Hogeschool Drenthe © Certiked
ONDERZOEKSVERSLAG Rapportage van de toetsing van
Hogeschool Drenthe hbo-opleiding Bedrijfseconomie Croho-registratienummer: 34401 aan het NVAO Accreditatiekader De visitatie vond plaats op 11 en 25 april 2007
Inhoud van het verslag Identificatie ...............................................................................................................................................2 Managementsamenvatting.........................................................................................................................4 Bevindingen ..............................................................................................................................................6 Bijlage 1: Programma..............................................................................................................................53 Bijlage 2: Documenten............................................................................................................................57 Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader ...........................................................................................59 Bijlage 4: Visitatieteam...........................................................................................................................65 Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen.............................................................................................66
De verantwoordelijke teamleider: J. Paul D. Riegen rm namens deze,
M.I. van de Velde Certiked Juli 2007
Pagina 1 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Identificatie Hogeschool Drenthe Van Schaikweg 94 7811 KL Emmen Telefoon: 0591 853100 Website: www.hsdrenthe.nl Voor kwaliteit verantwoordelijke bestuurder: drs W.J. Bakker, waarnemend voorzitter College van Bestuur Kwaliteitsfunctionaris: de heer M. Blok
Scope en doel De visitatie heeft betrekking op: • Hogeschool Drenthe • Hbo-opleiding Bedrijfseconomie • Voltijd • Locatie Emmen Doel van het onderzoek is te beoordelen in welke mate het NVAO Beoordelingskader (februari 2003) adequaat worden afgedekt.
Teamsamenstelling Teamleider: Assistent teamleider: Extern deskundige: Secretaris: Studentlid:
J.P.D. Riegen rm ir R.S. Kloosterman drs G.F. Vermeulen drs C.J. de Monchy J.W.C. van den Broek
Werkwijze De opleiding heeft een zelfevaluatie opgesteld ten aanzien van de gevisiteerde opleiding, en deze doen toekomen aan het visitatieteam op 15 maart 2007. De eerste visitatiedag is uitgevoerd op 11 april 2007; en op 25 april 2007 is de tweede visitatiedag uitgevoerd. Het conceptrapport is op 18 juni 2007 toegezonden aan het management van de opleiding. Op 29 juni zijn schriftelijke reacties opgesteld door de opleiding, die hebben geleid tot onderhavig definitief rapport. In de aanloop naar de visitatie is er eenmaal een bijeenkomst geweest tussen leden van het visitatieteam en vertegenwoordigers van de Hogeschool. Deze bijeenkomst had een voorlichtend en planningstechnisch karakter.
Pagina 2 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Managementsamenvatting Op 11 en 25 april heeft een visitatieteam van Certiked een visitatie uitgevoerd bij de opleiding hbo Bedrijfseconomie van de Hogeschool Drenthe. Doelstelling was een toetsing uit te voeren van de kwaliteit van de opleiding, gerelateerd aan het NVAO Beoordelingskader.
Algemeen beeld De Hogeschool Drenthe laat in alles haar kleinschaligheid zien, en is daar trots op. Dat is niet ten onrechte want zowel docenten die aan de school verbonden zijn, evenals alumni en studenten laten weten zich in de kleinschaligheid bijzonder thuis te voelen. Kleinschalig, zonder dat het kneuterig overkomt. In tegendeel: het visitatie team van Certiked heeft goed kunnen zien hoe kleinschaligheid vertaald wordt in een hbo onderwijs systeem dat voldoet aan de kwalificaties die van een hbo instelling verwacht mogen worden. Door de nauwe samenwerking met de Kennis Campus Emmen is er voldoende aanleiding de buitenwereld in de vorm van het beroepenveld naar binnen te brengen en studenten voor te bereiden op datgene wat hen te wachten staat als zij hun studie hebben afgerond. Op sommige punten kan deze samenwerking geïntensiveerd worden. De school draagt helder het principe van 2 + 2 uit, en laat zien dat het curriculum op dit systeem is gebaseerd. De alom geroemde kleinschaligheid komt in gevaar bij groei. We denken dat dit een bijzondere uitdaging is voor het team is: hoe om te gaan met groei en kleinschaligheid behouden? De opleiding Bedrijfseconomie heeft steeds meer te maken met internationale ontwikkelingen. Steeds meer organisaties zijn onderdeel van internationale samenwerkingsverbanden. Dat brengt met zich mee dat alles wat met financiën te maken heeft steeds vaker een internationale context krijgt en moet voldoen aan de internationale eisen. Hieraan zal naar idee van de visitatiecommissie veel meer aandacht besteed moeten worden. In tegenstelling tot de studenten van de CE opleiding zien we een geringe belangstelling bij de BE studenten om een deel van hun studie in het buitenland te doen. We vinden dat opvallend, maar ook een punt van aandacht, om de BE studenten te stimuleren naar het buitenland te gaan. Dat zou zeker in lijn zijn met de hiervoor gemaakte opmerking met betrekking tot internationalisering. Het is daarbij niet van belang dat een groot aantal studenten hun werkplek in de nabije omgeving van of in Emmen vinden. Dat zou de opleiding te veel degraderen tot een regionale school, en dat is o.i. niet de ambitie van het managent. De zelfevaluatie die de opleiding heeft geschreven, de bijlagen bij de zelfevaluatie, de documenten die de opleiding ter beschikking heeft gesteld en de aanvullende informatie die het visitatieteam heeft opgevraagd, hebben een goed niveau en hebben het visitatieteam voldoende basis geboden om aan de hand daarvan de opleiding te beoordelen. Het visitatieteam van Certiked heeft vastgesteld, dat de onderwerpen Doelstellingen, Programma, Docenten, Voorzieningen, Kwaliteit en Resultaten alle voldoende zijn. Daarmee concludeert het visitatieteam van Certiked dat de opleiding Bedrijfseconomie in het geheel door het NVAO Beoordelingskader adequaat wordt afgedekt.
Pagina 3 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bevindingen Voor de NVAO-onderwerpen zijn hieronder de bevindingen van het visitatieteam weergegeven. Steeds zijn in de ‘blokken’ de NVAO-criteria aangegeven die bij betreffend onderwerp en facetten horen, is een beschrijving gegeven van de bevindingen en wordt vervolgens een beoordeling ten aanzien van betreffend facet gegeven.
Overzicht van beoordelingen van de hbo-opleiding Bedrijfseconomie voltijd Onderwerp en facet
Certiked beoordeling
1.
Doelstellingen opleiding
positief
Domeinspecifieke eisen Niveau: Bachelor Oriëntatie hbo
2.
Programma
Eisen hbo Relatie doelstellingen / inhoud Samenhang programma Studielast Instroom Duur Afstemming vormgeving / inhoud Beoordeling en toetsing
3.
Inzet van personeel
positief
Eisen hbo Kwantiteit personeel Kwaliteit personeel
voldoende voldoende voldoende
4.
Voorzieningen
Materiële voorzieningen Studiebegeleiding
voldoende voldoende
5.
Interne kwaliteitszorg
positief
Evaluatie resultaten Maatregelen tot verbetering Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
6.
Resultaten
Gerealiseerd niveau Onderwijsrendement
voldoende voldoende voldoende positief goed voldoende goed voldoende voldoende voldoende goed voldoende
positief
voldoende voldoende goed positief voldoende voldoende
Pagina 4 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
1. Onderwerp: doelstellingen opleiding 1.1 Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De opleiding Bedrijfseconomie vormt samen met de technische en economische opleidingen de unit Management, Economie en Techniek (MET), één van de vier businessunits van de Hogeschool Drenthe. De unit MET bestaat uit negen opleidingen met in totaal 1.248 studenten. De hbo-opleiding Bedrijfseconomie is in 2004 begonnen met de implementatie van een nieuw, competentiegericht curriculum en het major-minor-model. De invoering is nu gevorderd tot het derde studiejaar, de eerste minoren zijn inmiddels aangeboden. De eindkwalificaties van de vernieuwde opleiding zijn – evenals de eindkwalificaties van de ‘oude’ opleiding – gebaseerd op het toen geldende landelijk vastgestelde beroeps- en opleidingsprofiel van 1999. Inmiddels heeft het domeinoverleg Economics in september 2005 de niveau-indeling vastgesteld van de zes domeincompetenties. Deze uitwerking is gevalideerd door het landelijke beroepenveld in het voorjaar van 2006. Het profiel bevat de competenties voor de gehele opleiding in termen van kennis en inzicht op vakniveau, beroepsvaardigheden en de beroepshouding die de student beheerst na afronding van zijn opleiding. De beroepsspecifieke competenties van een bedrijfseconoom hebben betrekking op de inhoudelijke kennis en vaardigheden in het beroep en op de rollen en situaties die daar aan de orde komen: 1) Het beheersen van de geldstromen en de financiële aspecten van goederen- en dienstenstromen in een organisatie op korte en lange termijn. 2) Het beheersen van de informatievoorziening met betrekking tot geldstromen en de financiële aspecten van goederen- en dienstenstromen. 3) Het zorgdragen voor de kwaliteit van de informatie en de informatievoorziening op kortere en langere termijn in bovengenoemde elementen. 4) Het voorzien in en verwerken van informatie ten behoeve van de duurzame besturing van bedrijfsprocessen. 5) Het beoordelen of informatie over geld-, goederen en dienstenstromen voldoet aan vooraf opgestelde normen. 6) Het voorzien in de behoefte aan externe informatie van interne en externe klanten ten aanzien van bovengenoemde activiteiten, rekening houdend met de daarvoor gestelde wettelijke en maatschappelijke normen en kaders. Het nieuwe curriculum is besproken met de beroepenveldcommissie van de opleiding Bedrijfseconomie. De beroepenveld commissie wordt intensief betrokken bij de opleiding. De leden van de commissie geven ook gastcolleges aan de opleiding, ze hebben contacten met stagiaires. In gesprek vertellen de leden dat de school goed luistert naar hun inbreng en op grond hiervan nieuwe programmaonderdelen ontwikkelt.
Pagina 5 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
•
De beroepenveldcommissie Bedrijfseconomie bestaat uit vier leden. Drie leden zijn werkzaam bij grote dienstverleners in het financieel-economische werkveld. Eén lid is accountmanager bij een grote mbo-school, waarmee ook onderwijskundige expertise in de beroepenveldcommissie vertegenwoordigd is. Het visitatieteam vindt het opvallend dat het MKB niet als zodanig vertegenwoordigd is in de beroepenveldcommissie. De beroepenveldcommissie Bedrijfseconomie is een subcommissie van de gezamenlijke beroepenveldcommissie van de vier economische opleidingen. De beroepenveldcommissie vergadert drie maal per jaar. Periodiek worden de eindkwalificaties geëvalueerd. In de vergaderingen van de beroepenveldcommissie zijn de belangrijkste onderwerpen van bespreking: de inhoud van de majors en de minors en de daarin opgenomen beoogde eindkwalificaties. De studenten vinden gemakkelijk een stageplaats en afgestudeerden van de opleiding hebben weinig moeite om een passende functie te vinden. Het visitatieteam ziet hierin bevestiging dat de eindkwalificaties van de opleiding aansluiten bij de eisen uit de beroepspraktijk.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opleiding, op haar eigen wijze, een profiel heeft neergezet aan de hand van het door het werkveld gedragen landelijk profiel. De actualiteit van het profiel wordt op diverse manieren getoetst: in landelijke overlegcircuits en met de betrokkenheid van beroepenveldcommissie. Daardoor is de hogeschool in staat voor zijn hbo-opleiding eindkwalificaties te formuleren die zeer nauw aansluiten bij de wensen en eisen uit het werkveld. De hogeschool evalueert de eindkwalificaties regelmatig. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Domeinspecifieke eisen’ als voldoende.
1.2 Niveau De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
Het totaal aan beroepscompetenties dat de rode draad binnen het curriculum vormt omvat het profiel van de bedrijfseconoom, zoals dat landelijk is vastgesteld in het beroepsprofiel. De eindkwalificaties zijn een adequate vertaling van de beroepscompetenties. Er is een duidelijke relatie tussen de Dublin Descriptoren en de 10 generieke hbo kernkwalificaties. De Dublin Descriptoren vormen een ontwerpeis bij de ontwikkeling van de minors. (Zie bijlage 3 voor een overzicht van de Dublin Descriptoren in de opleiding Commerciële Economie) Het visitatieteam heeft de eindkwalificaties en doelen van de opleiding en van het landelijk profiel getoetst aan de Dublin Descriptoren en zij weerspiegelen het gewenste niveau.
Pagina 6 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
•
•
Kennis en inzicht. De hbo bedrijfseconomen komen vooral terecht in functies met diverse benamingen zoals treasurer, controller, financieel manager, assistent-accountant, investor relationsmanager, en dergelijke. Dat vraagt van de afgestudeerde kennis en inzicht om oplossingen te vinden voor bijvoorbeeld kostenvraagstukken, jaarrekeningvraagstukken, financieringsvraagstukken, risico analyses en kosten-baten analyses. Toepassen kennis en inzicht. De afgestudeerde dient niet alleen te beschikken over kennis en inzicht, maar moet de gangbare theorieën en handelwijzen in het werkveld ook kunnen toepassen. Daartoe is in het opleidingsprofiel aangegeven over welke toepassingsvaardigheden de afgestudeerde dient te beschikken teneinde de beroepsproducten op te kunnen leveren. Oordeelsvorming. De student werkt vanaf het begin van de opleiding aan thema’s met beroepsrelevante opdrachten en toetsen. De thema’s hebben rechtstreeks betrekking op de drie rollen en de kerncompetenties voor de hbo Bedrijfseconoom. De student verantwoordt de uitkomst van de opdrachten aan de hand van actuele werkmodellen en handboeken die relevant zijn voor de kerncompetenties waarop de opdrachten betrekking hebben. Communicatie. De afgestudeerde bedrijfseconoom is in staat om verbaal en schriftelijk zijn kennis en informatie over te dragen. In het afstudeertraject zijn de studenten verplicht de communicatietechnieken (presenteren, rapporteren, adviseren) toe te passen bij de uitvoering van het onderzoek, bij de rapportage en bij de verdediging. Leervaardigheden. De afgestudeerde hbo Bedrijfseconoom heeft de bekwaamheid om zijn kennis uit te bouwen en bij te stellen. Hij is in staat te reflecteren op zijn eigen functioneren en zijn beroepshouding. Hij onderkent zijn sterke en zwakke punten en is in staat hier adequaat mee om te gaan. Tevens stellen zijn leervaardigheden hem in staat om zijn loopbaan verder te ontwikkelen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘niveau van hbo-bachelor’ als voldoende. Daarbij heeft het visitatieteam overwogen dat de eindkwalificaties in voldoende mate aansluiten bij de algemeen geaccepteerde beschrijvingen van de hbo-bachelor, zoals deze verwoord zijn in de Dublin Descriptoren.
Pagina 7 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
1.3 Oriëntatie hbo De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door of met het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties. Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of in een samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist of dienstig is. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
•
•
•
•
•
Het door het landelijk overleg opleidingen Bedrijfseconomie vastgestelde competentieprofiel vormt de basis voor het door de opleiding gehanteerde beroepsbeeld. Het beroepsbeeld is leidend bij het competentiegericht maken van het curriculum. Het beroepsbeeld vormt de rode draad bij het formuleren van authentieke beroepssituaties en het operationaliseren van de te bereiken competenties. De authentieke beroepssituaties zijn afgestemd op de inhoudelijke taakgebieden Financieel – Economisch – Management en Bestuurlijke Informatievoorziening. Het beroepsbeeld en het daarop gebaseerde curriculum is gevalideerd door de beroepenveldcommissie. In het curriculum van de opleiding staan de kwalificaties voor de beginnend beroepsbeoefenaar uitgewerkt, in termen van competenties. De opleiding heeft geïnvesteerd in het ontwikkelen van relaties met het bedrijfsleven. Bijvoorbeeld de minor Financial Service Management is ontwikkeld in samenspraak met het beroepenveld. De opleiding onderhoudt contacten met banken, verzekeraars en andere financiële dienstverleners zodat de studenten gemakkelijk een stageplaats en afstudeerproject kunnen vinden. Ook het MKB weet de weg naar de school te vinden. Er zijn ruimschoots aanvragen voor stagiaires en afstudeerders, de studenten kunnen kiezen. De Kennis Campus Emmen is erop gericht om de kennisuitwisseling tussen de Hogeschool en het bedrijfsleven, met name het MKB, verder te bevorderen. Organisaties kunnen een onderzoeksvraag indienen en de Kennis Campus Emmenorganiseert de projecten voor studenten om hiermee aan de slag te gaan. (Zie ook de omschrijving van de International Learning Companies onder 2.1) De Hogeschool Drenthe bevordert de groei van de Kennis Campus, er wordt een nieuw gebouw neergezet op het terrein van de school. Kort geleden is een lector Kenniscirculatie, Innovatie en Ondernemerschap benoemd. Deze lector gaat een rol spelen in de relatie tussen de opleiding en de beroepspraktijk. De opleiding laat weten dat twee docenten van de opleiding deel gaan nemen aan de Kenniskring van het lectoraat. Desgevraagd vertellen de alumni dat zij de opleiding als een goede basis beschouwen om zich van daaruit verder te ontwikkelen in hun werk en eventueel door te studeren. Met name de ervaring in het projectmatig werken is een goede voorbereiding op de beroepspraktijk. Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat 56% van de studenten uit het eerste en tweede jaar het eens is met de uitspraak “ik vind dat het beeld van wat ik met mijn studie kan bereiken, steeds duidelijker wordt.”. De opleiding is begonnen met een onderzoek naar de functie-eisen van de startfuncties van alumni, om te bezien of de eindkwalificaties voldoende zijn voor beginnend beroepsbeoefenaar.
Pagina 8 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat beroepsprofielen en competenties die door of met het relevante beroepenveld zijn opgesteld bepalend zijn voor de eindkwalificaties van de opleiding. Het visitatieteam beoordeelt de praktijkgerichtheid van het competentieprofiel als bevredigend en corresponderend met dat van een beginnend beroepsbeoefenaar in het betreffende werkveld. Op basis van de bevindingen beoordeelt zij het facet ‘Oriëntatie hbo’ als voldoende.
Beoordeling van het onderwerp ‘Doelstellingen opleiding’ Het visitatieteam is van mening dat er sprake is van een opleiding die verankerd is in de beroepspraktijk, die het hbo-niveau bereikt en die mensen aflevert die in staat zijn adequate oplossingen te vinden voor de aangereikte problemen. Het visitatieteam heeft alle facetten van het onderwerp ‘Doelstellingen van de opleiding’ voldoende beoordeeld. Daarom is haar beoordeling van het onderwerp als geheel positief.
Pagina 9 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
2. Onderwerp: programma 2.1 Eisen hbo Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek. Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline. Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
•
In 2004 is begonnen met de implementatie van een nieuw, competentiegericht curriculum en het major-minor-model. De invoering van het major-minor model biedt de studenten gelegenheid om hun competenties specifiek te ontwikkelen in Financial Service Management en Accountancy & Controlling. De invoering is nu gevorderd tot het derde studiejaar, de eerste minoren zijn inmiddels aangeboden. Het nieuwe curriculum is opgebouwd volgens het 2 + 2 model. De eerste twee jaar van de opleiding (onderdeel van de major) wordt de praktijk naar binnen gehaald. De studenten werken in gesimuleerde beroepssituaties die zijn ontleend aan en ontwikkeld in samenwerking met het bedrijfsleven, aangevuld met gastcolleges en excursies. De laatste twee jaar van de opleiding gaat de student naar buiten, daartoe dienen de minors, een (beroepsoriënterende) stage en een afstudeeropdracht. Met deze werkwijze bestaat de kern van de opleiding uit aan de beroepspraktijk ontleende opdrachten aan de hand waarvan de competentieontwikkeling op gang wordt gebracht, vorm krijgt en uiteindelijk wordt beoordeeld. De studenten raken bekend met de actuele beroepspraktijk door het uitvoeren van real-life projecten in de minors, de stage en de afstudeeropdracht. De afstudeeropdracht dient betrekking te hebben op de oplossing van een praktisch probleem bij een specifiek bedrijf, waarbij een relatie gelegd moet worden met de relevante theorie. De opleiding maakt gebruik van relevante nationale vakliteratuur op hbo-niveau. Daarnaast wordt gewerkt met syllabi. Via de mediatheek hebben de studenten toegang tot vaktijdschriften, vakliteratuur en verschillende elektronische databanken. Het visitatieteam vindt het opmerkelijk dat er nauwelijks Engelstalige literatuur wordt gebruik. Actuele internationale ontwikkelingen zoals IFRS en USGAAP zijn niet erg bekend bij de studenten waarmee het visitatieteam heeft gesproken. Actuele ontwikkelingen regionaal en nationaal worden wel erg goed bijgehouden De docenten onderhouden contacten met de beroepspraktijk door het begeleiden van afstuderen en de stages. Bij de beoordeling van de scripties en de stages speelt het oordeel van de bedrijfsbegeleider een rol. Sommige docenten worden ingezet voor contractactiviteiten via de Kennis Campus Emmen. De opleiding heeft overlegorganen in het leven geroepen – zoals de beroepenveldcommissie (zie ook 1.1 en 1.2), de vergadering van de kerndocenten, het opleidingsteam – om te waarborgen dat de ontwikkelingen in de beroepspraktijk daadwerkelijk doordringen in het onderwijs. Deze overlegen besluitvormingsstructuur zorgt ervoor dat thema’s en minors jaarlijks worden gereviseerd, waarbij nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs worden opgenomen.
Pagina 10 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2006 bleek dat met name de studenten die het oude curriculum volgen van mening zijn dat het praktijkgehalte van de opleiding onvoldoende is. De eerste en tweedejaars studenten zijn meer tevreden over deze aspecten. Met de invoering van de minors in het derde en vierde jaar is ook daar de praktijkcomponent in de opleiding versterkt. De school stimuleert de ontwikkeling van beroepsvaardigheden in de beroepspraktijk. In het tweede jaar kunnen studenten deelnemen aan een ‘Student Company’. De studenten vormen dan een minionderneming, waarvoor zij een ondernemingsplan schrijven, financiering regelen, hun product of dienst in de markt zetten, en na een jaar het bedrijf weer opheffen. In het derde jaar en vierde jaar bestaat de mogelijkheid voor deelname aan een International Learning Company. Dit bestaat uit een multidisciplinair team samengesteld uit 5-6 derdejaarsstudenten van verschillende studierichtingen van de Hogeschool Drenthe. De studenten gaan in september of februari van start en werken gedurende de volgende 5 maanden aan hun opdracht, het oplossen van een reëel bedrijfsprobleem van een klant.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding is praktijkgericht in zijn oriëntatie, de studenten worden gestimuleerd werkzaamheden in het werkveld uit te voeren onder begeleiding van docenten en bedrijfsbegeleiders. Tevens wordt inbreng van actuele ontwikkelingen in het werkveld in het onderwijs geborgd met de instelling van diverse overlegorganen. Op grond van de bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen hbo’ als goed.
2.2 Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma. De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
Het onderwijs in het nieuwe curriculum is in de major georganiseerd rondom gesimuleerde situaties, gekoppeld aan een thema.. Het thema biedt de context waarin de studenten een rol vervullen en een beroepsproduct opleveren. Bijvoorbeeld: de studenten zijn medewerker administratie en maken een concept jaarverslag voor een bepaald bedrijf (propedeuse) of: de studenten werken bij een adviesbureau en leveren een adviesrapport op voor een bepaalde organisatie (2e jaar hoofdfase). Per thema wordt een team van docenten geformeerd uit verschillende vakgebieden. Dit ontwikkelteam leidt van het op te leveren beroepsproduct af welke toetsbare kennis, vaardigheden en gedrag de studenten zich in dit thema moeten verwerven. Het visitatieteam heeft zich ervan vergewist dat de leerdoelen in de themaboeken toetsbaar zijn en van voldoende diepgang en breedte.
Pagina 11 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
•
•
Bij de ontwikkeling van het curriculum zijn de landelijk vastgestelde competenties uitgangspunt geweest bij de vaststelling van de inhoud van het programma en de vertaling daarvan naar concreet onderwijsmateriaal. De visitatiecommissie is van oordeel dat de eindkwalificaties van de opleiding terugkomen in de diverse leerdoelen in de major en de minoren, en dat de som van de leerdoelen dekkend is voor de eindkwalificaties. Ieder thema in de eerste twee jaar beslaat een half semester, er zijn dus vier thema’s per jaar. Door de indeling in vier thema’s wordt de studielast voor de studenten gespreid over het jaar. In het derde en vierde jaar is het onderwijs georganiseerd in semesters: twee minoren, een stage en het afstuderen. De studenten hebben zelf invloed op de verdeling van de studielast gedurende de semesters. Ook de derde- en vierdejaarsstudenten (die volgen het ‘oude’ programma) geven aan dat de studielast redelijk verdeeld is. De alumni geven desgevraagd aan dat de themagerichte aanpak typerend is voor de beroepspraktijk. Vooral de ervaring van het groepsgewijs werken aan een beroepsproduct blijkt in de beroepspraktijk van grote waarde. De studenten in het derde en vierde jaar geven aan dat zij nauwelijks Engels hebben geleerd. Zij hebben vrijwel geen studiemateriaal in het Engels gebruikt, en zij volgen ook nauwelijks onderwijs in het buitenland. De studenten in het eerste en tweede jaar hebben het gewijzigde programma Engels gevolgd. Ook zij vertellen dat ze vrijwel geen studiemateriaal in het Engels gebruiken en dat zij nauwelijks gebruik maken van mogelijkheden om in het buitenland te studeren. De alumni vertellen dat zij terugkijkend op de opleiding, het aspect ‘Engels’ en ‘internationalisering’ onderbelicht vonden in de opleiding. Het visitatieteam constateert dat meer focus op de internationale uitwisseling gerechtvaardigd is. De opleiding evalueert na iedere periode het onderwijs met de studenten. Voor 2007 staat een uitgebreide evaluatie van de hele major gepland, waarbij ook het beroepenveld betrokken wordt.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen vaststellen dat de doelstellingen van de opleiding adequaat worden afgedekt door de inhoud van het programma. Het visitatieteam is van mening dat het curriculum meer internationale componenten (literatuur, uitwisseling, stage) kan bevatten. Het visitatieteam beoordeelt op grond van haar bevindingen het facet ‘Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma’ als voldoende.
2.3 Samenhang programma Studenten volgen een inhoudelijk samenhangend studieprogramma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
Het onderwijsprogramma is georganiseerd rond authentieke, complexe beroepssituaties. Een beroepssituatie biedt een context die rijk is aan leermateriaal: er is sprake van integratie van vakgebieden, de studenten werken in teams aan het opleveren van beroepsproducten. Daarmee worden de vakken geïntegreerd aangeboden, afgestemd op de relevante competenties binnen het thema.
Pagina 12 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
•
De beroepssituaties in de thema’s lopen geleidelijk aan op in complexiteit. In het derde en vierde jaar krijgen de studenten gelegenheid zich verder te verdiepen in onderwerpen naar keuze, binnen door de opleiding gestelde randvoorwaarden. De opbouw gaat van operationeel niveau in het eerste jaar naar strategisch niveau later in de studie. In de onderwijseenheden is een balans tussen ontdekkend leren en een persoonlijke exploratie aan de ene kant en systematische instructie en begeleiding aan de andere kant. In het eerste jaar ligt de nadruk van de onderwijspraktijk op het begeleid studeren, opbouwend naar zelfstandig studerend in het laatste studiejaar. Het in 2005 gehouden alumnionderzoek laat zien dat 50% van de alumni vindt dat er voldoende samenhang is tussen de verschillende onderdelen van het curriculum. In het nieuwe curriculum is de samenhang versterkt. Het aspect wordt opnieuw meegenomen in de majorevaluatie in 2007. De economische opleidingen binnen de business unit MET hebben een beleid gericht op de internationale uitwisseling via SOCRATES, een overkoepelend stimuleringsprogramma van de Europese Unie voor het onderwijs in de 15 lidstaten. In het kader van het SOCRATES/ERASMUS programma worden per vakgebied samenwerkingsovereenkomsten afgesloten tussen de Nederlandse en buitenlandse universiteiten / hogescholen. Er zijn zeker goede mogelijkheden voor de studenten om een minor of een stage in het buitenland te volgen, waarbij de behaalde studieresultaten geldig zijn. Het visitatieteam constateert dat de hbo BE studenten weinig gebruik maken van deze mogelijkheid.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is op grond van het bovenstaande van mening dat er sprake is van een curriculum dat inhoudelijk zowel horizontale als verticale samenhang vertoont. De samenhang wordt door de docenten en de studenten herkend en goed onder woorden gebracht. Alles overwegend beoordeelt zij het facet ‘Samenhang van het programma’ als goed.
2.4 Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren, die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
De school heeft als beleid haar kleinschaligheid te benadrukken door de student zoveel mogelijk maatwerk te leveren. Flexibiliteit en studeerbaarheid staan hoog in het vaandel. De studenten herkennen dit beleid, zij geven aan van de school goede ondersteuning te krijgen als zij individuele aanpassingen in het rooster dan wel het studieprogramma nodig hebben. De themagerichte opleiding breekt met het traditionele vakgerichte opleiden. De studenten volgen de thema’s, daarbij hebben zij de aangeboden kennis en vaardigheden nodig om de betreffende beroepsproducten op te kunnen leveren. Daarmee is de leerroute van de studenten een logisch gevolg van het themagerichte onderwijs. De studenten geven aan dat zij overwegend de geplande leerroute volgen. Hoewel bij opeenvolgende onderwijseenheden de kennis en vaardigheden uit voorgaande onderwijseenheden bekend worden verondersteld, komen formele ingangseisen niet voor.
Pagina 13 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
•
De opleiding heeft met ingang van het studiejaar 2005 – 2006 Blackboard als intranet en als elektronische leeromgeving geïmplementeerd. De studenten zijn redelijk tevreden over Blackboard als instrument voor de informatievoorziening. Desgevraagd geven de studenten aan dat zij redelijk tevreden zijn over de informatievoorziening omtrent de logistiek van het lesgeven. Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat circa 26% van de respondenten niet tevreden is over de informatievoorziening. Inmiddels is een project ‘Centrale Roostering’ gestart om de kwaliteit van de lesroosters te verbeteren. Met studenten die de opleiding voortijdig verlaten wordt een exit gesprek gevoerd. De voornaamste redenen van vertrek zijn a) de studie voldoet toch niet aan de verwachtingen van de student, b) het niveau blijkt toch te hoog te liggen. Tijdens de vorige visitatie werd door de visitatiecommissie een kanttekening geplaatst bij de door de studenten als laag ervaren studielast. Bij de invulling van het nieuwe curriculum is deze kanttekening ter harte genomen. Uit de recente periode-evaluaties en uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat de studielast nu door ongeveer 70% van de studenten als passend wordt ervaren.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Uit de documentatie en uit de gesprekken blijkt dat de opleiding voldoende aandacht besteedt aan het bevorderen van een goede doorstroom van de studenten; de flexibiliteit van de opleiding is hoog en de studielast is over het geheel genomen passend. Op basis van bovenstaande bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studielast’ als voldoende.
2.5 Instroom Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (WEB) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
• •
De instroom bij de opleiding Bedrijfseconomie is heterogeen: Nederlandse studenten met een diploma havo, vwo en het mbo. Het curriculum is gebaseerd op de Havist met het Economie en Maatschappij profiel. Bij havo en vwo profielen kunnen studenten een deficiëntie hebben, omdat Economie 1 of Wiskunde in het vakkenpakket ontbreekt. Er is geen formele toelatingstoets, in een intake gesprek gaat de SLB-er na of de studenten voldoende affiniteit met economische vakken heeft. mbo-ers kunnen instroomvrijstellingen krijgen als zij aantonen dat zij een gedeelte van het programma tijdens de vooropleiding gehad hebben. Sinds enkele jaren neemt de instroom van Duitse studenten toe, deze instroom is mede door het Duitse onderwijsbestel zeer divers. De Duitse studenten hebben verschillende vooropleidingen. Er is een specifieke propedeuse voor Duitse studenten ontwikkeld, met daarin opgenomen twee modules Nederlands. Opgemerkt zij dat de Duitse studenten voornamelijk bij de opleiding Commerciële Economie instromen, nauwelijks bij de opleiding Bedrijfseconomie. Vwo-ers met het profiel E&M hebben een gedeelte van het programma in de vooropleiding gehad, zij hebben een sterk verkorte propedeuse waardoor zij de opleiding in drie jaar kunnen afronden. Een belangrijke functie van de propedeuse is het homogeniseren van de studentenpopulatie.
Pagina 14 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
• •
De opleiding heeft een adequate procedure voor het erkennen van elders verworven competenties. De student dient aan te tonen dat hij over de betreffende kennis en vaardigheden beschikt, bijvoorbeeld door het overleggen van studiegidsen, literatuurlijsten en cijferlijsten. Het bewijsmateriaal wordt vervolgens beoordeeld door één van de vakdocenten, dat advies wordt voorgelegd aan de examencommissie. De visitatiecommissie is van oordeel dat het vrijstellingsbeleid adequaat is. De studenten zijn in ruime meerderheid (86%) tevreden over de aansluiting tussen de vooropleiding en de opleiding Bedrijfseconomie, zo blijkt uit de rapportage van de Aansluitingsmonitor. Dit cijfer ligt boven het gemiddelde oordeel over vergelijkbare opleidingen buiten de Hogeschool Drenthe. De opleiding is kleinschalig, zeker in vergelijking met BE-opleidingen in Zwolle en Groningen. De studenten en de alumni geven aan dat de kleinschaligheid een belangrijke reden is om voor de Hogeschool Drenthe te kiezen. Het geeft de school een eigen identiteit die door de studenten en de docenten op prijs wordt gesteld. De studeerbaarheid van het programma wordt na elke periode in de periode-evaluatie, in de jaarevaluatie en in het studenttevredenheidsonderzoek geëvalueerd. Met de studie-uitvallers wordt een exitgesprek gehouden door de studieloopbaanbegeleider, waarin ook de knelpunten bij de instroom aan de orde komen.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Op basis van bovenstaande bevindingen is het visitatieteam van mening dat de opleiding er in voldoende mate in slaagt het programma aan te laten sluiten bij de kwalificaties van de instromende studenten. Alles overwegende beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Instroom’ als voldoende.
2.6 Duur De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum: 240 studiepunten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
Het onderwijsprogramma omvat een vierjarig programma voor studenten met een havo of een mboopleiding of een Duitse vooropleiding, en een driejarig programma voor vwo-studenten met een gerelateerde vooropleiding. Het curriculum beslaat respectievelijk 240 creditpoints en 199 creditpoints. Deze creditpoints zijn gelijkmatig verdeeld over de vier of drie jaar. De studiebelastinguren zijn gebaseerd op het aantal creditpoints per module. Voor iedere onderwijseenheid staat het aantal studiepunten in het OER en het betreffende thema- of modulewerkboek. Uit de gesprekken met studenten, de periode-evaluaties en het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat de studenten in grote meerderheid de studielast als passend ervaren. Daar waar het niet het geval is worden verbeterplannen opgesteld.
Pagina 15 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
De verdeling tussen contact-uren en zelfstudie-uren wordt bepaald door de fase van de studie en het gekozen didactisch concept. In de loop van de opleiding neemt het aantal contact-uren af van ongeveer 20 contacturen per week in de propedeuse tot ongeveer 15 contacturen per week in het vierde jaar, afgezien van de stage en afstudeerperiode.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding voldoet aan de formele eisen met betrekking tot de omvang van het curriculum. Daarom beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Studieduur’ als voldoende.
2.7 Afstemming tussen vormgeving en inhoud Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen. De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
•
De opleiding heeft een didactisch concept voor competentiegericht leren uitgewerkt. Het onderwijsconcept is gebaseerd op het sociaal constructivisme. Het onderwijs wordt aangeboden in een betekenisvolle, rijke context die bepaald is door de eisen vanuit het werkveld. Daarin is het leren primair een zaak van de lerende, de studenten leren om zelf verantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen ontwikkeling. Binnen het didactisch concept speelt praktijkgerichtheid een grote rol. In het themagerichte onderwijs werkt de student in een bepaalde rol aan een beroepsgericht probleem, door middel van een gesimuleerde werksituatie in de major en een concrete vraag uit de beroepspraktijk in de minoren, de stage en het afstuderen. Flankerend onderwijs biedt zo veel mogelijk op het juiste moment kennis en vaardigheden aan. Het thematisch onderwijs doet een beroep op de studenten om zelf actief vorm te geven aan hun leerproces en biedt gelegenheid alle competenties te ontwikkelen die van belang zijn om actief in organisaties te participeren. Het didactisch concept sluit aan bij de doelstelling van de opleiding om competente studenten af te leveren die gewend zijn om in teamverband beroepsproducten op te leveren en een proactieve houding ten opzichte van het werk hebben. De werkvormen zijn afwisselend, individueel werk wordt afgewisseld met groepswerk. Enkele voorbeelden zijn: reflecteren (leerstijlen test, teamrollen), in projectteams een project inrichten en uitvoeren, excursies, rollenspelen, en zelfstandig lesstof bestuderen. De studenten leren in het thematisch onderwijs al doende communiceren, samen te werken in teams, presentaties te houden, rapporten te schrijven. In het eerste jaar worden de studentteams begeleid door een tutor. De studenten leren om elkaar aan te spreken op inzet, ze leren taken te verdelen en verantwoordelijkheid te nemen om producten op te leveren. Uit de verhalen van de alumni blijkt hoe effectief deze voorbereiding op de beroepspraktijk is, de alumni geven aan met name deze competenties van belang te vinden.
Pagina 16 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
De thema- en de minorteams bestaan uit verschillende vakdocenten waaronder in ieder geval een lid van het opleidingsteam. Deze teams zorgen voor de ontwikkeling, revisie en actualisering van de onderwijseenheden. Met deze werkwijze wordt bereikt dat de docenten het didactisch concept zich eigen hebben gemaakt en het uitdragen in het onderwijs aan de studenten. In het nieuwe curriculum krijgt de student training, coaching en begeleiding door de tutoren en de Studieloopbaanbegeleiders in het leren reflecteren op de competentieontwikkeling, het maken van plannen om dit verder vorm en inhoud te geven. De invulling van SLB en tutoring is in volle gang, de opleiding evalueert de opgedane ervaring en maakt plannen tot bijsturing. Bijna 90% van de studenten geeft aan dat er voldoende verschillende werkvormen worden gehanteerd en 70% is van mening dat zij voldoende worden uitgedaagd door de manier waarop het onderwijs wordt gegeven.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het gehanteerde didactische concept leeft bij de docenten en de studenten. Het concept krijgt ‘handen en voeten’ in de onderwijskundige praktijk door de inzet van de diverse werkvormen en door de aandacht die hieraan in het SLB-programma wordt gegeven. De opleiding hanteert een breed scala aan werkvormen, waarbij de (toenemende) eigen verantwoordelijkheid steeds zwaar wordt aangezet. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Afstemming tussen vormgeving en inhoud’, op basis van wat zij heeft gezien en gehoord als goed. Bij haar beoordeling heeft het visitatieteam ook de activiteiten meegenomen die al hebben plaatsgevonden in het kader van de invoering van het nieuwe competentiegerichte curriculum.
2.8 Beoordeling en toetsing Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
De toetsing vindt viermaal per jaar plaats in de tentamen / projectweken. Herkansingen vinden in de propedeuse plaats gedurende de volgende lesperiode, in de hoofdfase in de tentamen ‘/ projectweken van de volgende periode. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat 25% - 30% van de MET-studenten ontevreden is over de verdeling van de toetsmomenten over het studiejaar. De opleiding wijt dat aan de soms grote hoeveelheid toetsen in een toetsweek. Dit aspect neemt de school mee in de majorevaluatie. De opleiding maakt gebruik van diverse vormen van toetsen: assessments om beroepsproducten te beoordelen, individuele schriftelijke toetsen om kennis en inzicht te toetsen, groepsevaluaties en persoonlijke feedback om de samenwerking in de themagroepen te beoordelen. De opleiding heeft het toetsbeleid vastgelegd in een notitie. De diverse vormen van toetsen en het reglement zijn vastgelegd in de OER. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat de meerderheid van de studenten van mening is dat het niveau van de opdrachten en toetsen passend is.
Pagina 17 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
• •
•
•
•
• • •
• •
Een gedeelte van het onderwijs is modulair vorm gegeven. In de moduulwerkboeken staan de toetscriteria verwoord. Voor ieder kennisgebied dat bij een thema betrokken wordt, is er in principe een kennistoets (pen en papier toets). De toetsvorm is individueel, schriftelijk. De cijfers worden vastgesteld door de vakdocent. Voor stage en afstuderen zijn de toetsingscriteria vastgelegd in de stage- en de afstudeerhandleiding. Het visitatieteam heeft de handleidingen bestudeerd en geconcludeerd dat de criteria waarop een afstudeerscriptie op wordt beoordeeld niet erg uitgewerkt zijn. (Zie ook 6.1) Het visitatieteam merkt op dat er in de werkveldenquête voor de opdrachtgever wel heldere criteria vermeld staan, maar dat de vertaling hiervan voor de student ontbreekt. De opleiding laat weten dat zo’n vertaling in september 2007 geïmplementeerd zal worden. De beroepsproducten die de studenten opleveren worden doorgaans getoetst met een assessment waarin de themagroep het product presenteert en verdedigt. Deze toetsing is collectief, individuele cijfers kunnen verhoogd of verlaagd worden aan de hand van de beoordeling van de inzet van de student. Deze procesmatige beoordeling komt tot stand door peer marking, groepsevaluaties en observaties van de tutor. De cijfers voor het beroepsproduct worden vastgesteld in een beoordelingsvergadering met de betrokken docenten en tutoren van dat thema. De systematische aandacht voor de samenwerking en de inzet van de studenten bij het opleveren van de beroepsproducten is een goede waarborg tegen het risico van meeliften in de themagroepen. Desgevraagd geven de studenten aan dat het in praktijk goed werkt. De persoonlijke ontwikkeling van de studenten wordt getoetst door middel van een portfolio, 360º feedback, reflectieverslagen en coachingsgesprekken met de Studieloopbaanbegeleider. De beoordeling van de verschillende toetsen wordt geborgd door het gebruik van het vier-ogen principe. Na afloop van elke periode worden de toetsrendementen gerapporteerd en geanalyseerd. Voor vakken met een laag slaagpercentage zijn verbeterplannen opgesteld. In het studiejaar 2006 – 2007 vindt een pilot plaats met het nieuwe vak economisch rekenen met een ander didactisch concept, ter vervanging van het oude vak wiskunde. De studenten geven aan dat zij voldoende mogelijkheden hebben om deel te nemen aan de toetsen. De procedures voor herkansingen zijn bij de studenten bekend. In vergelijking met het gemiddelde van de hogeschool oordelen de studenten van de unit MET negatiever over de “verkrijgbaarheid van studiemateriaal en modulewerkboeken” (gemiddelde ontevredenheidsscore 28%), en “de tijdstippen van bekendmaking cijfers” (gemiddelde ontevredenheidsscore 46%). Het visitatieteam heeft niet kunnen constateren in hoeverre de studenten van de opleiding BE dit onderschrijven.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de diversiteit aan toetsvormen recht doet aan de doelstelling om competentiegericht op te leiden. De ontwikkeling, afname en evaluatie van de toetsen is ingericht en geborgd. Het visitatieteam is van mening dat de opleiding over het geheel genomen voldoende breed en diep toetst. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Beoordeling en toetsing’ daarom als voldoende.
Pagina 18 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Beoordeling van het onderwerp ‘Programma’ Het programma van de opleiding, waarin de eindkwalificaties adequaat verwerkt zijn, is samenhangend en van hbo-niveau. Werkvormen sluiten aan bij de didactische uitgangspunten. De toetsen zijn van voldoende zwaarte en complexiteit. Alle facetten zijn goed of voldoende beoordeeld. Daarom is de beoordeling voor het onderwerp ‘Programma’ positief.
Pagina 19 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
3. Onderwerp: inzet van personeel 3.1 Eisen hbo Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• •
• • •
De docenten onderhouden op diverse manieren contacten met de beroepspraktijk. Sommige docenten zijn nog niet lang aan de school verbonden en brengen hun werkervaring mee, sommige docenten vervullen contractactiviteiten voor de school (werkzaamheden Kennis Campus Emmen). De docenten komen daarnaast ook in contact met de beroepspraktijk via het begeleiden van excursies en stages, en door de colleges van gastsprekers. Het visitatieteam constateert uit het overzicht van de curricula van de verschillende docenten dat een deel van de docenten veelal al geruime tijd als docent werkzaam is in het onderwijs voor een aanzienlijk deel van hun tijd. Deze docenten lopen het risico geen recente praktijkervaring vanuit het beroepenveld in te kunnen brengen. Het visitatieteam herkent in de c.v.’s van de docenten het beleid van de opleiding om bij werving van docenten de voorkeur te geven aan kandidaten met een recent, relevant arbeidsverleden. Desgevraagd geven de studenten – net als de alumni – aan dat de meeste docenten voldoende praktijkervaring in het onderwijs inbrengen. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat een kwart van de studenten niet tevreden is over de mate waarin docenten de praktijk verwerken in de colleges. De opleiding neemt dit onderdeel expliciet mee in de geplande majorevaluatie, ook heeft de opleiding de vraagstelling in de periodeevaluaties aangepast om gerichte informatie te verkrijgen over dit onderwerp.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is op basis van wat zij heeft gezien en gehoord van oordeel dat de meeste docenten de verbinding tussen de opleiding en de beroepspraktijk in de lessen kunnen leggen. Een punt van aandacht is de daadwerkelijke ervaring van docenten in het werkveld d.m.v. recente werkervaring of commerciële activiteiten naast het docentschap. Dit maakt dat contacten met buiten – via Kennis Campus Emmen, excursies en stage- en afstudeerbegeleiding – erg belangrijk zijn om de praktijkkennis op peil te houden en in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de beroepspraktijk. Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Eisen hbo’’ als voldoende.
Pagina 20 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
3.2 Kwantiteit personeel Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
Door de verwevenheid van de vier economische opleidingen is het niet mogelijk om de formatie voor de verschillende opleidingen op te splitsen. De meeste docenten geven les in meer opleidingen, ook de overige taken die docenten uitvoeren zijn in het algemeen ten behoeve van meerdere opleidingen. De economische opleidingen hebben vanaf studiejaar 2005 te maken met een grote groei van de instroom. Daarbij valt op dat Bedrijfseconomie relatief minder groeit. Jaar 2004 2005 2006
•
•
•
•
Instroom economische opleidingen 234 307 325
Instroom Bedrijfseconomie 34 45 48
Totaal ingeschrevenen bij de economische opleidingen 578 728 885
De totale formatie op 1 oktober 2006 bedroeg 34,5 fte. De netto docent / studentratio, waarbij de formatie die ingezet wordt voor managementtaken en de formatie gedetacheerd bij de Kennis Campus Emmen buiten beschouwing wordt gelaten, bedraagt dan 1 : 26. Het ontwikkelen van het nieuwe curriculum legt een extra tijdsbeslag op de docenten. De school streeft naar een docent / studentratio van 1 : 24. De school is in het voorjaar 2005 een project ‘Anders Werken’ gestart met al doel de didactische werkvormen te actualiseren en de taaktoedeling van docenten te heroverwegen. De school is tevreden over de uitkomsten uit het programma en zet het programma voort in 2006 en 2007. Het ziekteverzuim bij de economische opleidingen was: 2,79% in 2005 en 2,65% in 2006. Dit is verhoudingsgewijs laag in vergelijking met het landelijk gemiddelde (4,25% voor het hbo) en in vergelijking met het gemiddelde van de Hogeschool Drenthe, 5,66% in 2005 en 3,63% in 2006. De opleiding voert een actief verzuimbeleid, dat resultaten afwerpt. De studenten geven aan dat zij voldoende geïnformeerd worden als er onverhoopt lessen uitvallen. Als er sprake is van langdurige lesuitval wordt intern dan wel extern gezocht naar vervanging of worden de lessen verschoven naar een volgende periode.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op basis van bovenstaande punten het facet ‘Kwantiteit personeel’ als voldoende. De sterke groei van het aantal studenten in combinatie met de onderwijsvernieuwing vangt de unit MET op door behalve nieuwe docenten aan te trekken, ook de didactische werkvormen te actualiseren en een actief verzuimbeleid te voeren.
Pagina 21 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
3.3 Kwaliteit personeel Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
• •
•
Competenties en competentieprofielen zijn niet alleen leidend in de onderwijsopzet, in de visie van de Hogeschool vormt competentieontwikkeling eveneens de kern van het personeelsplan. De school heeft in dit kader een nieuwe functieordening ingevoerd, waarmee vier functieprofielen met bijbehorende competenties voor docenten onderscheiden worden. De nieuwe functiewaarderingmethodiek is een uitwerking van de onderwijskundige visie van de Hogeschool en de vertaling daarvan in de gehanteerde didactische werkvormen. Dit raamwerk is vastgelegd in beleidsnotities. Er wordt scholing georganiseerd voor docenten. In 2005 en 2006 lagen de speerpunten van de scholing op professionalisering, internationalisering (een unitbrede scholing in het lesgeven in het Engels), coaching en managementondersteuning. In 2007 ontwerpt de afdeling P&O een hogeschoolbreed scholingsbeleidsplan. Er is een nieuwe systematiek voor functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken ontworpen, de leidinggevenden hebben training ontvangen. De eerste ronde van de functioneringsgesprekken is gestart vanaf januari 2007. De docenten herkennen dit nog niet allemaal, de implementatie staat nog in de kinderschoenen. De opleiding hecht veel belang aan de banden tussen docenten en het werkveld, onder andere door docenten te stimuleren externe projecten te organiseren vanuit de Kennis Campus Emmen. Het realiseren van daadwerkelijke gastdocentschappen buiten de school dan wel het volgen van werkstages door docenten, is in praktijk lastig uit te voeren gezien de werkdruk die docenten ervaren. Het didactisch concept is bij de docenten bekend. De docenten zijn enthousiast over het nieuwe onderwijsmodel, zij zetten zich in om het tot een succes te maken, ook al kost dat extra inzet. De docenten stimuleren de studenten om actief te participeren in het onderwijs. Het onderwijsconcept met de themagerichte organisatie en het opleveren van concrete beroepsproducten zijn daartoe vanzelfsprekend uitnodigend. De actieve houding van de studenten wordt ook opgeroepen door de stijl van lesgeven in de modules. De studenten geven aan dat zij voldoende inbreng kunnen en mogen hebben in de lessen. Het merendeel van de docenten wordt door de studenten positief beoordeeld in de periode evaluaties.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Kwaliteit personeel’ als voldoende.
Pagina 22 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Beoordeling van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding werkt met een deskundig team dat de verbinding met de beroepspraktijk in de lessen legt. De facetten van het onderwerp ‘Inzet van personeel’ zijn door het visitatieteam met een voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt zij dit onderwerp ‘Inzet van personeel’ ook als geheel positief.
Pagina 23 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
4. Onderwerp: voorzieningen 4.1 Materiële voorzieningen De huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
•
•
•
•
De materiële voorzieningen van de opleiding bestaan uit lesruimtes, projectruimtes waar studenten met elkaar kunnen samenwerken, een studielandschap (bureaus + pc’s in een centrale ruimte), de mediatheek met ruimte voor studenten om te studeren (stilte plekken) en te vergaderen. Uit het studenttevredenheidsonderzoek (STO) bleek dat studenten minder tevreden waren over de beschikbaarheid van les- en projectruimtes. Sinds de afname van het STO zijn er twee lokalen en vier projectruimtes bijgebouwd. De studenten zijn daar tevreden over, vertellen ze. De International Learning Companies zijn, in afwachting van de nieuwbouw van de Kennis Campus Emmen, elders in Emmen gehuisvest. De Student Companies zijn binnen de Hogeschool Drenthe gehuisvest. Uit het STO blijkt ook dat studenten ontevreden zijn over de beschikbaarheid van computers. De schaarste doet zich met name voor tijdens de piekuren van 10.30 – 14.00 uur, daarbuiten is er voldoende capaciteit. In de school is een draadloos netwerk aangelegd. De studenten kunnen beschikken over pc’s, video, internet. Verder kunnen de studenten vanuit huis inloggen op de bestanden van de school. De mediatheek biedt docenten en studenten toegang tot elektronische databanken, boeken en tijdschriften. Uit het studenttevredenheidsonderzoek blijkt dat de studenten tevreden zijn over de openingstijden, dienstverlening en aanbod van de mediatheek. De docenten delen met drie tot vier personen een werkkamer. De docenten verrichten hun werkzaamheden overwegend op de school. In de gesprekken met docenten zijn geen opmerkingen over de werkplek naar voren gekomen. Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek blijkt dat circa 80% van de medewerkers tevreden is over de werkplek. De studenten kunnen gebruik maken van de centrale studentenadministratie voor in- en uitschrijving, financiële zaken. De unit-studentenadministratie is er voor zaken rondom roostering, planning, cijferverwerking en studievoortgangscontrole. De kantine is vernieuwd en levert een gevarieerd aanbod van broodjes, snacks en drinken. De studenten zijn ontevreden over de prijs/kwaliteitsverhouding van de kantine. De school voert overleg met de cateraar. Via de organisatie hbo-sport kunnen studenten en docenten tegen gereduceerd tarief deelnemen aan sportactiviteiten in de regio. De studenten zijn tevreden over de aangeboden sportfaciliteiten.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van oordeel dat de materiële voorzieningen ruimschoots toereikend zijn om het programma te realiseren. Op grond van deze bevindingen beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Materiële Voorzieningen’ als voldoende.
Pagina 24 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
4.2 Studiebegeleiding en informatievoorziening De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op studievoortgang. De studiebegeleiding en de informatievoorziening sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
• •
•
•
•
De opleiding kiest voor een systeem van Studie Loopbaan Begeleiding (SLB) om de student te ondersteunen en te begeleiden in het zelf richting geven aan het leerproces. De SLB is geconcentreerd bij een beperkt aantal docenten: studieloopbaanbegeleiders. Daarnaast zijn er professionele tutoren voor het begeleiden van de themagroepen. De SLB bestaat uit individuele gesprekken met de student (minimaal drie in het eerste jaar), de studenten schrijven reflectieverslagen, er is een SLB-spreekuur ingeroosterd en wordt er met de klas een SLB-uur ingeroosterd. De SLB-er monitort de studievoortgang van de studenten en stelt zo nodig de planning in overleg met de student bij. De tutoren begeleiden de projectgroepen in de thema’s. Het eerste jaar is de begeleiding intensief, het tweede jaar meer op afstand, aansluitend bij het beleid van de school om de student steeds zelfstandiger te laten functioneren. De tutoren en de SLB-ers onderhouden onderling contact over de begeleiding van de studenten. De SLB biedt mogelijkheden om in te spelen op de individuele behoefte van student aan begeleiding. Dat wordt nog versterkt door het kleinschalige karakter van de school. Ondanks de toename van het aantal studenten is de opleiding nog steeds kleinschalig, de SLB-ers en de tutoren kennen de studenten allemaal. De studenten geven aan dat zij de persoonlijke benadering op prijs stellen, het is een belangrijke drijfveer om voor deze opleiding te kiezen. De kleinschaligheid van de opleiding maakt een persoonlijke benadering van de studenten mogelijk. ‘Je bent hier geen nummer’, zeggen de studenten, ‘de docenten kennen je bij naam’. Ook alumni geven aan dat zij enkele jaren ná hun afstuderen nog herkend worden door de docenten. De persoonlijke contacten tussen docenten en studenten maken het eenvoudig om achterblijvende resultaten bespreekbaar te maken. Het uitgebreide systeem van studieloopbaanbegeleiding geldt niet voor de derde en vierdejaars studenten, zij vallen nog onder het oude regime van het mentoraat dat voorziet in minder intensieve begeleiding. De derde en vierdejaars studenten zijn veel minder tevreden over de studiebegeleiding, constateert de opleiding. In gesprek geven deze studenten aan tussen wal en schip te vallen, omdat de school erg veel aandacht aan de onderwijsvernieuwing en het nieuwe curriculum besteedt. Het visitatieteam merkt op dat er in het document ‘Project SLB en Tutoraat: Overzicht en Plan van Aanpak, 2007’ geen aandacht aan dit onderwerp besteed wordt en adviseert de opleiding de klacht van de studenten op te pakken. De informatievoorziening aan de studenten verloopt schriftelijk, via Blackboard en via de studieloopbaanbegeleiders. De studiegids geeft de studenten overzicht van het totale onderwijsaanbod van het studiejaar, een jaarplanning en de tentamendata. Halverwege elke lesperiode worden tentamenaanbod en de inschrijvingsperiode opnieuw bekend gemaakt via Progress (het studentvolgsysteem) en intranet. Twee dagen voor sluiting van de inschrijvingsperiode ontvangen de studenten een e-mail ter controle van de inschrijvingen.
Pagina 25 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
•
•
•
Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat de studenten van de unit MET meer tevreden zijn over de informatievoorziening via Blackboard en de dienstverlening van de receptie dan de gemiddelde ontevredenheidsscore van de hogeschool (29%). In het studiejaar 2005 – 2006 bleek dat de juistheid en tijdigheid van de informatievoorziening aan de studenten niet altijd gerealiseerd kon worden, vanwege beperkingen in het roostersysteem en door de decentrale roostering. De opleiding is een project Centrale Roostering gestart, zoals ook vermeld onder facet 2.4 Studielast. In gesprekken met studenten kwam naar voren dat de studenten tevreden zijn over de informatievoorziening ten aanzien van roostering, tentamenresultaten, en dergelijke.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam is van mening dat de opzet van SLB in het nieuwe curriculum past, het is een uitwerking van het competentiegericht onderwijs. Het nieuwe systeem SLB biedt ruimte om in te spelen op de individuele behoefte aan begeleiding van de student. De begeleiding van de studenten begint het eerste jaar intensief, maar richt zich op toenemende zelfstandigheid van de student om zelf richting te geven aan het leerproces. Wel adviseert het visitatieteam om voldoende aandacht aan de derde en vierdejaars studenten te besteden. De informatievoorziening aan de studenten is tijdig. Derhalve beoordeelt het visitatieteam het facet Studiebegeleiding en informatievoorziening als voldoende
Beoordeling van het onderwerp ‘Voorzieningen’ De facetten van het onderwerp ‘Voorzieningen’ zijn beide als voldoende beoordeeld. Daarom is het oordeel voor het onderwerp als geheel positief.
Pagina 26 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
5. Onderwerp: interne kwaliteitszorg 5.1 Evaluatie resultaten De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
•
Het kwaliteitsbeleid van de Hogeschool komt op drie niveaus terug: hogeschoolbreed, in de units en binnen de opleidingen. De afdeling kwaliteitszorg ondersteunt de unit MET bij het draaiend houden van de Deming cirkel (Plan– Do – Check– Act), met het maken van plannen en het doen van onderzoek. Op opleidingsniveau is een jaarlijkse en een meerjarige evaluatiecyclus. De jaarlijkse evaluatiecyclus is aangepast en toegesneden op het vernieuwde curriculum. De jaarlijkse evaluatiecyclus zal in het studiejaar 2006 – 2007 volledig geïmplementeerd zijn. De meerjaarlijkse cyclus beslaat 6 jaar. Daarin vallen ook de 2 of 3 jaarlijkse student – en medewerkertevredenheidsonderzoek, de interne audits en de instellingsaccreditatie. De meerjarencyclus zal rond het studiejaar 2011 voor het eerst volledig doorlopen zijn. De overlegstructuur binnen de unit MET is zo ingericht dat de resultaten uit de evaluaties op het juiste niveau worden besproken, zodat bijsturing plaats kan vinden. De resultaten van de evaluaties worden besproken in het opleidingsteam die verbeteracties uitzet. Verbeterpunten vormen input voor de ontwikkelteams van de thema’s en de minors. Rapportages van bepaalde studieonderdelen gaan naar de betreffende docent. De terugkoppeling naar studenten in panelgesprekken is een onderdeel van het kwaliteitsbeleid. Belangrijk item voor de opleiding is de geplande majorevaluatie. De opleiding heeft geen specifieke verbeterdoelen aangegeven, de verbeteracties worden uitgezet op basis van de bevindingen van de evaluaties. De opleiding heeft verbeterdoelen uitgewerkt op basis van de evaluaties van het afgelopen jaar, alsmede aan de hand van de uitkomsten uit het recente medewerkerstevredenheidsonderzoek en het studenttevredenheidsonderzoek.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De opleiding Bedrijfseconomie evalueert op regelmatige basis of de gestelde doelen bereikt worden. Het systeem van periode-evaluaties, jaarevaluatie en een meerjaren cyclus is goed ontworpen. Derhalve beoordeelt het visitatieteam het aspect ‘Evaluatie resultaten’ als voldoende.
Pagina 27 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
5.2 Maatregelen tot verbetering De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
•
Binnen het opleidingsteam Bedrijfseconomie worden de uitkomsten uit de evaluaties besproken en verbeteracties opgestart en bewaakt. Opleidingoverstijgende verbeteringen worden in het MT van de unit MET vastgesteld, de uitvoering wordt hier ook bewaakt. Het beleidsplan MET wordt op basis van de uitkomsten uit de evaluaties jaarlijks bijgesteld. Het opleidingsplan van de opleiding wordt in lijn met het beleidsplan MET ook jaarlijks bijgesteld. Het studiejaar 2005 – 2006 heeft veel meetresultaten opgeleverd leidend tot structurele verbetermaatregelen. De meeste maatregelen verkeren nog in de planfase, sommige maatregelen heeft de opleiding direct kunnen nemen, zoals de organisatie rondom de thema’s, het tutoraat en de taaktoedeling van docenten. Naar aanleiding van de visitatie in 2001 heeft de NVAO in haar brief d.d. 13 juni 2005 expliciet aandacht gevraagd voor de kwaliteitszorg, met name het doorlopen van de hele Deming Cirkel. Met het systematisch bespreken van de uitkomsten uit de metingen in het opleidingsteam en de ontwikkelteams creëert de opleiding draagvlak bij de docenten voor het uitvoeren van de verbeteracties. Gezien het enthousiasme van de docenten heeft het visitatieteam vertrouwen dat de verbeteracties daadkrachtig ter hand genomen worden. In de gesprekken met studenten en oud-studenten, maar ook met de docenten en de vertegenwoordigers uit het werkveld geven de respondenten aan dat er goed naar ze wordt geluisterd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: De manier waarop de opleiding inspeelt op de uitkomsten uit de onderzoeken wekt vertrouwen dat de nieuwe kwaliteitsinstrumenten goed gebruikt zullen worden en de meerjaren cyclus goed zal functioneren. Het visitatieteam beoordeelt het facet ‘Maatregelen ter verbetering’ als voldoende.
5.3 Betrekken van medewerkers, studenten alumni en beroepenveld Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten alumni en beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
De opleiding wil op systematische wijze de studenten, docenten, alumni en het werkveld betrekken bij de interne kwaliteitszorg van de opleiding. De stakeholders krijgen gelegenheid hun stem te laten horen. De beroepenveldcommissie vergadert drie keer per jaar, zie ook 1.1 Domeinspecifieke eisen.
Pagina 28 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
• •
•
•
• •
Eens in de twee jaar wordt een tevredenheidsonderzoeken gehouden onder studenten, medewerkers en alumni. Ook wordt eens in de twee jaar hogeschoolbreed een werkveldenquête uitgezet met ingang van het studiejaar 2006 – 2007, met daarin opleidingsspecifieke elementen. Daarmee wordt de betrokkenheid van het werkveld vergroot en gestructureerd. De onderwijsuitvoering wordt na afloop van elke onderwijsperiode schriftelijk en via intranet geëvalueerd, hierin hebben studenten en docenten inbreng. De opleiding organiseert panelgesprekken met studenten om de inbreng van de studenten goed te kunnen duiden. De studenten zijn vertegenwoordigd in de opleidingscommissie. De studentleden van de opleidingscommissie worden gekozen. De opleidingscommissie vergadert vier keer per jaar, na de toetsperiode. Bij de vergaderingen zijn ook de opleidingsmanager en kerndocenten aanwezig. Zowel de studenten als de Werkveldcommissie geven tijdens de visitatie aan dat er “echt naar ze wordt geluisterd”. De docenten hebben via de ontwikkelteams en het opleidingsteam gelegenheid om invloed te hebben op het beleid en de uitvoering van werkzaamheden. Het visitatie team merkt op dat met de invoering van de jaarlijkse gesprekscyclus voor beoordelings- en functioneringsgesprekken hieraan nog een spreekbuis wordt toegevoegd.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft geconstateerd dat de opleiding de laatste jaren alle belangrijke stakeholders periodiek en op verschillende wijzen bij de interne kwaliteitszorg betrekt en daar input aan vraagt met betrekking tot het eigen functioneren. Het visitatieteam beoordeelt op grond van deze bevindingen het facet ‘Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld’ als goed.
Beoordeling van het onderwerp ‘Interne kwaliteitszorg’ De kwaliteitszorg heeft veel aandacht gekregen in de afgelopen jaren. De opleiding staat open voor verbetering, de stakeholders zijn daarbij richtinggevend. De terugkoppeling van de uitkomsten uit de metingen naar de besluitvormingsstructuur maakt het mogelijk snel te reageren. De facetten van het onderwerp ‘Kwaliteitszorg’ zijn voldoende of goed beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel als positief.
Pagina 29 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
6. Onderwerp: resultaten 6.1 Gerealiseerd niveau De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
• • •
•
•
•
Het afstuderen vindt plaats ter afronding van de studie, in het vierde studiejaar. De student verricht een praktijk gerelateerd onderzoek bij een organisatie om een concreet vraagstuk aan te pakken. De criteria voor het afstuderen worden in het kader van de curriculum vernieuwing verder aangepast. De student kan op drie manieren een afstudeeropdracht verkrijgen: via eigen contacten, via de Kennis Campus Emmen, met behulp van de database StageQ. De studenten geven aan in het algemeen makkelijk een stageopdracht te kunnen verwerven, hbo BE studenten worden veel gevraagd. De student maakt in het begin van het afstudeertraject een afstudeervoorstel, dat wordt goedgekeurd door een vakinhoudelijk deskundig docent, de opleidingscoördinator en de afstudeercoördinator. Daarna krijgt de student een begeleider aangewezen, dat is altijd een vakinhoudelijk deskundig docent. De begeleiding vindt plaats op initiatief van de student, aan de hand van tussenproducten – plan van aanpak, conceptverslag, eindscriptie. In gesprekken met studenten kwam naar voren dat zij tevreden zijn over de mate van begeleiding, zij sturen de begeleiding zelf aan. Uit het studenttevredenheidsonderzoek 2006 blijkt dat de studenten van de unit MET lager scoren op de begeleiding bij het afstuderen dan de gemiddelde ontevredenheidsscore (23%) van de hogeschool. Het visitatieteam heeft niet kunnen constateren in hoeverre de studenten van de opleiding Bedrijfseconomie dit onderschrijven. De eerste examinator is altijd een vakinhoudelijk deskundig docent die de student ook tijdens het afstudeeronderzoek begeleidt. De tweede examinator is eveneens een inhoudelijk deskundig docent. De bedrijfsbegeleider heeft een adviserende rol bij de beoordeling. Het visitatieteam heeft steekproefsgewijs een aantal afstudeerscripties en de beoordeling daarvan gedetailleerd bekeken. Het visitatieteam is van oordeel dat de afstudeerscripties variëren in kwaliteit, welke redelijk goed weerspiegeld wordt in de beoordeling. Wel is opgevallen dat de studenten soms erg weinig kritisch zijn in hun aanbevelingen en dat hun conclusies niet altijd worden onderbouwd. Er zijn geen aanwijzingen dat er onterechte voldoendes worden toegekend.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft kunnen constateren dat de gerealiseerde eindkwalificaties, aantoonbaar via de afstudeerscripties, corresponderen met de beoogde kwalificaties, qua niveau (minmaal hbo), en qua oriëntatie en domeinspecifieke eisen (aard van de opdrachten). Alles overwegend beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Gerealiseerd niveau’ als voldoende.
Pagina 30 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
6.2 Onderwijsrendement Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen. Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers. Bevindingen: Het visitatieteam heeft op grond van de gevoerde gesprekken en de bestudering van de verstrekte informatie het navolgende kunnen vaststellen: •
•
•
De opleiding Bedrijfseconomie heeft streefcijfers geformuleerd voor het afstudeerrendement in relatie tot de landelijk gemiddelden van de opleidingen Bedrijfseconomie: * afstudeerrendement na vijf jaar ≥ landelijk gemiddelde, maximaal 5 procentpunten lager * gemiddelde studieduur in maanden van gediplomeerden ≤ landelijk gemiddelde, maximale afwijking naar boven van 3 maanden * de gemiddelde studieduur in maanden van uitvallers ≤ landelijk gemiddelde, maximale afwijking naar boven van drie maanden * de studie-uitval na één jaar en na drie jaar ≤ landelijk gemiddelde, maximale afwijking naar boven van 5 procentpunten. In 2006 heeft de medewerker kwaliteitszorg de cijfers van de opleidingen van de unit MET vergeleken met de landelijke trends in de economische opleidingen. De opleiding hbo BE heeft de verkregen informatie geanalyseerd en geconcludeerd dat het afstudeerrendement fors boven het landelijk gemiddelde ligt, zij het pas na acht jaar studie. Het belangrijkste speerpunt dat de opleiding wil aanpakken is de verlaging van de studieduur, zowel voor de gediplomeerden als voor de uitvallers. De opleiding heeft diverse maatregelen getroffen om de studieduur te verkorten. Daarin speelt de nieuwe opzet van de studieloopbaanbegeleiding een belangrijke rol, evenals het nieuwe competentiegerichte curriculum. De norm voor het Bindend Negatief Studieadvies is geleidelijk verhoogd tot 40 ECTS in het eerste jaar van inschrijving en het behalen van de propedeuse in twee jaar.
Beoordeling door het Certiked visitatieteam: Het visitatieteam heeft vastgesteld dat de opleiding streefcijfers heeft geformuleerd. De opleiding heeft de huidige situatie geanalyseerd en maatregelen getroffen tot verbetering. Op basis van het bovenstaande beoordeelt het visitatieteam het facet ‘Onderwijsrendement’ als ‘voldoende’.
Beoordeling van het onderwerp ‘Resultaten’ Beoordeling van de gerealiseerde eindniveaus laat zien dat het beoogde niveau wordt gehaald. Het onderwijsrendement is een punt van aandacht waar alert op wordt gereageerd. De facetten van het onderwerp ‘Resultaten’ zijn als voldoende beoordeeld. Daarom beoordeelt het visitatieteam het onderwerp als geheel ook positief.
Pagina 31 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bijlage 1: Programma Programma 11 april 2007 Combinatie BE en CE 12.00 – 13.00
Interne bespreking visitatieteam, broodjes
13.00-13.30 uur
College van Bestuur en directeur Voorstellen, doornemen programma de heer M.J. Giesen MBA de heer drs W.J. Bakker
voorzitter CvB directeur
13.30-15.00 uur
Directeur, Opleidings- en kwaliteitsmanagement, Internationalisering Domeinspecifieke eisen, bachelorniveau hbo-oriëntatie, programma. de heer drs W.J. Bakker directeur de heer ir J.W. de Geus / opleidingsmanagement de heer dr R. Folkersma / mevrouw G. Geitz de heer drs ing M. Blok kwaliteitszorg de heer drs S. Dousma internationalisering
15.00-15.30 uur
Bezichtiging gebouw en Demonstratie Intranet/Blackboard
15.30-16.30 uur
Onderwijsadviesraad CE (simultaan door deel visitatieteam) Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie, programma, aansluiting werkveld de heer H.B. Giethoorn Manager Marketing & Communicatie Rabobank de heer M.A. Kooi Marketing services & support Engineer Honeywell de heer J. Degenhart Performance Consultant Compliance Cordis Europe de heer A.H. Merts Zelfstandig consultant de heer S. Pilkes Docent MTRO Heerenveen de heer M. Goezinne Manager inkoop Forbo Novilon / prepensioen de heer M. van der Land Hoofd verkoop DeliXL de heer F. Schouten Manager Exploitatiemaatschappij RTV Noord Onderwijsadviesraad BE (simultaan door deel visitatieteam) Domeinspecifieke eisen, hbo-oriëntatie, programma, aansluiting werkveld mevrouw R. Lubbers-Hilbrands Senior manager Ernst & Young de heer J. Giezen Groepsleider MKB Deloitte & Touche de heer S. Bos Accountmanager Centrum Vakopleiding Noorderpoortcollege de heer M. Derksen Adjunt rayondirecteur ING Bank Studenten van opleidingscommissies (simultaan door deel visitatieteam) Studiebegeleiding, kwaliteit opleiding, toetsen, informatie / communicatie, de heer J.W. van der Heide, de heer P.H. Guttink, de heer T.H. Engelage, mevrouw F.W. Germs, mevrouw N.S. Biemholt, mevrouw A. Strijks, mevrouw R.M.F. Brokmann
Pagina 32 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
16.30 – 17.00 uur
Materiaalbestudering door visitatieteam
17.00 – 17.15
Directie, opleidingsmanagement Korte terugkoppeling visitatieteam, vooruitblik komende dagen
Programma 25 april 2007 hbo – BE 09.00 – 10.00
Materiaalbestudering en overleg visitatieteam
10.00-11.00 uur
Studenten propedeuse en tweede jaar Studiebegeleiding, studielast, programma, informatievoorziening, faciliteiten mevrouw M. Koster 1e jaars mbo -handel de heer M. Oldenhuis 1e jaars havo -N&G mevrouw S. Over 1e jaars mbo -administratie de heer S. Arendsen mevrouw S. Hoffschlag de heer R.J. Kleis mevrouw J. Nijman mevrouw N. Pothof de heer M. Schulte Wess
2e jaars 2e jaars 2e jaars 2e jaars 2e jaars 2e jaars
havo -N&T, deelnemer Minionderneming Duits, deelneemster Minionderneming havo havo -C&M havo -C&M Duits, deelnemer Minionderneming
11.00-12.00 uur
Studenten derde en vierde jaar Afstudeerbegeleiding,, programma, informatievoorziening, faciliteiten mevrouw L. Groenewold 3e jaar mevrouw N. Katoen 3e jaar deelneemster International Learning Company Akadece de heer H.D. Dollen 3e jaar de heer K. Blokzijl 4e jaar deelnemer International Learning Company Akadece mevrouw J.A. Admiraal 4e jaar deelneemster International Learning Company Akadece de heer H. van der Laan 4e jaar deelnemer Minionderneming mevrouw L.I. van der Meulen 4e jaar duaal traject Rabobank
11.00-12.00 uur
Werklunch visitatieteam
13.00-14.15 uur
Docenten Vakinhoud, beroepsoriëntatie en didactiek de heer drs J. van den Beukel docent Bedrijfseconomie en Bedrijfsadministratie de heer mr H.J.W. Knap voorzitter stuurgroep Minorontwikkeling mevrouw H. Koerts tutor en docente Algemene Vaardigheden mevrouw drs G.J. Nevel docente Bedrijfseconomie, Marketing en Zakelijke kredietverlening de heer drs A.J. Schokker kerndocent Bedrijfseconomie en studieloopbaanbegeleider de heer dr N. van der Sijde kerndocent Communicatie & Soft Skills de heer D.G. Struik minorcoördinator Financial Service Management
Pagina 33 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
15.00-16.00 uur
Alumni (tussen haakjes: jaar van afstuderen) resultaten opleiding. aansluiting bij de praktijk. niveau van de opleiding, aansluiting bij vervolgopleidingen de heer J.H.J. Nijzink medewerker binnendienst Vrieling Assurantiën (2005) de heer M. Leeuwinga financieel-administratief medewerker DLE Emmen (2007) de heer J.O.T. van Wolde assistent-accountant Ernst & Young (2004) de heer B.R. Dreier adviseur Kennis Campus Emmen (2005) de heer J.J. de Groote assistent-accountant HLB Nannen Accountants (2005)
17.00 – 17.15
Directie, docenten, opleidingsmanagement Korte terugkoppeling visitatieteam
Pagina 34 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bijlage 2: Documenten Documenten die zijn bestudeerd • • • • • •
Beroeps- en Opleidingsprofiel Bedrijfseconomie, Landelijk Overleg Opleidingen Bedrijfseconomie, 1999 HEO Domeinen en domeincompetenties, 2005, deel II, domeincompetenties en illustraties ICT-competenties Bedrijfseconomie, Hobéon Management Consult, 2000 Landelijk Werkveldadviesoverleg m.b.t. Domein Economics, 31-05-2006 Brief NVAO, Stand van Zaken notities Bedrijfseconomie en Commerciële Economie, 13 juni 2005 Rapportage domeincompetenties Economics, 2005
• • • • • • • •
Beleidsplan Kwaliteitszorg 2005-2006 , We maken waar wat we beloven, 2005 Beleidsplan kwaliteitszorg 2005-2006, herformulering doelstellingen Functiebeschrijvingen Management, Economie en Techniek, 2006 Invulling procesbeschrijving in informatiesysteem Mavim, 2007 Kennis Campus Emmen (KCE), Duurzaam boegbeeld en actief knooppunt in Innovatie en Kenniscirculatie, 2006 Ontwikkel je talenten!, Dynamisch Strategisch Beleidsplan, hoofdlijnen van beleid voor de periode 2004-2 Op weg naar een integraal personeelsbeleid 2004-2006, 2004 Voorstel implementatie Syllabus Plus, 2006
• • • • • •
Aansluitingsmonitor 2005-2006, Havisten en Mbo-ers in Noordoost Nederland, 2006 Opleidingsbijlage BE bij aansluitingsmonitor 2005-2006 Rapportage alumni-onderzoek unit MET, 2005 Rapportage alumni-onderzoek unit MET, 2005 Rapportage studenttevredenheidsonderzoek, 2006 Rendementen Hogeschool Drenthe in perspectief, 2006
• • •
Het Curriculum van de Opleiding Bedrijfseconomie, 2006 Opleidingsplan Opleiding Bedrijfseconomie 2006-2007 Studiegids Bedrijfseconomie 2006-2007k: major en minors
• • •
Herzien onderwijsmodel economische opleidingen, 2006 Plan van Aanpak Anders Werken, 2006 Plan van Aanpak Anders Werken, 2007
• • •
Jaarrapportage kwaliteitszorg 2005-2006 Kwaliteitsbeleidsplan MET 2005-2008, naar een volwaardig systeem van kwaliteitszorg, 2005 inclusief bijlagen Plan van aanpak Majorevaluatie, 2006
Pagina 35 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
• • • •
Onderwijs en Examen Regeling 2006 Hogeschool Drenthe, Onderwijs en Examen Regeling Opleiding Bedrijfseconomie, 2006, Specifiek deel Onderwijs en Examen Regeling, Economische Opleidingen 2006 Rapportage over het alumnionderzoek unit met, najaar 2005, in opdracht van de opleidingscoördinatoren be, ce, ibl en l&e. De Consequenties van Competenties, 2007 Kritisch Toetsen of De Toets der Kritiek, 2007 Minors Maken Meer Mogelijk, minorsystematiek MET, 2006 Taakomschrijving kerndocenten MET, 2006
•
Overzicht cv's van de docenten van de economische opleidingen MET 2006-2007
• •
Afstudeerhandleidingen en stagehandleidingen 2006, 2007 Diverse scripties + de beoordelingen daarvan
• • • • • •
Docentinstructie bij algemeen portfolioformat, 2006 Enkele ideeën over studieloopbaanbegeleiding en competenties, een notitie, 2006 Minor, opzet van het persoonlijk portfolio, 2006 Project SLB en Tutoraat, Overzicht en Plan van Aanpak, 2007 Studieloopbaanbegeleiding, communicatie en tutoraat bij Techniek. Inventarisatie en enkele aanbevelingen Visie op Studieloopbaanbegeleiding, 2006
• • • •
Pagina 36 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bijlage 3: Domeinspecifiek referentiekader Bedrijfseconomen vervullen in de praktijk functies met diverse benamingen zoals treasurer, controller, financieel manager, assistent-accountant, investor relationsmanager, medewerker, adviseur, hoofd en dergelijke. Bij financiële instellingen behoren de functies van bedrijfseconomen hoofdzakelijk tot de primaire processen. De functie van bedrijfseconoom heeft in het midden- en kleinbedrijf vaak een generiek karakter bij de ondersteuning van primaire processen. Bij overige organisaties behoren de functies tot de ondersteunende processen. Ten aanzien van de invulling van de functies zijn de volgende algemene tendensen waar te nemen: • Bij functies als kredietadviseur, beleggingsadviseur en bedrijfseconomische medewerker ligt het accent op de financieel-economische hoofdtaak. • Bij functies als medewerker of hoofd financiële administratie, medewerker administratieve organisatie en interne controle worden de bedrijfsinformatieverzorgende taken geaccentueerd. • Functies als manager mkb, financieel manager, controller en assistent-accountant kennen een gelijkwaardiger verhouding tussen de financieel-economische en informatieverzorgende taken. In de dagelijkse praktijk vervult de bedrijfseconoom een drietal rollen. Deze rollen kenmerken zich in: • Uitvoeren en informeren • Beoordelen en adviseren • Samenwerken en leidinggeven Er zijn drie soorten competenties te onderscheiden: • Beroepsspecifieke competenties • Algemene competenties • Reflectieve en gedragscompetenties. De beroepsspecifieke competenties van een bedrijfseconoom hebben betrekking op de inhoudelijke kennis en vaardigheden in het beroep en op de rollen en situaties die daar aan de orde komen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Het beheersen van de geldstromen en de financiële aspecten van goederen- en dienstenstromen in een organisatie op korte en lange termijn. Het beheersen van de informatievoorziening met betrekking tot geldstromen en de financiële aspecten van goederen- en dienstenstromen. Het zorgdragen voor de kwaliteit van de informatie en de informatievoorziening op kortere en langere termijn in bovengenoemde elementen. Het voorzien in en verwerken van informatie ten behoeve van de duurzame besturing van bedrijfsprocessen. Het beoordelen of informatie over geld-, goederen en dienstenstromen voldoet aan vooraf opgestelde normen. Het voorzien in de behoefte aan externe informatie van interne en externe klanten ten aanzien van bovengenoemde activiteiten, rekening houdend met de daarvoor gestelde wettelijke en maatschappelijke normen en kaders.
Pagina 37 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
De algemene competenties van een bedrijfseconoom hebben betrekking op het algemeen functioneren van deze persoon in de relevante omgeving. Dit komt tot uitdrukking in de functies die de bedrijfseconoom vervult, hierbij kan een onderscheid gemaakt worden naar: 1. 2. 3. 4.
Resultaatgerichtheid, in termen van een pro-actieve en con-actieve instelling, het nemen en onderkennen van risico's en verantwoordelijkheid en het tonen van initiatief. Klantgerichtheid, in termen van het onderkennen van en kunnen verdiepen in de problemen van interne en externe klanten. Organisatiegerichtheid, in termen van kritisch denken, integraal denken, samenwerken, kunnen veranderen of aan kunnen sturen van veranderingen. Communicatie en interactie, in termen van het schriftelijk en mondeling rapporteren en verantwoorden, inclusief het maken van ethische afwegingen.
De reflectieve- en gedragscompetenties van een bedrijfseconoom hebben betrekking op het gedrag van de bedrijfseconoom als persoon en het vermogen van de bedrijfseconoom om zich zelf te kunnen toetsen ten aanzien van de andere voorkomende elementen van een competentie. Bij de reflectieve- en gedragscompetenties wordt onderscheid gemaakt naar: 1. 2. 3. 4.
Zelfkennis, in termen van kennis over de eigen sterke en zwakke persoonlijkheidsaspecten, en inzicht in de gevolgen van eigen en andermans gedrag. Zelfregulatie, in termen van het kunnen sturen van het eigen gedrag: oriënteren, plannen, bewaken, toetsen en evalueren. Reflectie, in termen van reflectie ter plaatse en in-actie leidt tot inzicht in praktijksituaties die uniek, complex, diffuus of conflictueus zijn. Gerichtheid op de omgeving: de attitude om op horizontaal en verticaal niveau kunnen functioneren.
Pagina 38 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Dublin Descriptoren in de opleiding Bedrijfseconomie Dublin Descriptor Kennis en inzicht
Toelichting 1. Heeft aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen. 2. Functioneert doorgaans op een niveau waar met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is.
Toepassen kennis en inzicht
Oordeelsvorming
1. Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar beroep laat zien. 2. Beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied 1. Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen, 2. dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten.
Communicatie
1. Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of nietspecialisten
Herkenbaar in Bedrijfseconomie Kennis wordt verworven in de conceptuele leerlijn. Deze kennis ligt op de volgende terreinen: - Bedrijfsadministratie - Administratieve Organisatie - Financial Accounting - Management Accounting - Financiering - Management en Organisatie - Recht - Marketing - Logistiek Management - Algemene economie - Strategisch Management - Ondernemerschap De student past kennis en inzicht toe binnen de thema’s en de minors, tijdens de stage en tijdens het afstuderen. In de thema’s en de minors komen de conceptuele leerlijn en de integrale leerlijn samen. Kennis die in de conceptuele leerlijn wordt verworven wordt onmiddellijk in de integrale leerlijn toegepast. Eén van de uitgangspunten van het didactisch concept van de opleiding Bedrijfseconomie is het ontwikkelen van het oordeelvormend vermogen. In de thema’s leren de studenten relevante informatie te verzamelen, te analyseren en op basis daarvan conclusies en aanbevelingen te formuleren. In de minors is een onderzoekscomponent aanwezig. Ook het reflecteren op beroepsbeeld, beroepscompetenties en het eigen functioneren, dat in alle thema’s en minors plaatsvindt, ontwikkelt het oordeelsvormend vermogen. Onderwijs op het gebied van communicatie is zichtbaar in: - training en toetsing in de vaardighedenleerlijn - onderwijs in Engels - toepassing in de thema’s, minors, stage en afstuderen
Pagina 39 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Leervaardigheden
1. Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt, aan te gaan.
Het onderwijskundig concept levert een bijdrage aan het ontwikkelen van beroepsbeeld, beroepshouding en studiehouding. Binnen de vaardighedenleerlijn worden modulen aangeboden over loopbaanplanning en reflectie op de eigen beroepscompetenties. De beroepshouding en de studiehouding worden verder ontwikkeld door de gehanteerde procedures en de afnemende intensiteit van de begeleiding. In de eerste jaren is de begeleiding gericht op ondersteuning van het zelfsturend vermogen, in de laatste jaren moet de student zelf in staat zijn tot zelfsturing.
Pagina 40 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bijlage 4: Visitatieteam J. Paul D. Riegen rm, projectleider Paul Riegen heeft marketing en strategisch beleid als achtergrond. Na lange tijd werkzaam te zijn geweest bij de SRM op het gebied van marketingopleidingen, heeft hij de overstap gemaakt naar de Baak, managementcentrum VNO-NCW, uiteindelijk in de functie als directeur in-company opleidingen. In deze periode is hij vooral betrokken geweest bij organisatie ontwikkel trajecten, management development en persoonlijke ontwikkeling. Daarnaast heeft hij veel gefaciliteerd en gedoceerd in Baak trajecten, ook in internationaal verband (Oost-Europa). Vanaf 2003 is hij zelfstandig gevestigd, nog steeds geassocieerd met de Baak, met als aandachtsgebieden strategische advisering, verandering van organisaties en docentschap op hbo en mba niveau. Vanaf 2000 is hij betrokken bij visitatietrajecten in het hbo. Eerst via de HBO Raad en nu als panellid en teamleider bij Certiked. Tevens is hij verbonden aan het NIMA: als senior adviseur examens, bij assessments voor te benoemen register marketeers en hij organiseert workshops voor examinatoren en assessoren. Ir. R.S. Kloosterman, assistent teamleider Na zijn studie Technische Bedrijfskunde (TUE, 1991) heeft René Kloosterman gewerkt voor het adviesbureau KPMG Consulting. Belangrijke aandachtsgebieden waren daarbij marktonderzoeken en het formuleren van strategische plannen. Na twee jaar heeft hij zich zelfstandig gevestigd en sindsdien grote projecten uitgevoerd in binnen- en buitenland (Rusland, Kazakhstan, Tsjechië, Curaçao), op het grensvlak van strategie, marktoriëntatie en managementsystemen. Voorts: het opzetten van buitenlandse operations in opdracht van Rijnconsult en in opdracht van Barents Consulting (London). Sinds 1995 is hij werkzaam voor Certiked, van 2002 tot 2007 fulltime in de rol van directeur. Hij heeft veel visitaties geleid, van voltijd bekostigd tot deeltijd aangewezen onderwijs. Zijn rol in het visitatieteam: projectleiding, hands-on ervaring met internationale en veranderingskundige vraagstukken. Drs G.F. Vermeulen, extern deskundige Na zijn studie bedrijfseconomie (Erasmus, 1988) werkte Gijs Vermeulen voor diverse internationale productie- en handelsorganisaties als controller, manager financiën en tenslotte als financieel directeur. Daar verkreeg hij uitgebreide kennis van en ervaring in oa: projectmanagement, businessplan, opstellen van jaarrekeningen, rapportages, begrotingen, MIS, financiële administraties en overnames. Vanaf 2003 is hij zelfstandig gevestigd, gericht op het uitvoeren van diverse projecten op financieel organisatorisch gebied. Tevens is hij docent bij NTI HBO opleiding, waar hij vakken doceert als: Internationale Handelsbetrekkingen, Financiering en Risicomanagement, Bedrijfscalculatie en Bedrijfsethiek. Drs C.J. de Monchy, secretaris Zij studeerde arbeids- en organisatiepsychologie (UvA, 1981). Na haar studie werkte zij tien jaar bij verschillende verzekeraars: als beleidsadviseur en later als lijnmanager. Begin 1991 maakte zij de overstap naar extern advies, in een netwerk van geestverwante organisatieadviseurs. Zij legt zich vooral toe op ontwikkeltrajecten voor professionals om de kwaliteit van hun werk te verbeteren. Sinds 1992 is zij als gastdocent verbonden aan de Haagse Hogeschool deeltijdonderwijs, sinds 1997 aan de Erasmus Universiteit. Zij doceert verschillende vakken op het gebied van management & organisatie. Carolien de Monchy is vanaf 2006 betrokken bij Certiked als secretaris. J.W.C. van den Broek, studentlid Jonne van den Broek heeft HBO Facility Management gestudeerd (2005). Op dit moment studeert ze Business Administration met een financiële afstudeerrichting op de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Naast haar studie heeft ze verschillende extra curriculaire activiteiten ondernomen zoals een bestuursjaar bij Integrand Rotterdam.
Pagina 41 van 42 Hbo Bedrijfseconomie
Hogeschool Drenthe © Certiked
Bijlage 5: Onafhankelijkheidsverklaringen
Pagina 42 van 42 Hbo Bedrijfseconomie