ProDef BULLETIN professionals bij defensie februari 2015 | nummer 1
Goed werkgeverschap
INHOUD 2
Column duovoorzitter
3
Hoe staat het in het arbeidsvoorwaardenoverleg?
4
Meer geld voor Defensie en Politie!
5
Tegemoetkomingsregeling ChroomVI
6
Asbest in marineschepen
8
Een duidelijk plan graag!
9
Pensioenindexatie, ho maar
10
Bezwaarschriften AOW-gat
15
Partnerpensioen bij inkomen boven € 100.000,-
5 7 11 13 14
En verder Cartoon Column Winterse buien Kennismaken met GOV|MHB-leden Column Denkfouten bij Defensie Column Juridische zaken
www.ProDef.nl
door Marc de Natris
Vlak voor het kerstverlof kwam er een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens over het AOW-gat. Het College was tot de conclusie gekomen dat het AOW-gat leeftijdsdiscriminatie is.
L
eeftijdsdiscriminatie omdat het AOW-gat direct wordt gekoppeld aan de leeftijd van 65 jaar. Het wrange van het AOW-gat is dat in dit geval het alleen van toepassing is op ouddefensiemedewerkers die verplicht met leeftijdsontslag of met wachtgeld zijn gestuurd. Alhoewel een uitspraak van het College een advies is, wordt een dergelijk advies over het algemeen door een minister overgenomen, maar niet altijd. De uitspraak is in elk geval een stok achter de deur om het probleem sneller aan te pakken, alhoewel reeds was afgesproken dit voor 01 oktober 2015 te regelen. Het is niet voor het eerst dat Defensie haar regelgeving moet aanpassen naar aanleiding van een uitspraak van het College. Onlangs werd Defensie óók op haar vingers getikt in het kader van huisvesting en voeding. Het betreft hier het verschil dat Defensie maakt tussen mensen met een eigen huishouding en mensen die (bijv.) nog bij hun ouders woonachtig zijn. Ook hier was het College van mening dat er door Defensie oneigenlijk verschil werd gemaakt tussen defensiepersoneel in verschillende woonsituaties. Ook op dit dossier zal er dus op korte termijn een oplossing moeten worden gevonden.
Het is niet voor het eerst dat Defensie haar regelgeving moet aanpassen naar aanleiding van een uitspraak van het College Voor beide dossiers geldt dat de bonden de minister al in het verleden hebben aangesproken op het feit dat er sprake is van discriminatie. Defensie neemt in deze vervolgens altijd de stelling in dat reparatie van ‘het probleem’ budgetneutraal dient te geschieden, dan wel dient te worden betaald vanuit nieuw arbeidsvoorwaardelijk geld. Arbeidsvoorwaardelijk geld is een schaars goed. Je kunt het immers maar één keer uitgeven. Op deze manier worden de bonden in gijzeling gehouden. Kies je voor een loonsverhoging voor iedereen of voor reparatie voor slechts een kleine groep? De vraag die ik hier dan ook de orde wil stellen is of de minister als overheidswerkgever niet het juiste voorbeeld dient te geven? Als de overheid nieuwe wetgeving maakt én door deze wetgeving worden (ex)ambtenaren zwaar gedupeerd en/of gediscrimineerd, zou zij dan vanuit goed werkgeverschap niet zelf tot reparatie moeten overgaan? Of mag de reparatie van ‘broddel’ wetgeving dan wel financieel discriminerend worden afgewenteld op al haar personeel? <
1
Colofon
Column duo-voorzitters
Het ProDef bulletin is een uitgave van de Gezamenlijke Officierenverenigingen en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (GOV|MHB). Het bulletin verschijnt 8 keer per jaar.
Adres secretariaat GOV|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl
[email protected] (secretariaat/administratie)
[email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie M.E.M. de Natris (hoofdredacteur), R. Bliek, T. Kofman, M.M.H. Heijligers, R.E.W. Pieters, P.J.G. van Sprang, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), drs. R.W. Mannak (correcties), P. van Maurik, J.L.R.M. Vermeulen, R. Vrancken Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de GOV|MHB: 070-3839504
[email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de GOV|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator M.E.M. de Natris (duo-voorzitter GOV|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met: • mr B. Blonk 070-3839504
[email protected] Kopij Kopij voor nummer 2 van het ProDef bulletin dient uiterlijk op 23 februari 2015 per e-mail bij de redactie aanwezig te zijn.
2
door Ruud Vermeulen
Informatie gestuurd optreden is het kritieke pad Zwaardere wapens voor de politie, een non optie! De aanslagen in Parijs en het voorkomen daarvan in Verviers tonen langzamerhand grote parallellen met het optreden van Defensie tijdens missies: The war amongst the people.
O
ok de aanpak ervan lijkt hetzelfde, met dit verschil dat wij in eigen land in het voordeel zijn. In de afgelopen 10 jaar is bij Defensie het besef verder gerijpt dat alleen een stroom aan gegevens, die vervolgens uitgewerkt wordt tot informatie, de voorwaarde schept om het gevecht te kunnen winnen. In Mali zijn nu onze commando’s bezig om gegevens bij de bevolking te verzamelen. Deze wordt door ISTAR samen met andere gegevens omgewerkt tot inlichtingen (ISTAR staat voor Intel, Surveillance, Target Acquisition & Recognition: inlichtingen verzamelen, bewaken, doelopsporing en verkenning). Vervolgens wordt deze informatie door de MIVD gematcht met informatie uit vele andere bronnen, van over de hele wereld. Hetzelfde zien wij nu in Nederland. De kracht van de Nederlandse politie ligt in het feit dat zij dicht bij de burgers staat. De wijkagenten vervullen hierin een cruciale rol. De gegevens komen binnen bij de politie, worden verwerkt tot informatie en verder verdiept door de AIVD. De AIVD en MIVD wisselen informatie uit. Maar ook via Europol en de internationale veiligheidsdiensten wordt informatie uitgewisseld. De voorwaarde hiervoor is natuurlijk wel dat je zelf ook informatie in de aanbieding hebt. Wij zien dus eigenlijk parallelle ontwikkelingen tussen het optreden in Nederland en gedurende de missies. Bij missies vindt de confrontatie plaats tussen infanterieeenheden en de tegenstander. De overige bijv. logistieke en geneeskundige eenheden beveiligen zichzelf, maar mengen zich in principe niet in het daadwerkelijke gevecht, anders dan wanneer hun eigen leven gevaar loopt. Het is in de diverse missies allang duidelijk geworden dat vechten een vak is. Een vak dat je pas beheerst nadat je heel vaak hebt samengewerkt en in live (i.c. met
scherpe munitie) gevechtsschietoefeningen zeker hebt gesteld dat je de tegenstander kunt uitschakelen en toch veilig kunt optreden voor je eigen collega’s en de burgerbevolking. Dat is topsport. Wat betekent dit voor het politieoptreden? Het feit dat er tot nu toe zo weinig aanslagen zijn geweest, of misschien wel veel aanslagen zijn voorkomen, heeft zeker te maken met het feit dat de politie dicht bij de burgers staat. Dat is cruciaal voor het succes. Accepteer daarmede dat agenten niet bedoeld en dus ook niet in staat zijn, om offensief op te kunnen treden tegen zwaar bewapende terroristen. Ergo, zoek dekking. Bovendien in een beperkte ruimte, met het gevaar voor het raken van collega’s en/of omstanders, is een pistool een uitstekend wapen. Hoe los je het probleem van de beveiliging van de burgers en deels van de politie dan op? De Koninklijke Marechaussee heeft de laatste jaren de transformatie doorgemaakt van regionaal naar informatie gestuurd optreden. Hetzelfde is het geval met de bijstandsteams. Dit is dan ook de oplossing voor dit probleem. Niet in Groningen routes gaan rijden omdat dat je standplaats is, maar juist deze maand in Breda omdat informatie aangeeft dat je hier meer benodigd bent. En als dan een dreiging aanwezig is maar te diffuus, zet dan per regio een peloton infanterie gereed. Maar dit als laatste redmiddel en als iets dat zelden noodzakelijk zal zijn. Bottom line: informatie is de kritieke succesfactor en niet zware geautomatiseerde wapens voor de politie. MIVD en AIVD vervullen hierin een cruciale en vaak onderbelichte rol. Daar ligt naar mijn informatie ons zwakke punt. De ketting is immers net zo sterk als zijn zwakste schakel. <
Arbeidsvoorwaardenoverleg Stand van zaken Arbeidsvoorwaardenoverleg
door René Pieters
Nu het laatste arbeidsvoorwaardenakkoord bijna twee jaar geleden afliep én het arbeidsvoorwaardenoverleg ruim twee maanden onderweg is, verwachten velen dat er op korte termijn een nieuw arbeidsvoorwaardenakkoord zal liggen. Omdat er na de start van het arbeidsvoorwaardenoverleg geen nieuws meer naar buiten is gekomen vragen veel leden van de GOV|MHB dan ook logischerwijs naar de stand van zaken. Helaas kan de GOV|MHB in dit stadium van het proces op deze vragen (nog) geen antwoord geven.
S
Arbeidsvoorwaardenoverleg
inds 4 november 2014 zijn Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel intensief aan het onderhandelen over een nieuw onderhandelaarsakkoord. Gedurende dit proces worden over verschillende arbeidsvoorwaarden afspraken gemaakt. Uiteindelijk moet dit een afgewogen geheel worden. Om dit te bewerkstellen kan het voorkomen dat voorlopige afspraken aan het begin van het proces later in het proces toch nog (iets) aangepast dienen te worden. Daardoor is het niet wenselijk om gedurende het proces te communiceren over (voorlopige) afspraken. Deze kunnen immers nog wijzigen, waardoor er verwarring zou kunnen ontstaan. Verwarring waar niemand bij is gebaat. Daarom bestaat de afspraak tussen Defensie en de Centrales dat er gedurende het arbeidsvoorwaardenoverleg niet wordt gecommuniceerd over de inhoud.
delingen. Voor de GOV|MHB geldt echter: afspraak is afspraak. Daarom zal de GOV|MHB op geen enkele wijze inhoudelijk
reageren op vragen over de stand van zaken in het arbeidsvoorwaardenoverleg. De informatie die wel gedeeld kan worden over (de voortgang van) het arbeidsvoorwaardenoverleg, staat opgenomen op de ProDefwebsite in het Dossier: Arbeidsvoorwaardenoverleg 2014 e.v. Meer achtergrondinformatie over het arbeidsvoorwaardenoverleg binnen de sector Defensie? Lees het artikel “Het arbeidsvoorwaardenoverleg bij Defensie. Hoe gaat dat in zijn werk?” op de ProDef-website. <
Afspraak is afspraak
De GOV|MHB begrijpt dat velen reikhalzend uitkijken naar nieuws over de onderhan-
Coulance regeling tewerkstelling in De West Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel zijn een coulance regeling overeengekomen voor militairen die in het verleden tijdelijk te werk zijn gesteld in De West.
I
n het vorige ProDef-Bulletin heeft u kunnen lezen dat Defensie heeft besloten om militairen die tijdelijk tewerk worden gesteld in De West, niet langer de eigen bijdrage voor legering en voeding te laten betalen. Zowel de GOV|MHB en de andere Centrales als Defensie, hadden bij het tot stand komen van de nieuwe regeling echter het gevoel dat dit eigenlijk al veel eerder had moeten gebeuren. Het systeem van roulerende eenheden in De West bestaat immers al geruime tijd. Daarom hebben de Centrales zich, met succes, ingespannen
om naast de eerdergenoemde regeling – gericht op de toekomst – met Defensie ook een coulance regeling overeen te komen voor het verleden.
Eenmalig netto bedrag
De coulanceregeling bestaat uit een eenmalig netto bedrag van € 500,- voor een periode van tewerkstelling van vier maanden en is bedoeld voor een specifieke categorie militairen. Het betreft hier die militairen die in het verleden deel hebben uitgemaakt van de roulerende CLAScompagnie in De West, of een vergelijkbare eenheid, én die tot aan de totstandkoming
van de nieuwe regeling zelf hebben moeten betalen voor huisvesting en voeding. Indien er sprake is van een periode die langer of korter is geweest dan vier maanden, dan wordt het bedrag naar evenredigheid verhoogd of verlaagd. Zoals gebruikelijk binnen de sector Defensie dient de afspraak nog formeel te worden uitgewerkt en in de regelgeving te worden opgenomen. Het zal dus nog enige tijd duren voordat de desbetreffende militairen het bedrag op hun rekening krijgen bijgeschreven. <
3
Georganiseerd Overleg
door René Pieters
Sectorplan Defensie & Politie goedgekeurd Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft dinsdag 13 januari positief geoordeeld over het sectorplan van Defensie & Politie. Met deze goedkeuring komt tevens een financiële injectie van het ministerie van SZW ter grootte van 16 miljoen euro om de maatregelen die in het sectorplan staan opgenomen te verwezenlijken.
I
Sociaal Akkoord
n het Sociaal Akkoord dat de sociale partners in april 2013 overeenkwamen was o.a. opgenomen dat het kabinet in totaal 600 miljoen euro beschikbaar zou stellen om de (langdurige) werkloosheid te bestrijden. Om hiervoor in aanmerking te komen dienden sectoren een zogenaamd sectorplan in te dienen: een plan met uitgewerkte maatregelen om in de specifieke sector onderkende arbeidsmarkt- en scholingsproblemen aan te pakken. Financiering van deze maatregelen zou dan deels ten laste komen van de gereserveerde 600 miljoen euro.
Sectorplan Defensie & Politie
Defensie en Politie liepen bij het opstellen van ieder hun eigen sectorplan tegen eenzelfde probleem aan: een overlegsector bestaande uit één werkgever wordt niet beschouwd als sector in het licht van bovengenoemd budget. In plaats van bij de pakken neer te zitten hebben Defensie en Politie de handen ineengeslagen en gezamenlijk één sectorplan opgesteld met gezamenlijke Defensie- en Politie specifieke maatregelen. Dinsdag 13 januari jl. werd dit initiatief door het ministerie van SZW (de budgethouder) positief beoordeeld. De plannen van Defensie en Politie, ter waarde van bijna 44 miljoen euro, kunnen doorgaan. SZW subsidieert met ruim 16 miljoen euro . De overige bijna 28 miljoen euro dienen
4
door Defensie en Politie zelf beschikbaar te worden gesteld. Maatregelen in het sectorplan: In het sectorplan staan o.a. de volgende maatregelen opgenomen voor Defensie: Instroom • Opleiden van 160 ( potentiële) werknemers voor een technische functie bij Defensie; • Pilot met voorschakeltraject Defensie voor 200 jongeren zonder startkwalificatie. Van werk naar werk • Ontwikkelen en onderzoeken doorstroommogelijkheden Defensie-Politie. Duurzame inzetbaarheid bestaand personeel • 3.200 medewerkers van Defensie krijgen scholing gericht op mobiliteit en duurzame inzetbaarheid; • Waarderings- en valideringsonderzoek van militaire opleidingen in vergelijking met reguliere opleidingen.
Stichting Arbeidsmarkt- & Scholingsfonds Defensie
De Stichting Arbeidsmarkt- & Scholingsfonds Defensie (Stichting ASD) heeft aangegeven het deel van de kosten dat het ministerie van Defensie zou moeten bijdragen (grotendeels voor zijn rekening te nemen. Het ministerie van Defensie hoeft hierdoor
dus zelf (nagenoeg) niets bij te dragen. De Stichting ASD is een samenwerkingsverband tussen Defensie en de Centrales van Overheidspersoneel binnen de overlegsector Defensie. De Stichting ASD is oorspronkelijk opgericht om (Europese) subsidies binnen te halen t.b.v. (om)scholingsprojecten, beroepsopleidingen op MBO-niveau, voor defensiemedewerkers. Met deze subsidies werd het Defensie mogelijk gemaakt om meer personeel (om) te scholen dan het defensiebudget normaliter mogelijk zou maken. Sinds enige jaren subsidieert de Stichting ASD ook het civiel certificeren van verschillende defensieopleidingen en nu dus ook het sectorplan. Namens de CMHF-sector Defensie heeft het Hoofd sectie Georganiseerd Overleg zitting in het bestuur van de Stichting ASD.
GOV|MHB
De GOV|MHB is verheugd dat de inspanningen van de Stichting ASD en de collega’s bij de Politie hebben geleid tot dit positieve resultaat. Hiermee wordt het voor Defensie mogelijk om extra maatregelen te treffen op het gebied van (om)scholing en duurzame inzetbaarheid, wat de aantrekkelijkheid van Defensie als werkgever stimuleert. Geen onbelangrijk gegeven in de huidige tijd, nu de irreguliere uitstroom nog steeds hoog is en de instroom nog steeds achterblijft . <
Georganiseerd Overleg
door René Bliek
Paritaire Commissie en tegemoetkomingsregeling Chroom VI
O
Registratie (oud)-medewerkers
p dit moment zijn er bij het meldpunt 1.450 meldingen van (oud-) medewerkers binnengekomen. In ruim 450 gevallen is er sprake van medische klachten, variërend van vermoeidheid en hoge bloeddruk tot verschillende vormen van kanker.
Paritaire commissie
Het doel van de commissie is het geven van sturing aan het onderzoek, het stellen van prioriteiten bij de deelonderzoeken en het appreciëren van de onderzoeksresultaten. De commissie bestaat uit vier deelnemers van werkgeverszijde en vier werknemers van werknemerszijde, plus een onafhankelijke voorzitter, de heer Ruud Vreeman. De Centrales van Overheidspersoneel verzorgen de vertegenwoordiging van werknemerszijde. Deze commissie kan zich laten bijstaan door deskundigen.
Cartoon
Onderzoek RIVM
Het is nog steeds de verwachting dat het onafhankelijke onderzoek van het RIVM de nodige tijd in beslag zal nemen. Mede in het belang van de betrokken (oud-) medewerkers zullen, in samenspraak met de paritaire commissie, prioriteiten worden gesteld bij de verschillende deelrapporten van het onderzoek.
Tegemoetkomingsregeling
Naar verwachting zal op zeer korte termijn definitieve overeenstemming met de Centrales van Overheidspersoneel bereikt worden in het Georganiseerd Overleg over de tijdelijke tegemoetkomingsregeling. De regeling wordt daarna direct van kracht en (oud-)werknemers kunnen vanaf dat moment een aanvraag indienen. De ministeriële regeling zal op internet worden gepubliceerd en actief onder de aandacht worden gebracht van de (oud-)medewer-
Department of Defense cartoon, 2000 kers die zich hebben laten registreren. Deze tijdelijke tegemoetkomingsregeling is voor (oud-)werknemers die zich in een schrijnende situatie bevinden en niet kunnen wachten op de resultaten van het RIVM-onderzoek. Naast de tegemoetkoming voorziet de regeling ook in de mogelijkheid om ondersteuning te bieden of voorzieningen te verstrekken. Ondersteuning bestaat uit advies, bemiddeling en begeleiding door hulpverleners. Indien noodzakelijk worden ook voorzieningen verstrekt die niet op andere wijze verkregen kunnen worden. Het verstrekken van voorzieningen is maatwerk. De tegemoetkoming op grond van de tijdelijke tegemoetkomingsregeling is geen erkenning van aansprakelijkheid. Hiervoor zijn de uitkomsten van het RIVM-onderzoek van belang.
Voorlichting
In navolging van de voorlichtingsbijeenkomsten voor de voormalige POMS-site medewerkers in oktober jl., worden er begin 2015 bijeenkomsten georganiseerd bij de Operationele Commando’s voor de overige (oud-)werknemers die met vragen zitten. Naast de drie bijeenkomsten die reeds in januari in Den Helder, Eindhoven en Stroe hebben plaatsgevonden, volgen nog de volgende bijeenkomsten: - 11 februari 2015 09.30 uur Berghotel Amersfoort Utrechtseweg 225, 3818 EG Amersfoort - 12 februari 2015 13.30 uur Amrath Hotel Brabant Heerbaan 4, 4817 NL Breda
5
Georganiseerd Overleg
door René Bliek
Asbest in marineschepen KRO Brandpunt Reporter stelt in de uitzending van 4 januari jl., dat opvarenden van de onderzeeër Zr.Ms. Zeeleeuw van de Koninklijke Marine langdurig blootgesteld zijn aan kankerverwekkend asbest.
H
Rapportage KRO
et asbest is aangetroffen tijdens levensverlengend onderhoud van Zr.Ms. Zeeleeuw, dat in oktober 2013 is begonnen. Tijdens dit soort onderhoud worden ruimtes ontsloten die bij regulier onderhoud gesloten blijven.
In een paar van deze ruimtes is in oktober en november 2013 asbest aangetroffen. Nadat asbest aan boord van Zr.Ms. Zeeleeuw was aangetroffen, zijn begin november 2013 ook de andere drie onderzeeboten aan een asbestonderzoek onderworpen.
Zij bleken niet besmet met vrijgekomen asbest.
Reactie Defensie
Defensie, door de KRO eind 2014 geïnformeerd over de (komende) uitzending, heeft de Tweede Kamer al voor het kerstreces ingelicht en haar zienswijze per brief verwoord. Het asbest is volgens Defensie pas vrijgekomen als gevolg van de verdergaande demontage tijdens het levensverlengend onderhoud. Wel wordt er bij de andere drie onderzeeboten vanuit gegaan dat zich op dezelfde locaties als bij Zr.Ms. Zeeleeuw asbest zal bevinden.
Personeelszorg
Om het defensiepersoneel en de medewerkers van externe bedrijven goed te kunnen
informeren is de GOV|MHB van mening dat er betere en duidelijkere antwoorden nodig zijn dan ‘het is geregistreerd’. Hier lijkt het wel dat Defensie accepteert (part of the job) dat mensen besmet raken, ziek worden, een schadeloos uitkering krijgen en helaas overlijden. Dat kan niet de bedoeling zijn!
Niet alleen onderzeeërs
De GOV|MHB vraagt zich wel af hoe het nu zit met de aanwezigheid van asbest bij de andere schepen van de Koninklijke Marine. Ook daar is goede informatie naar het personeel noodzakelijk. Nogmaals, een registratie in het personeelsdossier alleen voldoet niet!
Tot slot
Een ziekenhuis dat geen antwoord wil geven op vragen van KRO Brandpunt Reporter met de motivatie dat het de goede relatie met de Koninklijke Marine niet wil beschadigen, wekt ook niet veel vertrouwen in de transparantie. < Herstel in vertrouwen blijft een uitdaging
Fijnstof in Mali
door René Bliek
In Mali en in het bijzonder Gao is er sprake van fijnstof. Het meeste fijnstof is afkomstig van opwaaiend woestijnzand. Bij hoge fijnstofbelasting zijn acute gezondheidseffecten zoals oog-, neus- en keelirritatie en klachten aan de luchtwegen te verwachten. effecten zullen optreden. Al is dit natuurlijk nooit helemaal uit te sluiten. Daarom voert Defensie regelmatig luchtmetingen uit en volgt zij het aantal stofgerelateerde gezondheidsklachten.
gaan. De GOV|MHB is echter wel van mening dat Defensie de gezondheidstoestand van de uitgezonden militairen zowel tijdens als na de missie blijft monitoren. Defensie heeft toegezegd dit te zullen doen. <
Personeelszorg
D
efensie heeft in Mali lucht- en bodemmonsters genomen om o.a. de blootstelling aan fijnstof en de daarin aanwezige componenten te onderzoeken. Gelukkig bleek dat vooral tijdelijke effecten te verwachten zijn. Het is minder aannemelijk dat in de relatief gezonde militaire populatie chronische
6
De blootstelling van onze militairen zal zoveel mogelijk worden tegengegaan, o.a. door het voorkomen van blootstelling tijdens zandstormen en het gebruik van stofmaskers. Echter, de blootstelling aan fijnstof is niet volledig te voorkomen gedurende de missie. Het is de GOV|MHB volstrekt duidelijk dat het onder operationele omstandigheden natuurlijk onmogelijk is om in alle gevallen blootstelling tegen te
Heli’s aangekomen in Mali
Column Winterse buien en somberen door Tom Kofman Enkele weken geleden ben ik op een sombere dag voor het eerst sinds tijden teruggekeerd naar mijn oude werkplek op het immer bruisende Scheveningen.
D
it keer - geheel tegen mijn gewoonte in - de auto gepakt (het regende pijpenstelen en ik bezit geen jas die mij daartegen voldoende bescherming wenst te bieden). Het passeren van de toegangspoort van het Frederikcomplex aan de Van Alkemadelaan was met de DEF ouderen-van-dagen-pas een fluitje van een cent. Op naar gebouw 35. Dan begint het pas echt. Bewaking is in geen velden of wegen meer te bekennen. Je moet met je eigen mobieltje naar het mobiele nummer (vaste nummers zijn uit kostentechnische overwegingen afgeschaft) bellen van degene met wie je een afspraak meent te hebben. Betracht wat geduld en met een beetje geluk word je opgehaald. In alle eerlijkheid: hierover geen klachten. Mijn oude werkkamer had een passende bestemming gekregen, te weten lunchroom. Had ik dat maar eerder geweten; nu de belegde boterham als bijverdienste gemist!
De collegae
Over de lange termijngeheugens geen klagen, het was een feest der herkenning! Ik mocht een zekere tevredenheid noteren voor wat betreft het overleven van de huidige reorganisatieperikelen (SBK-2012). Wat wel als een zwaard van Damocles boven het ‘Haegsche’ DMO-personeel hangt is de eventuele (?) geforceerde verhuizing naar de Kromhout kazerne te Utrecht. Ik kan mij niet voorstellen dat dit economische en/of organisatie-technische voordelen oplevert, maar wellicht ben ik teveel aanhanger van het één plus één = twéé principe en behelst de verhuizing een hoger doel. Zou het DMO-personeel mogen kiezen tussen enerzijds één of twéé procent salarisverhoging, en anderzijds het niet- verhuizen naar het KHK-complex, dan zal de keuze op zeker zijn het blijven werken in de regio Den Haag. Dat was sombere (Sombermans) bespiegeling één.
Het project SPEER (Sombermans twéé)
SPEER en vertraging lijken wel synoniemen. Ik geef grif gewonnen dat onze minister Jeanine Hennis telkenmale dappere pogingen doet om de politiek open en eerlijk te informeren over alle tegenslagen bij
SPEER. Het lijkt hier te gaan om tegenslag op tegenslag. Wij zitten inmiddels in 2015. SPEER had al in 2009 operationeel moeten zijn. Nog geen kwart van de geprognosticeerde besparingen wordt gerealiseerd. In 2013 stopte DEF met het in de openbaarheid brengen van de kosten. Op dat moment was het systeem al 413 procent duurder uitgevallen/uitgepakt dan oorspronkelijk geraamd (*). Vraag mij af of DEF de overschrijdingen sinds 2013 wel heeft bijgehouden. Als de Algemene Rekenkamer (ARK) stelt dat SPEER nog geen 30 procent van de bedoelde taken kan uitvoeren, mag je dan wel spreken van een ‘goed product’? Officiële DEF-communiqués wekken de indruk dat het programma prima functioneert, maar tegelijkertijd laat men weten dat er toch nog wel het een en ander dient te worden doorontwikkeld. Door ontwikkelen: een eufemisme of-te-wel, een ‘verzachtende uitdrukking’. Bijkomende complicatie is dat er zich in 2014 ook andere ICT-problemen manifesteerden. Denk aan uitvallende datacenters en het gebrek aan reservecapaciteit om deze problemen adequaat op te vangen. Eens te meer is bewezen dat overheden niet in staat zijn om gecompliceerde automatiseringssystemen succesvol in te voeren. DEF is hierin nu eens een keer niet uniek. De minister heeft op zeker krediet voor de wijze waarop zij alle ellende openbaar durft te maken. Het is tot op grote hoogte een erfenis die zij mee heeft
gekregen van haar voorgangers. Door alles zo open en bloot richting pers en politiek te dirigeren, worden er van haar wel adequate oplossingen verwacht. In de politiek is het per definitie zo dat er een moment van afrekenen komt. Slaagt een bewindsman of bewindsvrouw er niet in om de zaken naar zijn/haar hand te zetten, dan gloort daar het moment van vertrek.
Incident
Onlangs werd in de pers een in mijn optiek muisachtig incident tot olifantachtige proporties opgeblazen. Het betrof een geschorste DEF-ambtenaar die werd ingehuurd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZA) om een plan op te stellen om problemen met de informatiebeveiliging te verhelpen. De facto een zaak van detacheren. Alle partijen spinnend tevreden. Waar mekkeren wij dan over? In ieder geval géén ‘Sombermans’ drie! Onder de streep vind ik dat deze minister nog immer vertrouwen verdient. Zal mij wat waard zijn als zij de rit kan en mag uitzitten van het parlement. Geen enkele reden om er als een speer van door te gaan. < (*) Bron: NRC. SPEER was ooit begroot op € 185 miljoen euro. In 2013 bleek het automatiserings systeem 413% duurder uit te pakken. ARK komt uit op € 950 miljoen euro. Sindsdien (2013) bleef de teller doorlopen….. SPEER kan nu 30% van de oorspronkelijk bedoelde systeemtaken uitvoeren. Geschatte besparing op jaarbasis was € 80 miljoen euro. Het besparingsbedrag wordt nu door DEF geschat op € 18 miljoen per jaar.
7
Medezeggenschap
door René Bliek
Een goed duidelijk plan geeft vertrouwen De afgelopen reducties op de organisaties laten hun sporen na binnen de diverse defensieonderdelen. De samenhang der dingen is vaak een uitdaging. Minder taken met minder middelen, dat laatste klopt wel, maar die taken blijven toch een uitdaging. Het volhouden van die taken, tja dat is wel duidelijk, wordt steeds uitdagender.
N
og niet elke reorganisatie is afgerond, maar veel reorganisaties komen dit jaar in hun evaluatiefase en op dit moment is ook de politiek ervan overtuigd dat niet verder bezuinigd hoeft te worden op Defensie. De medezeggenschap gaat over de bedrijfsvoering, taak en werkwijze van de defensieonderdelen. Samen met de leiding van de defensieonderdelen zorgen zij ervoor dat de processen passen bij een krijgsmacht die paraat en flexibel is. Zowel medezeggenschap als ook de leiding moeten realistisch blijven in dat wat de politiek zegt en dat wat de politiek doet. Put your money were your mouth is, gaat hier niet op. Laten zien waar je voor staat is niet de sterkste kant van onze politiek. Wij allen weten dat (volgens de politiek) de gevechtscapaciteit zo veel als mogelijk is behouden, maar dat de balans met de ondersteunende diensten weg is. Een open deur, vraag dat maar eens aan collega’s, en dan hebben we het er maar niet over hoe we ervoor staan met betrekking tot de materiële inzetbaarheid. We lossen veel op door onze mentaliteit van make it happen, maar het blijft goed om de feiten onder ogen te zien.
Medezeggenschapper: kijk in de komende evaluaties of de balans deels weer is te herstellen, maar weet dat de NAVO investeringsnorm op dit moment nog ver weg is. Geef aan wat de eenheid nu met zijn huidige bezetting aan kan. Blijf proberen te praten op argumenten. Wees waakzaam, want bijvoorbeeld de ‘coördinerend OPCO’ taken zijn er niet meer, maar de kreet is nu geworden ‘uitvoerend OPCO’. Hoe doet een OPCO dat dan, met welke middelen? Zij zijn toch niet meer van de missies, zij zijn toch alleen nog leverende defensieonderdelen? Kijk maar eens wat de OPCO’s extra hebben gedaan in de tijd van de MH-17 crash. Geen punt, want als het moet gaan we ervoor, maar ook toen zagen we meteen onze eigen zwakheden. Defensie heeft verschillende culturen die oplossingen geven die nauwelijks verschillen. Maar het is fascinerend om te zien hoe verschillend ze daar komen. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Taak van onze leiding is om die routes duidelijker en overtuigender aan te geven. Defensie moet weten waar het plan eindigt. Wij moeten uitblinken in wat we doen. Dat
bereik je door de processen te blijven verbeteren en de lijnen kort te houden. Teveel ruis op de lijn geeft onduidelijkheid. Slechte strategieën bestaan eigenlijk niet, maar er zijn er wel die ongelooflijk slecht uitgevoerd worden. De defensietop moet de mensen meenemen in de strategie, die op dit moment eigenlijk niet meer is dan behouden wat we hebben. De balans tussen taak en middelen moet gevoeld en erkend worden door de leidinggevende en de medezeggenschap. Beide moeten weten wat de sterke en zwakke kanten van de organisatie zijn. Benoem ze. Benut de evaluatiefase om samen te weten wat we nu nog wel en wat we eigenlijk niet meer kunnen. Dat verdient ons personeel, maar ook de belastingbetaler.
De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CDC
DCHR
gesloten
12-02-2015
CZSK
Directie Operaties eenheid Zeven Provinciën
gesloten
24-02-2015
CZSK
Directie Personeel en Bedrijfsvoering
eenheid SCBRNDCBV
gesloten
26-02-2015
CLAS
101 CisBat
04-02-2015
18-03-2015
CDC
MGGZ
08-02-2015
18-03-2015
CLAS
HQ OOCL
01-02-2015
23-03-2015
CLAS
USAG BENELUX
18-02-2015
01-04-2015
KMAR
District Schiphol
16-02-2015
30-03-2015 t/m 06-04-2015
CDC
FBD Regio Oirschot en Staf FBD
25-02-2015
08-04-2015
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
8
www.ProDef.nl
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Pensioenindexatie blijvend versoberd door FTK
P
Het nieuwe Financieel Toetsings Kader dat per 1 januari 2015 in werking is getreden zorgt voor een zekerder, maar daardoor moeizaam geïndexeerd pensioen. De in opbouw én de in uitbetaling zijnde pensioenen worden op dezelfde wijze getroffen door indexatie en afstempeling.
er 1 januari 2015 is een nieuw Financieel Toetsings Kader (FTK) in werking getreden. Het FTK is een stelsel aan rekenregels waaraan een pensioenfonds in Nederland zich moet houden bij de financiering van het fonds en op basis waarvan de toezichthouder DNB haar toezicht uitoefent. Vanwege de angst voor magere jaren van de toezichthouder, en de vrees dat door indexatie er geen geld in kas blijft voor de financiering van de pensioenaanspraken van de jongeren, zijn de indexatiemogelijkheden vanaf 2015 verder beperkt.
Indexatie moet aan de volgende regels voldoen: 1. Indexatie is eerst mogelijk bij een dekkingsgraad vanaf 110%; 2. Het vermogen boven de 110% is in beginsel beschikbaar voor gedeeltelijke indexatie. De eis van toekomstbestendige indexering bepaalt hier dat in enig jaar indexatie mogelijk is voor zover het uit te betalen indexatiebedrag op basis van het verwachte aandelenrendement uit het FTK, ook in de toekomst blijvend uit dat vermogen boven die 110% kan worden betaald; 3. Vanaf een dekkingsgraad van 130% kan volledig worden geïndexeerd; 4. Het vermogen boven de naar verwachting 130% bij ABP is in beginsel beschikbaar voor inhaalindexatie. Van het vermogen boven de 130% is in enig jaar in beginsel 1/5 deel beschikbaar voor inhaalindexatie. De dekkingsgraad waaronder afstempeling gaat plaatsvinden blijft liggen op 104,2%. Tegelijkertijd wordt de dekkingsgraad een
beleidsdekkingsgraad, d.w.z. dat deze beleidsdekkingsgraad een voortschrijdend twaalf maands gemiddelde gaat worden. Als de beleidsdekkingsgraad onder de 104,2% duikt hoeft niet zoals nu, het verschil meteen te worden gekort, maar moet in een periode van maximaal 10 jaar (mag ook korter) het verschil worden weggewerkt. Bij een verschil van 5% in enig jaar wordt dus minimaal 0,5% gekort. In een volgend jaar kan een andere (positieve) verschilsituatie ontstaan waarna opnieuw op basis van de cijfers van dat jaar wordt bepaald of en hoeveel er dat jaar gekort gaat worden. De combinatie van beide maatregelen heeft tot gevolg dat neerwaartse financiële schokken worden uitgesmeerd en dat echt grote kortingen in een jaar niet worden verwacht, maar dat een fonds wel lang in zo’n tekortsituatie kan blijven hangen. Dit nieuwe FTK is slecht nieuws voor de gepensioneerden die de slechte indexatie vooruitzichten de komende jaren in hun portemonnaie gaan voelen. Per 1 januari 2015 was het ontbreken aan loonindexatie reeds opgelopen tot 9,60%. Het is nog slechter nieuws voor de actieven die in 2015 worden geconfronteerd met lagere pensioenopbouw én met niet of geringe indexatie over die lagere op te bouwen pensioenen. Het gaat niet om misselijke cijfers. De samenloop van lagere opbouw en gebrek aan indexatie betekent voor jongeren een pensioenschade van tientallen procenten.
GOV|MHB
Leden van de werkgroep pensioenen en sociale zekerheid (WPS) van de GOV|MHB waren in december aanwezig bij de Eerste Kamer in een demonstratie tegen het nieuwe FTK, maar het heeft niet echt mogen baten. Het enige dat de Kamerleden voor elkaar kregen was dat de termijn van inhaalindexatie is verkort van 10 naar 5 jaar en dat de UFR, de rente waarmee betalingsverplichtingen met een looptijd van 20 jaar en langer worden berekend, vooralsnog per 1 januari 2015 niet wordt verlaagd. Daar is eerst nog weer een DNB-onderzoek voor nodig. De GOV|MHB is met andere vakbonden binnen de VCP-organisatie (Vakcentrale voor Professionals) bezig met de opzet van een ander pensioensysteem en een ander FTK waarin meer op indexatie wordt ingezet. Een probleem daarbij is dat daarvoor een stuk (schijn)zekerheid moet worden opgegeven. Dat ligt gevoelig bij veel van onze leden en bij veel andere ABP-deelnemers en gepensioneerden. Maar nastreven van die (schijn)zekerheid kost geld dat niet kan worden ingezet voor indexatie. De WPS, bestaande uit deskundige leden van KVMO, NOV en de VMHB, adviseert op dit terrein het GOV|MHB-bestuur. Daarnaast willen wij onze leden hierover goed informeren op bijeenkomsten van de ledenraad en bijv. afdelingsvergaderingen. <
9
Pensioenen
door Martin Weusthuis
AOW-gat na UKW is leeftijdsdiscriminatie De minister van Defensie overtreedt de wet door een verboden onderscheid naar leeftijd te maken bij het stoppen van de Uitkering Gewezen Militairen op 65 jaar.
D
onderdag 11 december 2014 oordeelde het College voor de rechten van de Mens (hierna: het College) dat de minister van Defensie de wet overtreedt door een verboden onderscheid naar leeftijd te maken bij het stoppen van de Uitkering Gewezen Militairen (UGM) op 65 jaar. Een onderscheid op grond van leeftijd is niet altijd verboden. Er kunnen rechtvaardigingsgronden zijn voor een onderscheid op leeftijd. Het College oordeelt echter dat het onderscheid dat Defensie toepast niet kan worden gerechtvaardigd. Hiervoor onderkent het College
twee gronden. Ten eerste dat het middel niet passend is doordat er geen aansluiting (meer) is met de AOW-uitkering. Ten tweede dat het stoppen van de UGM disproportionele gevolgen heeft, namelijk een grote inkomensachteruitgang. Uitspraken van het College zijn niet bindend. Om die reden kan Defensie de uitspraak naast zich neerleggen. Jurisprudentie wijst echter uit dat rechters uitspraken van het College in veel gevallen volgen indien wordt besloten met een uitspraak van het College naar de rechter te stappen. De vraag is dan ook wat Defensie gaat doen n.a.v. het oordeel van het College.
GOV|MHB
De GOV|MHB is van mening dat Defensie, als goed werkgever, de uitspraak ter harte zou moeten nemen, door de UGM per direct te laten aansluiten op de AOW-leeftijd. Zowel voor de oud-militairen die nu al een AOW gat hebben (repareren), als voor de
militairen voor wie in de (nabije) toekomst een AOW-gat opdoemt. De GOV|MHB raadt alle militairen die een besluit hebben gekregen over hun UGM én waarvan de bezwaartermijn nog open staat, aan om bezwaar aan te tekenen. Dit dient te gebeuren binnen zes weken na dagtekening van het besluit. Op de ProDef website in het dossier AOW-gat, staat een standaard bezwaarschrift dat u daarvoor kunt gebruiken. Oud-militairen waarvan het besluit over de UGM langer terug ligt dan zes weken raadt de GOV|MHB aan om een verzoek in te dienen voor herziening van het besluit, op grond van de uitspraak van het College. Op de ProDef website staat een standaard verzoekschrift dat u daarvoor kunt gebruiken. Voor ondersteuning bij het bezwaar of het verzoek kunt u contact opnemen met de juridische afdeling van de GOV|MHB via:
[email protected] o.v.v. AOW-gat. <
Positie ABP ABP kon uw pensioen niet indexeren per 1 januari 2015 omdat de dekkingsgraad onder de minimaal vereiste dekkingsgraad was gezakt. De minimaal vereiste dekkingsgraad is 104,2%.
I
n onderstaande tabel ziet u de financiële positie van het ABP op 31 december van een reeks jaren. De laatste kolom is de situatie per 30 september 2014. Cijfers eind 2014 zijn ‘op het moment van schrijven’ nog niet voorradig. Wel is duidelijk dat het netto rendement op vermogen over heel 2014 weer geschreven wordt met dubbele cijfers. Aan het eind van het derde kwartaal was het rendement al opgelopen tot 11,4%. U ziet door de jaren een sterke stijging van het vermogen en een gelijk oplopende sterke stijging van de verplichtingen. Daaronder een sterk dalende kapitaalmarktrente waarmee ABP zijn (toekomstige) betalingsverplichtingen moet kapitaliseren. Op 31 december 2014 was die rente onder de 2% gedoken. Cijfers ABP Dekkingsgraad (voorlopig) Beschikbaar vermogen (€ miljard) Verplichtingen (€ miljard) Nominale kapitaalmarktrente (%)
Q4 2009 Q4 2010 Q4 2011 104 105 94 208 237 246 201 225 261 3,9 3,5 2,7
Op 31 oktober, de peildatum voor berekening van premie en indexatie 2015, lag de dekkingsgraad op 103,1%. De vereiste minimum dekkingsgraad lag op 104,2%. Vanwege dat 1,1% tekort is per 1 januari 2015 geen indexatie toegekend. Eigenlijk had op basis van deze cijfers uw pensioen per 1 januari 2015 met 1,1% moeten worden gekort. Dat is niet gebeurd omdat 2015 een overgangsjaar is naar een nieuw Financieel Toetsings Kader (FTK), en in het
10
overgangsrecht is opgenomen dat daarom per 1 januari 2015 geen korting zal plaatsvinden. Op 31 november lag de dekkingsgraad op 102,4% en gedurende de maand december zijn effectenkoersen en rentestanden verder weggezakt en daarmee ook de dekkingsgraad. Iedere procentpunt stijging of daling van de nominale rente betekent 12%punt stijging of daling van de dekkingsgraad, oftewel de rente is de boosdoener. Stijging van de levensverwachting overigens ook, maar in mindere mate. Op donderdag 23 januari 2015 heeft de Europese Centrale Bank besloten een opkoopprogramma voor staatsobligaties te starten. Die opkoopacties leiden Q4 2012 Q4 2013 Q3 2014 in eerste instantie tot een 96,2 105,9 103,1 verdere daling van de lange 281 300 334 rente, ook de rente waarmee 292 283 324 pensioenfondsen hun beta2,4 2,7 2,1 lingsverplichtingen berekenen. Dat heeft waarschijnlijk een verder negatief gevolg voor de dekkingsgraad. Het is maar de vraag of het ABP de verdere stijging van de verplichtingen nog kan bijbenen met nog hogere rendementen op vermogen. APG, de vermogensbeheerder van ABP, reageert nuchter: “In de scenario’s voor onze beleggingsstrategieën hebben wij er al rekening mee gehouden. Onze beleggingsportefeuille is ingericht om met de gevolgen van zo’n actie om te kunnen gaan.” We zijn benieuwd. <
GOV|MHB leden
door Rob Vrancken
Kennis maken met Rob Vrancken
M
ij is gevraagd iets over mijzelf te vertellen dus, houdt u vast. Ik ben in 1955 geboren in Maastricht, ben getrouwd met Leonie, we hebben drie zonen die allen studeren. Ons huis in Maastricht is een ontmoetingsplaats voor studenten, discussies worden op het scherpst van de snede gevoerd, vaak in het Engels of in het Frans en even vaak tot in het ochtendgloren. Muren hangen vaak vol met grote papieren vellen waarop d.m.v. modellen getracht wordt complexe zaken eenvoudig te maken. Mijn tijd bij Defensie kan in twee periodes worden verdeeld, voor en na het vallen van de Muur. Vóór het vallen was ik officier bij de Infanterie; bij Pantserinfanterie-, Pantserondersteunings- of Pantser Antitankeenheden, waarbij ik vier keer commandant ben geweest. Deze periode kenmerkte zich door voorbereidingen op een oorlog die gelukkig nooit is gekomen. Veel en lange oefeningen en schietseries, veelal in het oosten van voormalig WestDuitsland. Ik had het geluk in veel internationale werkgroepen te zitten, vaak in de functie van secretaris en heb hierbij bijna alle NATO-landen mogen bezoeken. Toen de muur viel mochten we de nieuwe NAVO-landen gaan instrueren en openden zich voor mij ook de poorten naar het oosten, voornamelijk naar Polen en Tsjechië.
Rob Vranken is secretaris van de NOV, een vereniging waarvan hij, haar voorlopers meegerekend, meer dan 36 jaar lid is. Gaandeweg werd mij duidelijk dat mijn positie op de (militaire) arbeidsmarkt, mijn employability, ondergraven werd, omdat het aantal operationele eenheden in een razend tempo afnam. Dit deed mij ertoe besluiten om het over een hele andere boeg te gooien en psychologie te gaan studeren. Dat moest naast mijn baan en mijn taken binnen mijn gezin gebeuren, maar gelukkig besloot Leonie ook deze studie te gaan volgen en dan wordt studeren nog leuker. Na mijn afstuderen ben ik van het wapen der Infanterie overgegaan naar het dienstvak van de Militair Psychologische en Sociologische Dienst, iets waar mijn oud collega’s Infanterie een heel eigen mening over hadden. Deze tweede fase onderscheidde zich doordat het vooral staffuncties in de HRM betrof: bij het toenmalige PERSCO (PERSoneels Commando) of bij de HDP of functies bij het OTCO (Opleidings- en Trainings COmmando). Het gemeenschappelijke van deze functies was dat ik mij op het scheidsvlak van de militaire en de civiele maatschappij bevond, steeds zoekend naar mogelijkheden tot samenwerking. De nieuwe sleutelbegrippen werden ‘in- door en uitstroomopleidingen’ en ‘EVC’ (erkenning verworven competenties), en ik mocht voorzitter zijn van menig nationaal en internationaal forum. Maar de mooiste herinnering heb ik aan mijn uitzendingen naar Centraal-Afrika, i.c. Burundi. Toen ik in 2008 Afdelingshoofd van de Afdeling Opleidingen en Training van het OTCO was, werd ik aangewezen voor een uitzending als strategisch adviseur van het Ministère de la Défense et des Anciens Combattants van Burundi. Eerlijk gezegd moest ik echt even op de kaart kijken waar Burundi ligt. Mijn Franse collega in een werkgroep van FINABEL (afkorting samenwerkende landen) maakte met een typisch Frans handgebaar duidelijk dat het een pittige uitzending zou betreffen. Feit is dat het (militair gezien) de mooiste tijd van mijn leven is geweest. Het Burundische leger bestond uit enerzijds het oude regeringsleger (vooral Tutsi’s ) en anderzijds gewapende takken van HUTU- partijen en rebellen. Vanuit mijn kennis (ook van de
Franse taal) en ervaring van onze eigen overgang van een dienstplichtig leger naar een beroepsleger, de opleiding- en trainingsystematiek en de ervaringen opgedaan met de nieuwe NAVO-landen, kon ik veel voor het leger in opbouw betekenen. Ik probeerde zoveel mogelijk van het land te zien hetgeen tot spannende tochten á l ’interieur leidde en mijn liefde voor Afrika en de Afrikanen deed ontbloeien. Zelfs de heftige gevechten tussen de PALIPIHUTU/ FNL en het regeringsleger heb ik, als militair en vooral achteraf gezien, nooit willen missen. Toen zich de mogelijkheid voor deed om kort daarna weer op uitzending naar Burundi te gaan en een militair ethiekprogramma op te zetten en docenten op te leiden, greep ik deze kans met beide handen aan en ik mocht weer naar mijn geliefde Afrika. Het feit dat mijn lieve Leonie meerdere keren op bezoek is gekomen, maakt dat we thuis vaak en met veel plezier over ‘onze’ uitzending praten. En ja, ik heb toen veel gezinsleven gemist en ook wel te veel op de schouders van mijn Leonie gelegd. Na mijn tweede uitzending is mij de tijd gegund om weer met twee benen op de grond te komen en ben ik niet veel later met UGM gegaan. Ik kan terugkijken op een fantastische tijd die mij van diep onder water, hoog in de lucht en terug per parachute, langs hoge wanden van bergen, van het hoge, hoge noorden in Finland en Noorwegen en het diepe zuiden in Rwanda en Burundi, tot in de USA in het westen en Israël in het oosten heeft geleid. Van infanterist tot gedragswetenschapper. Ik had het niet willen missen. Niet lang daarna benaderde Ruud Vermeulen, die vele malen mijn commandant is geweest gedurende mijn militaire periode, mij met de vraag of ik niet actiever wilde worden in de NOV. Een nieuwe uitdaging, waarbij ik ondanks de waarschuwingen van mijn voorganger en mijn vele eerdere ervaringen met de kloksnelheid van voorzitter NOV, toch weer in de val ben gelopen en sinds 2013 secretaris van de NOV ben. En dat ben je 24/7. <
11
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Aanpassingen ABP Partner Plus Pensioen Het ziet er naar uit dat het Partner Plus Pensioen (PPP) voor de burgerambtenaar komt te vervallen. Voor burgerambtenaren in de lagere salarisschalen gebeurt dat al in 2015, voor de hogere salarissen in 2016. Voor de militair ligt het weer anders.
Z
Burgerambtenaar
eventig procent is de maximaal fiscaal mogelijke opbouw. Het PPP is in het leven geroepen in 2004. De toen reguliere verplichte opbouw van het partnerpensioen dat tot uitkering komt bij overlijden van de deelnemer ná de pensioendatum (70%) werd gehalveerd naar 35%. Het PPP diende om op vrijwillige basis de andere 35% aan te vullen. Ook het partnerpensioen dat tot uitkering kwam bij overlijden vóór de pensioendatum werd versoberd. Bij deze herstelactie in 2015 gaat het om het partnerpensioen dat
tot uitkering komt als de deelnemer komt te overlijden vóór en ná de pensioendatum. Het ziet er naar uit dat het vrijwillige product PPP vanaf 2016 komt te vervallen. Voor de burgerambtenaar met een inkomen tot € 31.560,- vervalt in 2015 de mogelijkheid voor het Partner Plus Pensioen (PPP). Doordat het reguliere partnerpensioen voor deze inkomensgroep in 2015 weer fiscaal maximaal wordt opgebouwd, is het niet meer nodig en ook niet meer mogelijk om nog separaat een PPP op te bouwen. Voor de burgerambtenaar met een inkomen
groter dan € 31.560,- wordt in 2015 het reguliere partnerpensioen verhoogd van 35% naar 50% en in 2016 naar 70%. In 2015 is er dus sprake van een verminderde mogelijkheid tot opbouw PPP en vanaf 2016 is er geen mogelijkheid meer tot PPP. En dat is goed nieuws.
Militair ambtenaar
Ook voor de militair is in 2004 het reguliere partnerpensioen dat tot uitkering komt bij overlijden van de militair vanaf pensioenleeftijd, gehalveerd. Ook voor de militair is toen het PPP als reparatiemogelijkheid ingevoerd. In de militaire pensioenregeling is in tegenstelling tot de burgerregeling, het verplichte partnerpensioen in 2015 niet verhoogd. Echter in de militaire pensioenregeling is voor het jaar 2015 bij sommige militairen wel de fiscale ruimte die bestaat voor het partnerpensioen (deels) gebruikt om de opbouw van het ouderdomspensioen op 1,75% te houden. Voor die militairen waarbij de fiscale ruimte voor het partnerpensioen deels of niet is gebruikt om de opbouw van het ouderdomspensioen op peil te houden, blijft in 2015 de mogelijkheid bestaan om premie in te leggen in het ABP Partner Plus Pensioen. De PPP-regeling vanaf 2016 is voor de militair nog niet bekend. <
Afdracht ABP Extra Pensioen tijdelijk beëindigd Door de verlaging van de wettelijk fiscaal toegestane pensioenopbouw over 2014 moest de fiscale ruimte voor inleg in ABP Extra Pensioen (AEP) over 2014 opnieuw worden berekend. Daardoor was inleg in AEP in 2014 tijdelijk onmogelijk voor de burgerambtenaar en de militair.
N
a de herberekening was inleg in 2014 wel weer mogelijk. In 2015 doet zich hetzelfde voor. De fiscaal toegestane pensioen opbouw in 2015 is verder verlaagd. Uw
12
inleg wordt vanaf 1 januari 2015 opnieuw tijdelijk geblokkeerd omdat de nieuwe fiscale ruimte voor 2015 opnieuw berekend moet worden. U dient dus uw afdracht aan ABP Extra Pensioen tijdelijk te beëindigen.
Pas als de nieuwe fiscale ruimte voor 2015 opnieuw is berekend, kunt u die ruimte over 2015 in MijnABP zien en kunt u opnieuw inleggen. Deze informatie is naar verwachting ergens vóór 1 juli 2015 beschikbaar. <
Over Defensie
Denkfouten bij Defensie Deel 5: Een kostbaar denkfoutje door Peter van Maurik Of je nu militairen betaalt, materieel aanschaft of operaties uitvoert, alles kost geld. Dat geld wordt door de Nederlandse staat betaald uit de belastingen en daarvoor maakt men jaarlijks een begroting.
D
at is natuurlijk erg verstandig en voor een krijgsmacht nog meer, omdat het risico van uit de hand lopende kosten nooit ver weg is. Oorlogvoeren is en blijft een nogal dure onderneming, en dat geldt ook voor de voorbereiding om een oorlog te voorkomen. Niets is zo onhandig als een strijd winnen maar wel je eigen samenleving bankroet maken. De Chinese filosoof Sun Tzu waarschuwde daar een paar duizend jaar geleden al voor.
allebei wordt dit in de begroting bewaakt. Het probleem zit hem in de krijgsmacht van morgen en overmorgen. In beginsel worden de uitgaven daarvoor in het lopende jaar gemaakt, zodat diezelfde krijgsmacht volgend jaar of de jaren daarna kan worden ingezet. Immers, operaties kosten niet alleen geld, ze leiden ook tot slijtage en uitputting. Materiaal moet worden onderhouden en personeel moet uitrusten of worden opgeleid. En daarbij moet zowel nieuw materieel als nieuw personeel blijven instromen.
Dus geen kritiek op de begroting als zodanig, maar er zit in de manier waarop het huidige ministerie van Defensie die opzet, een pijnlijke denkfout. Of beter gezegd, er ontbreekt een belangrijk deel. Dit komt door de manier waarop de begroting is vorm gegeven. Ze geeft geen inzicht waarin zij wel inzicht zou moeten geven, zowel militair als politiek. U zult zich afvragen waar dat gat nu zit, immers je kunt de uitgaven voor de verschillende krijgsmachtdelen goed herkennen, en er is zelfs enig inzicht in de relatie tussen bestuurlijke of ondersteunende zaken en de militaire slagkracht. Ook de toekomstige uitgaven voor nieuw en vaak kostbaar materieel worden gedetailleerd gevolgd. En hoewel je daar best kritiek op de uitvoering kunt hebben doet Nederland het helemaal niet slecht.
Nu lijken de uitgaven voor die ‘gereedstelling’ zichtbaar te zijn in de begrotingen van de krijgsmachtdelen. Dit is echter niet waar, slechts een klein deel van die uitgaven is in de tijd direct te relateren aan het lopende jaar. Een groot deel van de uitgaven wordt gedaan om de voorraden op peil te houden. Het gaat daarbij zowel om verbruiksvoorraden zoals olie en voeding, als om reparatievoorraden bestaande uit reservedelen, en ook om reserve´s in personeel dat zich deels in opleidingen en deels in ondersteunende functies bevindt. Nu mag je aannemen dat de gemiddelde aanvulling van de voorraad per jaar gelijk is aan de gemiddelde onttrekking daaruit. En in stabiele omstandigheden is dat over het algemeen ook waar.
Waar zit dan het probleem? Ik zal trachten dat te omschrijven. Uitgangspunt van elke krijgsmacht is dat je uitgaven moet doen voor de krijgsmacht van vandaag én voor die van de toekomst. Operaties kosten nú geld en dat moet je beschikbaar hebben. Maar nieuw materiaal heeft tijd nodig voor ontwerp, aanschaf en productie en daar is een lange termijnplan voor nodig. Voor
Er zijn echter twee duidelijke omstandigheden waarin die stabiliteit niet aanwezig is, en dat is bij omvangrijke operaties en bij grote bezuinigingen. (Overigens ook bij omvangrijke uitbreidingen van de krijgsmacht, maar dat heb ik nog niet meegemaakt ). Het is in die gevallen mogelijk om op de jaarlijkse uitgaven te bezuinigen zonder daarmee de krijgsmacht dit jaar en komend jaar minder effectief te maken. Wat je dan doet is dat je
meer uit de voorraad haalt dan je erin stopt. Voor korte periodes is dat een eenvoudige bedrijfskundige keuze, maar op de langere termijn moet je dan wel weer extra uitgeven om de voorraden op peil te brengen. De vraag is dus hoe lang je ‘tijdelijk’ kunt uitputten om externe verstoringen te kunnen opvangen voordat de schade structureel wordt. Op een gegeven moment kun je de voorraad niet meer aanvullen omdat het te veel tijd kost of juist heel veel extra geld. Om dat te bewaken moet je de omvang en daarmee ook de waarde van je voorraad kennen en bewaken. En hier ligt het antwoord op de ‘financiële’ denkfout bij Defensie. Probeert u maar eens de waarde van de voorraden te vinden. Het lijkt me een leuke vraag voor de politiek. En die waarde heeft natuurlijk twee kanten. De eerste is de financiële kant: hoeveel geld zit er in de reserve? De tweede is de operationele kant: hoelang houd ik het in de tijd vol? Het antwoord op die vraag is niet eenvoudig, want er zijn verschillende soorten voorraden. Je kunt wc-papier nu eenmaal niet vergelijken met schoenen, raketmunitie of opgeleide commando’s. Maar het is allemaal belangrijk en kan bij een gebrek tot grote militaire consequenties leiden. Om de krijgsmacht goed te kunnen besturen en de politiek te kunnen aansturen, moet je dus een soort jaarlijkse balans van de voorraden in de begroting kunnen vinden. En pijnlijk genoeg kan dat nú niet. En dus weet niemand hoe ´dun het logistieke ijs onder de voeten van onze militairen´ is. <
13
Juridische zaken Internationaal onderwijs en de hardheidsclausule
door Bert Blonk
In beginsel wordt met regelgeving beoogd alle mogelijke gevallen te regelen. In de praktijk komt het echter regelmatig voor dat gevallen niet letterlijk onder de regelgeving vallen, maar wel aansluiten bij de uitgangspunten daarvan.
O
m te voorkomen dat deze gevallen tussen wal en schip vallen, is in regelgeving vaak de hardheidsclausule te vinden, die het bevoegde gezag de mogelijkheid geeft om in redelijkheid van de regeling af te wijken. Het behoeft geen betoog dat de toepassing van de hardheidsclausule in de praktijk vaak moeizaam verloopt en dat deze soms het karakter heeft van een loterij, getuige het volgende geval. Na een plaatsing in Duitsland, kwam een militair terug naar Nederland. Zijn dochter had in Duitsland een Amerikaanse High school bezocht - de enige geschikte school in de omgeving - had daar klas 5 afgerond en stond dus voor klas 6, het examenjaar.
De militair zag zich geconfronteerd met het probleem dat omschakeling naar Nederlands of internationaal onderwijs eigenlijk niet meer mogelijk was en het examenjaar High school in Nederland niet op grond van het Voorzieningenstelsel buitenland defensiepersoneel (VBD) zou worden vergoed. Hij besloot te kiezen voor een variant die óók niet in het VBD is geregeld, maar die hem, onderwijskundig, het beste leek; het gezin bleef nog een jaar in Duitsland om de dochter de gelegenheid te geven de High school af te ronden en de militair kwam alvast alleen naar Nederland. Het verzoek tot toepassing van de hardheidsclausule werd, zelfs na beroep bij de rechter, afgewezen. Het betoog van
Defensie kwam er op neer dat de gelijktijdige terugkeer van het hele gezin een belangrijk uitgangspunt voor het VBD is en dat de militair zijn dochter ook naar een High school in Nederland had kunnen sturen. Dat daarvoor dus óók een beroep op de hardheidsclausule (met onzekere afloop) noodzakelijk was geweest, werd door zowel de rechter als Defensie genegeerd. Het is natuurlijk zeer frustrerend om pas tijdens een procedure te ontdekken, welk criterium voor Defensie doorslaggevend is. Bij iedere casus valt wel een reden te bedenken om de hardheidsclausule niet toe te passen. Willekeur ligt zo op de loer. <
advertentie
Sterke stijging aantal verkochte woningen De woningmarkt is weer volop in beweging. Het kadaster registreerde in december 63,4% meer verkochte woningen dan de maand ervoor. In 2014 zijn 153.000 woningen van eigenaar gewisseld. Dat is een stijging van 42% ten opzichte van het jaar 2013 (110.094). Financiële wijzigingen in 2015 In 2015 zijn wederom een flink aantal maatregelen genomen waar (potentiële) huiseigenaren de financiële gevolgen van ondervinden. Hieronder maken wij een opsomming van een aantal van de (aanstaande) wijzigingen: Strengere inkomenseisen Maximale financiering onderpand Verlaging NHG grens Tijdelijke schenkingsvrijstelling Financiering restschuld Energiebesparende maatregelen
= U kunt minder lenen op basis van uw inkomen = Verlaagd van 104% naar 103% = Per 1 juli 2015 maximaal bedrag NHG € 245.000 = Opheffing extra schenkingsvrijstelling eigen woning = Rente over restschuld is nu 15 jaar aftrekbaar i.p.v. 10 = Extra hypotheekruimte voor besparende maatregelen
Uw mogelijkheden De mogelijkheden worden ingeperkt. Vooral lagere inkomens tot 30.000 euro worden door deze maatregel getroffen. Toch betekent dit niet automatisch dat u nu (veel) minder hypotheek kunt krijgen. Door de sterk gedaalde hypotheekrentes ontstaat er wat extra ruimte. Wij maken graag een vrijblijvende berekening van uw mogelijkheden. Voordeligste rente 10 jaar vast NHG -- vanaf 2,80 % (per 20 jan 2015) Voordeligste rente 20 jaar vast NHG -- vanaf 3,30 % (per 20 jan 2015)
14 Tel 010-4552500 | www.prinsenland.nl |
[email protected] | facebook.com/prinsenland
Pensioenen
door Martin Weusthuis
Aanpassing berekeningen MijnABP De rekenprogrammatuur van MijnABP is aangepast in lijn met de besluiten van de Pensioenkamer tot aanpassing van de ABP pensioenregeling in 2015.
M
ijn ABP is nu zo gewijzigd dat de aanpassing van de reguliere pensioenopbouw (ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen) per 1 januari 2015 in de programmatuur is ingevoerd. Dat geldt dus nog niet voor het ABP Extra Pensioen (zie pag 11). Daarnaast is de versobering van het voorwaardelijk pensioen van ná 1 mei 2015 in de berekening meegenomen. De ingangsdatum van het pensioen is bepalend voor de juiste berekening. Als u vóór of op 1 mei 2015 volledig met pensioen gaat, dan verandert uw voorwaardelijk pensioen niet. Gaat u ná 1 mei 2015 met pensioen dan verandert uw voorwaardelijk pensioen wel, d.w.z. wordt verlaagd in lijn met de verlaging van het ouderdomspensioen. Maar dat kunt u dus nu zien in MijnABP. <
Defensie regelt partnerpensioen bij inkomen groter dan € 100.000,Een wetsaanpassing per 1 januari heeft ertoe geleid dat er vanaf 2015 voor alle inkomens minder fiscaal begunstigd pensioen kan worden opgebouwd. Voor de inkomens boven € 100.000,- geldt bovendien dat voor het deel boven een ton helemaal geen fiscaal begunstigd pensioen meer kan worden opgebouwd.
D
e opbouw van het ouderdomspensioen (OP) en het nabestaandenpensioen (NP) worden dus verlaagd. De wetswijziging heeft echter ook gevolgen voor de hoogte van het NP dat tot uitkering komt bij overlijden vóór uw pensioendatum. Dit geldt voor burgerambtenaren en voor militairen.
In de Pensioenkamer, het overlegorgaan binnen de overheid dat de taak en bevoegdheid heeft afspraken te maken over de hoogte van de ambtenarenpensioenen, willen de werkgevers nog niet komen tot afspraken over oplossingen in de netto pensioensfeer (premie niet aftrekbaar, pensioen niet belast) om de gaten boven een ton te dichten. Sterker, de werkgevers willen zelfs geen oplossing binnen het ABP-verband. Dus enerzijds beslist de wetgever dat een netto pensioenoplossing bij een pensioenfonds er kan komen, en anderzijds zorgt de opstelling van de overheidswerkgevers ervoor dat het netto pensioen voor ambtenaren, als het er al komt, wordt opgebouwd bij een commerciële partij. Dat riekt naar politieke druk. Er is echter wel groot belang bij een snelle oplossing voor het gat dat ontstaat meteen na 1 januari 2015 in het nabestaandenpen-
sioen dat tot uitkering komt bij overlijden vóór de pensioendatum. Dat nabestaandenpensioen (NP) wordt dan gebaseerd op het maximale salaris van € 100.000 en dat kan een behoorlijke deuk opleveren in het inkomen van de achterblijvende partner. Defensie zag dat gelukkig ook en was niet ongevoelig voor de vraag van de bonden om daarvoor alvast een regeling te treffen. In de ABP pensioensfeer kan dat niet, want daar gaat de Pensioenkamer over. Voor het jaar 2015, in afwachting van de netto pensioenregeling af te spreken in de Pensioenkamer, heeft Defensie alvast in de lijfrentesfeer een aanvullende collectieve NP-verzekering opgetuigd bij Loyalis. Defensie was ook bereid om de gehele premie voor haar rekening te nemen. Het gaat hier dus niet om het OP en NP dat tot uitkering komt als u komt te overlijden ná uw pensioendatum. Dat is pensioen op opbouwbasis en daarvoor zijn noch in de Pensioenkamer, noch bij Defensie (al) afspraken gemaakt. De defensiemedewerkers die het betreft, ook UKW-ers, hebben als het goed is een brief in hun brievenbus aangetroffen over dit onderwerp.
Rekenvoorbeeld burgerambtenaar Risico NP > € 100.000 Pensioengevend inkomen Opbouw OP Percentage NP van OP PP-verwerving jaarlijks Totaal risico PP (40 jaar)
2.014
2014
2014
2014
2014
2014
2015
100.000 1.733 50,00% 866 34.652
110.000 1.928 50,00% 964 38.552
120.000 2.123 50,00% 1.061 42.452
130.000 2.318 50,00% 1.159 46.352
140.000 2.513 50,00% 1.256 50.252
150.000 2.708 50,00% 1.354 54.152
100.000 1.640 50,00% 820 32.793
15
Haal meer uit uw lidmaatschap!
Met onderstaande bedrijven en organisaties hebben we afspraken gemaakt die extra voordeel kunnen opleveren! Verzekeringen met interessante kortingen OHRA • Inter Assure • InterPolis Hypotheken met gunstige voorwaarden Rabobank Adviseurs voor hypotheken en verzekeringen Prinsenland Adviseurs Reizen met aantrekkelijke korting Avis autohuur • Weekendjeweg.nl KLEDING WEBWINKEL MET GROTE COLLECTIE UNDERFASHION.NL • WELOVETIES.NL Cards tegen bijzondere tarieven American Express • Mastercard Esso Card Nederland Persoonlijke ontwikkeling Open Universiteit Nederland picompany
En dit is nog niet alles, ga voor het volledige overzicht van onze voordelen, inclusief alle info naar: www.prodef.nl/ledenvoordeel. Mailen kan ook:
[email protected]
KVNRO