OVERZICHT. De Raad Aanvang: 19:00. Molendijkzaal Raadzaal Tijd. Vermeerzaal :00

OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd

15-09-2015 19:00

Raadzaal 1.02

19:00 Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015 vrz: Van Hamersveld pfh: Houwing secr: Van Kan

Molendijkzaal 0.01

Vermeerzaal 1.03

SP: Het oudste fabrieksgebouw een monument (Warner Jenkinson) vrz: Van Bruggen pfh: Buijtelaar secr: Bongers

ChristenUnie: Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen vrz: Paffen- Zeenni pfh: Imming secr: Pen

20:00

VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college

20:15

1

Tijd

Raadzaal 1.02 HB

20:30 01. Vaststellen agenda Besluit zonder debat, met moties en amendementen 02. Incidentele investeringen sportaccommodaties

pfh: Buijtelaar

Besluit zonder debat 03. Evaluatie en herijking VERDER

pfh: Buijtelaar

Besluiten zonder debat met moties en amendementen 04. Beter Benutten Vervolg

pfh: Buijtelaar

05. Beleid invoering parkeerregulering

pfh: Buijtelaar

06. Afvalstoffenverordening 2015

pfh: Tigelaar

Besluiten zonder debat 07. Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug pfh: Buijtelaar 08. Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (stembriefje) pfh: Tigelaar 09. Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015 10. *Bekrachtiging geheimhouding rapport PWC inzake BTW-besparingsmodel

pfh: Houwing

Motie 11. Motie Amersfoort2014, CDA: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort 12. *Motie OPA: De Vluchtelingenberg

pfh: Houwing pfh: Houwing

Concept besluitenlijst en (video) verslag Het Besluit 15 september 2015

2

Het Besluit Voorzitter: L. Bolsius Wnd griffier: M. Bongers Datum: Aanvang:

dinsdag 15 september 2015 20:30

01. Vaststellen agenda

Besluit zonder debat, met moties en amendementen 02. Incidentele investeringen sportaccommodaties

Besluit zonder debat 03. Evaluatie en herijking VERDER

Besluiten zonder debat met moties en amendementen 04. Beter Benutten Vervolg 05. Beleid invoering parkeerregulering 06. Afvalstoffenverordening 2015

Besluiten zonder debat 07. Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug 08. Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (stembriefje) 09. Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015 10. *Bekrachtiging geheimhouding rapport PWC inzake BTW-besparingsmodel

Motie 11. Motie Amersfoort2014, CDA: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort 12. *Motie OPA: De Vluchtelingenberg Concept besluitenlijst en (video) verslag Het Besluit 15 september 2015

01. Vaststellen agenda

02. Incidentele investeringen sportaccommodaties De raad wordt gevraagd het investeringsplan voor de incidentele investeringen sportaccommodaties vast te stellen. Met de uitvoering van dit investeringsplan wordt gericht ingezet op de ontwikkeling van een aantal grotere toekomstbestendige buitensportaccommodaties. Besproken in De Ronde van 25 augustus en 8 september 2015. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Incidentele investeringen sportaccommodaties (pdf) Agendapunt De Ronde 25 augustus 2015 Agendapunt De Ronde 8 september 2015 Amendement - 2015-164A PvdA Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring (pdf) Amendement - 2015-165A CDA GroenLinks APWC midden in de wijk (pdf) Amendement - 2015-160A CDA Amersfoort2014 VVD D66 ChristenUnie Met APWC de toekomst in (pdf)

03. Evaluatie en herijking VERDER De raad wordt gevraagd de investeringen in het VERDER-pakket te verlagen met een bedrag van € 11,6 miljoen om te komen tot een VERDER-pakket zonder overprogrammering. Het pakket is op de volgende punten gewijzigd: Blueport Isselt (€ 5 mln), Kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg voor openbaar vervoer (€ 0,4 mln) en Aanpassing businfrastructuur station Amersfoort – Soest Zuid (€ 4,3 mln) zijn komen te vervallen; het budget van Versnelling OV Centrum – Vathorst is verlaagd van € 5,6 mln naar € 2,6 mln; het budget van Fietsverbinding Amersfoort Noord – Nijkerk is verhoogd met € 1,1 mln. Besproken in De Ronde van 25 augustus 2015. Omdat het raadsvoorstel Beter Benutten Vervolg voortborduurt op wat er in het raadsvoorstel Evaluatie en herijking VERDER besloten wordt (zie financiële paragraaf raadsvoorstel), is de Evaluatie en herijking VERDER als eerste agendapunt geagendeerd. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Evaluatie en herijking VERDER-pakket (pdf) Agendapunt De Ronde 25 augustus 2015

04. Beter Benutten Vervolg In het landelijke bereikbaarheidsprogramma ‘Beter Benutten’ hebben het Rijk, de Regio en het bedrijfsleven samengewerkt om de bereikbaarheid in Midden-Nederland te verbeteren. Omdat de aanpak succesvol is is besloten om deze voort te zetten in ‘Beter Benutten Vervolg’ (2015-2017). Van de raad wordt gevraagd om de Amersfoortse maatregelen als onderdeel van het totale pakket vast te stellen en een totaalbedrag van € 1.141.000 beschikbaar te stellen voor de projecten die op Amersfoort betrekking hebben. Besproken in De Ronde van 25 augustus 2015. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Beter Benutten Vervolg (pdf) Agendapunt De Ronde 25 augustus 2015 Amendement - 2015-162A D66 PvdA Brug blijft verbinden (pdf)

05. Beleid invoering parkeerregulering De raad wordt gevraagd een aantal voorwaarden voor het invoeren van parkeerregulering vast te stellen. Om zodoende maatwerk te kunnen bieden bij het tegengaan van parkeeroverlast net buiten de parkeerreguleringsgebieden. Besproken in De Ronde van 1 september 2015. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Beleid Invoering Parkeerregulering (pdf) Agendapunt De Ronde 1 september 2015 Amendement - 2015-171A CDA OPA Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden (pdf) Amendement - 2015-172A CDA OPA Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen (pdf) Amendement - 2015-170A Amersfoort2014 ChristenUnie Informatie voorziening bij invoering Parkeerregulering (pdf)

06. Afvalstoffenverordening 2015 De raad wordt gevraagd de Afvalstoffenverordening 2015 vast te stellen. De verordening is aangepast om uitvoering te geven aan het afstandscriterium van 150 meter. Daarnaast is een aantal wijzigingen doorgevoerd om de verordening beter aan te laten sluiten op de modelverordening van de VNG. Besproken in De Ronde van 25 augustus 2015. Raadsvoorstel en- besluit Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 (pdf) Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 (pdf) Agendapunt De Ronde 25 augustus 2015 Collegebericht 2015-108 Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 Amendement - 2015-167A VVD OPA CDA Amersfoort 2014 Afval 125 meter (pdf) Amendement - 2015-168A CDA VVD OPA Amersfoort2014 Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand (pdf) Amendement - 2015-166A OPA CDA Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten (pdf) Motie - 2015-169M GroenLinks, D66 Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen (pdf) Motie - 2015-169M Bijlagen (pdf)

07. Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug Afvalverwijdering Utrecht en Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug zijn gemeenschappelijke regelingen die zijn gesloten tussen gemeenteraden. De raad is hierbij bevoegd om de leden in de besturen te benoemen. Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug (pdf)

08. Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (stembriefje) Op grond van de statuten van de stichting is de raad bevoegd om leden te benoemen in de Raad van Toezicht. Voor het aandachtsgebied vastgoed en huisvesting wordt de raad nu gevraagd om de heer P.J.P. Ophuis met ingang van 1 september 2015 te benoemen. Raadsvoorstel en -besluit Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (pdf) Bijlage - Stemuitslag Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (pdf)

09. Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015 Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Vaststellen besluitenlijsten 25 augustus 2015 (pdf)

10. *Bekrachtiging geheimhouding rapport PWC inzake BTW-besparingsmodel Raadsbesluit - Raadsvoorstel en -besluit Geheimhouding op rapport PWC inzake BTW-besparingsmodel (pdf)

11. Motie Amersfoort2014, CDA: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort Motie - 2015-161M Amersfoort2014 CDA Externe inhuur personeel bij de gemeente Amersfoort (pdf) Schriftelijke vraag - Beantwoording vragen 2015-060 Amersfoort2014 Collegebericht 2015- 064 van 20 mei 2015 over inhuren extern personeel

12. *Motie OPA: De Vluchtelingenberg Motie - 2015-163M OPA De Vluchtelingenberg (pdf)

Concept besluitenlijst en (video) verslag Het Besluit 15 september 2015 Besluitenlijst Het Besluit 15-09-2015 (pdf) Verslag Het Besluit 15 september 2015 (pdf) Videoverslag Het Besluit 15 september 2015

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Van Aan Portefeuillehouder

: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder J.C. Buijtelaar

B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit

: : : :

07-07-2015 25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015

: 5011314 : 7 juli 2015 :

Reg.nr. Datum Agendapunt

08-09-2015 Met inachtneming aangenomen amendement

TITEL Incidentele investeringen sportaccommodaties

BESLISPUNTEN De raad besluit: 1. Het investeringsplan voor de incidentele investeringen sportaccommodaties vast te stellen: a. Omzetting gras naar kunstgras vv Hooglanderveen b. Technische trainingsfaciliteit AV Triathlon/Altis c. Omzetting gras naar kunstgras KVVA d. Aanleg zesde hockeyveld AMHC e. Uitbreiding kleedkamers rc Eemland

€ € € € €

325.000,400.000,325.000,325.000,125.000,-

AANLEIDING In de kaderbrief 2015 zijn voor het domein sport incidentele middelen opgenomen voor het oplossen van knelpunten (€ 2,5 miljoen). Uw raad heeft in december 2014 een besluit genomen over één van de knelpunten, Gym XL. Voor de huisvesting van Gym XL is uit deze extra incidentele middelen door uw raad € 1 miljoen gereserveerd. Het resterende budget is niet toereikend voor het oplossen van alle knelpunten. Daarom heeft uw raad criteria vastgesteld voor de investeringen in sportaccommodaties, zodat investeringen kunnen worden geprioriteerd. Met de vaststelling van de criteria voor incidentele investeringen sportaccommodaties op 25 november 2014 heeft uw raad het college ook twee opdrachten meegegeven:  

Inlichtingen bij:

Het instellen van een inventarisatiecommissie voor de inventarisatie van de accommodatiewensen; Het opstellen van een investeringsplan voor de incidentele investeringen 2015-2016, met inachtneming van de inventarisatie en de eigen prioritering en afweging.

R. Dijkman, DIR/SL, (033) 469 50 69

Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 5011314 pagina 2

Het college heeft op 19 december 2014 een inventarisatiecommissie incidentele investeringen ingesteld. De samenstelling van deze commissie was als volgt:     

Ed de Bruijn Siebolt Bennema Mark Van Spriel John Machiels Jan Hardeman

voorzitter lid namens de ASF lid namens de ASF lid namens de SRO lid namens de SRO

In januari 2015 hebben alle (16) aanvragers hun aanvraag voor de commissie gepresenteerd en heeft de commissie vervolgens haar bevindingen gerapporteerd aan het college (bijlage 1). De leden van de commissie die zelf actief zijn bij een Amersfoortse sportvereniging, hebben de aanvraag van hun ‘eigen’ vereniging niet beoordeeld. Deze rapportage -met de waarderingsscore die door de commissie is toegekend - is met het sportbeleid “Amersfoort F!t” en het voor de investeringen beschikbare budget betrokken bij de uiteindelijke prioritering en afweging die ons college heeft gemaakt. In verband met het provinciaal preventief toezicht is het niet meer mogelijk om voor seizoen 2015-2016 maatregelen te treffen. De voorgenomen investeringen kunnen worden uitgevoerd vanaf de zomer 2016.

BEOOGD EFFECT 1. Met de vaststelling en uitvoering van het investeringsplan wordt de capaciteit op een aantal gemeentelijke accommodaties vergroot zodat meer Amersfoorters kunnen sporten en bewegen. 2. Met de vaststelling van het investeringsplan wordt gericht geïnvesteerd in de ontwikkeling van de ‘stip op de horizon’ zoals vastgesteld met het sportbeleid “Amersfoort F!t”: de facilitering en ontwikkeling van een aantal grotere sportaccommodaties in Amersfoort

ARGUMENTEN 1.1. Met het voorgestelde investeringsplan voldoen we aan de opdracht die uw raad ons college met het raadsbesluit ‘criteria investeringen sportaccommodaties’ heeft gegeven. Uw raad heeft op 25 november 2014 criteria vastgesteld zodat een transparante verdeling en prioritering kan worden gemaakt voor de voor sport extra beschikbare middelen uit het coalitieakkoord en bij toekomstige incidentele investeringen. Door ons college is een inventarisatiecommissie ingesteld die de aanvragen op basis van deze criteria heeft getoetst en hierover heeft gerapporteerd. De rapportage van de inventarisatiecommissie is betrokken bij het opstellen van het conceptinvesteringsplan. Ons college heeft bij de verdere afweging en prioritering ook rekening gehouden met de volgende in het raadsbesluit vermelde elementen:   

Demografische ontwikkeling, met name de groeiverwachting van de betreffende sport: De groeisporten in Amersfoort zijn atletiek, rugby en hockey. Optimale bezetting van de accommodaties zodat met de beschikbare middelen zoveel mogelijk Amersfoorters worden bereikt. Breed ‘sportpalet’: investeren in een divers sportaanbod. In grote lijnen komt het investeringsvoorstel overeen met de waarderingsscore die de inventarisatiecommissie heeft toegekend aan de verschillende aanvragen.

1.2. Voorgesteld investeringsplan is conform het sportbeleid “Amersfoort F!t” . In de door uw raad unaniem vastgestelde sportnota “Amersfoort F!t” wordt het beeld geschetst van het accommodatielandschap van de toekomst: een aantal grotere sportaccommodaties in de stad die fungeren als spil en ontmoetingsplek in de stad, met een dagelijks aanbod aan activiteiten voor jong en oud, waarbij sprake is van een efficiënt ruimtegebruik en samenwerking van verenigingen. Dit is ‘de stip op de horizon’. Om uitvoering te geven aan dit toekomstbeeld kiezen wij voor een gerichte investeringsimpuls die deze


toekomstbestendige accommodaties dichterbij brengt. Dat wil zeggen: bewust investeren in de toekomst en geen geïsoleerde investering in een buitensportaccommodatie die geen deel uitmaakt van een groter geheel. Wij investeren daarom nu in accommodaties waarvan wij verwachten dat ze toekomstbestendig zijn. Als gevolg van de uitvoering van het sportbeleid zal in de nabije toekomst door een efficiëntere inrichting ruimte worden ‘vrijgespeeld’. Ter uitvoering van de maatregel die voor de sport in de herstelbegroting is opgenomen en de door uw raad naar aanleiding van die maatregel ingediende motie 2015-085, wordt op korte termijn de opdracht gegeven voor een verkenning naar de mogelijkheden van herontwikkeling van sportvelden. 1.3. Het investeringsplan draagt bij aan het sportstimuleringsbeleid. Met de ASF en SRO wordt reeds via de inzet van onder meer de buurtsportcoaches in overleg met betrokken verenigingen, inwoners van omliggende wijken, (zorg) organisaties en scholen, invulling gegeven aan de programmatische invulling van de activiteiten rond de verschillende grotere buitensportaccommodaties, de zogenaamde ‘hotsportplekken’. Het investeringsplan maakt een efficiënter gebruik van een aantal accommodaties mogelijk. Dit draagt bij aan ons ingezette sportstimuleringsbeleid. Een investering in deze complexen komt daarmee niet alleen ten goede aan de sportverenigingen maar ook aan andere betrokken partijen omdat de accommodaties intensiever kunnen worden gebruikt op andere dan de gebruikelijke verenigingsuren.

KANTTEKENINGEN 1.1. De aanvraag van de vereniging met de hoogste waarderingsscore van de inventarisatiecommissie wordt niet gehonoreerd. Het voorgestelde investeringsplan wijkt op één punt af van de waarderingsscore van de inventarisatiecommissie: de aanvraag van de voetbalvereniging APWC werd door de inventarisatiecommissie met de meeste punten gewaardeerd. APWC speelt een belangrijke rol in de wijk Kruiskamp. Die rol waarderen en erkennen wij. Echter: wij kiezen op dit moment voor een investering in accommodaties waarvan wij op voorhand verwachten dat deze kansrijk en toekomstbestendig zijn en waarbij ook de diversiteit van de sport een rol speelt. Uit de nog op te starten verkenning naar de mogelijkheden voor herontwikkeling van sportvelden zal moeten blijken welke andere accommodaties deel gaan uitmaken van onze ‘stip op de horizon’.

DUURZAAMHEID Met de investeringen in de genoemde sportaccommodaties wordt bijgedragen aan een toekomstbestendig ‘accommodatielandschap’ waarbij sprake is van een efficiënt en effectief ruimtegebruik.

FINANCIËN Kosten of opbrengsten in € € 1.500.000,-

Dekking kosten in € € 1.500.000,-

DekkDekking vastgelegd in Programma 6 Sport

Het gaat hierbij om rechtstreekse investeringen in de gemeentelijke voorzieningen, niet om subsidies. Uitvoering van het investeringsplan vindt gefaseerd plaats vanaf de zomer van 2016.

RISICOPARAGRAAF SRO is gehouden de inkoopvoorwaarden van de gemeente Amersfoort te volgen en dient de maatregelen aan te besteden. Indien aanbesteding van het investeringsplan niet mogelijk blijkt binnen het beschikbare budget, dan vindt uitvoering plaats conform de in het voorstel aangegeven prioritering.


COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN De gemeente gaat op vijf gemeentelijke sportaccommodaties knelpunten aanpakken. De keuze voor de knelpunten is gemaakt na een inventarisatie van de knelpunten door de inventarisatiecommissie op basis van eerder vastgestelde criteria en draagt bij aan de ‘stip aan de horizon’ uit het sportbeleid ‘Amersfoort F!t. De verenigingen die in december 2014 hun accommodatieknelpunt kenbaar hebben gemaakt, worden na vaststelling van het raadsvoorstel geïnformeerd over het voorgenomen besluit.

VERVOLGSTAPPEN -Met de ASF en SRO wordt via de inzet van onder meer de buurtsportcoaches in overleg met de betrokken verenigingen, inwoners van omliggende wijken (zorg)organisaties en scholen, invulling gegeven aan de programmatische invulling van de activiteiten rond de verschillende accommodaties, de zogenaamde ‘hotsport plekken’. -Er wordt een verkennend onderzoek gedaan naar de verkoop van velden (uitvoering motie 2015-085). Deze rapportage wordt naar verwachting omstreeks het vierde kwartaal van 2015 aan de Raad voorgelegd. -Op sportpark Birkhoven/Bokkeduinen zijn thans twee hondensportverenigingen (tijdelijk) ondergebracht op ruimte die bestemd is voor de reguliere sporten. In overleg met deze verenigingen wordt bezien welke alternatieven voorhanden zijn. Wij streven er naar de hondensportverenigingen in Amersfoort zoveel mogelijk op één locatie onder te brengen.

Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

de burgemeester,

Bijlagen

-Bijlage 1, Rapportage inventarisatiecommissie incidentele investeringen sportaccommodaties; -Bijlage 2, Onderbouwing keuze


Bijlage 1 Rapportage inventarisatiecommissie incidentele investeringen sportaccommodaties Het college van Burgemeester en Wethouders heeft op 19 december 2014 een inventarisatiecommissie incidentele investeringen ingesteld en de leden van de inventarisatiecommissie benoemd. Deze commissie was als volgt samengesteld: Ed de Bruijn Siebolt Bennema Mark van Spriel John Machiels Jan Hardeman

voorzitter ASF ASF SRO SRO

De commissie is gevraagd de door de verenigingen ingediende aanvragen in het kader van de accommodatieknelpunten te inventariseren en te toetsen aan de door de raad in november 2014 vastgestelde criteria. Deze criteria zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

Er is een sporttechnische noodzaak; De vereniging is bestuurlijk en financieel ‘op orde’; De vereniging beschikt over een meerjarenbeleidsplan; De vereniging speelt een verbindende rol in de wijk; De vereniging heeft een aanbod voor minimaal één van de in de sportnota “Amersfoort F!t” genoemde doelgroepen.

Aan de verenigingen is in december door de gemeente gevraagd de aanvragen aan de commissie te presenteren en toe te lichten. Dat is gebeurd in januari 2015 (6,13 en 14 januari). Werkwijze De raad heeft bij vaststelling van de criteria onder meer meegegeven dat de eerste twee criteria (sporttechnische noodzaak en bestuurlijk en financieel ‘op orde’) ‘harde’ criteria zijn. Dat zijn criteria waaraan de aanvragen in elk geval dienden te voldoen. Daar heeft de commissie bij de toetsing ook rekening mee gehouden. Toetsing bleek daarbij in de praktijk meer in te houden dan het simpel registreren van ‘voldoet/voldoet niet’. De werkelijkheid is genuanceerder en bevat meerdere tinten grijs. De werkwijze die de commissie heeft gekozen is de volgende: Elk lid heeft op basis van de aanvraag en de presentatie een waardering toegekend aan de betreffende criteria per aanvraag. Het totaal van de waarderingen van elk lid (per criterium) leverde een rangorde van de verenigingsaanvragen op. Wij zijn ons ervan bewust dat het college en de raad bij de uiteindelijke afweging en besluitvorming hun eigen verantwoordelijkheid hebben. Een ranglijst op basis van de toetsing van de criteria is daarbij niet meer dan een hulpmiddel en een handvat. De commissie is van mening dat de beoordeling van de aanvragen ook in de bredere context van het gemeentelijk beleid dient plaats te vinden. Bij toetsing stelde de commissie zichzelf een aantal vragen die de reikwijdte van een toetsing overstegen:   

Hoe weeg je de (sporttechnische) noodzaak van een extra veld voor een vereniging als er elders in de stad voor de betreffende sport sprake is van overcapaciteit ? Hoe beoordeel je een aanvraag van een vereniging in de bredere context van het gemeentelijke beleid om een aantal sportparken ingrijpend aan te pakken ? Hoe beoordeel je een aanvraag van een verenigind als dat tegelijkertijd leidt tot een minder efficiënt gebruik van de (gemeentelijke) sportaccommodaties ?

De positie op de ‘waarderingslijst’ van de commissie is naar onze mening echter wel een goede afspiegeling van hetgeen de raad met de vaststelling van de criteria heeft beoogd.


Het ondersteunen van sterke, brede verenigingen, maar tegelijkertijd ook kleinere verenigingen de kans geven zich in die richting te ontwikkelen. Voor de clubs die door de commissie hoog worden gewaardeerd is er sprake van een noodzaak, is er sprake van het bestuurlijk en financieel ‘op orde’ zijn en sluit de club met beleidsplan en concrete activiteiten goed aan bij het sportbeleid van “Amersfoort F!t”. Als verenigingen die kampen met deze knelpunten lager scoorden op de aspecten ‘verbinding met de wijk’ en ‘aanbod doelgroepen Amersfoort Fit’ eindigden zij lager op de lijst van de totaalscore. De problemen zijn desalniettemin reëel en urgent genoeg om hierover in gesprek te blijven met de desbetreffende vereniging, om een oplossing op langere termijn te bespreken. De commissie heeft geconstateerd dat Amersfoort een flink aantal verenigingen met ambitie heeft. De accommodatie is dan vaak de belemmering om die ambitie ook te realiseren. De inventarisatiecommissie was onder de indruk van de ambities en professionaliteit van de verenigingen. Wij spreken dan ook onze waardering uit voor de inzet van al deze vrijwilligers rond de feestdagen en ook voor de kwaliteit van de verschillende presentaties. De in totaal 16 aanvragen maken duidelijk dat er op accommodatiegebied een flink aantal knelpunten zijn, maar ook dat deze verenigingen goed en geïnspireerd aan de toekomst van de Amersfoortse sport werken. Naar aanleiding van de aanvragen en de presentaties is de commissie een aantal zaken opgevallen: Kunstgras De commissie constateert dat kunstgras op de meeste voetbalcomplexen in Amersfoort meer regel dan uitzondering is, maar dat juist bij een aantal verenigingen die in hun beleid en hun activiteiten volledig aansluiten bij de doelstellingen van het sportbeleid een dergelijk veld ontbreekt. Om van betekenis te zijn voor de wijk is naar de mening van de commissie een veld met een hoge bespelingsintensiteit en een continue beschikbaarheid, zoals kunstgras, meer dan gewenst. Kleedkamers Verschillende verenigingen hebben aangegeven dat de kleedkamercapaciteit een knelpunt is. Dit heeft onder meer te maken met de sterke groei bij de verschillende jeugdgroepen en het damesvoetbal, maar ook met het verouderde kleedkamerbeleid van de gemeente Amersfoort. Nog altijd wordt uitgegaan van een kleedkamernorm van 2 kleedkamers per veld terwijl de richtlijn vanuit de KNVB inmiddels is aangepast. (3 kleedkamers per veld bij gebruik door senioren en jeugd). Wij adviseren de gemeente in overleg met clubs en beheerder de kleedkamerproblematiek breder in beeld te brengen en het accommodatiebeleid op dit onderdeel te actualiseren.

Aanvragen en Presentatie Onderstaand geven wij een korte weergave van de aanvraag en presentatie en een korte toelichting van de waardering die de commissie op basis van de toetsing van de criteria aan de aanvraag van de vereniging toekent. Elk lid kon per criterium maximaal 4 punten toekennen. De maximale waardering die voor een aanvraag kon worden toegekend op basis van de 5 criteria bedraagt derhalve 100 punten: 20 punten voor de ‘harde’ criteria, 30 punten voor de overige criteria. De onderstaande volgorde is die van de presentaties. 1. Cobu Boys, voetbal.


Aanvraag: kunstgrasveld , investering circa € 325.000,Cobu Boys is een actieve (zaterdag)voetbalvereniging met 500 leden (75 % uit Amersfoort Noord) gehuisvest op sportpark Zielhorst. In de presentatie van Cobu Boys wordt de behoefte aan en de aanvraag voor een extra kunstgrasveld toegelicht. Cobu Boys (CB) wil met name het product ‘Krasse Knarren’(voetbalaanbod voor 50 +) verder uitbreiden. Mede gezien ook de kansen die een verdere vergrijzing van Zielhorst daarvoor biedt. CB geeft aan nu ‘volledig klem’ te zitten waar het gaat om het gebruik van de huidige accommodatie. Met name de trainingsbehoefte van het sterk gegroeide aandeel ‘Krasse Knarren’ binnen de club maakt dat het aantal trainingsuren (vooral op de woensdagavond) beperkt is. Eén van de problemen die door CB wordt aangegeven is dat de grasvelden op het complex niet egaal zijn en een beperkte speelduur hebben. Een (tweede) kunstgrasveld zou ook de mogelijkheden voor overdag en een eventuele combi met de handbal mogelijk maken. De inventarisatiecommissie (ic) vraagt of het niet mogelijk is dat de ‘Krasse knarren’ voor hun trainingen uitwijken naar de vrijdagavond of de zondag. Voorzitter antwoordt dat vanwege de samenhang binnen de vereniging en het feit dat CB een zaterdagclub is, alleen een oplossing op de woensdagavond voor de club een goede is. Vanuit de ic wordt de suggestie gedaan dat plaatsing van lichtmasten op één van de velden een mogelijke oplossing van het trainingsprobleem kan zijn. CB voegt toe dat in geval van een tweede kunstgrasveld op Zielhorst, beide clubs (HVC en Cobu Boys) kunnen volstaan met in totaal 3 velden op het complex en dat dit mogelijkheden biedt voor een herinrichting van het sportpark. Het sportpark Zielhorst zelf beschikt over voldoende velden (HVC+Cobu Boys).

Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

4 20 15 12 8 59

Toelichting: De sporttechnische noodzaak wordt door de commissie laag gewaardeerd. Reden daarvan is dat er alternatieven zijn: samenwerking met andere vereniging(en) op het complex, andere trainingsavond voor de ‘Krasse Knarren’. De samenwerking met de wijk vindt vooral plaats in de vorm van schoolsport.

2. Nika Hoogland, Gym/turnen Aanvraag: onderzoek naar efficiëntere zaalindeling en uitbreiding opslag bij sportzaal Bieshaar., investering : onderzoek circa € 10.000,-, opslag: PM. De voorzitter verzorgt de presentatie ‘Ruimte voor Bloei’. Probleem dat in eerste instantie wordt aangegeven zit vooral in het gebruik dat Nika Hoogland maakt van 3 verschillende locaties (Bieshaar, Neng en Zevenhuizerstraat). Dit is voor een vereniging niet ideaal. De club wil graag met gemeente en SRO onderzoeken of een efficiëntere verdeling van de beschikbare zaal capaciteit mogelijk is. Wens is uiteindelijk één locatie. Ook los van een eventuele honorering van de aanvraag zou dit locatie-onderzoek volgens voorzitter Boeve moeten plaatsvinden. Sportzaal de Bieshaar komt daarvoor (met aanpassingen) volgens Nika het meest in aanmerking. Bij een turnvereniging wordt veel gesleept met zware toestellen als er geen mogelijkheid is voor een vaste opstelling. Nika streeft daarom naar een permanente opstelling zoals bij Gym XL.


Twee andere knelpunten voor de vereniging worden in de presentatie aangegeven: staat van onderhoud gymlokaal Zevenhuizerstraat en het gebrek aan opslagmogelijkheden voor de toestellen in sportzaal de Bieshaar. Mbt. de Zevenhuizerstraat gaat Nika Hoogland nog in gesprek met de SRO. Voor wat betreft sportzaal de Bieshaar wil Nika graag dat de eigenaar (gemeente) de opslagcapaciteit vergroot.


11 8 7 1 6 33

Toelichting Naar de mening van de inventarisatiecommissie is de situatie voor Nika weliswaar niet optimaal, maar is er geen sprake van een tekort aan zaalcapaciteit. Een onderzoek van SRO naar een mogelijk efficiëntere indeling van de zaalcapaciteit is wel een goede suggestie, maar past niet in het kader van de inventarisatie van de accommodatieknelpunten. Het door Nika aangegeven gebrek aan opslagcapaciteit bij de Bieshaar dient naar de mening van de commissie in overleg van SRO en eigenaar (gemeente) separaat aan de orde te komen. Het VOG -beleid moet binnen de vereniging nog vorm krijgen.

3. Crackerjacks, basketball. Aanvraag: mobiele wedstrijdbaskets, investering circa € 20.000,Basketballclub Crackerjacks (enige basketballclub in Amersfoort) bestaat in 2015 40 jaar. De vereniging telt 300 leden , hetgeen voor een basketballclub vrij groot is. De club heeft de ambitie te groeien naar 500 leden. De populariteit van basketball groeit (in Amersfoort), met name onder Turkse en Marokkaanse jongeren. De club maakt momenteel gebruik van 3 locaties (sporthal Zielhorst, Guido de Bres en Birkhoven). Verdere groei in de huidige sporthal is volgens Crackerjacks niet mogelijk. Daarom wordt de focus meer gericht op andere locaties, zoals Birkhoven. Volwaardig spelmateriaal is één van de bouwstenen die belangrijk zijn om de groei van de vereniging te kunnen realiseren Om ook wedstrijden in sporthal Birkhoven (geen gemeentelijke hal) te kunnen spelen zijn mobiele wedstrijdbaskets nodig. Deze kunnen overigens ook elders worden gebruikt. De club vraagt aan de gemeente deze aan te schaffen. De ic wijst Crackerjacks op het bestaan van de 1/3-e regeling. De ic stelt tevens een vraag over het negatieve exploitatieresultaat van het afgelopen seizoen (2013/2014). Dit is volgens de (nieuwe) voorzitter een gevolg van ‘niet goed handelen ‘van de vorige penningmeester.


18 13 6 10 6 53

Toelichting Er is sprake van een knelpunt t.a.v. de capaciteit die met mobiele baskets voor een deel opgelost kan worden. De commissie merkt op dat sporthal Icoon in Vathorst voldoet aan de wensen van de vereniging en in dit geval een alternatief is. De commissie heeft onvoldoende zicht op de financiën van de vereniging.


4. Fulmen Fidelitas, Handbal Aanvraag: handbalhal op sportpark Zielhorst. Geraamde investering: totaal € 860.000,- waarvan circa € 600.000,- gemeentelijke bijdrage. Fulmen Fidelitas is in 2014 verkozen tot ‘sportvereniging van het jaar’ en telt momenteel 140 leden. Handbal is zowel binnen- als buitensport. De eigen kantine van Fulmen Fidelitas staat op sportpark Zielhorst. Ook de buitencompetitie wordt daar gespeeld (op 2 asfaltvelden). In de winter vinden trainingen en wedstrijden in de sporthallen plaats. Belangrijkste knelpunt dat in de presentatie van Fulmen Fidelitas wordt aangegeven betreft de beschikbaarheid van zalen (onvriendelijke tijdstippen) en de hoge kosten voor de zaalhuur. Om kosten te besparen, trainen nu spelers van verschillende niveaus vaak op hetzelfde moment in de gehuurde ruimtes. Dit is sporttechnisch vanwege het niveauverschil verre van ideaal. Ook mag in de Amersfoortse hallen door de handballers geen ‘hars’ worden gebruikt. Dit levert een nadeel op t.o.v. de concurrentie. (bijv. in Soest wel toegestaan). In de Amersfoortse sporthallen is geen mogelijkheid om ‘warm te lopen’. Fidelitas is zeer actief in het kader van de schoolsport (o.m. het jaarlijkse schoolhandbaltoernooi) en heeft de ambitie om ook voor meerdere doelgroepen aanbod te creëren (oa. G-handbal.) Het contact met de wijk kan worden versterkt als ook in de winterperiode op het complex gehandbald kan worden. Oplossing volgens Fulmen Fidelitas is de overkapping van één van de velden op sportpark Zielhorst. Dit maakt het mogelijk dat de vereniging op 1 locatie zowel de buiten- als de binnentrainingen en wedstrijden kan afwerken. De samenhang binnen de vereniging wordt daarmee versterkt (ook goed voor de exploitatie van de huidige kantine op sportpark Zielhorst). In de bestaande sporthallen wordt dan tevens meer ruimte gecreëerd voor andere sporten. De kosten voor een dergelijke hal worden geraamd op € 860.000,- Een deel daarvan kan Fidelitas zelf investeren door het budget van de zaalhuur in te zetten voor rente en aflossing (€ 24.000,-). Van de gemeente wordt een investeringsbijdrage gevraagd van circa € 450.000,Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

16 11 10 15 4 56

Toelichting Een indoorhal vergroot de sportmogelijkheden op sportpark Zielhorst en een samenwerking van verschillende verenigingen. Het vergroot ook de binding van de club met het huidige sportcomplex en biedt faciliteiten voor de tegenstanders (bijv. inloopruimte die er in de sporthallen niet of nauwelijks is). De commissie oppert dat ook een opblaashal voor Fulmen, maar ook voor andere gebruikers van het sportpark (mogelijkheden indoor voetbal) een mogelijkheid zou kunnen zijn. De commissie heeft zorgen over de financiële rek van de vereniging. De vereniging is bijzonder actief op het gebied van de schoolsport, maar heeft geen aanbod voor doelgroepen uit de sportnota.

5. Rc Eemland, rugby. Aanvraag: herinrichting sportpark Bokkeduinen. Investering: PM


De populariteit van rugby in Nederland groeit. Rc Eemland is een zeer actieve vereniging die in de wijken en op scholen veel clinics verzorgt. Er is een sterke aanwas van jeugdleden. Met meer dan 320 leden (waarvan circa 160 jeugd) is rc Eemland één van de grootste rugbyverenigingen van het land. De club speelt op het hoogste niveau in Nederland. De huidige accommodatie vormt voor rc Eemland een knelpunt: er is op de zaterdagochtend te weinig kleedruimte, de kantine is te klein en verder is er een tekort aan goede opslagmogelijkheden. De accommodatie is volgens de voorzitter niet representatief voor een vereniging op het hoogste niveau. De vereniging wil groeien en ziet mogelijkheden door een andere indeling en aanpassing van het complex : Mede gezien de plannen voor de Westtangent, die aan de zijde van de huidige ingang waarschijnlijk ten koste zal gaan van een aantal parkeerplaatsen, wil de vereniging de kantine en kleedkamers verplaatsen (nieuwbouw) naar de andere zijde met als ideeën voor de inrichting en uitrusting:  Kleedfaciliteiten voor 8 tot 10 teams, met 2 kleedkamers specifiek voor dames;  Kantine met keukenfaciliteiten voor 250 mensen;  Kantine inrichting voor activiteiten overdag;  Gymzaal onder de kantine  Parkeerplaatsen onder de kantine  Tribune  Groot onderhoud op de velden (eventueel herindeling)  Natuurlijke verwarming van het hoofdveld Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

18 18 14 16 6 72

Toelichting De commissie is van mening dat de noodzaak vooral bestaat uit de uitbreiding van de kleedcapaciteit. Voor wat betreft de herinrichting zou (in combinatie met KVVA, Posthoorn ?) niet alleen naar het sporttechnische belang van rc Eemland moeten worden gekeken. De club speelt een zeer actieve rol in de wijken en de stad en organiseert veel in samenwerking met scholen en andere organisaties. 6. vv Hooglanderveen, voetbal. Aanvraag: uitbreiding met 1 wedstrijdveld van kunstgras (hebben nu 5 wedstrijdvelden) en 2 extra kleedkamers. Investering: circa € 500.000,Hooglanderveen geeft aan dat de club, samen met VOP, de taak kreeg om kinderen uit Vathorst op te vangen in het faciliteren van voetbal. Dat is voor Hooglanderveen goed gelukt, de kinderen uit het dorp mengen zich goed met de kinderen uit de stad. Hooglanderveen is een actieve vereniging met 1400 leden. De club heeft een wachtlijst van 125 kinderen. Er zijn al creatieve manieren gevonden om die grote hoeveelheid leden te bedienen, kleedkamers worden op zaterdagen gedeeld en er wordt eerder begonnen aan de wedstrijden en later gestopt. Het bestuur van Hooglanderveen is relatief jong, ze hebben een ARAG certificering en zijn nlv. een sterkte/zwakte analyse van de KNVB gestart met een nieuwe organisatiestructuur van het bestuur. Dat bestaat uit 8 clusterverantwoordelijken die een afvaardiging hebben in het bestuur. Voorbeelden van clusters: gedrag en respect, facilitaire zaken en accommodatiegebruik. Alle betaalde trainers en bestuursleden moeten een VOG overleggen. Overige kaderleden nog niet ivm te veel administratieve rompslomp. Verbinding met de wijk: alleen het kunstgrasveld is openbaar toegankelijk wanneer die niet worden gebruikt. Er zijn altijd vrijwilligers aanwezig voor toezicht. Verder zijn er diverse activiteiten gericht op het spekken van de clubkas. Er is geen aanbod voor de doelgroepen uit de sportnota. Reden dat er geen voetbal aanbod is voor 65+; voetbal is een contactsport en daardoor minder geschikt voor ouderen.



19 18 19 19 12 87

Toelichting Hooglanderveen heeft een capaciteitsgebrek waar het gaat om velden en kleedkamers. Bij toetsing van de financiële aspecten viel op dat sprake is van een negatief exploitatiesaldo van de afgelopen drie jaar. De vereniging beschikt echter over een bijzonder gezond eigen vermogen. Hooglanderveen wordt door de commissie op alle onderdelen relatief hoog gewaardeerd. De commissie plaatst de kanttekening dat, gezien het eigen vermogen van de vereniging, een bijdrage van de club zelf reëel is.

7. K.V.V.A., voetbal. Aanvraag: omzetting van de grasmat op het hoofdveld naar een kunstgrasveld Investering circa € 325.000,De voetbalvereniging zegt een aantal malen achter het net te hebben gevist bij de verdeling van kunstgrasvelden en hoopt nu aan de beurt te zijn en hoopt dat dat ook gegund wordt door grotere verenigingen met meer leden. Reden van de aanvraag is de slechte staat van de velden met alle gevolgen van dien. De vereniging wil een open club zijn voor de wijk waar iedereen zich ‘thuis voelt’. Dat uit zich in het meedoen aan het project Respect 12 (afspraken over omgangsvormen tijdens de wedstrijden), een aanbod voor het AZC, elke ochtend koffie in het clubhuis en een gehonoreerde Sportimpulsaanvraag ‘Buurthuis van de toekomst’. Dat project is net gestart en moet in 2015 en 2016 nieuwe doelgroepen binnen de vereniging halen. De financiële situatie is minder rooskleurig. De vereniging verwacht over 10 jaar failliet te zijn wanneer niet wordt geïnvesteerd in een kunstgrasveld. De reden die wordt gegeven is de verminderde kantineomzet vanwege de vele afgelastingen van de wedstrijden. De vereniging wil juist in de zomermaanden de velden beschikbaar stellen voor de wijk voor diegenen die niet op vakantie gaan. Nu is dat niet mogelijk omdat in de zomermaanden groot onderhoud wordt gepleegd en het gras moet groeien. K.V.V.A. begint al met 4 jaar, kaboutervoetbal en heeft geen wachtlijsten.


13 14 17 20 15 79

Toelichting De sporttechnische noodzaak wordt als gevolg van de slechte staat van de velden door de commissie onderschreven. De staat van de velden is volgens de club ook een verklaring voor het negatief saldo van


2012-2013. KVVA is erg belangrijk voor de wijk en kunstgras zou een enorme stimulans betekenen. Het aanbod voor de doelgroepen moet nog vorm krijgen. KVVA wil zicht richten op inactieve jongeren en jongeren van het AZC. Een VOG voor vrijwilligers wordt verplicht.

8. AMHC, hockey. Aanvraag: 6de kunstgrasveld Investering: circa € 325.000,Bij AMHC stroomt de oudere jeugd niet uit, maar blijft verbonden aan de vereniging. In 2005 hadden ze nog 7 teams bij de A-jeugd, in 2014 zijn dat er 11. De nieuwe trend bij AMHC is niet selecteren in aparte selectiegroepen; iedereen die enthousiast is om te trainen in de selectie mag meedoen. Consequentie daarvan is wel dat er meer capaciteit nodig is, omdat de selectie teams meer trainen. Op een gemiddelde zaterdag moeten er 55 wedstrijden worden gespeeld, waarvan de helft thuis. AMHC biedt ook Lacrosse aan, dit zijn andere leden dan die aan hockey doen. Totaal zijn daarvan nu 25. Wanneer AMHC een investeringsbudget ontvangt voor een 6de kunstgrasveld willen ze meteen ook het veld geschikt maken om er Lacrosse wedstrijden op te kunnen spelen. De Lacrosse wedstrijden worden op zondag gespeeld. Op de wachtlijst staan 60 leden in verschillende leeftijden. Teams bestaan uit 14 a 15 leden; iedereen kan meetrainen maar niet de wedstrijden meespelen. Voor de G-hockey is er ongeveer 3x per jaar 1 veld nodig op de zaterdag. Er worden geen activiteiten voor de wijk georganiseerd, de binding is er nauwelijks. Alle trainers en coaches hebben een VOG verklaring. Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

16 20 18 7 12 73

Toelichting Bij AMHC is sprake van een wachtlijst met circa 60 leden. De zaterdagen zijn zeer krap, op de zondag is nog ruimte. De commissie is van mening dat deze aanvraag minder urgent is. Lacrosse op het complex is geen reden voor uitbreiding. AMHC heeft weliswaar aanbod voor doelgroepen, maar geen echte binding met de wijk.

9. Tafeltennis Hoogland Aanvraag: gezamenlijke geschikte accommodatie om te kunnen tafeltennissen Geraamde investering : € 600.000,- Eigen financiering verenigingen : € 150.000,De verenigingen samen hebben 150 leden, met de potentie van een groei naar 250 leden. De jeugdteams spelen landelijk op het hoogste niveau. Vooral de doelgroep senioren (vanaf 65 jaar) willen ze bereiken wanneer er een nieuwe accommodatie is. Overdag kunnen ze geen gebruik maken van de accommodatie vanwege gebruik door andere doelgroepen (scholen) daardoor is het moeilijk om senioren te interesseren voor de sport. Nu hebben ze geen gelegenheid om te groeien omdat de sportzalen die ze gebruiken versnipperd liggen en ongeschikt zijn omdat de vloer te glad is of omdat de luchtvochtigheid te hoog is of omdat er geen geschikte plek is om de tafels op te bergen. Bovendien zijn de tafels erg onhandig en zwaar (kans op blessures) om steeds op te bergen. Voor de tafeltennissport is de kantine erg belangrijk; wanneer je klaar bent met je partij wil je graag de andere partijen zien. Dat kan in de huidige accommodaties niet. Gedacht wordt aan een plek in Amersfoort Noord voor een nieuwe accommodatie. De verenigingen bieden ‘Table stars’ aan, dat zijn tafeltennislessen op basisscholen waarbij maar 1 tafel nodig is voor meerdere


kinderen. Een eigen accommodatie kost ca € 600.000,-. De verenigingen willen zelf 25% daarvan financieren. Vraag van de commissie of er een combinatie met een bestaande accommodatie mogelijk is en of al gesprekken zijn gevoerd? De bibliotheek Zielhorst zou bijvoorbeeld geschikt zijn, maar deze is te duur. Ook is gesproken met de jeu de boules vereniging in Liendert. Combinatie met een andere sport; dynamic tennis, dat is tennis met een zachte bal vooral geschikt voor senioren. Maar ook met dansen en darten kan de tafeltennisaccommodatie worden gecombineerd. De ruimte hoeft niet hoog te zijn; 3 meter. De beide verenigingen willen fuseren indien de gezamenlijke accommodatie een feit wordt.


14 19 11 13 9 66

Toelichting Een eigen accommodatie is voorwaarde voor groei, er is geen daadwerkelijk capaciteitstekort. De commissie constateert dat de huidige ruimtes die door beide verenigingen worden gebruikt sprake is van voor de tafeltennissport slechte vloeren (te glad). Een eigen accommodatie zou een kwaliteitsimpuls voor deze sport in Amersfoort zijn. Tegelijkertijd is de commissie van mening dat er mogelijk ook andere mogelijk goedkopere alternatieven het onderzoeken waard zijn : bijvoorbeeld bibliotheek Zielhorst of bedrijfspanden in de stad.

10. AFC Quick, voetbal. Aanvraag: 4de kunstgrasveld Investering: circa € 325.000,De voetbalvereniging is bezig met een professionaliseringsslag. Dat uit zich vooral in goed opgeleide trainers, daardoor behoud je de jeugd. In 2009 waren er nog 88 leden, eind 2014 zijn dat er 1086. Ze hebben 64 jeugdteams. Het paviljoen is altijd open. In de oudere jeugd hebben ze minder uitstroom dan in het verleden. Initiatieven die in de steigers staan: vrouwenvoetbal, 7 tegen 7 op de vrijdagavond voor 55+, quick old stars voor 60+ en G-voetbal indien andere zaken op orde zijn. Op de zondag worden er specialistische trainingen gegeven en spelen seniorenteams. Dit geeft een goede menging om jeugd met de senioren te verbinden. Er zijn wachtlijsten bij de E en F pupillen. Verbinding met de wijk door het organiseren van een kerstdiner voor eenzame ouderen en ze kennen een eigen “jeugdsportfonds”. Er zijn wensen om het clubhuis ook voor andere doeleinden te gebruiken, maar nog niet concreet. Ook hebben ze familietoernooien. De vrijwilligers bij AFC Quick hebben geen VOG verklaringen, maar wel de afspraak om altijd in koppels aanwezig te zijn in de kleedruimten.

Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde

19 19


Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

15 10 9 72

Toelichting Het aantal leden van AFC Quick is nog steeds groeiende. De club heeft op dit moment de beschikking over 3 kunstgrasvelden. De accommodatie ‘knelt’ echter wel. AFC Quick wil graag het aanbod voor verschillende doelgroepen (oa. G-voetbal) verder uitbouwen. De commissie constateert dat AFC Quick geen verbindende rol speelt in de wijk. De capaciteit op het complex is ook te vergroten door de aanleg van verlichting rond het natuurgrasveld.

11. AZ&PC en AZC de Amer, zwemmen/waterpolo. Aanvraag: fusietraject begeleiding Kosten circa € 45.000,De verenigingen waren zelf niet in de gelegenheid om hun aanvraag toe te lichten. De commissie heeft besloten ze niet op een ander moment uit te nodigen omdat de aanvraag voor zich spreekt. Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

0 13 7 6 11 37

Toelichting De commissie is unaniem van mening dat er geen sprake is van een sporttechnische noodzaak. Het betreft een aanvraag die niet direct betrekking heeft op een accommodatievraagstuk maar een organisatievraagstuk.

12. AV Triathlon/ Altis, atletiek. Aanvraag: technische trainingsfaciliteit atletiek op sportpark Birkhoven Investering: circa € 400.000,De gezamenlijke aanvraag van AV Triathlon/ Altis betreft een technische trainingsfaciliteit voor de atletiek op sportpark Birkhoven. Gedacht wordt daarbij aan een voorziening zoals die is gerealiseerd in Rieti (Italië) in de vorm van een hockeystick. Geraamde investering € 400.000,-. Daarbij wordt de voorzieningen tevens uitgerust met faciliteiten voor de ongebonden sporters , bijv. voor ‘bootcamp’, trimbaan, of als startpunt van een beweegrondje. In de presentatie wordt de aanvraag nader onderbouwd: de atletieksport is in Amersfoort sterk gegroeid, beide verenigingen beschikken samen over meer dan 2100 leden. Het aanbod dat beide verenigingen verzorgen is geschikt voor elke levensfase. De clubs hebben ook een G-aanbod. De situatie op dit moment is dat de atletiekbaan in park Schothorst tussen 18.30 en 20.30 elke dag druk bezet is. Dit levert volgens beide verenigingen gevaarlijke situaties op. Een trainingsfaciliteit voor Birkhoven brengt lucht voor de ‘technische nummers’ en ontlast de atletiekbaan. De inventarisatiecommissie vraagt naar de gevolgen als er geen uitbreiding op Birkhoven plaatsvindt. De voorzitter antwoordt daarop dat dan de wachtlijst niet wordt opgelost, dat gevaarlijke situaties op de atletiekbaan blijven voortduren en dat er groepen van de baan gehaald moeten worden.


De aanleg van een technische trainingsfaciliteit leidt er toe dat beide verenigingen lange tijd vooruit kunnen.


16 18 16 12 18 80

Toelichting Atletiek is groot in Amersfoort en nog steeds ‘booming’. Er is duidelijk behoefte aan meer trainingscapaciteit. Dit vermindert ook het aantal risicovolle situaties op de huidige atletiekbaan in Schothorst. Beide verenigingen beschikken over een protocol “Ongewenst gedrag” met de daarbij behorende Vertrouwens Contact Personen. Altis heeft voor alle trainers een VOG. Er is sprake van verbinding in en met de wijk, vooral gericht op loopactiviteiten. De verenigingen hebben een aanbod voor G-sport en kinderen met een rugzakje. 13. Ltc Randenbroek, tennis. Aanvraag : aanpassing clubgebouw/opslag Investering: voor uitvoering van het belangrijkste knelpunt (opslag) € 38.000,In de presentatie licht de voorzitter toe dat de club haar clubgebouw wil aanpassen. Belangrijkste knelpunten zijn nu onder meer de bereikbaarheid van het clubgebouw (ligt op een terp) via een trap –lift gewenst voor de oudere tennissers- en de opslag –nu met ‘lekke’ zeecontainers. Randenbroek heeft voor de aanpassing van het clubgebouw ook een ‘spaarpotje’ en gaat zelf circa € 55.000,- investeren. Prioriteit heeft de aanpak van de opslag Doel van de verbouwing is vooral het clubgebouw ook weer aantrekkelijker te maken voor de eigen leden. Speerpunt is het behoud van de categorie leden in de leeftijd tussen 12 en 17 jaar. De investeringscommissie vraagt of de investering vooral plaatsvindt ten behoeve van de eigen leden. Dit wordt door de voorzitter bevestigd.


0 19 8 8 14 49

Toelichting De commissie is unaniem van mening dat er geen sprake is van een sporttechnische noodzaak.


14. Vv Hoogland, voetbal. Aanvraag: sporthuis, met name nieuwbouw kleedkamers Geraamde investering: € 800.000,- Gevraagde gemeentelijke bijdrage: totaal € 375.000,Voetbalclub Hoogland telt inmiddels circa 1400 voetballende leden. Per divisie (leeftijdscategorie) is er een wachtlijst van maximaal 10. Hoogland wil haar accommodatie flink op de schop nemen en heeft een plan ontwikkeld voor een ‘sporthuis’ (kleedkamers, clubhuis en tribune). Het plan kan gefaseerd worden uitgevoerd. Totale kosten worden geraamd op € 1,3 miljoen. Het kleedkamerprobleem is voor Hoogland op dit moment het meest urgent. Het aantal kleedkamers past niet meer bij de omvang van de vereniging en ook niet meer bij de nieuwe richtlijnen van de KNVB. De indertijd geplaatste noodlokalen (6) zijn inmiddels afgeschreven. De gemeentelijke kleedkamers echter nog niet. Voor het realiseren van fase 1 (nieuwbouw kleedkamers) komt Hoogland circa € 200.000,tekort. De commissie vraagt of de investering leidt tot een vergroting voor de mogelijkheden voor een aanbod andere doelgroepen. Hoogland heeft geen beleid voor doelgroepen van het sportbeleid “Amersfoort F!t”. Dit is ook niet in het meerjarenbeleidsplan opgenomen. Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

8 20 16 12 2 58

Toelichting De vereniging focust in de presentatie op de nieuwbouw van de kleedkamers als eerste fase van het ontwerp van ‘het sporthuis’. De commissie is van mening dat de sporttechnische noodzaak gering is. Een honorering van de aanvraag leidt niet direct tot meer sporters. Bovendien zijn de gemeentelijke kleedkamers (bouwjaar 1989) nog niet afgeschreven.

15. APWC, voetbal. Aanvraag: kunstgrasveld Investering: circa € 325.000,Voorzitter de Groot licht in de presentatie toe dat APWC ‘van ver’ komt: enige tijd geleden nog bestuurlijk en financieel problematisch, nu de zaken weer op de rails en een duidelijk stijgende lijn in alle opzichten. Dankzij de honorering van een aanvraag in het kader van de Sportimpuls heeft APWC de mogelijkheid zich verder te verbreden en kan het ook een centrale rol in de wijk spelen. Dat doet het inmiddels ook al in de praktijk. Inmiddels wordt er op het complex veel meer gedaan dan alleen voetbal: ook dance en fitness vinden in de kantine plaats (de kantine is uitgerust met een ‘dansvloer’, mogelijk gemaakt door een subsidie vanuit de gemeente). De verbreding van de club is bij dit bestuur een belangrijk thema en is ook opgenomen in het meerjarenbeleidsplan. Sinds kort wordt ook samengewerkt met de huisartsen van Orion: deze verwijzen voor beweegmogelijkheden door naar APWC.


APWC wil graag nog meer doen voor de buurt en de scholen en werkt samen met Sovée. Belemmerende factor daarbij vormt volgens de voorzitter de conditie van de velden: de belastbaarheid daarvan is beperkt en bovendien is de toplaag van het hoofdveld slecht (wormen). Na regen vindt er veel trainingsuitval plaats. De aanleg van een kunstgrasveld zou dit knelpunt voor APWC, maar ook voor de wijk kunnen oplossen. Kosten worden geraamd op circa € 325.000,-. Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

15 15 20 20 20 90

Toelichting Voor het functioneren van de vereniging is de sporttechnische noodzaak van de investering in kunstgras niet geheel overtuigend. De staat van de velden staat echter ter discussie. De club is zeer actief in de wijk en ontwikkelt zich als kleine club tot een ‘brede vereniging’ op weg naar ‘het buurthuis van de toekomst’. Een investering in de club is in dit geval bovenal een investering in de wijk waarbij ook andere groepen dan de leden van de vereniging in beweging worden gebracht. De commissie kent unaniem aan de club op de laatste drie criteria de hoogste waardering toe.

16. VVZA, voetbal Aanvraag : kunstgrasveld Investering: circa € 325.000,Voor VVZA is een 2e kunstgrasveld al een heel lang gekoesterde wens. De club telt 800 leden met circa 50 teams. De club heeft de ambitie het aanbod -ook overdag- voor verschillende doelgroepen uit te breiden. Onder meer voor ouderen (‘walking football). Op dit moment is dat aanbod er nog niet. De club wil doorgroeien naar 76 teams. Knelpunt is voor de club op dit moment de beschikbare trainingscapaciteit. De commissie vraagt welke capaciteit zou ontstaan bij aanleg van een 2e kunstgrasveld. Door VVZA wordt aangegeven dat dan sprake is van een overcapaciteit van 450 uren training. Waardering inventarisatiecommissie: Sporttechnische noodzaak Bestuurlijk en financieel op orde Meerjarenbeleidsplan Verbindende rol in de wijk Aanbod doelgroepen Totaal

7 20 16 16 12 71

Toelichting De noodzaak voor een (tweede) kunstgrasveld is naar de mening van de commissie maar beperkt aanwezig. Na aanleg daarvan is er sprake van een flinke overcapaciteit voor wat betreft de trainingsuren. De club heeft een flinke groeiambitie waarvan de commissie zich afvraagt of die realistisch is. De club heeft ideeën voor een wijkaanbod.

Toetsing criteria, volgorde waardering


Waardering op basis van criteria 1 en 2 ( ‘harde criteria’) (1.Sporttechnische noodzaak, 2. bestuurlijk en financieel op orde’) AFC Quick Vv Hooglanderveen AMHC Rc Eemland AV Triathlon/Altis Tafeltennis Hoogland Crackerjacks APWC Vv Hoogland Fulmen Fidelitas KVVA VVZA Cobu Boys Nika Hoogland Ltv Randenbroek AZ&PC de Amer

38 37 36 36 34 33 31 30 33 27 27 27 24 19 19 6

Waardering op basis van de criteria 3,4, en 5 (‘zachte criteria’) ( 3.Meerjarenbeleidsplan, 4. Verbinding met de wijk, 5. Aanbod doelgroepen sportbeleid) APWC KVVA Vv Hooglanderveen AV Triathlon/Altis VVZA AMHC Rc Eemland Cobu Boys AFC Quick Tafeltennis Hoogland Ltv Randenbroek Vv Hoogland Fulmen Fidelitas AZ&PC de Amer Crackerjacks Nika Hoogland

60 52 50 46 44 37 36 35 34 33 30 30 29 24 22 14


Waardering op basis van totalen criteria 1 t/m/ 5 APWC Vv Hooglanderveen AV Triathlon/Altis KVVA AMHC Rc Eemland AFC Quick VVZA Tafeltennis Hoogland/over het Net Cobu Boys Vv Hoogland Fulmen Fidelitas Crackerjacks Ltc Randenbroek AZ&PC de Amer Nika Hoogland

Bijlage 2

-

-

-

90 87 80 79 73 72 72 71 66 59 58 56 53 49 37 33

Onderbouwing keuzerichting

De aanvraag van vv Hooglanderveen heeft geen directe samenhang met andere verenigingen. De voetbalvereniging is echter één van de grootste van Amersfoort, telt inmiddels 1400 leden en beschikt over een wachtlijst. Het aantal jongeren in de wijk Vathorst groeit de komende tijd nog steeds waarmee de druk op de voetbalclub verder zal toenemen. De sporttechnische noodzaak is daarom hoog. De voetbalaccommodatie maakt deel uit van de sportstrook Fithorst (hockey, skaten, mogelijk toekomstig zwembad) hetgeen voor de toekomst mogelijkheden voor synergie geeft. Amersfoort beschikt met AV Triathlon en Altis over twee atletiekverenigingen die samen meer dan 2000 leden tellen. Daarmee behoren beide verenigingen tot de grootste atletiekverenigingen van het land. Beide verenigingen groeien nog steeds en de huidige atletiekaccommodatie op sportpark Schothorst is op dit moment een groot knelpunt. Er is sprake van wachtlijsten en de drukte op de huidige baan levert soms gevaarlijke situaties op. Door de aanleg van een technische trainingsfaciliteit op sportpark Birkhoven, waar de AV Triathlon haar eigen clubhuis heeft, wordt de atletiekbaan in park Schothorst ontlast. Een extra trainingsfaciliteit voor de atletiek draagt bovendien bij aan de profilering van Amersfoort als ‘loopstad’. De aanvraag voor deze technische trainingsfaciliteit is door AV Triathlon en Altis gezamenlijk ingediend. In het voorstel van beide atletiekverenigingen is tevens rekening gehouden met voorzieningen voor de ongebonden sporters en recreanten (trimtoestellen, bootcamp, starten verzamellocatie voor hardloop- en wandelroute. door Birkhoven). Sportstrook Soesterkwartier ligt op loopafstand van het accommodatie Birkhoven/Bokkeduinen. Belangrijkste knelpunt op het complex is de staat van onderhoud en capaciteit van voetbalvereniging KVVA. De groei van de wijk Puntenburg, maar ook de ambities van de vereniging mbt. het door het Rijk gehonoreerde plan voor het ‘buurthuis van de toekomst’ maken dat het complex steeds intensiever bespeeld wordt. De andere uit het Soesterkwartier afkomstige voetbalclub is de Posthoorn. Deze speelt op sportpark Bokkeduinen en is een kleine vereniging (3 seniorenelftallen, 1 jeugdteam). De voetbalvelden op sportpark Bokkeduinen (1 wedstrijd- 1 trainingsveld) worden daarmee bij lange na niet optimaal benut. Dit achten wij ongewenst. Een intensivering van het complex van KVVA maakt het mogelijk om in de nabije toekomst te komen tot een win-winsituatie voor meerdere verenigingen en draagt in belangrijke mate bij aan


-

-

een efficiënt en effectief gebruik van de gemeentelijke sportvoorzieningen, niet alleen voor Soesterkwartier Dollardstraat, maar ook Birkhoven/Bokkeduinen. De hockeyvereniging AMHC telt circa 1500 leden, waarvan een groot deel jeugd. De club heeft met de huidige 5 velden bijna de grens bereikt. Hockey is naar verwachting ook voor de toekomst een sport die nog verder groeit. Een uitbreiding van het complex met een zesde veld past bij de omvang van de vereniging en de verdere facilitering van de hockeysport in Amersfoort. De rugbyclub Eemland is de afgelopen jaren met name onder de jeugd explosief gegroeid. De club speelt landelijk op het hoogste niveau. Door de sterke groei is er behoefte aan extra trainingscapaciteit, maar vooral ook aan een uitbreiding van de kleedkamers, mede in verband met het toenemende aantal damesrugbysters. De uitbreiding van kleedkamer- en trainingscapaciteit voor de rc Eemland willen wij graag ook in samenhang met de ontwikkeling van de accommodaties Birkhoven/Bokkeduinen en sportstrook Soesterkwartier bezien.

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.5011314

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2015, sector DIR/SL (nr.5011314); b e s l u i t: 1. het investeringsplan voor de incidentele investeringen sportaccommodaties vast te stellen: a. omzetting gras naar kunstgras vv Hooglanderveen € 325.000,b. technische trainingsfaciliteit AV Triathlon/Altis € 400.000,c. omzetting gras naar kunstgras KVVA € 325.000,d. aanleg zesde hockeyveld AMHC € 325.000,e. uitbreiding kleedkamers rc Eemland € 125.000,2. dat indien APWC in het kader van “het verkennend onderzoek naar de verkoop van velden (uitvoering motie 2015-085M)” door de raad beoordeeld wordt als een toekomstbestendige voetbalvereniging die op de huidige locatie mag voortbestaan, de gemeente alsnog een incidentele investering zal plegen ten behoeve van de aanleg van een kunstgrasveld voor deze vereniging en deze investering zal dekken uit de nog te verdelen winstuitkering over 2013 (zijnde € 800.000,-) van de SRO ten gunste van de aandeelhouders Haarlem en Amersfoort.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 september 2015.

de griffier

de voorzitter

Programma 6

AMENDEMENT

2015-164A INGETROKKEN 15 september 2015

Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring

Amersfoort, 15 september 2015

De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. naar aanleiding van het bezuinigingsvoorstel van het college om mogelijk sportvelden te verkopen

b. c.

d. e.

f.

g. h. i.

motie 2015-085M is aangenomen om de inventarisatie van deze velden tijdig met de raad te delen en de bewoners daarbij te betrekken; de betreffende inventarisatie pas in de planning staat voor het laatste kwartaal dit jaar; met de presentatie van de lijst met verenigingen, welke een investering in de sportaccommodatie krijgen, vooruitgelopen wordt op een door het college gewenst vertrek van APWC van de Keerkring; deze conclusie getrokken kan worden, daar zij als sportvereniging met het meeste aantal punten van de commissie, toch niet in de prijzen zijn gevallen; met het vertrek van de betreffende sportvereniging er voor de wijken de Koppel, Kruiskamp en Liendert geen sportvoorzieningen overblijven en daarmee de woonkwaliteit voor de buurtbewoners drastisch afneemt; dit extra gevaar oplevert in het verkeer, daar de jeugd uit de genoemde drie wijken grote afstanden moeten afleggen naar de clubs uit andere wijken, waar al jaren wel structureel in wordt geïnvesteerd; APWC niet alleen over sportfaciliteiten beschikt, maar ook veel in de wijk betekent, bijvoorbeeld met de samenwerking met Sovee en met de coaching van de jeugd; door een investering in de sportaccommodatie het aantal leden automatisch zal toenemen en de club daarmee toekomstbestendig wordt; de beoogde bezuiniging met de verkoop van velden niet meer relevant is, daar de gemeente met het aangenomen structurele bezuinigingspakket al van het preventief financieel toezicht af is;

besluit: aan het raadsbesluit 5011314 de volgende beslispunten toe te voegen: 1. De beoogde verkoop van sportvelden van APWC definitief te schrappen 2. De voetbalvereniging aan de Keerkring te belonen voor de functie welke zij vervult in de wijken in de vorm van een investering in de sportaccommodatie en daarmee recht te doen aan de inventarisatie van de commissie ten behoeve van de incidentele investering in sportaccommodaties 3. De investering te dekken uit de nog te verdelen winstuitkering over 2013 van de SRO ten gunste van de aandeelhouders Haarlem en Amersfoort

Fractie PvdA Harun Keskin

Programma 6

AMENDEMENT

2015-165A VERWORPEN 15 september 2015

APWC MIDDEN IN DE WIJK

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel.: Incidentele investeringen sportaccommodaties (5011314)

Indieners overwegen dat:

a. de Raad op 25 november 2014 heeft aangegeven dat de verbindende rol die een sportvereniging in een wijk speelt een belangrijk criterium is voor het incidenteel investeren in een sportaccommodatie; b. de vereniging APWC een belangrijke verbindende functie heeft in de wijk; c. de inventarisatiecommissie voor de inventarisatie van de accommodatiewensen dit onderkent en APWC het maximale aantal punten heeft gegeven op het criterium “verbindende rol in de wijk”; d. de inventarisatiecommissie mede daarom de aanvraag van APWC bovenaan de lijst heeft gezet; e. ook volgens het college APWC een belangrijke rol in de wijk speelt; f. het college desondanks in het voorgestelde investeringsplan is afgeweken van de waarderingsscore van de inventarisatiecommissie; g. het college aangeeft dat een investering in de accommodatie van APWC niet kansrijk en toekomstbestendig is, oftewel, dat de accommodatie van APWC mogelijk in aanmerking komt voor verkoop en woningbouw; h. vanwege de belangrijke rol die APWC in de wijk speelt verkoop van die velden onwenselijk is; i. daarom de waarderingsvolgorde van de inventarisatiecommissie moet worden aangehouden; besluit: beslispunt 1 van het raadsbesluit ‘Incidentele investeringen sportaccommodaties (reg.nr. 5011314) als volgt te wijzigen:

het investeringsplan voor de incidentele investeringen sportaccommodaties vast te stellen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Omzetting gras naar kunstgras APWC Omzetting gras naar kunstgras vv Hooglanderveen Technische trainingsfaciliteit AV Triathlon/Altis Omzetting gras naar kunstgras KVVA Aanleg zesde hockeyveld AMHC Uitbreiding kleedkamers rc Eemland

325.000,325.000,400.000,325.000,325.000,125.000,-

Programma 6


waarbij de extra investering voor het kunstgrasveld van APWC wordt gedekt uit de nog te verdelen winstuitkering over 2013 (zijnde € 800.000,-) van de SRO ten gunste van de aandeelhouders Haarlem en Amersfoort. en beslispunt 2 toe te voegen dat luidt:

De accommodatie van APWC niet binnen 10 jaar in de verkoop te doen.

Ben van Koningsveld (CDA)

Frans Prins (GroenLinks)

Harun Keskin (PvdA)

Programma: 6

2015-160A (versie 3 september)

AANGENOMEN 15 SEPTEMBER 2015

Amendement: Met APWC de toekomst in?

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel: Incidentele investeringen sportaccommodaties (5011314)

De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat: a. de inventarisatiecommissie in het kader van de advisering over de toekenning en verdeling van de incidentele investeringen sportaccommodaties de voetbalvereniging APWC de hoogste score toekende met 90 punten op de basis van de vastgestelde harde (30) en zachte (60) criteria; b. het College van B&W afwijkt van het advies van het rapport van de inventarisatiecommissie en APWC geen investeringsgelden toekent; c. In bijlage 2 van het raadsvoorstel onder “onderbouwing keuzerichting” niet wordt aangegeven waarom het College de hoogst scorende vereniging geen investeringsgelden toekent; d. de investeringen voor APWC urgent en belangrijk zijn voor de toekomst van de vereniging; e. in het vierde kwartaal van 2015 helder wordt hoe de Raad –n.a.v. het verkennend onderzoek naar de verkoop van velden– de toekomstbestendigheid van sportverenigingen ziet in relatie tot de sportaccommodaties.

besluit: aan het raadsbesluit 5011314 als beslispunt 2 toe te voegen: “dat indien APWC in het kader van “het verkennend onderzoek naar de verkoop van velden (uitvoering motie 2015-085M)” door de raad beoordeeld wordt als een toekomstbestendige voetbalvereniging die op de huidige locatie mag voortbestaan, de gemeente alsnog een incidentele investering zal plegen ten behoeve van de aanleg van een kunstgrasveld voor deze vereniging en deze investering zal dekken uit de nog te verdelen winstuitkering over 2013 (zijnde € 800.000,-) van de SRO ten gunste van de aandeelhouders Haarlem en Amersfoort.”

Ben van Koningsveld CDA

Simone Kennedy-Doornbos ChristenUnie

Ben Stoelinga Amersfoort2014

Kees Kraanen VVD

Dirk-Joost van Hamersveld D66

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: : : :


: 4886933 : 7 juli 2015 :

07-07-2015 25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Evaluatie en herijking VERDER-pakket

BESLISPUNTEN 1. De investeringen in het VERDER-pakket te verlagen met een bedrag van € 11,6 miljoen om te komen tot een VERDER-pakket zonder overprogrammering door aanpassingen van de volgende maatregelen: - Laten vervallen van Blueport Isselt (€ 5 mln); - Laten vervallen van Kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg voor openbaar vervoer (€ 0,4 mln); - Laten vervallen van Aanpassing businfrastructuur station Amersfoort – Soest Zuid (€ 4,3 mln); - Verlagen van het budget van Versnelling OV Centrum – Vathorst (€ 5,6 mln naar € 2,6 mln); - Verhogen van het budget van Fietsverbinding Amersfoort Noord – Nijkerk (€ 1,1 mln).

AANLEIDING Bij het vaststellen van het regionale VERDER pakket in 2009 is een samenhangend pakket van maatregelen overeengekomen waarmee de bereikbaarheid van de regio tot en met 2020 op peil kan worden gehouden. Uw raad heeft destijds ingestemd met de Amersfoortse basis en no-regret maatregelen uit het regionale VERDER pakket. Ook heeft uw raad ingestemd met de verdere uitwerking van de aanvullende maatregelen uit dit VERDER pakket. Dit pakket had een overprogrammering van ca. € 50 mln. Bij vaststelling van het VERDER-pakket is afgesproken dat in 2013 een evaluatie zou worden uitgevoerd. Bij de start van de evaluatie hebben meerdere partijen in het Utrechts Verkeer en Vervoerberaad (UVVB) de wens uitgesproken om tot een financieel gedekt pakket te komen. Ook is er bij een aantal partijen behoefte geweest om projecten te ruilen. De evaluatie heeft de basis gevormd om te komen tot een geactualiseerd en door alle partijen gedragen pakket. Door aanpassing van de spelregels wordt ook de mogelijkheid gecreëerd in een latere fase aanpassingen te doen aan het pakket van maatregelen. In het UVVB is afgesproken om onderscheid te maken in onderdelen in het VERDER-pakket; maatregelen in de regio Utrecht, maatregelen in de regio Amersfoort en maatregelen die voor het hele gebied van toepassing zijn. Voor ieder onderdeel is naar rato van de investeringen bepaald welke maatregelen onderdeel uit moeten maken van het gedekte pakket. Wij zijn tevreden over de Amersfoortse maatregelen en hebben deze maatregelen als vertrekpunt voor de evaluatie genomen. In De Ronde van 8 oktober 2013 hebben we u gepeild over de Amersfoortse maatregelen. De wijzigingen aan het pakket zoals besproken in de peiling zijn ingediend bij de regiopartners en hebben mede geleid tot het aangepaste VERDER-pakket. Op deze manier levert Amersfoort haar bijdrage om te komen tot een gedekt pakket. Omdat u in 2009 de lijst met maatregelen heeft vastgesteld en deze nu – conform de uitkomst van de peiling – worden gewijzigd, vragen we u nu deze aanpassingen van de Amersfoortse maatregelen door middel van dit raadsvoorstel formeel te bekrachtigen . Daarnaast stellen wij u in kennis van de overige wijzigingen in het pakket. Ook informeren we u over de aanpassing van de spelregels die de regiopartners Inlichtingen bij:

E. van Duijn, SOB/VV, (033) 469 43 32


met elkaar hebben afgesproken, die leiden tot een grotere flexibiliteit bij de uitvoering van de maatregelen (bijlage I, Herijkt VERDER pakket en Spelregels). Uiteraard geldt dat bij mogelijke toekomstige wijziging van Amersfoortse maatregelen in het pakket dit ter besluitvorming aan u wordt voorgelegd.

BEOOGD EFFECT We willen de regio Utrecht en regio Amersfoort op lange termijn bereikbaar houden, de financiële risico’s van het VERDER-pakket beperken en de meest effectieve maatregelen uit het pakket uitvoeren. Met het samen met onze regiopartners vastgestelde, aangepaste en financieel gedekte pakket geven we hieraan invulling.

TOELICHTING We zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van een groot aantal projecten binnen onze gemeentegrenzen. Ook zijn er diverse projecten die door de provincie of buurgemeenten worden uitgevoerd, die ook binnen onze grenzen vallen of een direct effect hebben op onze mobiliteit. Om te komen tot een gedekt pakket is het noodzakelijk budgetten te verlagen, projecten op een reservelijst te zetten of helemaal te laten vervallen. De gemeente Hilversum en het Gewest Gooi en Vechtstreek hebben bij de vaststelling van het initiële pakket kenbaar gemaakt niet langer deel te willen nemen aan de VERDER samenwerking. Ondanks veelvuldige pogingen om met deze partijen binnen VERDER een actieve samenwerking te behouden hebben ze besloten de samenwerking definitief op te zeggen. De evaluatie biedt een goede mogelijkheid om dit ook administratief af te wikkelen. Door de uittreding komen projecten in dit gebied te vervallen en is er sprake van een lagere dekking. De dekking voor de projecten in het vastgestelde VERDER-pakket komt daardoor op € 491,75 miljoen. In totaal geldt voor deze projecten een ingeschatte investering van € 542,2 miljoen (dit is exclusief de projecten van Hilversum en Gooi en Vechtstreek). Om te komen tot een volledig gedekt pakket is het noodzakelijk om het investeringsbudget met gemiddeld 9,3% te laten afnemen. In totaal zijn er in de regio Amersfoort (destijds benoemd als de Driehoek) voor € 180,2 mln. aan investeringsprojecten. In totaal is in het voorstel een bezuiniging gerealiseerd van € 16,8 mln. In bijlage I, Herijkt VERDER pakket en Spelregels is dit overzicht opgenomen. Bij schrappen van maatregelen en door lagere uitvoeringskosten van een aantal maatregelen ontstond ook nog financiële ruimte. In het voorstel is dit toegevoegd aan het project Fietsverbinding Amersfoort-Nijkerk. Dit project lijkt niet haalbaar binnen het bestaande VERDER-budget van € 1,5 mln., vanwege de hoge kosten van de fietstunnel Sterrebos. Daarom wordt vooralsnog € 1,1 mln. extra gereserveerd voor dit project. Overigens is nog op dit moment onduidelijk of de maatregel ook kosteneffectief kan worden uitgevoerd. Hierover wordt u door ons op projectniveau nog nader geïnformeerd. In de peiling van 8 oktober 2013 hebben we ook gesproken over de mogelijkheid om de maatregelen Aansluiting Heideweg-Rondweg-oost en Ontsluiting Vathorst-West op de A1 samen te voegen tot een nieuwe maatregel gericht op het verbeteren van de bereikbaarheid van Vathorst. Er was destijds geen meerderheid om deze samenvoeging op voorhand vorm te geven binnen het proces van de evaluatie. Door de nu voorgestelde de aanpassing van de spelregels is wel meer flexibiliteit ontstaan. Op die manier wordt het mogelijk om conform uw wens het beschikbare budget van deze beide maatregelen zo efficiënt mogelijk in te zetten voor het verbeteren van de bereikbaarheid van Vathorst. Ruilen Door een wijziging in de spelregels is het nu mogelijk om maatregelen te ruilen. Uitgangspunt is en blijft dat wel moet worden voldaan aan de overeengekomen financiële bijdrage aan VERDER. Ruilen leidt dus niet tot een verlaging van onze bijdrage. Ook is ruilen alleen mogelijk na instemming van het UVVB en moet altijd worden voldaan aan een positieve kosteneffectiviteit. Indien er sprake is van een verschuiving van modaliteit (dus bijvoorbeeld van fiets naar auto), is daarbij een aanvullend uitgangspunt van kracht dat er meer effect moet worden gerealiseerd. Indien een project niet mogelijk of niet gewenst is en er geen alternatief project wordt ingediend, valt het budget vrij aan het UVVB.


ARGUMENTEN 1.1 Het VERDER-pakket is volledig gedekt Tot de evaluatie werd een overprogrammering geaccepteerd, waarvoor geen financiële dekking aanwezig was. Dit is destijds gedaan vanuit de gedachte dat er gaandeweg projecten niet of goedkoper zouden worden uitgevoerd. Door nu een pakket vast te stellen dat volledig is gedekt, wordt voorkomen dat aan het einde van het traject nog aanvullende dekking moet worden gevonden of dat gewenste maatregelen niet kunnen worden uitgevoerd.

1.2 Blueport Isselt is niet kansrijk Initiatieven op bedrijventerreinen in Utrecht met hogere potentie verlopen moeizaam. Doordat de Amersfoortse Blueport zich niet aan een doorgaande vaarroute bevindt, is de verwachting dat de ontwikkeling in Amersfoort daarom nog moeizamer zal verlopen. Bedrijven die watergebonden activiteiten ontplooien hebben zelf voorzieningen aangelegd en daardoor geen behoefte aan een openbare laad- en losvoorziening. Het budget van € 5,0 mln. komt daarom te vervallen. 1.3 Realisatie OV kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg niet realiseerbaar binnen budget Realisatie OV kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg is niet mogelijk voor het gereserveerde bedrag. Door de realisatie van de nieuwe woningen in Randenbroek Zuid en de nieuw geluidsschermen langs de A28 zijn forse investeringen noodzakelijk om de kortsluiting te realiseren. Dit kan niet kosteneffectief worden uitgevoerd. Het budget van € 0,4 mln. komt daarom te vervallen. 1.4 Aanpassing van de businfrastructuur Amersfoort Soest niet langer noodzakelijk Door de realisatie van de westelijke ontsluiting is aanpassing van de businfrastructuur Amersfoort-Soest niet langer noodzakelijk. De gemiddelde snelheid op het nieuwe traject is van voldoende kwaliteit en bovendien is er in het huidige ontwerp nauwelijks ruimte beschikbaar voor verdere fysieke verbetering voor het openbaar vervoer. Het budget van € 4,3 mln. komt daarom te vervallen. 1.5 Versnelling OV Centrum–Vathorst goedkoper uitgevoerd De maatregel Versnelling OV Centrum – Vathorst is deels gereed (Brabantsestraat, Maatweg). De aanpassingen aan Ringweg Koppel zijn in de afrondende fase. Er resteert alleen nog een kleine aanpassing bij de Bergpas. Omdat de aanpassingen bij de Maatweg minder verstrekkend zijn dan eerder beoogd, wordt niet het volledige budget gebruikt. Het budget wordt daarom verlaagd van € 5,6 mln. naar 2,6 mln. 1.6 Fietsverbinding Amersfoort-Nijkerk alleen haalbaar bij hoger budget Het aangepaste VERDER-pakket (inclusief de maatregelen van de regiopartners) levert een grotere budgetaanpassing op dan voor de bezuiniging van 9,3% noodzakelijk is. Omdat het project Fietsverbinding Amersfoort-Nijkerk niet haalbaar lijkt vanwege de hoge kosten voor de fietstunnel Sterrebos, willen we het overschot aan budget van € 1,1 mln. toevoegen aan dit project. Overigens is voor deze studie de kosteneffectiviteit van de maatregel nog een punt van discussie. Mocht uiteindelijk blijken dat deze maatregel onvoldoende effectief is of ongewenst, dan komen we met een alternatief voorstel. Dit wordt uiteraard aan u en onze regiopartners voorgelegd.

KANTTEKENINGEN 1.1 Er vervallen maatregelen in Amersfoort Door de aanpassing van het pakket komen maatregelen te vervallen. Hierdoor wordt minder resultaat geboekt op de bereikbaarheidsopgave die er ligt. Door te kiezen voor maatregelen waarvan de effecten op andere manieren worden gehaald (zoals de busverbinding richting Soest) en de minst kosteneffectieve maatregelen te laten vervallen is de invloed hiervan zoveel mogelijk beperkt. 1.2 Budgetten van regionale maatregelen vervallen of worden verlaagd Niet alleen Amersfoortse maatregelen komen te vervallen maar ook maatregelen in buurgemeenten en maatregelen die van toepassing zijn op de hele regio. Er is net als in Amersfoort gezocht naar maatregelen die daarin (naar verwachting) het minst effectief zijn. Het gaat dan om regionale maatregelen als autodelen, tijdsordening en communicatie en marketing openbaar vervoer.


DUURZAAMHEID Het besluit heeft op zichzelf geen effect op het gebied van duurzaamheid. Wel komen maatregelen te vervallen die op het gebied van verduurzaming van mobiliteit een positief effect zouden kunnen hebben. Er wordt echter ook budget toegevoegd aan een maatregel die op gebied van duurzaamheid positief scoort.

FINANCIËN In onderstaand overzicht worden de Amersfoortse projecten weergegeven. In de tabel is aangegeven welk bedrag oorspronkelijk was gereserveerd, welke bedrag na de evaluatie gereserveerd blijft en wat de besparing is. Voor de totale lijst van maatregelen en aanpassing van budgetten verwijzen we naar de bijgevoegde bijlage (bijlage I, Herijkt VERDER pakket en Spelregels). VERDER-projecten Amersfoort Aanpassing businfrastructuur Amersfoort-Soest Versnelling OV Amersfoort Centrum – Amersfoort Vathorst OV kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg Project Blueports Isselt Fietsverbinding Amersfoort Centrum-Noord-Vathorst Fietsverbinding Leusden-Amersfoort-Soest, Amersfoortse deel Fietsverbinding Leusden-Amersfoort Noord-Baarn Fietsverbinding Hoevelaken-Amersfoort Noord-Baarn Fietsverbinding Dorresteinseweg Fietsverbinding Amersfoort-Nijkerk Aanleg/uitbreiding fietsenstallingen Amersfoort Centrum Uitbreiding fietsenstalling stations, Amersfoortse deel Ongelijkvloerse verbinding N199 voor voetganger en fiets Verbeteren fietsverbinding Hoevelaken – Amersfoort Centrum Verbeteren fietsverbinding Bunschoten – Amersfoort Vathorst Versnelling spitsbus Amersfoort-Utrecht Uithof Capaciteitsverbetering Westelijke Ontsluiting Aansluiting Heideweg-Rondweg-oost Ontsluiting Vathorst-West op de A1 Kortsluiting Outputweg en Energieweg Ontwikkeling station Vathorst tot regionale OV-knoop Totaal Tabel 1: Amersfoortse maatregelen in het VERDER-pakket

vastgesteld budget € 4.300.000 € 5.600.000 € 400.000 € 5.000.000 € 300.000 € 2.130.000 € 1.000.000 € 500.000 € 150.000 € 1.500.000 € 300.000 € 2.700.000 € 2.600.000 € 900.000 € 550.000 € 1.000.000 € 60.000.000 € 6.000.000 € 7.500.000 € 20.300.000 € 4.950.000 € 127.680.000

nieuw budget

Aanpassing

€0 € 2.600.000 €0 €0 € 300.000 € 2.130.000 € 1.000.000 € 500.000 € 150.000 € 2.600.000 € 300.000 € 2.700.000 € 2.600.000 € 900.000 € 550.000 € 1.000.000 € 60.000.000 € 6.000.000 € 7.500.000 € 20.300.000 € 4.950.000 € 116.080.000

- € 4.300.000 - € 3.000.000 - € 400.000 - € 5.000.000 €0 €0 €0 €0 €0 + € 1.100.000 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 €0 € 11.600.000

De aanpassing van het VERDER-pakket heeft geen financiële consequenties. Voor de overprogrammering was geen dekking. Deze overprogrammering komt nu te vervallen door aanpassingen van de maatregelen en budgetten. Kosten of opbrengsten in € 0

Dekking kosten in € 0

DekkDekking vastgelegd in n.v.t.

RISICOPARAGRAAF In de regio Utrecht is men er niet in geslaagd om tot een volledig gedekt pakket te komen. Door expliciet de resterende financiële opgave in dit gebied bij de betrokken partijen neer te leggen, is dit risico voor de gemeente Amersfoort zo goed mogelijk afgedekt. In de context van mogelijke besparing op de Amersfoortse VERDER bijdrage heeft de provincie hierbij wel duidelijk aangegeven dat in dat geval meevallers in afzonderlijke projecten ten goede komen aan de overprogrammering en de gemeente gehouden blijft aan de totale financiële bijdrage aan het programma VERDER (zie ook RIB 2015-049).

COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Regionale en lokale overheden zetten vanaf 2009 het programma VERDER in om met een pakket aan maatregelen de bereikbaarheid in de regio op lange termijn te garanderen. Om de financiële risico’s van het


VERDER-pakket te beperken en de meest effectieve maatregelen uit het eerder vastgestelde VERDERpakket uit te voeren, stellen de partijen voor om van de minst effectieve maatregelen de budgetten te verlagen of te laten vervallen. Dit leidt tot een financieel gedekt pakket. De gemeente Amersfoort stelt voor om de volgende maatregelen te laten vervallen: Blueport Isselt, Kortsluiting Randweg LeusdenHeiligenbergerweg voor OV en aanpassing businfrastructuur station Amersfoort-Soest Zuid. Daarnaast stelt het college voor om een deel van het budget voor de OV-versnelling OV Centrum-Vathorst te laten vervallen en het hiermee beschikbare overschot binnen de Amersfoortse maatregelen te reserveren voor de fietsverbinding Amersfoort Noord-Nijkerk.

VERVOLGSTAPPEN Na besluitvorming in de betrokken gemeenteraden en de provinciale staten is er een nieuw vastgesteld VERDER-pakket.


Bijlagen

- Herijkt VERDER pakket en Spelregels (#4994721)

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.4886933

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2015 (nr.4886933); b e s l u i t: de investeringen in het VERDER-pakket te verlagen met een bedrag van € 11,6 miljoen om te komen tot een VERDER-pakket zonder overprogrammering door aanpassingen van de volgende maatregelen: - Laten vervallen van Blueport Isselt (€ 5 mln); - Laten vervallen van Kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg voor openbaar vervoer (€ 0,4 mln); - Laten vervallen van Aanpassing businfrastructuur station Amersfoort – Soest Zuid (€ 4,3 mln); - Verlagen van het budget van Versnelling OV Centrum – Vathorst (€ 5,6 mln naar € 2,6 mln); - Verhogen van het budget van Fietsverbinding Amersfoort Noord – Nijkerk (€ 1,1 mln).

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 september 2015 de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: : : :

07-07-2015 25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015


: 4990954 : 7 juli 2015 :

Met inachtneming aangenomen amendement

TITEL Beter Benutten Vervolg

BESLISPUNTEN 1 2

De Amersfoortse maatregelen als onderdeel van het totale pakket Beter Benutten Vervolg MiddenNederland vast te stellen; Een totaalbedrag van €1.141.000 beschikbaar te stellen voor de projecten die op Amersfoort betrekking hebben, door bestaande middelen in te zetten conform de tabel uit de paragraaf ‘Financiën’ en het krediet daarvoor te verlenen.

AANLEIDING In het landelijke programma Beter Benutten, dat uitgevoerd is in de periode 2012-2014, werkten Rijk, regio’s en bedrijfsleven samen om de bereikbaarheid in de drukste regio's te verbeteren. De regionaal samenwerkende overheden in Midden Nederland waren de provincie Utrecht, de gemeente Amersfoort, de gemeente Utrecht, de gemeente Woerden, Rijkswaterstaat Midden-Nederland en het Bestuur Regio Utrecht. Daarnaast zijn meerdere projecten uitgevoerd door de U15, een samenwerkingsverband tussen een groot aantal beeldbepalende werkgevers in de regio Midden-Nederland. In gemeente Amersfoort zijn er binnen het programma Beter Benutten groene golven gerealiseerd op acht belangrijke doorstroomroutes in de stad, is de doorstroming op de Hogeweg verbeterd en is busstation Schothorst aangepast. Ook in de maatregelen ‘Fietsparkeren station Amersfoort’ en ‘Westelijke ontsluiting’ zit een bijdrage van het programma Beter Benutten. Deze maatregelen worden nog gerealiseerd. Omdat de eerste resultaten aantonen dat de aanpak van Beter Benutten werkt, hebben Rijk en regio besloten om een vervolg te geven aan het programma Beter Benutten voor de periode 2015-2017 (‘Beter Benutten Vervolg’). In deze periode zal de focus liggen op gedragsmaatregelen om het gebruik van de infrastructurele netwerken (auto én OV) beter te spreiden over de dag. Op 6 maart 2014 heeft het bestuurlijk Trio (de minister van Infrastructuur en Milieu, de CEO vanuit de U15 en de gedeputeerde van de provincie Utrecht) hiervoor de Bereikbaarheidsverklaring Beter Benutten Vervolg Midden Nederland ondertekend (zie bijlage 1). In nauwe samenwerking met bovengenoemde partijen (met uitzondering van gemeente Woerden) is de afgelopen maanden gewerkt aan het samenstellen van Beter Benutten Vervolg pakket voor Midden Nederland. Allereerst is een integrale probleemanalyse uitgevoerd. Vervolgens zijn een generiek pakket en gebiedsspecifieke pakketten, waaronder een pakket voor Amersfoort-Noord, samengesteld. Het generieke pakket bevat maatregelen die voor het hele gebied van Midden-Nederland van belang zijn. In bijlage 2 en 3 treft u het Gebiedsplan Amersfoort-Noord en het Regiobrede plan aan.

Inlichtingen bij:

A.M. van den Aker, DIR/SO, (033) 469 49 28


De stuurgroep Beter Benutten Vervolg heeft op 27 maart 2015 ingestemd met het pakket, onder voorbehoud van instemming door colleges en raden. In deze stuurgroep zijn de regionaal samenwerkende partijen (Rijkswaterstaat Midden-Nederland, provincie Utrecht, gemeente Utrecht en gemeente Amersfoort) vertegenwoordigd. Gemeente Nieuwegein heeft zich aangesloten bij de samenwerking in Beter Benutten Vervolg, maar is (nog) niet vertegenwoordigd in de stuurgroep.

TOELICHTING De grootste problemen wat betreft de bereikbaarheid in de regio Midden Nederland bevinden zich in en rond de stedelijke regio’s Utrecht en Amersfoort. Ruim 80% van de afname van voertuigen in de spits moet gerealiseerd worden van en naar vier economische kerngebieden: Amersfoort Noord, Nieuwegein Centrum+Klooster, Utrecht Centrum en Utrecht Science Park + Rijnsweerd. Voor Amersfoort gaat het om het kerngebied Amersfoort- Noord dat de werkgebieden De Hoef, Calveen, De Wieken, Vathorst en de woongebieden Vathorst en Hooglanderveen omvat. In de Bereikbaarheidsverklaring is vastgelegd dat het vervolgprogramma Beter Benutten Midden Nederland primair zal focussen op het oplossen van deze gesignaleerde bereikbaarheidsproblemen. De ambitie is om de komende jaren de reistijd op de grootste knelpunten met minimaal 10% te verbeteren. Concreet betekent dit voor de doelstelling dat de reistijd van 3.900 zwaar vertraagde ritten per dag substantieel en meetbaar wordt verbeterd. Onderstaande figuur toont de prioritaire trajecten waar de autoverplaatsingen de meeste vertraging oplopen.

Er is voor elk van de vier kerngebieden een Gebiedsplan opgesteld. Daarnaast is een regiobreed plan opgesteld waarin de projecten zijn opgenomen die gericht zijn op meerdere of soms alle kerngebieden samen of direct op het terugdringen van zwaar vertraagde ritten op de belangrijkste trajecten. In de bijlage 2 en 3 treft u het Gebiedsplan Amersfoort Noord en het Regiobrede Plan aan. Het pakket omvat de volgende voor Amersfoort relevante maatregelen: Verbetering fietsinfrastructuur Amersfoort-Noord (MNL. BBV.301) Amersfoort- Noord kenmerkt zich door relatief veel korte autoritten, wat de fiets een kansrijk alternatief maakt voor de auto. Op een aantal locaties is de herkenbaarheid, vindbaarheid en comfort van fietsroutes echter onvoldoende. Dit project omvat het verbeteren van fietsroutes naar de verschillende


bedrijventerreinen. Het gaat dan om verbeteren en verduidelijken van fietsverbindingen tussen de bedrijventerreinen met het hoofdfietsnetwerk vanuit de rest van de stad en omliggende kernen. Concreet worden de volgende fietsroutes binnen dit project aangepakt: 1. Verbinding tussen station Schothorst en de Wieken 2. Verbinding tussen Kattenbroek en bedrijventerrein Calveen 3. Verbreden fietspad Heideweg 4. Verbinding langs de Laak in Vathorst naar kantorenlocatie het Podium. De kosten voor deze maatregelen zijn € 1.785.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 548.000. Pilot Mobibus P+R Bunschoten (MNL. BBV.302) Dit project beoogt een opwaardering van de huidige carpoollocatie gelegen aan de N199, direct ten noorden van de A1, afrit Bunschoten. In de huidige situatie is sprake van achterstallig onderhoud en wordt de locatie als sociaal onveilig ervaren. Het terrein wordt heringericht en er komen voorzieningen die het gebruik van het terrein als P+R en Park & Bike verbeteren. Door plaatsing van (zo mogelijk afsluitbare en beveiligde) stallingvoorzieningen voor de fiets kan natransport per fiets/E-bike naar bedrijventerreinen in AmersfoortNoord mogelijk worden. Het autogebruik op bijbehorende stedelijke invalsroutes (Bunschoterstraat) wordt beperkt. Het opwaarderen/herinrichten van het huidige carpoolterrein wordt gecombineerd met een ‘pilot’ van de zgn. Mobibus. Mobibus is een tot servicebus omgebouwde voormalige streekbus die dagelijks (werkdagen) op de locatie wordt geplaatst. Naast het aanbod van horeca faciliteiten (koffie, thee, broodjes, toiletgebruik e.d.) en de mogelijkheid voor een korte (flexwerk) stop of het overbruggen wachttijd voor ‘carpoolmaatje’ biedt de Mobibus met zijn medewerker(s) een belangrijke bijdrage in sociale veiligheid (toezicht en schoonhouden) van het terrein. De kosten voor deze maatregel zijn € 98.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 7.000. Slimme Kruisingen (MNL. BBV.501) Deze maatregel binnen Intelligente Transport Systemen (ITS) betreft de ontwikkeling en implementatie van nieuwe software voor verkeersregelingen. Een verbetering van de doorstroming tot 5% voor de modaliteiten auto, openbaar vervoer en/of fiets wordt daardoor mogelijk. De volgende aspecten van het regelproces bieden kansen voor optimalisatie: 1. Gebruik van “big data” om het regelproces te verrijken en te optimaliseren; 2. Gebruik maken van de mogelijkheid om de weggebruiker In-car te informeren en te beïnvloeden om het regelproces te optimaliseren; 3. Optimaliseren conflicten tussen modaliteiten. De kosten voor deze maatregel zijn € 3.866.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 227.000. Fietsimpuls (MNL. BBV.511) De maatregel richt zich niet op één specifieke doelgroep maar op meerdere, waarbij uitgegaan wordt van een fietsbare afstand van ca 10 km. De maatregel is gericht op onder andere de volgende doelgroepen: forenzen, ouders van (basis-)schoolkinderen en ondernemers. Inwoners en werknemers van de regio Midden Nederland geven zich individueel op als deelnemer van de maatregel en krijgen een account bij GoedopWeg (een project van het thema ‘Reizigersaanpak’). Zij worden beloond door het gebruik van de fiets (hierbij worden ook bedoeld andere duurzame tweewielers zoals E-bike, bakfiets, e-scooter). De deelnemers krijgen bij fietsritten een beloning in de vorm van punten waarmee gespaard kan worden voor bijvoorbeeld een gadget of een hotelovernachting. De fietsritten worden opgenomen met een app op de smartphone. De kosten voor deze maatregel zijn € 980.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 84.000. E-bike (MNL. BBV.512) Met de E-bike-maatregel worden in samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid, werknemers gestimuleerd om vaker met de E-bike naar het werk te gaan en de auto te laten staan. Door een tijdelijke financiële beloning kunnen deelnemers een deel van de aanschaf van de (nieuwe) E-bike terugverdienen. Iedere dag dat de deelnemer fietst, krijgt hij een beloning van €5. Insteek is dat deelnemers ongeveer 2 van de 5 werkdagen de fiets gebruiken, wat ook haalbaar bleek bij de E-bike maatregel van het programma Beter Benutten. De doelgroep bestaat uit forenzen die reizen over een middellange afstand. De overheid ondersteunt de werkgever financieel (voor de helft van de kosten) en door middel van advisering op het


gebied van gedragsverandering, fietsstimulering en arbeidsvoorwaarden. In de maatregel wordt de inzet van de werkgever gevraagd zodat de actie mogelijk is vanuit de arbeidsvoorwaarden. De kosten voor deze maatregel zijn € 1.589.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 50.000. Publiekstrekkers en evenementen (MNL. BBV.514) De doelstelling van dit project is om bezoekers van evenementen en publiekstrekkers anders en slimmer te laten reizen. Dit moet bereikt worden door bij de start van de reis, dus bij de voorbereiding, de reiziger goed te informeren over het beste reismoment, alternatieven en aanbiedingen. Een belangrijk gezamenlijke instrument om de publiekstromen goed te beheersen is een actuele regionale Topdagenkalender. Hierin worden evenementen, recreatiebezoek, stedenbezoek en publiekstrekkers samengebracht waardoor de drukke dagen vooraf zichtbaar worden. Vanuit het landelijk ITS-programma is tevens een project gestart om data rond evenementen (wegwerkzaamheden, parkeren, verkeersdrukte) te integreren en ter beschikking te stellen aan de markt. Komende maanden wordt onderzocht hoe hierbij kan worden aangesloten. De kosten voor deze maatregel zijn € 801.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 40.000. Project Scholenaanpak (MNL. BBV.515) De doelstelling van dit project is het doorbreken van de keten ‘huis-school-werk’ met de auto door middel van gedragsbeïnvloeding en zo de piekbelasting in de ochtendspits te verminderen en tegelijkertijd de schoolomgeving veiliger te maken voor de kinderen. De maatregel richt zich in Amersfoort op de woongebieden Vathorst, Nieuwland, Hoogland, Kattenbroek, en Zielhorst. Dit zijn de Amersfoortse wijken (kernen) waarvan het autoverkeer het meest gebruik maakt van de hoofd infrastructuur in AmersfoortNoord en de prioritaire corridors zoals de Outputweg, N199 en de A1. Mogelijke maatregelen om de doelen te bereiken zijn: - Stimulering fietsgebruik door beloning (zie ook het project ‘Fietsimpuls’); - Convenant tussen school, ouders en kinderen; - Educatie: gedacht kan worden aan gele/rode kaarten acties waarbij kinderen hun ouders aanspreken op hun (rij)gedrag. Dit project kan worden ingezet binnen het Amersfoortse programma ‘Veiligheid rond scholen’. Tot nu toe richtte dat vooral op de inrichting van de schoolomgeving. Dit Beter Benutten Vervolg- project richt zich vooral op de gedragsverandering (minder auto’s bij de school). Samen leiden zij tot meer verkeersveiligheid en een betere verkeersdoorstroming. De kosten voor deze maatregel zijn € 536.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 140.000. Pak het moment (MNL. BBV.516) De doelstelling van dit project is om reizigers op het moment dat zij weer opnieuw een keus maken voor hun mobiliteit, te verleiden tot een ander reisgedrag. Dit kan met een ander vervoersmiddel of op andere tijdstippen of via andere routes. Dergelijke momenten zijn bijvoorbeeld verhuizing, een nieuwe baan of de verhuizing van het werk. In Amersfoort-Noord kan dit toegepast worden als zich een nieuw bedrijf vestigt op de Hoef (in een leegstaand complex) of in Vathorst of de Wieken (bedrijventerreinen die nog in ontwikkeling zijn). Het is de bedoeling dat het projectteam Beter Benutten zorgt voor een goed informatiepakket per bedrijventerrein. De gemeente bespreekt met de nieuwe bedrijven bij de vergunningverlening de mobiliteit van de medewerkers. De U15 gaat met de afzonderlijke bedrijven in gesprek over specifieke mobiliteitsmaatregelen voor hun medewerkers. De kosten voor deze maatregel zijn € 267.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 17.000. Ontwikkeling reisadvies (MNL. BBV.518) De doelstelling van dit project is de ontwikkeling van een succesvol reis- en mobiliteitsadvies voor alle vervoerwijzen voor weggebruikers in de regio Midden Nederland. Een dergelijk advies wordt nu al gegeven met de Reiswijzer. Die is opgezet als een informatiedienst van Rijkswaterstaat om weggebruikers te informeren over de verkeershinder op het hoofdwegennet in de regio Midden Nederland. In het kader van Beter Benutten is dit uitgebreid naar provinciale wegen en belangrijke gemeentelijke wegen. Informatie wordt door de Reiswijzer vooraf per email verstuurd aan de deelnemers. Meer dan 60% van de deelnemers reageert op de aangeboden informatie door op een ander moment te reizen of via een andere route. Binnen Beter Benutten Vervolg wordt de Reiswijzer verder ontwikkeld. Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een actueler advies (in plaats van 2 dagen van te voren naar vlak voor vertrek). Ook worden


vervoersalternatieven nadrukkelijker in beeld gebracht. Binnen het project wordt aansluiting gezocht bij de landelijke ITS-programma. De kosten voor deze maatregel zijn € 625.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 28.000. Verbeteren kwaliteit OV-knooppunten (MNL. BBV.519) De doelstelling van dit project is om meer reizigers naar het openbaar vervoer te trekken door de overstap op OV-knooppunten eenvoudiger te maken en daarmee de ketenreis aantrekkelijker te maken. In dit project worden 50 OV-knooppunten in de provincie Utrecht beoordeeld op kwaliteit en mogelijkheden het reizen via het knooppunt aantrekkelijker te maken. Aspecten die daarbij aan de orde komen zijn bijvoorbeeld de stallingsmogelijkheden voor auto’s en fietsen, de verblijfskwaliteit en vraag of een vlotte overstap mogelijk is van de ene op de andere vervoerswijze. Het gaat hierbij om alle stations (28) en de grotere tram/busknopen (22). Het gaat in Amersfoort om de drie stations en de busknoop Kwekersweg. Voor de uitvoering van de eerste maatregelen is budget gereserveerd binnen het voostel. De kosten voor deze maatregel zijn € 9.352.000. De bijdrage van de gemeente Amersfoort is € 0.

BEOOGD EFFECT Het beoogd effect van het Beter Benutten Vervolg pakket Midden-Nederland is het terugdringen van spitsreizen per auto door gedragsbeïnvloeding en aanbod van voorzieningen gericht op fietsers gericht op de economische kerngebieden Amersfoort-Noord, Nieuwegein Centrum Klooster, Utrecht Centrum, Utrecht Science Park+Rijnsweerd. Het effect daarvan voor Amersfoort is dat de bereikbaarheid in Amersfoort-Noord voor wat betreft auto, fiets en OV verbetert.

ARGUMENTEN 1.1 De maatregelen die in het pakket zijn opgenomen passen binnen de beleidsdoelstellingen van het Verkeer- en Vervoerplan Door deelname aan het Beter Benutten Vervolg programma verbetert de bereikbaarheid van Amersfoort. Het gaat niet alleen om de bereikbaarheid per auto. Ook wordt het aantrekkelijker om met het openbaar vervoer en met de fiets te reizen. Dit past binnen de beleidsdoelstellingen van ons Verkeer- en Vervoerplan. 1.2 Deelname aan het Beter Benutten Vervolg programma zorgt voor een forse bijdrage van Rijk en provincie aan nuttige maatregelen. Door deelname aan het Beter Benutten Vervolg programma maken we optimaal gebruik van de cofinanciering van rijk en provincie voor nuttige mobiliteitsmaatregelen in Amersfoort. Het totale pakket aan maatregelen omvat ruim 76 miljoen euro. De totale kosten voor de projecten die relevant zijn voor Amersfoort zijn ruim 19 miljoen euro. De totale kosten van de projecten waaraan de gemeente Amersfoort financieel bijdraagt zijn ruim 10 miljoen euro. De gemeente Amersfoort investeert 1,1 miljoen euro. Hiervoor wordt dekking gevonden binnen de bestaande begroting. Reeds bestaande budgetten zetten we op deze manier slim in om (extra) cofinanciering te verkrijgen. 1.3 Het samengestelde pakket voor Midden-Nederland voldoet aan de door het Rijk gestelde doelstelling. De voorgestelde maatregelen zijn getoetst met behulp van een Kosten Effectiviteit Analyse (KEA-toets). De totale KEA score voor het regiobrede pakket komt uit op €11 per ‘vermeden verliesuur’. Het totale programma voor Midden Nederland (dus het regiobrede pakket plus de vier gebiedspakketten) scoort € 15 per vermeden verliesuur. Er wordt door dit pakket een reductie van ruim 3.400 spitsvoertuigen gerealiseerd en een reductie van bijna 3 miljoen verliesuren in de komende 10 jaar. 1.4 De afzonderlijke maatregelen scoren goed op kosteneffectiviteit of zijn bijzonder gewenst. In onderstaande tabel is per maatregel opgenomen hoe de maatregelen scoren op kosteneffectiviteit (KEAscore). Een lage score betekent dat de maatregel relatief weinig kost en veel oplevert. Maatregel Verbeteren fietsinfrastructuur Amersfoort Noord Pilot ‘Mobibus’ P+R Bunschoten Slimme kruisingen Fietsimpuls

KEA-score € 293 € 15 €5 € 15


E-bike Publiekstrekkers en evenementen Scholenaanpak Pak het moment Ontwikkeling reisadvies Verbeteren kwaliteit OV-knelpunten

€ 34 €5 €3 €3 €6 € 47

TOTAAL REGIOBREDE PROJECTEN

€ 11

Verbeteren fietsinfrastructuur Amersfoort Noord heeft een ongunstige KEA-score, maar een goede fietsinfrastructuur is voorwaardenscheppend voor het succes van de andere maatregelen als E-bike en fietsimpuls. Bovendien is dit een maatregel die goed past binnen onze ambities voor Groen Blauwe structuur en onze doelstellingen in het Verkeer- en vervoerplan, namelijk een kwalitatief hoogwaardig fietsnetwerk met herkenbare, vindbare en comfortabele fietsroutes. KANTTEKENINGEN

1.1 Deze ‘no-regret’- maatregelen lopen vooruit op de uitkomsten van het bereikbaarheidsonderzoek Vathorst We voeren momenteel nader onderzoek uit naar de bereikbaarheid van Vathorst om te bepalen wat de meest effectieve investering is. Vooruitlopend daarop wordt nu aan u voorgesteld om in te stemmen met een aantal maatregelen in dit gebied. Dit doen wij omdat er nu aanvullende middelen vanuit Rijk en provincie beschikbaar zijn. Als wij wachten tot de uitkomsten uit het onderzoek beschikbaar zijn, dan kunnen wij niet meer meeliften in het programma Beter Benutten Vervolg. Bovendien gaat het om maatregelen die wij als nuttig kwalificeren (no-regret maatregelen). Er blijven middelen over om aanvullende maatregelen te nemen. DUURZAAMHEID Met het Beter Benutten Pakket wordt het autoverkeer in de spits teruggedrongen en wordt het gebruik van openbaar vervoer en de fiets aantrekkelijker. Dit pakket draagt daarmee bij aan een duurzame stad.

FINANCIËN EN RISICO’S De totale kosten van de projecten die voor Amersfoort relevant zijn, zijn € 19.899.000. De Amersfoortse bijdrage aan het pakket bedraagt in totaal € 1.141.000 (ca. 6%). Binnen de bestaande budgetten is er hiervoor dekking. Gemeente Amersfoort voert de maatregel ‘Fietsinfrastructuur Amersfoort Noord’ uit. Mocht er binnen deze maatregel een budgetoverschrijding dreigen dan gaan we versoberen binnen het project. Op deze manier is er geen financieel risico. De andere maatregelen worden door andere partijen uitgevoerd. De risico’s liggen ook bij hen. Maatregel Fietsinfrastructuur AmersfoortNoord

Kosten Dekking kosten Amersfoort in € in € 548.000 149.000 300.000

99.000

Mobibus P&R Bunschoten Slimme Kruisingen

7.000 227.000

7.000 227.000

Dekking vastgelegd in VERDER Aansluiting Heideweg op Rondweg Oost Budget Groen-blauwe structuur (bijdrage OBV), fietsverbinding Bunschotenkantorenlocatie het Podium (in Begroting 2015) Budget Groen-blauwe structuur(fietsverbinding De Hoef- De Wieken) past in vastgesteld programma in 2004 (in Begroting 2015) Budget Openbaar Vervoer Budget Regionaal


Scholenaanpak

140.000

Fietsimpuls/ E-bike/ Publiekstrekkers&evenementen/ Pak het moment/ Ontwikkeling reisadvies Totaal

219.000

1.141.000

Verkeersmanagement 140.000 Budget Verkeersveiligheid bij scholen 219.000 Budget VERDER

1.141.000

VERDER budget Voorafgaand aan dit voorstel is u voorgesteld om te komen tot een aangepast VERDER-pakket. U bent geïnformeerd over de nieuwe spelregels die het Utrechts Verkeer- en Vervoer Beraad (UVVB) in december 2014 heeft afgesproken. Van de mogelijkheid om een aanpassing te doen willen we in dit voorstel gebruik maken voor een bedrag van € 368.000 (namelijk € 149.000 voor Fietsinfrastructuur van Amersfoort-Noord plus € 219.000 voor de gedragsmaatregelen Fietsimpuls/ E-bike/ Publiekstrekkers&evenementen/ Pak het moment/ Ontwikkeling reisadvies). Het UVVB is akkoord. De € 368.000 komt uit het budget van de VERDER-maatregel ‘Aansluiten Heideweg op Rondweg Oost’. Voor deze maatregel en de maatregel ‘Ontsluiten Vathorst-West op de A1’ is € 6 miljoen respectievelijk € 7,5 miljoen beschikbaar. Op 8 oktober 2013 heeft uw raad tijdens de peiling aangegeven om voor deze twee maatregelen samen te onderzoeken hoe dit budget optimaal kan worden ingezet voor de verbetering van de bereikbaarheid van Vathorst. Het onderzoek naar de verkeerssituatie in Vathorst moet duidelijk maken op welke wijze deze middelen het meest effectief ingezet kunnen worden. Door nu een relatief klein deel (€ 368.000) in te zetten voor de Beter Benutten Vervolg-projecten kan optimaal gebruik worden gemaakt van de cofinanciering van rijk en provincie voor mobiliteitsmaatregelen in Amersfoort. Ondanks dat de uitwerking van de maatregelen om de bereikbaarheid van Vathorst te verbeteren nog moeten worden uitgevoerd, zien we de investering in de maatregelen hier als ‘no-regret’- investering. Doordat hiermee veel meer bereikbaarheidsbudget voor Amersfoort wordt vrijgemaakt dan de investering die wordt gevraagd, is verwachting dat alternatieven altijd slechter zullen scoren. COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Beter Benutten Vervolg Rijk en regionale overheden werkten in 2012-2014 samen aan het landelijke programma ‘Beter Benutten’ om de bereikbaarheid van Midden-Nederland te verbeteren. Ook de U15, een samenwerkingsverband van werkgevers in Midden-Nederland, heeft met projecten bijgedragen aan een betere bereikbaarheid. De regionaal samenwerkende partijen in Midden Nederland: de provincie Utrecht, de gemeente Amersfoort, de gemeente Utrecht, Rijkswaterstaat Midden-Nederland, de gemeente Nieuwegein en de U15 zijn het eens om in 2015-2017 een vervolg te gegeven aan het programma via ‘Beter Benutten Vervolg’ met als focus gedragsmaatregelen om het gebruik van auto en OV beter te spreiden over de dag. Amersfoort stelt een pakket aan maatregelen voor met een totaalbedrag van € 1.141.000 als onderdeel van het totale pakket Beter Benutten Vervolg Midden-Nederland. Voor de samenstelling van het pakket is een sessie georganiseerd voor bedrijven met meer dan 100 werknemers in Amersfoort-Noord. Hoewel de opkomst matig was, was het gesprek nuttig. VERVOLGSTAPPEN Als alle betrokken partijen instemmen met het Beter Benutten Pakket Midden-Nederland kan de uitvoering starten. In de uitvoeringsfase is voor een aantal projecten voorzien in een go/no go besluit door de Stuurgroep. De gemeente Amersfoort participeert in de programmaorganisatie. Het project fietsinfrastructuur Amersfoort wordt door de gemeente Amersfoort uitgevoerd. De uitvoering is voorzien in de periode 2015 t/m 2017.



de burgemeester,

Bijlagen - 1. Bereikbaarheidsverklaring Beter Benutten Vervolg Midden-Nederland - 2. Gebiedsplan Amersfoort Noord - 3. Regiobreed plan

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.4990954

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2015, sector DIR/SO (nr.4990954); b e s l u i t: 1. de Amersfoortse maatregelen als onderdeel van het totale pakket Beter Benutten Vervolg MiddenNederland vast te stellen; 2. een totaalbedrag van €1.141.000 beschikbaar te stellen voor de projecten die op Amersfoort betrekking hebben, door bestaande middelen in te zetten conform de tabel uit de paragraaf ‘Financiën’ en het krediet daarvoor te verlenen; 3. de maatregel ‘verbreden fietspad Heideweg’ alleen uit te voeren als dit kan met behoud van een volledige auto-ontsluiting via de Heideweg.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 september 2015. de griffier

de voorzitter

Programma 9

AMENDEMENT

2015-162A AANGENOMEN 15 september 2015

Brug Blijft Verbinden

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel: Beter Benutten Vervolg (4990954)

De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. uitvoering van BB-vervolg op korte termijn aan de orde zal zijn; b. in BB-vervolg wordt voorgesteld de fietspaden langs de Heideweg te verbreden; c. ons niet duidelijk is of dit kan met behoud van de functie voor autoverkeer, met name tussen Valutaboulevard en de Laan naar Emiclaer; d. in VERDER een maatregel is opgenomen ‘kortsluiting Heideweg-Rondweg Oost’ waarbij de Heideweg als auto-ontsluiting van belang wordt geacht; e. er momenteel onderzoek wordt verricht welke ontsluitingen en aanvullende maatregelen van belang zijn voor een optimale ontsluiting van Vathorst; f. de uitkomsten van dit onderzoek van belang zijn om uitspraken te kunnen doen over het wel/niet wenselijk zijn van behoud van de Heideweg voor autoverkeer in het kader van de ontsluiting van Vathorst/Hooglanderveen; g. de definitieve functie van de Heideweg pas bekend is na besluitvorming in onze raad, en uitvoering nog enkele jaren op zich laat wachten; h. het wenselijk is vooruitlopend op de uitvoering van maatregelen voor ontsluiting van Vathorst/Hooglanderveen in het kader van VERDER geen onomkeerbare stappen te zetten op de Heideweg; i. dat los daarvan de autoverbinding van belang is voor Hooglanderveen/Vathorst – Zielhorst/Kattenbroek; j. deze in zijn compleetheid ook bijdraagt aan een veilige verbinding in brede zin met de ”oude stad”. besluit:

aan het raadsbesluit 4990954 als beslispunt toe te voegen: “De maatregel ‘verbreden fietspad Heideweg’ alleen uit te voeren als dit kan met behoud van een volledige auto-ontsluiting via de Heideweg.”

D66

PvdA

Dirk-Joost van Hamersveld

Louis de la Combé

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: : : :


: 4888822 : 23 juni 2015 :

23-06-2015 01-09-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Beleid Invoering Parkeerregulering

BESLISPUNTEN 1. a) b)

c) 2.

bij parkeeroverlast door parkeerders zonder bestemming in een buurt, de volgende regels als voorwaarde vast te stellen voor het invoeren van parkeerregulering: een parkeeronderzoek wordt gestart als een verzoek om parkeerregulering door tenminste 50 bewoners van verschillende adressen in één nieuw gebied wordt gesteund; de door de gemeente gemeten parkeerdruk is tenminste 85% op tenminste twee werkdagen, en wordt gedurende tenminste 2 uren per werkdag vastgesteld. De parkeerdruk wordt voor tenminste 15% veroorzaakt door parkeerders zonder bestemming in de betreffende buurt; de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 150 parkeerplaatsen. de Verordening Parkeerbelastingen zodanig aan te passen en aan de raad voor te leggen, dat tussentijdse uitbreidingen van het parkeerreguleringsgebied door het college besloten kunnen worden.

AANLEIDING Op 13 januari 2015 heeft uw raad een Rondetafelbijeenkomst georganiseerd over het huidige beleid voor uitbreiding van parkeerreguleringsgebieden. Uw raad heeft in het parkeerbeleidsplan 2005 en met een aanpassing op de respons in 2013 een aantal criteria gesteld voor uitbreiding van parkeerreguleringsgebieden. Parkeerregulering is zowel vergunningparkeren als betaald parkeren. De criteria zijn: 1. er is een gemeten parkeerdruk van minimaal 90% op minstens twee werkdagen gedurende ten minste twee uren; 2. een uitbreiding omvat ten minste 250 parkeerplaatsen; 3. een meerderheid van bewoners ondersteunt de maatregel, bij een minimale enquêterespons van 50%. In het Verkeer- en Vervoerplan 2030 (www.amersfoort.nl/mobiliteit2030.html) heeft ons college aangegeven dat wij in het vervolg niet standaard tweejaarlijks alle gebieden op parkeerdruk onderzoeken, maar dat alleen doen naar aanleiding van klachten en een verzoek om invoering van parkeerregulering, die met tenminste 50 handtekeningen van verschillende adressen wordt ondersteund. Tijdens de Rondetafelbijeenkomst op 13 januari 2015 gaven bewoners en uw raadsleden aan dat: de 50% respons erg hoog is en lager zou kunnen zijn; de vereiste 250 parkeerplaatsen te hoog is; ook tussendoor in een kalenderjaar parkeerregulering ingevoerd zou kunnen worden; de enquêtebrief onduidelijk zou zijn; er gekeken moet worden hoe andere gemeenten hiermee om gaan. Inlichtingen bij:

W.N. Prot, Dir-SO-VV, (033) 469 49 65


BEOOGD EFFECT Met dit voorstel willen we tegemoet komen aan de wens om maatwerk te bieden in het tegengaan van parkeeroverlast net buiten de parkeerreguleringsgebieden. Ons streven daarbij is om het maatwerk zoveel mogelijk volgens een aantal uitgangspunten uit te voeren. Dit om willekeur te voorkomen en om een voor iedereen helder kader te scheppen.

Was

Wordt

Wat is parkeeroverlast? 1. Bezettingsgraad >90%

Omvang

Draagvlak

Proces

Bij uitbreiding tenminste 250 parkeerplaatsen

Gemeente houdt na gebleken parkeeroverlast een draagvlakenquête

Eén keer per jaar wijzigingen mogelijk in de grootte van de gebieden

1. Bezettingsgraad >85%

Bij uitbreiding tenminste 150 parkeerplaatsen

Bewoners dienen met draagvlak van 50 handtekeningen een verzoek om regulering in. De gemeentelijke enquête vervalt.

Wijzigingen kunnen ook tijdens het jaar plaatsvinden via collegebesluit (binnen te stellen kaders van de raad)

2. Tenminste 15% parkeerders zonder bestemming in de buurt

ARGUMENTEN 1.1 Het parkeeroverlastcriterium is een te strenge voorwaarde In voorgaande jaren is parkeeronderzoek gedaan in het Gildenkwartier, Randenbroek, Vermeerkwartier, Berg-Zuid en Soesterkwartier. In drie van deze gebieden was de parkeeroverlast in een mogelijke uitbreiding met ten minste 250 parkeerplaatsen niet hoog genoeg (eerste criterium). In twee gebieden was die parkeerdruk wel hoog genoeg, maar strandde de uitbreiding op onvoldoende voorstanders in een gebied met ten minste 250 parkeerplaatsen. Geconstateerd wordt telkens dat de parkeeroverlast zich beperkt tot een klein aantal straten. Dergelijke parkeeroverlast is er daadwerkelijk, met alle vervelende bijbehorende verschijnselen waar bewoners aandacht voor vragen. Het criterium van 250 parkeerplaatsen maakt echter dat er geen meerderheid te vinden is voor uitbreiding en dus de plaatselijke overlast blijft bestaan. Als wij tegemoet willen komen aan de klachten over het overdag parkeren door parkeerders zonder bestemming in een buurt, dan betekent het dat we ofwel de term ‘parkeeroverlast’ opnieuw moeten definiëren en de bezettingsgraad van 90% moeten verlagen, en/of het tweede criterium moeten aanpassen. Verlaging van de bezettingsgraad: maakt dat we eerder over gaan tot het uitzetten van een enquête onder bewoners naar parkeerregulering; geeft bewoners meer kans op een parkeerplaats in hun buurt; kan minder draagvlak opleveren voor parkeerregulering (de nood van regulering wordt waarschijnlijk niet door iedereen hoog genoeg gevoeld); zal alleen in combinatie met criterium 2 (aantal parkeerplaatsen) werkelijk kunnen leiden tot mogelijke invoering van parkeerregulering. Wij stellen u voor om de bezettingsgraad vanaf waar we spreken over parkeeroverlast te verlagen naar 85%. Het gaat per saldo om relatief weinig parkeerplaatsen (tenminste 15% x 150 parkeerplaatsen = 23 parkeerplaatsen) en de tellingen zijn ook slechts steekproeven. In combinatie met het aanpassen van criterium 2 (tenminste 250 parkeerplaatsen) en criterium 3 (meerderheid is vóór), biedt dit de beste wijze om tegemoet te komen aan de huidige klachten. 1.2 De uitbreidingsomvang van het aantal parkeerplaatsen kan omlaag


Ons college vindt het wenselijk om een minimale omvang in aantal parkeerplaatsen bij een uitbreiding of invoering te blijven hanteren. De reden daarvoor is dat het ondoenlijk is parkeerregulering straat na straat uit te breiden, omdat de ervaring leert dat op voorhand kan worden gesteld dat de parkeeroverlast zich meestal automatisch verplaatst naar de eerstvolgende straat en daardoor direct klachten uit die straat zijn te verwachten. Bij een uitbreiding met meer straten is dat automatisme door langere loopafstanden minder aanwezig. Wij stellen voor het minimum aantal parkeerplaatsen terug te brengen van 250 naar 150 parkeerplaatsen. Dat aantal zal gevonden moeten worden in een gebied dat op een logische wijze aansluit bij het bestaande reguleringsgebied. Voor nieuwe reguleringsgebieden die niet aansluiten aan een bestaand reguleringsgebied is het aantal van 150 parkeerplaatsen waarschijnlijk te laag. Voor die gevallen zullen wij uw raad een separaat besluit aanbieden. 1.3 Draagvlak bij gebleken parkeeroverlast niet meer nodig De laatste jaren is gebleken dat in een groter gebied dan alleen de straten met aantoonbare parkeeroverlast en binnen het minimum aantal van 250 parkeerplaatsen er onvoldoende draagvlak is te vinden voor parkeerregulering. Bewoners die geen parkeeroverlast ervaren, zijn over het algemeen in grote meerderheid tegen parkeerregulering vanwege de kosten en de beperkingen die het ook met zich brengt (parkeren van aanhangwagens en door bezoek). Op dit criterium zijn de laatste door de gemeente aan bewoners voorgestelde uitbreidingen in de praktijk gestrand. Dat betekent dus dat we het draagvlakcriterium moeten aanpassen of loslaten. Het is al beleid dat we verzoeken om invoering van parkeerregulering in behandeling nemen als die gesteund worden door bewoners van ten minste 50 adressen. Dat aantal is gebaseerd op de 150 parkeerplaatsen en ongeveer daarmee gemoeide adressen, een minimale respons van 50% en dat 60% vóór invoering is. Met die handtekeningen is dus al draagvlak aanwezig onder de bewoners die parkeeroverlast ervaren. Om aan het minimum van de nu voorgestelde 150 parkeerplaatsen te komen, stellen wij uw raad voor geen verder draagvlakonderzoek meer uit te voeren. Dat betekent dat wij bij gebleken parkeeroverlast volgens criterium 1 (de 85% bezettingsgraad) een reguleringsgebied uitbreiden of invoeren met tenminste 150 parkeerplaatsen. Bij een voorstel om uitbreiding van reguleringsgebied is dan al afgewogen of er andere oplossingen mogelijk waren en/of parkeerregulering wel tot vermindering van parkeeroverlast kan leiden. Bewoners die in de huidige systematiek tegen zouden zijn, worden dus niet meer na het parkeeronderzoek gevraagd of zij voor of tegen zijn, maar krijgen wel te maken met de uitbreiding. Zou slechts een enkele straat of straten in de uitbreiding worden meegenomen, dan is de kans op parkeeroverlast in de naastgelegen straat erg groot (waterbedeffect). Dat willen we voorkomen. Wij hebben onderzocht hoe diverse gemeenten met deze problematiek om gaan. In de bijlage treft u onze inventarisatie aan. Met beide voorstellen die wij uw raad doen, menen wij dat wij een aanpak voorstellen die vergelijkbaar is met andere gemeenten.

1.4 De voorgestelde regels leiden tot eerder invoeren van parkeerregulering Als de aanname wordt gedaan dat de bezettingsgraad ten minste 85% moet zijn en verzoeken voor parkeerregulering met voldoende handtekeningen worden gesteund, dan had in 2013 op basis van de onderzoeken uit dat jaar en de nu voorgestelde criteria, de gemeente waarschijnlijk parkeerregulering ingevoerd in delen van het Gildenkwartier, Randenbroek, Vermeerkwartier, Berg-Zuid en Soesterkwartier. De conclusie die hieruit getrokken kan worden, is dat de voorgestelde regels in ieder geval leiden tot eerder invoeren van parkeerregulering, als een voldoende aantal bewoners daarom vraagt.

2.1 Het proces kan eenvoudiger en efficiënter In de Verordening Parkeerbelastingen stelt uw raad elk najaar de regels vast voor het komende jaar. Voor de reguleringsgebieden heeft u via de kaart ‘Tariefsgebieden’ scherp omlijnd aangegeven wat die gebieden zijn. Op dit moment moet een uitbreiding van het reguleringsgebied aan uw raad ter vaststelling worden


voorgelegd via de Verordening Parkeerbelastingen. In onze processen betekent dat al snel een doorlooptijd van 2 maanden. Als uw raad ervoor zou kiezen om ook beperkte uitbreidingen toe te staan, leidt dat zeer waarschijnlijk tot meer klachten en verzoeken om snelle maatregelen. Wij verwachten in dat geval dat de Verordeningen Parkeerbelastingen meer dan eens per jaar aangepast moet worden. Dat vinden wij ongewenst vanwege de voorbereidingstijd en proceduretijd die de voorstellen kosten. Vanwege de te verwachten vraag van bewoners om snel in te grijpen kan uw raad op voorhand in de Verordening Parkeerbelastingen een groter gebied rondom het huidige reguleringsgebied als potentieel reguleringsgebied aanwijzen. De daadwerkelijke invoering van de regulering geschiedt – zoals gebruikelijk - via ons Besluit Betaald Parkeren. Met het vaststellen van deze nieuwe aanpak voor invoering van parkeerregulering, kunt u in de Verordening Parkeerbelastingen nu reeds de potentiële reguleringsgebieden aanwijzen, en kan ons college volgens uw regels over gaan tot daadwerkelijke invoering. Voordat wij besluiten tot invoeren van parkeerregulering, stellen wij u via een Collegebericht op de hoogte van ons te nemen collegebesluit.

3.1 Betaald parkeren in woonwijken is in Amersfoort nog niet nodig In Amersfoort zijn vergunninggebieden ingesteld om parkeeroverlast overdag door werknemers en consumenten tegen te gaan. Daarmee reserveren wij de parkeerplaatsen voor bewoners en bedrijven in die gebieden. Parkeervergunninggebieden kenmerken zich door veel vrije parkeerplaatsen overdag. Logisch, omdat alleen vergunninghouders (voornamelijk bewoners) er mogen parkeren. Anderen die een parkeerplaats zoeken moeten dus uitwijken naar parkeergarages of gebieden zonder vergunningparkeren. In vergunninggebieden kunnen parkeerplaatsen niet door andere doelgroepen gebruikt worden (meervoudig gebruik), wat betekent dat vergunningparkeren per definitie een niet-optimaal gebruik van parkeerplaatsen met zich brengt. Met betaald parkeren is het mogelijk om efficiënter om te gaan met de aanwezige parkeerplaatsen. Via een betaalregime kan gestuurd worden in het parkeren (kort/lang/goedkoop/duur/ progressief tarief/degressief tarief). Daarnaast komen parkeerboetes in een regime met betaald parkeren toe aan de gemeente, waardoor er ook enige dekking van handhavingskosten is. Bij vergunningparkeren gaan de opbrengsten van parkeerboetes naar het Rijk. Voordelen van fiscaliseren zijn: een betere benutting van de beschikbare ruimte, mits er voldoende restcapaciteit is; inkomsten uit betaald parkeren; inkomsten uit parkeerboetes (naheffingen). Bewoners en hun bezoek worden vrijgesteld van het betalen van parkeergeld (op de leges voor de ontheffing na). Nadelen van fiscaliseren zijn: naast aan te passen bebording moeten ook parkeerautomaten worden geplaatst waar bezoekers kunnen betalen. Dat brengt kosten met zich mee; er ontstaan onderhoud- en beheerkosten voor het areaal van parkeerautomaten; mogelijke onvrede bij de vergunninghouders, want mogelijk zullen zij anders dan nu wat verder moeten lopen naar hun woning/parkeerplaats; gebieden worden drukker, omdat er verkeer zonder bestemming in de betreffende buurt kan en mag parkeren. Gelet op bovenstaande voor- en nadelen, en met name vanwege het feit dat er overdag voldoende parkeergelegenheid aanwezig is in en rond de binnenstad (zie Collegebericht 2015-025), zien wij geen reden om nader onderzoek te doen naar fiscalisering van de parkeervergunninggebieden.

KANTTEKENINGEN -

Bewoners die geen parkeeroverlast ervaren, waren niet aanwezig bij de Rondetafelbijeenkomst. Afhankelijk van uw te nemen besluit over het draagvlakcriterium, kunnen bewoners die geen parkeeroverlast ervaren, geconfronteerd kunnen worden met invoering van parkeerregulering.


-

Door uitbreidingen vanaf 150 parkeerplaatsen mogelijk te maken, vergroot de kans op verplaatsing van het parkeerprobleem naar naastgelegen straten (waterbedeffect).

DUURZAAMHEID Aan dit voorstel zijn geen duurzaamheidsaspecten verbonden.

FINANCIËN Bij vergunningparkeren zijn er uit te geven vergunningen voor bewoners en bezoekers. De kosten van die vergunningen worden uit leges gedekt. Bij eventuele uitbreidingen zijn er kosten van handhaving en bebording die in een voorstel daarvoor worden meegenomen. Dit voorstel heeft geen financiële gevolgen.

PREVENTIEF TOEZICHT PROVINCIE Er zijn met dit voorstel geen kosten gemoeid. Preventief Toezicht is niet van toepassing.

COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Amersfoort heeft een aantal vergunning gebieden voor parkeren. Bewoners van omliggende straten van een vergunning gebied ervaren soms parkeeroverlast. Tijdens een Rondetafelbijeenkomst zijn bewoners en raadsleden met elkaar in gesprek gegaan. Op basis van ervaringen, problemen en oplossingen is het huidige parkeerbeleid aangepast waardoor de gemeente eerder kan overgaan tot het invoeren van parkeerregulering als er parkeeroverlast is vastgesteld.

VERVOLGSTAPPEN Nadat uw raad een besluit over dit voorstel heeft genomen passen wij de aanpak voor invoering van parkeerregulering aan en leggen wij een voorstel voor aanpassing van de Verordening Parkeerbelastingen voor.


Bijlagen

1. Overzicht inventarisatie aanpak andere gemeenten 2. Proces Aanpak Parkeeroverlast 3. Brief Verzoek om parkeerregulering

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.4888822

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 juni 2015, SO-VV (nr.4888822); b e s l u i t: 1. bij parkeeroverlast door parkeerders zonder bestemming in een buurt, de volgende regels als voorwaarde vast te stellen voor het invoeren van parkeerregulering: a. een parkeeronderzoek wordt gestart als een verzoek om parkeerregulering door tenminste 50 bewoners van verschillende adressen in één nieuw gebied wordt gesteund; b. de door de gemeente gemeten parkeerdruk is tenminste 85% op tenminste twee werkdagen, en wordt gedurende tenminste 2 uren per werkdag vastgesteld; de parkeerdruk wordt voor tenminste 15% veroorzaakt door parkeerders zonder bestemming in de betreffende buurt; c. de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 150 parkeerplaatsen. 2. het college op te dragen de Verordening Parkeerbelastingen zodanig aan te passen en aan de raad voor te leggen, dat tussentijdse uitbreidingen van het parkeerreguleringsgebied door het college besloten kunnen worden.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 15 september 2015

de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort

Bijlage 1: Inventarisatie Criteria Parkeerregulering andere gemeenten

Gemeente Amersfoort

Gemeente

Criterium 1

Criterium 2

Opmerkingen

Enschede

Bewoners vragen via standaardverzoek om vergunningparkeren. Op basis van de handtekeningen kan de gemeente vooraf de meest logische gebieds-begrenzing voor invoering/uitbreiding van het betaald parkeren bepalen en zal dan een formele schriftelijke peiling uitvoeren. Gemeente zet daarop enquête uit.

Tenminste 50% respons en tenminste 50% aangeschreven adressen is vóór.

Geen parkeerdrukmeting door de gemeente: ‘de bewoners melden zich vanzelf wel als de druk hoog is’.

Zwolle

Op verzoek van bewoners voert de gemeente een enquête uit in een logisch afgebakend gebied.


Utrecht


Helmond

Op basis van klachten en vooraf vastgestelde gebieden, meet de gemeente de parkeerdruk. Als die hoger is dan 80%, volgt een onderzoek samen met betrokkenen naar mogelijkheden om de parkeerdruk te verlagen. Als die er niet zijn, volgt een draagvlakmeting (enquête) voor invoering betaald parkeren. Initiatief ligt bij bewoners.

Alkmaar

Initiatief ligt bij bewoners.

Nijmegen

Bij tenminste 20 verzoeken uit een buurt wordt een parkeerdrukonderzoek uitgevoerd. Bij gebleken parkeerdruk boven de 80% wordt een enquête onder bewoners uitgezet.

Geen minimum aantal parkeerplaatsen.

Gemeente doet parkeerdrukonderzoek. Bij gebleken parkeerdruk boven de 85% wordt een enquête onder bewoners uitgezet. Bij voldoende draagvlak wordt vergunningparkeren ingevoerd. De gemeente voert samen met de buurtvereniging een enquête uit voor het uitvoeren van een 6-maanden durende proef. Respons is tenminste 60% en tenminste 60% is voorstander om proef te starten. Tenminste 30% respons en tenminste 50% van de respondenten is vóór.

Eventueel na negatieve uitslag enquête pas na tenminste een halfjaar opnieuw een enquête. Geen parkeerdrukonderzoek. Op basis van de resultaten van de enquête bepaalt de gemeente een logisch gebied (met voldoende respons en voorstanders)

Na proefperiode onder dezelfde condities opnieuw een enquête voor het definitief maken van de invoering.

Omdat het om een logisch gebied moet gaan kunnen ook niet-voorstanders

Gemeente Amersfoort

Bijlage 2: Proces van Aanpak Parkeeroverlast

Gemeente Amersfoort raadsbesluit

pagina 1

De volgende aanpak is voor invoering van parkeerregulering door parkeeroverlast overdag in de woongebieden: Stap 1. Bewoners melden via de handtekeningenlijst met tenminste 50 handtekeningen van verschillende adressen (zie het format) parkeeroverlast bij de gemeente. Stap 2. De gemeente stelt objectief vast waar in de buurt(en) de parkeerdruk zich voordoet en bakent het onderzoeksgebied af. Stap 3. De gemeente meet de openbare parkeercapaciteit (en private capaciteit), verricht parkeerdrukmetingen en berekent de bezettingsgraad (percentage openbare bezette plaatsen/aanwezige openbare plaatsen). Stap 4. Is de bezettingsgraad in een aaneengesloten en voor de weggebruiker logisch gebied hoger dan 85% en betreft het aantal parkeerplaatsen in dat gebied tenminste 150, dan worden de bewoners in dat gebied geïnformeerd en op de hoogte gesteld van de in te voeren parkeerregulering en meldt het college van burgemeester en wethouders dat aan de raad met een Collegebericht. Stap 5. Het college neemt het officiële besluit voor invoering via het Besluit Betaald Parkeren.


pagina 1

Uitwerking stap 1: verzoek bewoners Een parkeeronderzoek kost veel tijd en geld en het ligt daarom voor de hand hier voorwaarden voor te stellen. Voor de invoering van vergunningparkeren (overdag) geldt dat er tenminste 150 parkeerplaatsen onder de nieuwe maatregel moeten vallen. Bij een veelgenoemd uitgangspunt van het faciliteren van één parkeerplaats per woning, zouden dus 150 woonadressen hierbij betrokken zijn. Omdat we geen draagvlakenquêtes meer uitvoeren, moet er dus bij aanvang al voldoende draagvlak aanwezig zijn. Als we stellen dat 60% van de adressen voor parkeerregulering moet zijn en we hanteren het responspercentage van 50%, dan willen we 150 x 60% x 50%= 45, naar boven afgerond, 50 handtekeningen van verschillende adressen. Voor het indienen van verzoeken van bewoners voor parkeerregulering overdag wordt de standaardhandtekeningenlijst (zie verderop) gebruikt. Uitwerking stap 2: objectieve vaststelling parkeerdruk Om de ernst van de parkeeroverlast vast te stellen, voert de gemeente een globaal en kwalitatief onderzoek uit naar het aantal geparkeerde auto’s in ten minste het gebied waaruit de handtekeningen afkomstig zijn. Om een beter totaalbeeld te krijgen van de parkeersituatie kan een groter onderzoeksgebied worden genomen. Pas als de uitkomst van stap 2 overeenkomt met de parkeeroverlastklacht en de verwachting is dat de parkeerbezettingsgraad circa 85% of meer bedraagt, wordt stap 3 uitgevoerd. Uitwerking stap 3: parkeeronderzoek We tellen overdag de reële parkeercapaciteit op straat en op eigen terrein. Dit is niet alleen de formele capaciteit, maar ook de gebruikelijke parkeersituatie die niet tot gevaar leidt voor voetgangers of de doorstroming van het verkeer belemmert. Dit betekent dus dat parkeerplaatsen bij het gebruikelijke ‘parkeren met twee wielen op het trottoir’ in situaties zonder overlast meegenomen worden in de parkeercapaciteit. Tezamen met de resultaten uit stap 2 berekenen we de bezettingsgraad (percentage openbare bezette plaatsen/aanwezige openbare plaatsen). Uitwerking stap 4: analyse Is de bezettingsgraad in een aaneengesloten en voor de weggebruiker logisch gebied hoger dan 85% en betreft het aantal parkeerplaatsen in dat gebied tenminste 150, dan voeren we als er tenminste 15% aan parkeerders zonder bestemming in die betreffende buurt zijn, parkeerregulering in. We organiseren dat bewoners goed worden geïnformeerd en melden de raad de aanstaande invoering. Coöperatie ParkeerService zal in overleg met de gemeente de correspondentie verzorgen, aangezien zij de vergunningen verstrekken. Het contract met Coöperatie ParkeerService wordt aangepast op deze uitbreiding. Uitwerking stap 5: besluitvorming Het formele besluit wordt genomen door het college van burgemeester en wethouders in het Besluit Betaald Parkeren. Dit is mogelijk als de gemeenteraad ingestemd heeft met een vergroot gebied waarbinnen parkeerregulering door het college mag worden ingevoerd.


pagina 1

Bijlage 3: Brief Verzoek om Parkeerregulering

HANDTEKENINGENLIJST VOOR VERZOEK PARKEERONDERZOEK Doel: Invoering parkeerregulering overdag Datum: ……………………………..

Als bewoners in onze woonbuurt ervaren wij overdag veel parkeeroverlast van bezoekers die niet in onze buurt hoeven te zijn, maar gratis willen parkeren bij bijvoorbeeld een bezoek aan de binnenstad of als werknemer bij een bedrijf. Wij vragen de gemeente om deze parkeeroverlast te onderzoeken. Als ook de gemeente die parkeeroverlast vaststelt, zal de gemeente kunnen besluiten parkeerregulering in te voeren in een logisch gebied dat – in de meeste gevallen – zal aansluiten op bestaand reguleringsgebied. Wij hebben tenminste 50 handtekeningen van verschillende adressen nodig om de gemeente het onderzoek te laten uitvoeren. (Dus maximaal één handtekening per adres.) U kunt uw handtekening op de volgende pagina plaatsen.

Regels voor parkeerregulering (Vergunningparkeren) Het vergunningparkeren zal, net als in de rest van Amersfoort, gelden van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 20.30 uur. Binnen deze tijden mag er in het gebied alleen geparkeerd worden met een geldige parkeervergunning. Bewoners en ondernemers kunnen tegen betaling een vergunning krijgen. Voor bezoekers zijn diverse bezoekerspassen verkrijgbaar. De kosten van een bewonersvergunning en een bezoekersvergunning zijn in 2015 beide € 76,70 per jaar. Een bedrijvenvergunning kost in 2015 € 125,- per jaar. Per bedrijf wordt er maximaal één vergunning verleend. Zolang er voldoende parkeerplaatsen zijn, kunnen bewoners ook meerdere vergunningen kopen. In vergunninggebieden vindt de handhaving op het parkeren regelmatig en consequent plaats. Zo wordt foutparkeren – bijvoorbeeld op trottoirs en op straathoeken – bekeurd. Aanhangers mogen niet meer op de openbare weg in de vakken worden geparkeerd. Tijdelijke vergunningen voor het parkeren van caravans, aanhangers, e.d. voor maximaal 3 dagen per keer zijn wel verkrijgbaar. Op de site van ParkeerService, www.parkeerservice.nl, kunt u alle informatie lezen.


pagina 1

Handtekeningenlijst. Per adres maximaal één handtekening. naam 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23

adres

handtekening


pagina 1

Vervolg handtekeningenlijst naam 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45

adres

handtekening


pagina 1

46 47 48 49 50

Meer handtekeningen zijn niet nodig. Aan meer handtekeningen wordt geen extra waarde toegekend.

U stuurt de lijst samen met een toelichting op uw verzoek en met het aangeven van een contactpersoon namens de bewoners naar: Gemeente Amersfoort Afdeling Stad en Ontwikkeling Postbus 4000 3800 EA Amersfoort De afdeling Stad en Ontwikkeling zal met de contactpersoon contact opnemen voor het bespreken van de verdere aanpak. U kunt de afdeling eventueel telefonisch bereiken via het Klantcontactcentrum, telefoonnummer 14 033.

Programma: 9

AMENDEMENT


Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel nr.: 4888822

Beleid invoering parkeerregulering

De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. er zeer regelmatig parkeeroverlast is in de straten net buiten de parkeerreguleringsgebieden; b. bewoners van deze straten hiervan zeer veel overlast ondervinden; c. de parkeerdruk deels veroorzaakt wordt door parkeerders zonder bestemming in desbetreffende straat c.q. buurt; d. bewoners in deze straten voldoende parkeergelegenheid moeten hebben om binnen acceptabele afstand van de eigen woning te kunnen parkeren; e. er bewoners van straten zijn voor wie, gelet op de privé parkeerplaatsen, het uitermate moeilijk zal worden om aan de mogelijke criteria van 150 parkeerplaatsen en een minimale bezetting van 85% te voldoen. De eerste straat die aansluit op een reeds aanwezig parkeerreguleringsgebied, zal in de regel een bezetting hebben van ruim 100%; f. de overlast voornamelijk door maatwerk opgelost kan worden; besluit: In raadsbesluit “Raadsvoorstel Beleid Invoering Parkeerregulering”, nr. 4888822 beslispunt 1c dat nu luidt: “de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 150 parkeerplaatsen” te wijzigen in: “de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding aan de hand van maatwerk parkeerregulering per straat te bepalen”

CDA Micheline Paffen

OPA Désirée Steenbeek-Los

Programma: 9

AMENDEMENT


Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel nr.: 4888822


De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. er zeer regelmatig parkeeroverlast is in de straten net buiten de parkeerreguleringsgebieden; b. bewoners van deze straten hiervan zeer veel overlast ondervinden; c. de parkeerdruk deels veroorzaakt wordt door parkeerders zonder bestemming in desbetreffende straat c.q. buurt; d. bewoners in deze straten voldoende parkeergelegenheid moeten hebben om binnen acceptabele afstand van de eigen woning te kunnen parkeren; e. er bewoners van straten zijn voor wie, gelet op de privé parkeerplaatsen, het uitermate moeilijk zal worden om aan de mogelijke criteria van 150 parkeerplaatsen en een minimale bezetting van 85% te voldoen. De eerste straat die aansluit op een reeds aanwezig parkeerreguleringsgebied, zal in de regel een bezetting hebben van ruim 100%; f. de overlast voornamelijk door maatwerk opgelost kan worden;

besluit: In raadsbesluit “Raadsvoorstel Beleid Invoering Parkeerregulering”, nr. 4888822 beslispunt 1c dat nu luidt: “de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 150 parkeerplaatsen” Te wijzigen in “de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 100 parkeerplaatsen”

CDA Micheline Paffen

OPA Désirée Steenbeek-Los

Programma: 9

2015-170A (Versie 15 september 2015)

VERWORPEN 15 september 2015

AMENDEMENT

Informatie voorziening bij invoering Parkeerregulering.


De raad van de gemeente Amersfoort, constaterende dat: a. Er voor het invoeren van parkeerregulering steun nodig is van tenminste 50 bewoners van verschillende adressen in één nieuw gebied; b. De gemeente vervolgens de parkeerdruk gaat meten en het gebied bij 85% parkeerdruk voldoet om voor invoering van parkeerregulering in aanmerking te komen; c. Het hierdoor kan voorkomen dat de meerderheid van de bewoners van een gebied niet op de hoogte is van een voorgenomen beslissing tot invoering van Parkeerregulering; besluit: In raadsbesluit “Raadsvoorstel Beleid Invoering Parkeerregulering”, nr. 4888822 aan beslispunt 1 het volgende toe te voegen: 1d) Het voornemen tot invoeren parkeerregulering schriftelijk aan alle adressen binnen het betreffende gebied voor te leggen, waarbij, conform artikel 4:8 AWB, de mogelijkheid wordt geboden een zienswijze in te dienen. 1e) Indien meer dan 50% van de betreffende adressen aangeeft tegen de voorgestelde invoering te zijn, af te zien van de invoering van parkeerregulering.

Amersfoort2014

ChristenUnie

Ben Stoelinga

Gert Hunink

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder M. Tigelaar


: : : :


: 4995788 : 7 juli 2015 :

07-07-2015 25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015

BESLISPUNTEN 1. De Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 vast te stellen. 2. De Afvalstoffenverordening Amersfoort 2010 in te trekken op de dag waarop de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 in werking treedt.

AANLEIDING Op 24 september 2013 heeft u vastgesteld dat de gemeente Amersfoort in 2020 een afvalscheidingspercentage van 70% wil behalen in 2020. Op 13 januari 2015 heeft uw raad de motie 2015002M “Kiezen voor nieuw inzamelsysteem voor plastic en restafval” aangenomen. Om uitvoering te geven aan het afstandscriterium van 150 meter moet de Afvalstoffenverordening 2010 worden aangepast. Ook omdat deze niet meer aansluit op de modelverordening van de VNG.

BEOOGD EFFECT Een geactualiseerde Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 die aansluit bij de modelverordening van de VNG. Verruiming van de in de afvalstoffenverordening opgenomen maximale afstand van perceel tot brengvoorziening voor restafval van 125 meter naar 150 meter maakt hier onderdeel van uit. Vanwege doelmatigheid willen we kunnen afwijken van de 150 meter als bewoners dat graag willen, en als er geen goede en veilige locatie kan worden gevonden binnen de 150 meter.

ARGUMENTEN 1.1 De maximale afstandsnorm van 125 meter, zoals vastgelegd in artikel 5 van de Afvalstoffenverordening 2010, wordt verruimd. In motie 2015-002M heeft u ons verzocht 150 meter in principe als norm te hanteren. Wij zijn voornemens die norm te blijven hanteren. In de overwegingen van de motie is onder punt g het volgende opgenomen: “Het systeem omgekeerd inzamelen, waar plastic thuis wordt opgehaald en restafval naar een ondergrondse container op maximaal 150 meter lopen moet worden gebracht, in vergelijkbare steden zoals Zwolle, Utrecht en Arnhem goed scoort op milieurendement, service en kosten.” De maximale afstandsnorm van 125 meter, zoals vastgelegd in artikel 5 lid 6 van de Afvalstoffenverordening 2010, wordt verruimd naar 150 meter, inclusief een afwijkingsbevoegdheid als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Dat is het geval als een andere wijze van inzameling dan gebruik maken van de ondergrondse voorziening op de beoogde locatie, niet past binnen een doelmatige inzameling van huishoudelijk afvalstoffen. Dat is ook het geval als een andere dan de beoogde locatie niet Inlichtingen bij:

mw. S. Bakker, SOB/MIL, (033) 469 42 87


geschikt of veilig bereikbaar is voor een inzamelvoertuig, of een grotere brengafstand meer draagvlak heeft onder de gebruikers, of niet aan een van de andere plaatsingscriteria kan worden voldaan. Uit ervaringen in andere gemeenten (Zwolle, Arnhem) blijkt dat een brengafstand van 150 meter voor het overgrote deel van de huishoudens voldoet. Er zijn goede resultaten behaald op het gebied van tevredenheid van bewoners, milieu en kosten. Naar aanleiding van die resultaten hanteert bijvoorbeeld Zwolle geen maximale brengafstand meer. In Zwolle zijn goede ervaringen opgedaan met mensen die minder valide zijn. Als men van een bewoner te horen krijgt dat ze vinden dat ze niet in staat zijn om het restafval naar de ondergrondse container te brengen, dan krijgen ze bezoek van een afvalcoach. Die overlegt met de bewoner wat voor hen de beste oplossing is (bijv. hulp van buren, familie). In de meeste gevallen blijkt er een oplossing te zijn, waardoor mensen gewoon kunnen deelnemen. In Amersfoort willen we dit op dezelfde manier gaan doen. Tijdens de inwonersavonden voor de pilot omgekeerd inzamelen in Nieuwland in mei 2015 (zie ook de raadsinformatiebrief 2015-055 pilot omgekeerd inzamelen Nieuwland ) hebben bewoners aangegeven dat andere argumenten vaak belangrijker zijn, bijvoorbeeld plaatsing op een logische plek bij toegang tot de buurt en de veiligheid rondom de container. Zwolle, Arnhem en Utrecht hebben dezelfde ervaringen. 1.2 De regeling waarin de maximale afstand werd bepaald is vervallen sinds 2008. Op 26 november 2008 is de Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel vervallen, in deze regeling werd de maximale afstand bepaald1. Om deze reden is er geen noodzaak meer voor het beperken van de maximale afstand tussen perceel en brengvoorziening tot 125 meter. In het laatste model van de afvalstoffenverordening van de VNG is het afstandscriterium helemaal losgelaten. 1.3 De veranderde visie op afval en grondstoffenbeleid maakt aanpassing van de Afvalstoffenverordening nodig. Met de aanpassing van de Afvalstoffenverordening willen we ruimte geven aan de veranderde visie op afvalbeleid (dit is vastgelegd in het rijksbeleid ‘van afval naar grondstof’ (VANG ( http://www.vanghha.nl/ ). De rijksdoelstelling is 75% afvalscheiding in 2020. Voor Amersfoort betekent dat dat we in 2020 nog maar 130 kg per persoon per jaar aan restafval inzamelen. Verruiming van de maximale brengafstand van 125 meter naar 150 meter geeft ruimte voor de voorgestane wijze van afvalinzameling die past binnen eerdere besluitvorming in Amersfoort en rijksbeleid. 1.4 De doelmatigheid wordt verruimd met verruiming van de afstandsnorm. De verruiming van de normafstand met 25 meter vergroot het aantal aansluitingen binnen de normafstand met 44%2. Hiermee wordt de doelmatigheid van de afvalinzameling vergroot. Verruiming van de norm biedt investeringstechnisch belangrijke voordelen en leidt ook tot een verruiming van de mogelijkheden tot locatiekeuze. 1.5 Bij het plaatsen van ondergrondse containers voor restafval wordt rekening gehouden met een aantal plaatsingscriteria. Bij het plaatsen van ondergrondse containers dient rekening gehouden te worden met de volgende plaatsingscriteria’s zoals vastgesteld door ons college op 7 juli 2015. - Aansluiting van circa 100 huishoudens per ondergronds verzamelsysteem voor restafval - Draagvlak onder gebruikers - Bereikbaarheid locatie voor het ledigingsvoertuig - Aanwezigheid van de ondergrondse infrastructuur vormt geen belemmering - Verkeerskundig veilige situatie bij het laden / lossen - Beheer(s)baarheid van de locatie in de openbare ruimte 1

Ten tijde van de totstandkoming van de huidige Afvalstoffenverordening van 2010 is de Regeling voorwaarden inzamelen huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel aangehouden. http://wetten.overheid.nl/BWBR0009965/geldigheidsdatum_27-11-2003. Daarin werd de afstand tot een clusterplaats bepaald op maximaal 75 meter en werd aan gemeenteraden de bevoegdheid gegeven daarvan af te wijken door de afstand te bepalen op 125 meter. De gemeente Amersfoort heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt 2 Bij een verruiming van de afstand met 25 meter, wordt de straal van de brengcirkel 20% groter. De oppervlakte van een cirkel neemt kwadratisch toe met de straal. Dus de nieuwe oppervlakte is 1,2 x 1,2 x de oude oppervlakte. 1,2 x 1,2 = 1,44, komt overeen met een toename van 44%.


- Past de locatie esthetisch in de omgeving - De locaties worden rolstoeltoegankelijk gemaakt Wij verwijzen naar de besluitenlijst van ons college van 7 juli 2015 t.a.v. de plaatsingscriteria’s en het uitvoeringsbesluit Amersfoort 2015. 1.6 Afwijking van de norm is noodzakelijk n.a.v. verzoeken van inwoners. In de pilot omgekeerd inzamelen in Nieuwland hebben bij 8 geplande ondergrondse containers circa 125 woningen een brengafstand tussen 125 en 150 meter. 16 woningen liggen op een brengafstand tussen 150 en 175 meter. Alle andere woningen (933 woningen van het totale pilotgebied van 1.074 woningen) liggen binnen de brengafstand van 125 meter. Bij 2 geplande ondergrondse containers in het pilotgebied hebben inwoners verzocht deze aan de rand van het gebied te plaatsen bij een uitvalweg of bij een winkelcentrum waardoor de brengafstand voor een aantal woningen mogelijk groter wordt. Deze gesprekken met bewoners lopen nog. Bij het Uitwerkingsplan voor de gefaseerde implementatie van Omgekeerd Inzamelen wordt de norm van 150 meter ook gehanteerd. In de binnenstad is, in het kader van beeldkwaliteit en leefbaarheid, overgestapt op afvalinzameling met ondergrondse containers voor restafval. Hierbij is het voor een kleine groep van 41 huishoudens niet mogelijk om binnen de geldende afstandsnorm van 125 meter een ondergrondse container te realiseren. Het voertuig dat de ondergrondse containers ledigt, kan niet in sommige delen van de binnenstad komen. Bij verruiming van het afstandscriterium naar 150 meter kan deze groep wel worden aangesloten op ondergrondse containers (39 van de 41 huishoudens liggen op een afstand van maximaal 135 meter. 2 adressen moeten 150 meter lopen). Inmiddels maken 21 van de 41 huishoudens op eigen verzoek al gebruik van de ondergrondse containers. De 20 adressen die nog gebruik maken van kliko’s, ontvangen na aanpassing van de afvalstoffenverordening alsnog een pas. Op dat moment wordt de kliko ingenomen. De betreffende 41 huishoudens kunnen als tegemoetkoming het restafval naar alle ondergrondse containers in de omgeving brengen en zijn dus niet gebonden aan een bepaalde container.

1.7 De artikelen 1, 2, 9, 22 en 32 worden aangepast aan de modelverordening van de VNG. De tekst van het model van de VNG voor de Afvalstoffenverordening wordt in de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 overgenomen. Dat leidt tot aanpassing van genoemde vijf artikelen. Het gaat om de volgende aanpassingen: -In artikel 1 worden de definities aangepast aan de modelverordening - in artikel 2 worden lid 3 en 4 toegevoegd overeenkomstig de modelverordening - in artikel 9 wordt lid 2 aangepast overeenkomstig de modelverordening - Artikel 22 wordt aangevuld overeenkomstig de modelverordening - in artikel 32 worden overgangsbepalingen geschrapt die door achtereenvolgende wetgeving achterhaald zijn.

1.8 Verwijzingsfouten in de artikelen 3, 12 en 30 van de verordening worden hersteld. In drie artikelen kloppen de verwijzingen niet meer. Dat is het gevolg van eerdere vernummeringen of, in geval van artikel 30, van het van kracht worden van andere wetgeving. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Daardoor klopt artikel 30 van de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2010 niet meer. Voor de aanwijzing van toezichthouders moet nu verwezen worden naar artikel 5.10, derde lid, van de Wabo.

KANTTEKENINGEN 1.1 Voor enkele huishoudens bedraagt de brengafstand meer dan 150 meter. In een enkele situatie blijkt dat bij consultatie van de bewoners een locatie aan de rand van het gebied op meer draagvlak kan rekenen dan een meer centrale locatie. In overleg met inwoners kan hiertoe besloten worden. Bij 2 geplande ondergrondse containers in het pilotgebied Omgekeerd Inzamelen Nieuwland (nr 23 en nr 28) hebben inwoners verzocht deze aan de rand van het gebied te plaatsen bij een uitvalweg of bij een winkelcentrum waardoor de brengafstand voor een aantal woningen mogelijk groter wordt. Deze gesprekken met bewoners lopen nog. Bij de pilot omgekeerd inzamelen gaat het bij de overige 8


ondergrondse containers om 16 woningen (van de circa 900 woningen) die op een afstand liggen tussen 150 meter en 175 meter. 1.2 De voorgestelde verruiming van de normafstand van perceel naar verzamelcontainer kan potentieel weerstand oproepen, echter voor inwoners is de afstand vaak niet het belangrijkste criterium. De voorgestelde verruiming van de normafstand van perceel naar verzamelcontainer kan potentieel weerstand oproepen. In de contacten met de bewoners van het pilotgebied Omgekeerd Inzamelen Nieuwland blijkt de brengafstand door de bewoners nauwelijks als probleem te worden ervaren. De reacties van de bewoners richten zich met name op de locatie wanneer deze te dicht bij de woning wordt voorgesteld en wanneer hiermee parkeer- of speelruimte verloren gaat. De suggesties voor betere locaties van bewoners zijn vaak meer perifeer langs de buurtontsluitingsroutes. Om deze reden worden per wijk informatiebijeenkomsten georganiseerd waar de verbetersuggesties uit de buurt worden geinventariseerd.

DUURZAAMHEID Doelmatige inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen is een gemeentelijke zorgplicht die in de Wet Milieubeheer is vastgelegd. Doelmatig betekent dat inzameling en verwerking van het afval zo duurzaam mogelijk en tegen zo laag mogelijke kosten wordt uitgevoerd.

FINANCIËN Verruiming van de maximale brengafstand van 125 meter naar 150 meter geeft ruimte voor de voorgestane wijze van afvalinzameling die past binnen eerdere besluitvorming in Amersfoort. Indien de verruiming van de maximale brengafstand doorgang vindt zal het voorstel geen financiële consequenties hebben, het voorstel zal geen gevolgen hebben voor de afvalstoffenheffing. Het vasthouden aan de huidige norm van 125 meter zal onnodig kostenverhogend zijn bij de invoering van omgekeerd inzamelen omdat er dan minder woningen op 1 ondergrondse container aangesloten kunnen worden. De voorgestelde verruiming van de normafstand met 25 meter biedt de mogelijkheid om circa 44% meer huishoudens aan te sluiten per ondergrondse container.

Kosten of opbrengsten in €

Dekking kosten in €

DekkDekking vastgelegd in

PREVENTIEF TOEZICHT PROVINCIE De voorgestelde wijziging van de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 heeft geen financiële consequenties. Instemming van de provincie Utrecht is daarom niet vereist.

RISICOPARAGRAAF 1.1 Door de afstand kunnen bewoners het restafval niet wegbrengen. Wanneer blijkt dat iemand niet in staat is om het restafval naar de ondergrondse container te brengen, dan krijgt de bewoner bezoek van een afvalcoach. Die overlegt met de bewoner wat voor hen de beste oplossing is. In de meeste gevallen blijkt er een oplossing te zijn (bijv. hulp van buren, familie), waardoor de mensen gewoon kunnen deelnemen. Als men het afval goed scheidt dan blijft er maar weinig restafval voor de vuilniszak over. De container met plastic verpakkingsafval, metaal en drankenpakken (pmd) zal het meeste afval opbrengen en die wordt gewoon aan huis geleegd. In uitzonderlijke gevallen kan het restafval wekelijks bij een inwoner worden opgehaald door de wijkveger. Indien er meerdere seniorenwoningen bij elkaar staan kan in bijzondere gevallen worden bekeken of er een container dichterbij geplaatst kan worden. Hierbij dient bovendien rekening gehouden te worden met de plaatsingscriteria voor ondergrondse containers zoals eerder aangegeven.


COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Na instemming door uw raad met de voorgestelde wijzigingen in de Afvalstoffenverordening wordt de huidige maximale afstand van 125 meter in de afvalstoffenverordening (ASV) 2010 verruimd naar de max afstand van 150 meter in de ASV 2015. Daarnaast wordt het in bijzondere omstandigheden mogelijk om de brengafstand groter te maken dan de maximale brengafstand van 150 meter. De 41 woningen in de binnenstad vallen binnen de 150 meter. Als er zich een situatie voordoet waarbij het niet mogelijk lijkt een ondergrondse voorziening aan te leggen binnen de normale maximale afstand van perceel tot inzamelvoorziening van 150 meter, dan zullen de betrokkenen tijdig worden uitgenodigd mee te denken over plaatsing van de ondergrondse voorzieningen. Lukt het hoe dan ook niet een locatie te vinden die past binnen de 150 meter, dan wordt dat helder en duidelijk gemotiveerd. Bij de uitrol van omgekeerd inzamelen in de stad en bij de pilot omgekeerd inzamelen zullen een aantal woningen iets verder liggen als 150 meter van de restafvalcontainer. Bij de woningen in het pilot gebied wordt plastic verpakkingen, metaal, en drankenpakken (pmd) , gft en papier met kliko’s aan huis opgehaald. Zodra de Afvalstoffenverordening door uw raad is aangenomen, ontvangen de bewoners van de 41 adressen in de binnenstad hierover een brief waarin staat dat ze alleen nog gebruik kunnen maken van de ondergrondse container en dat de kliko wordt ingenomen.

VERVOLGSTAPPEN Op grond van artikel 139 Gemeentewet zal de wijziging van de verordening gepubliceerd worden in de Stadsberichten. Zij treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. Op woensdag 8 juli 2015 ontvangen de 20 huishoudens in de binnenstad die nog geen gebruik maken van de ondergrondse containers een brief waarin de voorgenomen wijziging wordt uitgelegd. Tijdens de invoering van de ondergrondse containers in de binnenstad zijn deze huishoudens ook op meerdere momenten geïnformeerd over het feit dat na aanpassing van de Afvalstoffenverordening de overstap naar ondergrondse containers moet worden gemaakt. Nadat de raad heeft ingestemd met de gewijzigde Afvalstoffenverordening ontvangen de 20 huishoudens een pas met uitleg over het gebruik van de ondergrondse container en worden de kliko’s ingenomen.


Bijlagen

- Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.4995788

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2015, afdeling Woon- en Werkklimaat (nr.4995788); b e s l u i t: 1. de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 vast te stellen; 2. de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2010 in te trekken op de dag waarop de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 in werking treedt.


de griffier

de voorzitter

Gemeente Amersfoort verordening 5064078

Verordening

De raad van de gemeente Amersfoort; heeft het voorstel van burgemeester en wethouders van 7 juli 2015 gelezen, DIR/WW/MIL/MB (nr. 4995788) heeft artikel 147 van de Gemeentewet gelezen, alsmede artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer, besluit vast te stellen:

Afvalstoffenverordening 2015 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN ARTIKEL 1 BEGRIPSBEPALINGEN In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan onder: a. wet: Wet milieubeheer; b. inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan; c. ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats; d. inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer, kca-box of big bag, ten behoeve van één huishouden; e. inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel, ten behoeve van meerdere huishoudens; f. inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen; g. andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen; h. gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt; i. straatafval/zwerfafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval, ontstaan buiten een perceel; j. wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994; k. motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994; l. clusterplaats: locatie waar huishoudelijke afvalstoffen in een inzamelmiddel naar toe worden gebracht; n. gestapelde bouw: woningen in gestapelde vorm.

HOOFDSTUK II INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN ARTIKEL 2 AANWIJZING INZAMELDIENST EN ANDERE INZAMELAARS

5064078 AFVALSTOFFENVERORDENING 2015

-1-


1. Als inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke stoffen, wordt aangewezen: NV ROVA Gemeenten. 2. Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen. 3. Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu. 4. Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing. ARTIKEL 3 AFZONDERLIJKE INZAMELING 1. Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld: a. groente-, fruit- en tuinafval b. klein chemisch afval; c. glas; d. oud papier en karton; e. textiel; f. elektrische en elektronische apparatuur; g. bouwen sloopafval; h. verduurzaamd hout; i. grof tuinafval; j. asbest en asbesthoudend afval; k. grof huishoudelijk afval; l. huishoudelijk restafval; m. metalen; n. autobanden; o. kunststof verpakkingen. 2. Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid. 3. In afwijking van het eerste lid wordt groente-, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld in de binnenstad en nabij gestapelde bouw. ARTIKEL 4 INZAMELMIDDELEN EN -VOORZIENINGEN 1. De inzameling kan plaatsvinden via: a. een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel; b. een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen; c. een inzamelvoorziening op wijkniveau; d. een brengdepot op lokaal of regionaal niveau. 2. Het college kan aanwijzen via welk al dan niet door de inzameldienst verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt. ARTIKEL 5 FREQUENTIE VAN INZAMELEN 1. Huishoudelijk restafval wordt tenminste eenmaal per twee weken nabij elk perceel ingezameld.


-2-


2. Groente-, fruit- en tuinafval wordt tenminste eenmaal per twee weken nabij elk perceel ingezameld. 3. Oud papier en karton worden tenminste eenmaal per maand nabij elk perceel ingezameld, met uitzondering van de gestapelde bouw. 4. Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente nabij elk perceel worden ingezameld. 5. De inzameling van huishoudelijke afvalstoffen nabij elk perceel vindt zodanig plaats dat sprake is van een laagdrempelige voorziening. 6. Er is sprake van een laagdrempelige voorziening indien de afstand tussen het perceel waar de huishoudelijke stoffen ontstaan en de inzamelvoorziening of clusterplaats a. niet meer bedraagt dan 150 meter; b. meer bedraagt dan 150 meter indien er sprake is van bijzondere omstandigheden. Van bijzondere omstandigheden is in ieder geval sprake indien een andere wijze van inzameling dan gebruik maken van de ondergrondse voorziening op de beoogde locatie, niet past binnen een doelmatige inzameling van huishoudelijk afvalstoffen of indien een andere dan de beoogde locatie niet geschikt of veilig bereikbaar is voor een inzamelvoertuig. 7. Onverminderd het bepaalde in lid 6, is er in geval van inzameling anders dan op een clusterplaats, sprake van een laagdrempelige inzameling indien: 1. de inzamelvoorziening zo goed mogelijk bereikbaar en toegankelijk is en de afvalstoffen daarin eenvoudig kunnen worden achtergelaten en; 2. de gelegenheid wordt gegeven gedurende tenminste twaalf aaneengesloten uren per week huishoudelijke stoffen achter te laten. ARTIKEL 6 INZAMELVERBOD HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN BEHOUDENS AANWIJZING

1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen. 2. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

HOOFDSTUK III TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN ARTIKEL 7 VERBOD OP HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN AAN ANDEREN

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of aan de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen. ARTIKEL 8 VERBOD OP HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN DOOR ANDEREN DAN DE GEBRUIKERS VAN PERCELEN

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden. ARTIKEL 9 AFZONDERLIJK TER INZAMELING AANBIEDEN 1. Het is verboden om de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden: a. groente-, fruit- en tuinafval; b. klein chemisch afval; c. glas; d. oud papier en karton;


-3-


e. textiel; f. elektrische en elektronische apparatuur; g. bouwen sloopafval; h. verduurzaamd hout; i. grof tuinafval; j. asbest en asbesthoudend afval; k. grof huishoudelijk afval; l. huishoudelijk restafval; m. metalen; n. autobanden. o. Kunststof verpakkingen 2. Het is verboden de aangewezen categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 eerste en tweede lid, aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen. ARTIKEL 10 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN VIA EEN INZAMELMIDDEL VOOR DE GEBRUIKER VAN EEN PERCEEL

1. Het is voor de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen een inzamelmiddel is verstrekt, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via het daartoe verstrekte inzamelmiddel. 2. Het is voor de gebruiker van een perceel verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd. 3. Het college kan regels stellen omtrent de plaatsen en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel ter inzameling moeten worden aangeboden. 4. Het college kan regels stellen met betrekking tot het maximale gewicht van de afvalstoffen per inzamelmiddel en het maximale aantal inzamelmiddelen dat per keer kan worden aangeboden. 5. Indien van gemeentewege een inzamelmiddel aan de gebruiker van een perceel is verstrekt kan het college regels stellen omtrent de voorwaarden waaronder het inzamelmiddel is verstrekt, het gebruik en het reinigen daarvan. 6. Indien het inzamelmiddel niet van gemeentewege is verstrekt, kan het college eisen stellen aan het te gebruiken inzamelmiddel. 7. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. 8. Het is verboden voor anderen dan de gebruiker van een perceel ten behoeve van wie krachtens artikel 4, tweede lid, een inzamelmiddel is verstrekt of aangewezen, hun afvalstoffen ter inzameling aan te bieden via dit inzamelmiddel. ARTIKEL 11 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN VIA EEN INZAMELVOORZIENING TEN BEHOEVE VAN EEN GROEP PERCELEN

1. Het is de gebruiker van een perceel voor wie krachtens artikel 4, tweede lid, mede ten behoeve van zijn perceel een inzamelvoorziening voor een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen is aangewezen, verboden de betreffende afvalstoffen anders aan te bieden dan via de betreffende inzamelvoorziening. 2. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening voor een aantal percelen aan te bieden, dan de categorie waarvoor deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd. 3. Het college kan regels stellen ten aanzien van de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen moet worden aangeboden.


-4-


4. Het college kan regels stellen over het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in een inpandige inzamelvoorziening. 5. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze aan te bieden via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep percelen dan krachtens het derde lid en vierde lid is bepaald 6. Het is verboden voor anderen dan de gebruikers van percelen voor wie krachtens artikel 4, leden 2 en 4, een inzamelvoorziening is aangewezen, huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden via deze inzamelvoorziening. ARTIKEL 12 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN VIA INZAMELVOORZIENINGEN OP WIJKNIVEAU

1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening op wijkniveau aan te bieden dan de categorie waarvoor de inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd. 2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden via een inzamelvoorziening op wijkniveau. 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een inzamelvoorziening op wijkniveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. 4. Het verbod in artikel 10, zevende lid, en artikel 11, vijfde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau overeenkomstig dit artikel. ARTIKEL 13 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN VIA EEN BRENGDEPOT OP LOKAAL OF REGIONAAL NIVEAU

1. Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau aan te bieden dan de categorieën waarvoor het brengdepot krachtens artikel 4, tweede lid, is bestemd. 2. Het college kan regels stellen omtrent de wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden bij het brengdepot op lokaal of regionaal niveau. 3. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. 4. Het verbod in artikel 10, zevende lid, en artikel 11, vijfde lid, geldt niet voor het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau overeenkomstig dit artikel. ARTIKEL 14 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN ZONDER INZAMELMIDDEL

1. Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel als bedoeld in artikel 4, tweede lid, van deze verordening ter inzameling kunnen worden aangeboden. 2. Het college kan regels stellen over de wijze waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. 3. Het college kan regels stellen over het maximale gewicht, de afmetingen en het volume waarop deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling moeten worden aangeboden. 4. Het is verboden deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald. 5. Het is aan anderen dan de gebruiker van een perceel die huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid aanbiedt, verboden afvalstoffen toe te voegen aan de door de gebruiker ter inzameling aangeboden afvalstoffen. ARTIKEL 15 DAGEN EN TIJDEN VOOR HET TER INZAMELING AANBIEDEN 1. Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.


-5-


2. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald. ARTIKEL 16 HET IN BIJZONDERE GEVALLEN TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

In afwijking van hetgeen in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

HOOFDSTUK IV INZAMELING VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN . ARTIKEL 17 VERBOD OP HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN AAN DE INZAMELDIENST

1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst. 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen naast een inzamelvoorziening te plaatsen. ARTIKEL 18 HET TER INZAMELING AANBIEDEN VAN BEDRIJFSAFVALSTOFFEN AAN EEN ANDER DAN DE INZAMELDIENST

1. Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst. 2. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

HOOFDSTUK V ZWERFAFVAL ARTIKEL 19 VOORKOMEN VAN DIFFUSE MILIEUVERONTREINIGING 1. Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen. 3. Het verbod is niet van toepassing op: a. het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen; b. het thuiscomposteren van groente-, fruit- en tuinafval; c. voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg. 4. Het verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu. ARTIKEL 20 ACHTERLATEN VAN STRAATAFVAL 1. Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen ten behoeve van de opvang van afval. 2. Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen, tenzij het afval betreft waarvoor speciale bakken, manden of soortgelijke voorwerpen zijn geplaatst. ARTIKEL 21 VOORKOMEN VAN ZWERFAFVAL BIJ TER INZAMELING GEREED STAANDE AFVALSTOFFEN


-6-


1. Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden. 2. Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of in brand te steken of anderszins te behandelen waardoor zwerfafval kan ontstaan. ARTIKEL 22 AFVALBAKKEN IN INRICHTINGEN VOOR HET VERBRUIKEN VAN EET- EN DRINKWAREN De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht: a. een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten; b. zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, -mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd; c. zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met de toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd. ARTIKEL 23 WEGWERPEN VAN RECLAMEBILJETTEN OF ANDER PROMOTIEMATERIAAL Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen. ARTIKEL 24 ZWERFAFVAL BIJ VERVOEREN, LADEN EN LOSSEN OF OVERIGE WERKZAAMHEDEN 1. Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed. 2. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen: a. direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert; b. direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert; c. indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

HOOFSTUK VI OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN ARTIKEL 25 VERBOD OPSLAG AFVALSTOFFEN OP EEN VOOR HET PUBLIEK ZICHTBARE PLAATS 1. Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. 3. Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of aande personen of instanties die in het kader van de producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen. ARTIKEL 26 AFGIFTE AUTOWRAKKEN AFKOMSTIG UIT EEN HUISHOUDEN


-7-


Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken. ARTIKEL 27 VERBOD ONGEWENST ONGEADRESSEERD DRUKWERK TE BEZORGEN Het is verboden ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen of te laten bezorgen bij een woning, bedrijf of woonschip, indien de bewoner ervan of gebruiker ervan duidelijk kenbaar heeft gemaakt geen prijs te stellen op het ontvangen van ongeadresseerd reclamedrukwerk. ARTIKEL 28 VERBOD VOOR NIET-INWONERS OM HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN TER INZAMELING AAN TE BIEDEN. Het is aan personen, die geen woon- of verblijfplaats in de gemeente Amersfoort hebben, verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden of achter te laten.

HOOFSTUK VII SLOTBEPALINGEN ARTIKEL 29 STRAFBEPALING Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten: Artikel Onderwerp Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan gebruikers van percelen Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel Artikel 11 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelvoorziening ten behoeve van een groep van percelen Artikel 12 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via inzamelvoorzieningen op wijkniveau Artikel 13 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen via een brengdepot op lokaal of regionaal niveau Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen zonder inzamelmiddel Artikel 15 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden Artikel 17 Verbod op het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst Artikel 18 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan en ander dan de inzameldienst Artikel 19 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging Artikel 20 Achterlaten van straatafval Artikel 21 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen Artikel 22 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren Artikel 23 Wegwerpen van reclamebiljetten en ander promotiemateriaal Artikel 24 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden Artikel 25 Verbod op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben van afvalstoffen Artikel 26 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden Artikel 27 Verbod ongewenst ongeadresseerd reclamedrukwerk te bezorgen Artikel 28 Verbod voor niet-inwoners om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.


-8-


ARTIKEL 30 TOEZICHTHOUDERS Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren. ARTIKEL 31 INWERKINGTREDING 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking. 2. De Afvalstoffenverordening gemeente Amersfoort 2010, vastgesteld op 14 september 2010, wordt ingetrokken op het moment dat deze verordening in werking treedt. ARTIKEL 32 OVERGANGSBEPALING De intrekking van de verordening bedoeld in artikel 31, tweede lid heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening verleende vergunningen, ontheffingen hoe dan ook genaamd dan wel op grond daarvan gestelde nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de besluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken ARTIKEL 33 CITEERBEPALING Deze verordening kan worden aangehaald als: Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015.

Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier,

de voorzitter,

PUBLICATIEDATUM:


-9-

Programma: 3

AMENDEMENT

2015-167A VERWORPEN 15 september 2015 Concept-afvalstoffenverordening

Amersfoort, 15 september 2015 Raadsvoorstel nr.: Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 (4995788)

De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat:

a. het scheiden van afval van groot belang is om zo veel mogelijk afval te kunnen hergebruiken; b. er is op dit moment grote weerstand in de stad is tegen het invoeren van omgekeerd inzamelen o.a. vanwege de grote loopafstand die met name ouderen en slecht ter been zijnde mensen ondervinden; c. het ophalen van afval aan de kwaliteitsverwachtingen van de inwoners van Amersfoort dient te voldoen; d. het vergroten van de loopafstand naar een ondergrondse container kan leiden tot vervuiling van de afvalfracties die wel worden opgehaald (papier, GFT en plastic); e. de wettelijke maximumafstand 75 meter was met de vrijheid van gemeenten om dit op te rekken tot 125; diverse gemeenten hebben dat in tegenstelling tot Amersfoort niet gedaan; van de gemeenten die het wel hebben gedaan zijn er diversen die nu expliciet niet overgaan naar 150 meter, laat staan 150-plus; voorbeelden zijn Maastricht, Leiden en Haarlem. besluit: beslispunt 1 van het raadsbesluit 4995788 aan te vullen met:

“met dien verstande dat in de opsomming in artikel 5, lid 6 onder a de tekst volledig wordt gewijzigd in "Niet meer bedraagt dan 125 meter", en artikel 5, lid 6 onder b de passage “150 meter” wordt gewijzigd in "125 meter".”

Maarten Flikkema Fractie VVD

Roel Mulder Fractie OPA

Angeliek Noortman Ben Stoellinga Fractie CDA Fractie Amersfoort2014

Programma: 3


AMENDEMENT Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand


De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat: a. het scheiden van afval van groot belang is om zo veel mogelijk afval te kunnen hergebruiken; b. er is op dit moment grote weerstand in de stad tegen het invoeren van omgekeerd inzamelen o.a. vanwege de grote loopafstand die met name ouderen en slecht ter been zijnde mensen ondervinden; c. het ophalen van afval aan de kwaliteitsverwachtingen van de inwoners van Amersfoort dient te voldoen; d. het vergroten van de loopafstand naar een ondergrondse container kan leiden tot vervuiling van de afvalfracties die wel worden opgehaald (papier, GFT en plastic); e. wijzigingen in de manier van afval ophalen, zoals de loopafstand naar een ondergrondse container, de bewoners direct aangaat en de raad daarom over afwijkingen daarvan moet kunnen beslissen;

besluit: 1. beslispunt 1 van het raadsbesluit 4995788 aan te vullen met: “met dien verstande dat aan de opsomming in artikel 5, lid 6 onder b wordt toegevoegd: Lokale verruiming van de maximale afstand is alleen toegestaan wanneer dit door de raad voor ieder specifiek geval is goedgekeurd. 2. Beslispunt 1b toe te voegen: Voor de 20 huishoudens in de binnenstad die nu nog buiten de maximale afstand liggen gaat de raad akkoord met overschrijding van hetgeen in artikel 5 lid 6 onder b is gesteld.”

Angeliek Noortman Fractie CDA

Maarten Flikkema Fractie VVD


Ben Stoelinga Fractie Amersfoort 2014

Programma: 3

AMENDEMENT

2015-166A VERWORPEN 15 september 2015 Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten


De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat: a. het scheiden van afval is van groot belang om zo veel mogelijk afval te kunnen hergebruiken; b. er is op dit moment grote weerstand in de stad tegen het invoeren van omgekeerd inzamelen o.a. vanwege de grote loopafstand die met name ouderen en slecht ter been zijnde mensen ondervinden; c. het ophalen van afval dient aan de kwaliteitsverwachtingen van de inwoners van Amersfoort te voldoen; d. het vergroten van de loopafstand naar een ondergrondse container kan leiden tot vervuiling van de afvalfracties die wel worden opgehaald (papier, GFT en plastic); e. het gebruik van incontinentiemateriaal, zoals dat nodig is bij veel handicaps, bij hogere leeftijd en bij nog niet zindelijke babies, levert een grote hoeveelheid (voor volwassenen tot wel 30 kg p.w.) onrecycleerbaar restafval op, waarvan veelvuldig wegbrengen over grotere afstand zowel als in huis bewaren beiden onacceptabel zijn; f. de VNG adviseert voor de nabijheid van dergelijke burgers een maximale loopafstand van 75 meter naar het inleverpunt, zoals die bijvoorbeeld wordt toegepast in Amstelveen en Den Haag. besluit: beslispunt 1 van het raadsbesluit 4995788 aan te vullen met: “met dien verstande dat aan de opsomming in artikel 5, lid 6 wordt toegevoegd: c. indien binnen een straal van maximaal 75 meter vanaf elke concentratie van 5 of meer wooneenheden (woningen, flats, e.d.) die speciaal bestemd zijn voor ouderen en gehandicapten, een inleverpunt bereikbaar is. Alleen bij afzonderlijk raadsbesluit per geval kan dit maximum overschreden worden, mits in die gevallen andere speciale voorzieningen getroffen worden.”


Angeliek Noortman Fractie CDA

Programma: 3

2015-169M AANGENOMEN 15 september 2015

Motie “verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen”


De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat: a. de gemeente een proef houdt voor het omgekeerd inzamelen van grondstoffen om uiteindelijk minder restafval en meer grondstoffen in te zamelen; b. omgekeerd inzamelen niet van toepassing is voor gebieden waar nu al ondergrondse afvalcontainers geplaatst zijn, zoals in de binnenstad en de directe schil daar omheen; c. voor deze gebieden momenteel geldt dat het aantal containers voor restafval veel groter is dan van andere afvalfracties, de verhouding ligt op 75%-25% terwijl het scheidingspercentage op 50% uitkomt; d. bewoners volgens de nieuwe verordening maximaal 150m moeten lopen voor het weggooien van restafval in een ondergrondse container; e. bewoners veel verder dan 150m moeten lopen voor het weggooien van papier, plastic/metaal/drankverpakkingen en glas; f. er voor plastic/metaal/drankverpakkingen zelfs geen enkele container beschikbaar is in de oude kern; verzoekt het college: 1. in de binnenstad en de schil daar omheen het aanbod van containers voor papier, plastic/metaal/drankverpakkingen (pmd) en glas te vergroten door restafvalcontainers te vervangen door pmd-containers en papiercontainers.

Astrid Janssen GroenLinks

Wytse Dassen D66

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: : : :


: 5040215 : 25 augustus 2015 :

25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug

BESLISPUNTEN De raad besluit: de portefeuillehouders conform tabel 1 te benoemen tot lid van de besturen van de gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AvU) en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug. De portefeuillehouders in het bestuur van de AvU zijn ongewijzigd ten opzichte van het raadsbesluit in 2014 met reg. nr. 4682651. Tabel 1: Leden algemeen bestuur gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB Portefeuillehouder Milieu M. Tigelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. portefeuillehouder Milieu A. Houwing Ambtelijke advisering GR Leefomgeving (inhoudelijk) Financiën & Advies (financieel) en Juridische Zaken Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug Bijzonderheden: in de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraad twee leden moet aanwijzen voor het algemeen bestuur, waarvan er minimaal een deel uitmaakt van het college. Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB nr. 1 Portefeuillehouder Recreatie Y. Kemmerling Portefeuillehouder-lid AB nr. 2 Portefeuillehouder Financiën J.C. Buijtelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. Portefeuillehouder Recreatie M. Tigelaar Ambtelijke advisering GR Bureau Regio Amersfoort

AANLEIDING De gemeente Amersfoort neemt deel aan een aantal gemeenschappelijke regelingen. De benoeming van een collegelid tot lid van het bestuur van een gemeenschappelijke regeling is een bevoegdheid van de gemeenteraad voor zover deze regeling is gesloten tussen gemeenteraden. De gemeente Amersfoort heeft twee gemeenschappelijke regelingen die zijn gesloten tussen de gemeenteraden: (1) de Avalverwijdering Utrecht (AvU) en (2) het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug. De andere gemeenschappelijke regelingen zijn de afgelopen jaren, in lijn met het dualisme, omgevormd tot regelingen tussen colleges. Hier is het college bevoegd tot benoeming van de leden in het algemeen bestuur van de regelingen.

Inlichtingen bij:

B.R. Klompmaker, DIR/FA, (033) 469 51 89


De vorming van een nieuw college heeft tot gevolg dat de leden en plaatsvervangers van de gemeenschappelijke regelingen AvU en het Recreatieschap door de raad moet worden benoemd. Uitgangspunt bij de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen is dat de inhoudelijk betrokken portefeuillehouder optreedt als lid van het bestuur van de regeling. Het Recreatieschap wordt per 1-1-2018 geliquideerd. Het accent in het bestuur ligt de komende periode dan ook niet langer op gezamenlijke beleidsontwikkeling op het gebied van recreatie, maar op het in goede harmonie en samenwerking voorbereiden van de liquidatie. Om die reden wordt voorgesteld de wethouder ‘Regionale Samenwerking’ te laten plaatsnemen in het dagelijks bestuur.

BEOOGD EFFECT Dit besluit biedt de grondslag voor een rechtsgeldige vertegenwoordiging van de gemeente Amersfoort in de verschillende verbonden partijen.

ARGUMENTEN 1.1 Het voorstel voldoet aan gedragslijn Het voorstel is geënt op de vigerende gedragslijn waarbij de vak-wethouder de gemeente vertegenwoordigd in het bestuur van een gemeenschappelijke regeling. Voor het recreatieschap wordt daar beargumenteerd van af geweken.

KANTTEKENINGEN 1.1 De verantwoordelijkheid blijft bij het voltallige college berusten. De aanwijzing en machtiging van portefeuillehouders om op te treden als vertegenwoordiger van de gemeente in verbonden partijen, komt tegemoet aan de behoefte van de praktijk aan zelfstandige wethouders, maar de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheden blijft bij het voltallige college berusten.

FINANCIËN -

COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Het college informeert de verbonden partijen over de wijzigingen in de vertegenwoordiging.

VERVOLGSTAPPEN Het college stelt de gemeenteraad voor de leden van de gemeenschappelijke regelingen AvU en het Recreatieschap te benoemen conform tabel 1.


Bijlagen

- geen

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.5040215

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 augustus 2015, sector DIR/FA (nr.5040215); b e s l u i t: de portefeuillehouders conform tabel 1 te benoemen tot lid van de besturen van de gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AvU) en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug; de portefeuillehouders in het bestuur van de AvU zijn ongewijzigd ten opzichte van het raadsbesluit in 2014 met reg. nr. 4682651. Tabel 1: Leden algemeen bestuur gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB Portefeuillehouder Milieu M. Tigelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. portefeuillehouder Milieu A. Houwing Ambtelijke advisering GR Leefomgeving (inhoudelijk) Financiën & Advies (financieel) en Juridische Zaken Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug Bijzonderheden: in de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraad twee leden moet aanwijzen voor het algemeen bestuur, waarvan er minimaal een deel uitmaakt van het college. Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB nr. 1 Portefeuillehouder Recreatie Y. Kemmerling Portefeuillehouder-lid AB nr. 2 Portefeuillehouder Financiën J.C. Buijtelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. Portefeuillehouder Recreatie M. Tigelaar Ambtelijke advisering GR Bureau Regio Amersfoort


de voorzitter

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL


: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder A. Houwing


: : : :


: 5013672 : 25 augustus 2015 :

25-08-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort

BESLISPUNTEN De heer P.J.P. Ophuis te Utrecht met ingang van 1 september 2015 te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort.

AANLEIDING Sinds 1 januari 2012 kent de stichting Meerkring een Raad van Toezicht, bestaande uit (statutair maximaal) 7 leden. Conform het rooster van aftreden zijn in januari 2015, twee leden afgetreden. De Raad van Toezicht stelt, op unanieme voordracht van de benoemingsadviescommissie, voor de heer R.J.P. Ophuis te Utrecht met ingang van 1 september 2015 te benoemen tot lid van Raad van Toezicht. De voordracht van de Raad van Toezicht is unaniem.

BEOOGD EFFECT De Raad van Toezicht van Meerkring te vernieuwen en een adequate opvolger aan te trekken voor het aandachtsgebied vastgoed en huisvesting. De voorgestelde kandidaat voldoet aan het opgestelde profiel en beschikt over de gevraagde capaciteiten volgens de Raad van Toezicht.

ARGUMENTEN De benoeming van leden van de Raad van Toezicht vloeit voort uit het besluit van de raad van 30 augustus 2011, registratienummer 3747734. Op grond van de statuten is uitsluitend de raad bevoegd tot benoeming van de leden van de Raad van Toezicht van de stichting.

KANTTEKENINGEN Volgens de statuten heeft de oudergeleding van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) de mogelijkheid om voor twee zetels een bindende voordracht te doen aan de Raad van Toezicht. Bij de benoeming van de twee meest recent benoemde leden van de Raad van Toezicht (4 december 2012) heeft de GMR van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Om die reden heeft de GMR bij deze benoeming geen (bindende) voordracht hoeven te doen, maar is wel vertegenwoordigd in de benoemingsadviescommissie. Hierin hadden de volgende vertegenwoordigers zitting: twee leden van de Raad van Toezicht, een lid van de MR van De Kosmos (deze school valt sinds enige tijd onder het bestuur van Meerkring), een lid namens de ouderen personeelsgeleding van de GMR en de voorzitter van het College van Bestuur. In 2011 heeft een statutenwijziging plaatsgevonden om het Raad van Toezichtmodel in te voeren. Hierbij is afgesproken dat wij, voorafgaand aan een voordracht voor nieuwe leden van de Raad van Toezicht, een rapport zouden ontvangen over de afgenomen assessments. Deze afspraak is, aanvullend op de statuten, schriftelijk vastgelegd. Op dit moment neemt Meerkring voor potentiële leden van de Raad van Toezicht geen assessments af.

Inlichtingen bij:

S. Bagci - Turhan, DIR/SL/OW, (033) 469 55 52


In het kader van ons voornemen de benoemingsprocedure voor leden van de Raad van Toezicht met het bestuur van Meerkring te evalueren, zullen wij hierover nadere afspraken maken en u daarvan in kennis stellen.

FINANCIËN Niet van toepassing BETROKKEN PARTIJEN

De benoemingsadviescommissie heeft een unanieme voordracht aan de Raad van Toezicht gedaan.

VERVOLG Niet van toepassing Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

Bijlagen

- geen

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.5013672

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 augustus, DIR/SL/OW (nr.5013672); b e s l u i t: de heer P.J.P. Ophuis te Utrecht met ingang van 1 september 2015 te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort.


de voorzitter

Raadsgriffie 5073227

Raadsvergadering d.d.: 15 september 2015. U I T S L A G S C H R I F T E L IJ K E S T E M M I N G:

Agendapunt : HB-8 Raadsvoorstel nr. : 5013672 Onderwerp : Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort

Aantal bij de stemming aanwezige raadsleden

37

Aantal ingeleverde stembriefjes

37

Naam kandidaat:

- de heer P.J.P. Ophuis

Aantal stemmen voor

37

Aantal stemmen tegen

-

Aantal stemmen van onwaarde

-

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL

Portefeuillehouder

: Presidium : Gemeenteraad : -


: : : 15-09-2015 :

Van Aan

Reg.nr. Datum

: 5069885 : 10 september 2015

TITEL Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015

BESLISPUNTEN Vaststellen besluitenlijsten van 25 augustus 2015

AANLEIDING Conform het reglement van orde van de raad worden besluitenlijsten en verslagen vastgesteld in Het Besluit.

BEOOGD EFFECT Vaststelling van de besluitenlijsten.

ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: -

VERVOLG De conceptbesluitenlijsten die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde besluitenlijsten.

BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad. Presidium van de gemeenteraad van Amersfoort De griffier,

Bijlage :

- ontwerpraadsbesluit

de voorzitter,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.

5069885

De raad van de gemeente Amersfoort; Op basis van het voorstel van het presidium van 15 september 2015, GRF (nr. 5069885); B e s l u i t: De besluitenlijsten en verslagen van 25 augustus 2015 vast te stellen: Besluitenlijst De Ronde 25 augustus 2015 Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 (5055185) Besluitenlijst De Ronde 25 augustus 2015 Bereikbaarheidsprogramma Beter Benutten Vervolg (5057335) Besluitenlijst De Ronde 25 augustus 2015 Evaluatie en herijking VERDER (5057334) Besluitenlijst De Ronde 25 augustus 2015 Incidentele investeringen sportaccommodaties (5057333) Besluitenlijst De Ronde 25 augustus 2015 Peiling mogelijkheid bieden tot meer speelautomatenhallen in Amersfoort (5056971)

Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van

de griffier,

de voorzitter,

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: : : :


: 5062214 : 8 september 2015 :

08-09-2015 15-09-2015 15-09-2015

TITEL Bekrachtigen geheimhouding rapport PWC inzake BTW-besparingsmodel

BESLISPUNTEN De raad besluit: De door het college op grond van artikel 25 lid 2 Gemeentewet jo. artikel 10 lid 2 sub g Wet openbaarheid van bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding op het aan de raad overgelegde stuk betreffende het rapport van PWC d.d. 20 mei 2015 inzake het BTW-besparingsmodel Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt te bekrachtigen, op grond van artikel 25 lid 3 gemeentewet.

AANLEIDING In de afweging om een BTW-besparingsmodel toe te passen bij de financiering van de uitbreiding en verbouw van het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt, heeft het college advies gevraagd aan het bureau PWC. Inmiddels heeft het college de afweging gemaakt het BTW-besparingsmodel niet te willen toepassen vanwege de daaraan verbonden risico’s, en de raad hierover geïnformeerd via collegeberichten op 9 en 16 juli 2015. De Onderwijsgroep Amersfoort heeft het adviesrapport van PWC bij ons opgevraagd. PWC geeft echter geen goedkeuring voor het verstrekken van het rapport. Wel heeft PWC een brief opgesteld waarin een samenvatting van hun advies is opgenomen. Deze brief kan worden verstrekt aan de Onderwijsgroep en de raad. Het rapport van PWC dd 20 mei 2015 wordt met oplegging van geheimhouding wel ter inzage gelegd voor de raadsleden.

BEOOGD EFFECT Bekrachtigen van de geheimhouding betreffende de inzage voor raadsleden in het adviesrapport van PWC over toepassing van het BTW-besparingsmodel bij de uitbreiding en verbouw van het Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnelt.

ARGUMENTEN 1.1 PWC heeft aangegeven dat volgens artikel 5.5 van de Algemene Voorwaarden van PWC, adviezen van PWC niet openbaar mogen worden gemaakt of verstrekt aan derden zonder schriftelijke goedkeuring van PWC. Adviezen waarin vertrouwelijke (fiscale) informatie is opgenomen worden nooit aan derden verstrekt. Gelet op de inhoud van het advies geeft PwC geen toestemming om het advies aan derden te verstrekken. Openbaarmaking van het PWC rapport leidt tot onevenredige benadeling van PWC. Om die reden stellen wij voor, onder toepassing van artikel 10 lid 2 sub g van de Wob, de opgelegde geheimhouding te bekrachtigen.

Inlichtingen bij:

M.C.L.M van Rooij, DIR.PP.PO, (033) 469 50 92



Bijlagen

- geen

de burgemeester,

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr.5062214

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 september 2015, sector DIR/BSV (nr.5062214); b e s l u i t: de door het college op grond van artikel 25 lid 2 Gemeentewet jo. artikel 10 lid 2 sub g Wet openbaarheid van bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding op het aan de raad overgelegde stuk betreffende het rapport van PWC d.d. 20 mei 2015 inzake het BTW-besparingsmodel Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt te bekrachtigen, op grond van artikel 25 lid 3 gemeentewet.


de griffier

de voorzitter

Programma: 1

2015-161M VERWORPEN 15 september 2015

MOTIE Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort


De raad van de gemeente Amersfoort constaterende dat a. het huidige College van B&W van Amersfoort op 7-7-2015 bij de schriftelijke beantwoording van de vragen van Amersfoort2014 (nr. 2015-060) aangeeft dat ze niet streeft naar een structurele verlaging van de inhuur van personeel (zie vraag 12 en het antwoord daarop); er was toen sprake van 132.07 fte; b. op 7-11-2013 (20 maanden eerder) het toenmalige College heeft toegezegd om het inhuren van externen te verminderen (RIB 7-11-2013); er was toen sprake van 97.8 fte externe inhuur; c. het huidige College van B&W vanaf haar aantreden in het voorjaar van 2014 tot op het moment van de vragen van Amersfoort2014 niet gecommuniceerd heeft over het gewijzigde beleid; overwegende dat d. het wijzigen van bestaand en vastgesteld beleid aan de gemeenteraad voorgelegd dient te worden; e. het huidige College duidelijk aangeeft de inhuur van externen niet te willen verlagen en geen streefcijfers voor de ambtelijke organisatie gaat vaststellen (zie antwoord op vraag 8d en 8 e van Amersfoort2014). verzoekt het college: 1. binnen vier weken verantwoording af te leggen aan de gemeenteraad in een Ronde over het gewijzigde beleid ten aanzien van het inhuren van externen (2013 versus 2015) en met de Raad de kaders vast te stellen voor de toekomst.

Ben Stoelinga Amersfoort2014

Micheline Paffen CDA

Toelichting: Amersfoort2014 vindt een flexibele schil (inhuur externen) in een regiegemeente zoals Amersfoort acceptabel. Wat wij niet acceptabel vinden is dat er geen streefgetallen geformuleerd worden voor de inhuur van externen, dat er niet geëvalueerd is waarom het toegezegde verminderingsbeleid uit 2013 geen resultaat heeft gehad en dat er blijkbaar nieuw beleid wordt gevoerd, dat niet met de gemeenteraad is gecommuniceerd.

Programma: 4

MOTIE

2015-163M INGETROKKEN 15 september 2015

De Vluchtelingenberg


De raad van de gemeente Amersfoort, overwegende dat: a. de vluchtelingencrisis aan de zuid- en oostgrens van het continent, van alle autoriteiten in Europa snelle en doortastende actie vereist; b. Amersfoort, met zijn trots op zijn verleden als vluchtelingenstad, zijn bijdrage aan die snelle en doortastende actie zou moeten willen leveren c. de meest concrete bijdrage zou bestaan uit het beschikbaar stellen van een gebouw dat verhoudingsgewijs eenvoudig als tijdelijke opvang voor vluchtelingen kan dienen; d. een dergelijk gebouw beschikbaar is in de vorm van het voormalig ziekenhuis de Lichtenberg en eventueel delen van het voormalige Elisabethziekenhuis, waar de sloop echter al wel begonnen is; e. aan de Lichtenberg weliswaar het nodige moet worden gedaan, maar veel minder dan aan bijvoorbeeld leegstaande kantoren; verder overwegende dat: f.

de vrij korte afstand tussen de Lichtenberg en het AZC aan de BW-laan het beheer van een tijdelijke locatie aldaar relatief eenvoudig maakt voor het COA; g. deze locatie weinig directe buren heeft die last van een tijdelijk AZC zouden kunnen hebben; draagt het College van B & W op: 1. de gebouwen van het voormalige ziekenhuis de Lichtenberg, en eventueel delen van het Elisabeth, aan te bieden aan het COA voor de tijdelijke huisvesting van vluchtelingen tegen een kostendekkende huur en voor een tevoren afgebakende periode; 2. in afwachting daarvan de sloop van de Lichtenberg nog niet van start te laten gaan; 3. over dit aanbod contact op te nemen met de Stichting Behoud Woonklimaat Berg en andere direct betrokkenen; 4. de kosten van het weer geheel gebruiksgereed maken van de gebouwen in de te sluiten overeenkomst ten laste te brengen van het COA.

Namens de fractie van OPA Amersfoort

Programma: 4

Roel Mulder

2015-163M INGETROKKEN 15 september 2015

Besluitenlijst Het Besluit Datum:

15-09-2015

van

Raadzaal

(1.02)

aantal bezoekers:

20.30

tot 23.15

Reg.nr.:

5072865

uur

40

Aanwezig zijn Voorzitter raad Griffier (wnd.) Leden raad

Wethouders Afwezig (mk)

drs. L.M.M. Bolsius (burgemeester) mevrouw drs. M. Bongers Aghina (CDA), Ballast-Tatarian (VVD), Bijlholt (D66), Blaauw (D66), Van Bruggen (PvdA), De la Combé (PvdA), Van Daalen (SP), Dassen (D66), Dijksterhuis (CU), ElMessaoudi (PvdA), Flikkema (VVD), Van Hamersveld (D66), Happe (D66), Huijdts (D66), Hunink (CU), Janssen (GL), Jongerman (SP), Kennedy-Doornbos (CU), Keskin (PvdA), Van de Kolk (CU), Van Koningsveld (CDA), Kraanen (VVD), Land (GL), Meijer (SP), Molenkamp SP), Mulder (OPA), Noortman-Nieuwendijk (CDA), PaffenZeenni (CDA), Pijper (D66), Prins (GL), Sanders (D66), Smulders (PvdA), Sondorp (D66) (vanaf 21.45u), Van der Spoel (CU), Steenbeek-Los (OPA), Stoelinga (Amersfoort2014), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA), Van Wijngaarden (VVD) Buijtelaar, Houwing, Imming, Kemmerling, Tigelaar Van de Kolk (CU)

Besluitvorming Titel

1. Vaststelling agenda

Besluit Toezeggingen Stemming Titel Besluit

De agenda is ongewijzigd vastgesteld. Reg.nr. 2. Incidentele investeringen sportaccommodatie 5011314 1. het investeringsplan voor de incidentele investeringen sportaccommodaties vast te stellen: a. omzetting gras naar kunstgras vv Hooglanderveen € 325.000,b. technische trainingsfaciliteit AV Triathlon/Altis € 400.000,c. omzetting gras naar kunstgras KVVA € 325.000,d. aanleg zesde hockeyveld AMHC € 325.000,e. uitbreiding kleedkamers rc Eemland € 125.000,2. dat indien APWC in het kader van “het verkennend onderzoek naar de verkoop van velden (uitvoering motie 2015-085M)” door de raad beoordeeld wordt als een toekomstbestendige voetbalvereniging die op de huidige locatie mag voortbestaan, de gemeente alsnog een incidentele investering zal plegen ten behoeve van de aanleg van een kunstgrasveld voor deze vereniging en deze investering zal dekken uit de nog te verdelen winstuitkering over 2013 (zijnde € 800.000,-) van de SRO ten gunste van de aandeelhouders Haarlem en Amersfoort.

Toezeggingen Stemming

Amendement 2015-164A (PvdA) is ingetrokken. Amendement 2015-165A (CDA, GroenLinks, PvdA) is verworpen met 17 stemmen voor en 20 stemmen tegen. voor: PvdA, SP, CDA, GroenLinks, BPA tegen: D66, VVD, ChristenUnie, OPA, Amersfoort2014 Amendement 2015-160A (CDA, Amersfoort 2014, VVD, D66, ChristenUnie) is aangenomen met 33 stemmen voor en 4 stemmen tegen. voor: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, OPA, Amersfoort2014 tegen: GroenLinks, BPA Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen; met inachtneming aangenomen amendement; SP, GroenLinks en BPA worden geacht tegen te hebben gestemd.

#5072865 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 15-09-2015

Titel

3. Evaluatie en herijking VERDER

Reg.nr.

4886933 de investeringen in het VERDER-pakket te verlagen met een bedrag van € 11,6 miljoen om te komen tot een VERDER-pakket zonder overprogrammering door aanpassingen van de volgende maatregelen:  Laten vervallen van Blueport Isselt (€ 5 mln);  Laten vervallen van Kortsluiting Randweg Leusden-Heiligenbergerweg voor openbaar vervoer (€ 0,4 mln);  Laten vervallen van Aanpassing businfrastructuur station Amersfoort – Soest Zuid (€ 4,3 mln);  Verlagen van het budget van Versnelling OV Centrum – Vathorst  € 5,6 mln naar € 2,6 mln);  Verhogen van het budget van Fietsverbinding Amersfoort Noord – Nijkerk (€ 1,1 mln).

Besluit


Titel Besluit

Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen; SP en BPA worden geacht tegen te hebben gestemd. Reg.nr. 4. Beter Benutten Vervolg 4990954 1. de Amersfoortse maatregelen als onderdeel van het totale pakket Beter Benutten Vervolg Midden-Nederland vast te stellen; 2. een totaalbedrag van €1.141.000 beschikbaar te stellen voor de projecten die op Amersfoort betrekking hebben, door bestaande middelen in te zetten conform de tabel uit de paragraaf ‘Financiën’ en het krediet daarvoor te verlenen; 3. de maatregel ‘verbreden fietspad Heideweg’ alleen uit te voeren als dit kan met behoud van een volledige auto-ontsluiting via de Heideweg.


Titel Besluit

Amendement 2015-162A (D66, PvdA) is aangenomen met 28 stemmen voor en 9 stemmen tegen. voor: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, BPA, Amersfoort2014 tegen: SP, GroenLinks, OPA Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen; met inachtneming aangenomen amendementen. Reg.nr. 5. Beleid invoering Parkeerregulering 4888822 1. bij parkeeroverlast door parkeerders zonder bestemming in een buurt, de volgende regels als voorwaarde vast te stellen voor het invoeren van parkeerregulering: a. een parkeeronderzoek wordt gestart als een verzoek om parkeerregulering door tenminste 50 bewoners van verschillende adressen in één nieuw gebied wordt gesteund; b. de door de gemeente gemeten parkeerdruk is tenminste 85% op tenminste twee werkdagen, en wordt gedurende tenminste 2 uren per werkdag vastgesteld; de parkeerdruk wordt voor tenminste 15% veroorzaakt door parkeerders zonder bestemming in de betreffende buurt; c. de minimale omvang van een mogelijke uitbreiding is 150 parkeerplaatsen. 2. het college op te dragen de Verordening Parkeerbelastingen zodanig aan te passen en aan de raad voor te leggen, dat tussentijdse uitbreidingen van het parkeerreguleringsgebied door het college besloten kunnen worden.


Amendement 2015-171A (CDA, OPA) is ingetrokken. Amendement 2015-172A (CDA, OPA) is ingetrokken. Amendement 2015-170A (Amersfoort2014, ChristenUnie) is verworpen met 8 stemmen voor en 30 stemmen tegen. voor: ChristenUnie, SP, Amersfoort2014 tegen: D66, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, BPA Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen; SP wordt geacht tegen te hebben gestemd.


Titel

6. Afvalstofffenverordening 2015

Reg.nr.

4995788 1. de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 vast te stellen; 2. de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2010 in te trekken op de dag waarop de Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 in werking treedt.

Besluit


Titel

Besluit

Amendement 2015-167A (VVD, OPA, CDA, Amersfoort2014) is verworpen met 13 stemmen voor en 25 stemmen tegen. voor: VVD, CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014 tegen: D66, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks Amendement 2015-168A (CDA, VVD, OPA, Amersfoort2014) is verworpen met 12 stemmen voor en 26 stemmen tegen. voor: VVD, CDA, OPA, Amersfoort2014 tegen: D66, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, BPA Amendement 2015-166A (OPA, CDA) is verworpen met 7 stemmen voor en 31 stemmen tegen. voor: CDA, OPA, Amersfoort2014 tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks, BPA Motie 2015-169M (GroenLinks, D66) is aangenomen met 31 stemmen voor en 7 stemmen tegen. voor: D66, VVD (Ballast-Tatarian), ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, Amersfoort2014 tegen: VVD (Flikkema, Kraanen, Voogt, Van Wijngaarden), OPA, BPA Raadsvoorstel is aangenomen met 25 stemmen voor en 13 stemmen tegen. voor: D66, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks tegen: VVD, CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014 Reg.nr. 7. Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen 5040215 Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug de portefeuillehouders conform tabel 1 te benoemen tot lid van de besturen van de gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AvU) en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug; de portefeuillehouders in het bestuur van de AvU zijn ongewijzigd ten opzichte van het raadsbesluit in 2014 met reg. nr. 4682651. Tabel 1: Leden algemeen bestuur gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht (AVU) Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB Portefeuillehouder Milieu M. Tigelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. portefeuillehouder Milieu A. Houwing Ambtelijke advisering GR Leefomgeving (inhoudelijk) Financiën & Advies (financieel) en Juridische Zaken Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug Bijzonderheden: in de gemeenschappelijke regeling is vastgelegd dat de gemeenteraad twee leden moet aanwijzen voor het algemeen bestuur, waarvan er minimaal een deel uitmaakt van het college. Functioneel Persoon Portefeuillehouder-lid AB nr. 1 Portefeuillehouder Recreatie Y. Kemmerling Portefeuillehouder-lid AB nr. 2 Portefeuillehouder Financiën J.C. Buijtelaar Pl. portefeuillehouder GR Pl. Portefeuillehouder Recreatie M. Tigelaar Ambtelijke advisering GR Bureau Regio Amersfoort


Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen.


Titel

8. Benoeming lid Raad van Toezicht van de stichting Meerkring

Reg.nr.

5013672 Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort de heer P.J.P. Ophuis te Utrecht met ingang van 1 september 2015 te benoemen tot lid van de Raad van Toezicht van de stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort.

Besluit

Toezeggingen Stemming Titel

De heer P.J.P. is benoemd. 9. Vaststellen besluitenlijsten 25 augustus 2015

Besluit

Reg.nr.

5069885

de besluitenlijsten van 25 augustus 2015 vast te stellen.

Toezeggingen Stemming Titel

Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Reg.nr. 5062214 besparingsmodel de door het college op grond van artikel 25 lid 2 Gemeentewet jo. artikel 10 lid 2 sub g Wet openbaarheid van bestuur opgelegde verplichting tot geheimhouding op het aan de raad overgelegde stuk betreffende het rapport van PWC d.d. 20 mei 2015 inzake het BTW-besparingsmodel Stedelijk Gymnasium Johan van Oldenbarnevelt te bekrachtigen, op grond van artikel 25 lid 3 gemeentewet.

10. Bekrachtigen geheimhouding rapport PWC inzake BTW-

Besluit


Titel

Raadsvoorstel is zonder hoofdelijke stemming aangenomen; SP, GroenLinks, BPA en Amersfoort2014 worden geacht tegen te hebben gestemd. 11. Motie Amersfoort2014, CDA: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort

Besluit Toezeggingen Stemming

Titel

Motie 2015-161M (Amersfoort2014, CDA) is verworpen met 12 stemmen voor en 26 stemmen tegen. voor: SP, CDA, OPA, BPA, Amersfoort2014 tegen: D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, GroenLinks 12. Motie OPA: De vluchtelingenberg

Besluit Toezeggingen Stemming

Motie 2015-163M (OPA) is niet in stemming gebracht.


Verslag raadsvergadering Het Besluit

15 september 2015 om 20.30 uur (nr. 5075581)

1

Agenda 1.

Vaststelling agenda

15 september 2015 pag. 3

Besluit zonder debat, met moties en amendementen 2.

5011314

Incidentele investeringen sportaccommodaties

3

Evaluatie en herijking VERDER

7

Besluit zonder debat 3.

4886933

Besluiten zonder debat, met moties en amendementen 4.

4990954

Beter Benutten Vervolg

7

5.

4888822


9

6.

4995788

Afvalstoffenverordening 2015

12

Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug

17

Benoeming lid Raad van Toezicht van de Stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort

17

Besluiten zonder debat 7. 8.

5040215 5013672

9.

5069885

Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015

17

10.

5062214

Bekrachtiging geheimhouding rapport PWC inzake btw-besparingsmodel

17

Motie 2015-161M: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort

18

Motie 2015-163M: De Vluchtelingenberg

21

Moties 11.

12.

2

NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERSFOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 15 SEPTEMBER 2015 OM 20.30 UUR Voorzitter: drs. L.M.M. Bolsius Waarnemend griffier: drs. M. Bongers Voorts zijn aanwezig: de leden: S.J.L. Aghina, mevrouw M. Ballast-Tatarian, T.L.W. Bijlholt, ir. E.R. Blaauw, mevrouw ir. S. van Bruggen, drs. L. de la Combé, S.J. van Daalen, ir. W.H. Dassen, mr. R.K. Dijksterhuis, Y. El-Messaoudi, ir. M.B. Flikkema, T.J.T. van Hamersveld, J.F.P.M. Happe drs. L.A.M.G. Huijdts, G.H. Hunink, mevrouw ir. A.P.A.M. Janssen, mevrouw M.J. Jongerman, mevrouw drs. S.J. Kennedy-Doornbos, H. Keskin, drs. B. van Koningsveld, C.W. Kraanen, mevrouw A.H. Land, A.M. Meijer, drs. R.W. Molenkamp, R. Mulder, mevrouw A.E.M. Noortman-Nieuwendijk, mevrouw ir. M. Paffen-Zeenni, ir. H. Pijper, dr. F.J. Prins, mevrouw drs. N.P.C. Sanders, R.A.P. Smulders, mevrouw M.N.E. Sondorp (vanaf 21.43 uur), drs. P.L.R. van der Spoel, mevrouw D.S.C. Steenbeek-Los, B.H.A. Stoelinga, mr. J.F.H. Voogt, ing. J.J.W. van Wegen en mevrouw drs. D. van Wijngaarden de wethouders: J.C. Buijtelaar, mevrouw A. Houwing, mevrouw F.G. Imming, mevrouw Y.C. Kemmerling en drs. M. Tigelaar Afwezig zijn: het lid: mevrouw F. van de Kolk de griffier: mevrouw W.M. van der Vlies De VOORZITTER opent de vergadering en heet allen welkom. Het ontvangen bericht van verhindering wordt gemeld. Tot leden van het stembureau worden benoemd mevrouw Ballast-Tatarian, mevrouw Van Bruggen en de heer Van Wegen. 1.

Vaststellen agenda De VOORZITTER: - Bij agendapunt 5: "Beleid invoering parkeerregulering" zijn amendementen te laat ingediend. Deze maken wel deel uit van de beraadslaging. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

2.

Incidentele investeringen sportaccommodaties (5011314) De heer KESKIN (PvdA): - Enkele maanden geleden stond de gemeente onder financieel toezicht. Toen is een pakket van bezuinigingen van € 20 miljoen vastgesteld, waarna het toezicht is opgeheven. - Een voorstel was de verkoop van sportvelden. Heeft hierover technische vragen gesteld en een motie ingediend die is aangenomen. De motie vraagt het college een onderzoek in te stellen en zo snel mogelijk informatie te verstrekken en de bewoners daarbij te betrekken. Hierin is het college tekortgeschoten. - APWC is een vereniging voor drie wijken (Kruiskamp, Koppel, Liendert) en heeft een belangrijke functie in de wijk. De grond is van de gemeente, maar de gebouwen zijn van de vereniging. - Hoe belangrijk is het onderzoek naar de mogelijke verkoop van sportvelden nog, nu het toezicht is opgeheven? - Er is extra additioneel budget uit de winstdeling van de SRO. - Dient amendement 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring" in. 3

De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Betreurt het dat in de eerste Ronde het PvdA achter het collegevoorstel stond. PvdA kan nog steeds mee tekenen met amendement 2015165A: "APWC midden in de wijk". - Onderzocht wordt welke velden kunnen worden verkocht. Wil, ongeacht de uitkomst van het onderzoek, dat APWC niet wordt verkocht vanwege de verbindende rol van de vereniging. Dient, mede namens GroenLinks, amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk" in. - Als uit het onderzoek blijkt dat APWC kan blijven, dan hebben zij recht op investeringen. Dient, mede namens Amersfoort2014, VVD, D66, ChristenUnie, amendement 2015-160A: "Met APWC de toekomst in" in. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Vindt dat de nota over de investeringen en de nota over de verkoop van sportvelden tegelijk zouden moeten worden behandeld. Kan zich niet vinden in deze procedure. Er wordt een vereniging uitgehaald waarover al een besluit wordt genomen vooruitlopend op een verkennend onderzoek. Dit is ofwel kapitaalvernietiging ofwel een besluit op onduidelijke criteria. - Stemt tegen amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk". - Stemt tegen amendement 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring". Volgens de PvdA is de beoogde bezuiniging met de verkoop van velden niet meer relevant, daar de gemeente met het aangenomen structurele bezuinigingspakket al van het preventief financieel toezicht af is. Dit impliceert dat de aangenomen motie die opdraagt tot onderzoek, wordt ingetrokken. Hebben de coalitiepartners dat met elkaar overlegd? Is VVD het daarmee eens? Blijft de opdracht tot onderzoek staan? Begrijpt de procedure niet. De heer KRAANEN (VVD): - PvdA heeft niet met VVD overlegd. Wil de uitkomsten afwachten van de opdracht aan het college in de aangenomen motie. - Stemt tegen de amendementen 2015-165A: "APWC midden in de wijk" en 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring". De heer MULDER (OPA): - Stemt voor amendement 2015-160A: "Met APWC de toekomst in" en het raadsvoorstel. - De gevolgde procedure kan niet door de beugel. Was enthousiast over de benoeming van de inventarisatiecommissie die mooie voorstellen deed, waarvan het college vervolgens afweek. Dat had voorkomen kunnen worden als de basis van de instructie aan de commissie beter was geweest. De grootste schade wordt hersteld met amendement 2015-160A: "Met APWC de toekomst in". - Pleit voor een kunstgrasveld voor KVVA. De heer VAN HAMERSVELD (D66): - Stemt tegen de amendementen 2015-165A: "APWC midden in de wijk" en 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring". Wil het onderzoek afwachten. De heer VAN DAALEN (SP): - In deze vergadering wordt een half besluit genomen over de toekomstbestendigheid van sportaccommodaties. Wilde dat het voorstel samen 4

werd behandeld met de verkenning voor de verkoop van sportvelden om een totaalbeeld te kunnen creëren en een goed oordeel te kunnen vormen. De onzekerheid voor veel sportverenigingen wordt met dit besluit niet weggenomen. Sport in de wijk is belangrijk. De mogelijkheden voor sport in de wijk moeten beschikbaar blijven. Steunt alle ingediende amendementen. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Eerst geeft de raad een commissie de opdracht om te bepalen waar de investeringen in kunstgrasvelden en dergelijke nodig zijn. Daarna geeft de raad de opdracht om te kijken welke sportvelden kunnen worden bebouwd. En nu komt de raad daarop terug. Wil consistent blijven. De commissie heeft goed werk gedaan. - Als blijkt dat APWC niet wordt bebouwd, kan ze alsnog dat geld krijgen. Wil eerst het onderzoek doen. - Stemt tegen de amendementen 2015-165A: "APWC midden in de wijk" en 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring". De heer PRINS (GroenLinks): - Amendement 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring" lijkt veel op amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk". Vraagt PvdA amendement 2015-165A mede te ondertekenen. - Stemt tegen amendement 2015-160A: "Met APWC de toekomst in": Het lijkt alsof de velden worden verkocht. Het amendement lijkt erg op het blij maken met een dooie mus. Wil dat die club daar blijft en dat het voorstel van de commissie wordt gevolgd. De heer VAN WEGEN (BPA): - Sport hoort een van de grootste sociale voorzieningen in de stad te zijn en APWC in deze wijken. Sociaal beleid is belangrijker dan geld. - Steunt alles om de velden te behouden en wil steun verlenen aan een kunstgrasveld. De heer BUIJTELAAR (wethouder): - In de amendementen wordt gebruikgemaakt van de bestemming van een winstuitkering. Normaal vloeit dit terug naar de algemene middelen en dan moet een integrale afweging worden gemaakt. - De amendementen gaan in tegen motie 2015-085M: "Verkoop van sportvelden in woonwijken" van 2 juni 2015. Het is genoemd vanuit de herstelbegroting en in lijn met de Sportnota en de Structuurvisie. De motie legt geen beperking op in de zoekrichting. In de amendementen wordt ingegrepen in die opdracht. - Ontraadt amendement 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring". Er is geen sprake van voorgenomen verkoop. De teksten in het amendement zijn voorbarig. Hier ligt een investeringsvoorstel voor voor investeringen in de gemeentelijke velden. - Amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk": De opdracht "binnen tien jaar niet verkopen" zou kunnen leiden tot een desinvestering. Dit loopt vooruit op het onderzoek. Als blijkt dat een locatie wordt aangewezen en deze wordt eerder bebouwd dan is er sprake van een desinvestering, omdat de geïnvesteerde bedragen versneld worden afgeschreven. Dit amendement gaat in tegen de aangenomen motie. - Ontraadt amendement 2015-160A: "Met APWC de toekomst in", omdat dit ingaat tegen de door de PvdA zelf gesteunde motie. De heer KESKIN (PvdA): 5

-

De gemeente is onder het toezicht uit. Heeft in De Ronde gevraagd of het additionele budget direct beschikbaar is en verneemt nu dat het naar de reserve gaat. Bepaalde wijken kregen alle investeringen en sommige wijken kregen minder investeringen. Wil geen sportvereniging uit drie wijken weghalen. Verzoekt om een schorsing om amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk" en 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring" eventueel samen te voegen.

De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Een commissie heeft een rapport opgesteld en de wethouder heeft ingegrepen. Dit wordt met de amendementen hersteld. De VOORZITTER: - Als dividend wordt uitgekeerd, moet het bij de Jaarrekening worden afgewogen tegen allerlei andere voorstellen. Schorsing op verzoek van CDA van 20.59 uur tot 21.02 uur. De heer KESKIN (PvdA): - Omwille van de haalbaarheid wordt amendement 2015-164A: "Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring" ingetrokken en tekent PvdA mee met amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk". De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement 2015-165A, ingediend door CDA, GroenLinks, PvdA: APWC midden in de wijk Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van PvdA, SP, CDA, GroenLinks en BPA. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, OPA en Amersfoort2014. Amendement 2015-165A wordt verworpen met 17 stemmen voor en 20 stemmen tegen. Amendement 2015-160A, ingediend door CDA, Amersfoort2014, VVD, D66, ChristenUnie: Met APWC de toekomst in Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, OPA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van GroenLinks en BPA. Amendement 2015-160A wordt aangenomen met 33 stemmen voor en 4 stemmen tegen. Amendement 2015-164A, ingediend door PvdA: Behoud en investering sportaccommodatie Keerkring Dit amendement is ingetrokken. Geamendeerd raadsvoorstel: Incidentele investeringen sportaccommodaties (5011314) De heer PRINS (GroenLinks), de heer VAN WEGEN (BPA): - Hier wordt een verkeerd besluit genomen. Amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk" is niet aangenomen. Wil dat het onderzoek van de commissie wordt gevolgd. Stemt tegen het voorstel. De heer KRAANEN (VVD): 6

-

Is voor het uitvoeren van consistent beleid. Stemt voor het voorstel.

De heer VAN KONINGSVELD (CDA), de heer KESKIN (PvdA): - Willen niet dat clubs nog langer moeten wachten. Stemmen voor het voorstel. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Stemt voor het voorstel met veel ongenoegen over de procedure. De heer VAN DAALEN (SP): - Stemt tegen het voorstel omdat amendement 2015-165A: "APWC midden in de wijk" niet is aangenomen. Daarmee wordt APWC aan de kant gezet. De heer MULDER (OPA): - Stemt voor het voorstel. Is blij dat zaken zijn hersteld. Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, OPA en Amersfoort2014. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van SP, GroenLinks en BPA. Geamendeerd raadsvoorstel 5011314 wordt aangenomen met 29 stemmen voor en 8 stemmen tegen. 3.

Evaluatie en herijking VERDER (4886933) Mevrouw JONGERMAN (SP): - Vindt dat de westelijke ontsluiting in dit voorstel moet worden meegenomen. Dit was een uitgesproken kans geweest om hierop te bezuinigen. - Amersfoort heeft nog steeds niets te zeggen over eventueel Amersfoorts geld dat overblijft. - Stemt tegen het voorstel. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Kan zich vinden in het voorstel, waarin de westelijke ontsluiting niet hoort. - Stemt in met het opgehoogde budget voor de fietsverbinding Amersfoort-Noord/Nijkerk als de beoogde kosteneffectiviteit wordt aangetoond. De heer VAN WEGEN (BPA): - Had graag gezien dat er bezuinigd was op de westelijke ontsluiting. Stemt tegen het voorstel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel, met dien verstande dat de fracties van SP en BPA worden geacht te hebben tegengestemd.

4.

Beter Benutten Vervolg (4990954) De heer VAN HAMERSVELD (D66): - Verwijst naar een omissie in de stukken. Het lijkt alsof de brug bij de Heideweg niet meer toegankelijk zal zijn voor auto's als het fietspad wordt verbreed. Het onderzoek met betrekking tot de ontsluiting van Vathorst loopt nog. Wil een besluit hierover nu voorkomen. - Dient, mede namens PvdA, amendement 2015-162A: "Brug blijft verbinden" in. 7

Mevrouw JONGERMAN (SP): - In het pakket VERDER zit ook een maatregel "aansluiting Heidewegrondweg Oost". Deze aansluiting zal voor autoverkeer zijn. Waarom is er een apart amendement? Past dit binnen de plannen in VERDER? De heer HUNINK (ChristenUnie): - Stemt voor amendement 2015-162A: "Brug blijft verbinden". Er zat bijna impliciete besluitvorming in het raadsvoorstel. Deze autoverbinding is belangrijk. De heer PRINS (GroenLinks): - Is voor de veiligheid van de fietsers en de verbreding van het fietspad. - Stemt tegen amendement 2015-162A: "Brug blijft verbinden". Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - De auto ontsluiting is voor een aantal noordelijke wijken van belang. - Stemt voor amendement 2015-162A: "Brug blijft verbinden". De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Er lopen twee mobiliteitsprogramma's naast elkaar: VERDER en Beter Benutten. De maatregelen kruisen elkaar ten dele. Het onderzoek Vathorst moet nog uitsluitsel geven. Dat zou ertoe kunnen leiden dat wat in het hiervoor aangenomen raadsvoorstel op een andere manier wordt ingezet. Dit zou vooruitlopen op de uitkomst van het onderzoek. - Heeft geen bezwaar tegen amendement 2015-162A: "Brug blijft verbinden". Het is een aanvulling op een mogelijke omissie. De heer VAN HAMERSVELD (D66): - De fietsverbinding blijft veilig, omdat er een duidelijke scheiding is tussen de weg en het fietspad. Het fietspad is voldoende breed. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement 2015-162A, ingediend door D66, PvdA: Brug blijft verbinden Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, BPA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van SP, GroenLinks en OPA. Amendement 2015-162A wordt aangenomen met 28 stemmen voor en 9 stemmen tegen. Geamendeerd raadsvoorstel: Beter Benutten Vervolg (4990954) Mevrouw JONGERMAN (SP), de heer HUNINK (ChristenUnie), de heer PRINS (GroenLinks): - Juichen de maatregelen voor fiets en OV toe. Stemmen voor het voorstel. De heer VAN HAMERSVELD (D66): - Heeft fietsen hoog in het vaandel staan. Stemt voor het voorstel. Raadsvoorstel 4990954 wordt unaniem aangenomen.

8

5.

Beleid invoering parkeerregulering (4888822) Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - Heeft in een aantal straten die naast een parkeerreguleringszone liggen gekeken naar het aantal parkeerplekken en de eventuele overlast. Minstens 7 straten moeten akkoord gaan met 85% overlast en parkeerregulering, voordat een uitbreidingsgebied wordt ingesteld. Het aantal van 150 is te hoog om echt maatwerk te kunnen doorvoeren. Wil beslispunt 1c wijzigen. - Dient, mede namens OPA, amendement 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen" in: Mevrouw STEENBEEK-LOS (OPA): - De parkeerdruk wordt deels veroorzaakt door parkeerders zonder bestemming in de desbetreffende straten (kantoren, bewoners en bezoekers van de binnenstad, bedrijfswagens, horeca en het station). Bewoners moeten voldoende parkeergelegenheid hebben binnen acceptabele afstand van de eigen woning. Voor ouderen en mindervaliden wordt dit een steeds groter probleem. De eerste straat buiten een parkeerreguleringsgebied zal een bezetting hebben van ruim 100%. De overlast moet door maatwerk worden opgelost. - Dient, mede namens CDA, amendement 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden": De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Wil voorkomen dat bewoners worden verrast door de invoering van de parkeerregulering. In het voorstel is de communicatie onvoldoende gewaarborgd. Bewoners die niet zijn gevraagd om hun handtekening, kunnen worden geconfronteerd met een collegebesluit. Bewoners kunnen de parkeerdruk anders ervaren of anders over oplossingen denken. - Dient, mede namens ChristenUnie, amendement 2015-170A: "Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering" in. De heer VAN WEGEN (BPA): - Door de gemeente worden regelmatig via De Ronde maatregelen genomen. Deze worden opgenomen in de Stadsberichten. Als dit niet voldoende is, dan moet een buurt bij elk bouwplan worden geïnformeerd. - Stemt voor het raadsvoorstel en tegen de amendementen. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Stemt voor het raadsvoorstel. - Amendementen 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden" en 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen": Is bang voor waterbedeffecten. Het voorstel wordt na een jaar geëvalueerd. De heer VAN HAMERSVELD (D66): - Amendementen 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden" en 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen" gaan te ver. Er ligt een goed evenwichtig voorstel voor dat na een jaar wordt geëvalueerd. - Amendement 2015-170A: "Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering": Het is belangrijk mensen te informeren. Door het amendement worden er weer nieuwe regels ingevoerd. Het voorstel is 9

juist heel clean gemaakt om op een eenvoudige manier parkeervergunningenbeleid te kunnen invoeren. Hiernaar moet stadsbreed worden gekeken aan de hand van objectieve gegevens. De informatievoorziening naar de bewoners moet tijdig tot stand worden gebracht. Mevrouw JONGERMAN (SP): - Problemen moeten bij de bron en de veroorzaker worden aangepakt. Het voorstel is symptoombestrijding en verplaatsen van de problemen. Kan niet instemmen met een verdere versoepeling van de parkeerregulering. - Stemt tegen amendement 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden". In het Verkeerbeleidsplan is afgesproken dat het moet gaan om objectief meetbare criteria. Mensen moeten weten waaraan ze toe zijn. De raad moet duidelijke regels stellen. - Stemt tegen amendement 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen". Dit leidt tot nog snellere verspreiding van het gebied. - Stemt voor amendement 2015-170A: "Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering". Er moet een bezwaarmogelijkheid zijn. Informatievoorziening is belangrijk. De heer PRINS (GroenLinks): - Kan zich vinden in het voorliggende voorstel. De problemen zijn groot in de gebieden die grenzen aan gebieden met vergunningparkeren. Is blij met deze uitkomst uit het Rondetafelgesprek. Betreurt het dat dit wordt geamendeerd. - Stemt tegen amendement 2015-170A: "Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering". Via de achterdeur ontstaat er een soort enquête. In het raadsvoorstel wordt voorgesteld met minimaal vijftig handtekeningen van verschillende adressen aan te tonen dat er draagvlak is om een regeling in te stellen. Waarom denkt Amersfoort2014 dat het draagvlak in het huidige voorstel niet goed is geregeld? - Stemt tegen amendement 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden". Het raadsvoorstel is bedoeld om meer maatwerk te bieden. Als blijkt dat een aantal buurten buiten de boot valt, kan de regeling alsnog worden aangepast. De heer DE LA COMBÉ (PvdA): - Sluit zich aan bij het betoog van de heer Van Hamersveld. - Er ligt een evenwichtig voorstel waarin is voorzien in een evaluatie na een jaar. Wil geen ontsnappingsmogelijkheden of clausules die afbreuk doen aan het voorstel. - Stemt voor het raadsvoorstel en tegen de amendementen. Mevrouw VAN WIJNGAARDEN (VVD): - Er is een mooi proces doorlopen. Een aantal bewoners heeft geklaagd over parkeeroverlast waarna een Rondetafelgesprek is georganiseerd. De toezeggingen zijn uitgewerkt. Kan zich vinden in het voorstel. - Stemt tegen de amendementen. - In andere steden waar parkeerregulering is ingevoerd wordt niet gewerkt met harde aantallen, maar met percentages. - Wacht de evaluatie af. - Het voorstel is twee weken geleden in De Ronde behandeld en de stukken waren daarvoor al beschikbaar. Vindt het onplezierig dat op het laatste moment toch weer nieuwe voorstellen of wijzigingen worden ingediend. 10

De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Er is lang vastgehouden aan de eisen voor het vergunningparkeren. Door bewoners is kritiek geuit op de parkeerdrukmetingen, de uitbreidingsnorm en de toepassing van de draagvlakenquête. Op grond daarvan is nagedacht over een versoepeling, wat heeft geleid tot een aantal aanpassingen. De bezettingsgraad wordt 85%. De uitbreiding van het vergunningparkeren wordt kleiner gemaakt naar tenminste 150 parkeerplaatsen. Het draagvlak wordt aangetoond met 50 handtekeningen. - De amendementen 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden" en 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen" zijn met elkaar in tegenspraak. Wat is het meest verstrekkend? Beide overwegingen komen uit op een verschillend te nemen besluit. - Parkeerregulering is per definitie maatwerk. De keuze per straat is arbitrair. Een mogelijke uitbreiding van een kleiner aantal van het vergunninggebied betekent dat er steeds kleine vergunninggebiedjes bijkomen wat veel extra werk en extra besluiten geeft. Het waterbedeffect is niet te voorkomen. - Memoreert de behandeling van een voorstel uit 2011 dat beoogde het probleem bij de bron aan te pakken en dat niet werd aangenomen. - Als niet kan worden voldaan aan een minimale bezetting van 85% is er geen parkeerprobleem. - Ontraadt amendement 2015-170A: "Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering". Het college pleit voor deregulering. Het voorstel biedt voldoende waarborgen om mensen hun stem te laten horen. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Is verheugd dat de heer Van Wegen vindt dat er veel aan het college moet worden gemandateerd. - Bewoners mogen niet worden verrast. Betwijfelt of vijftig handtekeningen blijk geven van voldoende draagvlak. - Het communicatietraject en de invloed van de burgers zijn onvoldoende. Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - Wordt geprobeerd maatwerk toe te passen en is het aantal van 150 een indicatie? De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Er wordt gekeken naar logische gebieden, zoals een cluster van straten. De auto moet op een zekere loopafstand van de woning kunnen worden geparkeerd. Schorsing op verzoek van CDA van 21.38 uur tot 21.45 uur. Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - Bij overlast moeten vijftig handtekeningen worden ingediend uit de twee dichtstbijzijnde straten. Dan wordt gekeken hoe groot het uitbreidingsgebied is en hoe met de overlast wordt omgegaan. Hoe wordt het uitbreidingsgebied bepaald? De heer BUIJTELAAR (wethouder): - Als een gebied waar overlast is, wordt omzoomd door een spoor, een grote weg of een park, kan het gebied wellicht minder worden uitgebreid dan de genoemde 150 plaatsen. In de bepaling van het gebied wordt gekeken naar een samenhangend gebied van straten. Er wordt in 11

die zin soepel omgegaan en gestreefd naar maatwerk. Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - Met deze toezegging worden de amendementen 2015-171A: "Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden" en 2015-172A: "Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen" ingetrokken. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement 2015-171A, ingediend door CDA, OPA: Maatwerk voor straten buiten parkeerreguleringsgebieden Dit amendement is ingetrokken. Amendement 2015-172A, ingediend door CDA, OPA: Minimale omvang van uitbreiding met 100 parkeerplaatsen Dit amendement is ingetrokken. Amendement 2015-170A, ingediend door Amersfoort2014, ChristenUnie: Informatievoorziening bij invoering Parkeerregulering Mevrouw PAFFEN-ZEENNI (CDA): - Voorstellen worden gecommuniceerd in de Stadsberichten. Stemt tegen het amendement. Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van ChristenUnie, SP en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA en BPA. Amendement 2015-170A wordt verworpen met 9 stemmen voor en 29 stemmen tegen. Raadsvoorstel: Beleid invoering parkeerregulering (4888822) Mevrouw JONGERMAN (SP): - Het probleem moet bij de bron worden aangepakt. Stemt tegen het voorstel. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Stemt voor het voorstel. - Benadrukt dat proactieve communicatie een belangrijk punt is. Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, CDA, GroenLinks, OPA, BPA en Amersfoort2014. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fractie van SP. Raadsvoorstel 4888822 wordt aangenomen met 34 stemmen voor en 4 stemmen tegen. 6.

Afvalstoffenverordening 2015 (4995788) De heer FLIKKEMA (VVD): - Vindt het ophalen en verwerken van afval een van de kerntaken van de overheid. Staat voor een efficiënte overheid die doet wat noodzakelijk is en een juiste afweging maakt tussen kwaliteit en service. De overheid moet het afval effectief scheiden en het de bewoners zo makkelijk mogelijk maken om hun afval aan te bieden. - De raad heeft in meerderheid gekozen voor een pilot omgekeerd inzamelen in de wijk Nieuwland. VVD is daartegen, maar wil meewerken aan een deugdelijke evaluatie van deze pilot. 12

-

-

Voor het omgekeerd inzamelen moeten bewoners het restafval naar een ondergrondse container brengen. Deze container moet binnen 125 meter van de woning staan. In het voorliggende voorstel wordt deze afstand opgerekt tot 150 meter of meer. Hiermee gaat het serviceniveau aanzienlijk omlaag. Inwoners moeten verder lopen en zien daarvoor niets terug. Stelt voor de maximale afstand tot een ondergrondse container op 125 meter te houden. Wil niet dat het serviceniveau nog verder omlaag gaat. Dient, mede namens OPA, CDA en Amersfoort2014, amendement 2015-167A: "Afval 125 meter" in.

Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Is tegen het vergroten van de maximale loopafstand naar 150 meter. Dit kan leiden tot veel vervuiling. Wil vasthouden aan 125 meter. In incidentele gevallen kan 125 meter wellicht niet worden gehaald. Dit moet dan aan de raad worden voorgelegd. - Dient, mede namens VVD, OPA en Amersfoort2014, amendement 2015-168A: "Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand". De heer MULDER (OPA): - Ruim een jaar geleden besloot de raad tot een aantal pilots van verschillende systemen voor een grotere inzameling van recyclebaar afval. Ruim een halfjaar geleden hoefde maar een pilot te worden gehouden. Nu wordt de afstand naar de omgekeerde inzamelpunten opgevoerd. Ooit was de rijksregel 75 meter. - Voor een groep is de grotere afstand buitengewoon veel pijnlijker. Omdat de verschillende pilots niet worden gehouden, worden de consequenties niet zichtbaar gemaakt. - Veel mensen krijgen te maken met bijvoorbeeld incontinentie wat een groot veel voorkomend probleem is. Als oplossing wordt een afvalcoach ingeschakeld. - Er wordt gekozen voor een klantonvriendelijk, rigide en mensonterend systeem. - Dient, mede namens CDA, amendement 2015-166A: "Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten" in. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - In diverse gebieden is het aantal restafvalcontainers niet goed in verhouding met de andere afvalfracties. Binnen de Singel is er bijvoorbeeld geen enkele plastic container. Dit kan worden gerepareerd door de restafvalbakken te vervangen door containers voor een van de andere afvalfracties. De restafvalbakken kunnen in een ander gebied worden hergebruikt. - Dient, mede namens D66, motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen" in. De heer DASSEN (D66): - Is blij dat begin 2015 een serieuze stap is genomen in de richting van Amersfoort Afvalloos. Met dit systeem neemt de service toe voor mensen die goed scheiden. Het systeem wordt eerst getest. - Bewoners en de gemeente moeten nadenken wat de juiste plek is voor de ondergrondse restafvalcontainers. Vertrouwt erop dat bewoners rekening houden met elkaar, dus ook met de mensen die slecht ter been zijn of andere problemen hebben. - Wil niet alles dichtregelen, maar heeft vertrouwen in de pilot en wil deze afwachten en de resultaten gezamenlijk bespreken. 13

-

Is tegen de amendementen en voor motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen".

De heer MULDER (OPA): - Er wordt maar een oplossing genoemd in het voorstel, namelijk de Afvalcoach. Aan wat voor andere oplossing moet dan worden gedacht? De heer HUNINK (ChristenUnie): - Het voorliggende voorstel is evenwichtig. Het is belangrijk dat mensen ontmoedigd raken om restafval weg te brengen. - Naast kwaliteit en service moet ook worden gekeken naar de kosten. Meer containers brengen meer kosten met zich mee. Kan de financiële consequenties niet overzien. - Steunt het raadsvoorstel. Stemt tegen de amendementen en stemt voor motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen". De heer MOLENKAMP (SP): - Is blij met deze verordening. - Stemt tegen amendement 2015-167A: "Afval 125 meter". Het vergroten van de afstand naar 150 meter is alleen bij hoge uitzondering. Er wordt met de bewoners gekeken naar een optimale plaatsing. - Stemt tegen amendement 2015-168A: "Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand". Het amendement is te gedetailleerd. - Stemt tegen amendement 2015-166A: "Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten". De afvalcoach zal met de mensen kijken naar goede oplossingen. Kan zich niet vinden in de uitspraak: "meest mensonterend systeem". - Stemt voor motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen". De heer SMULDERS (PvdA): - Heeft vertrouwen dat deze afvalstoffenverordening in goede banen is te leiden. - Belangrijk is de zeggenschap van de bewoners over het geheel. - De afstand van 125 meter is maximaal, tenzij het niet anders kan vanwege de wensen van bewoners en de bereikbaarheid voor de voertuigen. - Landelijk is de visie op afval veranderd. - Mocht naar aanleiding van de pilot blijken dat er toch iets is misgegaan met de afstand van 150 meter, dan kan de verordening worden aangepast. - Steunt motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen". - Stemt tegen de amendementen. De heer FLIKKEMA (VVD): - Amendement 2015-166A: "Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten" is sympathiek, maar lastig uitvoerbaar. Hoe kan worden bepaald dat er vijf ouderenwoningen in een bepaald gebied zitten? Wat gebeurt er als mensen verhuizen en het naar vier gaat? - Motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen": Vindt verder lopen met restafval erg ongezond. De heer MULDER (OPA): - Heeft voorgesteld dat rekening wordt gehouden met een straal van 75 meter bij vijf als zodanig aangewezen woningen voor ouderen of 14

-

gehandicapten. Stemt tegen motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen".

Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - OPA en VVD begrijpen motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen" inhoudelijk niet. - Begrijpt dat de heer Mulder het voorstel ziet als een achteruitgang en dat probeert te repareren, maar het gaat om uitzonderingsgevallen. Mensen hebben zelf gekeken waar de containers in Nieuwland moesten komen en daarom is de afstand van 125 meter opgerekt. Stemt tegen de amendementen. De heer VAN WEGEN (BPA): - Steunt amendement 2015-167A: "Afval 125 meter": - Stemt tegen de overige amendementen en de motie. De heer TIGELAAR (wethouder): - Is blij dat de raad het belang inziet van het hergebruiken van zoveel mogelijk afval. - De verruiming van het afstandscriterium heeft niet alleen met doelmatigheid te maken, maar ook met de verruiming van de locatiekeuze. - Ontraadt amendement 2015-167A: "Afval 125 meter" en 2015-168A: "Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand". Als het laatstgenoemde amendement wordt aangenomen moet het college naar de raad als er ook maar een woning buiten het afstandscriterium valt. Dat is in het kader van deregulering onwenselijk. - Amendement 2015-166A: "Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten" is praktisch moeilijk uitvoerbaar. Per container wordt een gebiedsanalyse gemaakt, waarbij de samenstelling van het gebied wordt meegenomen. Als er sprake is van seniorenwoningen zal worden geprobeerd de container zo dicht mogelijk bij deze woningen te plaatsen. - Heeft geen bezwaar tegen motie 2015-169M: "Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen". Waar sprake is van hoogbouw of gebieden waar het afval niet per minicontainer wordt opgehaald wordt gekeken of containers voor restafval kunnen worden omgezet naar containers voor grondstoffracties. De heer FLIKKEMA (VVD): - Is het ermee eens dat naar de inwoners moet worden geluisterd bij de plaatsing van containers. Heeft berichten uit Nieuwland gekregen dat dit niet gebeurt. Dat moet in de pilot en de evaluatie worden meegenomen. - Omdat er moet worden gekeken naar de kosten is omgekeerd inzamelen niet wenselijk, maar dat is nu te laat. Dit is een reparatiemethode om het omgekeerd inzamelen niet te duur te laten worden. - In artikel 6b staat: "meer bedraagt dan 150 meter indien er sprake is van bijzondere omstandigheden". De heer MULDER (OPA): - In het voorstel staat dat de afvalcoach wordt gestuurd als mensen problemen hebben met het wegbrengen van afval. - Dat mensen er zelf om vragen is geen bijster goed argument. In de motie stond onder andere dat mensen alleen mochten inspreken over de plaats van de container. Niemand wil een dergelijke container voor zijn deur. 15

Mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA): - Het college hoeft niet steeds terug naar de raad als de containers binnen de 125 meter blijven. - Heeft berichten uit Nieuwland dat mensen niet kunnen meepraten over de plaats van de container, maar dat ze worden geconfronteerd met de plek waar de containers worden geplaatst, wat vaak al meer dan 125 meter is. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemmingen. Amendement 2015-167A, ingediend door VVD, OPA, CDA, Amersfoort2014: Afval 125 meter Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD, CDA, OPA, BPA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP en GroenLinks. Amendement 2015-167A wordt verworpen met 13 stemmen voor en 25 stemmen tegen. Amendement 2015-168A, ingediend door CDA, VVD, OPA, Amersfoort2014: Goedkeuring raad nodig voor verruiming maximale afstand Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van VVD, CDA, OPA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks en BPA. Amendement 2015-168A wordt verworpen met 12 stemmen voor en 26 stemmen tegen. Amendement 2015-166A, ingediend door OPA, CDA: Afvalinzameling voor ouderen en gehandicapten Voor het amendement stemmen de leden van de fracties van CDA, OPA en Amersfoort2014. Tegen het amendement stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA, SP, GroenLinks en BPA. Amendement 2015-166A wordt verworpen met 7 stemmen voor en 31 stemmen tegen. Motie 2015-169M, ingediend door GroenLinks: Verder lopen voor restafval, minder ver voor grondstoffen Voor de motie stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP, CDA, GroenLinks, Amersfoort2014 en mevrouw Ballast-Tatarian (VVD). Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van OPA en BPA en de heer Flikkema (VVD), de heer Kraanen (VVD), de heer Voogt (VVD) en mevrouw Van Wijngaarden (VVD). Motie 2015-169M wordt aangenomen met 31 stemmen voor en 7 stemmen tegen. Raadsvoorstel: Afvalstoffenverordening Amersfoort 2015 (4995788) De heer FLIKKEMA (VVD), mevrouw NOORTMAN-NIEUWENDIJK (CDA), de heer VAN WEGEN (BPA): - Stemmen tegen het raadsvoorstel, omdat amendement 2015-167A: "Afval 125 meter" niet is aangenomen. De heer MULDER (OPA), de heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Stemt tegen het raadsvoorstel, omdat de amendementen zijn verworpen. De heer DASSEN (D66): - Stemt voor het raadsvoorstel, is er tegen als mensen meer dan 16

150 meter moeten lopen. Voor het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van D66, ChristenUnie, PvdA, SP en GroenLinks. Tegen het raadsvoorstel stemmen de leden van de fracties van VVD, CDA, OPA, BPA en Amersfoort2014. Raadsvoorstel 5011314 wordt aangenomen met 25 stemmen voor en 13 stemmen tegen. 7.

Benoemingen collegeleden in gemeenschappelijke regelingen Afvalverwijdering Utrecht en het Recreatieschap Utrechtse Heuvelrug (5040215) De heer MEIJER (SP): - Drie jaar geleden waren er discussies over de aanwezigheid van wethouders bij de bijeenkomsten van het Recreatieschap. De wethouders die zitting hebben in het Recreatieschap moeten betrokkenheid zijn bij wat er gebeurt. De opheffing van het Recreatieschap is aan de orde. Amersfoort moet betrokken zijn bij de ontwikkelingen bij het Henschotermeer, zodat het betaalbaar en toegankelijk blijft. - Stemt voor het voorstel. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel.

8.

Benoeming lid Raad van Toezicht van de Stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort (5013672) De VOORZITTER: - Uitgebracht zijn 37 geldige stemmen. - De heer P.J.P. Ophuis wordt met 37 stemmen voor benoemd tot lid van de Raad van Toezicht van de Stichting Meerkring Openbaar Primair Onderwijs Amersfoort.

9.

Vaststellen besluitenlijsten augustus 2015 (5069885) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel.

10.

Bekrachtiging geheimhouding rapport PWC inzake btw-besparingsmodel (5062214) De heer MEIJER (SP): - Hier is een verkeerde procedure gevolgd die het daglicht niet kan verdragen. Stemt tegen het voorstel. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Het is bijzonder dat het college een contract heeft gesloten met een adviesbureau en de voorwaarde heeft opgenomen dat het advies niet openbaar mag zijn. Wil dat de gemeente alleen nog zaken doet met bureaus die openbare adviezen toestaan. - Stemt tegen het voorstel. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Het is een merkwaardige situatie. De wethouder kan het bewijs niet laten zien. Stemt tegen het voorstel. De heer VAN WEGEN (BPA): 17

-

De gemeente moet Sport en Onderwijs maximaal faciliteren. Daar horen geen geheime rapporten bij. Wijst dit ten zeerste af.

De heer VAN KONINGSVELD (CDA), mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Steunt de argumenten van alle voorgaande sprekers. De getallen in het rapport kunnen de gemeente schaden als ze openbaar worden gemaakt. - Stemt voor geheimhouding. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel, met dien verstande dat de fracties van SP, GroenLinks, BPA en Amersfoort2014 worden geacht te hebben tegengestemd. De tegenstemmers zijn gehouden aan de geheimhouding. 11.

Motie 2015-161M: Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Heeft naar aanleiding van de Jaarrekening 2014 een overzicht opgevraagd over de inhuur van externen. Dit was aanleiding voor schriftelijke vragen in juni 2015. Het college heeft hierop in juli 2015 geantwoord en heeft meer transparantie op dit punt toegezegd. Bij de Zomerrapportage, Begroting en Jaarrekening wordt informatie verstrekt over de inhuur van externen. - Is niet tegen het inhuren van externen. Amersfoort is een regiegemeente, waarbij een zogenaamde flexibele schil hoort en er zijn situaties waarbij speciale expertise moet worden ingehuurd. - Het beleid dat in 2013 is ingezet en voorgestelde maatregelen uit 2013 zijn blijkbaar niet haalbaar en uitvoerbaar. Het college heeft dat beleid inmiddels veranderd. Dat is niet met de raad gecommuniceerd, wat niet juist is. Het college moet zich hierover zo snel mogelijk verantwoorden in De Ronde. - Het college geeft in de schriftelijke beantwoording aan niet voornemens te zijn streefgetallen of kwantitatieve kaders te stellen voor de inhuur van externen. Op het gebied van externe inhuur is dus sprake van een openeinderegeling. De raad stelt de kaders en controleert die en kan geen open einde regelingen toestaan. - Wil met deze motie de boodschap afgeven dat in de afgelopen twee jaar onjuist is omgegaan met de raad. De discussie moet worden gevoerd voor de begrotingsbehandeling. - Dient, mede namens CDA, motie 2015-161M: "Het inhuren van extern personeel bij de gemeente Amersfoort" in. Mevrouw HOUWING (wethouder): - In de eerste overweging van de motie wordt gesteld dat het college verplicht is wijzigingen van bestaand en vastgesteld beleid aan de raad voor te leggen. In het licht van de organisatieontwikkeling zijn maatregelen doorgevoerd met als doel de inzetbaarheid en flexibiliteit van de eigen medewerkers te vergroten en daarmee de benodigde inhuur van externen te verlagen. Die maatregelen zijn uitgewerkt en doorgevoerd. Actief beleid voor het vergroten van de flexibele inzetbaarheid van de medewerkers is doorgevoerd. Dit heeft onder andere geleid tot een succesvol flexportal. Desondanks is de externe inhuur gestegen. Dit is geen beleidswijziging, maar een uitvoeringskwestie die is uit te leggen. De gemeente heeft een aantal nieuwe taken gekregen en er is sprake van toenemende onzekerheid. Het uitgangspunt is: vast werk voor vaste ambtelijke medewerkers. Er zijn nog steeds goede redenen 18

-

-

-

om gebruik te maken van externen. Zij denkt hierbij aan: tijdelijk werk met een tijdelijke financiële dekking, onzekerheid over het voortbestaan van het werk en specialismen die niet in eigen huis zijn. In deze gevallen wordt gekozen voor externe inhuur om financiële risico's op doorbetaling en WW-kosten te voorkomen. De externe inhuur is in de periode van juli 2013 tot eind 2014 gestegen met 34 fte. De helft daarvan is toe te schrijven aan het Sociaal Domein, tijdelijk extra werk ten behoeve van de invoering van de drie decentralisaties, nieuwe taken voor het Werkgeversservicepunt, nieuwe taken rondom Jeugdwerkloosheid. De rest is toe te schrijven aan de categorie: overige. Daarbij gaat het onder meer om het anticiperen op bezuinigingen, reorganisatie en digitaliseren van werk, maar ook een periode waarin het aantal vergunningaanvragen zodanig steeg dat het niet geoorloofd was de wachttijden nog langer op te laten lopen. Werk is steeds vaker van tijdelijke aard en heeft een tijdelijke dekking. De onzekerheden over het voortbestaan van werk zijn groter geworden. Dat geldt voor het totale bedrijfsleven en instellingswezen. De flexibele schil is gegroeid. De stijging is volledig gedekt binnen de begroting. Er is geen sprake van kostenstijging. Er zijn geen streefcijfers voor externe inhuur. Er wordt gestuurd op loonkostenbudgetten. Het afgesproken werk moet af binnen de gestelde budgetten in de begroting. Daarbinnen heeft het ambtelijk management keuzeruimte om te kiezen voor ambtelijke inzet of externe inhuur. Over de gemaakte keuzes legt het management verantwoording af aan het college. Een streefcijfer met betrekking tot externe inhuur neemt de flexibiliteit voor het ambtelijk management weg om bedrijfseconomisch verstandige keuzes te kunnen maken. Het financiële risico op loondoorbetaling en WW stijgt dan en die risico's moeten binnen de begroting worden afgedekt met reserveringen. Het college heeft geen wijziging aangebracht in het vastgestelde beleid en wil transparant zijn over de bedrijfsvoering. Het college heeft ruimte nodig om in de bedrijfsvoering, binnen de kaders van de begroting eigen uitvoeringskeuzes te kunnen maken. Ontraadt de motie.

De heer MEIJER (SP): - Heeft altijd moeite gehad met de inhuur van externen. Is ook niet blij dat Amersfoort een regiegemeente is. Ruim twee jaar geleden was er een overleg in de collegekamer onder leiding van toenmalig wethouder Lubbinge. Allemaal bezweringsformules: de zaak was onder controle; 97,8 fte per juli 2013. Waar afgeweken werd was het tijdelijk. Een aantal fracties was het eens dat externen als factor moesten worden beteugeld. Het college wekte de indruk ook op die lijn te zitten en dat dat percentage zeker niet groter zou worden. - Inmiddels is het aandeel externen aanzienlijk toegenomen. De verklaring van de wethouder is onvoldoende. Er is bezworen dat men paal en perk zou stellen aan het aantal externen. Inmiddels is het aantal externen opgevoerd. Dit is niet aan de raad meegedeeld en het college is niet bereid de discussie aan te gaan over het nut en de noodzaak van een dergelijk beleid. - Voelt zich belazerd. Steunt de motie. De heer VOOGT (VVD): - Kijkt kritisch naar de inhuur van derden. Heeft een aantal jaar geleden met het CDA een amendement ingediend waarin is gevraagd scherp naar de inhuur te kijken en deze terug te brengen. De transities en het Sociaal Domein vroegen veel extra personeel. Vindt de verklaring van het college begrijpelijk. Het college moet er niet krampachtig mee 19

-

omgaan en er open en transparant in zijn. Stemt tegen de motie.

De heer MULDER (OPA): - Steunt de motie. Het gaat niet alleen om het leveren van voldoende gegevens, maar om het hele fenomeen regiegemeente. Wil graag de discussie over de regiegemeente voeren. Mevrouw LAND (GroenLinks): - Weet dat de heer Stoelinga een soort kruistocht voert tegen externen. De toon van de motie is erg drastisch. Is benieuwd hoe die zaken zich ontwikkelen. Wat staat er tegenover het aantal fte dat de gemeente heeft afgestoten? Er moet naar het totaalplaatje van het personeel worden gekeken in plaats van met een vinger naar de externe inhuur te wijzen. Is benieuwd wat de reorganisatie heeft opgeleverd. - De motie vraagt verantwoording in De Ronde. Dat kan niet. - Stemt tegen de motie. De heer PIJPER (D66): - Is voor transparantie. Verwacht dat het college bij alle begrotingen aangeeft welke zaken op het gebied van het personeelsbeleid zijn veranderd. Het personeelsbeleid is een resultante die altijd binnen financiële kaders moet plaatsvinden. Is er voor om in De Ronde over het personeelsbeleid in brede zin te spreken. - Stemt tegen de motie. De heer VAN WEGEN (BPA): - Het mandaat hoort bij de gemeenteraad en niet bij de top van het stadhuis. Wil de vinger aan de pols houden. - Sociaal Domein: veel zaken die zijn gedecentraliseerd vereisen meer permanente ambtenaren. Mevrouw VAN BRUGGEN (PvdA): - Is kritisch op onnodige inhuur van externen en heeft kritische vragen gesteld over payrolling. De huidige onzekere tijd met veel veranderingen vereist een flexibele inzet van arbeid. Heeft nu geen behoefte aan het vaststellen van streefcijfers. Ziet meer in een brede toekomstvisie op de inzet van flexibele arbeid. Dat kan goed in De Ronde, zeker in het kader van de kerntakendiscussie. - Heeft geen behoefte aan deze motie, maar wel aan helderheid op dit onderwerp. Mevrouw KENNEDY-DOORNBOS (ChristenUnie): - Externe inhuur is een collegebevoegdheid en het college blijft binnen de begroting. De schriftelijke vragen zijn goed beantwoord. Heeft geen behoefte hierover verder door te spreken en het college ter verantwoording te roepen. De heer MEIJER (SP): - Was aanwezig bij de behandeling van het Sociaal Domein. Ook de verzwaring daar brengt de politieke keuze mee of eigen formatie wordt ingezet of dat gebruik wordt gemaakt van externen. Dit alles is onderwerp van debat. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Blijft het vreemd vinden dat dergelijke gegevens moeten worden opgevraagd via schriftelijke vragen. Het college heeft een actieve taak 20

om de raad op de hoogte te brengen van substantiële wijzigingen. De gemeente is van 97 naar 123 fte gegaan. Sociaal Domein wordt onder andere als verklaring genoemd, terwijl in de antwoorden over de payrolling (PvdA) wordt aangegeven dat het bij het Sociaal Domein meevalt omdat de mensen nog in dienst zijn van de zorgaanbieders. Op de vragen van Amersfoort2014 is gezegd dat veel mensen tijdelijk in dienst zijn genomen vanwege het Sociaal Domein. Dat is een discrepantie in de antwoorden. De raad moet de kaders stellen en het moet in brede zin worden besproken. Vindt het jammer dat dit signaal niet wordt gesteund door een meerderheid van de raad, omdat het college tekort is geschoten. De VOORZITTER: - Gaat over tot de stemming. Motie 2015-161M, ingediend door Amersfoort2014, CDA: Externe inhuur personeel bij de gemeente Amersfoort Voor de motie stemmen de leden van de fracties van SP, CDA, OPA, BPA en Amersfoort2014. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van D66, VVD, ChristenUnie, PvdA en GroenLinks. Motie 2015-161M wordt verworpen met 12 stemmen voor en 26 stemmen tegen. 12.

Motie 2015-163M: De Vluchtelingenberg De heer MULDER (OPA): - Ook Amersfoort moet iets doen aan de vluchtelingenproblematiek. Hiervoor zou de Lichtenberg kunnen worden aangeboden. Geeft voorbeelden van diverse gemeenten die ruimten aanbieden aan vluchtelingen. Waar blijft Amersfoort? Vraagt een concreet aanbod waarover het COA kan oordelen. - Dient motie 2015-163M: "De Vluchtelingenberg" in. Mevrouw HOUWING (wethouder): - De berichten en de beelden van de afgelopen weken hebben allen geraakt. Beelden van de stromen vluchtelingen en de verschrikkelijke omstandigheden waarin zij verkeren. Er zijn veel initiatieven, bijdragen en er wordt onderdak aangeboden. De lokale overheid heeft de verantwoordelijkheid om opvang mogelijk te maken. Hierover is de afgelopen anderhalve week met het COA gesproken. - Er zijn vier typen opvang nodig: de acute noodopvang, de uitbreiding van de reguliere opvang, woonruimte voor statushouders en woonruimte voor de minderjarige en alleenstaande vluchtelingen. Er moet nu snel helderheid komen waaraan invulling kan worden gegeven. - Het college is bezig met een Plan van Aanpak. Wil snel, maar weloverwogen handelen. Het gaat om ingrijpende beslissingen waarbij afwegingen buiten bestaande kaders moeten worden gemaakt. Vraagt de tijd om de komende twee weken te werken aan het Plan van Aanpak en daarover vervolgens met de raad in gesprek te gaan, zodat gezamenlijk keuzes kunnen worden gemaakt over of en hoe de verzoeken van het COA kunnen worden ingewilligd. - Extra opvang vraagt iets van de stad en de inwoners. Er moet buiten vastgestelde kaders worden getreden en wellicht moet opnieuw worden gesproken over gemaakte afspraken om vluchtelingen, asielzoekers en/of statushouders welkom te heten. - Motie 2015-163M: "De Vluchtelingenberg": Wil aan de hand van het Plan van Aanpak open naar alle mogelijkheden kijken. Daarom is een 21

-

-

voorstel over één locatie niet aan de orde. De Lichtenberg: de gunning van de sloop is al verstrekt, de toestand van de gebouwen vraagt om een fikse investering voor herinrichting en het uitstelling van de bebouwing van de Lichtenberg heeft financiële gevolgen voor de grondexploitatie. Ontraadt de motie en vraagt de raad het Plan van Aanpak af te wachten. Het is goed te merken dat allen hun verantwoordelijkheid willen nemen en opvang willen bieden aan al die groepen mensen die zo hard hulp nodig hebben.

De heer EL-MESSAOUDI (PvdA): - Het is een heftig onderwerp in een complexe wereld. De vluchtelingen moeten niet allemaal als zielig of gevaarlijk worden bestempeld, maar kunnen in sommige gevallen ook als potentiële aanwinst worden gezien. - Wijst op de lugubere kant van wat er de afgelopen periode is gebeurd. Sommige burgers schreeuwen dat Nederland vol is en jubelen als duizenden bootvluchtelingen verdrinken in de Middellandse Zee. Kinderen verdrinken. - Mensen hebben huis en haard achtergelaten om een veilig heenkomen te vinden. Zij hebben alles wat zij hebben opgebouwd achtergelaten om naar een land te gaan om een veilige toekomst op te bouwen. - De afgelopen dagen heeft de wethouder helder aangegeven dat zij in gesprek is met het COA en dat zij komt met een visie. De PvdA en GroenLinks hebben aangegeven dat de raad daarin moet worden meegenomen. Dat signaal is aangekomen. - Steunt de motie niet. Wil de wethouder niet voor de voeten lopen. De heer HUIJDTS (D66): - De motie is voorbarig en niet nodig. Iedereen wil de vluchtelingen ruimhartig toelaten. De motie rijdt het lopende beleid in de wielen. - Achter de schermen wordt hard gewerkt. Wil een goed beleid en een goed Plan van Aanpak. - Stemt tegen de motie. De heer MEIJER (SP): - Woorden schieten tekort om de ernst van de situatie te omschrijven. Dringt aan op een spoedige oplossing, zo min mogelijk bureaucratie en de kortste weg, maar ook zorgvuldig. Zorgvuldigheid betekent ook dat wordt gekeken naar draagvlak in wijken waar eventueel locaties worden gekozen en dat de mensen intensief worden betrokken bij een dergelijke keuze. Er moet ook worden gekeken naar de gevolgen voor de leefbaarheid in de omgeving waar vluchtelingen eventueel worden gehuisvest. - Vreest dat van de motie een remmende werking uitgaat. Wil juist dat de eerste opvang met grote spoed wordt geboden. De heer HUNINK (ChristenUnie): - Stemt in met de woorden van voorgaande sprekers. - De motie is voorbarig. Het ziekenhuisgebouw is wellicht geen goede locatie, maar kan misschien worden meegenomen. Wil geen voorschot nemen. Stemt tegen de motie. Mevrouw JANSSEN (GroenLinks): - In oktober 2014 werd een motie aangenomen waarin de raad aangaf dat vluchtelingen welkom zijn. Het vinden van een locatie is een com22

-

plex proces, waarbij het college en het COA een lastige zoektocht hebben. Bijna een jaar later is er nog geen locatie of besluit. Hoe kan het dat de wethouder pas sinds anderhalve week met het COA in gesprek is? Het duurt al te lang. Hoe kan het dat zoveel gemeenten al opvanglocaties hebben geopend? Er moet meer vaart worden gemaakt. De intentie van de motie is goed. Heeft de heer Mulder zelf met het COA gesproken?

Mevrouw HOUWING (wethouder): - Nadat de motie in de raad is aangenomen is het college in gesprek gegaan met het COA. Heeft meerdere keren met het COA gesproken over uitbreiding van het huidige AZC. Het COA heeft het overleg daarover stopgezet omdat het zich wilde richten op andere locaties. Andere opties die via een quickscan zijn aangeleverd, zijn op dat moment afgewezen. - In de laatste weken is de situatie gewijzigd en sinds anderhalve week wordt gesproken over de huidige problematiek. Mevrouw BALLAST-TATARIAN (VVD): - De afgelopen periode heeft de vluchtelingenkwestie veel emoties losgemaakt. Wil niet alleen vanuit emoties kijken, maar ook vanuit het verstand. Het college is verstandig bezig. Stemt tegen de motie. De heer STOELINGA (Amersfoort2014): - Heeft per mail opgeroepen om samen op te trekken toen de eerste initiatieven uit de raad kwamen. De wethouder heeft toen direct aangegeven de problematiek te pakken en heeft de raad geïnformeerd over de stappen die ze gaat zetten. Wil het college niet voor de voeten lopen. Dringt aan op spoed. De heer VAN WEGEN (BPA): - Alle fracties zijn zeer betrokken bij deze problematiek. - De wethouder zei dat het geld en investeringen gaat kosten. Mogelijk moeten vergunningen ongeldig worden verklaard. De lokale overheid moet wellicht voor andere mensen pijnlijke beslissingen nemen. De mensen in de buurt moeten worden geïnformeerd. Het college moet knopen doorhakken. Het college heeft een wettelijke taak en moet de leiding nemen. - Is niet bang voor de motie, maar steunt de motie niet. Steunt de signaalfunctie van de motie. - De gemeente moet de regie in eigen hand houden. Als het te lang duurt kan het COA een locatie aanwijzen. De heer VAN KONINGSVELD (CDA): - Het is een uiterst complexe problematiek met veel schrijnende gevallen. De gemeente moet een goed plan hebben en zorgen voor beheersbaarheid, draagvlak en goede begeleiding. - De motie is voorbarig en beklemmend en wordt niet gesteund. De heer MULDER (OPA): - Het is vanzelfsprekend dat wordt meegeleefd met wat er nu gebeurt. - Toen de motie werd ingediend, was er nog geen sprake van een signaal dat de gemeente daadwerkelijk bezig was. Er was alleen een brief van het CDA en GroenLinks over de eerdere motie. - Wilde een signaal afgeven. - Heeft contacten met het COA; niet alleen met het hoofdkantoor, maar ook met mensen op de werkvloer. 23

-

Wil de motie intrekken.

De VOORZITTER: - Stelt voor de motie niet in stemming te brengen en constateert dat dit wordt gehonoreerd. Er moet een oplossing worden gevonden voor dit vraagstuk.

De VOORZITTER sluit de vergadering (23.15 uur) en dankt de aanwezigen voor hun inbreng. Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van d.d. *** de griffier,

de voorzitter,

24

Verslag Het Besluit 15 september 2015

De Ronde Datum: Aanvang:


Samen bouwen aan Evenementen II - Nota Evenementenbeleid 2015 Voorbereiding besluit

Verslag Het Besluit 15 september 2015

Samen bouwen aan Evenementen II - Nota Evenementenbeleid 2015 Voorbereiding besluit Agendapunt Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Raadsvoorstel Samen bouwen aan Evenementen II - Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Bijlage - Samen bouwen aan Evenementen - Nota evenementenbeleid 2015 (pdf) Raadsvoorstel Samen bouwen aan Evenementen I Amendement van 18-09-2012 A-3.2A (ChristenUnie) Visie op Festivals Raadsinformatiebrief 2012-124 Onderzoek Evenementen Raadsinformatiebrief 2013-025 Evenementen beter geregeld Raadsinformatiebrief 2014-081 Evenementen beter geregeld II Bijlage - Horecanota Amersfoort (2013) Schriftelijke vraag - *Beantwoording vragen 2015-080, VVD, Terrassen tijdens festivals (pdf) Schriftelijke vraag - *Beantwoording vragen 2015-081, PvdA, Evenementennota (pdf) Bijlage - Brief aan raad Koninklijke Horeca Nederland 31-8-2015 Kadernota Evenementen’ (pdf) Besluitenlijst Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015 (pdf) Bijlage - amersfoort.nl/evenementen Audioverslg

Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder

Programma Soort bijeenkomst Reden van aanbieding

Inhoud

Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolg

Advies presidium Bijbehorende documenten

Achtergronddocumenten

Reg.nr. 5028134 Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015 15 september 2015 College van B&W Ambtelijk contact Houwing Arendsen (033-469 4637) Kemmerling Buijtelaar Tigelaar 2. Veiligheid en handhaving/ 6. Sport/ 9. Cultureel klimaat/ 10. Economie en wonen Voorbereiding besluit Naar aanleiding van vraag van de raad om een brede visie op evenementen (amendement A-3.2A, 18 september 2012). Aangepast naar aanleiding van de bespreking in De Ronde op 13 januari 2015. Met de aanscherping van de nota Evenementenbeleid 2015 naar aanleiding van de opdracht uit uw raad om opnieuw met de horeca in gesprek te gaan is duidelijkheid geschapen over de (juridische) basis voor samenwerking tussen organisatoren en horecaondernemers. De Koninklijke Horeca Nederland onderschrijft de kaders en ambities uit de nota (brief aan de raad d.d. 31-08-2015). Ook is er inmiddels een structurele financiële basis voor een serviceorganisatie. Daarnaast is er structureel geld beschikbaar om snel en flexibel kunnen inspelen op kansen die zich voordoen om grootschalige evenementen die bijdragen aan de profilering van Amersfoort, naar de stad te kunnen halen. Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en de nota Evenementenbeleid 2015 en zich voor te bereiden op besluitvorming. Besluitvorming in Het Besluit. Na vaststelling wordt – samen met organisaties en partners in de stad – gestart met de uitvoer van de ambities zoals in de nota beschreven. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Raadsvoorstel Samen bouwen aan Evenementen II Samen bouwen aan Evenementen – Nota Evenementenbeleid 2015 Raadsvoorstel Samen bouwen aan Evenementen I Amendement A-3.2A (ChristenUnie) ‘Visie op festivals’, 18-9-2012 Raadsinformatiebrief 2012-124 ‘Onderzoek Evenementen’ Raadsinformatiebrief 2013-25 ‘Evenementen beter geregeld’ Raadsinformatiebrief 2014-81 ‘Evenementen beter geregeld II’ Beantwoording Schriftelijke vragen 2015-080 VVD Terrassen tijdens festivals en 2015-081 PvdA Evenementennota Horecanota Amersfoort (2013) Brief aan raad: Koninklijke Horeca Nederland 31-08-2015 ‘Kadernota Evenementen’ Al het flankerend beleid is opgenomen op www.amersfoort.nl/evenementen

#5028134 v2 - AGENDAPUNT DR 3-9-2015 'SAMENWERKEN AAN EVENEMENTEN' - NOTA EVENEMENTENBELEID 2015

Gemeente Amersfoort

RAADSVOORSTEL




: 01-09-2015 : 15-09-2015 : :

Reg.nr. Datum

: 5023754 : 1 september 2015

TITEL Samen bouwen aan Evenementen II - Nota Evenementenbeleid 2015

BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met de (aangescherpte) visie1 en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid 2015, met als belangrijke pijlers:  Een brede en samenhangende benadering voor het geheel aan sportieve, culturele en andersoortige evenementen, inclusief zakelijke evenementen en congressen;  Een positieve impuls geven aan de verdere professionalisering van de organisatie en uitvoering van evenementen,  De profilering van Amersfoort door evenementen met landelijke uitstraling mogelijk te maken 2. En daartoe: a. Vanaf 2016 jaarlijks een bedrag van € 65.000,- te storten in de bij de herstelbegroting 2015-2018 ingestelde reserve Evenementen; b. Vanaf 2016 jaarlijks een budget van € 15.000,- beschikbaar te stellen voor financiële ondersteuning kleinschalige lokale initiatieven (Moetjedoen!-budget); c. Vanaf 2016 jaarlijks een budget van € 100.000,- beschikbaar te stellen voor de financiële ondersteuning van de oprichting en exploitatie van een serviceorganisatie voor evenementen. 3. Het college opdracht te geven jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een voorstel te doen over de onttrekking van de reserve Evenementen ten behoeve van evenementen in het daarop volgende jaar. AANLEIDING

Op 13 januari 2015 is het raadsvoorstel #4984699 behorend bij de Nota Evenementenbeleid 2015 (concept) in de Ronde met de raad besproken en aangehouden. De raad heeft daarbij het college gevraagd om de volgende punten op te pakken: 1. Ondanks de uitgesproken instemming van de KHN (Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Amersfoort) wekte het relatief grote aantal insprekers vanuit de horeca de indruk dat de inhoud van de nota onvoldoende was afgestemd met de achterban van de KHN: de wethouder is gevraagd opnieuw in gesprek te gaan met de KHN en de insprekers. 1

Onder andere de uitwerking van amendement A-3.2A (CU) Visie op festivals.

Inlichtingen bij :

A. Arendsen, DIR/WW, (033) 469 46 37


2. De Raad vond de inzet om de (ontwikkeling van een) Serviceorganisatie voor evenementen in beginsel twee jaar financieel te ondersteunen, onvoldoende: de wethouder is gevraagd tot een structurele financiële ondersteuning te komen en de ontwikkeling van een serviceorganisatie verder met de stad uit te werken. 3. Inzicht te bieden in:  de verwerking van amendement A-3.2A (CU) Visie op festivals  aandacht voor diversiteit aan festivals  een duidelijk begrippenkader Met dit raadsvoorstel informeren wij u over de wijze waarop wij uw opdracht hebben ingevuld en tot welke aanscherpingen dit in de nota Evenementenbeleid 2015 (concept) heeft geleid. Wij leggen u de aangescherpte beslispunten ter besluitvorming voor. BEOOGD EFFECT

Met de aanscherping van de nota Evenementenbeleid 2015 naar aanleiding van de opdracht uit uw raad is duidelijkheid geschapen over de (juridische) basis voor samenwerking tussen organisatoren en horecaondernemers en over de structurele financiële basis voor een serviceorganisatie. Daarnaast is er structureel geld beschikbaar om snel en flexibel kunnen inspelen op kansen die zich voordoen om grootschalige evenementen die bijdragen aan de profilering van Amersfoort, naar de stad te kunnen halen. ARGUMENTEN 1.1 De opdracht van de raad om opnieuw in gesprek te gaan met horecaondernemers is uitgevoerd: op basis van een drietal gesprekken met horecaondernemers is het hoofdstuk over samenwerking aangepast De wethouder Cultuur heeft een drietal gesprekken gevoerd met KHN en insprekers (verenigd in de Werkgroep Horeca Amersfoort, WHA). Samengevat heeft dat geleid tot de volgende bevindingen en constateringen: - Uitgangspunt is dat goede samenwerking vooral het resultaat is van gelijkwaardigheid, wederzijdse inzet en constructieve afspraken. De KHN vertegenwoordigt de Amersfoortse horecaondernemers en blijft het eerste aanspreekpunt voor de wethouder/gemeente voor beleidszaken. Daarnaast per plein liefst één vereniging en één aanspreekpunt, zowel voor de gemeente als voor derden (bijvoorbeeld voor de inrichting en het beheer van het plein, het maken van afspraken voor het houden van een evenement, etc). - De inhoud van de Horecanota 2013 blijft het uitgangspunt voor zowel de nota Evenementenbeleid 2015 als de samenwerking tussen evenementenorganisaties en horecaondernemers; - De (juridische) basis voor samenwerking tussen evenementenorganisatie en horeca is toegespitst in het hoofdstuk ‘Samenwerking met de stad en op de pleinen’ en verder aangescherpt (p 7.)

1.2 Een helder kader voor samenwerking tussen organisatoren en horecaondernemers zorgt voor duidelijkheid Er is geen juridische basis voor het afdwingen van samenwerking tussen partijen: een goede samenwerking is het resultaat van wederzijdse inzet, gedeelde belangen en een win winsituatie voor betrokkenen. Het juridische kader en wederzijdse rollen en verantwoordelijkheden zijn uitgewerkt in het hoofdstuk ‘Samenwerking met de stad en op de pleinen’.


1.3 De uitvoering van amendement A-3.2 (CU) Visie op festivals in de nota waarborgt visie en diversiteit Met voorliggende nota is uitvoering gegeven aan amendement A-3.2A (CU) Visie op festivals. De nota is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met partners in de stad en beschrijft duidelijk wat onze gezamenlijke visie is op (het belang van) festivals, op de rol van de overheid in het financieel ondersteunen van festivals, en op de bijdrage van festivals aan gemeentelijke doeleinden (profilering van Amersfoort). Ook geeft de nota een duidelijk begrippenkader en biedt geen belemmeringen om een breed pallet aan evenementen te faciliteren. Het is daarmee aan evenementenorganisatoren om een divers aanbod te realiseren 2.1 De opdracht van de raad om tot een structurele financiële ondersteuning te komen van een serviceorganisatie is uitgevoerd met de vaststelling van de herstelbegroting Bij het opstellen van de Herstelbegroting 2015-20182 hebben wij ervoor gekozen om de ambities uit het coalitieakkoord 2014-2018 te handhaven, en de gelden niet incidenteel voor 2 jaar, maar structureel vrij te maken. Jaarlijks is een bedrag van € 100.000,- voor (de oprichting van) een serviceorganisatie beschikbaar. Daarmee is de financiële basis voor het vormgeven van een serviceorganisatie verzekerd en kunnen evenementenorganisatoren - ondermeer met behulp van de serviceorganisatie - de professionalisering van evenementen een stevige impuls geven. 2.2 Organisatoren en stakeholders hebben de inhoudelijke lead bij de ontwikkeling van de serviceorganisatie. De serviceorganisatie is gebaat bij een duidelijke opdracht van de stakeholders, bijvoorbeeld: ondersteuning bieden op het vlak van het opstellen van vergunningaanvragen, veiligheidsplannen, plattegronden/inrichtingsplannen, het maken van samenwerkingsafspraken, sponsoren fondsenwerving en inkoop, maar ook bij de evaluatie van (grootschalige) evenementen. Het voordeel hiervan is dat betrokken partijen - onder regie van de serviceorganisatie - structureel met elkaar samenwerken, en daardoor goed op de hoogte zijn van elkaars plannen, behoeften en belangen. Er kan een efficiencyslag worden gemaakt en financieel voordeel worden behaald. Ook heeft de serviceorganisatie een verbindende functie als kennis- en adviespunt en kan de organisatie een professionele gesprekspartner (ook voor de gemeente) zijn. In dit proces kunnen stakeholders gezamenlijk groeien in het professioneel organiseren van evenementen. 3. Met de reserve Evenementen kan worden ingespeeld op kansen Met het instellen van een reserve Evenementen3 heeft de raad de financiële voorwaarden gecreëerd om grote bovenregionale/nationale evenementen naar Amersfoort te kunnen halen. Meedingen naar het gastheerschap voor grootschalige evenementen gebeurt op basis van een bidbook, vaak in concurrentie met andere steden. Het college maakt jaarlijks een inschatting van de benodigde gelden en doet voorstellen om deze bij het vaststellen van de begroting aan de reserve te onttrekken. Zo doende kan snel worden ingespeeld op kansen die zich voordoen. KANTTEKENINGEN 1.1 De stakeholders hebben ondersteuning nodig bij de oprichting van de serviceorganisatie De organisatoren en stakeholders hebben weliswaar de lead bij de oprichting van een serviceorganisatie, maar geven tegelijkertijd aan dat het een omvangrijke opdracht is die geen van de (veelal vrijwillig opererende) organisatoren er gemakkelijk ‘bij kan doen’. Daarom vinden wij het belangrijk om een projectleider te benoemen die – onder regie van de partners - de vorm, inhoud en uitvoeringsagenda van een serviceorganisatie nader kan uitwerken. 2

Vanwege het door de provincie ingestelde Preventief Toezicht (januari 2015) was het nodig een Herstelbegroting op te stellen. 3 In deze reserve is in 2015 eenmalig € 300.000,- gestort, vanaf 2016 wordt jaarlijks € 65.000,- toegevoegd.


1.1.1.

De veelheid en diversiteit aan belangen rondom het organiseren van evenementen vormen een uitdaging Sinds jaar en dag is bekend dat in de binnenstad een groot aantal belangen, belanghebbenden en activiteiten in een relatief klein stukje stad samenkomen. Dat noopt tot zorgvuldig manoeuvreren, waarbij in ieder geval alle belangen en belanghebbenden in beeld zijn. Ook daarom vinden wij het nodig om voor de oprichting van een serviceorganisatie één projectleider aan te stellen, waar al deze lijntjes samen kunnen komen.

1.2 Het algemene belang stemt niet altijd overeen met het individuele belang Amersfoortse evenementenorganisatoren zijn niet verenigd. De KHN Amersfoort vertegenwoordigt de Amersfoortse horecaondernemers, maar niet iedere ondernemer is lid of actief betrokken. Dit maakt het lastig om tot overkoepelende afspraken te komen die door alle betrokkenen worden onderschreven en gedragen. Bovendien is er voor ieder festival of evenement maatwerk nodig: specifieke afspraken per plein, met zittende horecaondernemers. Omdat wij hier ook een grote verantwoordelijkheid van organisatoren en ondernemers zelf zien, wordt na de zomer gestart met gesprekken om tot constructieve samenwerkingsafspraken te komen. De gemeente is hierbij faciliterend. 1.2.1

Ervaringen uit het verleden belemmeren soms het zicht op samenwerking in de toekomst

Op sommige punten lijken de belangen van evenementenorganisatoren en horecaondernemers tegengesteld en de ervaringen uit het verleden vertroebelen soms het zicht op positieve samenwerking. Er moet daarom ook worden geïnvesteerd in een gelijkwaardige samenwerking en in het kweken van begrip voor ieders perspectief en belang zodat samen kan worden gewerkt aan gedeelde positieve ervaringen in de toekomst. FINANCIËN Aanpassing financiële basis Bij het opstellen van de Herstelbegroting 2015-20184 hebben wij ervoor gekozen om de ambities uit het coalitieakkoord 2014-2018 te handhaven en de gelden niet tijdelijk, maar structureel in te zetten. Daarnaast is eenmalig een extra bedrag van 300.000,-5 opgenomen om grote bovenregionale/nationale evenementen naar Amersfoort te kunnen halen. In het Coalitieakkoord - en vervolgens in de herstelbegroting 2015-2018 - is het structureel beschikbaar stellen van de volgende bedragen opgenomen: -

-

Voor het stimuleren en profileren van de aantrekkelijkheid van Amersfoort als congresstad willen wij jaarlijks € 150.000,- vrij maken voor grootschalige evenementen en/of congressen die de stad nog beter op de kaart zetten. Dit bedrag is begroot in het programma-onderdeel Economie, onder citymarketing; Voor het mogelijk maken van culturele evenementen en festivals met een (boven)regionale en/of landelijke uitstraling wordt jaarlijks € 100.000,- vrijgemaakt; Voor de organisatie van één- of meerdaagse sportactiviteiten en –toernooien wordt € 150.000,- per jaar ingezet als cofinanciering. De nadruk ligt op sportactiviteiten voor jeugd en jongeren.

Hiermee is jaarlijks structureel € 400.000,- extra voor evenementen beschikbaar. Een gedeelte daarvan (€ 180.000)6 zetten we jaarlijks als volgt in om een impuls te geven aan (de professionalisering van) publieksevenementen: 4

Vanwege het door de provincie ingestelde Preventief Toezicht (januari 2015) was het nodig een Herstelbegroting op te stellen. 5 Incidentele toevoeging aan de reserve Evenementen (2015), naast de jaarlijkse bijdrage van 65.000,6 Voor de overige gelden worden separaat voorstellen ingediend.


-

De opstart van een serviceorganisatie: Een jaarlijkse storting in de reserve Evenementen: De instelling van een Moetjedoen!-budget:

€ 100.000,€ 65.000,€ 15.000,-

Daarnaast stimuleren wij financiële betrokkenheid en cofinanciering vanuit het veld. Budget 2015 en 2016 Omdat er na vaststelling van de nota in 2015 nog maar beperkt tijd is om uitvoering te geven aan de ambities, is een groot deel (aandeel Sport en Cultuur) van de jaarlijks beschikbare middelen voor het jaar 2015 bij het opstellen van de herstelbegroting 2015-2018 al doorgeschoven en begroot in 2016. Dat betekent dat van het hiervoor genoemde structurele bedrag van € 180.000,- in 2015 € 50.000,beschikbaar is, en in 2016 € 310.000,- (€ 130.000,- incidenteel en € 180.000,- structureel). Vanaf 2017 is het jaarlijkse beschikbare bedrag structureel € 180.000,-. Dit leidt tot het volgende overzicht: Kosten in € Incidentele kosten 2015 Incidentele kosten 2016 Structurele kosten v.a. 2016

€ 50.000,€ 130.000,€ 180.000,-

Dekking in € € 50.000,€ 130.000,€ 180.000,-

Dekking vastgelegd in Herstelbegroting 2015-2018 Herstelbegroting 2015-2018 Herstelbegroting 2015-2018

Reserve Evenementen Daarnaast is eenmalig een bedrag van € 300.000,- (Herstelbegroting 2015-2018) vrijgemaakt voor het binnenhalen van grootschalige evenementen (cultuur, sport en/of publieksevenement) die bijdragen aan de profilering van Amersfoort. Dit bedrag wordt in 2015 als startkapitaal in de reserve Evenementen gestort. Het college maakt jaarlijks een inschatting van de benodigde gelden en dient bij het opstellen van de begroting voorstellen in om de benodigde gelden aan de reserves te onttrekken. Eventueel nietbestede blijven beschikbaar in de reserve. Mocht ten tijde van het opstellen van de begroting een bepaald evenement nog niet bekend zijn, dan zal het college de Raad over de gewenste besteding informeren bij de zomerrapportage van het betreffende jaar. Subsidieregelingen voor evenementen Amersfoort kent meerdere subsidieregelingen waaruit lokale evenementen (kunnen) worden ondersteund: - Meerjarige subsidie Cultureel Klimaat € 270.000, - per jaar - Incidentele subsidie Cultureel Klimaat € 50.000, - per jaar - Bijzondere Sportevenementen € 55.000, - per jaar - Grootschalige Sportevenementen € 100.000, - per jaar Voor de genoemde subsidieregelingen zijn structureel middelen in de gemeentebegroting beschikbaar, het subsidieplafond voor iedere regeling wordt jaarlijks in de begroting vastgelegd. RISICOPARAGRAAF Bij het onderwerp evenementen zijn vele organisaties, partners en belanghebbenden betrokken. Vooral bij de oprichting van een Serviceorganisatie voor evenementenorganisatoren is het belangrijk dat alle belanghebbenden voldoende actief bij het proces betrokken zijn en dat hun belangen dusdanig goed gediend zijn met de serviceorganisatie dat zij diensten (tegen betaling) afnemen en (in een later stadium) financieel bijdragen aan het in stand houden van de serviceorganisatie. Dit vraagt om een zorgvuldig proces, onder professionele begeleiding. Vervolgens zal de Serviceorganisatie haar bestaansrecht moeten bewijzen. Alleen dan zal cofinanciering vanuit organisaties en bedrijven een reële optie zijn.


COMMUNICATIEBOODSCHAP EN BETROKKEN PARTIJEN Ons evenementenbeleid levert een positieve bijdrage aan profiel van Amersfoort en een levendig woon-, werk-, en leefklimaat van de stad. Betrokken partijen zijn:  Culturele evenementenorganisaties  Culturele instellingen  Sportorganisaties (ASF, Stichting Marathon, Run033)  KHN en ondernemersverenigingen (Hof, LVK en Groenmarkt)  OBA  Ondernemersfonds  VVV  Stichting Citymarketing  Hulpdiensten

VERVOLGSTAPPEN Na vaststelling van de nota Evenementenbeleid 2015 wordt: 1. Een projectleider benoemd voor de opstart van het proces om te komen tot een Serviceorganisatie voor evenementen (evenementenorganisatoren, ondersteund door gemeente) 2. Vooruitlopend op het oprichten van de serviceorganisatie worden gesprekken met evenementenorganisatoren en horecaondernemers voortgezet, om binnen de geldende juridische kaders tot goede samenwerkingsafspraken te komen (evenementenorganisatoren en horecaondernemers, ondersteund door gemeente). 3. Het Moetjedoen!-budget ingesteld (gemeente) 4. Als zich kansen voordoen om gaststad te worden voor grote publieksevenementen, wordt inzet gepleegd en budget uit de reserve Evenementen benut om gaststad te kunnen zijn voor die evenementen die bijdragen aan de profilering van Amersfoort. Het college doet hiertoe voorstellen bij de jaarlijkse vaststelling van de gemeentebegroting (gemeente).


Daarmee wordt een stevige basis gelegd onder ons evenementenbeleid, die in komende jaren kan worden uitgebouwd en doorontwikkeld. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,

Bijlagen

de burgemeester,

- Raadsbesluit - Nota Evenementenbeleid 2015 ‘Samen bouwen aan Evenementen’

Gemeente Amersfoort

RAADSBESLUIT

Reg.nr .5023754

De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 september 2015, sector DIR/WW (nr.5023754); b e s l u i t:

1. in te stemmen met de (aangescherpte) visie en uitgangspunten voor het evenementenbeleid, zoals verwoord in de nota Evenementenbeleid 2015, met als belangrijke pijlers:  een brede en samenhangende benadering voor het geheel aan sportieve, culturele en andersoortige evenementen, inclusief zakelijke evenementen en congressen;  een positieve impuls geven aan de verdere professionalisering van de organisatie en uitvoering van evenementen;  de profilering van Amersfoort door evenementen met landelijke uitstraling mogelijk te maken; 2. daartoe: a. vanaf 2016 jaarlijks een bedrag van € 65.000,- te storten in de bij de herstelbegroting 2015-2018 ingestelde reserve Evenementen; b. vanaf 2016 jaarlijks een budget van € 15.000,- beschikbaar te stellen voor financiële ondersteuning kleinschalige lokale initiatieven (Moetjedoen!-budget); c. vanaf 2016 jaarlijks een budget van € 100.000,- beschikbaar te stellen voor de financiële ondersteuning van de oprichting en exploitatie van een serviceorganisatie voor evenementen; 3. het college opdracht te geven jaarlijks bij de vaststelling van de begroting een voorstel te doen over de onttrekking van de reserve Evenementen ten behoeve van evenementen in het daarop volgende jaar. Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier

de voorzitter

Samen bouwen aan Evenementen

Nota Evenementenbeleid 2015 Amersfoort, september 2015 #5029947

Inhoud Samenvatting ...........................................................................................................3 1.

Wat zijn visie en uitgangspunten van het evenementenbeleid?.........................................5

2.

Hoe wordt de waarde van grootschalige evenementen voor Amersfoort bepaald? ................ 12

3.

Wat is de rol van de gemeente? ............................................................................. 13

4.

Wat is de rol van de stad? .................................................................................... 13

5.

Belangrijke bouwstenen in het evenementenbeleid .................................................... 14

6.

Hoe past het evenementenbeleid in de bredere context? ............................................. 17

7.

Hoe worden de ambities uit het evenementenbeleid betaald? ....................................... 18

8.

Het resultaat! .................................................................................................. 19

2

Samenvatting Voor u ligt de geactualiseerde Nota Evenementenbeleid 2015. In 2012 heeft de raad ons opgedragen om de vergunningverlening van evenementen te evalueren en op basis daarvan tot een brede visie op evenementen1 te komen. Ook bij evenmenentenorganisaties leefde de wens om op een bredere en meer professionele manier naar evenementen te kijken. Samen met organisaties en partners in de stad is in de afgelopen periode gewerkt aan een nieuwe visie op evenementen: Evenementen en festivals2 dragen bij aan het profiel van Amersfoort als jonge, talentvolle woon-, werken gezinsstad. Culturele sportieve en andere publieksevenementen zetten we in als dragers voor een aantrekkelijke, levendige en eigentijdse stad! Onze visie op evenementen vertaalt zich in de volgende uitgangspunten:  Evenementen en congressen dragen bij aan de economie en het vestigingsklimaat van de stad  Cross overs tussen cultuur, sport en andersoortige (zakelijke) evenementen maken evenementen aantrekkelijker en zijn goed voor de samenwerking  Co-creatie is een belangrijke succesfactor  Een brede, samenhangende benadering: het geheel aan culturele-, sporten andere publieksevenementen en zakelijke congressen/evenementen, hun onderlinge samenhang en gezamenlijke meerwaarde voor de stad  Investeren in grootschalige niet-lokale evenementen is mogelijk na beoordeling van de waarde van het evenement voor de stad met behulp van het afwegingskader. De uitwerking van het nieuwe beleid rust op de volgende pijlers: 

Met een Evenementenfonds (reserve Evenementen) wordt gespaard om op kansen te kunnen inspelen om Amersfoort bovenregionaal en landelijk op de kaart te zetten, met bijvoorbeeld het gastheerschap voor een groot landelijk sport- of muziekevenement of het (door)ontwikkelen van een lokaal evenement met deze potentie.



Met het Moetjedoen!-budget kan snel financiële ondersteuning worden geboden aan kleinere initiatieven die – binnen de gestelde doelstellingen - goed zijn voor de stad.



De evenementenorganisatoren zien dat er winst te behalen is door meer en betere samenwerking en een efficiëntere organisatie. Zij willen gezamenlijk en met partners in de stad een professionaliseringsslag maken door het vormgeven van professionele ondersteuning aan evenementenorganisatoren, bijvoorbeeld in de vorm van een Serviceorganisatie, Regisseur of Netwerk Evenementen en Congressen.

Wij willen de evenementenorganisaties ruimte bieden en tegemoet komen in hun ambitie om verder te professionaliseren. De gemeente stelt zich hierbij nadrukkelijk op als makelaar en facilitator en ondersteunt op die manier (financieel) de professionaliseringsslag die evenementenorganisatoren en partners in de stad voor ogen hebben. Zo wordt de gezamenlijke kracht versterkt ten gunste van een levendige en bruisende stad.

1

Motie A 3.2 A Visie op festivals (CU), verwerkt in raadsbesluit #4073528: Herijking Cultuurbeleid ’Samenwerken aan een sterk cultureel klimaat’ (18 september 2012): 1. Bijdrage festivals aan gemeentelijke doeleinden (visie, zie voorliggende nota) verschilt per festival. Dit wordt alleen beoordeeld als subsidie wordt aangevraagd (beoordelingscriteria: zie subsidieregelingen cultureel klimaat) 2. In hoeverre komen festivals voor subsidie in aanmerking: zie subsidieregelingen cultureelklimaat 3. Financiering van veiligheidseisen komt voor rekening van de evenementenorganisatie, zie RIB 2013-25 4. Goede balans tussen lasten en lusten voor gemeente en evenementenorganisatie: zie voorliggende nota. 2

Onder een evenement of festival verstaan we: Elke voor publiek toegankelijke (verzameling van) voorstelling(en), optreden(s), en vorm van publieksvermaak, met inbegrip van herdenkingsplechtigheden, braderieën, optochten en feesten of wedstrijden, op of aan de weg. Onder zakelijke evenementen en congressen verstaan we: voor een selecte groep genodigden toegankelijke, besloten bijeenkomst met een zakelijk inhoudelijk karakter, op een daarvoor geschikte locatie.

3

De gemeente Amersfoort zet de inhoudelijke subsidieregelingen cultureel klimaat, sport en toerisme in om een breed en gevarieerd aanbod aan culturele, sportieve, zakelijke en publieksevenementen, festivals en congressen te ondersteunen. Daarbij maken we onderscheid tussen vrij toegankelijke publieksevenementen (veelal in de openbare ruimte) en besloten zakelijke congressen (vergader/congreslocaties). De gemeente heeft een duidelijke rol op het vlak van ontwikkeling van beleid, vergunningverlening, subsidieverstrekking, makelaar en facilitator. Evenementenorganisaties willen verder professionaliseren en groeien in cultureel en sportief ondernemerschap. Daarvoor zullen in de toekomst samenwerkingsverbanden tussen organisaties, partners in de stad en gemeente op een nieuwe manier moeten worden ingevuld. We kijken dan ook naar samenwerking over de stadsgrenzen heen, bijvoorbeeld met festivals in de regio, andere steden of met grote (landelijke) sportevenementen3. Tot slot stelt de gemeente – om te zorgen voor een betere dienstverlening aan organisaties - één centraal loket in voor alle zaken rondom evenementen. Looptijd Voorliggende nota is een kadernota: hiermee leggen we ambities vast en gaan – samen met partners in de stad – aan de slag om vorm en uitwerking aan deze ambities te geven. De kracht van de stad krijgt daarmee volop de ruimte. Het beleid4 zoals in voorliggende nota verwoord geeft richting en kader aan de gezamenlijke inzet rondom evenementen. Uit voorbeelden in het land hebben we geleerd dat het werken aan ‘profilering en positionering van een stad’ (in dit geval door inzet van evenementen), om een lange adem en het vasthouden aan keuzes vraagt. Daarom leggen we het evenementenbeleid voor langere tijd vast. Dat geeft ons de gelegenheid om de gemaakte (beleid-)keuzes en de uitwerking samen met evenementenorganisaties en partners in de stad, bestendig vorm te geven. We geven de uitwerking van de ambities uit de nota een impuls door het inzetten van (een deel van) de extra gelden uit het coalitieakkoord 2014-2018 voor: 1. een Evenementenfonds 2. een Moetjedoen!-budget 3. de financiële ondersteuning van de evenementenorganisaties bij het opzetten van een Servicenetwerk of -organisatie Evenementen en Congressen De looptijd van de nota Evenementenbeleid 2015 kent geen vast eindjaar, zoals voorheen. We leggen de beleidsvisie en ambities langjarig – voor tenminste 10 jaar – vast. We willen - afhankelijk van uitvoer en behoefte - pas weer een nieuwe visie of nieuw beleid opstellen als daar aanleiding voor is. Om te monitoren of we gezamenlijk op de goede weg zijn en voldoende voortuitgang boeken wordt iedere twee jaar met betrokken stakeholders geëvalueerd. De gemeente neemt hiertoe het initiatief.

3

Bijvoorbeeld samenwerking tussen Amersfoortse festivals en festivals in de stad of provincie Utrecht, of samenwerking op thema of programmering (filmfestivals, sportevenementen, etc.) 4

alle bestaande beleidsstukken rondom evenementen vormen het toetsingskader voor bijvoorbeeld het verlenen of afwijzen van vergunningaanvragen. Praktische informatie over het organiseren van evenementen, toelichtingen op aspecten van (het organiseren van) evenementen en geluidbeleid voor evenementen zijn te downloaden via www.amersfoort.nl. Aanvullende beleidsstukken en actuele informatie zijn eveneens terug te vinden op www.amersfoort.nl .

4

1. Wat zijn de visie en uitgangspunten van het evenementenbeleid? Aanleiding De raad heeft ons opgedragen om de vergunningverlening van evenementen te evalueren en op basis van de bevindingen tot een brede visie op evenementen5 te komen. De evaluatie is uitgevoerd en in 2013 is het protocol Vergunningverlening Evenementen ingevoerd 6. Ook is toen een aantal praktische en procesmatige verbeteringen doorgevoerd 7. Het proces heeft belangrijke ingrediënten opgeleverd voor onze visie op evenementen8 en de voorliggende nota Evenementenbeleid: was de vorige nota (Evenementenbeleid 2009-2015) een uitvloeisel van het cultuurbeleid en vooral gericht op culturele festivals en evenementen, de nu voorliggende nota geeft een integrale visie op alle vormen van evenementen. Deze nota is tot stand gekomen in nauwe samenwerking en afstemming met stakeholders, en vervangt de nota Evenementenbeleid 2009-2015. Visie Evenementen dragen bij aan de positionering en profilering van Amersfoort als een jonge, talentvolle woon-, werken gezinsstad. Een hoogwaardig en levendig cultureel, sportief en toeristisch aanbod heeft een positief effect op het culturele en sportief klimaat en daarmee op het verblijf- en vestigingsklimaat van Amersfoort voor bezoekers, bewoners en bedrijven. Het draagt bij aan de aantrekkelijkheid van de stad als woon- en werklocatie. Wij willen met het brede en integrale evenementenbeleid een impuls geven aan het versterken van dat profiel. Belang van evenementen Om een aantal redenen vinden wij evenementen belangrijk voor de stad: Evenementen stimuleren de binding met de stad Evenementen dragen bij aan de binding van de bewoners met de stad: als bezoeker of doordat de meeste Amersfoortse evenementen worden georganiseerd en gedragen door een grote groep enthousiaste Amersfoortse vrijwilligers. Evenementen dragen bij aan de lokale economie Festivals, (sport-)evenementen en congressen dragen direct bij aan de economie van de stad: festival- en congresbezoekers zorgen voor bestedingen in de stad, de horeca ziet tijdens een evenement zijn omzet stijgen. Evenementen dragen bij aan profilering van de stad Evenementen en congressen met bovenregionale of zelfs landelijke bekendheid vormen een visitekaartje van de stad en zijn daarom bij uitstek een middel om de stad te profileren. Denk bijvoorbeeld aan nationale muziek- of sportevenementen, de Spoorparade voor het 150-jarig bestaan van de NS, IT Innovation Day of het hosten van Serious Request.

5

Motie A 3.2 A Visie op festivals (CU), verwerkt in raadsbesluit #4073528: Herijking Cultuurbeleid ’Samenwerken aan een sterk cultureel klimaat’ (18 september 2012). 6 RIB 2012-124: Onderzoek Evenementen. 7

RIB 2013-25: Evenementen beter geregeld.

8

RIB 2014-81: Evenementen beter geregeld II

5

Uitgangspunten voor visie en beleid evenementenklimaat Amersfoort Onze visie en beleid voor het evenementenklimaat in Amersfoort zijn gebaseerd op een aantal uitgangspunten: Unieke evenementen op het gebied van cultuur/sport/anderszins In de Herijkingsnota ‘Samen werken aan een sterk cultureel klimaat’ is vastgelegd dat we in Amersfoort inzetten op hoge kwaliteit en een breed, gevarieerd aanbod. We willen geen dubbelingen en zo min mogelijk overlap tussen evenementen. Dit geldt ook voor het aanbod in sporten publieksevenementen. Daarom zetten we in op een breed en gevarieerd aanbod (binnen de beperkte ruimte van de stad). Dit betekent dat we kiezen voor unieke culturele, sporten andersoortige publieksevenementen en niet voor ‘meer van hetzelfde’. Voor zakelijke congressen en evenementen positioneren we de centrale ligging van Amersfoort en zetten we in op hoge kwaliteit en grote diversiteit van het aanbod aan faciliteiten 9. Evenementen zijn veilig voor bezoeker en omgeving Veiligheid speelt een hoofdrol bij de organisatie van evenementen, zowel voor bezoekers van het evenement als voor de omgeving waarin het evenement plaatsvindt. In de afgelopen jaren zijn (inter)nationale incidenten aanleiding geweest om meer aandacht te besteden aan de veiligheid van evenementen. Een goed uitgewerkt veiligheidsplan vormt een belangrijke voorwaarde voor vergunningverlening10. Hieraan wordt dan ook veel aandacht besteed door hulpdiensten en gemeente. De kosten van veiligheidsmaatregelen vormen onderdeel van de begroting van het evenement. Evenementen bieden voor elk wat wils en er is aanbod in alle seizoenen In principe moeten alle bewoners en bezoekers iets van hun gading kunnen vinden. De huidige diversiteit in het aanbod zien we als een groot goed. Bovendien vinden we het belangrijk dat er in onze stad gedurende alle seizoenen een breed aanbod is. Het aanbod aan evenementen wordt jaarlijks vastgelegd in de Evenementenkalender, waarbij rekening wordt gehouden met (geluids)belasting van de pleinen en spreiding (zowel in tijd, als over de pleinen). De stichting Citymarketing zorgt voor een brede communicatie over het aanbod. In het aanbod van evenementen is er extra aandacht voor jongeren Amersfoort is een jonge stad. Ongeveer een derde deel van de bewoners is jonger dan 24 jaar. Het is belangrijk om in onze eigen stad een aantrekkelijk en passend aanbod voor deze jongeren te hebben. We voorkomen daarmee dat jongeren noodgedwongen elders hun heil zoeken of wegtrekken en we verstevigen onze prille positie als aantrekkelijke studentenstad. De uitdaging is dan ook om een aanbod te faciliteren dat niet alleen méér jongeren trekt, maar vooral ook beter aansluit bij hun behoefte. Goede voorbeelden zijn de festivals Kultjurloop en Blokfest van Per Expressie, de activiteiten van Kultlab (o.a. festival Into the Woods, de Winterparade en Willem), Kraft en Festifoort. Ook sportevenementen als de Color Run en de Marathon spreken jongeren aan. Samenwerking met Citymarkering, poppodium De Kelder en andere podia en de samenwerking met sportverenigingen is daarbij essentieel. Evenementen met bovenlokale/nationale/internationale potentie Waar de mogelijkheid zich voordoet willen we –liefst in samenwerking met de Provincie Utrecht, de stad Utrecht en de gemeenten binnen de regio Amersfoort- initiatieven ondersteunen die zich kunnen ontwikkelen tot evenementen van bovenlokale, nationale of zelfs internationale betekenis11. Zo biedt het nieuwe sportcomplex in het Hogekwartier onze stad vanaf 2017 wellicht weer de mogelijkheid de positie van ‘nationale zwemstad’ te bemachtigen.

9

Plan ‘Locatie Amersfoort’, op grond van de met partners gedeelde ambitie om de regio Utrecht te positioneren als kennisregio. 10

Vergunningen worden verleend volgens het Protocol Vergunningverlening, zie www.amersfoort.nl

11

Hierbij kan de samenwerking met andere festivals of evenementen een uitgangspunt zijn (bijvoorbeeld lokaal de samenwerking zoeken met landelijke filmfestivals of sportkampioenschappen, samenwerking rondom een themajaar, etc.), maar ook een eigen (sport-) evenement, festival of congres kan een doel zijn.

6

Ook zien wij mogelijkheden in het verbinden van evenementen rondom de thema’s groen, slim en gezond waarmee we in het verband van de Economic Board Utrecht al samenwerken met kennisinstellingen, bedrijven en overheden binnen de provincie Utrecht.

Samenwerking met de stad en op de pleinen12 Een belangrijke voorwaarde voor een bruisend klimaat is draagvlak voor evenementen in de stad en op de pleinen13. Dat draagvlak is het grootst als de belangen van betrokkenen optimaal wordt ingevuld. Daarom stimuleren wij de samenwerking tussen alle belanghebbenden door:  betrokkenen met elkaar in gesprek te brengen  horecaondernemers aan te sporen zich te verenigen op de pleinen om belangenbehartiging en communicatie gestructureerd vorm te geven  als gemeente een duidelijke communicatiestructuur te hanteren Voor de samenwerking met de stad en op de pleinen hebben wij weliswaar duidelijke ambities maar weinig sturingsmiddelen: goede samenwerking is vooral afhankelijk van de inzet van betrokken partijen. Evenementen werken samen met partijen in de stad We stimuleren organisaties zoveel mogelijk de samenwerking met partners in de stad op te zoeken, bijvoorbeeld: culturele evenementen met culturele instellingen en met de aanwezige horeca; sportevenementen met de lokale sportverenigingen, zakelijke evenementen en congressen met lokale bedrijven en instellingen. Ook valt te denken aan arrangementen, waarin meerdere partners deelnemen. De pleinen in de binnenstad worden veelvuldig en voor meerdere doelen benut. De druk op de beperkte ruimte is daardoor soms groot. Om die reden hebben evenementen, die een binding hebben met de binnenstad - door samenwerking met ondernemers of instellingen ter plekke, dan wel door interactie met het decor van de historische binnenstad - onze voorkeur14. De evenementenorganisatie is vergunninghouder en aanspreekpunt De evenementenorganisatie vraagt een vergunning aan voor het evenement in al haar facetten. Voor de duur van een evenement is de evenementenorganisatie dan ook het aanspreekpunt voor het gebruik en de inrichting van de evenementenlocatie in de openbare ruimte.

Samenwerking tussen evenementenorganisatie en horeca

Samenwerking met de ondernemers ter plaatse komt het draagvlak voor het evenement en de lokale economie ten goede. De gemeente is dan ook voorstander van constructieve samenwerkingsafspraken tussen evenementenorganisatoren en lokale ondernemers. De inrichting en invulling van het evenemententerrein vormen een verplicht onderdeel van de evenementenvergunning en moeten worden weergegeven in de plattegronden bij de vergunningsaanvraag. Voor de samenwerking tussen evenementenorganisatie en horecaondernemers geldt de vigerende Horecanota Amersfoort (juni 2013) als uitgangspunt. In individuele terrasvergunningen is bepaald dat een terras zonodig moet wijken als dat voor de uitvoer van het betreffende festival of evenement nodig is. Bij een grootschalig evenement is vaak sprake van een horecacomponent. In dat geval moet in de vergunningaanvraag duidelijk worden aangegeven op welke manierde horecacomponent van het evenement wordt vormgegeven (precieze afbakening van het evenemententerrein, samenwerking met (lokale) horecaondernemers, al dan niet alcoholverstrekking, wijze van uitgifte, glas of plastic, etc). Ook bij samenwerking met horecaondernemers in het vormgeven van de horecacomponent van

12

De inhoud van deze paragraaf maakt beleidsregel ‘Gebruik Pleinen Binnenstad’ (over het gebruik van pleinen in de binnenstad tijdens openluchtevenementen) overbodig. Om de hoeveelheid regelgeving te beperken wordt betreffende beleidsregel met vaststelling van voorliggende nota ingetrokken. 13

In het Locatieoverzicht (zie www.amersfoort.nl) zijn de specifieke kenmerken en voorwaarden per locatie vastgelegd. Om zo veel mogelijk maatwerk te kunnen leveren wordt in overleg met de hulpdiensten bepaald wat op een specifieke locatie mogelijk is. 14

Het niet hebben van een binding met de locatie is overigens op zichzelf geen reden om een vergunning te weigeren.

7

een festival of evenement blijft de organisatie verantwoordelijk voor de naleving van de vergunningvoorwaarden. Het maken van afspraken over de wijze van samenwerking tussen evenementenorganisatoren en horeca (concepten, verdienmodellen) is een zaak van evenementenorganisatoren en horecaondernemers onderling. Wij zien vooral kansen voor constructieve samenwerking als de horecaondernemers per plein verenigd zijn in een heldere structuur (stichting of ondernemersvereniging) en onderling in goed overleg de samenwerking met evenementen kunnen vormgeven. Evenementenorganisaties geven aan dat het voor hen belangrijk is dat er één duidelijk en gezamenlijk aanbod van de horecaondernemers op een plein ligt om invulling te geven aan de horecacomponent van een evenement. Versnippering en onduidelijkheid komen de samenwerking niet ten goede. Wij zien de samenwerkingsafspraken tussen evenementenorganisaties en horecaondernemers als een van de uitwerkingsonderwerpen van deze nota. De KHN is hierin een belangrijke verbindende schakel. Duidelijke (communicatie)structuur Omdat het voor de gemeente niet mogelijk is om met iedere horecaondernemer afzonderlijk te communiceren is een duidelijke (communicatie)structuur belangrijk. De Koninklijke Horeca Nederland (afdeling Amersfoort) vertegenwoordigt de Amersfoortse horecaondernemers in algemene zin. Voor de gemeente is de KHN Amersfoort gesprekspartner als het gaat om onderwerpen die de Amersfoortse horeca in het algemeen betreffen, zoals het opstellen van nieuw beleid. Communicatie en samenwerking zijn het meest gebaat bij één vereniging of stichting (die liefst alle, maar in ieder geval de meerderheid van de ondernemers op een plein vertegenwoordigd) en één pleinhoofd Voor ondernemers zijn gezamenlijke belangenbehartiging en goede samenwerking op het plein belangrijke redenen om zich per plein te verenigen in een stichting of ondernemersvereniging. Marktverplaatsing In de Marktverordening wordt het aantal marktverplaatsingen ten behoeve van evenementen vastgelegd. Gezien de hieraan verbonden kosten en praktische implicaties geldt een maximum aantal verplaatsingen per jaar: anno 2015 is vastgelegd dat de markt maximaal twee maal per jaar wordt verplaatst ten behoeve van een evenement. De vrijdag- en zaterdagmarkt worden dan van de Hof verplaatst naar een andere locatie. In de overige gevallen is het in overleg mogelijk afspraken te maken over het eerder opruimen van de markt waardoor de evenementenorganisatie eerder kan opbouwen. De gemeente is verantwoordelijk voor de vergunning(verlening) en handhaving. Vergunningaanvragen voor grote evenementen worden behandeld volgens het Protocol Vergunningverlening15. De gemeente is verantwoordelijk voor de (inhoud van de) vergunning en een objectieve belangenafweging voor alle betrokkenen (o.a. evenementenorganisatoren, ondernemers, maar zeker ook bewoners). De juridische grond hiervoor is de (eind)verantwoordelijkheid van de burgemeester voor de openbare orde en veiligheid in de stad. De inhoud van de vergunning wordt in alle gevallen afgestemd met de hulpdiensten. De gemeente verstrekt de evenementenvergunningen tijdig, zodat horecaondernemers, bewoners en belanghebbenden tijdig kunnen worden geinformeerd over het plaatsvinden van het evenement. Ondernemers – voor zover al niet betrokken in het horecaconcept van het evenement - moeten vooral vroegtijdig duidelijkheid hebben over de aard en de omvang van het evenement. De communicatie hierover gebeurt in nauw overleg en is een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente en evenementenorganisatie: - de gemeente communiceert in algemene zin via dagen weekbladen en website (jaarlijkse evenementenkalender, aankondigingen, publicaties van verleende vergunningen, etc) en waar nodig direct met ondernemers en belanghebbenden. De digitale ontsluiting van relevante informatie via de gemeentewebsite wordt de komende periode verder ontwikkeld. - De evenementenorganisatie communiceert zo nodig direct met ondernemers (via de hierboven omschreven communicatiestructuur: via vereniging en/of pleinhoofd), bewoners en 15

Het Protocol Vergunningverlening is terug te vinden op www.amersfoort.nl

8

belanghebbenden. Dit kan zijn om af te stemmen, afspraken vast te leggen en/of om te informeren, bijvoorbeeld in overlegsituaties of door middel van aankondigingen (huis-aan-huis). De evenementenorganisatie is verantwoordelijk voor uitvoering van het evenement conform de ingediende aanvraag en volgens de in de vergunning vastgelegde voorschriften en afspraken. De gemeente treedt handhavend op als de voorschriften en afspraken uit de vergunning niet worden nageleefd. Ieder grootschalig evenement wordt met organisator, gemeente en hulpdiensten geëvalueerd. Uitkomsten van deze evaluatie kunnen bepalend zijn voor vergunningverlening in volgende jaren. De gemeente verleent geen vergunningen aan derden voor op zichzelf staande activiteiten in de openbare ruimte die gelijktijdig met het evenement en op dezelfde locatie worden gepland16.

Waaraan besteden we de komende jaren extra aandacht? De komende jaren besteden we extra aandacht aan de onderstaande aspecten van evenementen. Breed De vorige evenementennota beperkte zich tot culturele evenementen. In deze nota koersen we nadrukkelijk op een verbreding, omdat we vinden dat ook sport en andere (zakelijke) evenementen en congressen als belangrijke bouwstenen moeten worden betrokken bij het evenementenbeleid. Professionalisering Evenementenorganisaties willen een meer strategische en efficiënte werkwijze en een betere organisatie van gemeenschappelijke belangen. Daarom zoeken zij een verdere verdieping van de samenwerking met elkaar, met andere partners in de stad en met de gemeente. Om dat geheel op eigen kracht te doen is lastig. Immers, evenementenorganisaties bestaan grotendeels uit vrijwilligers. Zij geven aan dat er behoefte is aan een serviceorganisatie, -netwerk of regisseur, die ondersteunend is aan die professionaliseringsslag en vragen de gemeente om (financiële) ondersteuning bij de opzet en vormgeving van een dergelijke ondersteuning. Wij zijn van mening dat ondersteuning van en voor de evenementenorganisaties een belangrijke rol kan vervullen bij versterking van de werkwijze, samenwerking en organisatie bij evenementen en festivals. Voor de opstartkosten van dit soort ondersteuning wil het college de komende 2 jaar extra middelen beschikbaar stellen. Inzetten op bovenregionale en landelijke profilering In de Herijkingsnota Cultuur (2012-2016) geven we aan dat festivals en evenementen belangrijk zijn voor cultureel klimaat in Amersfoort. Daarom blijven wij inzetten op een breed palet aan activiteiten, festivals en evenementen van hoge kwaliteit. Voor bezoekers én voor bewoners van de stad. Lokale evenementen, die georganiseerd worden voor en door bewoners hebben daarin vanouds een plek. Daarnaast willen we sterker inzetten op evenementen van bovenregionale en landelijke importantie: professionele festivals – al dan niet met lokale roots - die bijdragen aan de bovenregionale en landelijke profilering van Amersfoort als stad. Profilering en positionering van Amersfoort Amersfoort is een jonge, talentvolle maar ook groeiende stad. Festivals, evenementen en (zakelijke) congressen van bovenregionale en landelijke bekendheid kunnen een goede bijdrage leveren aan de positionering en profilering van Amersfoort. Dat sluit ook aan bij de citymarketingdoelstellingen om Amersfoort bovenregionaal en landelijk steviger op de kaart te zetten, en het vestigingsklimaat te optimaliseren. Daarom willen we toonaangevende evenementen - die bij het profiel van Amersfoort en haar inwoners passen - in onze stad laten plaatsvinden. Dit kan zowel een landelijk evenement zijn dat in Amersfoort neerstrijkt of een (nieuw) lokaal initiatief dat zich kan ontwikkelen tot een specifiek, beeldbepalend evenement met nationale bekendheid. Om de financiering hiervan mogelijk te maken , is bij de Herstelbegroting 2015-2018 een Evenementenfonds (reserve Evenementen) ingesteld. Naast de incidentele storting van

16

APV Art. 2.25

9

€ 300.000,- bij het vaststellen van de Herstelbegroting, willen we deze reserve voeden met een deel van de extra middelen uit het coalitieakkoord. Het college weegt op grond van een bidbook en/of acquisitie met behulp van het afwegingskader17 de waarde van evenementen voor de stad, en kan bij de jaarlijkse vaststelling van de begroting de benodigde gelden aan de reserve Evenementen onttrekken. Talentontwikkeling Amersfoort barst van het talent. Ook tijdens festivals en evenementen willen we een podium bieden aan jong en lokaal talent. De stad is een broedplaats voor jonge artiesten en makers op het vlak van theater, producties en festivals. Voorbeelden daarvan zijn Jiggy Djé, Miss Montreal, Blaudzun en Jett Rebel. Ook voor jonge evenementenorganisatoren is Amersfoort een bakermat: Per Expressie, Het Klassiek en Kultlab laten zien dat jonge makers creatief en gewaagd te werk gaan. Zij vervullen bovendien een voorbeeldfunctie als het gaat om samenwerken, netwerken en open source kennisdeling. Amersfoort wil hier in de subsidieregelingen meer de nadruk op leggen. Sportieve Evenementen Wij willen Amersfoort meer als ‘sportstad’ profileren. In december 2013 heeft de Raad met de nota ‘Amersfoort F!t’ unaniem het nieuwe sportbeleid vastgesteld. Hoofdambitie van het nieuwe sportbeleid is dat zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen. Sportevenementen maken de stad aantrekkelijk en levendig en ze dragen bovendien bij aan de doelstelling van het sportbeleid om zoveel mogelijk Amersfoorters te laten sporten en bewegen. Wij willen Amersfoort als loopstad op de kaart zetten en ondersteunen initiatieven die daaraan bijdragen. Hardloopevenementen, zoals de marathon, zijn daarvoor bij uitstek geschikt. Zo biedt Run 033 een loopkalender met verschillende lopen gedurende het jaar door en rond de stad. Ook de bouw van het nieuwe sportcomplex Hogekwartier biedt kansen: het zet Amersfoort vanaf 2017 sportief weer op de kaart als zwemstad en biedt straks de mogelijkheid om landelijke en (boven)regionale sportactiviteiten te organiseren. Sportevenementen bieden goede mogelijkheden voor cross overs met andere evenementen, bijvoorbeeld door muziek of acts in te zetten. Jong talent in de sport en op het podium hebben meer gemeen dan op het eerst gezicht lijkt: beide vragen veel oefening, goede coaching en begeleiding en gelegenheden om te presteren. Ook hier kan een verbinding met andere evenementen worden gezocht. Als organisatoren van sportevenementen actief de verbinding zoeken met andere domeinen, zoals cultuur, dragen zij daarmee bij aan de profilering van Amersfoort als aantrekkelijke levendige en eigentijdse stad. In het coalitieakkoord 2014-2018 is een jaarlijks bedrag voor meerdaagse sportactiviteiten opgenomen. Dit biedt – naast de marathon - mogelijkheden om Amersfoort verder te profileren als ‘sportstad’, waarbij ook de ‘link’ met andere evenementen wordt gezocht. Cross-overs Door verdieping van de onderlinge samenwerking zullen zich meer mogelijkheden voor cross-overs voordoen: culturele evenementen met een sportieve, zakelijke of andere component, of sportieve evenementen met een culturele, zakelijke of andere component. Hierbij worden verbindingen gelegd tussen culturele organisaties, sportverenigingen en bedrijven. Voorbeelden daarvan zijn de Press, activiteiten van de VAB, Koningsnacht (culturele programmering gecombineerd met een run) en de Koningsdag (Koningsdagfestiviteiten en muziek gecombineerd met een beachvolleybaltoernooi). Zakelijke congressen en evenementen Met haar grote aantal hoog aangeschreven adviesbureaus is Amersfoort adviesstad nummer 1 in Nederland. De centrale ligging maakt de locatie Amersfoort bovendien een aantrekkelijke congresstad en dat willen we verder uitbouwen. Hiervoor hebben we geld gereserveerd in het coalitieakkoord 2014-2018. Zakelijke congressen en evenementen dragen bij aan het zakelijk profiel

17

Het afwegingskader staat beschreven in hoofdstuk 2 ‘Hoe wordt de waarde van grootschalige evenementen voor Amersfoort bepaald?’.

10

van Amersfoort, bieden een versterking voor ons vestigingsklimaat en zijn goed voor de lokale economie. Daarnaast zijn ze een van de instrumenten om onze regio en de provincie Utrecht competitief te houden binnen Europa. Verbinding met het bedrijfsleven Niet alleen wordt de actieve en financiële betrokkenheid van het lokale en regionale bedrijfsleven gezocht bij culturele en sportieve evenementen, maar ook zal steeds meer de strategische verbinding op inhoud en thema’s worden gelegd. Een goed voorbeeld hiervan is de IT Innovation Day, een zakelijk evenement in De Nieuwe Stad waar de ontwikkeling van IT en digitalisering centraal stond. De focus ligt daarbij op de thema’s groen, gezond en slim: ambities vanuit de Economic Board Utrecht om de positie van de provincie Utrecht als meest competitieve regio in Europa te behouden. Duurzaamheid Amersfoort wil een duurzame stad zijn. Ook evenementen kunnen duurzaam worden georganiseerd. Gebruik van maïsglazen en afvalinzameling zijn daarvan slechts het begin. Steeds meer ingeburgerd raken ook het op duurzame wijze vervoeren van bezoekers (fietsen, OV en carpoolen), e- en mticketing (elektronische of mobiele ticketverkoop), het gebruik van groene stroom en de verkoop van biologisch voedsel18. Met het opzetten van een serviceorganisatie leveren we ook een duurzame bijdrage aan de continuïteit van evenementen in de stad. Eemplein Naast de sfeervolle pleinen van de historische binnenstad biedt het nieuwe Eemplein aantrekkelijke mogelijkheden voor het organiseren van activiteiten en evenementen. Op de pleinen in de historische binnenstad geven wij de voorkeur aan evenementen die zich verbinden met de locatie en zich richten op samenwerken met ondernemers ter plekke (dat geldt uiteraard ook voor evenementen op het Eemplein). Samenwerking met podia We blijven de samenwerking met de verschillende podia in Amersfoort stimuleren, zodat festivals en evenementen een combinatie van binnen- en buitenlocaties voor hun activiteiten kunnen kiezen. Spreiding van activiteiten over de verschillende de seizoenen is gewenst om zo ook te zorgen voor een levendig najaar- en winterseizoen. Rolverandering In de afgelopen jaren zien we dat de rol van de gemeente steeds meer verschuift van subsidieverstrekker naar makelaar en facilitator, om zo de samenwerking tussen organisaties en bedrijfsleven te bevorderen. Samenwerking met andere culturele instellingen, sportverenigingen en organisaties, maar ook met commerciële partners in horeca, detailhandel en bedrijfsleven is een steeds belangrijker voorwaarde geworden om te kunnen programmeren. Hogere eisen aan beheer en veiligheid brengen hogere kosten met zich mee. Dat vraagt meer professionaliteit van de organisatie en nieuwe manieren van samenwerken en delen.

18

Meer informatie over het duurzaam organiseren van evenementen is te vinden op www.amersfoort.nl.

11

2. Hoe wordt de waarde van grootschalige evenementen voor Amersfoort bepaald? Het evenementenklimaat als geheel wordt bepaald door (de waarde van) de afzonderlijke evenementen. Regelmatig wordt Amersfoort gevraagd gaststad te zijn voor een landelijk evenement. Dan is het belangrijk om de waarde van een specifiek evenement voor Amersfoort zo objectief mogelijk te kunnen beoordelen. Voor ieder evenement dat zich aandient moet een vergunning worden aangevraagd. Daarnaast wordt soms subsidie of een andere financiële bijdrage gevraagd. Soms gaat het om een keuze tussen meerdere evenementen die zich aandienen. Soms gaat het simpelweg om een principebesluit: past dit evenement bij Amersfoort? Bij de afweging van de waarde van een evenement voor Amersfoort, zijn verschillende typen factoren aan de orde, namelijk inhoudelijk (profilering en positionering), qua rendement en opbrengsten (economisch en maatschappelijk), en qua kosten (geld, tijd en capaciteit): 1. Versterkt het evenement ons inhoudelijke profiel zoals in het kader van de citymarketing geformuleerd, d.w.z. als jonge, talentvolle woon-, werken gezinsstad? 2. Versterkt het evenement de positionering van Amersfoort als cultuur- en/of sportstad of als toeristische bestemming? 3. Wat is het verwachte economische rendement van het evenement (inkomsten horeca, detailhandel, toeristisch/recreatieve sector, werkgelegenheid) en hoe verhoudt zich dat tot de kosten? 4. Wat is het verwachte maatschappelijk rendement van het evenement, m.a.w. versterkt het de lokale samenwerking en binding met de stad? Een openbaar toegankelijk evenement voor een brede publieksgroep verschilt daarbij van een besloten zakelijk congres; 5. Wat is de media-exposure en de publiciteitswaarde van het evenement? 6. Biedt het evenement mogelijkheden tot kansrijke cross-overs of een bredere themagerichte benadering? Sommige evenementen kunnen elkaar versterken, andere staan los van elkaar of werken tegen elkaar in. 7. Welke investeringen zijn nodig op het gebied van geld (gemeentelijke gelden, bijdragen vanuit de stad en sponsoren/fondsen), tijd en inzet (hoeveel tijd en inzet kost de voorbereiding en de organisatie, en is daarvoor voldoende capaciteit beschikbaar bij gemeente en hulpdiensten)? 8. Naast de inhoudelijke profilering en positionering van de stad kan nog meewegen dat Amersfoort expertise en routine kan opbouwen als gaststad voor grotere (landelijke) evenementen, waarmee we er beter voor komen te staan bij toekomstige locatiekeuzen (voor landelijke evenementen die jaarlijks een andere stad aan doen). 9. Is er sprake van doorwerking van de waarde of de effecten gedurende een bepaalde periode of op de langere termijn? (Bijvoorbeeld de status van ‘Culturele Hoofdstad’ werkt langer door dan het betreffende jaar). 10. Soms is ook de slagingskans in relatie met de timing van belang of is de landelijke spreiding een afwegingsfactor. Afhankelijk van eerdere edities wordt gezocht naar gaststeden in een bepaalde regio of provincie, om zo over de jaren een eerlijke spreiding te bewerkstelligen. 11. Welke randvoorwaardelijke criteria en condities zijn aan de orde in termen van gemeentelijke financiële middelen, (financiële) ondersteuning door lokale/landelijke sponsors en/of fondsen, en in termen van capaciteit (kwaliteit en menskracht). Op grond van deze criteria beslist het college om al dan niet gaststad te zijn voor een evenement en zo nodig een (financiële) bijdrage te leveren.

12

3. Wat is de rol van de gemeente? De gemeente Amersfoort werkt in regie. Dit betekent voor evenementen dat de gemeente reguleert en in bepaalde gevallen faciliteert en/of subsidieert. De gemeente initieert of organiseert zelf geen evenementen. Het evenementenaanbod in de stad bestaat daarom vooral uit initiatieven van private partijen. Vergunningverlener De gemeente heeft een onafhankelijke positie in haar rol van vergunningverlener 19, houdt rekening met belangen van bewoners en betrokkenen in de stad en laat zich als subsidieverstrekker voor de culturele evenementen adviseren door een adviescommissie20. Makelaar en facilitator De gemeente spant zich in om organisaties en partijen bij elkaar te brengen en tot verdergaande samenwerking te stimuleren. Wij willen een faciliterende rol vervullen, zodat de gezamenlijke kracht van evenementenorganisatoren en partners in de stad wordt versterkt. Gaststad Op grond van het in hoofdstuk 2 beschreven afwegingskader bepaalt de gemeente of (en voor welke) grote toonaangevende bovenregionale/nationale evenement(en) zij gaststad wil zijn en of zij daartoe (financiele) middelen wil inzetten21.

4. Wat is de rol van de stad? De rol van de stad (in dit geval van evenementenorganisaties, partners en stakeholders in de stad) ligt vooral in het actief inhoudelijk vormgeven en uitvoeren van ambities, meedenken en betrokken zijn. De mogelijkheden voor cross overs en verdere samenwerking kunnen nog meer worden benut. De samenwerking tussen evenementenorganisaties en (culturele) instellingen, sportverenigingen, regionale/landelijke partners, maar ook met lokale ondernemers en bedrijfsleven biedt nog meer kansen. Dit vraagt om een open houding en het gezamenlijk zoeken naar verbindingen: op inhoud, thema, locatie, tijdstip en planning. Evenementenorganisaties kunnen nog veel transparanter en uitnodigender werken, zodat partijen van elkaar kunnen leren en daardoor makkelijker samenwerkingsmogelijkheden zien. Ook verwachten we dat partijen steeds meer zullen zoeken naar mogelijkheden om geldstromen en doelstellingen te combineren, zodat een praktisch en financieel synergie-effect wordt bereikt. De ondersteuning van al deze processen door de opzet van de Serviceorganisatie Evenementen en Congressen is vooral in het belang van evenementenorganisaties, die daarom een cruciale rol in de vormgeving en oprichting vervullen.

19

Het proces van vergunningverlening is transparant en overzichtelijk vastgelegd in het Protocol Vergunningverlening Evenementen, zie www.amersfoort.nl. 20

De BACK (Brede Adviescommissie Cultureel Klimaat)

21

Het college beslist op grond van een bidbook en/of acquisitie wat de mogelijke waarde van een evenement voor Amersfoort is.

13

5. Belangrijke bouwstenen in het evenementenbeleid Brede en samenhangende benadering Zowel evenementenorganisatoren als gemeente kijken naar het geheel aan culturele-, sport-, en andere (publieks)evenementen en zakelijke congressen/evenementen, hun onderlinge samenhang en gezamenlijke meerwaarde voor de stad. Evenementenorganisaties in de stad zoeken elkaar steeds meer op: vanwege de voordelen die samenwerking biedt, maar ook in het gezamenlijk groeien in professionaliteit. Vooral de jongere organisaties zijn volop bezig met kennisdeling en het zoeken van synergie. Dit gebeurt niet alleen binnen het eigen domein (cultuur, sport of anderszins), maar ook domeinoverstijgend. Samenwerking en professionalisering Evenementenorganisaties zien een verdieping van de samenwerking tussen organisaties onderling als een eerste stap naar verdere professionalisering. De mogelijkheden voor gezamenlijke promotie en inkoop (bijvoorbeeld contracten met beveiligingsbedrijven en leveranciers), het delen van kennis en open source-samenwerking, talentontwikkeling en gezamenlijke afspraken met horeca en detailhandel worden nu nog onvoldoende benut. De samenwerking tussen de gezamenlijke evenementenorganisaties en partners in de stad is één van de uit te werken onderwerpen uit deze kadernota. Dat geldt ook voor de samenwerking met (horeca)ondernemers en bedrijfsleven, in concepten en sponsorarrangementen, en in samenwerking op thema’s en/of inhoud. Een volgende stap is het professionaliseren van de samenwerking rondom evenementen, waarbij met betrokken partners wordt gekeken naar aspecten die anders, beter, professioneler of integraler kunnen worden georganiseerd. Dat geldt ook voor het zoeken naar manieren om de toegevoegde waarde van het evenement maximaal te kapitaliseren. Ook de kansen voor cross overs, de samenwerking met het bedrijfsleven en de mogelijkheden om culturele en sportieve evenementen te koppelen aan de groeiende markt voor zakelijke evenementen en congressen moeten worden opgepakt. Tot slot zijn er volop kansen voor ontwikkeling van een pakket van adviesdiensten voor zakelijke evenementen en congressen als het gaat om het samenstellen van arrangementen, locatiekeuze, hotel, financiering, congresorganisatie, hospitality, vervoer, etc. Bouwstenen voor de uitvoering van het evenementenbeleid Om evenementenorganisaties beter te kunnen faciliteren in hun ambitie om meer integraal en professioneler te werken stellen wij voor om: 1. een gemeentelijk Evenementenfonds (reserve Evenementen) en een Moetjedoen!-budget in te zetten voor (mede)financiering van initiatieven; 2. de oprichting van een Servicenetwerk cq -organisatie voor evenementen te faciliteren; 3. één gemeentelijk loket voor evenementen in te richten om de dienstverlening aan evenementenorganisaties verder te verbeteren. Evenementenfonds en Moetjedoen!-budget We reserveren een substantieel budget in een gemeentelijke reserve Evenementen22 (het Evenementenfonds), een spaarpot waarmee geld wordt gespaard om snel in te kunnen spelen op kansen om bijzondere evenementen aan te trekken, zoals bijvoorbeeld het gastheerschap voor Serious Request, of voor nationale sport- of muziekevenementen.

22

Door de raad ingestelde reserve Evenementen: in 2015 is incidenteel een startkapitaal van € 300.000,- in de reserve gestort en daarnaast wordt jaarlijks € 65.000,- in de reserve gestort.

14

Het gastheerschap voor grote nationale evenementen levert een belangrijke bijdrage aan de bekendheid van Amersfoort en heeft - door de grote bezoekersaantallen - direct een gunstig economisch effect op de stad. Het Evenementenfonds (de reserve Evenementen) heeft de potentie zich te ontwikkelen tot een matchingsbudget: een aantrekkelijke (financiële) verdubbelaar waar culturele instellingen, creatieve en sportieve organisaties, horeca, detailhandel en bedrijfsleven gezamenlijk in investeren en van profiteren door evenementen en festivals aan bredere doelstellingen te verbinden. Voor het Evenementenfonds wordt jaarlijks een bedrag van € 65.000,- in de reserve Evenementen gestort. Daarnaast is bij het vaststellen van de Herstelbegroting 2015-2018 bij wijze van startkapitaal eenmalig een bedrag van € 300.000,- in de reserve Evenementen gestort. Naast het Evenementenfonds komt een klein Moetjedoen!-budget beschikbaar, waarmee het college een kleine, snelle bijdrage kan verstrekken voor kleinschalige activiteiten in de stad. Hiervoor willen we in jaarlijks een bedrag van tenminste € 15.000,- reserveren. Evenementenfonds en Moetjedoen!-budget zijn beiden gestoeld op de integrale visie op evenementen. Het college kan hiermee initiatieven ondersteunen die niet binnen één specifiek beleidsveld of subsidieregeling passen en de middelen worden vooral ingezet als cofinanciering. Serviceorganisatie Bij de evenementenorganisaties en andere stakeholders is een duidelijke ambitie tot professionalisering zichtbaar. Als uitwerking van deze nota wordt vormgegeven aan een serviceorganisatie. De stakeholders – evenementenorganisaties, horecaondernemers (KHN), culturele en sportieve partners, detailhandel, VVV en citymarketing - ontwikkelen zelf gezamenlijk een onafhankelijke professionele (organisatie)structuur rondom evenementen en congressen, daarbij (financieel) ondersteund door de gemeente. De uitvoeringsagenda voor deze serviceorganisatie wordt gezamenlijk opgesteld. In dit proces kunnen stakeholders gezamenlijk groeien in het professioneel organiseren van evenementen. Gefaseerde ontwikkeling Voor de ontwikkeling van de serviceorganisatie voor het organiseren van (grootschalige) evenementen zien wij een aantal fasen: 1. Gezamenlijk startpunt en tijdspad vaststellen (randvoorwaarden in tijd, inzet, geld, etc.) 2. Uitwerken groeimodel 3. Oprichting werkvorm en werkstructuur23 4. Formuleren prestatieafspraken 5. Voortgang monitoren door tussentijdse evaluaties en doorontwikkeling NB Het is nadrukkelijk bedoeling dat er wordt geïnvesteerd in diensten, serviceverlening en ondersteuning, en niet in gebouwen, werkplekken of personeel. Afspraken over taken en resultaten worden door de stakeholders bij voorkeur vastgelegd in prestatieafspraken. Deze serviceorganisatie is gebaat bij een duidelijke opdracht van de stakeholders, bijvoorbeeld: ondersteuning bieden op het vlak van het opstellen van vergunningaanvragen, veiligheidsplannen, plattegronden/inrichtingsplannen, het maken van samenwerkingsafspraken, sponsoren fondsenwerving en inkoop, maar ook bij de evaluatie van (grootschalige) evenementen. Het voordeel hiervan is dat betrokken partijen - onder regie van de serviceorganisatie - structureel met elkaar samenwerken, en daardoor goed op de hoogte zijn van elkaars plannen, behoeften en belangen. Er kan een efficiencyslag worden gemaakt en financieel voordeel worden behaald. Ook heeft de serviceorganisatie een verbindende functie als kennis- en adviespunt en kan de organisatie een professionele gesprekspartner (ook voor de gemeente) zijn.

23

Hierbij wordt ook onderzocht of de structuur bij een bestaande organisatie (bijvoorbeeld de VVV of de stichting Citymarketing) kan worden ondergebracht.

15

Samenwerking als basis voor de serviceorganisatie Na vaststelling van de ambities in deze kadernota wordt het proces naar de inrichting van een serviceorganisatie verder uitgewerkt. We vinden het belangrijk om het proces naar de oprichting van een serviceorganisatie gezamenlijk met alle belanghebbenden te doorlopen, waarbij ieder vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid betrokken is en bijdraagt: festivalorganisatoren, horecaondernemers (KHN), organisaties uit de stad, maar ook VVV en stichting Citymarketing, en gemeente. De inhoudelijke en organisatorische vormgeving ligt bij de stakeholders. De gemeente biedt vooral ondersteuning in het proces en de financiering. Zo nodig wordt hiervoor een projectleider ingezet of onafhankelijke expertise ingehuurd. Voor de opstart van de serviceorganisatie stelt de gemeente jaarlijks € 100.000,- beschikbaar. Van evenementenorganisaties en partners in de stad wordt – op termijn - eveneens een financiële bijdrage verwacht24. De stakeholders en serviceorganisatie onderzoeken en ontwikkelen geschikte modellen om structurele inkomsten te generen25. Wij verwachten evenwel dat een structurele gemeentelijke bijdrage voorlopig noodzakelijk zal blijven. We willen in een aantal jaren toewerken naar een financieel zelfstandige en professionele Serviceorganisatie Evenementen. Eén centraal gemeentelijk aanspreekpunt Wij vinden het belangrijk om vanuit één gemeentelijk punt de dienstverlening aan evenementenorganisatoren te coördineren. Daarom stellen we één loket (met daarachter een evenemententeam) in, waar evenementenorganisaties al hun vragen kunnen stellen, van vergunningverlening tot subsidieregelingen, van marktverplaatsingen tot locatiekeuze en van sportieve, culturele tot andersoortige publieksevenementen. Het evenemententeam stelt vooralsnog de jaarlijkse evenementenkalender op, initieert de Startbijeenkomst en Evenementenplatforms 26, onderhoudt contact met het hulpdienstenoverleg, coördineert de evaluatie van ieder evenement en is actief betrokken bij alle ontwikkelingen op lokaal, regionaal en landelijk niveau. Als de professionaliseringsslag verder vorm heeft gekregen kan een aantal van deze taken op termijn wellicht bij de Serviceorganisatie worden neergelegd.

24 Het (gefaseerde) financieringsmodel vormt een onderdeel van het proces van oprichting van de serviceorganisatie. Dan wordt ook duidelijk welke verdienmogelijkheden de serviceorganisatie heeft en welke bijdrage van organisatoren en partners kan worden gevraagd. 25

In andere steden worden verschillende financieringsmodellen gehanteerd, o.a. op basis van gemeentelijke financiering, precario- en OZB-heffing, bijdragen door evenementenorganisatoren en ondernemersbijdragen (o.a. Ondernemersfonds). 26

Jaarlijks wordt in een Startbijeenkomst de Evenementenkalender en eventueel veranderde regelgeving aan organisaties gepresenteerd. Twee maal per jaar worden in het Evenementenplatform met alle belanghebbenden wetenswaardigheden en ontwikkelingen besproken.

16

6. Hoe past het evenementenbeleid in de bredere context? In deze paragraaf geven we aan hoe het Amersfoortse beleid aansluit op het provinciaal en rijksbeleid. Provinciaal beleid Vanuit de provincie worden evenementen eveneens ondersteund, waarbij onder meer wordt gekeken naar het belang van het festival, de spreiding over de regio, disciplines, publieksbereik en professionaliteit27. Meerjarige provinciale subsidie is in de afgelopen jaren onder andere aan twee Amersfoortse festivals verstrekt, te weten Amersfoort Jazz en Festival Spoffin 28. De provincie Utrecht heeft sinds 2011 geen actief sportbeleid meer. Binnen de provincie Utrecht verkennen wij wel de mogelijkheden om aan te haken bij grote sportevenementen. Mogelijk biedt de ‘Grand Depart’ – de start van de Tour de France in Utrecht - in 2015 kansen voor een sportieve spin-off met een culturele component. Door de samenwerking te zoeken tussen culturele, sporten zakelijke evenementen en congressen sluiten we aan bij de ambities vanuit de Economic Board Utrecht om de positie van de provincie Utrecht als meest competitieve regio in Europa te behouden. Rijksbeleid OC&W Sinds haar aantreden heeft minister Bussemaker (Cultuur) haar beleid in een serie brieven aan de Tweede Kamer toegelicht. In juli 2014 stuurde zij een brief naar de Tweede Kamer 29 waarin zij de intrinsieke waarde van cultuur verbindt met de maatschappelijke en economische waarde van cultuur: zij beschrijft manieren om de artistieke waarde van cultuur te vertalen naar maatschappelijk en economisch belang voor de samenleving. Domeinen die de maatschappelijke waarde van cultuur goed zichtbaar maken zijn Welzijn, Zorg, Sport en Onderwijs. Dit sterkt ons in onze doelstelling om ook in Amersfoort de verbinding te zoeken van cultuur met andere domeinen en ruimte te bieden aan jong en lokaal talent, door hen een podium te bieden bij festivals en evenementen. VWS Sporten en bewegen staan voorop in het gezondheidsbeleid van de Rijksoverheid. Projecten die mensen aansporen meer te gaan sporten en bewegen worden door het Rijk ondersteund, bijvoorbeeld met buurtsportcoaches of via de Sportimpuls. Het gaat daarbij veelal om laagdrempelige activiteiten, dichtbij huis, op de sportaccommodaties en in de openbare ruimte. Nederland wil als sportland bij de internationale top 10 horen. Daarom investeert de Rijksoverheid ook in een topsportklimaat waarin topsporters zo goed mogelijk kunnen presteren en medailles kunnen winnen. De Rijksoverheid ondersteunt Topsport Talentscholen, Centra voor Topsport en Onderwijs en biedt stipendia voor topsporters. Het Rijk ondersteunt de organisatie van topsportevenementen in Nederland (op EK en WK niveau). In 2015 is Nederland gastheer van een aantal toonaangevende evenementen, zoals: het WK Beachvolleybal, WK schaatsen, EK Short Track, EK Volleybal dames en de start van de Tour de France. In navolging van het rijksbeleid wil Amersfoort eveneens haar bewoners in beweging brengen door het aanbieden van goede voorzieningen en laagdrempelige activiteiten, en daarnaast (top)talenten kunnen herkennen en ontwikkelen.

27

Zie de provinciale nota ‘Cultuur voor U’, en de subsidieregelingen van de provincie.

28

De provinciale adviescommissie legt in haar algemene advies de nadruk op talentontwikkeling en raadt evenementenorganisatoren aan om actief op zoek te gaan naar samenwerking en verbindingsmogelijkheden. Ook vraagt de adviescommissie evenementenorganisatoren om na te denken over strategieën bij tegenvallende inkomsten. 29

Cultuur verbindt: een ruime blik op cultuurbeleid, #644541

17

7. Hoe worden de ambities uit het evenementenbeleid betaald? Voor evenementen zijn reguliere middelen beschikbaar die via de subsidieregelingen worden toegekend. Daarnaast zijn met het Coalitieakkoord 2014-2018 en in de Herstelbegroting 2015-2018 structureel middelen voor evenementen beschikbaar gesteld. Subsidieregelingen Amersfoort kent anno 2015 meerdere subsidieregelingen waaruit evenementen (kunnen) worden gefinancierd: - Meerjarige subsidie Cultureel Klimaat 2013-2016 € 270.000,- per jaar - Incidentele subsidie Cultureel Klimaat 30 € 50.000,- per jaar - Bijzondere Sportevenementen31 € 55.000,- per jaar - Grootschalige Sportevenementen € 100.000,- per jaar Het subsidieplafond voor iedere regeling wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgelegd. Voor subsidieverlening gelden voorwaarden32. Coalitieakkoord en Herstelbegroting In het Coalitieakkoord van april 2014 zijn budgetten opgenomen die van belang zijn voor de uitvoering van de ambities in deze nota. In de Herstelbegroting 2015-201833 zijn deze ambities overgenomen, met zijn de benodigde budgetten niet meer voor twee jaar (Coalitieakkoord) maar structureel beschikbaar34. Er is vanaf 2015 € 150.000,- per jaar beschikbaar voor het stimuleren en profileren van de aantrekkelijkheid van Amersfoort als congresstad, voor grootschalige evenementen en/of congressen die de stad nog beter op de kaart zetten (Economie). Voor het mogelijk maken van culturele evenementen en festivals met een (boven)regionale en/of landelijke uitstraling is vanaf 2015 per jaar € 100.000,- beschikbaar (Cultuur). Voor de organisatie van één- of meerdaagse sportactiviteiten en –toernooien is vanaf 2015 € 150.000,- per jaar beschikbaar als cofinanciering. De nadruk ligt op sportactiviteiten voor jeugd en jongeren (Sport). Daarmee is € 400.000,- per jaar beschikbaar, dat gedeeltelijk 35 wordt ingezet om de ambities uit deze nota (mede) te financieren. Een gedeelte van dat geld – te weten € 180.000,- per jaar - zetten we als volgt in om een impuls te geven aan (de professionalisering van) publieksevenementen: - De serviceorganisatie: € 100.000,- Storting in de reserve Evenementen: € 65.000,- Moetjedoen!-budget: € 15.000,Bij de uitwerking moet duidelijk worden wat reële verdienmodellen voor de serviceorganisatie zijn en welke bijdrage partners in de stad leveren. Op grond van jaarlijkse evaluaties wordt bezien of dit bedrag toereikend is voor de uitwerking van de ambities uit deze nota en wanneer de hoogte van het bedrag kan worden afgebouwd. Met het opstellen van de Herstelbegroting 2015-2018 heeft de raad een reserve Evenementen ingesteld om te kunnen sparen voor het gastheerschap aan grootschalig bovenregionale/landelijke

30

Afhankelijk van de subsidieaanvragen en de beoordeling door de BACK kunnen deze gelden worden ingezet voor evenementen, maar ook voor andersoortige aanvragen. 31

Deze regeling is bedoeld voor bijv. nationale of internationale kampioenschappen, wedstrijden/ toernooien/demonstraties van nationale of internationale topteams/-atleten, etc. 32 Op www.amersfoort.nl wordt iedere subsidieregeling – doelstelling en voorwaarden - nader toegelicht. 33

Het opstellen van een herstelbegroting was nodig om het preventief toezicht door de Provincie te kunnen opheffen.

34

Bij het vaststellen van de Herstelbegroting zijn de bedragen voor 2015 grotendeels doorgeschoven naar 2016, gezien de beperkte tijd die in 2015 nog rest om gelden te besteden. 35

Voor de overige gelden worden separaat voorstellen ingediend.

18

festivals. In 2015 is eenmalig een bedrag van € 300.000,- toegevoegd aan de Reserve Evenementen, daarnaast wordt jaarlijks een bedrag van € 65.000,- in de reserve gestort.

8. Het resultaat! Met de basis, de richting en het kader zoals in deze Nota Evenementenbeleid beschreven, zetten we de komende jaren in op integrale benadering en professionalisering van evenementen. Door het ondersteunen en faciliteren van (de samenwerking tussen en met) evenementenorganisaties en andere partners geven we het evenementenbeleid in Amersfoort een nieuwe impuls. Het resultaat is een evenwichtig en divers geheel aan kwalitatief hoogwaardige culturele, sportieve en publieksevenementen. Evenementen die nauw met elkaar en met partners zijn verbonden in een professioneel samenwerkingsverband en zorgen voor een grote toegevoegde (economische) waarde voor de stad! Dat geeft een mooie basis om - samen met festivalorganisatoren, stichting Citymarketing en VVV – in de toekomst verder te denken over een duidelijker en wellicht landelijk festivalprofiel, uitgaande van de centrale ligging van Amersfoort en een grote verscheidenheid aan locaties.

19

Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN Reglement van orde van de raad (artikel 43) Docs.nr 5059802 Nr. 2015 – 080 Vragen van raadsleden Maarten Flikkema en Maria Ballast-Tatarian (VVD), over “Terrassen tijdens festivals”, conform Reglement van orde van de raad, ontvangen 27 augustus 2015. ANTWOORD van het college dd. 8 september 2015. INLEIDING door fractie VVD In het Algemeen Dagblad Amersfoort editie van donderdag 27 augustus 2015 is een artikel geplaatst met de titel “Horeca voelt zich voor het blok gezet”. In dit artikel wordt gesproken over het “terugkopen van het terras” door horeca ondernemers voor €500,- voor de duur van het festival. Indien horeca ondernemers niet betalen is de vrees dat de locatie van de terrassen voor attracties gebruikt gaat worden wat een negatief effect heeft op de omzet van de ondernemers. De horeca ondernemers ervaren dit als “machtsmisbruik”. Tevens wordt er gesproken over een hogere bijdrage van de horeca ondernemers om de verliezen van het festival van vorig jaar op te vangen. De VVD fractie heeft van horecaondernemers begrepen dat deze praktijken niet alleen voor het Spoffin festival gelden, maar voor meer festivals. De VVD is van mening dat ondernemers nu worden gebruikt om de financiën van festivals rond te krijgen. Tevens denkt de VVD fractie dat horeca ondernemers bereid zijn een vrijwillige bijdrage aan festivals te leveren, maar de dwingende manier waarop het nu af en toe gebeurt niet tot een verdere goede samenwerking leidt. In de nieuwe festivalnota zal rekening gehouden moeten worden met de belangen van ondernemers op en in de nabijheid van festivals.

VRAGEN AAN & ANTWOORDEN VAN HET COLLEGE INLEIDING DOOR COLLEGE (zo nodig of gewenst) Het college vindt (grootschalige) festivals in de binnenstad belangrijk voor een levendig, aantrekkelijk woon-, werk-, en gezinsklimaat. Voor grootschalige evenementen in de binnenstad kan het nodig zijn terrasruimte te gebruiken voor programmering. Daarnaast is de horecacomponent een belangrijke bron van inkomsten voor een grootschalig festival (zeker als het om een gratis openbaar toegankelijk festival gaat). In de vergunningaanvraag geeft de festivalorganisatie – tijdig! – aan hoe zij invulling geeft aan de horecacomponent: samenwerking met de lokale ondernemers of anderszins. Op tekening geeft de organisatie aan hoe de openbare ruimte wordt ingedeeld. De gemeente beoordeelt de vergunningaanvraag, en let daarbij op mogelijke ‘onbillijkheden van overwegende aard’. Het college is zich bewust van het spanningsveld tussen festivalorganisatoren en horeca. Daarom is als uitvoeringselement van de kadernota benoemd dat samenwerkingsafspraken tussen stakeholders op de verschillende pleinen worden uitgewerkt. De kadernota legt hiervoor de basis. Aan de op te richten serviceorganisatie wordt o.a. de opdracht meegegeven om bij grootschalige festivals vroegtijdig met stakeholders tot gezamenlijke afspraken te komen, zodat de gemaakte afspraken in de vergunningaanvraag kunnen worden opgenomen en ter toetsing aan de gemeente kunnen worden voorgelegd. Vraag 1: Bent u bekend met het voornoemde artikel uit het AD van 27 augustus 2015? Antwoord 1: Ja. Vraag 2: Zijn de beweringen die in dit artikel genoemd worden bewaarheid? Antwoord 2: Het artikel noemt een aantal beweringen die een niet wenselijke situatie weergeven. In algemene zin is het college van mening dat festivalorganisatie en horecaondernemers in onderling overleg tot samenwerkingsafspraken moeten komen. Het college vindt het redelijk dat ondernemers een financiële bijdrage leveren aan een festival dat zoveel publiek naar de binnenstad trekt. Belangrijk uitgangspunt daarbij is uiteraard ook dat een festivalorganisatie

p.1

rekening houdt met de belangen van (horeca)ondernemers. In het nieuwe evenementenbeleid geven wij aan dat de samenwerking horeca en evenementenorganisaties in samenspraak verder uitgewerkt moet worden. Ingrediënten voor deze samenwerkingsafspraken (per plein) zijn bijvoorbeeld het organiseren van actieve betrokkenheid van alle ondernemers op het plein, inrichting van het plein, verdeelsleutels voor bijdragen en winstdeling. Vraag 3: Zijn dergelijke dubieuze praktijken van de organisatie van het Spoffin festival met betaling van €500,- voor het vrij laten van een terras bij u bekend? Antwoord 3: Het is niet aan een festivalorganisatie om ‘terrasruimte te verkopen’. Wel moet een organisatie in samenspraak met ondernemers het festivalterrein optimaal inrichten. Dit brengt een spanningsveld met zich mee, omdat een festivalorganisatie vooral tegemoet zal willen komen aan de wensen van ondernemers waarmee wordt samengewerkt en/of een financiële bijdrage leveren. Vraag 4: Spoffin krijgt van de gemeente €130.000,- subsidie. Bent u het met de VVD fractie eens dat naast deze subsidie de overige kosten van het festival door sponsoren en bezoekers opgebracht dienen te worden? Zijn de subsidievoorwaarden helder op dit punt? Antwoord 4: Het organiseren van een gratis toegankelijk straattheater kost veel geld. De begroting van Spoffin bedraagt voor 2015 een kleine 300.000,-. De inkomsten bestaan uit subsidiebedragen, bijdragen uit fondsen en van sponsoren, en partner- en publieksinkomsten. Hoe meer inkomsten een festivalorganisatie weet te genereren, hoe professioneler (kwaliteit, omvang, inhoud) het festival kan worden neergezet. De subsidievoorwaarden geven helder weer welke tegenprestatie van de organisatie wordt verwacht. Vraag 5: Vindt u ook niet, dat de horeca ondernemers zo als melkkoe worden gebruikt om begroting en exploitaties van festivals sluitend te maken? Vindt u, als deze signalen op waarheid berusten, deze handelwijze toelaatbaar? Antwoord 5: Het is niet de bedoeling dat de horecaondernemers als ‘melkkoe’ wordt gebruikt. Het college is voorstander van samenwerkingsafspraken uitgaande van het wederzijds belang. Ondernemers zijn vrij, en naar onze mening zeer wel in staat, om daarin eigen afwegingen te maken. Als gezegd willen wij – als uitwerking van de nota - het maken van samenwerkingsafspraken per plein faciliteren, met oog voor de belangen van zowel festivalorganisatie als horeca. Vraag 6: Bent u voornemens in de nieuwe evenementennota dit soort praktijken tegen te gaan en rekening te houden met de positie van de ondernemers? Antwoord 6: Zie antwoord 2.

Inlichtingen: Afd. Woon- en Werkklimaat, Anne Arendsen, tel 033-469 4637.

p.2

Gemeente Amersfoort BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE RAADSVRAGEN Reglement van orde van de raad (artikel 43) Docs.nr 5059817 Nr. 2015 – 081 Vragen van raadslid Harun Keskin (PvdA), over “Evenementennota”, conform Reglement van orde van de raad, ontvangen 27 augustus 2015. ANTWOORD van het college dd. 8 september 2015. INLEIDING door fractie PvdA Amersfoort zet zichzelf al jaren landelijk op de kaart met zijn vele festivals. Naast het bedienen van de eigen inwoners op het gebied van cultuur, trekken deze evenementen vele mensen van buiten de stad. De verhoogde intensiteit op het gebied van toerisme en recreatie, geeft een impuls aan de bedrijvigheid van de ondernemers in de binnenstad en stimuleert daarmee de plaatselijke economie. Voor een ordentelijke gang van zaken tijdens de festiviteiten is het zaak voor zowel de organisatoren van de evenementen als de horeca-exploitanten, alle vergunningen op orde te hebben. De gemeente behoort hier zo effectief mogelijk in te faciliteren, erop toe te zien en te handhaven. Uiteraard is het hierbij niet makkelijk om alles in regels te vatten en daarbij tevens de bureaucratie tot een minimum te beperken. Binnenkort komt de evenementennota op de agenda waarbij de PvdA fractie zich afvraagt of de volgende aandachtspunten opgenomen worden in de nota, opdat de bureaucratie wordt verlaagd en het ondernemersklimaat tijdens evenementen wordt verhoogd.

VRAGEN AAN & ANTWOORDEN VAN HET COLLEGE INLEIDING DOOR COLLEGE (zo nodig of gewenst) Het college vindt (grootschalige) festivals in de binnenstad belangrijk voor een levendig, aantrekkelijk woon-, werk-, en gezinsklimaat. Voor grootschalige evenementen in de binnenstad kan het nodig zijn terrasruimte te gebruiken voor programmering. Daarnaast is de horecacomponent een belangrijke bron van inkomsten voor een grootschalig festival (zeker als het om een gratis openbaar toegankelijk festival gaat). In de vergunningaanvraag geeft de festivalorganisatie – tijdig! – aan hoe zij invulling geeft aan de horecacomponent: samenwerking met de lokale ondernemers of anderszins. Op tekening geeft de organisatie aan hoe de openbare ruimte wordt ingedeeld. De gemeente beoordeelt de vergunningaanvraag, en let daarbij op mogelijke ‘onbillijkheden van overwegende aard’. Het college is zich bewust van het spanningsveld tussen festivalorganisatoren en horeca. Daarom is als uitvoeringselement van de kadernota benoemd dat samenwerkingsafspraken tussen stakeholders op de verschillende pleinen worden uitgewerkt. De kadernota legt hiervoor de basis. Aan de op te richten serviceorganisatie wordt o.a. de opdracht meegegeven om bij grootschalige festivals vroegtijdig met stakeholders tot gezamenlijke afspraken te komen, zodat de gemaakte afspraken in de vergunningaanvraag kunnen worden opgenomen en ter toetsing aan de gemeente kunnen worden voorgelegd Vraag 1: Wordt er een bepaling van de grenzen van het evenemententerrein opgenomen in de nota, waarbij de gevels van de horecaondernemers buiten het evenemententerrein wordt gehouden? Antwoord 1: Nee. De Nota Evenementenbeleid 2015 is een kadernota, waarin onze beleidsambities staan opgetekend. In 2013 is in samenwerking met de hulpdiensten het Locatiehandboek Amersfoort opgesteld. Van iedere voor evenementen geschikte locatie in Amersfoort is een kaart gemaakt waarop o.a. de fysieke grenzen, toegangswegen voor hulpdiensten, inrichtingselementen en de grenzen van zowel evenemententerrein (daar waar programmering mag worden ingepland) als evenementengebied (het gehele gebied inclusief toegangswegen waarvoor afspraken worden vastgelegd in de vergunningsvoorwaarden) staan aangegeven. De locatiekaarten zijn een praktisch instrument ten behoeve van de vergunningverlening, opgesteld in samenwerking met de hulpdiensten, en (mede) bepalend voor de inrichting van een evenemententerrein.

p.1

Het locatiehandboek en de kaarten zijn in te zien op de website. Vraag 2: Komt er een uitwerking van het bijdragesysteem van de horeca aan de evenementen, ter voorkoming van het terras als ruilmiddel. Antwoord 2: In algemene zin is het college van mening dat festivalorganisatie en horecaondernemers in onderling overleg tot samenwerkingsafspraken moeten komen. Ook vindt het college het redelijk dat ondernemers een financiële bijdrage leveren aan een festival dat zoveel publiek naar de binnenstad trekt, en dat een festivalorganisatie rekening houdt met de belangen van ondernemers. Het college is zich bewust van het spanningsveld tussen festivalorganisatoren en horeca. Daarom is als uitvoeringselement van de kadernota benoemd dat samenwerkingsafspraken tussen stakeholders op de verschillende pleinen worden uitgewerkt. De kadernota geeft daarvoor een helder kader en de gemeente wil het maken van samenwerkingsafspraken per plein faciliteren, met oog voor de belangen van zowel festivalorganisatie als horeca. Ingrediënten voor deze samenwerkingsafspraken (per plein) zijn bijvoorbeeld het organiseren van actieve betrokkenheid van alle ondernemers op het plein, inrichting van het plein, verdeelsleutels voor bijdragen en winstdeling. Vraag 3: Gaan er modellen ontwikkeld worden om de food- en drankexploitatie op de pleinen door de horeca aan de pleinen (het evenemententerrein) te laten faciliteren, opdat de verhoudingen tussen de evenementenorganisator en horeca-exploitant in evenwicht gebracht wordt? Antwoord 3: Zie antwoord 2. Vraag 4: Naast de gebruikelijke vergunningen voor het exploiteren van de horecagelegenheid, het schenken van drank en het houden van een terras, zijn de horeca-exploitanten belast met het telkens weer voor elk evenement opnieuw aanvragen van vergunningen voor gevel-tap en eetkraam. Kan er niet volstaan worden met een enkele vergunningaanvraag, bij de jaarlijkse vaststelling van de evenementenkalender? Antwoord 4: Wij onderzoeken of het mogelijk is om een geveltapvergunning per evenement, te vervangen door een geveltapvergunning per jaar (of een andere eenheid) waarbij – net als bij de terrasvergunning – uitzonderingen worden gemaakt als dat in het kader van de openbare orde en veiligheid, evenementen en markten, of anderszins noodzakelijk is. De onderwerpen gevelterrassen en geveltaps komen daarnaast aan de orde bij het maken van de samenwerkingsafspraken. Inlichtingen: Afd. Woon- en Werkklimaat, Anne Arendsen, tel 033-469 4637.

p.2

KHN afd. Amersfoort Vincent de Vries (Voorzitter) [email protected] M: 06 29 00 53 73 Aan de Raadsleden van de Gemeente Amersfoort p/a Stadhuisplein 1 3811 LM AMERSFOORT Datum: 31 augustus 2015 Betreft: Kadernota Evenementen Geachte mevrouw/heer, Dinsdag 1 september 2015 gaat het college de nieuwe versie Kadernota Evenementen ontvangen. Vanuit de Koninklijke Horeca Nederland afdeling Amersfoort (KHN afd. Amersfoort) willen wij u graag informeren over onze standpunten inzake deze nota. Wij willen onze dank uitspreken voor de samenwerking die er is geweest bij het tot stand komen van deze kadernota. De nadruk in deze nota ligt op het samenwerken en de evenwichtige balans tussen de verschillende stakeholders. Zo wordt er gewerkt aan flexibiliteit en het terug dringen van de regeldruk. De KHN afd. Amersfoort bestaat uit 164 leden waarvan er 80 in de binnenstad van Amersfoort gevestigd zijn. Voor het overgrote deel spreken wij d.m.v. dit schrijven. Dat wij niet iedereen tevreden kunnen stellen met ons standpunt om de samenwerking op te zoeken en de dialoog aan te gaan met alle stakeholders betreuren wij. Het leeuwendeel van de Horeca is stellig overtuigd dat wij door middel van samenwerking verbeteringen kunnen bewerkstelligen voor een dynamisch economisch en cultureel klimaat in Amersfoort. Hier is vertrouwen voor nodig en ons ins ziens kun je daar alleen met elkaar –alle stakeholders- aan bouwen. Zaken, zoals “het terugkopen van een terras” is onaanvaardbaar, de horeca wordt hier onnodig economisch door getroffen. Samen kunnen wij ervoor zorgen dat dit soort praktijken tot het verleden gaan behoren. Is er dan helemaal niets meer te wensen over wat eventueel anders zou kunnen in deze nota? Dat is er zeker wel. Zo zijn wij voorstander voor het maximeren van het aantal “grote” evenementen waarvoor het gehele plein nodig is. Wij zouden dit graag zien op een maximum van 4 per jaar. Verder zien wij graag dat er een goede afstemming komt voor het aanvragen van vergunningen tussen de verschillende stakeholders. Ook voor wat betreft de food en beverage, zijn de eigen gevel van de ondernemer van primair economisch belang. Wij hebben er alle vertrouwen in dat deze belangrijke punten prima uitgewerkt kunnen worden in het op te richten servicebureau. Dit alles in goede samenwerking tussen de stakeholders welke allen deel zullen uitmaken bij het tot stand komen van “Het servicebureau”

Graag maak ik gebruik van het recht tot inspreken op dinsdag 15 september om nogmaals te benadrukken dat wij te spreken zijn over de kadernota zoals deze er nu ligt en u eventueel de kans te geven om nadere vragen te stellen hoe wij als Horeca bepaalde zaken interpreteren. Wilt u vooraf nog nader ingaan op bepaalde zaken en standpunten, dan ben ik graag bereid om u persoonlijk te woord te staan. Met vriendelijke groet, Vincent de Vries KHN afd. Amersfoort (Voorzitter)

Besluitenlijst De Ronde datum:

15 september 2015

van

vergaderruimte:

Raadzaal

aantal bezoekers:

Onderwerp

Van Soort bijeenkomst Van de raadsleden werd gevraagd Voorzitter Secretaris Fractiewoordvoerders

Inspreker(s)/ genodigden

Samenvatting en afspraken

19.00 tot

20.00 uur 60

Reg.nr. Samen bouwen aan Evenementen II 5071890 Nota Evenementenbeleid 2015 College van B&W Voorbereiding besluit Zijn mening te geven over het voorliggende raadsvoorstel en de nota Evenementenbeleid 2015 en zich voor te bereiden op besluitvorming. Collegelid Van Hamersveld Houwing Ambtenaren Van Kan Arendsen Aghina (CDA), Ballast-Tatarian (VVD), Blaauw (D66), De la Combé (PvdA), Keskin (PvdA), Land (GL), Meijer (SP), Mulder (OPA), Van der Spoel (CU), Stoelinga (Amersfoort2014),), Van Wegen (BPA) - de heer A. de Jonge, inwoner binnenstad - de heer F. Killi, Werkgroep Horeca Amersfoort - mevrouw L. Bommezijn, Werkgroep Horeca Amersfoort - mevrouw P. Bouwer, Werkgroep Horeca Amersfoort - de heer C. Kassies, Spoffin - de heer A. Konijnenbelt, Spoffin - de heer A. Beets, Stichting Amersfoort Jazz - de heer B. Buunk, Stichting Groenmarkt Festiviteiten - de heer W. de Zeeuw, Curtis Café - de heer J. Bons, Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Amersfoort - de heer V. de Vries, Koninklijke Horeca Nederland, afdeling Amersfoort De insprekers hebben het woord gevoerd en vervolgens vragen van raadsleden beantwoord. Vragen hadden o.a. betrekking op: - draagvlak voor de nota Evenementenbeleid onder horecaondernemers - betrokkenheid bewoners en detailhandel binnenstad - opzetten serviceorganisatie: vorm/inhoud/taken/verwachtingen

SP vindt het raadsvoorstel nog niet besluitrijp. BPA en OPA willen een voortgezette behandeling van deze Ronde. D66, ChristenUnie, GroenLinks, PvdA, Amersfoort2014 en VVD achten het voorstel besluitrijp en zijn voor agendering in Het Besluit, zonder debat, met moties en amendementen. CDA is voor agendering in Het Besluit met debat. Toezeggingen Advies aan het presidium

Naar Het Besluit, zonder debat, met moties en amendementen

Besluitenlijst Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015



SP: Het oudste fabrieksgebouw een monument (Warner Jenkinson) Peiling

Besluitenlijst Samen bouwen aan Evenementen II Nota Evenementenbeleid 2015

SP: Het oudste fabrieksgebouw een monument (Warner Jenkinson) Peiling Agendapunt SP: Oudste fabrieksgebouw een monument (Warner Jenkinson) (pdf) Motie - 2015-157M SP Het oudste fabrieksgebouw een monument (pdf) Erfgoedverordening Amersfoort 2010 Besluitenlijst De Ronde 15-09-2015 SP Oudste fabrieksgebouw een monument (Warner Jenkinson) (pdf) Audioverslag

Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Soort bijeenkomst Reden van aanbieding

Inhoud

Van de raadsleden wordt gevraagd

Vervolg Advies presidium Bijbehorende documenten

5064581 SP: Oudste fabrieksgebouw een monument Reg.nr. (Warner Jenkinson) 1 september 2015 SP/Molenkamp Ambtelijk contact Buijtelaar Cramer (033-469 4816) Peiling Voor Het Besluit van 1 september was door de SP een motie aangekondigd. De fractie van SP wil eerst in De Ronde in gesprek met andere fracties over de mogelijkheid om het oudste fabrieksgebouw van Amersfoort te behouden. Het complex Warner Jenkinson vormt een fraaie afspiegeling van bijna 130 jaar bouwgeschiedenis. Het oudste deel is het oudste fabrieksgebouw van Amersfoort. Het is ook een van de laatste stukjes industrieel erfgoed dat Amersfoort bezit. De wijze waarop dit gebouw behouden kan worden is een vraag. Een van de mogelijkheden is om er een gemeentelijk monument van te maken. Gemeentelijk monument: een overeenkomstig artikel 3 van de Erfgoedverordening als beschermd gemeentelijk monument aangewezen: a. zaak die van algemeen belang is wegens zijn schoonheid, betekenis voor de wetenschap of ecologische of cultuurhistorische waarde; b. terrein dat van algemeen belang is wegens een daar aanwezige zaak als bedoeld onder a, c. archeologisch monument. Met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden om dit gebouwencomplex te behouden aan de hand van de volgende peilpunten: 1. Het complex Warner Jenkinson moet in zijn geheel behouden blijven. 2. De status van een gemeentelijk monument is de beste waarborg voor behoud van het complex. Afhankelijk van de uitkomst van deze peiling. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Motie 2015-157M (SP) Het oudste fabrieksgebouw een monument Erfgoedverordening Amersfoort 2010

#5064581 v1 - AGENDAPUNT DR 15-9-2015 SP: HET OUDSTE FABRIEKSGEBOUW EEN MONUMENT (WARNER JENKINSON)

Programma: 11

2015-157M

MOTIE: Het oudste fabrieksgebouw een monument Amersfoort, 1 september 2015

De raad van de gemeente Amersfoort overwegende dat: a. Het oudste fabrieksgebouw van Amersfoort, de stoomlucifersfabriek de Eem (ook wel Warner Jenkinson genoemd en nu in gebruik door de War), van grote monumentale waarde is voor Amersfoort b. Dit gebouw uit 1881 geen formele status heeft als monument. c. Een status als gemeentelijk monument dit gebouw de bescherming zal geven die nodig is om het te behouden.

verzoekt het college: 1. De procedure in gang te zetten voor het aanwijzen van het complex 'de stoomlucifersfabriek de Eem' als een gemeentelijk monument.

Rob Molenkamp SP


15-09-2015

van

vergaderruimte:

Molendijkzaal (0.01)

aantal bezoekers:

Onderwerp

Van Soort bijeenkomst Van de raadsleden werd gevraagd

Voorzitter Secretaris Fractiewoordvoerders

Inspreker(s)/ genodigden Samenvatting en afspraken

Toezeggingen

Advies aan het presidium

19.00 tot

20.00 uur 5

Reg.nr. SP: Oudste fabrieksgebouw een monument (Warner 5072754 Jenkinson) SP Fractie Peiling Met elkaar in gesprek te gaan over de mogelijkheden om dit gebouwencomplex te behouden aan de hand van de volgende peilpunten: 1. Het complex Warner Jenkinson moet in zijn geheel behouden blijven. 2. De status van een gemeentelijk monument is de beste waarborg voor behoud van het complex. Collegelid Van Bruggen Buijtelaar Ambtenaren Bongers Weeda Flikkema (VVD), Janssen (GL), Molenkamp (SP), Noortman-Nieuwendijk (CDA), Sanders (D66), Smulders (PvdA), Vijzelman-Waarheid (OPA)

-

mevrouw J. Pasman van Siesta

De inspreker heeft het woord gevoerd en aan haar zijn vragen gesteld. De woordvoerders hebben hun mening gegeven: de fractie van SP en GroenLinks kunnen zich vinden in het opstarten van de procedure tot gemeentelijk monument. De andere woordvoerders steunen de peilpunten niet. Alle woordvoerders zijn overtuigd van de waardevolheid van delen van het complex. Er is verschil van mening over hoe dat te behouden. - Portefeuillehouder zegt toe de raad over de afspraken met een nieuwe eigenaar te informeren. - Portefeuillehouder zegt toe de raad te informeren over de aanvliegroute om delen van het pand wel te behouden en niet alleen de financiële waarde daarin mee te nemen maar ook de maatschappelijke waarde en de waarde van cultureel erfgoed. Voldoende besproken

Besluitenlijst De Ronde 15-09-2015 SP Oudste fabrieksgebouw een monument . . .



ChristenUnie: Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen Peiling VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college Informatie


ChristenUnie: Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen Peiling Agendapunt ChristenUnie Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen (pdf) Peiling Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen (pdf) 07 oktober 2014 Motie M-12.1 GroenLinks, ChristenUnie: Opvang asielzoekers Besluitenlijst De Ronde 15-09-2015 ChristenUnie Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen (pdf) Audioverslag


VERVALLEN: Vragen raadsleden aan het college Informatie *Agendapunt Vragen raadsleden aan het college (pdf)

Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Programma Soort bijeenkomst Reden van aanbieding Inhoud

Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolg Advies presidium Bijbehorende documenten

Reg.nr. 5064569 ChristenUnie: Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen 15 september 2015 ChristenUnie/ Kennedy-Doornbos Ambtelijk contact Imming Bongers (033-469 4302) 8. Wijken en wonen Peiling Fractie van de ChristenUnie wil mening peiling of co-housing een oplossing is voor het tekort aan sociale huurwoningen. Veel vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten vinden hun weg naar Nederland, en krijgen op basis van het landelijke vreemdelingenbeleid een verblijfsvergunning. De rijksoverheid, bij monde van staatssecretaris Dijkhoff, vraagt gemeenten om voor deze statushouders woonruimte te vinden. Hierdoor ontstaat in veel gemeenten, waaronder Amersfoort, een grote druk op de voorraad van sociale woningen. De wachtlijsten voor deze woningen zijn de afgelopen jaren sterk opgelopen, omdat er meer urgenties worden verleend (onder meer aan statushouders) en omdat woningcorporaties veel huizen verkopen en weinig investeren in nieuwbouw. Wij willen vluchtelingen gastvrijheid bieden. Maar als de wachttijden voor reguliere woningzoekenden zo oplopen, zou de houding tegenover vluchtelingen negatiever kunnen worden. Dat een Nederlander jaren op een wachtlijst staat voordat er een sociale huurwoning vrijkomt, terwijl vluchtelingen direct een woning kunnen betrekken, creëert onvermijdelijk onvrede. Bovendien is het de vraag of een flatje in een achterstandswijk de inburgering van een nieuwe Nederlander bevordert. Andere woonconcepten zijn dus noodzakelijk. Bij het opzetten van een co-house wordt gebruik gemaakt van de ruime ervaring in o.a. Nederland , de Verenigde Staten en Denemarken met deze vorm van huisvesting. Zijn mening te geven over de peilpunten. Afhankelijk van de bespreking in De Ronde. In deze De Ronde wordt gestart met een 1-minuutronde. Peiling Motie M-12.1 GroenLinks, ChristenUnie: Opvang asielzoekers, 7 oktober 2014

#5064569 v1 - AGENDAPUNT DR 15-9-2015 CHRISTENUNIE: CO-HOUSING ALS OPLOSSING VOOR HET TEKORT AAN HUURWONINGEN

PEILING


: ChristenUnie, Simone Kennedy-Doornbos : Gemeenteraad : Wethouder F. Imming

Reg.nr. Datum Programma

: 5063651 : 15 september 2015 : 8. Wijken en wonen

TITEL Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen

PEILPUNTEN 1. Bent u van mening dat er ook in Amersfoort woonruimte nodig is voor extra vluchtelingen? 2. Bent u van mening dat de reguliere wachttijden voor sociale huurwoningen niet verder zouden moeten oplopen? 3. Ben u van mening dat het ombouwen van leegstaande kantoorpanden of woon-zorgcomplexen naar eenvoudige woonunits met gedeelde voorzieningen (bijvoorbeeld woonkamer, badkamer, keuken) een oplossing kan zijn voor sommige doelgroepen? 4. Bent u van mening dat het beter is om statushouders en cliënten van maatschappelijke opvang gezamenlijk te huisvesten met andere doelgroepen (zoals studenten, starters en gescheiden ouders)? 5. Bent u van mening dat gezamenlijke activiteiten in Co-Housing de participatie en zelfredzaamheid van inwoners kunnen vergroten? 6. Bent u van mening dat het huren van een woonunit in Co-Housing altijd moet gebeuren op basis van vrijwilligheid en heldere afspraken? 7. Bent u van mening dat de wethouder de minister moet vragen om tijdelijke huurcontracten aan meer groepen dan alleen studenten mogelijk te maken? 8. Bent u van mening dat het college met de woningcorporaties, projectontwikkelaars, maatschappelijke opvangorganisaties en het ministerie in overleg moet gaan om een pilot Co-Housing – zoals beschreven in deze peiling – in Amersfoort van de grond te krijgen? 9. Hoe wilt u de wachtlijsten voor sociale huurwoningen verminderen? a. Door bepaalde doelgroepen geen urgentie meer te geven als er voldoende huisvesting via CoHousing beschikbaar is; b. Door een onafhankelijke commissie te laten bepalen op basis van maatwerk of huisvesting in Co-Housing of in een sociale huurwoning met urgentie de voorkeur verdient; c. Door sociale huurwoningen alleen beschikbaar te stellen aan mensen die het zelfstandig wonen goed aankunnen volgens een zelfredzaamheidsanalyse en anderen door te verwijzen naar CoHousing met begeleiding.

AANLEIDING Veel vluchtelingen uit Afrika en het Midden-Oosten vinden hun weg naar Nederland, en krijgen op basis van het landelijke vreemdelingenbeleid een verblijfsvergunning. De rijksoverheid, bij monde van staatssecretaris Dijkhoff, vraagt gemeenten om voor deze statushouders woonruimte te vinden. Hierdoor ontstaat in veel gemeenten, waaronder Amersfoort, een grote druk op de voorraad van sociale woningen. De wachtlijsten voor deze woningen zijn de afgelopen jaren sterk opgelopen, omdat er meer urgenties worden verleend (onder meer aan statushouders) en omdat woningcorporaties veel huizen verkopen en weinig investeren in nieuwbouw. Wij willen vluchtelingen gastvrijheid bieden. Maar als de wachttijden voor reguliere woningzoekenden zo oplopen, zou de houding tegenover vluchtelingen negatiever kunnen worden. Dat een Nederlander jaren op een wachtlijst staat voordat er een sociale huurwoning vrijkomt, terwijl vluchtelingen direct een woning kunnen betrekken, creëert onvermijdelijk onvrede. Bovendien is het de vraag of een flatje in een achterstandswijk de inburgering van een nieuwe Nederlander bevordert. Andere woonconcepten zijn dus

Gemeente Amersfoort Peiling

5063651 pagina 2

noodzakelijk. Bij het opzetten van een co-house wordt gebruik gemaakt van de ruime ervaring in o.a. Nederland , de Verenigde Staten en Denemarken met deze vorm van huisvesting.

BEOOGD EFFECT Asielzoekers met een verblijfsvergunning en allerlei soorten urgent woningzoekenden als starters, gescheiden ouders en cliënten van de maatschappelijke opvang hoeven niet 5-6 jaar op de wachtlijst te staan voor een sociale huurwoning of urgentie aan te vragen, maar kunnen snel woonruimte vinden in CoHousing. Leegstaande kantoren en woon-zorgcomplexen in Amersfoort kunnen zonder grote voorinvestering worden omgebouwd tot eenvoudige woonunits en dus opnieuw dynamiek creëren en een nuttige functie vervullen in de stad. Groepsactiviteiten binnen Co-Housing zullen de participatie en zelfredzaamheid van sommige inwoners vergroten, waardoor zij zichzelf ontwikkelen en beter in staat zijn om te participeren in vrijwilligerswerk of betaalde arbeid, om contacten te leggen en hun netwerk te vergroten, om hun financiën op orde te houden en om te verhuizen naar een zelfstandige woning. Sobere huisvesting kan voor sommigen ook een stimulans zijn om op zoek te gaan naar een verhoging van het inkomen door werk, om een woning op de vrije huurmarkt te bekostigen. Het alternatief is om het vereiste aantal jaren te wachten totdat een reguliere sociale huurwoning beschikbaar komt. De wachtlijsten voor sociale huurwoningen en voor de maatschappelijke opvang zullen afnemen omdat meer mensen als tussenstap gehuisvest kunnen worden in Co-Housing, waarna zij vaker zullen doorstromen naar een woning op de vrije markt. De kosten die de gemeente maakt voor maatschappelijke opvang worden in de hand gehouden, omdat de doorstroming bevordert wordt en uitbreiding van dure maatschappelijke opvang daardoor niet nodig is. Door een gemengde bewonerspopulatie en tijdelijke huurcontracten in Co-Housing kan gettovorming vermeden worden, gaan bewoners met elkaar de dialoog aan en leren ze van elkaar, en kunnen ze zich aan elkaar optrekken.

ARGUMENTEN 1.1 Op 7 oktober 2014 heeft de gemeenteraad in meerderheid een motie aangenomen, waarin het college werd opgedragen om het COA te faciliteren bij het realiseren van een uitbreiding van het aantal asielzoekersplaatsen. Zelfs als dit niet nodig is, zullen we de komende maanden en jaren vanuit de rijksoverheid meer verzoeken krijgen om asielzoekers met verblijfsvergunning te huisvesten. 2.1 De groep asielzoekers met verblijfsvergunning heeft de afgelopen jaren een groot deel uitgemaakt van het aantal urgentieverklaringen voor sociale huurwoningen. Dit kan leiden tot toenemende spanningen in de samenleving, omdat veel inwoners het niet rechtvaardig vinden als zij vijf jaar moeten wachten op een woning, terwijl vluchtelingen binnen zes maanden een woning krijgen. Omdat we wel gastvrij willen blijven voor vluchtelingen, is het daarom nodig om innovatieve oplossingen te vinden waardoor de wachtlijsten voor sociale huurwoningen niet verder oplopen. 3.1 Het is bekend dat in Amersfoort veel kantoren (20% van alle kantoren) en woonzorgcomplexen leeg staan of komen te staan. Veel panden kunnen niet worden omgebouwd omdat reguliere sociale huurwoningen aan hoge kwaliteitseisen moeten voldoen en de verbouwingskosten daardoor te hoog worden. Maar voor sommige doelgroepen is de woningnood zo hoog, dat zij liever in een gekraakt kantoorpand wonen, dan op straat. Co-Housing beoogt deze panden zo om te bouwen, dat de woonunits soberder zijn dan een sociale huurwoning, maar beter dan een gekraakt kantoorpand. Co-Housing


5063651 pagina 3

kan bestaan uit sobere en goedkope woonunits met gedeelde voorzieningen (zoals woonkamer, keuken en douches). 3.2 Er bestaan mogelijkheden om betrekkelijk eenvoudig (prefab) sanitair en andere benodigde zaken te realiseren in bijvoorbeeld leegstaande kantoorpanden. Door een aantal units per verdieping te centreren en onderling te koppelen, blijft de technische ingreep en aantasting van het gebouw – en hiermee de investeringskosten – beperkt. De mogelijkheid om in de toekomst een andere oplossing door te voeren – of terug te transformeren naar kantoorfunctie – blijft hiermee tevens reëel. Sanitaire voorzieningen kunnen gedeeld worden, al is dit niet noodzakelijk. Maar de technische en financiële consequenties van het realiseren van zelfstandige douches, toiletten en keukens voor alle bewoners of gasten binnen een kantooromgeving zijn enorm. 3.3 Indien het bestemmingsplan het toe laat en het tevens de wens van de kantooreigenaar is, kan het concept een permanente oplossing voor wonen of hotel bieden. Indien dit echter niet het geval is, dan kan juridisch gezien, gekozen worden voor een tijdelijke oplossing. Een tijdelijke ontheffing van het bestemmingsplan is sinds de zomer van 2012 voor 10 jaar mogelijk. Dit biedt als belangrijk voordeel op korte termijn dat de betreffende procedures korter zijn en de bouwtechnische eisen minder stringent. Er kan derhalve sneller gestart worden met transformeren. Daarnaast houdt het de mogelijkheid voor een pandeigenaar open om definitief te bepalen wat hij met zijn gebouw wil in de periode na de tien jaar. Hij ‘koopt’ als het ware tijd. 4.1 Als grotere panden huisvesting bieden aan slechts een doelgroep, bijvoorbeeld asielzoekers of cliënten uit de maatschappelijke opvang, is er minder gelegenheid voor bewoners om onderling van elkaar te leren. We weten dat cliënten uit de maatschappelijke opvang graag gehuisvest worden met andere doelgroepen, om weg te komen van het stigma van ‘probleemgeval’. Indien allerlei verschillende doelgroepen in een Co-House wonen, kunnen mensen elkaar leren kennen, begrijpen, steunen en helpen. Ieder kan dan vanuit zijn eigen levenservaringen de ander iets leren. En van de buitenkant (pand/persoon) is niet af te zien waarom een huurder woont in een Co-House, zodat vooroordelen en stigma’s verminderd kunnen worden. 5.1 Sociale huurwoningen sluiten soms onvoldoende aan bij de behoeften van statushouders en cliënten van de maatschappelijke opvang. Een sociale huurwoning al dan niet in combinatie met een uitkering kan namelijk ook ervaren worden als een “eindstation”, waarin de sociale huurwoning juist een beperking is voor maatschappelijke participatie en leidt tot eenzaamheid. Want veel sociale huurwoningen zijn gesitueerd in buurten met een eenzijdige bevolkingssamenstelling en lage onderlinge betrokkenheid. 5.2 Het overheidsbeleid om participatie te vergroten gaat of uit van een vrij hoog basisniveau van zelfredzaamheid. Bij welzijnsbeleid is het uitgangspunt dat men zelfstandig collectieve voorzieningen bezoekt, zoals cursussen of bijeenkomst. Voor het volgen van een opleiding of het aanvragen van een uitkering moeten formulieren worden ingevuld en regelgeving worden doorgrond. Voor het volgen van een inburgeringscursus of opleiding is doorzettingsvermogen nodig en discipline, voor solliciteren zelfinzicht en sociale vaardigheden. De eigen kracht en het eigen netwerk zijn echter vaak te klein waardoor de zelfredzaamheid van deze groepen onvoldoende is en maatschappelijke participatie niet toeneemt. Door bezuinigingen is meer individuele begeleiding en psychische zorg vaak niet meer mogelijk. 5.3 Het gevolg is dat het welzijn van deze groepen laag is.


5063651 pagina 4

Hierbij kan o.a. gedacht worden aan eenzaamheid, psychische problemen, lage maatschappelijke participatie, onvoldoende integratie en een laag inkomen. De maatschappelijke kosten zijn ook hoog: uitkeringen, druk op beperkte sociale woningvoorraad, gettovorming en criminaliteit. 5.4 Door vrijwilligers (gesteund door professionals) groepsactiviteiten aan te laten bieden aan de huurders van Co-Housing, die gericht zijn op participatie en zelfredzaamheid, kunnen bewoners zich ontwikkelen (o.a. taallessen), participeren (sollicitatietraining, vrijwilligerswerk, de omgeving leren kennen), hun financiën op orde krijgen en houden (budgettraining) en hun zelfredzaamheid vergroten. Begeleiding en groepsactiviteiten worden deels gecoördineerd en uitgevoerd door vrijwilligers. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan mensen die al enige tijd bewoner waren en tegen gereduceerde huur mogen blijven wonen in een appartement dat net iets groter en mooier is dan de andere appartementen 6.1 Co-Houses kennen regels (o.a. aanwezigheid bij activiteiten gericht op participatie en gezelligheid, corvee, geen overlast voor andere bewoners). Regels worden van te voren ondertekend door de bewoner. Het huren van een woonunit in CoHouses gebeurt op basis van vrijwilligheid. Als bewoners het huurcontract of de regels niet willen tekenen, kunnen zij elders in Amersfoort een kamer of woning proberen te huren, op de wachtlijst blijven staan voor een sociale huurwoning of alsnog urgentie proberen aan te vragen voor een sociale huurwoning. 7.1 Op dit moment is het vrijwel alleen toegestaan om tijdelijke huurcontracten aan te bieden aan studenten. Aan cliënten in de maatschappelijke opvang wordt een tijdelijk huurcontract geboden in combinatie met een begeleidingscontract. Als het begeleidingscontract wordt verbroken, is automatisch het huurcontract ongeldig verklaard. Het zou voor het opzetten van Co-Housing beter zijn als de rijksoverheid tijdelijke huurcontracten voor meer doelgroepen – waaronder asielzoekers – zou toestaan. Door tijdelijke contracten te bieden wordt de doorstroming bevorderd en gettovorming tegengegaan. Over de wenselijkheid van tijdelijke contracten kunnen nog nadere afspraken worden gemaakt. 8.1 Co-Houses zouden eerst experimenteel kunnen worden opgezet, waarbij gemotiveerde potentiële woningzoekenden eerst in aanmerking komen. 8.2 Bij het ministerie voor Wonen en Rijksdienst moet toestemming worden gevraagd om tijdelijke huurcontracten te verlenen aan andere doelgroepen dan studenten. 8.3 Het realiseren van goedkope woonunits zal veel gemakkelijker zijn als er huurtoeslag mag

worden aangevraagd voor de woningen. Soms wordt deze toestemming gegeven door de Belastingdienst in woon-zorgcomplexen. Onderzocht moet worden of dit ook voor Co-Housing kan gelden. KANTTEKENINGEN -

FINANCIËN Nu niet te bepalen.

VERVOLG Afhankelijk van de bespreking in De Ronde.


5063651 pagina 5

BETROKKEN PARTIJEN Woningcorporaties, projectontwikkelaars, maatschappelijke opvangorganisaties en de minister voor Wonen en Rijksdienst.

Fractie ChristenUnie Simone Kennedy-Doornbos


15-09-2015

van

vergaderruimte:

Vermeerzaal

aantal bezoekers:

Onderwerp Van Soort bijeenkomst Van de raadsleden werd gevraagd Voorzitter Secretaris Fractiewoordvoerders

Insprekers Samenvatting en afspraken

19:00 tot

20:00 uur 29

ChristenUnie: Co-housing als oplossing voor het tekort aan sociale huurwoningen ChristenUnie Peiling Zich uit te spreken over de peilpunten.

Reg.nr.

5072363

Collegelid Paffen-Zeenni Imming Ambtenaren Pen Sleeuwenhoek Huijdts (D66), Voogt (VVD), Kennedy (ChristenUnie), El-Messaoudi (PvdA), Jongerman (SP), Van Koningsveld (CDA), Hos (GroenLinks), Steenbeek (OPA), Koet-Minis (Amersfoort2014) Mevr. A. van Egmond (NVA), dhr. R. Caubo (SOVEE), mevr. T. Haverkort (inwoner) De heer Dijksterhuis heeft namens de fractie ChristenUnie een korte inleiding gegeven. Mevrouw van Egmond (NVA) heeft aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat de raad spreekt over woningaanbod voor statushouders, omdat dit een groot probleem is en zal blijven. De heer Caubo (SOVEE) heeft gemeld dat de doorstroming van jongeren op de woningmarkt stagneert. Hij vindt co-housing een sympathiek idee, maar verwacht in de praktijk ook knelpunten. Mevrouw Haverkort (inwoner) heeft aangegeven voorstander te zijn van het gebruik van kantoren voor co-housing, maar vindt dat huisvesting niet perse sober hoeft te zijn zoals in de vergaderstukken is gesuggereerd. Raadsleden hebben vragen gesteld die de insprekers hebben beantwoord. De wethouder heeft aangegeven dat de vergadering vanavond gaat over mensen met een verblijfsstatus (statushouders) en geen verband houdt met de actuele discussie over de huisvesting of opvang van nieuwe groepen vluchtelingen. Fracties onderschrijven dat gezocht moet worden naar creatieve oplossingen voor het tegengaan van wachtlijsten voor sociale huurwoningen. Enkele fracties vinden cohousing een interessant initiatief dat verder onderzocht kan worden (PvdA, D66, SP, OPA). Andere fracties hebben twijfel of co-housing voor alle doelgroepen wenselijk is en hebben vragen over de werkbaarheid (VVD, CDA, Amersfoort 2014). Verder is gevraagd welke bestaande afspraken er al zijn tussen college en woningcorportaties (GroenLinks). ChristenUnie heeft toegelicht dat co-housing een stap is tussen daklozenopvang en een eigen sociale huurwoning, of tussen AZC en sociale huurwoning. Met co-housing ontwikkelen bewoners een sociaal netwerk. Tijdelijke huurcontracten zijn van belang tegen gettovorming en ter bevordering van doorstroming.

Fracties zijn in gesprek gegaan over de volgende invalshoeken: huisvesting van mix van doelgroepen (studenten, gescheiden mensen, statushouders), begeleiding bij cohousing, de mate van vrijwilligheid, de duur en juridische aspecten.

Toezeggingen Advies aan het presidium

De wethouder heeft aangegeven dat de druk op de woningmarkt groot is. Als cohousing volgens de raad een kans moet krijgen, zal budget en locaties beschikbaar moeten komen om bijvoorbeeld kantoorpanden geschikt te maken voor wonen. Ook moet dit ruimtelijk mogelijk gemaakt worden. ChristenUnie zal mogelijkheden voor co-housing verder verkennen en de raad op de hoogte houden van ontwikkelingen. Voldoende besproken

Agendapunt De Ronde Titel Datum Van Portefeuillehouder Samenvatting

Reg.nr. 5064890 Vragen raadsleden aan het college 15 september 2015 Ambtelijk contact Van Dijk Presidium (033 469 4379) Niet van toepassing Gelegenheid voor raadsleden om mondeling vragen te stellen aan het college.

Uitgangspunten  De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers).  De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan). Doel activiteit Reden van aanbieding Van de raadsleden wordt gevraagd Vervolgtraject Opmerkingen presidium

Soort verslag Bijbehorende documenten

Soort activiteit Raad stelt vragen aan college Informatie ----Afhankelijk van het antwoord Spelregels  Onderwerpen vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie.  De griffie mailt de aanmeldingen maandagmiddag door aan het college en maakt deze bekend op de website.  De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid.

--Geen onderwerpen aangemeld

#5064890 v1 - Vragen raadsleden aan het college

OVERZICHT. De Raad Aanvang: 19:00. Molendijkzaal Raadzaal Tijd. Vermeerzaal :00

Recommend Documents