NHTV © Certiked-VBI
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van NHTV internationale hogeschool Breda International Media & Entertainment Management Croho-registratienummer: 34952 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 24 april en 15 mei 2007
Inhoud van het verslag Identificatie................................................................................................................................................2 Bevindingen ..............................................................................................................................................5 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................45 Bijlage 2: Documenten ............................................................................................................................47 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ............................................................................................48 Bijlage 4: Visitatieteam ...........................................................................................................................51 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................52
De verantwoordelijke teamleider: ir. R.S. Kloosterman namens deze,
M.Lathouwers Certiked-VBI November 2007
Pagina 1 van 52 International Media & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Identificatie NHTV internationale hogeschool Breda Mgr. Hopmansstraat 1, 4817 JT Breda Postbus 3917, 4800 DX Breda Telefoon: (076) 530 22 03 Website: www.nhtv.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: H. Uijterwijk, voorzitter College van Bestuur NHTV
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • NHTV internationale hogeschool Breda • HBO opleiding Media & Entertainment Management • Voltijd • Locatie Breda Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat wordt afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: ir. R.S. Kloosterman Extern deskundige: W.B. van de Linde Secretaris: A.J.C. van Noort Studentlid: M. Kliphuis
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding en deze doen toekomen aan het visitatieteam in april 2007. Het visitatieteam heeft een voorbereidende bijeenkomst gehad waarin is vastgesteld dat het zelfevaluatierapport voldoende basis biedt om de visitatie uit te voeren. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 24 april 2007 en op 15 mei 2007 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 2 juli 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 12 juli 2007 zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er meerdere keren een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomsten hadden allen een voorlichtend en planningstechnisch karakter, waarbij onder andere de werkwijze is toegelicht, de teamsamenstelling is besproken en het programma tot stand is gekomen.
Pagina 2 van 52 International Media & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Managementsamenvatting Op 24 april en 15 mei 2007 heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding Media & Entertainment Management van Hogeschool NHTV internationale hogeschool Breda. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader. De opleiding Media & Entertainment Management (hierna M&EM) maakt binnen NHTV, samen met de opleiding Game Architecture & Design, onderdeel uit van de Academy for Digital Entertainment. De missie van de opleiding M&EM is om haar studenten op te leiden tot beginnend professionals in het internationale werkveld van de media en entertainment industrie die zelfstandig complexe problemen kunnen analyseren, hiertoe kennis verwerven en zich kunnen verantwoorden naar de stakeholders van het werkveld. De opleiding leidt op voor productie- of commerciële functies in de media- en entertainmentindustrie. De opleiding is in 2002 van start gegaan. Het curriculum wordt geheel in het Engels verzorgd, hetgeen de mogelijkheid biedt aan buitenlandse studenten om deel te nemen. Internationale uitwisseling vormt ook overigens een vast onderdeel van de opleiding. In een typisch internationaal werkveld ziet de visitatiecommissie dit als een sterk punt van de opleiding. Het visitatieteam is onder de indruk van de aanwezige faciliteiten, en met name de goede benutting daarvan in het curriculum. Door de aanwezige faciliteiten beschikbaar te stellen voor alle leergangen, vanaf jaar 1 dag 1, worden praktijk en opleiding dicht bij elkaar gebracht. De uitgevoerde projecten van meerderejaars zijn rechtstreeks ten dienste van het bedrijfsleven, en programmavoorstellen worden soms gekocht door productiemaatschappijen. Het visitatieteam heeft op grond van de goede verwevenheid van praktijk en opleiding het didactisch concept als excellent aangemerkt. De relatief jonge opleiding is in 2002 gestart met een ‘verse’ ploeg aan docenten. Dit heeft als positief gevolg, dat docenten zeer recente praktijkervaring inbrengen. Verbeteringen zijn er ook gevonden tijdens de visitatie. In de ogen van de commissie kan de opleiding verbeteren door een verdere integratie te bewerkstelligen ten aanzien van de uitvoerende en de financiële onderwerpen. Verder zou de beoordeling van toetsen en werkstukken wat verder uitgebreid kunnen worden, door bijvoorbeeld daarin ook creatieve aspecten te betrekken en te overwegen of de invoering van een puntenstelsel leidt tot verdere stimulering van de studenten. Alles bij elkaar heeft de visitatiecommissie een goed uitgewerkte, op internationale leest geschoeide opleiding gezien, waarbij zonder enig voorbehoud alle onderwerpen positief beoordeeld zijn. Ook “Innovatieve beroepsgerichtheid in een internationale context”als bijzonder kenmerk en bijzondere kwaliteit zijn door de visitatiecommissie positief beoordeeld. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de opleiding Media & entertainment Management van de NHTV aan alle vereisten van het NVAO beoordelingskader voldoet.
Pagina 3 van 52 International Media & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Overzicht van beoordelingen voltijd opleiding Onderwerp en facet Doelstellingen opleiding
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie HBO
Programma
Eisen HBO Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
Inzet van personeel
Eisen HBO Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
Interne kwaliteitszorg
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
Certiked beoordeling positief voldoende voldoende voldoende positief goed goed voldoende voldoende goed voldoende excellent goed positief goed goed goed positief goed goed positief goed goed goed positief voldoende voldoende
Beoordeling bijzonder kenmerk “Innovatieve beroepsgerichtheid in een internationale context”: positief. Beoordeling bijzondere kwaliteit: positief.
Pagina 4 van 52 International Media & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven. Daarbij dient in ogenschouw genomen te worden, dat voldoende te interpreteren is als: voldoet aan de eisen. De waardering ‘goed’ wordt gegeven op het moment dat er duidelijk sprake is van een beoordeling die daar bovenuit stijgt. De waardering ‘excellent’ wil zeggen dat voor dat facet betreffende opleiding een voorbeeldfunctie in Nederland vervult.
Pagina 5 van 52 International Media & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
•
•
•
De opleiding Media & Entertainment Management (hierna M&EM) maakt binnen NHTV, samen met de opleiding Game Architecture & Design, onderdeel uit van de Academy for Digital Entertainment. De missie van de opleiding M&EM is om haar studenten op te leiden tot beginnend professionals in het internationale werkveld van de media en entertainment industrie die zelfstandig complexe problemen kunnen analyseren, hiertoe kennis verwerven en zich kunnen verantwoorden naar de stakeholders van het werkveld. De opleiding leidt op voor productie- of commerciële functies in de media- en entertainmentindustrie. Afgestudeerden hebben een brede blik en zijn functioneel gespecialiseerd. De afgestudeerde professional beschikt over het potentieel om zich te blijven ontwikkelen en door te groeien naar hogere managementfuncties. Ten tijde van de start van de opleiding, in 2002, heeft de opleiding een opleidingsprofiel ontwikkeld op grond van het destijds bestaande competentieprofiel, in combinatie met een literatuurstudie en interviews met functionarissen uit het werkveld, onder andere van MGM Studio’s Disneyland Orlando, Endemol Enterainment BV, TROS, NIKE, Media Academie, NOB en Broadcast Press. De opleiding in huidige vorm is samengesteld aan de hand van het beroepscompetentieprofiel dat ontwikkeld is binnen het landelijk platform voor opleidingen M&EM. Dit profiel, dat in 2006 in geactualiseerde vorm is verschenen, is samengesteld op basis van een beschrijving van het productieproces in de media- en entertainmentindustrie. De kerncompetenties van de media- en entertainmentmanager zijn als volgt omschreven: De media- en entertainmentmanager kan: - Content creëren of herkennen die continue blijven boeien; - Content vertalen in commerciële (crossmedia) concepten; - Multimediale technieken toepassen; - Productieprocessen managen; - Producten (internationaal) vermarkten. Deze kerncompetenties zijn geformuleerd op basis van twaalf onderliggende competenties, waarbij twaalf verschillende beroepsrollen behoren. 70% van alle M&EM-opleidingen is gelijk. De resterende 30% kan de opleiding gebruiken voor eigen profilering. De M&EM-opleiding van NHTV heeft ervoor gekozen zich te profileren als internationale opleiding. Daarnaast is content creatie, ofwel imagineering (bij imagineering gaat het om het creëren van een belevenis), een onderscheidend kenmerk van de opleiding. De twaalf competenties uit het beroepscompetentieprofiel zijn daarom aangevuld met een tweetal NHTV competenties met de bijbehorende rollen van imagineer en international manager. Zie bijlage 2 voor het volledige beroepscompetentieprofiel.
Pagina 6 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
• • •
• •
•
De twaalf competenties uit het landelijke beroepscompetentieprofiel zijn geformuleerd en vastgesteld in overleg met het werkveld. In eerste instantie heeft er een advertentieanalyse plaatsgevonden ten aanzien van de functie-eisen die gesteld worden aan sollicitanten voor functies waarvoor de opleiding M&EM opleidt. In tweede instantie zijn diepte-interviews gehouden met managers van bedrijven in de media- en entertainmentindustrie. Deze input is gebruikt bij het opstellen van het competentieprofiel. Voor validering is het profiel voorgelegd aan de opleidingsadviesraden van de verschillende opleidingen, wat heeft geleid tot een bijstelling. Het huidige competentieprofiel is van kracht tot 2010. De opleiding valt binnen het domein Bachelor of Business Administration. Voor dit domein zijn een achttal kenmerkende competenties opgesteld op basis van de landelijke opleidingskwalificaties. In een tabel heeft de opleiding de M&EM-competenties vergeleken met de BBA-competenties. Tevens is aangegeven waar de BBA-competenties aan bod komen in het curriculum. Het visitatieteam heeft hiervan kennis genomen en is van mening dat de uitwerking correct is. De opleiding richt zich niet slechts op de traditionele media- en entertainmentindustrie in enge zin, maar ook op nieuwe aanbieders van content, zoals grote merken die zich begeven op het vlak van de beleveniseconomie. Parallel aan het opstellen van het beroepscompetentieprofiel is in 2006 het document ‘Opleidingsmodel en leerplanschema’ ontwikkeld, waarin een beschrijving wordt gegeven van de inhoud en samenhang van het curriculum. Aan de opleiding is een lector verbonden. Hij is verantwoordelijk voor: - inhoudelijke curriculuminnovatie; - ontwikkelen en uitvoeren van plannen met betrekking tot kennisontwikkeling en verwerven van derdegeldstromen; - managen van het kennisontwikkelingsproces en functionele aansturing van de promovendi; - opzetten en uitvoeren van onderzoek; - vertegenwoordigen van de academie in de Academic Board. De opleiding heeft een breed netwerk aan werkveldcontacten opgebouwd door middel van het netwerk van aangetrokken medewerkers, gastsprekers, opdrachtgevers voor The Experience Factory, stages, afstudeeropdrachten en afstudeerders. In 2006 is de opleidingsadviesraad (OAR) opgericht. Ze vergaderen drie keer per jaar, onder andere over trends en ontwikkelingen in de media- en entertainmentindustrie, validering van het beroepsprofiel, benodigde aanpassingen, werkveldrelaties in te zetten onderzoekstrajecten en het verwerven van derde geldstromen. In de OAR hebben zitting: een internetprovider, een uitgeverij, televisieproducenten, een distributeur van DVD/video, een kabelexploitant en vertegenwoordigers van telecommunicatie, nieuwe media technologie en venture capital. De opleiding neemt deel aan het “Ruim baan voor talent”-experiment van het ministerie van OCW. Het experiment van M&EM houdt concreet een combinatie van selectieve toelating en collegegelddifferentiatie in. In de eerste plaats is een selectie-assessment opgezet, waarmee afgeleid van de competenties uit het beroepsprofiel de meest geschikte studenten kunnen worden geselecteerd. Daarnaast ligt het collegegeld van de opleiding € 475,- boven het landelijk vastgesteld collegegeld. De extra middelen die hierdoor worden gegenereerd, worden voor 50% besteed aan extra begeleiding binnen het leerbedrijf. 25% wordt besteed aan faciliteiten in de vorm van technische apparatuur en software en 25% aan kennisontwikkeling in de vorm van een aanstelling van een lector Media & Entertainment Management.
Pagina 7 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
De M&EM-opleiding heeft zich vergeleken met de Filmacademie. Uit die vergelijking blijkt dat de Filmacademie meer gericht is op content in enge zin. M&EM-studenten ontwikkelen een meer commerciële en crossmediale blik. Het gaat in de M&EM niet alleen om content, maar om het geheel, inclusief commercie. Vanwege de combinatie van een commerciële en crossmediale insteek van de NHTV-opleiding zien zij zowel nationaal als internationaal weinig vergelijkingsmogelijkheden met andere (HBO-)opleidingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van de bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de eindkwalificaties aansluiten bij de eisen die door de beroepspraktijk en vakgenoten worden gesteld en dat nieuwe ontwikkelingen periodiek aan de orde worden gesteld. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
De Dublin Descriptoren zijn, op Europees niveau, de norm met betrekking tot eindkwalificaties van bacheloropleidingen. De Dublin Descriptoren zijn verwerkt in de kerncompetenties van het beroepscompetentieprofiel. In het opleidingsprofiel is de samenhang tussen de eisen van het internationale bachelorniveau en de M&EM-competenties als volgt weergegeven: Kennis en begrip zijn benodigd op het gebied van de media- en entertainmentindustrie, markt en vraag, alsmede methodieken om deze in kaart te brengen, bedrijfsprocessen en de aansturing ervan, technologische ontwikkeling en maatschappelijke en ethische aspecten van media- en entertainment. Toepassing van kennis en begrip vindt plaats bij het creëren van de verschillende beroepsproducten die genoemd zijn. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager is in staat mee te werken bij de conceptontwikkeling en een bijdrage te leveren aan de uitvoering van het productieproces en de vermarkting van het eindproduct. Het verzamelen van data en op basis hiervan projectmatig werken en reflecteren op het beroepsmatig handelen is een van de wezenskenmerken van het werken in media- en entertainmentindustrie. De media- en entertainmentmanager dient resultaat gericht, met toepassing van moderne productiemethoden te functioneren in een team. Daarbij dient hij zich bewust te zijn van de maatschappelijke impact en de ethische aspecten van het werk dat hij voortbrengt. Communicatie is van groot belang, juist door het teamwork binnen de media- en entertainmentindustrie. De media- en entertainmentmanager levert een bijdrage aan conceptontwikkeling en planning, communiceert hierover met collega’s en externe partijen, werkt op basis van een vastgesteld concept en weet concepten te onderbouwen en op basis van argumenten aan te passen. Op het belang van leervaardigheden is benadrukt door deze als afzonderlijke beroepscompetentie. In de game-industrie zijn zowel markt als productietechniek zijn voortdurend in beweging. Bacheloropleidingen kunnen daarom niet volstaan met overdragen van kennis en vaardigheden, maar dienen zich eveneens te richten op vaardigheden voor het onderhouden van de kennis- en vaardighedendatabase van de student.
Pagina 8 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
Door de opleiding is in een uitwerking aangegeven op welke manier de Dublin Descriptoren zichtbaar zijn in het programma. Het visitatieteam heeft hiervan kennis genomen en is van mening dat dit herkenbaar is. De uitwerking maakt voldoende aantoonbaar dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de Dublin Descriptoren. Het bewaken van het hbo-niveau vindt ook achteraf plaats. Kortweg gebeurt dit op de volgende manieren: - Intern vindt bewaking van het hbo-niveau plaats door uitwerking van het toetsbeleid; - Externen worden ingeschakeld bij het mondelinge examen ter afsluiting van het afstudeerproject; - Het bedrijfsleven is betrokken bij het bewaken en beoordelen van het niveau van de student bij praktijkonderdelen, zoals de stage en The Experience Factory; - Er vindt regelmatig onderzoek onder stagebedrijven, afstudeerbedrijven en werkgevers plaats omtrent de mate van inzetbaarheid van de studenten; - In schriftelijke evaluaties, studenttevredenheidsonderzoeken en studentenpanels wordt gecontroleerd of het hbo-niveau ook volgens de student is gehaald.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam concludeert op grond van de bevindingen dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij het HBO-bachelorniveau. Het visitatieteam baseert zich daarbij op de Dublin Descriptoren voor de HBO-bachelor en stelt vast dat deze evenwichtig en adequaat in de kwalificaties van de opleiding verwerkt zijn. Vooraf en achteraf wordt het hbo-niveau actief bewaakt. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Niveau’ daarom als voldoende.
1.3 Oriëntatie HBO De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een HBO-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een HBO-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
•
De eindkwalificaties zijn mede opgesteld naar aanleiding van een analyse van functie-eisen van relevante vacatures. Tevens hebben er interviews plaatsgevonden met beroepsbeoefenaren. In het landelijke beroepsprofiel is de relatie tussen de eindkwalificaties en Dublin Descriptoren uitgewerkt. Een herziening van de eindkwalificaties zal automatisch leiden tot een heroriëntatie ten aanzien van de Dublin Descriptoren. Alumni zijn van mening dat de doelstellingen en eindkwalificaties aansluiten bij het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. Ook stagebedrijven zijn positief over de competenties van de studenten. Het werkveld is van mening dat de aangeboden competenties van belang zijn (score van 4.2 op een vijfpuntsschaal). Afgestudeerden vinden relatief snel een baan binnen het werkveld waarvoor zij zijn opgeleid. De aansluiting met het universitaire onderwijs is eveneens adequaat. De mate waarin de eindkwalificaties aansluiten bij actuele ontwikkelingen in het werkveld bespreekt de opleiding frequent met de OAR.
Pagina 9 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
Om te waarborgen dat de opleiding qua inhoud en niveau startbekwame (beginnende) beroepsbeoefenaren aflevert, zijn de competenties in de vorm van beoordelingscriteria expliciet opgenomen in de beoordeling van het reflectieverslag behorend bij de afstudeeropdracht.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De eindkwalificaties zijn ontleend aan een in samenspraak met het werkveld ontwikkeld competentieprofiel, waarvan het niveau overeenstemt met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar. Bij de beoordeling of de kwalificaties daar nog steeds bij aansluiten betrekt de opleiding signalen van diverse relevante partijen. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Oriëntatie HBO’ als voldoende. Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ De opleiding is geënt op eindkwalificaties die aansluiten bij de eisen van het vak, de beroepspraktijk en het bachelorniveau. Alle facetten van het onderwerp doelstellingen zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp Doelstellingen Opleiding als positief.
Pagina 10 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen HBO Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
•
•
Het past binnen de onderwijsvisie van NHTV om studenten een systematische werkwijze voor hun beroepsleven mee te geven, waarin zij als kenniswerker zullen functioneren. De studenten ontwikkelen een aanpak waarmee ze de kernproblemen in het beroepenveld gestructureerd aanpakken. Ze leren relevante kennis en theorieën te zoeken, te interpreteren en te gebruiken in hun ontwerp of ontwikkeling van een probleemaanpak. De literatuurlijst van de opleiding bevat zowel verplichte als aanbevolen literatuur. De verplichte literatuur ligt ten grondslag aan de competenties en leerdoelen. Daarnaast kan de student relevante tijdschriften in de mediatheek en ter beschikking gestelde databanken raadplegen als informatiebron. Literatuurstudie vormt tevens een vast gedeelte van het onderzoeksprogramma in het vierde studiejaar. In diverse projecten en studieopdrachten maken studenten gebruik van vakbladen, internetbronnen en andere literatuur. Zij moeten het gebruik van deze bronnen aantonen in hun verslaglegging. In de eerste twee studiejaren worden delen van onderzoek uitgevoerd aan de hand van opdrachten die in de verschillende cursussen zijn geïntegreerd. Het gaat om praktijkcases en opdrachten waarbij gegevens worden verzameld via literatuur, internet, vakbladen en soms ook via kleinschalig onderzoek. In het derde jaar hebben studenten de mogelijkheid aan onderzoek te werken tijdens de stage. In het vierde jaar wordt onderzoek gedaan tijdens het afstuderen. De opleiding is van plan meer aandacht te schenken aan onderzoek binnen het programma, onder andere door de aanstelling van een lector. De relatie met de actuele beroepspraktijk is op verschillende manieren aantoonbaar. In de studiegids wordt de relatie van de betreffende cursus met andere cursussen en het toekomstige beroepenveld beschreven. Er worden docenten geworven uit de beroepspraktijk. Ook bestaat de mogelijkheid voor docenten om een docentstage te volgen. De student komt in aanraking met de beroepspraktijk doordat tijdens de opleiding gastcolleges, excursies en brancheorganisatiedagen worden georganiseerd. Praktijkervaring doen de studenten op door middel van The Experience Factory-opdrachten, stage en het afstudeerproject. Ook treden werkveldvertegenwoordigers op als externe gecommitteerden bij het afrondende examen. Actuele ontwikkelingen in het vakgebied worden gevold door deelname aan het landelijk platform Media & Entertainment Management. Het competentieprofiel wordt iedere vijf jaar geactualiseerd. Tevens adviseert de OAR over nieuwe ontwikkelingen in relatie tot het onderwijsprogramma. Actualisatie op opleidingsniveau is de verantwoordelijkheid van het management team. Op cursusniveau zijn de individuele docenten verantwoordelijk. Bij actuele kwesties op cursusniveau wordt ook het ethische aspect belicht.
Pagina 11 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
• •
Naast standaardliteratuur gebruikt de opleiding zelf ontwikkeld studiemateriaal. De opleiding ontleent studiemateriaal aan de beroepspraktijk via bedrijven, overheden en andere organisaties die de opleiding voorzien van literatuur, sheets, rapporten en software. De ontwikkeling van beroepsvaardigheden vormt gedurende de opleiding een continu proces. In praktijkopdrachten (The Experience Factory, stage, afstudeeropdracht) ontwikkelen studenten hun (beroeps)vaardigheden. Het volgen van trainingen, voeren van gesprekken met opdrachtgevers en bezoeken van diverse bedrijven draagt daar ook aan bij.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding maakt gebruik van algemeen geaccepteerde vakliteratuur. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding in ruime mate gebruik maakt van aan de beroepspraktijk ontleende projecten in The Experience Factory. Door het projectonderwijs worden de studenten veelvuldig geconfronteerd met de beroepspraktijk. Tevens wordt goed aangesloten bij de actualiteit in het werkveld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen HBO’ daarom als goed.
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Het curriculum van de opleiding M&EM is op te delen in vier fasen. De eerste fase is het basisprogramma, dat wordt vormgegeven in het eerste en tweede jaar. Doel ervan is het gehele competentieprofiel te doorlopen op een niveau dat de student operationeel inzetbaar is in een mediaof entertainmentbedrijf. De tweede fase is die van praktijkleren op operationeel niveau. Dit vindt plaats in de stage, waarin de student meewerkt in een media- en entertainmentbedrijf. Daarnaast wordt in de stage, door middel van NHTV-opdrachten de student gevraagd te beschrijven op welke wijze de functies die het onderwerp waren van het basisprogramma in de praktijk te beschrijven. De derde fase is het specialisatieprogramma. Dit vindt plaats in de tweede helft van het derde jaar en de eerste helft van het vierde jaar. De student kiest voor een specialisatie: Media & Imagineering of Productie & Imagineering. Contentvakken zijn voor beide specialisaties belangrijk en daarom is dat geen aparte afstudeerrichting. De specialisatiefase bestaat uit: - gemeenschappelijke basiscursussen die een hoger abstractieniveau hebben dan de cursussen in de eerste twee jaar; - specialisatiecursussen binnen de gekozen specialisatie; - The Experience Factory-opdrachten gerelateerd aan de specialisatiecursussen.
Pagina 12 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
• •
•
•
•
•
•
De vierde en laatste fase is die van praktijkleren op operationeel/tactisch niveau. Het programma wordt afgesloten met een afstudeerproject, waarin de nadruk ligt op onderzoeks- en managementvaardigheden. De student dient in zijn afstudeerwerkstuk aan te tonen dat hij in staat is bedrijfsproblemen op te lossen op een niveau dat van een beginnen beroepsbeoefenaar verwacht mag worden. Het visitatieteam heeft een toelichting op de inhoudelijke invulling van het programma ontvangen. Na hiervan kennis te hebben genomen constateert het visitatieteam dat de verschillende fasen herkenbaar zijn in het programma. In plaats van een keuze uit de M&EM-specialisaties hebben studenten eveneens de mogelijkheid om in het vierde jaar te kiezen voor een minor. De minor heeft een omvang van 15 EC en wordt aangeboden in het eerste blok van het vierde jaar. De student kan een keuze maken uit verschillende verbredingsminoren, waaronder een doorstroomminor naar een Masteropleiding. Studenten wordt tevens de mogelijkheid geboden om een uitwisselingsprogramma van een half jaar te volgen aan een universiteit in het buitenland waarmee NHTV een samenwerkingsovereenkomst heeft. De opleiding beslist of een (nieuwe) partner, al dan niet aangedragen door het Strategisch Centrum Internationalisering, geschikt is voor haar studenten. Dit gebeurt onder andere op grond van de aansluiting van de onderwijsprogramma’s. Het programma dat door de student elders wordt gevolgd, dient vooraf goedgekeurd te worden. Uitvoering hiervan gebeurt door het International Office. Er kunnen maximaal 30 EC in het buitenland behaald worden. Het visitatieteam heeft kennis genomen van een matrix, waarin competenties uit het landelijk document zijn afgezet tegen clusters van cursussen uit het M&EM-curriculum van NHTV. Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de eindkwalificaties voldoende terugkomen in het programma. Per cursus zijn leerdoelen geformuleerd die voldoende diepgang en breedte hebben. Het geheel aan leerdoelen dekt de eindkwalificaties adequaat. De managementcomponent van de opleiding komt onder andere terug in The Experience Factory, bijvoorbeeld bij het formuleren van budget. Studenten worden aangemoedigd om niet alleen te denken aan kosten, maar ook na te denken over een manier om de kosten terug te verdienen en wie hiervoor benaderd kunnen worden als sponsor. Met ingang van het studiejaar 2006/2007 wordt ook een vak Business Models aangeboden. Ondanks de huidige wijze waarop de opleiding aandacht besteedt aan de managementcomponent is het visitatieteam van mening dat het integrale businessaspect nadrukkelijker onderdeel kan zijn van The Experience Factory-opdrachten De opleiding wordt opgezet vanuit een internationaal perspectief. Het onderwijs is Engelstalig. Studenten worden tevens gestimuleerd internationale ervaring op te doen. Het grootste deel van de cursus Televisieproductie wordt gevolgd aan de Northern Arizona University in Flagstaff, Arizona. De cursus en beoordelingscriteria zijn ontwikkeld in samenwerking tussen NHTV en NAU. Bijna alle studenten doen op deze wijze internationale ervaring op. Het zeer beperkte aantal studenten dat bijvoorbeeld om financiële redenen niet kan deelnemen aan de reis naar Flagstaff voert inhoudelijk een identiek programma uit onder andere bij Omroep Brabant. Studenten hebben, naast de mogelijkheid om een uitwisselingsprogramma van een half jaar aan een buitenlandse universiteit te volgen, ook de mogelijkheid om stages en afstuderen in het buitenland te doen. Dit wordt gestimuleerd door middel van een intervisiegroep in het tweede jaar.
Pagina 13 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
• •
•
•
Doordat studenten van verschillende nationaliteiten met elkaar samenwerken in opdrachten van The Experience Factory ervaren ze in de praktijk de culturele verschillen. Een andere manier waarop studenten culturele verschillen in de praktijk ervaren is doordat ze opdrachten voor The Experience Factory doen die gericht zijn op verschillende culturele doelgroepen. Studenten zien het als meerwaarde dat ze op deze manier bewust worden gemaakt van culturele verschillen. Juist omdat studenten het als meerwaarde ervaren en de bewustwording leidt tot nieuwe inzichten adviseert het visitatieteam de opleiding dit aspect bewuster in te zetten en het meer expliciet te maken door het bijvoorbeeld integraal onderdeel te laten zijn van het didactisch concept. Overige manieren waarop aan internationalisering vorm wordt gegeven binnen de opleiding: - Internationaal vergelijken van mediastelsels in de cursus Introductie tot de media- en entertainmentindustrie; - Aandacht voor (inter)culturele elementen in de communicatie; - Gebruik van internationale cases en voorbeelden in diverse cursussen; - Aantrekken van buitenlandse studenten en docenten. Gestreefd wordt naar 25% buitenlandse studenten en 20% buitenlandse docenten; - Organiseren van een internationale week voor eerstejaars studenten, waarin bewustwording centraal staat. Uit het studenttevredenheidsonderzoek van 2006 bleek dat studenten tevreden zijn over de mogelijkheid tot uitwisselingsprogramma’s, maar gematigd tevreden zijn over de mogelijkheid om in het buitenland stage te lopen. De opleiding verklaart het verschil in scores doordat het uitwisselingsprogramma geheel door NHTV wordt georganiseerd, terwijl de student zelf een inspanning moet doen om in het buitenland stage te kunnen lopen. Het programma wordt geëvalueerd aan de hand van schriftelijke evaluaties en panelgesprekken die worden gevoerd met studenten. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten en alumni bleek dat het zwaartepunt ligt bij televisie en in iets mindere mate bij film. Studenten en alumni vinden dat het accent niet te veel bij televisie moet liggen, maar dat er ook voldoende aandacht moet zijn voor andere disciplines, zoals radio, theater en musical. De opleiding blijkt echter flexibel te zijn en studenten afdoende mogelijkheden te bieden het programma volgens eigen interesse in te richten. Door middel van gastcolleges probeert de opleiding eveneens andere branches aan bod te laten komen. Studenten geven aan dat de evenwichtige combinatie van theorie en praktijk en The Experience Factory, met echte opdrachtgevers, voor hen belangrijke redenen zijn geweest om ervoor te kiezen M&EM aan de NHTV te doen. Tijdens de opleiding zijn ze hier nog steeds enthousiast over. Ook het feit dat de opleiding in het Engels is en de hogeschool een internationale uitstraling heeft hebben een rol gespeeld bij de studiekeuze. Studenten voelen zich tijdens de opleiding gestimuleerd in het opdoen van buitenlandse ervaring. Wel zouden ze het prettig vinden om reeds binnen de opleiding, vooraf aan een internationale stage of uitwisseling, te leren hoe het is om met iemand van een andere cultuur om te gaan. De opleiding is in het Engels en studenten leren in het Engels te communiceren, zowel mondeling als schriftelijk. Niettemin zullen studenten ook in het Nederlands adequaat moeten communiceren. Het visitatieteam merkt op dat de aandacht voor Engelse taalvaardigheid een pluspunt is van de opleiding, maar dat de opleiding ervoor dient te waken dat dit niet ten koste gaat van de Nederlandse taalvaardigheid.
Pagina 14 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat er sprake is van een relatie tussen de doelstellingen van de opleiding en de inhoud van het programma: de doelstellingen worden door de inhoud afgedekt. Evaluatie van de modulen vindt in voldoende mate plaats. De opleiding geeft krachtig invulling aan het aspect internationalisering waardoor vrijwel alle studenten gedurende hun opleiding internationale ervaring opdoen. Dit past bij de internationale uitstraling van de hogeschool. Alles samengenomen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ als goed.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
Samenhang in het programma wordt op drie manieren gerealiseerd, namelijk door: 1. de integratieopdrachten in de integrale leerlijn (concreet: The Experience Factory); 2. de opbouw in het curriculum in een drietal samenhangende inhoudelijke thema’s met integratiecursussen en; 3. de elementen uit de NHTV-onderwijsvisie in het programma te verweven. Ad. 1. De integrale leerlijn: Het toepassen van theoretische concepten vormt een belangrijk onderdeel van het programma. Systematische reflectie en verbetering vinden plaats in het kader van het doorstroomassessment (zie hiervoor facet 2.8). Ad. 2. Inhoudelijke thema’s: Uit de omschrijving van de beroepscompetenties heeft de opleiding afgeleid dat de belangrijkste elementen van de functie bestaan uit content creatie, marketing en mediaproductie. Voor deze drie elementen geldt dat relevante onderwerpen in diverse cursussen aan de orde. De vaardigheden worden in deze leerjaren geïntegreerd in opdrachten van The Experience Factory. In de specialisatiefase vindt verdieping van de competentie plaats middels cursussen. Studenten bewijzen hun vaardigheid voor externe beoordelaars in de laatste opdracht binnen The Experience Factory, die ook marketing georiënteerd is. Ad. 3. Curriculum en onderwijsvisie: De onderwijsvisie, die is afgeleid van de NHTV-strategie, bevat als karakteristieke elementen imagineering, kennisontwikkeling en internationalisering. - Imagineering: hier wordt invulling aan gegeven door theoretische aspecten van imagineering onderdeel te maken van het curriculum en door een sterke focus op content(creatie). - Kennisontwikkeling: een afgestudeerde hbo’er dient in de visie van de opleiding in staat te zijn, behalve het leveren van een bijdrage aan het productieproces binnen media- en entertainmentbedrijven, ook voorstellen te doen voor verbetering van producten en productieprocessen. Onderzoeksvaardigheden zijn hierbij volgens de opleiding onontbeerlijk. Daarom heeft onderzoek een belangrijke plaats in het curriculum, bijvoorbeeld in cursussen, stage, afstudeeropdracht en als onderdeel van de doorstroomminor voor studenten die na afronding van de opleiding een masterprogramma willen volgen. - Internationalisering: het programma is Engelstalig, een deel van de docenten en studenten komen uit het buitenland en vrijwel alle studenten doen internationale ervaring op door een deel van de cursus Televisieproductie te doen aan de Northern Arzizona University in Flagstaff (zie facet 2.2 voor een opsomming van alle internationaliseringselementen in de opleiding).
Pagina 15 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
Om de samenhang in het programma en binnen modules te waarborgen is per cursus een eindverantwoordelijke aangewezen. Wat betreft The Experience Factory ligt de coördinatie bij één van de docenten. Per leerjaar is een jaarcoördinator die verantwoordelijk is voor de operationele organisatie van het onderwijs. De jaarcoördinator voert regelmatig overleg met de supervisors van projecten. Eén van de medewerkers praktijkopdrachten is verantwoordelijk voor het werven van externe opdrachten. De onderdelen in de opleiding bouwen op een logische wijze op elkaar voort, waarbij de complexiteit toeneemt naarmate de opleiding vordert. Dit is niet alleen herkenbaar in het theoretisch deel van de opleiding, maar ook in de praktijkcomponent.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van haar bevindingen stelt het visitatieteam vast dat er sprake is van een samenhangend curriculum. Onderdelen van het programma bouwen logisch op elkaar voort en de moeilijkheidsgraad neemt geleidelijk toe, zowel in theorie als praktijk. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Samenhang’ als ‘voldoende’.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • • • • •
Er is een vaste leerroute opgesteld waarbinnen de vakken één keer per jaar gedoceerd worden. Studenten ontvangen voor aanvang van een blok het lesrooster voor die periode. Het onderwijsmateriaal wordt beschikbaar gesteld via de elektronische leeromgeving N@tschool. In de studiegids wordt een beschrijving gegeven van elk studieonderdeel (cursus of training). De opleiding biedt van iedere cursus per collegejaar één reguliere toets en één herkansing aan. De toetsplanning wordt per blok bekend gemaakt aan de studenten. De spreiding van de studielast is zodanig dat de student kan voldoen aan de vorm voor de studievoortgang van de Wet Studiefinanciering. De verdeling van de studielast staat beschreven in het OER. Bij de ontwikkeling van het programma is uitgegaan van een 40-urige studieweek. Het aantal onderwijscontacturen neemt in de loop van de studie af en het aantal uren dat zelfstandig wordt gewerkt aan opdrachten neemt toe. Door middel van round tables (panelgesprekken) onderzoekt de opleiding in welke mate de studenten het programma studeerbaar vinden. Ook wordt met studenten die tussentijds uitvallen een exitgesprek gevoerd. Naar aanleiding hiervan kunnen aanpassingen worden aangebracht aan het programma. Alle studenten hebben een mentor die beschikt over gegevens uit het studievoortgangsysteem. De voortgang wordt aan het einde van ieder blok besproken in de mentorgesprekken. Gezamenlijk kijken student en mentor welke acties moeten worden ondernomen in geval van studievertraging. Bij persoonlijke problemen die de studievoortgang (kunnen) belemmeren verwijst de mentor de student door naar de decaan.
Pagina 16 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
Een bindend negatief studieadvies wordt gegeven als studenten: - aan het einde van het eerste studiejaar minder dan 48 studiepunten hebben behaald; - aan het einde van het tweede studiejaar het propedeusegetuigschrift niet hebben behaald. Van deze regel kan worden afgeweken op basis van door de decaan ingebrachte bijzondere omstandigheden. Om studenten te stimuleren studieachterstand snel weg te werken is de regel in het OER opgenomen dat niet kan worden begonnen aan de stage of het afstuderen wanneer de studieachterstand groter is dan 6 EC’s. Om het mogelijk te maken een eventuele achterstand snel in te halen worden in het eerste blok van het derde jaar voor studenten die niet op stage mogen extra herkansingsmogelijkheden opgenomen. In het begin van het vierde jaar maken studenten met een studieachterstand een studieplanning. Op basis van deze planning kan, als het reguliere rooster hier niet in voorziet, bij de examencommissie een verzoek ingediend worden voor extra tentamenkansen. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde bleek dat studenten over het algemeen positief zijn over de studiebelasting. “Als je de studie goed bijhoudt dan is het goed te doen”, zeggen ze.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat het programma studeerbaar is en dat de opleiding voldoende alert is op factoren die de studielast en studeerbaarheid beïnvloeden. De opleiding neemt adequate maatregelen om te voorkomen dat de studenten studievertraging oplopen. Daarom beoordeelt zij het facet ‘Studielast’ als voldoende.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: VWO, HAVO, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • •
Studenten met een vooropleiding mbo niveau 4, havo (alle profielen) of vwo (alle profielen) zijn toelaatbaar tot de opleiding. Afhankelijk van het havo- of vwo-profiel worden Economie 1 en/of M&O geadviseerd als aanvullende vakken. Met een mbo- of vwo-opleiding is het mogelijk de opleiding in drie jaar te doorlopen. In het kader van het experiment ‘Ruim baan voor talent’ kan de opleiding 100% van zijn studenten selecteren. Met het selecteren van de studenten voor de opleiding M&EM wordt bereikt dat: - de startende student een beter beeld heeft van de opleiding; - de best toegeruste studenten worden aangenomen; - het ingangsniveau van de startende studenten beter aansluit; - het onderwijs hierdoor op een hoger niveau gegeven kan worden; - meer studenten hun propedeuse in één jaar halen; - de studenten sneller afstuderen; - de kansen op de arbeidsmarkt worden vergroot.
Pagina 17 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
•
Om een goede selectie te bewerkstellingen zet de opleiding een digitaal assessment in, dat bestaat uit de volgende onderdelen: - Het self-assessment, waarin de interesses van de potentiële student worden gemeten; - De sollicitatiebrief. Met behulp hiervan worden onder andere de Engelse schrijfvaardigheid, de kennis van het veld, de interesse in het vakgebied en de creativiteit beoordeeld; - Het curriculum vitae, waarmee beoordeeld wordt op vooropleiding, Engels, Economie, kennis van media in brede zin, eerder opgedane ervaring, creativiteit en interesses in relatie tot de opleiding; - De voorkennistoets, die wordt gebruikt om specifieke kennis op het gebied van marketing, productie, Engels en Economie te toetsen. Na deze eerste selectie kunnen maximaal 250 studenten doorgaan naar de laatste fase van de selectie, die bestaat uit: - De groepsopdracht, waarbij de potentiële student samen met negen andere potentiële studenten een opdracht uitvoert, die een directe relatie heeft met de opleiding. Tijdens de groepsopdracht wordt de student geobserveerd op zijn rol in het groepsproces, zijn Engelse spreekvaardigheid en zijn inzet; - Het interview. Tijdens het interview wordt nader ingegaan op de brief en het curriculum vitae. Hiermee wordt een beter beeld verkregen van de motivatie van de student om deze opleiding te doen en zijn Engelse spreekvaardigheid wordt getoetst. Voor studenten die 21 jaar of ouder zijn, is toelating mogelijk op basis van algemene ontwikkeling, ervaring en motivatie. De student neemt deel aan de reguliere selectieprocedure waarbij een capaciteitentest, een intakegesprek en deelname aan groepsopdrachten worden afgenomen. Deelname aan de selectiedagen wordt gezien als intake-assessement waarin wordt bepaald of de student wordt toegelaten. De opleiding stelt zich ten doel een instroom van buitenlandse studenten van 25% te realiseren. In de praktijk ligt het percentage iets lager, tussen 15 en 25%. Instroom is mogelijk in het eerste en tweede jaar. Daarnaast volgen uitwisselingsstudenten een programma van een half jaar. Diploma’s van buitenlandse studenten worden gecontroleerd en gewaardeerd door het International Office. Wanneer een (Nederlandse) zij-instromer zich meldt bij de opleiding wordt getoetst of de eindkwalificaties van de elders behaalde diploma’s en certificaten vergelijkbaar zijn met de eindkwalificaties van de propedeuse M&EM van NHTV. Zij-instroom is mogelijk wanneer het een economische opleiding betreft. Ook wordt gekeken naar motivatie, beheersing Engelse taal, werkervaring en aansluiting curriculum, conform de selectieprocedure. In geval van een positief toetsresultaat stroomt de zij-instromer in het tweede jaar van de opleiding in, eventueel met aanvullende vrijstellingen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding hanteert een uitgebreide selectieprocedure en is gericht op zoek naar goede studenten. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Instroom’ als goed.
Pagina 18 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • •
• •
Het onderwijsprogramma omvat een vierjarig programma en beslaat 240 creditpoints. Studenten van een verwante mbo-opleiding of met een vwo-vooropleiding kunnen deelnemen aan een verkort traject. Ieder jaar is opgedeeld in vier onderwijsperioden. De duur van iedere onderwijsperiode is tien weken. De eerste zeven weken zijn collegeweken. De achtste week is een studieweek, de daaropvolgende week vinden de tentamens plaats. De laatste week is bedoeld voor hertentamens, excursies en mentorgesprekken. Door middel van de elektronische leeromgeving N@tschool wordt de voortgang van de student gevolgd. De opleiding evalueert per periode de werkelijke studielast van de afzonderlijke modulen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studieduur’ als voldoende.
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Het didactisch concept van de opleiding is vormgegeven volgens het leerlijnenmodel van De Bie en De Kleijn (zie facet 2.3). Dit model onderscheidt vijf leerlijnen: de integrale, conceptuele, vaardigheden-, ervarings/reflectie- en studieloopbaanleerlijn. Dit biedt de mogelijkheid verschillende werkvormen in het programma te combineren en het onderwijs te structureren in onderwijsvormen waarin het verwerven van competenties centraal staat. In de integrale leerlijn verwerven de studenten de competenties. Daartoe werken studenten gedurende hun hele studie een dag in de week op een ingerichte werkplek van ‘The Experience Factory’ aan uit de praktijk geworven opdrachten. Studenten kunnen hierbij gebruik maken van faciliteiten op professioneel niveau, zoals een draadloos netwerk, software, licht- en geluidapparatuur, editfaciliteiten en stockmateriaal. Dit leerbedrijfconcept is uniek in Nederland. In de propedeuse wordt binnen de The Experience Factory gewerkt aan interne opdrachten: het zijn virtuele opdrachten van virtuele klanten. Studenten leren zo in een beschermende omgeving projectmatig en in teamverband werken. Ze passen kennis en vaardigheden uit verschillende cursussen toe en leren de verschillende fasen in de realisatie van media- en entertainmentproducten kennen.
Pagina 19 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
•
•
•
•
Na de propedeuse werkt de student binnen de The Experience Factory aan opdrachten van externe opdrachtgevers. Het doel hiervan is studenten te laten beseffen dat klantwensen en consumentenwaarden centraal staan bij de uitwerking van een opdracht. Ze leren te communiceren en interacteren met opdrachtgevers, uiteindelijk leidend tot een eindresultaat waarmee de opdrachtgever tevreden is. Tevens bieden de opdrachten de mogelijkheid om geleerde theorie en vaardigheden geïntegreerd toe te passen. Het gaat om echte klanten, maar de begeleider/supervisor controleert het eindproduct voordat het wordt opgeleverd. Opdrachten zijn kleinschalig. In het derde jaar wordt ernaar gestreefd dat binnen de The Experience Factory meer omvangrijke opdrachten worden uitgevoerd. De opdrachten zijn complexer, de kwalitatieve eisen aan het eindresultaat en de omvang van de teams nemen toe. Opdrachten zijn ook gekoppeld aan de eigen specialisatie. De studiebelasting van de opdrachten is in het derde jaar twee keer zo hoog als in de eerste twee jaar. In het vierde jaar is een The Experience Factory-opdracht een afsluitende opdracht waarbij competenties uit de gehele studie geïntegreerd worden toegepast. De student moet hiermee aantonen de competenties op bachelor-niveau te beheersen. De grote Nederlandse productiemaatschappij IDTV fungeert als opdrachtgever. Zoals in facet 2.2 ook al genoemd is, zou er binnen de opdrachten van The Experience Factory nadrukkelijk aandacht kunnen komen voor het integrale businessaspect (niet alleen de focus op budgetberekening). Daarnaast is het het visitatieteam opgevallen dat de opdrachten van The Experience Factory met name ten doel hebben om de studenten het voor de opdracht benodigde proces te leren kennen. De inhoudelijke kwaliteit en creativiteit zijn minder van belang. Het visitatieteam is van mening dat creativiteit in het werkveld waar deze studie voor opleidt de mogelijkheid biedt je te onderscheiden van de rest en om die reden dus explicieter gestimuleerd zou mogen worden in The Experience Factory-opdrachten. De conceptuele leerlijn is erop gericht dat studenten werkmodellen leren toepassen. Dit wordt bereikt door middel van de cursussen. Het accent ligt op kennisinhoud, maar meer in de zin van het aanreiken van standaardprocedures voor het oplossen van praktijkproblemen dan het bijbrengen van feitenkennis. Alles wordt zoveel mogelijk geplaatst in de context van de beroepspraktijk. Ook in de vaardighedenleerlijn bekwamen studenten zich in praktische vaardigheden samenhangend met het toekomstige beroep. Tot deze leerlijn worden de trainingen gerekend. De vaardigheidstrainingen hebben enerzijds betrekking op communicatie (Engels, schriftelijke en mondelinge communicatie, gespreks- en presentatietechnieken, redactionele vaardigheden) en anderzijds op mediaproductie (beeldbewerking, webdesign, pre-productie, productie en postproductie van Audio en Video, televisieproductie). Elk jaar zijn twee clusters van vaardigheidstrainingen opgenomen, één op het gebied van communicatieve vaardigheden en één op het gebied van mediaproductietechnieken. Tot de ervarings-reflectieleerlijn behoren de stage en de afstudeeropdracht. In deze curriculumonderdelen wordt het binnen de opleiding geleerde toegepast in een bedrijfsmatige omgeving waarvoor de beroepspraktijk als leeromgeving essentieel is. De stage vindt plaats in het derde jaar en duurt twintig weken. De stage heeft het karakter van een meewerkstage, waarbij operationele werkzaamheden centraal staan. Het afstudeerproject, dat in het vierde jaar wordt uitgevoerd, duurt een half jaar en heeft een belangrijke onderzoekscomponent. De student dient aan te tonen op hbo-niveau in staat te zijn bij te dragen aan de oplossing van managementproblemen. Zie voor meer informatie over de afstudeeropdracht facet 6.1. Aan systematische reflectie wordt invulling gegeven door middel van een assessment aan het einde van elk half jaar, gekoppeld aan The Experience Factory-opdrachten, stage en afstuderen. De uitkomsten hiervan worden besproken met de docentbegeleider en vertaald naar een persoonlijk verbeterplan aan het begin van de volgende assessmentperiode. Zie ook de informatie over het doorstroomassessment bij facet 2.8.
Pagina 20 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
• •
In de studieloopbaanleerlijn leert de student op de competenties te reflecteren. De studieloopbaanbegeleiding vindt op twee niveaus plaats. Ten eerste heeft studieloopbaancoaching betrekking op begeleiding van de studievoortgang en ondersteuning bij het maken van keuzes. Aan elke student wordt hiertoe een mentor toegewezen voor de gehele studieloopbaan. Drie maal per jaar vindt een mentorgesprek plaats waarin aandacht is voor studievoortgang en studieplanning bij achterstand. Daarnaast vindt begeleiding plaats bij keuzemomenten in de studie: de stage, de afstudeervariant en de afstudeeropdracht. Ten tweede heeft studieloopbaancoaching betrekking op systematische zelfreflectie en verbetering. Hierin spelen The Experience Factory-supervisor en de stage- en afstudeerbegeleider een centrale rol. Zij bespreken met de studenten de uitkomst van assessments en de vertaling hiervan naar verbeterplannen. Zie verder informatie over studiebegeleiding bij facet 4.2. Gedurende hun opleiding leggen de studenten een portfolio aan en vullen dit met reflectieverslagen, bewijsmaterialen waaruit blijkt dat ze de competentie(s) hebben behaald of zich hierin hebben ontwikkeld, stageverslagen enzovoort. Het portfolio wordt door de supervisor van feedback voorzien en daarna met de student besproken. Op basis van deze bespreking wordt in samenspraak met de student en supervisor bepaald op welk niveau de verschillende competenties zijn ontwikkeld, welke competenties in het volgende blok ontwikkeld gaan worden en welke rollen of projecten de student daarvoor het best kan uitvoeren. Door gebruik te maken van het ontwikkelingsportfolio wordt ervoor zorg gedragen dat de student zich aan het einde van de opleiding heeft ontwikkeld op elk beschreven competentiegebied. Uit het didactisch concept vloeit voort dat individueel werk wordt afgewisseld met groepswerk. Ook bij groepswerk wordt er altijd een vorm van individuele toetsing gebruikt. Op deze wijze wordt voorkomen dat studenten meeliftgedrag vertonen. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten bleek dat het didactisch concept goed herkenbaar is. Studenten zijn zeer enthousiast over de opdrachten die ze binnen The Experience Factory uitvoeren. Toewijzing van de opdracht gebeurt door middel van selectie op basis van geschiktheid, dus studenten moeten ‘tenderen’ om de opdracht binnen te halen. Ze vinden The Experience Factory nuttig, praktisch met het oog op hun toekomstige functie-uitoefening en ook leuk om te doen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Binnen de opleiding staan praktijkgerichte opdrachten centraal en de werkvormen worden hier op afgestemd. Kenmerkend voor de uitwerking van het didactisch concept is dat er gewerkt wordt aan de ontwikkeling van competenties, zonder hiervoor benodigde kennis en vaardigheden uit het oog te verliezen. De The Experience Factory biedt de opleiding een sterke praktijkoriëntatie, wat de studenten als absolute meerwaarde beschouwen. Het concept van The Experience Factory, dat in alle studiejaren een grote rol speelt en uniek is in Nederland, is uitstekend uitgevoerd en goed geïntegreerd in het onderwijs. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vorm en inhoud’ als excellent. The Experience Factory kan nog meer waarde krijgen door nadrukkelijker aandacht voor het integrale businessaspect en het explicieter stimuleren van creativiteit.
Pagina 21 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
•
•
•
De opleiding heeft gekozen voor het competentiegericht onderwijs volgens de leerlijnen van De Bie en De Kleijn. Dat betekent dat er vanaf het begin van de opleiding competentiegericht wordt getoetst. Maar het is niet zo dat uitsluitend op competentieniveau wordt getoetst. De opleiding toetst middels kennistoetsen teven de kennis die benodigd is voor het verwerven van een competentie. De opleiding gebruikt verschillende toetsvormen, zoals een schriftelijk of mondeling tentamen, projectverslag, presentatie, evaluatie, reflectieverslag, assessment. Voor elke cursus wordt in de studiegids beschreven welke competenties en welke leerdoelen aangeboden worden. In de jaarplanning is het tijdstip van de toetsen en de herkansingen aangegeven. Ook de mogelijkheden tot inzage worden in de OER beschreven: voor elke toets wordt een inzagemoment gepland. De opleiding onderscheidt vijf leerlijnen. Binnen de studieloopbaanleerlijn vindt geen toetsing plaats. Toetsing binnen de conceptuele en vaardighedenleerlijn vindt in principe individueel plaats. Om praktische redenen kan hiervan worden afgeweken, bijvoorbeeld de beschikbaarheid van camera’s of het tijdbudget van docenten voor correctie. In de integrale leerlijn (het leerbedrijf) worden studenten als groep beoordeeld. Daarbij gaat het overigens niet om het maken van een perfect product, maar om het proces. De productbeoordeling leidt tot een waardering voldoende of onvoldoende, omdat docenten het lastig vinden een cijfer te geven waarin goed tot uitdrukking komt wat de kwaliteit van het product is in relatie tot de hoeveelheid sturing die studenten hebben gekregen terwijl het wel zichtbaar is wat een onvoldoende product is. Het uitreiken van de TEF-award na afloop van een semester aan het beste eindproduct moet de studenten stimuleren zo goed mogelijk te presteren. Studenten geven aan deze voldoende/onvoldoende beoordeling niet altijd prettig te vinden, omdat ze daardoor niet duidelijk krijgen hoe hun prestatie zich verhoudt tot die van andere groepen. Het visitatieteam vindt daarnaast dat een waardering in cijfers de studenten meer uitdaagt tot creativiteit en een kwalitatief goed eindproduct. Studenten uitdagen tot goede prestaties hoort bij de missie en uitstraling van de opleiding, en sluit aan bij de doelstelling van het experiment ‘Ruim baan voor talent’ waarmee de opleiding eveneens probeert het eindniveau van de studenten te verhogen. Omdat er alleen groepsbeoordelingen aan de hand van groepsproducten waren, bestond het risico dat het leerproces van de individuele student niet voldoende werd gewaarborgd. Om te zorgen dat de ontwikkeling van de individuele student wordt geborgd is het doorstroomassessment ingevoerd, dat aan The Experience Factory, de stage en het afstuderen is gekoppeld. Dit assessment is een ontwikkelingsassessment, waarmee men inzicht krijgt in de persoonlijke ontwikkeling van de student. Het is dus geen beoordelend assessment. Elk studiejaar heeft twee assessmentmomenten, na het tweede en na het vierde studieblok. Dit vindt plaats op grond van het ontwikkelingsportfolio, dat een aantal belangrijke elementen bevat met betrekking tot de ontwikkeling van de student. Dat zijn onder andere bewijsstukken die de vordering ten aanzien van vastgestelde competenties aantonen, maar ook reflectieverslagen en een persoonlijk ontwikkelingsplan.
Pagina 22 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
• •
•
•
Het portfolio wordt door de supervisor van feedback voorzien en daarna met de student besproken. Op basis van deze bespreking wordt in samenspraak met de student en supervisor bepaald op welk niveau de verschillende competenties zijn ontwikkeld, welke competenties in het volgende blok ontwikkeld gaan worden en welke rollen of projecten de student daarvoor het best kan uitvoeren. Door gebruik te maken van het ontwikkelingsportfolio wordt ervoor zorg gedragen dat de student zich aan het einde van de opleiding heeft ontwikkeld op elk beschreven competentiegebied. Het doorstroomassessment wordt momenteel nog alleen toegepast in de eerste twee studiejaren maar zal in de komende jaren worden doorgevoerd in alle studiejaren. Voor de beoordeling van het afstudeerwerkstuk van studenten wordt gewerkt met een examencommissie die bestaat uit de begeleidend docent, een tweede docent en een extern gecommitteerde. Deze commissie beoordeelt eerst de schriftelijke rapportage. Indien deze als voldoende wordt beoordeeld, wordt de student toegelaten tot het mondelinge examen. De examencommissie stelt in overleg het cijfer vast voor zowel het schriftelijk als het mondeling examen. De gebruikte criteria zijn opgenomen in een handleiding die ter beschikking wordt gesteld aan de student. De wijze waarop toetsen worden ontwikkeld, uitgevoerd, geëvalueerd en verbeterd is vastgelegd in het document ‘Toetsbeleid’. Hierin wordt eveneens beschreven aan welke kwaliteitscriteria toetsen dienen te voldoen en hoe dit gerealiseerd kan worden. Er is een toetscommissie ingesteld die als doel heeft om de kwaliteit van toetsing te bewaken. De toetscommissie bestaat uit drie docenten en de onderwijskundige. Laatstgenoemde treedt op als voorzitter van de commissie. Per blok worden, steekproefsgewijs, drie toetsen voorgelegd aan de toetscommissie, die de toetsen beoordeelt aan de hand van een checklist. Er wordt onder andere beoordeeld in welke mate is afgestemd met toetsen van andere cursussen, of is uitgegaan van de competentiebeschrijvingen, welke vorm is gebruikt voor elke competenties en er vindt een toetsanalyse plaats ten aanzien van de kwaliteit. De verantwoordelijke docent licht in een vergadering de toets mondeling toe, waarna de commissie gelegenheid krijgt om vragen te stellen. Er wordt bekeken of aan alle criteria is voldaan en er worden afspraken gemaakt die worden vastgelegd door de voorzitter. De docent is verantwoordelijk voor het nakomen van de afspraken. De kwaliteit is voldoende als alle afspraken zijn nagekomen. Men verwacht dat in een periode van vier jaar alle toetsen gecontroleerd zijn door de toetscommissie. Er zijn verschillende examencommissies: - Een examencommissie voor het propedeutisch examen, bestaande uit al het onderwijzend personeel werkend in de propedeuse. - Een examencommissie voor het post-propedeutisch examen, bestaande uit al het onderwijzend personeel werkend in de post-propedeuse. - Een zogenaamd ‘dagelijks bestuur’ bestaande uit drie docenten van de opleiding. De werking van de examencommissie staat beschreven in het OER. Studenten kunnen jaarlijks tegen uitspraken van de examencommissie in beroep gaan bij het College van Beroep voor de Examens.
Pagina 23 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding zet verschillende vormen van toetsing in. Niet alleen worden de competenties en de competentieontwikkeling getoetst, maar ook de hiervoor benodigde kennis. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als goed. Wel adviseert het visitatieteam niet alleen het proces te beoordelen, maar ook meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van het product en de hiervoor gebruikte creativiteit. Mede met het oog op het stimuleren van studenten kan de waardering hiervoor beter tot uitdrukking worden gebracht in een cijfer dan alleen de toekenning van voldoende/onvoldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’: Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn is samenhangend en van hbo-niveau. Werkvormen sluiten goed aan bij de didactische uitgangspunten. Het bijzondere The Experience Factory-concept is sterk praktijkgeoriënteerd en prima geïntegreerd in het onderwijs. De toetsen zijn van voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn voldoende of goed en zelfs excellent beoordeeld. Daarom is de beoordeling voor het onderwerp ‘Programma’ positief.
Pagina 24 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen HBO Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: • • • •
•
De opleiding vindt de beroepspraktijk belangrijk. De beroepspraktijk wordt dan ook centraal gesteld in het onderwijs. Bij de opleiding werken veel medewerkers met relevante werkveldervaring. Dat de docenten voeling houden met het werkveld wordt op verschillende manieren bevorderd. De docenten onderhouden bijvoorbeeld contact met de praktijk doordat ze als begeleiders optreden bij projecten en (afstudeer)stages. Docenten kunnen 10% van hun aanstelling gebruiken voor deskundigheidsbevordering. Dit doen zij onder andere door het bezoek van congressen en symposia. Deskundigheidsbevordering is een vast gespreksonderwerp in de functioneringsgesprekken. Naast de vaste medewerkers worden mensen uit het werkveld ingezet. Zo worden bijvoorbeeld gastdocenten en gastsprekers uit het werkveld ingezet. Externe gecommitteerden spelen een rol bij de beoordeling van de afstudeeropdrachten. Op deze manier wordt bevorderd dat het werkveld een beeld krijgt van de kwaliteit van de studenten en de opleiding wordt geconfronteerd met de wensen van het werkveld. Werkveldvertegenwoordigers kunnen ook andere rollen hebben, bijvoorbeeld als opdrachtgever binnen The Experience Factory, als stage- en afstudeerbegeleider en in de opleidingsadviesraad. Studenten geven aan dat ze tevreden zijn over de praktijkgerichtheid van de docenten. Docenten vertellen tijdens de cursussen over hun praktijkervaring, wat bij de studenten erg tot de verbeelding spreekt. Tevens gebruiken docenten (actuele) voorbeelden uit de praktijk. Studenten zijn hier positief over.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op grond van het bovenstaande komt het visitatieteam tot de conclusie dat de docenten kundig zijn en regelmatig contact onderhouden met het werkveld. Ze doen dat onder meer door het uitvoeren van begeleidingstaken binnen de opleiding. Daarnaast worden werkvelddeskundigen ingezet voor een rol binnen het onderwijs, zoals gastdocent maar ook als externe gecommitteerde. Er wordt op goed wijze een verbinding gelegd tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Eisen HBO’ dan ook als goed.
Pagina 25 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • • •
•
De collegegeldverhoging in het kader van ‘Ruim baan voor talent’ heeft personele gevolgen. Studenten die instromen vanaf 1 augustus 2005 betalen € 475,- extra collegegeld. Dit bedrag wordt integraal toegerekend aan de opleiding en grotendeels besteed aan personeel ten behoeve van intensieve begeleiding en technische ondersteuning in The Experience Factory en voor de aanstelling van een lector. Het onderwijsondersteunend personeel, waartoe onder andere het decanaat, de onderwijskundige en de medewerkers van het hoofd ondersteuning en beheer vallen, werken zowel voor de opleiding M&EM als voor de opleiding Game Architecture & Design. Van het onderwijzend personeel, waartoe onder andere de studiebegeleiders, de docenten, de lector en gastdocenten worden gerekend, werkt een deel voor beide opleidingen. De totale formatie heeft in 2007 een omvang heeft van 44,3 FTE. Hiervan bestaat 36,1 FTE uit onderwijzend personeel, waarvan 25,8 FTE wordt ingezet voor M&EM. Het managementteam bestaat uit de directeur en drie hogeschooldocenten. Elk van de hogeschooldocenten stuurt een docententeam van ongeveer tien medewerkers aan. Er is een drietal staffuncties, te weten: lector, onderwijskundige /kwaliteitsmanager en decaan. De docent/student ratio bedraagt in 2007 1 op 23,4. Daarmee is de verhouding gunstiger dan bij vergelijkbare opleidingen. De verwachting is dat dit in de komende jaren niet fundamenteel zal wijzigen. Bij korte afwezigheid van docenten worden de lessen op een ander moment ingehaald. Bij langere afwezigheid worden vervangers aangesteld. NHTV streeft naar een verhouding van 20% - 80% tussen de tijdelijke en vaste formatie. Dit geldt ook voor de opleiding M&EM. Begin 2007 heeft de opleiding M&EM ongeveer 43% van de medewerkers in vaste dienst. Dit relatief lage percentage is mede te verklaren door het aanstellingsbeleid, waarbij met tijdelijke contracten (van twee jaar of drie jaar) wordt gewerkt voor nieuwe medewerkers. Er wordt geen groei meer verwacht, wat betekent dat de huidige formatie gelijk is aan de streefformatie.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Er zijn de nodige maatregelen genomen om een goede docent/studentratio te bewerkstellingen; de verhouding bij deze opleiding is gunstig. Op grond van bovenstaande argumenten beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwantiteit personeel’ als goed.
Pagina 26 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
62% van de docenten heeft een academische opleiding, 38% een bacheloropleiding. Diverse docenten doen momenteel een master- of PhD-traject. In de eerste drie jaar van hun aanstelling doen alle docenten een cursus vakdidactiek (het behalen van de onderwijsbevoegdheid is een voorwaarde voor het verkrijgen van een aanstelling voor onbepaalde tijd) en Engels voor docenten. Aan het thema ‘de maatschappelijke rol als kennispoort’ wordt sinds 2006 expliciet aandacht besteed. Hiervoor is NHTV-breed een HRM-fonds (2% van de totale loonsom) en een Universiteitsfonds (1,5% van de rijksbijdrage) ingesteld. De opleiding M&EM heeft ervoor gekozen deze fondsen in te zetten voor: - Verbetering van het Engels van docenten; - Masteropleidingen voor docenten met een Bachelor als hoogste opleiding. Een viertal medewerkers heeft interesse getoond; - Promotietrajecten voor medewerkers. Een viertal medewerkers van de opleiding zit in een promotietraject, een viertal anderen heeft aangegeven in de toekomst hiervoor in aanmerking te willen komen. De uitvoering van het NHTV personeelsbeleid (dat onder andere is vastgelegd in de nota Strategisch HRM beleid NHTV) is de verantwoordelijkheid van de opleidingsdirecteur. Jaarlijks voert hij functionerings- en beoordelingsgesprekken met de medewerkers. Vanaf 2007 hebben de medewerkers functionerings- en beoordelingsgesprekken met de direct leidinggevenden: de teamleider of het hoofd ondersteuning en beheer. De directeur voert functioneringsgesprekken met staffunctionarissen en leden van het managementteam. Voor medewerkers met een aanstelling voor bepaalde tijd betreft het één functioneringsgesprek en één beoordelingsgesprek. In het laatste gesprek wordt medegedeeld of al dan niet wordt overgegaan tot contractverlenging. Vaste medewerkers hebben tot op heden twee functioneringsgesprekken per jaar. Voor de periodieke functionerings- en beoordelingsgesprekken vormen de studentevaluaties de basis. Tevens wordt stil gestaan bij opleidingsbehoefte. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen vakinhoudelijke en didactische de opleidingsbehoefte. De opleiding evalueert de kwaliteit van de medewerkers. Zowel in studentpanels als in de studenttevredenheidsonderzoeken die regelmatig NHTV-breed gehouden worden oordelen studenten over de kwaliteit van de docenten. Het algemene beeld uit de studentenpanels is dat men tevreden is over de begeleiding van de docenten. In het meest recente studenttevredenheidsonderzoek (2006) waren de scores op de docentaspecten lager (niettemin meestal wel voldoende) dan bij andere NHTVopleidingen. Dit had betrekking op voldoende gebruik van voorbeelden uit de beroepspraktijk, de bereikbaarheid, het Engels van docenten en de mate waarin docenten stimulerend en enthousiasmerend zijn. Naar aanleiding hiervan zijn verbeteracties ingezet, waarbij prioriteit is gegeven aan het verbeteren van het Engels van docenten. Overigens bleek, nadat de docenten op de computer een taalvaardigheidstoets hadden afgelegd, de situatie minder negatief dan het beeld dat uit het studenttevredenheidsonderzoek naar voren was gekomen. Naar aanleiding van een mondelinge intake zullen individuele verbetertrajecten worden besproken. Om ten aanzien van de didactische kwaliteiten en verbetering van de bereikbaarheid van docenten zijn verbetermaatregelen genomen.
Pagina 27 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
• •
•
Binnen de opleiding zijn diverse medewerkerbijeenkomsten. Het managementteam komt maandelijks bijeen. Eveneens maandelijks vindt de afdelingsvergadering voor alle medewerkers plaats. De docententeams vergaderen minimaal één keer per blok. Daarnaast wordt vier keer per jaar een studiedag georganiseerd. Deze staan in het teken van scholing en onderlinge kennisuitwisseling. Nieuwe medewerkers krijgen een mentor toegewezen. Dit is een ervaren collega die als vraagbaak dient. Tevens wordt een introductieprogramma voor de nieuwe medewerkers opgesteld. NHTV onderscheidt vier strategische thema’s, namelijk 1) kwaliteitshogeschool; 2) kennis-, onderzoeks- en expertisecentrum; 3) internationalisering en 4) imagineering. Deze strategische thema’s zijn doorvertaald naar het personeelsbeleid. M&EM geeft daar per thema op meerdere manieren invulling aan. Studenten geven aan dat het contact met de docenten informeel is en de afstand tussen student en docent is klein, wat zij als prettig ervaren. De docenten zijn betrokken bij de studenten en ze zijn bereid extra tijd en begeleiding te vragen als dat nodig is. Er is een goede interactie en er ontstaat veel ruimte voor creatieve ideeën. Studenten zijn hier erg positief over.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding zet docenten in die inhoudelijk deskundig zijn en beschikken over de kennis en vaardigheden om hun onderwijstaken adequaat uit te voeren. Uit de gesprekken met studenten en alumni is gebleken dat men over het algemeen tevreden is over de kwaliteit van de docenten. Ze zijn zeer positief over de interactie met de docenten. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Kwaliteit personeel’ als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een deskundig team dat de verbinding met de beroepspraktijk legt. De interactie met de docenten wordt door studenten als positief ervaren. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam alle met goed beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ook als geheel positief.
Pagina 28 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De opleiding is, samen met zeven andere opleidingen, gehuisvest in de hoofdvestiging van NHTV. In verband met een toename van het aantal studenten is de huisvesting een knelpunt geworden. Inmiddels in een huisvestingsplan gepresenteerd, waarin is aangegeven dat de opleiding M&EM binnen het gebouw voldoende ruimte krijgt toebedeeld. Er zal op deze locatie een aantal veranderingen worden doorgevoerd waardoor er een betere aansluiting komt met de huidige onderwijspraktijk, waarin veelvuldig in kleine onderwijsgroepen wordt gewerkt. The Experience Factory wordt in 2007 verder uitgebreid. Er wordt gebruik gemaakt van algemene voorzieningen, die identiek zijn aan die van de andere opleidingen bij NHTV. Daartoe kunnen onder andere de mediatheek, bureau ICT, het draadloze netwerk, bureau studentenzaken, international office, overleg- en werkruimtes, computerwerkplekken en beamers in lokalen gerekend worden. Tot de opleidingsspecifieke voorzieningen behoren The Experience Factory en het praktijkbureau. Het praktijkbureau zorgt voor de organisatie van oriëntatie-, praktijk- en afstudeerstages. The Experience Factory is het leerbedrijf van de opleiding. Ten behoeve van opdrachten binnen The Experience Factory en andere cursussen in onder andere de vaardighedenlijn kan de student gebruik maken van een aantal specifieke voorzieningen die gebruikt worden in de M&EM-branche. Er zijn verschillende non-lineaire editing suites met diverse in de praktijk gebruikte professionele hard- en software. Daarnaast zijn er audiostudio’s en er is een compacte mobiele studio voor het maken van multicameraproducties op locatie. Verder kunnen de studenten camera’s en accessoires en andere materialen lenen bij de speciaal daarvoor aangetrokken beheerder. Hierbij is gekozen voor professionele materialen die gebruikt worden in de beroepspraktijk. The Experience Factory heeft verder twintig projectlokalen, waarover elke student één dag per week de beschikking heeft. Tijdens de studiereis naar de Verenigde Staten wordt gebruik gemaakt van de televisiestudio van de Northern Arizona University in Flagstaff. Studenten die in Nederland blijven, maken gebruik van de studio van Omroep Brabant. Tot slot worden voor verschillende cursussen externe mediaproductiefaciliteiten ingehuurd, zoals mobiele telefoonapplicaties voor de cursus Interactieve Marketing en geluids- en lichtapparatuur voor de cursus Mediaproductietechnieken. Door middel van het tevredenheidsonderzoek wordt onder studenten de tevredenheid ten aanzien van de voorzieningen geëvalueerd. Uit het meest recente onderzoek bleek dat studenten redelijk tevreden zijn over de beschikbaarheid van faciliteiten en voorzieningen (6,6 op een tienpuntsschaal). De waardering voor het aantal werkplekken dat beschikbaar is voor groepsopdrachten is lager: 5,6. De opleiding zal in 2007 het aantal werkplekken van The Experience Factory uitbreiden en verwacht dat dit zal leiden tot positievere scores in het volgende studenttevredenheidsonderzoek.
Pagina 29 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De huisvesting en voorzieningen voor het theoretisch onderwijs zijn adequaat. Het visitatieteam heeft grote waardering voor het feit dat de opleiding beschikt over goede voorzieningen voor het praktijk- en projectonderwijs in de vorm van The Experience Factory. Er is een breed arsenaal aan faciliteiten software. De opleiding onderzoekt met regelmaat bij studenten de tevredenheid over de faciliteiten en neemt indien mogelijk maatregelen tot verbetering. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële voorzieningen’ als goed.
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De studieloopbaanbegeleiding vindt op twee niveaus plaats. Ten eerste heeft studieloopbaancoaching betrekking op begeleiding van de studievoortgang en ondersteuning bij het maken van keuzes. Aan elke student wordt hiertoe een mentor toegewezen voor de gehele studieloopbaan. Drie maal per jaar vindt een mentorgesprek plaats waarin aandacht is voor studievoortgang en studieplanning bij achterstand. Daarnaast vindt begeleiding plaats bij keuzemomenten in de studie: de stage, de afstudeervariant en de afstudeeropdracht. Ten tweede heeft studieloopbaancoaching betrekking op systematische zelfreflectie en verbetering. Hierin spelen The Experience Factory-supervisor en de stage- en afstudeerbegeleider een centrale rol. Zij bespreken met de studenten de uitkomst van assessments en de vertaling hiervan naar verbeterplannen. Naarmate de opleiding vordert, neemt de sturing af en de zelfsturing neemt toe. Het past in de visie van de opleiding M&EM om studenten te leren met ingewikkelde dilemma’s om te gaan en zo betekenis te geven aan de studie en de toekomstige baan. Dit betekent dat de student kan analyseren wat hij of zij wil en kan. Begeleiding draagt bij tot zelfkennis in relatie tot de zaken die zich in het werkveld aandienen. Om deze reden is het doel van de studieloopbaanbegeleiding om studenten te ondersteunen en te helpen door studenten informatie in de praktijk te laten verwerven. Ook worden studenten gestimuleerd na te denken over zichzelf. De reguliere begeleiding wordt ingevuld door docenten in hun rol als mentor. Bij de leerlijn studieloopbaanbegeleiding gaat het om het reflecteren op het leerproces. Daartoe worden individuele en groepsgesprekken gehouden. Gedurende de opleiding komen in de individuele verschillende onderwerpen ter sprake, van studieresultaten en -voortgang tot de (werk)houding van de student en van specialisatiekeuze tot realisatie van stagedoelen en afstudeervoorbereiding.
Pagina 30 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
• •
• • •
•
•
De Academy for Digital Entertainment, waartoe de opleiding M&EM behoort, heeft een eigen decaan. De extra begeleiding van studenten die door omstandigheden niet in staat zijn het onderwijsprogramma volgens planning te laten verlopen, valt onder verantwoordelijkheid van de decaan. NHTV heeft beleid geformuleerd voor studenten met een functiebeperking. Indien de student dit wenst, krijgt hij (naar aanleiding van een vragenformulier dat hij voor aanvang van de studie invult) een gesprek met de decaan zodat de noodzakelijke extra faciliteiten kunnen worden vastgesteld. Tevens heeft de decaan geregeld contact met buitenlandse studenten, die moeite hebben met wennen aan het Nederlandse onderwijssysteem of andersoortige problemen ervaren. Tot de overige taken van de decaan behoren het informeren en adviseren van studenten over allerlei regelingen, het optreden als studieloopbaanadviseur en het optreden als adviseur van de examencommissie. Dit gebeurt wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden. In dat geval kan de examencommissie, na overleg met de decaan, besluiten dat de student een extra kans krijgt om aan bepaalde regelingen te voldoen. Tot slot vervult de decaan bij de opleiding M&EM de rol van coördinator van de mentoren. In het meest recente studenttevredenheidsonderzoek is onderzocht in welke mate studenten tevreden zijn over diverse aspecten van het decanaat. Het blijkt dat studenten hierover redelijk tevreden zijn (score gemiddeld 6,1). N@tschool is de elektronische leeromgeving waar de opleiding gebruik van maakt. Op N@tschool is een projectruimte beschikbaar, waar studenten hun werk voor het projectonderwijs kunnen plaatsen. De docenten kunnen door middel van N@tschool inzicht krijgen in de voortgang en het proces. Daarnaast wordt N@tschool gebruikt als informatiemiddel; intern en extern zijn er mogelijkheden om via N@tschool te beschikken over de lesmaterialen, mededelingen, regelingen, resultaten en projectbestanden. Ook op de website is informatie te vinden. Er zijn ingangen gemaakt voor verschillende doelgroepen, waaronder studenten, studiekiezers, medewerkers en bedrijven. Daarnaast is alle informatie over organisatie en examinering van het onderwijs terug te vinden in het Onderwijs- en examenreglement (OER). Dat wordt ieder jaar opnieuw vastgesteld en is voor zowel studenten als medewerkers beschikbaar. De informatievoorziening naar studenten met betrekking tot hun studievoortgang vindt vooral plaats via de website en het centrale cijfersysteem: CATS. Studenten kunnen op elk gewenst moment individueel hun cijfers terugvinden op de website en in CATS kunnen zij eveneens zien welke studiepunten ze behaald hebben. Uit het studenttevredenheidsonderzoek bleek dat de informatievoorziening naar studenten rond de 6,0 scoort. De minst positieve score werd genoteerd voor het gebruiksgemak van de elektronische leeromgeving (score 4,7). Het blijkt dat studenten over N@tschool een stuk negatiever zijn dan over Blackboard, de voorloper van N@tschool binnen de NHTV. De digitale leeromgeving wordt in 2007 NHTV-breed geëvalueerd, waarna benodigde verbetermaatregelen zullen worden geïnventariseerd en doorgevoerd. Uit gesprekken die het visitatieteam voerde met studenten bleek dat studenten graag op een eerder moment in de opleiding informatie willen ontvangen over de minoren en de specialisatie. Ook de informatie over het gebruik van het portfolio kan beter.
Pagina 31 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De studieloopbaanbegeleiding wordt door het visitatieteam als toereikend beoordeeld. De student krijgt een mentor toegewezen die hem gedurende zijn opleiding begeleidt. Als de student behoefte heeft aan meer begeleiding dan kan hij daarvoor terecht bij de decaan. De informatievoorziening is goed, mede door de geringe omvang van de opleiding en de wederzijdse openheid. Studenten zijn over het algemeen tevreden over zowel begeleiding als informatievoorziening. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Studiebegeleiding en informatievoorziening’ op grond van het voorgaande daarom als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ Het visitatieteam was positief over de materiële de voorzieningen, de informatievoorziening is adequaat. Tevens heeft het visitatieteam geconstateerd dat de studenten voldoende begeleiding krijgen. De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn als voldoende of goed beoordeeld. Daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel positief.
Pagina 32 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: -
-
-
-
-
NHTV, internationale hogeschool Breda heeft op instellingsniveau een kwaliteitssysteem ingevoerd. De regiefunctie van kwaliteitszorg binnen de hogeschool is neergelegd bij het Strategisch centrum Kwaliteit, Planning, Control (KPC). KPC heeft de opdracht het beleidsvoerend vermogen van NHTV te vergroten door onder andere kwaliteitsprocessen te regisseren. De beleidscyclus bestaat uit vier deelcycli. De Balanced Score Card-, de begrotings-, de jaarverslagen de jaarrekeningsyclus. In de Balanced Score Card (gebaseerd op de strategische notitie van het College van Bestuur) worden de streefdoelen en prestatie-indicatoren voor de beleidsinitiatieven vastgelegd. In de begroting worden de activiteiten en de benodigde middelen om het beleid te realiseren vastgesteld. In het jaarverslag worden de uiteindelijke resultaten beschreven en in de jaarrekening komt de financiële verantwoording van het gevolgde beleid tot uitdrukking. Het kwaliteitssysteem is geënt op de gedachte van de Deming-cirkel: Plan, Do, Check en Act. De hogeschool neemt het standpunt in dat de verschillende onderdelen van de hogeschool zelf verantwoordelijk zijn voor de invulling van het kwaliteitssysteem. Op opleidingsniveau worden studentevaluaties gebruikt om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Belangrijke onderwerpen hierin hebben onder andere betrekking op inhoud programma, studiebelasting, toetsing en docenten/begeleiding. Ten behoeve van functionerings- en beoordelingsgesprekken beoordelen medewerkers elkaar met behulp van 360 graden feedbackformulieren. De opleiding beschikt per groep stakeholders over een aantal instrumenten om de opleiding te evalueren: Studenten: cursusevaluaties, evaluatie stages, afstuderen, round tables (panelgesprekken), studenttevredenheidsonderzoek NHTV-breed, exit-interviews studiestakers. Alumni: vanaf 2007 onderzoek aansluiting competenties en curriculum op werkveld. Werkveld: evaluatie prestatie studenten bij stage en afstuderen, evaluatie extern gecommitteerden. Medewerkers: medewerkertevredenheidsonderzoek NHTV-breed, jaarevaluatie, functioneringsgesprekken.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘evaluatie resultaten’ als goed. Daarbij heeft het visitatieteam overwogen dat de opleiding gebruik maakt van het kwaliteitssysteem van de hogeschool, dat adequaat is, en daarbinnen zelf streefdoelen heeft geformuleerd en de eigen prestaties evalueert aan de hand van periodieke onderzoeken bij de belangrijkste stakeholders.
Pagina 33 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
• • •
•
Alle resultaten, notulen en verbeterplannen worden gepubliceerd op N@tschool en besproken in de maandelijkse M&EM-vergaderingen. De onderwijskundige verzamelt alle verbeteracties in een doorlopend verbeterplan en bespreekt dit regelmatig met de opleidingsdirecteur. In overleg met de opleidingsdirecteur stelt de onderwijskundige jaarlijks een verbeterplan op waarin alle belangrijke verbeteracties en verantwoordelijken worden opgenomen. De opleidingsdirecteur bewaakt de voortgang van de verbetermaatregelen. Naar aanleiding van de resultaten van het studenttevredenheidsonderzoek van 2006 is door het managementteam van de opleiding een verbeterplan opgesteld onder de naam ‘Operatie TAPIR’. Hierin zijn de gewenste ‘merkenwaarden’ van de opleiding beschreven, te weten: A TAPIR is a Team player, who works Acurrately and with Passion, who is Inspiring for others and takes Responsability for final Results. Tevens zijn verbeteracties geformuleerd die moeten leiden tot vooraf vastgestelde doelen. Het visitatieteam heeft kennis genomen van de verbeterdoelen. Als studenten opmerkingen hebben ten aanzien van het onderwijs, kunnen ze dit rechtstreeks bij de docenten aankaarten. Ook door middel van evaluaties kunnen ze hun mening geven. Medezeggenschap is formeel geregeld via een drietal organen: de opleidingscommissie, de deelraad en de medezeggenschapsraad. De opleidingscommissie ontwikkelt en evalueert, stelt het OER bij en laat het jaarlijks vaststellen. De commissie beoordeelt jaarlijks de wijze van uitvoering van het OER. Voorgenomen wijzigingen worden eveneens aan de opleidingscommissie voorgelegd. De deelraad is het medezeggenschapsorgaan van de academie waarin gekozen medewerkers en studenten vertegenwoordigd zijn. Voor diverse documenten is advies of instemming van de deelraad nodig. De medezeggenschapsraad is het inspraakorgaan op NHTV-niveau. Voor opleidingszaken raadpleegt zij de deelraad. Studenten geven aan het voor hen zichtbaar is dat verbeteringen worden ingevoerd. Ze zijn positief over de snelheid waarmee verbeteringen worden ingevoerd. Tijdens gesprekken die het visitatieteam voerde bleek dat studenten het gevoel hebben dat er echt iets gedaan wordt met hun opmerkingen. Suggesties voor verbetering die voortkomen uit het ene collegejaar worden, wanneer mogelijk, meestal het daaropvolgende collegejaar al doorgevoerd. Er is duidelijk sprake van continue verbetering. Uit evaluaties blijkt dat studenten redelijk tevreden zijn over de communicatie rondom Round Tables (studentenpanels) en evaluaties. De score ligt bij de opleiding M&EM ook hoger dan de gemiddelde score van NHTV.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Er is een goede regelkring ten aanzien van verbeteringen. De opleiding toont aan open te staan voor feedback en verandering. De verbeteracties zijn doeltreffend. Studenten zijn positief over de snelheid waarmee verbeteringen worden ingevoerd. Op grond hiervan beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Maatregelen tot verbetering’ als goed.
Pagina 34 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• • •
Behalve bij evaluaties zijn stakeholders ook op andere manieren bij de opleiding betrokken. Met de medewerkers wordt periodiek teamoverleg in diverse vormen gehouden. Zo zijn er de bijeenkomsten in het kader van thema’s, opleidingsoverleg, evaluatiebijeenkomsten, brede medewerkersbijeenkomsten en studiedagen. Daarnaast nemen medewerkers deel aan onder andere de opleidingscommissie, examencommissie en toetscommissie. Via de deelraad en de medezeggenschapsraad toetsen de medewerkers samen met de studenten het beleid van de opleiding en NHTV. Studenten wordt na elke periode gevraagd om een online evaluatievragenlijst in te vullen. Tevens worden er op basis van evaluatieresultaten regelmatig gesprekken georganiseerd, waarbij studenten met de opleidingsdirecteur en onderwijskundige de achtergronden van de evaluatieresultaten bespreken. Daarnaast worden de evaluatieverslagen ook binnen de opleidingscommissie besproken. Tenslotte toetsen de studenten via de deelraad en de medezeggenschapsraad samen met medewerkers het beleid van de opleiding en NHTV. NHTV-breed worden driejaarlijks student- en medewerkertevredenheidsonderzoeken gehouden; Alumni worden gevolgd middels periodiek onderzoek. Daarnaast is men zich nu aan het beraden over de opzet van een alumninetwerk. Het werkveld wordt op diverse manieren bij de opleiding betrokken. Als externe gecommitteerde kunnen ze ingezet worden bij de afstudeerpresentaties en beoordelen ze de kwaliteit van afgestudeerden. Het werkveld kan ook als opdrachtgever fungeren bij projecten van The Experience Factory, stages en/of afstudeeropdracht. Het werkveld is betrokken bij evaluaties van (afstudeer)stages en via de opleidingsadviesraad.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding alle belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijzen bij de interne kwaliteitszorg betrekt en daar input aan vraagt met betrekking tot het eigen functioneren. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’
Op grond van de positieve score op alle facetten beoordeelt het visitatieteam het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ ook als positief.
Pagina 35 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
•
In het tweede semester van het vierde studiejaar werken de studenten aan het afstudeerproject. In het eerste semester tonen de studenten reeds aan competent te zijn door de vierdejaars opdracht van The Experience Factory te maken. In deze opdracht worden kenniselementen van de vierdejaars cursussen Creativiteit, Interactiviteit en Mediaproductie Management toegepast. In de opdracht worden in samenwerking met externe opdrachtgevers IDTV en Infospace interactieve crossmediaconcepten ontwikkeld. De resultaten van vierdejaars The Experience Factory-opdrachten krijgen waardering vanuit het werkveld. Van de zeventien projecten die in 2006/2007 zijn uitgevoerd worden er elf, waaronder enkele televisieformats, onderzocht door bedrijven in de media- en entertainmentindustrie op mogelijkheden tot realisatie. Tijdens het afstudeerproject dient de student aan te tonen op hbo-niveau in staat te zijn bij te dragen aan de oplossing van managementproblemen. Hij heeft hiertoe de keuze uit: - een stage met een belangrijke onderzoeks- en/of managementcomponent. De uitvoering vindt plaats binnen een bedrijf; - schrijven van een scriptie in opdracht van een externe opdrachtgever. Uitvoering kan zowel binnen als buiten het bedrijf plaatsvinden; - uitvoeren en documenteren van een project in opdracht van een externe opdrachtgever. Uitvoering van de werkzaamheden vindt in dit geval niet per definitie bij de opdrachtgever plaats. Een eis aan het afstudeerproject is dat een aanmerkelijk deel van de tijd wordt besteed aan het uitvoeren van onderzoek en vertalen van onderzoeksinstrumenten naar beleid. Voor de afstudeeropdracht maakt de student een werkplan waarin activiteiten, onderzoek en planning worden beschreven. Eisen die aan de afstudeerplek worden gesteld zijn: - Een component van het beleid moet een relatie hebben met het werkveld M&EM; - De opdracht moet qua omvang en complexiteit hbo-waardig zijn; - Er mag geen familierelatie bestaan met het stageverlenende bedrijf en er moet een praktijkbegeleider vanuit het bedrijf zijn. De student kan niet zijn eigen begeleider zijn De docent gaat aan het begin van de afstudeerstage naar het bedrijf en stemt dan af of de opdracht gelijk is aan de beschrijving in het werkplan. Dat betekent dat twee à drie weken na aanvang van de stage de opdracht definitief wordt vastgesteld. Hierna zijn in principe geen wijzigingen meer mogelijk.
Pagina 36 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
• •
•
•
• • •
Tijdens het assessment worden de volgende elementen beoordeeld: - de aard en omvang van de activiteiten waaraan de student heeft meegewerkt; - de student moet een gedegen onderzoek kunnen opzetten; - de student moet bepalen welke competenties hij moet ontwikkelen en hoe. Afhankelijk van het soort onderzoek zijn budgettering en financiële analyse hier een onderdeel van. Het algemene beeld is dat managementvaardigheden, met name die vaardigheden die gericht zijn op communicatie, vaker in de afstudeeropdracht belicht worden dan financiële aspecten. Studenten worden in de eerste helft van het vierde jaar intensief begeleid door hun mentor bij het schrijven van hun onderzoeksvaardigheden en een aantal docenten met ervaring op dit gebied is aangewezen om feedback te geven op de ingediende onderzoeksvoorstellen. De belangrijkste taak van de afstudeerbegeleider bestaat uit het begeleiden van het onderzoekselement van het afstudeerproject. Tijdens de afstudeerperiode is er minimaal twee keer face-to-face contact met de scriptiebegeleider. Gemiddeld eens per vier weken vindt telefonisch contact plaats. Voor de beoordeling van het afstudeerwerkstuk van studenten wordt gewerkt met een examencommissie die bestaat uit de begeleidend docent, een tweede docent en een extern gecommitteerde. Deze commissie beoordeelt eerst de schriftelijke rapportage. Alledrie moeten afzonderlijk een oordeel ‘voldoende’ geven. Is één van de drie van mening dat een onderdeel onvoldoende is, dan volgt een oordeel ‘onvoldoende’. Als de begeleidend docent een onderdeel onvoldoende vindt, dan wordt zelfs afgeraden de scriptie in te leveren. Als het oordeel ‘voldoende’ is gegeven, betekent dit voor de student dat hij toegelaten wordt tot de mondelinge verdediging voor zijn scriptie voor de examencommissie. De externe gecommitteerde die aan de examencommissie is toegevoegd, is afkomstig uit het werkveld. Hij bewaakt de kwaliteit en het niveau mee namens het werkveld. Gecommitteerden gaven in 2006 aan dat degenen die een diploma hebben ontvangen volgens hen voldoen aan het hbo-niveau. De beoordelingscriteria zijn gericht op inhoud en structuur. Bij de beoordelingen zijn de gecommitteerden meer gericht op inhoud en de docenten meer op structuur Stageverlenende instanties geven aan tevreden te zijn over de competenties en het niveau van de studenten. Het werkveld is van mening dat de aangeboden competenties van belang zijn. De prestatie van stagiairs scoort goed (4,2 op een vijfpuntsschaal), wat betekent dat de mate van inzetbaarheid van stagiairs hoog wordt geacht. Een aantal van de afgestudeerde studenten kiest voor een vervolgstudie in het wetenschappelijk onderwijs. Alumni die de arbeidsmarkt betreden, vinden betrekkelijk gemakkelijk een baan die aansluit bij de inhoud en het niveau van de opleiding. In het CHOICE-onderzoek zijn studenten redelijk tevreden over inhoud, samenhang en voorbereiding op de loopbaan. Alle scoren ongeveer een 7 op een tienpuntsschaal. De opleiding denkt verdere verbetering van de kwaliteit van de afgestudeerden te realiseren door verbetering van het instroom-assessment en verbetering van de opdrachten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Ten tijde van de visitatie hadden ongeveer vijfendertig studenten de opleiding afgerond. Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat het gerealiseerde eindniveau van deze groep alumni bachelor is. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Gerealiseerd niveau’ als voldoende.
Pagina 37 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• •
•
NHTV registreert gegevens over in- en uitstroom van de opleiding M&EM. Concreet noteert de opleiding met betrekking tot het rendement de onderstaande kengetallen per studiejaar: o Totaal aantal ingeschreven studenten; o Vooropleiding o Instroom; o Propedeuserendement na 1 en 2 jaar; o Aantal uitvallers na 1 en 2 jaar; o Totaal aantal uitvallers per cohort; o Opleidingsrendement na 3, 4, en 5 jaar; o Totaal rendement per cohort; o Aantal geslaagden; o Verblijfsduur afgestudeerden; o Gemiddelde verblijfsduur uitvallers. De opleiding heeft twee stuurvariabelen gedefinieerd met betrekking tot het onderwijsrendement, namelijk een onderwijsvraagfactor van minimaal 1 en een maximale uitval tijdens het eerste studiejaar van 30%. Tot 2004 bleef de uitval in het eerste jaar binnen de doelstelling van de opleiding. Om 2004 bedroeg de uitval 30,5%, maar met de introductie van het instroom-assessment in het kader van het ‘Ruim baan voor talent’-experiment is de uitval teruggebracht van 28,8 in het studiejaar 2004/2005 tot 18,7% in het studiejaar 2005/2006. De onderwijsvraagfactor kon nog niet worden berekend, deze wordt voor opleidingen in opbouw door het ministerie bepaald. Een schatting voor het jaar 2005/2006 leidt tot een uitkomst van 1,023, waarmee aan de doelstelling van de opleiding wordt voldaan. De opleiding M&EM onderzoekt regelmatig de tevredenheid van haar stakeholders (zie hiervoor de verschillende evaluatie-instrumenten bij onderwerp 5: Kwaliteitszorg). Daarnaast vergelijkt de opleiding zich aan de hand van jaarlijkse CHOICE-keuzegids onderzoek met andere opleidingen. De opleiding scoort op alle items gemiddeld een half punt hoger dan andere M&EM-opleidingen. De scores van het studenttevredenheidsonderzoek 2006 laten ten opzichte van het onderzoek in 2003 een dalende lijn zien. Dit is voor de opleiding aanleiding geweest om een verbeterplan te formuleren. Het resultaat is de eerdergenoemde ‘Operatie TAPIR’.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’.
Pagina 38 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’
Beoordeling van de gerealiseerde eindniveaus laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.
Pagina 39 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
7. Bijzonder kenmerk: innovatieve beroepsgerichtheid in een internationale context De opleiding M&EM, die sinds de aanvang van het experiment, deel uitmaakt van het “Ruim baan voor talent”-experiment van het ministerie van OCW, heeft het visitatieteam gevraagd het bijzonder kenmerk “Innovatieve beroepsgerichtheid in een internationale context” te beoordelen. In de aanvraag van deelname aan dit experiment heeft de opleiding aangegeven meerwaarde te willen bieden doordat zij studenten opleidt die beter zijn toegerust op functioneren in de internationale beroepspraktijk. De meerwaarde wordt veroorzaakt door (deze elementen hebben geleid tot de naamgeving van het bijzonder kenmerk): - Kennisontwikkeling (onderzoekselementen in de opleiding, leidend tot innovatieve concepten); - Imagineering (theoretische kader en rode draad); - Internationalisering (Engels, buitenlandervaring, buitenlandse docenten en studenten) Bovengenoemde elementen zijn geïntegreerd in een uniek onderwijsconcept met geïntegreerd leerbedrijf met: 1. Intensieve begeleiding (kwantiteit staf); 2. Kwalitatief hoogwaardige (internationale) staf; 3. Portfolio assessment; 4. Opbouw van de complexiteit van opdrachten in jaren; 5. Integratie van theoriecursussen en vaardigheidstrainingen in competentieleren; 6. Professional community opgebouwd door selectie; 7. Goede faciliteiten (Projectlokalen, mediaproductiefaciliteiten). (1) en (2) zijn mede gefinancierd uit collegegeldverhoging in het kader van “Ruim baan voor talent” Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
De concretisering van het bijzondere kenmerk blijkt uit de onderwijsvisie die de opleiding hanteert, die is afgeleid van de NHTV-strategie, en als karakteristieke elementen imagineering, kennisontwikkeling en internationalisering bevat. Hieronder volgt een uitwerking van deze elementen. Aan imagineering wordt invulling gegeven door theoretische aspecten van imagineering onderdeel te maken van het curriculum en door een sterke focus op content(creatie). Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat dit de rode lijn van de opleiding is. Ten aanzien van kennisontwikkeling dient een afgestudeerde hbo’er in de visie van de opleiding in staat te zijn, behalve het leveren van een bijdrage aan het productieproces binnen media- en entertainmentbedrijven, ook voorstellen te doen voor verbetering van producten en productieprocessen. Onderzoeksvaardigheden zijn hierbij volgens de opleiding onontbeerlijk. Daarom heeft onderzoek een belangrijke plaats in het curriculum, bijvoorbeeld in cursussen, stage, afstudeeropdracht en als onderdeel van de doorstroomminor voor studenten die na afronding van de opleiding een masterprogramma willen volgen.
Pagina 40 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
•
•
•
•
De opleiding geeft krachtig invulling aan het aspect internationalisering waardoor vrijwel alle studenten gedurende hun opleiding internationale ervaring opdoen. Dit past bij de internationale uitstraling van de hogeschool. Het programma is Engelstalig, een deel van de docenten en studenten komen uit het buitenland en vrijwel alle studenten doen internationale ervaring op door een deel van de cursus Televisieproductie te doen aan de Northern Arzizona University in Flagstaff (zie facet 2.2 voor een opsomming van alle internationaliseringselementen in de opleiding). Imagineering en kennisontwikkeling komen volgens het visitatieteam sterk tot uitdrukking in de integrale leerlijn. Hierin verwerven de studenten de competenties. Daartoe werken studenten gedurende hun hele studie een dag in de week op een ingerichte werkplek van ‘The Experience Factory’ aan uit de praktijk geworven opdrachten. Studenten kunnen hierbij gebruik maken van faciliteiten op professioneel niveau, zoals een draadloos netwerk, software, licht- en geluidapparatuur, editfaciliteiten en stockmateriaal. Dit leerbedrijfconcept is volgens het visitatieteam uniek in Nederland. Het onderscheidend karakter van de opleiding ten opzichte van andere relevante opleidingen in het hoger onderwijs wordt dan ook gevormd door The Experience Factory. Hieronder wordt de toepassing binnen de opleiding van het concept van The Experience Factory nader toegelicht. In de propedeuse wordt binnen de The Experience Factory gewerkt aan interne opdrachten: het zijn virtuele opdrachten van virtuele klanten. Studenten leren zo in een beschermende omgeving projectmatig en in teamverband werken. Ze passen kennis en vaardigheden uit verschillende cursussen toe en leren de verschillende fasen in de realisatie van media- en entertainmentproducten kennen. Na de propedeuse werkt de student binnen de The Experience Factory aan opdrachten van externe opdrachtgevers. Het doel hiervan is studenten te laten beseffen dat klantwensen en consumentenwaarden centraal staan bij de uitwerking van een opdracht. Ze leren te communiceren en interacteren met opdrachtgevers, uiteindelijk leidend tot een eindresultaat waarmee de opdrachtgever tevreden is. Tevens bieden de opdrachten de mogelijkheid om geleerde theorie en vaardigheden geïntegreerd toe te passen. Het gaat om echte klanten, maar de begeleider/supervisor controleert het eindproduct voordat het wordt opgeleverd. Opdrachten zijn kleinschalig. In het derde jaar wordt ernaar gestreefd dat binnen de The Experience Factory meer omvangrijke opdrachten worden uitgevoerd. De opdrachten zijn complexer, de kwalitatieve eisen aan het eindresultaat en de omvang van de teams nemen toe. Opdrachten zijn ook gekoppeld aan de eigen specialisatie. De studiebelasting van de opdrachten is in het derde jaar twee keer zo hoog als in de eerste twee jaar. In het vierde jaar is een The Experience Factory-opdracht een afsluitende opdracht waarbij competenties uit de gehele studie geïntegreerd worden toegepast. De student moet hiermee aantonen de competenties op bachelor-niveau te beheersen. De grote Nederlandse productiemaatschappij IDTV fungeert als opdrachtgever. The Experience Factory biedt de opleiding een sterke praktijkoriëntatie, wat de studenten als absolute meerwaarde beschouwen. Het concept van The Experience Factory, dat in alle studiejaren een grote rol speelt en uniek is in Nederland, is uitstekend uitgevoerd en goed geïntegreerd in het onderwijs. Ondanks dat The Experience Factory nog meer waarde kan krijgen door nadrukkelijker aandacht voor het integrale businessaspect en het explicieter stimuleren van creativiteit beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Afstemming tussen vorm en inhoud’ als excellent.
Pagina 41 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
•
•
•
De opleiding heeft aangegeven de middelen die gegenereerd worden door middel van het experiment als volgt te besteden: - De voor het experiment verkregen subsidie, ter waarde van € 140.000,- wordt besteed aan ontwikkeling van een intake assessment dat gebruikt wordt voor de selectieprocedure en een doorstroom assessment gekoppeld aan het leerbedrijf van de opleiding; - De middelen die voortvloeien uit collegegeldverhoging worden besteed aan: > Intensivering van de begeleiding in het leerbedrijf; > Mediaproductiefaciliteiten; > Opzet van de onderzoeksprogramma’s waarin studenten zijn betrokken en aanstelling van een lector om deze vorm te geven. De resultaten van de opleiding zijn goed te noemen. Het hbo-niveau wordt gehaald. Dit heeft het visitatieteam kunnen vaststellen en dit wordt bevestigd door stage- en afstudeerbedrijven die de prestaties van stagiairs en afstudeerders hoog waarderen. Het feit dat (multimedia)concepten die in het kader van afstudeeropdrachten zijn ontwikkeld mogelijk gerealiseerd worden, geeft aan dat het werk van de afstudeerders van passend niveau en inhoud is. Door de beste studenten te selecteren met het instroom-assessment, dat in het kader van het ‘Ruim baan voor talent’-experiment is ontwikkeld, verwacht de opleiding een kwalitatief nóg betere uitstroom te realiseren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Kennisontwikkeling, imagineering en internationalisering hebben een nadrukkelijke plaats in de opleiding gekregen. De wijze waarop de studenten gericht praktijkervaring opdoen in The Experience Factory is een uniek concept waarlangs de integrale leerlijn is vormgegeven. Studenten ervaren hiervan duidelijk meerwaarde. Internationalisering is in de gehele opleiding aanwezig, ook in The Experience Factory. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam “Innovatieve beroepsgerichtheid in een internationale context”als bijzonder kenmerk als ‘positief’.
Pagina 42 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
8. Bijzondere kwaliteit De opleiding M&EM heeft het accreditatieteam eveneens gevraagd te beoordelen of er sprake is van bijzondere kwaliteit inzake het onderdeel “Afstemming tussen vormgeving en inhoud”, met betrekking tot het onderwijsconcept. Zoals reeds beschreven in paragraaf 2.7 van dit rapport heeft het accreditatieteam, op basis van gevoerde gesprekken vast kunnen stellen dat: - Het toegepaste leerlijnenmodel van de Bie en de Kleijn de mogelijkheid biedt verschillende werkvormen in het programma te combineren en het onderwijs te structureren in onderwijsvormen waarin het verwerven van competenties centraal staat. - Het competentieleren centraal staat in de integrale leerlijn en dat studenten gebruik kunnen maken van een ingerichte werkplek in “The Experience Factory” en faciliteiten op professioneel niveau. - In de propedeuse wordt gewerkt aan virtuele opdrachten teneinde zich het projectmatig werken in teamverband eigen te maken. - Na de propedeuse werken aan opdrachten van externe klanten, waarbij theorie in de praktijk wordt toegepast. - In het derde jaar meer omvangrijke en complexe opdrachten worden uitgevoerd. - In het vierde jaar een afsluitende opdracht plaatsvindt, waarin competenties uit de gehele studie geïntegreerd worden toegepast, met een grote Nederlandse productiemaatschappij als opdrachtgever. - De conceptuele leerlijn gericht is op het aanleren van werkmodellen, waarbij alles zo veel mogelijk geplaatst wordt in de context van de beroepspraktijk. - In de vaardigheden leerlijn studenten zich bekwamen in vaardigheden samenhangend met het toekomstig beroep. - In de ervarings-reflectieleerijn (stage en afstuderen) studenten aantonen op hbo niveau in staat te zijn bij te dragen aan de oplossing van managementproblemen. Het afstudeerproject bevat een belangrijke onderzoekscomponent. - Aan systematische reflectie invulling wordt gegeven door middel van een assessment aan het einde van elk half jaar; - In de studieloopbaanlijn invulling wordt gegeven door begeleiding door een mentor. Naast het monitoren van studieachterstand geeft deze begeleiding bij belangrijke keuzemomenten in de studie. - Daarnaast heeft studieloopbaanbegeleiding betrekking op systematische reflectie. Hier spelen experience factory-supervisor en stage- en afstudeerbegeleider en belangrijke rol. - Door gebruik van een portfolio (met bewijsstukken en reflectieverslagen) wordt aangetoond dat aan het einde van de studie alle competenties zijn behaald. - Individueel en groepswerk in voldoende mate wordt afgewisseld, waardoor meeliftgedrag wordt voorkomen. - Studenten het concept goed herkennen en enthousiast zijn over de opdrachten in The Experience Factory”. Binnen de opleiding staan praktijkgerichte opdrachten centraal en de werkvormen worden hier op afgestemd. Kenmerkend voor het didactisch concept is dat er gewerkt wordt aan het ontwikkelen van competenties, zonder hiervoor benodigde kennis en vaardigheden uit het oog te verliezen. Leer bedrijf “The Experience Factory” biedt de opleiding een sterke praktijkoriëntatie, wat studenten als absolute meerwaarde beschouwen. Het concept van “The Experience Factory, dat in alle leerjaren een rol speelt, is uitstekend uitgevoerd en goed geïntegreerd in het onderwijs.
Pagina 43 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het accreditatieteam heeft geconstateerd dat het onderwijsconcept van de opleiding M&EM, met daarin het leerbedrijf “The Experience Factory” en de integratie hiervan in het onderwijsprogramma, uniek in Nederland is en heeft een beoordeling excellent uitgesproken. Het visitatieteam spreekt daarom een positief advies uit met betrekking tot toekenning van het predikaat bijzondere kwaliteit op dit onderdeel.
Pagina 44 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bijlage 1: Programma Visitatiedag 1, 24 april 2007 13.30 – 14.00 uur
Opleidingsdirecteur en curriculumontwikkelaars Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau hbo-oriëntatie, programma van de opleiding F. Peters Opleidingsdirecteur G. Peters Onderwijskundige P. v.d. Heijden MT/Marketing N. v.d. Linden MT/Productie
14.00 – 15.00 uur
Rondleiding The Experience Factory en Productenmarkt
15.00 – 16.00 uur
Documentenonderzoek
16.00 – 17.00 uur
Opleidingsadviesraad Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie M. Ramakers R. Meijn R. van Gessel P. Israel Studenten deelraad M. Freichmann B. Kleeven
17.00 – 17.30 uur
Aanvullend onderzoek
17.30 – 17.45 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling van de bevindingen, maken van vervolgafspraken
Visitatiedag 2, 15 mei 2007 9.00 – 10.15 uur
Docenten, docerend in hoofdvakken Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek H. Bouwknegt Docent content / Lector R. Terwindt Docent Filmanalyse, verteltheorie / Voorzitter Deelraad, lid MR A. v.d. Voort-Kruk Docent Marketing / Internationalisering F. Weissman Docent Onderzoek / The Experience Factory / In- en doorstroomassessment K. Bruinsma Docent AV-productie
Pagina 45 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
10.15 – 11.15 uur
Afstudeerbegeleiders en stagebegeleiders Stages en afstudeeropdrachten P. v.d. Heijden Afstudeercoördinator M. v. Bussel Stagecoördinator F. Weissman Coördinator The Experience Factory / In- en doorstroomassessment O. de Souza Alumni / Voormalig coördinator The Experience Factory
11.15 – 12.30 uur
Studenten voltijd, verdeeld over de leerjaren en profielen Studiebegeleiding, studielast, informatievoorziening, faciliteiten R. v.d. Linden 1e jaars R. Hagen 1e jaars S. Badem 2e jaars J. Skowera 2e jaars J.W. Schram 3e jaars A. van Elderen 3e jaars N. Tirado Crovetteo 3e jaars
12.30 – 14.00 uur
Lunch, documentenonderzoek
14.00 – 15.00 uur
Vierdejaars (afstudeerders) Resultaten van de opleiding S. de Wildt M. van Vliet G. Veerhoek J. Verhaak Ch. van Hoof
15.00 – 16.00 uur
Alumni Aansluiting opleiding op beroepspraktijk M. de Rooij S. Weijers E. Verbraak V. Rietveld
16.00 – 17.00 uur
Aanvullend documentenonderzoek, intern beraad van visitatieteam.
17.00 – 17.30 uur
Opleidingsmanagement Terugkoppeling
Pagina 46 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd: • • • • • • • • • • • • • • • • •
Zelfevaluatierapport Beroepscompetentieprofiel Domeincompetenties BBA Opleidingsprofiel en leerplanschema Toetsbeleid NHTV, 2005 Afstudeerbeleid M&EM, 2007 Handleiding N@tschool Development Assessment Uitwerking opdrachten The Experience Factory Studyguide M&EM 2006/2007 Studiemateriaal van alle lesjaren Literatuurlijst M&EM 2006/2007 Toetsen van alle modules, inclusief uitwerking Stageverslagen inclusief beoordeling Afstudeerscripties inclusief uitwerking CV’s docenten en medewerkers Resultaten studenttevredenheidsonderzoek NHTV 2006
Pagina 47 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Als domeinspecifiek kader heeft het visitatieteam gebruik gemaakt van het landelijke beroeps- en competentieprofiel M&EM. Hieronder is de essentie van dat profiel weergegeven. De media- en entertainmentmanager kan: - Content creëren of herkennen die continue blijven boeien; - Content vertalen in commerciële (crossmedia) concepten; - Multimediale technieken toepassen; - Productieprocessen managen; - Producten (internationaal) vermarkten. In onderstaande tabel is de uitwerking van deze omschrijving in (landelijke) competenties weergegeven: Beroepsrol 1. Onderzoeker
Beroepsproduct Interpretatie van onderzoeksgegevens
2. Conceptontwikkelaar
Belevingsconcept
3. Ondernemer
Bedrijfsplan/businessplan
4. Innovator
Product gematcht met nieuwe technologie
Competentie De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan informatiebehoefte bepalen, een onderzoeker briefen en onderzoeksresultaten kritisch beschouwen. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als conceptontwikkelaar in een media- en entertainmentbedrijf een productconcept ontwikkelen (met name creatieve inhoud, bijvoorbeeld een nieuw programma), dat inspeelt op trends en ontwikkelingen, gericht op de doelgroep, dat haalbaar is, toegevoegde waarde heeft voor betrokken partijen en kan zich verantwoorden over ethische aspecten van het product. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als startende ondernemer binnen de media- en entertainmentbranche een compleet, consistent en haalbaar bedrijfsplan (= ondernemingsplan = businessplan) opstellen en uitvoeren. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als innovator in een digitale media- en entertainmentomgeving een op de toekomst gericht product- en of marktontwikkelingsplan vervaardigen inspelend op de wensen van de doelgroep en de mogelijkheden van nieuwe technologieën.
Pagina 48 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
5. Consultant
Verbeterplan
6. Organisator
Media- of entertainmentproduct
7. Project-manager
Media- of entertainmentproduct
8. Budgethouder
Financieel (project)verslag
9. Onder-handelaar
Contract
10. Lijnmanager
Jaarplan mensen en middelen
11. Acuisiteur/ verkoper
Succesvolle verkoop
De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als consultant voor een media- en entertainmentbedrijf op organisatieniveau een (kwaliteits)verbeterplan maken en daarin aantonen dat het verbeterdoel wordt behaald. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als project/ productiemedewerker een bijdrage leveren aan de totstandkoming van media- en entertainmentproducten. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als projectmanager een bijdrage leveren bij de totstandkoming van media- en entertainmentproducten en hiertoe mensen aansturen in creatieve processen. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als budgethouder (ondernemer) voor een media- en entertainmentproject of –bedrijf (nationaal en internationaal) een financieel (project)verslag maken dat voldoet aan bedrijfseconomische basisprincipes. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als onderhandelaar in een media- en entertainmentbedrijf (nationaal en internationaal) een contract afsluiten dat voor alle partijen aantrekkelijk, haalbaar en juridisch correct is. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als lijnmanager in een media- en entertainmentbedrijf een “mensen en middelenjaarplan” maken dat aansluit op bedrijfsdoelstellingen en reëel en haalbaar is en aansluit bij een omgeving die zich kenmerkt door management van creatieve processen. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als acquisiteur/ verkoper in de (nationale en internationale) media- en entertainmentmarkt een mediaproduct of –concept succesvol aan de klant verkopen en zodoende bijdragen aan het realiseren van de marketingdoelstellingen van een media- en entertainmentbedrijf.
Pagina 49 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
12. Relatiebeheerder
Duurzame relatie met klanten, prospects en stakeholders
De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als relatiebeheerder voor een (nationaal en internationaal) media- en entertainmentbedrijf duurzame, commercieel aantrekkelijke relaties opbouwen en onderhouden met klanten, prospects en stakeholders.
De opleiding M&EM aan de NHTV internationale hogeschool Breda wil zich onderscheiden van andere opleidingen Media & Entertainment Management door zich te profileren als internationale opleiding. Daarnaast is content creatie/imagineering een onderscheidend kenmerk van de opleiding. De twaalf competenties uit het beroepscompetentieprofiel zijn daarom aangevuld met een tweetal NHTV competenties: 13.Imagineer
Belevingsconcept
14. Internationaal manager
Media- of entertainmentproduct bestemd voor internationale markt
De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als imagineer, met begrip van waardenschema’s van doelgroepen en het DNA van de opdrachtgever, belevingsconcepten ontwikkelen die een langdurige band met consumenten tot stand brengt. De afgestudeerde media- en entertainmentmanager kan als lid van een internationaal team een mediaproduct voor de internationale markt ontwikkelen, produceren en vermarkten.
Pagina 50 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bijlage 4: Visitatieteam Ir. R.S. Kloosterman (1967), teamleider Na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) heeft Kloosterman gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting. Belangrijke aandachtsgebieden waren daarbij marktonderzoeken en het formuleren van strategische plannen. Na twee jaar heeft hij zich zelfstandig gevestigd en sindsdien grote projecten uitgevoerd in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao), op het grensvlak van strategie, marktoriëntatie en managementsystemen. In Oekraïne en Kazakhstan betrokken geweest bij projecten in de agrarische en foodsector. Voorts: het opzetten van buitenlandse operations in opdracht van Rijnconsult en in opdracht van Barents Consulting (London). Van 1995 tot 2007 is hij werkzaam voor Certiked, sinds 2002 fulltime in de rol van directeur. Momenteel is hij werkzaam als zelfstandige. Veel visitaties geleid. W.B. van de Linde (1938), extern deskundige Van de Linde trad in 1961 als journalist in dienst van het Amerikaanse persbureau United Press International (UPI). Van 1963 tot 1968 was hij redacteur en verslaggever voor het NTS Journaal (later NOS Journaal). In 1969 stapte hij over naar AVRO Televizier, waarna hij in 1972 woordvoerder werd voor de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties. In 1974 werd Van de Linde hoofd informatieve programma's van de TROS. In 1984 werd hij directeur radio en televisie van de AVRO. Van de Linde was ook correspondent voor de Amerikaanse Time&Life-bladen in de periode 1976 tot 1992. In 1992 werd Van de Linde aangetrokken door Joop van de Ende als directeur Internationale belangen. Van 1994 tot 2001 voerde hij de directie over Endemol Duitsland en maakte dat tot de belangrijkste buitenlandse tak van het amusementsconcern. De laatste jaren was Van de Linde onder andere adviseur van de Raad van Bestuur van Endemol en directeur van de Postcode Loterij. A.J.C. van Noort (1973), secretaris Mevrouw Van Noort heeft Personeel en Arbeid en Nederlandse taal- en letterkunde gestudeerd. Sinds eind 2005 is zij zelfstandig adviseur op het gebied van organisatieontwikkeling. Daarvoor was ze bij de LOI werkzaam als businessunitmanager, waar ze in de rol van opleidingsmanager verantwoordelijk was voor de kwaliteit en actualiteit van HBO-opleidingen op het gebied van marketing, communicatie, gezondheidszorg en welzijn. Ze volgt thans de Masteropleiding ‘Management Consultancy’ aan de EUR. M. Kliphuis (1983), studentlid Mejuffrouw Kliphuis heeft in 2005 de bachelor film-, theater-, televisiewetenschappen aan de Universiteit Utrecht afgerond. Momenteel studeert zij af aan de masteropleiding nieuwe media en digitale cultuur aan diezelfde Universiteit. Zij heeft bestuurlijke ervaring opgedaan tijdens de bachelor als studentlid in de faculteitsraad Letteren en tijdens haar master in de opleidingscommissie van de masters van het instituut media en representatie. Daarbij is zij op 1 januari 2007 een eenmanszaak gestart waarin zij naast het ontwerpen van onder meer websites consulten aanbiedt en onderzoek verricht op het gebied van verschillende media.
Pagina 51 van 52 International Media- & Entertainment Management
NHTV © Certiked-VBI
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 52 van 52 International Media- & Entertainment Management