OVERZICHT. De Raad Aanvang: 19:30. Vermeerzaal Raadzaal Tijd. Molendijkzaal :30

OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd

15-06-2010 19:30

Raadzaal 1.02

Molendijkzaal 0.01

Ontwerp-begroting 2011 en 1 e begrotings-wijziging 2010 GGD Midden-Nederland (Voortgezette bijeenkomst)Voorbereiding besluit

19:30

20:00 Presentatie Raad in RO-procedures en digitalisering bestemmingsplannen Informatie 20:30

Vragen raadsleden aan college Informatie

21:00 Tijd

Vermeerzaal 1.03

Het Plein

21:00 Instructie digitale bestemmingsplannen

1

Commissie Begroting en Verantwoording Intern overleg

Tijd

Raadzaal 1.02

21:30 Vaststelling agenda Besluit zonder debat, met amendement(en) 1. Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland. - ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland - 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.1, Amendement (GrL) Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.2, Amendement (SP) Zienswijze GGD Toelichting : Ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland is de gemeenteraad bevoegd zijn zienswijze naar voren te brengen. NB: Onder voorbehoud van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond 2. Rekenkamerrapport: ’Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort’. - Bestuurlijke reactie presidium - Bestuurlijk reactie college - A-2.1v2 Amendement D66 en GrL: Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort Toelichting : De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de invulling van het integriteitbeleid in Amersfoort. Het Presidium stelt voor de slotconclusie + aanbevelingen over te nemen. Besproken in De Ronde van 1 juni 2010. Besluiten zonder debat 3. Vaststelling Verordening staangeld 2010-2011. Toelichting : Om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven, is de jaarlijkse verhoging per 1 juli 2010 noodzakelijk. 4. Vaststelling bestemmingsplan "Eemplein". - bijlage: Raadsbesluit 16 februari 2010 (nr. 3342192v2) - Zienswijzennota (nr. 3443928) - Bestemmingsplan (nr. 3457444) Toelichting : Op 1 maart 2006 sloten de gemeente Amersfoort en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst voor het Eemplein. Op 16 februari 2010 heeft de raad ingestemd met de financiële consequenties van het Eemplein en het Eemhuis. Het voorliggende bestemmingsplan maakt het planologisch-juridisch mogelijk het multifunctionele complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem te realiseren. 5. Statutenwijziging Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en omstreken. Toelichting : Wijziging van de statuten is nodig vanwege de voorgenomen bestuursoverdracht van De Sprong, school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, te Maarsbergen aan de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken. De statutenwijziging kan wettelijk slechts plaatsvinden met instemming van de gemeenteraad. 6. Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten mei 2010. Toelichting : – Benoemingen 7. Vertegenwoordiging Amersfoort in Gemeenschappelijke regelingen. Toelichting : Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het de bevoegdheid van de raad bestuursleden van gemeenschappelijke regelingen te benoemen. Op 11 mei j.l. is het nieuwe college geïnstalleerd en dienen wethouders als vertegenwoordigers in een aantal besturen van gemeentschappelijke regelingen te worden benoemd Moties 8. - Motie 8-1v2 PvdA, GrL en SP: Maak ’m of kraak ’m - Motie 8-2 BPA: Leegstandswet - Motie 8-3 GrL en PvdA: Leegstandsverordening 22:30 Einde

2

De Ronde Datum: Aanvang:

dinsdag 15 juni 2010 20:00

Presentatie Raad in RO-procedures en digitalisering bestemmingsplannen Informatie

Presentatie Raad in RO-procedures en digitalisering bestemmingsplannen Informatie Reg.nr.: 3463662 Van: College van B&W / Presidium Ambtelijk contact: Kuiper ( 033 469 4964) Vlaar-Zijderveld (4406) Portefeuillehouder: Barendregt Opsteller: Van den Boorn-Jans Samenvatting: Op verzoek van Presidium vindt een presentatie plaats over de rol van de Raad in RO- procedures 2010 zoals die door de raad op 26 januari 2010 naar aanleiding van een evaluatie is vastgesteld. Er wordt o.a. ingegaan op de 3 modellen van behandeling van een bestemmingsplanprocedure en de rol van het presidium en afzonderlijke raadsleden. Daarnaast wordt getoond hoe bestemmingsplannen digitaal raadpleegbaar zijn. Tijdens de presentatie is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Na afloop van De Ronde is er specifiek voor raadsleden op de vide de mogelijkheid interactief te oefenen met de mogelijkheden van het digitaal inzien van digitale bestemmingsplannen. Reden van aanbieding: Raadsleden informatie bieden ter ondersteuning bij hun taakuitoefening op het gebied van Ruimtelijke Ordening Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de informatie Vervolgtraject: Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Presentatie Soort verslag: – Bijbehorende documenten: http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/01%20januari/3306960%20Geactualiseerde%20notitie%20Rol%20van%20de%20raad%20in%20 cedures.pdf : /smartsite.shtml?id=222489 : /smartsite.shtml?id=222490 : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/01%20januari/3307116%20Raadsbesluit%20Evaluatie%20en%20actualisatie%20van%20de%20raad%20in%20RO-pro cedures.pdf Presentatie 15 juni - Ruimtelijke ordening voor raadsleden in Amersfoort (pdf) Raadsbesluit 26 januari 2010 (pdf) Handleiding RO-Online (pdf)

Ruimtelijke ordening (basis) voor raadsleden in Amersfoort

Marjo van den Boorn(Griffie) en Marjan Kuiper (Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling)

Woensdag, 4 april 2007

Waar gaan we het over hebben? • R(uimtelijke)O(rdenings)procedures • Bestemmingsplannen • “Rol van de Raad in RO-procedures” • Digitale bestemmingsplannen

1

(RO)-Procedures Bouwplan valt binnen bestemmingsplan: alleen bouwvergunningsprocedure -

bevoegdheid college (mandaat ambtelijke organisatie)

Bouwplan valt buiten bestemmingsplan: 1. Ontheffing bevoegdheid college (mandaat ambtelijke organisatie)

2.

Bestemmingsplan bevoegdheid gemeenteraad

Bestemmingsplannen 1. Integrale herzieningen actuele regeling voor een gebied (verplichting om bestemmingsplannen elke 10 jaar te herzien)

bestaande situatie, trends en beleidskaders worden ruimtelijk vastgelegd nieuwe ontwikkelingen? Voorbeelden: Soesterkwartier, CSG Zuid

2. Bestemmingsplan voor nieuwe ontwikkelingen regeling speciaal voor ontwikkeling volgt als besluitvorming over inhoud heeft plaatsgevonden Voorbeelden: Kraailandhof; Eemplein, Lemaire

2

Notitie “Rol van de raad in ROprocedures” Wat staat er in? • Instrumenten ruimtelijke ordening (structuurvisie,

projectbesluiten, bestemmingsplannen) • Uitgangspunten bij inrichten procedures (zoals geen dubbele procedures, zomerstop, hardheidsclausule) • Afspraken werkwijze Amersfoort • Drie verschillende modellen (behandeltrajecten)


Procedure Wro (excl. voorprocedure) stappen

weken

1. Ontwerpbestemmingsplan ter inzage, zienswijzen bij gemeenteraad

6

2. (Beoordelen zienswijzen) beslissing gemeenteraad vaststelling bestemmingsplan

12

3. Publicatie vaststelling

2-6

4. Beroepstermijn

6

Totaal

26-30

3

Uitleg modellen Model 1 •

voor ontwikkelingen met een beperkt karakter op perceelsniveau en/of kaders zijn recent bepaald. bv. Hooglanderveen/Brink, Eemplein

Model 2 •

voor bestemmingsplannen voor grotere gebieden, die geactualiseerd worden of voor urgente en belangrijke ontwikkelingen die niet passen binnen het geldende planologische regime. bv. Station Hoevelaken, CSG-Zuid

Model 3 • voor grootschalige nieuwe ontwikkelingen of ontwikkelingen die een ingrijpende omslag in beleid vertegenwoordigen. bv. Hogewegzone

Doorlooptijd bestemmingsplan volgens de modellen Model

Indicatie voorprocedure

wettelijke procedure

Totaal (in weken)

Model 1

15

26-30

41-45

Model 2

17-19

26-30

43-49

Model 3

50

26-30

76-80

4

Rol van de raad en modellen stappen

Model 1

Model 2

Model 3

startnotitie

Nee, alleen modelkeuze formulier

ja

ja

Besluitvorming Presidium/ Besluit

Presidium

Besluit, tenzij

Ronde/Besluit

Instemmen raad voorontwerp

n.v.t.

n.v.t.

ja

Peilen ontwerp, daarna ter inzage

nee, informeren

nee, informeren

ja

Voorbereiding Ronde vaststelling

nee

nee

ja

Vaststelling raad

ja

ja

ja

Rol Presidium/raadslid • Advies over door college voorgestelde modelkeuze › Beoordeling in technische zin of modelkeuze goed is gemotiveerd en voldoet aan randvoorwaarden › Modelkeuze van invloed op de rol van de raad in het verdere traject

• Startnotitie geagendeerd rechtstreeks in het Besluit, tenzij presidium anders adviseert • Advies presidium op dagmail • Publicatie RIB over start procedure daags ná uitbrengen advies presidium; raadslid kan binnen 14 dagen verzoeken tot bespreking ontwerpbestemmingsplan

5

Digitale bestemmingsplannen • Bestemmingsplan moet digitaal raadpleegbaar zijn en uitwisselbaar • www.ruimtelijkeplannen.nl

Aan de slag met (digitale) bestemmingsplannen Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling/team Planologisch Juridische Zaken voor hulp/uitleg (Nicole Ludeking en Annelies Vlaar).


6

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Aan Portefeuillehouder

: Presidium : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld

B&W- vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit

: : : :

Reg.nr. Datum Agendapunt

: 3307116 : 22 december 2009 : HB-6

--12-01-2010 26-01-2010 26-10-2010

TITEL Evaluatie en actualisatie rol van de raad in RO- procedures

BESLISPUNTEN 1. De notitie “Rol van de raad in RO procedures”, 2010, vast te stellen onder intrekking van de notitie “Rol van de raad in RO procedures”, januari 2009”.

AANLEIDING Op 24 februari 2009 heeft u de notitie “Rol van de raad in RO- procedures” vastgesteld (reg. Nr, 2935606v2). Deze notitie regelt de werkwijze in roprocedures en de betrokkenheid van de gemeenteraad hierbij. Afspraak is dat de werkwijze door de huidige raad wordt geëvalueerd, dus vóór de verkiezingen 2010. Specifieke gaat aandacht uit naar het proces van modellenkeuzes bij bestemmingsplanprocedures en het behandelschema per model. Daarnaast is er ook aandacht voor inhoudelijke, procesmatige en praktische punten.

BEOOGD EFFECT De evaluatie beoogt de werkwijze rond de RO procedures te optimaliseren. ARGUMENTEN

1.1 Informatie uit de gesprekken in het kader van de evaluatie geeft aanleiding de werkwijze rond ROprocedures verder te optimaliseren en de notitie van januari 2009 daarop aan te passen. Over het algemeen zijn de ervaringen van de direct betrokkenen positief. De aandachtspunten en verbetersuggesties die uit de gesprekken naar voren zijn gekomen zijn opgenomen in het Memo “Evaluatie rol van de raad in RO procedures”, dat als bijlage is gevoegd bij dit voorstel. Belangrijkste wijzigingen/ aanpassingen hebben betrekking op: 1. Formulier modelkeuze RO-procedure Het presidium heeft op 21 juni zijn eerste ervaringen uitgewisseld over zijn rol in RO- procedures. Dit gelet op de specifieke rol van het presidium in de RO procedure. De verbetersuggesties die naar voren kwamen zijn verwerkt in het memo dat als bijlage is gevoegd bij dit raadsvoorstel. De verbeterpunten die zijn doorgevoerd betreffen: - Titel “Format startdocument” t.b.v. LIS en Presidium” is gewijzigd in “Modelkeuze RO- procedure” - Formulier modellenkeuze moet zelfstandig leesbaar. Door huisnummerkaartje of plaatje bij te voegen wordt beeldvorming makkelijker; format is op enkele punten verduidelijkt. - Motivering van modelkeuze moet zakelijke argumenten bevatten

Inlichtingen bij:

M.J.H. van den Boorn-Jans, GRF, (033) 469 43 79

Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3252219 pagina 2

2. Zomerstop De bedoeling van de raad is dat ontwerpbestemmingsplannen maximaal 2 weken gedurende de zomervakantie ter inzage liggen waarmee de zomerstop op 8 weken komt. Deze zomerstop valt echter niet samen met het zomerreces van de gemeenteraad. Hierdoor kunnen er zich situaties voordoen dat de zomerstop feitelijk langer duurt dan de door de raad bedoelde 8 weken. Voor een aanvrager kan de zomerstop al een aanzienlijke vertraging van de procedure betekenen. Een verlenging van de zomerstop achten wij dan ook niet aanvaardbaar. Daarom vergadert het Presidium in de laatste week voor de zomervakantie en kan er in die laatste week ook een RIB worden verzonden.Ook in de laatste week van de zomervakantie vergadert het Presidium en kan een RIB worden verzonden. 3. Zorg om rechtszekerheid bij globale bestemmingsplannen De Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort ( SGLA) signaleert de tendens om meer globale bestemmingsplannen te maken. De roep om meer vrijheden te hebben in het bestemmingsplan staat volgens de SGLA haaks op de rechtszekerheid. De tendens om meer globale bestemmingsplannen te maken gaat over globale bestemmingsplannen met rechtstreekse bouwen gebruiksmogelijkheden. Deze bouwen gebruiksmogelijkheden worden rechtstreeks door de raad vastgesteld (zonder uitwerkingsplicht). Om tegemoet te komen aan de zorg van de SGLA wordt in elk bestemmingsplan de keuze voor de plansystematiek beargumenteerd. Na een jaar wordt teruggekeken op dit punt. 4. Behandelschema bestemmingsplanprocedure bij de modellen 1 en 2 en zienswijzennota Vastgelegd wordt dat de zienswijzennota ook aan de indieners van zienswijzen wordt gezonden (is niet nieuw, wordt alleen nadrukkelijk in het schema opgenomen). Het behandelschema wordt hierop aangepast. 5. Actualisatie tekst Structuurvisie De tekst wordt aangepast aan de vaststelling van de Structuurvisie op basis van bestaand beleid.

KANTTEKENINGEN 1 Periode van evaluatie is nog erg kort 2 Aangekondigde wijziging van regelgeving leidt opnieuw tot aanpassing van de notitie

FINANCIËN Niet van toepassing

VERVOLG Agendering in De Ronde, gevolgd door besluitvorming in Het Besluit. Indien nieuwe wetgeving daar aanleiding voor geeft wordt opnieuw een voorstel tot aanpassing van de notitie voorgelegd. Na een jaar terugkijken op rechtszekerheid bij globale bestemmingsplannen.


BETROKKEN PARTIJEN Direct betrokken partijen bij de evaluatie zijn : het presidium, raad, wethouders, college, Samenwerkende Groeperingen Leefbaar Amersfoort, griffie en organisatie. Ook woningcorporatie Portaal en het aanjaagteam van de provincie hebben een reactie gestuurd.

Het presidium van de gemeente Amersfoort, De griffier,

De voorzitter,

A.M. van Omme

G.J.A. Smit

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Memo evaluatie rol van de raad in RO procedures, november 2009 (nr 3258046), inclusief bijlagen - Notitie “Rol van de raad in RO-procedures” 2010 ( nr. 3306960)

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3307116

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van het presidium van 22 december 2009, (nr 3307116); gelet op het Memo “evaluatie van de rol van de raad in RO procedures” van november 2009 ( nr. 3258046), zoals opgenomen in de bijlage bij het raadsvoorstel; gelet op de notitie “Rol van de raad in RO procedures, januari 2009” (nr. 2974051); gelet op de consultatie van het college (nr.3265562); b e s l u i t:

1. de notitie “Rol van de raad in RO-procedures, 2010” (nr 3306960) vast te stellen; 2. de notitie “Rol van de raad in RO-procedures, januari 2009” in te trekken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 26 januari 2010.

de griffier,

de voorzitter,

Handleiding

www.ruimtelijkeplannen.nl

Inhoud 1

Inleiding ........................................................................................................................................... 3

2

Snel naar de plannen van de gemeente Amersfoort ...................................................................... 4 2.1

Zoeken in de detailkaart .......................................................................................................... 5

Gebruik van de schuifbalk ............................................................................................................... 6 Inzoomen / uitzoomen .................................................................................................................... 6 Slepen van de kaart ......................................................................................................................... 6 Vlakinformatie opvragen ................................................................................................................. 6 Afstanden meten ............................................................................................................................. 7 Heen en terugstappen in het zoekproces ....................................................................................... 7 Ondergrond ..................................................................................................................................... 7 Transparantie .................................................................................................................................. 7 Legenda tonen ................................................................................................................................. 7 2.2 3

Getoonde detailinformatie van een geselecteerd punt .......................................................... 8

Uitgebreide handleiding voor www.ruimtelijkeplannen.nl ............................................................ 9 3.1

Overzicht van functionaliteiten binnen de voorziening .......................................................... 9

Tabbladen ...................................................................................................................................... 10 Het menugedeelte......................................................................................................................... 11 4

Tot slot ........................................................................................................................................... 14 Digitaal waarmerk ......................................................................................................................... 14 Printen van getoonde informatie .................................................................................................. 14

Handleiding www.ruimtelijkeplannen.nl

2

1

Inleiding

www.ruimtelijkeplannen.nl is de website van RO-Online. RO-Online is de landelijke voorziening voor digitale ruimtelijke plannen. Per 1 januari 2010 moeten, als gevolg van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, alle plannen in Nederland, zoals bestemmingsplannen, structuurvisies, etc., digitaal opgesteld, beschikbaar en kenbaar gemaakt worden door alle overheden. De landelijke voorziening RO-Online zorgt voor een centrale toegangspoort tot al deze digitale ruimtelijke plannen. Deze handleiding laat de gebruiksmogelijkheden van de landelijke voorziening RO-Online zien. In hoofdstuk 2 kunt u lezen hoe u snel bij de plannen van de gemeente Amersfoort komt en hoe u daarain kunt zoeken en navigeren. In hoofdstuk 3 is een uitgebreidere handleiding met diverse gebruiksmogelijkheden opgenomen. Wanneer u vragen heeft over deze handleiding of over de bestemmingsplannen van de gemeente Amersfoort dan kunt u contact opnemen met de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling , team Planologische-juridische Zaken (PJZ); het team dat de bestemmingsplannen voor de gemeente Amersfoort opstelt en procedureel begeleidt. Het team PJZ is telefonisch bereikbaar via 033-469 4864.


3

2

Snel naar de plannen van de gemeente Amersfoort

Wanneer u op een snelle manier de plannen van de gemeente Amersfoort wilt kunnen vinden opent u de website www.ruimtelijkeplannen.nl en klikt het tabblad ‘bestemmingsplannen ‘aan.

Op het eerste tabblad ‘locatie’ typt u bij woonplaats ‘Amersfoort’ in, vervolgens klikt u op ‘tonen’. De kaart zal dan inzoomen op Amersfoort en de plancontour laten zien van alle plannen in Amersfoort (zie afbeelding op volgende pagina).


4

2.1

Zoeken in de detailkaart

Op het middengedeelte van het scherm staat de detailkaart weergegeven. Op deze kaart kan met behulp van de muis en de knoppen boven de kaart genavigeerd worden.


5

Gebruik van de schuifbalk Links naast het kaartbeeld is een schuifbalk zichtbaar waarmee de schaal waarop een bepaalde positie wordt getoond kan worden vergroot of verkleind. Door de schuif naar boven te verschuiven zoomt de kaart in. Hierdoor wordt de schaal kleiner en worden meer details zichtbaar. Door de schuif naar beneden te verschuiven wordt er uitgezoomd.

Inzoomen / uitzoomen

Als op één van de knoppen met de “plus” of de “min” wordt geklikt, wordt de zoomfunctie ingeschakeld. Door vervolgens één of meerdere malen (afhankelijk van het gewenste detailniveau) op de kaart te klikken, wordt er in- of uitgezoomd. Wanneer de zoomfunctie is ingeschakeld kan ook een bepaald gebied in één keer worden geselecteerd en ingezoomd. Hiervoor moet op de kaart worden geklikt waarbij de linker muisknop ingedrukt blijft. Vervolgens wordt de muis over de kaart verschoven zodat een kader zichtbaar wordt. Wanneer men de linker muisknop los laat, wordt het betreffende gebied geselecteerd en ingezoomd. Door op de knop met de vier pijlen volledig uitgezoomd.

te klikken wordt de kaart van Nederland weer getoond,

Slepen van de kaart

Om het kaartbeeld te verslepen moet eerst de knop met het ”handje” boven de kaart worden aangeklikt. Het “handje” kan in de gewenste richting over de kaart worden versleept terwijl de linker muisknop ingedrukt blijft. Op die manier schuift het kaartbeeld mee.

Vlakinformatie opvragen

Met de “i-knop” boven de kaart, kan puntinformatie worden opgevraagd. Door te klikken op een locatie op de kaart, wordt de puntinformatie getoond in het rechter deel van het scherm. Op de kaart verschijnt een rood kruisje op de plaats waar geklikt is.


6

Afstanden meten

Door te klikken op deze knop opent de mogelijkheid om afstanden te meten. Klik op een locatie op de kaart en beweeg de muis naar een tweede locatie terwijl de muisknop ingedrukt blijft. De afstand in meters wordt naast de muispositie afgebeeld. Deze functie is overigens niet bedoeld om zeer nauwkeurige metingen te doen. Dat is alleen mogelijk met gespecialiseerde software.

Heen en terugstappen in het zoekproces

Wanneer er met de kaart wordt geschoven of in- of uitgezoomd, wordt de vorige positie door de kaart onthouden. Met behulp van de knop met de “pijlen” kan men het vorige kaartbeeld oproepen.

Ondergrond

Met de knop “ondergrond” kan de ondergrond van de kaart gewijzigd worden. Zowel de topografie als de luchtfoto is beschikbaar. Het is helaas niet mogelijk om een kadastrale kaart als ondergrond te gebruiken.

Transparantie

Met de knop “transparantie” kan de transparantie van de getoonde plannen worden aangepast van geheel ondoorzichtig tot geheel doorzichtig. Hiermee kan de ondergrond heel duidelijk of minder duidelijk door de plannen heen zichtbaar worden gemaakt. De plancontour blijft wel altijd zichtbaar.

Legenda tonen

Met een klik op deze knop wordt een legenda getoond met daarin kleuraanduidingen en verklaringen van wat er op dat moment op de kaart getoond wordt.


7

2.2

Getoonde detailinformatie van een geselecteerd punt

Wanneer u eerst de “i-knop” aanklikt en vervolgens een locatie op de kaart dan wordt rechts naast de kaart puntinformatie getoond op de manier zoals onderstaand is aangegeven.

Op deze afbeelding is te zien dat het rode kruis (de locatie waar op geklikt is) ongeveer in het midden van deze kaart staat op een grijs vlak. Voor dit vlak geldt de enkelbestemming Verkeer – Verblijf. Tevens geldt een specifieke bouwaanduiding – parkeervoorziening. Deze informatie is te vinden rechts naast de kaart onder het kopje “Detailinformatie locatie”. Door op het onderstreepte woord “verkeer” te klikken wordt de bijbehorende regel uit het bestemmingsplan geopend. Wanneer de kaart een volledig digitale kaart is (alleen bij volledig digitale kaarten is een identificatienummer ingevuld), dan kan de muis over de informatie worden geschoven waarbij een deel van de kaart oplicht zodra er een vlak is gekoppeld aan die informatie.


8

3

Uitgebreide handleiding voor www.ruimtelijkeplannen.nl

In dit hoofdstuk wordt uitgebreider ingegaan op de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl, ook wel RO-Online genoemd, en op de mogelijkheden die deze voorziening biedt.

3.1

Overzicht van functionaliteiten binnen de voorziening

Wanneer de website www.ruimtelijkeplannen.nl wordt geopend, wordt eerst een korte uitleg getoond over de website. Naast deze uitleg zijn enkele links opgenomen naar toelichtende informatie over de site maar ook naar bijvoorbeeld de Helpdesk Wro en het Ministerie van VROM. Hieronder staat een afbeelding van deze startpagina:

Vervolgens kan men doorgaan naar de plan-applicatie door het tabblad ‘Bestemmingsplannen’ te openen. Op de volgende pagina staat een afbeelding van de website nadat het tabblad ‘Bestemmingsplannen’ is geopend.


9

Grofweg is er een vierdeling in de website. De gebruiker ziet een scherm bestaande uit: 1. Een serie tabbladen 2. Een menugedeelte aan de linkerkant 3. Een kaartgedeelte in het midden 4. Een gedeelte met detailgegevens aan de rechterkant

Tabbladen Om de ruimtelijke plannen overzichtelijk te kunnen presenteren zijn de plannen verdeeld over drie tabbladen. Per tabblad worden de volgende type plannen uit de planvoorraad getoond: bestemmingsplannen, structuurvisies, algemene regels overheden.

Tabblad Bestemmingsplannen In dit tabblad worden de volgende plantypen getoond: bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen, wijzigingsplannen, projectbesluiten en tijdelijke ontheffingen (gaan per 1 oktober 2010 naar de WABO en worden dan als omgevingsvergunning digitaal kenbaar gemaakt via ruimtelijkeplannen.nl), beheersverordening, voorbereidingsbesluiten, inpassingsplannen, rijksbestemmingsplannen.

Tabblad Structuurvisies Het tabblad Structuurvisies toont gemeentelijke, provinciale en rijksstructuurvisies op grond van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening. Daarnaast kunnen hier provinciale streekplannen en planologische kernbeslissingen (PKB) van het Rijk worden getoond. Deze worden getoond wanneer ze op grond van de oude WRO zijn gemaakt en op basis van overgangsrecht in de zin van de nieuwe Wro tevens structuurvisies zijn.


10

Tabblad Algemene regels overheden Het tabblad Algemene regels overheden toont de algemene regels en besluiten van Rijk en provincies (aanwijzingsbesluit, algemene maatregel van bestuur en provinciale verordening), die bindend zijn voor bestemmingsplannen, projectbesluiten en beheersverordeningen.

Het menugedeelte Het menugedeelte aan de linkerkant van het scherm bestaat uit 4 tabbladen met daarin verschillende zoekmogelijkheden, een filter op status en een kaartoverzicht.


11

Zoek plan op locatie/gebied Met dit zoekmenu kan een specifieke locatie worden opgezocht. Er kan op zowel provincie als woonplaats gezocht worden en de zoekcriteria kunnen verfijnd worden met een adres of postcode.

Zoek plan op naam Dit menu dient om rechtstreeks naar plannen te kunnen zoeken aan de hand van een in te geven (deel van een) plannaam.

Zoek plan op ID Door dit menu te gebruiken kan een plan direct openen aan de hand van de plan ID. Volgens de Wrostandaarden beginnen alle plan ID’s met “NL.IMRO.” Daarom is deze tekst al standaard ingevuld. Daarachter moet de ID van de gemeente Amersfoort worden ingevuld en dat is 0307. Elk bestemmingsplan heeft ook een eigen nummer dat ingevuld moet worden achter de code van de gemeente Amersfoort. Dit unieke nummer is te vinden in de inleidende regels van het bestemmingsplan. Ook is dit nummer op te vragen bij het team Planologisch-juridische Zaken, het team dat de bestemmingsplannen voor Amersfoort opstelt. Omdat het unieke nummer van een plan meestal niet vooraf bekend is, is dit niet de meest logische manier om een plan te zoeken.


12

Zoek plan op criteria Met dit menu kan, aan de hand van in te geven zoekcriteria, rechtstreeks naar plannen worden gezocht van bijvoorbeeld de provincie Utrecht of alleen van de gemeente Amersfoort. Alle ingevulde criteria worden gebruikt om plannen te vinden. De selectievelden beperken dus het zoekresultaat.

Zichtbaarheid planstatus Standaard worden alle plannen die zijn aangeboden aan ruimtelijkeplannen.nl getoond, ongeacht hun status. Het is mogelijk om de plannen met planstatus concept, voorontwerp en ontwerp te verbergen, door in het menugedeelte aan de linkerkant bij ‘Zichtbaarheid planstatus’ het vinkje voor ‘Toon concept en (voor)ontwerp’ uit te zetten. Dan worden alleen de vastgestelde en onherroepelijk plannen getoond. Hieronder staat een afbeelding van het menugedeelte ‘Zichtbaarheid planstatus’.

Filter op gebruiksmogelijkheden Rechtsboven de kaart is een knop “filter” opgenomen.


13

Met deze knop opent een filter waarin aangegeven kan worden dat een bepaald gebruik wordt getoond op het kaartbeeld. Hiermee is het mogelijk om bijvoorbeeld alle gebieden bestemd voor wonen te tonen op het kaartbeeld.

Kaartoverzicht Als laatste onderdeel bevindt zich in het menu aan de linkerkant van het scherm een kaartoverzicht. Dit is bedoeld om de globale positie aan te geven, van de locatie waar naar is gezocht, op de kaart van Nederland.

Door de rechteronderhoek (ter plaatse van de puntjes) met de linkermuisknop aangeklikt te houden, kan het vierkant over Nederland verschoven worden. Het kaartbeeld in het midden van het scherm verschuift dan naar de nieuwe positie.

4

Tot slot

Digitaal waarmerk Het digitale waarmerk geeft de gebruikers zekerheid over de identiteit van de afzender; met andere woorden, het is zeker dat dit plan van de gemeente Amersfoort afkomstig is. Digitale plannen onder de nieuwe Wro zijn per 1 januari 2010 authentiek en digitaal gewaarmerkt. Deze plannen zijn voorzien van een groen en gesloten symbool.

Wanneer de authenticiteit van een plan niet kan worden vastgesteld, is een plan voorzien van een rood en open slotje.

Printen van getoonde informatie De getoonde informatie kan geprint worden door in de browser het Bestand menu te openen en de functie “Print / Afdrukken” te gebruiken. De precieze benaming hiervan hangt af van de gebruikte browser. De titel (op het scherm midden boven), het detailkaartgedeelte (op het scherm in het midden) en het plangedeelte (op het scherm rechts) worden op de print onder elkaar getoond.


14

Handleiding RO-Online

Het Besluit Datum: Aanvang:


Vaststelling agenda Besluit zonder debat, met amendement(en) 1.

Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland. - ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland - 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.1, Amendement (GrL) Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.2, Amendement (SP) Zienswijze GGD Toelichting : Ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland is de gemeenteraad bevoegd zijn zienswijze naar voren te brengen. NB: Onder voorbehoud van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond

2.

Rekenkamerrapport: ’Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort’. - Bestuurlijke reactie presidium - Bestuurlijk reactie college - A-2.1v2 Amendement D66 en GrL: Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort Toelichting : De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de invulling van het integriteitbeleid in Amersfoort. Het Presidium stelt voor de slotconclusie + aanbevelingen over te nemen. Besproken in De Ronde van 1 juni 2010. Besluiten zonder debat

3.

Vaststelling Verordening staangeld 2010-2011. Toelichting : Om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven, is de jaarlijkse verhoging per 1 juli 2010 noodzakelijk.

4.

Vaststelling bestemmingsplan "Eemplein". - bijlage: Raadsbesluit 16 februari 2010 (nr. 3342192v2) - Zienswijzennota (nr. 3443928) - Bestemmingsplan (nr. 3457444)


Toelichting : Op 1 maart 2006 sloten de gemeente Amersfoort en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst voor het Eemplein. Op 16 februari 2010 heeft de raad ingestemd met de financiële consequenties van het Eemplein en het Eemhuis. Het voorliggende bestemmingsplan maakt het planologisch-juridisch mogelijk het multifunctionele complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem te realiseren. 5.

Statutenwijziging Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en omstreken. Toelichting : Wijziging van de statuten is nodig vanwege de voorgenomen bestuursoverdracht van De Sprong, school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, te Maarsbergen aan de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken. De statutenwijziging kan wettelijk slechts plaatsvinden met instemming van de gemeenteraad.

6.

Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten mei 2010. Toelichting : – Benoemingen

7.

Vertegenwoordiging Amersfoort in Gemeenschappelijke regelingen. Toelichting : Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het de bevoegdheid van de raad bestuursleden van gemeenschappelijke regelingen te benoemen. Op 11 mei j.l. is het nieuwe college geïnstalleerd en dienen wethouders als vertegenwoordigers in een aantal besturen van gemeentschappelijke regelingen te worden benoemd Moties

8.

- Motie 8-1v2 PvdA, GrL en SP: Maak ’m of kraak ’m - Motie 8-2 BPA: Leegstandswet - Motie 8-3 GrL en PvdA: Leegstandsverordening Einde


Vaststelling agenda


Besluit zonder debat, met amendement(en)


1.

Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland. - ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland - 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.1, Amendement (GrL) Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland - A-1.2, Amendement (SP) Zienswijze GGD Reg.nr .: 3424926 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland A-1.1, Amendement (GrL) Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland (pdf) A-1.2, Amendement (SP) Zienswijze GGD (pdf) 3424926 (pdf)


Toelichting : Ingevolge de Wet gemeenschappelijke regelingen en de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland is de gemeenteraad bevoegd zijn zienswijze naar voren te brengen. NB: Onder voorbehoud van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond


2.

Rekenkamerrapport: ’Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort’. - Bestuurlijke reactie presidium - Bestuurlijk reactie college - A-2.1v2 Amendement D66 en GrL: Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort Reg.nr .: 3418762 Bestuurlijk reactie college (pdf) Bestuurlijke reactie presidium (pdf) A-2.1v2 Amendement D66 en GrL: Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort (pdf) 3418762 (pdf)


Toelichting : De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de invulling van het integriteitbeleid in Amersfoort. Het Presidium stelt voor de slotconclusie + aanbevelingen over te nemen. Besproken in De Ronde van 1 juni 2010.


Besluiten zonder debat


3.

Vaststelling Verordening staangeld 2010-2011. Reg.nr .: 3454281 Reg.nr.: 3452811 3452811 (pdf) 3454281 (pdf)


Toelichting : Om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven, is de jaarlijkse verhoging per 1 juli 2010 noodzakelijk.


4.

Vaststelling bestemmingsplan "Eemplein". - bijlage: Raadsbesluit 16 februari 2010 (nr. 3342192v2) - Zienswijzennota (nr. 3443928) - Bestemmingsplan (nr. 3457444) Reg.nr .: 3454267 nr. 3443928 (pdf) nr. 3457444 (pdf) nr. 3342192v2 (pdf) 3454267 (pdf)


Toelichting : Op 1 maart 2006 sloten de gemeente Amersfoort en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst voor het Eemplein. Op 16 februari 2010 heeft de raad ingestemd met de financiële consequenties van het Eemplein en het Eemhuis. Het voorliggende bestemmingsplan maakt het planologisch-juridisch mogelijk het multifunctionele complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem te realiseren.


5.

Statutenwijziging Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en omstreken. Reg.nr .: 3452178 3452178 (pdf)


Toelichting : Wijziging van de statuten is nodig vanwege de voorgenomen bestuursoverdracht van De Sprong, school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen, te Maarsbergen aan de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken. De statutenwijziging kan wettelijk slechts plaatsvinden met instemming van de gemeenteraad.


6.

Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten mei 2010. Reg.nr .: 3455788 3455788 (pdf)


Toelichting : –


Benoemingen


7.

Vertegenwoordiging Amersfoort in Gemeenschappelijke regelingen. Reg.nr .: 3453265 3453265 (pdf)


Toelichting : Op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het de bevoegdheid van de raad bestuursleden van gemeenschappelijke regelingen te benoemen. Op 11 mei j.l. is het nieuwe college geïnstalleerd en dienen wethouders als vertegenwoordigers in een aantal besturen van gemeentschappelijke regelingen te worden benoemd


Moties


8.

- Motie 8-1v2 PvdA, GrL en SP: Maak ’m of kraak ’m - Motie 8-2 BPA: Leegstandswet - Motie 8-3 GrL en PvdA: Leegstandsverordening Motie 8-2 BPA: Leegstandswet (pdf) Motie 8-1v2 PvdA, GrL en SP: Maak ’m of kraak ’m (pdf) Motie 8-3 GrL en PvdA: Leegstandsverordening (pdf)


Einde

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: : :

Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder G. Boeve

B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit

: : :

04-05-2010 01-06-2010 01-06-2010 15-06-2010

Vastgesteld besluit

:


: 3424926 : 16 april 2010 : HB-1

Van de agenda afgevoerd

TITEL Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland.

BESLISPUNTEN Geen zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland naar voren te brengen.

AANLEIDING Conform artikel 23 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Midden-Nederland wordt de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld van zijn zienswijze betreffende de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 naar voren te brengen.

BEOOGD EFFECT Het vaststellen van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Midden-Nederland op 16 juni 2010.

ARGUMENTEN BIJ DE ONTWERP-BEGROTING 2011 1.1 Het voorstel voor de ontwerp-begroting 2011 past in het ingezette beleid Bij het samengaan van de GGD Eemland met de GGD Midden-Nederland in 2009 is afgesproken de inwonerbijdrage stapsgewijs te uniformeren op het (lagere) niveau van Midden-Nederland. In 2011 is voor het laatst sprake van twee verschillende inwonersbijdragen. De afgelopen periode heeft de GGD al een efficiencyslag gemaakt om tot deze uniforme inwonerbijdrage te komen. In 2011 wordt hiervan € 0,42 per inwoner gerealiseerd. Dit bedrag is meegenomen in de 1e ronde van de gemeentelijke bezuinigingen. De voorgestelde inwonerbijdrage in 2011 bedraagt € 11,63 excl. (in 2011 voor het laatst) een extra bijdrage van € 2,47 van de Eemlandse gemeenten op grond van afspraken die zijn gemaakt bij het samengaan. De totale inwonerbijdrage voor Amersfoort bedraagt in 2011 € 14,10. 1.2 Eerste stap Traf af De gemeenten hebben in het kader van “Trap af” alle gemeenschappelijke regelingen opgedragen om in de begroting 2011 uit te gaan van een bezuiniging van 5%. Op deze korte termijn ziet het Algemeen Bestuur van de GGD mogelijkheden tot een besparing van 3,5%. Hierbij is niet de keuze gemaakt om de kaasschaafmethode te hanteren, maar te bezuinigen op de collectieve keuzetaken door daar lokale keuzetaken van te maken. Het betreft de volgende activiteiten: aanpak woonhygiëne, schoolhygiëne, netwerken jeugd in het VO, schoolgezondheidsbeleid, hoofdluisbestrijding en het project spijbelende jeugd. Concreet betekent dit dat iedere gemeente voor zich nu de afweging moet maken welke van deze taken zij in de toekomst nog van de GGD wenst af te nemen. De bezuinigingsvraag wordt hiermee inhoudelijk gemaakt en weer teruggelegd bij de individuele gemeenten. Wij kunnen ons vinden in deze keuze, maar willen dat er desondanks ook wordt gekeken naar de mogelijkheid om te bezuinigen op de wettelijke Inlichtingen bij:

P.N. Dijkstra - de Jager, WSO/MO, (033) 469 44 86


basistaken. Inmiddels is een ambtelijke werkgroep opgericht die verdere bezuinigingsmaatregelen gaat onderzoeken. Op grond van de rapportage van de werkgroep kan alsnog besloten worden tot een begrotingswijziging 2011. 1.3 Bezuinigingsvoorstellen lopen vooruit op de nieuwe ronde gemeentelijke bezuinigingen Onze eigen gemeentelijke bezuinigingstaakstelling is nog niet bekend. Vooralsnog volstaat een bezuiniging van 3,5%. Eind 2011 stelt het nieuwe AB een beleidsplan vast voor 2011-2014, met een financieel meerjarenperspectief. Dan is ook meer bekend over de bezuinigingen rijkswege.

KANTTEKENINGEN BIJ DE ONTWERP-BEGROTING 2011 2.1 Geen 5% maar 3,5% In het kader van gezamenlijk “de trap af” hebben de Utrechtse gemeenten aan de gemeenschappelijke regelingen opdracht gegeven om 5% te bezuinigen in de begroting 2011. De voorliggende ontwerpbegroting gaat uit van 3,5% bezuinigen op de inwonerbijdrage i.p.v. op de totale begroting. Hier is voor gekozen met als argument dat er in 2010 al 1,5% is bezuinigd door af te zien van indexering. 2.2 Bezuiniging op de collectieve keuzetaken is niet automatisch een bezuiniging voor de gemeente De GGD gaat in de ontwerp-begroting uit van een bezuiniging op collectieve keuzetaken. Door te bezuinigen op de collectieve keuzetaken zal de bezuiniging voor de gemeente lager uitvallen, omdat sommige taken toch als individuele keuzetaak afgenomen gaat worden.

ARGUMENTEN BIJ DE 1E BEGROTINGSWIJZIGING 2010 3.1 De 1e begrotingswijziging past in het beleid. In de begrotingswijziging zijn de afspraken verwerkt die leiden tot een uniforme inwonerbijdrage en hetzelfde basistakenpakket voor alle 28 gemeenten binnen het werkgebied. De vastgestelde inwonerbijdrag voor 2010 bedroeg voor Eemlandgemeenten € 14,88. De begrotingswijziging 2010 leidt tot een inwonerbijdrage van € 12,05 met voor de Eemland-gemeenten een extra bijdrage van € 2,47 dus in totaal € 14,52. Per onderdeel heeft de begrotingswijziging de volgende consequenties voor Amersfoort: • Het besluit van de Eemlandgemeenten om de JGZ 0-4 jaar met ingang van 2010 onder te brengen bij de GGD levert in ieder geval al een besparing op van € 0,10 per inwoner voor de Eemlandse gemeenten. De kosten voor deze maatwerktaak zullen door de Eemlandse gemeenten worden gedeeld op basis van het aantal kinderen tussen de 0-4 jaar. • De tweede begrotingswijziging heeft betrekking op de financiering van het digitaal dossier JGZ door de voormalige regio Midden-Nederland. Hierover is in Eemland al eerder een besluit genomen. • In het kader van de uniformering van de financieringswijze tussen de 2 voormalige GGD-en kiest de GGD ervoor om de Eemlandse systematiek over te nemen voor de technische hygiënezorg peuterspeelzalen en kindercentra en af te rekenen op declaratiebasis. De manier waarop wordt afgerekend verandert voor Amersfoort dus niet, maar door een groei in het aantal te controleren locaties kunnen de kosten de komende jaren wel stijgen. Hiervan wordt tijdig melding gedaan. • Bij de forensische zorg is er voor gekozen om de financieringssystematiek zoals die werd gehanteerd in voormalig Midden-Nederland over te nemen. Voor Eemland betekent dit dat er voortaan wordt afgerekend per verrichting. De inwonerbijdrage daalt hierdoor met € 0,10 per inwoner. De kosten van lijkschouwingen bij een vermoeden van een niet-natuurlijke dood worden gedeclareerd. De piketdiensten blijven wel onderdeel uitmaken van de inwonerbijdrage. Door de aanwezigheid van een ziekenhuis zullen de kosten voor Amersfoort naar verwachting stijgen. • In het kader van de harmonisatie van de inwonerbijdragen zullen de kosten voor deelname aan netwerken in rekening worden gebracht. Ter compensatie wordt de inwonerbijdrage met € 0,16 verlaagd. Voor Amersfoort betreft het de deelname aan buurtnetwerken, Jong Centraal en het netwerk Huiselijk Geweld. • Er komen minder mensen naar het reizigersspreekuur van de GGD. Het reizigersspreekuur is een winstgevende markttaak van de GGD. Om dit zo te laten blijven is een organisatorische aanpassing gedaan. • Tot slot zijn er nog enkele andere aanpassingen gedaan. Deze zijn financieel-organisatorisch van aard en hebben geen beleidsinhoudelijke component.


KANTTEKENINGEN BIJ DE BEGROTINGSWIJZIGING 2010 4.1 Begrotingswijziging niet nodig in Amersfoortse systematiek De gemeenteraad van Amersfoort wordt door middel van herfst- en lenterapportages geïnformeerd over de financiële afwijkingen, zonder dat daar begrotingswijzigingen voor worden gemaakt. Voor onze gemeente had deze begrotingswijziging dan ook achterwege kunnen blijven, maar de door de GGD gehanteerde systematiek sluit aan bij de werkwijze van de meest van de overige 27 gemeente in het werkgebied. 4.2 Meer taken worden afgerekend op verrichtingenbasis: dit zorgt voor meer schommelingen in de kosten Wanneer taken opgenomen zijn in de inwonerbijdrage middelen de kosten zich uit. Nu er wordt afgerekend op verrichtingenbasis geeft dit grotere schommelingen.

FINANCIËN De ontwerp-begroting 2011 gaat uit van een inwonerbijdrage van € 14,10 voor Amersfoort. Dit betekent een verlaging met € 0,42 ten opzichte van de begroting 2010. De 1e begrotingswijziging 2010 zorgt voor een verlaging van de inwonersbijdrage met € 0,36 van € 14,88 naar € 14,52 voor Amersfoort.

VERVOLG Op 16 juni 2010 wordt de begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 aan het Algemeen Bestuur van de GGD Midden-Nederland ter vaststelling aangeboden. Wij zullen het Dagelijks Bestuur van de GGD vooraf schriftelijk informeren over de uitkomsten van de raadsbehandeling.

BETROKKEN PARTIJEN GGD Midden-Nederland en de overige 27 gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland.

Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit Ter inzage

- ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland - 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3424926

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2010, sector WSO/MO (nr.3424926); b e s l u i t: geen zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland naar voren te brengen.

Vastgesteld in de openbare vergadering van ............ de griffier

de voorzitter

Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Telefoon 14 033 Telefax (033) 469 54 54

Burgemeester en Wethouders

Aan de Rekenkamercommissie van de gemeente Amersfoort t.a.v. de heer S. Oostlander

Uw brief/kenmerk

Ons kenmerk

CST/PO/3400871 Onderwerp

Datum

Bestuurlijke reactie op onderzoeksrapport

31 maart 2010

Geachte heer Oostlander, Wij hebben met grote interesse kennis genomen van het rekenkameronderzoek “integriteitbeleid gemeente Amersfoort”. Het is goed dat zowel de opzet, de invoering als de uitvoering onderdeel van het onderzoek uitmaken. Het onderzoek geeft een totaalbeeld van de wijze waarop de gemeente Amersfoort omgaat met het onderwerp integriteit. Uit het onderzoek komt naar voren dat het Integriteitbeleid in de basis goed is, maar in de werking nog verbeterd kan worden. De rekenkamercommissie geeft daarvoor vier aanbevelingen. Vooruitlopend op behandeling door de gemeenteraad reageren wij als volgt. Aanbeveling 1: Completeer de opzet van het Integriteitbeleid. Reactie: Akkoord Aanbeveling 2: Werk het beleid verder uit en voer controle op de naleving uit. Reactie: Wij nemen deze aanbeveling in algemene zin graag over. We merken daarbij op dat dit in feite al gaande is. Zo is bijvoorbeeld de inventarisatie van kwetsbare functies inmiddels afgerond, zodat deze binnenkort kan worden vastgesteld. Ook zetten wij bij een aantal andere aspecten de puntjes op de i, zoals de registratie voor het aannemen van geschenken en uitnodigingen. Wel plaatsen wij bij deze aanbeveling de kanttekening dat wij bij de verdere uitwerking van het beleid voorrang willen geven aan het levend houden van het integriteitsbegrip (trainingen, bespreekbaarheid etc.) en dus wat minder aan de bureaucratisch-administratieve aspecten. Aanbeveling 3: Training en communicatie Reactie: Akkoord. De trainingscyclus voor alle leidinggevenden is overigens inmiddels al uitgevoerd.

Inlichtingen bij

A.M.E. de Graaf (033) 469 51 20

Bezoekadres Stadhuisplein 1 Amersfoort www.amersfoort.nl

Volgvel

1

Gemeente Amersfoort

CST/PO/3400871

Aanbeveling 4: Ontwikkel een verantwoordingssystematiek om periodiek te rapporteren voor de staat van de werking van het integriteitbeleid. Reactie: Akkoord, met de kanttekening zoals gemaakt bij aanbeveling 2, het waken voor een overmaat aan bureacratisch administratieve rompslomp.

Met vriendelijke groet, burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris, de burgemeester,

Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Telefoon (033) 469 43 79 Telefax (033) 469 54 54

Raadsgriffie

Aan de heer S. Oostlander

Uw brief/kenmerk

Ons kenmerk

3381750

GRF/3405110

Onderwerp

Datum

reactie presidium rekenkameronderzoek integriteit

29 maart 2010

Geachte heer Oostlander, Dank voor het toesturen van dit rekenkamerrapport. De raad krijgt hiermee een mooi overzicht van de opzet, het bestaan en de werking van het integriteitsbeleid in Amersfoort. Wij wachten de behandeling in de raad af over uw conclusies en aanbevelingen. Dat neemt niet weg dat wij u over uw bevindingen over de raad zelf nu al het volgende kunnen meedelen. 1. De raad kent in zijn gedragscode een regeling over het melden van financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. Inderdaad is nagelaten de raadsleden hieromtrent opgave te vragen. Deze omissie zullen wij herstellen. 2. In het hoofdstuk over detailbevindingen staat met zoveel woorden (onder ‘Opzet’ bij nr. 22) dat met betrekking tot nevenfuncties van raadsleden niet is vastgelegd dat deze openbaar gemaakt moeten worden en dat het beleid daarmee slechts deels aan de norm voldoet. Dit is niet juist. De Gemeentewet zelf legt de verplichting tot openbaarmaking van andere functies van raadsleden al vast. Daarnaar wordt ook gehandeld. Omdat dit voor het college op deze manier niet in de wet is vastgelegd, heeft de raad dit in de gedragscode voor het college wel apart geregeld. Met vriendelijke groet, het presidium, de griffier,

de voorzitter a.i.,

mr. A.M. van Omme

drs. M. Vogels

Inlichtingen bij

mw. A.M. van Omme (033) 469 43 67

Bezoekadres Stadhuisplein 1 Amersfoort www.amersfoort.nl

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Portefeuillehouder

: Presidium : Gemeenteraad : Wethouder S.W. van ‘t Erve

B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit

: --: 01-06-2010 : 15-06-2010 :

Van Aan


: 3418762 : 20 mei 2010 : HB-2

TITEL Rekenkamerrapport “Rekenkameronderzoek Integriteitbeleid Amersfoort”

BESLISPUNTEN 1. de slotconclusie “de gemeente heeft het integriteitbeleid goed vormgegeven”, zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport, over te nemen; 2. de aanbevelingen: a. completeer de opzet van het integriteitbeleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten, zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Besteed hierbij nadrukkelijk aandacht aan ongewenste omgangsvormen. b. werk het beleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten nader uit zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Spreek daarbij af op welke wijze controle op de naleving van regels gaat plaatsvinden en zie daarop toe. c. ontwikkel een (vormings)plan waarmee aandacht voor training en communicatie over de waarden en normen (cultuur) wordt geborgd. Maak hierbij onderscheid naar een specifiek (vormings)beleid voor politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisatie. Maak hierbij ook afspraken op welke momenten integriteit(dilemma’s) periodiek onderwerp van bespreking zijn. Zie op de naleving van de uitvoering van het (vormings)plan en de afspraken toe. d. ontwikkel een verantwoordingssystematiek (management-/ bestuursrapportages) om periodiek te rapporteren over de staat van de werking van het integriteitbeleid, zowel ten aanzien van politieke ambtsdragers als de ambtelijke organisatie; zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport, over te nemen: 3. het college te verzoeken in januari 2011 het onderwerp ter agendering aan de raad te bieden met de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de aanbevelingen, voor het deel dat het college en de organisatie betreft; 4. het presidium te verzoeken in januari 2011 het onderwerp ter agendering aan de raad aan te bieden met de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de aanbevelingen, voor het deel dat de raad betreft.

AANLEIDING Er was voor de Rekenkamercommissie geen directe aanleiding dit onderzoeksonderwerp ter hand te nemen. In bestuurlijk Nederland is veel aandacht voor integriteit, maar onderzoek naar feitelijk gevoerd integriteitbeleid in een gemeentelijke organisatie door een onafhankelijk orgaan is nog niet vaak uitgevoerd. De rekenkamercommissie Amersfoort (hierna te noemen: “de rekenkamercommissie”) is van mening dat een dergelijk onderzoek naar integriteitbeleid in de taakopdracht en binnen de bevoegdheden van de commissie valt. Daarnaast heeft zo’n onderzoek een duidelijk maatschappelijk belang: Inlichtingen bij

mw. drs. M.P. van den Nieuwendijk RA (033) 469 4312

Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2

“Aantasting van de integriteit van de overheid betekent niet minder dan dat de overheid het vertrouwen van de burgers verliest. En zonder dat vertrouwen van de burger kan de democratie niet. Dan is er geen democratie meer.”1

Dit afwegende heeft de rekenkamercommissie besloten het integriteitbeleid van de gemeente Amersfoort te onderzoeken. Het belang van een integriteitbeleid voor de gemeente gaat in de visie van de rekenkamercommissie verder dan (slechts) het voldoen aan weten regelgeving en het beheersen van risico’s. Het gaat ook om het bieden van een veilige omgeving aan de medewerkers van de gemeente en om het bestuurlijke belang dat een gemeente alleen duurzaam geloofwaardig kan zijn als zij haar integriteitbeleid op orde heeft. Een betrouwbare overheid vereist een volstrekt integere organisatie. Integriteit betreft daarbij niet de enge definitie van onkreukbaarheid van functionarissen bij financiële verleidingen, maar betreft ook een maatstaf voor het beoordelen van de kwaliteit van werkzaamheden en bedrijfsvoeringprocessen. Daarnaast valt onder de definitie van integriteit ook het voorkomen van aantasting van de geestelijke en lichamelijke integriteit zoals pesten en discriminatie. Een samenhangend en werkend integriteitbeleid is, volgens de rekenkamercommissie, een cruciale bouwsteen voor een integere organisatie.

BEOOGD EFFECT Verbetering van het beleid en de organisatie van het beleid.

ARGUMENTEN 1.1 De gemeente heeft het integriteitbeleid goed vormgegeven De rekenkamercommissie concludeert dat de gemeente het integriteitbeleid goed heeft vormgegeven. Ook kwalificeert zij het uitgangspunt van de gemeente als positief dat integer handelen in de eerste plaats de verantwoordelijkheid is en dient te blijven van het betrokken individu. Dit vereist een continue training en het uitdragen van de normen en waarden, maar ook helder uitgewerkte regels en controle op de naleving daarvan, zowel voor de politieke ambtsdragers (raad en college) als de ambtelijke organisatie van Amersfoort. Dit is in de huidige situatie in Amersfoort echter nog beperkt ingevoerd en ingevuld. Het is denkbaar dat de geformuleerde beleidskaders blijven rusten op een zekere mate van vrijblijvendheid. En dat kan niet de bedoeling zijn. Een werkend integriteitbeleid dat gewenst gedrag stuurt en beheerst, verlaagt de kans op integriteitschendingen en reputatieschade, maar verschaft ook aan (eind)verantwoordelijken voldoende overtuigingskracht om, mocht een integriteitschending zich eventueel voordoen, dit aan derden uit te leggen als een losstaand incident. De rekenkamercommissie is van mening dat de raad, het college en de ambtelijke organisatie permanent aandacht dienen te besteden aan (de werking van) het integriteitbeleid. Daarbij is het van belang dat periodiek informatie wordt verzameld en zorgvuldig verwerkt en gebruikt. De rekenkamercommissie heeft de opzet, het bestaan en de werking van het integriteitbeleid van de gemeente in beeld gebracht. Uit het onderzoek komt naar voren dat het integriteitbeleid in de basis goed is, maar in de werking nog verbeterd kan worden. Hieronder zijn de aanbevelingen van de rekenkamercommissie weergegeven. Deze aanbevelingen gaan zowel de politieke ambtsdragers als de ambtelijke organisatie aan, en dienen daarom vanuit een ieders verantwoordelijkheid te worden gelezen. Dit betekent dat de raad daarbij een kaderstellende en controlerende taak heeft naar zowel zichzelf als het college. Waar het de ambtelijke organisatie betreft zijn de aanbevelingen gericht aan het college.

1

Memorie van toelichting bij de wijziging van de Ambtenarenwet en enkele andere wetten in verband met goed ambtelijk handelen, goed werkgeverschap en algemene regels over integriteit, Tweede Kamer, vergaderjaar 20032004, 29 436, nr. 3, pagina 3.


2.1 Beleid voldoet aan eisen, op onderdelen zijn verbeteringen mogelijk Uit het onderzoek komt naar voren dat het beleid voldoet aan de formele eisen. Op onderdelen zijn nog verbeteringen in het beleid aan te brengen. Aanbeveling 1: completeer de opzet van het integriteitbeleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten, zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Besteed hierbij nadrukkelijk aandacht aan ongewenste omgangsvormen. 2.2

Verbeterpunten gelden voor zowel ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers, controle op naleving dient te worden afgesproken en plaats te vinden Alleen al de aanwezigheid van beheersingsmaatregelen heeft een directe invloed op het gedrag van mensen en daarmee op het risico. Uit het onderzoek komt naar voren dat het integriteitbeleid nog nadrukkelijker kan worden uitgewerkt in beheersingsmaatregelen (concrete functies, structuren, processen en waarborgen). Het is daarbij belangrijk dat controle plaatsvindt op de naleving van de regels en de informatie zorgvuldig wordt verwerkt en gebruikt opdat eventuele deficiënties tijdig worden onderkend en maatregelen kunnen worden ondernomen. Aanbeveling 2: werk het beleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten nader uit zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Spreek daarbij af op welke wijze controle op de naleving van regels gaat plaatsvinden en zie daarop toe. 2.3 Meer aandacht voor training en communicatie over cultuur om gewenst gedrag te stimuleren Integer handelen, staat of valt met de houding en het gedrag van alle politieke en ambtelijke betrokkenen in persoon. Dit veronderstelt naar de mening van de rekenkamercommissie training en communicatie over de waarden en normen (cultuur) om het gewenste gedrag te stimuleren, zowel voor de politieke ambtsdragers (raad en college) als de ambtelijke organisatie. Uit het onderzoek komt naar voren dat hier meer aandacht naar uit mag gaan.

Aanbeveling 3: Ontwikkel een (vormings)plan waarmee aandacht voor training en communicatie over de waarden en normen (cultuur) wordt geborgd. Maak hierbij onderscheid naar een specifiek (vormings)beleid voor politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisatie. Maak hierbij ook afspraken op welke momenten integriteit(dilemma’s) periodiek onderwerp van bespreking zijn. Zie op de naleving van de uitvoering van het (vormings)plan en de afspraken toe. 2.4 Ontwikkel verantwoordingssystematiek om te rapporteren over staat van de werking van het beleid Het is belangrijk dat periodiek informatieverzameling plaatsvindt om de mate van integriteit in de gemeente vast te stellen. Dit om de werking van het integriteitbeleid te bepalen en indien nodig tijdig bij te (kunnen) sturen. Uit het onderzoek komt naar voren dat het in Amersfoort ontbreekt aan een deugdelijke verantwoordingssystematiek (monitoring en verantwoording). Aanbeveling 4: Ontwikkel een verantwoordingssystematiek (management-/ bestuursrapportages) om periodiek te rapporteren over de staat van de werking van het integriteitbeleid, zowel ten aanzien van politieke ambtsdragers als de ambtelijke organisatie. Het college heeft aangegeven akkoord te zijn met de aanbevelingen, met de kanttekening te willen waken voor een overmaat aan bureaucratisch administratieve rompslomp.

KANTTEKENINGEN Niet van toepassing

FINANCIËN De uitwerking van de aanbevelingen alsmede de raming van de eventuele kosten hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad.

VERVOLG De uitwerking van de aanbevelingen alsmede planning hiervan is een taak van de organisatie, waar nodig in overleg met de raad.


BETROKKEN PARTIJEN Raad en college.

Het presidium de griffier,

de voorzitter,

A.M. van Omme

R. Smit

Bijlagen

- Ontwerp raadsbesluit Ter inzage

- Rekenkameronderzoek “Integriteitbeleid Amersfoort” - Bestuurlijke reacties van presidium (3405110) en college (3400871) op rapport

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3418762

De raad van de gemeente Amersfoort; Gelezen het voorstel van het Presidium van 20 mei 2010, GRF (nr. 3418762); b e s l u i t:

1. de slotconclusie “de gemeente heeft het integriteitbeleid goed vormgegeven”, zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport, over te nemen; 2. de aanbevelingen: a. completeer de opzet van het integriteitbeleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten, zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Besteed hierbij nadrukkelijk aandacht aan ongewenste omgangsvormen. b. werk het beleid op de in het onderzoek naar voren gekomen verbeterpunten nader uit zowel voor de ambtelijke organisatie als politieke ambtsdragers (raad en college). Spreek daarbij af op welke wijze controle op de naleving van regels gaat plaatsvinden en zie daarop toe. c. ontwikkel een (vormings)plan waarmee aandacht voor training en communicatie over de waarden en normen (cultuur) wordt geborgd. Maak hierbij onderscheid naar een specifiek (vormings)beleid voor politieke ambtsdragers en de ambtelijke organisatie. Maak hierbij ook afspraken op welke momenten integriteit(dilemma’s) periodiek onderwerp van bespreking zijn. Zie op de naleving van de uitvoering van het (vormings)plan en de afspraken toe. d. ontwikkel een verantwoordingssystematiek (management-/ bestuursrapportages) om periodiek te rapporteren over de staat van de werking van het integriteitbeleid, zowel ten aanzien van politieke ambtsdragers als de ambtelijke organisatie; zoals geformuleerd in het rekenkamerrapport, over te nemen: 3. het college te verzoeken in januari 2011 het onderwerp voor agendering aan de raad aan te bieden, met de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de aanbevelingen, voor het deel dat het college en de organisatie betreft; 4. het presidium te verzoeken in januari 2011 het onderwerp voor agendering aan de raad aan te bieden, met de stand van zaken ten aanzien van de uitvoering van de aanbevelingen, voor het deel dat de raad betreft.

Vastgesteld in de openbare vergadering van. de griffier,

de voorzitter,

Verordening

Reg.nr.

3452811

De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 juni 2010, sector DIA/PD/BEL (nr.3454356); gelet op artikel 216, 229 eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;

b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:

Verordening staangeld 2010-2011 Artikel 1 Begripsomschrijvingen Deze verordening verstaat onder: een standplaats: een standplaats als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459) een woonwagen: een woonwagen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e van de Huisvestingswet (Stb 1998, 459) een huurovereenkomst: de overeenkomst tussen de huurder en de verhuurder van de standplaats met toebehoren waarin de huurbepalingen voor de standplaats zijn geregeld. een maand: een kalendermaand een jaar: een kalenderjaar Artikel 2 Belastbaar feit Onder de naam ‘staangeld woonwagens’ wordt een recht geheven voor: 1. het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de locatie De Birkt; 2. het hebben van een standplaats voor een woonwagen in de gemeente Amersfoort, daaronder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden, op de overige, daartoe aangewezen, locaties in de gemeente Amersfoort. Artikel 3 Belastingplicht Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning als bedoeld in artikel 2.8.4 van de Huisvestingsverordening Amersfoort 2007 (of latere versies) dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld. Artikel 4 Vrijstelling Het recht als bedoeld in artikel 2 wordt niet geheven zolang voor de standplaats een huurovereenkomst geldt met de Stichting De Alliantie of de gemeente Amersfoort.

Verordening staangeld 2010-2011

Artikel 5 Belastingtijdvak 1. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, eerste lid 1 is gelijk aan een maand. 2. Het belastingtijdvak voor de standplaatsen als bedoeld in artikel 2, tweede lid is gelijk aan een periode van twaalf maanden welke aanvangt op 1 juli van een jaar en eindigt op 30 juni van het jaar daaropvolgend. Artikel 6 Belastingtarief Het recht als bedoeld in artikel 2 bedraagt: 1. voor een standplaats op de locatie De Birkt, per maand € 63,98; 2. voor een standplaats op de overige daarvoor aangewezen locaties in de gemeente Amersfoort, per periode van twaalf maanden € 1.269,00. Artikel 7 Wijze van heffing Het recht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 vervalt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor het hele tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3 Indien de belastingplicht van het in artikel 2, tweede lid bedoelde recht in de loop van het belastingtijdvak eindigt, dan wel de vrijstelling als bedoeld in artikel 4 van toepassing wordt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 4 Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een andere standplaats in gebruik neemt. Artikel 9 Termijn van betaling 1. Het recht als bedoel in artikel 6, eerste lid moet worden betaald in één termijn welke vervalt veertien dagen na dagtekening van de belastingnota; 2. Het recht als bedoeld in artikel 6, tweede lid moet worden betaald in twaalf gelijke, maandelijkse termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de dag van dagtekening van de belastingnota en elk van de volgende termijnen steeds op de eerste dag van de maanden die daarop volgen. Artikel 10 Kwijtschelding Bij de invordering van staangeld wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van het staangeld.


Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'Verordening staangeld 2009-2010’ van 16 juni 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening staangeld 2010-2011'

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 15 juni 2010. de griffier,

PUBLICATIEDATUM: 23 juni 2010


de voorzitter,

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar

Van Aan Portefeuillehouder B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit


: 3454281 : 21 mei 2010 : HB-3

: 01-06-2010 : --: 15-06-2010 :

TITEL Vaststelling Verordening staangeld 2010-2011

BESLISPUNTEN 1. de Verordening staangeld 2010-2011 vast te stellen; 2. de Verordening staangeld 2009-2010 in te trekken.

AANLEIDING Om de tarieven voor de huur en de retributies voor de woonwagenstandplaatsen met elkaar in overeenstemming te laten blijven, is de jaarlijkse verhoging van het staangeld per 1 juli a.s. noodzakelijk. De gemeenteraad is bevoegd belastingverordeningen vast te stellen.

BEOOGD EFFECT Doel is opbrengsten te genereren zoals in de begroting 2010 is geraamd. Daarnaast blijven de tarieven met de verhoging in lijn met de huurprijzen voor woonwagens, zoals die door De Alliantie worden gehanteerd.

ARGUMENTEN Niet voor alle standplaatsen wordt de huur op basis van een huurovereenkomst geïnd. Voor de standplaatsen waarvoor door De Alliantie geen huurovereenkomst is afgesloten, wordt de vergoeding geïnd via een belastingaanslag op basis van de Verordening staangeld. De uitvoering van de heffing en inning van staangeld van alle standplaatsen, met uitzondering van de standplaatsen aan de Birkt, is overgedragen aan De Alliantie. De vaststelling van de belastingtarieven daarentegen blijft een bevoegdheid van de Raad. Om geen verschil te laten ontstaan tussen de huurtarieven en de belastingtarieven, is een aanpassing van de belastingtarieven aan de jaarlijkse huurverhoging per 1 juli noodzakelijk. Wij stellen u voor het tarief voor een standplaats op een andere lokatie dan aan de Birkt vast te stellen op € 1.269,00 per jaar, gelijk aan het bedrag dat op basis van een huurovereenkomst is verschuldigd. In dit bedrag is een verhoging verwerkt van 1,2%, welke gelijk is aan de verhoging van de huren zoals die door De Alliantie en de Vereniging Huurdersbelangen is overeengekomen.

KANTTEKENINGEN Voor de standplaatsen op de Birkt stellen wij u voor de wijze van heffen en innen alsmede de hoogte van de tarieven te handhaven op het niveau van 2009-2010 en dus niet aan te passen. Aan de standplaatsen aan de Birkt vindt uitsluitend noodzakelijk onderhoud aan de voorzieningen plaats (besluit 3 oktober 1997).

Inlichtingen bij:

A.J.C. Lam, DIA/PB/BEL, (033) 469 45 76


FINANCIËN Volgens begroting

VERVOLG Publicatie op grond van art. 139 Gemeentewet in de Stadsberichten, publicatie op grond van de Wet elektronische bekendmaking op www.overheid.nl en ter inzage legging in de Observant. Verdere communicatie via de gebruikelijke kanalen.

BETROKKEN PARTIJEN De Alliantie en de woonwagenbewoners


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- -ontwerp-raadsbesluit - -concept-Verordening staangeld 2010-2011 (nr. 3452811)

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3454281

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2010, sector DIA/PB/BEL (nr.3454356); b e s l u i t:

1. de Verordening staangeld 2010-2011 vast te stellen; 2. de Verordening staangeld 2009-2010 in te trekken.

Vastgesteld in de openbare vergadering van ..........

de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

Zienswijzennota

Bestemmingsplan “Eemplein”

Zienswijzennota #3443928


1

Inhoudsopgave 1. Inleiding ................................................................................................................. 2 1.1 Status zienswijzennota ...................................................................................................................... 2 1.2 Procedure bestemmingsplan ............................................................................................................. 2 1.3 Ingekomen zienswijzen ..................................................................................................................... 2

2. Zienswijzen: ontvankelijkheid, samenvatting, reactie en conclusie ................ 3 2.1 Inleiding ............................................................................................................................................. 3 2.2 Zienswijze .......................................................................................................................................... 3

3. Wijzigingen in het bestemmingsplan .................................................................. 8 3.1 Ambtshalve wijzigingen ..................................................................................................................... 8 3.2 Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen .................................................................................... 8



2

1. Inleiding 1.1 Status zienswijzennota De zienswijzennota behoort bij het besluit over de vaststelling van het bestemmingsplan “Eemplein”. De zienswijzennota bestaat uit drie hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat een overzicht van de ingekomen zienswijzen en de verdere procedure van het bestemmingsplan. In hoofdstuk 2 is aangegeven of de zinswijze ontvankelijk is. Daarna wordt een samenvatting van de zienswijze gegeven en deze wordt van een gemeentelijke reactie voorzien. In de conclusie is opgenomen of de zienswijze aanleiding geeft tot aanpassing van het ontwerpbestemmingsplan. Hoofdstuk 3 bevat een overzicht van de wijzigingen die bij de vaststelling van het bestemmingsplan worden doorgevoerd. Naast wijzigingen door zienswijzen kunnen dit ook ambtshalve wijzigingen zijn. 1.2 Procedure bestemmingsplan Zienswijzenronde Het ontwerpbestemmingsplan heeft na publicatie in de stadsberichten in Amersfoort Nu, de Staatscourant en op www.amersfoort.nl met ingang van 24 maart 2010 tot en met 5 mei 2010 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Dit is in overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Gedurende deze termijn kon iedereen schriftelijk of mondeling een zienswijze indienen bij de gemeenteraad. Vaststelling Na de zienswijzenronde beslist de gemeenteraad over de vaststelling van het bestemmingsplan. Zij weegt hierbij de ontvangen zienswijze mee. De vaststelling wordt mede bekend gemaakt in de stadsberichten in Amersfoort Nu. De indiener van een zienswijze krijgt een brief met informatie over de vaststelling en de mogelijkheid tot indienen van beroep bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. 1.3 Ingekomen zienswijzen Schriftelijke zienswijzen Er is één schriftelijke zienswijze ingebracht. De zienswijze is van Drost/deBruin, advocaten in het vastgoed- en ondernemingsrecht te Baarn. De zienswijze is ingediend namens Vabeog Amersfoort BV en Oppidium Amersfoort BV. Mondelinge zienswijzen Er zijn geen mondelinge zienswijze ingebracht.



3

2. Zienswijzen: ontvankelijkheid, samenvatting, reactie en conclusie 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk is iedere zienswijze samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. In de conclusie is aangegeven of, en zo ja, welke wijzigingen in het plan worden doorgevoerd naar aanleiding van de zienswijze. 2.2 Zienswijze Ontvankelijkheid De zienswijze is op 4 mei 2010, binnen de termijn, per fax binnengekomen en van een ondertekening voorzien. De zienswijze is ontvankelijk. Samenvatting 1. Reclamant geeft aan dat er voor het project “het Handelsgebouw” in 2009 een vergunning en een vrijstelling zijn verleend voor het realiseren van een complex aan de Amsterdamseweg 8 t/m 10, Groningerstraat 17 t/m 176 en de Nieuwe Poort 20 t/m 22 voor detailhandel, wonen, hotel annex kantoorfunctie en parkeren. In dit complex worden 579 parkeerplaatsen gerealiseerd. In een overeenkomst over het Handelsgebouw staat onder andere dat realisatie van het Handelsgebouw onder andere gebeurt met inachtneming van het bestemmingsplan CSG Noord. Bovendien staat er in dat Vahstal ermee bekend is dat de gemeente Amersfoort ‘zeer terughoudend beleid’ voert ten aanzien van uitbreiding van detailhandel. Vahstal mag volgens het contract 5.500 m² detailhandel toevoegen aan de bestaande vierkante meters. In totaal zijn 10.000m² detailhandel vergund, terwijl volgens het bestemmingsplan CSG Noord 30.000 m² is toegestaan. 2. Reclamant heeft voor het indienen van de zienswijze verzocht om een aantal aanvullende stukken. Deze zijn nog niet ontvangen, daarom behoud reclamant zich het recht voor om deze zienswijze – na ontvangst van de gevraagde stukken – nader uit te breiden en te onderbouwen. 3. Het is reclamant onduidelijk welke parkeernormen voor het Eemplein gelden. Reclamant vraagt zich af op welke manier de genoemde 750 parkeerplaatsen tot stand zijn gekomen, en waarom niet wordt geëist dat de door Goudappel Coffeng berekende 1.008 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. 4. Het is reclamant onduidelijk, waarom het Eemplein wel als ‘lopend project’ is vermeld in het raadsbesluit van december 2009 waarvoor afwijkende parkeernormen zijn vastgesteld, terwijl het Handelsgebouw daar niet in is opgenomen. 5. In het raadsbesluit over de afwijkende parkeernormen voor ‘lopende projecten’ is voor het Eemplein gesteld, dat 750 parkeerplaatsen gerealiseerd dienen te worden. Dit past binnen de bestaande privaatrechtelijke afspraken met Multi. Volgens reclamant zijn de (kennelijk) uitsluitend op privaatrechtelijke afspraken gebaseerde parkeernormen veel te krap. Hierdoor ontstaan parkeerproblemen die zich mogelijk verschuiven naar het Handelsgebouw en omliggende woonwijken, zoals het Oliemolenkwartier. Uit ervaringsgegevens van reclamant zou blijken, dat voor een MediaMarkt en AH XL van samen 8.200 m² tijdens piekmomenten een parkeerbehoefte van 1.000 parkeerplaatsen reëel is. Reclamant vraagt zich daarom af, waarom de gemeente stelt dat 750 parkeerplaatsen, voor het gehele Eemplein, voldoende zou zijn. 6. De mededeling in het raadsbesluit van december 2009, dat de 750 parkeerplaatsen voor het Eemplein zouden voldoen aan het bestemmingsplan technische regime is volgens reclamant onjuist. In het geldende bestemmingsplan CSG Noord staat immers dat de parkeerbehoefte volledig op eigen terrein opgevangen dient te worden. Dit is niet het geval, aangezien volgens het onderzoek van Goudappel Coffeng 1.008 parkeerplaatsen nodig zijn in plaats van 750 parkeerplaatsen. Het verschil wordt opgevangen buiten het plangebied, in het Oliemolenkwartier. 7. Reclamant vindt het onnavolgbaar dat voor het Handelsgebouw 579 parkeerplaatsen voor 10.000 m² detailhandel met andere functies gerealiseerd moeten worden, terwijl voor het Eemplein 750 parkeerplaatsen voor 13.500 m² detailhandel met andere functies voldoende wordt geacht. 8. Een overloop naar het Oliemolenkwartier is volgens reclamant niet veilig te stellen, omdat het Oliemolenkwartier nog gerealiseerd moet worden en de bereikbaarheid daardoor slecht is. Bovendien is de overloop niet afdwingbaar. 9. Het Oliemolenkwartier kan in de toekomst volgens het geldende bestemmingsplan “CSG Noord” worden gewijzigd naar een woonwijk. Uit de Stadspeiling Parkeren en Verkeersveiligheid van 12 januari 2010 bleek, dat het tekort aan parkeerplaatsen in woonwijken nu al als probleem wordt Zienswijzennota #3443928


4

10.

11.

12.

13.

14.

15.

16.

ervaren. Als het Oliemolenkwartier wordt omgezet naar woonwijk, zal de ‘overloop’ van het Eemplein hier voor problemen zorgen. In de besluitvorming is volgens reclamant geheel over het hoofd gezien, dat het Eemcentrum volgens het bestemmingsplan CSG Noord is belast met de overloop van 734 parkeerplaatsen. Deze overloop hield verband met het opheffen van parkeerplaatsen in de binnenstad. In het ontwerp bestemmingsplan “Eemplein” is op geen enkele wijze rekening gehouden met deze 734 parkeerplaatsen. In het Programma van Eisen / het geldende bestemmingsplan CSG Noord was sprake van 4.000 m² detailhandel. In het nu voorliggende bestemmingsplan is sprake van 13.500 m² detailhandel. Het aantal vierkante meters detailhandel is dus ruim verdrievoudigd, terwijl het aantal parkeerplaatsen ongeveer gehalveerd is. In het ontwerp bestemmingsplan wordt dit niet gemotiveerd. Reclamant vraagt zich af of er onderzoek is verricht naar aanleiding van de verhoging van de oppervlakte aan detailhandel (van 4.000 m² uit het PvE van het geldende bestemmingsplan naar 13.500 m² in het ontwerp bestemmingsplan “Eemplein”). Voor de 10.000 m² detailhandel in het Handelsgebouw werd door de Kamer van Koophandel, de OFA en de WAS al aangegeven, dat dit tot duurzame ontwrichting van de lokale detailhandelsstructuur kon leiden. Reclamant stelt dat de verhoging van 4.000 m² naar 13.500 m² detailhandel per definitie de lokale detailhandelsstructuur ontwricht. Reclamant vraagt om inzage in een DPO (distributie planologisch onderzoek), waaruit de verantwoording van de verhoging blijkt, waarbij ook rekening is gehouden met de mogelijkheid om 30.000 m² detailhandel in het Handelsgebouw te realiseren. Reclamant stelt dat uit de toelichting van het bestemmingsplan op geen enkele wijze blijkt dat het bestemmingsplan daadwerkelijk economisch uitvoerbaar is. Een degelijke motivatie is in dit geval extra van belang, gezien de aanleiding, namelijk dat het ‘tussenplan’ achteraf niet economisch uitvoerbaar bleek te zijn. Reclamant twijfelt aan de economische uitvoerbaarheid van het plan, omdat het plan zonder het budget voor het Eemhuis en zonder de BWS-gelden (Besluit Woninggebonden Subsidies) een exploitatietekort heeft. Het risico van dit tekort ligt bij de gemeente, niet bij de ontwikkelaar. Reclamant vraagt zich af of BWS-gelden wel voor dit plan gebruikt kunnen worden, omdat dit bouwplan veel meer omvat dan enkel woningbouw. Daarnaast twijfelt reclamant er aan, of met deze subsidie de staatssteunregels wel in acht genomen worden. Multi wordt met deze steun bevoordeeld ten opzichte van andere ontwikkelaars. Het plan zou zonder de subsidie niet kunnen worden uitgevoerd. Reclamant stelt zich op het standpunt, dat het project aan de Europese Commissie had moeten worden gemeld. Reclamant kan uit de toelichting niet opmaken welke grondprijzen in het kader van de verkoop van de gronden door de gemeente aan Multi zijn gehanteerd. Ook blijkt niet of bij de bepaling van de grondprijs is gehandeld conform de Mededeling van de Europese Commissie van 10 juli 1997 omtrent staatssteun elementen bij de verkoop van gronden en gebouwen door openbare instanties. Reclamant vermoedt dat niet de juiste procedure is gevolgd en vermoed daarom dat er sprake is van staatssteun. Daarom had de grondtransactie volgens reclamant bij de Europese Commissie moeten worden aangemeld. Aangezien het plan is versoberd omdat het anders economisch niet meer rendabel was voor Multi en omdat het al bestaande tekort door de gemeente wordt aangevuld, betwijfelt reclamant of de grondtransactie bij een hogere grondprijs door zal gaan. Reclamant stelt dat in strijd met artikel 3:11, lid 1 Awb is gehandeld, door het in 2006 opgestelde inrichtings-MER niet bij het ontwerpbestemmingsplan ter inzage te leggen. Omdat reclamant nog stukken van de gemeente verwacht, behoud hij zich uitdrukkelijk het recht voor om zijn zienswijze aan te vullen.

Gemeentelijke reactie 1. De opmerkingen van reclamant zijn juist, maar zijn voor het ontwerp bestemmingsplan “Eemplein” niet relevant. 2. Voor beantwoording van de vraag of alle stukken ter inzage hebben gelegen, zie onder 16. 3. Uit artikel 10.3 van de regels van het ontwerpbestemmingsplan “Eemplein”, blijkt dat de parkeereis wordt berekend op basis van het collegebesluit ‘Afwijkende parkeernormen voor lopende projecten’ van 8 december 2009. Hierin staat dat de nieuwste parkeernormen van toepassing zijn, maar dat hiervan een ontheffing wordt verleend, zodat aan de privaatrechtelijke afspraken wordt voldaan. In totaal worden 750 parkeerplaatsen aangelegd. Dit betekent dat de parkeernormen uit de ‘Nota Parkeernormen Amersfoort 2009’ van toepassing zijn, maar dat bij een bouwaanvraag voor het privaatrechtelijk afgesproken programma ontheffing wordt verleend tot 750 parkeerplaatsen. Dit aantal werd bij het aangaan van de privaatrechtelijke Zienswijzennota #3443928


5

4.

5.

6.

7. 8.

9.

10.

11.

overeenkomst als voldoende voor het bijbehorende programma beschouwd en wordt daarom ook nu nog als uitgangspunt gehanteerd. In het kader van een ‘goede ruimtelijke ordening’ is daarnaast door Goudappel Coffeng de parkeereis op basis van de nieuwste parkeernormen berekend. Hieruit bleek dat voor het in het bestemmingsplan mogelijk gemaakte programma 1.008 parkeerplaatsen zou betreffen. De gemeente gaat ervan uit dat het verantwoord is om uit te gaan van 750 parkeerplaatsen, omdat dit past bij het programma zoals vastgelegd in het privaatrechtelijke contract met de initiatiefnemer. Mocht in de praktijk blijken dat er toch behoefte bestaat aan meer parkeergelegenheid (namelijk de 1.008 parkeerplaatsen op basis van de nieuwste parkeernormen), dan bestaat er de mogelijkheid tot ‘overloop’ in het Oliemolenkwartier. De bedoeling van de vastgestelde lijst van lopende projecten is, om reeds gemaakte afspraken omtrent parkeren vast te leggen, zodat bij de bouwvergunningaanvraag niet de nieuwste parkeernormen conform de bouwverordening gelden. Voor het Handelsgebouw was bij het nemen van het betreffende collegebesluit al een bouwvergunning verleend en daarmee was plaatsing van het Handelsgebouw op die lijst niet relevant. De stelling van reclamant dat alleen voor de MediaMarkt en de AH XL al 1.000 parkeerplaatsen nodig zijn, is enkel gebaseerd op ervaring die reclamant heeft met één 1.700 m² grote supermarkt. Voor het berekenen van de parkeerbehoefte voor het Eemplein is gebruik gemaakt van de parkeernormen en de gebruikelijke berekeningswijze, een en ander in overeenstemming met de Bouwverordening 2009 en Beleidsregels Toepassing Parkeernormen. Meer hierover zie onder punt 3. De ‘Nota Parkeernormen Amersfoort 2009’ gaat uit van maatwerk. Daarom is het in de Bouwverordening 2009 toegestaan om ontheffing te verlenen van de parkeereis, zowel voor minder als voor meer parkeerplaatsen. Met het verlenen van deze ontheffing wordt voldaan aan de parkeernormen, en daarmee wordt de parkeereis teruggebracht naar 750 parkeerplaatsen. Dit aantal wordt volledig op eigen terrein gerealiseerd. Daarmee wordt voldaan uit het gestelde in het bestemmingsplan CSG Noord. Over het aantal parkeerplaatsen bij het Eemplein, zie onder 3. Het aantal parkeerplaatsen voor het Handelsgebouw is niet relevant voor het onderhavige bestemmingsplan. Het Oliemolenkwartier is eigendom van de gemeente. Daardoor kan de overloop veilig worden gesteld. Het betreffen overigens geen parkeerplaatsen die extra voor het Eemplein worden gerealiseerd: het gaat om meervoudig gebruik van deze parkeerplaatsen. De piekmomenten van het Eemplein zijn op andere tijden dan de piekmomenten voor het Oliemolenkwartier. Wanneer het Oliemolenkwartier wordt omgevormd naar een woonwijk, moet hiervoor een bestemmingswijziging plaatsvinden. Op dat moment zal worden beoordeeld, hoeveel parkeergelegenheid er in de wijk aanwezig moet zijn om overlast te voorkomen. Wanneer de wijk nog nieuw ontwikkeld moet worden, kan vanaf het begin rekening worden gehouden met de benodigde parkeercapaciteit. De parkeerproblemen in woonwijken en het al dan niet en op welke wijze oplossen van die problemen heeft een eigen traject. In het bestemmingsplan CSG Noord is niet hard opgenomen dat 734 parkeerplaatsen gerealiseerd moesten worden. De in de zienswijze aangehaalde tekst staat immers alleen in de toelichting op het bestemmingsplan, maar is niet overgenomen in de voorschriften van datzelfde bestemmingsplan. Bovendien staat in paragraaf 8.1 van de toelichting, dat de parkeergarage van het Themacentrum (thans Eemplein) een opvangfunctie zal kunnen vervullen. Voorts werd in het bestemmingsplan CSG Noord er nog vanuit gegaan dat het centrum van Amersfoort grotendeels autoluw zou worden gemaakt. Ondertussen zijn prioriteiten verlegd, en verkeert het autoluw maken van de binnenstad nog steeds in het stadium van onderzoek. Ook blijkt in de loop der jaren (het bestemmingsplan CSG Noord is alweer 10 jaar oud) dat de destijds verwachte parkeerdruk zich niet voordoet. Uit de huidige praktijk blijkt, dat de behoefte aan 734 nieuwe parkeerplaatsen voor de binnenstad er niet meer is. Dit heeft onder meer te maken met het realiseren van nieuwe parkeerplaatsen op andere locaties (zoals de Soevereingarage, de St. Jorispleingarage en de parkeergarages onder de kantoren aan het Smallepad). Aangezien wij niet van plan zijn om te bouwen voor leegstand, wordt afgezien van het realiseren van de 734 parkeerplaatsen. Het is onduidelijk op basis waarvan reclamant stelt dat in het Programma van Eisen zou staan dat er maximaal 4.000 m² detailhandel op het Eemplein zou mogen komen. In de ogen van de gemeente is dat niet het geval. Het bestemmingsplan CSG Noord maakt, behoudens een maximum oppervlakte voor ondergrondse detailhandel, een onbeperkt aantal vierkante meters detailhandel mogelijk, na uitwerking (artikel 8 van de voorschriften van het bestemmingsplan CSG Noord). Dat er sprake zou zijn van een vergroting van de oppervlakte aan detailhandel is dus niet aan de orde.



6

12. Zoals gezegd onder 11, is er geen sprake van een toename van de oppervlakte detailhandel ten opzichte van het geldende bestemmingsplan CSG Noord. Een DPO kon daarom achterwege blijven. Het bestemmingsplan “Eemplein” heeft het aantal vierkante meters detailhandel ten opzichte van het thans geldende bestemmingsplan zelfs beperkt. Ten behoeve van de eerder verleende vrijstelling is in 2004 overigens wel een DPO opgesteld, waaruit de haalbaarheid van het project blijkt. 13. Wij gaan met het standpunt van reclamant mee, dat de motivering van de financiële economische uitvoerbaarheid in de toelichting op het bestemmingsplan niet voldoende is. In een aanvulling op de toelichting, in het bijzonder het onderdeel financieel economische uitvoerbaarheid (paragraaf 7.3), zal inzicht worden gegeven in de uitkomsten van het onderzoek naar de financieel economische uitvoerbaarheid. De financiële verantwoording van het bestemmingsplan Eemplein vindt plaats in de grondexploitatie Bestaand Stedelijk Gebied (BSG). Voornoemde grondexploitatie omvat meerdere bestemmingsplannen waaronder het bestemmingsplan Eemplein. Meergenoemde grondexploitatie geeft inzicht in de kosten en opbrengsten aan de zijde van de gemeente. De kosten bestaan onder andere uit verwervingskosten en kosten bouwen woonrijp maken; kosten welke bij een actief grondbeleid (in eerste instantie) redelijkerwijs ten laste van de gemeente behoren te komen. De opbrengsten bestaan uit verkoopopbrengsten van de bouwrijpe grond. Deze verkoopopbrengsten worden aangewend voor de dekking van de kosten. Zoals uit de grondexploitatie BSG blijkt kunnen niet alle kosten van grondexploitatie worden gedekt met grondopbrengsten; er resteert een tekort. Het tekort van de grondexploitatie BSG wordt gedekt middels de Voorziening voorraad onderhanden werk (zie de jaarrekening 2009 en de herziening grondexploitaties 2010 (stand per 1 november 2009)). Met de wijziging van het programma voor het Eemplein is de grondopbrengst/verkoopprijs dienovereenkomstig bijgesteld. Deze bijstelling van de grondopbrengst/verkoopprijs heeft geleid tot een vermindering van de grondopbrengst van het Eemplein en tot een toename van het tekort van de grondexploitatie BSG. Het raadsvoorstel van 2 februari 2010 betreft de dekking van het toegenomen tekort van de grondexploitatie BSG als gevolg van de minderopbrengst van het Eemplein. Het hiervoor genoemde raadsvoorstel ziet derhalve niet op de dekking van een door reclamant veronderstelt tekort van het bestemmingsplan Eemplein. In het meergenoemde raadsvoorstel wordt aangegeven hoe het tekort van de grondexploitatie BSG eventueel gedekt zou kunnen worden. In afwijking van het raadsvoorstel wordt met de jaarrekening 2009, zoals hiervoor reeds aangegeven, het tekort van de grondexploitatie BSG, en daarmee ook de minderopbrengst van het Eemplein, gedekt middels de Voorziening voorraad onderhanden werk. 14. In tegenstelling tot hetgeen reclamant stelt worden de BWS-gelden niet direct aangewend voor de dekking van een door reclamant verondersteld tekort van het bestemmingsplan Eemplein. De gemeenteraad heeft bij de jaarrekening 2009 besloten de beschikbare BWS-gelden ten gunste te laten komen van de Reserve ruimtelijke investeringen. Deze aanwending van de BWS-gelden past binnen de aanwendingsmogelijkheden van de BWS-gelden. De gemeenteraad beslist over de aanwending van voornoemde Reserve. Eveneens bij de vaststelling van de jaarrekening 2009 heeft de gemeenteraad besloten de Voorziening voorraad onderhanden werk, mede gelet op het toegenomen tekort van de grondexploitatie BSG, te verhogen ten laste van de Reserve ruimtelijke investeringen. Met vorenomschreven financiering van het tekort van de grondexploitatie BSG vloeien er geen overheidsmiddelen naar Multi. Van een verplichting tot melding bij de Europese Commissie kan derhalve in deze geen sprake zijn. Tot slot zij nog opgemerkt dat de wijze van financiering van een tekort en de aanwending van algemene middelen enkel ter beoordeling van de gemeente staat. 15. De mededeling van de Europese Commissie omtrent staatsteun elementen bij de verkoop van onroerend goed spreekt, zoals reclamant juist stelt, over een taxatie voorafgaand aan de onderhandelingen. Echter, in het verleden heeft de Europese Commissie ingestemd met taxaties achteraf in het kader van een procedure. In onderhavige geval is de taxatie weliswaar niet verricht voorafgaand aan de onderhandelingen, maar wel voorafgaand aan het daadwerkelijk tot stand komen van de verkoopovereenkomst. Voorafgaand aan het aangaan van de verkoopovereenkomst heeft de gemeente zich ervan vergewist dat de taxatie op basis van de juiste parameters en aannames is uitgevoerd en de verkoopprijs niet onder de getaxeerde waarde ligt. Overigens wordt een taxatie geënt op het moment van het aangaan van de verkoopovereenkomst, mede gelet op de lange onderhandelingsperiode, meer passend geacht. Nu voorafgaand aan het tot stand komen van de verkoopovereenkomst kon worden geoordeeld dat de verkoopprijs niet onder de getaxeerde waarde lag, kon een melding bij de Europese Commissie achterwege blijven. Een melding bij de Europese Commissie hoeft volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU alleen plaats te vinden wanneer sprake is van Zienswijzennota #3443928


7

een selectief niet-marktconform voordeel voor een onderneming. Daarvan is in dit geval geen sprake nu de bouwrijpe grond niet verkocht is tegen een prijs onder de getaxeerde waarde. 16. Ten behoeve van de eerder verleende vrijstelling (artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening) is een MER uitgevoerd. Omdat dit nieuwe bestemmingsplan slechts op onderdelen afwijkt van de verleende vrijstelling, gold er niet opnieuw een MER-plicht. In de toelichting van het bestemmingsplan “Eemplein” is ingegaan op de relevante milieuaspecten en de wijzigingen ten opzichte van het MER. Voor wat betreft de milieuaspecten geluid, luchtkwaliteit en bodem is in de toelichting op het bestemmingsplan “Eemplein” geen gebruik gemaakt van de onderzoeken die waren gevoegd bij en de conclusies uit het besluit-MER. Voor wat betreft het aspect geluid is nieuw onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek heeft ter inzage gelegen. De conclusies uit dit onderzoek zijn opgenomen in de plantoelichting. Met betrekking tot de toets aan de uitvoerbaarheid van het ontwerp bestemmingsplan aan de Wet Luchtkwaliteit is evenmin gebruik gemaakt van het besluit-MER. Voor wat betreft fijnstof en stikstofdioxide is een berekening van de luchtkwaliteit gemaakt op basis van het berekeningsmodel CARII, versie 8.1, die is gemaakt aan de hand van verkeersgegevens uit het geactualiseerde rapport van Goudappel Coffeng van 9 februari 2010. Voorts is door DHV in het akoestisch rapport van 3 maart 2010 aandacht besteed aan de emissie van benzeen. De resultaten van de berekening van de luchtkwaliteit zijn in de plantoelichting opgenomen. Voor wat betreft het aspect bodem is in de plantoelichting aan de hand van de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Amersfoort toegelicht, dat de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen gerealiseerd kunnen worden. De bodemkwaliteitskaart is overigens via de gemeentelijke website raadpleegbaar. Voor wat betreft de aspecten natuur en externe veiligheid is in het ontwerp bestemmingsplan verwezen naar de onderzoeken uit het MER, die inderdaad niet ter inzage heeft gelegen. Daarom zullen wij bij het vastgestelde bestemmingsplan het besluit-MER alsnog ter inzage leggen. Op deze manier is reclamant niet benadeeld, omdat in een eventueel beroep nog kan worden ingegaan op de aspecten natuur en externe veiligheid. Dit in overeenstemming met artikel 6:22 van de Algemene wet bestuursrecht. Conclusie De zienswijze geeft aanleiding tot aanpassing van de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan. De paragrafen 4.7 (Bereikbaarheid en parkeren) en 7.3 (Financieel-economische uitvoerbaarheid) worden verbeterd en/of aangevuld. Voor het overige geeft de zienswijze geen aanleiding tot het aanbrengen van wijzigingen in het ontwerpbestemmingsplan Eemplein.



8

3. Wijzigingen in het bestemmingsplan In dit hoofdstuk is een overzicht opgenomen van de wijzigingen in het bestemmingsplan. Naast de wijzigingen die voortvloeien uit de beantwoording van de zienswijzen, zijn er ook ambtshalve wijzigingen. 3.1 Ambtshalve wijzigingen Toelichting Er zijn geen ambtshalve wijzigingen in de toelichting Regels - Artikel 2, lid 1, sub d, wordt toegevoegd: zoals beschreven in artikel 10. - Artikel 3, lid 1, na b wordt toegevoegd: c. buiten de aanduiding ‘horeca’ maximaal 300 m² bruto vloeroppervlakte voor horeca A + B. De nummering van de overige onderdelen van lid 1 worden ‘doorgenummerd’. - Artikel 3, lid 5 komt te vervallen. De nummering van de overige leden wordt aangepast. - Artikel 10, lid 1 wordt toegevoegd in regel 1 tussen … het bepaalde in – en – hoofdstuk 2…: artikel 2 en in. - Artikel 10, lid 1, sub b, wordt vervangen door: rookkanalen/schoorstenen de bouwhoogte met ten hoogste 3 meter mogen overschrijden. Verbeelding De aanduiding ‘laden en lossen’ binnen de bestemming ‘Horeca’ is in zuidelijke richting verruimd tot aan de grens van de bestemming. 3.2 Wijzigingen naar aanleiding van zienswijzen Toelichting - Paragraaf 4.7, onder ‘Autoverkeer’: hier wordt de toelichting op het parkeren verduidelijkt, overeenkomstig punt 3 uit paragraaf 2.2 van deze zienswijzennota. - Paragraaf 7.3: de onderbouwing voor de financieel-economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan wordt aangevuld. Regels Naar aanleiding van de zienswijze worden geen wijzigingen in de regels doorgevoerd. Verbeelding Naar aanleiding van de zienswijze worden geen wijzigingen in de verbeelding doorgevoerd.

Vastgesteld bij besluit van de raad van de Gemeente Amersfoort d.d. xxx 2010, nr. xxx.



Bestemmingsplan Eemplein

Gemeente Amersfoort Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Bezoekadres: Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort Telefoon (033) 469 51 11 Fax (033) 461 07 10 E-mail: [email protected]

Kenmerk: # 3457444

1

TOELICHTING

Toelichting

Bestemmingsplan Eemplein Gewijzigd ontwerp 1 juni 2010

2

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Inleiding ..................................................................................................................... 3 1.1 Aanleiding ............................................................................................................................ 3 1.2 Doelstelling ........................................................................................................................... 3 1.3 Het bestemmingsplan .......................................................................................................... 3 1.4 Leeswijzer ............................................................................................................................ 3 Hoofdstuk 2 Beleidskaders ............................................................................................................ 5 2.1 Inleiding ................................................................................................................................ 5 2.2 Gemeentelijk Beleid ............................................................................................................. 5 2.3 Provinciaal beleid ................................................................................................................. 9 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke analyse .................................................................................................. 11 3.1 Inleiding .............................................................................................................................. 11 3.2 Bestaande functies............................................................................................................. 11 3.3 Fysische gesteldheid.......................................................................................................... 11 3.4 Archeologie ........................................................................................................................ 12 Hoofdstuk 4 Ontwikkelingsvisie ................................................................................................... 13 4.1 Het programma .................................................................................................................. 13 4.2 Stedenbouwkundig concept ............................................................................................... 14 4.3 Ruimtelijk concept .............................................................................................................. 14 4.4 Wijzigingen in het oorspronkelijke ruimtelijk concept......................................................... 15 4.5 Architectonisch concept ..................................................................................................... 15 4.6 Architectonische eenheden ................................................................................................ 16 4.7 Bereikbaarheid en parkeren ............................................................................................... 16 Hoofdstuk 5 Milieuaspecten ......................................................................................................... 18 5.1 Algemeen ........................................................................................................................... 18 5.2 Luchtkwaliteit ...................................................................................................................... 19 5.3 Geluidhinder spoor- en wegverkeer ................................................................................... 20 5.4 Bodem ................................................................................................................................ 21 5.5 Water .................................................................................................................................. 21 5.6 Duurzaam en milieubewust bouwen .................................................................................. 22 5.7 Externe veiligheid ............................................................................................................... 23 6 Juridische planbeschrijving ......................................................................................................... 24 6.1 Het plan .............................................................................................................................. 24 6.2 Artikelsgewijze beschrijving ............................................................................................... 24 7 Uitvoerbaarheid van het plan ...................................................................................................... 27 7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid ..................................................................................... 27 7.2 Resultaten vooroverleg ...................................................................................................... 27 7.3 Financieel-economische uitvoerbaarheid .......................................................................... 27 7.4 Handhaving van het plan ................................................................................................... 29

Toelichting


3

Hoofdstuk 1

Inleiding

1.1 Aanleiding Op 29 juni 1999 heeft de gemeenteraad het Coördinatieplan Centraal Stadsgebied Noord vastgesteld, waarin vorm wordt gegeven aan de ruimtelijke samenhang tussen het gebied en de rest van Amersfoort en aan de samenhang tussen de deelgebieden onderling. Het Coördinatieplan was bedoeld als randvoorwaarde en basis voor de verdere uitwerking en ontwikkeling van het gebied en de deelgebieden. Het plan vormde de basis voor het bestemmingsplan Centraal Stadsgebied-Noord, dat op 15 juni 2000 door de gemeenteraad werd vastgesteld. Op 1 maart 2006 sloten de gemeente en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst (ORO) voor het Eemplein. Sindsdien is er voortvarend gewerkt aan de ontwikkeling van het project. Op 4 april 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders voor het plangebied een vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening verleend. Door de extreem veranderende marktontwikkelingen medio 2008 raakte de planontwikkeling in zwaar weer en is nagedacht over planaanpassingen die het plan met behoud van de kwaliteiten, efficiënter, minder risicogevoelig, en betere marktkansen moet bieden. Het aangepaste plan past niet binnen het geldende bestemmingsplan, noch binnen de verleende vrijstelling en wordt daarom nu juridisch planologisch geregeld in dit bestemmingsplan ‘Eemplein’. 1.2 Doelstelling In dit bestemmingsplan wordt het aangepaste ruimtelijk concept dat ontstaan is door aanpassingen van al bestaande plannen voor het gebied, vastgelegd. Het Eemplein ligt er nu onbebouwd bij wat kan leiden tot ongewenste ontwikkelingen. Een bestemmingsplan en de uitvoering van de plannen gaat deze ongewenste ontwikkelingen tegen. 1.3 Het bestemmingsplan Het Eemplein is gelegen aan de westzijde van de gemeente Amersfoort, ten zuiden van de Eem en sluit aan op de Amersfoortse binnenstad. Het gebied is onderdeel van het Centraal Stadsgebied Noord waarvoor de gemeenteraad op 15 juni 2000 een bestemmingsplan heeft vastgesteld. Het gebied wordt begrensd door: • De Eem (buiten het plangebied); • De Eemlaan (binnen het plangebied); • De spoorlijn Amersfoort-Apeldoorn/Zwolle (buiten het plangebied); • De Nieuwe Poort en Amsterdamseweg (buiten het plangebied). Zie figuren 1 en 2 op pagina 4. 1.4 Leeswijzer In dit hoofdstuk wordt een inleiding gegeven en komt de ligging en begrenzing van het plan aan de orde. Een beschrijving van de huidige situatie in het plangebied wordt in hoofdstuk 2 gegeven. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de beleidskaders die voor het plangebied gelden. De ruimtelijke structuur en de functionele opzet zijn opgenomen in hoofdstuk 4. Hoofdstuk 5 gaat in op de milieuaspecten die van belang zijn voor dit bestemmingsplan. De toelichting op de verschillende bestemmingen en de voorschriften is te vinden in hoofdstuk 6. Tot slot komt in hoofdstuk 7 de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan de orde.

Toelichting


4

Oliemolenkwartier

Eem

Eemlaan

De Nieuwe Poort

spoorlijn AmersfoortApeldoorn/Zwolle

Figuur 1: Ligging plangebied

Figuur 2: Ligging plangebied in Amersfoort

Toelichting


5

Hoofdstuk 2

Beleidskaders

2.1 Inleiding Dit bestemmingsplan maakt het juridisch-planologisch mogelijk, dat het Eemplein wordt ingericht als een multifunctioneel centrum. Voor een uitgebreide beschrijving van de ontwikkelingsvisie, zie hoofdstuk 4. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de inhoud van het ruimtelijk relevante beleid voor het bestemmingsplan “Eemplein” op lokaal en provinciaal. Dit beleid vormt het kader van toetsing van de huidige situatie en nieuwe ontwikkelingen. Het beschreven beleidskader is daarmee een van de belangrijkste bouwstenen voor de visie op het plangebied en de opzet van de juridische regelingen. 2.2 Gemeentelijk Beleid • Het Coördinatieplan In 1999 is door de raad van de gemeente Amersfoort ten behoeve van de ontwikkeling van het ten noorden van de spoorlijn gelegen deel van het centraal stadsgebied, genaamd Eemkwartier, het ‘Coördinatieplan Centraal Stadsgebied Noord’ (CSG Noord) vastgesteld. Het Coördinatieplan CSG Noord geeft vorm aan de ruimtelijke samenhang tussen het Eemkwartier en het overige centraal stadsgebied en tussen de verschillende deelgebieden van het Eemkwartier. Het plangebied van het bestemmingsplan “Eemplein” wordt in het coördinatieplan aangeduid als deelgebied Eemcentrum. Het Coördinatieplan is randvoorwaarde en basis voor de verdere uitwerking en ontwikkeling van het Eemkwartier en de verschillende deelgebieden, waaronder het deelgebied Eemcentrum. Het Coördinatieplan bepaalt dat er per plangebied een Programma van Eisen wordt uitgewerkt en door de raad vastgesteld. Op die wijze houdt de gemeenteraad greep op de ontwikkelingen. De ontwikkeling van het Eemplein staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van de metamorfose die de gehele omgeving doormaakt. Een integrale aanpak met een duidelijke afstemming tussen de verschillende plannen in de omgeving, zoals de herinrichting van de Eemkades, de ontwikkeling van het Meursingterrein en de herinrichting van Plantsoen-west is daarom essentieel. Het bestemmingsplan “Eemplein” past binnen de uitgangspunten van het Coördinatieplan. • Het bestemmingsplan Voor het gebied geldt het bestemmingsplan Centraal Stadsgebied Noord dat door de gemeenteraad op 15 juni 2000 is vastgesteld en dat door Gedeputeerde Staten van Utrecht is goedgekeurd op 30 januari 2001. Omtrent de goedkeuring van het bestemmingsplan heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 2 oktober 2002 uitspraak gedaan over de ingestelde beroepen. De uitspraak heeft geen gevolgen gehad voor de het onderhavige plangebied en het bestemmingsplan heeft vervolgens rechtskracht gekregen. Het Eemplein heeft voor het grootste deel de bestemming “Stadsvoorzieningen uit te werken ex artikel 11 WRO”. Daarnaast hebben delen de bestemmingen “Wegverkeer” en “Kantoren” gekregen. In de bestemming “Stadsvoorzieningen uit te werken ex artikel 11 WRO” zijn onder andere uitwerkingsregels opgenomen. Deze uitwerkingsregels luiden als volgt: “Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit met inachtneming van de volgende regels: - bij de uitwerking wordt nagegaan of en in hoeverre activiteiten mogelijk worden gemaakt die op grond van het Besluit Milieueffectrapportage mer-plichtig dan wel mer-beoordelingsplichtig zijn; - voor zover geluidsgevoelige functies worden gerealiseerd, wordt van de uitwerking niet eerder gebruikgemaakt dan nadat ontheffing is verkregen; - Bij de uitwerking wordt er naar gestreefd de parkeerbehoefte van de bezoekers door flankerende maatregelen binnen en buiten het plangebied te beperken; - Zolang en voor zover de uitwerking niet onherroepelijk is, mogen de bouwwerken slechts worden gebouwd indien het bouwplan in overeenstemming is met het ontwerpplan van uitwerking en Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar terzake hebben afgegeven; - Op de voorbereiding van een besluit tot uitwerking is afdeling 3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.”

Toelichting


6

Figuur 3: uitsnede plankaart bestemmingsplan “Centraal Stadsgebied Noord”

De bestemming “Wegverkeer” geldt voor de Eemlaan en de bestemming “Kantoren” voor de gronden grenzend aan de Amsterdamseweg, zie figuur 3. Het bestemmingsplan voor het Eemplein past binnen de visie voor het gebied dat er ‘Stadsvoorzieningen’ gerealiseerd zullen worden, maar de functies verschuiven enigszins. Hierdoor ontstaat een strijdigheid met de uitwerkingsregels uit het geldende bestemmingsplan “Centraal Stadsgebied Noord”. • Het Programma van Eisen Eemcentrum In het Coördinatieplan CSG Noord (1999) was een indicatief programma opgenomen. Dit programma is tussentijds verschillende keren aangepast. Op grond van de visie op het Eemcentrum, die medio 2003 is gepresenteerd, heeft de gemeenteraad groen licht gegeven voor de verdere uitwerking van het programma en het stedenbouwkundig plan. Op 21 december 2004 heeft de gemeenteraad het Programma van Eisen voor het gehele Eemcentrum goedgekeurd. Tegelijkertijd met het Programma van Eisen is in opdracht van de gemeente door Peter Wilson (supervisor voor het Eemplein) van buro Bolles + Wilson het Masterplan vervaardigd. In het Masterplan wordt het Programma van Eisen gevisualiseerd. De essenties en kernkwaliteiten van het Masterplan zijn verwerkt in het Programma van Eisen. Het verschil tussen het Programma van Eisen Eemcentrum en de in het coördinatieplan geformuleerde ambitie is dat het grote bouwvolume dat was gereserveerd voor multimedia grotendeels is ingevuld met een meer lokaal gericht programma. Dat bestaat uit een bibliotheek, een healthcluster, een discotheek en overige lokaal gerichte leisure-functies. Het detailhandelsprogramma is onder meer gebaseerd op het ruimtelijk-economische advies van de plannen die door het bureau DHV parallel aan de inspraak op het concept PvE is uitgevoerd in opdracht van de Gemeente Amersfoort (juli 2004). Het onderzoek is begeleid door een commissie met vertegenwoordigers van de Kamer van Koophandel en enkele belangenorganisaties vanuit de binnenstad. Toelichting


7

Het Eemcentrum moest met dit Programma van Eisen in staat zijn, om zijn eigen bezoekers te trekken en om stand-alone te kunnen functioneren, complementair aan de binnenstad. De basis daarvoor vormen de bibliotheek, de bioscoop en het centrale plein. In het Programma van Eisen zijn ook de stedenbouwkundige randvoorwaarden verwoord. Dit programma was de basis voor de gevoerde vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO uit 2006. Het bestemmingsplan “Eemplein” voldoet nog steeds aan de principes van het Programma van Eisen uit 2004. • De vrijstelling Op 4 april 2006 heeft het college van burgemeester en wethouders voor het plangebied een vrijstelling als bedoeld in artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening verleend. Dit besluit is onherroepelijk. Deze vrijstelling was nodig in verband met: - de verplaatsing van het hoofdaccent rond het verkeersplein naar de kantoorbebouwing aan de Nieuwe Poort (verlengde van de Amsterdamseweg); - het hoofdaccent aan de spoorzone bij de Eem dat niet past in de uitwerkingsregels; - het smaller worden van de toekomstige Eemlaan om zo ruimte te winnen voor het centrale plein en een duidelijk onderscheid aan te brengen tussen het centrale plein en de Eemlaan; Hierdoor komt bebouwing op de bestemming Wegverkeer. - het realiseren van appartementen boven de bedrijven met een kantoorbestemming aan De Nieuwe Poort; - de bebouwing aan de Eemzijde die hoger wordt door het realiseren van een hoogteaccent, het Eemblok en het oplopende poppodium; - de gewijzigde ontsluiting van de parkeergarage aan de Eemlaan die op 130 meter van de Eem komt te liggen; - het kantoorprogramma voor het CSG-Noord dat in beperkte mate (van 14.500 naar 15.700 m2) wordt overschreden. Het nieuwe plan is aangepast ten opzichte van het plan waarvoor vrijstelling is verleend. De ingang van de parkeergarage wordt verplaatst en er wordt geschoven met de functies en hoogtes. Hoewel de afwijkingen ten opzichte van de verleende vrijstelling beperkt zijn, kan voor het nieuwe plan geen gebruik meer worden gemaakt van deze vrijstelling.

Toelichting


8

Figuur 4: Kaart bij verleende vrijstelling

• Het Beeldkwaliteitplan In het plangebied wordt gestreefd naar een hoogwaardige en duurzame ruimtelijke kwaliteit. In het ‘Coördinatieplan Centraal Stadsgebied Noord’ is bepaald dat met inachtneming van het Coördinatieplan per deelgebied een beeldkwaliteitplan wordt vervaardigd. Daarom is op 28 juni 2005 een beeldkwaliteitplan voor het Eemplein vastgesteld. Het beeldkwaliteitplan sluit aan op het Programma van Eisen Eemcentrum 2004. Het beschrijft in woorden, aangevuld met illustraties de essenties van de beoogde beeldkwaliteit van het Eemplein. Het Beeldkwaliteitplan is opgesteld door het buro Bolles en Wilson, die ook het Masterplan heeft opgesteld. De ontwikkeling van het Eemplein vindt plaats als onderdeel van het Eemkwartier. Stedenbouwkundig supervisor voor het Eemkwartier is Shyam Khandekar. Hij bewaakt de plannen voor zover deze van invloed zijn op, of samenhangen met andere delen van het Eemkwartier. Over het Beeldkwaliteitplan is overeenstemming tussen de ontwikkelende partijen, de gemeente en de beide supervisoren. Het Beeldkwaliteitplan is voor de architectonische uitwerkingsplannen richtinggevend, en voor de beoordeling in de welstandscommissie het toetsingskader. • Raadsbesluit 6 oktober 2009 In februari 2009 bleek dat het plan zoals verwoord in de ontwikkelingsovereenkomst niet gerealiseerd kon worden, omdat dit door de veranderde marktomstandigheden niet langer financieel haalbaar was. Vervolgens is samen met de ontwikkelaar nagedacht over aanpassingen, die het plan efficiënter en minder risicogevoelig moeten maken en betere marktkansen moeten bieden. Dit met behoud van kwaliteit. Op 6 oktober 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met het gewijzigd stedenbouwkundig concept en met een gewijzigd programma voor het Eemplein. In hoofdstuk 4 worden de wijzigingen besproken.

Toelichting


9

2.3 Provinciaal beleid Bij het provinciaal beleid is vooral de structuurvisie van belang. Hierin zijn richtlijnen en uitspraken opgenomen waar bij een nieuw bestemmingsplan rekening mee gehouden moet worden. • Structuurvisie Utrecht 2005-2015 Op 13 december 2004 hebben Provinciale Staten van Utrecht het Streekpan 2005-2015 vastgesteld. In het streekplan zijn de hoofdlijnen van de ruimtelijke ontwikkeling in de provincie vastgesteld. Het streekplan is met ingang van 1 juli 2008 beleidsneutraal omgezet in een structuurvisie in de zin van artikel 2.2. Wro. Provinciale Staten hebben hiervoor de Beleidslijn nieuwe Wro vastgesteld op 23 juni 2008. De arcering geeft aan dat het bestemmingsplan in restcapaciteit van het bedrijventerrein en kantoorruimte valt. Onderhavig bestemmingsplan past binnen het ontwikkelingsprogramma uit de structuurvisie.

Figuur 5: Plankaart streekplan Utrecht

Het onderhavige bestemmingsplan Eemplein valt binnen het stedelijk gebied en binnen de rode bebouwingscontour zoals in figuur 6 te zien is.

Toelichting


10

Plangebied

Figuur 6: Kaart rode contour

• Waterhuishoudingsplan 2005-2010 Provinciale Staten van Utrecht hebben in 2004 het Waterhuishoudingsplan WHP 2005-2010 vastgesteld. Het plan geeft de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer binnen de provincie Utrecht aan voor de periode tot 2010. Naast het thema “water als ordenend principe” dat als een rode draad door het plan loopt zijn de speerpunten van dit plan: - Verdroging; een belangrijke oorzaak van achteruitgang in de natuur - Waterbodems; in onze provincie vaak sterk verontreinigd waardoor de gebruiksfuncties van het watersysteem worden bedreigd; - Diffuse bronnen; zorgen inmiddels voor het leeuwendeel van de verontreiniging van het oppervlaktewater. Het gaat vaak om stoffen die via het riool het water in komen en om bestrijdingsmiddelen die wegspoelen naar sloten; - Stedelijk waterbeheer en riolering; duurzaam stedelijk waterbeheer kan mogelijkheden bieden om problemen, zoals de bovengenoemde punten, te voorkomen of op te lossen; - Veiligheid; er dient nu al rekening te worden gehouden met toekomstige bodemdaling, stijging van de zeespiegel en klimaatveranderingen om wateroverlast door overmatige neerslag en uitzonderlijk hoge waterstanden te voorkomen; - Gebiedsgerichte projecten; samenwerking tussen overheden met de streek met allerlei problemen op het gebied van bijvoorbeeld milieu, landbouw, natuur, recreatie en verkeer, op te lossen. Het thema “water als ordenend principe” houdt in dat voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied er meteen wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen. Waterkering Tot nu toe gold het plangebied als hoge grond, waarbij geen waterkering aanwezig is. Uit actuele berekeningen blijkt dat in extreme situaties het niveau van de Eem aanzienlijk hoger kan uitkomen dan tot nu toe werd aangenomen. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat er een waterkering langs de Eem moet komen. Het plan sluit dan ook nauw aan bij het waterhuishoudingsplan van de provincie en waterbeheerplan van het Waterschap Vallei & Eem.

Toelichting


11

Hoofdstuk 3

Ruimtelijke analyse

3.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de bestaande functies van het plangebied. De inventarisatie van milieuaspecten en de gevolgen van de gewenste ontwikkelingen voor deze aspecten, staan genoemd in hoofdstuk 5. 3.2 Bestaande functies Het Centraal Stadsgebied Noord bestond uit braakliggende terreinen van gesaneerd industrie- en woongebied. Het was de oudste industriële uitleg van Amersfoort tussen het spoor en de Eem. Het gebied wordt per deelgebied herontwikkeld. Het plangebied van het bestemmingsplan “Eemplein” is nu nog onbebouwd en ligt momenteel braak. Omdat er al een sanering heeft plaatsgevonden, zijn er vanuit het plangebied zelf geen milieuaspecten die van invloed zijn op de bestaande situatie.

Figuur 7: Luchtfoto van het gebied uit 2009

3.3 Fysische gesteldheid • Geologie: Fysisch-geografisch ligt het gebied op de overgang van de Gelderse Vallei naar de Utrechtse Heuvelrug. De Gelderse Vallei is geologisch gezien een gedeeltelijk opgevuld tongbekken, ingesloten tussen twee stuwwallen: de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe. Het tongbekken is ontstaan gedurende de Saale-ijsttijd onder invloed van binnendringende landijslobben. In de vallei worden glaciale kleien en zanden uit deze periode aangetroffen (formatie van Drenthe). Na de Saale-ijstijd zijn in de vallei mariene zanden en kleien tot afzetting gekomen (Eem formatie). Tijdens de volgende en tevens laatste ijstijd heeft het landijs het gebied niet bereikt. Onder invloed van deze Weichsel-ijstijd is de Eemformatie bedekt met periglaciale afzettingen van de formatie van Twente. De Utrechtse Heuvelrug is evenals de Gelderse Vallei in de Saale-ijstijd ontstaan en bestaat uit frontaal en lateraal opgehoopt materiaal, behorende tot de formatie van Urk en Enschede.

Toelichting


12

• Bodem: De bodemopbouw: De geologische ontwikkeling heeft in het plangebied geleid tot een bodemprofiel dat tot ongeveer 11 meter diep uit zandig materiaal van wisselende lemigheid en grofheid bestaat. Tot ongeveer 7 meter diepte komen veen- en zeemlenzen in het zandpakket voor. Onder het circa 11 meter dikke zandpakket bevindt zich een veenlaag van 1 meter dikte met een kleilaag van 4 meter. De laatste laag functioneert als een scheidingslaag tussen het eerste en tweede watervoerend pakket. Onder de scheidende laag bevindt zich het tweede watervoerend pakket dat een dikte heeft van meer dan 100 meter en bestaat uit matig grove tot grove zanden (formaties van Enschede en Harderwijk). Samenvattend kan gesteld worden dat de bodemopbouw relatief gunstig is voor het oprichten van (grootschalige) bebouwing. De bodemkwaliteit: Uit het onderzoek naar de bodemkwaliteit is gebleken dat in het gehele gebied tussen de Eem, het spoor, de Puntenburgerlaan en de Brabantsestraat bodem- en grondwaterverontreiniging voorkomt. Grofweg zijn binnen dit gebied 8 saneringslocaties aanwezig. In oktober 1997 is voor het gebied een integraal saneringsplan opgesteld en bij GS ingediend. Na goedkeuring is de sanering uitgevoerd. De vrijkomende grond is licht verontreinigd en wordt in de directe omgeving hergebruikt. 3.4 Archeologie • Algemeen Op 1 september 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) in werking getreden, hierin zijn de belangrijkste bevoegdheden bij de gemeente neergelegd. De gemeente dient er voor te zorgen dat de archeologische waarden en verwachtingen bekend zijn en in de ruimtelijke inrichting worden meegewogen. In 1988 zijn door de gemeenteraad van Amersfoort Archeologisch Belangrijke Plaatsen (ABP’s) aangewezen. Dit zijn gebieden met archeologische waarden en verwachtingen, waar het, op grond van de Monumentenverordening, verboden is graafwerk te verrichten dieper dan 0.30 meter. Ter verkrijging van een ontheffing dient een archeologisch rapport te worden overlegd. In verband met het in werking treden van de Wamz is op het bovenbeschreven beleid een vervolg gemaakt: een Archeologische beleidsadvieskaart. Deze is door het college van B&W vastgesteld op `27 januari 2010. • Het plangebied Het plangebied van bestemmingsplan Eemplein valt op de Archeologische beleidskaart binnen een zone die is gelegen binnen de bebouwde kom met een hoge archeologische verwachting. Bij bodemingrepen groter dan 100 m² is voorafgaand archeologisch onderzoek noodzakelijk. In het plangebied is de bodem al sterk geroerd door bebouwing en recente bodemsanering. Resten van eventuele vroegere bewoning zullen hierdoor grotendeels verstoord of verdwenen zijn. Van echter een gebied, grenzend aan de Kleine Koppel en de voormalige Eemstraat-Oost, is de bodem niet gesaneerd en mogelijk niet verstoord. Hier zou een archeologisch inventariserend onderzoek dienen te worden uitgevoerd. Ook ter plaatse van de vermoedelijke locatie van de hieronder beschreven molen zou een archeologisch inventariserend onderzoek dienen te worden uitgevoerd. • Historisch onderzoek In het uiterste noordwesten van het plangebied, aan de Kleine Koppel stond een Oliemolen, gebouwd in 1765. Archeologisch onderzoek in de omgeving van het plangebied en archeologische verwachting voor het plangebied Opgravingen in de directe omgeving, met name op het voormalig fabrieksterrein van Meursing (andere kant van het spoor) hebben archeologische sporen en vondsten opgeleverd. Het betreft vroege agrarische bewoning: boerderijen uit de 12de en 13de eeuw. •

Toelichting


13

Hoofdstuk 4

Ontwikkelingsvisie

4.1 Het programma Het programma is gewijzigd ten opzichte van de afspraken in de Ontwikkelings- en Realisatieovereenkomst (ORO). De ORO van 1 maart 2006 is geformaliseerd in het vrijstellingsbesluit ex artikel 19 lid 1 WRO (zie paragraaf 2.2). Op 6 oktober 2009 heeft de gemeenteraad ingestemd met een gewijzigd programma voor het Eemplein. Op hoofdlijnen wordt voorgesteld de detailhandel uit te breiden van 10.600 m2 naar 13.200 m2. Verder is er sprake van een verkleining van de bioscoop, het horecaprogramma en de leisure, en een verkleining en wijziging van het woningbouwprogramma. Per saldo levert dit een kleiner programma op dan oorspronkelijk gedacht. De realisatie van een dansgelegenheid is niet dwingend opgelegd. Tijdens het intensieve marktbewerkingstraject van Multi in de afgelopen periode, is geen concrete interesse getoond voor een dansgelegenheid op het Eemplein. De kans op vestiging van een dergelijke functie is daarmee klein geworden. Een dansgelegenheid blijft mogelijk, maar er wordt ook gezocht naar een alternatieve invulling binnen de voor dat gebouw opgenomen bredere horeca/leisure-functie. Het gebouw wordt wel meteen in de eerste fase gebouwd. programma

maart 2006

maart 2010

Eemhuis Detailhandel/Diensten

13.000 m² 10.600 m²

13.000 m² 13.200 m²

AH Mediamarkt GDV-unit Afzoomwinkels Winkels Diensten

3.500 4.500 1.500 500 0 600

3.200 4.800 2.000 100 2.500 600

Horeca/Leisure

13.500 m²

9.000 m²

Horeca bioscoop fitness overig leisure leisure/horeca

Woningen Huurwoningen Nieuwe Poort Studenten/jongerenwoningen Woningen Eemlaanzijde Woningen Eempleinzijde Appartementen aan de Eem

Kantoor Parkeergarage

2.600 5.600 (2.000 stoelen) 1.800 2.000 1.500

139 (stuks) 40 35 (koop) 11 (dure Koop) 11 (dure Koop) 42

15.700 m² 850 (parkeerplaatsen)

2.000 4.000 (1.750 stoelen) 1.500 0 1.500

114 (stuks) 24 10 (huur/koop Eemlaanzijde) 18 (sociale huur) 20 (huur) 42

15.700 m² 750 (parkeerplaatsen)

Deze programmatische wijzigingen passen niet in het door de Raad vastgestelde kader, het programma van eisen Eemcentrum van 2004. Dit bestemmingsplan legt dan ook de wijzigingen vast ten opzichte van het programma van eisen uit 2004 zoals dat juridisch is vertaald in de onherroepelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 19 lid 1 WRO uit 2006. Omdat het programma per saldo is verkleind ten opzichte van het programma uit 2006, kan ook de parkeergarage worden verkleind. In de parkeergarage onder het Eemplein komen 750 parkeerplaatsen. Met de Parkeerservice Amersfoort zijn afspraken gemaakt, zodat het parkeerterrein Oliemolenkwartier straks als overloop voor het Eemplein kan dienen, mocht blijken dat er op piekmomenten onvoldoende plekken beschikbaar zijn. De wekelijkse piekmomenten van het Eempleinbezoek vallen buiten de (kantoor)tijden van de functies in het Oliemolenkwartier, zodat die niet in hun parkeergelegenheid worden belemmerd. Met de overloopmogelijkheid naar het Oliemolenkwartier is er voldoende parkeergelegenheid. Zie ook het rapport ‘Actualisatie verkeersstudie Eemplein’ van Goudappel Coffeng, d.d. 9 februari 2010. Door de toename van het detailhandelsprogramma kan een aantrekkelijke mix van winkels gerealiseerd worden. Dit heeft een belangrijke toegevoegde waarde voor de versterking van de Toelichting


14

regionale uitstraling en de aantrekkelijkheid van het winkelklimaat in de stad, doordat er ruimte wordt geboden aan formules die te groot zijn voor vestiging in het historische kernwinkelgebied. Ten opzichte van de mogelijkheden uit het bestemmingsplan “Centraal Stadsgebied Noord” neemt wordt de oppervlakte aan detailhandel overigens niet vergroot. 4.2 Stedenbouwkundig concept Het Eemplein maakt deel uit van de integrale stedelijke herontwikkeling aan de noordwestzijde van het spoor nabij de oude binnenstad. De andere delen van die herontwikkeling krijgen in hoofdzaak functies voor wonen en werken (kantoren). Nabij het Eemplein wordt bovendien de vestiging van de Kennissatelliet Amersfoort van de Hogeschool van Utrecht gerealiseerd. Het Eemplein zelf is bedoeld als een nieuw stedelijk brandpunt, waar een grote verscheidenheid van functies (cultureel, commercieel, recreatief, wonen en kantoren) bijeen wordt gebracht. 4.3 Ruimtelijk concept Het Eemplein bestaat uit een groot plein, met een vorm die zich verwijdt van een kleine maat (14 meter) bij de poort aan de Amsterdamseweg, tot 75 meter waar het uitloopt op de kade van de Eemhaven. Aan twee zijden wordt dit plein bepaald door de aangrenzende bebouwing, de derde zijde van de driehoek wordt ruimtelijk begrensd door de bestaande bebouwing van de Grote Koppel. Daardoor wordt de ruimte van de Eemhaven nauw betrokken bij het plein. Het plein heeft over het brede deel een helling, waardoor de gerichtheid op de Eem wordt versterkt. De bebouwing aan de zuidoost zijde moet worden uitgewerkt als een onderlaag van wisselende hoogte, die continu doorloopt over de volle lengte van het plein, beginnend met een appartementenopbouw aan de Amsterdamseweg en bij de Eem culminerend in een torentje. Op deze onderbouw worden afzonderlijke volumes geplaatst, die zich moeten manifesteren als een “familie”, elk verschillend, maar wel onderling verwant. Tegenover deze continue, geknikte wand wordt het plein aan de overzijde begrensd door twee afzonderlijke blokken (in het concept van 2006 waren dat 3 blokken, in het concept van 2009 zijn het er 2), die qua hoogte en diepte van elkaar verschillen. Deze blokken bepalen ook de ruimtelijke afwisseling aan de buitenkant van het plan, aan de zijde van de Eemlaan. De andere belangrijke buitenrand van het complex bevindt zich aan De Nieuwe Poort. Daar vormt een betrekkelijk nauwe “spleet” in de wand de toegangspoort. Trappen verbinden het hogere pleinniveau met het maaiveldniveau van het verkeersgebied en markeren voor voorbijgangers de entree. Het bioscoopcomplex grenzend aan het Eemplein zal een belangrijk herkenningspunt zijn in de waarneming vanaf de doorgaande weg. Vanuit zuidelijke richting, de Stadsring, zal de kantoortoren bij het spoor een kenmerkend zichtelement zijn. De zijde van het spoor is het gebied waar bevoorrading en expeditie plaatsvinden. Hier is ook de indeling zichtbaar (voor treinreizigers) van een continue onderbouw, met daarboven afzonderlijke volumes voor de culturele functies.

Figuur 8: Impressie vanaf de Eem

Toelichting


15

Figuur 9: Impressie vanaf De Nieuwe Poort

4.4 Wijzigingen in het oorspronkelijke ruimtelijk concept Het nieuwe plan, dat door onderhavig bestemmingsplan wordt mogelijk gemaakt is in een workshop met projectleiders en stedenbouwkundigen van gemeente en Multi onder leiding van supervisor Peter Wilson uitontwikkeld. Middels een Supervisor-report heeft Wilson het plan beschreven en is het door hem als passend binnen de kaders en/of de bedoelingen van het Beeldkwaliteitplan (BKP) akkoord bevonden. Qua functioneren van het complex, garage en plein is tot een versterking van het plan gekomen. De consequenties voor de openbare ruimte van de verschillen tussen 2006 en 2009 zijn: • Door het verleggen van de in- en uitrit van de garage en het samenvoegen van de toegangsstraten ontstaat een heldere en veilige toegang voor de verschillende verkeerssoorten naar het plein. • Door de vlakke zone voor blok 2 in combinatie met de traptreden in de lengterichting ontstaat een natuurlijke tribune voor evenementen. • Door het efficiënter indelen van de garage is een kleiner oppervlak onder het plein nodig en komt een deel van het plein op zandbodem en kunnen daar de bomen in de volle grond groeien, wat de kwaliteit en beheerlasten ten goede komt. • De voetgangerstoegang naar de garage komt niet uit in een vrijstaand gebouwtje op het plein maar in de gevelwand van het bioscoopblok. Ruimelijk en vanuit sociale veiligheid is dit een verbetering. Het ontwerp dient qua exacte loop van trappen, plaats van inrichtingselementen etcetera nog uitgewerkt te worden. 4.5 Architectonisch concept Het Eemplein wordt een omgeving waarin bebouwing en openbare ruimte vanuit één concept worden ontwikkeld. Daardoor zal het zich sterk onderscheiden van de pleinen van de binnenstad. De grotere schaal in de architectuur mag naar voren komen. Maar het oog voor detail, dat in de binnenstad zo goed aan zijn trekken komt, wil hier ook wat te zien hebben. Het ruimtelijk concept voor het Eemplein is ontworpen als een groot ruimtelijk gebaar: het hellende zich verwijdende plein dat naar de Eem loopt. De architectuur zal dit grote gebaar moeten ondersteunen, met name in de zuidelijke gevelwand van het plein. Alle verschillende onderdelen daarvan zullen iets gemeenschappelijks moeten krijgen, waardoor het geheel meer wordt dan de som der delen. Hier staat de eenheid binnen verscheidenheid voorop. Voor de noordelijke gevelwand van het plein, en als een afgeleide daarvan ook voor de wand langs de Eemlaan, is gekozen voor een Toelichting


16

duidelijke tweedeling. Deze tweedeling komt door de volumes van de afzonderlijke blokken al tot uiting, maar de architectuur kan ook in belangrijke mate bijdragen aan de verscheidenheid door bewuste keuzes in vorm, textuur en kleur van dit ensemble. 4.6 Architectonische eenheden De toekomstige bebouwing aan het Eemplein bestaat uit zeven eenheden. Elke architectonische eenheid kan beschouwd worden als een afzonderlijke ontwerpopgave. Het behoeden van de vereiste eenheid in het lange blok dat de zuidelijke pleingevel vormt, en de vereiste verscheidenheid aan de noordelijke wand, zal vragen om onderlinge afstemming van deze opgaven. Hier is een belangrijke rol voor de supervisor weggelegd. Naast de architectuur van de gebouwen is ook het ontwerp van de openbare ruimte, vooral van het plein, aangemerkt als een essentiële bijdrage aan de toekomstige attractiviteit van het gebied. De volgende architectonische eenheden zijn onderscheiden: 1. + 2. Het bioscoopblok met winkels en woningen; 3. Het appartementenblok aan de Eem; 4a. De commerciële functies met de daarboven gelegen appartementen; 4b. De kantoortoren; 5. Het Eemhuis met de culturele functies; 6. Het horeca-/leisureblok met het torentje aan de Eemzijde.

Figuur 10: Blokindeling van het Eemplein

4.7 Bereikbaarheid en parkeren • Langzaam verkeer Veel bezoekers, vooral uit de stad en zeker de jongeren, zullen als voetganger of als fietser het centrum bezoeken. De langzaamverkeerroutes door het gebied zijn daarom van groot belang evenals de stallingmogelijkheden voor de fiets. Langs de locatie lopen belangrijke doorgaande fietsroutes. Vooral de Eemlaan zal zowel naar als vanaf het station voor fietsers een belangrijke route vormen. Die hoofdroute loopt via de Kleine Koppel en Kwekersbrug naar het noorden. De route naar de binnenstad loopt langs de Kleine Koppel. Via deze routes kan het plein gemakkelijk door de fietser worden benaderd. Ook vanaf de Stadsring / De Nieuwe Poort / Amsterdamseweg kan het plein worden benaderd. Gezien het geïntroduceerde hoogteverschil zal daar een toegangspad worden gemaakt met een zodanige helling, dat het mogelijk is de fiets mee te nemen naar het plein. Vanaf de Grote Koppel en het Gildekwartier is het plein te benaderen over de fietsbrug ’t Sasje die alleen voor langzaam verkeer is. Binnen het plangebied worden voldoende voorzieningen getroffen voor het fietsparkeren. Bij de verdere uitwerking voor de inrichting van de openbare ruimte wordt gedetailleerd bepaald waar en in welke vorm deze voorzieningen gerealiseerd worden: fietsenrekken in de openbare ruimte, een overdekte fietsenstalling in de openbare ruimte, een fietsenstalling in de parkeergarage en/of een fietsenstalling binnen een van de bebouwingsblokken. Toelichting


17

• Openbaar vervoer Over de Nieuwe Poort, de Amsterdamseweg en de Brabantsestraat rijden bussen. Er is een halte vlak bij de rotonde. Daarnaast ligt het treinstation op loopafstand. Vanaf de noordelijke uitgang van het treinstation is het circa 800 meter lopen. • Autoverkeer Voor bezoekers van het Eemplein die met de auto komen wordt een parkeergarage met in totaal 750 parkeerplekken gebouwd. De parkeereis wordt berekend op basis van het collegebesluit ‘Afwijkende parkeernormen voor lopende projecten’ van 8 december 2009. Hierin staat dat de nieuwste parkeernormen van toepassing zijn, maar dat hiervan een ontheffing wordt verleend, zodat aan de privaatrechtelijke afspraken wordt voldaan. In totaal worden 750 parkeerplaatsen aangelegd. Dit betekent dat de parkeernormen uit de ‘Nota Parkeernormen Amersfoort 2009’ van toepassing zijn, maar dat bij een bouwaanvraag voor het privaatrechtelijk afgesproken programma ontheffing wordt verleend tot 750 parkeerplaatsen. Dit aantal werd bij het aangaan van de privaatrechtelijke overeenkomst als voldoende voor het bijbehorende programma beschouwd en wordt daarom ook nu nog als uitgangspunt gehanteerd. In het kader van een ‘goede ruimtelijke ordening’ is daarnaast door Goudappel Coffeng de parkeereis op basis van de nieuwste parkeernormen berekend. Hieruit bleek dat dit 1.008 parkeerplaatsen zou betreffen. Er wordt van uit gegaan, dat het verantwoord is om uit te gaan van 750 parkeerplaatsen, omdat dit past bij het afgesproken programma. Voor het benodigde aantal parkeerplaatsen wordt uitgegaan van dubbelgebruik. Op tijden dat de winkels open zijn, is bijvoorbeeld een dansgelegenheid gesloten. De parkeerplaatsen die overdag voor de winkels worden gebruikt, kunnen dan ’s avonds voor de horeca worden gebruikt en andersom. Mocht toch behoefte bestaan aan meer parkeergelegenheid (namelijk de 1.008 parkeerplaatsen op basis van de nieuwste parkeernormen), dan bestaat er de mogelijkheid tot ‘overloop’ in het Oliemolenkwartier. De parkeergarage is bereikbaar via de Rotonde Nieuwe Poort en de Eemlaan. Op de Eemlaan is ook ruimte om bezoekers af te zetten. Op het plein zelf is autoparkeren niet toegestaan. De parkeergarage wordt aangesloten op het parkeerverwijssysteem. De garage kent voor de auto’s één in- en uitgang, bij blok 2. Een eventuele tweede in- en uitgang kan bij blok 3 worden gerealiseerd. De voetgangerstoegangen naar de garage komen niet op het plein maar in blok 1-2 en in blok 4. • Bevoorrading Een goede logistiek voor de bevoorrading is van groot belang. Zoals in het Coördinatieplan is bepaald, zal de route voor de expeditie voor blok 4, 5 en 6 (blokindeling zie figuur 10) vanaf het Eemplein, langs de locatie Trapezium, over een brug over De Nieuwe Poort (Amsterdamseweg) lopen. Langs het spoor worden laad- en losvoorzieningen voor de functies in de blokken 4, 5 en 6 gerealiseerd. In blok 4 is de mogelijkheid opgenomen voor een inpandige laad- en losplaats. In blok 6 is een laad- en losplaats mogelijk, die tevens dient als ‘keerlus’ voor het expeditieverkeer. Het expeditieverkeer voor de functies aan de Eemlaan, in de blokken 1 en 2, kan gebruik maken van een ruimte aan de Eemlaan, die hiervoor wordt gereserveerd. Het laden en lossen van blok 3 gebeurt in het verlengde van de Eemlaan, voorbij de inrit van de parkeergarage.

Toelichting


18

Hoofdstuk 5

Milieuaspecten

5.1 Algemeen In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de milieuhygiënische aspecten van het plangebied. De milieuaspecten kunnen betrekking hebben op geluid, trillingen, luchtverontreiniging, externe veiligheid, straling, natuur, landschap, ecologie, bodem, water en als het gaat om duurzaam bouwen en inrichten, om energie, warmtehuishouding, grondstoffen, materiaal en afval. De genoemde milieuaspecten bepalen mede de ruimtelijke mogelijkheden in een plangebied. Voor het plangebied is in verband met de gevoerde vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO in 2006 een inrichtings-MER opgesteld. De belangrijkste beschreven milieugevolgen hingen samen met het autoen railverkeer en de leefbaarheidaspecten als geluidhinder, verkeer- en externe veiligheid, parkeerhinder en luchtkwaliteit. Tevens heeft het MER bezoekersaantallen onderbouwd en inzicht gegeven in de milieugevolgen tijdens gemiddelde en piekmomenten. Ook sociale veiligheid heeft in de MER aandacht gekregen. Daarnaast heeft het MER het “meest milieuvriendelijke alternatief” (MMA) geformuleerd. Omdat het nu voorliggende bestemmingsplan slechts beperkte wijzigingen kent ten opzichte van de eerder verleende vrijstelling, is volstaan met de actualisatie van enkele onderzoeken. Voor het overige blijft het MER van toepassing. Hierna wordt een korte beschrijving gegeven van de hoofdpunten uit het MER. In de volgende paragrafen wordt aangegeven op welke punten er actualisaties hebben plaatsgevonden. De onderzochte aspecten in het kader van de bestaande MER: a. Wet geluidhinder(Wgh) Voor zowel het wegverkeerslawaai als het spoorweglawaai is onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting voor geluidgevoelige objecten. Dat zijn in het plangebied uitsluitend de woningen. Voor de geplande woningen/appartementen aan het Eemplein is destijds een ontheffingsprocedure hogere grenswaarden Wgh gelijk met de artikel 19.1 WRO-procedure gestart. De aangevraagde hogere grenswaarden voor rail- en verkeerslawaai zijn niet hoger dan de waarden die GS eerder in 1990 verleende in het kader het stadsvernieuwingsplan CSG 1990. Het plangebied bevindt zich niet in de zone van industrieterrein Isselt en de zone van het rangeerterrein NS-emplacement. b. Besluit luchtkwaliteit juli 2001 met uitspraken Raad van State 2004 De jaargemiddelde concentratie voor de luchtverontreinigende stoffen, met name stikstofdioxide en fijnstof PM10, is door TNO bepaald. Langs De Nieuwe Poort (Amsterdamseweg) en het Eemplein en buiten de bestemming verkeersdoeleinden voldoen deze concentraties aan de geldende plandrempel en grenswaarden. De 24-uurs gemiddelde concentratie voor fijnstof is zodanig dat ook zonder wegverkeer op De Nieuwe Poort niet wordt voldaan aan het toelaatbare aantal overschrijdingen (oorzaak bronnen elders). De te realiseren bebouwing langs De Nieuw Poort verhoogt weliswaar het aantal overschrijdingen aan de wegzijde, maar verlaagt het fijnstofgehalte in een groot gebied waar mensen relatief lang verblijven. Deze verlaging vindt plaats achter de eerstelijns bebouwing aan De Nieuwe Poort. Per saldo is met de bebouwing sprake van een betere luchtkwaliteit dan zonder bebouwing. In het MER wordt hier nader op ingegaan. c. Flora en fauna/ecologie Gebieden, die op grond van weten regelgeving op het gebied van natuur(bescherming) nadere aandacht behoeven, zijn op (zeer) grote afstand van het plangebied. Het plangebied betreft een volledig kaal perceel dat onlangs gesaneerd is. De ontwikkelingen vormen dan ook geen belemmeringen voor de instandhouding van enige soort in het kader van de Flora- en Faunawet. Nadere gegevens omtrent het mogelijk voorkomen van beschermde dier- en plantensoorten zijn beschikbaar in het voor de in 2005 opgestelde MER. d. Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (augustus 2004) Het plaatsgebonden risico als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorbaan voldoet aan de grenswaarde. Vanwege het Eemcentrum is sprake van een marginale toename van de reeds aanwezige en berekende overschrijding van de oriënterende grenswaarde voor het Toelichting


19

groepsrisico. Door de voorgenomen ingebruikname van de Betuwelijn in 2007 en de Hanzelijn in 2012/2013 is deze overschrijding verwaarloosbaar. In overleg met de regionale brandweer zullen in redelijkheid maatregelen bij de ontwikkeling van de bouwplannen getroffen worden, die de zelfredzaamheid en de beheersbaarheid bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen, waar mogelijk vergroten. e. Wet bodembescherming De kwaliteit van de bodem is onderzocht. Sanering van de bodem en het grondwater ter plaatse van het Eemplein heeft plaatsgevonden. In het grondwater zijn plaatselijk echter restverontreinigingen aanwezig. Op het aangrenzende terrein van Rohm and Haes is een grondwatersanering in uitvoering. Uit de actualisatie van de verontreinigingssituatie van het grondwater in 2009 (DHV, EemkwartierPuntenburg Amersfoort, Actualisatie verontreiniging grondwater, registratienummer: MDBO200870420, maart 2009) blijkt, dat een deel van deze grondwaterverontreiniging zich heeft verspreid tot op het terrein van het Eemplein. Bij grondwateronttrekkingen zal afgestemd moeten worden met de lopende grondwatersanering. Omdat er ook sprake zal zijn van het verplaatsen van verontreinigd grondwater zal een melding moeten plaatsvinden op basis van Artikel 38 Wet bodembescherming. 5.2 Luchtkwaliteit • Uitgangspunt bepaling luchtkwaliteit Omdat in het geldende bestemmingsplan “Centraal Stadsgebied Noord” een uitwerkingsbevoegdheid zit voor het grootste deel van het onderhavige plangebied, zou het plan ook grotendeels middels een uitwerkingsplan gerealiseerd kunnen worden. Maar omdat niet volledig aan de uitwerkingsregels wordt voldaan, is met betrekking tot de luchtkwaliteit een vergelijking gemaakt tussen de verkeersproductie van beide plannen. In beide gevallen wordt het verkeer afgewikkeld via de Eemlaan. De resterende omgeving van de Eemlaan, anders dan het Eemplein, ontwikkelt zich rond beide plannen op dezelfde wijze, zodat het verschil in luchtkwaliteit uitsluitend wordt bepaald door de verkeersproductie. Goudappel Coffeng heeft in haar rapport van 9 februari 2010, “Actualisatie verkeersstudie Eemplein”, kenmerk AMF157/Anf/1199, de verschillen in verkeersproductie weergegeven. De verkeersproductie is naar een weekdaggemiddelde etmaalintensiteit vertaald door het weergegeven werkdaggemiddelde met een factor 0,92 te vermenigvuldigen. De luchtkwaliteitsresultaten zijn bepaald met het berekeningsmodel CARII versie 8.1 en getoetst aan het toelaatbare verschil in luchtkwaliteit. Bij deze berekening is er vanuit gegaan dat de geprognostiseerde verkeersomvang voor het jaar 2020 in beide plannen zich voordoen in 2010. Een worst case – benadering, indien zou moeten worden gelet op de absolute omvang van de luchtverontreiniging. • Resultaten en toetsing grenswaarde Verkeersomvang geldende plan in 2020 : 6300 mvtg als weekdaggemiddelde etmaalintensiteit Verkeersomvang te wijzigen plan in 2020: 6490 mvtg als weekdaggemiddelde etmaal intensiteit. X;Y-coordinaat: 154536;463437; Percentage lichte motorvoertuigen :94% Percentage middelzware motorvoertuigen: 5 % Percentage zware motorvoertuigen: : 1% Wegtype: Basistype Normaal Stadsverkeer Bomenfacor = 1 Berekeningsafstand: 5 m uit de (binnenste) weg as. Uit de berekeningen komen de volgende resultaten: Plan PM10 in mg/m3 NO2 in ug/m3 Te wijzigen 25 27,8 Vigerend 25 27,6 Verschil in ug/m3 0 0,2 De toename van de luchtverontreiniging van 0,2 ug/m3 op de Eemlaan blijft ruimschoots binnen de toelaatbare toename van 1,2 ug/m3. Omdat het verkeer zich buiten de Eemlaan verspreid over meerdere wegen, zal de toename ook daar in elk geval niet meer dan 0,2 ug/m3 bedragen.

Toelichting


20

• Conclusie Het aspect luchtkwaliteit vormt geen belemmeringen voor de ontwikkelingen in het plangebied. 5.3 Geluidhinder spoor- en wegverkeer • Wet geluidhinder De basis voor de ruimtelijke afweging van geluid zijn de Wet geluidhinder (Wgh) en de Luchtvaartwet. Bij vaststelling van een bestemmingsplan komen in de volgende gevallen de regels van deze Wetten aan de orde: het bestemmen van gronden voor nieuwe geluidsgevoelige objecten (bijvoorbeeld woningen en onderwijsgebouwen) binnen zones langs (spoor-)wegen, zones rondom industrieterreinen en zones rondom luchtvaartterreinen; het bestemmen van gronden voor de aanleg van nieuwe, dan wel reconstructie van gezoneerde (spoor-) wegen; het bestemmen van gronden voor (nieuwe) industrieterreinen waar zich grote lawaaimakers kunnen vestigen; herziening van zonegrenzen van industrieterreinen en luchtvaartterreinen. De geluidbelasting op de gevels van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen mag in principe niet meer bedragen dan de voorkeurgrenswaarde. Indien de geluidbelasting op de gevel hoger is dan de voorkeurgrenswaarde kan onder bepaalde voorwaarden een verzoek worden gedaan tot vaststelling van hogere waarden. Hierbij mag de geluidsbelasting de uiterste grenswaarde echter niet overschrijden, tenzij zogenaamde niet geluidgevoelige gevels worden toegepast. De voorkeursgrenswaarde en uiterste grenswaarde voor nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen kan per geluidsbron verschillen. Om voor vaststelling van een hogere grenswaarde in aanmerking te kunnen komen, dient aan de volgende wettelijke eis te worden voldaan: het dient om een situatie te gaan waarbij het treffen van maatregelen om het verwachte geluidsniveau terug te brengen tot de voorkeursgrenswaarde onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, landschappelijke of financiële aard stuiten. • Verkeerslawaai De wet hanteert voor situaties waarin een bouwplan binnen één of meer geluidszone(s) van (een) weg(en) is gelegen als uitgangspunt dat de geluidsbelasting van het bouwplan vanwege de weg(en) niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Conform artikel 110g van de wet mag vóór toetsing aan de grenswaarden een aftrek worden toegepast op de berekende geluidsbelasting. Deze aftrek bedraagt 2 dB voor wegen met een maximumsnelheid voor lichte motorvoertuigen van ten minste 70 km/uur en 5 dB voor overige wegen. Op beide onderzochte wegen (Eemlaan en Amsterdamseweg) geldt een maximumsnelheid van 50 km/uur, waarmee de toe te passen aftrek 5 dB bedraagt. • Spoorweglawaai Het Besluit geluidhinder hanteert voor situaties waarin een bouwplan binnen één of meer geluidszone(s) van (een) spoorweg(en) is gelegen als uitgangspunt dat de geluidsbelasting van het bouwplan vanwege de spoorweg(en) niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde. Voor woningen bedraagt deze 55 dB. • Ontheffingen Burgemeester en wethouders zijn binnen de grenzen van de gemeente bevoegd tot het vaststellen van een hogere waarde dan de voorkeursgrenswaarde. Volgens artikel 110a, lid 5 van de wet moet dan aannemelijk zijn dat maatregelen gericht op het terugbrengen van de geluidsbelasting van het bouwplan tot de voorkeursgrenswaarde onvoldoende doeltreffend zijn of bij toepassing zouden stuiten op grote bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Voor woningen in stedelijk gebied is de maximaal vast te stellen hogere waarde vanwege wegverkeer 58 dB. Indien sprake is van nieuw te bouwen, nog niet geprojecteerde woningen binnen de zone van een bestaande weg, is deze waarde 5 dB hoger, oftewel 63 dB. De maximaal vast te stellen hogere waarde vanwege spoorwegverkeer is 68 dB. • Situatie plangebied Voor het plangebied heeft DHV het onderzoek ‘Multifunctioneel centrum Eemplein te Amersfoort Geluidsbelasting vanwege wegen spoorwegverkeer’ uitgevoerd. Uit dit rapport blijkt dat voor de Amsterdamseweg de geluidsbelasting maximaal 61 dB bedraagt, waarmee de voorkeursgrenswaarde met ten hoogste13 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Toelichting


21

Voor de Eemlaan bedraagt de geluidbelasting maximaal 57 dB, waarmee de voorkeursgrenswaarde met ten hoogste 9 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. De geluidsbelasting voor de spoorbaan Amersfoot/Zwolle/Apeldoorn v.v. bedraagt maximaal 63 dB, waarmee de voorkeursgrenswaarde met ten hoogste 8 dB wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde van 68 dB wordt niet overschreden. • Conclusie Nadat een hogere waarde overeenkomstig artikel 110a van de Wet geluidhinder is verleend, vormt het aspect geluid geen belemmeringen voor het bestemmingsplan. 5.4 Bodem • Besluit ruimtelijke ordening (Bro) Volgens het Bro zullen burgemeester en wethouders in verband met de uitvoerbaarheid van het plan onder meer een onderzoek verrichten naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de betreffende functiewijziging. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd. • Bodemkwaliteitskaart Gemeente Amersfoort (7 augustus 2002) In 2002 is een bodemkwaliteitskaart voor de gehele gemeente opgesteld. Deze kaart geeft per te onderscheiden zone een indicatie van de algemene milieuhygiënische kwaliteit van de bodem. Aangegeven wordt wat de achtergrondgehalten van diverse stoffen in het gebied zijn. Dit kan van belang zijn bij grondverzet. • Situatie in het plangebied Op basis van de bodemkwaliteitskaart Gemeente Amersfoort is de complete kwaliteit van het voorliggende plangebied geclassificeerd als licht verontreinigd. • Conclusie Het aspect bodem vormt geen belemmering voor de in dit bestemmingsplan opgenomen mogelijkheid voor de bouw. Ook zijn er geen beperkingen voor grondverzet op de locatie. Bij afvoer van de grond kan de grond conform het besluit bodemkwaliteit afgevoerd en eventueel elders hergebruikt worden. Het onttrekken van grondwater dient afgestemd te worden met de grondwatersanering die in het gebied in uitvoering is. Hiervoor is een melding op basis van Artikel 38 Wet bodembescherming nodig. Bij de aanvraag om bouwvergunning moeten gegevens betreffende de bodem worden aangeleverd waaruit blijkt dat er geen belemmeringen zijn voor de voorgenomen herinrichting en bouw op deze locatie. 5.5 Water • Waterhuishoudingplan 2005-2010 (provincie Utrecht, december 2004) Provinciale Staten van Utrecht hebben in 2004 het Waterhuishoudingsplan vastgesteld dat de gewenste ontwikkelingen in het waterbeheer in de provincie Utrecht aangeeft voor de periode tot 2010. Naast het thema “water als ordenend principe” dat als een rode draad door het gehele plan loopt zijn de speerpunten in dit plan: verdroging; een belangrijke oorzaak van achteruitgang in de natuur; waterbodems; in onze provincie vaak sterk verontreinigd waardoor de gebruiksfuncties van het watersysteem worden bedreigd; diffuse bronnen; zorgen inmiddels voor het leeuwendeel van de verontreiniging van het oppervlaktewater. Het gaat vaak om stoffen die via het riool in het water terecht komen en om bestrijdingsmiddelen die wegspoelen naar sloten; stedelijk waterbeheer en riolering; duurzaam stedelijk waterbeheer kan mogelijkheden bieden om problemen, zoals de bovengenoemde punten, te voorkomen of op te lossen; veiligheid; er dient nu al rekening te worden gehouden met toekomstige bodemdaling, stijging van de zeespiegel en klimaatverandering om wateroverlast door overmatige neerslag en uitzonderlijk hoge waterstanden te voorkomen; gebiedsgerichte projecten; samenwerking tussen overheden met de streek om allerlei problemen op het gebied van bijvoorbeeld milieu, landbouw, natuur, recreatie en verkeer, op te lossen.

Toelichting


22

Het thema “water als ordenend principe” houdt in dat voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied er meteen wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen. • Waterplan Amersfoort Het beleid van de gemeente betreft met name het stedelijk gebied en is weergegeven in Waterplan Amersfoort, december 2004. Als onderdeel van de hierin verwoorde visie zijn “duurzaamheidsprincipes”, voorwaarden en ambities beschreven en zijn vervolgens per gebied accenten gelegd met behulp van streefbeelden. Het streefbeeld voor oppervlaktewater vanuit het waterplan voor het plangebied is ‘Water voor de wijk’. Binnen het plangebied komt echter geen oppervlaktewater voor. Verder sluit het waterplan Amersfoort nauw aan bij het waterhuishoudingsplan van de provincie en waterbeheerplan van het waterschap Vallei & Eem. • Watertoets Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21e eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld. Onderzoek ten behoeve van het wateradvies zal door de initiatiefnemer moeten worden uitgevoerd. In het kader van de watertoets is door het Waterschap Vallei & Eem een wateradvies afgegeven. Op de aanbevelingen uit dit advies wordt in deze paragraaf nader ingegaan. • Situatie in het plangebied Bij de beoordeling van een gebied Amersfoort wordt onderscheidt gemaakt tussen grondwater, oppervlaktewater en afval- en regenwater. Grondwater De grondwaterstand in het gebied is relatief laag, doordat de tunnel Amsterdamseweg al met een open bemaling wordt droog gehouden. Verder speelt in het gebied de sanering van de bodemverontreiniging CSG. In verband met zowel de bemaling als met de sanering kan geen regenwater in de bodem worden geïnfiltreerd. Oppervlaktewater Het gebied grenst aan de Eem, maar in het gebied zelf is geen oppervlaktewater aanwezig. Afval- en regenwater Het regenwater uit het gebied wordt rechtstreeks geloosd op de Eem. Belangrijk is dat dit water niet wordt verontreinigd. Daarom mogen geen uitloogbare bouwmaterialen als koper, lood en zink en geïmpregneerd hout worden toegepast. • Conclusie Het element water vormt geen belemmeringen voor de ontwikkelingen in het plangebied. 5.6 Duurzaam en milieubewust bouwen Aandacht voor duurzaam en milieubewust bouwen in alle stadia van het ontwerpen bouwproces is belangrijk. Al op stedenbouwkundig niveau moeten hierbij keuzes worden gemaakt. Bij de uitwerking van de plannen op bouwplanniveau moeten als randvoorwaarden worden meegenomen de uitgangspunten uit het ‘Werkboek Duurzaam Bouwen’. De hierin verwoordde beleidsdoelstellingen zijn vastgelegd c.q. vertaald naar een ambitieniveau, uitgedrukt in een puntenscore van de in het kader van de gehanteerde DCBA-methode toegepaste checklist. Voor bepaalde materialen geldt een toepassingsverbod. Bij duurzaam bouwen dient vroegtijdig te worden overlegd met de afdeling Milieu van de gemeente Amersfoort over de sturing van ontwerpen materiaalkeuzen. Doel van dit overleg is: Toelichting


23

-

het vroegtijdig bepalen van de milieuambities en het in beeld brengen van kansen; een programma van ‘dubo’-eisen op te stellen; de aanpak van duurzaam bouwen in te vullen; vast te stellen hoe het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp worden getoetst op de uitgangspunten van duurzaam bouwen, alsmede het toetsen van het bestek en de uitvoering door de afdeling Vergunningen,Toezicht en Handhaving.

• Situatie plangebied Voor de uitvoering van de plannen binnen het plangebied dient aandacht te worden besteed aan de uitgangspunten van het duurzame bouwen (DUBO) door vroegtijdig de principes inzake verantwoord energiegebruik, waterhuishouding en afvalverwerking in de planvorming te integreren. Voor de regels met betrekking tot DUBO wordt hier kortheidshalve verwezen naar de toepassing van de gemeentelijke integrale checklist Duurzaam Bouwen en Wonen. De afvalopslag- en inzameling voor zowel bedrijfs- als huishoudelijk afval dient inpandig te gebeuren: - het woonblok aan de Eem heeft binnen het bouwblok een eigen afvalinzameling op eigen grond. Zo mogelijk met minicontainers per woning of anders een gezamenlijke containerruimte; - voor de appartementen worden inpandige inzamelingsvoorzieningen gerealiseerd voor gescheiden inzameling (rest, papier); - uitgangspunt is dat door vuilophaaldiensten gebruik gemaakt wordt van de voor auto's toegankelijke rijmogelijkheden. Aanbiedpunten moeten hierop georiënteerd zijn. 5.7 Externe veiligheid Bij het opstellen van het MER Eemcentrum is onderzoek uitgevoerd naar externe veiligheid langs de spoorbaan Amersfoort-Zwolle/Apeldoorn v.v. Dit MER is opgesteld ten behoeve van het onherroepelijk geldende art. 19- WRO- plan. Daartoe wordt verwezen naar dit MER paragraaf 6.3 Externe Veiligheid. De bebouwingslijn ten opzichte van de spoorbaan is onveranderd gebleven, zodat het plaatsgebonden risico bezien vanuit de planbeoordeling onveranderd is gebleven. Bij het groepsrisico wordt bepaald door de personendichtheid binnen de invloedssfeer van het vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor. Deze personendichtheid is niet toegenomen, zodat sprake blijft van een onveranderde overschrijding van de oriënterende grenswaarde voor dit risico. Recente nog niet afgeronde studies in het kader van het Basisnet Spoor geven geen aanleiding te veronderstellen dat sprake is van een grotere overschrijding.

Toelichting


24

6 Juridische planbeschrijving 6.1 Het plan Het bestemmingsplan betreft een gebied dat nog ontwikkeld dient te worden. De bestemmingsregeling is daarom voorwaardenscheppend voor de nog in te dienen bouwaanvragen. 6.2 Artikelsgewijze beschrijving • Hoofdstuk 1 Inleidende regels Begripsbepalingen In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan zal moeten worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende woorden toegekende betekenis. Hierbij zijn de voorgeschreven begrippen volgens de Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen SVBP 2008 gehanteerd. Wijze van meten In dit artikel is geregeld hoe verschillende maten, zoals oppervlakte, inhoud en hoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gemeten dienen te worden. Ook hier zijn de voorgeschreven omschrijvingen volgens de Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen SVBP 2008. • Hoofdstuk 2 De bestemmingsregels In deze paragraaf wordt een korte toelichting gegeven op de regelingen zoals die in de verschillende bestemmingen zijn opgenomen. Bestemming Gemengd De bestemming “gemengd” is door middel van de aanduidingen 1 en 2 in twee verschillende categorieën gesplitst. Bij beide categorieën zijn horeca C, leisure, dienstverlening en detailhandel toegestaan. In categorie 1 is daarnaast op de verdiepingen wonen mogelijk. In categorie 2 is geen wonen toegestaan, maar wel een bioscoop. Voor een deel van de bestemming Gemengd-1 is de aanduiding ‘–wonen’ opgenomen. Dit betekent dat hier geen woningen zijn toegestaan. Woningen zijn hier vanwege het geluid, afkomstig van het naastgelegen spoor, niet mogelijk. Verder is voor een klein gebied langs de Eemlaan de aanduiding ‘wonen’ opgenomen. Hier zijn woningen op de begane grond toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding ‘horeca’ is behalve horeca C ook horeca A en B toegestaan. Buiten deze aanduiding mag met een binnenplanse ontheffing nog maximaal 300 m² worden gebruikt voor horeca A en B. Voor het realiseren van bergingen en serres bij de woningen is op de verbeelding de aanduiding ‘bijgebouwen’ opgenomen. Binnen deze aanduiding mag 40% voor dit gebruik worden bebouwd. Omdat de aan- en uitbouwen en bijgebouwen niet op het maaiveld, maar op het dak van de hoofdbebouwing wordt gerealiseerd, is opgenomen dat de hoogte maximaal 5 meter hoger is dan op de verbeelding is aangegeven. Om te voorkomen dat bij een lager hoofdgebouw de hoogte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen te hoog wordt, is daarbij de bepaling opgenomen, dat deze bebouwing ook niet meer dan 5 meter hoger mag zijn dan het hoofdgebouw waar het op staat. Bebouwing dient binnen de bouwblokken te worden gerealiseerd. Hierop zijn twee uitzonderingen: - Ter plaatse van de aanduiding ‘overbouwing’ binnen de bestemming ‘Verkeer-verblijf’, mag het gebouw buiten het bouwblok geplaatst worden. Dit geldt alleen voor de verdiepingen, op de begane grond moet het gebouw binnen het bouwvlak blijven. - Buiten het bouwvlak mag het gebouw op de verdiepingen 2 meter uitsteken. Dit geldt voor maximaal 1/4 van de oppervlakte van de aangrenzende gevel. Op die manier kunnen de gebouwen een speels uiterlijk krijgen. Bestemming Horeca Binnen de bestemming “Horeca” zijn alle vormen van horeca toegestaan. Dit betekent dat hier bijvoorbeeld een discotheek kan komen, maar ook een snackbar past binnen deze bestemming. Naast horeca wordt door middel van de aanduiding ‘cultuur en ontspanning’ ook leisure mogelijk gemaakt. Dit betekent dat bijvoorbeeld een bowlingbaan binnen deze bestemming is toegestaan. Binnen de aanduiding ‘laad- en losplaats’ is een laad- en losplaats mogelijk gemaakt.

Toelichting


25

Bestemming Kantoor Alle bebouwing met de bestemming “Kantoor” is bestemd voor kantoren. Dit mogen alle denkbare kantoren zijn. Dit is aangegeven door zowel administratieve, financiële als zakelijke dienstverlening toe te staan. Om de functies binnen het aangrenzende gebouw met de bestemming “Gemengd” te kunnen bevoorraden, wordt op de begane grond van de bebouwing met de bestemming “Kantoor” door middel van de aanduiding ‘laad- en losplaats’ een laad- en losplaats mogelijk gemaakt. Bestemming Maatschappelijk In één van de gebouwen binnen het plangebied wordt het Eemhuis gevestigd. Het Eemhuis biedt ruimte aan een bibliotheek, de scholen in de kunsten, het archief Eemland en een poppodium. Het Eemhuis heeft naast de bestemming “Maatschappelijk” ook de aanduiding ‘cultuur en ontspanning’. Zo passen alle functies van het Eemhuis, inclusief het poppodium, zonder meer binnen de bestemming. Voor ondergeschikte detailhandel is een binnenplanse ontheffing opgenomen. Bestemming Verkeer / Verkeer-verblijf De openbare ruimte heeft twee bestemmingen: “Verkeer” en “Verkeer-verblijf”. De Eemlaan heeft de bestemming “Verkeer”. Deze bestemming is bedoeld voor ontsluitingswegen, zoals de Eemlaan. Het overige openbaar gebied heeft de bestemming “Verkeer-verblijf”. Dit betekent dat hier erven, woonstraten, pleinen en speelvoorzieningen zijn toegestaan. Maar ook expeditieverkeer past binnen deze bestemming. Daarnaast passen binnen de beide bestemmingen voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, bermen en groenvoorzieningen en eventueel geluidwerende voorzieningen, watergangen en –partijen. De in- en uitrit van de ondergrondse parkeergarage is aangegeven met de aanduiding ‘ontsluiting’. Binnen de aanduiding ‘overbouwing’ zijn overbouwingen van de aangrenzende bestemmingen toegestaan, mits er een minimale doorrij/-loop hoogte blijft bestaan. • Hoofdstuk 3 De algemene regels In dit hoofdstuk zijn algemene regels opgenomen die betrekking hebben op het plan als geheel. Anti-dubbeltelbepaling Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen. Algemene bouwregels In dit artikel zijn algemeen geldende overschrijvingen van bijvoorbeeld bouwgrenzen geregeld. . Algemene gebruiksregels De algemeen gebruikelijke regel dat het verboden is gronden en bouwwerken in gebruik te nemen in strijd met de bestemming, is ook in dit plan opgenomen. Een gok- of amusementshal wordt in ieder geval uitgesloten. Algemene ontheffingsregel In dit artikel wordt aangegeven in hoeverre en in welke gevallen ontheffing kan worden verleend in geval van geringe afwijkingen van de bouwvoorschriften. Algemene wijzigingsregels In dit artikel is de algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen opgenomen. Verbod op seksinrichtingen Door het opheffen van het algemeen bordeelverbod hebben gemeenten bij het reguleren van prostitutie een grotere rol gekregen. Teneinde ongewenste situaties en ontwikkelingen te kunnen voorkomen of te kunnen tegengaan is het noodzakelijk dat gemeentelijk beleid wordt vastgelegd en dat de regelgeving wordt aangepast. De aanpassing van regelgeving bestaat uit het wijzigen van de APV door invoering van een vergunningstelsel voor seksinrichtingen en een regeling van seksinrichtingen in de bestemmingsplannen. Toelichting


26

Prostitutiebeleid Het prostitutiebeleid van de gemeente Amersfoort is vastgelegd in de Nota prostitutiebeleid gemeente Amersfoort (vastgesteld door de gemeenteraad op 26 september 2000). In deze nota is bepaald, dat er maximaal zeven seksinrichtingen in Amersfoort kunnen worden gevestigd. Facetbestemmingsplan In het facetbestemmingsplan ‘Gebruiksbepalingen en seksinrichtingen’ van de gemeente Amersfoort is voor alle vigerende bestemmingsplannen een verbod opgenomen voor het gebruik van gronden en/of bouwwerken als of ten behoeve van een seksinrichting. Dit gebeurt met uitzondering van vijf locaties waar de bestaande seksinrichtingen worden gelegaliseerd. Ook in de regels van het voorliggende bestemmingsplan is een verbod opgenomen voor het vestigen van een seksinrichting. Deze keuze is gebaseerd op het bovengenoemde beleid. • Hoofdstuk 4 De overgangs- en slotregels Overgangsrecht Voor zowel het bouwen als voor het gebruik is het gebruikelijke overgangsrecht opgenomen. Daarbij is ook een hardheidsclausule opgenomen. Slotregel Tot slot is in het laatste artikel de slotregel met de titel opgenomen.

Toelichting


27

7 Uitvoerbaarheid van het plan Bij de beschrijving van de uitvoerbaarheid van het plan gaat het zowel over het overleg dat bij de voorbereiding van het plan is gevoerd als om de economische uitvoerbaarheid. Bij de uitvoerbaarheid speelt ook de handhaving een belangrijke rol. 7.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid • Inleiding De procedure voor vaststelling van een bestemmingsplan is door de wetgever geregeld. Aangegeven is dat tussen gemeente en verschillende instanties waar nodig overleg over het plan moet worden gevoerd alvorens een ontwerpplan ter visie gelegd kan worden. Bovendien is het noodzakelijk dat belanghebbenden de gelegenheid hebben om hun visie omtrent het plan te kunnen geven. Pas daarna kan de wettelijke procedure met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan van start gaan. • Inspraak De Wet ruimtelijke ordening zelf bevat geen bepalingen omtrent inspraak. Dat neemt niet weg dat het de gemeente vrij staat toch inspraak te verlenen bijvoorbeeld op grond van de gemeentelijke inspraakverordening. In de gemeente Amersfoort is de inspraak over bestemmingsplannen vastgelegd in de notitie “Rol van de Raad in RO-procedures”. In deze notitie wordt een driedeling gemaakt in soorten bestemmingsplannen; model 1, 2 en 3 plannen. Model 1 volgt in feite de wettelijk voorgeschreven behandeling met een zo kort mogelijke procedure, model 2 voegt hieraan een extra moment van kaderstelling door de raad toe en model 3 voorziet in de meest uitgebreide behandeling. Het voorliggende bestemmingsplan voldoet aan de voorwaarden van een model 1 plan omdat het gaat om een ontwikkeling met een beperkt karakter ten opzichte van de reeds eerder genomen besluiten zoals het bestemmingsplan ‘Centraal Stadsgebied Noord’ en de vrijstelling ex artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (zie paragraaf 4.1 van deze toelichting). Een model 1 plan wordt direct in ontwerp ter inzage gelegd. Er wordt dus geen inspraak gehouden. 7.2 Resultaten vooroverleg Het Besluit ruimtelijke ordening geeft in artikel 3.1.1 aan dat burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg plegen met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. In dit geval is vooroverleg gepleegd met het Waterschap Vallei en Eem is overlegd. Het wateradvies van het Waterschap is verwerkt in paragraaf 5.5 van de toelichting op het bestemmingsplan. In een informeel overleg met de provincie is geconcludeerd, dat de wijzigingen ten opzichte van de eerder verleende vrijstelling van dusdanig beperkte aard zijn, dat de provincie dit als gemeentelijk belang ziet. Er heeft daarom geen formeel vooroverleg met de provincie plaatsgevonden. 7.3 Financieel-economische uitvoerbaarheid Op grond van het bepaalde in artikel 3.1.6. onder f Bro dient in de toelichting inzicht te worden gegeven in de uitvoerbaarheid van het plan. In dat verband is onderzoek verricht naar de financieel economische uitvoerbaarheid van het plan. Het resultaat van het onderzoek vindt, voor zover het de gemeente betreft, gedeeltelijk zijn weerslag in de grondexploitatie Bestaand stedelijk gebied (BSG). Voornoemde grondexploitatie BSG omvat inmiddels meerdere bestemmingsplannen waaronder het onderhavige bestemmingsplan Eemplein. Meergenoemde grondexploitatie BSG geeft inzicht in de kosten en opbrengsten aan de zijde van de gemeente. In het door de grondexploitatie BSG bestreken gebied voert de gemeente een overwegend actief grondbeleid. De kosten bestaan onder andere uit verwervingskosten en kosten bouwen woonrijp maken; kosten welke bij een actief grondbeleid (in eerste instantie) redelijkerwijs ten laste van de gemeente behoren te komen. De opbrengsten bestaan uit verkoopopbrengsten van bouwrijpe grond. Deze verkoopopbrengsten worden aangewend voor de dekking van de kosten. Zoals uit de grondexploitatie BSG blijkt kunnen niet alle kosten van grondexploitatie worden gedekt met grondopbrengsten; er resteert een tekort. Het tekort van de grondexploitatie BSG wordt gedekt middels de Voorziening voorraad onderhanden werk (zie de jaarrekening 2009 en de herziening grondexploitaties 2010 (stand per 1 november 2009)).

Toelichting


28

De in de grondexploitatie BSG opgenomen grondopbrengst voor het Eemplein is gebaseerd op de Ontwikkelings- en realiseringsovereenkomst Eemplein welke overeenkomst is gesloten met Multi Veste 166, een volle dochter van Multi Vastgoed B.V. Met voornoemde overeenkomst is de in de grondexploitatie BSG voorziene opbrengst voor het Eemplein gewaarborgd. Voor wat betreft het grondexploitatieaspect is het bestemmingsplan Eemplein daarmee uitvoerbaar. Voor wat betreft het gemeentelijke programma aandeel in het bestemmingsplan Eemplein (Eemhuis en Eemplein) zijn de voor de uitvoering daarvan vereiste financiële middelen in de gemeente begroting gereserveerd. Het gemeentelijke programma aandeel in het bestemmingsplan Eemplein is daarmee financieel-economisch uitvoerbaar. Voor wat betreft de financieel economische uitvoerbaarheid van het commerciële gedeelte van het programma (winkels, bioscoop, woningen, kantoren en parkeergarage) kan worden opgemerkt dat er voor het winkelprogramma en de bioscoop een distributie planologisch onderzoek is verricht waaruit blijkt dat er voldoende marktruimte is voor de voorziene winkelruimte en bioscoop (Uitgangspunten en mogelijkheden voor een winkelprogramma en bioscoop in het Eemcentrum; juli 2004). Het voorziene woningaantal is, afgezet tegen de omvang van de Amersfoortse woningmarkt, zeer beperkt en wordt geacht ruimschoots binnen de planperiode realiseerbaar te zijn. Gelet op het beperkte aantal woningen is er geen specifiek marktonderzoek gedaan voor de in onderhavige plan voorziene woningen. Overigens kan worden opgemerkt dat de ten behoeve van de uitvoering gecontracteerde ontwikkelaar Multi Veste 166 B.V. inmiddels voor nagenoeg het gehele commerciële programma exploitanten en beleggers heeft gecontracteerd. Op grond van vorenstaande wordt het commerciële gedeelte van het programma eveneens uitvoerbaar geacht. In het verlengde van de uitvoerbaarheid van het plan ligt de uitvoering. In het kader van de uitvoering kan worden vermeld dat de gemeente de gronden binnen het bestemmingsplan Eemplein in haar bezit heeft. Ten behoeve van de uitvoering van het bestemmingsplan Eemplein heeft de gemeente de eerder genoemde Ontwikkelings- en realiseringsovereenkomst Eemplein gesloten. In voornoemde overeenkomst is een nader programma voor zowel de gemeente als Multi Veste 166 gedefinieerd. Verder zijn in meergenoemde overeenkomst procesafspraken gemaakt over de verdere ontwikkeling van het programma, de wijziging van het bestemmingsplan en de vergunningverlening. Ten behoeve van de realisering van het Multi-programma verkoopt de gemeente de daartoe benodigde bouwgrond aan Multi Veste 166. De gronden worden door de gemeente aan Multi Veste 166 geleverd zodra de bouwvergunningen onherroepelijk zijn. De bouw van zowel het Multi programma als het gemeente programma vindt vervolgens plaats overeenkomstig de aan de overeenkomst gehechte planning. De huidige planning voorziet in een start van de bouw in het najaar van 2010. Op grond van het bepaalde in artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening is de gemeenteraad verplicht een exploitatieplan vast te stellen voor bij het Besluit ruimtelijke ordening aangewezen bouwplannen. Het bestemmingsplan Eemplein voorziet in aangewezen bouwplannen. In beginsel bestaat er daarmee een plicht tot het vaststellen van een exploitatieplan. Echter, een exploitatieplan behoeft niet te worden vastgesteld indien het verhaal van de kosten van de grondexploitatie anderszins is verzekerd, het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is, het stellen van eisen en regels betreffende het bouwrijp maken, de aanleg van nutsvoorzieningen en de inrichting van de openbare ruimte niet noodzakelijk is en het stellen van regels betreffende woningbouwcategorieën niet noodzakelijk is. Met de van meergenoemde overeenkomst deeluitmakende verkoop van bouwgrond aan Multi Veste 166 en de daarmee te realiseren grondopbrengst is het verhaal van de kosten van de grondexploitatie verzekerd. Van de met Multi Veste 166 aangegane overeenkomst maakt een planning deel uit. Het bepalen van een tijdvak of fasering is daarmee niet noodzakelijk. De gemeente maakt het bestemmingsplangebied bouwrijp, draagt zorg voor het (laten) aanleggen van nutsvoorzieningen en richt de openbare ruimte in. Ook voor wat betreft deze onderwerpen is er geen noodzaak eisen en regels te stellen in een exploitatieplan. In de overeenkomst is, zoals hiervoor aangegeven, een nader programma gedefinieerd. Nu er met Multi Veste 166 een nader programma overeengekomen is, is in het bestemmingsplan Eemplein geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid regels te stellen strekkende ten behoeve van de uitvoerbaarheid, meer in het bijzonder woningbouwcategorieën. Gelet daarop kan er geen sprake meer zijn van een noodzaak tot het stellen van nadere eisen ten behoeve van de uitvoerbaarheid. Op grond van vorenstaande kan worden geconcludeerd dat er geen verplichting en geen noodzaak bestaat om een exploitatieplan vast te stellen. Toelichting


29

7.4 Handhaving van het plan De gemeenteraad heeft begin 2002 de nota Handhavingsbeleid Ruimtelijke Regelgeving vastgesteld. Daarmee is de intentie uitgesproken om actief op te treden tegen situaties die strijdig zijn met de ruimtelijke regelgeving en de bouwregelgeving. In principe zal opgetreden kunnen worden door middel van een dwangsom of door middel van bestuursdwang tegen met het bestemmingsplan strijdige situaties. Het handhavingsbeleid wordt actief uitgevoerd. Bij bouwen zonder of in afwijking van een bouwvergunning en gebruik in strijd met de bestemming zal strikt worden opgetreden.

Toelichting


Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Aan Portefeuillehouders

: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld, Wethouder drs. J.A. Hekman, Wethouder A. Kruyt


: 02-02-2010 : 09-02-2010 : 16-02-2010 :


: 3342192v2 : 2 februari 2010 : HB-1

(2.5 gewijzigd n.a.v. De Ronde 9-2-2010)

TITEL Stand van zaken ontwikkeling Eemplein en Eemhuis.

BESLISPUNT Het college te mandateren de bouw van het Eemhuis te gunnen aan de Combinatie Dura Vermeer/ Wolter&Dros voor een bedrag van maximaal € 27.988.000,-

KERNBOODSCHAP Na jaren van praten, ontwerpen, rekenen en onderhandelen is het gelukt: het Eemplein en het Eemhuis worden gebouwd. De beoogde programmatische invulling en de gewenste ruimtelijke kwaliteit zijn binnen de financiële randvoorwaarden gerealiseerd. Juist in deze tijden van economische tegenwind is dat uniek. Daarmee krijgt Amersfoort de komende jaren een hoogwaardige en bruisende uitbreiding van het centrumgebied met wonen, winkelen, uitgaan, cultuur, educatie, informatie en werken. Diverse aantrekkelijke winkelconcepten gaan zich vestigen op het plein. De komende maanden worden de plannen in detail uitgewerkt. De beoogde start van de bouwwerkzaamheden is voorzien in het najaar 2010. Het gaat om twee majeure projecten: de realisatie van het Eemplein (met daarin belangrijke stedelijke functies) en de realisatie van het Eemhuis als onderdeel daarvan.

1.

STAND VAN ZAKEN ONTWIKKELING EEMPLEIN

1.1

AANLEIDING

Dit raadsvoorstel is de laatste grote stap in de ontwikkeling van het Eemplein en het Eemhuis. Het maakt de weg definitief vrij voor de ambitieuze uitbreiding van het Amersfoortse centrum op een hoogwaardige, aantrekkelijke en toekomstgerichte manier met het Eemhuis als kloppend cultureel hart en opmerkelijk architectonisch ontwerp. 1 maart 2006 sloten de gemeente Amersfoort en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst (ORO) voor het Eemplein. Een multifunctioneel complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem. Door de extreem veranderende marktomstandigheden medio 2008 raakte het planontwikkelingsproces in zwaar weer en kon de bouw van het Eemplein in 2008 niet gestart worden. In 2009 zijn samen met de ontwikkelaar aanpassingen bedacht, die het plan met behoud van kwaliteit, efficiënter en minder risicogevoelig moesten maken en betere marktkansen moesten bieden. Uw Raad heeft op 6 oktober 2009 ingestemd met het aangepaste plan voor het Eemplein. Sindsdien is door Multi Vastgoed en de gemeente gewerkt aan de in het raadsvoorstel beschreven vervolgacties met als doel op 15 januari jl. een gewijzigde overeenkomst voor de ontwikkeling en realisatie van het Eemplein tussen de gemeente en Multi Vastgoed te ondertekenen. Op vrijdag 29 januari j.l. heeft Multi het college laten weten het project te gaan realiseren en de Wijzigingsovereenkomst te zullen ondertekenen. Inlichtingen bij:

H. Struijk WSO / A. de Ligt, SOB/PO, (033) 469 4703


1.2

BEOOGD EFFECT

De realisatie van een nieuw centrum op de voor Amersfoort en de Amersfoorters zo belangrijke plek aan de Eem. Een multifunctioneel centrum waar de uitbreiding van de nieuwe stedelijke voorzieningen een plek krijgt. Voorzieningen, die nodig zijn voor de groeiende stad, rond een uniek plein waar men elkaar kan ontmoeten, uitgaan, genieten van cultuur, winkelen, maar ook om te wonen of te werken.

1.3

PROGRAMMA EEMPLEIN

Het plan past binnen de door de Raad op 6 oktober 2009 vastgestelde (aangepaste) programmatische, ruimtelijke en financiële kaders. De kaders zijn voor Multi uitgangspunt geweest bij het sluiten van de overeenkomsten met huurders en beleggers. Multi Vastgoed heeft overeenstemming bereikt met onder meer Albert Heijn (AH), Media Markt en Minerva als hoofdhuurders, met Green Real Estate als eigenaar voor het commerciële vastgoed en met De Alliantie als belegger voor 72 woningen. Slechts op één punt is het programma, op verzoek van uw Raad, gewijzigd. Het aantal door Multi met De Alliantie te ontwikkelen huur- en koopwoningen is in overleg met 8 uitgebreid van 64 naar 72, bestaande uit 10 starterswoningen, 18 sociale huurwoningen en 44 vrije sector huurwoningen. Met de 42 koopappartementen in het over enkele jaren te realiseren appartementenblok (Blok 3) komt het totaal op 114 woningen. Zoals in oktober 2009 door uw Raad besloten, is de realisatie van een dansgelegenheid niet dwingend aan Multi opgelegd. Tijdens het intensieve marktbewerkingstraject van Multi in de afgelopen periode, is geen concrete interesse getoond voor een dansgelegenheid op het Eemplein. De kans op vestiging van een dergelijke functie is daarmee uiterst klein geworden en Multi zoekt naar een alternatieve invulling binnen de voor dat gebouw in het bestemmingsplan opgenomen bredere horeca/leisure-functie. Het gebouw wordt wel meteen in de eerste fase gebouwd. Uw Raad heeft haar zorg uitgesproken over het aantal parkeerplaatsen in de Eempleingarage. Dat aantal is niet veranderd maar vanwege de zorgen, zijn afspraken gemaakt met de Parkeerservice Amersfoort, zodat het parkeerterrein Oliemolenkwartier straks als overloop voor het Eemplein kan dienen, mocht blijken dat er op piekmomenten onvoldoende plekken beschikbaar zijn. De wekelijkse piekmomenten van het Eempleinbezoek vallen buiten de (kantoor)tijden van de functies in het Oliemolenkwartier, zodat die niet in hun parkeergelegenheid worden belemmerd. De binnenstadsondernemers zijn de afgelopen periode betrokken bij de invulling van het programma. Door Multi zijn nadere voorstellen gedaan over de wijze waarop Multi en het Eemplein betrokken worden bij de uitvoering van de Binnenstadsvisie en Binnenstadsmanagement. Wij reserveren € 100.000,- voor de verbetering van de economische relatie van Eemplein en binnenstad. Programma Eemplein Eemhuis Detailhandel/Diensten - AH - Mediamarkt - GDV-unit - afzoomwinkels - winkels - diensten

Horeca/Leisure - horeca - bioscoop - fitness/leisure -leisure/horeca

2 februari 2010 14.800 m2 (= 13.000 netto) 13.200 m2 3.200 4.800 2.000 100 2.500 600

9.000 m2 2.000 4.000 1500 1500

Woningen - huurwoningen Nieuwe Poort - studenten/jongerenwoningen - woningen Eemlaanzijde - woningen Eempleinzijde - appartementen aan de Eem

24 10 (huur/koop Eemlaanzijde) 18 (sociale huur) 20 (huur) 42

Kantoor Parkeergarage

15.700 m2 750 parkeerplaatsen


1.4

ONTWERP PLEIN

Het ontwerp voor de openbare ruimte van het Eemplein vindt zijn startpunt in het Masterplan en BKP van Peter Wilson. Het plein is het belangrijkste onderdeel van de openbare ruimte in het plan. Dit plein moet een levendig ontmoetingsgebied worden, en een icoon van de stad. Een plek waar feesten en festivals plaats vinden, manifestaties en concerten, waar mensen heen gaan om een “terrasje te pikken”, maar waar het ook goed toeven is op de stille uren van de week. Het ontwerp van het plein is een unieke opgave voor de stad. Het is immers niet te verwachten dat in de komende decennia in Amersfoort nog eens een nieuwe plek met zo’n beeldbepalende betekenis zal worden ontwikkeld. De ligging aan en oriëntatie op de Eem maakt het tot een unieke plek. Het ontwerp straalt kwaliteit uit, niet in de laatste plaats door de beeldbepalende speciale bestrating. Het is te karakteriseren als informeel; herbergzaam en speels, met zachte vormen, groen, stromend water en veel verblijfsplekken, op terrassen maar ook als vrij te gebruiken voorzieningen. Hieraan zal door het gewijzigde ruimtelijk concept niets veranderen. Het nieuwe concept biedt juist nieuwe, interessante mogelijkheden voor inrichting en gebruik van het plein: - Door het verleggen van de in- en uitrit van de parkeergarage en het samenvoegen van de toegangsstraten ontstaat een heldere toegang naar het plein. Bijkomend voordeel is dat door de inrit verder van de rotonde Nieuwe Poort te leggen, de kans dat de rotonde Nieuwe Poort geblokkeerd wordt door een eventuele wachtrij op de Eemlaan naar de garage Eemplein, veel kleiner wordt. - Voor festiviteiten en andere evenementen blijft voldoende plaats op het plein. In het nieuwe concept ontstaat door de vlakke zone voor het bioscoopblok in combinatie met de traptreden in de lengterichting juist een mooie tribune. - Door het efficiënter indelen van de parkeergarage is een kleiner oppervlak onder het plein nodig. Daardoor ligt een deel van het plein op zandbodem en kunnen daar de bomen in de volle grond groeien, wat de kwaliteit en beheerlasten ten goede komt. - De voetgangerstoegang naar de garage komt niet als een zelfstandig gebouwtje op het plein maar wordt opgenomen in de gevel van het bioscoopblok. Het huidige ontwerp dient onder meer qua exacte loop van trappen en plaats van inrichtingselementen herzien te worden. Technisch worden geen problemen verwacht. De wijze waarop een adequate fietsenstalling in of bij het Eemplein kan worden gerealiseerd, wordt nog nader onderzocht. Bij de inrichting van de Eemlaan wordt rekening gehouden met de mogelijkheid daar tijdens evenementen of andere piekmomenten tijdelijke stallingmogelijkheden te creëren.

1.5

PLANNING EN FASERING EEMPLEIN

Tijdpad op hoofdlijnen is dat na besluitvorming in uw raad: - de Wijzigingsovereenkomst wordt getekend - de bestemmingsplanherziening door het college in ontwerp ter inzage wordt gelegd. - Multi met de uitwerking van de ontwerpen voor de aangepaste gebouwen start. - De gemeente het ontwerp voor de openbare ruimte aanpast aan het nieuwe ruimtelijk concept - De bouw na vaststelling van het Bestemmingsplan door uw Raad en na afgifte van de bouwvergunningen, in het najaar 2010 kan starten met als doel om eind 2012 op te leveren. Na ondertekening van de Wijzigingsovereenkomst worden de ontwerpen en bouwvergunningen voorbereid en aangevraagd. Pas na afronding van de bestemmingsplanprocedure na de zomer van 2010 kunnen alle bouwvergunningen worden verleend en kan de ontwikkelingsfase afgesloten worden. Bij het afsluiten van de ontwikkelingsfase wordt door vaststelling van de uitvoeringsplanning ook duidelijk wanneer de exacte start bouw en oplevering van het Eemplein plaats zal vinden. Het Eemplein wordt in één bouwstroom ontwikkeld met uitzondering van de bouw van het appartementengebouw (Blok 3) aan de Eem, zodat tot uiterlijk 2012 meer tijd beschikbaar is om kopers/beleggers te vinden. De kantoortoren is vanwege gebrek aan marktvraag reeds eerder uitgesteld. Multi dient deze locatie uiterlijk op 1 januari 2022 af te nemen.


1.6

FINANCIËLE ASPECTEN EEMPLEIN

Op 6 oktober heeft uw Raad het dekkingstekort van € 3.300.000,- voor het aangepaste plan, geaccepteerd. Het actuele tekort bedraagt € 3.700.000,- en is veroorzaakt door de gemaakte en nog te maken extra plankosten tot de start bouw en de actualisatie van de Grondexploitatie naar prijspeil 2010. Dit is verwerkt in de concept-jaarrekening 2009. Daarbovenop komt het in par. 1.3 genoemde budget van € 100.000,- voor de verbetering van de economische relatie Eemplein-Binnenstad. Het tekort van in totaal € 3.800.000,- kan voor € 1.600.000,- gedekt worden uit het geraamde budget voor het Eemhuis, zoals nader beschreven in par. 2.4. In de herfstbrief, die uw Raad in december 2009 van ons heeft ontvangen is aangegeven dat het tekort op de grondexploitatie gedekt kan worden uit de BWS-gelden, die eveneens in de concept-jaarrekening worden verantwoord. Daarmee kan het resterende tekort van € 2.200.000,- gedekt worden.

2.

STAND VAN ZAKEN EEMHUIS.

2.1

BEOOGD EFFECT

Het Eemhuis is een belangrijke functionele en beeldbepalende drager voor het Eemplein. Het ontwerp van Neutelings Riedijk Architecten heeft een krachtige en kunstzinnige uitstraling. De culturele functies van het gebouw; Scholen in de Kunst, Bibliotheek, Poppodium en Regionaal Archief, hebben een aanbod dat aantrekkelijk is voor jong en oud. Er zal bovendien meestal op ieder moment van de dag iets te doen zijn, hetgeen een vaste bezoekersstroom naar het Eemplein garandeert. Het gebouw versterkt de recreatieve en culturele functie van het Eemplein, als overloop van de historische binnenstad.

2.2

TERUGBLIK

In de cultuurnota “De Stijl van de Stad” heeft uw Raad destijds besloten dat de culturele infrastructuur op peil gebracht moet worden. Met name de huisvesting van enkele stedelijke instellingen is niet meer passend bij een stad van ca. 150.000 inwoners. Dit beleidsplan krijgt nu gestalte in de realisering van het Eemhuis. Het plan heeft een aantal fasen doorlopen. Zo was er in 1995 een voorstel om de Scholen in de Kunst en de Popkelder te huisvesten in het vrijgekomen gymnasium-gebouw aan de BW-laan. Voor dat doel is destijds ook een gedeelte van het nu benodigde krediet gereserveerd. Dat voornemen bleek echter niet haalbaar en besloten werd om in te zetten op de ontwikkeling van het Themacentrum aan de Eem en deze instellingen daar onder te brengen. Op 21 december 2004 heeft uw Raad besloten tot afronding van het ontwikkeltraject voor het Eemcentrum (reg.nr. 1548771) en vaststelling van het ruimtelijk programma van eisen op 4500 m2 voor de bibliotheek, 4350 m2 voor Scholen in de Kunst en 1650 m2 voor het poppodium. De voor dit plan aanvullend benodigde middelen waren in de Reserve Stedelijke Voorzieningen opgenomen. Vervolgens heeft de Raad op 1 februari 2005 (reg.nr. 1540622) op basis van een rapport van K+V besloten om een Regionaal Historisch Centrum onder te brengen in het Eemcentrum en om de gelden, gereserveerd voor de nieuwbouw van een archiefbewaarplaats daarvoor aan te wenden. Die middelen zijn vervolgens toegevoegd aan de middelen in de RSV voor het Eemcentrum. Tenslotte heeft het college op 12 juli 2005 (reg.nr. 1788594) de definitieve bedrijfsplannen van de instellingen voor het Eemcentrum goedgekeurd en additionele exploitatiesubsidies gereserveerd ten laste van de jaarlijkse stelpost exploitatie grote stedelijke voorzieningen. Door deze combinatie van gemeentelijke functies in een nieuw gebouw werd een centrale trekker gecreëerd als drager van het plan voor het Eemplein; een drager die een grote aantrekkingskracht op de “markt” zou hebben. Dit “leitmotiv” heeft als zodanig goed gewerkt en was in 2005 zelfs van belangrijke betekenis bij de totstandkoming van de overeenkomst met Multi Vastgoed. Dit hield ook in dat aan het nieuwe Eemhuis hoge architectonische eisen zijn gesteld, resulterend in een keuze voor Neutelings Riedijk Architecten.

2.3

AANBESTEDINGSPROCEDURE EEMHUIS

De Europese aanbestedingsprocedure voor de bouw van het Eemhuis is in februari 2009 gestart. In mei 2009 ( er waren vier gegadigde partijen) werd na overleg met uw Raad besloten om de procedure tijdelijk te bevriezen in verband met de gang van zaken rondom de totale ontwikkeling van het Eemplein. Nadat in oktober 2009 uw Raad had ingestemd met de wijzigingsvoorstellen van Multi Vastgoed, is de aanbestedingsprocedure hervat met de enige partij die voldeed aan de inschrijvingsvereisten: de combinatie Dura Vermeer / Wolter&Dros. Na verloop van de zgn. Alcatel-termijn (bezwarentermijn) is aan deze


combinatie gevraagd om een aanbieding te doen. De aanbieding van deze combinatie is op 29 januari j.l. ontvangen.

2.4

FINANCIËLE ASPECTEN EEMHUIS

Wij realiseren ons dat de besluitvorming over de opbouw van het voor het Eemhuis beschikbare budget in zoveel stappen is verlopen dat dit voor uw Raad niet altijd overzichtelijk was. Vanaf de afronding van het ontwikkelingstraject in 2005 hebben wij in verband met het aanbestedingsrisico het totale budget geheim gehouden. Wel hebben wij bij het raadsbesluit in 2005 en ook de afgelopen jaren uw Raad de gelegenheid geboden om het dekkingsplan vertrouwelijk in te zien. Verscheidene leden van uw Raad hebben van die mogelijkheid gebruik gemaakt. De reserveringen voor het Eemhuis zijn aangepast aan de kostenramingen die regelmatig door een extern adviesbureau zijn geactualiseerd aan de geldende bouwprijzen. In onze brief aan uw Raad van 18 november 2008 (RIB 2008 nr. 140) hebben wij u geïnformeerd over de noodzakelijke toevoegingen aan het budget. De aanbesteding van het Eemhuis heeft een inschrijving van € 32.988.000,- opgeleverd. Dat paste niet binnen de in de begroting voor het Eemhuis opgenomen dekkingsbronnen. Vervolgens zijn de afgelopen dagen samen met de aannemer en de architect alle versoberingen en technische aanpassingen onderzocht, die met behoud van de door gemeente en architect gewenste kwaliteit, tot lagere bouwkosten leiden. Dat leidt tot een correctie van 5 miljoen euro en een aanneemsom van € 27.988.000,-. Verdere versoberingen zijn zonder in te leveren op kwaliteit niet mogelijk. Stichtingskosten Met het aanbestedingsresultaat zijn de stichtingskosten voor het Eemhuis als volgt opgebouwd: Aanneemsom (na versobering/technische aanpassing) Onderbouw parkeergarage(1) Stelpost WKO (2) Grondkosten Honoraria Onvoorzien Overige kosten (leges, aansluitingen, bouwbeg.) Kosten interieur Kunstbudget Bijdrage aan dekkingstekort Eemplein Niet verrekenbare/compensabele BTW Totaal

€ 27.988.000 € 1.130.000 € 400.000 € 1.230.000 € 3.793.000 € 1.650.000 € 1.814.000 € 3.455.000 € 180.000 € 1.600.000 € 2.569.000+ € 45.809.000

Ad 1. Het Eemhuis wordt voor een deel op de parkeergarage van Multi Vastgoed gebouwd. De kosten voor het verzwaren van de poeren, palen, extra kolommen, wanden en vloeren, en een vergoeding voor verloren gegane parkeerplaatsen worden conform de daarover in de ontwikkelings- en realisatieovereenkomst met Multi gemaakte afspraken, door ons gedragen. In totaal gaat het om een bedrag van € 1.130.000. Ad. 2 In de plannen voor het Eemplein gaan we uit van een verwarming/koelingssysteem op basis van warmte/koude opslag (WKO). Dit maakt het niet alleen mogelijk om aan de EPC-eis te voldoen, maar draagt ook aan de milieudoelstellingen van de gemeente. Dekking De begrotingsmiddelen voor het Eemhuis zijn gekoppeld aan de beschreven voorgeschiedenis, waardoor in de loop der jaren de volgende dekking beschikbaar is gekomen: Investeringsruimte t.l.v. stelpost kap. lasten Reserve Stedelijke Voorzieningen (incl. 2.5 milj.archiefbewaarplaats) Aanvullende bijdrage Archief en provincie Reserve Eemhuis (t/m 2011) Rentevoordeel 2008/2009

€ 10.660.800 € 23.000.000 € € €

1.083.500 8.360.800 800.000


Opbrengst vrijkomende lokaties

€ Totaal

1.903.900+

€ 45.809.000

N.B. In de Reserve Eemhuis zijn de voordelen gestort die ontstonden door de fasering/vertraging in het project. 2.5 RISICOBEHEERSING

In de voorlopig planning die voor de werkzaamheden Eemplein door de bouwcombinatie inmiddels is opgesteld, wordt uitgegaan van complete realisatie in een bouwstroom. De start van de bouwwerkzaamheden is voorzien in het najaar 2010 en de oplevering eind 2012. Wij wijzen erop dat het hier gaat om een zeer gecompliceerde bouwopgave die ook nog eens onder hoge tijdsdruk moet worden uitgevoerd. De einddatum is zeer zwaarwegend voor alle betrokkenen. Multi en Gemeente hebben beiden belang bij een gezamenlijke oplevering. Daarom wordt de planning intensief bewaakt. Tijdens het bouwproces is niet of nauwelijks ruimte voor aanpassingen (structureel en/of financieel) van het Eemhuis zonder nadelige financiële gevolgen. De gebruikers zijn in de voorfase intensief betrokken bij het ontwerp van het Eemhuis. Wij hebben er alles aan gedaan om tot een zo zorgvuldig mogelijk bestek te komen; architect en adviseurs hebben daar ook hun handtekening onder gezet. Wij hebben bouwkundig rekenbureau BBN de directie-raming laten maken en deze tijdens het afgelopen jaar regelmatig getoetst. Wij zijn in staat om grote bouwkundige en complexe werken binnen planning en binnen budget uit te voeren, zie o.a. de verbouwing van Flehite en de bouw van het ICO in Vathorst. De prijsonderhandelingen met de bouwcombinatie zullen worden afgerond met een bouwsom die vast is tot einde werk. We zullen met de bouwcombinatie bespreken of meerwerk kan worden afgekocht, door een betaling ineens. We zullen tijdens het bouwproces aan “risk management” doen en in de Voorjaars- en Herfstbrief rapporteren over de voortgang. ARGUMENTEN Het inschrijvingsbedrag past binnen het in de begroting ter dekking van de kosten voor het Eemhuis opgenomen middelen voor de bouw van het Eemhuis.

VERVOLGTRAJECT EEMPLEIN EN EEMHUIS Het Raadsvoorstel is ter voorbereiding op besluit voor de Ronde van 9 februari geagendeerd. Het voorstel geeft uitvoering aan de door de Raad aangenomen motie M-5.1 d.d. 12 mei 2009 Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.

3342192

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 februari 2010, sector SOB/PO (nr. 3342192); b e s l u i t:

het college te mandateren de bouw van het Eemhuis te gunnen aan de Combinatie Dura Vermeer/ Wolter&Dros voor een bedrag van maximaal € 27.988.000,-

Vastgesteld in de openbare vergadering van …. de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder M.C. Barendregt


: 01-06-2010 : --: 15-06-2010 :


: 3454267 : 21 mei 2010 : HB-04

TITEL Vaststelling bestemmingsplan "Eemplein"

BESLISPUNTEN 1. Het bestemmingsplan “Eemplein” gewijzigd vast te stellen; 2. geen exploitatieplan vast te stellen, omdat het verhaal van de kosten anderszins verzekerd is; 3. na vaststelling het bestemmingsplan en het raadsbesluit voor een periode van 6 weken ter inzage te leggen, waarbij beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State open staat.

AANLEIDING Op 1 maart 2006 sloten de gemeente Amersfoort en Multi Vastgoed een ontwikkelings- en realisatieovereenkomst (ORO) voor het Eemplein. Een multifunctioneel complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem. In februari 2009 bleek dat het plan zoals verwoord in de ORO niet gerealiseerd kon worden, omdat dit door de extreem veranderende marktomstandigheden medio 2008 niet langer financieel haalbaar was. Sindsdien is samen met de ontwikkelaar nagedacht over aanpassingen, die het plan met behoud van kwaliteit, efficiënter, minder risicogevoelig moet maken en betere marktkansen moet bieden. Daarna zijn, samen met Multi Vastgoed en supervisor Peter Wilson de contouren van een aangepast plan uitgewerkt. De aanpassingen zijn niet alleen nodig vanwege de veranderende marktvraag en marktomstandigheden, maar ook aantrekkelijk omdat het denkproces tegelijk geleid heeft tot een aantal oplossingen, die de verblijfskwaliteit en het toekomstig functioneren van de parkeergarage en het plein, verder verbeteren. Omdat het aangepaste plan niet past binnen de in 2005 verleende vrijstelling, is er een nieuw bestemmingsplan opgesteld.

BEOOGD EFFECT Het voorliggende bestemmingsplan “Eemplein” maakt het planologisch-juridisch mogelijk dat een multifunctioneel complex in het nieuwe stadsgebied aan de Eem gerealiseerd wordt.

ARGUMENTEN 1.1 In de zienswijzennota worden enkele wijzigingen van het bestemmingsplan voorgesteld, die echter niet leiden tot een wezenlijk ander plan Het ontwerp bestemmingsplan heeft gedurende zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. In deze periode is een zienswijze ingediend. De zienswijze is samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien in de bijgevoegde zienswijzennota. De zienswijze heeft geleid tot aanpassing van de toelichting van het bestemmingsplan. In de toelichting komt een verbeterde paragraaf over het parkeren, waarin duidelijker is uitgelegd dat er ontheffing van de in Amersfoort geldende parkeernormen wordt verleend, en dat voor het project 750 parkeerplaatsen worden gerealiseerd. Daarnaast komt er een aanvulling op de paragraaf over de financieel-economische uitvoerbaarheid. Inlichtingen bij:

W.L. Juijn-Dorst, SOB/RO, (033) 469 44 92


Bovendien zijn er enkele ondergeschikte ambtshalve wijzigingen aangebracht. Voor een overzicht van de wijzigingen wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van de de zienswijzennota in bijlage 2.

2.1 Het ontwerp voldoet aan de kaders In oktober 2009 heeft uw raad ingestemd met een nieuw programma voor het Eemplein. Daarmee waren de kaders voor het bestemmingsplan “Eemplein” vastgesteld. Op 16 februari 2010 heeft uw raad ingestemd met het raadsvoorstel ‘stand van zaken Eemplein en Eemhuis’. Hierbij zijn enkele kleine wijzigingen ten opzichte van de op 6 oktober vastgestelde kaders doorgevoerd. Het bestemmingsplan voldoet aan de vastgestelde kaders. 3.1 De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht dat een besluit wordt genomen over de vaststelling van een exploitatieplan De Wet ruimtelijke ordening (Wro) verplicht de gemeenteraad om een exploitatieplan vast te stellen voor ‘een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bouwplan’. Op basis van het Besluit ruimtelijke ordening kan worden gesteld dat in het voorliggende bestemmingsplan aangewezen bouwplannen mogelijk worden gemaakt. De gemeenteraad kan besluiten geen exploitatieplan vast te stellen, als het verhaal van kosten anderszins verzekerd is. Omdat de grond eigendom is van de gemeente, wordt het kostenverhaal verzekerd via de grondverkoop. Een exploitatieplan kan daarom achterwege blijven.

KANTTEKENINGEN 2.1 Het bestemmingsplan gewijzigd vaststellen kost extra tijd Doordat er wijzigingen worden aangebracht ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan, krijgen de provincie en VROM inspectie nog zes weken tijd om te reageren op de wijzigingen die uw raad heeft aangebracht. In principe mag het vaststellingsbesluit daarom pas na zes weken worden gepubliceerd. Als het bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld zou worden, moet publicatie binnen 2 weken gebeuren.

FINANCIËN Via het raadsvoorstel van 16 februari 2010 is uw raad op de hoogte gebracht van de fianciële aspecten van het Eemplein en het Eemhuis.

VERVOLG Het vastgestelde bestemmingsplan wordt 6 weken ter inzage gelegd. Tijdens deze termijn bestaat de mogelijkheid tot het indienen van beroep bij de Afdeling rechtspraak van de Raad van State.

BETROKKEN PARTIJEN Bij dit plan zijn diverse gemeentelijke afdelingen en de initiatiefnemer betrokken. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - Zienswijzennota 'Bestemmingsplan "Eemplein"' (nr. 3443928) - Bestemmingsplan "Eemplein" (nr. 3457444) - raadsbesluit d.d. 16 februari 2010 (nr. 3342192-v2)

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3454267

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 mei 2010, sector SOB/RO (nr.3454267); b e s l u i t:

1. het bestemmingsplan “Eemplein” gewijzigd vast te stellen; 2. geen exploitatieplan vast te stellen, omdat het verhaal van de kosten anderszins verzekerd is; 3. na vaststelling het bestemmingsplan en het raadsbesluit voor een periode van 6 weken ter inzage te leggen, waarbij beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak bij de Raad van State open staat.

Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder B.H.A. Stoelinga


: 01-06-2010 : --: 15-06-2010 :


: 3452178 : 19 mei 2010 : HB-5

TITEL Statutenwijziging Stichting Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken

BESLISPUNTEN In te stemmen met de statutenwijziging van de St. Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken.

AANLEIDING De Onderwijsgroep heeft de gemeente geïnformeerd over de voorgenomen bestuursoverdracht van het bestuur van de school voor speciaal onderwijs (VSO) de Sprong in Maarsbergen naar de Onderwijsgroep. De Sprong bestaat uit vier vestigingen, de school voor zeer moeilijk opvoedbare kinderen (ZMOK) in Maarsbergen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en de school voor speciaal onderwijs van de justitiële inrichtingen in Zeist. In totaal gaat het om een uitbreiding van de Onderwijsgroep met 300 leerlingen en ongeveer 110 medewerkers. De redenen voor de fusie 1. Het borgen van een gedifferentieerd en kwalitatief aanbod voortgezet speciaal onderwijs. Om deze fusie te effectueren moeten de statuten van de Onderwijsgroep gewijzigd worden. 2. Het verkleinen van de kwetsbaarheid/ versterken van het aandeel speciaal onderwijs (cluster 4 scholen) zowel qua leerlingen als qua personeel. 3. Het vergroten van de mogelijkheden om expertise uit te wisselen. 4. Het versterken van de binding tussen het reguliere en speciaal onderwijs in de regio. 5. Het versterken van de positie van de Onderwijsgroep binnen de diverse regionale samenwerkingsverbanden. Rol van de gemeente Conform de Wet op het voorgezet onderwijs en de Wet op de Expertisecentra kunnen statuten van een stichting van openbaar onderwijs slechts gewijzigd worden na instemming van de gemeenteraad. Daarnaast heeft de gemeente sinds de verzelfstandiging van het openbaar onderwijs een beperkt aantal wettelijke bevoegdheden ten aanzien van dit onderwijs zoals het opheffen van openbare scholen, het benoemen van bestuursleden, het goedkeuren van de begroting en het instemmen met de rekening. Deze bestuursoverdracht gaat gepaard met een statutenwijziging. Een fusietraject als hier aan de orde is kan alleen wettelijk per 1 augustus van enig jaar geëffectueerd worden. Daarom is besluitvorming van de gemeenteraad voor het zomerreces gewenst.

BEOOGD EFFECT Dit raadsvoorstel beoogt het mogelijk te maken dat de bestuursoverdracht per 1 augustus 2010 geëffectueerd kan worden.

Inlichtingen bij:

A.S.A. Klaarenbeek, WSO/MO, (033) 469 46 22


ARGUMENTEN 1.1 Huisvestingsaspecten De Sprong blijft gevestigd in Maarsbergen. De huisvestingsaangelegenheden vallen daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, waar Maarsbergen onder valt. De plaatsen in Zeist vallen onder bekostiging van het ministerie van Justitie. Hieraan verbinden we de conclusie dat deze fusie geen gevolgen heeft voor huisvestingskosten voor de gemeente Amersfoort. 1.2 Financiën De betrokkenen bij deze bestuursoverdracht hebben hun financiële posities onderzocht op basis van de jaarrekeningen 2007 en 2008. Ook van deze kant zien we geen beletsel voor de fusie.

FINANCIËN Het wijzigen van de statuten heeft voor de gemeente Amersfoort geen financiële consequenties.

VERVOLG De bestuursovername van De Sprong is aanleiding om de organisatiestructuur van de Onderwijsgroep te herzien. Dit wordt mede ingegeven door wetswijzigingen op het gebied van scheiding van toezicht, bestuur en management. Een en ander zal tot een tweede statutenwijziging leiden, waarvoor te zijner tijd instemming van de gemeenteraad wordt gevraagd.

BETROKKEN PARTIJEN Onderwijsgroep, VSO De Sprong.


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit - voorstel tot wijziging van de statuten per 1 augustus 2010

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3452178

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 mei 2010, sector WSO/MO (nr.3452178); b e s l u i t:

in te stemmen met de statutenwijziging van de St. Onderwijsgroep Amersfoort en Omstreken.


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Portefeuillehouder

: Presidium : Gemeenteraad : ---


: --: --: 15-06-2010 :

Aan


: 3455788 : 31 mei 2010 : HB-6

TITEL Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten

BESLISPUNTEN Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 11 mei tot en met 25 mei 2010 vast te stellen

AANLEIDING Conform de Gemeentewet stelt de raad de eigen verslagen vast.

BEOOGD EFFECT Vaststelling van de notulen, verslagen en besluitenlijsten.

ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: - geen

VERVOLG De concept-verslagen die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde verslagen

BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad.

Presidium van de gemeenteraad van Amersfoort de griffier,

de voorzitter,

A.M. van Omme

G.J.A. Smit

Bijlagen :

- ontwerp-raadsbesluit

Inlichtingen bij:

J.G. Richard-Pronk, GRF, (033) 469 42 39

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.

3455788

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van het presidium van 31 mei 2010, GRF (nr. 3455788); b e s l u i t:

Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 11 mei tot en met 25 mei 2010 vast te stellen: -

Verslag De Ronde 11 mei 2010, Motie SP, Voor de zomervakantie terugkeer rust in Weberstraat en Ganskuijl! (nr. 3449485), besluitenlijst (nr. 3441225) Notulen Het Besluit 11 mei 2010 (nr. 3449750), besluitenlijst (nr. 3441008) Notulen Het Besluit 25 mei 2010 (nr. 3457949), besluitenlijst (nr. 3455336)

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 15 juni 2010. de griffier,

de voorzitter,

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar


: 25-05-2010 : --: 15-06-2010 :


: 3453265 : 20 mei 2010 : HB-7

TITEL Vertegenwoordiging gemeente Amersfoort in gemeenschappelijke regelingen

BESLISPUNTEN Benoeming portefeuillehouders tot lid van algemeen bestuur gemeenschappelijke regelingen.

AANLEIDING De gemeente Amersfoort participeert als aandeelhouder dan wel vennoot in een aantal ondernemingen (gemeentelijke deelnemingen). Daarnaast neemt de gemeente Amersfoort deel aan een aantal gemeenschappelijke regelingen. De aanwijzing van de vertegenwoordiger van de gemeente in de gemeentelijke deelnemingen is een bevoegdheid van het college. Daarbij dient de burgemeester een volmacht te geven aan de collegeleden en diens plaatsvervangers om de gemeente te vertegenwoordigen als aandeelhouder. De benoeming van een collegelid tot lid van het bestuur van een gemeenschappelijke regeling is een bevoegdheid van de gemeenteraad1. Uitgangspunt bij de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen is dat de inhoudelijk betrokken portefeuillehouder optreedt als lid van het algemeen bestuur van de regeling. De ambtelijke inhoudelijke advisering vindt plaats door de inhoudelijk betrokken vakafdeling. De financiële advisering vindt primair plaats door de afdeling financiën van de desbetreffende vaksector. In enkele gemeenschappelijke regelingen zijn bijzonderheden vastgelegd over de portefeuillehouder die namens de gemeente deelneemt aan het algemeen bestuur. Voorgesteld wordt de portefeuillehouders conform onderstaande schema’s te benoemen.

Portefeuillehouder contract/subsidie Pl. portefeuillehouder contract/subsidie Ambtelijke advisering contract/subsidie Portefeuillehouder-lid AB Pl. portefeuillehouder GR Ambtelijke advisering GR

Servicebureau gemeenten Functioneel Afhankelijk van soort opdracht Afhankelijk van soort opdracht Afhankelijk van soort opdracht Portefeuillehouder Financiën Pl portefeuillehouder Financiën CST-FIN

1

Persoon

H. Buijtelaar G. Boeve

Met uitzondering van gemeenschappelijke regelingen die zijn gemaakt tussen burgemeesters. In die gevallen is de burgemeester van rechtswege lid. Inlichtingen bij:

M.A.J. Mehciz, CST/FIN, (033) 469 44 64


GGD Midden Nederland Bijzonderheden: In de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat de portefeuillehouder volksgezondheid van de gemeente lid is van het algemeen bestuur Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB Portefeuillehouder Zorg G. Boeve Pl. portefeuillehouder GR Pl. portefeuillehouder Zorg B. Stoelinga Ambtelijke advisering GR WSO-MO-ZI (inhoudelijk) WSO-MID (financieel)

Portefeuillehouder-lid AB Pl. portefeuillehouder GR Ambtelijke advisering GR

Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Functioneel Portefeuillehouder Milieu Pl portefeuillehouder Milieu SOB-SB-MP (inhoudelijk) SOB-MID (financieel)

Persoon S. van ’t Erve B. Stoelinga

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) Bijzonderheden: in de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het algemeen bestuur bestaat uit de burgemeesters van de deelnemende gemeenten Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB Burgemeester Van Vliet-Kuiper Pl. portefeuillehouder GR Loco burgemeester Ambtelijke advisering GR CST-OOV (inhoudelijk) CST-FIN (financieel) Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug, Vallei- en Kromme Rijngebied Bijzonderheden: in de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraad twee leden moet aanwijzen voor het algemeen bestuur, waarvan er minimaal een deel uitmaakt van het college. Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB nr. 1 Wethouder Recreatie G. Boeve Portefeuillehouder-lid AB nr. 2 Wethouder Financien H. Buijtelaar Pl. wethouder GR Wethouder Cultuur M. Barendregt Ambtelijke advisering GR WSO- MO- CTS (inhoudelijk) WSO-MID (financieel) Regionale Sociaal Werkvoorzieningschap Amersfoort en omgeving (RWA) In de gemeenschappelijke regeling is bepaald dat het lid als vertegenwoordiger van de centrumgemeente Amersfoort, voorzitter zal zijn van het AB en DB. Functioneel Persoon Wethouder-lid AB Wethouder Sociale Zekerheid S. van ’t Erve Pl. wethouder GR Pl wethouder Sociale Zekerheid B. Stoelinga Ambtelijke advisering GR WSO- SZ (inhoudelijk) WSO-MID (financieel)

FINANCIËN Dit besluit heeft geen financiele consequenties


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- geen

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3453265

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2010, sector CST/FIN (nr.3453265); b e s l u i t:

benoeming portefeuillehouders tot lid van algemeen bestuur gemeenschappelijke regelingen.


de voorzitter

Motie 8-3 GrL en PvdA: Leegstandsverordening



Vragen raadsleden aan college Informatie


Vragen raadsleden aan college Informatie Reg.nr.: 3465520 Van: Presidium Ambtelijk contact: Richard-Pronk (033 469 4379) Portefeuillehouder: Niet van toepassing Opsteller: Richard-Pronk Samenvatting: Gelegenheid voor raadsleden om mondeling vragen te stellen aan het college. Uitgangspunten · De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers). · De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan). Reden van aanbieding: — Van de raad wordt gevraagd: — Vervolgtraject: Afhankelijk van het antwoord Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Raad stelt vragen aan college Opmerkingen presidium: Spelregels • Onderwerpen vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. • De griffie mailt de aanmeldingen eind van de maandagmiddag door aan raad en college en maakt deze bekend op de website. • De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid. Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Onderwerpen aangemelde vragen (worden maandagmiddag 14 juni 2010 op de website geplaatst)




Ontwerp-begroting 2011 en 1 e begrotings-wijziging 2010 GGD Midden-Nederland (Voortgezette bijeenkomst)Voorbereiding besluit Commissie Begroting en Verantwoording Intern overleg


Ontwerp-begroting 2011 en 1 e begrotings-wijziging 2010 GGD Midden-Nederland (Voortgezette bijeenkomst)Voorbereiding besluit Reg.nr.: 3463622 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Dijkstra (033 469 4486) Portefeuillehouder: Boeve Opsteller: Breet (033 469 4787) Samenvatting: Vanwege de wettelijke mogelijkheid voor de raad om een zienswijze in te dienen wordt de (concept)begroting van de GGD aan de raad voorgelegd. Bij de GGD is sprake van een bezuiniging met (mogelijke) doorwerking in de dienstverlening voor de gemeente Amersfoort. De Ronde op 15 juni is een voortzetting van de behandeling van de ontwerpbegroting van de GGD in De Ronde van 1 juni 2010. De fractie van GroenLinks heeft op 1 juni een amendement voorgesteld. Tijdens de behandeling in De Ronde bleken ook andere fracties kanttekeningen te hebben bij het besluit zoals voorgesteld door het college. Deze kanttekeningen willen zij eventueel ook in een amendement tot uitdrukking brengen. In De Ronde van 15 juni kan hierover verder gesproken worden (waarna aansluitend in Het Besluit zo mogelijk een besluit kan worden genomen zonder debat maar met amendementen). Reden van aanbieding: De behandeling in De Ronde voorziet in een grotere betrokkenheid van de raad bij gemeenschappelijke regelingen (GR’s), waar door de vorige raad om is verzocht. Voor de raad is het van belang vast te stellen in welke mate de (concept)begrotingen van GR’s - danwel daarin opgenomen vooruitblikken op komende bezuinigingen - duiden op wijzigingen met (eventueel) een beleidsmatige doorwerking voor de gemeente Amersfoort. Van de raad wordt gevraagd: Zich voor te bereiden op besluitvorming. Beslispunt raadsvoorstel: geen zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 en de 1 e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland naar voren te brengen. Vervolgtraject: Gezien de wettelijke termijnen voor het indienen van zienswijzen vindt besluitvorming over de conceptbegroting plaats in Het Besluit van 15 juni 2010 (aansluitend op en onder voorbehoud van de voortgezette behandeling in De Ronde). Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=222137- http://www.ggdmn.nl/client/3/?websiteid=3&contentid=2276&hoofdid=2188&pagetitle=Beleid http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/06%20juni/3424126%20Aanbieding%20Ontwerpbegroting%202011%20GGD%20MN.pdf - http://www.ggdmn.nl/client/3/?websiteid=3&contentid=4009&hoofdid=2279&pagetitle=AB_17-02-2010&target=begrotingswijziging%202010


http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/06%20juni/3371314%20Brief%20GGD-MN%20bij%201e%20begrotingswijziging%20GGD%20MN%202010.pdf : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/06%20juni/3459428%20concept%20besluitenlijst%20Conceptbegrotingen%20Gemeenschappelijke%20Regelingen.pdf : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2010/Raadstukken/06%20juni/Amendement-3.1%20%28GrL%29%20-%20Ontwerp-begroting%202011%20en%201e%20begrotingswijziging%202010%20GGD%20Midden-Nederland%2C.pdf begrotingswijziging ontwerpbegroting 2011 GGD-MN Amendement GroenLinks (pdf) Besluitenlijst De Ronde 1-6-2010 (pdf) brief bij 1^ê wijziging begroting 2010 (pdf) Raadsvoorstel GGD (nr. 3424926) (pdf) brief bij begroting (pdf)


Commissie Begroting en Verantwoording Intern overleg

AMENDEMENT

Amersfoort, 1 juni 2010 Raadsvoorstel nr.: 3424926 - Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD MiddenNederland,

Indieners overwegen: dat de huidige bezuinigingsvoorstellen in de ontwerpbegroting 2011 beperkt zijn tot het wel of niet uitvoeren van bestaande taken en stellen voor het besluit, behorende bij het raadsvoorstel, als volgt te wijzigen / aan te vullen: De raad van de gemeente Amersfoort besluit: Een zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 naar voren te brengen met de volgende tekst: De Raad van Amersfoort stemt in met de voorliggende ontwerp-begroting en vraagt de GGDMidden Nederland: a. om de verdere bezuinigingsmaatregelen voortvarend in beeld te brengen en daarbij nadrukkelijk ook te onderzoeken welke besparingen te vinden zijn in systeeminnovatie en de samenwerking met alle andere organisaties op het gebied van zorg en gezondheid; b. de Raad van Amersfoort in het najaar 2010 te informeren over het resultaat van punt a.

Datum: 1 juni 2010

F. J. Prins

Concept-Besluitenlijst De Ronde datum:

1 juni 2010

van

vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)

Titel

19.00 tot

aantal bezoekers:

20.30 uur geen

Notulist

3459428 Conceptbegrotingen Gemeenschappelijke Regelingen (GR’s) Reg.nr. a. Conceptbegroting 2011 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) + jaarstukken 2009 b. Ontwerpbegr. 2011 en 1e begrotingswijz. 2010 GGD c. Conceptbegroting 2011 Recreatieschap Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Voorbereiding besluiten Raadsvoorstellen Geen zienswijzen in te dienen voor: a. de conceptprogrammabegroting 2011 van de VRU; b. de ontwerpbegroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 van de GGD; c. de conceptbegroting 2011 van het Recreatieschap. Portefeuillehouders a. Van Vliet-Kuiper Smit Breet b. en c. Boeve Opsteller Breet

Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewoonfractieleden

Van Koningsveld (Trots), Prins (GrL), Roelé (BPA), Smits Alvarez (PvdA), Tigelaar (CU), Vogels (VVD), Van de Voort (D66)

Inspreker(s)

a.

Van Doel activiteit Voorstel

Voorzitter Secretaris

Conclusie voorzitter

Portefeuillehouders Ambtenaren

a. Van Vliet-Kuiper b. Stoelinga c. Buijtelaar

Conceptbegroting 2011 Veiligheidsregio Utrecht (VRU) + jaarstukken 2009 Naar Het Besluit Advies zonder debat

b. Ontwerpbegr. 2011 en 1e begrotingswijz. 2010 GGD Terug in De Ronde van 15 juni met aansluitend behandeling in Het Besluit. Het besproken amendement van GroenLinks zal met (eventueel) amendementen van andere fracties aan de orde komen in De Ronde. Mede afhankelijk van de behandeling in De Ronde zal aansluitend in Het Besluit een behandeling plaatsvinden zonder debat met amendementen.

c. Conceptbegroting 2011 Recreatieschap Naar Het Besluit Advies zonder debat, maar met een amendement van GroenLinks. Toezeggingen / Afspraken

De burgemeester heeft toegezegd elders in het land te bekijken hoe daar de stand van zaken is/wordt omgegaan met de regionalisering en de raad hierover te informeren.

Aantekeningen voor verslag

#3459428 v1 - BESLUITENLIJST DR 1-6-2010 CONCEPTBEGROTINGEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN (GR'S)

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: : :

Burgemeester en Wethouders Gemeenteraad Wethouder G. Boeve

B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit

: : :

04-05-2010 01-06-2010 01-06-2010 15-06-2010

Vastgesteld besluit

:


: 3424926 : 16 april 2010 : HB-1

Van de agenda afgevoerd

TITEL Ontwerp-begroting 2011 en 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland.

BESLISPUNTEN Geen zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland naar voren te brengen.

AANLEIDING Conform artikel 23 lid 2 van de Gemeenschappelijke Regeling GGD Midden-Nederland wordt de gemeenteraad in de gelegenheid gesteld van zijn zienswijze betreffende de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 naar voren te brengen.

BEOOGD EFFECT Het vaststellen van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 in de vergadering van het Algemeen Bestuur van de GGD Midden-Nederland op 16 juni 2010.

ARGUMENTEN BIJ DE ONTWERP-BEGROTING 2011 1.1 Het voorstel voor de ontwerp-begroting 2011 past in het ingezette beleid Bij het samengaan van de GGD Eemland met de GGD Midden-Nederland in 2009 is afgesproken de inwonerbijdrage stapsgewijs te uniformeren op het (lagere) niveau van Midden-Nederland. In 2011 is voor het laatst sprake van twee verschillende inwonersbijdragen. De afgelopen periode heeft de GGD al een efficiencyslag gemaakt om tot deze uniforme inwonerbijdrage te komen. In 2011 wordt hiervan € 0,42 per inwoner gerealiseerd. Dit bedrag is meegenomen in de 1e ronde van de gemeentelijke bezuinigingen. De voorgestelde inwonerbijdrage in 2011 bedraagt € 11,63 excl. (in 2011 voor het laatst) een extra bijdrage van € 2,47 van de Eemlandse gemeenten op grond van afspraken die zijn gemaakt bij het samengaan. De totale inwonerbijdrage voor Amersfoort bedraagt in 2011 € 14,10. 1.2 Eerste stap Traf af De gemeenten hebben in het kader van “Trap af” alle gemeenschappelijke regelingen opgedragen om in de begroting 2011 uit te gaan van een bezuiniging van 5%. Op deze korte termijn ziet het Algemeen Bestuur van de GGD mogelijkheden tot een besparing van 3,5%. Hierbij is niet de keuze gemaakt om de kaasschaafmethode te hanteren, maar te bezuinigen op de collectieve keuzetaken door daar lokale keuzetaken van te maken. Het betreft de volgende activiteiten: aanpak woonhygiëne, schoolhygiëne, netwerken jeugd in het VO, schoolgezondheidsbeleid, hoofdluisbestrijding en het project spijbelende jeugd. Concreet betekent dit dat iedere gemeente voor zich nu de afweging moet maken welke van deze taken zij in de toekomst nog van de GGD wenst af te nemen. De bezuinigingsvraag wordt hiermee inhoudelijk gemaakt en weer teruggelegd bij de individuele gemeenten. Wij kunnen ons vinden in deze keuze, maar willen dat er desondanks ook wordt gekeken naar de mogelijkheid om te bezuinigen op de wettelijke Inlichtingen bij:

P.N. Dijkstra - de Jager, WSO/MO, (033) 469 44 86


basistaken. Inmiddels is een ambtelijke werkgroep opgericht die verdere bezuinigingsmaatregelen gaat onderzoeken. Op grond van de rapportage van de werkgroep kan alsnog besloten worden tot een begrotingswijziging 2011. 1.3 Bezuinigingsvoorstellen lopen vooruit op de nieuwe ronde gemeentelijke bezuinigingen Onze eigen gemeentelijke bezuinigingstaakstelling is nog niet bekend. Vooralsnog volstaat een bezuiniging van 3,5%. Eind 2011 stelt het nieuwe AB een beleidsplan vast voor 2011-2014, met een financieel meerjarenperspectief. Dan is ook meer bekend over de bezuinigingen rijkswege.

KANTTEKENINGEN BIJ DE ONTWERP-BEGROTING 2011 2.1 Geen 5% maar 3,5% In het kader van gezamenlijk “de trap af” hebben de Utrechtse gemeenten aan de gemeenschappelijke regelingen opdracht gegeven om 5% te bezuinigen in de begroting 2011. De voorliggende ontwerpbegroting gaat uit van 3,5% bezuinigen op de inwonerbijdrage i.p.v. op de totale begroting. Hier is voor gekozen met als argument dat er in 2010 al 1,5% is bezuinigd door af te zien van indexering. 2.2 Bezuiniging op de collectieve keuzetaken is niet automatisch een bezuiniging voor de gemeente De GGD gaat in de ontwerp-begroting uit van een bezuiniging op collectieve keuzetaken. Door te bezuinigen op de collectieve keuzetaken zal de bezuiniging voor de gemeente lager uitvallen, omdat sommige taken toch als individuele keuzetaak afgenomen gaat worden.

ARGUMENTEN BIJ DE 1E BEGROTINGSWIJZIGING 2010 3.1 De 1e begrotingswijziging past in het beleid. In de begrotingswijziging zijn de afspraken verwerkt die leiden tot een uniforme inwonerbijdrage en hetzelfde basistakenpakket voor alle 28 gemeenten binnen het werkgebied. De vastgestelde inwonerbijdrag voor 2010 bedroeg voor Eemlandgemeenten € 14,88. De begrotingswijziging 2010 leidt tot een inwonerbijdrage van € 12,05 met voor de Eemland-gemeenten een extra bijdrage van € 2,47 dus in totaal € 14,52. Per onderdeel heeft de begrotingswijziging de volgende consequenties voor Amersfoort: • Het besluit van de Eemlandgemeenten om de JGZ 0-4 jaar met ingang van 2010 onder te brengen bij de GGD levert in ieder geval al een besparing op van € 0,10 per inwoner voor de Eemlandse gemeenten. De kosten voor deze maatwerktaak zullen door de Eemlandse gemeenten worden gedeeld op basis van het aantal kinderen tussen de 0-4 jaar. • De tweede begrotingswijziging heeft betrekking op de financiering van het digitaal dossier JGZ door de voormalige regio Midden-Nederland. Hierover is in Eemland al eerder een besluit genomen. • In het kader van de uniformering van de financieringswijze tussen de 2 voormalige GGD-en kiest de GGD ervoor om de Eemlandse systematiek over te nemen voor de technische hygiënezorg peuterspeelzalen en kindercentra en af te rekenen op declaratiebasis. De manier waarop wordt afgerekend verandert voor Amersfoort dus niet, maar door een groei in het aantal te controleren locaties kunnen de kosten de komende jaren wel stijgen. Hiervan wordt tijdig melding gedaan. • Bij de forensische zorg is er voor gekozen om de financieringssystematiek zoals die werd gehanteerd in voormalig Midden-Nederland over te nemen. Voor Eemland betekent dit dat er voortaan wordt afgerekend per verrichting. De inwonerbijdrage daalt hierdoor met € 0,10 per inwoner. De kosten van lijkschouwingen bij een vermoeden van een niet-natuurlijke dood worden gedeclareerd. De piketdiensten blijven wel onderdeel uitmaken van de inwonerbijdrage. Door de aanwezigheid van een ziekenhuis zullen de kosten voor Amersfoort naar verwachting stijgen. • In het kader van de harmonisatie van de inwonerbijdragen zullen de kosten voor deelname aan netwerken in rekening worden gebracht. Ter compensatie wordt de inwonerbijdrage met € 0,16 verlaagd. Voor Amersfoort betreft het de deelname aan buurtnetwerken, Jong Centraal en het netwerk Huiselijk Geweld. • Er komen minder mensen naar het reizigersspreekuur van de GGD. Het reizigersspreekuur is een winstgevende markttaak van de GGD. Om dit zo te laten blijven is een organisatorische aanpassing gedaan. • Tot slot zijn er nog enkele andere aanpassingen gedaan. Deze zijn financieel-organisatorisch van aard en hebben geen beleidsinhoudelijke component.


KANTTEKENINGEN BIJ DE BEGROTINGSWIJZIGING 2010 4.1 Begrotingswijziging niet nodig in Amersfoortse systematiek De gemeenteraad van Amersfoort wordt door middel van herfst- en lenterapportages geïnformeerd over de financiële afwijkingen, zonder dat daar begrotingswijzigingen voor worden gemaakt. Voor onze gemeente had deze begrotingswijziging dan ook achterwege kunnen blijven, maar de door de GGD gehanteerde systematiek sluit aan bij de werkwijze van de meest van de overige 27 gemeente in het werkgebied. 4.2 Meer taken worden afgerekend op verrichtingenbasis: dit zorgt voor meer schommelingen in de kosten Wanneer taken opgenomen zijn in de inwonerbijdrage middelen de kosten zich uit. Nu er wordt afgerekend op verrichtingenbasis geeft dit grotere schommelingen.

FINANCIËN De ontwerp-begroting 2011 gaat uit van een inwonerbijdrage van € 14,10 voor Amersfoort. Dit betekent een verlaging met € 0,42 ten opzichte van de begroting 2010. De 1e begrotingswijziging 2010 zorgt voor een verlaging van de inwonersbijdrage met € 0,36 van € 14,88 naar € 14,52 voor Amersfoort.

VERVOLG Op 16 juni 2010 wordt de begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 aan het Algemeen Bestuur van de GGD Midden-Nederland ter vaststelling aangeboden. Wij zullen het Dagelijks Bestuur van de GGD vooraf schriftelijk informeren over de uitkomsten van de raadsbehandeling.

BETROKKEN PARTIJEN GGD Midden-Nederland en de overige 27 gemeenten die deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling GGD Midden-Nederland.


de burgemeester,

H. Huitink

A. van Vliet-Kuiper

Bijlagen

- ontwerp-raadsbesluit Ter inzage

- ontwerp-begroting 2011 GGD Midden-Nederland - 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.3424926

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 april 2010, sector WSO/MO (nr.3424926); b e s l u i t: geen zienswijze ten aanzien van de ontwerp-begroting 2011 en de 1e begrotingswijziging 2010 GGD Midden-Nederland naar voren te brengen.

Vastgesteld in de openbare vergadering van ............ de griffier

de voorzitter

brief bij begroting

Het Plein Datum: Aanvang:


Instructie digitale bestemmingsplannen

brief bij begroting

Instructie digitale bestemmingsplannen Sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer Instructie digitale bestemmingsplannen (pdf)

Het Plein datum

15 juni 2010

van

21.00 uur

tot

21.30 uur

Reg.nr

3464042

Indiener voorstel

College van B&W / Presidium

Titel

Instructie raadplegen digitale bestemmingsplannen

Samenvatting

In aansluiting op de presentatie in De Ronde worden raadsleden en buitengewone fractieleden in de gelegenheid gesteld te oefenen met het digitaal raadplegen van bestemmingsplannen.

Reg.nr. 1851305 Format agedering plein

OVERZICHT. De Raad Aanvang: 19:30. Vermeerzaal Raadzaal Tijd. Molendijkzaal :30

Recommend Documents