverde naast extra publiek ook een goede profilering van de stad op. De kortingsactie kreeg een vervolg met het affiche ‘Dagje Schiedam’ op de NSstations in de regio. De NS-actie liep van juni tot en met augustus. • Themajaren – Door thema’s aan jaren te koppelen kunnen de kernkwaliteiten van Schiedam bekender worden gemaakt. 2011 was in Schiedam het jaar van ‘Molens en Jenever’. Hiermee werd aangesloten op het provinciaal jaar ‘Leve de molens’. De opening van dit provinciaal themajaar vond in de Grote Kerk in Schiedam plaats. De gemeente ondersteunde diverse projecten in het kader van het themajaar, zoals WAAI, waarin jongeren onder deskundige begeleiding hebben gebouwd aan en geëxperimenteerd met windmolenconstructies. Zo ontstond er een molendorp. Tijdens Molendag werd in dit kader ook de Kameelmolen feestelijk geopend. Doelstelling 3: externe oriëntatie: Rijk (G32), provincie, regio, Europa Externe oriëntatie versterkt de netwerken voor onderlinge afstemming van economische ontwikkelingen. • Rijk – De G27 is uitgebreid tot de G32. Hoewel het Rijk voor de economische ontwikkeling geen financiële middelen meer beschikbaar stelt, zet de G32 wel in op kennisuitwisseling. Onder meer door periodieke gesprekken te voeren met de minister van EL&I. Binnen de G32 participeert Schiedam in de pijler Economie en Werk. De trekkersrol van Schiedam ten aanzien van het thema economie en arbeidsmarkt, binnen deze pijler, is in 2011 door de wethouderswisseling gestopt. • Regio – Regionaal wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het maken van afspraken over belangrijke gemeentegrensoverstijgende economische ontwikkelingen, zoals herstructurering van bedrijventerreinen en grootschalige detailhandel. De deelname van het team EZTC aan de
werkgroep Regionaal Economisch Overleg (REO) en het bijwonen van de wethouder EZ aan de stuurgroep REO zijn hierbij van grote waarde. • Europa – Na een periode van relatieve luwte op Europees gebied in verband met capaciteitsgebrek, heeft Schiedam in het laatste kwartaal van 2011 de oriëntatie op Europa weer met verve opgepakt. De Beleidsnota Kansrijk in Europa 2009-2013 vormt hierbij het kader. Europa schept kansen voor Schiedam, met name in de vorm van kennis en subsidies. De Europese Unie ziet in dat gemeenten en steden duidelijk een bijdrage kunnen leveren aan een concurrerend Europa. Voor de nieuwe subsidieperiode van de Europese fondsen zoals ESF en EFRO heeft Schiedam reeds de eerste overleggen in G32-verband gevoerd (zie ook hoofdstuk Financiën onder ‘subsidies’). Zichtbaarheid in Europese netwerken is van groot belang, zowel voor het verkrijgen van Europese subsidies als voor het opdoen van kennis en aangaan van samenwerking. In oktober 2011 is Schiedam vice-voorzitter geworden van Eurotowns, een netwerk van middelgrote steden in Europa. In Eurotownsverband heeft Schiedam met zes vrijwilligers op het gebied van integratie deelgenomen aan een kennisuitwisseling tussen vrijwilligers in Eskilstuna. Tevens heeft een delegatie van het Archief deelgenomen aan een uitwisseling over digitale archivering in Gävle, Zweden. In november 2011 is het Interreg project Sisco (Solutions for implementing sustainable constructions) gericht op een duurzame ontwikkeling van Nieuw-Mathenesse afgerond. Doelstelling 4: versterking van de detailhandel in de binnenstad Deze doelstelling is uitgewerkt in het beleidsonderdeel Binnenstad en is onder andere gebaseerd op de Detailhandelsnota. Doelstelling 5: het aantrekkelijk maken van bedrijventerreinen voor ondernemers De gemeente wil de verouderde bedrijventerreinen herstructureren en aantrekkelijk maken. In 2011 voerde Schiedam deze activiteiten uit: • Nieuw Mathenesse wordt omgevormd van een bedrijventerrein aan de stadsrand in een modern stedelijk bedrijventerrein met multifunctionele randen, dat centraal gelegen is in de Rotterdamse regio. In 2011 zijn veel gesprekken gevoerd met onder andere ondernemers op het terrein, vastgoedeigenaren en mogelijke ontwikkelaars. Deze gesprek-
ProgrammaREKENing
91
ken gingen over de kansen, de positie in de regio en de mogelijkheden op het terrein. Tevens is een zogenoemde Architectenpool opgericht. Zittende bedrijven die willen (her)ontwikkelen kunnen van deze pool gebruik maken. De ondernemer kan een keuze maken uit de zes architecten in deze pool voor het, op kosten van de gemeente, maken van een massa- en volumestudie voor het bedrijf. • In het gebied Spaanse Polder & ’s-Graveland-Zuid worden vrijkomende locaties herontwikkeld voor business-to-businessactiviteiten. In 2011 is geconcludeerd dat het in 2010 vastgestelde beeldkwaliteitsplan in praktische zin niet uitvoerbaar is. Dit plan wordt dan ook vernieuwd. In het kader daarvan startte de gemeente in 2011 een Economische Effect Analyse, waarvoor achttien bedrijven zijn geïnterviewd. De uitkomst van deze analyse wordt verwerkt in de Economisch Visie. Die vormt de grondslag voor een herziene beeldkwaliteitsstrategie. • De creatieve economie wordt bevorderd door het aantrekken van kleine bedrijven, zoals ontwerpbureaus, vormgevers en ambachtelijke bedrijven. Schiedam is een stad waar creatieve mensen van oudsher samenkomen en ondernemen. Met name de historische binnenstad en de bedrijventerreinen bieden kansen voor de creatieve economie. De inspanningen voor de creatieve economie richten zich op het ontwikkelen van een gunstig klimaat dat creatieve mensen aantrekt en waarin creatieve ondernemers zich optimaal kunnen ontwikkelen tot zelfstandige ondernemers. • De gemeente gaat criminaliteit op bedrijventerreinen tegen, onder meer door het plaatsen van camera’s. Samen met het OntwikkelingsBedrijf Rotterdam (OBR), de politie en de bedrijven is in het kader van ‘Veilig Ondernemen’ gekozen voor de uitvoering van het project ‘Camerabewaking’. Dit project is in 2011 geëvalueerd. Daaruit blijkt dat de aanpak leidt tot het beoogde effect. Het aantal camera’s is derhalve uitgebreid. In 2011 is deze aanpak tevens uitgebreid met het in de ’s-Gravelandse Polder aanbrengen van wit licht in alle zijstraten. Voorts heeft de ’s-Gravelandseweg regelbare verlichting gekregen. Voor Spaanse Polder zijn in 2011 gesprekken gevoerd met ondernemers om de wensen voor fysieke maatregelen te inventariseren. Doelstelling 6: ontwikkeling nieuwe bedrijfslocaties In Schieveste kan gedeeltelijk nog terrein worden ontwikkeld. De volgende activiteiten zijn in 2011 opgepakt: • Stationsplein en omgeving – De Kop van de Singel biedt nog ruimte voor de ontwikkeling van woningbouw, commerciële functies en een (ondergrondse) parkeergarage
92
en heeft de interesse van ontwikkelende en investerende partijen. Naar verwachting vindt hierover besluitvorming plaats in 2012. In de plint (begane grond) in het zogenoemde AMEC-gebouw is nog ruimte voor het realiseren van aan het station gerelateerde (commerciële) functies. • Bestemmingsplan Schieveste – Het Bestemmingsplan Schieveste is planologisch uitgewerkt in 2010 en 2011. Begin 2012 is het Bestemmingsplan Schieveste door de gemeenteraad vastgesteld. • Actualisatie Masterplan Schieveste – In 2011 is het Masterplan Schieveste geactualiseerd. Hiermee is een nieuw, marktgerichter en stedenbouwkundig flexibeler ontwikkelingskader voor Schieveste uitgewerkt. Tevens biedt het masterplan de mogelijkheid om tijdelijke functies te realiseren. Het geactualiseerde masterplan is tezamen met een herziene grondexploitatie eind 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. • Openbaar gebied Schieveste – Medio 2011 is het openbaar gebied in Schieveste voor een groot deel kwalitatief ingericht en voorzien van een duurzame ondergrondse waterberging. • Vastgoedontwikkeling Schieveste – Medio 2011 is het Lentiz | LIFE College feestelijk geopend en in gebruik genomen. Er is veel interesse van de markt voor de ontwikkeling van een groot kantoorgebouw, een multifunctionele accommodatie met onderwijs en wonen. In 2011 zijn twee intentieovereenkomsten gesloten voor onder meer de ontwikkeling van een bioscoop en hotel, inclusief een grootschalige parkeervoorziening. Naar verwachting worden de realisatieovereenkomsten in 2012 gesloten. • Tunnel Schieveste – de tunnel onder het spoor en Horvathweg, de Zamenhoftunnel is in samenwerking met (scholieren van) Lentiz | LIFE College, bewoners van SchiedamOost, Prorail, stadsregio Rotterdam en een kunstenaar op een bijzondere wijze heringericht en begaanbaar gemaakt. • Ontsluitingsweg Schieveste – Sinds 2010 zijn voorbereidingen getroffen voor de aanleg van de ontsluitingsweg vanaf de ’s-Gravelandseweg parallel langs de A20. De eerste uitvoeringsfase is inmiddels gestart (aanbrengen voorbelasting en waterberging). De weg zal naar verwachting in 2013 worden opgeleverd. De stadsregio Rotterdam subsidieert een deel van de aanleg van de weg en het Park & Ride programma. Doelstelling 7: stimulering van de wijkeconomie Om deze doelstelling te realiseren wordt gewerkt aan een aan-
pak die toegesneden is op iedere wijk afzonderlijk. Per wijk zal gekozen worden uit de beschikbare instrumenten, zoals: • de winkelstraatmanager/bedrijvencontactfunctionaris in de wijk; • het (helpen) stichten van bedrijfsverzamelgebouw(en); • dienstverlening aan ondernemers op wijkniveau; • de bedrijveninvesteringszone (BIZ). Oost In 2010 is gestart met de uitvoering van het project om de wijkeconomie in Oost te stimuleren. Hiervoor ontving Schiedam in 2009 € 510.000 subsidie van het ministerie van Economische Zaken. Het projectplan heeft het thema ‘Zichtbaar maken van zelfstandigen zonder personeel’. Het zichtbaar maken van deze ondernemers is een eerste stap om het ondernemerschap te laten bloeien. Deelprojecten zijn: • Herontwikkeling van het waterpompstation: in 2011 is gewerkt aan het opstellen van een erfpachtcontract om het pompstation over te dragen aan Boei, zodat zij het pand kunnen renoveren (met behoud van monumentale waarde) en exploiteren als bedrijfsverzamelgebouw. Boei is een organisatie die, met behoud van de cultuurhistorische waarde, panden restaureert en exploiteert. Een vrijwilliger is aangesteld om onderhoudswerkzaamheden in het pompstation te verrichten. In samenwerking met de teams cultuur en monumenten zijn lespakketten voor het basisonderwijs ontwikkeld. In 2011 hebben vier basisscholen uit Oost aan de hand van dit lesmateriaal een excursie in het pompstation gemaakt. • Het LIFE College heeft een maatwerkopleiding voor kleine zelfstandigen opgezet. In 2011 zijn kandidaten voor deze opleiding geworven via een folder, een website, de afdeling Werk en de bedrijvencontactfunctionarissen van de gemeente en UWV. In 2011 hebben circa twintig kandidaten zich gemeld om deel te nemen aan de opleiding die in 2012 start. • Subsidieregeling ondernemers Oost: van 1 december 2010 tot 1 december 2012 is er een subsidieregeling voor ondernemers in Oost ten behoeve van verbouw en herinrichting van hun pand. In 2011 zijn vijf aanvragen ingediend en vijf subsidieverzoeken vastgesteld. • De zelfstandigen zonder personeel in Oost zijn in kaart gebracht. In 2011 heeft de bedrijvencontactfunctionaris met het merendeel van de zzp’ers in Oost contact gehad. Dit zijn er circa vijftig, uitgezonderd de bouwsector (deze ondernemers hebben geen interesse in contact met de gemeente). De gemeente faciliteert de ondernemers waar nodig. Bij-
voorbeeld door hen te laten aansluiten bij bestaande netwerken of om hen te helpen in hun zoektocht naar bedrijfsruimte. Lastig hierbij is dat de leegstaande commerciële panden een vrij hoge huur hebben. Vastgoedeigenaren zijn tot nu toe niet geneigd om de prijs te verlagen. Nieuwland In 2008 is het Wijkactie Programma Nieuwland (WAP) van start gegaan. Een onderdeel hiervan is het thema ‘Werken en leren in de wijk’. Dit thema is bedoeld om een extra impuls te geven aan de wijkeconomie in Nieuwland. De projecten richten zich op het ondersteunen / versterken van het ondernemerschap, het versterken van de relatie onderwijs - bedrijfsleven (stages) en het aantrekkelijk houden van de winkelstraten (onder meer door het verbeteren van het imago en het beperken van leegstand). In 2011 heeft de gemeente in samenwerking met de Nieuwlandse ondernemers een plan van aanpak opgesteld. Dit wordt vanaf 2012 uitgevoerd. De winkelstraatmanager speelt hierbij een belangrijke rol. In 2011 is de winkeliersvereniging Nolenslaan in samenwerking met het Hoofd Bedrijfsschap Detailhandel en de gemeente Schiedam het project veilig ondernemen gestart. Hierdoor is er onder andere het keurmerk Veilig Ondernemen ingevoerd en zijn de winkels aan de Nolenslaan beveiligd met een DNA-spray. Dit is een onschadelijke kleurloze vloeistof, waarin een synthetische vorm van DNA is verwerkt. Het wordt ingezet als inbraak- en/of overvalpreventie en kan objecten of personen op het eerste oog onzichtbaar markeren. Doelstelling 8: stimulering uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen Het stimuleren van de uitbreiding van het aantal bedrijfsverzamelgebouwen is belangrijk in verband met de groei van het aantal zzp’ers binnen de gemeente. Het beschikbaar hebben van bedrijfsruimte voor deze doelgroep is van belang zodat mensen de kans krijgen te ondernemen. Bijkomend voordeel is dat een gunstig starters- en ondernemersklimaat kansen biedt voor sociale stijging. De rol die de gemeente kan vervullen in het realiseren van dergelijke gebouwen is het meewerken aan haalbaarheidsstudies, herbestemming en bestemmingswijzigingen. Zo is het de bedoeling dat het pompstation in Oost wordt omgevormd tot een bedrijfsverzamelgebouw. Het herontwikkelen van een dergelijk gebouw is een tijdrovend proces. In 2011 zijn belangrijke stappen gezet om de omvorming van het pompstation daadwerkelijk tot stand te kunnen brengen.
ProgrammaREKENing
93
Tabel effect- en prestatie-indicatoren Ruimte voor economische ontwikkeling Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
Aantrekken creatieve ondernemers
E
Aantal nieuw gevestigde ondernemers
t.o.v. 2008
5
7
Seminars creatieve economie
E
Reeds in Schiedam gevestigde ondernemers
t.o.v. 2008
2
2
Veilig ondernemen
E
Toename aangiftebereidheid
2005 251 aangiften
Evaluatie
Verstrekken microkredieten
E
Aantal ondernemers
2009
Evaluatie
31 waarvan 1 gehonoreerd, 3 in behandeling en 27 afgewezen
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
4. Beleidsonderdeel Werkgelegenheid 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Werkgelegenheid Beleidsonderdeel
Werkgelegenheid
Doelstellingen
Activiteiten
De gemeente Schiedam streeft naar een groei van de werkgelegenheid en een afname van de werkloosheid.
1.1 Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen, ontwikkelen Schieveste (voornamelijk ten behoeve van uitbreiding werkgelegenheid); 1.2 Stimuleren wijkeconomie; 1.3 Koppeling met sociale infrastructuur.
4.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling: de gemeente Schiedam streeft naar een groei van de werkgelegenheid en een afname van de werkloosheid Om dit doel te realiseren pakt de gemeente deze zaken aan: • Herstructureren van verouderde bedrijventerreinen en ontwikkelen van Schieveste, voornamelijk voor het behoud en de uitbreiding van de werkgelegenheid (zie het beleidsonderdeel Ruimte voor economische ontwikkeling); • Stimuleren van de wijkeconomie (zie het beleidsonderdeel Ruimte voor economische ontwikkeling); • Koppeling met sociale infrastructuur: de teams EZTC en Werk en Inkomen overleggen regelmatig met elkaar om kennis uit te wisselen om zo bedrijven
94
en werkzoekenden beter bij elkaar te brengen. In 2011 ontwikkelde de gemeente een film, die de diversiteit aan werkgelegenheid in de stad goed in beeld brengt. Deze film kan onder andere ingezet worden om scholieren een beeld van de arbeidsmarkt in Schiedam te geven. Andere aandachtspunten zijn: • taskforce jeugdwerkloosheid; • leerwerkbanen creëren voor jongeren; • regionaal werkgeversservicepunt; • extra banen scheppen voor Schiedamse werklozen; • taalstages organiseren in het kader van de inburgeringtrajecten en om mensen uit het isolement te halen; • stageplekken creëren voor vmbo en mbo; • cursussen aanbieden voor laaggeletterd personeel.
4.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren Werkgelegenheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2011**
Werkelijke waarde 2011***
Aantal arbeidsplaatsen
P
Statistiek
28.886
30.800
29.978
Aantal bedrijfsvestigingen Aantal werkzoekende jongeren (15-27 jaar)
P
Statistiek
2.735
2.820
2.932
P
Statistiek
675
330
602
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Cijfers per 1-1-2010 *** Cijfers per 1-1-2011
4.4 Toelichting op afwijkingen in kengetallen In 2009 en 2010 vertoonde de werkloosheid in Schiedam een sterk stijgende lijn (sterker dan in de rest van de regio Rijnmond). Dit was aan het begin van 2011 opgelopen tot bijna 3.500 personen. Dat had uiteraard ook z’n weerslag op het aantal werkloze jongeren van 15-27 jaar. Vanaf april 2011 is er sprake van een kentering. Sindsdien is het aantal werkzoe-
kenden sterk gedaald tot zo’n 2.800 in oktober 2011. Hoewel de werkloosheid de laatste maanden van 2011 weer oploopt is de situatie nog wel een stuk gunstiger dan een jaar geleden. Dat geldt ook voor de groep 15-27 jaar. Op 1 januari 2012 bedroeg hat aantal werkzoekenden jongeren tussen de 15-27 jaar 452 personen (voorlopig cijfer). Per 1 januari 2011 waren dat nog 602 personen.
ProgrammaREKENing
95
5. Beleidsonderdeel Ruimte voor cultuur en toerisme 5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Ruimte voor cultuur en toerisme Beleidsonderdeel
Ruimte voor cultuur en toerisme
Doelstellingen
Activiteiten
In de nieuw te ontwikkelen cultuurvisie worden de volgende uitgangspunten voor het cultuurbeleid geformuleerd: 1. Cultuur bevordert de sociale cohesie.
1.1 Cultuur in de wijk; 1.2 Beeldende kunst; 1.3 Amateurkunstbeleid.
2. Cultuur is goed voor de economie.
2.1 Basisinfrastructuur; 2.2 Creatieve economie; 2.3 Creatief Klimaat; 2.3 Kunst openbare ruimte.
3. Cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad.
3.1 Community Arts; 3.2 Culturele planologie; 3.3 Versterking Museumkwartier.
Doelstellingen toerisme: 4. Een sterk (toeristisch) imago van de stad.
4.1 Citymarketingbeleid; 4.2 Ontdekschiedam.nu; 4.3 Publieksevenementen.
5. Meer toeristen naar de stad trekken die langer in Schiedam verblijven.
5.1 Kwalitatieve verbetering en uitbouw toeristisch aanbod; 5.2 Verblijfsaccommodaties; 5.3 Recreatiegebieden buiten de binnenstad; 5.4 Gemeentebreed evenementenbeleid; 5.5 Schiedam Waterstad.
Doelstelling cultuur en toerisme: 6. De trots van Schiedammers op hun stad vergroten.
6.1 Ambassadeursacties; 6.2 Thematisering van een jaar; 6.3 Vergroten betrokkenheid.
5.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten In 2011 is in het kader van het opstellen van een cultuurvisie een Stadserf gehouden waarin over de uitgangspunten van de cultuurvisie is gedebatteerd. De cultuurvisie bouwt tevens voort op de Cultuurbrief 2010. De uitgangspunten zijn verwoord in drie doelstellingen: versterken van de binnenstad, cultuurparticipatie en verbinding en ondernemerschap. Als uitgangspunten voor cultuurbeleid gelden: Doelstelling 1: cultuur bevordert de sociale cohesie. De gemeente zet in op het volgende: • Cultuur in de wijk – Het beleid van cultuur in de wijken is in 2011 verder geïmplementeerd. Door het inzetten van cultuurscouts in Schiedam wil de gemeente de wijken acti-
96
veren, sociale verbanden behouden en leefbaarheid bevorderen. Per 2011 hebben de cultuurscouts een stevigere basis gekregen doordat ze zijn ondergebracht bij de Stichting Mooi Werk. Vanaf het voorjaar 2011 houden ze kantoor in het Wennekerpand. Tevens zijn cultuureducatie projecten opgezet in de wijk voor jongeren zoals WAAI, een windmolenproject in het kader van het themajaar. • Beeldende kunst – Er worden kunstprojecten geïnitieerd, die gericht zijn op participatie. Doelgroepen zijn met name bedrijven, burgers, (Schiedamse) kunstenaars, (creatieve) ondernemers. Om dit te realiseren is een belangrijke taak weggelegd voor het Centrum voor Beeldende Kunst (CBK). Het CBK is in 2011 verhuisd naar het Wenneker-
pand. Een aantal activiteiten is georganiseerd ten behoeve van deze verhuizing en de opening van het Wennekerpand zoals de Demolition Party, publicatie over 1 jaar CBK, Stadslab. In de loop van het jaar organiseerde het CBK een aantal tentoonstellingen en activiteiten zoals Solo Spirit, Zwart op wit, Dubbelportret, HELD!, Materie. Daarnaast haakt het CBK aan op evenementen als Suikerzoetfilmfestival, Winterlicht, Lust voor het oog. • Amateurkunstbeleid – Het beleid om amateurkunst te bevorderen levert een belangrijke bijdrage aan de versterking van de sociale cohesie. Daarom ondersteunt de gemeente amateurkunsten in de stad. Hiervoor is het noodzakelijk dat het amateurkunstbeleid en de subsidieregeling worden geëvalueerd. In 2011 zijn hiertoe enquêtes uitgezet. De analyse van de resultaten vindt in 2012 plaats. Doelstelling 2 cultuur is goed voor de economie De gemeente zet in op het volgende: • Basisinfrastructuur – De gemeente streeft naar een kwalitatief goede culturele basisinfrastructuur: voldoende aanbod aan culturele voorzieningen is een belangrijke factor voor het vestigingsklimaat. In het voorjaar van 2011 is het Wennekerpand geopend. Hierin zijn de Wenneker Cinema (voorheen Filmhuis Schiedam) en het Centrum Beeldende Kunst gevestigd. Het Wennekerpand wordt door Theater aan de Schie gebruikt voor kleine theatervoorstellingen. De cultuurscouts houden tevens kantoor in het pand. Daarnaast zijn enkele commerciële organisaties in het pand ondergebracht (dansschool, yogastudio, vormgeversbedrijf). In 2011 was ook de Jeugdtheaterschool de Teerstoof in het Wennekerpand gevestigd. De culturele opening van het Wennekerpand vond in september 2011 plaats. Een week lang vonden er vele activiteiten plaats gezamenlijk georganiseerd door de participanten in het pand. Ook was het Wennekerpand de centrale plek voor amateurkunstinstellingen tijdens de Week van de Amateurkunst in mei 2011. Het eerste jaar was voor het Wennekerpand een turbulent jaar. Met name ontwikkelingen rondom de Teerstoof zorgden hiervoor. De Teerstoof heeft in het najaar van 2011 besloten de stichting te liquideren toen bekend werd dat de gemeente de forse extra subsidieaanvraag niet zou honoreren. In de loop van 2011 is de Stichting Wennekerpand opgericht. Met deze stichting is de subsidierelatie in 2011 nog niet geformaliseerd om gemeente en stichting de gelegenheid te geven afspraken en rolverdeling te organiseren.
De horecafunctie van het Wennekerpand verliep niet volgens verwachting. Daarom zal de Stichting Wennekerpand in samenspraak met de gemeente in 2012 een nieuwe exploitant zoeken. • Creatieve economie – De gemeente biedt ruimte voor ontwikkeling en innovatie door het aantrekken van nieuwe creatieve ondernemers en kunstenaars en het (her)huisvesten van deze doelgroep (ateliers, ruimten voor creatieve ondernemers, tijdelijke projectruimten). In 2011 zijn atelierruimten in het Wennekerpand gerealiseerd. Voorts wordt ingezet om in het pompstation een bedrijfsverzamelgebouw te ontwikkelen waar ook creatieve ondernemers terecht kunnen. Om de creatieve sector te stimuleren ontwikkelde Stichting Kunstalliantie in 2010 in samenwerking met de gemeente een digitale creatieve kaart. Deze kaart is in 2011 uitgebreid. Ook zijn naar aanleiding van de creatieve kaart twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd. • Creatief klimaat – Schiedam schept een interessant creatief klimaat door de inzet van beeldend kunstenaars, (landschaps)architecten en vormgevers bij toonaangevende ruimtelijke ontwikkelingsprocessen. Ook stimuleert de gemeente projecten die gericht zijn op creatief ondernemerschap. In 2011 ondersteunde Schiedam de projecten ‘Lust voor het oog’ en ‘Invisible city’ waarin diverse creatieve ondernemers hebben samengewerkt. • Kunst openbare ruimte – De Nota Kunst in de Openbare Ruimte stuurt de ontwikkeling van kunst in de openbare ruimte. In 2011 is de buitenbeeldenroute in het Kethelpark gerealiseerd. In het Julianapark is voor de tweede keer het beeldende kunst- en lichtfestival Winterlicht georganiseerd. Gedurende een lang weekend wordt het Julianapark in winterse feërieke sfeer omgetoverd door diverse beeldende kunstenaars uit het land. Doelstelling 3: cultuur versterkt, vormt en bepaalt de identiteit van de stad Dit wordt gestimuleerd door: • Community arts in de wijk: een wijktheaterproject voor en door bewoners in Sveaparken. • Culturele planologie – Een rol voor kunst en cultuur bij ruimtelijke ontwikkeling, waarmee een gebied een identiteitsversterkende impuls krijgt. Onderzocht is op welke manier beeldende kunst een bijdrage kan leveren bij de kwaliteit van de herinrichting van het Beatrixpark. In eerste instantie is dit gericht op de aankleding van de entrees
ProgrammaREKENing
97
van het park (vanuit het centrum via de Parkweg, bij de Poldervaart). In 2011 schonk Piet Sanders een beeld van Philip Rickey. Dit beeld is geplaatst bij het werk van de vader George Rickey dat in het water in het Beatrixpark staat. In 2011 is samen met de Adviescommissie Beeldende Kunst Schiedam gewerkt aan diverse projecten die langere tijd behoeven voor de uitvoering. Over het viaduct ‘s-Gravelandseweg, waarvoor in 2009 een schetsontwerp is gemaakt, zijn gesprekken met Prorail gaande over mogelijke realisering van dit ontwerp. Het definitieve ontwerp van de kunsttoepassing op het Stationsplein is goedgekeurd net als de kunsttoepassing op het Nieuwlandplein. • Versterking museumkwartier – De historische collectie van Schiedam moet een plek krijgen in de ontwikkeling van het Museumkwartier in de binnenstad. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de historische collectie geen op zichzelf staande expositiewaarde heeft. Deze collectie moet dus worden geïntegreerd in andere ontwikkelingen. Doelstelling 4: een sterk (toeristisch) imago van de stad Activiteiten zijn: • Citymarketingbeleid – Stadspromotie wordt integraal opgepakt door een citymarketingbeleid op te stellen. In overleg met onder andere de Stichting Promotie Schiedam wordt gewerkt aan het opzetten van een canon waarin de highlights van de stad in beeld worden gebracht. Op basis van deze canon kunnen gerichte marketingcampagnes worden opgezet. Deze acties zullen eveneens gericht zijn op de eigen bevolking, zodat de trots van de Schiedammer op zijn stad wordt vergroot. In 2011 is een film gemaakt waarin Schiedammers vertellen over de voor hen bijzondere plekken in de stad. Deze film wordt ingezet in marketingacties. • Ontdekschiedam.nu – De Ontdekschiedam.nu-campagne wordt gecontinueerd en uitgebouwd. Met de Stichting Promotie Schiedam wordt de campagne nader vormgegeven door producten te ontwikkelen. Jaarlijks vindt koppeling aan een thema plaats, zodat ingezoomd kan worden op de bijzondere kwaliteiten van de stad. In 2011 hebben de ‘molens en jenever’ centraal gestaan (zie ook Ruimte voor economische ontwikkeling, doelstelling 2). • Publieksevenementen – Om het imago van de stad te versterken wordt het organiseren van grote publieksevenementen gestimuleerd. In 2011 is weer een aantal evene-
98
menten gesubsidieerd. Nieuw waren de Schiedamse markt en de Nacht van de Geschiedenis, waarmee aangesloten werd op de landelijke maand van de geschiedenis. Ook is vier maal een curiosamarkt gehouden in de binnenstad als uitvloeisel van een motie van de raad. Doelstelling 5: meer toeristen naar de stad trekken die langer in Schiedam verblijven Het toeristisch beleid wordt aangescherpt met als doel meer bezoekers naar de stad te trekken. Om een impuls te geven aan de economische en toeristische ontwikkeling van Schiedam moeten er duidelijke keuzes worden gemaakt. Deze keuzes dienen vooral te liggen op de onderscheidende elementen van de stad: waarmee kan Schiedam in de markt worden gezet? Bij het uitwerken van een nieuw toeristisch beleid is samenwerking met partijen in en buiten de stad een belangrijk aandachtspunt. Organisatorische én financiële samenwerking is belangrijk om producten, arrangementen en dergelijke tot stand te brengen. Meer toeristisch bezoek kan worden gerealiseerd door: • Kwalitatieve verbetering en uitbouw toeristisch aanbod – Dit kan onder meer worden gerealiseerd door het opzetten van wandel- en fietsroutes en het meer openstellen van historische gebouwen. De gemeente heeft onderzoek gedaan naar een functionele invulling voor de Klokkenluiderswoning en de Waag. Deze bijzondere gebouwen kunnen de bezoekersaantallen in dit gebied vergroten en eveneens het bezoek aan het Grote Kerkcomplex stimuleren. In 2011 is dit als formeel project aangewezen en zijn hiervoor binnen de binnenstadsbudgetten gelden gereserveerd. • Verblijfsaccommodaties – Het college wil initiatieven faciliteren voor het realiseren van verblijfsaccommodaties in de vorm van Bed & Breakfast en hotels. Hierdoor kunnen meerdaagse arrangementen worden geboden. Er blijkt in de markt een toenemende belangstelling te zijn voor de vestiging van hotelaccommodatie in Schiedam. Dit heeft in 2011 echter nog niet tot concrete vestiging geleid. Schiedam beschikt over enkele camperplaatsen, die duidelijk in een behoefte voorzien. In 2011 is ervoor gekozen de plekken uit te breiden en te herschikken. Er komen zes camperplaatsen aan de Noordvest. De vier bestaande plekken (twee Nieuwe Haven, twee Doeleplein) worden opgeheven. • Recreatiegebieden buiten de binnenstad – Schiedam participeert in de gemeenschappelijke regeling van het recreatieschap Midden-Delfland. Het recreatieschap werkte het routestructuurplan voor het Midden-Delflandgebied nader
uit. Het gaat om wandel-, fiets-, kano- en skateroutes. Dit zijn tijdrovende projecten vanwege de vele eigenaren in het gebied. Helaas wil het ministerie van EL&I uit het recreatieschap stappen. Dit heeft grote financiële consequenties, omdat het ministerie jaarlijks ruim 30% van de deelnemersbijdrage betaalt. De onderhandelingen die in 2011 plaatsvonden hebben nog niet geleid tot concrete afspraken over een afkoopsom. • Gemeentebreed evenementenbeleid – Het college wil evenementen kwalitatief verbeteren met een gemeentebreed evenementenbeleid. Hierin wordt aandacht geschonken aan de kansen voor citymarketing en economische ontwikkeling van de stad. In 2011 is aan een nieuwe evenementennota geschreven, waarin het uitgangspunt is met hetzelfde geld meer doen en bereiken. Ingezet wordt op vier imagoversterkende evenementen per jaar, waarmee Schiedam landelijke aandacht wil krijgen. Daarnaast wil de gemeente een toename van het aantal evenementen stimuleren om de levendigheid te bevorderen. • Schiedam waterstad – De gemeente participeert in de Vereniging Regio Water ten behoeve van het bevorderen en promoten van Schiedam als waterstad. De vereniging, waarvan Schiedam bestuurslid is, zet zich sterk in om aan te sluiten bij provinciaal beleid en ontwikkelingen als de Hof van Delfland en de Metropoolregio.
Door problemen met de kades is het fysiek verbeteren van aanlegmogelijkheden in Schiedam nu niet mogelijk. Doelstelling 6: de trots van Schiedammers op hun stad vergroten. De gemeente wil dit realiseren door: • Ambassadeursacties – Deze acties zijn onderdeel van het citymarketingbeleid en zijn gericht op bewoners. Zo is in 2011 een film gemaakt waarin Schiedammers vertellen over de voor hen bijzondere plekken in de stad. Deze film wordt ingezet in marketingacties. Nagegaan is of de Ontdekschiedam.nu-pas nieuw leven ingeblazen kon worden door het toevoegen van commerciële acties. Helaas blijken de baten niet tegen de kosten op te wegen. • Thematisering van een jaar – In 2011 stonden de molens en jenever centraal. Bij het uitwerken van themajaren wordt beoogd de samenwerking tussen cultureel, toeristisch en ondernemend Schiedam te bevorderen, en de Schiedammers en de bezoekers aan de stad op een positieve manier kennis te laten maken met de stad. • Vergroten betrokkenheid – Het college wil het bewustzijn van bewoners voor hun leefomgeving en hun betrokkenheid bij de stad vergroten met culturele activiteiten en evenementen. Voorbeelden zijn de Brandersfeesten, het Suikerzoet Filmfestival en het Maasboulevardfeest. Ook de inzet van cultuurscouts en kunstprojecten als Winterlicht bewerkstelligen dit.
5.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel ruimte voor cultuur en toerisme Omschrijving
E/P*
Bron
Toename toeristisch bezoek
P
CVO bezoek per jaar
Toename bezoekersaantallen musea** Toename bezoekersaantallen Theater aan de Schie** Aantal ateliers
P P
Jaarcijfers bezoek diverse musea Jaarcijfers theater
P
Atelierbeleid
Aantal abonnementhouders bibliotheek Culturele voorzieningen en kunstaanbod
P
Jaarcijfers
E
Onderzoek imago en dienstverlening
Nulmeting
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
365.000
388.000 (bezoekers) 100.000 65% betalende bezoekers 19
368.000 (bezoekers) 972.000 (bezoeken)*** 114.402 waarvan circa 45.000 betalende bezoekers *** 37.000 42% betalende bezoekers*** 14
14.600
14.610***
6,6
6,6 ****
90.000 47.500 6 permanent, 8 tijdelijk 14.066 6,6 rapportcijfer
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** Afhankelijk van ontwikkelingen rondom het voeren van regie op de gesubsidieerde culturele instellingen vindt een nulmeting plaats en wordt een heldere definitie van bezoekersaantallen geformuleerd. *** Cijfers uit 2010, 2011 beschikbaar in april **** Cijfers 2010, onderzoek in 2011 niet uitgevoerd
ProgrammaREKENing
99
6. Beleidsonderdeel Binnenstad 6.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Binnenstad Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Toename van het winkelend publiek, langere verblijfsduur in de binnenstad.
1.1 Maken van een Bidbook voor de Visie Binnenstad; 1.2 Herstart Oude Passage en Bas van der Heijden; 1.3 Overleg met grote eigenaren van winkelketens; 1.4 Verbeteren van parkeren en bereikbaarheid; 1.5 Invoering Reclameheffing; 1.6 Verbeteren evenementenklimaat.
2. Verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door beperken leegstand en kwaliteit van de openbare ruimte.
2.1 Werk aan de Winkel; 2.2 Heropening Wennekerpand; 2.3 Herstel Hoogstraat Midden; 2.4 Restauratie en ontwikkeling Havenkerk; 2.5 Cascoherstel en tijdelijk gebruik Monopole; 2.6 Planmatig voorbereiden kwaliteit openbare ruimte, herstel woonfunctie, herstel Proveniersbrug, etc.
Binnenstad
6.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Het primaire doel van de Reserve Vastgoed Binnenstad is het herstellen van het marktvertrouwen en het stimuleren van particuliere investeringen. Die opzet lijkt te slagen, al is het tempo waarin dat zichtbaar wordt onderhevig aan het economisch tij. Als het vertrouwen in de toekomst van de binnenstad afgemeten wordt aan de bereidheid tot investeren op basis van de subsidieregeling Werk aan de Winkel, dan valt het oordeel positief uit. Het Fonds Schiedam Vlaardingen levert een substantiële bijdrage aan het herstel van de binnenstad. In november 2011 is het bestuur van het fonds op bezoek geweest om de voortgang van de activiteiten in de binnenstad met eigen ogen te aanschouwen en zich te laten informeren over de besteding van de resterende € 4 miljoen, die het fonds voor Schiedam heeft gereserveerd. Het vertrouwen in de binnenstad lijkt zich licht te herstellen, gezien het feit dat de leegstand voorzichtig afneemt. Daarbij moet worden opgemerkt dat het herstel, mede door de crisis, zeer broos is en alleen zal doorzetten als standvastig doorgegaan wordt met de hersteloperatie, hoewel accenten per periode kunnen verschillen. Aan het fonds is gevraagd om ook een bijdrage te verstrekken voor activiteiten in het kader van (een herziene) Werk aan de Winkelregeling.
100
Doelstelling 1: toename van het winkelend publiek, langere verblijfsduur in de binnenstad Het winkelaanbod blijft (ook in het internettijdperk) het belangrijkste motief voor een bezoek aan de binnenstad. In vergelijking met andere steden van dezelfde omvang als Schiedam is het aantal winkels en de kwaliteit van het winkelmilieu beperkt (ook door de leegstand en gaten in het winkelfront). De leegstand is landelijk toegenomen en in Schiedam vrijwel gelijk gebleven, maar wel ruim boven het zogenoemde “irritatieniveau” van 10%. Schiedam streeft ernaar het binnenstadsbezoek aantrekkelijker te maken door een gevarieerd winkelaanbod (mix van couleur locale en winkelketens), in combinatie met gezellige horeca en een goed cultureel aanbod in een aangename historische omgeving. De volgende activiteiten zijn ondernomen: • In 2011 is een Bidbook gemaakt als inspiratie voor een nieuwe Visie Binnenstad en om nu al potentiële investeerders te interesseren. Investeerders en potentiële nieuwe vestigers willen weten waar Schiedam voor gaat en staat. Eén van de belangrijkste uitgangspunten is om de binnenstad weer als binnenstad van alle Schiedammers te laten functioneren. • In 2011 zijn diverse gesprekken gevoerd en pogingen on-
dernomen om in de Oude Passage winkels te vestigen en de Bas van der Heijden weer te heropenen. De verhuurbaarheid van de Oude Passage blijkt lastig met de huidige inrichting. De herontwikkeling van de Bas van der Heijden is om meerdere redenen vertraagd. De heropening is nu gepland in de eerste helft van 2012. • Het afgelopen jaar voerde de gemeente gesprekken met vertegenwoordigers van winkelketens over de mogelijkheid van een stevige impuls aan de binnenstad, door het gelijktijdig vestigen van een aantal grotere filiaalbedrijven in de zone Broersveld/Broersvest. Hierbij is het van belang de winkels zichtbaar aan de straatzijde te vestigen. Hierdoor verandert het beeld van winkelcentrum naar binnenstad. De reacties van de vertegenwoordigers van winkelketens werden mede bepaald door de onzekerheden rond de opeenvolgende crises. Inhoudelijk stemden ze in met het plan, maar een snelle besluitvorming is uitgesloten. Een herontwikkeling van dit gebied is een absolute voorwaarde voor het succes van de herontwikkeling van de Hoogstraat en het vergroten van de toeloop naar de binnenstad. • In 2011 werkte de gemeente in het kader van de verbetering van parkeren en bereikbaarheid (en de ontsluiting van de Hoogstraat en omgeving via de historische westzijde van de binnenstad) verder aan de planontwikkeling van het Westmolenkwartier. Alle noodzakelijke stukken liggen vrijwel gereed om te komen tot een afgewogen oordeel over de noodzaak tot de herontwikkeling van dit deel van de binnenstad. • In 2011 is de reclameheffing ingevoerd. De opbrengsten ervan komen ten goede aan het ondernemersfonds. Op basis hiervan kan het centrummanagement meer activiteiten organiseren. Daarnaast werd een betaalde centrummanager aangesteld door een meerjarige bijdrage van het Fonds Schiedam Vlaardingen. De vergrote professionaliteit van centrummanagement heeft een positief effect op het aantal activiteiten en de communicatie over de binnenstad. Het aantal activiteiten nam flink toe en het aantal geopende zaken op de maandelijkse winkelzondag is ruim verdubbeld naar circa 150. • In 2011 werd de aanzet gegeven tot het upgraden van de website van het centrummanagement. De eerste 96 winkels van de Hoogstraat doen nu mee in de strijd om de gunst van de zich via het web oriënterende consument. Deze straat zal zich (uitgaande van herbezetting van minstens de helft van de nu leegstaande panden) gaan ontwikkelen tot één van de zogenoemde Couleur Locale of ontdekwinkelstraten.
• Van groot belang zijn ook de extra bezoeken en de effecten daarvan door de diverse in 2011 gestarte of verder ontwikkelde evenementen zoals Open Terras, dag van de geSCHIEdenis, het SinterklaasPaleis of de Mantelpakjesavond. Het gaat hierbij niet alleen om extra bezoek zelf, maar ook om het aanwakkeren van de vraagzijde en het positief laden van het merk Schiedam. Dat effect is alleen al nodig om negatief nieuws rondom bijvoorbeeld de leegstandstatus van Schiedam te kunnen compenseren. • In 2011 is gewerkt aan het verbeteren van het evenementenklimaat door het vernieuwen van de (in 2012 vast te stellen) evenementennota en het stimuleren van (bestaande of nieuwe) organisaties. Dat is niet altijd direct even succesvol en gaat gepaard met vallen en opstaan. Winterhart is in 2011 niet geworden wat het had kunnen zijn. Dat neemt niet weg dat er al weer wordt gesproken over een verbeterde formule. De intentie is wel dat er meer te beleven valt in de binnenstad. De gemeente dient hierbij betrokken organisaties goed te faciliteren. Versterking van de bezoekstroom is, gezien de stand van de economie op dit moment eenvoudiger (en zeker zo belangrijk), dan het vestigen van nieuwe winkels. Doelstelling 2: verbeteren van de presentatie en het functioneren van de binnenstad door beperken leegstand en verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte In 2011 is hiervoor het volgende gedaan: • In het kader van het onderdeel Werk aan de Winkel zijn weer circa 25 panden opgeknapt en meer investeringen uitgelokt dan eerder verwacht. De oorspronkelijke reservering van € 1 miljoen is medio 2011 opgehoogd met € 8 ton en in de loop van dat jaar bleek nog eens € 4,4 ton nodig voor investeringen in winkel/woonpanden in de binnenstad. Afgaande op eerdere becijferingen mag worden aangenomen dat de ruim € 2 miljoen subsidie van Werk aan de Winkel ruim € 10 miljoen aan investeringen heeft uitgelokt. Met de laatste extra reservering raakt de reserve Vastgoed Binnenstad (buiten de grote reserveringen) uitgeput. Om die reden is met ingang van 1 november 2011 gestopt met het aangaan van nieuwe verplichtingen. Herstart van de regeling is pas voorzien als daartoe financiële middelen beschikbaar komen. De functionele invulling van winkels in de binnenstad blijft overigens, mede door de crisis, moeizaam. Om die reden is besloten de subsidieregeling, vooruitlopend op nieuwe middelen, te herzien en het accent te verleggen van fysieke investeringen naar functionele invulling.
ProgrammaREKENing
101
Schoenenreus) gekocht. Om de levendigheid in de straat te vergroten is een tijdelijke winkel in het pand gevestigd. • Het cascoherstel van de Monopole is in 2011 voltooid. Het voortschrijdend verval kon worden gestopt en het pand is nu beter in de markt te zetten. Voorafgaand daaraan wordt het in gebruik genomen voor workshops in het kader van de draagvlakvergroting van de Visie Binnenstad. Bij de herbestemming van grote monumentale panden zoals de Korenbeurs en de Mouterij heeft de gemeente een meer faciliterende rol ingenomen. • In 2011 is gewerkt aan een aantal projecten en nota’s, relevant voor het verbeterde functioneren van de binnenstad zoals de Kadernota ‘Kwaliteit van de openbare ruimte voor de binnenstad’, de ‘Woonvisie Binnenstad’, het ‘Programma van eisen herstel Proveniersbrug’, de massastudie voor het Gat van Bolmers en vervolgstappen in de ontwikkeling van het Groenweegje en de UTO-locaties.
• Het Wennekerpand is in 2011 technisch en inhoudelijk opgeleverd als de Schiedamse “cultuurfabriek”. Om maximaal gebruik te kunnen maken van de positieve publiciteit zijn twee openingen georganiseerd. De nieuwe functie gaat nog gepaard met opstartproblemen. • De werkzaamheden aan zes winkel/woonpanden in de Hoogstraat Midden door de nieuwe eigenaar Stichting Restauratie Hoogstraat Schiedam (SRHS) zijn gestart. De SRHS zal de panden restaureren, laten exploiteren en/of bewonen en voor langere tijd beheren. Diverse vastgoedpartijen bleken bereid in ditzelfde gebied te kopen en te investeren in herstel. • De restauratie van de Havenkerk is in opdracht van de daartoe opgerichte Stichting gestart. Achter de schermen wordt doorgewerkt aan het plan hier een hotel te vestigen. Om dat plan mede mogelijk te maken en speculatie te voorkomen heeft de gemeente het pand Hoogstraat 85 (de voormalige 6.3 Doelrealisatie: kengetallen
Tabel effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel binnenstad Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 2006
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011**
Veiligheid op straat
E
Onderzoek imago en dienstverlening
6,1 rapportcijfer
6,2
6,1
Bereikbaarheid Schiedam
E
Onderzoek imago en dienstverlening
7,0 rapportcijfer
7,0
7,3
Winkels
E
Onderzoek imago en dienstverlening
5,4 rapportcijfer
5,8
5,3
Onderhoud openbaar gebied
E
Onderzoek imago en dienstverlening
4,8 rapportcijfer
5,2
5,3
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator ** In 2011 is dit onderzoek niet uitgevoerd. Gehanteerde cijfers zijn van 2010.
7. Grondzaken -erfpacht Informatie over grondzaken is verwerkt in de paragraaf Grondbeleid. Het onderdeel Vastgoed is opgenomen in de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen. 8. Wat heeft het gekost? Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking tov. begroting na wijziging
Lasten
-43.408
-54.225
-50.759
-73.632
-19.406
Baten
38.554
44.291
52.102
65.479
21.188
Resultaat voor bestemming
-4.854
-9.934
1.344
-8.152
1.782
(Bedragen x € 1.000)
Toevoeging aan reserves
-51
-251
-9.476
-483
-232
Onttrekking aan reserves
528
5.381
17.784
4.675
-707
Saldo reservemutaties Resultaat na bestemming
102
477
5.130
8.309
4.192
-938
-4.377
-4.804
9.652
-3.961
843
9. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Stadseconomie Baten Product Grondzaken De baten zijn structureel en overeenkomstig 2010. Het verschil met de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere inkomsten abri’s, mupi’s en reclamezuilen.
75
De toename van de opbrengsten ten opzichte van de begroting 2011 hebben te maken met de toename van het contractenbestand.
54
Incidenteel heeft er een aantal verkopen (conversie) plaatsgevonden en dat verhoogt, ten opzichte van de raming, zowel de baten als de lasten. Tevens zijn er in 2011 voor circa € 259.000 aan percelen verkocht, welke niet in de begroting waren opgenomen.
680
Product Ruimtelijke Ordening Voor de niet- of gedeeltelijk te verhalen omslagbijdrage Stadsregio is in de periode 2008 tot en met heden een voorziening gevormd. De verwachte particuliere ontwikkeling, (waarvoor de voorziening is ingesteld) heeft geleid tot een bijstelling, waardoor een bedrag van € 804,000 kan vrijvallen.
804
LASTEN Product Kunst en cultuur Dit betreft ISV-3 budget voor cultuur / beeldende kunst ten behoeve van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de entrees van Schiedam. Dit zal beschikbaar blijven voor de komende jaren en zal als budgetoverheveling worden aangemerkt.
150
Product Toerisme Dit betreft ISV 3 budget. Aangezien er binnen de afdeling Ruimtelijk Gebruik in 2011 onvoldoende capaciteit aanwezig was en er voor sommige plannen een langere voorbereidingstijd noodzakelijk is wordt voor de uitvoering in 2012 een bedrag van € 140.000 bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
140
De onderbesteding is met name veroorzaakt doordat middelen gereserveerd waren voor activiteiten die uiteindelijk beperkt of geen doorgang hebben gevonden. Zo zijn er in het kader van het themajaar minder aanvragen gedaan voor ondersteuning dan verwacht en is in het kader van het evenement Winterhart alleen de lichtjesavond georganiseerd
81
Dit betreft BDU stadseconomie budget en wordt gebruikt t.b.v. de herinrichting Waag/klokkenluiderswoning. Derhalve wordt voorgesteld de niet bestede bedragen bij de budgteoverheveling 2011-2012 te betrekken.
24
Product Monumentenbescherming Bij raadsbesluit VR 40 / 2008 en adviesnota 08int00163 Beleidsnota Monumenten 2008-2012 is incidenteel budget beschikbaar gesteld. Ook dit jaar is dit uitvoeringsbudget monumenten niet volledig uitgegeven. Redenen zijn: • een langdurige vacature; • extra inzet vanuit de sectie monumenten binnen diverse projecten. In 2012 wordt een inhaalslag gemaakt. Het budget moet daarom beschikbaar blijven voor uitvoering van het uitvoeringsprogramma monumenten. Voorgesteld wordt een bedrag van € 50.000 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken.
63
ProgrammaREKENing
103
Bedrag x € 1.000 LASTEN (vervolg) Product Economische Zaken Op 1 oktober 2010 is officieel begonnen met de uitvoering van het projectplan dat op 29 juni 2010 door het college is vastgesteld. Voorgesteld wordt om € 366.250 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken t.b.v. de verdere uitvoering van reeds gestarte activiteiten, namelijk: • herbestemming waterpompstation tot bedrijfsverzamelgebouw (contract is opgesteld); • verbouwingssubsidie voor ondernemer met ook als doel om leegstand tegen te gaan (de regeling is van kracht; 5 subsidies zijn vastgesteld); • de uitvoering van een op maat gemaakte opleiding voor ondernemers in samenwerking met life college (kandidaten zijn geworven); • vervolg van het zichtbaar maken van zzp ‘ers in oost, hen faciliteren, tevens tegengaan van leegstand. Daarnaast wordt voorgesteld om het restant werkbudget Europa ad € 15.493 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken om de reeds geplande activiteiten in 2012 uit te voeren.
513
In het kader van de BDU Stadseconomie is er voor de vermindering criminaliteit bedrijventerreinen een budget toegekend ad € 62.000. In 2011 zijn er geen kosten gemaakt doordat dit project enige vertraging heeft opgelopen. Voorgesteld wordt een budget van € 60.782 te betrekken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
60
Dit betreft ISV-3 budget. Voorgesteld wordt de niet bestede bedragen voor 2011 als budgetoverheveling voor 2012 aan te merken. Een deel van dit bedrag is bestemd om de asbest te saneren van het waterpompstation Rotterdamsedijk. Dit pand wordt in het kader van het project Wijkeconomie Oost herbestemd tot bedrijfsverzamelgebouw.
164
Product Grondzaken De bouwgrondexploitaties worden in het boekjaar afgesloten met een nadelig resultaat van € 1,1 miljoen. Dit resultaat wordt met name veroorzaakt door een extra dotatie aan de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitaties van € 1 miljoen. Daarnaast was er in het boekjaar sprake van een extra negatief resultaat van € 0,2 miljoen op de afgesloten grondexploitaties. Tot slot was er sprake van een lagere onttrekking reserve vastgoed binnenstad zijnde een voordeel ad € 0,1 miljoen.
-1.130
Product Geo informatie Van het voordelige saldo € 53.281 wordt € 31.000 betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. ten behoeve van nog uit te voeren werkzaamheden voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Overige verschillen programma Stadseconomie: Totaal saldo programma Stadseconomie:
104
16 88 1.782
10. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2011 Lasten
Baten
4001 Straatmarkten
-173
101
4002 Cultuurbeoefening
-361
0
Rekening 2010 Saldo
Lasten
Baten
-72
-99
41
-361
-302
0
Rekening 2011 Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-59
-168
98
-70
-302
-346
0
-346
4003 Kunst en cultuur
-1.754
0
-1.754
-1.450
0
-1.450
-1.601
0
-1.601
4004 Musea
-3.127
20
-3.107
-3.147
21
-3.126
-3.145
14
-3.131
4005 Toerisme
-967
0
-967
-837
42
-795
-722
0
-722
4006 Monumentenbescherming
-421
5
-416
-737
8
-730
-352
0
-352
4007 Monumenten
-537
21
-516
-545
124
-421
-526
21
-505
-61
60
-1
-34
67
33
-29
63
34
-1.566
230
-1.336
-904
356
-547
-880
216
-665
-43.281
43.758
478
-41.160
51.357
10.197
-63.970
64.162
192
-401
0
-401
-364
0
-364
-405
834
429
4008 Recreatie 4009 Economische zaken 4010 Grondzaken 4011 Ruimtelijke ordening 4012 Evenementen 4013 Geo informatie Resultaat voor bestemming 4999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-252
0
-252
-223
0
-223
-215
12
-203
-1.325
96
-1.229
-957
86
-871
-1.272
59
-1.213
-54.225
44.291
-9.934
-50.759
52.102
1.344
-73.632
65.479
-8.152
-251
5.381
5.130
-9.476
17.784
8.309
-483
4.675
4.192
-54.476
49.673
-4.804
-60.234
69.886
9.652
-74.114
70.154
-3.961
ProgrammaREKENing
105
Veiligheid 1. Doelstelling De doelstelling van het programma Openbare orde en Veiligheid is om in een continu proces Schiedam merkbaar veiliger te maken voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Het vergroten van de subjectieve en objectieve veiligheid in Schiedam moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van bewoners en bezoekers van de stad. De gemeente Schiedam wil ongewenst en crimineel gedrag terug dringen, zowel gebieds- als persoonsgericht, en wil een veilige omgeving bieden. Daarbij wordt bij voorkeur preventief,
maar ook repressief beleid gevoerd. Om dit te bereiken zijn prioriteiten benoemd binnen drie categorieën: stedelijke, wijkgerichte en fysieke veiligheid. Binnen de stedelijke categorie worden problemen stadsbreed aangepakt. Ook worden wijkgerichte projecten en maatregelen uitgevoerd, omdat per wijk grote verschillen in veiligheid bestaan waarop maatwerk dient te worden geleverd. Tot slot wordt bij fysieke veiligheid de brandveiligheid en ambulancezorg gewaarborgd en wil de gemeente goed voorbereid zijn en blijven op risico’s en rampen.
Programma Veiligheid
Speerpunten
Algemene doelstelling
In een continu proces moet Schiedam merkbaar veiliger worden voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Integrale veiligheid moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van de bewoners. Schiedam wil op gebieds- én persoonsgerichte wijze, zowel preventief als repressief, overlastgevend en crimineel gedrag terugdringen. De gemeente wil bovendien een veilige omgeving bieden.
106
• Betrokkenheid bewoners; • Jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme; • Handhaving & toezicht openbare ruimte; • (Woning)inbraken; • Woonoverlast; • Persoonsgerichte aanpak; • Crisisbeheersing / rampenbestrijding. Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Stedelijke Sociale Veiligheid
1. Betrokkenheid bewoners bevorderen (CWP); 2. Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme; 3. Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) verbeteren (CWP); 4. Terugdringen woninginbraken (CWP); 5. Woonoverlast verminderen (CWP); 6. Persoonsgerichte aanpak bevorderen.
Wijkgerichte Sociale Veiligheid
1. De wijken Oost en Nieuwland verbeteren een categorie in de veiligheidsindex. 2. De wijken Centrum, Groenoord, Woudhoek, Kethel, Spaland / Sveaparken, West en Zuid stabiliseren, dan wel verbeteren binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex.
Programma Veiligheid (vervolg) Algemene doelstelling In een continu proces moet Schiedam merkbaar veiliger worden voor iedereen die daar deel van uitmaakt. Integrale veiligheid moet bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de stad en het welbevinden van de bewoners. Schiedam wil op gebieds- én persoonsgerichte wijze, zowel preventief als repressief, overlastgevend en crimineel gedrag terugdringen. De gemeente wil bovendien een veilige omgeving bieden.
Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Fysieke veiligheid en de Veiligheidsregio Rotterdam
1. Brandweerzorg (Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond): voldoende paraatheid, het uitrukken en inzetten conform geldende richtlijnen en regelgeving; 2. Ambulancezorg (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen, GHOR): voldoende paraatheid, uitrukken en verlenen van hulp conform geldende richtlijnen en regelgeving; 3. Hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen.
2. Context en achtergrond Het Beleidsplan Veiligheid 2008-2011 is op 10 juli 2008 door de gemeenteraad vastgesteld en geeft over de periode 20082011 richting aan het veiligheidsbeleid. De speerpunten van het veiligheidsbeleid zijn: betrokkenheid bewoners, jeugdoverlast, handhaving & toezicht openbare ruimte, (woning) inbraken, woonoverlast, persoonsgerichte aanpak, crisisbeheersing / rampenbestrijding. In het nieuwe Beleidsplan Integrale Veiligheid 2012-2015 zijn nieuwe doelen en prestaties geformuleerd. Op 15 december 2011 is het Beleidsplan Integrale Veiligheid 2012-2015 door de gemeenteraad vastgesteld (CWP). In 2011 is op het programma veiligheid € 1.017.000 aan bezuinigingen gerealiseerd. Dit bedroeg 9,3% van de begroting van het programma veiligheid 20111 en ongeveer 11,69% van de totale gemeentebezuinigingen in 2011. De begroting van de afdeling veiligheid bedroeg 3,32% van de totale begroting van de gemeente (€ 10.954.636 ten opzichte van € 330.000.000). De bezuinigingen ad. 1.017.000 bestonden uit de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (€ 265.000), stop zetten beveiliging station (€ 531.000), omzetten van Bureau Halt als Gemeenschappelijke Regeling / Stichting (€ 30.000), Pak je kans (€ 70.000), Schooladoptieplan (€ 10.000), interventieteam (€ 20.000), en het opvangen extra horeca-taken door het team Toezicht en Handhaving / LBB (€ 91.000). Het veiligheidsbeleid 2008-2011 omvat zeven speerpunten: • Betrokkenheid van de bewoners – Bij alle veiligheidsthe1
ma’s is het van groot belang bewoners te betrekken. Dit gebeurt door speciale aandacht voor participatie, informatie en communicatie. Niet alleen omdat hierdoor de criminaliteit verder kan worden teruggedrongen, maar juist omdat dit van grote invloed is op de beleving van veiligheid. Tevens ontstaan door deze betrokkenheid meer ogen en oren op straat. • (Jeugd)overlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme – Dit is een hardnekkig probleem in Schiedam. Het gaat momenteel om 4 hinderlijke jeugdgroepen (vastgesteld volgens de Beke-methodiek, 2011) die zich dusdanig gedragen of zich in grote groepen ophouden dat dit overlast veroorzaakt voor omwonenden. • Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) – De belangrijkste stedelijke veiligheidsproblemen en het hoge percentage onveiligheidsgevoelens worden aangepakt door onder andere de kwaliteit en het onderhoud van de openbare ruimte te verbeteren. Daarbij vindt intensief toezicht en strikte handhaving plaats. • (Woning)inbraken – Vermindering van het aantal woninginbraken wordt nagestreefd door het uitvoeren en stimuleren van preventieve maatregelen. • Woonoverlast – Dit komt (nog) niet in de hele stad voor, maar is een serieuze grootstedelijke problematiek. De overlast vraagt een stedelijk antwoord ten aanzien van beleidsontwikkeling en -handhaving. Het gaat bijvoorbeeld om overbewoning en hennepteelt, die momenteel voornamelijk in de wijken Oost, Nieuwland en Centrum voorkomen.
€ 1.017.000 / € 10.954.636 x 100% = 9,3% (Bezuiniging 2011 / begroting 2011 x 100%)
ProgrammaREKENing
107
• Persoonsgerichte aanpak – Naast de gebiedsgerichte thema’s kent Schiedam een persoonsgerichte aanpak. Deze richt zich onder andere op de slachtoffers en daders van huiselijk geweld en op de nazorg aan ex-gedetineerden en veelplegers. • Crisis- en rampenbestrijdingsorganisatie – De gemeente wil voorbereid zijn én blijven op incidenten, calamiteiten, rampen en crises. Veiligheid is een zaak van de samenleving en daarmee van vele organisaties. De gemeente heeft een belangrijke rol in het veiligheidsbeleid en maakt deel uit van een complex net-
werk. Een uitgangspunt van de gemeente bij de beleidsuitvoering is dat zij haar regierol op de uitvoering van het integrale veiligheidsbeleid en de communicatie op zich neemt. Dit kan alleen succesvol zijn als intensief wordt samengewerkt met de partners. Om aan deze regiefunctie uitvoering te kunnen geven, is het sturingsmodel Actieprogramma Veiligheid geïmplementeerd. Dit houdt in dat er met de in- en externe partners prestatieafspraken worden gemaakt (SMART geformuleerd) over hun medewerking aan de uitvoering van het actieprogramma Veiligheid en over de aansturing door de (gemeentelijke) programmamanager Veilig.
3. Beleidsonderdeel Stedelijke sociale veiligheid 3.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Stedelijke sociale veiligheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
1. Betrokkenheid bewoners bevorderen.
Stedelijke sociale veiligheid 2. Terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme.
108
Activiteiten 1.1 Wijkgericht werken; 1.2 In alle projecten aandacht voor het laten meedoen van bewoners; 1.3 Buurtpreventie; 1.4 Buurtvaders; 1.5 Buurtbemiddeling; 1.6 Burgernet / mijn buurtpreventie / Sms-alert; 1.7 Veilig ondernemen; 1.8 Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan; 1.9 OK-punten; 1.10 DNA-kits; 1.11 De Buurt Bestuurt. 2.1 Aanpak problematische jeugdgroepen; 2.2 De Veilige School; 2.3 Bureau Halt; 2.4 Justitieel casusoverleg; 2.5 Samenwerking Rijk en twintig gemeenten gericht op de aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren.
Doelstellingen en activiteiten Stedelijke sociale veiligheid (vervolg) Beleidsonderdeel
Doelstellingen
3. Handhaving en toezicht (in de openbare ruimte) verbeteren.
Stedelijke sociale veiligheid
Activiteiten 3.1 Professionalisering en uitbreiding handhaving en toezicht door de Lichtblauwe Brigade; 3.2 Veilige locaties openbaar vervoer; 3.3 Cameratoezicht; 3.4 Buurtpreventie; 3.5 Actieprogramma jaarwisseling; 3.6 Adequate afhandeling van aanvragen voor vergunningen en ontheffingen; 3.7 Herijking coffeeshopbeleid; 3.8 Controleren horeca-inrichtingen, coffeeshops en seksinrichtingen en handhaven conform Handhavingsarrangement; 3.9 Veilig ondernemen; 3.10 De Buurt Bestuurt; 3.11 Watch Out; 3.12 Weesfietsen; 3.13 Aanpak fietsendiefstal.
4. Terugdringen woninginbraken.
4.1 Keurmerk veilig wonen; 4.2 Keurmerk veilige woonomgeving. 4.3 DNA-kits
5. Woonoverlast verminderen.
5.1 Interventieteam / Aanpak overlastgevende panden; 5.2 Buurtbemiddeling; 5.3 Aanpak illegale hennepteelt.
6. Persoonsgerichte aanpak bevorderen.
6.1 Aanpak huiselijk geweld en terugdringen van recidive van huiselijk geweld; 6.2 Aanpak van risicojongeren, nazorg ex-gedetineerden jongeren en nazorg jeugdige veelplegers; 6.3 Aanpak veelplegers en nazorg exgedetineerden.
ProgrammaREKENing
109
3.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: betrokkenheid bewoners bevorderen (CWP) • Wijkgericht werken – Per wijk zijn (basis)wijkveiligheidsactieprogramma’s opgesteld. Door de uitvoering van de diverse activiteiten / producten uit het programma veiligheid worden deze (basis)wijkveiligheidsactieprogramma’s verder gevuld. Zie voor de concrete uitwerking het Beleidsonderdeel Wijkgerichte sociale veiligheid. • In alle projecten aandacht voor het laten meedoen van bewoners – Bij alle projecten is aandacht besteed aan het laten meedoen van bewoners. Daarnaast is de betrokkenheid van bewoners bevorderd door het gericht informeren van en communiceren met bewoners. • Informeren en communiceren – In 2011 is de informatie over het onderdeel veiligheid voortdurend geactualiseerd op de gemeentelijke website www.schiedam.nl. In 2011 zijn de horecaondernemers driemaal geïnformeerd over veiligheid via HorecaNieuws Schiedam. In deze horecanieuwsbrief kwamen onder andere de volgende onderwerpen aan de orde: • cameratoezicht; • reclamebelasting; • regels rond de Brandersfeesten en de collectieve festiviteiten 2011; • regels in de decembermaand (brandveiligheid, voorkomen van vuurwerkoverlast); • een punt van veiligheid is OK!; • wanneer wie bellen bij een incident; • nieuwe regels ontheffing sluitingstijd horecabedrijven; • beleidsregels “Terrassenbeleid Schiedam”; • uitspraak rechtbank: het schenken van alcoholhoudende drank in sportkantines; • langer open tijdens de jaarwisseling. Wekelijks zijn de aangevraagde en de verleende vergunningen in Het Nieuwe Stadsblad geplaatst. Horecaondernemers zijn in de rapportageperiode over aankomende evenementen geïnformeerd via onder andere informatiebijeenkomsten. Daarnaast zijn er regelmatig persberichten uitgegeven over veiligheidszaken. • Buurtpreventie (CWP) – In 2011 zijn 5 buurtpreventieteams in Schiedam actief geweest. Deze teams liepen in de wijken Nieuwland, Groenoord, op en rond het Sibeliusplein, Tuindorp en het Bachplein en werden geleid door buurtbewoners zelf. Ook in 2011 zijn pogingen gedaan buurtpreventie verder uit te breiden. Het blijft echter lastig om vrijwilligers te vinden om op deze wijze tijd te steken in het verbeteren van de eigen wijk of buurt. In Schiedam-Oost is
110
een Buurtpreventieteam van start gegaan, dat bestaat uit 12 deelnemers. Ook in andere wijken blijven wij streven naar de oprichting van nieuwe Buurtpreventieteams en uitbreiding van de bestaande teams. In 2011 werden alle teams met materialen en kleding ondersteund. In het voorjaar is een cursus georganiseerd, waarin de deelnemers leerden omgaan met agressie en geweld. • Buurtvaders (CWP) – Door intensief overleg en inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB en het moskeebestuur is de jeugdoverlast sterk teruggelopen. Om die reden is het project nog niet gestart. Wel worden de contacten met het moskeebestuur bijgehouden om bij toenemende overlast sneller in te kunnen grijpen. • Buurtbemiddeling – Er zijn 62 aanmeldingen bij Buurtbemiddeling binnengekomen, 14 via de bewoner zelf, 9 via de politie, 36 via Woonplus en 3 anders. Er zijn 25 zaken opgelost, 3 zaken zijn terugverwezen, 28 zaken zijn niet opgelost en 6 zaken zijn nog in bemiddeling. Verdeling van de aanmeldingen over de wijken is als volgt: Centrum (4), Groenoord (17), Nieuwland (20), Oost (6), Spaland/Sveaparken (4), West (4), Woudhoek (5) en Zuid (2). Er zijn 22 vrijwilligers actief. • Burgernet / Mijn Buurtpreventie (CWP) / Sms-alert: Burgernet is een waarschuwingssysteem voor burgers en ondernemers van de stad. Zij worden gevraagd te fungeren als ogen en oren van de politie in geval van calamiteiten, incidenten of misdrijven. Daarnaast kan Burgernet ook door de gemeente gebruikt worden om de betrokkenheid van burgers te vergroten. Gezien deze overlap met Mijn Buurtpreventie is er voor gekozen om op de ontwikkeling van Burgernet aan te sluiten. Het project is als pilot gestart in Vlaardingen en Spijkenisse. Daar zijn goede resultaten geboekt en ook landelijk zijn goede resultaten zichtbaar. Na de pilotfase wordt het project nu in de hele regio uitgerold. Burgers die zich hadden aangemeld voor Sms-alert worden opgenomen in het databestand voor Burgernet. Burgernet zal naar verwachting in 2012 in de gemeente Schiedam worden geïmplementeerd. • Veilig Ondernemen – Het keurmerk Veilig Ondernemen ‘Nieuwe Passage’ is onderhouden en uitgevoerd. Het keurmerk Veilig Ondernemen ‘Hof van Spaland’ is onderhouden en uitgevoerd. Begin april 2011 is gestart met het keurmerk Veilig ondernemen Mgr. Nolenslaan. De intentieverklaring tot samenwerking is op 9 mei 2011 ondertekend. In 2011 hebben 6 bijeenkomsten plaatsgevonden en is er een veiligheidsanalyse opgesteld. De maatregelenmatrix is in het laatste kwartaal van 2011 af-
gerond. De doelstelling is om in het eerste kwartaal van 2012 de eerste ster te behalen. Inmiddels is al gestart met de invoering van de overlastdonatie en is op één winkel na de gehele winkelstraat voorzien van DNA-spray (tegen overvallen). • Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan – Vanuit het project Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan zijn verschillende actie’s uitgevoerd om de veiligheid van uitgaanspubliek en horecamedewerkers te verbeteren. Medio 2011 zijn er gesprekken gevoerd met de horecaondernemers (gevestigd op het Broersvest, gelegen in het horecaconcentratiegebied) betreffende de toenemende openbare orde problemen op de Broersvest / Koemarkt. Bij de gesprekken waren aanwezig: een vertegenwoordiger van Koninklijke Horeca Nederland, de betreffende horecaondernemers, horecaportiers, politie en de gemeente. In het overleg zijn afspraken gemaakt over gedragsregels met als doel de openbare orde problemen in het voornoemde gebied terug te dringen. Na een halfjaar worden de gedragsregels geëvalueerd. Op de Koemarkt is nog steeds cameratoezicht. Er zijn zes horeca-overleggen geweest met een vertegenwoordiging van Koninklijke Horeca Nederland en de Schiedamse afdeling horeca Schiedam. Voor het uitgaansgebied Schiedamseweg / Kerklaan zijn geen nieuwe actiepunten geformuleerd omdat de horecaondernemers geen overlast meer ervaren van rondhangende jeugd. De in 2010 getroffen maatregelen zijn afdoende gebleken. • OK-punten (CWP) – Schiedam heeft 22 OK-punten. Dat zijn veilige plekken waar men terecht kan als men slachtoffer of getuige is geweest van geweld op straat, of als men zich anderszins onveilig of bedreigd voelt. Een OK-punt biedt goede opvang. Slachtoffers kunnen er tot rust komen en kunnen hun verhaal kwijt. De vrijwilligers van de locaties hebben hierin een cursus gevolgd. De incidenten variëren in ernst: van verwarde personen die even de weg kwijt waren, achtervolging, tot poging aanranding en een steekpartij. In alle gevallen kwamen de mensen voor hulp binnen omdat het een OK-punt is. De geëvalueerde OKpunten hebben aangegeven dat ze in 2011 dertien keer de alarmcentrale hebben gebeld voor een incident en vier keer zelf hulp hebben geboden. • DNA-kits – Er zijn veertig DNA-kits uitgereikt. De DNAkits worden tegelijkertijd met de lampenactie onder de aandacht gebracht in de wijkoverleggen. • De Buurt Bestuurt (CWP) – Vanaf 2009 is het project De Buurt Bestuurt in uitvoering. Bewoners bepalen per wijk voor 180 uur, binnen de bevoegdheden van het team Toe-
zicht en Handhaving / LBB, waar de toezichthouders inzet op plegen. Bij de diverse wijkoverleggen is deze systematiek toegelicht aan de bewoners en is de inzet bepaald. In de wijkoverleggen is vaak ingezet op de aanpak van hondenpoep, parkeergedrag, verkeersgedrag bij scholen, vervuiling en jeugdoverlast. In 2011 is het project De Buurt Bestuurt uitgevoerd in de wijken Groenoord, Nieuwland, Oost, West, Zuid en Woudhoek. Doelstelling 2: terugdringen en beheersen van jeugdoverlast, jeugdcriminaliteit en vandalisme • Problematische Jeugdgroepen – In 2011 is voor de geprioriteerde groepen Blauwe Brug, Plantage en Krona een actieprogramma uitgevoerd. Ook is het meerjaren zomerprogramma Gorzen uitgevoerd. Na onderzoek van de politie is gebleken dat er geen problematische jeugdgroep in Schiedam-Oost actief is. In het kader van de groepsaanpak heeft de gemeente Schiedam in samenwerking met het ministerie van Veiligheid en Justitie een landelijke pilot uitgevoerd om de Beke-methodiek voor de aanpak van problematische jeugdgroepen verder te verbeteren. In december 2011 heeft in dit kader een conferentie plaatsgevonden in aanwezigheid van de minister van Veiligheid en Justitie, de heer Opstelten. • Veilige School – Fysieke schouwen hebben plaatsgevonden op het Lentiz college, het Stedelijk Gymnasium en het Schravenlant. De adviezen hierover zijn in rapportvorm aangeleverd. Helaas gaan twee van de drie scholen binnenkort verhuizen, zodat het advies van minder belang lijkt. Overigens is wel aangeboden om eveneens een (gratis) schouw op de nieuwe locaties te doen. Hier is (nog) niet op gereageerd. Tevens wordt onderzocht of en hoe alcoholpreventie op scholen en de loverboysproblematiek in de plannen van aanpak kan worden meegenomen. In het kader van de Veilige School heeft een aantal activiteiten plaatsgevonden. Zo is in mei 2011 onder de titel “Lekker Fris” een ‘anti-alcoholavond’ voor middelbare scholieren en hun ouders georganiseerd. Eerder was al een lezing door dokter Van der Lely op Spieringshoek georganiseerd. • Voorlichting door Bureau Halt – In 2011 zijn 80 lessen gegeven op 26 scholen voor het Basisonderwijs. Dit zijn verschillende modules uit het lespakket “je kan het zelf bedenken”. Er heeft een ouderbijeenkomst over Digipesten plaatsgevonden op een Bassischool. Op 2 scholen voor Voortgezet Onderwijs is in 21 groepen voorlichting gegeven over de gevolgen van vandalisme en vuurwerk (4 klas-
ProgrammaREKENing
111
sen gevolgen van vandalisme en 17 klassen vuurwerk). Op 3 scholen voor voortgezet Speciaal onderwijs zijn 23 lessen gegeven (5 klassen over ‘gevolgen van vandalisme’ en 13 klassen over ‘vuurwerk’). Alle afgesproken lessen zijn gerealiseerd. • Haltzaken – In 2011 zijn 123 verwijzingen door het bureau Halt ontvangen. 85 verwijzingen kwamen van de politie, 37 van leerplicht en 1 van een buitengewoon opsporingsambtenaar van het team Toezicht en Handhaving / LBB. In het Regionaal College is aandacht gevraagd voor het teruglopende aantal verwijzingen in de regio RotterdamRijnmond door de politie naar Halt. • Justitieel Casusoverleg Jeugd (JCO) – Er is vanaf juli 2011 een centraal ketenkantoor van Justitie, van waaruit alle JCO’s doorlopend plaats vinden in de jeugdkamer. • Casusoverleg risico jongeren 12-18 jaar (ROJ) – Naast het JCO is vanaf augustus 2011 het casusoverleg risico jongeren 12-18 jaar gestart binnen het Veiligheidshuis Waterweg Noord. Dit casusoverleg vindt tweewekelijks plaats. Het Veiligheidshuis Waterweg Noord is een pilotgebied in de regio Rotterdam-Rijnmond. Het ROJ is een overleg waarbij complexe casuïstiek gezinsbreed wordt bezien en waarbij een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld. Het is daarom van belang relevante informatie, ook justitiële info, over het hele gezin, met elkaar te delen. Casuïstiek voor het ROJ wordt vanuit de betrokken ketenpartners (deelnemers) ingebracht. • Samenwerking Rijk en twintig gemeenten gericht op de aanpak van Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren – De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten en het Rijk is in oktober 2009 ondertekend. De gemeente Schiedam ontvangt hiermee € 80.000 per jaar in 2010, 2011
112
en 2012, te besteden aan straatcoaches of gezinsmanagers. Samen met Maassluis zet Schiedam straatcoaches in. Sinds juli 2010 zijn de straatcoaches operationeel. Na evaluatie met de politie, het jongerenwerk en het team Toezicht en Handhaving / LBB is gebleken dat de straatcoaches in de laatste maanden van 2011 geen meerwaarde hadden. De straatcoaches brachten geen informatie meer over jongeren die nog niet bekend was bij de gemeente. Daarop heeft het college besloten per 01 januari 2012 gezinsmanagers in te zetten in plaats van straatcoaches. De GOSA-regisseur bepaalt voor welke gezinnen deze hulpverlening ingezet wordt. Doelstelling 3: verbeteren handhaving en toezicht (in openbare ruimte) • Team Toezicht en Handhaving / Lichtblauwe Brigade – Toezicht en handhaving wordt verder geprofessionaliseerd. Van de 23 toezichthouders zijn er 22 gecertificeerd buitengewoon opsporingsambtenaar. In 2011 hebben de medewerkers opleidingen gevolgd op het gebied van geweldsbeheersing, gesprekstechnieken en de-escalatie. Daarnaast zijn er vanuit het Rijk opleidingen verplicht gesteld op het gebied van algemene ontwikkeling handhaving en beroepsvaardigheden. Eind 2011 zijn er zeven vacatures bij het team Toezicht en Handhaving / LBB. In afwachting van besluitvorming zijn deze vacatures nog niet opengesteld. Daarnaast werden zes personen ingehuurd van de Berckenrodegroep Schiedam (BGS). Er waren zeven stagiairs van een mbo-opleiding werkzaam bij het team Toezicht en Handhaving / LBB. Ook waren zeventien toezichthouders binnen het project WatchOut werkzaam in de wijk Nieuwland.
Lichtblauwe Brigade in cijfers LBB Schoon en heel
Aantal meldingen aan Irado: 3780, waarvan: Aantal meldingen afval: 3113 Openbare verlichting: 10 Meldingen defect straatmeubilair: 634 Aantal meldingen overlast: 153
LBB Bestuurlijke handhaving
Huisvuil: 195 processen-verbaal Fietswrakken: 1008 Verwijderde fietswrakken: 713 Aantal gestickerde aanhangers: 175 Aantal verwijderde aanhangers: 11
LBB Strafrechtelijke handhaving
Overlast honden: 173 processen-verbaal Overlast alcohol: 51 processen-verbaal Overlast wildplassen: 16 processen-verbaal Winkeltijdenwet: 1 proces-verbaal
LBB Verkeershandhaving**
Naheffingen: 12.237 Processen-verbaal: 5542
LBB Inzet bij evenementen
Evenementen: 2194 uur, waarvan: Koninginnedag: 204 uur Brandersfeesten: 510 uur Braderieën: 48 uur Kermis: 238 uur Popconcerten: 34 uur Overige: 1160 uur
LBB Inzet bij calamiteiten
Branden: 365 uur Verkeersregelingen: 342 uur Beveiliging stadhuis: 36 uur Wateroverlast: 36 uur
LBB Horecacontroles
Controles: 95 Processen-verbaal: 0
Inkomsten naheffingen en processen-verbaal
Naheffingen: € 658.350 Processen-verbaal: € 125.250
** Zowel het aantal fiscale naheffingen als het aantal uitgeschreven processen-verbaal is hoger dan voorgaande jaren door de uitbreiding van het gebied voor betaald parkeren in Oost. Dit levert voor de gemeente Schiedam ongeveer € 215.000 aan extra inkomsten op. Ook bestond vanuit de wijk en de politiek de vraag om strikte handhaving in Oost in verband met de MOE-lander-problematiek aldaar. Dit heeft wel gevolgen gehad voor de uren wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB.
• Veilige locaties openbaar vervoer – De projectgroep openbaar vervoer (bestaande uit de NS, RET, politie en gemeente) is in 2011 4 maal bijeengekomen. • Metrostation Parkweg – Dit metrostation kent nog wel een uitschieter op het gebied van kattenkwaad / overlast. Er waren 60 meldingen / incidenten in 2011. Hiermee behoort dit metrostation tot de top 5 van de meest overlastgevende stations binnen de regio. Dagelijks houdt 1 medewerker van de RET toezicht, maar men durft regelmatig niet in te grijpen. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben ondersteund met extra inzet en zullen dat blijven doen. Bij de achterzijde van het station zijn rondom de reling van de brug pinnen aangebracht welke het moei-
lijker maken om te blijven hangen bij de uitgang. • Station Schiedam centrum – In de rapportageperiode 2011 is het rustig. Er vinden weinig incidenten plaats, namelijk 15 meldingen / incidenten. Het team Toezicht en Handhaving / LBB zet wel meer in op hangende personen in de stationhal. Sinds juni 2011 wordt de fietsenstalling door medewerkers van het team Toezicht en Handhaving / LBB bewaakt tussen maandag - vrijdag 07:00 uur - 21:00 uur en op zaterdag van 10:00-18:00 uur. De bewaker neemt ook dagelijks meerdere keren het voorplein en de achterzijde mee en draagt bijvoorbeeld zorg voor de foutgeparkeerde fietsen. Het station wordt dagelijks na de laatste vervoersbeweging gecontroleerd en handmatig afgesloten.
ProgrammaREKENing
113
• Metrostation Vijfsluizen – Op het station Vijfsluizen hebben in 2011 “slechts” 9 meldingen / incidenten plaatsgevonden. Het team Toezicht en Handhaving / LBB houdt 4 x per week extra toezicht op metrostation Vijfsluizen, waarbij is afgesproken dat de RET deze uren extra inzet op de stations Troelstralaan en Parkweg. • Troelstralaan – Ook dit jaar zijn de overlast en het aantal incidenten op het station Troelstralaan verminderd. Inzet blijft gelijk ten opzichte van eerdere periodes. • Trams en bussen – De overlast in de trams en bussen is vrijwijl nihil te noemen, waarbij wel gemeld moet worden dat lijn 23 gedurende een periode niet tot aan het eindpunt heeft gereden in verband met werkzaamheden aan de rails. • Hoekse Lijn – Begin 2011 is in het regionale Hoekselijnoverleg afgesproken dat het politietoezicht op Hoekselijn afgebouwd zou worden, met de afspraak dat dit weer opgepakt zou worden als de noodzaak daartoe zou ontstaan. De afgelopen tijd zijn er op de Hoekselijn een drietal conducteurs mishandeld. De NS en de politie maken daarom hernieuwde afspraken over het toezicht. Vooralsnog zijn er vanaf het derde kwartaal tijdelijk per trein 2 extra conducteurs ingezet. • OV-verboden – Er zijn nog geen OV-verboden uitgeschreven met betrekking tot Schiedamse incidenten of aan Schiedammers. Het OV-verbod vervalt per 1 januari 2012 in het Schiedamse deel van het traject. • Cameratoezicht (CWP) – Cameratoezicht Koemarkt: uit cijfers van de politie is gebleken dat de objectieve veiligheid sinds de invoering van cameratoezicht is verbeterd. Zo is het aantal geweldsincidenten en vernielingen afgenomen. Naast de verbetering van de objectieve veiligheid is ook de subjectieve veiligheid sinds de invoering van het project verbeterd. Omwonenden en ondernemers hebben aangegeven dat zij zich veiliger voelen in het gebied. Politiemensen kunnen gerichter op incidenten worden ingezet en hun veiligheid bij die inzet kan meer worden gegarandeerd. Bij evenementen is cameratoezicht een waardevol instrument gebleken om escalerende situaties op voorhand te de-escaleren. Daarmee heeft cameratoezicht mede bijgedragen aan het welslagen van deze evenementen. Cameratoezicht Kethel / Beatrixpark: de burgemeester heeft de gemeenteraad van Schiedam aangegeven voornemens te zijn te besluiten om (vast)cameratoezicht toe te gaan passen op het bedrijventerrein Kethel en het Beatrixpark en de raad is hierover geconsulteerd. Het voornemen is tevens voorgelegd aan de lokale driehoek, die akkoord is gegaan. In oktober 2011 is aan de adviescommissie came-
114
ratoezicht de aanvraag voorgelegd. Deze is nog in behandeling. • Buurtpreventie (CWP) – In 2011 zijn 5 buurtpreventieteams in Schiedam actief geweest. Deze teams liepen in de wijken Nieuwland, Groenoord, op en rond het Sibeliusplein, Tuindorp en het Bachplein en werden geleid door buurtbewoners zelf. Ook in 2011 zijn pogingen gedaan buurtpreventie verder uit te breiden. In Schiedam-Oost is een buurtpreventieteam van start gegaan, dat bestaat uit 12 deelnemers. Ook in andere wijken blijven wij streven naar de oprichting van nieuwe buurtpreventieteams en uitbreiding van de bestaande teams. In 2011 werden alle teams met materialen en kleding ondersteund. In het voorjaar is een cursus georganiseerd, waarin de deelnemers leerden omgaan met agressie en geweld. • Doodschouw – In 2011 heeft 47 maal een doodschouw plaatsgevonden bij een vermoeden van onnatuurlijke dood. • Integraal actieprogramma jaarwisseling: Oud en Nieuw 2011-2012 – De maanden voorafgaande aan de jaarwisseling is nauw samengewerkt tussen gemeente, politie, brandweer, het openbaar ministerie, Irado, jongerenwerk, NS, Woonplus waarbij een gezamenlijk actieprogramma is opgesteld. De jaarwisseling 2011-2012 is overwegend op een positieve manier gevierd. Wel hebben zich incidenten voorgedaan, die tot extra ingrijpen hebben geleid. Op de Malmö (Sveaparken) moest ingegrepen worden door de politie omdat een jeugdgroep brandjes stichtte en zeer zwaar vuurwerk afstak. Ook op de Parkweg moest de politie optreden nadat jeugd vuurwerk gooide naar de brandweer die een vreugdevuurtje wilde blussen. Ondanks dat er minder vernielingen zijn gepleegd (€ 77.000 gedurende de jaarwisseling 2011-2012 ten opzichte van € 92.500 gedurende de jaarwisseling 2010-2011) is de schade nog steeds hoog. Op de twee vergunde locaties aan de Westfrankelandsedijk en de Maasdijk, verliep de gehele jaarwisselingsperiode zeer ordentelijk en sfeervol. Er heeft tussen 27 december 2011 en 1 januari 2012 geen enkel incident plaatsgevonden op beide locaties. De jaarwisseling is geëvalueerd met de diverse partners, de vergunninghouders en in diverse wijkoverleggen besproken. De brandweer kreeg in Schiedam op oudejaarsdag vanaf 15:00 uur en in de nieuwjaarsnacht tot 04:00 uur zo’n 74 meldingen van kleine en grotere branden (jaarwisseling 2010-2011: 105). Vaak ging het om containerbranden. Er werden 11 bovengrondse en 28 ondergrondse containerbranden gemeld (jaarwisseling 2010-2011: respectievelijk
28 en 42). Ook heeft één gebouwbrand (niet jaarwisseling gerelateerd) en één autobrand plaatsgevonden en moesten 12 illegale vreugdevuren geblust worden (jaarwisseling 2010-2011: 14). Er zijn 2 aanhoudingen geweest in Schiedam. 1 ervan betrof huiselijk geweld en was niet “jaarwisseling gerelateerd”. De andere aanhouding vond plaats op de Malmö in de middag van 31 december 2011. Deze was wel “jaarwisseling gerelateerd” (jaarwisseling 2009-2010: 5 aanhoudingen en 2010-2011: 1 aanhouding ter zake baldadigheid). Er zijn 5 jongeren doorverwezen naar bureau Halt (jaarwisseling 2010-2011: 24). Het Vlietland Ziekenhuis heeft gemeld dat rondom de jaarwisseling in totaal 13 mensen zijn behandeld op de Eerste Hulp. Op 31 december 2011 zijn acht patiënten behandeld aan vuurwerkgerelateerd letsel en op 1 januari 2012 vijf mensen. Het is niet bekend of alle patiënten ook daadwerkelijk letsel op hebben gelopen in Schiedam omdat het een regioziekenhuis betreft. • Afgegeven vergunningen/ontheffingen – Hieronder een overzicht van het aantal afgegeven vergunningen / ontheffingen in 2011, die voor meer dan 90% binnen de geldende termijnen zijn afgehandeld: Vergunningen/ontheffingen 2011 503 ontheffingen RVV (ontheffing parkeer / stilstaan verboden) 211 herkenbaarheidsteken (ontheffing betaald parkeren bepaald gebied) 9 ontheffingen vervoer gevaarlijke stoffen 6 ontheffingen (APV 4.1.5: geluid) 45 kennisgeving (APV 4.1.3: incidentele festiviteiten) 11 ventvergunningen 9 standplaatsvergunningen 11 grootschalige evenementen (APV 2.2.4) 109 reguliere evenementen (APV 2.2.2) 186 evenementen zijn gemeld (APV 2.2.6) 49 exploitatievergunningen (APV 2.3.2) 1 vergunning seksinrichting 6 coffeeshopvergunningen (voor de 4 coffeeshops in Schiedam) 52 drank en horecavergunningen (artikel 3 Drank- en horecawet) 12 ontheffingen artikel 35 drank- en horecawet 1 slijtersvergunning 6 aanwezigheidsvergunningen (Wet op de kansspelen) 17 ontheffingen sluitingstijd Horeca 80 meldingen ontheffing geluid (APV 4.1.3 lid 1)
• Herijking coffeeshopbeleid – Met de evaluatie van het Schiedamse coffeeshopbeleid wordt gewacht tot de landelijke integrale drugsnota van kracht wordt. Het hoofdlijnendebat over het landelijke drugsbeleid staat al geruime tijd op de agenda van de Tweede Kamer en zal naar aanleiding van het kabinetsstandpunt worden gevoerd. • Controle en handhaving horeca, seksinrichtingen en coffeeshops – Er hebben periodieke controles plaatsgevonden zowel preventief als repressief. Indien geconstateerd werd dat voorschriften van de vergunning werden overtreden of incidenten hadden plaatsgevonden, is conform het handhavingsarrangement gehandhaafd. Voordat bestuursrechtelijk werd opgetreden, werd de ondernemer eerst gehoord in een hoorzitting. In 2011 zijn er 50 bestuursrechtelijke handhavingszaken geweest betreffende het overtreden van de voorschriften van de exploitatievergunningen voor horecabedrijven, waaronder twee sportkantines. Eén bestuursrechtelijke handhavingszaak betreft het overtreden van voorschriften inzake de Wet op de kansspelen. De handhavingszaken in 2011 hebben de volgende cijfers opgeleverd: 21 hoorzittingen, 3 aanschrijvingen, 15 telefonische / mondelinge waarschuwing, 11 schriftelijke waarschuwingen en 3 bestuurlijke maatregelen. In 2011 zijn in het kader van controle en handhaving van (mogelijke) seksinrichtingen 10 handhavingszaken opgepakt (hoorzittingen / waarschuwingsbrieven en extra controles). Het betrof illegale prostitutie (escortdames) in een woonhuis en signalen van prostitutie in horecabedrijven. Het team Toezicht en Handhaving / LBB heeft in deze rapportage-periode 10 controles uitgevoerd: 8 in samenwerking met de politie en 2 zonder politie. Bij één van deze controles (24 augustus) is bij een coffeeshop geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet op orde was. Aan de exploitant van deze coffeeshop is een bestuurlijke maatregel opgelegd (beperking van de openingstijd van de coffeeshop voor een periode van 6 weken). • Veilig Ondernemen – Het keurmerk Veilig Ondernemen ‘Nieuwe Passage’ is onderhouden en uitgevoerd. Het Keurmerk Veilig Ondernemen ‘Hof van Spaland’ is onderhouden en uitgevoerd. Begin april 2011 is gestart met het Keurmerk Veilig ondernemen Mgr. Nolenslaan. De intentieverklaring tot samenwerking is op 9 mei 2011 ondertekend. In 2011 is men 6 maal bijeengekomen voor een vergadering en is er een veiligheidsanalyse opgesteld. De maatregelenmatrix is in het laatste kwartaal van 2011 afgerond. De doelstelling is om in het eerste kwartaal van 2012
ProgrammaREKENing
115
de eerste ster te behalen. Inmiddels is men al gestart met de invoering van de overlastdonatie en is op één winkel na de gehele winkelstraat voorzien van DNA-spray (tegen overvallen). • Aanpak “overlastdonatie” – Stichting Overlast Donatie verhaalt de schade die ontstaat door oponthoud en overlast ten gevolge van winkeldiefstal op de dader. De overlastdonatie wordt tot mei 2012 nog ondersteund door gemeente in het winkelcentrum Hof van Spaland en de Nieuwe Passage. Na deze periode dienen de ondernemers de bijdrage zelf te bekostigen. In 2011 is vanuit het Keurmerk Veilig Ondernemen ook op de Mgr. Nolenslaan gestart met een vorm van overlastdonatie, genaamd “afrekenen met winkeldieven”. Dit project werkt hetzelfde als de overlastdonatie, alleen zijn hier geen inschrijfkosten aan verbonden en loopt het via het Bedrijfschap Detailhandel (HBD). Bij het aflopen van het contract van de overlastdonatie zal voorgesteld worden om dit contract om te zetten in “afrekenen met winkeldieven”, zodat het kosteloos voortgezet kan worden. • De Buurt Bestuurt (CWP) – Vanaf 2009 is het project De Buurt Bestuurt in uitvoering. Bewoners bepalen per wijk voor 180 uur, binnen de bevoegdheden van het Team Toezicht en Handhaving / LBB, waar de toezichthouders inzet op plegen. Bij de diverse wijkoverleggen is deze systematiek toegelicht aan de bewoners en is de inzet bepaald. In de wijkoverleggen is vaak ingezet op de aanpak van hondenpoep, parkeergedrag, verkeersgedrag bij scholen, vervuiling en jeugdoverlast. In 2011 is het project De Buurt Bestuurt uitgevoerd in de wijken Groenoord, Nieuwland, Oost, West, Zuid en Woudhoek. • Watch Out (CWP) – De projectleiding binnen het team Toezicht en Handhaving / LBB heeft een nieuwe opzet gemaakt. De bezuinigingsdoelstellingen bij Werk&Inkomen en Veiligheid zijn behaald, de kwaliteitseisen zijn gehandhaafd en een extra team is gerealiseerd. Er is momenteel onvoldoende instroom in het project om alle beschikbare plaatsen op te vullen. Van de 20 beschikbare plaatsen zijn er momenteel 7 bezet en is er alleen in de wijk Nieuwland toezicht gehouden door Watch Out. In de wijk Oost is het project nog niet uitgevoerd. • Weesfietsen – De opvang van weesfietsen en fietswrakken wordt in eigen beheer verzorgd door het team Toezicht en Handhaving / LBB. Soms moet het verzamelen van wees-
116
fietsen worden stopgezet omdat de grenzen van de opslagcapaciteit zijn bereikt. De afgelopen periode zijn pogingen gedaan om aansluiting te vinden bij het Fietspunt van Rotterdam. Dat is niet gelukt. • Aanpak fietsendiefstallen – Een extra en gratis door medewerkers van het team Toezicht en Handhaving / LBB bewaakte fietsenstalling is gerealiseerd bij het station Schiedam-Centrum. Het aantal fietsdiefstallen rondom het station is afgenomen en ook het aangezicht van het Stationsplein is verbeterd, doordat reizigers hun fietsen meer in de bewaakte stalling parkeren. Doelstelling 4: terugdringen woninginbraken • Politiekeurmerk Veilig Wonen / woonomgeving (CWP) – In 2011 is aan 72 woningen subsidie verstrekt voor uitgaven die samenhangen met het behalen van het certificaat Politiekeurmerk Veilig Wonen. ‘De Singel’ is in een afrondende fase voor de eindkeuring in het kader van het keurmerk Veilige Woonomgeving. Het project “1.000 extra lichtjes in Schiedam” is uitgevoerd. Dit project is gericht op het beter verlichten van de donkere plekken om inbraken te voorkomen. In 2011 zijn 120 lampen opgehangen. Daarnaast zijn in het kader van diverse integrale actieprogramma’s diverse fysieke aanpassingen gerealiseerd. • DNA-kits – Er zijn 40 DNA-kits uitgereikt. De DNA-kits worden tegelijkertijd met de lampenactie onder de aandacht gebracht in de wijkoverleggen. Woninginbraken Jaar Aangiften
2006
2007
2008
2009
2010
2011
481
291
296
314
373
331
Doelstelling 5: woonoverlast verminderen • Aanpak overlastgevende panden / interventieteam (CWP) – Het interventieteam heeft in 2011 269 huisbezoeken afgelegd. In 2011 was budget beschikbaar gesteld voor het afleggen van 100 extra bezoeken. Het betrof 75 woningen van de woningcorporatie Woonplus en 194 particuliere (koop)woningen. Percentage huisbezoeken per wijk: Oost 35%, West 20%, Nieuwland 21%, Tuindorp 0%, Zuid 5%, Groenoord 10%, Spaland 3%, Woudhoek 1%, Centrum 3%, Oud Mathenesse 0%, ‘s-Graveland 1%, Nieuw Mathenesse 1%.
Status aanbelronden Geen status
13
Aangebeld, geen contact
81
Feitelijk contact, afspraak gemaakt
10
Feitelijk contact, met de bewoner
138
Feitelijk contact, iemand anders dan de bewoner
15
Bericht achtergelaten
1
Adres onbewoond
7
Feitelijk contact, bewoner is zelfredzaam
4
Feitelijk contact, bewoner heeft geen interesse
0
Het Totaal aantal aanbelronden
269
Door het Interventieteam werden de volgende omstandigheden aangetroffen: • Bij 82 woningen was sprake van woningonttrekking. • Bij 38 woningen vond een GBA onderzoek plaats. • Ongedierte werd in 2 woningen aangetroffen. • Bij 4 woningen was sprake van een brandonveilige situatie. • Twee woningen werden in strijd met het bestemmingsplan gebruikt. • Eén zaak is doorverwezen naar de leerplichtambtenaar. • Bij 3 woningen werd geluidsoverlast geconstateerd. • Bij 3 woningen werd stankoverlast geconstateerd. • Elf woningen bleken onrechtmatig onderverhuurd. • In 4 gevallen was sprake van inwoning. • Bij 43 woningen werden geen problemen geconstateerd. Ten aanzien van de bovengenoemde punten is door de betreffende afdelingen en instanties actie ondernomen. • Buurtbemiddeling – Er zijn 62 aanmeldingen bij Buurtbemiddeling binnengekomen, 14 via de bewoner zelf, 9 via de politie, 36 via Woonplus en 3 anders. Er zijn 25 zaken opgelost, 3 zaken zijn terugverwezen, 28 zaken zijn niet opgelost en 6 zaken zijn nog in bemiddeling. Verdeling van de aanmeldingen over de wijken is als volgt: Centrum (4), Groenoord (17), Nieuwland (20), Oost (6), Spaland/Sveaparken (4), West (4), Woudhoek (5) en Zuid (2). Er zijn 22 vrijwilligers actief. • Aanpak illegale hennepteelt (CWP) – In 2011 zijn 75 hennepkwekerijen ontmanteld, waarvan 60 bestuursrechtelijk. Hiermee is de doelstelling van het ontmantelen van 50 hennepkwekerijen ruimschoots gehaald. Van de ontmantelingskosten is 26% verhaald. In de loop van 2012 zal uiteindelijk het invorderingspercentage 2011 nog verder stijgen, doordat het effect van de inning pas na verloop van tijd inzichtelijk wordt.
Doelstelling 6: persoonsgerichte aanpak bevorderen • Veiligheidshuis Waterweg Noord – Eind 2009 is in Schiedam het Veiligheidshuis Waterweg Noord geopend. Dit is gebeurd in samenwerking met politie, justitie, reclassering, de gemeenten Vlaardingen en Maassluis. Het Veiligheidshuis is een faciliteit voor ketensamenwerking op bestaande veiligheidsthema´s, waarbij steeds een persoonsgerichte aanpak centraal staat. Het Veiligheidshuis voorziet in een behoefte om gezamenlijk veiligheidsproblemen aan te pakken door een integrale aanpak langs de gehele keten; van pro-actie en preventie tot repressie en nazorg. Een Veiligheidshuis is het coördinatie- en schakelpunt tussen de verschillende (keten)partijen. Het gaat in het Veiligheidshuis met name om het meer samenhangend en beter afgestemd uitvoeren van bestaande taken op gebied van de gekozen thema’s: 1) aanpak van huiselijk geweld; 2) bieden van nazorg aan ex-gedetineerden en veelplegers; 3) aanpak van risicojeugd. Door de persoonsgerichte preventieve en repressieve zorg, straf en nazorg op elkaar af te stemmen, wordt de terugvalkans van een persoon verkleind. Naast dit maatwerk waar de persoon in kwestie bij gebaat is, draagt de samenwerking ertoe bij dat de ervaren overlast en criminaliteit in de directe omgeving eveneens vermindert. In het Regionaal College is besloten tot een regionale dekking van het Veiligheidshuis Rotterdam-Rijnmond, met een aantal locaties. Het Veiligheidshuis Waterweg Noord zal vanaf januari 2012 als locatie onderdeel gaan uitmaken van het regionale Veiligheidshuis. • Aanpak Huiselijk Geweld (CWP) – In 2011 is de pilot ouderenmishandeling geëvalueerd en budgetneutraal voortgezet als onderdeel van de reguliere aanpak huiselijk geweld. Eind 2010 is het project Raak gestart, met daarbij speciale aandacht voor kindermishandeling en de invoering van de meldcode Huiselijk Geweld. In 2011 kreeg het steunpunt huiselijk geweld 349 meldingen uit Schiedam. Binnen het Veiligheidshuis wordt tevens invulling gegeven aan de persoonsgerichte aanpak op gebied van huiselijk geweld. In het regieoverleg huiselijk geweld wordt alle casuïstiek doorgenomen waar sprake is van samenloop tussen strafrecht, bestuursrecht en hulpverleninginzet. In het overleg participeren OM, reclassering, steunpunt Huiselijk Geweld en het Veiligheidshuis Waterweg Noord. In het Veiligheidshuis werd tweewekelijks een regie-overleg huiselijk geweld gevoerd. In 2011 zijn 36 huisverboden opgelegd door de burgemeester.
ProgrammaREKENing
117
• Aanpak risicojongeren, jeugdige ex-gedetineerden en nazorg jeugdige veelplegers – Door de aanpak van risicojeugd binnen het CJG-verband aan te laten sluiten op de aanpak van de risicojeugd binnen het Veiligheidshuis, krijgt de ambitie ‘één gezin, één plan’ meer gestalte. Een dergelijke koppeling geeft tevens ruimte voor een goede inbedding van het Jeugd Interventie Team en de aanpak van problematische jeugdgroepen (Beke-aanpak) in het Veiligheidshuis. In 2011 hebben de problematische jeugdgroepen Blauwe Brug, Plantage en Krona en omgeving prioriteit gekregen en is een actieprogramma voor hen uitgevoerd. Uit deze jeugdgroepen zijn 55 jongeren door hun problematische achtergrond geselecteerd voor een individuele aanpak van het Veiligheidshuis. Vanuit het Justitieel Casusoverleg zijn 275 jongeren aangemeld. Deze jongeren zijn besproken in het Veiligheidshuis. Daarnaast zijn voor 35 jeugdige ex-gedetineerden (in de leeftijd 18 – 23 jaar) plannen van aanpak opgesteld en uitgevoerd in het kader van nazorg. Vanaf augustus 2011 is het casusoverleg risicojongeren 12-18 jaar (ROJ) gestart binnen het Veiligheidshuis Waterweg Noord. Het Veiligheidshuis Waterweg Noord is in de regio Rotterdam-Rijnmond een pilotgebied. Het ROJ is een overleg waarbij complexe casuïstiek gezinsbreed wordt bezien en waarbij een gezamenlijk plan van aanpak wordt opgesteld. Het is daarom van belang relevante informatie, ook justitiële info, over het hele gezin, met elkaar te delen. Casuïstiek voor het ROJ wordt door de betrokken ketenpartners (deelnemers) ingebracht. Vanaf augustus 2011 zijn 10 gezinnen besproken en zijn plannen van aanpak voor deze gezinnen opgesteld en uitgevoerd. • Nazorg ex-gedetineerden en veelplegers • Ex-gedetineerden Vanaf 2010 wordt er nazorg geboden aan alle ex-gedetineerden die uit detentie terugkeren naar hun woonplaats Schiedam. In 2011 betrof het 200 ex-gedetineerden. Niet alle ex-gedetineerden hebben een hulpvraag, vaak gaat het om kort-gestraften. Ongeveer de helft van de ex-gedetineerden heeft een hulpvraag op gebied van Werk en Inkomen, Woonruimte, ID-bewijs enzovoorts. • Veelplegers Binnen het Veiligheidshuis Waterweg Noord wordt er samengewerkt aan de aanpak van veelplegers. Schiedam voert al sinds 2007 een aanpak op deze doelgroep en vanaf 2009 vindt dit plaats vanuit het Veiligheidshuis. Maassluis en Vlaardingen zijn hierbij aangesloten. Er is in 2010 een (Waterweg) doelstelling bepaald voor veel-
118
plegers. Deze luidt als volgt: Voor de aanpak van veelplegers binnen het Veiligheidshuis Waterweg Noord worden de volgende operationele doelstellingen gehanteerd: a) Gemeente Vlaardingen en Maassluis participeren in het casusoverleg veelplegers. b) 75% van de veelplegers in de Waterweg Noord regio krijgt correctieve nazorg aangeboden. c) In 20% van de gevallen leidt dit tot resocialisatie zonder recidive. d) Bij zorgmijdende notoire recidivisten volgt toeleiding naar justitiële trajecten (Inrichting Stelselmatige Daders ISD traject). Doelstelling a is gehaald. Doelstelling b: in december 2010 is een “foto” genomen van de dan bekende populatie veelplegers van Schiedam en is getoetst of de doelstelling wordt gehaald. Hieruit bleek dat 66% van de Schiedamse veelplegers (continu fluctuerende doelgroep qua samenstelling) nazorg aangeboden heeft gekregen. In 2011 is aan iedere veelpleger die geen traject bij de reclassering doorloopt een zorgaanbod gedaan. Circa 80% van de veelplegers heeft dit zorgaanbod geaccepteerd, hiermee is de doelstelling van 75% gehaald. Doelstelling c: 70% van deze veelplegers heeft niet gerecidiveerd. Doelstelling d: dit is een continu aandachtspunt bij de aanpak. Vanaf april 2011 worden potentiële cliënten voor de maatregel Stelselmatige Daders (ISD) binnen het casusoverleg veelplegers Waterweg Noord besproken en worden van te voren afspraken gemaakt over het opleggen van deze maatregel. De ISD-maatregel biedt de mogelijkheid om meerderjarige stelselmatige daders te plaatsen in een daartoe aangewezen inrichting. De wetgever heeft hiermee beoogd stelselmatige daders, die door het plegen van reeksen delicten veel criminaliteit en onveiligheid veroorzaken, voor een periode van maximaal twee jaar in een inrichting te plaatsen die specifiek voor hen bestemd is. Vanaf 2009 zijn ook de volgende nieuwe activiteiten ondernomen: • Doorbetaling huur gedetineerden – Eind 2008 heeft het college besloten om, onder strikte voorwaarden, tijdens detentie de vaste lasten door te betalen. In 2011 zijn er in totaal 14 aanvragen ingediend waarvan 7 aanvragen zijn gehonoreerd. Het uitbetaalde bedrag bedroeg € 6.818,03. De afwijzingen zijn conform de strikt gestelde voorwaarden afgehandeld. • Aanpak overlastgevende personen – Sinds het tweede
kwartaal van 2009 worden overlastgevende personen geadopteerd door één van de crisismanagers. Contacten tussen overlastgever en gemeente lopen via die crisismanager. Overlastgevende personen zijn personen die bedreigingen hebben geuit naar bestuurders en gemeenteambtenaren of overlast in de buurten veroorzaakt hebben of anderszins in beeld zijn gekomen. Door de crisismanagers zijn in 2011 20 overlastgevende personen bezocht. • Aanpak mensenhandel – Op 14 februari 2011 is in het Regionaal College het Regionaal Convenant Ketenaanpak Mensenhandel ondertekend. Door de ondertekening van dit convenant is de informatie-uitwisseling tussen gemeenOmschrijving
E/P*
Bron
Schiedam moet merkbaar veiliger worden
E
Veiligheids- index
te en de andere ketenpartners en het Regionaal Informatieen Expertise Centrum (RIEC) juridisch geformaliseerd. Er is een gemeentelijk contactpersoon voor het casusoverleg mensenhandel aangewezen. 3.3 Doelrealisatie: kengetallen Veiligheidsindex Schiedam De veiligheidsindex Schiedam bestaat voor 50% uit objectieve gegevens, verdeeld over politiecijfers (25%), Irado (18,75%) en brandweer (6,25%). De andere helft van de veiligheidsindex bestaat uit subjectieve gegevens (GSB-indicatoren, Veiligheidsmonitor). Nulmeting 07/08
Werkelijke waarde 09/10
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 10/11
6,4
6,4
6,5
6,4
Toelichting Tabel opbouw Schiedamse Veiligheidsindex Objectieve veiligheid
Subjectieve veiligheid
Clusters
Aspecten
Bron
Diefstal
Diefstal uit/vanaf motorvoertuigen, autodiefstal, zakkenrollerij, diefstal uit/vanaf overige voertuigen
Politie Rotterdam-Rijnmond
(Woning)inbraak
Woninginbraak, inbraak in schuren, garages, bergingen en dergelijke
Politie Rotterdam-Rijnmond
Geweld
Bedreiging, mishandeling, straatroof, aanranding, verkrachting
Politie Rotterdam-Rijnmond
Vernieling
Vernieling (van zowel publiek als privaat eigendom)
Politie Rotterdam-Rijnmond
Schoon en Heel
Alle meldingen over de openbare ruimte
Irado
Kleine buitenbranden
Alle meldingen over kleine buitenbranden
Brandweer
Verloedering
Bekladden van muren en/of gebouwen, rommel op straat, hondenpoep op straat, vernieling van telefooncellen, bus- of tramhokjes
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
Overlast
Vormen van geluidsoverlast, overlast van groepen jongeren, overlast door omwonenden
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
Dreiging
Dreiging in de buurt, mensen die op straat worden lastiggevallen, gewelddelicten, tasjesroof, drugsoverlast
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
Vermogensdelicten
Fietsendiefstal, diefstal uit auto’s, beschadiging of vernieling aan auto’s, inbraak in woningen
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
Sociale cohesie
Elkaar kennen, met elkaar omgaan, zich thuisvoelen in de eigen woonbuurt
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
% nooit onveilig
Het aandeel bewoners dat zich in de eigen woonbuurt nooit onveilig voelt
GSB-indicatoren Veiligheidsmonitor
ProgrammaREKENing
119
In het Beleidsplan Veiligheid 2008-2011 zijn diverse doelstellingen opgenomen. Veel doelstellingen zijn slechts op de perceptie van de inwoners gebaseerd. Juist een oordeel van burgers over (on)veiligheid is moeilijk te beïnvloeden. In het algemeen blijkt dat de subjectieve onveiligheid de objectieve
volgt. In lijn daarmee is de overtuiging dat het lokale integrale veiligheidsbeleid, dat effectief de criminaliteit, waarvan burgers last hebben, terugdringt, uiteindelijk ook zal bijdragen aan een vermindering van de onveiligheidsgevoelens.
4. Beleidsonderdeel Wijkgerichte sociale veiligheid 4.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Wijkgerichte sociale veiligheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Centrum stabiliseert of verbetert binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex en blijft een bedreigde wijk.
1.1 Wijkgerichte inzet team Toezicht en Handhaving / LBB in Centrum; 1.2 Veilig ondernemen Nieuwe Passage in Centrum; 1.3 Kwaliteitsmeter Veilig uitgaan.
2. Oost en Nieuwland verbeteren in 2011 een categorie in de veiligheidsindex en verbeteren van bedreigde wijken naar aandachtswijken.
Wijkgerichte sociale veiligheid
3. West, Groenoord en Kethel stabiliseren of verbeteren binnen de huidige categorie van de veiligheidsindex en blijven aandachtswijken.
4. Zuid, Woudhoek en Spaland/ Sveaparken stabiliseren of verbeteren binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex en blijven (redelijk) veilige wijken.
120
2.1 Wijkgerichte inzet in Oost en Nieuwland; 2.2 Veilige woonomgeving de Singel in Oost; 2.3 Bestuurlijke aanpak illegale hennepteelt in Oost; 2.4 Inzet interventieteams in Oost; 2.5 Keurmerk Veilige woonomgeving Nolenslaan en omstreken in Nieuwland; 2.6 De Buurt Bestuurt Oost en Nieuwland; 2.7 Aanpak overlast Mgr Nolenslaan; 2.8 Watch Out. 3.1 Wijkgerichte inzet in West, Groenoord, Kethel; 3.2 Veilig ondernemen Hof van Spaland in Kethel; 3.3 De Buurt Bestuurt in West en Kethel; 3.4 Buurtpreventie Groenoord; 3.5 Aanpak problematische jeugdgroep Groenoord. 4.1 Wijkgerichte inzet team Toezicht en Handhaving / LBB Zuid, Woudhoek en Spaland/Sveaparken; 4.2 Integraal actieprogramma Krona/ Molmö; 4.3 Meerjarige zomeraanpak jeugd Gorzen.
4.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: de wijken Oost en Nieuwland verbeteren een categorie in de veiligheidsindex. • Oost – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB was 5.309 uur. In de eerste helft van 2011 zijn er 4692 fiscale naheffingen opgelegd. Het parkeergebied omvatte in die periode de helft van de wijk. Vanaf 1 juli 2011 is het parkeergebied tot heel Oost uitgebreid. In de tweede helft van 2011 zijn er 4.733 fiscale naheffingen opgelegd. In totaal zijn er 9.425 fiscale naheffingen opgelegd. Dit is 78% van het totaal aantal opgelegde fiscale naheffingen in Schiedam. Deze stringente handhaving heeft er toe geleid dat de parkeeroverlast in Oost sterk is afgenomen. De overbewoning en de daaraan gerelateerde parkeerdruk speelt sterk in deze wijk. Het buurtpreventieteam heeft een training gehad over omgaan met hangjongeren. In 2011 zijn 20 hennepkwekerijen ontmanteld in de wijk Oost. Het interventieteam heeft in het kader van de aanpak van woonoverlast 94 panden bezocht. In 2011 hebben zeven overvallen in Oost plaatsgevonden. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben extra toezicht gehouden rond openings- en sluitingstijden. De Singel is in een afrondende fase voor de eindkeuring van het Keurmerk Veilige Woonomgeving. • Nieuwland – De wijkgerichte inzet in de wijk Nieuwland bedroeg 4.846 uur in 2011. Dit is inclusief de uitvoering van het project De Buurt Bestuurt in deze wijk, maar exclusief de inzet van de toezichthouders van het project WatchOut. 12 vrijwilligers werken mee aan buurtpreventie. Om de overlast van Antilianen in de Mgr. Nolenslaan te doen afnemen, is het in 2009 opgestelde actieprogramma in 2010 en 2011 verder uitgevoerd. Bij dit actieprogramma werken gemeenten, politie, Woonplus, ondernemers, de winkelstraatmanager en de buurtagent samen. Er zijn preventieve en repressieve acties ingezet. Een inloop maakt onderdeel uit van een meersporenbeleid om te komen tot een vermindering van de overlast die deze groep op en rond de Mgr. Nolenslaan heeft veroorzaakt. Met ingang van 2011 is de inloop van 1 naar 2 avonden uitgebreid en zijn er meer begeleidingsuren ingekocht. De overlast is afgenomen. De groep is nog wel aanwezig op de Nolenslaan. Thans wordt ingezet naar aanleiding van herlocalisering van de groep elders in de wijk.
Doelstelling 2: de wijken Centrum, Groenoord, Woudhoek, Kethel, Spaland / Sveaparken, West en Zuid stabiliseren, dan wel verbeteren binnen de huidige categorie in de veiligheidsindex. • Centrum – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB was 7.385 uur. Dit is exclusief het aantal uren dat voor de handhaving van de parkeerverordening is ingezet. Het Convenant Veilig Ondernemen Nieuwe Passage (getekend op 1 november 2008) is door de ondernemers, beheerder, politie, brandweer en de gemeente in 2011 onderhouden en het actieprogramma is uitgevoerd. In de Nieuwe Passage en in de rest van Schiedam-centrum is veel inzet gepleegd om overvallen tegen te gaan, nadat er een stijging van deze vorm van criminaliteit was te zien. Er hebben zeven overvallen in het centrum plaatsgevonden. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben extra toezicht gehouden rond openings- en sluitingstijden. Er zijn tijdelijk camera’s geplaatst op de Hoogstraat en de Lange Kerkstraat / Broersveld. Vanuit de KVU zijn verschillende projecten opgestart en uitgevoerd om de veiligheid van uitgaanspubliek en horecamedewerkers te verbeteren. De acties hebben zich gericht op de verbetering van bestrating, de verlichting, en de aanpak van openbare orde problematiek. • Groenoord – In 2011 is een totaal van 1.695 uur aan wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB gerealiseerd. Dit is exclusief het project De Buurt Bestuurt in deze wijk. In het wijkoverleg is de inzet bepaald op overlast van hondenpoep, parkeergedrag, verkeersgedrag bij scholen, vervuiling en jeugdoverlast. In Groenoord was één buurtpreventieteam actief, te weten Sibeliusplein. Er was in het kader van de aanpak van problematische jongerengroepen één jeugdgroep geprioriteerd voor de Bekeaanpak, namelijk de groep ‘de Blauwe Brug’. Het actieprogramma Blauwe Brug is in 2011 uitgevoerd en de overlast van deze groep is zichtbaar verminderd. Eind 2011 is het actieprogramma beëindigd, de jongeren uit de groep worden nog wel gevolgd. • Woudhoek – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB in Schiedam Noord, waartoe Woudhoek behoort, was 1.694 uur. In 2011 is het project De buurt bestuurt uitgevoerd. Op verzoek van bewoners is door het team Toezicht en Handhaving / LBB veel aandacht besteed aan de overlast van hondenpoep. • Kethel – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB in Schiedam Noord, waartoe Kethel behoort, was 1.694 uur. In het Hof van Spaland is onder
ProgrammaREKENing
121
andere aandacht besteed aan het voorkomen van overvallen. Het Convenant Veilig ondernemen Hof van Spaland – getekend 7 november 2009 – is door ondernemers, de beheerder van het Hof van Spaland, politie, brandweer en de gemeente onderhouden en uitgevoerd. De burgemeester heeft aan de gemeenteraad van Schiedam aangeven voornemens te zijn te besluiten om (vast)cameratoezicht toe te gaan passen op het bedrijventerrein Kethel en het Beatrixpark en de raad is hierover geconsulteerd. Het voornemen is tevens voorgelegd aan de lokale driehoek, die akkoord is gegaan. In oktober 2011 is aan de adviescommissie cameratoezicht de aanvraag voorgelegd. Deze is nog in behandeling. Er hebben twee overvallen plaatsgevonden. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben extra toezicht gehouden rond openings- en sluitingstijden. • Spaland / Sveaparken – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB in Schiedam Noord, waartoe Spaland / Sveaparken behoort, bedroeg 3.334 uur. Er heeft één overval plaatsgevonden. Er heeft tijdelijk een mobiele camera gestaan op het plein Malmö. In december 2011 zijn er hernieuwde klachten geweest over jeugdoverlast. Tijdens de jaarwisseling moest op de Malmö ingegrepen worden door de politie omdat een jeugdgroep brandjes stichtte en zeer zwaar vuurwerk afstak. Inmiddels vinden weer gesprekken plaats over de situatie op het Malmö met buurtbewoners, de twee basisscholen en andere betrokken ketenpartners. • West – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB was 4.972 uur. Op verzoek van de inwoners is tijdens de surveillances van het team Toezicht en Handhaving / LBB extra aandacht besteed aan de overlast van hondenpoep, de overlast van overbewoning en de vervuiling in de wijk. In 2011 hebben vijf overvallen in West plaatsgevonden. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben extra toezicht gehouden rond openings- en sluitingstijden. Daarnaast is tijdelijk een mobiele camera geplaatst in de St. Liduinastraat.
122
• Zuid – De wijkgerichte inzet van het team Toezicht en Handhaving / LBB was 4.936 uur. In Schiedam-Zuid was voornamelijk de hondenoverlast een probleem. Ook in 2011 was er aandacht voor de (jeugd)overlast op en rondom het Dwarsplein door de uitvoering van het actieprogramma ‘Meerjarige zomeraanpak jeugd Gorzen’. Het project De buurt bestuurt is ook in deze wijk uitgevoerd. Er hebben drie overvallen plaatsgevonden. De politie en het team Toezicht en Handhaving / LBB hebben extra toezicht gehouden rond openings- en sluitingstijden. Er heeft tijdelijk een mobiele camera gestaan op de Groenelaan. 4.3 Doelrealisatie: kengetallen De gemeente heeft ervoor gekozen om de Schiedamse Veiligheidsindex te gebruiken. Hiermee wordt zichtbaar gemaakt welke wijken zich op het gebied van leefbaarheid en veiligheid goed ontwikkelen en welke minder (oftewel een combinatie van objectieve en subjectieve aspecten). Alle objectieve en subjectieve aspecten zijn hiervoor gestandaardiseerd, genormeerd en omgezet naar rapportcijfers. Deze rapportcijfers zijn na weging opgeteld en gedeeld door het aantal aspecten. Op deze manier is een gemiddeld rapportcijfer voor elke afzonderlijke wijk in Schiedam verkregen. De rapportcijfers worden in vijf categorieën ingedeeld. Indeling categorieën Veiligheidsindex Categorieën
Rapportcijfers
Onveilige wijk
Lager dan 4,0
Probleemwijk
Van 4,0 tot 5,0
Bedreigde wijk
Van 5,0 tot 6,0
Aandachtswijk
Van 6,0 tot 7,0
Veilige wijk
7,0 en hoger
Voor heel Schiedam en voor de afzonderlijk wijken geeft de Veiligheidsindex de volgende uitkomsten:
Tabel Schiedamse Veiligheidsindex Wijkgerichte Sociale veiligheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting 08/09
Werkelijke waarde 09/10
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 10/11
Schiedam moet merkbaar veiliger worden
E
Veiligheidsindex
6,4
6,4
6,5
6,4
Centrum blijft een bedreigde wijk
E
Veiligheidsindex
5,4 bedreigde wijk
5,4 bedreigde wijk
5,4 bedreigde wijk
5,6 bedreigde wijk
Oost verbetert van bedreigde wijk naar aandachtswijk in 2011
E
Veiligheidsindex
5,8 bedreigde wijk
5,7 bedreigde wijk
6,0 aandachtswijk
5,6 bedreigde wijk
West blijft een aandachtswijk in 2011
E
Veiligheidsindex
6,8 aandachtswijk
6,9 aandachtswijk
6,8 aandachtswijk
6,9 aandachtswijk
Zuid blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,1 veilige wijk
6,9 aandachtswijk
7,1 veilige wijk
7,1 veilige wijk
Nieuwland verbetert van bedreigde wijk naar aandachtswijk in 2011
E
Veiligheidsindex
5,9 bedreigde wijk
6,0 aandachtswijk
5,9 bedreigde wijk
6,0 aandachtswijk
Groenoord blijft een aandachtswijk
E
Veiligheidsindex
6,4 aandachtswijk
6,7 aandachtswijk
6,6 aandachtswijk
6,9 aandachtswijk
Kethel blijft een aandachtswijk
E
Veiligheidsindex
6,1 aandachtswijk
6,1 aandachtswijk
6,1 aandachtswijk
6,3 aandachtswijk
Woudhoek blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,3 veilige wijk
7,2 veilige wijk
7,3 veilige wijk
7,3 veilige wijk
Spaland/Sveaparken blijft een (redelijk) veilige wijk
E
Veiligheidsindex
7,6 veilige wijk
7,4 veilige wijk
7,6 veilige wijk
7,5 veilige wijk
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
4.4 Toelichting op afwijking in kengetallen Centrum Het indexcijfer is verbeterd van 5,4 naar 5,6. Centrum blijft hiermee een bedreigde wijk. Oost De veiligheidsindex in Oost is in 2011 gedaald naar 5,6. Dit is terug te voeren op een stijging van diefstal en vernielingen (politiecijfers). Ook het aantal meldingen aan Irado is gestegen. Een deel van deze negatieve ontwikkeling is opgevangen door een verbetering van de subjectieve veiligheidsgegevens. Hoewel Oost nog steeds het laagste cijfer van Schiedam heeft voor veiligheidsbeleving, is een verbetering waarneembaar. West Het aantal diefstallen en vernielingen (politiecijfers) en de meldingen bij Irado is afgenomen. De veiligheidsbeleving is gelijk gebleven. Het indexcijfer is stabiel gebleven. Zuid Zuid was in 2010 een aandachtswijk geworden, maar is in 2011 weer gestegen naar het niveau van een veilige wijk. Het indexcijfer is 7,1.
Nieuwland Nieuwland is stabiel gebleven. Het aantal diefstallen en vernielingen is afgenomen (politiecijfers), maar de politiecijfers over inbraak blijven echter slecht. Ook de meldingen aan Irado zijn gestegen. Samen met een sterke stijging van de veiligheidsbeleving levert dit een lichte verbetering op van de veiligheidsindex. Groenoord Groenoord laat een verbetering zien. Met name de politiecijfers zijn sterk verbeterd. Het aantal inbraken is sterk gedaald. De veiligheidsbeleving is gelijk gebleven. Kethel De veiligheidsindex voor Kethel is in 2011 verbeterd. Het aantal diefstallen en vernielingen is erg hoog. Het aantal aangiftes van geweld is constant gebleven. In 2011 was het aantal woninginbraken en meldingen aan Irado laag. Woudhoek In Woudhoek is na de daling in 2010 de index weer licht gestegen. Het aantal kleine buitenbranden is licht gedaald. ProgrammaREKENing
123
De meldingen aan Irado zijn gelijk gebleven. Ook de veiligheidsbeleving is in Woudhoek gelijk gebleven.
Spaland / Sveaparken In Spaland / Sveaparken was de veiligheidsindex in 2010 gedaald. In 2011 is er weer sprake van een stijging.
5. Beleidsonderdeel Fysieke veiligheid 5.1 Overzicht doelstellingen en activiteiten Doelstellingen en activiteiten Fysieke veiligheid Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Activiteiten
1. Adequate brandweerzorg en adequate ambulancezorg.
1.1 Continueren deelname aan de veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond; 1.2 Actief en periodiek monitoren van de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst tussen Schiedam en de veiligheidsregio.
2. Adequate hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen.
2.1 Het actueel houden van de bestaande crisisbeheersingsplannen en -afspraken; 2.2 Het verder professionaliseren van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie; 2.3 Het continu opleiden, trainen en oefenen (OTO) van werkers in de rampenbestrijding; 2.4 Communicatie met burgers over risico’s.
Fysieke veiligheid
5.2 Uitgevoerde activiteiten en resultaten Doelstelling 1: een brandweerzorg (Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond) en ambulancezorg (Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR), welk voldoende paraat is, uitrukt en inzet conform geldende richtlijnen en regelgeving. Met bijzondere aandacht voor preventie, waarmee directe oorzaken van onveiligheid kunnen worden voorkomen en eventuele nadelige gevolgen kunnen worden beperkt Doelstelling 2: hulpverlening en bescherming van mensen, dieren, goederen en het milieu bij (dreigende) rampen, crises en grootschalige ordeverstoringen Om deze doelstellingen te realiseren, onderneemt de gemeente het volgende: • Deelname aan de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.
124
Met de VRR wordt de burger meer veiligheid geboden door een betere afstemming op elkaar van de hulpverleningsdiensten: • continueren van de deelname aan de VRR; • actief en periodiek monitoren van de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst tussen Schiedam en de VRR. • Crisisbeheersing door: • het actueel houden van de bestaande crisisbeheersingsplannen en afspraken; • het verder professionaliseren van de gemeentelijke crisisbeheersingsorganisatie; • het continu opleiden, trainen en oefenen (OTO) van werkers in de rampenbestrijding; • communicatie met de burgers over risico’s.
5.3 Doelrealisatie: kengetallen Tabel: effect- en prestatie-indicatoren Fysieke veiligheid Omschrijving
E/P*
Bron
Nulmeting (jaar 2008)
Streefwaarde 2011
Werkelijke waarde 2011
% spoedgevallen waarbij de brandweer binnen de normtijd (acht minuten) ter plekke is
P
Programmabegroting VRR 2009
80%
80%
85%
% spoedgevallen waarbij de ambulance binnen de normtijd (vijftien minuten) ter plekke is
P
Programmabegroting VRR 2009
90%
90%
96,2%
Monitoren voortgang uitvoering Dienstverleningsovereenkomst VRR drie maal per jaar (1)
P
Programmabegroting VRR 2009
3
3
4
Het aandeel betrokkenen bij alle zeventien deelplannen crisisbeheersing dat is opgeleid
P
Afdelingsplan Veiligheid
25%
40%
90%
Aantal oefeningen crisisbeheersing
P
OTO en afdelingsplan Veiligheid
2
2
2
* E= Effectindicator en P= Prestatie-indicator
5.4 Toelichting op afwijkingen in kengetallen De veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond is overgegaan op het rapporteren per kwartaal in plaats van eenmaal per vier maanden.
6. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten Baten
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-11.344
-11.722
-11.757
-10.057
1.664
132
509
855
364
-145
-11.212
-11.213
-10.902
-9.694
1.519
Toevoeging aan reserves
917
1.127
538
1.127
0
Onttrekking aan reserves
0
0
0
0
0
Resultaat voor bestemming
Saldo reservemutaties Resultaat na bestemming
917
1.127
538
1.127
0
-10.295
-10.086
-10.365
-8.567
1.519
ProgrammaREKENing
125
7. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Veiligheid Lasten Product Openbare orde en veiligheid Het saldo bestaat uit: • € 970.000 voordelig) i.v.m. herbestemming van niet-bestede middelen van de Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV) voor gemeentelijke salariskosten van de Licht Blauwe Brigade conform het B en W- besluit van 06-12-2011, nr. 9 (Herbestemming middelen BDU SIV 2011) . • € 89.100 voordelig i.v.m. het niet realiseren in 2011 van aanvullende primaire bluswatervoorzieningen (bijplaatsing van vier brandkranen in Kethel-Oost (€ 39.600) en vijf brandkranen in Svea-borgen (€ 49.500). Plaatsing zal plaatsvinden in 2012. • € 45.900 voordelig i.v.m. lagere kosten ter zake van uitbestede werkzaamheden, zoals inzet van straatcoaches, burgerparticipatie d.m.v. buurtpreventieteams, bestrijding jeugdoverlast e.d.
1.131
89
De kosten met betrekking tot rampenbestrijding en crisismanagement hangen nauw samen met het aantal incidenten, dat zich in een bepaald jaar voordoet. Als gevolg van relatief weinig incidenten in 2011 is er sprake van een budgetonderschrijding (voordeel). Het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark is in 2011 nog niet ten uitvoer gebracht omdat er nog geen (noodzakelijk) positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek lag. De burgemeester heeft de gemeenteraad van Schiedam te kennen gegeven voornemens te zijn te besluiten om (vast)cameratoezicht toe te gaan passen op het bedrijventerrein Kethel en in het Prinses Beatrixpark. De gemeenteraad is hierover geconsulteerd. Dit voornemen is tevens voorgelegd aan de lokale driehoek, die akkoord is gegaan. In oktober 2011 is de aanvraag voorgelegd aan de adviescommissie cameratoezicht, die de (regionale) beheersdriehoek adviseert. De aanvraag is nog in behandeling. Eerst na een positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek zal het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark in 2012 gerealiseerd gaan worden.
200
Er is € 50.000 niet besteed i.v.m. geen uitkijkkosten en onderhoud camera’s i.h.k.v. het project Cameratoezicht Kethel/ Prinses Beatrixpark. Het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark is in 2011 nog niet ten uitvoer gebracht omdat er nog geen (noodzakelijk) positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek lag. Daarnaast is er een bedrag van € 26.000 niet uitgegeven voor het interventieteam voor de controle van 100 panden extra niet uitgegeven. Ook is er € 26.000 minder uitgegeven bij de aanpak van illegale hennepteelt als gevolg van een lager aantal bestuursrechtelijke ontmantelingen dan geraamd.
103
Overige verschillen programma Veiligheid:
-4
Totaal saldo programma Veiligheid:
1.519
8. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productomschrijving (Bedragen x € 1.000)
Rekening 2010
Rekening 2011
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
5002 Openbare orde en veiligheid
-11.722
509
-11.213
-11.757
855
-10.902
-10.057
364
-9.694
Resultaat voor bestemming
-11.722
509
-11.213
-11.757
855
-10.902
-10.057
364
-9.694
0
1.127
1.127
0
538
538
0
1.127
1.127
-11.722
1.636
-10.086
-11.757
1.393
-10.365
-10.057
1.490
-8.567
5999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
126
Begroting 2011
ProgrammaREKENing
127
Woonmilieu 1. Doelstelling De gemeente Schiedam wil met het programma Woonmilieu, in overleg met partners in de stad, beleid ontwikkelen en uitvoeren dat is gericht op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving voor alle Schiedammers. Variërend van monumenten tot en met moderne architectuur in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. De gemeente Schiedam wil kansen bieden voor emancipatie en persoonlijke ontwikkeling: sociale stijging. Belangrijke belemmering van de laatste jaren is de economische crisis en de daarmee samenhangende
crisis op de woningmarkt. Kopers, financiers en bouwers van woningen zijn voorzichtig gemaakt, zodanig dat de productie van nieuwbouwwoningen in Schiedam en de regio sterk is teruggevallen. De keuzemogelijkheden van woningzoekenden raakt hierdoor meer en meer uit evenwicht. Migratie van sociaaleconomisch draagkrachtige gezinnen neemt toe, niet alleen uit Schiedam, maar ook uit de stadsregio. De hierna geformuleerde doelstellingen in het programma Woonmilieu proberen een bijdrage te leveren om deze negatieve ontwikkeling een halt toe te roepen.
Programma Woonmilieu
Speerpunten
Algemene doelstelling
Het programma Woonmilieu streeft naar een beleid dat gericht is op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving. Deze woonomgeving varieert van monumenten tot en met moderne architectuur, in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. Daarnaast heeft het programma als doel goede condities te scheppen om dit beleid te kunnen uitvoeren.
128
• Omgevingsvergunning; • Verbeteren luchtkwaliteit; • Realiseren van nieuwbouwwoningen; • Verbeteren van particuliere woningen; • Klimaatbeleid. Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Wonen
1. Het mogelijk maken van een wooncarrière voor Schiedammers door het realiseren van een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad; 2. Stimuleren van de teruglopende markt van nieuwbouwwoningen; 3. Herontwikkelen van bestaande woonlocaties; 4. Herstructurering van de naoorlogse woningvoorraad krachtig voortzetten; 5. Verbeteren isolatie van woningen inzake geluid en energie; 6. Preventie en aanpak van dichtgespijkerde panden; 7. Sturen en bewaken van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV); 8. Een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling; 9. Een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering). De woningen in de binnenstad verbeteren en het wonen boven winkels bevorderen (onderdeel project ‘Werk aan de Winkel’); 10. Integrale handhaving in de gebouwde omgeving.
Programma Woonmilieu (vervolg) Algemene doelstelling
Beleidsonderdelen
Doelstellingen
Monumenten
1. Een nauwere relatie tussen monumentenbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid bewerkstelligen, zodat cultuurhistorie kan worden benut ter versterking van de identiteit en de aanwezige kwaliteiten van de leefomgeving, in het bijzonder de historische binnenstad en de kern van Kethel; 2. Een accurate, geactualiseerde en afgeronde gemeentelijke monumentenlijst; 3. Een gerestaureerd monumentenbestand dat duurzaam en goed wordt onderhouden; 4. P assende herbestemming en herontwikkeling voor leegstaande of leegkomende monumenten; 5. H eldere communicatie met en begeleiding van eigenaren van monumenten; 6. Kennis over Schiedamse monumenten binnen een breed publiek.
Milieu
1. Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentelijke gebouwen staan de principes klimaatneutraal en duurzaam centraal; 2. Verhuren gemeentelijke daken ten behoeve van de plaatsing van zonnecollectoren; 3. Ondernemers extra stimuleren maatregelen te nemen op het gebied van duurzaam en klimaatneutraal ondernemen; 4. In 2012 zal bekeken worden hoe de gemeente invulling wil geven aan het predicaat millenniumgemeente, waarbij de focus zal liggen op milieudoelstellingen, inclusief fair trade; 5. Voortbouwen op het Milieubeleidsplan 2009-2013 met dien verstande dat de gemeente zich nadrukkelijker zal profileren op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Hiertoe zullen meetpunten worden opgesteld waarmee wordt beoordeeld of er voldoende voortgang is; 6. Stimuleren van klimaatvriendelijke maatregelen als bijdrage aan de CO2reductie; 7. Samen met de markt het gebruik van elektrische auto’s stimuleren.
Het programma Woonmilieu streeft naar een beleid dat gericht is op het creëren van een evenwichtige en kwalitatieve woningvoorraad in een optimale woonomgeving. Deze woonomgeving varieert van monumenten tot en met moderne architectuur, in een sterk verstedelijkte, ruime en groene omgeving. Daarnaast heeft het programma als doel goede condities te scheppen om dit beleid te kunnen uitvoeren.
ProgrammaREKENing
129
2. Context en achtergrond 2.1 Landelijke ontwikkelingen Omgevingsvergunning De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) maakt het mogelijk dat vergunningen, ontheffingen en andere toestemmingsvereisten voor wonen, ruimte en milieu worden samengevoegd tot één omgevingsvergunning. De wet is in werking getreden op 1 oktober 2010. Vanuit het Masterplan Dienstverlening 2008-2015 is een projectleider aangesteld die ervoor heeft gezorgd dat de omgevingsvergunning op een juiste wijze organisatorisch is ingericht. De Wabo heeft mede tot gevolg dat er van de overheid een zeer ver gaande professionalisering wordt verwacht: op het gebied van vergunningverlening, directe klantencontacten en handhaving. Samen met diverse interne en externe partners wordt, gecoördineerd, een kadernota Handhaving geformuleerd. Ook moet worden geanticipeerd op de komst van provinciale vergunningen en handhavingstaken. Hierover zijn afspraken gemaakt tussen het Rijk, de provincies (IPO) en de gemeenten (VNG). In 2011 moet de gemeente al voldoen aan kwaliteitseisen, vooruitlopend op de volledige overdracht van provinciale Wabo-taken in 2012 naar de gemeente. De gemeente krijgt vanaf 2012 dus ook meer taken op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Het gaat vooral om milieutaken. Wet- en regelgeving luchtkwaliteit De belangrijkste wet- en regelgeving voor luchtkwaliteit is vanaf 15 november 2007 vastgelegd in de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Deze wet vervangt het Besluit Luchtkwaliteit van november 2005. De wet is één van de maatregelen die de overheid heeft getroffen om de negatieve effecten op de volksgezondheid door te hoge niveaus van luchtverontreiniging aan te pakken en mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling (ondanks de overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit). In de wet zijn onder meer regels en grenswaarden opgenomen voor zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. De wet kent verder: • Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) – Dit is de kern van de Wet Luchtkwaliteit. Het NSL is een bundeling van alle gebiedsgerichte programma’s (waaronder ook het actieplan luchtkwaliteit van de stadsregio) en alle rijksmaatregelen. Het NSL bevat alle maat-
130
regelen die de luchtkwaliteit verbeteren en alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren. • AMvB en Regeling Niet In Betekende Mate (NIBM) – De Wet luchtkwaliteit maakt onderscheid tussen grote en kleine ruimtelijke projecten. Kleine projecten vallen onder de Regeling Niet In Betekenende Mate (NIBM). Deze projecten kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit worden uitgevoerd. Toetsing van de luchtkwaliteit kan ook achterwege blijven als het bevoegd gezag op een andere wijze, bijvoorbeeld door berekeningen, aannemelijk kan maken dat het geplande project NIBM bijdraagt. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening moet wel worden bekeken of bij het realiseren van het wat de luchtkwaliteit betreft op die locatie gewenst is. • AMvB gevoelige bestemmingen – Op 16 januari 2009 is de AMvB gevoelige bestemmingen in werking getreden. Deze heeft betrekking op nieuwbouw van gebouwen en uitbreiding van een bestaande gevoelige bestemming. Gevoelige bestemmingen zijn onderwijsinstellingen aan minderjarigen, kinderopvang, een verzorgingstehuis, verpleegtehuis en bejaardentehuis. Als een bestuursorgaan een besluit wil nemen over een gevoelige bestemming binnen driehonderd meter van een rijksweg of binnen vijftig meter van een provinciale weg, dient het te onderzoeken of op die locatie sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden van PM10 en/of NO2. Het bestuursorgaan moet – binnen de context van het beginsel van een goede ruimtelijke ordening – afwegen of de gevoelige bestemming binnen de zones verantwoord is. Modernisering Monumentenzorg Eind 2008 heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zijn visie op de monumentenzorg gepresenteerd (‘Een Lust Geen Last’). In november 2009 stemde de Tweede Kamer met deze moderniseringsplannen in. De Modernisering Monumentenzorg rust op drie pijlers: het inbedden van de cultuurhistorie in de ruimtelijke ordeningsprocedures en -instrumenten (bijvoorbeeld in bestemmingsplannen), de vereenvoudiging van wetgeving en de vermindering van regeldruk, en het stimuleren en faciliteren van herbestemming en herontwikkeling van monumenten. Deze thema’s komen ook al aan de orde in de Beleidsnota Monumenten 2008-2012 van Schiedam en worden in het uitvoeringsprogramma verder uitgewerkt.
Nieuwe Huisvestingswet Het kabinet heeft een nieuwe Huisvestingswet in de maak. Deze wet is bedoeld om een goede woonruimteverdeling te bereiken en ongewenste ontwikkelingen in de woningvoorraad tegen te gaan. In 2013 vervalt de wettelijke basis van de stadsregio, wat gevolgen heeft voor de regionale woonruimteverdeling. Schiedam overweegt aan te sluiten bij de nieuwe te vormen Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Het is nog onduidelijk hoe deze ontwikkelingen voor Schiedam gaan uitpakken. Kraken en Leegstand In juni 2010 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel Kraken en Leegstand (de ‘antikraakwet’) aangenomen. De wet heeft tot doel om zowel kraken als leegstand terug te dringen. In Nederland was kraken tot nu toe onder bepaalde omstandigheden niet bij wet verboden. Naast het strafbaar stellen van kraken, krijgen gemeenten met de wet middelen om de leegstand aan te pakken. Zo krijgen gemeenten de kans een leegstandsverordening vast te stellen, waarmee actief leegstandsbeheer mogelijk wordt. Ook krijgen ze de mogelijkheid om langdurig leegstaande panden makkelijker te gebruiken dan tot nu toe mogelijk was. Gemeenten worden in de wet echter niet verplicht om de voorgestelde instrumenten in te zetten. Ze behouden dus zelf de autonomie om de instrumenten wel of niet te gebruiken om leegstand terug te dringen. 2.2 Regionale ontwikkelingen Luchtkwaliteit Om de luchtkwaliteit te verbeteren, werkt de gemeente Schiedam samen met de stadsregio. Het regionale Actieplan Luchtkwaliteit vormt de basis voor het gemeentelijke Actieplan Luchtkwaliteit. Duurzame woonomgeving In de stadsregio zijn afspraken gemaakt om in 2025 40% CO2-reductie ten opzichte van het percentage uit 1990 te behalen (afspraak Kyoto-protocol). Dit is de landelijke doelstelling, vermeerderd met een kwart (vanwege voordelen van regionale samenwerking). Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 De Verstedelijkingsafspraken 2010-2020 voor de regio Rotterdam staan in het teken van een gezonde woningmarkt. Dat is een woningmarkt waarin vraag en aanbod met elkaar in evenwicht zijn en waarin iedere woningzoekende voldoende
keuzemogelijkheden heeft binnen de regiogrenzen. Op dit moment is dat onvoldoende het geval. Voor een deel is dat te wijten aan de economische crisis. Die heeft kopers, bouwers én financiers van woningen dusdanig voorzichtig gemaakt, dat de productie van nieuwbouwwoningen sterk is teruggevallen. Al jaren verhuizen er meer regiobewoners naar andere delen van Nederland, dan omgekeerd. Te veel mensen verlaten de regio omdat ze om welke reden dan ook buiten de regio een geschiktere woning vinden. Dat zijn vooral sociaaleconomisch draagkrachtige gezinnen: de middenklasse en hoger. Afstemming over inhoud en proces vindt plaats tussen de gemeenten, de stadsregio Rotterdam en koepelorganisaties van professionele bouwers: de Maaskoepel namens de woningcorporaties en Bouwend Nederland, de Neprom en de NVB namens de bouwondernemers. De stadsregio spreekt met iedere gemeente een lokale strategie voor de woningbouw af, gebaseerd op het regionale Verstedelijkingsscenario. De gemeenten maken met woningcorporaties prestatieafspraken over de ontwikkeling van het corporatiebezit. Daarnaast wordt bekeken in hoeverre een convenant of andersoortige overeenkomst met de koepel- en brancheorganisaties op regionaal niveau meerwaarde oplevert. Regionale woonruimteverdeling In 2010 zou binnen de stadsregio Rotterdam een nieuwe huisvestingsverordening in werking treden. Hierin worden de regionale regels voor onder meer woonruimteverdeling en urgentietoekenning vastgelegd. De stadsregio werkt hierbij nauw samen met gemeenten en woningcorporaties in de regio. De aanleiding voor een nieuwe huisvestingsverordening was de nieuwe Huisvestingswet. Doel van de wet is het bevorderen van een evenwichtige en rechtvaardige verdeling van schaarse woonruimte. De staatssteunregeling en de nieuwe huisvestingswet zijn echter beide controversieel verklaard. De aanpassing van de regionale huisvestingsverordening is uitgesteld tot meer zekerheid bestaat over de precieze inhoud en doorwerking van de staatssteunregeling. Arbeidsmigranten In 2010 is een plan van aanpak vastgesteld, bedoeld om huisvesting van tijdelijke arbeidsmigranten in de stadsregio Rotterdam te coördineren. Op basis hiervan is het aantal arbeidsmigranten binnen de stadsregio in beeld gebracht en is een bestemmingsanalyse uitgevoerd waarmee potentiële huisvestingslocaties in beeld zijn gebracht.
ProgrammaREKENing
131
In 2012 wordt verder gewerkt aan de uitvoering van het plan van aanpak. Regionale Geschillencommissie De stadsregio heeft besloten om geschillen en bezwaren publiekrechtelijk aan te pakken via de regionale huisvestingsverordening. In 2011 is de nieuwe commissie in werking getreden. 2.3 Lokale ontwikkelingen Woonbeleid • Woonbeleid – Het woonbeleid was tot 2010 vastgelegd in de Beleidsnota Wonen (‘Contouren voor Aantrekkelijk Wonen in Schiedam’; vastgesteld in mei 2003). In 2008 is deze beleidsnota herijkt in het Volkshuisvestingplan 20082010 (vastgesteld april 2008). Eind 2010 is gestart met de evaluatie van het volkshuisvestingsbeleid en herijking van het woonbeleid. In 2012 is het nieuwe woonbeleid ter besluitvorming aangeboden. • Kamerverhuurbeleid – Eind 2010 is een aanscherping van het kamerverhuurbeleid aan de raad ter besluitvorming aangeboden. De criteria voor het verkrijgen van een onttrekkingvergunning zijn aangescherpt. Deze maatregel was ingesteld in het kader van het project Overbewoning en beoogt de overlast van kamerverhuur aan met name tijdelijke arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa terug te dringen. Met het ingevoerde kamerverhuurbeleid kunnen we illegale kamerverhuur bestrijden en legale kamerverhuur over de stad spreiden. Hiermee voorkomen we concentraties en overbewoning. Kamerbewoning voor inwonende studenten blijft mogelijk binnen het kamerverhuurbeleid. We zorgen voor naleving van de regels van arbeidsmigranten door verdubbeling van de handhavingcapaciteit vanaf 2012 • Flankerend beleid – In 2008 is een extra inzet vastgesteld voor de periode 2009 tot en met 2011, bedoeld voor de intensivering van de handhaving, juridische ondersteuning en evaluatie medio 2009 en voor de uitvoering van flankerend beleid. Tot het flankerend beleid worden extra welzijnsaspecten en alternatieve huisvesting voor de arbeidsmigranten gerekend. De evaluatie wordt in de tweede helft van 2010 aangeboden. Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing tot en met 2009 Eind 2009 is het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) voor de periode 2005 tot en met 2009 afgesloten. Uit de monitor ISV-2 bleek dat bijna alle projecten en programma’s tijdig waren gestart en voor het grootste deel waren afgerond.
132
Na de accountantscontrole bleek voor ISV-2 een goedkeurende verklaring te kunnen worden gegeven, met uitzondering van geluid en de investeringen in de vierkante meters openbare ruimte. De verwachting is dat de minister voor de ISV-periode 2010 tot en met 2014 ten aanzien van beide projecten nadere voorwaarden gaat opleggen. Woningbouw en economische crisis De nieuwbouwprogramma’s in Schiedam en de stadsregio ondervinden ernstige vertraging door de economische crisis en het sterk afgenomen consumentenvertrouwen. De gemeente ziet het als haar taak de regierol op te pakken en via overleg met marktpartijen en implementatiemaatregelen de woningmarkt te stimuleren. In het komende jaar worden voor zover mogelijk de genomen initiatieven voortgezet. • Platform Wonen – De gemeente zoekt afstemming met marktpartijen, onder meer in het Platform Wonen met als doel effectieve maatregelen te treffen om de bouwproductie op gang te helpen. De daarmee samenhangende afstemming met de aanpak in de stadsregio Rotterdam wordt voortgezet. • Landelijke stimuleringsregeling – Het college heeft via de stimuleringsregeling woningbouw extra middelen van het ministerie VROM/WWI gekregen voor specifieke woningbouwprogramma’s die in 2010 zijn gestart. De oplevering van deze woningen worden dit jaar en voor een deel in 2012 verwacht. Hiermee komt een eind aan deze stimuleringsmaatregel van het Rijk. • Koopstarters – Vanwege de toegenomen vraag naar startersleningen is het VROM-budget in 2010 uitgeput en komt de VROM-bijdrage aan de starterslening te vervallen. • Tijdelijke verhuur – Het vergunningstelsel voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet voor eigenaren die hun eerste woning niet kunnen verkopen, wordt voortgezet. Particuliere woningverbetering in de wijken Oost, Zuid, West en Centrum In drie fases zijn 5.760 woningen in de wijken Oost, Zuid, West en Centrum actief betrokken bij het project Particuliere Woningverbetering (PWVB). De prestatie-indicatoren in de programmabegroting zijn de verwachte aantallen herstelde woningen in de corresponderende jaren. Het project loopt door tot en met 2014. Fase 1 van de PWVB werd grotendeels gefinancierd met geoormerkte ISV-gelden. Vervolgens zijn er gemeentelijke middelen beschikbaar gesteld.
Funderingsherstel Ook voor het funderingsherstel werd ISV-geld beschikbaar gemaakt. Met VROM is de prestatieafspraak gemaakt dat er in de periode tot en met 2009 750 funderingen worden hersteld. Het betreft een aanname uit 2001. In een later stadium bleek echter dat de funderingsproblematiek in Schiedam niet met paalrot te maken had (zoals in Zaandam en Haarlem), maar met gebrek aan draagkracht. Die wordt voornamelijk veroorzaakt door ‘negatieve kleef’: de zakkende slappe bodem trekt houten funderingspalen naar beneden. Om de funderingsproblemen in kaart te brengen moeten de zakkingen aan panden een aantal jaren gemeten worden: de monitoring. De funderingsproblematiek blijkt zeer weerbarstig; zettingprocessen verlopen traag. De werkelijkheid wijkt dan ook fors af van de aannamen waarop het prestatiecontract is gebaseerd. In de periode tot en met 2014 komen naar verwachting zeshonderd woningen in aanmerking voor funderingsherstel. Ook na 2014 is een projectmatige aanpak van funderingsherstel noodzakelijk en gewenst. Werk aan de Winkel In 2008 is het project Werk aan de Winkel gestart. Het project wil een bijdrage leveren aan een beter functionerende binnenstad. De actieve aanpak behelst de winkelstraten Hoogstraat en Broersveld. De accenten in de aanpak liggen op: verbetering van de uitstraling van panden, het wegwerken van achterstallig onderhoud, het aantrekken van ‘lifestyle ondernemers’ en het versterken van de woonfunctie van de binnenstad. Inmiddels is het project eind 2011 gestaakt in verband met de uitputting van beschikbare gelden. Monumenten De Beleidsnota Monumenten 2008-2012 is gericht op de zorg voor het behoud van waardevol architectonisch en cultuurhistorisch erfgoed, ter versterking van de identiteit en de kwaliteit van de Schiedamse leefomgeving. In de nota zijn diverse beleidsvoornemens geformuleerd om cultuurhistorische waarde te behouden en optimaal te benutten bij ruimtelijke ontwikkelingen. • Beleidsnota Beschermd Stadsgezicht – Voor (her)ontwikkelingslocaties binnen het rijksbeschermd stadsgezicht vormt cultuurhistorie een belangrijk programmatisch uitgangspunt om tot duurzame en binnen de historische structuur passende ruimtelijke oplossingen te komen. In het Uitvoeringsprogramma Monumenten 2008-2012 is dan ook opgenomen dat in samenwerking met andere beleidsvelden een (integrale) beleidsnota Beschermd Stadsgezicht
wordt opgesteld. • Monumenten en nieuwbouw – Voor de nieuwbouwlocaties in de binnenstad wordt hier met Cultuurhistorische Effectrapportages vanuit het beleidsveld Monumentenzorg een directe bijdrage aan geleverd. Inzet is om via historisch onderzoek aanknopingspunten en kaders te bieden voor nieuwe invullingen en ontwerpers te inspireren. Herbestemmingopgaven spelen hierbij een niet onbelangrijke rol. • Erfgoed wederopbouwperiode – In 2009 is een begin gemaakt met de inventarisatie en waardestelling van architectonisch en stedenbouwkundig erfgoed uit de wederopbouwperiode (1940-1965). De resultaten van deze studie zijn in 2011 gepresenteerd en afgerond. In 2012 worden op basis van dit onderzoek beleidsvoorstellen geformuleerd om bij toekomstige ontwikkelingen de gewaardeerde kwaliteiten te waarborgen en te benutten. • Gemeentelijke monumentenlijst – Het Uitvoeringsprogramma Monumenten 2008-2012 omvat een actualisatie en evaluatie van de gemeentelijke monumentenlijst. Deze actualisatie is in 2011 gestart en heeft als doel de gemeentelijke monumentenlijst met de panden van vóór 1940 af te ronden en de eerste objecten uit de wederopbouwperiode voor de lijst aan te wijzen. De actualisatie maakt het ook mogelijk om de redengevende omschrijvingen aan te scherpen en een goed en volledig fotobestand van de Schiedamse monumenten op te bouwen. • Technische staat gemeentelijke monumenten – In 2009/2010 is de technische staat van gemeentelijke monumenten in kaart gebracht. Met de uitkomsten heeft de gemeente inzicht in de verwachte restauratiekosten en de daarmee samenhangende subsidiebehoefte. Dit vormt tevens een basis voor een evaluatie van het subsidiebeleid. Klimaatbeleid De gemeenteraad heeft in november 2007 een motie aangenomen om het Cradle to Cradle-principe mee te nemen in het klimaatbeleid en onderzoek te doen naar de mogelijkheden om dit principe bij herstructurering van bedrijventerreinen toe te passen. Het Cradle to Cradle-principe richt zich op het realiseren van een totale hergebruikcyclus op alle terreinen. Hiervan is het klimaatbeleid er een. • Regionale klimaatagenda – In 2008 hebben de stadsregionale gemeenten afgesproken samen te werken bij het terugdringen van de uitstoot van kooldioxide in de regio. Hiervoor is de klimaatagenda opgesteld. Het plan van aanpak van deze klimaatagenda beschrijft projecten waarmee
ProgrammaREKENing
133
in stadsregionaal verband wordt samengewerkt. Deze projecten komen ook terug in het gemeentelijke klimaatbeleid. • Nota Klimaatbeleid 2009-2012 – De Nota Klimaatbeleid 2009-2012 is samen met een uitvoeringsprogramma op 9 juli vastgesteld in de raad. Voor de uitvoering van dit beleid is de extra inzet uit 2009 van twee maal € 100.000 gebruikt. Te denken valt aan: voortzetting van het Energieloket stadsregio Rotterdam (op 15 juni 2010 van start gegaan), energieonderzoek bij particuliere woningverbetering en energieonderzoek in verband met het energieneutraal maken van gemeentelijke gebouwen in 2015. Daarnaast wordt de extra inzet gebruikt voor projecten die als voorbeeld dienen voor het Cradle to Cradle-principe, zoals: een nieuw gebouw voor de scholengemeenschap Schravenlant, het revitaliseren van bedrijventerrein Nieuw-Mathenesse en het herontwikkelen van de oude ziekenhuislocatie. Daarmee wordt gebruik gemaakt van natuurlijke momenten om het principe te introduceren. Het doel is om binnen één tot twee jaar tot een andere werkstructuur te komen. Deze werkstructuur moet binnen vier jaar worden uitgebouwd naar een volledig zelfwerkende structuur. • Kooldioxidenulmeting – In 2008 is een kooldioxidenulmeting uitgevoerd. Aan de hand van de uitkomst worden voor de komende jaren de prestatie- en effectindicatoren bepaald. Dit gebeurt op basis van de doelen uit het Klimaatbeleidsplan 2009-2012. Door deze indicatoren jaarlijks te meten, kan de voortgang van de uitvoering van het klimaatbeleid worden weergegeven. • Klimaatbeleid en Milieubeleid – Het klimaatbeleid maakt deel uit van het Milieubeleidsplan 2009-2012 (zie programma Ruimtelijke Ontwikkeling). Op 9 juli 2009 zijn het Klimaatbeleid 2009-2012 en het Milieubeleid 20092012 vastgesteld. Luchtkwaliteit In het Actieplan Luchtkwaliteit zijn onder meer de volgende activiteiten opgenomen: het versneld schoonmaken van het gemeentelijk wagenpark, het weren van vuile vrachtwagens uit de stad door milieuzonering, verkeersmaatregelen en het aanleggen van walstroomvoorzieningen. Voor de uitvoering van dit actieplan is in 2009 een extra inzet bepaald van € 90.000 dat, zo wordt verwacht, vooral aan de realisatie van walstroomvoorzieningen wordt besteed. Om elektrisch vervoer te stimuleren zijn in 2011 de eerste oplaadpalen voor elektrische voertuigen geplaatst.
134
Kadernota Handhaving en Handhavingsjaarverslag In het kader van de nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) die op 1 oktober 2010 in werking is getreden, wordt gewerkt aan een kadernota Handhaving. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welk kwaliteitsniveau de gemeente de komende jaren gaat handhaven op taken die onder de Wabo vallen. Onderdeel van de kadernota is een zogenoemde risicomatrix. Hiermee wordt het mogelijk om prioriteiten te stellen binnen de verschillende taakvelden en onderdelen van taakvelden die vallen onder de Wabo. In 2010 is een eerste Handhavingsjaarverslag 2009 gemaakt. Het is de bedoeling dit jaarlijks uit te brengen. 3. Relatie met overige programma’s CollegeWerkProgramma Het college geeft in zijn CollegeWerkProgramma 2010-2014 aan te investeren in de kwaliteit van de stad, waardoor Schiedam nog meer woonstad wordt voor iedereen. Dus voor zowel mensen met lage, midden, als hogere inkomens. Er wordt ingezet op een gedifferentieerd bouwprogramma waarbij ingespeeld wordt op de wensen van de woonconsumenten. Verder wil het college de herontwikkeling van kantoorpanden en het wonen boven winkels stimuleren ten gunste van de woonfunctie in de binnenstad. De succesvolle herstructurering- en renovatieprogramma’s en particuliere woningverbetering worden voortgezet. Het voorkomen en bestrijden van woonmisstanden is eveneens een doelstelling van het college. Daarnaast is een klimaatneutrale gemeente een belangrijk doel van beleid. Hierbij wordt ingezet op klimaatvriendelijke nieuwbouw en verduurzaming van de bestaande gebouwde omgeving, maar ook klimaatbestendige inrichting van de openbare ruimte en duurzaam ruimtegebruik. Het college wil duurzaamheid stimuleren, faciliteren en randvoorwaarden creëren. Schiedam kiest ervoor om bewust actie te ondernemen, omdat een gezond woon- en leefklimaat valt of staat bij goede milieukwaliteit. Sleutelwoord is duurzaam in de brede zin van het woord: voor maatschappij, leefomgeving en economie. De gemeente nodigt burgers en ondernemers uit tot milieubewust gedrag, ondersteunt activiteiten in dat kader en geeft zelf het goede voorbeeld. Zo krijgen de gevolgen voor het milieu een volwaardige positie in de afwegingen bij de besluitvorming. Ook een programma voor het verbeteren van de luchtkwaliteit en de geluidsbelasting zijn onderdeel van het collegewerkprogramma.
Paragraaf Stedenbeleid Het Stedenbeleid is de opvolger van het huidige Grotestedenbeleid. Van de drie pijlers – economie, fysiek (ISV) en sociaal – valt economie vanaf 2010 volledig weg. Verder wordt er flink bezuinigd op de fysieke pijler. De overgebleven pijler sociaal en het resterende deel van de pijler fysiek worden gedecentraliseerd. De pijler economie wordt als investeringsprogramma in Schiedam in het ISV opgenomen. De raad heeft voor het ISV een Meerjarenontwikkelingsprogramma 2010-2014 met een daaraan gekoppeld uitvoeringsprogramma goedgekeurd. Bijna de helft van de beschikbare ISV-middelen is ondergebracht in een aantal specifieke grondexploitaties.
Programma Veiligheid Herstructurering van de woningvoorraad kan weerslag hebben op de veiligheid en veiligheidsgevoelens. Daardoor hebben de veiligheidsaspecten in die herstructureringsgebieden aandacht nodig. Uiteraard is er een relatie met de wijkaanpak, die het college heeft ingezet en die navolging heeft gevonden bij het Rijk (door de inzet op krachtwijken). Daarnaast is de hoge inzet op een schone en goed onderhouden openbare ruimte belangrijk voor het programma Veiligheid. De relatie met de inzet van het interventieteam mag niet onvermeld blijven. Signalering en aanpak van overbewoning en hennepteelt door het interventieteam leveren een bijdrage aan een goed woonmilieu.
Programma Ruimtelijke Ontwikkeling Bij een integrale ontwikkeling van plannen worden aspecten als mobiliteit, milieu en wijkeconomie meegenomen. Deze werkwijze – naast meer beeldbepalende zaken als monumentenbeleid, belevingswaarde en veiligheid – draagt ertoe bij dat een aantrekkelijk woonmilieu wordt gecreëerd en in stand gehouden. Daardoor is er een sterke relatie tussen ruimtelijke ontwikkeling en de kwaliteit van het woonmilieu binnen Schiedam.
Programma Wijkontwikkeling Ingrepen in het woonmilieu hebben een grote impact op de wijk. Er is dan ook aandacht nodig voor de inpassing van maatregelen in de bestaande wijk, zodat ook de sociale doelstellingen van dergelijke fysieke ingrepen kunnen worden gerealiseerd. Het beschrijven van een huidig en gewenst woonmilieu per ontwikkelgebied is een welkome ontwikkeling. Het wordt afgestemd met de realisatie van levensloopvriendelijke wijken voor mensen die zorg nodig hebben, maar ook voor wie jong en gezond is.
Programma Sociale Infrastructuur Een aantrekkelijk woonmilieu heeft een directe relatie met het programma Sociale Infrastructuur. Het welzijn en welbevinden van de inwoners van Schiedam wordt immers voor een belangrijk deel bepaald door de directe woon- en leefomgeving. Vanuit de maatschappelijke ondersteuning is één van de ambities om alle inwoners zo lang mogelijk zelfstandig te laten functioneren. De realisatie van levensloopvriendelijke wijken voor mensen die zorg nodig hebben, maar ook voor wie jong en gezond is, levert hieraan een belangrijke bijdrage. De verbinding wonen, zorg en welzijn is hiermee direct in beeld. Een wooncarrière in eigen wijk en stad Programma Stadseconomie Herstructurering van de woningvoorraad, vooral het toevoegen van woningen in het duurdere segment, kan tot een koopkrachtiger bevolking leiden. Ook kan de gemeente daardoor hoger opgeleid personeel aantrekken en beter vasthouden. Dit verbetert de economische structuur en de vitaliteit van de stad.
4. Kaderstellende beleidsnota’s • Stadsvisie Schiedam 2030; • Meerjarenontwikkelingsprogramma 2010 t/m 2014; • Woonvisie 2030; • Volkshuisvestingsplan 2008-2010; • 1e module beleidsnota Wonen (‘Contouren voor aantrekkelijk wonen in Schiedam’); • 2e module Beleidsnota Wonen (‘Kansen voor Ouderen’), bestaande uit: evaluatienota Ouderenhuisvesting (14 mei 2002) en tweede evaluatienota Ouderenhuisvesting; • 3e module beleidsnota Wonen (beleidsplan Woonwagenzaken 2004 en verder); • Nota Ouderenhuisvesting; • Meerjaren prestatieafspraken gemeente Schiedam en Stichting Woonplus; • Jaarlijkse prestatieafspraken gemeente Schiedam en Stichting Woonplus 2009; • Uitvoeringsbesluit Kamerverhuur; • Milieubeleidsplan 2009-2012; • Klimaatbeleid 2009-2012; • Actieplan Luchtkwaliteit;
ProgrammaREKENing
135
• Afvalbeleid 2005-2009; • Beleidsnota Monumenten 2008-2012; en het hieraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma Monumenten 2008-2012; • Beleidsnota Archeologische Monumentenzorg gemeente Schiedam 2008-2011; • Aangepaste nota Architectuur en Welstand 2004; • Beleidsregels subsidieverstrekking Aanpak Verbetering Vastgoed Winkelstraten in de Binnenstad van Schiedam; • Programma van Eisen voor Verbetering Woningvoorraad gemeente Schiedam 2002; • Beleidsregels Particuliere Woningverbetering 2007; • Verordening Particuliere Woningverbetering 2004; • Bouwbeleid 2006; • Handhavingsbeleid 2006. 5. Beleidsonderdeel Wonen Doelstelling 1: het mogelijk maken van een wooncarrière voor Schiedammers door het realiseren van een gevarieerde, evenwichtige en kwalitatief hoogwaardige woningvoorraad Hiertoe worden de volgende activiteiten ondernomen: • Uitvoeren Volkshuisvestingsplan 2008-2010. • Stimuleren toename van het eigenwoningbezit. • Extra aandacht voor eengezinswoningen in zowel bereikbare huur- als koopwoningen (CWP). • Uitbreiding van het aantal woonzorgarrangementen (aanleunwoningen) en woongroepen voor ouderen (CWP). • Uitbreiding van het aantal toegankelijke woningen voor ouderen (CWP). • Uitbreiding van het aantal duurdere woningen. • Realiseren van goede tijdelijke huisvesting. • De uitbreiding van de wooncarrière in Schiedam is onderdeel van de meerjaren- prestatieafspraken met Woonplus Schiedam. • Herprogrammering woningbouwplanning. • Uitvoeren uitvoeringsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing. • Transformeren woningmarkt in het kader van het Grotestedenbeleid (GSB) en het ISV via de uitvoering van de herstructeringsopgave in Groenoord, Nieuwland en Toernooiveld (voormalige Slachthuisbuurt) (sloop/nieuwbouw, verbeteren, samenvoegen en opplussen van woningen, CWP). • Monitoren, evalueren en bijstellen lopend woonbeleid (CWP). • Organiseren Platform Wonen. • Organiseren Informatiemarkt 55+ en Wonen. • Uitvoeren startersleningen (CWP).
136
• Verstrekken van vergunningen voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet aan eigenaren die hun eerste woning niet kunnen verkopen. • Plannen en programmeren woningbouwprojecten. • Uitvoeren woonwagenbeleid. • Uitvoeren Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW, CWP). Doelstelling 2: Stimuleren van de teruglopende markt van nieuwbouwwoningen Hiervoor worden de volgende activiteiten ondernomen: • Aanjagen van geprioriteerde woningbouwprogramma’s. • Regie op samenwerking met gevestigde en nieuwe partners. Doelstelling 3: Herontwikkelen van bestaande woonlocaties Hiertoe worden de volgende activiteiten ondernomen: • Het maken van een afweging om woningen te slopen dan wel te renoveren op hoog niveau. • Bij herontwikkeling ligt nadruk op woningdifferentiatie en levensloopvriendelijke wijken. • Waar mogelijk, wordt rekening gehouden met combinaties van wonen, werken en recreëren. • Met Woonplus worden als onderdeel van de meerjarenprestatieafspraken concrete afspraken gemaakt over de ontwikkellocaties en over de aanpak op die locaties. Doelstelling 4: Herstructurering van de naoorlogse woningvoorraad krachtig voortzetten Hiertoe worden de volgende activiteiten ondernomen: • Het maken van een afweging om woningen te slopen dan wel te renoveren op hoog niveau. • Bij herontwikkeling ligt nadruk op woningdifferentiatie en levensloopvriendelijke wijken. • Waar mogelijk wordt rekening gehouden met combinaties van wonen, werken en recreëren. • Met Woonplus worden als onderdeel van de meerjarenprestatieafspraken concrete afspraken gemaakt. Doelstelling 5: Verbeteren isolatie van woningen inzake geluid en energie Hiervoor worden de volgende activiteiten ondernomen: • Aanpak geluidisolatie van woningen op de zogenoemde Alijst. • Het verbeteren van de energieprestatie van woningen, onder meer door aan te haken bij de klimaatagenda van de stadsregio Rotterdam.
• Geluid en energieprestaties waar mogelijk in samenhang met de aanpak van particuliere woningverbetering. • Over geluid en energie concrete afspraken maken met Woonplus Schiedam in de meerjaren prestatieafspraken. Doelstelling 6: preventie en aanpak van dichtgetimmerde panden Hiervoor worden de volgende activiteiten ondernomen: • De planontwikkeling rond dichtgetimmerde panden moet worden vlotgetrokken. • Voorafgaand aan sloop, gevolgd door nieuwbouw van dichtgetimmerde panden, moet vooraf helderheid zijn over de uitgangspunten over de gewenste ontwikkeling en plancoördinatie. Doelstelling 7: sturen en bewaken van het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) De gemeente gaat hiervoor het volgende doen: • Sturen en bewaken van het Uitvoeringsprogramma Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing 2010 t/m 2014. • Maken van verstedelijkingsafspraken 2010-2020 met de stadsregio Rotterdam. Doelstelling 8: een rechtvaardige en evenwichtige woonruimteverdeling (CWP) De gemeente heeft hiervoor de volgende activiteiten gepland: • Voeren van regie over de uitvoering van de regionale woonruimteverdeling. De regionale woonruimteverdeling is vastgelegd in de Huisvestingsverordening Stadsregio Rotterdam 2006 en de daarbij behorende overeenkomst Woonruimteverdeling Stadsregio Rotterdam 2006. Omdat de wijziging van de Huisvestingswet controversieel is verklaard, is de invoering van een nieuwe regionale Huisvestingsverordening uitgesteld. • Monitoren, evalueren en bijstellen van het woonruimteverdelingbeleid. Gemonitord wordt de slaagkans van de verschillende doelgroepen zoals: starters, doorstromers, ouderen, Bbsh-doelgroep en grote huishoudens. Voor zover mogelijk gebeurt de bijsturing via lokaal maatwerk. Doelstelling 9: een verbeterd bestand van particuliere woningen (casco en fundering); woningen in de binnenstad verbeteren; het wonen boven winkels bevorderen (onderdeel van het project Werk aan de Winkel) De acties zijn als volgt: • Particuliere woningverbetering afmaken in de wijken West, Oost Zuid en Centrum. Eigenaren krijgen hulp en
advies, onder meer in de vorm van een bouwkundig onderhoudsrapport. Daarnaast kunnen ze een goedkope lening krijgen voor woningverbetering. De aanpak loopt door tot en met 2014. De derde en laatste fase is eind 2008 van start gegaan. • De aanpak van ‘rotte kiezen’, opgezet in de gebieden van de particuliere woningverbetering, wordt gecontinueerd. Eigenaren worden op basis van de Woningwet aangeschreven op noodzakelijke wettelijk onderhoud aan de eigen woning. • In de derde fase particuliere woningverbetering wordt energiebesparing gestimuleerd door eigenaren een gericht energiebesparingadvies te leveren. Maatregelen kunnen worden meegefinancierd in de goedkope lening voor woningverbetering. • De eerste fase, daar waar geen funderingsproblemen zitten, afbouwen in 2010. Na het afbouwen is aandacht noodzakelijk om VVE’s actief te houden en te krijgen: om te voorkomen dat onderhoud opnieuw achterwege blijft. • Het is de bedoeling tijdens het afbouwen van de projectmatige aanpak woningverbetering in de komende jaren naar een Servicepunt Duurzame Woningverbetering toe te werken, dat zich op de particuliere voorraad richt. Dit Servicepunt moet de volgende diensten leveren: eerste hulp voor VVE’s, stimuleren van energiebesparing, projectmatige aanpak van funderingsherstel en ingrijpen bij nieuwe zwamproblemen. Doelstelling 10: integrale handhaving in de gebouwde omgeving (CWP) Hiervoor zijn de volgende acties gepland: • Uitvoering Bouwbeleid en integraal handhavingsbeleid. Eigenaren en/of ontwikkelaars worden aangeschreven op naleving van de Woningwet, het Bouwbesluit en/of de Bouwverordening, en de regionale Huisvestingsverordening. • Als dit eerste geen succes oplevert, wordt een dwangsom opgelegd. Alternatieven zijn: bestuurlijke boete, bestuursdwang, stillegging van het bouwen of slopen, of verzegeling van een gebouw. • Uitvoering geven aan het Uitvoeringsbesluit Kamerverhuur.
ProgrammaREKENing
137
Tabel Effect- en prestatie-indicatoren beleidsonderdeel Wonen Omschrijving
bron
Voorraadontwikkeling (A_B):
2010 Nulmeting
2011
2012
2013
2014
35.519
35.612
35.699
-
-
A. Toevoegingen:
1. Aantal woningen nieuwbouw
Verstedelijkingsafspraken
100
100
150
175
200
2. Aantal nieuwbouwwoningen sociale huur
Prestatieafspraken
0
0
29
36
34
3. Hoogniveau renovatie *
Prestatieafspraken
40
70
27
-
-
1. Sloop voor nieuwbouw
Verstedelijkingsafspraken
70
50
50
70
-
2. Onttrekkingen a.g.v. hoogniveaurenovatie**
Prestatieafspraken
90
27
40
40
40
CWP
47,8%
48,2%
48,7%
49,3%
50,0%
B. Onttrekkingen
Ontwikkeling wooncarrière: 1. Toename eigenwoningbezit 2. Toevoegen eengezinswoningen
CWP
30,4%
30,5%
30,6%
30,7%
30,8%
3. Verkoop aantal sociale huurwoningen
Prestatieafspraken
36
40
50
60
70
4. Toevoeging starterswoningen***
CWP
32
0
50
50
-
5. Toevoegen aanleunwoningen
CWP
-
-
-
-
-
30
30
40
40
50
0
0
5
10
15
40
40
40
40
6. Verbeteren toe- en doorgankelijkheid
Volkshuisvestingsplan II
7. Toevoegen meergeneratiewoningen/ Woongroepen
CWP
Isolatie van woningen: 1. Afmelden woningen A-lijst (geluidsanering)
MOP 3
2. Verbeteren energieprestaties EPC
Klimaatbeleid t/m 2012
0,8
0,6
0,6
-
-
Aantal te herstellen woningen
SO
240
240
240
240
240
Aantal te herstellen funderingen (per jaar)
SO
44
44
44
44
44
Aantal herstelde panden ‘Werk aan de Winkel’, per jaar
SO
35
35
35
35
35
Aantal woningklachten
SO
500
450
450
450
450
Aantal verleende splitsings-vergunningen
SO
30
30
30
30
30
Aantal aangevraagde onttrekkingsvergunningen
SO
15
15
15
15
15
* Hoogniveaurenovatie is inclusief andere vormen van toevoegingen anderszins. ** Onttrekkingen op zowel de sociale als de particuliere voorraad. *** Starterswoning is een woning die bereikbaar is voor starters op de koopwoningmarkt met een maximale koopprijs van € 200.000.
6. Beleidsonderdeel Monumenten Doelstelling 1: Een nauwere relatie tussen monumentenbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid bewerkstelligen, zodat cultuurhistorie kan worden benut om de identiteit en de aanwezige kwaliteiten van de leefomgeving te versterken, in het bijzonder de historische binnenstad en de kern van Kethel Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten:
138
• Actieve programmatische bijdrage vanuit de vakgroep monumenten bij ruimtelijke opgaven in historische binnenstad en omliggende wijken, onder meer door het opstellen van Cultuurhistorische Effectrapportages. • De deelname aan projectteams. • De ontwikkeling van beleid op basis van de resultaten van het in 2010 afgeronde onderzoek naar de stedenbouw uit de Wederopbouwperiode (1940-1965).
Doelstelling 2: Een accurate, geactualiseerde en afgeronde gemeentelijke monumentenlijst Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten: • Op basis van de resultaten van het in 2010 afgeronde onderzoek naar de architectuur uit de Wederopbouwperiode (1940-1965) wordt een aanwijzing tot gemeentelijk monument voorbereid: van die panden die volgens het onderzoek daarvoor in aanmerking komen. • Volledige inventarisatie van de bestaande gemeentelijke monumenten en potentiële monumenten van vóór 1940 en actualisatie van de lijst. Doelstelling 3: Een gerestaureerd monumentenbestand dat duurzaam en goed wordt onderhouden Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten: • Op basis van een in 2009/2010 uitgevoerd onderzoek naar de technische staat van de gemeentelijke monumenten (behoefteraming) wordt beleid ontwikkeld om eigenaren te stimuleren tot restauratie en onderhoud. • Voor rijksmonumenten in gemeentelijke eigendom worden in 2010/2011 meerjarenonderhoudsplannen opgesteld, mede om onderhoudssubsidie op basis van de Brim-regeling te kunnen aanvragen. • Evaluatie Schiedams Restauratiefonds. Doelstelling 4: Passende herbestemming en herontwikkeling voor leegstaande of leegkomende monumenten Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten: • Proactieve bijdrage vanuit het werkveld monumenten bij opgaven van herbestemming van monumentale gebouwen door inbreng van: expertise, procesbegeleiding, voorlichting. Doelstelling 5: Heldere communicatie met en begeleiding van eigenaren van monumenten Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten: • In 2011 is een beoordelingskader voor wijzigingen aan monumenten vastgesteld, gericht op transparantie en controleerbaarheid van de toetsing van aanvragen. • In 2012 worden uitvoeringsvoorschriften voor monumenten opgesteld. • Aanscherpen van de redengevende omschrijvingen bij actualisatie en herziening van de gemeentelijke monumentenlijst in 2012.
• Inzet van de gemeentelijke website om eigenaren te informeren. Doelstelling 6: Kennis over Schiedamse monumenten binnen een breed publiek Om dit te bereiken, onderneemt de gemeente de volgende activiteiten: • Participatie in (de organisatie van) Open Monumentendagen. • Organiseren van lezingen en/of tentoonstellingen. 7. Beleidsonderdeel Milieu Doelstelling 1: Bij nieuwbouw en renovatie van gemeentelijke gebouwen staan de principes klimaatneutraal en duurzaam centraal (CWP) De gemeente onderneemt hiervoor de volgende actie: • In 2015 moeten alle gemeentelijke gebouwen in principe klimaatneutraal zijn. Hierbij wordt het cradle to cradleprincipe zo goed mogelijk gevolgd. Doelstelling 2: Verhuren gemeentelijke daken voor de plaatsing van zonnecollectoren (CWP) De gemeente onderneemt hiervoor de volgende actie: • Uitvoeren en afronden van een onderzoek in 2011/2012; eventueel uitvoering in 2012. Doelstelling 3: Ondernemers extra stimuleren maatregelen te nemen op het gebied van duurzaam en klimaatneutraal ondernemen (CWP) De gemeente onderneemt hiervoor de volgende acties: • In 2011 wordt een onderzoek uitgevoerd naar de meest geschikte aanpak hiervoor. • Uitwerking mobiliteitsmanagement in 2011. Doelstelling 4: Verwerving van het predicaat Millenniumgemeente (CWP) • In 2012 wordt bekeken hoe de gemeente invulling wil geven aan dit predicaat. De focus komt te liggen op milieudoelstellingen, inclusief fair trade.
ProgrammaREKENing
139
Doelstelling 5: Voortbouwen op het Milieubeleidsplan 2009-2013 met dien verstande dat de gemeente zich nadrukkelijker gaat profileren op het gebied van milieu, duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Hiervoor worden meetpunten opgesteld waarmee wordt beoordeeld of er voldoende voortgang is (CWP). De gemeente onderneemt hiervoor de volgende acties: • Opstellen Visie Externe Veiligheid in 2011, zodat dit onderwerp structureel aandacht krijgt in de ruimtelijke planvorming. • Opstellen Toekomstvisie van het NME-centrum in 2012. • Opstellen van een Milieucommunicatieplan in 2012. • Continueren Geluidbeleid. • In de periode 2010-2014 worden vanuit het Luchtbeleid walstroomvoorzieningen voor schepen en oplaadpunten voor elektrische voertuigen aangelegd. Daarnaast worden nieuwe gevoelige bestemmingen, zoals scholen, niet in de buurt van snelwegen gevestigd. • In 2014 zijn milieu en duurzaamheid zonder uitzondering vanaf het begin van de ruimtelijke planvorming betrokken, zodat ze optimaal kunnen bijdragen aan de kwaliteit van ruimtelijke ontwikkelingen.
Doelstelling 6: Stimuleren van klimaatvriendelijke maatregelen als bijdrage aan de Co2- reductie (CWP) De gemeente onderneemt hiertoe de volgende acties: • Opstellen beleid Duurzaam Bouwen plus, waarbij het cradle to cradle-principe wordt meegenomen. • Opstellen beleid Duurzaam Slopen. • Updaten nulmeting Kooldioxidemonitor. • In het verband van de stadsregionale agenda wordt ook gewerkt aan: • Regionaal energieconvenant huursector; • Energieloket Stadsregio Rotterdam; • Energieprestatie-eisen handhaven en aanscherpen nieuwbouw; • Stimuleren energiemaatregelen bij bedrijven; • Energieprestatie criterium gronduitgifte nieuwe bedrijven; • Initiatieven voor bio-energie ondersteunen; • Verduurzaming openbare verlichting. Doelstelling 7: Samen met de markt het gebruik van elektrische auto’s stimuleren (CWP) De gemeente onderneemt hiertoe de volgende actie: • In stadsregionaal verband wordt een project opgezet om tot een netwerk te komen voor oplaadpunten. Vanaf 2011 kunnen burgers van deze oplaadpunten gebruikmaken.
8. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
Lasten
-32.608
-40.773
-37.416
-35.454
5.319
Baten
19.222
22.172
18.069
21.482
-690
-13.386
-18.601
-19.348
-13.972
4.629
0
-627
-6.466
-7.282
-6.655
Resultaat voor bestemming Toevoeging aan reserves Onttrekking aan reserves
835
6.623
14.021
11.879
5.256
Saldo reservemutaties
835
5.996
7.555
4.597
-1.399
-12.551
-12.604
-11.793
-9.374
3.230
Resultaat na bestemming
140
9. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Woonmilieu Baten Product Bouw- en woningtoezicht In het tweede halfjaar van 2011 zijn de inkomsten bouwleges door 3 grote projecten fors gestegen. Over het algemeen is sprake van slechtere economische omstandigheden en is er minder bedrijvigheid in de bouwsector. waardoor de opbrengsten leges in 2011 behoudend zijn begroot. Product Wet Bodembescherming De overschrijding op het onderdeel Bodembescherming wordt veroorzaakt doordat € 357.270 begroot is onder Het meerjarig budget Wet Bodembescherming. Echter deze post staat als vooruitontvangen inkomst op de balans van de gemeente t.b.v. toekomstige bodemsaneringen c.q. onderzoeken. Hierop zijn de gemaakte kosten in 2011 in het kader van de Wet Bodem bescherming in mindering gebracht. LASTEN Product Natuur- en groenbeheer Betreft niet uitgegeven ISV- project westzone Beatrixpark. Dit project wordt betrokken bij de budgetoverheveling 20112012. Het tekort bestaat: € 155.329 nadelig, betreft gemaakte schades 2011. Dit zijn onvoorziene lasten welke begroot zijn als P.M. post. Onderverdeeld in: €.103.700 Kosten Iepenziekte, € 26.632 Ziekten en plagen Luisbestrijding € 24.997 Bestrijding Berenklauw. Daarnaast is € 208.605 meer doorbelast van de kostenplaats afdeling Beheer Openbare Ruimte. € 52.051 voordelig, project (openbaar groen extra inzet) is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP. € 70.190 voordelig, betreft bijdrage van firma Nolet t.b.v. onderhoud Volkspark. Dit project wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. In 2011 zijn diverse ISV- projecten natuur en groen beheer niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken. Product Milieu Aangezien de door het Rijk beschikbaar gestelde ISV-gelden vanaf 2010 niet meer als specifieke uitkering worden beschouwd, maar als decentralisatie-uitkering onderdeel uitmaken van de algemene uitkering kunnen de resterende budgetten niet meer als vooruitontvangen inkomst op de balans worden verantwoord. Voor de jaarcijfers betekent dit dat alle resterende ISV-budgetten als budgetoverheveling moeten worden aangemerkt. (Bodemsanering(€ 1,290) en Actieplan Luchtkwaliteit (€ 82)). Product Afvalbeheer Lagere lasten afvalinzameling. Product Afvalstoffenheffing Baten: Er is voor € 35.000 aan opbrengst over 2009 en 2010 ontvangen. Verder is het bedrag aan verminderingen gedaald doordat met ingang van 2011 voor de tarieftoepassing (één- of meerpersoonshuishouden) wordt uitgegaan van de situatie op 1 januari. Product Riolering Betreft baten van het hoogheemraadschap van Delfland inzake door de gemeente Schiedam gemaakte exploitatiekosten in 2010 o.a. voor het gemaal Bijdorp en de aanleg van IBA’s (Individuele Behandeling Afvalwater) in buitengebieden. Betreft baten van het Hoogheemraadschap van Delfland inzake door de gemeente Schiedam gemaakte exploitatiekosten in 2011 o.a. voor het gemaal Bijdorp. Deze baten worden gestort in de reserve Riolering op basis van werkelijke inkomsten, derhalve geen invloed op het resultaat. Betreft een bijdrage aan het Hoogheemraadschap van Delfland inzake het afvalwaterakkoord OAS (Optimalisatie Afvalwatersysteem) De Groote Lucht. Deze lasten worden onttrokken aan de reserve Riolering op basis van werkelijke uitgaven, derhalve geen invloed op het resultaat. Betreft ISV Waterproject budgetoverheveling naar 2012. Project loopt over meerdere jaren.
317
-335
350 -355
52 70 714
1.372
160 59
148 140
-233
150
ProgrammaREKENing
141
Bedrag x € 1.000 LASTEN (vervolg) Product Bouw- en woningtoezicht Doordat er minder uitvoeringen van werken van gemeentewege plaats vinden en er meer gewerkt wordt met het instrument dwangsom zijn de doorberekende kosten in 2011 lager. In de lasten is een ontvangst verwerkt van € 110.000. Deze was begrotingstechnisch opgenomen als baat. Een bedrag van € 110.000 inzake koppelen van pakketten WABO en digitaliseren van bouwtekeningen wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. In 2011 zijn diverse ISV- projecten bouw en woningtoezicht niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken. Product Stadsvernieuwing De investeringen door particulieren komen trager op gang dan destijds geprognosticeerd. De derde fase met een aanpak van 2000 eenheden is eind 2008 van start gegaan. Daarnaast is de aanpak van funderingsproblemen een zeer weerbarstig proces dat maar zeer traag op gang komt. Al met al worden de kosten naar achteren verschoven. Het project Werk aan de Winkel is een belangrijk onderdeel van de totaalaanpak van de binnenstad. Middels subsidies kunnen eigenaren het achterstallig onderhoud aan panden aanpakken en gevels en winkelpuien opknappen op een wijze die recht doet aan het historische karakter van de binnenstad. De projekt- en proceskosten “werk a/d winkel worden gefinancierd uit de reserve vastgoed Binnenstad. Voor een periode van 4 jaar (2008-2011) is via de reserve vastgoed Binnenstad € 1 miljoen. beschikbaar gesteld. Daarnaast is er in het kader van herbestemming van middelen € 0,8 miljoen voor dit project vrijgemaakt. In de derde financiële rapportage is de onttrekking aan de reserve bepaald. Product Volkshuisvesting Gezien de grote maatschappelijke belangen in Groenoord worden 23 appartementen in Midden A voor de duur van 10 geëxploiteerd als sociaal bereikbare huur in plaats van dure appartementen (Menuet 2) Na deze 10 jaar zet Woonplus de woningen als dure huurappartementen weer in de markt. Ter compensatie van het ontstaan van de onrendabele top in deze 10 jaar heeft de gemeente een eenmalige bijdrage van € 360.000 gearrangeerd richting Woonplus. Op de leningen verstrekt aan Woonplus heeft in 2009 en 2010 een aflossing plaats gevonden van respectievelijk € 7,8 miljoen en € 0,5 miljoen. Derhalve is er ultimo 2011 een lagere rente inkomst te constateren. Product Wet Bodembescherming De onderschrijding op het onderdeel Bodembescherming wordt veroorzaakt doordat € 114.055 verantwoord is onder Het meerjarig budget Wet Bodembescherming. Hiervoor was € 357.270 voor begroot. Het verschil, € 243.215, staat als vooruitontvangen inkomst op de balans van de gemeente t.b.v. toekomstige bodemsaneringen c.q. onderzoeken. Daarnaast is nog een onderschrijding ad € 74.000 te constateren op het reguliere budget bodem door vertraagde uitvoering. Hiertegenover staat nog een overschrijding ad € 178.000 op de apparaatskosten welke door een onttrekking aan de bestemmingsreserve DU Bodemsanering wordt gecompenseerd Product Milieu beheer Voor de uitvoering van gemeentelijk klimaatbeleid doet Schiedam een beroep op de decentrale uitkering Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). Volgens deze regeling heeft de gemeente recht op max. € 180.000 voor de jaren 2009-2011. Aangezien het budget nog niet in zijn geheel is besteed wordt voorgesteld om € 65.364 van het voordeel ad € 91.856 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken. Product Milieubeleid In het kader van de extra inzet 2011 is er voor de uitvoering van het Actieplan Luchtkwaliteit een prioriteit ingediend en gehonoreerd. Er is voor de komende 4 jaar (€ 50.000 per jaar) € 200.000 in de meerjarenbegroting 2011-2014 gereserveerd ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen als genoemd in het actieplan. In 2011 is hier € 41.000 van besteed. De resterende onderschrijding wordt veroorzaakt door de vertraging in de uitvoering van het milieubeleidsplan. Overige verschillen programma Woonmilieu: Totaal saldo programma Woonmilieu:
142
-52 144
619
853
331
302
-575
139
91
59
109 4.629
10. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2011 Lasten
Baten
Rekening 2010 Saldo
Lasten
Rekening 2011
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
6001 Natuur- en groenbeheer
-8.232
518
-7.714
-5.044
1.357
-3.687
-7.009
262
-6.747
6002 Milieu
-1.716
188
-1.528
-629
1.758
1.129
-344
188
-156
6003 Afvalbeheer
-9.060
64
-8.996
-9.110
745
-8.364
-8.900
60
-8.840
0
9.556
9.556
0
8.576
8.576
0
9.614
9.614
-5.738
7
-5.731
-6.673
-0
-6.674
-5.833
295
-5.538
0
6.637
6.637
0
5.937
5.937
0
6.655
6.655 -1.569
6004 Afvalheffingen 6005 Rioleringbeheer 6006 Riolering heffingen 6007 Bouw- en woningtoezicht
-2.814
851
-1.963
-3.067
910
-2.157
-2.573
1.004
6008 Stadsvernieuwing
-3.784
0
-3.785
-3.075
202
-2.873
-2.468
0
-2.468
6009 Volkshuisvesting
-5.708
3.896
-1.812
-6.153
-2.096
-8.249
-5.250
3.324
-1.926
6010 V olkshuisvesting ISV programma
-158
0
-159
-152
0
-152
-157
0
-157
6011 Geluidshinder
-161
0
-161
-193
141
-53
-117
0
-117
-3.003
456
-2.547
-3.028
537
-2.491
-2.464
81
-2.383
-397
0
-397
-290
0
-290
-338
0
-338
-40.773
22.172
-18.601
-37.416
18.069
-19.348
-35.454
21.482
-13.972
-627
6.623
5.996
-6.466
14.021
7.555
-7.282
11.879
4.597
-41.400
28.795
-12.604
-43.883
32.090
-11.793
-42.736
33.361
-9.374
6012 Milieubeheer 6013 Milieubeleid Resultaat voor bestemming 6999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
143
Financiën 1. Doelstelling Het doel van het programma Financiën is een solide en verantwoord meerjarig financieel beleid. Dit wil de gemeente
bereiken door een reële (meerjaren)begroting, die materieel in evenwicht is. Hiermee wordt bedoeld dat structurele lasten worden gedekt door structurele baten.
Programma Financiën
Speerpunten
Algemene doelstelling
Voeren van een solide en verantwoord meerjarig financieel beleid
• De meerjarige financiële positie materieel in evenwicht brengen; • Lastenontwikkeling voor burgers en bedrijven beheersen; • Meerjarige beheer- en onderhoudsplannen financieel in de begroting borgen; • Zorgen voor een investeringsruimte die passend is bij de ontwikkeling van de stad. Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Financiën en algemene dekkingsmiddelen
1. Realiseren van een reëel sluitende (meerjaren)-begroting; 2. Leveren van een extra inspanning om subsidies te verwerven; 3. Borgen van verworvenheden van het stedenbeleid en de wijkenaanpak; 4. Het op peil brengen van het weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s.
2. Context en achtergrond De gemeente financiert haar activiteiten met verschillende financiële middelen. We onderscheiden de algemene dekkingsmiddelen en de specifieke dekkingsmiddelen (bestemd voor een speciaal doel of een speciale taak). De verantwoording over de algemene dekkingsmiddelen vindt plaats binnen het programma Financiën. De specifieke dekkingsmiddelen worden verantwoord binnen de betreffende programma’s. De algemene dekkingsmiddelen zijn vrij besteedbaar. Ze komen voornamelijk uit de algemene uitkering uit het gemeentefonds, de gemeentelijke belastingen, de dividenden en de bespaarde rente.
144
2.1 Financiën en algemene dekkingsmiddelen Algemene uitkering uit het gemeentefonds Het belangrijkste algemene dekkingsmiddel is de uitkering die de gemeente ontvangt uit het gemeentefonds. Het ministerie van Binnenlandse Zaken informeert de gemeente hierover via periodieke circulaires. De besteding van deze uitkering is uiteindelijk aan de gemeente. De primaire begroting 2011 is gebaseerd op de gegevens uit de junicirculaire 2010. De begroting is tussentijds aangepast aan de septembercirculaire 2010 en de uitkomsten van de mei- en septembercirculaire 2011. In 2011 verscheen nog een decembercirculaire uit. De uitkomst van deze circulaire is niet verwerkt in de ramingen, maar wel in de verantwoording over de realisatie van het jaar 2011. De raad is bij raadsbrief over de effecten van de circulaire geïnformeerd. Verantwoording in geld:
Omschrijving
Grondslag de circulaire van
Algemene uitkering in bedrag x € 1 mln.
Betreft jaar
Basis
Decentralisatie- uitkering (DU’s)*
Totaal raming
Primitieve begroting
Juni 2010
83,8
13,9
97,7
2011
Definitieve raming
September 2011
84,4
14,8
99,2
2011
Realisatie:
December 2011
86,7
14,8
101,5
Waarvan:
100,3
Jaar 2011
1,2
Oude jaren
Te verdelen over:
*) inclusief de integratie-uitkering voor de Wet Maatschappelijke Ondersteuning van ruim € 7,9 miljoen.
Beleggingen/aandelen nutsbedrijven De gemeente ontvangt dividend van een aantal verbonden partijen. Concreet gaat het om de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), Evides, ONS en Eneco. Dividend wordt begroot op basis van de dividenden die in het verleden zijn ontvangen en de verwachtingen die de partijen eventueel afgeven. Verantwoord wordt het dividend dat over 2010 is ontvangen. Partij bedrag x € 1 miljoen
In 2011 ontving de gemeente € 1,5 miljoen extra dividend van de ONS. Conform eerdere besluitvorming over de begroting 2011, is dit bedrag als eerste extra dividend uit een geplande reeks van uitkeringen, ingezet voor het afboeken van boekwaarden. Het doel daarvan is de kapitaallasten structureel te verlagen.
Begroot 2011
Realisatie 2011
Verschil
0,7
0,7
-
Eneco ONS
3,0
3,0
-
BNG
0,7
0,7
-
Irado
0,3
0,3
-
Evides
0,5
0,7
0,2
Totaal
5,2
5,4
0,2
Toelichting Incl. extra dividend
Betreft interim dividend
In de paragraaf Verbonden partijen wordt dit nader uitgewerkt. Budget onvoorzien Het Besluit Begroten en Verantwoorden (BBV) geeft aan dat in de begroting een post voor onvoorziene uitgaven wordt opgenomen. Het betreft een begrotingspost – werkelijke lasten worden hierop niet verantwoord – die als dekking wordt ingezet voor onuitstelbare, onvoorziene en onontkoombare lasten.
Deze drie o’s vormen de beleidsregels van Schiedam voor de inzet van deze dekkingspost. De omvang ervan bedraagt € 900.000. Het Financieel Afwijkingenbeleid dat de raad in 2009 heeft vastgesteld, bepaalt dat het college bevoegd is om over de post onvoorzien te beschikken. Via de periodieke tussenrapportages legt het college verantwoording af over de aanwending van deze post.
ProgrammaREKENing
145
Overzicht van de aanwending van de post onvoorzien in 2011: Omschrijving Raming in de begroting
Bedrag 900.000
Af: De inzet waartoe is besloten voor:
146
Beeld Proosje Schiedam (amendement op de begroting)
20.000
Saneringskosten Oosterstraat, Oostsingel en Villastraat
145.000
Kosten WOB verzoeken / Integriteitsonderzoeken
150.000
Planschadevergoeding
43.000
Kosten restitutie ID-kaart n.a.v. uitspraak Hoge Raad
49.000
Onderzoekskosten raad
133.000
Restant raming
360.000
Financieringsfunctie: stelposten De begroting 2011 kent een financiële opgave van € 17,3 miljoen. Om de negatieve meerjarige financiële positie van Schiedam op te lossen is besloten een plan van aanpak op te stellen voor een analyse van de gemeentelijke taken. Deze Kerntakenanalyse (KTA) is langs vijf sporen uitgevoerd: 1. Analyse van gemeentelijke en niet-gemeentelijke taken; 2. Analyse van meerjarige inkomsten; 3. Gemeentelijk vastgoed en erfpacht; 4. Efficiënter werken binnen de wettelijke taken van Schiedam; 5. Analyse van de bestuurskracht. In afwachting van de uitwerking van de KTA en de besluitvorming door de raad, zijn de beoogde bezuinigingsbedragen van ruim € 3,8 miljoen voor spoor 1 en 4 opgenomen onder de noemer van stelposten in de primitieve begroting. Middels de eerste begrotingswijziging zijn de uitwerkingsvoorstellen van het college, voorgelegd aan de raad (VR103/2010) voor besluitvorming en vervolgens vertaald naar de betreffende programma’s en producten in de begroting. Het effect van de KTA-uitwerkingen bedraagt ruim € 4,1 miljoen. De ontwikkelingen binnen de KTA worden zichtbaar gemaakt in de KTA een monitor die hiervoor gemaakt is en aan de raad is gepresenteerd. In de tussentijdse rapportages is de monitor gebruikt om over de voortgang van de KTA-uitwerkingen te rapporteren.
daarmee dus externe rentekosten bespaart (bespaarde rente). Deze rente wordt gebruikt als dekkingsmiddel. In Schiedam wordt deze rente bijna geheel ingezet als dekking voor de begroting. In één geval wordt de rente toegevoegd aan de reserve Kapitaaluitgaven. De grondslag voor de berekening is de stand van de reserves en voorzieningen op 1 januari van het begrotingsjaar. Voor de primitieve begroting gebeurt de berekening op basis van de geraamde stand van de reserves en voorzieningen. De herberekening gebeurt op basis van de uitkomst van de jaarrekening 2010 (stand 1 januari 2011). Dit is gebeurd in de eerste financiële rapportage over 2011. In totaal is € 6,7 miljoen als dekking ingezet en € 284.000 rente toegevoegd aan de reserve Kapitaaluitgaven. Dit is overeenkomstig het beleid.
Overige dekkingsmiddelen: bespaarde rente Het BBV staat toe dat de reserves en voorzieningen van de gemeente, naast dekkingsmiddel, ook als financieringsmiddel worden gezien. Daardoor zijn de reserves en voorzieningen een legitiem onderdeel van de gemeentelijke financiering van lasten en investeringen. Dit leidt er toe dat de gemeente minder externe financieringsmiddelen hoeft aan te trekken en
2.2 Belastingen De gemeentewet biedt gemeenten de mogelijkheid een aantal voorgeschreven belastingen en heffingen te heffen. Schiedam maakt daarvan gebruik. Er zijn twee vormen van lokale heffingen: • Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is, zoals de onroerendezaakbelastingen, de hondenbelasting
Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering is erop gericht om binnen de gestelde kaders en regels te handelen. Daaraan is de term rechtmatigheid gekoppeld. De accountant toetst de bedrijfsvoering en geeft daarvoor een verklaring van rechtmatigheid af. De afgelopen jaren ontving de gemeente een goedkeurende verklaring. De paragraaf Bedrijfsvoering geeft aan welke inspanningen Schiedam heeft gepland en gerealiseerd met als doel een goedkeurende verklaring van rechtmatigheid van de accountant te verkrijgen.
en de precariobelasting. De verantwoording van de opbrengsten vindt plaats in dit programma. • Lokale heffingen waarvan de besteding gebonden is, zoals de afvalstoffenheffing, de rioolrechten, de leges en retributies en parkeren. De verantwoording van de opbrengsten vindt plaats in de betreffende programma’s. • In de raad van december 2010 heeft de jaarlijkse vaststelling van de tarieven voor 2011 plaatsgevonden. In de paragraaf Lokale heffingen wordt verantwoording afgelegd over de realisatie van het voorgenomen beleid. Ook is de financiële verantwoording erin opgenomen. 3. Relatie met overige programma’s CollegeWerkProgramma Eén van de speerpunten van het CollegeWerkProgramma is het streven naar een solide financieel beleid en personeelsbeleid. Uit de tekst van het Coalitieakkoord valt af te leiden dat financiële versobering is onderkend. De geformuleerde resultaatverplichtingen zijn in de diverse beleidsprogramma’s opgenomen. Paragraaf Bedrijfsvoering De paragraaf over de bedrijfsvoering heeft betrekking op alle ondersteunende activiteiten die nodig zijn om de doelstellingen van de gemeente te realiseren. Deze paragraaf geeft inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens omtrent personeel en organisatie, kosten van de ambtelijke organisatie, de uitvoering van het financieel beheer, de ontwikkelingen binnen de ICT en huisvesting en de realisatie van deze voornemens. Paragraaf Verbonden partijen De paragraaf Verbonden partijen biedt inzicht in de bestuurlijke participaties van de gemeente. Daarnaast worden de beleidsvoornemens en de realisatie daarvan over de verbonden partijen vermeld en het financieel belang van de gemeente, het nettoresultaat over en het eigen vermogen op de balansdatum van het voorgaande jaar, de zeggenschap van de gemeente, het publieke belang dat wordt gediend met de deelname en het risico.
Paragraaf Financiering De paragraaf Financiering bevat de uitvoering van de financieringsfunctie. Tevens wordt ingegaan op de opbouw van de korte en lange schuldpositie, de liquiditeitsplanning en de renteontwikkeling van het afgelopen jaar. Daarbij wordt verantwoording afgelegd over de bereikte resultaten. Paragraaf Weerstandsvermogen In de paragraaf Weerstandvermogen wordt de relatie zichtbaar gemaakt tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die zich binnen de gemeente manifesteren. De weerstandscapaciteit zijn de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten (tegenvallers) financieel te dekken. Deze paragraaf beschrijft de realisatie van het voorgenomen beleid, de risico’s die de gemeente loopt en de capaciteit die nodig is om de tegenvallers, die zich kunnen voordoen, op te opvangen. Ook wordt de solvabiliteit zichtbaar en de nettoschuld per inwoner op de balansdatum. 4. Kaderstellende beleidsnota’s Dit zijn de nota’s die betrekking hebben op het programma Financiën: • Controleverordening; • Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid; • Financiële verordening gemeente Schiedam 2009; • Financieel afwijkingenbeleid; • Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven; • Treasurystatuut (vastgesteld door het college 26 april 2011); • Nota Reserves en Voorzieningen; • Begrotingsrichtlijnen en de kaders van de financiële opgave. De relevante beleidsnota’s voor de lokale heffingen staan verwoord in de paragraaf Lokale heffingen.
Paragraaf Lokale heffingen De paragraaf Lokale heffingen beschrijft de inkomsten uit gemeentelijke heffingen en het beleid over lokale heffingen. Ook wordt aandacht besteed aan de mate van kostendekkendheid van de rioolrechten en afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de realisatie van deze voornemens.
ProgrammaREKENing
147
5. Beleidsonderdeel Financiën en algemene dekkingsmiddelen Doelstelling 1 - het realiseren van een reëel sluitende (meerjaren)begroting; Is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen: Activiteiten
Realisatie
Toelichting
Dekken van structurele lasten uit structurele baten.
Is gerealiseerd
In 2011 zijn deze beleidsregels toegepast.
Ramen van lasten, die gedekt worden uit incidentele baten (subsidies, rijksuitkeringen en dergelijke), analoog aan de periode van de betreffende incidentele baten. Als de incidentele lasten moeten worden gehandhaafd, moet dit gebeuren door een herschikking van lopende structurele budgetten (oud voor nieuw geld) dan wel door reële extra structurele baten.
Is gerealiseerd
Opvangen van financiële tegenvallers in de begroting binnen de lopende begroting door het herschikken van lopende budgetten, dan wel door reële extra baten.
Is gerealiseerd
Sluitend maken van de meerjarenbegroting door taakstellende/ richtinggevende bezuinigingen.
Is gerealiseerd
Realiseren van de vastgestelde bezuinigingen.
Begrotingstechnisch gerealiseerd
In de verantwoording is dit niet zichtbaar te maken vanwege de vele posten en de verspreiding over de producten en programma’s.
Verwerkt via eerste begrotingswijziging naar de betreffende programma’s en producten. Zie paragraaf bedrijfsvoering.
Doelstelling 2 - het leveren van extra inspanning om subsidies te verwerven (Europa, Rijk, provincie, stadsregio of andere organisaties) Is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen:
148
Activiteiten
Realisatie
Toelichting
Afstemming zoeken met de omliggende gemeenten.
Gerealiseerd
Schiedam heeft in stadsregionaal verband subsidies aangevraagd. In het kader van de G32 worden subsidie-mogelijkheden afgestemd die gezamenlijk aangevraagd kunnen worden. In 2011 was hiervan geen sprake. Samen met Eskilstuna (Zweden), Sindelfingen (Duitsland) en Chelm (Polen) is tevergeefs een subsidieverzoek ingediend voor het Europe for Citizens programma. Het project is in afgeslankte vorm uitgevoerd, met een bijdrage van Eurotows.
Beleggen van een centraal punt in de organisatie voor aanvragen van subsidies.
Is gerealiseerd
Er is een proceseigenaar aangesteld en er is een actuele subsidiedatabase beschikbaar.
Scannen van de begroting en mogelijkheden inventariseren voor subsidieverwerving.
Op andere wijze gerealiseerd
De verantwoordelijke projectleiders en budgethouders worden ondersteund met de subsidiedatabase. Medio 2011 zijn de voorbereidingen gestart voor de nieuwe periode van de Europese fondsen 2014-2020. In G32-verband heeft Schiedam bijgedragen aan de opstelling van een Bidboek. Hierin wordt aangegeven op welke wijze bijgedragen kan worden aan de doelstellingen van Europa 2020. Beoogd wordt de besteding van grote fondsen, zoals het ESF en EFRO, in de volgende periode aan te wenden voor lokale ontwikkelingen. De G32 heeft aan de hand van thema’s die voor de volgende periode centraal staan, verschillende voorbeelden gegeven van projecten die daarbij passen. Diverse projecten van Schiedam zijn daarbij genoemd.
Doelstelling 3 - het borgen van verworvenheden van het stedenbeleid en de wijkenaanpak; Is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen: Activiteiten
Realisatie
Toelichting afwijking
Realiseren van voldoende investerings- en begrotingsruimte in de (meerjaren-)begroting.
Is gerealiseerd
De restant middelen blijven beschikbaar via de jaarlijkse budgetoverheveling van de onderuitputting.
Creëren van aantrekkelijke mogelijkheden voor andere organisaties om te investeren in de stad.
Is gerealiseerd
Voor de binnenstad is in 2011 de reserve Vastgoed Binnenstad aangevuld.
Doelstelling 4 - het op peil brengen van de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s Is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen: Activiteiten
Realisatie
Toelichting afwijking
Implementeren van een systeem van risicomanagement.
Niet gerealiseerd
Het systeem van risicomanagement is wel in uitvoering genomen. Het bevindt zich nu in de fase om te komen tot gemeentebrede acceptatie en het opzetten van een gewogen risico-profiel.
Vormen van toereikende reserves en voorzieningen en een robuuste algemene reserve door:
In 2011 is via herschikking van de reserves € 4,3 miljoen vrijgevallen. Dit bedrag is ingezet voor beleidsdoelen op het gebied van de binnenstad, Buurt 15 en wijkactieplannen.
• Kritisch te kijken naar mogelijke vrijval van reserves en voorzieningen;
Is gerealiseerd
• Toevoegen van incidentele meevallers in de algemene reserve;
Gedeeltelijk
• Toevoegen van incidentele opbrengsten uit verkopen van vastgoed in de algemene reserve;
Niet voorgekomen
• Toevoegen van positieve resultaten uit bouwgrondexploitaties in de algemene reserve.
Niet voorgekomen
Inbouwen van voldoende flexibiliteit in de begroting om te kunnen inspelen op onvoorziene ontwikkelingen.
Is gerealiseerd
De financiële positie van Schiedam bemoeilijkt de toepassing van dit uitgangspunt. Geanticipeerd is op toekomstige kortingen op de algemene uitkering gemeentefonds.
Risico’s in de beleidsuitvoering en de bedrijfsvoering onder controle krijgen en houden.
Is gerealiseerd
Via de planning- en controlcyclus besteedt de gemeente hier regelmatig aandacht aan.
De toepassing van de beleidsregels heeft wel steeds meer vorm gekregen.
6. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Lasten
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-1.995
-7.941
-9.642
-8.550
-610
Baten
133.123
126.996
142.774
130.297
3.300
Resultaat voor bestemming
131.128
119.056
133.132
121.747
2.691
Toevoeging aan reserves
-313
-8.515
-1.789
-8.166
348
Onttrekking aan reserves
645
16.527
10.249
16.328
-199
Saldo reservemutaties
333
8.012
8.460
8.161
149
131.460
127.068
141.592
129.908
2.840
Resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
149
7. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Financiën Baten Product Algemene Uitkering Naar aanleiding van de decembercirculaire 2011 zijn over het uitkeringsjaar 2011 diverse nabetalingen ontvangen. Het betreft: • Herstel van voor de gemeenten ontstane nadelen bij de vertaling van de Gemeentefondsbegroting naar de circulaires € 241.885; • Bijstelling van uitgavenmaatstaven welke beïnvloed zijn door de economische ontwikkelingen zoals het aantal bijstandsontvangers, lage inkomens, uitkeringsontvangers € 721.723; • Overige posten € 97.882. Naast bovenstaande nabetalingen inzake 2011 zijn nabetalingen ontvangen inzake de uitkeringsjaren 2009 € 260.635 en 2010 € 910.640.
2.232
Product Beleggingen Lager dividend nv Eneco: € 20.931, hogere kapitaallasten € 20,000 en hoger dividend bv GBE (Evides) € 235.934
195
Hogere baten bespaarde rente op reserves en voorzieningen.
714
Product onvoorziene uitgaven Heffing en invordering: de afwijking op de raming heeft te maken met de kosten van aanmanen en dwanginvordering die op de veroorzakers verhaald worden. Een exacte raming voor deze post is niet te maken, omdat op voorhand niet bekend is hoeveel aanmaningen en dwangbevelen in enig jaar de deur uit zullen gaan. Het betreft grotendeels de BCF 2010 en een slotuitkering van Midgard beheer.
92
405
LASTEN Product Algemene Uitkering Product onvoorziene uitgaven Van de post onvoorziene uitgaven (primair begroot: € 900) hoefde € 360 niet te worden uitgegeven. De dotatie aan de voorziening overname WOG projecten was niet geraamd: Op 22 december is besloten de WOG op te heffen. Als gevolg hiervan is de voorziening gevormd voor het overnemen van projecten. De geraamde kapitaallasten op deze post zijn elders verwerkt in de rekening (programma 2): De dotatie aan de voorziening pensioenverplichting wethouders (gebaseerd op een herberkening van een actuaris per 31 december 2011) is lager:
360 -1.900 1.500 95
De administratieve verwerking van de dubbele betaling aan Bokx
-210
De dotatie aan de voorziening Dubieuze debiteuren is niet geraamd:
-457
Product saldo financieringsfunctie In de primitieve begroting is ruim € 1,7 mln. geraamd als dekking in de begroting (realistisch ramen van investeringen en het budget CWP). In de loop van 2011 is hiervoor ruim € 1,5 mln. geconcretiseerd. Op deze post worden de decentralisatie-uitkeringen van de algemene uitkering gemeentefonds geraamd, voor zover deze nog niet beschikbaar zijn gesteld voor concrete activiteiten.
261
Binnen de stelpost Gemeente Nieuwe Stijl (GNS) is een budget gereserveerd Voor frictie- en onderzoekskosten van € 750.000. In 2011 is € 75.000 uitgetrokken als bijdrage aan het onderzoek naar de regionalisering van de sociale dienst. In totaal is ruim € 322.000 besteed.
427
Voor de werkzaamheden bekabeling begane grond en aanpassingen stadskantoor is budgetoverheveling aangevraagd voor de niet uitgevoerd werkzaamheden; Het restant is een overschrijding op de kostenplaatsen door o.a. duurdere inhuur t.o.v. eigen salarislasten; hogere reis en verblijfskosten eigen personeel en lagere doorbelaste kapitaallasten.
-635
Overige verschillen prorgamma financien: Totaal saldo programma Financien
150
-206
-182 2.691
8. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000) 7001 Algemene uitkering 7002 Belastingen 7003 Beleggingen
Begroting 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
99.229
99.229
-2.022
104.129
102.107
-89
101.550
101.462
-1.847
13.471
11.623
-1.574
13.643
12.069
-1.877
13.509
11.632
-792
11.221
10.429
-607
20.876
20.269
-813
12.151
11.338
7004 Onvoorziene uitgaven
-2.689
1.473
-1.217
-1.223
2.075
852
-3.425
2.057
-1.369
7005 Saldo financieringsfunctie
-2.612
1.604
-1.009
-4.216
2.052
-2.164
-2.347
1.030
-1.317
Resultaat voor bestemming
-7.941
126.996
119.056
-9.642
142.774
133.132
-8.550
130.297
121.747
7999 Mutaties reserves
-8.515
16.527
8.012
-1.789
10.249
8.460
-8.166
16.328
8.161
-16.455
143.523
127.068
-11.431
153.023
141.592
-16.717
146.624
129.908
Resultaat na bestemming
ProgrammaREKENing
151
Wijkontwikkeling 1. Doelstelling De gemeente Schiedam wil de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van haar inwoners wijk- en vraaggericht verbeteren. Om dit te bereiken kiest zij ervoor om de krachten in de wijken beter te benutten, te stimuleren en te faciliteren. Bewoners worden van het begin af aan betrokken bij plannen voor de wijk. Waar mogelijk kunnen zij meebeslissen over
wat er gaat gebeuren. Ook sluit het welzijnswerk steeds meer aan op de behoeften in de wijken. De gemeente stimuleert daarbij dat bewoners zaken zelf oppakken. Sociale netwerken worden hierdoor versterkt en het draagt bij aan de participatie en daarmee aan de sociale stijging en sociale kwaliteit in de wijken. De doelstellingen van het programma in het kort:
Programma Wijkontwikkeling
Speerpunten
Algemene doelstelling
De gemeente Schiedam wil de kwaliteit van de woon- en leefomgeving van haar inwoners verbeteren door middel van een wijkgerichte benadering.
152
• Vergroten van de zeggenschap van burgers, waar mogelijk door meebeslissen en het nemen van (mede-) verantwoordelijkheid voor de uitvoering; • Versterken van partnerships met bewoners en wijkorganisaties; • Ontwikkelen van een toolbox participatie; • Transparant regelen van de verantwoordelijkheden en afstemming tussen de vakafdelingen (‘de lijn’) en de wijk- cq gebiedsgerichte invalshoek. Beleidsonderdeel
Doelstellingen
Wijkontwikkeling
1. Bewoners nadrukkelijk zien als partners van de gemeente. Op stimulering en samenwerking gerichte relatie met actieve bewoners. 2. Betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en versterken van de sociale cohesie. 3. Bevorderen integraal werken, intern en extern. 4. In de organisatie is flexibiliteit om in te spelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken. 5. Bewoners hebben naast meepraten over beleidsvorming, ook invloed op de uitvoering.
Brede programmatische aanpak Het programma Wijkontwikkeling richt zich op de ontwikkelingen van en in de wijken, en de betrokkenheid van de bewoners daarbij. Er wordt gewerkt met wijk(actie)programma’s. In deze programma’s staan voorstellen om de fysieke, sociale en economische samenhang te bevorderen. Per jaar wordt voor iedere wijk een wijkjaarprogramma opgesteld waarin de inzet per wijk is opgenomen, dit is ook in 2011, digitaal, gebeurd. In 2011 is vanuit veel verschillende invalshoeken wijk- en gebiedsgericht gewerkt. De meerwaarde hiervan wordt intern door steeds meer afdelingen en teams gezien. In een aantal gevallen is de werkwijze en de samenstelling van de teams afgestemd op de behoefte in de wjjken. Bij SO zijn, vanuit de aard van het werk, buurt en wijk ‘als vanzelf’ in beeld. Ook binnen MO wordt steeds meer een wijk- of gebiedsgerichte invalshoek gekozen, een voorbeeld zijn de drie gebiedsteams bij Werk & Inkomen. Er wordt ook steeds meer van elkaars expertise gebruik gemaakt. Er is meer contact met de klanten (in verschillende verbanden) en er komen door een andere manier van kijken en werken meer mogelijkheden en oplossingen in beeld. De werkwijze wordt steeds beter als het gaat om analyseren van de wijken: met de ontwikkeling van de sociale index hebben we een instrument waarin we op een overzichtelijke wijze verschillendsoortige monitorgegevens op een rij hebben. Hierdoor is het mogelijk om een analyse te maken van wat er achter de gegevens zit, om zo te komen tot een goede aanpak, óf te concluderen dat aanpak niet nodig (b)lijkt. Leidend principe is het bevorderen van de leefbaarheid in wijken en buurten; hierbij speelt de individuele component een steeds grotere rol. Zowel vanuit het principe van sociale stijging als het zo effectief mogelijk benutten van de beschikbare middelen. Initiatieven van bewoners zelf komen steeds meer centraal te staan. De gemeente, en andere organisaties, gaan steeds meer faciliteren. Dit is een leerproces dat de komende jaren zal doorgaan. De afgelopen jaren zijn we ons er steeds meer bewust van geworden dat dit wenselijk en noodzakelijk is, zowel intern als extern. Het verbeteren van de leefbaarheid in de wijken is terug te vinden in veel gemeentelijke taken: • het bestrijden van overlast en verloedering; • het wegnemen van onveiligheidsgevoelens;
• het zorgen voor een goede en schone woonomgeving; • het bestrijden van de werkloosheid; • het wegwerken van opvoedings- en integratieproblemen; • het onderhouden van gebouwen en fysieke herstructurering; • sport en cultuur in de wijken worden steeds meer benut om te bevorderen dat bewoners meedoen en dat de leefbaarheid in de wijk toeneemt. Deze brede programmatische aanpak, in samenwerking met verschillende partners, is succesvol. Dit blijkt uit de ervaringen in de diverse wijken, bijvoorbeeld in Nieuwland. De energie en het enthousiasme van zowel bewoners als professionals om wijken als Nieuwland, Oost en Groenoord te vernieuwen en te verbeteren (fysiek en sociaal), werkt aanstekelijk. In 2011 is het Wijk Actie Programma (WAP) Nieuwland geëvalueerd en is het concept WAP voor de periode 20122017 opgesteld. Deze wordt voorjaar 2012 aan de gemeenteraad aangeboden. Het nieuwe WAP voor Oost en voor West vorderen en zullen rond de zomer 2012 aan de raad worden aangeboden. (NB: Het ministerie van BZK – waar de wijkenaanpak inmiddels onder valt – heeft nauwelijks middelen beschikbaar voor de aanpak de komende jaren; wel zijn ze akkoord dat Oost, naast Nieuwland, wordt meegenomen als aandachtsgebied.). De afdeling Wijkontwikkeling verzorgt een bezoek aan elke wijk voor het college. Voor deze wijkbezoeken werkt Wijkontwikkeling samen met andere afdelingen, vooral met MO, SO en S&R. Naast de wijkbezoeken voor het college zijn er, in overleg met de griffie, vier raadsbezoeken aan de wijken voorbereid en begeleid. Bewonersparticipatie Bewonersparticipatie staat in Schiedam al jaren hoog in het vaandel. Er is een werkmethodiek ontwikkeld die zowel intern als extern goed bevalt; rode draad hierin zijn de wijkoverleggen, die voor elke wijk zes keer per jaar worden georganiseerd. In 2011 zijn de wijkoverleggen geëvalueerd; de resultaten hiervan worden in 2012 voorgelegd aan de gemeenteraad. Via de wijkoverleggen, of in aparte trajecten, worden beleidsvormings- en uitvoeringstrajecten door verschillende afdelingen aan burgers en ondernemers voorgelegd. Het serieus nemen van (groepen) burgers, en hen opnemen in beleidsvorming en besluitvormingstrajecten, vergt veel
ProgrammaREKENing
153
interne inspanningen: intern worden de randvoorwaarden gecreëerd voor een goed participatietraject extern. In 2011 is op verschillende manieren gewerkt aan verbeteringen intern: • Het kader voor participatie, zoals verwoord in het collegewerkprogramma, is opgesteld en in concept gereed • Tegelijkertijd is gewerkt aan invulling van de ‘toolkit participatie’, ook een aandachtspunt uit het CWP; naar verwachting is de toolkit medio 2012 gereed • Samen hebben BOR en de afdeling communicatie gewerkt aan het ‘participatieprotocol BOR’, een eerste uitwerking van het kader en onderdeel van de toolkit. Hier is in praktijk ook al mee geëxperimenteerd. Implementatie hiervan levert voordelen op, zowel kwalitatief richting burgers (een transparant proces en de mogelijkheid om de ideeën en expertise van bewoners in het ontwerp te verwerken), als kwantitatief door het besparen van tijd en onnodige extra kosten vanwege bijvoorbeeld procedures of om fouten te herstellen; • Voor bovenstaande activiteiten wordt samengewerkt met de afdeling Communicatie en aangesloten bij het ‘factor C’ traject. • Bewonersinitiatieven worden gestimuleerd en begeleid, zowel wat de fysieke leefomgeving als de sociaal-maatschappelijke context betreft. • Ondervertegenwoordigde groepen krijgen extra aandacht, onder andere door inzet van het opbouwwerk. Het opbouwwerk heeft de vooraf opgestelde en geaccordeerde werkplannen uitgevoerd, waarbij steeds meer wordt aangesloten bij initiatieven van bewoners zelf. Het blijft overigens lastig om jongeren bij activiteiten te betrekken. • Meer invloed van burgers op de reguliere budgetten staat nog in de kinderschoenen. Wijkbudget en vouchers Bij de vouchers is met name gewerkt met eigen initiatief van bewoners: bewoners vragen de vouchers zelf aan, regiegroepen van bewoners beslissen over de aanvragen en bewoners voeren waar mogelijk zelf uit. Dit heeft in praktijk erg goed gewerkt. Voor de 870 aanvragen die in drie jaar tijd zijn gedaan (!) hebben maar enkele voucheraanvragen problemen opgeleverd in de afweging, of tot een bezwaar geleid. De regiegroepen hebben zelf, of in onderling overleg, bepaald hoe ze met enkele dilemma’s wilden omgaan, en dit heeft in praktijk ook gewerkt. Intern heeft het tot enkele discussies geleid over wat je als gemeente wel en wat je niet toestaat. Uitgangspunt was: het gaat door, tenzij het niet strookt met regelgeving of gemeen-
154
telijk beleid, of wanneer er twijfels zijn over bijvoorbeeld het onderhoud. Dat wil zeggen dat alleen goed gemotiveerd kon worden afgewezen. Er zijn daardoor ook enkele aanvragen gehonoreerd, waar in eerste instantie negatief advies op was gegeven vanuit de gemeente, maar die bij de definitieve afweging toch door konden gaan (evt. met kleine aanpassingen). In 2011 is, op basis van de evaluatie van het vouchersysteem en het systeem van wijkbudgetten een nieuwe werkwijze (en verordening) voor de wijkbudgetten tot stand gekomen. Deze is per 1 januari 2012 ingegaan, met instemming van de betrokken burgers en bewonersorganisaties in de stad. Hierin zijn de voordelen van beide voorgaande systemen verenigd. De nieuwe regiegroepen,, die per wijk de weging gaan doen van alle wijkbudgetaanvragen, zijn inmiddels benoemd door het college. Buurtalliantie In 2011 is een traject uitgevoerd met behulp van de zogenoemde ‘Buurtalliantie’, een landelijke benadering die in meerdere steden wordt toegepast. In Schiedam zijn twee grote bijeenkomsten gehouden met burgers en organisaties uit de stad (resp. 130 en 220 deelnemers), gevolgd door een ‘bestuurstafel’, met directeuren en bestuurders van betrokken (professionele en vrijwilligers-) organisaties. Doel was om de benaderingen ‘eigen kracht’ en ‘burgerkracht’ nadrukkelijk onder de aandacht te brengen, en met elkaar te delen wat eenieder hierin vanuit zijn/haar eigen rol en positie kan betekenen, beroepsmatig of als burger. En vooral hoe we daarin beter kunnen samenwerken. Deze bijeenkomsten waren een groot succes. De al bestaande voorbeelden uit Schiedam (en uit het land) waren zeer inspirerend, het voeren van gesprekken met ‘willekeurige’ tafelgenoten ook. Tijdens de bestuurstafel zijn verschillende concrete afspraken gemaakt, die momenteel worden uitgewerkt. Sociale infrastructuur De decentralisaties vanuit het Rijk, het meer aansluiten bij de eigen kracht van de individuele burger, en het beter benutten van burgerkracht leidt tot een grotere focus vanuit het sociale domein op buurt-, wijk- en gebiedsgericht werken. De directe woon- en leefomgeving is immers een schaalniveau waarop veel burgers zich oriënteren in hun sociale activiteiten, waar je aan kunt bijdragen en waar je baat bij kunt hebben als je op wat voor manier dan ook hulp of ondersteuning nodig hebt. Dit leidt daardoor tot meer samenwerking, zowel intern als extern: hoe kan de buurt of wijk bijdragen aan de ‘sociale stijging’ van een individu; en wat kan iemand zelf bijdragen
aan de buurt of wijk? Deze ontwikkeling zal de komende tijd doorzetten.
de gemoederen bezig gehouden. Er is inmiddels een definitief ontwerp opgesteld.
2 Activiteiten per wijk Centrum In het Centrum is, in aanvulling op het programma Binnenstad, de inzet vooral gericht op het sociale vlak en op het betrekken van bewoners bij ontwikkelingen in de wijk. Dit in nauwe samenwerking met de bewonersorganisatie. Er is extra inzet voor het betrekken van jongeren bij ontwikkelingen in de wijk. Er is o.a. een pannatoernooi georganiseerd in het voorjaar en ´extreme sports´ in het najaar. Samen met de afdeling Veilig en jongerenwerk is ingezet op het terugdringen van de jeugdoverlast en overlast gerelateerd aan cafébezoek. Er is extra ingezet op de fysieke kwaliteit van de woon- en leefomgeving, deze vindt plaats op A-niveau.
Nieuwland In Nieuwland is de aanpak middels het Wijk Actie Programma (WAP) in 2011 geëvalueerd. Ook is er een concept WAP 2012-2017 opgesteld. Hierbij zijn professionele organisaties en bewoners, betrokken. De aanpak is gestroomlijnd volgens dezelfde vier thema’s als in het huidige WAP. Wat is hier in 2011 aan gedaan? • Achter de voordeur – ‘ Samen Buurten’ is, in opdracht van Woonplus, uitgevoerd in twee buurten. Het heeft veel informatie opgeleverd, er zijn mensen doorverwezen naar adequate hulp, enkele complexe hulpvragen zijn opgepakt en er zijn bewoners daadwerkelijke actief geworden, ook in groepsverband. De vrouwenwandelgroep Nieuwland is hiervan een mooi voorbeeld. Deze groep onderneemt gezamenlijk ook andere activiteiten, bijvoorbeeld ‘groene balkons’, het kweken van groenten en kruiden op het balkon. • Werken en leren in de wijk – De realisatie van opstapbanen is een succes, onder andere via de Groene Brigade en Watch Out. En er zijn diverse leerwerkstages ontstaan door samenwerking tussen scholen en Nieuwlandse ondernemers. De ondernemersvereniging Nolenslaan is actiever geworden en ontwikkelt activiteiten. Het inloopproject voor Antilliaanse mannen is gestart om overlast te beperken. De opgave is inmiddels verbreed en meer gericht op sociale stijging van deze –moeilijke- doelgroep. Met goede resultaten. • Wonen en veiligheid – De extra inzet ten behoeve van ‘schoon en heel’ (wegen, straatmeubilair, groenvoorzieningen en dergelijke) en veilig (bijvoorbeeld buurtpreventie, de preventie van woninginbraken en fietsendiefstal) levert resultaten op. Er zijn veel bewoners actief in diverse projecten. Er is in 2011 een grondige analyse gemaakt van de Staatsliedenbuurt (Johan de Wittsingel en omgeving) vanwege de zeer slechte score op diverse monitoren. Het lijkt erop dat de situatie minder slecht is dan de scores doen vermoeden. Er is gestart met een aanpak van de binnenterreinen, en bekeken wordt welke ingrepen wenselijk c.q. noodzakelijk zijn. Omdat het Wibautplein wordt gesloopt en hier voorlopig niet gebouwd zal worden, wordt in overleg met de omwonenden een aanpak voor tijdelijk beheer en sociale controle bedacht voor de komende jaren. • Ontmoeten in de wijk – De gemeente initieert brede buurtschoolactiviteiten waarbij een relatie wordt gelegd met de
Groenoord In Groenoord zijn projecten uitgevoerd op basis van de sociaaleconomische wijkvisie. Het betreft onder andere activiteiten in Park Groenoord, aan de noordzijde is een voetbalveld aangelegd. Ook wordt de activiteitengroep ondersteund en er is een groep die zorgt voor het gezamenlijk gebruik van spullen voor straat- en buurtfeesten. In de ‘sociale huizen’ vinden activiteiten plaats die door bewoners worden georganiseerd, zowel voor volwassenen als kinderen. Momenteel wordt samen met diverse organisaties bekeken wat de mogelijkheden zijn van de ruimte op de begane grond van de Beethovenflat, uitgaand van eigen beheer door bewoners. De kwaliteit van de openbare ruimte is in deze wijk goed; de wijk is over het algemeen schoon en heel. Er wordt momenteel gewerkt aan een Wijk Actie Programma, hierin wordt zowel het vervolg en een actualisatie van de wijkvisie als het herstructureringsprogramma opgenomen. Extra aandacht is er voor Groenoord-Zuid, gezien de slechte scores op zowel fysiek, sociaal als sociaaleconomisch gebied. Kethel Kethel heeft weinig bijzondere aandacht nodig, de wijk scoort op bijna alle indicatoren hoog. Er wordt veel gedaan door bewoners zelf, de gemeente faciliteert vooral. Een aantal inwoners van Kethel is betrokken bij de ontwikkelingen in het Beatrixpark. Er is, in samenhang met de aangrenzende wijk Spaland/Sveaparken, extra aandacht voor jongeren, zowel in activerende zin als in het beperken van overlast in SchiedamNoord. De ophoging en herinrichting van Kethel-Oost heeft
ProgrammaREKENing
155
buurt. Er is bijvoorbeeld een restaurant bij een mbo opleiding, waar eens in de week voor buurtbewoners een diner en een lunch wordt verzorgd. Het ‘meester Kees’ project is gestart, hierbij besteed de school extra aandacht aan gezinnen met problemen. Ook de ouderkamers vervullen een nuttige functie. Er is een beheergroep voor het Cruijffcourt, en de activiteiten op de Krajicekplayground hebben vorm gekregen. Hierbij worden ‘sportcoaches’ ingezet, Schiedamse jongeren die activiteiten begeleiden en hiervoor worden opgeleid. Oost Het – tijdelijke – Wijk Actie Programma Oost is in 2011 uitgevoerd, deels met middelen uit ISV-1 en ISV-2. Het WAP Oost 2012-2017 is in wording. Het proces is publiekelijk van start gegaan op het wijkfeest in Oost, na de zomer. In Oost is veel aandacht besteed aan de ‘Moelanders’: zowel door hen welkom te heten (‘Welkom in Oost’), als door specifieke onderwijsactiviteiten (bijv. de twee schakelklassen bij de Peperklip) en door een speciaal spreekuur verzorgd door de vakbond, maar ook door aandacht te besteden aan de overlast (overbewoning). Dit laatste gebeurt door middel van handhaving, en er wordt nog gewerkt aan een meer integrale benadering. Het Lentiz College is actief met enkele leer-werkprojecten voor jongeren, het jongerenwerk voert activiteiten uit binnen de school. Spaland-Sveaparken het Spalandpark is opnieuw ingericht en feestelijk geopend. Bewoners zijn actief bij het park betrokken, bijvoorbeeld rondom het plaatsen van een permanent beeld (naar aanleiding van de tijdelijke beeldenroute). Er zijn inmiddels meer dan tien straatteams actief, zij organiseren activiteiten in en om hun eigen straat. Er is gekeken naar de parkeerproblematiek rondom scholen, er zijn enkele fysieke aanpassingen gedaan en er wordt aandacht besteed aan het gedrag van ouders die hun kinderen naar school brengen. Rond Krona is extra aandacht besteed aan de jongerenoverlast, zowel in positieve als in sanctionerende zin. Er is een jongerenwijkoverleg van start gegaan. De meeste speelvoorzieningen zijn in 2011 in Sveaparken geplaatst, naar tevredenheid van kinderen én omwonenden. West In 2011 is gewerkt aan het opstellen van het nieuwe WAP
156
West, dit is in concept gereed. Het accent ligt op de sociale aandachtspunten: sociale stijging en participatie. De plannen voor de Rembrandtlaan zijn uitgebreid besproken en zijn/kunnen worden uitgevoerd. Op verschillende locaties in de wijk is extra ingezet om de sociale samenhang te verbeteren en de participatiegraad van bewoners te verhogen, zoals in de omgeving van het Fabriplein en het Frans Halsplein. De woonomgeving blijkt hier meestal een goede ingang om mensen meer te betrekken. Ook is TOS op beide pleinen actief geweest in 2011. Op verschillende plekken zijn de speelvoorzieningen uitgebreid of aangepast, als uitvoering van het speelruimteplan. In het Julianapark ‘borrelt het’ op zomerse weekenden, er zijn nu twee groepen die hier activiteiten verzorgen. Woudhoek In Woudhoek is vooral aandacht besteed aan de ophoging van verschillende buurten (Geuzenplein, Verzetsheldenbuurt, Heijermansplein/Fassenplein). Ook wordt een aantal locaties opnieuw ingericht. Bij herinrichtingen wordt extra aandacht besteed aan de wensen van bewoners, opdat met beperkte middelen voor hen extra kwaliteit kan worden gerealiseerd. Ook in Woudhoek is het belangrijk om met jongeren in gesprek te zijn. Een jongerenwijkoverleg is in voorbereiding. Zuid De herinrichting van de Kop van de Plantage is bijna gereed. Het gebied van de Maasboulevard heeft gedeeltelijk een nieuwe inrichting, onder andere met een speelveld. Door de inzet van het ambulante jongerenwerk komen er ook meer kinderen en jongeren naar het speelveld. Voor het Schreiershuisje is de fysieke basis gelegd voor een andere invulling, het wordt een open atelier annex tentoonstellingsruimte. Het Dwarsplein heeft een iets andere invulling gekregen, om slecht gebruik tegen te gaan en beter aan te sluiten bij de behoefte in de buurt. Er is een groep ouderen erg actief, door het jaar heen organiseren zij voor een grote groep ouderen activiteiten, die goed worden bezocht. De straatgroepen functioneren uitstekend: bewoners doen zelf met een klein budget activiteiten en kleine klusjes in de straat. Er is een jongerenwijkoverleg gestart. Met Pameijer, een instelling voor mensen met een geestelijke handicap, is een traject gestart voor de gecombineerde invulling van een ruimte in het nieuw te bouwen Hof van Zuid: hierbij zoeken we naar een vorm waarbij cliënten van Pameijer in het beheer iets kunnen betekenen voor de bewoners van Zuid en vice
versa. In Zuid is ook het gesprek gestart over een effectief gebruik van de beschikbare ruimtes in de diverse panden. 3. Relatie met andere programma’s Het programma Wijkontwikkeling belicht vooral de invalshoek van de Schiedamse burgers. De bedoeling is de invloed van groepen burgers te borgen en waar mogelijk uit te breiden, als het meerwaarde heeft voor de burger en/of de gemeente. Onderwerpen in andere programma’s die tevens deel uitmaken van het programma Wijkontwikkeling en in 2011 aandacht hebben gekregen zijn de volgende: • Programma Ruimtelijke Ontwikkeling – Bijgedragen aan projecten in de buitenruimte, bouwprojecten, bereikbaarheid en parkeren, speelvoorzieningen en speelruimteplan, kunstprojecten (onder andere door de cultuurscouts). Ook de wijktoezichthouders voorzien in een grote behoefte. Zij zijn aanspreekbaar, zorgen ervoor dat de kleinere problemen in de buitenruimte op korte termijn worden opgelost en begeleiden een groot deel van de uitvoering van de aangevraagde ‘fysieke’vouchers. • Programma Sociale Infrastructuur – Bijgedragen aan: • de opstart van de programmaorganisatie sociale infrastructuur; • sociale huizen Groenoord; • wijkzorgteam; • TOS-projecten; • jongerenactiviteiten; • advies- en informatiepunt Oost; • buurtalliantie; • ‘samen buurten’; En tot slot hebben zij burgers de mogelijkheid gegeven om een bijdrage te leveren c.q. mee te doen aan een activiteit; programmering SWS en opbouwwerk; sportactiviteiten en -voorzieningen. • Programma Stadseconomie – Bijgedragen aan het stimuleren van bedrijvigheid en economie op wijkniveau, met name in Nieuwland en Oost; onder andere door het aanstellen van een winkelstraatmanager, het bevorderen van stagemogelijkheden door scholen en bedrijven in de wijk, het creëren van werkervaringsplaatsen, stimuleren van ZZP-netwerken en dergelijke. • Programma Veiligheid – Bijgedragen aan wijkgerichte uitvoering van het veiligheidsbeleid zoals het project De Buurt Bestuurt, het project Watch Out, buurtpreventieteams, het omgaan met jongeren in de openbare ruimte, aanpak overlast overbewoning en voorbereiden van oud en
nieuw. • Programma Woonmilieu – Bijgedragen aan tot stand komen woonvisie en woningmarktstrategie; herstructurering in Nieuwland, Groenoord, Oost en West; het afstemmen en integreren van fysieke en sociale activiteiten hierin, particuliere woningverbetering enzovoorts. • Programma Bestuur en Dienstverlening – Burgerparticipatie en communicatie zijn in het kader van het programma Wijkontwikkeling hoofdactiviteiten, die gerelateerd zijn aan het programma bestuur en dienstverlening, zie hierboven. • Programma Stedenbeleid – Het programma Stedenbeleid is overkoepelend; het programma Wijkontwikkeling is gebaseerd op de Stadsvisie. Vanuit wijkontwikkeling worden (actieve) bewoners actief betrokken bij stedelijke ontwikkelingen. De doelstellingen In hoeverre hebben de activiteiten in 2011 bijgedragen aan de doelstellingen? Doelstelling 1: bewoners nadrukkelijk zien als partners van de gemeente: De gemeente beschouwt wijkbewoners bij wijkgericht werken niet als klant maar als partner. Zij streeft daarbij naar een op stimulering en samenwerking gerichte relatie met actieve bewoners. De in de begroting opgenomen acties zijn uitgevoerd. Bewoners worden steeds meer gezien als partners van de gemeente. In projecten in de buitenruimte worden ze inmiddels steeds meer serieus genomen (wat iets anders is dan dat ze ‘altijd hun zin krijgen’) en in de sociale infrastructuur worden ze steeds meer gezien als (co)producent (bijv. het Zimmertje in Groenoord en het Puttertje in Nieuwland). Dit zal zich in snel tempo doorontwikkelen. Incidenteel gaat het nog wel eens mis, dan krijgen bewoners geen antwoord, of het geven van een antwoord lijkt zo complex dat het erg lang duurt voordat we vanuit de gemeente een reactie geven. Doelstelling 2: betrekken van ondervertegenwoordigde groepen en versterken van de sociale cohesie Er is bij elk project aandacht besteed aan deze doelstelling en er zijn enkele activiteiten specifiek op deze doelstelling gericht. Het opbouwwerk is hierin actief. Sinds vorig jaar is er meer aandacht voor (de bestrijding van) eenzaamheid, wat bovengemiddeld voorkomt in Schiedam. Inmiddels ontstaan er, spontaan of geïnitieerd, ook initiatieven vanuit de
ProgrammaREKENing
157
ring van de fysieke en sociale leefomgeving, maar ook om de samenwerking tussen de gemeente, de wijken en betrokken organisaties. De gemeentelijke wijkprocesmanagers functioneren vaak als smeerolie, zij zorgen ervoor dat projecten en activiteiten (alsnog) integraal worden benaderd en uitgevoerd. Aandacht en ondersteuning vanuit het college en het GMT blijft nodig.
stad zelf, zoals de vrouwenwandelgroep in Nieuwland, of de wereldvrouwen in Oost. Dit zijn uiteraard de beste initiatieven, want gebaseerd op behoefte en mogelijkheden van de doelgroep zelf. Begeleiding met name bij het begin is vaak wel nodig. Doelstelling 3: in de organisatie is flexibiliteit ingebouwd om in te spelen op ideeën en ontwikkelingen vanuit de wijken Binnen de gemeente wordt verschillend omgegaan met ideeën en vragen vanuit de wijken. Voor sommige afdelingen is dit routine, anderen zijn nog niet overtuigd van de meerwaarde. Ook is het nogal eens persoonsafhankelijk. Er is nog veel te winnen. In 2011 is een aantal randvoorwaarden gecreëerd (concept kader en toolkit participatie), die helpen om te werken aan een positieve houding.
Doelstelling 5: bewoners hebben, naast mee praten over beleidsvorming, ook invloed op de uitvoering Dit is een continu traject. Veel gaat goed, hier en daar kan het beter. Geprobeerd wordt aan de hand van goede en slechte voorbeelden de werkwijze permanent te verbeteren. De ontwikkeling van bijvoorbeeld het participatieprotocol BOR, met bijbehorend bewustzijnstraject intern, is een grote stap in de goede richting. Indicatoren De gegevens voor de effect- en prestatie-indicatoren Wijkontwikkeling: sociale cohesie zijn nog niet beschikbaar, het betreft een twee-jaarlijkse monitor. Met ingang van volgend jaar zal gemonitord worden met behulp van de sociale index.
Doelstelling 4: de gemeente bevordert integraal werken, intern en extern Het blijft in praktijk uitermate lastig om daadwerkelijk integraal te werken. Het hierbij gaat om de integrale benade-
4. Wat heeft het gekost? Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2010
Rekening 2011
Afwijking t.o.v. begroting na wijziging
-2.680
-4.557
-4.005
-4.068
488
0
567
347
699
132
-2.680
-3.990
-3.658
-3.369
620
Toevoeging aan reserves
0
-2.567
-300
-2.999
-432
Onttrekking aan reserves
0
3.047
631
3.109
62
(Bedragen x € 1.000) Lasten Baten Resultaat voor bestemming
Saldo reservemutaties Resultaat na bestemming
158
0
480
331
110
-370
-2.680
-3.510
-3.327
-3.259
250
5. Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie Bedrag x € 1.000 Wijkontwikkeling Lasten Product wijkontwikkeling Alle vouchers zijn bestemd en verplicht. De betalingen en uitvoeringen van de vouchers lopen uiteraard nog door in 2012. Daarom is dit budget gedeeltelijk voor budgetoverheveling aangedragen in deze jaarrekening. Daarnaast wordt een bedrag aan de reserve vouchers Nieuwland toegevoegd conform Finrap 3.
289
De overschrijding wordt veroorzaakt door het niet begroten van overige uitgaven, maar wel van subsidie.
200
Overige verschillen programma Wijkontwikkeling:
131
Totaal saldo programma Wijkontwikkeling:
620
6. Overzicht gerealiseerde lasten en baten Productnaam (Bedragen x € 1.000)
Lasten
Begroting 2011 Baten
Saldo
Lasten
Rekening 2010 Baten
Saldo
Lasten
Rekening 2011 Baten
Saldo
8001 Wijkontwikkeling
-4.557
567
-3.990
-4.005
347
-3.658
-4.068
699
-3.369
Resultaat voor bestemming
-4.557
567
-3.990
-4.005
347
-3.658
-4.068
699
-3.369
8999 Mutaties reserves Wijkontwikkeling
-2.567
3.047
480
-300
631
331
-2.999
3.109
110
Resultaat na bestemming
-7.124
3.614
-3.510
-4.305
978
-3.327
-7.067
3.808
-3.259
ProgrammaREKENing
159
160
Jaarverslag II Paragrafen
Bedrijfsvoering
Verbonden partijen
Financiering
Weerstandsvermogen
Grondbeleid
Stedenbeleid
Lokale heffingen
Investeringsplannen
Onderhoud kapitaalgoederen
Verstrekte subsidies
ProgrammaREKENing
161
Bedrijfsvoering Organisatie In 2011 begon de paragraaf met de zin `De gemeentelijke organisatie staat niet stil` Dit is het understatement van het jaar geworden. Niet alleen bestuurlijk was 2011 een memorabel jaar, maar de invloed van de bestuurlijke perikelen op de ambtelijke organisatie was heel manifest. De doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie heeft in het afgelopen jaar een vertraging opgelopen door het afscheid van de burgemeester en de ziekte van de gemeentesecretaris, afscheid van een clustermanager en de directeur. Met de invulling van de waarnemend burgemeester Mevrouw Leemhuis-Stout en een interimsecretaris is de top van de organisatie weer (tijdelijk) gevuld. Het nieuwe college wil samen met directie en ambtelijke organisatie vaart geven aan de doorontwikkeling van de organisatie. De nadruk ligt daarbij op de ontwikkeling van een andere organisatiecultuur. Er is een voorziening getroffen voor personeelsleden die in de afgelopen periode in het gedrang zijn gekomen. Ook is een onderzoek (door Van der Bunt) gestart naar het klimaat in de organisatie. Begin 2012 worden de resultaten bekend. De ervaring leert dat in situaties van grote ambtelijke en of bestuurlijke turbulentie, zoals in 2011 beleefd, er een verminderde vraag naar scholing & opleiding is en dat een lichte toename van het ziekteverzuim zichtbaar kan worden. Dit is ook gebeurd. Verwacht wordt dat eerst in 2013 hierin een positieve verandering zal komen. Organisatieontwikkelingen Binnen het cluster Stedelijke Ontwikkeling zijn de volgende organisatorische veranderingen doorgevoerd. • Eind 2011 zijn besluiten genomen om de centralisatie van het vastgoed te regelen. De personele samenvoegingen zullen in 2012 gerealiseerd worden. • Het Ingenieursbureau is verplaatst van de afdeling Beheer Openbare Ruimte (BOR) naar de afdeling Projecten.
162
Binnen het cluster Dienstverlening zijn de in 2010 ingezette veranderingen binnen de Stadswinkel doorgevoerd. Dit betekent dat begin 2011 de Stadswinkel is omgezet naar het Klant Contact Centrum (KCC) met het nieuwe callcentrum, ter ondersteuning van de dienstverlening naar de klanten. Om de samenhang binnen de organisatie te vergroten en te borgen wil de directie in 2012 een grotere regie op de organisatieontwikkeling dan voorheen. Capaciteitsmanagement In 2011 is capaciteitsmanagement ingevoerd. Hiermee wordt de interne mobiliteit vergroot. Baanbreker vervult hierin een spilfunctie. Eerst in het derde kwartaal is het effect van capaciteitsmanagement in de organisatie manifest geworden. De noodzaak van de maatregel is voor de ambtelijke organisatie helder. Maar het is ook duidelijk dat niet alle vacatures intern of via interne mobiliteit zijn te vervullen. Herbezinning op taken en mobiliteit zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden als het gaat om het verminderen van het aantal formatieplaatsen. Ook de samenwerking met buurgemeente Rotterdam in het vervullen van met name technische functies gaat goed. Rotterdam heeft een forse krimpopgave en daar kan Schiedam weer van profiteren. Het systeem van capaciteitsmanagement is een stevig middel gebleken om een goede afweging te maken bij vacatures en of uitbreiding van formatie. Minder taken, efficiëntere processen: minder personeel Verschillende collegebesluiten in 2011 hebben geleid tot een voorgenomen krimp van 25 fte’s in 2015. Aanvullende maatregelen gericht op meer efficiency en effectiviteit moeten leiden tot een verdere krimp van het aantal medewerkers tot 50 (25 + 25) in 2015. Hierbij zal het HR tool Strategische Personeelsplanning (SPP) een wezenlijke bijdrage leveren.
HR beleidsontwikkelingen Personeel & Planning Het verloop van de formatie per 31 december over de afgelopen jaren ziet er als volgt uit: Jaar Aantal fte’s (incl. BGS)
2005
2006
2007
2008
2009
642
636
600
688
762
Aantal fte’s (excl.BGS) Personele lasten (ex inhuur) x miljoen
32,1
36,8
2010
2011
791
811
737
757
40,1
41,9
De groei in het aantal fte’s in 2011 is grotendeels toe te wijzen aan de omzetting van externe inhuur naar vaste formatie (afdeling BOR en W&I) en deels in tijdelijke uitbreiding van de formatie. De groei in de periode 2007 tot en met 2010 is gebaseerd op de bestuurlijke ambities en de vertaling ervan in taken en dus formatie.
grond van historie en gestelde doelen is voor 2011 een ziekteverzuim van 4,7% en een meldingsfrequentie van 1,5 gesteld. De behaalde resultaten zijn: een ziekteverzuim van 5,7% en een meldingsfrequentie van 1,3. Het is niet uitzonderlijk dat in de afgelopen roerige periode het ziekteverzuim is opgelopen. Landelijk is het ook omhoog gegaan. Het omlaag brengen van het verzuim staat hoog op de agenda.
Feedback en Beoordeling Vanaf januari zijn alle medewerkers geïnformeerd over de nieuwe gesprekscyclus. Eind 2010 hebben de leidinggevenden de instructies gekregen hoe om te gaan met de cyclus en de ondersteunende software. Heel het jaar door zijn trainingen gegeven en instructiebijeenkomsten gehouden voor de medewerkers. Het aangekondigde medewerkertevredenheidonderzoek (MTO) is door de bestuurlijk ambtelijke reuring in de organisatie niet uitgevoerd. In het najaar zijn een aantal flitspolls gehouden, om inzicht te krijgen in de meningen over de bestuurlijke gebeurtenissen. Op grond hiervan is onder andere actie ondernomen voor “beschadigde medewerkers”.
Externe inhuur In de begroting 2011 zijn normen opgenomen over de toegestane inhuur. Halverwege het jaar is, onder druk van de bezuinigingen, afgestapt van de normensystematiek. Er is een stevige discussie geweest over de wenselijkheid van een flexibele schil, die de organisatie in staat moet stellen om zich snel aan te passen aan de wisselende omstandigheden. Op alle fronten is in 2011 hard gewerkt om de afbouw ook daadwerkelijk te realiseren. Het resultaat mag er zijn. Bedroeg de inhuur in januari 2011 nog 99,4 fte’s, in december 2011 waren dat er nog 64 fte’s inhuur. De grootste daling heeft plaats gevonden binnen de afdeling Werk & Inkomen, namelijk van 31,5 fte’s naar 9,6 fte’s. Traditioneel zit het grootste deel van de inhuur bij de afdelingen Projecten en Beheer Openbare Ruimte. Met name bij de afdeling BOR zijn in 2011 voorstellen gemaakt om het aantal externe inhuurmedewerkers te verminderen. De resultaten zullen in 2012 manifest worden.
Verzuim Medio 2011 is de verzuimcoach geïntroduceerd. Deze begeleidt de medewerker en de leidinggevende vanuit ziekte via re-integratie naar een goede invulling van de functie. Op Tabel: Externe inhuur per cluster Realisatie dec 2010
Realisatie jan 2011
Realisatie dec 2011
Verschil 2011
1,0
1,6
1,5
-0,1
MO
53,8
28,1
13,0
-15,2
SO
54,0
57,0
43,0
-14,0
Dienstverlening
5,5
4,0
2,8
-1,3
Middelen
7,5
5,9
2,3
-3,6
Sport & Recreatie
3,0
2,9
1,9
-1,0
124,8
99,4
64,4
-35,1
Directie/ staf (incl Wijkontw.)
Totaal
ProgrammaREKENing
163
Onderstaande tabel toont de uitgaven voor externe inhuur in 2011 en de wijze waarop deze kosten worden gefinancierd. De kosten bedroegen in 2011 € 8,3 miljoen (2010: € 9,5 miljoen). De financiering was € 8,9 miljoen. De toelichting hierop is als volgt: • vanuit de begroting werd een bedrag van € 3,4 miljoen opgenomen voor 2011 (2010: € 3,6 miljoen);
• vanuit het overschot op de personeelslasten werd voor € 1,9 miljoen opgenomen (in 2010 was dat € 2,4 miljoen); • vanuit projectgelden kon € 3,6 miljoen worden gefinancierd (in 2010 was dat € 3,9 miljoen). Per saldo waren de uitgaven voor externe inhuur lager dan de aanwezige financiering.
Tabel: Totale salariskosten en inhuur per cluster Afdelingen
Directie/staf
Uitgaven 2010
Uitgaven 2011
Financiering vanuit overschot op salariskosten
Begroot op inhuur (incl. begr wijz)
Dekking via projectgelden
Totale financiering
Overschot (minder uitgaven dan financiering) -203.101
38.135
266.642
77.936
50.000
-64.395
63.541
MO
2.315.774
1.402.423
419.633
1.208.847
368.672
1.997.152
594.729
SO
5.410.720
4.895.314
1.245.158
413.000
3.104.747
4.762.905
-132.409
Dienstverlening
746.154
1.038.620
109.929
988.000
138.715
1.236.644
198.024
Middelen
691.052
438.545
45.724
479.334
28.151
553.209
114.664
Sport en recreatie
311.220
288.885
-791
288.747
0
287.956
-929
9.513.055
8.330.429
1.897.589
3.427.928
3.575.890
8.901.407
570.978
de kosten van de ambtelijke organisatie weer (excl. kosten BGS), zoals salarissen, kosten van werkplekken en gebouwen, energiekosten van het Stadskantoor en het BVG.
Apparaatskosten In de totale begroting vormen de apparaatskosten een substantieel onderdeel van de totale uitgaven. Deze kosten geven Tabel: Totale apparaatskosten
Salaris, soc.lasten Inhuur Energie Kapitaallasten
Realisatie 2010
Begroting 2011 (excl. begr wijz.)
Begroting 2011 (incl. begr wijz.)
Realisatie 2011
40.108
43.729
43.774
41.916
1.858
9.513
753
3.462
8.440
-4.978
693
608
659
596
62
4.538
3.567
3.238
3.134
104
Overige kosten
13.039
10.868
11.399
12.110
-711
Totale apparaatskosten
67.891
59.525
62.532
66.196
-3.665
De werkelijke apparaatskosten bedroegen in 2011 € 66,2 miljoen en zijn € 3,7 miljoen hoger dan was begroot. De verschillen worden met name veroorzaakt door een toename van de kosten voor inhuur en overige aankopen. Ten opzichte van de realisatie in 2010 namen de kosten in 2011 met € 1,7 miljoen af. Toelichting • De salariskosten blijven met €1,9 miljoen achter bij de begroting. De gemiddelde formatie in fte’s (excl. BGS) bedroeg in 2011 756,2 fte’s ten opzichte van 702,5 fte’s begroot (53,8 fte’s minder dan begroot).
164
Verschil begroting incl. begr wijz realisatie 2011
Ten opzichte van de gemiddelde formatie in 2010 (736,6 fte’s) nam de formatie in 2011 toe met 19,6 fte’s. Dit is hoofdzakelijk veroorzaakt door een omzetting van inhuurkrachten in eigen personeel. Er werd in 2011 nauwelijks geworven, vanaf 2011 geldt een vacaturestop. Dit zien we ook terug in het achterblijven van de wervings- en selectiekosten met € 0,09 miljoen ten opzichte van de begroting. Het overschot op de salariskosten is ingezet ter financiering van de inhuurkosten. • De energiekosten blijven met € 0,06 miljoen achter bij de begroting 2011. Dit wordt met name veroorzaakt door achterblijvende elektriciteitskosten van het BVG.
• De kapitaallasten blijven met € 0,1 miljoen achter bij de begroting 2011. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verschuiving in de datum van ingereedname van projecten ten opzichte van de planning. Dat de kosten in 2011 sterk achterblijven ten opzichte van de realisatie in 2010 heeft te maken met een stelselwijziging. • De overige kosten waren € 0,7 miljoen hoger dan begroot. Hier ligt een groot aantal oorzaken aan ten grondslag. Belangrijkste oorzaken zijn: • de kosten van afdelingsspecifieke software waren € 0,24 miljoen hoger dan begroot (o.a. kosten software KCC gemaakt voor de uitrol van Key2Parkeren, een voorziening om derden zoals Woonplus het GBA te laten raadplegen); • kosten van duurzame roerende zaken waren € 0,1 miljoen hoger. Het gaat hier om de aanschaf en het aanbrengen van een koel- en warmteinstallatie voor het Stadserf. • kosten hardware waren € 0,12 miljoen hoger dan begroot (o.a. aanschaf en implementatie portofoons Veiligheid); • de kosten van druk- en bindwerk waren € 0,06 miljoen hoger dan begroot. Op dit terrein zijn uitwerkingsopdrachten geformuleerd die erin voorzien dat deze kosten worden teruggebracht. De effecten van deze opdracht zullen pas in volgende jaren zichtbaar worden. • de kosten van boeken, tijdschriften en abonnementen zijn € 0,06 miljoen hoger dan begroot. • onderhoud- en schoonmaakwerkzaamheden lagen € 0,64 miljoen boven de begroting. Dit wordt veroorzaakt door panden
in gebruik van de gemeente, zoals Stadskantoor en BVG. • de reis- en verblijfkosten zijn € 0,4 miljoen hoger dan begroot. Deze kosten waren in 2011 niet begroot. • de kosten voor opleiding en vorming bleven € 0,09 miljoen achter bij de begroting, vanwege ambtelijke en bestuurlijke turbulentie in 2011; • de kosten voor werving en selectie bleven door de vacaturestop € 0,09 miljoen achter bij de begroting; • kosten voor overige diensten door derden waren € 0,8 miljoen lager dan begroot.
Het beperken van de inzet van middelen ter realisatie van de doelstellingen van de gemeente heeft in 2011 hoog op de agenda gestaan, ook in het kader van de uitwerkingsopdrachten. Reeds gemaakte afspraken om de apparaatskosten in de greep te krijgen, kregen een vervolg. Belangrijke afspraken zijn gemaakt op onderstaande terreinen. • H et proces Inkopen: in 2011 is gewerkt aan de digitalisering van het proces Inkoop. Dit project wordt in 2012 afgerond. • Regelgeving omtrent inhuur van derden en de afbouw van het aantal inhuurkrachten is verder aangescherpt; • In 2011 is besloten tot een vacaturestop. Ook is afgesproken dat alle capaciteitsaanvragen in het management team worden besproken. Als de apparaatskosten worden uitgedrukt in de totale lasten, ontstaat het volgende beeld:
Tabel: apparaatskosten in % van de totale lasten Realisatie 2010
Begroting 2011 (excl wijz)
Begroting 2011 (incl wijz)
Realisatie 2011
67.890
59.525
62.532
66.196
Totale lasten
318.384
272.013
319.233
331.233
Apparaatskosten, uitgedrukt als % van de totale lasten
21,32%
21,88%
19,58%
19,98%
Apparaatskosten
Beperking van de apparaatskosten en de totale lasten zal in het kader van verdergaande bezuinigingen de komende jaren de nodige aandacht houden. Uitwerkingsopdrachten In 2011 is een belangrijk begin gemaakt met de realisatie en bijbehorende bezuinigingen van de uitwerkingsopdrachten. De regie op de bezuinigingen verdient de volle aandacht van de organisatie. Eind 2011 is gestart met de werving van een projectmanager Gemeente Nieuwe Stijl om deze regietaak te vervullen. Voor de strategische uitwerkingsopdrachten kon in 2011
€ 0,1 miljoen niet worden gerealiseerd (doelstelling was € 0,3 miljoen). Het betreft het verlagen van de subsidie aan de bibliotheek. Voor de overige uitwerkingsopdrachten kon in 2011 slechts € 4.000 niet worden gerealiseerd (door uitwerkingsopdracht digitalisering). Onderstaande onderwerpen zijn belangrijk in de uitwerkingsopdrachten. • Intensivering van samenwerking met de gemeenten Maassluis en Vlaardingen. Deze samenwerking verloopt moeizaam. Dit heeft een ProgrammaREKENing
165
ten van digitalisering (financieel en werkprocessen) in het algemeen zijn nog niet voldoende in kaart gebracht. • Het maken van keuzes in niet-wettelijke taken. In de uitwerkingsopdrachten wordt zichtbaar dat keuzes zijn gemaakt in niet-wettelijke taken en/of het anders organiseren van deze taken. Keuzes die onder andere zijn gemaakt: • stopzetten particuliere bewaking station Schiedam; • stopzetten vergoedingen voortgezet onderwijs; • stopzetten loket kinderopvang; • stopzetten sportpromotie; • verminderen schoolzwemmen; • stopzetten van bepaalde projecten op gebied van sociaal cultureel en maatschappelijk werk; • stoppen met het geven van verkeersvoorlichting en -educatie.
groot effect op de voortgang van een aantal specifieke uitwerkingsopdrachten en de bijbehorende bezuinigen, zoals onderzoek naar afstoten BVG. • Te behalen voordelen op inhuur en inkoop. Centrale inkoop is o.a. onderdeel van het shared service concept (samen met buurgemeenten). Het onderzoek naar mogelijke besparingen op dit onderdeel loopt dan ook gelijktijdig met het onderzoek naar de mogelijkheden van shared services met de buurgemeenten. Resultaat is in 2012 te verwachten. • Inhuur binnen de gemeente wordt afgebouwd. In 2011 werd voor € 8,4 miljoen uitgegeven aan inhuur (ten opzichte van € 9,5 miljoen in 2010). • Meer effectiviteit en efficiency door digitalisering van processen. In 2011 heeft de nadruk gelegen op het digitaliseren van de facturen en planvorming over digitalisering. De effec-
‘Groen’ wil zeggen: punt is geheel afgerond of bepaalde actie verloopt volgens schema. ‘Oranje’ betekent: er wordt aan gewerkt, maar het eindresultaat is nog niet bereikt. ‘Rood’ betekent: er is nog niet aan gewerkt of de deadline zal niet worden gehaald. Stand van zaken uitwerkingsopdrachten d.d. februari 2012, gebaseerd op de KTA-monitor totaal
totaal
Strategische opdrachten lijn 2 1. Totale projectstatus
4
3
0
7
57%
43%
-
100%
2. Taakstelling
4
3
0
7
57%
43%
-
100%
3. Tijd
6
1
0
7
86%
14%
%
100%
4. Inhoud
6
1
0
7
86%
14%
%
100%
Strategische opdrachten lijn 3 1. Totale projectstatus
5
7
0
12
42%
58%
-
100%
2. Taakstelling
5
7
0
12
42%
58%
-
100%
3. Tijd
5
7
0
12
42%
58%
%
100%
4. Inhoud
6
6
0
12
50%
50%
%
100%
0
3
1
4
%
75%
25%
100%
Strategische opdrachten lijn 10 1. Totale projectstatus 2. Taakstelling
1
3
0
4
25%
75%
-
100%
3. Tijd
0
3
1
4
%
75%
25%
100%
4. Inhoud
1
2
1
4
25%
50%
25%
100%
Overige opdrachten 1. Totale projectstatus
38
14
6
58
66%
24%
10%
100%
2. Taakstelling
37
16
5
58
64%
28%
9%
100%
3. Tijd
40
13
5
58
69%
22%
9%
100%
4. Inhoud
40
13
5
58
69%
22%
9%
100%
166
In dit onderdeel wordt een korte samenvatting van de voortgang per strategische lijn gegeven. Strategische lijn 2 - Stand van zaken en korte toelichting De strategische lijn 2 ‘Mee (kunnen) doen’ bevat zeven uitwerkingsopdrachten omtrent de producten sociaal cultureel werk, maatschappelijk werk en wijkontwikkeling. Hiervan is één opdracht (sociale wijkaanpak) gereed. Voor alle opdrachten zijn acties uitgezet om de besparingen te concretiseren. De bezuinigingen lopen volgens plan en zijn verwerkt in de begroting. Strategische lijn 3 - Stand van zaken en korte toelichting De strategische lijn 3 ‘Een voorzieningenniveau dat op de Schiedamse maat geschoeid is, bevat twaalf uitwerkingsopdrachten omtrent de producten sociaal cultureel werk, maatschappelijk werk en wijkontwikkeling. Hiervan zijn drie opdrachten gereed gemeld. Voor alle opdrachten zijn acties uitgezet om de besparingen te concretiseren. Een bedrag van € 100.000 is in 2011 niet gerealiseerd. Het betreft hier de verlaging van de subsidie aan de bibliotheek. Om de andere besparingen te realiseren op deze lijn, zijn een aantal visiedocumenten noodzakelijk en dient hierover besluitvorming plaats te vinden. Er is in 2011 meer duidelijkheid ontstaan over deze visiedocumenten. Dit moet nog verder worden ingevuld. Het gaat om: • Visie Musea. In dit kader wordt een plan van aanpak opgesteld. Daarin wordt een benchmark uitgewerkt (de Schiedamse musea worden vergeleken met andere landelijke musea) en worden twee scenario’s beschreven (samenwerking en fusie). De cultuurnota verschijnt 2e helft 2012. In dat kader zullen alle budgetten en subsidies in de cultuursector worden herijkt. • Toekomstvisie Theater aan de Schie (gereed eind 2011). In juni heeft het college een besluit genomen over de subsidiebeschikking 2011. Over de totstandkoming van de beschikking is veelvuldig met het bestuur van het theater overlegd. Desondanks heeft het theater bezwaar ingediend tegen de beschikking 2011.De financiële positie van de stichting is zwak. De gemeente is momenteel volop in bespreking met het bestuur van de Stichting van het theater. Het resultaat van deze besprekingen zal meer inzicht moeten geven in de toekomstmogelijkheden van het theater.
Het college verwacht daar in de loop van het voorjaar 2012 meer over te kunnen melden. • Visie Bibliotheek en meerjarenconvenant In 2011 zijn gesprekken gevoerd over de bezuinigingen (omtrent huisvesting en personeel) en het inrichten van de subsidierelatie. Doel hiervan is te komen tot een strategisch convenant en subsidierelatie bestaande uit prestatie-indicatoren, een productenboek en een productenbegroting. Dit traject is in 2011 afgerond. Aangaande huisvesting zijn twee opties verkend. Beide opties brengen risico’s met zich mee. Het is nog onzeker of de totale bezuiniging op de bibliotheek (verlaging subsidie en herhuisvesting) van € 0,5 miljoen in 2012 haalbaar is. De bezuiniging op de verlaging van de subsidie is in 2011 niet volledig gerealiseerd (€0,1 miljoen lager dan gepland). • Visie Sportaccommodaties In kader van de sportaccommodaties is in 2011 een aantal rapportages opgesteld. Deze vormen de opmaat voor totstandkoming van de kadernota sport in 2012. Het participatieproces beschrijft hoe de sportverenigingen daarbij betrokken worden. Dit proces voltrekt zich in 2012. Strategische lijn 10 - Stand van zaken en korte toelichting Gemeente Nieuwe Stijl In 2011 is vooral ingezet op de reductie van externe inhuur. Ook is een voorstel ontwikkeld voor het herontwerp van 12 processen, met daaraan gekoppeld een financiële taakstelling. De taakstelling voor 2012 is ingevuld, voor 2013 e.v. moeten nog aanvullende maatregelen worden benoemd. Intussen is de taakstelling opgehoogd. Deze cijfers zullen in 2012 in nieuwe uitwerkingsopdrachten worden verwerkt. Intergemeentelijke samenwerking Op het terrein van de sociale diensten wordt door Berenschot een haalbaarheidsonderzoek gedaan. Voor mogelijke samenwerking op het gebied van Sport en Recreatie zijn de eerste contacten gelegd. Op de overige gebieden waar samenwerking mogelijk werd geacht, is geen voortgang geboekt. Samenwerking met buurgemeenten verloopt namelijk moeizamer dan werd ingeschat. Dat samenwerking succesvol kan zijn laten Baanbreker en het Regionaal Inkoopbureau zien. Dit zijn voorbeelden voor de verdere ontwikkeling van de intergemeentelijke samenwerking.
ProgrammaREKENing
167
Overige uitwerkingsopdrachten Voor een groot aantal lopende uitwerkingsopdrachten geldt dat er sprake is van afhankelijkheden van en afstemming met anderen. Dit betekent dat niet in alle gevallen de planning in de tijd zal worden gehaald. Van deze uitwerkingsopdrachten zijn 17 gereed gekomen. Uitwerkingsopdrachten zonder financiële afspraken • Diverse opdrachten zijn vertraagd door het gebrek aan interne capaciteit. • Andere opdrachten zijn vertraagd door het onderzoek naar samenwerking met buurtgemeenten, hetgeen moeizaam verloopt (o.a onderzoek naar centrale inkoop, shared service center, BVG). Dit heeft niet direct financiële consequenties, omdat deze uitwerkingsopdrachten nog geen financiële taakstelling kenden. Doel van de uitwerkingsopdrachten was onder andere om het financiële voordeel in kaart te gaan brengen. • Daarnaast zijn er opdrachten die mogelijk meer tijd en inspanning van de organisatie vergen om een daadwerkelijk financieel voordeel te realiseren, zoals onderzoek naar kostendekkendheid tarieven. De kosten van de Schiedamse bedrijfsvoering staan in de schijnwerpers door de bezuinigingsopgave. Recentelijk zijn de resultaten van een formatiebenchmark door BMC bekend geworden. Hieruit komt naar voren komt dat de personeelskosten van verschillende producten/eenheden in vergelijking met andere gemeenten mogelijk aan de hoge kant zijn. Een nadere analyse van dit beeld vindt op dit moment onder regie
168
van het GMT plaats, of zal via uitwerkingsopdrachten worden uitgevoerd. Bij het analyseren van de kostenkant van de bedrijfsvoering kunnen ook de uitkomsten van de begrotingsof exploitatiescan van Deloitte worden betrokken. Tussenstand CWP omtrent activiteiten en prestatiedoelstellingen Een belangrijk onderdeel van het CollegeWerkProgramma zijn de 10 strategische lijnen. Aan deze lijnen zijn activiteiten en prestatiedoelstellingen gekoppeld, die aan het eind van de collegeperiode dienen te worden behaald. De ambtelijke organisatie heeft de taak dit uit te voeren en de voortgang te bewaken. De ‘smart’ geformuleerde prestatiedoelstellingen zijn door de betreffende afdelingen – in samenspraak met de portefeuillehouder – aangedragen. Om de voortgang van het CWP te kunnen bewaken is een monitor ontwikkeld, waarmee geautomatiseerd de stand van zaken inzichtelijk kan worden gemaakt. In de monitor zijn 164 activiteiten opgenomen, 49 algemene prestatiedoelstellingen en 14 prestatiedoelstellingen die specifiek betrekking hebben op de binnenstad. Activiteiten De 164 activiteiten, die in het CWP zijn geformuleerd, zijn zeer divers van karakter. Het kan gaan om concrete zaken die in een bepaald tijdsbestek gerealiseerd dienen te zijn, zoals het opstellen van een beleidsplan voor een bepaalde datum. Het kan ook gaan om het voortzetten van staand beleid of het trachten te bevorderen van een bepaalde ontwikkeling. In onderstaande tabel is op hoofdlijnen de stand van zaken van het CWP weergegeven aan de hand van een stoplichtenmodel.
‘Groen’ wil zeggen: punt is geheel afgerond of bepaalde actie verloopt volgens schema. ‘Oranje’ betekent er wordt aan gewerkt, maar het eindresultaat is nog niet bereikt. ‘Rood’ betekent er is nog niet aan gewerkt of de deadline zal niet worden gehaald. Stand van zaken omtrent activiteiten d.d. februari 2012, gebaseerd op de CWP-monitor Strategische lijn 1. Werken en onderwijs 2. Mee (kunnen) doen
totaal 9
7
-
totaal
16
56%
44%
-
100%
2
4
-
6
33%
67%
-
100%
3. Een voorzieningenniveau op Schiedamse maat
10
-
2
12
83%
-
17%
100%
4. Investeren in lokale economie en mensen
11
12
2
25
44%
48%
8%
100%
5
5
3
13
39%
39%
23%
100%
10
11
3
24
42%
46%
13%
100%
6
18
-
24
25%
75%
-
100%
13
-
-
13
100%
-
-
100%
3
12
3
18
17%
67%
17%
100%
5
3
5
13
39%
23%
39%
100%
74
72
18
164
45%
44%
11%
100%
5. Investeren in versnelde stedelijke vernieuwing 6. Versterken kwaliteit leefomgeving 7. Duurzaamheid 8. Veiligheid 9. Wonen 10. Gemeente nieuwe stijl Totaal
• Ten opzichte van het vorige kwartaaloverzicht is het aandeel van de activiteiten die op ‘groen’ staan, gestegen van 38% naar 45%. Dat laatste komt met name voor bij het onderdeel ‘8 Veiligheid’. Voorbeelden zijn het voortzetten van de uitvoering van het beleidsplan Veiligheid, het doorgaan met de regionale aanpak van huiselijk geweld en handhaven van het aantal gekwalificeerde toezichthouders. Kortom, zaken die bij ongewijzigd beleid de rest van de collegeperiode zullen worden gecontinueerd. • Het aandeel van de actiepunten die op oranje staan, is het afgelopen kwartaal afgenomen van 51 tot 44%. Doorgaans is dat ook geen probleem, omdat het vaak langlopende zaken betreft die pas aan het eind van de collegeperiode behoeven te worden afgerond. • Ongeveer 11% van de actiepunten staat op rood. Dat is een behoorlijke verbetering ten opzichte van drie maanden geleden, toen dit nog 19% was. De meeste punten die op rood staan, betreffen het onderwerp ‘10 Gemeente nieuwe stijl’. Dit betreft onder meer het streven om fair trade gemeente te worden en de realisatie van het Actieplan Digitaal loket (waaronder de persoonlijke internetpagina voor burgers). Prestatiedoelstellingen In het CWP zijn – verdeeld over de diverse strategische lijnen – in totaal 49 prestatiedoelstellingen opgenomen. Deze hebben een looptijd van 4 jaar. Dat wil zeggen dat de doelstellingen aan het eind van de collegeperiode behaald moe-
ten zijn. Gezien de lange looptijd is het verklaarbaar dat nog geen enkele doelstelling is afgerond. Inmiddels zijn voor 42 doelstellingen cijfers bekend. Daarvan staan er 32 op oranje (doelstelling ligt op schema) en 10 op rood. Voorbeeld van een doelstelling die op rood staat is de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen: als gevolg van (mondiale) economische ontwikkelingen neemt dit in Schiedam licht af. De doelstelling – een toename met ruim 2.000 arbeidsplaatsen in de periode tot 2014 – zal zeer waarschijnlijk niet haalbaar zijn. Binnenstad De Binnenstad is niet als afzonderlijke strategische lijn benoemd. Wel is in het CWP een bijlage opgenomen met specifieke outputprestaties voor de Binnenstad. Dit betreft 14 concrete doelstellingen die eveneens in het geautomatiseerde monitorbestand zijn opgenomen. Daarvan zijn er 3 vrijwel gereed, zoals de opening van het Wennekerpand. Aan de overige 11 doelstellingen wordt gewerkt en deze liggen op schema. Voorbeelden daarvan zijn de aanpak van het achterstallig onderhoud gevels, leegstaande winkels en bevorderen wonen boven winkels, planvorming over de herontwikkeling van de Havenkerk en de aanpak Stadstimmerwerf. Het college heeft vertrouwen in een goed eindresultaat. De genoemde activiteiten die nu uit de pas lopen zullen alsnog voortvarend worden opgepakt.
ProgrammaREKENing
169
Financieel beheer Algemene doelstelling van financieel beheer is het voeren van een solide en verantwoord meerjarig financieel beleid. Deze doelstelling kan worden gerealiseerd indien:
1. doelmatige, doeltreffende en rechtmatige besteding en financieel beheer wordt gerealiseerd; 2. resultaatgerichte sturing en beheersing plaatsvindt.
Doelmatige, doeltreffende en rechtmatige besteding en financieel beheer is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen: Activiteiten
Realisatie
Toelichting afwijking
Doorontwikkelen algemeen intern beheerssysteem
Stappen gezet op gebied van procesbeschrijving begrotingswijzigingen en cijfers die meerjarig worden verwerkt in het financiële systeem
Dit onderwerp zal gedurende aantal jaar aandacht blijven vragen
Volgen juiste besluitvormingsprocedure
Nog niet altijd wordt juiste weg naar de Raad gevolgd
Dient constant aandacht te hebben
Afleggen periodieke verantwoording over gevoerde beheer
Ja, via PenC-cyclus
-
Voldoen aan externe en interne weten regelgeving
Hieraan wordt voldaan
-
Benchmarken van doelmatigheid
Uitgevoerd door extern bureau
-
Periodiek meten van beleidseffecten
Ja, via PenC-cyclus
-
Resultaatgerichte sturing en beheersing is in 2011 gerealiseerd door de volgende activiteiten te ondernemen:
170
Activiteiten
Realisatie
Toelichting afwijking
Planning en Control • Verder ontwikkelen planning- en controlcyclus en bijbehorende documenten • Formuleren van prestaties en doelstellingen in begroting en een meer resultaat gerichte verantwoording • Begroting personele lasten op reële bedragen
• Format periodieke rapportages, format afdelingsplan 2012, kwartaalgesprekken
-
Doorontwikkelen managementinformatiesysteem
Voorbereiding rapportenbouw volgens planning en beheer geïmplementeerd
Voorbereiding rapporten vergt veel tijd en wijziging technische randvoorwaarden heeft veel tijd gekost
Professionalisering doorvoeren treasuryfunctie
Niet gerealiseerd.
Wisseling in bestuur en onvoldoende beschikbare capaciteit binnen Financiën
Invoeren gemeentebrede liquiditeitenprognose
Niet gerealiseerd
onvoldoende beschikbare capaciteit binnen Financiën
Speerpunten – basis op orde
Realisatie
Toelichting afwijking
Digitale afhandeling van facturen 100% gereed en werkend
Niet gelukt
onvoldoende beschikbare capaciteit binnen Financiën
Verplichtingenadministratie ingericht
Verplichtingen-administratie opgeleverd
-
Urenadministratie volledig in gebruik nemen
Besloten dat in 2012 alle medewerkers uren moeten schrijven
Kostte meer tijd dan was ingeschat.
Speerpunten – Rechtmatigheid
Realisatie
Toelichting afwijking
Bij 16 gedefinieerde processen wordt interne controle door afdeling uitgevoerd.
Bij 1 afdeling gerealiseerd
Doelstelling te ambitieus
• Voorbereiden besluitvorming minder rapportages 2012 • Is gerealiseerd
Speerpunten – Doelmatigheid
Realisatie
Toelichting afwijking
Realiseren van verbetering uit eerdere onderzoeken
Heeft constante aandacht en is opgenomen in de Planning- en Controlcyclus
-
Informatiebeleid en Automatisering In 2011 is de eerste fase van centralisatie van ICT-budgetten afgerond, de centralisatie van het hardwarebudget. De afdeling DV-IA is hierbij volledig verantwoordelijk voor het traject van inkoop, contractbeheer en facturatie. Doel van deze centralisatie is het realiseren van besparingen door verdere standaardisatie en doelmatiger inkoop. Als taakstelling heeft de afdeling direct een besparingsopdracht van € 30.000 meegekregen, die daadwerkelijk is gerealiseerd. De volgende actie, centralisatie van het software budget, staat voor 2012 op de kalender. In 2011 is de afdeling DV-IA voorzichtig geconfronteerd met de eerste ontwikkelingen op het gebied van het Nieuwe Werken. De afdeling is zich aan het heroriënteren op haar taken op het gebied van apparaat- en softwarebeheer, beveiliging en beschikbaarheid om onder meer lokatie- en tijdonafhankelijk te kunnen werken. Dit vereist een nieuwe focus van de medewerkers, nieuwe werkwijzen en investeringen in infrastructurele voorzieningen. Medewerkers werken met andere hulpmiddelen: na de smartphone heeft ook de tablet zijn intrede gedaan. Cultuurverandering en organisatie-ontwikkeling gaan hand in hand met de veranderingen in de inrichting van de gemeentelijke ICT-huishouding. Een exponent hiervan is dat eind 2011 het project rond automatisering van de bestuurlijke stukkenstroom is opgestart. Van begin tot eind zal dit traject digitaal worden uitgevoerd; DIV ondersteunt de inrichting en implementatie en de verandering van papier naar digitaal. Dit sluit aan bij de werkwijze van het college, waarbij sinds 2011 papierloos wordt vergaderd. Als onderdeel van het Meerjaren Beheer- en Onderhoudsplan heeft de raad € 0,6 miljoen ter beschikking gesteld voor de vervanging van storage (opslag van data) en backup (veiligstellen van data d.m.v. het maken van een kopie). De beschikbare oplossingen zijn uit hun jasje gegroeid door de enorme toename van de geautomatiseerde gegevensverwerking. In november werd een complexe Europese aanbesteding afgesloten. In 2012 begint het vervangen van de verouderde storage systemen. Continuïteit van de informatievoorziening en het op betrouwbare wijze overzetten van gegevens zijn de uitgangspunten bij deze migratie.
Besparingen gaan ook de afdeling DV-IA niet ongemerkt voorbij. Ontstane vacatures bij DIV als gevolg van medewerkers die met pensioen zijn gegaan worden niet ingevuld. Vooruitlopend op de taakstelling voor 2012 is in de zomer 2011 een ontstane vacature op de Servicedesk niet ingevuld. Dit leidt tot beperking in de openstelling van de Servicedesk. Ook in 2011 is een groter beroep gedaan op de zelfredzaamheid van gebruikers. Exploitatiebudgetten zijn in 2011 verlaagd als gevolg van het opzeggen van licenties voor software. Het kritisch tegen het licht houden van dergelijk verplichtingen zal in de komende jaren worden doorgezet. Het overdragen van budgetten en zeggenschap naar de afdeling DV-IA maakt dit proces transparant. In 2011 is een voorzichtige verkenning gedaan op gebied van ICT-samenwerking met Maassluis en Vlaardingen. Over en weer ziet men kansen voor kwaliteitsverbetering en besparingen. Als onderdeel van het programma Gemeente Nieuwe Stijl vindt een verkenning plaats naar draagvlak en reële mogelijkheden voor samenwerking. Andere ontwikkelingen op het gebied van informatiemanagement in 2011 waren: • In het voorjaar 2011 is de koppeling tussen de Basisregistratie voor Adressen en Gebouwen (BAG) en de Gemeentelijke Basisadministratie met persoonsgegevens tot stand gebracht. Van de grote gemeenten was Schiedam één van de eersten die dit voor elkaar kreeg. De winst die wordt behaald zit in het eenmalig vastleggen van basisgegevens, de geautomatiseerde distributie naar uiteenlopende (geautoriseerde) afnemers van deze gegevens en het ketenbreed gebruiken van gekwalificeerde brongegevens. • Investeringen in vervanging van de bekabeling als onderdeel van de verbouwing van de Stadswinkel leidden tot een kleine plus. Dit budget zal in 2012 worden ingezet voor het beschikbaar stellen van een draadloos netwerk in het Stadskantoor. Voorzieningen rond Aleidazaal en bestuursvleugel worden opgewaardeerd. • Onderdeel van het programma Dienstverlening was het realiseren van een nieuwe, gebruiksvriendelijker website. DV-IA heeft de technische realisatie van dit traject ondersteund.
ProgrammaREKENing
171
• Als onderdeel van Het Nieuwe Werken zijn ervaringen op gedaan met virtualisatie van werkplekken, applicaties en thuiswerken. Het is duidelijk geworden dat er geen offthe-shelf oplossingen beschikbaar zijn. De complexe informatiehuishouding van een gemeente, ook van Schiedam, noopt tot experimenteren met beschikbare oplossingen. Huisvesting In het eerste kwartaal van 2011 zijn de interne verhuisbewegingen voor de definitieve huisvesting van de ambtelijke organisatie afgerond.. De organisatie is nu zoveel mogelijk volgens het clustermodel gehuisvest. Deze manier van huisvesten draagt bij aan een goede en adequate dienstverlening aan de burger. Tegelijkertijd is een groot deel van het meubilair vervangen door nieuw meubilair dat aan de arborichtlijnen voldoet. Het huidige meubilair dat niet vervangen is voldoet nog aan de huidige (gebruiks)eisen en zal op termijn vanuit het beschikbare exploitatiebudget vervangen worden. De stadswinkel heeft een ingrijpende transformatie ondergaan naar een nieuw, vriendelijk, overzichtelijk en modern
172
Klant Contact Centrum (KCC) dat aan de wettelijke beveiligingseisen voldoet. Het nieuwe klantcontactcentrum biedt daarnaast meer comfort, een beter klimaat en een prettig binnenmilieu, waarmee aan de gangbare normen wordt voldaan. Bovendien maakt de nieuwe indeling van het KCC het mogelijk om in lijn met het dienstverleningsconcept bezoekers te ontvangen en diensten te verlenen. Met enkele aanpassingen is de dienstverlening tijdens de verbouwingswerkzaamheden doorgegaan. Alleen tijdens het inrichten van de nieuwe (balie)werkplekken is de stadwinkel een korte tijd gesloten geweest. Doordat de beschikbare ruimte na de verbouwing efficiënter wordt benut, is ruimte ontstaan voor een multifunctionele vergaderruimte met hoge capaciteit (ca. 30 personen of meer). Ook is er ruimte voor een wachtruimte voor bezoekers van het stadskantoor, waar eventueel ook informele overleggen kunnen plaatsvinden. De entreetrap aan het Stadserf is nog niet gerealiseerd in verband met keuzes rondom de uitvoering / materialisatie. Voorbereidingswerkzaamheden zijn reeds uitgevoerd.
Financiering In deze paragraaf wordt verantwoording afgelegd over de activiteiten die in 2011 zijn uitgevoerd, die behoren tot de zogenoemde financierings- of beter de treasuryfunctie van de gemeente. Naast financiering – het aantrekken en uitzetten van middelen – gaat het in deze paragraaf ook over het beheersen van de financiële risico’s, de financiële posities en de vermogenswaarden. Daarom kunnen we beter spreken over de treasuryfunctie. De treasuryfunctie is te definiëren als ’het geheel van activiteiten gericht op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s’. In deze paragraaf wordt eerst ingegaan op de beleidskaders die voor de treasuryfunctie gelden. De veranderingen die daarin in 2011 zijn opgetreden worden gemeld. Onder 2 wordt inzicht gegeven in het rentebeleid van de gemeente. Hier is zichtbaar gemaakt wat het voorgenomen beleid was en wat daarvan is gerealiseerd. Onder 3 wordt ingegaan op het gevolgde financieringsbeleid. Daarbij wordt zichtbaar op welke wijze er invulling is gegeven aan de financieringsbehoefte; is dit gedaan met inzet van kort geld- of met lang geldfinanciering? Onder 4 wordt ingegaan op de risicobeheersing van de rente- en debiteurenrisico’s en de koers- en valutarisico’s. 1. Beleidskaders De uitgangspunten voor de uitvoering van de gemeentelijke treasuryfunctie liggen voor een groot deel vast in een wettelijk kader: • de Wet financiering decentrale overheden (wet fido), inclusief uitvoeringsregels uit het besluit Leningvoorwaarden decentrale overheden, de regeling Uitzettingen en derivaten (verder Ruddo); • het Besluit Begroting en Verantwoording (verder BBV) • de Gemeentewet (artikel 212 en het provinciaal toezicht). Het wettelijke kader is de basis van de gemeentelijke regelgeving voor de gemeentelijke financieringsfunctie. Het gemeentelijke kader ligt vast in: • de Financiële Verordening gemeente Schiedam 2009;
• het Treasurystatuut 2002 (tot 27 april 2011); • het Treasurystatuut 2011 (met ingang van 27 april 2011); • de Nota Investeren, waarderen en afschrijven; • de Nota Reserves en voorzieningen. De raad geeft het treasurybeleid vorm met de financiële verordening en de paragraaf Financiering in de begroting. Dit laatste is ook het uitvoeringskader voor 2011 voor het treasurybeheer door het college. Het Treasurystatuut is de infrastructuur voor de inrichting van de treasuryfunctie. De daadwerkelijke uitvoering van de treasuryfunctie gebeurt ambtelijk; het Treasurystatuut is het kader. In de paragraaf Financiering van de jaarrekening legt het college verantwoording af over het gevoerde beheer. De ambtelijke verantwoording verloopt via het treasuryberaad. De veranderingen in 2011 in het kader Het wettelijke kader is in 2011 niet veranderd. Op 26 april 2011 heeft het college het Treasurystatuut 2011 vastgesteld. In overeenstemming met de bepalingen in de Financiële Verordening 2009 is de raad hiervan in kennis gesteld. De grondslag voor het nieuwe statuut ligt in artikel 12 van de Financiële Verordening 2009. Daarmee is het Treasurystatuut uit 2002, dat de raad heeft vastgesteld, vanaf 27 april 2011 niet meer actueel. 2. Rentebeleid Rentebeeld Voor 2011 werd verwacht dat de in 2010 ingezette stijging van de rente op de geld- en kapitaalmarkt, zich zou voortzetten. De rentevisie van Schiedam ging daar voor 2011 ook vanuit. Terugkijkend bevestigt deze aanname niet. Daarbij blijkt ook dat het voorspellen van renteontwikkelingen een moeilijk materie is in tijden waarbij de economie stagneert en er financiële en andere crisissen in de wereld zijn. Aan de hand van de onderstaande tabellen ziet u het werkelijke verloop in 2011. Kortlopende leningen Voor het geven van inzicht in de ontwikkeling van de kortlopende rente wordt het éénmaands Euribortarief gebruikt. Euribor staat voor Euro Interbank Offered Rate. Euribor
ProgrammaREKENing
173
is het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro’s verstrekken. Het Euribortarief is een basistarief voor vele financiële producten die in de markten (onder meer hypotheken) worden uitgezet. Vandaar dat de ontwikkelingen van dit rentetarief door velen op de voet wordt gevolgd. Het gaat hier wel om een basistarief, dus exclusief toeslagen en dergelijke, die klanten als Schiedam bijvoorbeeld op basis van risico-inschatting wel moeten betalen!
Langlopende leningen Als maatstaf van de kapitaalmarktrente wordt vaak de rente op staatsleningen gebruikt. Gezien het lage debiteurenrisico (risico dat niet wordt betaald) bij een Nederlandse staatslening, geldt dit tarief vaak als een soort basistarief. Afgeleide leningen kennen een opslag voor de risico´s die worden ingeschat. Hierbij geldt dat naarmate het debiteurenrisico hoger wordt, ook de opslag hoger wordt. Bovendien geldt normaal gesproken dat de rente bij een langere looptijd hoger wordt.
Tabel: De werkelijke renteontwikkeling kortgeld leningen over 2011 – 1 maandtarief Euribor
Tabel: grafisch beeld van de rente in 2011 voor een 10 jaars staatslening.
2011
hoogste
laagste
Gemiddeld
januari
0,895%
0,752%
0,793%
februari
0,926%
0,862%
0,894%
maart
0,968%
0,865%
0,903%
april
1,237%
0,984%
1,127%
mei
1,254%
1,228%
1,243%
juni
1,325%
1,223%
1,279%
juli
1,470%
1,332%
1,422%
augustus
1,434%
1,344%
1,373%
september
1,357%
1,340%
1,347%
oktober
1,368%
1,353%
1,363%
november
1,362%
1,196%
1,227%
december
1,206%
1,024%
1,141%
Grafisch: 1.5 1.4 1.3
04
05
06
07
08
09
10
11
12
01
02
% Maanden Schiedam 2011: Het gemiddelde rentepercentage voor Schiedam van de aangetrokken langlopende leningen bedraagt 3,8% (in 2010 was dit gemiddeld 2,9%). Zoals te zien, heeft de basisrente zich tussen de 3,5% en 2,2% aan het einde van 2011 neerwaarts ontwikkeld. Tot slot wordt hier opgemerkt dat de gemelde rentepercentages in de tabellen het werkelijke rentebeeld over 2011 aangeven zoals dat zich in de basis op de markten van 2011 heeft afgespeeld. Het zijn basistarieven en niet de percentages waartegen Schiedam leningen heeft aangetrokken!
1.2 1.1 1.0 0.9 0.8 0.7 02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
% Maanden Schiedam 2011: Het gemiddelde percentage voor Schiedam komt uit op 0,9% (gemiddeld over 2010 was dit 0,56%).
174
3.8 3.6 3.4 3.2 3 2.8 2.6 2.4 2.2 2
Rentelasten over 2011 Schiedam Zoals aangegeven, komen in 2011 de gemiddelde percentages voor Schiedam uit op: • 0,9% (begroot op 1%) voor de aangetrokken kortlopende leningen; • 3,8% (begroot op 4,8% via FinRap 1 van 2011) voor de aangetrokken langlopende leningen.
De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met eigen vermogen (reserves en voorzieningen) en vreemd vermogen (kort- en langlopende leningen). De rentelasten van deze financieringsmiddelen worden doorbelast aan de gemeentelijke producten (kapitaallasten). In de begroting 2011 is rekening gehouden met een omslagrente van 4,60%. Dit percentage is ook in de jaarrekening gebruikt voor de interne rente en voor de rente van de kapitaallasten.
Overzicht totale rentelasten en –baten (-) in 2010 en 2011 Rentesoort (bedrag x € 1 miljoen)
Jaar 2010 Begroot
Jaar 2011 Realisatie
Begroot
Realisatie
Rente kortlopende financiering
0,4
0,1
0,2
0,2
Rente langlopende leningen
9,7
8,9
10,4
10,1
Bespaarde rente (over eigen vermogen)
6,8
6,9
5,7
6,7
18,4
17,5
8,9
8,9
Rente in kapitaallasten (-)
3. Het financieringsbeleid De treasury richt zich op het permanent voor handen hebben van voldoende financierings-middelen om aan de verplichtingen van Schiedam te kunnen voldoen, de optimalisering van rendementen en beheersing van risico’s binnen vooraf gestelde randvoorwaarden. Kortgeldfinanciering In 2011 is de financieringbehoefte zoveel als mogelijk gedaan met inzet van de kortgeldfaciliteiten. Daarbij zijn de volgende twee instrumenten ingezet: • het aantrekken van zes kasgeldleningen; • de limiet in rekening-courant (tot € 25 miljoen) bij de Bank Nederlandse Gemeenten (verder BNG).
Van de twee genoemde instrumenten is in 2011 de laatste het goedkoopst. De limiet ligt vast in een dienstverleningsovereenkomst met de BNG, die ook de rentevergoeding voor het ‘rood staan’ regelt. Als het saldo van de rekening boven de overeengekomen limiet uitkomt, wordt een forse boete van 8% op het meerdere van kracht. Om die reden wordt het zogenoemde saldobeheer twee keer per week gedaan. Ook wordt de ontwikkeling van het banksaldo geanalyseerd en gemonitord. De keuze voor kortgeldfinanciering is dat in 2011 dit rentetechnisch gezien ten opzichte van langlopende leningen veruit de goedkoopste vorm is. Ter illustratie wordt gemeld dat de rente kortgeldfinanciering gemiddeld 0,9% heeft gekost. De rente voor aangetrokken langlopende leningen komt gemiddeld uit op 3,8%.
Kortlopende schuld: overzicht aangetrokken en afgeloste kasgeldeningen in 2011 Omschrijving (bedragen x € 1 miljoen) Stand op 1 januari (balans)
2010
2011
35
35
Bij: Aangetrokken
115
85 (6sts)
Af: Afgelost
-80
-110
35
10
Saldo 31 december (balans)
ProgrammaREKENing
175
In 2011 zijn zes kasgeldleningen tot een totaalbedrag van € 85 miljoen aangetrokken. De looptijd varieert van één week tot twee maanden. Gemiddeld komt het rentepercentage uit op 0,9%. Relevant is de kasgeldlimiet. Onder punt 4 risicobeheersing wordt hierop nader ingegaan. Langlopende financiering: aantrekken van leningen In 2011 zijn twee externe geldleningen aangetrokken bij de BNG voor een totaalbedrag van € 65 miljoen. Het gemid-
delde rentepercentage voor deze leningen is 3,8 en blijft daarmee ruim 1% onder de prognose van 4,8%. De looptijd voor deze leningen varieert en is gekozen op basis van evenwichtig spreiden van aflossingen van langlopende leningen in de tijd. De gemiddelde looptijd van de nieuwe leningen is veertien jaar. Hiermee wordt beheersing op de herfinanciering op leningen gerealiseerd en binnen het wettelijk kader gewerkt voor wat betreft de renterisiconorm (Wet fido). Dit onderdeel komt terug onder punt 4 risicobeheersing.
Tabel Langlopende schulden (info jaarrekeningen) Bedragen x € 1 miljoen Nieuw aangetrokken langlopende leningen Afgeloste langlopende leningen Saldo langlopende leningen ultimo boekjaar
2006
2007
2008
2009
2010
2011
11,3
0
20,0
20,1
30,3
65,1
45,8
33,5
33,5
19,3
19,3
19,4
241,2
207,7
201,5
202,3
211,6
257,3
8,7
8,7
8,9
10,1
4,3%
4,3%
4,2%
3,9%
De rentelasten Gemiddeld rentepercentage leningportefeuille
Langlopende financiering: verstrekken van langlopende leningen Schiedam verstrekt leningen aan derden voor de uitoefening van de publieke taak. Hierbij betracht de gemeente altijd grote terughoudendheid. Verreweg het grootste deel van de bestaande geldleningen zijn in het verleden verstrekt aan de Stichting Woonplus. Woningbouwcorporaties trekken inmiddels al weer vele jaren hun leningen zelfstandig aan op de kapitaalmarkt. In 2011 zijn in dit kader geen leningen verstrekt.
Enkele leningen werden verstrekt aan de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting voor het Revolving Fund van SVn en voor het Nationaal Restauratiefonds. In 2011 is per saldo € 1,8 miljoen gestort in het Revolving Fund van SVn. De boekwaarde van de verstrekte leningen aan de stichting op 31 december 2011 bedraagt € 25,3 miljoen Onderstaande tabel toont het verwachte verloop van de restantschulden en de zekerheidstelling per categorie. Alle onderstaande leningen kenmerken zich als leningen die zijn aangegaan uit hoofde van de publieke taak.
Tabel Verwacht verloop restantschulden en zekerheidsstellingbedragen (bedragen x € 1 miljoen) Saldi ultimo boekjaar
Risico
2010 begroot
2010 werkelijk
2011 begroot
2011 werkelijk
Woningbouwcorporaties
Afgedekt via WSW1
39,9
32,5
33,2
32,0
Volkshuisvesting
Geen
26,6
22,6
19,9
25,3
Voormalige gem. onderdelen
Geen
0,5
0,6
0,4
0,3
Overig
Beperkt
Totaal
Derivaten Met inachtneming van de regeling Ruddo mag de gemeente
0,2
0,2
0,9
0,3
67,2
55,9
54,4
57,9
beperkt gebruikmaken van dit instrument. De gemeente heeft in 2011 geen transactie in derivaten uitgevoerd.
Waarborgfonds sociale woningbouw. Woningbouwverenigingen kunnen via dit fonds zelfstandig op de kapitaalmarkt geld aantrekken. Dus buiten de gemeente om. Het bedrag hier betreft leningen die er waren voordat het waarborgfonds actief is geworden.
1
176
4. Risicobeheersing Risicobeheersing is één van de pijlers van de Wet fido en daarmee ook het Treasurystatuut in Schiedam. Renterisico Hierbij zijn twee risico’s te onderkennen: het risico op korte termijn (kasgeldlimiet) en het risico op de lange termijn (renterisiconorm).
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is onderdeel van het renterisicobeheer en beperkt het risico van grote fluctuaties in de korte rente waardoor het begrotingsevenwicht in gevaar komt. Bij een structurele overschrijding van de kasgeldlimiet moet herfinanciering (consolidatie) met langlopende middelen plaatsvinden.
Tabel Renterisico korte schuld 2011 Bedragen x € 1.000
Mnd
1. Vlottende schuld
2. Vlottende middelen
3. Netto schuld (+) of overschot (-)
Begroot
1e kw
2e kw
3e kw
4e kw
1
38.822
27.698
0
6.316
2
16.370
36.396
316
21.573
3
21.686
52
2.622
21.301
1
389
391
7.578
345
2
283
420
418
358
3
332
295
475
386
1
38.433
27.307
-7.578
5.971
2
16.087
35.976
-102
21.215
3
21.354
-243
2.147
20.915
4. Gemiddelde (van punt 3)
15.700
25.291
21.013
-1.844
16.034
5. Kasgeldlimiet 8,5% van € 275,4 miljoen.
23.409
23.409
23.409
23.409
23.409
-1.883
2.395
25.253
7.375
-8%
10%
108%
32%
6. Ruimte: Onder (-) of boven uitkomst punt 5 Idem als percentage
De conclusie is dat in 2011 aan de gestelde eisen van de kasgeldlimiet van de Wet fido is voldaan. De overschrijding van de kasgeldlimiet is in het eerste kwartaal binnen de toegestane termijn van drie achtereenvolgende kwartalen gebleven. Renterisiconorm: Renterisico doet zich voor wanneer nieuwe leningen moeten worden aangetrokken of wanneer voor bestaande leningen een renteherziening aan de orde is. In beide gevallen kan de dan geldende rente afwijken van de in de begroting geraamde rente. De Wet fido schrijft voor hoe dit renterisico moet worden berekend. Het renterisico mag volgens de Wet fido 20% bedragen van het begrotingstotaal aan het begin van een jaar.
1%
Hiermee wordt een evenwichtige spreiding van renteherziening- en herfinancieringmomenten nagestreefd. De komende jaren blijft er behoefte aan nieuwe langlopende financieringsmiddelen. Er bestaat dus een risico met betrekking tot herfinanciering. Echter vrijwel alle bestaande langlopende leningen hebben een rentevast percentage gedurende de gehele looptijd. Hierdoor wordt het risico door tussentijdse renteherziening beheerst. In 2011 heeft er geen tussentijdse renteherziening op leningen plaatsgevonden.
ProgrammaREKENing
177
In onderstaande tabel worden de renterisico’s van af te lossen en aan te trekken leningen getoetst aan de wettelijke renterisiconorm (Wet fido). Tabel Renterisico op de lange schuld Stap/Variabelen
bedragen x € 1 mln. 2009 werkelijk
2010 begroot
2011 werkelijk
1 Renteherzieningen
14,1
-
2 Aflossingen
19,3
19,4
33,4
19,4
3 Renterisico
20,0
23,7
4 Renterisiconorm: totaal van de leningen
42,4
45,8 * 56,1
55,1
22,4
15,8
22,7
35.7
10,4%
9,6%
8,1%
13%
20% begrotingstotaal € 275,4 5 Ruimte onder (+) of boven (-) punt 4 Renterisiconorm Schiedam (ten opzichte van wettelijke 20%)
Schiedam behaalt in 2011 een renterisiconorm van 13%. De conclusie is dan ook dat in 2011 voldaan wordt aan de renterisiconorm van de Wet fido. Kredietrisico: De verstrekte geldleningen kennen naast het renterisico ook een kredietrisico. Dit is het risico van een waardedaling van de vordering als gevolg van het niet tijdig nakomen van verplichtingen door een tegenpartij. In 2011 is hiervan geen sprake geweest. Debiteuren-, koers- en valutarisico’s Het debiteurenrisico is het risico dat een debiteur niet aan zijn verplichtingen kan of wil voldoen. De gemeente beschikt daarvoor over een set aan wettelijke mogelijkheden, zoals de dwanginvordering bij belastinginkomsten. Periodiek worden de uitstaande vorderingen getoetst op hun risico. Ter afdekking van de financiële risico’s van het debiteurenbeheer kent de gemeente twee voorzieningen. Dit zijn de voorziening dubieuze debiteuren en de voorziening 40% van vorderingen cliënten.
178
2010 werkelijk
Naast het verstrekken van leningen in het kader van de publieke taak, kan de gemeente ook overtollige middelen in de markt uitzetten. De gemeente handelt dan in de hoedanigheid van de financieringsfunctie. Als dit gebeurt, zijn er wettelijke eisen aan de kredietwaardigheid van de tegenpartij (Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden – Ruddo). De Wet fido verbiedt het in- en doorlenen van geld dat als doel het genereren van inkomsten heeft. Dit behoort namelijk tot de publieke taak. Als het in de toekomst voorkomt dat er een situatie ontstaat van overtollige middelen, dan voorziet het Treasurystatuut erin dat aan alle voorwaarden van de Wet fido wordt voldaan. In 2011 is deze situatie niet voorgekomen, zodat er ook geen leningen zijn uitgezet. Een debiteuren-, koers- en/of valutarisico uit hoofde van de financieringsfunctie is in 2011 niet van toepassing. Er is geen aanleiding deze risico’s mee te nemen in de paragraaf Weerstandsvermogen. Alle transacties in 2011 hebben plaatsgevonden in euro’s. Het valutarisico is niet relevant.
Grondbeleid In de paragraaf Grondbeleid beschrijft de gemeente haar visie op het grondbeleid, de uitvoering daarvan en de verwachte resultaten van de grondexploitaties, de winstneming en het verloop van reserves/voorzieningen. De Nota Grondbeleid behandelt de beleidsuitgangspunten. In deze paragraaf worden ze samengevat en aangevuld met de laatste ontwikkelingen. Bij ruimtelijke ontwikkelingen loopt de gemeente grote financiële risico’s. De herziening Grondexploitaties per 1 januari 2012 laat dan ook zien dat de verwachte resultaten met ongeveer € 4,9 miljoen zijn gedaald. Dat komt door de marktsituatie, die nog steeds slecht is: er is sprake van onder andere verdere vertraging in planprocessen, minder bijdragen van ontwikkelende partijen, tegenvallers tijdens de planuitvoering en bijgestelde parameters. Deze paragraaf begint met een uiteenzetting over de beleidskaders Grondbeleid. Daarna wordt ingegaan op de stand van zaken van het verbeterplan Grondexploitaties en de herziening grondexploitaties per 1 januari 2012. 1. Beleidskaders Grondbeleid Aanleiding herijking Grondbeleid De gemeente heeft haar grondbeleid in 2010 herijkt. Aanleiding hiervoor was: • de financiële situatie van de gemeente Schiedam als gevolg van de recente herzieningen van grondexploitaties; • nieuwe wet- en regelgeving: de Wet ruimtelijke ordening (Wro) trad per 1 juli 2008 in werking ; • de vastgestelde Stadsvisie Schiedam 2030: een structuurvisie binnen de nieuwe wet- en regelgeving die de basis vormt voor programma’s in de grondexploitaties van nu en in de toekomst; • de mogelijkheden tot kostenverhaal en verevening benutten in het kader van de nieuwe wet- en regelgeving. Nota Grondbeleid Tijdvak 2010-2014 Op 8 februari 2010 heeft de raad de Nota Grondbeleid Tijdvak 2010-2014 (‘Opmaat tot een kansrijk vernieuwend Schiedam’) vastgesteld. Dit zijn de belangrijkste elementen: • Uitgaande van de locatie, de eigendomssituatie, het pro-
gramma, de kwalitatieve eisen en de financiën wordt een passief (faciliterend) grondbeleid toegepast waar dat toereikend is. Met ‘toereikend’ wordt bedoeld: conform de eisen en wensen van de gemeente. Waar dat nodig en mogelijk is, past de gemeente een actief beleid toe. • Het al in juni 2008 vastgestelde erfpachtbeleid wordt bestendigd. • Het college en de raad krijgen meer inzicht in de financiële situatie, de risico’s van een grondexploitatie en de gevolgen hiervan voor alle grondexploitaties. • De gemeente neemt organisatorische maatregelen om te kunnen inspelen op de Wro en om de grondexploitaties onder controle te brengen. Doelstellingen Nota Grondbeleid Met deze nieuwe Nota Grondbeleid beoogt Schiedam een nieuw elan te geven aan het grondbeleid van de gemeente. De nota gaat niet meer alleen in op bedreigingen en zwakke kanten van de stad, maar biedt juist kansen voor vernieuwing. De gemeente houdt bij de planvorming uiteraard rekening met de bedreigingen en zwakke kanten van Schiedam, maar gaat daarbij ook uit van de kansen en sterke kanten van de stad. Daarmee probeert ze de planontwikkeling en planrealisatie op gang te houden. Dit betekent dat de gemeente actief moet zijn in gebieden waar ingrepen in de stedelijke structuur absoluut noodzakelijk zijn. Andere ontwikkelingen moet ze veel meer aan de markt overlaten. Particuliere exploitaties en samenwerkingsverbanden tussen de gemeente en de markt moeten worden gestimuleerd. De gemeente ontziet hiermee haar beperkte financiële en personele middelen. Die kunnen vervolgens effectief worden ingezet op de plekken waar de gemeente moet ingrijpen. Daarnaast kan de gemeente met de nieuwe Wro de regie voeren over haar eigen ruimtelijke ontwikkelingen en particuliere ruimtelijke ontwikkelingen. De werkprocessen moeten hierop worden toegesneden (onder andere door invoering van projectmatig werken).
ProgrammaREKENing
179
In de nieuwe wetgeving is de gemeente verplicht tot kostenverhaal. Dat kan bij particuliere ontwikkelingen en publiekprivate samenwerking door het afsluiten van een (anterieure) overeenkomst. Als dat niet lukt, kan de gemeente een exploitatiebijdrage heffen. Die is gebaseerd op een door de raad vast te stellen exploitatieplan dat is gekoppeld aan een ruimtelijk besluit (bestemmingsplan, projectbesluit). Systeem van rapporteren, risicomanagement In de Nota Grondbeleid staat een aantal beleidsuitgangspunten die het herijkte grondbeleid concretiseren. Daarnaast bevat de nota een systeem van rapporteren dat onderdeel uitmaakt van de planning en control cyclus. Dit systeem houdt continu de actuele stand van zaken in beeld en rapporteert deze aan het management en het bestuur van de gemeente. Bij beperkte afwijkingen (verschillen kleiner dan 10% of resultaten dieminder dan € 250.000 zijn gedaald) rapporteert het systeem op basis van de financiële rapportage of bestuursrapportage. Bovendien worden de wijzigingen in de risico’s en kansen geactualiseerd en met de eerder genoemde rapportages ter vaststelling voorgelegd. Een separaat raadsvoorstel legt kaderwijzigingen ter besluitvorming voor, net alsfinanciële aanpassingen van meer dan 10% aan baten of lasten en resultaatverslechteringen van meer dan € 250.000. Zo kan de gemeente de grondexploitaties op een adequate wijze beheersen, bewaken en verantwoorden. Verder besteedt de Nota Grondbeleid aandacht aan risicomanagement en weerstandsvermogen. Risicomanagement brengt alle risico’s in kaart en laat zien hoe de risico’s worden beheerst. De risico’s worden bovendienopgenomen in het weerstandsvermogen van de gemeente Schiedam. Het doel van de vastgestelde Nota Grondbeleid is dat plannen efficiënt en effectief tot ontwikkeling en realisatie kunnen komen. Dit leidt tot aanpassingen in de werkmethoden voor grondexploitaties en in de integratie van die werkmethoden in het projectmatig werken.
180
Verbeterplan Grondexploitaties In het verbeterplan Grondexploitaties staan maatregelen om het hele proces van projectmatig werken en de grondexploitaties te verbeteren. De maatregelen zijn in hoofdlijnen te verdelen in: algemeen, kaderstelling, grondexploitaties, projectanalyse, projectsturing, dossiervorming en formatie. Naast de doorgevoerde verbeteringen in het jaarrekeningtraject gaat het met name om: • risicomanagement; • prijzenboek; • rekenmodel; • Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG); • Nota Grondbeleid en Grondprijsbeleid; • positie planeconoom en rolverdeling; • weerstandsvermogen; • rechtmatigheid, sturing op budgetten; • projectmatig werken, opdrachtgeverschap en planningen; • dossiervorming; • formatie; • planning en control. Inmiddels zijn de meeste actiepunten allemaal uitgevoerd. Nu is de volgende fase van werken aangebroken, in overeenstemming met de interne voorschriften en met behulp van het nieuwe instrumentarium. Op het programma staan de afsluiting van het verbeterplan Grondexploitaties en de introductie van de checklist ‘grote projecten’. De checklist wordt gevoed door een audit ‘grote projecten’. Over de voortgang van het verbeterplan kreeg de raad periodiek informatie. Meerjarenperspectief Grondbedrijf In 2010 heeft de gemeente voor het eerst een Meerjaren Perspectief Grondbedrijf (MPG) opgesteld en vastgesteld. Op basis van de herziening grondexploitaties wordt het MPG in het voorjaar van 2012 geactualiseerd. Samen met de Programmarekening 2011 wordt dit geactualiseerde MPG ter besluitvorming aan de raad aangeboden. Het MPG gaat namelijk, binnen de vastgestelde kaders, inhoudelijk in op alle aspecten van de grondexploitaties en is de basis voor de waardering in de jaarrekening.
Het MPG is een analytische aanvulling op de cijfers van de jaarrekening en geeft een beeld van de financiële positie en de risico’s van de grondexploitaties. De raad stelt de jaarschijf 2012 van de grondexploitaties als krediet ter beschikking voor de uitvoering van het programma 2012. De MPGherziening is gebaseerd op bestaande kaders die door de raad zijn vastgesteld. Bij het openen van grondexploitaties, wijziging van de kaders of (zoals eerder aangegeven) bij grote financiële afwijkingen, wordt een ‘integrale’ herziening ter besluitvorming aangeboden. Het MPG biedt, naast een overzicht van de huidige stand van zaken van de lopende grondexploitaties, een prognose voor de ontwikkeling van deze grondexploitaties in termen van financiën, programma, planning en risico’s. Deze informatie vormt de basis voor een risicoanalyse, waarbij de kans dat zich een risico van meer dan 50% voordoet als uitgaaf wordt opgenomen. Naast dit alles biedt het MPG nog een overzicht van de ‘Niet In Exploitatie Genomen Gronden’ (NIEGG). De ingeschatte risico’s en kansen die niet zijn verwerkt in de grondexploitaties leveren vervolgens een basis waarmee de behoefte aan weerstandscapaciteit van het Grondbedrijf kan worden bepaald. De paragraaf over weerstandsvermogen geeft hierover meer informatie. 2. Herziening grondexploitaties per 1 januari 2012 De parameters zijn in de herziening van de grondexploitaties per 1 januari 2012 gewijzigd ten opzichte van de vorige herziening. De verwachte kostenstijging verliep conform de verwachting. De opbrengsten nemen tot en met 2017 nog niet toe. In de herziening is voor kostenstijging 2% (2012), 2,5% (2013) en 2,5% (2014 en verder) toegepast. Het sombere beeld komt voort uit het feit dat in 2011 wederom bijna geen grondtransacties hebben plaatsgevonden en uit de landelijke ontwikkelingen. Landelijk hebben gemeenten voor zeer grote bedragen (meer dan € 2 miljard) grondposities. Hier moeten ze nog een slag maken. De gemeente Schiedam heeft de afgelopen jaren al veel maatregelen genomen. Gelet op de landelijke ontwikkelingen gaat Schiedam uit van een nullijn voor
opbrengstenstijging voor de komende vijf jaar. Daarnaast zijn de grondexploitaties bijgesteld op basis van voortschrijdend inzicht. Een conclusie die hieruit volgt, is dat de verwachte exploitatieresultaten van de actieve grondexploitaties verder verslechteren. Een positief aspect is dat Schiedam de afgelopen jaren al zo veel maatregelen heeft genomen, dat de lokale verslechtering niet gelijk loopt met de landelijke cijfers. Medio 2011 is een waarschuwing afgegeven over de marktontwikkelingen op de vastgoedmarkt. Tijdens de begrotingsbehandeling 2012 is aangegeven dat men rekening moest houden met een mogelijke verslechtering van minimaal € 5 miljoen en maximaal € 10 miljoen van de grondexploitaties, als gevolg van prijsontwikkelingen en vertraging van gronduitgiften. De voorliggende herziening laat een aanvullend (niet begroot) tekort zien van € 1,0 miljoen: een fors positiever bedrag dan dat in de eerder genoemde landelijke ontwikkeling. Relevant hierbij is het onderscheid tussen winstgevende grondexploitaties en verlieslatende grondexploitaties. De winstgevende grondexploitaties verslechteren met circa € 0,4 miljoen. (In de vorige herziening bedroeg de verwachte winst € 4,1 miljoen en per 1 januari 2012 € 3,7 miljoen.) Het project Vijfsluizen is de voornaamste oorzaak van de daling. De grondopbrengsten van het project vielen tegen, doordat de afnemer (hotelfunctie) definitief heeft afgezien van afnemen van het erfpachtrecht. Daarnaast is € 0,18 miljoen winst genomen (Bad Groenoord). Deze vermindering heeft geen direct gevolg voor de huidige financiële positie van de gemeente, maar betekent wel dat er minder middelen beschikbaar komen om toekomstige plannen te financieren en/of om risico’s af te dekken. De verlieslatende grondexploitaties verslechteren met circa € 4,9 miljoen. (In de vorige herziening bedroeg het verwachte tekort € 31,8 miljoen.) Na eliminering (-/- € 10,9 miljoen) van de per 31 december 2011 afgesloten grondexploitaties resteert € 20,9 miljoen en per 1 januari 2012 € 25,9 miljoen. De verslechtering van € 4,9 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door:
ProgrammaREKENing
181
(bedragen x € 1 miljoen) Verslechteringen • Rente (conform begroting)
1,5
• Berap
0,5
• Aanpassing grex Daltonstraat
1,9
• Aanpassing grex Nieuwland Vernieuwend • Verder OHW West
0,4
Verbeteringen • Aanpassing (positief) Schieveste
0,3
• Aanpassing (positief) Oranjeburgh
0,2
Subtotaal reeds besloten
3,9
Herziening (MPG)
1,0
Totaal toevoeging aan voorziening in 2011
4,9
Samenvattend verloop van de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitaties 2011: (bedragen x € 1 miljoen) Voorziening dekking tekorten grex per 1-1-2011 conform staat P1 Voorstel af te sluiten grondexploitaties in 2011
af
10,9
Rente toevoeging (begroting)
bij
- 1,5
Reeds genomen raadsbesluiten in 2011
bij
- 2,4
Jaarrekening mutatie MPG
bij
-1
Saldo voorziening conform staat P
1
182
31.8
25,8
taat P is het overzicht van actieve en inactieve bouwgrondexploitaties. Het is een voorgeschreven model om inzicht te geven in het S verloop en resultaat van grondexploitaties. De staat is opgenomen in de jaarrekening (IV Balans en toelichting).
Lokale heffingen In de paragraaf Lokale heffingen komen deze onderdelen aan de orde: • realisatie opbrengst 2011; • beleid ten aanzien van de lokale heffingen; • schematisch overzicht gemeentelijke heffingen op hoofdlijnen; • Schiedam ten opzichte van de regio (bron: Coelo-atlas 2011); • kwijtschelding.
De totale belastingopbrengst van de gemeente bedraagt € 34,2 miljoen (begroot: € 33,8 miljoen). Hiervan is € 13,5 miljoen (conform begroting) bestemd voor algemene dekking (zie programma Financiën). De overige belastingopbrengsten betreffen retributies en leges.
Realisatie opbrengst 2011 Heffing/belasting (bedragen x € 1.000)
Raming primaire begroting
Raming begrotingsjaar na wijziging
Realisatie begrotingsjaar
Verschil
Onroerende-zaakbelastingen Eigenarenwoningen
6.161
6.161
6.143
-18
Onroerende-zaakbelastingen eigenaren niet-woningen
3.912
3.956
3.997
41
Onroerende-zaakbelastingen - gebruikers
2.620
2.795
2.796
1
Rioolheffing woningen
5.423
6.122
6.125
3
Rioolheffing bedrijven
460
515
530
15
8.399
9.556
9.614
58
394
394
413
19
834*
900*
867*
-33
649 15
649 15
969 9
320 -6
Leges algemene zaken (drank- en horecawet)
16
16
21
5
Leges speelautomaten en bingo’s
15
15
7
-8
2
2
2
-
10
10
17
7
1
1
5
4
Afvalstoffenheffing Hondenbelasting Leges afdeling Stadswinkel Leges bouw- en sloopvergunningen, leges Huisvestingswet
Leges RVV-ontheffing Leges Wet bodembescherming Leges archief Marktgelden
101
101
98
-3
1.539
1.539
1.588
49
Parkeerbelastingen vergunningen
594
594
591
-3
Precariobelasting
149
164
163
-1
Parkeerbelastingen inclusief parkeerboetes
Havengeld pleziervaartuigen
4
4
6
2
Woonschepenrechten
23
23
24
1
Woonwagenrecht
33
33
35
2
Reclamebelasting
115
115
100
-15
BIZ-bijdrage
107
107
115
8
31.576
33.787
34.235
448
Totaal * Exclusief rijksleges
ProgrammaREKENing
183
Resultaat belastingjaar 2011 De belastingopbrengsten zijn € 448.000 hoger dan begroot na wijziging. Over het algemeen zijn de verwachte opbrengsten gerealiseerd. Hieronder volgt een toelichting op afwijkingen van meer dan € 50.000. • Afvalstoffenheffing – De meeropbrengst van € 58.000 wordt deels veroorzaakt door de opbrengst over 2009 en 2010 die in 2011 werd ontvangen (€ 35.000). Daarnaast zijn er minder verminderingen van aanslagen verleend. Met name doordat de situatie op 1 januari bepalend is geworden voor de heffingsgrondslag (één- of meerpersoonshuishouden). • Leges Wabo – De opbrengsten van de leges Wabo hebben geen vast patroon. Ze verschillen per jaar, omdat ze afhankelijk zijn van het aantal en de omvang van de bouw- en sloopprojecten. De bedrijvigheid in de bouwsector is door slechtere economische omstandigheden lager dan normaal, waardoor de begroting is aangepast. Echter, door aanvang van grote projecten, die niet van te voren voorzien waren, is de werkelijke legesopbrengst € 320.000 hoger. Beleid Jaarlijks past Schiedam een trendmatige verhoging toe op de gemeentelijke heffingen. Voor 2011 is uitgegaan van 1,5%. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn in 2011 extra verhoogd.
Rioolheffing Bij het vaststellen van het Gemeentelijk RioleringsPlan Schiedam (GRP) 2009-2013 is geconstateerd dat de rioolheffing niet volledig kostendekkend is. Overeenkomstig het Rioleringsplan 2009-2013 is het tarief rioolheffing 2011 verhoogd met 1,5% (trendmatig) en € 5,00 extra. Daarnaast is het tarief extra verhoogd met € 11,53 (totaal 12,4%). Deze extra verhoging betreft een deel van de btw-component. Uitgangspunt in het GRP 2009-2013 waren tarieven zonder btw. Dit uitgangspunt is met ingang van 2010 losgelaten. Gefaseerd over 2010, 2011 en 2012 neemt de gemeente de btw op in het tarief. Afvalstoffenheffing De tarieven afvalstoffenheffing zijn in 2011 gestegen met 11,7% na een tariefdaling per 2010. Uitgangspunt is een kostendekkende heffing. De btw en de toe te rekenen veegkosten waren beperkt in de tarieven meegenomen. Dit gebeurt nu gefaseerd over de jaren 2011 tot en met 2013. Reclamebelasting Met ingang van 2011 heft de gemeente een reclamebelasting in het gebied van de binnenstad. Deze belasting wordt geheven voor openbare aankondigingen (reclame-uitingen). De eerste aanslagen zijn 30 juni 2011 opgelegd. De opbrengst komt ten goede aan het Ondernemersfonds Binnenstad, waaruit collectief betaalde activiteiten worden gefinancierd om de economische positie van de binnenstad te versterken.
Schematisch overzicht lokale heffingen op hoofdlijnen Heffing
Heffingsmaatstaf
Onroerende-zaakbelastingen (eigenaren woningen)
0,1035%
per € waarde
Onroerende-zaakbelastingen (eigenaren bedrijven)
0,216%
per € waarde
Onroerende-zaakbelastingen (gebruikers bedrijven) Rioolheffing
0,171%
per € waarde
€ 171,20
per aansluiting
Afvalstoffenheffing (huishouden één persoon)
€ 253,56
per perceel
Afvalstoffenheffing (huishouden meerdere personen)
€ 299,04
per perceel
Hondenbelasting per hond
€ 112,44
per hond
Schiedam ten opzichte van de regio Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) van de Universiteit Groningen brengt jaarlijks in een zogenoemde Atlas van de lokale lasten in Nederland de lokale lasten in kaart. Deze atlas geeft ge-
184
Tarief 2011
detailleerde informatie over het niveau van lokale heffingen, waarbij de nadruk ligt op de woonlasten voor huishoudens. Voor alle gemeenten worden de onroerende-zaakbelastingen, de rioolheffing en de reinigingsheffingen (in Schiedam: afvalstoffenheffing) in kaart gebracht.
Uit de Atlas over 2011 Gemeente
Bruto woonlasten Meerpersoons- huishouden
Eenpersoons- huishouden
Rangorde COELO-positie (2011)*
Rotterdam
€ 625
€ 625
85
Schiedam
€ 636
€ 590
112
Spijkenisse
€ 643
€ 643
133
Vlaardingen
€ 668
€ 599
186
Maassluis
€ 696
€ 653
261
Capelle a/d IJssel
€ 716
€ 644
292
* Nummer 1 heeft de laagste woonlasten, nummer 444 de hoogste.
Uit de Atlas 2011 blijkt dat de gemeente Schiedam landelijk gezien is gedaald op de ranglijst van de 39e plaats in 2010 naar positie 112 in 2011. Onder bruto-woonlasten wordt verstaan: het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een gemeente betaalt aan onroerende-zaakbelastingen, rioolheffing en reinigingsheffing. Kwijtschelding Burgers met een inkomen op bijstandsniveau kunnen kwijtschelding aanvragen voor de gemeentelijke belastingen. In 2011 verleende de gemeente Schiedam kwijtschelding voor de afvalstoffenheffing, de onroerende-zaakbelastingen en de hondenbelasting voor wat betreft de eerste hond. Bij het verlenen van kwijtschelding is de gemeente gebonden aan regels en voorwaarden die door het Rijk zijn vastgesteld. Eén van deze regels bepaalt dat alleen kwijtschelding wordt verleend als de belastingschuldige niet beschikt over vermogen en betalingscapaciteit. Daarom vindt bij de beoordeling van een verzoek om kwijtschelding een zogenoemde vermogens- en inkomenstoets plaats, waarbij rekening wordt gehouden met vastgestelde normen. Deze normen zijn gekoppeld aan de vigerende bijstandsnormen en afhankelijk van bijvoorbeeld leeftijd en gezinssamenstelling van de aanvrager. In de kwijtscheldingsregeling wordt aangegeven in hoeverre het inkomen of vermogen beschouwd wordt als betalingscapaciteit om de belastingschuld te voldoen en welke schulden in mindering mogen worden gebracht. Volgens deze regeling wordt onder betalingscapaciteit verstaan, dat deel van de inkomsten dat, na aftrek van bepaalde noodzakelijke uitgaven, overblijft om de belastingschuld mee te voldoen. Van deze betalingscapaciteit dient 80% te worden aangewend om de belastingschuld te voldoen. Als er geen of onvoldoende betalingscapaciteit aanwezig is, wordt kwijtschelding verleend.
Binnen de regels van de rijksoverheid staat het de gemeente vrij om zelf te bepalen in welke mate de kosten van bestaan in aanmerking worden genomen. Gemeenten hebben de mogelijkheid om de kwijtscheldingsnormen hoger vast te stellen dan de door het Rijk gehanteerde 90% van de bijstandsnorm. In Schiedam zijn de kwijtscheldingsnormen gelijk aan (100% van) de van toepassing zijnde bijstandsnormen. Daarmee biedt de gemeente Schiedam maximale ruimte voor kwijtschelding. Geautomatiseerde kwijtschelding De gemeente Schiedam maakt met ingang van 2011 gebruik van het Inlichtingenbureau. Het Inlichtingenbureau is een samenwerkingsverband van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten. De gemeente kan via het Inlichtingenbureau een geautomatiseerde kwijtscheldingstoets laten uitvoeren. Noodzakelijk is wel dat de gemeente éénmalig een kwijtscheldingsverzoek heeft getoetst en dat deze is toegewezen. Als na de toetsing blijkt dat iemand in aanmerking komt voor kwijtschelding, zal de gemeente jaarlijks automatisch beoordelen of diegene nog steeds in aanmerking komt voor kwijtschelding. Dit gebeurt op basis van informatie van de Belastingdienst, het Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Als gevolg van de gehanteerde werkwijze is er ten opzichte van de raming (€ 706.600) ruim € 140.000 minder kwijtschelding verleend. Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken ligt ruim 400 lager dan in voorgaande jaren, waarin er nog sprake was van zgn. pro-actieve kwijtschelding voor bijstandsgerechtigden. Een verklaring voor deze daling kan zijn dat belastingschuldigen nu zelf een kwijtscheldingsverzoek moeten indienen en hiervan bewust of onbewust hebben afgezien en/of dat een verzoek om kwijtschelding na toetsing is afgewezen.
ProgrammaREKENing
185
Hieronder meer informatie over kwijtschelding: Kwijtschelding 2011
Resultaat
Geautomatiseerde kwijtschelding
172
Ontvangen schriftelijke verzoeken
2.861
% toegewezen
69%
% afgewezen
28%
% gedeeltelijk toegewezen
3%
Aantal beroepschriften
154
Kwijtschelding 2011
Raming
Resultaat
Afvalstoffenheffing
660.000
540.500
Onroerende-zaakbelastingen
10.000
5.000
Hondenbelasting
36.600
17.700
706.600*
563.200
Totaal
*Betreft aangepaste raming naar aanleiding van taakstelling van € 100.000 in verband met de Kerntakenanalyse.
186
Onderhoud Kapitaalgoederen De gemeente Schiedam heeft een groot aantal kapitaalgoederen, zoals de openbare ruimte in de vorm van wegen, riolering, water en groen, gebouwen en accommodaties voor sport, recreatie en automatiseringsapparatuur. Deze kapitaalgoederen zijn nodig om beleidsdoelen te halen waarmee we diensten en goederen aan de burgers kunnen leveren. Voor het onderhoud van deze kapitaalgoederen zijn onderhoudsplannen en financiën onontbeerlijk. In deze paragraaf gaan we in op het onderhoud van de volgende categorieën. Allereerst komt de openbare ruimte aan de orde, met aandacht voor wegen, bruggen, water, oevers en dergelijke. Daarna zijn de gebouwen aan de beurt. Sport en recreatie vormen het derde onderdeel van deze paragraaf. Hierna komen de onderwijsaccommodaties aan de beurt. We sluiten de paragraaf af met automatiseringsapparatuur en facilitaire zaken. 1. Onderhoud openbaar gebied In 2011 is voor het openbaar gebied gestart met de uitvoering van groot onderhoud volgens het Meerjaren Beheer en Onderhoudsprogramma 2011-2015 en overloopwerkzaamheden uit het MIP 2010. In totaal is in 2011 ongeveer € 13,5 miljoen euro aan werkzaamheden uitgevoerd. Een deel van de uit te voeren grote projecten, behalve de kadeprojecten, is op dit moment in voorbereiding of komt binnenkort in uitvoering. De grootste uitgaven hiervan komen daardoor niet in 2011, maar in 2012. Het overige deel van de geplande projecten is in de planning naar achteren geschoven. De belangrijkste oorzaken van de vertraging zijn: integrale benadering (waardoor scopeveranderingen zijn opgetreden), noodzakelijk nader technisch onderzoek (riolering, funderingen en dergelijke)- en de afstemming met derden (zowel intern als extern). Om tot een evenwichtige structurele aanpak te komen, voeren we in het eerste kwartaal van 2012 een herprioritering van projecten uit. Hierbij leggen we een relatie tussen de beschikbare personele capaciteit, het structureel benodigd/ beschikbaar budget, en de noodzaak om projecten uit te voeren. Het waarborgen van de functionaliteit en de veiligheid van de openbare ruimte blijft daarbij het uitgangspunt..
Wegen De volgende projecten waren in 2011 in uitvoering: • ’s-Gravenlandsepolder fase 4; • De Vlinderhoven is in 2011 afgerond; • Voorberghlaan en De Lamarplein; • Verzetsheldenbuurt; • Hargplein is in 2011 afgerond; • Geuzenplein is in 2011 afgerond; • Baan is in 2011 afgerond; • Herbestrating ’s-Gravenlandsepolder fase 1, 2 en 3; • Herbestraten Oosterstraat is in 2011 afgerond; • Edinsonstraat; • Prinses Beatrixlaan en omstreken; • Colijnstraat; • Burgemeester Stulemeijerlaan en Gijssenlaan; • Asfaltonderhoud. In deze projecten zijn meteen ook de benodigde werkzaamheden aan riolering, groen, ov, straatmeubilair, kabels en leidingen meegenomen. De uitvoering van een aantal projecten is doorgeschoven naar begin 2012. We wilden de uitvoering namelijk niet in het begin van de winterperiode starten. Bovendien waren we bij een aantal projecten meer tijd kwijt aan bewonersparticipatie. Bij de volgende projecten hebben ook werkzaamheden van derden invloed gehad op de planning: • Kethel Oost; • Heijermansplein Faassenplein; • Van ’s-Gravenzandestraat; • Fietspaden Westfrankenlandsedijk; • Admiraal Trompstraat; • Raam Noordmolenstraat; • Westerkade; • Laan van Spieringshoek; • Spoorstraat. Straatmeubilair In 2011 is gestart met het opschonen van het straatmeubilair in Schiedam-Noord. Van elk object wat als straatmeubilair kan worden bestempeld, hebben we nut en noodzaak onderzocht. Vervolgens zijn alle overbodige straatmeubilair verwijderd. Het overgebleven straatmeubilair is in de juiste
ProgrammaREKENing
187
staat gebracht. Hiervoor is het budget achterstallig straatmeubilair en groot onderhoud straatmeubilair gebruikt. Verkeerspalen zijn verwijderd of rechtgezet. Per wijk hebben we uniforme verkeerspalen gerealiseerd. De vijftigduizend euro voor grootonderhoud- of vervangingsbudget is in 2011 in zijn geheel besteed. In 2012 wordt Schiedam zuid aangepakt met het budget achterstallig onderhoud straatmeubilair. Riolering Een goed rioolstelsel is nodig voor de bescherming van de volksgezondheid, het milieu en het tegengaan van wateroverlast. In 2008 is het Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013 (GRP) vastgesteld. In 2011 zijn de financiële kaders van het GRP geactualiseerd. Dit wordt financieel in de Programmabegroting ingepast. Het is een zogenoemd verbreed GRP, waarin de onderdelen stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater staan beschreven. Het verbrede GRP maakt het mogelijk om integrale beleidsafwegingen te maken in samenhang met de aandachtsgebieden beheer openbare ruimte, bescherming van bodem en waterkwaliteit, de zorg voor het totale watersysteem. Het financiële beleid, de inzet van middelen en toenemende lastendruk zijn hierbij belangrijke randvoorwaarden. In 2011 zijn de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • Het vervangen en/of herstellen van de riolering in alle lopende projecten (zie wegen); • Rioolvervanging Schiedamseweg naast gemaal Bijdorp is in 2011 afgerond; • Inhaalslag rioolreiniging en inspectie; • Boeier Scheepvaartweg is in 2011 afgerond; • Rioolreparaties in 13 oversteken onder ringweg in Schiedam-Noord; • Diverse rioolreparaties door de stad. Vaste en beweegbare bruggen In 2011 is er een quickscan uitgevoerd op bruggen, sluizen en onderdoorgangen. De inspectieresultaten zijn meegenomen in de voorbereiding van de groot en reguliere onderhoudswerkzaamheden voor het uitvoeringsjaar 2012. In het kader “Alles in één keer goed” is de scope van het project “Proveniersbrug” breder getrokken. Naast het aanbrengen van een nieuw rijdek wordt de inrichting van het Overschieseplein opnieuw beschouwd en de flessenhals in de toeloop naar de brug (van Plein 1940-1945, richting van het centrum) opgeheven. Verder wordt het zicht op de molen “De Kameel” en het water versterkt en de onderbeplanting meer
188
transparant. Hierdoor komt er meer zicht op/vanuit de lager gelegen woningen en winkels. Openbaar groen Het doel om de beeldkwaliteit van het openbaar groen te verbeteren kreeg inhoud door maandelijks te schouwen en aan de hand hiervan krachtig te sturen richting huisaannemer. Gezien de uitkomsten van de schouw blijft dit haar vruchten afwerpen. Er is duidelijk een stijgende lijn te bespeuren in de beeldkwaliteit. In 2011 is vanuit het investeringsplan een groot aantal groenprojecten gestart en/of afgerond. Een belangrijk project is de omvorming van plantsoenvakken. De gemeente inventariseerde het achterstallig onderhoud, slijtage, kweekgras en beheerbaarheid van groenvakken in de hele stad. Dit leverde een overzicht op van plantsoenen, die omgevormd zijn tot sober en doelmatig openbaar groen. Projecten die uitgevoerd werden zijn onder meer: • Omvormen en renovatie plantsoenvakken stadsbreed; • Renovatie kastanjes Warande; • Reconstructie Hargsingel en het verlengde hiervan tot aan het Beatrixpark; • Wilhelminaplein; • Groenrenovatie Volkspark; • Groot onderhoud eikenbos en robiniabos Woudhoek-Noord, vogeleiland ’s Gravelandse plas, parkgoen Ketel-Oost; • Renovatie van plantsoen langs de Gorzenschool en het Fabrihofje; • Vervangen van overlast gevende vruchtbomen in onder meer De Akkers, Zuidlandstraat en Fabriplein; • Opknappen halfverharding Sveaparken en omgeving r.-k.begraafplaats. De gemeente heeft op grote schaal onveilige bomen vervangen als uitkomst van de VTA-inspectie in 2010. De uitvoering van dit project loopt tot in 2012 door. Het project houdt het rooien en vervangen van bijna duizend bomen in.. De volgende drie grote groenprojecten zijn in uitvoering en voor een groot deel klaar: • De herinrichting van de Kop van de Plantage; • Park Spaland; • Park Maasboulevard. De voorbereiding voor de grootschalige reconstructie van het Beatrixpark is gestart. Het schetsontwerp ligt op tafel en de eerste maatregelen van groot onderhoud zijn in uitvoering.
Dit betreft het vernieuwen van het parkmeubilair, de verlichting, de renovatie van Drakensteijn en de bomenkap. Ook is er van de terreinophoging een proefopstelling gemaakt. Zo kunnen we monitoren hoe hard het gebied bij de voorgenomen ophoging zakt. De ANWB is van plan om een deel van het middengebied als recreatief verblijfsgebied in te richten. Op grote schaal is de wortelopdruk aangepakt met als doel de probleemlocaties structureel aan te pakken. Op diverse plaatsen is het bomenbestand vernieuwd in het kader van ophogingen en reconstructies. Qua beleid zijn het derde deel van de bomennota, het Bomenbeheerplan, en de Natuurmonitor vastgesteld in de Gemeenteraad. Het Bomenbeheerplan viel samen met de aanpassing van de kapverordening. Speelvoorzieningen De uitvoering van de speelnota is in 2011 voortvarend ter hand genomen. Speelplekken in de wijken Woudhoek, West, Zuid, Oost en Kethel zijn in nauw overleg met de bewoners aangepakt. Daarnaast zijn alle valondergronden van de speelvoorzieningen in de stad geïnspecteerd en waar nodig hersteld. Hierbij zijn ook alle bestaande speelvoorzieningen in kaart gebracht. Openbare verlichting In de volgende straten zijn circa tweehonderdvijftig masten vervangen en tweehonderdvijftig armaturen geplaatst: • Havendijk, Westfrankelandsedijk, Schoolstraat, Willem de Zwijgerlaan, Schieveste F2, Vijfmolens en omstreken, Parkweg midden, Blekerijpad, Koemarkt, Geuzenplein en Duivenpad. In de volgende straten zijn circa vierhonderd armaturen vervangen: • Johan Straussplein, Verdistraat, Puccinistraat, Rossinistraat, Churchillweg, Slimme atering, Beethovenlaan, Borodinlaan en Kamilleveld. Er heeft een uitbreiding plaatsgehad van 1% aan masten en aansluitingen en 1,2% aan armaturen. Door het toepassen van dim-units en energiezuinige lampen is een bezuiniging van 210.732 kWh (7,83%) per jaar aan energieverbruik gerealiseerd. Dit heeft een kostenreductie van meer dan dertigduizend euro opgeleverd.
Dagelijks onderhoud Door het afhandelen van storingen onder te brengen binnen de gemeente Schiedam en door nauwgezette samenwerking met Stedin is de hersteltijd van de openbare verlichting van gemiddeld vijf naar vier dagen verkort. Verkeersregelinstallaties Schiedam startte de voorbereiding voor het vervangen van vijf verkeersregelinstallaties aan de Churchillweg. Daarnaast is een project gestart waarbij de verkeersregelcentrale en het parkeerverwijssysteem zijn vervangen door nieuwe systemen. Deze zijn via een internetapplicatie bij een bedrijf in Haarlem te bereiken. Alle verkeersregelinstallaties zijn omgebouwd van vastelijnsverbindingen naar GPRS- verbindingen. De verkeersregelinstallaties, tramwaarschuwingslichtinstallaties, parkeerautomaten en het parkeerverwijssysteem zijn nu via één informatie- en managementsysteem te beheren en te monitoren. Dagelijks onderhoud De hersteltijd van storingen aan verkeersregelinstallaties is van gemiddeld drie dagen naar gemiddeld een dag verkort. De hersteltijden zijn ook hier verlaagd door het zelf ontvangen en afhandelen van de storingen. Parkeerinstallaties Er zijn zestien extra parkeerautomaten geplaatst in Schiedam Oost. Daarnaast is met de voorbereiding voor het vervangen van oude parkeerautomaten gestart. Dagelijks onderhoud De hersteltijd van storingen aan parkeerautomaten is van gemiddeld drie dagen naar gemiddeld één dag verkort. Water en oevers In 2011 is langs oevers gestart met de vervanging van 3.750 m1 beschoeiing. Hiervan is nu een groot deel klaar. De werkzaamheden op de locatie Meeuwensingel/Leeuweriksingel van 620 m1 beschoeiing zijn in 2011 voltooid. In het zuidelijk stadsdeel is het Hoogheemraadschap met baggerwerkzaamheden gestart. Binnenhavens Om de kwaliteit van de kadeconstructies in de Binnenhavens van Schiedam in beeld te brengen is er in 2011 een quickscan van deze constructies uitgevoerd. Hierbij is gelet op functionaliteit, veiligheid en de beeldkwaliteit van constructies.
ProgrammaREKENing
189
In 2011 is een bestek op de markt gebracht voor het vervangen van een stuk kademuur aan de Nieuwe Haven. Ook is de besteksvoorbereiding gestart voor de vervanging van een stuk kademuur aan de oostzijde van de Buitenhaven. Voor de kademuurconstructies aan de Nieuwe Haven en de Buitenhaven is besloten aanvullende funderingsonderzoek te laten uitvoeren op de aansluitende kademuurconstructies. Dit omdat een aantal buitenruimteprojecten in de directe nabijheid bij andere afdelingen in voorbereiding zijn. Het binnen een aantal jaar vervangen van overige delen van deze kade-
muren kan een aanzienlijke kapitaalvernietiging van die projecten tot gevolg hebben. Zeehavens De oevers van de zeehavens zijn niet geïnspecteerd in 2011. Er is prioriteit gegeven aan de binnenhavens. Het grootschalige baggerwerk in de Wilhelminahaven is gestart en wordt in maart 2012 afgerond. Het werk is wat vertraagd vanwege het niet beschikbaar zijn van het benodigde baggermaterieel.
Exploitatie 2011 Bedragen x € 1.000
Begroot
Realisatie
Overloop
165
37
128
Binnenhavens Zeehavens
707
76
631
Bruggen
1.142
358
784
Groen
1.830
932
898
557
52
505
3.237
1.208
2.029
0
55
-55
Afwatering en waterkwantiteit Wegen Straatmeubilair Verkeersregelinstallaties Speelvoorzieningen Totaal voorziening MBOP
0
0
0
306
66
240
7.944
2.784
5.160
Kredieten 2011 Primaire begroting
Restant kredieten 2010
Correctie fasering 2012 e.v.
Begroting na wijziging
Realisatie
Restant 2011
Wegen
5.215
2.373
-2.487
5.101
1.352
3.749
Bruggen/Kades
6.711
2.000
-4.976
3.735
460
3.275
114
411
-143
382
196
186
Fietspaden/Parkeren
0
1.972
1.972
422
1.550
Riolering
0
5.915
5.915
2.876
3.039
12.040
12.671
17.105
5.306
11.799
ov
Totaal
2. Gebouwen In 2011 is de Nota Vastgoedbeheer en -ontwikkeling Schiedam vastgesteld. (VR46-2011) Bovendien zijn er spelregels vastgoed vastgesteld. Als laatste is in december het verbeterplan vastgoed vastgesteld. (VR 121-2011) Beleid (context) De Nota Vastgoedbeheer en -ontwikkeling bevat geen inhoudelijke beleidsdoelstellingen. Het vastgoedbeheer is vooral faciliterend voor de beleidsdoelstellingen van de gemeente.
190
-7.606
De uitgangspunten van de Nota Vastgoedbeheer en -ontwikkeling komen in het kort op het volgende neer: 1. De gemeentelijke vastgoedportefeuille wordt alleen ingezet voor gemeentelijke beleidsdoelen (bijvoorbeeld de Stadsvisie) en doelen die vanuit wet- en regelgeving zijn opgelegd (bijvoorbeeld wetgeving voor onderwijshuisvesting). 2. Functies die niet bijdragen aan de uitvoering van het gemeentelijke beleid of functies die commercieel zijn, worden niet meer gehuisvest.
3. Het overtollige vastgoed wordt verkocht. In de tweede helft van 2011 is hier inzicht ingegeven. 4. Het onderhoudsniveau van de overgebleven panden wordt volgens NEN-norm 2767 bepaald op gemiddeld niveau 3 (op een schaal van l tot 6). 5. Met de opbrengst van het verkochte vastgoed financieren we het achterstallig onderhoud (het brengen op niveau 3) en het structurele onderhoud van het overgebleven vastgoed. 6. Het benodigde onderhoud mag niet tot extra kosten leiden. De benodigde middelen worden gefinancierd vanuit de opbrengsten van het verkochte vastgoed. Het geld dat overblijft, vloeit conform KTA40 naar de algemene middelen terug. 7. Vastgoedbeheer- en ontwikkeling worden ondergebracht bij de afdeling SO-ROVG. Het vastgoed van SO-BOR, Onderwijs en Welzijn, Sport en Recreatie komt bij SOROVG. Op deze manier maken we conform de 1CTA40, een efficiencyslag. 8. Het vastgoedbeheer wordt geprofessionaliseerd (automatisering, opleiding, training, competenties enzovoort). Gemeentelijk vastgoed is te verdelen in de volgende vijf categorieën: 1. Kernbezit. Voor deze categorie vastgoed is het “in het bezit hebben en houden” daarvan belangrijk vanuit strategische-, maatschappelijke- en/of financiële overwegingen. Wanneer strategische en/of maatschappelijke redenen overheersen, kunnen exploitatie en het gebruik daarvan ondergeschikt zijn. Onder dit type kernbezit vastgoedvallen: het Stationsplein (inclusief liften en roltrappen), de Sint Janstoren (wettelijke verplichting), het oude stadhuis, de molens, de ruïne, het Hessorgel, de klok (in het Stedelijk Museum), het Zakkendragershuis en de toren van de voormalige Opstandingskerk. 2. Dienstgebouwen voor de huisvesting van ambtenaren of als uitvoering van de directe, gemeentelijke taken; 3. Vastgoed voor doelgroepen. Doelgroepen zijn functies en organisaties die actief bijdragen aan het realiseren van gemeentelijk beleid. De gemeente ondersteunt ze vanwege die reden met een budgetsubsidie. Voorbeelden hiervan zijn het theater, de bibliotheek en het onderwijsvastgoed. De beleidsafdelingen adviseren welke functies en organisaties hiervoor in aanmerking komen. De gemeenteraad
beslist uiteindelijk in meerjarenhuisvestingsplannen en de gemeentebegroting over de subsidiëring van de gemeentelijke doelgroepen. 4. Ontwikkelingsvastgoed dat strategisch is aangekocht voor een toekomstige ruimtelijke ontwikkeling. Een voorbeeld hiervan is de herstructurering (grondexploitatie) van een woonwijk. 5. Overig vastgoed, zoals fietsenstallingen, loodsen, kantoren, woningen, enzovoort. 2.1. Onderhoud van gebouwen Verbouwingen De omvorming van een woning/Winkel Hoogstraat 116 tot kantoorruimte is als project afgerond. Het pand is samengevoegd met het Museumcomplex Hoogstraat 112-114. Door een gunstig aanbestedingsklimaat is deze verbouwing binnen het daarvoor gevoteerde krediet gerealiseerd. Stadskantoor Veiligheid In 2011 is opdracht gegeven om de hele brandmeld- een ontruimingsinstallatie (inclusief de sprinklerinstallatie) te vervangen van alle drie de bouwdelen van het “Stadserfcomplex”. Dit project wordt nu (merkbaar) uitgevoerd. Verwacht wordt dat eind augustus 2012 het project is afgerond. In 2011 zijn ook de bestaande brandscheidingen van de bouwdelen 1 en 2 nagelopen en, waar nodig, aangepast. De brandscheidingen van bouwdeel 3 (hoogbouw) is al eerder, in combinatie met het afwerken van de leidingwerken in de toiletgroepen, uitgevoerd. Voor de ze veiligheidsgerelateerde werken is in 2011 € 252.800, excl. btw, aan de reserve groot onderhoud gemeentelijk vastgoed onttrokken. Bedrijfszekerheid Begin 2011 is de verouderde en deels kapotte koelmachine vervangen. De koelmachine is hierbij gekoppeld aan de WKO-installatie (Warmte en Koude Opslag in de bodem). De koelmachine kan hierdoor op efficiënte wijze gebruikmaken van (opgeslagen) energie en daardoor op een duurzame manier worden verwarmd en gekoeld. Tegelijkertijd is er een tweede cv-ketel bij geplaatst. Dit waarborgt het dekkingsgebied van de bestaande cv-ketel bij langdurig technisch uitval
ProgrammaREKENing
191
en verkleint, vooral voor de gebruiker, bij uitval het risico. In 2011 is ook met de vervanging van de verouderde regelapparatuur gestart, die de diverse installatiecomponenten van het Stadserfcomplex in de bouwdelen 1, 2 en 3 sturen. Het gaat hier om sturing van de in- en uitschakelmomenten, temperatuur en luchtvochtigheid en het op afstand melden van storingen en herstel. De nieuwe regelapparatuur zorgt ook voor energiebesparing, zonder in te boeten op het gebruikscomfort. Het finetunen hiervan gaat ook in 2012 door. Het aanpassen van de regelingen van de bestuursvleugel vindt in 2012 plaats. Voor deze bedrijfszekerheidgerelateerde werken is in 2011 een bedrag van € 129.200, excl. btw aan de reserve groot onderhoud gemeentelijk vastgoed onttrokken. Risicomanagement in het kader van het Vastgoed Verbeterplan Vooruitlopend op de invoering van risicomanagement voor vastgoedbeheer- en ontwikkeling, in het kader van het vastgestelde Vastgoed Verbeterplan, is al een asbestinventarisatie uitgevoerd voor alle daarvoor in aanmerking komende panden. Ook wordt in dit kader voor een groot aantal panden een inspectie van de elektrische installatie volgens de NEN 3140 uitgevoerd. Enkele bijzondere panden De cascorenovatie van “de Monopool” en de renovatie van het “Wennekerpand” zijn in 2011 afgerond. Het Wennekerpand is in gebruik genomen. Het pand de Monopool wordt zo snel mogelijk afgestoten. Het herstel van het voorportaal van de St. Janstoren is in gang gezet en wordt naar verwachting in maart 2012 afgerond. MJOP’s Rijksmonumenten Voor de rijksmonumenten die bij de gemeente in eigendom zijn, is een Meerjarenonderhoudsplan (MJOP) opgesteld. Zwembad-Zuid Als gevolg van besluitvorming, is vastgoed voortaan voor al het gemeentelijke vastgoed verantwoordelijk. Vooruitlopend op het verbeterplan is zwembad-Zuid, voor wat betreft de renovatie, al onder regie van vastgoed geplaatst. Voor het wegwerken van achterstallig onderhoud is een budget van € 126.000, excl. btw, van vastgoed gebruikt om de kosten van 2011 te dekken.
192
3. Accommodaties voor sport en recreatie Het meerjaren beheer en onderhoud voor sportaccommodaties heeft betrekking op renovaties of vervangingen om te voldoen aan wet- en regelgeving en de door NOC*NSF en overkoepelende sportbonden gestelde inrichting- en kwaliteitseisen van sportaccommodaties. Het gaat om werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om vooral de kwaliteit en de functionaliteit van de gemeentelijke sportaccommodaties te waarborgen. Ook kunnen functionele aanpassingen op complexen wenselijk zijn. Deze hebben betrekking op aanpassing en/of uitbreidingen van voorzieningen om de functionaliteit en veiligheid van de sportaccommodaties te verbeteren of om aan sporttechnische inrichtingseisen voor sportaccommodaties te voldoen. Het onderhoud is uitgevoerd op basis van de uitgevoerde nulmeting in 2008, de huidige inzichten in de staat van de accommodaties en het daaruit voortvloeiende toekomstperspectief van de sportaccommodaties. In 2011 heeft een éénmeting plaatsgevonden van de binnensportaccommodaties en zwembaden. Op basis van dit onderzoek worden prioriteiten in groot onderhoud vanaf 2012 waar nodig bijgesteld. Gymnastieklokalen De gemeente Schiedam is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van elf gymnastiekzalen. Elk jaar worden in het kader van het uit te voeren onderhoud één of meer kwaliteitsaspecten bij alle gymnastieklokalen verbeterd. Hiermee streven we een gelijkwaardig kwaliteitsniveau van alle gymnastieklokalen in Schiedam na. In 2011 is in een aantal gymnastieklokalen onderhoud uitgevoerd in het kader van legionellapreventie. Daarnaast zijn in verschillende gymnastieklokalen de vloer van de kleedkamers en douches vervangen. Sporthallen en sportzalen Schiedam heeft twee sporthallen, sporthal Margriet en sporthal Groenoord, en twee sportzalen, sportzaal Oost en sportzaal Zuid. Een sportzaal is qua afmeting twee keer zo groot als een gymnastieklokaal. In 2011 zijn in de sporthallen en sportzalen onderhoudsmaatregelen uitgevoerd in het kader van legionellapreventie en dakbeveiliging. Daarnaast is in de sporthalen de bewegwijzering vervangen. De kleedkamers in sporthal Margriet hebben een nieuwe vloer gekregen.
Zwembaden Schiedam heeft twee zwembaden. De gemeente is eigenaar van zowel de accommodatie van Zuid als Groenoord. Sportfondsen Schiedam bv is de gebruiker van Groenoord. In het kader van het onderzoek naar de levensvatbaarheid van zwembad Zuid zijn in 2010 geen middelen voor groot onderhoud zwembad Zuid beschikbaar gesteld. In juni 2011 heeft de gemeenteraad besloten het zwembad minimaal tien jaar open te houden. Het college heeft daaropvolgend, vooruitlopend op de renovatie in 2012 en 2013, 150.000 euro vrij gemaakt om in 2011 hoogstnoodzakelijk onderhoud uit te voeren. Het gaat hier onder meer om onderhoud in het kader van de legionellabestrijding en brandbeveiliging. In zwembad Groenoord is het afgelopen jaar volgens planning groot onderhoud uitgevoerd voor de verlichting, warmtekrachtkoppeling en horecafaciliteiten. Buitensportaccommodaties De gemeenteraad van Schiedam heeft 30 juni 2011 besloten over een pakket van maatregelen voor de stedelijke inpassing van de A4. Uitwerking van deze maatregelen vinden plaats in het project “Park A4 en ontwikkellocaties”. De maatregelen behelzen onder meer een nieuw sportpark op en naast de A4, herschikking en uitplaatsing van andere sportaccommodaties op Harga, Thurlede, Kethel en Bijdorp en de herontwikkeling van vrijvallende locaties. De termijn van sluiting van sportpark Kethel is met dit besluit gelijkgesteld aan de ingebruikname van het nieuwe sportpark in Park A4 (2016). In 2011 is onderzoek uitgevoerd naar het te plegen groot onderhoud op sportpark Kethel binnen de vier jaar dat het zwembad nog open is. Dit onderhoud wordt in 2012 uitgevoerd. Het project wordt gefinancierd uit de bij de begroting van 2012 beschikbaar gestelde middelen. Het uit te voeren onderhoud voor de sportparken is in het kader van voornoemde uitgangspunten en geschetste ontwikkelingen bezien. Op het sportpark Bijdorp is in 2011 voornamelijk regulier onderhoud uitgevoerd. Vanwege uitgebreid onderzoek naar de mogelijkheden om de veiligheid van de omliggende wijk van sportpark Bijdorp te garanderen, is in 2011 wel het hekwerk vervangen. Op het sportpark Harga is het kunstgrasveld op het complex van SVV gerenoveerd, waarbij de betreffende vereniging een
financiële bijdrage heeft geleverd. Op zowel sportpark Harga als Thurlede is een aantal natuurgrasvelden gerenoveerd. Ook zijn daar de nodige ballenvangers en hekwerken vernieuwd. 4. Onderwijsaccommodaties Met ingang van 1997 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de planning en de financiering van de huisvesting van het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Ze hebben de wettelijke opdracht om te zorgen voor adequate huisvesting. Vanaf 1997 ontvangen gemeenten bedragen in het Gemeentefonds waarmee ze de zorgplicht voor hun schoolgebouwen goed kunnen regelen. Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Schiedam De raad heeft deze verordening op 16 december 2010 vastgesteld. Hierin is geregeld hoe schoolbesturen aanspraak kunnen maken op voorzieningen in de onderwijshuisvesting. Voor het primair en speciaal onderwijs gaat het om voorzieningen voor (vervangende) nieuwbouw, uitbreiding van de huisvesting en/of onderhoud aan de buitenzijde van de school. Voor het voortgezet onderwijs gaat het uitsluitend om (vervangende) nieuwbouw en/of uitbreiding. Fluctuaties onderhoudsgelden in de gemeentebegroting Jaarlijks dienen schoolbesturen aanvragen in voor vergoedingen voor het onderhoud aan de buitenzijde van schoolgebouwen voor primair en speciaal onderwijs. Het Besluit begroting en verantwoording (BBV) stelt dat dergelijke uitgaven direct ten laste van de gemeentebegroting moeten komen. Dit brengt fluctuaties met zich mee voor het jaarlijks te ramen bedrag in de begroting. De gemeenteraad heeft op16 december 2010 besloten om bedragen op de in de begroting opgenomen budgetten die resteren of tekort komen ten gunste of ten laste van de reserve onderwijs te brengen.
5. MBOP I&A Als onderdeel van het Meerjaren Beheer- en Onderhoudsplannen (MBOP) heeft de raad € 600.000 ter beschikking gesteld voor de vervanging van storage (opslag van data) en back-up (veiligstellen van data door het maken van een kopie). De nu al in gebruik zijnde beschikbare oplossingen zijn door de enorme toename van de geautomatiseerde gegevensverwerking uit hun jasje gegroeid. In november werd een complexe Europese aanbesteding afgesloten. Het project
ProgrammaREKENing
193
loopt door tot in 2012. Hierdoor loopt waarschijnlijk ook het restantkrediet tot in 2012 door. Afsluiting volgt dan ook in 2012. Er is ook een (exploitatie)budget beschikbaar van € 180.000 (netwerk) en € 20.000 (switches KCC) om de bekabeling in het nieuwbouwdeel van het Stadserfcomplex te vervangen. Uiteraard is hierbij aansluiting gezocht met en ingespeeld op de nieuwe situatie die met de verbouwing van het KCC ontstaat. Een budget van € 165.000 resteert. Daarvan is € 75.000 bestemd voor het aanleggen van een draadloos netwerk in de oudbouw voor het upgraden van deze voorziening. Deze uitrol heeft in 2011 nog niet plaatsgehad. Omdat het krediet ook voor de andere werkzaamheden is bestemd, kan dit pas na de aanleg van de bekabeling in het KCC en de andere verbouwruimten op de begane grond plaatsvinden. Dat geldt ook voor de vervanging van de bekabeling in de (fractie)kamers rond de Aleidazaal en in bouwdeel 1 (onder meer het Archief)Verwacht wordt dat alle werkzaamheden op 1 mei 2012 klaar zijn
194
Uitvoering in 2012 is dan ook afhankelijk van het toekennen van deze budgetoverhevelingsaanvraag in deze jaarrekening. Rapportage MBOP gemeentelijke gebouwen 2011 (facilitaire zaken) De hoeveelheid (en grote diversiteit) aan onderhoudswerkzaamheden in de MBOP maken een detailoverzicht van uitgevoerde en geplande activiteiten onmogelijk. Daarom volstaan we met de melding dat in 2011 vrijwel alle voorgenomen onderhoudsactiviteiten volgens planning zijn uitgevoerd. Daarnaast is gedurende het gehele jaar gewerkt aan de verbouwing van de Stadswinkel. Tijdens deze werkzaamheden is achterstallig onderhoud geconstateerd dat vooraf niet bekend was. Dit is direct in het werk opgepakt. De kosten hiervoor zijn uit het bouwbudget bekostigd, omdat de gevraagde bijdrage voor onvoorzien (€ 25.000) niet is gehonoreerd. Ook melden we dat de op te stellen MBOP voor de jaren 2011 en verder helaas nog niet af is. Hierdoor moet ook in 2012 vanuit de bestaande MBOP 2008-2017 worden gewerkt.
Verbonden partijen De paragraaf Verbonden partijen geeft inzicht in de participaties van de gemeente in andere rechtspersonen. Na een omschrijving van het begrip Verbonden partij gaan we in op de Kadernota Verbonden partijen 2005. Vervolgens wordt de evaluatie besproken van de deelname in verbonden partijen, de visie in relatie tot de realisatie van doelstellingen en het risicomanagement. Tot slot wordt een overzicht gegeven van deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen van de gemeente. 1. Omschrijving Verbonden partijen Het oprichten van of het deelnemen in een ‘verbonden partij’ kan een manier zijn om een publieke taak uit te voeren. De verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente juridisch participeert en een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan: zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder financieel belang wordt verstaan dat de gemeente aan de verbonden partij risicodragende financiële middelen ter beschikking heeft gesteld. Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) stelt dat participaties in nv’s, bv’s, vof’s, cv’s en gemeenschappelijke regelingen verbonden partijen zijn. Ook stichtingen en verenigingen kunnen dit zijn, namelijk wanneer de gemeente een zetel in het bestuur heeft en financiële risico’s loopt. Als de relatie met een vereniging of stichting uitsluitend bestaat uit een subsidierelatie, dan is dit volgens het BBV geen verbonden partij. Er kunnen vanuit het gemeentelijk perspectief maatschappelijke belangen zijn dat deze organisaties toch grotendeels voldoen aan de criteria voor ‘verbonden partij’. In dat geval worden ze hieronder bij ‘overigen’ genoemd. 2. Kadernota Verbonden partijen Op 19 september 2005 heeft de gemeenteraad de Kadernota Verbonden Partijen 2005 vastgesteld. Kernpunten zijn de wegingskaders voor participatie in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen, zoals stichtingen. Met de vaststelling heeft de raad het kader geschetst waarbinnen het college zijn bestuur moet uitvoeren. Belangrijke elementen voor dit bestuur zijn transparantie, doelmatigheid en doeltreffendheid. Het college voert dit be-
leid uit en zo nodig wordt dit voor wensen of bedenkingen voorgelegd aan de raad. 3. Evaluatie verbonden partijen Op basis van de wegingskaders uit de kadernota zijn in 2006 en 2008 evaluaties gehouden. De resultaten hiervan zijn door de raad vastgesteld. Besloten is om vooralsnog niet over te gaan tot wijzigingen. De volgende conclusies werden getrokken. • Vennootschappen – Deelname is bij de vennootschappen in geen enkel geval wettelijk opgedragen. Mogelijk is deelname in het aandelenkapitaal van enkele vennootschappen niet meer het meest effectieve instrument om het desbetreffende publieke belang te behartigen. Of staat het financiële risico niet meer in redelijke verhouding tot het te dienen publieke belang. In beide gevallen zouden de aandelen van de vennootschappen verkocht kunnen worden. Hiervoor zijn echter nog geen besluiten genomen. Bij eventuele verkoop gelden meestal statutaire of wettelijke beperkingen (o.a. blokkeringsregelingen waardoor verkoop alleen aan andere aandeelhouders, meestal andere overheden, mogelijk is). Een overzicht van de deelnemingen van gemeente Schiedam is aan het einde van de paragraaf opgenomen. • Gemeenschappelijke regelingen – Hierbij is sprake van ‘verlengd lokaal bestuur’. In twee gevallen is sprake van een wettelijke verplichting, namelijk de Veiligheidsregio en de Stadsregio. De overige regelingen zijn min of meer vrijwillig tot stand gekomen en zouden in principe ook weer beëindigd kunnen worden. Hieraan zijn wel financiële consequenties verbonden als gevolg van uittreedregelingen. Hoeveel dat is, hangt onder meer af van de betreffende regeling. Daar komt bij dat de gemeente, indien het om een wettelijke of eigen taak gaat, die taak (weer) op zich zal moeten nemen. Hiervoor moet de gemeente deskundigheid opbouwen en kosten maken. Vooralsnog is in alle gevallen geconcludeerd dat deelname aan de betreffende gemeenschappelijke regeling het meest effectieve instrument is. Een overzicht van de regelingen waar de gemeente Schiedam bij betrokken is aan het einde van de paragraaf opgenomen.. • Stichtingen en overige verbonden partijen – Betrokkenheid bij de in de evaluatie genoemde stichtingen en ove-
ProgrammaREKENing
195
rige verbonden partijen is in geen enkel geval wettelijk opgedragen. Wel voorzien ze alle in een behoefte van de Schiedamse burger of samenleving en is er sprake van een publiek belang. Verder staan de financiële risico’s in redelijke verhouding tot het te dienen publieke belang. 4. Visie op verbonden partijen De bestaande participaties van de gemeente zijn van publiekrechtelijke en van privaatrechtelijke aard. De gemeente is ze in de afgelopen decennia aangegaan. In verschillende beleidssectoren van de gemeente, met verschillende motieven en komend vanuit verschillende uitgangsposities, werd de afweging voor het aangaan van een bestuurlijke participatie gemaakt. Voor nieuwe participaties gelden momenteel de wegingskaders die vermeld staan in de kadernota. Het deelnemen aan een verbonden partij kan een manier zijn om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Hierbij geldt – in overeenstemming met art. 160 lid 2 van de Gemeentewet – een voorkeur voor de publiekrechtelijke vorm als daarmee hetzelfde resultaat kan worden bereikt. 5. Realisatie van doelstellingen/ontwikkelingen 2011 In de Programmabegroting 2011 werden voor het verslagjaar geen specifieke beleidsvoornemens geformuleerd. Ook werden geen nieuwe participaties of het beëindigen of wijzigen van bestaande participaties voorzien. De volgende ontwikkelingen hebben zich voorgedaan. Vennootschappen • Vernieuwde Stad Verwerving bv en Vernieuwde Stad Schiedam bv. De aanwezige fiscaal compensabele verliezen en daarmee ook de aandelen bleken geen waarde te hebben voor een externe partij of de gemeente zelf. Besloten is daarom om de vennootschappen per 1 december 2011 te ontbinden. • WOG bv en WOG cv. Het betreft hier de samenwerking tussen de gemeente en Woonplus voor de ontwikkeling van de wijk Groenoord. In de aandeelhoudersvergadering en de vennotenvergadering is besloten om deze rechtspersonen op zo kort mogelijke termijn te ontbinden. Als bij de participanten de nodige besluitvorming is afgerond, zullen de projecten worden verdeeld en de risico’s worden verrekend en uiteindelijk de rechtspersonen worden ontbonden. • V.o.f. Toernooiveld en Distilleerdersbuurt bv. De samenwerking met Woonplus voor de ontwikkeling van
196
het Toernooiveld blijft vooralsnog in stand om het project af te ronden. • Nv ONS Houdstermaatschappij De activiteiten van de vennootschap zijn nagenoeg nihil en bestaan voornamelijk uit het beheer van enkele deelnemingen en een aantal verplichtingen. In 2011 zijn de statuten van de vennootschap gewijzigd en is het structuurregime vervallen. Hierdoor is er geen Raad van Commissarissen meer en wordt vanaf 1 juli 2011 het toezicht op de directie rechtstreeks door de gemeente als enig aandeelhouder uitgeoefend. Bij de verkoop van de energieactiviteiten aan Eneco in 2007 zijn door ONS voor diverse risico’s en onzekerheden garanties afgegeven. Deze lopen de komende jaren af. De hiervoor door ONS aangehouden voorzieningen vallen dan vrij als er zich geen bijzonderheden voordoen. Deze middelen komen na vrijval voor dividenduitkering aan de gemeente als enig aandeelhouder beschikbaar. In de gemeentebegroting wordt hiermee ook rekening gehouden. In 2011 is van ONS een dividendbedrag ontvangen van € 3 miljoen. Verder is in de aandeelhoudersvergadering van december 2011 met de directie overlegd over de toekomstige positie van de deelnemingen en de lopende verplichtingen. • Eneco Holding nv. Eneco is een geïntegreerd energiebedrijf gericht op productie, handel, transport en levering van gas, electriciteit, warmte, koude en bijbehorende diensten. De aandelen zijn in handen van 61 Nederlandse gemeenten waarvan Rotterdam, Den Haag en Dordrecht de grootste aandeelhouders zijn. Schiedam is met 1,03% van het aandelenkapitaal op zich een kleine aandeelhouder maar gelet op de omvang van het bedrijf vertegenwoordigt dit een aanzienlijke waarde. Eneco heeft gekozen voor een duurzame strategie en wil leidend zijn in de transitie naar volledig duurzame energievoorziening. Het motto is ‘Samen gaan we voor duurzaam’. In verband met het in werking treden van de Wet onafhankelijk netbeheer (Won, beter bekend als ‘splitsingswet’) is Eneco gereorganiseerd en zijn er drie kernbedrijven ontstaan die onder Eneco Holding nv opereren. Het gaat om het commerciële energiebedrijf Eneco bv verantwoordelijk voor productie, handel en levering van energie en de publieke netwerkgroep met Stedin bv en Joulz bv. Deze netwerkgroep is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de infrastructuur van gas- en elektriciteitsnetten. Op 1 januari 2011 had volgens de aanwijzing van de minister de organisatorische en financiële splitsing geheel afgerond
moeten zijn. Dit zou ook zeker financiële consequenties hebben gehad voor de aandeelhoudende gemeenten. Echter, in een uitspraak van 22 juni 2010 verklaarde het Gerechtshof Den Haag de gedwongen splitsing onverbindend omdat deze strijdig is met het Europees recht. De Raad van Bestuur van Eneco heeft de verdere voorbereiding op de wettelijke splitsing stopgezet. Er is sprake van uitstel, maar (nog) niet van afstel. De Staat der Nederlanden is namelijk bij de Hoge Raad in cassatie gegaan op de uitspraak van het gerechtshof. Eind 2011 zou de Hoge Raad uitspraak doen maar dit is uitgesteld. Mogelijk komt er begin 2012 een uitspraak. Wellicht geeft dat dan nog geen duidelijkheid, omdat verwacht wordt dat er een ‘prejudiciële vraag’ wordt neergelegd bij het Europese hof. In de aandeelhoudersvergadering van september 2011 meldde de aandeelhouderscommissie dat deze namens alle aandeelhouders intensief overlegt met de Raad van Bestuur en de Raad van Commissarissen over de toekomstige rol van de aandeelhouders. Hiervan zijn nog geen resultaten bekend. In 2011 is van Eneco een dividendbedrag ontvangen van € 728.469. • Bv Gemeenschappelijk Bezit Evides (GBE) Waterbedrijf Evides levert drinkwater in het zuidelijk deel van de provincie Zuid-Holland, in de hele provincie Zeeland en in het uiterste westen van de provincie Noord-Brabant. Verder wordt industriewater geleverd aan bedrijven. De aandelen van Waterbedrijf Evides nv zijn voor 50% in eigendom van GBE en voor 50% in eigendom van het Zeeuwse Delta nv. De gemeente Rotterdam is met 50,3% de grootste aandeelhouder van GBE. Schiedam behoort met 3,88% tot een groep van middelgrote aandeelhouders. Het drinkwater van Evides wordt voor 80% bereid uit de rivier de Maas, voor 16% uit grondwater en voor 4% uit duinwater. Water is een vitale behoefte voor mens en bedrijf. Mede daarom is de productie en distributie wettelijk geregeld. Op 1 juli 2011 is ter vervanging van de Waterleidingwet uit 1957 de Drinkwaterwet in werking getreden. Kernpunten van deze nieuwe wet zijn het publieke eigendom van de drinkwaterbedrijven, het borgen van de waterkwaliteit en maatschappelijk en verantwoord ondernemerschap. De drinkwatervoorziening is volgens de wet nu ‘een dwingende reden van groot openbaar belang’. Dit houdt in dat de publieke eigenaren van een drinkwaterbedrijf een wettelijke zorgplicht hebben om binnen het aangewezen distributiegebied exclusief te voorzien in voldoende drinkwater. Daarbij is duurzaamheid van belang, niet alleen in de productiemethoden maar ook in de manier waarop de
waterwingebieden worden beheerd. Goed en betrouwbaar drinkwater is de basis voor menselijk welzijn. Evides zal ter uitvoering van de wet voldoende zuiver drinkwater produceren en distribueren tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten en met goede service. Samenwerking met andere waterbedrijven en samenwerking binnen de waterketen is belangrijk om synergie te behalen en innovatie te bevorderen. In 2011 is van GBE een dividendbedrag ontvangen van € 735.934. • Nv. Irado De kern van de dienstverlening van Irado bestaat uit het zo doelmatig en duurzaam mogelijk uitvoeren van afvalbeheer en het beheer van de openbare ruimte. Als onderdeel van de afbouw van ONS zijn de aandelen van deze vennootschap in 2010 door ONS overgedragen aan de gemeente. Schiedam en Vlaardingen houden beide 50% van de aandelen. Irado is onder andere actief in de gemeenten Schiedam, Vlaardingen, Lansingerland en de deelgemeente Rozenburg. De vennootschap wil de komende jaren bijdragen aan het vergroten van het maatschappelijk rendement voor haar gemeentelijke opdrachtgevers. In 2011 is van Irado een dividendbedrag ontvangen van € 350.000. • Nv Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) BNG is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank is eigendom van gemeenten, provincies en de Staat der Nederlanden. Daardoor en door het beperkte werkterrein van de bank is het vertrouwen van de financiële markten in de bank hoog en heeft deze de hoogste ratings van de toonaangevende ratinginstellingen. De recente financiële crisis heeft geleid tot aanscherping van de regelgeving voor financiële instellingen (Basel-III-richtlijnen). Het eigen vermogen zal voor 2018 versterkt moeten worden met ongeveer € 1 miljard. Dit zal naar verwachting alleen gerealiseerd kunnen worden door inhouding van dividend in de komende jaren. Daarnaast staat de winstgevendheid van de bank onder druk door de door het kabinet voorgenomen invoering van een ‘bankenbelasting’. In 2011 is van BNG een dividendbedrag ontvangen van € 751.619. Gemeenschappelijke regelingen Het kabinet heeft op 10 oktober 2011 de visienota ‘Bestuur en bestuurlijke inrichting: tegenstellingen met elkaar verbinden’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Het spreekt daarin ondermeer het voornemen uit om per 1 januari 2013 een
ProgrammaREKENing
197
einde te maken aan het formele samenwerkingskader Wgr+ waarop de stadsregio’s zijn gebaseerd. Hierdoor zou ook de Stadsregio Rotterdam verdwijnen. In dit licht is in 2011 door de gemeenten Den Haag en Rotterdam het initiatief genomen tot de vorming op die datum van een Metropoolregio voor het gebied van de stadsregio’s Haaglanden en Rotterdam. De betreffende gemeenten in beide regio’s zijn gevraagd om hierop te reageren. Een gezamenlijke reactie van de drie waterweggemeenten is vastgesteld in de raadsvergadering van 15 december 2011. 6. Risicomanagement verbonden partijen Er is voortdurend aandacht voor opkomende risico’s voor de gemeente vanuit verbonden partijen. De financiële consequenties van risico’s zijn voor zover er geen voorzieningen zijn getroffen, vermeld in de paragraaf Weerstandsvermogen. In het hierna volgende overzicht is per verbonden partij het risico op basis van de meest recente informatie uitgedrukt volgens de ‘stoplichtenmethode’. • De deelnemingen in nutsbedrijven leveren nauwelijks risico’s op. Als echter de Hoge Raad uitspreekt dat splitsing van Eneco alsnog moet plaats vinden, dan kan dat mogelijk financiële consequenties voor de aandeelhouders opleveren.
198
• Voor nv Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) zal het resultaat mogelijke belastingheffing verminderen. Door de noodzaak voor versterking van het eigen vermogen staan de dividenduitkeringen de komende jaren onder druk. • Overige deelnemingen betreffen Publiek Private Samenwerkingsconstructies voor projectontwikkeling. Waar nodig zijn voor financiële risico’s hiervan afdoende voorzieningen getroffen. Het betreft de volgende voorzieningen (per ultimo 2011): • Wijkontwikkeling Groenoord (WOG) – De kapitaaldeelname is afgewaardeerd en voor de bijdrage in het te verwachten verlies bij ontbinding van WOG is een voorziening aanwezig van € 1,9 miljoen. • Toernooiveld – Voor verwachte verliezen van Toernooiveld is een voorziening aanwezig van € 0,4 miljoen. Voor gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen zijn geen specifieke reserves of voorzieningen aanwezig. Wel is er de Wmo-reserve voor via ROGplus gedane verstrekkingen vanwege de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ook zijn de volgende middelen beschikbaar voor algemene risico’s. • Algemene risicoreserve – Een algemene risicoreserve deelnemingen is aanwezig ter grootte van € 97.900 per ultimo 2011.
• AVR – Bij de verkoop van de aandelen van nv AVR zijn door de aandeelhouders garanties en vrijwaringen afgegeven. Hiervoor is een voorziening aanwezig van € 3 miljoen. Dit geldt voor de periode 2006-2016. Verder wordt door nv ONS Houdstermaatschappij een voorziening aangehouden voor afgegeven garanties bij de verkoop van de energieactiviteiten. Per ultimo 2010 was hiervoor bedrag van € 12 miljoen gereserveerd. De noodzakelijke hoogte van de voorzieningen wordt jaarlijks bij de opmaak van de jaarrekening beoordeeld. Verder wordt zodra een verlies concreet wordt een voorziening getroffen. 7. Verbonden partijen gemeente Schiedam Op grond van de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009 (art. 13) worden in de paragraaf Verbonden Partijen de volgende gegevens vermeld: de naam, de vestigingsplaats, het financieel belang van de gemeente, het nettoresultaat over het voorgaande jaar, het eigen vermogen op de balansdatum, de zeggenschap van de gemeente, het publiek belang dat wordt gediend en het risico. Hierna wordt een overzicht gegeven van alle partijen waarmee de gemeente Schiedam een verbintenis is aangegaan die valt onder de paragraaf Verbonden partijen. Er is onderscheid gemaakt in: • deelnemingen; • gemeenschappelijke regelingen; • overige verbonden partijen.
In de laatste kolom van de tabellen is van iedere verbonden partij – in de vorm van de door de Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen (RKC) gehanteerde ‘stoplichtenmethode’ – op basis van de meest recente informatie aangegeven wat het huidige risico is voor de gemeente. Risico heeft in dit verband betrekking op financiële, bestuurlijke en informatieverstrekkende risico’s voor de gemeente. Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. Van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen ontvangt de gemeente als deelnemer jaarstukken. Op basis van deze stukken wordt het nettoresultaat over het jaar 2010 van de deelneming c.q. de bijdrage 2011 aan de gemeenschappelijke regeling en het eigen vermogen ultimo 2010 vermeld. Voor zover er bij overige verbonden partijen sprake is van een gemeentelijke subsidie, is zoveel mogelijk het subsidiebedrag van 2011 vermeld.
ProgrammaREKENing
199
Tabel Deelnemingen gemeente Schiedam jaarrekening 2011 Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot deelname (bedragen in €)
Vestigingsplaats
Percentage aandelenkapitaal (zeggenschap)
Nominaal bedrag deelname (financieel belang)
Nettoresultaat deelneming over het boekjaar 2010
Nv Eneco 6-12-1993 VR 1993-253
Rotterdam
1,03%
€ 5.137.300
€ 141 miljoen
Bv Gemeenschappelijk Bezit Evides 25-10-1993 VR 1993-207
Rotterdam
3,88%
€ 3.589
€ 24 miljoen
Nv ONS Houdster-maatschappij 28-1-1991 VR 1991-35
Schiedam
100%
€ 6.375.000
€ 4 miljoen
Nv Irado 4-11-2010 VR 2010-99
Schiedam
50%
€ 450.000 (boekwaarde = € 5.328.500)
€ 1,5 miljoen
Nv Bank Nederlandse Gemeenten Deelname vanaf oprichting in 1922.
Den Haag
0,59%
€ 815.880
€ 257 miljoen
Vernieuwde Stad Verwerving bv 29-6-1995 VR 1995-105 (ontbonden per 1-12-2011)
Schiedam
100%
€ 113.627 (boekwaarde = € 0)
€ 40.648 negatief
WOG Beheer bv 11-2-2002 VR 2002-33
Schiedam
50%
€ 10.000 (boekwaarde is € 0)
€ 62.469 negatief
WOG cv (i.s.m. Woonplus) 11-2-2002 VR 2002-33
Schiedam
49%
€ 1.470.000 (boekwaarde is € 0)
€ 3.830.000 negatief
Distilleerders-buurt bv 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
100%
€ 18.000
2010: n.n.b. 2009: € 102.232 negatief
Vof Toernooiveld (i.s.m. Woonplus) 7-2-2006 VR 2006-10
Schiedam
50%
€ 1.000.000
€0
* ‘Groen’ staat voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
200
Risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode
Eigen vermogen deelneming per 31-12-2010 (voor winstverdeling)
Activiteiten / doelstelling van de deelneming/ publiek belang
In de begroting 2011 geraamd dividend
Ontvangen dividend in 2011
€ 3.880 miljoen
Productie, handel en distributie van energie c.a.
€ 749.400
€ 728.469
Groen (wel risico op lager dividend. Zie paragraaf Weerstandsvermogen)
€ 210 miljoen
Deelname (50%) in nv Evides; drinkwaterproductie- en distributie
€ 500.000
€ 735.934
Groen
€ 15 miljoen
Holding van enkele deelnemingen in energie- en warmte/ koude-bedrijven.
€ 3.000.000
€ 3.000.000
Groen
€ 12 miljoen
Afvalbeheer en beheer openbare ruimte
€ 350.000
€ 350.000
Groen
Bankactiviteiten voor met name gemeenten
€ 750.600
€ 751.619
Groen (wel risico op lager dividend. Zie paragraaf Weerstandsvermogen)
Per 1-12-2011 is de vennootschap ontbonden wegens gebrek aan baten.
-
-
Groen
Beherend vennoot in WOG cv
-
-
Groen (voor het te verwachten verlies is een voorziening gevormd)
Wijkontwikkeling Groenoord (betreft inbreng 49% van maatschappelijk kapitaal van de cv)
-
-
Groen (de kapitaaldeelname is afgewaardeerd en voor het te verwachten verlies is een voorziening gevormd)
Deelname in vof Toernooiveld
-
-
Groen (zie opmerking bij vof Toernooiveld)
Ontwikkeling Toernooiveld (betreft inbreng van 50% van het maatschappelijk kapitaal van de vof)
-
-
Oranje (er is een verliesvoorziening aanwezig van € 450.000. Daarnaast is er nog een risico van € 500.000. Zie paragraaf Weerstandsvermogen).
€ 2.259 miljoen
€ 11.091
€ 79.178 negatief
€ 3.710.000 negatief
2010: n.n.b. 2009: € 442.056 negatief € 1.094.899
ProgrammaREKENing
201
Tabel Gemeenschappelijke regelingen jaarrekening 2011 Naam gemeenschappelijke regeling, datum en nummer van het oorspronkelijke besluit tot deelname
Vestigingsplaats
Gemeenschappelijke regeling met een Openbaar lichaam
Deelnemers
Volwasseneneducatie Rijnmond 2011-2014 (OLIVER) 21-4-2011 VR 2011-25
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond DCMR 2-2-1987 VR 1987-26
Schiedam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en de provincie Zuid-Holland
ROGplus NWN 18-12-2006 VR 2006-123
Maassluis
Ja
3 Waterweggemeenten
Openbare Gezondheidszorg Rotterdam - Rijnmond 18-12-2006 VR 2006-119
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee
Veiligheidsregio Rotterdam -Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-172
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee
Stadsregio Rotterdam 2010 4-2-2010 VR 2010-3
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten
Recreatieschap Midden Delfland 14-11-1988 VR 1988-180
Schiedam
Ja
Gemeenten Delft, Midden Delfland, Westland, Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Schiedam, het Rijk en de provincie ZuidHolland
Koepelschap Buitenstedelijk Groen 18-12-2006 VR 2006-128
Schiedam
Ja
14 Rijnmondgemeenten (Lansingerland niet) en de gemeenten Hendrik Ido Ambacht, Nederlek en Zwijndrecht alsmede de Provincie Zuid- Holland
Halt-Rotterdam Rijnmond 12-12-2005 VR 2005-173
Rotterdam
Ja
15 Rijnmondgemeenten en 4 gemeenten op Goeree-Overflakkee
IZA Nederland (in liquidatie)
Nieuwegein
Ja
Provincie Limburg en alle gemeenten in Nederland behalve Den Haag en Amsterdam
Licht Gemeenschappelijke Regeling Schiedam-Rotterdam Archeologie Schiedam 27-5- 2010 VR 2010-47
Schiedam
Nee
Gemeenten Rotterdam en Schiedam
* ‘Groen’ staat voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol.
202
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in het algemeen bestuur
Raming bijdrage 2011
Realisatie bijdrage 2011
Eigen vermogen per ultimo 2010
Risicoanalyse volgens de stoplichtenmethode
Volwasseneneducatie
Ja (wethouder Stam)
-
-
-
Groen
Uitvoering Wet milieubeheer
Ja (wethouder Grijzen)
€ 920.091
€ 920.091
€10.336.209
Groen
Uitvoering Wet maatschappelijke ondersteuning
Ja (wethouder Grijzen)
Voorz. gehandicapten € 5.194.457
Voorz. gehandicapten € 5.194.457
€0
Groen
Huish. verzorging € 8.977.052
Huish. verzorging € 8.977.052
Volksgezondheidszorg
Ja (wethouder Grijzen)
€ 1.166.949
€ 1.063.735
€0
Groen
Regionale crisisbeheersing bij incidenten, rampen en crises
Ja (burgemeester)
€ 5.119.103
€ 5.106.395
€ 8.246.000
Groen
Diverse
Ja (burgemeester)
€ 385.000
€ 362.353
€ 59.318.000
Groen
Buitenstedelijke recreatie
Ja (wethouder Van Oosten)
€ 335.012
€ 326.240
€ 6.571.359
Groen
Doelmatige kostenverdeling diverse regionale natuur- en recreatieschappen
Ja (wethouder Groeneweg)
€ 226.988
€ 276.419
€ 137.822
Groen
Verbetering kwaliteit van samenwerking Halt-bureaus
Ja (burgemeester)
-
-
-
Groen
Voormalige ziektekostenverzekering voor personeel van deelnemers. In liquidatie sedert 1-1-2006. Naar verwachting kan in 2013 afwikkeling plaats vinden.
nee
-
n.n.b.
Groen
Uitvoeren van Wet Archeologische Monumentenzorg in Schiedam door Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam (BOOR) o.b.v. offerte en opdracht.
Nee
-
-
-
n.v.t.
ProgrammaREKENing
203
Tabel overige verbonden partijen jaarrekening 2011**
204
Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2011
Risicoanalyse volgens stoplichten
Stichting Openbaar Primair Onderwijs Schiedam (PRIMO) 12-12-2005 VR 2005-174+175
Schiedam
Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar primair onderwijs in Schiedam
Nee, gemeente benoemt wel de (externe) bestuursleden
-
Groen
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Schiedam (SOVOS) 12-12-2005 VR 2005-174+175
Schiedam
Gemeente Schiedam
Verzorgen openbaar voortgezet onderwijs in Schiedam
Nee, gemeente benoemt wel de (externe) bestuursleden
-
Groen
Stichting Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid Schiedam (GOA). (Ontbonden in 2011)
Schiedam
Gemeente Schiedam
Nee, gemeente Verzorgen van activiteiten draagt bindend voor het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid kandidaat bestuursleden voor
-
Groen
Stichting Stedelijk Museum Schiedam
Schiedam
Gemeente Schiedam
Stedelijk Museum
Nee, gemeente benoemt leden in Raad van Toezicht
€ 2,9 miljoen
Groen
Stichting Bibliotheek Waterweg 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam
Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, gemeente benoemt leden in Raad van Toezicht.
-
Groen
Stichting Bibliotheek Waterweg-Schiedam 12-12-2005 VR 2005-180
Schiedam
Gemeente Schiedam
Bibliotheek
Nee, gemeente benoemt leden in Raad van Toezicht.
€ 2,9 miljoen
Groen
Stichting Muzikale Vorming NWN (Muziekcentrum OpMaat)
Vlaardingen
Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Muziekonderwijs
Nee
€ 0,4 miljoen
Groen
Sportfondsen Schiedam bv
Schiedam
Sportfondsen Nederland nv is houder van alle aandelen
Exploitatie zwembad Groenoord (huur van gemeente)
Nee, gemeente benoemt leden in de Raad van Beheer.
€ 1,0 miljoen
Groen
Stichting Schiedamse Theaters
Schiedam
-
Exploitatie theaters
Nee
€ 1,4 miljoen
Oranje
Stichting De Schiedamse Molens
Schiedam
-
Exploitatie molens
Ja, de gemeente benoemt vier van de maximaal vijftien bestuursleden
€ 0,2 miljoen
Groen
Stichting Nat.Gedest. Museum De Gekroonde Brandersketel
Schiedam
-
Exploitatie jenevermuseum
Nee
€ 0,3 miljoen
Groen
Naam / datum en nummer oorspronkelijk besluit tot oprichting of deelname
Vestigingsplaats
Deelnemers
Activiteiten / doelstelling / publiek belang
Deelname in algemeen bestuur
Subsidiebedrag van de gemeente in 2011
Risicoanalyse volgens stoplichten
Stichting Promotie Schiedam
Schiedam
Gemeente Schiedam
Toerisme en stadspromotie
Nee
€ 0,3 miljoen
Groen
Stichting Woonpromotie Schiedam (ontbonden in 2011)
Schiedam
Gemeente Schiedam en Schiedamse makelaars en Woonplus
Bevorderen van de verkoop van koopwoningen en de verhuur van huurwoningen
Nee
-
Groen
Stichting Senioren Welzijn
Schiedam
Gemeenten Schiedam en Vlaardingen en Stichting Woonplus
Ouderenwerk
Nee
€ 0,9 miljoen
Groen
Stichting Maatschappelijke Dienstverlening Nieuwe Waterweg
Vlaardingen
Gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
Algemeen- en schoolmaatschappelijk werk
Nee
Diverse bedragen
Groen
Stichting Welzijn Schiedam
Schiedam
-
Diverse activiteiten
Nee
Diverse bedragen
Groen
Stichting Microfinanciering Ondernemers Schiedam 16-4-2009 VR 2009-34
Schiedam
Externe partijen en de gemeente Schiedam
Het leveren van een bijdrage aan een positieve ontwikkeling van de economie en de werkgelegenheid in Schiedam door startende ondernemers en doorstarters te ondersteunen bij het verkrijgen van microfinanciering
Ja
-
Groen
Stichting tot Behoud en Restauratie en Instandhouding van de Kerk aan de Lange Haven en omstreken B&W 16-11-2010, nr. 2
Schiedam
-
Instandhouding van monumenten, met name restauratie en instandhouding van de kerk aan de Lange Haven
Ja, de gemeente benoemt één van de bestuursleden.
-
Groen
Stichting Restauratie Hoogstraat Schiedam B&W 12-10-2010, nr. 6
Schiedam
Gemeente Schiedam en Stichting Beschermd Stadsgezicht Schiedam
Restauratie en herbestemming van panden aan de Hoogstraat en directe omgeving
Nee
-
Groen
* Hierbij staat ‘groen’ voor weinig of geen risico, ‘oranje’ voor enig risico en ‘rood’ voor risicovol. ** Hierbij kan gedacht worden aan rechtspersonen waarin de gemeente een zetel in het bestuur heeft én financiële risico’s loopt. Na de evaluatie in 2006 van deelnemingen en gemeenschappelijke regelingen, zijn in 2008 de overige verbonden partijen geëvalueerd. Vooralsnog zijn de volgende organisaties geselecteerd die grotendeels aan de criteria voldoen en waarbij er voor de gemeente financiële en maatschappelijke belangen van enige omvang zijn.
ProgrammaREKENing
205
Weerstandsvermogen Artikel 9 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) bepaalt dat er in de begroting beleidslijnen worden vastgelegd voor belangrijke beheersmatige aspecten. Daarvoor zijn zeven paragrafen verplicht gesteld. Deze zijn bedoeld om onderwerpen die versnipperd in de begroting staan, gebundeld in een overzicht weer te geven. Ze geven een dwarsdoorsnede van de begroting. Eén van de zeven verplichte paragrafen betreft het weerstandsvermogen. Artikel 11 van het BBV geeft een nadere aanwijzing naar de inhoud van deze paragraaf. Artikel 26 van het BBV bepaalt dat de paragraaf Weerstandsvermogen verplicht onderdeel is van de Programmarekening. De paragraaf Weerstandsvermogen geeft de financiële robuustheid aan van de begroting, de jaarstukken en de financiële positie. In algemene zin wordt onder het weerstandsvermogen de mate verstaan waarin de gemeente in staat is financiële tegenvallers op te vangen zonder dat het beleid veranderd moet worden verstaan, bijvoorbeeld als gevolg van bezuinigingen. Het is dus belangrijk om regelmatig aandacht aan dit onderwerp te schenken. De paragraaf Weerstandsvermogen is als volgt opgebouwd. Eerst worden de drie centrale begrippen weerstandscapaciteit, risico en weerstandsvermogen toegelicht. Daarna wordt ingegaan op het gemeentelijk beleid met betrekking tot het weerstandsvermogen en relevante ontwikkelingen (economische/financiële crisis, Gemeentefonds, schuldpositie en risicomanagement). Dan volgt een overzicht van de risico’s die de gemeente loopt. In het vierde onderdeel komt de weerstandscapaciteit ter sprake. Ten slotte worden er conclusies getrokken met betrekking tot het weerstandsvermogen.
206
1. Begrippenkader In de paragraaf Weerstandsvermogen spelen drie begrippen een belangrijke rol. • Weerstandscapaciteit – Dit begrip heeft betrekking op de middelen en de mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten (tegenvallers) financieel te dekken. De weerstandscapaciteit kan bestaan uit reserves (algemene, vrije en stille), onbenutte belastingcapaciteit en mogelijke bezuinigingen. • Risico’s – Een risico zoals in de paragraaf Weerstandsvermogen bedoeld, is de kans dat een positieve of negatieve gebeurtenis van materieel belang optreedt, die niet is voorzien in de begroting van enig jaar. De gemeente loopt tal van dergelijke ‘ondernemersrisico’s’, zoals bij de uitvoering van openeinderegelingen, bij het afgeven van garanties en borgstellingen, bij bouwgrondexploitatie, bij verbonden partijen, bij subsidies, enzovoort. Het gaat om risico’s die niet op een andere manier te ondervangen zijn. Reguliere risico’s – risico’s die zich regelmatig voordoen en vrij goed meetbaar zijn – kunnen bijvoorbeeld ondervangen worden door het afsluiten van verzekeringen of het vormen van voorzieningen. Deze maken dus geen deel uit van de paragraaf Weerstandsvermogen. Daarbij moet nog in dit verband het onderscheid worden gemaakt tussen risico’s en voorzieningen: • Bij risico’s gaat het vaak om toekomstige verwachtingen over mogelijke gebeurtenissen en hun financiële impact; • Bij voorzieningen gaat het om (min of meer) onzekere verplichtingen, waarvan vaststaat dat deze te zijner tijd daadwerkelijk leiden tot gelduitstroom. Het onderscheid is dat bij risico’s nog het element van bijsturen mogelijk is (nog niet vaststaand). Bij voorzieningen gaat het om gebeurtenissen uit het verleden. • Weerstandsvermogen – Dit is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s die zich binnen de gemeente manifesteren.
Schema weergave samenhang tussen weerstandscapaciteit, risico’s en weerstandsvermogen 1.
Risico’s
• grondexploitatie; • subsidies; • open einde regelingen; • enzovoort.
2. Weerstandscapaciteit
• reserves; • onbenutte belastingcapaciteit; • bezuinigingen.
Beheermaatregelen • verzekeringen; • interne controle; • enzovoort.
Risico’s
Waarvoor geen maatregelen zijn getroffen.
2. Het beleid en ontwikkelingen 2.1 Gemeentelijk beleidskader De gemeente wil met haar beleid inzake het weerstandsvermogen inzicht krijgen in de risico-omvang die ze loopt en in de omvang van de weerstandscapaciteit. Met andere woorden: over welke middelen en mogelijkheden beschikt de gemeente om niet begrote kosten en tegenvallers te dekken? Kadernota Weerstandsvermogen Het college bereidt overeenkomstig de Financiële verordening het beleid voor met betrekking tot het weerstandsvermogen en legt dit ter vaststelling voor aan de raad. Op 21 juni 2007 heeft de raad de kadernota Weerstandsvermogen vastgesteld. De volgende vier punten zijn in dit verband relevant: • Voor ieder geïnventariseerd risico wordt de kans bepaald dat het risico zich voordoet. Deze kans wordt vastgesteld op minimaal 10% en maximaal 90%. Alle relevante kennis en de omstandigheden moeten hierbij een rol spelen. Voor borgstellingen is de kans dat een risico optreedt, vastgesteld op 1% van de restanthoofdsom (exclusief de leningen die via een waarborgfonds zijn geborgd). • Indien de kans dat een risico optreedt minder is dan 10%, wordt het risico niet meegenomen (met uitzondering van borgstellingen). Is die kans meer dan 90%, dan is er geen sprake meer van een risico en moet er een voorziening worden gevormd.
Weerstandsvermogen
Is de gemeente in staat om risico’s op te vangen?
• Er worden twee risicogroepen onderscheiden. • Risico’s kleiner dan € 100.000 – Deze worden in de Programmabegroting en de Programmarekening onder één post ‘diversen’ opgenomen; • Risico’s groter dan € 100.000 – Deze worden in de Programmabegroting en de Programmarekening zoveel mogelijk individueel vermeld. • De ratio weerstandsvermogen werd vastgesteld op 1,4. Dit betekent dat voor iedere € 1 miljoen aan risico’s er een weerstandsvermogen van € 1,4 miljoen wordt aangehouden. De hoogte van de ratio weerstandsvermogen is afhankelijk van de kwaliteit van de risico-inventarisatie en risicobeheersing, maar ook van de aard van de risico’s. Op 9 juni 2011 heeft de raad de Nota Reserves en voorzieningen 2011 vastgesteld. In deze nota is op pagina 9 onder punt 6 (‘Noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen’) weergegeven dat het onder de huidige omstandigheden gewenst is over een flexibele ratio weerstandsvermogen te beschikken. Dit is inmiddels als volgt ingevuld: voor de opstelling van de Programmarekening 2010 en de Programmabegroting 2012-2015 is de ratio weerstandsvermogen op 1,4 gehandhaafd. Het college stelt per relevant beleidsstuk (Programmabegroting, Programmarekening), afhankelijk van de kwaliteit van de risico-analyse en de te kwantificeren risico’s, de ratio weerstandsvermogen vast binnen de grenzen van onderstaande tabel die afkomstig is van het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement.
ProgrammaREKENing
207
Waardering
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
> 2,0
Uitstekend
B
1,4 - 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 - 1,4
Voldoende
D
0,8 - 1,0
Matig
E
0,6 - 0,8
Onvoldoende
F
< 0,6
Ruim onvoldoende
2.2 Ontwikkelingen: economische/financiële crisis, Gemeentefonds, schuldpositie Conjunctuurbericht CBS: verbetering zet niet door Eind december 2011 heeft het CBS een conjunctuurbericht gepubliceerd. Het algemene beeld kan als volgt worden geschetst: verbeteringen en verslechteringen houden elkaar in evenwicht. Veertien van de vijftien indicatoren voor economisch herstel presteren onder het langjarig gemiddelde. Tot en met het eerste kwartaal van 2011 was er sprake van een voortdurend verbeterend beeld. Vanaf het tweede kwartaal 2011 is dit niet meer het geval. Centraal Planbureau: decemberraming 2011 Het CPB verwacht dat de Nederlandse economie in 2012 krimpt met 0,5%. Verwacht wordt dat de inflatie oploopt naar 2,25%. De werkloosheid neemt toe en het EMU-tekort zal in 2012 4,1% bedragen. Centraal Economisch Plan 2012 Het geraamde tekort in 2013 is, zonder aanvullende maatregelen, 4,6%. Het EMU-criterium van 3% begrotingstekort wordt met € 9,6 miljard overschreden. Bij ongewijzigd beleid is het tekort 4,1% in 2014 en 3,3% in 2015. De werkloosheid loopt in 2013 waarschijnlijk op naar 6%, ofwel 545.000 personen. Bovenstaande ontwikkelingen kunnen leiden tot aanvullende bezuiningsmaatregelen. In welke mate gemeenten hierdoor worden getroffen is nog niet bekend. Ontwikkelingen inzake bijdragen van gemeenten aan bezuinigingstaakstelling Rijk A. Inventarisatie commissie Kalden In de aanloop naar het op 30 september 2010 vastgestelde regeerakkoord heeft één van de ambtelijke werkgroepen – die eind 2009 zijn ingesteld om voor twintig beleidsthema’s bezuinigingsmogelijkheden in kaart te brengen – een verslag uitgebracht. In het rapport van ‘werkgroep 18’ (openbaar bestuur) zijn mogelijkheden geschetst om het openbaar bestuur efficiënter te organiseren. Over het gemeentefonds zijn de volgende 208
bezuinigingsmogelijkheden geopperd: • Verevening van een hogere opbrengst aan eigen middelen dan waarmee in het gemeentefonds rekening is gehouden; • Toepassing van de laagste kosten methode; • Introductie van een doelmatigheidskorting. In de Programmabegroting 2012-2015 is voor het opvangen van dergelijke bezuinigingen als volgt rekening gehouden met daling van de algemene uitkering: 2012, € 1,5 miljoen; 2013, € 4,4 miljoen; 2014, € 5,1 miljoen; 2015, € 2,8 miljoen. Deze reeks is neerwaarts aangepast ten opzichte van de Programmabegroting 2011-2014. De raad is hierover per brief van 28 oktober 2011 geïnformeerd, geagendeerd voor de raadsvergaderingen van 8 en 10 november 2011. In de gemeentefondscirculaires, die in 2011 zijn verschenen, is door het Rijk aan bovenstaande bezuinigingsmogelijkheden geen toepassing gegeven. De reeks bedragen van € 1,5 tot € 2,8 is vervolgens (verlaagd) in stand gehouden voor het opvangen van financiële nadelen als gevolg van decentralisatie van een aantal taken door het Rijk. Het gaat om de volgende decentralisaties: • Decentralisatie Werken naar Vermogen; • Decentralisatie ondersteunende begeleiding AWBZ naar Wmo; • Decentralisatie Jeugdzorg. B. Ontwikkeling accres 2012-2015 In de Decembercirculaire 2010 is bekendgemaakt dat vanaf 2012 het ‘Samen de trap op en af-principe’ opnieuw wordt ingevoerd. Dit houdt in dat als een gedefinieerd pakket Rijksuitgaven stijgt, de omvang van het gemeentefonds toeneemt en omgekeerd. Uit de Septembercirculaire 2011 blijkt dat er tot en met 2015 sprake is van wisselende accressen. Deze accressen zijn afhankelijk van de ontwikkeling van de Rijksuitgaven. Als de Rijksuitgaven minder of niet toenemen dan nu door het Rijk wordt aangenomen, neemt ook het Gemeentefonds minder of niet toe. Van belang zijn de conjuncturele ontwikkelingen. C. Herverdeling Gemeentefonds Om inzicht te krijgen in de werking van het verdeelstelsel van het gemeentefonds in relatie tot de ontwikkeling van de kosten bij gemeenten, wordt jaarlijks het Periodiek Onderhoudsrapport (POR) uitgebracht door de Fondsbeheerders. In 2011 is een eerste integrale herziening aan de orde van de verdeling
van het Gemeentefonds sinds de introductie van een nieuw verdeelmodel in 1997. De eerste fase van deze integrale herziening is onderzoek naar mogelijke scheefheden in de verdeling van het Gemeentefonds over de diverse clusters en/of de verdeling van een cluster. Deze fase is afgerond. Gebleken is dat de Fondsbeheerders naast een gewijzigde verdeling van Gemeentefonds middelen ook bepaalde grondslagen van de financiële verhouding willen aanpassen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft het Rijk gewezen op de onwenselijkheid om gelijktijdig met de herverdeling van middelen als gevolg van de decentralisaties ook de verdeling en grondslagen van het Gemeentefonds aan te passen. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties is de VNG grotendeels tegemoet gekomen met invoering van de herverdeling in 2014 in plaats van 2013. Dit uitstel geldt niet voor het onderdeel maatschappelijke zorg. De effecten van de decentralisaties AWBZ en Jeugd worden daarmee in 2013 in de verdeling meegenomen. De VNG heeft hiervoor ook gepleit. D. T otaalbeeld ontwikkelingen grondexploitaties als gevolg van aanhoudende financiële crisis Met het uitvoeren van het verbeterplan grondexploitaties is ook het actief sturen op risico’s en kansen ingevoerd. Het risicomanagement geeft specifieke input voor de paragraaf weerstandvermogen en de risico’s en kansen zijn dan ook in de tabel opgenomen. Feit is dat door de landelijke ontwikkelingen de toetsingskaders zijn verscherpt. Zowel de provincie, in haar rol als toezichthouder als de accountant kijken zeer nauwkeurig naar de grondexploitaties. Naast het kijken per project wordt nu ook geadviseerd om naar het geheel te kijken. De twee voornaamste negatieve effecten op de grondexploitatie zijn in dit kader uitstel van projecten en dalende vastgoedprijzen. Door de vertragingen lopen de rentekosten van gemeenten op. Uit het MPG valt op te maken dat ultimo 2011 er nog voor € 103,8 miljoen aan verkopen gerealiseerd moeten worden. Dit is een zeer fors bedrag en daarom is er een bandbreedte doorgerekend. Zowel de prijsontwikkeling als mogelijke extra vertraging (bovenop de huidige inschatting per project zoals verwerkt in deze jaarrekening) is berekend. De uitkomst is zo danig dat voor dit mogelijk risico geen extra risico is opgenomen of voorziening is getroffen in het kader van de jaarrekening. De gemeente heeft een Taskforce Grondexploitaties ingesteld waarbij onderzoek is uitgevoerd naar zowel de mogelijkheden om kosten en opbrengsten te optimaliseren als verbetermogelijkheden in de bedrijfsvoering. Daarnaast worden er voorstellen voorbereid om in het kader van de heroverwegingen anders
om te gaan met grondexploitaties. De conclusie is, dat naar de kennis van nu, de risico’s goed verwerkt zijn en dat de gemeente voldoende mogelijkheden heeft om resultaten positief te beïnvloeden. Met ingang van het MPG 2013 zal dit aspect ook worden opgenomen en nader worden toegelicht. Schuldpositie gemeenten In september 2010 publiceerde de VNG een artikel over de schuldpositie van de Nederlandse gemeenten. Daaruit blijkt dat de nettoschuld als aandeel van de exploitatieomvang gemiddeld voor heel Nederland 87% bedraagt (31 december 2009). Dit wordt in het artikel gewaardeerd als ‘niet alarmerend, maar ook niet florissant’. Voor Schiedam geldt op basis van de jaarrekening 2011 een percentage van 147%. Eind 2011 hebben de Europese regeringsleiders afspraken gemaakt over financiële stabiliteit van de eurozone. Het zogeheten Stabiliteits- en Groeipact kent strengere eisen dan voorheen. De EU-lidstaten moeten die vastleggen in nationale wetgeving. Omdat ook gemeenten, provincies en waterschappen aan het begrotingstekort van de collectieve sector bijdragen, bepaalt het wetsvoorstel Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (Wet HOF), waarmee de ministerraad heeft ingestemd, dat decentrale overheden zich eveneens moeten houden aan de doelstellingen van het aangescherpte Stabiliteits- en Groeipact. Verwacht wordt dat onder de Wet HOF de schuldpositie van de decentrale overheden in twintig jaar moet worden teruggebracht naar 60% (netto schuld/exploitatie). Dit kan onder omstandigheden in de toekomst leiden tot beperkte mogelijkheden voor het aantrekken van geldleningen. Het is de bedoeling dat de Wet HOF op 1 januari 2013 in werking treedt. 2.3 Ontwikkelingen: risicomanagement in Schiedam Het begrip risicomanagement kan worden omschreven als het op gestructureerde wijze identificeren, analyseren en managen van risico’s. Risico’s zijn gebeurtenissen met een negatief of positief effect op het realiseren van strategische of procesdoelstellingen. Binnen de gemeentelijke organisatie kan management van risico’s nog worden verbeterd. Het BBV schrijft het managen van risico’s voor. Recente problematiek rondom grondexploitaties, innovatieve trajecten zoals het programma Dienstverlening en de ombuigingsoperatie binnen Schiedam waarin keuzes mede op basis van risico’s en kansen gemaakt kunnen worden, vormen de directe aanleiding om risicomanagement in te voeren. In 2011 is gestart met het project Risicomanagement. Het invoeren van een manier van managen van risico’s staat hierbij
ProgrammaREKENing
209
centraal. Concreet gaan het om het ontwikkelen van bewustzijn rondom risico’s, het gemeentebreed inventariseren en wegen van risico’s, het formuleren van mitigerende maatregelen en het
vaststellen of deze maatregelen effectief zijn. Tevens kan beter worden onderbouwd in welke mate de weerstandscapaciteit voldoet om de eventuele gevolgen van risico’s op te vangen.
3. Risico’s Tabel Risico’s (bron: Inventarisatie februari / maart 2012) Risico’s (bedragen x € 1.000)
1 2 3 4 5
6
Borgstellingen Btw- integratieheffing aanleg kunstgrasvelden Ontwikkelingen Wet werk en bijstand Afwikkeling ESF-project Samenwerken op Turn Key Latente risico’s inzake de WijkOntwikkelingsmaatschappij Groenoord (WOG) Risico’s grondexploitaties
Rekening 2011 Financieel % Opmerkingen risico kans 104 104 1% Schuldresten op basis van info kredietinstellingen 110 110 81% Risico betreft € 135.000 0
2.759
50%
250
250
50%
1.800
0
-
4.506
7.766
90%
De verwachtingen over extra inkomsten op grond van de IAU-regeling worden waarschijnlijk bijgesteld. Basisbedrag € 0,5 mln. Vervallen in verband met opheffing WOG.
7
Exploitatietekorten Theater aan de Schie
100
620
8
300
300
9
Onvoorziene verzakkingen van wegverharding door funderings- of rioolproblemen Vof Toernooiveld
Het saldo van risico’s en kansen kleiner dan 50% die niet in de grondexploitaties worden voorzien. 90% Het is onwaarschijnlijk dat de Stichting Schiedamse Theaters over de middelen zal beschikken om de vorderingen van de gemeente te voldoen. 30% Risico € 1 mln met een kans van 30%
400
400
80%
10
Claim RET Scheepvaartweg/Boeier
160
90
50%
11
100
250
50%
12
Dividendopbrengst nv. Bank Nederlandse Gemeenten Dividendopbrengst nv Eneco
200
200
50%
13
Frictiekosten organisatie
0
2.100
40%
14
Re-integratie participatiebudget
-
p.m.
-
15 16 17
Project A4 Onvoorziene zettingen Slechte conditie kademuren
-
p.m. p.m. p.m.
-
18
Project Spieringshoek Vernieuwde Stad Verwerving bv B.t.w. taxivervoer ROG-plus
125
-
-
382
-
-
61 8.598 12.037
14.949 20.929
-
10.000 22.037
10.000 30.929
19 20
Claim SITA meerwerk rioolinspecties Totale risico’s Ratio weerstandsvermogen (risicobedrag x 1,4) Vast normbedrag RISICOPROFIEL in € (afgerond en x € 1.000)
210
Begroting 2012
Er bestaat een voorziening van € 450.000. Betreft extra risico met betrekking tot gronduitgifte. Betreft een claim in verband met langdurig onbruikbaar tramtracé door rioolverzakking. Betreft de kans op een lager dividend in verband met vermogensopbouw als gevolg van regelgeving. De mogelijke splitsing van Eneco vergt vermogensopbouw bij de afgesplitste bedrijven. Risico op ontstaan frictiekosten in verband met reorganisatie De financiële consequenties kunnen worden opgevangen doorkritisch te kijken naar trajecten die worden ingekocht. In de projectaanpak worden risico’s in beeld gebracht. Betreft vooral Sveaparken Op basis van een quick scan is het waarschijnlijk dat er moet worden geïnvesteerd in herstel en groot onderhoud. Risico kan vervallen, de bv is ontbonden en het verlies is binnen de vennootschap verwerkt. Risico kan vervallen, is binnen de ROG-plus opgevangen. Risico kan vervallen, er is een regeling getroffen. Factor x risicobedrag (afgerond) O.b.v. € 79 per inwoner en €108 per woonruimte
Toelichting: 1. In het risicobedrag zijn alleen die borgstellingen verrekend, waarvoor de kans 1% of meer wordt geschat dat de gemeente het bedrag waarvoor zij garant staat, daadwerkelijk moet voldoen. 2. Door de aanleg van kunstgrasvelden is de grondwaarde van een aantal Schiedamse sportvelden verhoogd. De belastingdienst wil deze waardestijging belasten met een btw-integratieheffing van (naar schatting) € 135.000. Momenteel loopt een beroep in deze zaak, samen met andere gemeenten. 3. In de begroting wordt aanvullend budget verwerkt (meerjarig). De verwachting was dat de gemeente Schiedam in aanmerking zou komen voor de IAU-regeling. Dit omdat er sprake was van een afwijkende situatie op de arbeidsmarkt ten opzichte van de landelijke situatie. Deze verwachting is bijgesteld. De arbeidsmarkt is landelijk verslechterd, waardoor er geen sprake meer is van een afwijkende situatie in Schiedam. 4. Risico nog steeds aanwezig, omdat verjaringstermijn nog niet is verstreken. 5. Vervallen, omdat WOG is opgeheven. Extra verlies van € 0,5 miljoen (bovenop voorziening van € 1,4 miljoen) is genomen in jaarrekening 2011. 6. Het meerjarenperspectief grondexploitaties (MPG) is opgesteld en de risico’s en kansen zijn per 31 december 2011 geactualiseerd. Conform het beleid worden risico’s van 50% en meer als uitgaaf verwerkt binnen de grondexploitaties. Risico’s van minder dan 50% en kansen worden betrokken bij het bepalen van het weerstandvermogen van de gemeente. De risico’s en kansen per: 31-12-2010 risico’s € 17.192.600 en de kansen € 12.686.613 saldo € 4.505.987 31-12-2011 risico’s € 19.014.900 en de kansen € 11.248.498 saldo € 7.766.402 Saldo verschil risico’s + € 1.822.300 en kansen -/- € 1.438.115 saldo € 3.260.415 De conclusie is dat het risicosaldo van risico’s en kansen in het kader van grondexploitaties is toegenomen met € 3.260.415. In het MPG wordt per grondexploitatie in hoofdlijnen ingegaan op risico’s en kansen. De grondexploitatie Herstructurering Mathenesse laat een forse toename van het saldo (5,5 miljoen) van risico’s en kansen zien. 7. Tussen 2008 en 2010 heeft Stichting Schiedamse Thea-
ters (SST; exploitant Theater aan de Schie) voor een totaal van € 688.560 aan gemeentelijke vorderingen niet betaald. In de subsidiebeschikking 2011 heeft de gemeente gesteld dat aan de hand van de jaarrekening 2014 van SST bepaald wordt of en hoe de gemeente deze schulden wil innen. Inmiddels is duidelijk dat het onwaarschijnlijk is dat SST over de middelen zal kunnen beschikken om de vorderingen te voldoen. De ‘voorziening dubieuze debiteuren’ voorziet niet in dekking als deze vorderingen oninbaar worden verklaard. 8. Door funderings- en rioleringsproblemen komen onvoorziene verzakkingen van wegverhardingen voor. De mogelijke financiële risico’s worden voor de middellange termijn geschat op € 1 miljoen. 9. Om eventuele verliezen van Toernooiveld te dekken, is een voorziening aanwezig per ultimo 2010 van € 450.000. Dit leek voldoende voor de afwikkeling van deze samenwerkingsvorm. Door mogelijke tegenvallers bij de gronduitgifte wordt rekening gehouden met een extra risico van € 500.000. 10. Door een plotselinge verzakking van het riool in februari 2011 zijn de Scheepvaartweg en de Boeier enige tijd voor tramverkeer afgesloten. Volgens de gemeente is de RET aansprakelijk voor de extra kosten. De RET erkent deze aansprakelijkheid niet en heeft de gemeente op haar beurt aansprakelijk gesteld. De gemeente claimt van de RET voor extra kosten € 320.000. De RET claimt van de gemeente € 500.000. Omdat de uitkomst van de procedure ongewis is, wordt de kans op toewijzing van een (deel van) de claim van de RET op 50% geschat. 11. Voor de nv Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is het volgende risico te melden. In de begroting 2012 en verder wordt rekening gehouden met een structurele jaarlijkse dividendopbrengst van € 500.000. De werkelijke opbrengst fluctueert met de door de bank behaalde resultaten in de betreffende boekjaren (2008: € 463.420; 2009: € 812.616; 2010: € 750.609). Uitkering na afloop in respectievelijk de jaren 2009, 2010 en 2011. Over 2007 werd een superdividend ontvangen van € 3.487.855 door afroming van opgebouwde reserves bij de bank. De recente financiële crisis heeft geleid tot voorstellen voor aanpassing van de regelgeving voor financiële instellingen. De richtlijnen voor verscherpt toezicht op de bankensector worden waarschijnlijk door de EU-lidstaten goedgekeurd (Basel-III-richtlijnen). Als er voor de BNG geen uitzondering komt, moet het eigen vermogen worden versterkt met ongeveer € 1 miljard. Dit zal naar verwachting ten
ProgrammaREKENing
211
koste gaan van de dividenduitkering voor de komende jaren. Daarnaast is sprake van een mogelijke ‘bankbelasting’ die ten koste zal gaan van de winst. Daarom is de kans verhoogd naar 50%. 12. Als de Hoge Raad uitspreekt dat splitsing van Eneco alsnog moet plaatsvinden dan kan dat mogelijk financiële consequenties voor de aandeelhouders opleveren. De Hoge Raad wil eerst antwoord op de vragen die het stelt aan het Europese Hof, over de verenigbaarheid van de splitsingswet met het Europese recht. Effecten van de uitspraak kunnen jaren op zich laten wachten. De afgesplitste bedrijven dienen dan ieder voor zich veel eigen vermogen op te bouwen. Dat zal dan mogelijk ten koste van dividenduitkeringen gaan. Het is daarom, maar ook door onder druk staande resultaten, de vraag of de in de gemeentebegroting opgenomen dividendramingen zijn te realiseren. Deze zijn gebaseerd op de hoge gerealiseerde dividenduitkeringen van de jaren 2006 t/m 2009 (gemiddeld € 1,8 mln. dividendopbrengst per jaar). De gerealiseerde dividendopbrengsten in 2010 (€ 914.439) en 2011 (€ 728.469) alsmede mededelingen vanuit de vennootschap geven aan dat de resultaten onder druk staan. De ramingen in de gemeentebegroting 2012 en verder zijn als volgt: 2012 € 1.400.000, 2013 € 1.650.000, 2014 tot en met 2016 € 1.900.000. De risico’s bedragen voor 2012 € 400.000, voor 2013 € 650.000, voor 2014 en volgende jaren € 900.000. De kans dat het risico zich voordoet is 50%. 13. De gemeente is eigen risicodrager voor WW. Elke zichzelf respecterende organisatie bouwt een frictiebudget op, om ten tijde van een reorganisatie risico’s op personeelsgebied te kunnen financieren. De gemeente Schiedam heeft niet eerder gekozen voor de opbouw van een budget of het vormen van een voorziening. Gezien toekomstige ontwikkelingen binnen de gemeente Schiedam en mogelijke gevolgen voor het personeel, is het raadzaam dit onderwerp op te nemen in de risicoparagraaf. 14. Feitelijke afbouw van gesubsidieerde arbeid wordt vanwege complexiteit van materie en zorgvuldigheid waarop is aangedrongen, niet gehaald. Wens van college om specifieke doelgroepen te ontzien zal ook in 2012 en 2013 tot aanzienlijk lagere besparingen leiden. De financiële consequenties kunnen echter worden opgevangen door kritisch te kijken naar trajecten die worden ingekocht. Dit heeft uiteindelijk geleid tot een positief saldo van € 1,3 miljoen in 2011. Dit overschot wordt doorgeschoven naar 2012. Het participatiefonds (toekomstig WWNV) wordt
212
verder afgebouwd en zal mogelijk nog tot meer risico’s leiden. Dit wordt meegenomen in de zomernota 2013. 15. Het project A4 brengt veel risico’s met zich mee. In de projectaanpak worden maatregelen genomen om de risico’s in beeld te brengen en te beheersen. In 2012 zal de risico-aanpak binnen het project en de bijbehorende beheersmaatregelen om de risico’s te beperken verder worden aangescherpt. Op dit moment is het nog te prematuur om een risico omtrent dit project in deze paragraaf op te nemen. Mogelijk blijkt dit in 2012 wel noodzakelijk 16. Op dit moment vindt onderzoek plaats naar oorzaak en gevolgen zettingen, vooral in Sveaparken. In 2012 volgt advies over maatregelen en kosten en de wijze waarop investeringen kunnen worden gedekt. 17. Een quickscan van de kademuren is uitgevoerd. Hieruit bleek dat waarschijnlijk moet worden geïnvesteerd in herstel en groot onderhoud van de kades. Momenteel vind nader onderzoek plaats naar de staat van de kades. Ook wordt geprobeerd de werkelijke omvang van het probleem in kaart te brengen. 18. De bv is ontbonden en het verlies is binnen de vennootschap verwerkt. 19. Het risico is binnen de ROG-plus opgevangen. 20. Ten aanzien van de claim is een regeling getroffen. In de Programmabegroting 2012-2015 is een totaal aan risico’s opgenomen van € 8,6 miljoen exclusief de ratio en het vaste bedrag van € 10.000.000. In de Programmarekening 2011 is het totaal aan risico’s € 15,1 miljoen. Het verschil bedraagt € 6,5 miljoen. De belangrijkste verschillen luiden als volgt: • Ontwikkelingen Wet Werk en bijstand + € 2,8 miljoen • Latente risico’s WOG - € 1,8 miljoen • Risico’s grondexploitaties + € 3,3 miljoen • Exploitatietekorten Theater aan de Schie + € 0,5 miljoen • Btw taxivervoer ROG-plus - € 0,4 miljoen • Overige risico’s + € 2,1 miljoen 4. De weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen In 2.1 van deze paragraaf is uiteengezet dat op grond van de vastgestelde Nota Reserves en voorzieningen 2011 voortaan de ratio weerstandsvermogen per gepresenteerde Programmabegroting/Programmarekening wordt vastgesteld. Er is op dit moment geen aanleiding de tot nog toe geldende ratio van 1,4 aan te passen.
Minimale omvang algemene reserve De weerstandscapaciteit wordt in de praktijk voornamelijk gevormd door de algemene reserve. De omvang hiervan bedraagt € 11,3 miljoen. In de Nota Reserves en voorzieningen 2011 is aangegeven dat de algemene reserve minimaal de omvang van het totaal aan risico’s dient te hebben. Het totaal aan risico’s bedraagt € 15,0 miljoen, exclusief de ratio weerstandsvermogen en de vaste buffer. Confrontatie geïnventariseerde risico’s (inclusief de ratio en vaste buffer) met de totale weerstandscapaciteit De basis is het risicoprofiel, zoals hiervoor onder punt 3 is gemeld. Voor de Programmarekening 2011 komt een risicoprofiel naar voren van € 31,0 miljoen. Voor dit bedrag zou voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar moeten zijn. Ultimo 2011 is de totale omvang van de reserves € 59,3 miljoen. In de praktijk wordt de weerstandscapaciteit gevormd door de algemene reserve, zonodig aangevuld met de ‘stille reserve’ van de herziening van het erfpachtstelsel, waarmee in de Programmabegroting 2012 rekening wordt gehouden. Vooral de verantwoording van ontvangen afkoopsommen is aangepast. Er zijn twee manieren waarop de bedragen kunnen vrijvallen: • Annuïtaire vrijval – Toegepast wordt vrijval op basis van annuïteiten. Voor ieder contract gedurende de gehele looptijd valt jaarlijks hetzelfde bedrag vrij. Dit betekent gelijkmatige verdeling van de inkomsten over de gehele looptijd van het contract. Deze methode geeft een vrijval van € 32,0 miljoen. • Lineaire vrijval – Het alternatief is vrijval op lineaire basis. Daarbij is sprake van per contract jaarlijks dalende inkomsten. In het begin valt meer vrij dan bij de annuïtaire methode. Deze methode geeft een vrijval van € 72,5 miljoen. In het kader van optredende risico’s voor de gemeente is het toegestaan het verschil tussen de twee methoden als weerstandsvermogen aan te merken. Het gaat hierbij om een bedrag van € 40,5 mln. Ten opzichte van het risicoprofiel van € 31,0 miljoen ontbreekt een bedrag van € 19,7 miljoen aan weerstandscapaciteit.
5. Conclusies ten aanzien van het weerstandsvermogen De situatie met betrekking tot het weerstandsvermogen is als volgt: Nota Reserves en voorzieningen 2011: De algemene reserve heeft minimaal de omvang van de risico’s De omvang van de algemene reserve bedraagt ultimo 2011
€ 11,3 miljoen
Het totaal aan risico’s bedraagt ultimo 2011 (exclusief vaste buffer)
€ 21,0 miljoen
Confrontatie geïnventariseerde risico’s (incl. de ratio en vaste buffer) met de totale weerstandscapaciteit Benodigde weerstandscapaciteit (op basis van het geformuleerde beleid en de in kaart gebrachte risico’s)
€ 31,0 miljoen
Beschikbare weerstandscapaciteit (op grond van het huidige beleid)
€ 11,3 miljoen
Ontbrekende weerstandscapaciteit
€ 19,7 miljoen
Extra weerstandscapaciteit per ultimo 2011 (als gevolg van de stelselwijziging vrijval afkoopsommen erfpacht uit 2010)
€ 40,5 miljoen
Dit laatste bedrag compenseert dus ruimschoots het hierboven vermelde tekort aan weerstandscapaciteit van € 19,7 miljoen. In schema: Weerstandscapaciteit Algemene reserve: Ultimo 2011: € 11,3 miljoen Stille reserve: ‘Vrije’ deel van de vrijval van afkoopsommen erfpacht ultimo 2011: € 40,5 miljoen.
Risico’s berekend profiel 2011: € 31,0 miljoen
Weerstandsvermogen Ultimo 2011: € 51,8 miljoen inclusief mogelijke vrijval afkoopsommen erfpacht.
ProgrammaREKENing
213
Stedenbeleid Het stedenbeleid is de opvolger van het Grotestedenbeleid (GSB), waarvan het derde tijdvak de periode 2005-2009 betrof. Binnen het GSB bestonden de drie volgende pijlers: • Brede Doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (BDU SIV) • Brede Doeluitkering Stedelijke Vernieuwing (BDU ISV) • Brede Doeluitkering Stadseconomie. In het stedenbeleid komt de pijler Economie niet meer voor en er wordt flink bezuinigd op de fysieke pijler (ISV). De overgebleven pijlers fysiek (ISV) en sociaal (SIV) zijn gedecentraliseerd. De BDU SIV en de BDU ISV zijn in respectievelijk 2010 en 2011 omgevormd tot zogenaamde decentralisatie-uitkeringen (DU) als onderdeel van het Gemeentefonds alsmede één specifieke uitkering. De paragraaf Stedenbeleid is als volgt opgebouwd. Allereerst wordt op hoofdlijnen het nieuwe landelijke stedenbeleid uiteengezet. In het eerste onderdeel gaan we in op de landelijke aanpak, de drie daaropvolgende onderdelen geven een beeld van de wijzigingen voor de brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV), Stedelijke Vernieuwing (BDU ISV) en de BDU Stadseconomie. Het vijfde onderdeel van deze paragraaf bevat enkele aanvullende opmerkingen over het stedenbeleid van Schiedam zoals dat vanaf 2010 wordt uitgevoerd. Het zesde onderdeel tenslotte geeft aan hoe het GSB afloopt. 1. Voortzetting landelijk stedenbeleid Het Rijk wil steden meer ruimte bieden voor lokaal maatwerk en bestuurlijke lasten verminderen. Mede daarom kiest het voor de periode 2010 en verder voor een andere benadering van het grotestedenbeleid. Deze verandering is zichtbaar in de nieuwe naam: stedenbeleid. De eerste verandering waarvoor het Rijk kiest, heeft te maken met het toepassen van decentralisatie-uitkeringen: enkele voor het SIV en één voor het ISV. Een decentralisatie-uitkering maakt in de nieuwe situatie deel uit van het gemeentefonds, maar blijft wel herkenbaar. Dit maakt het mogelijk dat het Rijk en de steden, in tegenstelling tot de algemene uitkering, in partnerschap op hoofdlijnen afspraken maken over te bereiken doelen (prestaties). Het Rijk zal in volgende jaren financieel bijsturen als het vindt dat er te veel van de gezamenlijk geformuleerde doelstellingen wordt afgeweken.
214
De tweede verandering vindt plaats in de invulling van het partnerschap. Het Rijk gaat er meer vanuit dat de steden zelf hun opgaven (thema’s) benoemen en dit kenbaar maken indien rijksondersteuning gewenst en noodzakelijk is. Net als in het grotestedenbeleid blijft het Rijk ervan uitgaan dat de gemeente ook zelf investeert. De rijksmiddelen in het kader van het stedenbeleid moeten gezien worden als een aanvulling op deze gemeentelijke middelen. 2. Wijzigingen Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV) De geldstromen van de BDU SIV zijn in het kader van het stedenbeleid (grotendeels) overgeheveld naar vijf themagewijze decentralisatie-uitkeringen en één specifieke uitkering. De vijf themagewijze decentralisatie-uitkeringen zijn: • maatschappelijke opvang / verslavingsbeleid / Openbare Geestelijke Gezondheidszorg / huiselijk geweld / vrouwenopvang; • jeugd (inclusief Voortijdig School Verlaten); • leefbaarheid en veiligheid (t/m 2011); • gezond in de stad; • peuterspeelzaalwerk. De specifieke uitkering betreft het Onderwijsachterstandenbeleid. Met betrekking tot de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang/verslavingsbeleid/openbare geestelijke gezondheidszorg/huiselijk geweld/vrouwenopvang moet opgemerkt worden dat Schiedam hiervoor geen extra middelen uit het stedenbeleid krijgt: Schiedam is voor deze voorzieningen geen centrumgemeente. Vlaardingen is voor deze voorzieningen centrumgemeente. De overheveling naar de themagewijze decentralisatie-uitkeringen gaat gepaard met twee wijzigingen. In de eerste plaats geldt voor deze uitkeringen dat er geen verantwoording meer wordt afgelegd aan het Rijk maar – binnen het bestaande proces van planning en control – aan de gemeenteraad. Ten tweede gaan de twee resterende geldstromen (Inburgering en Volwasseneneducatie) vanaf 2010 op in het Participatiebudget. Vanaf 2012 zijn er geen middelen meer beschikbaar in het kader van de regeling Leefbaarheid en veiligheid. De middelen van de decentralisatie-uitkeringen Jeugd (inclusief Voortijdig
School Verlaten), Gezond in de stad en Peuterspeelzaalwerk blijven in 2012 beschikbaar. 3. Wijzigingen Brede Doeluitkering Stedelijke Vernieuwing (BDU ISV) Vanaf 1 januari 2011 is het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) niet langer een specifieke uitkering, maar een decentralisatie-uitkering als onderdeel van het gemeentefonds. De bijdragen ISV-3 voor de periode 2010-2014 zijn bekend. De totale bijdrage ISV-3 voor Schiedam bedraagt € 14.727.847 (inclusief € 0,94 miljoen voor bodemsanering). Op 17 december 2009 besloot de raad om voor 2010 middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Stedelijke vernieuwingsprojecten (VR 108-2009). De afspraken tussen het Rijk en de steden zijn verwoord in een convenant. Onderdeel van het convenant is een beknopt MeerjarenOntwikkelingsProgramma (MOP). Het MeerjarenOntwikkelingsProgramma 2010-2014 van Schiedam is in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld en bij het Rijk ingediend. Vanaf 2011 legt de gemeente hier geen verantwoording meer over af aan het Rijk, maar – binnen het bestaande proces van planning en control – aan de gemeenteraad. 4. Wijzigingen Brede Doeluitkering Stadseconomie Vanaf 2010 zijn er geen rijksmiddelen meer beschikbaar voor de Brede Doeluitkering Stadseconomie van het grotestedenbeleid. Hierdoor vervallen extra middelen voor de versterking van de economie en toerisme. Dit is gedeeltelijk opgevangen via het ISV-3 (€ 962.000 voor de periode 2010-2014) en via een extra inzet in 2010 (€ 100.000) vanuit de gemeentebegroting. Daarnaast zet Schiedam zich in om op andere wijze gelden hiervoor te verwerven. In het kader van de wijkeconomie heeft Schiedam een rijkssubsidie verworven van € 500.000 die in 2010 en 2011 zijn ingezet.
Doorzetten meerjarige gemeentelijk programmasturing De meerjarige gemeentelijke programmasturing van het stedenbeleid (ISV) wordt in de nieuwe periode voortgezet. Het betreft de programmasturing voor de gedecentraliseerde uitkeringen voor de Stedelijke Vernieuwing (ISV-3) en het wijkactieprogramma Nieuwland. Stadsvisie Schiedam 2030 De Stadsvisie Schiedam 2030 vormt voor de jaren 20102014 het kader voor de uitvoering van de programma’s van de gedecentraliseerde uitkeringen van de brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV), Stedelijke Vernieuwing (ISV-3), regionale verstedelijkingsafspraken en de wijkenaanpak. In de Stadsvisie zijn de hoofd- en ruimtelijke opgaven benoemd. De Stadsvisie zal benut worden om voor deze opgaven op de agenda te blijven van het Rijk, de provincie en de stadsregio en om daarmee de komende jaren benodigde aanvullende financiën te verwerven en randvoorwaarden te realiseren. 6. Restantverantwoording In 2005 hebben vertegenwoordigers van het kabinet en de dertig grote steden het prestatieconvenant grotestedenbeleid 2005-2009 ondertekend. Het kabinet stelde voor deze periode circa € 62 miljoen beschikbaar aan Schiedam. Deze middelen zijn door de gemeente breed ingezet. Schiedam heeft in zijn MeerjarenOntwikkelingsProgramma 2005-2009 (MOP) de prestaties opgenomen die geleverd zullen worden voor het beschikbaar gestelde geld. De prestatieafspraken en besteding van de rijksmiddelen zijn in 2010 verantwoord aan het Rijk. De (restant) verantwoording van prestaties en de besteding van middelen van de inburgeringstrajecten die vóór 31 december 2009 gestart zijn maar in 2010 en 2011 nog doorliepen vindt plaats op basis van de programmarekening van 2011 (via de SISA-controle t.w. Single Information, Single Audit).
5. Stedenbeleid Schiedam in 2010 en verder Verstedelijkingsafspraken en wijkenaanpak De verstedelijkingsafspraken voor de stadsregio Rotterdam en de wijkenaanpak (wijkactieprogramma Nieuwland) maken deel uit van het Stedenbeleid 2010-2014 van het Rijk. Vooralsnog zijn er alleen extra rijksmiddelen tot en met 2011 beschikbaar gekomen voor het wijkactieprogramma Nieuwland.
ProgrammaREKENing
215
Investeringsplannen In de paragraaf Investeringsplannen komen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. het beleidskader; 2. ontwikkeling van de kapitaallasten in 2011; 3. stand van zaken investeringsplannen 2011; 4. uitgaven in 2011 op in voorgaande jaren gevoteerde kredieten; 5. in 2011 nieuw gevoteerde kredieten; 6. overzicht van de openstaande kredieten per ultimo 2011. 1. Beleidskader Het kader voor de investeringsplannen 2011 wordt, in regelgevende zin, gevormd door: • het Besluit Begroting en Verantwoording gemeenten, artikel 59 tot en met 65; • de Financiële verordening gemeente Schiedam 2009; • de Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven. Laatstgenoemde nota is begin 2011 geactualiseerd en door de gemeenteraad in de vergadering van maart 2011 vastgesteld (VR 2011/19). Met deze vaststelling is het nieuwe regime onmiddellijk van kracht geworden en dus voor het jaar 2011 al toegepast. Een van de belangrijkste wijzigingen betreft het moment dat wordt begonnen met afschrijven. Daarover staat in de nota: “Omdat via afschrijving de (ingeschatte) waardevermindering en de matching tussen kosten en voordelen van een investering tot uitdrukking worden gebracht is het niet juist om al af te schrijven als het actief nog niet beschikbaar is. Tot en met 2010 werd in beginsel afgeschreven vanaf het jaar waarin het actief beschikbaar is gekomen. Het nadeel daarvan is dat wordt afgeschreven over het aantal maanden van het jaar dat het actief nog niet beschikbaar was. Met ingang van 2011 wordt er voor gekozen dat wordt afgeschreven met ingang van het jaar dat volgt op het jaar waarin het actief beschikbaar is gekomen”. Omdat de kapitaallasten voor het jaar 2011 nog waren geraamd op basis van de oude nota, heeft een herberekening plaatsgevonden, waarbij rekening is gehouden met het nieuwe beleid. Van de projecten die hieronder worden besproken (investeringsplannen 2011) zijn de kapitaallasten van de investeringsbedragen (kredieten) integraal opgenomen in de Programmabegroting 2011 en meerjarig doorgerekend in de Meerjarenraming 2012-2015 en dus aangepast na de vaststel-
216
ling van de Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven. Voor de programmarekening zijn de volgende onderwerpen, die later in deze paragraaf worden uitgewerkt, van belang: • Investeringsplannen – Bij het vaststellen van de begroting 2011 heeft de gemeenteraad de investeringskredieten 2011 gevoteerd, zoals die hieronder zijn beschreven. Dit gebeurt meerjarig: de daadwerkelijke investeringsuitgaven kunnen gespreid over de jaren plaatsvinden. In de Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven is voorzien dat deze meerjarigheid wordt beperkt: wanneer de start van een project niet heeft plaatsgevonden binnen een jaar of de voltooiing niet heeft plaatsgevonden binnen twee kalenderjaren na het jaar waarin toestemming is verkregen, worden openstaande (restant)kredieten afgesloten en vloeien de niet geïnvesteerde middelen terug naar de algemene middelen. Na votering door de gemeenteraad mag het college verplichtingen aangaan op de desbetreffende kredieten. Het totaal van de uitgaven voor de uitvoering van in de begroting 2011 opgenomen investeringsplannen voor 2011 en volgende jaren bedroeg € 43,3 miljoen. Voor het jaar 2011 alleen werden uitgaven ten hoogte van € 12 miljoen voorzien (zie hieronder, punt 3). • Uitgaven op in voorgaande jaren gevoteerde kredieten – Uiteraard zijn er ook uitgaven gedaan ten laste van kredieten die nog openstonden na ter beschikking stelling in een eerder jaar. Dit betreft nog openstaande kredieten dan wel toevoegingen aan eerder verleende kredieten, bijvoorbeeld als een krediet over meerdere jaren ter beschikking is gesteld (zie hieronder, punt 4). Wanneer op deze kredieten in 2011 uitgaven zijn verricht die een bedrag van € 100.000 te boven gaan, worden die uitgaven daar weergegeven. Totaal gaat het om een bedrag van € 13,1 miljoen. • In 2011 gevoteerde kredieten – In de loop van het begrotingsjaar 2011 is daarnaast nog een aantal investeringsplannen aan de raad voorgelegd, waardoor nieuwe kredieten door de gemeenteraad ter beschikking zijn gesteld (zie hieronder, punt 5). Via begrotingswijzigingen zijn de bijbehorende kapitaallasten aan de desbetreffende programma’s toegevoegd. In dit overzicht is ook meegenomen een in 2009 gevoteerd krediet voor de aanleg van een ontsluitingsweg Schieveste, dat pas voor het jaar 2011 ter beschikking werd gesteld. Daarnaast zijn bij de vaststelling van het programma Huis-
vestingsvoorzieningen onderwijs 2011 enkele oudere kredieten qua uitvoering naar dit jaar verschoven. Bij elkaar ging het om een bedrag van € 22,8 miljoen. • Openstaande kredieten – De paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de na 2011 nog openstaande kredieten (totalen) (zie hieronder, punt 6). Zonder rekening te houden met de na 2011 nog beschikbaar komende investeKapitaallasten (excl. BGS) (bedragen x € 1.000)
ringsbedragen, resteert op de tot en met 2011 gevoteerde kredieten nog een bedrag van € 33,6 miljoen. 2. De ontwikkeling van de kapitaallasten in 2011 In totaal kwamen de kapitaallasten in 2011 circa € 0,2 miljoen hoger uit dan geraamd. Deze kapitaallasten waren als volgt over de verschillende programma’s verdeeld:
Geraamd na wijziging
Totaal programma Bestuur en dienstverlening Totaal programma Ruimtelijke ontwikkeling Totaal programma Sociale infrastructuur Totaal programma Stadseconomie Totaal programma Veiligheid
Werkelijk
Verschil
87
10
76
2.730
4.438
-1.708
5.925
5.999
-75
16.475
15.141
1.334
5
5
0
Totaal programma Woonmilieu
5.575
5.656
-81
Totaal programma Financiën
5.544
3.947
1.597
0
0
0
36.340
35.196
1.144
Totaal programma Wijkontwikkeling Totaal
Nadat de kapitaallasten van alle – na vaststelling van de programmabegroting 2011 in november 2010 – tussentijds (in 2011) gevoteerde kredieten via begrotingswijzigingen aan de begroting waren toegevoegd, werd rekening gehouden met een totaalbedrag aan kapitaallasten in 2011 van afgerond € 34,8 miljoen. Bij de berap 2011 (beslispunt 20 – Extra dividend ONS inzetten voor afboeken activa) is besloten het extra dividend ONS over 2011 in te zetten voor het afboeken van boekwaarden van activa. Enerzijds ter versterking van het structurele materiële evenwicht van de begroting (omdat structurele kapitaallasten wegvallen), anderzijds om hiermee invulling te geven Programma (bedragen x € 1.000)
Product
Ruimtelijke ontwikkeling
2.001
aan de richtlijn van de commissie-BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) om terughoudend te zijn met het activeren van investeringen met maatschappelijk nut. Dat zijn investeringen in de openbare ruimte, dus in (water)wegen, bruggen, viaducten, geluidswallen, parken, openbare verlichting en dergelijke. Bovendien wordt hiermee bereikt, dat bestaande kapitaallasten in de begroting vanaf 2012 structureel vrijvallen (van € 172.000 in 2012 tot € 139.000 in 2016). Deze afboeking van activa wordt in de jaarrekening 2011 zichtbaar in onderstaand product:
FCL 6.210.000
Extra afschrijving Wegen, straten en pleinen
Totaal
De extra kapitaallasten – door afboeking op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut stijgen immers de afschrijvingen en daarmee de kapitaallasten, die bestaan uit rente en afschrijving – komen terecht in het programma Ruimtelijke ontwikkeling, terwijl de stelpost voor de extra afschrijving was geraamd in het programma Financiën. Dit, omdat bij de besluitvorming ter zake in de berap 2011 nog niet bekend was, op welke investeringen de afboeking zou plaatsvinden.
1.500 1.500
Rekening houdend met deze extra afschrijving van € 1,5 miljoen, mochten kapitaallasten tot een bedrag van maximaal € 36,3 miljoen (€ 34,8 miljoen + € 1,5 miljoen) worden verwacht. De werkelijke kapitaallasten vallen echter hoger uit: deze bedragen ongeveer € 36,5 miljoen. Dit komt door : • Het niet synchroon lopen – qua afschrijving – van een aantal investeringen met de Nota Investeren, Waarderen en Afschrijven zorgt ervoor, dat de ramingen ook uit de pas lopen.
ProgrammaREKENing
217
• Overschrijdingen op kredieten in 2010 leiden tot hogere kapitaallasten in 2011, omdat de raming niet tussentijds is bijgesteld. • Vertraging in de uitvoering van projecten betekent een latere eerste afschrijving. Pas in het jaar na oplevering van een project wordt voor het eerst afgeschreven. Zolang een project nog niet is opgeleverd, bestaan de kapitaallasten alleen uit rentekosten (over de boekwaarde per 1 januari). Dit verklaart ook het geringe verschil met de ramingen in dit jaar vergeleken met dat in 2010: als een project niet gereed is gekomen, is er geen voordeel op de eerste afschrijving, omdat die in het nieuwe regime ook nog niet was geraamd.
3. Investeringsplannen 2011 In onderstaand overzicht staan de bij de vaststelling van de begroting 2011 voorziene investeringen vermeld. Deze investeringen hebben een relatie met het Meerjaren Beheer- en Onderhoudsprogramma Openbare Ruimte en vallen allemaal in het programma Ruimtelijke ontwikkeling. Alle investeringen behoren tot de categorie Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte. In het kader van de opstelling van de begroting 2012 is nagegaan in hoeverre de planning van de investeringswerken nog actueel was. Dit onderzoek heeft geleid tot een aanpassing van deze planning. In de kolom Na fasering staan de consequenties voor de jaarschijf 2011 vermeld. Van een totaal van ongeveer € 12 miljoen aan investeringen is een bedrag van € 7,6 miljoen naar latere jaren verschoven. Van de overgebleven € 4,4 miljoen aan voor 2011 voorziene investeringen is uiteindelijk in dat jaar totaal ca. € 888.000 uitgegeven, zoals blijkt uit onderstaande tabel.
Investeringsplan 2011 Omschrijving (bedragen in €)
Totaal krediet
Jaarschijf 2011
Na Fasering
Uitgaven 2011
Openbare verlichting Laan van Spieringshoek
25.000
25.000
25.000
Openbare verlichting Westerkade-Nassaulaan
1.000
1.000
1.000
Openbare verlichting Voorberghlaan-delaMarplein
32.000
32.000
32.000
Openbare verlichting Burg. Gijssenlaan-Stulemeijerlaan
25.000
25.000
15.000
Openbare verlichting Warande, St. Liduinastraat en BK-laan
31.000
31.000
31.000
Openbare verlichting Botenbuurt
157.500
157.500
25.500
Openbare verlichting 2011
271.500
271.500
129.500
21.676
Wegen Prinses Beatrixlaan e.o.
95.000
95.000
95.000
0
Openbare verlichting Prinses Beatrixlaan e.o.
15.000 122.000
122.000
0
600.000
264.000
0
1.120.000
649.500
453.166
Programma Ruimtelijke ontwikkeling
Ophogen Kethel-Oost (Landschapsbuurt) Openbare verlichting van ‘s Gravesandestraat Ophogen Heijermansplein-Faassenplein Openbare verlichting Heijermansplein-Faassenplein Ophogen Verzetsheldenbuurt Openbare verlichting Verzetsheldenbuurt Openbare verlichting diverse vervangingsprojecten Openbare verlichting fietspaden en parkeerterreinen West Frankelandsedijk Ophogen Kastelenbuurt Openbare verlichting Kastelenbuurt
20.000 2.400.000 94.000 1.120.000 85.000 1.136.000 40.000 1.249.000 77.500
Ophogen Botenbuurt
3.332.000
666.400
107.400
158.550
Asfalteren ‘s-Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart
1.469.000
293.800
170.300
39.151
318.400
184.900
9.568
Openbare verlichting ‘s-Gravelandseweg van bocht Spijkerstraat t/m Poldervaart
218
122.000
62.500
Ophogen Dr. Zamenhofstraat
3.184.000
Wegen West 2
3.932.000
Omschrijving (vervolg)
Totaal krediet
Openbare verlichting West 2
186.000
Wegen en ophogen Hoppesingel/Grimberg- en Frenkelpad
120.000
Ophogen de Gaarden
Jaarschijf 2011
Na Fasering
Uitgaven 2011
120.000
120.000
12.960
108.600
0
0
1.433.000
Wegen Hoofdstraat/Nieuwe Haven
543.000
Vervangen kademuur Buitenhaven t.h.v. Bakkershaven
606.813
606.813
606.813
528
Oeverconstructie Nieuwe Haven ten noorden van Kippebrug
721.500
147.630
5.630
0
Oeverconstructie Nieuwe Haven tussen Hagastraat en Westerhavenbrug
964.250 174.563
18.563
0
Kademuur Noordvestgracht naast Spoelingbrug
52.369
Kademuur Noordvestgracht naast molens
174.563
Vervangen oeverconstructie Schie tussen spoor en rijksweg
322.110
64.422
3.422
0
Vervangen oever Schie ‘s Gravelandsekade, restant
558.600
111.720
5.720
0
Vervangen oever Schie achter woningen Boterstraat
1.895.250
100.000
0
0
216.125
216.125
22.125
0
809.375
809.375
86.375
0
312.500
24.500
0
Vervangen sluismuur Lange Haven ter hoogte van Overmaassesteeg Vervangen oever Voorhaven Gustoterrein Vervangen oeverconstructie Spuihaven tussen het bedrijf DHG en het gemaal
2.078.125
Vervangen oeverconstructie Wilhelminahaven Oostzijde
2.211.126
Vervangen oeverconstructie Wilhelminahaven
393.750
Vervangen steiger Wilhelminahaven
312.500
Aanbrengen en vervangen oeverconstructie Wilhelminahaven Vervangen klep Proveniersbrug (brug) Vervangen klep Proveniersbrug (weg) Vervangen brug en landhoofden Ooievaarsbrug
781.250
156.250
8.250
0
3.037.500
3.037.500
485.500
159.827
200.000
200.000
32.000
0
2.750.000
550.000
44.000
8.477
193.125
193.125
0
Vervangen complete brug Rolbrug
937.500
Vervangen oeverconstructie Noordvestgracht
193.125
Vervangen oever Schie ‘s- Gravelandseweg Ophogen ‘s-Gravenlandsepolder fase 4 Wegen Kop van de Plantage Wegen West 3 Totaal programma Ruimtelijke Ontwikkeling
De verklaring voor het achterblijven van de gerealiseerde uitgaven bij de ramingen is de volgende: In 2011 is voor het openbaar gebied gestart met de uitvoering van groot onderhoud conform het Meerjaren Beheer- en Onderhoudsprogramma 2011-2015 en overloop werkzaamheden uit het MIP 2010. In totaal is in 2011 ongeveer € 8,1 miljoen aan werkzaamheden uitgevoerd. Een deel van de uit te voeren grote projecten, behoudens de kadeprojecten, zijn in voorbereiding genomen of komen binnenkort in uitvoering, de grootste uitgaven vinden daardoor niet in 2011 maar in 2012 plaats. Het overige deel van de projecten die waren gepland zijn naar achteren geschoven in de planning. Zoals bij de paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen is aangegeven, zijn de belangrijkste oorzaken van de vertra-
230.650
230.650
230.650
0
2.400.000
1.400.000
812.000
0
13.200
13.200
13.200
23.768
12.039.573
4.434.473
887.670
600.000 43.446.181
ging: • de integrale benadering (waardoor scope veranderingen zijn opgetreden); • noodzakelijk nader technisch onderzoek (riolering, funderingen e.d.); • de afstemming met derden (zowel intern als extern). Om tot een evenwichtige structurele aanpak te komen, worden in het eerste kwartaal van 2012 projecten opnieuw geprioriteerd. Er wordt hierbij een relatie gelegd tussen de beschikbare personele capaciteit, structureel benodigd/ beschikbaar budget en de noodzaak om projecten uit te voeren. Uitgangspunt blijft dat de functionaliteit en veiligheid van de openbare ruimte gewaarborgd is.
ProgrammaREKENing
219
4. Uitgaven in 2011 op in voorgaande jaren gevoteerde kredieten Uitgaven op kredieten gevoteerd vóór 2011 (> € 100) (bedragen x € 1.000)
Restantkrediet
Uitgaven 2011
Programma
Aanschaf meubilair tbv huisvesting ambtelijk apparaat
316
293
Kostenplaatsen
Ophogen Groenoord midden Zweers-/Landréplein
418
418
Ruimtelijke ontwikkeling
Op peil brengen Groenoord
894
471
Ruimtelijke ontwikkeling
Ophogen Groenoord oost W. Andriessenlaan
307
315
Ruimtelijke ontwikkeling
Stadsas uitvoering
1.000
314
Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/ophoging Landschapsbuurt
1.337
186
Ruimtelijke ontwikkeling
Reconstructie/ophoging Heijermansplein/Faassenplein e.o.
223
230
Ruimtelijke ontwikkeling
Aanleg fietspaden Schoolstraat en W. de Zwijgerstraat
665
607
Ruimtelijke ontwikkeling
VervangingsInvesteringen armaturen openbare verlichting 2010
206
126
Ruimtelijke ontwikkeling
Aanvullend budget aanleg Tramplus binnenlus
1.346
1.318
Ruimtelijke ontwikkeling
Vervangen kademuren Nieuwe Haven
558
100
Ruimtelijke ontwikkeling
Vaste inrichtingen Wennekerpand
814
819
Stadseconomie
Aanvullend krediet bouwkosten gymlokaal Sveaparken
488
506
Sociale infrastructuur
5.861
4.089
Sociale infrastructuur
160
160
Woonmilieu
1.800
1.800
Woonmilieu
162
166
16.555
11.918
Nieuwbouw Schievestecollege Riolering Parkweg Midden Particuliere woningverbetering Beeldkwaliteitsstrategie Spaanse Polder/'s Graveland
Stadseconomie
Op nog openstaande kredieten werd in 2011 in totaal een bedrag van € 13.131.000 uitgegeven. De grootste posten (hoger dan € 100.000) staan hierboven vermeld en tellen op tot € 11.918.000. 5. In 2011 gevoteerde kredieten Nieuwe kredieten in 2011 (bedragen x € 1.000)
Kredietbedrag
Uitgaven 2011
Raadsbesluit
Ontsluitingsweg Schieveste
6.050
309
VR2009/87
Verbouwing Stadswinkel
2.090
1.500
VR2010/103
90
89
VR2010/103VR2011/58
237
179
VR2010/111
Vaststelling van het programma Huisvestingsvoorzieningen onderwijs 2011
372
372
VR2010/119
Vaststelling van het programma Huisvestingsvoorzieningen onderwijs 2011 (fasering kredieten)
3.075
541
VR2010/119
600
399
VR2011/14
Landmeetkundige apparatuur MBOP Sport en recreatie
MBOP I&A Pilot duurzaam bouwen nieuwbouw osg Schravenlant
1.379
0
VR2011/24
Voorbereidingskrediet A4
2.500
1.640
VR2011/62
Wijzigingsvoorstel 2011 GRP 2009-2013
4.885
2.373
VR2011/96
Finrap 2011-III krediet de Velden
1.510
1.356
VR2011/115
18
12
VR2011/115
22.806
8.768
Finrap 2011-III digitalisering bestuurlijk besluitvormingsproces (Corsa)
De kredieten uit de investeringsplannen 2011 zijn opgenomen in de primaire begroting 2011. Dat geldt ook voor het in 2009 al gevoteerde krediet. De overige bovenstaande kredieten daarentegen zijn, ofwel bij eerste wijziging ofwel daarna, veelal in de loop van het jaar 2011, ter beschikking gesteld via afzonderlijke raadsvoorstellen en aan de begroting 2011 toegevoegd door middel van begrotingswijzigingen. 220
6. Overzicht openstaande kredieten per ultimo 2011 Kredietbedrag
Uitgaven 2010
Kredieten gevoteerd vóór 2007
7.490
5.295
Kredieten gevoteerd in 2007
1.170
908
Kredieten gevoteerd in 2008
3.153
922
Kredieten gevoteerd in 2009
4.675
2.429
Kredieten gevoteerd in 2010
12.663
3.577
Totaal openstaande kredieten per 1 januari 2011
29.150
13.131
(Bedragen x € 1.000) Nog openstaande kredieten per 1 januari 2011
Nieuwe kredieten 2011 Investeringsprogramma 2011 Nieuw gevoteerde kredieten in 2011 (zie overzicht)
4.434
897
22.805
8.768
27.240
9.666
Totaal kredieten 2011
56.390
22.796
Openstaande kredieten per 1 januari 2012
33.593
Jaarschijven latere jaren
79.339
TOTAAL
112.932
In totaal investeerde gemeente Schiedam in 2011 een bedrag van € 22.796.000. In principe dienen kredieten van vóór 2010 te worden afgesloten. Op de volgende kredieten van vóór 2010 zijn nog geen uitgaven gedaan: Kredieten van vóór 2010 zonder uitgaven tot en met 2011
Krediet
Financiering tijdelijke maatregelen Stadsas Nieuwe Damlaan (2008)
120
Aanleg fietspad Scheepvaartweg (2008)
249
Fietspad Churchillweg westzijde (2008)
450
Parkeermeter Buitenhavenweg Totaal
15 834
ProgrammaREKENing
221
Verstrekte subsidies De paragraaf Verstrekte subsidies gaat in op het verstrekken van subsidies. Allereerst wordt ingegaan op het beleidskader en de grondslagen van de subsidieverlening. Vervolgens wordt ingegaan op de twee speerpunten die voor 2011 zijn benoemd: het verbeteren van het subsidieproces en het verbeteren van de zakelijke relaties. Daarna gaat deze paragraaf in op de taakstellingen voor de subsidies in 2011. Besloten wordt met een overzicht van de soorten subsidies die de gemeente verstrekt. 1. Beleidskader subsidieverlening Definitie en afbakening De definitie van subsidie is gebaseerd op de omschrijving zoals deze in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is opgenomen. Bij subsidies wordt aanspraak gemaakt op financiële middelen, die een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het gaat niet om een betaling voor goederen of diensten die aan het bestuursorgaan zijn geleverd. Daarnaast geldt dat op de desbetreffende gebieden geen of onvoldoende marktwerking aanwezig is en de activiteiten van belang zijn voor ontwikkelingen in de gemeente. De definitie van subsidie is niet van toepassing op: • belastingen (waaronder ook toeslagen, zoals huurtoeslag); • studiefinanciering; • heffing van een premie volgens de Wet financiering sociale verzekeringen; • heffing van een inkomensafhankelijke bijdrage volgens de Zorgverzekeringswet; • commerciële activiteiten van de gemeente, zoals huur van een pand, koop van bureau-inventaris of het verstrekken van een opdracht aan een bedrijf om een onderzoek uit te voeren. Subsidies kunnen zowel aan particulieren als bedrijven worden verleend. Soorten subsidie De Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 onderscheidt vier vormen van subsidie, waarmee verschillende doelen worden nagestreefd: • Budgetsubsidie – een subsidie waarbij de gemeente de gesubsidieerde activiteiten inhoudelijk stuurt op prestaties en resultaten. Voorbeelden zijn subsidie op het gebied van cul-
222
tuur, educatie, evenementen, toerisme, veiligheid, welzijn, werk en zorg. • Investeringssubsidie – een subsidie in de kosten van bouw, herstel, verbouwing van gebouwen of inrichting daarvan. • Waarderingssubsidie – een subsidie waarbij in beginsel geen verband is tussen de kosten die de ontvanger maakt en de subsidie die deze ontvangt. Deze subsidie is bedoeld om een bepaalde activiteit of groep van activiteiten aan te moedigen of waardering daarvoor kenbaar te maken. Waarderingssubsidies zijn vrijwel altijd structureel. Deze subsidie kan worden verleend op het gebied van cultuur, educatie, sport, toerisme, veiligheid, welzijn, werk en zorg. • Tussentijdse subsidie – een subsidie voor een activiteit of investering die wordt verricht in het jaar waarin de subsidieaanvraag wordt gedaan. Deze subsidie is niet structureel. 2. Grondslagen subsidieverlening Lokale regelingen De regelgeving is vastgelegd in de Algemene subsidieverordening Schiedam 2006 (Asv 2006), die is gebaseerd op en aangevuld met bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In het cluster Stedelijke Ontwikkeling zijn voor drie doeleinden nadere beleidsregels vastgesteld voor investeringssubsidie op het gebied van bouwen en milieu (in overeenstemming met Asv 2006, artikel 1.3.3), namelijk: • bodemsanering – de Beleidsregel subsidieverlening bodemsanering 2006; • particuliere woningverbetering – de Verordening verbetering particuliere woningvoorraad en monumenten 2004. Dit is een lening met een lage rente per eenheid over investeringskosten, minus de kosten voor subsidiabele delen. Financiële ondersteuning voor meerdere eenheden per pand is mogelijk? • het project ‘Werk aan de winkel’ – beleidsregels subsidieverstrekking ‘Verbetering vastgoed winkelstraten in de binnenstad van Schiedam’. Overige regelingen Daarnaast verleent Schiedam ook subsidies op basis van rijksregelingen.
Afwijkende verordeningen worden momenteel gehanteerd voor: • vouchers – subsidieverordening vouchers 19 december 2008; • amateurskunst – beleidsregels amateurskunst per 1 januari 2009; • woningen – Besluit woninggebonden subsidies (aflopende rijksregeling); • wonen – Politiekeurmerk Veilig Wonen. 3. Speerpunten 2011 De gemeente benoemde twee speerpunten voor 2011: het verbeteren van het subsidieproces en het verbeteren van de zakelijke relaties. 3.1 Verbeteren van het subsidieproces 3.1.1 Digitalisering van het subsidieproces Doelstelling was het subsidieproces van Schiedam volledig te digitaliseren gedigitaliseerd en als eerste proces in een zogenoemde workflowing te bouwen. Het doel daarvan was drieledig: 1. Het vereenvoudigen van de werkzaamheden en daarmee realiseren van een tijdsbesparing. Dit doel is gedeeltelijk gehaald. Het overstappen naar een gedigitaliseerd proces ging gepaard met kinderziektes en het aanleren van een nieuwe werkwijze, wat in het begin extra tijd met zich meebrengt. Verwacht wordt dat als het werken met het nieuwe systeem goed is ingeburgerd, dit geen extra tijd zal vergen van de betrokken medewerkers. 2. De mogelijkheid tot het digitaal volgen en archiveren van de subsidiedocumenten. Deze doelstelling is nog onvoldoende behaald: De proceseigenaren verlenen subsidies laat de mogelijkheden onderzoeken op welke wijze de bewaking van de termijnen meer inhoud gegeven kan worden, zodat de bewaking en sturing op de tijdigheid kan worden verbeterd. Hierbij wordt ook gekeken naar mogelijke verbeteringen in het workflowsysteem. In 2012 zal hierop teruggekomen worden. 3. Het beheersen van het voortgangsproces Verlenen van Subsidies en het verschaffen van de nodige actuele financiële informatie over de toegezegde en reëel verstrekte subsidiebedragen. Het bewaken van het voortgangsproces wordt nog onvoldoende beheerst: het systeem wordt te weinig geraadpleegd om de actuele financiële gegevens te controleren.
Het Proces Actie Plan omvat een aantal acties voor een volledig digitaal subsidieproces. Gepland was dat alle subsidies vanaf 2011 digitaal worden afgehandeld. Deze doelstelling is deels gehaald : de gemeente handelt nog niet alle subsidies digitaal af. 3.1.2 Algemene Subsidieverordening Het Rijk en de VNG hebben afspraken gemaakt om de lasten regeldruk voor burgers en bedrijven te vereenvoudigen. Het vereenvoudigen van de Algemene subsidieverordening Schiedam (Asv) is hieraan een bijdrage. De uitgangspunten voor de nieuwe Asv zijn : 1. Handhaven van de huidige subsidievormen Tijdens het opstellen van de Asv bleek echter dat het wenselijk was om een projectsubsidie in te voeren voor activiteiten van bepaalde duur. Deze is in de plaats gekomen van de tussentijdse subsidie. 2. Vereenvoudigen verordening Het proces voor subsidie aanvragen is meer in lijn gebracht tot het bedrag dat ermee gemoeid is. Dat betekent dat aanvragers voor kleine subsidies minder gegevens hoeven te overleggen. Voor grotere subsidies vraagt de gemeente juist om aanvullende informatie. Hiermee wordt meer recht gedaan aan de wens om grote subsidies goed te monitoren en kleinschalig maatschappelijk initiatief niet te ontmoedigen. 3. Opnemen en verwerken van afwijkende beleidsregels in de Algemene subsidieverordening Het vereenvoudigen van de Asv bleek echter niet mogelijk te zijn als afwijkende beleidsregels integraal worden verwerkt in de Asv. Dit is dan ook niet gebeurd. Volgens planning moest de nieuwe verordening in 2010 worden vastgesteld en daarmee met ingang van 1 januari 2011 functioneren. De Asv is uiteindelijk in 2011 vastgesteld en is met ingang van 1 januari 2012 functioneel (Asv 2012). 3.2 Verbeteren zakelijke relaties met instellingen Het is voor een regiegemeente als Schiedam belangrijk om goede prestatieafspraken te maken met de gesubsidieerde instellingen. De werkwijze die de gemeente al jaren hanteert is ook in 2012 gecontinueerd. Dat betekent dat Schiedam goede prestatie-afspraken maakt met instellingen die gericht zijn op het gemeentelijke beleid. Een spanningsveld is dat prestatieafspraken niet zodanig specifiek mogen zijn dat ze op een inkooprelatie gaan lijken. Daarom onderzoekt de gemeente of
ProgrammaREKENing
223
de subsidies meer kunnen worden verstrekt onder outcomevoorwaarden. Hierbij wordt gekeken wat de maatschappelijke effecten zijn van de subsidie. In de bestuurlijke en ambtelijke overleggen met de gesubsidieerde instellingen wordt stevig gestuurd op de realisatie van de prestatieafspraken. Zo worden de schaarse gemeentelijke middelen ingezet voor doelstellingen die de gemeente nastreeft. 4. Bezuinigingen 2011 Om voor 2011 te komen tot een sluitende begroting heeft de gemeente in 2011 een aantal bezuinigingsmaatregelen ingevoerd. Daarbij is ook gekeken naar de subsidies. In 2011 zijn nieuwe bezuinigingen doorgevoerd bij een aantal instellingen, waaronder SWS Welzijn en Seniorenwelzijn. Verder stond 2011 vooral in het teken van de voorbereiding van de grote subsidiekortingen die vanaf 2012 zijn ingevoerd. Dit zijn kortingen die de gemeente oplegt voor het eigen budget en kortingen die het gevolg zijn van het wegvallen van
rijksmiddelen zoals het Grotestedenbeleid en verschillende doeluitkeringen. De financiële effecten van deze kortingen worden zichtbaar in de jaarrekening voor 2012. In 2011 is samen met de instellingen gekeken naar het afbouwen van de subsidies en de gevolgen hiervan voor het ambitieniveau van de stad. In 2011 heeft de gemeente niet gekort op subsidies voor culturele instellingen. In 2012 bezuinigt Schiedam op cultuursubsidies voor grote instellingen. 5. Beleidsterreinen subsidieverlening Meerdere clusters binnen de gemeente verstrekken subsidies voor een uiteenlopend scala aan beleidsterreinen. Vrijwel alle subsidies worden toegekend in het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling en vallen binnen het programma Sociale infrastructuur. De afdeling Onderwijs & Welzijn heeft in 2011 € 12 miljoen aan subsidies verstrekt. Deze subsidies zijn (afgrond op € 5.000) als volgt verdeeld:
Beleidsterrein Integratie, homo-emancipatie en Antillianenbeleid Cultuureducatie
Totaalbedrag (€)
16
570.000
2
635.000
Ouderenwerk
10
1.275.000
Maatschappelijk werk, maatschappelijke opvang en Openbare Geestelijke Gezondheid
11
1.140.000
Jeugd- en jongerenwerk
13
640.000
2
2.900.000
Sociaal-cultureel Werk Volksgezondheid, inclusief verslavingspreventie Peuterspeelzaalwerk Onderwijs
Het cluster Stedelijke Ontwikkeling verstrekt subsidie voor particuliere woningverbetering, het project “Werk aan de Winkel”, monumenten en bodemsanering. Bij particuliere woningverbetering en funderingsherstel kunnen eigenaars van aangewezen panden het onderhoud van hun pand financieren met een laagrentende lening (5% korting op de marktrente met een minimum van 1,5%). Men kan maximaal € 32.000 per woning lenen bij onderhoud en maximaal € 70.000 per pand bij funderingsherstel. De subsidie bestaat uit de rentekorting. Er wordt gebruikgemaakt van een ‘revolving fund’, waardoor betalingen en aflossingen opnieuw worden ingezet voor leningen. Eind 2011 verstrekte Schiedam ruim 1500 leningen, Samen zijn ze goed voor ruim € 30 miljoen. Het project woningverbetering loopt door tot eind 2014, funderingsherstel heeft meer tijd nodig.
224
Aantal instellingen
10
135.000
8
2.760.000
14
2.140.000
Binnen het project ‘Werk aan de Winkel’ kunnen eigenaars van winkelpanden en ondernemers gebruikmaken van een aantal subsidies om hun panden te verbeteren. Daarnaast kunnen eigenaars gebruikmaken van de laagrentende lening. Eind 2011 is er voor € 2,2 miljoen aan subsidies verstrekt. Hiermee is de pot leeg en ligt het project voorlopig stil. Bij Bodemsanering gaat het eigenlijk niet zozeer om subsidies maar meer om een financiële compensatie achteraf als men daar op grond van het Besluit Financiële Bepalingen Wet bodembescherming recht op heeft. De spelregels voor het uitkeren van deze financiële middelen zijn beschreven in het Uitvoeringsprogramma bodem 2010-2014. Het (moeten) verstrekken van een compensatie komt tot nu toe gemiddeld slechts één of twee keer per jaar voor. De compensatie wordt bekostigd uit de doeluitkering van het Rijk voor bodemsanering.
In 2011 verleende Schiedam budgetsubsidies aan de culturele instellingen die volgens de gemeente behoren tot de basisinfrastructuur van de stad. Dit zijn: • Stedelijk Museum Schiedam; • Theater aan de Schie; • Bibliotheek Waterweg; • Wenneker Cinema; • Stichting Stadsomroep Schiedam; • Stichting de Schiedamse Molens; • Nationaal Coöperatiemuseum; • Ziekenomroep; • Jenevermuseum; • Stichting Mooi Werk Schiedam. De Historische Vereniging ontvangt jaarlijks een waarderingssubsidie. Daarnaast zijn er in 2011 subsidies verleend aan 22 amateurverenigingen in Schiedam en projectsubsidies voor evenementen en diverse culturele activiteiten. Stichting Kunstwerkt heeft gratis een pand ter beschikking, omdat de gemeente de huur betaalt. In totaal zijn er in 2011 ruim vijftig subsidies verstrekt aan een keur aan organisaties die actief zijn in Schiedam. De afgelopen jaren stonden in het teken van de definiëring van de (subsidie)relatie met de drie grote culturele instellingen die een budgetsubsidie ontvangen (Stedelijk Museum Schiedam, Theater aan de Schie en Bibliotheek Waterweg). Doel is de zelfstandigheid van de instellingen te versterken en te waarborgen dat de activiteiten van de instellingen, voor zover ze worden verricht met subsidiegeld, voldoende bijdragen aan de maatschappelijke doelen die de gemeente nastreeft. Dit doel wordt gerealiseerd door de prestatieafspraken helder te formuleren. Dit proces is versneld en urgenter geworden vanwege de beperkte financiële ruimte. Om de sport in Schiedam te ondersteunen, verstrekte de gemeente in 2011 subsidies voor de bevordering van de jeugdsport en zwemsport en het opleiden van kaderleden. Tijdens de begrotingsbehandeling van 11 november 2010 had de raad al besloten de jeugdactiviteitensubsidie, de internationale en nationale evenementensubsidie en incidentele sportsubsidie per 1 januari 2011 te schrappen. De afdeling Veiligheid heeft drie subsidies, te weten voor het Keurmerk Veilig Wonen, de aanpak van huiselijk geweld en de nazorg van veelplegers. Met een subsidie van maximaal € 200 stimuleert de gemeente dat de woningen in Schiedam
worden uitgerust volgens de normen van het Politie Keurmerk Veilig Wonen (PKVW). In een woning met een zo’n keurmerk is de kans op inbraak 90% kleiner dan woningen zonder PKVW. Het keurmerk richt zich op de gelegenheidsinbreker. In 2011 verstrekte Schiedam subsidie aan 61 woningen. Samen met de Waterweggemeenten bekostigt Schiedam het Steunpunt Huiselijk Geweld. De centrumgemeente Vlaardingen investeerde € 200.000. Het overige subsidiebedrag is tot stand gekomen via de verdeling van 45%, 40%, 15% (Schiedam, Vlaardingen, Maassluis). In 2011 legde de burgemeester 36 huisverboden op. In het Veiligheidshuis voerden de ketenpartners elke twee weken een regie-overleg huiselijk geweld. In 2011 ontving het Steunpunt Huiselijk Geweld 349 meldingen uit Schiedam. Voor de nazorg aan veelplegers kocht de gemeente voor 1,33 fte aan zorgcoördinatoren in bij Stichting Mozaik. Deze coördinatoren zijn geplaatst in het Veiligheidshuis Waterweg Noord. Eind 2011 volgden zestig veelplegers een traject. Iedere veelpleger die geen traject bij de reclassering doorloopt, ontving een zorgaanbod op maat. Zie voor een uitgebreide toelichting het programma Veiligheid, doelstelling 6: persoonsgerichte aanpak bevorderen. De afdeling Wijkontwikkeling verstrekte in 2011 subsidies voor twee onderdelen; vouchers voor bewonersinitiatieven en subsidie aan wijk- en bewonersorganisaties. De subsidies aan de wijk- en bewonersorganisaties vallen onder de Asv 2006. Voor de vouchers is een eigen verordening opgesteld: Subsidieverordening Vouchers Bewonersinitiatieven 2009. Regiegroepen, bestaande uit bewoners van de wijk(en), beoordeelden in twee tranches alle binnengekomen voucheraanvragen. Alle initiatiefnemers ontvingen binnen twee maanden na de sluitingsdatum een beschikking waarin werd aangegeven of het idee is toegekend of afgewezen. In 2011 zijn er 269 aanvragen ingediend, waarvan er 153 zijn toegekend. Een belangrijke reden om een aanvraag af te wijzen, was dat het beschikbare budget per wijk ontoereikend was om alle aanvragen te honoreren. De regiegroepen hebben op basis van de criteria in de subsidieverordening een weging gemaakt van de binnengekomen aanvragen. Alle wijk- en bewonersorganisaties konden in 2010 een subsidieaanvraag voor 2011 indienen. Elf organisaties hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Er zijn voor de wijk- en bewonersorganisaties drie subsidievarianten;
ProgrammaREKENing
225
een waarderingssubsidie van € 400, een budgetsubsidie van € 1.200 en een budgetsubsidie van € 3.000. In totaal zijn er elf bewonersverenigingen die een aanvraag hebben ingediend. Alle aanvragen zijn toegekend: niet elke vereniging heeft het gevraagde bedrag ontvangen aangezien ze niet aan de voorwaarden voor die variant bleken te voldoen. Daarnaast krijgt het SOBO, Schiedams Overleg Bewonersorganisaties, eveneens een budgetsubsidie.
In onderstaande tabel wordt een opsomming gegeven van de meeste beleidsterreinen waarop subsidie wordt verleend. De betreffende subsidies kunnen ten laste van de begroting komen (zie hoofdstuk 4) of uit middelen van het Stedenbeleid worden gefinancierd (zie hoofdstuk 5). Subsidies van Ruimtelijke ontwikkeling worden alleen in uit het Stedenbeleid gefinancierd.
Tabel overzicht subsidies toegekend per programma en beleidsterrein Programma’s
Beleidsterreinen
Ruimtelijke ontwikkeling
• particuliere woningverbetering • ‘Werk aan de winkel’ • monumenten en bodemsanering
Sociale infrastructuur
• educatie • emancipatie • jeugd- en jongerenwerk • kinderopvang • maatschappelijke dienstverlening • natuur en milieu • ouderenwerk • sportinstellingen • volksgezondheid en welzijn
Stadseconomie
• kunst en cultuur • stadspromotie en toerisme
Veiligheid
• algehele veiligheid • evenementen
Woonmilieu
• keurmerk Veilig wonen • woningbouw
Wijkontwikkeling
• wijk- en bewonersorganisaties • bewonersinitiatieven (vouchers)
6. Subsidies ten laste van de begroting De paragrafen in deze programmabegroting geven een dwarsdoorsnede van een bepaald aspect van de programma’s weer. De paragraaf Verstrekken van Subsidies laat dan ook zien welke subsidies ten laste van de begroting komen (en dus in de cijfers per programma zijn verwerkt).
Tabel gerealiseerde programmasubsidies 2011 Programma Sociale infrastructuur Stadseconomie Veiligheid Woonmilieu Wijkontwikkeling Eindtotaal
226
13.588.313 5.137.552 92.490 639.365 88.072 19.545.792
Hieronder volgt een gedetailleerd overzicht van alle subsidies per begrotingsonderdeel. Subsidies programma Sociale Infrastructuur (bedragen in €)
Begroot primitief
Gewijzigde begroting
Realisatie 2011
Verschil
6140400
Dierenwelzijn
6.090
6.090
19.400
-13.310
6480201
Culturele vorming leerlingen
168.490
185.545
192.160
38.199
6480202
Jeugdtheaterschool Schiedam
198.940
197.800
192.160
5.641
6480701
Brede School activiteiten
489.230
489.230
489.862
-632
6480704
Brede School activiteiten VO
92.365
92.365
90.000
2.365
6480807
Maatschappelijke stages VO
124.845
81.396
42.125
39.271
6480812
Impuls brede scholen, sport en cultuur
155.925
282.095
232.427
49.668
6480815
Weerbaarheidtraining
20.300
20.300
20.300
0
6510000
Openbare bibliotheek
3.040.940
2.940.940
2.941.000
-60
6511000
Stichting Centrum muzikale vorming Nieuwe waterweg Noord
437.465
437.465
387.900
49.565
6511300
Nationale gedenkdagen
1.320
1.320
9.808
-8.488
6530200
Subsidieondersteuning sport
126.875
95.875
90.107
5.768
6530400
Sport en recreatiebad Groenoord
986.580
986.580
961.781
24.799
6540400
Filmhuis
52.780
52.780
82.780
-30.000
6540500
Culturele activiteiten
76.125
76.125
96.550
-20.425
6560500
Volksfeesten
6580100
Lokale radio en televisie
6620000
Ouderenwerk
6620100
Algemeen Maatschappelijk werk
6620500
Maatschappelijke Opvang
6620600
Overige maatschappelijke begeleiding en advies
6621101
Integratieactiviteiten etnische minderheden
6622000 6623991 6630000 6630101 6630102
Ambulant jongerenwerk Schiedam
6630103
Speeltuinvoorzieningen
6630104
Vrijwillig jeugd- en jongerenwerk
25.375
25.375
25.165
210
6630105
Jeugd en opvoeding
158.340
158.340
153.250
5.090
6630500
Thuis op straat (TOS)
103.530
42.630
42.631
-1
6650000
Peuterspeelzaalwerk
860.720
812.011
811.401
610
6714000
Geneeskundige en Gezondheidszorg
12.180
12.180
11.180
1.000
6714001
Overige gezondheidszorg
6715000
Jeugdgezondheidszorg
9.135
9.135
0
9.135
200.970
182.970
180.524
2.446
1.205.180
1.044.435
1.012.589
31.846
688.170
688.170
688.170
0
252.445
301.154
251.851
49.303
41.615
41.615
19.984
21.631
325.815
404.815
435.180
-30.365
Huishoudelijke verzorging
96.425
234.405
103.170
131.235
Vrijwilligerswerk
27.405
0
36
-36
Club- en buurthuiswerk
2.679.600
2.467.567
2.385.299
82.268
Sluitende aanpak jeugd
62.930
62.930
42.271
20.659
435.435
435.435
435.435
0
4.060
4.060
4.000
60
TOTAAL PROGRAMMA SOCIALE INFRASTRUCTUUR
31.465
31.465
30.010
1.455
1.157.307
1.164.625
1.152.622
12.003
14.356.372
14.069.223
13.588.313
480.910
Toelichting op 6622000 Huishoudelijke verzorging Een bedrag van € 131.235 zal worden toegevoegd aan de Wmo-reserve.
ProgrammaREKENing
227
Subsidies programma Stadseconomie (bedragen in €) 6310100
Stimulering economie Schiedam
6310101
Ondernemersfonds Vijfsluizen
6540000 6540100 6540200
Theaters
6540300
Podiumkunsten
6540600
Evenementen en stadspromotie
6541100
Schiedamse musea en historische vereniging
6541200
Pand Paulus
6541400
Monumentenbescherming en restauratie
6560400
Bevordering toerisme
6540500
Culturele activiteiten
Begroot primitief
Gewijzigde begroting
Realisatie 2011
Verschil
24.360
534.267
57.950
476.317
107.000
107.000
0
107.000
Beeldende kunst
98.455
98.455
32.397
66.058
Amateurkunst
87.290
87.290
85.659
1.631
1.161.160
1.389.260
1.381.018
8.242
93.380
31.380
8.354
23.026
TOTAAL PROGRAMMA STADSECONOMIE
141.085
141.085
146.108
-5.023
2.559.442
2.726.478
2.886.716
-160.238
18.270
18.270
1.618
16.652
400.925
35.925
32.882
3.043
226.345
226.345
262.300
-35.955
76.125
76.125
242.550
-166.425
4.993.837
5.471.880
5.137.552
334.328
Toelichting op 6310100 Stimulering economie Schiedam Een bedrag van € 200.000 wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012 voor de realisatie van een informatiepunt voor zzp-ers in de wijk Oost. Subsidies programma Veiligheid (bedragen in €)
Begroot primitief
Gewijzigde begroting
Realisatie 2011
Verschil
6140600
140.070
94.769
92.490
2.279
TOTAAL PROGRAMMA VEILIGHEID
140.070
94.769
92.490
2.279
Subsidies programma Woonmilieu (bedragen in €)
Begroot primitief
Gewijzigde begroting
Realisatie 2011
Verschil
5.075
5.075
4.677
398
5.075
45.075
15.000
30.075
1.006.100
0
13.455
-13.455
Aanpak geweld binnen het gezin
6550000
Natuurbescherming
6820000
Woningbouwbeleid
6820300
Besluit Woninggebonden subsidies
6822401
Project Werk aan de Winkel
TOTAAL PROGRAMMA WOONMILIEU
208.075
771.583
606.233
165.350
1.224.325
821.733
639.365
182.368
Toelichting op 6822401 Project Werk aan de winkel Er zijn in 2011 verplichtingen aangegaan die in 2012 betaald gaan worden. Het restant budget wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. Subsidies programma Wijkontwikkeling (bedragen in €)
Gewijzigde begroting
Realisatie 2011
Verschil
6630200
Wijk- en bewonersorganisatie
60.000
60.000
58.072
1.928
6630400
Bewonersondersteuning
31.000
31.000
30.000
1.000
91.000
91.000
88.072
2.928
TOTAAL PROGRAMMA WIJKONTWIKKELING
228
Begroot primitief
7. Subsidies vanuit het Grotestedenbeleid Vanaf 1 januari 2011 is het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) niet langer een specifieke uitkering, maar een decentralisatie-uitkering als onderdeel van het Gemeentefonds. De bijdragen ISV-3 voor de periode 2010-2014 zijn bekend. De totale bijdrage ISV-3 voor Schiedam bedraagt € 14.727.847 (inclusief € 0,94 miljoen voor bodemsanering). Op 17 december 2009 besloot de raad om voor 2010 middelen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van de Stedelijke vernieuwingsprojecten (VR 108-2009).
De afspraken tussen het rijk en de steden zijn verwoord in een convenant. Onderdeel van het convenant is een beknopt MeerjarenOntwikkelingProgramma (MOP). Het MeerjarenOntwikkelingProgramma 2010-2014 van Schiedam is in 2009 door de gemeenteraad vastgesteld en bij het Rijk ingediend. Vanaf 2011 legt de gemeente hier geen verantwoording meer over af aan het Rijk, maar – binnen het bestaande proces van planning en control – aan de gemeenteraad.
Beschikbaar voor Stedenbeleid bij opstellen Programmabegroting 2010 (bedragen in €) DU Onderwijsachterstandenbeleid
2010
2011
2012
2013
2014
3.420.620
0
0
0
0
DU Gezond in de stad
106.929
106.929
106.929
106.929
106.929
DU Jeugd
316.901
316.901
316.901
316.901
316.901
1.236.518
859.941
0
0
0
119.799
119.799
119.799
119.799
119.799
5.200.767
1.403.570
543.629
543.629
543.629
2012
2013
2014
DU Leefbaarheid en veiligheid DU Versterking peuterspeelzaalwerk Totaal
Beschikbaar voor Stedenbeleid bij opstellen Begroting 2011 (bedragen in €) DU Onderwijsachterstandenbeleid
2010 3.598.870
0
0
0
0
3.570.480
3.570.480
3.570.480
3.570.480
106.929
106.929
106.929
106.929
316.901
316.901
316.901
316.901
316.901
1.236.518
859.941
0
0
0
Specifieke Uitkering Onderwijsachterstandenbeleid DU Gezond in de stad DU Jeugd DU Leefbaarheid en veiligheid DU Versterking peuterspeelzaalwerk Totaal
2011
106.929
119.799
119.799
119.799
119.799
119.799
5.379.017
4.974.050
4.114.109
4.114.109
4.114.109
ProgrammaREKENing
229
230
Jaarrekening III Programmarekening
Per programma de realisatie van de baten en lasten en saldo met toelichting Overzicht van de algemene dekkingsmiddelen Resultaat incidentele baten en lasten Analyse afwijkingen begroting na wijziging en rekening Vermogensvergelijking WOPT Mutaties onvoorzien Stortingen en onttrekkingen aan reserves per programma Toevoegingen en vrijval voorzieningen per programma
ProgrammaREKENing
231
Baten en lasten per programma (Bedragen x € 1.000)
Begroting primair 2011
Begroting na wijziging 2011
Rekening 2011
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-14.641
1.918
-12.723
-15.096
1.728
-13.368
-14.980
1.736
-13.244
Resultaat voor bestemming 1. Bestuur en dienstverlening 2. Ruimtelijke ontwikkeling
-28.782
3.523
-25.259
-34.701
4.842
-29.859
-35.278
4.227
-31.051
-136.554
72.904
-63.651
-150.243
82.995
-67.248
-148.734
82.559
-66.175
4. Stadseconomie
-43.408
38.554
-4.854
-54.225
44.291
-9.934
-73.632
65.479
-8.152
5. Veiligheid
-11.344
132
-11.212
-11.722
509
-11.213
-10.057
364
-9.694
6. Woonmilieu
-32.608
19.222
-13.386
-40.773
22.172
-18.601
-35.454
21.482
-13.972
-527
10.071
9.544
-3.463
-4.299
-7.761
-4.072
-5.863
-9.935
-2.680
0
-2.680
-4.557
567
-3.990
-4.068
699
-3.369
-270.545
146.324
-124.222
-314.780
152.806
-161.973
-326.276
170.683
-155.592
-1.468
691
-777
-4.478
7.375
2.897
-4.478
8.642
4.164
122.361
122.361
123.920
123.920
127.518
127.518
-272.013
269.376
-2.638
-319.258
284.101
-35.156
-330.754
306.843
-23.910
1. Bestuur en dienstverlening
-1.158
1.183
25
-1.158
1.564
406
-1.158
972
-186
2. Ruimtelijke ontwikkeling
3. Sociale infrastructuur
7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Mutatie reserves
-1.803
948
-855
-2.277
8.663
6.385
-2.682
9.615
6.932
3. Sociale infrastructuur
-60
966
906
-536
5.770
5.234
-982
5.679
4.698
4. Stadseconomie
-51
528
477
-251
5.381
5.130
-483
4.675
4.192
5. Veiligheid
0
917
917
0
1.127
1.127
0
1.127
1.127
6. Woonmilieu
0
835
835
-627
6.623
5.996
-7.282
11.879
4.597
-313
645
333
-8.515
16.527
8.012
-8.166
16.328
8.161
0
0
0
-2.567
3.047
480
-2.999
3.109
110
-3.385
6.023
2.638
-15.931
48.701
32.770
-23.752
53.382
29.631
7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Mutatie reserves Resultaat na bestemming 1. Bestuur en dienstverlening
-15.799
3.101
-12.698
-16.254
3.292
-12.963
-16.138
2.708
-13.430
2. Ruimtelijke ontwikkeling
-30.585
4.471
-26.114
-36.978
13.505
-23.473
-37.960
13.842
-24.118
-136.614
73.870
-62.745
-150.779
88.765
-62.014
-149.716
88.238
-61.477
4. Stadseconomie
3. Sociale infrastructuur
-43.459
39.082
-4.377
-54.476
49.673
-4.804
-74.114
70.154
-3.961
5. Veiligheid
-11.344
1.049
-10.295
-11.722
1.636
-10.086
-10.057
1.490
-8.567
6. Woonmilieu
-32.608
20.057
-12.551
-41.400
28.795
-12.604
-42.736
33.361
-9.374
-840
10.716
9.876
-11.977
12.228
251
-12.239
10.464
-1.774
7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Subtotaal programma’s Incidentele baten en lasten van de dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Resultaat na bestemming
232
-2.680
0
-2.680
-7.124
3.614
-3.510
-7.067
3.808
-3.259
-273.930
152.346
-121.584
-330.711
201.508
-129.203
-350.027
224.066
-125.962
-1.468
691
-777
-4.478
7.375
2.897
-4.478
8.642
4.164
0
122.361
122.361
0
123.920
123.920
0
127.518
127.518
-275.398
275.398
0
-335.189
332.803
-2.386
-354.505
360.226
5.720
Overzicht algemene dekkingsmiddelen Omschrijving (bedragen x 1.000)
Rekening 2010
Begroting 2011 na wijziging
Rekening 2011
• gebruikersdeel
2.839
2.795
2.933
• eigenarendeel
10.281
10.117
10.299
423
394
413
Baten Onroerendzaakbelasting:
Hondenbelasting Precariobelasting Algemene uitkering gemeentefonds
189
164
172
104.129
99.229
101.550
Saldo compensabele btw
0
-
Saldo financieringsfunctie
6.035
5.871
6.585
Overige algemene dekkingsmiddelen
2.847
7.375
8.642
126.743
125.945
130.594
813
751
752
Dividend uitkeringen: BNG
648
500
736
ONS
Evides
6.300
3.000
3.000
ONS, verwerving aandelen (VR99/2010)
5.329
-
110
350
350
Eneco
917
749
728
Kommun bv
542
-
-
14.659
5.350
5.566
141.402
131.295
136.160
3.882
3.515
4.478
137.520
127.780
131.682
Irado
Totaal baten Lasten Onvoorziene uitgaven Saldo
ProgrammaREKENing
233
Overzicht werkelijke incidentele baten en lasten Naast structurele baten en lasten zijn de incidentele baten en lasten van invloed op het rekeningresultaat. In overeenstemming met artikel 28 van het Besluit begroting en verantwoording zijn in onderstaande tabel de incidentele baten en lasten weergegeven. Meerjaren overzicht incidentele baten en lasten Incidentele Baten Omschrijving
Incidentele Lasten Werkelijk
Geraamd
Omschrijving
Werkelijk
Geraamd
70
70
Programma Bestuur en dienstverlening Budgetoverhevelingsprojecten 2010 Programma Beheer Openbare Ruimte Budgetoverhevelingsprojecten 2010
1.655
2.900
Extra afschr. Openbare ruimte
1.500
1.500
Groot onderhoud
5.417
4.881
Programma Sociale infrastructuur Budgetoverhevelingsprojecten 2010
675
940
Uitgaven onderwijshuisvesting
1.180
1.222
Uitgaven ROGPLUS
2.423
2.423
Programma Stadseconomie Vrijval voorziening omslagbijdrage regio
804
356
1.368
Dotatie voorziening grex
Budgetoverhevelingsprojecten 2010
4.909
2.989
Makkerstraat
1.770
1.770
Groot onderhoud stadskantoor
531
800
Uitgaven projecten binnenstad
1.822
1.865
387
105
9
209
1.695
5.035
Uitgaven Verkeer Regel Installaties(VRI) Programma Veiligheid Budgetoverhevelingsprojecten 2010 Programma Woonmilieu Budgetoverhevelingsprojecten 2010 Programma Financien Budgetoverhevelingsprojecten 2010 Dividend
1.500
1.500
WOG
597
597
1.900
-
2.247
2.411
Programma Wijkontwikkeling Budgetoverhevelingsprojecten 2010 Wap nieuwland / vouchers Totaal incidentele baten programma
Totaal incidentele lasten programma
507
507
29.580
31.522
2.304
1.500
• Mutaties algemene reserve(s)
17.687
17.687
• Mutaties algemene reserve(s)
5.044
5.040
• Mutaties bestemmingsreserves
27.300
27.932
• Mutaties bestemmingsreserves
8.674
7.572
Totaal incidentele baten reserves
44.987
45.619
Totaal incidentele lasten reserve
13.718
12.612
Saldo incidentele baten
47.291
47.119
Saldo incidentele lasten
43.298
44.134
Mutaties reserves
• Vrijval compensatie voormalige erfpacht
234
Uitgangspunten 1. Voor dit overzicht zijn de structurele mutaties uit de reserves uitgezonderd. Dit betreft de reserves: afschrijving, parkeren, renteschommelfonds en riolering, 2. Onder de incidentele uitgaven per programma zijn de (omvangrijke) beschikbaarstellingen uit de bestemmingsreserves opgenomen. 3. Naast bovenstaande zijn de speficifieke posten (van omvangrijke omvang) met een incidenteel karakter opgenomen.
ProgrammaREKENing
235
Verschil tussen de gewijzigde begroting 2011 en de realisatie 2011 Programma (Bedragen x € 1.000)
Begroting na wijziging 2011 Lasten
Baten
Saldo
Rekening 2011
Verschil
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Resultaat voor bestemming 1. Bestuur en dienstverlening
-15.096
1.728
-13.368
-14.980
1.736
-13.244
116
8
124
2. Ruimtelijke ontwikkeling
-34.701
4.842
-29.859
-35.278
4.227
-31.051
-577
-615
-1.192
-150.243
82.995
-67.248
-148.734
82.559
-66.175
1.509
-436
1.073
-54.225
44.291
-9.934
-73.632
65.479
-8.152
-19.406
21.188
1.782
3. Sociale infrastructuur 4. Stadseconomie 5. Veiligheid
-11.722
509
-11.213
-10.057
364
-9.694
1.664
-145
1.519
6. Woonmilieu
-40.773
22.172
-18.601
-35.454
21.482
-13.972
5.319
-690
4.629
-7.941
126.996
119.056
-8.550
130.297
121.747
-610
3.300
2.691
7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Resultaat voor bestemming
-4.557
567
-3.990
-4.068
699
-3.369
488
132
620
-319.258
284.101
-35.156
-330.754
306.843
-23.910
-11.496
22.742
11.246
Overzicht resultaatbestemming (mutatie in reserves) 1. Bestuur en dienstverlening
-1.158
1.564
406
-1.158
972
-186
0
-592
-592
2. Ruimtelijke ontwikkeling
-2.277
8.663
6.385
-2.682
9.615
6.932
-405
952
547
3. Sociale infrastructuur
-536
5.770
5.234
-982
5.679
4.698
-446
-90
-536
4. Stadseconomie
-251
5.381
5.130
-483
4.675
4.192
-232
-707
-938
0
1.127
1.127
0
1.127
1.127
0
0
0
5. Veiligheid 6. Woonmilieu 7. Financiën 8. Wijkontwikkeling Resultaatbestemming
-627
6.623
5.996
-7.282
11.879
4.597
-6.655
5.256
-1.399
-8.515
16.527
8.012
-8.166
16.328
8.161
348
-199
149
-2.567
3.047
480
-2.999
3.109
110
-432
62
-370
-15.931
48.701
32.770
-23.752
53.382
29.631
-7.821
4.681
-3.139
Overzicht resultaat na bestemming 1. Bestuur en dienstverlening
-16.254
3.292
-12.963
-16.138
2.708
-13.430
116
-584
-468
2. Ruimtelijke ontwikkeling
-36.978
13.505
-23.473
-37.960
13.842
-24.118
-982
337
-645
-150.779
88.765
-62.014
-149.716
88.238
-61.477
1.063
-526
537
4. Stadseconomie
-54.476
49.673
-4.804
-74.114
70.154
-3.961
-19.638
20.481
843
5. Veiligheid
-11.722
1.636
-10.086
-10.057
1.490
-8.567
1.664
-145
1.519
3. Sociale infrastructuur
6. Woonmilieu
-41.400
28.795
-12.604
-42.736
33.361
-9.374
-1.336
4.566
3.230
7. Financiën
-16.455
143.523
127.068
-16.717
146.624
129.908
-261
3.101
2.840
8. Wijkontwikkeling Resultaat na bestemming
236
-7.124
3.614
-3.510
-7.067
3.808
-3.259
57
193
250
-335.189
332.803
-2.386
-354.505
360.226
5.720
-19.316
27.423
8.107
Analyse afwijkingen begroting na wijziging en realisatie De raad stelt met de vaststelling van het controleprotocol beleid en regels vast inzake begrotingsafwijkingen met betrekking tot de vraag in hoeverre de accountant deze moet meewegen in zijn oordeel. Namelijk: 1. Kostenoverschrijdingen die geheel of gedeeltelijk worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten, bijvoorbeeld via subsidies of kostendekkende omzet weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid; 2. Kostenoverschrijdingen bij open einde (subsidie) regelingen. Vaak blijkt vanwege dit open karakter in het kader van het opmaken van de jaarrekening een (niet eerder geconstateerde) overschrijding. Deze overschrijdingen weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid; 3. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van verschuivingen van budgetten tussen jaarschijven voor grondexploitaties weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid; 4. Begrotingsoverschrijdingen als gevolg van realisatie van in de jaarlijks door de gemeenteraad vast te stellen grondexploitaties benoemde risico’s weegt de accountant niet mee als onrechtmatigheid. Uiteraard wordt de gemeenteraad wel geïnformeerd over het zich daadwerkelijk voordoen van deze risico’s 5. Begrotingsafwijkingen die passen binnen het beleid van de raad betrekt de accountant niet bij zijn beslissing of al dan niet een goedkeurende verklaring kan worden afgegeven; 6. Kostenonderschrijdingen op de kapitaallasten worden niet als begrotingsonrechtmatigheid beschouwd. Onderstaand wordt een verklaring gegeven van de afwijkingen tussen de begroting na wijziging en realisatie van de cijfers voor bestemming. Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
-465
5
De kosten voor verkiezingen zijn gestegen, o.a. door het openen van extra stemlokalen. Dit zorgt ervoor dat vergoedingen aan medewerkers en vrijwilligers niet meer gedekt kunnen worden uit het budget voor goederen en diensten. Naar het zich laat aanzien is dit een terugkerend onderwerp in een verkiezingsjaar.
-32
5
In de afgelopen jaren is geconstateerd dat de afdrachten (secretarieleges) aan het Rijk structureel hoger zijn dan geraamd. Inmiddels is het verschil teruggebracht tot binnen de rapportagemarge, maar valt deze niet verder terug te brengen. Naar het zich laat aanzien is dit een structureel knelpunt.
-31
5
Door terughoudendheid met de uitgaven, temporisering (van het Masterplan Dienstverlening) in enkele projecten en het lager uitvallen van de loonkosten is er sprake van een forse onderschrijding in het budget. Financiering vindt plaats vanuit een reserve.
515
5
Overige verschillen programma Bestuur en dienstverlening:
137
Totaal saldo programma Bestuur en dienstverlening
124
Programma 1 Bestuur en dienstverlening Lasten Product Burgerzaken Overschrijding wordt veroorzaakt door de systematiek van doorverrekeningen. Bij tussentijdse begrotingswijzigingen wordt de verrekening begroot op functie fcl 6960000 (financiën), doch de daadwerkelijke doorbelasting vindt functioneel plaats. Kort gezegd: deze overschrijding wordt elders gecompenseerd met een onderschrijding.
ProgrammaREKENing
237
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
79
5
50
5
-1.690
6
Hogere uitgaven op diverse reguliere werkzaamheden beheer openbare ruimte o.a. als gevolg van schades, contractuele verplichtingen Irado en onvoorziene werkzaamheden
-261
1
Hogere uitgaven wegen straten en pleinen. Deze hogere lasten worden onttrokken uit de reserve Onderhoud Infrastructuur op basis van werkelijke uitgaven.
-980
5
In 2011 zijn diverse ISV- projecten beheer openbare ruimte niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
672
5
Voor specifieke projecten (hondenbeleid, realiseren buurtfietsenstalling, Straatmeubilair, Wion en speeltuinen en speelvoorzieningen) zijn eenmalige middelen beschikbaargesteld. De projecten zijn nog niet geheel gerealiseerd en worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
383
5
Project extra inzet Bruggen is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP.
254
5
Betreft minder uitgaven degeneratiekosten kabels en leidingen.
155
1
Minder aanvragen ingravingen kabels en leidingen.
-55
1
Programma 2 Ruimtelijke ontwikkeling BATEN Product Parkeren Betreft meer ontvangen baten in 2011 door uitbreiding van parkeerautomaten in wijk Oost. Deze baten worden gestort in de reserve Parkeren op basis van werkelijke baten. Product Zeehavens Betreft meer ontvangen aan havengelden dan begroot (zeehavens). LASTEN Product Beheer openbare ruimte Betreft kapitaallasten. De extra kapitaallasten komen – door afboeking op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut – terecht in het programma Ruimtelijke ontwikkeling, terwijl de stelpost voor de extra afschrijving was geraamd in het programma Financiën.
Wion werkzaamheden Budgetoverheveling
74
5
172
5
-261
1
56
5
Het project “geschikt maken voor bushalten minder validen” is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP.
79
5
Voor het beschikbaarstellen van Gratis openbaar vervoer 65+, is extra geld beschikbaar gesteld. Niet alle middelen zijn in 2011 ingezet en.Het restant van de beschikbaar gestelde middelen voor gratis openbaar vervoer zal worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
52
5
53
1
-160
5
24
5
200
5
158
5
Speeltuinen en speelvoorzieningen budgetoverheveling Product Verkeer Betreft gemaakte lasten ombouw VRI. Deze lasten worden onttrokken uit de reserve Onderhoud Verkeersregelsinstallaties op basis van werkelijk uitgaven, derhalve geen invloed op het totale resultaat. Betreft een lagere doorbelasting van de kostenplaats afdeling Beheer openbare ruimte. Product Openbaar vervoer
Product Planontwikkeling In 2011 zijn diverse projecten binnen het budget planontwikkeling uitgevoerd zoals Houthaven, Rivieroever Stad en Schieveste fase 5 stad. Van het beschikbaar gesteld budget is in 2011 € 53.000 niet uitgegeven Product Parkeren Betreft hogere lasten onderhoud Parkeerautomaten. Dit komt o.a. door hogere bankkosten en de vele storingen aan de parkeerautomaten.Deze lasten worden onttrokken aan de reserve Parkeren op basis van werkelijke uitgaven. Parkeren, budgetoverhevelingsvoorstel Product Zeehavens Project (MBOP Zeehavens) is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP. Overige verschillen programma Ruimtelijke ontwikkeling Totaal saldo programma Ruimtelijke ontwikkeling
238
-1.192
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
83
1
180
5
Jaarlijks worden door schoolbesturen op grond van de huisvestingsverordening onderwijs voorziening aangevraagd. Nog niet alle toegewezen aanvragen zijn door de schoolbesturen gedeclareerd. Op grond van raadsbesluit VR 119-2010 is het verschil tussen het geraamde bedrag en de werkelijke uitgaven (158) in de reserve onderwijs gestort.
158
5
Aan het project Impuls brede scholen, sport en cultuur heeft geen toerekening van de kostenplaats Sport & Recreatie plaatsgevonden.
38
5
Programma 3 Sociale Infrastructuur BATEN Product Onderwijsbeleid Met Weer Samen Naar School (WSNS) is overeengekomen, dat de inhuur van schoolmaatschappelijk werk gecombineerd wordt. De hiermee gemoeide kosten worden door WSNS aan de gemeente vergoed. Met ingang van 2012 zijn de kosten en baten hiervan in de begroting opgenomen. Product inkomensvoorzieningen Aan bijzondere bijstand is € 320.000 meer aan uitkeringen verstrekt; hiertegenover staat dat er meer verstrekte bijstand is teruggevorderd (€ 180.000). LASTEN Product Onderwijsbeleid
Vanuit het Rijk is de pilot gemengd basisonderwijs in 2011 beëindigd. Hierdoor zijn ook de uitgaven gestopt. De kosten voor het leerlingenvervoer zijn ondanks een scherpe aanbesteding (in 2010) evenals in voorgaande jaren gestegen door de toename van het aantal leerlingen dat wordt verwezen naar een vorm van speciaal onderwijs. Daarnaast zien we dat de scholen voor speciaal (voortgezet) onderwijs doorgaan op de weg om ‘onderwijs op maat’ te bieden wat vaak leidt tot individuele lesroosters en aangepaste stagetrajecten. Hierdoor is er een onverminderde toename voor het aantal incidentele ritten. Van het Rijk is een bijdrage ontvangen voor verbetering van het binnenklimaat in basisscholen. Deze bijdrage bedraagt 60% van de hiermee gemoeide kosten. De overige 40% wordt door de gemeente als cofinanciering verstrekt. Eén van de schoolbesturen heeft aangegeven het project niet volledig te kunnen uitvoeren, waardoor een deel van de rijksmiddelen niet benut en terug betaald dient te worden. Het aandeel van de gemeente daalt hierdoor.
42
5
-40
5
47
5
-178
5
130
5
Product Voortgezet onderwijs Op grond van de Verordening Voorzieningen huisvesting onderwijs kunnen schoolbesturen de kosten van Onroerendzaakbelasting declareren. In 2011 is een declaratie ontvangen die betrekking had op voorgaande jaren. Hierdoor is een overschrijding van de geraamde post ontstaan. Tevens zijn op deze post kosten van tijdelijke huisvesting van het Lyceum Schravenlant geboekt. Deze kosten komen ten laste van de reserve onderwijs op grond van het raadsbesluit VR 119/2010. Daarnaast is een overschrijding ontstaan op schade als gevolg van diverse inbraken in scholen. Product Sport en recreatie In 2010 is de Verklaring deelname Impuls Nationaal Actieplan Sport en Bewegen ondertekend. De looptijd van de Impuls NASB bedraagt vier jaren vanaf de 2e helft 2010 t/m de 2e helft 2014. De Rijksbijdrage loopt vanaf de 2e helft 2010 t/m de 1e helft 2012. Vanaf de 2e helft 2012 t/m de 2e helft 2014 zet de gemeente eigen middelen (cofinanciering) in. (Om gemaakte kaderstellende afspraken uit de Verklaring deelname van de Impuls NASB na te komen, is overheveling van 2011 naar 2012 noodzakelijk.)
ProgrammaREKENing
239
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
Door energiebesparende maatregelen (o.a. het vervangen voor lampen voor ecolampen) zijn aanzienlijk minder energiekosten gemaakt. Tevens zijn minder opdrachten verstrekt dan van te voren gepland. Wel is er meer doorberekend vanuit de kostenplaats en niet begrote huur vanuit Vastgoed.
50
5
Vooral door een tegenvallende badhuur zijn de baten lager uitgevallen. Doordat het bad door calamiteiten een aantal dagen dicht is geweest en doordat sluiting van het zwembad boven het zwembad bleef hangen is de verhuur tegengevallen. Daarnaast is er geen personeel uitgeleend aan zwembad Groenoord.
-30
5
51
5
101
5
In het begrotingsjaar 2011 werd gestart met een batig saldo nog niet uitgegeven deelnemersbijdragen (convenantsmiddelen onderwijs) van het schooljaar 2010/2011. In 2011 werd duidelijk dat Stichting De Teerstoof de uitvoering van activiteiten cultuureducatie zou stopzetten. De Teerstoof wilde vooruitlopend hierop de uitvoering van een aantal activiteiten niet effectueren. Hierdoor is dit jaar incidenteel met een voordeling saldo afgesloten.
55
5
Betreft lagere subsidiebedragen seniorenwelzijn, waarderingssubsidies ouderenbonden en ontwikkelen nieuwe woonvoorzieningen.
32
5
Voor het realiseren van het jongerencentrum in Noord is € 193.967 begroot. Daarvan is € 115.000 uitgegeven aan extra inzet van het jongerenwerk in Noord. Het resterende bedrag valt vrij in 2011.
83
5
Voor ‘Jong Geluid’ (Jongerenparticipatie) is € 20.000 begroot waarvoor geen activiteiten hebben plaatsgevonden wegens inactiviteit.
20
5
In verband met onderzoek naar alternatieve accommodaties en financiële haalbaarheid is de verdere procedure m.b.t. bouw tijdelijk stopgezet (RO procedure). Derhalve geen verdere uitgaven in 2011 voor dit project. De niet uitgegeven middelen worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
74
5
98
5
Het betreft hogere uitgaven voor bijstandsuitgaven (€ 230.000); en lagere rijksbijdragen (€ 230.000). Daarnaast zijn er meer inkomsten terugvervordering (€ 380.000), lagere stortingen in de voorziening (€ 250.000) en voordelige overige verrekeningen (€ 430.000).
587
5
In de vergadering van B en W van 26 oktober 2010 pt. 6 is door het college een bedrag van afgerond € 786.000 beschikbaar gesteld voor het Programma het nieuwe werken. Het restantbedrag eind 2011 van afgerond € 175.000 wordt betrokken in de procedure budgetoverheveling jaarrekening 2011.
175
5
-316
5
133
5
LASTEN (vervolg) Product Sportaccommodaties
Doordat uit een nieuwe analyse van het onderhoud van zwembad Groenoord bleek dat bepaalde onderhoudswerkzaamheden nog niet gedaan hoefde te worden is minder uitgegeven op het werkzaamheden uit het MBOP. Daarnaast was reeds met Sportfondsen Schiedams bv (de exploitant) overeengekomen dat deze posten over een aantal jaar wel onderhouden dienen te worden. Hier grootste verschil (circa € 55.000) komt voort uit het uitstellen van de renovatie van het hoofdveld van Hermes DVS. Doordat het plantechnisch niet mogelijk was om voor aanvang van de competities klaar te zijn met de renovatie is dit uitgesteld naar 2012. Hiervoor diende het budget overgeheveld te worden, echter is dit niet op de juiste manier verlopen waardoor deze overheveling niet heeft plaatsgevonden. Daarnaast zijn minder opdrachten verstrekt dan van te voren gepland. Product Sociaal cultureel werk
Product Maatschappelijk werk De oorzaak van de onderschrijding is tweeledig: doordat de eerste tranche eenmalige stimuleringsmiddelen voor mantelzorg voor € 34.810 opnieuw niet besteed is en de beschikbare subsidiemiddelen voor vernieuwing in de Wmo in het algemeen zijn onderbesteed voor ongeveer € 64.000. Product inkomensvoorzieningen
Aan bijzondere bijstand is € 320.000 meer aan uitkeringen verstrekt; hiertegenover staat dat er meer verstrekte bijstand is teruggevorderd (€ 180.000). Product Vormingswerk Voor de Stichting Muzikale Vorming NWN zijn in verband met reorganisatie frictiekosten geraamd. In 2011 is de reorganisatie afgerond zonder dat aanspraak gedaan hoefde te worden op deze frictiekosten.
240
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
In de afwikkeling afrekening GGD 2010 in dienstjaar 2011: € 76.000 terug ontvangen en tevens zijn de kosten 2011 € 27.200 lager.
108
5
In de CJG-begroting 2011 is tot een bedrag van € 330.000 rekening gehouden met diverse uitgaven: investeringen in de ICT (€ 150.000), investeringen in aanschaf beamer en digiboards (€ 20.000), communicatietrajecten (€ 10.000), trainingen (€ 50.000), aanschaf zorgcoördinatiedossier (€ 20.000) en onvoorzien (aanpassing CJG-satelliet Kerklaan).Hiervan zijn de ICT-investeringen in 2011 niet doorgegaan ivm de fusie van Careyn met de regionale organisatie CJG Rijnmond met betrekking tot de JGZ 0-4 jarigen. Deze investeringen staan nu voor 2012 gepland. Ook de aanschaf van het zorgcoördinatiedossier is in verband hiermee uitgesteld. Beide posten betreffen éénmalige investeringen.Het voordelige verschil in de lasten is daarmee verklaard. De overschotten zijn inmiddels in de reserve(s) CJG gestort.
303
5
143
5
63
5
-261
5
Op begrotingsbasis was sprake van een tekort op het participatiebudget van ruim € 2,9 miljoen. De rekening eindigt met een overschot op het participatiebudget van ruim € 1,3 miljoen. Een verschil van € 4,2 miljoen voordelig. Dit voordelig verschil wordt veroorzaakt door € 3,5 miljoen aan lagere uitgaven en € 0,8 miljoen aan hogere inkomsten. Het overschot op het participatiebudget wordt (via beklemde midellen) in 2012 ingezet.
-
5
In 2010 is een bedrag van € 4.425.798 uit de BDU- SIV inburgering 2007-2009.beschikbaar gesteld. Dit om de verplichtingen te kunnen voldoen die nog voortvloeien uit de contracten/trajecten van vóór 1 januari 2010. Vanaf 1 januari 2010 geldt het participatiebudget. Voor de activiteiten BDU- SIV is sprake van een tekort van € 2.480.632,77 -/- € 1.650.109,26 = € 830.523,51. Daartegenover staat dat van de uitgaven een bedrag ad € 970.000 betrekking heeft op een bijdrage aan de afdeling Veiligheid. Daar is, als gevolg van deze bijdrage, sprake van een voordeel van € 970.000.
-830
1
Bij B en W besluit van 13 december 2011 nr. A3 is besloten vanuit de resterende middelen inburgering BDU-SIV een bedrag van € 229.417 in te zetten voor bevordering van taalondersteuning door vrijwilligers, de afbouw van Taal op Maat en voor een integrale aanpak MOE-landers. Het saldo van de resterende gelden zal worden betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
81
5
Met ingang van 1 januari 2011 is bezuinigd op de loonkostensubsidie en opstapbanen. Daarvoor in de plaats zijn werkstages gekomen, met behoud van uitkering. Deze laatste kosten kunnen niet verantwoord worden op het participatiebudget. De onderhavige overschrijding van € 253.914 betreft een bijdrage aan bijstandsuitgaven. Het bedrag is gebaseerd op de bijstandskosten van cliënten die met behoud van uitkering werkstages volgen bij de projecten Watch-out, Groene Brigade en Het Goed.
-253
5
Betreft grotendeels toerekening vanuit de kostenplaats afdeling Werk en Inkomen. Dit betreft een aandeel in de (aan de afdeling Werk en Inkomen doorberekende) overheadkosten.
-143
5
LASTEN (vervolg) Product Volksgezondheid
Product Kwijtschelding In 2011 is de werkwijze voor het verlenen van kwijtschelding gewijzigd. Er wordt nu gewerkt met het Inlichtingenbureau Het Inlichtingenbureau is een samenwerkingsverband van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De gemeente kan via het Inlichtingenbureau een geautomatiseerde kwijtscheldingstoets laten uitvoeren maar dan is het wel noodzakelijk dat de gemeente éénmalig een kwijtscheldingsverzoek heeft getoetst en dat deze is toegewezen. Hiertoe dienen belastingschuldigen (eenmalig) zelf een verzoekschrift om kwijtschelding indienen. Het aantal toegewezen kwijtscheldingsverzoeken ligt ruim 400 lager dan in voorgaande jaren, waarin er nog sprake was van zgn. pro-actieve kwijtschelding voor bijstandsgerechtigden. Een verklaring voor deze daling kan zijn dat belastingschuldigen nu zelf een kwijtscheldingsverzoek moeten indienen en hiervan bewust of onbewust hebben afgezien en/of dat een verzoek om kwijtschelding na toetsing is afgewezen. Product Dierenwelzijn Het bedrag van € 67.000 was bedoeld voor een uitgebreide voorlichtingscampagne voor alle inwoners van de gemeente nadat de voorzieningen gerealiseerd zouden zijn. Aangezien de uitvoering is vertraagd is dit in 2011 niet uitgegeven en valt dit budget vrij ten gunste van de algemene middelen. Product Participatiebudget Doorbelaste uitgaven BGS, (fietsenstalling) van 2010 en 2011 zijn niet begroot. Deze lasten worden wel verrekend.
ProgrammaREKENing
241
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
-94
5
383
5
LASTEN (vervolg) Product Participatiebudget (vervolg) Met betrekking tot de Wet inburgering nieuwkomers is een bezwaarschrift ingediend m.b.t. ten onrechte niet door de gemeente geclaimde betaalde btw bij het BCF (btw compensatiefonds) over de jaren 2009 en 2010. Dit bedrag wordt waarschijnlijk gecompenseerd als een claim bij de Belastingdienst van ruim € 100.000 wordt gehonoreerd. Overige verschillen programma Sociale infrastuctuur: Totaal saldo programma Sociale infrastuctuur:
1.073 Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
De baten zijn structureel en overeenkomstig 2010. Het verschil met de begroting wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere inkomsten abri’s, mupi’s en reclamezuilen.
75
5
De toename van de opbrengsten ten opzichte van de begroting 2011 hebben te maken met de toename van het contractenbestand.
54
5
680
5
804
5
150
5
140
5
De onderbesteding is met name veroorzaakt doordat middelen gereserveerd waren voor activiteiten die uiteindelijk beperkt of geen doorgang hebben gevonden. Zo zijn er in het kader van het themajaar minder aanvragen gedaan voor ondersteuning dan verwacht en is in het kader van het evenement Winterhart alleen de lichtjesavond georganiseerd
81
5
Dit betreft BDU stadseconomie budget en wordt gebruikt t.b.v. de herinrichting Waag/klokkenluiderswoning. Derhalve wordt voorgesteld de niet bestede bedragen bij de budgteoverheveling 2011-2012 te betrekken.
24
5
63
5
Programma 4 Stadseconomie BATEN Product Grondzaken
Incidenteel heeft er een aantal verkopen (conversie) plaatsgevonden en dat verhoogt, ten opzichte van de raming, zowel de baten als de lasten. Tevens zijn er in 2011 voor circa € 259.000 aan percelen verkocht, welke niet in de begroting waren opgenomen. Product Ruimtelijke Ordening Voor de niet- of gedeeltelijk te verhalen omslagbijdrage Stadsregio is in de periode 2008 tot en met heden een voorziening gevormd. De verwachte particuliere ontwikkeling, (waarvoor de voorziening is ingesteld) heeft geleid tot een bijstelling, waardoor een bedrag van € 804,000 kan vrijvallen. LASTEN Product Kunst en cultuur Dit betreft ISV-3 budget voor cultuur / beeldende kunst ten behoeve van het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van de entrees van Schiedam. Dit zal beschikbaar blijven voor de komende jaren en zal als budgetoverheveling worden aangemerkt. Product Toerisme Dit betreft ISV 3 budget. Aangezien er binnen de afdeling Ruimtelijk Gebruik in 2011 onvoldoende capaciteit aanwezig was en er voor sommige plannen een langere voorbereidingstijd noodzakelijk is wordt voor de uitvoering in 2012 een bedrag van € 140.000 bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
Product Monumentenbescherming Bij raadsbesluit VR 40 / 2008 en adviesnota 08int00163 Beleidsnota Monumenten 2008-2012 is incidenteel budget beschikbaar gesteld. Ook dit jaar is dit uitvoeringsbudget monumenten niet volledig uitgegeven. Redenen zijn: • een langdurige vacature; • extra inzet vanuit de sectie monumenten binnen diverse projecten. In 2012 wordt een inhaalslag gemaakt. Het budget moet daarom beschikbaar blijven voor uitvoering van het uitvoeringsprogramma monumenten. Voorgesteld wordt een bedrag van € 50.000 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken.
242
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
Op 1 oktober 2010 is officieel begonnen met de uitvoering van het projectplan dat op 29 juni 2010 door het college is vastgesteld. Voorgesteld wordt om € 366.250 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken t.b.v. de verdere uitvoering van reeds gestarte activiteiten, namelijk: • herbestemming waterpompstation tot bedrijfsverzamelgebouw (contract is opgesteld); • verbouwingssubsidie voor ondernemer met ook als doel om leegstand tegen te gaan (de regeling is van kracht; 5 subsidies zijn vastgesteld); • de uitvoering van een op maat gemaakte opleiding voor ondernemers in samenwerking met life college (kandidaten zijn geworven); • vervolg van het zichtbaar maken van zzp ‘ers in oost, hen faciliteren, tevens tegengaan van leegstand. Daarnaast wordt voorgesteld om het restant werkbudget Europa ad € 15.493 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken om de reeds geplande activiteiten in 2012 uit te voeren.
513
5
In het kader van de BDU Stadseconomie is er voor de vermindering criminaliteit bedrijventerreinen een budget toegekend ad € 62.000. In 2011 zijn er geen kosten gemaakt doordat dit project enige vertraging heeft opgelopen. Voorgesteld wordt een budget van € 60.782 te betrekken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
60
5
164
5
-1.130
4
16
5
88
5
LASTEN (vervolg) Product Economische Zaken
Dit betreft ISV-3 budget. Voorgesteld wordt de niet bestede bedragen voor 2011 als budgetoverheveling voor 2012 aan te merken. Een deel van dit bedrag is bestemd om de asbest te saneren van het waterpompstation Rotterdamsedijk. Dit pand wordt in het kader van het project Wijkeconomie Oost herbestemd tot bedrijfsverzamelgebouw. Product Grondzaken De bouwgrondexploitaties worden in het boekjaar afgesloten met een nadelig resultaat van € 1,1 miljoen. Dit resultaat wordt met name veroorzaakt door een extra dotatie aan de voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitaties van € 1 miljoen. Daarnaast was er in het boekjaar sprake van een extra negatief resultaat van € 0,2 miljoen op de afgesloten grondexploitaties. Tot slot was er sprake van een lagere onttrekking reserve vastgoed binnenstad zijnde een voordeel ad € 0,1 miljoen. Product Geo informatie Van het voordelige saldo € 53.281 wordt € 31.000 betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. ten behoeve van nog uit te voeren werkzaamheden voor de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) Overige verschillen programma Stadseconomie: Totaal saldo programma Stadseconomie:
1.782
ProgrammaREKENing
243
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
1.131
1
De kosten met betrekking tot rampenbestrijding en crisismanagement hangen nauw samen met het aantal incidenten, dat zich in een bepaald jaar voordoet. Als gevolg van relatief weinig incidenten in 2011 is er sprake van een budgetonderschrijding (voordeel).
89
2
Het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark is in 2011 nog niet ten uitvoer gebracht omdat er nog geen (noodzakelijk) positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek lag. De burgemeester heeft de gemeenteraad van Schiedam te kennen gegeven voornemens te zijn te besluiten om (vast)cameratoezicht toe te gaan passen op het bedrijventerrein Kethel en in het Prinses Beatrixpark. De gemeenteraad is hierover geconsulteerd. Dit voornemen is tevens voorgelegd aan de lokale driehoek, die akkoord is gegaan. In oktober 2011 is de aanvraag voorgelegd aan de adviescommissie cameratoezicht, die de (regionale) beheersdriehoek adviseert. De aanvraag is nog in behandeling. Eerst na een positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek zal het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark in 2012 gerealiseerd gaan worden.
200
5
Er is € 50.000 niet besteed i.v.m. geen uitkijkkosten en onderhoud camera’s i.h.k.v. het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark. Het project Cameratoezicht Kethel / Prinses Beatrixpark is in 2011 nog niet ten uitvoer gebracht omdat er nog geen (noodzakelijk) positief besluit van de (regionale) beheersdriehoek lag. Daarnaast is er een bedrag van € 26.000 niet uitgegeven voor het interventieteam voor de controle van 100 panden extra niet uitgegeven. Ook is er € 26.000 minder uitgegeven bij de aanpak van illegale hennepteelt als gevolg van een lager aantal bestuursrechtelijke ontmantelingen dan geraamd.
103
5
-4
5
Programma 5 Veiligheid LASTEN Product Openbare orde en veiligheid Het saldo bestaat uit: • € 970.000 voordelig) i.v.m. herbestemming van niet-bestede middelen van de Brede Doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (BDU SIV) voor gemeentelijke salariskosten van de Licht Blauwe Brigade conform het B en W- besluit van 06-12-2011, nr. 9 (Herbestemming middelen BDU SIV 2011) • € 89.100 voordelig i.v.m. het niet realiseren in 2011 van aanvullende primaire bluswatervoorzieningen (bijplaatsing van vier brandkranen in Kethel-Oost (€ 39.600) en vijf brandkranen in Svea-borgen (€ 49.500).Plaatsing zal plaatsvinden in 2012. • € 45.900 voordelig i.v.m. lagere kosten ter zake van uitbestede werkzaamheden, zoals inzet van straatcoaches, burgerparticipatie d.m.v. buurtpreventieteams, bestrijding jeugdoverlast e.d.
Overige verschillen programma Veiligheid: Totaal saldo programma Veiligheid:
1.519 Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
317
1
-335
5
Programma 6 Woonmilieu BATEN Product Bouw- en woningtoezicht In het tweede halfjaar van 2011 zijn de inkomsten bouwleges door 3 grote projecten fors gestegen. Over het algemeen is sprake van slechtere economische omstandigheden en is er minder bedrijvigheid in de bouwsector. waardoor de opbrengsten leges in 2011 behoudend zijn begroot. Product Wet Bodembescherming De overschrijding op het onderdeel Bodembescherming wordt veroorzaakt doordat € 357.270 begroot is onder Het meerjarig budget Wet Bodembescherming. Echter deze post staat als vooruitontvangen inkomst op de balans van de gemeente t.b.v. toekomstige bodemsaneringen c.q. onderzoeken. Hierop zijn de gemaakte kosten in 2011 in het kader van de Wet Bodem bescherming in mindering gebracht.
244
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
350
5
-355
5
€ 52.051 voordelig, project (openbaar groen extra inzet) is aanzienlijk vertraagd door lange voorbereiding. Uitvoering vindt plaats in 2012. De middelen zijn beschikbaar in de voorziening MBOP.
52
5
€ 70.190 voordelig, betreft bijdrage van firma Nolet t.b.v. onderhoud Volkspark. Dit project wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
70
5
In 2011 zijn diverse ISV- projecten natuur en groen beheer niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
714
5
1.372
5
160
1
59
1
Betreft baten van het Hoogheemraadschap van Delfland inzake door de gemeente Schiedam gemaakte exploitatiekosten in 2010 o.a. voor het gemaal Bijdorp en de aanleg van IBA’s (Individuele Behandeling Afvalwater) in buitengebieden.
148
5
Betreft baten van het Hoogheemraadschap van Delfland inzake door de gemeente Schiedam gemaakte exploitatiekosten in 2011 o.a. voor het gemaal Bijdorp. Deze baten worden gestort in de reserve Riolering op basis van werkelijke inkomsten, derhalve geen invloed op het resultaat.
140
5
-233
5
LASTEN (vervolg) Product Natuur- en groenbeheer Betreft niet uitgegeven ISV- project westzone Beatrixpark. Dit project wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012. Het tekort bestaat: € 155.329 nadelig, betreft gemaakte schades 2011. Dit zijn onvoorziene lasten welke begroot zijn als P.M. post. Onderverdeeld in: €.103.700 Kosten Iepenziekte, € 26.632 Ziekten en plagen Luisbestrijding € 24.997 Bestrijding Berenklauw. Daarnaast is € 208.605 meer doorbelast van de kostenplaats afdeling Beheer Openbare Ruimte.
Product Milieu Aangezien de door het Rijk beschikbaar gestelde ISV-gelden vanaf 2010 niet meer als specifieke uitkering worden beschouwd, maar als decentralisatie-uitkering onderdeel uitmaken van de algemene uitkering kunnen de resterende budgetten niet meer als vooruitontvangen inkomst op de balans worden verantwoord. Voor de jaarcijfers betekent dit dat alle resterende ISV-budgetten als budgetoverheveling moeten worden aangemerkt. (Bodemsanering(€ 1,290) en Actieplan Luchtkwaliteit(€ 82)). Product Afvalbeheer Lagere lasten afvalinzameling. Product Afvalstoffenheffing Baten: Er is voor € 35.000 aan opbrengst over 2009 en 2010 ontvangen. Verder is het bedrag aan verminderingen gedaald doordat met ingang van 2011 voor de tarieftoepassing (één- of meerpersoonshuishouden) wordt uitgegaan van de situatie op 1 januari. Product Riolering
Betreft een bijdrage aan het Hoogheemraadschap van Delfland inzake het afvalwaterakkoord OAS (Optimalisatie Afvalwatersysteem) De Groote Lucht. Deze lasten worden onttrokken aan de reserve Riolering op basis van werkelijke uitgaven, derhalve geen invloed op het resultaat. Betreft isv waterproject budgetoverheveling naar 2012. Project loopt over meerdere jaren.
150
Product Bouw- en woningtoezicht Doordat er minder uitvoeringen van werken van gemeentewege plaats vinden en er meer gewerkt wordt met het instrument dwangsom zijn de doorberekende kosten in 2011 lager.
-52
5
In de lasten is een ontvangst verwerkt van € 110.000. Deze was begrotingstechnisch opgenomen als baat. Een bedrag van € 110.000 inzake koppelen van pakketten WABO en digitaliseren van bouwtekeningen wordt betrokken bij de budgetoverheveling 2011-2012.
144
5
In 2011 zijn diverse ISV- projecten bouw en woningtoezicht niet geheel uitgevoerd of afgerond. Deze zijn in de ISV monitor opgenomen en worden bij de budgetoverheveling 2011-2012 betrokken.
619
5
ProgrammaREKENing
245
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
De investeringen door particulieren komen trager op gang dan destijds geprognosticeerd. De derde fase met een aanpak van 2000 eenheden is eind 2008 van start gegaan. Daarnaast is de aanpak van funderingsproblemen een zeer weerbarstig proces dat maar zeer traag op gang komt. Al met al worden de kosten naar achteren verschoven.
853
5
Het project Werk aan de Winkel is een belangrijk onderdeel van de totaalaanpak van de binnenstad. Middels subsidies kunnen eigenaren het achterstallig onderhoud aan panden aanpakken en gevels en winkelpuien opknappen op een wijze die recht doet aan het historische karakter van de binnenstad. De projekt- en proceskosten “werk a/d winkel” worden gefinancierd uit de reserve vastgoed Binnenstad. Voor een periode van 4 jaar (2008-2011) is via de reserve vastgoed Binnenstad € 1 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is er in het kader van herbestemming van middelen € 0,8 miljoen voor dit project vrijgemaakt. In de derde financiële rapportage is de onttrekking aan de reserve bepaald.
331
5
302
5
-575
5
139
5
91
5
59
5
109
5
LASTEN (vervolg) Product Stadsvernieuwing
Product Volkshuisvesting Gezien de grote maatschappelijke belangen in Groenoord worden 23 appartementen in Midden A voor de duur van 10 geëxploiteerd als sociaal bereikbare huur in plaats van dure appartementen (Menuet 2) Na deze 10 jaar zet Woonplus de woningen als dure huurappartementen weer in de markt. Ter compensatie van het ontstaan van de onrendabele top in deze 10 jaar heeft de gemeente een eenmalige bijdrage van € 360.000 gearrangeerd richting Woonplus. Op de leningen verstrekt aan Woonplus heeft in 2009 en 2010 een aflossing plaats gevonden van respectievelijk € 7,8 miljoen en € 0,5 miljoen. Derhalve is er ultimo 2011 een lagere rente inkomst te constateren. Product Wet Bodembescherming De onderschrijding op het onderdeel Bodembescherming wordt veroorzaakt doordat € 114.055 verantwoord is onder Het meerjarig budget Wet Bodembescherming. Hiervoor was € 357.270 voor begroot. Het verschil, € 243.215, staat als vooruitontvangen inkomst op de balans van de gemeente t.b.v. toekomstige bodemsaneringen c.q. onderzoeken. Daarnaast is nog een onderschrijding ad € 74.000 te constateren op het reguliere budget bodem door vertraagde uitvoering. Hiertegenover staat nog een overschrijding ad € 178.000 op de apparaatskosten welke door een onttrekking aan de bestemmingsreserve DU Bodemsanering wordt gecompenseerd Product Milieu beheer Voor de uitvoering van gemeentelijk klimaatbeleid doet Schiedam een beroep op de decentrale uitkering Stimulering Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). Volgens deze regeling heeft de gemeente recht op max. € 180.000 voor de jaren 2009-2011. Aangezien het budget nog niet in zijn geheel is besteed wordt voorgesteld om € 65.364 van het voordeel ad € 91.856 bij de budgetoverheveling 2011-2012 te betrekken. Product Milieubeleid In het kader van de extra inzet 2011 is er voor de uitvoering van het Actieplan Luchtkwaliteit een prioriteit ingediend en gehonoreerd. Er is voor de komende 4 jaar (€ 50.000 per jaar) € 200.000 in de meerjarenbegroting 2011-2014 gereserveerd ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen als genoemd in het actieplan. In 2011 is hier € 41.000 van besteed. De resterende onderschrijding wordt veroorzaakt door de vertraging in de uitvoering van het milieubeleidsplan. Overige verschillen programma Woonmilieu: Totaal saldo programma Woonmilieu
246
4.629
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
2.232
5
Lager dividend nv Eneco: € 20.931, hogere kapitaallasten € 20,000 en hoger dividend bv GBE (Evides) € 235.934
195
5
Hogere baten bespaarde rente op reserves en voorzieningen.
714
5
92
5
405
5
Programma 7 Financien BATEN Product Algemene Uitkering Naar aanleiding van de decembercirculaire 2011 zijn over het uitkeringsjaar 2011 diverse nabetalingen ontvangen. Het betreft: • Herstel van voor de gemeenten ontstane nadelen bij de vertaling van de Gemeentefondsbegroting naar de circulaires € 241.885; • Bijstelling van uitgavenmaatstaven welke beïnvloed zijn door de economische ontwikkelingen zoals het aantal bijstandsontvangers, lage inkomens, uitkeringsontvangers € 721.723; • Overige posten € 97.882. Naast bovenstaande nabetalingen inzake 2011 zijn nabetalingen ontvangen inzake de uitkeringsjaren 2009 € 260.635 en 2010 € 910.640. Product Beleggingen
Product onvoorziene uitgaven Heffing en invordering: de afwijking op de raming heeft te maken met de kosten van aanmanen en dwanginvordering die op de veroorzakers verhaald worden. Een exacte raming voor deze post is niet te maken, omdat op voorhand niet bekend is hoeveel aanmaningen en dwangbevelen in enig jaar de deur uit zullen gaan. Het betreft grotendeels de BCF 2010 en een slotuitkering van Midgard beheer. LASTEN Product Algemene Uitkering Product onvoorziene uitgaven Van de post onvoorziene uitgaven (primair begroot: € 900) hoefde € 360 niet te worden uitgegeven. De dotatie aan de voorziening overname WOG projecten was niet geraamd: Op 22 december is besloten de WOG op te heffen. Als gevolg hiervan is de voorziening gevormd voor het overnemen van projecten. De geraamde kapitaallasten op deze post zijn elders verwerkt in de rekening (programma 2): De dotatie aan de voorziening pensioenverplichting wethouders (gebaseerd op een herberkening van een actuaris per 31 december 2011) is lager:
360
5
-1.900
5
1.500
6
95
5
De administratieve verwerking van de dubbele betaling aan Bokx
-210
5
De dotatie aan de voorziening Dubieuze debiteuren is niet geraamd:
-457
5
-206
5
Op deze post worden de decentralisatie-uitkeringen van de algemene uitkering gemeentefonds geraamd, voor zover deze nog niet beschikbaar zijn gesteld voor concrete activiteiten.
261
5
Binnen de stelpost Gemeente Nieuwe Stijl (GNS) is een budget gereserveerd Voor frictie- en onderzoekskosten van € 750.000. In 2011 is € 75.000 uitgetrokken als bijdrage aan het onderzoek naar de regionalisering van de sociale dienst. In totaal is ruim € 322.000 besteed.
427
5
Voor de werkzaamheden bekabeling begane grond en aanpassingen stadskantoor is budgetoverheveling aangevraagd voor de niet uitgevoerd werkzaamheden; Het restant is een overschrijding op de kostenplaatsen door o.a. duurdere inhuur t.o.v. eigen salarislasten; hogere reis en verblijfskosten eigen personeel en lagere doorbelaste kapitaallasten.
-635
5
-182
5
Product saldo financieringsfunctie In de primitieve begroting is ruim € 1,7 mln. geraamd als dekking in de begroting (realistisch ramen van investeringen en het budget CWP). In de loop van 2011 is hiervoor ruim € 1,5 mln. geconcretiseerd.
Overige verschillen programma Financiën: Totaal saldo programma Financien
2.691
ProgrammaREKENing
247
Bedrag x € 1.000
Reden van afwijking
289
5
Programma 8 Wijkontwikkeling LASTEN Product wijkontwikkeling Alle vouchers zijn bestemd en verplicht. De betalingen en uitvoeringen van de vouchers lopen uiteraard nog door in 2012. Daarom is dit budget gedeeltelijk voor budgetoverheveling aangedragen in deze jaarrekening. Daarnaast wordt een bedrag aan de reserve vouchers Nieuwland toegevoegd conform Finrap 3.
248
De overschrijding wordt veroorzaakt door het niet begroten van overige uitgaven, maar wel van subsidie.
200
5
Overige verschillen programma Wijkontwikkeling:
131
5
Totaal saldo programma Wijkontwikkeling:
620
Vermogensvergelijking Resultaat rekening 2011 voor en na bestemming Artikel 17 van het BBV schrijft voor dat in het jaarverslag een resultaat voor bestemming en een resultaat na bestemming moet worden weergegeven. Het resultaat voor bestemming wordt gedefinieerd als de uitkomst van het rekeningsaldo exclusief de stortingen en onttrekkingen aan de reserves. Vervolgens dient de raad aan te geven welke bedragen aan reserves worden onttrokken of toegevoegd. Het resultaat na bestemming wordt gedefinieerd als de uitkomst van het resultaat voor bestemming met daarbij opgeteld het saldo van stortingen en onttrekkingen aan de reserves. Het resultaat na bestemming is gelijk aan de rekeninguitkomst. (Bedragen x € 1.000) Saldo 31.12.2010* Resultaat voor bestemming
Eigen vermogen 84.686
-29.631
Resultaat na bestemming
Daadwerkelijke vermogen Verschil
Algemene reserves
Bestemmingsreserves
23.991
60.695
-12.643
-16.987
Resultaat na bestemming
-23.910
Resultaatbestemming Mutatie bestemmingsreserve BGS
Bestemming resultaat
5.720
5.720
-152
-152
60.624
11.348
43.557
5.720
60.624
11.348
43.557
5.720
0
0
0
0
* inclusief rekeningsaldo 2010
WOPT Op basis van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens dient gerapporteerd over de inkomens boven de norm van € 193.000 (WOPT-norm 2011). Bij de gemeente zijn geen salarisssen uitgekeerd die hoger zijn dan de norm.
ProgrammaREKENing
249
Mutaties onvoorzien Jaarlijks wordt in de begroting een bedrag voor onvoorzien geraamd. Voor het jaar 2011 is een bedrag van € 0,9 miljoen geraamd voor onvoorzien. Hiervan is circa € 0,5 miljoen afgeraamd (d.w.z. gebruikt als dekking voor een functioneel verantwoorde last), zoals in onderstaand overzicht is weergegeven. Omschrijving (bedragen x € 1.000)
Raadsbesluit
Mutatie
Geraamd 2011 (primaire begroting)
Saldo 900
Programma Bestuur en Dienstverlening Financiële rapportage 2011 - III Onderzoekskosten Raad Financiële rapportage 2011 - III Kosten WOB-verzoeken / Integriteitsonderzoeken Kosten restitutie ID-kaart n.a.v. uitspraak Hoge Raad
VR 115/2011
-133
VR 115/2011
-150
B&W 11-10-2011
-49 -332
Programma Ruimtelijke Ontwikkeling Saneringskosten Oosterstraat, Oostsingel en Villastraat Planschadevergoeding Lange Nieuwstr. 101
VR 77/2011
-145
B&W 27-9-2011
-43 -188
Programma Stadseconomie Amendement G op begroting 2011, Proosje van Schiedam
VR 101/2010
-20 -20
Het totale saldo onvoorzien is in 2011 afgeraamd met: Saldo onvoorzien per 31 december 2011
250
-540 360
Reserves Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zijn van invloed op het resultaat na bestemming. Onderstaand volgen de reservemutaties in 2011: (Bedragen x € 1.000)
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo
Bestuur en dienstverlening Algemene reserve
0
70
-70
Dienstverlening
1.158
902
256
Totaal programma
1.158
972
186
Ruimtelijke ontwikkeling Algemene reserve
0
2.903
-2.903
2.208
1.094
1.114
Onderhoud Infrastructuur
0
4.790
-4.790
Deelnemingen
0
44
-44
Afbouw ontsluitingspad Sveaholm
0
20
-20
Omgevingswerken realisatie Sveaparken
0
120
-120
Onderhoud verkeersinstallaties
0
387
-387
Extra inzet begroting 2009
0
180
-180
Restzettingen SVEA-parken
0
76
-76
Parkeren
ISV-3
474
0
474
2.682
9.615
-6.932
Algemene reserve
0
1.072
-1.072
Afschrijvingen
0
127
-127
Totaal programma Sociale Infrastructuur
Onderwijs
101
1.180
-1.079
Wet maatschappelijke ondersteuning
574
3.203
-2.629
Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel JGZ
12
0
12
Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel Wmo
295
0
295
0
60
-60
Bijzondere bijstand Verhuizing/huisvesting Filmhuis
0
36
-36
982
5.679
-4.698
Algemene reserve
0
1.018
-1.018
Afschrijvingen
0
198
-198
Totaal programma Stadseconomie
Instandhouding Schiedams erfgoed
1
0
1
Compensatie vm erfpachtinkomsten
69
0
69
368
0
368
46
46
0
Groot onderhoud gem onroerend goed
0
531
-531
Deelnemingen
0
1.770
-1.770
Vastgoedbeheer binnenstad
0
981
-981
Grondfonds Aankoop cultuur en historie
Extra inzet begroting 2009 Totaal programma
0
130
-130
483
4.675
-4.192
ProgrammaREKENing
251
Toevoegingen
Onttrekkingen
Saldo
Algemene reserve
0
210
-210
Parkeren
0
837
-837
Extra inzet begroting 2009
0
80
-80
Totaal programma
0
1.127
-1.127
Algemene reserve
0
5.064
-5.064
Herstel openbare infrastructuur
0
264
-264
Vastgoedbeheer binnenstad
0
841
-841
6.655
5.533
1.122
(Bedragen x € 1.000) (vervolg) Veiligheid
Woonmilieu
Riolering Mjp bodemsanering
20
0
20
DU bodemsanering
391
178
213
ISV-3 bodemsanering
216
0
216
7.282
11.879
-4.597
Algemene reserve
5.044
4.811
233
Afschrijvingen
1.172
143
1.029
BWS soc. huurwoningen c.a.
0
400
-400
Renteschommelfonds
0
461
-461
Functieveranderingsgelden Vinex
0
2.591
-2.591
Grondfonds
0
258
-258
Herstel openbare infrastructuur
0
364
-364
Wet maatschappelijke ondersteuning
0
41
-41
Waterfront
0
64
-64
Totaal programma Financiën
Vastgoedbeheer binnenstad
1.950
0
1.950
Extra inzet begroting 2009
0
340
-340
Rechtmatigheid
0
76
-76
Personeelsvoorziening
0
32
-32
Volkshuisvestingsfonds
0
625
-625
Dekking meerjarentekort 2011-2014
0
6.121
-6.121
8.166
16.328
-8.161
Totaal programma Wijkontwikkeling Algemene reserve WAP Nieuwland Wijkbudgetten bewonersinitiatieven WAP Oost Vouchers Nieuwland Wijkbudget IOBS Totaal programma TOTAAL
252
0
2.540
-2.540
1.968
507
1.461
522
60
462
98
0
98
326
0
326
86
2
84
2.999
3.109
-110
23.752
53.382
-29.631
Voorzieningen In tegenstelling tot reserves, wordt een storting in een voorziening aangemerkt als een last vanuit de exploitatie en is mede bepalend voor het resultaat voor bestemming. De uitgaven die ten laste van een voorziening worden gebracht zijn daarmee geen exploitatielast omdat deze last reeds is genomen bij de vorming van de voorziening. Toevoegingen
Vrijval
Saldo
Groot onderhoud
4.318
0
4.318
Totaal programma
4.318
0
4.318
Bedragen x € 1.000 Ruimtelijke ontwikkeling
Sociale Infrastructuur 40% van vorderingen cliënten
72
0
72
Totaal programma
72
0
72
Dekking tekorten bouwgrondexploitatie
4.909
0
4.909
Makkerstraat
1.770
0
1.770
Stadseconomie
Omslagbijdrage regio
379
804
-425
7.058
804
6.254
Groot onderhoud
898
0
898
Totaal programma
898
0
898
457
0
457
Totaal programma Woonmilieu
Financiën Dubieuze debiteuren Pensioenverplichting wethouders Overname WOG-projecten BCF
413
0
413
1.900
0
1.900
240
0
240
3.010
0
3.010
Voorziening wijkbudgetten
21
477
-456
Totaal programma
21
477
-456
15.377
1.281
14.096
Totaal programma Wijkontwikkeling
TOTAAL
ProgrammaREKENing
253
254
Jaarrekening IV Balans en toelichting
Balans en grondslagen Toelichting op de balans Staat van reserves en voorzieningen Toelichting bij de staat van reserves en voorzieningen Borg- en garantstellingen Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties
ProgrammaREKENing
255
Geconsolideerde balans ACTIVA (bedragen x € 1.000) VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa • Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen • Kosten van onderzoek en ontwikkeling Materiële vaste activa • Investeringen economisch nut • gronden uitgegeven in erfpacht • overige investeringen econ.nut • Investeringen openbare ruimte met een maatschappelijk nut Financiële vaste activa • Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen • gemeensch.regelingen • overige verbonden partijen • Leningen aan: • woningbouwcorporaties • deelnemingen • overige verbonden partijen • Overige langlopende leningen u/g • Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd > 1 jaar • Bijdragen aan activa in eigendom van derden Totaal vaste activa
37
49 49
473.388 288.461 149.843 35.084
463.891 289.216 145.006 29.669
73.324
72.083
18.238 -
18.287 -
31.937 17.382 5.604 163
32.541 15.742 5.334 179
5.197 10.363 802 40
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar • Vorderingen op openbare lichamen • Verstrekte kasgeldleningen • rc verhoudingen niet-fin.instell. • Overige vorderingen • Overige uitzettingen
12.927 18.775 -
Overlopende activa
Ultimo 2010
37
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden • Grond- en hulpstoffen • niet in exploitatie genomen bouwgronden • overige grond en hulpstoffen • Onderhanden werk, waaronder gronden in exploitatie • Gereed product en handelsgoederen • Overigen
Liquide middelen • Kassaldi • Bank- en girosaldi • Deposito’s
256
Ultimo 2011
546.749
536.022
16.402
15.010 3.383 10.808 802 17
31.702
28.143 13.493 14.650 -
504 23 481 -
421 19 403 -
1.901
5.414
Totaal vlottende activa
50.509
48.989
TOTAAL-GENERAAL
597.258
585.011
PASSIVA (bedragen x € 1.000) VASTE PASSIVA Eigen vermogen • Algemene reserve • Bestemmingsreserve • Resultaat na bestemming
11.348 43.556 5.720
Voorzieningen • Voorziening voor verplichtingen, verliezen en risico’s • Door derden beklemde middelen met specifieke aanwendingsrichting • Arbeidsgerelateerde kosten
15.473 6.958 3.404
Vaste schulden met een rentetypische looptijd >1 jaar • Obligatieleningen • Onderhandse leningen van: • binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinst. • binnenlandse banken en overige financiële instellingen • binnenlandse bedrijven • overige binnenlandse sectoren • binnenlandse instellingen fondsen, banken, bedrijven e.d. • Door derden belegde gelden • Waarborgsommen
Ultimo 2011
Ultimo 2010 60.624
84.686 10.602 60.695 13.389
25.835
18.386 7.614 7.500 3.272
257.374
211.696
-
-
0 257.315 53 6
681 210.875 54 86
Totaal vaste passiva
343.354
314.769
VLOTTENDE PASSIVA Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar • Kasgeldleningen • Bank- en girosaldi • Overige schulden
Overlopende passiva • Van overheidslichamen ontvangen met een specifiek bestedingsdoel • Overige overlopende passiva • Vooruitontv. erfpachtsommen Totaal vlottende passiva
38.839 10.000 14.765 14.074
50.650 35.000 3.852 11.798
214.585 6.236 16.229 192.121
219.592 6.805 17.290 195.497
253.424
270.242
TOTAAL-GENERAAL
597.258
585.011
Niet uit balans blijkende verplichtingen 1. Gewaarborgde geldleningen 2. Belastingaanslag 2007 (zie toelichting op de balans) 3. Mogelijke claim kinderdagverblijft Kidslounge
446.586 1.750 130
411.865 0 0
ProgrammaREKENing
257
Toelichting op de geconsolideerde balans De geconsolideerde balans omvat de afzonderlijke administraties van: • Gemeente Schiedam • Berkenrode Groep Schiedam De bedragen in de toelichting op de geconsolideerde balans zijn afgerond op € 1.000. 1. Waarderingsgrondslagen ACTIVA Vaste activa Voorzover niet anders vermeld, zijn de activa gewaardeerd op nominale waarde, respectievelijk tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en overige kosten (onder andere toegerekende uren van het ingenieursbureau), welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs verminderd met de afschrijvingen. De gehanteerde afschrijvingssystematiek wordt toegelicht in het hoofdstuk “Grondslagen voor resultaatbepaling”. Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingof vervaardigingprijs verminderd met afschrijvingen en bijdragen van derden (voorzover er een directe relatie bestaat met het actief) en beschikkingen over reserves (voorzover het investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreft). Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt, dat deze zijn gewaardeerd op aanschafwaarde. Er vindt geen herwaardering plaats. Indien erfpacht wordt afgekocht, wordt de opbrengst hiervan in mindering gebracht op de aanschafwaarde.
258
De investeringen in activa in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut zijn geactiveerd en afgeschreven op basis van het gestelde in de Nota Investeren, waarderen en afschrijven dan wel op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. Als hoofdlijn wordt daarbij – op grond van artikel 64 lid 4 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) – de volgende gedragslijn gehanteerd: • Op materiële vaste activa met een maatschappelijk nut wordt stelselmatig afgeschreven op basis van levensduur. • Op materiële vaste active met een maatschappelijk nut mag daarenboven resultaatafhankelijk extra worden afgeschreven. Financiële vaste activa Onder financiële vaste activa worden niet alleen verstaan de aandelen welke de gemeente Schiedam in haar bezit heeft uit hoofde van kapitaalverstrekking, maar ook leningen, vorderingen en bijdragen in activa in eigendom van derden. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Kapitaalverstrekkingen, leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen (deelnemingen) worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs, respectievelijk nominale waarde, onder aftrek van eventuele aflossingen en zonodig onder aftrek van een voorziening voor oninbare bedragen. De bijdragen in activa in eigendom van derden worden gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met afschrijvingen.
Vlottende activa Voorraden De bouwgronden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs, vermeerderd met bijkomende kosten (onder andere bouwrijp maken) en rente over de geïnvesteerde bedragen, verminderd met opbrengsten en bijdragen van derden. Overige voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs dan wel lagere marktwaarde. Vorderingen Voorzieningen wegens oninbaarheid worden op de nominale waarde van de vorderingen in mindering gebracht. PASSIVA Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de programmarekening. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd ter afdekking van: Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten. Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten. Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Verkregen middelen die door derden beschikbaar zijn gesteld aan de gemeente, en dienen te worden besteed aan specifieke doelen. De van de EU, Rijk en provincie ontvangen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel worden verantwoord als vooruitontvangen middelen (vlottende passiva). In de toelichting op de balans is onder de vlottende passiva, op basis van artikel 52a BBV, een overzicht opgenomen waarin het verloop van deze uitkeringen is weergegeven.
Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ één jaar De vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met aflossingen. Aangegane verplichtingen en restant budgetten in het kader van het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) worden op nominale waarde gewaardeerd. Vlottende passiva De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. De van de EU, Rijk en provincie ontvangen uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel worden verantwoord als vooruitontvangen middelen (vlottende passiva). In de toelichting op de balans is onder de vlottende passiva, op basis van artikel 52a BBV, een overzicht opgenomen waarin het verloop van deze uitkeringen is weergegeven. Resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen voor waardering en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. Materiële vaste activa De afschrijvingen op materiële vaste activa geschieden lineair op basis van de verwachte levensduur. De afschrijvingsperiode vangt aan op 1 januari volgend op het jaar van ingebruikname. De volgende afschrijvingstermijnen worden gehanteerd conform de richtlijnen vastgelegd in de nota Investeren, waarderen en afschrijven in de openbare raadsvergadering van 17 februari 2011.
ProgrammaREKENing
259
Omschrijving
Afschrijvingstermijn
IVA Kosten van agio de disagio
4
Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen
niet activeren
Kosten van onderzoek en ontwikkeling
4
MVA Begraafplaatsen: aanleg en uitbreiding
40
Bodemsanering
20
Grond in erfpacht
75
Gronden en terreinen Grondkosten
75
Woonwagenlocaties: aanleg
20
Woonruimten: aankoop, renovatie en restauratie
25
Woonruimten: nieuwbouw
40
Woonruimten: tijdelijk/nood
Afschrijvingstermijn
Gravellagen e.d.
10
Groenvoorzieningen en speelplaatsen: aanleg
20
Groenvoorzieningen en speelplaatsen: ophogen Groenvoorzieningen en speelplaatsen: verbetering/herstel
5 5/10
Havens, haventerreinen en kades
25
Kademuren (incl. vernieuwing)
40
Kunstwerken te water (hout)
30
Kunstwerken te water (staal/beton)
40
Milieuvoorzieningen (wijkverbeteringen)
20
Oevervoorzieningen
40
Parkeerterreinen
30
Parkeerterreinen: tijdelijk
5
Parken en grote speelgelegenheden: aanleg
20
Riolering, aangelegd ten noorden van de A20
30
10
Riolering, aangelegd ten zuiden van de A20
48
Woonwagens
15
Sluis- en tunnelcomplexen
40
Bedrijfsgebouwen: nieuwbouw
40
Speelgelegenheden (kleiner): aanleg
5
30
Speelterrein onderwijs: ophogen
5
40
Speelterrein: aanleg verharding
10
Spoorwegen (banen, emplacement, kunstwerken)
50
Sportvelden: aanleg
20
Sportvelden: drainage
25
Bedrijfsgebouwen: nieuwbouw BGS Bedrijfsgebouwen: oudbouw BGS Bedrijfsgebouwen: kassen en semi permanent BGS Bedrijfsgebouwen: BGS arbeidsintegratie
10/20 3
Bedrijfsgebouwen: tijdelijk/nood
10
Sportvelden: onderbouw kunstgras
30
Bedrijfsgebouwen: semi permanent
20
Sportvelden: toplaag (kunst) gras
10
Bedrijfsgebouwen: aankoop, renovatie en restauratie
25
Sportvelden c.q. volkstuinen: verbetering
10
Bedrijfsgebouwen: veiligheidsvoorzieningen
10
Straten en pleinen: algehele reconstructie
20
Gymnastieklokalen
25
Straten en pleinen: aanleg
30
Monumenten: restauratie
25
Straten en pleinen (doorgaand): aanleg
25
Onderwijsgebouwen: nieuwbouw
40
Terreinen en wijken: op peil brengen
20
Onderwijsgebouwen: noodlokalen/noodgebouwen
10
Terreinvoorzieningen
15
Onderwijsgebouwen: renovatie
20
Terreinvoorzieningen BGS
20
Sporthallen
25
Terreinwerken (tijdelijk): aanleg
10
Verbeteringen incidenteel
10
Trambaan
30
Verbouwingen klein
10
Tunnels: aanleg
40
Welzijnsaccommodaties
40
Viaducten: aanleg
40
Zwembaden: aanleg
25
Volkstuinen: aanleg
20
Zwembaden: renovatie
25
Bruggen
40
Bruggen: herstel
20
Busbanen
20
Fietspaden: aanleg
20
Grasmatten: herstel e.d.
260
niet afschrijven
Omschrijving
5
Aanhangwagens
5
Auto
5
Automateriaal zwaar
10
Motorvoertuigen licht
5
Schuiten Transportmiddelen BGS
5 4/5/10
Omschrijving
Afschrijvingstermijn
Transportmiddelen zwaar
5
Brandbeveiliging onderwijs
5
Centrale verwarming: aanleg en vernieuwing
15
Communicatieapparatuur
10
Hardware (o.a. p.c.'s, servers en netwerkhardware) Installaties BGS Installaties BGS arbeidsintegratie
5 10/20 3
Installaties: duurzame inrichting
20
Installaties (technisch) in bedrijfsgebouwen
15
Machines, motoren
10
Machines BGS
3/4/5/7
Machines DSR
15
Parkeermeters
10
Telefooninstallaties
5
Verkeersregelinstallaties
10
Abri's
10
Bebording
10
Bekabeling t.b.v. data of communicatie
10
Containers Inventarissen BGS Inventarissen BGS arbeidsintegratie
10 4/5/7/10 3
Kantoorinrichting, inventaris, meubilair
10
Leermiddelen
10
Museumverzameling (voor zover bestemd voor verkoop)
75
Muziekinstrumenten
10
Olieopslagtanks
10
Onderwijs: leermiddelen Onderwijs: inrichting Radio- en tv-toestellen
Verder zijn onderstaande specifieke regels van toepassing, conform de financiële verordening: Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Extra afschrijving is toegestaan op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Ten aanzien van afwijkingen op de hierboven genoemde afschrijftermijnen geldt daarnaast dat het college deze afwijkingen vaststelt met inachtneming van: a. het Besluit Begroting & Verantwoording; b. relevante beantwoording op vragen aan de commissie BBV; c. vorenstaande afschrijftermijnen; d. reeds vastgestelde afwijkende afschrijftermijnen. Riolering Voor rioleringswerken een afschrijvingstermijn van 30 jaar ten Noorden van de A20 en 48 jaar ten zuiden van de A20. Immateriële vaste activa Immateriële vaste activa worden als volgt afgeschreven: Kosten sluiten geldleningen: deze worden afgeschreven binnen een periode van maximaal de resterende looptijd van de betreffende leningen. Overige immateriële vaste activa: deze volgen de afschrijvingsduur van de respectievelijke materiële vaste activa waarvoor het onderzoek is uitgevoerd.
3 20 5
FVA Bijdrage aan activa in eigendom van derden
afhankelijk van type activum
Geldleningen aan woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden partijen
looptijd lening
Geldleningen: overig langlopend
looptijd lening
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden partijen
-
Uitzettingen (overig) met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
looptijd lening
ProgrammaREKENing
261
2. Toelichting per balanspost ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriele vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief (BGS)
37
49
Totaal
37
49
Verloop van de boekwaarde van de immateriële vaste activa: Boekwaarde 31.12.2010 Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een nieuwbouw huisvesting
49
Totaal
49
Investeringen
Desinvestering
Afschrijvingen
Bijdragen van derden
12 0
0
Boekwaarde 31.12.2011 37
12
0
37
Materiële vaste activa De materiele vaste activa bestaat uit de volgende onderdelen: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
In erfpacht uitgegeven gronden
288.461
289.216
Overige investeringen met een economisch nut
149.843
145.006*
35.084
29.669**
473.388
463.890
Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
7.706
8.152
122
72
100.108
98.414
29.965
28.527
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal
* De overige investeringen met een economisch nut zijn als volgt onderverdeeld: Gronden en terreinen Woonruimten Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoermiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
262
118
145
7.743
5.772
4.080
3.925
149.842
145.006
Verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een economisch nut: Boekwaarde 31.12.2010
Investeringen
8.152
38
72
53
0
4
Bedrijfsgebouwen
98.414
5.884
0
4.136
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
28.527
2.897
0
1.458
Gronden en terreinen Woonruimten
Vervoermiddelen
Desinvestering/ correctie
Afschrijvingen
Extra afschrijvingen
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31.12.2011
466
7.706
54
100.108
17
122 29.965
145
55
59
24
118
Machines, apparaten en installaties
5.772
2.780
278
531
7.743
Overige materiële vaste activa
3.925
557
7
394
4.080
145.006
12.264
344
6.563
Totaal
0
520
149.842
Belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen:
Vaste inrichting Wennekerpand
Beschikbaar gesteld krediet
VR
Werkelijk besteed 2011
Cumulatief besteed t/m 2011
814
VR74/2009
819
819
Bouwkosten gymlokaal Sveaparken
1.035
VR25/2008
506
1.089
Nieuwbouw Schravelant
9.127
VR119/2010
336
336
288
VR119/2010
288
288
20.000
begr2006
4.088
17.651
1.196
VR96/2011
920
1.085
Vervangen opslagsystemen
600
VR14/2011
399
399
Verbouwing publieksruimten KCC (bouwtechn.)
690
VR103/2010
454
454
Verbouwing publieksruimten KCC (electr.install.)
356
VR103/2010
286
286
Verbouwing publieksruimten KCC (inbouwpakket)
578
VR103/2010
463
463
Vervanging meubilair stadskantoor
750
begr 2009
292
726
8.851
23.596
Uitbreiding Stedelijk Gymnasium Nieuwbouw Schieveste Riolering 's Gravelandsepolder Zuid fase 4 N
Totaal
35.434
** De overige investeringen met een maatschappelijk nut zijn als volgt onderverdeeld: Boekwaarde 31.12.2011 Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 31.12.2010
149
208
34.931
29.456
4
5
35.084
29.669
ProgrammaREKENing
263
Verloop van de boekwaarde van de overige investeringen met een maatschappelijk nut: Boekwaarde 31.12.2010 Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Desinvesteringen
Afschrijvingen
208
0
0
58
29.456
9.209
0
1.596
5
0
0
1
29.669
9.209
0
1.656
Overige materiële vaste activa Totaal
Investeringen
Extra afschrijvingen*
Bijdragen van derden
Boekwaarde 31.12.2011
1.500
638
34.931
149
4 1.500
638
35.084
* Bij de Berop 2011 is besloten om extra dividend ONS over 2011 in te zetten voor het afboeken van boekwaarden van activa. Zie de paragraaf Investeringsplannen.
Belangrijkste in het boekjaar gedane investeringen:
Ophogen Groenoord Midden Zweerespl. Op peil brengen Groenoord Ophogen Groenoord Andriessenlaan Stadsas uitvoering 2009 Ophogen Heijermanspl./Faassenpl.
Beschikbaar gesteld krediet
VR
Werkelijk besteed 2011
Cumulatief besteed t/m 2011
582
begr2005
418
582
1.036
VR68/2004
471
613
515
begr2006
315
522
1.000
begr2007
314
314
507
begr2011
230
322
Ophogen Verzetsheldenbuurt
1.120
begr2011
453
453
Ontsluitingsweg Schieveste - kruispunt
2.900
VR87/2009
309
309
Aanvullend krediet de Velden 2C
1.510
VR115/2011
1.356
1.356
665
begr2007
607
607
Aanvullend krediet Tramplus
1.750
begr 2009
1.318
1.724
Voorbereidingskrediet inpassing A4
2.500
VR62/2011
1.673
1.673
7.464
8.475
Aanleg fietspad Schoolstr./W. de Zwijgerln
Totaal
14.085
Financiële vaste activa De financiële activa zijn als volgt onderverdeeld: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Kapitaalverstrekkingen *
18.238
18.286
Leningen
31.937
32.541
Overige langlopende leningen
17.382
15.742
5.605
5.335
Overige uitzettingen > 1 jaar Bijdragen in activa van derden Totaal
163
179
73.325
72.084
* In de balans 2010 is de aanschaf aandelen Irado (€ 5.328) per abuis onder Overige uitzettingen >1 jaar opgenomen en een langjarige vorderingen onder uitzettingen <1 jaar. Dat is in de presentatie van de cijfers 2010 thans hersteld.
264
Verloop van de financiële activa: Boekwaarde 31.12.2010
Investeringen
desinvestering
Aflossingen
Boekwaarde 31.12.2011
Kapitaalverstrekkingen aan: • deelnemingen* **
18.286
49
18.238
Leningen aan: • woningbouwcorporaties
32.541
Overige langlopende leningen
15.742
Overige uitzettingen > 1 jaar Bijdragen in activa van derden Totaal
31.937
160
17.382
5.335
-270
5.605
179
16
163
510
73.325
72.084
1.800
604
1.800
49
* In de algemene vergadering van aandeelhouders in december 2011 zijn WOG Beheer en WOG cv ontbonden. De betreffende deelnemingen zijn beëindigd en afgewaardeerd. De daartoe eerder gevormde voorziening is tegelijkertijd afgeboekt.(Zie tevens de paragraaf verbonden partijen). Omdat de voorziening een best mogelijk schatting is, resteert een gering bedrag als desinvestering. ** In de deelnemingen is in verband met een verwacht nadeel een voorziening Toernooiveld van € 450 verdisconteerd.
Vlottende activa Voorraden De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Grond- en hulpstoffen: • niet in exploitatie genomen bouwgronden Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen Overigen Totaal
5.197
3.383
10.363
10.808
802
802
40
17
16.402
15.010
Voor een specificatie van het onderhanden werk wordt verwezen naar het overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties per 1 januari 2011 op blz 302 en 303. Voorraad gereed product en handelsgoederen betreft het TNT-gebouw aan het Bachplein welke door de WOG uiterlijk 31 december 2012 in eigendom wordt overgenomen. Uitzettingen korter dan 1 jaar De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van kleiner dan 1 jaar kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31.12.2011
Voorzieningen
Balanswaarde 31.12.2011
Balanswaarde 31.12.2010
Vorderingen op openbare lichamen
14.367
1.440
12.927
13.493
Overige vorderingen*
27.537
8.762
18.775
14.650**
Totaal
41.903
10.202
31.702
28.143
Voor de afdekking van de risico’s van uitzettingen korter dan 1 jaar zijn de volgende voorzieningen getroffen: voor claims BCF betalingen (€ 1.440), het afschrijven van dubieuze debiteuren (€ 2.423) en 40% vordering cliënten (€ 6.236). * Onder overige vorderingen is een vordering voor een Incidentele aanvullende uitkering (IAU) over de gebundelde uitkering inkomensvoorziening 2011 opgenomen. Hiervoor zal voor 15 juli 2012 een verzoek aan het ministerie te worden verzonden. Dit verzoek dient voorzien van een advies van de toetsingscommissie aan de staatssecretaris te worden aangeboden. Hiervoor is nog geen toekenning ontvangen. ** In de balans 2010 is de aanschaf aandelen Irado per abuis onder Overige uitzettingen >1 jaar opgenomen en een langjarige vorderingen onder uitzettingen <1 jaar. Dat is in de presentatie van de cijfers 2010 thans hersteld.
ProgrammaREKENing
265
Effecten Er worden geen effecten aangehouden uit beleggingsoogpunt. Liquide middelen Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Kassaldi
23
19
Banksaldi
218
169
Girosaldi
263
234
Totaal
504
421
Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
234
730
1.440
3.266
227
1.419
1.901
5.414
Overlopende activa De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden: Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen: beklemde middelen EU, Rijk en provincie Totaal
Het verloop van de vooruitontvangen bedragen; beklemde middelen EU, Rijk en provincie in 2011. Saldo 31.12.2010
Toevoeging
Participatiebudget (voorheen WWB werkdeel)*
584
-584
vooruitbetaald DRIS stadsregio
280
125
193 70
fietslessen voor (allochtone) vrouwen
Saldo 31.12.2011 0
15
212 15
vooruitbetaald B.v.Haarenlaan, stadsregio
384
-314
vooruitbetaald HHR Delfland, afkopp. Verh.opp.
156
-156
1.419
-929
Totaal
Ontvangen bedragen
0 0
263
227
* Het participatiebudget gezien het saldo in deze jaarrekening onder de overlopende passiva opgenomen.
PASSIVA Vaste passiva Eigen vermogen Het in de balans opgenomen Eigen vermogen bestaat uit de volgende posten: Algemene reserve
Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
11.348
10.602
43.556
60.695
5.720
13.389
60.624
84.685
Bestemmingsreserves: • overige bestemmingsreserves Resultaat na bestemming Totaal
266
Het verloop in 2011 wordt in onderstaand overzicht per Algemene reserve weergegeven. Saldo 31.12.2010
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig jaar
9.702
5.040
17.683
13.389
900
0
0
0
10.602
5.040
17.683
13.389
Algemene reserve Algemene reserve BGS Totaal
Saldo 31.12.2011
Vermindering ter dekking van afschrijving
10.448 900 0
11.348
Het verloop in 2011 wordt in onderstaand overzicht per Bestemmingsreserve weergegeven.
Reserve afschrijvingen Reserve instandhouding Schiedams erfgoed Reserve BWS soc. huurwoningen c.a. Reserve onderwijs (incl. cm)
Saldo 31.12.2010
Toevoeging
6.182
1.172
1
1
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig jaar
Vermindering ter dekking van afschrijving
Saldo 31.12.2011
468
6.886 2
400
0
400
-
5.071
101
1.180
3.991
2.208
1.931
Reserve beeldende kunst
194
Reserve parkeren
235
194
Reserve renteschommelfonds
1.030
Reserve schuldvrij maken erfpachtgronden
1.603
1.603
43
43
Reserve culturele activiteiten Reserve evenementengarantiefonds Reserve fractieondersteuning
6
6 30
2.591
Reserve milieubeheer erfpachtgronden
1.250
Reserve grondfonds Reserve aankoop cultuur en historie
569
30
Reserve functieveranderingsgelden VINEX Reserve compensatie vm erfpachtinkomsten
461
512
0
2.591
1.250
0
69
229
368
0
46
69 258
339
46
-
Reserve herstel openbare infrastructuur
5.418
5.418
-
Reserve grootonderhoud gemeentelijk og
1.322
531
791
Reserve Wet maatschappelijke ondersteuning
3.846
3.244
1.176
Reserve deelnemingen
1.912
1.814
98
Reserve waterfront
64
64
0
Reserve afb.ontsluitingspad sveaholm
20
20
-
316
120
196
65
60
5
1.822
4.104
387
1.758
Reserve omgevingswerken sveaparken Reserve bijzondere bijstand Reserve vastgoedbeheer binnenstad
3.976
Reserve onderhoud verkeersinstallaties
2.145
574
1.950
Reserve actualisering bestemmingsplannen
267
267
Reserve dienstverleningsconcept
336
902
592
Reserve extra inzet begroting 2009
752
730
22
Reserve rechtmatigheid
1.158
204
76
127
Reserve verhuizing/huisvest.Filmhuis
50
36
14
Reserve centra jeugd en gezin (CJG)
147
12
159
Reserve centra jeugd en gezin (WMO)
388
295
683
ProgrammaREKENing
267
(vervolg)
Reserve sportfonds
Saldo 31.12.2010
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming resultaat vorig jaar
Vermindering ter dekking van afschrijving
1.206
Saldo 31.12.2011 1.206
Reserve personeelsvoorziening
937
32
904
Reserve volkshuisvestingsfonds
875
625
250
76
1.149
5.533
3.417
Reserve restzettingen
1.225
Reserve riool
2.295
Reserve opstellen geluidskaart en plan Reserve dekking meerjarentekort 2011-2013
6.655
335
0
8.956
Reserve mjp bodemsanering
229
20
Reserve DU bodemsanering
215
391
178 0
Reserve ISV-3 bodemsanering
335
6.121
2.835 249 428
75
216
Reserve ISV-3
0
474
Reserve WAP Nieuwland
0
1.968
507
1.460
60
462
Reserve wijkbudgetten bewonersinitiatieven
0
522
0
98
Reserve vouchers Nieuwland
0
326
Reserve wijkbudget IOBS
0
86
2
56.443
18.708
4.250
0
60.695
18.708
Reserve BGS (niet in staat D) Totaal
0
292 474
Reserve WAP Oost
Subtotaal reserves:
0
98 326 0
0
84
35.227
-
468
39.457
152
0
0
4.098
35.379
0
468
43.557
In de toelichting bij de staat “Reserves en Voorzieningen” worden de aard en de reden van elke reserve toegelicht. In die toelichting worden eveneens de afzonderlijke mutaties per reserve aangegeven. Voorzieningen De onderverdeling van de in de balans opgenomen voorzieningen is als volgt:
Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s Door derden beklemde middelen voor specifieke aanwending Arbeidsgerelateerde kosten Totaal
268
Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
15.473
7.614
6.958
7.500
3.404
3.272
25.835
18.387
Het verloop van de voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s in 2011 wordt in onderstaand overzicht weergegeven. Saldo 31.12.2010 Voorziening garantie verkoop aandelen avr
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
3.150
Voorziening WOG*
3.150
0
Voorziening wijkbudgetten** Voorziening groot onderhoud***
1.900
1.900
456
21
477
0
0
3.982
5.216
0
555
8.643
0
1.770
0
0
1.770
114
11
477
669
15.473
Voorziening verwerving Makkerstraat Voorziening BGS Totaal
Saldo 31.12.2011
26
99
7.614
9.006
* Als gevolg van de ontbinding van de WOG in december 2011 is een voorziening gevormd voor diverse projecten, die in 2012 van de WOG zullen worden overgenomen. ** De voorziening wijkbudgetten is i.v.m. de BBV-regelgeving gewijzigd in een reserve wijkbudgetten *** Voorziening groot onderhoud: toename door onderuitputting 2011
Het verloop van de voorzieningen voor nog te besteden doeluitkeringen in 2011. Saldo 31.12.2010 Voorziening turnkey
Toevoeging
Vrijval
Aanwending
Saldo 31.12.2011
681
681
Voorziening terugbetaling Wwb-inkomen
4.973
4.973
Voorziening omslagbijdrage regio
1.846
379
804
117
1.304
Totaal
7.500
379
804
117
6.958
Aanwending
Saldo 31.12.2011
Het verloop van de voorzieningen arbeidsrelateerde kosten in 2011. Saldo 31.12.2010
Toevoeging
2.986
413
Voorziening pensioenverplichting wethouders Voorziening nagekomen deel vutregeling Totaal
Vrijval
3.399
286 3.272
413
0
282
4
282
3.404
In de toelichting bij de staat “Reserves en Voorzieningen” worden de aard en de reden van elke voorziening toegelicht. In die toelichting worden eveneens de afzonderlijke mutaties per voorziening aangegeven. Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Boekwaarde 1.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Onderhandse geldleningen: • binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen • binnenlandse banken en overige financiele instellingen • buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Waarborgsommen Totaal
0
681
257.315
210.875
54
54
6
86
257.375
211.696
ProgrammaREKENing
269
In onderstand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2011: Saldo 31.12.2010 Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen Onderhandse leningen banken en fin. instellingen
Vermeerdering
Aflossingen
Saldo 31.12.2011
681
-
681
0
210.875
65.137
18.696
257.315
Buitenlandse instellingen en overige sectoren
54
Waarborgsommen
86
11
92
6
211.696
65.148
19.469
257.374
Totaal
54
Voor een toelichting over de onderhandse geldleningen wordt verwezen naar de paragraaf Financiën in de programmarekening. De totale rentelast voor het jaar 2011 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 10,1 miljoen. Vlottende passiva Kortlopende schulden De in de balans opgenomen kortlopende schulden kunnen als volgt gespecificeerd worden: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Kasgeldleningen *
10.000
35.000
Bank- en girosaldi
14.765
3.852
Overige schulden
14.074
11.798
Totaal
38.839
50.650
* Het financieringsbeleid is i.v.m. de historisch lage rente gericht op kortlopende leningen. Zie paragraaf Financiering.
Overlopende passiva De specificatie van de post overlopende passiva is als volgt: Boekwaarde 31.12.2011
Boekwaarde 31.12.2010
Vooruitontvangen bedragen: beklemde middelen EU, Rijk en provincie
6.236
6.804
Overige vooruitontvangen bedragen
1.066
2
15.163
17.288
• Erfpacht: vooruitontvangen erfpachtsommen
224.118
225.158
• Erfpacht: vrijgevallen erfpachtsommen
-31.998
-29.661
192.121
195.497
214.585
219.591
Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen erfpacht:
Subtotaal erfpacht: Totaal
Op 11 november 2010 heeft de raad besloten het erfpachtstelsel te wijzigingen. Als gevolg hiervan is het saldo van de in erfpacht uitgegeven gronden en de vooruitontvangen erfpachtsommen gescheiden op de balans gepresenteerd. (Zie ook bij materiële vaste activa)
270
Het verloop van de vooruitontvangen bedragen; beklemde middelen EU, Rijk en provincie in 2011.
Participatiebudget (voorheen Wwb werkdeel) Vooruitontvangen regiosubsidie jeugdw
Saldo 31.12.2010
Toevoeging
0
12.958
Vrijval
Aanwending
Saldo 31.12.2011
11.616
1.342
339
46
293
HGGA-regeling
12
7
5
Ontmoeten in de wijk
90
90
0
Kwalificatieplicht Stim. Regeling wingbouwprojecten Jongerenscout Verzameluitkering LNV ontw. Visie Beatrix park
49
Vooruitontv. WBB deel mjp wet bodemsanering
357 219
Vooruitontvangen inburgering allochtone vrouwen
148
Vooruitontvangen binnenklimaat huisv prim onderw Vooruitonvt. realisatie Walstroom (stadsregio)
49
66
398
725
152
266
114
243
5 308
Vooruitontv. poldervaartroute Vooruitontv. GSB SIV
66
1.122
5 110
219 148
0
3.648
1.854
509
445
1.794 64
0
188
Vooruitontv. Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014
0
3.637
2.662
Vooruitontv. Veiligheidshuis Nieuwe Waterweg Nrd.
0
289
237
52
6.804
17.247
17.668
6.236
Totaal
188
148
974
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen (x € 1.000) 1. Gewaarborgde geldleningen
446.586
Een specificatie is verderop in de jaarrekening opgenomen 2. Belastingaanslag BCF 2007
1.750
e belastingdienst heeft na controle van de belastingaangifte over 2007 een aanslag BCF opgelegd van D € 1,75 miljoen. Deze aanslag bestaat voor circa de helft uit de BTW over de aanleg van het geluidscherm naast de A20, die niet verrekenbaar zou zijn. De gemeente gaat hier tegen in beroep en verwacht een aanzienlijk lagere aanslag. De voorziening BCF is op ruim voldoende niveau om dit op te vangen. De belastingdienst heeft de controle van de boeken over 2008 nog niet afgerond. Na ontvangst van de aanslag 2008 zal worden bezien in hoeverre de voorziening moet worden aangepast. 3. Mogelijke claim Kidslounge Schiedam heeft enkele jaren terug een kinderdagverblijf (Kidslounge) gesloten omdat het (gedurende lange tijd en ondanks waarschuwingen) niet aan de wettelijke normen voldeed. Het verblijf verkeerde op het moment van sluiting in staat van faillissement. De curator van Kidslounge bereidt momenteel een concept-dagvaarding van de gemeente voor, voor (beweerdelijk) geleden schade tot maximaal € 130.000.
130
ProgrammaREKENing
271
Staat van de reserves en voorzieningen fcl 70.909.
Naam reserve (bedragen x € 1.000)
Saldo begin 2011
Rekeningsaldo 2010
Rentebijschrijving aan de reserve
Toevoeging
Onttrekking
Saldo einde 2011
9.702
13.389
0
5.044
17.687
10.448
Algemene reserves 000 001
algemene reserve algemene reserve BGS Totaal algemene reserves
900
0
0
0
0
900
10.602
13.389
0
5.044
17.687
11.348
6.182
0
284
888
468
6.886
1
0
0
1
0
2
400
0
0
0
400
0
5.071
0
0
101
1.180
3.992
Bestemmingsreserves
272
100
reserve afschrijvingen
102
reserve instandhouding Schiedams erfgoed
105
reserve BWS soc. huurwoningen c.a.
107
reserve onderwijs (incl. contractmanagement)
109
reserve beeldende kunst
194
0
0
0
0
194
112
reserve parkeren
235
0
0
2.208
1.931
512
115
reserve renteschommelfonds
1.030
0
0
0
461
569
118
reserve schuldvrij maken erfpachtgronden
1.603
0
0
0
0
1.603
120
reserve culturele activiteiten
43
0
0
0
0
43
123
reserve evenementengarantiefonds
125
reserve fractieondersteuning
6
0
0
0
0
6
30
0
0
0
0
30
128 129
reserve functieveranderingsgelden VINEX
2.591
0
0
0
2.591
0
reserve milieubeheer erfpachtgronden
1.250
0
0
0
0
1.250
131
reserve compensatie vm erfpachtinkomsten
132
reserve grondfonds
135
reserve aankoop cultuur en historie
136
reserve herstel openbare infrastructuur
138
reserve grootonderhoud gem.onroerend goed
1.322
0
0
0
69
0
69
229
0
0
368
258
339
0
0
0
46
46
0
5.418
0
0
0
5.418
0
0
0
0
531
791
142
reserve wet maatschappelijke ondersteuning
3.846
0
0
574
3.244
1.176
148
reserve deelnemingen
1.912
0
0
0
1.814
98
149
reserve waterfront
64
0
0
0
64
0
150
reserve afbouw ontsluitingspad Sveaholm
20
0
0
0
20
0
316
0
0
0
120
196
65
0
0
0
60
5
151
reserve omgevingswerken realisatie Sveaparken
152
reserve bijzondere bijstand
154
reserve vastgoedbeheer binnenstad
3.976
0
0
1.950
1.822
4.104
156
reserve onderhoud verkeersinstallaties
2.145
0
0
0
387
1.758
157
reserve actualisatie bestemmingsplannen
267
0
0
0
0
267
159
reserve dienstverleningsconcept
336
0
0
1.158
902
592
160
reserve extra inzet begroting 2009
752
0
0
0
730
22
204
0
0
0
76
128
50
0
0
0
36
14
164
reserve rechtmatigheid
165
reserve verhuizing/huisvesting Filmhuis
168
reserve centra voor jeugd en gezin onderdeel JGZ
147
0
0
12
0
159
169
reserve centra voor jeugd en gezin onderdeel Wmo
388
0
0
295
0
683
170
reserve sportfonds
171
reserve personeelsvoorziening
1.206
0
0
0
0
1.206
937
0
0
0
32
905
fcl 70.909.
Naam reserve (bedragen x € 1.000)
172
reserve volkshuisvestingfonds
Saldo begin 2011
Rekeningsaldo 2010
Rentebijschrijving aan de reserve
Toevoeging
Onttrekking
Saldo einde 2011
875
0
0
0
625
250
173
reserve restzettingen SVEA-parken
1.225
0
0
0
76
1.149
174
reserve riolering
2.295
0
0
6.655
5.533
3.417
175
reserve uitv opstellen geluidskaart en actieplan
176
reserve dekking meerjarentekort 2011-2014
335
0
0
0
0
335
8.956
0
0
0
6.121
2.835
177 178
reserve mjp bodemsanering
229
0
0
20
0
249
reserve DU bodemsanering
215
0
0
390
178
427
179
reserve ISV-3 bodemsanering
180
reserve ISV-3
75
0
0
216
0
291
0
0
0
474
0
474
181
reserve WAP Nieuwland
0
0
0
1.968
507
1.461
182
reserve wijkbudgetten bewonersinitiatieven
0
0
0
522
60
462
183
reserve WAP Oost
0
0
0
98
0
98
184
reserve vouchers Nieuwland
0
0
0
326
0
326
185
reserve wijkbudget IOBS
0
0
0
86
2
84
56.442
0
284
18.425
35.693
39.458
Totaal bestemmingsreserves Bestemmingsreserve BGS (in administratie BGS)
4.251
0
0
0
152
4.099
Totaal bestemmingsreserve BGS
4.251
0
0
0
152
4.099
71.295
13.389
284
23.469
53.532
54.905
TOTAAL RESERVES
ProgrammaREKENing
273
fcl 70.909.
Naam voorziening (bedragen x € 1.000)
603
voorziening dubieuze debiteuren
604
voorziening 40% van vorderingen clienten
605
voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie
607 610
Saldo begin 2011
Vermeerderingen
Verminderingen
Vrijval
Saldo eind 2011
Voorzieningen verlies e.d. 1.969
457
3
2.423
6.413
72
249
6.236
31.799
4.909
10.868
25.840
voorziening bcf
1.200
240
0
1.440
voorziening garanties verkoop aandelen nv AVR
3.150
0
0
3.150
615
voorziening WOG
1.431
0
1.431
0
617
voorziening Toernooiveld
450
0
0
618
voorziening wijkbudgetten
456
21
0
619
voorziening overname WOG-projecten
0
1.900
0
1.900
745
voorziening groot onderhoud (m.i.v. 2010)
3.982
5.216
555
8.643
748
voorziening verwerking Makkerstraat Totaal voorzieningen verlies ed
0
1.770
0
50.850
14.585
13.106
450 477
0
1.770 477
51.852
Voorziening beklemde middelen 732
voorziening Turn Key
681
0
0
681
733
voorziening gedeeltelijke terugbetaling wwb inkomen
4.973
0
0
4.973
740
voorziening omslagbijdrage regio
1.846
379
117
804
1.304
Totaal voorziening beklemde middelen
7.500
379
117
804
6.958
2.986
413
0
Voorzieningen arbeidsgerelateerde kosten 608
voorziening pensioenverplichting wethouders
611
voorziening nagekomen deel VUT-regeling
3.399
286
0
282
4
3.272
413
282
3.403
61.622
15.377
13.505
voorziening BGS
26
99
114
11
Totaal voorzieningen
26
99
114
11
61.649
15.476
13.619
Totaal voorzieningen arbeidsgerel.kosten Totaal voorzieningen excl. BGS
1.281
62.213
Voorzieningen BGS (in administratie BGS)
TOTAAL VOORZIENINGEN
274
1.281
62.224
ProgrammaREKENing
275
Toelichting behorende bij de staat van reserves en voorzieningen, rekening 2011 000. Algemene reserve Doel:
Het afdekken van de risico’s uit reguliere bedrijfsvoering en reserveren van middelen voor onverwachte uitgaven.
Ingesteld:
VR 58/1993 Herindeling/opheffing reserves. Begroting 2011
Realisatie 2011
Saldo 01.01.2011
Stand 9.702.051
Resultaat jaarrekening 2010
13.388.926 23.090.977
Toevoegingen Toevoeging vrijval reserves Nabetaling BDU-SIV MOP 2005-2009
4.297.944
4.302.370
741.630
741.630 5.044.000
Onttrekkingen Budgetoverheveling 2010-2011
7.302.743
7.302.743
Budgetoverheveling ISV 1-2-3 2010-2011
6.223.949
6.223.949
Rapport reserve vastgoed binnenstad 2009-2010
1.950.000
1.950.000
Wijkactieprogramma Oost
135.000
135.000
Peuterspeelzaalwerk, overig
132.634
132.634
1.943.000
1.943.000
Herziening grex wetenschappersbuurt
17.687.326 Saldo 31.12.2011
10.447.650
001. Algemene reserve BGS Doel:
Enerzijds egalisatie van het jaarresultaat van de kostenplaats BGS en het afdekken van bedrijfsvoeringsrisico’s en anderzijds het reserveren van vrij te besteden middelen.
Ingesteld:
VR 228/1988 Contractmanagement-budgetfinanciering BGS Saldo 01.01.2011
900.000 900.000
Toevoegingen Primaire begroting 2011
40.200
0 0
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
276
900.000
100. Afschrijvingen Doel:
Het reserveren van bestemde middelen bedoeld voor het dekken van kapitaallasten van investeringen.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening 2004. Saldo 01.01.2011
6.181.913 6.181.913
Toevoegingen Rente
288.413
284.369
Programma huisvestingsvoorzieningen 2011 onderwijs
888.056
888.056 1.172.425
Onttrekkingen Kapitaallasten
733.662
530.468
Programma huisvestingsvoorzieningen 2011 onderwijs
-62.235
-62.235 468.233
Saldo 31.12.2011
6.886.105
102. Reserve Instandhouding Schiedams erfgoed Doel:
Het reserveren van opbrengsten uit de verkoop van waarborgzegels voor Schiedamse jenever en moutwijn voor het behoud/herstel van het Schiedams historisch erfgoed.
Ingesteld: Saldo 01.01.2011
1.149 1.149
Toevoegingen Opbrengst jeneverzegels - primaire begroting 2011
5.000
516 516
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
1.665
105. Reserve BWS soc. huurwoningen ca. Doel:
Beschikbaar houden van Rijksvergoeding voor het doorbetalen van bijdragen aan particuliere woningeigenaren en woningbouwverenigingen voor nieuwbouw van woningen.
Ingesteld:
VR 153/1992 Verdeelbesluit c.a. BWS-middelen 1992 Saldo 01.01.2011
400.000 400.000
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Vrijval
400.000
400.000 400.000
Saldo 31.12.2011 Reserve wordt opgeheven
0
ProgrammaREKENing
277
107. Reserve onderwijs Doel:
Reserveren van overschotten t.b.v. de onderwijshuisvesting.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening. Saldo 01.01.2011
5.071.180 5.071.180
Toevoegingen Terugbetaling bijdrage Gymnasium in 10 jaarlijkse termijnen)
60.000
60.000
0
40.735
Programma huisvestingsvoorzieningen 2011 onderwijs
100.735 Onttrekkingen Onttrekking t.b.v. verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs
333.774
292.360
Onttrekking t.b.v. verbetering binnenklimaat huisvesting primair onderwijs
888.056
888.056 1.180.416
Saldo 31.12.2011
3.991.499
109. Reserve beeldende kunst (gemeentelijk deel) Doel:
Uitvoering van het beeldend kunstbeleid. Het fonds is bedoeld om een voorziening op de gemeentebegroting te creëren waarmee voorkomen wordt dat er weglekeffecten ontstaan en waardoor het mogelijk wordt projecten met een langere looptijd dan een begrotingsjaar te realiseren.
Ingesteld:
VR 179/1994 Hoofdlijnen beelden kunstbeleid 1994-1996. Saldo 01.01.2011
194.289
Saldo 31.12.2011
194.289
112. Reserve parkeren Doel:
Egaliseren van het jaarrekeningresultaat op de producten “Parkeren”(214.000), Parkeren Stadswinkel (214.001) en Baten parkeerbelasting (215.000).
Ingesteld:
VR 178/1995 Parkeerplan binnenstad. Saldo 01.01.2011
235.000 235.000
Toevoegingen Storting opbrengsten parkeren
1.803.000
2.207.716 2.207.716
Onttrekkingen Onttrekking voor parkeerkosten
882.000
1.093.810
Onttrekking voor Lichtblauwe Brigade
837.000
837.000 1.930.810
Saldo 31.12.2011
511.907
115. Reserve renteschommelfonds Doel:
Het saldo van de kostenplaats Kapitaallasten gaat ten laste/komt ten gunste van deze egalisatiereserve.
Raadstukken:
VR 58/1993 Herindeling/opheffing reserves. Saldo 01.01.2011
1.030.000 1.030.000
Onttrekkingen Onttrekking ter dekking van hogere rentekosten
461.000
461.000 461.000
Saldo 31.12.2011
278
569.000
118. Reserve schuldvrijmaken erfpachtsgronden Doel:
Deze reserve is ingesteld om in de toekomst de kosten te dekken, die voortvloeien uit het beëindigen van erfpachtcontracten. Hierbij moet met name gedacht worden aan het uitbetalen van opstalvergoedingen.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening. Saldo 01.01.2011
1.603.452
Saldo 31.12.2011
1.603.452
120. Reserve culturele activiteiten Doel:
Het reserveren van incidentele bijdragen van derden als bijdrage aan bepaalde of nog te bepalen culturele activiteiten binnen de gemeente.
Ingesteld:
B&W-besluit nr. 19 d.d. 28 augustus 2001. Saldo 01.01.2011
42.734
Saldo 31.12.2011
42.734
123. Reserve evenementengarantiefonds Doel:
Dekken van onvoorziene risico’s bij evenementen, waarvoor de gemeente een subsidiebijdrage verstrekt heeft.
Ingesteld:
B&W-besluit nr. 10 d.d. 29 juli 2003. Saldo 01.01.2011
6.448
Saldo 31.12.2011
6.448
125. Reserve raadsfractieondersteuning Doel:
Reservering van het overschot op de subfunctie Fractie Ondersteuning (fcl 60006020). De reserve mag niet groter zijn dan 30% van de bijdrage die de fractie in het voorgaande kalenderjaar toekwam.
Ingesteld:
VR 13/2003: Fractieondersteuning en ambtelijke ondersteuning. Saldo 01.01.2011
30.000
Saldo 31.12.2011
30.000
128. Reserve functieveranderingsgelden VINEX Doel:
Het beschikbaar houden van gelden van de stadsregio voor activiteiten VINEX.
Ingesteld:
VR 113/1995 VINEX B&W-besluit nr. 28 d.d. 27 februari 1996: VINEX. Saldo 01.01.2011
2.591.444 2.591.444
Onttrekkingen Vrijval
2.600.000
2.591.444 2.591.444
Saldo 31.12.2011 Reserve wordt opgeheven
0
129. Reserve milieubeheer erfpachtgronden Doel:
Het dekken van kosten voor bodemsanering in geval van het beëindigen van erfpachtovereenkomsten.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening. Saldo 01.01.2011
1.250.000
Saldo 31.12.2011
1.250.000
ProgrammaREKENing
279
131. Reserve compensatie vm erfpachtinkomsten Doel:
Het via de rente over de reserve, compenseren van de wegvallende erfpachtinkomsten wegens de omzetting van erfpacht naar eigendom.
Ingesteld:
Vaststelling jaarrekening 2004. Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Resultaat verkoop erfpachtgrond
22.000
68.706 68.706
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011 Reserve wordt opgeheven
68.706
132. Reserve grondfonds Doel:
Reserveren van de opbrengst uit de verkoop van percelen grond wat niet noodzakelijk is voor compensatie van wegvallende erfpachtinkomsten.
Ingesteld:
Jaarrekening 2004. Saldo 01.01.2011
229.123 229.123
Toevoegingen Resultaat verkoop erfpachtgrond
178.000
367.608 367.608
Onttrekkingen Vrijval
257.500
257.500 257.500
Saldo 31.12.2011
339.231
135. Reserve aankoop cultuur en historie Doel:
Het aankopen van kunstwerken door het Stedelijk museum.
Ingesteld:
VR58/1993 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Primaire begroting 2011 (structurele storting)
46.000
46.000 46.000
Onttrekkingen Primaire begroting 2011 (structurele onttrekking)
46.000
46.000 46.000
Saldo 31.12.2011
280
0
136. Reserve herstel openbare infrastructuur Doel:
Opvangen van pieken in de meerjaren onderhoudsplanning. Met name grote investeringen veroorzaken pieken en door de vorming van deze reserve is het mogelijk om de lastendruk te spreiden.
Ingesteld:
VR42/2006 (Vaststellen jaarrekening 2005). Saldo 01.01.2011
5.417.728 5.417.728
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Bestrijding wortelopdruk
250.000
Vrijval
364.000
364.000
4.266.940
4.790.449
Onttrekking voor uitvoering projecten openbare infrastructuur
263.279
5.417.728 Saldo 31.12.2011 Reserve wordt opgeheven
0
138. Reserve grootonderhoud gemeentelijk onroerend goed Doel:
Reserveren van middelen ter egalisering van de kosten voor het grootonderhoud van vastgoed in gemeentelijk bezit.
Ingesteld:
VR42/2006 (Vaststellen jaarrekening 2005) Saldo 01.01.2011
1.322.005 1.322.005
Onttrekkingen Onderhoud Stadskantoor, kosten zwembad zuid
800.000
531.423 531.423
Saldo 31.12.2011
790.582
142. Reserve Wet Maatschappelijke Ondersteuning Doel:
Dekking van de implementatiekosten van de wet Maatschappelijke Ondersteuning, alsmede ter egalisatie van overschotten of tekorten als gevolg van de uitvoering van de WMO.
Ingesteld:
VR 71/2005 Saldo 01.01.2011
3.845.891 3.845.891
Toevoegingen Storting als gevolg van de septembercirculaire 2010
475.793
Storting in reserve WMO exploitatiesaldo 2011 cf Rb221207
475.793 98.247 574.040
Onttrekkingen Bijdrage in kosten daklozenvoorziening in Vlaardingen Onttrekking als gevolg van de junicirculaire 2010 Onttrekking ten behoeve van bijdrage 2011 ROGplus
87.000
87.000
657.000
657.000
1.567.222
1.567.222
Onttrekking t.b.v. bijdrage 2010 ROGplus NWN
651.928
651.928
Afrekening 2010 ROGplus
205.331
205.331
Subsidie mantelzorg
34.810
34.810
Onttrekking als gevolg van de meicirculaire 2011
40.942
40.942 3.244.233
Saldo 31.12.2011
1.175.698
ProgrammaREKENing
281
148. Reserve Deelnemingen Doel:
Algemene risicoreserve deelnemingen.
Ingesteld:
VR113/2010 Saldo 01.01.2011
1.911.900 1.911.900
Onttrekkingen Primaire begroting 2011 (dekking kapitaallasten WOM Groenoord CV) Verwerving van de grond en opstallen Makkerstraat
44.000
44.000
1.770.000
1.770.000 1.814.000
Saldo 31.12.2011
97.900
149. Reserve waterfront Doel:
Middelen t.b.v. haalbaarheidsrapportage waterfront en masterplan.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2011
64.426
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Vrijval
60.000
64.426 64.426
Saldo 31.12.2011
0
150. Reserve afbouw ontsluitingspad Sveaholm Doel:
Om de door Midgard Beheer BV gestorte bijdrage t.b.v. de afbouw ontsluitingspad vanaf de Slimme Watering voor de nog te ontwikkelen sportzaal voor dit doel beschikbaar te houden.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2011
20.000 20.000
Onttrekkingen Herstel fietspad nabij gymzaal Sveaparken
20.000
20.000 20.000
Saldo 31.12.2011 Reserve wordt opgeheven
20.000
151. Reserve omgevingswerken realisatie SVEA-parken Doel:
Om het door Kommum BV uitgekeerde dividend deelneming Sveaparken conform het B&W-besluit nr. 4 d.d. 5 november 2002, beschikbaar te houden voor omgevingswerken realisatie Sveaparken.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2011
316.232 316.232
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Realisatie speelvoorzieningen SVEA-parken
120.000
120.000 120.000
Saldo 31.12.2011
282
196.232
152. Reserve bijzondere bijstand Doel:
Het beschikbaar hebben van middelen t.b.v. niet voorziene cq nieuwe activiteiten ihkv bijzondere bijstand.
Ingesteld:
VR 112/2006 (Berap) Saldo 01.01.2011
65.400 65.400
Onttrekkingen Primaire begroting 2011 (Onttrekking PvA Implementatie Armoedebeleid)
60.000
60.000 60.000
Saldo 31.12.2011
5.400
154. Reserve vastgoed binnenstad Doel:
Verbeteren van de vastgoedsituatie (= technische staat bebouwing, haalbaarheid projecten, omgevingskwaliteit en het investeringsklimaat) in de Schiedamse binnenstad. Zowel door te investeren in vastgoed en het stimuleren van de verbetering daarvan, als door het creëren van gunstiger vestigings- en investeringsomstandigheden.
Ingesteld:
VR 51/2007 Instellen reserve Vastgoed Binnenstad Saldo 01.01.2011
3.976.007 3.976.007
Toevoegingen Extra middelen binnenstad
1.950.000
1.950.000 1.950.000
Onttrekkingen Werk aan de Winkel
800.000
841.095
Grondexploitatie
615.180
544.607
Bijdrage Havenkerk
250.000
250.000
Speerpunten vastgoed Binnenstad Bidbook
200.000
186.626 1.822.328
Saldo 31.12.2011
4.103.679
156. Reserve onderhoud verkeersinstallaties Doel:
Onderhoud verkeersinstallaties.
Ingesteld:
Voorjaarsnota 2008. Saldo 01.01.2011
2.145.488 2.145.488
Onttrekkingen Onttrekking onderhoud verkeersinstallaties
105.000
387.383 387.383
Saldo 31.12.2011
1.758.105
157. Reserve actualisatie bestemmingsplannen Doel:
Actualisering bestemmingsplannen.
Ingesteld:
Voorjaarsnota 2008. Saldo 01.01.2011
266.665 266.665
Onttrekkingen Finrap 3
25.000
0 0
Saldo 31.12.2011
266.665
ProgrammaREKENing
283
159. Reserve dienstverleningsconcept Doel:
De financiering van de voorbereidingskosten en concretisering van het dienstverleningsconcept.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2011
336.336 336.336
Toevoegingen Primaire begroting 2011
1.158.000
1.158.000 1.158.000
Onttrekkingen Primaire begroting 2011
1.494.000
901.962 901.962
Saldo 31.12.2011
592.374
160. Reserve extra inzet begroting 2009 Doel:
Financiering extra inzet begroting 2009.
Ingesteld:
VR 63/2008 Zomernota 2009. Saldo 01.01.2011
752.276 752.276
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Primaire begroting 2011
730.000
730.000 730.000
Saldo 31.12.2011
22.276
164. Reserve rechtmatigheid Doel:
Financiering project rechtmatigheid 2008-2010.
Ingesteld:
VR 76/2008 Aanpassing Zomernota 2009. Saldo 01.01.2011
203.691 203.691
Onttrekkingen Primaire begroting 2010 (onttrekking voor project rechtmatigheid)
203.500
76.269 76.269
Saldo 31.12.2011
127.422
165. Reserve verhuizing/huisvesting Filmhuis Doel:
Financiering van de verhuizing/huisvesting van het Filmhuis.
Ingesteld:
VR 122/2008 Berap 2008 II. Saldo 01.01.2011
50.000 50.000
Onttrekkingen Kosten huisvesting Filmhuis
50.000
35.886 35.886
Saldo 31.12.2011
284
14.114
168. Reserve Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel JGZ Doel:
Dekking van de kosten met betrekking tot jeugdgezondheidszorg.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2011
147.479 147.479
Toevoegingen Storting in reserve CJG/JGZ saldo 2011
0
12.003 12.003
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
159.482
169. Reserve Centra voor Jeugd en Gezin onderdeel WMO Doel:
Dekking van de kosten terzake van het preventief jeugdbeleid, opvoedondersteuning, alsmede de realisatie van de Centra voor Jeugd en Gezin.
Ingesteld:
VR 122/2008 (Berap) Saldo 01.01.2011
388.359 388.359
Toevoegingen Storting in reserve CJG/WMO saldo 2011
0
294.762 294.762
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
683.121
170. Reserve sportfonds Doel:
Reserve voor de uitvoering van de Strategische kadernota Sportbeleid 2009-2014 “Een Leven Lang Sporten en Bewegen”.
Ingesteld:
VR2/2009 Saldo 01.01.2011
1.206.000 1.206.000
Toevoegingen N.v.t. Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
1.206.000
171. Reserve personeelsvoorziening Doel:
Als deelnemer aan het voormalige IZA heeft de gemeente Schiedam een bedrag ontvangen. De gelden vloeien indirect terug naar het personeel door de gemeentebrede projecten: Opleiding en Ontwikkeling, ontwikkelkosten a.g.v. organisatiewijziginen, specialistische kennis m.b.t. verandermanagement.
Ingesteld:
VR114/2009 instellen reserve personeelsvoorziening Saldo 01.01.2011
936.578 936.578
Toevoegingen N.v.t. Onttrekkingen Bezuinigingstaakstelling
100.000
32.184 32.184
Saldo 31.12.2011
904.394
ProgrammaREKENing
285
172. Reserve volkshuisvestingfonds Doel:
Verlaging van het woningtekort in bepaalde segmenten, meer kwaliteit en doorstroming, bundeling en optimaal gebruik van de ruimte, extra impulsen, energiebesparing in de nieuwbouw.
Ingesteld:
VR107/2009, Oprichten Volkshuisvestingfonds Saldo 01.01.2011
875.000 875.000
Toevoegingen N.v.t. Onttrekkingen Vrijval
625.000
625.000 625.000
Saldo 31.12.2011
250.000
173. Reserve restzettingen SVEA-parken Doel:
Ontvangen vergoeding van de GEM Sveaparken voor eventuele restzettingen.
Ingesteld:
VR 114/2009 Saldo 01.01.2011
1.224.811 1.224.811
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Aanpak onderhoudsproblemen wijk SVEA-parken
117.000
76.076 76.076
Saldo 31.12.2011
1.148.735
174. Reserve riolering Doel:
Voor bestemming van het jaarlijks exploitatieresultaat op rioleringen. Hiermee blijft jaarlijks inzichtelijk wat het resultaat op riolering is.
Ingesteld:
VR 7/2009 Vaststelling Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2009-2013. Saldo 01.01.2011
2.295.311 2.295.311
Toevoegingen Toevoeging op basis van werkelijke opbrengsten
300.000
6.654.930 6.654.930
Onttrekkingen Onttrekking op basis van werkelijke kosten
230.000
5.532.611 5.532.611
Saldo 31.12.2011
3.417.630
175. Reserve uitv opstellen geluidskaart en actieplan Doel:
Reserveren van inkomsten van het ministerie van VROM voor het opstellen van een geluidsbelastingkaart en een bijbehorend actieplan.
Ingesteld:
VR67/2010 Vaststelling Gemeenterekening 2009. Saldo 01.01.2011
334.729
Onttrekkingen Finrap 3
25.000
0 0
Saldo 31.12.2011
286
334.729
176. Reserve dekking meerjarentekort 2011-2013 Doel:
Reserve ter dekking van meerjarentekort 2011-2013.
Ingesteld:
VR124/2010 Vaststelling Derde Financiele Rapportage 2010 Saldo 01.01.2011
8.956.000
Toevoegingen N.v.t.
0
0 0
Onttrekkingen Onttrekking ten behoeve van resultaat 2011
6.121.000
6.121.000 6.121.000
Saldo 31.12.2011
2.835.000
177. Reserve uitvoering MJP Bodemsanering Doel:
Uitvoering meerjarenplan Bodemsanering Voorheen een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regelgeving omgezet in een bestemmingsreserve
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2011
229.146 229.146
Toevoegingen Primaire begroting
20.000
20.000 20.000
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
249.146
178. Reserve DU bodemsanering Doel:
Ontwikkeling en uitvoering bodemsaneringsbeleid (decentralisatie-uitkeringen) Was in eerste instantie een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regeling omgezet in een bestemmingsreserve
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2011
215.000 215.000
Toevoegingen Primaire begroting
390.539
390.539 390.539
Onttrekkingen Uitvoeringsprogramma bodem
0
178.000 178.000
Saldo 31.12.2011
427.539
179. Reserve ISV-3 bodemsanering Doel:
Ontwikkeling en uitvoering bodemsaneringsbeleid (geldstroom ISV3) Was in eerste instantie een voorziening. Naar aanleiding van BBV-regeling omgezet in een bestemmingsreserve
Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2011
75.428 75.428
Toevoegingen Primaire begroting
216.333
216.333 216.333
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
291.761
ProgrammaREKENing
287
180. Reserve ISV-3 Doel:
Middelen ten behoeve van ISV3-projecten RO.
Ingesteld:
Eerste Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Middelen ten behoeve van ISV3-projecten RO
474.395
474.395 474.395
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
474.395
181. Reserve WAP Nieuwland Doel:
Middelen ten behoeve van Meerjarenprogramma WAP Nieuwland.
Ingesteld:
Bestuursrapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Storting budgetoverheveling 2010-2011 WAP Nieuwland
1.764.278
Storting restantbudget WAP Nieuwland 2011
1.764.278
203.382 1.967.660
Onttrekkingen Onttrekking op basis van werkelijke kosten WAP Nieuwland
507.278
507.278 507.278
Saldo 31.12.2011
1.460.382
182. Reserve wijkbudgetten bewonersinitatieven Doel:
Reserve is bestemd voor wijkbudgetten bewonersinitiatieven. Bij de jaarrekening 2010 heeft de accountant aangegeven dat de afhandeling van deze budgetten op basis van de regelgeving via een reserve dient te verlopen.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Storting cf begroting
Storting restantbudget wijkbudgetten bewonersinitiatieven
477.007
477.007
0
44.964 521.970
Onttrekkingen Onttrekking op basis van werkelijke kosten wijkbudgetten bewonersiniatieven
0
59.846 59.846
Saldo 31.12.2011
462.125
183. Reserve WAP Oost Doel:
Middelen ten behoeve van Meerjarenprogramma WAP Oost.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Toevoeging (restant)budget WAP Oost
40.000
97.840 97.840
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
288
97.840
184. Reserve vouchers Nieuwland Doel:
Rijksmiddelen bestemd voor vouchers in Nieuwland tot 2017.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Storting rijksmiddelen
200.000
Storting restantbudget
200.000
125.511 325.511
Onttrekkingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
325.511
185. Reserve wijkbudget IOBS Doel:
De tegoeden op de voormalige bankrekeningen van het voormalig Instituut Ondersteuning. Bewoners in Stadsvernieuwingsgebieden Schiedam (IOBS) worden ten goede van de bewoners besteed.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Toevoegingen Storting restantbedrag IOBS
86.000
86.000 86.000
Onttrekkingen Onttrekking op basis van werkelijke kosten wijkbudget IOBS
0
1.900 1.900
Saldo 31.12.2011
84.100
ProgrammaREKENing
289
603. Voorziening dubieuze debiteuren Doel:
Een voorziening treffen tegen de financiële nadelen van aanslagen en andere inkomsten die door omstandigheden niet kunnen worden ingevorderd.
Ingesteld:
VR 100/2000 Vaststelling Gemeenterekening 1999. Saldo 01.01.2011
1.969.154 1.969.154
Vermeerderingen Primaire begroting 2011. Werkelijke toevoeging op basis van debiteurenanalyse
34.000
457.054 457.054
Verminderingen Correctie beginbalans
34.000
3.200 3.200
Saldo 31.12.2011
2.423.008
604. Voorziening 40% van vorderingen cliënten Doel:
Afdekken van het risico dat een deel van de inkomsten uit terugvordering en verhaal van ten onrechte verstrekte uitkeringen niet zal worden ontvangen wegens onvermogen, vertrek met onbekende bestemming of anderszinds.
Ingesteld:
2004 (Vaststelling jaarrekening 2003) Saldo 01.01.2011
6.413.477 6.413.477
Vermeerderingen Werkelijke toevoeging op basis van analyse terugvordering
200.000
72.333 72.333
Verminderingen Werkelijke onttrekking op basis van analyse
200.000
249.252 249.252
Saldo 31.12.2011
6.236.557
605. Voorziening dekking tekorten bouwgrondexploitatie Doel:
Dekking van tekorten op lopende grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat.
Ingesteld:
2005 (Vaststelling jaarrekening 2004) Saldo 01.01.2011
31.798.562 31.798.562
Toevoegingen Toevoeging vanwege verwacht resultaat 2012
4.421.000
4.909.368 4.909.368
Onttrekkingen Onttrekking in verband met negatief resultaat grondexploitaties
531.498
10.867.860 10.867.860
Saldo 31.12.2011
25.840.070
607. Voorziening btw-compensatiefonds Doel:
Deloitte heeft een berekening gemaakt van het risico op mogelijke claims in het kader van de verantwoording van het BTW Compensatie Fonds.
Ingesteld:
2006 (Vaststelling jaarrekening 2005) Saldo 01.01.2011
1.200.000 1.200.000
Vermeerderingen Jaarlijkse dotatie
240.000
240.000 240.000
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
290
1.440.000
608. Voorziening pensioenverplichting wethouders Doel:
Voldoende middelen beschikbaar hebben om de aan voormalige wethouders te betalen pensioenen te kunnen voldoen.
Ingesteld:
Jaarrekening 2005. Saldo 01.01.2011
2.930.950 2.930.950
Vermeerderingen Toevoeging i.v.m. herberekening pensioenverplichting
509.000
413.015 413.015
Verminderingen Uitbetaling pensioenen.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
3.399.078
610. Voorziening garanties verkoop aandelen nv AVR Doel:
Dekking van eventuele aanspraken door de kopers van de aandelen op bij verkoop afgegeven garanties en vrijwaringen gedurende een periode van maximaal 10 jaar (2006-2016). Omvang voorziening bij vorming in 2006 € 4.431.460 en na gedeeltelijke vrijval en restitutie in 2006 per 31-12-06 een omvang van € 3.149.535.
Ingesteld:
B&W besluit nr 4 d.d. 14.02.2006: Verkoop aandelen AVR Saldo 01.01.2011
3.149.535
Saldo 31.12.2011
3.149.535
611. Voorziening nagekomen deel VUT regeling Doel:
Dekking van lasten voortvloeiend uit het vertrek van medewerkers medio 2006 op grond van de toen geldende tijdelijke regeling.
Ingesteld:
Jaarrekening 2005. Saldo 01.01.2011
286.323 286.323
Vermeerderingen N.v.t.
280.273
0 0
Verminderingen FPU gemeenten
280.273
281.891 281.891
Saldo 31.12.2011
4.432
615. Voorziening WOG Doel:
Voorziening ter dekking van een mogelijke verliezen WOG.
Ingesteld:
Jaarrekening 2005. Saldo 01.01.2011
1.431.200 1.431.200
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen Afwaardering kapitaaldeelname
0
1.431.200 1.431.200
Saldo 31.12.2011 Voorziening wordt opgeheven.
0
ProgrammaREKENing
291
617. Voorziening Toernooiveld Doel:
Recent is een nieuwe exploitatieprognose opgesteld.
Ingesteld:
B&W besluit nr 14 d.d. 8 februari 2009. Saldo 01.01.2011
450.000 450.000
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
450.000
618. Voorziening wijkbudgetten Doel: Ingesteld:
Jaarrekening 2010 Saldo 01.01.2011
456.370 456.370
Vermeerderingen Vermeerdering wijkbudgetten
0
20.637 20.637
Verminderingen Vrijval naar reserve wijkbudgetten bewonersinitiatieven
0
477.007 477.007
Saldo 31.12.2011
0
619. Voorziening overname WOG-projecten Doel:
Voorziening voor verplichtingen die volgen uit de overname.
Ingesteld:
Jaarrekening 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Vermeerderingen Storting ten behoeve van verplichtingen WOG die volgen uit de overname
0
1.900.200 1.900.200
Verminderingen Afwaardering kapitaaldeelname
0
0 0
Saldo 31.12.2011
1.900.200
732. Voorziening Turn Key Doel:
De gemeente heeft een gerechtelijke procedure gestart inzake subsidieafwikkeling Turn Key. Later heeft de gemeente het bezwaar ingetrokken. Het risico dat de gemeente het geld zou moeten terugbetalen bestaat nog steeds.
Ingesteld:
1-1-2011 (n.a.v. accountantscontrole jaarrekening 2010) Saldo 01.01.2011
680.671 680.671
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
292
680.671
733. Voorziening gedeeltelijke terugbetaling Wwb Inkomen Doel:
Het beschikbaar hebben van financiële middelen om de terugbetaling te financieren.
Ingesteld:
Jaarrekening 2006 Saldo 01.01.2011
4.973.399 4.973.399
Vermeerderingen N.v.t.
0
0 0
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
4.973.399
740. Voorziening omslagbijdrage regio Doel:
Voorziening wordt gevoed door de bijdragen van iedere nieuw te bouwen woning of woningequivalent en wordt gebruikt voor bijdragen aan de regionale, aan de woningbouwopgave gerelateerde, infrastructuur en grote regionale groenprojecten.
Ingesteld:
Tweede Bestuursrapportage 2008 Saldo 01.01.2011
1.846.312 1.846.312
Vermeerderingen Storting omslagbijdragen
0
378.957 378.957
Verminderingen Onttrekking
0
117.370
Vrijval op basis van actuele inschatting
0
803.614 920.984
Saldo 31.12.2011
1.304.285
745. Voorziening groot onderhoud Doel:
Ter financiering van het Meerjaren Beheer- en OnderhoudsPlan (MBOP) openbare ruimte
Ingesteld:
Programmabegroting 2010 (VR91/2009) Saldo 01.01.2011
3.982.124 3.982.124
Vermeerderingen Toevoeging aan voorziening groot onderhoud voor uitvoering MBOP
5.215.718 5.215.718
Verminderingen Onttrekking voor uitvoering MBOP
500.000
555.084 555.084
Saldo 31.12.2011
8.642.758
748. Voorziening verwerking Makkerstraat Doel:
Voorziening voor de aankoopplicht van de grond met opstallen aan de Makkerstraat 1, 2, 3, 4 ,5 6, 8 en 10.
Ingesteld:
Derde Financiele Rapportage 2011 Saldo 01.01.2011
0 0
Vermeerderingen Storting vrijval reserve deelnemingen (148)
0
1.770.000 1.770.000
Verminderingen N.v.t.
0
0 0
Saldo 31.12.2011
1.770.000
ProgrammaREKENing
293
Borg- en garantstellingen per 31 december 2011 B&W
Geldnemer
Sport
14-9-2010; 3
Asvion SSV
Sport
24-3-2009; 6
Hermes-DVS
Categorie
Sport
Datum en nr. raadsbesluit
17-5-1982; 96
Stg. Tenniscentrum S’dam Nrd.
Totaal Sport Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Aanpassing i.v.m. handicap
particulier
Totaal aanpassing i.v.m. handicap Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Gezondheidszorg
Argos Zorggroep
Totaal gezondheidszorg Monument & verbetering
particulier
Totaal monument & verbetering Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
Stg. Zorg.v.Ouderen Schiewaegh
Ouderen huisvesting
St. Jacobsgasthuis
Totaal ouderen huisvesting
294
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Vestia Groep
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Mooiland Vitalis
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Mooiland Vitalis
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Geldgever (bedragen in €) ABN AMRO Bank nv
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2011
Restant hoofdsom eind 2011
90.000,00
10
100%
90.000,00
78.750,00
Coöp. Rabobank Schiedam-Vlaardingen
270.000,00
30
100%
250.875,00
237.375,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
144.540,28
30
100%
35.224,86
18.071,28
376.099,86
334.196,28
St.Pensioenfonds Woningbou SPW (via Cordares)
504.540,28 18.266,92
100%
4.873,98
4.873,98
St.Pensioenfonds Woningbou SPW (via Cordares)
11.349,95
100%
2.297,92
2.297,92
St.Pensioenfonds Woningbou SPW (via Cordares)
9.167,27
100%
1.000,57
1.000,57
St.Pensioenfonds Woningbou SPW (via Cordares)
20.156,92
100%
3.968,53
3.968,53
12.141,00
12.141,00
58.941,06 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.081.895,00
100%
1.804.412,59
1.757.495,59
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.429.407,71
100%
1.143.526,19
1.095.879,27
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.382.346,21
40%
2.155.456,10
2.042.011,04
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
907.560,46
40%
862.182,44
816.804,41
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.429.407,71
40%
1.225.206,62
1.157.139,58
7.190.783,94
6.869.329,89
61.697,59
58.977,48
61.697,59
58.977,48
8.230.617,09 STICHTING NATIONAAL RESTAURATIEFONDS
89.973,73
100%
89.973,73 N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.913.143,64
100%
2.168.192,55
2.036.636,82
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
388.368,35
100%
290.913,54
274.059,21
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
388.017,57
100%
299.914,16
282.700,31
1.678.986,80
100%
873.073,07
804.125,00
3.632.093,32
3.397.521,34
ABN AMRO Bank nv
5.368.516,36 zie toelichting N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.173.607,24
50%
2.173.607,24
2.173.607,24
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.644.109,08
50%
2.475.564,75
2.446.161,90
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
2.860.299,22
50%
3.004.000,00
3.004.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
2.500.000,00
50%
2.500.000,00
2.500.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.750.000,00
50%
5.750.000,00
5.750.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.815.000,00
50%
1.815.000,00
1.815.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.205.575,14
50%
654.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.382.346,13
50%
971.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.030.666,47
50%
825.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.099.318,88
50%
2.390.000,00
2.314.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
16.838.422,48
50%
16.838.422,48
16.838.422,48
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.176.000,00
50%
2.749.000,00
444.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.129.267,01
50%
1.905.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
4.537.802,16
4.537.802,16
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.545.707,01
50%
2.295.000,00
2.264.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
3.854.862,94
50%
3.557.000,00
3.517.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
433.000,00
50%
395.000,00
390.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.222.030,12
50%
1.111.000,00
1.099.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.246.000,00
50%
1.133.000,00
1.121.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
1.552.000,00
50%
1.411.000,00
1.396.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.460.000,00
50%
4.056.000,00
4.012.000,00
ProgrammaREKENing
295
Categorie
296
Datum en nr. raadsbesluit
B&W
Geldnemer
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Geldgever (bedragen in €)
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2011
Restant hoofdsom eind 2011
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
3.737.000,00
50%
3.463.000,00
3.421.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
11.255.000,00
50%
10.534.000,00
10.382.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.806.703,24
50%
6.806.703,24
4.660.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.807.000,00
50%
6.807.000,00
6.807.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.075.604,32
50%
4.356.000,00
3.993.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,25
50%
1.997.000,00
1.815.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,17
50%
3.396.000,00
3.245.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,17
50%
3.341.000,00
3.185.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
3.339.000,00
3.181.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
3.398.000,00
3.243.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.806.703,24
50%
4.898.005,83
4.659.818,76
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.500.000,00
50%
4.500.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.500.000,00
50%
2.500.000,00
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.000.000,00
50%
4.000.000,00
4.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.658.969,65
50%
1.248.933,44
1.178.199,41
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.075.604,32
50%
9.075.604,32
9.075.604,32
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
5.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
5.000.000,00
12.450.000,00
50%
12.450.000,00
12.450.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.808.414,67
50%
4.307.000,00
4.167.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.538.000,00
50%
4.538.000,00
4.538.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.537.802,16
50%
4.537.802,16
1.815.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.630.241,73
50%
3.630.241,73
3.630.241,73
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
5.000.000,00
50%
5.000.000,00
5.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.646.261,06
50%
8.462.451,07
8.257.939,38
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.000.000,00
50%
8.000.000,00
8.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.630.241,73
50%
3.630.241,73
3.630.241,73
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.000.000,00
50%
3.000.000,00
3.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
6.000.000,00
50%
6.000.000,00
6.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.000.000,00
50%
4.000.000,00
4.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
4.500.000,00
50%
4.500.000,00
4.500.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
11.000.000,00
50%
11.000.000,00
11.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
11.000.000,00
50%
11.000.000,00
11.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Nederlandse Waterschapsbank
10.000.000,00
50%
10.000.000,00
10.000.000,00
Gemeente Schiedam
16.074.000,00
50%
11.130.000,00
10.592.000,00
DEPFA-BANK EUROPE PIC
ProgrammaREKENing
297
Categorie
Datum en nr. raadsbesluit
B&W
Geldnemer
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
St.Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang)
Stg. Woonplus Schiedam
Totaal St. Waarborgfonds Sociale Woningbouw (achtervang constructie) Toelichting: de borgstelling is 100% door het fonds maar mocht deze in liquidteitsproblemen komen dan moeten de gezamenlijke gemeenten voor 50% in het liquidteitstekort voorzien (het rijk voor de andere 50%) door het verstrekken van renteloze leningen aan het fonds. De gemeenten die als ‘schadegemeente’ worden aangemerkt dienen op basis van een formule een hoger aandeel in de te verstrekken leningen te leveren. Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.913.439
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.915.040
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.908.370
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.922.519
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.907.730
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.930.449
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.937.184
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.922.926
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.923.604
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr.3656.915.520
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.942.714
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.915.806
Woningverbetering (100% risico Schiedam)
particulier/leningnr. 3656.916.152
Totaal woningverbetering
298
Geldgever (bedragen in €)
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2011
Restant hoofdsom eind 2011
Gemeente Schiedam
2.673.000,00
50%
2.046.000,00
1.979.000,00
Gemeente Schiedam
19.365.000,00
19.365.000,00
50%
19.365.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
7.000.000,00
50%
7.000.000,00
7.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
12.000.000,00
50%
12.000.000,00
12.000.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.048.584,34
50%
653.586,69
444.190,49
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten; nr. 40.84459.01
2.178.144,99
50%
1.996.632,91
1.815.120,83
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten; nr. 40.84461.01
2.178.144,99
50%
1.996.632,91
1.815.120,83
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.077.257,47
50%
1.905.028,98
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.949.619,65
50%
970.629,21
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
1.656.419,34
50%
825.230,70
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.779.573,70
50%
3.341.461,18
3.184.515,96
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.782.456,56
50%
3.339.397,22
3.181.042,69
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.307.163,44
50%
4.307.163,44
4.167.113,02
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.719.314,28
50%
4.356.290,11
3.993.265,93
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.496.931,18
50%
2.294.986,91
2.263.880,17
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
4.459.462,54
50%
4.148.109,48
4.098.780,95
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.389.912,01
50%
2.389.912,01
2.314.366,94
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.684.683,24
50%
3.396.136,15
3.242.754,92
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
3.685.717,26
50%
3.398.094,27
3.245.116,81
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
2.997.094,25
50%
2.748.600,70
0,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
11.094.658,63
50%
10.534.354,78
10.382.028,63
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
829,749,76
50%
0,00
829.749,76
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
705.515,04
50%
0,00
705.515,04
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
8.500.000,00
50%
0,00
8.500.000,00
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
9.500.000,00
50%
0,00
9.500.000,00
2.000.000,00
50%
N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
491.411.223,82
2.000.000,00
2.000.000,00
436.405.627,80
426.074.602,08
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
54.453,63
100%
7.053,39
3.561,21
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
24.050,35
100%
14.772,80
13.843,24
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
68.067,03
100%
38.110,20
35.196,28
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
23.795,78
100%
1.927,82
0,00
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
90.302,26
100%
45.630,87
40.954,43
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
8.531,07
100%
5.269,12
4.954,99
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
70.789,71
100%
27.495,66
24.609,76
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
36.302,42
100%
15.047,09
13.014,93
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
31.310,83
100%
19.911,81
18.758,12
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
83.041,78
100%
50.708,74
47.468,39
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
24.050,35
100%
11.560,23
10.450,56
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
58.991,43
100%
16.026,76
12.514,22
COOP.RABOBANK SCHIEDAM-VLAARDINGEN
65.752,75
100%
18.166,72
13.905,58
639.439,39
100%
271.681,21
239.231,71
ProgrammaREKENing
299
B&W
Geldnemer
Projectontwikkeling
6-7-2010; 8
Vof Toernooiveld
Jenevermuseum
9-11-1993; -
Stg. De Gekroonde Brandersketel
Jenevermuseum
1986
Stg. De Gekroonde Brandersketel
Categorie
Datum en nr. raadsbesluit
Totaal overigen Gemeentegaranties / borgstellingen van vòòr 1-1-1995 (risico gemeente is afgekocht bij St. WEW in 1995) Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (St. WEW = Nationale Hypotheek Garantie; NHG); van 1-1-1995 tot 1-1-2011 *
Diverse particulieren 24-10-1994; 188
Totaal eigen woningbezit Totaal generaal * Betreft NHG achtervangfunctie van de gemeente met het Rijk (ieder voor 50%) voor Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (St. WEW) d.m.v eventuele verstrekking van renteloze lening aan de stichting waarvan de hoogte wordt bepaald door een contractuele berekening welke gerelateerd is aan door St. WEW in Schiedam verstrekte borgstellingen en in Schiedam gerealiseerde verliezen. Vanaf 1-1-2011 wordt het risico van achtervang voor nieuwe borgtochten volledig door het Rijk gedragen. Voor de in de periode 1-1-1995 tot 1-1-2011 door St. WEW verstrekte borgtochten blijft de bestaande risicoverdeling bestaan. Het risico dat voortvloeit voor de gemeente dat aan St. WEW renteloze geldleningen moeten worden verstrekt en dat deze niet terugbetaald worden, is zeer beperkt. Situatie per 31-12-2009 en 31-12-2010 volgens opgave St. WEW: nog lopende door St. WEW in de periode 1995-2010 verstrekte garanties met achtervang van gemeente Schiedam:
300
Oorspronkelijk hoofdsom
Looptijd lening in jaren
Percentage borgstelling =
Restant hoofdsom begin 2011
Restant hoofdsom eind 2011
300.000,00
1
50%
300.000,00
300.000,00
ABN AMRO Bank
73.402,00
20
100%
11.927,91
8.257,79
ABN AMRO Bank
66.388,00
28
100%
7.705,72
5.334,72
319.633,63
313.592,51
10.319.513,37
9.286.495,03
48.354.516,94
10.319.513,37
9.245.380,41
555.097.558,67
458.589.271,72
446.586.087,32
ultimo 2009
ultimo 2010
Geldgever (bedragen in €) N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
439.790,00 Diverse geldgevers
48.354.516,94
1%
NHG Aankoop woningen per 31-12-2010: 5.927 stuks
927.000.000,00
n.v.t.
738.000.000,00
927.000.000,00
NHG kwaiteitsverb.won. per 31-12-2010: 888 stuks
127.000.000,00
n.v.t.
111.000.000,00
127.000.000,00
17.000.000,00
n.v.t.
NHG overigen: 153 stuks Totaal St. WEW ; Nationale Hypotheekgarantie
1.071.000.000,00
7.000.000,00
17.000.000,00
856.000.000,00
1.071.000.000,00
ProgrammaREKENing
301
Overzicht actieve en inactieve bouwgrondexploitaties per 1 januari 2011 Staat P: Grondexploitaties 2012
Boekwaarde per 1-1-2011
Vermeerderingen 2011
Verminderingen 2011
Interne overboekingen
Complex
Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2011
FCL
Actieve Bouwgrondexploitaties
(Contante waarde)
(€)
(€)
(€)
(€)
88300112
Binnenstad: Broersvest
-456.472,00
596.984,68
632.107,42
-
-
88300123
Binnenstad Verbrande panden
-53.528,00
711.297,08
543.706,78
-904.988,14
-
88300320
Bedrijvenpark Vijfsluizen
3.625.225,00
-1.052.976,20
-11.779,41
-
-
88300420
Industrieterrein 's-Graveland-noord 1
-838.869,00
8.030.297,30
911.837,13
-554.123,62
-
88300530
Bedrijvenpark Schieveste
-7.911.437,00
3.001.240,65
3.437.503,72
-25.000,00
-
88301090
Oost-Overschiestraat
-8.982.847,00
9.503.149,92
469.179,76
-197.318,00
-9.606.508,49
88301130
Recreatie-Bad Groenoord
183.537,00
-532.613,13
-22.573,96
-
555.187,09
88301600
Ziekenhuis - Burg. Knappertlaan
-3.497.580,00
7.099.067,94
1.811.923,95
-
-
88303008
Overschiesestraat 30-40
-191.195,00
136.939,15
-
54.255,85
88303012
Stadstimmerwerf
-226.148,00
188.730,00
-
37.418,00
88303014
Buurt 15 Daltonstraat 2-22
105.018,22
511.483,40
-861.305,00
-
88303015
3 standplaatsen schiekade
-138.106,00
156.850,56
-
-18.744,56
88304002
s'Graveland Zuid / Spaanse polder
88304010
Herstructurering Mathenesse
88305000
Vastgoedbeheer Binnenstad
88308100
Nieuwland Vernieuwend verder
88308101
Ontwikkeling Wibautplein
-130.046,00
217.562,97
80.561,45
-
-
Totalen actieve bouwgrondexploitaties
-27.472.826,00
41.158.498,34
11.131.456,92
4.823.419,17-
-11.263.321,11
Boekwaarde per 1-1-2012
Vermeerderingen 2011
Verminderingen 2011
Interne overboekingen
Complex
Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2011
FCL
Niet actieve Grondexploitaties
(Contante waarde)
(€)
(€)
(€)
(€)
88300150
Binnenstad; Westmolenstraat
-205.481,00
1.447.905,57
187.526,52
-
-
88300720
Mathenesse: Gustoterrein
88309000
Afgesloten gebieden
Staat P: Grondexploitaties 2012
Totalen niet actieve bouwgrondexploitaties
-438.048,00 49.092,00
-643.159,38
186.391,63
-277.855,62
-
262.401,00
579.322,09
310.979,87
-271.000,00
-
40.096,00
40.400,50
-80.496,50
-
-9.284.254,00
14.058.659,20
1.747.214,97
-1.651.332,29
-2.284.929,00
3.383.271,96
177.824,33
-
-
-
-131.777,56
-84.022,40
215.799,96
-205.481,00
4.831.177,53
233.573,29
-84.022,40
215.799,96
-27.678.307,00
45.989.675,87
11.365.030,21
-4.907.441,57
-11.047.521,15
Overigen Totaal Bouwgrondexploitatie
302
Mutatie boekwaarde
Boekwaarde per 01-01-2012
Nog te maken kosten
Nog te realiseren opbrengsten
POSITIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
NEGATIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
Afdekken door Voorziening
(Contante waarde)
(Contante waarde)
(Contante waarde)
649.138,00
649.138,00
488.388,00
488.388,00
(€)
(€)
(€)
(€)
632.107,42
1.229.092,10
695.666,00
1.154.503,00
-361.281,36
350.015,72
378.432,00
190.000,00
-11.779,41
-1.064.755,61
699.700,00
3.682.341,00
3.305.706,00
-
357.713,51
8.388.010,81
6.918.349,00
13.488.930,00
1.413.568,00
1.413.568,00
3.412.503,72
6.413.744,37
19.762.697,00
14.002.597,00
7.613.966,00
7.613.966,00
-9.334.646,73
168.503,19
806.944,00
1.024.279,00
532.613,13
-
350.000,00*
1.811.923,95
8.910.991,89
9.509.401,00
12.429.563,00
4.080.102,00
4.080.102,00
191.195,00
-
30.000,00* 1.388.535,00
2.395.844,00
2.395.844,00
20.921,00
226.148,00
-
27.500,00*
-349.821,60
-244.803,38
4.643.797,00
138.106,00
-
-91.463,99
-734.623,37
25.151.352,00
25.227.353,00
16.848,00
-
39.979,87
619.301,96
11.584.693,00
13.847.548,00
312.469,00
-
45.871,00
-
-40.096,00
-
449.353,00
504.695,00
-2.189.046,32
11.869.612,88
10.339.246,00
11.862.828,00
8.475.073,00
8.475.073,00
80.561,45
298.124,42
5.443.255,00
4.989.897,00
723.991,00
723.991,00
-4.955.283,36
36.203.214,98
96.790.385,00
103.793.069,00
3.701.815,00
25.840.070,00
25.840.070,00
Mutatie boekwaarde
Boekwaarde per 01-01-2012
Nog te maken kosten
Nog te realiseren opbrengsten
POSITIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
NEGATIEF Geprognosticeerd resultaat per 1-1-2012
Afdekken door Voorziening
(€)
(Contante waarde)
(Contante waarde)
(Contante waarde)
103.793.069,00
3.701.815,00
25.840.070,00
25.840.070,00
(€)
(€)
(€)
187.526,52
1.635.432,09
107.000,00*
177.824,33
3.561.096,29
-
-
365.350,85
5.196.528,38
107.000,00
-4.589.932,51
41.399.743,36
96.897.385,00
* De bedragen voor deze grondexploitaties voor nog te maken kosten 2012 zullen in 2012 via de resultaatbestemming beschikbaar komen.
ProgrammaREKENing
303
304
Jaarrekening V Bijlagen
Overzicht van gerealiseerde lasten en baten per product Overzicht SISA Afkortingenlijst
ProgrammaREKENing
305
Overzicht van gerealiseerde lasten en baten per product
306
Productnummer en -naam (bedragen x € 1.000) 1001 Bestuurszaken college 1002 Bestuurszaken raad 1003 Bestuurszaken toezicht 1004 Burgerzaken 1007 Dienstverlening 1008 Archief Resultaat voor bestemming 1999 Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011 Lasten Baten Saldo -5.114 349 -4.765 -1.752 0 -1.752 -208 34 -174 -5.000 1.342 -3.658 -1.417 0 -1.417 -1.605 3,2 -1.602 -15.096 1.728 -13.368 -1.158 1.564 406 -16.254 3.292 -12.963
Rekening 2010 Lasten Baten Saldo -5.737 778 -4.959 -1.619 7 -1.612 -216 18 -199 -5.118 1.395 -3.723 -1.632 0 -1.632 -1.586 58 -1.527 -15.908 2.257 -13.652 -1.580 1.757 177 -17.488 4.014 -13.475
Rekening 2011 Lasten Baten Saldo -5.041 349 -4.692 -1.745 0 -1.745 -212 0 -212 -5.491 1.350 -4.141 -902 0 -902 -1.589 36 -1.552 -14.980 1.736 -13.244 -1.158 972 -186 -16.138 2.708 -13.430
2001 Beheer openbare ruimte 2002 Verkeer 2003 Openbaar vervoer 2004 Ruimtelijke ontwikkeling 2005 Planontwikkeling 2006 Parkeren 2007 Havens 2008 Waterbeheer Resultaat voor bestemming 2999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-21.756 -1.441 -1.141 -1.963 -3.876 -937 -2.420 -1.168 -34.701 -2.277 -36.978
454 156 578 0 495 2.133 976 51 4.842 8.663 13.505
-21.303 -1.285 -563 -1.963 -3.381 1.196 -1.444 -1.117 -29.859 6.385 -23.473
-32.923 -1.282 -2.165 -2.025 -2.754 -781 -1.208 -3.301 -46.440 -1.637 -48.077
6.365 2 410 11 181 1.478 1.066 192 9.705 4.904 14.608
-26.559 -1.280 -1.755 -2.014 -2.574 698 -143 -3.109 -36.735 3.266 -33.469
-23.061 -1.602 -878 -1.910 -3.394 -1.096 -2.067 -1.271 -35.278 -2.682 -37.960
253 123 443 0 204 2.210 942 51 4.227 9.615 13.842
-22.808 -1.479 -434 -1.910 -3.189 1.114 -1.124 -1.220 -31.051 6.932 -24.118
3001 Onderwijsbeleid -10.380 3002 Primair onderwijs -4.578 3003 Voortgezet onderwijs -1.804 3005 Milieu educatie -27 3006 Sport en recreatie -1.993 3007 Sportaccommodaties -6.605 3008 Bibliotheekwerk -2.991 3010 Culturele activiteiten -1.553 3011 Sociaal cultureel werk -5.839 3012 Maatschappelijk werk -17.136 3013 Kinderopvang -1.038 3014 Inkomensvoorziening -50.251 3016 Vormingswerk -600 3017 Volksgezondheid -4.553 3018 Wet op de lijkbezorging -89 3019 Kwijtschelding gemeentelijke -707 belastingen 3020 Dierenwelzijn -204 3021 Participatiebudget -39.897 Resultaat voor bestemming -150.243 3999 Mutaties reserves -536 Resultaat na bestemming -150.779
4.875 104 76 15 22 1.667 0 31 85 22 0 36.830 0 1.999 4 0
-5.505 -4.474 -1.728 -12 -1.971 -4.938 -2.991 -1.522 -5.754 -17.115 -1.038 -13.421 -600 -2.554 -85 -707
-9.165 -4.613 -1.448 -6 -1.784 -6.476 -3.211 -946 -5.739 -15.108 -874 -49.252 -561 -3.793 -90 -782
1.619 104 69 9,375 88 1.697 11 116 286 211 169 35.932 0 1.986 4 0
-7.546 -4.509 -1.378 3 -1.695 -4.779 -3.200 -831 -5.453 -14.897 -705 -13.320 -561 -1.807 -86 -782
-10.153 -4.531 -2.027 -1 -1.923 -6.419 -2.991 -1.518 -5.559 -16.975 -1.190 -51.824 -465 -4.270 -112 -563
5.021 98 121 0 72 1.653 5 52 93 3 111 39.062 0 2.142 0 0
-5.132 -4.433 -1.907 -1 -1.852 -4.765 -2.986 -1.466 -5.466 -16.972 -1.079 -12.762 -465 -2.128 -112 -563
0 37.266 82.995 5.770 88.765
-204 -151 -2.631 -38.457 -67.248 -142.456 5.234 -1.833 -62.014 -144.289
0 35.715 78.018 844 78.861
-151 -141 -2.742 -38.071 -64.438 -148.734 -990 -982 -65.428 -149.716
0 34.126 82.559 5.679 88.238
-141 -3.945 -66.175 4.698 -61.477
Productnummer en -naam (bedragen x € 1.000) 4001 Straatmarkten 4002 Cultuurbeoefening 4003 Kunst en cultuur 4004 Musea 4005 Toerisme 4006 Monumentenbescherming 4007 Monumenten 4008 Recreatie 4009 Economische zaken 4010 Grondzaken 4011 Ruimtelijke ordening 4012 Evenementen 4013 Geo informatie Resultaat voor bestemming 4999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
Begroting 2011 Lasten Baten -173 101 -361 0 -1.754 0 -3.127 20 -967 0 -421 5 -537 21 -61 60 -1.566 230 -43.281 43.758 -401 0 -252 0 -1.325 96 -54.225 44.291 -251 5.381 -54.476 49.673
5002 Openbare orde en veiligheid Resultaat voor bestemming 5999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-11.722 -11.722 0 -11.722
509 509 1.127 1.636
Rekening 2010 Lasten Baten Saldo -99 41 -59 -302 0 -302 -1.450 0 -1.450 -3.147 21 -3.126 -837 42 -795 -737 8 -730 -545 124 -421 -34 67 33 -904 356 -547 -41.160 51.357 10.197 -364 0 -364 -223 0 -223 -957 86 -871 -50.759 52.102 1.344 -9.476 17.784 8.309 -60.234 69.886 9.652
Rekening 2011 Lasten Baten -168 98 -346 0 -1.601 0 -3.145 14 -722 0 -352 0 -526 21 -29 63 -880 216 -63.970 64.162 -405 834 -215 12 -1.272 59 -73.632 65.479 -483 4.675 -74.114 70.154
Saldo -70 -346 -1.601 -3.131 -722 -352 -505 34 -665 192 429 -203 -1.213 -8.152 4.192 -3.961
-11.213 -11.213 1.127 -10.086
-11.757 -11.757 0 -11.757
855 855 538 1.393
-10.902 -10.902 538 -10.365
-10.057 -10.057 0 -10.057
364 364 1.127 1.490
-9.694 -9.694 1.127 -8.567
Saldo -72 -361 -1.754 -3.107 -967 -416 -516 -1 -1.336 478 -401 -252 -1.229 -9.934 5.130 -4.804
6001 Natuur- en groenbeheer 6002 Milieu 6003 Afvalbeheer 6004 Afvalheffingen 6005 Rioleringbeheer 6006 Riolering heffingen 6007 Bouw- en woningtoezicht 6008 Stadsvernieuwing 6009 Volkshuisvesting 6010 V olkshuisvesting ISV programma 6011 Geluidshinder 6012 Milieubeheer 6013 Milieubeleid Resultaat voor bestemming 6999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
-8.232 -1.716 -9.060 0 -5.738 0 -2.814 -3.785 -5.708 -159
518 188 64 9.556 7 6.637 851 0 3.896 0
-7.714 -1.528 -8.996 9.556 -5.731 6.637 -1.963 -3.785 -1.812 -159
-5.044 -629 -9.110 0 -6.673 0 -3.067 -3.075 -6.153 -152
1.357 1.758 745 8.576 -0 5.937 910 202 -2.096 0
-3.687 1.129 -8.364 8.576 -6.674 5.937 -2.157 -2.873 -8.249 -152
-7.009 -344 -8.900 0 -5.833 0 -2.573 -2.468 -5.250 -157
262 188 60 9.614 295 6.655 1.004 0 3.324 0
-6.747 -156 -8.840 9.614 -5.538 6.655 -1.569 -2.468 -1.926 -157
-161 -3.003 -397 -40.773 -627 -41.400
0 456 0 22.172 6.623 28.795
-161 -2.547 -397 -18.601 5.996 -12.604
-193 -3.028 -290 -37.416 -6.466 -43.883
141 537 0 18.069 14.021 32.090
-53 -2.491 -290 -19.348 7.555 -11.793
-117 -2.464 -338 -35.454 -7.282 -42.736
0 81 0 21.482 11.879 33.361
-117 -2.383 -338 -13.972 4.597 -9.374
7001 Algemene uitkering 7002 Belastingen 7003 Beleggingen 7004 Onvoorziene uitgaven 7005 Saldo financieringsfunctie Resultaat voor bestemming 7999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming
0 -1.847 -792 -2.689 -2.612 -7.941 -8.515 -16.455
99.229 13.471 11.221 1.473 1.604 126.996 16.527 143.523
99.229 11.623 10.429 -1.217 -1.009 119.056 8.012 127.068
-2.022 -1.574 -607 -1.223 -4.216 -9.642 -1.789 -11.431
104.129 13.643 20.876 2.075 2.052 142.774 10.249 153.023
102.107 12.069 20.269 852 -2.164 133.132 8.460 141.592
-89 -1.877 -813 -3.425 -2.347 -8.550 -8.166 -16.717
101.550 13.509 12.151 2.057 1.030 130.297 16.328 146.624
101.462 11.632 11.338 -1.369 -1.317 121.747 8.161 129.908
-4.557 -4.557 -2.567 -7.124 -335.189
567 567 3.047 3.614 332.803
-3.990 -4.005 -3.990 -4.005 480 -300 -3.510 -4.305 -2.386 -341.465
347 347 631 978 354.854
-3.658 -4.068 -3.658 -4.068 331 -2.999 -3.327 -7.067 13.389 -354.505
699 699 3.109 3.808 360.226
-3.369 -3.369 110 -3.259 5.720
8001 Wijkontwikkeling Resultaat voor bestemming 8999 Mutaties reserves Resultaat na bestemming Totaal
ProgrammaREKENing
307
Overzicht SISA Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
BZK
Brede doeluitkering Sociaal, Integratie en Veiligheid (GSB/SIV).
C3
I N D I C A T O R E N
Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (SIV) en Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid.
Resultaat ultimo 2011 van in 2010 en 2011 Afspraak alsnog te realiseren doelstellingen en prestatieafspraken in aantallen die met het Rijk zijn overeengekomen o.b.v. het stedelijk meerjaren ontwikkelingsprogramma (MOP), die zijn vastgelegd in het GSB-convenant per stad (prestatielijst) en in de GSB IIIperiode (deels) niet zijn gehaald.
Gemeenten G31. Hieronder per regel één doelstelling / prestatieafspraak / (sub)indicator invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
1
Onderdeel inburgering BDU SIV: Regeling inburgering G31.
Aard controle n.v.t.
Aard controle D1
24b Aantal jongeren tussen de 0 en 18 jr dat deelneemt in hulpverleningstraject Pak je kans
40
Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een reguliere inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Totaal aantal inburgeringsplichtigen en vrijwillige inburgeraars voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een gecombineerde inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Realisatie
Realisatie
Aard controle D1
Aard controle D1
482
173
Besteding 2011 (inclusief inburgering) ten laste van de Rijksmiddelen.
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt.
Aard controle R
Aard controle R Zie Nota baten-lastenstelsel
€ 2.480.632
308
€0
I N D I C A T O R E N
Realisatie
Toelichting afwijking
Aard controle D1
Aard controle n.v.t.
26
De verandering van de werkwijze m.b.t. Pak je Kans heeft betekent, dat de politie niet meer direct mocht doorverwijzen naar het Project, maar via Bureau Jeugdzorg. Het teruglopende aantal aanmeldingen is voor Schiedam aanleiding geweest voor diverse overleggen met Jeugdzorg, politie, bureau Halt en Flexus Jeugdplein. Echter het gewenste resultaat is niet helemaal bereikt. Vanaf 2012 wordt via het CJG nog steeds de doelstelling van Pak je Kans nagestreefd d.m.v. vraag gestuurde trajecten i.p.v. subsidieverlening.
Totaal aantal inburgeringsplichtigen, als bedoeld in het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 12 juni 2007, nr. 2007/11, voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld in de jaren 2007 t/m 2009 èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen (gepardonneerden).
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen.
Totaal aantal geestelijk bedienaren voor wie in de jaren 2007 t/m 2009 voor het eerst een inburgeringsvoorziening is vastgesteld èn die binnen 3 kalenderjaren na vaststelling van de inburgeringsvoorziening hebben deelgenomen aan het aanvullend praktijkdeel van het inburgeringsexamen.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Realisatie
Realisatie
Realisatie
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
21
0
0
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Toelichting bij de hiervoorgaande 3 bestedingen-indicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting betrekking heeft.
Toelichting bij de hiervoorgaande 5 inburgerings-indicatoren; vermelden op welke indicator(en) de toelichting betrekking heeft.
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Nee
ProgrammaREKENing
309
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
OCW
Regeling brede scholen 2009
D4
I N D I C A T O R E N
Regeling stimulering aanpassing huisvesting brede scholen.
Hieronder per regel één referentienummer van het betreffende project invullen en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie.
Besteding 2011
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
OND/ODB-2009/48735 I
€0
Gemeenten
1 2 OCW
D5
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009.
D9
Let op: Alleen bestedingen die betrekking hebben op de periode vóór 4 september 2011 mogen verantwoord worden.
Gemeenten
Aard controle R
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen.
€ 444.593
Nee
Brinnummer
Alle activiteiten afgerond Ja/Nee?
Aard controle n.v.t.
Aard controle D2
1
13XQ
Ja
2
14EC
Ja
3
15KN
Ja
4
12RM
Ja
5
11OJ
Ja
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) 2011-2014 Gemeenten
310
€0 Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Regeling verbetering binnenklimaat primair onderwijs 2009.
6 OCW
OND/ODB-2009/48727 I Besteding 2011 ten laste van rijksmiddelen.
11BQ
Ja
Besteding 2011 aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO).
Besteding 2011 aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO).
Aard controle R
Aard controle R
€0
€ 772.338
I N D I C A T O R E N
Project afgerond in 2011? Ja / Nee
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Toelichting niet afgeronde projecten
Besteding 2011 (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Zie Nota baten-lastenstelsel Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Aard controle D1
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Ja
€0
Nee
Ja
€0
Nee
Toelichting per brinnummer welke activiteit(en) niet zijn afgerond en daarbij het bijbehorende bedrag exclusief 40% cofinanciering noemen. Aard controle n.v.t.
Besteding 2011 aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO). Aard controle R € 1.890.073
ProgrammaREKENing
311
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
I&M
Bodemsanering (excl. Bedrijvenregeling) 2005-2009
E6
Wet bodembescherming (Wbb), Besluit financiële bepalingen bodemsanering en Regeling financiële bepalingen bodemsanering;
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 uit Wbb
Besteding 2011 uit FES
Aard controle R
Aard controle R
€ 112.154
€0
Aantal saneringen (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn).
Aantal bodemonderzoeken (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn).
Provincies en gemeenten.
Aard controle D1 Aard controle D1 2 EL&I
F3
Verzameluitkering EL&I (incl. oud LNV).
6
Besteding 2011 (incl. besteding 2009 en 2010 voor zover nog niet eerder verantwoord (zie nieuwsbrief IBI nr. 30).
Regeling verzameluitkering. Aard controle R Provincies, gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr). € 417.552 SZW
G1C-1
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten die uitvoering in 2011 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier alleen het gemeentelijke deel 2011.
SZW
G1C-2
Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Gemeenten die uitvoering in 2010 geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal 2010. (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa 2010 regeling G1B + deel gemeente uit 2010 regeling G1C-1).
312
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2011;
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2011, uitgedrukt in arbeidsjaren;
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
exclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
640,50
31,98
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december 2010;
Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief geldstroom openbaar lichaam.
inclusief geldstroom openbaar lichaam.
Aard controle R
Aard controle R
3,00
0,00
I N D I C A T O R E N
Uitgaven (Wbb) van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Uitgaven (FES) van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt
Zie Nota baten-lastenstelsel
Zie Nota baten-lastenstelsel
Aard controle R
Aard controle R
Nee
€0
€0
Aantal m2 gesaneerd oppervlakte (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn).
Aantal m3 gesaneerde grond (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn).
Aantal m3 gesaneerd verontreinigd grondwater (inclusief SEB) (in te vullen zodra de prestaties behaald zijn).
Aard controle D1
Aard controle D1
Aard controle D1
1.191,5
1.460
0
Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in 2010, uitgedrukt in arbeidsjaren;
inclusief deel openbare lichamen.
inclusief deel openbare lichamen.
Aard controle R
Aard controle R
2,42
0,00
Eindverantwoording Ja/Nee
Aard controle n.v.t.
ProgrammaREKENing
313
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
SZW
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB
G2
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 algemene bijstand
Baten 2011 algemene bijstand (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 31.034.101
€ 1.165.913
I.2 Wet investeren in jongeren (WIJ)
Besteding 2011 WIJ
Baten 2011 WIJ (excl. Rijk)
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 3.704.559
€ 35.997
Besteding 2011 IOAW
Baten 2011 IOAW (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 852.287
€ 14.231
Besteding 2011 IOAZ
Baten 2011 IOAZ (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 115.067
€0
Besteding 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Baten 2011 Bbz 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
€ 11.838
€0
I.1 WWB: algemene bijstand Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
I. 3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.4 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. I.5 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
314
I N D I C A T O R E N
ProgrammaREKENing
315
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
I. 6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)
I N D I C A T O R E N
Besteding 2011 WWIK
Baten 2011 WWIK (excl. Rijk)
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr. SZW
G3
€0
€0
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Besteding 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob).
Besteding 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob).
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004.
Aard controle R
Aard controle R
€ 103.393
€ 180.600
Baten 2011 Bob (excl. Rijk).
Besteding 2011 aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004.
Aard controle R
Aard controle R
Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
SZW
G5
Wet participatiebudget (WPB)
€0
€0
Besteding 2011 participatiebudget.
Waarvan besteding 2011 van educatie bij roc’s.
Aard controle R
Aard controle R
€ 12.379.335
€ 742.015
Wet participatiebudget (WPB) Gemeenten verantwoorden hier het totaal 2011 indien zij de uitvoering in 2011 helemaal niet hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr.
316
I N D I C A T O R E N
Baten 2011 levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (excl. Bob) (excl. Rijk).
Baten 2011 kapitaalverstrekking (excl. Bob) (excl. Rijk).
Besteding 2011 aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (excl. Bob).
Besteding 2011 Bob.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
€ 9.719
€ 34.387
€ 79.613
€0
Baten 2011 (niet-Rijk) participatiebudget.
Waarvan baten 2011 van educatie bij roc’s.
Reserveringsregeling: overheveling overschot/tekort van 2011 naar 2012.
Terug te betalen aan rijk.
Aard controle R
Aard controle R Omvang van het in het jaar 2011 niet-bestede bedrag dat wordt gereserveerd voor het participatiebudget van 2012. Dit bedrag is exclusief het bedrag dat een gemeente ten onrechte niet heeft besteed aan educatie bij een roc; hiervoor geldt geen reserveringsregeling (het ten onrechte niet-bestede wordt teruggevorderd door het rijk) óf omvang van het in het jaar 2011 rechtmatig bestede bedrag participatiebudget als voorschot op het participatiebudget van 2012 (bij overheveling van een tekort wordt een negatief getal ingevuld).
Omvang van het aan het rijk terug te betalen bedrag, dat wil zeggen het in het jaar 2011 niet-bestede bedrag voor zover dat de reserveringsregeling overschrijdt, alsmede het in het jaar 2011 ten onrechte niet-bestede bedrag aan educatie bij roc’s. Aard controle R
Aard controle R € 763.595
€0
€ 1.342.140
€0
ProgrammaREKENing
317
Departement Nummer
Specifieke uitkering / Juridische grondslag / Ontvanger
I N D I C A T O R E N
Het aantal in 2011 gerealiseerde duurzame plaatsingen naar werk van inactieven. Dit onderdeel moet door alle gemeenten worden ingevuld. Indien ingevuld met een nul, dan bestaat er voor 2012 geen recht op regelluwe bestedingsruimte.
SZW
G6
Besteding 2011 Regelluw. Dit onderdeel dient uitsluitend ingevuld te worden door de gemeenten die in 2010 duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Aard controle R 0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Aard controle R 0 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het praktijkdeel van het inburgeringsexamen, bedoeld in artikel 3,7, eerste lid, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1 359 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde NT2-certificaten, dat niet meetelt bij de output-verdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle D1 325
Schuldhulpverlening
Aard controle D1 28 Besteding 2011
Kaderwet SZW-subsidies
Aard controle R
Gemeenten VWS
318
H10
Tijdelijke regeling CJG
€ 295.725 Besteding 2011 aan jeugdgezondheidszorg, maatschappelijke ondersteuning jeugd, afstemming jeugd en gezin en het realiseren van centra voor jeugd en gezin.
Gemeenten
Aard controle R
Aard controle R
€ 2.761.224
€0
Brede doeluitkering Centra voor jeugd en gezin (BDU CJG).
Uitgaven van vóór 2010, waarvan besteding in 2011 plaatsvindt. Zie Nota baten-lastenstelsel.
I N D I C A T O R E N
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een inburgeringsvoorziening heeft vastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een inburgeringsvoorziening is overeengekomen.
Het aantal personen uit de doelgroep ten behoeve van wie het college in 2011 een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening heeftvastgesteld, dan wel met wie het college in dit jaar een duale inburgeringsvoorziening of een taalkennisvoorziening is overeengekomen.
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3,9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering, heeft behaald.
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1 39 Het aantal personen uit de doelgroep in de gemeente dat in 2011 het staatsexamen NT2 I of II heeft behaald.
Aard controle D1 156 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten basisvaardigheden.
Aard controle D1 357 Het aantal door de gemeente in 2011 ingekochte trajecten vavo.
Aard controle D1 331 Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in 2011 behaalde vavo-diploma’s.
Aard controle D1 28
Aard controle D1” 140
Aard controle D1 137
Aard controle D1 16
Is er ten minste één centrum voor jeugd en gezin in uw gemeente gerealiseerd in de periode 2008 tot en met 2011? Ja/Nee
Besteding (gedeeltelijk) verantwoord o.b.v. voorlopige toekenningen? Ja / Nee
Indicator verantwoorden op basis van gegevens in het Informatie Systeem Inburgering (ISI).
Aard controle D1
Ja
Zie Nota baten-lastenstelsel. Indien beantwoord met ja, zal de medeoverheid in 2012 nog een correctie op de besteding 2011 kunnen opnemen. Ja
ProgrammaREKENing
319
Afkortingen AGG Activiteiten Groep Groenoord Asv Algemene subsidieverordening Awb Algemene wet bestuursrecht BBSH Besluit Beheer Sociale Huursector BNG Bank Nederlandse Gemeenten BBV Besluit begroting en verantwoording BDU Brede Doeluitkering BING Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten BI-zone Bedrijveninvesteringszone BGS Berckenrode Groep Schiedam BNG Bank Nederlandse Gemeenten BOR Beheer Openbare Ruimte BOS Buurt, Onderwijs en Sport BVSO Bewonersvereniging Schiedam Oost CJG Centrum voor Jeugd en Gezin CMLR Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam COELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden CON Centrale Opvang Nieuwkomers Commissie BVV Commissie Besluit Begroting en Verantwoording CWI Centrum voor Werk en Inkomen CWP CollegeWerkProgramma DIV Documentaire Informatievoorziening DUO Dienst Uitvoering Onderwijs DCMR Milieudienst Rijnmond DU Decentralisatieuitkeringen Euribor Euro Interbank Offered Rate GBA Gemeentelijke Basis Registratie GOSA Gemeentelijk Overleg Sluitende Aanpak GRP Gemeentelijk Rioleringplan GSB Grotestedenbeleid GVVP Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing JGZ Jeugdgezondheidszorg JIT Jeugd Interventie Team JCO Justitieel Casus Overleg JOP Jongeren Ontmoetings Plaats KCC Klant Contact Centrum KTA Kerntakenanalyse LEA Lokale Educatieve Agenda LBB Lichtblauwe Brigade LRK Landelijk Register Kinderopvang (Meldcode) HG MBOP Meerjaren Beheer- en Onderhoudsplan MOP MeerjarenOntwikkelingsProgramma MOS Stichting Microfinanciering Ondernemers Schiedam
320
MPG Meerjaren Perspectief Grondbedrijf MUP Milieu Uitvoeringsprogramma NIBM Regeling Niet In Betekenende Mate NIEGG Niet In Exploitatie Genomen Gronden NME Natuur- en Milieu Educatief NSL Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NvU Nota van Uitgangspunten NWN Nieuwe Waterweg Noord nWRO Nieuwe Wet ruimtelijke ordening OBR OntwikkelingsBedrijf Rotterdam OKC Ouder en Kind Centrum OTO Opleiden, trainen en oefenen OZB Onroerendezaakbelasting PPS Publiek Private Samenwerking PKVW Politie Keurmerk Veilig Wonen PWVB Project Particuliere WoningVerBetering RKC Rekenkamercommissie Schiedam-Vlaardingen (RKC) Ruddo Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden SEARS Sociaal Economische Adviesraad Schiedam SISA Singe Information, Single Audit Sisco Solutions for implementing sustainable constructions SIV Sociaal, Integratie en Veiligheid SOBO Schiedams Overleg Bewonersorganisaties SPS Stichting Promotie Schiedam SVn Stimuleringsfonds Volkshuisvesting SWS Stichting Welzijn Schiedam TLN Transport en Logistiek Nederland UWV Uitkeringsinstituut WerknemersVerzekeringen VIG Vroegtijdige Interventie Gezinnen VVE Voor- en vroegschoolse educatie Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht WAP Wijk Actie Programma Wcpv Wet collectieve preventie volksgezondheid Wet BIZ Experimentenwet Bedrijvennvesteringszones Wet fido Wet financiering decentrale overheden W&I Afdeling Werk & Inkomen Wi Wet inburgering WIC Woon Informatie Centrum Wmo Wet maatschappelijke ondersteuning Wro Wet ruimtelijke ordening Won Wet onafhankelijk netwerkbeheer WOG Wijkontwikkeling Groenoord WOZ Waardebeschikking Onroerende Zaken Wwb Wet werk en bijstand ZAT ZorgAdviesTeam
ProgrammaREKENing
321
322
ProgrammaREKENing
323
Uitgave Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Schiedam Postbus 1501 3100 EA Schiedam Telefoon 010 219 11 11
Eindredactie, vormgeving en productie Afdeling Financiën & Ondersteuning
Advies en druk Van Horssen OJ Service bv, Waardenburg
324