ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs van de Gereformeerde Hogeschool Zwolle Croho-registratienummer:34808 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 8 en 22 september 2008
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................3 Bevindingen ..............................................................................................................................................5 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................41 Bijlage 2: Documenten............................................................................................................................43 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader............................................................................................44 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................49 Bijlage 5: Deskundigheid ........................................................................................................................50 Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................52
De verantwoordelijke teamleider: dr. M.S. Leloux namens deze,
M. Lathouwers Certiked vbi december 2008
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Identificatie Gereformeerde Hogeschool Educatieve Academie Postbus 10030 8000 GA Zwolle Telefoon: 038 425 5542 Website: www.gh.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: drs. J. Modderman Kwaliteitsfunctionaris: drs. B.E. van de Beek, projectleider accreditatie
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Gereformeerde Hogeschool • Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs (PABO) • Voltijd en deeltijd • Locatie Zwolle Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: Extern deskundigen: Secretaris: Studentlid:
dr. M.S. Leloux H. Kok drs. J.W. Bos drs. C.J. de Monchy P.M. de Wilde
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam op 2 juli. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad op 24 augustus. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 8 september en op 22 september is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 23 oktober 2008 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 21 november 2008 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er eenmaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden alle een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 2 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Managementsamenvatting Op 8 september 2008 en 22 september 2008 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs (hierna: Pabo) van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle leidt vanuit een duidelijk gereformeerd-protestantse signatuur studenten op tot leraar basisonderwijs. Dit is een degelijke opleiding. De opleiding kent een voltijd, deeltijd en opleiden- in- deschool variant. Binnen de voltijd- en deeltijdvarianten bestaan nog weer een driejarige en een vierjarige route. Voor de deeltijdopleiding wordt er voor HBO- en WO-afgestudeerden ook een tweejarige variant aangeboden. De verschillende verkorte varianten worden aangeboden op basis van het vierjarige programma. De opleiding heeft haar opvatting over wat goed onderwijs is, hoe zij aankijkt tegen opvoeding en onderwijs en de taak van de basisschool daarin, verwoord in een beleidsnotitie ‘De uitdaging van kwaliteit.’ De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van de landelijk erkende en in de wet BIO opgenomen SBL-competenties. De opleiding koppelt de SBL competenties aan de set persoonlijke competenties. De SBL competenties vormen voor de opleiding de aandachtsgebieden en kijkvensters om de persoonlijke competenties inhoud te geven. Voor elke fase in de opleiding heeft de PABO de persoonlijke competenties geoperationaliseerd in vier beheersingsniveaus en een aantal handelingsdimensies. Hierdoor krijgt de opleiding een beter zicht op de ontwikkeling van de persoonlijke kwaliteiten van de student. In de gesprekken tijdens de visitatie heeft het visitatieteam kunnen vaststellen dat de SBL- competenties samen met de set persoonlijke competenties aan de studenten voldoende basis geeft om later competent startbekwaam de arbeidsmarkt op te gaan. De opleiding heeft een werkveldcommissie ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van opleidingsscholen. Deze werkveldcommissie wordt voldoende bij de onderwijsontwikkeling betrokken. De opleiding is behoorlijk praktijkgericht. In het geheel beslaat de stage voor voltijders 50 stageweken. In de regel lopen de studenten stage in het reguliere basisonderwijs van gereformeerd protestantse signatuur. In het derde en vierde jaar kunnen de studenten ook stage lopen op het speciaal basisonderwijs of op het VMBO. Hiermee beoogt de opleiding de diversiteit in verschillende schooltypes als stageplaats voldoende te waarborgen. Om de praktijkrelevantie in de stages te garanderen heeft de opleiding in de verschillende stageplannen opdrachten of kenmerkende situaties opgenomen die richting geven aan de stageactiviteiten van de studenten. In het derde jaar van de OIDS-route wordt het leren in de stage ook gestuurd vanuit bepaalde thema’s uit de onderwijspraktijk. De opleiding heeft negen leerlijnen geformuleerd waarin zij aandacht besteedt aan het ontwikkelen van de competenties. De opleiding kiest nadrukkelijk voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van de student, waarbij het leren reflecteren een zeer belangrijk onderdeel is. De ontwikkeling van de persoonlijke competenties gaat niet ten koste van het ontwikkelen van bekwaamheid in de verschillende vakgebieden, maar versterkt deze juist. In de eerste twee jaren van de opleiding krijgen de afzonderlijke vakgebieden het sterkste accent.
Pagina 3 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Vanaf het derde jaar wordt er meer geïntegreerd en vakoverstijgend gewerkt. Ook kiezen studenten daar voor minoren, waarin de onderzoekslijn uitdrukkelijk aan de orde komt. Het programma kent verticale samenhang doordat onderdelen van het programma logisch op elkaar voort bouwen en een toenemende complexiteit laten zien door de jaren heen. De horizontale samenhang wordt gevormd door de onderlinge relatie tussen de leerlijnen, waarin stages, thema’s, vakken en studieloopbaanbegeleiding onderling nauw zijn verbonden. In het didactisch concept van de opleiding spelen de begrippen ‘adaptief onderwijs’ en ook ‘ontwikkelingsgericht onderwijs’ een zeer belangrijke rol. Verder werkt de opleiding een aantal kenmerken uit van uitdagende leeromgevingen De opleiding heeft de aanbeveling van de visitatie in 2003 opgepakt om het toetsbeleid te verbeteren met kracht ter hand genomen. De opleiding heeft een uitgebreid ‘Handboek toetsbeleid’ geschreven, waarin leerdoelen, toetsdoelen, toetsvormen en toetsmatrijzen worden beschreven. Docenten zijn in het hanteren van dit nieuwe toetsbeleid geschoold. De borging van een procedure voor een adequate beoordeling van de toetsen is ook middels het handboek geregeld. De opleiding kent verschillende vormen van studiebegeleiding, afhankelijk van de opleidingsvariant en de fase in de opleiding. Het systeem van de studiebegeleiding is gericht op de steeds groter wordende zelfstandigheid van studenten. In de eerste twee jaren is er veel aandacht voor intensieve vormen van begeleiding, zoals het tutoraat, intervisie en supervisie. Door de invoering van assessment is de begeleiding in de stage meer toegesneden op de competentieontwikkeling van studenten. De begeleiding van de studenten is dikwijls maatwerk en richt zich op toenemende zelfstandigheid van de student om zelf richting te geven aan het leerproces. In de OIDS variant speelt begeleiding door opleiders in de school (oplissers) in de school een belangrijke rol. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat ten aanzien van de onderwerpen Doelstellingen opleiding (facetten 1.1., 1.2. en 1.3), Programma (facetten 2.1, 2.2, 2.3, 2.5 en 2.8), Inzet personeel (facet 3.1), Voorzieningen (facetten 4.1 en 4.2), en Kwaliteitszorg (facetten 5.1 en 5.2) en Onderwijsrendement (Facet 6.2) een en ander goed geregeld is. Op enkele andere facetten is verdere verbetering mogelijk. De spreiding van de studielast, met name voor wat betreft de toetsen, kan beter (facet 2.4). Het didactisch concept zit conceptueel goed in elkaar maar wordt (nog) niet door alle docenten op een uniforme manier beleefd (facet 2.7). Het niveau van de afstudeerders is voldoende maar wisselend (facet 6.1). Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs van de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle voldoet aan de eisen voor kwaliteit zoals vastgelegd in het NVAO-accreditatiekader. ….
Pagina 4 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Overzicht van Certiked beoordelingen voltijd en deeltijd opleidingen Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs bij de Gereformeerde Hogeschool te Zwolle Onderwerp en facet
Voltijd Deeltijd Positief
1.
Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
2.
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
3.
Inzet van personeel
Positief
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Goed Voldoende Voldoende
4.
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Goed Goed
5.
Interne kwaliteitszorg
Positief
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
6.
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Goed Goed Goed Positief Goed Goed Goed Voldoende Goed Voldoende Voldoende Goed
Positief
Goed Goed Voldoende Positief Voldoende Goed
Pagina 5 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De Gereformeerde Hogeschool is een landelijke instelling voor hoger onderwijs die een aantal Hboopleidingen aanbiedt, waarbij een Bijbelse visie op mens en samenleving centraal staat. De hogeschool telt ongeveer 1450 studenten en 215 personeelsleden. De opleiding voor leraar basisonderwijs (PABO) telt 687 studenten waarvan er 581 in één van de voltijds varianten studeren en 106 studenten in deeltijdvarianten. Sinds 1 januari 2007 maakt de Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs deel uit van de Educatieve Academie van de GH waarin naast de lerarenopleiding ook het Gereformeerd Pedagogisch Centrum (schoolbegeleiding) en GIDS (onderdeel voor commerciële diensten) participeren. Ook het lectoraat met bijbehorende kenniskring rond morele vorming maakt deel uit van de EA. De opleiding is van oordeel dat voor de studenten een uitgesproken visie op het opvoeden en leren van en omgaan met kinderen in de basisschool onmisbaar is. De opleiding heeft haar opvatting over wat goed onderwijs is, hoe zij aankijkt tegen opvoeding en onderwijs en de taak van de basisschool daarin, verwoord in een beleidsnotitie ‘De uitdaging van kwaliteit.’ De eindkwalificaties van de opleiding zijn afgeleid van de landelijk erkende en in de wet BIO opgenomen SBL-competenties. De Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL) heeft de bekwaamheidseisen voor alle leraren po en vo/bve beschreven, zoals vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO), die per 1 augustus 2006 in werking is getreden. De SBLcompetenties zijn dus te beschouwen als de domeincompetenties. De opleiding hanteert de volgende beroepskwalificaties: • interpersoonlijk competent; • pedagogisch competent; • vakinhoudelijk en didactisch competent; • organisatorisch competent; • competent in samenwerken met collega’s; • competent in samenwerken met de omgeving; • competent in reflectie en ontwikkeling.
Pagina 6 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
• •
•
Daarnaast hanteert de opleiding een eigen competentiesysteem van persoonlijke competenties. Daaronder verstaat de opleiding persoonlijke kwaliteiten van de student in het contact leggen met kinderen, leidinggeven en samenwerken. Men hanteert de volgende persoonlijke competenties: • Samenwerken • Leiding geven • Didactiseren • Presenteren • Doelgericht handelen • Plannen en organiseren • Responsiviteit • Flexibiliteit • Reflectief vermogen De opleiding koppelt de SBL competenties aan de set persoonlijke competenties. De SBL competenties vormen voor de opleiding de aandachtsgebieden en kijkvensters om de persoonlijke competenties inhoud te geven. Voor een overzicht van de relatie tussen de SBL competenties en de persoonlijke competenties, zie bijlage 3. In de gesprekken tijdens de visitatie heeft het visitatieteam kunnen vaststellen dat de SBLcompetenties samen met de set persoonlijke competenties aan de studenten voldoende basis geeft om later competent startbekwaam de arbeidsmarkt op te gaan. De opleiding heeft een werkveldcommissie ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van opleidingsscholen. De werkveldcommissie vond de genoemde kenmerkende situaties van de deeltijdopleiding en van OIDS zijn besproken met de commissie, representatief en herkenbaar. De werkveldcommissie wordt ook voldoende bij de onderwijsontwikkeling betrokken. Dat kwam ook in het gesprek met het visitatieteam naar voren. De opleiding evalueert de eindkwalificaties periodiek i het kwaliteitszorgsysteem (zie ook Facet 5.)
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft het opleidingsprofiel beoordeeld en heeft kunnen vaststellen dat de eindkwalificaties goed aansluiten bij de eisen uit de beroepspraktijk en aansluiten op de binnen het landelijk overleg bestaande ontwikkelingen. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de beleidsnota ‘De uitdaging van kwaliteit’ een duidelijke eigen visie vertolkt op de eindkwalificaties en dat de eigen identiteit van de school helder naar voren komt. Naar aanleiding van de gesprekken met het management en met de docenten constateert het visitatieteam dat de uitgewerkte visie op het beroepsprofiel en onderwijs leeft en een leidraad vormt voor de docenten en het management in hun handelen. Studenten herkennen de beroepsvisie eveneens. De opleiding vraagt structureel input uit de beroepspraktijk middels de werkveldcommissie. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ op grond van het voorgaande daarom als goed.
Pagina 7 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De opleiding hanteert de Dublin Descriptoren om het Hbo niveau van de opleiding te omschrijven. a. Kennis en inzicht: De leraar basisonderwijs heeft elementaire kennis op het gebied van rekenen, taal en presenteren, onderzoeksvaardigheden, de inhoud van de basisschoolvakken en de didactiek van de basisschoolvakken. b. Toepassen kennis en inzicht: De leraar basisonderwijs kan de verworven kennis en vaardigheden doorvertalen naar allerlei settings/ specifieke onderwijscontexten. c. Oordeelsvorming: De leraar basisonderwijs kan op basis van eigen overtuiging, achtergrondkennis en eigen onderzoek komen tot een beargumenteerde visie op onder meer kinderen, leren, onderwijs en de invulling van zijn christen-zijn. d. Communicatie: De leraar basisonderwijs kan zijn keuzes uitleggen en verantwoorden in verschillende contexten. Daarnaast hanteert de opleiding in evaluaties ook de volgende eindkwalificaties voor het Hbo-niveau als persoonlijke competenties: 1. Zelfstandig uitvoeren van basistaken; 2. Het functioneren binnen een arbeidsorganisatie; 3. De professionalisering van de eigen beroepsuitoefening, c.q. het beroep; 4. Integratie van kennis, inzichten, houdingen en vaardigheden in het beroepsmatig handelen; 5. Toepassing van relevante (wetenschappelijke) inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij beroepsvraagstukken; 6. Toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties; 7. Creatief omgaan met complexe beroepsvraagstukken waarvoor geen standaardoplossingen bestaan; 8. Zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties; 9. Ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën; 10. Planmatig werken (doelen stellen, faseringen aanbrengen, tussentijds evalueren en bijstellen); 11. Effectief communiceren en samenwerken met anderen in de organisatie; 12. Het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende- en managementtaken.
Pagina 8 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
De relatie tussen de SBL-competenties en de persoonlijke competenties staat in onderstaande tabel: SBL-competenties
Belangrijkste persoonlijke competenties
interpersoonlijk competent
Responsiviteit Reflecteren
pedagogisch competent
Responsiviteit Leiding geven
vakinhoudelijk en didactisch competent
Didactiseren Presenteren Responsiviteit Doelgericht handelen
organisatorisch competent
Doelgericht werken Plannen en organiseren Flexibiliteit Samenwerken Doelgericht werken Presenteren Flexibiliteit
competent in samenwerken met collega’s
competent in samenwerken met de omgeving
Samenwerken Doelgericht werken Presenteren Flexibiliteit
competent in reflectie en ontwikkeling
Reflecteren
Tabel 1: Relatie SBL Competenties en persoonlijke competenties
Pagina 9 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
Voor elke fase in de opleiding heeft de PABO de persoonlijke competenties geoperationaliseerd in vier beheersingsniveaus en een aantal handelingsdimensies. Hierdoor krijgt de opleiding een beter zicht op de ontwikkeling van de persoonlijke kwaliteiten van de student. In onderstaande tabel wordt aangegeven welk beheersingsniveau voor welke fase van de opleiding vereist is. Naam niveau
Niveau persoonlijke competenties
Bereikt
Hoofdfase-bekwaam
Leidinggeven, presenteren, responsiviteit en reflecteren: niveau 2; Overige: 1
Eind 1e jaar, bij start hoofdfase (2e en 3e jaar)
LIO-bekaam
Alle persoonlijke competenties op niveau 3
Bij de start van de LIO
Startbekwaam
Alle persoonlijke competenties op niveau 3 - 4
Bij het afronden van de Pabo, bij de start van het werk
Beroepsbekwaam
Alle persoonlijke competenties op niveau 5
In de loop van de professionele ontwikkeling
Tabel 2: Operationalisatie beheersingsniveaus • •
In bijlage 3 staat daar een overzicht hoe de opleiding de Dublin Descriptoren samenhangen met de competenties en hoe zij in het curriculum zijn terug te vinden. In de Hbo-monitor 2006 en 2008 scoort de opleiding hoger dan het landelijk gemiddelde in de waardering van de afgestudeerden. Ook het beroepenveld geeft aan dat ze tevreden is over het Hboniveau van de afgestudeerden. Het visitatieteam constateerde dit ook in gesprekken met betrokkenen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de eindkwalificaties aansluiten bij algemeen geaccepteerde beschrijvingen, zoals de Dublin Descriptoren. Het visitatieteam heeft de schema’s van de opleiding bezien en constateert dat het beroepsprofiel de Dublin Descriptoren goed afdekt. De uitwerking in vier verschillende opleidingsniveaus is goed gerealiseerd, de opleiding heeft helder gemaakt op welke manier de ontwikkeling van de persoonlijke competenties bijdraagt aan het bereiken van het Hbo-niveau. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘niveau hbo-bachelor’ als goed.
Pagina 10 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
•
De opleiding heeft de kwalificaties waar een beginnende leerkracht aan moet voldoen uitgewerkt in de SBL competenties en de persoonlijke competenties. De eindkwalificaties sluiten aan bij de door het beroepenveld opgestelde profielen (zie facet 1.1) en worden bij het beroepenveld getoetst. De opleiding gebruikt de set competenties om de beroepsvaardigheden nader te concretiseren. Voor de verschillende vakgebieden heeft de opleiding het eindniveau beschreven in de toetsplannen. Voor de deeltijdopleiding en voor het programma Opleiden in de School (OIDS) heeft de opleiding de beroepsvaardigheden geconcretiseerd in kenmerkende situaties. Dat zijn werksituaties waar beroepsbeoefenaars veel mee te maken krijgen en waarin de bekwaamheid van de leerkracht bepalend is voor het succesvol oplossen van de situatie. In de formulering van de kenmerkende situatie wordt ook het vereiste niveau van de studenten omschreven. De Pabo maakt deel uit van de Educatieve Academie, een recentelijk ingestelde integrale eenheid van onderwijs, onderzoek en dienstverlening, waarin naast de lerarenopleiding ook het Gereformeerd Pedagogisch Centrum (schoolbegeleiding) en GIDS (onderdeel voor commerciële diensten) participeren. Ook het lectoraat morele vorming maakt deel uit van de EA. Deelname aan de Educatieve Academie biedt de opleiding de mogelijkheid om de componenten opleiding, praktijkbegeleiding en onderzoek beter te integreren. In de opleiding is een leergang onderzoeksvaardigheden opgenomen. In het kader van deze leergang voeren de studenten diverse kleine onderzoeken uit op basisscholen. In de minoren Onderwijskundig leiderschap en Onderwijsinnovatie is ook onderzoek opgenomen, evenals in het afstudeertraject van de deeltijd. Onder afgestudeerden en werkgevers worden de eindkwalificaties van de afgestudeerden periodiek geëvalueerd. In de evaluaties binnen het kwaliteitszorgsysteem geven zowel de afgestudeerden, als het werkveld aan dat de eindkwalificaties aansluiten bij de eisen van het beroepenveld. In een enquête onder schoolleiders in 2005 werd de bekwaamheid van de afgestudeerden van de opleiding positief beoordeeld.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de doelstellingen en de eindkwalificaties van de opleiding het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar weerspiegelen. De opleiding heeft in voldoende mate laten zien dat zij evalueert of de eindkwalificaties voldoende zijn voor beginnende beroepsbeoefenaren. Naar het oordeel van het visitatieteam bevatten de verschillende vakgebieden in het programma een uitwerking van algemene competenties naar (het toetsbare niveau) van gedragsindicatoren.
Pagina 11 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
De deelname aan de Educatieve Academie geeft de opleiding de mogelijkheid om het onderwijs te koppelen aan onderzoek op basis van concrete vragen uit de werkpraktijk. Ook de instelling van het lectoraat Morele Vorming versterkt de positie van het onderzoek binnen de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt de beroepsgerichte en praktijkgerichte component binnen de opleiding als adequaat. Zowel het beroepenveld als de afgestudeerden laten zien dat zij hierover tevreden zijn. Op basis van de bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Oriëntatie HBO’ als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam is van mening dat er sprake is van een opleiding die goed verankerd is in de beroepspraktijk, die het hbo-niveau bereikt en die mensen aflevert die flexibel in staat zijn in elke wezenlijke beroepssituatie adequaat te handelen. Het visitatieteam heeft de facetten van het onderwerp ‘Doelstellingen van de opleiding’ goed beoordeeld. Daarom is haar beoordeling van het onderwerp als geheel positief.
Pagina 12 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
• •
•
De opleiding kent drie verschillende varianten: een voltijdvariant, een deeltijdvariant en een variant voor Opleiden in de school (verder afgekort tot OIDS). Binnen de voltijd- en deeltijdvarinaten bestaan nog weer een driejarige en een vierjarige route. De driejarige route kent een instroom voor onderwijsassistenten niveau 4 en een versnelde route. Voor de deeltijdopleiding wordt er voor HBOen WO-afgestudeerden ook een tweejarige variant aangeboden. De verschillende verkorte varianten worden aangeboden op basis van het vierjarige programma. De deeltijdopleiding en OIDS hebben inhoudelijk en qua organisatie een ander curriculum dan de voltijdopleiding.De varianten verschillen qua opzet van elkaar, en binnen elke variant kunnen de studenten verschillende, aangepaste leerroutes volgen. De opleiding besteedt in het hele curriculum aandacht aan kennisontwikkeling van de student. Het programma is neergelegd in studiegidsen per leerjaar en per studievariant. In de studiegidsen staat het curriculum gedetailleerd beschreven. De opleiding heeft de actuele ontwikkelingen in onderwijs en onderzoek waar zij op in wil spelen uitgewerkt in haar beleidsnota ‘De uitdaging van kwaliteit’. De actuele thema’s komen terug in de voorgeschreven literatuur. Voor nieuwe ontwikkelingen die niet of onvoldoende in de vakliteratuur aan bod komen, krijgen de studenten aanvullend materiaal in de vorm van actuele artikelen of internetverwijzingen. De studenten lopen vanaf het eerste studiejaar stage. In de eerste twee jaar van de voltijd opleiding lopen de studenten 8 weken stage, in het derde jaar 13 weken. In het vierde jaar lopen de studenten beroepsvoorbereidende stage van 21 weken, de zogenaamde Leraar in Opleiding (LIO) stage. In het geheel beslaat de stage voor voltijders 50 stageweken. In de regel lopen de studenten stage in het reguliere basisonderwijs. Over het algemeen gaat het om basisscholen van protestants-christelijke signatuur. Hierbinnen maken de studenten kennis met verschillende onderwijsconcepten, zoals adaptief onderwijs en ontwikkelingsgericht onderwijs. In het derde en vierde jaar kunnen de studenten ook stage lopen op het speciaal basisonderwijs of op het VMBO. Hiermee beoogt de opleiding de diversiteit in verschillende schooltypes als stageplaats voldoende te waarborgen. De opleiding heeft een aparte voltijd variant ontwikkeld gebaseerd op het concept Opleiden in de School (OIDS), mede met het doel de relatie met het werkveld te versterken. Daartoe werkt de opleiding samen met verschillende opleidingsscholen. Elk scholencluster heeft een eigen gecertificeerde opleider in de school (oplisser). Studenten die het OIDS-traject worden in het eerste jaar 2 dagen per week opgeleid onder verantwoordelijkheid van de begeleider in de school, in de hogere leerjaren is dat 3 dagen per week. Het concept OIDS is helemaal toegesneden op de praktijk.
Pagina 13 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
• •
•
•
•
•
In al het onderwijs speelt de praktijkcomponent een belangrijke rol. De opleiding is behoorlijk praktijkgericht. Bij de meeste vakgebieden ligt het accent op de vakdidactiek en het functioneren in de beroepspraktijk. Daarnaast wordt in veel vakgebieden ook de vakinhoudelijke kennis getoetst. Met de (recente) introductie van het portfolio heeft de opleiding de verbinding tussen praktijk en theorie versterkt. Ook tijdens de stage koppelen de studenten de uitvoering van de stageactiviteiten aan de theorie die zij geleerd hebben. In het curriculum van de deeltijd en de OIDS is de praktijkgerichtheid van het curriculum gewaarborgd, doordat de kenmerkende beroepssituaties als uitgangspunt voor de opbouw van het studieprogramma zijn genomen. Om de praktijkrelevantie in de stages te garanderen heeft de opleiding in de verschillende stageplannen opdrachten of kenmerkende situaties opgenomen die richting geven aan de stageactiviteiten van de studenten. In het derde jaar van de OIDS-route wordt het leren in de stage ook gestuurd vanuit bepaalde thema’s uit de onderwijspraktijk. De studie wordt afgerond met een schoolproject, waarin een student in overleg met de stageschool onderzoek uitvoert of nieuwe materialen ontwikkelt. Met ingang van de cursus 2008- 2009 vormt de LIO de afronding van de studie. In hun portfolio tonen de studenten aan dat ze kunnen functioneren op Hbo-niveau. Het afstudeerproject van de student is gerelateerd aan een opdracht /casus vanuit de stageschool. De student verdiept zich in een vakdidactisch of pedagogisch thema om door middel van dit project een bijdrage leveren aan de schoolontwikkeling en de verbetering van de kwaliteit van de stageschool. De opleiding heeft kwaliteitscriteria voor projecten beschreven en criteria waaraan het projectverslag dient te voldoen. Na goedkeuring van het projectverslag gaat de student op voor eindgesprek, waarin behalve het projectverslag ook het portfolio centraal staat. De opleiding heeft heldere criteria ontworpen met een bijbehorende methodiek om de studenten in de gelegenheid te stellen aan te tonen dat zij de eindkwalificaties op voldoende niveau beheersen. Over het algemeen – 70% - 80% blijkt uit curriculum evaluaties – zijn de studenten tevreden over de praktijkgerichtheid van het curriculum. Ook de stage sluit goed aan bij de praktijkonderdelen van de opleiding. De studenten zijn iets minder tevreden over de verhouding tussen theorie en praktijk, blijkt uit de evaluaties. Enerzijds merken de studenten op dat de sommige modules erg gericht zijn op het ontwikkelen van de kennis van de student terwijl er meer relatie naar de beroepspraktijk mogelijk is. Aan de andere kant merken de studenten op dat er meer aandacht besteedt kan worden aan theoretische achtergronden in de onderwijspsychologie en filosofie. De opleiding herkent de kritiek en heeft zich voorgenomen de relatie tussen theorie en praktijk te versterken, met name in het portfolio. Over de inhoud en actualiteit van het studieprogramma is er geregeld - een aantal keren per jaar – overleg met het werkveld, middels de werkveldcommissie. Daarnaast onderhoudt de opleiding op systematische wijze contacten met de stagescholen (zie ook facet 5.) om de ontwikkelingen te volgen en door te vertalen in het curriculum. De gehanteerde (vak)literatuur is eigentijds, de internationale dimensie hiervan is aan de magere kant.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft de studiegidsen beoordeeld en is van mening dat hierin het curriculum van de opleiding helder beschreven staat. Naar het oordeel van het visitatieteam zijn de literatuurlijsten actueel en van voldoende niveau. Ook het materiaal in de studiemappen is actueel en van voldoende diepgang. De aansluiting op actuele thema’s is gerealiseerd. Het visitatieteam constateert dat de opleiding ruimschoots aandacht besteedt aan de praktijkcomponent van het onderwijs.
Pagina 14 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
De opmerkingen van de studenten dat zij behoefte hebben aan theoretische diepgang neemt de opleiding serieus. Met behulp van de stageplannen zorgt de opleiding ervoor dat de stages van voldoende inhoudelijke kwaliteit zijn. Het visitatieteam heeft in gesprekken met betrokkenen geconstateerd dat het voor de studenten leerzaam is in hun werk geconfronteerd te worden met een andere signatuur, het verbreedt hun horizon. Het visitatieteam heeft de stageplannen per jaar en per afstudeervariant ingezien en geconstateerd dat de stageopdrachten richting gevend zijn voor de stagiaires. Het werkveld wordt actief betrokken bij het actualiseren van onderdelen van het curriculum. Op basis van de bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ als ‘goed’.
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
De opleiding heeft de eindkwalificaties uitgewerkt in uitgangspunten voor het leren van de student: • Uitgaan van kernkwaliteiten • Leren reflecteren • Aansluiten bij de competenties student • Werken in wisselende contexten • Werken aan zelfsturing • Werken aan christen zijn De opleiding kiest nadrukkelijk voor het ontwikkelen van de persoonlijke competenties van de student, waarbij het leren reflecteren een zeer belangrijk onderdeel is. De ontwikkeling van de persoonlijke competenties gaat niet ten koste van het ontwikkelen van bekwaamheid in de verschillende vakgebieden, maar versterkt deze juist. In de eerste twee jaren van de opleiding krijgen de afzonderlijke vakgebieden het sterkste accent. Vanaf het derde jaar wordt er meer geïntegreerd en vakoverstijgend gewerkt. De opleiding hecht aan het ontwikkelen van de zelfsturing van de student. In het tweede en derde jaar van het voltijd curriculum worden er meer werkvormen gehanteerd waarbij studenten in groepen producten ontwikkelen. Aan het eind van het tweede jaar ontwerpen de studenten thematisch onderwijs, in de eerste twee blokken van het derde jaar ontwikkelen ze een onderwijsconcept en een draaiboek voor adaptief onderwijs in hun stagegroep. Daarnaast is er ook in de toetsing een lijn naar zelfsturing. In het eerste jaar is er relatief veel aandacht voor schriftelijke toetsen, waar weinig gevraagd wordt naar visievorming. In het derde jaar zijn er vooral geïntegreerde toetsen, waar het vooral gaat om visievorming. De zelfsturing is ook terug te vinden in de stageactiviteiten. In het eerste twee jaren zijn er relatief veel stageopdrachten of kenmerkende situaties die de stage sturen, daarna krijgt te student meer de vrijheid om zelf zijn stage in te vullen. In het deeltijdcurriculum en de OIDS-route ligt vanaf het begin een sterke nadruk op zelfsturing. De studenten krijgen minder contacturen, er ligt meer nadruk op zelfstudie. Vooral in de tweejarige deeltijdroute is dat het geval. Pagina 15 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
• •
•
De opleiding heeft negen leerlijnen geformuleerd waarin zij aandacht besteedt aan het ontwikkelen van de competenties. De leerlijnen komen terug in de voltijd en deeltijd varianten van de opleiding. Aan de spreiding van het aantal contacturen dat aan een leerlijn wordt besteed door de jaren heen, valt af te lezen hoe de opleiding de leerlijnen per jaar invult. Voor elk vakgebied en onderdel van het programma zijn leerdoelen geformuleerd en neergelegd in de studiegidsen. In het curriculum van de verschillende varianten worden de studenten ook toegerust om het godsdienstonderwijs op de basisscholen op een professionele manier te verzorgen. Zij ontvangen hiervoor het diploma Gereformeerd onderwijs van de Gereformeerde Besturenorganisatie Concent of het diploma Christelijk onderwijs van de besturenorganisatie DCBO. De opleiding is geaccrediteerd door de Besturenraad van het christelijk onderwijs. Studenten kunnen in het curriculum ook een gedeelte van de specialisatie bewegingsonderwijs volgen. In de minor bewegen volgen ze twee blokken van het landelijk programma. De rest kan in nascholing worden gevolgd. Eén van de doelen van het programma is dat de student de gelegenheid krijgt relevante internationale werkervaring op te doen en daardoor zijn professionele blik verruimt. De afgelopen jaren hebben verschillende studenten stage gelopen in Zuid-Afrika. In het kader van een uitwisselingsprogramma met Amerikaanse studenten fungeren derdejaars studenten als buddy van Amerikaanse studenten. Met ingang van het cursusjaar 2007-2008 is de internationale stage opgenomen in de minor internationalisering. Aanvankelijk liep het curriculum van de OIDS-route parallel aan het curriculum van de deeltijd. Dit curriculum was net ontwikkeld en scheen vanwege het beperkte aantal contacturen ook geschikt voor de OIDS-route. In 2007 is, na een evaluatiefase, de opleiding begonnen om het derde jaar van het OIDS-programma meer om te buigen in de richting van een vraaggestuurd curriculum. In 2008 wordt dit voortgezet in projectvorm, daar de opleiding van oordeel is dat men dit traject nog verder uit moet ontwikkelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de leerlijnen weerspiegeld worden in de leerdoelen voor diverse programmaonderdelen van de opleiding. Per programmaonderdeel zijn er toetsbare leerdoelen geformuleerd van voldoende breedte en diepte. De leerdoelen weerspiegelen de eigen identiteit van de opleiding, zoals ook tot uitdrukking komt in de toerusting om het godsdienstonderwijs op basisscholen op een professionele manier te verzorgen. De optelsom van de leerdoelen in de studiegidsen is naar het oordeel van het visitatieteam ruimschoots dekkend voor de eindkwalificaties van de opleiding. De opleiding besteedt aandacht aan internationalisering, de studenten krijgen voldoende stimulans om internationaal ervaring op te doen. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ daarom als goed.
Pagina 16 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
•
De samenhang in het programma krijgt vorm door de beroeps- en persoonlijke competentieontwikkeling die als rode draad door het programma loopt. Het programma kent een oplopende moeilijkheidsgraad: de competenties komen op een steeds hoger beheersingsniveau in de programmaonderdelen aan de orde. De samenhang tussen de vakinhoudelijke en vakdidactische competenties wordt bevorderd door de focus te leggen op een steeds oplopende complexiteit van handelen door de leerjaren heen: 1. werken met een eenvoudig onderwijsontwerp; 2. zelfstandig lessen ontwerpen; 3. adaptief werken; 4. geïntegreerd en thematisch werken. In het voltijdprogramma ligt in het eerste jaar de nadruk op de beroepsoriëntatie en krijgen de studenten een aantal basistechnieken, alsmede de benodigde vakkennis voor het lesgeven aangereikt. In het tweede jaar staan de vakdidactiek en de pedagogische aspecten van het lesgeven centraal. In het derde jaar gaat het om visievorming en specialiseren de studenten zich in de onderbouw of de bovenbouw. In het vierdejaar ligt het accent op het opdoen van onderwijservaring in de LIO. Het visitatieteam ziet hierin een logische opbouw. Met het binnenschoolse programma worden de studenten voorbereid op het buitenschools programma. In de voltijdopleiding vindt de stage in weken plaats, zodat er in de colleges ook een terugkoppeling mogelijk is op de stageactiviteiten. In de deeltijdopleiding en OIDS is het programma opgezet vanuit een aantal kenmerkende situaties die weer geordend zijn in de vier vakdidactische niveaus. De kenmerkende situaties zijn leidend voor de stage van de student en worden vanuit de opleiding ondersteund met een cursusaanbod. In de voltijdopleiding zal met ingang van het cursusjaar 2008-2009 ook met kenmerkende situaties worden gewerkt. De samenhang in het programma wordt regelmatig binnen het kwaliteitszorgsysteem geëvalueerd. Uit de evaluaties van studenten, en uit gesprekken met de studenten, komt naar voren dat de studenten de samenhang herkennen en er tevreden over zijn. Ook de evaluaties in de Keuzegids Hoger onderwijs krijgt de samenhang een goed cijfer.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft het programma van de opleiding ingezien en constateert dat er sprake is van een geïntegreerd programma met een goede horizontale en verticale samenhang. De verticale samenhang ontstaat doordat onderdelen van het programma logisch op elkaar voort bouwen en een toenemende complexiteit laten zien door de jaren heen. Met andere woorden de competenties komen op een steeds hoger niveau aan de orde. De horizontale samenhang wordt gevormd door de onderlinge relatie tussen de leerlijnen, waarin stages, thema’s, vakken en studieloopbaanbegeleiding onderling nauw zijn verbonden. In dat opzicht zijn de inspanningen van de opleiding om de samenhang te verbeteren succesvol geweest.
Pagina 17 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Het visitatieteam ondersteunt het voornemen van de school om ook in de voltijd opleiding te gaan werken met kenmerkende situaties. De samenhang wordt door de docenten en de studenten herkend en goed onder woorden gebracht. Alles overwegend beoordeelt zij het facet ‘Samenhang van het programma’ als goed.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De opleiding kent verschillende leerroutes op maat, gerelateerd aan de instroomeisen en met een eigen studielast. Alle verschillende routes worden samengesteld met behulp van onderdelen van de vierjarige voltijdvariant en de vierjarige deeltijdvariant. De meeste studenten stromen in bij de voltijd opleiding, ongeveer 85%. De helft daarvan stroomt in bij de vierjarige opleiding. De driejarige route voltijd voor Onderwijsassistenten trekt zo’n 30% van de instroom in de voltijd. De deeltijd opleiding kent een veel kleinere instroom, ook daar stromen de meeste studenten (54% van de deeltijd instroom) in bij de vierjarige leerroute. De tweejarige en de driejarige deeltijd leerroutes zijn relatief klein, met 7 respectievelijk 9 instromende studenten in het studiejaar 2006 – 2007. Door deze verschillende routes kan de opleiding optimaal tegemoet komen aan de competentieontwikkeling van studenten. Aan de andere kant loopt zij door de administratieve registratie van de verschillende routes wel tegen de grenzen van de beheersbaarheid aan. Om dit tegen te gaan is het met ingang van de cursus 2008-2009 niet meer mogelijk om vanuit het voltijdprogramma in te stromen in de OIDS-route en is het driejarig OIDS-traject opgeheven. De informatie over de planning, rooster en toetsen staat op Topshare, het informatiesysteem van de Hogeschool. Wijzigingen worden per mail doorgegeven. In overleg met de studenten kan worden afgeweken van het tentamenrooster als dit de studeerbaarheid ten goede komt. Desgevraagd vertellen de studenten dat zij tevreden zijn met de planning, roostering en toetsing. Ook uit de curriculumevaluatie blijkt dat de studenten over het algemeen tevreden zijn. 85% van de studenten geeft aan dat er voldoende herkansingsmogelijkheden zijn, 70% vindt dat de tentamens goed gepland zijn. Een relatief groot percentage van de studenten vindt de studielast niet evenredig verdeeld en ook de docenten zijn er ontevreden over. Dit betreft dan vooral de spreiding van de toetsen over het studiejaar. Uit de evaluaties maakt de opleiding op dat de spreiding van de studielast nog te wensen over laat. De opleiding concludeert uit nader onderzoek onder de studenten een van de redenen voor klachten over de onevenredige spreiding veroorzaakt wordt doordat studenten pas laat beginnen met het samenstellen van het portfolio. De studenten zelf herkennen deze analyse niet, zo blijkt uit gesprekken met studenten. In de OIDS-route geven de studenten aan dat zij soms moeite hebben om de studielast te bewaken, omdat zij op de werkplek ook vaak worden ingeschakeld voor activiteiten die buiten het geplande stageprogramma vallen. Ook het gesprek over de OIDS-route melden de studenten dat de studielast hoog is en de studieverdeling forse verbetering behoeft. Uit evaluaties blijkt dat de OIDS-studenten een studielast van meer dan 38 uur per week hebben. De opleiding onderkent de knelpunten inzake de studielast, en zij neemt het als aandachtspunt op in haar beleid.
Pagina 18 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
• •
•
Ook de grote hoeveelheid (stage)opdrachten en contacturen worden genoemd als een reden voor de ontevredenheid over de studeerbaarheid van het programma. Studenten geven aan dat met name de leerlijn Kunstzinnige vorming een te groot beslag legt op de studielast. Inmiddels heeft de opleiding acties ondernomen om te komen tot een meer evenredige verdeling van de studielast door de begeleiding bij het samenstellen van het portfolio te intensiveren en een aantal toetsen in een vroeger tijdstip in het jaarprogramma te plaatsen. Ook heeft de opleiding sinds de vorige visitatie plannen ingevoerd om de PABO-route voor onderwijsassistenten studeerbaarder te maken. De opleiding heeft eveneens als aandachtspunt genoteerd dat zij meer (kwantitatieve) gegevens over de studeerbaarheid bij uitvallers wil verzamelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de opleiding bereid is om voor relatief kleine aantallen studenten (7% of 8% van de instroom van een jaar) aparte leerroutes mogelijk te maken (maatwerk). Ook is de opleiding bereid om in overleg met de studenten tentamendata te verschuiven. Het visitatieteam ziet hierin een onderbouwing dat de opleiding flexibel is en bereid is in te spelen op wensen van de studenten. De informatievoorziening aan de studenten werkt goed. De studenten en ook de docenten zijn minder tevreden over de verdeling van de studielast over het jaar. De opleiding onderkent dit kritiekpunt en heeft hiernaar nader onderzoek gedaan. Zij heeft inmiddels enkele acties ondernomen en een verbeterproject ingepland om hieraan tegemoet te komen. Het visitatieteam heeft er vertrouwen in dat de opleiding adequate verbeteracties in gang zal zetten. Op basis van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studielast’ als voldoende.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
De opleiding heeft de formele instroomeisen in het Onderwijs- en examenreglement (OER) vastgelegd. De opleiding vraagt van de studenten dat ze de christelijke identiteit en grondslag respecteren. Een student kan worden ingeschreven voor de opleiding als hij in het bezit is van een HAVO of Vwodiploma of een Mbo-diploma niveau 4. Studenten die in het bezit zijn van een diploma Onderwijsassistent niveau 4 krijgen voor een aantal eerstejaars toetsen een vrijstelling. Er zijn geen aanvullende instroomeisen geformuleerd. Studenten die afgestudeerd zijn aan een HBO- of WO-instelling kunnen een tweejarig deeltijdtraject volgen. Ze krijgen een curriculum aangeboden dat inhoudelijk vergelijkbaar is met het vierjarig curriculum. De opleiding heeft een aantal kennisgerichte onderdelen uit het programma laten vervallen en biedt verschillende toetsen in zelfstudie aan. Het niveau van het functioneren in de beroepspraktijk wordt gegarandeerd, doordat de studenten vrijwel dezelfde kenmerkende situaties moeten aantonen in hun portfolio als de studenten uit de vierjarige deeltijdroute.
Pagina 19 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
•
• •
Studenten die niet de vereiste vooropleiding hebben en 21 jaar of ouder zijn, kunnen een toelatingsonderzoek afleggen. In de deeltijdopleiding wordt daar relatief veel gebruik van gemaakt. Het toelatingsonderzoek bestaat uit een rekenvaardigheidstoets en een taalvaardigheidstoets op HAVO-niveau. Studenten elders kunnen bij de examencommissie vrijstellingen aanvragen voor een bepaald tentamen op basis van elders verworven competenties, na het overleggen van bewijsmateriaal aan een (vak)docent. In de deeltijd route wordt hiervan relatief veel gebruik gemaakt. Vaak vallen de evc’s niet samen met de competenties die in een bepaalde tentamen getoetst worden. In incidentele gevallen bestaat de mogelijkheid dat studenten op basis van evc’s en assessments een speciale route kan volgen. Zo heeft een student op basis van jarenlange onderwijservaring en een extern assessment een speciaal programma in de deeltijdroute aangeboden gekregen dat overeenkomt met het programma van de tweejarige route. In het kader van het verbeteren van de aansluiting met de vooropleiding vindt er afstemming met Mbo-instellingen plaats. Studenten van alle Mbo-scholen in de regio Zwolle worden uitgenodigd voor speciale meeloopdagen. Ook is er voor Mbo-studenten die zich hebben aangemeld voor de Pabo een digiklas, waarin ze digitale begeleiding krijgen voor de eigen vaardigheid op het gebied van taal, rekenen en de zaakvakken. Naast de digitale begeleiding zijn er ook drie instructiebijeenkomsten. In de tutorgroepen en binnen de studieloopbaanbegeleiding zijn de instroommoeilijkheden een punt van voortdurende aandacht. Studenten hebben hiernaast nog de mogelijkheid om speciale studiebegeleiding aan te vragen bij een aantal hierin gespecialiseerde docenten. In de curriculumevaluaties komt naar voren dat een ruime meerderheid van de studenten aangeeft dat het curriculum goed aansluit bij de vooropleiding. Tevens blijkt dat met name de studenten die instromen als onderwijsassistent minder tevreden zijn over de manier waarop de opleiding rekening houdt met voorkennis en vooropleiding. De opleiding beschouwt de afstemming met de MBOscholen als een punt van blijvende aandacht.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft de OER van de opleiding bekeken en gezien dat daarin de instroomeisen helder geformuleerd staan. De opleiding heeft een EVC procedure en een vrijstellingen beleid. De opleiding staat open voor een diversiteit aan instroom, zowel herintreders, deeltijdstudenten, MBO’ers etc. Het visitatieteam is van mening dat het versterken van de contacten met de MBO-opleidingen een goed initiatief om een betere aansluiting te realiseren. Op basis van bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding er in voldoende mate in slaagt het programma aan te laten sluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten, zeker bezien in het licht van hun grote geografische spreiding. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Instroom’ als goed.
Pagina 20 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
•
Het vierjarige voltijd curriculum heeft een omvang van 240 ECTS. Het minorprogramma omvat 60 ECTS en het majorprogramma 165 ECTS en een specialisatie onderbouw / bovenbouw van 15 ECTS. De driejarige opleidingen kennen formeel ook een studielast van 240 ECTS, maar studenten die deze route volgen krijgen voor een aantal ECTS vrijstellingen. In de dagopleiding worden deze vrijstellingen toegepast op het eerstejaars programma; in de deeltijdopleiding worden de vrijstellingen toegekend in het derde en vierde studiejaar. De tweejarige route voor HBO- en WO-afgestudeerden kent een studielast van 120 studiepunten. De studiepunten zijn gerelateerd aan het behalen van toetsresultaten, waarbij 1 studiepunt staat voor een studiebelasting van 28 uur. In de studiebelasting wordt meegerekend de tijd die nodig is voor het volgen van colleges, het maken van werkstukken en verslagen, het volgen van stages en het afleggen van toetsen. De voltijd variant heeft de eerste drie jaar veel contacturen, meer dan 500, en in het laatste jaar slechts 15. Een contactuur is een uur waarop een docent is ingeroosterd voor activiteiten met een groep studenten. Individuele begeleiding en supervisie in kleine groepen vallen daarbuiten. In het derde en vierde leerjaar vindt de beroepsvorming binnen een uitvoerig supervisietraject plaats. In de deeltijd variant en in de OIDS-variant zijn minder contacturen ingeroosterd, de eerste twee jaar zijn dat er 228, het derde jaar 192 en het vierde jaar 104. De opleiding stelt vast dat de verhouding tussen contacturen en zelfstudie een punt van aandacht is. Zij richt zich daarbij op een onderzoek dat aantoont dat een contactuur de meeste zelfstudietijd oplevert bij ongeveer 325 tot 400 contacturen op jaarbasis. In de studiegidsen, de toetsplannen en de OER staan de studiepunten vermeld en wat de inhoud is van een bepaalde leerroute. Het aantal studiepunten voor een toets geeft een indicatie voor de omvang en de zwaarte van de toets. Uit de curriculumevaluaties en uit onderzoek van de opleiding blijkt wel dat de studielast per onderwijseenheid goed is, dat het totaal van de studie studeerbaar is in de gegeven tijd. Zie ook de opmerkingen over studielast bij facet 2.4, waaruit blijkt dat de spreiding van de studielast over het jaar (nog) niet optimaal is.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. De verdeling tussen contacturen en zelfstudie is voor de opleiding een punt van aandacht, dat onderschrijft het visitatieteam. De vertaling van studiepunten naar studie-uren komt het visitatieteam als redelijk voor. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studieduur’ als voldoende.
Pagina 21 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
• •
• •
De opleiding heeft haar visie op onderwijs en haar didactisch concept neergelegd in een beleidsnota ‘De uitdaging van kwaliteit’. In het didactisch concept van de opleiding spelen de begrippen ‘adaptief onderwijs’ en ook ‘ontwikkelingsgericht onderwijs’ een zeer belangrijke rol. Verder werkt de opleiding een aantal kenmerken uit van uitdagende leeromgevingen. De opleiding wil de positieve kwaliteiten van studenten benadrukken, dit maakt ook onderdeel uit van het didactisch concept. De opleiding legt een sterk accent op de ontwikkeling van de (persoonlijke) competenties van de student. In het programma komt de brede (culturele) vorming van de studenten aan de orde. Alle studenten volgen onder andere het Studium Generale over het thema “Navolging van Christus”.Bovendien is er vanuit het oogpunt van brede vorming, in het programma veel ruimte voor het volgen van minoren. De aandacht voor vorming brengt met zich mee dat er relatief veel contacturen zijn. De opleiding laat eveneens de verschillende vakken en vakdidactieken duidelijk herkenbaar aan de orde komen in het programma. Met name taal en rekenen hebben een belangrijke plaats in het curriculum. In het curriculum komen verschillende vormen van instructie en gevarieerde werkvormen aan de orde. Zo is er aandacht voor praktijksimulaties, hoorcolleges, groepsopdrachten, vormen van samenwerkend leren, intervisie, veldwerk en bespreking van cases en videomateriaal. De opleiding wil hiermee recht doen aan de individuele verschillen tussen studenten in onder meer leerstijl en soort intelligentie. De opleiding hecht eraan dat de student zijn functioneren in de werksituatie kan verbinden met zijn identiteit. Daarom heeft de opleiding een belangrijke plaats ingeruimd voor reflectie en het samenstellen van een portfolio (zie ook facet 2.8 Toetsing). In de module-evaluatie wordt steeds nagegaan of de werkvormen hebben bijgedragen aan het behalen van de doelstellingen en of de studenten actief hebben deelgenomen aan een module. In de Keuzegids Hoger Onderwijs van 2008 worden de werkvormen met een 7.2 gewaardeerd. In de stage-evaluatie van 2006-2007 geven de studenten aan dat ze tevreden zijn over de praktische voorbereiding op de stage (64%). Dit impliceert ook tevredenheid met de gehanteerde werkvormen op de opleiding. In de enquête 2008 geven de afgestudeerden een ruime voldoende (3.5) voor de manier waarop de leerstof wordt aangeboden. In het curriculum is voldoende aandacht voor de praktijkcomponent in de opleiding, zoals stage, kenmerkende werksituaties, praktijkopdrachten, zie ook facet 1.3 Oriëntatie HBO. Daarentegen geven de studenten van OIDS-route aan dat zij vinden dat er weinig theorie wordt aangeboden. De opleiding onderkent dit punt. Zij geeft aan dat het ontwikkeltraject rond OIDS nog niet is afgerond. Het ontwikkelen van de didactiek van het vraaggestuurd leren heeft zij op de agenda gezet, evenals het afstemmen van de capaciteiten van de opleiding op de onderwijsvernieuwing in het werkveld.
Pagina 22 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat het didactisch concept in de opleiding bestaat uit vele deel-concepten en didactische opvattingen. Binnen de vakken en de vakgroepen geven de docenten met verve invulling aan concepten als ‘adaptief onderwijs’, het ‘ui-model’ met de logische niveaus in leren, ‘ontwikkelingsgericht onderwijs’. Een samenhangende visie op onderwijs en een overkoepelend didactisch concept zouden als cement kunnen dienen om de verschillende deelconcepten op elkaar af te stemmen. Het visitatieteam merkt op dat zo’n overkoepelend concept niet herkenbaar naar voren komt in de stukken en in de gesprekken met stakeholders. Het visitatieteam merkt op dat de docenten in praktijk wel werken volgens een didactisch concept dat aansluit bij de focus van de opleiding op het tot ontwikkeling brengen van de individuele vermogens van de studenten en via de studenten van de leerlingen in het basisonderwijs. Het didactisch concept is niet erg duidelijk herkenbaar voor de studenten. Het visitatieteam beveelt de opleiding om de dialoog tussen de docenten over het didactisch concept opnieuw inhoud en vorm te geven. Het visitatieteam is van oordeel dat er voldoende afwisseling is qua werkvormen en dat de werkvormen aansluiten bij de leerdoelen van de opleiding. Het hele curriculum is er op gericht de student in toenemende mate zelfsturend te maken in het leren, dat impliceert dat de werkvormen een actieve participatie van de student bewerkstelligen. Het visitatieteam beoordeelt op grond van het bovenstaande het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’ als voldoende.
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De opleiding heeft de aanbeveling van de visitatie in 2003 opgepakt om het toetsbeleid te verbeteren met kracht ter hand genomen. In samenwerking met een extern bureau heeft de opleiding projectmatig het toetsbeleid aangescherpt. De opleiding heeft een uitgebreid ‘Handboek toetsbeleid’ geschreven en de daarin beschreven procedures stapsgewijs ingevoerd. Het beleid maakt een duidelijke scheiding gemaakt tussen leerdoelen en toetsdoelen. De toetsdoelen worden gespecificeerd naar kennis, begrip, toepassing en inzicht. Voor één toetsdoel zijn in de meeste gevallen meerdere toetsvormen denkbaar. De toetsmatrijs laat zien met welk niveau (kennis, begrip, toepassing, inzicht) welk toetsdoel wordt getoetst. De docenten maken gebruik van dezelfde toetsmatrijs om de eerste kans van een toets en de herkansingen op te baseren. De borging van een procedure voor een adequate beoordeling van de toetsen is ook middels het handboek geregeld. De opleiding heeft de kwaliteit van de toetsing verbeterd door binnen de bestaande toetsvormen meer aandacht te geven aan toepassingsvragen. Er zijn meer casustoetsen ingevoerd, bijvoorbeeld het pedadossier. In dit dossier verzamelen de studenten in de loop van het cursusjaar verschillende opdrachten en aan het eind vindt geïntegreerde toetsing plaats in de vorm van een casustoets. (Zie ook bijlage 3, het overzicht SBL Competenties en Dublin Descriptoren.) Ook het invoeren van een cursus onderzoeksvaardigheden heeft bijgedragen aan het versterken van de toetsing van de hogere niveaus.
Pagina 23 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
• •
•
•
•
•
Verder heeft de opleiding in de verbeterslag het aantal toetsen teruggebracht en nieuwe toetsvormen ingevoerd. De opleiding hanteert nu de volgende toetsvormen: casustoets, meerkeuzetoets, theorietoets met korte open vragen, essay, werkstuk, onderzoeksverslag, praktijksimulatie, portfoliogesprek, opdrachtenmap en performance-assessment en in de afstudeerfase is het schoolproject ingevoerd. Het niveau van de toetsen wordt bewaakt door het toetsbureau dat alle toetsen screent. Hierbij wordt niet alleen gelet op het niveau, maar ook op de vorm en inhoud van de toetsen. De verschillende toetsvormen zijn gespreid over de diverse leerjaren. In het tweede gedeelte van de voltijdopleiding ligt de nadruk meer op grotere geïntegreerde toetsvormen en wordt er minder gebruik gemaakt van meerkeuzetoetsen en theorietoetsen met korte open vragen. In de deeltijdopleiding en OIDS neemt in alle leerjaren het portfoliogesprek een belangrijke plaats in. Het assessment wordt in de voltijdopleiding afgenomen in het vierde jaar in samenwerking met een assessor van de stageschool. In de deeltijdopleiding wordt het assessment afgenomen in het eerste jaar. In de OIDS-route wordt elk jaar een assessment afgenomen. De procedure voor het assessment is beschreven in het toetsplan. De OIDS-route wordt op verschillende manieren getoetst: er is een aantal theorietoetsen die vanuit de opleiding wordt aangeboden. Daarnaast neemt het portfolio een belangrijke plaats in. Het portfolio wordt getoetst in een portfoliogesprek waarin de koppeling tussen de theorie en praktijk centraal staat. Hierbij zijn zowel docenten van de opleiding als begeleiders vanuit het werkveld betrokken. De docenten zijn bijgeschoold in het maken van toetsen, waarbij ook de constructie van toetsvragen de nodige aandacht heeft gekregen. Voor de portfoliobeoordeling is het portfoliogesprek gestandaardiseerd. Veel docenten hebben een assessorentraining gevolgd, om de objectiviteit van het assessment te verhogen. De opleiding werkt met een systeem van 4 toetsweken per studiejaar. De toetsen staan gepland in de toetsweken die na afloop van elk blok staan ingeroosterd. De studenten kunnen twee keer per jaar een bepaalde toets afleggen. Uit gesprekken met studenten, en uit de curriculumevaluaties blijkt dat de studenten redelijk tevreden zijn over de toetsing. De kwaliteit van de toetsen scoort hoog, maar de studenten vinden het aantal toetsen wel groot. De opleiding onderkent dit punt en neemt het mee in het verbeterplan voor de studeerbaarheid. (Zie ook facet 2.4 Studielast.)
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft een gunstig oordeel over de nota ‘Handboek toetskwaliteit’. Met het invoeren van het handboek heeft de opleiding het hele toetsbeleid procedureel goed geregeld, de toetsen gevalideerd en de afname en beoordeling goed geborgd. De validiteit en betrouwbaarheid van de toetsing is naar het oordeel van het visitatieteam mede geborgd door de externe validering. De docenten zijn bijgeschoold en werken volgens het handboek. In de studiegidsen staat helder uitgelegd wat en hoe er getoetst wordt. Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs toetsen ingezien en is van oordeel dat de toetsen van goede kwaliteit zijn. Met name de manier waarin studenten in hun portfolio aantonen dat zij over bepaalde competenties beschikken, ziet er goed uit in de ogen van het visitatieteam. De procedure voor het portfoliogesprek is in de ogen van het visitatieteam goed uitgewerkt en de assessments zijn goed geregeld. De toetsen zijn adequaat gespreid, de opleiding evalueert de toetsen en onderneemt actie op basis van de evaluaties. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als goed.
Pagina 24 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’ Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn is samenhangend en van een voldoende hbo-niveau. Werkvormen sluiten aan bij de didactische uitgangspunten. De spreiding van de studielast over het jaar heeft de aandacht van de opleiding. De opleiding gebruikt diverse toetsvormen van ruim voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn goed respectievelijk voldoende beoordeeld. Daarom is de beoordeling voor het onderwerp ‘Programma’ positief.
Pagina 25 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
• • •
Vrijwel alle docenten zijn betrokken bij de stagebegeleiding van studenten en komen op deze manier regelmatig in aanraking met de beroepspraktijk. Sommige docenten zijn ook werkzaam als onderwijsadviseur of schoolbegeleider van basisschoolteams of verzorgen contractactiviteiten voor scholen. Een aantal docenten werkt mee of heeft meegewerkt aan het ontwikkelen van methoden voor het basisonderwijs en verbindt zich op deze manier met de onderwijspraktijk. Verschillende docenten hebben meegewerkt aan vakdidactische publicaties en leveren zo een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van de beroepspraktijk. Vanuit de Pabo is samen met het werkveld de methode Levend water ontwikkeld, een leergang voor het bijbelonderwijs. In het afstudeertraject van studenten staat de relatie met het werkveld centraal. Studenten verrichten in opdracht van basisscholen onderzoek of ontwikkelen materiaal en leveren op projectbasis een bijdrage aan de schoolontwikkeling. De docenten die deze studenten bij hun afstuderen begeleiden, bouwen op deze manier ook hun relatie met het werkveld uit. Het beleid voor deskundigheidsbevordering is er op gericht om beginnende docenten die geen ervaring hebben in het basisonderwijs de gelegenheid te bieden om stage te lopen op een basisschool. Ook faciliteert de opleiding docenten in het volgen van stages in het basisonderwijs of praktijkgerichte nascholing. De leerroute OIDS verstevigt de relatie met het werkveld, door de intensieve samenwerking met de opleidingsscholen. Er zijn een zevental ‘opleiders in de school’ (zogenaamde oplissers) actief die intensief samenwerkt met de opleiding, zodat de verbinding tussen theorie en praktijk is geborgd. De oplissers en de coördinator OIDS hebben maandelijks gezamenlijk overleg over de studenten en het curriculum. In dit overleg is de kwaliteitsbewaking ook een punt van aandacht. (zie ook facet 5.1) Ook de vorming van de Educatieve Academie is mede bedoeld om het beroepenveld beter te kunnen bedienen en de band met basisscholen te intensiveren. Er zijn expertiseteams gevormd rond de onderwerpen identiteit, passend onderwijs en schoolontwikkeling. De expertiseteams en in de kenniskring rond het lectoraat bestaan uit docenten en deelnemers uit het werkveld. De opleiding streeft ernaar dat een vijftal basisscholen uitgroeien tot zogenaamde plusscholen. Dit zijn voorhoedescholen die een impuls geven aan de onderwijsvernieuwing en samen met de Pabo uitgroeien tot een learning community, waarin kennis wordt gedeeld en uitgewisseld. De opleiding schakelt het beroepenveld in door gastlessen te laten verzorgen, vooral in de hogere leerjaren. Uit evaluatiegegevens blijkt dat meer dan 80% van de studenten tevreden is over de praktijkgerichtheid van het curriculum. Ook in de Hbo-Monitor geven de studenten een hoge waarderingsscore voor de voorbereiding op de beroepspraktijk, de praktijkkennis en ervaring van de docenten.
Pagina 26 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
Uit evaluaties onder afgestudeerden heeft de opleiding geconcludeerd dat er meer aandacht in het programma besteed kan worden aan onderwerpen als oudercontacten, pesten en orde houden. Inmiddels heeft de opleiding cursussen hierover georganiseerd op de terugkomdagen van de LIOstagiaires.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de opleiding het werkveld op systematische wijze inschakelt bij het onderwijs middels het laten verzorgen van gastlessen, de samenwerking met de opleiders in de school (oplissers) en het betrekken van het werkveld in de Educatieve Academie. De docenten onderhouden contacten met het werkveld middels het begeleiden van de studenten bij stages en afstuderen en het ontwikkelen van methoden voor het basisonderwijs. De uitwisseling met het werkveld zorgt ervoor dat de docenten goed op de hoogte zijn van wat er speelt in de praktijk. Het visitatieteam heeft gemerkt in de gesprekken met de docenten dat zij een duidelijke verbinding met de beroepspraktijk hebben en dat zij enthousiast zijn over het profiel van de leraar waar ze voor opleiden. Het visitatieteam heeft de evaluaties gezien en geconstateerd dat de studenten enthousiast zijn over het praktijkgehalte van de opleiding. Dat blijkt ook uit gesprekken met de studenten. Het visitatieteam waardeert de prompte acties van de opleiding om op basis van de evaluatie het programma bij te stellen. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen hbo’ als goed.
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
• •
De opleiding Pabo kent een totale formatie van 37,15 fte, waarvan 31,15 fte beschikbaar is voor docenttaken. De opleiding telde per 1 oktober 2001 686 studenten, en op 1 oktober 2007 in totaal 687 studenten. Daarmee is de docent-studentratio 1:22. Bij uitval van lessen wordt er in eerste instantie geprobeerd dat binnen het rooster van een bepaalde periode op te vangen. Bij langdurige afwezigheid wordt het binnen de vakgroep opgelost. De afgelopen jaren is er relatief weinig lesuitval geweest, mede omdat het ziekteverzuim relatief laag is. De cijfers maken duidelijk dat het ziekteverzuim de laatste jaren nog meer afneemt. In 2006 was het verzuimpercentage 2,4% en in 2007 was het 2.1%. Uit evaluaties binnen het kwaliteitszorgsysteem blijkt dat meer dan 85% van de vragen over het werkklimaat positief werd beantwoord. Men oordeelde minder positief over de besluitvorming. Inmiddels heeft de opleiding een begin gemaakt met een duidelijke beschrijving van de functies en de besluitvormingsstructuur binnen de Educatieve Academie. In functioneringsgesprekken is de werkdruk een punt van aandacht. De verbetering van de toetsing had als beoogd neveneffect dat docenten minder tijd kwijt zouden zijn toetsing. De opleiding heeft nog geen cijfers of dit ook is gerealiseerd. In de gesprekken met het visitatieteam waardeerden de studenten de korte lijnen in de opleiding, de beschikbaarheid van de docenten en de toegankelijkheid van de docenten. De studenten waren eveneens tevreden over de omvang van de groepen en de frequentie van de lessen.
Pagina 27 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de docent : student ratio (1 : 22) zeker niet afwijkt van vergelijkbare opleidingen. Het ziekteverzuim is laag, bij lesuitval neemt de opleiding adequate maatregelen. De studenten zijn positief over de beschikbaarheid en de toegankelijkheid van de docenten. Dit alles overziende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende.
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
•
De opleiding heeft in 2005 een systeem van functieordening ingevoerd. Hierin staan docentenprofielen beschrijven met daarin de kernactiviteiten, de bevoegdheden en het vereiste kennis- en vaardigheidsniveau. Met de komst van de Educatieve Academie is een begin gemaakt om de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de medewerkers en de besluitvormingsstructuur opnieuw te beschrijven. De eisen voor docenten worden bewaakt in een beoordelings- en beloningssysteem. In dit systeem voert de Manager Opleiding in een tweejaarlijkse cyclus in planningsgesprek, een coachings / voortgangsgesprek en een functioneringsgesprek. De docenten aan de opleiding zijn goed opgeleid, van de 46 docenten beschikken er 40 over een mastersgraad en één docent is gepromoveerd. De supervisoren zijn gecertificeerd en stagebegeleiders hebben zich geprofessionaliseerd in begeleidingstechnieken (zoals kernreflectie en videointeractiebegeleiding) en het afnemen van assessments. Veel docenten hebben ervaring in het werken op een basisschool of zijn in een landelijk kader actief betrokken bij het ontwikkelen van onderwijsmateriaal voor Pabo-studenten. Voor beginnende docenten is er een inwerktraject om ze bekend te maken met het onderwijsconcept en de manier van werken op de opleiding. Docenten die leiding geven aan een project volgen een cursus projectmanagement. De opleiding is gericht op het bijhouden landelijke onderwijsvernieuwingen en streeft ernaar ook zelf innovatief te zijn. Voorbeelden hiervan zijn het opzetten van programma’s voor OIDS, cultuureducatie, wetenschap en techniek en de aandacht voor meervoudige intelligentie. Docenten van de vakgroep pedagogiek participeren in het netwerk meervoudige intelligentie. Docenten zijn betrokken geweest bij het ontwikkelen van de nascholing bewegingsonderwijs en het MILEprogramma voor rekenen. Bij de ontwikkeling van minoren heeft de opleiding gekozen voor nieuwe leerinhouden zoals de minor onderwijsinnovatie. Om het werken volgens het didactisch concept te bevorderen maakt de opleiding gebruik van draaiboeken voor de stagebegeleiding en het voeren van portfoliogesprekken en toetsplannen. De opleiding organiseert verschillende studiedagen waarop (onderdelen van) het didactisch concept met elkaar doorgesproken worden.
Pagina 28 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
• •
Voor het OIDS-traject en het deeltijd traject wordt een beperkte groep Pabo-docenten ingezet, die zich heeft gespecialiseerd in deze routes. In metingen in het kwaliteitszorgsysteem wordt in het eerste en tweede jaar regelmatig een score van 100% tevredenheid bereikt op de items, die de vakinhoudelijke en didactische kwaliteit van docenten meten. In het derde jaar van de OIDS-route is de score wat minder positief voor de vakdidactische kwaliteit; de opleiding wijt dit aan de nog voorkomende overlappingen in het programma als gevolg van de instroom vanuit twee verschillende curricula. De studenten geven in de curriculumevaluaties aan dat zij zeer tevreden zijn (> 90%) over de inhoudelijke kennis van de docenten, en ook de didactische didactische aanpak en vaardigheden van de docenten mag rekenen op tevredenheid van de studenten (> 80%). In de curriculumevaluatie onder studenten worden de vakkennis, de didactische vaardigheid en de praktijkgerichtheid van docenten expliciet bevraagd. In de module-evaluatie is de begeleiding van de docent een item. Als waardering beneden de 70% tevredenheid ligt, vindt er nader onderzoek plaats. Dat kan resulteren in een bijstelling van het programma of een aanvullende scholing voor de desbetreffende docent.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding heeft inhoudelijke, didactische en organisatorische eisen geformuleerd en bewaakt de eisen in een systeem van belonen en beoordelen. Het visitatieteam heeft de Curricula Vitae van de docenten bezien en geconstateerd dat zij voldoen aan de door de opleiding geformuleerde eisen. In gesprekken met de docenten merkt het visitatieteam op dat de docenten enthousiast zijn over de opleiding en over het programma. Het visitatieteam herkent het streven van de opleiding om vernieuwend te zijn. De docenten krijgen ondersteuning om zich verder te bekwamen, met name het afnemen van assessments en de portfoliogesprekken zijn goed geregeld. Toch merkt het visitatieteam op dat het in praktijk brengen van de wisselende didactische werkvormen overtuigender kan. Uit de curriculumevaluaties blijkt dat de studenten tevreden zijn over de kwaliteit van de docenten, in de gesprekken met studenten melden zij ook wisselende ervaringen met docenten. Het visitatieteam beoordeelt dit alles overziende het facet ‘Kwaliteit personeel’ als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een enthousiast team om de studenten voor te bereiden op hun beroepsrol. Het werkveld is actief betrokken bij het onderwijs. De personeelsleden zijn competent en enthousiast. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam als goed respectievelijk voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ‘Inzet van personeel’ ook als geheel positief.
Pagina 29 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
• •
•
De opleiding voor onderwijsgevenden is een onderdeel van de Educatieve Academie van de Gereformeerde Hogeschool en maakt gebruik van de voorzieningen van deze instelling. De Educatieve Academie is gehuisvest in de C-vleugel van het gebouw. Hier bevinden zich de meeste werkruimtes van het personeel en ook een aantal lokalen, alsmede een aantal spreekkamers. De lokalen in de GH zijn standaard uitgerust met PC, beamer en smartboard. De AV-afdeling zorgt er dagelijks voor dat deze naar behoren werken. Daarnaast kent een hogeschool een vijftal computerlokalen voor colleges en het afnemen van digitale toetsen. Ook zijn twee lokalen geschikt voor video-opnames bij practica. Om aan de groeiende vraag naar leslokalen te kunnen voldoen is er per 1 januari 2008 op loopafstand van de hogeschool een aantal extra leslokalen gehuurd. Door de sterke groei van het aantal studenten zijn er niet altijd voldoende kleine overlegruimtes beschikbaar. De studenten en medewerkers van de opleiding kunnen gebruik maken van de centrale mediatheek. Deze is dagelijks geopend van 08.00-17.00 uur, op woensdagavond tot 19.00 uur. De mediatheek beschikt over een actuele collectie vakliteratuur en vaktijdschriften op het gebied van pedagogiek, onderwijskunde, vakdidactiek en jeugdliteratuur, een orthotheek en vrijwel alle actuele methoden voor het basisonderwijs. Daarnaast is er ook een collectie videomateriaal en educatieve software. De totale collectie van de mediatheek is gecatalogiseerd in een automatisch systeem (Vubis) dat studenten ook thuis via het intranet kunnen raadplegen. Via de computer hebben de studenten ook toegang tot grote databanken met (wetenschappelijke) literatuur, zoals Academic Search en Picarta. Het aanschafbeleid van de mediatheek is beschreven in een beleidsplan. Belangrijke criteria voor het aanschaffen van materiaal voor de mediatheek zijn actualiteit, HBO-niveau, relevantie voor het werkterrein, christelijke visies en inzichten en passend binnen het speerpuntenbeleid van de hogeschool. Voor de Pabo staat dat beleid in het teken van het competentiegericht opleiden, de invoering van het lectoraat en nieuwe vakgebieden, zoals cultuureducatie en wetenschap en techniek. In de curriculumevaluaties zijn de studenten zeer tevreden over de mogelijkheid om kennis te nemen van relevante en recente publicaties voor hun vakgebied. De scores variëren van 84 tot 100% tevredenheid. Ook de docenten zijn zeer tevreden over de mediatheek (4.3 op een 5-puntsschaal). Het intranet voor de hogeschool maakt gebruik van Topshare, dat voor de studenten en medewerkers ook thuis is te raadplegen. Op Topshare worden alle relevante documenten gepubliceerd, alsmede een belangrijk gedeelte van het curriculum. Ook biedt het de mogelijkheid voor discussieplatforms en digitale portfolio’s en digitale stagebegeleiding. Via Topshare kunnen de studenten ook het collegerooster en hun studieresultaten te weten komen. In het gebouw van de Gereformeerde Hogeschool is een restaurant aanwezig, waar desgewenst ook bij avondopenstelling van het gebouw warme maaltijden verkrijgbaar zijn. De studenten kunnen met behulp van een chip op hun ID-kaart gebruik maken van de print- en kopieerfaciliteiten op de hogeschool. Voor de opleiding Pabo zijn er speciale voorzieningen in de vorm van een dramamuzieklokaal en lokalen voor handvaardigheid, tekenen en schrijven.
Pagina 30 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
In de curriculumevaluatie wordt de tevredenheid over de materiële voorzieningen jaarlijks geëvalueerd. Uit de meest recente curriculumevaluatie in 2007-2008 blijkt dat 78,6% van de studenten tevreden is over de computerfaciliteiten. De studenten zijn minder tevreden over de kopieerfaciliteiten, de openingstijden van de winkel en de catering.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat de huisvesting en de materiële voorzieningen ruimschoots toereikend zijn om het programma te realiseren. De opleiding erkent dat het aantal kleine vergaderruimtes aan de kleine kant is. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de lokalen goed zijn uitgerust, zodat tijdens colleges gebruik gemaakt kan worden van diverse ICT-mogelijkheden. Het visitatieteam is vooral enthousiast over de mediatheek: de collectie getuigend van een brede oriëntatie, de toegankelijkheid van catalogi en de mogelijkheden voor studenten om er te kunnen werken. Op grond van deze bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële Voorzieningen’ als goed.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
De opleiding kent verschillende vormen van studiebegeleiding, afhankelijk van de opleidingsvariant en de fase in de opleiding. Het systeem van de studiebegeleiding is gericht op de steeds groter wordende zelfstandigheid van studenten. in de eerste twee jaren is er veel aandacht voor intensieve vormen van begeleiding, zoals het tutoraat, intervisie en supervisie. Door de invoering van assessment is de begeleiding in de stage meer toegesneden op de competentieontwikkeling van studenten. In onderstaand schema staan de begeleidingsvormen toegelicht:
Vormen Tutoraat
Stagebegeleiding
Werkplekbegeleiding
Doel D e student leren om vaststellen hoever hij is gekomen in zijn ontwikkeling van (beroeps- en persoonlijke) competenties. Begeleiden en beoordelen van functioneren van de student in de stage Als stagebegeleiding
Jaar Voltijd 1 en 2 Deeltijd 1 en 2 OIDS 1 en 2
Taak begeleider Begeleidt tutorgroep. Traint student in reflecteren + samenwerken. Beoordeelt niveau reflecteren + samenwerken. Begeleiden van de groep bij ontwikkelen POP (beroepscompetentie reflectie).
Deeltijd 1 – 4
Bezoekt de student tijdens zijn stage. Beoordeelt en bespreekt de voortgang in ontwikkeling. Geeft adviezen voor verdere voortgang. Als stagebegeleiding.
OIDS 1 - 3
Pagina 31 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Vormen Studieloopbaanbegeleiding
Doel Monitoren van resultaten in stage en studie
Jaar Voltijd 1- 3 OIDS 4
Taak begeleider Bezoekt student tijdens stage. Voert regelmatig gesprek over portfolio. Beoordeelt niveau persoonlijke competenties. Begeleidt en beoordeelt vorderingen productie portfolio. Beoordeelt claims en bewijsmateriaal. Monitort studie (tentamens). Begeleidt student bij stagnatie.
Assessments
Beoordeling functioneren student mbt persoonlijke competenties.
Voltijd 3 en 4 Deeltijd 1 OIDS 1 - 4
Schaalt student in op niveau persoonlijke competenties. Schrijft assessmentrapport.
Intervisie Supervisie
Student inzicht geven in de wijze waarop hij zijn beroep uitoefent en omgaat met vragen/ problemen die daaruit voortvloeien.
Voltijd 3 en 4 Deeltijd 3 en 4 OIDS 3 en 4
Persoonlijk functioneren. Voortgang en stagnatie.
Tabel 3: overzicht begeleidingsvormen • • •
•
•
Voor taal- en rekenvaardigheden heeft de opleiding remediërende programma’s opgezet om de studenten te ondersteunen bij het halen van de CITO-toetsen. Binnen de opleiding zijn jaarcoördinatoren actief, verantwoordelijk voor het bewaken van de studievoortgang van de studenten, de planning van het curriculum en het procesmanagement. Met ingang van de cursus 2007-2008 is de functie ‘studieloopbaanbegeleider’ ingevoerd om de studievoortgang te bewaken en studenten die achterlopen actief te benaderen. Verder is een start gemaakt met het invoeren van een nieuw cijferregistratiesysteem ingevoerd, waarmee het voor begeleiders eenvoudiger is om de studie resultaten van de individuele student te volgen. Het systeem zal in de loop van het studiejaar 2008 – 2009 helemaal geïmplementeerd zijn. De begeleiding van de studenten die de OIDS-route volgen valt voor een belangrijk deel onder de verantwoordelijkheid van de opleidingsscholen. De opleider in de school begeleidt de studenten in de stage en bij de samenstelling van het portfolio. Om eenduidigheid in de begeleiding te garanderen volgen alle werkplekcoaches en oplissers een speciale cursus die vanuit de Pabo wordt verzorgd. Om de objectiviteit in de beoordeling te waarborgen worden de assessments uit gevoerd door docenten van de opleiding. In de studiegids worden de studenten geïnformeerd over alle regelingen die voor de studie van belang zijn. De stageplannen, collegeroosters en roosterwijzigingen worden op Topshare gepubliceerd. De coördinatoren hebben regelmatig overleg met vertegenwoordigers van de studenten om relevante informatie door te geven of acute problemen en knelpunten te bespreken. Ook is er in elke periode overleg met studenten over module-evaluaties.
Pagina 32 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
Uit evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de informatievoorziening en over de begeleiding van hun leerproces door docenten. Van de OIDS-studenten is 85% positief over de begeleiding door docenten. Uit de enquête uit 2006 – 2007 bleek dat de studenten vonden dat er teveel stageopdrachten waren en dat ze sommige opdrachten onduidelijk vonden. De opleiding heeft hierop gereageerd door in het studiejaar 2008- 2009 het stageplan aan te passen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat de opleiding een rijke en gevarieerde portefeuille aan studieloopbaan instrumenten voert, afgestemd op de specifieke kenmerken van de studenten in de verschillende leerroutes. De begeleiding van de studenten richt zich op toenemende zelfstandigheid van de student om zelf richting te geven aan het leerproces. Met de instelling van de studieloopbaan begeleider borgt de opleiding dat er actief contact gezocht wordt met studenten als zij vertraging oplopen in hun studie. De informatievoorziening aan de studenten is tijdig en adequaat. Als uit evaluaties blijkt dat er mogelijkheden voor verbetering zijn, dan neemt de opleiding adequaat actie. Dit alles overziende beoordeelt het facet Studiebegeleiding en informatievoorziening als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ Het visitatieteam is waardeert de materiële voorzieningen, met name de mediatheek. De persoonlijke aandacht die studenten binnen de opleiding krijgen in combinatie met het appèl dat tegelijk op de eigen verantwoordelijkheid wordt gedaan vertoont in de ogen van het visitatieteam een goede balans. De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als goed beoordeeld, daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel, zonder enige aarzeling positief.
Pagina 33 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
De Gereformeerde Hogeschool stelt om de vier jaar een strategienota op, waarin de strategische doelen voor de hogeschool worden geformuleerd. Elk jaar wordt het meerjarenbeleid van de hogeschool geconcretiseerd in een kaderbrief, waarin de doelen worden aangescherpt en geconcretiseerd. Met de komst van de Educatieve Academie worden nu ook op academieniveau strategische beleidsplannen opgesteld. De Manager Opleidingen vormt samen met de onderwijskundige coördinatoren de Algemeen Beldis Commissie (ABC). De onderwijsgroep stuurt de vernieuwing en bijstelling van het curriculum aan, ontwikkelt nieuwe ideeën en concepten en legt die ter beoordeling van de uitvoerbaarheid voor aan de coördinatoren. In het deelplan opleiding worden voor 2008-2012 ondermeer de volgende verbeterdoelstellingen geformuleerd: • Inzicht in de ontwikkelvragen van scholen; • Een relatie met 5 plusscholen; • Verbetering OIDS-curriculum; • Verbetering van de communicatie over de module-evaluatie; • Het opzetten van een toetsbank met uitsluitend geaccordeerde toetsen. Op hogeschoolniveau is met ingang van 2007 een kwaliteitscoördinator aangesteld, die zich naast de aansturing van de interne kwaliteitszorg ook bezighoudt met visitatie en accreditatie. Het kwaliteitszorgsysteem van de Gereformeerde Hogeschool is gericht op 9 aandachtsgebieden. De opleiding heeft als kwaliteitsdoel een tevredenheidnorm van 70% geformuleerd. Het kwaliteitssysteem maakt gebruik van verschillende meetinstrumenten, ieder met een eigen toepassing en frequentie: Soort instrument Vragenlijsten
Instrument
Module-evaluatie Curriculumevaluatie Personeelsenquête Afgestudeerdenenquête Stage-evaluatie Hearing Hearing werkveldcommissie Screening Jaarlijkse screening Vierjaarlijkse screening Rapportage Managementrapportage Analyse Knelpuntenanalyse Tabel 4: overzicht meetinstrumenten kwaliteitszorg •
Cyclus 1 keer per kwartaal 1 keer per jaar 1 keer per jaar 1 keer per 4 jaar 1 keer per jaar 3 keer per jaar 1 keer per jaar 1 keer per 4 jaar 1 keer per jaar 1 keer per jaar
Het bureau kwaliteitszorg voert het kwaliteitszorgsysteem uit, onder leiding van de kwaliteitscoördinator. Het bureau zet de enquêtes uit en verwerkt de resultaten.
Pagina 34 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
•
Bij de uitvoering is gebleken dat bepaalde instrumenten elkaar te veel overlappen. De jaarlijkse screening en knelpuntenanalyse bijvoorbeeld vallen voor een belangrijk deel samen met het opstellen van de opleidingsplannen en de managementrapportage. In het nieuwe handboek Kwaliteit dat in 2008 verschijnt, zullen de meetinstrumenten hierop aangepast worden. Binnen het OIDS-traject is er een speciale infrastructuur opgezet om de kwaliteit van het schoolgebonden opleidingstraject te garanderen. De opleidingsscholen kennen geen uitgebreid systeem van kwaliteitszorg waarin wordt nagegaan of de doelstellingen van het OIDS-traject worden gerealiseerd. De Pabo kan de kwaliteit van de opleidingsscholen garanderen door de opleiders in e school (oplissers) en de werkplekcoaches te begeleiden. De opleider in de school (oplisser) is verbonden aan een bepaald scholencluster en begeleidt een groep studenten op de diverse opleidingscholen. Op de verschillende opleidingsscholen binnen een cluster wordt een student in de groep begeleid door een werkplekcoach. (zie ook facetten 2.1 en 4.2). De oplisser heeft als belangrijkste taak om de student en de werkplekcoach op het schoolgebonden opleidingstraject te coachen. Hij beoordeelt lesactiviteiten, verzorgt intervisie, begeleidt de student bij het samenstellen van zijn portfolio en afstudeertraject en onderhoudt contacten met de directe begeleiders van de student. Alle oplissers zijn gecertificeerd en hebben een interne cursus gevolgd. Op deze manier borgt de opleiding de kwaliteit en garandeert eenduidigheid in de begeleiding en beoordeling. Elk jaar wordt in het kader van het kwaliteitszorgsysteem een managementrapportage gemaakt waarin de Manager Opleiding aangeeft hoe er aan de opleidingsplannen is gewerkt en een evaluatie geeft van de verbeterdoelstellingen. In het jaarverslag wordt hier eveneens melding van gedaan.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam constateert dat de opleiding op regelmatige basis evalueert of de gestelde doelen bereikt worden. Het visitatieteam is van mening dat het kwaliteitszorgsysteem in praktijk naar behoren functioneert en ingebed is in het kwaliteitsbeleid van de gehele Gereformeerde Hogeschool. De opleiding heeft streefdoelen voor kwaliteit geformuleerd. Op basis van deze bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Evaluatie van resultaten’ als goed.
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De uitkomsten van evaluaties worden door de coördinator kwaliteitszorg gerapporteerd aan de diverse betrokkenen en besproken in het maandelijkse werkoverleg. In veel gevallen geven de uitkomsten van het kwaliteitszorgsysteem geen aanleiding tot grootschalige verbeterprojecten en kunnen de knelpunten binnen de reguliere managementprocessen worden opgelost. Als de 70%-tevredenheidnorm niet wordt gehaald vindt een vervolgonderzoek plaats. Het onderzoek bestaat uit een gesprek met de betrokkenen om de oorzaken van de ontevredenheid te achterhalen. Bij de module-evaluatie kan dat resulteren in het opstellen met een verandercontract met een docent. Als er knelpunten zijn die betrekking hebben op het totale curriculum wordt eerst nagegaan of ze binnen de bestaande werkcyclus kunnen worden opgelost. Is dat niet het geval dan wordt er een verbeterproject opgestart.
Pagina 35 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
De volgende verbetertrajecten zijn de afgelopen jaren mede op basis van de evaluaties tot stand gekomen: • Uitbreiding aantal computers; • Installatie van draadloos netwerk; • Invoering nieuw roosterprogramma; • Invoering nieuw cijfersysteem. Binnen het kwaliteitszorgsysteem geven studenten aan, dat ze onvoldoende geïnformeerd worden over de resultaten van de evaluaties. Uit de curriculumevaluatie van 2007-2008 blijkt dat 39,8% van de studenten hier tevreden over is. Uit nader onderzoek via hearingen blijkt dat studenten niet weten waar ze de informatie over kwaliteitszorg kunnen vinden. In het verleden vond die informatievoorziening plaats via meldingen op publicatieborden of via de postvakken. Bij docenten lag de tevredenheid over de informatie rond de uitkomsten van evaluatie in 2004-2005 op 60,8%. De opleiding herkent dit kritiekpunt en heeft in 2008 een begin gemaakt met publicatie van de evaluatieuitkomsten op Topshare. De communicatie van de evaluatieresultaten en de borging van het verbeterbeleid blijft de komende jaren een aandachtspunt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft gezien dat de uitkomsten uit de kwaliteitszorg worden teruggekoppeld aan het management. Als de gestelde doelen niet gehaald worden, neemt de opleiding op basis van de uitkomsten actie. Daarbij laat de opleiding zien dat zij over een gezonde kritische houding beschikt om het eigen functioneren te beoordelen en waar nodig verbeteracties krachtig ter hand te nemen. De manier waarop de opleiding inspeelt op de ervaringen met de meetinstrumenten wekt vertrouwen bij het visitatieteam dat de nieuwe kwaliteitsinstrumenten goed gebruikt zullen worden en dat het kwaliteitssysteem goed zal blijven functioneren. Het visitatieteam beoordeelt op basis van het bovenstaande het facet ‘Maatregelen ter verbetering’ als goed.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
De opleiding betrekt op diverse manieren de ‘stakeholders’ bij het interne kwaliteitsbeleid. De medewerkers van de hogeschool zijn via de personeelsenquête betrokken bij de kwaliteitszorg. In deze enquête kunnen zij zich uitspreken over het management, het beleid, de besluitvormings- en overlegstructuur, de totstandkoming van het studieadvies, de stagebegeleiding en de kwaliteitzorg
Pagina 36 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
• •
•
Vertegenwoordigers van de studenten hebben een regulier overleg met de coördinatoren om de lopende zaken en knelpunten door te spreken. Daarnaast worden de studenten op drie aspecten bevraagd. • De meest frequente vorm van evaluatie is de module-evaluatie. • Eén keer per jaar evalueren de studenten het curriculum, waarbij zij zich kunnen uitspreken over de informatievoorziening, het curriculum, het Hbo-niveau, de propedeuse, de toetsing de studievoortgang, de studeerbaarheid, de studiebegeleiding, inspraakmogelijkheden, de planning en organisatie, de cultuur van de opleiding, de materiële voorzieningen, internationalisering, het personeel en de kwaliteitszorg. • Ten derde evalueert de opleiding elke twee jaar de stage en de stagebegeleiding. De alumni krijgen één keer in de vier jaar de gelegenheid om in een enquête hun oordeel over de opleiding uit te spreken. Daarnaast maakt de opleiding ook gebruik van de resultaten van de HBOmonitor. Vertegenwoordigers van het werkveld komen drie keer per jaar in de werkveldcommissie en kunnen zich uitspreken over het curriculum van de Pabo. Elke twee jaar wordt onder stagebegeleiders het buitenschools curriculum geëvalueerd. Binnen het OIDS-traject is maandelijks overleg met de oplissers. Ook de schoolleiders zijn via enquêtes benaderd over de kwaliteit van de afgestudeerden. Op deze manier zijn ook de medewerkers van de opleidingsscholen actief betrokken bij de interne kwaliteitszorg van het OIDS-traject. In gesprek met het visitatieteam vertellen de oplissers dat zij actief betrokken worden bij de opleiding, de samenwerking is intensief. Studenten zijn over het algemeen tevreden over de manier waarop de opleiding omgaat met klachten. In de curriculumevaluatie van 2007-2008 scoort dit boven de 80% tevredenheid. Studenten zijn ook positief over de frequentie, waarmee de evaluaties plaatsvinden. In gesprek met het visitatieteam vertellen de studenten dat zij over het algemeen tevreden zijn over de reactie van de opleiding op commentaar en suggesties van hun kant.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding de laatste jaren alle belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijzen bij de interne kwaliteitszorg betrekt en daar input aan vraagt met betrekking tot het eigen functioneren. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ Het visitatieteam is van mening dat de kwaliteitszorg een belangrijke rol speelt in de dagelijkse praktijk van de opleiding. De opleiding staat open voor verbetering, de informatie van de stakeholders is daarbij richtinggevend. De opleiding onderkent dat de terugkoppeling van de uitkomsten van de verbeteracties aan de studenten kan verbeteren en heeft hierop actie ondernomen . De facetten van het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’ zijn goed respectievelijk voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel als positief.
Pagina 37 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
•
In de voltijdopleiding bestaat de afstudeeropdracht tot nu toe uit twee elementen: een schoolproject en een portfolio over de LIO-stage. Voor het schoolproject verwerft de student een opdracht bij de stageschool, waarbij het project een bijdrage levert aan de schoolontwikkeling en de kwaliteit van het onderwijs verhoogt. De studenten stellen een projectplan op. De student kan het plan uitvoeren nadat de opleiding en ook de basisschool hun goedkeuring hebben gegeven voor het project. Het projectverslag wordt onder andere beoordeeld op de verantwoording van kwaliteitscriteria en de verantwoording van de eigen professionalisering. Met ingang van het cursusjaar 2008-2009 vervalt in de voltijdopleiding het afstudeertraject in de vorm van het afstudeerproject. Het afstuderen zal dan bestaan uit het aanleggen van een portfolio rond de LIO-stage. Het onderzoek krijgt een plaats binnen de minoren In de deeltijdopleiding en de OIDS-route bestaat het afstudeertraject uit een project dat uitgevoerd wordt op basis van een onderzoek. De student legt een onderzoeksdossier aan, dat samen met het portfolio het uitgangspunt vormt voor het eindgesprek. In het portfolio geeft een student een beeld van zijn competentieontwikkeling volgens de SBLcompetenties. Voor het eindgesprek over het portfolio zijn de volgende doelen geformuleerd: • Je kunt een goed beeld geven van je functioneren als professional aan de hand van je portfolio en eventueel andere projecten; • Je kunt de contexten (klas, school en samenleving) vergelijken en beoordelen en de mate aangeven waarin jij daarin goed kunt leren en functioneren; • Je kunt je visie beargumenteren op de relaties tussen beroeps- en persoonlijke competenties (met handelingsdimensies) en daarin het niveau van functioneren aangeven; • Je kunt argumenten geven voor de gekozen achterliggende (onderwijs)theorie bij een claim en de relatie met jouw visie; • Je kunt aangeven vanuit je stagecontext hoe je een bestaande praktijk analyseert en ontwikkelt/ verbetert, hierover communiceert en wat je eigen rol hierin is; • Je kunt vanuit claims en bewijzen relaties leggen met je persoonlijke motivatie, (kern) kwaliteiten en christelijke levenshouding; • Je formuleert je kwaliteiten en je visie op hoe jij je verder wilt ontwikkelen. Voor het schoolproject wordt de student begeleid bij het maken van een projectplan. Een inhoudelijke deskundige docent begeleidt de student bij de uitvoering van het project. Voor de LIO kent de opleiding een uitgebreid begeleidingstraject, waarbij de student om de vier weken een gesprek heeft met de begeleider van de Pabo en halverwege de LIO-stage een assessment ondergaat. In OIDS-route en de deeltijdopleiding krijgt de student eerst een cursus onderzoeksvaardigheden aangeboden om vervolgens de opgedane kennis en vaardigheden toe te passen bij een eigen onderzoek op de basisschool. De student wordt bij het opzetten en het uitvoeren van het onderzoek begeleid door een docent onderzoeksvaardigheden en een inhoudelijke deskundige.
Pagina 38 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
De afgestudeerden oordelen positief over de eindkwalificaties van de opleiding. in de enquête uit 2008 wordt het niveau van de opleiding beoordeeld met een 3.6 op een 5-puntsschaal. In de HBOmonitor van 2007 krijgt de opleiding een beoordeling van 7.3 op accreditatieaspect ‘resultaten’ over de laatste 5 jaar. De kwalificaties van de afgestudeerde studenten aan de opleiding zijn naar het oordeel van alumni en werkveld ruim voldoende om als startende leerkracht in het basisonderwijs aan de slag te kunnen gaan. Desgevraagd vertellen de studenten dat zij tevreden zijn over de begeleiding tijdens stage en afstuderen. De docenten zijn goed bereikbaar, het eindgesprek ligt in lijn met de manier waarop de studenten gewerkt hebben aan het portfolio. Het werken met claims werkt in praktijk goed, zeggen de studenten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs een aantal portfolio’s en afstudeeropdrachten ingezien. Daarbij viel het op dat het gerealiseerd niveau nogal wisselend was. De theoretische onderbouwing van de claims in de portfolio wasvariabel. Daarentegen was de persoonlijke reflectie behoorlijk gedegen, de studenten geven er blijk van dat zij hun eigen leerproces goed kunnen aansturen en dat zij bereid zijn zich te blijven ontwikkelen in hun professionaliteit. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding er goed aan gedaan heeft een onderzoekslijn op te zetten en een onderdeel onderzoeksvaardigheden in het curriculum op te nemen. Het visitatieteam heeft vertrouwen in de vernieuwing van het afstuderen, waarmee het onderzoek een plaats krijgt in de minoren en waarin het werken met het portfolio verder gestandaardiseerd is. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Gerealiseerd niveau’ als voldoende,
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
Op hogeschoolniveau zijn er voor het aantal studenten streefcijfers geformuleerd. De Pabo-opleiding heeft de streefcijfers niet vertaald naar streefcijfers voor de instroom. De opleiding heeft een overzicht gemaakt van het aantal studenten van de Pabo-opleidingen per 1 oktober van de kalenderjaren van 2002 – 2007. Daaruit valt af te lezen dat het aantal studenten voor de voltijd opleiding een stijgende lijn vertoont, van 422 in 2002 tot 581 in 2007. Dit is vooral een gevolg van een grotere instroom van het aantal Mbo-studenten. Voor de deeltijd opleidingen is van 2002 tot 2005 een stijgende lijn te zien, van 93 naar 131 studenten. Vanaf 2006 zet een dalende tendens in en in 2007 waren er 106 deeltijdstudenten. De opleiding heeft nog geen systematisch onderzoek naar de oorzaak van de daling onder deeltijd studenten gedaan. Het vermoeden is dat de werkgevers minder faciliteiten bieden om het volgen van een deeltijd opleiding mogelijk te maken. In het cursusjaar 2006-2007 is de landelijke toets voor rekenen ingevoerd; de toets voor taalvaardigheid is in 2007-2008 ingevoerd. De opleiding hanteert al sinds jaar en dag een toets voor zowel rekenen als taal, die studenten moesten halen voor een positief studieadvies. Deze toetsen waren van een hoger niveau en zijn in het bestaande programma gehandhaafd, maar voor het vaststellen van het bindend studieadvies worden de landelijke toetsen gebruikt. Pagina 39 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
•
•
•
•
• • •
•
De opleiding verzamelt gegevens over het rendement van de opleiding en het tempo waarin studenten door de opleiding stromen. Voor het behalen van de propedeuse heeft de opleiding als streefcijfer gesteld dat 10% van de eerstejaars de propedeuse binnen een jaar halen. Dat streefcijfer wordt ruim gehaald. Eén van de redenen dat studenten de propedeuse niet halen is dat ze extra tijd besteden aan de toetsen die meetellen voor het bindend studieadvies. De opleiding hanteert als beleid dat voor de toelating tot de hoofdfase de studenten in het eerste (propedeutisch) jaar ten minste 45 (van de 60) studiepunten behaald hebben, met in ieder geval een voldoende voor een aantal verplichte toetsen. Studenten die daar niet in slagen krijgen een bindend negatief studieadvies. De studenten vertellen dat ze lang over de propedeuse mogen doen, het record ligt bij een student die de propedeuse haalde vlak voor het afstuderen. De opleiding erkent dat het beleid ten aanzien van de propedeuse aanscherping behoeft. In de OER 2008 – 2009 heeft de opleiding de bepaling opgenomen dat een student die weliswaar voldoet aan de 45 punten eis (inclusief de verplichte onderdelen) maar niet de propedeuse heeft behaald in het eerste jaar, een voorwaardelijk negatief bindend studieadvies krijgt. De voorwaarde is dat aan het einde van het 2e studiejaar de propedeuse moet zijn behaald. De opleiding monitort de percentages uitval in de propedeusefase. Het percentage uitvallers vertoont de laatste jaren een stijgende tendens. In de voltijdopleiding hangt het samen met de grotere toestroom van Mbo-studenten. Zij hebben over het algemeen meer moeite met het niveau van de opleiding en vallen eerder af. In juni 2008 zal hier een gedetailleerd onderzoek naar verricht worden. De route OIDS draait nog te kort om duidelijke trends af te leiden over het rendement. Het percentage studenten dat binnen vier jaar de opleiding haalt, vertoont tussen 2001 en 2006 een licht stijgende tendens; het aantal studenten dat de opleiding haalt, daalt daarentegen. Het streefcijfer (50% haalt in 4 jaar het diploma) wordt nog wel steeds gehaald. Uit de Keuzegids hoger onderwijs 2006-2007 blijkt dat het percentage geslaagden op ruim 70% zit en dat de opleiding daarmee bij de drie best scorende Pabo’s behoort. In de keuzegids voor 2008 ligt het percentage geslaagden op 70% en staat de opleiding op de tweede plaats. De opleiding noemt de vergelijking met andere opleidingen gunstig en haalt haar eigen geformuleerde streefcijfers, zodat er geen directe aanleiding was voor gerichte verbeteracties. De komende tijd zal de opleiding meer aandacht besteden aan de rendementscijfers van de opleiding. Dit aandachtspunt is opgenomen in het strategisch GH-beleid voor 2008-2012. Onderzoek welke maatregelen nodig zijn wordt opgestart. Ook is de opleiding van plan om systematischer aandacht te besteden aan benchmarking, bijvoorbeeld in de jaarlijkse managementrapportages.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding streefcijfers heeft geformuleerd en de in- door- en uitstroom van de studenten monitort. De opleiding vergelijkt haar eigen onderwijsrendement met dat van andere opleidingsinstituten (Keuzegids hoger onderwijs). De opleiding onderneemt actie op basis van de terugkoppeling, zoals de aanpassing van de OER naar aanleiding van opmerkingen van het visitatieteam. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘goed’.
Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Beoordeling van de gerealiseerde eindniveaus laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. De opleiding heeft plannen en voornemens om meer aandacht aan het studierendement te besteden. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als voldoende respectievelijk goed beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.
Pagina 40 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bijlage 1: Programma Programma 8 september 2008 Gesprekstijd: 9:30 10:00-10:30
10:30-12:00
12:00-14:00
13:30-14:00 14:00-15:00
15:00-16:00 16:00-17:00
Aanwezig Aankomst en ontvangst visitatiecommissie Bestuur, Opleidingsmanagement. Voorstellen, doornemen van het programma van de visitatie
Drs. Jacob Schaap MPM, (voorzitter CvB) Drs. Suzan Koning-Klapwijk, (directeur EA) Drs. Jaap Modderman (opleidingsmanager) Drs. Berend van de Beek, (projectleider accreditatie) Opl Man. + didactische staf ( MT) Drs. Jaap Modderman (opleidingsmanager) Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau, Drs. Rolf Robbe (onderwijsadviseur) HBO-oriëntatie, programma van de opleiding Els Ensing (coördinator afstudeerfase) Eize Stamhuis (lid onderwijscommissie) Tiemen Zijlstra (lid onderwijscommissie) Drs. Henk Huizenga (verv coördinator deeltijd) Frank van der Stege (coördinator OIDS) Jos Gorissen (coördinator 2e en 3e jaar) Bert Kuiper (coördinator 1e jaar en versn route) Lunch en Documenten onderzoek, eventueel Stand-by: aanvullend gesprek opleidingsdirecteur Drs. Jaap Modderman Drs. Berend van de Beek Klein comité OIDS Frank van der Stege (coördinator OIDS) Jaap van Gemeren (oplisser) Werkveldcommissie, Wolter Kok (locatiedirecteur) Domeinspecifieke eisen, Marian Huizenga (leerkracht) HBO-oriëntatie Ilse Polhuijs (locatie directeur) Liesbeth Lof (oplisser) Jan Modderman (locatiedirecteur) Erik Buchner (oplisser) Aanvullend onderzoek Opl. management, vervolgafspraken, Drs. Suzan Koning-Klapwijk, (directeur EA) Terugkoppeling van de bevindingen van de Drs. Jaap Modderman (opleidingsmanager) visitatiedag Drs. Berend van de Beek, (projectleider accreditatie)
Pagina 41 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Programma 22 september 2008 Gesprekstijd: 8:30-9:00 9:00-10:30
Aanwezig: ontvangst Docenten, doceren in Hoofdvakken Vakinhouden, beroepsoriëntatie, en didactiek
10:30-11:30
Stagecoördinator, afstudeercoördinator, Stage en afstudeeropdrachten
11:30-12:30
Studenten voltijd en deeltijd, verdeeld over de leerjaren. Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten
12:30-14:00
Lunch, evt. rondleiding faciliteiten, documenten onderzoek
13:30-14:00
Klein comité OIDS
14:00-15:00
15:00-16:00
16:00-17:00 17:00-17:30
Ruud Houweling (rekenen) Marjanne Welmers (taal) Tonnis Bolks (pedagogiek) Nel Hendriks (beroepsvorming) Ben Beudeker (wetenschap en techniek) Ludie Gootjes (kunstzinnige vorming) Frank Euwema (bewegingsonderwijs) Gert Jan Bert (mens- en maatschappij) Jan Biersteker (godsdienst) Frank Euwema, Els Ensing Eize Stamhuis, Bert Kuiper Henk Huizenga Martine Post (OIDS, tweedejaars) Angela de Graaf (deeltijd, derdejaars) Marieke Holsappel (deeltijd, tweejarig, eerstejaars) Carijn Westrik (voltijd, eerstejaars) Ruben Ras (voltijd, versnelde route, derdejaars) Harma Bosman (voltijd, tweedejaars) Tineke Doornbos (voltijd, tweedejaars) Arlien van der Laan (voltijd, tweedejaars) A. Nijenhuis ( Stand-by: Drs. Jaap Modderman Drs. Berend van de Beek
Alianne Kralt (tweede jaar) Marjolein van der Baan-van Ginkel (afgestudeerde) Marlies Hummel (afstudeerder) Afstudeerders (cursus 2007-2008) Loes Welmers-Hartman (deeltijd) Resultaten van de opleiding Nynke Gelderbloem-Koopman (deeltijd) Marielle Buisman (voltijd) Niels Drost (voltijd) Alumni Kees-Boudewijn Haeck (deeltijd) Aansluiting opleidingen op beroepspraktijk Jan Mark van Eerde (voltijd) Jorijke Koelewijn (voltijd) Alien Janssen (voltijd) Aanvullend onderzoek, intern beraad van visitatieteam Opleidingsmanagement, terugkoppeling Drs. Jacob Schaap MPM, (voorzitter CvB) van de bevindingen Drs. Bert Brand, (lid CvB) Drs. Suzan Koning-Klapwijk, (directeur EA) Drs. Jaap Modderman (opleidingsmanager) Drs. Berend van de Beek, (projectleider accreditatie)
Pagina 42 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Beleidsplan Informatie & Communicatie 2007-2011 Competenties in beeld. J. Dekker & T. Zijlstra, 2003 Competentieschema oplisser De uitdaging van kwaliteit; opleidingsconcept 2007-2008 Docentprofielen 10 – 11 – 12 Handboek Beoordelen en Belonen Handboek kwaliteitszorg Pabo Handboek toetskwaliteit Handleiding minor Internationalisering 2008 HBO-monitor 2006 Identiteitsdocument Gereformeerde Hogeschool Invoering major minor Informatiemap Educatieve Academie Jaarverslagen GH 2005-2007 Keuzegids Hoger onderwijs 2006–2007 Keuzegids Hoger onderwijs 2008 Moed tot meesterschap; eindrapport van de visitatiecommissie leraar basisonderwijs Monitor Beleidsagenda Lerarenopleidingen 2005-2008 Nota aanschafbeleid mediatheek Onderwijs- en Examenreglement (voltijd en deeltijd/OIDS) Opleidingsplan Pabo 2004-2008 Overzicht publicaties Pabo-docenten Praktijkhandboek 'Opleiden in de school', Rolf Robbe & Winfried Roelofs, 2005 Projectplannen OIDS 2004 Projectplan herziening OIDS-route Projectplan deeltijdherziening Projectplan toetsbeleid 2003-2004 Protocol toelating studenten in de route OIDS Rapportage Health Checks, februari 2008 Richting geven aan het timmermansoog Stageplannen 2007-2008 Strategisch Beleidsplan Educatieve Academie 2008 -2012 Studiegidsen 2007-2008 Toetsplannen deeltijd Toetsen, verslagen van afstudeerprojecten, portfolio’s steekproefsgewijs Verslagen werkveldcommissie Verslagen oplissersoverleg Visitatierapport DCBO visitatiecommissie
Pagina 43 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader De Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel (SBL) heeft de bekwaamheidseisen voor alle leraren po en vo/bve beschreven, zoals vastgelegd in de Wet Beroepen in het Onderwijs (Wet BIO), die per 1 augustus 2006 in werking is getreden. De SBL heeft de verantwoordelijkheden van de leraar samengevat door vier beroepsrollen te onderscheiden: de interpersoonlijke rol, de pedagogische, de vakinhoudelijke & didactische en de organisatorische. Deze beroepsrollen worden door de leraar vervuld in vier verschillende typen situaties die kenmerkend zijn voor het beroep van leraar: het werken met leerlingen, met collega's, met de omgeving van de school en met zichzelf, in casu de eigen professionele ontwikkeling. De vier beroepsrollen in combinatie met de vier typen situaties biedt een raamwerk voor de beschrijving van lerarenbekwaamheid. Voor elke combinatie van beroepsrol en situatie heeft de SBL onder woorden gebracht wat de professionele manier van werken is van de goede, bekwame leraar. Zo zijn de competenties in kaart gebracht. In de praktijk is gebleken dat het niet nodig is zestien competenties te onderscheiden: zeven competenties volstaan om alle wezenlijke aspecten van lerarenbekwaamheid goed in kaart te brengen. Deze bekwaamheidseisen zijn vervolgens gerubriceerd in zeven competenties, ook wel SBLcompetenties genoemd. 1. Interpersoonlijk competent Een leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding. Zo’n leraar schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. 2. Pedagogisch competent Een leraar basisonderwijs die pedagogisch competent is, creëert een veilige leeromgeving in zijn groep en in zijn lessen. 3. Vakinhoudelijk en didactisch competent Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, ontwerpt een krachtige leeromgeving in zijn groep en in zijn lessen. 4. Organisatorisch competent Een leraar die organisatorisch competent is, zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in zijn klas en in zijn lessen. 5. Competent in het samenwerken met collega’s Een leraar die competent is in het samenwerken met collega’s, levert zijn bijdrage aan een goed pedagogisch, vakinhoudelijke en didactisch klimaat op school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving Een leraar die competent is in het samenwerken met de omgeving, levert in het belang van de kinderen zijn bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling Een leraar die competent is in reflectie en ontwikkeling, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid
Pagina 44 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
De eindkwalificaties van de Pabo-opleiding sluiten aan bij de SBL-competenties voor de leraar basisonderwijs. In het onderstaand overzicht wordt het eindniveau - waarbij we steeds een relatie met de christelijke identiteit van onze opleiding leggen - voor deze beroepscompetenties beschreven. SBL Competentie
Eindkwalificaties van de GH Pabo-opleiding
Competent in reflectie en ontwikkeling
Je kunt je beroepsmatig handelen in de verschillende beroepscontexten verbinden met je bekwaamheden (kwaliteiten), je overtuigingen en opvattingen, maar ook met wie je zelf bent en wil zijn (beroepsidentiteit) en met je inspiratie en je bezieling. Je kunt contact maken met kernkwaliteiten. Hierbij zoek je naar, hoe je functioneren wordt gevoed en bepaald door je christen zijn en je leven met God. Je bent in staat je eigen ontwikkeling en groei te bevorderen door initiatieven te nemen (zelfsturing) zowel bij individuele scholing en training als in het meedoen aan gezamenlijke scholing. Je benut de kansen die de school biedt om je verder te ontwikkelen. Hiervoor heb je een reëel beeld van je eigen competenties, je sterke en te ontwikkelen kanten.
Pedagogisch competent
Je bevordert de sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen. Je helpt hen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden. Je werkt hierbij vanuit een christelijke en pedagogische visie. Je creëert een veilige leer- en leefomgeving in je groep en je lessen. Kinderen die extra zorg en aandacht hebben ondersteun je vanuit een lerende houding. Je zorgt ervoor dat de kinderen • weten dat ze erbij horen en welkom zijn; • weten dat ze gewaardeerd worden; • op een respectvolle manier met elkaar omgaan; • uitgedaagd worden om verantwoordelijkheid te nemen voor elkaar; • initiatieven kunnen nemen en zelfstandig kunnen werken.
Vakinhoudelijk en didactisch competent
Je helpt de kinderen zich de culturele bagage eigen te maken die samengevat is in de kerndoelen voor het primair onderwijs en die elke deelnemer aan de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren. Je geeft speciaal aandacht aan de invulling van het christelijk onderwijs. Je ontwerpt een krachtige leeromgeving in je groep en je lessen. Je • stemt de leerinhouden en ook je doen en laten af op de kinderen en houdt rekening met individuele verschillen en kwaliteiten; • hebt bijzondere aandacht voor kinderen met speciale leer- en gedragsbehoeften • motiveert de kinderen voor hun leertaken, daagt hen uit en helpt hen om ze met succes af te ronden; • leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen.
Pagina 45 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Organisatorisch competent
Je draagt zorg voor alle aspecten van klassenmanagement ten behoeve van je (combinatie) groep. Je kunt een veilige uitdagende leeromgeving inrichten. Je zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in je klas en je lessen. Je geeft vorm aan het registreren en evalueren van leerling resultaten en het volgen van de kinderen (bv leerlingvolgsysteem, dossier).Je zorgt er dus voor dat de kinderen • weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief; • weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen.
Competent in het samenwerken met collega’s
Je zorgt ervoor dat je werk en dat van je collega's op school goed op elkaar zijn afgestemd. Je levert je bijdrage aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk & didactisch klimaat op je school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie. Dat wil zeggen dat je • goed met collega’s communiceert en samenwerkt; • een constructieve bijdrage levert aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren; • een bijdrage levert aan de ontwikkeling en verbetering van de school Je onderhoudt contacten met de ouders of verzorgers van de kinderen. Je moet er ook voor zorgen dat je professionele handelen en dat van anderen buiten de school goed op elkaar zijn afgestemd. Je levert in het belang van de kinderen je bijdrage aan een goede samenwerking met mensen en instellingen in de omgeving van de school. Dat wil zeggen dat je goede contacten onderhoudt met de ouders of verzorgers van de kinderen; • goede contacten onderhoudt met andere mensen en instellingen die ook te maken hebben met de zorg voor de kinderen.
Competent in het samenwerken met de omgeving
Pagina 46 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Overzicht samenhang in het curriculum tussen beroepscompetenties en persoonlijke competenties met de Dublin Descriptoren, waarbij leervaardigheden grotendeels onder persoonlijke competenties vallen. Dublin Descriptoren
Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
Communicatie
Persoonlijke competenties
(interculturele) communicatie, groepsprocessen
Terugblikken, analyseren, formuleren alternatieven, kiezen
Verandert op basis van analyses zo nodig handelen en overtuiging
Overlegt veranderingen en interventies met betrokkenen, neemt deel aan tutorgroep, begeleidingsgesprekken, intervisie en supervisie.
Reflecteren en doelgericht handelen op niveau 4
Pedagogisch competent
Sociaal-emotionele en morele ontwikkeling van de kinderen, visies op opvoedingsstijlen, pedagogische opdracht van de school, passend onderwijs.
Helpt kinderen een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden; creëert een veilige leer- en leefomgeving in de groep en de lessen; doet onderzoek naar relaties in de groep en optimaliseert die.
Heeft en werkt vanuit een beargumenteerde christelijke en pedagogische visie.
Geeft kinderen die extra zorg en aandacht hebben ondersteuning vanuit een lerende houding. Zorgt ervoor dat de kinderen weten dat ze erbij horen en welkom zijn.
Leidinggeven, presenteren, responsiviteit niveau 4.
Vakinhoudelijk en didactisch competent
De kerndoelen voor het primair onderwijs en de inhoud van de schoolvakken op minimaal CITO-8 niveau; het lesontwerp en vakdidactieken; invulling van het christelijk onderwijs.
Motiveert de kinderen voor hun leertaken op toenemend niveau (van werken met een methode, zelf lessen ontwerpen, zorgen voor adaptiviteit en werken binnen thema’s) ontwerpt een krachtige leeromgeving in de groep en lessen.
Kan aanpak kiezen die het beste bij de groep en het kind past onderzoekt effecten instructiegedrag biedt passende hulp aan kinderen die extra hulp nodig hebben.
Leert de kinderen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen.
Leidinggeven, didactiseren en doelgericht handelen niveau 4.
Beroepscompetenties Competent in reflectie en ontwikkeling
Pagina 47 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Dublin Descriptoren Beroepscompetenties Organisatorisch Competent
Kennis en inzicht
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
Communicatie
Persoonlijke competenties
Klassenmanagement; (specifieke) organisatievormen in scholen en groepen.
Alle aspecten van klassenmanagement ten behoeve van (combinatie) groep; veilige uitdagende leeromgeving inrichten; overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in de klas en lessen verzorgen. Werken in groepen studenten, samenwerkend leren; afstemmen taken op die van collega’s; bijdrage leveren aan een goed pedagogisch en vakinhoudelijk & didactisch klimaat op school, aan goede onderlinge samenwerking en aan een goede schoolorganisatie.
Analyseren en onderzoeken eigen praktijk door registreren en evalueren van leerling-resultaten en het volgen van de kinderen (bv leerlingvolgsysteem, dossier); aanbrengen van verbeteringen. Visie op schoolontwikkeling en de eigen bijdrage daarin kijk op teams en taken en rollen daarbinnen onderzoekt eigen rol in team en verbetert die zo nodig.
Kinderen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte ze hebben voor eigen initiatief; weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel.
Doelgericht handelen, flexibiliteit, plannen en organiseren niveau 4.
Responsiviteit, presenteren en samenwerken niveau 4.
Onderhoudt contacten met de ouders of verzorgers van kinderen en met andere mensen en instellingen die te maken hebben met de zorg voor de kinderen.
Visie op samenwerking school, ouders en organisaties en de eigen bijdrage daarin; kijk op verantwoordelijkheden team en stakeholders; onderzoekt eigen rol in samenwerken en verbetert die zo nodig.
Met collega’s communiceren en samenwerken; constructieve bijdrage leveren aan vergaderingen en andere vormen van schooloverleg en aan de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd om de school goed te laten functioneren; bijdrage leveren aan de ontwikkeling en verbetering van de school. Overlegt met ouders, vertegenwoordigers van organisaties.
Competent in het samenwerken met collega’s
Schoolconcepten en organisatievormen; inzicht in team-functioneren; Kwaliteitszorgsystemen.
Competent in het samenwerken met de omgeving
Infrastructuur van de school in de buurt; begeleidende diensten, sociaal maatschappelijk kader; onderwijs- en zorgketen.
Responsiviteit, presenteren, samenwerken niveau 4.
Pagina 48 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bijlage 4: Visitatieteam Teamleider: Externe deskundigen: Secretaris: Student-lid:
Dr. M.S. Leloux H.J. Kok Drs. J.W. Bos drs C.J. de Monchy P.M. de Wilde
Pagina 49 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
X
X
X
X
X
X
X
X
drs C.J. de Monchy, Secretaris
P.W. de Wilde, Studentlid
H.J. Kok, Deskundige
dr M.W. Leloux, Voorzitter
Panelleden
drs J.W. Bos, Deskundige
Bijlage 5: Deskundigheid
Werkvelddeskundigheid
Vakdeskundigheid
X Internationale deskundigheid
X
X
Onderwijsdeskundigheid Visitatie-of auditdeskundigheid, inclusief kwaliteitszorg- deskundigheid
X
X
X
Pagina 50 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Dr. M.S. Leloux, teamleider Mevrouw Leloux (1961) is na haar studie en promotie (1991) farmacie aan de Rijksuniversiteit Utrecht bij verschillende organisaties (AKZO Nobel, RIKILT, NIZO food research) in verschillende researchfuncties (onderzoeker, projectleider, programmaleider, onderzoeksdirecteur en business development manager) werkzaam geweest. Daarnaast voert zij sedert 2003 voor Certiked regelmatig visitaties uit, onder meer als teamleider, secretaris en extern deskundige. Momenteel is zij zelfstandig adviseur op het gebied van kennisexploitatie (www.scienceandbusiness.nl) en werkt zij als zodanig onder andere bij de Vrije Universiteit Amsterdam. Daarnaast ontwikkelt en geeft zij (internationale) workshops op het gebied van kennisexploitatie. Ook is zij (0,2 fte) werkzaam aan de Universiteit Twente als senior onderzoeker op dit gebied. Zij is tevens lid van een schoolbestuur van een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs. H.J. Kok, externe deskundige De heer Kok heeft na de afronding van de Pedagogische Academie de akte Speciaal Onderwijs (LOM/MLK) zich verder bekwaamd in management en organisatie. Nadat hij eerst als groepleraar werkzaam is geweest in het basisonderwijs, heeft hij vijf jaar als directeur van een basisschool gewerkt. In die periode was hij bestuurlijk actief in de politiek en in het onderwijs. In 1993 heeft hij de ervaringen in de onderwijspraktijk bestuurlijk omgezet als consultant en algemeen directeur in het basisonderwijs. Vanaf 1998 is hij werkzaam in verschillende managementfuncties bij Iselinge Educatieve Faculteit. In die hoedanigheid is hij de ontwerper van de opleiding “Van directeur tot bovenschools leiderschap” (IJsselgroep 2002-2005). In 2002 heeft hij de post HBO-opleiding ”Bedrijfsmatig werken voor schoolbegeleidingsdiensten” (RUG) afgerond. De laatste jaren werkt hij als directeur Educatieve Dienstverlening van IJsselgroep en van Edudesk b.v. (uitzendbureau voor het onderwijs). Drs. J.W. Bos, externe deskundige De heer Bos heeft na de afronding van de pedagogische academie en de akte van bekwaamheid voor Lichamelijke Oefening gewerkt als groepsleraar in basisonderwijs en speciaal basisonderwijs en als vakdocent bewegingsonderwijs. Vanaf 1982 is hij werkzaam geweest bij schoolbegeleidingsdienst Midden Holland en Rijnstreek als orthopedagoog, systeembegeleider, conflictbegeleider, coach, organisatieadviseur voor onderwijs, accountmanager en 5 jaar als manager. In 1987 heeft hij een doctoraal examen Orthopedagogiek met bijvak onderwijskunde afgelegd en in 1999 heeft hij het getuigschrift GZ-psycholoog behaald. Sinds 2003 is hij voorzitter van het College van Bestuur van het Samenwerkingsverband WSNS Rijnstreek. P.M. de Wilde, student-lid Elline de Wilde heeft afgelopen cursusjaar haar Pabo diploma ontvangen. Zij heeft gestudeerd aan de Hogeschool Driestar educatief te Gouda. Met als specialisatie oudere kind en minor Jong Management. Naast deze studie heeft zij haar propedeuse HBO-theologie. Op dit moment studeert zij theologie in Utrecht en is werkzaam als beleidsmedewerker bij een zendingsorganisatie te Woerden. Drs. C.J. de Monchy, secretaris Mevrouw de Monchy studeerde arbeids- en organisatiepsychologie (UvA, 1981). Na haar studie werkte zij tien jaar als beleidsadviseur en later als lijnmanager. Begin 1991 maakte zij de overstap naar extern advies, in een netwerk van geestverwante organisatieadviseurs. Zij legt zich vooral toe op ontwikkeltrajecten voor professionals om de kwaliteit van hun werk te verbeteren (www.kennisfabriek.nl). Zij is gastdocent aan de Haagse Hogeschool deeltijdonderwijs, en de Erasmus Universiteit. Carolien de Monchy is vanaf 2006 betrokken bij Certiked-VBI als secretaris. In 2008 verscheen haar boek: ‘Floreren als professional. Werken vanuit een dynamisch perspectief’.
Pagina 51 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs
Gereformeerde Hogeschool © Certiked vbi
Bijlage 6: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 52 van 52 Bachelor opleiding tot leraar basisonderwijs