ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 1
ProDef BULLETIN PROFESSIONALS BIJ DEFENSIE mei 2012 | nummer 3
INHOUD 2
Column Hans Couzy
3
Integer gedrag bij Defensie
4
Evaluatie Toelage Buitenland
5
De rol van medezeggenschap bij sourcing
6
Op weg naar dalende pensioenen
7
Ereschuld gewonde veteranen
8
Column Ruud Vermeulen
10
Medezeggenschap en overleg reorganisaties
16
Column Tom Kofman
7 9 10 11 12 13 13 16
En verder: Websiteberichten Opinie: ‘Defensie in beeld bij het publiek’ Medezeggenschapverkiezingen De FVNO|MHB Defensie Ontwikkelen Netwerkdag Column Peter van Maurik Column juridische zaken Cartoon Vijf vragen aan...
www.ProDef.nl
Vertrouwen Bart Nooteboom schrijft in Mededelingen van de KNAW in 2009 het volgende: Wil men vertrouwen hebben in een organisatie of systeem dan moet men vertrouwen hebben in zowel de mensen daarin als de organisatie of het systeem als geheel. Vertrouwen alleen in de personen met wie men te maken heeft is niet voldoende. De vraag is in hoeverre zij hun beloften gestand kunnen doen, en dat hangt ervan af in hoeverre hun beloften overeenstemmen met het belang, de regels, afspraken en gewoonten binnen de organisatie, en of zij erin gesteund worden door bazen en ondergeschikten. Andersom kan men vertrouwen hebben in een organisatie, bijvoorbeeld op basis van de reputatie, het eigenbelang, of de cultuur ervan. Dat is niet voldoende: men moet ook erop kunnen vertrouwen dat uitvoerders in de organisatie zich daar aan zullen houden, en de procedures van socialisatie, opleiding, leiding en toezicht daar op gericht zijn.
J
e zou bijna denken dat dhr. Nooteboom zijn onderzoek bij Defensie heeft gedaan, want het vertrouwen binnen Defensie zelf erodeert en daarmee het draagvlak voor genomen besluiten.
Het naleven van AMAR en BARD lijkt steeds lastiger te zijn. Het aantal verzoeken om juridische bijstand neemt navenant toe. Ook het aantal geschillen over reorganisaties lijkt toe te nemen. In een tijd dat er van 6.000 defensiemedewerkers gedwongen afscheid moet worden genomen, is dat een trieste constatering. Een besluit kan hard zijn – je zult maar ontslagen worden – maar wanneer het vertrouwen overheerst dat één en ander eerlijk is gelopen, kun je de rug rechten en verder gaan. Wanneer je het gevoel houdt dat is gesjoemeld met de reorganisatie, de vacaturebank of het functietoewijzingsproces, zul je moeilijk in de stemming komen om actief mee te werken aan een begeleidingstraject van werk naar werk. Ook in het georganiseerd overleg zien we een afnemend vertrouwen dat de afspraken juist en volledig worden vertaald naar de bedrijfsvoering. Het is sinds kort al zo dat de concept-Aanwijzingen Secretaris-Generaal (die over bedrijfsvoering gaat) in het georganiseerd overleg worden besproken. De harde praktijk leert namelijk dat de opdrachten aan de defensieonderdelen in de Aanwijzingen-SG niet altijd de gemaakte afspraken met de centrales weerspiegelen. Een ongewenste situatie, omdat afspraak immers afspraak is, of het nu gaat om het individuele niveau (het POP en het PUP) of het collectieve niveau, het georganiseerd overleg. Het herstel van vertrouwen en daarmee draagvlak voor genomen besluiten creëren zou prioriteit moeten zijn voor de defensieleiding – nog los van wat er vanuit het Catshuis over Defensie heen komt. I ProDef bulletin, mei 2012 | 1
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Colofon
Pagina 2
Column Voorzitter
Het ProDef bulletin is een uitgave van de Federatie van Nederlandse Officieren en Middelbaar en Hoger Burgerpersoneel bij Defensie (FVNO|MHB). Het verschijnt 8 keer per jaar.
ISSN 2210-7304 Adres secretariaat FVNO|MHB en redactie ProDef bulletin: Wassenaarseweg 2 2596 CH Den Haag 070-3839504 www.prodef.nl
[email protected] (secretariaat/administratie)
[email protected] (redactie ProDef bulletin) Redactie R.C. Hunnego (hoofdredacteur), H.A. Couzy, T. Kofman, drs. T.R. Timmerman, R.E.W. Pieters, P.J.G. van Sprang, M.E.M. de Natris, drs. M.A.M. Weusthuis (eindredacteur) Aan dit nummer werkten mee: H. Boomstra (cartoon), drs. R.W. Mannak (correcties), mr. B. Blonk en P. van Maurik, K.G. Spaans (correcties), J.L.R.M. Vermeulen Vormgeving Frank de Wit, Zwolle Drukwerk Èpos|Press, Postbus 1070, 8001 BB Zwolle Advertenties 070-3839504 © ProDef bulletin Overname van artikelen is enkel toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder uitdrukkelijke vermelding van de bron. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan de teksten in dit bulletin. Wijzigingen adres- en persoonsgegevens Svp doorgeven aan het secretariaat van de FVNO|MHB: 070-3839504
[email protected] Juridisch advies Voor arbeidsgerelateerde vragen en/of conflicten beschikt de FVNO|MHB over drie juridische adviseurs. De procedure loopt in aanvang via de coördinator R.C. Hunnego (vice-voorzitter FVNO|MHB, 070-3839504 of
[email protected]). In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met één van de juridische adviseurs: • mr B. Blonk 070 3839504
[email protected] • mr D. van Zoelen 0182-617446 / 0842138245 (faxmail)
[email protected] • mr O.W. Borgeld 023-5241524 / 084-7412185 (fax)
[email protected] Kopij Kopij voor nummer 4 van het ProDef bulletin dient uiterlijk op 11 juni 2012 per e-mail bij de redactie te zijn.
2 | ProDef bulletin, mei 2012
Uitbesteding van taken De defensieorganisatie is op vele fronten actief bezig met reorganiseren als gevolg van de opgelegde bezuinigingen. Het uitbesteden van taken naar het bedrijfsleven vindt tegelijkertijd plaats. Deze activiteiten maken geen deel uit van de opgelegde bezuinigingen, maar zijn een gevolg van het Regeerakkoord, dat aangeeft dat het aantal ambtenaren drastisch moet verminderen.
D
efensie is druk bezig te onderzoeken welke taken hiervoor in aanmerking komen. Het gaat dan over ondersteunende taken. Omdat de studies hierover bij het opstellen van de begroting nog niet gereed waren, is er in de begroting geen geld opgenomen voor extra kosten voor eventuele uitbesteding van taken. Nu de eerste studies gereed zijn, blijkt dat de uitplaatsing van taken vooral in de aanloopfase veel extra geld vergt, maar ook dat in de eerste tien jaar het uitplaatsen veel meer geld kost dan was gedacht. Als deze plannen toch op korte termijn zullen worden uitgevoerd, dan betekent dit dat het budget van de bedrijfsvoering niet voldoende zal zijn. De bedrijfsvoering staat nu al onder druk, omdat er al flink wat tegenvallers zijn. Zo komt de exploitatie van de spiksplinternieuwe Kromhoutkazerne nu al met een overschrijding van € 52 miljoen per jaar. Als Defensie de uitbesteding daadwerkelijk gaat uitvoeren, komt zij wederom in de positie van de afgelopen jaren met te weinig kleding, te weinig reservedelen, te weinig munitie en het schrappen van oefeningen.
Ik begrijp de tekst in het Regeerakkoord, maar deze uitvoering kan toch niet de bedoeling zijn? Zou het niet verstandiger zijn om de uitvoering van deze projecten wat uit te stellen? Een wat langere voorbereiding betekent ook dat de inschatting van de extra kosten wat beter kunnen worden gemaakt dan nu. Het project, dat als eerste gaat starten is Paresto. Externe adviesbureaus komen tot schattingen van de meerkosten over tien jaar van € 28 miljoen tot € 138 miljoen. Hoe kan men een besluit nemen met zoveel onzekerheid? Uit een recente enquête onder luitenants en jonge kapiteins bleek dat meer dan 50% denkt dat zij over 5 jaar niet meer bij Defensie zullen werken. Als motieven werden de verschrikkelijke bureaucratie en geen zicht op een goede toekomst bij Defensie het meest genoemd. Dit zijn signalen, die zorgelijk zijn! I H.A. Couzy Voorzitter
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 3
Georganiseerd overleg
Door René Pieters
Integer gedrag Integriteit is volgens Van Dale: “rechtschapenheid, onomkoopbaarheid en te-goeder-trouw-zijn”.
D
efensie verstaat onder integer gedrag: het recht doen aan de mensen en de organisatie waarmee en waarvoor wordt gewerkt. Defensie vindt integer gedrag belangrijk en de FVNO|MHB kan zich hier volledig in vinden. In een organisatie waarin beslissingen soms gaan over leven en dood is integer gedrag van levensbelang. Maar niet uitsluitend bij dat soort beslissingen. Te allen tijde. In de huidige periode van bezuinigingen, waarin Defensie 12.300 arbeidsplaatsen schrapt en 6.000 defensiemedewerkers de organisatie gedwongen verlaten, moeten de defensiemedewerkers uit kunnen gaan van de integriteit van de collega’s die hierover de beslissingen moeten nemen. Er zijn afspraken gemaakt. Afspraken die zijn vastgelegd in regelgeving zoals het AMAR en het BARD, de regelingen waarin de ambtelijke rechtspositie van militair en burgerambtenaar is vastgelegd. Afspraken die duidelijkheid scheppen over hoe moet worden omgegaan met overtolligheid als gevolg van de reorganisaties, maar ook over het toewijzen van een functie of het aanstellen van een militair of een
burgermedewerker. Het zijn deze regels die er voor zorg dragen dat elke defensiemedewerker op een eerlijke en zorgvuldige wijze wordt behandeld en gelijke kansen heeft, dat elke defensiemedewerker recht wordt gedaan. Defensie stelt zich op het standpunt dat integriteitsschendingen in de krijgsmacht niet worden getolereerd. Defensie hecht er dan ook groot belang aan dat (vermeende) inte-
Defensie tolereert geen integriteitsschendingen griteitsschendingen worden gemeld. Dit is precies wat de FVNO|MHB heeft gedaan. De FVNO|MHB heeft twee meldingen gedaan van vermeende schending van integriteit. Hierbij is het extra wrang dat deze meldingen nu juist de hoogste ambtenaar binnen het ministerie betreffen, de ambtenaar die is belast met het toezicht op de integriteit binnen defensie, de secretaris-generaal. De eerste melding betreft de voordracht voor de aanstelling van een burgermedewerker bij Defensie tot brigade-generaal. De tweede
melding betreft de voordracht van deze zelfde defensiemedewerker voor de functie van plaatsvervangend commandant van de Koninklijke Marechaussee. Na uitgebreide bestudering van de regelgeving kan de FVNO|MHB niet anders dan concluderen dat beide voordrachten niet passen binnen het vastgestelde beleid. Gezien de unieke aard van de voordrachten is het hierbij absoluut niet aannemelijk dat dit ‘per ongeluk’ niet volgens de regels is. Gezien het belang dat zowel Defensie als de FVNO|MHB hechten aan integer gedrag, was het niet doen van de meldingen dan ook geen optie. De CMHF-sector Defensie staat overigens niet alleen in de conclusie dat hier afgeweken is van het vastgestelde beleid. De centrales ACOP (AFMP/FNV & Marechausseevereniging) en CCOOP (ACOM & CNV Publieke Zaak) hebben in een brief aan het georganiseerd overleg laten weten dat zij niet vermogen in te zien hoe een en ander zich laat rijmen met het afgeprocedeerde beleid. I Lees meer over bovenstaande meldingen op Reageren?
[email protected]
l www.ProDef.nl
ADD-rapport Nieuwe Systematiek Toelage Buitenland. Ruim anderhalf jaar na het uitkomen van het eindrapport Audit Buitenlandtoelage van de Accountantsdienst Defensie (ADD) én ruim vier jaar na de invoering van de Nieuwe Systematiek Toelage Buitenland (NSTB) is deze systematiek in het georganiseerd overleg Defensie geëvalueerd.
D
e eindconclusie van het eindrapport van de ADD was kort en bondig: “De methodiek voldoet aan de doelstelling: de in het buitenland geplaatste militair in staat te stellen in het buitenland ten minste de levenstandaard te handhaven die hij in Nederland gewend was en hem daarboven een aanvulling te verschaffen voor de uit het verblijf voortvloeiende bijzondere kosten”. De conclusie van de CMHF-sector Defensie over het eindrapport is eveneens kort en bondig: “Eindelijk een rapport waarin er geen geheim van wordt gemaakt dat er naar de gewenste uitkomst is toegeschreven”. De conclusie van de CMHF-sector Defensie en
ook de andere centrales zoals bleek tijdens de bespreking, die moet worden getrokken uit de bevindingen van het onderzoek van de ADD over de NSTB is namelijk een hele andere: “De methodiek voldoet voor bepaalde groepen militairen in bepaalde
“Eindelijk een rapport waarin er geen geheim van wordt gemaakt dat er naar de gewenste uitkomst is toegeschreven” geografische gebieden niet aan de doelstelling. Met name militairen die met hun gezinnen zijn geplaatst in het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Canada en in
de West moeten geld toeleggen”. Dit is ook geen verrassing, aangezien het ook de militairen uit die gebieden zijn die het meeste ageren tegen de NSTB, iets dat ook in het eindrapport van de ADD tot uitdrukking wordt gebracht. ProDef bulletin, mei 2012 | 3
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 4
Reorganisatie De in het overleg aanwezige vertegenwoordigers van het Diensten Centrum Internationale Ondersteuning Defensie (DCIOD) gaven te kennen het door de Centrales geschetste beeld te herkennen. Het DCOID spreekt in dit geval zelfs over drie geografische regio’s: Duitsland en België, waar (nagenoeg) elke militair tevreden is; de rest van het vasteland van Europa; en het VK, de VS, Canada en de West, waarvandaan het DCOID (ook) de meeste klachten krijgt.
Als uitkomst van de discussie over het eindrapport van de ADD hebben de Centrales Defensie te kennen gegeven opnieuw te willen spreken over de methodiek van de toelage buitenland. Hierbij dient de toelage buitenland wel in samenhang te worden bezien met de andere regelingen die gelden voor de militair die wordt geplaatst in het buitenland, zoals bijvoorbeeld de regeling huisvesting, de renteloze lening en het voorzieningenniveau. Het zijn immers al deze
regelingen die gezamenlijk bepalen of een in het buitenland geplaatste militair dezelfde levenstandaard als in Nederland kan handhaven. Defensie heeft ingestemd met dit voorstel. Wordt vervolgd. I Lees meer over de eindevaluatie NSTB, inclusief het gehele eindrapport van de ADD op
l www.ProDef.nl
Medezeggenschap en reorganisaties
P
eter van Sprang en Marc de Natris zijn bij de FVNO|MHB de aanspreekpunten op het gebied van medezeggenschap, reorganisaties en personeel en sourcing. Dit geldt zowel voor MC-leden als voor niet MC-leden.
KTZA bd Peter van Sprang ging in 1967 naar het KIM als adelborst voor de administratie. Na de vijfjarige opleiding had hij afwisselend varende functies en walplaatsingen (onder meer drie jaar verblijf op Aruba). Hij heeft diverse functies vervuld op het gebied van personeel en financiën, waarbij hij onder meer projectleider is geweest bij het ontwikkelen en implementeren van een nieuw salarissysteem voor Defensie in nauwe samenwerking met de commerciële bouwer van dit systeem. Van Sprang was tevens belast (in een nevenfunctie) met het opzetten van een nieuw rechtspositiesysteem voor de Kustwacht van de Nederlandse Antillen en Aruba. Hij is in 2003 uit dienst gegaan als hoofd Afdeling Rechtspositie Koninklijke Marine bij de Directie Personeel Koninklijke Marine. Van Sprang is momenteel beleidsmedewerker en onderhandelaar bij de FVNO|MHB en sinds 2004 tevens belast met de functie van coördinator medezeggenschap. Bovendien is hij bestuurslid van de Koninklijke Vereniging van Marineofficieren en daarbij voorzitter van de werkgroep postactieven. Van Sprang is ook lid van de Patiëntenadviesraad van het Medisch Centrum Haaglanden en uit hoofde van die functie werkzaam in diverse werkgroepen in de zorgsector in de regio Haaglanden. 4 | ProDef bulletin, mei 2012
Peter van Sprang vertegenwoordigt de FVNO|MHB in de werkgroepen IOREO BS (informeel overleg reorganisatie Bestuursstaf), IOREO DMO (informeel overleg reorganisatie Dienst Materieel Organisatie). IOREO CLSK en IOREO KMar. Peter is bereikbaar op
[email protected].
KLTZ Marc de Natris is voor velen van u geen onbekende. Het is niet voor het eerst dat hij wordt vrijgesteld om vakbondswerkzaamheden bij de CMHF sector Defensie te verrichten. Sinds 1 januari 2012 is De Natris in het kader van het Sociaal Beleidskader 2012 vrijgesteld om namens de FVNO|MHB de reorganisatieprocessen bij Defensie te begeleiden. Hij heeft als secretaris KVMO en als hoofd sectie georganiseerd overleg de nodige (bestuurlijke) ervaring opgedaan in het arbeidsvoorwaardenoverleg met Defensie. Zo heeft De Natris samen met Hans Pleijsier en Han van Huizen de FVNO opgericht. De afge-
lopen jaren is De Natris werkzaam geweest bij de Staf P&O van het CDC. In deze functie was hij onder meer verantwoordelijk voor sourcing, in het bijzonder de transitie van het personeel als medezeggenschap en de problematiek rondom de vullingsplanlijnen (vacaturemanagement). De Natris heeft een ruime kennis op het gebied van medezeggenschap, arbeidsvoorwaarden, sourcing en reorganisatieprocessen. Kennis en ervaring die hij ten volle kan benutten in zijn nieuwe functie. Marc de Natris vertegenwoordigt de FVNO|MHB in de werkgroepen IOREO CZSK (informeel overleg reorganisatie CZSK), IOREO CDC (informeel overleg reorganisatie CDC), IOREO DEF (informeel overleg reorganisatie bijzondere defensieonderdelen, bijv. de Audit Dienst Defensie) en de werkgroepen REO en APDO (algemeen personeelsbeleid defensieonderdelen). Marc is bereikbaar op
[email protected]. NB: vanwege zijn achtergrond vertegenwoordigt René Pieters, Hoofd Sector Georganiseerd Overleg, de FVNO|MHB in de IOREOCLAS. I
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 5
Reorganisatie
Door Marc de Natris
De rol van de medezeggenschap bij sourcing In het vorige ProDef-bulletin is het sourcing-proces bij Defensie beschreven. In dit artikel zal worden ingaan op de rol van de medezeggenschap bij sourcing.
Z
owel de medezeggenschap als het georganiseerd overleg (vakbonden) vertegenwoordigen het personeel dat is betrokken bij een uitbesteding van een bepaalde dienst. De medezeggenschap is de gesprekspartner van de werkgever inzake ‘wat is de meest gunstige vorm’ en het georganiseerd overleg is de gesprekpartner inzake het Sociaal Statuut (arbeidsvoorwaardenpakketvergelijking). Ook bij uitbesteden is er dus er een strikte scheiding tussen bedrijfsvoering en algemene personele aspecten. Ondanks deze strikte scheiding is de rol van alle betrokken partijen nog niet voor iedereen helder. Met de invoering van de Centrale Medezeggenschap Commissie (CMC) is het speelveld de afgelopen jaren sterk veranderd. Sindsdien is er nog geen enkele sourcing-toets volledig doorlopen bij Defensie. Het proces is dus nog niet uitgekristalliseerd en de partijen (incl. vakbonden) zijn het (nog) niet eens over wie welke rol speelt in dit proces.
dat de reikwijdte van de sourcing vaak zodanig is dat de gehele defensieorganisatie er door wordt geraakt. Dus als de CMC een positief advies afgeeft is de uitbesteding een feit. De CMC zal, voordat er advies wordt afgegeven, de ‘lokale’ medezeggenschap hebben geconsulteerd. Immers, de lokale medezeggenschap heeft de expertise op het gebied van de bedrijfsvoering betreffende de omvang waar ze opereren. De lokale medezeggenschap speelt dus informeel een rol, maar is formeel
De rol van de medezeggenschap
Paresto
In de SG aanwijzing 938 wordt duidelijk omschreven wanneer de medezeggenschap betrokken moet worden bij het aanlopen van het sourcing-traject. Op het moment dat de SG het besluit neemt om te onderzoeken of een bepaalde (ondersteunende) dienst kan worden uitbesteed, moet de medezeggenschap informeel worden betrokken bij deze sourcing-toets. Informeel, omdat de medezeggenschap pas aan het einde van het onderzoek formeel gevraagd wordt om advies uit te brengen over de uit het onderzoek voortkomende ‘meest gunstige vorm’. Dit laatste hoeft niet te betekenen dat het voor Defensie goedkoper wordt. Het mag van het huidige Kabinet zelf duurder zijn als dit maar leidt tot minder ambtenaren!
Als voorbeeld kan Paresto worden genomen. De SG is van mening dat de eventuele uitbesteding van Paresto de gehele organisatie raakt. De CMC is dus de gesprekspartner. Maar raakt een eventuele uitbesteding van onze cateraar de gehele defensieorganisatie? Defensie bepaalt immers wat zij van de inbesteder verlangt. Als het pakket van eisen dat Defensie nu op Paresto van toepassing acht niet verandert, zal het defensiepersoneel niet veel van de uitbesteding merken. De huisstijl zal veranderen maar daar blijft het dan ook bij. Een broodje kroket blijft immers een broodje kroket. Er kan dus óók worden gesteld dat alleen het Paresto-personeel wordt geraakt door de sourcing, en dat de zeggenschap dus bij hen ligt. De gesprekspartner van de SG zou in dit voorbeeld dus niet de CMC maar de MC-Paresto moeten zijn.
Het niveau van de medezeggenschap Als het aan de SG ligt is de CMC zijn gesprekspartner. Het formele adviesrecht komt dan op het niveau van de CMC te liggen. De SG onderbouwt deze stellingname met het standpunt dat het belang van sourcing groot is en
De CMC zal de lokale zeggenschap consulteren, want daar ligt de expertise op het gebied van bedrijfsvoering. niet aan zet. Zij is afhankelijk van de CMC of er wat met haar adviezen wordt gedaan. De zeggenschap ligt dus op een hoger niveau en de vraag die dan ook gesteld dient te worden is: is dit terecht?
ondenkbaar dat op korte termijn een MC naar de geschillencommissie zal gaan omdat zij van mening is dat de rechten die voortvloeien uit het BMD, haar zijn ontnomen. Dit laatste is een logische stap zolang de procedure bij Defensie nog niet is uitgekristalliseerd. Een stap die ook moet worden genomen om onderlinge rivaliteit tussen de verschillende betrokken medezeggenschapcommissies of –niveaus, over waar de zeggenschap ligt, weg te nemen.
(Sourcing) reorganisatie en medezeggenschap Als naar aanleiding van het onderzoek wordt besloten om een dienst uit te besteden moet er een reorganisatietraject worden doorlopen. Dit traject wijkt niet af van het normale reorganisatietraject zoals we dit bij Defensie kennen. De projectleider zal dus bij het opstellen van het beleidsvoornemen en het aanlopen van het concept Voorlopig Reorganisatie Plan (cVRP) de medezeggenschap informeel moeten betrekken bij het proces. Ook hier geldt dat op het moment dat het cVRP gereed is, de medezeggenschap formeel om advies wordt gevraagd. Dit advies betreft geen advies over de uitbesteding. Het besluit daarover is immers al genomen. Als na een positief advies de opdrachtnemer het Definitief Reorganisatie Plan (DRP) vaststelt, zullen de bonden in een begeleidingscommissie het Personeelsvullingsplan met de werkgever bespreken om te bezien of Defensie de juiste werkwijze heeft gevolgd. In het volgende ProDef-bulletin zal nader op de rol van de bonden worden ingegaan.
Tot slot Het is in het belang van het personeel dat de medezeggenschap haar taak goed kan verrichten. Onderlinge discussies tussen de medezeggenschap over wie en op welk niveau de medezeggenschap zeggenschap heeft, dragen hier niet aan bij. Dit ondanks alle goede bedoelingen van de verschillende MC-leden. Het enige dat telt is dat het betrokken personeel het gevoel moet hebben dat er met hen en niet over hen wordt gesproken. I
Rivaliteit tussen medezeggenschapsniveaus De komende jaren zullen veel sourcingtoetsen worden doorlopen. Het is dus niet ProDef bulletin, mei 2012 | 5
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 6
Pensioenen
Door Martin Weusthuis
Het Pensioenakkoord: Op weg naar dalende pensioenen In Nederlandse pensioenfondsen wordt bijna altijd pensioen opgebouwd d.m.v. een zogenoemde salarisdiensttijd regeling. Dat betekent dat ieder jaar een stukje pensioen wordt opgebouwd, afhankelijk van de hoogte van het salaris en de lengte van de achterliggende diensttijd. De opgetelde en waar mogelijk geïndexeerde stukjes pensioen komen tot uitkering vanaf pensioendatum. Uitkeringsovereenkomst
D
e pensioenwetgeving noemt deze vorm van pensioenopbouw een uitkeringsovereenkomst. Salarisdiensttijd regelingen hebben de vorm van een eindloon- of een middelloonregeling. In een middelloonregeling wordt voor de berekening van hoogte van pensioen en premie alleen gekeken naar de stand van zaken in het huidige jaar en naar de toekomst. In een eindloonregeling wordt als het inkomen in het lopende jaar is gestegen, ook nog een gekapitaliseerde premie (de backservice) betaald over het verleden. In het verleden is immers in een systeem waarbij het pensioen een afgeleide is van het laatstverdiende loon (eindloon) een te lage premie betaald om dat gestegen pensioen te kunnen financieren. Het gevolg is dat het eindloonpensioen in verhouding tot het middelloonpensioen hoger en duurder uitvalt naarmate het loon in de actieve periode sterker stijgt. De Nederlandse pensioenwetgeving kent nog twee andere vormen van pensioenverwerving. Dat zijn de opbouw van een kapitaal (kapitaalovereenkomst) en de overeenkomst tot betaling van een premie (premieovereenkomst).
Kapitaalovereenkomst In deze manier van pensioenverwerving wordt er niet ieder jaar een stukje pensioen opgebouwd, maar een stukje kapitaal, waarvan op pensioendatum een pensioen, een levenslange periodieke uitkering, wordt aangekocht. De hoogte van het pensioen is afhankelijk van de hoogte van het opgebouwde kapitaal en de stand van de lange rente op het moment van aankoop van het pensioen. Dit is een vorm van pensioenverwerving die je veel bij pensioenverzekeraars ziet. Het kapitaal op pensioendatum kan wel verzekerd/gegarandeerd worden, maar het pensioen vanaf pensioendatum niet. Er wordt dus een knip in de pensioenovereenkomst ingebouwd. Afhankelijk van de stand van de lange rente bij de inkoop van het pensioen heb je als toekomstig pensioengerechtigde 6 | ProDef bulletin, mei 2012
geluk of pech. Pensioenregelingen met deze manier van pensioenverwerving bieden dus minder zekerheid dan uitkeringsovereenkomsten, maar kunnen bij een voldoende hoog kapitaal en een hoge rente op pensioendatum een prachtig pensioen opleveren. De vuistregel is dat 1% wijziging van de lange rente staat voor 10% pensioenverhoging of verlaging.
Premieovereenkomst Bij deze manier van pensioenverwerving wordt er niet een pensioen, noch een kapitaal, maar enkel een premie verzekerd. De hoogte van de premie is hier geen afgeleide van de hoogte van het pensioen of het kapitaal, maar andersom. De hoogte van de premie bepaalt de hoogte van het te verzekeren pensioen of te verzekeren kapitaal. Ook hier treedt de knip op pensioendatum op. De premie kan meer of minder risicovol worden belegd zodat er op pensioendatum een groot dan wel klein pensioenkapitaal klaar staat om een pensioen van aan te kopen. Ideaaltypisch zijn de risico’s die hier liggen bij de deelnemer, dus niet alleen de hoogte van de lange rente op pensioendatum, maar ook het rendement dat wordt gemaakt op het pensioenkapitaal gedurende de gehele opbouwfase. Het is overigens mogelijk met de verzekeraar de afspraak te maken dat de van te voren bekende -in de pensioenovereenkomst vastgelegde- premie bij betaling meteen te storten in een kapitaalovereenkomst dan wel uitkeringsovereenkomst. Op dat moment liggen respectievelijk één dan wel beide risico’s weer bij de verzekeraar.
Einde van de uitkeringsovereenkomst? Het nieuwe pensioenakkoord dat is overeengekomen door werkgevers en werknemers heeft het meest weg van deze laatste manier van pensioen verzekeren. In het pensioenakkoord is premiestabilisatie afgesproken, d.w.z. dat voor een aantal jaren -vaak wordt 5 jaar genoemd- de hoogte van de premie wordt vastgelegd en niet meer kan stijgen. In een uitkeringsovereenkomst zoals die door de meeste pensioenfondsen wordt gehan-
teerd, geldt de voorwaarde van een kostendekkende premie. Dat betekent bijv. dat de kosten die samenhangen met de toegenomen levensverwachting en de vergrijzing moeten worden gefinancierd vanuit de premie. Daardoor is de laatste jaren de premie zo sterk gestegen dat werkgevers beweren dat deze invloed krijgt op hun concurrentiekracht in het buitenland. Bovendien wordt door de dalende koopkracht de binnenlandse reële economie geraakt. De ‘garanties’ van de uitkeringsovereenkomst hebben hun grenzen bereikt. De uitkeringsovereenkomst verwordt dus tot een premieovereenkomst. Maar binnen een premieovereenkomst kun je met de verzekeraar afspreken dat voor die van te voren vastliggende premie een bepaald pensioen wordt gegarandeerd. Zo heel veel verschil met de huidige uitkeringsovereenkomst lijkt er dan niet te zijn. Echter, van te voren moet dan ook duidelijk worden gemaakt dat bij een verdergaande stijging van de levensverwachting en bij een verdergaande vergrijzing van de fondspopulatie, er geen hulp vanuit de premie of van de werkgever hoeft te worden verwacht. In een premieovereenkomst kun je als het fondsvermogen onvoldoende is, óf de pensioenen verlagen óf de pensioendatum opschuiven. Ook bij crashes op de financiële markten is nu heel duidelijk dat deze binnen de financiële mogelijkheden van het fonds zelf moeten worden opgelost. Dat is overigens nu bij de meeste pensioenfondsen ook al zo, maar nog niet iedereen ziet dat zo of wil dat zo zien. Uiteindelijk kan de conclusie niet anders zijn dat het nieuwe pensioenakkoord (áls het er door komt) tot gevolg heeft, dat bij een blijvend stijgende levensverwachting en/of bij onvoldoende fondsrendement, de opbouw van toekomstige pensioenen lager zal uitvallen en/of dat pensioenen later zullen ingaan dan de huidige pensioenen. Een lastig strijdpunt is dan nog hoe de reeds opgebouwde pensioenen worden betrokken in de verdeling van de lasten. I
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 7
Pensioenen
Door Martin Weusthuis
Korting deeltijdpensioen op WW-uitkering vervalt Oudere werknemers die in deeltijd doorwerken en tegelijkertijd deeltijdpensioen opnemen, hoeven niet meer bang te zijn dat bij ontslag het pensioeninkomen in mindering wordt gebracht op hun WW-uitkering.
M
inister Kamp heeft in de Tweede Kamer de toezegging gedaan dat de toepassing van de samenloopbepaling tussen deeltijdpensioen en WW (art. 34) zal worden aangepast. Op grond van dat artikel werden vut/prepensioen-
uitkeringen in mindering gebracht op een WW-uitkering. Als nu de werkloosheid intreedt terwijl al sprake is van een eerder ingegane vut/prepensioenuitkering op grond van vermindering van arbeidsuren, dan wordt als er aanspraak bestaat op WW de vut/prepen-
sioenuitkering niet langer in mindering gebracht. Deze oudere deeltijdwerkers blijven nu recht houden op de werkloosheidsuitkering voor het deel dat ze werkten, ook als ze inkomen uit pensioen genieten. De wijziging van art. 34 van de WW is ingegaan op 1 maart 2012.
Ereschuld gewonde veteranen Nu er duidelijkheid is over het totale geldbedrag zijn de centrales met Defensie in gesprek over de wijze waarop de zogenoemde ereschuld voor gewonde veteranen zal worden toegekend aan de betrokken veteranen. De centrales willen komen tot een verdeling van gelden die recht doet aan het individueel ondervonden leed, maar zien ook de uitdagingen van zo’n regeling.
D
e initieel betrokken groep militairen is vastgesteld. Het gaat om de groep oorlogsslachtoffers die een Militair Invaliditeits Pensioen (MIP) toegekend heeft gekregen ten gevolge van een aandoening opgedaan tijdens daadwerkelijke uitzending in een oorlogs- of crisisbeheersingsoperatie vóór 1 juli 2007. Het gaat ook om veteranen met een invaliditeitspercentage lager dan 10%. Het is onmogelijk om individueel leed in woorden en cijfers onder te brengen. Het is ook onmogelijk individueel ondervonden
leed op een juiste wijze te vergelijken tussen de betrokkenen. Iedere regeling die dat zou willen bereiken zou sterven in schoonheid en ten onder gaan aan enorme perceptiekosten. Maar hoe wordt dan wel uitvoering gegeven aan dat rechtvaardigheidsgevoel? Momenteel wordt gedacht aan een bedrag gebaseerd op het MIP-percentage, maar ook op het arbeidsongeschiktheidspercentage. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar (de samenloop van) deze percentages. Er is namelijk geconstateerd dat een laag invaliditeitspercentage wel eens samenloopt met een hoog
arbeidsongeschiktheidspercentage. Maar dat ligt ook wel eens anders. Vooral bij de oudere oorlogsslachtoffers is er de moeilijkheid dat een arbeidsongeschiktheidspercentage soms onbekend is en dat het dossier verder ook onvoldoende aanwijzingen oplevert. De deelnemers aan het Sector Overleg Defensie zoeken samen naar een passende oplossing. Omdat de doelgroep zo snel als mogelijk duidelijkheid moet krijgen, is daarom ingestemd met een intensief overlegtraject, waarbij wel grote zorgvuldigheid betracht moet worden. I
Gesprek met dhr. C. Teulings, directeur CPB Naar aanleiding van het interview met de heer Coen Teulings, directeur van het Centraal Plan Bureau, in het Financieel Dagblad waarin hij uitspraken doet over bezuinigen op Defensie, hebben de Gezamenlijke Officieren Verenigingen | Professionals bij Defensie een onderhoud aangevraagd. Lees verder op
Samenstelling SER ongewijzigd Minister Kamp heeft op 16 maart jl. besloten de samenstelling van de Sociaal-Economische Raad (SER) de komende zittingsperiode niet te wijzigen. Dit betekent dat de MHP, de vakcentrale waartoe de FVNO|MHB behoort, voor de periode 1 april 2012 tot 1 april 2014 wederom een zetel in de SER heeft. Lees verder op
Eerste bachelor-diploma's uitgereikt Ruim 40 officieren van verschillende krijgsmachtdelen hebben maandag 26 maart 2012 als eerste een erkend bachelor-diploma van de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) ontvangen. Minister Hans Hillen reikte de exemplaren uit op het Koninklijk Instituut voor de Marine (KIM) in Den Helder. Lees verder op
Uitzendbonus, het vervolg In het overleg met Defensie is weer gesproken over de toekenning van de motie Knops/Eijsink – de Uitzendbonus. Hierbij is gesproken over een aantal specifieke cetgorieën: oud-militairen, thans burgermedewerker bij defensie, personeel van de MarPat's en personeel van de Onderzeedienst. Lees verder op
Websiteberichten Uitbesteden Paresto: financiële nachtmerrie In het kader van de bezuinigingen bij Defensie wordt thans onderzocht of ondersteunende diensten kunnen worden uitbesteed. De FVNO|MHB onderschrijft dit beleid maar plaatst wel de kanttekening dat er alleen sprake mag zijn van het uitbesteden van diensten als de inbestedende partij dit efficiënter, meer voor hetzelfde geld, en/of goedkoper kan doen. Lees verder op
l www.ProDef.nl
Jonge veteranen vinden elkaar online Missie Volbracht, het nieuwe onderdeel van de website van het Veteraneninstituut, biedt veteranen vanaf donderdag 29 maart de mogelijkheid om online met elkaar te spreken en kameraden zoeken. Lees verder op www.ProDef.nl
l
l www.ProDef.nl
l www.ProDef.nl
l www.ProDef.nl
l www.ProDef.nl
ProDef bulletin, mei 2012 | 7
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 8
Van, voor en door de leden
Door Ruud Vermeulen
Schoenmaker blijf bij je leest Afgelopen december heeft de minister besloten om een burgerfunctionaris bij de Kmar te benoemen tot brigade-generaal bij dit wapen. Uit de geruchten bleek vervolgens dat zij tevens was voorbestemd om op korte termijn, deze zomer, bevorderd te worden tot generaal-majoor in de functie van plv C-Kmar. Een aantal beschouwingen hierover.
I
n de Haagse omgeving zien wij wel vaker dat burgers op militaire stoelen en militairen op burgerstoelen worden geplaatst. En inderdaad zit een aantal functies op dit snijvlak. Zo is het ook het geval met deze functionaris. Een goede controller, met goede ingangen en contacten met andere departementen is buitengewoon waardevol. De affiniteit met het militaire vakgebied is zeker belangrijk, maar het is de vraag wat hier het zwaarst zou moeten wegen. En dan is het met name de persoon die bepalend is of deze functie beter door een militair dan door een burger kan worden uitgevoerd. Het is dus niet meer dan terecht dat een zeer bekwame burgerfunctionaris deze functie bekleedt. Maar waarom deze functionaris omvormen naar een militair? In onze ogen is de enige reden waarom men dit heeft gedaan, om betrokkene te kunnen bevorderen tot generaal-majoor en specifiek in de functie van plv C-Kmar. In deze functie is zij de adviseur van de secretaris-generaal en van de minister op het gebied van militaire en politie aangelegenheden. Bovendien wordt van haar verwacht dat zij opdrachten kan geven aan haar ondergeschikten op specifiek militair en politiegebied. Het is anders dan een controllersfunctie. Het militaire uniform geeft aan dat men speciale kennis en vaardigheden bezit. Zoals medici en advocaten, verkrijgt men via studie zijn vakkennis en vervolgens is er een verplichte carrièregang om zeker te stellen dat men zowel de theoretische als de praktische kennis bezit. Een leven lang leren in theorie en praktijk om uiteindelijk goede beslissingen te kunnen nemen. Om maar eens een vergelijking te maken, wat zou U ervan vinden als de controller van het ziekenhuis in een witte jas bij U aan het bed verschijnt om een diagnose te stellen. Of als onder de toga van de gedachte advocaat die u begeleidt bij een proces in de rechtbank, de controller van het advocatenkantoor schuilgaat. De klachten zouden niet van de lucht zijn, het zou voorpaginanieuws over de hele wereld zijn. Er zijn al twee keer Kamervragen hierover aan 8 | ProDef bulletin, mei 2012
de minister gesteld. Eén van die vragen is welk zorgvuldig kennis- en ervaringstraject deze persoon heeft doorlopen om op deze functie te kunnen functioneren. De minister antwoordt dat er een zorgvuldig proces is bij Defensie en dat hij op individuele gevallen niet wil ingaan. Er is inderdaad een zorgvuldig proces bij Defensie. Dat begint met opleiding en vorming op KMA en KIM en wordt voortgezet in een reeks van opleidingen en functies om als bouwstenen te dienen in het uitbrengen van een oordeel in dit proces. De minister geeft dus gewoon geen antwoord. In dezelfde Kamervragen komt aan de orde dat er op dit moment officieren ontslagen moeten worden. Bevorderingen worden in de ijskast gezet. Het aantal generaalsfuncties wordt drastisch teruggeschroefd. Waar militairen zich een levenlang ingezet hebben voor de organisatie, meerdere malen op uitzending zijn geweest, risico’s hebben gelopen voor hun leven en ledematen, en waar gezinnen langdurig zonder een van de partners hebben moeten functioneren, daar wordt een burger op een militaire topfunctie geplaatst. Bij Defensie bestaat beleid dat als de functie door zijn inhoud door een burger kan worden uitgevoerd, deze functie wordt aangemerkt als een burgerfunctie. Geen van de krijgsmachtdelen heeft de intentie om de functie van plaatsvervangend commandant te laten
bezetten door een burger in uniform. Om de specifieke kennis te garanderen van beroepsbeoefenaars kennen de diverse beroepsgroepen harde regelgeving. Bij Defensie is dit neergelegd in het AMAR. Op de punten keuring, selectie, md-beleid, basis militaire vaardigheden, carrière opleidingen voldoet zij niet, of niet aan de intentie van het AMAR. Wat doet de gezamenlijke officierenvereniging? Allereerst is er op onze Prodef-website stelling ingenomen. Dit heeft mogelijk geleid tot de eerste reeks van Kamervragen. Vervolgens hebben wij dit aangekaart bij de media. Ook dit heeft wellicht weer geleid tot Kamervragen. Daarna is er een brief geschreven naar de HDP. De HDP heeft hierop geantwoord dat hij de brief wel zal behandelen, maar voorlopig even niet. Vervolgens hebben wij contact gezocht met de minister en hem verzocht af te zien van de bevordering tot plv C-Kmar. Als laatste hebben wij nu een klacht moeten indienen tegen de SG, dhr. Annink, vanwege het bewust negeren van in het AMAR vastgelegde regelgeving. Er zijn vele goede voorbeelden van personen die als burger op de hoogste functies bij Defensie op een zeer goede wijze functioneren, zoals de HDFC, de C-DMO, de voorgaande C-CDC, mevr. Gout. Maar wel als burger. Ik voorzie voor de controller Kmar een gouden toekomst bij Defensie, maar graag wel als burger. I
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 9
Opinie
Ingezonden
Defensie op de publieke tribune Met woorden van deze strekking lanceerde de CDS recent een initiatief om Defensie meer in beeld te brengen bij het publiek. En hij heeft daar natuurlijk volkomen gelijk in. Het is iets wat ook vanuit de FVNO|MHB al een aantal jaren wordt bepleit. Ik hoop dat de CDS de steun krijgt die dit initiatief verdient, niet alleen politiek maar ook in de uitvoering. Want in beide gevallen zal het een kwestie van durven en volhouden worden.
H
et overwinnen van de politieke schroom is het makkelijkst. Door goed in de gaten te houden welk onderwerp precies onder wiens verantwoordelijkheid valt kan hier zonder veel problemen een prima modus operandi worden gevonden. Het zal best wel eens een keertje misgaan of leiden tot enige discussie, maar daar leren we dan wel van. Zulke glitches zijn zelden het gevolg van onwil of onkunde, meestal is het een kwestie van coördinatie en dat is nu eenmaal niet foutloos te krijgen. De politiek zal er ook voordeel van hebben omdat ook zij dan beter begrip krijgt voor het militaire bedrijf en dat scheelt weer veel overbodige Kamervragen. Op die manier reduceert het ook nog de bestuurlijke drukte. Het zal best even duren voordat het makkelijker loopt, maar deze minister lijkt mij niet van het bange type. En eventuele bangigheid in de ambtelijke staf kan hij ook wel overwinnen, zeker als hij gesteund wordt door een aantal dappere militairen. Een schone taak voor de nieuwe CDS om te laten zien dat hij dezelfde dapperheid heeft als de huidige. We gaan het afwachten.
ADVERTENTIE
En daarmee komen we op het tweede onderwerp waarvoor enige durf nodig is. Het lijkt mij verstandig als wij, militaire- en burgerambtenaren bij Defensie, erkennen dat ook wij een beetje te veel schroom hebben gekregen in het verkopen van ons vak aan het publiek. Die schroom is zowel onverstandig en overbodig. Hij is onverstandig omdat als je niets van je laat horen, je alleen in beeld komt als er iets mis gaat. Bijvoorbeeld bij (te) dure projecten, ongevallen of de zo af en toe eens voorkomende misdraging. Dan helpt het wel als je van te voren niet heb zitten jokken of informatie heb achtergehouden, want dan ben je snel je geloofwaardigheid kwijt. Maar je kunt dan tenminste gas teruggeven. Tenslotte is een misdraging van een enkeling eens in de paar
“Wat van ons gevraagd wordt is dezelfde can-do mentaliteit die we bij operaties op de mat brengen” jaar ten eerste niet erg veel en ten tweede geen maat voor de organisatie. Belangrijker is echter dat die schroom overbodig is. De tijd dat de militair op straat werd uitgescholden door klaplopers met iets te lang haar en een hinderlijk drammerige politieke overtuiging ligt al een tijdje achter ons. De naïeve pacifist en de fundamentalistische communist hebben ontdekt hoe weerbarstig de wereld werkelijk is en roepen nu soms om het hardst om ingrijpen, zelfs als wij ze aangeven dat ingrijpen in sommige situaties helemaal niet werkt. Een enkele verdwaalde hardliner of grachtengordelstrateeg daargelaten, heeft iedereen in de gaten dat de ‘zwaardmacht’ op zijn minst een hinderlijke noodzaak is. Daarmee is echter het budget nog niet vastgesteld en zijn verdere bezuinigingen nog niet voorkomen. Je moet blijven volhouden. Je zult moeten blijven uitleggen waarom een paar miljard per jaar nodig is als verzekering tegen ellende of als investering voor iets beters. En dat is niet eenvoudig als je moet concurreren met zaken die in de direct persoonlijke levenssfeer liggen. Het is ook niet eenvoudig als je moet toegeven dat een bepaalde vorm van organisatie bij Defensie in afgelopen jaren niet de slimste keuze is geweest. Maar dat iets niet eenvoudig is heeft de gemiddelde defensiemedewerker nog nooit tegen gehouden. Sterker nog, dat is wat ons werk leuk maakt. Wat van ons gevraagd wordt is dezelfde can-do mentaliteit in de manier waarop wij de media en publieke opinie tegemoet treden, als die we bij operaties op de mat brengen. Die mag je zeker verwachten van de hogere leidinggevenden en die mag je ook verwachten van de ambtelijke ondersteuners. Sterker gezegd: als die het niet kunnen stel ik voor dat ze zichzelf snel uit de organisatie verwijderen. Maar dat mogen we ook van onszelf verwachten. De minister en de CDS geven aan dat het tijd wordt om het te doen, ik ben het daar ten diepste mee eens. Ik stel voor dat we de kans pakken, anders heb je bij de volgende poging tot bezuinigen spijt en weinig grond om te klagen. Dan maak ik liever een keer publiek een foutje. “It is beter to have failed than never to have tried at all”. I ProDef bulletin, mei 2012 | 9
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:44
Pagina 10
Medezeggenschap
Door Peter van Sprang
Medezeggenschap en het Informeel Overleg Reorganisaties De afgelopen weken is het Informeel Overleg Reorganisaties vanuit de diverse Operationele Commando’s (OPCO’s) weer gestart. Dat overleg heeft de laatste tijd op een laag pitje gestaan.
D
Daarbij sluiten we niet de ogen voor het in bepaalde situaties wellicht eerst bespreken van een overview op CMC- dan wel DMC-niveau. Dat ligt voor de hand bij de zeer ingrijpende reorganisaties die nu plaatsvinden.
Met elkaar in een vroeg stadium van gedachten wisselen is veel beter dan straks voor een fait accompli komen te staan. Uiteraard spelen hier wel de spelregels die de Uitvoeringsregeling Reorganisaties Defensie
Het is niet aan de centrales om op dit gebied te interveniëren, de medezeggenschap is daarin autonoom. Echter, het is wel de mening van deze centrale dat het uiteindelijke overleg op zo’n laag mogelijk niveau zal moeten plaatsvinden bij de MC dan wel de TRMC (Tijdelijke Reorganisatie Medezeggenschaps Commissie). Geconstateerd wordt dat bij de OPCO’s daar verschillend (juist?) mee wordt om gegaan. En daarom is het van belang dat het Informeel Overleg Reorganisaties op alle terreinen plaatsvindt, e.e.a. uiteraard onder meer ter afronding (ter informatie dan wel ter bespreking) in de Werkgroep Reorganisaties van het Sector Overleg Defensie. I
it verschilt overigens duidelijk per OPCO. DMO en Kmar steken duidelijk boven het maaiveld uit omdat zij – zoveel mogelijk conform het afgesproken tijdschema – wel informeel overleg voeren.
Met elkaar in een vroeg stadium van gedachten wisselen is veel beter dan straks voor een fait accompli komen te staan. (URD) formeel oplegt. Wat hierbij opvalt, zijn de diverse soorten aanpak die worden gekozen in het overleg met de medezeggenschap in het kader van de nadere reorganisaties. De zeer zichtbare neiging is om dit overleg top-down te organiseren. Helder moge zijn dat dezerzijds altijd is en wordt gepleit voor de aanpak bottum-up, te weten het starten vanuit het overleg bij het onderdeel, schip, eenheid (de MC als basis).
De volgende medezeggenschapsverkiezingen zijn gepland: Defensieonderdeel
Eenheid
Uiterste datum indienen kandidatenlijst
Kiesdatum
CDC
Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden
gesloten
07-05-2012
CDC
Divisiestaf Vastgoed en Beveiliging
gesloten
7 t/m 12-05-2012
DMO
CAMS-Force Vision
gesloten
09-05-2012
BS
Defensiestaf
gesloten
10-05-2012
CZSK
Facilitaire Steunpunt Rotterdam
gesloten
16-05-2012
DMO
Command and Control Support Centre (C2SC)
gesloten
05-06-2012
CLAS
43 Gemechaniseerde Brigade 14e Afdeling Veldartillerie
gesloten
06-06-2012
CLAS
Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando
gesloten
14-06-2012
CDC
Bedrijfsgroep Gezondheidszorg
19-07-2012
06-09-2012
en Gezondheid
Militair Geneeskundig Logistiek Centrum
Kijk voor de actuele verkiezingen op:
10 | ProDef bulletin, mei 2012
l www.ProDef.nl
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:45
Pagina 11
FVNO|MHB-activiteiten
door Tim Timmerman
DONDerdag: voor herhaling vatbaar Donderdag 12 april 2012 organiseerde de FVNO|MHB in Amsterdam de eerste Defensie Ontwikkeling en Netwerkdag (DONDerdag) voor young professionals bij Defensie. Ruim 150 jonge officieren van alle krijgsmachtdelen, middelbaar en hogere burgermedewerkers en een aantal politiefunctionarissen waren aanwezig. Het thema ‘Investeren in en behoud van talent’ leidde tot een overweldigende belangstelling.
D
e DONDerdag werd geopend door de dagvoorzitter Max Daniël, plaatsvervangend korpschef bij de politie Friesland, die met veel humor het startschot gaf voor een interactieve dag. Na de opening gingen de deelnemers in negen verschillende workshops aan de slag. Onder meer de thema’s talentmanagement, operationele ervaring op uitzending, arbeidsvoorwaarden van de toekomst, waarde van je werkervaring, succesvol functioneren, tijd voor transformatie, personal branding en wisselwerking tussen defensie en politie kwamen aan bod.
Na de lunch volgde een tweede ronde workshops waarbij opnieuw enthousiast en open werd gediscussieerd en ervaringen werden uitgewisseld. Het middagprogramma stond vervolgens in het teken van een Lagerhuisdiscussie. Punten uit deze boeiende discussie waren onder andere de noodzaak tijdig talenten te onderkennen en te blijven investeren in talent (waarbij het individu ook een belangrijke verantwoordelijkheid heeft) en het permanent blijven binden en boeien van de jonge leidinggevende binnen Defensie, onder meer door het laag in de organisatie beleggen van verantwoordelijkheden en het blijven bieden van leuk werk. Ook het wisselen tussen krijgsmachtonderdelen moet volgens de young professionals veel eenvoudiger worden gemaakt en daarnaast zou in de toekomst horizontale uitwisseling met bijvoorbeeld de politie (maar ook het bedrijfsleven) eenvoudiger moeten worden. Uit de laatste stelling ’ life time employment versus Defensie: een baan voor het leven is niet meer van deze tijd’, bleek vooral dat de nieuwe generaties niet per definitie tekenen voor het leven, maar zich laten leiden door
kansen. De belangrijkste uitkomsten van de DONDerdag worden door het projectteam uitgewerkt in een verslag dat wordt aangeboden aan de Hoofd Directeur Personeel Defensie. Na de discussie werd een flitsend optreden verzorgd door cabaretier Jandino Asporaat. De DONDerdag werd afgesloten met een borrel, waarbij snel duidelijk werd dat de DONDerdag voorziet in een behoefte en smaakt naar een vervolg. I
Aankondiging vergadering Algemene Ledenraad Op donderdag 14 juni a.s. vindt de 8e vergadering van de Algemene Ledenraad (ALR) van de FVNO|MHB plaats. De volgende onderwerpen staan op de agenda:
• Opening en mededelingen voorzitter FVNO|MHB • Vaststellen verslag 7e Algemene Ledenraad • Jaarverslag FVNO|MHB 2011 • Financiën: • Financieel jaarverslag 2011 • Verklaring kascontrolecommissie • Vaststellen begroting 2012
• Wijziging samenstelling Algemene Ledenraad • Samenwerkingsovereenkomst • Naamswijziging FVNO|MHB • Statutenwijziging • Herbenoeming en benoeming bestuursleden • Rondvraag en sluiting
De vergadering is toegankelijk voor de leden van FVNO|MHB. Indien u aanwezig wilt zijn dan kunt u zich aanmelden voor deze vergadering via
[email protected]. Leden van de FVNO|MHB kunnen op verzoek de stukken toegezonden krijgen per e-mail. Locatie: Prinses Julianakazerne | Aanvang: 14.30 uur – 16.30 uur | Aanmelden:
[email protected] ProDef bulletin, mei 2012 | 11
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:45
Pagina 12
Leiderschap
door Peter van Maurik
Leiderschap in beeld Oorlogsfilms bieden een prachtige gelegenheid om leiderschap in beeld te brengen. Geen enkele krijgsmacht kan zonder goed leiderschap en dat betekent dat films per definitie mensen in deze rol laten zien. Uiteraard zijn daar zeer goede en zeer slechte leiders bij en het is niet zomaar dat daardoor de successen van soldaten of hun gruwelijke ellende worden versterkt. Er zijn ook prachtige parodieën gemaakt en de serie Blackadder is daar een goed voorbeeld van.
H
elaas zijn er veel films waarin de held gelijk de leider is en daarin wordt vaak een karikatuur gemaakt van de werkelijkheid. Vooral Hollywood is daar goed in als er weer een enkele held in twee uur alle problemen oplost en ondertussen ook nog een fotomodelachtige schone weet op te pikken. Onzin natuurlijk en weinig leerzaam. Toch worden er ook op waarheid gebaseerde films gemaakt die een
Op waarheid gebaseerde films kunnen een goede inkijk geven in de complexiteit van leidinggeven. goede inkijk geven in de complexiteit van leidinggeven. Een hele mooie is de film Ike, Countdown to D-day, met een hele mooie rol van Tom Selleck (beter bekend als Magnum) als generaal Dwight Eisenhower. De hele film gaat over de manier waarop Eisenhower de leiding krijgt over de voorbereiding en uitvoering van de landingen in Normandië op 6 juni 1944. De film beslaat de periode van
twee jaar vóór die datum en laat zien hoe hij met de moeilijke karakters van zijn ondercommandanten en zijn politieke bazen omgaat, terwijl hij tegelijkertijd de meest complexe operatie ooit door zijn staf moet laten voorbereiden. De film is een schoolvoorbeeld van adaptief leiderschap gedragen door een integer karakter. De mooiste scene komt tegen het eind van de film. Het is dan 4 juni, alle voorbereidingen zijn gereed en het moment van de beslissing om te gaan of niet te gaan moet nu genomen worden. Het weer is slecht en moeilijk voorspelbaar. Eisenhower kijkt nog een keer naar zijn belangrijkste commandanten en besluit de landingen uit te voeren. En dan zie je in de film iedereen in actie komen en rinkelen overal de telefoons. Honderdduizenden mannen, duizenden schepen en vliegtuigen worden in beweging gezet voor een gevaarlijke en onzekere onderneming. De film laat dat zien, maar zoomt dan terug op Eisenhower die stil voor
zich uit staart. Zijn 2e man, Walter Bedell Smith, ziet dat en loopt naar hem toe. Hij vraagt waar hij aan denkt. Eisenhower kijkt hem aan en zegt: “You know, Churchill called me the most powerfull man on earth for this. He was right untill a few moments ago. Now I made the decision I am just a spectator, front row, centre seat. But a spectator none the less. Now it is up to that soldier on Utah or that corporal paratrooper to make it happen.” Het zijn deze woorden die de essentie van zijn leiderschap weergeven. Hij weet dat de beslissing enorm is en de risico's ook. Maar hij weet ook dat niet hij het resultaat moet boeken, maar zijn troepen. Hij voelt de machteloosheid en aanvaardt die. Sturen op details werkt niet. Aan hem nu slechts om te wachten en zich voor te bereiden op succes of mislukking. Hetgeen Eisenhower ook deed want hij had twee persberichten gemaakt. Dit is goed leiderschap: besluiten en dan loslaten. Daar kan menig topmanager tegenwoordig nog wat van leren. I
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:45
Pagina 13
Column juridische zaken
door Bert Blonk
Harde of zachte juridische bijstand: Van BBT naar FPS In het najaar van 2011 heeft een aantal adelborsten, lid van de KVMO (aangesloten bij de FVNO|MHB) zich bij ons gemeld voor juridische bijstand in verband met hun bezorgdheid dat hun BBT-aanstelling niet zou worden omgezet naar een FPS-aanstelling, ondanks de belofte van de KM dat dit zou gebeuren.
H
un vrees dat niet tot deze omzetting zou worden overgegaan hing samen met de brief van 19 november 2010 van de Secretaris-Generaal, waarin – in verband met de opgelegde bezuinigingen – een breed pakket van personele maatregelen is afgekondigd, waaronder de onmiddellijke stopzetting van de omzetting van BBT-aanstelling naar FPS. Onverkort doorzetten van deze maatregel raakt maar liefst 3 promoties KIM: 2005, 2006 en 2007. Naar aanleiding van deze melding is contact gezocht met de KM en de HDP. In onderling overleg is vastgesteld dat de SG-brief niet van toepassing kon zijn op deze promoties, aangezien de SG-brief is bedoeld om op korte termijn financiële problemen op te lossen. Daarbij zou de KM het zich überhaupt niet kunnen veroorloven drie jaargangen jonge officieren kwijt te raken. Al snel kwam dan ook het bericht dat wanneer zij een individuele aanvraag voor de FPS-
aanstelling zouden doen, deze aanvraag zou worden gehonoreerd. Nadat zij de aanvraag hadden gedaan kregen ze echter te horen dat die niet toewijsbaar was. Het bleek namelijk dat ze een aanvraag hadden gedaan voor FPS-fase 2. Omdat het hier ging om militairen met een (initiële BBT-) dienverplichting moest echter, volgens de overgangsbepalingen in het Algemeen militair ambtenarenreglement, een aanstelling in fase 1 plaatsvinden. In fase 1 blijft immers de dienverplichting in tact, terwijl met toekenning van fase 2 aan deze dienverplichting onmiddellijk een einde zou zijn gekomen. Na – opnieuw – bemiddeling van de FVNO|MHB, bleek de KM zonder meer bereid de aanvragen voor FPS-fase 2 te beschouwen als aanvragen voor FPS-fase 1, zodat een bezwaarprocedure niet nodig was. Inmiddels zijn de verzoeken toegekend en hebben de betreffende militairen een FPS-fase 1 aanstelling gekregen. Dit verhaal is een mooi voorbeeld van de effec-
tiviteit van snel en doelgericht optreden met zachte juridische bijstand door bemiddeling, los van de juridisch-procedurele (on)mogelijkheden. Het toont ook aan dat het geijkte pad dat in individuele zaken vaak wordt bewandeld – besluit uitlokken en vervolgens tegen dat besluit bezwaar maken (harde juridische bijstand) – lang niet altijd het meest doelmatig is. Juist als het gaat om een casus waarin meerdere militairen zijn betrokken en waarin er voor Defensie een duidelijk belang is om een standpunt in te nemen of een eerder standpunt tegen het licht te houden, is proactief optreden het meest effectief. De FVNO|MHB kiest waar mogelijk voor zachte juridische bijstand door bemiddeling, maar schroomt niet om ook de harde juridische bijstand in te schakelen, wanneer dit noodzakelijk blijkt. Voor de militair heeft zachte juridische bijstand het voordeel dat de periode van onzekerheid wordt geminimaliseerd.
Cartoon
ProDef bulletin, mei 2012 | 13
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:45
Pagina 14
A D V E R T E N T I E
Einde van uw rentevaste periode? Vanaf 2013 geven hypotheekverstrekkers u uiterlijk drie maanden vóór het aflopen van de rentevaste periode een nieuw rentevoorstel. Minister De Jager stelt daarnaast dat bestaande klanten hetzelfde rentetarief krijgen als nieuwe klanten met een vergelijkbaar profiel. Einde van uw rentevaste periode? Kom in actie! Loopt de rente van uw hypotheek binnenkort af? Als uw rentevaste periode afloopt, krijgt u van uw hypotheekverstrekker een nieuw voorstel. Dat geeft u de gelegenheid opnieuw te kijken naar uw mogelijkheden. U bent niet verplicht om bij uw huidige hypotheekverstrekker te blijven. Misschien zijn er opties met betere voorwaarden én lagere maandlasten… Wat betekent Prinsenland Adviseurs voor U? Wij bekijken uw hypotheek met een frisse blik. Past de huidige hypotheek nog wel bij uw wensen? Is er iets veranderd in uw persoonlijke situatie? Wat zijn uw toekomstwensen en hoe kunt u deze realiseren?
Wij laten u graag zien wat uw hypotheek hierin voor u kan betekenen. Soms maakt een kleine aanpassing in de hypotheek al een groot verschil. Verder dan de hypotheek alleen, Erkend Hypothecair Planner De Erkend Hypothecair Planner inventariseert uw persoonlijke situatie en uw toekomstplannen en –wensen. Ook maakt hij op basis daarvan een prognose van uw financiële situatie op langere termijn. Op basis van uw eigen woning of ander vastgoedbezit zoekt de Hypothecair Planner voor u de juiste balans tussen zekerheden en risico's. Het advies van de Hypothecair Planner gaat verder dan de hypotheek alleen!
Tel
010-4552500
www.prinsenland.nl
[email protected]
A D V E R T E N T I E
BELASTING UITSTELLEN OF VERMIJDEN, WIE WIL DAT NOU NIET?
Bij een huwelijk of een geregistreerd partnerschap gaat sinds 2003 de hele nalatenschap zonder testament naar de langstlevende ouder. Deze hoeft over zijn of haar eigen erfdeel meestal geen erfbelasting te betalen. De kinderen hebben ook recht op een deel van de erfenis, maar hun ‘kindsdeel’ krijgen ze pas na het overlijden van de langstlevende ouder. De overblijvende ouder moet echter wel de erfbelasting over de ‘kindsdelen’ voorschieten. Dat kan soms oplopen tot een paar duizend euro. Een tweetraps-testament voorkomt dat. Met een tweetraps-testament betaalt de overblijvende ouder geen erfbelasting over de kindsdelen. Op korte termijn is dit dus voordelig. Later, bij het overlijden van de tweede ouder, krijgen de kinderen alsnog de hele erfenis en betalen zij op dat moment de volledige rekening. Een tweetraps-testament betekent vooral het uitstellen van erfbelasting, niet het verminderen daarvan. Tenzij de ouders het voornemen hebben hun vermogen
op te maken, dan kan met een tweetraps-testament de betaling van erfbelasting zelfs worden vermeden. Het betalen van de erfbelasting is bij het wegvallen van de eerste ouder vooral een probleem als het vermogen in de ‘stenen’ zit, in de waarde van het huis dus. Met een tweetraps-testament kun je voorkomen dat de langstlevende ouder zo’n belastingaanslag krijgt. Met een tweetraps-testament erven de kinderen pas als de tweede ouder is overleden. Het tweetraps-testament heeft voordelen maar ook nadelen. Of een tweetraps-testament verstandig is, hangt af van de persoonlijke situatie, het aantal kinderen en van de omvang van het vermogen. Een andere testamentkeuze kan beter en voordeliger zijn.
www.actusnotarissen.nl
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
11:45
Pagina 15
Haal meer uit uw lidmaatschap! Met onderstaande bedrijven en organisaties hebben we afspraken gemaakt die extra voordeel kunnen opleveren! VERZEKERINGEN MET INTERESSANTE KORTINGEN OHRA • FBTO • INTER ASSURE • INTERPOLIS HYPOTHEKEN MET GUNSTIGE VOORWAARDEN RABOBANK
En dit is nog niet
ADVISEURS VOOR HYPOTHEKEN EN VERZEKERINGEN PRINSENLAND ADVISEURS
alles, ga voor het
REIZEN MET AANTREKKELIJKE KORTING AVIS AUTOHUUR • ARKE • WEEKENDJEWEG.NL
volledige overzicht
ESSO CARD NEDERLAND
van onze voordelen,
KLEDING WEBWINKEL MET GROTE COLLECTIE
inclusief alle info
UNDERFASHION.NL
CARDS TEGEN BIJZONDERE TARIEVEN AMERICAN EXPRESS • MASTERCARD
naar: www.prodef.nl/ ledenvoordeel.
UITGEBREIDE NOTARISSERVICE ACTUS NOTARISSEN
Mailen kan ook:
PERSOONLIJKE ONTWIKKELING
[email protected]
OPEN UNIVERSITEIT NEDERLAND • PICOMPANY
Pensioenen
Dekkingsgraad ABP stijgt met 1%punt ABP heeft in het eerste kwartaal 2012 een rendement gemaakt op vermogen van 15 miljard euro (5,9%). Echter, tegelijkertijd daalde de lange rente met 0,2%. Dat had tot gevolg dat de pensioenverplichtingen met 13 miljard euro stegen. Het gevolg is een luttele stijging van de dekkingsgraad vanaf 1 januari 2012 met 1%punt naar 95%. Dat betekent dat voor iedere 100 euro die ABP nu en in de toekomst moet uitbetalen er 95 euro in kas is.
Kengetallen ABP
Q1 2011
Q2 2011
Q3 2011
Q4 2011
Q1 2012
Dekkingsgraad (voorlopig)
112
112
90
94
95
Beschikbaar vermogen (€ miljard)
239
242
235
246
261
Verplichtingen (€ miljard)
214
217
260
261
274
Nominale kapitaalmarktrente (%)
3,8
3,8
2,7
2,7*
2,5*
* Betreft het door DNB gepubliceerde driemaands gemiddelde van de rentetermijnstructuur
H
et ABP heeft onlangs aangekondigd dat eind 2012 de dekkingsgraad op minimaal 100% moet staan om niet te hoeven afstempelen. Als die 100% niet wordt gehaald gaat er vanaf april 2013 0,5% gekort worden op alle pensioenen, de in opbouw én de in uitbetaling zijnde pensioenen. En eind 2013 moet de dekkings-
15 | ProDef bulletin, juli 2011
graad minimaal 105% bedragen om niet te hoeven afstempelen. Onder het huidige financiële gesternte kan het alle kanten op. In het eerste kwartaal van dit jaar steeg de AEX 10% van pakweg 300 punten naar 330 punten. En in april ging het onder de voortwoekerende vrees voor de Europese schuldencrisis en de stijgende rente op Spaanse staatsle-
ningen tot boven de 6%, weer net zo hard omlaag tot net boven de 300. Wie zal het zeggen of de afstempeling in april 2013 werkelijkheid wordt? I
ProDef bulletin, mei 2012 | 15
ProDef_opmaak _3_2012
23-04-2012
Column
11:45
Pagina 16
Door Tom Kofman, vice-voorzitter FVNO|MHB
Vijf vragen aan
Solidariteit Het was op 08 april 2011 dat minister Hans Hillen zijn inmiddels beruchte Beleidsbrief het levenslicht deed zien. Wij zijn inmiddels een jaar verder en het moment nadert rap dat de klappen (ontslagen) gaan vallen. Voor velen gaat het licht uit.
I
n deze barre tijd, waarin vrijwel niemand (nog) zeker is van een plek in de nieuwe organisatie, is het goed dat er een FVNO|MHB is die over uw belangen waakt, die er voor zorgt dat er met grote zorgvuldigheid wordt omgesprongen met hetgeen u dierbaar is, te weten uw baan. Alhoewel het gedachtegoed van de Franse gestaalde kaders CGT (Confédération Générale du Travail) verre verwijderd is van de maatschappij die mij voor ogen staat, is er één leuze die zij hanteren, die mij wel aan staat, te weten: Seul un syndicat peut faire le poids (vrij vertaald: alleen uw belangbehartiger legt gewicht in de schaal). Zo is het maar net. Helaas is het nog steeds zo dat té weinig middelbare en hogere burgerambtenaren bij ons ministerie er van doordrongen zijn dat je -ondanks al je kennis en kunde- het gevecht met je werkgever als eenling nimmer kunt winnen. Eigenlijk beschouw ik het lidmaatschap van een belangen- en beroepsvereniging als ‘obligaat’. Het is niets meer of minder dan een vorm van solidariteit met uw collega’s. De veelgehoorde opmerking: “Ik heb toch een rechtsbijstandsverzekering voor het geval ik in de problemen terecht kom”, getuigt niet van veel werkelijkheidszin. Ik neem toch niet aan dat een verzekeraar zoals DAS ook zorgt voor die zo broodnodige CAO. Er zijn nog wel eens bonden die aan interne verdeeldheid en ruzies ten onder dreigen te gaan (FNV). Dat moet toch anders kunnen! Machtspelletjes en ruzies zijn ons vreemd bij de FVNO|MHB. Ik durf te stellen dat wij -niet tegenstaande het gegeven dat ook wij ons permanent dienen te vernieuwen-, zeker geen fossiel uit de twintigste eeuw zijn. Onze verenigingsdemocratie is gebaseerd op inhoud en niet op de macht van het getal. Geen one man, one vote. Ware dit wel zo geweest dan was het burgerschip al lang in de golven verdwenen. Wij hoeven geen vriendjes te zijn met wie dan ook, wij hoeven geen coalities te smeden om iets voor elkander te krijgen. Ik heb het al vaker gezegd: “Wij kunnen best nog wat leden gebruiken, want samen staan wij sterker”, en als wij de magische grens van 1.000 burgerleden weten te bereiken, dan betekent dat voor u dat wij er op ons hoofdkwartier een 100% burger-VTE bij krijgen. Als dat geen win-win situatie is? Spreek uw collega eens aan en vertel hem dat het in dit tijdgewricht geen pas geeft om GEEN lid te worden. Het lidmaatschap maakt het verschil tussen solidariteit en kortzichtigheid. I
LTZE2OC Olga Zeijpveld, werkzaam in Den Haag bij DMO/Ressort Maritieme Systemen/Wapensysteemmanagement/Project Engineering sinds juni 2011 (DMO/RMS/WSM/Project Engineering) Wat houdt je werk in? Ik werk als project engineer voor het Instandhoudingsprogramma M-fregatten. Naast het reguliere meerjarig onderhoud ondergaan deze fregatten een groot aantal drastische modificaties. Ik ben met name betrokken bij de ILS-voorbereidingen (reservedelen, opleidingen en documentatie) en de materieelsbeproevingen.
Wat vind je belangrijk in je werk? Afwisseling en uitdaging in mijn werk zijn belangrijk voor mij, anders ga ik me vervelen. Daarnaast houd ik er van om met gezond verstand vooruit te denken, niet alleen geleefd worden door de waan van de dag.
Merk je iets van de bezuinigingen binnen Defensie? Door de investeringsstop konden lange tijd geen materialen aangeschaft worden of contracten met fabrikanten afgesloten worden; het project heeft hier veel vertraging van ondervonden. Zelf heeft het me bijna een jaar gekost om een nieuwe functie te vinden, omdat veel functies niet werden opgevuld als gevolg van de nog gaande en aankomende reorganisatie.
Hoe reageert het personeel hier op? Wisselend, omdat niet iedereen in de 'gevarenzone' zit. Ook afwachtend; lange tijd was er nog niet zoveel bekend. Inmiddels is duidelijk dat er flink gesneden gaat worden. Met name onder burger-collega's zorgt dat voor de nodige onrust.
Welke adviezen heb jij voor Defensie? Hoewel het altijd makkelijk is om vanaf de zijlijn commentaar/advies te geven: Ik denk dat er meer commercieel gedacht moet worden, kijken naar relatieve kosten, niet alleen absolute. Daarnaast vind ik de verhouding walorganisatie versus operationele eenheden behoorlijk scheef. Evenals de verhouding dat een schip in onderhoud ligt, versus de periode dat het operationeel inzetbaar is. I
KVNRO 16 | ProDef bulletin, mei 2012
NOV