OVERZICHT De Ronde 05-02-2013 Aanvang: 19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
19:00 Gevolgen bezuinigingen op thuiszorg en AWBZ voor Amersfoort vrz: Meijer pfh: Boeve secr: Bongers
Visie op Onderwijshuisvesting
vrz: Barske pfh: Tigelaar secr: Van Kan
20:30 Tijd
Observant
20:30 Het Nieuwe Perspectief
vrz: Kennedy-Doornbos pfh: Bolsius secr: Bongers
22:00
1
Datum: Aanvang:
dinsdag 5 februari 2013 20:30
Het Nieuwe Perspectief Informatie, rondetafelgesprek
Het Nieuwe Perspectief Informatie, rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Het Nieuwe Perspectief (pdf) Bijlage - Nieuw Perspectief - concept (pdf) Besluitenlijst Het Nieuwe Perspectief (pdf) Verslag Het Nieuwe Perspectief (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder
Nieuw Perspectief 5 februari 2013 College van B&W Hele college
Reg.nr.
Ambtelijk contact
4302555
Van Winkel (tel.4694318)
Samenvatting
In de aanpak van ‘Nieuw Perspectief’ krijgen burgerinitiatieven meer ruimte en ook het gezamenlijk met de stad oppakken van publieke taken wordt verkend. Enerzijds wegens de financiële krapte, anderzijds om beter aan te sluiten op de vitale samenleving. Aan een 'rondetafel' spreken raadsleden, actieve burgers en ambtenaren over hoe dat kan of moet. De vijf thema’s voor het rondetafelgesprek zijn: onze buurt, vangnet met meerwaarde, online gemak, regionalisering, en rendement heeft toekomst. Zie voor een toelichting het "CONCEPT Nieuw Perspectief: themakeuze."
Doel activiteit
Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek De gemeente Amersfoort wil anders gaan werken. Enerzijds wegens de financiële krapte, anderzijds om beter aan te sluiten op de veranderende samenleving. De verkenning naar een nieuwe werkwijze is uitgewerkt in de notitie “CONCEPT Nieuw Perspectief: themakeuze”. Informateur Van Bergen adviseerde de raad actieve betrokkenheid bij en inzet op dit thema.
Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Kennis te nemen van de conceptnotitie Nieuw Perspectief en met elkaar, met burgers en de ambtelijk projectleiders in gesprek te gaan. De avond bestaat uit een korte aftrap door mevrouw Kennedy-Doornbos, plv.vz. gemeenteraad en de heer Buijtelaar, wethouder Financiën namens het college; daarna enkele rondes discussie aan deeltafels per thema (methode ‘wereldcafé’) en tenslotte een plenaire afsluiting. De locatie wordt daarop aangepast. LET OP locatiewijziging: bijeenkomst in OBSERVANT.
Vervolgtraject
In februari en maart wordt het gesprek met betrokkenen uit de stad gezocht, in maatwerk op de vijf genoemde thema’s. Dit moet leiden tot uitzicht op nieuwe werkwijzen voor de gemeente, meer samen met de stad en met lagere kosten. Op 23 april is daarover de ‘Kadernota’ gereed, waarover in mei wordt gedebatteerd.
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Verslag CONCEPT Nieuw Perspectief: themakeuze
#4302555 v1 - AGENDAPUNT DR 5-2-2013 HET NIEUWE PERSPECTIEF
x BIS
Raadsstukken
Fractie
Gemeente Amersfoort
CONCEPT Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad
Reg.nr. Datum
: College van B&W
Programma
: 4288137 : 15 januari 2013 1. Algemeen bestuur : & public affairs
TITEL Nieuw Perspectief: themakeuze Met de RIB 2012-130 hebben wij uw Raad geïnformeerd over de wijze waarop wij invulling willen geven aan een blijvend betaalbare gemeentelijke overheid, in deze tijd van economische recessie, rijksbezuinigingen en teruglopende inkomsten. Een grote opgave. Wij hebben voorgesteld hiertoe een Nieuw Perspectief te ontwikkelen. Nu zijn we toe aan een belangrijke eerste stap: het benoemen van thema’s waarlangs wij gaan zoeken naar kansen en mogelijkheden voor dit Nieuw Perspectief. Daarover gaat dit concept. Maar dit proces moet, zeker in de huidige bijzondere omstandigheden, niet een zaak van het college alleen zijn maar van de hele raad. Daarom hebben wij het Presidium verzocht een rondetafel bijeenkomst te beleggen. Het is ons inziens essentieel om met u en betrokken Amersfoorters van gedachten te wisselen over de aanpak en invulling van Nieuw Perspectief.
AANLEIDING Er zijn twee aanleidingen voor Nieuw Perspectief: (1) de samenleving verwacht een andere overheid, en (2) er is een aanzienlijke bezuinigingsopgave. (1) Nederland is de laatste decennia sterk veranderd. Welvaart en opleidingsniveau zijn verder gestegen en wij hebben ons moeten instellen op een omgeving waarin nieuwe, mondiale ontwikkelingen en problemen domineren. Bovendien is het zelforganiserend vermogen de laatste jaren enorm toegenomen, vooral door informatie- en communicatietechnologie. Mensen kunnen in no time zichzelf organiseren. Instellingen en bestuur lopen hier op achter. Wij hebben nog nauwelijks een antwoord om de veranderde samenleving. Samengevat: de samenleving is horizontaler geworden maar ons bestuur is nog grotendeels verticaal ingericht. De overheid moet beter inspelen op wat nodig is en wat niet (meer). (2) Daarnaast hebben wij te maken met teruglopende financiële slagkracht. We willen de krimp niet meer invullen met taakstellingen per beleidsveld. Om juist de overlap tussen beleidsvelden te benutten moeten we naar een Nieuw Perspectief en een nieuwe werkwijze. Te meer omdat het best mogelijk is dat, na deze ronde, de bezuinigingen in de toekomst verder oplopen. We willen niet steeds verschralen, niet het ‘bezuinigingen’ centraal stellen maar uitgaan van wat de samenleving zelf wil en kan. Daarna pas zien wat nog nodig is binnen de grenzen van een ‘blijvend betaalbare overheid’. Zie hiervoor Raadsinformatiebrief 2012-130. Sindsdien zijn de omstandigheden verder aangescherpt. De gemeentebegroting moet met €6 miljoen krimpen, maar de mogelijkheden om te bezuinigen nemen af. Dat blijkt het meest duidelijk in het sociale domein, waar het kabinetsakkoord uitzicht geeft op forse rijksbezuinigingen: in het sociale domein komen tegelijk taken en omvangrijke kortingen op de gemeenten af. Het is voor ons een open vraag of daar - naast het verwerken van de rijksbezuinigingen - verdere bezuinigingen te vinden zullen zijn.
Inlichtingen bij: Jos van Winkel, S&B, (033) 469 4318
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 2
ADVIES ROB: “LOSLATEN IN VERTROUWEN” Verandering hangt in de lucht. Amersfoort is niet de eerste en niet de enige die op zoek is naar Nieuw Perspectief. Recent bracht de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) het advies uit “Loslaten in vertrouwen. Naar een nieuwe verhouding tussen overheid, markt én samenleving” (dec. 2012). Daarin adviseert de ROB over de vermaatschappelijking van overheidstaken, met een aantal verhelderende constateringen die voor een goede diagnose van belang kunnen zijn: • Veel taken die wij nu als overheidstaken zien zijn ooit begonnen als particulier initiatief en gaandeweg ‘geprofessionaliseerd’; • De vitale samenleving, waarin burgers en ondernemers actief en betrokken zijn en zich belangeloos inzetten voor hun medemensen, buurt, vereniging, gemeente, de natuur of ander ideaal, is springlevend en kan de vermaatschappelijking van taken aan; • Valkuil van de overheid daarbij is overvragen van vrijwilligers, overnemen van initiatieven en overspoelen van initiatieven met procedures en regels; • De motivatie bij het overdragen van publieke taken aan burgers en hun verbanden moet de erkenning van de eigen kracht zijn en niet louter bezuinigen of het ‘afwentelen’ van kosten; • De overheid moet een vangnet blijven garanderen voor kwetsbaren in de samenleving. De ROB adviseert werk te maken van de overgang naar de ‘voorwaardenscheppende staat’. Wat is er nodig om die omslag te maken? Vier punten worden door de ROB geaccentueerd: 1. De nieuwe rolopvatting van de overheid heeft alleen kans van slagen als ook markt en samenleving adequaat functioneren en met elkaar in balans zijn. Geen ervan kan gemist worden. ‘Meer samenleving’ betekent dus niet zomaar ‘minder markt’ want elk domein heeft z’n eigen waarde en sterke punten; 2. De omslag naar een voorwaardenscheppende staat betekent een andere werkwijze voor ambtenaar. Behalve de ‘inhoudelijk deskundige’ meer de ‘procesbegeleider’; 3. Politici moeten daadwerkelijk meer ruimte geven aan particulier initiatief in plaats van te hechten aan de eigen formele macht en het zogenaamde politieke primaat (“geen burgerschap zonder zeggenschap”). Ook hier gaat het om een andere balans; 4. De overheid kan in principe sturen met geld, regels, en door te communiceren. Van deze drie wordt communicatie “het belangrijkste sturingsinstrument”, stelt de ROB. Dit stelt hoge eisen aan de communicatieve vaardigheden van ambtenaren. De ROB schetst in zijn advies een diepgaande transitie van de rol en het gedrag van de overheid, nodig om beter aan te sluiten op de netwerksamenleving. Die vitale samenleving maakt een compactere overheid mogelijk, “in die volgorde en niet andersom” aldus de ROB. Het advies ‘Loslaten in vertrouwen’ sluit aan bij eerdere ROB studies over de overgang van een ‘verticale’ naar een ‘horizontale’ samenleving, bij NICIS-studies over ‘Doe-democratie’, bij de recente WRR-studie ‘Vertrouwen in burgers’ enz. Nogmaals: verandering hangt in de lucht.
INHOUDELIJKE UITGANGSPUNTEN Het zoeken van een Nieuw Perspectief om te komen tot een kleinere, betaalbare overheid die uitgaat van wat de samenleving zelf kan geeft nadere invulling aan ons uitgangspunt ‘ruimte voor de kracht van de stad’. Deze zoektocht hoeft zich niet in een vacuüm af te spelen. Uitgangspunt is dat wij beleidsterreinen meer in samenhang willen bezien, dat Amersfoort ruimte blijft geven aan dynamiek en dat wij de Amersfoortse kwaliteiten koesteren, en tenslotte dat de overheid schild voor de zwakken blijft. Samenhang benutten De overlap in beleidsterreinen en vooral het opnieuw samenbrengen van tot nu toe gescheiden werelden is een belangrijke kans voor innovatie. Mogelijk is het opnieuw definiëren van onze begrotingsprogramma’s een goed middel om nieuwe verbanden te ontdekken. We kunnen dan denken aan het brengen van samenhang binnen het sociale domein, maar ook de relaties van het sociale en het fysieke domein, de Dienstverlening integraler bezien, de Leefbaarheid vasthouden door integrale aandacht voor veiligheid, wijken en wijkontwikkeling en het beheer van de openbare ruimte.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 3
Amersfoort moet dynamisch blijven De groei van de stad zal in kwantitatieve zin gaandeweg worden afgebouwd maar daarmee is de dynamiek niet afgelopen, integendeel: Amersfoort blijft ruimte bieden aan ontwikkeling en vernieuwing. De toekomst is niet voorspelbaar en daarom moeten we vooral flexibel en snel op veranderingen kunnen inspelen. Voor de stad blijft goede bereikbaarheid, ook via glasvezel, essentieel. We moeten excelleren en innovatie gericht stimuleren waar economische clusters overlappen. Uitstekende dienstverlening en beperking van regeldruk geeft ruimte voor ondernemerschap en dat is echt nodig om Amersfoort qua werkgelegenheid op voorsprong te zetten. Amersfoortse kwaliteiten koesteren Amersfoort heeft bijzondere kwaliteiten. De Amersfoortse arbeidsparticipatie is hoog, het percentage kinderen nog hoger. Amersfoort heeft in het land een unieke positie: veel jonge hoogopgeleiden willen hier hun gezin stichten en hun zorgtaken en carrières combineren. Voorzieningen, cultuur, onderwijs, opvang: wat Amersfoorters gelukkig maakt is goed voor de stad en omgekeerd. Wij zijn aantrekkelijk als woon-werk stad met een veilig, groen, en kindvriendelijk klimaat. Naast de historische binnenstad, de economische dynamiek, goede bereikbaarheid en het aantrekkelijke woonklimaat wordt de identiteit van de stad bepaald door haar mentaliteit. Dat is de combinatie van ambitie in ondernemerschap, openheid, en de ontspannen relaxte sfeer. De stad heeft veel plekken om elkaar te ontmoeten en heeft sterke, open netwerken. Amersfoort geeft om de kwaliteit van leven en wil een duurzame stad zijn. Overheid blijft schild voor de zwakken De overheid is niet enkel klantgericht, handhaver, responsief en facilitator, maar stimuleert ook gemeenschapszin en zorg voor elkaar. Zowel vanuit normen van medemenselijkheid als om menselijk talent te benutten. De overheid is het schild van de zwakken - liefst om zelfredzaam te maken. De rijksoverheid zal in de komende jaren een groot pakket zorgtaken onderbrengen bij gemeenten omdat die dichterbij staan en meer samen-redzaamheid kunnen organiseren. Ook bij deze overheidstaak is een vernieuwende werkwijze gewenst.
BEOOGD EFFECT Een andere gemeentelijke werkwijze is gericht op de kracht van de stad. Met ‘kracht van de stad’ wordt bedoeld dat de toegenomen potentie van de ‘doe-democratie’ meer ruimte krijgt. Er zijn – ook in Amersfoort – vele voorbeelden van succesvolle burgerinitiatieven: van Wagenwerkplaats tot Hoofdstad van de Smaak, van De Stier tot wijkcentra en vele andere zelfbeheerprojecten. Voorbeelden die laten zien dat het kan, soms door eerdere bezuinigingen tot stand gekomen. Gemeente en instellingen kiezen een bescheiden rol en werken vanuit de vraag wat de samenleving van nu nodig heeft, o.a. om dat zelforganiserend vermogen te ondersteunen. De invalshoeken van waaruit wij een Nieuwe Perspectief willen zoeken zijn daarom: • Een andere verdeling van verantwoordelijkheden; • Samenwerking, zowel intern als extern; • Integratie tussen nu nog onderscheiden onderdelen en domeinen; • Sneller en flexibeler inspelen op maatschappelijke ontwikkeling; • Een effectief vangnet waarborgen. Wij zijn er van overtuigd dat om effectief te kunnen veranderen, niet alles in één keer kan worden aangepakt. Daarom zijn een vijftal inhoudelijke perspectiefthema’s benoemd: (a) publieke ruimte; (b) zorgzaam voor elkaar; (c) dienstverlening; (d) betere samenwerking; en (e) een vitale en duurzame stad. Deze perspectiefthema’s worden hieronder toegelicht en bij elk daarvan wordt aangegeven welk concreet onderwerp als eerste in 2013 zou moeten worden verkend. In latere jaren kan de innovatie weer vanuit nieuwe accenten worden opgepakt. criteria Er zijn vele invullingen van de perspectiefthema’s mogelijk. In de keuze voor wat in 2013 met voorrang moeten worden aangepakt is (niet geheel onverwacht gezien de omstandigheden) een financiële component doorslaggevend geweest. Belangrijk in de themakeuze is om echte
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 4
vernieuwing mogelijk te maken en om samenhang tussen beleidsterreinen te benutten. Maar meer dan in mogelijk toekomstige innovatieslagen is in deze ronde een van belang de mate waarin de gemeentelijke begroting kan worden ontlast als hier een andere werkwijze wordt gevonden. Met andere woorden: het moet behalve een betere overheid ook echt ergens over gaan qua financiën die met dit thema zijn gemoeid. Hieronder steeds: het algemene thema met toelichting, de wijze waarop dit in 2013 wordt opgepakt, en suggesties voor mogelijke invulling in latere jaren.
a. PUBLIEKE RUIMTE. Dit perspectief biedt bij uitstek mogelijkheden om de verantwoordelijkheidsverdeling tussen samenleving en gemeente op nieuwe leest te schoeien. Voor veel mensen is de publieke ruimte bij uitstek het domein waar de gemeente voor verantwoordelijk is. Daar is meer ruimte nodig voor het initiatief van de Amersfoorters zelf. In 2013 willen we de verkenning naar een andere werkwijze richten op het onderwerp: “Onze buurt”. De directe leefomgeving is voor velen heel concreet, tastbaar, en ‘dicht bij het bed’. Het is wenselijk dat het gevoelde eigenaarschap van de publieke ruimte weer komt te liggen bij de Amersfoorters zelf. In de afgelopen jaren is al veel ervaring opgedaan met zelfbeheer-projecten. Toch sluit de gemeentelijke werkwijze meestal niet aan bij de beleving van buurtgenoten. De gemeente kijkt vooral vanuit specifieke beleidsterreinen naar de delen van de stad. Er is meer ruimte nodig voor zelf-werkzaamheid en voor initiatieven die in buurten en wijken zelf tot stand komen. Wel zijn recent een serie wijkprofielen opgeleverd, waarin een gedeelde probleemdefinitie per wijk staat opgetekend. De verkenning is gericht op de vraag hoe de gemeentelijke werkwijze zó kan worden aangepast, dat (*) wat de gemeente doet (nóg) beter aansluit bij wat bewoners en ondernemers willen; (*) het gevoel van nabijheid en eigenaarschap wordt verzilverd doordat bewoners en ondernemers meer verantwoordelijkheden kunnen nemen in de publieke ruimte; en (*) crossovers worden benut, waarbij een aanpak zowel sociale, fysieke, als economische effecten oplevert. Mogelijk is het nader verkennen en oprichten (door de gemeente of juist door actieve betrokkenen) van wijkondernemingen een interessante weg om de krachten in een buurt of wijk te bundelen en de verantwoordelijkheid daarvoor anders te beleggen. In de jaren na 2013 zijn mogelijke invullingen bijvoorbeeld veiligheid of mobiliteit. Met name buurtbetrokkenheid bij veiligheidszaken is essentieel en in Amersfoort al deels opgepakt, vandaar dat wij hieraan nu geen voorrang geven.
b. ZORGZAAM VOOR ELKAAR. Waar zelfredzaamheid van mensen tekort schiet, tijdelijk of langer, is het sluipenderwijs steeds gebruikelijker geworden om naar de overheid te kijken voor oplossingen. Ten onrechte. De stap daarvóór, ‘samen-redzaamheid’ om een tekort aan zelfredzaamheid op te vangen, wordt dan overgeslagen. Zorgzaam-voor-elkaar wordt te veel uit handen genomen en ‘geprofessionaliseerd’, terwijl het juist nodig is om de werkwijze van de gemeente zó aan te passen dat de ‘civil society’ wordt versterkt. De overheid kan dan een adequaat vangnet blijven garanderen. Langs twee sporen: (1) samenredzaamheid ruimte geven en benutten, en (2) waar de overheid het vangnet vormt, dit ook slim en efficiënt organiseren (werk met werk maken). Want de gemeente behoudt wél een verantwoordelijkheid als vangnet. Anders dan bij het onderwerp “onze buurt” hierboven, hoeft het hier niet om wijkse betrokkenheid te gaan. Bestaande sociale verbanden voorop stellen, van sportverenigingen tot kerken en van webcommunities tot hobbyclubs, kan de eenzijdige ‘consumenten’beleving ombuigen naar onderlinge betrokkenheid en zorg voor elkaar.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 5
In 2013 willen we de verkenning naar een andere werkwijze richten op het onderwerp: “Vangnet met meerwaarde”. Dit onderwerp zit vooral in het tweede spoor, slim en efficiënt organiseren van waar de overheid een vangnet vormt. Gezien de bezuinigingsnoodzaak krijgt dat voorrang. Ondertussen wordt wél al gewerkt en voorbereid aan het eerste spoor, samenredzaamheid, in het kader van de aangekondigde decentralisaties van rijkstaken in het sociale domein. Kwetsbare Amersfoorters die in een aangepaste werkvoorziening toch nuttig werk voor de samenleving kunnen verrichten, worden in de komende periode geconfronteerd met stelselwijzigingen in de sociale werkvoorziening. Velen daarvan worden momenteel indirect (via Amfors) ingeschakeld voor werk dat de gemeente aanbesteedt, als ware het een ‘markt’. Daarnaast zijn er Amersfoorters die, aangewezen op de bijstand, een maatschappelijk relevante bijdrage zouden kunnen leveren volgens de ‘voor wat, hoort wat’ doctrine. Historische voorbeelden uit perioden van economische crisis, zoals het Amersfoorse bosbad, laten zien dat het bijeen brengen van publiek gefinancierd werk en publiek gefinancierde bestaanszekerheid veel meerwaarde tot stand kan brengen. Een hedendaagse verkenning naar nieuwe manieren waarop de vangnet-functie kan worden gecombineerd met maatschappelijk relevant werk zou besparingen of potentiële meerwaarde aan het licht kunnen brengen. Denk daarbij aan het voorkomen van kosten voor uitkering, stoppen met onnodige bureaucratie en rondpompen van geld en het deelnemen van onze inwoners aan het maatschappelijk leven middels werk. In de jaren na 2013 zijn mogelijke invullingen o.a. de wijze waarop de Jeugdzorg wordt ingericht en de gedecentraliseerde AWBZ-taken worden uitgevoerd. Deze veranderingen in werkwijze worden overigens dit jaar al wel voorbereid en verkend.
c. DIENSTVERLENING. Dit perspectief biedt de mogelijkheid om met andere werkwijzen zowel de dienstverlening te moderniseren als de kosten te verlagen. De gemeentelijke overheid is voor een heel aantal dienstverleningstaken deels of geheel monopolist en dient zichzelf dus efficiëntienormen op te leggen en tevredenheidsmetingen te doen. Dienstverleningstaken zijn divers: van paspoortverstrekking tot vuilophaal en van informatievoorziening tot vergunningverlening. In 2013 willen we de verkenning naar een andere werkwijze richten op het onderwerp: “Online gemak”. In de reisbranche is het al heel gewoon: je boekt zelf je ticket, kiest een comfort-niveau en print je boarding-pass. Digitalisering en automatisering combineren selfservice en een gepersonaliseerd product met verwachtingenmanagement en kostenbesparing. De gemeente kan hier nog wel wat slagen maken. Het zou mooi zijn als 90% van de klantvragen via een ‘Easyjet-methode’ worden afgewikkeld en de persoonlijke maar dure face-to-face begeleiding beperkt blijft tot de 10% voor wie het digitale kanaal niet voldoet of voor wat wettelijk nog niet mag. Daarvoor is een doordachte herinrichting van werkprocessen nodig. In de jaren na 2013 zijn mogelijke invullingen bijvoorbeeld de wijze waarop de gemeentelijke informatievoorziening is ingericht of de herkenbaarheid en aanspreekbaarheid van onze verbonden-partijen-dienstverleners op straat. De financiële impact van deze invullingen is minder groot, vandaar dat wij daaraan in 2013 nog geen voorrang geven.
d. BETERE SAMENWERING. Samenwerking is een sleutelwoord geworden voor de gemeentelijke overheid. Op allerlei terreinen is de kwaliteit van de samenwerking doorslaggevend voor het eindresultaat. Het gaat om samenwerking op zeer uiteenlopende niveaus: samenwerking met verenigingen en instellingen uit de stad; samenwerking met buurgemeenten; samenwerking met private
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 6
partijen en andere overheden. Ook de samenwerking tussen derden onderling kan problemen oplossen, niet altijd hoeft de gemeente zelf mee te doen. Het belangrijkste om samenwerking te laten slagen (en daar ook de vruchten van te plukken) is oog hebben voor elkaars belangen, wederzijds respect en een open instelling. In 2013 willen we de verkenning naar een andere werkwijze richten op het onderwerp: “Regionalisering”. Wij kiezen voor deze invulling om twee redenen. (1) Het regeerakkoord van Rutte-II geeft aan dat diverse te decentraliseren taken in principe worden gericht op de 100.000+ gemeenten. Daarmee heeft de regionalisering een nieuwe urgentie gekregen. (2) Een andere urgentie komt voort uit de bezuinigingsopgave waarmee alle gemeenten worden geconfronteerd. Dat maakt dat opnieuw de vraag wordt gesteld of diverse uitvoerende taken niet voordeliger zouden kunnen uitgevoerd vanuit ‘shared service’ centra, waarbij de Drechtsteden als een van de voorbeelden gelden. Niet alleen bedrijfsvoering is hier aan de orde. Het behouden van de eigen identiteit is zeker zo belangrijk: buurgemeenten kunnen die beter behouden door te kiezen voor samenwerking waarmee taken dragelijk worden en kosten verminderen. Wij steunen hen daar in. Het is juist het behoud van die eigenheid die intensievere samenwerking op de uitvoering noodzakelijk maakt. In de jaren na 2013 zijn mogelijke invullingen bijvoorbeeld de samenwerking met verbonden partijen of de samenwerking met private partijen. Ook deze onderwerpen zijn zeer relevant, maar leveren mogelijk minder snel goede ‘business-cases’ op. Bovendien staat wegens het regeerakkoord de regionalisering sowieso op de agenda.
e. EEN VITALE EN DUURZAME STAD De aangetoonde klimaatverandering en de toenemende prijsverhoging voor fossiele brandstoffen maken een transitie naar een duurzame samenleving onontkoombaar en urgent. Ook sociaal en economisch geeft duurzaam werken een sterke meerwaarde. Stappen om een duurzame stad te worden zijn gaandeweg geen ideologisch strijdpunt meer maar onderdeel van rationeel handelen met toekomstgericht rendement. In 2013 willen we de verkenning naar een andere werkwijze richten op het onderwerp: “Rendement geeft toekomst”. Het huidige programma Duurzame Ontwikkeling omvat twee sporen: dat wat de overheid zelf doet (‘eigen huis op orde’) en dat wat de samenleving kan doen (‘stad aan de slag’). Er worden goede stappen gezet maar nog niet met de impact die nodig is. De stad, de wereld en onze financiën vragen om een vlucht voorwaarts: de schaalsprong naar een duurzame stad zal zich uiteindelijk uitbetalen. Sterker, duurzaam werken kan Amersfoort een beter rendement leveren. Uit recent onderzoek naar economische clusters blijkt bijvoorbeeld dat duurzaam bouwen en een gezonde leefomgeving belangrijke thema’s voor de toekomst zijn. Duurzaamheid staat hoog op onze economische agenda. De vraag is hoe de gemeente aan een vitale en duurzame toekomst maximaal kan bijdragen en belemmeringen (!) uit de weg ruimen, juist om daarmee te winnen - ook in de directe zin van geld verdienen door slimmer (meer duurzaam) ondernemerschap. Dit onderwerp vormt geen diskwalificatie van wat nu al op dit terrein gebeurt, integendeel: het is een geweldige steun in de rug. Wereldwijd kunnen een aantal andere steden ons in die schaalsprong inspireren, zoals Vancouver (livable city), Freiburg (green city), Bristol (transition town), maar ook dichter bij huis steden als Rotterdam (Clintoninitiative) of Assen (duurzaamste gemeente). In de jaren na 2013 zijn mogelijke invullingen bijvoorbeeld het maatschappelijk verantwoord ondernemen of sociale innovatie. Dat wil niet zeggen dat aan die onderwerpen nu al niet wordt gewerkt, maar in 2013 willen wij voorrang geven aan de invalshoek van verdienen (of besparen) door schaalsprongen in duurzaamheid.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 7
STURINGSVRAGEN Een belangrijk onderdeel van al deze verkenningen betreft sturingsvragen: * de wijze waarop raadsleden, binnen gedualiseerde verhoudingen, in de verkenningen worden betrokken en kunnen bijdragen (deel uitmaken van de doe-democratie?); * wat een nieuwe verantwoordelijkheidsverdeling voor gevolgen heeft voor de wijze waarop wij in Amersfoort over publieke taken tot beslissingen komen (of zoals de ROB stelt: “geen burgerschap zonder zeggenschap”); * wat een en ander voor gevolgen heeft voor de wijze waarop wij de regiewerkwijze doorontwikkelen en omgaan met verbonden partijen (o.a. als wij centrumgemeente zijn?); * samenspel tussen raad, college en organisatie - waarover n.a.v. de audit van Twynstra Gudde al een reflectie startte – en het samenspel met bewoners en ondernemers. Wij gaan daarover graag met u tijdens De Ronde in gesprek en stellen ons voor dat een vertegenwoordiging van de raad actief betrokken is bij de verdere procesvoorbereiding.
ARGUMENTEN 1. Ook zonder bezuinigingen is deze verkenning naar nieuwe perspectieven nuttig Voorop moet staan dat wij onze werkwijze aanpassen aan de wensen en eisen van de veranderde samenleving, terwijl wij tegelijk binnen de grenzen van een betaalbare overheid willen blijven. De noodzakelijke inkrimping van de financiële middelen is voor ons een katalysator om deze verkenning te starten, niet de enige motivering. 2. Niet alles kan tegelijk veranderen Voordat wij tot de afbakening van een vijftal thema’s voor 2013 kwamen heeft een gemeentebrede inventarisatie plaatsgevonden, is bij raadsfracties informatie ingewonnen en zijn vele discussies gevoerd. Het aantal mogelijke thema’s is groter dan de onderwerpen waarbij een effectieve verkenning naar een andere werkwijze met betrokken partijen kan worden ingezet. De gepresenteerde thema’s bieden zicht op een andere (vernieuwende) werkwijze, met name omdat zij: verbindingen leggen tussen beleidsterreinen of de rolverdeling onder de loep nemen; zicht bieden op substantiële besparingen; praktisch uitvoerbaar zijn en goed uit te leggen. Niet alles kan tegelijk veranderen maar thema’s voor latere jaren zijn beschikbaar. 3. Indien het nieuwe perspectief onvoldoende ‘oplevert’ moet ‘klassiek’ bezuinigd worden Ook zonder ‘nieuw perspectief’ is een bezuinigingsoperatie noodzakelijk, omdat onze gemeentelijke inkomsten en uitgaven niet blijvend met elkaar in evenwicht zijn. Parallel aan de ontwikkeling van nieuwe perspectieven zullen financiële verkenningen worden gemaakt om tot een verantwoorde invulling van de begroting 2014-2017 te komen. Daarbij zullen ook bedrijfsvoerings-maatregelen worden onderzocht (efficiency). Idealiter geven de verkenningen zicht op voldoende bezuinigingen, maar voor zover dat (nog) niet het geval is overwegen wij met incidentele middelen tot een gewenste fasering te komen. Duidelijk is dat de incidentele ingrepen niet contrair mogen zijn aan de structurele andere werkwijzen die vanuit het Nieuw Perspectief worden ontwikkeld. 4. Nieuw Perspectief sluit aan op de organisatie ontwikkeling De gemeentesecretaris heeft kort na zijn aantreden een analyse van de organisatie gemaakt die door de audit van Twynstra Gudde is bevestigd en aangevuld. Inmiddels is een dialoog op gang gebracht over het samenspel tussen raad, college, en organisatie. Ook is een organisatieontwikkeling gestart die zich met name richt op aspecten van de bedrijfscultuur. Nieuw Perspectief vormt de strategie, waaromheen aspecten als stijl, systeem, structuur, staf etc. van de organisatie zich zullen schikken. Het kan niet anders dan dat de verkenningen in het kader van Nieuw Perspectief zullen leiden tot aanpassing in de gemeentelijke werkwijze en de gemeentelijke bedrijfscultuur. Ook het omgekeerde geldt: de ambitie van een lerende, open, op samenwerking gerichte organisatie is een voorwaarde voor het laten slagen van Nieuw Perspectief.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 4288137 pagina 8
KANTTEKENINGEN 1. Tijdens de verbouwing blijft de winkel open De verkenningen die op de perspectief-thema’s starten zullen een forse aanslag doen op onze bestuurlijke aandacht en ambtelijke capaciteitsinzet. Tegelijk blijft tijdens de verbouwing de winkel open. Knelpunten in de werkdruk zullen moeten worden afgewogen. Inzet is nodig om Nieuw Perspectief te laten slagen, maar tegelijk kunnen vernieuwingen in werkwijzen ook veel energie en focus geven. 2. Er zijn nog geen taakstellingen aan de thema’s toegewezen De themakeuze is mede bepaald door de verwachting dat er uitzicht kan zijn op substantiële besparingen maar aan de thema’s zijn niet vooraf taakstellingen toegewezen. Dat zou immers een slag in de lucht zijn en mogelijk ook belemmerend kunnen werken op een open verkenning. Wel dient het alle betrokkenen duidelijk moeten zijn dat er een grote urgentie is dit traject tot een goed en succesvol einde te brengen. Bovendien zal parallel aan deze verkenningen een financiële werkgroep starten die een klankbord vormt voor de betrokken Nieuw Perspectief projectleiders. 3. Voor echte verandering is meer tijd nodig Ondanks een flinke dosis pragmatisme is het niet denkbeeldig dat het verkennen van andere werkwijzen - samen met betrokkenen - op onderdelen meer tijd vergt. In dat geval moet dit voorjaar de stand van zaken worden opgemaakt en zullen wij een voorstel doen voor het vervolg. Voor ons is van belang dat we beter inspelen op wat voor overheid de veranderende samenleving wenst en nodig heeft: dit moet niet stoppen na de eerste serie verkenningen voorjaar 2013, maar ook daarna worden doorgezet.
FINANCIËN Het is onze opzet om het uitvoeren van interactie met betrokkenen grotendeels door eigen medewerkers te laten uitvoeren en externe inhuur beperkt te houden. Over de financiële implicaties van het nieuwe regeerakkoord, diverse ontwikkelingen en de daaruit op te maken omvang van de bezuinigingsopgave bent u in december jl. via een separate Raadsinformatiebrief 2012-156 op de hoogte gesteld. Daaruit blijkt dat de bezuinigingsopgave nog steeds tenminste 6 miljoen euro bedraagt voor 2014 en verder.
VERVOLG Na gedachtewisseling met uw raad voorzien wij vanaf half februari tot eind maart de eerste interactieve verkenningen op de bovengenoemde thema’s. Begin april mondt dit uit in een nota die u 23 april wordt voorgelegd voor debat en besluitvorming in mei 2013, parallel aan de uitkomsten van de financiële verkenningen voor de bezuinigingsinvulling 2014 e.v.
BETROKKEN PARTIJEN Bewoners, ondernemers en instellingen uit Amersfoort, buurgemeenten en andere overheden. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Besluitenlijst De Ronde datum:
5 februari 2013
vergaderruimte: De Observant Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist
Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
20.30 tot
aantal bezoekers:
22.15 uur 80
Reg.nr. 4312745 Het Nieuwe Perspectief Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek In de aanpak van ‘Nieuw Perspectief’ krijgen burgerinitiatieven meer ruimte en ook het gezamenlijk met de stad oppakken van publieke taken wordt verkend. Enerzijds wegens de financiële krapte, anderzijds om beter aan te sluiten op de vitale samenleving. Aan een 'rondetafel' spreken raadsleden, actieve burgers en ambtenaren over hoe dat kan of moet. De vijf thema’s voor het rondetafelgesprek zijn: onze buurt, vangnet met meerwaarde, online gemak, regionalisering, en rendement heeft toekomst. Zie voor een toelichting het "CONCEPT Nieuw Perspectief: themakeuze." Portefeuillehouder Van den Berg, Kennedy-Doornbos Bongers Boeve, Bolsius, MKW Buijtelaar, Tigelaar Van Winkel Opsteller Portefeuillehouder Ballast-Tatarian (VVD), Van den Berg (CDA), Van Bruggen (PvdA), Dijksterhuis (CU), Hunink (CU), Kennedy-Doornbos (CU), Koet-Minis (GL), Van Koningsveld (Trots), Ambtenaren Meijer (SP), Van Muilekom (PvdA), Den Ouden (Trots), Pongers (CDA), Roelé (Groep Van Vliet), Sanders (D66), Schulten (BPA), Smit (Groep Van Vliet), Van Vliet (GL), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA), Van Wijngaarden (VVD)
Van den Berg, Bolsius, Buijtelaar Van Winkel, Hoogzaad, Loovers, Rijnen, Brommersma, Bekkers, Oosting, De Graaf, Lans, De Boer, De Jong, Kamphorst, Paap, Peltenburg
Aftrap door mevrouw Kennedy-Doornbos als plaatsvervangend voorzitter van de raad en wethouder Buijtelaar. Daarna werd in drie rondes aan de hand van 7 stellingen in een World-café-setting gediscussieerd. Korte terugkoppeling door de gespreksleiders. Vervolgstap college: gesprekken met de stad en presentatie nieuwe werkwijzen in Kadernota (april/mei)
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Marcoen Hopstaken en Barbara Oppelaar (van Proversie) traden op als moderator.
#4312745 v1 - BESLUITENLIJST DR 5-2-2013 NIEUW PERSPECTIEF
Verslag De Ronde 5 februari 2013 Rondetafelgesprek: Nieuw Perspectief Voorzitter: Kennedy-Doornbos Secretaris: Bongers Aanwezig: Ballast-Tatarian, Van Bruggen, Van den Berg (fractie-assistent), Dijksterhuis, Hunink, Van Koningsveld, Koet-Minis, Meerman (fractie-assistent), Van Muilekom, Meijer, Den Ouden, Pongers, Roelé, Sanders, Schulten, Smit, Voogt, Van Vliet, Van Wegen, Van Wijngaarden Pers: ja Publiek: 80 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Van den Berg, Bolsius, Buijtelaar Ambtenaar/Gast: Bekkers, Brommersma, De Boer, De Graaf, Hoogzaad, Lans, Van Loon, Loovers, Oosting, Rijnen, Van Winkel, De Jong, Kamphorst, Paap, Peltenburg Hopstaken (Proversie), Oppelaar (Proversie) Reg. nr.: 4315042 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de conceptnotitie Nieuw Perspectief en met elkaar, met burgers en de ambtelijk projectleiders in gesprek te gaan. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - In hoeverre kan de overheid terugtreden? - Krijgen burgers bij een terugtredende overheid echt de vrijheid initiatieven te ontplooien of stranden initiatieven in verstikkende regelgeving en bureaucratie? - Gehoopt wordt over een aantal jaren terug te zijn op het niveau van de betaalbare verzorgingsstaat van de jaren tachtig en negentig maar de vraag is of dit zal gebeuren. - Het rijk zal blijven bezuinigen op gemeente. Mede doordat de inkomsten uit gaswinning eindig zijn en de rijksoverheid steeds meer schulden op zich heeft genomen van zuidelijke/instabiele landen. - Vathorst heeft niet het geld opgeleverd dat was begroot. Daarom moet Amersfoort blijven bezuinigen. - Burgers laten het verstikkende van de gemeente niet meer over zich heenkomen. Ze laten zich luid en duidelijk horen. - De overheid mag niet overheersend bezig zijn. - De overheid is een partner die oplossingen biedt. - Amersfoort is een deskundige flexibele gemeente. - Hoe kan door de verstikkende regelgeving heen worden gebroken om ruimte te bieden voor burgerinitiatieven? - Hoever gaat de rol van de overheid in het faciliteren van burgerinitiatieven? - Moet de overheid burgerinitiatieven steunen in wijken waar het zelforganiserend vermogen van burgers ontoereikend is? - Eerst moeten burgers zichzelf redden en hulp vragen in de eigen omgeving, pas dan kan de overheid worden gevraagd te assisteren. - De overheid laat los en vertrouwt op de uitvoering. Dit is moeilijk, gezien het debacle van het Eemhuis. - De overheid moet zich ervan bewust zijn dat burgers iets van haar wil. Burgers zijn niet geïnteresseerd in de ruzies van het bestuurlijk apparaat. - Nieuw Perspectief biedt het kader voor de stad. - Wat zou het geweldig te zijn als de gemeente Amersfoort taken bij burgers neer zou kunnen leggen zonder taken ‘over de schutting te gooien’. Wethouder (Buijtelaar): - Nieuw Perspectief klinkt als een nieuw wasmiddel. - We houden elkaar niet voor de gek. Nieuw Perspectief is wel degelijk een bezuinigingsoperatie. - Kan de burgers meer ruimte worden gegeven? Kan de knellende regelgeving minder worden?
1
-
De overheid moet leren loslaten. Maar loslaten kan ook weleens misgaan en zijn we daar dan bang voor? Het is ook weleens ‘gierend misgegaan’. Wil Amersfoort loslaten? Enerzijds is het bittere noodzaak, anderzijds biedt het nieuwe kansen. De gemeente moet intern en extern (voor de burgers in de stad) leren loslaten.
Hopstaken (Proversie, regisseert de avond. Proversie helpt mensen bij het vinden van creatieve oplossingen): - De kleur van de badge van de aanwezigen geeft aan tot welke doelgroep men behoort: oranje badge = ambtenaar, grijze badge = raadslid, paarse badge = betrokken burger. - De mensen met een paarse badge worden verzocht zich over zeven tafels te verspreiden. - Op ieder van de zeven tafels is een stelling aanwezig waar allen die rondom de tafel zitten over gaan discussiëren. - De discussievorm wordt in het vakjargon van Proversie ‘wereldcafé’ genoemd. Het is een discussievorm die de mogelijkheid biedt in korte tijd met veel aanwezigen ergens over te discussiëren. - Er wordt een kleine oefening gedaan in hoe aanwezigen het beste input kunnen leveren aan de tafeldiscussie. De oefening is gericht op ‘het soepel houden van de geest’ wat zoveel betekent als proberen weg te gaan van de geëigende wegen. Dit kan de discussie een onverwachte nieuwe wending geven. - Per tafel is een projectleider aanwezig die de discussie leidt. Gedurende de avond kan er aan drie verschillende tafels worden gediscussieerd. De woordvoerder van Proversie geeft het sein wanneer van tafel kan worden gewisseld. - De projectleider en stellingen per tafel wisselen niet. Wanneer een nieuwe groep aan een tafel aanschuift, vat de projectleider de zojuist gevoerde discussie samen en is het de bedoeling dat de nieuwe groep de discussie vervolgt op de zojuist ingeslagen weg. - Op de papieren tafellakens mag worden geschreven. Sterker nog: aanwezigen worden uitgenodigd zoveel mogelijk op de tafellakens te schrijven want na afloop nemen de projectleiders de tafellakens mee om verder aan te slag te gaan met hetgeen is opgeschreven. - Na afloop van de drie discussierondes volgt een plenair gedeelte waarin de projectleiders per stelling de essentie van de discussie samenvatten en aangeven ‘wat ga je morgen doen, wat is nog nodig’. Hopstaken (Proversie) - Leidt de plenaire afsluiting waarin de projectleiders de essentie van de discussie samenvatten en aangeven wat nog nodig is/wat de volgende stappen zijn. - Aanwezigen hebben het gevoel hun verhaal te hebben kunnen doen. - De discussie zoals nu gevoerd is de eerste stap op weg naar Nieuw Perspectief Plenaire afsluiting onder leiding van Hopstaken (Proversie): Brommersma: Onze buurt Stelling: Als bewoners verantwoordelijk zijn voor de openbare ruimte, zowel voor beheer als voor het sociale domein (inclusief veiligheid), doen ze het heel anders. Resultaten: - Er is heel veel uit de discussie gekomen. - Zwerfvuil beter opruimen. - Fietspaden eerder schoonmaken. - Iedere wijk krijgt een buurtvereniging en iedereen is verplicht lid. De vereniging krijgt al het geld. - Iedereen is verplicht bardiensten te draaien in het buurthuis maar bij geen zin/geen tijd mag de bardienst worden afgekocht wat werkgelegenheid in de wijk op kan leveren. - Als de buurt de wijk schoonmaakt dan kan wellicht de OZB in de desbetreffende wijk omlaag. Wat is nog nodig? - Als er nog zaken moeten gebeuren in de buurt moet dit status opleveren. - Burgers hebben weinig zin om gratis/voor niks iets te doen in een buurt, daar moet wel wat tegenover staan. Een voorbeeld: een opruimactie kan na afloop worden beloond met een feestje. - Een feestje kan zo’n beloning zijn. - Creëer een soort marktplaats waar burgers die iets willen doen hun activiteiten aan kunnen bieden.
2
Regionalisering (Bekkers) Stelling: Samenwerking met andere gemeente(n) in de regio heeft alleen kans van slagen als we als grootste gemeente bereid zijn niet alleen maar ons eigen voordeel te laten prevaleren. Resultaten: - Regio is lastig te bepalen, over welke regio hebben we het nu eigenlijk? - Op welke gebieden moet er worden samengewerkt? Infrastructuur en voorzieningen zijn op dit moment de gebieden waarop zou moeten worden samengewerkt. - Goedkoper werken. - Samenwerking vereist dat je ook iets voor een ander over moet hebben. Maar denk ook aan je eigen voordeel. Laveer hier op een goede manier tussen. Wat is nog nodig? - Iedereen moet voelen tot de regio te behoren. - Kijk wat verschillen en overeenkomsten tussen regio’s zijn en maak van beide gebruik. Online gemak (Rijnen) Stelling: elke dienst wordt nog maar op één manier aangeboden. We zetten in op selfservice via het digitale kanaal. Dat is voor iedereen het beste (Of: Amersfoort moet de Easyjet onder de gemeenten worden. Goedkoop en voor iedereen hetzelfde en luxe voor wie daarvoor wil betalen.) Resultaten: - Iedereen ziet wel dat de maatschappij digitaliseert maar persoonlijk contact is een groot goed. - Burgers vinden het belangrijk wel bij de gemeente terecht te kunnen. - Voer maatschappelijke stages in voor bemensing van de balies, zo worden dure ambtenaren overbodig. - Veiligheid speelt een rol in de zin van dat het digitale kanaal niet voor iedereen even veilig is. Wat is nog nodig? - Zijn alle diensten over één kam te scheren? - Het goedkoopste is niet altijd het beste. - Moet bijvoorbeeld de ozb iets worden verhoogd om toch fysieke dienstverlening te kunnen verlenen? Onze buurt (Loovers) Stelling: Als bewoners beheerder worden van de openbare ruimte, pakken ze het heel anders aan. Resultaten: - (geopperd door twee betrokkenen van Het Klokhuis) Bewoners zijn wendbaar. - Richt een eetbare stad in, meer fruitbomen, meer moestuinen. Daar zijn veel inwoners best voor te porren. - De gemeente moet wel in beheer faciliteren. Wat is nog nodig? - Dat de gemeente veel beter luistert en communiceert met burgers zodat ‘ze de ideeën binnenhaalt’. Vangnet met meerwaarde (De Boer) Stelling: Het Amersfoortse bedrijfsleven is alleen in staat om mensen met een uitkering werk te bieden als de gemeente ……… Resultaten: - Mensen moeten worden gemotiveerd om echt aan het werk te gaan door bijvoorbeeld de uitkering te stoppen of meeloopdagen in bedrijven te organiseren. - ozb verlagen voor bedrijven die werk aan werklozen aanbieden. Wat is nog nodig? - Hoe kunnen mensen worden gemotiveerd? - Bedrijven belonen als werklozen in dienst worden genomen. - Bedrijven een quotum stellen voor het aantal in dienst te nemen werklozen. Duurzaam geeft rendement (Hoogzaad) Stelling: Amersfoort zit op gouden bodem om de meest vitale, duurzame stad te zijn.
3
Resultaten: - Hoe wordt het thema gefocust? Thema’s zijn bijvoorbeeld bodem-, water en ruimtelijke vraagstukken, vitaliteit van de mens (gezondheid van de mens, sporten). Er kan niet op alles worden ingezet. Wat is nog nodig? - Vragen, ontdekken, doorpakken, ga eerst eens luisteren in de stad en haal daar thema’s uit die door gemeente en burgers samen kunnen worden vormgegeven. - Conclusie: samen doen. Open ‘wildcard’ tafel (Van Winkel) Resultaten: - Beter communiceren. - Durfkapitaal. - Veel minder regels. - Versterk het organisatorisch vermogen van bewoners. - De gemeente moet ‘zorgen dat’ en niet ‘zorgen voor’. Dit is dus exact het Nieuw Perspectief. Wat is nog nodig? - Een goed coalitieakkoord. Hopstaken (Proversie): - De projectleiders gaan aan de slag met de output van de discussie. - Deelnemers aan de discussie kunnen op hun beurt ook aan de slag door bijvoorbeeld actief de gemeente per e-mail te benaderen met de vraag wat de stand van zaken is omtrent Nieuw Perspectief. - De avond is in een constructieve sfeer verlopen en dit biedt kansen om echt nieuwe stappen te gaan zetten. Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 maart 2013 de griffier,
de voorzitter,
4
Verslag Het Nieuwe Perspectief
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 5 februari 2013 19:00
Gevolgen bezuinigingen op thuiszorg en AWBZ voor Amersfoort Informatie, rondetafelgesprek
Verslag Het Nieuwe Perspectief
Gevolgen bezuinigingen op thuiszorg en AWBZ voor Amersfoort Informatie, rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort (pdf) Bijlage - Uitnodiging rondetafelgesprek Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort (pdf) Schriftelijke vraag - Beantwoording vragen 2012-180, SP, Stop afbraak thuiszorg, dagbesteding en persoonlijke verzorging! (pdf) Besluitenlijst Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort (pdf) Verslag Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel
Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
4300578 Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz Reg.nr. in Amersfoort 5 februari 2013 Ambtelijk contact Presidium Bongers (033-469 4302) Boeve Het kabinet is voornemens te bezuinigen op thuiszorg en Awbz. In Amersfoort ontvangen ongeveer 3.000 cliënten huishoudelijke hulp vanuit de Wmo. Meer dan 500 cliënten maken gebruik van dagbesteding. Vanaf 2014 krijgen mensen die een nieuwe aanvraag doen geen huishoudelijke verzorging meer. Voor de maatwerkregeling wordt nog maar 25% van het huidige budget ter beschikking gesteld. De functie ‘begeleiding’ gaat van de Awbz naar de gemeenten, maar gemeenten krijgen daarvoor 25% minder geld. Verpleging wordt niet meer door de Awbz betaald, maar gaat naar de zorgverzekeraars. En alleen zware zorg wordt nog in een instelling gegeven. Niet alleen mensen die zorg nodig hebben worden hierdoor getroffen, maar ook mensen die werkzaam zijn in deze sectoren. Naar verwachting zorgen deze bezuinigingen voor een verlies van 200-400 formatieplaatsen. Omdat in de sector nauwelijks fulltime wordt gewerkt treft deze maatregel veel meer personen.
Doel activiteit Reden van aanbieding
Van de raadsleden wordt gevraagd
Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Op voorstel van de fractie van de SP is een rondetafelgesprek georganiseerd tussen raadsleden, portefeuillehouder, vertegenwoordigers van thuiszorgbedrijven, vakbonden, cliëntenraden, ouderenbonden, huisartsen en mensen die zorg nodig hebben om van hen te horen wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen.
- Kennis te nemen van de inbreng van betrokkenen - Vragen te stellen
Vervolgtraject Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Verslag Uitnodiging Beantwoording Schriftelijke vragen 2012180
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4300578 v1 - AGENDAPUNT DR 5-2-2013 GEVOLGEN BEZUINIGINGEN OP THUISZORG EN AWBZ VOOR AMERSFOORT
Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Telefoon (033) 469 43 79 Telefax (033) 469 54 54
Raadsgriffie
Aan vertegenwoordigers van thuiszorgbedrijven, cliëntenraden, vakbonden, ouderenbonden, huisartsen, zorginstellingen, instellingen voor dagbesteding, raadsleden, portefeuillehouder en mensen die zorg nodig hebben
Uw brief/kenmerk
Ons kenmerk
GRF/4298623 Onderwerp
Datum
Uitnodiging rondetafelgesprek Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort
25 januari 2013
Geachte mevrouw, heer, Het kabinet is voornemens te bezuinigen op thuiszorg en Awbz. In Amersfoort ontvangen ongeveer 3.000 cliënten huishoudelijke hulp vanuit de Wmo. Meer dan 500 cliënten maken gebruik van dagbesteding. Vanaf 2014 krijgen mensen die een nieuwe aanvraag doen geen huishoudelijke verzorging meer. Voor de maatwerkregeling wordt nog maar 25% van het huidige budget ter beschikking gesteld. De functie ‘begeleiding’ gaat van de Awbz naar de gemeenten, maar gemeenten krijgen daarvoor 25% minder geld. Verpleging wordt niet meer door de Awbz betaalt, maar gaat naar de zorgverzekeraars. En alleen zware zorg wordt nog in een instelling gegeven. Niet alleen mensen die zorg nodig hebben worden hierdoor getroffen, maar ook mensen die werkzaam zijn in deze sectoren. Naar verwachting zorgen deze bezuinigingen voor een verlies van 200-400 formatieplaatsen. Omdat in de sector nauwelijks fulltime wordt gewerkt treft deze maatregel veel meer personen. Op voorstel van de fractie van de SP is een rondetafelgesprek georganiseerd tussen raadsleden, portefeuillehouder, vertegenwoordigers van thuiszorgbedrijven, vakbonden, cliëntenraden, ouderenbonden, huisartsen, zorginstellingen, instellingen voor dagbesteding, en mensen die zorg nodig hebben. Het doel van dit rondetafelgesprek is dat raadsleden kennis nemen van de gevolgen van de rijksbezuinigingen voor deze organisaties en personen. Wij hopen dat u duidelijk kunt schetsen aan raadsleden wat uw organisatie verwacht aan bezuinigingen en wat dat voor uw medewerkers en de zorg voor Amersfoortse cliënten betekent. U bent van harte uitgenodigd om aanwezig te zijn bij deze bijeenkomst en wij hopen dat u mee wilt doen aan dit gesprek. Het rondetafelgesprek vindt plaats op 5 februari 2013 van 19.00 uur tot 20.30 uur in de Molendijkzaal van het Stadhuis, Stadhuisplein 1, Amersfoort. We zien uw aanmelding graag tegemoet via
[email protected] of 469 4379. Met vriendelijke groet, namens het presidium, de griffier,
W.M. van der Vlies
Inlichtingen bij
M. Bongers (033) 469 43 02
Bezoekadres Stadhuisplein 1 Amersfoort www.amersfoort.nl
Gemeente Amersfoort
BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN Ex. artikel 43 Reglement van orde van de raad 2011
DOCS.nr 4263048 __________________________________________________________________________________
Nummer 180 Vragen van het raadslid Ad Meijer (SP) inzake afbraak thuiszorg, dagbesteding en persoonlijke verzorging gedaan overeenkomstig artikel 43 van het reglement van orde van de raad 2011 (2012 , nr. 180; ontvangen d.d. 23 november 2012). ANTWOORD van het college (verzonden d.d. 18 december 2012) __________________________________________________________________________________ Inleiding: De door het Kabinet voorgestelde kortingen op huishoudelijke hulp, dagbesteding en persoonlijke verzorging en de gevolgen hiervan voor zorgafhankelijke burgers en werknemers in de zorg roepen vragen en bezorgdheid op. Want welke zorg en steun kunnen kwetsbare burgers de komende jaren verwachten als de gemeenten veel minder geld krijgen om deze zorgvragen te compenseren. In de Wmo, de gemeentelijke thuiszorg ziet de SP een complete afbraak plaatsvinden.
Vraag 1: Heeft het college kennis genomen van de voorgenomen kabinetsmaatregelen betreffende de huishoudelijke verzorging, de dagbesteding en de persoonlijke verzorging? Antwoord 1: Ja, wij zijn bekend met de voorgenomen kabinetsmaatregelen.
Vraag 2: Wat is het oordeel van het college over deze kabinetsplannen? Antwoord 2: We kunnen ons vinden in de inhoudelijke lijn (dichtbij de burger, decentraliseren, beleidsvrijheid). We hebben echter vraagtekens bij de ( financiële) randvoorwaarden. We zijn met de Kanteling van de Wmo een transformatieproces ingegaan dat goed aansluit bij de inhoudelijke uitgangspunten zoals geformuleerd in het regeerakkoord. De bezuinigingen in het regeerakkoord (75% op hulp bij het huishouden, 25% op begeleiding en persoonlijke verzorging) zijn naar onze mening een bedreiging voor dit proces. Wij hebben dit in een brief aan de G32 laten weten (zie Bijlage brief). De vraag moet worden gesteld wat het zodanig beperken van de Wmo voor invloed heeft op het oorspronkelijke karakter van de Wmo: een participatiewet voor iedereen. De grote bezuiniging zal het beroep op de zwaardere- en duurdere zorg doen toenemen. De maatregelen genoemd in het Regeerakkoord dreigen daarmee hun doel voorbij te schieten.
Vraag 3: Hoeveel mensen zijn er in Amersfoort aangewezen op huishoudelijke verzorging? Antwoord 3: In Amersfoort ontvangen ongeveer 3.000 cliënten huishoudelijke hulp vanuit de Wmo.
1
Vraag 4: Hoeveel mensen zijn er in Amersfoort afhankelijk van dagbesteding en kunnen, na invoering van de maatregelen, daar geen aanspraak meer op maken? Antwoord 4: Volgens de gegevens van Agis Zorgkantoor (1 juli 2012) maken in totaal 538 cliënten gebruik van een vorm van dagbesteding. Omdat het kabinet de beleidsvoornemens nog verder moet uitwerken weten we nog niet wat voor effecten deze zullen hebben.
Vraag 5: Hoeveel mensen zijn er in Amersfoort in de door deze maatregelen getroffen sectoren werkzaam? Antwoord 5: Het banenverlies in de zorgsector is moeilijk in te schatten. We geven u een schatting. In de zorg voor de huishouding wordt jaarlijks ongeveer 450.000 uur hulp gegeven. Als hier 75% vanaf gaat, betekent dit een afname van circa 340.000 uur. Bij een formatieplaats van 32-36 uur per week komt dit neer op een afname van 200-240 formatieplaatsen. Omdat in de sector nauwelijks fulltime wordt gewerkt treft deze maatregel veel meer personen.
Vraag 6: Op welke wijze is het college van plan zich tegen dit beleid te verzetten? Antwoord 6: Wij zoeken samen met rijk en gemeenten naar de juiste randvoorwaarden om het regeringsbeleid op een verantwoorde manier te kunnen uitvoeren. We oefenen onder andere invloed uit via de VNG en G32.
Vraag 7: Is het college bereid om, samen met de SP, de krachten te bundelen tegen deze kabinetsmaatregelen? Antwoord 7: Wij nodigen de raad uit de brief van G32 aan het rijk te ondersteunen.
2
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vaste commissie voor VWS Postbus 20018 2500EA Den Haag
Den Haag, 27 november 2012.
Betreft: Zorgen over de zorg
Geachte leden van vaste commissie voor VWS van de Tweede Kamer, Begin december bespreekt u de begroting 2013 van het ministerie van VWS. Wij maken in dit verband van de gelegenheid gebruik om onze eerste reactie kenbaar te maken over wat in het regeerakkoord is afgesproken over de langdurige extramurale zorg en maatschappelijke ondersteuning. U kunt onze brief zien als een aanvulling op de brief van de VNG van 26 nov. jl.. Wij zien de voorgenomen decentralisatie van taken als een principieel juiste lijn, bedoeld om met beter maatwerk voor de burgers de stijgende kosten te beperken. De grote bezuinigingen waarmee dit gepaard gaat zal echter het beroep op de zwaardere - en duurdere - zorg enorm doen toenemen. De maatregelen genoemd in het Regeerakkoord schieten daarmee hun doel voorbij en dreigen daardoor in onze ogen tot een onwerkbare situatie te leiden. Wij roepen u op om bij uw debat oog te hebben voor het geheel van de zorg – omdat goede maatschappelijke zorg leidt tot kostenbeheersing in de totale zorg. Positief zijn wij over de duidelijke koers van het kabinet als het gaat om de inrichting van de langdurige zorg. Er komt een landelijke instantie, waar vanuit de intramurale zorg wordt georganiseerd voor mensen die deze het hardst nodig hebben. Gemeenten bieden de extramurale zorg en ondersteuning van kwetsbare burgers die met de nodige hulp zelfstandig kunnen blijven wonen. Dit is ook in lijn met het beleid van eerdere kabinetten om meer taken vanuit de AWBZ over te hevelen naar gemeenten. Het in het regeerakkoord voorgenomen beleid schept duidelijkheid in verantwoordelijkheden en voorkomt afwentelgedrag. Ook zijn we positief over de omslag die het kabinet wil maken naar meer maatwerk, meer zorg in de buurt en meer samenwerking tussen aanbieders. Dit sluit goed aan bij hoe gemeenten, vanuit de instrumenten die zij tot nu toe tot hun beschikking hebben, in toenemende mate vorm geven aan de Wmo: ondersteuning die aansluit op wat burgers en hun omgeving zelf nog kunnen. Met goede resultaten! Mits goed gefaciliteerd (b.v. betrouwbare achtervang) blijken veel informele zorgers bereid en in staat om voor hun naasten te zorgen. Nu gemeenten verantwoordelijk worden voor de totale langdurige extramurale zorg zien wij zeker kansen om de zorg meer op maat en efficiënter en daarmee goedkoper te organiseren. We zijn dan ook blij met de beleidsruimte die we daarvoor krijgen.
1/3
Grote zorgen maken wij ons echter over de condities die het Regeerakkoord ons hiervoor meegeeft. Speciaal vragen wij uw aandacht voor de bezuinigingen die het kabinet tegelijkertijd inboekt op de hulp bij het huishouden, de begeleiding en de persoonlijke verzorging. Terwijl de groep mensen die straks is aangewezen op Wmo-voorzieningen en andere gemeentelijke voorzieningen de komende jaren aanzienlijk groter wordt. Bovendien landt een aantal maatregelen onevenredig veel in bepaalde huishoudens. We pleiten dan ook voor een monitor onder regie van het ministerie van BZK die de inkomenseffecten voor de bovengenoemde maatregelen in beeld brengt. Hulp bij het huishouden Het budget voor de Wmo huishoudelijke hulp wordt met 1,2 miljard euro gekort. Deze bezuinigingsmaatregel heeft grote betekenis en het is de vraag of hulpbehoevende burgers nog de hulp en ondersteuning kunnen krijgen die ze nodig hebben. Met deze maatregel bezuinigt het nieuwe kabinet 75% op de hulp bij het huishouden. Hierdoor raken tienduizenden burgers, vooral ouderen, hun hulp kwijt. Deze hulp moeten ze in het vervolg zelf gaan betalen. Per huishouden komt dit neer op een bedrag dat gemakkelijk oploopt naar zo’n 300 euro per maand. Met de resterende 25% van het budget moet een grote groep mensen bediend worden. De hulp bij het huishouden is straks weliswaar alleen nog voor mensen die het niet zelf kunnen betalen toegankelijk. Echter, meer dan driekwart van de doelgroep heeft een laag inkomen. Het budget is ontoereikend om hen allemaal van de benodigde hulp te blijven voorzien. Dat betekent dat ook de mensen met een laag inkomen veel minder uren hulp gaan ontvangen. Extramurale zorg en begeleiding Gemeenten worden vanwege het doorzetten van de extramuralisering verantwoordelijk voor een nóg grotere groep mensen dan voorheen. Tussen nu en 2016 vervallen de zorgzwaartepakketten 1 tot en met 4. Hiermee wordt de functie verblijf voor deze categorieën burgers geschrapt. In totaal hebben nu 150.000 mensen een dergelijke indicatie. Met name bij de ZZP’s 3 en 4 gaat het om mensen met een zeer grote vraag naar (regie-) ondersteuning. Deze mensen zijn straks voor hun langdurige ondersteuning ook aangewezen op voorzieningen in het kader van de Wmo, waaronder huishoudelijke hulp, begeleiding, dagbesteding en persoonlijke verzorging. Dit betekent dat het beroep op deze voorzieningen extra zal toenemen. Wij verwachten van het rijk dat hier rekening mee wordt gehouden. We mogen aannemen, dat een groot deel van deze mensen niet (meer) beschikt over een groot netwerk waar een beroep voor ondersteuning op kan worden gedaan, anders zouden zij tot nu toe niet voor zorg met verblijf zijn geïndiceerd. Tegelijkertijd weten wij dat juist voor deze mensen het organiseren van 24-uurstoezicht, zorg op afroep, regie- en mantelzorgondersteuning uitermate belangrijk is Het regeerakkoord geeft bovendien geen helderheid over de manier waarop gemeenten financieel in staat worden gesteld deze kwetsbare burgers een veilige leefomgeving te bieden. In het regeerakkoord is zelfs afgesproken om fors te bezuinigen op juist die vormen van ondersteuning, die mensen in staat stellen om langer thuis te blijven wonen. Naast de bezuiniging op de huishoudelijke hulp van 75% wordt op de functies begeleiding en persoonlijke verzorging 1,6 miljard bezuinigd (25% van het budget). Deze maatregel komt bovenop de maatregel vervoer van en naar dagbesteding en de PGB-maatregel in het kader van het Lenteakkoord. Zoals u bekend staat in het regeerakkoord dat prioriteit gegeven wordt aan zorg met een medisch karakter boven zorg met een niet-medisch karakter. Omdat mensen bij die laatste vorm van zorg vaker (maar niet altijd) op alternatieven in eigen kring kunnen terugvallen. Dat verklaart ook waarom binnen het geheel van de zorg de langdurige zorg zwaarder wordt aangeslagen dan de curatieve zorg. Wij kunnen deze redenering volgen maar zijn van mening dat die tot een andere conclusie moet leiden dan die nu uit het regeerakkoord spreekt. Het paard wordt zo achter de wagen gespannen. Maatschappelijke zorg en ondersteuning stellen mensen in staat om langer thuis
2/3
te blijven wonen. Als dat niet meer geleverd kan worden aan mensen die dat wel hard nodig hebben leidt dat tot sociaal isolement, verwaarlozing en/of vervuiling, en ernstige overbelasting van mantelzorgers. Met als resultaat dat mensen vaker naar de huisarts zullen gaan en eerder een beroep zullen doen op intramurale zorg (AWBZ), maar ook op specialistische zorg (Zvw) dan eigenlijk nodig was geweest. Onverantwoorde bezuinigingen in de Wmo zullen dus leiden tot meer ziektelast en gebruik van dure zorgvoorzieningen. Wij roepen de Tweede Kamer daarom op om andere keuzes te maken en daarbij de extramurale en maatschappelijke zorg te bezien vanuit het perspectief van de totale zorg. Dit sluit aan bij de brief van 21 november jl. aan uw Kamer, waarin de Minister en Staatssecretaris aangeven dat zij open staan voor andere wegen om binnen de beschikbare financiële kaders hetzelfde doel te bereiken. Als suggestie geven wij alvast mee dat er in de afgelopen periode verschillende rapporten zijn verschenen waarin bijvoorbeeld duidelijk wordt gemaakt dat een zeer groot deel van de huidige ziektelast te voorkomen is door goed en breed preventief en sociaal beleid en waarin wordt gewezen op besparingsmogelijkheden in de zorg door zuiniger omgaan met materialen, medicijnen, enzovoorts. Hiermee zouden miljarden bespaard kunnen worden, zonder dat kwetsbare groepen mensen in de knel komen. Een bijkomend voordeel is ook dat tienduizenden banen in de zorg gespaard blijven. Mensen die in de zorg werken zijn vaak laagopgeleid; in het licht van de stijgende werkloosheid zal het voor hen moeilijk zijn om aan ander werk te komen, met alle gevolgen van dien – inclusief een toenemend beroep op de uitkeringen. Wij denken graag mee over oplossingen. Wij zullen ondertussen grote inspanningen verrichten om de langdurige zorg zo goed en efficiënt mogelijk te organiseren, waardoor aan de exorbitante stijgingen in de kosten voor de zorg van de afgelopen jaren een halt wordt toegeroepen en we inderdaad een houdbaar zorgstelsel overeind kunnen houden. We moeten voorkomen dat gemeenten voor een onmogelijke opgave komen te staan. Met vriendelijke groet, namens de G32 Sociale Pijler en de G4 WMO-wethouders,
Corrie Noom, voorzitter G32 Sociale Pijler en wethouder gemeente Zaanstad
Jannie Visscher, wethouder gemeente Groningen
Karsten Klein, wethouder gemeente Den Haag
3/3
Besluitenlijst De Ronde datum:
5 februari 2013
vergaderruimte: Raadzaal (1.02) Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 30
4311975 Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort Reg.nr. Soort verslag Presidium Verslag Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Op voorstel van de fractie van de SP is een rondetafelgesprek georganiseerd tussen raadsleden, portefeuillehouder, vertegenwoordigers van thuiszorgbedrijven, vakbonden, cliëntenraden, ouderenbonden, huisartsen en mensen die zorg nodig hebben om van hen te horen wat de gevolgen zijn van de bezuinigingen. Portefeuillehouder Boeve Meijer Opsteller Bongers Meijer MKW Beltman (SP), Van Bruggen (PvdA), Hunink Portefeuillehouder Boeve (CU), Kennedy-Doornbos (CU), Den Ouden Ambtenaren (Trots), Pongers (CDA), Sanders (D66), Schulten (BPA), Van Vliet (GL), Voogt (VVD) 21 sprekers hebben hun standpunt uiteengezet. Daarna hebben woordvoerders vragen gesteld. Terug in De Ronde: zodra er meer bekend is over de invulling van de Rijksbezuinigingen worden organisaties opnieuw uitgenodigd om hun voorstellen voor samen optrekken met de raad te delen
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Sprekers: de heer E. Blom (zorgboerderij Blommendal), de heer J. Wantenaar (Zorgboerderij Het derde Erf), mevrouw J. Verstaij (Abvakabo, Thuiszorg Amersfoort), mevrouw J. van der Wurff, mevrouw M. van Hensbergen (Seniorenkring Liendert), de heer R. van Hardeveld (Amerhorst), mevrouw G. Tuin (Birkhoven Zorggoed), mevrouw J. Mast en mevrouw H. Nanninga (Buurtzorg Nederland), de heer R. Overvliet (WMO GGZ klankbordgroep), de heer J. van der Zwart (GPPA), de heer W. van der Meer (Cliëntenraad TSN), mevrouw G. Weitkamp (Kwintes), mevrouw I. Vriens (Koperhorst), de heer H. Toeter (Servicebureau Gemeenten), mevrouw J. Nieuwenhuis (MEE), de heer A. Klarenbeek (Amerpoort), de heer R. van der Toorn, mevrouw M. Lenselink (Beweging 3.0), de heer F. Buitenhuis (PCOB en SBSA), mevrouw A. Schimmel (Cliëntenraad Priva), de heer J. Slijpen (politie)
#4311975 v1 - BESLUITENLIJST DR 5-2-2013 GEVOLGEN BEZUINIGINGEN THUISZORG EN AWBZ IN AMERSFOORT
Verslag De Ronde op 5 februari 2013: Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort Voorzitter: Meijer Secretaris: Bongers Aanwezig: Beltman, Van Bruggen, Hunink, Kennedy-Doornbos, Den Ouden, Pongers, Sanders, Schulten, Van Vliet, Voogt Pers: ja Publiek: 30 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Boeve Ambtenaar/Gast: Blom (Zorgboerderij Blommendal), Buitenhuis (Ouderenbond PCOB, KBO, ANBO), Daamen (Birkhoven Zorggoed), Van Essen (Buurtzorg Nederland), Grijzen (Kwintes Oost), Hardeveld (Amerhorst), Van Hensbergen (Seniorenkring Liendert), Klarenbeek (Amerpoort), Van der Laan (Seniorenraad Amersfoort), Lammers, Lenselink (Beweging 3.0), Loots (Klankborggroep GGZ voor de WMO), Massop (Thuiszorg Amersfoort), Mast (Buurtzorg Nederland), Mulder (Cliëntenadviesraad), Nanninga (Buurtzorg Nederland), Nieuwenhuis (MEE Utrecht, Gooi & Vecht), Overvliet (WMO GGZ Klankbordgroep), Schimmel (Cliëntenraad Priva Thuiszorg), Slijpen (Politie Midden Nederland), Sterk (WMO Cliëntenraad), Toeter (Servicebureau Gemeenten), Van der Toorn (inwoner), Tuin (Birkhoven Zorggoed), Verstaij (Thuiszorg Amersfoort), Vriens (Koperhorst), Wantenaar (Zorgboerderij Het derde erf), Weitkamp (Kwintes), Van der Wurff (werkzaam in de zorg), Van der Zwart (GPPA) Reg. nr.: 4315025 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] De Ronde: Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de inbreng van betrokkenen en vragen te stellen. Voorzitter (Meijer): - Welkom aan raadsleden, publiek, ambtenaar en wethouder Boeve. Er wordt gewerkt aan ander college, bij de eventuele komst van een nieuw college bestaat de kans dat een nieuwe wethouder voor deze portefeuille komt. Wethouder is er gelukkig ook; hoewel het vanavond vooral over toekomst gaat is hij toch aanwezig om eventuele vragen te kunnen beantwoorden. - Er is maximaal twee minuten per inspreker. Inspreker Blom (Zorgboerderij Blommendal): - Hoe gaat het in de toekomst met de zorg voor wat betreft de Wmo? - Zijn kleinschalige zorgboerderijen nog wel in trek? Op welke manier wordt daarmee rekening gehouden? Inspreker Wantenaar (Zorgboerderij Het derde erf): - Heeft een zorgboerderij waar voornamelijk cliënten met een persoonsgebonden budget komen. Zal minder cliënten kunnen bedienen. Dit betekent teruglopende inkomsten. Een aantal cliënten kan geen zorg via PGB krijgen en moest daardoor naar een andere dagbesteding. - Vraagt het PGB te handhaven, of met subsidie plaatsen voor cliënten veilig te stellen. - De gemeente moet de regie in handen houden. Inspreekster Verstaij (Thuiszorg Amersfoort): - Bij een gunning kunnen medewerkers verplicht worden overgedragen aan een andere zorginstelling en is het de vraag of salaris en contract behouden blijven. Wil de gemeente als eis meenemen dat de overnemende partij salarisschalen en contracten respecteert? Hierdoor moeten instellingen eerlijk aanbesteden. De gemeente moet een eerlijk tarief geven, zodat instellingen het salaris kunnen uitbetalen. - Gaat Amersfoort zich conformeren aan het door de regering vastgestelde kwaliteitsdocument? Signaleren, rapporteren en sociale vaardigheden zijn belangrijk.
1
-
Thuiszorg is meer dan schoonmaken alleen. Thuiszorg zorgt ervoor dat kwetsbare Amersfoorters langer thuis kunnen wonen. Medewerkers moeten een respectvol salaris verdienen. In de aanbesteding kan als eis worden meegenomen dat de thuiszorginstelling medewerkers verplicht opleidt voor persoonlijke verzorging. Potentiële verzorgers werken nu ook in huishoudelijke verzorging. In de cao staat dat een deel van de loonsom aan opleiding moet worden besteed, maar niet aan wie. In de thuiszorg werken mensen met aandacht en liefde voor de cliënt, soms ook in hun vrije tijd om mantelzorgers te ontzien.
Inspreekster Van der Wurff (werkzaam in de zorg): - Pleit voor huisbezoek om duidelijk te krijgen welke zorg op maat nodig is. Nu wordt zorg meestal vastgesteld door een lange vragenlijst, een telefonisch keuzemenu of achter een gesloten deur. Dat vraagt om problemen en kost geld vanwege onzorgvuldigheid. Partijen moeten met elkaar in gesprek gaan, zodat de authenticiteit van de zorgvrager gelijk komt te staan met het zorgpakket dat men verdient om waardig te kunnen leven. Inspreekster Van Hensbergen (Seniorenkring Liendert): - In Liendert hebben zich veel problemen geopenbaard: werkeloosheid, armoede, eerste generatie allochtonen. Wil een centraal punt waar mensen met hun vragen terecht kunnen. Wil een netwerk opbouwen voor vrijwilligers. Wil een meldpunt met buurtkamers om de eerste allochtonen actief in te zetten. Pleit voor temporisatie: laat de wijkvoorzieningen overeind en ga in gesprek hoe daaraan vorm kan worden gegeven. Inspreker Van Hardeveld (Amerhorst): - Bij de opening, bijna 50 jaar geleden, was het de bedoeling wonen en zorg te integreren. Nu moeten wonen en zorg worden gescheiden. Het is goed mensen te begeleiden en te verzorgen in hun eigen omgeving, maar dat vergt wel iets. Mensen moeten het met steeds minder hulp doen. Als het huidige beleid wordt voortgezet, krimpt de Amerhorst met twee/derde. Voorzieningen waarvan ook de buurt gebruik maakt, worden geminimaliseerd. Thuiszorg zal fors krimpen. Het personeelsbestand zal met ongeveer veertig formatieplaatsen afnemen. - Amersfoortse woonzorgcentra hebben veel deskundigheid in huis, een goede geografische spreiding en zijn van betekenis. Zij moeten een centrale rol krijgen in buurtnetwerken met huisartsen, kerken en eerstelijns hulpverleners. - Citeert een artikel van vijftig jaar terug: "Gesteld mag worden dat de zorg voor de bejaarden in ons land zowel de zwakke als de zwarte plek vormt in de gezondheidszorg." Hoopt niet dat dit citaat op korte termijn opnieuw werkelijkheid wordt. Inspreekster Tuin (Birkhoven Zorggoed): - Birkhoven Zorggoed is een kleine Ouderenzorgorganisatie. - Wil op bezuinigingen anticiperen met proactieve oplossingsrichtingen in samenwerking met degenen om wie het gaat en betrokken partijen. Ontzorgen kan; teveel is zorg geworden. De zorg heeft zich bewogen naar taakspecificatie, functiedifferentiatie, onafhankelijke indicatie, verantwoordingsstructuren, toename van afstemming tussen al die taakgerichte functionarissen in diverse organisaties, toename van kosten en professionele benadering van elke hulpvraag die wordt geclassificeerd, ingevuld, uitgevuld, geëvalueerd, gerapporteerd, geregistreerd, gedeeld met legio welzijns- en zorgaanbieders en verantwoord aan ambtenarenapparaten. De opdracht is schotten weghalen en over eigen muren gaan met de restrictie dat de mens die gewassen en gekleed moet worden en bepaalde zorg nodig heeft, dit kan blijven afnemen van deskundige
2
-
hulpverleners. De cliënt staat nu in het midden met een cordon aan hulpverleners om zich heen. De cliënt moet uit het midden en in het cordon rond zijn eigen hulpvraag samen met informele ondersteuners en professionele hulpverleners gecoördineerd per wijk. Op basis van ruime kaders van de gemeente moet worden gewerkt aan een gezamenlijke vraagverkenning met meerdere aanbieders, de cliënt en oplossingsrichtingen vertaald in integraal geherdefinieerd aanbod en kostprijzen. Hiervan zijn al praktijkvoorbeelden bekend. Wil dit graag helpen vorm te geven in het Soesterkwartier. Een huishoudelijk medewerker kan behalve het huishouden ook de cliënt helpen met wassen en kleden, behalve als die persoon zorg nodig heeft. Niet alles is zorg.
Inspreekster Mast (Buurtzorg Nederland): - Buurtzorg Nederland is een thuiszorgorganisatie die landelijk verpleging en verzorging biedt met wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden. Belangrijk uitgangspunt is het stimuleren van zelfredzaamheid van de. Slaagt daarin door de zorg eerder af te bouwen en 30% minder van de indicaties te gebruiken. Het kabinetsbeleid heeft vooral voor de kwetsbare groepen veel gevolgen door de stapeling van maatregelen, zoals het schrappen van huishoudelijke hulp, het verhogen van verschillende eigen bijdrages, het uit elkaar halen van zorg en verpleging, het anders organiseren van verpleeghuiszorg. Wil graag meedenken over wat nodig is om die bezuinigingen op te vangen. - Beveelt aan te investeren in zelfredzaamheid, de zorg die bij elkaar hoort bijeen houden, te investeren in buurtnetwerken waarin met professionals en vrijwilligers met elkaar samenwerken, de wijkverpleegkundige de spil in de zorg te laten zijn, de kwaliteit van huishoudelijke hulp en andere voorzieningen te garanderen en te investeren in zorgnetwerken rondom ouderen. Biedt de gemeente aan, gebruik te maken van landelijke ervaringen daarin mee te denken. Inspreker Overvliet (Wmo GGZ klankbordgroep): - Veel mensen met GGZ-problematiek hebben een arbeidsuitkering WIA/Wajong en geen bijstand. Ze vallen buiten een aantal regelingen. Ze zijn niet in beeld van de Sociale Dienst en worden niet actief benaderd door de gemeente, terwijl de financiële en sociale problemen net zo groot kunnen zijn. Ze zullen niet gemakkelijk een aanvraag indienen bij de gemeente. Een actieve benadering en samenwerking met buurtnetwerken, specifieke voorzieningen en ambulante hulpverlening voor tweedelijns instellingen zijn vereist. - Hoort goede geluiden over de Minimacoach. Er mag geen hoge/formele drempel zijn om een coach in te zetten; dus ook voor mensen met een WIA of Wajong uitkering. - Essentiële voorzieningen zijn er niet. Het nieuwe beleid vraagt mensen eerst een oplossing te zoeken in eigen kring. Dit is voor mensen met een GGZproblematiek vaak niet mogelijk. Het goed organiseren van het eigen leven is vaak het probleem. - Gaat de gemeente de minimacoach ook inzetten voor mensen met een Wajong en WIA-uitkering? - Is de gemeente bereid de participatiegelden ook in te zetten voor vrijwilligers die nu geen vergoeding krijgen van bijvoorbeeld hun reiskosten? - Is de gemeente bereid te praten met de cliënt die een aanvraag doet? Van der Zwart (GPPA): - Roept de gemeente op vooral te investeren in kwaliteit, deskundigheid, communicatie (eensluidende begrijpelijke uitleg over de maatregelen, de veranderingen en de gevolgen daarvan), vangnet voor mensen die net boven het minimumniveau zitten en daardoor buiten allerlei regelingen vallen.
3
-
De gemeente moet zich bewust zijn dat de begeleiding van kwetsbare groepen een must is. Onvoorziene zaken kunnen een kwetsbaar evenwicht uit balans brengen. Een goed sociaal netwerk is belangrijk. Het beheer van de financiën is vaak ook een probleem. Het is niet uit te sluiten dat er een enorme toeloop op de schuldhulpverlening komt.
Inspreker Van der Meer (Cliëntenraad TSN): - De problematiek is duidelijk. De voorgestelde bezuinigingen zijn desastreus voor zorgvragende burgers en zorgverlenende burgers. Ook in Amersfoort zijn er burgers die extra steun, aandacht en maatschappelijke hulp nodig hebben om deel uit te kunnen blijven maken van de maatschappij. Alleen roepen dat het zo niet kan, is te beperkt. - Binnen de gemeente Amersfoort ontvangen ongeveer 3.000 burgers huishoudelijke hulp. Dat zijn 9.000 zorguren per week tegen een gemiddeld uurtarief van € 22,00. Dat is een jaarbudget van € 10 miljoen. Als met efficiency 15% kan worden bespaard zonder aan kwaliteit in te boeten, als op basis van een herindicatie 15% kan worden bespaard en als op basis van een inkomenstoets de gemiddelde eigen bijdrage met 15% kan worden aangepast, zijn er € 4,5 miljoen minder kosten. De 25% vergoeding over € 10 miljoen bedraagt € 2,5 miljoen. Mist er nog € 3 miljoen. Is de gemeente bereid dit bedrag uit eigen algemene middelen te bekostigen voor de zorgvragende medeburgers? Slechts 0,2% van een gemiddeld huishoudeninkomen is daarvoor voldoende. - Een probleem is pas een probleem als je er een probleem van maakt. Er moet worden gedacht in oplossingen en uitdagingen. Inspreekster Weitkamp (Kwintes): - Kwintes zorgt voor maatschappelijke opvang en begeleidt mensen met langdurige psychiatrische problematiek. - In Amersfoort worden door Kwintes circa 500 personen uit AWBZ-gelden begeleid. Bij de overheveling van de AWBZ naar de WMO gaan 350 personen over naar de gemeente. Het budget daarvoor wordt gekort met 25%. Cliënten hebben langdurige psychiatrische problematiek en worden in de thuissituatie begeleid. De huidige tijd en de bezuinigingen vragen een andere manier van werken: meer uitgaan van eigen kracht, meer gebruik maken van sociaal netwerk en meer samenwerken tussen organisaties. Dat zijn in de kern goede uitgangspunten. - Maakt zich zorgen over het welzijn van cliënten die geen hulp vragen, maar wel ondersteuning nodig hebben. Overlastveroorzakers krijgen wel vaak hulp, maar de stille groep wordt vergeten. - Maakt zich zorgen over mensen zonder een sociaal netwerk. De begeleiding zet zich in om dit netwerk te versterken, maar sociaal contact onderhouden is vaak een van de problemen en het netwerk is overbelast. - Heeft samenwerken met andere organisaties hoog in het vaandel, maar concurrentie maakt dit niet makkelijker. - Zal moeten krimpen in personeel, waardoor de werkdruk zal toenemen. Voert een zo goed mogelijk personeelsbeleid uit om de schade zoveel mogelijk te beperken. - Heeft een wensenlijst voor de gemeente als deze verantwoordelijk wordt voor de ondersteuning van burgers die nu via de AWBZ zorg ontvangen: 1. Heb meer aandacht voor alle kwetsbare burgers, ook die niet zelf om hulp vragen. 2. Heb oog voor mantelzorgers. 3. Let niet alleen op prijs, maar ook op kwaliteit. Spreek organisaties aan op hun deskundigheid. Controleer de kwaliteit door klanttevredenheidsonderzoeken, lengte van wachtlijsten en dergelijke.
4
4. Regel de toeleiding naar zorg op eenvoudige en duidelijke manier. 5. Stimuleer samenwerking tussen organisaties. 6. Regel financiering zo eenvoudig mogelijk. Veel tijd gaat in administratieve rompslomp zitten. Inspreekster Vriens (Koperhorst): - 25% van de intramurale capaciteit zal verdwijnen. Als dat niet is op te lossen, zal de Koperhorst als verzorgingstehuis verdwijnen met ontslag van 150 medewerkers. Ouderen die de regie over hun leven hebben verloren, vereenzamen, verpauperen, verwaarlozen zichzelf en worden een gevaar voor hun buurt en zichzelf en zullen sneller in het ziekenhuis belanden, omdat er geen beschermde woonvormen meer zijn. Denkt hierbij aan cliënten in ZZP-4. - Op dit moment worden dagelijks 24 ouderen opgevangen met dementie. Dit kan niet alleen met vrijwillige krachten worden opgelost. Dementerende ouderen kunnen zo langer thuis wonen en is dat voor hun begeleiders en mantelzorgers vol te houden. Dit zou in de toekomst uitgebreid kunnen worden. - Dagelijks komen vijftig ouderen uit de wijk eten. Dit kost gemiddeld € 5,25 per maaltijd, omdat de ruimte en het personeel niet via de maaltijdprijs verdiend hoeven worden. Als de maaltijdprijs omhoog gaat, kunnen mensen met een smalle beurs niet meer komen eten. Zij vereenzamen en worden sneller ziek. - Diverse activiteiten worden tegen kostprijs aangeboden. Als dit vervalt, zal de Koperhorst als wijkcentrum verdwijnen, voor de mensen in de flat zijn er dan geen welzijnsactiviteiten meer. Hierdoor moeten 40 medewerkers met een lage opleiding worden ontslagen. - WMO is voor velen onlosmakelijk verbonden met de zorgvraag die er is. Men is vaak de regie over het huishouden al kwijt. Men moet adequate hulp krijgen die ze kunnen vertrouwen en waarbij ze geen werkgever hoeven te zijn. Is er iets te vinden waardoor mensen die het zelf kunnen betalen, het zelf betalen, maar dat ze iemand krijgen zonder rompslomp en die ze kunnen vertrouwen? Stopt de huishoudelijke hulp, dan is er sneller vervuiling en sneller ziekte. Als de Koperhorst het huishouden niet meer kan bieden, worden 20 medewerkers met een lage opleiding ontslagen. - Probeert het te zien als kansen. Zal goed nadenken wat kan worden gedaan om de wijkfunctie niet te verliezen en hoe veel kan worden gedaan tegen niet te hoge prijzen. Inspreker Toeter (Servicebureau Gemeenten): - SBG voert Wmo uit voor Amersfoort en 5 andere gemeenten. - Op dit moment worden kantelingsgesprekken gevoerd, zodat duidelijk wordt wat er in de samenleving leeft. Heeft de sociale kaart goed in beeld. Informatie is belangrijk. Het is een belangrijk, laagdrempelig communicatiekanaal voor burgers zowel voor het toewijzen van zorg als voor het argumenteren waarom een voorziening niet wordt gegeven. Kan een belangrijke intermediaire functie vervullen tussen gemeente en burgers. - Belangrijk is te kijken op welke wijze het is georganiseerd in de vorm van producten en type zorgverlening. Moet meer samenhang en synergie worden aangebracht? De intermediaire functie kan verder worden uitgebreid, met een kans om een deelname te geven aan de uitvoering van zorg en de mogelijkheden en onmogelijkheden die dat met zich meebrengt. Inspreker Nieuwenhuis (MEE Utrecht, Gooi & Vecht): - MEE ondersteunt kinderen en volwassen met een beperking en hun netwerk. De verschillende transities en bezuinigingen hebben stapeling van effecten tot gevolg voor cliënten. Cliënten hebben beperkingen, maar ook mogelijkheden. Veranderingen zijn al langer gaande. Werkt niet alleen met de inwoner, maar
5
-
-
-
ook met het netwerk daaromheen aan een gezamenlijke oplossing. Voor de groep die dat niet zelf kan, is een vangnet nodig met een familienetwerk, maatschappelijke organisaties en professionals, zorg dichtbij en tijdelijke signalering om erger te voorkomen. Mantelzorgers moeten in staat zijn, of worden geholpen om duurzaam te ondersteunen. Voor jongeren betekent het dat niet moet worden afgewacht, maar dat erop wordt afgegaan. Voor de ouderen betekent het noodzakelijke hulp thuis om langer zelfstandig te kunnen wonen. Met de diverse transities en veranderingen komen er nieuwe groepen naar de gemeente. Maak gebruik van aanwezige kennis en ervaring van organisaties. Ga door met het inzetten op participatie, wederkerigheid. De realiteit is dat inwoners, ondanks alle inzet, zorg nodig hebben en zorg nodig blijft. Maak gebruik van aanwezige kennis. Inwoners met meerdere problemen hebben een aanpak nodig die alle levensgebieden overziet. Zorg dat er niet opnieuw schotten zijn tussen de aanpak. Bemerkt onrust bij de cliënten. Er is veel onzekerheid en onduidelijkheid. Zorg voor goede communicatie. Binnen de AWBZ wordt over grondslagen gesproken. Vermijd dergelijke discussies. Kijk naar de kwetsbaarheid van de inwoner en wat deze nodig heeft. Zorg is maatwerk.
Inspreker Klarenbeek (Amerpoort): - Amerpoort ondersteunt 2.200 mensen met een verstandelijke beperking bij wonen, werken, dagbesteding, doceren en vrije tijdsbesteding. Heeft in Amersfoort 15 woonlocaties, 13 locaties voor dagbesteding en 300 cliënten worden ambulant begeleid. 140 mensen hebben een indicatie met verblijf, waarvan een belangrijk deel in ZZP-1 tot en met 4. - Een verstandelijke beperking is levenslang. Iedereen met een verstandelijke beperking heeft mogelijkheden. Gaat op zoek naar wat cliënten zelf kunnen, welke vaardigheden zij kunnen ontwikkelen en wie hen daarbij kan helpen. Cliënten moeten zoveel mogelijk de regie over hun eigen leven houden en deelnemen aan de samenleving. Bij Amerpoort werken in de stad 325 medewerkers en 150 vrijwilligers. - Maakt zich grote zorgen over de verandering en onzekerheid die op deze mensen afkomt. Door bezuinigingen kunnen zij straks misschien niet meer rekenen op persoonlijke verzorging, begeleiding bij zaken die ingewikkeld zijn of een zinvolle dagbesteding. Ze hebben geen verzekerd recht meer op zorg, maar krijgen te maken met een compensatiebeginsel. Op hoeveel ondersteuning kan men dan nog rekenen? Moeten zij een eigen bijdrage gaan betalen? Komt hun keuzevrijheid in het geding? Is er sprake van een PGB? - Wil graag met gemeente en andere aanbieders optrekken om in de toekomst mensen met een verstandelijke beperking de nodige ondersteuning te bieden en daarover te adviseren. Nodigt allen uit nader kennis te maken met Amerpoort en de cliënten. Inspreker Van der Toorn (inwoner): - Is sociaal en maatschappelijk betrokken. Heeft bij de Sociale Verzekeringsbank en een thuiszorgorganisatie in Amersfoort gewerkt. Een hersentumor gooide roet in het eten. Moest bijna zelf zorg aanvragen. - Doet vrijwilligerswerk bij de Hooglandse Maatjes en het Rode Kruis. Bezoekt eenzame ouderen en werkt mee aan een telefooncirkel voor ouderen. Zit in het actiecomité Zorg van SP Amersfoort. - Vraagt aandacht voor ouderen die hun huis niet uitkomen, zorgverleners die wel willen, maar niet meer kunnen. - Als banken omvallen, worden er zomaar miljarden "uitgepoept", waardoor de thuiszorg in de "shit" terecht komt. "Doortrekken dat asociale beleid".
6
Inspreekster Lenselink (Beweging 3.0): - Het regeerakkoord heeft grote gevolgen voor de ouderenzorg. Door het scheiden van wonen en zorg wordt de institutionalisering van de ouderenzorg voor een deel afgebroken. Dit brengt de eigen regie terug bij de burger die veel meer keuzemogelijkheden krijgt. Voor Beweging 3.0 betekent het dat woonzorgcentra leeg komen te staan. Als mensen zelf huur, maaltijden, activiteiten en begeleiding moeten betalen, zullen zij de stap niet meer maken. Het gevolg van het regeringsbeleid is leegstand en daardoor kapitaalvernietiging. Wie zorgt dat er in Amersfoort betaalbare woningen voor ouderen zijn? Woningcorporaties hebben geen geld meer om te investeren. Welke verantwoordelijkheid neemt de gemeente daarin? - Wat zijn de consequenties van de reductie van 25% op begeleiding en persoonlijke verzorging? Als het geld er niet is, wordt het ook niet ingezet en ontstaat substitutie. Mensen gaan meer zelf doen en meer voor elkaar zorgen of diensten en zorg uit eigen portemonnee betalen. Ook Amersfoort heeft burgers die in de laatste fase van hun leven meer zelf kunnen betalen. Voor mensen met alleen AOW en een klein pensioen zijn er nauwelijks mogelijkheden om bij te betalen voor zorg. Vraagt de gemeente het geld vooral in te zetten voor die groep. De gemeente moet geld inzetten voor collectieve voorzieningen als dagbesteding en dagopvang. Dat zijn relatief goedkope oplossingen om mensen zo lang mogelijk thuis te laten wonen. - De gemeente vraagt de gemeente een fatsoenlijk tarief te betalen voor de inkoop van persoonlijke verzorging en begeleiding. Alleen dan is het mogelijk gekwalificeerde mensen in te zetten. Goed opgeleide mensen zijn nodig om de zorg over te nemen en te kijken wat echt nodig is om de zelfredzaamheid te stimuleren, de mantelzorger optimaal te ondersteunen en een sociaal netwerk te mobiliseren. Zij zijn opgeleid om niet meer dan de noodzakelijke professionele zorg in te zetten. De inzet van deskundig personeel leidt tot een doelmatige inzet van publieke middelen. Inspreker Buitenhuis (Ouderenbond PCOB, KBO, ANBO): - Spreekt namens ouderen die nog gezond zijn en zelfstandig wonen, maar ook namens ouderen die worden verzorgd. - Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens? De beschaving wordt bepaald door aandacht aan mensen onder modaal en zonder enig vlees op de botten. Voor de ouderenbonden zijn de kernwaarden: vertrouwen, saamhorigheid, naastenliefde, betrokkenheid, maatwerk en kleinschaligheid. Zorg is interactie tussen mensen en is niet meetbaar. Iedere efficiency expert die wil bijdragen aan betere zorg moet zich schamen. Wil, als belastingbetaler, zoveel mogelijk zorg voor zo weinig mogelijk geld. Verwacht ongelimiteerde zorg als het een geliefde betreft. Een naaste is kostbaar. - Hoopt dat raadsleden het hart hebben om op het goede been te gaan staan en de menselijke maat te hanteren. - Hoe de uitvoering van de WMO gesloten kan worden, staat nog in de steigers. Biedt aan mee te denken bij de beleidsontwikkeling. Hoopt dat dit gebeurt in het kader van een te vormen WMO-raad. Inspreekster Schimmel (Cliëntenraad Priva Thuiszorg): - Er is veel onduidelijkheid en onzekerheid over de veranderingen in de zorg. Dit leidt tot grote onrust. Pleit voor duidelijke en heldere informatievoorziening om de onrust bij de cliënten en zorg- en hulpverleners te beperken. - Pleit voor het betrekken van de zorgorganisaties dan wel cliëntenraden bij beleidsvorming en uitvoering en de aanwezige kennis van organisaties niet verloren te laten gaan, maar ze te betrekken en te vragen mee te denken over het
7
borgen van de kwaliteit en de wijze van aanbesteding. Inspreker Slijpen (Politie Midden-Nederland): - De gevolgen van bezuinigingen zijn niet goed te overzien. Heeft met name te maken met de meest extreme en complexe problematiek. Meervoudige problematiek wordt vanuit verschillende financieringsstromen betaald. Vreest dat door bezuinigingen meer mensen tussen de wal en het schip gaan vallen. - Is erg ongerust. Bezuinigingen komen samen met een aantal andere trends. De economische crisis is ook voor individuele mensen voelbaar. Ook op andere fronten wordt bij instellingen bezuinigd. Ziet een trend om dwang- en drangmaatregelen af te bouwen. Ziet een toenemende extramuralisering; alles moet meer ambulant worden. Vreest een verschuiving dat vanuit het strafrecht meer mensen in de zorg komen en andersom. - De extreme gevallen zijn de achterkant van het probleem. Aan de voorkant is het een grote brij aan instellingen en voorzieningen. Zou graag een duidelijke voordeur zien, zoals een meldpunt Zorg en Overlast. BPA (Schulten): - Hoe staat Amersfoort er op het punt van buurtnetwerken voor? Is een buurtnetwerk goed toegankelijk voor klanten? Is er een andere gemeente waar raadsleden kunnen kijken hoe het kan worden vormgegeven? Inspreekster Mast (Buurtzorg Nederland): - In Amersfoort functioneren al buurtnetwerken. Is als wijkverpleegkundige lid van een buurtnetwerk op De Berg. In de toekomst moet men het hebben van de kracht van die netwerken. Om mensen zelfstandig te laten zijn, moet er een sociaal vangnet zijn. Samen met niet-professionals wordt in het buurtnetwerk gekeken welke partij een bepaalde vraag kan oppakken. - In de ene wijk is het verder dan in de andere wijk. Dit is ook afhankelijk van prioriteit van de gemeente. - Buurtnetwerken zijn volop in ontwikkeling. Pleit ervoor dat er een bepaalde plek is, die voor de hele wijk bekend is, waar mensen terecht kunnen en waar het kan worden opgepakt en dat direct wordt doorverwezen naar de juiste persoon. SP (Beltman): - Voorstellen van instellingen kunnen een bijdrage leveren aan de bezuinigingen. Het doel is zoveel mogelijk geld voor de cliënten en de mensen zelf te behouden. In hoeverre zijn voorstellen al bij de gemeente bekend? Wordt voldoende gedaan met de voorstellen van instellingen? Vreest dat de ervaringen niet positief zijn. Demissionair wethouder (Boeve): - Heeft met veel organisaties gesproken om samen te kijken hoe een en ander wordt opgepakt en wat van rijkswege op de gemeente afkomt. Er zijn interessante en goede ideeën hoe zoveel mogelijk overeind kan blijven in een tijd waarin de overheid het met veel minder geld moet doen. Het vertrekpunt "op buurtniveau" moet verder worden doorgevoerd. - Merkt vaak in de discussie dat partijen graag alles willen behouden. Als de kabinetsplannen doorgaan (75% bezuinigen op WMO, 25% bezuinigen op AWBZ, GGZ en Jeugdzorg), dan moet het op een andere manier worden gedaan. Begonnen moet worden bij de meest kwetsbare Amersfoorters. Beveelt de raad aan ook te spreken met mensen in de meest kwetsbare positie. Als de kabinetsplannen waar worden, moet zeer precies worden gekeken naar wat nog wel wordt gedaan en wat niet. Dan moet op buurtniveau worden gekeken wat mensen voor elkaar kunnen betekenen. Die beweging moet worden vormgegeven.
8
Amersfoort moet een prettige stad blijven om in te wonen en leven. VVD (Voogt): - Kan mevrouw Tuin toelichting geven op administratieve zaken/bureaucratie? Inspreekster Tuin (Birkhoven Zorggoed): - Buurtzorg is in staat gebleken om integraal aanbod te creëren met een lage overhead. Pleit ervoor dat de hulpvraag integraal en wijkgericht wordt benaderd en niet met de gecreëerde schotten. Taken zijn enorm gedifferentieerd. Daar is winst te behalen. Weet niet hoe groot die winst kan zijn. Als je veel moet verantwoorden, dan kom je er niet. De gemeente moet samenwerking zoeken met de aanbieders en vertrouwen hebben in professionals die het met een open vizier kunnen bekijken. Inspreker Klarenbeek (Amerpoort): - Binnen Amersfoort wordt ruim met integrale wijkteams (Kruiskamp, Koppel, Zielhorst) geëxperimenteerd. Dat werkt prima en er worden hoge verwachtingen uitgesproken. Dat geldt ook voor Jeugdzorg in de proeftuin Soesterkwartier. Er is een project "Menskracht", waarbij een hulpverlener wordt ingezet bij een gezin, met samenwerking op de achtergrond. - Er wordt wel degelijk geëxperimenteerd in heel veel gemeenten. Inspreker Overvliet (Wmo GGZ klankbordgroep): - Bij mensen met GGZ-zorg en een licht verstandelijke beperking is het huis vaak "een zooitje". "Is het een zooitje in je hoofd, is het een zooitje in je huis". Pleit ervoor de handen ineen te slaan om dit probleem op te lossen. CDA (Pongers): - Deelt de zorg die allen hebben. Het is ondoenlijk zoveel te bezuinigen in dit dossier. Hoe is dit om te keren naar iets positiefs? Hoe gaat de raad dit aanpakken? Dat is heel erg moeilijk. Maakt zich heel erg zorgen. - Ontzorgen kan, maar ontschotten moet. Daar zou winst kunnen worden behaald. Hoe is dat dan te doen? - Pleit ervoor de deskundigheid zoveel mogelijk bij de gemeente in te brengen. Hoopt dat de gemeente partijen daartoe de gelegenheid geeft. Gaat zich er hard voor maken dat alle partijen regelmatig met elkaar om tafel zitten om te bespreken hoe de integrale hulpverlening wordt opgepakt. ChristenUnie (Kennedy-Doornbos): - Verzoekt alle partijen hun boodschap aan de gemeenteraad en aan de griffie te zenden. Inspreekster Vriens (Koperhorst): - Mist een partij: de woningbouwcorporaties. Voor ZZP-3 en ZZP-4 moet worden gezocht naar plekken waar men veilig en bij elkaar kan wonen, zodat efficiënt hulp kan worden geboden. - In Schothorst loopt het project "Omzien naar elkaar". Buurtzorgers vragen huisaan-huis wat nodig is en wat kan worden gebracht. Voor de toekomst zijn voor ouderenzorg ook woningbouwcorporaties en projectontwikkelaars nodig om naar huisvesting te kijken. Hoopt dat het op tijd is. D66 (Sanders): - Neemt deze vraag mee bij de prestatieafspraken die met de woningcorporaties worden gemaakt. - Hoopt dat partijen met elkaar gaan samenwerken en deskundigheid aan de
9
gemeente aanbieden. SP (Beltman): - Wil kijken wat er al aan bezuinigingen mogelijk is door efficiency, maar verwacht niet dat het daarmee lukt. Er is meer geld nodig om voorzieningen te behouden. De verwachting is dat veel medewerkers in de thuiszorg worden ontslagen. Veel mensen werken parttime, dus het aantal mensen dat het betreft, is vele malen groter. - Amersfoort moet een krachtig pleidooi houden bij de landelijke regering om deze bezuinigingen uit te stellen en liefst af te stellen. Amersfoortse politieke partijen moeten een signaal in Den Haag laten horen. Hoopt dat het dan goed kan komen. CDA (Pongers): - In december 2012 is een motie aangenomen om zorgen kenbaar te maken bij de overheid. Dat is al gaande. Inspreekster Lenselink (Beweging 3.0): - Voor de gemeente ligt ook een rol in het nieuwe regeringsbeleid, omdat een knip gaat ontstaat tussen de financiering WMO en de Zorgverzekeringswet met betrekking tot de thuiszorg. Verpleging wordt betaald uit de Zorgverzekeringswet en de persoonlijke verzorging uit de WMO, terwijl het vaak dezelfde mensen zijn die het werk doen. Het vraagt een goede samenwerking met de zorgverzekeraars om tot een integrale bekostiging te komen van deze opgeknipte voorziening. CDA (Pongers): - Dit is een voorbeeld van bureaucratie. Indicatieverlening en financieringsstromen moeten veel simpeler. Daar valt veel winst te behalen. Hierbij zijn zorgkantoren nodig en een gemeentebestuur dat dit goed oppakt. VVD (Voogt): - Als het budget beperkt is, hoe denken partijen dan over bezuinigingen en op welke onderdelen? Hoe beperk je administratieve rompslomp? Zijn er andere mogelijkheden om bezuinigingen te realiseren? Inspreekster Vriens (Koperhorst): - Landelijk wordt altijd met wantrouwen naar zorgaanbieders gekeken. Elke fout levert regels op. Bureaucratie is niet voor niets tot stand gekomen. Als naar normale waarden wordt gegaan op basis van vertrouwen, zal veel bureaucratie verdwijnen en gaan zorgverleners met meer plezier naar de cliënt en kunnen zij meer voor de cliënt doen. Conclusie: - zodra er meer bekend is over de invulling van de Rijksbezuinigingen worden organisaties opnieuw uitgenodigd om hun voorstellen voor samen optrekken met de raad te delen
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 maart 2013 de griffier,
de voorzitter,
10
Verslag Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 5 februari 2013 19:00
Visie op Onderwijshuisvesting Informatie, rondetafelgesprek
Verslag Gevolgen bezuinigingen thuiszorg en Awbz in Amersfoort
Visie op Onderwijshuisvesting Informatie, rondetafelgesprek Inhoud agendapunt Visie op onderwijshuisvesting (pdf) Bijlage - Notitie “Eruit halen wat erin zit” (pdf) Bijlage - Presentatie "Eruit halen wat erin zit" (pdf) Besluitenlijst Visie op onderwijshuisvesting - eruit halen wat er in zit (pdf) Verslag Visie op onderwijshuisvesting eruit halen wat erin zit (pdf) Audioverslag
Agendapunt De Ronde Titel
Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting
Doel activiteit Reden van aanbieding
4300715 Visie op onderwijshuisvesting: eruit halen Reg.nr. wat er in zit 5 februari 2013 Ambtelijk contact College van B&W Klaarenbeek (033-469 4622 ) Tigelaar Op 17 april 2012 hebben het primair en voortgezet onderwijs aan de gemeenteraad de visie op onderwijs gepresenteerd die in samenspraak met beleidsadviseurs van de gemeente ontwikkeld was. Deze visie op onderwijs was een eerste stap in het tot stand brengen van een integraal huisvestingsplan (IHP) voor het onderwijs. Het tot stand brengen van een IHP is onderdeel van het coalitieakkoord “verbonden, slagvaardig en duurzaam”. Na de presentatie aan de raad vorig jaar hebben werkgroepen van het voortgezet onderwijs en van het primair onderwijs samen met beleidsadviseurs van de gemeente de visie op onderwijs vertaald in een gezamenlijke visie op onderwijshuisvesting. Vanuit het perspectief dat de gemeenteraad besluit over de kaderstelling voor een integraal huisvestingplan vindt het college het van belang dat de gemeenteraad door de wethouder en schoolbestuurders geïnformeerd wordt over de voorliggende visie op onderwijshuisvesting. Na deze informatieronde zal het college de visie op onderwijshuisvesting aan de raad aanbieden ter besluitvorming. Wethouder Tigelaar verzorgt een presentatie samen met en deheer K. de Boer, CvB van de Onderwijsgroep Amersfoort, die dat namens het onderwijsveld doet. Meerdere schoolbestuurders zijn aanwezig voor het gesprek met de gemeenteraad. Rondetafelgesprek
Soort document
Nota “Eruit halen wat erin zit”. Informatie is een tweede stap voor de raad op weg naar de voorbereiding van een integraal huisvestingsplan PO en VO.
Van de raadsleden wordt gevraagd
Kennis te nemen van de notitie “Eruit halen wat erin zit” en de presentatie, vragen te stellen en het gesprek aan te gaan met de betrokkenen.
Vervolgtraject
Kaderstelling door de gemeenteraad voor het integraal huisvestingsplan.
Opm. presidium Soort verslag Bijbehorende documenten
Achterliggende documenten
Verslag Notitie “Eruit halen wat erin zit” Presentatie (beschikbaar vanaf 5 februari) Onderwijsvisie voor primair en voortgezet onderwijs
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
x BIS
Raadsstukken
Fractie
#4300715 v2 - AGENDA DE RONDE 05022013 VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING
ERUIT HALEN WAT ERIN ZIT Inleiding Eind 2011/ begin 2012 hebben de scholen voor Primair Onderwijs (PO) en Voortgezet Onderwijs (VO) samen met de gemeente Amersfoort een visie op onderwijs ontwikkeld. Het onderwijs en de gemeente trokken hier samen in op in de wetenschap dat het ontwikkelen van een visie op onderwijs en het realiseren van die visie de verantwoordelijkheid van het onderwijs is. Onderwijs en gemeente onderkennen ook dat het uitvoeren van een onderwijsvisie niet los gezien kan worden van de taken die de gemeente heeft op onderwijsgebied, waaronder onderwijshuisvesting. Daarom is gekozen voor een gezamenlijk traject. Op hoofdlijnen ziet dit traject er als volgt uit: 1. Ontwikkelen onderwijsvisie en presentatie aan de gemeenteraad van Amersfoort: 17 april 2012 presenteerde het onderwijs de visie op PO en VO aan de gemeenteraad. 2. Ontwikkelen van een visie op onderwijshuisvesting op basis van de onderwijsvisie door scholen en gemeente: we zijn in deze fase. Als deze visie is ontwikkeld volgt weer overleg met de gemeenteraad. 3. Ontwikkelen van kaders vanuit de visie op onderwijshuisvesting voor een integraal huisvestingsplan door onderwijs en gemeente: vaststellen door gemeenteraad. 4. Ontwikkelen investeringsplan door onderwijs en gemeente: vaststellen voor het gemeentelijk deel door de gemeenteraad.
VAN VISIE OP ONDERWIJS NAAR VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING Werkwijze PO en VO zijn onderscheiden grootheden. Het streven is dat er uiteindelijk een gezamenlijke notitie komt, maar de weg er naar toe loopt via verschillende overleggen, van PO en gemeente of VO en gemeente. In deze notitie voegen wij1, de verschillende wegen zo veel mogelijk samen. Als een uitgewerkt aspect specifiek voor of PO of VO is vermelden we dat erbij. In de vorige fase hebben onderwijs en gemeente samen met de Argumentenfabriek visieaspecten benoemd die in deze notitie uitgewerkt worden naar huisvestingsaspecten.
1. Huisvesting als middel om visie op onderwijs gestalte te geven 1.1 Huisvesting staat ten dienste van een succesvolle schoolloopbaan Kinderen en jongeren hebben recht op goed onderwijs. Kinderen in het PO krijgen hun onderwijs bij voorkeur in hun vertrouwde omgeving, al dan niet in combinatie met opvangmogelijkheden (integrale kindcentra). Waar er sprake is van een voorschools aanbod is er een goede aansluiting tussen de voorschool en de basisschool. Als een kind overstapt van PO naar VO zorgt het onderwijs voor een goede overgang. De school heeft en houdt een belangrijke sociale functie. 1.2 Huisvesting maakt passende zorg mogelijk 1
Na een positief besluit van de VO-kamer en van het IBO (beide december 2012) is “Wij” is onderwijs en gemeente samen. (08-01-2013 toegevoegd)
1
Kinderen en jongeren hebben recht op passende zorg. De meeste kinderen en jongeren zullen hun schoolloopbaan doorlopen zonder dat ze bijzondere zorg nodig hebben. Maar als kinderen en jongeren problemen hebben, zelf, in de thuissituatie of anderszins, dan worden die gesignaleerd, in kaart gebracht en adequaat aangepakt. Daarvoor werken scholen samen, met elkaar, met scholen voor speciaal onderwijs en instanties bijv. op het terrein van jeugdzorg en leerplicht of RMC. De ontwikkeling passend onderwijs onderstreept dit. En de ontwikkelingen in de jeugdzorg kennen het adagium “school als vind- en werkplaats”. 1.3 Huisvesting staat in het teken van talentontwikkeling Kinderen en jongeren hebben talenten en mogelijkheden in allerlei vormen en maten. Onder meer op school komen deze tot ontplooiing door ontmoeting en samenwerken. Zo ontwikkelen kinderen en jongeren vaardigheden. Via school komen ze in contact met (buiten)sport en cultuur. Een aantal scholen voor PO en enkele VO scholen kennen de verlengde schooldag, waaronder de ABC-scholen in het PO, met uitdagende en inspirerende activiteiten.
2. Huisvesting en onderwijsaanbod 2.1 Het aanbod van scholen is breed en is passend In het kader van de ontwikkeling passend onderwijs werken het regionaal samenwerkingsverband PO (i.o.) en het regionaal samenwerkingsverband VO (i.o.) ieder aan een breed onderwijsaanbod. Elk bestuur binnen het samenwerkingsverband krijgt met ingang van augustus 2014 zorgplicht voor de individuele onderwijs(zorg)behoefte van kinderen en jongeren. Keuzemogelijkheden Het PO biedt onderwijs aan in een mix van ABC-scholen, integrale kindcentra en stand-alone scholen. Binnen het regulier PO zal er zoveel mogelijk ruimte blijven voor ouders om onderwijs te kiezen op basis van denominatie en onderwijsconcept. Misschien niet altijd in de wijk, maar wel binnen stadsdelen of de stad als geheel. Zie ook paragraaf “huisvesting en een evenwichtige spreiding over de stad”. Voor Speciaal Basisonderwijs en Speciaal Onderwijs is deze keuzemogelijkheid er niet of minder. Leren binnen en buiten de school De ervaring leert dat de keuze voor een VOschool minder bepaald wordt door afstand van thuis of door denominatie. Voor het VO geldt dat leerplekken zowel op school als buiten school kunnen zijn, variërend van thuisleren tot leren bij een centrale (specifieke) onderwijsvoorziening of bij een bedrijf/instelling. We gaan er daarbij van uit dat afhankelijk van leeftijd en onderwijscategorie de mogelijkheden voor en de behoefte aan schoolgebonden onderwijs en individuele begeleiding verschillen. Voor die verschillen zal in de toekomst oog moeten blijven en onderwijsruimte beschikbaar moeten zijn. Ontwikkelingen in de ICT bieden steeds nieuwe kansen en mogelijkheden zoals bijv. voor centrale instructie. Scholen maken daarom gebruik van actuele ICTvoorzieningen. Voor het PO geldt dat leerplekken in de regel op eigen school zijn, maar voor dagdelen ook op andere scholen kunnen zijn. Denk hierbij aan een specifiek onderwijsaanbod op een andere PO-school, of op een SBO of SO-school. Naar school op weg naar een plek op de arbeidsmarkt Het onderwijs leidt kinderen op tot verantwoorde burgers: ontmoeten, omgaan met het nieuwe werken, samenwerken, stimuleren van creativiteit en het vinden van innovatieve oplossingen maken hier onderdeel van uit. In het aanbieden van onderwijsprogramma’s houdt de school, naast wensen en talenten van kinderen, ook rekening met de (toekomstige) vraag van de arbeidsmarkt. Onderwijs kijkt verder dan dat kinderen en jongeren zoveel mogelijk met een diploma van school komen. 2
Differentiatie in ruimte Een schoolgebouw kent verschillende typen ruimten ten behoeve van een aanbod op het gebied van onderwijs, opvang, zorg, (buiten) sport en cultuur. We denken hierbij aan ruimten voor groepsinstructie, individuele leerplekken, ruimten voor vaardigheden, sport/ spel, opvang, ontmoeting, werkplekken voor medewerkers en externe functies (zoals jeugdzorg, leerplicht). De invulling kan per school verschillen. Elke school heeft goede digitale mogelijkheden en actuele ICT-voorzieningen. Huisvestingsbehoefte op termijn Schoolbesturen en gemeente stellen samen de huisvestingsbehoefte vast voor een komende periode. We werken met een lange termijn perspectief van 8 jaar met telkens een concretisering voor 4 jaar. De huisvestingsbehoefte stellen we vast op basis van verschillende aspecten. Een eerste is de demografische ontwikkeling. Voor het PO moeten we daarbij rekening houden met binnenstedelijke krimp en evenwichtige spreiding van scholen. Voor het VO is, mede gezien de regiofunctie die het VO vervult, de komende jaren geen sprake van krimp. Andere aspecten zijn nieuwe methodieken die van invloed kunnen zijn op de huisvestingsbehoefte net als de ontwikkeling passend onderwijs (onderwijsondersteuningkolom) in combinatie met de decentralisatie van de jeugdzorg (jeugdzorgkolom). Al eerder noemden we in dat verband de school als vind- en werkplaats. Voor het VO kunnen ontwikkelingen op de arbeidsmarkt een aspect zijn waar rekening mee gehouden moet worden. Huisvestingsbeleid ondersteunt ook op termijn onderwijsbeleid We zien een ontwikkeling dat maatschappelijk vastgoed waaronder schoolgebouwen ingezet wordt om andere maatschappelijke functies te vervullen. We vinden het belangrijk dat, naast het multifunctioneel gebruik, de onderwijsfunctie maatgevend blijft voor de vormgeving en invulling van een schoolgebouw. We vinden ook dat schoolgebouwen buiten schooltijd een functie vervullen voor hun omgeving. (zie ook huisvesting en de omgeving van de school) 2.2 Scholen flexibiliseren hun aanbod POscholen bieden diensten aan voor een ruimere groep dan 4 – 12 jarigen. Actueel is bijv. de ontwikkeling van flexwerkplekken onder schooltijd voor ouders van kinderen in de school. Scholen hebben de mogelijkheid om volwassenen een aanbod te doen van (onderwijsgerelateerde) cursussen. De inrichting van een gebouw moet hiervoor ingericht zijn. Verschillende werkvormen vragen ook verschillende soorten ruimten. Ruimten die niet altijd per se schoolgebonden zijn. 2.3 Het onderwijsaanbod gaat uit van de individuele leerling, boeit leerlingen en is een prettige werkomgeving We ambiëren visueel aantrekkelijke gebouwen met een goede sfeer, waarin de (flexibele) indeling de mogelijkheid biedt voor leerlingen maatwerk te leveren. We houden rekening met de invloed van leeromgevingsfactoren op verschillende type leerlingen. We stellen ons voor, zeker in het VO, dat leerlingen verschillende onderwijsmodules op verschillende scholen volgen. Dit biedt mogelijkheden om via gezamenlijke investeringen een actueel onderwijsaanbod te verzorgen. Daarnaast ontwikkelen we voor het VO mogelijkheden om thuis en buiten school (op de werkvloer) te leren. We moeten daarbij waken te investeren in tijdelijke ‘trendy’ zaken. Daarnaast is het belangrijk dat een schoolgebouw ook een aantrekkelijke werkomgeving voor leraren en onderwijsondersteunend personeel is. Een werkomgeving die ook ruimte biedt om nieuwe ontwikkelingen bijv. op het gebied van instructie, flexibel in te zetten, mede ondersteund door goede ICTmogelijkheden en toepassingen. 2.4 Het onderwijsaanbod sluit aan op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt (VO): 3
De outillage van de lesomgeving sluit aan op de toekomstige baan. Voor het voorbereidend beroepsonderwijs geldt dat er een goede relatie is met het middelbaar beroepsonderwijs. Voor het algemeen voortgezet onderwijs geldt dat er een goede relatie is met het hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs. We hebben daarbij voor ogen dat onderwijsorganisaties gezamenlijke investeren in toekomstbestendige centrale onderwijsvoorzieningen. We willen daarbij het vervolgonderwijs MBO, HBO en WO betrekken, maar ook het bedrijfsleven en de instellingen waar de toekomstige vraag naar arbeidskrachten ligt. Om dat te realiseren gaan we (waar nodig) actief investeren in contact met het vervolgonderwijs, bedrijfsleven en instellingen om hun faciliteiten te kunnen benutten voor onderwijsdoeleinden. Speciale aandacht vragen in dit verband de jongeren die het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en praktijkonderwijs (PRO) volgen, jongeren met specifieke talenten die toegeleid moeten worden naar zelfstandig maatschappelijk functioneren, zonder dat zij in staat zijn een startkwalificatie te halen.
3. Huisvesting en de organisatie van het onderwijs 3.1 Amersfoortse schoolbesturen werken nauw samen De schoolbesturen van PO en VO onderschrijven samen met de gemeente hun integrale, gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting en werken daartoe samen met elkaar en met (eventueel) private partijen. We doen dit in het besef van het bezit van maatschappelijk vastgoed dat met gemeenschapsgeld is gefinancierd. We kijken heen over historisch gegroeide situaties om zaken als uitruil van gebouwen of andere out-off-the-box oplossingen mogelijk te maken als daarmee het onderwijsaanbod beter combineert met de huisvesting We streven in het VO naar een concentratie van gezamenlijke voorzieningen. 3.2 Een flexibele houding van het onderwijs vraagt flexibele huisvesting De ontwikkelingen op verschillende terreinen gaan snel. Dit vraagt op termijn om panden die snel opnieuw in te delen zijn. Tegelijk is het noodzakelijk dat investeringen duurzaam zijn. Optimaal gebruik van gezamenlijk maatschappelijk vastgoed onderstreept deze noodzaak. 3.3 Een flexibele organisatie vraagt goed toegeruste gebouwen qua ICT en e-learning: ICT komt regelmatig als issue naar voren. De technische ontwikkelingen gaan stormenderwijs. ICT is niet weg te denken uit het onderwijs, zowel administratief als onderwijskundig, onder meer e-learning. Een actueel en toegankelijk systeem voor leraren, leerlingen en onderwijsondersteunend personeel is een van de uitdagingen. Aandachtspunten zijn effectief en efficiënt gebruik van ict-ondersteuning bij administratieve processen, zoals aanwezigheidregistratie, verzuimmeldingen, de relatie tussen deze registraties en nietschoolgebonden leren of onderwijs volgen op verschillende locaties. We willen depersonaliseren ten gevolge van automatisering voorkomen. Mensen in elke leeftijd hebben en houden persoonlijke aandacht nodig. We onderkennen dat het nodig is om capaciteiten van leraren om een e-learning aanbod te ontwikkelen te bevorderen. We onderkennen dat een leerling vaak meer ICTkennis zal bezitten dan zijn leraar. De functie van leraar verandert daarmee van leren naar leren omgaan met. 3.4 Modern flexibel onderwijs vraagt een professionele leer- en werkomgeving Schoolgebouwen voldoen aan de arbeidsomstandighedenwet en bieden naast onderwijsmogelijkheid ook bijv. vergaderfaciliteiten en spreekkamers. Onderzocht moet worden hoe het nieuwe werken voor medewerkers geïmplementeerd kan worden. Een schoolgebouw is veilig voor leerlingen en medewerkers, zowel in fysieke zin als interpersoonlijk. 4. Huisvesting en de omgeving van de school 4
De omgeving van de school definiëren wij als volgt: “het gebied waarbinnen de school vorm en inhoud geeft aan onderwijs, ontmoeting, maatschappelijk leven en sociale samenhang.” Aldus geformuleerd komt de omgeving van de school dus niet per definitie overeen met de bekende indeling in wijken en buurten, maar is de school wel van betekenis voor wijken en buurten. 4.1 Scholen hebben sterke binding met de omgeving waar ze gevestigd zijn en geven vorm en inhoud aan hun maatschappelijke rol Het schoolgebouw is open van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat en biedt mogelijkheden voor buurtbewoners op gebied van ontmoeting, activiteiten, cursussen. De school voelt zich betrokken bij de fysieke en sociale omgeving en betrekt deze bij de inhoud van het onderwijs in de vorm van bijv. schooltuinen, speelplekken, monumenten. 4.2 Scholen bieden dienstverlening op een breed terrein De maatschappelijke rol van scholen heeft gevolgen voor de openstelling van gebouwen, het beheer van ruimten en faciliteiten, het gebruik van maatschappelijke middelen voor onderwijs en nietonderwijs, zoals sportfaciliteiten en culturele faciliteiten. Bij de verdere ontwikkeling hiervan is van belang dat de onderwijsfunctie niet belemmerd mag worden door andere functies en dat, waar nodig, voorzieningen worden aangebracht om publiektoegankelijke ruimten te onderscheiden van delen van het gebouw die alleen voor onderwijs toegankelijk zijn (beveiliging/ beperking toegang): voorbeeld bibliotheek in het Hooghe Landt. Daarnaast zijn afspraken nodig over beheer van het gebouw, waaronder schoonmaak, gebruik utiliteitsvoorzieningen (gas, licht, water, ict) en onderhoud (schilderwerk, reparaties, treffen van voorzieningen voor de derden) Tevens moet aandacht besteed worden aan de gevolgen van toekomstige veranderingen in ruimtebehoefte van het onderwijs ten opzichte van het ruimtegebruik door derden.
5. Huisvesting en evenwichtige spreiding van gebouwen over de stad Primair onderwijs 5.1.Schoolbesturen bieden gezamenlijk het door ouders gewenste aanbod wat betreft denominatie en onderwijsconcept De schoolbesturen streven naar een kwalitatief hoogwaardig netwerk van scholen waarbinnen ouders kunnen kiezen voor een denominatie of onderwijsconcept; dit netwerk bestaat uit aaneengesloten ‘omgevingen’ van die scholen. Binnen dit netwerk komen scholen zo veel mogelijk tegemoet aan de diversiteit en keuzevrijheid van ouders. De te realiseren kwaliteit van onderwijs en/of de bedrijfseconomische aspecten zoals de “grootte” van een specifieke school bepalen uiteindelijk wel wat de mogelijkheden zijn. Onderwijsconcept kan hierbij worden gezien als onderwijsvorm (bijv. dalton / montessori) en als specialisatie (bijv. speciaal basisonderwijs t.b.v. Passend Onderwijs) Het netwerk bestaat uit nader te bepalen ‘omgevingen’ waarin ruimte is om aspecten als krimp en consequenties van Passend Onderwijs te kunnen opvangen. We werken niet of zo min mogelijk met dislocaties. 5.2.Schoolbesturen bieden onderwijs aan via grote integrale kindcentra en kleine scholen De schoolbesturen streven in de omgevingen naar een evenwichtige verdeling tussen integrale kindcentra en kleine scholen. Alle scholen (ook de kleine scholen) hebben de mogelijkheid tot minimale basisdiensten, zoals tussenschoolse en buitenschoolse opvang. 5.3.Scholen organiseren een breed aanbod van onderwijs, opvang, sport, cultuur, welzijn en zorg 5
De schoolbesturen vinden het van belang dat onderwijshuisvesting zodanig is georganiseerd dat in alle omgevingen de mogelijkheid van een breed aanbod aanwezig is.
Voortgezet onderwijs Spreiding en bereikbaarheid van schoollocaties is een issue van beperkt belang voor de leerlingen van het voortgezet onderwijs. Mocht zich in de toekomst de mogelijkheid voordoen een nieuwe schoollocatie te realiseren dan is het wel goed de spreiding van de overige locaties hierbij te betrekken. 6. Huisvesting van scholen in frisse, duurzame en energieneutrale gebouwen Onderwijshuisvesting als middel om je visie op onderwijs te realiseren. In het voorgaande hebben we een flink aantal aspecten daarvan uitgewerkt. De wensen die we op termijn met elkaar willen realiseren moeten in verband worden gebracht met de bestaande voorraad onderwijshuisvesting die Amersfoort heeft. Een gebouwenvoorraad van inmiddels ruim 40 - 70 jaar oud die niet meer voldoet aan de ruimtebehoefte van de school zelf noch aan de ruimtebehoefte vanuit de maatschappij noch aan de steeds hogere eisen op technisch gebied, met name energiezuinigheid, comfort, binnenklimaat, duurzaamheid. Zoals al eerder aangegeven hebben we daarnaast te maken met demografische krimp, nu al in het PO, maar op termijn ook in het VO. Een en ander betekent een grote (financiële) opgave voor gemeente en onderwijs.
7. VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING In het voorgaande zijn veel deelaspecten van onderwijshuisvesting uitgewerkt. Brengen we het geheel kort en krachtig samen dan komen we tot de volgende visie op onderwijshuisvesting. 1. Onderwijshuisvesting is een middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs. 2. Onderwijshuisvesting faciliteert leerlingen en leraren en onderwijsondersteunend personeel bij het leren en werken. 3. Afhankelijk van leeftijd van leerlingen en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding over de stad van belang. 4. Onderwijshuisvesting is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente. 5. Optimaal, duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed, ook buiten onderwijstijd, is uitgangspunt.
8. Doorkijkje naar vervolgstap Deze notitie is bedoeld om een visie op onderwijshuisvesting te formuleren. Dat hebben we in het voorgaande gedaan. We willen ook vast een doorkijkje formuleren naar de volgende stap. Bestaande voorraad in kaart Eerder heeft het VO bureau ICS ingehuurd om hun gebouwen in kaart te brengen. Dit ging volgens de volgende lijnen: Ruimtelijk: schaal en maat van onderwijsgebouwen wat is de schaal en maat van onderwijsgebouwen in de omgeving als gevolg van rijksbeleid heeft er een enorme verdichting plaatsgevonden: meer leerlingen met als gevolg uitbreiding van gebouwen op kavels die niet uitgebreid kunnen worden
6
meerwaarde creëren door terreinen uit te wisselen, met voordelen voor de woonomgeving en de huisvesting van het onderwijs (bijv. op terrein Lichtenberg had PO gehuisvest kunnen worden onder afstoten van oude PO-gebouwen in smalle naastgelegen woonstraten) verbinding leggen met ruimtelijke ordening en strategische vastgoedontwikkeling, de geldende regels in voor gebouwen in de stad (waaronder onderwijsgebouwen)
Bezetting: onderwijsgebouwen optimaal gebruiken gebruik gebouwen in de vorm van een goede bezetting in de tijd gebruik van ruimten in de vorm van functionaliteit leegstand en tijdelijke voorzieningen minimaliseren voldoende ruimte Technische staat: onderwijsgebouwen adequaat onderhouden en verduurzamen onderhoud van gebouwen op basis van goede financiële planning energieverbruik/ comfort/ binnenklimaat verduurzamen gebouwen in gebruik en materiaal en in levensduur Functionaliteit: onderwijsgebouwen staan ten dienste van inhoud gebruikswaarde gebouwen gezien veranderende eisen die het onderwijs inhoudelijk stelt efficiënte indeling gebouwen in relatie tot onderwijskundig concept flexibiliteit zodat gebouwen relatief eenvoudig intern zijn aan te passen aan nieuwe inhoudelijke eisen en concepten Eigendom, beheer en exploitatie: onderwijsgebouwen duurzaam beheren en exploiteren helder organiseren van eigendom en beheer beheerorganisatie bij multifunctioneel gebruik sluitende exploitatie in relatie tot bezetting, technische staat en functionaliteit gebouwen professionaliseren beheer en exploitatie MFA’s (PO) helder organiseren van medegebruik en verhuur van ruimten in onderwijsgebouwen Aanpak bestaande voorraad in kaart Om de bestaande voorraad in kaart te brengen stellen we voor de opbrengsten van ICS te updaten voor het VO. Daarnaast brengen we het PO in kaart volgens dezelfde systematiek. Van bestaande voorraad naar passende huisvesting in de toekomst Op basis van deze inventarisaties zal de gezamenlijke opdracht zijn om te bedenken welke bestaande gebouwen we willen behouden en welke we willen afstoten dan wel vernieuwen (vervangende nieuwbouw) of ‘transformeren’ (verduurzamen bestaande gebouwen) gezien inhoudelijke ontwikkelingen en demografische ontwikkelingen (krimp op de korte en langere termijn). Financiële gevolgen – vraagstukken - in de toekomst We kunnen niet om het vraagstuk van de financiering van onderwijshuisvesting heen. De gemeente heeft en houdt een wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting. Dit is niet alleen een kwalitatief en kwantitatief vraagstuk, maar ook een financieel. Veel gemeenten, ook Amersfoort, krijgen te maken met het gegeven dat steeds meer schoolgebouwen 40 jaar en ouder zijn. Dit betekent dat het vraagstuk aan de orde komt hoe de aanpassing of vervanging van deze gebouwen gefinancierd moet worden. De onderwijswetgeving kent nu twee hoofdsystemen: De gemeente betaalt op basis van de verordening onderwijshuisvesting subsidie aan de schoolbesturen. De verordening vormt middels een jaarlijkse cyclus van individuele aanvraag, beoordeling en besluitvorming de wettelijke basis voor het toekennen van middelen. Aanvragen kunnen niet in samenhang/ strategisch beoordeeld worden: voldoet de aanvraag aan de eisen van de verordening dan moet die toegekend worden. 7
De gemeente verstrekt op basis van een overeenkomst subsidie aan schoolbesturen. Dit systeem biedt de mogelijkheid strategische (vastgoed)ontwikkelingen en afwegingen te combineren met afspraken over onderwijsinhoudelijke doelen, verwachtingen en planningen op de langere termijn en ontwikkelingen in aanverwante beleidsterreinen.
Meerjarenperspectief In het huidige systeem met een aan de gemeentelijke verordening gekoppelde jaarcyclus neemt de gemeente besluiten op basis van incidentele vragen. Onderwijs en gemeente hebben behoefte aan een gezamenlijk ontwikkel- en meerjarenperspectief waarin op basis van een afwegingskader beslissingen genomen worden over de ontwikkeling van de onderwijsvoorraad voor de toekomst. Vanaf het begin van dit proces waarin we werken van onderwijsvisie naar een integraal huisvestingsplan heeft op tafel gelegen dat onderwijsorganisaties en gemeente te maken hebben met financieel beperkte mogelijkheden. Het te ontwikkelen IHP omvat een langere termijn perspectief, waarbinnen in de loop van de tijd de mogelijkheden kunnen veranderen. Van onderwijs en gemeente samen vraagt het creatief denken, combineren van middelen/ budgetten om gezamenlijk zoveel mogelijk van onze visie te realiseren.
8
Voorstel voorlopige planning voor het vervolg tijd 4-de kwartaal en eerste kwartaal 2013 1-ste kwartaal 2013 1-ste en 2de kwartaal
wat Vaststellen conceptvisie op onderwijshuisvesting en besluitvorming in achterbannen
Rondetafelgesprek met de gemeenteraad over de conceptvisie op onderwijshuisvesting Op basis van onderwijsvisie en visie op onderwijshuisvesting: voorbereiding kaderstelling voor het IHP voor PO en VO 2-de Vaststellen kaderstelling voor het IHP kwartaal voor PO en VO 2-de en 3Ontwikkeling concept IHP PO en VO de kwartaal Incl. financiële vertaling 3-de besluitvorming kwartaal 4-de Ontwikkeling investeringsplan kwartaal Incl. uitwerking financiële vertaling
VO Schoolbesturen en wethouder
PO Schoolbesturen en wethouder
Wethouder, schoolbesturen PO en VO en gemeenteraad Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
gemeenteraad Schoolbesturen en wethouder gemeenteraad
Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
Schoolbesturen en wethouder
9
Eruit halen wat erin zit Visie op onderwijshuisvesting
Presentatie aan de gemeenteraad
5 februari 2013
Visiekaart primair onderwijs in 2030 in Amersfoort
S
~~~:=::~::.!·:!~~~~i:;':.:.'::::;:~ 0
·--··-·-· 3 :
~
.,...-.
Pro(es sinds april2012 Werkgroepen po en vo vertaalden visie op onderwijs naar visie op onderwijshuisvesting Bespraken de uitkomsten met hun achterbannen en met elkaar In december akkoord wethouder en school best uren
upresentatie aan de raa
Vervol proces • Ontwikkelen ka ers voor een integraal huisvestingsplan • Vaststellen daarvan door de gemeenteraad • Ontwikkelen van een investeringsplan • Vaststellen van het onderwijsdeel door de schoolbesturen en voor gemeentedeel door gemeenteraad • Afronding eind 2013/ begin 2014
121 'el
In het vervolgproces krijgen we te maken met de landelijke kortingen op het gemeentefonds voor onderhoud van het primair onderwijs van ca. 150 miUoen en de uitname op basis van de motie van van Haersma-Buma van 256 miUoen. Dit geld wordt landelijk weer versleuteld naar het onderwijs.
Uitgangspunt Onderwijshuisvesting is middel om visie op onderwijs uit te voeren
Gebouw en schoolloopbaan • Po onderwijs in vertrouwde • omgev1ng • Combinatie met voorschool en opvang • Po en vo: sociale functie
Gebouw en passende zorg Faciliteren passend onderwijs • Zowel fysiek (liften en andere • • voorz1en1ngen • Als sociaal (school vind- en werkplaats voor jeugd hulp, leerplicht e.d.)
6ebouw en talentontwikkeling • Ontmoeten en samenwerken • Sport en cultuur • Verlengde schooldag
Aanbod scholen breed en passend • Po: mix van ABC, integrale kindcentra en stand alone • Po: keuze mogelijk voor denominatie en onderwijsconcept • Vo: leerplekken binnen en bu1 iten school, afhankelijk van leeftijd en onderwijsbehoefte
nooh • Gebouw stimuleert ontmoeten, samenwerken,omgaan met het nieuwe werken, creativiteit , innovatie • Kent ruimten voor onderwijs, opvang, zo1 rg, {buiten)sport en cultuur • Heeft werkplekken voor medewerkers en externe functies • Heeft goede digitale voorzieningen • Heeft passende mogelijkheden voor aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt, bijv. een toekomst bestendige (entrale onderwijsvoorziening op gebied van techniek
0
aar ook: • Invloed op de huisvestingsbehoefte door passend onderwijs en decentralisatie jeugdzorg • Betrekken van de arbeidsmarkt bij het vo • Maatschappelijke functies binnen het schoolgebouw
Bij een schoolgebouw blijft de onderwijsfunctie maatgevend voor vormgeving en invulling, maar de inrichting maakt andere functies buiten schooltijd en voor de mgeving ook mogelijk.
Huisvestingsbehoefte • Schoolbesturen en gemeente stellen samen behoefte vast voor telkens 8jaar op hoofdlijnen en 4jaar concreet • Po krijgt te maken met krimp • Po houdt behoefte aan evenwichtige spreiding • Vo blijft voorlopig op peil mede door regiofunctie
Onderwijsaanbod gaat uit van individuele leerling, boeit hen. Gebouw is goede werkomgeving • Aantrekkelijke gebouwen met goede sfeer voor leerlingen en medewerkers • Flexibele indeling voor maatwerk
Schoolorganisaties investeren gezamenlijk in toekomstbestendige centrale onderwijsvoorzieningen. Werken daarvoor ook samen met MBO, HBO, bedrijfsleven en instellingen.
o
Scholen en gemeente onderschrijven gezamenlijke integrale verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting.
Dus • Werken samen ook ev. met private partijen • Zoeken naar out-ofthe-box oplossingen. • Scheppen voorwaarden voor flexilibilteit • VO: concentratie van • • voorz1en1ngen
Datvraagt • Mogelijkheden om in te spelen op de snelle ontwikkelingen • Panden die snel opnieuw in te delen zijn • Adequate voorzieningen voor ICT en e-learning • Maar ook: duurzame investeringen.
Flexibel onderwijs vraagt professionele leer- en werkomgeving Met • Onderwijsfaciliteiten • Vergaderruimte en spreekkamers • Zo mogelijk met HNW at veilig is voor leerlingen en medewerkers
De omgeving van de school is het gebied waarbinnen de school vorm en inhoud geeft aan onderwijs, ontmoeting, maatschappelijR leven en sociale samenhang.
Scholen Hebben sterke binding met hun omgeving en geven vorm en inhoud aan maatschappelijke rol. Bieden dienstverlening op breed terrein, zoals sport, welzijn en cultuur, opvang, zorg.
Spreiding gebouwen PO: • Keuzemogelijkheid wat betreft denominatie en onderwijsconcept, zover kwalitatief en bedrijfseconomisch mogelijk. De krimp en ontwikkeling passend onderwijs worden hierbij betrokken. • Streeft naar spreiding van integrale kindcentra en kleine scholen.
School van de toekomst • Is fris, duurzaam, energieneutraal gebouw • Dat voldoet aan de steeds hogere eisen op die gebieden. Groot deel bestaande voorraad is 40 70 jaar oud. We hebben een flinke weg te gaan
Visie op onderwijshuisvesting Onderwijshuisvesting • Is gezamenlijke verantwoordelijkheid van schoolbesturen en gemeente • Is middel om uitvoering te geven aan de visie op onderwijs • Faciliteert leerlingen en leraren en ondersteunend personeel bij leren en werken • Maakt optimaal en duurzaam gebruik van maatschappelijk vastgoed mogelijk. Afhankelijk van leeftijd en onderwijsvorm is onderwijshuisvesting schoollocatiegebonden en is spreiding van belang.
Vragen 1. Van gemeenteraad aan ons. 2. Onze vraag aan de
gemeenteraad: kunt uzich vinden in deze visie als basis voor de kaderstelling voor het IHP.
Besluitenlijst De Ronde datum:
5 februari 2013
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01) Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezige woordvoerders Raadsleden/buitengewone fractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.30 uur 9
Reg.nr. 4311874 Visie op onderwijshuisvesting: eruit halen wat er in zit Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Informatie Rondetafelgesprek Kennisnemen van de notitie “Eruit halen wat erin zit” en van de presentatie, eventueel vragen stellen en het gesprek aangaan met de betrokkenen. Portefeuillehouder Tigelaar Barske Opsteller Van Kan Klaarenbeek MKW Portefeuillehouder Tigelaar Ballast-Tatarian (VVD), Van den Berg (CDA), Dijksterhuis (CU), Van Koningsveld Ambtenaren Klaarenbeek (Trots), Van Muilekom (PvdA), Smit (Groep Van Vliet), Van de Voort (D66) Mevrouw Klaarenbeek en de heer De Boer hebben een presentatie gegeven. Vervolgens zijn de woordvoerders met de genodigden in gesprek gegaan en hebben zij vragen gesteld. Alle woordvoerders kunnen zich vinden in de conceptvisie op onderwijshuisvesting. CDA en VVD geven aan het door de wethouder aangekondigde raadsvoorstel eerst nog in de fractie te willen bespreken, overige partijen gaan akkoord met behandeling direct in Het Besluit.
Vervolgstap college: raadsvoorstel om conceptvisie op onderwijshuisvesting door de raad vast te laten stellen; vervolgens: Naar Het Besluit zonder debat Advies: Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
Verder waren aanwezig R. van der Horst, H. Ruiter, K. de Boer namens werkgroep VO, W. Ellenbroek, G.J. Mellink, W. Kuijpers, J. Overweg namens Werkgroep PO en L. van de Haterd namens Meridiaan College.
#4311874 v1 - BESLUITENLIJST DR 5-2-2013 VISIE OP ONDERWIJSHUISVESTING: ERUIT HALEN WAT ER IN ZIT
Verslag De Ronde op 5 februari 2013: Visie op onderwijshuisvesting: eruit halen wat er in zit Voorzitter: Barske Secretaris: Van Kan Aanwezig: Ballast-Tatarian, Van den Berg, Dijksterhuis, Van Koningsveld, van Muilekom, Smit, Van de Voort Pers: nee Publiek: 9 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Tigelaar Ambtenaar/Gast: Klaarenbeek; werkgroep VO: De Boer, Van der Horst, Ruiter; werkgroep PO: Ellenbroek, Overweg, Mellink, Kuijpers; Meridiaan College: Van de Haterd Reg. nr.: 4315068 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud
Actie
De Ronde: Visie op onderwijshuisvesting: eruit halen wat er in zit Doel: Van de raadsleden wordt gevraagd kennis te nemen van de notitie “Eruit halen wat er in zit” en de presentatie, vragen te stellen en het gesprek aan te gaan met de betrokkenen. Voorzitter (Barske): - Opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom. - Geeft het woord aan de ambtenaar die de presentatie start vanwege stemproblemen van de wethouder. Ambtenaar (Klaarenbeek): - Schetst het proces vanaf april 2012 tot nu. Werkgroepen PO en VO vertaalden visie op onderwijs naar visie op onderwijshuisvesting. Bespraken de uitkomsten met hun achterbannen en met elkaar. In december 2012 kwam men tot een akkoord tussen de schoolbesturen onderling en met de wethouder. Vanavond is de presentatie hiervan aan de raad. - Schetst het vervolgproces. Ontwikkelen kaders voor een integraal huisvestingsplan. Vaststelling door raad. Ontwikkelen investeringsplan. Vaststellen van het onderwijsdeel door de schoolbesturen en voor gemeentedeel door raad. Afronding eind 2013 / begin 2014. - In vervolgproces moet rekening worden gehouden met de landelijke korting op het Gemeentefonds voor onderhoud van het PO van circa € 150 miljoen en de uitname op basis van de motie van CDA van € 256 miljoen. Dit geld wordt landelijk versleuteld naar het onderwijs, verdeelsleutel is nog niet bekend. Werkgroep VO (De Boer): - Onderwijshuisvesting is een middel om visie op onderwijs uit te voeren. Een school is de maatschappij in het klein, de school heeft een sociale functie. Het gebouw moet passend onderwijs faciliteren, ruimte bieden aan talentontwikkeling en het aanbod van scholen moet breed en passend zijn. Het gebouw moet een goede plek zijn voor leerlingen en medewerkers. - De besturen en de gemeente moeten samen optrekken om zo verstandig mogelijk te opereren met de maatschappelijke functies en het maatschappelijk vastgoed. - Huisvestingsbehoefte. Schoolbesturen en gemeente stellen samen behoefte vast voor telkens acht jaar. PO krijgt te maken met krimp en houdt behoefte aan evenwichtige spreiding. VO blijft voorlopig op peil. - Scholen en gemeente onderschrijven gezamenlijke integrale verantwoordelijkheid voor onderwijshuisvesting en werken samen eventueel met private partijen, zoeken naar out-of-the-boxoplossingen en scheppen voorwaarden voor flexibiliteit. 1
-
De besturen zijn er klaar voor om het maatschappelijk vastgoed te inventariseren en een lijst te maken van wat er de komende acht jaar moet gebeuren. De besturen en de gemeente moeten samen deze verantwoordelijkheid op zich nemen.
Groep Van Vliet (Smit): - Vindt het een goed verhaal maar vraagt of waar gemaakt kan worden wat men wil. Het concept van de ABC-school in Liendert werd bijvoorbeeld uitgekleed omdat het te kostbaar bleek. - Moeten leerlingen voor bepaalde vakken naar een ander gebouw? - Gaat het over al het onderwijs of alleen over openbaar onderwijs? Werkgroep VO (De Boer): - Het gaat over al het onderwijs, niet alleen het openbaar onderwijs. - Het is de bedoeling dat leerlingen zoveel mogelijk binnen de eigen school en het eigen gebouw onderwijs volgen. Kleinere vakken staan door de bezuinigingen echter onder druk. Hier zou samenwerking tussen scholen het inhoudelijk aanbod in tact kunnen houden. Leerlingen zouden dan wel naar een andere school moeten voor dat vak. D66 (Van der Voort): - Hoe ver zijn alle besturen met de samenwerking? Werkgroep VO (Van der Horst): - De besturen werken in toenemende mate samen. Er is overleg tussen PObesturen, VO-besturen en er het zogenaamde POVO-overleg waarin besturen van PO en VO samen praten over zaken als huisvesting en de aansluiting van PO op VO. D66 (Van der Voort): - Is er voor de huisvesting van PO ook een langetermijnvisie? Werkgroep VO (De Boer): - Als een bestuur een huisvestingsvraagstuk heeft, wordt hiervoor een aanvraag ingediend bij de gemeente. Een inventarisatie van alle gebouwen naar zaken als duurzaamheid, conditie e.d. wordt gemaakt waaruit de behoefte aan onderwijshuisvesting naar voren komt. Dit is nog niet eerder zo gedaan en betekent een breuk met het verleden. Groep Van Vliet (Smit): - Is er al een overzicht van onderwijshuisvesting beschikbaar? Werkgroep VO (Van der Horst): - Voor het VO is er al een overzicht. Werkgroep PO (Mellink): - De individuele schoolbesturen hebben al wel een overzicht. Dit moet nog verder worden afgestemd met inachtneming van zaken als krimp en groei. D66 (Van der Voort): - Vraagt wat de wethouder van het idee vindt. Ondersteunt hij het en kan hij wellicht een toezegging doen? Portefeuillehouder (Tigelaar): 2
-
Ondersteunt het idee en heeft daarom met de schoolbesturen de afspraak gemaakt om tot een integraal huisvestingsplan te komen. Juicht toe dat alle schoolbesturen samenwerken om tot een integraal plan te komen.
ChristenUnie (Dijksterhuis): - De presentatie staat vol van waarschijnlijkheden. Wat is echt nieuw voor Amersfoort? Werkgroep VO (De Boer): - Het integrale huisvestingsplan is nieuw voor Amersfoort. De besturen houden een pleidooi om verstandig om te gaan met iets dat een rol blijft spelen in Amersfoort, het maatschappelijk vastgoed. Ook het vooruitkijken en combineren van geldstromen zijn nieuwe zaken. PvdA (Van Muilekom): - Zit er een prioriteitsstelling in het plan? - Wat is de hanteerbaarheid van de vele ambities in relatie tot de bezuinigingen? Werkgroep VO (Van der Horst): - In deze tijd van veranderingen is het lastig om prioriteiten te stellen. Er moet in toenemende mate geanticipeerd worden op de toekomst. De veranderingen, bijvoorbeeld meer individuele leertrajecten, hebben consequenties voor schoolgebouwen. Een eerste prioriteit is flexibiliteit en het bij de tijd zijn van onderwijsgebouwen. Trots (Van Koningsveld): - De ABC-school in Liendert had op de tekentafel 20 lokalen, het werden er 16. Gaat zoiets hier ook gebeuren? Werkgroep PO (Ellenbroek): - De schoolbesturen en de gemeente gaan alles goed in beeld brengen inclusief krimp. Vanuit het denken op lange termijn worden situaties voorkomen die ad hoc opgelost moeten worden. Trots (Van Koningsveld): - De notitie en presentatie zijn globaal genoeg om het ermee eens te kunnen zijn. - In het verhaal over PO ontbreekt de ontwikkeling richting het continurooster. Dit zal grote invloed hebben op de school. - Mist concreetheid in het verhaal. Werkgroep VO (De Boer): - Vastgoed is een zaak van de lange termijn en dient ook zo behandeld te worden. Meridiaan College (Van de Haterd): - Een concreet voorbeeld is dat het beroepsonderwijs langzamerhand verdwijnt. De schoolbesturen werken samen om een krachtig beroepsonderwijs neer te zetten. D66 (Van der Voort): - Hoe staan de besturen er tegenover als er een grote pot geld beschikbaar zou zijn? 3
Meridiaan College (Van de Haterd): - Doordecentralisatie van huisvesting is niet in het coalitieakkoord opgenomen. Die politieke werkelijkheid moeten de scholen accepteren. De besturen willen op een positieve en constructieve wijze met de gemeente samenwerken. Werkgroep VO (Van der Horst): - De besturen willen inventariseren welke huisvesting er nodig is en hoe hierin geïnvesteerd gaat worden. Men hoopt dat de raad hier vertrouwen in heeft. Het doel is om voor de Amersfoortse bevolking ervoor te zorgen dat perfect onderwijs gegarandeerd wordt ondanks de schaarse middelen. D66 (Van der Voort): - Wat is de visie van de PO-besturen op doordecentralisatie? Welke mogelijkheden zijn er voor doordecentralisatie? Werkgroep PO (Ellenbroek): - Het PO is voorstander van doordecentralisatie. Er moet echter wel goed naar het evenwicht worden gekeken. De gezamenlijke schoolbesturen hebben een verantwoordelijkheid inzake de keuzemogelijkheid voor ouders en kinderen. PvdA (Van Muilekom): - In Groot-Brittannië gebruikt men voor schoolgebouwen bijvoorbeeld het concept van lease. Denkt men hier ook na over andere manieren om met vastgoed om te gaan? Portefeuillehouder (Tigelaar): - Men wil inderdaad out-of-the-box denken, dit houdt in dat ook private partijen betrokken kunnen worden en andere financiële constructies gezocht kunnen worden. PvdA (Van Muilekom): - Enige tijd geleden moest in verband met de uitbreiding van het Corderius het bestemmingsplan worden aangepast terwijl er bij het Nieuwe Eemland juist sprake is van krimp. Is er destijds geen rekening gehouden met groei en krimpcijfers? Werkgroep VO (Ruiter): - Er wordt nu gewerkt met leerlingenprognoses die elk jaar op 1 oktober verschijnen. De nieuwe systematiek kijkt acht jaar vooruit en geeft daardoor meer mogelijkheden om adequater op schommelingen te reageren en om beter om te gaan met krimp op een school en groei op een andere school. Groep Van Vliet (Smit): - Kunnen de besturen met deze nieuwe visie de garantie geven dat er niet meer van die golfbewegingen in leerlingenaantallen voorkomen zoals de afgelopen 10-12 jaar? Werkgroep PO (Kuijpers): - Er bestaan geen garanties. Door een integrale visie op onderwijshuisvesting proberen de schoolbesturen deze schommelingen en daarmee gepaard gaande huisvestingsproblemen te voorkomen. In Schothorst zijn nu scholen die qua leerlingenaantal onder de opheffingsnorm zitten. Over 20 jaar kan 4
deze situatie weer heel anders zijn. In gezamenlijkheid willen de schoolbesturen met de gemeente zo goed mogelijk nadenken over wat er gaat gebeuren en op basis daarvan plannen vaststellen. Werkgroep PO (Ellenbroek): - Scholen moeten ook aan zelfreflectie doen. Ouders moeten daarnaast ook de ruimte hebben om de keuze voor een school te maken. PvdA (Van Muilekom): - Scholen beconcurreren elkaar bij het aantrekken van nieuwe leerlingen. Werkgroep VO (Van der Horst): - Schoolbesturen maken hierover afspraken. Het geld kan beter aan onderwijs worden besteed dan aan pr-acties. De schoolbesturen zijn bijvoorbeeld het gezamenlijke traject ingegaan van Schoolkompas, een keuzemiddel via de computer waarmee de meest geschikte school kan worden gevonden. - Binnen het VO is men gestart met gesprekken over het vergroten van het keuzeaanbod en het verhogen van de kwaliteit door samen te werken inzake profilering van scholen. Deze gesprekken bevinden zich nog in een beginstadium. PvdA (Van Muilekom): - Kijken de schoolbesturen ook naar de mogelijkheid om scholen in wijken met krimp samen te voegen? Werkgroep PO (Ellenbroek): - In Schothorst bevinden drie scholen zich qua leerlingenaantal onder de opheffingsnorm. De besturen hebben hier samen naar de mogelijkheid om samen te gaan gekeken. De wetgever heeft hiertegen echter beperkende maatregelen afgekondigd wat een samengaan bemoeilijkt. Vanwege de krimp wil men nu wellicht anders naar de fusietoets kijken waardoor samenwerking wel plaats kan vinden. Met andere woorden, de besturen willen wel maar de wetgever blokkeert de mogelijkheid om fundamentele keuzes te maken. D66 (Van der Voort): - De fractie kan zich vinden in de plannen en zal het voorstel steunen als dit voorligt aan de raad. Voorzitter (Barske): - Kan de raad ermee instemmen dat de visie als hamerstuk voorgelegd wordt aan de raad zodat het college vervolgens op basis van deze visie verder kan, samen met de schoolbesturen? VVD (Ballast-Tatarian): - Wil het onderwerp meenemen naar de fractie. Vindt het nog te vroeg voor besluitvorming. - De timing voor besluitvorming is niet handig omdat er nog geen coalitieakkoord is. Portefeuillehouder (Tigelaar): - Het collegebesluit zal pas genomen worden als er een nieuw college is. Groep Van Vliet (Smit): 5
-
Heeft uit de discussie geen negatieve geluiden opgevangen die erop duiden dat de wethouder bijsturende besluitvorming op gang moet zetten. Een peiling is in zijn ogen dan ook niet nodig.
CDA (Van den Berg): - Is geen eerste woordvoerder op dit terrein en wil het met de fractie bespreken. Trots (Van Koningsveld): - Is enthousiast. Het college kan dit verder oppakken. ChristenUnie (Dijksterhuis): - Het onderwerp kan meteen ter besluitvorming voorgelegd worden aan de raad. PvdA (Van Muilekom): - Sluit zich aan bij de woorden van de heer Dijksterhuis. Voorzitter (Barske): - Mevrouw Klaarenbeek en de heer De Boer hebben een presentatie gegeven. Vervolgens zijn de woordvoerders met de genodigden in gesprek gegaan en hebben zij vragen gesteld. Alle woordvoerders kunnen zich vinden in de conceptvisie op onderwijshuisvesting. CDA en VVD geven aan het door de wethouder aangekondigde raadsvoorstel eerst nog in de fractie te willen bespreken, overige partijen gaan akkoord met behandeling direct in Het Besluit.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 26 maart 2013 de griffier,
de voorzitter,
6