OVERZICHT De Ronde 31-03-2009 Aanvang: 21:15 Tijd
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
21:15 UITGESTELD (naar 7 april 2009): Presentatie concept-Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2015-2030 (Eindbalans Informatie
Onderzoek 213a: programma Economie+Bereikbaarheid Informatie
1
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 31 maart 2009 21:15
UITGESTELD (naar 7 april 2009): Presentatie concept-Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2015-2030 (Eindbalans Informatie
UITGESTELD (naar 7 april 2009): Presentatie concept-Ontwikkelingsvisie NV Utrecht 2015-2030 (Eindbalans Informatie
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 31 maart 2009 21:15
Onderzoek 213a: programma Economie+Bereikbaarheid Informatie
Onderzoek 213a: programma Economie+Bereikbaarheid Informatie Reg.nr.: 3060813 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Jutte (033 469 46 90) Portefeuillehouder: Hekman, Luchtenveld, Boeve Opsteller: Jutte Samenvatting: Bij het programma Economie en Bereikbaarheid is onderzoek gedaan naar de doelstellingen, indicatoren, mogelijkheden voor heroverwegingen en risico’s. Daarbij zijn sommige doelstellingen geherformuleerd of toegevoegd, zijn meer effectindicatoren geformuleerd en is inzicht gegeven in de risico’s en mogelijkheden voor heroverwegingen. De belangrijkste conclusies én aanbevelingen voor concrete doelstellingen en indicatoren staan in de oplegnotitie Reden van aanbieding: In 2007 is besloten om de cyclus van doelmatigheid en doeltreffenheidsonderzoeken (op grond van de verordening 213a) de komende jaren in te vullen door elk programma in de begroting door te lichten met als aandachtspunten : keuzemogelijkheden, formulering doelstellingen, prestatie-indicatoren, risico’s. De onderzoekers hebben het tweede onderzoek in de reeks 213a-onderzoeken afgerond, namelijk programma Economie en Bereikbaarheid. Het eerste onderzoek naar Werk en Inkomen is in oktober 2008 met de raad besproken. Van de raad wordt gevraagd: Het bijgevoegde rapport te bespreken aan de hand van de vragen die in de oplegnotitie zijn genoemd. • Op welke punten wilt u een inhoudelijke toelichting? • Wat vindt u van de doelstellingen en indicatoren?Voldoende sturingsinformatie? • Op welke doelstellingen ligt bij Economie, gezien de teruglopende inkomsten de prioriteit? • Welke geschetste (beperkte) bezuinigingsmogelijkheden zou u willen inzetten om zo ruimte te maken voor nieuw beleid? Vervolgtraject: De uitkomsten van het rondetafelgesprek over dit onderzoek worden vertaald in het programma Economie en Bereikbaarheid van de eerstvolgende programmabegroting, namelijk de programmabegroting 2010-2013. Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Rondetafelgesprek Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Rondetafelgesprek Doorlichting programma Economie en Bereikbaarheid (nr. /smartsite.shtml?ch=ter&id=204081)
: http://www.amersfoort.nl/docs/bis/college/besluiten/2009/week%2012/1010514-2-008%20Eindrapportage%20EB%20amersfoort.pdf Eindrapportage Doorlichting programma Economie en Bereikbaarheid van KplusV (pdf)
Van Rapport
Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99
[email protected] www.kplusv.nl
Eindrapportage Doorlichting programma Economie en Bereikbaarheid Opdrachtgever
Referentie
Gemeente Amersfoort
Arnhem, 4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1
Aanleiding
1
1.2
Doelstelling en resultaat
1
1.3
Verantwoording
2
1.4 2
Leeswijzer Economie
2 3
2.1
Beleidsuitgangspunten
3
2.2
Voorstel doelstellingen en indicatoren
4
2.3
Risico's
7
2.4
Financiële ruimte
7
2.5 3
Heroverwegingsmogelijkheden Bereikbaarheid
9 11
3.1
Beleidsuitgangspunten
11
3.2
Huidige doelstellingen en indicatoren
12
3.3
Voorstel doelstellingen en indicatoren
13
3.4
Risico's
16
3.5
Financiële ruimte
17
3.6
Heroverwegingsmogelijkheden
21
Bijlagen 1
Keuzes in het uitvoeringsprogramma
2
Geraadpleegde documenten
3
Geïnterviewde medewerkers
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
1
Inleiding 1.1 Aanleiding Op grond van artikel 213a van de Gemeentewet moet het college van Burgemeester & Wethouders onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van het door hen gevoerde bestuur. De gemeente Amersfoort heeft in 2007 een vierjarige cyclus van 213a onderzoeken afgerond. De onderzoeken stonden in het teken van doelmatigheid. De komende drie à vier jaar wil de gemeente de programma's in de programmabegroting doorlichten op doelstellingen, indicatoren en mogelijkheden voor beleidskeuzes. De overwegingen die hier aan ten grondslag liggen zijn de volgende: naar aanleiding van de peiling 'permanente heroverwegingen' (najaar 2007) heeft de gemeenteraad besloten om met ingang van 2008 over te gaan tot een cyclisch proces van permanent heroverwegen en daartoe de verschillende programma's een keer per vier jaar door te lichten; uit de rapportage 'Alles w(m)eten maakt (niet) gelukkig(?)' komt naar voren dat raadsleden behoefte hebben aan concreet geformuleerde programmadoelstellingen en bruikbare indicatoren met zeggingskracht; het streven van de gemeente naar het verder stroomlijnen van de planning & control cyclus en dunnere verantwoordingsdocumenten; de wens tot verdere implementatie van risicomanagement. De gemeente wil hierbij meer zicht op de onzekerheden die het bereiken van de doelstellingen in de weg staan. De gemeente heeft KplusV organisatieadvies gevraagd de uitvoering van de doorlichting, van de twaalf programma's, voor de komende vierjarige cyclus van 213a te onderzoeken. Voor u ligt het eindresultaat van de tweede doorlichting: het programma Economie en Bereikbaarheid.
1.2 Doelstelling en resultaat De doelstelling van het onderzoek is als volgt geformuleerd: 'Licht het programma Economie en Bereikbaarheid door op doelstellingen, indicatoren en mogelijkheden voor beleidskeuzes.' De vragen die in de doorlichting aan de orde komen, zijn: Welke wettelijke verplichtingen kent het programma en wat is eigen beleid? Welke langdurige contractuele verplichtingen zijn er? Waar liggen, vanuit taken en budgetten, de keuzemogelijkheden voor eigen beleid? Wat zijn de doelstellingen en in hoeverre zijn die expliciet/concreet genoeg? Welke indicatoren kent het programma? In hoeverre zijn deze gekoppeld aan de doelstellingen en beleid? Welke informatie is nodig om indicatoren daadwerkelijk meetbaar te maken? Welke onzekerheden/risico's staat het bereik van de doelstelling in de weg?
Pagina 1
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Het eindrapport levert het volgende op: inzicht voor de raad in wat het programma omvat en daarmee de mogelijkheid om het programma periodiek diepgaander te behandelen; voorstel voor een set van heldere, concreet geformuleerde doelstellingen (op basis van bestaand beleid); inzicht in de risico's die het behalen van de programmadoelstellingen in de weg staan; voorstel voor indicatoren gekoppeld aan doelstellingen; inzicht in keuzemogelijkheden binnen het programma in het kader van heroverwegingen.
1.3 Verantwoording Bij de doorlichting is een algemeen format gehanteerd, dat wordt gebruikt voor de doorlichting van alle twaalf de programma's. Dit format is ‘ingevuld’ voor het programma Economie en Bereikbaarheid. Hiertoe zijn documenten geanalyseerd en zijn medewerkers van de gemeente geïnterviewd. In de bijlage is een overzicht opgenomen van bestudeerde documenten en de geïnterviewde medewerkers. Het tussentijdse resultaat is inhoudelijk besproken in de projectgroep en de stuurgroep. In de rapportage wordt per programmaonderdeel een voorstel gedaan voor een nieuwe set van doelstellingen en indicatoren. Hierbij wordt iedere keer dezelfde tabel gehanteerd. De begrippen die in de tabel voorkomen worden hieronder kort toegelicht. Doelstelling
Het beoogde resultaat.
Inzet
Hierin staan de belangrijkste instrumenten en regelingen die de gemeente Amersfoort inzet om de doelstelling te realiseren.
Effectindicator
Een effectindicator geeft een indicatie of de beoogde doelstelling is gerealiseerd.
Prestatieindicator
Bij een aantal doelstellingen is het niet mogelijk om het beoogde effect betrouwbaar te meten. In dat geval zijn indicatoren geselecteerd die een indicatie geven van het resultaat van de gemeentelijke inspanningen. Om het inzicht te vergroten zijn bij enkele doelstellingen zowel effect- als prestatie-indicatoren opgenomen.
Ambitie
Voor zover de gemeente in de begroting reeds een ambitieniveau heeft geformuleerd ten aanzien van de voorgestelde indicatoren dan worden deze hier vermeld.
Actie
De acties die de gemeente moet uitvoeren om ook daadwerkelijk de indicatoren te kunnen hanteren als sturingsmiddel staan hier vermeld.
1.4 Leeswijzer Het programma Economie en Bereikbaarheid bestaat uit het deelprogramma Economie en het deelprogramma Bereikbaarheid. Beide deelprogramma's worden in de navolgende hoofdstukken doorgelicht. De doorlichting kent per deelprogramma een vaste indeling: 1. beleidsuitgangspunten; 2. huidige doelstellingen en indicatoren; 3. voorstel doelstellingen en indicatoren; 4. risico's; 5. financiële ruimte; 6. heroverwegingsmogelijkheden.
Pagina 2
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
2
Economie Een sterke economie is voor een gemeente van wezenlijk belang. De gemeente heeft hierbij vooral een stimulerende, randvoorwaardenscheppende rol en aanjaagfunctie. Een specifieke wettelijke bevoegdheid ligt hier niet aan ten grondslag. Desondanks (of juist daardoor?) wordt het economisch beleidsveld in het algemeen als een gemeentelijke kerntaak beschouwd. Binnen de uitvoering van deze taak is dus sprake van een grote mate van beleidsvrijheid. Typerend voor het beleidsveld is verder dat de directe sturingsmogelijkheden van de gemeente beperkt zijn en dat de afhankelijkheid van de conjunctuurontwikkeling groot is.
2.1 Beleidsuitgangspunten Het vigerende beleid is vastgelegd in het Plan van Aanpak Economie 'Amersfoort Werkt' (november 2004) en in deelnota's zoals het Innovatieprogramma Amersfoort 2008-2011 en de Nota Detailhandel. In 'Amersfoort Werkt' zijn de volgende prioriteiten benoemd: ontwikkeling nieuwe werklocaties; herstructurering verouderde werklocaties; versterken positie van de binnenstad; vergroten innovatief vermogen; actievere dienstverlening/marketing en acquisitie; vergroten veiligheid van ondernemen. Een overkoepelende, economische doelstelling is in 'Amersfoort Werkt' niet expliciet geformuleerd. Wel worden de volgende 'doelelementen' benoemd: stimuleren van economische groei (streven naar een bovengemiddelde economische groei), versterken van het ondernemingsklimaat en de juiste randvoorwaarden creëren. Dit sluit aan bij de geformuleerde missie in de programmabegroting waarin het volgende is aangegeven: 'het creëren van een uitnodigend investeringsklimaat dat bijdraagt aan het creëren van werkgelegenheid en goede commerciële voorzieningen.' Elementen uit deze missie komen (deels) terug in de programmabegroting geformuleerde doelstellingen. De gemeente beseft in het Plan van Aanpak Economie al dat een accentverschuiving nodig is: 'Voor de toekomst betekent dit een accentverschuiving in de economische focus: naast volumegroei zal economische groei meer door een stijging van de arbeidsproductiviteit bereikt worden. Van toenemend belang zijn de ontwikkelingsmogelijkheden van bestaande bedrijven, het vergroten van het innovatief vermogen van met name het MKB en het toenemen van het aantal kenniswerkers. Voor dit laatste is de verdere uitbouw van kennisintensieve bedrijvigheid vereist'. In de programmabegroting wordt het thema innovatie met nadruk genoemd, waarbij gewezen wordt op de samenwerkingsmogelijkheden met andere gemeenten in de Noordvleugel en op de subsidiekansen vanuit Pieken in de Delta en EFRO. Momenteel wordt gewerkt aan een nieuwe toekomstvisie op de Amersfoortse economie. Daartoe is een externe commissie opgericht. Op basis van het advies van deze commissie wordt de toekomstvisie naar verwachting in het eerste kwartaal van 2009 aan het College van B&W voorgelegd, waarna deze aan de Raad zal worden aangeboden.
Pagina 3
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Huidige doelstellingen en indicatoren In de programmabegroting van 2009 zijn de volgende doelstellingen opgenomen voor het programmaonderdeel Economie: 'We streven naar een gezonde economie, met: ruimte voor bedrijvigheid: aanbieden van voldoende en gevarieerde vestigingsruimte op diverse locaties; goede commerciële voorzieningen (detailhandel, horeca e.d.): versterken van de stadsbrede functie van de binnenstad; goede dienstverlening en acquisitie, zodat bedrijven zich welkom voelen in Amersfoort.' De bijbehorende indicatoren, kengetallen en streefwaarden zijn weergeven in onderstaande tabel. Actueel kengetal
Streefwaarden
Realisatie
Jaar
2009
2010
2011
2012
67.700
2007
+ 1-2%
+ 1-2%
+ 1-2%
+ 1-2%
35%
2006
35%
Minimaal eens per maand Prestatie-indicatoren
89%
2006
89%
Direct uitgeefbaar bedrijventerrein (minimum)
5 ha
2007
5 ha
5 ha
Effectindicatoren Aantal arbeidsplaatsen in Amersfoort Bezoek stadscentrum door Amersfoorters Minimaal eens per week
5 ha
5 ha
aantal bezoeken website
5.000
5.500
aantal netwerkbijeenkomsten
5
5
250
250
1
1
40
80
Amersfoort Creatieve Stad
aantal verschillende deelnemers Innovatie (cumulatief) aantal broedplaatsen
0
2007
aantal gevestigde bedrijven in broedplaatsen BreedNet Amersfoort 106 aantal aansluitingen Samenwerkingsaanpak Veilig Ondernemen 1
2007
150
2007
1
Bestuurlijk overleg bedrijfsleven
3x2
2007
3x2
3x2
3x2
3x2
21
2007
15
15
15
15
(VAB, MKB, Horeca) Aantal bedrijfsbezoeken
2.2 Voorstel doelstellingen en indicatoren De toekomstvisie op de Amersfoortse economie, die momenteel in voorbereiding is, biedt een uitstekend kader voor het aanscherpen van de economische doelstellingen en indicatoren. Vanuit het huidige beleid geredeneerd zouden de volgende kernbegrippen daarin een plek moeten krijgen: het versterken van de locale economie; welvaartsgroei van de Amersfoortse inwoners; behoud/groei van werkgelegenheid.
Pagina 4
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Op basis van deze kernbegrippen en rekening houdend met de aanjaagfunctie van de gemeente wordt voorgesteld om (op basis van het huidige beleid) de volgende overkoepelende doelstelling in de programmabegroting op te nemen. 'Het stimuleren van een uitnodigend ondernemersklimaat, zodat de lokale economie wordt versterkt.' De huidige drie doelstellingen die zijn opgenomen in de programmabegroting zijn de 'instrumenten' waarmee de gemeente de bovenstaande hoofddoelstelling wil bereiken. Hierbij is ook de inzet van de gemeente bij het stimuleren van innovatie van belang. In de onderstaande figuur is de samenhang weergegeven.
Doel
Inzet
Stimuleren uitnodigend ondernemersklimaat
Ruimte voor bedrijvigheid
Goede commerciële voorzieningen
Innovatie en Creativiteit
Dienstverlening
Om te kunnen meten of de gemeente het doel bereikt, wordt voorgesteld een drietal effectindicatoren op te nemen: de ontwikkeling van het bruto 'Amersfoorts' product (BBP), de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen en de waardering van het ondernemersklimaat door ondernemers. Zoals in de inleiding van dit hoofdstuk is aangegeven heeft de gemeente in dit veld vooral een aanjaagfunctie en is de directe beïnvloedingsmogelijkheid van de gemeente beperkt. Om zicht te houden op de inzet en keuzes van de gemeente, wordt voorgesteld om voor de vier 'inzet' gebieden een aantal prestatie-indicatoren op te nemen. In de onderstaande tabel is ten aanzien van ruimte voor bedrijvigheid, naast het aantal hectare direct uitgeefbaar bedrijventerrein, ook herstructurering van bestaande werklocaties als item toegevoegd. Op dit moment kent de gemeente nog weinig herstructureringsprojecten, maar dit thema zal de komende jaren naar verwachting in belang groeien. Ten aanzien van dienstverlening en goede commerciële voorzieningen wordt voorgesteld een waarderingscijfer op te nemen. Alhoewel dit feitelijk een effectindicator betreft, heeft deze meer zeggingskracht dan het opnemen van enkele prestatie-indicatoren. Om het resultaat van de inspanningen op het gebied van innovatie te meten, wordt voorgesteld om naast het percentage bedrijven dat is aangesloten op breednet, het aantal duurzame arbeidsplaatsen en bedrijven dat is gecreëerd met de innovatieprojecten als indicator op te nemen. Met het bovenstaande voorstel is gekozen voor indicatoren die zeggingskracht bieden ten aanzien van de resultaten die de gemeente wil bereiken in het economisch veld. In de huidige programmabegroting zijn enkele indicatoren opgenomen die inzicht geven in processtappen en concrete activiteiten. Deze geven niet direct inzicht in het resultaat dat de gemeente bereikt. Vandaar dat wordt voorgesteld om indicatoren, zoals het aantal bedrijfsbezoeken, niet als indicator in de programmabegroting op te nemen.
Pagina 5
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Vanzelfsprekend is het wel van belang om de voortgang van dit soort uitvoeringsactiviteiten te volgen. De huidige sectorplannen bieden hiervoor een uistekend kader. Doelstelling
Het stimuleren van een uitnodigend ondernemersklimaat, zodat de lokale economie wordt versterkt.
Inzet
Aanbieden van voldoende en gevarieerde vestigingsruimte voor bedrijven. Stimuleren van een eigentijdse en gevarieerde, commerciële voorzieningenstructuur in het stadscentrum en op wijkniveau. Stimuleren van innovatieve bedrijvigheid. Goede dienstverlening en professioneel relatiebeheer
Effectindicatoren
de ontwikkeling van het bruto 'Amersfoorts' product (BBP); de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen in Amersfoort; algemene waardering van het ondernemersklimaat door ondernemers.
Prestatieindicatoren
Ruimte voor bedrijvigheid aantal hectare direct uitgeefbaar bedrijventerrein; aantal hectare gerevitaliseerd bedrijventerrein. Goede commerciële voorzieningen bezoekfrequentie van Amersfoorters van de commerciële voorzieningen in het centrum en in de eigen wijk. Innovatie aantal nieuw gecreëerde arbeidsplaatsen met door de gemeente (mede) ondersteunde innovatieprojecten (definitie EFRO); aantal gevestigde bedrijven in broedplaatsen; % bedrijven dat is aangesloten op breedband. Dienstverlening waardering gemeentelijke dienstverlening door ondernemers.
Ambitie
In de programmabegroting 2009 is als ambitie een groei van het aantal arbeidsplaatsen opgenomen van 1 à 2 procent per jaar. Ook wil de gemeente jaarlijks minimaal 5 hectare bedrijventerrein direct kunnen uitgeven. Voor de overige indicatoren zal de gemeente nog een ambitieniveau moeten formuleren. Belangrijk bij de formulering van het ambitieniveau is dat het effect van de (landelijke) conjunctuurontwikkeling wordt uitgevlakt. Door het ambitieniveau relatief te maken, bijvoorbeeld door de Amersfoortse cijfers af te zetten tegen het gemiddelde van andere grote gemeenten, kan dit worden bereikt.
Actie
De meeste indicatoren zijn redelijk gemakkelijk te meten of direct voorhanden. Zo wordt het ondernemersklimaat gemeten in het kader van het GSB-beleid. Aandachtspunt is wel dat het GSB in 2009 afloopt. Formuleren van een gedragen definitie omtrent gerevitaliseerd bedrijventerrein. In de praktijk bestaan hier namelijk verschillende beelden bij. De stadspeiling biedt een goed instrument om inwoners te vragen naar de bezoekfrequentie van commerciële voorzieningen. Voor de ontwikkeling van het bruto Amersfoorts product zal een aparte systematiek moeten worden ontwikkeld. Het CBS publiceert cijfers het BBP voor het stadsgewest Amersfoort. Het nadeel van deze cijfers is dat deze 2 jaar achterlopen. De cijfers van 2007 zijn in oktober 2009 bekend. Een grove indicatie van de cijfers is in een eerdere stadium te berekenen door de ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen per bedrijfstak te vermenigvuldigen met de gemiddelde toegevoegde waarde per arbeidsplaats in die bedrijfstak. De ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen is na 11 maanden beschikbaar bij het CBS. Over de ontwikkeling van de toegevoegde waarde in een bedrijfstak is op basis van landelijke cijfers een inschatting te maken.
Pagina 6
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
2.3 Risico's De belangrijkste risico's die mogelijk een belemmering vormen voor het behalen van de doelstellingen zijn de volgende: diverse economische projecten worden gefinancierd vanuit GSB-middelen (tot en met 2009). Hiermee worden projecten onder andere op het gebied van innovatie, veilig ondernemen en breednetaansluitingen gefinancierd. Voor de periode daarna moeten voor dit soort projecten middelen worden gereserveerd of het ambitieniveau worden bijgesteld; Amersfoort is een stad met relatief veel zakelijke dienstverlening en ZZP'ers. Deze groepen zijn conjunctuurgevoelig en redelijk kwetsbaar in tijden van een economische recessie; de afdeling Economische Zaken vervult een rol als aanjager, zowel intern in de organisatie als naar buiten toe. De mate waarin zij met deze aanjagersrol ook daadwerkelijk verandering en effect kan realiseren hangt ook af van de bereidheid van haar partners om mee te veranderen. De directe invloed van de afdeling Economische Zaken is beperkt.
2.4 Financiële ruimte Op basis van de meerjarenbegroting 2009 is in de onderstaande tabel in kaart gebracht hoeveel budget de gemeente Amersfoort uitgeeft aan het deelprogramma Economie. 2009
2010
2011
2012
Markt en haven
€
€
€
€
Beleid en ontwikkeling
€ 1.632.000
€ 1.232.000
€ 1.176.000
€ 1.173.000
Totaal lasten
€ 1.941.000
€ 1.547.000
€ 1.496.000
€ 1.492.000
Markt en haven
€
274.000
€
274.000
€
274.000
€
274.000
Beleid en ontwikkeling
€
500.000
€
0
€
0
€
0
Totaal baten
€
774.000
€
274.000
€
274.000
€
274.000
Netto lasten
€ 1.167.000
Lasten 309.000
315.000
320.000
319.000
Baten
€ 1.273.000
€ 1.222.000
€ 1.218.000
Het budget van het deelprogramma Economie valt uiteen in twee onderdelen. Eén deel heeft betrekking op het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Het andere deel heeft betrekking op het in stand houden van de markt en de haven. De taken binnen markt en haven sluiten maar beperkt aan op de doelstellingen binnen het deelprogramma Economie. Budget markt en haven Gemeenten zijn niet wettelijk verplicht om een markt of een haven te onderhouden. Instandhouding van beide voorzieningen is een autonome keuze. Zoals uit de tabel is op te maken, dekken de opbrengsten voor bijna 90% de lasten van de gemeente. Dit betreft € 220.000 aan marktgelden en € 53.000 aan leges voor de haven. De lasten hebben allen betrekking op de instandhouding van de voorzieningen. Het grootste deel van de kosten (€ 207.000 in 2009) betreft 4,37 fte personele inzet. De overige kosten hebben te maken met de organisatie van de markt (€ 89.000 in 2009) en kleine onderhoudsuitgaven (€ 13.000 in 2009) voor de haven. Er drukken geen investeringslasten van de haven op dit programmaonderdeel.
Pagina 7
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Binnen de budgetten voor markt en haven is er één meerjarige verplichting aangegaan. Met de RWA (Eemfors) is een dienstverleningsovereenkomst aangegaan, waar het schoonmaken van de marktpleinen onderdeel van uitmaakt. De overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2007 en kent een looptijd van 5 jaar. Budget beleid en ontwikkeling Bij analyse van de budgetten voor beleid en ontwikkeling valt op dat de gemeente in 2009 meer uitgeeft, maar ook meer inkomsten verwacht dan in de jaren 2010, 2011 en 2012. De gemeente ontvangt komend jaar € 500.000 vanuit het Rijk voor het Meerjarenontwikkelprogramma GSB 2005-2009. Het geld is bedoeld voor projecten gericht op het (digitaal) bedrijvenloket, kennis en innovatie en veiligheid. De GSB-gelden zijn 'geoormerkt' geld. Dit betekent dat de gemeenteraad niet kan besluiten dit geld voor andere doeleinden aan te wenden. Op dit moment is nog onduidelijk of er voor de periode vanaf 2010 ook gelden vanuit het Rijk beschikbaar worden gesteld. De verwachting is in ieder geval dat de omvang van de middelen zal worden beperkt. Indien er geen middelen beschikbaar worden gesteld, dan is een daling van het budget voorzien van circa 25%. Dit heeft hiermee ook consequenties voor het aantal projecten en de gemeentelijke aanjaagfunctie op economisch terrein. De geraamde lasten zijn uit te splitsen in 3 categorieën. Deze staan in de onderstaande grafiek weergegeven.
Onderverdeling lasten begroting 2009 voor beleid en ontwikkeling Storting voorziening
Aankoop niet-duurzame goederen
Uitvoeringskosten
34% 52%
14%
Storting voorziening Dit betreft de storting van de rijksbijdrage voor de GSB-projecten in een voorziening. Zoals hiervoor reeds aangegeven is dit geld niet vrij aanwendbaar. Ook bij de projecten die worden gefinancierd vanuit de voorziening zijn meerjarige verplichtingen aangegaan, die doorlopen tot de afronding van de projecten. Aankoop niet duurzame goederen Binnen het programma Economie heeft de gemeente in 2009 € 300.000 gereserveerd voor de aankoop van niet duurzame goederen. Hiermee worden de projecten uitgevoerd, die niet vanuit de GSB-gelden worden betaald. Het budget loopt na 2009 op tot € 389.000 in 2010 en voor de jaren erna is een budget gereserveerd van € 327.000.
Pagina 8
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Zoals reeds hiervoor is aangegeven, ligt er geen wettelijke plicht aan de uitgaven ten grondslag. Wel zijn er enkele meerjarige verplichtingen aangegaan. Deze zijn hieronder weergegeven. Verplichtingen die alleen voor 2009 zijn aangegaan of worden betaald uit de voorziening GSBprojecten zijn hierbij niet opgenomen. Product
Omschrijving
2010
Detailhandel
Abonnement verkooppunten
€
Bijdrage binnenstadmanagement
€ 35.000
Ondernemersacademie
€ 10.000
Ondernemersplein
€ 25.000
UIA
€ 40.000
Overige 'kleine' verplichtingen
€ 16.000
Participatie iMMovator
€ 12.000
Dienstverlening
ICT
€ 141.000
Totaal
2011
2012
€ 16.000
€ 16.000
€ 16.000
€ 16.000
3.000
Daarnaast zijn ten aanzien van het budget toezeggingen gedaan. Deze 'zachte' meerjarige verplichtingen hebben betrekking op de volgende activiteiten. Product
Omschrijving
2010
2011
€ 120.000
€ 120.000
Innovatie
Taskforce innovatie
€
50.000
€
50.000
Dienstverlening
Trendrapportage vastgoed
€
35.000
Rode loper dagen
€
10.000
€
10.000
Uitvoeringsplan
€
10.000
€
10.000
ACS
Starters
€ 225.000
Totaal
2012 € 50.000 € 35.000
€ 190.000
€ 10.000 € 95.000
Uitvoeringskosten Voor beleid en ontwikkeling op het gebied van economische zaken heeft de gemeente Amersfoort 6,84 fte beschikbaar. De doorberekende kosten zijn in 2009 € 782.000. De 1
loonkosten en direct toe te rekenen overhead is € 583.000. Hiervan wordt 0,2 fte (€ 17.000) gefinancierd uit de samenwerking met Solna. Solna is een Zweedse gemeente die initiatiefnemer is voor het Growth Cities Netwerk. Het netwerk brengt steden met een gelijksoortig economisch profiel bijeen. De samenwerking kent een looptijd tot en met 2010. Ten behoeve van de samenwerking is 0,2 fte ingezet. Tot het einde van 2010 is de formatie aan te merken als 'geoormerkt geld'. De overige formatie wordt niet ingezet voor (wettelijke) vastgelegde taken. De gemeente heeft hierbij bestedingsvrijheid.
2.5 Heroverwegingsmogelijkheden Het versterken van de economische structuur is van oudsher een taak die in alle gemeenten wordt uitgevoerd. Bij de uitvoering van deze taak is de gemeente niet gebonden aan wettelijke bepalingen. Dit betekent dat binnen het programmaonderdeel Economie er ruimte is om de ingezette middelen te heroverwegen.
1
Hiervoor zijn de standaardbedragen gehanteerd die de gemeente Amersfoort gebruikt bij de begroting voor het berekenen van de kosten voor personeelsuitbreiding. Deze bedragen verschillen per functieschaal en worden verhoogd met een vaste opslag voor facilitaire voorzieningen en personeel en bureaukosten.
Pagina 9
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
De bestedingsvrijheid van de gemeente heeft betrekking op de volgende productonderdelen: 2010
2011
2012
€ 42.000
€ 46.000
€ 45.000
Aankoop niet duurzame goederen
€248.000
€ 311.000
€ 311.000
Uitvoeringskosten
€ 566.000
€ 583.000
€ 583.000
Totaal
€ 856.000
€ 940.000
€ 939.000
Markt en haven Kostendekkende tarieven Beleid en ontwikkeling
De bestedingsvrijheid bij markt en haven is berekend door uit te gaan van kostendekkende tarieven. De lasten zijn € 316.000 in 2010, de opbrengsten € 274.000. Het verschil is € 42.000 in 2010. Het budget voor aankoop van niet duurzame goederen, € 389.000 in 2010, is verminderd met de budgetten die zijn bestemd voor de financiering van 'harde' meerjarige verplichtingen, € 141.000 in 2010. De bestedingsvrijheid bij de uitvoeringskosten is berekend door de loonkosten en direct toe te rekenen overhead, te verminderen met de inzet ten behoeve van de samenwerking met Solna. Voor 2010 is dit: € 583.000 - € 17.000 = € 566.000. De overeenkomst met Solna kent een looptijd tot en met 2010. Uit de tabel komt naar voren dat in de jaren 2010 tot en met 2012 mogelijkheden tot heroverweging toenemen. Hierbij dient wel te worden opgemerkt dat na 2009 het budget vanuit het Rijk voor GSB gelden vervalt. De ruimte om economische projecten op te zetten, neemt in de praktijk ten opzichte van 2009 dan ook af. Daarnaast is het budget voor de aankoop van niet duurzame goederen inmiddels grotendeels geclaimd, doordat de gemeente 'zachte' verplichtingen is aangegaan. Wel kan de raad deze 'zachte' verplichtingen heroverwegen. In de onderstaande tabel zijn de heroverwegingsmogelijkheden uitgedrukt in percentage van de totale financiële omvang van het programmaonderdeel Economie. 2010
2011
2012
Bestedingsvrijheid
€ 856.000
€ 940.000
€ 939.000
Netto lasten Economie
€ 1.273.000
€ 1.222.000
€ 1.218.000
Percentage
67%
77%
77%
Pagina 10
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
3
Bereikbaarheid Bereikbaarheid is voor een stad als Amersfoort een kernthema waar vanuit de gemeentelijke organisatie veel aandacht naar uitgaat. Eigenlijk gaat het er vooral om Amersfoort bereikbaar te houden en om dat op zodanige wijze te doen dat: alternatieven voor de auto beter worden benut (fiets en OV), de verkeersveiligheid verbeterd, de leefbaarheid intact blijft (of liever nog verbeterd) en de parkeerproblematiek beheersbaar kan worden gehouden. Mobiliteit raakt veel andere beleidsterreinen. Mobiliteit staat enerzijds voor bewegingsvrijheid en ontplooiingsmogelijkheden maar anderzijds ook voor ruimtebeslag en aantasting van de leefomgeving. Op het gebied van de bereikbaarheid heeft de gemeente een belangrijke rol en een grote mate 2
van beleidsvrijheid . In de Planwet Verkeer en Vervoer is bepaald dat het Rijk en de Provincies hun verkeers- en vervoersbeleid vast moeten leggen in een plan. Voor gemeenten geldt deze planverplichting niet, maar gemeenten worden wel geacht hun beleid op het terrein van verkeer en vervoer structuur te geven. Een verkeers- en vervoersplan is daarvoor een geëigend middel, waar veel gemeenten gebruik van maken. In de randvoorwaardelijke sfeer zijn er wel wettelijke regels en bepalingen waar in het verkeers- en vervoersbeleid rekening mee moet worden gehouden. Daarbij gaat het om regels ten aanzien van de verkeersveiligheid, geluidhinder (Wet milieubeheer) en luchtkwaliteit (besluit Luchtkwaliteit). Op het gebied van het stadsvervoer (bus, regiotaxi) is de provincie de concessieverlener. De gemeente heeft daarbij in de praktijk een belangrijke adviserende rol.
3.1 Beleidsuitgangspunten De gemeente Amersfoort volgt de centrale boodschap uit de Nota Mobiliteit: 'mobiliteit mag, maar wel veilig en leefbaar'. De mobiliteit groeit en de Rijksoverheid wil deze groei faciliteren. Het streven van het Rijk daarbij is de betrouwbaarheid van deur tot deur te verbeteren, zodat reizigers weten hoe laat zij aankomen. Dit betekent dat de nationale, regionale en locale netwerken meer in samenhang bezien dienen te worden. De regio(s) krijgen steeds meer verantwoordelijkheden doorgeschoven op het gebied van verkeer en vervoer. De Wet Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU) speelt daarop in en dwingt gemeenten tot 3
samenwerking . In de programmabegroting van de gemeente Amersfoort wordt deze sterkere focus op regionale samenwerking als volgt omschreven: 'In de provincie Utrecht worden de gebruikers en het bedrijfsleven via NV Utrecht, de pakketstudies en platform Amersfoort bereikbaar nadrukkelijk betrokken bij het benoemen van de (oorzaken van) knelpunten, aandragen van oplossingen en participeren in de implementatie daarvan.' De gemeente Amersfoort investeert nadrukkelijk in deze regionale samenwerking en is trekker van de Pakketstudie Driehoek A1-A27-A28. De gemeentelijke bijdrage in de komende 10 jaar is € 15 tot € 20 miljoen. De totale regiobijdrage is circa € 500 miljoen en het Rijk investeert € 2,6 miljard.
2
Als beheerder van gemeentelijke wegen en infrastructuur heeft de gemeente ook een wettelijke zorgplicht. De uitgaven die samenhangen met deze zorgplicht worden verantwoord in het programma Stedelijk beheer en milieu.
3
De BRU gelden worden door de provincie ingezet voor de pakketstudie.
Pagina 11
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Naast regionale samenwerking bij het oplossen van bereikbaarheidsproblemen en het in goede banen leiden van de mobiliteitsgroei legt de gemeente in haar beleid nadruk op de economische bereikbaarheid en een goede bereikbaarheid voor alle vervoersmogelijkheden. In het gemeentelijk Verkeer en Vervoersplan 2005 (VVP) zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: 1. Het realiseren van een doelmatig verkeers- en vervoersysteem om de bereikbaarheid in en van Amersfoort voor alle vormen van vervoer te waarborgen. 2. Het waarborgen van de economische bereikbaarheid door terugdringen van doorgaand en sluipverkeer. 3. Het verbeteren van de verkeersveiligheid en leefbaarheid. De hoofddoelstellingen die zijn opgenomen in het VVP hebben een globaal karakter. In diverse deelnota's zoals het Fietsstimuleringsplan, Parkeerbeleidsplan, de Nota Parkeernormen en de Pakketstudie, zijn of worden deze hoofdlijnen inhoudelijk nader uitgewerkt. Bij bestudering van het VVP valt op dat er op het niveau van doelstellingen geen nadere prioriteiten zijn benoemd en een integraal afwegingskader ontbreekt.
3.2 Huidige doelstellingen en indicatoren In de programmabegroting 2009 zijn de volgende doelstellingen voor het programmaonderdeel Bereikbaarheid benoemd: Toename fietsgebruik in de periode 2006-2015. Het vasthouden aan de modal split in de periode 2005-2015. Op de doorstroomroutes van het stedelijk hoofdwegennet minimaal voldoen aan de kwaliteitseisen ten aanzien van doorstroming voor de automobilist in de periode 2006-2010. Afnemend aantal verkeersslachtoffers in de periode 2009-2012. Eerlijke verdeling van de (schaarse) parkeerruimte in de wijken rond het stadscentrum en een betere benutting van de al aanwezige parkeergelegenheden. Gevoel van verkeersonveiligheid in de wijken verminderen in de periode 2009-2012. De bijbehorende indicatoren en streefwaarden zijn weergeven in onderstaande tabel. Actueel kengetal
Streefwaarden
Realisatie
Jaar
2009
2006
143.423 147.017 150.440 152.735
2010
2011
2012
Effectindicatoren Aantal fietsers op hoofdroutes (6 telpunten) 137.008 Modal split % OV verplaatsingen van
5,7%
2006
Amersfoorters
33%
2006
33%
5,7% 33%
33%
5,7% 33%
11.350
2007
11.809
12.045
12.286
12.532
% inwoners, dat tevreden is over de parkeergelegenheid in de buurt
51%
2007
Rapportcijfer verkeersveiligheid in de
6,8
2006
% (brom) fietsverplaatsingen van Amersfoorters Aantal reizigers dat gemiddeld per dag gebruik maakt van de stadsdienst
65% 6,9
7.0
eigen straat
Pagina 12
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Actueel kengetal
Streefwaarden
Realisatie
Jaar
2009
2010
2011
2012
Aantal blackspots en verkeersongevallenconcentraties op gemeentelijke wegen
8
2006
6
5
4
3
Rapportcijfer tevredenheid reizigers in de stadsdienst
7,2
2007
7,4
7,4
7,4
7,4
Prestatie-indicatoren
3.3 Voorstel doelstellingen en indicatoren De doelstellingen zoals die zijn opgenomen in het VVP kunnen aan scherpte winnen door een duidelijkere hiërarchie in de doelstellingen aan te brengen. Dit maakt de besluitvorming over de keuze van projecten in het uitvoeringsprogramma transparanter en dit verbetert de sturing op de uitvoering. Om het keuzeproces in het uitvoeringsprogramma te ondersteunen wordt in de bijlage van deze rapportage een voorstel gedaan voor een nieuwe wijze van prioriteren en rapporteren ten aanzien van de inzet van de reserve stedelijke voorzieningen, compartiment Bereikbaarheid. Uit de door ons gevoerde gesprekken is naar voren gekomen dat bereikbaarheid een logisch hoofddoel zou kunnen zijn en dat aspecten als leefbaarheid en verkeersveiligheid, afgeleide doelstellingen, dan wel randvoorwaarden zijn. Verder lopen in huidige bereikbaarheidsdoelstelling twee zaken door elkaar heen. Met het begrip bereikbaarheid wordt enerzijds gedoeld op de reistijd die nodig is om van A naar B te komen, en anderzijds gaat bereikbaarheid over de mogelijkheid om met verschillende vervoersvormen, bij voorkeur met fiets en Openbaar Vervoer, op de bestemming te komen. In onze ogen kan de bereikbaarheidsdoelstelling uit het VVP dan ook worden gesplitst in twee doelstellingen. Dit is in de onderstaande figuur geschetst.
Uitgangspunt: mobiliteitsgroei faciliteren
Verkeers- en vervoersplan • Reistijd (voldoende doorstroom) • Toename openbaar vervoer en fiets
Randvoorwaarden: leefbaar en veilig
Bij de eerste bereikbaarheidsdoelstelling staat de doorstroming centraal en moeten de belangrijkste knelpunten, die een goede doorstroming op belangrijke routes in de weg staan, worden aangepakt. Bij de tweede bereikbaarheidsdoelstelling staat de modal split centraal. Omdat er sprake is van een autonome groei van het autoverkeer moet het gebruik van OV en fiets extra worden gestimuleerd om de modal split niet te laten verslechteren.
Pagina 13
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
De doelstellingen zoals verder geformuleerd in de programmabegroting zijn op hoofdlijnen goed werkbaar. Wel stellen wij op het niveau van formulering en indicatoren enkele wijzigingen voor. Deze voorstellen worden hieronder beschreven. Reistijd ‘van A naar B’ In de huidige programmabegroting is ten aanzien van doorstroom als doelstelling opgenomen dat de hoofdroutes van het stedelijk hoofdwegennet minimaal moeten voldoen aan de kwaliteitseisen ten aanzien van doorstroming voor de automobilist in de periode 2006-2010. Bij deze doelstelling zijn in de begroting geen indicatoren opgenomen. In de onderstaande tabel is een aangescherpte doelstelling op het gebied van doorstroom geformuleerd. De doorstroom heeft niet alleen betrekking op de doorstroom voor de automobilist, maar ook op andere modaliteiten. Om te kunnen meten of de gemeente erin slaagt de doorstroom te verbeteren, wordt voorgesteld de gemiddelde reistijd als effectindicator te hanteren. Doelstelling Inzet
Het waarborgen van de doorstroom op hoofdroutes van en naar economische centra Reconstructie hoofdwegennet, fiets- en OV-routes. Dynamisch Verkeersmanagement. Pakketstudie Driehoek. Vervoersmanagement. Versterken vervoersketens – overstappunten.
Effectindicator
Gemiddelde reistijd in de spits van rand stad naar economische centra op hoofdroutes: voor fietsers; voor stadsbusreizigers; voor automobilisten.
Ambitie
Ook bij verdere mobiliteitsgroei blijven woon- werklocaties in Amersfoort bereikbaar. Gestreefd wordt naar een betere doorstroming in de spits.
Actie
Om de gemiddelde reistijd te kunnen meten zal een apart monitoringprogramma moeten worden opgezet. Dit is uitvoerbaar en levert ook waardevolle beleidsinformatie op. Ondermeer zal bepaald moeten worden welke hoofdroutes worden gekozen, hoe vaak wordt gemeten en op welke tijdstippen.
Bereikbaarheid fiets en OV De huidige programmadoelstellingen ‘toename fietsgebruik’ en ‘vasthouden aan de modal split’ hangen met elkaar samen. Derhalve wordt voorgesteld om één doelstelling te hanteren. De effectindicatoren die zijn opgenomen in de huidige programmabegroting sluiten goed bij deze doelstelling aan. Wel is het van belang dat wordt gestuurd op de relatieve toename van het aantal OV-reizigers en fietsers en niet op de absolute toename. Door de groei van Amersfoort is een toename van openbaar vervoer- en fietsgebruik immers sowieso al verzekerd.
Pagina 14
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Doelstelling
Het beheersen van de mobiliteitsgroei door een relatieve toename van het Openbaar Vervoer en fietsgebruik.
Inzet
Stimuleren Openbaar Vervoer: pilots goedkoop/gratis OV. Stimuleren fietsgebruik: gratis fietsparkeren; realisatie ontbrekende schakels fietsnetwerk; verbeteren kwaliteit fietsnetwerk.
Effectindicator
Modal split: % OV-verplaatsingen Amersfoorters; % fietsverplaatsingen Amersfoorters. Het aantal reizigers (t.o.v. het inwoneraantal van Amersfoort) dat gemiddeld per werkdag gebruik maakt van de stadsdienst. Het aantal fietsers (t.o.v. het inwoneraantal van Amersfoort) op hoofdroutes (6 telpunten).
Ambitie
De mobiliteitsgroei wordt vooral door de fiets en het OV geaccommodeerd.
Actie
De indicatoren zijn reeds in de huidige programmabegroting voorhanden. De toename van het aantal OV gebruikers en fietsers zal wel in een relatieve waarde moeten worden uitgedrukt. Overigens is de modal split lastig te meten en vraagt het om een behoorlijke monitoringinspanning. Maar om te kunnen bepalen of realisatie van deze bereikbaarheidsdoelstelling op koers ligt is de modal split een onmisbare indicator. Te overwegen valt om de modal split alleen in beleidsevaluaties (om de paar jaar) in beeld te brengen.
Verkeersveiligheid en leefbaarheid In de programmabegroting zijn twee doelstellingen op het gebied van verkeersveiligheid opgenomen. Een doelstelling op het gebied van leefbaarheid ontbreekt, terwijl dit aspect wel is benoemd in het verkeer en vervoersplan. Voorgesteld wordt om één doelstelling op te nemen waarin beide ‘randvoorwaardelijke’ aspecten zijn opgenomen. In de toekomst zou het aspect duurzaamheid (met name klimaat/bijdrage aan CO2-reductie) mogelijk aan dit rijtje kunnen worden toegevoegd. Doelstelling Inzet
Het verbeteren van de verkeersveiligheid en leefbaarheid Woongebieden inrichten als 30 km–zones. Aanpak blackspots en verkeersongevallenconcentraties. Duurzaam Veilig inrichten ontsluitingswegen. Aanpak sluipverkeer.
Effectindicator
Subjectief: rapportcijfer verkeersveiligheid in de eigen straat. Objectief: aantal verkeersongevallen met letselschade op gemeentelijke wegen en woonwijken. Aantal blackspots en verkeersongevallenconcentraties op gemeentelijke wegen.
Ambitie
Rustige en veilige woonwijken.
Actie
Nadere uitwerking van indicatoren en wijze van monitoring.
Parkeren In de huidige programmabegroting is als doelstelling opgenomen om parkeerruimte eerlijk te verdelen en aanwezige parkeergelegenheden beter te benutten. Het meten van de parkeerbalans/-druk past goed bij deze doelstelling.
Pagina 15
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Dit vergt echter een forse monitoringsinspanning, die te weinig extra sturingsmogelijkheden oplevert om de ervaren parkeerproblematiek te verminderen. Feit is namelijk dat het parkeerprobleem nooit naar volle tevredenheid voor iedereen kan worden opgelost. In de praktijk zet de gemeente vooral in op het beheersbaar houden van de parkeerproblematiek. Of de gemeente daarin slaagt, is af te leiden uit een tevredenheidsonderzoek onder inwoners. Deze indicator is reeds opgenomen in de huidige programmabegroting. Doelstelling Inzet
Het beheersbaar houden van de parkeerproblematiek. Aanwijzen en reguleren vergunninggebieden. Opstellen en gebruiken van actuele parkeernormen. Toepassing parkeerbeleid. Beter benutten parkeercapaciteit rond centrum–infovoorziening, gedragsbeïnvloeding, tariefdifferentiatie. Inspelen op toekomstig ontwikkelingen in autobezit met name in woonwijken.
Effectindicator
% inwoners dat tevreden is over de parkeergelegenheid in de buurt, uitgesplitst naar woonachtig in binnenstad, overige vergunninggebieden en buiten de vergunninggebieden.
Ambitie
Bij tevredenheid parkeren in de buurt voor bewoners gaat het om het parkeren in en buiten de vergunninggebieden. Bij het stellen van een doel of streefwaarde ten aanzien van de tevredenheid ligt het voor de hand om een onderscheid te maken tussen het parkeren in de vergunninggebieden en in de binnenstad in het bijzonder en het parkeren buiten de vergunninggebieden. In de binnenstad zou gezien de beperkte parkeergelegenheid voor bewoners een 6 bijvoorbeeld al een mooi cijfer kunnen zijn, terwijl daar buiten een 7 beter passend kan zijn.
Actie
Een onderscheid aanbrengen in de streefwaarden in buurten binnen en buiten de vergunninggebieden en in de binnenstad.
3.4 Risico's De belangrijkste risico's die mogelijk een belemmering vormen voor het behalen van de doelstellingen zijn de volgende: door (nog) sterkere groei van de automobiliteit komen de modal split- en bereikbaarheidsdoelstellingen nog verder onder druk te staan; Amersfoort is voor het bereiken van de doelstellingen sterk afhankelijk van de mobiliteitsmaatregelen op andere schaalniveaus en van de regionale samenwerking. Als de regioaanpak niet slaagt, wordt het waarborgen van de bereikbaarheid binnen Amersfoort ook lastig; er bestaat onvoldoende inzicht in hoeverre de doelstellingen ook haalbaar zijn. Op projectniveau kunnen de bereikbaarheid- en leefbaarheiddoelstellingen conflicteren. Hoe de totale bijdrage is van het uitvoeringsprogramma is niet inzichtelijk. Hierdoor is sprake van risico op adhoc-beleid en toevallige resultaten; doordat de gemeente Amersfoort geen concessiehouder meer is op het gebied van Openbaar Vervoer is beïnvloeding en onderhandeling over maatregelen alleen getrapt mogelijk. Hierdoor wordt de mogelijkheid om te sturen en accenten te leggen beperkter.
Pagina 16
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
3.5 Financiële ruimte Budget Bereikbaarheid Op basis van de programmabegroting 2009 is in de onderstaande tabel in kaart gebracht hoeveel budget de gemeente Amersfoort ter beschikking heeft voor Bereikbaarheid. 2009
2010
2011
2012
Parkeren
€ 2.847.000
€ 2.900.000
€ 2.932.000
€ 2.996.000
Openbaar vervoer
€
533.000
€
634.000
€
534.000
€
509.000
Verkeersregelingen
€
830.000
€
826.000
€
829.000
€
830.000
Vvp
€ 1.192.000
€ 1.361.000
€ 1.453.000
€ 1.543.000
Wijkverkeer en veiligheid
€
€
€
€
Uitvoeringskosten
€ 1.606.000
€ 1.628.000
€ 1.642.000
€ 1.637.000
Subtotaal
€ 7.199.000
€ 7.476.000
€ 7.566.000
€ 7.687.000
Inzet RSV bereikbaarheid
€ 12.100.000
Totaal lasten
€ 19.299.000
€ 7.476.000
€ 7.566.000
€ 7.687.000
Parkeren
€ 3.005.000
€ 3.005.000
€ 3.005.000
€ 3.005.000
Stedelijk verkeer Totaal baten
€ 1.605.000 € 4.610.000
€ 1.605.000 € 4.610.000
€ 1.605.000 € 4.610.000
€ 1.605.000 € 4.610.000
Netto lasten
€ 14.689.000
€ 2.866.000
€ 2.957.000
€ 3.078.000
Lasten
191.000
127.000
177.000
172.000
Baten
In de tabel is een uitsplitsing gemaakt naar de verschillende producten. In de onderstaande paragrafen wordt een analyse naar de financiële ruimte binnen deze producten. Parkeren Bij bestudering van de tabel komt naar voren dat de gemeente omvangrijke baten en lasten verantwoord op het product parkeren. De inkomsten hebben betrekking op: parkeergelden (€ 2.622.000); huur Flintpleingarage (€ 230.000); bijdrage van parkeergarage exploitanten voor informatieborden (€ 107.000); eigen bijdrage voor parkeerkaarten of –plaatsen voor minder valide inwoners (€ 45.000). De gemeente hanteert kostendekkende tarieven en kan hiermee de uitgaven aan parkeren betalen. Hieronder vallen de uitgaven voor het in stand houden parkeervoorziening- en, beleidsontwikkeling, (gratis) fietsparkeren, selectieve toegang (autoluwe) binnenstad en het parkeerroute informatiesysteem. De bestedingsvrijheid wordt beperkt door: met Parkeerservice Amersfoort een raamovereenkomst af te sluiten over het beheer van de parkeerplaatsen en inning van de parkeergelden. De uitgaven hiervoor zijn € 2.066.000. De raamovereenkomst is gestart op 31 december 2004 en kent een looptijd tot en met 2009; voor de overige activiteiten zijn diverse contracten afgesloten die echter allen binnen een termijn van een jaar opgezegd kunnen worden; ook als de contracten (o.a. met Parkeerservice Amersfoort) worden opgezegd, dan zullen de parkeerplaatsen nog steeds beheerd moeten worden en er beheerkosten worden gemaakt.
Pagina 17
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Bij parkeren is, gezien het structurele karakter van de beheerkosten, het verhogen van de parkeerbelasting een mogelijkheid tot heroverweging. De gemeente is vrij om de hoogte van de parkeerbelasting (parkeerautomaten en parkeergarages) te bepalen. Een verhoging met 5% levert, uitgaande van de begroting en een gelijkblijvende bezetting, circa € 130.000 op. Overigens heeft het verhogen van de parkeergelden gevolgen voor diverse andere beleidsvelden. Voor parkeervergunningen mag de gemeente maximaal kostendekkende tarieven in rekening brengen. De mogelijkheid tot heroverweging is hierbij beperkt. Openbaar vervoer De concessie voor het openbaar vervoer is met ingang van 2009 overgegaan naar de provincie Utrecht. Het budget van de gemeente heeft betrekking op het uitvoeren van een proef voor het realiseren van goedkoper openbaar vervoer. Op dit moment zijn hiervoor nog geen meerjarige verplichtingen aangegaan. Verkeersregelingen Van de uitgaven heeft € 412.000 (in 2009) betrekking op kapitaallasten voor investeringen in verkeersregelinstallaties. De mogelijkheden om voor deze budgetten aan te wenden voor andere doeleinden zijn beperkt. De investeringen zijn immers in het verleden gerealiseerd. Aan onderhoud van de verkeersregelinstallaties verwacht de gemeente € 306.000 in 2009 uit te geven. Hiervoor zijn onderhoudscontracten en serviceovereenkomsten afgesloten met 9 leveranciers. De meeste contracten zijn voor onbepaalde duur aangegaan. De jaarlijkse verplichting die voorvloeit uit de contracten bedraagt € 188.000. Het overige budget is bestemd voor kleine reparaties en dergelijke. Hiervoor zijn geen verplichtingen aangegaan. De energiekosten bedragen € 112.000 in 2009, hiervoor zijn circa 80 contracten afgesloten. Alle bovenstaande uitgaven hebben te maken met de instandhouding van het huidige voorzieningenniveau. In onze ogen is daarmee de bestedingsvrijheid in de praktijk beperkt. Verkeer- vervoersplan(VVP) In 2009 geeft de gemeente circa € 1.190.000 uit aan rente en afschrijving voor investeringen in verkeerskundige aanpassingen. De mogelijkheden om voor deze budgetten aan te wenden voor andere doeleinden zijn beperkt. De lasten hebben immers betrekking op investeringen die in het verleden zijn gerealiseerd. Daarnaast heeft de gemeente vanaf 2010 een bedrag van € 103.000 gereserveerd voor allerhande uitgaven, zoals het opstellen van een nieuw verkeers- en vervoersplan. Op dit budget rusten geen meerjarige verplichtingen. Wijkverkeer en veiligheid Voor wijkverkeer en veiligheid is er in 2009 een budget van € 64.000 structureel voor kleine verkeerskundige aanpassingen, zoals de aanleg van een drempel. Hierbij zijn geen meerjarige verplichtingen aangegaan. De rest van het budget, € 127.000 in 2009 oplopend tot € 112.000 in 2011, is bestemd voor een bijdrage in de optimalisatie van de snelfietsroute Vathorst.
Pagina 18
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Uitvoeringskosten De doorberekende kosten van de afdeling verkeer zijn circa € 1,63 miljoen per jaar. De loon4
kosten en direct toe te rekenen overhead is € 766.000 . De gemeente kent 'theoretisch gezien' bestedingsvrijheid ten aanzien van dit bedrag, aangezien de werkzaamheden van de afdeling Verkeer en Vervoer niet zijn verankerd in wettelijke verplichte taken. Reserve Stedelijke Voorzieningen, compartiment Bereikbaarheid Op de programmabegroting staan investeringen geraamd in 2009 van € 12,1 miljoen. Daarnaast worden ook baten gerealiseerd van € 1,6 miljoen. Zowel de baten als de lasten hebben betrekking op de inzet van de Reserve Stedelijke Voorzieningen, compartiment Bereikbaarheid. In de begroting wordt alleen de storting en de onttrekking geraamd voor het eerstvolgende jaar. In dit geval 2009. In de programmabegroting 2009 is aangegeven dat in de reserve een financieel tekort is voorzien van € 7,1 miljoen in 2015. De gemeente hoopt dit tekort te kunnen terugbrengen door extra bijdragen van derden, versobering in de uitvoering en aanbestedingsvoordelen. In de onderstaande tabel is met behulp van het ambtelijk ontwikkelde 'zaagtandmodel', aangegeven bij welke projecten er op welke wijze reeds een claim is gelegd op de reserve en wat dus de bestedingsvrijheid in de reserve is.
4
Hiervoor zijn de standaardbedragen gehanteerd die de gemeente Amersfoort gebruikt bij de begroting voor het berekenen van de kosten voor personeelsuitbreiding. Deze bedragen verschillen per functieschaal en worden verhoogd met een vaste opslag voor facilitaire voorzieningen en personeel en bureaukosten. Ook is ervan uitgegaan dat de ambtelijke inzet voor 50% wordt verantwoord op projecten.
Pagina 19
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Mate van claim en bijbehorende projecten
Bedrag (in miljoenen)
Afgeronde projecten
€ 9,68
Projecten in uitvoering: verplichting aangegaan
€ 21,42
OV Vathorst, gratis fietsparkeren, fietsverbinding De Hoef/Oude Lageweg, fietsroute Valleikanaal, Euterpeplein, snelfietsroute Vathorst, fietsverbinding Kattebroek-Zuidwest, fietsverbinding Nieuwland Vathorst, verkeersmaatregelen Bergkwartier Noord, verkeersveiligheid en leefbaarheidsmaatregelen, Flierbeeksingel, reconstructie tracé Vondellaan-Gasthuislaan, reconstructie Ulebord, reconstructie knoop Hogeweg/A28, project Hertekop, reconstructie Zielhorsterweg, 2-richtingen Asch van Wijkstraat. € 6,02
Projecten in uitvoering: deels verplichtingen / deels geoormerkt geld Verkeersveiligheid rond scholen en knelpunten in wijken (verplichtingen tot en met 2009), 30 km maatregelen (verplichtingen tot en met 2009), pakketstudie (verplichtingen tot en met 2012).
€ 5,72
Projecten nog niet in uitvoering, wel geoormerkt geld DVM doorstroming en benutting, verkeersmodellen, programmamanagement RSV, monitoring en beleidsontwikkeling, voorfinanciering zwembad
€ 30,22
In voorbereiding, geoormerkt geld Toegankelijkheidsmaatregelen haltes, herijking fietsstimuleringsplan, Utrechtseweg, park & ride station Schothorst, CSG II Kersenbaan, extra budget verdieping/ongelijkvloers, vernieuwing Hogewegzone, actualisatie VVP. Subtotaal
€ 73,06
In voorbereiding, nog geen onomkeerbaar besluit
€ 2,4
Uitbreiding fietsstimuleringsplan, sluipverkeer hoogland € 2,18
Reserveringen Toekomstige meeliftprojecten om efficiënt werk met werk te maken: als weg 'open' gaat verkeerskundige aanpassingen doorvoeren. Subtotaal
€ 4,58
Totaal
€ 77,64
Dekking
€ 70,50
Voeding RSV, geaccepteerd tekort financiering zwembad, projectclaims kadernota, verwachte input provincie. € 7,14
Tekort
Uit het zaagtandmodel komt naar voren dat er voor € 73,06 miljoen aan claims liggen op de reserve. Het geld dat is bestemd voor projecten onder de 'zaagtand', € 4,58 miljoen, kan zonder desinvesteringen en het niet nakomen van toezeggingen, voor andere doeleinden worden ingezet. Aangezien er voor € 70,5 miljoen aan dekkingsmiddelen verwacht wordt, is de reserve ontoereikend om zelfs de projecten te financieren waar inmiddels een claim op rust. Binnen de reserve zien wij dan ook geen bestedingsvrijheid. In de programmabegroting is aangegeven dat in 2009 enkele grote projecten worden aanbesteed, waarna er meer duidelijkheid ontstaat over de noodzaak om al dan niet in de uitvoering van de projecten te prioriteren.
Pagina 20
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
3.6 Heroverwegingsmogelijkheden Net als bij Economie is de gemeente binnen het programmaonderdeel Bereikbaarheid nauwelijks gebonden aan wettelijke taken, waardoor er ruimte is om ingezette middelen te heroverwegen. Deze ruimte wordt beperkt doordat veel uitgaven in de reguliere begroting betrekking hebben op instandhouding en onderhoud van verkeersvoorzieningen. Ook blijkt uit de analyse van paragraaf 3.5 dat er geen bestedingsvrijheid naar voren komt ten aanzien van de reserve stedelijke voorzieningen, compartiment Bereikbaarheid. Sterker nog, na 2015 is de RSV, compartiment Bereikbaarheid leeg. De voeding vanuit de algemene middelen is circa 2 tot 3 miljoen per jaar. Dit is waarschijnlijk onvoldoende om de ambities en projecten op de langere termijn te kunnen realiseren. De bestedingsvrijheid van de gemeente heeft betrekking op de volgende productonderdelen: 2010 Parkeren (verhogen parkeerbelasting) PM
2011
2012
PM
PM
Openbaar vervoer
€ 634.000
€ 534.000
€ 509.000
Vvp
€ 103.000
€ 103.000
€ 103.000
Wijkverkeer en veiligheid
€ 64.000
€ 64.000
€ 64.000
Uitvoeringskosten
€ 766.000
€ 766.000
€ 766.000
Totaal
1.567.000
1.467.000
€ 1.442.000
De inkomsten die kunnen worden gegenereerd door het verhogen van de parkeerbelasting zijn in de tabel als PM omschreven. De (extra) inkomsten hangen namelijk af van de mate waarin de parkeertarieven verhoogd worden indien wordt besloten tot aanpassing van de tarieven. In de onderstaande tabel zijn de heroverwegingsmogelijkheden uitgedrukt in percentage van de totale financiële omvang van het programmaonderdeel Bereikbaarheid. 2010
2011
2012
Bestedingsvrijheid
€ 1.567.000
€ 1.467.000
€ 1.442.000
Totaal lasten Bereikbaarheid
€ 7.476.000
€ 7.566.000
€ 7.687.000
Percentage
21%
19%
19%
Pagina 21
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Bijlage 1 Keuzes in het uitvoeringsprogramma Naast de uitgaven die worden betaald uit de reguliere begroting is voor investeringen in het programmaonderdeel bereikbaarheid budget gereserveerd in de 'Reserve stedelijke voorzieningen – compartiment Bereikbaarheid'. In onze ogen geeft de huidige toelichting op de reserve in de programmabegroting een goed inzicht in de stand van de reserve, het verloop van de reserve en de financiële resultaten die voor de verschillende projecten worden verwacht. Uit de toelichting komt minder duidelijk naar voren welke invloed eventuele keuzes hebben op het bereiken van de programmadoelstellingen en welke mogelijkheden tot herprioritering zich nog voordoen. De mogelijkheden tot herprioritering kunnen scherper naar voren worden gebracht aan de hand van het zaagtandmodel dat is beschreven in paragraaf 3.5. Voor een sterkere link tussen het strategische beleid, de bereikbaarheidsdoelen en de (financiële) programmering wordt voorgesteld een afwegingsmatrix te hanteren. In de matrix wordt per project aangegeven wat de bijdrage van het project is aan de bereikbaarheidsdoelen, inclusief consequenties voor de afgeleide doelstellingen op het gebied van verkeersveiligheid en leefbaarheid. Een dergelijke afwegingsmatrix zou er als volgt uit kunnen zien: RSV uitgaven Doorstroom
OV en
Leefbaarheid en Parkeren
hoofdroutes
fietsgebruik
veiligheid
Totaal
Project X
€ 4,5
0
++
0
+
+++
Project Y
€ 2
++
-
-
++
++
Totaal
€ 6,5
++
+
-
+/++
++/+
In plaats van te werken met plussen en minnen, zou ook gekozen kunnen worden voor een matrix waarin de bijdrage van het project aan de verschillende doelstellingen wordt beschreven.
Pagina 1
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Bijlage 2 Geraadpleegde documenten Overkoepelende documenten Bedrijfsbegroting 2008-2011, sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer. Voorlopige bedrijfsbegroting 2009-2012, sector Stedelijke Ontwikkeling en Beheer. Programmabegroting 2009-2012, gemeente Amersfoort. Lijst met risico's uit de algemene risico inventarisatie. Standaardbedragen per salarisschaal voor raming van personeelsuitbreidingen. Bereikbaarheid Bereikbaarheidsprofiel Eemland, januari 2001. Contract huur fietsenstalling. Dienstverleningsovereenkomst parkeerservice. Dynamisch Verkeersmanagement in Amersfoort, visie en uitvoeringskader, maart 2001. Formatieoverzicht afdeling Verkeer en Vervoer. Openbaarvervoersvisie 2001, Naar een toekomstvast openbaar vervoer, augustus 2001. Onderhoudscontracten verkeersregelinstallaties. Parkeerbeleidsplan, Kiezen of delen, april 2005. Plan van aanpak, pakketstudies ring Utrecht en Driehoek A1/A27/A29, juni 2007. Verkeersveiligheidsplan Amersfoort 2008-2011, januari 2008. Zaagtandmodel Reserve Stedelijke Voorziening. Economie Aanpak Marketing en acquisitie, Amersfoort: tot uw dienst!, februari 2005. Amersfoort Werkt, plan van aanpak Economie, november 2004. Economische acties tot 2008. Formatieoverzicht afdeling Economische Zaken. Innovatieprogramma 2008-2011. Meerjaren Ontwikkelings Programma Grote Steden Beleid 2005-2009, Groeipijn & perspectief, november 2004. Nota perifere detailhandel Amersfoort, december 2003. Nota detailhandel 2002, winkelen in Amersfoort. Nota horecabeleid. Uitvoeringsprogramma startende ondernemingen in Amersfoort, 2008.
Pagina 1
4 februari 2009 Ons kenmerk 1010514-2-008/ebv/gcar
Bijlage 3 Geïnterviewde medewerkers Afdeling Verkeer en Vervoer Astrid van de Aker. Cor Bakker. Eric van Duijn. Johan Boelhouwers. Mark Stemerdink. Walter Prot. Afdeling Economische Zaken Han Engels. Mano Chandoe. Tom van Nijen. Afdeling Bedrijfsvoering Aline Wolswinkel. Nursel Alpkilic-Tat. Sander Rutten. College van B&W Gert Boeve. Ruud Luchtenveld.
Pagina 1