OVERZICHT. De Ronde Aanvang: 19:00. Molendijkzaal Tijd. Extern 19:00. Minimabeleid: Nibud-analyse en premieregelingen Informatie

OVERZICHT De Ronde 22-03-2011 Aanvang: 19:00 Tijd

Molendijkzaal 0.01

Extern

19:00 Minimabeleid: Nibud-analyse en premieregelingen Informatie 20:00

GroenLinks/D66: Desegregatie primair onderwijs: de mogelijke rol van de gemeente, de raad, schooldirecteuren en ouders Rondetafelgesprek

21:00

22:00

1

De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:

dinsdag 22 maart 2011 19:00

Minimabeleid: Nibud-analyse en premieregelingen Informatie

Minimabeleid: Nibud-analyse en premieregelingen Informatie Reg.nr.: 3735860 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Van Berkum (033 4694497) Portefeuillehouder: Van ’t Erve Opsteller: Van Berkum Samenvatting: In het rondetafelgesprek met instellingen uit de stad over de herijking van het minimabeleid (1-2-2011) heeft De Ronde verzocht de situatie van minima in een informatiebijeenkomst te belichten. Onder meer was er de wens van een update van de minima effrectrapportage van 2009 en inzicht in de Amersfoortse premieregelingen. Tijdens de informatiebijeenkomst zullen twee presentaties worden gehouden. • Corinne van Gaalen van het NIBUD zal een presentatie geven over de geactualiseerde minima-effectrapportage. • Cok Vrooman van het Sociaal en Cultureel Planbureau zal een presentatie geven over de achtergronden van sociale uitsluiting, op basis van het onderzoeksprogramma naar armoede, dat het bureau uitvoert. Daarnaast zal inzicht worden gegeven in de Amersfoortse premieregelingen. Reden van aanbieding: Naar aanleiding van toezeggingen in De Ronde van 1 februari 2011. Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de informatie. Vervolgtraject: Momenteel bereidt het college de herijking van het minimabeleid voor. Het minimabeleid wordt ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Presentaties Soort verslag: Achterliggende documenten: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?menu=32&id=228232 en http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2011/Raadstukken/02%20februari/3694647%20besluitenlijst%20Herijking%20minimabeleid.pdf De Ronde 1 februari 2011 - /smartsite.shtml?id=229852 Reg.nr.: 3672394 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Van Berkum (033 4694497) Portefeuillehouder: Van ’t Erve Opsteller: Van Berkum Samenvatting: Rondetafelgesprek tussen raadsleden en instellingen in Amersfoort die te maken hebben met het armoedevraagstuk over de herijking van het minimabeleid. Uitgenodigde instellingen: Voedselfocus, Raad van Kerken, Burgerweeshuis, Humanitas, Leergeld, Stadsring 51, Welzijn Amersfoort, Seniorenraad, Gehandicapten en

patiëntenplatform Amersfoort, Cliëntenraad Sociale Zekerheid, Kleurrijk Amersfoort Reden van aanbieding: Momenteel bereidt het college de herijking van het minimabeleid voor. In deze voorbereiding betrekt het college de instellingen in Amersfoort die te maken hebben met het armoedevraagstuk. In december 2010 hebben drie gesprekken plaatsgevonden met het netwerk van instellingen. Nu wil het college de raad betrekken bij de herijking. Aan het Rondetafelgesprek gaat een presentatie door wethouder Van ’t Erve van de concept-visie vooraf. Van de raad wordt gevraagd: Vragen te stellen en discussie te voeren over de visie ten behoeve van de herijking van het minimabeleid. Vervolgtraject: De visie dient als basis voor de herijking van het minimabeleid. Dit traject loopt parallel aan het bezuinigingskader 2012 - 2014. Het minimabeleid wordt te zijner tijd ter vaststelling aan de raad voorgelegd. Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Rondetafelgesprek Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?menu=32&id=228600 Achterliggende documenten: /smartsite.shtml?menu=32&id=228233(Begroting 2011-2014) : /smartsite.shtml?menu=32&id=228234(gedateerd) : /smartsite.shtml?menu=32&id=228235 - Begrotingen (/smartsite.shtml?menu=32&id=231330, /smartsite.shtml?menu=32&id=231331) - /smartsite.shtml?menu=32&id=231332 - /smartsite.shtml?menu=32&id=231333 : /smartsite.shtml?menu=32&id=228236 besluitenlijst (pdf) Informatie over de gemeentelijke premieregelingen (pdf)

Besluitenlijst De Ronde datum:

1 februari 2011

vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)

Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter

van

20.00 tot

21.30 uur

aantal bezoekers:

Reg.nr. 3694647 Herijking minimabeleid Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort document Informatie Rondetafelgesprek Van de raad wordt gevraagd vragen te stellen en discussie te voeren over de visie ten behoeve van de herijking van het minimabeleid. Portefeuillehouder Van ’t Erve Land Opsteller Bongers, Breet, Kemink, Verhoef-Franken Van Berkum -Portefeuillehouder Van ’t Erve Ballast-Tatarian (VVD), Beltman (SP), Ambtenaren Houwing (D66), Kennedy-Doornbos (CU), Van Berkum Koet-Minis (GrL), Özcan (GrL), Pongers (CDA), Schulten (BPA), Tanamal (PvdA) -Wethouder van ’t Erve heeft zijn visie op en ideeën over herijking minimabeleid gedeeld met de woordvoerders en de vertegenwoordigers van de aanwezige instellingen aan de hand van powerpointpresentatie. Aandachtspunten: - beter inzicht in ‘sociale kaart’ van Amersfoort, zowel voor potentiële cliënten als voor doorverwijzers, is noodzakelijk; - belang van regierol gemeente in het versterken van netwerken/samenwerking tussen instellingen (centraal, maar ook op wijkniveau) wordt benadrukt; - belang van inzetten van (allochtone) vrijwilligers om verschillende doelgroepen zo goed mogelijk te bedienen wordt benadrukt; - belang van empowerment en ‘eigen kracht’ van cliënten wordt ondersteund, ook als het gaat om financiële zelfredzaamheid; - focus op kinderen doet andere doelgroepen te kort; de keuze zou niet moeten zijn óf kinderen, óf anderen . Terug in De Ronde, zie toezeggingen

Toezeggingen / Afspraken

1. Wethouder licht op korte termijn in De Ronde de Amersfoortse premieregelingen en de Nibud-analyse toe en geeft inzicht in effecten. Wethouder werkt herijking minimabeleid uit in Koers en Visie en komt nog voor de Kadernota terug naar De Ronde voor een verdere inhoudelijke bespreking. 2. Wethouder werkt herijking minimabeleid uit in Koers en Visie en komt nog voor de Kadernota terug naar De Ronde voor een verdere inhoudelijke bespreking; daarbij wordt ook in kaart gebracht hoe aanpalend beleid (bijvoorbeeld Wmo) van invloed is op minima.

Aantekeningen voor verslag

#3694647 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-2-2011 HERIJKING MINIMABELEID

Informatie over de gemeentelijke premieregelingen Op verzoek van raadsleden in het rondetafelgesprek over minimabeleid, 1 februari 2011 Amersfoort hanteert drie premieregelingen: • de uitstroompremie; • de actiefpremie; • de plaatsingspremie Uitstroompremie Cliënten, die een WWB uitkering beëindigen door uitstroom naar werk, studie of de start van een eigen bedrijf, ontvangen een premie van € 900 één maand na uitstroom. De premie stimuleert de stap naar werk, vangt de extra kosten op bij het weer gaan werken en compenseert eenmalig de eventuele armoedeval. Om in aanmerking te komen voor de uitstroompremie moet een cliënt aan de volgende voorwaarden voldoen: • De cliënt moet minimaal één jaar onafgebroken een bijstandsuitkering hebben ontvangen. • De bijstand is beëindigd door werkaanvaarding (arbeid in loondienst; regulier of gesubsidieerd), de start van een studie met studiefinanciering of de start van een eigen bedrijf. Actiefpremie Cliënten, die een WWB uitkering ontvangen en daarnaast maatschappelijk actief zijn, door bijvoorbeeld deeltijdwerk, vrijwilligerswerk of werken met behoud van uitkering, hebben recht op de actiefpremie. Het recht op premie is niet afhankelijk van het aantal uren actief, de hoogte van de premie wel. De premie stimuleert de stap naar vrijwilligerswerk en deeltijdwerk en bevordert de continuïteit. Om in aanmerking te komen voor de actiefpremie moet een cliënt aan de volgende voorwaarden voldoen: • De cliënt moet minimaal één jaar onafgebroken een bijstandsuitkering hebben ontvangen. • De cliënt is minimaal één jaar actief als deeltijdwerker, als vrijwilliger of werken met behoud van uitkering (bijvoorbeeld het project ‘werk mee’) De hoogte van de premie is afhankelijk van het aantal uren dat de cliënt per week actief is: 1- 5 uur per week € 200,- per jaar 5-10 uur per week € 400,- per jaar > 10 uur per week € 600,- per jaar

Premies 2010 Soort Uitstroompremie Actief Premie

Bedrag

Personen

Bedrag pp

€ 95.400,00

106

€ 900,00

€ 112.310,00

224

€ 500,00

Plaatsingspremie Naast deze premieregelingen gericht op cliënten verstrekt de afdeling arbeidsintegratie van SZ aan werkgevers op maatwerkbasis een plaatsingspremie van maximaal € 5.000. De voorwaarden zijn: minimaal een regulier jaarcontract en geheel uit de WWB-uitkering. In 2010 is deze premie 13 keer verstrekt, met een totaalbedrag van € 38.000. De premie is het duwtje dat werkgevers soms nodig hebben om een cliënt regulier in dienst te nemen. Dit jaar vindt een evaluatie plaats van de premieregelingen.

Informatie over de gemeentelijke premieregelingen


Datum: Aanvang:

dinsdag 22 maart 2011 20:00

GroenLinks/D66: Desegregatie primair onderwijs: de mogelijke rol van de gemeente, de raad, schooldirecteuren en ouders Rondetafelgesprek


GroenLinks/D66: Desegregatie primair onderwijs: de mogelijke rol van de gemeente, de raad, schooldirecteuren en ouders Rondetafelgesprek Reg.nr.: 3729135 Van: Fracties GroenLinks / D66 Ambtelijk contact: Klaarenbeek (033-469 4622) Portefeuillehouder: Wethouder Tigelaar Opsteller: Prins / Nederkoorn Samenvatting: In augustus 2010 verscheen het rapport Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010: Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs. Uit vele publicaties over segregatie in het primair onderwijs blijkt dat het een complex onderwerp is. Het rapport en de complexiteit van het onderwerp zijn de aanleiding tot het houden van een Rondetafelgesprek tussen raadsleden, schooldirecteuren, leerkrachten, wetenschappers en ouders. Het doel van het Rondetafelgesprek is om raadsleden te informeren over de complexiteit van het basisonderwijs en de thema’s die daar leven, om verschillende groepen met elkaar kennis te laten maken en om door middel van een debat elkaar te vinden over bijvoorbeeld de volgende vragen: 1. Vinden we segregatie in het primair onderwijs een probleem? 2. Wat zou de rol van de gemeente kunnen zijn als het gaat om problemen in het onderwijs? 3. Hebben ouders voldoende mogelijkheden en vrijheid om hun kind naar de school van hun keuze te sturen? Onderwijsdeskundige Guido Walraven van het Kenniscentrum Gemengde Scholen zal een inleiding geven op het onderwerp. Daarna gaan raadsleden, onder leiding van Richard Engelfriet samen met onderzoekers, schooldirecteuren, leerkrachten, ouders en politici in gesprek. Reden van aanbieding: Segregatie en integratie zijn vaste onderwerpen van het jaarlijks overleg tussen gemeenten, schoolbesturen en kinderopvanginstellingen in het kader van de Lokale Educatieve Agenda (www.delokaleeducatieveagenda.nl). Daarnaast staat in het coalitieakkoord: "Een van de bedreigingen voor de ontplooiing van ons toekomstig ’menselijk kapitaal’ is de toenemende tweedeling tussen scholen met kansarme en kansrijke kinderen. Achterstandsleerlingen zijn steeds meer geclusterd op dezelfde scholen, hetgeen de problemen verdiept en bovendien meer vraagt van de betrokken leraren en docenten. Het voorkomen van een dergelijke tweedeling is voor ons belangrijk, al was het maar omdat een achterstand in de vroege jeugd een heel leven kan doorwerken en de daaruit voortkomende probleemsituaties kunnen leiden tot veel hogere maatschappelijke kosten. Wij gaan na welke landelijke voorbeelden effectief zijn om de tweedeling terug te dringen. In het creëren van gelijke kansen kan een Amersfoorts inschrijvingssysteem voor de basisschool een deel van de oplossing zijn, waarbij het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat de overheid invloed op de schoolkeuze gaat uitoefenen. Wij gaan uit van ’verleiden’ en ’mogelijk maken’ en niet van drang of dwang." Van de raad wordt gevraagd: Om over de verkregen informatie tijdens het Rondetafelgesprek en over het rapport van gedachten te wisselen en in gesprek te gaan. Vervolgtraject: Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Rondetafelgesprek


Opm. presidium: Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=226387 : Beantwoording schriftelijke vragen /smartsite.shtml?id=227654en /smartsite.shtml?id=228639 : /smartsite.shtml?id=229877 : /smartsite.shtml?id=229607 Onderzoek AmersfoortPanel naar segregatie in het basisonderwijs - maart 2011 (pdf) Uitnodiging (pdf) 2011-19 (pdf) zwarte en witte scholen in Amersfoort (pdf) 2010-106 (pdf)

Onderzoek segregatie in het basisonderwijs: hoe om te gaan met zwarte en witte basisscholen?

AmersfoortPanel 2011

Arie Korpershoek afd. Onderzoek en Statistiek maart 2011

1

Samenvatting Bijna de helft van de respondenten vindt dat dat er actief beleid moet worden gevoerd om het bestaan van zwarte en witte scholen tegen te gaan. Iets meer dan de helft van de Amersfoorters (52%) vindt de kwaliteit van onderwijs maar ook diversiteit belangrijk. Zo’n 62% vindt dat het naast elkaar bestaan van zwarte en witte scholen de integratie in de weg staat. Ten slotte vindt bijna de helft van de Amersfoorters, 46%, dat in eerste instantie de ouders verantwoordelijk zijn voor het opheffen van taalachterstanden bij kinderen van de basisschool en dat daarna de school daarin een verantwoordelijkheid heeft.

Inleiding Achtergrond Tot voor kort was het rijksbeleid erop gericht om autochtone en allochtone kinderen zoveel mogelijk samen naar school te laten gaan. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft enkele weken geleden aangegeven dat ze geen verdere actie zal ondernemen om het aantal zwarte scholen terug te dringen. Witte scholen zijn scholen waar minder dan 20% van de leerlingen een niet-westerse achtergrond heeft. Men spreekt van zwarte scholen als meer dan 50% van de leerlingen bestaat uit niet-westerse leerlingen. In Amersfoort is 68% van de scholen wit, 14% is zwart en 18% is gemengd. Op 22 maart organiseert de gemeenteraad een rondetafelgesprek over segregatie in het basisonderwijs. Een raadsfractie heeft ten behoeve van dat gesprek gevraagd of de afdeling Onderzoek en Statistiek een aantal vragen aan het AmersfoortPanel voor wil leggen. In de tweede week van maart is dat gebeurd. Deze rapportage is een kort verslag van de uitkomsten.

Opzet van het onderzoek Het digitale onderzoek is gehouden onder leden van het AmersfoortPanel van 18 jaar en ouder. Van de 2.382 aangeschreven leden hebben 1.782 mensen de vragenlijst geheel of gedeeltelijk ingevuld: een respons van 75%. Er is, nadat de digitale vragenlijst drie dagen uitstond, een rappel naar de leden gestuurd die de enquête op dat moment nog niet hadden ingevuld. Leden van het AmersfoortPanel zijn niet representatief voor de Amersfoortse bevolking. Doordat de uitkomsten achteraf gewogen zijn naar leeftijd, geslacht en opleiding, vormen de respondenten een betere afspiegeling van de populatie.

Resultaten Hieronder staan de letterlijke vragen met daaronder de scores per antwoord. 1. Vindt u dat er actief beleid gevoerd moet worden om het bestaan van zwarte en witte basissscholen in Amersfoort tegen te gaan? 49% 37% 14%

ja nee weet niet / geen mening. 2

Bijna de helft van de respondenten vindt dat dat er actief beleid moet worden gevoerd om het bestaan van zwarte en witte scholen tegen te gaan.

2. Wat heeft voorrang volgens u: kwaliteit van onderwijs of diversiteit (autochtone en allochtone kinderen samen naar school)? 45% 52% 0% 3%

kwaliteit van onderwijs kwaliteit van onderwijs maar diversiteit is ook belangrijk diversiteit diversiteit maar kwaliteit is ook belangrijk

Iets meer dan de helft van de Amersfoorters (52%) vindt de kwaliteit van onderwijs maar ook diversiteit belangrijk, terwijl een iets kleiner deel (45%) alleen kwaliteit van onderwijs noemt. Slechts een heel kleine minderheid – in totaal 3% - vindt dat het samen naar school gaan van allochtone en autochtone leerlingen voorrang heeft boven de kwaliteit van het basisonderwijs.

3. In hoeverre bent u het eens of oneens met de volgende stelling: 'Zwarte en witte scholen staan integratie in de weg'. 19% 43% 15% 13% 4% 6%

helemaal mee eens mee eens niet mee eens, niet mee oneens mee oneens helemaal mee oneens weet niet / geen mening

Meer dan de helft van de Amersfoorters (62%) vindt dat het naast elkaar bestaan van zwarte en witte scholen de integratie in de weg staat. Aan de andere kant zien we in totaal 17% van de respondenten die het niet eens is met de stelling dat zwarte en witte scholen integratie in de weg staan. In totaal geeft 15% van de respondenten aan het noch eens, noch oneens met de stelling te zijn.

4. Wie is volgens u verantwoordelijk voor het opheffen van taalachterstanden bij basisschoolleerlingen? 46% 8% 38% 4% 4%

in eerste instantie de ouders, dan de school in eerste instantie de school, dan de ouders zowel de ouders als de school anders, namelijk ………………………………………. weet niet / geen mening

Bijna de helft van de Amersfoorters, 46%, vindt dat in eerste instantie de ouders verantwoordelijk zijn voor het opheffen van taalachterstanden bij kinderen van de basisschool en dat daarna de school daarin een verantwoordelijkheid heeft. De panelleden konden overigens in vraag 4 ook andere verantwoordelijken dan ouders en school benoemen. In totaal heeft 4% van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Het gaat dan om 60 mensen. Welke verantwoordelijken noemt men dan?

3

De grootste groep wijst naar de overheid als geheel (18x genoemd): het rijk, de regering, de gemeente. In dat verband noemt men verder spelers als zorginstellingen, consultatiebureaus en jeugdzorg etc. die op dat terrein meer samen moeten werken. Ook geven 14 mensen aan dat de verantwoordelijkheid alleen ligt bij de ouders. Tenslotte kon de respondent de antwoorden toelichten in vraag 5. Bijna 600 mensen hebben hiervan gebruik gemaakt. De reacties zijn als bijlage toegevoegd.

4

Bijlage vraag 5 Als u uw antwoorden nog wilt toelichten, en /of opmerkingen heeft heeft over de vragenlijst, dan kunt u dat hieronder doen

•

- integratie, taalachterstanden wegwerken, verantwoordelijkheid nemen etc zijn zaken die in eerste instantie de verantwoordelijkheid is van de OUDERS. De overheid faciliteert en stel kwalitatief onderwijs ter beschikking.

• • •

100% gebaseerd op de uitgangspunten van de democratische rechtsstaat. Aan de vrijheid van schoolkeuze mag niet worden getornd. aangezien veel allochtone kinderen thuis geen Nederlands spreken omdat de ouders de taal niet (willen)beheersen ben ik voor gescheiden onderwijs,allochtone kinderen hebben meer taalonderwijs nodig en dat staat overig onderwijs voor blanke kinderen in de weg

•

Al hoewel dit niet altijd op gaat.Omdat veel ouders de taal zelf niet altijd machtig zijn.

• •

al is het maar de taal, en gedrag.....

• • • • • • • •

Alle kinderen zijn belangrijk, er is voor mij geen scheiding tussen huidskleur. Het probleem is dat religie of stand een rol speelt in de schoolkeuze, en daardoor kinderen op een bepaalde school komen. Als je beleid voert over scholen moet je uitgaan van de kinderen. en dan moet je uitzoeken wat de positieve talenten van die kinderen zijn.. De school mag gedifferientieerd worden door die uitgangspunten, Dus laat artistieke kinderen op een school die de kinderen naast de basisopleiding in die richting begeleid, en wetenschappelijk aangelegde kinderen of technische kinderen, elk op een andere school. of in een andere klas. Differentiatie op andere meetpunten is fout, de school is er niet voor de ouders maar voor de kinderen.Kinderen moeten hun talenten zo goe mogelijk ontplooien, gemakzucht of leeraars voorkeuren zijn niet toelaatbaar. Er zijn geen kinderen die geen speciale talenten hebben, Allochtone ouders moeten niet teveel achterover leunen en in de slachtofferrol gaan zitten als het gaat om tegenvallende schoolresultaten. Zelf ontwikkelen en het goede voorbeeld laten zien, dan krijgen de kinderen vanzelf de motivatie ervan mee om ook op school te presteren. Thuis dus ook Nederlands praten met de kinderen en ze vooral Nederlandse programma's laten zien. allochtonen dienen zich te conformeren aan de nederlandse taal. dit is het minste wat zij kunnen doen t.o.v hun kinderen. Allochtonen vallen in 2 categorien uiteen; zij die integreren en zij die vast houden aan eigen cultuur en normen. Kinderen uit de laatste categorie mogen de ontwikkeling van de andere kinderen niet hinderen. als "witte" en "zwarte" scholen aangepakt gaan worden. Als aanstaande juf weet ik uit ervaring dat de taal achterstanden vaak voorkomen bij allochtone kinderen. Dit komt heel vaak doordat er op school Nederlands wordt gepraat maar thuis wordt er vaak nog in de moedertaal gepraat. Hierdoor lopen de kinderen op school meestal een enorme achterstand op. Als de ouders het nederlands beheersen zouden de kinderen dit ook sneller overnemen. Als de alochtonen onder ons in de maatschappij al niet willen intergeren. Waarom dan wel op scholen?? Als de focus op kwaliteit ligt, móet je dus wel voor grotere diversiteit op scholen zijn. Als de kwaliteit van een basisschool hoog genoeg is, zullen omwonenden eerder voor de dichtstbijzijnde school kiezen, wat hopelijk zwart/witte scholen ontwikkeling tegengaat.

•

Als de ouders in een witte buurt wonen, dan is het onwaarschijnlijk dat de school in de buurt zwart is en v.v. Als elke wijk een goede afspiegeling is van de inwoners van een stad, dan zijn de scholen dat als vanzelf (99%) ook.

• • •

Als de ouders niet mee doen, komt er niets terecht van de gemengde school.

•

Als de scholen gemend worden, zullen er meer mensen elkaar respecteren en ook accepteren. Als eerste wil ik weten wat een school kwalitatief te bieden heeft voor mijn kind. Ik ben bang dat de aandacht van menging ten koste gaat van de kwaliteit. Aandacht van alle scholen moeten louter kwaliteit nastreven. Zo niet wekt dat bij mij een argwaan. Als de aandacht naar kwaliteit gaat maakt het niet uit wie er op school zit naar mijn mening. Voor voorbeeld is ons kinderdagverblijf. De filosofie staat voorop. Geen massaopvang, rust en veel aandacht, dan maakt het niet wie de andere kindjes er zijn. Als er al bezuinigt wordt op het geven van Nederlandse taallessen aan nieuwkomers(zelf de cursussen gaan betalen in de toekomst), zal het gat voor de kinderen alleen nog maar groter worden en worden zij bij een zwarte school dus ook nog meer de dupe van minder Nederlands om zich heen....en in Amersfoort is het een relatief een kleine groep, dus moet je proberen die erbij te houden door de scholen te laten mengen!!

•

Als er taalachterstand is, dan ligt dit veelal bij de ouders van de kinderen die dit niet goed spreken. De ourders zouden de taal ook beter machtig moeten zijn.

•

Als het beleid ook inhoud dat de gemeente controleert of zwarte (en witte) scholen zich aan de wettelijke regels voor Onderwijs houden (aantal lesuren, verzuimcontrole etc.) dan moet mijn antwoord ja zijn. In Amsterdam zijn na meerdere controles en waarschuwingen enkele zwarte scholen gesloten. Dat vind ik een goede zaak.

5

•

Als iedereen alleen in de eigen wijk naar school kan en de wijk gemengd blijft krijg je volgens mij minder taalachterstand en getto vorming

•

Als iedereen er nu eens vanuit gaat dat mensen gelijk zijn en gelijke kansen moeten krijgen, dan zou de wereld, maar oook de gemeente er heel wat kleurrijker en vrolijker uitzien.

• •

als integratie ergens moet plaatsvinden dan is het op scholen.

•

Als je mensen mag bevoordelen dan mag je volgens dezelfde logica mensen ook beNAdelen. Onderwijs zou voor iedereen gelijk moeten zijn. Als er problemen zijn wat leren betreft dan zijn er in Nederland genoeg mogelijkheden, denk ik. Als je zorgt voor diversiteit in woongebieden krijg je automatisch diversiteit in scholen zolang er maar scholen op veilige afstand van de woongebieden zijn.

•

Als kinderen een taalachterstand hebben, dan zijn de ouders meestal de OORZAAK. Dus om te verwachten dat ze ook de OPLOSSING moeten bieden, lijkt me redelijk onlogisch.

•

Als kinderen, hier geboren, nog slecht nederlands praten als ze leerplichtg zijn, is dit voor de gemengde school een te grote opgave om goed les te geven en het niveau van de school hoog te houden.

•

Als men niet de taal spreekt valt men buiten de arbeids markt en moet de werkende nederlander die wel de taal spreekt hier uiteindelijk voor betalen.

•

Als mensen van verschillende achtergrond elkaar vaker/makkelijker tegenkomen leidt dat tot een verreiking van ieders blikveld en vast ook tot een beter begrip voor elkaars situatie en tot een beperking van mogelijke vooroordelen. Op school kan daar de basis voor gelegd worden.

•

Als ouder moet je vrij kunnen kiezen naar welke basisschool je je kind wilt sturen, ongeacht of dit nou een witte of zwarte school is. Alleen als een ouder een bepaalde basisschool niet wil kiezen, vanwege het aantal allochtone leerlingen dan moet er wel ingegrepen worden, vind ik.

•

Als ouders de Nederlandse taal niet,danwel slecht beheersen moet de school daarin bijspringen om de volgende generatie meer bij Nederland/cultuur/ leefwijze/taal te betrekken

•

als ouders niet willen meewerken aan intergratie kun je als onderwijs nog zoveel doen, maar zal het te weinig effect hebben. In de ouders moet ook veel geïnvesteerd worden.

•

als ouders van allochtone afkomst goed Nederlands praten met elkaar en hun omgeving en dat vanaf de geboorte van hun kinderen ook met hun doen, dan is taalachterstand minder aan de orde.. Aan de andere kant > in Friesland moeten zelfs alle ambtenaren Fries kunnen spreken (en schrijven?) om de inwoners in Friesland te woord te kunnen staan in het Fries...

•

Als taalachterstand ontstaat door onvoldoende taalkennis of opleiding bij de ouders dan kan je de verantwoordelijkheid hiervoor wel bij de ouders leggen maar die zijn dan onvoldoende bij machte om daar iets aan te doen.

•

Als we weer zwarte en witte scholen krijgen, zal de taalachterstand van de kinderen op de zwarte scholen steeds meer worden. Kinderen leren de Nederlandse taal ook door omgang met kinderen die ook nederlands spreken. Als scholen gemengd zijn moeten de buitenlandse kinderen wel nederlands spreken, bovendien motiveert het ook hun ouders om de Nederlandse taal te leren. Als wij met z'n allen in dit kleine landje willen samenleven moet er worden geintergreerd worden... de taal is daar naar mijn mening absoluut onmisbaar in .. zowel voor de ouders als de kinderen...

• •

Als wij ons niet als gelijke naar elkaar opstellen, zoals behoord. Gaan we hiervoor een prijs betalen, nu en in de toekomst.

•

Als ze ook nog de nederlandse taal regelmatig spreken tegen de kids

•

Alsouders hun kinderen op een school willen waar een christelijke of islamitische basis is, moet je daar niks aan veranderen. Maar op openbare scholen moet je het STIMULEREN om ''zwart en wit'' door elkaar te krijgen.

• •

Amersfoort is al ver heen met onderscheid witte en zwarte scholen vooral op middelbare scholen

• •

AUB laat culturen parels zijn in onze cultuur,en samen gaan in onze samenleving

•

Basisscholen kunnen nooit HET middel zijn om integratie kunstmatig vorm te geven. Het recht om zelf voor onderwijs te kiezen is groter dan onze behoefte om de problemen van de muticulturele samenleving vorm te geven.

•

Begin met verruiming van verplichte integratie/voorlichting van de ouders. Dan verdwijnen de verschillen bij de kinderen.

Een journaliste heeft onderzoek gedaan naar segregatie in het onderwijs in de Verenigde Staten en de lessen daaruit voor Nederland. Hele zinnige aanbevelingen. Basis scholen in de buurt zijn belangrijk voor de mensen die er wonen. De bezetting zou normaliter een zelfde verhouding moeten laten zien tussen allochtonen en niet allochtonen, zoals die in de wijk waar de school zich bevindt. Spreiding van leerlingen zou dus automatisch plaatsvinden als er ook spreiding van wonenden is.

6

•

Begrijpenlijk is het dat in wijken met veel allochtonen mensen zwarte scholen ontstaan, het omgekeerde is ook begrijpenlijk. Waarschijnlijk wonen op "de Berg" weinig allochtonen en is daar minder kans op zwarte scholen. Verders vind ik ook dat allochtonen ouders er beter op gewezen kunnen worden dat zij hun kinderen beter Nederlands kunnen leren spreken voordat ze naar groep 1 gaan, zo is er minder kans op taalachterstand.

•

Beide scholen zijn nodig, want ook kleurlingen kunnen landgenoten zijn.

•

Belangrijk blijft daarom te zorgen voor diversiteit van niveau (hoog, laag, midden) en afkomst (autochtoon en allochtoon) in elke wijk. Belangrijk is dat de ouders integreren / kinderen zijn flexibel en passen zich snel aan / ook op school. Dus begin bij de wortel...

• • • • • •

• • •

Belangrijk is, dat de leerlingen goed Nederlands kunnen spreken, voordat ze überhaupt een opleiding kunnen doen. Hier ligt de taak voor de opvoeders. De school moet vooral goed onderwijs geven. Taalonderwijs is hier een deel van. Hierin mag geen verschil zijn op een witte of een zwarte school, iedereen heeft recht op goed onderwijs, maar je moet er zelf wel klaar voor zijn. Beleid; stimuleren/aanspreken ouders als primaire insteek. Scholen reguliere taak in het kader van onderwijs. Ben duidelijk genoeg geweest, geen scheiding van scholen! Ben kraamverzorgende en kom overal ,zo ook bij alogtone gezinnen en daar zie ik toch dat er veel hun eigen taal word gesproken. Ben voor integratie en tegen aparte zwarte en witte scholen. Echter, i.v.m. vriendjes, de betrokkenheid van ouders met de school en ook (verkeers)veiligheid is het goed om kinderen in de eigen wijk naar school te laten gaan (bij voorkeur lopend of op de fiets). Dit betekent dat de school een afspiegeling is van de wijk. Zolang er allochtone "getto's" blijven bestaan (kruiskamp?) heb je dus ook zwarte scholen. Ik vind het niet goed om dan kinderen geforceerd in een andere wijk naar school te sturen. Gemeente en woningcorporaties moeten hier dus ook aan werken, het mengen van goedkope en duurdere huurwoningen met goedkope en duurdere koopwoningen, zodat er op termijn geen "zwarte wijken" meer bestaan. ben werkzaam in het basisonderwijs besteed hier aub geen extra middelen aan. Laat ouders vrije schoolkeuze. kwaliteit van scholen zorgt immer voor goede verdeling. Besturen en directies zouden zich enkel in moeten spannen voor kwalitatief onderwijs. Dan is er echt een keuze te maken voor de ouders.

•

Betrek taalarme ouders(zwart en wit) bij het onderwijs en zorg

• •

Bevordering van integratie vooral concentreren op het onderwijs is me te eenzijdig.

• •

bij geen opvolging advies, moet dwang om te integreren ook moeten kunnen

•

Bij de laatste vraag: Het is erg belangrijk dat zowel ouders als school samenwerken op taalgebied. Op die manier weet het kind dat beide partijen het met elkaar eens zijn en krijgt het een dubbele/versnelde werking.

Bij mijn eigen afweging als ouder is de aanwezigheid van de school in de buurt van doorslaggevend belang geweest. Mijn kinderen gaan nu naar school waarvan de buurtkinderen er ook naar toe gaan. Dit is wel een witte school geworden. Dus niet alleen kwaliteit en diversiteit speelt een rol, maar in mijn geval is de afstand tot de school doorslaggevend geweest bijv. leesmoeder projecten.

•

Blanke kinderen mogen niet de dupe zijn van taal achterstanden van kinderen waarvan de ouders slecht geïntegreerd zijn. Ouder moeten dus worden verplicht de kinderen in het Nederlands op te voeden. Lukt dat niet, dan moet er een systeem komen om die kinderen buiten schooltijd verplicht de taal vaardig te maken. De ouders dienen hier actief bij te worden betrokken. Uiteraard komen de kosten voor gebruiker.

• •

Blijf, of probeer met elkaar in gesprek te komen en te blijven om van elkaar te leren en te horen wat moeilijk is.

• • • • •

Blijft lastig natuurlijk. In principe wil je je kinderen in de buurt naar school laten gaan. Maar zeker nu gelden voor extra begeleiding weg gaan vallen vind ik dat we scholen zoveel mogelijk zouden moeten mengen. En dan heb ik even oogkleppen op voor allerlei praktische problemen. Buurtwerk terug op in de straat! chistelijke scholen hebben een cristelijk karakter Daarnaast is de integratie een grote verantwoording voor ouders. Omdat we daar 30 jaar geleden in gefaald hebben (bedankt oudere generatie) betekend niet dat de ouders deze verantwoording niet moeten nemen. De staat moet dit actief promoten. Dus, Medelanders verspreiden door steden en scholen en overige banen. Dit gebeurt nu al dus probleem lost zich op over 20 jaar. daarnaast is onderwijs primair de taak van de ouders. ook dat betekent dat de gemeente/overheid erg terughoudend moet zijn om hier in te sturen. Daarnaast wordt er in het Amersfoorts beleid gekeken of de kleur van de school een afwisseling van de wijk is. Ook dat is bij scholen van een specifieke denominatie niet altijd 'eerlijk', hun voedingsgebied is vaak de heel gemeente.

7

•

Daarnaast: hoe zit het met het geloof - christelijk, RK, Islamitisch, Joods?? Dat mis ik in dit verhaal - ook op dergelijke basis ontstaan er scholen die scheiding van de bevolking stimuleren.

• • •

Dan zouden ze soms niet zo'n taal achterstand oplopen

• • • •

Dat is op dit moment veel belangrijker.

• • • •

dat zij zich niet aan hun taken kunnen onttrekken. De school is geen

•

De eerste vraag staat in verhouding met anderen. Ik denk dat actief "zwarte" en "witte" scholen automatisch voor grote kwaliteitsverschillen zorgen. Het verbieden van deze scholen is ook niet goed, maar voorlichting beter. Maak de kwaliteit zichtbaar zodat ouders beter kunnen kiezen. Mijn kinderen doe ik eerder naar kwalitatief goede scholen en het maakt mij niet uit hoe homogeen deze school is.

• •

de keuze tussen kwaliteit en diversiteit vind ik een valse tegenstelling. Alsof diversiteit tegenover kwaliteit zou staan.

• •

De kwaliteit van goed onderwijs wordt gevormd door een goede beheersing van de taal.

• • •

Dan zullen kinderen namelijk spelenderwijs de taal leren. Dat gaat niet lukken als die ouders als voorbeeld;; alleen turks of marokaans spreken de kinderen leiden eronder en daardoor worden de kinderen (straatschoffies) dat lijkt me de eigen verantwoordelijkheid van ouders en scholen aan te tasten dat lijkt op dwingende maatregelen Dat ze moeten beginnen met de ouders een taalcursus te geven zo kan het kind van ander komaf, zelf makkelijker leren en kunnen ouders helpen! De basis van goed integreren wordt op de scholen gelegd! De bezetting van scholen is bij voorkeur een afspiegeling van de wijkbevolking. De bron van het probleem is de vrijheid van ouders om een school te stichten. Denominatie op grond van levensovertuiging is net zo'n groot probleem in het kader van een multi culturele samenleving als witte en zwarte scholen. Daaom vind ik de context van dit onderzoek wat smal.

De kwaliteit van de basisscholen is al een paar jaar onder de maat. Daarbij heb ik moeten concluderen dat een basisschool die in meerderheid uit "Zwarte" leerlingen bestaat vooral de norm aanpassen. Dit omdat er bij "zwarte" leerlingen thuis anders gedacht wordt vanwege hun cultuur. De maakbaarheid van de samenleving blijkt toch altijd weer zeer beperkt, waardoor veel initiatieven op dit vlak vanuit de overheid, hoe goed bedoeld ook, meestal een bedroevend rendement hebben. En daarmee dus niet meer van deze tijd. De mensen blijven hier en we, ( met z'n allen) zullen er alles aan moeten doen om in de komende jaren integratie een succes te maken. De mogelijkheden van bijzondere basisscholen moeten wel kunnen blijven bestaan, De ouders kunnen vaak niet verantwoordelijk gesteld worden voor de taalachterstand van hun kinderen, omdat zij zelf een taalachterstand hebben. Dit kan je als probleem ook niet helemaal bij de school neerleggen, ik vind dit een taak voor de centrale/gemeentelijke overheid.

• •

De ouders moeten de vrijheid hebben om te bepalen naar welke school hun kinderen gaan, de

• •

de ouders moeten wijzer wezen zowel zwart als blank

•

De overheid kan en moet ervoor zorgen dat er geen kinderen met een taalachterstand op school komen mbv bijv. consultatiebureau's en door verplichte taalcursussen voor ouders. Kinderen die met een taalachterstand op school komen doen een groot beroep op de leerkracht en op beschikbare remedial teachers etc. Dit gaat ten koste van de extra zorg aan kinderen die met een voorsprong op school komen. Bij zgn. zwarte scholen zal dit probleem alleen maar toenemen als er steeds minder witte kinderen heengaan. Verschillen worden zo steeds groter.

• • •

De overheid mag hier niet dwingend in optreden.

•

De raakvlakken van allochtonen en autochtonen bij buurt, werk en sport enz enz. enz. zou meer benut moeten worden om ontmoeting en dialoog tot stand te brengen.Het negeren en afwenden van allochtonen werkt contraproductief. Ontwikkel een gericht beleid,dat is ontstaan door overleg van all en aut. die zixh verantwoordelijk voelen en betrokkenheid willen tonen. Dit vrragtl heel doelgerichte aktiviteieten.

•

De rol van de school moet niet overschat worden. Ouders zetten de kinderen op de wereld en blijven daardoor verantwoordelijk voor hun ontwikkeling.

De ouders moeten meer op aan gesproken worden als een leerling achterstand heeft opgelopen of dat nauw wit of zwart is, zaken als dyslexia moeten zo vroeg mogelijk onderkend worden. scholen moeten de ouders meer vertellen en uitleggen waarom bv voorlezen zo belangrijk is De overheid kan de scholen mogelijkheden bieden om taalachterstand te verminderen. Niet alle ouders spreken de Nederlandse taal of spreken dit goed en daarom speelt de school en daarom dus ook de overheid een belangrijke rol.

De overheid moet zich blijvend bemoeien met de invulling van het onderwijs. De paktijk bij Irakese buren heeft ons geleerd dat kinderen bij het goed leren beheersen van de taal van de ouders, op een gemengde school min of meer 'vanzelf goed en vrijwel accentloos het Nederlands leren. Natuurlijk proces ?

8

•

de samenleving dat zijn wij allen samen en daardoor zijn wij allen daar verantwoordelijk en daardoor zijn keuzes ons aller verantwoordelijkheid.

•

De samenstelling van de leerlingen van een school wordt bepaald door zowel de kwaliteit van het onderwijs van de school als de capaciteit van de leerlingen die dit onderwijs kunnen volgen.

•

De scholen dienen te signaleren dat een kind een taalachterstand heeft en hierop anticiperen en het kind hier in begeleiden. Vervolgens is het ook erg belangrijk dat de ouders hierbij betrokken dienen te worden en eventueel ook hen een plan voor op te stellen zodat het gezin als een geheel aan de taalachterstand moet werken

• • •

De school is ook een afspiegeling van de samenleving.

• • • • • • •

• • •

• •

• • • • •

de school moet echter el de taal goed doceren, dus kwaliteit van onderwijs, en signaleren als kind driegt te ontsporen de school moet een goede afspiegeling zijn van de buurt. Kinderen moeten zonder probleem, ongeacht de 'kleur' van de school in de buurt naar school kunnen waarbij kwaliteit gewaarborgd is. Een slim kind in een achterstandswijk moet goed uit de verf kunnen komen en andersom. Het helpt wel als de school zo gemengd mogelijk is in relatie tot de verhoudingen in de buurt. Dat houdt de school aantrekkelijk voor iedereen. De maatschappij is niet wit of zwart, dus een school zou dat ook niet moeten zijn. Overigens zit mijn 'witte' kind op een 'zwarte school' (Windroos, Rustenburg) met bijvoorbeeld als voordeel kleine klassen. De school moet in eerste instantie taalachterstand wegwerken, omdat de betreffende ouders dat niet kunnen. Wel moeten de ouders actief worden betrokken opdat de kinderen ook thuis hun Nederlandse taalontwikkeling verder kunnen verbeteren: stimuleren dat ze boeken lezen, dat ze kranten of huis-aan-huis bladen lezen en dat ze naar Nederlandse tv kijken. De school werd later een 'zwarte school' en de 'autochtone' kinderen waren erg in de minderheid. Zo erg zelfs dat zij weggepest werden omdat ze anders waren. Dit creëert alleen maar meer onbegrip en groepen groeien uit elkaar. Het is daarom in mijn ogen erg belangrijk niet te spreken van witte en zwarte scholen maar alles gemengd te krijgen. Hier hebben alle kinderen profijt van. De schoolperiode is heel belangrijk voor het leggen van een basis voor integratie en het leren waarderen van diversiteit. Maar ook sociale netwerken, (sport)verenigingen en werksituaties doen ertoe. Het is belangrijk om het scholenbeleid in die context te zien, en niet álles te verwachten van een actief beleid, hoe nodig ook. de start van achterstand ligt bij ouders van zeer jonge kinderen doordat zij niet praten en wienig antwoord geven op vragen. De taal bij vooral de kleuters is soms moeilijk omdat men thuis de taal van het land van herkomst van ouders spreekt. Voorlezen is nog niet zo ingeburgerd is als bij de witte kinderen, maar door samenwerking kan men van elkaar leren. de sfeer op school goed. Verdiep je in culteren, waarom zijn er reacties, waarom vrije/feestdagen? De taalachterstanden zullen minder worden als er gemende scholen komen met Allochtonen en Autochtonen. De tegenstelling in vraag 2 tussen kwaliteit en diversiteit is een valse tegenstelling. Alsof op een diverse school kwaliteit niet belangrijk zou zijn. Elke school moet voor alle kinderen erop gericht zijn om hen zo hoog mogelijke kwaliteit te bieden. Beleid moet erop gericht zijn scholen waar zich een stapeling van achterstanden voordoet of dreigt voor te doen extra te ondersteunen zodat zij de leerlingen weerbaar kunnen maken en hen goed onderwijs kunnen bieden. de toekomst van de betreffende jeugd zal dit een hopeloze zaak blijken te zijn. De verlengde schooldag, waarin aandacht is voor taalbeheersing samenhangend met de inhoud van de reguliere lessen is m.i. een goed instrument om de taalachterstand van aloochtonen en autochtonen leerlingen te bestrijden. De vraag of hetzij kwaliteit, hetzij diversiteit voorrang geniet suggereert dat dat elkaar in de weg zou zitten. Dat lijkt mij onzin: kwaliteit is belangrijk, en die kan/moet worden gerealiseerd op zowel 'zwarte' als 'witte' als 'gemengde' scholen. In alle gevallen is aandacht voor 'diversiteit' (en dan niet alleen 'zwart'<>'wit', maar ook vrouw <> man, homo <> hetero, etc.) essentieel om leerlingen voor te bereiden op hun rol in de veelvormige samenleving. Dat hangt niet perse aan het 'mengen' van wit met zwart. de vraagstelling is enigszins symplistisch voor een serieus onderzoek! De vrijheid van onderwijs vind ik een groot goed. Iedere ouder moet zelf kunnen kiezen naar welke school zijn kind gaat. Het is aan de inspectie om er op toe te zien dat het onderwijs op iedere school van voldoende niveau is. In mijn ogen is de beste school de school die de leerlingen het meest vooruitbrengt. Een school met een laag instroomniveau die zijn leerlingen tot een gemiddeld uitstroomniveau brengt, waardeer ik dus meer dan een school met een gemiddelde instroom die zijn leerlingen tot een gemiddeld uitstroomniveau brengt. Ik vind niet dat de school een taak heeft bij het realiseren van integratiedoelstellingen van de overheid. de waterscheiding bij scholen is een tijdelijk probleem, lost zich in volgende generaties op De zwarte en witte scholen komen voort uit dat er ook zwarte en witte woonwijken bestaan. Een betere intergratie begint bij de woonomgeving (gemengd) en dan vanzelf sprekend ook de scholen (zwat en wit zullen niet meer bestaan). Maar dan zal er wel een ander onderscheid worden gemaakt in scholen, christelijk of moslims, wat willen we dan? Zolang kwaliteit maar bovenaan staat! Denk dat de school een afspiegeling moet zijn van de samenleving. Ken de cijfers over Amersfoort e.o. niet maar in een stad die mn. wit is kan het niet anders dan dat er witte scholen ontstaan. We zijn geen multiculturele samenleving zoals Amsterdam of Rotterdam dat is dus ik vind het beinvloeden van dergelijke scheiding (wit en zwart) hier ook minder aan de orde. Deze stelling geldt wat mij betreft voor wit, voor zwart, voor iedere "kleur". Deze vragen zijn moeilijk te beantwoorden daar door mijn leeftijd ik weinig ervaring heb met deze materie.

9

• • • •

Dit gaat racisme tegen.

• • •

diversiteit als vast gegeven, dus ook verschillen in niveau.

•

Dit is iets anders dan je neer leggen bij de statua quo. Dit moet voorwaarde zijn om aan onderwijs te kunnen deelnemen. Dit zijn lastige vragen. (...). Wij hebben een zeer bewuste keuze gemaakt voor een witte school. Wij denken dat de kwaliteit van onderwijs op een witte school beter is. Leerlingen worden niet 'opgehouden' door kinderen die de Nederlandse taal minder machtig zijn. Diversiteit blijft altidj bestaan en is juist goed, ik ben ik en jij bent jij. Door de ligging van de scholen en de "invulling" van de omliggende wijk(en) zal er denk ik automatisch een splitsing ontstaan tussen zwarte en witte scholen. De gemeente kan hier invloed op uitoefenen door te kijken naar sociale woningbouw en oude met name flats te vervangen door moderne nieuwbouw. Nu zie je klein schaalige getto vorming ontstaan ook in onze stad, helaas.... Door de ouders ook op hun verantwoordelijkheid aan te spreken, wordt de integratie ook bevorderd. Deze kinderen komen niet zelden uit probleemgezinnen, dus de aandacht hiervoor is ook vereist. Ook niet de cultuur uit het oog verliezen. Deze cultuur vereist een strikte aanpak en alleen dan heeft deze - en de toekomstige generatie een kans.

•

Door diversiteit op scholen leren kinderen al vroeg om (aangeleerde) vooroordelen los te laten en met een breed besef van onderlinge culturele verschillen in een multiculturele samenleving te leven. Hierdoor vindt er vanzelf wel een impliciete en expliciete integratie plaats waarin iedereen elkaar 'verstaat'.

•

Door het in stand houden van zwarte en witte scholen creëer je willens en wetens een groepering die in de toekomst overal buiten de boot zal vallen. Ik denk dat we daarmee de weg naar de criminaliteit wagenwijd openzetten. En dan maar klagen over de zwarte medemens. Opheffen dus. Iedereen gelijke kansen !

• •

Door scholen te mengen leer je van elkaar en werk je vooroordelen weg.

• •

• • • • •

Door vanaf het begin iedereen gelijk te behandelen zal de integratie verbeteren. Met name de attitude van de allochtone leerling moet verbeteren. Dat kan door gelijke behandeling beter worden. Dan wel zoveel mogelijk naar Nederlandse normen. Het verbaast mij altijd wel hoe het mogelijk is dat allochtone meisjes zoveel verder zijn dan jongens met betrekking tot integratie. Daar dient ook naar gekeken te worden. Doordat in onze buurt de Bilal school is, gaan veel allochtone kinderen naar deze school en zijn er weinig allochtone kinderen binnen de andere scholen. Het lijkt me niet goed om af te gaan dwingen dat de islamitische kinderen naar andere scholen gaan. Een absolute norm voor 'witte' of 'zwarte' scholen is 1-dimensionaal en doet niet recht aan andere factoren, zoals bijvoorbeeld de samenstelling van het verzorgingsgebied. Grote kans dat in een 'witte' wijk, een wijkschool 'wit' is. En het karakter van de school is bepalend: een vrije-, een iederwijs-, een gereformeerde- of een moslimschool trekt een bepaald publiek. Het sturen op kleur van school door de overheid is dus niet het aanpakken van de werkelijke oorzaken. Dat zou zijn: een vestigingsbeleid of ingrijpen op bijzonder onderwijs. een achterstand van de een is tevens een voorsprong van een ander. Een andere kwestie is integratie. Zwarte scholen staan niet perse de integratie van allochtone kinderen in de weg. Sterker, een kwalitatief goede zwarte school heeft voordelen. Allochtone kinderen voelen zich daarl veiliger én krijgen goed onderwijs. Een bedreiging aan het adres van leerkrachten zou daar niet geaccepteerd zijn! een beleid van jaren keert zich nu tegen de gevestigde orde,dit zal niet eenvoudig goedkomen. Een goede integratie begint natuurlijk op een gemengde school, maar vaak beginnen de taalachterstanden, doordat ze thuis hun eigen moedertaal spreken onderling en leren de kinderen, denk ik, pas beter nederlands te spreken als ze naar een gemengde school gaan.

•

Een grote mate van eigen keuze is tevens belangrijk. De gemeente hoeft niet voor de ouders te denken waar het vanzelf al goed gaat of past bij de wijk / samenleving waarin men woont.

•

Een grotere etnische diversiteit van scholen belemmert in gelijke mate de onderwijsprestaties van zowel leerlingen met een immigrantenachtergrond als van autochtone leerlingen.

•

Een kind met automatiseringsproblemen heeft dagelijks hulp nodig om extra werk voor school te doen. Ik vind het van belang dat een kind kan ervaren dat het het hierin ondersteund wordt door ouders. En als de oudste problemen met natuurkunde (waar wij als ouders weinig van weten) heeft, dan zoeken we samen iemand die daarbij behulpzaam kan zijn. Een school dient een afspiegeling te zijn van de wijk, dus de woonomgeving is bepalend hoe een school eruit ziet. Wel zou er actief beleid kunnen zijn om te voorkomen dat kinderen buiten hun eigen leefomgeving naar een school gaan.

• •

Een school moet een doorsnede zijn van de samenleving. Maar meestal is het een doorsnede van de buurt waarin het staat. Hier ligt eerder de kern van het probleem.

•

Een school moet eruit zien als een doorsnede van de maatschappij en die is multicultureel. Kinderen hebben er profijt van kennis te maken met de diversheid aan culturele achtergronden, en leren hiermee spelenderwijs om te gaan. Dit komt de gehele maatschappij ten goede!

10

•

Een taalachterstand is waar het in de basis vaak mis gaat, dit dient te worden voorkomen om kinderen een eerlijke kans in de Nederlands samenleving te bieden. Verder dient er strenger te worden toegezien op kinderen die geen support genieten op dit gebied van hun ouders / verzorgers.

•

Een 'zwarte school' hoeft integratie niet in de weg te staan. Identificatie van kinderen met allochtone medeleerlingen en -docenten kan hun zelfvertrouwen vergroten, zeker als deze 'goed ingeburgerd' zijn. Bovendien is kennis over de eigen cultuur belangrijk. Het is wel goed om als regel te hebben dat er binnen de school Nederlands gesproken wordt (in ieder geval tijdens de les) en dat men een positieve houding heeft tegenover Nederland en de Nederlandse cultuur. Een argument tegen 'zwarte' en 'witte' scholen is dat autochtone kinderen eerder zullen worden buitengesloten/zich niet thuis zullen voelen op een zwarte school en vice versa. eEN ZWARTE SCHOOL ZEG NIETS OVER DE TAAL PRESTATIES VAN LEERLINGEN ZIE HET sPECTRUM ALS GOED VOORBEELD Eigenlijk zou al vanaf het consultatiebureau het risico op het ontwikkelen van een mogelijke achterstand in de nederlandse taal in de gaten gehouden moeten worden en deze ouders stimuleren hun kind ook nederlands te leren. Als de ouders zelf geen nederlands kunnen spreken, zou het kind in ieder geval vanaf de peuterleeftijd de peuterspeelzaal moeten gaan bezoeken. En dat alle basisschoolkinderen in Nederland ook in het Nederlands les krijgen!

• • • • • • • • • •

•

En dat is allemaal mogelijk. Tenminste als wij op basisscholen onze normen niet aanpassen aan de cultuur van een ander. En kijk of er mogelijkheden zijn ook buiten school om taalachterstanden op te heffen. Steun een voorleesgroep oid of zorg dat huiswerkbegeleiding gratis is voor kinderen met taalachterstand. En niet zoals nu altijd maar zeggen dat er geld bij moet. En op ALLE scholen instellen: OP EEN SCHOOL WORDT ALLEEN NEDERLANDS GESPROKEN DOOR ZOWEL OUDERS ALS KINDEREN! Helpt waarschijnlijk ook bij de integratie in het algemeen, dus ook in (buitenlandse) winkels enzovoort. Er heerst een groot docententekort, dat weet iedereen. Maar dat is geen reden om ongeschoolde mensen voor de klas te zetten. Er is een jaar of (vijf)tien geleden onderzoek gedaan naar succesvolle integratie. Onder de 25% en - ik meen boven de 60% - allochtone kinderen werkte de integratie in de hand. Lag het percentage daartussen, dan ging het vaak mis. Ik zou adviseren om te onderzoeken hoe dat nu ligt. Er is niets mis met zwarte en witte scholen, als de programma's en de leerlijn van beide scholen niet te veel verschillen van elkaar. Het programma en de inhoud van vakken verschilt nu te veel van elkaar. Als in het programma van het onderwijs één lijn wordt getrokken, wordt hiermee de kwaliteit van het onderwijs gewaarborgd danwel verbeterd. Maar gemengde scholen zijn wel degelijk handig zodat autochtone en allochtone leerlingen van elkaar kunnen leren, waardoor zij elkaar ook beter leren begrijpen. Een hulpprogramma aan bieden voor leerlingen met een taalachterstand, bijvoorbeeld een uur na schooltijd, spelender wijs, nederlands leren, opgezet door vrijwilligers of studenten. Daarnaast is het van belang dat ouders van leerlingen met een taalachterstand nauw betrokken zouden moeten worden bij de taalontwikkelingen van hun kind, zodat zij beter begrijpen waar hun kind mee bezig is en zij tevens hun kind kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling. er is op dit moment voldoende literatuur en wetenschappelijke onderbouwing dat de scheiding in het onderwijs niet ligt tussen autochtoon-allochtoon, maar tussen de hogere en lagere sociale klassen!

•

Er klopt even iets niet. Na de eerste vraag krijg ik direct deze opmerking-pagina. De vorige keren dat ik de vragenlijst probeerde in te vullen was ook niet ideaal, hij liep bij de tweede en derde vraag vast. Ik internet VIA mijn smartphone, wellicht dat daardoor deze problemen ontstaan.

•

Er moet een minimaal niveau zijn voor kinderen voor dat ze naar school gaan. Witte en ook "zwarte" kinderen mogen niet de dupe worden van de "taal"achterstand van andere kinderen. Kinderen uit de risico-groepen moeten optijd worden getest en begeleid om op dit niveau te komen. Het is de verantwoordelijkheid van de ouders maar de overheid heeft zeker een controlerende en corrigerende taak. Ouders die niet willen meewerken moeten financieel worden gestraft. Het belang van ALLE kinderen gaat boven alles. Er moet meer aan de basis worden gewerkt. Motorische ondersteuning om aan de basisvoorwaarden te voldoen is een voorwaarde. Er moet niet alleen naar zwarte scholen gekeken worden, maar ook naar het effect van witte scholen op leerlingen. Zijn leerlingen van witte scholen ook goed klaargestoomd voor de maatschappij als zij nooit/ amper met allochtone leerlingen in aanraking zijn geweest. Vaak wordt er naar zwarte scholen gewezen als er (integratie of matschappelijke) problemen ontstaan. Witte scholen zijn evengoed een gevaar/belemmering van de maatschappelijke ontwikkeling van leerlingen, als dat er vaak van zwarte scholen wordt geroepen. Er moet veel meer de nadruk op worden gelegd dat ouders verantwoordelijk zijn voor het slecht spreken van de Nederlandse taal. Met name hun 4-jarigen moeten de nederlandse taal ook machtig zijn.

• •

• •

•

Er zijn geen eenvoudige oplossingen. Ook op scholen waar blanke en niet-westerse kinderen samen in de klas zitten zie je vaak dat kinderen de meeste aansluiting hebben met kinderen met een gelijksoortige achtergrond. Dat is overal zo, kijk naar relaties, naar vriendschappen, naar plaatsen waar mensen gaan wonen. Ja, integratie is belangrijk, maar moeilijk om te stimuleren. Je kunt kinderen op school wel kennis geven over verschilende geloven en over humanisme bijvoorbeeld. Kennis kan tot begrip en tot acceptatie leiden. Een taak voor de ouders en voor scholen. Ik wens de gemeente veel wijsheid toe! Er zijn teveel ouders die vasthouden aan eigen cultuur. Openstaan voor elkaar is belangrijk om in Nederland te kunnen wonen en werken.

11

•

Gaat niet alleen om witte/zwarte scholen maar om mengen kinderen verschillende achtergronden, ook wat betreft bijvoorbeeld opleidingsniveau ouders.

•

Gedwongen (ver)plaatsing van kinderen op andere dan gewenste scholen is echter onaanvaardbaar. Overtuigen en stimuleren is prima.

• • • • •

Geef de school en het onderwijs zijn status terug! geen eden achterover te leunen, inzet van oudrs/school/buurt is zeer belangrijk Geen integratie geeft uiteindelijk onoplosbare tweedeling in de maatschappij....dat vind ik zeer onwenselijk. geforceerd optreden is altijd verkeerd Gemeente Amersfoort met een (pro)actief beleid voeren om het voor ouders aantrekkelijk te maken hun kind op een gemengde school te plaatsen. Bijvoorbeeld door op de school intelligente leerlingen extra mogelijkheden te bieden... adat doen scholen al, maar maak er reclame mee.

•

gemeentes moeten alles in het werk stellen wat maar mogelijk is om goed en kwalitatief hoogstaand onderwijs in hun gemeente te handhaven en te bevorderen.

•

Gemengde buurten leveren gemengde scholen. De samenstelling van buurten is sociaal-economisch bepaald. Kwaliteit van onderwijs wordt bepaald door de sociaal-ecomische positie van de buurt/ de ouders, niet door allochtoon/autochtoon. De vraag moet niet zijn zwarte of witte scholen, maar willen we kinderen uit verschillende sociale milieus bij elkaar zetten. Met integratie heeft dat niets te maken, want sociale segregatie is nooit een belemmering geweest voor integratie van arbeiderskinderen of voor kinderen van artsen en advocaten.

•

Goed onderwijs begint thuis bij de ouders. Woordjes leren en spreken, er op letten dat verkeerd uitgesproken woorden op den duur goed worden uitgesproken. spelenderwijs leren begint thuis.

• •

Goed onderwijs is belangrijker dan witte of zwarte school..

• •

Heb de vraag wie er verantwoordelijk is voor de taal achterstand,gekozen de ouders en dan de school.

• • • •

• •

Goede integratie is een goede basis voor de toekomst. Blanke en gekleurde leerlingen die leerachterstand hebben vragen beiden veel van het onderwijzend personeel en de overige leerlingen die daardoor resp. te weinig aandacht kunnen geven en krijgen.Dit is het probleem dat aangepakt moet worden ,beter nog: voorkomen. Heb indruk dat hoger opgeleide ouders eerder nadenken over schoolkeuze. Daardoor zitten denk ik op scholen met lange wachtlijsten minder kinderen van lager opgeleide ouders. Misschien is hier iets aan te doen? hebben zo snel mogelijk op te lossen in samenwerking met de ouders. heel belangrijk is om geen taalachterstanden te hebben al shet taalonderwijs begint. Daarom achterstanden in de leeftijd tussen 0-4 jaar wegwerken. Dat kan ook betekenen dat de ouders verplichtingen aan hun eigen taalachterstand hebben. Het aanamebeleid van scholen moet zijn: iedereen is welkom, maar dan pas je je aan aan de Nederlandse (morele) gewoonten. Het beeld wat ik nu van de maatschappij heb, gekeken naar mijn opleidingstijd en laatste twee werkgevers, is dat er niet of nauwelijks hoger opgeleiden zijn van niet-westerse komaf. Er is dus volgens mij geen enkele beweging richting middenklasse en verder merkbaar van de niet westerse allochtoon. Ik denk dat door meer te mixen deze segregatie in de maatschappij kan worden tegengegaan en dat we daar met zijn allen aan mee moeten helpen om dit tegen te gaan. Het belang van inburgeren, dus enige kennis van de Nederlandse taal van ouders is zeer belangrijk Het bestaan van zwarte en witte scholen is vaak een gevolg van een inschrijfsysteem waarbij allochtone ouders altijd achter het net vissen bij de keuze van een goede school voor hun kinderen.

• •

het gaat over tegengaan van zwarte en witte scholen

•

Het grote nadeel van witte en zwarte scholen vind ik dat men teveel vanuit de eigen cultuur reageert. Geldt ook voor de leerlingen onder elkaar.

•

het hangt m.i. samen met het bestaan van witte en zwarte wijken. Bijv. het Soesterkwartier is best wit. Dus wil je meer mix dan moet je zorgen dat witte en zwarte wijken niet bestaan, maar dat elke wijk een mix wordt.

•

het is alleen een verschrikkelijk woord 'integratie' iedereen heeft er een mening over en vaak wordt het toch als eenzijdige opdracht aan vreemden opgelegd, maar er hoort toch ook een stuk zich hier welkom voelen en ontvangen worden bij. Dus een gezamelijke taak.

•

Het is de taak van de overheid om een goede balans tussen 'zwarte' en 'witte' leerlingen te verzorgen. Kinderen leren net zo veel van elkaar als van hun ouders/leraren, en problemen met (taal)achterstanden kunnen minder worden wanneer kinderen met verschillende beheersingsniveaus met elkaar omgaan.

•

Het is denk ik te eenvoudig om integratie te bekijken aan de hand van scholen alleen. Het complete wijkbeleid/stadsbeleid moet meegenomen worden en misschien de resultaten van aanmeldingen op de scholen als graadmeter voor resultaat van het wijk/stadsbeleid.

het gezegde luidt: onbekend maakt onbemind. Het is naar mijn bescheiden mening van groot belang dat de school een goede weerspiegeling is van de samenleving.

12

•

• • •

• • • • • • • • • • •

Het is een lastig dilemma; in gmeente Utrecht lijkt een bijmening van 20%zwart de ideaal. In Almere is in literatuurwijk geprobeerd etnisch te mengen maar na een paar jaar waren de gemengde straten ontmengd en waren de hindoestanen is straat a,turken in straat b enz gaan wonen. Groepen willen ook in eigen kring verkeren en dan is mengen tot bepaalde groepen een minderheid vormen, een andere groep een meerderheid geen goed idee volgens mij. het is goed dat er verschillende soorten scholen zijn. Ouders kiezen een school die past bij hun kind. Het is idealistisch, maar in de praktijk moeilijk uitvoerbaar. Het is lastig om dit vraagstuk helemaal op te lossen, want er is ook sprake van religie. Sommige scholen hebben als kenmerk dat ze een bepaalde religie aanhangen. Van de kinderen die daar naar toe gaan wordt verlangd dat ze dezelfde religie/overtuiging hebben. Op deze scholen kun je leerlingen niet gaan mengen om integratie te stimuleren, want dat zou het beleid van de school in de weg staan en kunnen kinderen zich minder veilig voelen om voor hun religie uit te komen. Voor het inhalen van taalachterstand is het in veel gevallen moeilijk om te stellen dat ouders die moeten wegwerken, want veel ouders beheersen zelf de Nederlandse taal niet goed (genoeg). Verder wordt in onze kennismaatschappij kwaliteit meer gewaardeerd dan diversiteit, alhoewel het wel zo zou kunnen zijn dat kinderen die op een zeer diverse school zitten beter leren omgaan met de verschillende culturen in Nederland. En zou dat het respect naar elkaar toe, in de toekomende jaren, kunnen verbeteren. Het is m.i. niet goed voor de plaats van allochtone kinderen in de samenleving om je er bij neer te leggen dat het zo is zoals het is. Actoef beleid is nodig zonder dat er dwang nodig is, d.w.z. dat ouders die in goed overleg kiezen voor een school die "zwart" is niet achtervolgd moeten worden met pogingen dit te veranderen. Het is m.i. nu eenmaal zo dat mensen elkaar in welke groep dan ook 'opzoeken', en dat prettig vinden. Het is niet erg als er scholen gemengd worden omdat dit de integratie van de niet westerse allochtoon bevorderd. toch zit ik er persoonlijk niet op te wachten om met een overmaat van niet westerse allochtonen op school te zitten (Zoals nu). Ik vind dat zwarte scholen moeten worden gebalanceerd naar een overmaat een westerse. Maar niet ten koste van de witte scholen. Het is niet logisch om niet Nederlandstaligen de taak te geven om hun kinderen bij te scholen in de Nederlandse taal. Een school is er veel beter voor uitgerust om dit te faciliteren. Het is niet wenselijk, een school zou een correct beeld moeten geven van de Nederlandse samenleving. Door religieus onderwijs is zowel zwarte school als witte school niet te voorkomen. Ik vind dat religie niet thuis hoort op school, religie doe je thuis. het is ook een politiek issue Het is ook van belang dat de scholen de leerlingen in het begin willen investeren om de kinderen extra taal les te willen geven. De meeste leerlingen spreken hun eigen moedertaal thuis voordat zij de leeftijd hebben bereikt om naar school te gaan. Als zij eenmaal op school zitten dan gaan zij ook heel snel de taal leren. Het is schandalig dat de regering segregatie niet wil bestrijden. Het herinnert mij eraan dat apartheid een Nederlands woord is. Het is verstandig om met je kinderen de Nederlandse taal te spreken en uit Nederlandse boekjes voor te lezen. Zo voorkom je een achterstand op de basisschool. Nederlandse ouders die naar het buitenland emigreren moeten ook de taal van dat land met hun kinderen spreken en oefenen om daar te integreren. Het is vooral belangrijk dat er thuis meer Nederlands wordt gesproken Het kan niet zo zijn dat een leraar verantwoordelijk word gesteld voor opvoeding, ouders wensen kinderen dan moeten deze ze ook opvoeden.

•

Het leren van de Nederlandse taal is noodzakelijk voor een goede integratie. Het niet leren van Nederlands mag gesanctioneerd worden via bijvoorbeeld inhouden van uitkering het niet verstrekken van een verblijfsvergunning of desnoods uitwijzing indien integratie opzettelijk tegengewerkt wordt.

• •

Het lijkt mij belangrijk dat iedere ouder zelf een school kan kiezen voor zijn/haar kind.

• • •

•

Het lijkt mij dat zwarte en witte scholen meer het gevolg zijn van de concentratie van bepaalde groepen mensen in bepaalde wijken/gebieden. In een gebied waar bijvoorbeeld veel dure huizen staan, is de kans op een witte school groot, terwijl in een wijk met relatief goedkope huizen zwarte scholen meer zullen voorkomen. Dit ga je denk ik niet tegen door mensen of scholen te verplichten om aan bepaalde quota te voldoen. Als je dit wil oplossen, moet je niet de school, maar het onderliggende probleem aanpakken. Het lijkt mij inmiddels wel duidelijk dat het beleid van tegengaan van witte en zwarte scholen niet gewerkt heeft. In principe is iedereen vrij een school te kiezen, maar praktijk is dat de meeste ouders toch voor de school dichtbij kiezen. Wijzelf hebben voor kwaliteit gekozen en zijn bereid daarvoor elke dag 4 km reisafstand af te leggen. Onze kinderen vallen in de categorie 'zwart'. Het lijkt tegenwoordig wel of de ouders alleen de kinderen op de wereld helpen,en daarna zijn andere verantwoordelijk voor de opvoeding. Het 'mengen' van mensen met een verschillende achtergrond vind ik beter dan het gescheiden houden. Ik denk dat het kennisnemen van en omgaan met elkaars cultuur, en daardoor het afnemen van angst voor de verschillen, goed is voor de integratie en voor het gevoel van veiligheid. Als kinderen, autochtoon of allochtoon, de begeleiding krijgen die ze nodig hebben, in welk vak dan ook, dan kunnen de meesten goed op niveau komen. Daarom denk ik dat een aanpak met meer zelfstandigheid in het werken, zoals Montessori/achtig onderwijs, mits goed begeleid, een prima vorm is. Kinderen leren bovendien elkaar te helpen. het onderwijs is al jaren zeer slecht. er wordt te veel rekening gehouden met de allochtonen.

13

• • • •

•

Het ontstaan van zwarte en witte scholen is naar mijn mening een gevolg van de samenstelling van de wijk waarin de scholen zich bevinden. Door het onstaan van "zwarte"wijken zoals liendert en schuilenburg onstaan vanzelf zwarte en witte scholen. Het probleem begint met het vormen van witte en zwarte wijken. Het is fijn en belangrijk dat je kind in de buurt naar school kan gaan. Het probleem met allochtonen is dat ze de eigen moedertaal voorrang geven op de Nederlandse taal en zodoende de Nederlandse taal onvoldoenden beheersen en niet kunnen overbrengen op hun kinderen. Het probleem met het onderwijs op dit moment, wat ik aan den lijve ondervindt is een gebrek aan respect voor de leerkrachten. Omdat er diverse kinderen bij mijn dochter in de klas zitten die het niet zo nauw nemen met het luisteren, is er regelmatig feest als de juf even de klas uit loopt. Pennen vliegen door de lucht en ze springen over de tafels. Hoe kan een kind zich in zoń klas nog concentreren. Ik zit iedere avond met zoon en dochter te oefenen met lezen. Misschien moet men ook de eisen nog eens onder de loep nemen / wordt er niet erg veel verwacht van kinderen die net op school zitten? Het taalprobleem is voor de ouders, maar aangezien, die de taal meestal ook niet machtig zijn, wordt het probleem naar de schoool verplaatst. Daardoor ontstaan ook de moeilijkheden. De niet Westerse leerlingen kunnen niet zo vlot meekomen wat weer lastig is vooe de Westerse leerlijkgen. Wil men dus op een witte school, dan zou er een proefje waaral moeten gedaan worden. of het kind mee kankomen. Zo niet, dan naar een andere school.

•

Het thuisfront moet als eerste zorgen dat de taalachtstand wordt weggewerkt. Wanneer het dagelijkse taalgebruik onder ontwikkeld blijft, zal het leren van het cognitieve taalgebruik bemoeilijken.

•

Het verrijkt een kind als het omgaat met kinderen uit andere culturen. Mijn kinderen gingen als witten naar een zwarte school en gaan nu goed om met deze mensen. Ze vinden dat normaal. Laat je het aan ouders over neigen zij naar witte scholen. Daarom vind ik het goed als erop gestuurd wordt dat er gemengde scholen zijn.

•

Het vreemde is natuurlijk wel dat er óók heel veel allochtone groepen in nederland zijn die wél uitstekend integreren maar ook hun moedertaal blijven spreken. Chinese gemeenschap, groepen engelstalige allochtonen. Deze groepen hebben echter ondanks taalproblemen wél de intentie te integreren.

• •

Het zal altijd een probleem blijven, zolang als de ouders van de kinderen niet ook echt mee werken,

• • • •

• • •

• • • • • •

Het zal in de praktijk erg moeilijk blijken om de ouders in een richting te bewegen waar ze in principe niet zelf voor kiezen, dat is in het verleden, toen ik daar zelf ook in actief was, wel gebleken. Voor de "witte" ouders is de vrijheid van schoolkeuze heilig, voor de "gekleurde" ouders spelen religieuze en sociale overwegingen een belangrijke rol. Voor de ouders van kinderen met een "normale" taalvaardigheid in het Nederlands is het gemakkelijker om alleen op kwaliteit te kiezen. Het zal tijd en volharding vregen.Succesjes op kleine schaal zullen dit ondersteunen. Het zelfde geld trouwens voor omgangs vormen. Het zijn eerder de leerlingen van witte scholen die niet voorbereid zijn op de huidige samenleving. Zij hebben minder contact met allochtone kinderen, waardoor ze minder vaak positieve ervaringen met ánderen´ op doen en vooroordelen onweerlegd blijven. Het zou beter zijn de knelpunten te omschrijven welke in deze spelen. Wat zijn de knelpunten in geval van zwarte en witte scholen? Hoe zijn deze op te lossen? Beschrijf de te behalen resultaten en stel verantwoordelijken hiervoor aan. Betrek daarbij het hele spectrum rondom het kind!! Ook de ouders. Ondersteun hen waar nodig, maar laat hen zelf aangeven wat zij nodig denken te hebben. Spreek hen daar vervolgens ook op aan. Het zou fijn zijn als de onderwijzers weer zoals vroeger er echt voor gaan. Het zou goed zijn ouders te stimuleren hun kinderen in de eigen wijk naar school te doen, waardoor de school meer een afspiegeling is van de wijkopbouw en de integratie op een meer natuurlijke wijze verloopt. Het zou van de zotte zijn om ouders te dwingen hun kind, t.b.v. spreiding, op een bepaalde school in te schrijven. Witte ouders, omdat die de neiging hebben hun kind op een zo wit mogelijke school in te schrijven, noch zwarte ouders die net zo goed neigen naar plaatsing van hun kind op een school waar veel (zwarte) vriendjes zitten. Ik werkte op een school die werd 'overspoeld' door een zwarte golf. Wat is trouwens het coordinerend beleid t.a.v. schoolkeuze van de gemeente voor basisscholen? Het zou wenselijk zijn als er gelden komen om ouders meer te betrekken bij de schoolloopbaan van hun kinderen en dat ouders mede-verantwoordelijkheid dragen voor het leerproces. Stimulering van ouders om betrokken te zijn en ze te ondersteunen om hun kind te helpen. Ondersteun ouders in het vinden van hulp in het netwerk als zij zelf niet kunnen helpen, bv buurtnet hier extra aandacht aan wordt besteed. Bijvoorbeeld in de vorm van vroeg en voorschoolse educatie op het kinderdagverblijf en/of de peuterspeelzaal. Hierdoor mag je verwachten dat er thuis/door ouders Nederlands wordt gesproken. Hoe kunnen wij dan goede taalbeheersing vragen? Hoewel ik al oma ben heb ik een nadrukkelijke voorkeur voor een zo groot mogelijke diversiteit. Taalachterstand blijft als we niet samen leven, samen naar de creche, school en werk gaan. Het zou mooi zijn als we stoppen met in kleur, cultuur of religie te denken. Hoewel ik heb gezegd dat de verantwoording voor het oplossen van taalachterstanden in beginsel bij de ouders ligt denk ik dat het een utopie is dit te verwachten. Aangezien niet-westerse ouders vaak een grote achterstand in beginsel hebben (omdat zij vaak geen aanzet doen om onze taal te leren), zal het oplossen van de taalachterstand van een kind vanuit de school moeten komen.

14

•

Hou bij het verschijnsel 'witte scholen' ook rekening met de denominatie, waardoor een school (bijv. gereformeerd of 'vrije school') soms ongewild toch een witte school wordt.

• • •

Ieder mens is uniek. Ook jij. Ongeacht kleur, ras, geloof of wat dan ook.

•

Iets heel anders: taalachterstanden moeten worden opgelost door ouders samen met daarvoor gespecialiseerde instanties. Scholen moeten al zoveel doen met overvolle klassen.

•

Ik begrijp niet dat met een dergelijke enorm versimpelde vragenlijst een zo complexe problematiek onder de aandacht gebracht wordt. En een versimpelde vragenlijst leidt tot simplistische antwoorden. Wat moet de gemeente daarmee?

•

Ik ben betrokken bij een allochtoon gezin in Schuilenburg met kinderen op de zwarte openbare basisschool 't Spectrum met nauwelijks autochtone leerlingen en daar vlak naast de totaal witte Vrije School. Heel onwenselijk deze scheiding vind ik. ik ben blij met de vrijheid van onderwijs wat wij in dit land hebben

• • •

Iedereen heefd gelijkenrechten, maar dan wel gericht op onze samenleving/en gegelgeving. Iedereen moet zich prettig voelen met zijn of haar keuze van onderwijs, of dit nu een witte of zwarte school is. Het is veel belangrijker dat de kinderen goed onderwijs krijgen. Eventueel kan op een zwarte school bij taalachterstand nog extra aandacht hieraan besteed worden.

Ik ben groot voorstander van naar school gaan in de wijk waar je woont Ik ben helemaal niet tegen integratie, vind ik zelfs heel belangrijk. Echter "zwarte scholen" staan synoniem voor: taal achterstand, criminaliteit, minder goede leerkrachten, achterstands wijken, etc. Ik wil om die redenen mijn kinderen daar niet naar toe sturen, niet omdat er 50% allochtonen op zitten!

•

Ik ben logopediste en heb met veel allochtonen te maken. (Zelf ben ik trouwens ook een westerse allochtoon) Ik vind het heel belangrijk dat er diversiteit is op scholen. De taalachterstand van allochtone kinderen, kan de kwaliteit van het onderwijs en de vooruitgang van autochtonen echter soms in de weg staan. Gerichte ondersteuning door school vooral in het taalonderwijs is enorm belangrijk. Ouders moeten alleen Nederlands met de kinderen spreken op het moment dat zij het Nederlands ook goed onder de knie hebben, anders gewoon hun eigen taal spreken, deze is uitermate belangrijk als basis voor het verwerven voor een vreemde taal.

•

Ik ben sowieso een tegenstander van religie in het onderwijs. Dat geldt voor iedere religie. Religie is een zaak voor de privésfeer. Ik ben van mening dat diversiteit en kwaliteit van het onderwijs, in het perspectief van integratie, onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn: het een kan niet zonder het ander. De kwaliteit van de samenleving (= gelijke kansen door gelijke mate van informatie) hangt in hoge mate hiervan af.

• • •

• • • •

Ik ben van mening dat ouders in een gemengde wijk eerder het Nederlands oppikken dan in een wijk waar ze elkaar elke dag opzoeken en ik hun moedertaal met elkaar spreken, op school werkt dat volgens mij ook zo. Tot hun 4e-5e jaar zijn de kinderen thuis en het meest flexibel in hun taalontwikkeling,. Dus de eerst verantwoordelijke voor de taal ontwikkeling ligt bij de ouders. Ik ben van mening dat we het samen moeten doen in het land en dus in Amersfoort. We zijn allen Nederlanders en om de kloof zo klein mogelijk te houden is goede integratie ontzettend belangrijk. Iedereen moet zich houden aan regels, normen en waarden die er in dit land zijn. Aparte scholen schept meer apartheid, maakt de kloof groter. Ouders moeten verplicht worden betrokken te zijn bij hun kinderen, altijd aanwezig op ouderavonden, bij de sportclub actief waar hun kind zit etc. Daar gaat het nu vaak mis. Allochtone ouders zijn te vaak afwezig en te weinig betrokken bij hun kinderen, waardoor het op straat en school etc. mis gaat. ik ben voor een culturele samenleving en ben een voorstander dat er ook op scholen verschillende culturen samen leren, spelen en leven. Dan komen we verder in deze maatschappij Ik ben voor meer gekleurde scholen in amersfoort, dus geen witte maar ook geen zwarte scholen...! Door gekleurde scholen leren kinderen meer over elkaars culturen en de allochtone kinderen gaan hierdoor de maatschappij ook beter begrijpen. ik ben zelf leerkracht geweest op een "zwarte"school in Amsterdam en heb dus ervaren wat de nadelen kunnen zijn. Ik ben zelfstandig onderzoeker en adviseur op het gebied van diversiteit, cultuur en media. Mocht u er behoefte aan hebben, ik ben graag bereid om mijn expertise te delen...

•

Ik besef dat het van groot belang is dat kinderen van verschillende komaf elkaar op vroege leeftijd leren kennen. Echter ik ben zelf opgegroeid met gereformeerd onderwijs en dat wil ik mijn eigen kinderen niet onthouden. Duidelijk is dan wel dat je een duidelijk 'witte' school zult hebben omdat 'anders' gelovigen hier niet zullen komen. En dat geldt ook voor moslim scholen, katholieke scholen en noem maar op. De diversiteit zal hierdoor altijd blijven bestaan en moet in een democratisch land ook altijd mogelijk zijn. Daarom is het heel belangrijk dat ouders en scholen de muliticulturele samenleving van jongs af aan doorgeven aan de kinderen om ze er zo mee bekend te maken.

• •

Ik blijf het wel belangrijk vinden dat kinderen zoveel mogelijk in de eigen wijk naar school kunnen gaan

•

Ik denk dat de pre-school periode ook heel belangrijk is bij het voorkomen van de taalachterstanden bij kinderen.

Ik denk bovendien niet dat ik als ouder door gemeentebeleid 'gedwongen' wil worden een bepaalde school te kiezen. Als de dichtsbijzijnde wijkschool geen goede naam of resultaten biedt, wil ik de vrijheid houden om mijn kind desnoods in een andere plaats naar school te sturen.

15

•

Ik denk dat des te meer aandacht je besteed aan de vorm zwarte school of witte school, de ouders ook in die term gaan denken en dat daarom er een tweedeling gaat bestaan. Er wordt hier teveel de nadruk op gelegd. Leg de nadruk op kwalitatief onderwijs en zorg dat iedere school goede kwaliteit kan bieden.

•

Ik denk dat het belangrijk is dat jonge kinderen kennismaken met verschillende culturen. Dat is nog leuk ook. Ik heb vroeger zelf (in Amsterdam) op een lagere school gezeten met 70% autochtone en 30% allochtone leerlingen uit allerlei landen (Marokko, Turkije, China, Australie, Suriname, Pakistan, Polen etc.).Het is ontzettend goed om te ontdekken dat er verschillen zijn, zonder dat dat een probleem is. Daar zijn ook leuke dingen mee te doen: bijvoorbeeld lessen over de verschillende feesten en hoe die gevierd worden of verschillend eten dat gemaakt wordt en daar met z'n allen van genieten. Kwaliteit van onderwijs moet voorop staan, maar dat kan prima gecombineerd worden met diversiteit mijns inziens. Ik denk dat op alleen zwarte scholen de taalachterstand nog groter wordt, vanwege het feit dat kinderen en leerkrachten dan vaak in hun eigen taal spreken en zo de integratie nog moeilijker maken.

• •

ik denk dat zwarte scholen vaker een lager niveau hebben omdat er meer mensen met taalachterstand op zitten en ook veel ouders niet goed betrokken kunnen worden ivm hun taalproblemen. de frustraties van de leerlingen die elkaar beinvloeden en allemaal denken dat ze toch nooit ergens komen bevordert denk ik ook het gevoel van het niet zo hun best doen spijbelen en toename criminaliteit.

•

Ik heb als kind vroeger in Utrecht gewoond, in de wijk Lombok. Hier zat ik ook op de basisschool. 60% was zwart en 40% was wit. Zelf heb ik hoger onderwijs afgerond.

• •

Ik heb geen enkele ervaring met basisscholen, heb zelf ook geen kinderen.

• • • • •

• • •

Ik heb geen kinderen dus ben niet erg thuis in dit onderwerp. Wel ken ik voorbeelden van gevallen dat allochtone leraren (dit was op een kleuterschool overigens) het hebben over 'ik ga naar deze huis', of kleuters die in Nederland geboren zijn maar geen woord Nederlands spreken omdat ze thuis alleen bijv. Marokkaans praten. Het gaat dus van jongs af aan al mis op dat vlak, en je zou op de een of andere manier de ouders moeten stimuleren om thuis Nederlands te praten (geen idee hoe overigens...) (staat een beetje los van diversiteit dit misschien, maar ik vind de beheersing van taal zeer belangrijk voor het slagen van integratie, misschien dat een gemengde school dat zou kunnen stimuleren) Ik heb geen kinderen en verder geen verbinding met scholen. ik heb geen kinderen en weet weinig van het basisschool beleid Ik heb geen schoolgaande kinderen!!! Ik heb moeite met de vraag over kwaliteit en diversiteit. Het een schakelt het ander niet uit, het zijn twee verschillende grootheden. Ik heb zelf een kind in het speciaal onderwijs vanwege een taal/spraak/communicatie probleem. In het reguliere onderwijs werd mijn dochten soms op een hoop gegooid met anders talige kinderen. Iets wat juist niet goed was voor haar taal/spraak/communicatie.Een aparte aanpak was haar paste niet in het systeem dus mee doen met die kinderen met hele andere problemen was de enige optie. Ja, je moet intergeren maar de kwaliteit van het onderwijs voor alle leerlingen mag er niet onder leiden. ik heb zelf geen kinderen dus vind ik het moeilijk om hier mijn mening over te geven Ik heb zelf geen kinderen. Heb dus "makkelijk praten"! Ik heb zelf op een zwarte school gezeten. Het is moeilijk aanklampen om van het basisonderwijs naar de middelbaar over te stappen kwa taal. Een wereld van verschil. Ik heb nu nog steeds een taal en cultuur achterstand. Dit zal jaren en jaren meegaan. Daarnaast maakt het niet uit of je in Nederland bent geboren of niet. Ik zelf ben hier in Amersfoort geboren en getogen toch merk ik bij mij zelf dat ik als bij nederlandse leerlingen vanaf de peuter op school zat dat mijn talenkennis vele malen hoger zou moeten uitvallen. Ik hoop dat jullie hier echt wat aan gaan doen.

•

Ik kan niet beoordelen of Zwarte cq Witten scholen integratie in de weg staan. Dat is vooralsnog weliswaar te verwachten maar niet meer dan een aanname. Ik zou dat eerst gestaafd willen zien met feiten en op basis van degelijk onderzoek. Met de vraagstellling zoals nu in dit onderzoek loop je een groot risico dat je op subjectieve sentimenten beleid gaat vormen en dat vind ik een zeer slechte zaak.

•

Ik vind dan ook dat er niet extra geld dient te gaan naar scholen om witte en zwarte scholen te voorkomen. Ik steun dan ook de plannen van het kabinet.

•

Ik vind dat als men naar Nederland emigreert en hier wilt komen werken dat ze eerst verplicht een inburgerings cursus gaan volgen voordat ze zich hier definitief gaan vestigen. En de taal zo snel over brengen op de rest van het gezin ( misschien dat kinderen een spoed cursus kunnen krijgen omdat de kinderen het veel sneller oppakken dan de ouders.)

•

Ik vind dat bij taalachterstand de school moet ingrijpen. Natuurlijk moeten ouders ook iets proberen te doen, maar misschien lukt dat niet altijd. Omdat ouders zelf de taal niet goed genoeg kunnen spreken of omdat er een culturele barrière is. ik vind dat de regering een actiever beleid moet voeren ten opzichte van de taalachterstand bij de m.n.allochtone kinderen (en ouders). Uiteraard daarnaast, de autochtone kinderen helpen met een taalachterstand. Speciale leerkrachten?! Ik vind dat dit onderwerp zich niet leent voor een vragenlijst met gesloten antwoordcategorieen. Teveel 'misten en maren' . Ja, het ontstaan van zwarte scholen moet worden tegengegaan maar vrije schoolkeuze vind ik ook een groot goed. Ouders dwingen om (niet) voor een bepaalde school te kiezen vind ik niet kunnen.

• •

16

•

Ik vind dat er teveel betutteld wordt ... dat begint al met de speciale peuterzalen ... ik moet voor een derde dagdeel fors betalen terwijl in een andere wijk ik hem kado krijg. De verantwoordelijkheid ligt bij ouders, zij moeten thuis nederlands praten en boeken lezen met de kinderen. Het niveau in een klas wordt naar beneden getrokken als er teveel allochtone kinderen zitten. Daar is geen tijd en geld voor binnen een school om dat op te vangen.

•

Ik vind dat je de verantwoordelijkheid voor het opheffen van taalachterstanden niet kunt leggen bij individuele scholen of ouders. Als de overheid die ziet, dient de overheid positief te stimuleren met geld en middelen dat hieraan gewerkt kan worden door scholen en ouders. De verantwoordelijkheid ligt bij de overheid, want de overheid, dat zijn wij allemaal samen. Ik vind dat kinderen die naar de basisschool gaan, en natuurlijk nederlands leren de ouders ook verplicht deze taal zouden moeten leren. De school kan niet een kind die geen nederlands kent samen met een nedelands sprekend kind het zelfde onderwijs geven. Ik denk dat de ouders er ook een deel verantwoordelijk voor zijn.

• • •

ik vind dat kinderen door taalproblemen niet benadeeld moeten worden in hun ontwikkeling.

•

ik vind dat ouders zelf mogen bepalen op welke basis school ze hun kinderen willen hebben. Of dit nu een witte , een zwarte of een gemengde school is. Het blijft gaan om kwaliteit van onderwijs en welke manier van onderwijs past bij de opvoeding van kinderen. Daar zijn verschillende scho;en ook op gericht, bijvoorbeeld Montesori/dalton/ vrije school enz. Kinderen komen in de buurt bij het buitenspelen en bij sport wel alle kinderen tegen , dus ook de diversiteit aan kinderen Ik vind dat zwarte scholen niet perse negatief hoeven te zijn of de integratie in de weg hoeven te staan. Dit wordt pas het geval als de leerlingen op zwarte scholen achter lopen (bijv. op taalgebied of cito-score)op de leerlingen op witte scholen. ik vind de focus op zwart en wit niet juist.

• • •

Ik vind dat ouders het recht hebben hun kind naar een school van hun keuze te doen, zonder inmenging van de overheid. Ook als dit tot gevolg heeft dat er segregatie ontstaat. Kwaliteit en maximale ontwikkeling en ontplooiing van het kind staan voorop. Kinderen met een taalachterstand moeten niet bij kinderen zonder taalachterstand in één klas komen, dit stagneert het leren bij de leerlingen met normale en goede taalvaardigheden.

Ik vind de ouders verantwoordelijk. Echter door het slappe optreden van de ambtenarij komt er van een inburgering van ouders niets terecht. Daardoor zal de achterstand bij de kinderen ook niet worden teruggedrongen. Wat mij betreft moet er veel harder opgetreden worden naar de ouders. Niets is vrijblijvend wat dit betreft.

•

Ik vind de vrijheid van onderwijs belangrijk en zou geen inperkingen willen bij de keuze van ouders voor een bepaald schooltype. Ook als de school in kwestie verder weg ligt en mogelijk bijna wit is. Als interim-directeur in het bijzonder onderwijs heb ik tot mijn spijt ook gezien dat bijzondere scholen vaak (zeer) witte scholen zijn. Allochtone ouders voor deze scholen interesseren bleek vaak moeilijk.

• •

Ik vind gemengde scholen heel belangrijk voor intergratie

•

Ik vind het belangrijk om zelf de keuze te hebben voor een Protestants Christelijke, Rooms Katholieke of Openbare school of voor ander type onderwijs (vrije school e.d.), maar de keuze voor een school in de wijk zelf moet wel gestimuleerd worden voor betere contacten binnen de wijk en het milieu (vervoer per auto naar school ontmoedigen!)

•

Ik vind het goed dat er gekeken wordt naar mogelijkheden om meer gemengde scholen te laten ontstaan. Mensen kunnen aangespoord worden hier rekening mee te houden. Ik vind echter dat ouders altijd hun keuzevrijheid moeten behouden. Ouders kiezen zeer bewust voor de kwaliteit en de visie van de basisschool waar ik werk. Een zwarte school kan kwalitatief overigens ook een zeer goede school zijn.

•

Ik vind het in de eerste plaats de verantwoording van de ouders en daarna de school er moet een betere samenwerking zijn. Ik vind het positief dat de gemeente aandacht besteed aan deze kwestie. Het tegengaan van zwarte scholen hoeft mijns insziens geen beleidsspeerpunt te zijn, de kwaliteit van onderwijs moet leidend zijn en helaas is het zo dat veel zwarte scholen een lagere onderwijskwaliteit kennen. Ik weet niet in hoeverre de gemeente dit kan beinvloeden, maar investeren in de kwaliteit van het onderwijsgevend en onderwijsondersteunend personeel moet de basis zijn, niet het percentage allochtonen per school. Ik vind het van groot belang dat kwaliteit van onderwijs wordt bevorderd, en dat alle kinderen, zwart of wit, daarvan moeten kunnen profiteren. kwaliteit van onderwijs kan mijns inziens worden bevorderd door gedegen opgeleide leraren en daarop mag nooit bezuinigd worden. bezuinigen op basisonderwijs, een van de grondrechten van kinderen, is korte termijndenken. Ik vind het vooral belangrijk dat een kind in zijn buurt naar school kan gaan.

•

• • •

Ik vind het belangrijk dat er gestuurd gaat worden om kinderen op een gemengde school te plaatsen, er zijn nu ouders die bewust kiezen voor een witte school. Ook als er dichtbij een een gemengde school is op loop afstand. Ook weet ik dat er allochtonen zijn die hun kind niet meer op een overwegend zwarte school willen hebben. Een gemengde gemeenschap zou ook moeten leiden tot gemengde scholen. De praktijk is helaas anders.

Ik vind het vooral belangrijk dat er in wijken niet enkel zwarte en/ of witte scholen voorkomen zodat er niet naar een hele andere wijk gegaan hoeft te worden voor het vinden van een school naar wens.

17

•

Ik vind het vreemd dat er in onze multiculturele samenleving nog onderscheid is tussen witte en zwarte scholen. Welke afkomst of kleur ze ook hebben, het zijn toch allemaal Nederlandse kinderen?! Misschien zijn er dan groepen nog niet goed geïntegreerd? Ik kan mij voorstellen dat een kind een achterstand in zijn (Nederlandse) taalontwikkeling krijgt als zijn ouders ook niet goed in de Nederlandse taal zijn. (Dat kunnen overigens ook ouders van Nederlandse komaf zijn).

•

Ik vind kwaliteit met name belangrijk. Een zwarte school kan ook kwalitatief heel goed zijn. (En misschien is het voor de emancipatie van deze groepen juist wel goed?) Idealiter zouden er meer grijze scholen moeten zijn (tussen de 20% en 50% allochtonen). Christelijke en katholieke scholen zouden er ook voor open moeten staan.

•

Ik vind n.m. dat er van de alochetonen wordt gevraagd om actief te integreren, en ik vind dat de basis van het integratie al in de basisschool plaats moet vinden. Dat kan alleen maar als kinderen samen opgroeien.

•

Ik vind niet dat je met allerlei kunstgrepen zwarte/witte scholen moet willen voorkomen, ook de school is een afspiegeling van de wijk, als de mensen het anders willen moeten ze verder om hun kind naar school te brengen of verhuizen. Ik ben naar Hoogland verhuisd toen ik zag dat het oude gedeelte van schothorst steeds meer allochtonen kwamen wonen, om de een of andere reden wonen er in Hoogland minder allochtonen en diegene die er wonen vallen niet uit de toon. Ik vind wel dat er ook altijd vrije keuze moet zijn voor ouders om een school te kiezen voor hun kinderen die zij willen. Daarbij moet de gemeente geen restricties opwerpen.

• •

Ik vindt dat ouders allereerst de taal machtig moeten zijn Zij zullen dat over moeten brengen naar de kinderen alvorens de kinderen naar school gaan.

•

Ik vrees dat bij allochotonen te weinig aandacht is voor taal. Daarmee worden de scholen opgezadeld met een achterstand. Ik heb aangegeven dat beiden verantwoordelijk zijn. Maar genuanceerder is dat het zwaartepunt bij de thuissituatie ligt. Ik voel er voor om een entreetoets in te lassen als kinderen onderwijs gaan volgen. Bij achterstand zou men een 'boete'of extra toeslag moeten betalen voor de extra 'bijspijkerkosten'. Alleen is het probleem: hoe bepaal je of het 'opzet'slordigheid en nalatigheid is geweest en in hoeverre ligt het aan de geestelijke vermogens van het kind. Ik pleit dus meer voor het prinicipe 'eigenschuld, eigen bult': betalen als je 'schuldig' bent.

•

Ik werk op een gemengde school in het voortgezet speciaal onderwijs voor zeer moeilijk opvoedbare leerlingen. Ik vind het belangrijk dat kinderen samen naar school kunnen gaan.

•

Ik wil zelfs nog wel een stapje verder gaan. Zwarte en witte scholen in zijn totaliteit verbieden en alleen nog maar gemengde scholen. Wel is het mijn inziens daarbij noodzakelijk dat de leerkracht wat meer "bagage" meekrijgt om de verschillende culturen goed te kunnen sturen en te onderwijzen.

•

Ik woon in Liendert in de straat van het zwembad. De klassen met schoolkinderen voor zwemles komen zingend langs mijn huis. Een paar blanke kinderen per klas, maar ja wat wil je dit is Liendert hier wonen veel exotische mensen. Dus de school is wel een afspiegeling van deze wijk, zoals "op de Berg" er meer blanke kinderen zijn.Andersom: Nederlanders die in het buitenland wonen (expats) proberen ook altijd bij elkaar te kruipen in Hollandse Clubs, etc. Kijk eens naar Vathorst, waar vorig jaar het festival Arte Ganza werd gehouden. geen "witte" te zien. Ik ben zelf een "Indo" en weet wat het was als kind een bruin kleurtje te hebben.. Ik word een beetje moe van het gezeur over zwarte en witte mensen of scholen, een ieder is gelijk .

• •

Ik zat zelf op een basisschool waarop de leerlingen van allerlei verschillende etniciteiten waren. Ik heb hier veel van opgestoken en hierdoor heb ik veel kennissen met verschillende achtergronden. Kinderen leren zo geen verschil te maken en maken kennis met verschillende soorten mensen.

• •

Ik zou het een slecht idee vinden als de gemeente zich gaat bemoeien met de schoolkeuze voor mijn kind.

•

In algemene zin geldt voor eventuele achterstand bij kinderen dat dit niet tenkoste mag gaan van andere leerlingen in de klas waaronder ook verstaan de leerlingen die meer aandacht nodig hebben omdat zij voor lopen op het programma. Het verdelen van aandacht ligt primair bij de school en het schoolbestuur en tegelijkertijd worden de mogelijkheden vaak geminimaliseerd of gemaximaliseerd door de uitgangspunten in het overheidsbeleid (inclusief budgettering). -in de moskeeën en gebedshuizen zouden (meestal) Turkse opschriften minstens aangevuld moeten worden door het Nederlandse woord voor het geschrevene (gebedshuis Liendert, Rietzangerstraat)

•

Ik zou meer aandacht willen voor de oorzaak van z.g. witte/ zwarte basisscholen. Want waarom is dit in beginsel een probleem? De oorzaak ligt m.i. bij hoe kinderen opgroeien. Focus op het wegwerken van achterstanden (via bijles, hulp aan ouders bij opvoeding) zorgt er vanzelf voor dat de verschillen in kwaliteit en veiligheid op scholen verdwijnt. En dan is het mixen een minder issue voor ouders. Ouders willen immers (soms kosten wat het kost) het beste onderwijs voor hun kinderen in een zo veilig mogelijke omgeving.

•

In eerste instantie zijn ouders verantwoordelijk voor de taalachterstand, maar dat is vaak niet een verantwoordelijkheid die zij waar kunnen maken. Daarom zie ik de school als medeverantwoordelijk.

•

in het kader van taalachterstanden zou eenieder een inburgeringscursus moeten volgen die als buitenlander in nederland woont tenzij je ingeburgerd bent. (toelatingsexamen)

•

In hoeverre kan de gemeente er iets aan doen dat ouders een basisschool kiezen waar veel " zwarte" leerlingen zitten? Soms rijden ouders met auto naar een bepaalde school in een andere wijk dan waar ze wonen om met " gelijkgestemden" onderwijs te kunnen volgen. De gemeente kan hier niets of erg weinig aan doen.

18

•

•

• •

• • •

In onze wijk zijn te weinig scholen. Als je een voorkeur voor een school hebt, moet je je kind al opgeven als het pas geboren is, anders ben je te laat! Hierdoor houd je volgens mij ook een scheiding in stand tussen zwarte en witte scholen of andere maatschappelijke verschillen. Als je toevallig niet tot het "eliteclubje" hoort die weet dat je je kind snel op moet geven, ben je de klos. Of misschien kom je hier nieuw wonen en ben je gewoon niet op de hoogte. Wij hebben het namelijk moeten horen van vrienden en buren, de gemeente heeft ons hier niet expliciet over ingelicht. Bovendien: als iedereen zich in gaat schrijven bij geboorte, dan is er ook weer geen plek. Er is gewoon schrijnend te weinig basisschoolonderwijs in onze wijk. In Rotterdam gaan peuters al naar een voorschool. Ze komen daar alle dagen en ouders zijn verplicht deel te nemen aan een ouderprogramma. Ik werk zelf op een (zwarte) VVE-peuterspeelzaal hier in Amersfoort. Ze komen 3 dagdelen, terwijl het er eigenlijk min. 4 moeten zijn.Wij doen ontzettend hard ons best, hebben ook een ouderprogramma, maar mogen ouders niet verplichten om hieraan deel te nemen.Begin nou eerst eens met het uitbreiden van de dagdelen(ochtenden) waarop peuters mogen komen spelen en zorg ervoor dat als de ouders naar de ouderbijeenkomsten komen bijvoorbeeld beloont worden (bv komen en een bijdrage leveren aan een ouderbijeenkomst levert de ouder een gratis dagdeel op) Je zult zien dat er dan zeker ook een groot deel van deze peuters niet meer met een hele grote taalachterstand naar de basisschool zullen gaan! in sommige wijken zullen meer kinderen met verschillende culturele achtergronden eens chool bezoeken. programma's gericht op taal en de verschillende culturen zal openheid naar elkaar vergroten en de intergratie bevorderen. Mogelijke kunnen er ook programma's ontwikkled worden waarbij scholen samenwerken en uitwisselen; gericht op cultuubeleving en samenwerking Indien ouder het belangrijk genoeg vinden zullen zij er alles in het werkstellen deze kinderen wel te laten integreren. Is er geen belang bij dat zal bij achterblijven deze groep kinderen naar een achterstandsgroep moeten gaan. Hierin kunnen ze zich dan op eigen niveau ontwikkelen en via de CITO uiteindelijk in de lagere mogelijkheden van het voortgezet onderwijs terecht komen. Bewust zwarte scholen is dan een keuze, met alle ongemakken vandien en geen beloning tenkoste van andere leerlingen. initiatieven als Stichting Kleurrijk vind ik van belang, dit komt direct vanuit de ouders. integratie belangrijk, maar school dicht bij huis ook. kwaliteit onderwijs moet voorop staan. Integratie houdt niet op om bij elkaar op school te zitten. Mijn ervaring is dat op school de kinderen wel met elkaar spelen, maar buiten school niet of nauwelijks. Is dat integratie? Kun je dat afdwingen? Maar wellicht wel noodzakelijk.

•

Integratie in de scholen begint bij integratie in de wijken zelf. Als de woningbouw en toewijzingsbeleid mede daarop worden ingericht dan volgt integratie op scholen vanzelf als je er van uitgaat dat de scholen een afspiegeling is van de wijk zelf d.m.v. een max.afstand woon-school beleid.

•

Integratie is niet maakbaar of afdwingbaar, het is een evolutie die generaties duurt. Stop geen energie in beleid, maar stel geld en faciliteiten beschikbaar voor vrijwillige (taal)cursussen en bijscholing.

• •

Integratie is zeker niet alleen een taak van scholen, ouders zouden hier zelf een actieve rol in moeten spelen.

•

Integratie komt van 2 kanten en die kans moeten we tenvolle benutten. Ouders die vinden dat hun kind naar een aparte school moet zijn hier natuurlijk vrij in echter dat voorkomt een snellere integratie voor hun en ons

• •

Integratie kun je niet afdwingen maar voor de gene die het willen kun je wel helpen.

•

•

Integratie kan m.i. ook worden bevorderd middels buitenschoolse activiteiten, als sport, hobbies ed Het lijkt mij belangrijk om ook op die activiteiten een stimulerend positief beleid te voeren. En ook op het gebioed van huisvesting, maar dat geldt dan m.n. voor de ouders uiteraard.

Integratie moet van alle kanten komen, de gemeente kan randvoorwaarden in beleid scheppen, de school kan achterstanden vroegtijdig signaleren en actie ondernemen, de ouders zijn verantwoordelijk voor de basis en het vergroten van kansen voor hun kinderen. integratie van allochtone kinderen in de zgn 'witte' scholen is een leuk idee, maar in praktijk werkt het niet. De allochtone kinderen hebben vaak een taalachterstand waardoor de andere kinderen in dezelfde klas ook achterblijven met presteren. Er moet veel vaker uitleg gegeven worden aan de allochtone leerlingen en daardoor blijft 'de rest' van de klas achter.Als de basisscholen zouden beschikken over meer leerkrachten in 1 groep, dan zou 1 leerkracht zich kunnen werpen op het - in kleine groepjes - extra begeleiden van de kinderen met een taalachterstand. Tegenwoordig wordt er alleen maar bezuinigd in het onderwijs en worden de klassen alleen maar groter en de druk op de leerkrachten veel groter. Gevolg: overspannen leerkrachten en veel ziekmeldingen. Ook moeten de ouders van de allochtone kinderen veel meer een stok achter de deur krijgen om thuis Nederlands te praten met de kinderen: de inburgeringscursus moet gewoon door blijven gaan en deze moet gelden voor zowel de vaders als moeders van de kinderen. Integratie wordt sterk overtrokken en geforceerd toegepast omdat dit vaak als "politiek correct" wordt beschouwd. Laten we vooral de ouders (en kinderen) zelf de mogelijkheid geven te kiezen waar en bij wie zij hun kinderen op school willen plaatsen. Dat kan en doen we ook met ons werk, huis, stad, restaurant, etc etc. Dit komt niet alleen de kwaliteit van de leergang ten goede maar ook het leergenot van het kind en de ouders (actief deelname aan schoolactiviteiten, etc)

19

•

• • • • • •

Integreren is geen solo activiteit voor het onderwijs. Het is veel complexer. De ouders MOETEN hierbij betrokken worden en spelen ook een belangrijke rol. Het onderwijs heeft de hoofdrol in wat het ook is namelijk onderwijzen en niet opvoeden. Opvoeden is de hoofdtaak voor de ouders, het onderwijs moet ertoe leiden dat de kinderen knapper worden door het ontvangen onderwijs. Meer aandachy besteden aan de ouders is van essencieel belang. Meer bewustmaking wat onderwijs betekend in een westerse wereld. Of dit nu een taak is voor het onderwijs betwijfel ik ten zeerste. Wel is het noodzakelijk dat die - overigens ALLE- ouders met enige regelmaat bijgepraat worden door het onderwijs. En dan niet alleen hoe het gaat met hun kind, maar ook motivatie en betrokkenheid bij het onderwijs aankweken. Zij, de ouders moeten dit overbrengen aan hun kinderen. Intergratie is een groter onderwerp dan de scholen alleen. Intergreren is niet samen naar 1 school gaan. Intregatie zowel zwart als blank vind ik belangrijk Islamitische scholen staan integratie minstens zo erg in de weg. Evenals zwaar christelijke scholen. Ben voorstander om geloof buiten de lessen te houden en als keuzevak in te voeren J.van der Burg Jammer dat sommige particuliere scholen (Montessorischool Pallas Athene, Vrije School, ASV) verhoudingsgewijs niet zo veel belangstelling krijgen van allochtone groepen. Misschien iets meer voorlichting daarover geven?

• • •

Je bent zelf verantwoordelijk en dan komt de school.

• •

Keuzevrijheid van ouders om zelf te bepalen naar weke school hun kinderen gaan, vind ik het belangrijkst.

•

Kinderen dienen primair naar school te gaan in de buurt waar zij wonen. Om dit te stimuleren, zou er een toelatingsdrempel moeten zijn voor kinderen uit andere wijken. Nu komt het veelvuldig voor dat witte kinderen die in Liendert wonen naar een school worden gebracht in het berg/leusder kwartier. Dit kan niet de bedoeling zijn.

•

Kinderen met een taalachterstand hebben meestal ouders met een taalachterstand. Als je eerst de ouders moet dwingen om zo'n achterstand in te halen, mis je de periode waarin je de kinderen nog kunt helpen.

• •

kinderen met taal achterstand zouden na de schooltijd extra les moeten krijgen.

•

Kinderen op "witte" scholen leren de taal snel en goed doordat zij ook onderling de Nederlandse taal goed spreken. Op "zwarte" scholen treedt dat effect niet op, doordat het merendeel van de kinderen de Nederlandse taal niet zo goed spreekt. Het onderscheid tussen kwaliteit en diversiteit is daarom kunstmatig: juist voor allochtone kinderen betekent grotere diversiteit ook grotere kwaliteit. Zij kunnen, simpel gezegd, de taal van hun klasgenootjes leren, daardoor spreken zij sneller beter Nederlands. Kinderen voelen zich nu eenmaal sneller thuis op basisscholen waarop kinderen van min of meer gelijksoortige afkomst zitten. In het voortgezet onderwijs speelt dit m.i. veel minder.

•

Je eigen cultuur hebben is okee. Alleen dient die in Nederland niet de Nederlandse normen te overheersen. Kennis van elkaars culturen, tolerantie, accepteren dat er verschillen zijn, begrip voor andersdenkenden. Allemaal voor de samenleving belangrijke dingen die op gemengde scholen in praktische zin aan de orde kunnen komen. Kijk naar de bevolkingssamenstelling in een buurt en laat de school daarvan een afspiegeling zijn. Als een school dan zwart is, betekent dat nog niet dat die zwak is. Is die school wel zwak, dan dient het bestuur daarop aangesproken te worden en een, desnoods financieel ondersteund, verbeterplan gemaakt te worden. Is nog wel meer over te zeggen, de Klerk, oud-docent Jan Lighthart leao.

Kinderen met taalachterstand, waarbij de ouders de kinderen niet verder kunnen helpen omdat ze zelf de taal nauwelijks spreken, zouden los van schol bijlessen in taal moeten krijgen.

• • • • •

Kinderen worden opgegroeid met elkaar scheidden op basis van achtergrond. Gewild of ongewild. Schande!

• • • •

kwaliteit kan zo'n verleidingsmiddel zijn.

•

Kinderen zien geen witte of zwarte huidskleur, laten volwassenen eens kijken door de ogen van een kind. kinderen zijn kinderen zwart of blank Kortom, ik heb meer bezwaren tegen witte scholen. Mits alle scholen goed onderwijs aanbieden. Kwaliteit is ook erg afhankelijk van de aandacht die leerkrachten kunnen geven aan zwakke leerlingen, of die nu blank of bruin zijn. En met 30 kinderen in de klas, waarvan sommige misschien bovendien met 'rugzakje', redt een doorsnee juf of meester dat gewoonweg niet! kwaliteit onderwijs het belangrijkste, daarbij geen onderscheid tusen blanke en zwarte scholen. kwaliteit van de school is niet "kleur" gerelateerd. Kwaliteit van het onderwijs is het allerbelangrijkste voor de toekomst van kinderen. Als de kwaliteit van lesstof en lesgeven in orde is, dan komt het goed. Daarom mag er niet bezuinigd worden op onderwijs. Vandaag zag ik een hele rij getinte kinderen voorbij gaan. Dat doet mij pijn. Het is geen verrijking van cultuur en onze maatschappij. Eigenlijk zou daar iets mee gedaan moeten worden. Kinderen die achterstand hebben opgelopen, verdienen extra aandacht, maar het moet niet ten koste van de gehele klas gaan. Een speciale school is dan het advies. Daar zijn die kinderen meer meegeholpen, als zij niet goed kunnen inlopen. kwaliteit van het onderwijs of opheffen van taalachterstanden??? Appels met peren!

20

•

Kwaliteit van onderwijs is prioritiet 1, dat biedt kansen op de toekomst. Die kwaliteit moet voor een ieder toegankelijk zijn , zwart, wit, rood etc. De realiteit is ook dat diverse migrantengezinnen, achterstandsgezinnen hun kinderen niet kunen voorbereiden, ondersteunen richting die kwaliteit. kinderen worden onvoldoende gestimuleerd en geholpen,niet vanuit onwil, maar onmacht. dat maakt dat de maatschappij zich dient in te spannen en vorowaarden te creeren op school om kinderen niet nog meer de dupe te laten worden.

•

Laat iedere school in zijn waarde, ouders doen hun kinderen toch het lieftst op een school die bij hun past. Wat wel noodzakelijk is dat ieder kind in duidelijk Nederlands onderwijs krijgt, en dat dat ook de taal op school is. Dit is in de praktijk nogal eens anders. De onderwijsinspektie zou de scholen hierop moeten controleren. De ouders zouden er op gewezen moeten worden dat het voor de ontwikkeling van de kinderen beter is om thuis ook Nederlands te spreken.

• •

laat integratie eerst bij de ouders beginnen. op school gaat het vanzelf

• •

laatse vraag is wel kort door de bocht. Uit eigen ervaring weet ik hoe veel beperkingen sommige ouders hebben op veel niveau's Laten scholen zich bewijzen op hun kwaliteit en niet op hun keuze zwart/wit.

•

Laten we vooral inzetten op jonge kinderen (en hun ouders) en deze een goede start geven als aanloop naar t basisonderwijs. Leerlingen zouden mogelijk geen achterstand hebben als hun ouders die niet ook hadden. De achterstand van de ouders is een gegeven, en binnen alle rede is daar weinig meer aan te doen. Het is de taak van de leraren om taalachterstanden te identificeren, en aan de ouders daarover advies te geven.

•

Leraren moeten niet opgezadeld worden met de problemen die ouders van kinderen zelf kunnen oplossen door gewoon degelijk nederlands te leren en hun kinderen daar mee op te laten groeien.

•

M.i. moet het streven naar integratie als mislukt en achterhaald worden beschouwd. De cultuurverschillen tussen nietwesterse allochtonen en autochtonen zijn te groot, en bovendien vrees ik dat bij niet-westerse allochtonen het groepsgevoel veel zwaarder weegt dan de behoefte tot integratie. Zelfs de premier van Turkije roept op om vooral niet te 'assimileren' maar toch vooral Turk te blijven! Vreedzame co-existentie is anno nu het maximaal haalbare. Daarbij passen separate witte en zwarte scholen. M.i. zijn de ouders in eerste instantie degene die bepalen waar hun kinderen naar school gaan. Dat houdt dus in: a) autochtone ouders moeten dan ook accepteren dat er allochtonen kinderen op school zijn. Dit verbreedt ook de inzichten van hun kinderen wat andere culteren betreft. b) allochtone ouders moeten keuze maken dat er naast school ook nederlands thuis wordt gesproken. Dit helpt m.i. ook bij taalachterstanden. Bijkomend voordeel is dat daarmee ook de taal van de ouders vaak verbeterd (daar waar dit van toepassing is)

•

• • • • • • • • • • •

Maar (echte) vrijheid van keuze is heel belangrijk. Maar ook bijv. Turkse ouders sturen kinderen naar een school, waar minder nationaliteiten zijn. Maar ook in een latere fase heeft de gemeente m.i. een rol in het bevorderen van samenhang en wegwerken van achterstanden. meedoen moet je onder sanctie stellen net zoals ze moeten betalen wanneer meer vrijwilligers werven om eventuele achterstanden (bij witte of zwarte kinderen) op te heffen. Meer waardering voor docenten op zwarte scholen. Minder vooroordelen over zwarte leerlingen. Men moet bovenal zelf kunnen kiezen naar welke school men zijn kind stuurt. Als autochtone kinderen door ouders naar andere scholen worden gestuurd dan allochtone kinderen, hoeft de gemeente zich daar niet mee te bemoeien. Dat op zogenaamde zwarte scholen veel taalachterstanden zijn los je alleen maar op als de ouders thuis ook eens nederlands gaan leren. mensen moeten beter hun best doen Nederlands te leren, als de ouders goed Nederlands kan praten , kunnen de kinderen het ook. Ik vind het nog steeds raar dat de derde of vierde generatie Marokkaan/Turk nog steeds niet fatsoenlijk Nederlands kan praten terwijl ze hier geboren en getogen zijn. Met actief tegengaan wit/zwart bedoel ik alle kinderen zoveel mogelijk 'om de hoek' naar school zouden moeten gaan. Dan hou je de afpiegeling van de buurt en daar speelt zich het directe sociale leven af, w.o. vriendjes en vriendinnetjes. Als er zo een witte of zwarte school ontstaat, dan is dat kennelijk zo. We gaan dan niet slepen met kinderen om een andere verhouding te forceren. mi is een afspiegeling van de maatschappij belangrijk voor kinderen om ook op school mee te maken. mijn dochter heeft op een gemengde school gezeten en heeft daar niet ondergeleden ik heb gewoon zelf goed in de gaten gehouden of de school geen onderscheid maakte tussen alle leerlingen en dat er gewoon goed les werd gegeven naar behooren en dat is zeker gebeurd en over de taal bij mijn dochter op school was de regel als je het schoolplein op komt praat je nederlands en dat werkte prima dus goede regels en afspraken kom je een heel eind

•

Mijn dochter heeft, als autochtoon kind, haar gelukkigste jaren basis onderwijs genoten op een zwarte school in Rotterdam noord. Wat daar opviel was de manier waarop regels gesteld en uitgevoerd werden.

•

Mijn dochter zit op de (naam school genoemd, AK), een "zwarte school", zij heeft het hier erg naar haar zin (als autochtone leerling). Wij vinden dat de overheid een verplichting heeft om zeker openbaar onderwijs een goede afspiegeling te laten zijn van de maatschappij. Wij zijn van mening dat je niet zozeer naar een diversiteit in culturele afkomst zou moeten kijken maar meer naar een diversiteit in opleidingsniveau van ouders. Dit is veel vaker een oorzaak waarom kinderen wel of niet mee kunnen op school en welke kansen zij kunnen pakken. Mede dankzij de nieuw opgezette ouderraad zie ik vooruitgang in de integratie op de Vlindervallei. Het heeft echter wel altijd veel aandacht en tijd nodig van docenten en ouders om er bovenop te blijven. 21

•

•

•

Mijn dochter zit op een witte school, omdat je hier al bij de geboorte aan moet melden, en allochtone ouders dat vaak niet weten. Alternatief was een bijna volledig zwarte school, waarbij ik bang ben dat ze daar aandacht te kort komt en het niveau achterblijft. Wat volgens mij zou helpen is een centraal aanmeldingssysteem voor scholen, waar je vanaf een bepaalde leeftijd kunt inschrijven en een top 3 van voorkeuren kunt aangeven. Dan voorkom je veel onduidelijkheid en ongelijke kansen. In de praktijk verwacht ik dat de meeste kinderen op de school van hun voorkeur terecht kunnen. Esther Mijn kinderen komen van de Wegwijzer, ben je van allogtonen afkomst word je bevoordeeld. Personeel is bang voor allogtonen ouders, wanner je ze aanspreekt op het gedrag van hun kind, hebben die kinderen nooit wat gedaan of ouders kunnen ineens geen Nederlands. Voor het voortgezet onderwijs hebben bewust wij gekozen voor een school met weinig allogtonen. Ik heb mijn kinderen nooit discriminerend opgevoed, dankzij hun ervaring op de BASISschool is hun houding veranderd. Leer allogtonen op eigen kosten Nederlands praten/schrijven. Daar moet harde actie op ondernomen worden. De kinderen komen dan zonder taal achterstand op scholen terecht dan kan er samen gespeeld en geleerd worden. Kunnen er gesprekken tussen allogtonen en autochtonen ouders plaats vinden, dit bevordert de sfeer op school en in de samenleving. Met 4 jaar ben je al te laat. Mijn kinderen zitten op een witte school in Hoogland, dat vind ik wel eens jammer, zou graag willen dat ze eens meer kennis konden maken met andere culturen.

•

mijn kinderen zitten op een witte school, met veel aandacht voor diversiteit en met een optimaal klimaat voor een goede intergratie, maar ook hier kan je menging van culturen niet afdwingen, wel respect voor elkaar

• •

Mijn kleindochter krijgt 1 uur les per week de rest moet ze zelf doen.Wat hebben ze het druk.!!!

•

Mijn mening is dat er te weinig eisen gesteld worden aan het spreken van de taal als men hier komt wonen. Het is te vrijblijvend. Zelf zou ik er alles aan doen om de taal vh land te leren spreken zodra ik daar kom te wonen, al dan niet voor lange tijd. Mijn persoonlijke mening is dat ouders geheel verantwoordelijk zijn om er voor te zorgen dat hun kinderen worden opgevoed met de nederlandse taal, en dat welke andere buitenlandse taal hier ondergeschikt aan dient te zijn.

•

Mijn kleinkinderen wonen in Sydney en gaan daar naar een "public school". Wel krijgen ze daar extra les in de Engelse taal. Engels noemen ze daar dan vervolgens "second language"

•

Mijn zoon heeft de afgelopen jaren in op een zwarte school gezeten of in ieder geval in een zwarte klas. Ik ben daar als autochtoon uitermate positief over. De kwaliteit van het onderwijs was voldoende en door de menging heeft hij meer begrip voor alloctonen gekregen.

•

Misschien is het meer een aanrader om te zorgen dat allochtone kinderen eerst goed nederlands spreken, voordat ze naar school gaan ( en de ouders ook, zodat er beter gecommuniceerd kan worden met hun over hun kinderen)zodat ze niet al gelijk met een taalprobleem beginnen, wat natuurlijk niet bevordelijk is voor de rest van de klas en het kind zelf!

• • •

moeten worden. Bij kleuring van het schoolsysteem en het niet deelnemen aan sociale activiteiten wordt

•

• • • •

•

•

multicultirele achtergrond van leerlingen van scholen mag nooit bepalend zijn. Naar mijn idee worden taalproblemen / achterstanden vaak veroorzaakt door "zwarte" scholen. Kinderen worden niet gecorrigeerd als iedereen met een zwaar accent en krom Nederlands spreekt. Aan de andere kant is het taalniveau op een groot aantal "witte" scholen ook om te huilen. Het aantal fouten dat in in correspondentie van de school staat is schandalig hoog. Naar mijn mening is het niet meer dan logisch en vanzelfsprekend dat je je best doet om de taal te leren in het land waar je woont. Vertik je dit om wat voor reden dan ook dan is er voor jou en je kinderen geen plaats of toekomst in dit land ook al ben je in het bezit van een verblijfsvergunning. EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID EERST. Niemand behoeft in dit land te assimileren maar een ieder dient wel te integreren. Naast kwaliteit zijn warden en normen ook erg belangrijk ! dat laatste verdient zeker veel andacht als men een gezond samenleving wil hebben. Op het plein van onze schoolen leren onze kinderen bv ook roken (onder andere drugs...) alkohol drinken... Natuurlijk is het goed om te mengen, maar kan dit onderwijs achterstand opleveren? natuurlijk is integratie heel belangrijk, maar helaas is het zo dat het niveau van een school daalt als er meer 'zwart' bijkomt. Een eenvoudige conclusie is -wat mij betreft - dus dan ik mijn kinderen op een witte school doe....!!! Idealisme is goed, maar als het ten koste gaat van 'alles'... dan moet er toch een andere oplossing gezocht worden dan de zgn vermenging. Niet westerse allochtone ouders zijn vaak onvoldoende in staat om ervoor te zorgen dat de taalontwikkeling van hun kind m.n. v.w.b. het Nederlands goed verloopt. Op gemengde scholen doen kinderen met een andere moedertaal veel meer taalervaring in het Nederlands op dan op zwarte scholen. Anderzijds zijn zwarte scholen ook vaak gespecialiseerd in het NT2 of woordenschat onderwijs. Niet zozeer een toelichting bij mijn antwoorden als wel een toevoeging. Terwijl ik wel denk dat meer menging beter is voor de integratie (hoewel je dan misschien niet alleen aan spreiding over scholen maar ook aan spreiding -van wonen- in de stad moet denken), vind ik tegelijkertijd dat ouders altijd het recht moeten hebben om hun kind naar de school van hun keuze te sturen. Dus geen dwang om in de eigen buurt een school te kiezen. En dat kan natuurlijk spreiding in de weg staan. Nu geen kinderen meer op de basisschool, maar ik denk dat een gemengde school begrip voor de verschillende culturen oplevert...

22

•

Om integratie én kwaliteit te verbeteren zouden alle docenten geschoold (voor docent) en 'wit' moeten zijn. Op deze manier leren kinderen op een volledig Nederlandse manier, van uitstekend Nederlands sprekende docenten, en groeien zij dus (in ieder geval vanuit school) Nederlands op. Dit zou betekenen dat er vrijwel geen verschil meer tussen witte en zwarte scholen is (behalve in het uiterlijk van de kinderen), in ieder geval niet op het gebied van kwaliteit.

•

Onder zwarte school versta ik niet een school van islamitische snit. Die moet zelfstandig kunnen blijven, net zoals christelijke scholen.

•

Onderscheid in scholen is prima (denk aan bijv. christelijke en antroposofische scholen), zolang de kwaliteit van onderwijs er niet onder lijd.

•

Onderwijs aan NT2 doelgroep is heel specifiek. Inmiddels zijn zwarte scholen gegroeid tot expertise-centra. Het onderwijs dáár is van zeer hoge kwaliteit, in tegenstelling tot gemengde scholen alwaar de doelgroep heel divers is, en dus ook het onderwijsaanbod. Onderzoek toont aan dat kwalitatief goed woordenschatonderwijs van zeer groot belang is, en alleen effectief als leerkrachten "tot op het bot" doordrongen zijn van hun belangrijke taak. Kortom: zorg dat zwarte scholen hun belangrijke taak kunnen uitvoeren...... ipv tegenwerking.

• • •

Onderwijsvrijheid kan niet beperkt worden door kleur

• • • •

Onderzoek hiernaar is wenselijk. Onze kinderen zitten op een school met ik gok zo'n 30% allochtone leerlingen. Ik zie daar mooie dingen ontstaan, voor kinderen is integratie helemaal geen issue, die spelen gewoon met elkaar. Als je dat van jongs af aan op kunt bouwen, plukt iedereen daar later de vruchten van. Ik vind dus dat gemeente moet voorkomen dat er alleen maar witte of zwarte scholen ontstaan. Onze samenleving is divers. Dat moet je dus ook terugvinden in het onderwijs. Ook allochtone ouders hebben een verantwoordelijkheid, men kan niet alles op de gemeente of de overheid afschuiven. In veel gevallen zijn allochtone burgers van ons land hier naar toe gekomen om betere mogelijkheden voor hun kinderen te krijgen. We mogen dan ook verwachten dat de ouders hier zelf ook aan meewerken. Vaak moeten zij dan ook zelf een cursus Nederlands volgen. Ook identiteitsgebonden scholen moeten hier de integratie bevorderen. Ook is het belangrijk dat allochtone ouders "gedwongen" worden om thuis Nederlands te spreken. Hier ligt de eerste verantwoordelijkheid om kinderen een goede Nederlandse taalvaardigheid te leren. Als ouders de Nederlandse taal niet beheersen, is er iets mis gegaan met de inburgering.

•

Ook is het zo dat als je beslist je in dit land te willen vestigen dat het wel het minste is wat men mag verwachten dat je in duidelijk nederlands verstaanbaar bent.

•

Ook kinderen van ouders met een taalachterstand zullen op een gemengde school met een goed kwaliteit onderwijs zich sneller aanpassen en zal de taalachterstand van deze kinderen veel minder zijn dan op niet gemengde scholen.

•

-ook ouders moeten op taalles om (beter) Nederlands te leren; dat helpt de kinderen en de ouders (moeder!) worden (wordt) er absoluut gelukkiger van wanneer zij zich kunnen (kan) uitdrukken in de landstaal

• •

Oorspronkelijk stond ik positief tegenover intergratie door middel van de gemengde school.

• • •

Op de basisschool ontwikkelt een kind zich veel. Hij/zij leert nieuwe kindjes kennen en groeit op in een klas. Vervolgens gaan ze als jonge 'pubers' naar de middelbare school. Het is belangrijk dat de kinderen leren met elkaar om gaan. Zodat ze later niet schrikken als ze moeten samenwerken met een 'witte' of 'zwarte' collega. Het is ook belangrijk voor een kind met taalachterstand om in een gemengde school school te zitten. Zo wordt hij/zij verplicht om nederlands te praten. openbare scholen een openbare opvangcentrum maar een instelling voor educatie. Ouders die niet Ouders dwingen om hun kinderen op een school te doen die in hun wijk ligt vind ik geen goed plan. De uiteindelijke schoolkeuze moet bij de ouders liggen.

•

Ouders en gemeente kunnen buitenschoolse taalprojecten stimuleren(bij ernstige achterstand eventueel (met drang/plicht doorverwijzen) Aanpak taalachterstand nuttig op zeer jonge leeftijd(risicogroepen??) zodat zowel zwarte als witte jongeren een vergelijkbare start kunnen maken in basis/voortgezet onderwijs

•

Ouders en kind kunnen/mogen zelf bepalen welke school hen past.Vrije keuze belangrijker dan allerlei quota(door overheid opgelegd)

•

Ouders hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de taalachterstand van hun kinderen. Die moeten hun kinderen pushen, thuis Nederlands praten, etc. Scholen hebben de primaire verantwoordelijkheid voor het bieden van goede aansluiting / goede materialen / een goed proces en begeleiding.

• • •

ouders hebben zelf een grote verantwoordelijkheid te zorgen dat kinderen goed nederlands leren

• •

Ouders moeten de vrijheid hebben om hun kind naar de school te sturen die ze zelf hebben uitgekozen.

Ouders kiezen de school voor hun kind. Kiezen ouders voor kwaliteit, of voor kleur? ouders leren hun kinderen verschillen in rassen. kinderen zelf denken hier niet bij na. ik vind dat we allemaal niet zo moeilijk moeten doen. Ouders moeten er op aangesproken worden dat zij buitens huis met hun kinderen Nederlans spreken en niet de taal van het land van herkomst

23

•

Ouders moeten meer verantwoordelijkheid nemen. Als zij zelf alleen maar in hun eigen taal blijven praten leren de kinderen het ook niet goed. Het is ook van de zotte dat een kind mee moet om voor tolk te spelen b.v. bij een medisch onderzoek. Kinderen in nederland moeten gewoon naar een nederlandse school en niet naar weer een aparte school. Zij moeten gewoon integreren. Zij wonen nu in Nederland en moeten met de samenleving meegaan.

•

Ouders moeten vrije keus van onderwijs hebben, dit kan beperkt worden doordat de gewenste school al vol zit en een nabijgelegenschool nog plaats heeft. Als thuis geen nederlands wordt gesproken, dan zijn de ouders verantwoordelijk voor een eventuele taal achterstand bij het kind. (het meertalig opvoeden kan heel zinvol zijn). Over taalachterstand gesproken heeft u wel eens sollicitatiebrieven gelezen van afgestudeerde HBO-ers. Ik word met "dt" ed komt regelmatig voor. Ouders spreken vaak zelf niet voldoende en/of niet vaak genoeg Nederlands om taalachterstanden weg te werken. Dus ligt daar een extra taak voor scholen. Want de taal machtig zijn is de basis om te kunnen leren.

• •

Ouders van allochtone kinderen moeten de kans krijgen om te integreren in de samenleving, d.w.z. behalve dat zij verplicht taalcursussen e.d. moeten volgen, een baan of vrijwilligerswerk moeten hebben tussen Nederlanders, zou ook de Nederlandse bevolking min of meer verplicht moeten zijn om zich toegankelijk op te stellen tegenover buitenlanders. Help elkaar toch gewoon eens!

•

Ouders willen het beste onderwijs voor hun kinderen. De kwalitiet van het onderwijs moet, wat je ook doet m.b.t. diversiteit, gewaarborgd en bewaakt worden.

•

ouders zijn in eerste instantie verantwoordelijk voor taalachterstand, maar als ouders de taal zelf niet of niet goed machtig zijn, dan ligt er een taak voor de overheid (lees: gemeente/wijkbestuur) om hier actief een rol in te spelen.

• •

Ouders zijn verantwoordelijk, een school kan alleen faciliteren.

• •

Ouders zijn volwassen genoeg zelf een keuze te maken, geen betutteling voor nodig.

• •

Ouders zijn verantwoordelijk, maar niet altijd in staat taalachterstand weg te werken (bijvoorbeeld als ze zelf problemen met de Nederlandse taal hebben). De school kan dan ingrijpen en verplichte bijlessen instellen. Ouders zullen thuis meer en vaker Nederlands moeten praten. Ik denk dat het een mentaliteitsprobleem is. Wanneer een 2e of 3e generatie nog geen goed Nederlands spreekt is dat in principe onzin: ze zijn hier geboren, ze wonen hier en zijn 100% Nederlander. Ouders, ook die van buitenlandse kinderen, hebben grote verantwoording. Alles op scholen afschuiven is níet de manier. Ouders dienen hun kinderen tot evenwichtige volwassenen te laten opgroeien en op school leer je dát, wat je thuis niet leert. Oudes van leerlingen van niet westerse culturen zijn mindergemakkelijk te betrekken bij het schoolse gebeuren. Dit ligt vaak in de cultuur verankerd en is zeker geen onwil. De drempel ligt voor ouders hoog. Meer betrokkenheid van ouders bij de school kan de integratie verbeteren.

•

over de laatste vraag: ik vind dat de school beoordeeld of er sprake is van een achterstand en indien dit zo is dat er met de ouders naar een oplossing gezocht moet worden. De overheid kan hierbij faciliteren door bijvoorbeeld het beschikbaar stellen van geld voor bijles of zelf bijles gaan aanbieden.

•

Over witte en zwarte scholen in het algemeen: ik denk dat vooral hetgeen er onderwezen wordt op de school er toe doet. Met name het begrip respect voor elkaar en andere culturen en hoe dit in de media negatief tot uiting komt, is voor mij een kernbegrip in het onderwijs geworden. Door hierover veel les te krijgen en nuances te horen leren leerlingen vanzelf hoe hun (en onze) samenleving er beter op kan worden.

• •

Overigens ben ik wel voor de scheiding van christelijke en niet-christelijke scholen!

• • • •

Persoonlijk vind ik het een schande dat mensen die hier werken en hun kinderen naar school laten gaan zelf niet eens Nederlands spreken laat die mensen maar op een aparte school bij elkaar en zoveel onderwijs geven dat ze zelf en hun nageslacht duidelijk kunnen intergrereren in de sameleving en hun eigen cultuur op de 2e plaats zetten en onze sameleving accepteren en volgen en niet dat ze hun opvattingen aan ons opdringen Probeer de scholen naar kwaliteit in te richten daarhebben ALLE leerlingen profijt van probleem is dat kwaliteit van onderwijs en allochtone kinderen met taalachterstanden moeilijke combinatie is voor de leerkrachten. Reik je medemens die kans aan. Risicos hierbij zijn achteruitgang van de 'goede' leerlingen. Een goede balans in aantallen, en voldoende correctie door de ouders kan hierbij helpen.

• •

Samen op school zitten is voor mij heel belangrijk. Dit heeft grote opvoedende waarde zeker voor later,

•

Scholen leveren aan kwaliteit in als de zorg naar de zwakste leerlingen uit moet gaan. Dat geldt voor alle leerlingen, ongeacht hun huidskleur. Differentiatie is heel belangrijk

•

Scholen met overwegend allochtone of autochtone jongeren hoeven op zichzelf geen probleem te zijn. Dit wordt pas een probleem als het de begripsvorming naar de andere groepering in de weg staat. Naar mijn idee is het beleid van de school daarin leidend. scholen moeten zich kunnen richten op het leveren van kwalitatief goed onderwijs en de verbetering daarvan zonder hierin belemmert te worden door bijvoorbeeld rekening te moeten houden met de spreiding van autochtone en allochtone leerlingen.

•

Scholen die sowieso meer aandacht aan taalonderwijs moeten besteden, ook aan autochtone kinderen. Want wat spellen kinderen en jongvolwassenen tegenwoordig slecht.

24

• •

scholen voor bijzonder onderwijs staan de integratie tussen bevolkingsgroepen ook in de weg.

• •

scholen zouden que schoolbevolking een afspiegeling moeten vormen van de wijk waarin ze staan.

• • •

Schoolpopulatie moet passen bij de wijk waarin de school staat.

• • • • • • • • • •

•

Scholen zouden allemaal openbaar moeten worden en alle religies bespreken in een godsdienst les, alle feestdagen vieren/ uitleggen. Dan maakt het niet meer uit naar welke school een kind gaat, zal de spreiding meer vanzelf gaan en leren ze respect te hebben voor alle religies en de bijbehorende gebruiken. Schoolkeuze moet voor ouders vrij zijn, taalachterstand is een probleem dat niet door de overheid/gemeente kan worden opgelost, en dus zullen er zwarte en witte scholen zijn..... segregatie moet je niet met dwangmiddelen bestrijden maar met verleiding. Segregatie zal uiteindelijk en onverbiddelijk leiden tot grotere tegenstellingen tussen zwart - wit, autochtoon allochtoon. Het algemeen bestuur is (eind)verantwoordelijk indien de samenleving niet verder integreert maar segregeert en desintegreert. Het is maar wat je wil, wat je wensen zijn, wat je laat en wat je nalaat. Te weinig wordt ingezoomd op wat maatschappelijk (en functioneel) nodig is om preventief te anticiperen op toekomstige verdeeldheid tussen verschillende bevolkingsgroepen van verschillende aard en achtergrond. De vragenlijst is te oppervlakkig waarbij niet tot de essentie van de problematiek wordt doorgedrongen. Het prikkelt de lezer onvoldoende tot nadenken om een weloverwogen keuze te maken. Het is een fundamenteel verkeerde keuze de weg van de segregatie in te slaan, het zal leiden tot grotere verdeeldheid en ongelijkheid tot vreugde van hen die dit gedogen. Slechte keuze van de minister, dit verdient zeker wel aandacht. Kinderen zijn de toekomst!! slechts segregatie bewerkstelligd en zal dit de integratie en acceptatie vernietigend beinvloeden.Ook voor Stelling: "Wie is volgens u verantwoordelijk voor het opheffen van taalachterstanden bij basisschoolleerlingen?" Stelling: "Zwarte en witte scholen staan integratie in de weg." -> Nee, andersom (positieve benadering) "gemengde scholen helpen de integratie". sterke voorkeur voor korte afstanden kind-school. Gemeente dient te zorgen voor gemengde wijken door mening in het huursegment. Stimuleer het vooral, mengen. Belonen ipv straffen of opleggen. Stimuleer integratie maar waarborg ook de kwaliteit van het onderwiijs. stimuleren van mengen kan, bij gemeentescholen (openbaar) kan men verder gaan, bij eigen scholen van de ouders (bijzonder) niet Streven naar diversiteit ook bij de leerkrachten zal naar mijn meninig integratie bevorderend werken. Taal achterstanden zijn vaak lastig op te lossen door ouders die zelf Nederlands niet goed beheersen. De enige manier om daar echt wat aan te doen is door extra activiteiten te organizeren voor kinderen die zulke achterstanden hebben. Ze in een groep autochtone kinderen gooien is niet per se de oplossing omdat ze zich dan verloren voelen en moeite gaan hebben om mee te komen. Activiteiten naast de school (Bijvoorbeeld vrijwilligers initiatieven: wij hebben een tijd boekjes gelezen met ons buurjongetje uit Sierra Leone, waardoor zijn taalgevoel een stuk vooruit ging) zouden in zulke gevallen volgens mij gestimuleerd worden. taal beheersing is belangrijk en kwaliteit van onderwijs. uiteindelijk nemen bedrijven daar mensen op aan, en als goede mensen worden aangenomen in bedrijven, dan lijkt me dat dat de integratie ook stimuleerd. Je kan integratie toch niet afwinnen, daar gaat een generatie overheen.

•

Taal leert men door het te spreken. Nederlands is een moeilijke taal, het is ook een kleine taal met ongeveer 23 miljoen sprekers in de wereld. Nederlanders zelf gooien er veel engels door. Nederlanders zijn helemaal niet zo trots op hun taal, zie wildebeest/gnoe, phillips schroevendraaier en kruiskop schroevendraaier.

•

Taal(elkaar verstaan, daardoor proberen elkaar te begrijpen en vervolgens begrip op te brengen) is een randvoorwaarde om diversiteit daadwerkelijk tot verrijking te kunnen laten leiden. Het is verstandig om te spreken over 'Verrijking' in plaats van Integratie. Er wordt in het 'samen (be)leven', 'samen leren' en 'samen werken' van elkaar geleerd en dit verrijkt de samenleving als geheel. taalachterstand bij kinderen is het gevolg van taalachterstand van de ouders. Een open deur, ik weet het, maar het lijkt mij toch belangrijk dat ouders met jonge kinderen beter bereikbaar zouden moeten zijn voor een taalles.

• • •

• • • •

taalachterstand vroegtijdig signaleren en indien peuters achterlopen: ouders verantwoordelijk laten zijn. Taalachterstand: hoe eerder een kind NL leert, hoe beter het is. Op de peuterspeelzaal al aandacht hiervoor hebben, alleen niet alle allochtone kinderen gaan naar de peuterspeelzaal. Het consultatiebureau zou een rol hierin kunnen spelen en het wijkcentrum. Integratie is erg belangrijk, hoe jonger hoe beter. Niet alleen kinderen, ook de ouders. Jammer dat de sfeer hierin veranderd is, een aantal jaren geleden was er meer acceptatie en openheid naar elkaar toe. Taalachterstanden opheffen moet eigenlijk al vanaf het tweede jaar. Hierbij kan je de ouders niet dwingen. Daarom hebben zij ook een verantwoordelijkheid. Vanaf de leerplichtige leeftijd moet de verantwoordelijkheid bij de scholen liggen. tallonderwijs is niet alleen op school , ook thuis in het normale gezinsleven Terug naar school is niet mogelijk zonder aanvullende maatregelen zonder dat dat ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs. Teveel sturing is volgens mij niet goed, maar ik werk al jaren met allochtone mensen en die willen zelf ook graag een gemengde school en buurt en niet alleen maar allochtonen.

25

•

Mensendie -tien, twintig jaar in een ander land dan je geboorteland wonen en nog altijd thuis in het gezin je moederstaal brengen, moet in 2011-2015 niet meer kunnen

•

Tot nu toe heeft de gemeente een rol in de voorschoolse situatie, als ouders er voor kiezen om hun kind naar een peuterspeelzaal te 'sturen'. Zolang de voorschoolse educatie niet overgenomen wordt door het Rijk (of anderszins), vind ik dat de gemeente een rol moet blijven spelen in het wegwerken van achterstanden, waaronder taal. Het verwerven van taal gaat immers het meest optimaal rondom het 3e levensjaar.

•

Trouwens: de termen 'witte' en 'zwarte' scholen zijn misschien makkelijke beleidstermen maar in feite discriminerend. Wit staat voor OK, zwart voor problemen. De boodschap is: net zoals zwarte jongens of meisjes nooit wit worden blijft een zwart jongen of meisje altijd een probleem. Benoem het werkelijke onderscheid (taalachterstand etc) en pak dat aan. En kijk daarbij vooral verder dan alleen de school.

•

Uit ervaring met mijn zoon, die op een basisschool heeft gezeten waar meer dan 80% allochtone kinderen waren, is gebleken dat met name zijn Nederlandse taal gebruik bijzonder slecht is. Hij is nu 18 jaar en heeft nog steeds een taalachterstand. Mijn gedachte is dat een juiste verhouding zwart / wit een verbetering brengt tov de huidige verdeling.

•

Uit ervaring: Witte scholen hebben zelf wel een tactiek om de witte kinderen voor te trekken zodat er onvrede ontstaat bij de allochtone kinderen en de wat meer ontwikkelde ouders die dit ook in de gaten hebben maar geen 'poot'krijgen om op te staan. Vaak gaat er teveel aandacht naar zogenaamde"rugzakkinderen".Daar leiden dan vaak andere kinderen onder. Wel zijn vaak de rugzakkinderen van allochtone afkomst.

• • • •

Van belang is dat er binnen de klassen een overwicht is aan leerlingen met de Nederlandse cultuur, om een natuurlijk overwicht te houden. Zodra de buitenlandse cultuur op de school een overwicht krijgt zal de kleur van de school onvermijdelijk door slaan naar de niet Nederlandse invloed en is er van integratie geen sprake meer. Eerder zal een averechts effect optreden. Van horen zeggen: Op de Islamitische school wordt er gesjoemeld met proefwerkvragen etc. dus betere cijfers!!! Vanaf de tweede generatie allochtone leerlingen hebben de ouders een bepalende rol bij het aanleren van de Nederlandse taal. Voorwaarde voor het geven en ondergaan van goed onderwijs is dat er gecommuniceerd wordt. Daar ligt voor mij de kern van zowel het probleem als de oplossing, niet bij zwarte of witte scholen.

• •

Vandaar dat in 1e instantie de ouders verantwoordelijk zijn.

•

Verantwoordelijk in principe de ouders. Dit zal niet werken als de ouders ook een taalachterstand hebben. School zal het mogelijk als eerste signaleren -> daarmee is school niet verantwoordelijk voor opheffen.

•

Verantwoordelijkheid voor een kind ligt bij de ouders, maar scholen kunnen sturen en problemen opmerken. Zijn witte en zwarte scholen oorzaak of gevolg van een (mislukte) integratie? Wat is het aandeel? Daar moet beleid op gemaakt worden, niet op een loze stelling.

•

Verder lijkt me een gemengde school belangrijk als voorbereiding op de maatschappij, deze is niet wit of zwart maar gekleurd. Het is belangrijk dat kinderen zo vroeg mogelijk leren omgaan met mensen die anders zijn dan zij of hun thuissituatie. Bovendien is het een verrijking om veel culturen te (leren) kennen

•

Verder moeten ouders ook alles uit de kast halen om hun kinderen goed Nederlands te leren, dus thuis Nederlands spreken!! Verplicht mensen om hun kinderen in de eigen wijk op een school te plaatsen. Dat voorkomt dat autorijdende ouders een ander zijn kinderen doodrijden, omdat ze hun kinderen perse aan de andere kant van de stad op school willen plaatsen (zoals bv de bilal school). Er is een simpele oplossing: verbied speciaal onderwijs. Maak alle scholen openbaar en zorg dat overal dezelfde kwaliteit van onderwijs wordt aangeboden. Als de kwaliteit overal hetzelfde is dan valt het argument dat zogenoemde witte scholen beter onderwijs geven in het water.

•

• • • • •

• • •

Veel ouders kiezen een school die dichtbij hun huis staat. Doordat je ook niet goed gemengde wijken hebt, krijg je dan ook niet-gemengde scholen. Dit hoeft helemaal geen probleem te zijn, als de kwaliteit van het onderwijs maar goed is.

Vervolgens ben ik van mening dat er in 1 land/regio maar 1 cultuur moet gelden met haar waarden en normen. Die ene cultuur wordt dan onderwezen in de scholen. Behoud van eigen diverse culturen blijft mogelijk, maar wederom in de privésfeer. Verzuiling onderwijs, WEG ERMEE! Volgens mij moet er veel worden geinvesteerd in de taal. Dat is de weg om maatschappelijk (en economisch) nuttig te zijn (voor kinderen als ze later volwassen zijn). voor de kinderen die onderwijs gaan volgen. Zo, niet, dan zijn deze kinderen al op afstand gezet omdat Voor integratie lijkt het mij belangrijk dat kinderen naar school kunnen in de wijk waarin zij wonen. Dan leren zij de kinderen uit hun buurt kennen. Dan is de school een afspiegeling van de culturele achtergronden in de wijk. Integratie en het leven in de culturele samenleving kunnen zij tevens leren op verenigingen, van hun ouders en bijv. door sport of culturele festiviteiten waar kinderen van diverse achtergronden aanwezig zijn. Voor wat betreft het opheffen van de taalachterstand, is het erg belangrijk dat ook in de voorschoolse periode voorschoolse opvang is belangrijk tav taalachterstand! groot eerstelijnsoverleg in de wijken voorkomt achterstandsproblematieken. Vrije schoolkeuze staat bij mij voorop. Het treffen van integratiebevorderende maatregelen op de scholen zelf en het betrekken daarbij van de ouders d.m.v. opvoedkundige en onderwijzende ondersteuning lijkt mij effectiever en doelmatiger. 26

• • •

Vrije schoolkeuze voor ouders is in Nederland een groot goed. Integratie vindt ook en voldoende buiten de school plaats. Vrijheid van keuze is erg belangrijk Vrijheid van onderwijs is erg belangrijk. Naast kleur speelt godsdienst / religie daarin ook een heel belangrijke rol. Keuze dient de verantwoordelijkheid van de ouders te blijven

•

Vrijheid van onderwijs vind ik heel belangrijk. Aan het bestaan van bijzondere scholen mag wat mij betreft niet gemorreld worden. Ouders moeten kunnen kiezen naar welke school hun kinderen gaan. Een school is een plek waar kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen. Het is geen inwisselbare leerplaats maar een leefomgeving. Daarbij hebben scholen hun verantwoordelijkheid als het gaat om (het vinden van) een plaats in de maatschappij, dus ook mbt. integratie (inclusief taalachterstanden) maar ouders hebben deze verantwoordelijkheid net zo goed.

• •

Vrijheid van schoolkeuze is een groot goed. Laten we dit zo houden !!

•

waarom moet men altijd de nadruk leggen op zwart, wel heb ik een hekel aan het buitenlandse gepraat van zowel ouders en kinderen op het schoolplein. we wonen hier in nederland, wat men binnens huis doet is niet mijn zaak maar buiten praat gewoon nederlands. ik wil mij geen buitenlander voelen in eigen land en zo zijn er vele met mij

•

waarom staan zwarte scholen integratie niet in de weg: omdat een goede schoolopleiding leidt tot betere beroepsmogelijkheden, en daarmee integratie bevordert

•

Waarschijnlijk begint het dus met de mix die in een wijk woont en dat heeft met de variatie in woningaanbod/bouw te maken, Dure koop/huur- en sociale koop/huur woningen.

•

Wanneer de ouders geen Nederlands spreken, is het niet de taak van de school, om deze achterstand om te buigen. Hiervoor heeft men niet genoeg capaciteit en zijn de klassen te vol.

•

Wanneer het beleid meer geënt wordt op gemengde scholen, moeten de scholen daar wel op toegerust zijn: gedifferentieerd onderwijs en eventueel extra ondersteuning. Nu wat meer kwijt, later profijt!

•

Wanneer op school veel leerlingen een achterstand hebben, kan de school activiteiten ontplooien om hieraan te werken. Dat kan m.i. binnen of buiten reguliere lesuren (net zoals kinderen met een spraakprobleem naar de logopedist gaan). Wat belangrijk is in de verhouding zwart-wit is dat de kwaliteit niet achteruit mag gaan.

• • •

• •

•

vroeger bestonden er ook verschillende scholen maar hierbij was het verschil gebasseerd op de grondbeginselen van het geloof. Vandaar dat ik vind dat deze kwestie op een zelfde manier behandeld moet worden.

wat dat betreft is dit thema van deze vragenlijst dus een beetje achterhaald. Wat de taalachterstanden betreft het volgende: wanneer allochtone kinderen meer gespreid zouden worden over verschillende scholen zal iedere school meer aandacht moeten geven aan taalachterstand. Verder denk ik dat scholen in samenwerking met de gemeente de ouders van kinderen met een taalachterstand zou kunnen benaderen om lessen aan de ouders aan te bieden bijvoorbeeld of adviezen te geven hoe een taalachterstand verminderd zou kunnen worden. Wat ik belangrijk vind (!) is de kwaliteit van onderwijs. Wat ik belangrijk vind is dat niet alleen zwart integreert maar dat de zwaar christelijke scholen ook integreren. Deze sluiten zich namelijk volledig af bij alles wat niet bij hun gemeente hoort. Dat er kinderen van Almere naar Amersfoort naar school komen van wegen hun christelijke geloofsovertuiging, dat ze in hun eigen sporthal van de school in de avonduren sporten om vooral niet onder de mensen hoeven te komen. Ik denk dat we deze groep ook niet moeten vergeten. Deze subsidie schokkers vallen voor mij in dezelfde categorie met een sociale achterstand. Als je met ze spreekt hebben ze binnen 3 zinnen de psalmen er al weer bij omdat men nergens anders over kan praten. Voor mij heeft het zeer veel gelijkenissen. Ben dan ook groot voorstander school en geloof van elkaar te scheiden. Op deze manier kan men ook veel beter integreren wanneer we dezelfde lesstof behandelen. Verder zal het voor de overheid een enorme kostenbesparing opleveren. Wat ik mis bij alles en dat kan bij school er in gepompt worden is dat de allochtonen in gemengd gezelschap Nederlands horen te spreken en niet hun moedertaal.

• • •

wat meer naar de nederlandse tv zenders kijken bijv., of kinderen stimuleren naar gemengde "klups" te gaan

•

we leven in een vrije democratie. Het verplicht door de overheid opleggen op welke school en/of welk onderwijs wordt gevolgd is iets wat in een communistische samenleving thuishoort. Zelfs (s)linkse politica bewijzen dat in dit kader een regentenpolitiek wordt bedreven in Nederland. Goed onderwijs is belangrijk maar het besef van normen / waarden wordt toch door de huissituatie gefundeerd en door de directe omliggende samenleving opgebouwd.

• •

We moeten eens af van dat zwart/wit-denken! Het denken in zwart/wit staat de integratie in de weg.

•

wat mij betreft zo min mogelijk willen regelen, it sorts itself out. we kunnen integratie alleen samen doen, dat betekend dat we als buren, als medemensen en als ouders op een school samen kunnen werken om intergratie mogelijk maken.

We zijn een multiculturele samenleving en het is belangrijk dat juist bij de basis, het onderwijs, geen duidelijke afscheidingen behoren te zijn tussen de ene en de andere school. Je kweekt hiermee ook bij kinderen het "wij en zij" gevoel. We zijn inmiddels bij de 5e,6e generatie aangekomen van niet westerse leerlingen/jongeren. 27

• • • • • • • • • • • • • • • • • •

We zijn toch per slot van rekening 1 Nederland, wie er dan ook in wonen.. WEG MET BEZUINIGINGEN! Wel heeft ieder kind recht op onderwijs van hoge kwaliteit, dus op leerkrachten/ geld voor onderwijs moet m.i. niet bezuinigd worden. wellicht zijn de middelbare scholen daarbij nog belangrijker dan de basisscholen. Werk zelf op zwarte school en vind het een verrijking van mijn leven. Als je jezelf openstelt voor diverse culturen kan je ook met ze omgaan. Onze school heeft hulp van alle ouders. Wie goed doet, die goed ontvangt. Wij hebben geen kinderen, dus zijn minder met dit onderwerp bezig dan wellicht mensen die wel (schoolgaande) kinderen hebben. Wil men in de huidige maatschappij mee kunnen doen, dan zal er voor een gedegen onderwijs gezorgd 'Witte' en 'Zwarte' scholen kunnen meer inspelen op de doelgroep die ze binnenkrijgen. Ze moeten daar dan ook financieel in gecompenseerd worden als er meer aandacht moet worden besteed aan het aanleren van de Nederlandse taal. Witte en zwarte scholen werken gettovorming, jeugdwerkeloosheid en -criminaliteit in de hand. Ze hebben bijde te maken met de opvoeding ven het kind de school is het verlengstuk van thius Ze weten werkelijk niet meer wat werken is. Door de vele vrije dagen kunnen de kinderen niet meer voldoende les krijgen, en dat is de reden dat het onderwijs zo slecht is. ze zonder geldig bericht niet komen opdagen in een ziekenhuis e.d. Zeker nu de rug-zakjes-regeling afgeschaft gaat worden, zijn er scholen die een teveel aan kinderen met gedragsproblemen/ -stoornissen hebben. Daardoor zullen een kinderen met een taalachterstand in de knel kunnen raken. zij hun verhaal niet kwijt kunnen ( in het Nederlands) bij hun ouders. zo min mogelijk overheidsbemoeiing met het onderwijs Zodat aan die punten over en weer gewerkt kan worden.

•

zolang allochtone ouders niet met hart en ziel willen integreren, zal de integratie van hun kinderen problemen blijven geven. Zolang de verschillende bevolkingsgroepen nog onevenredig over de wijken verdeeld zijn, is het ook moeilijk actief te sturen op gemengde scholen. Beter om te zorgen voor evenwichtige bewoning van alle wijken; huur & koop, goedkopere en duurdere woningen bij elkaar.

•

zorg ervoor dat kinderen en ouders gebruik kunnen maken in hun wijk van een bilbiotheekvoorziening! lees een blog van A. Benali( succesvol auteur!) die dat o.a. dankzij de biliotheek heeft bereikt!

• • •

Zou ik bezwaar hebben tegen een gediversificeerde samenstelling van het leerlingenbestand? NEE

•

Zowel bij dit onderwerp als andere zaken dient de overheid veel nadrukkelijker de ouders aan te spreken. Zij hebben hun nakomelingen verwekt en dienen dus ook geconfronteerd te worden met consequenties. Het ligt dus voor de hand dat de overheid ouders in voorkomend geval de helpende hand moet reiken.

• •

zwart of wit, het zijn kinderen of mensen

• •

Zwarte en witte basischolen bestaan ook omdat er bijvoorbeeld christelijk en islamonderwijs is.

•

Zwarte en witte scholen zijn niet wenselijk, maar een goede aanpak ervan is nog niet gevonden. Ouders hebben nou eenmaal de vrijheid hun kinderen naar een school van hun eigen keuze te sturen.

•

Zwarte en witte scholen zijn volgens mij niet simpel te beïnvloeden. Het zijn de ouders die de keuze maken voor een school, waarschijnlijk een waar zij/hun 'ras' zich het meest thuis voelt. In deze zin vind ik het prima als zwarte kinderen naar zwarte scholen gaan, en witte naar witte scholen. Kinderen en ouders moeten zich op hun gemak voelen in hun sociale omgeving. Zwarte of witte scholen op zich zijn niet een probleem, maar worden dat als er geen aandacht en respect voor andere bevolkingsgroepen is. De banden tussen bevolkingsgroepen kunnen scholen bevorderen. Zo is er in Amersfoort een heel goed uitwisselingsproject geweest tussen basisscholen De Vuurvogel en de Bilalschool.

• • •

Zou ik mijn kind (bewust) naar een zwarte school sturen? NEE zoveel mogelijk samen naar 1 soort school laten gaan, is voor de integratie voor allochtone kinderen beter en als de basis op school duidelijk is, dat er geleefd wordt met beide culturen wordt er in de toekomst beter mee omgegaan.

Zwart scholen en witte scholen moet men zo veel mogelijk tegen gaan. Het beleid moet niet gericht zijn op deze scholen. Een school moet elke diversiteit van de samenleving op school hebben. En de schoolleiding heeft ook de taak om iedere leerling naar de zin te maken en de leerlingen die taalproblemen Zwarte en witte scholen ontstaan door de woonplaats van de kinderen. Hoe krijg je de 'witte gezinnen' zover te verhuizen naar een 'zwarte wijk' en andersom? Het feit dat er zwarte en witte scholen bestaan komt bij het grote verschil per wijk vandaan en de kosten van de woningen in die wijken.

zwarte scholen bevorderen de integratie niet en zeker niet het leren en het aanpassen aan de Nederlandse cultuur. zwarte scholen maak er gekleurde scholen van. Zwart klinkt somber en dreigend.

28

29

Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Telefoon (033) 469 43 79 Telefax (033) 469 54 54

Raadsgriffie

Uw brief/kenmerk

Ons kenmerk

GRF/3730288 Onderwerp

Datum

Uitnodiging Rondetafelgesprek 22 maart “Desegregatie in het primair onderwijs”

7 maart 2011

Geachte heer/mevrouw, In augustus 2010 verscheen het rapport Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010: Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs uit. Uit vele publicaties over segregatie in het primair onderwijs blijkt dat het een complex onderwerp is. Op voorstel van de fracties van GroenLinks en D66 is een Rondetafelgesprek tussen raadsleden, schooldirecteuren, leerkrachten, wetenschappers en ouders georganiseerd waarvoor u van harte bent uitgenodigd.. Het doel van het Rondetafelgesprek is om raadsleden te informeren over de complexiteit van het basisonderwijs en de thema’s die daar leven, om verschillende groepen met elkaar kennis te laten maken en om door middel van een debat elkaar te vinden. Onderwijsdeskundige Guido Walraven van het Kenniscentrum Gemengde Scholen zal een inleiding geven op het onderwerp. Daarna volgt een gesprek tussen de raadsleden, onderzoekers, schooldirecteuren, leerkrachten, ouders en politici onder leiding van Richard Engelfriet (dagvoorzitter, trainer, en coach). Mogelijke vragen die aan de orde komen: 1. Vinden we segregatie in het primair onderwijs een probleem? 2. Wat zou de rol van de gemeente kunnen zijn als het gaat om problemen in het onderwijs? 3. Hebben ouders voldoende mogelijkheden en vrijheid om hun kind naar de school van hun keuze te sturen? De bijeenkomst vindt plaats op 22 maart van 20.00 tot 22.00 uur op de Prins Willem-Alexanderschool, locatie Randenbroek, Weberstraat 5 te Amersfoort. Met vriendelijke groet, namens het presidium, de griffier, mr A.M. van Omme

Inlichtingen bij

M. Bongers (033) 469 43 02

Bezoekadres Stadhuisplein 1 Amersfoort www.amersfoort.nl

Gemeente Amersfoort

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2010

DOCS.nr. 3701764 __________________________________________________________________________________

Nummer 2011-19 Vragen van het raadslid P.J.Nederkoorn (fractie D66) en het raadslid F.J. Prins (fractie GroenLinks) inzake beantwoording vragen over zwarte en witte scholen in Amersfoort gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde van de raad 2010 (WSO, nr. 3700922); ontvangen d.d. 7 februari 2011. ANTWOORD van het college (verzonden d.d. 8 maart 2011) __________________________________________________________________________________

Inleiding: Afgelopen december hebben de raadsleden Nederkoorn (D66) en Prins (GroenLinks) vragen gesteld over het rapport ‘Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010. Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs.’ Het antwoord van het college van 18 januari heeft enige duidelijkheid gebracht bij verschillende van onze vragen. Helaas hebben we naar onze mening op enkele vragen geen antwoord gekregen. We stellen naar aanleiding van de beantwoording door het college daarom enkele vragen nogmaals. Daarnaast hebben wij enkele nieuwe vragen. In de beantwoording van onze schriftelijke vragen zegt het college bij vraag 1: “Het coalitieakkoord spreekt over toenemende tweedeling tussen scholen met kansarme en kansrijke kinderen. Het college wil deze tweedeling voorkomen. In het creëren van gelijke kansen kan een Amersfoorts inschrijfsysteem voor de basisschool een deel van de oplossing zijn, waarbij het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat de overheid invloed op de schoolkeuze gaat uitoefenen. In 2011 gaat het college hierover met de schoolbesturen in gesprek.” Inleiding van de kant van het college: In 2009 is het college gestart met de landelijke pilot gemengde scholen, in aanvulling op het ouderinitiatief op basisschool de Vlindervallei. In het kader van deze pilot is in 2010 door de afdeling Onderzoek en Statistiek een onderzoek uitgevoerd naar de samenstelling van de scholen in Amersfoort. In dit onderzoek is een relatie gelegd tussen de samenstelling van de scholen voor basisonderwijs, de wijk van vestiging van de school en zijn voedingsgebied (omtrek van 750 meter). Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat de meeste scholen in Amersfoort een afspiegeling zijn van de wijk en dat een aantal scholen (9 van de 57 schoollocaties (bijna 16 %)) te zwart of te wit is in relatie tot wijk en/ of voedingsgebied. In 2010 hebben we ook een tussenevaluatie uitgevoerd van de pilot. Het genoemde rapport en de tussenevaluatie zijn 28 februari 2011 besproken met degenen die bij de pilot betrokken zijn. Het onderwerp zwarte en witte scholen heeft ook de specifieke aandacht vanuit de gemeenteraad. De heren Prins en Nederkoorn, resp. GroenLinks en D66, bereiden een raadsbijeenkomst over dit onderwerp voor op 22 maart 2011. Het college stelt zich voor de opbrengsten van genoemde bijeenkomsten te benutten voor de verdere ontwikkeling van beleid, dat vorm zal krijgen in Lokaal Educatieve Agenda (LEA) 2012 – 2015. (De aanpak van) segregatie is een verplicht onderdeel van de LEA. Dit betekent dat op een deel van de vragen het college – nog – geen antwoord kan geven. Daarbij wijst het college op de complexiteit van het onderwerp vanwege de verschillende invalshoeken die mogelijk zijn zoals het onderscheid zwart – wit of kansrijk – kansarm, de demografische ontwikkeling in de basisschoolleeftijd, ontwikkelingen op

het gebied van passend onderwijs. Daardoor is het nauwelijks te doen om met het instrument van schriftelijke vragen recht te doen aan de gevoeligheid en nuances die horen bij dit vraagstuk.

Vraag 1: 1) Kan het college aangeven wat zij precies verstaat onder een Amersfoorts inschrijfsysteem? Antwoord 1: Nee, want het is de bedoeling komende maanden duidelijkheid te krijgen over wat een Amersfoorts inschrijfsysteem zou kunnen inhouden. Overleg met de schoolbesturen is van groot belang om hieraan eventueel invulling te geven. Het college hecht daarbij aan vrijheid van schoolkeuze. Maar ook hecht het college aan zo mogelijk meer transparantie van aanmelden inschrijfbeleid in het basisonderwijs dan nu het geval is. Scholen varen nu hun eigen koers en ouders moeten de weg weten. Bij dit overleg zullen we gebruik maken van inzichten die elders in het land op dit terrein zijn opgedaan. Vraag 2: Wat wordt de insteek van het college bij het gesprek met de schoolbesturen en wordt de raad over de uitkomst geïnformeerd? Antwoord 2: Zie antwoord 1. De raad wordt zeker geïnformeerd. Vraag 3: Ziet het college nog andere oplossingen of oplossingsrichtingen om aan de ambities uit het coalitieakkoord op dit punt te voldoen? Antwoord 3: Nog niet. We betrekken de brief van minister Bijsterveld van 31 januari jl. over de invoering van passend onderwijs ook bij dit dossier. Nauw overleg met de schoolbesturen is meer dan ooit noodzakelijk.

Inleiding vraag 4: De gedachte achter het stellen van vraag 1 en vraag 2 (van onze vorige schriftelijke vragen) is dat we de discussie willen kantelen van een discussie over een zwart-wit segregatie naar een discussie over een kansrijk-kansarm segregatie. De sociaaleconomische achtergrond van de ouders van leerlingen is daarbij een belangrijk aspect. We vroegen in vraag 1 of het college het met ons eens is dat het gewenst is om ook de sociaaleconomische status en/of opleidingsniveau van de ouders in de segregatiediscussie te betrekken. Daar heeft het college bij de beantwoording van de vragen geen antwoord op gegeven. We vroegen het college vervolgens in onze vraag 2 om gegevens te verwerven over de samenstelling van de leerlingenpopulatie van de basisscholen met betrekking tot de sociaaleconomische achtergrond. Bij het antwoord stelt het college dat het geen nieuw onderzoek wil doen naar de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen, omdat de gemeente niet beschikt over deze informatie. Ons voorstel ging juist over het verwerven van deze gegevens. Vraag 4: Dus nogmaals, is het college het met ons eens dat puur naar de geboorteplaats van de ouders te kijken een eenzijdig beeld van het probleem wordt geschetst en dat het gewenst is om ook de sociaaleconomische status en/of opleidingsniveau van de ouders in de segregatiediscussie te betrekken? Antwoord 4: Het college is het ten dele met u eens. Segregatie, begrepen als sociale scheiding van bevolkingsgroepen, doet zich in allerlei vormen voor: zwart – wit, kansrijk - kansarm, op denominatie of specifieke vormen van onderwijs (bijvoorbeeld het onderwijs aan kinderen met een auditieve

beperking), etc. We willen ons onder meer laten leiden door uitkomsten van de bijeenkomst die door de vragenstellers is georganiseerd op 22 maart as. en door overleg met de scholen.

Vraag 5: Waarom wil het college niet proberen om informatie met betrekking tot sociaaleconomische achtergrond van de leerlingenpopulatie van Amersfoortse basisscholen te verwerven? Antwoord 5: Wij kiezen daar niet voor uit kostenoverwegingen.

Inleiding tweede vraag 5: Ook op de laatste vraag die wij in december stelden, wordt door het college geen antwoord gegeven. Daarom stellen we hem nu, opgedeeld in drieën, nog een keer. Vraag 5: 5) Wat vindt het college van de uitkomsten van het onderzoek? Antwoord 5: Het onderzoek vormt een goede aanleiding om met de schoolbesturen in gesprek te gaan over de inschrijfsystematiek. Daarnaast vormt het rapport aanleiding om ouderinitiatieven voor het mengen van scholen te blijven stimuleren, juist omdat deze initiatieven de vrijheid van schoolkeuze onderstrepen. En omdat het college eraan hecht dat mensen van diverse achtergrond elkaar ontmoeten. Vraag 6: Deelt het college de mening van D66 en GroenLinks dat het zorgelijk is dat 65 procent van de autochtone leerlingen in een ‘zwartere’ wijk buiten de wijk naar school gaat? Antwoord 6: Ja, als hierdoor zwakke scholen zouden ontstaan. Vraag 7: Deelt het college de mening van D66 en GroenLinks dat het zorgelijk is dat maar liefst 87 procent van de zwarte scholen als ‘te zwart’ wordt aangeduid? (Wij begrijpen dat het vanzelf spreekt dat de Bilalschool een zwarte school is. Maar ook als we die school niet meenemen, is nog altijd 6 van de 7 scholen (86 procent) te zwart) Antwoord 7: Nee. Uit het onderzoek blijkt dat verreweg de meeste scholen (48) een afspiegeling zijn van de wijk. 6 scholen zijn te zwart en 3 scholen te wit.

Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010 Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs

Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA)

Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht

Uitgave en rapportage: Onderzoek en Statistiek, gemeente Amersfoort. Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Bezoekadres: Stadhuisplein 1, kamer 2.09. Telefoon (033) 469 4650. E-mail: [email protected] maart 2011

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave

4

Samenvatting

7

1.

9

Inleiding 1.1 1.2 1.3

2.

9 11 12

Literatuurverkenning segregatie 2.1 2.2 2.3

3. 3.1 3.2 3.3

4.

13

Inleiding Zwarte en witte scholen in andere steden Oorzaken segregatie

13 13 15

Demografische achtergrond

17

Inleiding Ontwikkeling basisgeneratie Prognose basisgeneratie

17 17 21

Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5

5.

Inleiding Zwarte en witte scholen Te zwarte en te witte scholen Zwart-wit en te zwart - te wit Hoeveel kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen

Achtergrond zwarte en witte scholen 5.1 5.2 5.3

6.

Inleiding Denominatie en segregatie Locatie in de stad en segregatie

Inleiding Voedingsgebieden Kiezen voor witte(re) school buiten de buurt?

23 23 23 24 24 25

27 27 27 28

Witte vlucht en voedingsgebieden van scholen 6.1 6.2 6.3

4

Aanleiding, achtergrond en probleemstelling Aanpak van het onderzoek Opzet rapportage

31 31 31 33

Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010

Bijlage1: scholenlijst

37

Bijlage 2: bepaling segregatie in basisonderwijs

39


5

Samenvatting De gemeente Amersfoort wil zicht krijgen op het bestaan van segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs. Hiervoor is informatie nodig over het aantal zwarte en witte scholen1 en vooral over de vraag of scholen in verhouding tot de buurt waarin ze liggen ‘te zwart’ of ‘te wit‘2 zijn. Inleiding en probleemstelling In de gemeente Amersfoort loopt sinds 2008 het project Kleurrijke Scholen. Binnen een aantal scholen, waarvan wordt aangenomen dat ze ‘te zwart’ of ‘te wit’ zijn in relatie tot de omgeving van de school, voert de Stichting Kleurrijke Scholen, samen met de betrokken scholen, een pilot uit. De Stichting Kleurrijke Scholen probeert in het kader van deze pilot onder andere meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een ‘witte’ school en autochtone ouders hun kinderen naar een ‘zwarte’ school te sturen. De basisgedachte is dat kinderen naar school gaan in de wijk waar ze wonen. De vraag is in hoeverre dat in de praktijk het geval is. Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn en waar is er sprake van leerlingstromen de wijk uit en waar niet en hoe zien die leerlingstromen uit? Ander onderzoek Het aantal zwarte basisscholen is de laatste vijfentwintig jaar flink gestegen en de meeste zwarte scholen vinden we in de vier grote steden. Segregatie in het onderwijs komt ook in middelgrote steden zoals Amersfoort voor. Of we scholen zwart of wit noemen hangt af van het percentage allochtone leerlingen op een school en in verschillende steden worden verschillende percentages hiervoor gehanteerd. In de vier grote steden noemt men een school zwart wanneer er 70% of meer allochtone leerlingen op zitten, in veel middelgrote steden wanneer meer dan de helft van de leerlingen allochtoon is. De laatste jaren wordt segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Het gaat dan om het verschil tussen het percentage allochtone leerlingen op de school en het percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. In veel steden noemt men scholen te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder kinderen van 4 tot en met 12 jaar (de basisgeneratie) in de wijk. Omgekeerd zijn scholen te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Veel genoemde oorzaken voor segregatie en ‘witte vlucht’ – waarbij autochtone ouders voor hun kinderen op zoek gaan naar een witte school buiten het voedingsgebied van de school - zijn concentratie van allochtonen in bepaalde wijken, slechte beeldvorming over zwarte scholen, vrije schoolkeuze en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen. Demografische achtergrond In Amersfoort wonen op 1 januari 2010 3.500 niet westerse kinderen van 4 t/m 12 jaar. Tien 1

Zwarte scholen hebben 50% of meer allochtone leerlingen en witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen Te zwarte scholen hebben een percentage allochtone leerlingen dat 20% hoger ligt dan de wijk of het voedingsgebied waar de school in staat, witte scholen hebben 20% minder allochtone leerlingen dan de omgeving. 2


7

jaar geleden waren dat er nog 2.740. Dit betekent dat 19% van de kinderen van 4 t/m 12 jaar - de basisgeneratie - niet westers is. In het vervolg gebruiken we de term allochtone kinderen voor niet-westerse kinderen. Binnen de stad zijn er grote verschillen in het aandeel allochtone kinderen: vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de rest van de stad. In deze wijken zijn de allochtone kinderen in de meerderheid. In Schuilenburg is het aandeel allochtone kinderen het grootst: twee van de drie kinderen is er allochtoon. De basisgeneratie neemt in Amersfoort de komende twintig jaar met ongeveer 12% af. Het aantal allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Dit heeft te maken met het ontstaan van de zogenaamde derde generatie allochtonen. Van hen zijn beide ouders in Nederland geboren. De derde generatie valt onder de noemer autochtoon. (Te) zwarte en (te) witte scholen In Amersfoort zijn er weinig zwarte scholen: van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 14% zwart, 68% wit en 18% gemengd. De witte scholen zijn dus ruim in de meerderheid. Vergelijken we de schoolpopulatie met de kinderen in de omgeving van de school dan blijkt het merendeel van de basisscholen een afspiegeling van de omgeving te zijn. De witte scholen in Amersfoort zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. De zwarte scholen zijn merendeels te zwart wanneer je ze met de omgeving vergelijkt. Achtergrond (te) zwarte en (te) witte scholen De meeste zwarte scholen vinden we in het openbaar onderwijs, verder in een enkele Protestants Christelijke school en vanzelfsprekend de Islamitische Bilal school. De Protestants Christelijke en Katholieke scholen zijn vooral wit, net als alle Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere scholen. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Gereformeerde school (de Regenboog) en een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade). (Te) zwarte scholen vinden we vooral in de aandachtswijken. In alle andere wijken zijn de scholen over het algemeen een afspiegeling van de wijk. Voedingsgebieden en witte vlucht Twee van de drie kinderen in Amersfoort gaat in de directe omgeving naar de basisschool. Er zijn wel verschillen: kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Kinderen in Amersfoort Noord gaan juist meer in de omgeving naar school. De volgende bevindingen zijn een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de wijk of het voedingsgebied naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school of witte vlucht: - op witte scholen komen kinderen vaker uit een andere wijk dan op zwarte scholen. - autochtone kinderen gaan vaker dan allochtone kinderen buiten een straal van 750 meter naar school. - autochtone leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen, gaan vaker buiten de wijk en het voedingsgebied naar school. - vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen die buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt.

8


1. Inleiding

1.1 Aanleiding, achtergrond en probleemstelling De gemeente Amersfoort wil zicht krijgen op het bestaan van segregatie3 in het Amersfoortse basisonderwijs. Hiervoor is informatie nodig over het aantal zwarte en witte scholen en vooral over de vraag of scholen in verhouding tot de buurt waarin ze liggen ‘te zwart’ of ‘te wit‘ zijn. Project Kleurrijke scholen In de gemeente Amersfoort loopt sinds 2008 het project Kleurrijke Scholen. Binnen een aantal scholen waarvan wordt aangenomen dat ze ‘te zwart’ of ‘te wit’ zijn in relatie tot de omgeving van de school voert de Stichting Kleurrijke Scholen, samen met de betrokken scholen, een pilot uit. De Stichting Kleurrijke Scholen probeert in het kader van deze pilot onder andere meer allochtone ouders te bewegen hun kinderen naar een ‘witte’ school en autochtone ouders hun kinderen naar een ‘zwarte’ school te sturen. Tijdens overleg met de stichting, een aantal scholen en hun bestuurders en de gemeente is gebleken dat er behoefte is aan meer achtergronden statistische informatie waaruit blijkt hoe de feitelijke situatie is rond schoolgang in relatie tot de opbouw van de wijk. De basisgedachte is dat kinderen naar school gaan in de wijk waar ze wonen. De vraag is in hoeverre dat in de praktijk het geval is: welke ‘vlucht’ is er uit de wijk, of juist vanuit andere wijken naar een specifieke school; hoe verhoudt de schoolpopulatie zich tot de samenstelling van de bevolking van de wijk. Met de antwoorden op deze vragen kan de gemeente beter en gerichter beleid voeren rondom segregatie in het basisonderwijs. Verkleuring van de samenleving De komende jaren zullen meer kinderen van ouders met een diverse allochtone afkomst worden geboren. De samenleving verkleurt. Gemeente en scholen hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid dit te onderkennen en hiermee om te gaan. Een van de vragen in dit onderzoek is dan ook hoe de toekomstige basisschoolbevolking zich ontwikkelt en welk deel hiervan van allochtone afkomst is. Te witte of te zwarte scholen in verhouding tot de samenstelling van de wijk kunnen wijzen op segregatie. Maar ook voor witte of zwarte scholen die ‘kloppen’ met hun omgeving is er een opdracht om te werken aan het tegengaan van segregatie. Segregatie kan leiden tot een tweedeling in de samenleving. Dit wil de gemeente Amersfoort tegengaan. Contacten tussen bevolkingsgroepen en maatschappelijke participatie zijn daarbij van wezenlijk belang, zowel 3

Sociale segregatie of kortweg segregatie is een proces waarbij een bepaalde culturele groep zich afzondert van de rest van de maatschappij en samentrekt met andere mensen van soms dezelfde etniciteit. Dit is een veelvoorkomend verschijnsel bij allochtonen. Segregatie uit zich vaak in het gaan wonen in dezelfde wijken als andere mensen van de gesegregeerde culturele groep, het spreken van de eigen moedertaal in de nabijheid van medegesegregeerden en het behouden van het eigen geloof. Het tegenovergestelde van segregatie is integratie.


9

voor de inburgering en de taalvaardigheid van allochtone groepen als voor de sociale cohesie, de verbinding tussen alle mensen in de stad. Aan het tegengaan van segregatie kan het onderwijs een belangrijke bijdrage leveren. De derde generatie Tot nu toe onderscheiden we alleen allochtonen van de eerste en tweede generatie, die respectievelijk zelf of (een van) hun ouders in een niet westers land zijn geboren. In de nabije toekomst gaan echter ook allochtonen van de derde generatie een rol spelen. Het gaat hierbij om kinderen van wie (een van) de grootouders in een niet westers land zijn geboren, terwijl zijzelf en hun ouders in Nederland zijn geboren. Deze kinderen zullen de boeken ingaan als autochtone kinderen. In het huidige politieke klimaat kunnen we niet vanzelfsprekend aannemen dat het veranderen van de ‘noemer’ van de derde generatie een einde zal maken aan het bestaande onderscheid tussen kinderen met en kinderen zonder kleurtje, tussen zwarte en witte scholen. Daarom is het belangrijk dat kinderen van verschillende herkomst samen naar de basisschool gaan, met elkaar in contact komen en samen opgroeien. Woningdifferentiatie Het uitgangspunt van het beleid is te komen tot scholen met een evenwichtige leerlingsamenstelling in relatie tot de wijk waar de school staat en tot meer contact tussen allochtone en autochtone leerlingen. Echter de segregatie in het onderwijs is voor een groot deel een gevolg van sociale segregatie in wijken en buurten in de steden. De aanpak van onderwijssegregatie is daardoor mede afhankelijk van de mogelijkheden om de bevolkingssamenstelling in die wijken en buurten te veranderen. Dit gebeurt al in de Amersfoort Vernieuwt wijken onder andere door het vergroten van de woningdifferentiatie. In meer gemengde wijken bestaan vaker witte, zwarte of gemengde scholen naast elkaar. Het streven is om de scholen in deze wijken een goede afspiegeling te laten zijn van de wijk. Pilots en hierbij benodigde informatie Om te komen tot een meer evenwichtige samenstelling van de schoolpopulatie worden er in diverse steden pilots uitgevoerd om te kijken welke maatregelen het beste werken. Amersfoort behoort tot deze steden en wil in dat kader een actief beleid voeren om basisscholen beter te ‘mengen’. Daarvoor zijn veel instrumenten beschikbaar maar allereerst is er informatie nodig. De belangrijkste informatie is de leerlingstromen in kaart te brengen met als doel om te zien hoeverre basisscholen een afspiegeling van de wijk of buurt zijn. Het gaat hierbij om het reguliere primaire onderwijs (de gewone basisscholen). Met de informatie uit dit onderzoek kan de gemeente het gesprek aangaan met schoolbesturen en gericht beleid gaan voeren rondom het thema segregatie.

10


Probleemstelling Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn? Deelvragen hiervan zijn: - Wat is het relatieve aandeel niet-westerse allochtonen per school en hoe verhoudt zich dit tot het aandeel per wijk en per voedingsgebied? - Waar zijn er (te) zwarte of (te) witte scholen (in verhouding tot de omgeving waarin ze staan)? - Waar is er sprake van leerlingstromen de wijk uit en hoe zien die leerlingstromen uit?

1.2 Aanpak van het onderzoek Om (te) zwarte en (te) witte scholen goed te definiëren is een literatuurstudie en verkenning van vergelijkbaar onderzoek in andere grote gemeenten verricht. Op basis van al deze studies kiezen we voor een indeling, waarbij zwarte scholen 50% of meer allochtone leerlingen hebben, witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen hebben en gemengde scholen tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen hebben. De laatste jaren kijkt men minder naar het percentage allochtone leerlingen op zich, maar meer naar het verschil tussen de etnische samenstelling van de schoolpopulatie en de samenstelling van de basisgeneratie in de buurt van de school. Het gaat dan om het verschil tussen percentage allochtone leerlingen op de school en percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. Omdat landelijk de 20% grens gehanteerd wordt en ook experimenteren met andere grenzen4 in dit Amersfoorts onderzoek geen goede redenen opleveren van deze grens af te wijken kiezen we in dit rapport voor de 20% grens. Dit betekent dat een school te zwart is als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in het referentiegebied. Omgekeerd is een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in het referentiegebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie in het referentiegebied. Welk referentiegebied kiezen we in dit onderzoek? Op basis van gehouden literatuuronderzoek en de Amersfoortse situatie kiezen we voor twee referentiegebieden, namelijk wijk en voedingsgebied van 750 meter rond de school. In het onderzoek zijn alle Amersfoortse basisscholen met vijftig of meer leerlingen in het reguliere onderwijs betrokken. Scholen buiten Amersfoort en scholen in het speciaal basisonderwijs zijn niet meegenomen in het onderzoek. Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs en van leerlingstromen de wijk uit is in beeld gebracht door gebruik van bestaande gegevens. Het gaat dan om bestanden van leerlingen uit het reguliere basisonderwijs, de zogenaamde leerlingadministratie. Verder is gebruik gemaakt van de bevolkingsadministratie waaruit gegevens over onder andere etniciteit gekoppeld zijn aan de gegevens uit de leerlingadministratie. Het gaat om gegevens van 1 januari 2010. Een uitgebreide verantwoording voor gemaakte keuzes in dit onderzoek staan in bijlage 2, bepaling segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs.

4

Naast de door de onderwijsraad geadviseerde grens van 20%, hanteren enkele steden ook andere grenzen van 10%, 15% en 23%. Wij willen echter voor de vergelijkbaarheid zoveel als mogelijk aansluiten bij landelijke criteria.


11

1.3 Opzet rapportage Deze rapportage begint met een literatuurverkenning over het thema segregatie in het basisonderwijs in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 komt de demografische achtergrond van deze problematiek aan de orde en hoe de basisgeneratie zich in de toekomst ontwikkelt. Hoofdstuk 4 beschrijft de segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs. In hoofdstuk 5 wordt een verband gelegd met denominatie5 en locatie. Het laatste hoofdstuk analyseert de leerlingstromen en in hoeverre er sprake is van een ‘witte vlucht’. Verder zijn er nog twee bijlagen. Bijlage 1 is een lijst met alle basisscholen in Amersfoort waarin is opgenomen of ze (te) zwart of (te) wit zijn. In bijlage 2 wordt uitgelegd hoe we segregatie bepalen en welke keuzes hierbij gemaakt zijn.

5

Denominatie is de levensbeschouwelijke visie van scholen zoals openbaar, algemeen bijzonder, katholiek, protestants-christelijk enzovoorts.

12


2. Literatuurverkenning segregatie Het aantal zwarte basisscholen is de laatste vijfentwintig jaar flink gestegen en de meeste zwarte scholen vinden we in de vier grote steden. Maar segregatie in het onderwijs komt ook in middelgrote steden zoals Amersfoort voor. Of we scholen zwart of wit noemen, hangt af van het percentage allochtone leerlingen op een school en in verschillende steden worden verschillende percentages hiervoor gehanteerd. In de vier grote steden noemt men een school zwart wanneer er 70% of meer allochtone leerlingen op zitten, in veel middelgrote steden wanneer meer dan de helft van de leerlingen allochtoon is. De laatste jaren wordt segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Het gaat dan om het verschil tussen het percentage allochtone leerlingen op de school en het percentage allochtone kinderen in het referentiegebied rond de school. In veel steden noemt men scholen te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Omgekeerd zijn scholen te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk. Veel genoemde oorzaken voor segregatie en witte vlucht – veel autochtone (Nederlandse) ouders die voor hun kinderen op zoek gaan naar een witte school in de omgeving- zijn concentratie van allochtonen in bepaalde wijken, slechte beeldvorming over zwarte scholen, vrije schoolkeuze en het toelatingsbeleid van bijzondere scholen.

2.1 Inleiding In deze paragraaf gaan we in vogelvlucht in op wat er de laatste jaren geschreven is over segregatie in het onderwijs in Nederland. Het is niet de bedoeling om een uitputtende literatuurverkenning te doen maar om een iets breder kader en achtergrond te bieden. Dit geeft meer inzicht in de materie en plaatst de Amersfoortse situatie in een breder landelijk kader.

2.2 Zwarte en witte scholen in andere steden Zwart en wit In Amersfoort noemen we een school zwart als 50% of meer van de leerlingen allochtoon is. Een witte school heeft 20% of minder allochtone leerlingen en een gemengde school heeft tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen. Hoe zwarte scholen ook worden gedefinieerd, het aantal zwarte scholen in het basisonderwijs is de afgelopen vijfentwintig jaar flink gestegen De meeste zwarte scholen bevinden zich in de vier grote steden waar rond de helft van alle leerlingen allochtoon is. Scholen met meer dan 50 procent allochtonen zijn hier dan ook heel gewoon. Dit geldt in veel mindere mate voor steden zoals Amersfoort waar het aandeel allochtonen in de totale leerlingenpopulatie nog geen 20% is. Een school met 30 of 40% allochtone leerlingen is dan relatief veel 'zwarter' dan in de vier grote steden. In Rotterdam bijvoorbeeld bestaat de leerlingenpopulatie op een gemiddelde basisschool uit


13

60 procent allochtone leerlingen en behoort bijna de helft van de basisscholen tot de zwarte scholen (meer dan 70% allochtone leerlingen). Er zijn maar 18 ‘te witte’ scholen en 22 ‘te zwarte’ scholen in het Rotterdamse basisonderwijs. De helft van de basisscholen wijkt nauwelijks af van de bevolking van de buurt, en nog eens 30 procent in beperkte mate (Bik en van Lith 2003). Ook in het Amsterdamse basisonderwijs (Broekhuizen, Janssen en Slot 2008) behoort 42% van de 203 Amsterdamse basisscholen tot de zwarte scholen (meer dan 70% allochtone leerlingen), 15% zijn witte scholen (minder dan 20% allochtone leerlingen) en 42% is gemengd (tussen de 20% en 70% allochtone leerlingen). In vergelijking met de buurtcombinatie waarin de school ligt is slechts 14% te zwart, 8% te wit en vormt 72% een afspiegeling van de samenstelling van de buurt. Te zwart en te wit De laatste jaren wordt daarom segregatie in het basisonderwijs voornamelijk benaderd vanuit het criterium van afspiegeling. Spreidingsmaatregelen worden alleen overwogen als scholen te wit of te zwart zijn ten opzichte van de wijk (Herweijer 2008). In Amersfoort noemen we een school te zwart als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie6 in de wijk of het voedingsgebied. Omgekeerd noemen we een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of voedingsgebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie van de wijk of voedingsgebied. Inventarisaties in de vier grote steden laten zien dat er veel minder zwarte en witte scholen zijn als de wijk waar de school is gevestigd als ijkpunt fungeert. Niet alle steden hanteren dezelfde criteria voor afspiegeling waardoor onderlinge vergelijking lastig is7. Dit leidt ertoe dat in Amsterdam ruim driekwart van de basisscholen een leerlingenpopulatie heeft die een afspiegeling is van de basisgeneratie terwijl in Rotterdam dit percentage een stuk lager ligt dan in Amsterdam (54% t.o.v. 77%), maar dat is uitsluitend een gevolg van het strengere criterium dat in Rotterdam werd gehanteerd voor het bepalen van wel of geen afspiegeling. Tussen de 70% en 75% van de Utrechtse basisscholen vormde de laatste jaren een afspiegeling van de buurt. Het effect van de sociale segregatie binnen de steden is dus aanzienlijk: in Amsterdam zit bijvoorbeeld slechts 14% van de leerlingen op een basisschool die ten opzichte van de wijk te zwart is (Broekhuizen et al, 2008). Veel scholen met een hoog percentage niet-westerse allochtone leerlingen zijn – binnen zekere marges – een afspiegeling van de sterk gekleurde samenstelling van de wijk waarin ze zijn gevestigd. Dat neemt de mogelijke bezwaren tegen deze scholen overigens niet weg; de eventuele nadelen van zwarte scholen zullen zich evengoed voordoen in zwarte scholen die een afspiegeling zijn van de wijk waarin ze staan (Herweijer 2008). Mogelijk zijn de nadelen van een zwarte school in een zwarte wijk zelfs groter. In een gemengde wijk kunnen meer gevarieerde buurtcontacten de nadelen van een eenzijdig samengestelde schoolpopulatie nog compenseren. Staat een zwarte school in een zwarte wijk, dan kan dat niet (Herweijer 2008).

6 7

Kinderen van 4 t/m 12 jaar, de leeftijd waarop kinderen op de basisschool zitten in Amsterdam plus/min 20%, in Rotterdam plus/min 10%, in Utrecht plus/min 15% ten opzichte van de wijk

14


2.3 Oorzaken segregatie Woonsegregatie De belangrijkste oorzaak van het ontstaan van zwarte scholen is de ruimtelijke- of woonsegregatie. Allochtonen zijn vooral geconcentreerd in bepaalde stadswijken. Daarom is het bijna onvermijdelijk dat de scholen in deze buurten 'zwart' zijn geworden (Nieuwenhuizen 2007). De etnische segregatie in het onderwijs is echter groter dan op grond van de ruimtelijke segregatie verklaard kan worden. Dit heeft te maken met een andere belangrijke factor voor het ontstaan van zwarte scholen: het verschijnsel van de witte vlucht. Veel autochtone ouders sturen hun kinderen niet meer naar scholen die 'zwart' zijn of dreigen te worden. Zodra scholen de grens naderen van dertig procent allochtone leerlingen, daalt het aantal aangemelde autochtone leerlingen vaak scherp. Beeldvorming over de kwaliteit van het onderwijs Over de oorzaken van de witte vlucht kan worden gezegd dat autochtone ouders voor witte scholen kiezen omdat ze denken dat er op zwarte scholen slecht onderwijs wordt geboden en leerlingen er daarom minder goed presteren (Nieuwenhuizen 2007). Uit onderzoek blijkt dat de kleur van de school voor ouders een doorslaggevende reden is om voor een bepaalde school te kiezen (Karsten et al, 2002). De religieuze factor blijkt dan veel minder belangrijk. De belangrijkste conclusies uit dit onderzoek van het SCO-Kohnstamm Instituut (Karsten et al 2002): 1. Ouders kiezen voor hun kind over het algemeen een school dicht in de buurt. 2. Als er meerdere mogelijkheden in de buurt zijn, dan speelt de etnische samenstelling van de school een belangrijke rol. 3. Door zowel autochtone als allochtone ouders worden de zwarte scholen in de buurt het minst geschikt voor het eigen kind gevonden 4. De witte scholen in de buurt worden het meest als geschikt beoordeeld. Vrije schoolkeuze De vrije schoolkeuze lijkt de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van witte en zwarte Een ‘tamelijk’ witte school


15

scholen. Vooral hoogopgeleide witte ouders gaan gerust een paar wijken verder om een witte school te vinden, als de buurtscholen naar hun oordeel te zwart zijn. Ook het SCP concludeert dat de segregatie in het onderwijs toeneemt door de vrijheid van ouders om zelf een school te kiezen (Herweijer en Vogels, 2004). Kozen ouders vroeger meestal voor een school binnen de eigen levensovertuiging, bijvoorbeeld een roomskatholieke of openbare school, nu beslissen zij steeds vaker aan de hand van sociaaleconomische factoren. Op die manier, concludeert het SCP, ontstaan scholen met veel kinderen van hoger opgeleide ouders en veel zogeheten zwarte scholen. Nijmegen denkt het ontstaan van zwarte en witte scholen tegen te kunnen gaan door een nieuwe aanmeldprocedure. In Nijmegen is er voortaan één centraal aanmeldpunt waar Nijmeegse ouders hun kinderen aanmelden voor de basisschool. Dat betekent dat ouders zich niet meer rechtstreeks bij de school van hun keuze aanmelden en vervalt het principe wie het eerst komt, het eerst maalt. De eerste ervaring van Nijmegen leert dat dit systeem de keuzevrijheid van ouders niet aantast. De meeste kinderen gaan naar de school van keuze van hun ouders. Toelatingsbeleid bijzondere scholen Tenslotte speelt het toelatingsbeleid van scholen in het bijzonder onderwijs8 een rol. Bijzondere scholen hebben het recht leerlingen te weigeren. Ze zouden van dit recht misbruik maken om allochtone leerlingen te weren. Openbare scholen hebben dit recht niet en dit stimuleert een concentratie van allochtone leerlingen in het openbaar onderwijs. Los daarvan kan een openbare school heel goed de eerste keus van (allochtone) ouders kunnen zijn. Inderdaad lijkt het toelatingsbeleid van bepaalde bijzondere scholen een rol te spelen. Deze werpen barrières op, die het moeilijk maken voor allochtone kinderen om op deze scholen te komen. Hierbij moet men denken aan hoge ouderbijdragen, wachtlijsten en de eis dat kinderen goed Nederlands spreken (Nieuwenhuizen 2007). Het bijzonder onderwijs heeft relatief veel witte scholen: 30 procent tegen 18 procent in het openbaar onderwijs (Agerbeek, 2002). Binnen het bijzonder onderwijs is er ook sprake van grote verschillen. Zo is 95 procent van de Vrije Scholen vrijwel geheel wit. De gereformeerde en reformatorische scholen volgen met 87 procent en het algemeen bijzonder onderwijs staat met 58 procent op de derde plaats. De protestants-christelijke zuil heeft 41 procent te witte scholen, de rooms-katholieke 29 procent. De kritiek op het religieus gebonden onderwijs dat zij allochtone leerlingen uitsluit blijkt dus niet altijd terecht. Vooral rooms-katholieke en protestants-christelijke scholen staan open voor allochtone leerlingen.

8

Alle niet openbare scholen, maar juist de scholen met een bepaalde specifieke visie. Het gaat erom een bepaalde levensbeschouwelijke, bijvoorbeeld godsdienstige, maatschappelijke of onderwijskundige visie te kunnen vormgeven. Het bijzonder onderwijs kan dus onderverdeeld worden in confessioneel bijzonder onderwijs en algemeen bijzonder onderwijs.

16


3. Demografische achtergrond In Amersfoort zijn er op 1 januari 2010 3.500 niet westerse kinderen van 4 t/m 12 jaar. Tien jaar geleden waren dat er nog 2.740. Dit betekent dat 19% van de kinderen van 4 t/m 12 jaar de basisgeneratie - niet westers is. Binnen de stad zijn er grote verschillen in aandeel allochtone kinderen: vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de rest van de stad. In deze wijken zijn allochtone kinderen ruim in de meerderheid. In Schuilenburg is het aandeel allochtone kinderen het grootst: twee van de drie kinderen is allochtoon. in Amersfoort neemt de basisgeneratie de komende twintig jaar met ongeveer 12% af. Het aantal allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Dit heeft te maken met het ontstaan van een zogenaamde derde generatie allochtonen. Deze derde generatie, waarvan beide ouders in Nederland geboren zijn, noemen we niet meer allochtoon maar autochtoon.

3.1 Inleiding Het is van belang om de segregatie in het basisonderwijs in Amersfoort in een breder verband te plaatsen en te kijken welke demografische ontwikkelingen de laatste tien jaar hebben plaatsgevonden.

3.2 Ontwikkeling basisgeneratie Het gaat hier om het aantal en aandeel niet westerse allochtone kinderen in de basisschoolleeftijd. Wat opvalt in tabel 1, is dat het aandeel niet-westerse kinderen in de basisgeneratie (19%) een stuk hoger ligt dan onder het aandeel niet westerse inwoners in alle leeftijden (14%). Kijken we naar de ontwikkeling van de afgelopen tien jaar van het aandeel niet-westerse kinderen in de totale basisgeneratie dan zien we een afwisseling van lichte groei en afname. Terwijl het aantal en aandeel niet-westerse inwoners in alle leeftijdscategorieën steeds blijft toenemen, is dat dus onder de basisgeneratie niet het geval. Het aandeel autochtone kinderen schommelt zo rond de 75% en het percentage kinderen uit overige westerse landen9 blijft stabiel op ruim 6%. In het vervolg van dit rapport gebruiken we niet meer deze driedeling van Nederland (autochtonen), overig westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen. We hanteren een

9

Het gaat daarbij om geboortelanden in Europa (inclusief landen die behoorden tot de voormalige Sovjet-Unie) en Noord-Amerika plus Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Indonesië inclusief voormalig Nederlands-Indië.


17

Tabel 1: kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar op 1 januari in Amersfoort naar etniciteit jaar absolute aantallen 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 relatieve percentages 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010

Nederland

overige westerse landen

niet westerse landen

Totaal

niet-westers alle leeftijden

11.025 11.242 11.580 11.892 12.220 12.561 12.908 13.147 13.327 13.493 13.571

948 979 982 992 1.022 1.021 1.031 1.074 1.082 1.098 1.148

2.740 2.844 2.921 2.984 3.040 3.139 3.243 3.225 3.326 3.435 3.502

14.713 15.065 15.483 15.868 16.282 16.721 17.182 17.446 17.735 18.026 18.221

14.366 15.255 16.063 16.635 17.332 18.051 18.469 18.751 19.355 19.920 20.328

74,9 74,6 74,8 74,9 75,1 75,1 75,1 75,4 75,1 74,9 74,5

6,4 6,5 6,3 6,3 6,3 6,1 6,0 6,2 6,1 6,1 6,3

18,6 18,9 18,9 18,8 18,7 18,8 18,9 18,5 18,8 19,1 19,2

100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100

11,4 11,9 12,4 12,7 13,0 13,4 13,5 13,5 13,7 13,9 14,0

Bron: GBA 1 januari 2000-2010

tweedeling en spreken vanaf nu over autochtonen (Nederland plus overige westerse allochtonen samen) en allochtonen (niet westerse allochtonen).

18


Tabel 2: allochtone kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar per wijk 2000 en 2010

Stadskern Zonnehof Soesterkwartier Bosgebied De Koppel De Kruiskamp Schothorst Zuid Schothorst Noord Liendert Rustenburg Schuilenburg Randenbroek Vermeerkwartier Leusderkwartier De Berg Zuid De Berg Noord Hoogland Zielhorst Kattenbroek Nieuwland Hooglanderveen Vathorst-De Velden Vathorst-Centrum Vathorst-De Laak Amersfoort

aantal niet-westerse kinderen 2000 2010 groei 19 27 8 134 180 46 38 38 0 129 140 11 371 371 0 78 108 30 80 110 30 430 492 62 41 104 63 213 297 84 310 280 -30 128 121 -7 75 74 -1 51 82 31 11 22 11 68 67 -1 117 134 17 195 191 -4 240 301 61 26 191 190 0 100 100 0 41 41 2.740

3.502

762

% niet-westerse kinderen 2000 2010 groei 11,2 11,9 0,7 26,9 4,7 -22,3 12,3 16,9 4,5 56,7 67,9 11,1 55,1 55,6 0,4 66,6 59,6 -7,0 18,1 23,0 4,9 6,5 14,7 8,2 58,1 63,2 5,0 13,1 36,4 23,3 58,4 66,0 7,6 43,3 40,3 -3,0 20,2 15,6 -4,6 12,6 11,4 -1,2 7,2 10,8 3,6 3,5 4,3 0,8 4,9 5,2 0,3 8,0 11,8 3,8 11,6 11,2 -0,4 15,0 11,0 -4,0 1,9 6,0 4,1 3,7 14,9 11,2 16,6 16,6 9,1 9,1 18,6

19,2

% niet-westers tot. pop. 2010 8,6 5,5 10,3 20,3 31,1 37,7 14,7 9,7 37,5 14,8 38,5 23,2 10,8 8,6 7,0 2,9 3,8 9,8 9,9 11,3 4,2 13,7 13,8 9,7

0,6

14,0

Bron: GBA 1 januari 2000 en 2010 Veel hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Lager dan het gemiddelde van Amersfoort. Veel lager dan het gemiddelde van Amersfoort Leesvoorbeeld: In de wijk Schuilenburg is het aantal allochtone basisschoolkinderen gegroeid met 84 kinderen van 213 naar 297. Deze 297 kinderen vormen 66 procent van het totaal aantal kinderen van 4 t/m 12 jaar in deze wijk, in 2000 was dit nog 58 procent. Een groei van het aandeel met bijna 8 procent. Voor heel Amersfoort bedroeg de groei slechts 0,6% tot een aandeel van 19,2% in 2010.

In tabel 2 en figuur 1 is te zien dat er grote verschillen zijn in het aandeel allochtone kinderen tussen de wijken. Het aandeel allochtonen in de totale populatie (laatste kolom tabel 2) laat de verschillen zien tussen de wijken. In de basisgeneratie is dat verschil nog een stuk groter (5e kolom tabel 2). Vooral in een groot deel van de aandachtswijken (Koppel, Kruiskamp, Liendert, Schuilenburg en Randenbroek) is het aandeel allochtone kinderen veel hoger dan in de wijken in het centrum, zuiden en noorden van de stad (Binnenstad, Bergkwartier, Leusderkwartier, Zielhorst, Kattenbroek, Nieuwland, Hoogland en Hooglanderveen). In een aantal aandachtswijken zijn de allochtone kinderen ruim in de meerderheid met als koploper Schuilenburg waar twee van de drie kinderen allochtoon is. In het merendeel van de wijken is het aandeel allochtone kinderen de afgelopen tien jaar toegenomen. In een aantal wijken is het aandeel afgenomen zoals in Kruiskamp, Randenbroek, Vermeerkwartier en Nieuwland (Nieuwland is in absolute zin wel gestegen).


19

Figuur 1: % allochtone kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar per wijk 2000 en 2010 13. Schui l enburg 10. Li endert 07. De Krui s kamp 06. De Koppel 14. Ra ndenbroek 11. Rus tenburg 08. Schothorst Zuid 03. Soes terkwartier 29. Va thors t-Centrum 15. Vermeerkwartier 28. Va thors t-De Velden 09. Schothorst Noord 01. Stads kern 20. Zi el horst 16. Leus derkwartier 21. Kattenbroek 24. Ni euwland 17. De Berg Zui d 31. Va thors t-De Laak 26. Hoogl anderveen 19. Hoogl and 02. Zonnehof 18. De Berg Noord 0

10

20

30

2010

2000

40

50

60

70

Bron: GBA 1 januari 2000 en 2010 Zonnehof laat een ‘vreemde’ daling zien, maar dat heeft vooral te maken met het gegeven dat er heel weinig kinderen van 4 t/m 12 jaar wonen.

Rest de vraag om welke etnische groepen het gaat bij de allochtone kinderen. De grootste groepen zijn de kinderen van Turkse en Marokkaanse afkomst op enige afstand gevolgd door kinderen van Antilliaanse/Arubaanse en Surinaamse afkomst. Deze laatste twee groepen groeien de laatste tien jaar niet of minder dan gemiddeld. Het aantal kinderen van Marokkaanse en Chinese afkomst groeit het sterkst (zie tabel 3).

20


Tabel 3: top tien niet westerse landen onder kinderen van 4 t/m 12 jaar etnische groep

2000

2010

index (2000=100)

884 604 253 201 95 79 58 38 105 41

1027 866 230 221 115 88 71 68 54 46

116 143 91 110 121 111 122 179 51 112

2.740 14.713

3.502 18.221

128 124

Turkije Marokko Ned. Antillen / Aruba Suriname Irak Iran Afghanistan China Somalië Zuidafrika

Totaal niet-westers 4-12 jaar Totaal alle 4-12 jaar

Bron: GBA 1 januari 2000-2010 Veel hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Hoger dan het gemiddelde van Amersfoort. Lager dan het gemiddelde van Amersfoort. Veel lager dan het gemiddelde van Amersfoort

3.3 Prognose basisgeneratie Hoe ziet de jeugd die naar de basisschool gaat er in de toekomst uit? Neemt het aantal kinderen in de basisgeneratie verder toe de komende twintig jaar en welk aandeel nemen de allochtone kinderen hierbij in? De basisgeneratie neemt de komende twintig jaar met 12% af van 18.200 in 2010 naar 16.000 kinderen van 4 t/m 12 jaar in 2030 (tabel 4). Het aantal allochtone kinderen halveert bijna in deze periode en maakt in 2030 nog maar 12% uit van de basisgeneratie tegenover 19% nu. Hoe kan dit? Het antwoord is simpel: de allochtone kinderen zijn in de toekomst voor een belangrijk deel niet meer in de cijfers zichtbaar. Wanneer een kind twee allochtone in Nederland geboren ouders heeft (ouders dus van de tweede generatie wordt hij of zij tot de autochtone Nederlanders gerekend. We spreken in dit geval over de derde generatie allochtonen. De vraag is of je deze derde generatie überhaupt wel moet onderscheiden, omdat ze misschien zodanig geïntegreerd zijn dat er geen sprake meer is van een achterstandspositie? Dit is wellicht een aandachtspunt voor toekomstig onderzoek.


21

Tabel 4: prognose kinderen basisschoolleeftijd 4 t/m 12 jaar10 jaar

absolute aantallen 2010 2015 2020 2025 2030 relatieve percentages 2010 2015 2020 2025 2030 index (2010=100) 2010 2015 2020 2025 2030

Nederland

overige westerse landen

niet westerse landen

Totaal

niet-westers alle leeftijden

13.571 14.162 13.485 12.905 12.754

1.148 1.245 1.263 1.303 1.341

3.502 3.313 2.484 2.129 1.950

18.221 18.720 17.231 16.337 16.045

20.328 21.858 23.503 25.273 27.175

74,5 75,7 78,3 79,0 79,5

6,3 6,7 7,3 8,0 8,4

19,2 17,7 14,4 13,0 12,2

100 100 100 100 100

14,0 14,2 14,4 14,5 14,7

100 104 99 95 94

100 108 110 113 117

100 95 71 61 56

100 103 95 90 88

100 108 116 124 134

Bron: GBA 1 januari 2010 en etnische prognose CBS 2009

10

In september 2010 verschijnt er een eigen O&S prognose met daarin ook een etnische prognose. Mogelijk wijken deze cijfers af van bovenstaande prognose.

22


4. Segregatie in het Amersfoortse basisonderwijs In Amersfoort zijn er relatief weinig zwarte scholen: van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 14% zwart, 68% wit en 18% gemengd. De witte scholen zijn dus ruim in de meerderheid. Vergelijken we de schoolpopulatie met de kinderen in de omgeving van de school dan blijkt het merendeel van de basisscholen een afspiegeling van de omgeving te zijn en zijn er nauwelijks te witte scholen. De zogenaamde witte scholen in Amersfoort zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. Bij zwarte scholen ligt dat anders, die zijn merendeels te zwart wanneer je ze met de omgeving vergelijkt.

4.1 Inleiding De segregatie in het basisonderwijs brengen we in kaart door in eerste instantie de etniciteit van de leerlingen te bekijken. Vervolgens vergelijken we de etniciteit van de leerlingen met de etniciteit van de kinderen in de buurt van de school. Segregatie onderzoeken we hier dus op de volgende manieren: - zwarte en witte scholen: het aandeel allochtone leerlingen. Dit levert op het aantal witte (0%-20% allochtone kinderen), gemengde (20%-50% allochtone kinderen) en zwarte scholen (50% of meer allochtone kinderen) op. - te zwarte en te witte scholen: het aandeel allochtone leerlingen in vergelijking met de wijk waarin de school ligt en in vergelijking met het voedingsgebied van 750 meter. Dit levert op het aantal te witte scholen (20 procent minder allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied), te zwarte scholen (20 procent meer allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied) en afspiegelingsscholen (niet meer of minder dan 20 procent allochtone kinderen dan de wijk of het voedingsgebied). Tenslotte kijken we nog iets verder, namelijk niet alleen hoeveel scholen (te) zwart of (te) wit zijn, maar ook om hoeveel leerlingen het nu eigenlijk gaat.

4.2 Zwarte en witte scholen Van de 56 scholen met 50 of meer kinderen zijn er 8 zwart, 38 wit en 10 gemengd (tabel 5). Dit betekent dat er 14% zwarte scholen zijn, 18% gemengde scholen en een ruime meerderheid van 68% zijn witte scholen. Dit betekent dat er relatief weinig zwarte scholen zijn wanneer we het vergelijken met de vier grote steden die met een veel hogere grens van 80% allochtone leerlingen toch nog op gemiddeld 33% zwarte scholen uitkomen (Amsterdam en Rotterdam 38% en Utrecht 18%; Herweijer 2008).


23

Tabel 5: zwarte en witte basisscholen in Amersfoort aantal scholen percentage

wit 38 68

gemengd 10 18

zwart 8 14

Totaal 56 100

Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 wit 0-20 procent gemengd 20-50 procent zwart 50 procent of meer

4.3 Te zwarte en te witte scholen Kijken we naar of een school te zwart of te wit is in vergelijking met de kinderen die in de buurt of wijk rondom de school wonen, dan ontstaat het volgende beeld (tabel 6). Tabel 6: te zwarte en te witte basisscholen in Amersfoort verschil 20 % met wijk

verschil 20% met voedingsgebied 750m

te wit 1 2%

afspiegeling 48 86%

te zwart 7 13%

Totaal 56 100%

3 5%

46 82%

7 13%

56 100%

Bron: LLA / GBA 1 januari 2010

Nu is nog 5% of minder te wit en zijn ruim 8 van 10 scholen een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied. Een op de acht scholen is te zwart, waaronder de Bilalschool. Het merendeel van de basisscholen in Amersfoort is een afspiegeling van de omgeving en er zijn nauwelijks te witte scholen.

4.4 Zwart-wit en te zwart - te wit Vergelijken we de twee manieren om segregatie te meten dan blijkt dat de witte scholen voor het merendeel bestaan uit afspiegelingsscholen (92%) en dat drie (8%) hiervan te wit zijn. De gemengde scholen zijn afspiegelingsscholen. De zwarte scholen zijn op een na (12,5%=afspiegeling) te zwart (87,5%) (tabel 7).

Tabel 7: aantal zwarte en witte scholen en te zwarte of te witte scholen witte school gemengde school zwarte school Totaal

te wit 3 0 0

afspiegeling 35 10 1

te zwart 0 0 7

Totaal 38 10 8

3

46

7

56


24


Wat je hier feitelijk ziet is dat wat volgens de ‘oude methode’ ( zwart of wit in plaats van te zwart of te wit) een probleem (veel witte scholen) zou kunnen zijn, dat eigenlijk niet is. Er zijn veel witte scholen in Amersfoort maar deze witte scholen zijn bijna allemaal een afspiegeling van hun omgeving. De zwarte scholen zijn merendeels te zwart.

4.5 Hoeveel kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen In het voorafgaande is alleen gekeken naar de aantallen (te) zwarte en (te) witte scholen. Het is ook interessant om te zien om hoeveel kinderen het nu eigenlijk gaat. Tabel 8: kinderen op (te) zwarte en (te) witte scholen zwart of wit scholen

wit 38 68

gemengd 10 18

zwart 8 14

Totaal 56 100,0

12.397 77

2.186 14

1.424 9

16.007 100

326

219

178

286

te wit 1 2

afspiegeling 48 86

te zwart 7 13

Totaal 56 100

kinderen

310 2

14.605 91

1.092 7

16.007 100

gem. aantal kinderen per school

310

304

156

286

te wit 3 5

afspiegeling 46 82

te zwart 7 13

Totaal 56 100

kinderen

794 5

14.028 88

1.185 7

16.007 100

gem. aantal kinderen per school

265

305

169

286

kinderen

gem. aantal kinderen per school te zwart of te wit i.v.m. de wijk scholen

te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied scholen


Van de 16 duizend Amersfoortse basisschoolleerlingen gaan er 12,4 duizend naar een witte school, 2.200 naar een gemengde school en 1.400 naar een zwarte school (tabel 8). Het percentage kinderen dat naar een witte school gaat is hoger dan het percentage witte scholen. Omgekeerd is het percentage kinderen dat naar een zwarte school gaat lager dan het percentage zwarte scholen. De reden hiervoor is dat er gemiddeld meer kinderen op een witte (326) dan een zwarte school (178) zitten. Hetzelfde geldt (in iets mindere mate) ook voor te witte en te zwarte scholen. Conclusie hieruit is dat waar we al eerder constateerden dat er weinig te zwarte en te witte scholen zijn, dit zeker geldt voor het aantal leerlingen dat naar deze scholen gaat. Een op de acht scholen is te zwart (12,5%), maar slechts een op de veertien leerlingen (7%) zit op een te zwarte school. Ongeveer acht van de tien scholen zijn een afspiegeling van de omgeving, maar negen van de tien leerlingen zit op een afspiegelingsschool.


25

26


5. Achtergrond zwarte en witte scholen De meeste zwarte scholen vinden we in het openbaar onderwijs, verder in een enkele Protestants Christelijke school en vanzelfsprekend de Islamitische Bilal school. De Protestants Christelijke en Katholieke scholen zijn vooral wit, net als de Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere scholen. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Gereformeerde school (de Regenboog) en een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade). (Te) zwarte scholen vinden we vooral in de aandachtswijken. In alle andere wijken zijn de scholen over het algemeen een afspiegeling van de wijk.

5.1 Inleiding In dit hoofdstuk kijken we naar de achtergrond van de scholen en van de segregatie. We onderzoeken of er een verband is met de richting of denominatie11. En is er een verband tussen (te) zwarte of (te) witte scholen en de locatie in de stad?

5.2 Denominatie en segregatie Heeft de richting van een school invloed op het aantal allochtone leerlingen? Het antwoord hierop lijkt voor de hand te liggen, maar we willen het toch zeker weten. De meeste zwarte scholen vinden we bij het openbaar onderwijs (5 of bijna 30%). De enige Islamitische school is zwart en 14 procent van de Protestants-christelijke scholen is zwart (tabel 9). De witte scholen komen veel voor bij Protestants-christelijke en Katholieke scholen. Verder zijn alle Gereformeerde of Reformatorische scholen en Neutraal-Bijzondere (zoals Vrije School) scholen wit. Te zwarte scholen vinden we vooral bij het openbaar onderwijs en een Protestants Christelijke school (Prins Willem Alexanderschool locatie Randenbroek). Van de 17 openbare scholen zijn er vijf te zwart, bijna een op de drie. De Bilalschool is volgens de hier gestelde criteria ook te zwart, maar gezien de denominatie is dat vanzelfsprekend. Te witte scholen zijn een Neutraal-Bijzondere school (Vrije school), een Katholieke school (de Tafelronde locatie Schimmelpenninckade) en een Gereformeerde school12 (de Regenboog). Voor de Regenboog geldt hetzelfde als voor de Bilalschool, dat de kleur van de school samenhangt met de denominatie. 11

Scholen kunnen hun school inrichten naar een levensbeschouwelijke visie zoals: openbaar, algemeen bijzonder, katholiek, protestants-christelijk en overig. 12 Ook hier zou je net als bij het Islamitisch onderwijs kunnen zeggen dat deze school per definitie altijd (te) wit is, omdat er juist weinig of geen allochtone kinderen dit soort onderwijs volgen.


27

Voor een complete lijst met (te) zwarte, afspiegeling en (te) witte scholen verwijzen we naar de bijlage. Tabel 9: (te) zwarte en (te) witte scholen en denominatie zwart of wit Gereformeerd/Reformatorisch Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Protestants Christelijk Rooms Katholiek Totaal te zwart of te wit i.v.m. de wijk Gereformeerd/Reformatorisch Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Protestants Christelijk Rooms Katholiek Totaal te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied. Geref./Reform. Islamitisch Neutraal-Bijzonder Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Totaal

aantallen scholen wit gemengd 3 0 0 0 4 0 6 6 11 1 14 3

zwart 0 1 0 5 2 0

Totaal 3 1 4 17 14 17

8

56

aantallen scholen te wit afspiegeling te zwart 0 3 0 0 0 1 1 3 0 0 12 5 0 13 1 0 17 0

Totaal 3 1 4 17 14 17

38

1

10

7

56

aantallen scholen te wit afspiegeling te zwart 1 2 0 0 0 1 1 3 0 0 12 5 0 13 1 1 16 0

Totaal 3 1 4 17 14 17

3

48

46

7

56

% scholen wit 100 0 100 35 79 82

gemengd 0 0 0 35 7 18

zwart 0 100 0 29 14 0

Totaal 100 100 100 100 100 100

18

14

100

% scholen te wit afspiegeling te zwart 0 100 0 0 0 100 25 75 0 0 71 29 0 93 7 0 100 0

Totaal 100 100 100 100 100 100

68

2

13

100

% scholen te wit afspiegeling te zwart 33 67 0 0 0 100 25 75 0 0 71 29 0 93 7 6 94 0

Totaal 100 100 100 100 100 100

5

86

82

13


5.3 Locatie in de stad en segregatie In welke delen van de stad vinden we de meeste (te) zwarte en (te) witte scholen?

28


100

Tabel 10: zwarte en witte scholen en stadsdelen stadsdelen Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort

aantallen scholen wit gemengd 1 0 8 0 4 4 19 4 6 2 38

10

zwart 0 1 7 0 0

Totaal 1 9 15 23 8

8

56

% scholen wit 100 89 27 83 75 68

gemengd 0 0 27 17 25

zwart 0 11 47 0 0

Totaal 100 100 100 100 100

18

14

100

Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Binnenstad= Stadskern en Zonnehof; Amersfoort-Zuid=Berg-, Vermeer- en Leusderkwartier; Aandachtswijken=Soesterkwartier,Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Schuilenburg en Randenbroek; Amersfoort Noord= Schothorst, Hoogland, Zielhorst Kattenbroek en Nieuwland

De zwarte scholen vinden we in de aandachtswijken en een in Amersfoort Zuid (Bilalschool). n Amersfoort Zuid zijn verder alle basis scholen wit. Ook in Amersfoort Noord, Vathorst en Hooglanderveen zijn de basisscholen overwegend wit (tabel 10). Tabel 11: te zwarte en te witte scholen en stadsdelen te zwart of te wit i.v.m. wijk Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort te zwart of te wit i.v.m. voedingsgebied Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort

aantallen scholen te wit afspiegeling 0 1 0 8 1 9 0 22 0 8

te zwart 0 1 5 1 0

Totaal 1 9 15 23 8

48

7

56

aantallen scholen te wit afspiegeling 1 0 0 8 1 8 1 22 0 8

te zwart 0 1 6 0 0

Totaal 1 9 15 23 8

7

56

1

3

46

% scholen te wit 0 0 7 0 0 2 % scholen te wit 100 0 7 4 0 5

afspiegeling 100 89 60 96 100

te zwart 0 11 33 4 0

Totaal 100 100 100 100 100

86

13

100

afspiegeling 0 89 53 96 100

te zwart 0 11 40 0 0

Totaal 100 100 100 100 100

82

13

100

Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Binnenstad= Stadskern en Zonnehof; Amersfoort-Zuid=Berg-, Vermeer- en Leusderkwartier; Aandachtswijken=Soesterkwartier,Koppel, Kruiskamp, Liendert, Rustenburg, Schuilenburg en Randenbroek; Amersfoort Noord= Schothorst, Hoogland, Zielhorst Kattenbroek en Nieuwland

Te zwarte scholen (tabel 11) komen we vooral tegen in de aandachtswijken (5 of 6, 33% of 40%), maar ook een in Amersfoort Zuid (Bilalschool) en een in Amersfoort Noord (de Zevensprong). Te witte scholen zijn er nauwelijks maar ook een in de aandachtswijken (Vrije school), een in Amersfoort Noord (de Regenboog) en een in de Binnenstad (de Tafelronde). In alle wijken behalve in de aandachtswijken overheersen in sterke mate de scholen die een afspiegeling zijn van de wijk.


29

30


6. Witte vlucht en voedingsgebieden van scholen Twee van de drie kinderen in Amersfoort gaat in de directe omgeving naar de basisschool. Er zijn wel verschillen: kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Kinderen in Amersfoort Noord gaan juist meer in de omgeving naar school. De volgende bevindingen zijn een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de wijk of het voedingsgebied naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school of witte vlucht: - op witte scholen komen kinderen vaker uit een andere wijk dan op zwarte scholen. - autochtone kinderen gaan vaker dan allochtone kinderen buiten een straal van 750 meter naar school. - autochtone leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen, gaan juist vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school. - vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen dat buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt.

6.1 Inleiding Waar komen de kinderen vandaan die in een bepaalde wijk naar school gaan? Zijn er aanwijzingen voor de zogenaamde witte vlucht?

6.2 Voedingsgebieden Gemiddeld bestaat de leerling-populatie van Amersfoortse basisscholen voor 61% uit scholieren die uit de wijk komen en 39% die van buiten de wijk komen. Kijken we naar het voedingsgebied van 750 meter dan komt 65% uit een straal van 750 meter rond de school en 35% van buiten die straal. Wat is het voedingsgebied van een school, m.a.w. waar komen de kinderen vandaan die op een school in een bepaalde wijk onderwijs volgen? We kijken hierbij zowel naar de wijk als voedingsgebied en ook naar een gebied van 750 meter rond de school (tabel 12). Op scholen in Amersfoort Zuid en Vathorst/Hooglanderveen gaan meer kinderen buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen. Op scholen uit Amersfoort Noord en de aandachtswijken gaan juist minder kinderen buiten de wijk en voedingsgebied naar school. De binnenstad laat een dubbel beeld zien, namelijk een groot deel buiten de wijk naar school en juist een klein deel buiten het voedingsgebied. Maar dit heeft alles te maken met dat er maar een basisschool in de binnenstad zit, die bovendien aan de rand van de wijk ligt.


31

Tabel 12: kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied 750m naar school gaan gemeten naar stadsdeel waarin school ligt en aandeel allochtone kinderen 4-12 jaar per stadsdeel stadsdeel school Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort

aantal leerlingen buiten wijk buiten 750 m 151 61 1.639 1.482 952 904 1.979 2.088 1.489 1.147 6.211

5.683

% leerlingen buiten wijk buiten 750 m 66,2 26,8 58,8 53,1 32,7 31,0 26,9 28,3 54,5 42,0 38,7

35,4

% allochtone kinderen 10,8 11,1 44,9 11,3 12,9 19,2


Wanneer we vanuit het perspectief van het kind kijken dan luidt de vraag als volgt: wat is het voedingsgebied van de kinderen, met andere woorden waar gaan de kinderen op school die in een bepaalde wijk wonen? Tabel 13: kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied 750m naar school gaan gemeten naar stadsdeel waarin leerling woont en aandeel allochtone kinderen van 4-12 jaar stadsdeel leerling Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen Amersfoort

aantal leerlingen buiten wijk buiten 750 m 159 127 1.186 1.127 1.626 1.362 1.762 1.937 1.338 996 6.199

5.671

% leerlingen buiten wijk buiten 750 m 67,4 53,8 50,8 48,2 45,3 38,0 24,6 27,1 51,8 38,6 38,7

35,4

% allochtone kinderen 10,8 11,1 44,9 11,3 12,9 19,2


Kinderen uit Amersfoort Zuid gaan meer buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan in de andere stadsdelen (tabel 13). Dit geldt ook voor kinderen uit Vathorst/Hooglanderveen, maar alleen als je kijkt naar de wijk als voedingsgebied. Kinderen uit Amersfoort Noord gaan relatief weinig buiten de wijk en voedingsgebied naar school. In de Binnenstad gaat de meerderheid van de kinderen buiten de wijk naar school, maar zoals boven al genoemd heeft dit te maken met het feit dat er maar een basisschool is die ook nog eens aan de rand van de wijk ligt. Heeft het aandeel allochtone leerlingen op een school nog invloed op de vraag of kinderen vaker uit een andere buurt of wijk komen? Uit figuur 2 blijkt dat op zwarte scholen minder kinderen buiten het voedingsgebied van 750 meter naar school gaan dan op andere scholen. Gemiddeld is de afstand die kinderen op witte scholen tussen thuis en school afleggen 816 meter, op gemengde scholen 809 meter en op zwarte scholen 778 meter. Witte en gemengde scholen trekken dus vaker kinderen van grotere afstand aan dan zwarte scholen. Dit zou een indicatie voor witte vlucht kunnen zijn.

32


Figuur 2: aandeel kinderen dat buiten de wijk of 750 meter naar school gaat 0

10

20

30

40

50

60

witte school

gemengde school

zwarte school

wijk

750 meter

Bron:n: LLA / GBA 1 januari 2010

Is er verschil in waar allochtone of autochtone kinderen naar school gaan? Allochtone kinderen blijken minder vaak buiten een straal van 750 meter naar school te gaan (tabel 14).

Tabel 14: percentage kinderen die buiten de wijk / voedingsgebied naar school gaan naar etnische achtergrond wijk 38 43 40

750 m 36 38 31

Turkse kinderen Marokkaanse kinderen Surinaamse kinderen Antilliaanse/Arubaanse kinderen ov. niet westerse landenkinderen

41 40 48 44 37

30 29 41 32 33

Totaal

39

35

Nederlandse kinderen overige westerse kinderen niet westerse kinderen

bron: LLA / GBA 1 januari 2010

Binnen de groep allochtonen zijn het de Surinaamse kinderen die vaker buiten de wijk of voedingsgebied van 750 meter naar school gaan, vaker zelfs dan autochtone kinderen.

6.3 Kiezen voor witte(re) school buiten de buurt? Gaan kinderen uit zwarte buurten vaker in een andere buurt naar school dan in witte wijken? Witte wijken zijn in dit geval wijken met minder dan 35% allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar en zwarte wijken zijn wijken met meer dan 35% allochtone kinderen. In de praktijk zijn zwarte wijken de aandachtswijken met uitzondering van het Soesterkwartier maar inclusief het Bosgebied.


33

Tabel 15: kinderen die buiten de wijk /voedingsgebied naar school gaan naar etniciteit % leerlingen buiten wijk buiten 750 m alle leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk

36 53

35 40

autochtone leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk

36 65

35 47

allochtone leerlingen 'wittere' wijk 'zwartere' wijk

37 43

29 33


Leerlingen uit ‘zwartere’ wijken gaan vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school dan leerlingen in ‘wittere’ wijken (tabel 15). Kijken we alleen naar autochtone leerlingen dan blijkt dat leerlingen die in ‘zwartere’ wijken wonen vaker buiten de wijk en voedingsgebied naar school gaan. Dit is een indicatie dat autochtone leerlingen buiten de buurt naar een witte school gaan en daarmee een indicatie voor kiezen voor een witte(re) school. Bij allochtone leerlingen zien we ook maar in mindere mate dat ze in een ‘zwartere’ wijk buiten de wijk of voedingsgebied naar school gaan. Het zou kunnen dat er ook onder allochtone leerlingen sprake is van een bewuste keuze voor een witte(re) school of voor de islamitische school. Waar gaan kinderen die buiten de wijk en ook buiten het voedingsgebied van 750 meter naar school gaan naar toe?

Tabel 16: kinderen die buiten de wijk en voedingsgebied naar school gaan stadsdeel leerling\school Binnenstad Amersfoort Zuid Aandachtswijken Amersfoort Noord Vathorst/Hooglanderveen

Binnenstad 1 1 3 1 0

Amersfoort

1

A Zuid Aandachtsw. 54 25 77 15 34 34 5 9 2 3 28

16

A. Noord 19 7 28 66 11

Vat/Hlv 1 0 1 19 85

Totaal 100 100 100 100 100

Totaal abs. 123 882 1.176 1.302 833

32

22

100

4.316

Bron: LLA / GBA 1 januari 2010 Leesvoorbeeld: van de 1.176 kinderen uit de aandachtswijken gaat maar 34% ook in diezelfde wijken naar school, 34% gaat in Amersfoort Zuid naar school en 28% in Amersfoort Noord.

Vooral in de aandachtswijken zien we dat een groot deel van de leerlingen dat buiten een straal van 750 meter en buiten de eigen wijk naar school gaat, in een ander deel van de stad een school bezoekt (tabel 16). Ze gaan dan vooral naar scholen in Amersfoort Zuid en Amersfoort Noord. Ook dit kan wijzen op een witte vlucht uit de aandachtswijken met veel (te) zwarte scholen.

34


Literatuur: - Agerbeek, M. (2002) Zwarte scholen. Uit: Trouw – 23 mei 2002 - Agerbeek, M. (2005) Zwarte scholen. Uit: Trouw – 15 augustus 2005 - Bik, M. en Lith, H. van (2003). Segregatie in het Rotterdams onderwijs. Centrum voor Onderzoek en Statistiek Rotterdam(COS) - Broekhuizen, J., Janssen, M. en Slot, J. (2008). Segregatie in het Amsterdamse basisonderwijs. Dienst Onderzoek en Statistiek gemeente Amsterdam. - Hilhorst, E (2004). Keuze voor een basisschool. Onderzoek en Statistiek gemeente Amersfoort. - Herweijer, L. en R. Vogels (2004). Ouders over opvoeding en onderwijs. Den Haag: SCP. - Herweijer, L. (2008). Segregatie in het basis- en voortgezet onderwijs, P. Schnabel, R. Bijl en J. de Hart, Betrekkelijke betrokkenheid, Studies in sociale cohesie, Sociaal en Cultureel Rapport 2008, Den Haag: SCP, p. 206-233. - Karsten, S.. et al. (2002). Schoolkeuze in een multi-etnische samenleving. Amsterdam: SCO-Kohnstamm-Instituut. - Nieuwenhuizen, E. (2007). Segregatie in het onderwijs – Factsheet. www.art1.nl>dossiers>onderwijs.


35

Bijlage1: scholenlijst zwart-wit Locatienaam Amersfoortse Schoolvereniging Atlantis Bilalschool Caeciliaschool Daltonschool De Gondelier De Achtbaan De Albatros De Aloysiusschool De Berkenschool De Bieshaar De Biezen De Bolster De Border De Breede Hei De Drieslag De Dubbelster De Horizon De Kameleon De Kinderhof De Kosmos De Kubus "loc Noordewierweg" De Kubus "loc Spaarnestraat" De Langenoord De Magneet, loc. Dollardstraat De Magneet, loc. Maasstraat De Malelande De Marke De Meander De Regenboog De Tafelronde (loc. Koning Karelpad) De Tafelronde (loc.Schimmelpenninckkade) De Vlindervallei (loc. Van Galenstraat) De Vuurvogel De Weesboom De Wegwijzer De Wiekslag (loc. Pelikaanstraat) De Wiekslag (loc. Trekvogelweg) De Windroos De Wingerd De Wonderboom De Zevensprong De Zonnewijzer DOK12 Gabrie Mehenschool Het Zwaluwnest Johannes Calvijnschool


Bestuursvorm Neutraal-Bijzonder Openbaar Islamitisch Rooms Katholiek Openbaar Openbaar Openbaar Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Rooms Katholiek Neutraal-Bijzonder Rooms Katholiek Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Openbaar Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Geref./Reform. Rooms Katholiek Rooms Katholiek Openbaar Prot. Christelijk Openbaar Prot. Christelijk Openbaar Openbaar Prot. Christelijk Prot. Christelijk Prot. Christelijk Openbaar Prot. Christelijk Rooms Katholiek Prot. Christelijk Geref./Reform. Geref./Reform.

witte school gemengde school zwarte school gemengde school gemengde school witte school zwarte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school witte school gemengde school witte school witte school witte school witte school gemengde school gemengde school witte school witte school witte school witte school gemengde school witte school zwarte school witte school gemengde school gemengde school zwarte school zwarte school zwarte school witte school witte school gemengde school witte school witte school witte school witte school witte school

i.v.m. wijk afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling

te zwart - te wit i.v.m. 750 m afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te wit afspiegeling te wit te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling

37

Joost van den Vondel Kon-Tiki Pr. Willem Alexander Locatie Beekenstein Pr. Willem Alexander Locatie Randenbroek Pallas Athene School op de Berg St. Joseph 't Anker 't Spectrum Vrije School Amersfoort

38

Openbaar Prot. Christelijk Prot. Christelijk Prot. Christelijk Neutraal-Bijzonder Rooms Katholiek Rooms Katholiek Prot. Christelijk Openbaar Neutraal-Bijzonder

witte school witte school witte school zwarte school witte school witte school witte school witte school zwarte school witte school

afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te wit

afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart afspiegeling afspiegeling afspiegeling afspiegeling te zwart te wit


Bijlage 2: bepaling segregatie in basisonderwijs

Wat is een zwarte en wat is een witte school? Zwarte en witte scholen worden op verschillende manieren gedefinieerd. Het meest gebruikelijke criterium is het aantal en aandeel allochtone leerlingen13. Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen beschouwt scholen met meer dan 70 procent allochtonen als ‘zwarte’ scholen, scholen met 50% tot 70% allochtone leerlingen als concentratiescholen en scholen met minder dan 20% allochtone leerlingen als 'witte' scholen. Dit zijn percentages die onder andere ook in Amsterdam en Rotterdam gehanteerd worden. Vaak gehanteerd en logisch is de indeling waarbij scholen met een meerderheid aan allochtone leerlingen aangemerkt worden als zwarte scholen. In een vergelijkend landelijk onderzoek van Trouw wordt een pleidooi gehouden voor 50 procent als grens: “… een school als zwart betiteld hangt af van het percentage leerlingen van allochtone afkomst. Steeds vaker wordt daar 70 of zelfs 75 procent voor genomen in plaats van 50 procent, vanuit de gedachte dat er in de grote steden al vaak meer dan 50 procent allochtone leerlingen wonen. Trouw doet dat niet en houdt vast aan 50 procent. Want wie zegt dat zwarte scholen alleen een grootstedelijk verschijnsel zijn? Bij een hoge drempel zie je het ontstaan van zwarte scholen in andere steden niet. Bovendien: als ouders constateren dat meer dan de helft van de leerlingen op het schoolplein een kleurtje heeft, dan vinden ze het een zwarte school, maakt niet uit waar die school staat.” (Agerbeek 2005) Omdat Amersfoort een beduidend lager aandeel allochtone kinderen heeft dan de vier grote steden kiezen we voor de indeling, waarbij zwarte scholen 50% of meer allochtone leerlingen hebben, witte scholen 20% of minder allochtone leerlingen hebben en gemengde scholen tussen de 20% en 50% allochtone leerlingen hebben. Past de kleur van de school bij de wijk? De vraag is of het een probleem is als een school een zwarte of een witte school is? Alleen als het percentage autochtone of allochtone leerlingen op school sterk afwijkt van het percentage autochtone of allochtone kinderen dat in de buurt woont, vraagt de situatie om aandacht. Wanneer er grote verschillen zijn tussen de samenstelling van de basisgeneratie in de buurt van de school en de etnische samenstelling van de schoolpopulatie, dan is er sprake van etnische segregatie. Er is sprake van een zwarte of witte vlucht, wanneer de samenstelling van de schoolpopulatie qua etniciteit beduidend afwijkt van de basisgeneratie in de wijk. Daarom kijken we naar de verhouding tussen de etnische samenstelling van een bepaalde wijk of voedingsgebied van de school enerzijds en de etnische samenstelling van de school anderzijds. Er wordt dan gekeken naar of een school te zwart of te wit is in vergelijking met de kinderen die in de buurt of wijk rondom de school wonen. De onderwijsraad, het adviesorgaan 13

Met allochtone leerlingen wordt hier bedoeld leerlingen waarvan minstens (een van) de ouders afkomstig is uit een niet-westers land. Het gaat daarbij om (geboorte)landen in Azië, Latijns-Amerika en Afrika. Japan, Indonesië en voormalig Nederlands Indië behoren niet tot de niet westerse landen.


39

van de regering, spreekt van te zwarte of te witte scholen als het verschil tussen aandeel allochtone kinderen van 4 t/m 12 jaar in de omgeving van de school en aandeel allochtone leerlingen op een school 20% of meer is. Omdat landelijk de 20% grens gehanteerd wordt en ook experimenteren met andere grenzen14 in dit Amersfoorts onderzoek geen goede redenen opleveren van deze grens af te wijken kiezen we in dit rapport voor de 20% grens. Dit betekent dat een school te zwart is als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% hoger ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of het voedingsgebied. Omgekeerd is een school te wit als het aandeel allochtone leerlingen op de school 20% lager ligt dan onder de basisgeneratie in de wijk of voedingsgebied. Scholen zijn een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied wanneer het aandeel allochtone leerlingen niet meer dan 20% afwijkt van het aandeel allochtone leerlingen in de basisgeneratie van de wijk of voedingsgebied. Welke scholen? Amersfoort heeft 59 basisscholen (basisschoollocaties) in het reguliere onderwijs waarvan drie scholen slechts enkele leerlingen (1, 22 en 24) hebben, die we buiten de analyse houden. Door het lage leerlingaantal is de kans groot dat het op toeval berust of deze scholen zwart of wit zijn. Alleen basisscholen met 50 of meer leerlingen worden onderzocht waardoor het totaal aantal scholen op 56 uitkomt. De grootte van deze scholen of beter gezegd schoollocaties15 varieert van 52 tot 788 leerlingen. Scholen buiten Amersfoort waarop Amersfoortse kinderen zitten kunnen en worden niet meegenomen in de analyse. Bovendien ligt het ‘Amersfoortse’ leerlingaantal op deze scholen ver onder de 50.Vaak gaat het maar om 1 of 2 kinderen. In totaal zitten 197 van de 16.251 basisschoolkinderen op 66 verschillende basisscholen buiten Amersfoort. Scholen in het speciaal basisonderwijs worden vanwege hun geheel andere positie ook niet meegenomen in het onderzoek. Het vergelijkingsgebied Om te kunnen bepalen of scholen te zwart, te wit of een afspiegeling van de omgeving zijn is een referentiegebied nodig om het aandeel allochtone leerlingen op de school te vergelijken met het aandeel allochtone kinderen in de buurt. De vraag is welk gebied het meest geschikt is om het aantal te zwarte en te witte scholen te bepalen. Als mogelijkheden dienen zich hiervoor aan de buurt, de wijk, 4-positie postcodegebieden en voedingsgebieden of cirkels rond de school met een afstand van 500, 750 of 1000 meter. Buurt is een te klein gebied zowel qua ruimtelijke omvang als qua aantal kinderen van 4 t/m 12 jaar dat er woont.Vier positie postcodegebieden lijken enigszins op de Amersfoortse wijken, maar zijn minder bekend en ingeburgerd dan wijken. Wijken zijn geschikte referentiegebieden omdat de omvang en het aantal kinderen dat er woont, geschikt is als voedingsgebied voor basisscholen. Verder is wijk een ruimtelijke eenheid die bekend is voor de meeste mensen. Het nadeel van wijken is dat er nogal wat verschil zit in de omvang zowel wat betreft oppervlakte als wat betreft aantal kinderen. Bovendien liggen scholen niet altijd in het centrum van een wijk, maar aan de rand waardoor in dat geval veel kinderen van buiten de wijk naar zo’n basisschool zullen gaan. Cirkels van 500, 750 of 1.000 meter rond een school zijn in de meeste opzichten het meest ideale referentiegebied juist omdat de school in het centrum ervan ligt. Enig nadeel is dat het geen herkenbaar gebied is. De vraag rest dan nog welke straal je moet gebruiken. We kiezen 14

Naast de door de onderwijsraad geadviseerde grens van 20%, hanteren enkele steden ook andere grenzen van 10%, 15% en 23%. Wij willen echter voor de vergelijkbaarheid zoveel als mogelijk aansluiten bij landelijke criteria. 10 Scholen hebben in een aantal gevallen meerdere locaties waar les wordt gegeven. Aangezien de locatie in dit onderzoek cruciaal is, gaan we uit van schoollocaties.

40


voor 750 meter omdat dat het meest lijkt op een gemiddelde Amersfoortse wijk en een ruime meerderheid van de kinderen (64%) binnen een straal van 750 meter naar de basisschool gaat in Amersfoort. De keuze valt dus op twee referentiegebieden, namelijk wijk en voedingsgebieden van 750 meter rond de school. Voedingsgebied van 750 meter omdat dat het meest perfecte referentiegebied is en wijk vanwege bekendheid en herkenbaarheid. Welk schooljaar? Er is gekozen voor het laatste schooljaar 2009-2010 met daarin de situatie op de peildatum 1 januari 2010. Alle gebruikte bestanden van zowel leerlingen uit de leerlingenadministratie (LLA) als kinderen uit de bevolkingsadministratie (GBA) zijn van deze datum.


41

Gemeente Amersfoort

BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2010

DOCS nr. 3680517 __________________________________________________________________________________ Nummer: 2010-106 Vragen van het raadslid P.J. Nederkoorn (fractie: D66) en F.J. Prins (fractie: GroenLinks) inzake Onderzoek ‘Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010’ gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde van de raad 2010 (WSO, nr. 3655750); ontvangen d.d. 21 december 2010. ANTWOORD van het college (verzonden d.d. 18 januari 2011) __________________________________________________________________________________ Inleiding: Afgelopen oktober ontving de gemeenteraad van de afdeling Onderzoek en Statistiek het rapport ‘Zwarte en witte scholen in Amersfoort 2010. Segregatie in het Amersfoorts basisonderwijs.’ Naar aanleiding van dit rapport hebben de fracties van D66 en GroenLinks de volgende vragen: Vraag 1: Centrale vraag in het onderzoek is: in hoeverre zijn scholen een afspiegeling van de wijk of buurt waarin ze gelegen zijn? Daarin wordt gedoeld op het onderscheid allochtoon-autochtoon. Is het college het met ons eens dat puur naar de geboorteplaats van de ouders te kijken een eenzijdig beeld van het probleem wordt geschetst en dat het gewenst is om ook de sociaaleconomische status en/of opleidingsniveau van de ouders in de segregatiediscussie te betrekken? Antwoord 1: Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van een pilot die de gemeente uitvoert in opdracht van het ministerie van OC&W in de periode 1 mei 2009 – 31 december 2011. Deze pilot betreft het mengen van zwarte en witte scholen. In die zin past het onderzoek. Het coalitieakkoord spreekt over toenemende tweedeling tussen scholen met kansarme en kansrijke kinderen. Het college wil deze tweedeling voorkomen. In het creëren van gelijke kansen kan een Amersfoorts inschrijfsysteem voor de basisschool een deel van de oplossing zijn, waarbij het nadrukkelijk niet de bedoeling is dat de overheid invloed op de schoolkeuze gaat uitoefenen. In 2011 gaat het college hierover met de schoolbesturen in gesprek.

26VWL01!

Vraag 2: Op zichzelf zeggen de constateringen ‘wit’ of ‘zwart’ niets over de kwaliteit van een school. Er bestaan immers goede zwarte en slechte witte scholen. Daarnaast geeft het onderzoek geen inzicht in de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen op scholen. Is het college bereid om zowel de kwaliteit van het onderwijs als de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen op te nemen in een nieuw onderzoek naar de basisscholen in Amersfoort? Antwoord 2: Constateringen als “zwart” of “wit”, maar ook “kansarm” of “kansrijk” of de sociaaleconomische achtergrond van kinderen zeggen inderdaad niets over de kwaliteit van een school. De gemeente beschikt daarbij niet over informatie over de sociaaleconomische achtergrond van leerlingen. Het voorstel betreffende een nieuw onderzoek ondersteunt het college dan ook niet. Vraag 3: In het rapport wordt de grens van 20% gehanteerd om te bepalen of een school te wit, te zwart of een afspiegeling van de wijk of voedingsgebied is. Deze grenswaarde is genomen om omdat deze landelijk in het algemeen wordt gebruikt. Echter, sommige steden hanteren 10%, 15%, of 23%. Daarom vragen wij om in bijlage 1 aanvullende informatie te geven en de specifieke percentages weer te geven naast de informatie of een school te wit, te zwart dan wel een afspiegelingsschool is. Antwoord 3: Zie bijlage 1. Vraag 4: In het onderzoek worden allochtone leerlingen uit de derde generatie gerekend tot de autochtone leerlingen. Betekent dit dat het college een school met een oververtegenwoordiging van deze leerlingen niet wil duiden als gesegregeerd? En dat het gevaar op een ‘tweedeling in de samenleving’ verdwijnt na de tweede generatie? Heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek overwogen om deze groep op een andere manier op te nemen in het rapport? Antwoord 4: Dat derde generatie allochtone kinderen als autochtoon worden geteld is geen beslissing van de onderzoekers maar komt voort uit landelijke afspraken hieromtrent. In de inleiding, onder het kopje “derde generatie” geeft het college juist aan dat het veranderen van de ‘noemer’ van de derde generatie kinderen niet vanzelfsprekend het onderscheid tussen kinderen van verschillende etnische achtergrond en tussen zwarte en witte scholen zal doen verdwijnen. In de huidige cijfers spelen kinderen van de derde generatie nog nauwelijks een rol. Dit gaat spelen in de toekomst. Vraag 5: In het rapport op pagina 10 onderaan staat dat de gemeente over dit rapport een gesprek aan kan gaan met schoolbesturen en gericht beleid kan gaan voeren rondom het thema segregatie. Zijn er inmiddels gesprekken met schoolbesturen gevoerd? Indien dat wel het geval is, wat hebben deze gesprekken opgeleverd. Indien dat niet het geval is, staan er afspraken om die gesprekken te voeren? Antwoord 5: Zoals eerder vermeld vond het onderzoek plaats in het kader van een pilot. Inmiddels heeft er een tussenevaluatie van de pilot plaatsgevonden. Het onderzoek en de tussenevaluatie staan geagendeerd voor een overleg met besturen en schooldirecteuren die bij de pilot betrokken zijn, evenals de Stichting Kleurrijke Scholen, begin februari 2011. 26VWL01!

Vraag 6: In het rapport wordt op pagina 14 de Nijmeegse situatie beschreven. Daarbij wordt aangegeven dat het centrale aanmeldpunt de vrije schoolkeuze niet in de weg staat en dat het principe "wie het eerst komt, het eerst maalt" vervalt. Heeft het college bekeken of een centraal aanmeldpunt voor Amersfoort een optie is? Indien dat het geval is, wat is daar het resultaat van? Antwoord 6: Zie antwoord op vraag 1. Vraag 7: Op pagina 16 staat beschreven dat het toelatingsbeleid een barrière op kan werpen die het moeilijk maakt voor allochtone kinderen om op die school te komen. Het gaat daarbij onder meer om wachtlijsten. Is het college op de hoogte welke scholen wachtlijsten hanteren, welke criteria gehanteerd worden om kinderen al dan niet te plaatsen, en of wachtlijsten van invloed zijn op de samenstelling van de school? Antwoord 7: Amersfoort heeft geen centraal aanmeldbeleid. Het is de eigen verantwoordelijkheid van scholen/ schoolbesturen om de toelating te regelen. Alleen het openbaar onderwijs is verplicht om alle kinderen aan te nemen. Vraag 8: Waarom is ervoor gekozen om bij basisschool De Windroos, in tegenstelling tot bijvoorbeeld De Tafelronde en de Vlindervallei, niet te vermelden dat er twee locaties zijn? Zijn allebei de locaties aan te duiden als zwarte school en als een afspiegeling van de wijk? Antwoord 8: In de leerlingadministratie is de Windroos opgenomen als 1 locatie. Alle leerlingen tellen daarom in dit onderzoek mee als leerlingen van de wijk Liendert. Vraag 9: Wat vindt het college van de uitkomsten van het onderzoek? Deelt het college de mening van D66 en GroenLinks dat het zorgelijk is dat 65 procent van de autochtone leerlingen in een ‘zwartere’ wijk buiten de wijk naar school gaat en dat maar liefst 87 procent van de zwarte scholen als ‘te zwart’ wordt aangeduid? Antwoord 9: Een van de bedreigingen voor de ontplooiing van ons toekomstig ‘menselijk kapitaal’ is de toenemende tweedeling tussen scholen met kansarme en kansrijke kinderen. Onder de 87 % te zwarte scholen ( 7 van de 8 scholen) wordt ook de Bilalschool genoemd. Dit klopt cijfermatig, wanneer we de school bekijken als school voor de wijk. De Bilalschool heeft, als islamitische school, een regionale functie. Zoals het college in de samenvatting van het onderzoek aangeeft is de Bilalschool vanwege de denominatie vanzelfsprekend een zwarte school. Zoals bijvoorbeeld ook de gereformeerde school de Regenboog ten op zichte van de samenstelling van de wijk te wit is.

26VWL01!

Bijlage 1: overzicht basisscholen, leerlingen 4 – 12 jaar

Locatienaam 't Anker 't Spectrum Amersfoortse Schoolvereniging Atlantis Bilalschool Caeciliaschool Daltonschool De Gondelier De Achtbaan De Albatros De Aloysiusschool De Berkenschool De Bieshaar De Biezen De Bolster De Border De Breede Hei De Drieslag De Dubbelster De Horizon De Kameleon De Kinderhof De Kosmos De Kubus "loc Noordewierweg" De Kubus "loc Spaarnestraat" De Langenoord De Magneet, loc. Dollardstraat De Magneet, loc. Maasstraat De Malelande De Marke De Meander De Regenboog De Tafelronde (loc. Koning Karelpad) De Tafelronde (loc.Schimmelpenninckkade) De Vlindervallei (loc. Van Galenstraat) De Vuurvogel De Weesboom De Wegwijzer

26VWL01!

verschil nietwesters - verschil nietwesters wijk 750m -11 -10 19 24 1 -5 9 13 85 81 -8 -8 11 2 2 1 23 25 -4 -4 2 0 3 3 -2 -3 -6 -4 8 8 0 -1 -4 -3 2 4 2 2 1 0 -8 -18 5 -1 2 2 -2 0 -2 -6 12 11 9 11 -4 -3 -4 -5 6 6 -13 -29 1 -1 0 21 4 9 16

-27 27 -5 8 13

% nietwesters leerl

% nietwesters wijk

6 85 5 25 96 32 20 13 86 12 7 9 4 5 19 11 11 13 7 13 28 5 19 15 3 28 26 7 11 17 10 24

17 66 4 17 11 40 9 12 63 16 5 5 5 11 11 11 15 11 5 12 36 0 17 17 5 17 17 11 15 11 23 23

12 81 13 24 39

12 60 9 15 23

% nietwesters <750m ll_totaal 16 207 61 247 10 302 12 103 15 278 40 376 17 478 12 261 61 119 16 320 7 218 6 254 6 382 9 415 11 617 12 398 14 167 9 196 4 247 13 370 47 306 6 332 17 161 15 201 9 365 17 88 15 118 10 788 16 733 11 346 39 256 25 255 39 54 17 16 26

228 253 509 152 156

De Wiekslag (loc. Pelikaanstraat) De Wiekslag (loc. Trekvogelweg) De Windroos De Wingerd De Wonderboom De Zevensprong De Zonnewijzer DOK12 Gabrie Mehenschool Het Zwaluwnest Johannes Calvijnschool Joost van den Vondel Kon-Tiki Pr. Willem Alexander Locatie Beekenstein Pr. Willem Alexander Locatie Randenbroek Pallas Athene School op de Berg St. Joseph Vrije School Amersfoort

26VWL01!

22 27 -3 -6 -3 23 2 -14 -4 -12 -9 5 -3 -2

25 30 -3 -5 -3 18 1 -10 -4 -13 -9 7 1 2

85 90 60 9 8 38 14 3 7 3 3 16 13 13

63 63 63 15 11 15 12 17 11 15 11 11 17 16

60 60 63 14 11 20 13 13 11 16 11 9 12 12

94 127 239 218 649 154 214 139 350 299 80 457 52 215

49 -1 -3 0 -56

42 -2 -1 0 -47

90 3 7 5 10

40 4 11 6 66

47 5 9 6 56

67 287 435 419 310

OVERZICHT. De Ronde Aanvang: 19:00. Molendijkzaal Tijd. Extern 19:00. Minimabeleid: Nibud-analyse en premieregelingen Informatie

Recommend Documents