Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming Croho-registratienummer: 34610 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 12 mei en 13 juni 2006
Inhoud van het verslag Identificatie ...............................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................5 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................35 Bijlage 2: Beoordeelde documenten .......................................................................................................38 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ...........................................................................................39 Bijlage 4: Uitwerking Dublin Descriptoren naar programmaonderdelen ...............................................43 Bijlage 5: Visitatieteam...........................................................................................................................50 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................51
De verantwoordelijke teamleider: dr. M.S. Leloux namens deze,
M.I. van de Velde Certiked December 2006
Pagina 1 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Identificatie Noordelijke Hogeschool Leeuwarden Rengerslaan 10 8917 DD Leeuwarden Telefoon: 058 - 296 18 88 Website: www.nhl.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: mw. A. Uitham, Instituutsdirecteur Zorg en Welzijn
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Noordelijke Hogeschool Leeuwarden • HBO opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming • Voltijd, deeltijd • Locatie Leeuwarden Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: dr. M.S. Leloux Extern deskundige: mr. G.J.M. Hoogeboom Secretaris: A.J.C. van Noort Studentlid: A.E. Stapel
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam in april 2006. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad op 8 mei 2006 waarin is vastgesteld dat het zelfevaluatierapport voldoende basis biedt om de visitatie uit te voeren. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 12 mei 2006; en op 13 juni 2006 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 13 december 2006 toegezonden aan het management van de opleiding. Op XX zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er éénmaal een bijeenkomst geweest tussen de voorzitter van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 2 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Managementsamenvatting Op 12 mei 2006 en 13 juni 2006 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld Het doel van de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming is om studenten op te leiden tot beginnende beroepsbeoefenaren op het gebied van samenlevingsopbouw, educatie, kunst, cultuur en recreatie. Een CMV’er kan achtergronden van doelgroepen en contexten van maatschappelijke problemen analyseren, programma’s en projecten ontwikkelen en evalueren. Hij treedt daarbij op als evenwichtskunstenaar tussen de eisen van de samenleving en de wensen, behoeften en verlangens van burgers. De opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden heeft zich tijdens de visitatie met een consistent en door alle stakeholders gedragen beeld gepresenteerd. De opleiding komt naar voren als een goede, praktijkgerichte opleiding met een enthousiast en betrokken team, aangevoerd door een goed opleidingsmanagement. De praktijkgerichtheid van de opleiding komt al in het eerste jaar om de hoek kijken, en wordt in latere jaren alleen maar sterker. Wat ook opvalt is de aandacht binnen de opleiding voor methodiek, leren leren en de ambitie om studenten te leren om zichzelf als agogisch instrument in het werkveld in te zetten. Een didactisch goed opgebouwde aandacht voor zelfreflectie, zoals supervisie- en intervisie-instrumenten en de door de student op te stellen procesverslagen, is aantoonbaar verweven in de opleiding. Deze vorm van studieloopbaanbegeleiding loopt als een rode draad door de opleiding en zowel studenten als docenten besteden hier veel tijd aan. Vermeldenswaard hierbij is tevens de inzet van studentassistenten (vierdejaars studenten) die eerstejaars coachen en daarbij tevens werken aan hun eigen leidinggevende competenties. De opleiding CMV maakt onderdeel uit van het instituut Zorg en Welzijn van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Binnen dit instituut gaan de drie opleidingen van de afdeling welzijnsopleidingen (CMV, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Pedagogiek) samen de major Social Studies vormgeven (Bachelor of Social Work). Momenteel hebben de drie opleidingen een gezamenlijke propedeuse. Op basis van eerdere ervaringen, waarbij de opleiding CMV binnen de propedeuse voor studenten weinig zichtbaar bleek, is deze zichtbaarheid verbeterd. Op basis van het landelijk overleg met andere HBO CMVopleidingen en het werkveld is een opleidingsprofiel voor de CMV’er opgesteld. Dit profiel is uitgewerkt in eindtermen en beroepskwalificaties. Deze eindtermen en beroepskwalificaties zijn in overleg met de werkveldadviescommissie uitgewerkt naar beroepstaken, kennis, vaardigheden en houding. Op basis hiervan is de opleiding nu bezig met de verdere ontwikkeling van het competentiegericht onderwijs. Het werkveld wordt bij deze onderwijsontwikkeling flexibel ingezet.
Pagina 3 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
De opleiding CMV kent voor zowel voltijd als deeltijd studenten twee afstudeervarianten, namelijk op het gebied van Samenlevingsopbouw en Cultuur & Recreatie. Een afgestudeerde van de afstudeervariant Samenlevingsopbouw is gericht op sociale cohesie, het samen met burgers leefbaar maken van buurt, wijk, dorp of stad, leert mensen zichzelf te organiseren en op te komen voor hun belangen. Een afgestudeerde van de afstudeervariant Cultuur & Recreatie is gericht op het ontwikkelen en bevorderen van zinvolle educatieve en recreatieve vrijetijdsbesteding van mensen in het algemeen, waarbij bijzonder aandacht is voor groepen die maatschappelijk niet of nauwelijks actief zijn. Het aandachtsgebied educatie en kunst, dat wel tot het domein van CMV behoort maar geen aparte afstudeervariant is, speelt een rol bij de beide afstudeervarianten. Kunst zit meer bij de richting Cultuur & Recreatie. Educatie zit meer bij Samenlevingsopbouw, maar ook voor een deel bij Cultuur & Recreatie. Educatie wordt dus breed ingezet. Door het te clusteren in plaats van scheiden wordt recht gedaan aan de praktijk van de CMV’ers. De praktijkgerichtheid van de opleiding CMV uit zich in diverse aan de beroepspraktijk ontleende projecten met een hoge actualiteitswaarde en de diverse stagemogelijkheden. Ook de praktijkgerichtheid van de docenten is groot. Het niveau van de afstudeerscripties is goed, en het werkveld is ook goed te spreken over het niveau van de afstudeerders. De aandacht voor de agogische beroepsbeoefenaar als instrument en de fictieve instelling verdienen waardering. Ook waardeert het visitatieteam de flexibele inzet van de werkveldadviescommissie bij de onderwijsvernieuwing. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat ten aanzien van de onderwerpen domeinspecifieke eisen (facet 1.1.), programma (facetten 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4), kwaliteit personeel (facetten 3.1 en 3.3), studieloopbaanbegeleiding (facet 4.2) en eindniveau (facet 6.1) goed geregeld is. Op enkele andere facetten is verdere verbetering mogelijk. Zo blijft aandacht voor profilering van de CMV-opleiding in de propedeuse van belang. Dit kan de continuering van de instroom in de opleiding ten goede komen. Ook dient er meer aandacht te zijn voor de internationalisering, niet alleen inhoudelijk, in het curriculum (bijv. aanbieden van een vreemde taal), maar ook door studenten beter te stimuleren om ook over de grenzen stages te gaan lopen. Ook zien we in het werkveld een toenemende aandacht voor verdere verzakelijking, en cultureel ondernemersschap. Ook daarop zou de opleiding extra kunnen inspelen. Overwegende dat de opleiding op de essentiële punten voldoende tot zelfs bovengemiddeld scoort en dat de verbeterpunten duidelijk minder prominent zijn, concludeert het visitatieteam van Certiked dat de opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming van de Noordelijke Hogeschool te Leeuwarden positief scoort op alle gevisiteerde onderdelen. Details hieromtrent leest u in de volgende hoofdstukken.
Pagina 4 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Overzicht van beoordelingen voltijd en deeltijd opleiding Onderwerp en facet
Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Certiked beoordeling positief goed voldoende voldoende positief goed goed goed goed voldoende voldoende voldoende voldoende positief goed voldoende goed positief voldoende goed positief voldoende voldoende voldoende positief goed voldoende
Pagina 5 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
-
De opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming (CMV) maakt binnen de NHL onderdeel uit van de afdeling Welzijn binnen het Instituut Zorg en Welzijn. De andere opleidingen binnen de afdeling zijn Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Pedagogiek. De afdeling Welzijnsopleidingen zit midden in een verandertraject. De opleidingen werken aan een gemeenschappelijke major Social Studies. Door middel van de keuze van de professionaliseringstaken kunnen studenten zich profileren als CMV’er, maatschappelijk werker of pedagoog. Het doel van de opleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming is om studenten op te leiden tot beginnende beroepsbeoefenaren op het gebied van samenlevingsopbouw, educatie, kunst, cultuur en recreatie. Een CMV’er kan achtergronden van doelgroepen en contexten van maatschappelijke problemen analyseren, programma’s en projecten ontwikkelen en evalueren. Hij treedt daarbij op als evenwichtskunstenaar tussen de eisen van de samenleving en de wensen, behoeften en verlangens van burgers. De opleiding onderscheidt twee afstudeervarianten: Samenlevingsopbouw en Cultuur & Recreatie. Een afgestudeerde van de afstudeervariant Samenlevingsopbouw is gericht op sociale cohesie, het samen met burgers leefbaar maken van buurt, wijk, dorp of stad, leert mensen zichzelf te organiseren en op te komen voor hun belangen. Een afgestudeerde van de afstudeervariant Cultuur & Recreatie is gericht op het ontwikkelen en bevorderen van zinvolle educatieve en recreatieve vrijetijdsbesteding van mensen in het algemeen, waarbij bijzonder aandacht is voor groepen die maatschappelijk niet of nauwelijks actief zijn. Het aandachtsgebied educatie en kunst is geen aparte afstudeervariant maar speelt een rol bij de beide andere afstudeervarianten. Kunst zit meer bij de richting Cultuur & Recreatie. Educatie zit meer bij Samenlevingsopbouw, maar ook voor een deel bij Cultuur & Recreatie. Educatie wordt dus breed ingezet. Door het te clusteren in plaats van scheiden wordt recht gedaan aan de praktijk van de CMV’ers. De opleiding heeft zich gebaseerd op de competenties zoals die zijn beschreven in het rapport Alert en Ondernemend (1999) dat ontwikkeld is in opdracht van het landelijk opleidingsoverleg CMV (LOO-CMV). Dit beroepsprofiel is in overleg met het werkveld tot stand gekomen. Sinds 2000 heeft de opleiding het profiel uit Alert en Ondernemend verder uitgewerkt naar beroepstaken, kennis, vaardigheden en houding. Hiervoor is overleg gevoerd met de werkveldadviescommissie. De opleiding heeft zich aangesloten bij internationale netwerken, die dienen om inhoudelijke kennis uit te wisselen en curriculumvergelijkingen te maken. De opleiding is betrokken bij projecten in Polen en Kazakstan. Tevens is de afdeling Welzijn sinds 2005 lid van de internationale organisaties voor Schools of Social Work.
Pagina 6 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
De opleiding evalueert periodiek de eindtermen en opleidingskwalificaties. Hiervoor maakt zij gebruik van input van verschillende stakeholders. Naast het eigen team en de afdeling zijn hierbij ook de studenten en alumni betrokken. Daarnaast geven de werkveldadviescommissie, werkveldvertegenwoordigers en praktijkbegeleiders van stage en afstudeeropdrachten informatie die de opleiding gebruikt om te beoordelen of de eindkwalificaties nog steeds aansluiten bij het werkveld. In het (recente) verleden heeft dit ook daadwerkelijk geleid tot aanpassingen in de eindkwalificaties en het programma, bijvoorbeeld door meer aandacht te geven aan multimediale ontwikkelingen bij de module Mediagebruik. De afdeling Welzijnsopleidingen zit midden in een verandertraject, dat er uiteindelijk toe zal leiden dat de drie opleidingen van deze afdeling samen gaan in de major Social Studies (Bachelor of Social Work). De keuze hiervoor is gebaseerd op een aantal relevante documenten, te weten het PAD-document van de HSAO, de beroepenstructuur 2005 van NIZW en het onderzoek van het Verweij-Jonker Instituut ‘Toekomstverkenning van het welzijnswerk’. De competenties van de bachelor of Social Work zijn in 2005 vastgesteld. Met ingang van september 2005 is de vernieuwde propedeuse voor de drie Welzijnsopleidingen van start gegaan. Binnen de propedeuse kunnen studenten kiezen voor een profilering naar elk van de drie opleidingen. Het is de bedoeling in 2008 tot afronding van de herinrichting te komen. De major Social Studies heeft een omvang van 170 EC’s. Binnen de major kunnen studenten zich profileren naar elk van de drie opleidingen. Daarnaast volgt de student een verplichte minor (30 EC’s) en een keuze minor (30 EC’s) en vult hij een keuzeruimte (10EC’s). Het onderscheidend vermogen van de CMV-opleiding van NHL ten opzichte van andere CMV opleidingen zit volgens de docenten in het feit dat tijdens de opleiding van NHL de student te weten komt waar hij goed in is. Hij leert dit uit te buiten in het werkveld, terwijl zijn zwaktes “werkbaar” worden gemaakt. Er is daarom veel aandacht voor de beroepshouding in deze opleiding. De inrichting van de opleiding CMV van de NHL wordt ook in de context van de regop geplaatst (problematiek van stad en platteland). Aan de andere CMV opleidingen in Nederland, die groter zijn, is daarentegen meer ruimte voor specialisatie, terwijl bij CMV van NHL twee afstudeervarianten worden aangeboden. De CMV’er van NHL wordt dus breder opgeleid en de opleiding wordt meer gekoppeld aan de eigen kwaliteiten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van de bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de eindkwalificaties goed aansluiten bij de eisen die door de beroepspraktijk en vakgenoten worden gesteld en dat nieuwe ontwikkelingen periodiek aan de orde worden gesteld. Ook betrekt de opleiding vigerende documenten om de aansluiting bij de wensen van het werkveld te bewerkstelligen en te behouden. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als goed.
Pagina 7 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
De opleiding CMV leidt studenten op tot hbo-bachelors en onderschrijft de algemene internationale beschrijvingen van het bachelor-niveau (Dublin Descriptoren). De opleiding CMV streeft ernaar dat de afgestudeerde CMV-student: - sociaal en communicatief vaardig is; - keuzes kan maken en beargumenteren; - om kan gaan met andersdenkenden: - in en vanuit verschillende organisatorische contexten kan werken; - over voldoende zelfreflecterend vermogen beschikt; - in staat is netwerken op te zetten en te onderhouden; - verantwoordelijkheid neemt voor het eigen leerproces: - creatief, innovatief en stimulerend kan denken en werken. In deze doelen komen de Dublin Descriptoren impliciet aan de orde. Dat de Dublin Descriptoren ook expliciet in het programma verwerkt zijn, is zichtbaar gemaakt in een uitwerking van het curriculum. In dit overzicht, dat voor de volledigheid is opgenomen in bijlage 4, heeft de opleiding aangegeven welke vakken een relatie hebben met welke Dublin Descriptoren. Tevens is deze relatie toegelicht. Het visitatieteam heeft kennis genomen van dit schema en is van mening dat dit volledig en correct is. Het schema maakt voldoende aantoonbaar dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de Dublin Descriptoren. In gesprekken die het visitatieteam heeft gevoerd met studenten, alumni, docenten en leden van de werkveldadviescommissie is door hen aangegeven dat zij van mening zijn dat de opleiding het hboniveau waarmaakt. Ook uit verslagen van externen die aanwezig zijn bij de eindgesprekken is aangegeven dat de eindkwalificaties van de studenten voldoende zijn en passend zijn voor het hbo-niveau. Bovendien heeft het visitatieteam bij de bestudering van afstudeerscripties en daarbij behorende procesverslagen met genoegen kunnen vaststellen dat de student hierin veel aandacht besteedt aan de zelfreflectie met betrekking tot de realisatie van de Dublin Descriptoren binnen de eigen te behalen competenties. Docenten hebben aangegeven dat de Dublin Descriptoren richtinggevend zijn bij de ontwikkeling van het onderwijs. Bij wijzigingen in het programma of in de eindkwalificaties wordt het niveau getoetst aan de Dublin Descriptoren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam concludeert op grond van de bevindingen dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij het HBO-bachelorniveau. Het visitatieteam baseert zich daarbij op de Dublin Descriptoren voor de HBO-bachelor en stelt vast dat deze evenwichtig en adequaat in de kwalificaties van de opleiding verwerkt zijn.. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Niveau’ daarom als voldoende.
Pagina 8 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
In het beroepsprofiel Alert en Ondernemend staat beschreven waaraan een beginnend beroepsbeoefenaar CMV op hbo-niveau moet voldoen. Dit is afgestemd met het relevante beroepenveld. In het opleidingsprofiel, dat is opgenomen in het studentstatuut, is de vertaalslag gemaakt naar eindtermen en beroepskwalificaties. Alumni zijn van mening dat de doelstellingen en eindkwalificaties aansluiten bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Het merendeel van de studenten gaat tijdens of na het laatste studiejaar werken bij de instelling waar zij eerder stage hebben gelopen. Studenten die na de studie actief op zoek gaan naar een baan, slagen hier over het algemeen binnen anderhalf jaar in. Alumni geven aan dat er voldoende werk is voor de CMV’er op hbo-niveau, maar dat ze zich er wel voor moeten inspannen omdat ze het niet op een presenteerblaadje aangereikt krijgen. Ook de aansluiting met het universitaire onderwijs is voldoende te noemen. Studenten die van plan zijn om aan de universiteit door te studeren, kunnen zich hier reeds tijdens de opleiding op voorbereiden door in de keuzeruimte voorbereidende vakken op wo-niveau te volgen. Binnen het LOO-CMV is de afstemming tussen opleiding en werkveld momenteel onderwerp van gesprek. Er vinden inventarisaties plaats bij alle CMV-opleidingen en door middel van conferenties worden alle stakeholders bij elkaar gebracht (studenten, alumni, docenten en werkveld). De opleiding volgt de ontwikkelingen met belangstelling en zal de input vanuit het LOO-CMV meenemen bij het verder vormgeven van de opleiding binnen de nieuwe structuur. De opleiding treedt met de werkveldadviescommissie in overleg over een brede range aan onderwerpen. Jaarlijks wordt vastgesteld welke thema’s aan de orde zullen komen. De leden van de werkveldadviescommissie worden betrokken bij de onderwerpen waar hun voorkeur naar uitgaat. Daarnaast worden, waar dat wenselijk dan wel noodzakelijk geacht wordt, ad hoc werkvelddeskundigen ingezet. De werkveldadviescommissie wordt dus flexibel ingezet.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De eindkwalificaties zijn ontleend aan een in samenspraak met het werkveld ontwikkeld competentieprofiel, waarvan het niveau overeenstemt met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar. Bij de beoordeling of de kwalificaties daar nog steeds bij aansluiten betrekt de opleiding verschillende stakeholders. De flexibele inzet van de werkveldadviescommissie wordt door het visitatieteam op prijs gesteld. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Oriëntatie HBO’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam beoordeelt het onderwerp Doelstellingen Opleiding als voldoende. De opleiding is geënt op eindkwalificaties die aansluiten bij de eisen van het vak, de beroepspraktijk en het bachelorniveau.
Pagina 9 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
De opleiding wordt als voltijd opleiding aangeboden. Binnen de voltijdopleiding CMV is de
mogelijkheid om een aangepaste leerroute te volgen. De contacturen worden geconcentreerd op twee dagen. Deze staat open voor studenten vanaf 22 jaar, die een gezin of een werkkring -
-
-
-
hebben. Verder kent CMV een deeltijd opleiding. Deze opleiding staat open voor aspirant studenten die een werkkring bezitten. De voltijd- en deeltijdstudenten volgen hetzelfde programma. Er zijn twee afstudeervarianten: Samenlevingsopbouw en Cultuur & Recreatie. Praktijk- en beroepsgerichtheid vormen één van de uitgangspunten van het onderwijsconcept van CMV. De praktijk- en beroepsgerichtheid komen tot uiting doordat een programma is ontwikkeld waarin kennis en vaardigheden zijn opgebouwd rondom kernproblemen die zijn gericht op beroepstaken. Deze beroepstaken zijn afgeleid van het profiel Alert en Ondernemend. Het programma is vormgegeven aan de hand van reële beroepssituaties. Input hiervoor komt uit het werkveld: organisaties uit de praktijk formuleren (project-)opdrachten die de student in staat stellen om kennis en vaardigheden in de beroepspraktijk toe te passen. Op basis van de te leren competenties worden de cases ontwikkelend en wordt bepaald wat men in gedrag wil terug zien. De competenties vormen dus het uitgangspunt. Deze uitgangspunten zijn ook van toepassing op de deeltijdvariant, maar daar vindt interactie met de beroepspraktijk plaats binnen de arbeidssetting van de student. Er is een gezamenlijke propedeuse voor CMV, Maatschappelijk werk en dienstverlening en Pedagogiek. Er is een gemeenschappelijke set van competenties geformuleerd. De context waarbinnen de competenties moeten worden verworven is opleidingspecifiek. CMV is relatief gezien de kleinste opleidingen en de macht der getallen speelt een rol. Het CMV-karakter werd daarom in het verleden door de studenten gemist in het gezamenlijke programma met de andere opleidingen. Een aantal jaren geleden is besloten om de CMV’ers in de propedeusegroepen te centreren, zodat ze geen individuen zijn in groepen met studenten van andere opleidingen. Ze worden begeleid door een CMV-docent. Op deze manier probeert de opleiding de herkenbaarheid van CMV ook in de propedeuse goed overeind te houden. In het project in het eerste jaar zitten onderscheidende elementen van de opleiding. De studenten krijgen beroepscasuïstiek waarbij ze moeten bepalen bij welk loket het probleem hoort (dus bij welk van de drie opleidingen). Op deze manier kunnen ze zich voldoende oriënteren op de drie opleidingen om uiteindelijk een keuze te kunnen maken. In de laatste periode van het eerste jaar kiezen de studenten zelf twee casussen die hen moeten helpen bij de voorbereiding van hun keuze voor één van de opleidingen.
Pagina 10 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
-
-
Wel is gebleken dat het lastig is voor de studenten om een context te relateren aan de eigen voorkeuren, want het beroep van CMV’er is diffuser dan het beroep van de andere opleidingen (maatschappelijk werker en pedagoog). De (Nederlandstalige) vakliteratuur is relevant en actueel. De literatuur wordt actueel gehouden door de mediatheekwerkgroep van de afdeling Welzijn. Deze werkgroep houdt de nieuwe literatuur bij en actualiseert voortdurend het mediatheekbestand. Door middel van nieuwsbrieven blijft men op de hoogte van artikelen en publicaties in de vakbladen die betrekking hebben op het terrein van welzijn. Daarbij is ook voldoende aandacht voor CMV-onderwerpen. Van Engelstalige literatuur wordt erg weinig gebruik gemaakt. Alleen in artikelen in een reader. Op beperkte schaal werden Engelstalige boeken voorgeschreven, maar het Engels bleek een beperking te zijn: het ging ten koste van de kennisoverdracht. Studenten kunnen nu binnen de vrije keuzeruimte voor Engels kiezen binnen het Learning Center van de NHL. Het voltijdprogramma bevat een binnenschools en buitenschools gedeelte. Het buitenschools programma vindt plaats in alle studiejaren en wordt op verschillende manieren vormgegeven In de propedeuse doet de student het hele jaar gedurende één dagdeel per week praktijkwerk. Bij de instelling krijgt de student methodische begeleiding, op school wordt de student begeleid door een studentassistent. De studentassistent werkt onder de verantwoordelijkheid van de praktijkwerkdocent. De studenten kunnen hun voorkeur laten blijken, maar de uiteindelijke selectie van de praktijkwerkplaats is aan de instelling. Als gedurende het jaar blijkt dat de student en instelling niet “matchen” dan wordt uitgekeken naar een andere praktijkwerkplaats. In het tweede jaar is er een keuzeruimte waarin de student praktijkervaring kan opdoen. Tevens is er een praktijkwerkproject waarin de trainingen worden geïntegreerd. Bij het project zijn externe opdrachtgever betrokken. De studenten maken een projectplan en voeren het project uit. Na afloop maken ze een procesverslag waarin ze reflecteren op hun ontwikkeling en beroepshouding. Het derde jaar wordt volledig gebruikt om stage te lopen. Er moet een stage-activiteitenplan gemaakt worden. Docenten bepalen naar aanleiding hiervan hoe de stage aansluit bij de competenties en de eigen leerdoelen. In principe vindt de stage plaats bij één instelling. Bij een stage in het buitenland moet men het eerste half jaar in Nederland stage hebben gelopen om ervoor te zorgen dat de studenten wat steviger in hun schoenen staan. In het vierde jaar gaat de student afstuderen. De kick-off is door middel van een platformbijeenkomst waarin de student geïnformeerd wordt over hoe het afstuderen precies in z’n werk gaat, wat de procedure is en wat de beoordelingscriteria zijn. De student maakt vervolgens een plan van aanpak dat gebaseerd is op zijn persoonlijke ontwikkelingsplan (POP). Hij zet hierin uiteen waar hij zijn opdracht doet en waarom, welke competenties centraal staan (welke competenties nog niet aan de orde zijn geweest, of welke competenties hij wil verdiepen) en hoe hij het studieloopbaantraject wil invullen. In een overleg met de afstudeerbegeleider wordt het project besproken waarbij aandacht wordt besteed aan de hoofdvraag en deelvragen, waar het product aan moet voldoen en welke methodiek wordt gebruikt. In de platformbijeenkomsten wordt besproken of het hbo-niveau wordt behaald.
Pagina 11 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
-
-
In het huidige programma kiest de student voor een profileringscursus in jaar 4. Voor het nieuwe programma heeft de opleiding CMV op basis van politieke, maatschappelijke en beroepsveld gerelateerde ontwikkelingen de keuze gemaakt voor twee minoren: Samenlevingsopbouw (sociale cohesie, herstructureringsprojecten, jongerenopbouwwerk) en Cultuurparticipatie (cultureel ondernemerschap, cultuureducatie, kunst en cultuur als middel voor sociale en maatschappelijke activering). De student CMV kiest één van deze twee minoren. Daarnaast kiezen de studenten een keuzeminor. Dit kan een minor zijn binnen de afdeling Welzijnsopleidingen of hierbuiten. De afdeling Welzijnsopleidingen ontwikkelt de volgende keuzeminoren: Jeugd en Jongeren (dit wordt samen met 5 andere hogescholen en het werkveld ontwikkeld), Stad en Platteland, en Werken in een gedwongen kader (dit wordt met 3 andere hogescholen en het werkveld ontwikkeld). Door organisaties in het werkveld worden ieder jaar praktijkprojecten, stages, onderzoeksopdrachten en afstudeeropdrachten geformuleerd. Hierdoor blijft de beroepspraktijk voor de studenten actueel en krijgt de student volop de gelegenheid zich beroepskwalificaties eigen te maken. Het niveau en de inhoud van de praktijkopdrachten wordt door de docenten, in overleg met het werkveld, geborgd. Studenten hebben de mogelijkheid om zelf een praktijkopdracht of stage te verwerven. In richtlijnen is vastgelegd waaraan deze opdrachten of stageplaatsen moeten voldoen om goedgekeurd te worden. Studenten willen soms in de stage op safe spelen: ze willen iets doen wat ze eigenlijk al kunnen of als een student al weet met welke doelgroep hij wil werken, dan wil hij zijn stages alleen met deze doelgroepen doen. De docent probeert dan de horizon van de student te verbreden door te stimuleren dat hij een doelgroep kiest die hij nog niet kent. De deeltijd studenten putten voor de verwerking van onderwijsopdrachten uit hun eigen beroepspraktijk. De praktijk vormt de helft van de deeltijdstudie. De relevantie van de CMV-beroepspraktijk wordt tijdens de intake en tussentijdse evaluatiemomenten getoetst en met de organisatie besproken. Waar nodig wordt in overleg met de instelling het takenpakket van de student/medewerker aangepast, zodat de beroepspraktijk het leren op hbo-niveau mogelijk maakt. Het kan zijn dat een werkplek in het tweede jaar nog wel volstaat, maar later niet meer. In dat geval zoekt men met de student en diens instelling een werkplek die wel op niveau is. Per jaar wordt in een gesprek de relevantie van de werkplek vastgesteld. Binnen het studieloopbaantraject wordt gestimuleerd dat de studenten andere praktijkervaring opdoen, omdat wel alle competenties behaald moeten worden. Daarom wisselen deeltijdstudenten soms tijdelijk van werkplek. In het laatste studiejaar moeten de studenten (voltijd- en deeltijd) zelf in het werkveld afstudeeropdrachten werven. Het werven van opdrachten doet een beroep op het ontwikkelen van de competentie ondernemerschap. De uitvoering van de afstudeeropdrachten van de voltijd en deeltijd studenten verloopt op dezelfde wijze. Studenten maken een plan van aanpak. De voortgang van de afstudeeropdracht wordt besproken in het afstudeerplatform. Het contact met het werkveld is op verschillende manieren vormgegeven. De werkveldadviescommissie wordt structureel gevraagd te kijken naar de inhoud, opbouw en actualiteit van het programma en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Zij is van mening dat de actualiteit en de aansluiting voldoen, zich daarbij realiserend dat het gaat om beginnende beroepsbeoefenaren. Wel is met de werkveldadviescommissie afgesproken dat het komende studiejaar met betrekking tot een aantal onderwerpen de relatie met het werkveld zal worden versterkt. Daarnaast worden themabijeenkomsten georganiseerd met werkveldvertegenwoordigers. Enkele recente thema’s waren de afstemming van de relatie tussen werkveld en opleiding en jongerenwerk en jeugdproblematiek.
Pagina 12 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
Alle docenten die in het kernteam zitten zijn actief als stagebegeleider en/of afstudeerbegeleider. Op deze wijze houden zij voeling met ontwikkelingen in het werkveld. Voorbeelden uit de praktijk kunnen zij tevens inbrengen in het onderwijs. Om actualiteit en ontwikkelingen in het werkveld te volgen, nemen docenten tevens deel aan diverse netwerken en samenwerkingsverbanden, waaronder de Noordelijke opbouwwerkkring en het Landelijk Ontwikkelingstraject Jongerenwerk-Innovatie en Kwaliteit (LOJIK). Het werkveld wordt ingezet om de actualiteit en de aansluiting van programmaonderdelen aan de praktijk te toetsen. Dit gebeurt met name bij de ontwikkeling van nieuwe programmaonderdelen. De opleiding neemt tevens initiatief om ontwikkelingen te initiëren. Dat heeft ze bijvoorbeeld gedaan door middel van het Netwerk Opbouwwerk en Platteland en het landelijk overleg met betrekking tot de minor ‘Werken met jongeren’. De opleiding biedt eveneens bijscholingsprogramma’s aan voor het werkveld. De praktijkgerichtheid van de opleiding wordt jaarlijks geëvalueerd aan de hand van de stages en praktijk- en afstudeeropdrachten. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten en alumni blijkt dat zij erg positief zijn over het aandeel praktijk in de opleiding. Ook de actualiteit van de opleiding vinden zij goed.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam stelt vast dat beroeps- en praktijkgerichtheid sterk verweven zijn in het programma. Studenten worden gedurende hun opleiding veel geconfronteerd met de beroepspraktijk en er is sprake van actuele cases. De opleiding maakt beperkt gebruik van internationale literatuur. Door de grote, sterk in de opleiding verweven praktijkcomponent en het feit dat de opleiding vele signalen gebruikt met betrekking tot de praktijkgerichtheid van de opleiding beoordeelt het visitatieteam het facet ‘ eisen HBO’ als goed.
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
Bij elk studieonderdeel is in de modulebeschrijving aangegeven welke competenties uit het competentieprofiel centraal staan. Tevens zijn in de modulebeschrijvingen per studieonderdeel de leerdoelen opgenomen. Het visitatieteam heeft het overzicht bestudeerd waarin is weergegeven hoe de competenties en daarmee samenhangende beroepskwalificaties over de verschillende studiejaren zijn opgebouwd. Dit was zowel van de voltijd als de deeltijd opleiding beschikbaar. Uit het schema blijkt dat de competenties gedurende de opleiding meerdere malen terugkomen. De opleiding maakt gebruik van de concentrische leermethode. Dat wil zeggen dat de kennis en vaardigheden op verschillende plaatsen in het curriculum terugkomen. De complexiteit en diepgang van de leerstof en studieopdrachten neemt toe naarmate de opleiding vordert. Ook de competenties komen op een steeds hoger niveau terug.
Pagina 13 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
Uit een schematisch overzicht is duidelijk geworden hoe de beroepstaken zijn verdeeld over de hoofdfase. De leerdoelen voor de verschillende onderwijseenheden zijn aan de hand van de beroepstaken geformuleerd. In de propedeuse geldt het nieuwe studieprogramma. De onderwijseenheden zijn gekoppeld aan de competentie die verworven moet worden. De afstudeervariant Samenlevingsopbouw heeft een grotere component onderzoeksvaardigheden dan Cultuur & Recreatie, maar iedereen krijgt een basis om onderzoeken te kunnen lezen en er zich een mening over te vormen. Er is een verdieping voor Samenlevingsopbouw omdat zij ook een onderzoek moeten kunnen uitvoeren. De opleiding besteedt aandacht aan internationalisering door hierover informatie op te nemen op de Blackboard-site en door twee keer per jaar een nieuwsbrief met betrekking tot dit onderwerp te verspreiden. In de propedeuse en het tweede studiejaar oriënteren studenten zich op het onderwerp ‘Welzijn in internationaal perspectief’. Ze onderzoeken hoe welzijnsaspecten in het buitenland georganiseerd zijn en hoe het werkveld op het terrein van welzijn in het buitenland is vormgegeven. Tijdens de International days presenteren de studenten hun bevindingen aan elkaar en wordt er aandacht besteed aan internationale welzijnsthema’s. Incidenteel wordt hiervoor een buitenlandse gastdocent voor uitgenodigd. De mogelijkheid bestaat om de tweede stage in het buitenland door te brengen. Door dat de student in de eerste stage al enige relevante ervaring heeft opgedaan en over meer zelfredzaamheid beschikt wordt de kans vergroot dat de buitenlandse stage met succes wordt afgesloten. Ook kunnen studenten in het kader van uitwisselingsprogramma’s in het buitenland studeren. De opleiding onderhoudt daarnaast contacten met een aantal buitenlandse onderwijs- en welzijnsinstellingen. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de docenten met groot enthousiasme over internationaliseringsaspecten van de opleiding praten Met name wordt met veel elan gepraat over de mogelijkheden die studenten hebben om in het buitenland ervaring op te doen. Hetzelfde enthousiasme heeft het team niet terug gezien bij de studenten. Bij hen leeft niet het gevoel dat ze gestimuleerd worden om naar het buitenland te gaan, ze voelen zich verloren in de voorbereiding en missen daarbij de steun en hulp van de docenten. Jaarlijks bespreken de docenten of het programma wijzigingen of aanvullingen behoeft. Voorstellen die uit dit overleg voortkomen, worden besproken met de werkveldcommissie.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat er sprake is van duidelijke relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en de inhoud van het programma: de doelstellingen worden door de inhoud goed afgedekt. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ dan ook als goed. Het visitatieteam adviseert de docenten om met de studenten te bespreken op welke wijze zij het liefst ondersteund en gestimuleerd worden als zij zich willen voorbereiden op het opdoen van internationale ervaring. De docenten zijn ervan overtuigd de studenten te stimuleren, maar de studenten laten zich daar kritisch over uit. De verwachtingen bij studenten ten aanzien van dit punt kunnen beter gemanaged worden.
Pagina 14 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
-
De welzijnsopleidingen hebben een gezamenlijke propedeuse. In dit studiejaar worden de studenten zo goed mogelijk voorbereid op een keuze voor één van de drie opleidingen: CMV, Maatschappelijk Werk en Dienstverlening of Pedagogiek. Door middel van opdrachten tonen studenten aan dat ze de competenties beheersen. De p-taken (professionaliseringstaken) vormen de ruggengraat van de opleiding. De kleuren van de beroepen kleuren de taken en dat zijn de indicatoren. De CMV-gebonden kennis komt terug in de projecten. De student schrijft zich in voor één opleiding (CMV, MWD of Pedagogiek). Het komt voor dat de student aan het einde van de propedeuse kiest voor een andere dan de oorspronkelijk gekozen opleiding. De opleiding kent daardoor tussentijdse uitstroom, maar ook tussentijdse instroom vanuit de andere twee opleidingen. Deeltijdstudenten stromen in het tweede studiejaar in op basis van hun vooropleiding. Indien een deeltijdstudent niet direct toelaatbaar is tot de hoofdfase dan wordt op basis van EVC en vrijstellingen een propedeuseprogramma op maat samengesteld. De student volgt dan een aangepaste leerroute. Na het eerste jaar start de hoofdfase. Het tweede studiejaar biedt studenten de mogelijkheid zich op het werkveld en beroepen van de CMV-opleiding te oriënteren. In de tweede periode kiest de student voor een afstudeervariant. De keuze van de afstudeervariant heeft consequenties voor het programma. De afstudeervarianten hebben een zekere overlap in het studieprogramma. Met name de methodische vakken kennen een specifieke invulling. De praktijkopdrachten, keuzeruime, stage en afstuderen gekoppeld te worden aan de afstudeerrichting. Met de introductie van de gemeenschappelijke propedeuse is er ook voor gekozen om de competenties centraal te stellen. Dat betekent dat een aantal vakken geïntegreerd is. Het voordeel voor de studenten is dat hierdoor de onderlinge samenhang toeneemt. De integrale projectopdrachten in het eerste jaren bevorderen dat de student de kennis en vaardigheden die hij heeft opgedaan in de vakken geïntegreerd leert toepassen. In het tweede jaar vindt integratie plaats in het praktijkwerkproject. In dit project komen vier studieonderdelen samen: projectmatig werken, schriftelijke taalvaardigheid, zakelijk presenteren en methodiek. Aan de hand van door het werkveld geformuleerde projectopdrachten laat de student zien dat hij de competenties en leerdoelen heef verworven die horen bij deze studieonderdelen. In het derde en vierde studiejaar hebben de stage en de afstudeeropdracht een integrerend karakter. Een ander integrerend element is de fictieve welzijnsinstelling. Deze loopt als een rode draad door de propedeuse. Het nieuw ontwikkelde onderwijsprogramma bouwt in casuïstiek voort op deze fictieve welzijninstelling. De kennis die de student gedurende zijn opleiding uitbreidt, wordt op verschillende momenten geïntegreerd getoetst. De aard en omvang van de toetsen in het kader van de fictieve instelling worden steeds complexer. In een andere rode draad die door de opleiding wordt de student er bewust van gemaakt dat hij als agogische beroepsbeoefenaar zijn eigen instrument is. In de theorie, maar ook door middel van projectopdrachten, wordt de student zich hiervan bewust gemaakt. Hij reflecteert hierop in het kader van de studieloopbaanbegeleiding. Uit gesprekken met afstudeerders en alumni bleek dat dit een waardevol deel van de opleiding is.
Pagina 15 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
Binnen de deeltijdopleiding vindt integratie van het onderwijs voor een groot deel plaats binnen de eigen beroepscontext. De deeltijdstudenten brengen voorbeelden uit de eigen praktijk in de opleiding. De leerdoelen worden gekoppeld aan de eigen werkkring. Het niveau hiervan wordt geborgd door evaluaties en er zijn veel gesprekken met de instellingen waar de studenten werken Ook wordt een aantal vakken van het voltijd programma gecombineerd aangeboden in de deeltijd opleiding. De samenhang van het studieprogramma wordt bewaakt binnen het opleidingsteam en door de docenten onderling. Samenhang wordt jaarlijks besproken, vooruitlopend op het nieuwe studiejaar. Wijzigingsvoorstellen worden binnen de afdeling en met de werkveldadviescommissie besproken. Bij de ontwikkeling van nieuwe studieonderdelen en projecten zijn meerdere docenten betrokken, waardoor onderlinge samenhang en afstemming wordt bevorderd. Aan het eind van elke onderwijsperiode wordt de samenhang van de voorgaande periode besproken met de klassenvertegenwoordigers. Ook in de studentenenquête wordt dit geëvalueerd. Uit de enquêteresultaten blijkt dat studenten over het algemeen de samenhang als voldoende tot goed/zeer goed beoordelen. Tijdens gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten en alumni werd dit beeld bevestigd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is op grond van bovenstaande bevindingen van mening dat er in het curriculum sprake is van een duidelijke samenhang die door de studenten en oud-studenten ook in de praktijk duidelijk wordt ervaren. De aandacht voor de agogische beroepsbeoefenaar als instrument en de fictieve instelling verdienen waardering. Zij beoordeelt het facet ‘Samenhang programma’ daarom als goed.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
Met ingang van september 2004 is de contacttijd van het deeltijd programma geconcentreerd op de dinsdagmiddag en dinsdagavond. Voorheen werd dit verdeeld over twee dagen (overdag). De opleiding kent een semestersysteem. Elk semester bestaat uit twee periodes van negen weken. Een periode bestaat uit zeven ingeroosterde lesweken. De achtste week is een extra week voor bijzondere activiteiten en biedt tevens gelegenheid voor zelfstudie. De deeltijdstudenten presenteren in deze week groepsopdrachten waaraan zij in die periode hebben gewerkt. De negende week van de periode is de toetsweek voor zowel voltijd als deeltijd studenten. De studieonderdelen worden gedurende het studiejaar één keer aangeboden. In overzichten, die ook voor de studenten beschikbaar zijn, is vermeld hoe de studieonderdelen verspreid zijn over de leerjaren. Ieder jaar worden per onderwijseenheid twee toetsmogelijkheden georganiseerd. Dit geldt voor zowel het voltijd en het deeltijdprogramma. Het jaarrooster met periode-indeling en planning van toetsen en afstudeermomenten is opgenomen in het studentenstatuut. Om de mogelijkheid tot afstuderen voor vierdejaars studenten te vergroten, wordt in mei een bezemweek georganiseerd. In deze week hebben zowel voltijd als deeltijd studenten een extra kans om gemiste toetsen te herkansen, zodat zij nog in juli kunnen afstuderen.
Pagina 16 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Voltijd studenten hebben twee keer per jaar de gelegenheid om op stage te gaan, namelijk in september en februari. Studenten die niet binnen drie of vier jaar afstuderen hebben, naast de reguliere afstudeermomenten, drie maal per jaar een extra gelegenheid om af te studeren. Zijn dienen wel over het aantal EC’s te beschikken dat geldt als voorwaarde voor het eindgesprek. Een uitzondering is mogelijk op het aantal toetskansen. Daarvoor dient de student een schriftelijk verzoek in te dienen bij de examencommissie, die hierover een besluit neemt. De deeltijd studenten kiezen bij de intake reeds een afstudeervariant. De voltijd opleiding CMV start in het tweede jaar met een gezamenlijk programma. In de eerste periode wordt de student voorbereid op de keuze van één van de afstudeervarianten. De specifieke onderdelen van de afstudeervariant starten in de tweede periode van het eerste semester. De vakken zijn zo ingeroosterd dat de student beide afstudeervarianten kan blijven volgen. Dit biedt de student de mogelijkheid op een later moment te switchen naar de andere afstudeervariant zonder dat hij hierdoor studievertraging oploopt. In het derde studiejaar loopt de student tien maanden stage. Als een student niet aan de stagenorm voldoet, krijgt hij specifieke begeleiding van de mentor. De student krijgt een individueel traject dat erop gericht is om studievertraging zo veel mogelijk te voorkomen. Als studenten tijdens de stage stoppen, wordt een maatwerktraject voor stage en supervisie aangeboden. Dit maakt het mogelijk dat de student naast dit traject het vierdejaars programma kan blijven volgen. Voor studenten van de aangepaste leerroute wordt de stage gespreid over een langere periode, omdat het voor hen over het algemeen niet mogelijk is om fulltime stage te lopen. Op grond van eerder verworven competenties bestaat tevens de mogelijkheid om de stageperiode in te korten. De deeltijd opleiding kent geen reguliere stage. Studenten verwerven de helft van de EC’s in het werk (30 EC per leerjaar). Elk studiejaar kent een binnenschools curriculum van 30 EC’s. Het tweede studiejaar van de deeltijdopleiding start met een gezamenlijk programma voor de drie welzijnsopleidingen. Naarmate de opleiding vordert, worden de onderwijsprogramma’s opleidingspecifieker. Studenten die stoppen met de deeltijd opleiding hebben de mogelijkheid om naar het voltijd programma over te stappen. Op basis van het gevolgde deeltijdprogramma wordt een individueel maatwerktraject opgesteld om de aansluiting bij het voltijdprogramma zo soepel mogelijk te laten verlopen. Uitval treedt met name op in het eerste studiejaar. Onder studenten die zich tijdens het studiejaar willen uitschrijven, wordt op de volgende manieren onderzoek gedaan naar de redenen van uitval: - de studentendecaan neemt exitinterviews af; - de resultaten worden door een beleidsmedewerker van de NHL geanalyseerd en gerapporteerd; - de coördinator van CMV signaleert mogelijke problemen aan de hand van de ingevulde formulieren; - deze problemen worden besproken in het coördinatorenoverleg en worden waar mogelijk meegenomen in de programmering van het volgende cursusjaar. Of de opleiding studeerbaar is of dat studenten studievertraging oplopen wordt binnen verschillende gremia en op verschillende wijze aan de orde gesteld, zoals de opleidingscommissie, het klassenvertegenwoordigersoverleg, de examencommissie, in evaluaties, studieloopbaangesprekken en studentbesprekingen. Studenten geven aan dat de opleiding goed te doen is. De gemiddelde studiebelasting schatten zij op ongeveer 30 uur per week. Tegen het einde van de onderwijsperiode neemt de belasting (flink) toe.
Pagina 17 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat het programma studeerbaar is en dat de opleiding alert is op factoren die de studielast en studeerbaarheid beïnvloeden. De opleiding neemt aantoonbaar veel maatregelen om te voorkomen dat de studenten studievertraging oplopen. Daarom beoordeelt zij het facet ‘Studielast’ als goed.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
Studenten met een havo-diploma (alle profielen), een vwo-diploma (alle profielen) of een mbo niveau 4-diploma worden tot de opleiding toegelaten. Studenten met een mbo-diploma Sociaal Cultureel Werk, Sociaal Pedagogisch Werk of Sociaal Juridische Dienstverlening bestaat de mogelijkheid om in het tweede jaar in te stromen. Studenten die (een deel van) een andere hbo- of wo-opleiding hebben gevolgd kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen. De student dient dit door middel van bewijzen aan te tonen. Tevens krijgt hij een intake gesprek met de instroomcoördinator. De examencommissie neemt uiteindelijk een besluit. Studenten die 21 of ouder zijn en niet aan bovengenoemde eisen voldoen, kunnen worden toegelaten als met goed gevolg het 21+ toelatingsexamen van het Hoger Sociaal Agogisch Onderwijs is afgelegd. Er wordt examen afgelegd in de vakken Geschiedenis, Maatschappijleer, Nederlands en Engels. Studenten die 35 jaar of ouder zijn kunnen gebruik maken van de 35+ regeling. Die bestaat uit de volgende onderdelen: het schrijven van een levensloopverhaal, het maken van een taalopdracht en een toelatingsgesprek met de opleidingscoördinator. De aangepaste leerroute is toegankelijk voor studenten die toelaatbaar zijn tot de opleiding, minimaal 22 jaar oud zijn en zorgtaken of een baan hebben. De deeltijd opleiding is toegankelijk voor studenten die toelaatbaar zijn tot de opleiding, een (al dan niet betaalde) baan hebben van minimaal 20 uur in de welzijnsector op hbo-niveau of de mogelijkheid hebben op de werkplek door te groeien naar hbo-niveau. Tevens dient de student reeds minimaal 800 uur werkervaring te hebben. Aankomende studenten met een buitenlandse vooropleiding moeten aan twee voorwaarden voldoen. In de eerste plaats dient hun buitenlandse diploma gelijkwaardig te zijn met een Nederlandse vooropleiding. In de tweede plaats moeten ze de Nederlandse taal voldoende beheersen. De studenten die het visitatieteam heeft gesproken zijn tevreden over de aansluiting op hun vooropleiding.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van bovenstaande bevindingen het facet ‘Instroom’ als voldoende.
Pagina 18 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
Het onderwijsprogramma omvat een vierjarig programma en beslaat 240 creditpoints. De opleiding is ingedeeld in een propedeutische fase van 60 EC’s en een hoofdfase van 180 EC’s. Elk studiejaar bestaat uit vier perioden van negen weken. Elk studiejaar omvat 60 EC’s; 15 EC’s per periode. In het studentenstatuut is aangegeven wat de studiebelasting per onderdeel is. Met behulp van Volg-plus wordt de voortgang van de student gevolgd. Studenten kunnen via de grade-extractor hun studieresultaten inzien. De opleiding evalueert per periode de werkelijke studielast van de afzonderlijke modulen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studieduur’ als voldoende.
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
Het onderwijsconcept van de NHL heeft als uitgangspunt: actief en zelfstandig leren, praktijk- en beroepsgericht en studentgericht. Ook de opleiding CMV is volgens deze principes opgezet. De structurering van de opleiding is gebaseerd op inhoudelijke, onderwijskundige en randvoorwaardelijke uitgangspunten. Inhoudelijk is de structurering gebaseerd op het Beroepsprofiel. Randvoorwaardelijke uitgangspunten hebben betrekking op de indeling van het studiejaar, de verdeling van de studielast over de onderwijseenheden en de contacttijd. Bij de onderwijskundige structuur van de opleiding is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten: 1) de basisstructuur van iedere opleiding in het Hoger Onderwijs, namelijk het onderscheid tussen propedeuse en hoofdfase; beide fasen hebben een eigen karakter, vanuit een eigenstandige functie; 2) een afwisseling tussen theorieonderwijs en praktijkleren, waarbij theorie voorafgaat aan de praktijk; 3) beroepskwalificaties als belangrijk inhoudsbepalend principe. De twee onderwijskundige uitgangspunten leren leren en competentieleren hebben een centrale plaats gekregen in het leerplan. Leren leren is gericht op het vermogen om zelfstandig beroepsproblemen te formuleren en op te lossen. Competentieleren is gericht op het vermogen tot volledig en adequaat professioneel handelen. De welzijnsopleidingen hebben gekozen voor een onderwijsmodel waarin, vanaf het allereerste begin, interdisciplinaire projecten centraal staan. Al doende leert de student zelf kennis, inzicht en vaardigheden te verwerven en in verschillende situaties toe te passen. Een groot gedeelte van het klassieke cursorische onderwijs is in deze projecten geïntegreerd, evenals de vereiste basisvaardigheden.
Pagina 19 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
-
-
De cursussen voorzien de student van de benodigde feitenkennis en het instrumenteel programma stelt de student in staat zijn communicatieve en expressieve vaardigheden te ontwikkelen. Tenslotte zijn er de verschillende vormen van praktijkwerk, die de student bij instellingen, organisaties of bedrijven buiten de opleiding uitvoert. De hoofdstage, die minimaal 10 maanden duurt, vormt hierin het belangrijkste onderdeel. Gedurende de hele studie vindt de studieloopbaanbegeleiding plaats. Deze staat in het kader van de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student en is gericht op integratie van en reflectie op het eigen ontwikkelingsproces. De propedeuse is ingericht volgens de volgende vijf didactische leerlijnen: de integrale leerlijn, de ervaringsreflectie leerlijn, de trainingen en vaardigheden leerlijn, de conceptuele leerlijn en de studieloopbaanlijn. De studieloopbaanbegeleiding vindt plaats onder begeleiding van een vierdejaars student, die onder verantwoordelijkheid van de docent werkt. De vierdejaars student kan dit doen in het kader van zijn profileringsruimte. Elk van de leerlijnen heeft een eigen leerdynamiek, gerichtheid en toetsvorm. Er wordt een beroep gedaan op steeds andere leerprocessen. De hoeveelheid gehanteerde werkvormen is divers en sluit aan op de gehanteerde leerlijnen. Ook binnen de hoofdfase worden verschillende werkvormen gehanteerd. Dat varieert van theorie in de vorm van hoor- en werkcolleges tot trainingen, workshops, projectopdrachten en supervisie. De begeleidingsvorm is hier op afgestemd. Deze werkvormen worden ook binnen de deeltijdopleiding gehanteerd maar in plaats van projectopdrachten is er binnen de deeltijd opleiding sprake van leren op de werkplek. Binnen de diverse werkvormen wordt aandacht besteed aan individueel functioneren maar ook aan werken in groepsverband. Dit stemt overeen de wensen van het beroepenveld, die dit van studenten vraagt. Hiertoe wordt projectonderwijs ingezet, maar worden ook vaak groepsopdrachten gecombineerd met individuele toetsvormen. Elke onderwijseenheid wordt één keer per twee jaar geëvalueerd. Daarbij wordt expliciet aandacht besteed aan de afstemming van vorm, inhoud en doelstelling van het programma. Dit gebeurt zowel voor de afzonderlijke programma onderdelen als voor het programma per periode.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: In het eerste studiejaar draait het programma volgens het nieuwe didactische concept van de NHL. De uitgangspunten van het NHL-onderwijsconcept zijn voldoende herkenbaar in het programma. Daarbij wordt voor de gemeenschappelijke propedeuse een ander didactisch concept gebruikt dan in de CMV-hoofdfase. De gekozen werkvormen sluiten adequaat aan bij de uitgangspunten. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ als voldoende.
Pagina 20 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
Per studieonderdeel zijn er per jaar twee toetsmomenten. Het examenreglement beschrijft de regels en procedures. Een beschrijving van de toetsing is opgenomen in de modulebeschrijvingen. De toetsen zijn erop gericht om, binnen het competentiegerichte onderwijs, afgeleid van competenties en beroepskwalificaties, de verworven kennis, vaardigheden en attituden te beoordelen. Dat gebeurt op verschillende manieren. Toetsing van kennis gebeurt hoofdzakelijk door middel van tentamens en individuele of groepsopdrachten. Toetsing van vaardigheden gebeurt door middel van actieve participatie en reflectie op de trainingen. Door middel van de uitvoering van opdrachten in de beroepspraktijk wordt getoetst of de student kennis en vaardigheden kan toepassen, waarbij tevens aandacht is voor attitude. De opleiding wordt afgerond met een eindgesprek. De persoonlijk ontwikkeling van de studenten wordt getoetst binnen de studieloopbaanontwikkeling. Dit gebeurt door middel van het portfolio en reflectiemodellen zoals 360° feedback en de competentiemeter. Er is een scoreformulier waarmee studenten de bijdrage van elkaar als teamleden bij het uitvoeren van groepgewijze opdrachten evalueren. Het scoreformulier gaat in het portfolio en wordt in het POP-gesprek besproken. Om meeliftgedrag te voorkomen kan er op initiatief van de groep een studiecontract worden opgesteld met betrekking tot een inspanningsverplichting. Houdt de student zich daar niet aan, dan kan hij uit de groep gezet worden. De ervaring is dat meelifters in het tweede jaar het derde jaar niet halen (in het 3e jaar is de (individuele) stage). Naast groepsproducten moet er ook een reflectieverslag gemaakt worden voor het individuele element in de toetsing. Het visitatieteam heeft verschillende van deze procesverslagen ingezien waarbij het kritisch vermogen van de student en de gedetailleerdheid van de zelfreflectie in positieve zin opvielen. Door diverse factoren, waaronder de invoering van competentiegericht onderwijs in de propedeuse en projectonderwijs, worden vakinhouden en toetsen in toenemende mate door docenten gezamenlijk ontwikkeld. Het voordeel hiervan is dat onder andere de afstemming en objectiviteit van toetsing en beoordeling hierdoor vergroot zijn. Dit heeft geleid tot een breder verbetertraject binnen de afdeling Welzijn. Een voorbeeld hiervan zijn de vakken Marketing en Kwaliteitszorg. Hiervoor hebben de docenten een beoordelingskader opgesteld dat voor beide vakken afzondering én geïntegreerd kan worden toegepast. De marketingplannen zijn in twee rondes beoordeeld. In de eerste ronde geven de docenten ontwikkelingsgerichte feedback aan de studenten. De tweede ronde waarin de studenten de mogelijkheid hebben deze feedback te verwerken, wordt afgesloten met een definitieve beoordeling. Bij de samenstelling van de toetsen wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de actualiteit.
Pagina 21 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
Zowel bij de stage als bij het eindgesprek ter afronding van de opleiding zijn externe beoordelaars betrokken. Bij de stage geven praktijkbegeleiders op basis van een ijkpuntenformulier (dat is afgeleid van het competentieprofiel Alert en Ondernemend) een beoordeling met betrekking tot het niveau van de studenten na hun stage in het derde jaar. De stage wordt afgesloten tijdens het eindgesprek. Het oordeel van de praktijkbegeleider wordt meegenomen door de docent in de uiteindelijke beoordeling van de stage. Externe deskundigen uit het werkveld nemen deel aan eindgesprekken, behorend bij de afstudeeropdracht en geven advies met betrekking tot de beoordeling. Uiteindelijk stelt de opleiding in de persoon van de afstudeerdocent vast wat het eindcijfer wordt. Bij de afstudeeropdracht wordt gebruik gemaakt van een scoreformulier dat naar mening van de visitatiecommissie voldoet. Eveneens wordt het vier-ogen-principe toegepast, wat inhoudt dat er twee beoordelende docenten zijn. Dit is om de objectiviteit te waarborgen. In 2004 is gestart met de vernieuwing van het afstudeertraject, waarbij eveneens criteria gebaseerd op Alert en Ondernemend en de hbo-criteria als uitgangspunt gehanteerd worden. De evaluatie van toetsen is een vast onderdeel van de interne kwaliteitszorgcyclus. De meningen van de diverse stakeholders over de toetsing zijn in het algemeen positief. De snelheid en correctheid van het aanleveren van de studieresultaten is voldoende.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’: Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn is samenhangend en van hbo-niveau. Werkvormen sluiten voldoende aan bij de didactische uitgangspunten. De toetsen zijn van voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn goed of voldoende beoordeeld. Daarom is de beoordeling voor het onderwerp ‘Programma’ positief.
Pagina 22 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
-
-
Docenten die werkzaam zijn binnen de afdeling welzijnsopleidingen moeten beschikken over een didactische bevoegdheid. Als ze daarover nog niet beschikken op het moment van aanstelling, dienen zij deze alsnog te behalen. De NHL geeft hiervoor wel de gelegenheid. Bij de werving wordt ernaar gestreefd dat docenten inzetbaar zijn bij meerdere opleidingen binnen de afdeling. In de visie van NHL dienen docenten te beschikken over een aantal jaren relevante werkervaring. Docenten die niet afkomstig zijn uit het werkveld van de Welzijnsopleidingen krijgen tijdens hun inwerkperiode ruimte in hun docentwerkplan om zich te oriënteren op het werkveld. Binnen de afdeling welzijn heeft een aantal medewerkers een kleine aanstelling, omdat ze vaak nog een andere werkkring hebben. Deze docenten staan dus direct in verbinding met de praktijk. Tijdens de visitatie toonden de docenten zich (zeer) enthousiast, betrokken en terzake kundig. De docenten zijn in staat om veel praktijk binnen de opleiding te brengen. Deze waarneming werd ook door studenten onderschreven. Alle docenten die in het kernteam zitten zijn actief als stagebegeleider en/of afstudeerbegeleider. Op deze wijze houden zij voeling met ontwikkelingen in het werkveld. Speerpunt in het strategisch beleid van NHL is dat de docenten worden ingezet bij externe kennisdiensten van het instituut. Bij de opleiding CMV participeren docenten in de volgende kennisdiensten: - cursus opbouwwerk; - cursus groepsdynamica voor de opleiding plattelandsvernieuwing; - begeleiding van externe onderzoeken die studenten uitvoeren. Door de opleiding wordt gestimuleerd dat de docenten participeren in netwerken van het beroepenveld, zoals de Noordelijke Opbouwwerk Kring en Kwaliteitsimpuls Opbouwwerk Noord Nederland. Daar waar het specifieke onderdelen in de opleiding betreft worden docenten ingezet die werkzaam zijn in de praktijk. Ook bij supervisie en stagebegeleiding worden mensen uit het werkveld betrokken. Tevens worden gastdocenten ingezet. Bij de eindgesprekken van de studenten is een externe werkveldvertegenwoordiger aanwezig. Uit de gesprekken tijdens de visitatiedagen is gebleken dat de studenten tevreden zijn over de docenten. Meerdere malen per jaar organiseren docenten themadagen voor de derdejaars studenten van de welzijn opleidingen. Hiervoor worden mensen uit het werkveld uitgenodigd. Tevens begeleiden de docenten de studenten bij de organisatie van de jaarlijkse praktijkdag CMV, die studenten helpt bij de oriëntatie op de afstudeerrichting. Tijdens deze dag laten werkveldvertegenwoordigers zien hoe de dagelijkse praktijk eruit ziet en wat actuele ontwikkelingen zijn in het werkveld. Docenten met een aanstelling van meer dan 0,3 FTE hebben jaarlijks een functioneringsgesprek. Met ingang van het studiejaar 2005/2005 vormt het nieuwe competentieprofiel van de docent het uitgangspunt voor dit gesprek. In dit profiel worden de beroepsrol(len), het taakgebied,
Pagina 23 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
de competenties met daaraan gekoppelde gedragsindicatoren en de context van het beroepshandelen beschreven. Iedere docent heeft 10% van zijn tijd beschikbaar voor scholing. Hij wordt geacht een POP te maken, mede gebaseerd op zijn functioneringsgesprek. De bijscholing wordt hierop afgestemd. De tijd die beschikbaar is voor deskundigheidsbevordering wordt ingevuld door middel van conferentiebezoek, bijwonen van studiedagen, bijhouden van vakliteratuur en volgen van specifieke scholing. In het studiejaar 2005/2006 heeft een docent ervaring opgedaan met een docentstage. De opleiding wil hier meer ervaring mee opdoen. Met ingang van 2006/2007 worden de functionerings- en POP-gesprekken vervangen door coachen/beoordelen/beloningsgesprekken. Dit is conform afspraken die NHL heeft gemaakt in de CAO 2006.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat aan de opleiding wordt vormgegeven door een aantal enthousiaste, betrokken docenten. De verbinding tussen de opleiding en de praktijk wordt door hen op diverse manieren gelegd. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ als goed.
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
Op NHL-niveau is een meerjarenformatieplan voor het instituut opgesteld. Dit plan wordt jaarlijks geëvalueerd en bijgesteld. Toewijzing van docenten naar domeinen en opleidingen geschiedt op basis van de werkelijke studentenaantallen. Binnen het instituut wordt gestreefd naar een verhouding tussen vaste en tijdelijke formatie van 3:1. Daarmee worden twee doelen nagestreefd: in de eerste plaats het binnenhalen van de praktijk in het onderwijs en in de tweede plaats het flexibiliseren van de formatie. Voor de hele afdeling welzijn is 36,86 FTE aan onderwijzend personeel beschikbaar voor ongeveer 900 studenten. Tien docenten hebben hun hoofdtaak binnen de opleiding CMV. Dit komt neer op een formatieomvang van 5,6 FTE, zodat per 25 studenten 1 docent beschikbaar is. Uitgevallen contacturen door ziekte of scholing worden op een ander moment ingehaald. Bij langdurige uitval (meer dan twee weken) wordt een vervanger geregeld. Doordat een aantal docenten een andere werkkring heeft, kunnen ze niet altijd aanwezig zijn bij teamvergaderingen. Deze docenten worden op andere wijze geïnformeerd, namelijk via de website, de mail en intercollegiale consulten. Uit een medewerkertevredenheidsonderzoek dat in 2004 is uitgevoerd binnen de afdeling Welzijn is door 50% van de medewerkers die hebben meegedaan (n = 24) dat de werkdruk acceptabel is. 37% gaf aan dat de werkdruk niet acceptabel is. Niettemin is het ziekteverzuim binnen de afdeling laag. In het functioneringsgesprek wordt de ervaren taakbelasting besproken met de docent. Indien nodig vinden bijstellingen plaats in het lopende jaar en wordt hiermee rekening gehouden in de planning van het volgende studiejaar.
Pagina 24 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van bovenstaande argumenten beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
Docenten die aangenomen worden, dienen in het bezit te zijn van een didactische aantekening. Als zij die op het moment van aanstelling nog niet in hun bezit hebben, dienen zij die alsnog te behalen. Op het moment van visitatie hadden zeven van de acht kernteamdocenten een didactische scholing genoten. Scholing van de docenten vindt op verschillende niveaus plaats. In de eerste plaats is er sprake van teamscholing. Een voorbeeld hiervan is gerelateerd aan de omslag die binnen de afdeling wordt gemaakt naar competentiegericht onderwijs. Een aantal projectgroepen is bezig met het ontwikkelen van het nieuwe curriculum. Door middel van studiedagen worden de uitkomsten uit deze projectgroepen gedeeld met alle docenten. Tevens hebben de docenten een training ‘Docent als coach’ gevolgd omdat hun rol binnen het competentiegerichte onderwijs gaat veranderen. Aan het instituut Zorg en Welzijn zijn twee lectoraten verbonden. In het lectoraat Strategieën en methoden van sociale interventie wordt kennis verzameld over verdelingsvraagstukken. Drie docenten van de afdeling participeren in de kenniskring. Het lectoraat Innovatie en competentieontwikkeling in de zorg heeft als focus de wijze waarop competentiemanagement in zorginstellingen recht kan doen aan het opleidingsniveau van de medewerkers. Aan deze kenniskring nemen twee docenten van de afdeling deel. Individuele scholing vindt ook plaats. De docenten geven hier invulling aan door onder andere bezoek van conferenties en studiedagen. Twee docenten volgen een academische opleiding. Het afdelingshoofd biedt veel ruimte voor voorstellen van docenten. De diverse werkvormen die door de docenten worden gehanteerd zijn gericht op actieve participatie van de studenten. De studieloopbaanbegeleiding speelt hierbij een belangrijke rol. Aan de hand van een Persoonlijk Ontwikkel Plan (POP) werken docenten aan hun eigen professionalisering. Docenten beschikken over voldoende didactische kwaliteiten om goed om te kunnen gaan met de verschillende leerstijlen van de studenten (naar het model van Kolb). Uit studentevaluaties van de opleiding en gesprekken die het visitatieteam voerde blijkt dat de studenten de kwaliteit van hun docenten positief beoordelen. Via het klassenvertegenwoordigersoverleg, de opleidingscommissie, de examencommissie of via een klachtenformulier aan het afdelingshoofd kunnen studenten kenbaar maken dat ze problemen ervaren binnen het onderwijs. Tevens worden door middel van evaluatie van de onderwijseenheid de docenten geëvalueerd. De docenten voeren regelmatig overleg over de inhoud en uitvoering van het onderwijs. Informeel maar ook in kleiner verband worden overleggen gevoerd, zoals het overleg tussen de stagedocenten.
Pagina 25 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
Als docenten worden ingezet om bepaalde taken te verrichten, wordt gekeken naar hun huidige competenties en de competenties die zij nog verder willen ontwikkelen. Mocht er sprake zijn van het uitvoeren van nieuwe taken, dan krijgen ze begeleiding van andere docenten. De afdeling organiseert vier studiedagen op afdelingsniveau en vier studiedagen per opleidingsteam. Elke maand is er een afdelingsoverleg en een opleidingsteamoverleg. Het overleg van het projectdocententeam van de propedeuse wordt eens per maand georganiseerd. Studenten en alumni zijn positief over de docenten. Ze geven aan dat de docenten goed bereikbaar zijn en dat er een goed contact met hen is. Studenten waarderen de grote betrokkenheid van de docenten en het lef om veranderingen aan te brengen. De kennis van de docenten wordt als goed beoordeeld, met name van de methodiekdocenten. Het visitatieteam heeft tevens kunnen constateren dat het opleidingsmanagement tijdens de visitatie alert reageerde op verzoeken om additionele verdiepende informatie. Volgens de docenten is het opleidingsmanagement voldoende deskundig en functioneert ook goed.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding zet docenten in die inhoudelijk deskundig zijn en beschikken over de kennis en vaardigheden om hun onderwijstaken adequaat uit te voeren. Studentevaluaties wijzen uit dat men tevreden is over de kwaliteit van de docenten. Op grond hiervan heeft het visitatieteam het facet ‘Kwaliteit personeel’ als goed beoordeeld. Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een deskundig team dat de verbinding met de beroepspraktijk in de lessen legt. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam met voldoende en goed beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ook als geheel positief.
Pagina 26 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
De NHL wil studenten een rijke leeromgeving bieden en docenten een prettige werkomgeving. In de nieuwbouwplannen van de NHL wordt op een unilocatie een kenniscampus wordt gecreëerd. Alle opleidingen van NHL worden hier ondergebracht. Volgens de plannen zal de unilocatie in 2008 gerealiseerd zijn. De opleiding kent betrekkelijk weinig eisen met betrekking tot huisvesting en materiële voorzieningen. Essentieel zijn computerfaciliteiten, voldoende ruimte om in groepen aan opdrachten te werken en een goed geoutilleerde mediatheek. ). De locatie voldoet daaraan. Voor de supervisie en de studieloopbaanbegeleiding heeft de afdeling de beschikking over zeven specifieke geluidsdichte ruimtes (supervisiehokjes Er is een verhouding van 1 pc per 8 studenten. In de NHL-studentenenquête 2005, die periodiek (tweejaarlijks) wordt gehouden, worden de voorzieningen over het algemeen voldoende tot goed genoemd. Het Facilitair Bedrijf voert tevens regelmatig tevredenheidsonderzoeken uit onder het personeel naar de eigen dienstverlening en voorzieningen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de voorzieningen toereikend zijn om het programma te realiseren. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële voorzieningen’ als voldoende.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
De opleiding besteedt veel aandacht aan de persoonlijke ontwikkeling van de studenten. De studieloopbaanbegeleiding (SLB) speelt daarbij een belangrijke rol. Studenten krijgen in de propedeuse een mentor toegewezen. Elke docent krijgt een mentorgroep toegewezen, die bestaat uit circa vijftien studenten. Met de mentor wordt individueel de studievoortgang besproken ter voorbereiding op het studieadvies aan het eind van het eerste jaar. SLB is in het eerste jaar gericht op de bewustwording van wie de student is en welke opleiding het beste bij de student past. De student wordt in dit proces begeleid door een docent en een studentassistent. Dit zijn vierdejaars studenten die de begeleiding in het kader van de profileringsruimte geven. Deze vierdejaars studenten krijgen hiervoor ook een training Coachend leidinggeven.
Pagina 27 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
-
-
-
De inzet van de vierdejaars studenten als student-assistent biedt meerwaarde voor de eerstejaars studenten, omdat de student-assistenten vanuit hun eigen opleidingservaring kunnen praten en informatie kunnen geven over zowel werkveld als studieloopbaan. De student-assistent krijgt hierdoor tevens de gelegenheid hun leidinggevende competenties te ontwikkelen. Dit concept van “coaching door studenten”, dat binnen de opleiding CMV al jaren zo wordt uitgevoerd wordt vanwege het “dubbele voordeel” voor zowel de vierdejaars als de eerstejaars studenten door het visitatieteam als een interessante en goede praktijk beoordeeld. In het tweede jaar is de begeleiding sterker gericht op de professionele ontwikkeling van de student. Aan het eind van het tweede jaar start binnen SLB de voorbereiding op de stage. De stagecoördinator, die in dit jaar de mentor is van de studenten, begeleidt de studenten bij de keuze voor de stageplaats. Tijdens de stage krijgt de student gedurende vijftien bijeenkomsten supervisie. Studenten worden immers tijdens stages geconfronteerd met hun eigen grenzen, en een reflectie daarop is nuttig voor het ontwikkelen van de juiste beroepshouding. Juist omdat de opleiding de agogisch werker als instrument zo benadrukt, is deze supervisie een essentieel vormingsinstrument voor de student. Als een student niet aan de stagenorm voldoet, krijgt hij specifieke begeleiding van de mentor. De student krijgt een individueel traject dat erop gericht is om studievertraging zo veel mogelijk te voorkomen. Als studenten tijdens de stage stoppen, wordt een maatwerktraject voor stage en supervisie aangeboden. In het derde jaar krijgt de student eveneens supervisie, die is gericht op de persoonlijke en professionele ontwikkeling tijdens de stage. De opleiding werkt met externe supervisoren uit het werkveld. De mentor is de stagebegeleider. In het vierde jaar is SLB gericht op het werken als beginnend professional. Van de student wordt verwacht dat hij zich gedurende zijn studie in toenemende mate zelfstandig opstelt. De supervisie bijeenkomsten worden nu door intervisies vervangen. De mentor is een methodiekdocent. De supervisie wordt door de studenten en alumni als positief ervaren. Met supervisie leert de student zichzelf goed kennen. Een student gaf aan dat “supervisie zelfinzicht bood die verder reikte dan de grenzen van de studie. De vele ervaringen die de student opdoet tijdens de stage kunnen hem het gevoel geven dat hij in een sneltrein zit. Supervisie geeft de student de mogelijkheid om in alle rust op de ervaringen te reflecteren. Verslagen van de begeleidingsgesprekken worden bewaard in het studentdossier. Binnen het docententeam binden geregeld studentbesprekingen plaats aan de hand van de cijferlijsten. Als een student studievertraging heeft, wordt hij door de mentor en de coördinator studentzaken schriftelijk uitgenodigd voor het maken van een studieplan. Studenten die financiële en/of psychische problemen hebben, kunnen hiervoor terecht bij de studentendecaan. In sommige gevallen verwijst de decaan door naar professionele hulpverleners. De studentendecanen werken samen met GGZ Friesland. Naast hulpverlening worden hier ook cursussen aangeboden op het gebied van bijvoorbeeld faalangst. Studenten die langer dan vier jaar doen over hun studie worden regelmatig uitgenodigd voor een gesprek met de coördinator studentenzaken over de studieplanning en de studievoortgang. Studenten geven aan dat docenten en begeleiders via e-mail (veel gebruikt door deeltijdstudenten) en anderszins goed bereikbaar zijn. In het deeltijd programma is de docent die de studieloopbaanontwikkeling en de praktijk begeleidt de mentor van de student. In het mentorenoverleg wordt de voortgang van de studenten besproken. Bij problemen met betrekking tot de studievoortgang overleggen de mentor en de deeltijdcoördinator gezamenlijk.
Pagina 28 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
-
-
-
-
Op de website van de welzijnsopleidingen staat alle relevante informatie met betrekking tot de studie, zoals het studentenstatuut en regelgeving. Tevens staan het actuele rooster en het jaartentamenrooster vermeld. De definitieve tentamendata worden ongeveer drie weken voor het tentamen aangegeven. Studenten van de deeltijdopleiding vinden lesroosters en tentamendata op de Blackboard site voor deeltijd. Op Blackboard staat voor alle studenten de informatie vermeld die belangrijk is voor een onderwijseenheid. Docenten geven aan het begin van een onderwijseenheid tevens een mondelinge toelichting. De opleiding maakt ook gebruik van een mededelingenbord en een prikbord om mededelingen en informatie op te plaatsen. Binnen tien werkdagen nadat van een tentamen is afgenomen of een opdracht is ingeleverd, wordt het cijfer ingeleverd bij het onderwijsbureau. Door middel van de grade-extractor worden de studieresultaten gepubliceerd. Uit de studentenenquête van 2005 is gebleken dat de studenten behoorlijk tevreden zijn met de studiebegeleiding en de begeleiding tijdens de stages als voldoende tot goed beoordelen. Ook over de informatievoorziening is men behoorlijk tevreden. In de Keuzegids voor het Hoger onderwijs scoort communicatie met een voldoende, bovengemiddeld score ten opzichte van vergelijkbare opleidingen. In gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten is gebleken dat zij de begeleiding en bereikbaarheid van de docenten goed vinden. Een afspraak maken gaat vlot.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De begeleiding van de studenten heeft ieder studiejaar een ander karakter en is afgestemd op de ontwikkeling van de student gedurende de opleiding tot een steeds zelfstandiger wordende CMV’er. De mate waarin reflectie en zelfreflectiemogelijkheden in de opleiding verweven zijn ogen goed en zijn zeer relevant voor de beroepsattitude van de toekomstige beroepsbeoefenaar. De inzet van studentassistenten is vernieuwend en biedt toegevoegde waarde voor zowel de eerstejaars als de vierdejaars studenten. Dit kan rekenen op de waardering van het visitatieteam. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studiebegeleiding en informatievoorziening’ daarom als goed. Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’: De voorzieningen zijn toereikend en de begeleiding van studenten is door de persoonlijke aandacht meer dan toereikend. De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als voldoende respectievelijk goed beoordeeld. Daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel positief.
Pagina 29 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
Het kwaliteitsbeleid van de opleiding CMV sluit aan bij het kwaliteitsbeleid van het instituut Zorg en Welzijn. Het kwaliteitsbeleid is op meerdere niveaus zichtbaar, namelijk op hogeschoolniveau, op instituutsniveau en op afdelingsniveau. Binnen de kwaliteitssystematiek van de welzijnsopleidingen zijn drie aandachtsgebieden te onderscheiden. In de eerste plaats de beleidscyclus. Het gaat om een cyclus van vier jaar voor het strategisch beleid en een jaarcyclus met betrekking tot jaarplan en begroting. In de tweede plaats is er het formele systeem van interne kwaliteitszorg. Dit formele systeem is vormgegeven volgens de PDCA-cyclus. De evaluatie van het totaalconcept van de opleiding vindt eens per minimaal vijf jaar plaats, maar per onderwerp kan de duur van de cyclus verschillen. Het systeem is beschreven in het handboek kwaliteitszorg. In de derde en laatste plaats is er sprake van kleine kwaliteit. Dit is een doorlopende cyclus en wordt vormgegeven door overleg tussen docenten en studenten, het werkoverleg tussen docenten en contact met het werkveld. Op NHL-niveau is een permanente commissie kwaliteitszorg ingesteld om het kwaliteitssysteem van de NHL te monitoren en te verbeteren. In deze commissie zitten vertegenwoordigers van de vier instituten, waarvan het instituut Zorg en Welzijn er één is. In de zelfevaluatie geeft de opleiding per NVAO-onderwerp aan welke instrumenten worden ingezet, wat de frequentie is en waar de resultaten worden besproken. Analyse vindt plaats aan de hand van toetsbare streefdoelen. De deeltijd opleiding maakt gebruik van het kwaliteithandboek Welzijnsopleidingen. Sinds september 2004 is de vernieuwde deeltijdopleiding van start gegaan. Na afloop van iedere lesperiode worden de betreffende onderwijseenheden en hun samenhang per jaargroep geëvalueerd. Dit gebeurt in een overleg waaraan de deeltijdcoördinatoren en alle docenten, die in de periode onderwijseenheden hebben verzorgd, aanwezig zijn. Van de bijeenkomst wordt een verslag gemaakt, dat de basis vormt voor verbeteringen in het programma en de onderwijseenheden.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Binnen de NHL in het algemeen en de opleiding CMVin het bijzonder wordt op regelmatige basis geëvalueerd of de gestelde doelen bereikt worden. De procedures en werkwijzen die de opleiding hanteert zijn adequaat. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Evaluatie resultaten’ dan ook als voldoende.
Pagina 30 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
De opleiding rapporteert jaarlijks over de behaalde resultaten, uitgezet tegen doelstellingen. In het jaarverslag is dit opgenomen. Aanbevelingen die in de diverse geledingen naar aanleiding van evaluaties worden gedaan, worden vertaald in acties en opgenomen in het jaarplan. De resultaten worden in het eerstvolgende jaarverslag beschreven. Docenten die hun eigen onderwijseenheden op basis van evaluaties willen bijstellen, hoeven niet te wachten tot de jaarlijkse vaststelling van de verbeteracties door het afdelingshoofd. Zolang dit geen consequenties heeft voor de competenties en de kennis die in de onderwijseenheid aan de orde komen, zijn docenten vrij om verbeteringen aan te brengen. De evaluatie-instrumenten komen volgens een jaarkalender aan bod. Per instrument wordt inzicht in de stand van zaken geboden doordat een logboekformulier wordt bijgehouden. In 2000 is de opleiding CMV gevisiteerd. In het natraject is een bestuurlijke reactie geschreven en daarmee is het afgerond. Er is door de Inspectie van het Hoger Onderwijs geen bestuurlijk natraject gevolgd. Bij de vorige visitatie was onder andere de organisatiestructuur een issue: MWD en CMV zaten in verschillende afdelingen, maar ze hadden een gezamenlijke propedeuse en opleidingsteam. De opleidingen dienden dus samengevoegd te worden. Dit leidde in 2002 tot een reorganisatie en sindsdien maakt CMV onderdeel uit van de afdeling welzijnsopleidingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Evaluatie resultaten’ voor als voldoende.
Pagina 31 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
Verschillende belanghebbenden (stakeholders) worden conform het kwaliteitssysteem op gestructureerde wijze betrokken bij de kwaliteit van de processen en producten van de opleiding. Met de verschillende stakeholders wordt regelmatig overleg gevoerd. De opleiding onderscheidt de volgende overlegsituaties: - Studentenpanel/klassenvertegenwoordigersoverleg; - Afdelingsoverleg/opleidingsteam CMV/projectdocentenoverleg propedeuse; - Landelijk overleg CMV-opleidingen; - Stagedocentenoverleg/supervisorenoverleg; - Werkveldadviescommissie/informele contacten binnen het werkveld; - Overleg met decanen; - Examencommissie; - Opleidingscommissie; - Coördinatorenoverleg welzijnsopleidingen; - Deelraad; - Managementteam Instituut Zorg en Welzijn. Vanuit de klassenvertegenwoordigers wordt de Opleidingscommissie gekozen. In het eerste jaar komen alle klassenvertegenwoordigers van de drie opleidingen bij elkaar. In jaren 2 t/m 4 komen de klassenvertegenwoordigers van CMW bij elkaar. Uit de klassenvertegenwoordigers wordt één lid voor de Opleidingscommissie gekozen. De Opleidingscommissie is actief op afdelingsniveau. De Opleidingscommissie komt minimaal drie keer per jaar bij elkaar. De agenda wordt door de Opleidingscommissie bepaald. Bij het overleg van de klassenvertegenwoordigers is ook de opleidingscoördinator aanwezig. Studentenvertegenwoordigers geven aan dat bij de klassenvertegenwoordigers het effect groter en de invoering van verbetermaatregelen sneller is, de lijnen zijn langer bij de Opleidingscommissie. Zowel de studenten als de Werkveldcommissie geven tijdens de visitatie aan dat er “echt naar ze wordt geluisterd.”
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen kan worden vastgesteld dat stakeholders bij de kwaliteit van de opleiding worden betrokken. Het betrekken van de klassevertegenwoordigers wordt door het visitatieteam gezien als een interessant punt. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’:
De kwaliteit is geïntegreerd in de bedrijfsvoering en in de beleidscyclus. De stakeholders worden daarbij op vele manieren betrokken. De facetten van het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’ zijn alle voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel positief.
Pagina 32 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
-
-
Tijdens de afstudeeropdracht (scriptie of project) toont de student aan dat hij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar binnen het vakgebied heeft bereikt. De beoordeling van de afstudeeropdracht leidt tot een aantal gesprekspunten. Deze gesprekspunten worden met de student besproken in het eindgesprek. Studenten worden bij hun opdracht begeleid vanuit het opdrachtgevende bedrijf (project) en/of vanuit de opleiding (project en scriptie). Studenten en afstudeerdocenten komen tijdens de afstudeerperiode regelmatig bij elkaar in een platformoverleg. Platformbijeenkomst is een bijeenkomst (eens per 2 weken) waarin informatie wordt gegeven over het plan van aanpak voor het afstudeerjaar. Daarin wordt uiteengezet wat het doel is en welke competenties men wil ontwikkelen. De student kiest een docent die de portfoliopresentatie gaat beoordelen. Vanuit de praktijk of door medestudenten kan een bijdrage geleverd worden aan de beoordeling van het afstudeerproject. In de platforms beoordelen studenten bijvoorbeeld of het hbo-niveau wordt gehaald. De eindbeoordeling vindt plaats door docenten. De beoordeling betreft het proces en het product. Dit gebeurt aan de hand van een procesverslag, een portfoliopresentatie en een eindgesprek. De criteria waaraan de scriptie / afstudeeropdracht moet voldoen zijn op heldere wijze beschreven in de ‘scriptiehandleiding’. Verplichte elementen zijn onder andere dat het afstudeertraject betrekking moet hebben op de ontwikkeling en implementatie van (een gedeelte van) een vernieuwend project en de op het thema van het project gerichte theoretische onderbouwing. De afstudeeropdracht wordt beoordeeld door twee docenten. Zij beoordelen aan de hand van de criteria die vermeld zijn in de afstudeernotitie. Deze criteria zijn gebaseerd op de algemene hbo-criteria, CMC-competenties en Dublin Descriptoren. Aanvullende criteria kunnen geformuleerd zijn door de praktijk en/of student. Dit gebeurt in overleg met de afstudeerbegeleider. Hun beoordeling komt op onafhankelijke wijze tot stand. Het cijfer wordt gemiddeld door de coördinator. Bij een verschil van meer dan twee punten worden een derde beoordelaar ingeschakeld. De beoordelingen worden gemotiveerd en de docenten formuleren vragen voor het eindgesprek. Bij een onvoldoende krijgt de student een feedbackgesprek met de beoordelende docent en de afstudeerbegeleider. In een aantal gevallen heeft het visitatieteam geconstateerd dat studenten in hun portfolio expliciet reflecteren op hun competentieontwikkeling in relatie tot de algemene hbo-criteria en de Dublin Descriptoren om vast te stellen of ze het hbo-niveau hebben bereikt. Het eindgesprek vindt plaats met de twee beoordelende docenten, de afstudeerbegeleider en een externe deskundige. Het visitatieteam heeft verschillende afstudeerscripties beoordeeld. Daarbij werd vastgesteld dat de scripties actueel en van goed niveau zijn. De beoordelingen zijn adequaat en volgens duidelijke en kwalitatief goede criteria uitgevoerd. Er worden goed gestructureerde en uitgewerkte beoordelingsmodellen gehanteerd. Tijdens de visitatie is uit gesprekken met diverse stakeholders gebleken dat de eindgesprekken voldoende breedte en diepgang hebben.
Pagina 33 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
-
De opleiding verricht eens per vier jaar een onderzoek onder haar afgestudeerden en het werkveld. De eindkwalificaties van de afgestudeerden blijken goed aan te sluiten bij de wensen en eisen van het werkveld.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Van de vernieuwde deeltijdopleiding zijn nog geen afstudeerscripties beschikbaar. Er is echter, gezien de grote inhoudelijke en procedurele overeenkomst tussen de voltijd- en de deeltijdopleiding, geen reden om aan te nemen dat het gerealiseerde eindniveau hier anders zal zijn. Op grond van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘gerealiseerd niveau’ als goed.
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
De opleiding CMV richt zich voor wat betreft streefcijfers binnen de NHL op de opleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening en Pedagogiek. Buiten de NHL richt de opleiding zich op de CMV-opleidingen in Nederland. Jaarlijks worden de rendementscijfers geanalyseerd en waar nodig leidt dit tot verbetermaatregelen. Dit wordt geïnitieerd door het afdelingshoofd. De opleiding hanteert de volgende streefcijfers: - Instroom: 30 studenten (25 voltijd en 5 deeltijd) - Propedeuse rendement na 1 jaar: 50% - Propedeuserendement na 2 jaar: 60% - Voortgangsrendement: 50 EC’s - Gemiddelde verblijfsduur uitvallers: 2 jaar - Gemiddelde verblijfsduur geslaagden: 4,5 jaar De NHL publiceert jaarlijks een overzicht van de rendementscijfers. De rendementscijfers hebben eerder geleid tot een aantal maatregelen. Hiertoe behoren onder andere de omhoog geschroefde norm voor het negatief bindend studieadvies (van 30 EC’s naar 40 EC’s) en het individuele studietraject voor studenten die niet voldoen aan de stagenorm. De opleiding vergelijkt haar rendementen met die van andere kleine CMV-opleidingen of de CMV-opleiding die behoort tot de regio van de NHL. Het gaat om de opleiding van de instituten Avans Breda, Hogeschool Zuyd, Hogeschool Leiden en hogeschool Windesheim Zwolle.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’. Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Beoordeling van de gerealiseerde eindniveau laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als goed en voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.
Pagina 34 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 1: Programma Visitatiedag 1, 12 mei 2006 10.00 – 10.30 uur
Bestuur en opleidingsmanagement Voorstellen, doornemen programma Alien Uitham Instituutsdirecteur Zorg en Welzijn Willie v.d. Galiën Afdelingshoofd welzijnsopleidingen Jaap Ikink Opleidingscoördinator CMV
10.30 – 12.00 uur
Opleidingsmanager en didactische staf Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau hbo-oriëntatie, programma van de opleiding Willie v.d. Galiën Afdelingshoofd welzijnsopleidingen Jaap Ikink Opleidingscoördinator CMV Rian Meerstra Coördinator studentzaken CMV Lia van Vliet Coördiantor deeltijd Social Work Peter Hogenhuis Onderwijskundig adviseur Social Work
12.00 – 13.30 uur
Documentenonderzoek, lunch
13.30 – 14.30 uur
Beroepenveldcommissie (door deel visitatieteam) Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie Lily Lancer Museum “Het Princessehof” Folkert Bouma Timpaangroep welzijn Ineke Jonker Caleidoscoop Heerenveen Marten Hiemstra Welzijn Ouderen Leeuwarden Annytsje Pruim Welzijnsondernemeing Smallingerland Bram Arnold Zelfstandig ondernemer welzijn Opleidingscommissie (simultaan door deel visitatieteam) Programma van de opleiding, studeerbaarheid Tineke Mollema Propedeuse Willemijn Bouma Propedeuse Erik Blank Jaar 3 Rixt Wolbers Jaar 4 Wilma Beers Jaar 4
14.30 – 15.30 uur
Docenten/Coaches Studieloopbaanbegeleiding Rian Meerstra Coördinator studentzaken CMV Marion Oppenheimer Stagecoördinator/supervisor Josien Willemsen Coördinator deeltijd/supervisor Hilly Hoitema SLO propedeuse
15.30 – 16.30
Aanvullend onderzoek
Pagina 35 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
16.30 – 17.00 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen, maken van vervolgafspraken Alien Uitham Instituutsdirecteur Zorg en Welzijn Willie v.d. Galiën Afdelingshoofd welzijnsopleidingen Jaap Ikink Opleidingscoördinator CMV
Visitatiedag 2, 13 juni 2006 9.00 – 10.10 uur
Docenten, docerend in hoofdvakken Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek Boudewijn Dijkstra Vakdocent economie en marketing Hilly Hoitema Projectdocent propedeuse/profilering Job van ‘t Veer Vakdocent psychologie/projectdocent Meiny Bakker Propedeuse/trainingen/methodiek Henk Roeters Projectdocent propedeuse Rian Meerstra Methodiek cultuur en recreatie Peter Hogenhuis Onderwijsdeskundige Social Work
10.00 – 11.00 uur
Afstudeerbegeleiders en stagebegeleiders Stages en afstudeeropdrachten Marion Oppenheimer Stagecoördinator en praktijkwerk jaar 1 Rian Meerstra Coördinator studentzaken Josien Willemsen Coördinator deeltijd/supervisor
11.00 – 12.30 uur
Studenten voltijd, verdeeld over de leerjaren en profielen Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten Ewoud van Sabben 1e jaars Ylva Dantuma 2e jaars C&R e Barend Jan Baars 2 jaars SO Dieske Stobbelaar 3e jaars deeltijd Annemeijs Schuurman 3e jaars C&R e Aletta Oterdoorn 3 jaars C&R Tjitske Jensma 4e jaars C&R
12.30 – 14.00 uur
Lunch, documentenonderzoek, korte rondleiding langs de faciliteiten
14.00 – 15.00 uur
Vierdejaars (afstudeerders) Resultaten van de opleiding Sjoerd Verkoelen 4e jaars Dialla Akop 4e jaars deeltijd (oude stijl) e Bert van der Zee 4 jaars Coby van Niejenhuis 4e jaars
Pagina 36 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
15.00 – 16.00 uur
Alumni Aansluiting opleiding op beroepspraktijk Reina Hes 2005, deeltijd Esther Duinker 2005 Janina Schnieders 2004 Wies Meester 2004, deeltijd Henk van der Meer 2004 Auke Zandstra 2003 Yvonne Klijnstra 2003
16.00 – 17.00 uur
Aanvullend documentenonderzoek, intern beraad van visitatieteam.
17.00 – 17.30 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling Alien Uitham Willie v.d. Galiën Jaap Ikink
Instituutsdirecteur Zorg en Welzijn Afdelingshoofd welzijnsopleidingen Opleidingscoördinator CMV
Pagina 37 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 2: Beoordeelde documenten • • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatierapport en alle hierin genoemde documenten Studiematerialen van alle leerjaren, waaronder boeken en moduleboeken Toetsbeleid Tentamens Stageverslagen inclusief beoordeling Afstudeeropdrachten inclusief beoordeling Resultaten van projectopdrachten Studentenstatuut CMV Kwaliteitshandboek Major minor plan CMV Formatieplan IZW 2006-2009 De kleine gids CMV voltijd, deeltijd, propedeuse Overzicht competenties per onderwijseenheid
Pagina 38 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader De competenties van de Bachelor of Social Work (van toepassing op de propedeuse): Competentie 1: “Leren leren” (algemene HBO-competentie) Omschrijving: Voortdurende nieuwe kennis, inzichten en vaardigheden verwerven om deze doelgericht te gebruiken. Competentie 2: “Oriënteren op studie en beroep” (algemene HBO-competentie) Omschrijving: Het maken van een bewuste en gemotiveerde keuze voor één van de welzijnsopleidingen door te reflecteren op de samenhang van de volgende componenten: 1. de eigen persoon 2. de (eigen) studie (binnenschools- en buitenschoolsprogramma/stage) en 3. toekomstig beroep. Competentie 3: “Projectmatig werken” (methodische competentie) Omschrijving: Het op systematische wijze voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een project. Competentie 4: “Communiceren” (interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Het zonder misverstanden, open en eerlijk uitwisselen van zowel mondelinge als schriftelijke informatie met anderen. Competentie 5: “Werken in projectgroep” (methodische competentie) Omschrijving: Bijdragen aan een gezamenlijk resultaat binnen afgesproken grenzen van tijd, geld en overige middelen. Competentie 6: “Samenwerken” (interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Samen met anderen in een open sfeer en op efficiënte wijze gemeenschappelijke doelen (het geheel is meer dan de optelsom van de afzonderlijke delen) bereiken. Competentie 7: “Vergaderen” (methodische / interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Zorgdragen (in de rol van voorzitter, deelnemer of notulant) voor een doelmatig verloop van een vergadering. Competentie 8: “Programmeren en presenteren” (methodische competentie) Omschrijving: Het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van een presentatie/voorlichting. Competentie 9: “Media gebruiken” (methodische competentie) Omschrijving: Het gebruiken van auditieve, visuele en audiovisuele middelen in het kader van projectwerk (inclusief workshops, presentaties), communicatieve vaardigheden en studieloopbaan. Competentie 10: “Coachen” (leidinggevende competentie) Omschrijving: Medestudenten motiveren hun werk doelgericht en doelmatig te doen. Competentie 11: “Constructief confronteren” (interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Een bijdrage leveren in het groepsproces, eigen mening tegenover de mening van een groep op positieve wijze uiten en waarde hechten aan de verscheidenheid van meningen in het licht van het vinden van creatieve oplossingen. Competentie 12: “Resultaatgericht werken” (prestatiegerichte competentie) Omschrijving: Je haalt in het kader van het projectonderwijs de afgesproken doelen en resultaten. Competentie 13: “Beoordelen” (interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Het op dusdanige wijze bespreken van gedrag en resultaten van anderen dat deze worden gestimuleerd betere prestaties te leveren en zich verder in dezen te ontwikkelen.
Pagina 39 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Competentie 14: “Belangen hanteren”(interpersoonlijke competentie) Omschrijving: Je houdt rekening met belangen van medestudenten en verschillen daartussen, die met het werk of de resultaten daarvan te maken hebben. Competentie 15: “Flexibiliteit tonen” (prestatiegerichte competentie) Omschrijving: Het aanpassen van de manier van werken aan veranderende omstandigheden teneinde de gestelde doelen te realiseren. Competentie 16: “Onderzoeken”(methodische competentie) Omschrijving: “Het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van onderzoek” Competentie 17: “Lezen en schrijven” (methodische competentie) Omschrijving: Het lezen en schrijven van een tekst op Hbo-niveau. Competentie 18: “Onderhouden van klantrelaties” (prestatiegerichte competentie) Omschrijving: Het opbouwen en in stand houden van een goede relatie met interne (o.a. medestudenten, docenten, praktijkwerkbegeleider, begeleider vanuit de instelling) en externe klanten (o.a. cliënt, externe opdrachtgevers), het inzicht krijgen in de behoeften/wensen van klanten en het hierop naar tevredenheid reageren.
Pagina 40 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
De competenties van de beginnende CMV’er (uit Alert en Ondernemend, 1999) (van toepassing op de hoofdfase): Segment A: Agogische dienstverlening 1.1 Oriënteren en contactleggen 1.1.1 De CMV’er is in staat de situaties en de achtergronden van diverse klanten (individuen, groepen, organisaties en samenlevingsverbanden) te verkennen en te analyseren. 1.1.2 De CMV’er is in staat een analyse te maken van de culturele en maatschappelijke context waarin de klanten zich bevinden en waarbinnen de agogische dienstverlening plaatsvindt. 1.1.3 De CMV’er is in staat contact te leggen met diverse klanten, opdat agogische relaties tot stand kunnen komen en samenwerking gestimuleerd wordt. 1.2 Programmeren en organiseren 1.2.1 De CMV’er is in staat om activiteiten en programma’s te ontwerpen en daarbij verbindingen te leggen tussen het educatieve, het culturele en kunstzinnige, het recreatieve en de samenlevingsopbouw. 1.2.2 De CMV’er is in staat educatieve activiteiten te ontwerpen voor en met diverse klanten. 1.2.3 De CMV’er is in staat recreatieve activiteiten te ontwikkelen voor en met diverse klanten. 1.2.4 De CMV’er is in staat om culturele en kunstzinnige activiteiten te ontwerpen voor en met diverse klanten. 1.2.5 De CMV’er is in staat om met en voor diverse klanten activiteiten en projecten in het kader van samenlevingsopbouw te ontwerpen. 1.2.6 De CMV’er is in staat om bij het programmeren en organiseren met en voor diverse klanten zich voor zijn methodieken technisch en normatief te verantwoorden.
1.3 Begeleiden en leidinggeven 1.3.1 De CMV’er is in staat om interactieprocessen in en tussen individuen, groepen, organisaties en gemeenschappen te initiëren en stimuleren en daarin structurerend op te treden. 1.3.2 De CMV’er is in staat om methoden en technieken van het werken met klantgroepen te hanteren en toe te passen op het terrein van de agogische dienstverlening. 1.3.3 De CMV’er is in staat om binnen de agogische relatie te functioneren als degene die arrangeert, animeert en activeert, adviseert, informeert en de klanten iets leert. 1.3.4 De CMV’er is in staat om als begeleider leiding te geven aan vrijwilligers en medewerkers bij ontwikkeling, planning, uitvoering en evaluatie van activiteiten op het terrein van agogische dienstverlening. 1.3.5 De CMV’er is in staat samenwerkingsrelaties aan te gaan, te ontwikkelen en te onderhouden.
Pagina 41 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Segment B: Bedrijfsvoering 2.1 De CMV’er is in staat te functioneren in en vanuit een organisatie, waarbij hij productief weet om te gaan met zijn eigen grenzen en mogelijkheden 2.2 De CMV’er is in staat een bijdrage te leveren aan het beheer en het beleid van de instelling, de organisatie, het project of initiatief waarin hij werkzaam is. 2.3 De CMV’er is in staat als sociaal en cultureel ondernemer op te treden binnen en buiten de eigen organisatie. 2.4 De CMV’er is in staat professionele relaties met overheden en met andere organisaties te ontwikkelen
Segment C: Beroepsontwikkeling 3.1 De CMV’er is in staat de eigen professionaliteit te ontwikkelen en zo zijn loopbaan te sturen. 3.2 De CMV’er is in staat een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en vernieuwing van het beroepsmatig handelen in interactie met klantgroepen, collega’s, leidinggevenden en beroepsorganisaties. 3.3 De CMV’er is in staat om een bijdrage te leveren aan de maatschappelijke profilering en legitimering van CMV en daarbij zijn positie te bepalen in het maatschappelijk debat over de reikwijdte, plaats en functie van CMV.
Pagina 42 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 4: Uitwerking Dublin Descriptoren naar programmaonderdelen
X X X X
TOELICHTING 5 leervaardigheden
4 communicatie
3 oordeelsvorming
5) Binnen de studieonderdelen is aandacht voor het ‘leren leren’, het ontwikkelen van zelfkritisch vermogen en het reflecteren op het eigen functioneren en dat van de groep of mede-studenten. De studieloopbaanontwikkeling is hierin een centrale lijn X X X X 1) oriëntatie op de drie Social Workopleidingen, kennis van het werkveld, X X X sociale kaart, doelgroepanalyse, X X X projectmatig werken, methodieken X X X 2) toepassen van bovenstaande binnen integrale projectopdrachten 3) ontwikkelen visie, analyseren van beroepssituaties en keuze van agogische interventies 4) projectvaardigheden, werkoverleg, samenwerken, ontwikkelen agogische beroepshouding 2 toepassen kennis /
INTEGRALE LEERLIJN 1 PRO 1 Welzijnsinstelling perspectief 1 PRO 2 Welzijnsinstelling perspectief 1 PRO 3 Jij in perspectief casussen 1 PRO 4 Jij in perspectief casussen
DUBLIN DESCR. 1 kennis / inzicht
OVERZICHT PROPEDEUSE Module Omschrijving
ERVARINGSREFLECTIELEERLIJN 1 PWT
Praktijkwerk
TRAINING EN VAARDIGHEDEN LIJN 1 TRR Reflecteren 1 TRS Schriftelijke taalvaardigheid 1 TRP Presenteren 1 TRI ICT 1 TRC Communicatie
X X X X
1) kennis vanuit eigen beroepscontext 2) het toepassen en zich eigen maken van kennis en vaardigheden in beroepscontext 3) ontwikkelen agogische beroepshouding, keuze van methodieken en werkvormen 4) werkoverleg, contact met doelgroep(en), empathisch vermogen 5) leren in de beroepspraktijk, reflecteren, feedback ontvangen
X X X X X X X X X X X X X
1) kennis van werkmodellen en basistechnieken 2) basiskennis toepassen in oefensituaties en beroepspraktijk 3) analyse interne en externe kwaliteiten en werkmodellen en programma’s afstemmen op doelgroep 4) gespreksvaardigheden, feedback geven, samenwerken, reflectie en ontwikkelen professionele houding
X X X X
1) Theoretische concepten,
CONCEPTUELE LEERLIJN 1 SOC
Sociologie
Pagina 43 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT PROPEDEUSE 1 PSY Psychologie 1 FIL Filosofie, ethiek en multicultuur 1 AGO Agogiek 1 REC Recht 1 BEM Beleid en maatschappij
DUBLIN DESCR. X X X X X X X X X X X X X X X X
TOELICHTING
X X X X
1) kennis over leerprocessen, coaching en analyse-methoden 2) deze kennis toepassen op het eigen leerproces en dat van anderen 3) ontwikkelen kritisch vermogen, beroepshouding en coaching 4) feedback geven en ontvangen, empathie 5) werken aan zelflerend vermogen: - orienteren, planning, reflecteren en initiatief nemen
DUBLIN DESCR.
TOELICHTING
werkmodellen en inzicht in methodieken. 2)Toepassing hiervan d.m.v. uitwerking van casuïstiek binnen leeropdrachten. 3) Met behulp van theorieën en basiskennis analyses opstellen, keuzes maken en agogische plannen opstellen; ontwikkelen kritische houding en mening 4) debat en visieontwikkeling
X X X X X
X X X X X
X X X X X
5 leervaardigheden
GEMEENSCHAPPELIJK ONDERWIJS WELZIJN 2 INT Internationalisering 2 SOC Sociologie 2 OND Onderzoek 1 2 POL Politicologie 2 SOG Sociale geschiedenis
4 communicatie
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 2 Module Omschrijving
3 oordeelsvorming
Studieloopbaanontwikkeling
2 toepassen kennis /
1 SLO
1 kennis / Inzicht
STUDIELOOPBAANONTWIKKELING
5) Binnen de studieonderdelen is aandacht voor het ‘leren leren’, het ontwikkelen van zelfkritisch vermogen en het reflecteren op het eigen functioneren en dat van de groep of mede-studenten. De studieloopbaanontwikkeling is hierin een centrale lijn
X X 1) kennis van onderzoeksmethode, sociologische begrippen, beleid en internationale verbanden X 2) toepassen van deze kennis in X leeropdrachten X 3) analytisch vermogen, visieontwikkeling 4) presenteren, samenwerken, schriftelijk rapporteren
Pagina 44 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 2 KEUZERUIMTE 2 KER
STUDIELOOPBAANONTWIKKELING 2 SLO Studieloopbaan begeleiding
METHODIEK 2 GRD Groepsdynamica 2 MWV Werken met vrijwilligers 2 EDP Educatieve programmering 2 WKC Kunst en Cultuur 2 CUR / 2 CMV Methodiek CR of SO SAL
DUBLIN DESCR.
TOELICHTING
X
afhankelijk van leerdoelen komen Dublin-descriptoren integraal binnen de keuzeruimte aan bod
X X X X
1) kennis over leerprocessen, coaching en analyse-methoden 2) deze kennis toepassen op het eigen leerproces en dat van anderen 3) ontwikkelen kritisch vermogen, beroepshouding en coaching 4) feedback geven en ontvangen, empathie 5) werken aan zelflerend vermogen: - orienteren, planning, reflecteren en initiatief nemen
X X X X X
1) kennis van domeinspecifieke agogische modellen, methoden en technieken 2) werken aan opdrachten en ontwikkelen van relevante beroepsproducten 3) meningsvorming en ontwikkelen beroepsvisie 4) opstellen adviesplan, schriftelijke communicatie
X X X X X
X X X X X
X X X X X
VERPLICHTE METHODIEK MODULES C&R OF SO 2 BVO Beeldend vormen (C&R) X X X X Onderzoek 2 ONS 2 (SO) X X X X
CMV GEMEENSCHAPPELIJK 2 REW Recht Welzijn 2 SOP Sociale Psychologie 2 DRA Drama 2 MGB Media gebruik 2 ECN Economie
X X X X X X X X X X X X X X X X
1) verbreding domeinspecifieke kennis en onderzoeksmethoden 2) toepassing hiervan binnen beroeps- of leeropdrachten 3) keuze voor werkvormen en methoden 4) presenteren en adviseren 1) kennis van vakinhouden en relatie agogische beroepsontext 2) toepassing van kennis in leeropdrachten 3) keuze voor media, methoden en werkwijzen afgestemd op doelgroep en doelen 4) toepassing media en drama in communicatie, financieel en zakelijk rapporteren
CMV PROJECT 2 PRW
Praktijkwerkproject
X X X
1) projectmatig werken
Pagina 45 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 2 2 FUS Zakelijk schrijven 2 OVP Presenteren 2 DPW Projectmatig werken
DUBLIN DESCR. X X X X X X X
TOELICHTING 2) toepassen projectvaardigheden binnen praktijkopdracht 3) keuze van methoden en programma’s, afgestemd op doelgroep en opdrachtgever 4) professioneel communiceren
Pagina 46 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 3 Module Omschrijving
DUBLINDESCR.
TOELICHTING 5 leervaardigheden
4 communicatie
TOELICHTING 5 5 leervaardigheden
3 oordeelsvorming
4 communicatie
3 oordeelsvorming
Omschrijving
2 toepassen kennis /
Module
DUBLIN DESCR. 1 2 3 4
1 Kennis / Inzicht
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 4
2 toepassen kennis /
1 kennis / inzicht
5) Binnen de studieonderdelen is aandacht voor het ‘leren leren’, het ontwikkelen van zelfkritisch vermogen en het reflecteren op het eigen functioneren en dat van de groep of mede-studenten. De studieloopbaanontwikkeling is hierin een centrale lijn PRAKTIJKSTAGE 3EST Stage X X X X X 1) kennis opgedaan en eigen gemaakt in beroepscontext 3ESU Supervisie X X X X 2) toepassen van kennis en vaardigheden in beroepssituaties 3) keuze van methodieken, werkvormen, etc. 4) alle facetten van communiceren in een beroepscontext: als medewerker, agoog, (bege)leider. 5) werken aan zelflerend vermogen: - orienteren, planning, reflecteren en initiatief nemen GEMEENSCHAPPELIJK ONDERWIJS WELZIJN 1) Kennis en inzicht in organisaties, 3 OKU Organisatiekunde X X X X beleid en financiën. Verbreding 3 FIC Financieel management X X X X oriëntatie op werkveld 3 BKU Beleidskunde X X X X 2) analyse van organisatiestructuren, 3 TDA Themadagen X X X X opstellen ondernemingsplan 3) meningsvorming en visie 4) debat, overleg, advisering en samenwerking
5) Binnen de studieonderdelen is aandacht voor het ‘leren leren’, het ontwikkelen van zelfkritisch vermogen en het reflecteren op het eigen functioneren en dat van de groep of mede-studenten. De studieloopbaanontwikkeling is hierin een centrale lijn
GEMEENSCHAPPELIJK ONDERWIJS WELZIJN X 1) verdieping van concepten en werkmodellen. 4 OBA Ontwikkeling en beleid van agogische X X X dienstverlening 2) toepassing van deze concepten en modellen 3) visie-ontwikkeling, persoonlijke 4 SOC Verzorgingssociologie X X X stellingname en meningsvorming d.m.v. debat, 4 FIL Filosofie X X X X
Pagina 47 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 4 4 NED 4 ORP 4 GEM
Schrijven rapport Organisatiepsychologie Geestelijke en maatschappelijke stromingen KEUZERUIMTE 4 KER
STUDIELOOPBAANONTWIKKELING 4 SLO
PROFILERING studenten kiezen 1 van de 6 cursussen 4 PIN INSTAP 4 PMS Beleid, hulp- en dienstver-lening m.b.t. nieuwkomers en oudkomers 4 PVP Voorlichting en preventie 4 JJP Jeugd en Jongeren 4 MPBS Methodische Praktijkwerkbegeleiding studentassistenten 4 MPBP Methodische Praktijkwerkbegeleiding praktijkwerk
DUBLIN DESCR. X X X X X X X X X X
TOELICHTING discussie en werkopdrachten 4) beleidsadvisering, werkoverleg, discussie en schriftelijk rapporteren
X
afhankelijk van leerdoelen komen Dublindescriptoren integraal binnen de keuzeruimte aan bod
X X X X
1) kennis over leerprocessen, coaching en analyse-methoden 2) deze kennis toepassen op het eigen leerproces en dat van anderen 3) ontwikkelen kritisch vermogen, beroepshouding en coaching 4) feedback geven en ontvangen, empathie 5) werken aan zelflerend vermogen: - orienteren, planning, reflecteren en initiatief nemen
X X X X X X X X
1) kennis over coaching, leerprocessen, sociale kaart, leefstijlen, jeugdcultuur, diversiteit en multicultuur 2 en 3) werken aan beroepsgerelateerde praktijkopdrachten; opstellen adviesplannen, planmatig en methodisch uitvoeren van agogische interventies, ontwikkelen van nieuwe instrumenten/werkprogramma’s 4) methodisch verantwoorden, werkbespreking, collegiaal overleg en meningsvorming, adviseren en voorlichtingsvaardigheden
X X X X X X X X X X X X X X X X
Pagina 48 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
OVERZICHT HOOFDFASE JAAR 4
DUBLIN DESCR.
TOELICHTING
X X X X
1) kennis en inzicht in kwaliteits- en marketingsystemen, participatie-modellen en verdieping van methoden en technieken van professioneel handelen 2) uitwerking praktijkopdrachten, opstellen beleids- en adviesplannen 3) visie en meningsvorming, ontwikkeling en vernieuwing van werkwijzen en methoden 4) beleidsadvisering, samenwerkingsmodellen en conflicthantering
METHODIEK 4 CUR / 4 CMV Methodiek CR of SO SAL 4 PAC Participatie en activering 4 SOCH Samenwerken, onderhande- len en conflicthantering 4 KWA Kwaliteitszorg 4 WKC Kunst en Cultuur 4 MAR Marketing
X X X X X X X X X X X X
CMV GEMEENSCHAPPELIJK 4 AFW Afstudeerproject 4 EXG Eindgesprek
X X X X X X X X
X X X X X X X X
1) verwerven specialistische of verbredende kennis m.b.t. afstudeeronderwerp 2 en 3) toepassing van deze kennis in beroepscontext, analyse en interpretatie, ontwikkelen nieuwe producten, methoden of werkwijzen 4) professioneel communiceren, initiatief nemen, schriftelijk rapporteren, adviseren, overtuigen
Pagina 49 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 5: Visitatieteam Dr. M.S. Leloux (1961), teamleider Mevrouw Leloux is na haar studie en promotie farmacie aan de RUU bij diverse organisaties (AKZO Nobel, RIKILT, NIZO food research) in verschillende research-functies (onderzoeker, projectleider, programmaleider, onderzoeksdirecteur en business development manager) werkzaam geweest. Vanuit haar functie als adjunct-directeur van RIKILT was ze onder andere programmaleider van een interdepartementaal project op het gebied van ketenkwaliteit van voedingsmiddelen. Bij NIZO food research heeft ze gedurende enkele jaren contractonderzoek verworven voor het voedingsmiddelenonderzoek van NIZO binnen de internationale farmaceutische en functional food industrie. Daarnaast voert zij voor Certiked regelmatig visitaties uit, o.a. als teamleider, secretaris en extern deskundige. Momenteel is zij zelfstandig adviseur op het gebied van kennisexploitatie en daarnaast tevens werkzaam aan de Universiteit Twente als senior onderzoeker op dit gebied. Mr. G. Hoogeboom 1947), externe deskundige De heer Hoogeboom (Nederlands recht en kandidaats westerse sociologie) is directeur/ bestuurder van Spectrum, centrum voor maatschappelijke ontwikkeling Gelderland. Daarvoor was hij directeur van de Gelderse Raad voor het Jeugdbeleid, consulent samenlevingsopbouw voor de provincie Utrecht en chef van de onderafdeling jeugd, cultuur en samenlevingsopbouw van de afdeling Welzijn van de gemeente Apeldoorn. Hij is voorzitter van de Vereniging Steunfuncties Welzijn, het samenwerkingsverband Gelders Troef, de Provinciale Klachtencommissie Welzijn en Zorg Gelderland, de Regionale Bezwarencommissie Functiewaardering Zorg en Welzijn Gelderland, de Adviescommissie Sociale Begeleiding Ziekenhuis Hilversum, de Jeugdalliantie en neemt deel aan diverse provinciale en landelijke bestuurlijke en adviserende verbanden zoals: bestuur X-S2, Algemeen Bestuur Omroep Gelderland, landelijke stuurgroep Home Start, Regiegroep Welzijn Versterkt, adviesraad CMV (Culturele en Maatschappelijke Vorming) Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN), adviesraad lectoraat professionalisering agogische beroepen en vaktherapeuten HAN, adviesraad Sesamacademie en commissie aanvragen donaties Monuta Charity Fund A.J.C. van Noort (1973), secretaris Mevrouw Van Noort heeft Personeel en Arbeid en Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd. Sinds eind 2005 is zij zelfstandig adviseur op het gebied van arbeid en organisatie, projectmanagement en communicatie. Daarvoor was ze bij de LOI werkzaam als businessunitmanager, waar ze in de rol van opleidingsmanager verantwoordelijk was voor de kwaliteit en actualiteit van HBO-opleidingen op het gebied van marketing, communicatie, gezondheidszorg en welzijn. A.E. Stapel (1981), student Annelien studeert Politicologie aan de UvA, nadat ze haar Bachelor Algemene Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Utrecht verkreeg. In het voorgaande collegejaar vervulde zij een bestuursfunctie bij het Interstedelijk Studenten Overleg. Tevens was ze zeer recent betrokken bij de werving en selectie van een nieuw bestuur voor het collegejaar 2005/2006. Studeerde een halfjaar Frans in Parijs en participeert sinds haar terugkomst naar Nederland in verschillende visitaties.
Pagina 50 van 51 NHL CMV - def. – def.
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden © Certiked
Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 51 van 51 NHL CMV - def. – def.